-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-
-ocr page 5-
-ocr page 6-
-ocr page 7-

T

Vak

OEFENINGEN EN GEBEDEN

-z-

V O O II

Jlij Wtipi, Jfofajn

EN VOOR

a ,,■»

AFGESTORVENE CHRISTENEN,

MET DE

Gdtijden of Vigiliën voor Overledenen.

''mw:

pgt; \ ajiDE

»•' 18 7 4. '

18 quot;7 4-.-

T ft i gt;. i . i.i.

1

r

—* w r i iZ. ï\l o

VV i

-ocr page 8-
-ocr page 9-

523 523

cc |

LÜ | Q

VERANDERLIJKE FEESTDAGEN.

Jaar.

Ascllliag.

P a s c h e ii.

Pinksler.

1871

22 Febr.

9 April.

28 Mei.

1872

13 Febr.

31 Maart.

19 Mei.

1873

27 Febr.

13 April.

1 Junij.

1874

18 Febr.

5 April.

24 Mei.

1875

10 Febr.

28 Maart.

16 Mei.

1876

1 Maart.

IC April.

4 Junij.

1877

14 Febr.

1 April.

20 Mei.

1878

6 Maart.

21 April.

9 Junij.

1879

27 Febr.

13 April.

1 Junij.

1880

10 Febr.

28 Maart.

16 Mei,

1881

2 Maart.

17 April.

5 Junij.

1882

22 Febr.

9 April.

28 Mei.'

1883

8 Febr.

25 Maart.

13 Mei.

1884

27 Febr.

13 April.

1 Junij.

1885

18 Febr.

5 April.

24 Mei.

1886

10 Maart.

25 April.

13 Junij.

1887

2 Maart.

10 April.

29 Mei,

1888

15 Febr.

1 April.

20 Mei.

18S9

6 Maart.

21 April.

9 Junij.

181)0

lü Febr.

6 April.

25 Mei.

1891

12 Febr.

29 Maart.

17 Mei.

1892

2 Maart.

17 Maart.

5 Junij.

1893

15 Febr.

2 April,

21 Mei.

1894

7 Febr.

25 Maart.

13 Mei.

-ocr page 10-

t 1.7 d r e k e n i n

Het jaar heeft 12 maanden, 52 weken en ecnen dag'; of 3()5 dagen en 6 uren, en viermaal 6 uren maken alle vier jaren eenen dag, en dat wordt genoemd schrikkeljaar.

van de quatekïemper-dagen.

De Quatertemper-dagen worden geho\i-den 's woensdags, vrijdags en zaturdags ; de eerste, na den derden zondag van den Advent, de tweede na den eersten zondag van de Vasten, de derde na Pinksteren , en de vierde na heilige Kruisverheffing.

Nota. Behalve de Vasten en de Quater-temper-dagen, is het vastendag op de Vigiliën, of de dagen voor de feestdagen van Pinksteren, Petrus en Paulus, Hemelvaart van Maria, Allerheiligen en van Kersmis. Op S'. Marcusdag en de drie Kruisdagen moet men vasten tot'smiddags en den geheelen dag vleeseli derven.

van den advent.

De Advent begint altijd den zondag die het naaste is aan den feestdag van den heiligen Apostel Andreas.

-ocr page 11-

MORGENGEBED.

De eerste gedachte, de eerste gewaarwording des harten bij het aanbreken van den dag moet billijkerwijs tot U, o God en Heer! gerigt zijn. Want Gij zijt Heer en Meester van on?, gehecle leven. Iedere dag, dien wij weder beleven, is een geschenk uwer goedheid. Daarom wil ik U ook danken, dat Gij uwe goedheid aan mij vernieuwd hebt eu mij weder tot het leven liet ontwaken.

Maar tot welk einde gaf God mij het leven, en waartoe moet ik het gebruiken ? O mijne ziel! vergeet deze vraag niet, en herhaal n dezelve bij eiken wederkomenden dag. Iedere dag maakt een gewigtig deel van mijn leven uit, en God laat mij denzclven tot gewigtige oogmerken beleven. Gelukkig voor mij, zoo ik eiken dag overeenkomstig Gods oogmerken wel eu nuttig doorbrenge.

God is miju Schepper en de Oorsprong mijns levens. Aan Hem zal dan ook mijn leven toegewijd zijn, ten zijnen dienste en ter zijner eere. Hij heeft ons zijnen hei-

-ocr page 12-

MORGENGEBEDEN.

ligeii wil doou bekend worden. Hij heeft eiken mensch zijnen arbeid en zijne bezigheden aangewezen in den staat, waarin hij geplaatst is. Gelukkig voor mij, indien ik dezelve getrouwelijk waarneme, en mijne pligten naauwkeurig vervulle.

Dit leven is mijn voorbereidingstijd tot de eeuwigheid, tot een toekomend beter leven. Gelukkig voor mij , indien ik mij met eiken dag meer voorbereide en mij dezes beteren levens waardigmake; indien ik met eiken dag van gebreken meer gezuiverd en voor het goede meer genegen worde. Dit moet dan ook het doel zijn van mijn aanhoudend pogen, eu ik wil ook dezen dag geheel naar den wil van God doorbrengen. Ik wil door eene zorgvuldige vermijding van elke zonde en door eene getrouwe vervulling mijner pligten aan mijnen God trachten te behagen, en mij alzoo beijveren , dat ik mijne toekomende hooge bestemming bereike.

6

Versterk mij daartoe, o mijn God! door uwe genade, en laat dezelve mij bij alle mijne onderneiuingen on bezigheden vergezellen. Amen.

t Vt—

-ocr page 13-

AVONDGEBED.

God ! ik dank U dat ik dozen dag; onder u.ve boscherraing o-elukkig heb ten einde gebraot. Hoe minzaam bebt Gij mij bewaard voor elk ongeval, lioe vaderlijk hebt Gij mii besebermd in alle gevaren, en hoe veel goeds heb ik uit uwe vaderhand ontvangen en genoten ! Wees ge-prozen, o Heer! voor al uwe goedheid en liefde. — Maar heb ik mij ook als een gehoorzaam kind jegens U, mijnen besten Vader, gedragen? Was ik U nooit ongehoorzaam? Heb ik met waren ijver mijne pligten getrouwelijk vervuld ? Heb ik mijn bost gedaan U in alles te behagen? enz. Ach, God! in hoe vele opzigten heb ik heden alweder misdaan! Vergeef, o vergeef uwen dienaar. die het thans opregt verfoeit, war. hij kwaads gedaan heeft. Ik verfooi eiken misslag' dien ik uit ligtzin-nigheid of zwakheid begaan heb, wijl ik IJ, mijnen hoogsten God, daardoor veracht en beleedigd hob. Ik bid U, o God ! vergeef mij, en ondersteun mij met uwe genade, dal ik op den dag van morgen zorgvuldiger over mij wake en elke zonde vermijde.

-ocr page 14-

8 AVONDGEBEDEN.

Eu dan, wanneer Gij mij vergeven hebt, o God! neem mij ook dezen nacht weder in uwe heilige iioede. Bewaar mij voor alle kwaad. Laat mij in LT rusten en tot U weder ontwaken. Ameu.

-ocr page 15-

GEBEDEN

©ïicLer cLe ïleilig-e ^Eïs.

In den naam des Vaders, des Zoons, en des heiligen Geesles. Amen.

Geloofd en gezegend zij de allerheiligste Drievuldigheid, üod Vader, Zoon en Heilige Geest! O, alle eer eu aanbiddings-vvaardige, drieëenige God! ik arm zondaar verschijn met kinderlijk vertrouwen voor uw heilig altaar, met liet hier verzamelde volle ,om het hoogheilig offer bij te wonen , hetwelk de priester, in den naam Jesus, U thans zal opdragen. Eeuwige God, Heer des hemels en der aarde ! wij offeren U het heiligste, U aangenaamste en welge-valligste offer; wij offeren U het heiligste ligchaamen het heiligste bloed van Jesus , uwen goddelijken Zoon, in vereeniging met het groote offer, hetwelk Hij-zelf IJ heeftopgedragen, toen Hij tot onze verlossing, in het smartelijkste lijden aan het kruis gestorven is. O mijn God ! ik voel de grootheid mijner zonden en sla, van

-ocr page 16-

GEBEDEM ONDER

10

berouw doordrougen, op mij 110 borst, en beken voor U, dat ik een zondaar ben. Ach, mijn God! dikwijls ou veelmalen hob ik U belaadi^d. U, o Alwetende, is geen mijner «■ebroken verborgen gebleven; maar uwe barmhartigheid is grootor dan al mijne zonden : daarom bid ik, vergeef mij en wees mij genadig. Zie neder op dit altaar, en neem dit heilig offer genadig aan uit de handen des priesters. Neem hot aan tot uwen lof, tot aanbidding uwer hoogste Majesteit, tot gedachtenis der menschwording, des smartelijken lijdeus en stervens onzes Verlossers, tot dankzegging voor alle aan mij betoonde genaden en weldaden, tot voldoeningen vergiffenis voor al mijne zonden, welke ik in het heiligste bloed vanJesus verberg. O (iod! in vertrouwen op uwe onmetelijke barmhartigheid , en op do verdiensten van het lijden en den dood van Jesus, vereenig ik mij mot allo hier vergaderde menscheu eu engelen, om U te aanbidden cn te gebenedijdon voor de groote woldaden , welke Gij ons in uwen goddelijken Zoon bewezen hebt. Ik bid Ook tevens voor al mijne weldoeners, voor al mijne vrienden on vijanden; bijzonder echter beveel ik aan uwe «aderlijke barmhaitigheü en liefde, diegenen, welke mij aanbelangen, en zieh in mijn gebed hebben aanbevolen.

-ocr page 17-

DE HEILIGE MTS.

Laat U, o Heer! deze mijiic goede mee-ninquot;' welgevallig ziju. Ontferm U ook overalle afgestorvene clmsten-geloovigen, en g'eef lum de eeuwige rust.

Almagtio'e eu vrijmagtige God! laat mij ook iu mijne tijdelijke aangelegenheden , door de kracht dezes heiligen offers, hulp en troost erlangen. Gij weet het, o Alwetende! welke kommer mijn hart beangstigt; het is U bekend welk kruis ik draag, en Gij weet ook best, hoe ik te redden ben. O hulprijke God! help mij om Jesus wil in mijn belang K. jSL, in hetwelk ik met vertrouwen tot ü.bid. Zoude ik echter ook, gelijk Jesus aan den Olijfberg, bidden zonder verhoord te worden, nogtans zal ik niet ophouden, maar aan U, o lieve God! mijn lot overlaten, mij overgeven aau uw wijs toevoor-zigt en met volkomen vertrouwen tot U zeggen: Vader, niet mijn, maar uw wil geschiede! Alleen bid ik, wil mij uwe genade verleenen, dat ik tot het einde mijns levens bij dit voornemen volharde : door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Wij aanbidden L , o DrievulJige God! want Gij zijt prijzenswaardig in eeuwigheid.

Eer zij den Vader, en den Zoon , en den heiligen Geest. Amen.

11

-ocr page 18-

GEBEDEN ONDEE

m.T DE GLORIA.

Christus Jusus! Gij Heiland dor wereld ! in vereeniging met den lof, wolken de heilige Engelen bij uwe genaderijke geboorte gezongen hebben, roep ik ook met een vrolijk hart: eer zij God in het allerhoogste en vrede op aarde den raenschen, die van goeden wil zijn! Wij loven U, wij gebenodijtlen ü, wij aanbidden [J, wij eeren U, wij zeggen L' dank voor al het goede, hetwelk Gij ons gegeven hebt. O Heer Jcsus Christus! Gij zijt de ware Zoon Gods; ik aanbid U. Gij zijt het eeuwige W'eord des Vaders, dat van don hemel daalde, vleesch geworden is on onder ons heeft gewoond. U, o God! prijst de gan-sehe schepping; voor L', o God! buigt zioh elk hoofd; voor U buigt zich elke knio; aan U alleen komt allo oor, alle lof, alle 'dank en alle aanbidding, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amon.

6 God ! wonderbaar is uw naam o|) do gansche aarde. Prijs en eer, dank on aanbiddingzij U , o allerheiligste, driovuldige God! Eer zij U, o Vader! eer zij U, o Zoon! eer zij U, o heilige Geest! Ontferm U mijner, eeuwige Vader! en sterk mijn geloof. Ontferm U mijner, Jasus, Zoon Gods! en vermeerder in mij de lioop.

13

-ocr page 19-

DE HEILIGE MIS. 13

Outferm U mijner, heilige Geest! en verleen mij uwen bijstand in alles, wat mijn zielenheil aangaat. 0 Geest Gods ! verhoor mijn smeeken en ontvlam mijn hart tot uwe goddelijke liefde. Eer zij den Vader, den Zoon, en den heiligen Geest; gelijk in het begin, zoo nu, en in eeuwigheid. Amen.

BIJ J)E COLLECTEN,

Verleen ons genadiglijk, hemelsehe. Vader! door de voorbede van Maria en uwer Heiligen, bijzonderlijk van die Heiligen, wierfeestwij heden vieren, al die genaden, welke de priester in den naam Jesus voor zich en voor ons begeert. O almagtige God! Gij zijt onze Vader; op IJ stellen wij ons gansche vertrouwen, daar Gij ons uwe barmhartigheid zoo dikwijls betoond hebt. Van U, oGod! willen wij onze hulp en ons heil verwachten. Verhoor ons allen die hier verzameld zijn, omhetgenewij bidden; door Jesus Christus, uwen Zoon, die met U en den heiligen Geest, dezelfde God, leeft en regeert, in alle eeuwigheid. Amen.

Ook tot u, roep ik , o genaderijke Moeder van Jesus, toevlugt van alle berouwhebbende zondaars! bid den lieven God voor mij, dat Hij mij niet verlate, vooral in mijnen laatsten levensstond, wanneer

-ocr page 20-

14 GEBEDEN OXDEK

mij alle inensclicn verlaten. Sta mij dan bij met uwe moederlijke hulp, en voer mijne ziel tot .lesns uwen Zoon; bid Hem, dat Hij mij gjenadig moge rigteu en tot , de eeuwige zaligheid opnemen. Amen.

BIJ HET EVANGELIE.

/ Dank, eeuwige dank zij U, o liefste Jesus, datGij mij trw heilig Evangelie hebt bekend laten worden. Maar, o mijn Heer en mijn God! hoe zal ik voor ü bestaan , wanneer Gij mij eenmaal, volgens het Evangelie, naar mijn geloof zult rigten ? Ach, ik-beken het met bittere smart, dat mijne zónden mij zullen verdoemen, wanneer-ik niet, gelijk de verloren zoon, niet rouw en boete tot U terugkeere. Ja liefste, eeuwig barinhartige Vader! ik keer tot U terug, en berouw,mijn tot heden zondige leven; o schenk mij slechts uwe liefde weder. Ik wil voortaan naar de wijze voorschriften des Evangelies leven, ten einde ik U welgevallig zij, en vreugde, vrede en zaligheid verkrijge. Verleen mij, o God! den bijstand uws heiligen Geestes , die mij met zijn goddelijk genadelicht verlichte; opdat ik uwe geboden getroviw vervulle, en waardig worde eens tot het eeuwige leven in te gaan; door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 21-

BE IIETLIfrE MIS.

Bl.7 HET CREDO.

Ik geloof aan U, driemldige God, Vader, Zoou on heilige Geest. Ik geloof aan U, o Vader, den Schepper en Onder-honder aller dingen. Ik geloof aan Ü, o Jesns Christus, den waren Zoon van God, mijnen Verlosser en Zaligmaker. Ik geloof aan ü, o heilige Geest, den Trooster, die van den Vader en den Zoon uitgaat, en mijne ziel reeds in het heilig doopsel geheiligd hebt. In dit geheimnis mijns ge-loofs aanbid ik U, o allerheiligste Drievuldigheid, niet eerbied, en smeek, met een kinderlijk verlangen, om sterkte in mijn geloof; opdat ik mij aan de woorden vasthonde, daar Hij zegt: hom die gelooft zijn alle dingen mogelijk.

God van allen troost! Ik ben uw kind , en weet hoe zeer (jij verlangt mij zalig te maken; daarom hoop ik op U. Ja, ik hoop op uw woord, en ik zal op ü hopen, tot Gij uwe belofte aan mij zult vervullen en mij zalig maken.

o God der heiligste liefde ! Gij hebt mij geschapen, om U te beminnen; ach, eu ik bemin U zoo weinig! O laat toch den Geest der liefde, welke aan de Jor-daan op Jesus neergedaald is, ook op mij nederdalen : laat één van die goddelijke

15

-ocr page 22-

1fi GEBEDEN ONDER

vuurvlammen op mij nederdalen, welke Gij over de Apostelen hebt uitgestort; opdat mijn hart met ecne heilige liefde ontvlamd worde en ik met Petrus kunne zeggen ; Gij weet het, o Heer, dat ik U liefheb. Dit bid ik , door denzelfden Jesns Christus uwen Zoon, die met U en den heiligen Geest, als dezelfde God, leeft en regeert, in alle eeuwigheid, Amen.

• BIJ DE OPOFFERING.

ó Allerheiligste Drievuldigheid, één God! wij bidden, neem dit heilig olïcr van de handen des priesters genadig aan, tot lof en .verheerlijking uwer goddelijke Majesteit, tot aandenken der mensch wording des lijdens, der .opstanding en hemelvaart van Jesus Christus, onzen Heer en Heiland, en tevens ter eere der zaligste Maagd Maria, van den heiligen Joannes den Doojjer, van de heilige apostelen Petrus en Paulus, en van alle Heiligen, opdat het tot hunne verheerlijking en ons heil ver-strekke. In vereeniging met dit heilig offer, offer ik U ook mijn hart, en bid U , dat, gelijk de hostie in het heilig ligchaam van Jesus veranderd wordt, wil alzoo ook mijn hart veranderen in een vroom, kuisch en U welgevallig hart. O God! Gij zijt mijneeenigstehoop, op U alleeu vertrouw

-ocr page 23-

DE HEII.TGE MIS. 17

ik. Daarom, allerheiligste God! verleen, dat ik U met verlangen zoek, terwijl ik U nog vinden kan; dat ik tot ü roep, wanneer (üj mij nabij zijt. Ook bid ik, o Heer en God! voor het welzijn uwer heilige Kerk; verhoog, bescherm en regeer haar; leid en verlicht, haar Opperhoofd; en verleen ons den vrede : door Jesns Christus, onzen Heer. Amen.

ó God! daar wij thans, door dit heilige misoffer, den dood van Jesus op eene on-bloedige wijze plegtig vernieuwen , zoo bidden wij om uwe genade, dat wij het met dankbare harten erkennen, gelijk Gij ons het goede in even dezen onzen Heer Jesus Christus gegeven hebt. Door Hem, door zijn bloed, zijn wij van den eeuwigen dood verlost, zijn wij erfgenaam uws rijks, kinderen der eeuwige zaligheid geworden. Maar welk gevoel van smart en berouw moet ons hart vervullen, wanneer wij den Zoon van God, om onzer zonde wil, aan het kruis zien hangen, waar Hij met stervende lippen tot ons zegt ; ziet, ik ben het Lam, hetwelk om uwe zonden gedood werd. Ziet mijne wonden, zij bloeden voor u. Ziet mijne doorboorde zijde, mijn open hart, dat u tot in den dood bemind heeft. O goddelijke Heiland, liefste Jesus! ook na uwen dood bemint Gij ons nog; ja. Gij bemint ons

3

-ocr page 24-

GEBEDEN ONDER

onophoudelijk; want slcchts hoü; weinige oogcii!)likkcn , en (ï ij komt nogmaals met li goh nam eu ziel van den troon uws hemels tut ons afdalen. Gij, dezelfde .lesns, die voor ons aan het kruis gestorven is; dezelfde, dien wij eenmaal luj het oordeel op de wolken zullen zien komen; dezelfde God mens ch daalt nu op de gebenedijde woorden des priesters, néder, oin bij ons te zijn tot het einde der wereld, O kom dan. Gebenedijde des Heeren, Gij zoon van God! kom en verhoor ons, die biddend voor U in het stof liggen; kom, en maak ons waardig om U te verheerlijken. Amen.-

BIJ DEN SANCTUS.

6 Gij, heilige Engelen des hemels, gij Cherubijnen en Seraphijnen, gij gedurige aanbidders des Allerhoogsten , die hier tegenwoordig zijt, ora het diepe geheim nis der goddelijke liefde, het groote wonder der goddelijke almagt te verheerlijken! O gij, zalige geesten en Heiligen des hemels! en 2'ij bovenal, Koningin der heiligen! smeekt voor mij af eene regt ware aandaeht en eerbewijzing jegens het hoogheilis oiTVr, hetwelk hierop hetaltaarvol-brnat wordt. Thans doet de priester, wi t Jesus deed, als Hij tot heil der wereld

18

-ocr page 25-

DE FIEILIOE MTS. 19

het hoogheilig- Sak ram ent des Altaars instelde. Jesus, de Zoon vau {iod, nam bet brood in zijne gebenedijde handen, hief zijne oogen tot den Vader in den hemel op, en sprak de zegen woorden tot de verander in ir des broods in zijn lieilitr 1 igchaam. Dit zelfde wonder der goddelijke ahnagt wordt ook mi door de zegcnwoonlen des priesters, hierop het altaar volbragt. O Jesus, Gij leven lige en warü God ! met be ven den eerbied verwacht ik uwe genaderijke komst op het altaar. O konde ik thans,^ in het oogenblik dat dh priester uw heilig ligehaani ter aanbidding in de hoogte heft, U een rein hart tot offer aanbieden! O mijn Heiland! omijn Verlosser! Gij hebt uit biirnihartiirheid U aan liet kruis tot een offer voer onze zonden overgegeven O kom. Lain Onds!'kom en offer U ook thans voor mij op aan uwen heiligen Vader., tot vergeving mijner zonden. Vol bewondering en eerbied verhef ik mijne stem tot tl, en roep niet hart en ziel: heiliir, heilig, heilig, is de Heer, de God der heerseharen! hemel en aarde zijn vol van zijne heerlijkheid! Geloofd, gezegend en aangebeden zij .fes ns Christus, den ware Zoon van Hod , die thans van de hemel inde heilige ffostie m-derkomt! Ifosanna in het allerhoogste! roem, eer en zegening zij den leve.ndigen God, die

-ocr page 26-

20 GEBEDEN ONDER

thaus onder ons verschijnen zal. Hosanna den Alierhoogsten, den alleen waren God, dien wij in aanbidding hier op het altaar verwachten! Hosanna Hem, die komt in den naam des Heeren. Hosanna.

BIJ DE CONSECKAÏIE.

ó Mijn Jesus, wees mij genadig; o mijn Jesus! ontferm Ü mijner; o mijn liefste Jesus! vergeef mij mijne zonden.

6 Mijn Jesus! door uw heilig bloed, reinia' niij van mijne zonden. Door uw goddelijk bloed , wasch mij van mijne misdaden. Door uw genaderijk bloed, verleen mij genade en barmhartigheid. O Jesus! ik geloof in U; o Jesus! ik hoop op Ü; o Jesus, van harte heb ik U lief. Amen.

KA DE CONSECRATIE.

Ik verhef nu mijn hart en mijne ziel tot U, o God, hemelsche Vader! ik loof en prijs U, ik dank U, en bid 1' aan in Jesus uwen Zoon, die als waarachtig God cn mensch, met ligchaam en ziel ■ hier tegenwoordig is. O hoe onuitsprekelijk kostbaar, hoe boven alles hoog en heilig is dit geheiinnisvolle offer! O welk eenen overvloed van genade betoont ons Jesus, de levend ige Zoon van (iod, dat

-ocr page 27-

DE HEILIGE MIS.

21

Hij liet offer zijner liefde in (leze heilige Mis weder vernieuwt. Groote, alleraan-biddingsw ardigste God! zie hier op het altaar uwen eenig geliefden goddelijken Zoon, die voor ons zondaren aan het kruis gestorven is. Dit goddelijke Lam offert zich aan U nogmaals, op eeue onbloedige wijze, voor ons op. Door Hem zullen wij geregtvaardigd, door zijn heilig bloed zullen wij van zouden rein en zalig worden. O goddelijke allerhoogste Majesteit! Ik lig voor uw aangezigt op mijne knieën, om Ü te lofprijzen en te gebenedijden. Wie is zoo goed. o God , als Gij? — In het vaste geloof aan de wezenlijke tegenwoordigheid van hetallerhi iligste ligchaam van Jesus, aanbid ik U, o eeuwige God, in allen ootmoed des harten. Om U echter des te welgevalligerte aanbidden , vereenig ik mij met alle heilige Engelen , met Maria de koningin der engelen, en roep in verrukking mijns harten : heilig, heilig, heilig, zijt Gij, o God der heerscharen I O gij , heilige Engelen, o heilige Maria, en alle Gods lieve Heiligen ! laat ons nedervallen voor den Heer des hemels eu der aarde : laat ons Hem lotprijzen en aanbidden. O (iij onder de gedaante des broods verborgen Godmensch Jesus' ]k aanbid en smeek U, ontferm ü mijner in leven en sterven. Amen.

-ocr page 28-

23 GEBEDEN OXDEK

Eiivmliarti^i: fioii! door het lioilifjstc ligchaam van Jesns, en zijn licili^ bioed, hetwelk wij U met den priester in diepen ootmoed opdragen, geven wij ü voldoening voor onze zonden, die wij van harte berouwen. Door dit goddelijk offer, vermeerder In ons het geloof, sterk ous in de hoop, en ontvlam iu ous de heilige liefde. Ach . liefste, hcmelsche Vader! in den naam Jesus uws Zoons, die met zijne Godheid en menschheid hier tegenwoordig is, bid ik voor allen , die hier rot uwen lof vergaderd zijn. Verhoorousgenadiglijk! verhoor ons gebed, daar wij U onze belangen en onzen nood voordragen, lleinig onze zielen en verlicht onzen geest, opdat wij U, en dien tiij gezonden hebt, Jesus Christus erkennen , en zijne goddelijke leer getrouwelijk navolgen. Gedenk ook, o barmhartige Vader! aan de zielen in het vairevuur; en laat hen dit heilig misoffer tot hare verlossing dien.-tig zijn. Dit bidden wij, hemclsche Vader, door Jesus Christus, onzen Heer.

BIJ DE NUTTIGING.

(V ^lijn Jesus! Gij hoogste liefde mijns harten! gaarne wilde ik U thans met den priester in het heilig Sak ra ment ontvangen, wanneer ik deze genade waardig ware;

-ocr page 29-

DE HEILIGE MIS. 23

daar ik echter wegens mijne zonden, d it jrelnk onwaardig' ben , zoo hond ik mij, gelijk eens de openbare zondaar, slecbts van verre en sla vol droefheid en berouw over mijne zoTiden, op mijne borst, en roep tot ü : o Jesnsl Gij Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U mijner! O Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, wees mij genadig' I O Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, wees mij barmhartig, en kom met uwe heiliginakende genade tot mij in ! O Jesus! ik verlang naar U, ik zucht naar U; ik ben wel niet waardig dat Gij tot mij komt; maar spreek slechts één woord en mijne ziel zal gezond worden.

6 Jesus, mijn God, en Heer! aan ü geloof ik; o Jesus! op L! hoop ik; Gij, o Jesus! zijt mijn Verlosser, Gij zijt mijn troost. Gij zijt mijn eenigst, wareen hoogste goed ; daarom bemin ik TJ boven alles en verzucht naar TJ. O kom, Gij Vergever der zonden ! kom, kom op eene geestelijke wijze in mijn hart, heilig en reinig mij, opdat ik in mijne eerstvolgende commun ie uw heilig ligchaam regt waardig moge ontvangen! Kom, uitverkorene mijner ziel , mijn hart verlangt naar ü.

Het heilige ligchaam van Jesus Christus beware mijne ziel, en brenge mij tot bet eeuwige leven. Amen.

-ocr page 30-

9.4 GEBEDENquot; ONDER

Hoog geloofd en geprezen zij het heilige Sakrament des Altaars! Eer en dank , lof en aanbidding zij U, o allerhoogste God! Vader, Zoon en heilige Geest. Eer zij U van alle Engelen en inenschen, aan alle plaatsen ten allen tijde. Amen.

GEBED.

Almagtige, goedertierene God! verleen genadig, dat wij door aanbidding en nuttiging des heiligen Sakraments des altaars steeds meer en meer met U vereenigd worden. Sterk ons, o Heer! door dit kostbare hemelsehbrood, hetwelk Jesusvooral zijne onderdanen bereid heeft, ten einde wij vol van het levendigst geloof, detroost-lijkste hoop en heiligste liefde, ons leven afleggen, en eenmaal tot het heilige gastmaal mogen worden toegelaten; door den-zelfden onzen Heer .Tesns Christus. Amen.

BIJ HET BESLUIT DEK HEILIGE 51IS.

6 Mijn Jesus! in een vast geloof aan uwe goedertierenheid, in bestendige hoop op uwe barmhartigheid; en in de vurigste liefde tot uw heilig hart, zeg ik U dank voor den kostbaren schat, welken ik mij doorliet aanhooren hezer heilige Mis verworven heb. O laat mij door de kracht van

-ocr page 31-

DE HEILIGE MIS. 35

dit heilig ofl'er. door do verdiensten vau uw lijden cn sterven, en door uw voor ons vergoten hei ig bloed, vergiffenis mijner zonden, verbetering mijns levens en uwe heiligmakende genade verkrijgen, opdat ik dagelijks in het goede toeneme , en eens moge verdienen in de eeuwige zaligheid opgenomen te worden. Amen.

ó Barmhartige en hulprijke God I help mij in mijne tijdelijke belangen en noodeu, dat bid ik in den heiligen naam Jesus uws Zoons, die eens aan het kruis, en ook thans in deze heilige Mis zich voor ons menschel) aan Ü opgeofferd heeft. Ja, liefste, hemelsche Vader! ik bid nogmaals, neem met welgevallen dit reine en heiligste offer van ons aan. Laat het ons allen, die aan U gelooven, op U hopen, en U boven alles lief hebben, tot heil en ten eeuwigen leven dienstig zijn. Dat bidden wij, door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met U en den heiligen Geest; als eenig God leeft en regeert, in eeuwigheid. Amen.

13IJ DE.N ZEGEN.

Zegen mij door de hand des priesters. God en Vader! die mij gesehnpen hebt; zegen mij, Jesus Christus, Zoon van God, die mij vau uw heilig bloed verlost hebt;

-ocr page 32-

2(5 GEBEDEN OXDEli DE HEIlIGE MIS. zegen mij, heilige Geest! die bij den heiligen doop en liet vormsel uwe zaligmakende kracht over mij hebt uitgestort! Zegen mij, o drievoudige God, aan het ligchaani en aan de ziel, en breng mij tot het eeuwige leven : door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

ó Allerheiligste Drievuldigheid! ik offer U dit heilige misoffer ootmoedig op; vergeef mij al mijne nalatigheden en ver-strooijingen , onder welke ik mijn gebed verrigt hel). Tot voldoening voor mijne weinige aandacht offer ik tT op het liefdevolle hart van Jesus, mijnen Verlosser, de verdiensten der zalige maagd Maria i'ii van alle Heiligen. Wees door deze heilige Mis geloofd en gebenedijd. God Vader, Zoon en heilige Geest. Amen.

-ocr page 33-

3 2 ÜJ lt;3 a L*- a 3 3 3 2gt; 3 'SL

VflofVaaiKU; lit'iiiitieiing.

Voor den Katholijken Christen zijn do Biecht en Comnnmie degewigtigste(iods-dienstóefeniugen. Door deontvaii2,iuf; vau liet iieilio- Sakrament der Bieclit nadert hij weder tot God . van wien hij zich door lig't/.inniu'heid on opzettelijke zoude verwijderd had ; door het heilig Sakramentdes Altaars wordt hij weder met zijnen Verlosser op het naauwste vereenigd. Dooide instelling van deze twee sakramenteu hoeft dus onze goddelijke Heiland, aan alle geloovige navolgers de grootste weldaad bewezen. Hij wil hunne zwakheid te lm I]) komen ; Hij wil hen weder aannemen , als zij van den weg der deugd zijn afgeweken en tot deuzelven willen terugkeeren ; Mij wil hen weder met zich vereenigen, opdat zij in hem leven en hun heil bevorderen kunnen. Mouten slechts alle ge-loovigen deze weldaad weten te erkennen en te waarderen, en mogten zij van dezelve maar het regte en ware gebruik

-ocr page 34-

28 BIECTTT-OEFENING.

maken! Alles komt bier op de ware sT,em-miiilt;r des harten eu op de voorbereiding aan. Om de eerste op te wekken en de laatste te leiden , mogen de volgende aan-wijzingcu en gebeden dienen.

AANWIJZING EN GEBKUEN VOOK DE ONTVANGING VAN HET HEILIG SAKRAMENT 11EE BIECHT.

Daar onze goddelijke Verlosser aan zijne Kerk de magtlieel't toevertrouwd, om zouden te vergeven, zoo heeft Hij ook tevens gewild, dat zijne plaatsbekleeders, de priesters, deze magt wijsselijk gebruiken, eu sleehts dengenen vergeving zonden mededeelen, die zich door eene ware be-keering eu boetvaardigheid dezelve waard ig gemaakt hebben. il men derhalve in liet Sakrament der biecht vergeving dei-zouden verkrijgen, zoo moet eene ware bekeering eu boetvaardigheid vooraigaan. Deze bestaat nu daarin , dat men : 1. zijne zouden erkeune; 2. berouw hebbe over dezelven, 3. voornemens zij, om de zouden en alles te vermijden , wat tot zoude kan verleiden. Alsdan volgt eerst de belijdenis der zonden, eu eindelijk de vrijspreking , die het werk des priesters is. — De kennis der zonden is eensdeels noodzakelijk, om er een behoorlijk berouw over te kunnen hebben, eu auderensdeels ook,

-ocr page 35-

BIECirT-GEBEDEM. 29

om de noodige belijdenis derzelven bij don Priester afteleggen , waarommen dan ook daarop inzonderheid zijne aandaeht moet vestigen, eu alle mogelijke vlijt daartoe besteden. Mén bidt derhalve God eeist om zijne genade, en roept den heiligen Geest om verligting aan, en alsdan begint men met liet onderzoek des gewetens.

VOOR DE BIECHT.

Vader! ik heb gezondigd voor U, ik heb mij onwaardig gemaakt vorder uw kind genoemd te worden. Maar ik hoor en erken de stem, die mij terug roept van den weg dos verderfs ; liet is uwe stem, hemelseho Vader! de stem des eeuwigen Erbarmers.

Zie, ik volg dezelve en keer terug met het kinderlijk vertrouwen, dat ik, om Jesus wil, genade bij U zal vinden. Gij hebt ons toeli verzekerd, dat Gij den dood des zondaars niet wilt, maar dat, hij zich bekeere en leve.

Met een getroffen hart dank ik U, al-a'oede Vador! voor den tijd, dien Gij mij tot boetedoening hebt geschonken ,en voor de zoo langmoedige en zegenrijk verleende genade, dat ik mij aan de ellendigheid der zonde weder kan onttrekken.

Gij hebt zoo heerlijke krachten in mij

-ocr page 36-

30 BTECIIT-GEREDEX.

«i'clou'd om het g'ocde to werken, en aoh, ik hch (i:iiii'v:iii een zoo slecht gebruik ire-maakt! In plaats van dezelve tot uwe verheerlijkingen tot mijnegehikzaligheid aan te wenden, heb ik mij daarvan bediend tot uw mishagen en mijn verderf! Gij gaaft mij dat kostbare geschenk, de rede, opdat ik zoude weten te onderscheiden, wat goeden kwaad is, opdat ik do gevolgen mijner handelingen kunde inzien, en mijne neigingen beheerschen. Maar ach! hoe weinig acht heb ik geslagen op de uitspraken der rede, hoe dikwijls heb ik, trots dezelve, mij aan mijne verkeerde neigingen overgegeven. Uwe geopenbaarde wet toonde mij uwen wil, gaf mij de middelen tot gelukzaligheid aan de hand, maar ik wandelde naar mijne lusten en overtrad uwe hoogst wijze geboden! Gij gaaft mij den vrijen wil! dat ik niet gedwongen zoude zijn te bezwijken voor de boozc bekoringen ; maar ik liet mij door mijne zinnelijke begeerten, door de aanlokselcn der zonden wegslepen.

En in welke ellendigheid storte ik mij door deze vergrijpingen! Onder alle kwalen is echter do zonde de treurigste, de vreeselijkste. Want daarbij heeft liet hart geenen vrede, zelfs dan, wanneer het geweten oogenblikkkelijk gesmoord is; zij brengt in de ziel ecne verschrikkelijke om-

-ocr page 37-

BIECHT-GEBEDEL. 31

keering, en nimmer ophoudende pijniging viin den inwendigen menseb. Ook is het de vloek der zonde, dat zij overal verminkt, overal schande aanbrengt, zoowel aan ons zeiven ais aan andere menscheu. Want de meeste, de gevoeligste kwalen; waaronder wij zuchten, komen voort van onze over tred i ngen.

Uwe geboden. Vader, zijn zooregtvaar-dig, zoo vereerenswaardig, zoo liefdevol! Gij bedoelt immers slechts ons ware welzijn, grondt Uop wijsheid en goedertierenheid, weigert ons niets dan wat ons schadelijk, schrijft ons niets voor dan wat ons nuttig en heilzaam is. Dezelven op te volgen brengt tot de ware gelukzaligheid. Hoe kon ik toch, daar ik het niet durf loochenen, zoo vijandig handelen tegen mij zcl-ven. en deze geboden overtreden! Hoe kon ik zoo onbezonnen, het zoete en duurzame genoegen, hetwelk de deugd schenkt, verruilen voor genoegens, waarvan mij niets is overgebleven dan de treurige herinnering dat ik gedwaald heb, en de bittere gewaarwording der kwade gevolgen! l[oe kon ik zoo dwaas, voor het genot van schijngoederen, ware blijvende goederen wegwerpen, de helderheid en den vrede mijner ziel ondermijnen, en mij daarvoor bes tend ige in wend ige verwijtingen en knagingen des gewetens op den hals halen!

-ocr page 38-

32 BIECHT-GEBEDEN.

Eu — wiit nog' meer is — wien heb ik dooi- deze misdaden beleedigd? U mijnen hemelscb en Vader, wien ik mijn aanwezen mijne bewaring en alles wat ik heb, te danken heb, U , die mij dagelijks met zoo vele weldaden overhoopt, die mij de grootste weldaad daardoor betoont, dat (üj uwen Zoon als Verlosser in de wereld zondt, en uwen door Hem geopenbaard® wil, den eenigen regten wegtot gelukzaligheid , mij liet bekend maken! Hoe kon ik eenen zoo goedertieren Vader beleedigen! Hoe kon ik zoo vermetel, zoo ondankbaar jegens U zijn, om dingen na te jasren, waarvan ik wist dat zijü mishagen! Hoe kon ik mijne hoogerc bestemming als mensch zoo zeer vergeten, aan de leiding van lage begeerten mij overgeven en mij daardoor verwijderen van U, die de hoogste liefde, de inhoud van allo volkomenheid zijt!

Maar zie, barmhartigste Vader ! ik keer tot U teruü'. Neem uw rouwmoedig beterschap belovend kind, weder genadig aan! Ja, ik wil mij bekeeren! Ik zal de wegen der zonden verlaten, mij van mijne booze gewoonte losrukken, mijne verkeerde gezindheden veranderen, mijne onbehoorlijke neigingen beteugelen. Niets zal i k m ij voo r-taan meer veroorlooven, wat IJ onbehagelijk is; veelmeer wil ik, door goede har-delingen , mij bemoeijen, voor het begane

-ocr page 39-

BTmiT-GEBEDEK.

kwaad, naar mijne krachten te voldoen , en nimmer wil ik mij weder van U scheiden , eeuwige bron de '• reinste zaligheid ! Dit is mijn ernstig voornemen. Algoede God, die mij tien goeden wil tot dit besluit vergunt : Gij zult mij ook de kracht om hetzelve te volbrengen, niet weigeren.

Om echter, naar uw goddelijk voorschrift, de vergeving mijner zonden te verkrijgen, wil ik uwen priester, die het woord der begenadiging in uwen naam uitspreekt, den toestand mijner ziel openleggen. Met zorgvuldigheid wil ik mijn hart en mijn leven doorvorscheu, om al mijne gebreken opregtelijk te bekennen. Heer! zend uwen heiligen Geest, dat Hij hiertoe mijn verstand verlichte; opdat ik bij het licht zijner genade , den toestand mijner ziel duidelijk inzie en de begane zonden met hartelijk berouw erkenne. ( Onderzoek des gewetens.)

JIOUWÜEBED.

Goedertierenste God! ik geloof in ü, wijl Gij de eeuwige wijsheid en waarheid zijt; ik hoop o]) U, wijl Gij zoo goedertieren als magtig zijt; ik heb 1.' boven alles lief, omdat Gij het allerhoogste, beminnelijkste goed zijt. Met dit geloof, deze hoop, deze liefde, berouw ik van harte, dat ik U,

8

33

-ocr page 40-

BIECTIT-GEBEDEX.

34

hernelscho Vader, beleedigd cn mij onwaardig gemaakt licb, om uw kind genoemd te worden. Ik verfoei mijne zonden en afdwalingen niet alleen daarom, dewijl ik deswege door U gestraft te worden verdiend cn uwe belooningen verbeurd heb, maar dewijl ik gezondigd heb tegen U , die mij n God en opperste goed zijt, wien do hoogste eer eu liefde toekomt. Laat mijn berouw genade vinden voor U: ik zal mij ernstig verbeteren; voor alle zonden wil ik mij voortaan hoeden; elk gevaar en elke gelegenheid tot zondigen wil ik vermijden; het kwaad , hetwelk door mijne schuld ontstaan is, zoo veel mogelijk weder trachten goed te maken, en zoo te leven, dat ik U weder moge welgevallig zijn. Neem, goedertie-renste God, dit ernstige voornemen, dat ik met don bijstand uwer genade hoop uit te voeren, met Vaderliefde aan, eu geef mij vergiffenis, door de verdiensten van Jesus, mijnen Verlosser.

-ocr page 41-

COMMUNIE-GEBEDEN.

VOOK DE H. COMMUNIE.

Gij, o God, hebt voor ons, nadat wij van zonden genuivei-d zijn, ecno spijs on eenen drank toebereid , iii do nnttiging vau liet vloosch on bloed uws eeuwigen Zoons, onzes Verlossers Jesus Christus , welken wij, onder de gedaante des broods verborgen, in het heilig Sakrament des Altaars ontvangen, ó. Laat mij dit wel beseffen en diep ter harte nemen, en maak mij waardig, terwijl ik tot dit heilig geheim wenseh te naderen, maak mij waardig, dat ik hetzelve waardig ontvangen moge.

OVERDENKING.

Ik ga dan nu heen, om hot heilig vleeseh en dierbaar bloed mijns Heilands en Verlossers te ontvangen, die in dit Sakra ment waarachtig tegenwoordig is met zijne Godheid en mensehheid. Want Hij zelf, Jesus Christus, geeft ons daarvan de duidelijkste verzekering, terwijl Hij zegt :

1

-ocr page 42-

Mijn Vleescli is waarlijk ceuc spijs en mijn Bloed is waarlijk een drank. Wie mijn Vleescli eet, en mijn Bloed drinkt, die blijft in mij en ik in hem, die zal eeuwig leven. Zoo sprak Jesus , onze Heiland , als Hij, lang voor de instelling-des heiligen Avoudmaals, voor de eerste maal van dit geheim gewaagde. Maar bij zijn laatste Avondmaal, dat Hij op den avond voor zijn lijden mei zijne Leerlingen hield, vervulde Hij hetgeen Hij lang te voren beloofd bad; en toen begrepen zijne Leerlingen hetgeen Hij hun zoo lang onverklaard had gelaten. Nadat Jesus met hen het avondmaal gehouden, en naar het voorschrift der Joodsche wet met hen het paaschlam gegeten had, ving Hij eerst aan, al zijne Leerlingen de voeten te was-schen; daarna ging Hij weder met hen aan tafel zitten, nam het brood in zijne handen, en met zijne oogen naaiden hemel verheven, dankte Hij zijnen hemelschen Vader, zegende het brood, brak het en gaf het aan zijne Leerlingen en zeide -. neemt en eet, want dit is mijn Ligehaam, dat voor u zal overgeleverd worden. Voorts nam Hij ook den kelk , dankte en zegende denzelveu, en gaf hem aan zijne Leerlingen, en zeide ; drinkt daar allen uit, want dit is mijn Bloed, dat voor u zal vergoten worden tot ver-

A

-ocr page 43-

GEBEDEN.

geving der zouden. Na deze klare en duidelijke verzekering onzes Heeren, namen en aten de Leerlingen met eerbied het Lig-chaam des Hoeren, onder de gedaante des broods, en dronken uit den kelk zijn Bloed onder de gedaante des wijns. En wat zij deden, dat moeten wij ook doen ; daarom beval Hij hun, dat zij hetzelfde doen zouden : zoo dikmaals gij dit doet, doet hot tot mijne gedachtenis. Hij gaf hun derhalve ook de raagt, om to doen, wat Hij deed, en deze magt moest tot alle priesters, die hen in hun ambt opvolgden, overgaan. Want, dewijl het zijn wil was, dat allen, die aan Hem zouden gelooven, zijn Vlceseh eten en zijn Bloed drinken zoiiden, terwijl Hij (bij Joh. 6.) zegt; indien gij het Vleeseli van den Zoon desmensehen nieteet en zijn Bloed drinkt, zoo zult gij geen leven in u hebben ; zoo moeten er ook ten allen, tijde magtheb-bende priesters zijn, die het brood veranderen in het Ligchaam van Christus, en den wijn in zijn Bloed.

G E H E J).

In overweging van deze bewijssrronden geloof ik vast, dat Gij , mijn Heer en Heiland Jesus Christus, in het hoogheilig Sakrament des Altaars onder de gedaante van brood en wijn tegenwoordig zijt. —

37

-ocr page 44-

38 cojmuME-

Jii, mijn Heer cn Heiland, mijn Verlosser en Zaligmaker Jcsns Christus! ik geloof aan uw woord. Gij geeft mij de stellige verzekering, dat het uw Ligchaam en uw Eloed is, wat ik onder broods- of wijns-gedaante ontvang. Al kan mijn verstand dit geheim ook niet vatten, en al kunnen het mijne zinnen ook niet bereiken , zoo geloof ik het echter : want Gij hebt de woorden der waarheid en des eeuwigen levens. Ik geloof ü, want Gij zijt de Zoon des almagtigen Gods, wiens wijsheid niet feilen , en wiens woord niet bedriegen kan Bewaar cu versterk dit geloof nog meer in mijn hart.

[k nader dan tot U. mijn Heiland en Zaligmaker! om mij met U in het heilige Sakrament te vereenigen. Ik hoop en vertrouw vast, dat Gij aan mij zult vervullen, wat Gij dengenen beloofd hebt, die uw heilig Vleeseh en Bloed zullen nuttigen. Wie mijn Vleeseh eet en mijn Bloed drinkt, die blijft in mij en ik in hem , die zal emwig leven. Dit zijn uwe woorden, o Heer! Ach, mogten toeh deze zalige beloften aan mijne ziel vervuld worden! mogtik toch in dit heilig Sakrament op hetnaauwste met U vereenigd worden , zoodat ik voortaan slechts zoeke en belli inne, wat U behaagt, en met U altoos dezelfde gezindheid, dezelfde neiging en

-ocr page 45-

GEBEDEN. 39

hetzelfde streven hebbe ! Mogt het genot van dit heilig Sakrament voor mij liet onderpand zijn van het eeuwige leven , dat Gij dengenen beloofd hebt, die het nuttigen! Heer! ik hoop en vertrouw op uw woord, op uwe magt en goedheid. Bewaar en vermeerder steeds in mij deze hoop en dit vertrouwen.

Ja, wat kan ik van U niet hopen en verwachten, die mij zoo zeer bemind hebt, en nog altoos voortgaat met mij nieuwe blijken van uwe liefde te geven. Gij, mijn Verlosser! zijt uit liefde tot mij mensch geworden, Gij zijt tiit liefde voor mij gestorven, en nu komt Gij ook tot mij , om U met mij te vereenigen, en geeft mij uw Ligchaam, dat Gij voor mij aan den dood hebt overgegeven, en uw Bloed, dat Gij voor mij hebt verboten, tot spijs en drank voor mijne ziel. O, dat ik deze uwe liefde ragt erkennen, en U eene waardige wederliefde schenken mogte ! o, dat ik U waardig in mijn hart ontvangen mogte !

Maar, o Heer! welk mensch zou zulks wel waardig zijn? Gij, de heiligste Zoon Gods, en wij, arme zondaars! Gij, aan wien de eeuwige Vader welbehagen heeft, en ik, die Hem zoo dikwijls met zonden heb beleedigd! Gij hebt mij, wel is waar, vergiffenis verleend, o Heer! maar nog-tans ben ik niet waardig, dat Gij tot mij

-ocr page 46-

40 COMMUXIE-

komt, om U met mij te vereenigen. Ik beken met den E vangelischen hoofdman ; o Heer ! ik ben niet waardig, dat Gij ouder mijn dak komt; maar spreek slechts één woord, zoo zal mijne ziel van zonden gezuiverd en zalig zijn.

Dan, Gij wilt het, oHeer! Gij beveelt het, dat wij tot U komen, indien wij deel willen hebben aan uw rijk eu aan die zaligheid, welke Gij voor ons hebt verworven. Zie dus, ik kom met het gevoel mijner onwaardigheid , maar uit gehoorzaamheid aan uwen wil, eu met het verlangen om aan uwe genade deel te hebben, en met eene heilige begeerte, om met U vereenigd te worden. Ja, mijn Heiland en Zaligmaker ! mijne ziel verlangt naar U; kom en vereenig U met mij.— Kom, Vriend der menschen. Gij, verzoener der zondaars! kom en zuiver mijne ziel van alle zonden eu van alle neiging tot zonde; kom, Gij Arts der zielen! genees en versterk mijne ziel. Kom, mijn God en Heiland, mijn Verlosser en Zaligmaker! maak mij, dien Gij verlost hebt, ook zalig voor de eeuwigheid !

BIJ 1)E COMMUNIE.

Zie het Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld.

o Heer! ik ben niet waardig, dat Gij

-ocr page 47-

GEBEDEN.

ingaat otider niiju dak; maar sproet slechts één woord, en mijne ziel zal gezond zijn.

Het ligchaam onzes Heeren Jesus Cbris-tus, beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Amen.

iTa, d.e KE.

Ik heb Hem gevonden, wien mijne ziel lief heeft; ik wil Hem vasthouden en niet loslaten. U, mijnen Heiland, omvat ik iu het binnenste van mijn hart, U bezit ik thans. Laat toch mijne ziel de kracht uwer tegenwoordigheid gevoelen! Laat mij smaken, hoe zoet de Heer is, teneinde mijne ziel, door uwe liefde ingenomen, niets buiten tl zoeke, en niets beminne, dau om uwentwil. Gij zijt mijn Koning, kom mijner behoeften te hulp! Gij zijt mijn Eegter, spaar mijne ziel! Gij zijt mijn Arts, genees mijne ziel I Gij zijt mijn God en alles, laat mij in en door U zalig zijn !

ik dank U, o mijn goddelijke Heiland ! dat Gij U hebt gevvaardigd tot mij te komen, en U met mij te vereenigen. Ach , Hoer! blijf toch altoos bij mij door uwe genade. Vervul uw woord aan mij, dat Gij gezegd hebt; wie mijn Vloesoh eet en

41

-ocr page 48-

42 COMMUNIE-

mijn Bloed drinkt, diu blijft in mij en ik in hem. Laat liet g'euot van uw heilig A leoseli en ]?loed mijne ziel verkwikken en versterken tot vervulling van uwen heiligen wil, opdat ik voortaan uw woord en voorbeeld in alles getrouwelijk volgen , en eenmaal met U vereenigl moge worden in het eeuwige leven, dat Gij ons beloofd en door uwen dood verworven hebt.

Maar wat zal ik U vergelden, mijn Heiland ! voor alles wat Gij heden ge-daan licbt aan mijne ziel? Gij hebt mij mijne zonden vergeven, en mij aan uwen heiligen Diseh laten komen, om aan uw heilig liefdemaal deel te nemen, dat Gij voor de uwen hebt toebereid. Gij hebt mij uw heilig Vleeseh, uw liuilig Bloed, U-zeiven gegeven tot een onderpand des eeuwigen levens. O hoe zal ik zulk eene liefde vergelden? Zie, mijn Heiland! ik bied ü mijn hart, mijnen wil, mijne ziel metal hare neigingen, wenschen en gezindheden als een offer aan. — Mijn hart zal voortaan U alleen boven alles, en al het overige alleen om uwentwil beminnen. Mijn wil zal steeds met den uwen vereenigd zijn. Gij alleen zult het hoogste doel zijn van al mijne neigingen , wenschen en gevoelens. Zuiver Gij mijn hart al meer en meer; heilig mijne ziel, bestuur mijne neigingen, wenschen en gevoelens tot LT,

-ocr page 49-

GEEEDEN. 43

en tot ui wat goed. is. Blijf steeds bij mij. Heev! hiat mij in U leven en in Ü sterven.

Ja, alleen voor U, o mijn Heiland! wenscli ik voortaan te leven, en der zonde en alle kwade neigingen meer en meer af te sterven. Geef dat ik de ijdelheid en den hoogmoed door bescheidenheid en ootmoed overwinne; de gierigheid en alle neiging tot het aardsche, door achting en liefde voor het eeuwigo; den toorn, nijd en elke liefdeloosheid , door welwillendheid, vredelievendheid en ware naastenliefde; de zinnelijkheid door versterving en beteugeling der begeerlijkheden; de laauwheid en traagheid, door een' heiligen ijver in het gebed en in uwe dienst. Help mij, mijn Heiland! terwijl ik met Ü ben vereenigd geworden, dat ik een nieuw leven leide naar uwe ieer, naar uwe voorbeelden en naar uw heilig welbehagen.

Gij hebt U gewaardigd, o goddelijke Heiland I tot mij te komen en bij mij uwen intrek te nemen. Omdat Gij mij nu deze hoogste genade hebt bewezen, mag' ik U ook om verdere genaden bidden. Ik geef dns al mijne tijdelijke en geestelijke aangelegenheden, al mijn kommer, al mijne zórgen en ai mijn lijden aan U over. Vertroost toch mijne ziel bij al datgene,

-ocr page 50-

44 COMMUNIE-GEBEDEN.

wat vail de meuschelijkc ouvohnaaktheid ouafsclieidelijk is, en vaii»uwe goddelijke Voorzienigheid tot mijn heil noodig en dienstig geoordeeld wordt mij op te leggen. Versterk mijne niel, opdat zij bij alle voorkomende omstandigheden dezes levens standvastig volharde, en op U vertrouwe, die alles ten onzen beste zult uitvoeren. Ik beveel ü ook aan mijne geliefde vrienden , mijne ouders, broeders, zusters en verdere bloedverwanten, alle Christenen, ge-loovigen en ongeloovigen, ja alle mensohen, welke de eeuwige Vader naar zijn evenbeeld geschapen heeft, en Gij, o eeuwige Zoon des Vaders ! door iuvc menschwor-ding en uwen dood verlost hebt; laat hen allen deel hebben aan de vruchten uwer verlossing : die met God den Vader, in eenigheid des heiligen Geestes, leeft en regeert, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Laat nu, o Heer! uwen dienaar in vrede gaan; door (J versterkt en vertroost hervat ik mijne bezigheden, en hoop dat uwe genade mij vergezelle. Eu gij, mijne ziel! vergeet nimmer wat de Heer aan u gedaan heeft, die u van uwe zonden genezen, en zich ten naauwste met u ver-ecnigd heeft. —

-ocr page 51-

DE ZEVEN IB OZE T -^5 S^-Z-iOVEEiT.

PSALM VI.

David smeekt in dezen Pt alm de schild zijner bedreven/! zonden af, en leert, door zijn voor-ieeld , hoe een zondaar Gods harmhartigheid moet inroepen, om de vergiffenis zijner zonden te verkrijgen, en om in Gods genade weder aangenomen te worden.

Heer! straf mij niet in uwe verbolgenheid, en kastijd mij niet in uwe gramschap.

Ontferm U mijner, Heer, want ik ben krank; genees mij , Heer ! want mijne beenderen zijn heel ontsteld.

Mijne ziel is zeer ontroerd; maar Hij , Heer ! hoe lang ?

Keer U tot mij. Heer! en verlos mijne ziel ;maak mij zaligom uwe barmhartigheid.

Want er is niemand in den dood, die ü gedachtig is; en wie zal U in den grave loven ?

Ik heb in mijne verzuchting gearbeid , ik zal alle nachten mijn bed wasschen;

-ocr page 52-

46 DE ZEVEN

met niijue tranen zal ik mijne legerstede besproeijen.

Mijn oog is van de verbolgenheid verslagen; ik ben verouderd onder al mijne vijanden.

Gaat allen van mij, die boosheid bedrijft; want de Heer hoeft de stem mijner smeekingen verhoord.

Do Heer heeft mijn gebed verhoord , de Heer hoeft mijn gebed aangenomen.

Dat al mijne vijanden besehaamd en zeer ontsteld worden; dat zij terugkeeren en spoedig besehaamd worden.

Eere zij don Vader, en den Zoon, en den heiligen Geest; gelijk het was in den beginne, mi en altijd, eu in de eeuwigheid. Amen.

psalji xxxr.

David noemt degenen zalig , wier O'ng er eg lig heden vergeven eijn; en daar hij zich zeiven voor God schuldig kent, noodigt hij den zondaar aan tot eene tijdige en opregte boetvaardigheid.

Zalig zijn zij , wier boosheden vergeven en wier zonden bedekt zijn.

Zalig is de man, wien de Heer de zonde niet heeft toegerekend, en in wiens geest geen bedrog is.

Omdat ik zweeg zijn mijne beenderen verouderd; daar ik den gansehen dag riep.

Want dag en nacht is uwe hand op mij verzwaard; in mijne ellende heb ik mij

-ocr page 53-

BOET-PSALMEN. 47

tot U gekeerd, terwijl ik met doornen gestoken werd.

Ik heb mijne misdaad aan U bekend gemaakt, en mijne ongeregtigheid heb ik niet verborgen.

Ik heb gezegd : ik zal mijne ongeregtigheid den Heer belijden; en Gij hebt de boosheid mijner zonden vergeven.

Daarom zal iuder heilige tot U bidden ten bekwamen tijde.

Want als er groote watervloeden zijn, zullen zij tot hem niet genaken.

Gij zijt mijne toeviugt tegen de verdrukking, welke mij omgeven heeft, mijne blijdschap; verlos mij van degenen, die mij omringen.

Ik zal n verstand geven, en u onderwijzen op den weg, welken gij bewandelen znlt; ik zal mijne oogen op (J gevestigd houden.

Word toeh niet gelijk een paard of muilezel, die geen verstand hebben.

Bedwing met breidel en toom de kinnebakken dergenen, die tot U niet komen.

Want de geesels des zondaars zijn veelvuldig; maar hij, die op den Heer hoopt, zal barmhartigheid verkrijgen.

Verblijdt u in den Heer, en verheugt u, gij regtvaardigeu ! roemt Hem allen, die opregt van harte zijt.

Eere zij den Vader, enz.

-ocr page 54-

T)E ZEVEN

PSALM XX XVI].

David , dis boete doet, toont door zijn voorbeeld, hoe ellendig de staat van den menseh is, zoo lang hij in zonden blijft.

Heer ! straf mij niet in uwe verbolgenheid, en kastijd mij niet in uwe gramschap.

Want uwe pijlen hebben mij getroffen , en Gij hebt uwe hand op mij verzwaard.

Erisgeene gezondheid in mijn vleesch, ter oovzakc uwer gramschap ; er is geen vrede in mijn gebeente, om mijner zonden wille.

Want mijne ongeregtigheden zijn boven mijn hoofd gewassen , en, gelijk ecu zware last, zijn zij mij te zwaar geworden.

Mijne wonden zijn stinkend en bedorven geworden , ter oorzake mijner dwaasheid.

Ik ben ellendig geworden, en ten uiterste nedergebogen; don gauschen dag ging ik bedroefd daar been.

Want mijne lenden zijn met bedriege-lijkhcden vervuld, en er is geene gezondheid in mijn vleesch.

Ik ben verdrukt en bovenmate vernederd , en brieschte van het gezucht mijns harten.

lieer! al mijne begeerte is voor U, en mijn zuchten is voor U niet verborgen. Mijn hart is ontroerd, mijne kracht heeft

48

-ocr page 55-

BOET-PSAtiMEN. 49

mij verlaten; eu zelfs het licht mijner ooo'en is bij mij niet.

Mijne vrienden en mijne nabestaanden zijn tot mij gekomen en tegen mij opgestaan.

En die bij mij waren, stonden van verre, en die mijne ziel zochten, pleegden geweld.

Die kwaad tegen mij zochten, spraken ijdelhedeu, eh vonden den ganschcn dag bedrog.

Maar ik , als een doove hoorde niet, en deed, als een stomme, mijnen mond niet open.

En ik was als een mensch, die niet hoort, en geene wederspraak in zijnen mond heeft.

Want op U, o lieer! heb ik gehoopt ; Gij Heer, mijn God! zult mij verhooren.

Wijl ik gezegd heb, dat mijne vijanden zich niet over mij verblijden; want als mijne voeten wankelden , spraken zij trot-sehelijk tegen mij.

Want ik ben tot de geesels bereid, en mijne smart is altijd voor mijne oogen.

Want ik zal mijne boosheid openlijk verkondigen, en over mijne zonden peinzen.

Maar mijne vijanden leven, en zijn magtig boven mij; en (tie mij onregt-vaardiglijk haten, zijn tegen mij vonne-nigvuldigd.

•4

-ocr page 56-

50 DE ZEVEN

Zij, die het goed met ku..ad vergelden, lasterden mij, wijl ik het goede volgde.

Verlaat mij niet, o Heer, mijn God! wijk van mij niet.

Gedenk op mijne hulp, Heer, God mijner zaligheid!

Eere zij den Vader, enz.

psalm i. '

David leert door dezen Psalm, hoe een rouwmoedig zondaar de vergiffenis zijner zonden

van God behoort af te smeeken.

Ontferm U mijner, o God ! naar uwe groote barmhartigheid.

En, naar de menigvuldigheid uwer barmhartigheden, delg mijne boosheid uit.

Wasch mij meer en racer van mijne ongeregtigheid, en zuiver mij van mijne zonden.

Want ik beken mijne boosheid, en mijne zonde is altijd voor mijne oogen.

Tegen U alleen heb ik gezondigd, en kwaad voor U gedaan; opdat Gij zoudet geregtvaardigd worden in uwe woorden, en overwinnen, als Gij beoordeeld wordt.

Want zie, in boosheden ben ik voort-gebragt, en in zonden heeft mij mijne moeder ontvangen.

Zie, Gij hebt de waarheid lief gehad,

-ocr page 57-

BOET-PSALMEN. 51

de onzekere en verborgene dingen uwer wijsheid hebt Gij mij geopenbaard.

Gij zult mij besproeijen met hysop, en ik zal gezuiverd worden; Gij zult mij wasschen, en ik zal witter worden dan sneeuw.

Aan mijn gehoor zult Gij blijdschap en vreugde schenken, en de verootmoedigde beenderen zullen van vreugde opspringen.

Wend uw aanschijn van mijne zonden af, en delg al mijne boosheden uit.

Schep in mij , o God! een zuiver hart, en vernieuw eenen regten geest in mijn binnenste.

Verwerp mij niet van uw aanschijn, en neem uwen heilig'en Geest van mij niet weg.

Schenk mij wederom de vreugde uws heils, en versterk mij met eenen bereid-willigen geest.

Ik zal den boozen uwe wegen leeren , en de goddeloozen zullen tot U bekeerd worden.

Verlos mij van de bloedschulden, o God, God mijner zaligheid! en mijne tong zal uwe regtvaardigheid verheften.

Gij zult mijne lippen openen. Heer! en mijn mond zal uwen lof verkondigen.

Want hadt Gij ecne ofterande begeerd, ik zou U dezelve gegeven hebben; maar de brandoffers zijn U niet aangenaam.

Een bedrukte geest is Gode eene offer-

-ocr page 58-

DE ZEVEN

ancle; een gebroken en verootmoedigd hart, zult Gij, o God niet versmaden.

Heer! doe naar uwen goeden wil aan Siou wel, opdat de muren van Jeruzalem worden opgebouwd.

Dan zult Gij het offer der regtvaardig-heid ontvangen; offeranden en brandoffers; dan zullen zij kalveren op uw altaar leggen. Eere zij den Vader, enz.

PSALM Cl.

David slelt hier den onder de ellenden ye-hnkten zondaar voor, biddende om de Goddelijke hulp; en vermaant de zonden te be-weenen, en vaste hoop te vestigen op de Goddelijke beloften en op de verdiensten van den toekomenden Messias.

Heer! verhoor mijn gebed, en mijn geroep kome tot U.

Keer uw aanschijn van mij niet af; op wat dag ik verdrukt worde, neig uw ooi-tot mij.

Op wat dag ik U zal aanroepen, verhoor mij haastiglijk.

Want mijne dagen zijn als een rook verdwenen, en mijne beenderen zijn, als een verdroogd hout, verdord.

Ik beu als hooi geslagen, en mijn hart is dor geworden; omdat ik vergeten heb mijn brood te eten.

52

-ocr page 59-

BOET-PSALMEN'. 53

Van bet geluid mijner zuchten is mijn gebeente aan mijn vleesch gekleefd.

Ik beu den pelikaan der wildernis gelijk geworden; ik ben gelijk geworden aan eene nachtraaf in het huis.

Ik heb gewaakt, en beu geworden als eene eenzame musch op het dak.

Den ganschen dag beschimpten mij mijne vijanden, en die mij prezen, zwoeren tegen mij.

Omdat ik asch als brood at, en mijnen drank met tranen mengde.

Van het aanschouwen uwer gramschap en verbolgenheid: omdat Gij mij opgeheven en nedergeworpen hebt.

Mijne dageu zijn als eeue schaduw verdwenen, en ik ben dor geworden als hooi.

Maar Gij, Heer! blijft in eeuwigheid, en uwe gedachtenis van geslacht tot geslacht.

Gij zult opstaan en U over Sion ontfermen; want de tijd is daar , om U over hetzelve te ontfermen, de tijd is gekomen.

Want deszelfs steeneu hebben uwe dic-uaren behaagd, en zij zullen zich over deszelfs stof ontfermeu.

De volkeren zullen uwen naam vreezen, Heer! en alle koningen der aarde uwe heerlijkheid.

Want de Heer heeft Sion opgebouwd, en Hij zal in zijne heerlijkheid gezien worden.

-ocr page 60-

54 BE ZEVEN

Hij heeft op het gebed der ootraoedigen nedergezien, en hij heeft hun verzoek niet versmaad.

Men schrijve deze dingen voor het volgend geslacht; en het volk, hetwelk zal geschapen worden, zal don Heer loven.

Want hij heeft van boven, van zijne heilige plaats nedergezien; de Heer heeft van den hemel op de aarde nedergezien.

Om de zuchten der gevangenen te hoeren; om de kinderen der gedooden te ontbinden.

Opdat zij don naam des Heeren in Si on verkondigen, en zijnen lof te Jeruzalem.

Wanneer de volkeren zullen te zamen komen, en de koningen, om den Heer te dienen.

Hij heeft op den weg zijner sterkte geantwoord ; geef mij het weinige mijner dagen te kennen.

Neem mij toch niet weg in het midden mijner dagen : uwe jaren duren van geslacht tot geslacht.

In den beginne hebt Gij, Heer! de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn de werken uwer handen.

Zij zullen vergaan, maar Gij blijft altoos; zij zullen allen gelijk een kleed verouderen.

En gelijk een dekkleed, zult Gij ze veranderen; en zij zullen veranderd wor-

-ocr page 61-

BOET-PSAXMEN.

den; maar Gij blijft altoos dezellde, en uwe jaren zullen niet vergaan.

De kinderen uwer dienaren zullen woonplaatsen hebben, en hun zaad zal in eeuwigheid bestaan.

Eere zij den Vader, enz.

PSALM CXXIX.

Smeek-Fsalm om vergiffenis, met een vast vertrouwen op Gods harm hartigheid.

Uit de diepte heb ik tot U geroepen : lieer! Heer! verhoor mijne stem.

Laat uwe ooren luisteren naar de stem van mijne smeeking.

Indien Gij, Heer, de ongeregtigheden gadeslaat. Heer wie zal bestaan?

Want bij U is verzoening, eu om uwe wet, Heer ! heb ik U verbeid.

Mijne ziel heeft op zijn woord verbeid; mijne ziel heeft op den Heer gehoopt.

Dat Israël op den Heer hope, van den morgenstond tot den nacht toe.

Want bij den Heer is barmhartigheid, en bij Hem is overvloedige verlossing.

En Hij zal Israël verlossen uit al des-zelfs boosheden.

Eere zij den Vader, enz.

55

-ocr page 62-

T)E ZEVEN

PSALM CXLI1.

David, die de vervolging van Ah salon, en zijne overige rampen, als de straf zijner zonden beschouwt, beweent dezelve, en leert, hoe de ware boetvaardige tot God om barmhartigheid moet bidden.

Heer! verhoov mijn gebod, neig uwe ooren naar mijne smoekingen, om uwe waarheid; verhoor mij , om uwe regtvaar-digheid.

En treed niet in liet geregt met uwen dienaar; want geen levend mensch zal voor uw aanschijn geregtvaardigd worden.

Want de vijand heeft mijne ziel vervolgd; hij heeft mijn leven ter aarde toe vernederd.

Hij heeft mij in de duisternissen gesteld, gelijk degeueu, die in deze wereld waren afgestorven; mijn geest is in mij beangst geweest, mijn hart is in mij ontsteld geworden.

Ik ben den ouden dagen gedachtig geweest; ik heb al uwe werken overdacht: de werken uwer handen bepeiusde ik.

Ik heb mijne handen tot U uitgestrekt; mijne ziel is voor U, als cene aarde zonder water.

Heer! verhoor mij haastiglijk, mijn geest is bezweken.

-ocr page 63-

BOET-PSALMEN'. 57

Keer uw aanschijn van mij niet af, tot ik zal gelijk zijn aan degenen, die ten grave dalen,

Doe mij vroegtijdig uwe barmhartigheid hooren; want ik heb op U gehoopt.

Maak mij den weg bekend, welken ik moet bewandelen; want tot U heb ik mijne ziel opgeheven.

Verlos mij van mijne vijanden, Heer! tot U heb ik mijne toevlugt genomen; leer mij uwen wil doen; want Gij zijt mijn Gcd.

Uw goede gèest zal mij op den regten weg geleiden; om uwen naam, Heer! zult Gij mij levend maken door uwe geregtigheid.

Gij zult mijne ziel van de verdrukking bevrijden, en door uwe barmhartigheid zult Gij mijne vijanden verdelgen.

Gij zult ze allen vernielen, die mijne ziel kwellen, want ik ben uw dienaar.

Eere zij den Vader, enz.

Wil Heer! onze boosheden niet gedenken, noch die onzer ouders, en neem geene wraak over onze zonden.

- —

-ocr page 64-

GE BEDEN

om voor zich zelven, of' voor dc zielen in het vagevuur, den vollen Aflaat te verdienen.

VOORBEREIDEND GEBED.

Almagtige en eeuwige God! ik vertrouw , dat door het Sakrament van boetvaardigheid mij mijne zonden, aangaande de schuld en eeuwige verdoemenis, zijn kwijtgescholden; doch daar mij nog overblijft door tijdelijke straffen aan uwe regt-vaardigheid te voldoen, neem ik mijne toe-vlugt tot den schat van verdiensten van onzen Heer Jesus Christus , uwen eenigen Zoon, en van de Heiligen, om uit deze onuitputtelijke bron iets te scheppen, waarmede mijne ongenoegzaamheid aangevuld wordt. Nu ben ik gereed tot alles, wat men te dien einde moet betrachten. Gewaardig U, o Vader der barmhartigheid , dat weinige, wat ik doen zal, te ontvangen in de vereeniging met het lijden en den dood uvvs Zoons, en mij dezen aflaat, hoe onwaardig ik denzelven zij, deelachtig te maken. Amen. Onze Vader, euz. Wees yegroet, enz.

-ocr page 65-

GEBEDEN OM T)EN AFLAAT, ENZ. 59

I. GEBED.

AAN GOU UKN VADEB, \OOIl DE VERHEFFING VAN ONZE jrOEDEE, DE KATHOI.tJKE KEKK.

Wees gedachtig, o eeuwige Vader! aan uwe Kerk, welke Gij van het begin af bezeten hebt. Erken haar als dc bruid van Jesus Christus, uwen eenigen Zoon, voor welke Hij zijn bloed vergoten heeft. Ge-waardig U, haar uit te breiden., haar te verheffen, haar te doen schitteren met zulk eenen glans van heiligheid, haar te overladen met zulk eenen overvloed van genade, dat zij haren goddelijken Bruidegom en den oneindigen prijs van zijn rantsoen waardig schijne. Werp eenen blik van goedheid op do kinderen dezer zelfde Moeder; vereenig met haar alle volken, opdat allen U door een levendig geloof kennen, ü met eene vaste hoop aanroepen, U met eene volmaakte liefde beminnen, met Jesus Christus, onzen Heiland, en den heiligen Geest. Amen. Onzp Vader, evz. JFees cjegroet, enz.

v. Laat ons voor de heilige Kerk van God bidden.

R. Heer! zie uit den hemel, onderzoek en beschouw dezen wijngaard, welken uwe hand geplant heeft.

GEBED.

Wij bidden U, eeuwige Vader, uwe

-ocr page 66-

fiO GEBEDEN OM DEN

blikken neder tc slaan op dit huisgezin, voor hetwelk Jesus Christus, onze Zaligmaker, wel heeft willen in de handen der boozen overgeleverd worden, en de smarten des kruises oudergaan; Hij die leeft en heerseht met U, in de eenheid des heiligen Geestes, door alle eeuwen dei-eeuwen. Amen.

II. GEBED.

AAN GOD Dt.N ZUON , VOOK DE UITROKIJING

DER KETTERIJ.

o Jesus! waar licht, dat eiken mensch komende in deze wereld verlicht : gewaar-dig, bid ik ü, door de onwaardeerbare kracht van uw lijden en van uwen dood, de duisternissen der ketterij en derdwaling te verdrijven, en geef, dat allen liet licht der waarheid volgen, en zich haasten om in don schoot der Kerk te komen. O goede Herder, die uw leven voor uwe schapen gegeven hebt : bescherm uwe kudde en verdedig haar tegen de magt en de strikken dergenen, die komen onder den uiterlijken schijn van schapen, cn die van binnen slechts verscheurende wolven zijn. Geef, dat allen eenen ecnigen en denzelfden herder erkennen, en dat er slechts eene en dezelfde kudde zij. IBlijf met ons, Heer, wijl Gij gezegd hebt :

-ocr page 67-

AFLAAT TE VERDIENEN. 61

Zie ik bea alle dageu met u, tot aan de voleinding der wereld. ïoon, dat uwe Kerk op den grondsteen gebouwd is, en dat de poorten der nel niets tegen haar vermogen. Amen. Ome Vader enz. iVt'es yroet, enz.

v. Geef niet over aan den boozen, degenen die nwen naam belijden.

u. En vergeet uw arm volk niet voor eeuwig.

G E B E 1).

Laat U verbidden, Heer, door de gebeden uwer Kerk, en doe haar zegevieren over al de rampen die haar drukken, en alle dwalingen die haar aanvallen; opdat zij U diene in eene volle en geheele vrijheid. Door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die leeft en heerscht met U, in de eenheid des heiligen Gcestes,door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

III. GEBED.

AAN DEN H. GEEST, VOOK UT5 EENDKAGÏ DEK CHRISTEN E VORSTEN.

O heilige Geest! Geest van liefde en vrede, die koo vele en zou verschillende volken in de eenheid des geloofs vereenigd hebt,: verspreid over de Christen vorsten

-ocr page 68-

GEBEDEN OM DEN

en hunne staatsdienaars den overvloed uwer genade, eu doordring hunne harten met die liefde, waarvan Jesus Christus hét bevel gaf aan zijue Leerlingen, toen Hij deze wereld verliet; opdat men daardoor erkenne, dat zij beschouwd moeten worden, als zijnde van het getal uwer uit-verkoornen, en dat zij den naam van Christen waardig zijn. Maak, dat zij zich door geene drift laten vervoeren, en dat zij uooit iets ondernemen of overleggen, dat met uwe heerlijkheid en de eensgezindheid uwer Kerk strijdig is; maar dat zij veel meer hunne krachten vereenigen, en al hunne pogingen aanwenden, om met hen de volken, die hun onderworpen zijn , te geleiden tot het genot van den eeuwigen vrede en het bezit van het hemel-sche Jeruzalem. Amen. Onze Vader, enz. Wees gegroel, enz.

v. Heer! verzeker ons den vrede.

k. En den overvloed, die denzelven vergezelt.

GEBED.

6 God, van wien de heilige begeerten, de goede gedachten en de regtvaardige werken komen ; geef aan uwe dienaars den vrede, dien de wereld niet geven kan; opdat onze harten aan uwe geboden gehecht zijn, en dat wij, geene andere vijand eu

63

-ocr page 69-

AFLAAT TE VERDIENEN. 63

meer te vreezen hebbende, een gerust leven leiden onder uwe bescherming; door onzen Heer Jcsus Christus, uwen Zoon, die leeft en heerseht met U, in de eenheid des heiligen Geestes, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

IV. GEBED.

AAN DE ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID, OM HAAR DE HIER VOOR OMSCHKEVENE WERKEN OM DEN AFLAAT TE VERDIENEN OP TE DRAGEN.

O allerheiligste Drievuldigheid! ik gelooi' thans gedaan te hebben, hetgene voorgeschreven is, om den vollen aflaat der straffen, die op de zonden gesteld zijn, te verkrijgen; wij hadden daartoe veel meer moeten verrigten om uwe goddelijke Majesteit te voldoen, welke wij U in zoo menig opzigt verschuldigd zijn. Het is aan uwe oneindige goedheid en aan uwe onbegrensde milddadigheid jegens ons, hoe onwaardig wij dezelve zijn, dat wij moeten toeschrijven de milddadigheid, met welke Gij de zwakke werken uwer dienaars beloont. Ontvang dan, o aanbiddenswaar-digc Drievuldigheid, dat, wat ik gedaan heb; vul de gebreken aan door het lijden en sterven van onzen Heer Jesus Christus en door het kostbare bloed, dat Hij voor ons

-ocr page 70-

GEBEDEN OJt DEN

vergoten heeft; eu ge waardig U, mij {of de ziel van. N.) deelgenoot te maken van den vollen aflaat, en dat hemel eu aarde met mij U, voor deze weldaad, nu eu in de eeuwigheid dankzeggingen toebrengen. Amen. Onze Vader, en Wees gegroet, enz.

AFLAAT.

Onze heilige Vader, Paus Benedictus XIV., de nuttigheid der oefeningen van geloof, hoop en liefde, en derzelver noodzakelijkheid, met betrekking tot do zaligheid, aandachtig overwogen hebbende, heeft, met oogmerk om den ijver der geloovigen te onderhouden, bij eene hnlte van den 38 January 1756, eenen volkomen aflaat verleend aan al degenen, die, gedurende éém maand, dagelijks deze oefeningen met vroomheid en godvruchtigheid zullen lezen.

Deze aflaat, die men éénmaal in elke maand kan verdienen, op zulken dag als men toil kiezen, wanneer men, na gebiecht en gecommuniceerd le hebben, voor de gewone inzigten der Kerk zal bidden, is toepasselijk op de zielen in het vagevuur.

Men verdient denzelfden aflaat, wanneer men nabij den dood is.

Zijne Heiligheid, door denzelfden ijver bezield, verleende daarenboven aan alle geloovigen , eenen aflaat van zeven jaren en zeven

64

-ocr page 71-

AFLAAT TE VERDIENEN. fia

quadragenen, welke zij zullen verdienen, zoo dikwijls zij deze oefeningen mei (jodvruchliy-heid zullen lezen; deze ajlaal is ook toepasselijk op de zielen in hel vagevuur.

OEFENING VAN GELOOF.

In geloof in eenen eenigen God, in drie personen : God den Vader, God den Zoon , en God den heiligen Geest, die het goede beloont en het kwade straft. Ik geloof, dat de tweede persoon der allerheiligste Drievuldigheid, God de Zoon, Jesus Christus, voor ons is mensch geworden; dat Hij gekruist is en den dood geleden heeft. Ik geloof vastelijk deze geheimen, en al hetgeen de heilige Kerk mij voorhoudt te gelooven; omdat Gij, o mijn God, die de waarheid zelve en de oneindige wijsheid zijt, het door U zeiven veropenbaard hebt.

Voor en in dit geloof wil ik leven en sterven.

OEFENING VAN HOOP.

ö God van barmhartigheid! ik hoop en vertrouw vastelijk , door het lijden en de verdiensten van Jesus Christus, hier in dit leven uwe genade en de vergiffenis mijner zonden te zullen verwerven, en vervolgens U in den hemel te zien, te bemin-

5

-ocr page 72-

60 AFLAAT GEBEBEN.

nen en te bezitten. Ik hoop dit, want Gij, o mijn God, zijt oneindig goed en barmhartig jegens ons, en getrouw in uwe beloften; daar Gij liet ons geven wilt , en magtig zijt, om het te geven.

Met deze hooj) wil ik leven en sterven.

OEFENING VAN LIEFDE.

Mijn God en mijn minnelijke Vader! ik bemin U uit geheel mijn hart, boven alle dingen , dewijl Gij oneindig volmaakt en beminnelijk zijt; en om U bemin ik mijne naasten als mij zelven. Ik vergeef , uit liefde tot U, aan al degenen die mij beleedigd hebben; ik vraag voor hen uwe genade. Dat alle mensehen U beminnen eu dienon ; dat alle schepselen U loven in alle eeuwigheid.

In deze liefde wil ik leven en sterren.

-ocr page 73-

1 ^ A 1 ^ ^ -' ;

GODVRUCHTIGE OEFENINGEN

VOOR IEDEREN DAG DER WEEK,

VOOlt DEN ZONDAG.

Gebed ter cere iler allerlieiligste Drievuldigheid.

Glorie zij aan deu Vader, die mij door zijne magt getrokken heeft uit den nieten naar zijn beeld geschapen. Glorie zij aan den Zoon, die mij door zijne wijsheid van de hol bevrijd en de deur des hemels geopend heeft. Glorie zij aan den heiligen beest, die mij door zijne goedheid inliet doopsel geheiligd heeft, en nog onophoudelijk mijne heiligmaking bewerkt door de genaden, welke ik dagelijks van zijne goedheid ontvang. Glorie zij aan de drie aanbiddelijke personen der heilige Drievuldigheid, gelijk het was in het begin, nu en altijd, cn in de eeuwen der eeuwen !

Wij aanbidden U, o heilige Drievuldigheid! wij eeren cn danken U, met eene ootmoedige erkentenis, omdat het U behaagd hoeft ons dit onbegrijpelijke geheim te openbaren. Wij bidden U ootmoedig ons te vergunnen, dat wij, volhardende

-ocr page 74-

LITANIE TOT BE

tot den dood toe in do belijdenis van dit geloof, in den hemel eeuwig mogen loven, hetgeen wij op do aarde gelooven : éénen God, in drie personen, den Vader , den Zoon, en den heiligen Geest.

LITANIE

tot de allerheiligste Drievuldigheid.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm TJ onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, God, heilige Geest,

Heilige Drievuldigheid , één God,

Heer, die een geest zijt, en in geest

en waarheid wilt aangebeden worden , o Heer, wiens Godheid noch aan goud, S-noeh aan zilver, noeh aan steen, of ® zoo iets gelijk is, 3

Heer, aan wien niemand gelijk is, en r* buiten wien er geen God is, 0

Koiiing der eeuwen, die alleen van g natuurwege de onsterfelijkheid hebt, ?! Groote God, uit wien alles voortkomt, en door wien alles behouden wordt,

68

-ocr page 75-

ALLE RH. DRIEVULDIGHEID. 69 Heer, in wien wij leven, ons bewegen,

en zijn, ontferm U onzer.

Heer, die overal zijt, en wiens voorzienigheid boven alles is,

Heer, die zoo groot zijt, dat U geene

gedachten kunnen begrijpen.

Heer, wien geheel het aardrijk en de

hemelen niet kunnen bevatten.

Heer, wieu geen mensch ooit heeft

gezien of kan zien.

Heer, wiens oordeel ondoorgrondelijk, en wiens woorden onnaspeurlijk zijn, O

Heer, voor wiens Majesteit wij slechts S-stof en asch zijn, üf

Heer, die doet al wat U behaagt in den 3 hemel, op de aarde, in de zee en in in de afgronden , o

Heer, die de harten der mensehen in § uwe hand hebt, en dezelve neigt ? werwaarts Gij wilt.

Heer, die een verteerend vuur zijt, wiens gramschap niemand kan weder-staan,

Heer, die een ieder vergeldt naar zijne werken,

Heer, die alles schikt in getal, gewigt en maat,

Heer, die onze harten onderzoekt en

onze nieren doorgrondt.

Heer, die alles bemint wat er is, en

-ocr page 76-

70 LITANIE TOT DE

niets haat van al hetgene Gij geschapcu hebt, ontferm U onzer.

Heer, die de zonden der menschea om luimie boetvaardigheid kwijtscheldt, lieer, die in uwe woorden waarachtig,

in uwe beloften getrouw zijt, q

Heer, die in al onze kwellingen en g.

ellenden onze troost en hulp zijt, jp Allerheiligste God, wiens heerlijkheid g geheel het aardrijk vervult, ^

Opperste Majesteit, wienalleen alle eer 0 en lof toekomt, g

Heer. die alles om ü zeiven hebt ge- 3 maakt, en die zelfs zijt het loon uwer dienaren, AllerheiligsteDrievuldigheid, in u'elke te aanschouwen en te beminnen ons grootste goed en zaligheid gelegen is , Wees genadig , spaar ons , Heer !

Wees genadig, verhoor ons, Heer! Van alle kwaad, verlos ons. Heer! Van alle hoovaardigheid, vermetelheid ^ en wanhoop, ZL

Van allo onmatigheid, onzuiverheid en ° kwaden wil tegen onze naasten, 2 Van traagheid, aardsche en ongeregel-

de droefheid, y

Van gierigheid, die de wortel is van g alle kwaad, •'

Door uwe onbepaalde almogendheid. Door uwe oneindige wijsheid,

-ocr page 77-

ALLEEH. DRIEVULDIGHEID. 71

Door uwe overvloedige goedheid, verlos ons, Heer! lt;lt;

Door uwe overgroote barmhartigheid

en langmoedigheid. g

Door uwe ondoorgrondelijke alwetend- o lieid, j»

Door uwe volmaakte en onverander-

lijke gelukzaligheid, g

In den dag des oordeels, ^

Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons. Opdat Gij ons de genade wilt verleenen, om U uit geheel ons hart, uit geheel onze ziel, uit al ons verstand, en uit al onze krachten te beminnen,

Opdat wij uwen heiligen naam nooit ^ ligtvaardiglijk gebruiken, ^

Opdat wij de zou- en heiligedagen in godsdienstigheid en andere goede g-werken doorbrengen en heiligen, 3 Opdat wij onze ouders en allo over- ct heid om uwentwil, eer en gehoor-zaamheid bewijzen,

Opdat wij nooit het leven of de eer 5 van onze naasten beleedigen, °

Opdat onze ziel nooit door onzuivere o woorden, werken, gedachten of be- » geerten besmet worde.

Opdat wij nooit iemand door onregt-

vaardigheid beschadigen,

Opdat wij onzen mond zorgvuldiglijk bewaren van valsche getuigenis en

-ocr page 78-

73 LITANIE TOT DE ALLEHH. DRIEVULD. leugentaal, wij bidden U, verhoor ons.

Opdat wij de goederen der wereld niet ongeregeld begeeren of beminnen, wij bidden U, verhoor ons.

Opdat Gij onze harten tot het onderhouden uwer geboden wilt neigen, wij bidden U, verhoor ons.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-

wereld , verhoor ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, ontferm U onzer.

Allerheiligste Drievuldigheid, hoor ons! Allerheiligste Drievuldigheid, verhoor ons!

GEBED.

Almagtige en eeuwige God, die dooide belijdenis van het ware geloof, uwen dienaren hebt doen kennen de heerlijkheid der eeuwige Drievuldigheid, en in de oppermagtige Majesteit hebt geleerd een eenig wezen te aanbidden ; wij bidden U, dat wij ten allen tijde, door de vastigheid van datzelfde geloof, van allen tegenspoed mogen bevrijd worden. Door onzer Heer Jesus Christus , die met U leeft en heerseht, in de eenheid des heiligen Geestes, in alle eenwen der eeuwen. Amen.

-ocr page 79-

OEFENING VOOR DEN MAANDAG.

GEBED TER EERE SAN DEN HEILIGEN GEEST, EN

TOT LAFENIS DER GILOOVIGE ZIELEN IN HET VAGEVUUR.

6 God, heilige Geest! die over de Apostelen en andere geloovigen onder de gedaante van vurige tongen uit den hemel gedaald zijt, en hen met uwe genade rijkelijk vervuld hebt: gewat'.rdig U ook tot mij te komen en mij met uive genade te vervullen. Gij hebt in het heilig Doopsel mijne ziel geheiligd, en U tot eene woonplaats gekozen : Gij heiligt deze nog door de heilige Sakramenten. O goddelijke Geest! laat niet toe dat de helsche geest ooit in dezelve door de zonde eene plaats vinde; maar woon en blijf Gij nu en altijd in dezelve, tot dat zij opgenomen worde in de hemelsche woning, waar zij met U den Vader en den Zoon in alle eeuwigheid zal loven eu danken.

LITANIE

TOT DEN HEILIGEN GEEST.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

-ocr page 80-

LITANIE TOT DEN

Heilige Geost, lioor ons.

Vertroostende Geest, verhoor ons. Hemelsche Vader, waarachtig God, c

ferm U onzer.

God Zoon, Verlosser der wereld. Heilige Geest, waarachtig God, Heilige Drievuldigheid, een God, Geest van waarheid en wijsheid. Geest van verstand en raad.

Geest van godvruchtigheid en vreeze Gods,

Geest van liefde, blijdschap en vrede. Geest van verduldigheid, goedheid en

goedertierenheid,

Geest van langmoedighcid en zachtmoedigheid.

Geest van geloof on zedigheid ,

Geest van ootmoedigheid onzuiverheid. Geest van sterkte en voorzigtigheid-. Geest van leven eu zaligheid.

Geest van alle deugden en genade. Geest vanaanneming der kinderen Gods, IJveraar der zielen.

Heiligmaker en bestuurder der Katho-

lijke Kerk,

Geest, die de harten en nieren doorgrondt ,

Uitdeeler der hemelsche gaven.

Zekere hulp der belioettigen.

Zoetheid dergenen die IT beminnen en dienen,

u

-ocr page 81-

HEILIGEN GEEST. 75

Sturktc cu moed vau allen dio in deugd

toeuemeu, ontferm U ouzer.

Kroon der volmaakten , O

Geluk der engelen, S;

Licht der patriarchen, §

Inblazing der profeten,

Tong cn wijsheid der apostelen, ^

Vroomheid der bclijderen, §

Zuiverheid dor maagdon, o

Inwendige zalving aller heiligen.

Wees genadig, spaar onsgt;, o heilige Geest. Wees genadig, verhoor ons , o heilige Geest. Van alle kwaad en zonden, verlos ons,

o heilige Geest.

Van allo kwellingen en bedrog des

duivels, lt;

Van alleu hoogmoed cn wanhoop, S. Van bestrijding der bekende waarheid, S Van nijdigheid over dc deugden van § onze naasten, quot;

Van al!c hardnekkigheid en onboct-

vaardigheid, 5

Van alle verzuimenis in geestelijke ~ zaken, ^

Van alle onzuiverheid des ligchaamsV^

on der ziel, , ,'S 'g

Van allo dwaling cn ketterij, *

Van allen boozen geest.

Van eenen ongelukkigen eu eeuwigen _gt; : dood, * • .

Door uwe eeuwige voartkorast ydn.dcm^ Y 0 . ^

4

-ocr page 82-

76 LITANIE TOT DEN

Vader cu dou Zoon, verlos ons, o heilige Geest.

Door uwe wonderbare werking in de menscliwording des Woords, verlos ons, o heilige Geest.

Door uwe ncderdaling over Christus ia zijn

doopsel, verlos ons, o heilige Geest. Door uwe openbaring in de transfiguratie des Zaligmakers, verl. ons, o heilige Geest. Dooruwe heilige komst over de Leerlingen van Christus, verlos ons,o heilige Geest. In den dag des oordeels, verlos ons, o

heilige Geest.

Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons. Opdat Gij ons al onze zonden vergeeft, Opdat Gij U gewaardigt al de ledematen

der heilige Kerk levend te maken , lt;=■ Opdat Gij alle volkeren der wereld in ^ het waarachtig geloof wilt vereenigen, £ Opdat Gij ons altijd voorkomen, ver- § ezellen en volgen wilt door uwe (— eilige genade,

Opdat Gij ü gewaardigt, ons te ver- q vullen met eene ongeveinsde en gquot; vurige godvruchtigheid, en met de § gave des gebeds, o

Opdat Gij onze gedachten, woorden % en werken, tot U trekkende, heiligen wilt.

Opdat Gij ons een zuiver hart en eenen nieuwen geest wilt geven,

-ocr page 83-

HEILIGEN O EEST. 77

Opdat Gij in ouzo ziel wilt ontsteken, cenen standvastigen ijver tot de ehris-telijke volmaaktheid, wij bidden U, verhoor ons,

Opdat Gij U gewaardigt onze hanterin- ^ gen en ondernemingen niet licht, raad en goeden uitslag te begunstigen, amp; Opdat Gij in ons den inwendigen vrede gquot; en de gerustheid des gemoeds wilt behouden, 5^

Opdat Gij ons uwe genade tot hot einde

onzes levens wilt verleenen, ^

Opdat Gij ons onder het getal dor uit- 5

verkoornen wilt ontvangen ,

Opdat Gij U gewaardigt ons te ver- 9 hooren, o heilige Geest! quot;

Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-

wereld, spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-

wereld, verhoor ons. Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-

wereld, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

ü E B E D.

ö God, die de harten der geloovigen door de verlichting des heiligen (ileestes hebt geleerd : geef dat wij in denzelfden Geest verstaan wat regt is, en ons in zijne vertroosting verblijden mogen; door Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 84-

OEFENING VOOB DEN BINGSDAG.

GEBÏL) TElt F.EKE VA^J DEN ZOETEN NAAM JESDS.

u .Tesus! o zoete Jesus! o Jesus, Zoon van do Maagd Maria, vol van bannliartig-heid! ontferm ü mijner naar uwe groote barmhartigheid, o Genaderijkste Jesus! ik bid U, door hot dierbaar bloed dat Gij voor ons, zondaren, hebt uitgestort, wisch al mijne boosheden uit; gewaardig ü uwe oogen op mij ellendigen te vestigen, die U ootmoediglijk om vergiffenis smeek, eij. uwen heiligen Naam met betrouwen aanroep. o Naam Jesus, zoete Naam! Naam Jesus, liefderijke naam! Naam Jesus, versterkende Naam! want wat is Jesus anders dan Zaligmaker. Nu dan, o Jesus! om uwen heiligen Naam, wees mijn Jesus, en maak mij zalig. Laat niet toe dat ik verloren ga, dien Gij uit niet geschapen hebt. o Genadigste Jesus! ontferm U mijner, terwijl het nog tijd is om U te ontfer-meu, opdat ik niet veroordeeld worde iu don dag des oordeels. De dooden, o Heer! zullen U niet loven, noch allen die ier helle nederdalcu. q Minnelijke Jesus! o gewenschte Jesus! o goedertierenste Jesus! o Jesus! Jesus! Jesus! neem mij am onder het getal uwer uitverkoorneu.

-ocr page 85-

LIT. VAN BEN ZOETEN NAAM JESUS. 79 ó Jesus, zaligheid dergencu die iu U ge-looven! o Jesus, troost dergenen die tot U vhigteu! dierbaar zoeuofl'cr der zondaren ! o Jesus, Zoon van de Maagd Maria ! stort in mij de genade, wijsheid, liefde, zuiverheid en ootmoedigheid; opdat ik U op ecne volmaakte wijze moge beminnen, loven, dienen, genieten en verheerlijken, met allen, die uwen naam Jesus aanroepen. Amen.

L I T A N I E

VAN DEN ZOETEN NAAM JESUS.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm ü onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Jesus, hoor ons.

Jesus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm ü onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, God, heilige Geest,

Heilige Drievuldigheid, één God, O Jesus, Zoon van den levenden God, ^ Jesus, glans des Vaders , §

Jesus, luister van het eeuwige licht, ^ Jesus, koning der glorie,

Jésns, zon der geregtigheid, o

Jesus, Zoon van de Maagd Maria, ^ Beminnelijke Jesus, r*

Wonderlijke Jesus,

-ocr page 86-

80 LITANIE VAN DEN

Jesus, sterke God, ontferm U onzer. Jesus, vader van liet toekomstig leven Jesus, verkondiger van Gods raadsbesluiten,

Allermagtigste Jesus, Allerzorgvuldigste Jesus, Allergeboorzaamste Jesus,

Jesus, zachtmoedig en ootmoedig van harte,

Jesus, beminnaar der zuiverheid, Jesus, onze beminnaar,

Jesus, God des vredes,

Jesus, bron des levens,

Jesus, voorbeeld van alle deugden, Jesus, IJveraar voor de zielen,

Jesus, onze God,

Jesus, onze toevlugt,

Jesus, vader der armen,

Jesus, schat der geloovigen,

Jesus, goede herder,

Jesus, waarachtig licht,

Jesus, eeuwige wijsheid,

Jesus, oneindige goedheid,

Jesus, onze weg en ons leven,

Jesus, vreugd der Engelen,

Jesus, koning der Aartsvaders,

Jesus, meester der Apostelen,

Jesus, leeraar der Evangelisten,

Jesus, sterkte der Martelaren,

Jesus, licht der Belijders,

Jesus, zuiverheid der Maagden,

-ocr page 87-

ZOETEN NAAM JESUS. 81

Jesus, kroon van alle Heiligen, ontferm

U onzer.

Wees genadig, spaar ons, Jesus.

Wees genadig, verhoor ons, Jesus. Van alle kwaad, verlos ons, Jesus. Van alle zonde,

Van uwen toorn,

Van de lagen des duivels.

Van den geest der onkuischheid, Van don eeuwigen dood.

Van het verwaarloozen uwer ingevingen. Door het geheim uwer heilige mensch- lt;

1 . 0 CO

wording, ü

Door uwe geboorte, °

Door uwe kiudschhoid, o

Door uw allergoddelijkst leven, j»

Door uwen arbeid, ^

Door uwen doodstrijd en uw lijden, S Door uw kruis en uwe verlatenheid, F Door uwe smarten.

Door uwen dood en uwe begrafenis. Door uwe verrijzenis.

Door uwe hemelvaart,

Door uwe vreugden.

Door uwe glorie.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, spaar ons, Jesus.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, verhoor ons, Jesus.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.

6

-ocr page 88-

83 LITANIE VAN DEN ZOETEN NAAM JESUS. Jesus, hoor ons.

Jesus, verhoor ons.

Onze Vader, enz.

LAAT ONS BIDDEN.

ó Heere Jesas, die gezegd hebt : vraagt en gij zult ontvangen, zoekt en gij zult vinden, klopt en zal geopend worden; stort, wij bidden er U om, uwe aller-goddelijkste liefde in ons gemoed, opdat wij U steeds, van ganschcr harte, met woord en daad beminnen, en nooit ophouden U te loven.

Geef, o Heer, dat wij altijd uwen heiligen Naam vreezen en beminnen; want Gij verlaat dengene niet, dien Gij bevestigt in uwe liefde.

-ocr page 89-

. OEFENING VOOK DEN WOENSDAG.

GEBED TOT DEN H. Elf GEL-BEWAARDER.

ó Heilige Engel, welken God, door een uitwerksel zijner goedheid tot mij, met de zorg mijner bestiering belast heeft; gij die van den eersten oogenblik mijns levens mij nooit verlaten hebt, die dag en nacht aan mijne zijde zijt om mij bij te staan, om mij van het kwade af te houden en tot het goede op te wekken : ik dank u zeer ootmocdiglijk, en ik smeek u, o minnelijke beschermer, mij uwe liefdadige zorg te willen blijven betoonen. Wees mijne hulp in mijne noodwendigheden, mijn troost in mijne droefheden , mijn steun iu mijne mismoedigheden; bescherm mij tegen de vijanden mijner zaligheid, verwijder mij van de gelegenheden tot zondigen, verwerf mij genade om aan uwe ingevingen gehoorzaam te zijn, en getrouwheid om dezelve te volgen; maar vooral bescherm mij in het uur van mijnen dood, en verlaat mij niet, voor dat gij mij in het verblijf der eeuwige rust zult gebragt hebben. Amen.

-ocr page 90-

L I ï A NI E

TOT DE HEILIGE ENGELEN.

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche quot;Vader, Schepper van alle

geesten, ontferm U onzer.

God Zoon. Verlosser der wereld, dien de kooren der engelen begeeren te aanschouwen, ontferm ü onzer. God, heilige Geest, gelukzaligheid der hemelsche verstanden, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.

Heilige Maria, koningin der Engelen,

bid voor ons.

Heilige Maria, zoetigheid der aartsengelen , S Heilige Maria, vermaak der krachten, ^ Heilige Maria, blijdschap der troonen , 5 Heilige Maria, geur der heerschap- ° pijen, g Heilige Maria, vreugd der mededoo-gendheden,

-ocr page 91-

LIT. TOT DE HEILIGE ENGELEN. 85 Heilige Maria, eer der overheden, bid voor ons.

Heilige Maria, meester-vromve der Cherubijnen, bid voor ons.

Heilige Maria, prinses der Serafijnen, bid voor ons.

H. Miehaêl, prins over de engelen des

vredes. bid voor ons.

H. Micbaël, prins der heilige Kerk, H. Miehaël, allerheiligste voorvechter, H. Miehaël, overwinnaar van den

ouden draak,

H. Miehaël, die altijd zijt geweest g een beschermer van Gods volk, ^ H. Miehaël, die Lucifer, met geheel 3 zijnen aanhang, uit den hemel ge-stooten hebt, o

H. Miehaël, die den betiehter onzer » broederen in de diepte der hel geworpen hebt,

H. Miehaël, ontvanger der zielen, H. Miehaël, leidsman tot het Paradijs

der vreugden,

11. Miehaël, troost der geloovigen, H. Miehaël, beschermer dergenen die u ceren,

H. Miehaël, die Daniël eene goddelijke vertooning geopenbaard hebt, H. Gabriel, die de geboorte en het ambt van den H. Joannes voorzegd hebt, bid voor ons.

-ocr page 92-

86 MANIE TOT DE

H. Gabriel, die bode waart van de menscli-

wording des Woords, bid voor ous. —T Bewaarder van de heilige Maagd 'S Maria,

quot;ö Medegezel vau de kindschheid des ^ Zaligmakers,

Getrouwe dienaar van Christus, Gezant der zaligheid.

Een van de zeven Engelen staande voor den Heer,

H. Eaphaël, allergetrouwste leidsman van Tobias,

„ Voorzigtig uitjager der duivelen, ^ ^3 Aanbieder der gebeden aan God, S1 Kraehr.ige verdrijver der blind- lt; pg beid, °

. Bijstand in kwellingen, 0

K Trooster in benaauwdheden, g

Blijdschap dergenen die u dienen. Heilige Engelen, bewaarders der uit-verkoornen,

Waardige aandienaars der hemel-sehe gaven,

g Doorluchtige bewaarders der ko-'3 ningrijken,

s5 Edele besehermers der overheden, ^ Voorzigtigc regeerders der konin-

gen en heeren,

rz Sterke bedwingers van de magt des Jr; duivels,

Getrouwe bewaarders der mensehen,

-ocr page 93-

HEILIGE ENGELEN. 87

Heilige Engelen, minnelijke verzoeters der menschen boosheid, bidt voor ona.

„ Goedertieren blijdschap scheppende § in de bekeering der zondaren, ?■ quot;3 Die de goede werken der menschen «-rc aan God opdraagt, g

^ Vriendelijke leeraars der Profeten, ^ bn Treffelijke gezanten tot de Apos- o

5 telen, p Magtige beschermers der heilige

Kerk Gods,

6 Gij, alle heilige Engelen, die dient voor den troon Gods, bewaart ons.

Door do edele goddelijke gaven uwer

natuur, verlicht ons.

Door uwe onbegrijpelijke kracht, behoedt ons.

Door de brandende liefde van uwen wil,

beschermt ons.

Door uwe glorie eu zaligheid, beweegt ons. ö Christus, zaligheid der engelen, wij

bidden U, hoor ons.

C) Christus, heerlijkheid der hemelsclie ^ geesten, ^

ó Christus, schijnsel der hemelsche p: slagorden, ^

Door den Cherubijn, die het hout des

levens bewaart, pr

Door den engel, die Agar onder de o hand van hare meesteres verootmoe- o digd heeft, S

-ocr page 94-

88 LITANIE TOT DE

Door de engelen, die Izaaks geboorte geboodsehapt hebben, wij bidden U, hoor ons.

Door den engel, die de opoffering van

Izaak belet heeft,

Door den engel, die uwen zegen aan

Abraham gebragt heeft,

Door de engelen, op de ladder van Jacob klimmende en nederkomende , Door de engelen, die Loth uit het midden der zondaren geleid hebben, 3^ Door de engelen, die Mozes do god-

delijke wet geleverd hebben, ST

Door de heilige engelen, die gestadig- £ lijk God toezingen : heilig! heilig! s heilig!

Door den engel, die de geboorte van quot; den H. Joannes den dooper gewaar- squot; schuwd heeft, £?

Door de engelen, die uwe heilige ge- o boorte aan de sehaapsherders ge- S boodschapt hebben,

Door de menigte der engelen, die op den kersnacht U loofden, zeggende : Glorie zij God in hel allerhoogste,

Door de engelen, die U in de wildernis gediend hebben,

Door den engel, die U in het hofje

versterkt heeft.

Door de engelen, die in witte kleederen nevens uw graf gezeten waren,

-ocr page 95-

heilige engelen. 89

Door de engelen, die in uwe hemelvaart aan de Leerlingen vertoond zijn, wij bidden U, hoor ons.

Door de engelen, die Lazarus ziel in 5-Abrahams sehoot gedragen hebben, ^ Door de engelen, die dikwijls de legers 5: der vijanden verstrooid hebben^ g-Door de engelen, die de Martelaren =

in de pijn getroost hebben,

Aartsengel Michaël, kom Gods volk =f te hulp, g

Aartsengel Gabriël, bescherm ons. 2 Aartsengel Kaphaël, verlos ons. y

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

v. Eu leid ons niet in bekoringen. e. Maar verlos ons van den kwaden, v. In tegenwoordigheid der engelen zal

ik U, mijn God, lof toezingen. K. Ik zal U aanbidden in uwen heiligen tempel, en uwen naam belijden.

g e b e d.

0 God, die met eene wonderlijke orde de diensten der engelen en menschen beschikt : vergun gocdertierenlijk, dat door degenen, die U dienende, altijd nevens den troon staan, ons leven op aarde behoed worde. Door Christus onzen Heer. Amen.

-ocr page 96-

OEFENING VOOR DEN DONDERDAG.

GEBED TKR EERE VAN HET ALLE11HEIL1GSTE SAKHAMENT DES ALTAARS.

ö Zoete Jesus! minnelijke Zaligmaker! die doov de overmaat van de allenvon-derbaarste liefde met ous hebt willen verblijven in het allerheiligste Sakrament des altaars : ik erken U aldaar voor mijnen Opperheer en mijnen God. Ik aanbid U met de gevoelens van de allerdiepste ootmoedigheid. Ik dank U uit geheel mijn hart voor de oneindige liefde, welke Gij ons daar betoont, niettegenstaande de verongelijkingen die Gij van ons te lijden hebt; en doordrongen van droefheid ten opzigte onzer ondankbaarheden, kom ik, o God van Majesteit, boete doen voor al de onteeringen, heiligsehendingen en goddeloosheden, die ooit bedreven zijn en nog kunnen bedreven worden , tegen dit aanbiddelijk Sakrament. Ach, kou ik U, o mijn God! betuigen de droefheid, welke ik gevoel, omdat ik zelf zoo dikwijls voor U verschenen ben met zoo grootc oneerbiedigheid, en tot U genaderd met zoo weinige vurigheid en liefde.

Vergeet, o Heer! onze ongeregtrg-heden, om slechts uwe barmhartigheden

-ocr page 97-

LIT. VAN HET ALT.TSRTI. SAKRAMEXT. 91 indachtig- te zijn. Neom in dank aan de opregte begeerte, welke ik heb, om U te eeren en geëerd te zieu in liet Sakrament uwer liefde. Ja, ik verlang uit gelieel mijn hart U aldaar te beminnen, te zegenen, te loven en te aanbidden, zoo zeer als de engelen die U aldaar omringen. Ik smeek U, door dit aanbiddelijk ligehaam en dierbaar bloed, waarvoor ik nedergebogen ben, mij te verleeneu, dat ik U daar voortaan zoo eerbiedig aanbidde en U zoo waardig ontvange, dat ik, na mijnen dood, met al de gelukzaligen U eeuwig moge verheerlijken. Amen.

LITANIE

VAN HET ALLKHH. SAKRAMENT DKS ALTAARS,

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus , verhoor ons.

God, hemelsehe Vader, ontferm U onzer. God Zoon , Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, heilige Geest, outlenn U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.

-ocr page 98-

93 LITANIE VAN HET

Levend brood, dat uit den hemel gedaald

zijt, ontferm U onzer.

Eeuwig' Woord Gods, menscli gevvor-^ den en onder ons wonende,'

Verborgen God eu Zaligmaker, bedekt

ouder zienlijke gedaanten,

Tarwe der uitverkoornen,

Wijn die maagden voortbrengt,

A oedzaam brood eu vermaak der

koningen,

Sterk schild tegen alle bekoringen. Geestelijk hulpmiddel voor alie zonden en krankheden, O Onuitputbare schat van genade. Altijddurende offerande, £3° Zuivere opdragt, 5 Lam zonder vlekken, c; Allerzuiverste maaltijd, o Spijs der engelen, S ^ erborgen brood des hemels . p-Gedachtenis van Gods wonderheden. Boyennatuurlijk brood,

Heilig slagtoffer,

Xelk der zegeningen,

Geheim des geloof's,

Hoogwaard igen uitmuntend Sakrament, Allerheiligste offerande,

Zoenofter voor levenden en dooden, Wonder van Gods wonderen,

Allerheiligste gedachtenis van het lijden des Heeren,

-ocr page 99-

ALLERH. SAKEAJIENT. 93

Geschenk dat alle volheid te boven gaat,

ontferm U onzer.

Voortreffelijk gedenkteckeu der goddelijke liefde,

Overvloeijende bron van Gods milddadigheid ,

Allerheiligst en wonderlijk geheim. Krachtige spijs der onsterfelijkheid, Aanbiddelijk en levendmakend Sakra-ment,

Brood dat door de almogendheid des O woords zijt vleesch geworden, 5; Onbloedige offerande, ^

Alleraangenaamste maaltijd, daar do -Engelen bij tegenwoordig zijn en C dienen, 2

ïeeken van genade, g

Band van liefde, ^

Opperpriester, die zelf de offerande zijt, Geestelijke zoetigheid, die in haren

eigen oorsprong gesmaakt wordt, Verkwikking der heilige zielen.

Teerspijs dergenen die in den Heer sterven,

Onderpand der toekomende zaligheid. Wees genadig, spaar ons. Heer.

Wees genadig, verhoor ons. Heer. Van het onwaardig nuttigen uws J.ig-

chaams en bloeds, verlos ons. Heer. Van de begeerlijkheid der oogen, verlos ons, Heer.

-ocr page 100-

LITANIE VAK HET

Van de hoovaardij des levens, verlos

ons. Heer.

Van alle ketterij, ongeloovigheid cn

verblindheid des harten.

Van alle oneerbiedigheid en misbruik ten opzigte van dit heilig Sakrament, Van alle zwakheden en zonden, die de vruchten van dit heilig Sakrament verminderen en beletten. Van alle gelegenheden der zonden.

Door de groote begeerte, die Gij gehad hebt, om dit, Paaschlam met lt;1 uwe Leerlingen te eten, Ë,

Door de diepe ootmoedigheid, waar- ° mede Gij de voeten der Leerlingen 2 gewasschen hebt, om hen tot dezen jquot; maaltijd te bereiden, ^

Door de onmeetbare liefde, waarmede Gij gquot; dit heilig Sakrament hebt ingesteld, ^ Door de onuitsprekelijke goedheid, waarmede Gij ons tot het nuttigen van uw heilig ligchaam en bloed opwekt. Door uw dierbaar bloed, dat Gij ons

op het altaar hebt nagelaten,

Door de vijf wonden, die Gij in uw allerheiligst ligchaam voor ons ontvangen hebt.

Wij zondaars, wij bidden U verhoor ons Dat het U believe het geloof, den eerbied en de begeerte tot dit wonderlijk Sakrament in ons te vermeerderen

94

-ocr page 101-

ALLEKIT. SAKRA3IENT. 95

eu te bewaren, wij bidden U, verhoor ons.

Dat Gij U gewaardigt, ons door eeue ware belijdenis onzer zonden, tot liet s! dikwijls nuttigen dezer goddelijke ^ spijs te bereiden,

Dat het U believe, de hemelsehe vruchten van dit Sakrament in ons p mildelijk uit te storten, cl

Dat wij, door het nuttigen van uw heilig ligchaam en bloed, mogen q blijven in U, en Gij in ons, g*

Dat wij, allo boosheid en wereldsche 3. geneigdheden verlatende, altijd in o matigheid, regtvaardigheid en god- » vruchtigheid mogen leven,

Dat het U believe, ons in het uur des doods met deze hemelsehe teerspijs te versterken en te beschermen.

Zoon van God,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-

wereld, spaar ous. Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, verhoor ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

v. Heer! verhoor mijn gebed.

k. En mijn geroep kome tot ü.

-ocr page 102-

LITANIE VAN HET

LAAT ONS BIDDEN.

6 God, die ons ouder dit wonderlijk Sa-krament de gedachtenis nws lijdens hebt nagelaten ; wij bidden U, geef dat wij de heilige geheimen van uw ligchaam en bloed zoo eerbiedig eeren, dat wij de vruchten uwer verlossing genaderijk in ons gewaar worden. Die, met den Vader cn den heiligen Geest, leeft en heerscht, in alle eeuwigheid. Amen.

AANBIDDING.

God, onbegrijpelijk in uw wezen, on-afmetelijk groot in uwe werken ! in het stof mijner nederigheid aanbid ik U.

Met almagt schiej)! Gij, wat is; met wijsheid onderhoudt Gij alles, en voor uwe wenken sidderen hemel en aarde.

Gij zijt de almagt zelve; Gij de wijsheid zelve; Gij de grootheid zelve; Gij vervult hemel en aarde! Heer, U aanbid ik.

Gij zijt de eeuwige waarheid zelve; Gij de eeuwige geregtigheid, voor wien de verharde zondaar sidderen moest. Maar Gij zijt ook de goedheid, #de liefde en barmhartigheid zelve, en zijt het voor den berpuwhebbenden boeteling, zoo wel als voor den regtvaardigen.

Gij laat over beiden de zon opgaan, over beiden laat Gij van den troon uwer

96

-ocr page 103-

ALLEHTT. SAKUAMENT. 97

almagt en genade uwe vaderlijke goedheid nederdalen : o God ! U zij onophoudelijk onzen hartelijken dank ! Eeuwig zij U alle lofprijzing en aanbidding I

Gij zijt het, die uwen geliefden, eeni-gen Zoon, ter onzer verlossing van den eeuwigen ondergang, uit uwen schoot op deze aarde hebt doen afdalen. Gij zijt de vergeving der zonden door dezen uwen Zoon, Gij-zelven onze eeuwige gelukzaligheid. Ach, PTeer! versmaad onzen dank , onzen lof en onze aanbidding niet wegens onze zonden, om den wil uws geliefden Zoons! Aanzie en hoor het hartelijke smeeken van uw kind, dat zich met een vermorzeld hart in het stof voor U neder-werpt en U aanbidt!

Oneindige, Alwijze, Almagtige! Wat sterveling kan U bevatten , daar de Seraf zijn aangezigt voor TJ bedekt; en nogtans, welke eor is het voor mij tot U te mogen spreken, en U Vader te mogen noemen!

Ja Vader! naar uw evenbeeld hebt Gij mij geschapen : voor den hemel, ter eeuwige gelukzaligheid mij bestemd ; geroepen tot de erkentenis uwer goddelijke heiligheid en heerlijkheid , tot het genot des eeuwigen levens.

Zoon des eeuwigen Vaders ! uit onaf-metelijke loutere liefde verliet Gij uwen troon, ondergingt Gij alle lijden en stierft

7

-ocr page 104-

98 LITAXIE VAX TIET

den smadclijksten dood, om ons van het

eeuwig verderf te redden.

Gij , Geest Gods ! heilige Geest! met de heiligheid des hemels heiligdet Gij ons, daar wij onrein en onheilig waren. Heilige en drie ëenige God! van U is, wat wij zijn en hebben; U zij de eer en alle lofprijzing; I' alle dank en aanbidding, van eeuwigheid tot eeuwigheid ! Amen.

OVER DE VERANDERING VAN HET BROOD EN DEN WIJN.

Verre boven de wereld en raenschen verhef ik mijnen geest tot U , eeuwige , almagtige, alontfermende God! om met de stem der reine en zalige geesten de mijne te vereenigen, om U te loven en te prijzen voor den onmeetbaren rijkdom uwer genade, met welke Gij ons gezegend hebt. Het is waar, ik ben te arm en te gering , om uwen lof en eer naar waarde te verkondigen; maar Gij, toegevende Vader, hoort ook het zwak stamelen uwer onwaardige kindereu, en ziet met welbehagen op den goeden wil hunner U toege-negene harten! In de volheid van een opregt gevoel waag ik het derhalve U aan te roepen : heilig, heilig, heilig is de Heer aller werelden! alles, alles verkondigt zijne magt en heerlijkheid ! Eer zij den Vader in het allerhoogste, en heil,

-ocr page 105-

ALLEETT. SAKEAMENT.

zegen cu vrede ons mensehen : door Jesus Christus, onzen goddelijkcn Middelaar!

Heilig, onverwoestbaar gedenkteeken van eeuwige onbegrijpelijke liefde ! Wie toch kan do eindelooze grootmoedigheid bevatten, met welke.Gods eeuwige Zoon zich tot ecu bloedig ofter voor onze zaligheid overgeeft ? In deze oogenbl ikken wordt deze gedachtenis weder plcgtig gevierd : brood cn wijn worden in het ligeliaam en bloed van mijnen Jesus veranderd; andermaal heeft hetzelfde plaats, dat op den avond voor het lijden van mijnen Verlosser gebeurde. Zooverre, zoo verre ging Jesus liefde tot duu mensch! Ach, ware ik slechts in staat den diepen indruk te gevoelen , welke zich over geheel mijn leven verspreiden moet. Koude ik mij zoo geheel voor U ten otter geven, Heiland der wereld, gelijk Gij voor mij gedaan hebt! Koude ik zoo beminnen en vergeven, lijden en verduren, als Gij! Jesus, Gij zijt het ware brood des hemels, de sjiijs ten eeuwigen leven! Ik geloof in U met de volle toestemming van mijn hart; wie U gewillig volgt, kan niet dwalen. Gij zijt de waarheid en het leven, op U vertrouw ik , almagtige Verlosser der wereld. Gij kunt, Gij wilt mij tot het eeuwig geluk geleiden ; in geluk en ongeluk is sleclits op U mijne hoop gevestigd; dezelve zal niet verijdeld

99

-ocr page 106-

100 LITANIE VAN HET

worden. Jcsus, heilig offer voor de zonden der wereld! U aanbid ik met het diepste gevoel van eerbied. Oij zijt hier wel verborgen voor mijne oogen, maar levend en tegenwoordig aan mijne ziel : uwe tegenwoordigheid strekke mij tot al het goede , en behoede mij voor al het kwaad ! —

Vader der mensohen! Zie op de kinderlijke bede, welke ik voor het welzijn mijner broeders en zusters mij veroorloof U op te dragen, genadig neder. Uw zegen , Almagtige! ruste inzonderheid op de U ondergesehikte ledematen der christelijke Kerk ; dezelve ruste op hare priesters , tot hot eeuwig heil harer onderhoorigen. Uw zegen vervulle de gansche menschheid, al mijne dierbare nabestaanden, bloedverwanten en bekenden, vrienden en vijanden. Laat hen allen tot de kennis der waarheid en tot de getrouwe uitoefening der ehris-telijke deugd, laat hen tot U en tot den eeuwigen vrede komen! — Ook voor mijne nu reeds verseheiden broeders en zusters stijgen mijne gebeden tot ü op, o God , die de God der levenden en der dooden zijt! Dat zij eindelijk van hunne vlekken en gebreken gereinigd worden, welke hen uwer heiligheid, uwer naauwere verkec-ring nog onwaardig maken , en voer hen, na de doorgestane beproeving, ten laatste naar die plaats, waar zij in de gemeensehap

-ocr page 107-

AILERH. SAKRAMENT.

met uwe uitverkorenen, uwe barmhartigheid en goedheid prijzen, en eeuwig zalig zijn.

GELOOI', HOOP EN' LIEl'ÜK.

God! oneindig volkomen Wezen! Met een onwankelbaar geloof, geloof ik aan uw eeuwig bestaan , aan U, den eenigen God en Schepper aller dingen; aan uwen god-delijken Zoon Jesus Christus, onzen Verlosser; aan God den iieiligen Geest, onzen heiligmaker; aan de onsterfelijkheid der menschelijke ziel, aan uwe heilige Kerk, en alles wat Gij haar hebt geopenbaard en ons bevolen te gelooven; want Gij zijt de heiligheid, de liefde en de waarheid zelve.

En daarom, omdat Gij almagtig en do eeuwige waarheid zelve zijt, cu uwe belofte nooit vergeet, zoo hoop ik mot een onbegrensd vertrouwen op de vervulling van alles, wat Gij beloofd hebt. Verleen mij slechts uwe genade, opdat ik in ootmoedigheid mij zeiven bereide dat te aanschouwen , wat geen oog gezien, geen oor gehoord liceft en nooit in een menschelijk hart is opgekomen, maar wat Gij dengenen bereid hebt, die U beminnen en uwe geboden onderhouden.

Vader! Gij wilt dat wij niet alleen aan U gelooven en op U hopen. Gij wilt en beveelt met regt, dat wij door gehoor-

101

-ocr page 108-

103 LITANIE VAN HET

zaamlicid U trachten wclbohagelijk te worden. Niet dat wij uwe geboden zouden onderhouden, uit enkele vrees en schrik voor straf, maar uit opregte, innige, kinderlijke liefde! En, hoe zouden we U ook niet beminnen , daar Gij ons eerst hebt lief gehad, en ons niets beveelt dan hetgeen bevorderlijk is tot onze eeuwige gelukzaligheid; daarom wil ik U beminnen, uit geheel mijn hart, uit geheel mijne ziel, uit al mijne krachten, uit al mijn verstand, en mijne naasten als mij zelven.

DE LOFZANG TE DEÜM LAUDAMUS.

U, o God! loven wij: U, o Heer, belijden wij.

ü, eeuwige Vader! vereert de geheele aarde. U roepen alle engelen, alle hemelen, alle magten,

De Cherubs en Serafs onophoudelijk toe : Heilig, heilig, heilig is de Heer, God

der Heerscharen!

Hemel en aarde zijn vol van de grootheid

uwer glorie.

Het heerlijk koor der Apostelen, De lofwaardige schaar der Profeten, Het glinsterend heir der Martelaren; De heilige Kerk, belijdt U door de geheel e aarde:

O Vader van oneindige heerlijkheid.

-ocr page 109-

ALLEKH. SAKRAMENT.

En uwen lioogverlieven, waren en eenigen Zoon ,

Alsmede den heiligen Geest, den Trooster.

Christus! Gij zijt de Koning der glorie,

Gij zijt de eeuwige Zoon des Vaders.

Gij hebt, als Gij om den menseh te verlossen, de menschheid zoudt aannemen , den schoot eener maagd niet geschroomd.

Gij hebt, nadat Gij den prikkel des doods overwonnen hadt, den geloovigen het hemelrijk geopend.

Gij zit aan de regterhand Gods, in de heerlijkheid des Vaders.

Wij gelooven, dat Gij als regter eens zult wederkomen.

Wij bidden TJ dan : kom uwen dienaren te hulp, die Gij door uw dierbaar bloed verlost hebt.

Laat hen allen in de eeuwige heerlijkheid onder uwe Heiligen eene plaats bekleeden.

Heer! behoud uw volk en zegen uw erfdeel.

Heersch over hen, en verhef ze tot in eeuwigheid.

Dagelijks loven wij U,

En prijzen wij uwen Naam, in eeuwigheid, en in de eeuwigheid der eeuwigheden.

Gelief ons toch, o Heer! heden van alle zonden te bewaren.

103

-ocr page 110-

LITANIE TOT DEN

Ontferm U ouzer, oHeer! ontferm U onzer. Laat ons, Heer! uwe barmhartiu-heid ontwaren, gelijk wij op U gehoopt hebben. Op U, o Heer! heb ik gehoopt: in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.

Uitoefening VOOR DEN VRIJDAG.

GEBED TOT DEN LIJDENDEN JE3US,

o Lam zonder vlek! onschuldig Slagtoffer, die door uwen dood en uw bloed de zonden der wereldhebt uitgewasschen; laat niet toe dat zoo veel lijden voor mij on-voordeelig worde. Jesus! verlaten van geheel de wereld, bedroefd, treurig, zieltogend, overgegeven aan den dood ; help mij, om met eene overgeving gelijk aan de uwe, alle kwellingen te aanvaarden, welke het U behagen zal mij over te zenden. Jesus! beschuldigd, gelasterd, met de uiterste versmading behandeld ; leer mij de oordeelen der menschen verachten, eu ver-duldiglijk de snoodste lasteringen uitstaan. Jesus! te mijner liefde verscheurd door geesels, doorstoken met doornen, overdekt met bloed : leer mij uit liefde tot U al de ongemakken eu pijnen der ziekte verdragen, Jesus! aan de beulen overgele-

104

-ocr page 111-

LIJDENDEN JESUS. ]05

verd on tot den schauddood des krnises verwezen : geef mij de genade van de glorie te vlieden en de pijnlijkste vernederingen te beminnen. Jesus! overladen door de zwaarte van het kruis ; ik wil mijn kruis opnemen en U volgen; geef mij de genade om liet te dragen met denzelfden moed en dezelfde zachtzinnigheid , met welke Gij het uwe gedragen hebt. Jesus! verheven aan liet kruis : trek mij tot U. Gij sterft voor mij; maak dat ik niet leve, dan voor U, en dat ik voortaan, gekruist met ü, niets meer betrachte dan ü te beminnen en ü te behagen. Amen.

LITANIE VAN het lijden onzes Heeren Jesus Christus.

Heer, ontferm LT onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, liemelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon , Verlosser der wereld , ontferm U onzer.

Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm (J onzer.

Jesus, die, nadat Gij tien lofzang gezegd

-ocr page 112-

LITANIE VAN HET

liadt, naar den Olijfberg-zijt uitgegaau om te bidden, ontferm U onzer.

Jesu?, die door de levendige voorstelling van uw lijden bonaauwd, bedroefd en zeer beangst werdt,

Jesus, die U aan den wil des Vaders

volkomen onderworpen hebt,

Jesus, die in uwen doodstrijd watér

en bloed hebt gezweet,

Jesus, diedooreenenEngel versterkt zijt, Jesus, die van Judas door een' kus

verraden werdt,

Jesus, die door geregtsdienaars met O banden gebonden werdt, -ij;

Jesus, die door uwe Leerlingen wordt | verlaten, 3

Jesus, die gebonden tot Annas en cl Caïphas gebragt zijt, o

Jesus, die van eenen dienaar eenen g kaakslag hebt ontvangen, ^

Jesus, die door valsche getuigen beschuldigd werdt,

Jesus, die, toen Gij getuigenis der waarheid gaaft, als een godslasteraar ter dood veroordeeld werdt, Jesus, die Petrus, na U verloochend te hebben, met eenen blik van medelijden en ontferming aangezien en bekeerd hebt,

Jesus, die aan i'ilatus, een heiden,

zijt overgeleverd,

:ofi

-ocr page 113-

LIJDEN ONZES IIEEREN. _ 107 Jcsus, die tot Horodes gezonden, door hem en zijn volk bespot zijt, ontferm U onzer.

Jcsus, die achter Barrabas gesteld wordt,

Jesns, die wrcedelijk gegeeseld werdt, Jesns, die uit spot met eenen purperen mantel werdt omhangen,

Jesns, die mot doornen gekroond werdt,

Jesns, die in uwe hand een riet tot

schepter hebt ontvangen, O

Jesns, die onschuldig, met een groot s; geroep, door de Joden tot het kruis § geëischt werdt, 0

Jesns, die door Pilatus tot den schan- cj delijken kruisdood veroordeeld en o aan den wil der Joden werdt over- S gegeven, r*

Jesus, die tot het dragen van uw kruis

gedwongen werdt,

Jesns, die als een schaap ter slagt-

bank werdt geleid,

Jesns, die onder den last des' kruises

bezweken zijt,

Jesus, die van uwe kleederen ontbloot werdt,

Jcsus, die naakt aan het kruis zijt genageld,

Jcsus, die voor uwe vijanden uwen Vader hebt gebeden,

-ocr page 114-

LITANIE VAN HET

Jesus, die met de booswichten werdt g

lijk gesteld, ontferm U onzer.

Jesns, die aan het kruis gelasterd en

bespot werdt,

Jesus, die den boetvaardigen moordenaar in genade aangenomen, en hem het Paradijs hebt beloofd, Jesus, die uwe Moeder aan den heiligen Joannes hebt bevolen,

Jesus, die aan het kruis geroepen hebt ; mijn God ! mijn God ! waarom hebt Gij mij verlaten ?

Jesus, die in uwen dorst met gal en.

edik gelaafd werdt,

Jesus , die getuigd hebt, dat al wat er van ü geschreven stond, vol-bragt was,

Jesus, die stervende, uwen g'eest in de handen uws Vaders hebt bevolen, Jesus, die uw hoofd buigende, met een luid geroep den geest hebt gegeven ,

Jesus, door wiens dood de honderdste man cn velen van het volle bekeerd zijn ,

Jesus, wiens zijde met eene speer

doorstoken is,

Jesus, uit wiens zijde water en bloed vloeide,

Jesus, die van het kruis afgenomen cn begraven zijt,

108

-ocr page 115-

LIJDEN OKZES HEEEEN. 109 Jesus, die na uwen dood zijt iicdci'p;c-

daald ter holle, ontferm U onzer. Jesus, die ton derden dage van don dood

zijt verrezen, ontferm U onzer.

Jesus, die levenden en dooden zult oor-

deelen, ontferm U onzer.

Wees genadig, spaar ons, Jesus.

Wees genadig, verhoor ons, Jesus. Van alle kwaad, verlos ons, Jesus. Van alle zonde,

Van eenen haastigen en on voorzien en dood.

Van de listen des satans,

Van gramschap, haat en allen kwa-

den wil, iL

Van pest, hongersnood en oorlog, «gt; Van den eeuwigen dood, 2

Door uwen doodstrijd en uw bloedig jquot; zweet,

Door uwe geledene kaakslagen on gee- 2 soling, /

Door uwe doornen kroon,

Door uw kruis en lijden.

Door uwen dorst, uwe tranen en uwe

naaktheid,

Door uwen dood en uwe begrafenis,

Door uwe heilige verrijzenis,

In den dag des oordeels.

Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons , Jesus.

Dat Gij ons de vruchten van uwen kruis-

-ocr page 116-

quot;HO LITANIE VAN HET

dood wilt dcelaclitig maken, wij bidden U, verhoor ons, Jesus.

Dat wij dc genegenheid bezitten, uw lijden en uwen dood dikwijls met dankbaarheid te overdenken,

Dat wij de dwaasheid van het kruis hooger achten, dan alle wijsheid dei-wereld ,

Dat wij, eens van de zonde gezuiverd ^ zijnde, U, o Jesus! niet weder krui- «S: sigen, en ten spot en schande maken, ^ Dat wij door uw kruis dc wederwaardig- ^ heden des levens leeren verdragen, S Dat wij ons vertrouwen altijd op de ^ verdiensten van uw lijden en uwen kruisdood stellen, waardoor wij de g verlossing, het leven en de zalig- S-beid bekomen, g

Dat wij, het voorbeeld van uw lijden quot; steeds voor oogen stellende, uwe § voetstappen navolgen,

Dat wij ons vleesch kruisigen met ^ zijne driften en begeerlijkheden, ^ Dat wij uit uw lijden leeren kennen

hoe afgrijssclijk de zonde is.

Dat Gij door u« en kruisdood ons wilt troosten en versterken in het uur van onzen dood.

Dat Gij ons door uwe verdiensten de eeuwige zaligheid wilt doen verwerven.

-ocr page 117-

LIJDEN ONZES IIEEKEN. 111

Lam Gods, dat wegneemt do zouden der

wereld, spaar ons, Jesus.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, verboor ons, Jesus.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, ontferm U onzer, Jesus.

Hoer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

Heer! verhoor mijn geled.

En mijn roepen koine tot U.

G E B E Jj.

Almagtige , eeuwige God ! die onzen ZaligmaKer het vleeseh hebt doen aannemen en den dood des kruises ondergaan, opdat de menseh het voorbeeld van zijne ootmoedigheid volge: geef genadiglijk, dat wij naar de lessen zijner lijdzaamheid leven, en dool in zijne verrijzenis verkrijgen : door denzelfden Jesus Christus , onzen Heer. Amen.

-ocr page 118-

OEPEBTING VOOB DEN ZATUEDAGr.

GEBED VAN DEN H. BERNABDUS , TOT DE ALI.EK-HETIiIGSTE MAAGD MAttlA.

6 Liefderijke Maagd Maria ! open ons den toegang tot uwen Zoon, gij, die gebenedijd zijt onder de vrouwen, die genade gevonden hebt bij den Heer; die het leven ter wereld gebragt hebt, en do moeder der zaligheid zijt, ojidat Hij , die ons door ii gegeven is, ons door u ontvange. Uwe nitmnntende zuiverheid wissche bij Hem de selntld onzer bedorvenheid uit, en mve ootmoedigheid, die aan God zoo aangenaam geweest is, verwerve ons de vergiffenis onzer ijdolhcid cn hoovaardig-heid. Uwe overvloedige liefde bedekke do menigvuldigheid onzer zonden, en uwe wonderbare vruchtbaarheid brenge ons eene vruchtbaarheid van verdiensten toe. Gij zijt onze meesteres, onze middelares en onze voorspreekster. Beveel ons aan uwen Zoon, verzoen ons met uwen Zoon , vertoon ons aan uwen Zoon. Maak, o gebenedijde Maagd, door de genade die gij bij fiod gevonden hebt, door de barmhartigheid die gij gebaard hebi, dat Jesus Christus, uw Zoon, onze Heer , onze

-ocr page 119-

LITANIE TOT DE U. MAAGD MARIA. 113 God, bovca alles in eeuwigheid gezegend, dio de menschelijke natuur uit n aannemende, zich gewaardigd heeft aan onze zwakheid en ellende deelachtig te worden, door uwe voorbidding ons ook aan zijne gelukzaligheid en eeuwige heerlijkheid

deelachtig make. Amen.

LITANIE

TER EEKE VAN DE HEILIGE MARIA.

Heer. ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, Vader in don hemel, ontferm U onzer.

God Zoon, Verlosser der wereld , ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Maria, zonder zonde ontvangen,

bid voor ons.

Heilige Maagd der maagden, -s

Moeder van Christus, —

Moeder der goddelijke genade, g

Allerreinste Moeder, 2

Allcrkuischtc Moeder, o

Ongeschondene Moeder, »

b

-ocr page 120-

114 LITANIE TER EEKE VAN Onbevlekte Moeder, bid voor ons. Liefelijke Moeder,

Verwonderlijke Moedor,

Moeder des Scheppers,

Moeder des Zaligmakers,

Allerwijsste Maagd, Vereerenswaardigste Maagd, Lofwaardige Maagd,

Magtige Maagd,

Goedertierene Maagd,

Getrouwe Maagd,

Spiegel der regtvaardigheid.

Zetel der wijsheid,

Oorzaak onzer blijdschap.

Geestelijk vat.

Eerwaardig vat.

Voortreffelijk vat van godvruchtigheid,

Geheimzinnige roos.

Toren van David,

Toren van elpenbeen.

Gulden huis,

Ark des verbonds.

Deur dos hemels.

Morgenster,

Behoudenis der kranken,

Toevlugt der zondaren.

Troosteres der bedrukten,

Hulp der Christenen,

Koningin der Engelen,

Koningin der Aartsvaders,

Koningin der Profeten,

-ocr page 121-

DE HEILIGE MARIA. 115

Koniugiu der Apostelen, bid voor ous. Koningin der Martelaren, Bid voor ons. Koningin der Belijders, bid voor ons. Koningin der Maagden, bid voor ons. Koningin van alle Heiligen, bid voor ons. Lam Gods, dat ivegneemt de zonden dei-

wereld , spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-

wereld, verhoor ons. Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-

wereld, ontferm U onzer.

Heer, ontferm (J onzer,

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Jesus Christus, hoor ons.

Jesus Christus, verhoor ons.

OnzeVader, enz. Wees gegroet, Maria. enz.

G E B E D.

Heer, Jesus Christus! die ü hebt verwaardigd menseh en Zoon des mensehen te worden, die eene vrouw tot uwe moeder op aarde hebt verkoren, Gij die God tot Vader in den hemel hadt : wij bidden U, geef dat wij uwe heilige maagdelijke Moeder zoo vereeren, dat wij hierdoor ook aan U behagen, die met den Vader en heiligen Geest leeft en heerseht, ia alle eeuwigheid. Amen.

-ocr page 122-

114 LITANIE TER EEKE VAN Onbevlekte Moeder, bid voor ons. Liefelijke Moeder,

Verwonderlijke Moeder,

Moeder des Scheppers,

Moeder des Zaligmakers,

Allerwijsste Maagd, Vereerenswaardigste Maagd, Lofwaardige Maagd,

Magtige Maagd,

Goedertierene Maagd,

Getrouwe Maagd,

Spiegel der regtvaardigheid,

Zetel der wijsheid,

Oorzaak onzer blijdschap.

Geestelijk vat.

Eerwaardig vat,

Voortreffelijk vat van godvruchtigheid,

Geheimzinnige roos.

Toren van David,

Toren van elpenbeen,

Gulden huis,

Ark des verbon ds.

Deur des hemels.

Morgenster,

Behoudenis der kranken,

Toevlngt der zondaren.

Troosteres der bedrukten,

Hulp der Christenen,

Koningin der Engelen,

Koningin der Aartsvaders,

Koningin der Profeten,

-ocr page 123-

DE HEILIGE MARIA. 115

Koningin der Apostelen, bid voor ons. Koningin der Martelaren, bid voor ons. Koningin der Belijders, bid voor ons. Koningin der Maagden, bid voor ons. Koningin van alle Heiligen, bid voor ons. Lam Gods, dat ivegneemt de zonden der

wereld, spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, verhoor ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-

wereld, ontferm U onzer.

Heer, ontferm [J onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer,

Jesus Christus, hoor ons.

Jesus Christus, verhoor ons.

OnzeVader, enz. Wees gegroet, Maria. enz.

GEBED.

Heer, Jesus Christus! die b hebt verwaardigd mensch en Zoon des menschen te worden, die eene vrouw tot uwe moeder op aarde hebt verkoren, Gij die God tot Vader in den hemel hadt : wij bidden U, geef dat wij uwe heilige maagdelijke Moeder zoo vereeren, dat wij hierdoor ook aan U behagen, die met den Vader en heiligen Geest leeft en heerseht, iu alle eeuwigheid. Amen.

-ocr page 124-

LITANIE

VAN ALLE HEILIGEN.

Heer, ontferm U ouzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ous.

Christus, verhoor ons.

God , hemelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm (J ouzer. Heilige Drievuldigheid, ééu God, ontferm

ü onzer.

Heilige Maria, bid voor ons.

Heilige Moeder Gods,

Heilige Maagd der maagden, H. Michaël,

H. Gabriël,

H. Eaphaël,

Alle heilige Engelen en Aartsengelen, ^ Alle heilige kooren der zalige Geesten, 3 H. Joannes de Dooper, °

H. Josef, o

Alle heilige Aartsvaders en Profeten, ï H. Petrus,

H. Paulus,

H. Andreas,

H. Jacobus,

-ocr page 125-

LITANIE VAN AIXE HEILIGEN

H. Joannes, bid voor ons, H. Thomas,

H. Jacobus,

H. Philippus,

11. Bartholomeus,

H. Mattheus,

H. Simon,

H. Thadeus,

H, Matthias,

li. Barnabas,

H. Lucas,

H. Marcus,

Alle heilige Apostelen en Evangelisten,

Alle heilige Leerlingen des Heeren,

Alle heilige Onnoozcle kinderen,

H. Stephanus,

H. Lanrentius,

H. Vincentius,

H. Labianns en Sebastianus,

1L Joannes en Paulus,

Tl. Cosmas en Damianus.

H. Gcrvatius en Protasius,

Alle heilige Martelaars,

H. Sylvester,

H. Gregorins,

H. Ambrosius,

H. Augustimis,

H. liierouymus,

H. Martinus,

H. Ivieolaas,

-ocr page 126-

118 LITANIE VAK

Alle heilige Bisschoppen eu Belijder

bidt voor ons.

Alle heilige Leeraren der Kerk, H. Antonius,

H. Benedictus,

H. Bernardus,

H. Doniiuicus,

H. Fraueiseus,

Alle heilige Priesters en Levieten,

Alle heilige Moniken en Kluizenaars, Heilige Maria Magdalona,

H. Agatha,

H. Lucia,

H. Agues,

H. Cecilia,

H. Gatharina,

H. Anastasia,

Alle heilige Maagden en Weduwen, Alle lieve Heiligen Hods,

Wees genadig, spaar ons. Hoer.

Wees genadig, verhoor ons. Heer. Van alle zouden, verlos ons. Heer. Van uwe gramschap,

Van eeneu haastigen eu onvoorzicnen dood,

Van de listen des duivels. Van gramschap, haat eu allen kwaden wil.

Van den geest der oukuischheid. Van bliksem en ouweder,

Van den eeuwigen dood,

-ocr page 127-

ALLE HEïLIGEK. 119

Door liet geheim uwer menschwording,

verlos ons, Heer.

l)oor uwe komst,

Door uwe geboorte, ^

Door uw doopsel en heilig vasten , 2-Door uw kruis en lijden, °

Door uwen dood en uwe begrafenis, 2 Door uwe heilige verrijzenis, jquot;

Door uwe wondervolle hemelvaart, ^ Dooi- de komst van den heiligen g Geest, den yertrooster, .H

In den dag des oordeels,

AVij zondaars, wij bidden U, verhoor ons. Dat Gij ons wilt sparen ,

Dat Gij onze zonden kwijtscheldt. Dat Gij ons tot eene ware boetvaardigheid wilt geleiden,

Dat Gij uwe heilige Kerk wilt bestu-

ren en beschermen, St

Dat Gij den Paus en alle kerkelijke g-overlieden in de heilige godsdienst ^ wilt bewaren, d

Dat Gij de vijanden der iieilige Kerk wilt vernederen.

Dat Gij den christel ij ken koningen en

vorsten vrede en eendragt wilt geven, § Dat Gij aan de geheele christenheid o vrede en ware eenigheid wil ver- S leenen,

Dat Gij ons in uwe heilige dienst wilt versterken en bewaren,

o

-ocr page 128-

120 LITANIE VAN

Gij onze gemoederen tot hemelsche l)egeerteii wilt opwekken, wij bidden U, verhoor ons.

Dat Gij al onze weldoeners met de

eeuwige goederen wilt vergelden, ^ Dat Gij onze zielen, en de zielen 5: onzer broeders, vrienden en wel- §quot; doeners voor de eeuwige verdoe- p ming wilt behoeden,

Dat Gij ons de vruchten der aarde lt; wilt geven en bewaren, d.

Dat Gij alle overledene geloovigen g de eeuwige rust wilt geven, quot;•

Dat Gij ons gebed wilt verhooren, s Zoon Gods,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, spaar ons. Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden dor

wereld, verhoor ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-

wereld, ontferm U onzer. Heer. Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, ontferm Ü onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

En leid ons niet iu bekoringen.

Maar verlos ons van den kwade. Amen.

-ocr page 129-

ALLE HEILIGEN.

PSALM LX1X.

u God! let op mijne hulp.

Heer! haast U om mij te helpen. Dat zij besehaauid en bevreesd worden,

die mijne ziel zoeken.

Dat zij terugwijken en zich schamen,

die mij kwaad willen.

Dat zij schielijk met schaamte terugkee-ren, die met mijne verdrukking den spot drijven.

Dat zij zich in U verheugen en verblijden, die U zoeken; en dat zij, die uw heil beminnen, altijd zeggen : de Heer zij grootelijks geprezen.

Doch ik ben behoeftig en arm,

o God! help mij.

AVant Gij zijt mijn Helper en Verlosser.

6 Heer! vertoef niet.

Eer zij den Vader, en den Zoon, en den

heiligen Geest.

Gelijk in het begin, en nu, en altijd,

en in eeuwigheid. Amen.

v. Maak uwe dienaars zalig,

li. Mijn God, die in ü hopen.

v. Heer! wees ons een sterke toren, k. Tegen onze vijanden.

v. Dat de vijand niets tegen ons vermoge, K. En dat de zoon der boosheid ons

geen nadeel aanbrenge.

v. Heer! doe ons niet naar onze zouden,

121

-ocr page 130-

133 LITANIE VAX

b. En vergeld onsniet naar onze boosheden, v. Laat ons bidden voor onzen Paus IS7, li. De Heer behoude hem, spare hem in liet leven, make hem zalis: op aarde, en levere hem niet over aan den wil zijner vijanden.

v. Laat ons bidden voor onze weldoeners. R. Heer! géwaardig U, allen die ons goed doen, om uws naams wil, met het eeuwige leven te vergelden. Amen. v. Laat ons bidden voor de geloovigen ,

die overleden zijn.

k. Heer! geef hnn de eeuwige rust, en

het eeuwige licht verlichte hen. v. Laat hen in vrede rusten. 11. Amen. v. Voor onze broeders die afwezig zijn. li. Mijn God! maak uwe dienaars zalig,

die in U hopen.

v. Zend hun hulp uit uw heiligdom, it. En uit Siou, bescherm hen.

v. Heer! verhoor mijn gebed.

i{. En mijn geroep kome tot U.

ö God, wien het eigen is altijd barmhartig te zijn en te sparen : ontvang ons ootmoedig gebed, dat wij, cn al uwe dienaars, die met de ketenen der zonden gebonden zijn, door de ontferming uwer goedheid genadig ontbonden worden.

Wij bidden ü, lieer! verhoor de gebeden der ootmoedigen, en spaar degenen, die hunne zonden belijden, opdat wij

-ocr page 131-

ALLE HEILIGENquot;. 103

tevens vergeving en vrede van uwe goed-lieid verkrijgen mogen.

Heer! bewijs ons genadig uwe onuitsprekelijke barmhartigheid : dat Gij ons van alle zonden vrijmaakt, en daarbij de straffen kwijtseheldt, die wij voor dezelven verdiend hebben.

6 God , die door de zoude beleedigd, en door de boetvaardigheid verzoend wordt ; sla een genadig oog op de gebeden van uw volk, dat zich voor ü neder werpt, en wend de geesels uwer gramschap van ons af, die wij voor onze zonden verdienen.

Almagtige, eeuwige God! ontferm U over uwen dienaar, onzen Paus N., cn geleid hem volgens uwe goedertierenheid op den weg des eeuwigen levens; opdat hij, door uwe hulp, begeere wat U behaagt, en het ook met alle kracht volbrenge.

6 God, van wien de heilige begeerten, goede voornemens en alle regtvaardige werken voortkomen : geef uwen dienaren den vrede, dien de wereld niet geven kan ; ten einde onze harten uwe geboden toe -gedaan, en wij geenen vijand meer vree-zende, de tijden door uwe bescherming vreedzaam zijn mogen.

ó Heer! ontvonk onze nieren en harten door het vuur des heiligen Geestes, opdat wij U met een zuiver ligehaam dienen, en. met een rein hart behagen.

-ocr page 132-

134 LITANIE VAN ALLE HEILIGEN.

6 God, Sclicpper en Verlosser van alle geloovigeu! verleen aan de zielen uwer dienaren en dienaressen vergeving van alle zonden, teneinde zij de kwijtschelding, naar welke zij altoos verlangd hebben, door godvruchtige smeekingen mogen verwerven.

Wij bidden U, o Heer! voorkom onze werken door den invloed uwer genade, en voltrek ze door uwe medewerking, zoodat al ons bidden en werken altijd van CJ beginne, en alzoo begonnen, door U voltrokken worde.

Almagtige, eeuwige God! die overlevenden en doodon heerscht, en U ontfermt over allen, die Gij te voren weet, dat door het geloof en de werken de uwen zullen wezen: wij bidden U ootmoedig, dat zij, voor welke wij onze gebeden storten, hetzij dat zij nog in het leven of reeds overleden zijn, door de voorspraak van al uwe Heiligen, en door uwe genade, vergiffenis van al hunne zonden verwerven. Door Jesus Christus uwen Zoon, onzen Heer, die met U leeft en heerscht, in de eenheid des heiligen Geestes, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

v. De almagtige en barmhartige Heer verhoore ous! li. Amen.

v. Dat de geloovige zielen, door Gods barmhartigheid, in vrede rusten! K. Amen.

-ocr page 133-

7 lt;

'JD

SMARTELIJKE EOZENKRAKTS.

In den naam Gods, des Vaders, des Zoons, en des heiligen Geestes! Amen.

Ik geloof, enz.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

üie voor ons in den hol' bloed gezweet heeft.

G E B E D.

Zoo lief heeft God de wereld geluid, dat Hij zijnen Eengeboren niet gespaard heeft, maar Hem overgaf aan kwaal en lijden; en Gij, o liefdevolle Jesus, waart gehoorzaam en ontfermdet U over het gevallen mensehelijk geslacht! Wie beseft de grootheid uwer liefde, barmhartige Heiland ! want grootere liefde heeft toch niemand, dan degene, die zijn leven geeft voor zijne vrienden. Ach! en wij waren niet eens uwe vrienden; de zonde had ons tot uwe vijanden gemaakt. Gij leedt en stierft voor uwe vijanden! Om ons met

-ocr page 134-

136 DE SMARTELIJKE

God te verzoenen, naamt Gij de gestalte eens dienstknechts aan en wandeldet onder ons, ons door leer en voorbeeld den weg ten hemel wijzende; Gij droegt de moei-jelijkheden en ontberingen van dit aard-sche leven , gelijk wij allen, en steldet U vrijwillig bloot aan den hoon en de vervolgingen der boozen, en onttrokt U niet aan het lijden, dat ü waehte. Goddelijke Verlosser! ik verplaats mij in den geest bij U aan den Olijfberg, en overdenk met ü de oorzaak mvs lijdens! Wee mij ! mijne zonde is de oorzaak; mijne ongehoorzaamheid tegen Gods geboden dwong U tot gehoorzaamheid in den dood; mijne ondankbaarheid is de oorzaak van zulke grenzelooze liefde! Heiligste, onschuldigste Jesus! ik gevoel.het diep, hoe dit uw goddelijk hart beleedigen, uw liefhebbend hart bedroeven, uw barmhartig hart met het diepste wee vervullen moest. Daarom, o Heer, moot ik mij aanklagen als medeoorzaak van don doodsangst, die U over viel, toen Gij de verworpenheid c.er menschheid betrachttet! Ook ik, liefdevolle Jesus, deed U het bloedige zweet uitpersen, dat een getuige was van het bittere lijden uwer ziel, die bedroefd was tot in den dood. O, wat zoitde ik kannen lijden, dat voldoende ware 0111 zoo groote liefde to vergelden! Zend mij droefenis,

-ocr page 135-

ROZENKRANS. 137

smart en angst, om U genoeg te doen, maar laat uw doodsangst mij tot troost, uwe zwakheid mij tot sterkte, uw bloedzweet mij tot afwassching mijner zonden worden! Droefenis kome over mij als eene aardsche straf mijner vergrijpingen, opdat ik daar gelouterd versohijne; smart laat mij lijden, in bitter berouw over mijne zoudenschuld; met angst worde thans mijue ziel vervuld; opdat ik van den boozen weg temgkeere, en op het sterfbed voor den doodsangst niet bezwijke! Amen.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

Die voor ons gegeeseld is geworden.

G E IJ E D.

Wat is toch de mensch, o Heer, dat Oij zijner gedenkt? of des mensehen zoon,, dat Gij U zijner ontfermt? O schuldeloos Lam, welke kwalen leedt Gij om onze misdaden! Valschelijk aangeklaagd, ousehul-dig bevonden door uwen regter, wordt Gij uogtans aan de blinde woede uwer vijanden prijs gegeven en als den ergsten boosdoener op het gruwzaamst gegeeseld! Allievende! heb ik niet met de geeselroe-den over U gezwaaid ? Pijnigde ik U niet meer dan uwe beulen? Zij wisten niet, wat zij deden; maar ik wist het wel, door

-ocr page 136-

138 DE SMARTELIJKE

uw heilig Evangelie geleerd zijnde; ik wist reeds lang, dat de Majesteit Gods dooide zoude beleedigd wordt; dat ik uw bij de schrikkelijke geeseling vergoten bloed door de zoude misbruiken zoude, en zondigde toch! Uw heilig ligehaam was voor mij verwond, en geen gezond lid was daaraan meer, gelijk de Schrift zegt; doch in plaats van mijn ligehaam, gelijk _ Gij beveelt, tot eeneu tempel des heiligen Geestes te maken, vernederde ik het tot een werktuig van suoode lusten en tot een dienaar der wereld, die tegen U is! O, ik erken mijnen smaad en gevoel hoe ondankbaar ik jegens U handelde, onbegrensde liefde! Ik berouw mijne schuld en wil terugkoeren op het pad des heils : uw heilig bloed zal mij tot spoorslag dienen.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

Die voor ons met doornen gekroond is.

G E IS E ü.

Jesus, demoedigste Jesus! Vriend en liefhebber der ootmoedigen! met welken onverdienden smaad foltert U de woede uwer vijanden, daar zij uw hoofd met eeue smartelijke doornen kroon honend omgeven! Zoon van God! Koning der koningen! deze smaad en deze vreeselijke

-ocr page 137-

ROZENKRANS.

smart wildet Gij lijden, om onzen zondigen hoogmoed te beschamen eu uit te delgen. De zwakke mensch, deze ellendige zoon van stof, heft vol eigenwaan zijn hoofd omhoog en vermeet zich in Gods bedoelingen, die toch ondoorgrondelijk zijn, in te zien! Terwijl al het geschapene de baan gaat, welke door den Schepper voorgeschreven is, verlaat de mensch de wegen des Heeren en zijne geboden, veracht den naaste , die nogtans een evenbeeld van God is, staat op tegen de overigheid en tegen den Heer, die haar ingesteld heeft; eu waarlijk, o God ! de tijd waarin wij leven is rijk aan ergernis en onheil, welke uit hoogmoed en eigenwaan voortkomt. De volken staan op tegen hunne vorsten, de kudden tegen hunne herders, en vergeten Uwer, tot Gij du landen bezoekt en de steden verwoest.

Eeuwige! Barmhartige! houd uwen toorn in en schenk ons den vrede, dien de wereld ons niet geven kan. Toon ons weder de genade nws aangezigts en de liefelijkheid uwer voetstappen. Wilt gij ons echter hier beneden laten booten... wij buigen ons hoofd in ootmoed voor uw vonnis I Maar reik ons daar, na doorgestanen strijd, de kroon der zaligheid. Amen.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

139

9

-ocr page 138-

DE SMARTELIJKE

Die voor ons lipt krnis gedragen heeft.

(i E BUD. i

Met diepe ontroering betracht ik U, 0

o geliefde Jesus! die gelijk Isaak, het j

tot uwen offerdood bestemde hout met ^

zachtmoedigheid op uwe schouderen neemt s

en, ofschoon door geledene martelin- ]

gen geheel krachteloos geworden, het- t

zelve tot den Kalvarie-berg draagt. Daar- ^

door toondet Gij aan ons stervelingen \

den zin uwer leer, dat, wie U liet heeft, I

zijn kruis moet opnemen en U navolgen. e

Wie zoude U, den Zoon des Almagtigen j

Gods, aan wien de Vader alle magt ge- ,

geven heeft in den hemel en op aarde , u

wie zoude U hebben kunnen dwingen het „

kruis te dragen ? Vrijwillig hebt Gij het ^ op U geladen, o eeuwige zachtmoedig-

heid, om ons een voorbeeld van geduid ,

en onderwerping aan God voor oogeu te (

stellen. Heilige Kruisdrager ! hoe weinig ]

doordringen wij de hooge bedoeling, welke f

ten grondslag ligt van dit bittere bedrijf E

uws levens ! hoe gansch anders is ons ge- j drag, wanneer God ons door kruis en lijden bezoekt! In plaats van dezelve zachtmoedig op ons te nemen, om te toonui dat wij uwe navolgers zijn en U liefhebben;

in plaats van door geduld en onderwerping

130

-ocr page 139-

BOZENKEAyS. 131

aan God met daden te toonen, wat wij belijden, dat God diegenen tuchtigt welke Hij lief heeft, dewijl eer, goede vaderde roede niet spaart, klagen en morren wij over elk ongemak , en sehreijen zelfs bij de kleinste smart. Wij verwonderen ons, dat de Heer de zijnen zoo bezoekt, en sehijnen het niet te weten, dat kwaal en lijden de gevolgen der zonden zijn, maar tevens heerlijke middelen, om ons verdiensten te verzamelen voor den hemel. Want Gij zeidet : „ wie mij lief heeft, neme zijn kruis op zich en volge mij na, quot; en Gij gingt immers tot den Vader, die in den hemel is, waarin wij U moeten navolgen. Geliefde Jesus! schenk ons de genade altijd bereid te zijn, om het kruis gewillig te dragen, dat Gij ons oplegt; verleen ons den moed en de kracht, om het verheugd en met geduld, als Christenen, gelijk uwe getrouwe navolgers, te dragen. Help ons dat dragen, sterke Jesus ! En gelijk uw kruis den dood overwonnen en den vloek weggenomen heeft, zoo bren-ge ook ons kruis leven en zegen aan onze ziele. Amen.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

-ocr page 140-

DE SMARTELIJKE

Die voor ons is gekruist geworden.

GE BED.

Het is volbragt! Het Offerlam is gestorven voor de zonden der wereld ! Ook voor mijne zouden hangt Gij aan het kruis , o Gij Heiligste, eu lijdt naamlooze foltering! De voeten die met grove nagelen doorboord zijn en in woeste smart bloeden , boeten voor zoo menige misstap mijns levens, zoo menige traagheid in de dienst des hemels; uwe handen lijden voor zoo menige booze daad, die door mijne handen verrigt werd, en voor het menigvuldige booze wat ik hadde kunnen verhinderen, maar niet verhinderd heb; uw mond, die de zaligheid verkondigde en voor het mensche-lijk geslacht zegen sprak, brandt van vree-selijken dorst en lijdt de straf voor zoo menig vergeefseh en zondig woord , dat uit mijnen mond ging; ach! en uwe zijde opent zich voor de doodelijke lans , om mij de grenzelooze liefde en heiligheid van uw hart te toonen, eu mij den grooten afstand van mijn hart te doen zien. In plaats van uwe reinheid, woont in mijn hart onzuiverheid en wereldsche beeeerlijkheid ; in plaats van uwe demoedigheid, hoovaar-dij; in plaats van uwe zachtmoedigheid , boosheid en wraakzucht; in plaats van

182

-ocr page 141-

KOZENKKANS. _ 133

uwe onbegrensde liefde, eigenbaat. Waar is de naastenliefde, welke Gij mij door leer en voorbeeld en door uwen dood bevolen hebt? Gekruiste Jesus ! ik sta beschaamd en vraag mij af, of ik mij werkelijk uwen leerling noemen durf, en erken dezen naam onwaardig te zijn ! Maar ik wil denzei ven verdienen, ik wil de mij door uwe weldadige hand nog gegeven dagen niet ongebruikt voorbij laten gaan; door raad en daad wil ik den lijdenden broeder bijstaan, en mijne liefde tot God door liefde voor mijne naasten met daden betoonen. Heer! sta mij bij, om de kran-ken op te zoeken en te laven , de Ledroef-den te troosten, de armen te helpen, de dwalenden en wanhopigeu door uw kruis den regten weg te toonen. Maar wees Gij zelf de spijs der hongerigen en de verkwikking dergenen , die dorsten naar de geregtigheid 1 Verlos van de zonden de gevangenen; wees de kracht der stervenden, en voor de vreemdelingen de woning des eeuwigen vredes. Amen.

-ocr page 142-

KRUISWEG-

©^aaaasïsasïca.

VOORBEREIDING.

Jesns, mijn goddelijke Leeraar en Verlosser! Ik wil thans aandachtig overwegen, op welken smartvoilen weg ten hemel Gij mij voorgegaan zijt. Uw heilige Geest verlichte en versterke mij, opdat ik in uwe voetstappen trede, en U thans in leven en lijden getrouw navolge; opdat ik eenmaal door een zalig einde lot ü komen en mij mot U en alle uitverkoornen verblijden moge, in eeuwigheid. Amen.

I. STATIE.

Jesus wordt tot liet kruis veroordeeld.

Gij wordt valschelijk aangeklaagd en tot den smadelijken kruisdood verwezen, onschuldigste Jesus! Gij hadt enkel goed gedaan , en alleen den menschen willen lee-ren, hoe zij aan God welbehagelijk moesten worden, zich verbeteren en eeuwig

-ocr page 143-

DE. H. KRUISWEG. 135

gelukzalig zijn. Maar, juist omdat Gij het zoo wel gemeend, en uwe goddelijke leer zoo standvastig voorgedragen hebt, moest Gij sterven.

Ik wil aan ü gedenken, goddelijke Heiland! wanneer ik onschuldig en wel geheel om der deugd wille iets te lijden helx. Wereldloon ert werelddank zal nooit mijne bedoeling zijn , wanneer ik regt doe of anderen goedheid betoon. Om aan de menschen te behagen, wil ik nimmer tegen mijn geweten handelen, noch uit vrees voor hen het goede nalaten. Ik wil mij alleen, o Jesus! rigten naar uwe goddelijke leer, waarvoor Gij gestorven zijt. Gij zult eenmaal mijn Regter zijn; mogte ik voor U kunnen bestaan!

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. Gekruiste Heer Jesus Christus ! k. Ontferm U onzer.

II. STATIE.

Jesus wordt liet kruis op tie schouders gelegd.

Gewillig neemt Gij het zware kruis op uwe schouders, zachtmoedigste Jesus! en gelijk een lam, dat zijnen mond niet open doet, laat Gij II ter slagtbank leiden. Gij roept ons allen toe ; wie mij wil navolgen, die neme zijn kruis op zich.

Ik neem het op mij ! God legt mij

-ocr page 144-

136 DE H. KRUISWEG.

gewis niet meer op dan ik dragen kan. O, het is goed voor mij dat Ik somwijlen wat lijden en verdragen moet; zoo wil mij God met geweld tot zich trekken : dit is de weg ten hemel. Jesus! Gij gaat met het kruis vooraan; ik volg U ; versterk mij!

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. Gekruiste Heer Jesus Christus! k. Ontferm U onzer.

III. STATIE.

Jesus valt de eerste maal ter aarde.

Hoe veel hebt Gij ook mijnentwege op U genomen, o liefste Jesus! het zware kruis, de zonden der wereld, ook mijne zonden! Hoe groot was uwe last! Maar nog grooter was uwe liefde tot ons! Gij hebt alle lijden standvastig verdragen, om ons vergeving van zonden, de genade Gods en het eeuwige leven te bezorgen.

Wat is mijn lijden in vergelijking van uw lijden, onschuldigste Jesus! Mag ik wel over datgene klagen, wut ik mij zelveu door ligtzinnigheid op den hals gehaald en door mijne zonden verdiend heb? O, ik wil het dragen tot mijne waarschuwing en verbetering; ik wil als een Chrtsten alles, wat mij zwaar valt, geduldig en standvastig lijden !

-ocr page 145-

DE H. KRUISWEG. 1S7

Onze Vader, enz. Wees ^e^roet, enz. v. Gekruiste Heer Jesns Christus! k. Ontferm U onzer.

IV. STATIE.

Jesus ontmoet zijne troostelooze Moeder.

Maria! wat heeft uw moederlijk hart geledeu, toen gij uwen Zoon onder de beulsknechten, tussehen twee moordenaren, met het zware kruis zaagt voorbij gaan! Hoe moest toen de smart, gelijk een zwaard, door uwe ziel gaan! Maar gij bleeft steeds de ouderworpen maagd des Heeron, die niets anders wilde, als : mij geschiede naar zijnen wil.

Dit zal ook mijn troost zijn, wanneer ik lijden moet, ot anderen zie lijden en helpen kan! De wil des Heereu geschiede! Zonder zijnen wil valt geen haar van ons hoofd. Degenen, die God liefhebben, moeten alle dingen medewerken ten goede. En eindelijk is er toch nog een ander leven. Jesus! Gij zijt zelf door lijden in uwe heerlijkheid ingegaan. Op dezen weg voert Gij ons ook tot (J!

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. Gekruiste Heer Jesus Christus! k. Ontferm U onzer.

-ocr page 146-

136 DE H. KRUISWEG.

gewis niet meer op dan ik dragen kan. O, liet is goed voor mij dat Ik somwijlen wat lijden en verdragen moet; zoo wil mij God met geweld tot zich trekken : dit is de weg ten. hemel. Jesus! Gij gaat met het kruis vooraan; ik volg ü : versterk mij!

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. Gekruiste Heer Jesus Christus! R. Ontferm U onzer.

III. STATIE.

Jesus valt de eerste maal ter aarde.

Hoe veel hebt Gij ook mijnentwege op U genomen, o liefste Jesus! het zware kruis, de zonden der wereld, ook mijne zonden! Hoe groot was uwe last! Maar nog grooter was uwe liefde tot ons! Gij hebt alle lijden standvastig verdragen, om ons vergeving van zonden, de genade Gods en het eeuwige leven te bezorgen.

Wat is mijn lijden in vergelijking van uw lijden, onschuldigste Jesus! Mag ik wel over datgene klagen, wat ik mij zeiven door ligtzinnigheid op den hals gehaald en door mijne zonden verdiend heb ? O, ik wil het dragen tot mijne waarschuwing en verbetering; ik wil als een Chrtstea alles, wat mij zwaar valt, geduldig ea standvastig lijden !

-ocr page 147-

de h. kruisweg. 137

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. Gekruiste Heer Jesus Christus! k. Ontferm U onzer.

IV. STATIE.

Jesus ontmoet zijne troostelooze Moeder.

Maria! wat heeft uw moederlijk hart geleden, toen gij uwen Zoon onder de beulsknechten, tusschen twee moordenaren, met het zware kruis zaagt voorbij gaan! Hoe moest toen de smart, gelijk een zwaard, door uwe ziel gaan! Maar gij bleeft steeds do onderworpen maagd des Heeren, die niets anders wilde, als : mij geschiede naar zijnen wil.

Dit zal ook mijn troost zijn, wanneer ik lijden moet, ol anderen zie lijden en helpen kan! i)c wil des Heeren geschiede! Zonder zijnen wil valt geen haar van ons hoofd. Degenen, die God liefhebben, moeten alle dingen medewerken ten goede. En eindelijk is er toch nog een ander leven. Jesus! Gij zijt zelf door lijden in uwe heerlijkheid ingegaan. Op dezen weg voert Gij ons ook tot U!

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. Gekruiste Heer Jesus Christus! r. Ontferm U onzer.

-ocr page 148-

de h. kruisweg.

V. STATIE.

Simon van Cyrene helpt Jesus het kruis dragen.

Simon helpt ü liet kruis dragen, ten dood zwakke Jesus! Hoe gaarne hadde ik U ook eene dienst bewezen, daar Gij voor mij zoo veel gedaan en geleden hebt! Maar Gij zeidet eens : wat Gij den ge-ringsten mijner broederen, uwe medemen-sehen doet, dut hebt gij mij gedaan.

Nu dan, waar ik eenen menseh zijne moeite en last verligten, eene liefdedienst bewijzen, met raad of troost helpen kan, wil ik het zoo gaarne en bereidwillig doen, als of ik U zelven, o Jesus, konde dienen. Anders kan ik U uwe liefdeniet vergelden, dan dat ik uit liefde tot U alle mensehen liefhebbe, en waar ik kan, deze liefde met de daad betoone.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. Gekruiste Heer Jesus Christus! k. Ontferm U onzer.

VI. STATIE.

Veronica reikt Jesus eenen zweetdoek.

Het gezigt van uw beeld herinnert m'j, wat Gij voor mij geleden hebt, smartvolle Jesus! Het stelt mij uw geduld eu standvastigheid, uwe zachtmoedigheid en liefde

138

-ocr page 149-

DE H. KRUISWEG.

voor. Ik moest in uwe voetstappen treden , wijl Gij mijn goddelijk voorbeeld en het volkomen toonbeeld aller deugden zijt; slechts dan kan ik aan God welbevallig; zijn, wanneer ik aan U gelijk worde.

Ja, ik wil alles, wat en hoe Gij geleden hebt, diep in het hart prenten, en mij vooral ten dage der bekoring en van droefenis daaraan herinneren; en eenmaal, wanneer alles voor mijne oogen verdwijnen zal, dan zal mijn laatste blik naar ü ge-rigt zijn, mijn goddelijke Verlosser! Zie mij ook dan genadig aan, en toon mij uw liefderijk aangezigt, hetwelk de vreugd des hemels is.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. Gekruiste Heer Jesus Christus! k. Ontferm U onzer.

VII. STATIE.

Jesus valt ten tweeden maal ter aarde.

Gij weet uit ondervinding, wat lijden is , o Gij onder het kruis afgematte Jesus ! Gij weet, hoe veel de mensch dragen kan ! Gij zult alzoo ook met onze zwakheid medelijden hebben, en ons met uwe goddelijke kracht ondersteunen.

Wanneer mij de last der zorgen ueder-drnkt; wanneer mijn moed wil zinken en mijne kracht mij wil,begeven; wanneer

139

-ocr page 150-

DE H. KRUISWEG.

ik hij den mocijelijkcn arbeid of bij eene hevige bekoring bijna bezwijke , versterk itfij dan, o Jesus ! dat ik niet wanhope of kleinmoedig worde, maar op God ver-trouwe; God verlaat de zijnen niet, eu waar alle hulp onmogelijk schijnt, is zijne hulp het naaste bij.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. Gekruiste Heer Jesus Christus, ü. Ontferm U onzer.

VUT. STATIE.

Jesus spreekt tot de weenende vrouwen.

„ Ween niet over mij, maar over u zeiven en over uwe kinderen; quot; zoo spraakt Gij,liefderijkste Jesus! tot degoede zielen, die U o]) uwen smartvol len kruisweg beweenden. Gij zijt meer voor hen bezorgd dan voor U; het ongeluk uws volks gaat U meer ter harte dan uw eigen lijden !

Ik moet alzoo meer weenen over mijne zonden dan over uw hard lijden, o Jesus ! Ik moet er nog meer over nadenken hoe ik mij uw lijden ten nutte zal maken , dan over hetgeen Gij voor mij geleden hebt! Jesus! wees mij genadig en barmhartig; ik berouw mijne zonden. God ve:'.--geve mij, om Jesus wil; ik wil niet meer zondigen !

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

140

-ocr page 151-

de h. krutstveg. 141

v. Gekruiste Hecv Jcsus Christus! r. Ontferm ü onzer.

IX. STATIE.

Jesus valt ten derden male ter aarde.

Hoe zwaar, o Jesus! hoe zwaar viel U het kruis! Maar uw geduld wordt niet uitgeput. Onder het grootste lijden voleindt Gij standvastig ouzo verlossing; Gij zijt uwen hemelscheu quot;Vader gehoorzaam tot den dood , ja tot den üood des kruises.

Zoude ik dan alleen doen, wat ligt en aangenaam is? Zoude ik het goede, wanneer het moeite kost, nalaten, of terstond vermoeid worden en wanhopen, wanneer liet mij zwaar valt, om mijnen pligt te doen? Hoe konde ik IJ, o goddelijke Heiland! zoodoende navolgen, wanneer ik uit liefde tot God en de deugd niets wilde lijden, daar Gij zoo veel en zoo standvastig geleden hebt?

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. Gekruiste Heer Jesus Christus! u. Ontferm U onzer.

X. STATIE.

Aan Jesus worden do kleedereu uitgetrokken.

Gruwzaam worden U de kleederen van het ligehaam getrokken, zachtmoedigste

!

-ocr page 152-

143 TIE H. KRUISWEG

Jesus! üij uwe afgematheid wordt U in plaats vau lafenis euuen bitteren wijn met mirre gegeven; maar ook deze lafenis neemt Gij niet aan ; Gij wilt voor uwe smarten geene verzachting gebruiken.

Wanneer ik uw ontzenuwd ligchaam, uw met doornen gekroond hoofd, uwe grootste uitgeputheid en uiterste verlatenheid beschouw ; hoe kan ik dan nog verboden vreugd zoeken, en de hoovaardij, wellust en dartelheid liefhebben? Neen, mijn Heer en Heiland! ik wil mij van de zonde, van alles wat mij tot zonde aanlokt, losrukken; ik moet, hoe hard het mij ook valle, alle booze gewoonten en neigingen afleggen. Jesus! met uwen bijstand is mij alles mogelijk.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. Gekruiste Heer Jesus Christus. k. Ontferm ü onzer.

XI. STATIE.

Jesus wordt aau het kruis genageld.

In naamlooze pijnen hangt Gij, o Jesus! aan het kruis. Uwe wonden zijn open gereten, uwe handen en voeten met nagelen doorboord , al uwe leden gruwzaam uitgerekt! (jij duldt alles. Gij bidt nog voor uwe vijanden, en verontschuldigt hen daarmede, dat zij niet weten wat zij doen.

-ocr page 153-

T)E TT. KTiUTSIVEG. 143

Jloc ligt word ik toornig en ongewillig, wanneer mij slechts het geringste leed geschiedt. Zonde ik dan niets lijden, daar Gij, goddelijke Heiland, voor ons zoo veel g'cleden hebt? Zonde ik van anderen niets verdragen, daar zij van mij zoo veel verdragen moeten? Konde ik hen niet ook dikwijls verontschuldigen, dat zij het uit onwetendheid of overijling, niet uit boos opzet gedaan hebben? En wanneer ook dit niet is, zoo moet ik hen immers veelmeer betreuren, dan mij over hen vertoornen.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. Gekruiste Heer Jesns Christus! k. Ontferm U onzer.

XII. STATIE.

Jesus sterft aan het kruis.

Zoo hebt Gij, o Jesus! uw leven aan het kruis opgeofferd, cn uwen geest onder de grootste smarten in de handen uws Vaders gegeven! Zoo veel heeft het U gekost, om ons van de zonde te verlossen! Zoo lief en dierbaar was U do ziel des menschen!

Het beschouwen van uw kruis zal in mij een' inwendigen afkeer van de zonde verwekken, waarvoor (Jij gestorven zijt. Help mij, dat ik der zoude geheel afsterve,

-ocr page 154-

BE TT. TCTUITSWEG.

en mij door een vroom leven tot cenen zaligen dood voorbereide. Laat mij in mijnen laatsten angst uit uwe wonden troost en verkwikking seheppen! Op U vertrouw ik, wanneer mij alles verlaten zal. Neem mij dan genadig tot ü; opdat ik eeuwig zij, waar Gij zijt.

Onze Vader, euz. Wees gegroet, enz. v. Gekruiste Heer Jesus Christus! e. Ontferm U onzer.

XIII. STATIE.

Het ligchaam van Jesus wordt gelegd in den schoot van Maria.

Aeh! wat hebt Gij geleden, smartvolle Moeder, daar Gij uwen Zoon, dien gij tot heil der wereld baardet, op uwen schoot dood zaagt liggen 1 Maar hoe spoedig heeft zieh alles veranderd! Thans zijt gij bij Hem in den hemel en verheugt u over al het doorgestane lijden , daar gij u zoo hoog daarvoor beloond vindt.

Zoo durf ik dan het lijden niet als een bewijs der goddelijke ongenade aanzien, dewijl ook Gij, o genadevolle! zoo zwaar daardoor getroffen werd. Wanneer ik onschuldig en geduldig lijd, zoo zal mij God eens daarvoor beloonen ; eene korte droefheid voert tot eeuwige vreugde-

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

144

-ocr page 155-

de h. kruisweg. 145

v. Gekruiste Heer Jems Christus! E. Ontferm U onzer.

XIV. STATIE.

Het ligchaam van Jesus wordt in het graf gelegd.

Eindelijk hebt Gij, o Jesus, ua een moeitevol leven en eenen smartelijken dood , rust in het graf gevonden. Het graf is het einde aller plagen dezes levens; het is voor den Cliristen een ware godsakker, waar zijn ligchaam, gelijk het zaad in de aarde, verborgen ligt en vergaat, maar eens weder opstaat ten eeuwigen leven.

Zoo zal ik dan do beschouwing des grafs niet schuwen; ik wil daarbij niet alleen denken aan het sterven, maar ook aan de opstanding en aan hot eeuwige leven. Zoo zeker als Gij, mijn Verlosser, uit het graf zijt opgestaan en thans eeuwig leeft en regeert, zoo zeker zal ik ook opstaan ten eeuwigen leven, wanneer ik thans zoo leef, dat ik op eenen goeden dood hopen kan.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. Gekruiste Heer Jesus Christus! r. Ontferm U onzer.

sluitgebed.

Hoe glorierijk en vereerenswaardig is nu uw vroeger zoo smadelijk kruis, o Gij eens

10

-ocr page 156-

146 OVERDENKINGEN

zelf zoo diep vernederde en thans boven alles verhoogde Jesns! Uw kruis zal mij aan nwe liefde herinneren en tot dankbaarheid en getrouwe navolging opwekken. Gij moest op uwen kruisweg tot de heerlijkheid ingaan! Zoo zal mij dan geen bezwaar terughouden, om U op den weg te volgen, dien Gij mij aangewezen hebt. Tot U wil ik opzien in leven, in lijden eu sterven; opdat ik ook eenmaal tot U kome in uw hemelrijk, waar Gij met God den Vader, en den heiligen Geest, leeft en regeert, in eeuwigheid. Amen.

GEBEDEN EN OVERDENKINGEN IN LIJDEN.

God, almagtige Vader! U was het eene kleinigheid geweest, alle gevaren en droefheden van ons aftekeeren; werkelijk verwijdert Gij van ons vele rampen, die ons hadden kunnen treft'en. Maar uwe oneindige wijsheid en goedheid laten niet toe, dat Gij alle onaangenaamheden van ons afwendt; zelfs vorderen zij dikwijls, dat menigeen door vele en verschrikkelijke droefheden overstelpt wordt. Ach God! God! hoe zwaar zal het dan den zwakken menseh niet vallen, zich aan uwen wil

-ocr page 157-

IN LIJDEN. 147

gelaten te onderwerpen, en zich in uwe beschikkingen te verheugen! God! ik heb dikwijls gevoeld, hoe zeer in lijden de gedachte verlevendigd wordt : „ degene, die God beminnen, dient alles ten beste. quot; Ach, duizend zwarigheden overmeesteren mij dan en omringen mijnen geest met duisternis.

Zoo laat mij dan reeds vroeg, mij met goede voornemens wapenen; laat mij het uitgebreide doel, waarom Gij ons met lijden bezoekt, diep ter harte nemen, en vele en krachtige middelen tot geruststelling, en tot moed en tot vertouwen op U verzamelen!

I. INVLOED VAN HET LIJDEN OP ONZE KENNIS EN LIEFDE TOT GOD.

Tot nadenken.

Zonder dikwijls aan God te denken, ontbreekt het ons on onze deugd aan het reinste genoegen, aan den zoetsten troost en sterksten steun. Maar hoe dikwijls vergeet de inensch, door de bezigheden en verstrooidheden des levens aan God te denken! Hoe langer hoe vreemder wordt hem de tegenwoordigheid van God, hoe langer hoe meer wordt hij God vergoten heid gewoon, en zoude in dezen versehrikkelijken

-ocr page 158-

OVERDENKINGEN

toustand voortleven, indien God hem niet nit dezen slaaji opwekte. God wekt hem dikwijls door ziekten. Wat is natunrlijker, als dat onze gedachten in droevige dagen deze wereld verlaten, om troost te vinden, en dat zij weder naar God vragen, die altijd, alleen en zeker helpen kan, en zoo oneindig gaarne helpt, als het ons zalig is; naar God, den Eeuwigen, die bij alle veranderingen der dingen, welke ons omringen, nog onveranderd blijft. Ja, lieer! in droefheid zoekt men U, zoo sprak David eens uit eigene ondervinding.

Ja, dan heeft zoo menige waarheid des geloofs, waarvoor wij anders verhard bleven, hare volle kracht en werking op ons hart. Als wij de nietigheid van alle goederen en genoegens van dit leven, levendig gevoelen; als wij zoo vele banden, die ons aan deze wereld boeiden, losscheuren; als de loopbaan, die vóór ons is, in nacht en duisternis uitloopt; als wij zoo menige steen des aanstoots, zoo vele hindernissen en zwarigheden op dezelve aantreffen, hoe verkwikkend moet ons dan niet het uitzigt naar een beter en verhevener leven zijn; hoe zoet moet ons dar de gedachte aan de woorden der heilige Schrift zijn : „ het lijden vim dezen lijd is ligt en hort, en eene eeuwige heerlijkheid volyt er nu. Wij hehhen hier ijeene bestendige ver-

148

-ocr page 159-

IK LIJDEN.

llijfplaals, en zoeken de ioekomstige.quot; Ja, alle geloofswaarheden verschijnen ons dan in een buitengewoon licht, en werken weldadig op ons hart.

II. mVJjOHD VAN HET LIJDEN OP ONZE ZELFKENNIS EN ElOENLIEKDE.

A. Ten opzigte der eeuwige aangelegenheden.

Als iedere dag voor den menseh zacht voorbij gaat, en geene smart zijnen geest, ontstelt, zoo valt het hem zelden in, erstig te denken wat tooh zijne ware bestemming zij; hij eet], drinkt, werkt, verheugt zich en gaat slapen, zonder de vraag te beantwoorden : waartoe beu ik hier? Maar verandert zijn wandel, worden zijne plannen verijdeld, stort het gebouw van zijn geluk in, en komen in plaats vrolijke droevige dagen ; dan begint hij zich te bezinnen, dan voelt hij het ledige van zijn hart en het bedrog van zijn verdwenen geluk; dan voelt hij zich gedrongen, zich zeiven af te vragen : „ maken deze veranderlijke dingen mijn geheel, mijn voornaamste geluk uit, en laat zich derzelver verlies niet door een beter goed herstellen? Ben ik hier om mijne zinnelijke wellusten te bevredigen, om rijk en groot te worden, en al mijne dagen heerlijk en vrolijk door te brengen? Dan vertoont zich

149

-ocr page 160-

OVERDENKINGEN

voor hem de ware bestemming van den mensch, die hem door het geloof veropenbaard is; dan vertoont zich de wijsheid eu deugd in dit, en de eeuwige zaligheid in het andere leven, als het doel, dat de Voorzienigheid den menschen voorgehouden heeft.

Maar ook het lijden herinnert ons dikwijls aan de zwakheden en hinderpalen, die de bereiking van onze bestemming bemoeijelijken.

Zij roepen ons toe : zwuk is uw verstand; daarom steunt er niet te veel op, maar bidt den Vader des lichts, dat Hij u verlichte. Zwak is mv wil; daarom bouwt niet te ijdel op eenige vrome, doch onbestendige gevoelens, op hevig in u opkomende voornemens; versterkt uwe voornemens door dezelve dikwijls te vernieuwen; vermijdt de gevaren der zonden, welke gij vermijden kunt; bidt, zijt waakzaam en zorgvuldig in het gebruik der heilige Sakramenten.

Mensch, zoo roept ons het lijden toe, gij zijt niet alleen zwak, maar ook zondig.

In lijden ontwaakt het bewustzijn vau al onze fouten; de gedachten aan onze uitstappen zweeft steeds voor onzen geest, vervult denzelven met ootmoed eu berouw, en met een ernstig voornemen ter bekeering. Want zoo roept ons het lijdon toe :

150

-ocr page 161-

IN LIJDEN.

vertoef niet uwe bestemming te bereiken ; gij zijt broos, uw ligchaam kan ieder oogenblik door deu dood overvallen worden, en dan is de nacht daar, waarin gij niet meer kunt werken, En zoo herinneren ons de bitterheden des levens, aan eene bitterheid, die men voor de grootste houdt, «an de bitterheid des doods.

Het laaste uur, dat men in vrolijke dagen altijd van zich verwijdert, treedt in droeve oogenblikken nader. Door deze menigvuldige en heilzame herinneringen is het lijden dikwijls het krachtigste middel, zelfs om groote zondaais tot boetvaardigheid te brengen, en om de regtvaardigen van kleine zonden te reinigen.

Datgene wat alle gronden van verstand en godsdienst, wat alle weldaden van God, alle voorstellingen, waarschuwingen en bidden van vrienden en betrekkingen , wat alle zwakke en sterke ver-wijtingen en hei-inneringen des gewetens bij den mensch niet kunnen uitrigten ; dat doen dikwijls lijden en droefheid. Deze verontrusten dikwijls den onbezonnSnen , die zijn verderf tegemoet loopt; zij dringen dieper in zijn binnenste, verdrijven alle schijn van geluk, die hem verleidde, en laten hem niet langer twijfelen, dat hij ongelukkig en ellendig is. Zijne verleiders verlaten hem, of spotten met hem; zijne

1S1

-ocr page 162-

OVERDENKINGEN

vleijers zwijgen ou verwijderen zich; de valstrikken die hem omringen, worden zigtbaar aan zijne oogen, de afgrond, welke hij nadert, opent zich voor hem.— Wel is waar, sommige zondaars worden door het lijden nog meer verbitterd, verhard en verkeerd. Maar hoe menigeen heeft in de school van het lijden aangevangen, zich te bezinnen en te verbeteren!

Zoo is ook het lijden ten opzigte der regtvaardigen het krachtigste middel, om hen van kleine zonden te reinigen. Het lijden is een waar reinigings middel. en als het ware, het vagevuur hier op aarde, als wij hetzelve in den geest van boetvaardigheid met onderwerping aan Gods wil verdragen.

Ja, Heer! ik dank U voor hot lijden, en aanbid uwe vaderlijke goedheid. Hoe zal ik ü eens prijzen, als ik in het andere leven], mijne tegen woordige loopbaan geheel overzie, en erkennen zal, hoe goed het was, dat Gij zoo dikwijls mijne hoop slecht deedt uitvallen, mijne gezondheid deedt verdwijnen , mij zoo menige bittere traan liet weenen en zoo menige smart gevoelen deedt! Ja, U zij lof en eer tot in eeuwigheid!

li. Ten opzit/te van het yeluk hier op aarde.

Het lijden verhardt ons tegen menige

152

-ocr page 163-

IN' LIJBEN. 153

audure kwaal, en maakt ons op deze wijze het leven verdraagzamer. Men kan uooit de moeijetijkheden en bezwaren des levens outgaan. Nu eens ia het, het onaangename weder, waaraan men is blootgesteld; dan zijn het de kwade luimen dermensehen, waarnaar men zich moet voegen; dan het gemis van zoo innig gewensehte dingen; dan honger en dorst; dan de last onzer bezigheden en van ons werk; dan ontsteltenis en ziekte des ligehaams en eeue slechte gesteltenis der ziel, — kortom, het is nu eens dit, dan dat, nu een groot, dan een klein lijden, dat wij verdragen moeten. Verdragen wij die last en droef-heden met groot geduld en gelaten gemoed, gewennen wij ons niet aan verwijfdheid, en verharden wij ons hoe langer hoe meer, dan wordt het ons allengskens gemakkelijker veel te ontberen, te lijden en te verdragen.

Onze ziel heeft altijd mindere mocije-lijkheid, gelatenheid en geduld in lijden staande te houden, en bespaart zich daardoor duizend bekoringen tot ongeduld, welke ons anders misschien overweldigen zouden.

Daarenboven brengt ons het lijden dikwijls tot groot tijdelijk geluk. Hoe menigeen is, zoo als Jozef van Egypte, uit den kerker, en als David, na'verschrikkelijke

-ocr page 164-

154 OVERDENKINGEN

vervolgingen en lijden, op den troon gestegen, door ongeluk en smaad, tot welvaart en heerlijkheid gebragt! Menigeen komt niet in die verbinding of in dien stand, waarnaar hij zoozeer verlangde. Hij is daarover ontroostbaar. Maar na verloop van tijd, ziet hij zeer dikwijls, hoe ongelukkig hij zou zijn geworden , indien hij die verbinding of die stand had aangegaan, en hoe goed het nu is, dat hij in eene andere betrekking gekomen is! Hoe dikwijls zijn nietgeheele volken en hunne nakomelingen gelukkig geworden, omdat zij met veel lijden en droefheid te kampen hadden! Doch , ofsehoon lijden ons aardsch geluk dikwijls bevordert, zoo is dit toch niet altijd het geval, ten minste men kan het niet altijd opmerken. Maar het is zooveel te zekerder, dat het lijden de rust en tevredenheid onzer ziel bevordert, als wij maar willen. Ach! als wij in lijden ons hart tot God verheffen; als wij gansch gevoelen, dat Goil de eenigste helper en vertrooster in benaauwdheden is, dat wij aan Hem een oneindig goed hebben, dat ons nooit — nooit ontnomen kan werden : o, dan is ons hart zoo kalm, wr verheugen ons te midden van lijden eu ons hart is gerust.

-ocr page 165-

IX LIJDKN.

III. INVLOED VA.N HET LIJDEN OP DE REGTE WAAR-DEKING DEK DINGEN WEI KE OXS OMRINGEN.

Menigeen schat de waarde dev aardsclie goederen te hoog en maakt ze tot liet doel van al zijn streven. — Het lijden dat deu mensch dikwijls te midden zijner rijkdommen overvalt, of hem dezelve wel geheel ontneemt, — o, deze nemen dikwijls den sluijer weg, welke voor zijne oogen hing; zij roepen hem toe : „ hoe dwaas is hij, die de aardsche goederen te veel bemint1 Zoek liever schatten, die eeuwig duren.' En hoe velen, die vroeger in zondige genoegens leefden, en hun hart geheel aan booze wellusten overgegeven hadden, zijn in lijden weder tot zich gekomen, hebben liet ijdele, nietige en schadelijke van hunne handelwijze gevoeld, hebben zich menige beperking laten welgevallen, zich langzamerhand daaraan gewend, en de kunst geleerd om dc bedaardheid en ingetogenheid te verdragen, te beminnen en ten nutte te maken. Nu zijn zij in menige opzigten meer beperkt, doch over het algemeen vrijer; zij zijn meer aan zich overgelaten, doch ook met zich zeiven meer tevreden, en in het zoete genot van zich zeiven gelukkiger. Tot de juiste waardering der goederen en genoegens, draagt het lijden dikwijls zeer veel bij,

155

-ocr page 166-

130 OVERDENKING EN

en uiot minder tot do juiste waardering

dor menschen, die ons omringen.

Dat aan den goeden wil en aan de vriendschap der menschen veel gelegen is, leeren wij voornamelijk in lijden; doch te gelijkertijd ook, dat men aan de gunst der menschen geene te groote waarde moet hechten. O, als zelfs onze beste vrienden ons niet helpen kunnen; als ongegronde redenen de vriendschap breken : dan wordt ons hart genoodzaakt zich aan eeneu vriend te sluiten, die ons nooit verlaat, die nooit kwaad vermoeden heeft, en ons dan slechts zonder redding aan ons lot overlaten moet, wanneer wij vrijwillig tot ondeugd vervallen. Het lijden leert ons nog bijzonder voorzigtigheid, bij het kiezen van vrienden en bij hunnen omgang; het toont ons velen, die slechts zoo lang onze vrienden zijn, als het geluk ons omgeeft, en zich dadelijk van ons verwijderen in tegenspoed; het leert ons ook somtijds menschen kennen, die zich veel aan ons laten gelegen liggen, en het meest verdienen onze vertrouwde vrienden te zijn. Zoo maakt het lijden ons verstandiger, behoedzamer en voorzigtiger; zoo brengt het ons altijd tot ware wijsheid en deugd.

-ocr page 167-

IX LIJDEN.

IV. INVLOED VAN HET LIJDEN, 01' DE BEVORDERING DER DEUGDEN IN 11 KT GEZELLIGE LEVEN-

Het lijden wekt op, eu versterkt in ons de neiging tot ware christelijke liefde jegens onze raedemenschen, de neiging tot medelijden en bannliartigheid. Die zelf geleden beeft, weet hoe lijdenden gesteld zijn, en hoe verligtend het voor hen is, als zij aan deelnemende raenschen lumnen nood klagen kunnen. O, hoe zal hij dan, als hij lijdenden ziet, zich spoeden om hunne treurige gedachten te verwerpen, en hun hartzeer weg te nemen of te verminderen! Hoe zacht, beleefd, gedienstig menschlievend en weldadig zal hij zich dan toonen. Zelfs Jesus, de Godmenseh, heeft als mensch door lijden, de neiging van medelijden en barmhartigheid verhoogd. Daarom zegt de heilige Schrift: „ wij hebben aan liem een TToogepriester, die ons lijden gedragen heeft, en geleerd heeft modelijden met ons te hebben. quot; Maar hoe verwijderen zich diegenen van hun goddelijk voorbeeld, die zich door hun lijden en werk, zelfs tot hardheid en ongevoeligheid jegens anderen laten verleiden ; die opzettelijk alle medegevoel in zich onderdrukken, omdat zij ook veel en misschien nog meer lijdon moeten ! — Jesus heeft het grootste lijden geduldig verdragen; en

157

-ocr page 168-

156 OVERDENKINGEN

en niet minder tot do juiste waardering

der mensohen, die ons omringen.

Dat aan den goeden vvi) en aan de vriendschap der raenschen veel gelegen is, leeren wij voornamelijk in lijden; doch te gelijkertijd ook, dat men aan de gunst der menschen geene te groote waarde moet hechten. O, als zelfs onze beste vrienden ons niet helpen kunnen; als ongegronde redenen de vriendschap breken : dan wordt ons hart genoodzaakt zich aan eeuen vriend te sluiten, die ons nooit verlaat, die nooit kwaad vermoeden heeft, en ons dan slechts zander redding aan ons lot overlaten moet, wanneer wij vrijwillig tot ondeugd vervallen. Het lijden leert ons nog bijzonder voorzigtigheid, bij het kiezen van vrienden en bij hunnen omgang; het toont ons velen, die slechts zoo lang onze vrienden zijn, als het geluk ons omgeeft, en zich dadelijk van ons verwijderen in tegenspoed; het leert ons ook somtijds menschen kennen, die zich veel aan ons laten gelegen liggen, en het meest verdienen onze vertrouwde vrienden te zijn. Zoo maakt het lijden ons verstandiger, behoedzamer en voorzigtiger; zoo brengt het ons altijd tot ware wijsheid en deugd.

-ocr page 169-

iy LIJDEN.

IV. INVLOED VAN HET LIJDEN, Or DE BEVORDERING DEH DEUGDEN IN H f,T GEZELLIGE LEVEN.

Het lijden wekt op, en versterkt in ons de neiging tot ware christelijke liefde jegens onze medemenschen, de neiging tot medelijden en barmliartigheid. Die zelf geleden beeft, weet hoe lijdenden gesteld zijn, en hoe verligtend het voor hen is, als zij aan deelnemende menschen hunnen nood klagen kunnen. O, hoe zal hij dan, als hij lijdenden ziet, zich spoeden om hunne treurige gedichten te verwerpen, en hun hartzeer weg te nemen of te vermindereu! Hoe zacht, beleefd, gedienstig menschlievend en weldadig zal hij zich dan toouen. Zelfs Jesus, de Godmensch, heeft als mensch door lijden, de neiging van medelijden on barmhartigheid verhoogd. Daarom zegt de heilige Schrift: „ wij hebben aan Hem een Hoogepriester, die ons lijden gedragen heeft, en geleerd heeft medelijden met ons te hebben. quot; Maar hoe verwijderen zich diegenen van hun goddelijk voorbeeld, die zich door hun lijden en werk, zelfs tot hardheid en ongevoeligheid jegens anderen laten verleiden; die opzettelijk alle medegevoel in zich onderdrukken, omdat zij ook veöl en misschien nog meer lijden moeten ! — Jesus heeft het grootste lijden geduldig verdragen; en

157

-ocr page 170-

OVERDENKINGEN

evenwel heeft hij met onze veel geringere rampen medelijden. Van Hem willen wij de broederlijke liefde en vaderlijke barmhartigheid leeren, die ook de kleinste droefheid van anderen niet onopgemerkt laat, maar dezelve zoekt af te keeren, zoo veel het zijne almogende wijsheid toelaat. Maar hot lijden is niet alleen eene school, betrekkelijk de neigingen jegens onze naasten, liet geeft ons ook de gelegenheid, anderen door heerlijke dengden voor te lichten. Het is daarenboven voor ieder pligt, anderen niet alleen geen kwaad, maar een goed voorbeeld te geven. En voornamelijk kunnen en moeten wij dit in lijden doen, omdat dan de opmerkzaamheid der mensehen bijzonder op ons gerigt is, en wij de beste gelegenheid hebben, de heerlijkste deugden van aan-gekleefdheid aan God, goeden wil jegens onze medemenschen, en matiging in alle driften van ons hart, te bewijzen.

Hoe liefdevol is dit oogmerk van God, die velen niet alleen laat lijden, opdat zij in de deugd zouden voortgaan, maar ook aan anderen tot een sprekend voorbeeld zouden dienen. O, die voorbeelden van lijdende regtvaardigen hebben de grootste kracht oj) ons hart, en maken dat de lessen en vermaningen van godsvrucht krachtig» op ons werken. Hoe veel goeds kunnen b. v.

158

-ocr page 171-

IN LIJDEN. 159

ouders in vermoeijeiiissen en droefheden stichten, als zij niet over hun ongeval nioiTen, niet in gevaar bevreesd zijn, maar, met Tobias, tot hunne kinderen spreken: „wij leiden wel een arm (een ellendig) leven; maar wij zijn rijk (gelukkig) genoeg, als wij God vreezen, de zonden vermijden en het goede doen.

Niet alleen den zieken geeft het lijden gelegenheid vrome gedachten te koesteren en uitwendig te bewijzen, maar liet spoort ook anderen aan tot de booefeniug der grootste deugden. ledcregelegenheid zonde ons ontnomen worden, zieken te verzorgen, treurigen te vertroosten, noodlijdenden te helpen, armen te ondersteunen, wanneer er ouder ons geene zieken, noodlijdenden, armen en hulpbehoevenden waren. Zulke gelegenheden moeten wij ons dan werkelijk als eene deugd ten nutte maken ; zij zullen ons leeren geduld te hebben met de zwakheden onzer medemenschen, zullen werken van liefdadigheid doen , en onvermoeid voor hen werken. En hoe vele heilzame lessen en aansporingen tot deugd kunnen diegenen zelfs uit de rampen van anderen trekken, die met den zieke in geene verbinding staan, en toch den lijdende zien en van hem hooren spreken! Wij zien hoe menige gezonden in ziekten, hoe menige rijke in armoede, hoe menige

-ocr page 172-

OVERDEKKINGEN

evenwel heeft hij met ouze veel geringere rampen medelijden. Tan Hem willen wij de broederlijke liefde en vaderlijke barmhartigheid leeren, die ook de kleinste droefheid van anderen niet onopgemerkt laat, maar dezelve zoekt af te keeren, zoo veel het zijne almogende wijsheid toelaat. Maar het lijden is niet alleen eene school, betrekkelijk de neigingen jegens onze naasten, het geeft ons ook de gelegenheid , anderen door heerlijke dengden voor te liehten. Het is daarenboven voor ieder pligt, anderen niet alleen geen kwaad, maar een goed voorbeeld te geven. En voornamelijk kunnen en moeten wij dit in lijden doen, omdat dan de opmerkzaamheid der mensehen bijzonder op ons gerigt is, en wij de beste gelegenheid hebben, de heerlijkste deugden van aan-gekleefdheid aan fiod, goeden wil jegens onze medemenschen, en matiging in alle driften van ons hart, te bewijzen.

Hoe liefdevol is dit oogmerk van God, die velen niet alleen laat lijden, opdat zij in de deugd zouden voortgaan, maar ook aan anderen tot een sprekend voorbeeld zouden dienen. O, die voorbeelden van lijdende regtvaardigen hebben de grootste kracht op ons liai't, en maken dat de lessen en vermaningen van godsvrucht krach',ig-op ons werken. Hoe veel goeds kunnen b. v.

158

-ocr page 173-

IN LIJDEN. 1 59

ouders in vermocijenisscn eu droefheden stichten, als zij niet over huu ongeval morren, niet in gevaar bevreesd zijn, maar, met Tobias, tot hunne kinderen spreken: „wij leiden wel een arm (een ellendig) leven; maar wij zijn rijk (gelukkig) genoeg, als wij God vreezen, de zonden vermijden en het goede doen.

Niet alleen den zieken geeft het lijden gelegenheid vrome gedachten te koesteren en uitwendig te bewijzen , maar het spoort ook anderen aan tot de beoefening dei-grootste deugden. Iedere gelegenheid zonde ons ontnomen worden, zieken te verzorgen, treurigen te vertroosten, noodlijdenden te helpen, armen te ondersteunen, wanneer er onder ons gcene zieken, noodlijdenden, armen en hulpbehoevenden waren. Zulke gelegenheden moeten wij ons dan werkelijk als eene deugd ten nutte maken ; zij zullen ons leeren geduld te hebben met de zwakheden onzer medemenschen, zullen werken van liefdadigheid doen , en onvermoeid voor hen werken. En hoe vele heilzame lessen en aansporingen tot dc.igd kunnen diegenen zelfs uit de rampen van anderen trekken, die met den zieke in geene verbinding staan, en toch den lijdende zien en van hem hooren spreken! Wij zien hoe menige gezonden in ziekten, hoe menige rijke in armoede, hoe menige

-ocr page 174-

160 OVERDENKINGEN IN LIJDEN, aanzienlijke in verachting;, en hoe menige gelukkige in ellende gevallen is. Leeren wij toch uit het lijden van anderen met Salomon zeggen : „ alles wat onder de zou is, is ijdelheid eu bedrog. quot; Wij zien en hooren hoe velen zich door onmatigheid in eten en drinken benadeeld, door ontucht ellendig gemaakt, of zich door andere ondeugden in het verderf gestort hebben. Leeren wij toch uit eens anders rampen verstandig zijn; erkennen wij daaruit de gevolgen van ligtzinnigheid en gewetenloosheid, en schuwen wij alzoo datgene, hetwelk zulk eene schadelijke strekking-heeft. Wij zien en hooren, hoe in vele plaatsen, huizen en familieu, ongelukken en ellende te vinden zijn. Leeren wij hieruit, hoe min deze aarde ons ware vaderland zijn kon; wekken wij in ons het verlangen op naar dat vaderland, waar wij geene tranen meer zien, geen zuchten meer hooren, maar ons met de Engelen eu Heiligen in God eeuwig verheugen zullen.

Ja, o Heer! zoo wil ik mij dan mijn lijden, en het lijden van andere menschen, als aansporingen tot werken der deugd ten nutte maken, en uwe wijsste en liefderijkste iu-zigten trachten te bereiken 1 O, laat mij toch door de dagelijksche zwarigheden, lasten, vermoeijenissen en lijden .miner verstandiger, deugdzamer, \ romer, inensch-

-ocr page 175-

BETRACHTINGEN OYEÜ HET LIJDEN. ] 01 lievender, U welbehagslijker en alzoo voor den hemel waardiger worden ! Amen.

-Hlrc-BETRACHTINGEN

OVER HET LIJDEN

VAM JE3US CHRISTUS

Lijdende Heiland! met ootmoed werp ik op U een' blik. O, Gij, onze eenige hoop! verwonderend en aanbiddend val ik aan den voet van uw kruis neder. Laat mij, o Jesus! hetgene Gij verdragen huljt, de grootheid van uw lijden, de oorzaak en het doel van hetzelve, heden overdenken. O, dat mijn hart door deze overdenking diep geroerd worde, en tot innige liefde jegens U ontvlamme 1

Mijn Jesus! hoe veel hebt Gij geleden. Oneindig groot was uw lijden. Ik zie U in den hof der Olijven, door de bittere doodsangst overvallen ; bloedig zweet druipt van uw heilig aangezigt, uwe ziel is tot den dood toe bedroefd. Van een uwer Apostelen verraden, van eenen anderen verloonliend en van allen verlaten , wordt Gij als een misdadiger gevangen genomen, en, met zware kluisters beladen ,

11

-ocr page 176-

Ki2 BETRACHTlNGKN OVER HET LIJDEN van den eeneu regterstoel tot den anderen gesleept. Alles wat de boosheid van een opgehitst en ondeugend volk, aan de miskende en belasterde onschuld kan uitvoeren, is aan U gedaan. Valsche getuigen staan tegen U op; booswiehteu ontheiligen uw goddelijk aangezigt; grooten en kleinen braken tegenU lasteringen uit; bittere bespottingen worden met de gruwzaamste mishandelingen vereenigd. at leedt Gij , o miju Jesus, toen Gij, na de smartvolle geeseling niet bloed bedekt, met eeue doornen kroon op het hoofd , en met oenen rietstok in plaats van eenen scepter in de hand , U aan den spot eener bloeddorstige menigte zaagt blootgesteld! Uw medelijdenswaardige toestand trof het hart van den heidensehen landvoogd, maar niet van de joodsche hoogepriesters en schriftgeleerden, uwe vijanden. Achter eenen moordenaar geplaatst, met een onmensehelijk geschreeuw ter dood gevorderd, wordt het schrikkelijke vonnis over ü uitgesproken en voltrokken. Ik zie U, o Jesus! als een booswicht tusschen twee moordenaars aan het schandelijke kruis hangen, dat Gij zelve naar de strafplaatstgebragt hebt; uwe heilige handen en voeten met nagels doorboord, uw geheel ligchaam mei wouden bedekt en met bloed besprenkeld. Drie uren bleeft Gij in dezen smartvol-

-ocr page 177-

VAN JESUS CHRISTUS 163

leu toestand. De gcheele leveulooze natuur schijnt in uw lijden deel te nemen, en bedekt zich met duisternis, als met een treurgewaad; uwe vijanden alleen blijven verhard. Onder hunne voortdurende lasteringen beveelt Gij uwen geest iu de handen uws Vaders. Nu buigt Gij het hoofd — het zware oft'er is volbragt.

Mijn Jesus! wie kan U in uw lijden betrachten, cn wordt niet getroffen; mijn hart bezwijkt bijna door deze smartvolle overdenking.

Zoon van den levenden God! wat was dan de oorzaak, wat het doel van dit uw bitter lijden en geweldigen kruisdood? Ach Jesus! wij allen, zegt de Profeet, (1) liepen als verdoolde schapen. Elk volgde zijn eigen weg; en op U heeft de Heelal onze misdaden gelegd. Om onze misdaden zijt Gij gewond en om onze ondeugd gemarteld geworden. Gij hebt geleden en zijt aan het kruis gestorven, om het zoenoffer voor mijne en der gan-sche wereld zonden te zijn.

Onbegrijpelijk geheim! wie kan het ge-looven, o God! indieu Gij het niet veropenbaard hadt? Hoe, de Regtvaardige draagt de straft van den zondaar! Hetgene

(1) Isaias. LIII, 5. 6.

-ocr page 178-

164 BETRACHTINGEN OVER HET LIJDEN dc misdadiger tc lijden verdiend had, dat verdraagt do Onsehnldige!

Ik heb mij door hoogmoedige gedachten verheven, en Gij lijdt daarvoor de vernedering. Ik heb uit den beker der wellusten zondige vermaken gedronken, en Gij drinkt daarvoor den kelk des bitteren lijdens. Ik ben aan God schrikkelijk ongehoorzaam geweest, en Gij zijt Hem daarvoor tot den kruisdood toe gehoorzaam. Over mij was het doodvonnis geveld, en aan U laat Gij het voltrekken. O, afgrond van barmhartigheid en liefde ! begrijpen kan ik het niet; slechts kan ik gelooven, aanbidden en danken.

Heilig kruis! gij zijt alzoo mijn eenige hoop en toevlugt. Aan u heeft Jesus mijne zonden afgeboet, en Gods belee-digde geregtigheid daarvoor voldaan. Aan u heeft Hij den vloek, over mij uitgesproken, door zijn bloed vernietigd, en mij met den hemel verzoend: door u durf ik met vertrouwen den genaderijken troon van God naderen, en mij alle licht, hulpen bijstand verzekeren, welke ik tot mijn heil noodig heb. Door u durf ik Hem, den Allerhoogste, zelfs Vader noemen, en op eene toekomende eeuwige gelukzaligheid in uw rijk hopen. Heilig kruis! ja, gij zijt mijne eenige hoop, mijne eenige toevlugt.

-ocr page 179-

VAN JESUS CHRISTUS. 165

ó Jesus ! Lam Gods , dat de zonden der wereld wegneemt! dank zij U, eeuwige dank zij LT voor de redding, voor allen troost, voor allo geruststellingen, voor alle genaden, die Gij voor mij, door uw bitter lijden en smartvollen kruisdood verworven hebt. Door uwe wonden zijn de mijne genezen. Uw lijden heeft mij den vrede gebragt. Nu kan ik getroost de eeuwigheid te gemoet zien. Nooh mijne zwakheid, noch de hoeveelheid en strafwaardigheid mijner zonden kunnen mij verder beangstigen, ais ik slechts in ü geloof, in uwe liefde volhard en het mij aan geene ernstige boetvaardigheid en opregte verbetering van mijn leven ontbreken laat. Ach! dat kruis, waaraan ik U hangen zie, de nagels die U aan hetzelve vasthechten, de doornen kroon op uw hoofd, elke bloeddruppel aan uw lig-chaam, wat zijn zij anders als zoo vele kostbare onderpanden van uwe eeuwige liefde jegens mij, en mijner volkomene vergiffenis. O, mijne ziel! waarom zijt gij dan nog immer zoo treurig, en waarom verontrust gij mij ? Zie , uw Verlosser aan het kruis strekt zijne armen uit om den zondaar te ontvangen. Hij buigt zijn hoofd om u den vredekus te geven. O Jesus ! voor mij aan het kruis gestorven ; o Gij, mijn geloof, mijne hoop, mijne liefde!

-ocr page 180-

166 AANBEVELING EENEB

laat mij in uwe heilige armen on aan uw heilig hart leven, en eens met uwen vredekus sterven. Amen.

AANBE VELING

EENER CHRISTELIJKE ZIEL

IN DE HEILIGE VIJF WONDEN VAN JESUS.

1. Liefste Jesus! in de heiligste wonde uwer regterhand leg ik eiken tijdelijken zegen, eiken gelukkigen en ongolukkigen voortgang mijner ondernemingen en bezigheden, en bid U vurig om de genade, dat Gij mij de schatten der aarde niet daarvoor tot eenen valstrik laat worden , dat mijn hart, door hare bekoringen verblind , de liefde en het verlangen naaide eeuwige goederen verlieze. Amen. Onze Vader, enz.

3. Liefste Jesus! inde heiligste wonde uwer linkerhand leg ik elke droefenis en bitterheid, welke uw wijs raadsbesluit ooit over mij zoude; doen komen ; ik vereenig die met uw bitter lijden en sterven , en bid U vurig om de genade, dat de tegenwoordige , spoedig voorbijgaande droc-

-ocr page 181-

CHRISTELIJKE ZIEL. 167

fenis mij eeuc eeuwige en boven alle mate gelukkige heerlijkheid moge verschaffen. Onze Vader, enz.

8. Liefste Jesus! m de heiligste wonde van uwen regtervoet leg ik alle deugdzame handelingen , welke ik , door uwe genade opgewekt en ondersteund, zal uitoefenen; ik wijd en offer dezelve op tot uwe hoogste eer, en bid vuriglijk om uwe genade, dat zij mij beware voor het ijdele zelfbehagen over het volbragte goede, maar dat ik veel meer U alleen en in alles de eere geve , opdat ik de belooning des goeden in den hemel en in volle mate moge ontvangen. Amen. Onze Vader, enz.

4. Liefste Jesus! in de heiligste wonde van uwen linkervoet leg ik alle onvolkomenheden en gebreken, welke ik mij van het eerste gebruik mijner rede tot heden , uit ligtzinnigheid en boosheid, op den hals gehaald hebt, en bid U vurigst om de genade, dat Gij mij in uw bloed , hetwelk Gij aan het kruis vergoten hebt, van mijne ongeregtigheden wilt reinigen; zoo dat zij mij niet aanklagen en het regtvaardig oordeel van eeuwige verwerping tegen mij verwekken. Amen. Onze Vader, enz.

6. Liefste Josus! in de heilige wonde uwer zijde leg ik mijn hart, met al des-zelfs neigingen eii begeerten, en bid U vurigst om de genade, dat Gij hetzelve

-ocr page 182-

16S GODVliUCFITIGE VEREERING. met uwe goddelijke liefde alzoo vervullet, dat het van nu af tot aan mijnen dood voor U alleen kloppe en U alleen moge bezitten', in tijd en in eeuwigheid. Amen. Onze Vader, enz.

GODVEUCHTIGE VEEEEEING

DEK ZEVEN LAATSTE WOOKDEN

VAN JESUS AAN HET KBUIS.

HET EERSTE WOORD.

ó Jesus, die om ons, door uwen dood, het leven

Dat ons de zonde ontnam, ten volle weer te geven,

Genageld aan een kruis, ü maakte een offerand'.

Die tot een zoete geur in 't vuur van quot; liefde brandt;

Wat hebt Gij smart en pijn en ongelijk verdragen,

Voor die, door eigen schuld, geheel verloren lagen;

De welvaart van een slaaf, die brengt U in den nood.

En 't leven eener ziel, kost U den bitteren dood.

-ocr page 183-

GODVRUCHTIGE VERKERING. 169 Terwijl de beulen slaau, terwijl de aders leken,

Als U de ziel begeeft, terwijl uw oogen breken,

Koept Gij den Vader aan, en midden

in de pijn,

Zegt Gij, van die daarvan de meeste oorzaak zijn :

Vader ! vergeef het hun, want zij tvetm niet roat zij doen. Luc. 23. v. 84.

GEB E D.

O allerzoetste lijdzaamheid,

O wondere zachtmoedigheid,

O goedheid zonder eind' of maat,

Die al onze schuld te boven gaat :

In al uw lijden en verdriet.

Gij klaagt. Gij dreigt. Gij jammert niet. En zie mijn droeve tranen aan.

En hoor de bange zuchten gaan , Die schieten uit mijïi rouwig hert. Dat door uw bloed gemorseld werd. Verschoon toch, Jesus, mijn' misdaad; Vergeef mij, Jesus, al mijn kwaad.

HET TWEEDE WOORD.

6 Jesus, wiens bloed uit zoo veel duizend wonden,

Geperst tot het laatste toe, te niet doet onze zonden;

-ocr page 184-

168 GODVRUCHTIGE VEREERING, met uwe goddelijke liefde alzoo vervullet, dat het vau nu af tot aan mijnen dood voor U alleen kloppe en U alleen moge bezitten', in tijd en in eeuwigheid, Amen, Onze Vader, enz.

GODVKUCHTIGE VEEEEEING

DER ZEVEN LAATSTE WOORDEN

VAN JESUS AAN HET KEUIS,

HET EERSTE AVOORD.

ó Jesus, die om ons, door uwen dood, het leven

Dat ons de zonde ontnam, ten volle weer te geven,

Genageld aan een kruis, ü maakte een offerand'.

Die tot een zoete geur in 't vuur van quot; liefde brandt;

Wat hebt Gij smart en pijn en ongelijk verdragen,

Voor die, door eigen schuld, geheel verloren lagen;

De welvaart van een slaaf, die brengt U in den nood.

En 't leven eener ziel, kost U den bitteren dood.

-ocr page 185-

GODVRUCHTIGE VEREERING. 160 Terwijl de beulen slaan, terwijl de aders leken,

Als ü de ziel begeeft, terwijl uw oogen breken,

Eoept Gij den Vader aan, en midden

in de pijn,

Zegt Gij, van die daarvan de meeste oorzaak zijn ;

Vader! veryeef het htm, tomit zij toeten niet wat zij doen. Luc. 23. v. 34.

G E B E D.

O allerzoetste lijdzaamheid,

O wondere zaelitmoedig'heid,

O goedheid zonder eind' of maat.

Die al onze schuld te boven gaat :

In al uw lijden en verdriet.

Gij klaagt, Gij dreigt, Gij jammert niet. En zie mijn droeve tranen aan.

En hoor de bange zuchten gaan, Die schieten uit mijn rouwig hert. Dat door uw bloed gemorseld werd. Verschoon toch, Jesus, mijn' misdaad; Vergeef mij, Jesus, al mijn kwaad.

HET TWEEDE quot;WOORD.

ó Jesus, wiens bloed uit zoo veel duizend wonden,

Geperst tot het laatste toe, te niet doet onze zonden;

-ocr page 186-

170 GODVRUCHTIGE VEREKRING.

Hoc waart Gij dan gemoed, als midden

in den dood,

Een booswicht uwe smart nog maakte eens zoo groot.

Hij hinir met U aan 't kruis, en dorst

TJ tegenspreken;

Maar die van d'andcre kant, die zag uw' oogen breken,

Erkende ü voor zijn God, en riep oot-

moediglijk ;

6 Heer, deuk toch op mij, als Gij komt in uw rijk !

Uw vaderlijk gemoed heeft hem zijn kwaad vergeven,

En met het ander woord, beloofd het eeuwig leven:

O woord, o wenschbaar woord ! Ach,

zondaar, hoor dit aan,

Laat dit, tot uwen troost, u diep ter harte gaan.

Voorwaar, ik zelt;t a : hedeti zult gij met mij wezen in het Paradijs. Luc. 24. v. 45.

G E li E D.

O liefde vol barmhartigheid,

Genade vol goedgunstigheid.

Gij, die geen zondaar ooit verstoot, Al zijn zijn' zonden nog zoo groot;

Hoor mijn belijdenis tocli aan.

En laat mijn tranen tot U gaan.

-ocr page 187-

GODVRUCHTIGE VEREERING. 171 Gij kent den grond van ieders hert, En wat daarin verborgen werd;

Gij ziet, dat ik op ü betrouw, Vol hoop, in tranen vol berouw;

Sta mij dan bij in stervens nood. En schenk mij 't leven in den dood.

HET DERDE WOORD.

6 Jesus, uit een' maagd tot ons geluk geboren,

Die Gij van duizend hadt van eeuwig uitverkooren,

Die zaagt Gij onder 't kruis vol droefheid en verdriet.

Omdat haar zulk een Zoon, door zulk een dood verliet.

Joannes stond daar bij, was ook uw

welbeminde.

Gij wildet hen te zaara met nieuwe liefde binden;

Zij had eens moeders hart, en hij eens

zoons gemoed,

En ziet wat wonderwerk een woord van Jesus doet:

Zij zag haar liefste Kind voor hare oogen sterven,

Om 't menschelijk geslacht het leven te doen erven,

En zoo zij even kloek nog als een rots bleef staan,

-ocr page 188-

172 GODVRUCHTIGE TEREERING.

Zoo spreekt Gij haar voor 't laatst met deze woorden aan ;

Vrouw! zie hier uwen zoon; en daarna aan den leerliny : zie hier v/we moeder. Joan. 1!). v. 26.

G E Ji E 1).

O d roevige verandering,

Hoe slecht is deez' verwisseling!

Helaas, Maria! treurig lot,

Gij krijgt een mensch voor eenen God! o Jesns! ik bid U, door uw pijn.

Laat haar ook mijne moeder niju; 'k Beveel me in uw voorzienigheid. Met de allergrootste ootmoedigheid. Als ik op haar betrouwen zal.

Moet ik niet vreezen voor den val, 'k Wil toonen, dat, met hart en zin. Ik haar als mijne moeder min.

HET VIERDE WOORD;

6 Jesus! eeuwig Woord, geboren uit den Vader,

Door vvien de schepsels zijn, en leven altegader.

Voor wien dat alles zwicht, en voor

wiens oppermagt.

En aard' en hemel beeft, en de onder-aardsehe kracht.

-ocr page 189-

GODVEUCTITIGE VSREETIING. J 73 Gij, die uog maar een iind, een nieuwe

ster deedt seliijncu,

Gij, die ziekte en pijn en onheil deedt verdwijnen,

Gij, die de dooden zelfs deedt opstaan

uit het graf.

Legt hier, om mijnentwil, al uwe sterkte af ;

Om mij gehoorzaamheid tot 't laatste toe te leeren ,

Zie ik uw heerschappij in droeve klagteu keeren;

Gij laat van 't hout des kruis' uw bange

zuchten gaan,

En in mistroostigheid roept Gij den Vader aan :

Mijn God, mijn God! waarom helt Gij mij verlaten ? Mare. 35. v. 34.

GEBED.

O droeve en wonderlijke klagt 1 Waar is, o Jesus, uwe magt?

Ik weet dat het mijn zonden zijn,

Die LT doen klagen in de pijn.

En dat Gij, die hier voor mij lijdt. En heilig en onnoozel zijt.

Ik, die do boosheid heb gedaan.

Ach I ik laat geen traantje gaan !

Vloeit oogen, weent nu meer en meer. En zijt mistroostig met den Heer.

-ocr page 190-

174 OOTlVHrCTITlGK VEREERING.

o Jesus! door uw zielsverdriet,

Verlaat mij in deu doodstrijd niet.

HET VIJFDE WOORD.

öJesus, zoete naam! o voedsel van miju wensclien ,

O liefde, troost en vreugd van englen en van mensehen ,

Naar wien mijn' ziele jaagt, als 't hert

naar 't water doet,

O selioonheid zonder eind, o allermeeste goed !

Als Gij genageld hingt aan voeten en aan handen ,

O levende fontein, begont van dorst te branden;

Gij dorsttet naar mijn ziel. Gij wensch-

tet naar mijn hart.

De dorst naar mijn geluk was oorzaak van uw smart;

Als of 't vergoten bloed, en al die opeu wonden

Van uwe zielemin, den dorst niet laven konden :

Zoo riept Gij op het laatst, in dezen

bittren nood.

Met een gebroken stem, nu zeer nabij den dood :

Ik heb dorst. Joan. 19. v. 38.

-ocr page 191-

GODVRUCHTIGK VflliKRRIXG.

GERE 1gt;.

6 Zoete dorst, o lieve pijn, Die weuscht met Jesus eens te zijn ! 6 Jesus ! stook dien zoeten brand, In mijne ziel van allen kant;

l)at ik .voortaan niets meerdeï acht, Of ergens naar zoo vurig tracht.

Dan U, mijn God en mijnen Heer, Te willen minnen meer en meer;

Door U alleen wordt mijne lust En dorst van mijne ziel gebluscht;

Want die U, Jesus, waarlijk mint, In U alleen genoegen vindt.

HET ZESDE 'VVOOED.

6 Jesus, die de schuld van mijn ontclbre zonden,

Waardoor ik in de raagt van Satan lag gebonden.

Betaald hebt met den prijs van uw onschuldig bloed;

Wees duizendmaal gedankt, wees duizendmaal gegroet!

liet einde was nu daar van drie-en-dertig jaren,

Die altijd vol verdriet, vol pijn, vol

smarten waren ;

Het offer was volbragt, de vijand was geveld,

175

-ocr page 192-

176 fiODVKUCIITIGE VEREEKING.

't Bedorven Adams zaad was nn bijna hersteld.

Gij zaagt de bleeke dood met hare schieh-

ten naken,

En wilt haar bitterheid tot mijn verlossing smaken.

Gij zegt liet, o mijn God, 't is alles

nu voldaan !

Laat vrij dit krachtig woord tot 's hemels vierschaar gaan :

Het is volhnyt. 19. v. 30.

GEBED.

6 Jesns ! Gij zijt al ons goed.

Gij zijt de troost van ons gemoed, Gij zijt ons leven, ouze deugd,

Gij zijt de bron van onze vreugd; Gij zijt de heiligheid alleen,

6 Jesus ! maak die ons gemeen;

Maak dat wij zijn kloek en sterk.

Om te voltrekken dit grootc werk, Dat U heeft smart en bloed gekost, Eer Gij den zondaar hadt verlost.

Help ons dan met uwe sterke hand, Eu breng ons in het vaderland.

HET ZEVENDE WOORD.

ó Jesus, die, urn ons de regie baün te toouen.

-ocr page 193-

GODVRUCHTIGE VRREERING. 177 Tot 't leven zonder dood en nooit vergaande krooiien;

Na zoo veel druk en pijn, van kracht en bloed beroofd,

Op 't einde nog tot ons gebogen hebt uw hoofd :

Gij, die den dood en hel, en zonden

hebt vertreden.

Hebt tevens nog om hulp en bijstand hier gebeden,

En riept met luider stem nog uwen Vader aan,

Eer uw benaauwde ziel zou uit het ligchaam gaan.

Niet dat daar reden was van vreezen of

van beven.

Voor die, door zijnen dood, den .mensch moest doen herleven;

Maar opdat hij U volg', die zich ter dood bereidt,

Hebt Gij, tot onze les, dit laatste woord gezeid ;

Vader! in uwe handen beveel ik mijnen geest. Lue. 23. v. 46.

G E li E 1).

O dood, die Jesus hebt geveld. En lucht en aard' iu rouw gesteld, O, dood, o wonderlijke dood,

Die ons moet helpen in den nood.

3a

-ocr page 194-

178 LITANIE TOT JESUS

6 Jesus! help mij uit de pijn,

Als ik in stervensnood zal zijn;

Maak dat uw dood in mijn verstand, Voor altijd zij zoo diep geplant,

Dat ik voortaan met hart en zin, De wereld niet, maar U bemin.

Om zóó, door uw barmhartigheid, ïe leven in der eeuwigheid.

LITANIE

TOT JESUS, OM ZALIG TE STEEVEN.

Heer Jesus, God van goedheid en Vader van barmhartigheid! ik verschijn voor U , met een vernederd, vermorseld en ontsteld harte; ik beveel ü mijn laatste uur en al wat mij na hetzelve verwacht.

Als mijne onbeweegbare voeten mij zullen verwittigen dat mijn wandel op deze wereld ten einde loopt; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als mijne bevende en verstijfde handen uw kruisbeeld niet meer zullen kunnen vasthouden, maar het tegen dank zullen moeten laten vallen op het bed mijns lijdens; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als mijne verduisterde en gebrokene oogen, op don schrik des naderenden doods, zich stervende tot U zullen wen-

-ocr page 195-

OM ZALIG TE STERVEN. 179 deti; barmhartige Jesus, ontferm ü dan mijner.

Als mijne bevende koude lippen voor de laatste maal uwen aanbiddelijken naam zullen noemen : barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als mijne wangen, verbleekt en dood-verwig , in hen die mijn sterfbed omringen, medelijden en afschrik zullen verwekken, en mijne haren van doodzweet bevochtigd, op mijn hoofd te berge rijzende, mijn naderend eiade zullen voorspellen; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als zich mijne ooren voor altijd voor de taal der menschen sluiten, en zich zullen openen om te luisteren naar uwe stem, die het onherroepelijk vonnis zal uitspreken, waardoor mijn lot voor alle eeuwigheid zal vastgesteld worden; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner

Als mijne verbeelding, door schrikkelijke en verbazende verschijnselen ontsteld , in doodelijke droefheid gedompeld zal wezen, en mijn geest, op het aanschouwen mijner boosheid, ontrust en door vrees voor uwe regtvaardigheid bevangen, met den engel der duisternissen zal strijden, die mij het troostelijk betrouwen op uwe barmhartigheid zal trachten te benemen en mij in den schoot der wanhoop neder-

-ocr page 196-

178 LITANIE TOT JESUS

o Jesus! help mij uit de pijn,

Als ik in stervensnood zal zijn;

Maak dat uw dood in mijn verstand, Voor altijd zij zoo diep geplant,

Dat ik voortaan met hart en zin. De wereld niet, maarU bemin.

Om zóó, door uw barmhartigheid. Te leven in der eeuwigheid.

LITANIE

TOT JESUS, OM ZALIG TE STERVEN.

Heer Jesus, God van goedheid en Vader van barmhartigheid! ik verschijn voor U, met een vernederd, vermorseld en ontsteld harte; ik beveel ü mijn laatste uur en al wat mij na hetzelve verwacht.

Als mijne onbeweegbare voeten mij zullen verwittigen dat mijn wandel op deze wereld ten einde loopt; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als mijne bevende en verstijfde handen uw kruisbeeld niet meer zullen kunnen vasthouden, maar het tegen dank zullen moeten laten vallen op het bed mijns üjdens; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als mijne verduisterde en gebrokene oogen, op don schrik des naderenden doods, zich stervende tot U zullen wen-

-ocr page 197-

OM ZALIG TE STERVEN. 179 deu; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als mijne bevende koade lippen voor de laatste maal uwen aanbiddelijken naam zullen noemen ; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als mijne wangen, verbleekt en dood-verwig , in hen die mijn sterfbed omringen, medelijden en afschrik zullen verwekken, en mijne haren van doodzweet bevochtigd, op mijn hoofd te berge rijzende, mijn naderend einde zullen voorspellen; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als zich mijne ooren voor altijd voor de taal der menschen sluiten , en zich zullen openen om te luisteren naar uwe stem, die het onherroepelijk vonnis zal uitspreken, waardoor mijn lot voor alle eeuwigheid zal vastgesteld worden; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner

Als mijne verbeelding, door schrikkelijke en verbazende verschijnselen ontsteld , in doodelijke droefheid gedompeld zal wezen, en mijn geest, op het aanschouwen mijner boosheid, ontrust en door vrees voor uwe regtvaardigheid bevangen , met den engel der duisternissen zal strijden , die mij het troostelijk betrouwen op uwe barmhartigheid zal trachten te benemen en mij in den schoot der wanhoop neder-

-ocr page 198-

180 LITANIE TOT JESUS

storten; barmhartige Jusus, ontferm U dun mijner.

Als mijn zwak hart door de smart dei-ziekte benaauwd, door de vrees voor den dood en den strijd tegen de vijanden mijner zaligheid bevangen, en deszelfs krachten uitgeput zullen zijn; barmhartige Jesus, ontferm ü mijner.

Als de laatste tranen, de kenteekenen mijner vernietiging, mij zullen uit de oogen vloeijen, neem dezelve dan voor eene boetofferande aan, opdat ik als een slagtoffer der boetvaardigheid moge sterven; en in dien angstigen oogenblik, barffihar-tige Jesus, ontferm U mijner.

Als mijne bloedverwanten en vrienden rondom mij zullen geschaard staan, en een teeder medelijden met mijnen ellen-digen staat hebbende, U voor mij zullen aanroepen; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als ik het gebruik mijner zinnen zal verloren hebben, de gansche wereld voor mij zal verdwenen zijn, en ik in de be-naauwdheid van den laatsten strijd in de pijnen des doods zal zuchten; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als de laatste hartezuchten mijne ziel zullen noodzaken het ligchaam te verlaten, aanvaard ze dan als verzuchtiiigcu van een heilig, ongeduldig verlangen om

-ocr page 199-

OM ZALIG TE STERVENquot;, 181 tot U tc komen; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Als mijne ziel, reeds op mijne lippen zwevende, van deze wereld voor altijd zal iifselieid nemen en mijn ligchaam koud en levenloos zal teruglaten, ontvang dan de vernietiging van mijn aardseh leven als een teeken van vereering en erkentenis uwer oppermajesteit; en, barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

Eindelijk, als mijne ziel voor U zal verschijnen en voor de eerste maal den onsterfelijken luister uwer majesteit zal aanschouwen, verwerp haar dan niet van uw aanschijn . maar gewaardig U mij in den minnelijken schoot uwer barmhartig-lieid te ontvangen, opdat ik eeuwig uwen lof moge zingen ; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.

G E B E D.

o God, die, ons ter dood veroordee-lende, deszelfs oogenblik en uur verborgen houdt : maak dat ik al de dagen mijns levens in regtvaardigheid en heiligheid toebrengeude, moge verdienen in uwe heilige liefde deze wereld te verlaten. Door de verdiensten van onzen Heer Jesus Christus, die loeft en heerseht, met Ü, in eenheid des heiligen Geestes. Amen.

-ocr page 200-

LITANIE TOT JESÜ3

GEBEJJ OM EENEN GOEDEN DOOD TE BEKOMEN.

Mij eerbiedig nederwerpende voor den troon uwer aanbiddelijke Majesteit, kom ik U smeeken, o mijn God! om de laatste aller genaden, de genade van eenen goeden dood. Welk slecht gebruik ik ook gemaakt heb van het leven, dat Gij mij verleend hebt, verleen mij hetzelve wel te eindigen, en te sterven in uwe liefde.

Vergeef mij, o mijn God! al het kwaad dat ik gedaan heb, en neem aan het weinige goed dat Gij mij hebt helpen doen. Vergeef mij, want ik heb leedwezen over mijne zonden en ik verzaak ze, omdat ik door dezelve uwe oneindige goedheid beleedigd heb. Vergeef mij, want ik vergeef uit ganscher harte aan allen, die mij ooit iets misdaan hebben.

Mijn God! ik geloof al hetgene Gij aan uwe Kerk veropenbaard hebt. Ik hoop in U, steunende op uwe beloften en op de verdiensten van Jesus Christus; ik hoop van U te bekomen de vergiffenis mijner zonden, eenen gelukkigen dood en het eeuwige leven. Ik bemin U, o mijn God! uit de geheele uitgestrektheid mijner ziel eu met alle genegenheid mijns harten.

Ik aanbid U met eene ootmoedige onderwerping. Ik dank U voor alle genaden,

182

-ocr page 201-

OM ZALIG TE STERVEN. 183 die Gij mij gedurende mijn leven verleend hebt, en bijzonderlijk, omdat Gij mij het middel geeft om mij tot den dood te bereiden.

Ik neem deze in den geest van boetvaardigheid aan, in vereeniging met die van mijnen Zaligmaker, en uit gehoorzaamheid aan uwen aanbiddelijken wil.

Heilige Vader! ontferm U mijner, doe mij barmhartigheid; ik stel mijne ziel in uwe handen. Jesus! wees mijn Jesus, nu en in het uur mijns doods.

Heilige Maria, moeder der barmhartigheid! toon in dezen laatsteu oogenblik, dat gij mij voor een uwer kinderen aanziet : wees mijne voorsprekeres.

Heilige Josef, die in de armen van Jesus en Maria gestorven zijt ; bid voor mij , opdat ik als een uitverkorene sterve.

Engel des hemels, getrouwe bewaarder mijner ziel! heilige Michael, alle zalige geesten, groote Heiligen die mij door God tot beschermers zijt gegeven ; verlaat mij niet in het uur mijns doods. Amen.

Meu kan dit gebed ook lezeu bij eeneti zieken, die op zijn laatste is, om zijn betrouwen te doen herleven, en in hem te verwekken de gevoelens waarin hij sterven moet.

-ocr page 202-

LITANIE

TAN

ON DERIVE it PING AAN DEN WIL GODS.

Heer, ontferm TJ mijner.

Jesus Christus, ontferm U mijner.

Keer, ontferm U mijner.

God, hemelsohe Vader, ontferm U mijner.

God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U mijner.

God, heilige Geest, ontferm ü mijner.

Heilige Drievnldiglieid, één God, ontferm U mijner.

Gij die alles weet eu voorziet, ontferm U mijner.

Gij die alies schikt en bestiert, ontferm U mijner.

Gij die, volgens uwe verborgene inzigten, alles op eene wonderbare wijze uitwerkt, ontferm TJ mijner.

Gij die liet kwaad laat geschieden om er goed uitte trekken, tot de zaligheid uwer nitverkoornen, ontferm U mijner.

In alle zaken en in alle voorvallen, uw allerheiligste wil geschiede, o God.

lu alle gelukkige of ongelukkige omstandigheden, uw allerheiligste wil geschiede, o God.

-ocr page 203-

LITANIE VAX OXDEKIVEEWNG , ENZ. 1 In mijnen staat cn ambt, uw allcrhcil

ste wil geschiede, o God,

In mijne zaken on bezigheden,

In al mijne werken,

In mijne eer en wederwaardigheid, In mijne gezondheid en in mijne krachten ,

In mijn ligchaam cn in mijne ziel, In mijn leven en in mijnen dood. In mij, en in allen die mij toebe-hooren,

In alle menschen en engelen,

In alle schepselen,

In alle plaatsen der aarde,

In alle tijden.

Gedurende geheel de eeuwigheid, Schoon ook mijne kranke natuur zoude klagen,

Schoon het ook aan mijne eigenliefde, en aan mijne ziekelijkheid hard zoude vallen.

Alleenlijk uit enkele liefde tot IT, ten

tot uw welbehagen,

Ik roep uit met al de regtvaardigen

en Heiligen,

Ik roep uit met de zalige maagd Maria, Ik roep uit met Jesus in den hof der Olijven.

Onze Vader, enz.

-ocr page 204-

186 utanië van Onderwerping

g k b j5 d.

ó God! ik aanbid zeer ootmoediglijk uwen allerheiligsten wil en onderwerp mij aan uwe ondoorgrondelijke oordeelen en allerregtvaardigste schikkingen. En vermits de volmaakte volbrenging van uw welbehagen de grondsteen aller volmaaktheid , de regel aller deugd, de eenige oorsprong van de inwendige rust en van het ware genoegen is, verlang en wenseh ik niets, dan dat uw eenig welbehagen op het allervolmaaktste in mij en door mij volbragt worde. Amen.

gebed in gkoote droefheid.

ó Goedertierene Jesus! gewaardig U mij door uwe genadige vertroostingen te ondersteunen. Mijn hart is in mij ontsteld : mijne kracht heeft mij verlaten, en ik ga den geheelen dag bedroefd, omdat door... (hier roeyt men de reden van zijne droefheid bij) de rust en vreugd van mijn gemoed mij ontnomen zijn. O ja, mijn Jesus! ik word nu, gelijk Gij ten tijde van uwe droefheid in den hof der Olijven, als gedwongen om uit te roepen : mijne ziel is bedroefd tot den dood toe! Wee mij! omdat ik gezondigd heb, beeft de droefhsid mijn hart vervuld, O Heer, mijn God! ik belijde U mijne misdaden, doch smeek,

-ocr page 205-

AAN t)EN WIL GODS. 187

mot betrouwen op uwe barmhartigheid en uwe oneindige verdiensten, om vergiffenis derzelven en kwijtschelding der straffen, welke ik door dezelven aan uwe regt-vaardigheid schuldig ben. Ontferm U mijner, o Jesus! kom mij in mijnen nood en zwarigheden te hulp : verlos mij van hetgeen mij naar ziel en ligchaam bedroeft; doe mij ten minste die hnlp bekomen , door welke ik mijn lijden en tegenspoed zoo geduldig verdrage, dat ik in mijne droefheid U nooit vergramme, maar voor het lijden van dezen tijd de eeuwige vertroosting van U bekome. Amen.

GEBED IN ZIEKTE.

Mijn Vader! neem dezen kelk van mij weg; nogtans, dat uw wil geschiede, en niet de mijne.

ó Mijn God! ik neem de pijnen dei-ziekte, en zelfs den dood aan tot voldoening voor mijne zonden.

Heer! sla, brand en kerf nu; spaar alleen in de eeuwigheid.

Heer! straf mij niet in uwe verbolgenheid, en kastijd mij niet in uwe gramschap.

Ontferm U mijner, want ik ben krank; genees mij, want mijne beenderen zijn ontsteld.

Noch geneesheeren, noch geneesmiddelen kunnen mij de gezondheid geven,

-ocr page 206-

1S8 GEBEDEN IX ZIEKTE.

maar uw almagtig woonl alleen, o lieer! genees mij, en ik zal genezen zijn; behoud mij, en ik zal behouden zijn.

Dit ligchaam, dat bederft, bezwaart mijne ziel. Wie zal mij verlossen van dit ligchaam des doods? Uwe genade alleen, o mijn God : door Christus onzen Heer.

Jesus, Zoon van David! ontferm U mijner, kom tot mij, eer ik sterve.

Heer! ik lijd lievige smarten, geef een genadig antwoord op mijn gebed. Wat zal ik zeggen, en wat zult Gij mij antwoorden? Gij hebt mij deze ziekte toegezonden : uw wil geschiede. Ik zal al de dagen mijns levens voor IJ overdenken in de bitterheid mijns harten.

Gij zijt regtvaardig. Heer! al uwe oordoelen zijn regtvaardig, al uwe wegen zijn barmhartigheid en waarheid. Wees mij gedachtig; neem gcene wraak over mijne zonden; gedenk niet aan mijne boosheden.

Heer! handel met mij naar uwen wil; gebied dat mijn geest iu vrede ontvangen worde; want het is mij beter te sterven dan te leven.

Ik weet dat mijn Verlosser leeft, dat ik ten jongste dage zal verrijzen , en dat ik mijnen Verlosser in dit ligchaam zal zien. Deze hooi) is in mijnen boezem wea-gelegd.

Ik vrees te sterven, omdat ik nog niet

-ocr page 207-

GEBED NA HET HERSTEL, ENZ. ] 89 bereid beu; maar ach! zal bet mij botor zijn tc leven , daar ik zoo weinig in deugden vorder? Mijn God! ik verlaat mij op uwe barmhartigheid.

OEBEU NA HET HERSTEL 1gt;EK GEZONDHEID.

Ik loof U, Heer, God van [srael! ik dank TJ voor de ziekte, welke Gij mij hebt toegezonden, en voor de g'ezondhcid, welke Gij mij wedergegeven hebt. Gij hebt U mijner ontfermd. O, dat ik U nu volmaakter loofde! Geef dat ik U het offer van uwen lof en mijne gezondheid te allen dage in dankbaarheid opdrage. Ik had den dood verdiend, en moest op denzelfden dag, toen ik één uwer geboden schond, gestorven zijn. Gij hebt uw vonnis uitgesteld , en mijne dagen verlengd, om die tot uwe verheerlijking en mijne zaligheid te besteden. Gij begeerdet den dood des zondaars niet, maar dat hij zich zoude bekeeren en leven. Gij hebt mij niet geslagen dan om mij te genezen; het was U genoeg mij te vermanen, dat mijn leven U toebehoort, en dat ik mijne genegenheid van bet leven moest aftrekken, mij tot den dood bereiden, cm tot U weder-keeren door eene opregte boetvaardigheid. Neem nu, o lieer! het overige van mijn ellendig leven aan. Neem voor de jaren

-ocr page 208-

190 GEBED VOOR EEN' ZIEKEN, die vervlogen zijn, het leedwezen, de schaamte en het zuchten van een berouwhebbend hart aan. Zegen en neem het voornemen aan, hetwelk ik in uwe tegenwoordigheid vorm, van voordeel uit mijne ziekte te trekken, en mijne gezondheid tot uwe dienst te besteden. Op het voorbeeld van hem, die onder velen alléén zich voor de voeten van mijnen Jesus nederwierp, kom ik mij voor U vertoouen, om U mijne dankbaarheid ie betuigen. O geef mij de genade, om het voornemen, dat Gij mij ingestort hebt, uit te voeren. Doe mij voortaan een leven, dat zoo broos is, verachten, om alleen voor dc eeuwigheid mijne zorgen te besteden. Amen.

GEBED VOOR EEN ZIEKEN.

Heer! hij dien Gij lief hebt, is krank. O geef dat zijne ziekte niet doodelijk zij, maar diene tot uwe glorie en zijne heiligmaking. Ik geloof dat Gij de Christus zijt, de Zoon van den levenden God, die in deze wereld gekomen zijt. Ik geloof dat Gij de verrijzenis en liet leven zijt; dat degene die in CJ gelooft, leven zal, schoon liij dood is, en dat allen die leven en in ü gelooveu, nimmer zullen sterven. Ik geloof, Heer! ondersteun mijn zwak geloof. Gij hebt zoo vele zieken in uw sterfelijk leven genezen ten verzoeke

-ocr page 209-

TKOOSTGEBED BIJ DEN DOOD, E?JZ. 191 dergencn, die hen tot U bragten. Ik beken dat ik niet waardig ben mij voor U te vertoonen, of dat Gij eenigzins acht op mijn gebed zondt geven. Ik weet dat het brood der kinderen niet voor de honden moet geworpen worden; doch ook deze eten wel van-de brokjes, die van des Heeren tafel vallen. Indien Gij wilt, kunt Gij hem genezen, voor wien ik bid; zeg slechts één woord, en hij zal gezond zijn. Dat deze ligchamelijke ziekte verstrekke tot genezing zijner ziel, en tot onze onderwijzing. Geef hem geduld , en ons de liefde. Verhoor hem in den dag zijner verdrukking; behoed hem , en gun ons, dat wij met hem hier beneden U in uwen heiligen tempel nog loven, en in alle eeuwigheid zegenen in den hemel.

TKOOSTGEBED WJ DEN DOOD VAN EENBN VRIEND OF EENER VRIENDIN.

Mijn vriend is niet meer! Gij, o Heer, hebt hem van mijne zijde weggenomen ! Ach! hoe diep is mijn hart gewond; hoe zeer treft mij dit verlies! Zij zijn voorbij, die aangename uren, welke wij in een-dragt, in liefde en vriendschap beleefden. Ik zal un geenen troost, geenen raad, geen vriendschappelijke onderhouding meer in zijnen omgang genieten. Ach Heer! wat is dit, leven, hoe vergankelijk zijn

-ocr page 210-

193 TROOSTGEUEI) BIJ DEN DOOD allo vreugden eu zaligheden der aarde! Ook do onschuldige vreugden der zuiverste liefde en vriendschap nemen een einde, eu worden monighiaal midden in haar zaligste genot gestoort en weggenomen; maar bij U, o Heer! is onverstoorbare vreugde en zaligheid. Eu tot deze zaligheid hebt Gij hem, mijnen vriend, reeds opgenomen. O , dit hoop ik ten minste; en deze gedachte, welke mij uwe heilige godsdienst leert, is alleen in staat om mij te troosten : hij is bij ü, liij geniet reeds die rust on zaligheid, welke Gij aan uwe getrouwe dienaars beloofd hebt. Heer! dit geloof, deze hoop alleen kan eu zal mij troosten. Maar wolligt zal ik hem ook dra volgen; eu als ik mijn leven naar uw heilig welbehagen ten einde breng, zult Gij mij ook opnemen in die zalige vreugde, welke Gij voor de uwen bereid hebt. Dan zal. ik U en al mijne geliefden, die mij voorgegaan zijn, en ook den geliefden vriend wederzien, om wiens verlies ik thans treur en ween. Dan zal mijne droefheid in vreugde veranderd worden. Ja, ik zal hem dan wederzien eu nimmer weder van hem gescheiden worden. Dan zullen wij te za-men eu in gezelschap van alle goeden voor U in uwe liefde wandelen, en die zaligheid genieten, welke Gij, o lieer!

-ocr page 211-

VAN GELIEFDE OÜDEES. 193 ons door uwe heilige godsdienst hebt beloofd , die hier geen oog gezien, geen oor gehoord, en geen hart ondervonden heeft, en die Gij dengenen bsreid hebt, welke U beminnen, ü Heer! hoe goddelijk is die geruststellende troost, welken ons uwe godsdienst geeft! Bewaar mij steeds in dezelve en laat er mij waardig in wandelen, opdat ik hier in dit leven hare vertroostingen steeds ondervinde, en ginds in het toekomende aan hare beloofde belooningen deelachtig worde. Amen.

Troostgebed bij den dood van geliefde Ouders.

Tot wien zal ik mij wenden bij het droevig verlies, dat ons getroffen heeft , dan tot ü, mijn Heer en God 1 Gij hebt mij den geliefden vader (de geliefde moeder) ontnomen. Ach, hoe treft, hoe grieft zulk een dood de harten der kinderen! Ons is de geliefde vader ( dierbare moeder) ontnomen, die slechts aan ons welzijn zijne (hare) krachten en zijn (haar) leven besteedde, die met wijsheid en liefde onze opvoeding bevorderde. Ach, de geliefde is niet meer! Wat kan ons troosten, o God, indien Gij ons niet troost? Doch uwe heilige godsdienst, welke Gij ons hebt gegeven, moet ons troosten en ver-sterkeu, om dezen slag uit te houden, die

13

-ocr page 212-

104 TROOSTGEBEI) BIJ DEN 1)001) ous van uwe hand is toegebragt. Hij komt van U , o Uod ! en wat Gij doet is regt en welgedaan, al zien wij het ook niet iu. Gij hebt vooï elk meiisch het getal zijner jaren bestemd, na verloop van welke Gij hem in het beter leven roept. Daartoe hebt Gij ook onzen geliefden vader (onze dierbare moeder) opgeroepen, nadat hij (zij) het eindperk had bereikt, dat Gij üem (haar) gesteld hebt. Daar wilt Grj hem (haar) thans beloonen vooralle zijne (hare) beroeps- en ouderpligten, die hij (zij) met zoo veel getrouwheid vervuld heelt. Ja, Heer! hij (zij) is bij U ; deze gedachte alleen kan mij troosten. Hij (zij) is bij U, daarvoor staat mij uwe heilige godsdienst borg, en zijn (haar) goed christelijk leven, naar het voorschrift dezer heilige godsdienst. Maar wogt hij (zij) nog om kleine fouten teruggehouden worden, en in de plaats der zuivering nog moeten verwijlen, ach. Heer! dan smeek ik, om uwer heilige barmhartigheid en liefdewille, delg weldra de vlekken uit, welke zijne (hare) ziel nog aankleven, ten einde hij (zij) U , den Keinsten en JHeilig-sten, weldra aanschouwen en in uwe eeuwige vreugde ingaan moge. Vertroost en ondersteun nu ook, o (iod! mij en de mijnen , dat wij ons iu dit sterfgeval christelijk schikken. Wees Gij onze Vader, die

-ocr page 213-

VAX GELIEFDE OUDERS. 193 ons bij alle voorvallen on omstandigheden bestuurt, en ons door zijnen bijstand en zijne genade beschermt, ten einde wij in alle aangelegenheden der ziel en des lig-chaam» (J steeds vreezcn en beminnen, en aan het einde van ons leven hier op aarde, in uw rijk ons allen wederzien, en bij U ons eeuwig verheugen mogen. Amen.

Troostgebed voor Ouders bij den dood van hun geliefd Kind.

In het diepste gevoel mijner smart kom ik tot U, o God! om voor U te klagen en te weenen. Waarom ontneemt Gij mij toch, o Heer! den geliefden zoon (de geliefde dochter j die de vreugde mijns levens, eu de hoop mijns aanstaanden ou-derdoms was? Waarom moest hij (zij) zoo vroeg in den bloei des levens reeds een offer des doods worden ? Ach ! hoe hebt Gij alle vader- (moeder-) vreugden op eenmaal in leed eu droefheid veranderd! Hoe hard beproeft en tuchtigt Gij den vader, (de moeder) wien Gij door eenen vroegen dood een geliefd kind ontneemt! Doch wie durft U vragen? Wie durft met U twisten? Wij zijn trouwens alleen aan uwe magt ouderworpen, en kunnen niet inzien, welke inzigten en redenen Gij hebt bij alles wat Gij doet. Kegtvaardig, goed eu heilig zijn zij altijd ,

-ocr page 214-

196 TROOSTGEBED BIJ DEN DOOD gelijk Gij zelf regtvaardig, goed eu heilig zijt; dit leert ons uwe heilige godsdienst. En ach ! daarin alleen kan ik eenige lee-niging mijner smart vinden, als ik eraan denk; als ik denk ; Gij zult toch wel uwe goede oogmerken hebben, waarom Gij den kleinen onschuldigen zoo vroeg hebt weggenomen. Voorzaagt Gij welligt, dat hij niet zoo onschuldig en goed gebleven ware, indien hij ecu' hoogeren ouderdom bereikt hadde ? dat hij dan onze hoop niet vervuld hadde, en onze vreugde niet gebleven ware ? Ach, Heer! indien dit zoo ware, dan zou het immers goedheid, ja eene ware weldaad van U zijn, dat Gij hem in zijne onschuld tot U hebt genomen, en ik zou er TJ immers voor moeten danken en prijzen. Of voorzaagt Gij misschien, dat zijne toekomende dagen geene gelukkige dagen zijn zouden? dat hij door een of ander ongeval of ongeluk slechts leed en droefheid op aarde beleven zoude? Ach, Heer! alsdan zou het alweder eene weldaad van U zijn, dat Gij hem door eenen vroegen dood voor groo-ter lijden hebt bewaard. Nogtans, welke uwe oogmerken en redenen ook zijn mogen, zij zijn heilig en regtvaardig; want Gij zijt heilig, regtvaardig, wijs en goedertieren in alle uwe beschikkingen. En wat mij meer dan alles gerust stelt en

-ocr page 215-

VAK EEN GELIEFD KIND. 197 troost geeft, is de gedachte : Heer! hij is bij U, wien zijne ziel zoo teederlijk beminde; hij is bij den Vader in den hemel. O daar zal hij het wèl hebben! — Zelfs het grootste geluk op aarde, dat hij naar onze meening hier zou kunnen genieten, is immers maar cene schaduw en niets te achten bij die zaligheid, welke hij bij TJ, o God en quot;Vader! in uw huis geniet, en eeuwig genieten zal. Daarom zal zich dan ook mijn hart gerust stellen, en zich gewillig onderwerpen aan de beschikkingen des Allerhoogsten. Wees Gij maar verder mijn troost en mijne hoop, o God! en bewaar mij op uwe wegen, dan zal ik ook weldra, na mijnen vol-bragten levensloop, van U opgenomen worden, en mijn geliefd kind, eu alle geliefden die mij zijn voorgegaan, daar wederzien , en mij bij ü en in ü met hen eeuwig verheugen. Amen.

j

-ocr page 216-

OVERWEGINGEN, GEVOELENS EN GEBEDEN,

ter gelegenheid van het afsterven van personen die ons dierbaar zijn.

Ik heb God gezucht op den da? mijner verdrukking, en ik heb gedurende den nacht mijne handen tot Hem opgeheven: en ik ben te leur gesteld geweest in de hoop, welke ik gekoesterd heb, dat hij door mijne rampen bewogen zou zijn geweest.

Ps. LXXVI. 3.

I.

DROEFII ET I), ONDEinVERPIXG.

oJesus! Vertrooster der lijdenden! werp eenen medelijdenden blik op uw bedrukt kind; de droefheid is als een yloed op mij komen nederstorten; hot gowigt des onu:e-luks doet mij als gebukt gaan; er blijven mij slechts mijne oogen over om tranen te storten. Helaas I hij (zij ) is niet meer bij mij; hij (zij) is voor mij niet meer op aarde, dien (die) ik als mij zelveu beminde, dien (die) ik lief had, gelijk eene teedere moeder de vrueht van haren schoot bemint. Tot wien zal ik mijne toevlugt nemen, om eenige verligting te erlangen in de grievende smart, welke mij drukt? Wie zal in mijne verdrukking medelijden met mij hebben ? Gij alleeno

-ocr page 217-

GEBEDEN VOOR DE OVERLEDENEN. 199 Jesus! Ja, Gij alleen; want Gij kent de p-eheelc grootlieicl van mijn hartzeer; Gij, die voor mij, toen Gij den kelk der smartten wild et drinken, op liet araf van uwen vriend Lazarus ook tranen 2,'estort hebt. Stort dan in vrijheid tranen, o mijne ziel! Jesus laat u toe te weenen, Hij deelt in uw onn-eluk Helaas, wreede dood! waarom hebt Gij mij dien teederen vriend (teedere vriendin) ontrukt, die ten minste eenipre bloemen op hot doornig pad mijner ballingschap strooide; dien vriend fdie vriendin), die mij een beschermer feene beschermster) was, een schat, welken ik van Gods goedheid genoot; dien vriend (die vriendin), die met nog meer drift in mijne smarten dan in mijne vreugde deelde, en wiens leven mij dierbaarder was dan bet mijne. Stroomt , stroomt vrij, tranen mijner droefheid ; bevochtigt dezen heiligen grond , die de stoffelijke overblijfselen van mijn'boezemvriend (vriendin) bedekt, dcsgenen, die de wellust van mijn leven was. O Jesus! heb medelijden met mij in de verlatenheid, waarin ik mij bevind. Liefderijke Geneesheer! heel de diepe woud , die fnijn hart doet bloeden. Ach. algoede God! Gij die op deze, aarde zoo vol medelijden waart met al de ongelukkigen, o Jesvis! ja Gij zult deernis met mijne droefheid hebben, want

-ocr page 218-

200 GEBEDEN VOOR

Gij zijt het zelf, die mij den slag hebt toegebragt die mij drukt; ja indien Gij het gewild hadt, zouden mijne tranen niet Yloeijen; uwe slagen zouden mij niet getroffen hebben, noch datgene, wat mij het dierbaarste op aarde is. Nogtans klaag ik niet, want ik ben een zondaar, die de minste uwer gunsten niet verdien; ik mor niet, maar ik loos zuchten; laat U door mijn gejammer bewegen : zuchtende kus ik steeds uwe vaderlijke hand, dan zelfs, wanneer zij zich bezwaart; ik leg het hoofd neder op het altaar der offerande, en aanbid uwe altoos billijke schikkingen, dan zelfs, wanneer zij aan de natuur het hardste toeschijnen; vermeerder mijne onderwerping. Gij hadt mij dien tee-deren vriend (vriendin) gegeven. Gij hebt mij dien ontnomen, Gij weet waarom; uw heilige wil zij geloofd! Daar ik van U het goed, dat mijn hart verheugde, ontvangen heb, is het billijk, dat ik van uwe hand ook de beproeving aanvaarde, waarmede Gij goedvindt hetzelve nu te overladen. Oeh ! hoe beminnelijk zijt Gij, zelfs tot in uwe strengheden,, wijl Gij mijn snikken nog verdraagt, zonder daardoor beleedigd te worden, en de smartende opoffering, welke Gij mij oplegt, en waaraan ik mij niet zou kunnen onttrekken, nog voor mijne boetpleging gelieft aan te nemen!

-ocr page 219-

DE OVERLEDENEN.

II.

GELOOF, HOOP.

o Godsdienst van mijnen Zaligmaker! gelukkia: de inensch die aan uwe vertroostende stem gehoor geeft! Kan men vijand genoeg zijn van zioh zeiven, om iL te verstooten, o gij, onze beste, onze alleen ware Vriendin in druk en lijden ! Indien ons hart gewond is, kunt gij alléén er den balsem der teederheid en hoop in gieten. O minnende Moeder! gij bemoedigt uwe neêrslagtige kinderen : gij doet ons, op het einde onzer rampen, op-deze aarde de gelukzalige eeuwigheid in het verschiet zien, die onze tranen zal op droogen. Dank zij U, o Jesus! o mijn Za-ligmaker! van mij, bij voorkeur boven zoo vele anderen, kind uwer Kerk gemaakt te hebben, en van geloof te hebben ingeboezemd voor de woorden des levens, welke uwe liefde haar ingeeft, om onze zielen, ouder de vervloeking dezer aarde zuchtende, op te beuren en te verligten. Helaas! wat zou er van mij in mijnen druk geworden, indien ik voor alle vertroosting, niets had dan de magtelooze woorden eener dorre filozofie, die wijsbegeerte zonder geloof, van de dwaze kinderen dezer eeuw? Zwijg dan, ligtzinnige

201

-ocr page 220-

SOS GEBBDEN VOOR

wereld! gij doet niets dan de wonden van het hart verergeren. O Jesus, mijn zoo o-oede Meester, mijn teedere Vader! ik wil slenlits U voor trooster hebben , want Rij alleen spreekt genezende woorden uit. Zwijo-, wereld, die niet dan n zelve zoekt, g'ij, die ons van uwen boezem verstoot, zoodra onze lippen weifjeraohtis: zijn aan het vrensdefrejnich, hetwelk ffij van ons vordert. Alzoo verstiet aij de onsrelukkisreu van Israël, die de boorden van den Euphrates met hunne tranen besproeiden, wanneer zij aan het iieluk daehten , hetwelk zij in Sion gesmaakt hadden. O meê-doosrende Jesus, die uwe beminnelijke godsdienst zendt om mijne smarten te leeni-gen : ontvang de hulde mijner erkentenis. „Gij weent, — zegt gij door hare moederlijke stem — tot mij, maar weet, mijn kind. dat eens, en weldra, uwe tranen in vreugdegezaugen zullen veranderen : zie hier de hoop eener eeuwige vereenicing, om het ledige aan te vullen, hetwelk ik in mijne wijsheid gelaten heb; want ik hen de verrijzenis en het lerenquot; O Jesus ! ja ik geloof in uw onfeilbaar woord ; ik geloof, dat de oogen van mijnen vriend (vriendin? en de mijne eens op nieuw zullen geopend worden, en dat wij onzen goddelijken Verlosser te zamen, met onze eigene oogen, in ons eigen vlecscb3 zullen aanschouwen.

-ocr page 221-

DE OVERLEDENEN. 203

Vertroostende gedachte, a-oddelijke balsem, die de wonde van mijn hart verzacht! Vertroostende, hemelsche hoop! Deze aarde , met mijne tranen bevochtigd . bedekt slechts het sterfelijk overblijfsel van hot voorwerp mijner liefde: zji110 (hare) ziel. dit edeler deel van hem Chaar) zeiven. is in uwen schoot wedersrekeerd, almogende God! die haar sreschapen hebt, en ik durf het hopen, het is om aldaar do belooning te ontvangen . welke Gij aan het geloof en aan de werken des geloofs beloofd hebt; en de aarde zelve zal eens de overwinning des doods moeten wedergeven. Gij zult ons alsdan opnieuw vereenigen, zonder dat wij nog immer eene scheiding zullen ondergaan. Gij zelf, o Jesus! stort deze hoop in miiu hart : verwezenlijk deze zoete verwachting. mijn eenige troost in de smart die-mij drukt, en die mijne oogen in eene bron van tranen verandert.

TIT.

LIEFDE.

Ja, liefdevolle Verlosser! verwezenlijk deze vertroostende hoop, welker oorsprong Gij zelf zijt, door van nu af de ziel van dien vriend (vriendin), van welken Gij mij gescheiden hebt, den kus van uwen eeuwigen vrede te geven. Tndien ik U aanroep als

-ocr page 222-

204 GEBEDEN VOOR

zijnen (haren) Hegter, smeek ik U ook als zijnen (haren ) Zaligmaker. Ach! geef voor dieziel geen gehoor, dan aande stem vanhet bloed , hetwelk Gij voor hare zaligheid vergoten hebt. Misschien heeft zij al te zeer aan de wereld gehecht, hare aan uw Evangelie tegenstijdige grondstellingen niet altoos genoeg verworpen ; daar zij te vyeinig ijver voor uwe verheerlijking had , heeft zij misschien hare hartstogten te lafhartiglijk bestreden, en U mogelijk met geen genoegzaam gezag over haar hart doen heerschen ; maar zij heeft toch steeds het geloof behouden, en Gij hebt gezegd, dat hij, die in Vgelooft, ook na zijnen dood zal leven. Zij heeft de verheerlijking van uwen naam behartigd, zij heeft uwe Kerk bemind, zij heeft hare broeders gesticht, zoo niet altoos door hare geheele getrouwheid aan uwe wet, ten minste door de gevoelens harer boetvaardigheid. O Jesus! o Zaligmaker , wiens barmhartigheid eindeloos is, neen! uwe liefde tot ons allen, uwe wonden, uw bloed, alles doet mij hopen, dat Gij haar niet verworpen hebt met de godde-loozen, die ü niet gekend hebben, of die, Ukennende, uwe oneindige Majesteit hebben durven trotseren. Ach ! gelief de dwalingen harer jeugd, en de fouten, waarin de noodlottige neiging tot het kwaad, welke ons overblijft uit het ongeluk van

-ocr page 223-

BE OVERLEDENEN. 205

iu zonden geboren te zijn, Laar heeft doen vallen, uit te wisseheu : gedenk slechts de boetvaardigheid, welke zij over hare zonden gepoogd heeft te doen, of liever aanschouw, in haar voordeel, degene, welke uwe liefde tot ons, U bewogen heeft voor al de ongeregtigheden der wereld tc doen; en vul, door de eindelooze verdiensten der uwe, de onvolmaaktheid der hare aan, opdat Gij haar van nu af moget ontvangen in het rijk, hetwelk Gij voor uwe getrouwe leerlingen bereid hebt; en deze beenderen, geliefde overblijfsels van uwen tempel, welke onze tranen, onze liefde, maar ook ons geloof en hoop aan de aarde, als een geheiligd pand, tot de algemeene verrijzenis, komen toebetrouwen, eens met een verheerlijkt en onbederfelijk vleesch moget bekleeden.

Maak echter ook, o mijn Zaligmaker! dat mijne getrouwheid aan uwe genade, van nu af, zoodanig zij, dat uwe heiligheid mij alsdan , in uwen schoot, den vriend (vriendin) moge doen wedervinden . wiens (wier) gemis mijn gezucht afperst: maak dat ik , na eens met hem (haar) in het hemelseh vaderland vereenigd te zijn, alwaar uwe vaderlijke hand voor altoos de tranen afdroogt , de onuitsprekelijke vreugde moge genieten, van eeuwig met hem, (haar) in het gezelschap uwer Engelen en Heiligen,

-ocr page 224-

30fi GEBEDEN BIJ ZIEKEN

uwe emdelooze barmhartiglieden te zingen , en uwe edelmoedigheid in dlegeueu te belooneu, welke uit helde tot U , met gelatenheid, de kruisen en beproevingen van hier beneden zullen gedragen hebben.

(GEBEDEN

Toij Zieden, en SterT7-en.d.erL.

Gebed bij het begin der ziekte.

Tot wien zal ik mijne toeviugt nemeu, dan alleen tot U, o mijn üod ! want Gij alleen zijt het, clie mij troosten en helpen kunt: en Cjlij zijt het, die mij uitnoodigt, om tot U mijne toeviugt te nemen in el-ken nood. lioep mij aan, zegt Gij in uw woord tot ons, roep mij aan m den nood, en ik zal u verhooren. Ik neem derhalve m mijne ziekte niet vertrouwen tot U mijne toeviugt, en roep U aan om troost en hulp. Aeh, Heer! Gij weet en kent mijn lijden, want het komt van U. Wilt (üj mij door deze ziekte bedroeven, of wilt Gij mij mijn naderend einde aankondigen ? W at voor oogmerken Oij ook moogt hebben, o God! alle uwe raadsbesluiten zijn regtvaardig, zijn goed en heilig. Onder-

-ocr page 225-

EN STERVENDEN •

steun mij slechts, dut ik mij daarbij naar uw heilig welbehagen gedrage. Verleen mij geduld, o Heer! eu onderwerping aan uwen wil. Vertroost mijne ziel, cn verligt door uwe genade de smarten der ziekte die üij mij oplegt, ten einde ik dezelve tot uwe eer, tot mijn heil eu tot stichting mijner medemenschen, die mij omringen, moge doorstaan. Alet vertrouwen op uwe magt en goedheid wil ik alle middelen gebruiken, die (jij tot genezing dei-ziekte in de natuur gelegd hebt. Ueef, o Heer, indien het U alzoo behaagt en het mij ten beste strekt, daartoe uwen zegen en uw gedijen, en ik zal U na we-derherstelde gezondheid daarvoor danken en uwen naam loven. Amen.

Gebed bij toenemende ziekte.

ö Heer! Gij vertoeft met uwe hulp; de smarten mijner ziekte vermeerderen, het gevaar neemt toe. Laat mij, o Heer! inzien, wat ten beste dient. Gij zijt wol-ligt deze aankomst uabij, en wilt mij uit dit aardsche leven oproepen. Ik ben uw dienaar. Heer! indien bij het alzoo besloten hebt, wil ik mij gaarne aan uwen wil onderwerpen. Maar laat mij dan toch eerst nog eenmaal over mijn zondig leven treuren, ü Heer! ik heb dikwijls en menig-

307

-ocr page 226-

308 GEBEDEN ]iIJ ZIEKEN.

maal voor U gezondigd; ik moest U met veel grooteren ijver gediend hebben, en heb het niet gedaan. Aeli ! iioe zeer berouwt het mij thans, dat ik zoo laanw en onverscliillig was in awe dienst, dat ik U zoo dikmaals door zonden veracht en beleedigd heb. Ik heb dezelven, wel is waar, volgens uwe heilige voorschriften afgeboet, en hoop, dat Gij ze mij vergeven, hebt; doch ik smeek U nog altoos meer om vergiffenis. Wasch mij toch meer en meer van mijne misdaden, en zuiver mij van mijne zonden. Want ik erken mijne misdaden, en mijne zonden zweven mij steeds voor den geest : voor U alleen heb ik gezondigd en kwaad bedreven. Doch bij U is barmhartigheid, en mijne ziel hoopt op uwe goedheid. Verleen mij nu uwe genade, en ik zal mij door geene zonde ooit weder van U laten scheiden. Help en versterk mijne ziel; opdat ik mij met geheel mijn hart aan U verbinde, en in het geloof, in de hoop, en in de liefde tot aan het einde volharde. Amen.

-ocr page 227-

LITANIE TOT JESUS,

TEN GEBRUIKE DER ZIEKEN, GETROKKEN ÜIT DE HEILIGE SCHBIFTÜUR.

Jesus Christus, ontferm U onzer.

God, boven alles gezegend in eeuwigheid, Rom. 9.

Mijn Heer en mijn God. Joun. 20.

Eenige Middelaar tussclum God en do menschen, L Thiniolh. 3.

Zaligmaker der wereld, Imc. 2.

Gever en voltrekker des goloofs. Huh-. 12 . O

In wiens naam alle knieën moeten 5; gebogen worden, zoo van die in § den hemel, op de aarde als onder 3 de aarde zijn, Phil. 2.

Die in deze wereld zijt gekomen om de o zondaars zalig te maken, /. Thimolh. g

Die geofferd zijt, omdat Gij zelf het ^ gewild hebt, laai. 53.

Die ons hebt lief gehad, en ons in uw bloed van onze zonden afge-wassehen hebt, A pot:. 1.

Die uw leven voor ons ten beste gegeven hebt, I. Joan. 3.

Heer van leven en dood, Sup. 16.

Die op de aarde zijt gekomen om aan de gevangenen de verlossing ni aan

U

-ocr page 228-

210 LITANIE TOT JESUS,

de lijdenden vertroosting aan te kondigen, Isai. 16. ontferm U onzer.

Die den ouden Simeon, nadat Gij hem door uw aanschouwen getroost hadt, in vrede uit deze wereld hebt laten gaan, Luc. 3.

Die eenen aeht-en-dertigjarigen kran-ken bij het waterbad genezen hebt, Joan. 5.

Die aan eenen lammen de gezondheid weder geschonken en hem ten zelfden tijde zijne zonden vergeven hebt, O Luc. 5. 3;

Die de schoonmoeder van Petrus van S de koorts genezen hebt, Luc. 4.

Die aan de lammen den gang, aan de ^ blinden het gezigt, aan de dooven g het gehoor, en aan de stommen de g spraak hebt verleend, Zmc. 18. Matt/i. ^ 9. Mare. 7.

Die eene bedrukte weduwe getroost hebt, met haren zoon. die men reeds dood naar het graf droeg, tot het leven op te wekken, Ltic. 7.

Die Maria en Martha getroost hebt, over den dood van haren broeder Lazarus, en hem uit het graf hebt doen oprijzen, waarin hij reeds vier dagen gelegen had, Joan. 11.

Man vol smarten, die onze krankheden op U genomen en onze smarten

-ocr page 229-

TEN GEBRU1KE DER ZIEKEN. 211 gedragen hebt, Isai. 63.ontferm U onzer.

Die ons uw lijden tot voorbeeld hebt gesteld, opdat wij uwe voetstappen zouden navolgen, I. Ff Ir. 3.

Die straft en kastijdt degenen, die Gij lief hebt, Apoc. 3.

Die de tranen van de oogen uwer uit-verkoornen afdroogt, Apoc. 7. p

Die aan het kruis hangende, den goe- S; den moordenaar in genade ontvan- § gen hebt, Luc. 23.

Die met stervende lippen uwen Vader ^ gebeden hebt, voor degenen die U o kruisten, Ztec. 18. g

Die dengenen, die het gebied des doods r4 bezat, door uwen dood hebt overwonnen, llcJrr. 3.

Die om onze zonden zijt overgeleverd, en om onze regtvaardigmaking van den dood zijt opgestaan, Rom. 4.

Die ons eens door uw almagtig woord van den dood zult opwekken, Joan. 5.

Van de smarten der ziekte, verlos ons, Jesus.

Van alle zonden, verlos ons, Jesus.

Van alle helsehe aanvechting, verlos ous, Jesus.

Van mismoedigheid en wanhoop, verlos ons, Jesus.

Van vermetel betrouwen en zondige gerustheid, verlos ons, Jesus.

-ocr page 230-

212 litanie tot jesus,

Van een onrustig en angstig geweten,

verlos ons, Jesns.

Van onverduldig klagen.

Van den eeuwigen dood, ^

Door de smarten, die Gij reeds in uwe i.

besnijdenis onderstondt, Luc. 2. °

Door de doodsangsten, die U in den 2

iiof der Olijven, bij het naderen van j»

uw lijden, bevingen, Luc. 23. ^

Door de prangende droefheid aan het S

kruis, bij het gevoelen uwer ver- S latenheid, Malth. 27.

Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons. Dat wij op de aarde als vreemdelingen mogen leven, die gedurig naar hun bemelsch vaderland trachten,

Ps. 38. 5

Dat het lijden van dezen tijd, dat 0

kort en ligt is, in ons een ecuwig- Squot;

durend gewigt van glorie uitwerke, p-

II. Cor. 4. §

Dal wij al wat ons overkomt gewillig r; aannemen, en iu lijden verduldig

mogen wezen, Eccl. 3. 3'

Dat wij in ons lijden ons geene onbe- 5quot;

tamelijke woorden tegen U toelaten, %

Joh. .1. q

Dat wij, gelijk wij het goede uit uwe S hand ontvangen, alzoo ook het kwade verduldig mogen verdragen. Joh. 2. Dat wij deze dagen van zaligheid niet

-ocr page 231-

TEM GERRCIKE DER ZIEKENquot;. 313 veronachtzamen, //. ('or. 6. wij bidden U, verhoor ons.

Dat Gij ons een vurig verlangen wilt instorten, om ontbonden en met U te zijn, Phil. 1.

Dat Gij U gewaardigt ons op het bed onzer smarten te hulp te komen,

Psalm 40.

Dat door onze liefde tot U, ons tegen- 3-woordig lijden ons tot voordeel moge strekken, Rom. S. St

Dat wij door waken en bidden, ons p-bereid mogen houden op uwe komst, = o Zoon des mensehen, Maitli. 25. c;

Dat geeue bitterheid, geene smart, geen quot; dood bekwaam zij, ons van uwe S liefde te scheiden. Bom. 8. 3-

Dat Gij alleen ons leven moogt zijn en § het sterven eeue winst, Phil. J. 0

Dat wij met den bijstand uwer genade g tot het einde toe volhardende, zalig worden, Mailh. 10.

Dat wij den dood der regtvaardigen sterven. Num. 33.

Dat gelijk wij allen in Adam sterven, wij alzoo door U, en bij U in eeuwigheid mogen leven, /. Corinth. 15.

La m Gods, dat wegneemt de zonden dei-wereld, spaar ons, Jesus.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons.

-ocr page 232-

314 LITANIE TOT JESUS, ENZ.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden dor

wereld, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

G E B E 1).

Goddelijke Verlosser! ik smeek U, dooide liefde waarmede Gij onze krankheden op Ü genomen en onze smarten gedragen hebt; geef dat ik deze ziekte, welke Gij mij hebt laten toekomen, met onderwerping aan uwen allerheiligsten wil uit uwe liand aanneme. Doe mij nu, door het gebruik der noodige middelen, mijne herstelling met betrouwen van U afwachten. Maak dat het ziekbed mij eene oefenschool van verdiensten voor de eeuwigheid bezorge.

Is het uw wil, Heer van leven en dood, dat ik door de hevigheid dezer ziekte bezwijke, laat mij dan voor mijn sterven nog eens, met volkomen verstand, uw goddelijk vleesch en bloed als een versterkend voedsel tot de reis naar de eeuwigheid, waardiglijk ontvangen; en neem mijne ziel, met de laatste heilige Sakramenten uwer Kerk voorzien, in genade tot U. Amen.

-ocr page 233-

PSALM IX I.IJDT.X.

PSALM IN L IJ D E N.

Hinr Ha; ik, o Heer! voor U neder in liet stof — een zware last drukt mij op het hart.

Geen mensehelijk hart heeft zich voor mij geopend om mijne klagten op te nemen; en al had ook een menseh met mij medelijden, hij zoude mij niet kunnen helpen.

Gelijk een kind tot zijne moeder, zoo vlugt ik tot U, mijn God! — het werk uwer handen wijst Gij niet af!

Ik heb mijne kamer gesloten, om niet U alleen te zijn; Gij zijt wel overal tegenwoordig; maar hier is bet mij, als hadde ik U na lang zoeken gevonden.

Vader! o Vader! ik kan thans niet anders dan weenen — mijn hart spreekt met U — Gij weet wat mij bezwaart, zonder dat ik het U behoef te melden.

Gij alleen ziet tot in mijn hart, waarin zij niet zien kunnen die mij kwellen ; Gij alleen kunt mij troosten en mijn krank harte bedaren.

Gij zijt magtig genoeg om mij uit den nood te redden, waarin Gij mij liet komen ; doeh uw wil geschiede! — Gij weet, wat mij dienstig is.

Gij hebt zelfs uw eigen Zoon, in wien

215

-ocr page 234-

310 PSALM IN' LIJDEN.

(jy uw welbehagen luidt, niet gespaard : — Hij dronk den kelk des lijdens tot op den bodem uit.

Zoo koude Hij alleen zijn geliefd volk de vrijheid koopen, zoo alleen zegevierend zijne heerlijkheid binnen gaan.

oGij, de onschuld zelve: Jesus Christus! Gij zweeft aan het kruis mij aanhoudend voor den geest — aan uwen bloedigen dood heeft zioh mijne arme ziel gewijd.

Onschuldiger dan Gij werd nooit eenig sterveling gevonden, onschuldiger kan ik niet lijden; en al mijn lijden komt het uwe in het minst niet nabij.

Stil en weldadig wandelt Gij daar henen; en zij, die Gij vol medelijden verdroegt, hebben U aan het kruis geslagen!

Ach, achl hoe durf ik dan nog klagen, en mij een' leerling van dezen Jesus noemen ?

Ach! dat uw kruis mij mijne zonden niet te binnen brengt, en als eeu bliksem mijne ziel niet treft!

Neen, neen! ik wil nooit meer klagen — ik wil lijden en verstommen, gelijk eeu worm, dien men met voeten treedt.

Gij moogt vrij op mij los stormen, gij vijanden van mijne eer, van mijn leven! ik ben bedekt met het schild des .-cruises, waaraan mijn Heiland eens stierf

Ik wil, gelijk Hij, in lijden voiiiarden.

-ocr page 235-

GEBED VAX EENEX ZOXDAAE. 217 om zoo als Hij, door verdrukking eens te zegevieren.

Weten zullen het de mensehen, dat zij dengenen niet beschadigen knnnen , wieu de regterhand des Heeren beschermt.

Doch üij, o üod! vergeef hun het kwade, dat zij mij doen. — Gaarne geeft ik hun het eerste de hand, en ben ik tot den kus des vredes hartelijk bereid.

Gij weet uit het kwade het goede te trekken. — Nuttig is de vervolging — zij maakt nederig, zuivert en beproeft.

Zij maakt ons onzen Heer en Meester gelijkvormig, enten laatste voert zij ons in zijne heerlijkheid binnen, aan de regterhand Ciods. Amen.

GEBED

Van eeueu berouwhebbeudeii zondaar, die in zijne ziekte ol'krankheden, met betrouwen zijne toevlugt tot de eindelooze barmhart iglieid van (Jod neemt.

In den naam der allerheiligste Drievuldigheid: God den Vader, onzen Schepper; God den Zoon, ons hoofd en onzen Zaligmaker; God den heiligen Geest, den altoos werkenden oorsprong der heiligheid: door de liefde en de uitstekende gaaf des nieuwen verbonds, welke hij in onze harten stort.

Wat zou er, o mijn God! op het punt

-ocr page 236-

21 S CET3ED VAX ET!XEV

van voor den vreeselijken regterstoel uwer Majesteit te verschijnen, misdadige als ik ben , aan mijne bedrukte ziel overig blijven dan eene verschrikkelijke wanhoop, eeuwige schande en folteringen, indien Gij met mij handeldet, zoo als de menigte mijner zonden het verdient? Ja, mijn God ! ik ben beschaamd, ik durf mijne oogeu niet tot U verheffen; omdat mijne onge-regtigheden op mijn hoofd opeen gestapeld, en mijne zonden vermenigvuldigd en tot den hemel opgeklommen zijn. Hoe sjroedig heb ik, helaas! in den schoot uwer Kerk, door de heilzame wateren des doopsels herboren, het bloed der ousehuld niet bezoedeld ! Ja, mijn God! ik zal mijne ongeregtigheden voor U belijden; ik ben voor U niets, dan een voorwerp van verbolgenheid; ik kan voor mijnen Eegter niets tegenwerpen; neen, er blijft mij dan niets overig dan eene verschrikkelijke afwachting van het vonnis en van het brandende vuur, dat uwe vijanden eeuwig moest verslinden.

Maar, o mijn God! het is, omdut mijne ongeregtigheden allergruwelijkst en talloos zijn, en omdat duizend e levens, in de werken van de strengste boetvaardigheid doorgebragt, niet in staat zouden zijn om voor de geringste mijner boosheden te voldoen; het is om deze reden, dat Gij U

-ocr page 237-

BEROnvriEBTiEXDSN ZONDAAR. 319 inijnei' zult ontfcmen; want Gij zijt vol barmhartigheid, cu stolt uwen roem in groote boosheden te vergeven; Gij wilt den dood des zondaars niet, maar dat hij zich bekeere en leve; dit is mijnetoevlugt, o mijn God! uwe barmhartigheden zijn de beweegreden van mijn betrouwen.

ïeedere Vader, die in dit leven uwe kinderen niet kastijdt, dan om hun eene eeuwige barmhartigheid te bewijzen : ik ontvang de ziekte, welke Gij mij hebt overgezonden, als een uitwerksel uwer liefde tot mij. Verleen mij de genade, dat dit laatste uur van mijnen dag tot uwe dienst besteed worde. liet is maar al te waar, dat ik het grootste deel van mijn leven doorgebragt heb zonder iets te doen ; maar bitterlijk betreur ik dien tijd, welken ik, als een blinde, verloren heb : ontferm U mijner, en maak dat de liefde, welke uw heilige Geest op dit oogenblik in mijn hart stort, datgene aanvulle wat mij ontbreekt, dat zij mijn hart zuivere en het door de vlammen der heilige liefde ont-stekc. Ongelukkige als ik ben! te laat heb ik begonnen U, o waarheid! onveranderlijke schoonheid! te kennen en te beminnen. Versmaad nogtans niet, o mijn God! dit overschot mijns levens, hetwelk ik U toewijd : dat mijne opoffering hetzelve volgens U voltrekke, en het L: aangenaam zij.

-ocr page 238-

320 GEBED VAN EENEN

Ik onderwerp mij met gelatenheid aan de gevolgen des doods, aan de duisternissen, aan de verrotting, aan de akeligheid van het graf, aan de ontbinding van mijn ligchaam. Jlet is billijk, dat dit ligehaam, dat het werktuig van zoo vele misdaden is geweest, ook in de straiten deel hebbe, welke zij verdienen; maar, o zachtmoedige God! maak dat het niet voor altoos zij. Ik weet dat mijn Verlosser leeft, en dat hij , op het einde der tijden, mij uit het stof zal doen verrijzen : en wanneer die ledematen op nieuw met het vel zullen bekleed zijn, dan zal ik hem met eigene oogen in mijn vleeseh zien, eu ik verhoop het van uwe eindelooze barmhartigheid, ik zal hem zien als Zaligmaker, en niet als eenen vertoornden, eu in zijne woede overzoenlijkeu Eegter. Ik koester dit verlangen eu deze hoop in mijn hart, alsof reeds alles vervuld ware; eu de grondsteen mijner hoop, o mijn God! is het voile vertrouwen, hetwelk ik heb, dat Gij U mijner zult ontfermen, en mijne boetvaardigheid, hoe laat zij ook kome, zult gelieven te aanvaarden.

Eindelijk , mijn God ! Gij zijt mijn \ ader, en de teederste der vaders. Kan een vader zijn kind vergeten? Toen de verloren zoon, na het vaderlijk huis verlaten, en ai zijn geld en goed door slemperij

-ocr page 239-

BEROUWHEBBENDEN ZONDAAR. 231 en losbandigheid verkwist te hebben, met een vermorzeld en verootmoedigd hart tot U wederkeerde, werdt uw vaderhart bewogen; Gij sneldet hem met opene armen te gemofit, om hem te omhelzen; Gij gaaft hem het kleed der onschuld weder. Gij deedt bet vette kalf slagten, en wil-det, dat een ieder in uwe vreugd zon dee-len. Ik ben het, o miin God! ik ben die verloren zoon; ik heb tegen U gezondigd! ik durf mijne oogon niet opslaan, ik ben niet waardig uw zoon genoemd te worden; maar Gij kunt niet vergeten, dat Gij mijn Vader zijt! ik ben het verdwaalde schaap, ik ben de verlorene on wedergevondene drachma, die al uwe Engelen van vreugden verrukt.

Zie hier, o mijn God! indien uwe ge-regtigheid U nog wederhoudt van in mijne nederige bede toe te stemmen, wat in staat is uwen wraaknemenden arm te ontwapenen : het is Jesus Christus, uw eenige Zoon, het zijn zijne verdiensten, het is zijn dierbaar bloed, hetwelk hij voor mij vergoten heeft, dat ik U aanbied; het is door Hem dut ik den vrede met U zal verwerven ; door zijn bloed geregtvaar-digd, zal ik door hom van uwe verbolgenheid verlost worden; al diegenen, welke, met dit heiligste slagtoffer vereenigd, in U hopen, o mijn God, zullen nimmer

-ocr page 240-

322 GEBED VAN EENEX

beschaamd worden. Alzoo zal ik mij, met de verdiensten van uwen Zoou gewapend, geheel en zoodanig met zijn bloed bedekt, dat Gij mij niet zoudt kunnen slaan, zonder dat uwe slagen Hem troffen, alzoo zal ik mij met vertrouwen aan den voet uwer viersehaar aanbieden; of liever. Hij zelf zal mij aanbieden, en terwijl Hij Ü zijne wonden aantoont, zal Hij zeggen : O mijn Vader! heb medelijden met het hind mijner smarten; vergeef, ter oorzake van mij.

Op dit gezigt, o mijn God! zal uw toorn bedaren; liet zwaard, dat opgeheven was om mijn misdadig hoofd te treffen, zal in de schede gestoken worden. Gij zult, o mijn God!aan zoo zielroerende, zoo krachtdadige voorwerpen niet kunnen wederstaan. — Ik stel dan al mijn vertrouwen in U, o mijn goddelijke Zaligmaker! eenige Middelaar tusschen God en de menschen. Verberg mij in liet diepste van uw barmhartig hart; verdedig zelf mijne zaak, gewis zult Gij aanhoord worden : uw goddelijke Vader zal, ter uwer liefde, al mijne vorige ongeregt gheden gewaardigeu te vergeten. Hij zal mijn op-regt leedwezen aannemen, en mij nog toelaten om zijne en uwe barmhartigheden, te midden der uitverkoornen, gedurende de eeuwigheid te zingen. Amen.

-ocr page 241-

BEKOUlVIIEJiBE.NDEN ZONDAAR. 223

VOOUBEREIDIXGS-GIBED ÏO'j' ONT VA XOIX O DER 11. H. SAKRAMEXTEX.

Uw lieilige Geest, o God! verlichte mij, dat ik al mijne zonden rest moge inzien; ontroer mijn liart, dat ik dezelve van ganscher harte verfoeijen en opregt aan den priester belijden moge, en laat mij vergiffenis erlangen : door Jesus Christus onzen Heer. Amen.

Hier voUjl het onderzoik des gewet eau.

OPWEKKIMP. TOT IIEKOUW.

ó God! ik erken dat ik gezondigd heb. Ja, ik heb in mijn leven veel kwaads gedaan; en zelfs, nadat Gij mij de laatste maal door het Sakrament der Biecht vergeven hebt, heb ik alweder voor U gezondigd. Gij hebt mij zoo dikwijls vergeven, en ach! ik heb (J echter altoos op nieuw beleedigd. Ach Heer! indien Gij mij naar mijne verdiensten wildet vergelden, dan zou ik slechts straf van ü te wachten hebben. Maar Gij zijt goedertieren , genadiglijk en barmhartig; Gij hebt mij zoo menigmaal vergeven, en zult het ook thans doen; dit hoop ik vast van U. Het doet mij maar leed, dat ik ecueu zoo goeden God zoo vaak beleedigen konde, die mij altijd zoo zeer bemind, en mij gedurende

-ocr page 242-

224 GEBEDEN BIJ

mijn geheel leven naar ziel en ligchaam zoo vole en zoo groote weldaden bewezen beeft. Ach, most ik U toch maar bemind en steeds getrouw gediend hebben! Mogt ik Ü, mijn hoogste Goed! toch waardiger bemind en vereerd hebben! Hoe zeer berouwt het mij, dat ik U zoo dikwijls veracht en beleedigd hebt. Vergeef mij toch al mijue zwakheden en zonden, die ik thans opregt verfoei, en die ik nu met een ernstigen wil voornemens ben altoos te vermijden. Ik zal U, indien Gij mijn leven zult rekken, met verdubbelden ijver en trouw voortaan dienen. Doch doe met mij naar uw welbehagen ; vergeef mij slechts mijne zonden; door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Kil volgt de helijdenis der zonden.

GEBED T)ES ZIEKEN NA DE BELIJDENIS.

o God! ik dank U, dat Gij mij nogmaals mijne zonden vergeven hebt door den priester, aan wien Jesus Christus de magt heeft gegeven, om in uwen naam te vergeven. Mijne ziel is nu wel getroost en gerust gesteld, want ik heb bij L genade gevonden. O, bewaar mij nu in deze genade, bewaar mij tot aan mijn levenseinde in uwe vriendschap e:i liefde. Neem aan, o God en Vader! de boetej

-ocr page 243-

EN vonu ZIEKEN. 225

welke de priester mij Ineft opgelegd, tot verdere afboeting der verdiende straften ; en neem dan verder als een offer aan alle smarten en kwellingen mijner ziekte. Ik vereenig dezelve met het lijden myns Verlossers, en smeek U, wil dezelve gunstig aannemen tot verdere voldoening en kwijtschelding der tijdelijke straffen. Laat mij, door de verdiensten en voldoening van Jesus Christus voor ons, datgene vergoed worden, wat aan mijne hoetdoening ontbreekt. Amen.

VOORBEKE1DING ÏOT DE H. COMMUNIE.

6 God ! mijn Heiland Jesus Christus ! Gij wilt dan in mijne ziekte tot mij komen! Hoe goedertieren zijt Gij toch jegens ons mensehen! Gij hebt mij mijne zonden vergeven, en nu wilt Gij mijne ziel ook versterken door het genot van uw heilig Vleesch en Bloed. Deze spijs zal voor degenen die in U leven en sterven , eene verkwikkende teerspijs zijn op den weg naar de eeuwigheid. Maak mij waardig, o God en Heiland 1 om uw heilig Ligehaam te ontvangen.

Ik geloof vast, dat mijn Heer en Heiland Jesus Christus in het allerheiligste Sakrament des Altaars waarachtig tegenwoordig is, met Godheid en Menschheid ,

15

-ocr page 244-

326 GEBEDEN BtJ

met ziel en ligchaam, met vleesch en bloed. Dit geloof ik, o mijn God! omdat uw eeuwige Zoon, onze Heiland, zelf zoo duidelijk gezegd heeft : mijn Vleesch is waarlijk eene spijs en mijn Bloed waarlijk een drank. En bij het laatste Avondmaal nam Jesns het brood, brak het, en gaf het zijnen Leerlingen, zeggende : eet, dit is mijn Ligehaara. Desgelijks nam Hij ook den kelk, en zeide : drinkt, dit is mijn Bloed ; en dan beval Hij zijnen Leerlingen hetzelfde te doen; eu aan alle Christenen heeft Hij bevolen, om zijn Ligchaam te eten, en zijn Bloed te drinken. Daarom geloof ik vast, dat ik ook het Ligehaam en Bloed mijns Heeren, onder de gedaante van brood verborgen, in het allerheiligste Sakrament ontvange. Versterk mij, o mijn God! in dit geloof.

Mijn Heer en Heiland , Jesus Christus ! die U vernedert, om in het allerheiligste Sakrament tot ons te komen , en ook thans in mijne ziekte tot mij wilt komen; o, ik geloof aan U in dit geheimnisvolle Sakrament, en aanbid U in hetzelve; maar ik wil ook vast op U hopen en vertrouwen. Ik hoop dut Gij U in dit Sakrament met mij zult vereenigen, en mij in uwe genade en liefde bewaren. Gij hebt gezegd : wie mijn Vleeseh eet eu mijn Bloed drinkt, die blijft in mij en ik in hem , die

-ocr page 245-

EN VOOR ZIEKEN. 227

zal eeuwig' leveu. Met vaste hoop en onwrikbaar vertrouwen op deze uwe belofte , weusch ik uw heilig Vieesch en Bloed in het hoogheilig Sakraraent des Altaars te ontvangen. Bewaar en versterk in mij deze hoop en vertrouwen op U, mijnen God en Heiland.

Mijn Heer en Heiland Jcsus Christus! aan U geloof ik, op U hoop en vertrouw ik, en ik wil U ook met geheel mijn hart beminnen en nu met liefde ontvangen. Gij zijt nüjn Heiland en Zaligmaker; Gij hebt mij bemind, en zijt voor mij mensch geworden; Gij hebt mij bemind, en zijt voor mij gestorven, en wilt nu ook in mijne ziekte tot mij komen en U met mij vereenigen. O, dat ik U toeh waardig ontvangen moge! Maar ach, ik ben een zondaar ! Gij hebt mij wol vergeven, maar wie is echter zuiver en waardig genoeg om U te ontvangen? O Heer! ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt ; doch maak Gij mij waardig, en dan kom, mijn Heiland! en vereenig U met mij, en blijf bij mij tot in de eeuwigheid. Amen.

GEBED NA DE COMMUNIE.

Ik dank U, mijn Heiland! dat G\j U hebt gewaardigd in mijne ziekte tot mij te komen. V\ at kau ik weder vergelden voor

-ocr page 246-

238 OEBF.DKN BT.T

alios wat Gij aan mijne ziel gedaan hebt? Gij hebt mij mijne zonden vergeven , en mijne ziel versterkt door uw heilig Vleesch en Bloed. O, ik wil mij verder aan U toevertrouwen , en alle goeds van U hopen en verwachten. Ik hoop dat Gij uw woord zult vervullen , toen Gij hebt gezegd : wie mijn Vleeseh eet en mijn Bloed drinkt, die blijft in mij en ik in hem. Ik bid U derhalve, blijf bij mij, vooral blijf bij mij als mijn einde mogt naderen; alsdan laat mij met U vereenigd blijven en in U sterven, ten einde ik eeuwig in U leven moge. Amen.

GEHED VOOR HET HEILIG OLIESEL.

Goedertierenste Heiland! Gij hebt aan uwe Apostelen bevolen, de geloovige zieken met heilige olie te zalven , en hierdoor in het bijzonder voor zieken een Sakrament ingesteld. Mant Gij zegt, door den mond van uwen Apostel Jucobns: Is er iemand ziek onder u, die roepe do priesters der Kerk bij zich , deze zullen voor hem bidden en hem zalven met olie in den naam des Hoeren. En het gebed des geloofs zal den zieken behouden ; de Heer zal hem verkwikken, en zoo hij in zouden is, zullen zij hem vergeven worden. Ik gehoorzaam aan uw bevel, en ver-

-ocr page 247-

EN VOOR ZIEKEN. 329

lan»' in mijne ziekte het Sakrament des heiligen Oliesels te ontvangen, hetwelk Gij voor zieken hebt ingesteld, en ik smeek U, dat Gij mij door dit heilig Sakrament nog meer van alle zonden wilt zuiveren , mijne ziel opbeuren en vertroosten , en zoo het ü behaagt, mij de vorige gezondheid wilt wedergeven; of indien het uw wil is dat ik sterve, mij tot mijn einde wilt versterken, opdat ik in uwe liefde sterve, en eeuwig bij U in den hemel leven moge. Amen.

GEBED NA HET HEILIG OLIESEL.

Ik dank U, mijn Heiland! dat Gij mij in mijne ziekte ook dooi' het heilig Oliesel versterkt hebt, en bid U tevens : neem mij nu geheel onder uwe bescherming. Bewaar mijne ziel voor alle ongeduld , voor alle kleinmoedigheid, voor alle vrees, en laat mij, in het geloof, en de hoop en liefde tot U en den Vader, tot aan mijn einde volharden. Amen.

OCHTENDGEBED BIJ A AN HOEDENDE ZIEKTEN.

Ik ontwaak op mijn ziekbed tot U, o mijn God! (jij hebt mij gedurende den nacht troost en sterkte verleend, en nu en dan mijne vermoeide leden door ecnen

-ocr page 248-

GEBEDEN BIJ

korten sluimer verkwikt. Dank zij U , o Vader! voor al het ^oede dat Gij aan mij hebt bewezen. Bewaar mij na ook gedurende dezen dap:, en help mij door uwe genade de smarten mijner ziekte met geduld dragen. Alles wat ik heden zal denken , gevoelen eu lijden, zij aan U opgeofferd, ter uwer eer en ten beste mijner ziel. Amen.

AVONDGEBED.

Ik dauk U, o mijn God! dat Gij mij gedurende dezen dag weder versterkt, en mij mijn lijden hebt helpen dragen. Dank zij U voor allen troost, voor al het goede , dat mij door hulp en bijstand van goede menschen is ten deel gevallen. Maar heb ik U heden door eenig ongeduld of zwakheid beleedigd, dan verfoei ik het van ganscher harte, en smeek U om vergeving. Ik zal voortaan zorgvuldiger op mij acht geven, en mij met meer geduld en vertrouwen aan uwen wil overgeven ; versterk Gij door uwe genade mijnen zwakken wil. In dezen nacht beveel ik mij aan U , o God! neem mij in uwe bescherming. Verkwik mijne leden dooreenen zachten slaap , en bemoedig mijne ziel in de uren, welke ik slaaploos moet doorbrengen. Ik zal niet vergeten, dat, wanneer alles rondom mij

230

-ocr page 249-

EN VüOR ZIEKEN. 231

stil is en slaapt, Gij ecater over mij waakt, en bij mij zijt. Amen.

GEBED IN OOG EN BLIKKEN VAN ONGEDULD, OF HEVIGE SMARTEN.

De smarten, die Gij mij oplegt, o Heer, zijn zwaar; ik bezwijk er onder, zoo Gij mij niet ondersteunt. Ach , mijne ziel hoopt reeds zoo lang op hulp van U ; hoe lang zult Gij nog vertoeven? Of hebt Gij welligt mijne ontbinding besloten? mijn hart is bereid, o God! mijn hart is bereid, mijne ziel verlangt ontbonden te worden en bij Christus te zijn. Nogtans wil ik mij naar uwen heiligen wil schikken, zoo mijn uur nog niet gekomen is. Ach Heer! indien Gij mij slechts bijstaat en troost mededeelt in mijne smarten en mij dezelve door uwe genade leenigt, dan zal ik volharden, zoo lang het uw wil is. Al het lijden van dezen tijd is immers niet te achten bij de toekomende heerlijkheid, die aan ons geopenbaard zal worden; zoo leert ons uw Apostel, en deze heerlijkheid heeft hier noch geen oog gezien , geen oor gehoord en geen inenschen-hart ondervonden. Ik wil dan ook gaarne en gewillig volharden, zoo lang het U behaagt. Gij wilt mijne ziel hier door droefheid en lijden zuiveren, opdat zij waardig

-ocr page 250-

GEBEDEN BIJ

worde, om na hare ontbinding U, den zuiversten en heiligsten God, eeuwig te aanschouwen. O versterk mij dus, o God! door de genade van Jesus Christus, uwen Zoon, en door de genade des heiligen Geestes. Amen.

GEBEDEN' BIJ EENEN ZIEKEN, DIE DOOR EEN PLOTSELING TOEVAL OVERVALLEN IS.

Broeder! (vriend enz.) vertrouw op den Heer, die wil dat alle menschen zalig worden; verfoei uwe zonden, en let op de woorden die ik u voorzeg; denk er in uw hart over na, en God zal u genadig zijn.

6 Mijn God eu Heer ! ik smeek tot U in mijnen nood, verhoor mij! — Het doet mij leed dat ik in mijn leven ooit gezondigd heb; wijl ik U, mijnen hoogstcn God en Heer, wien ik boven alles achten en beminnen moest, door mijne zonden veracht en beleedigd heb. Ik verfoei alle mijne zonden, en neem mij vast voor, U nimmer weder te beleedigen. Ik ben bereid , om mijne zonden aan den priester opregt t3 belijden, als Gij, o God! mij tij] en gelegenheid zult geven, om mij daartoe in staat te stellen. Ik bid U , door uwe oneindige harmhartigheid en door de verdiensten van Jesus Christus, onzen

332

-ocr page 251-

EN VOOR ZIEKEN. 333

Heiland, wees mij genadig en barmhartig, en vergeef mij mijne zonden.

ó God! ik geloof aan U, en beken alles , wat Gij ons door uwe heilige Openbaring en door uwe onfeilbare Kerk voorstelt, om te gelooven: want Gij zijt de eeuwige wijsheid en waarheid.

ó God ! ik hoop en vertrouw op U; ik hoop van U vergiffenis mijner zouden, waarover ik nu opregt berouw heb. Ik hoop genade en barmhartigheid van U , en de eeuwige zaligheid; want Gij zijt goedertieren, genadig en barmhartig, en getrouw in uwe belofte.

ó God ! ik bemin U niet geheel mijn harten boven alles, omdat Gij mijn hoogste Goed, het allervolmaaktste en beminnenswaardigste Wezen zijt. Het doet mij leed, dat ik U niet meer bemind en getrouwer gediend heb. Vergeef mij, o God en Vader ! alle mijne zonden.

o Jesus, mijn Heiland! ik geloof aan U, ik hoop en vertrouw op U, ik bemin U, die mij zoo zeer hebt bemind en voor mij gestorven zijt. O, ik hoop dat Gij mij in genade zult aannemen en zalig maken.

Wees mij genadig, o God! wees mij barmhartig en vergeef mij mijne zonden. —

-ocr page 252-

GEBEDEN BIJ

GEBEDEN BIJ STERVENDEN.

Broeder ! (Vriend N. N.) Het is allen menschen vastgesteld eenmaal te sterven. Doch een waar Christen sterft eigenlijk niet, zegt onze Heiland, maar iiij zal nog leven, al is hij ook gestorven. Vrees dus niet; gij gaat tot het leven in. Onderwerp ii aan den wil des Allerhoog-sten, maar vertrouw ook op Hem ; Hij zal u uitkomst geven en in zijne heerlijkheid ontvangen. Gij hebt uwe zonden beleden, en zij zijn u door de verdiensten van Jesus Christus vergeven. Verwacht dus welgetroost uwen Heiland, die u nu zal opnemen in zijn rijk. Denk, zoo goed gij kunt, steeds aan God, en volg met uwe gedachten datgene na , wat ik u zal voorzeggen.

ó God, mijn God! ik wil op U hopen en niet vreezen. Gij roept mij, ik lom, ik ben bereid tot U te komen; want ik ga tot mijnen Vader. Gij hebt mij geschapen tot het eeuwige leven, en nu is mijn uur gekomen, dat ik tot dit leven zal ingaan. O God ! help en versterk mijne ziel, dat ik nog maar eene kleine wijl volharde , en dan U, mijnen God, aanschouwc.

o Jesus, mijn Verlosser! ik hoop en vertrouw op U. Gij hebt mij verlost door

234

-ocr page 253-

EN VOOR STEKVENDEN. 335

uw lijden en uwen docd, en nu zult Gij mij ook zalig maken. Op uwe verdiensten vertrouwende zal ik riet vreezen, want Gij hebt mij verzoening bij den Vader verworven , en mijne zonden vergeven. O mijn Heiland ! laat mij thans in U sterven , ten einde ik eeuwig bij U leve.

Mijne ziel verlangt naar CJ, o God! ik wenseh ontbonden te worden en bij Christus te zijn. Eed mij toch weldra uit deze kwelling, o Heer! en l.iat mij ingaan in die zalige rust, welke Gij den uwen beloofd hebt. Heer Jesus! neem toch mijne ziel weidra tot U, en hxat inij U en den Vader zien, en zalig zijn.

Vador! indien het mogelijk is, zoo neem toch weldra den kelk van mij weg; doch niet mijn wil, maar uw wil, o Vader! geschiede. Ik wil, naar het voorbeeld van uwen Zoon, onzen Heiland, volharden, zoolang het U behaagt; versterk en vertroost slechts mijne ziel, o God ! en bewaar mij in uwe liefde.

6 God! ik geloof aan U, ik hoop en vertrouw op U, ik bemin ü met geheel mijn hart. O laat mij in dit geloof en vertrouwen volharden, en in deze liefde mijn leven eindigen, ten einde ik U, mijnen God, in uwe heerlijkheid aanschouwe , en U eeuwig moge loven en verheerlijken.

Ontferm U mijner, o God! outferm U

-ocr page 254-

GEBEDEN BIJ

mijner, volgens uwe groote barmliartig-licid! lied mij toch van den angst des doods, en neem mijne ziel tot U! Mijne ziel verlangt naar U, o Heer ! laat mij ingaan in uwe rust en zaligheid.

Jesus, mijn Heiland, die voor mij gestorven zijt : o versterk mij door uw lijden en sterven! uw lijden, o Jesus, ver-sterke mij ! O liefderijke Jesus , verhoor mij; in uwe wonden, o Jesus, verberg mij; in mijn sterfuur roep mij tot U, en laat mij tot U komen, eu ü en den Vader prijzen in eeuwigheid.

Ik heb mijnen levensloop voleindigd, ik heb mijn geloof behouden , o Heer ! Gij hebt mij mijne zouden vergeven, en mij in uwe liefde aangenomen; nu hoop ik dat Gij mij ook de kroon der gereg-tigheid zult geven , die Gij dengenen beloofd hebt, die U beminnen.

Vader! in uwe handen beveel ik mijnen geest. In uwe wonden beveel ik mijne ziel, o Jesus! Ontvang mij, mijn Heer en God! mijn Heiland en Zaligmaker! Jesus Christus! wees mijn troost en mijne hulp in mijnen dood.

God Vader, die mij naar uw evenbeeld hebt geschapen, ontferm U mijner! — God Zoon, die mij door uw bloed hebt verlost, ontferm U mijner! — God heilige Gaest, die mij door uwe genade hebt geheiligd,

386

-ocr page 255-

EN VOOTl STERVENDEN. 337 ontfermUinijnor! Heilige, Drieëenige God! ik geloof aan U, ik hoop op V, ik bemin U. Laat mij in U sterven en zalig zijn !

Heilige Maria, Moeder des Heeren! bid voor mij, nn on in liet uur mijns doods. — Mijn heilige Beschermengel, sta mij bij. Gij heilige Engelen en Uitverkorenen Gods! bidt voor mij. Verwerft mij door uwe voorspraak een zalig einde en eene genadige opneming in den hemel bij den Heer.

Heer Jesus! kom, neem mijne ziel tot U. — Ontvang mijnen geest, o God! — Jesus! IJ leef en U sterf ik. Jesus I neem mij op in uw rijk. Laat mij U en den Vader zien en zalig zijn !

Het is volbragt, o God! het is volbragt! Vader! in uwe handen beveel ik mijnen geest; neem mij aan in uwe vreugde, o God! — Jesus! maak uwen dienaar zalig, die aan U gelooft, op U vertrouwt, en U lief heeft. Laat mij nu den Vader en U aanschouwen, en eeuwig zalig zijn. Amen.

LITANIE

welke de heilige Kerk leest voor den Stervende.

Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer.

-ocr page 256-

GEBEDEN BIJ

GEBEDEN BIJ STEltVENDEN.

Broeder ! (Vriend N. N.) Het is allen menschen vastgesteld eenmaal te sterven. Doch een waar Christen sterft eigenlijk niet, zegt onze Heiland, maar hij zal nog leven, al is hij ook gestorven. Vrees dus niet; gij gaat tot het leven in. Onderwerp u aan den wil des Al lerh oogsten , maar vertrouw ook op Hem ; Hij zal u uitkomst geven en in zijne heerlijkheid ontvangen. Gij hebt uwe zonden beleden, en zij zijn u door de verdiensten van Jesus Christus vergeven. Ver-waeht dus welgetroost uwen Heiland, die u nu zal opnemen in zijn rijk. Denk, zoo goed gij kunt, steeds aan God, en volg met uwe gedachten datgene na , wat ik u zal voorzeggen.

ó God, mijn God! ik wil op U hopen en niet vreezen. Gij roept mij, ik kom, ik ben bereid tot U te komen; want ik ga tot mijnen Vader. Gij hebt mij geschapen tot het eeuwige leven, en nu is mijn uur gekomen, dat ik tot dit leven zal ingaan. O God! help en versterk mijne ziel. dat ik nog maar eene kleine wijl volharde , en dan U, mijnen God, aanschouwe.

o Jesus, mijn Verlosser! ik hoop en vertrouw op U. Gij hebt mij verlost door

334

-ocr page 257-

EN VOOR STEKVENDT5N. 335

uw lijden en uwen dood, en nu zult Gij mij ook zalig maken. Op uwe verdiensten vertrouwende zal ik niet vrcezen, want Gij hebt mij verzoening bij den Vader verworven , en mijne zonden vergeven. O mijn Heiland! laat mij thans in U sterven, ten einde ik eeuwig bij U leve.

Mijne ziel verlangt naar CJ, o God! ik wenseh ontbonden te worden en bij Christus te zijn. Eed mij toch weldra uit deze kwelling, o Heer! en laat mij ingaan in die zalige rust, welke Gij den uwen beloofd hebt. Heer Jesus! neem toch mijne ziel weldra tot U, en laat inij U en den Vader zien, en zalig zijn.

Vader! indien het mogelijk is , zoo neem toch weldra den kelk van mij weg; doch niet mijn wil, maar uw wil, o Vader! geschiede. Ik wil, naar het voorbeeld van uwen Zoon, onzen Heiland, volharden, zoolang het U behaagt; versterk eu vertroost slechts mijne ziel, o God! en bewaar mij in uwe liefde.

6 God! ik geloof aan U, ik hoop en vertrouw op Ü, ik bemin ü met geheel mijn hart. O laat mij in dit geloof en vertrouwen volharden, en in deze liefde mijn leven eindigen, ten einde ik U, mijnen God, in uwe heerlijkheid aanschouwe, en U eeuwig moge loven en verheerlijken.

Ontferm U mijner, o God! ontferm U

-ocr page 258-

236 GEBEDEN BIJ

mijner, volgens uwe groote barmhartigheid ! Red mij toch van den angst des doods, en neem mijne ziel tot U! Mijne ziel verlangt naar U, o Heer ! laat mij ingaan in uwe rust en zaligheid.

Jesus, mijn Heiland, die voor mij gestorven zijt ; o versterk mij door uw lijden en sterven! uw lijden, o Jesus, ver-sterke mij ! 0 liefderijke Jesus , verhoor mij; in uwe wonden, o Jesus , verberg mij; in mijn sterfuur roep mij tot ü, en laat mij tot U komen, en U en den Vader prijzen in eeuwigheid.

Ik heb mijnen levensloop voleindigd, ik heb mijn geloof behouden , o Heer ! Gij hebt mij mijne zonden vergeven, en mij in uwe liefde aangenomen; nu hoop ik dat Gij mij ook de kroon der gereg-tigheid zult geven, die Gij dengenen beloofd hebt, die U beminnen.

Vader! in uwe handen beveel ik mijnen geest. In uwe wonden beveel ik mijne ziel, o Jesus! Ontvang mij, mijn Heer en God ! mijn Heiland en Zaligmaker! Jesus Christus! wees mijn troost en mijne hulp in mijnen dood.

God Vader, die mij naar uw evenbeeld hebt geschapen , ontferm U mijner! — God Zoon, die mij door uw bloed hebt verlost, ontferm U mijner! — God heilige Geest, die mij door uwe genade hebt geheiligd,

-ocr page 259-

EN VOOR STER VENDEN. 237 ontfermUinijnor!Heiligs, DrioccnigeGod! ik geloof aan U, ik hoop op V, ik bemin U. Laat mij in U sterven en zalig zijn !

Heilige Maria, Moeder des Heeren! bid voor mij, nu en in liet uur mijns doods. — Mijn heilige Beschermengel, sta mij bij. Gij heilige Engelen en Uitverkorenen Gods ! bidt voor mij. Verwerft mij door uwe voorspraak een zalig einde en eene genadige opneming in den hemel bij den Heer.

Heer Jesus! kom, neem mijne ziel tot U. — Ontvang mijnen geest, o God! — Jesus I U leef en U sterf ik. Jesus! neem mij op in uw rijk. Laf.t mij U en den Vader zien en zalig zijn !

Het is volbragt, o God! het is volbragt! Vader! in uwe handen beveel ik mijnen geest; neem mij aan in uwe vreugde, o God! — Jesus! maak uwen dienaar zalig , die aan U gelooft, op U vertrouwt, en ü lief heeft. Jjaat mij nu den Vader en U aanschouwen, en eeuwig zalig zijn. Amen.

L I T A N 1 E

welke de heilige Kerk leest voor den Stervende.

Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer.

-ocr page 260-

238 LITANIE VOOR

Heer, ontferm U onzer.

Heilige Maria, bid voor hem (voor haar.)

Alle heilige Engelen en Aartsengelen,

H. Abel,

Alle kooren der regtvaardigen, H. Abraham,

H. Joannes de dooper,

H. Josef,

Alle heilige Patriarchen en Profeten , H. Petrus, W

H. Paulus, amp;

H. Andreas,

H. Joannes, o

Alle heilige Apostelen en Evangelisten, __ Alle heilige Leerlingen des Heeren, 2 Alle heilige onnoozele Kinderen, H. Stephanus,

H. Laurentius, o

Alle heilige Martelaren,

H. Silvester, g

H. Gregorius, 3

H. Angustinns, quot;

Alle heilige Bisschoppen en Belijders, „ H. Benedictus, 3

H. Pranciscus,

Alle heilige Monniken en Eremieten, Heilige Maria Magdalena,

H. Lucia ,

Alle heilige Maagden en Weduwen,

Alle Gods lieve Heiligen,

Wees genadig, spaar hem (haar), Hier.

-ocr page 261-

DE STERVENDEN. 239

Wees genadig, verhoor bom (haar), lieer. Wees genadig, verlos hem (haar). Heer. Van uwe gramschap.

Van het gevaar des doods, ^

Van eenen kwaden dood,

Van de pijnen der hel, pquot;

Van alle kwaad, ^

Van het geweld des duivels, S

Door uwe geboorte.

Door uw kruis eu lijden, ^

Door uwen dood en uwe begrafenis, § Door uwe glorierijke verrijzenis, ^ Door uwe wonderbare hemelvaart,

Door de genade van den heiligen aT Geest, den Vertrooster, 5

In den dag des oordeels.

Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons. Dat Gij hem (haar) wilt sparen, wij

bidden U, verhoor ons.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer , ontferm U onzer.

GEBED.

Vertrek , christene ziel! uit deze wereld, in den naam van God den almagtigen Vader, die u geschapen hreft ; in den naam van Jesus Christus, den Zoon van den levenden God , die voor u geleden heeft : in den naam van den heiligen Geest, die

-ocr page 262-

GEBETIEX vorm

in u gestort is : in den naam der Engelen en Aartsengelen : in den naam der Troonen en Heerschappijen ; in den naam der Overlieden en Magten : in den naam dor Cherubijnen en Seraphijnen : in den naam der Patriarchen en Profeten : in den naam der Apostelen cn Evangelisten ; in den naam der heilige Martelaren en Belijders : in den naam der heilige Monniken en Eremieten : in den naam der heilige Maagden, en van allefiods lieve Heiligen ; lieden zij uwe plaats in vrede, en uwe woning in het heilig Sion ; door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

G E B E 1).

6 God van barmhartigheid en goedertierenheid! God, die door de eindelooze grootheid uwer goedheden, de zonden der boetvaardige zielen uitwischt, en de vlekken hunner verledene misdaden vernietigt, door de vergiffenis welke Gij hun daarvan schenkt; zie meedoogend op uwen dienaar N. (uwe dienares N.) neder, en verhoor het gebed, hetwelk hij (zij) met eene volkomene openhartigheid tot U stiert, om van U de vergiffenis van al zijne (hare) zonden te verwerven. Vernieuw in hem (haar) allerzaehtmoedigste Vader, al wat de menschelijke zwakheid bedorven, of de

240

-ocr page 263-

EN STERVENDEN. 241

boosaardigheid des duivels iu hem (haar) bezoedeld heeft, en vereenip: met het lig-chaam uwer Kerk dit lidmaat, hetwelk door het bloed van uwen Zoon is vrijgekocht. Heb medelijden, Heer, met zijne, (hare) tranen, en dewijl hij (zij) geen betrouwen heeft dan in uwe barmhartigheid , ontvang hem (haar) tot het Sakrament uwer verzoening: door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Mijn dierbare broeder (mijne dierbare zuster)! ik beveel u aan den almagtigen God, en stel u in de handen van hem wiens schepsel gij zijt, opdat iaj, na door uwen dood de schatting der menschelijke natuur betaald te hebben, tot uwen Oorsprong wuderkeeret, die u uit slijk der aarde gevormd heeft. Dat een schare van Engelen des lichts uwe ziel, bij het verlaten van haar ligchaam, kome ontvangen; dat het gezelschap der Apostelen, die de wereld moeten oordeelen, u te gemoed kome; dat een zegepralend leger van Martelaren, nog met hun bloed bedekt, u vergezelle; dat het roemvolle koor der Belijders, wit als de leliën, door de zuiverheid van linn hart, u omringe: dat de rij der Maagden u met jubelzangen onthale, en dat de Patriarchen u in ilen schoot eener gelukkige rust omhelzen. Dat Josus zich, met een gul en blij gelaat,

i6

-ocr page 264-

GEBEDEN VOOE

343

aan u vertoone, en u onder het getal diergenen stelle, die genadig in zijn gezelschap zijn; dat de afgrijsselijkheid der duisternissen, de hevigheid der vlammen en de strengheid der folteringen u onbekend blijven. Dat de helsche Satan zich met zijne aanhangers van u vervvijdere, dat hij siddere, als hij u, bij uwe komst, van de Engelen vergezeld ziet, en dat hij vlugte in den verschrikkelijken afgrond van den eeuwigen nacht. Dat God opsta, en zijne vijanden verstrooid worden, en dat degenen die hem haten, voor zijn aanschijn vlieden; dat zij als rook verdwijnen , en dat de zondaars op het aanzien van God vergaan , gelijk het was voor het vuur vergaat; dat de regtvaardigen verzadigd worden, en zich in zijne tegenwoordigheid verheugen. Dat de legioenen der hel verdelgd en met schaamte overladen worden, en de bedienaars van Satan zich niet verstouten u bij uwen doortogt te wederhouden. Dat Jesus Christus., die zich gewaardigd heeft voor u te sterven, u van den eeuwigen dood bevrijde. Dat Jesus, de Zoon van den levenden God, u in het bezit van zijn paradijs stelle, en dat hij, die de ware Herder is, u onder het getal zijner schapen rangscliikke : dat hij u al uwe zonden vergeve, en u, onder zijne uitverkorenen, aan zijne regterhand

-ocr page 265-

de stervenden. 243

stelle. Dat gij uwen Zaligmaker van aanschijn tot aanschijn moogt aanschouwen, en dat gij, steeds het geluk zijner tegenwoordigheid genietende, met uwe zalige oogen de waarheid in al haren luister moogt ontwaren , en gij eindelijk in het gezelschap der gelukzaligen aangenomen , gedurende de eeuwen der eeuwen, de zoetheid der goddelijke aanschouwing moogt genieten. Amen,

GEBED.

Ontvang, Heer! uwen dienaar (uwe dienares) in het verblijf der zaligheid, welke hij (zij) van uwe barmhartigheid verhoopt, r. Amen.

Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (dienares) van al de gevaren der hel, van al de straffen, van ai de kwellingen, die hem (haar) kunnen overstelpen, r. Amen.

Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij Henoch en Elias van den, aan alle menschen gemeenen dood, verlost hebt. u. Amen.

Verlos, Heer, do ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij Noë van den zondvloed verlost hebt. r. Amen.

Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij Abraham uit het land der Chuldeën getrokken hebt. r. Amen.

-ocr page 266-

gebeden' voor

Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij Job van zijn lijden verlost hebt. R. Amen.

Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij Izailk uit de banden van zijnen vader Abraham, die hem stond te slagtofferen, verlost hebt. r. Amen.

Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij Loth uit den brand van Sodoma verlost hebt. r. Amen.

Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij Mo zes uit de handen van Pharao, koning van Egypte, verlost hebt. R. Amen.

Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij Daniël uit den. kuil der leeuwen verlost hebt. r. Amen.

Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij de drie kinderen uit den brandenden oven en uit de handen van den onregtvaardigen koning verlost hebt. r. Amen.

Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij Susanna van de misdaad, waarvan zij onregtvaardiglijk beschuldigd werd, verlost hebt. r.Amen.

Verlos, Fleer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk Gij David uit do handen van den koning Saül en van du woede van Goliath verlost hebt. k. Amen.

344

-ocr page 267-

be stebvenden. 245

\'(!rlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares) gelijk gij de heilige Petrus en Paulus uit de gevangenissen verlost hebt. R. Ameu.

En gelijk gij de heilige Maagd Theela, uwe Martelares van drie verschrikkelijke folteringen verlost hebt, verlos alzoo ook, bid ik u, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares) en doe haar, met U, al de goederen des hemels genieten, r. Amen.

GEBED.

Wij bevelen U aan, ö God, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares,) en bidden U, H-eer Jesus Christus, Zaligmaker der wereld, niet te weigeren haar in het gezelschap uwer Patriarchen te stellen, dewijl uwe barmhartigheid U uit den hemel heeft doen nederdalen, om haar zalig te maken. Erken, Heer,-uw schepsel, dat door geene vreemde goden, maar door ü geschapen is, die de alleen levende en ware God zijt, omdat er geen andere God is dun Gij, en er niets is, dat niet uwe werken kan vergeleken worden. Verblijd hem, ( haar) Heer, door het geluk van uwe tegenwoordigheid, en gedenk noch zijns (hare) vorige ongeregtigheden, noeh de vervoeringen, waarin de drom zijner (harcr) hartstogten of de vurigheid zijner (harer)

-ocr page 268-

246 GEBEDEN VOOR

kwade begeerten li cm (haar) gebragt hebben; want ofschoon hij (zij) gezondigd heeft, heeft hij (zij) echter het geloof in den Vader, in den Zoon en in den heiligen Geest, niet verlaten, maar het behouden, en de ijver van God is in zijne (hare) ziel geprent gebleven, en hij (zij) heeft God. die alles gemaakt heeft, getrouw aangebeden. Amen.

G E B E D.

Wij bidden U, Heer, de onwetendheid en misslagen zijner (barer) jeugd niet te gedenken, maar wees hem (haar) liever gedachtig, in het verblijf uwer heerlijkheid, volgens uwe groote barmhartigheid. Dat de hemelen geopend worden om hem (haar) te ontvangen, en de Engelen zich over zijne (hare) zegepralende intrede verheugen. Ontvang, Heer, uwen dienaar (uwe dienares) in uw rijk. Dat de H. Miehaël, die waardig is geacht de prins der hemel-sche heerscharen te wezen, zijne (hare) ziel , bij het verlaten van het ligchaam, ontvauge. Dat de heilige Engelen Gods , hem (haar) te gemoet komen, en hem (haar) in het hemelsehe Jeruzalem gele; den. Dat de gelukzalige Apostel de H. Petrus, wien God de sleutels van het hemelsehe rijk gegeven heeft, hem (haar) ontvange. Dat de H. Apostel Paulus, van wien God

-ocr page 269-

DE STERVENDEN-. 247

een uitverkoren vat gemaakt lieeft, hem (haar) bijsta. Dat de H. Apostel Joannes, de welbeminde van Jesus, wien de geheimenissen des hemels zijn geopenbaard geworden, voor hem (haar) spreke. Dat al de heilige Apostelen , aan welke Jesus Christus de magt heeft gegeven van te binden en te ontbinden, voor hem (haar) bidden. Dat al de heilige uitverkorenen Gods, die op deze wereld voor den naam van Jesus Christus geileden hebben, voor hem (haar) spreken; opdat hij (zij,) van de banden des vleescnes verlost, waardig zij tot de heerlijkheid van het hemelsehe rijk te komen, door de genade van onzen Heer Jesus Christus, die met den Vader en den heiligen Geest leeft en heerscht, in alle eeuwen der eeuwen, e. Amen.

Indien de doodstrijd langdurig is, kan men bij deze gebeden voegen de Litanie tot den heiligen Naam Jesus. (bladz. 79.) en die van de heilige Maagd (bladz. 113.) en de zeven Boet-psalmen. (bladz. 45.)

Het zal zeer heilzaam zijn, den zieltogende, zoo hij nog kennis bezit, op te wekken om dikwijls de heilige namen van Jesus en Maria te aanroepen, zoo als ;

„Jesus, Jesus, Jesus! o mijn Zaligmaker! ik bemin ü, ik ben rouwmoedig.quot;

„Jesus! in uwe handen stel ik mijne

-ocr page 270-

GEBEDEN VOOR

ziel; Jesus! ontvang mijne laatste zucht.quot;

„O Maria, mijuc teedere Moeder! bid voor mij; o Maria, Moeder van genade! bescherm mij; o barmhartige Maria! bid voor mij , ontvang mij.quot;

ANDER GEBED VOOR STERVENDEN.

1. Zoo worstelt weder een onzer broeders met den dood. Broeders! zusters! bidt, bidt voor den worstelaar.

3. ö Gij , die eens op de aarde met den dood hebt geworsteld, Jesus Christus! Gij weet bij ervaring, wat hot mensche-lijke hart in den doodstrijd lijdt. — Een zweet, als van druppelen bloeds, stroomde van uw aangezigt neder. — Gij kent de angst aan den zwaarsten strijd verbonden. O verfrisch dan toch onzen broeder, die zoo naar u snakt; zend hem verkwikking af; versterk hem zoo hij raogt wankelen; zend hem uwe kracht; verlicht hem zoo hij mogt twijfelen; zend over aeiii uw licht.

3. Almagtige! versterk zijn geloof, opdat hij in U geloove, als of hij U zage. Getrouwe! ondersteun zijne hoop, opdat hij op uw woord vertrouwe, als of hij U hoorde. Beminnenswaardigste! bevestig zijne liefde, opdat hij zich van U niet late scheiden. tot dat hij U genieten kau.

248

-ocr page 271-

DE STERYENDEN. 349

4. Hoer der heerlijkheid! vertoon hem de heerlijkheid dos toekomenden levens, opdat hij het lijden des tegemvoordigen levens uithoude; verzeker hora van eene toekomende opstanding, opdat hij voor geen bederf vreeze; laat zijn hart slechts één druppel der hemelsche genoegens smaken , opdat hij den lijdenskelk moedig uitdrinke — en tot den laatsten druppel toe.

5. Overwinnaar des doods, der hel, des Satans, en der zonde! laat geene helsehe schrikbeelden hem verontrusten, gecue satans-listen hem overvallen, geene bekoorlijkheden der zonde hem overmeesteren. De dood zij hem een overgang tot het eeuwige leven!

6. Verlosser! Gij hebt U voor hem in den dood.overgegeven; o laat de waarde der verlossing, door U te weeg gebragt, aan zijne ziel niet verloren gaan.

7. Dooden-Opwekker en Wereld-Rogtei'! zegen, heilig, zuiver hem, opdat hij heerlijk moge opstaan, en met vreugde U als \\ erold-Regter zien terugkomen.

8. ó Gij, die aan het kruis hebt vol-bragt : rust hem nu uit met uwe kracht, opdat hij ook volbrenge. Blijf bij hem, tot dat hij hebbe volbragt. Neem zijne ziel op in uwe handen; sta hem thans bij tot aan zijne laatste ademhaling toe,

-ocr page 272-

250 GEBEDEN took

opdat hij eeuwig, eeuwig bij ü moge zijn.

Amen.

aanstonds na het overlijden.

Heilige vrienden Gods ! komt zijne (hare) ziel te hulp. Engelen des Heeren! komt haar te gemoet; ontvangt haar, en biedt haar den Allerhoogste aan.

v. Dat Jesus Christus, die u geroepen heeft, u ontvange, en de Engelen u brengen in den schoot van Abraham.

* Ontvangt haar en biedt haar den Allerhoogste aan.

v. Heer! geef haar de eeuwige rust, en doe over haar het licht schijnen , dat nimmer uitgedoofd wordt * Biedt haar den Allerhoogste aan.

Heer! ontferm U onzer.

Jesus Christus! ontferm U onzer.

Heer! ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

v. En leid ons niet in bekoringen. k. Maar verlos ons van het kwaad, v. Heer! geef hem (haar) de eeuwige rust.

k. Dat uw eeuwig licht over hem (haar) schijne.

v. Heer! behoed zijne (hare) ziel,

r. Van de poorten der hel.

v. Dat hij ( zij) in vrede ruste. r. Amen.

-ocr page 273-

DE STERV3NDEK. 251

v. Heer! verhoor mijn gebed.

r. En mijn geroep korae tot U.

LAAT ONS BiDDKN.

Wij bevelen U, Heer, de ziel vau uwen dienaar N. (uwe dienares N,) opdat hij, (zij) gestorven voorde wereld, in U leve, en hij (zij) van uwe goedheid en einde-looze barmhartigheid d'J vergiffenis der be-leedigingen verwerve, welke de mensehe-lijke zwakheid hem (haar) heeft doen bedrijven. Wij bidden U hierom, door onzen Heer Jesiis Christus. Amen.

-ocr page 274-

x1 ï

iquot; t

GK B E D TC N

VOOK DE OVERLEDENEN.

- ^lt;*gt;^- -

GEBEDEN onder de Misse voor Overledenen.

INTROÏTUS.

Heer! geef hun de eeuwige rust, eu dat het eeuwige licht hen verlichte. Mijn God! iu Sion moet men U loven, eu iu Jeruzalem zal men U gelofte doen. Verhoor mijn gebed, want alle vleesch moi^t tot U komen.

God, hemelsche Vader! ontferm U over de zielen in het vagevuur. Zij zijn het werk uwer handen, vervul hun verlangen : doe hen in vrederusten!

God Zoou, Verlosser der wereld! ontferm U over de zielen in het vagevuur. Doe hen de vruchten van uw lijden en uwen dood genieten : maak hen zalig!

God, heilige Geest! ontferm U oi'er de zielen in het vagevuur. Gij hebt hen geheiligd : verlos hen uit hunne pijnen!

-ocr page 275-

MISSE VOOR OVEBLEDENEX.

DE COLLECTEN.

o God, die door uwe oneindige barm-hfirtilt;rheid altijd gereed zijt te sparen en te vergeven : wij smoeken U ootmoedig voor de ziel van uwen dienaar (van uwe dienares) N. die Gij (heden) nit deze wereld hebt doen scheiden : geef haar niet over aan het geweld van den vijand , en vergeet haar niet eeuwig, maar beveel aan uwe heilige Engelen haar te ontvangen en in den hemel te voeren; opdat zij, na in U gehoopt en geloofd te hebben, de straffen der hel niet lijde, maar de eeuwige zaligheid geniete. Door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die leeft en heerseht met U, in de eenheid des heiligen Geestes, in allo eeuwen. Amen.

EPISTEL VAN DEN HEILIGEN PAULÜS AAN DIE VAN TESSALONIKA 4. VS. 13.

Maar Broeders! wij willen niet dat gij onwetend zijt, van hetgeue gij weten moet, aangaande diegenen die ontslapen zijn, opdat gij u niet bedroeven zoudt, gelijk de andere mensehen die geene hoop hebben. Want indien wij gelooven, dut Jesus Christus gestorven en verrezen is, zoo moeten wij ook gelooven, dat God degenen, die in Jesus ontslapen zijlij ook alzoo

253

-ocr page 276-

3S4 GEBEDEN ONDEE DE MISSE met Hem zal opvoeren. Ook zeggen wij u, in den naam des Heeren, dat wij, die leven, en die tot zijne aankomst overblijven, degenen die reeds ontslapen zijn, niet zullen voorkomen. Want zoodra het roepteeken door de stem van den Aartsengel eu door den klank der bazuin zal gegeven zijn, zal de Heer zelf van den hemel afdalen : en degenen die in Jesus Christus gestorven zijn, zullen het eerste verrijzen. Daarna zullen wij, die in leven zijn, en tot den tijd levendig zijn overgebleven, te zamen met hen opgevoerd worden in de wolken, om den Heer te ontmoeten in de lucht; en alzoo zullen wij eeuwig leven met den Heer. Troost u dan elkander met deze waarheden.

GRAIU'AAL.

Heer! geef hun de eeuwige rust; eu het eeuwig licht verschijne hun. De gedachtenis des regtvaardigen zal eeuwig zijn; hij vreest geene kwade tijding. Yer-los, Heer! de zielen van alle overledene geloovigen van alle banden harer zonden; en geef, door den bijstand uwer genade, dat zij verdienen het oordeel van wraak te ontgaan, en de zaligheid van het eenwig licht te genieten.

-ocr page 277-

VOOR OVERLEDENEN. 358

EVANGELIE VOLGENS DEN H. JOANNES.

In diea tijde zeide Martha tot Jesus ; Heer! waart Gij hier geweest, mijn broeder zou niet gestorven zijn; maar ik weet dat God U ook nu alles zal toestaan, wat Gij Hem zult vragen. Jesus antwoordde haar : uw broeder zal verrijzen. Martha zeide Ham : ik weet wel, dat hij verrijzen zal in de verrijzenis op den jongsten dag. Jesus antwoordde : Ik ben de verrijzenis en het leven; die in Mij gelooft, ofschoon hij ook dood was, zal leven : en die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven. Gelooft gij dit? Martha antwoordde Hem : ja, Heer! ik geloof dat Gij de Christus, de Zoon van den levenden God zijt, die in deze wereld gekomen is.

OFFK RA.NDF..

Heer Jesus Christus, Koning der heerlijkheid! verlos de zielen van alle overledene geloovigen van de straffen der hel en van den diepen afgrond; verlos haar van den muil des leeuws; dat de hel haar niet verslinde, en dat zij in de duisternissen niet struikelen; maar dat veeleer uwen heiligen Engel Michaël haar tot bet,

-ocr page 278-

256 GEBEDEN ONDEE DE MISSE heilig licht brenge, hetwelk Gij weleer aan Abraham eu zijne nakomelingen beloofd hebt.

Wij offeren U, Heer! offeranden en gebeden; ontvang die, bidden wij, voorde zielen wier gedachtenis wij heden vieren. Doe haar. Heer! na den dood, geraken tot het leven, hewelk Gij weleer aan Abraham en zijne nakomelingen beloofd hebt.

Wees bijzonder de ziel indachtig van uwen dienaar N. (uwe dienares N.) voor welke wij U dit zoenoffer en deze gebeden opdragen; opdat zij volkomen gereinigd door het bloed van Jesus Christus, onzen Verlosser, moge ingaan in uwe eeuwige rust.

PRjEIAÏIE EN sanctus.

Heilig! heilig! heilig is de Heer dei-heerkrachten; en daarom mag niets wat besmet is binnengaan in zijne heerlijkheid. Wij weten het, o God! maar Gij zijt immers een God van liefderijke ontferming. O, ontferm U dan over de zielen die onder uwe straffende hand in lijdeo zuchten. Wees gedachtig aan de getrouwheid, met welke zij U gediend hebben in haar leven, en vergeet de misdaden, die de zwakte der raeuschheid

-ocr page 279-

VnOü OVERLEDENEX. 357 haar somtijds heeft aoen bedrijven. Verlos haar uit die plaats van smarten en duisternissen, en breng haar over' naar de eeuwige woonstede van rust en van licht.

VOOR DE CONSECRATIE.

Verhoor, o genadige God! onze ootmoedige smeekingen, en verleen de genade der volledige kwijtschelding aan die zielen, voor welke wij bijzonder moeten bidden. Door den naam en de verdiensten van uwen welbeminden Zoon , die op zich heeft genomen voor ons allen te voldoen, smeek ik het U, o liefderijke God ! Ik zonde het niet wagen , de werkingen uwer heilige en billijke regtvuardigheid te willen tegenhouden; maar ik weet, dat Gij liever als een Vader van barmhartigheid, dan wel als een God van strenge wraak wilt aangeroepen worden. Ach! uwe over-groote goedheid neigt U tot vergeving; voldoe aan die neiging van uw goddelijk hart. Om de liefde van U zeiven, verleen aan die bedrukte zielen eene volledige kwijtschelding van de schulden, die uwe regtvaardige strengheid haar wel billijk maar zoo smartelijk doet boeten.

Door den geheiligden arbeid van uwen eenigen Zoon, onzen Verlosser; door zijueu

17

-ocr page 280-

258 GEBEDEN' ONDER DE MISSE

smartelijkeu doodstrijd; door zijue dier-bare tranen; door het bloed, dat Hij zoo overvloedig vergoten heeft, en hetwelk Hij U noo- in dit oogenblik, door de handen des Priesters, als een offer van verzoening zal opdragen op het altaar ; door de oneindige verdiensten van zijn leven en van zijnen dood; door de onbevlektheid en alle deugden der allerheiligste Maagd Maria; door al de verdiensten, boetoefeningen , voldoeningen en goede werken van al uwe Heiligen, verleen , o God ! verleen aan deze zielen de vervulling harer vurige begeerten, doe haar uw goddelijk aanschijn genieten. Amen.

NA DE CONSECRATIE.

Laat, o Heer ! onze gebeden en ofter-ande U aangenaam zijn, en neem do zielen voor welke wij bidden, die Gij geschapen, verlost en geheiligd hebt, in genade aan. Laat haar dit zoenoffer ten deel worden, hetwelk wij aan U voor haar opdragen ; neem hare overgeblevene zonden en gebreken weg; laat de voldoening, welke Gij, o Jesus ! door uwen dood hebt aangebragt, ook haar ten goede komen !

Ontferm L over die zielen, gelijk Gij U over uwen boetvaardigen medegekruis-teu ontfermd hebt.

-ocr page 281-

VOOR OVERLEDENEN. 259

Almagtige en barmhartige God! ik smeek U , de verdiensten van hut lijden eu den smartelijken dood van uwen Zoon te willen toeëigenen aan de ziel (of zielen.) van N. En indien y.ij nog niet geheel aan uwe regtvaardigheid voldaan hebben, vergeet dan hunne zonden, en doe hen weldra de eeuwige gelukzaligheid , welke Gy ous beloofd hebt, eu uaar welke zij verlangen , voor altijd genieten.

Jesus, Verlosser dei menscheu! wees ook een Verlosser van die ongelukkige zielen ; en gij , heilige Maria, teedere Moeder van onzen Zaligmaker! voeg bij mijn gebed uwe vermogende voorbede en bescherming, om de genade der vergiffenis, welke ik voor do ziel van N. vraag , te verkrijgen.

AGSUS 1)E1.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, götf hun rust!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, geef hun de rust I Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef hun de eeuwige rust!

ONDER DE NUTTIGING.

Heer Jesus Christus, die, volgens den wil van uwen Vader, onder medewerking

-ocr page 282-

260 GEBEDEN OXDER DE MISSE vanden heiligen Geest, door uwen dood do wereld hebt levend gemaakt eu verlost : verlos door dit uw allerheiligste Ligchaain eu Bloed mij eu de overledene geloovigen van alle zouden en van alle straften, en laat allen, die in U geloofd hebben, eeuwig met U vereenigd worden.

Laat, bidden wij. Heer! de nuttiging van uw heilig Ligehaam en Bloed, aan hetwelk de overledene geloovigen in hun leven zoo dikwijls deelgenomen hebben, hen ook na hunnen dood tot verlossing en zaligheid voordeelig zijn.

Laat, Heer! dit offer , dat wij uwer Majesteit hebben opgedragen, den levenden eu overledenen tot heil verstrekken.

Geef dat wij, die nog in dit leven zijn, door hetzelve vergiffenis van het verle-dene, en geuade eu sterkte tegen toekomende gevaren verkrijgen ; maar vooral, laat dit oft'er den overledenen geloovigen tot vertroosting en verlossing dienen, opdat zij , door hetzelve gezuiverd eu gereinigd, en van alle banden der zonden ontslagen, mogen ingaan tot het eeuwig leven.

NA UE NUTTIGING.

Verhoor, o Heer! de ootmoedige gebeden , die wij U voor de verlossing van

-ocr page 283-

VOOR OVERLEDENEN.

alle overlcdeTie geloovigen voor deu troon uwer barmhartigheid opzenden; zuiver hen van alles wat hen van het genot der zaligheid verwijderd houdt, en laat hen voor U geregtvaardigd worden door bet bloed van Jesus Christus. uwen Zoon, dat eens voor hen aan het kruis vergoten , nog dagelijks op onze altaren wordt opgeofferd.

Geef inzonderheid, almagtige God ! dat de ziel van uwen dienaar N. (van uwe dienaresse N.), aan welke wij ons van daag herinnerd hebben, door deze offerande gezuiverd, en van hare zonde ontslagen zijnde, vergiffenis bekome, en binnen ga in de eeuwige rust. Door ouzen Heer Jesus Christus. Amen.

OP HET EINDE DEK MISSE.

ó God! Gij zult mij ook eens van de aarde roepen, en ik weet niet wanneer. Misschien ben ik maar weinige schreden van het graf verwijderd. Leer mij dan mijne pligten vervullen, opdat ik in het uur des doods mij niets te verwijten hebbe. Leer mij den tijd , welken ik nu nog heb , zorgvuldig waarnemen, en niets verschuiven tot eene onzekere toekomst, opdat de nacht des doods, in welken niemand meer zal kunnen werken, mij niet onverhoeds, en voor dat ik bereid ben, over-

261

-ocr page 284-

363 MISSE VOOR OVERLEDENEN.

valle. Laat mij nooit vergeten, dat al het aardselie vergankelijk is; dat noch aanzien, noch rijkdom, maaralleen de goede werken, mij volgen kunnen in de eeuwigheid. Leer mij ook het lijden dezes levens met geduld en standvastigheid verdragen , opdat het in mij een eeuwigdurend geluk voortbrenge. Met berusting in uwen heiligen wil, stel ik mijnen laugeren of kor-teren levensloop en al deszelfs wisselvalligheden, ter uwer goddelijke beschikking. Maak mij ijverig in het geloof, getrouw aan U en in de onderhouding uwer geboden. Bewaar mij van eenen haastigen , onvoor/ienen en ongelukkigen dood. Laat mij voor mijn sterven de heilige Sakra-meuten waardig ontvangen. Laat mij sterven onder de bescherming van do allerheiligste Maagd Maria, van mijnen Be-waar-Engel en van mijne hemelsche Beschermers. Ontferm U over allen die in doodstrijd liggen. Versterk de zwakken ; help alle kranken; wees den weezen eenen vader, en een beschermer der weduwen; vertroost hen die met treurige harten hunne tranen voor U uitstorten; wees ons allen genadig. Door onzen Heer Jesus Christus. Amen.

-ocr page 285-

1

litanie voor de overledene Geloovigen.

Heer, ontferm U onzer.

Christus , ontferm Ü onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, Vader in den hemel, ontferm U over

de overledene geloovigen.

God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm

U over de overledene geloovigen. God, heilige Geesï, ontferm U over de

overledene geloovigen.

Heilige Maria, bid voor hen.

Heilige Moeder Gods,

Heilige Maagd dor maagden, g?

Alle heilige Engelen en Aartsengelen , amp; Alle heilige kooren der zalige Geesten , lt; Alle heilige Aartsvaders en Profeten, c Alle heilige Apostelen en Evangelisten, _ Alle heilige Leerlingen des Heeren , 3 Alle heilige onschuldige Kinderen,

Alle heilige Martelaren ,

Alle heilige Bisschoppen en Belijders, Alle heilige Leeraren der Kerk,

Alle heilige Priesters en Leviten,

Alle heilige Monniken en Kluizenaars, Alle heilige Maagden en Weduwen,

-ocr page 286-

264 LITANIE VOOR DE

Alle Heiligen Gods, bidt voor hen.

Wees genadig, vergeef hun, Heer.

Wees genadig, verhoor ons, Heer.

Door uwe oneindige barmhartigheid, verhoor ons. Heer.

Door uw allersmartelijkst lijden, verhoor

ons , Heer.

Door uwe heilige wonden, verhoor ons, Heer.

Door uwe luisterrijke verrijzenis, verhoor

ons, Heer.

Door uwe heerlijke hemelvaart, verhoor

ons. Heer.

Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons. Die aan de zondares vergiffenis verleend en den goeden moordenaar verhoord hebt, ^

Die uit genade zalig maakt, èz:

Die de sleutel van dood en hel hebt, jr Dat Gij onze overledene ouders, vrien- jc; den en weldoeners uit hunne vree- § selijke pijnen wilt verlossen,

Dat Gij alle overledene geloovigen van -hunne straffen wilt vrijspreken, S Dat Gij U over hen, die geene bij- =-zondere voorbidders op deze wereld o hebben, wilt ontfermen, ó

Dat Gij hun verlangen wilt vervullen, S Dat Gij hen onder het getal der uitverkorenen wilt aannemen.

Koning der ontzaggelijke heerlijkheid,

-ocr page 287-

overledene geloovigen. 365 Zoon Gods, wij bidden U, verhoor ons. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, g'eef hurt rust.

Lam Gods, dat wegneemt de zouden der

wereld, geef hun rust.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, geef hun de eeuwige rust. Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, ontferm IJ onzer.

Onze Vader, enz.

v. En leid ons niet in bekoringen, k. Maar verlos ons van den kwade. Amen. v. Van de poorten der hel,

k. Verlos, Heer, hunne zielen.

v. Heer! verhoor mijn gebed,

k. En mijn geroep kome tot U.

LAAT ONS BIDDEN.

6 God, Schepper en Verlosser van alle geloovigen ! verleen aan de zielen uwer dienaren en dienaressen vergeving van al hunne zonden; opdat zij de kwijtschelding, waarnaar zij altoos verlangden, op ons ootmoedig smeeken mogen verwerven. Amen.

-ocr page 288-

366 LITANIE VOOR DE OVERLEDENEN.

Gebed tot lafenis der Q-eloovige zielen.

Almagtige God , die iu don heiligen begraafdoek, in welken uw allerheiligste ligchaam door Josef van Arimathea, nadat het van het kruis was afgedaan, is begraven geworden, ons de teekenen van uw lijden nagelaten hebt : verleen ons en al de zielen in het vagevuur , door uwe barmhartigheid, en door de verdiensten van uwe begrafenis, dat wij mogen komen tot de glorie uwer zegepralende verrijzenis. Die leeft en heersclit, met den Vader, in de eenheid van den heiligen Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

-ocr page 289-

OVER W E G I ^ G E ]NT tot gedachtenis

VAN ALLE GELOOV1GE ZIELEN.

OP ALLERZIELEN-DAG.

Deze dag is door de Kerk ingesteld, om voor al de zielen, die in het vagevuur zijn, in liet algemeen gebeden te storten.

1. Zouden wij ons niet kunnen beijveren om do inzigten der Kerk te ondersteunen ? Zij ademen eene zoo hartroerende liefde ! De zielen, voor welke die zorgvuldige Moeder onze gebeden eu goede werken verzoekt, zijn onze broeders in Jesns Christus; wij zijn met haar vereenigd door de gemeenschap der Heiligen. Met hoe veel ijver moeten wij niet medewerken aan hare verlossing, en haar geluk pogen te verhaasten ! Weigeren wij haar de diensten niet, welke do godsvrucht en het mededoogen ons verpligten haar te bewijzen, en welke wij zeiven eenmaal mot zoo vurige verlangens van de liefde der geloovigen zullen wenschen te ontvangen. Twijfelen wij niet, ofdiezielenzullen, wanneer zij de opperste gelukzaligheid genieten, alles inspannen

-ocr page 290-

268 OP ALLEKZIELEN-DAG.

om ons cle vergelding te verwerven van

hetfiene wij voor haar zullen gedaan hebben.

II. Denken wij, ten einde ons medelijden op te wekken, dat de pijnen en smarten, welke deze heilige zielen lijden, uitermate groot zijn; want de fouten , welke zij boeten, ontsteken den toorn van God, en win /can heseffen, hoe verre zijne verbolffenJieidgaat? riep David uit. quot;Weet, zegt de H. Augustinus, dat al de rampen , die het lijdend mensehdom drukken, al wat de boetelingen der eerste Kerk in strengheid op fumue ligehamen hebben uitgeoefend, al de folteringen welke de beulen aan de grootste misdadigers hebben doen ondergaan, al de pijnigingen welke de haat der dwingelanden heeft kunnen uitvinden, om hunne woede tegen de martelaren te kunnen voldoen, weet dat dit alles niet in vergelijking komen kan met de folteringen, welke de zielen lijden, die in het vagevuur zijn. Voeg hier eindelijk de wreedste der straifen bij , namelijk de berooving van het aanschijn en van het bezit van fiod, die zich aan haar dringend verlangen onttrekt, en die haar, bij elke verheffing, weike zij tot hem doen, in hare droevige ballingschap terug stoot. Geef mij, zegt de H. Augustinus , eene minnende ziel, en zij zal al de strengheid dezer smart (jevoelen.

-ocr page 291-

OP ALLEE ZIELEN-DAG. 26S)

UI. Trekken wij zeiven nut uit de bemerkingen , welke deze dag van rouw ingeeft. Beschouwen wij, welken gruwel wij van de zonden moeteu opvatten, daar eene fout, ofsehoon slechts ligt, zoo streng in het andere leven gestraft wordt. Beschouwen wij, volgens den heiligen Apostel Petrus , dat de regtvaardige zelf slechts met moeite zal zalig zijn; dat al wat niet reiu genoeg zal bevonden worden, volgens do woorden van het Evangelie, er niet zal uitgaan, voor dat de laatste penning zal betaald zijn.

IV. Laten wij dikwijls, met de gedachten , in deze met de schaduwen des doods overdekte ptaatsen, in de graven, waarin geslachten op geslachten gedolven zijn, nederdalen; en stellen wij ons daar, bij die droevige verwoestingen van het mensch-doni, bij die graven, reeds geopend om onze sterfelijke overblijfselen in te zwelgeu, stellen wij ons daar levendig voor oogen de kortstondigheid onzer dagen , en de nietigheid der aardsche zaken... Hoe indrukwekkend is die stilte der graven!... God alleen is groot! Alles hier op aarde is, buiten de dienst des lleeren, buiten de zorg van onze ziel, voor do eeuwigheid geschapen , niets dan ijdelheid.

-ocr page 292-

VOOR

a3

NA HET EERSTE TIENTJE VAN DEN ROZENKRANS.

Priester. Laat ons bidden voor de iu den Heer gestorvene dienaren en dienaressen van God; bijzonderlijk voor onze ouders, bloedverwanten en weldoeners.

volk. Hoer! geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige lieht verlichte hen. vr. Heer! verhoor mijn gebed.

vk. En laat mijn geroep tot 1. komen.

GEBED.

Verlos, o Heer! de zielen uwer dienaren en dienaressen; opdat zij, na van de wereld afgestorven te zijn, bij U eeuwig leven , en vergeving aller misdaden en verkeerde handelingen, welke zij uit niensche-lijke zwakheid begaan hebben , door uwe eindelooze goedertierenheid en barmhartig-

-ocr page 293-

rozenkrans voor de overledenen. 271 heid mogen erlangen ; wij bidden U hierom, o Iteer! door het bloed en angstzweet, dat uw goddelijke Zoon voor ons vergoten heeft, die met U leeft en regeert, in eenigheid des heiligen Geostes, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

NA HET TWEEDE TIENTJE VAN DEN ROZENKRANS.

pk. Uit de diepten roep ik, o Heer, tot U : Heer! verhoer mijne stemme.

vk. Laat uwe ooren merken op de stem mijner smeeking.

pk. Heer! verhoor mijn gebed.

vk. En laat mijn geroep tot U komen!

(1 e b e d.

o God, Schepper en Verlosser aller geloo-vigen! verhoor ons smeekgebed, en schenk, door uwe oneindige liefde eu barmhartigheid, aan de zielen uwer uit dezen tijd geseheiden dienaren (dienaressen,) de genadige vergeving aller overtredingen en misdaden, waardoor zij de gestrengheid uwer goddelijke geregtigheid in de andere wereld verdiend hebben. Laat haar voor uwen goddclijken regtcrstoel genade en barmhartigheid vinden, en, door de smartelijke geeselmg en de oneindige verdiensten van Jesus Christus, de eeuwige rust en zaligheid erlangen. Amen.

-ocr page 294-

KOZENKEAKS VOOR BE

NA HET DERDE TIENTJE VAN DEN ROZENKKAKS.

pk. Wanneer Gij, o Heer! de zouden wilt gadeslaan, wie zal dan kunnen bestaan?

vk. Doch bij U is vergeving; en wegens uw gebod, wacht ik op U, o Heer!

pk. Heer! verhoor mijn gebed.

vk. En laat mijn geroep tot U komen.

GEBED.

Groote eu almagtige God! Eegter der levenden en doodcn! voor wiens aange-ligt wij allen na eeu kortstondig leve» verschijnen en rekenschap moeten geven van ouze werken en handelingen : neem ons smeekgebed dan aan voor de zielen uwer dienaren en dienaressen, welke in de wegen uwer geboden gewandeld hebben, maar uithoofde van bijgebleven gebreken in het oord der tijdelijke pijnen worden gehouden; opdat zij zich spoedig mogen verheugen over de eeuwige gelukzaligheid, door dc smartvolle kroouing onzes Heeren en Verlossers; die met U leeft en regeert, in eenigheid des heiligen Geestes, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

272

-ocr page 295-

overledenen.

SA HET VIERDE TlOT.Tt VAN DKN ROZENKRANS.

pk. Mijne ziel verlaat zich op het woord des Heeren; mijne ziel hoopt op den Heer.

vk. Van de morgenwake tot in den nacht, zal Israël op den Heer hopen.

pk. Heer! verhoor mijn g-ebed.

vk. En laat mijn geroep tot U komen.

GEBED.

Almagtige, eeuwige God, in wiens hand leven en dood zijn : wij vallen voor uw allerheiligste aangezigt neder, en smeeken in diepe ootmoedigheid om uwe gronde-looze goedertierenheid en barmhartigheid , voor de zielen uwer overledene dienaren en dienaressen, die, ofschoon in uwe genade van deze wereld geseheiden zijnde, echter voor hunne ongeboete ttebreken en zouden nog in de eeuwigheid lijden. Wij bidden U hierom, door het kruis dat uw goddelijke Zoon voor ons arme zondaren gedragen heeft; die met L leeft en regeert, in eenigheid des heiligen Geestes, God van eeuwigheid tot eeuwigheid

NA HET VIJFDE TIENTJE VAN DF.N ROZENKRANS.

pk. Bij den Heer is barmhartigheid en overvloedige verlossing,

)b

273

-ocr page 296-

374 gebeden voor

vk. En Hij zal Israël verlossen van al zijne zonden.

pk. Heer! verhoor mijn gebed.

vk. En laat mijn geroep tot U komen.

GEBED

Heer, almagtige God, hemelsehe Vader! ons geloof en onze hoop zijn onwankelbaar op uw heilig woord gegrond, dat onze zielen door den dood niet vernietigd worden, en zelfs onze ligchamen aan geene eeuwige verrotting onderworpen zijn. Laat onze verzuchtingen en gebeden voor de verlossing uwer dienaren en dienaressen, die wegens geringere gebreken nog in de plaats der zuivering lijden en voldoen moeten, tot uwen troon opstijgen; opdat zij, voor welke uw geliefde Zoon , onzen Heer en Heiland Jesus Christus, de martelingen des kruises geleden, en den bittersten dood ondergaan heeft, zich spoedig in TJ mogen verheugen. Door Jesus Christus onzen Heer, die met U leett en regeert, in eenigheid des heiligen Geestes, God van eeuwigheid lot eeuwigheid. Amen.

-ocr page 297-

OVEELEDENEX.

L IJ K • P S A L M.

(Bij het hecjraven.)

1. Geloofd zij God! ook over onze kei'k-hoven waakt Hij — Hij is in de graven, zoo wel als iu de huizen.

3. Alleen het doode ligchaam is aan het bederf onderhevig. De ziel bederft niet, — zij leeft eeuwig.

3. Ook het ligehaam zal niet altijd dood blijven; door goddelijke kracht staat het eens weder op.

4. Gelijk thans de doodgraver met zijnen schop daar slaat, zoo zie ik eens den Engel met de bazuin daar staan.

5. Geloofd zij God, dat Hij onzen vriend christelijk liet sterven! — Hij zal hem weder opwekken uit het rijk der dooden.

6. Geloofd zij Jesus, die hem in den strijd des doods niet verliet! — Mij zal hem oordoelen in den oordeelsdag.

7. Zalig iiij, die in den* Heer ontsliep. — Hij at met ons des Heilands ligehaam, en dronk met ons zijn bloed. Hij werd door het engelen brood gesterkt op den weg der zaligheid.

8. Gelijk het witte kruis op de doodkist, zoo schittert ook de hoop der opstanding op het aangezigt des gestorvenen.

9. Wij nemen geen afscheid, broeder! neen,

375

-ocr page 298-

27f) GEBEDEN VOOK OVERLEDENEN.

«ij scheiden uiet. — Dra, dra zullen wij ook hier bij u verzameld zijn.

10. En zoo snel als de bliksem door de lucht, zal, op des Heeren grooten dag, het leven weder in onze beenderen dringen.

11. Eer zij Gode in de hoogte; en rust hier in de diepte, in de graven, u — en allen, die hier onder rusten.

ALS MEN VAN HET K KRK1101 HUISWAARTS KEERT.

Zoo als ik thans weder huiswaarts keer, zoo zal ik niet altoos van het kerkhof wederkeeren. Eens zal men mij ook grafwaarts dragen, en dit omhangsel, hetwelk ik nu nog mijn ligchaam noem, in den schoot der aarde leggen. Maar u, mijn onsterfelijke geest! n zal men in het graf niet opsluiten; gij , gij begeeft u dan naar uwen Vader, keert naar uw eigenlijk vaderland terug. — Vader! zuiver thans dezen onsterfelijken geest, opdat hij eens zuiver tot U kome, en in uw genot zijne zaligheid vinde.

-ocr page 299-

TBEUKGEKAKTG DER KEKK. XD IE 3

6 Dag van gramschap, eind' der dagen. Waar Gods Profeten van gewagen.

Waarop het aardsche zal vergaan, Ach! welk een schrik zal ons beknellen. Als God zal komen oordeel vellen

Eu alles stipt zal gadeslaan! Bazuiu-geschal zal grafwaarts dringen, Door wonderklank de dooden dwingen.

Te komen voor het hoogst geregt. En dood en wereld zal dan beven, Wanneer men rekenschap moet geven

Van alle schuld daar voorgelegd. Een boek zal eiken sterv'ling tooncn, Hoe God zal straften, of beloonen, Wat hier door hem bedreven is. God zal dan alles openbaren,

Zelfs daden, die verborgen waren,

In eenen nacht van duisternis.

Welk smeekgebed zal ik dan bidden? Wie treedt dan voor mij in het midden Bij hem, voor wien ik reeds bezwijk? o Heer! voor wien de heem'leu beven, VVien wraak, maar ook genade omzweven. Ach! red mij; schenk mij't hemelrijk! Werp, schoon ten vonnis uitgetogen, ö Jesus! uit d'aznren bogen.

Een blik terug op Goigotha.

-ocr page 300-

378 TREURGEZANG VOOR OVERT.EDENEN'. Vermoeid cn mot het kruis beladen, Kwaamt Gij voor mij op doukre paden,

Sticrft Gij deu dood tot mijn gena': Eegtvaardig Kegter onzer daden !

Schenk mij, o heilbron van genaden!

Vergeving, eer die dag aanbreekt. Beschaamd laat ik het hoofd reeds hangen, Besef van schuld gloeit op mijn' wangen:

Spaar mij, die om vergeving smeekt. Dat Gij Maria hebt vergeven. Den moorder sehonkt aan 'tkruis het leven,

Geeft hoop aan mijn beangstigd hart. Heer! sla 't onwaardig smeeken gade. Bevrijd mij dan, eer 'r, is te spade.

Van 't eeuwig vuur en helsehe smart. Ach! wil mij, dien Gij hebt geschapen. Doen stellen onder uwe schapen. En plaatsen aan uw regter zij. Is 't helsch verblijf aan snoode horden Van duivelen ten deel geworden.

Roep mij dan in der zaal'gen rij. Ik hef, bekneld door aardsche banden. Heer! tot U biddend mijne handen.

Zorg voor mijn eind' — lioor mijn gebed ! Dat, Heiland! op dien dag der dagen. Die 't gansch Heelal voor 't liegt zal dagen, Uwschild onsdekke, uw' liefde ons redd'.

-ocr page 301-

DER OVERLEDENEN.

Antipli. Ik zal den Heer behagen,

PSALM CXIV.

Ik heb den Heer lief; want Hij verhoort de stem mijns gebeds.

Hij heeft zijne ooren tot mij geneigd : en in mijne levensdagen zal ik Hem aanroepen.

De smarten des doods hadden mij omringd, en de gevaren der hel troffen mij.

Ik bevond mij in kwelling en in droefheid, en ik heb den naam des Heeren aangeroepen.

ó Heer! verlos mijne ziel; de Heer is barmhartig en regtvaardig; en onze God ontfermt zich.

Ue Heer bewaart de kleinen ; ik was vernederd en Hij verloste mij.

Keer weder, mijne ziel! tot uwe rust: want de Heer heeft u welgedaan.

Want Hij heeft mijne ziel verlost van

-ocr page 302-

2S0 GETIJDEN DER

(leu dood, mijne oogen vau de tranen, en

mijne voeten van den val.

fk zal den Heer behagen in het land der levenden.

Heer! geef Inm de eeuwige rust, en het eeuwige licht versehijne hun.

Anlijtlt. Ik zal den Heer behagen in het land der levenden.

Antipl. Wee mij! want mijne vreemdelingschap is verlengd.

PSALM CXIX.

Ik riep in mijne kwellingen tot den Heer : en Hij heeft mij verhoord.

Heer! verlos mijne ziel van de boozc lippen en van de valsehe tongen.

VV at zal de valsehe tong u geven, of wat zal zij u toevoegen?

Het zijn scherpe pijlen eens magtigen, en verwoestende kolen.

Wee mij! want mijne vreemdelingschap is verlengd; ik heb onder de inwoners van Cedar gewoond; mijne ziel is zeer lang in bal'ingschap geweest.

Met hen die den vrede haten, was ik vreedzaam : als ik hen toesprak , stonden zij tegen mij op zonder oorzaak.

Heer! geef hun de eeuwige rust, enz.

Anliph. Wee mij! want mijne vreemdelingschap is verlengd.

Aniiph, De Heer beware u.

-ocr page 303-

OVERLEDEN-EN.

PSALM CXX.

Ik heb mijne ocgen opgeheven naar de bergen, van waar mijne lui lp komen zal.

Mijne hulp is van den Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft.

Hij zal uwen voet niet laten struikelen : die u bewaakt zal niet sluimeren.

Ziet, Hij zal niet sluimeren noch slapen , die Israël bewaakt.

De Hoer beware u: de Heer is uwe bescherming aan uwe regterhand.

Bij dag zal de zon u niet schaden, noch de maan bij nacht.

He Heer beware u voor alle kwaad : de Heer beware uwe ziel.

De Heer beware uwen ingang eu uwen uitgang, van nu af tot in eeuwigheid.

Heer! geef hun de eeuwige rust, enz.

Antiph. De Heer beware u voor alle kwaad : de Heer beware uwe ziel.

Antiph. Indien Gij, Heer! enz.

PSALM CXX1X.

Uit de diepte, enz. zie hladz. 55.

Heer! geef hun de eeuwige rust, enz.

Antiph. Indien Gij, Meer, de boosheden gadeslaat. Heer! wie zal bestaan?

Antiph. Heer! versmaad toch, — enz.

381

-ocr page 304-

OETLTDEX DEE

PSALM CXXXVII,

Ik zal U belijden Heer! uit geheel mijn hart : omdat Gij de woorden mijns monds gehoord hebt.

In het aanzien der Engelen zal ik U lof zingen ; ik zal U aanbidden in uwen heiligen tempel en uwen naam belijden.

Om uwe barmhartigheid en uwe waarheid : want Gij hebt uwen heiligen naam boven alles verheerlijkt.

Op welken dag ik U aanroepe, verhoor mij : Gij zult de kracht in mijne ziel vermeerderen.

Dat alle koningen der aarde U belijden, Heer! want zij hebben al de woorden uws monds gehoord.

En dat zij zingen in de wegen des Heeren ; want de glorie des Heeren is groot.

W ant de Heer is hoog verheven, eu Hij ziet op de nederigen : en de hoog-moedigen kent Hij van verre.

Al wandel ik te midden der kwellingen, zult Gij mij liet leven behouden : en tegen de gramschap mijner vijanden hebt Gij uwe hand uitgestrekr,, en uwe regterhand behoudt mij.

De Heer zal het voor mij vergelden; Heer! uwe barmhartigheid is eeuwig-

283

-ocr page 305-

OTEP.LEDENEN. 283

durend; versmaad toch het werk uwer handen niet

Heer! geef hun de eeuwige rust, enz.

Antiph. Heer! versmaad toch het werk uwer handen niet.

v. Ik hoorde eene stern van den hemel, tot mij zeggende ;

R. Zalig zijn de dooden, die in den Heer sterven.

VOOR DEN LOr;:.VNG VAX MARIA.

Antiph. Al wat de Vader mij geeft, — enz.

MAGNIFICAT.

Mijne ziel verheft den Heer.

En mijn geest juicht in God, mijnen Zaligmaker.

Omdat I lij de nederigheid zijner dienstmaagd heeft gadegeslagen : want zie, van nu af zullen alle volkeren mij zalig noemen.

Want Hij heeft aan mij groote dingen gedaan, Hij die magtig is; heilig is zijn naam.

En zijne barmhartigheid strekt zich uit door alle geslachten, over degenen die Hem vreezen.

Hij heeft krachtige dingen door zijnen arm gedaan ; Hij heeft de hoovaardigen verstrooid door de gedachten hunner harten.

-ocr page 306-

384 getijden der

Üo magtigeu licoft Hij van den zetel afgestooten : en de ootmoedigen heeft Hij verheven,

De hongerigon heeft Hij met goederen vervuld, en de rijken heeft Hij ledig weggezonden.

Hij heeft Israël, zijnen dienaar, opgenomen : gedachtig zijnde aan zijne barmhartigheid.

Gelijk Hij tot onze vaders gesproken heeft : tot Abraham en zijn zaad in eeuwigheid.

Heer! geef hun de eeuwige rust, enz.

Antiph. Al wat de Vader mij geeft, zal tot mij komen ; en die tot mij komt, zul ik niet verwerpen.

Onze Vader, enz. {knielende, gelijk mede de volgende psalmen.)

v. En leid ons niet in bekoring.

a. Maar verlos ons van den kwade.

psalm cxt.v. 1

Loof den Heer, mijne ziel! ik zal den Heer loven in mijn leven, ik zal mijnen God lofzangen zingen, zoo lang als ik liet aanwezen zal hebben.

1

Als men de Vigiliën met de drie Xocturnen of negen Lessen leest, wordl de Psalm Tooft den lieer, mijne ziel, enz. niet gelezen, maar wel de drie Verzen, Responsoriën en het Gebed.

-ocr page 307-

OVERLEDENEN. 385

Betrouwt toch uiet op de vorsten, noch op de kinderen der menschen, in welke geene behoudenis is.

Hun geest zal er uitgaan, en zij zullen tot lurnne aarde wederkeeren; en op dien dag zullen al hunne gedachten ver-gaan.

Zalig is hij, die den God van Jacob tot zijnen helper heeft : die zijn betrouwen stelt op den Heer zijnen God, die hemel en aarde, de zee cn al wat er in is, gemaakt hoeft.

Die getrouw blijft in eeuwigheid; die de vefdrukten regt doet; die den honge-rigen spijs verleent.

'Dc Heer ontbindt do gevangenen : de Heer maakt dc blinden ziende.

Dc Heer rigt de nedergestootenen op ; de Heer bemint dc rcgtvaardigen.

De Heer bewaart dc vreemdelingen ; weduwen en wcczcn zal Hij beschermen, cn de wogen dor zondaars zal Hij verwoesten.

De Heer zal regecron in eeuwigheid : uw God, o Sion, van geslachte tot geslachte.

Heer! geef hun dc eeuwige rust, enz. v. Van dc poorten der helle.

a. Verlos, Heer, hunne zielen.

v. Dat zij rusten in vrede.

a. Amen,

-ocr page 308-

386 GETIJDEN DEE

v. Heer! verhoor mijn gebed, u. En mijn geroep kome tot U.

GEBED VOOR BISSCHOPPEN OF PRIESTERS.

ö God, die uwen dienaar N. tot de waardigheid vau Bisschop (o/van Priester) verheven hebt, hem deel gevende aan het Priesterschap der Apostelen : geef ook dat hij met hen de hemelsche glorie eeuwig genieten moge. Door onzen Heer Jesus Christus. Amen.

GEBED VOOR EEN MANSPERSOON.

Verhoor, o Heer! de gebeden, door welke wij uwe barmhartigheid ootmoedig smeeken, dat Gij de ziel' van uwen. dienaar X. die Gij uit deze wereld geroepen hebt, in hot verblijf van vrede en licht plaatsen wilt, en haar in de glorie uwer Heiligen doet dealen. Door Jcsus Christus, onzen Heer. Amen.

GEBED VOOR KENK VEOnWELMKE OVERLEDENE.

Heer, die oneindig goed zijt! wij smeeken U, ontferm U over de ziel uwer dienaresse N. en geef haar deel aan de eeuwige zaligheid, nadat Gij haar vau d.e besmetting dezes sterfelijken levens verlost

-ocr page 309-

OVEELEDENEN. 287

hebt. Dit bidden wij, door Jesus Christus onzen Heer. Amen.

GIBED VOOK VRIEKDEN EN WELUOENERS.

6 God, die den zondaren vergiffenis schenkt, en behagen schept in de zaligheid der menschen : wij smeeken uwe barmhartigheid, door de voorspraak van de gelukzalige Maria altijd Maagd, en van al uwe Heiligen, dat Gij onze broeders, bloedverwanten en weldoeners, welke uit deze wereld gescheiden zijn, tot de eeuwige gelukzaligheid toelaten wilt. Door Jesns Christus onzen Heer. Amen.

GEBED VOOR ALLE GKI.OOVIGE ZIELEN.

o God , Schepper en Verlosser van alle geloovigen! schenk aan al uwe dienaars en dienaressen vergiffenis van al hunne zonden; opdat zij de genadige kwijtschelding , daar zij altijd naar verlangd hebben, door onze ootmoedige gebeden mogen verwerven. Gij, die leeft en regeert, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

GEBED VOOR VADER OF MOEDER.

o God, die ons bevolen hebt vader en moeder te eeren; ontferm U over de ziel mijns vaders {of mijner moeder, of over de zielen mijner ouders. Vergeef zijn (hare

-ocr page 310-

388 getijden der

of hunne) zonden, cn geef düt ik hem (haar of hen) eenmaal in het verbhjt der eeuwige glorie aanschouwen moge. Uooi Jesus Christus onzen Heer. Amen.

GEBEB or DEN STEMDAG.

Heer' wij bevelen U de ziel aan van uwen dienaar (of van uwe dienaresse) X.; opdat hij (zij) de wereld afgestorven zijnde, bij U leven moge : en het gene wat hij (zij) door de krankheid der mensehelijke handelingen misdreven heeft, door uwe o-enadige goedertierenheid moge uitge-wiseht'worden. Door Jesus Clinstvis onzen Heer. Amen.

GEBED Oi' KEN JAARGETIJDE.

O God, aan wien het eigen is te sparen en genadig te zijn : verleen aan de zielen uwer dienaren en dienaressen, welker jaargetijde wij houden , de plaats van verkoeling, de rust der zaligheid en don li ter des eeuwigen liehts. Hoor Jesus Chus-tus, onzen Heer. Amen.

v. Heer! geef hun (haar) de eeuwige

a. En dat liet eeuwige licht hun (haar)

verschijne. . ,

v. Dat hij (zij) ruste in vrede.

a. Amen,

'

.

-ocr page 311-

OVERT,EDFATvX.

TE .METTEN.

Invitatorium. Do Koning, voor wien alles leeft: komt, laat ons Hem aanbidden.

Andermaal. Tgt;amp; Koning, voor wien alles leeft : komt, laat ons Hem aanbidden.

psalm xciv.

Komt, laten wij ons verblijden voor den Heer : laat ons juichen voor God onzen behoeder ; laat ons zijn aanschijn te gemoct gaan, met lof en met psalmen, Hem vrolijk lofzingen.

De Koning, voor wien alles leeft: komt, laat ons Hem aanbidden.

Want de Heer is een groote God , en een Koning boven alle goden : want de Heer zal zijn volk niet verstooten; want al de grenzen der aarde zijn in zijne hand, en Hij overziet de hoogten der bergen.

Komt, laat ons Hem aanbidden.

De zee behoort Hem toe , en Hij heeft haar gemaakt, en zijne handen hebben

t Dit Invifatorie leest men op Allerzielendag, en als men drie Noctnrnen leest : anders begint men de Antiplioon en Psalm van den da?, b. v. maandag en donderdag de eerste Nocturne, dingsdag en vrijdag de tweede, en woensdag en zaturdag de derde,

19

389

-ocr page 312-

290 GETIJDEN' DER

de aarde toebereid. Komt, laat ons aanbidden en neder vallen voor God : laat ons weenen voor den Heer, die ons gemaakt heeft; want Hij is de Heer, onze God en wij zijn volk, en de schapen zijner weide.

De Koning, voor wien alles leeft; komt, laat ons Hem aanbidden.

Heden, als gij zijne stem hoort, verhardt toch uwe harten niet, gelijk ten tijde der verbittering, ten dage der terging m de woestijn, alwaar uwe vaders mij getergd hebben ; en mij beproefd en mijne werken gezien hebben.

Komt, laat ons Hem aanbidden.

Veertig jaren lang was ik nabij dit geslacht en zeide ; altijd dwalen zij met het hart ; en mijne wegen hebben zij niet gekend. Daarom heb ik in mijne gramschap gezworen , dat zij in mijne rust niet zullen ingaan. , , r. ,

De Koning, voor wien alles leeit; komt, laat ons Hem aanbidden.

Heer ! geef hun de eeuwige rust.

En dat het eeuwige licht hun verschijne.

Komt, laat ons Hem aanbidden.

De Koning, voor wien alles leeft; komt, laat ons Hem aanbidden.

-ocr page 313-

ovehiedenex.

KERSTE NOCTUENE. ( nachtwaak. ) Aniiph. O Heei !

psalm v.

Luistev naar mijne woorden : Heer! let op mijn geroep.

Luister naar de stem mijns gebeds, o mijn Xoning eu mijn God! want tot U zal ik bidden, Heer! van 's morgens vroeg zult Gij mijne stem hooren.

Van 's morgens vroeg zal ik voor U staan en beschouwen; want Gij zijt geen God die de ongeregtighoid begeert.

Ook zal de boosaardige bij U geeue woonplaats vindon : en de onregtvaardigeu zullen voor uwe oogen niet bestaan.

Gij haat allen die onregt bedrijven : die leugentaal spreken zult gij vernielen.

i)c Heer heeft een' gruwel van den bloodgierigen en van den bedrieger; maar ik zal, door de grootheid uwer barmhartigheid, ingaan in uw huis.

ik zal U aanbidden in uwen heiligen tempel, in uwe vrees.

Heer! geleid mij in uwe geregtigheid, om mijner vijanden wil; maak dat mijn handel regt zij voor uw aanschijn.

Want er is geen waarheid in hunnen mond : hun hart is vol ij delheid.

291

-ocr page 314-

293 GETIJDEN DEE

Hunne kcol is een open graf : hunne tong gebruiken zij om te bedriegen ; vonnis hen , o God!

Laat hen van hunne gedachten vervallen, om de menigvuldigheid hunner boosheden; want zij hebben XJ, o Heei ! ge-

tergd. IT , . ,

Maar laat allen, die m U hopen, zieh verblijden. In eeuwigheid zullen zij zich verheugen, en Gij zult in hun wonen.

Allen die uwen naam beminnen, zullen op U roemen : want Gij zult de regt-vaardigen zegenen.

Heer! Gij hebt ons met uwe goedgunstigheid als met een schild bedekt.

Heer! geef hun de eeuwige rust.

En dat het eeuwige licht hun versehijue. Anivph. o Heer! maak dat mijn handel reo-t zij voor uw aanschijn.

quot;Antiph. Wend U tot mij, Heer!

PSALM VI.

Heer! straf mij niet in uwen toorn.

enz. zie hladz. 45.

Heer! geef hun de eeuwige rust. En dat liet eeuwige licht hun versehijue. Antiph. Wend U tot mij, Heer ! en verlos mijne ziel : want er is niemand m den dood die uwer gedachtig is.

Antiph. Opdat hij niet. enz.

-ocr page 315-

OVERLEDENEN.

PSALM VII.

Heer, mijn God ! op Ü heb ik mijuc hoop gesteld : verlos mij van al mijne vervolgers en behoud mij.

Ópdat hij niet g'elijk een leeuw mijne ziel roove; terwijl er niemand is om mij te verlossen of te behouden.

Heer, mijn God! heb ik zulks gedaan, of zijn mijne handen met onregtvaardig-heid bevlekt?

Of heb ik met kwaad beloond, die mij met kwaad betaalden, zoo moet ik te regt, van alles ontbloot, onder mijne vijanden bezwijken.

Dat dan mijn vijand mij vrij vervolge, dat hij mij achterhale; dat hij mij onder zijne voeten werpe en het leven beneme, en mijne eer tot stof make.

Sta op, Heer ! in uwe gramschap ; verhef uwe magt tusschen de palen uwer vijanden.

Sta op , o Heer, mijn God! volgens het bevel, dat Gij uitgesproken hebt; en de vergadering der volkeren zal U omringen.

Om hunnentwil verhef U weder : do Heer zal de volkeren regt doen.

Oordeel mij, o Heer ! volgens mijne regtvaardighcid, en volgens de onschuld van mijnen handel.

293

-ocr page 316-

294 GETIJDEN DER

De boosheid der goddeloozen zal een einde nemen, maar de regtvaardigen zult Gij geleiden, o God! die de harten en nieren doorgrondt.

Mijne regtvaardige hulp is van den Heer; want Hij behoudt degenen die opregt van hart zijn.

God is een regtvaardige, sterke en langmoedige Eegter ; wordt Hij niet dagelijks tot gramschap verwekt ?

Indien gij u niet bekeert, zal Hij zijn zwaard opheffen ; Hij heeft zijnen boog gespannen en gereed gemaakt,

Hij heeft er doodelijke schichten op gesteld ; Hij heeft zich vurige pijlen toebereid.

Zie , hij (de zondaar) heeft voorgenomen onregt te doen : van smart ging hij zwanger, en ongeregtigheid heeft hij gebaard.

Hij heeft eenen put geopend en ontgraven ; en hij is gevallen in den kuil , dien hij gemaakt heeft.

Zijne smart zal op zijn hoofd weder-keeren : en zijne ongeregtigheid zal op zijn hoofd vallen.

Ik zal den Heer danken , om zijne regtvaardigheid, en ik zal lofzangen zingen, den naam des Heeren, ies Aller-hoogsten !

Heer! geef luui de eeuwige rust, enz.

Aniijj/i. Opdat hij niet, gelijk een leeuw,

-ocr page 317-

OVFELEDENEN. 295

mijne ziel roove, terwijl er niemand is om mij te verlossen.

v. Van de poorten der hel.

a. Verlos hunne zielen Heer!

Onze Vader, enz. (in stilte.)

EERSTE LES. job. VII.

Spaar mij, Heer! want mijne dagen zijn een niet; wat is de menseh, dat Gij hem verheft, of waarom - stelt Gij uw hart op hem? Gij bezoekt hem in den morgenstond , en aanstonds beproeft Gij hem. Hoe lang toeft Gij mij te sparen, en toe te laten dat ik mijn speeksel in-zwelge? Ik heb gezondigd ; wat zal ik U doen, o Behouder der mensehen ? Waarom hebt Gij mij tot het dool uwer gramschap gesteld , waardoor ik lastig aan mij zelve ben geworden ? Waarom neemt gij mijne ongeregtigheid niet weg? Zie, nu zal ik in het stof der aarde slapen, en als gij mij des morgens vroeg zoekt, zal ik er niet meer zijn.

a. Ik weet dat mijn Verlosser leeft : en dat ik in den laatsten dag uit het stof zal verrijzen : en in mijn vleesch zal ik God, mijnen Zaligmaker, aansehouwen.

v. Dien ik zelve zien zal en geen ander; cn mijne oogen zullen Hem aanschouwen.

-ocr page 318-

getijden' der

a. En in mijn vleescli zal ik God, mijnen Zaligmaker, aanschouwen.

TWEEDE LES. job. x.

Het verdriet mijne ziel te. leven : ik zal mijne woorden tegen mij laten gaan; ik zal in de bitterheid mijner ziel spreken, en tot God zeggen : veroordeel mij toch niet. Geef mij te kennen , waarom Gij aldus met mij handelt. Dunkt het ü goed te zijn, dat Gij mij bezwaart, dat Gij mij, het werk uwer handen, verdrukt; en dat Gij de raadslagen der goddeloo-zen begunstigd? Hebt Gij vleeschelijke oogen ? Ziet Gij de dingen zoo als de menschen die zien? Zijn uwe dagen als de dagen eens menschen; en uwe jaren aan der menschen jaren gelijk , om onderzoek te doen naar mijne ongeregtigheid, en te vernemen naar mijne zonden ? Gij weet immers, dat ik niets ongoddelijks bedreven heb. Doch er is niemand die mij uit uwe hand kan verlossen.

a. 6 Heer, die Lazarus, toen lij reeds stinkende was, uit het graf hebt doen verrijzen: geef hun rust in de plaats dei-verzoening.

v. Gij die komen zult om levenden en dooden te oordeelen, en de wereld, door het vuur.

296

-ocr page 319-

overledenen. 397

a. Geef hun rust in de plaats der verzoening.

DERDE LES. .iob. x.

Uwe handen hebben mij gemaakt en mij van rondsonime de gestalte gegeven; en zult Gij mij zoo aanstonds vernietigen? Wees doch indachtig, bid ik U, dat Gij mij als potaarde gevormd hebt, eu mij tot stof hebt doen wederkeeren. Hebt Gij mij niet gemolken als melk en als kaas geronnen? Met vel en vleesch hebt Gij mij bekleed : met beenderen eu zenuwen hebt Gij mij zaamgehocht; fiij hebt mij het leven geschonken eu weldaden bewezen : en uwe zorg heeft mijnen geest bewaard.

a. Waar zal ik mij voor uw aangezigt verbergen, o Heer! als Gij de aarde zult komen oordeelen ; daar ik zoo zeer gezondigd heb ten tijde van mijn leven ?

v. Ik sta verschrikt over mijne misdaden en beschaamd voor uwe oogen; verwijs mij toch niet als Gij zult ten oordeel komen.

a. Daar ik zoo zeer gezondigd heb ten tijde van mijn leven.

v. Heer! geef hun de eeuwige rust : en dat het eeuwige licht hun verschijne.

a. Daar ik zoo zeer gezondigd heb, ten tijde van mijn leven.

-ocr page 320-

GETIJDEN' DER

TWEEDE NOCTURNE.

Jntiph. In de plaats der weide.

PSALM XXII.

De Heer bestuurt mij : niets zal mij ontbreken ; Hij beeft mij in eene goede weide gesteld.

Hij voedt mij in den omtrek van ver-frisschende wateren ; Hij verkwikt mijne ziel.

Hij geleidt mij op de wegen der regt-vaardigbeid, om zijnen naam.

Al ging ik ook in bet midden der schaduwen des doods : zou ik tocb niet vreezen, omdat Gij met mij zijt.

Uw stok en staf vertrooste mij.

Gij bebt in mijn aanschouwen eene tafel bereid, tegen die mij kwellen.

Gij hebt mijn hoofd vet gemaakt met olie : en boe kostelijk is mijn dronken-makende kelk.

En uwe barmhartigheid zal mij navolgen, al de dagen mijns levens.

Opdat ik wonen zoude in bet huis des Heeren! tot de langheid der dagen.

Heer! geef bun de eeuwige rust.

En dat bet eeuwige Hebt bun versehijne.

Jntiph. In de plaats der weide heeft Hij mij gesteld.

398

-ocr page 321-

OVERLEDENEN'.

PSALM XXIV.

Anliph. Wil, Heer, de misdaden.

Tot U, Heer! heb ik mijne ziel opgeheven : mijn God ! in U heb ik betrouwen, ik zal niet beschaamd worden.

En laat mijne vijanden mij niet bespotten : want allen, die ü verbeiden, zullen niet beschaamd worden.

Laat ze beschaamd worden allen, die onregtvaardiajheden te vergeefs doen.

Toon mij , Heer, uwe wegen : en leer mii uwe palen.

Tiesehik mij in uwe waarheid . en leer mij ; want Gij zijt mijn God. mijn .Zaligmaker : in U heb ik verbeid den gehee-len dag.

Wees ffedachtia:, Heer. uwer genade en uwe barmhartigheden, die van het begin der wereld zijn.

De misdaden mijner jeugd , en mijner onwetendheden gelieft Gij niet te gedenken.

Naar uwe barmhartigheid , wees mij ge-daohtig , om uwe goedheid. Heer!

Zoet en rea't is dc Heer; daarom zal Hij eene wet geven aan hen, die in den wear misdoen.

Hij zal de zachtmoedigen beschikken in het oordeel ; Hij zal den goedertierenen zijne wegen leereu.

399

-ocr page 322-

300 GETIJDEN DEK

Al de wogen des Heeren zijn barmhartigheid en waarheid, aan die zijn verbond en zijne getuigenissen zoeken.

Om uwen naam, Heer! zult Gij mijne zonden genadig wezen : want die zijn veelvuldig.

Wie is de mensch die den Heer vreest? eene wet heeft Hij hem gesteld, in den weg, dien hij gekozen heeft.

Mijne ziel zal in goede dingen wonen : en zijn zaad zal de aarde erven.

De Heer is eene vastigheid dergenen die Hem vreezen ; en zijn verbond is om het hen te laten weten.

Mijne oogen zijn altijd tot den Heer; want Hij zal mijne voeten uit den strik trekken.

Zie op mij, en ontferm U mijner ; want ik ben eenig en arm.,

De benaauwdheden mijns harten zijn vermenigvuldigd; van mijne noodwendigheden verlos mij.

Zie aan mijne ellende en mijnen arbeid, en vergeef mij al mijne misdaden.

Aanzie mijne vijanden, want zij zijn vermenigvuldigd; en met eenen ongereg-tigen haat, haten zij mij.

Bewaar mijne ziel, en verlos mij : ik zal niet beschaamd zijn; want ik heb in U gehoopt.

-ocr page 323-

OVERLEDEVEX. 301

ó God! verlos Israël uit al zijuc verdrukkingen.

Heer! geef liuu de eeuwige rust, en dat het eeuwige lielit hun versehijne.

Antiph. Wil, Pleer, de misdaden mijner jeugd en mijner onwetendheden niet gedenken.

PSALM XXVI.

Antiph. Ik geloof de goederen des Heeren.

De Heer is mijn licht en mijne zaligheid : wien zal ik vreezen?

De Heer is de beschermer mijns levens : voor wien zal ik beven ?

Als de kwaaddoeners bij mij komen, om mijn vleesch te eten.

Die mij kwellen, mijne vijanden; zij zijn krank geworden en gevallen.

Als er krijgsheeren tegen mij staan, zal mijn hart niet vreezen.

Is het dat er een strijd tegen mij opstaat, daarin zal ik hopen.

Een ding heb ik van den Heer begeerd, dit zal ik verzoeken : dat ik mag wonen in het huis des Heeren, al de dagen mijns levens.

Opdat ik zien moge de wellusten des Heeren, en bezoeken zijnen tempel.

-ocr page 324-

303 GETIJDEN DEH

Want hij heeft mij verborgen in zijn tabernakel; in den kwaden dag heelt Hij mij beschermd, in hut verborgene van zijne woonplaats.

Op ecuo rots heeft hij mij verheven : en nu heeft hij mijn hoofd verheven boven mijne vijanden.

ik ben omgegaan, en ik heb geotterd in zijn tabernakel eene offerande des roepens (een danklied); ik zal zingen en den Heer met zangen vereeren.

Verhoor, Heer, mijne stem, waarmede ik tot U geroepen heh ; ontferm U mijner en verhoor mij.

Tot U heeft mijn hart gesproken; mijn aangezigt heeft Li gezocht; uw aanschijn, Heer, zal ik zoeken.

Wil uw aanschijn van mij niet afkee-ren, en wijk niet in uwe gramschap van uwen dienaar.

Wees mijn helper, verlaat mij niet, noch versmaad mij niet, o Ciod, mijn Zaligmaker!

V\ ant miju vader en mijne moeder hebben mij verlaten; maar de Heer heeft mij opgenomen.

Onderwijs mij, Heer! in uwen weg, en geleid mij m het regte voetpad, om mijne vijanden.

Lever mij niet in de handen dergenen die mij kwellen; want tegen mij zijn

-ocr page 325-

OVERLEDENEN'.

opgestaan boozc getuigen, uu tic boosheid heeft tegen zich zeiven gelogen.

Ik geloof ite goederen des Heercn in het land der levenden te zien.

Verwacht den Heer, en wees kloek ; uw hart worde versterkt, en verbeide den Heer.

Heer! geef hun de eeuwige rust, eu dat het eeuwige licht hun versclüjne.

Anliph. Ik geloof de goederen des Heeren in het land der levenden te zien.

v. De Heer stelle hen met de prinsen.

a. Mot de vorsten des volks.

Onze Fader, enz. (in stilte.)

VIEKDE LES. job. XII.

Antwoord mij, hoe groot is het getal mijner ongeregtigheden en zonden? Maak mij mijne overtredingen en misdaden bekend. Waarom verbergt Gij uw aangezigt voor mij, en beschouwt Gij mij als uwen vijand ? Gij toont uwe magt tegen een blad, hetwelk door den wind weggevoerd wordt; Gij vervolgt eenen dorren stoppel; Gij schrijft bitterheden tegen mij en wilt mij vernielen , om de zouden mijner jeugd ; Gij hebt mij in boeijeu gekneld ; Gij let op al mijne paden, en al mijne voetstappen slaat Gij gade : daar ik weldra vergaan zal als verrotting, en als een kleed zal worden, hetwelk door de motten gegeten wordt.

303

-ocr page 326-

304 getijden dee

A. Gedenk toch dat mijn leven niets is dan wind : het aangezigt der mensohen zal mij niet meer aanschouwen.

v. Uit de diepten hel) ik tot U geroepen : Heer! Heer! verhoor mijne stem.

a. Het aangezigt der mensohen zal mij niet meer aanschouwen.

VIJFDE LES. job. xiv.

De mensch, van eene vrouw geboren, leeft eenen korten tijd en is vol van ellenden. Hij verschijnt als eene bloem, en wordt straks vertreden. Als eene schaduwe vliedt hij, en blijft nooit in denzelfdeu staat. En gewaardigt Gij ü op eenen zoo-danigen uwe oogen te slaan en met hem in het regt te treden? Wie kan dengenen rein maken, die van onzuiver zaad ontvangen is? Zijt gij niet de eenige die zulks vermoogt? Kort zijn de dagen des men-schen : het getal zijner maanden is bij ü besloten; Gij hebt hem palen gesteld, welke hij niet kan te buiten treden. Wijk nog een weinig van hein, opdat hij ruste : tof dat hij, als een huurling, het ge-wenschte einde van zijnen dag bereike.

a. Wee mij, dat ik zoo zser gezondigd heb in mijn leven! Wat zal ik zondaar doen? Tot wien zal ik viugten dan tot U, o mijn God! wees mij genadig, als Gij komen zult, ten jongsten dage.

-ocr page 327-

overledenen. 305

v. Mijne ziel is zeer ontsteld; doch Gij. Heer! kom haar te hulp.

a. Wees mij genadig, als Gij komen zult, ten jongsten dage!

ZESDE LES. job. xiv.

Van vvien verkrijg ik, dat Gij mij in het graf beschermt en mij verbergt, tot dat uwe verbolgenheid is voorbijgegaan , en Gij mij eenen tijd stelt dat Gij mijner gedenkt? Meeat gij, dat een menseh, die gestorven is, weder leven zal ? Al de dagen, in welke ik nu strijde, zal ik wachten, tot dat mijne verandering komt. Gij zult mij roepen en ik zal U antwoorden ; Gij zult uwe regterhand toereiken aan het werk uwer handen. Ik weet wel. dat (jij al mijne voetstappen geteld hebt; maar wees mijner /.ondeu genadig!

a. Heer! gedenk mijner zonden niet, als Gij de wereld zult komen oordeelen door het vuur.

v. Heer! maak dat mijn handel regt zij voor uwe oogen.

a. Als Gij de wereld zult komen oordeelen door het vuur.

v. Heer! geef hun de eeuwige rust, en dat het eeuwige licht hun verschijne.

a. Als Gij de wereld zult komen oordeelen door het vuur.

20

-ocr page 328-

GETIJDEN DER

DERDE NOCTURNE.

Antiph. Het behage U, Heer!

PSALM XXXIX.

Wachtende heb ik den Heer verbeid, en Hij heeft op mij gelet.

Hij heeft mijne gebeden verhoord : Hij heeft mij uit den poel der ellende en uit de vuiligheid des slijks getrokken.

Hij heeft mijne voeten op eene steenrots gesteld, en mijne gangenregtgemaakt.

Hij heeft mij een nieuw gezang in den mond gegeven, een' lofzang voor onzen God.

Velen zullen, dit ziende, den Heer vragen en op hem hopen.

Zalig is de mensch, wiens hoop is in den naam des Heeren : die zijne oogen niet wendt naar ijdelheden of valsche dwaasheden.

o Heer, mijn God! Gij hebt menigvuldige wonderen verrigt : niemand is U gelijk iu uwe gedachten.

Ik heb ze verkondigd en er van gesproken ; zij zijn ontelbaar vermenigvuldigd.

Slagtoft'ers en spijsoffers hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt mij de ooren geopend.

306

-ocr page 329-

OVERLEDENEN. 307

Brandoffers en offeranden voor de zonden hebt Gij niet begeerd : toen zeide ik : zie, ik kom.

In het begin des boeks is van mij geschreven.

Dat ik uwen wil zou doen, mijn God! ik heb het begeerd, en uw wil is in het midden mijns harten.

Ik heb uwe regtvaardigheid verkondigd in eene groote vergadering; zie, mijne lippen zal ik niet verbieden ; Gij weet het, Heer!

Uwe regtvaardigheid heb ik niet in mijn hart verborgen; van uwe waarheid en zaligheid heb ik gesproken.

Uwe barmhartigheid en waarheid heb ik niet verborgen gehouden, voor de vergadering der menigte.

Gij dan. Heer, wend uwe barmhartigheid niet van mij af : uwe barmhartigheid en uwe waarheid hebben mij altijd behouden.

Want de ellenden die mij omringden zijn ontelbaar ; mijne ongeregtigheden hebben mij zoo overrompeld, dat ik ze niet overzien kan.

Zij zijn menigvuldiger, dun de haren van mijn hoofd; en mijn hart heeft mij verlaten.

Het behage U, Heer, mij te verlossen : zie op, om mij te helpen.

-ocr page 330-

308 GETIJDEN DEK

Dat. zij beschaamd worden en terugwijken, die mijne ziel zoeken om zc weg te nemen.

Dat zij met sehande terug gedreven worden, die mij kwaad willen.

Dat zij aanstonds hunne schande dragen, die mij zeggen : ha! ha!

Dat allen die LJ zoeken vrolijk en verheugd zijn over U; en dat zij die uwe zaligheid beminnen, altijd zeggen : de Heer zij verheerlijkt.

Maar ik ben behoeftig en arm : de Heer is mijn verzorger.

Mijn helper en mijn beschermer zijt Gij : mijn God, vertoef niet!

Heer! geef hun de eeuwige rust; enz.

Antiph. Het behage U, o Heer! mij te verlossen: Heer! zie op, om mij te helpen.

PSALM XL.

Antiph. Genees, Heer!

Zalig is hij die acht geeft op de be-hoeftigen en armen : in den kwaden dag zal de Heer hem verlossen.

De lieer beware hem en make hem levende: Hij make hem zalig op aarde, en levere hem niet over aan den wil zijner vijanden!

De Heer ondersteunc hem op het bed

-ocr page 331-

OVEKLEDENEN. 309

zijner smarten: Gij hebt zijn bed geheel omgesclmd in zijne krankheid.

Ik zeide : Heer! ontferm U mijner, genees mijne ziel; want ik heb tegen U gezondigd.

Mijne vijanden hebben kwaad van mij gezegd; wanneer zal hij sterven, en wanneer zal zijn naam vergaan ?

Als er iemand binnen kwam om te zien, dan sprak hij valsehelijk; zijn hart vergaderde boosheden voor zich.

Eu buitengaande sprak hij er van.

Al mijne vijanden mompelden tegen mij; tegen mij hebben zij kwaad gedaan.

Een misdadig woord hebben zij tegen mij besloten: zoii hij, die slaapt, wel weder opstaan'?

Zelfs de menseh mijns vredes, op ivien ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft, mij grootelijks vertreden.

Maar Gij, Heer, ontferm U onzer, en rigt mij weder op : en ik zal het hem vergelden.

Hieraan heb ik gezien, dat Gij mij genegen zijt; want mijn vijand zal zich niet verblijden over mij.

Maar Gij hebt mij om mijne onschuld ondersteund; Gij hebt mij vastgesteld voor uw aanschijn, in eeuwigheid.

Geloofd zij de Heer, de God van Israël)

-ocr page 332-

G ETIJBEX BER

van eeuw tot eeuw; dat het geschiede, dat het geschiede!

Heer! geef hun de eeuwige rust, enz.

Antiph. Genees, Heer, mijne ziel; want ik heb tegen ü gezondigd.

PSALM XLI.

Aniiph. Mijne ziel heeft dorst gehad.

Gelijk een hert verlangt naar de waterbronnen , zoo verlangt mijne ziel naar U, o God!

Mijne ziel heeft dorst gehad naar den magtigen en levenden God; wanneer zal ik komen en verschijnen voor Gods aanschijn?

Mijne tranen zijn mijn brood geweest dag en nacht; omdat men dagelijks tegen mij sprak : waar is uw God?

Als ik aan deze dingen dacht, heb ik mijne ziel in mij uitgestort; want ik zal overgaan tot de plaats van het wonderlijk tabernakel, tot het huis Gods.

Onder de stem van vreugde en lof, onder het geluid dergenen die feest houden.

Waarom zijt gij bedroefd, mijne ziel? waarom ontstelt gij mij?

Hoop op God; want ik zal Hem nog loven, de zaligheid mijns aangezigts en mijn God.

Mijne ziel is in mij ontsteld ; daarom

310

-ocr page 333-

OVEHXEDENEV. 311

zal ik aan U gedachtig: zijn uit het land der Jordaan en van Hermon; van het klein gebergte.

De eene afgrond roept den anderen onder het gedruis uwer watersluizen.

Al uwe hooge vloeden en golven zijn over mij gegaan.

Des daags heeft de Heer zijne barmhartigheid bevolen, en des nachts zijnen lofzang.

Ik zal tot God zeggen ; Gij zijt mijn beschermer.

Waarom hebt Gij mij vergeten, en waarom ga ik bedroefd als de vijand mij kwelt?

Als mijne beenderen vermorzeld werden, beschimpten mij mijne vijanden, die mij verdrukten.

Daar zij mij dagelijks zeiden : waar is uw God ?

Waarom zijt gij bedroefd, mijne ziel ? waarom ontroert gij mij?

Hoop op God; want ik zal hem nog loven, de zaligheid mijns aangezigts en mijn God.

Heer! geef hun de eeuwige rust, enz.

AntipJi. Mijne ziel heeft dorst gehad naar den magtigen en levenden God; wanneer zal ik komen en verschijnen voor Gods aaugezigt?

v. Lever hen, die U loven, niet over aan de wilde dieren.

-ocr page 334-

313 GETIJDEN BER

a. En vergeet niet eindeloos de zielen uwer ellendigen.

Onze Vader, enz. (111 stilte.)

ZEVENDE LES. job. xvii.

Mijn geest vermindert : mijne dagen worden verkort : voor mij blijft niets over dan het graf. Ik heb niet gezondigd : en evenwel ziet mijn oog slechts bitterheid. Heer! verlos mij en stel mij bij U, en dat dan ieders hand tegen mij strijde. Mijne dagen zijn verdwenen, mijne gedachten zijn verstrooid en pijnigen mijn hart. Zij hebben den nacht veranderd in den dag, en na do duisternis verlang ik wederom naar het licht. Maar, of ik al wachte, het graf zal mijne woning zijn; in de duisternis heb ik mijn bed gemankt. Tot de verrotting heb ik gezegd : gij zijt mijn vader; en. tot dc wormen ; gij zijt mijne moeder en zuster. Waar is dan nu mijne verwachting? en wie let op mijn wachten ?

a. Dewijl ik dagelijks zondig en gcene boetvaardigheid dcc, ontroert mij de vrees des doods : want in de hel is gecnc verlossing : ontferm U mijner, o God! en verlos mij.

6 God! behoud mij, om uwen naam; verlos mij door uwe kracht.

-ocr page 335-

OVERLEDENEN. 313

A. Want in de hel is geene verlossing : ontferm U mijner, o God! en behoud mij.

ACHTSTE LES. job. xix.

Mijn vleesch verteerd zijnde, kleeft mijn gebeente aan mijn vel; de lippen blijven alleen over mijne tanden. Ontfermt u mijner, ontfermt u mijner, gij ten minste mijne vrienden! want de hand des Heeren heeft mij getroffen. Waarom verzadigt gij ii met mijn vleeseh? Och, of mijne woorden wierden opgeschreven of in een boek aangeteekend, of met eenen ijzeren griffel op eenen looden plaat gesneden werden, ot' met eenen beitel in eenen harden steen uitgehouwen! Want ik weet dat mijn Verlosser leeft; en dat ik ten jongsten dage uit de aarde verrijzen zal : ik zal weder met mijn vel bekleed worden, en in mijn vleeseh zal ik mijnen God aanschouwen. Dien ik zien zal, ik zelve, cu niemand anders ; wien mijne eigene oogen zullen aanschouwen. Deze hoop is in mijnen boezem opgesloten.

a. Hoer! oordeel mij niet naar mijne werken ; ik heb niets gedaan voor uwe oogen, hetwelk waarde heeft ; daarom bid ik uwe opperste goedheid, dat Gij mijne boosheid wilt uitwisschen, o God!

v. Waseh mij nog meer van mijne

-ocr page 336-

•314 GETIJDEX DEK

ongeregtigheid, en reinig mij van mijne misdaden.

a. Daarom bid ik uwe opperste goed-lieid, dat Gij mijne boosheid wilt uitwis-scheu, o God!

NEGENDE LES. job. x.

Waarom hebt Gij mij uit de moeder voortgebragt ? ach ! of ik vernietigd ware geworden, zonder dat mij ooit iemand gezien had! Ik zou dan geweest zijn, als of ik niet bestaan had, en van de moeder ware weggedragen naar het graf. Zal de kortheid mijner dagen niet haast een einde nemen ? Gedoog dan dat ik mijne smart een weinig beweene ; alvorens ik henen ga, zonder terug te keeren naar dat duistere land, hetwelk overdekt is met de donkerheid des doods; een land van ellende en duisterheid, waar de schaduw des doods, waar geene orde maar eeuwigdurende afschrik woont.

v. Verlos mij, o Heer ! van de wegen der hel, Gij die de koperen deuren gebroken hebt, uwe dienaars bezoekende in den kerker der hel, en licht gevende, om U te aanschouwen, hun die in de pijnen der duisternissen waren.

a. Die riepen en zeiden : Gij zijt eindelijk gekomen, onze Verlosser!

-ocr page 337-

OVKRT.EBEN'EX. 315

v. Heer! geef hun de eeuwige rust, en dat het eeuwige licht hun verschijne.

a. Hun die in de pijnen der duisternissen waren.

Het volgende Responsorium leest men op Allerzielendag, en als drie Nocturnen gelezen worden.

a. Heer! verlos mij van den eeuwigen dood, in dien vreeselijken dag, als de hemelen en de aarde zullen beroerd worden : als Gij de wereld zult komen oor-deelen door het vuur.

v. Bevend ben ik geworden, en ik vrees als de onderzoeking komen zal en de toekomende gramschap.

a. Als de hemelen en de aarde zullen beroerd worden ; als Gij de wereld zult komen oordeelen door het vuur.

v. Die dag is een dag van gramschap , van benaauwdheid en ellende; een groote en zeer bittere dag.

a. Als Gij de wereld zult komen oordeelen door het vuur.

v. Heer! geef huu de eeuwige rust, enz. a. 6 Heer! verlos mij van den eeuwigen dood in dien vreeselijken dag , als de hemelen en do aarde zullen beroerd worden , als Gij de wereld zult komen oordeelen door het vuur.

-ocr page 338-

GETIJDEN DER

DE LAUDES.

PSALM L.

Antvph. Mijne vermorzelde beenderen.

Ontferm U mijner, enz. zie hlach. 50.

Heer! geef hun de eeuwige rust, euz.

Antipli Mijne vermorzelde beenderen zullen zich verheugen.

PSALM XIV.

Antipli. Heer! verhoor mijn gebed.

L' komt den lofzang toe in Sion, o God! en in Jeruzalem zal U de belofte betaald worden.

Verhoor mijn gebed : alle vleesch zul tot Ü komen.

De woorden der boozen zijn magtiger geworden dan wij : doch Gij zult onze boosheden verzoenen.

Zalig hij, dien Gij verkoren en op-o-cnomen hebt: hij zal in uwe voorhoven wonen.

Wij zullen vervuld worden met de goederen van uw huis: heilig is uw tempel.

Wonderlijk in geregtigheid.

Verhoor ons, God, onze Zaligmaker! Gij die de hoop zijt van al de einden dei-aarde, en in de verheid der zee.

Die de bergen , bereid in uwe kracht, met magt omgordt.

-ocr page 339-

OVERLEDENEN.

Die de holle zee beroert, en het ge-druisch harer golven.

Dc volkeren zullen verbaasd worden.

En zij , die aan de grenzen wonen, zullen vrcezon voor uwe teekenen : den morgen en den avond zult Gij vrolijk maken.

Gij bezoekt de aarde en bevochtigt ze mildelijk en vermeerdert haren rijkdom.

De beek Gods is mot water gevuld : Gij bereidt hun spijs; want alzoo is hare bereiding.

Maak hare rivieren vol, vermenigvuldig haar gewas : in hare regendruppel en zal zij vrolijk groeijen.

Gij zult den jaarkring in uwe goedertierenheid zegenen ; uwe velden zullen met vruchtbaarheid vervuld worden.

Vruchtbaar zal het uitgelegene der woestijn worden, en de heuvelen zullen met blijdschap worden omringd.

De rammen der schapen zijn bekleed ; de dalen overvloeijend van tarwe ; men zal er juichen en lofzangen zingen.

Heer! geef hun de eeuwige rust, enz.

Antip/i. Heer! verhoor mijn gebed ; alle vleesch zal tot U komen.

PSALM LX II.

Aniipk. Uwe regterhand.

317

-ocr page 340-

318 GETIJDEN DEE

o God , mijn God ! tot U waak ik van den vroegen morgen.

Mijne ziel heeft naar U gedorst : hoe menigmaal heeft mijn vleesch dorst gehad naar U.

Ik een woest en ongebaand en dor land ; alzoo heb ik mij voor ü vertoond in het heilige, opdat ik uwe kracht en uwe glorie zoude zien.

Want uwe barmhartigheid is beter dan het leven : mijne lippen zullen U loven.

Alzoo zal ik U zegenen in mijn leven ; en in uwen naam zal ik mijne handen opheffen.

Als met vettigheid des ingewands en met smeer worde mijne ziel verzadigd ; en met lippen des juichens zal ik U loven.

Als ik aan ü deuk op mijn bed : van 's morgens vroeg zal ik op U denken, want Gij zijt mijn helper geweest.

En onder het deksel uwer vleugelen zal ik mij verblijden ; mijne ziel is aan U gehecht, uwe regterhand heeft mij ondersteund.

Maar zij hebben te vergeefs mijne ziel gezocht : zij zullen in het onderaardsche nederdalen.

Zij zullen geleverd worden in de handen des zwaards : zij zullen het deel zijn der vossen.

Maar de koning zal zich in God ver-

-ocr page 341-

OVERLEDENEN. 319

blijden : allen die bij hem zweeren, zullen zich beroemen, omdat de mond dei-kwaadsprekers gestopt is.

x. B. Hier wordt niet gezegd : Heer ! geef hun de eeuwige rust, enz.

PSALM XXIV.

God zij ons barmhartig en zegene ons ; Hij late zijn aangezigt over ons schijnen en ontferme zich onzer.

Opdat wij op aarde uwen weg kennen : in het midden deï volkeren uwe zaligheid.

Dat de volkeren U belijden, o God ! dat alle volkeren U belijden.

Dat de volkeren zich verheugen en verblijden; want Gij oordeelt de volkeren in regtvaardigheid , en de volkeren bestuurt Gij op aarde.

Dat de volkeren U belijden, o God! dat alle volkeren U belijden : de aarde heeft hare vrucht gegeven.

Dat God ons zegene, onze God.

Dat God ons zegene; en dat alle einden der aarde Hem vreezen.

Heer! geef hun de eeuwige rust, enz.

Antipk. Uwe regterhand heeft mij ondersteund.

-ocr page 342-

GETIJDEN DEK

DE LOFZANG VAN EZECHIAS.

1SAÏAS. XXXIH.

Antipli. Van do poorten der hel.

In het midden mijns levens heb ik gezegd : ik zal gaan tot de poorten dei-hel.

Ik heb het overschot mijner jaren gezocht; ik heb gezegd ; ik zal den Heer, mijnen God, niet zien in het land der levenden.

Ik zal de menschcn niet meer aanschouwen en die in rust wonen.

l)c tijd mijns levens is weggenomen en van mij opgerold, gelijk de tenten der herderen.

Mijn leven is afgesneden als de draad van eenen wever : toen die eerst begon , heeft Hij mij afgesneden; eer de morgenstond ten avond gaat, zult Gij mij ten einde brengen.

Ik hoopte tot den morgenstond : als een leeuw heeft hij alle mijne beenderen vermorzeld.

Eer de morgen ten avond gaat, zult Gij mij tcu einde brengen : ik zal roepen als het jong eener zwaluw-s ; als eene duive zal ik kirren.

Mijne oogen zijn bezweken van het opzien naar de hoogte.

330

-ocr page 343-

OVERLEDENEN. 321

Heer! ik lijd geweld; antwoord voor mij : wat zal ik zeggen? Hoe zal Hij voor mij antwoorden als Hij het zelf gedaan heeft.

Ek zal voor U mijne jaren overdenken in de bitterheid mijner ziel.

Indien men zoo leeft, Heer! en zoodanig het leven is van mijnen geest, zoo zult Gij mij straffen en mij levendig maken; zie, in den vrede is mijne bitterheid de allerbitterste.

Maar Gij hebt mijne ziel van het verderf verlost ; Gij hebt al mijne zonden achter uwen rug geworpen.

Want de hel zal U niet belijden : de dood zal U niet loven ; zij die in den kuil nederdalen, zullen uwe waarheid niet verwachten.

De levende zal ü niet belijden, zoo als ik heden doe : de vader zal uwe waarheid aan zijne kinderen bekend maken.

Heer! behoud mij, en wij zullen onze lofzangen zingen, in het huis des Hee-ren, al de dagen onzes levens.

Heer! geef hun de eeuwige rust, enz.

Anihpli. Van de poorten der hel, verlos mijne ziel, Heer!

2 L

-ocr page 344-

(TRTTJDF.V DEI?

PSALM CXI,VIIl.

Antiph. AUc geesten.

Looft den Heer uit de hemelen : loott Hem in liet hoogste.

Looft Hem, al zijne engelen; looft Hem al zijne legermagten.

Looft Hem, zon en maan: looft Hem, alle sterren en licht.

Looft Hem , hemelen der hemelen : en alle wateren, die boven de hemelen zijn, looft den naam des Heeren!

Want Hij sprak, en zij waren gemaakt: Hij beval, en zij waren geschapen.

Hij heeft ze in eeuwigheid vastgesteld, en in de eeuwen der, eeuwen : Hij heeft ze een voorschrift gegeven, en het zal niet vergaan.

Looft den Heer, aardelingen, draken en alle afgronden.

Vuur, hagel, sneeuw, ijs en stormwinden die zijn woord doet.

Bergen en alle heuvelen, vruchtgevende boomen en cederen.

Beesten en allerhande vee, slangen en gevederd gevogelte.

Koningen der aarde en alle volkeren; vorsten en alle regters der aarde.

Jongelingen en maagden, ouden en jon-

323

-ocr page 345-

CVEHLEDENEK.

gen, looft don naam des Hecren; want zijn naam is alleen verheven.

Zijn lof is boven hemel en aarde : en Hij heeft verheven den hoorn zijns volks.

Dat allo zijne Heiligen lofzangen zingen ; de kinderen van Israël, liet volk dat Hem nadert.

(n. b. Bij deze of dan volgenden Psalm wordt, niet (jezeyd: Heer! geef huu de eeuwige rust, enz. maar alleen op hel einde van Psalm ci.)

PSALM CXUX.

Zingt den PI eer een nieuw gezang; zijn lof zij in de vergadering der Heiligen.

Dat Israel zich verheuge in Dengenen die hem gemaakt heeft: en dat de kinderen Sions in hunnen Koniug juiehen.

Dat ze zijnen naam loven in koorzangen ; dat ze trommelen en met de harp Hem lofzingen.

Want de Heer heeft behagen in zijn volk; en Hij heeft de zachtmoedigen ter zaliglieid verheven.

De Heiligen zullen juichen in glorie : zij zulleu zich verblijden op hunne rustplaatsen.

De verheffingen Gods zijn in hunne kcolcn : en twee snijdende zwaarden in hunne handen.

323

-ocr page 346-

334 GETIJDEN DER

Om wraak te nemen over de volkeren, om de volkeren te straften.

Om hunne koningen in ketenen te sluiten, en hunne edelen in ijzeren boeijen.

Om over hen het beschreven regt te doen.

Deze glorie is voor al zijne Heiligen.

psalm cl.

Looft den Heer in zijne Heiligen; looft Hem in het uitspansel zijner kracht.

Looft Hem in zijne krachten; looft Hem naar de menigvuldigheid zijner grootheid.

Looft Hem met welluidende cymbalen ; looft Hem met de cymbalen des juichens.

Alle geesten, looft den Heer!

Heer! geef hun de eeuwige rust, enz.

Auliph. Alle geesten , looft den Heer !

v. Ik heb eene stem van den hemel gehoord, mij zeggende :

a. Zalig zijn de dooden, die in den Heer sterven.

De Lofzang van Zaoharias.

LUCAS i.

Antiph. Ik ben de verrijzenis.

Geloofd zij de Heer, de God van Israël ; want Hij heeft zijn volk bekocht en verlossing gegeven.

-ocr page 347-

OVERLEDENEN. 325

En Hij heeft ous opgerigt eenen hoorn der zaligheid, in hot huis van zijnen dienaar David.

Gelijk Hij gesproken heeft door den mond zijner heilige Profeten, die van het begin der wereld af geweest zijn.

Dat Hij ons verlossen zou van onze vijanden, en uit de hand van allen die ons haten.

Om barmhartigheid te doen met onze vaderen, en te gedenken aan zijn heilig verbond.

Aan den eed, dien Hij aan onzen vader Abraham gezworen heeft, dat Hij zich aan ons geven zou.

Opdat wij zonder vrees, uit de hand onzer vijanden verlost zijnde. Hem zouden dienen.

In heiligheid en regtvaardigheid, voor zijn aangezigt, al onze dagen.

En gij, kind ! zult een Profeet des Aller-hoogsten genoemd worden ; want gij zult voor het aangezigt des Heeren gaan, om zijne wegen te bereiden.

Om de volle kennis der zaligheid aan zijn volk te geven, tot vergiffenis hunner zonden.

Door de grondelooze barmhartigheid van onzen God, door welke Hij ons bezocht heeft, verschijnende uit de hoogte.

Om te verlichten degenen, die in duis-

-ocr page 348-

336 getijden dek

ternissen zitten en in do schaduw des doods : om onze voeten te besturen op den weg des vredes.

Heer! geef liun de eeuwige rust, enz. Antiph. Ik ben do verrijzenis en het leven. Die in mij gelooft, zal leven, al was hij gestorven; en al wie leeft en gelooft in mij, zal in eeuwigheid niet sterven.

Onze Vader, enz. (knielende, gelijk ook het volgende.)

v. En leid ons niet in bekoring. a. Maar verlos ons van den kwade.

(N. B. De volgende Psalm wordt, op Allerzielendag gelezen, alsdan, volgen oti-middelijk de Verzen en hel Gebed.)

psalm cxxin.

Uit de diepten , enz. zie hludz. 55. v. Heer ! geef hun de eeuwige rust. a. En dat het eeuwige licht hen verlichte.

v. Van de poorten der hel.

a. Verlos, o Heer, hunne zielen, v. Dat zij in vrede rusten.

a. Amen.

v. Heer! verhoor mijn gebed. a. En mijn geroep kome tot U.

-ocr page 349-

overledenen.

GEBED.

(Hier r.oh/l een der Gebeden, yeiijk na de Vespers, bladz. mi, na welke men zegt: )

v. Heer! geef bun de eeuwige rust. a. Eu dat het eeuwige licht hen ver-schijne.

v. Dat zij in vrede rusten.

a. Amen.

337

-ocr page 350-

v. God! wees opmerkzaam op mijne hulp.

a. Heer! haast U om mij te helpen.

Lof zij U. Heer , Koning der eeuwige heerlijkheid !

i. psalm 109.

Dixit Dominus De Heer {Vader) Domino meo : sede heeft gesproken tot

Eer zij den Vader, en den Zoon, en den heiligen Geest-

Gelijk het was van den beginne, zoo nu en altijd, en in alle eeuwen. Amen. Alle-luja.

Van Septuagesima tot Paachen, zegt men, in plaats van Alleluja :

Laus tibi. Do-mine, Rex astern se glorifp !

v. Deus in ad-jutorium meumin-tende.

r. Domine ad adjuvandum me festina.

Gloria Patri, et Fiüo, et Spiritui Sancto.

Sicut erat in prin-cipio, et nunc, et semper, etinssrcu-la sseeulorum. Am. Alleluja.

-ocr page 351-

DE VESPE a dextris meis.

Donee ponam ini-micos tuos : scabel-lum ped um tuonim.

Virgam virtutis tuffi emiftet Dom:-mis ex Sion; do-minareiii medioini-micoium tuorum.

Tecum principi-um in die virtutis tuse, in splendori-bus Sanctorum ; ex utero ante lueife-rum genui te.

Jaravit Domi-nus, et non pceni-tebit euni : tu es Sacerdos in a'ter-num secundum or-d i ii èm Melchise-dech.

Dominus a dextris tuis : confregit in die ira; suée reges.

Judicabit in na-l-PSALMEN. 339

inijuen Heer, ( Chris-/us) : zit aan mijne regterliand.

Tot dat ik uwe vijanden stelle tot eene voetbank uwer voeten.

Do Heer zal den schepter uwer magt uit Sion doen komen; heerscht in het midden uwer vijanden.

Bij U is het vorstendom op den dag uwer kracht, met {vollen) luister van heiligheid : vóór den dageraad heb ik U uit don schoot geteeld.

{God) de Heer heeft het gezworen, en het zal Hem niet berouwen : Gij {Christus) zijtpriester in eeuwigheid , naar de orde van Melchisedech.

De Heer is aan uwe regterliand : Hij heeft ten dage zijns toorns koningen verslagen.

Hij zal goregt oefe-


-ocr page 352-

336 getijden uer

ternissen zitten en iu dc schaduw des doods : om onze voeten te besturen op den weg des vredes.

Heer! preef liun de eeuwige rust, enz. Antiplt. Ik ben de verrijzenis en het leven. Die in mij gelooft, zal leven , al was hij gestorven; en al wie leeft en gelooft in mij, zal in eeuwigheid niet sterven.

Onze Vader, enz. (knielende, gelijk ook het volgende.)

v. Eu leid ons niet in bekoring. a. Maar verlos ons van den kwade.

(n. b. De volgende Fsalm wordt op Allerzielendag w/rf gelezen, alsdan volgen on-viiddelijk de Verzen en hel Gebed.)

psalm cxxix.

Uit de diepten , enz. zie hladz. 55. v. Heer I geef hun de eeuwige rust. a. En dat het eeuwige licht hen verlichte.

v. Van dc poorten der hel.

a. Verlos, o Heer, hunne zielen, v. Dat zij in vrede rusten.

a. Amen,

v. Heer! verhoor mijn gebed. a. En mijn geroep kome tot U.

-ocr page 353-

overledenen.

GEBED.

(Hier volgt eeu der Gebeden, gelijk na de Vespers, bkdz. 363, na welke men zegt: )

v. Heer! geef bun de eeuwige rust. a. Eu dat het eeuwige licht hen ver-schijue.

v. Dat zij in vrede rusten.

a. Amen.

327

-ocr page 354-

v. God! wees op-merkzaam op mijne hulp.

a. Heer! haast U om mij te helpen.

Eer zij den Vader, en den Zoon, en den heiligen Geest.

Gelijk het was van den beginne, zoo nu en altijd, en in alle eeuwen. Amen. Alleluja.

tot Faschen, zegt men, van Alleluja :

Lof zij ü. Heer , Koning der eeuwige heerlijkheid !

i. psalm 109.

v. Deus in ad-jutorium meumin-tende.

k. Domine ad adjuvandum mu fostina.

Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto.

Sicuterat in prin-cipio, et nunc, et semper, etinsfecu-la sseculorum. Am. Alleluja.

Van Septuagesima in plaats

Laus tibi, üo-mine, Rex asterna dorian !

Dixit Dominus Domino meo : sede

De Eeer ( Vader ) heeft gesproken tot


-ocr page 355-

BE VESPE

a dextris meis.

Donecponam ini-micos tuos ; scabel-lum ]3ecl am tuorum.

Virgam virtutis tiicG emit'tet Domi-nus ex Sion; do-minarein medio iiii-micorum tuorum

Tecum principi-um in die virtutis tua;, iu splendori-bus Sanctorum ; e.v utero ante lucife-rum genui te.

Jaravit Domi-nus, et non poeni-tebit eum : tu es Sacerdos in ajter-num secundum or-dinem Melchise-dech.

Dominus a dextris tuis : confregit in die iraj suae reges.

Judicabit in nu-

I-psaIjMEN. 329

mijnen Heer, ( Christus) : zit aan mijne regterhand.

Tot dat ik uwe vijanden stelle tot eene voetbank uwer voeten.

De Heer zal den schepter uwer magt uit Sion doen komen; heerscht in bet midden uwer vijanden.

Bij TJ is liet vorstendom op den dag uwer kracht, met {rollen) luister van heiligheid : vóór den dageraad heb ik U uit den schoot geteeld.

(GW) de Heer heeft het gezworen, en het zal Hem niet berouwen : Gij {Christus) zijtpri ester in eeuwigheid , naar de orde van Melchisedech.

De Heer is aan uwe regterhand ; Hij heeft ten dage zijns toorns koningen verslagen.

Hij zal geregt oefc-


-ocr page 356-

de vesper-psalmen.

330

tiouibus, implebit ruiuas : coiiquassa-bit capita in terra multomm.

Do torrentc iu via liibet : propte-rea exaltabit caput.

uen onder dc volken : Hij zal de verwoestingen vermeerderen : Hij zal de hoofden van vele landen verdelgen.

Hij zal op den weg (zijns levens) uit de beke (des lijdeus) drinken : daarom zal Hij het hoofd om-hoos; heffen.


GloriaPatria,etc. Eer, enz.

ii. psalm 110.

Confitebor tibi, Homine, in toto corde meo ; iu cou-cilio justomm et cong'regationis.

Magna opera Ho-mini : exquisita in omnes voluntatis ejus.

Confessie et mag-nificentia opus ejus; et justitia ejus manet in sseculum sfficuli.

Ik zal U loven, Heer! van ganscher harte : in den raad der regt-vaardigen en in de vergadering.

Groot zijn de werken des Heeren : uitgelezen volgens zijnen wil eu zijn welbehagen.

Zij.i doen is lofwaardig : en zijne ge-regtigbeid duurt in alle eeuwigheid.


-ocr page 357-

DE VESP1

Mcmoriam fecit mirabilium suo-rum , misei'icors ot miserator Domi-mis : escam dedit timentibus se.

Memorerit iusa1-cuhim testamenti sui : virfutem ope-rura snorum ann un -tiabit populo suo.

Ut det illis hsere-ditatem gentium : opera manuum ejus Veritas et judicium.

Tidelia omuia mandate ejus, oon-firmata in siveulum swculi : facta in ve-ritate et sequitate.

Kedemptionem misit populo suo ; mandavit in peter-num testamentum sunm.

Sanctum et terri-bile nomen ejus : initium sapicntiöe

iï-PSAT.MEN. 331

Hij heeft eene gedachtenis van zijne wonderen gesticht, de genadige en barmhartige Heer : Hij heeft gespijsd, die Hem vreezen.

Hij zal eeuwig aan zijn verbond gedenken; Hij zal de kracht zijner werken aan het volk bekend maken.

Door hun de erfenis der volken te geven : do werken zijner handen zijn waarheid en regt.

Al zijne bevelen zijn getrouw, onwrikbaar, voor eeuwig ; zij zijn gemaakt in waarheid en billijkheid.

Hij heeft verlossing aan zijn volk {inEi/yp-le) gezonden : Hij heeft (met hen) zijn verbond in eeuwigheid geboden.

Heilig cn geducht is zijn naam : de vrees des Heorcn is het


-ocr page 358-

332 DE VESP timor Domini.

Intellectus bonus omnibus facienti-bus eum : laudatio ejus manet in ssb-culuin srecnli.

Gloria Patri, etc.

ÏK-PSALMEN.

beginsel der wijsheid.

Goed is het verstand van allen, die zieh er naar gedragen; zijn lof bestaat in alle eeuwigheid.

Eer, enz.


III. PSALM 111.

Beatus vir qui timet Dominum : in mandatis ejus volet nimis.

Potens in terra erit semen ejus : generatie rectorum benedicetur.

Gloria et divitie in domo ejus ; et justitia ejus manet in speculum eweuli.

Exortura est in tenebris lumen rec-tis ; nuserieors et miserator et jus-tus.

Jucundus homo, qui miseretur et

Wel gelukzalig de man, die den Heer vreest : die groote lust heeft in zijne geboden.

Zijn kroost zal vermogend zijn op aarde : het geslacht der opregten zal gezegend worden.

In zijn huis zal eer en rijkdom zijn : en zijne- regtvaardigheid d uuTt in eeuwigheid.

In de duisternis gaat den cpregten het licht op ; {dit is) de genadige, barmhartige en regtvaardige God.

Weloehagelijk is aan God dc mensch, die


-ocr page 359-

DE VESP cojnmodat ; dispo-net sermones suos in judicio : quia in seternnm non com-movebituï.

In memoria te ter-na, erit Justus : ab auditione mala, non timebit.

Paratmu oor ejus sperare in Domino: conti rmatum est cor ejus ; non eommo-vebitur, donec des-piciat inimicos suos.

Dispersit, dedit pauperibus, justi-tia ejus manet in sseculuni sseculi : cornu ejus exulta-bitur in gloria.

Peccator videbit, et irascetur ; den-tibus suis fremet et tabescet, deside-rium peccatorum

R-PSALMÈN. 383

wel doet en uitleent: hij zal zijne gesprekken met (wijs) oordeel inrigten : terwijl hij in eeuwigheid niet zal wankelen.

De regtvaardige zal in eeuwig gezegend aandeuken blijven : hij behoeft voor geen kwaadsprekendheid, te vreezen.

Met bereidvaardigheid betrouwt zijn hart op den Heer : zijn hart is versterkt: hij zal niet ontroerd worden, tot dat hij nederziet op zijne vijanden.

Hij strooit uit, en begiftigt de armen ; zijne regtvaardigheid duurt in eeuwigheid, zijne mas't zal met luister verheven worden.

Dc goddelooze zal het zien en zich vertoornen : hij zal op zijne tanden knarsen, en (•«/« verteren:


-ocr page 360-

334 T)E VESPER-PSALMEN.

peribit. hot verlangen der

goddeloozen zal te; niet gaan.

Gloria Patri, etc. Eer, enz.

IV. PSALM lla.

Laudato pueri, Dominum : laudato nonicu Domini.

Sit nomen Domini benodictum: ex hoc nunc et usque in SEeculum.

\ solis orüi ns-quo ad occasum : laudabile nomen Domini.

Excelsus super omnes gentes Do-ininus : et super ca'los gloria ejus.

Quis sicut Domi-nus Deus noster, qui in altis habitat: et humilia res-pieet in codo et in terra ?

Suscitans a terra inopem; et de stor-core erigens ]i:iu-perern.

Looft don Heer, gij dienaren : looft den naam des Hoeren.

De naam des Hoeren zij geprezen : van nu af tot in eeuwigheid.

Van den opgang dei-zon tot haren ondergang ; zij de naam des Heeren geloofd.

De Heer is verheven boven alle volken: en boven de hemelen is zijne heerlijkheid.

VViois gelijk de Heer onze God, die in het hooge woont, en het nederige in den hemel en op de aarde gadeslaat ?

Die den behoeftige xiit het stof oprigt : en uit den drek den arme optrekt.


-ocr page 361-

■DP, VEST

Ut collocet cum cum principibus : cum principibus populi sui.

Qui liiil)itiirc facit sterilem in domo : matrem filiomm léetautem.

Gloria Patri, etc.

IK-TSALMEN, 335 Om hem tc doen zitten bij de vorsten : bij de vorsten van zijn volk.

Die de onvruchtbare in een talrijk huisgezin doet wonen : als ceue blijde moeder van kinderen Eer, enz.


V. PSALM 118.

In exitu Israël de iEgypto ; domus Jacob de populo barbaro

Facta est Judfca sanctificatio ejus : Israël potestas ejus.

Mare vidit et t'n-git : Jordanis con-versus est retror-sum.

Montes exulta-verunt ut arietes: et eolles sieut agni avium.

Quid est tibi mare, quod 1'ugisti?

Als Israël uit Egypte trok : het huis van Jacob uit een vreemd volk.

Toen werd het.lood-sche volk aan God toe-geheiligd : Israël werd zijne heerschappij.

De zee zag het en vlood : de Jordaan week terug.

De bergen huppelden als rammen • en de heuvelen als lammeren der schapen.

Wat was het, o zee, dat gij vloodt?


-ocr page 362-

336 DE VESI

ettu Jordanis, quia conversus est ve-trorsum ?

Montes exultas-tis siout arietes : et colles sicut agni ovium?

A facie Domini mota est terra : a facie Dei Jacob.

Qui con vertit petram in stagna a-quarum : et rupeni in fontes aquarum.

Nou nobis, Do-mine, non nobis : sed nomini tuo da gloriam.

Super miserieor-dia tua et veritate tua ; nequando di-caut gentes, ubi est Deus eorum?

Deus autem nos-ter in coelo : omnia , quspcumque voluit fecit.

Simulacra genti-

ER-PSALMEX.

en wat was bet Jor-daan, dat gij terug weekt?

Bergen, dat gij op-sprongt als rammen, en heuvelen, als lammeren der schapen?

De aarde beefde voor het aa ugezigt des Hee-ren: voorhetaangezigt des Gods van Jacob.

(Voor hem) die den harden kei veranderde in overvloedige wateren : en de rots in waterbronnen.

Niet ons, Heer! niet ons (q/quot; onze verdienden') maar geef eer aan uwen naam.

Om uwe barmhartigheid en waarheid, {behoed ons) opdat de heidenen nooit zeggen {ons heschimpende) .• waar is {nu) hun fiod?

(Doch) onze God is in den hemel : Hij doet al wat Hem behaagt,

(Inteynnded) de af-


-ocr page 363-

DE VESPJ' um argentum et au-rum : opera manu-um hominum.

Os habent et nou loquentur : oculus habent et non vi-debunt.

Aurus habent, et nou audient; nares habent, et uon odo-rabuut.

Manus habent, et nou palpabünt; pedes habent, et non ambulabuut ; nou elamabuut in gut-ture suo.

Similes illis fi-ant,qui faciuut ca: et omnes qui confi-dunt in eis.

Domus Israël spe-ravit iu Domino : adjuior eorum et protectoreorum est.

Domus Ailron speravit iu Domino : adjutor eorum et protector eorum est.

;r-psal)ien. 337 goden der volken zijn zilver en goud: werken van monschen handen.

Zij hebben eenen mond, maar spreken niet: zij hebben oogen, maar zien niet.

Zij hebben ooren, maar hooreu niet; zij hebben eenen neus , maar ruiken niet.

Zij hebben handen , maar tasten niet; zij hebben voeten , maar gaan niet : zij maken geen geroep met hunne keel.

Dat, die [dv (ifyo-deu) maken, hun gelijk worden: en allen, die erop vertrouwen.

(Muar) het huis van Israël heeft gehoopt op den Heer : {daarom) is Hij hun helper en beschermer.

Het huis van Ailron heei't gehoopt op den Heer ; {daarom.) is Hij hun helper en besclienner.

aa


-ocr page 364-

338

Qui timeut Do-minum, sperave-runt in Domino : adjutor eorum et protector eorum est.

Dominus memor fuit nostri; et be-nedixit nobis.

Benedixit domui Israë! : benedixit domui Aaron.

Benedixit omnibus qui timent Do-minum : pusillis cum majoribus.

Adjiciat Dominis super vos : super vos, et super filios vestros.

Beuedicti vos a Domino : qui fecit coelum et terrain.

Ccelum eceli Domino : terrain au-tem dedit filiis ho-minum.

Non mortui lau-

Degenen die den Heer vreezen, hopen op den Heer: (daarom) is Hij hun helper en beschermer.

De Heer is onzer gedachtig geweest ; en Hij heeft ons ge-gezegend.

Hij heeft gezegend het huis van Israël : Hij heeft gezegend het huis van Aaron.

Al die den Heer vreezen, heeft Hij gezegend : geringen zoo wel als aanzienlijken.

De Heer zegene u meer en meer : u en uwe kinderen.

Geaegond moogt gij zijn door den Heer -. die den hemel en de aarde gemaakt heeft.

De hoogste hemel is voor den Heer: maar de aarde heeft Hij gegeven aan de men-schenkinderen.

De dooden zullen U

DE VESPEK-PSATVMEÏf.


-ocr page 365-

quot;dt; vespe dabunt te. Domine: neque omnes, qui desceudunt in in-fernum.

Sed nos qui vi-vimus , beuedioi-mus Domino : ex hoc nunc et usque in saseulum.

Gloria Patri, eto.

LOFZANG VAN

Magnificat anima mea Donünum.

Et exultavit spiritus mcus : in Deo salutari meo.

Quia respexit liu-militatem ancillic sure : ecce enim ex hoe beatam 711c di-cent omnes gene-rationes.

Quia t'ecit mihi magna, cjiii potens est : et sanctum nomen ejus.

Et misericordia ejus R progenie in progenies : timent-PSALMEN. 339

niet loven , Heer!

noch zij die in het graf dalen.

Maar wij, die leven , wij prijzen den Heer : van nu af tot in eeuwigheid.

Eer, enz.

MARIA. LUC. r.

Mijne ziel verheft den Heer.

En mijn geest juicht Gode, mijnen Zaligmaker.

Hij sloeg de nederigheid van zijne dienstmaagd gade ; zie , van nu af zullen alle volken mij zalig noemen.

Hij, de Magtige, heeft groote dingen aan mij gedaan ; zijn naam is heilig.

Zijne barmhartigheid strekt zich uit, door alle geslachten :


-ocr page 366-

340 DE VESP

tibus cum

Fecit poteutiam in brachio suo : dispcrsit superbos meute cordis sui.

Deposuit poteu-tesdesede: et exul-tavit humiles.

Esurientesimple-vit bonis ; et divi-tes dimisit inanes.

Suscepit Israel puerum suum ; re-cordatus misericor-

dia3 slice.

Sicut locutes est ad patres uostros : Abraham, et semini ejus in Sfpcula.

Gloria Patri, etc.

SR-PSALMEN.

over lieu, die Hem vreezen.

Mag'tvol werkt zijn arm : Hij verstrooit hen, die, in de inbeelding van hun hart, zich iets laten voorstaan.

Hij stiet magtigen van den troon : en verhief nederigen.

Behoeftigen gaf H ij goederen volop : rijken zond Hij ledig weg.

Hij heeft Israël , zijnen dienaar, opgenomen : indachtig' zijner ontfermende goedheid.

Welke Hij heeft toegezegd aan onze vaderen : aan Abraham en zijn nakroost, tot in eeuwigheid.

Eer, enz.


-ocr page 367-

OP DE FEESTDAGEN.

Op Kersdag on onder het Octaaf, de drie eerste Psalmen van den Zondaa'; de vierde is :

psalm 129.

De profundis cla-mavi ud te Domine: Domine, exaudi vo-cem meam.

Fiant aurus tun; iutendentes : iu vo-com deprecationes men'.

Si inquitates ob-servavevis , Domine : Domine, quis sustinebit ?

Quia upud te propitiatio est ; et propter lelt;!:cm tu-am sustiuui te , Domine.

öastinuit anima

Uit de diepten heb ik tot Ü geroepen : o Heer! Heer! verhoor mijne stem.

Laat uwe ooren opmerkzaam zijn op de stem mijner smee-king-.

Zoo Gij, Heer! de misdrijven gadeslaat; wie zal dan bestaan?

Omdat er bij Ü genade is, en om uwe wet {waarin hulp beloofd icordl,) o Heer! heb ik U verbeid.

Mijue ziel heeft op


-ocr page 368-

BE VESPER-PSALMEN

342

inea in verbo ejus : speravit anima mea in Domino.

A custodiamatu-tina usque ad noc-tem : speret Israel in Uoraino.

QuiaapudJDomi-num misericordia ; et copiosa apud eum redemptio.

Et ipse redimet Israël: ex omnibus iniquitatibus ejus.

Gloria Patri, etc.

zijn woord zich verlaten : mijne ziel heeft op deu Heer gehoopt.

Dat Israël op den Heer hope, van den morgenstond af tot den nacht toe.

Want bij den Heer is barmhartigheid, en bij Hem is overvloedige verlossing.

En Hij zal Israël verlossen van al zijne ougeregtigheden.

Eer, enz.


De rijfde Pmlm is : Memento Domino, David, zie bladz. 351.

Op Niemojdcirsdag, de Psalmen als op de feestdagen van de heiliye Maagd Maria, zie bladz. 835.

Op Brie-Koningen, Paschen, Pinksteren en heilige Drievuldigheidsdag, de Psalmen van den Zondag.

Op 's Heeren Hemelvaart, en op den Zondag ouder het Octaaf, de vier eerste Psalmen van den Zondag; de vijfde is : Laudate Dominum, omnes gentes, zio bl. 344.

Op heilige Sacramentsdag, de twee eerste Psalmen van den Zondag; de derde is ; Credidi; zie bladz. 344.

-ocr page 369-

OV BE FEESTDAGEN.

343

PSALM 127.

Beati omnes, qui timcut Dominum ; qui ambulant in viis ejus.

Labores manuum tuarum qui man-ducabis : beatus es, et bene tibi erit.

Uxor tua si cut vitus abundans : in lateribus domus tllPD.

Filii tui siout novelise olivarum : iu civcuitu mensa'ture.

Eece sic benedi-cetur homo, qui timet Dominum.

Benedicat tibi Dominum ex Sion ; et videas bona Jerusalem , omnibus diebus vitw tua1.

Et videas filios iiliorum tuorum : pacem su])er Israël.

Gloria Patri, etc.

Welgelukzalig al die den Heer vrsezen: en iu zijne wegen wandelen.

Want gij zult den arbeid van uwe handen eten ; gelukzalig zijt gij, en het zal u welgaan.

Uw huisvrouw zal gelijk een vruchtbare wijnstok zijn, aan de zijde uws huizes.

Uwe kinderen zullen zijn als jonge olijfplanten ,rondom uwe tafel.

Zie, alzoo zal de mensch gezegend worden , die den Heer vreest.

De Heer zegene u uit Siou : en dat gij zieu moogt het goede van Jeruzalem, al uwe levensdagen.

Zie ook uwe kindskinderen : vrede over Israël.

Eer, enz.


-ocr page 370-

DE VESPEK-PSALMEN.

344

De vijj'de: Lauda, Jerusalem, Dominum.

Ojö de feesldarien der Apostelen enEvangelis-ten, tn de eerste Vespers de vier eerste Psalmen van den Zonday; de vijfde is :

T. P3A13I 117.

Laudate Dorai-uum, omnes gcn-tes ; laudate eum , omnes populi.

Quoniam confir-mata est super nos miserieordia ejus : et Veritas Domini manet in seternum.

Gloria Patri, etc.

Looft den Heer, alle volken : prijst Hem, alle natiën.

Want zijne goedertierenheid is over ons bevestigd : eu de trouwe des Hitereu duurt tot in eeuwigheid. Eer, enz.


In de tweede Vespers, op de Feestdagen der Apostelen, de tioee eerste Psalmen nan den zondag; daarna de drie volgende :

III. PSALM 115.

Credidi, propter quod loeutus sum : ego autem humili-atus sum nimis.

Ego dixi, in ex-cessu meo : omnis homo mendax.

Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken : ik werd bovenmate verdrukt.

Ik sprak, in geest-vervoerir g : de mensehen zijn allen be-driegeiyk.


-ocr page 371-

OP BE F

Quid retribuam Domino : pro omnibus , qiiffi retri-buit mihi?

Calicem saluta-ris accipiam : et nomen Domini in-vocabo.

Yota mea Domino reddam coram omni populo ejus : pretiosa in conspec-tu Domini mors sanctorum ejus.

o Domino! quia eo-o servus tuns , ego servus tuns ct filius ancillfe tuas

Dirupisti vincula mea : tibi sacriti-cabo hostiam lau-dis ; et nomen Domini invocabo.

Vota mea Domino reddam in conspec-tu omuis populo ejus ; in atriis do-nuis Domini : in

5ESTDAGEX. 845

Wat zal ik den Heer vergelden, voor al wat Hij mij verleend beeft?

Ik zal den beker dei-verlossing opnemen, en den naam des Hoeren aanroepen.

Ik zal den Heer mijne geloften betalen , in tegenwoordigheid van al zijn volk ; kostel ijk is in de oogen des Heeren de dood zijner Heiligen.

6 Heer! omdat ik uw dienstknecht ben; uw dienstknecht, zoon van uwe dienstmaagd.

Daarom h ebt G ij mijne banden los gemaakt : ik zal Ü een offer des lofs offeren ; en den naam des Heeren aanroepen.

Ik zal den Heer mij ne geloften betalen, in tegenwoordigheid van al zijn volk ; in de voorhoven vau het huis


-ocr page 372-

346 DE TESPI

medio tui, Jerusalem.

GloriaPatri, etc.

IV. PS.'

In convertendo Dominus eaptivi-tatem Sion : facti sumus sicut con-solati.

Tune repletum est gaudio os nostrum : et lingua nostra exultatione.

Tunc dieent in-tevgeutes : magni-ficavit Dominus fa-cere cum eis.

Magnifieuvit Dominus facere nobis-cum : facti sumus Iretantes.

Con verte , Do-mine, capti vitatem nostram ; sicut torren s in ali stro.

Qui seminant in iacrymus : in exultatione metent.

Euutes ibant et

l-PSALMEN. des Heereu, in uw midden, o Jeruzalem. Eer, enz.

LM 125.

Toen de Heer de gevangenen Sions deed wederkeeren, toen werden wij geheel vertroost.

Toen werd onze mond met vreugde vervuld : en onze tong met gejuich.

Toen zeide men ouder de Heidenen : de Heer heeft groote dingen aan hun gedaan.

Groote dingen heeft de Heer aan ons gedaan : wij zijn verblijd geworden.

Heer! doe onze ge-vangenen terug kee-ren, als de regen uit het zuiden.

Die net tranen zaaijen, zullen met gejuich maaijen.

Zij gingen onzeker,


-ocr page 373-

OP DE FEESTDAGEN.

34-7

flebant : mittentes semina sua.

Venientes autum venient, cum exul-tatione : portantes manipulos suos.

Gloria Patri, etc.

weenden en wierpen hun zaad.

M aar komende, kwamen zij met gejuich , dragende hunne graven.

Eer, enz.


V. PSALM. 138

Domine, probas-ti me et eoguovisti me : tu eoguovisti sessionem meam, et resuiTectionem meam.

Intellexisti cogi-tatioues meas de longe: semitani meam et fuuiculum meum investigasti.

Et omnes vias meas pranidisti ; quia non est sermo in lingua mea.

Ecce, Domini, tu eoguovisti omnia liovissima et auti-qua;tuformasti me, et ])osuist.is super fue manum tuam.

Mirabilis facta est

Heer ! Gij doorgrondt en kent mij ; Gij weet mijn zitten en mijn opstaan.

Mijne gedachten verstaat Gij van verre : mijn pad en de maat van mijnen weg spoort Gij na.

En al mijne wegen hebt Gij vooruit gekend : ofschoon ik geen woord sprak.

Zie, Heer! Gij weet het alles, zoowel het toekomende als het verledene : Gij hebt mij gevormd en legt uwe hand op mij.

Al te w onderbaar


-ocr page 374-

348 DE VESl

scientia tua ex ine ; confortata est, et non potero ad earn.

Quo ibo il spiritu tuo : et quo a faeie tua fugiam ?

Si aseendero in ecclum, tu illie es : si deseendere in in-feruum, ades.

Si assumpsei'o pennas raeas dilu-culo ; et liabitavero in extremis maris.

Etenim illueina-nus tua deducet me : et tenebit me dextera tua.

Et dixi, forsitan tenebrre eoncuiea-buni me : et nox illuminatia mea in delieiis meis.

Quia tenebra' non obseurabuntur a te, et nox sicut dies illuminabitur: sieut tenebra? ejus, ita et iuraen ejus.

'ER-PSALMEN is mij uwe konnis ; zij is te hoog, en ik kan ze niet bereiken.

Waar zal ik lienen gaan voor uwen geest: en waar zal ik vlugten voor uw aangezigt ?

^ aar ik ten hemel, daar zijt Gij ; of daal ik in den afgrond. Gij zijt er.

Nam ik de vleugelen des dageraads, en ging ik wonen aan het uiterste der zee.

Ook daar zal uwe hand mij geleiden : en uwe regterhand mij houden.

Ik zeide : mogelijk zal de duisternis mij bedekken : maar ook de naeht ontdekte mij in mijne wellusten.

\\ ant de duisternis is voor U niet donker, en de nacht is voor U zoo helder als de dag-de duisternis van den naeht en het licht van den dag zijn één bij U.


-ocr page 375-

OP DE P

Quia til posse-disti mies meos ; susccpisti me de utero matris mefc.

Confitebor tibi, quia terribiliter magnificatus es : mirabilia opera tua, et anima mea co»'-noscit nimis.

Xon est occulta-tum os meum a te, quod fecisti in oc-culto; et substantia mea in inferioribus terra1

Imperfectum mo-um viderunt oculi tui: et in libro tuo omnes scribentur, dies formabuutur, et nemo in eis.

Mihi autem nimis honorati sunt amici tui , Deus ; nimis confortates estprin-5EST-DAGEX. 349

Gij tocli hebt mijn binnenste gevormd; en mij uit den schoot mijner moeder genomen.

Ik zal U loven, omdat Gij (J op eene eerbiedwekkende wijze hebt verheerlijkt ; wonderbaar zijn al uwe werken, mijne ziel beseft dit volkomen.

Mijn gebeente dat Gij , voor het oog verborgen, gevormd hebt, is voor Ü niet verholen : noch het donkere graf zal mijn ligchaam voor uw oog verbergen.

Toen ik nog niet volmaakt was, zagen uwe oogen mij ; en in uw boek worden ze allen opgeschreven, die dagelijks gevormd worden, en waarvan nog geen aanwezig is.

Uwe vrienden , o God ! zie ik toch zeer hoog geëerd ; hunne heerschappij is boven


-ocr page 376-

350 T)F. VESl

cipatus eonim.

Diniunerabo eos, et super arenam nmltiplicabimtur : exurrexi, et adluic sum tecum.

Si oecideris, Dons, peccatores; vi-risanguinum decli-nate a me.

Quia dieitis in cogitatione ; acei-pient in vanitate civitates tuos.

Kon 11e qui ode-runt te, Domiue, oderam : et super inimicos tuos ta-bescebam ?

Perfecto odio oderam illos : et inimici facta sunt mihi.

Proba me Deus, et scito cor meum : interrogame et cognosce semitas meas.

Et vide, si viaini-(juitatis in me est: et deduc me in via

Elï-PSAT.MKX

matemagtiggeworden.

Zoude ik ze tellen, zij zijn meer dan het zand : ik ontwaak, en ben nog bij U.

Dewijl Gij, o God! de booswichten zult dooden ; zoo laat af van mij , gij , mannen des bloeds.

Want gij zegt in uw hart: re vergeefs zullen zij uwe steden verkrijgen.

Heer! haatte ik niet hen, die ü haatten ; en teerde ik niet uit, om uwer vijanden wil ?

l-k haatte hen met volkomen haat : zij zijn mijne vijanden geworden.

Doorgrond mij, o God! en ken mijn hart - beproef mij nu, en ken mijne paden.

En zie of een weg van ongcregtigheid bij mij is, en geleid mij


-ocr page 377-

OP quot;DE FEESTDAG EX. 351

a1 teriiil. eeuwig op den {regteii)

weg.

Gloria Patri, etc. Eer . enz.

Op de Feesfdar/en der Martelaren, in de eerste Vespers, tjetijk in de eerste Vespers der Apostelen; in de tweede Vespers , dezelfde Psalmen, behalve den vijf--den, die is : Credidi, zie bladz 354.

Op de 'Feeslddfjen der Belijders. hetzij Bis-seh oppen of niet, in de eerste Vespers, (lelijk op Hemelcaarl; in de tweede Vespers . de vijfde Psalm gelijk volgt, wanneer zij tevens Bisschop zijn : anderzins Laud ate Doiniuum als in de eerste Vespers.

V. PSALM 147.

Memento Domi-ne David : et omnis mansuetudiniaejus.

Siout juravit Domino : votum vovit Deo Jacob.

Si introiero inta-bernaculnm domus niea- : si asceudero in leetum strati mei.

Si dedero som-num oculus meis :

Gedenk, Heer! aan David, en al zijne zachtmoedigheid.

Hoe hij den Heer gezworen heeftenden God van Jacob gelofte heeft gedaan.

Ik wil de woning mijns huizes niet ingaan : noch mijne legerstede beklimmen.

Ik wil mijne oogen geenen slaap vergun-


-ocr page 378-

DE VESPER-PSALMEN.

353

ct, palpebris meis doïmitatiouem

Et requiem tem-poribus meis : do-nee iuveniam Iocliiii Domino, taberna-culum Deo Jacob.

Ecce audivimus cam in Ephrata, in venimus cam in campis silvte

lutroibimus inta-bemaculum ejus, adorabimusin loco, ubi steterunt pedes ejus.

Snrge, Domino, in requiem tuam ; tu et area sanetiti-catiouis tutc.

Sacerdotes tui indnautur justiti-am : et santi tui exulteut.

Propter David, servuin tuura : non avertis facicm Christi tui.

nen, nocli mijne oogleden eenige sluime-ring.

Noch mijn hoofd ter rust nederleggen : tot ik eeneplaats voorden Heer heb gevonden;, eene woonstede voor den God van Jacob.

Zie, wij hebben van haar te Ephrata gehoord ; wij hebben haar op de velden des vvouds gevonden.

Wij zullen tot zijne woning ingaan; wij zullen aanbidden ter plaatse, waar zijne voeten gestaan hebben.

Maak U op , Heer! ter uwer rust: Gij en de verbondkist uwer heiligheid.

Dat uwe p riesters met geregtigheid Ijc-kleed worden: e» uwe Heiligen juichen.

Wend toch, om uwen dienaar David, het aangezigt van uwen Gezalfde niet af.


-ocr page 379-

OP I/E 3

Juravit Domiv.us David veritatem, et non frustrabitur earn : de fructu ventris tui ponam super sedam tuam.

Si custodierunt filii tui testameu-tum meuni: et tes-tamonia mea hsec, quse dooebo eos.

Et filii eorura usque in sfficulmn : siedebunt super se-dem tuam.

Quoniam elig'it Dominus Sion : eligit earn in habi-tationem subi.

Ha-c requies mea in sseculum sfeeuli: liic habitabo, quoniam elegi eam.

Viduam ejus be-nedicens benedi-cani: pauperus ejus saturabo panibus.

Sacerdotcs ejus

iESTDAGEN. 353

De Hoer heeft aan David de waarheid gezworen, eu Hij zal ze niet verijdelen : ik zal eenen van de vrucht uws schools op uwen troon doen zitten.

Indien uwe zonen mijn verbond houden, en de getuigenissen, welke ik hun zal iee-ren.

En ook hunne kin-dercn dit tot in eeuwigheid doen : zoo zullen zij op uwen troon gesteld zijn.

Want de Heer heeft Sioa uitverkoren en begeerd tot zijne woning.

Dit is mijne rustplaats , eeuwiglijk ; hier zal ik wonen ; want ik heb het verkoren.

Ik zal zijne weduwen rijkelijk zegenen , en zijne behoeftigen met brood verzadigen.

Ik zal zijne Priesters ■ii


-ocr page 380-

354 T)K VESPER-TSAI.AIEN.

iuduam sahitari; ci niet licil buklueden ; en

sanctiejus exultati-ono exultabunt.

llluc produoam covnu David : pa-ravi lucernam Christo moo.

Ininiicos ejus iuduam coiifuciouc ; super ipsum autom efiloi'ebit sauotiti-cationo niea.

Gloria Patri, etc.

zijne Heiligen zullen grootelijks juichen.

Daar zal ik het linis van David doen groot worden : ik heb reeds voor mijn' gezalfde een troost, opvolger, bestemd.

Ik zal zijne vijanden met schaamte bedekken : maar op hem zal mijne heiliging bloeijen.

Eer, enz.

O// het Feest eenur Kerkwijding, ui da Psalmen mm den 'Zondag, behalve de vijfde Fsatm , die zijn moei ; Lauda, Jerusalem, Dominum.

Be Vesper-psalmen op de Feestdagen tan de heilige Maagd Maria , ook gebruikelijk op de Feestdagen dea Maagden en andere heilige Vrouwen..

De twee eerste Psalmen in beide de Vespers zijn: Dixit Dominns, en : Laudatepueri Dominum; de drie andere zijn deze:

III. PSALM 131.

Lajtatus sum in Ik was verheugd his, qua' dicta sunt over hetgeen, wat mij

-ocr page 381-

OP DE F

mihi : iu domum Domini iliimus.

Stantes erant pedes nostri; in atriis tuis, Jerusalem.

Jerusalem, tniir ■edifieatur ut civi-tas ; eujus partici-patio ejus in idip-sum.

IIlie enim ascoii-derunt tribus, tribus Domini : testimonium Israël ad eonfitendum nomi-ni Domini.

Quia illic sederunt sedes in judi-cio : sedes super domum David.

iiogate (|iine ad pacemsunt Jerusalem ; et abundan-tia deligentibus te.

Fiat pax in vir-tute tua : et abun-dantia in turribus tuis.

Propter fratres meos et proximos

JESTDAGEN. 355

gezegd werd : wij zullen ingaan in het huis des Heeren.

Onze voeten stonden in uwe voorhoven, o Jeruzalem I

Jeruzalem is opgebouwd als eene stad, die wel te zamen is gevoegd.

Want derwaarts gingen de stammen des Heeren op; het is eene wet voor Israël, den naam des Heeren te loven.

Want daar waren de stoelen des ge-regts: de stoelen van David's huis.

Bidt om den vrede voor Jeruzalem: en dat er overvloed zij over allen die u beminnen.

Vrede heersche in uwe muren : en overvloed in uwe paleizen.

Om mijner broederen en mijner naasten


-ocr page 382-

DE VESPER-PSALMEN

35fi

meos loquebav pu-cem de tc.

Propter do mum Domini, Dei nos-tri : qusesivi bona tibi.

wil, sprak ik u van vrede.

Om het liviis van den Heer, onzen God, zocht ik voor n het u'oede.


Gloria Patri, eto. Eer, enz. rv. PSALM 1 3fi.

Nisi Domhuis Eediticaverit do-mum : in vanum laboraverunt, qui pediticant eam.

Nisi Dominus custodierit civita-tem frustra vigilat: (|ui custodit eam.

Vanem est vobis, ante lueem surge-rc : surgite post quam sederitis, qui manducatis panem doloris.

Gum dederit di-leetissuissomnum; ecce heriditas Do-mini ; tilii merces fructus ventris.

Bijaldien de Heer het huis niet bouwt, zoo arbeiden de bouwlieden te vergeefs.

Indien de Heer de stad niet bewaart, te vergeefs waakt de wachter.

Gij staat te vergeefs op, eer het dag is : staat op, nadat quot;ij hebt uitgerust ; gij , die het brood dei-smart, {die uw brood in htl zweel nws aan-geeiyis,) eet.

Wanneer Hij zijne lievelingen rust zal geven : ziet, dan zullen kindereu een erfdeel des Heeren zijn.


-ocr page 383-

Sicut safi'ittpe in manu potentis: ita filii excussorum.

Beatus vir, qui implevit desideri-um suum ex ipsis ; non confnndetur. cum loqueutur iui-micis suis in porta.

Gloria Patri, etc.

357

en de vrucht uws lig-ehaams een gunstge-schenk.

Als de pijlen in de hand eens sterken, zoo zullen zijn de kinderen dergenen, die verjaagd worden.

Gelukkig de man , die daarin zijn wensch vervuld ziet : hij zal niet beschaamd staan, als hij zijne vijanden zal toespreken voor het geregt.

Eer, enz.

OP DE FEESTDAGEN.


v. psalm 147.

Lauda, Jerusalem, Dominum ; lauda Deura tuum, Sion.

Quoniam confor-tavit scras porta-rum tuarum: bene-dixit filiis tui in te.

Qui posuit fines tnos pacera ; et adipe frumenti sa-tiat te.

Looft den Heer, o Jeruzalem 1 prijst uwen God , o Sion !

Want Hij heeft de grendels uwer poorten versterkt : Hij heeft uwe kinderen en u gezegend.

Hij heeft uwe landpalen in vrede gesteld. en Hij verzadigde u met de bloem des korens.


-ocr page 384-

35s dt: vest

Qui cmittü olo-quhimsuiim terrse : velociter currit serin o ejus.

Qui dat nivem sicut lanam : ne-bulam sicut ciuc-rcm spargit.

Mittitcrystallum suum sicut buccel-ias : ante faciem frigoris ejus quis sustinebit.

Emittet verbum suum et liquefa-ciat ea : flabit spiritus ejus, et fluent aquse.

Qui annuntiat verbum suum Jacob : justitia et judicia sua Israël.

Non fecit taliter omni nationi : ut judicia sua non ma-nifestavit cis.

Gloria Patri, ctc.

er-psalmen

Hij zendt zijn woord uit op de aarde : zijne bevelen zijn snel.

J lij doet de sneeuw als wol vallen : en strooit den nevel als ascli uit.

Hij werpt zijn ijs daar heen als stukken : wie kan zijne koude verdragen ?

Hijzendtzijn woord uit, en smelt het ; zijn wind waait, en de waters vloeijen.

Zijn woord maakt Hij aan' Jacob, en zijne regten en vonnissen aan Israël bekend .

Zoo deed Hij aan geen ander volk : noch maakte hun zijne regten bekend.

Eer, enz.


-ocr page 385-

OP DE FEESTDAGEN.

AN Til'HONE X TER EKRE VAN MARIA, WELKE OOK IN HET LOF GEBRUIKT WOKBEN.

Van 's avonds vóór den eersten zonday van den Advent tot 's avonds vóór Lichtmisdag.

350

Alma Redemptoris Mater, quse per-via Co'1 i,

Porta maims, et stella maris:suc-curre cadenti, Surgere cjiii curat pepulo tu qtue genuisti,

iSatura miraute, tuum sanctnm Genitorem.

Virgo priüs. ac posteriüsGabrië-lis ab ore.

Sumens illud Ave, peccatorum mi-

Eoemvvaarde Moeder, die den Zaligmaker baarde. Die ons den toegang-baant tot 't hemelscb hof, en schijnt Gelijk een' ster op zee, die nooit uit 't oog verdwijnt! Help ons, die struikelen en vallen hier op de aarde.

Maar wenschen op te staan; gij immers /.ijt Moeder, ü ws Scheppers (schoon natuur dit wonder tegenstrijdt.)

O gij, die vóór en na blecft Maagd! laat ons u wenschen Met Gabriël dien :

Wees gegroet, Maria, Moeder, honig zoet!


-ocr page 386-

360 severe.

v. Anfrolus Donii-ninuntiavit Marife.

E. Et concepit de Spiritu Sancto.

OEEMUS.

Gratiam tuam. qusesunuisDomine, inentibus nostris infunde, ut (jai, Angelo nuntiante, Christi Filii tui Incarnationemcog-uovimus, per pas-sionem ejus et cru-cem ad resurrec-tiouis ■rloriam pcr-ducamur. Percum-dem Christum JJo-minum uostruni.

R. Amen.

En toon tocli uwe gunstaan zwakke en kranke menschen. v. De Engel des Heeren heeft Maria geboodschapt.

H. Eu zij heeft ont-vangen van den heiligen Geest.

LAAT ONS BIDDEN.

Stort, bidden wij U , Heer ! uwe genade in onze harten ; opdat wij, die dooide boodschap des Engels de Mensch-wording gekend hebben van Christus uwen Zoon, door zijn lijden en kruis tot de glorie zijner verrijzenis mogen geraken. Door denzelfden Christus, onzen Heer. H. Amen.

DE VESPKH-PSALMEN.


Van Kersavond lot 's avonds voor Lichtmis zeyt men, in plaats van hel voria Vers en Gebed :

v. Post partum, v. Na het baren zijt

-ocr page 387-

op df, feestd ag fa'.

gij eene onbevlekte Maagd gebleven.

b. O heilige Moeder Gods! wees onze voorspreekster.

laat ons bidden.

ö God, die door de vruchtbare zuiverheid van de heilige Maria aan het men-schelijk geslacht de gave dor eeuwige zaligheid vergund hebt: wij bidden, ü, dat wij de kracht van hare voorspraak mogen gewaar worden, door wie wij verdiend hebben te ontvangen de bron des leTens, onzen Heer, Jesus Christus, uwen Zoon. r. Amen.

Van Licldndsdag tot den icoensday in de goede Week.

Ave, Kegina coe- Ik groet u, 'shemels

lorum, Koningin,

Ave, Domina An- Der Englen roem, en

ere lorum . hunn' Vorstin,

Sfi]

Virgo, inviolata permansisti.

e. Dei genitrix, intercede pro nobis.

oremus.

Deus,qui salutis Eeterna3,, beatse Maria; virgin itate fa-cunda, humano ge-neripi'Eemia prsesti-tristi; tribue (|ua'-sumus, ut ipsam pro nobis interce-dere sentiamus, per quam merui-mus auetorum vita; suscipereDominum nostrum, Jesum Christum, Fiiium tuuni.

r. Amen.

-ocr page 388-

3fi3 DE VEST

Siilvo radix, salve

porta,

Ex qua muiulo lux

est orta.

Gaude, Virgo glo-

riosa,

Super omnes spc-

ciosa,

Vale, o valde decora.

Et pi'o nobis Cliris-tum exora. v. Dignare me laudare te, Virgo sacrata.

k. Da mihi vir-tutem coutra hos-tes tuos.

OREMUS.

Concede , mise-ricors Deus, fragi-litati nostrsB prce-sidium : ut qui sanctae Dei Geui-trieis meuioriam agimus, intercessi-onis ejus auxilio a nostris ini(|iiitatibus resurgamus. Per eumdem Christum

ll-PSALMEN

O zegebron, o ed'lc

Ötam,

O deur, waar ons het Licht door kwam! Ik groet u, hoog verhevene Maagd, Die zonder weerga

God behaagt. Welaan, bid Jesus,

uwen Zoou, Dat Hij ons met zijn zegen loon. v. Gcwaardig, o heilige Maagd, dat ik u love.

k. Geef mij sterkte tegen uwe vijanden.

LAAT ONS UIUDEN'.

Ondersteun, o genadige God, onze krankheid door de kracht uwer genade : en gun, dat wij , die de gedachtenis houden van de heilige Maagd en Moeder Gods , door den b'jstand van hare voorspraak mogen opstaan \ au onze zonden.


-ocr page 389-

op de feestdagfx. 363

Doininum nostrum. Door Jesus Christus. ij. Amen. k. Amen.

Van Fuaschavond tot Zaturda.y vóór heilige Driemldiyheidsduy.

Kegina cceli, leeta- Verlieugu,o Koningin des hemels. Allel. Omdat degene, die gij verdiend hebt in uw 1 i o-chaam te dragen. Alleluja. Verrezen is, gelijk Hij go/.rgd heeft. Allel. Bid God voor ons. Alleluja.

v. Verheug en verblijd u, o heilige Maagd- Maria! Allel. K. Want de Heer

is waarlijk verrezen. Alleluja.

laat ons bidden.

ö God, die U gewaard igd hebt door de verrijzenis van uwen Zoon, onzen Heer Jesus Christus, de wereld te verblijden ; geef, bidden wij, dat wij door de voorspraak van zijne Moeder, de

re, Alleluja. Quia quemmeruis-ti portare, Alle-luja.

Kesurrexit, sicut dixit. Alleluja. Ora pro nobis De-um, Alleluja, v. Gaude et hc-tare, Virgo Maria, Alleluja.

k. Quia sarrexit Dominus vere. Alleluja.

oremus. Deus, qui per resurrectionem T'i-lii tui Domini nos-tri Jesu - Christi, mundum laetificare dignatus es prsesta quffisuinus, ut por ejusgenitricem Vir-ginem Mariam per-

-ocr page 390-

DE VESPER-PSALMEN

361.

petua? capiamus gaudia vitse. Per eumdem Christum Domi n um nostrum.

k. Amen.

allerheiligste Maagd Maria, de vreugd mogen genieten van het eeuwige leven. Door JesusChristus, onzen Heer. Amen. k. Amen.


Van Zaturdaij na Pinksteren lol den Advenl.

Salve, Eegina, Mater miseri cordiae! Vita, dulcedo, et spes nostra salve. Ad te clamamus exulusfilii Evfe. Ad te suspiramus, ge-mentes et fientes in hac lacryniamm valle.Ejaergo, Ad-vocata nostra; illos tuos misericordes oculos ad nos con-verte. Et Jesum , bencdictuiu fruc-tum ventris tui, nobis post hoe exi-lium ostendc. O (•lemens, 6 pia, ö duleis Virgo Maria!

v. Ora pro nobis, sanota Dei Genetrix!

Wees gegroet, o Koningin, Moeder der barmhartigheid : ons leven, onze zoetigheid en onze hoop, wees gegroet! Tot u roepen wij, verbannen kinderen van Eva. Tot uverzuchten wij, kermende en weenende in dit tranendal. Welaan dan, onze Middelares! keer uwe barmhartige oogen tol ons. En toon ons,naditbal-lingschap, de gezegende vrucht nvvs lig-chaamsJesus. Ogena-dige, o meedoogende, o zoete Maagd Maria ! , v. Bid voor ons , heilige MoederGods!


-ocr page 391-

op de feestdagen.

365

K. Ut digni cfli-ciamnr pvomissioni-bus Christi.

oremus.

Omnipotens sem-piterne Deus, qui gloriosfB Virginis Matris Marife corpus et animam, ut. dignum Filii tui habitaculum cffici mereretur, Spiritu saucto coöperante, prseparasti; da, ut cujus commemora-tione Isetamur, ejus pia intercessioue ab instantibus maliset a, morte perpetua liberemur. Per eum-dem Christum Do-miuum nostrum.

r. Amen. v. Divinum auxi-lium maneat semper nobiseuiu. h. Amen.

r. Opdat wij waardig- worden der beloften van Christus.

laat ons bidden. AI magtige, eeuw ige God, die het ligchaam en de ziel van de glorieuze Maagd en Moeder Maria, door de medewerking van den H. G eest, bereid hebt, om eene waardige woonplaats te worden voor uwen Zoon; geef dat wij, die ons in hare gedachtenis verheugen, door hare goedertierene voorspraak van het tegenwoordig kwaad en van don eeuwigen dood mogen verlost worden. Door Christus, onzen Heer. r. Amen.

v. De goddelijke hulp blijve altijd met ons.

r. Amen.

Eindelijk hidl men het Onze Vader, het Weesgegroet, en het Geloof inslitte.


-ocr page 392-

GEBEDEN OLR GENERALE ABSOLUTIE.

ANTIPIIONE.

Laiit ons gciiud tot voor uw aanschijn komen o Heer! noig uwe ooren tot onze sineekingen. Spaar toch, o Heer! spaar uw volk, hetwelk Gij, o Christus! met uw dierbaar hlocd gekocht hebt. Wil toch op ons niet voor eeuwig vergramd blijven. Psalm 50. Miserere mei, bladz. 51). Antipii. Laat ous gebed, en/,.

Heer, ontferm U onzer.

- Christus, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

v. Leid ons niet in bekoring,

k. Maar verlos ons van den kwade, v. Behoud, o mijn God ! uwe dienaren, k. Die Ü betrouwen.

v. Zend hun, o Heer! uwe hulp uit uwe heilige plaats.

k. En uwen bijstand uit Sion.

v. Wees hun, o Heer! een sterke toren. K. Tegen den aanval des vijands.

v. Dat de vijand op hen geen voordeel behale.

ii. En de zoon der boosheid zich niet verstoute hun hinder te doen.

v. Heer! verhoor mijn gebed. K. Eu laat mijn geroep tot U komen.

-ocr page 393-

GEBEDEN »EB GF.NEUAI/E ABSOLUTIE. 367 v. Do Heer /.ij met u.

r. En met uwen geest.

laat ons bidden.

Heer! wees gedachtig aan onze gebeden, en verhoor mij genadiglijk, die uwe barmhartigheid wel eer en allermeest noodig heb; en dewijl Gij mij, niet om mijne verdiensten, maar door eene onverdiende verkiezing van uwe genade, tot de bediening van dit werk hebt aangesteld, geef mij het betrouwen, om uw ambt, aan mij opgeleid, wel re bedienen, en voltrek Gij zelf, door mijne bediening, het werk uwer goedgunstigheid. Door Jesus Christus, onzen Heer. r. Amen.

laat ons bidden.

lieer! verhoor onze gebeden en spaar ons, die U onze zonden belijden; opdat wij, door de getuigenis van ons eigen gemoed verwezen zijnde, door uwe goeder-tierene meedoogendheid mogen ontslagen worden. Door Christus, onzen Heer. b. Am.

laat ons bidden.

Wij bidden U, Heer! dat uwe barmhartigheid deze uwe dienaren voorkome, opdat al hunne ongeregtigheden door eene spoedige kwijtschelding uitgewasschcn worden. Door Christus, onzen Heer. b. Am.

-ocr page 394-

GEBEDEN DEE

J.AAI ONS BIDDKN.

Verleen bidden wij, Heer! aan deze uwe dienaren waardige vruchten van boetvaardigheid , opdat zij aan uwe heilige Kerk, van wier zuiverheid zij waren afgeweken met tc zondigen, door de beko-mene vergiffenis gansch zuiver eu onbesmet wederom mogen terug gegeven worden. Door Christus, onzen Heer. r. Amen.

LAAT ONS BIDDEN.

Heer! wees gedaehtig aan onze gebeden, en laat uwe goedertierene barmhartigheid niet verre zijn van deze uwe dienaren. Genees hunne wonden, en vergeef hunne zonden ; opdat zij, door geene boosheden van U meer gescheiden zijnde, aan U , hunnen Heer, genadiglijk mogen vast blijven. Door Christus, onzen Heer. it. Am.

LAAT ONS BIDDEN.

6 Heer, onze God, die door onze overtredingen niet overwonnen, maar door onze voldoening verzoend wordt; sla uwe oogen op deze uwe dienaren, die bekennen dat zij U zwaarlijk hebben vergramd. Het staat ü alleen toe de zouden te vergeven, en de misdadigen tc ontslaan, dio gezegd hebt, dat Gij de bekeering der zondaren liever hebt dan hunnen dood.

S6S

-ocr page 395-

generale absolutie. 369

Verleen hun dan, Heer! dat zij waken in boetvaardige werken, opdat, hunnen verkeerden handel gebeterd zijnde, zij zich mogen verheugen over de eeuwige blijdschap, die zij van U staan te verkrijgen. Door Christus onzen Heer. r. Amen.

laat 0\s bidden.

O God, allergoedertiercnste Schepper enallergenadigste Hersteller van het men-schclijk s'uslacht! die den mensch, door de nijdigheid van den duivel geworpen uit zijn eeuwig geluk, verlost hebt door het bloed van uwen eenigen Zoon : vergun ook het leven aan deze uwe dienaren, wier dood Gij niet begeert, en die Gij niet verlaten hebt, wanneer zij dwaalden; neem ze aan terwijl zij zich beteren. Door Christus, onzen Heer. u, Amen.

laat ons bidden.

Laat uwe goedertierenheid bewogen worden , bidden wij L , Heer! door de treurige zuchten van deze uwe dienaren. Ge-noes hunne wonden, reik hun uwe zalige hand toe, om ze op te rigtcn; opdat uwe Kerk geen verlies lij de in hare ledematen — dat uwe kudde geenc schade onderga — dat de vijand zich niet verlieuge over het leed iiws liiiisgeüins, en dat degenen die in het zaligmakeudi; bad liciimnn zijn, in

SJ4

-ocr page 396-

370 MEDITATTEX

den tweedon dood niet vallen. Door Christus, onzen Heer. k. Amen.

LAAT ONS BIDDEN.

Wij storten dan voor [J, o Heer! onze nederige gebeden en het geween van ons hart. Spaar toch degene die hunne schuld belijden; opdat zij door uwe hulp ten tijde van dit sterfelijk leven zoodanig hunne zonden beweenen , dat zij in den vervaarlijken dag des oordeels het vonnis der eeuwige verdoemenis mogen ontgaan, en niet proeven, hetgeen verschrikt in de duisternissen en knarst in het midden der vlammen: maar dat zij, van den dwaalweg wedergekeerd zijnde tot den weg der geregtigheid, met geene nieuwe wonden worden gekwetst; integendeel, dat hun eeuwiglijk bijblijve wat uwe genade hen heeft gegund, en hetgeen uwe barmhartigheid in hen heeft hersteld. Door Christus , onzen Heer. k. Amen.

MEDITATIEW VOOK ZIEKENquot;.

I. MEDITATIE.

Tk heb gezwegen, Heer, omdat ik weet dat het van ü komt, Ps. 38. v. 10.

Neen, ik mag niet klagen, als de Heer mij slaat, als Hij mij slaat uit liefde, om

-ocr page 397-

TOOK ZIEKEN'.

mijne ziel tc genezen. Sla en pijnig mij, Heer! ik geef mij over aan uwen wil. Hoe zoet zijn de geeselen, onder welke iiwe barmhartigheid schuilt! Helaas! ware het dat Gij mijn ligchaam gespaard hadt, mijne ziel zoude niet opgehouden hebben van zich zeiven te dooden. Zij was overdekt door schrikkelijke wonden ; Gij zaagt dit en hebt er medelijden mede gehad; Gij vernedert dit zondig ligchaam; Gij verijdelt mijne hoovaardigo ontwerpen, en geeft mij weder den smaak van uwe eeuwige waarheid, weke ik zoo lang verloren had. Wees dan in eeuwigheid gezegend. Ik omhels de hand die mij vermor-selt, en aanbid dc arm, die mij kastijdt.

11. MEDITATIE.

Ontferm IT mijner. Heer! want ik ben zwak. Ps. 6. v. 5.

ö Mijn God! ik kan niets bijbrengen als mijne verdrukkingen, om U tot barmhartigheid op te wekken. Zie, hoo zeer ik uwe hulp noodig heb. en weiger ze mij niet. Ik besef er de noodzakelijiieid van. o Heer! en acht mij gelukkig dit te gevoelen, omdat mij dit gevoelen in het mistroinven houdt «jn mij zeiven. Gij hebt mijn vleeseh gegeesekl om het te zuiveren : Gij hebt mijn ligchaam vermorseld,

371

-ocr page 398-

373 \rEDITATTE\

om mijne ziel te genezen. Het is door het zalig lijden, dat Gij mij onttrekt aan de bedorvenc vermaken der wereld. Do zwakheid van mijn vleesch bedroeft mij, die nogtans gecncn schrik had van de zwakheid mijns geestes, die zoo lang do slaaf der ijdelhcdon geweest is en ontoombaar mijne bedorvenc liartstogten naliep. Ik was krank, maar geloofde het niet; mijne ziekte naar de ziel was zoo hevig, dat ik niet meer voelde of zag wat kwaad was. O gelukkige ziekte, die mijne oogen opent voor de waarheid en geheel mijn hart verandert!

III. MEDITATIE.

De genade ia u gegeven, niet alleen van in Hem te gelooven. maar ook van voor Hem te lijden.

'Philip. 1. v. 29.

O kostbare gave, die bijna niet gekend is! Hot lijden is niet minder te achten als het geloof, dat de heilige Geest in onze harten gestort heeft. Gelukkig toeken van de barmhartigheid Gods , als Hij ons hot lijden overzendt. Maar zou hot ook dit gelukkig toekon zijn als wij lijden tegen onzen dank on met onverduldigheid? Ach neon! want zoo 0(,k lijden do duivelen. Die lijdt zonder to willen lijden , gevoelt reeds in zijne pijnen het begin

-ocr page 399-

VOOR ZIEKEN'.

der altijddurende smarteu. Die zicli met verduldigheid a.m zijn lijden onderwerpt, verandert het in een oneindig goed ; ik wil dan, o mijn God , in vrede en met liefde lijden. Het is niet senoeg uwe heilige waarheden te gelooven , men moet ze volgen ; zij veroordeelen ons tot het lijden , maar leeren er ons ten zelfden tijde den prijs van keanen. O Heer! versterk, herschep mijn verzwakkend geloof, opdat men in mij het geloof en de verduldigheid van uwe Hoiligen zie uitschijnen. Indien ik soms, ondanks mij, eene oti-verduldigheid' betoone, dat ik er mij aanstonds over verootmoedige, en er de misdaad van herstelle door het lijden,

IV. MEDITATIE.

Heer! antwoord voor mij, want ik lijde

schrikkelijke pijnen. Is. 58, v. 14.

Gij ziet de kwalen die mij overvallen. De natuur beklaagt er zich over ; wat moet ik haar antwoorden ? De wereld zoekt mij nog te streden en te bedriegen: hoe moet ik haar verwerpen? Wat zou ik zeggen? o Heer! daar blijven mij, helaas! geene krachten meer over , als om te lijden en om te zwijgen. Antwoord , bid ik 1 , zelve voor mij door uwe alvermogende woorden, en verwijder van mij de

373

-ocr page 400-

374 OVEEDENKING

bedriegelijke wereld, die mij reeds éénmaal verleid heeft; ondersteun mijn hart, terwijl de natuur bezwijkt. Ik lijde geweld door de smarten, welke Gij mij overzendt, en door mijne driften, die uog niet zijn uitgedoofd. Ik lijde, haast L om mij te helpen.

OVERDENKING VAX Igt;K.\ DJOI).

(Uit Thomas a Kempis.)

1. Het zal hier zeer haast met u gedaan zijn ; daarom zie toe, hoe uwe zaken staan.

Heden is de mensch, en morgen komt hij niet te voorschijn; en als hij uit de oo^en is, dan is hij weldra uit het hart.

O domheid en versteendheid van het menschelijk hart. hetwelk alleen de tegen-woordige dingen beschouwt en dc toekomende niet beter overdenkt.

Gij moest u zoo gedragen, in al uwe werken en gedachten, alsof gij heden gingt sterven.

Hadt gij een goed geweten, gij zoudt den dood niet veel vreezen.

Het ware beter de zonde te schuwen, dan den dood te willen ontvlugten.

Zijt gij heden niet bereid, hoe zult gij het morgen wezen?

De dag van morgen is u oir/.cker, en hoe weet gij, of gij dien zuit beleven?

-ocr page 401-

VAX BEX DOOD. 375

3. Wat baat het, hier te lang te leven, als wij ons zoo weinig beteren?

Ach! een lang leven maakt ons niet altijd beter; maar het vermeerdert dikwijls onze schuld.

Ach ! of wij maar eenen dag op deze wereld wel geleefd hadden!

Velen rekenen de jaren van hunne bekeering ; maar de vrucht hunner verbetering is dikwijls zeer klein.

Zoo het vreeselijk is om te sterven; denk, dat het misschien nog gevaarlijker voor u zal zijn om langer te leven.

Zalig is hij, die altijd zijd doodsuur voor oogen heeft, en die zich alle dagen bereidt om te sterven.

Hebt gij somtijds eenen mensch zien sterven, denk dan dat gij denzelfden weg ook haast zult ingaan.

3. Als het morgen is, denk dat gij tot den avond niet zult leven; en als het avond is, wil u den dag van morgen niet verzekeren.

Wees dan altijd bereid, en leef zoo, dat u de dood nooit onbereid vinde.

Vele mensehen sterven haastiglijk en onverwacht; want de Zoon des menschen zal kom en. op een uur. als wij er niet aan denken. (LUC. XII, 40.)

Als ite laatste uur zal gekomen zijn , dan zult gij van uw voorgaande leven geheel

-ocr page 402-

37fl ovKTiDENiayr,

anders oordeeleu; en dan zult gij tcu uiterste droevig zijn, omdat gij zoo traag cn onachtzaam zijt geweest.

4. Ach! hoe gelukkig cn wijs is hij, die nu in zijn leven zoodanig tracht te zijn, gelijk hij wenscht {van dan Heer) in zijnen dood gevonden te worden.

Door de volkomene versmading der wereld, de vurige begeerte om altijd in de deusrd te vorderen, de liefde tot de regelmatigheid, arbeid en boetvaardigheid, de ijver tot de gehoorzaamheid, de verloochening van zichzelve, en het lijden van alle tegenspoed ter eere van Christus, zullen in den laatsten oogenblik een groot betrouwen geven van zaliglijk te sterven.

Gij kunt veel goeds doen, terwijl gij nog gezond zijt; maar wat gij. ziek zijnde, zult kunnen doen, weet ik niet. _ Weinige menschen worden gebeterd met ziek te zijn, gelijk er ook weinigen heiliger worden door pelgrimstogten of veel te reizen.

5. Betrouw u niet op uwe vrienden en magen, en stel uwe zaligheid niet uit tot de toekomende tijden : want de menschen zullen u al eer vergeten hebben, dan gij wel meent.

Het is beter nu in tijds te zorgen, en uwe goede werken vooraf naar den hemel

-ocr page 403-

VA?J BEX BOOTI. 377

te zeudcu , dan u zeiven op de zorg en huljj van anderen na uwen dood te verlaten.

Zoo gij voor ii zei ven niet zorgt, wie zal hiernamaals voor u bezorgd wezen?

De tijd is nn zeer kostelijk : Hel zijn, de dogen der zaligheid, let is nn de he-kioainc lijd. (II. Cor. vr. 2.)

Maar helaas! dat gij dien tijd niet nuttiger besteedt, in welken gij een eeuwig leven kunt verdienen!

De tijd zal komen, dat gij één dag, ja één uur /.uit wensehen om u te mogen beteren; en ik weet niet, of gij die wel zult verkrijgen.

ö. Welaan dan , allerliefsten ! denkt toeh van welk een groot gevaar en selirik gij u nu kunt verlossen , indien gij nu altijd in de vreeze Gods, en in de vreeze des doods wilt leven.

Doet nu uw best om zoo televen, dat gij in uw doodsuur u eerder moogt verblijden , dan vreezen.

Leert nu aan de wereld sterven, opdat gij dan moogt beginnen te leven met Christus.

Leert nu alle dingen versmaden, opdat gij dan, van alles los en vrij , tot Christus moogt reizen.

Kastijdt nu uw ligehaan door boetvaardigheid, opdat gij alsdan moogt hebben een vast betrouwen.

7. Ach, dwaze mensc'i! wat belooft gii u

-ocr page 404-

37S OVERDENKING VAN DEN DOOD.

lang tc leven, daar gij u niet één dag kunt verzekeren.

Hoe velen zijn er door deze hoop niet bedrogen, die haastiglijk en onvoorziens zijn gestorven.

De eene is vergaan door het vuur, een ander door het zwaard, anderen door de pest, anderen door de roovers : en alzoo is de dood het einde vau alle menschen, en hvn leven qaat vnorbij ede eene schaduw. (Job. XIV, 10. — Ps. CXLIII, 4.)

v Wie zal u na uwen dood gedachtig zijn? en wie zal toch voor u bidden?

O, allerliefsteu! doet nn wat gij kimt ; want gij weet niet, wanneer gij sterven zult: gij weet ook niet, wat er na uwen dood zal volgen.

Terwijl gij nog tijd hebt, zoo vergadert voor u rijkdommen, die niet vergaan.

En bekommert u met niets dan met uwe zaligheid , en zijt alleen bezorgd voor hetgeen God aangaat.

Zendt dagelijks uwe gebeden en verzucht in gou met tranen naar den hemel, opdat uwe ziel na den dood gelukkig tot den Heer moge overgaan. Amen.

-ocr page 405-

of Overw cgitigdi np eiken dag dor Week.

Poor don H. Alplionsus Maria van Liguorie.

VOOHBKUF.IDINfT.

Wokmijue zie!. het geloof aan Gods tegenwoordigheid in u op. Kuiel vervol-geus voor God neder, en bid hem uit do innigheid uws gemoeds. Verootmoedig vi aan zijne voeten , en smeek hem van gan-scher harte om vergeving. Vraag licht van God. om der liefdewille van Jesus Christus, en beveel n eerbiedig aan in de bescherming der heilige Maagd Maria en van alle Gods lieve Heiligen, met een Wees gegroet en een Eere dj den 7 ader.

Lees de volgende overwegingen aandachtig na, en doordring n, bij elke af-deeling, volkomen van aide daarin vervatte eeuwige waarheden, en neem. na volein-disrde overweging, het onwrikbaar besluit, om 11/. el ven van deze of gene, u meer bijzonder eigene gebreken te zuiveren, en, zoo veel mogelijk, oen volmaakt

-ocr page 406-

380 EEUWIGE WAARHEDEN.

Christen to worden, te zijn en te blijven. Daartoe strekke het navolgende.

GKBED, ALS DE OVERWEGING IS VOLBKAGT.

O God, Gij die dc oubedriegelijke waarheid zijt! ik geloof alles, wat de heilige Kerk mij tc geloovcn voorhoudt, dewijl Gij het der heilige Kerk hebt geopenbaard. Ik geloof dat Gij mijn God zijt en dc Schepper van alle dingen; dat Gij, allo eeuwen door, de regtvaardigen met den hemel loont, cn dc zondaars met de helle straft; ik geloof, dat Gij één in wezen en drievuldig zijt in personen ; ^der. Zoon, en heilige Geest; ik geloof aan de mensehwording' en deu dood van Jesus Christus; ik geloof eindelijk, alles wat de heilige Kerk gelooft. Ik dank L:, dat Gij mij in de katholijke Kerk hebt opgenomen, en zweer, dat ik in dit heilig geloof wil leven en sterven.

6 Mijn God! op uwe beloften vertrouwende, dewijl Gij zijt almagtig, barmhartig en getrouw, zoo hoop ik door de verdiensten van Jesns Christus te zullen erlangen vergiffenis mijner zonden, volharding tot het einde, cn dc eeuwige glorie des hemels.

ö Mijn God! dewijl Gij het hoogste goed en ecuc cindeloozc liefde waardig zijt, zoo bemin ik U uit geheel mijn hart.

-ocr page 407-

OVERWEGING VOOR URN' ZONDAG. 381 en boven alle dingen; ik heb berouw en leedwezen over al mijne zonden, dewijl ik U, het hoogste en heiligste goed. daardoor heb beleedigd en vergramd. AJet nwe genade, welke ik nu en voor altijd begeere, neem ik het vast en onwrikbaar besluit, om liever te sterven, dan U immer weder to beleetligen. Eveneens maak ik een stellig voornemen, om de heilige Sakramenten, zoo in leven als in sterven, te willen ontvangen.

OVERWEGING VOOR DEN ZONDAG.

Over de bt'steinining en het einde van den nienscti.

1. Overweeg, mijne ziel, dat God, die u naar zijn beeld en gelijkenis schiep, n, zonder uwe verdiensten, het aanzijn heeft gegeven; dat hij u in den heiligen doop tot kind aangenomen, u moer dan vaderlijk bemind, en u geschapen heeft, opdat gij hem in dit leven zondt dienen, en hiernamaals eeuwig in den hemel bezitten. Al-zoo zijt gij niet geboren en moogt gij niet leven voor wereidseh genot, om rijk en magtig te worden, om te eten, le drinken en te slapen, zoo ais het rede-looze vee; maar om uwen fiod te beminnen en uw eeuwig heil te bewerken. In-tussehen heeft God al het geschapene aan si overgelaten; ten einde gij het ter berci-

-ocr page 408-

OVEmVEOTXG

king uw er lioon'e bestemming zouclt bezigen. O ik, ellendige, die aan alles heb gedacht, maar niet aan mijne eigenlijke bestemming! Mijn Vader! geef, om der liefdewille van Jisus, o geef, dat ik een nieuw, geheel heilig, on met nwen godde-lijken wil o vereen stemmen dieven aan vange.

3. Overweeg, welke geweten^knagingen gij in de ure des doods ondervinden znlt, als gij er niet op bedacht zijt geweest om God te dienen. Welk een onheil, wanneer gij, op het einde mvs levens, zult inzien, dat n in dit beslissendeoogen-blik geen enkel stofje van al uwe rijkdommen, van uwe grootheid, eer en genoegens meer zal overblijven. Dan zult gij u bitter beklagen, dat gij voor 's werelds ijdelheid en aardsche nietigheden de genade Gods verbeuzeld en uwe ziel in het verderf gestort hebt; dan zult gij tijd noeh juagt meer hebben, om het bedreven kwaad weder goed te maken, en den regten weg in te slaan. O wanhoop, o kwelling zonder einde! dan zult gij begrijpen, hoe kostbaar de rijd is, maar het zal dan te laat wezen ; gij zult wen-schen de verloren oogenblikken met uw bloed terug te kunnen koopen, maar te vergeefs! O dag van bitterheid voor hem, die God niet bemind en heei niet gediend heeft naar zijne wet!

3S2

-ocr page 409-

VOOP DEN' ZONDAG. 3S3

3. O verweest, hoezeer meu zijue hooste bestemniinaquot; verwaarloost.! Afeu houdt zich enkel bezig met schatten te verzamelen, men denkt uitsluitend aan slemperijen, en hoe men zijn tijd het aanaenaamst doorbrengen zal; doch men bekreunt er zich niet over om Ood te dienen ; men let er niet op, om zijne ziel te redden, en men beschouwt zijn eeuwig heil als eene beuzeling. Eu zoo want een groot deel der Christenen onder brasserij, zang en dans— ter helle! O, als g'ij wist wat de hel is, o menseh, gij zoudt u zooveel moeite niet geven, om verdoemd re geraken, zonder iets te doen om uwe ziel te redden.—• Koning Frans van Engeland had een geheimschrijver, die op zijn sterfbed zich dus beklaagde : ., 6, ik rampzalige, die zooveel papier heb gebruikt, om brieven voor mijnen vorst te schrijven, en geen enkel blad heb gebezigd, om mij aan mijne zonden te herinneren, en alzoo voor eene goede biecht te bereiden ! Philippns III. koning van Spanje, riep stervende uit: „ o, had ik mijn Kod veeleer in de eenzaamheid gediend, en ware ik toch nooit koning geweest! quot; — Doch , wat baten die zuchten, en die klagten? Hoe ligt kunnen zij op het sterfbed de wanhoop noa vergrooten! Leer Gij dus, naar het voorbeeld van andereu , u te bekommeren

-ocr page 410-

OVEinVF.GJXG

over uw eigen heil, wanneer gij niet tot wanhoop vervallen wilt; en weet, dat alles wat Gij zonder Gods, welbehagen doet en denkt, verloren is. Welaan dan, nu is het tijd om uw leven te verbeteren; waarom zoudt gij willen wachten tot de ure van uwen dood, om u dan te bekecren en alle zelfsbegooeheling te doen ophouden ? Aan de poorten der eeuwigheid, aan de deuren der hel, is er geen tijd meer overgelaten, om van uwe dwaling terug te komen. O mijn God! schenk mij vergiftenis. Ik bemin U boven al. Het doet mij meer leed dan al mijn bedreven kwaad, dat ik U ooit beleedigd heb. Muria, gij mijne hoop! ik bid u, smeek Jesus voor mij,

OVEliWEOIXG VOOR DEN MAANDAG.

Over het gewigt onzer ijcsteiiimiiig.

1, Overweeg, o menseh, hoeveel er aan gelegen ligt, om uwe hooge bestemming te bereiken. Daaraan is alles gelegen. Want, indien gij haar bereikt, dan zijt gij gered; dan zult gij eeuwig zalig zijn, en naar ligchaam en ziel alles goeds genieten ; daarentegen, wanneer gij dit doel mist, zoo verliest gij lijf en ziel, hemel en God, en zult gij eeuwig rampzalig en voor altijd verworpen zijn. Dit is alzoo de be-nioeijing aller bemoeijingcu; liet eeaigst

3S4.

-ocr page 411-

OVERWEGING VOCE DEN MAANDAG. 383 gewigtige, het eemge noodige: God dienen en uwe ziel redden. Zeg daarom niet langer, o Christen • thans wil ik het goede genieten, later zal ik mij wel aan God overgeven en hoop mij zeiven te behouden ! O hoe velen heeft deze valsche hoop ter helle geleid, die ook zoo spraken en nu reddeloos verloren zijn! Welke veroordeelde heeft wel zich zeil' willen verdoemen ? Doch wie uit hoop op vergeving zondigt, wordt öoor God veroordeeld. „ quot;Vervloekt zij, die op hope zondigt.quot; (jij zegt, ik wil deze zonden begaan , daarna zal ik ze biechten. Maar, wie weet of gij den tijd daartoe hebben zult ? Wie verzekert u, dat gij niet terstond na de zonde sterft? Intusschen verliest gij de genade Gods ; en indien gij ze nu niet vvedervindt ? God is barmhartig jegens die hem vreest, niet jegens die hem bespot ; „ zijne barmhartigheid duurt van geslachtetotgeslaohte bij degenen, die hem vreezen.quot; Luc. 1 , 50. Zeg niet langer, ik heb even spoedig drie zonden gebiecht als twee; want twee zouden zal hij u vergeven, en niet drie. God verdraagt. doch duldt niet eeuwig. „ W anneer de maat der zonden vol is, zal hij straffen. II. Machal). VI, 14. Wanneer de maatvol is, vergeeft God niet meer, maar straft hij met oen dood, of laat den zondaar los, zoodat hij zich van zonde tot

25

-ocr page 412-

386 OVEKWEGING

zonde iu dc liel stort; ccuo straf, die zwaarder is dan de dood. Merk op, broeder! zie toe wat gij op liet spel zet. Neem een besluit, wijd uzelven Gode alléén. Vrees dat dit de laatste waarschuwing zij , welke üod u beschikt. Genoeg reeds hebt gij hem bcleedigdT lang genoeg heeft hij u verdragen. Beef terug voor het denkbeeld, dat, bij eeue nieuwe doodzonde God u welligt niet meer vergeelt. Zie, het is om uw eeuwig zieleheil te doen; het geldt de eeuwigheid. Hoe velen heeft deze gewigtige gedachte losgerukt van de wereld, en aangespoord, om in kloosters, woestijnen en holen te gaan leven ! O, ik ellendige 1 wat heb ik mij door mijne vele zonden niet berokkend ? Het hart ontroerd, de ziel belast, de hel verdiend. God verloren. 1 Ach, mijn God en mijn Vader I bevestig mij in uwe liefde.

2. Overweeg , hoe deze eeuwige aangelegenheid het meest veronachtzaamd wordt. Aan alles wordt get.aeht, alleen aan het heil der ziele niet. Tot alles heeft men tijd, voor God echter nooir.. Men vermane een wereldsche mensch, dat hij lot de heilige Sakramenten zal naderen en dagelijks een half uur bidden; hij zal antwoorden : ik heb kinderen, bloedverwanten, ik heb bezittingen, bezigheden; — maar hebt gij dan geen ziel ? gebied uwe rijkdom-

-ocr page 413-

VOOR BEN MAANDAG. 387

men, roep uwe kinderen, uwe bloedverwanten, dut zij u in liet doodsuur bijstaan, en u van de hel redden ais gij verloren gaat. Meen niet, dat gij God en de wereld, den hemel en de zonde vereenigen kunt. Zijn eeuwig heil bewerken, is geene bezigheid, die zich zoo maar in het voorbijgaan bewerkstelligen laat : men moet zich veeleer geweld aandoen. Gij moet strijden, indien gij de onsterflijke kroon verwinnen wilt. Koevele Christenen meenden ; zij zouden later Üod dienen en hun heil bewerken, eu nu zijn ze in de hel. Welk eene dwaasheid, immer datgene te overpeinzen, wat zoo ras ten einde gaat, en zoo weinig te denken aan wat nimmer eindigen zal. Ach, mijn geliefde Christen ! overweeg uwen toestand; bedenk dat gij binnen kort van deze'aarde heengaan, en het huis der eeuwigheid intreden zult. O arme, wanneer gij u zeiven ter verdoemenis brengt; zie, dan zal er geene redding meer voor u zijn.

3. Overweeg, Christen, en zeg ; ik heb een' ziel; indien ik te haren koste ook eene wereld gewinne, wat baat mij dit ? üf ik ook al een groot man worde, eu ik verlies mijne ziel, wat baat mij dit? Of ik ook al schatten op schatten stapele , mijn huisaanzienlijk make, mijne kinderen in eerambten stelle, eu ik verlies mijne

-ocr page 414-

388 OVERWEGING

ziel, wat baat mij dit ? Wat hebben do schattcn, do genietingen, de ijdelheden zoo velen gebaat, die in de wereld geleefd hebben, van wie thans een handvol stofs in het graf molmt, terwijl hunne zielen in de hei verbannen zijn? — Indien dan die ziel mijner is, en indien deze zie! eenmaal verloren, voor eeuwig verloren wordt, zoo moet ik er wel aan denken om haar te redden. Dit is alzoo eene hoogst gewigtige aangelegenheid. Het geldt derhalve de beslissing, om voor eeuwig gelukkig of voor eeuwig ongelukkig te zijn. — O, mijn God! beschaamd moet ik voor U belijden, dat ik tot hiertoe als een verblinde leefde en verre van U afdwaalde ; ik dacht er niet aan, om deze mijne ziel, die slechts eenmaal verloren kan worden , te redden. Ked, behoud mij, o Vader, om Jesus Christus wille; ik wil gaarne alles verliezen, wanneer ik mijnen God slechts niet verlieze. Maria, mijne hope! red mij door uwe voorbede.

OVEllWEGING VOOR DEN DINGSDAG.

Over de Doodzonde.

1. Overweeg, hoe gij, door God go-schapen om hem te bemjiinen, u niet de snoodste on dankbaarheid , tegen liem stelt, hem als vijand behandelt, en zijne

-ocr page 415-

TOOK DEN DINGSDAG. 3S9

geDiidc en vriendschap hebt veracht. Gij wist, dat gij hem door uwe zonden be-leedigdet, en gij zondigdet nogtans! Wat doet hij die zondigt? Hij keert God den nek toe. verliest de achting en eerbied voor hem uit het oog, heft de hand op om hem te slaan, en bedroeft het hart God?. „En zij bedroefden den geest mijns Heiligen.quot; Is LXIII, 10. Hij, die zondigt, zegt met der daad tot God : ga weg van mij, ik wil U niet gehoorzamen, ik wil LT niet dienen, ik wil U niet voor mijnen God erkennen; ieder genot, ieder gewin, iedere wraak is mijn God. Zoo hebt gij gesproken , telkens als gij het schepsel boven den Schepper koost. De H. Magdalena van Pazzis kon niet begrijpen, hoe eene Christen met onbevanaen gemoed eene doodzonde begaan kon. En gij, lieve lezer, wat zegt gij wel ? Hoe velen hebt gij er wel bedreven? Mijn God! vergeef mij, en erbarm ü mijner. Ik heb U, oneindige goedheid, beleedigd; nu haat ik mijne zonden en heb U lief, en beween dat ik U doorongeregtigheden heb bedroefd, oGod, Gij, die oneindige liefde waardig zijt.

2. Overweeg, hoe God tot u gesproken heeft, wanneer gij zondigdet : kind, ik ben Uw God, die u uit niets heeft geschapen, en ik heb tl met mijn bloed weder gekocht; ik vermaan u, deze zonde na te

-ocr page 416-

390 OVERWEGING

laten op strafte mijner ongenade. Gij echter zoidet, als gij üondigdet, tot (rod. uwcu Heer : ik wil ü niet gehoorzaam zijn: ik wil mij dit genot verschaffen, en er is mij niets aan gelegen, of het U mishaagt, en of ik uwe senado verlieze ; gij hebt gezegd : ik wil U niet dienen. Ach, mijn God! en dit heb ik zoo dikwerf gedaan, en Gij heb mij nog geduld! O, dat ik gestorven ware, eer ik U beleedigd had! Nimmer wil ik ü meer mishagen, ik wil U hartelijk liefhebben , o oneindige Goedheid. Geef mij standvastigheid, geef mij uwe heilige liefde.

3. Overweeg dat de zonden, wanneer zij een zeker getal bereikt hebben, oorzaak zijn, dat God den zondaar verlaat. „God wacht met geduld, opdat hij straffe, als de dag des oordeels gekomen en de maat der zonden vol is.quot; Indien gij dan, mijn broeder, op nieuw tot zondigen verzocht wordt, zoo zeg dan niet meer ; ik zal ze naderhand wel biechten; want, indien God u dan eens deed sterven, wanneer God zich terug trekt, wat zal er dan van u voor de gansche eeuwigheid worden? — Zoo velen zijn er op deze wijze verloren gegaan. Ook zij hoopten vermetel op vergeving, doch de dood scheurde hen weg, en zij werden der eeuwige verdoemenis ten prooi. Die Gods goedheid misbruikt, om hem te beleedigen, verdient geen

-ocr page 417-

VOOH DEN WOENSDAG 39]

crbanning. Xa zoo vele zonden, welke God ii verbeven heeft, niooat a'lj wel vreezen, dat God u eene nieuwe doodzonde niet zal vergeven. Dank hem, dat Hij tot biertoe op u gewacht heeft, en neem het vast besluit, liever tot den dood toe te lijden, dan eene nieuwe zonde te plegen ; zeg van nu af voortaan : o Heere! lang genoeg heb ik IT beleedigd; wat mij nog van mijne levensdagen overig blijft, wil ik niet aanwenden om U te mishagen; neen, waarlijk , dat verdient Gij niet; veeleer wil ik ze besteden om U te beminnen, en de beleedigingen, welke ik U aangedaan heb, te beweenen. Ik betreur ze van ganseher harte. Mijn Jesus! ik (vil U liefhebben, ondersteun mij daartoe. Maria, mijne Moeder! kom mij te hulp. Amen.

OVERWEGING VOOR DEN WOENSDAG.

Over den Dood.

1. Overweeg, Christen, dat dit leven eens zal ophouden. Do uitspraak ligt reeds daar : gij moet sterven. De dood is voor ons allen zeker, doeh wij weten niet wanneer hij komt. Hoe weinig is er noodig, om den dood te veroorzaken? Eene beroerte , een gesprongen ader, eene verstikking, eene bloedstorting, de beet van cea vergiftig diertje, eene koorts, een val.

-ocr page 418-

892 OVERWEGING

een slag, eene overstroonüug, oene aardbeving, een onweder, — dit alles kan u bet leven benemen. De dood zal u verrassen , wanneer gij er liet minst aan denkt. Hoe velen bebben zich ' s avonds ter ruste gelegd , en zijn nimmer ontwaakt. Kan ii dat ook niet overkomen ? Zoo velen die een plotselingen dood gestorven zijn, dachten niet zóó te sterven : maar zij zijn zóó weg gegaan; en wanneer zij toen in doodzonde waren, waar zijn zij dan nu9 En waar zullen zij de gansche eeuwigheid door zijn? Doch het zij hoe het zij, zóóveel is zeker, dat er eens een tijd komt, waarop het voor u nacht wordt en niet meer dag, of het wordt dag voor u, en gij zult den nacht niet meer zien. ik kom als een dief, onverwacht en heimelijk, zegt Jesus. Uw liefderijke Heer herinnert u nog in tijds daaraan , dewijl hij uw geluk begeert. Volg uwen God, maak u de vermaning ten nutte, bereid u om wel te sterven, vóór dat de dood komt. Want dan is het geen tijd meer om zich voor te bereiden, maar om voorbereid te zijn. En wie weet, of gij over een jaar, over eene maand, of gij morgen nog in leven zijt. — Mijn Jesus! verlicht mij, en vergeef mij mijne zonden.

2. Overweeg, hoe gij in uwe doodsure op het sterfbed uitgestrekt zult liggen.

-ocr page 419-

VOOR DEX WOENSDAG. 393

onder den bijstand des Priesters, die uwe ziel toeroept, omringt van uwe bloedverwanten, die over u weenen, liet krncifix aan uw lioot'd, de doodkaars aan uwe voeten, op het punt om de eeuwigheid in te gaan. Uw hoofd ontsteld, de oogen verduisderd, de tong verdord, de keel gesloten, de borst bezwaard, het bloed verstijfd, het vleesch verteerd, het hart gebroken ; gij moot verscheiden en der verrotting ten prooi worden; de wormen wachten reeds cp uw vleesoh tot hun voedsel, en niets zal er dan van u overblijven dan een paar ontvieeschde knoken en een hiindvol molmend stof — niets meer! Open een graf, en /.ie wat uit dien rijken brasser, uit dien scliraapzuch-tigen gierigaard, uit die ijdele vrouw geworden is. /00 eindigt het leven. In uwe doodsure zult gij u van booze geesten zien omgeven, die u alle zonden, welke gij sedert uwe kindschheid bedreven hebt, zullen voorhouden. Nu verduistert, verbergt en verkleint de duivel die zonden-schuld , om u in hei kwaad te verharden; hij zal 11 zeggen : deze ijdeiheid , dit genot, deze vertrouwelijke omgang, deze gramschap is geen groot kwaad; dit onderhoud heeft geene slechte bedoeling; maar, in den dood zult gij het gewigt uwer zonden gevoelen. en bii het iieht der eeuwigheid,

-ocr page 420-

394 OVERWEGING

waarin fiij zult overgaan, zult lt;nj erken- vi

nen , welk ecnc gruwelijke zonde het was , ir

een oneindifre God te heleedigcn. Spoed il

u tot verbetering , heden nu het nog tijd n

is; want alsdan zult gij geen tijd meer ei

hebben. di

8. Overweeg, dat de dood een oogen- p

blik is , waarvan de eeuwigheid afhangt. zi

Iteeds staat de mensch den dood nabij, h

in het gezigt der beide eeuwigheden; en vi

het lot daarvan is aan den laatsten adem- n

togt geknoopt, waarna de ziel in een w

oogenblik voor eeuwig behouden of ver- n

loren is. O gewigtig oogenblik, o adem- 01

togt, waarvan eene eeuwigheid van loon tc

of straf afhangt; eene eeuwigheid van al- b

tijddurende vreugde, of nimmer eindigend w

leed; een paradijs of eene hel. Indien gij vi

op dat oogenblik gered wordt, zult gij gi

geen leed meer hebben, en voor immer gi

tevreden en zalig zijn; maar indien gij h

het verwaarloost en verloren gaat, dan zi

zijt gij voor eenwig aan jammer en ver- ei

twijfeling ten prooi, zoo lang Ood God zi

is. In den dood zult gij erkennen, wat in

hemel, hel, beleediging Gods, verachting rii der Goddelijke geboden, in de biecht . L1

verzwegen zonden, verholen en niet weder- st

gegeven goed in zich hebbe. O, ik ellen- 111

dige, zal de stervende zeggen, binnen o weinige oogenblikkeu moei ik voor God

-ocr page 421-

vorm DEN 1VOENRDAG. 305

verschijnen, en wie weet welke uitspraak mij ten deel zal vallen? Werwaarts zal ik verwezen worden, naar don hemel of naar de hol? Zal ik lof zingen met de engelen, of knarsetanden met de verdoemden? Zul ik een kind Gods, of een prooi des duivels zijn? Weldra, wee mij, zal ik het weten; en werwaarts ik zal henen gaan, daar zal ik in eeuwigheid verblijven. Aeh ! in weinige uren, in weinige oogenblikken, wat zal or van mij worden, indien ik de gegeven ergernis niet weder good make; wanneer ik het ontvreemde goed, ieders goeden naam niet torugeve; wanneer ik niet oene oprogte biecht aflegge? — Dan zult gij den dag waarop gij gezondigd hebt duizendmaal verwenschen, en ieder zondig genot, iedere genomen wraak, waaraan gij u overgegeven hebt, vervloeken, maar dan zal het te laat en vruchteloos zijn; want gij zult dit dan bloot uit vrees voor de straf en zonder liefde tot God doen. Ach, Heere! zie, van dezen oogonblik af bekeer ik mij tot ü; ik wil niet wachten tot de dood mij genaakt ; van nu af bemin ik U; ik omhels U en wil in uwe armen sterven. Maria, mijne Moedor! breid in mijne doodsuro uwen mantel over mij uit, en sta mij bij in mijnen jongsten nood.

-ocr page 422-

OVEKWEGING

3!)fi

OVEKWEOlXd VOOK DEN DONDERDAG.

Over het Oordeel.

1. Overweeg, dat de ziel , zoodra zij van het ligchaam scheidt, voor fiods reg-terstoel gevoerd wordt, om geoordeeld te worden, üw Hegter is de Almagtisje, de door ii beleedigde en op 't hoogst vertoornde God; uw aanklager is de duivel, uw vijand; de punten van aanklag't zijn uwe zonden; 's Kegters uitspraak is onherroepelijk ; de straf is de hol. Gij hebt g'eenc gezellen, geene bloedverwanten, geene vrienden meer; de zaak ligt tusschen God en u. Dan zult gij de afschuwelijkheid uwer zonden inzien, en u niet meer kunnen verontschuldigen zoo als thans. Gij zult geoordeeld worden over uwe zon-den doorgedachten, woorden en werken , door medewerking, nalating en ergernis; alles moet op di; schaal der Goddelijke ge-regtigheid gewo'gen worden, en zoo gij in ééne zaak te Hut bevonden zijt, dan gaat gij verloren. Mijn Jesus en mijn Regter! vergeef mij, vóór Gij mij ten oordeel roept.

3. Overweeg, hoe de Goddelijke geregtig-

neia ane volKen m liet Ual JcsaDliats rig-de ligchamen zullen onstaan . om. met de

ziel vercenigd, loon of straf naar werken

-ocr page 423-

TOOK DEX DONDEEDAG. 897

te ontvangen; bedenk, wanneer gij verloren gaat, zult gij hetzelfde ligchaam weer aannemen, en zal het de ongelukkige ziel tot gevangenis verstrekken. Bij ieder bitter wederzien zal de ziel het ligchaam vloeken, en het ligchaam zal de ziel ver-weaschen; zoo zullen ziel en ligchaam, die zoo eendragtelijk waren in het najagen van ongeoorloofde lusten, na den dood zich moeten hereenigen, om weder-keerig elkander met verwijtingen te kwellen. Indien gij , daarentegen, uw heil bevordert, zal uw ligchaam schoon, niet meer aan lijden onderworpen en schitterend opstaan, en gij zult het gelukzaligst leven deelachtig zijn. Zoo zal het tooneel dezer wereld eindigen. Een einde heeft alsdan de grootheid, het genot, de pracht dezer aarde ; alles heeft een einde. Slechts twee eeuwigheden blijven overig : eeue eeuwigheid van heerlijkheid . en eene eeuwigheid van strafoefening; de een vol vreugde, de andere vol kwelling; in den hemel de regtvaardigen, de zondaars in de hel. Wee den rampzalige, die de wereld te vee! bemind, en voor het schijngenot der aarde alles verloren- heeft : ziel en ligchaam, hemel en God.

3. Overweeg de eeuwige en onherroepelijke uitspraak des Eegters. Christus, do Eegter, zal zich tot de verworpenen wen-

-ocr page 424-

31)8 OVJSKWJSGING

deu cu zoggen : hebt gij nu afgehandeld , gij ondankbaren, is uw zondig' spel geëindigd ? Thans is mijne ure gekomen, de ure der waarheid en der geregtigheid, de ure der verwerping en der wrake. Op , gij zondaars ! gij hebt de verdoemenis lief gehad; zij kome dan ook over u : zijt vervloekt in den tijd, vervloekt in de eeuwigheid. Gaat weg van mij , beroofd van alles goeds, beladen met alle straften, in de hel. „Weg van mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur.quot; Matth. XXV., 41. Dan zal Jesus zich tot de uitverkoornen wenden en zeggen: komt, gij, mijne geliefde kinderen! komt, beërft het rijk der hemelen, dat uliedcn bereid is. Komt, niet meer om mij met het kruis na te volgen, maar om de kroon met mij te dragen. Komt, gij erfgenamen mijner al-genocgzaamhcid, weest de deelgenooten mijus roenis cu mijner heerlijkheid; komt, om mijne barmhartigheid te prijzen in eeuwigheid; komt uit de verbanning in het vaderland; komt van de ellende tot de eeuwige rust. „Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het koningrijk , dat u bereid is van liet begin der wereld. quot; O mijn .lesusi ook ik hoop ceu van die gezegenden te zijn. Ik bemin U boven al ; zegen mij , vim deze ure af. Zegen ook gij mij, beminde Moeder Maria!

-ocr page 425-

VOOR :)EN VKJ.» DAG

OVEUWKG1NG VOOll DEN VRIJDAG.

Over de Hel.

1. Overweeg, mijne ziel, dat de bel eeue gevangenis is, vol verschrikking en vol vuur. lu dat vuur ziju de vervloekten gedompeld, euhebben eene vuurzee boven zich, eene vuurzee om zich, eene vuurzee onder zich. Vuur in de oogen , vuur in den mond, vuur aüerwege. Ieder zintuig heeft zijn eigen smart. ]Je oogen zijn van den rook verduisterd, verschrikt van den aanblik der overige verdoemden en van den duivel, lu hunne ooren klinkt dag en nacht gehuil, vveeklagt en verwensehing. De reuk is verpest van den stank der rampzalige ligchamen; de smaak, door brandenden dorst en razenden honger gekweld , zonder zelfs een droppel water, noch een' bete broods te kunnen bekomen. Ziedaar alzoo ieder ongelukkig gevangene, van dorst verteerd, van vuur verslonden, van alle kwelling gefolterd, niets doende dan weeueu, huilenen vertwijfelen, nimmer iets wat de minste leniging of troost aanbrengt. O hel, hel! dat toch zoo menigeen aan uwe verschrikkingen wilde gelooven, alvorens in uw gebied te vervallen. Wat zegt gij wel, gij die deze bladzijden leest ? Indien gij hedeu

-ocr page 426-

OVEHWEGING

eens sterven moest, werwaarts zoudt gij henen gaan ? Gij kunt de pijn van een enkele vuurvonk op uwe hand niet verduren, en gij zoudt het hart hiernamaals in een verteerend vuur dompelen, zonder troost, van alles ontbloot en verlaten, de gansche eeuwigheid door ?

2. Overweeg voorts de kwellingen, welke de geestvermogens te lijden zullen hebben. Het herinneringsvermogen wordt onophoudelijk door gewetensangsten gefolterd; dat is die worm, die eeuwig in de veroordeelden knaagt door de verwijtingen , dat zij zich vrijwillig, voor weinige giftige genietingen. in de hel gestort hebben. OGod! hoe zullen den rampzalige dan die oogen-blikken van genot voorkomen , na iiou-derd, na duizend millioenen jaren der helsehc straffen ! Deze worm zal hem den tijd in het geheugen terugroepen, dien God hem vergund had ter verbetering ; de gelegenheden, « elke hij hem aangeboden heeft, om zijn zielenheil te bevorderen ; de goede voorbeelden zijner medemensehen; de opgevatte, doch niet ten uitvoer gebragte betere voornemens. En dan zal hij inzien, dat er geene uitredding meer mogelijk is u.t zijn eeuwig verderf. O God ! en welk ee;i dubbele hel zal het zijn, wanneer de wil zich immer wedersproken ziet, noch erlangt, wat hij

400

-ocr page 427-

voor de;\' z.aïürdag. 401 begeert, immer er'angt wat hij uiet wil, namelijk alle kwalen. Met verstand zal erkennen wat liet verloren heeft ; den hemel en God. — O God, mijn God! vergeef mij om den wille van mijn lieven Jesus.

3. Gij zondaar, wien thans niets er aan gelegen is, God en den hemel te verliezen, gij zult uwe blindheid erkennen, als gij de gelukzaligen in het rijk dei-hemelen ziet triomferen en lofzingen , terwijl gij als een afzigtelijk monster verjaagd wordt uit dit gelukzalig vaderland, van het aangezigt Gods, uit het gezelschap der allerzaligste Moedermaagd Maria, dei-Engelen en Heiligen. Dan zult gij tieren en schreijen : o paradijs der vreugde, o God'oneindig goed, gij zijt uiet mijn deel, en zult hot nimmer ziju! — G'p dan, op ter bieeht! Het leven gebeterd, niet uitgesteld tot het geen tijd meer is. Geef ii aan God over; vang aan, hem waarachtig lief te hebben. Bid den Heere Jesus, dat Hij zich uwer ontferme; bid Maria, dat zij uwe voorspreekster zij.

OVERWEGING VOOR HEN ZAIURUAG.

Over het oneindige der liclsclie Straiïen.

1. Overweeg, mijne ziel, dat de hel gceu einde neemt; daar lijdt men alle

26

-ocr page 428-

403 OVERWEGING

kwalen en allen zijn eeiiwi»'. Honderd jaren van kwelling zullen voorbijgaan, dxiizend zullen voorbijgaan, en de hel neemt eerst een aanvang; er zullen honderd duizend, eu honderd millioenen en duizend millioenen jaren en eeuwen voorbijgaan, en de hel duurt steeds voort. Indien een Engel nu een verdoemde het berigt bragt, dat God hem eenmaal uit de hel zou redden, en wel, wanneer zooveel duizend millioenen eeuwen voorbij gegaan zullen zijn als er bladeren aan de boomen, stofjes in delueht, waterdroppen in de zee, en zandkorrels op de aarde zijn, — gij verschrikt, en nogtans is het waar, dat de verdoemde zich bij dit nieuws meer verheugen zoude, dan wanneer men u het berigt bragt, dat gij koning van een groot rijk zoudt worden. Inderdaad, want de rampzalige zoude zeggen : het is waar, zoovele eeuwen moeten voorbijgaan, maar de dag zal komen, waarop er een einde aan mijne ellende zal zijn. Doch al deze eeuwen zullen verloopen, en de hel is nog in aanvang; en al deze eeuwen zullen zich zoo dikwerf herhalen, als er zandkorrels, waterdroppen, stofjes en bladeren zijn, en nog zal de hel altijd in zijn aanvang zijn. Ieder verdoemde zou gaarne met God dit verdrag aangaan : Hecre! vermeerder de ellende eu pijnen zooveel

-ocr page 429-

VOOR DEN ZATÜRDAG. 403

Gij wilt, het is g-euoeg, indien Gij slechts een perk stelt waar zij eens zullen eindig-en. Doch neen, deze g'rens zal nimmer gesteld worden ! Kon do arme doemeling; minstens zich zelven diets maken en zich voorspie-g'elen : wie weet, eenmaal mog't God nog eens zich mijner erbarmen en mij uit de hel verlossen! Neen, veeleer zal de verdoemde immer het vonnis zijner eeuwige veroordeeling voor oogen hebben en uitroepen : deze kwellingen, welke ik thans lijde, dit vuur, deze wanhoop, dit geschrei en weegeklag zuilen in eeuwigheid niet eindigen. Nooit of nimmer! En hoe lang zullen ze duren? eeuwig, eeuwig! O nooit! o nimmer! o eeuwigheid! o hel! Hoe kunnen menschen aan u gelooven en nogtans zondigen, en voortvaren met in de zonde te leven?

3. Mijn broeder! wees toch op uwe hoede; bedenk dat er een, hel voor u geopend is, wanneer gij zondigt. Reeds brandt onder uwe voeten deze vreeslijke gloed, en hoe vele zielen storten el in, terwijl gij dit leest. Bedenk, dat gij, eens daar aangekomen , er niet weder uitgeraken kunt. En, wanneer gij reeds eenige malen de hel verdiend hebt, zoo dank God, dat Hij er u niet reeds in nedergestort heeft, en spoed, ja spoed n ter bekeering; zooveel in u is, beween uwe zonden en grijp de

-ocr page 430-

404 OVERWEGING VOOR DEN' ZATDRDAG. verordende middelen aan, om u te redden. Biecht dikwijls, lees dagelijks dit of andere geestelijke boeken; vereer de Moeder Gods eiken dag aandachtig met den Rozenkrans, eu alle zaturdagen met vasten; wedersta de verzoekingen, door dikwijls Jesus en Maria aan te roepen; vlied de gelegenheid tot zonde; en, wanneer fiod u roept, om de wereld te verzaken, doe het, doe het dan toch. Alles, wat men doet, om eene eeuwigheid van smarten te ontgaan, is weinig, is niets. „ Geene zorg is te groot, waar de eeuwigheid in gevaar is.quot; (H. Bern.) Zie, hoe vele pelgrims zich in grotten en woestijnen aan een afgezonderd leven hebben overgegeven , om slechts de hel te ontgaan. En wat doet gij, gij die reeds zoo menigwerf de hel verdiend hebt? Wat doet gij ? Wat doet gij ? Ach , gij gaat verloren! Geef u aan God over, en zeg : Heer, zie, hier ben ik; ik wil alles doen, wat Gij van mij begeert. Maria! help mij. Amen.

-ocr page 431-

s) C

3 vVÖ('5^ ff ? ?

KRACHTIGE GEBEDEN

TOT JESUS CHRISTUS, MKT TERUGBLIK OP ZIJJf BITTER LIJDEN EN STERYEN.

1. Herinnering lt;tun Christus angst in den Hof van Gethsemane.

Gedenk, o Jesus Christus, de droefenis, den angst on den nood, waarmee uwe ziel werd bevangen, toen Gij in den Hof van Gethsemane, op uw heilig aangezigt neder-stortende, uwen hemeischen Vader smeek-tet, dat hij, kou 't zijn, den kelk das bitteren lijdens van U zou laten voorbijgaan. Gedenk den doodstrijd, dien Gij hebt gestreden, het bloedig angstzweet, dat U is uitgebroken, eu kom dezen (deze) zieke, die daar nu ook . even als Gij in Gethsemane, met de angsten des doods ligt te worstelen, genadig ter hulp. Zonder uwen bijstand, o Jesus, kan hij het niet houden. Laat don bitteren kelk der smarten \au hem (haar) voorbijgaan, en zend hem (haar) van nit den hemel uwen heiligen Engel toe, die zijne (hare) ziele

-ocr page 432-

406 KRACHTIGE GEBEDEN

trooste en sterke, gelijk hij ü, o Jesus, getroost en gesterkt heeft. Keik hem (haar) den kelk des heils, opdat hij (zij) uwen naam lofzinge. Amen. Onze Vader, enz.

2. IIerinnkring aan Christus r/evanr/et/-neming.

Gedenk, o Jesus Christus, de boeijen, waarmee eene hemeltergende bende Ü de heilige handen heeft gekneveld, toen men U gevangen nam, terwijl al uwe Leerlingen U verlieten; en ontferm U over dezen (deze) zieke, die, door doodelijke zwakte aan de legerstede gekluisterd, naar blijde beterschap of gelukzalige ontbinding smachtend uitziet. Slaak, o Jesus, genadig de boeijen zijner (harer) zonde, en daar deze ziele thans van aller schepselen heul en troost verstoken is, zoo sta Gij, Heer, haar ontfermend bij; mogen uwe heilige Engelen zich scharen rond dit krankbed, en don lijder (de lijderesse) beschermen tegen de magtige aanvallen van alle hclsche geesten, en voorts de scheidende ziele op hunne handen overvoeren in het land der levenden. Amen. Onze Vader, enz.

8. Herinnering van Christus verschijning voor den Hoogen Raad.

Gedenk, o Jesus Christus, den smarte-

-ocr page 433-

TOT JESUS CHRISTUS. 407

lijken gang, dien Gij hebt gedaan, toen men U, te midden van den nacht, in boeijen gekneld, naar Annas en Caïphas heensleurde, ea voor den hoogen Raad te regt stelde; gedenk, hoe Gij, valscheljjk beticht, in het goddelijk aangezigt geslagen eu des doods schuldig verklaard vverdt. Zie, o Jesus, deze zieke is op weg, om voor den eeuwigen Begter te gaan verschijnen; ontferm U dan over deze arme ziel, en laat haar niet beschaamd en te schande worden voor uw aangezigt, maar behoud en maak haar zalig door de kracht van uw bitter lijden en sterven, waarop zij al hare hoop heefc gesteld. Amen. Onze Vader. enz.

4. Herinnering aan tie verloochening en het heroine van Pelrvs.

Gedenk, o Jesus Christus, uwe over-groote goedheid, die U bewoog, om uwen Apostel Petrus, nadat hij U, tot driewerf toe, verloochend had, nog met een genadig oog aan te zien , eu hem uw vaderlijk harte te openen. Sla ook alzoo een ontfermenden blik op onzen (onze) zieke ; verwek in zijn (haar) harte eene opregte boetvaardigheid over alle, van der jeugd af, tot op dezen oogenblik toe, bedreven zouden. Laat hem (haar) met Petrus schuld

-ocr page 434-

408 KRACHTIGE GEBEDEN

belijden eu schuld beweenen, en met den bekeerden Apostel U voorts trouw blijven tot het einde toe, om ü hiernamaals in den hemel voor eeuwig te loven. Amen. Onze Vader, euz.

5. Herinnering aan Christus bespotting voor Caïphas, Filatus en Herodes.

Gedenk, o Jesus Christus, uwe zachtmoedigheid en geduld, toen zij uw heilig aangezigt, in welks beschouwing de Engelen zich verlustigen, bespuwden en met vuisten sloegen; toen zij U, als den grootsten boosdoener, naar Pilatus vierschaar voortsleurden, en door valsche getuigenis aanklaagden; en toen Gij , vandaar naar Herodes gezonden, wederom door dezen, doch in een spotgewaad, naar Pi-latus teruggewezen werdt. Zie, thans stormen alle booze geesten ook op dezen (deze) kranke los, verzoekende zijne (hare) ziele . en er op belust, om deze onder de verschrikking des doods te verderven. Verlaat Gij echter, o Jesus, de ziel niet, waarvoor Gij zoo veel hebt geleden; troost en versterk haar tegen alle verzoeking des Satans, en laat ze niet langer met den dood worstelen. Wanneer de booze vijand haar in 't verderf zou trsehten mede te slepen , zoo omkleed haar dan met het

-ocr page 435-

TOT JESUS CHRISTUS. 409

plegtgewaad uwer geregtigheid, hetwelk Gij met uw dierbaar bloed en door uwen bitteren dood hebt verworven; opdat zij, daarmede getooid, voor uwen regterstool verschijnen, het oordeel doorstaan, en onder het getal uwer uitverkoornen opgenomen worden moge. Amen. OnzeVader, enz.

6. Herinnering aan Christus geeselinc/ en doornenkrooning .

Gedenk, o Jesus Christus, den smaad, deu hoon en de smarte, door U ondergaan, toen uw maagdelijk ligchaam door de goddeloozen ontbloot, met koorden en roeden gegeeseld, en uw gezegend hoofd met doornen gekroond werd. Zie, o Jesus, hoe deze zieke thans naar ziel en ligehaam is gemarteld, en aan hoofd en ledematen door zwakte daar afgetobt ter neder ligt. Laat die zwakte, die smarten en pijnen hem (haar) ter zaligheid medewerken: steun zijn (haar) binnenste door de kracht des heiligen Geestes, opdat hij (zij) alle kwellingen, naar uw voorbeeld, geduldig drage; besproei en zuiver zijne (hare) ziel met uw heilig bloed, hetwelk Gij bij de geeseliug en krooning zoo overvloedig hebt vergoten, opdat hij (zij) de kroon der uitverkoornen moge ontvangen. Amen. Onze Vader, enz.

-ocr page 436-

410 KRACHTIGE GEBEDEN

t

7. ïlerinnerincj aan Christus veroordeeling. 1

ï

fiedeuk, o Jesus Christus, hoe Gij, t

door geeselslagen verbrijzeld, met doornen t

gekroond, met een purperen spotgevvaad 0 omhuld, en de handen gebonden, door

Pilatus aan het volk werdt voorgesteld; fl

gedenk dat bloeddorstig geschreeuw der ^

menigte van Joden, die daar riepen : ])

kruist hem, kruist hem! en hoe, eindelijk, j,

de regter U tot den smaad vollen kruisdood 0

veroordeelt. Nu, o Heer, spannen alle ^

helsehe geesten in woede tegen de ziel 0

van dezen (deze) kranke te zamen, en j

trachten haar in de eeuwige hellepoel neer jj te doen storten; sta Gij echter, o Jesus,

baarbij. Gij, die L' ter dood hebt laten ij

veroordeelen, om ons van het vonnis des i;

eindeloozen verderfs vrij te maken; wend e]

af van deze ziele de uitspraak eener ecu- u

wige verdoemenis, opdat zij voor altijd Q bij U in vreugd moge leven. Amen. Onze Vader, enz.

S. Herinnerimj nan Chrislus krnisrlrnpinri. li

ii

Gedenk, o Jesus Christus, aan uwen 1j;

laatsten, smartvollen togt, toen Gij, met jt

het kruis beladen, den Kalvarieberg be- | e]

steegt, en, door afmatting, tot driewerf ei

-ocr page 437-

TOT JESUS CHRISTUS. 411

toe , ter aarde storttet. Zie, o Jesus , deze kranke doet thans ook zijn laatsten, zwa-ren gang, en heeft nog' een steilen berg ter beklimming voor zich. Gij hebt hem, tot vermeerdering zijner glorie opgelegd, om het kruis met U te dragen; doch, zie hoe zwaar het hem wordt, hoe de beangstheid hem aangrijpt, terwijl hij naar den eindpaal smacht, om zijne ziel ia uwe handen te kunnen overgeven. Ach! zie hem (haar) aan meteen oog vau genade, o Jesus! en verligt den last van dat drukkende kruis, opdat de zieltogende er niet onder bezwijke ; versterk hem (haar) met de kracht van uwen heiligen Geest, opdat hij (zij) moedig in uwe bloedige voetstappen den berg van smarte betrede, allo lijden met geduld doorsta, alle verzoekingen van den booze krachtig bestrijde, en, na roemvolle zegepraal, tot U en uwe uitverkoornen moge naderen. Amen. Onze Yader, enz.

9. Herinnering aan Christus kruisi(/in(/.

Gedenk, o Jesus Christus, de schrik-lijke pijnen, welke Gij geleden hebt, toen men al uwe ledematen uitrekte, cn uwe handen en voeten aan 't kruis met nagelen vasthechtte; toen Gij, tusschen hemel en aarde, tusschen den vergramden God en het verworpen meuschdoni, in onuit-

-ocr page 438-

413 KRACHTIGE GEBEDEN

sprekelijke smarten aan liet smaadhout hangende, U, voor de zoude der gehecle wereld, aan uwen hemelschen Vader op-offerdet. Wij bidden U, o liefderijke Jesus, o wil voor dezen (deze) kranke, die daar tusschen leven en dood, en onder den last van 't aardsehe kruis, ademloos nederligt, uw bitter lijden en sterven op nieiiw aan uwen hemelschen Vader ten offer brengen, en deze ziel een zaligen uittogt naar boven genadig doen verwerven. Amen. Ouze Vader, enz.

10. Herinnering hoe Christus met uitye-strekte armen aan het kruis hing.

Gedenk, o Jesus Christus, hoe Gij met uitgestrekte armen aan liet kruis hebt willen genageld worden, om U alzoo bereid te toonen tot het ontvangen van alle mensehen aan uwe vaderlijke borst. Wij bidden ü, o liefderijke Jesus, neem dezen (deze) kranke, die, bij 't hoogste iig-ehaams- en zielelijden, geene rust of kalm te meer weet te vinden, genadig in uwe vaderarmen op, teneinde hij (zij) vreedzaam aan uwen boezem moge rusten; immers, daar is men veilig tegen alle vijandschap, daar vindt men troost en balsem voor alle smart en zielewonden, daar zal de zieke, geduldig en bereid, aet tijdelijk leven

-ocr page 439-

TOT JESUS CHRISTUS. 413

uitgaan, om bij U binnen te treden, bij U, die liet eeuwig leven zijt. Amen. Onze Vader, eni.

11. Herinneriny aan Christus aarjd en A-ruis.

Gedenk, o Jesus Christus, den grooten angst en nood , waarin Gij , drie uren lang, aan 't kruis hebt doorgebragt, toen de zon, van huivering, schuil ging en de aarde van medelijden beefde. Zie, o Jesus! onze kranke ligt daar ook in angst en beven uitgestrekt; spraak en gehoor gaan te niet, de oogen worden verdonkerd, en de duisternissen des grafs over wal men reeds geheel het bewustzijn. 6 Jesus! Gij licht der wereld, Gij zonue der geregtig-heid : bestraal en verheug deze ziel met den glans uwer genade ; voer haar in 't eeuwig licht, waar zij U, haren God en Zaligmaker, te zamen met den Vader en den heiligen Geest, in oneindigen luister voor eeuwig aanschouwen moge. Amen. Onze Vader, enz.

13. Herimeriurj aau C/iridns laatste woorden.

Gedenk, o Jesus Christus, uwe laatste woorden, welke Gij, aan den kruisboom

-ocr page 440-

414 KHACIITTflE GEREDEN

hiiugeude, om ons tot troost hebt toegesproken, en laat ze dezen (deze) zieke tot heil en zaliji'lieid verstrekken. 1. Gij hebt voor nwe vijanden gebeden met de « oorden : „ Vader! vert/eef het htm, want zij Keten niet, wat zij doen.quot; Geef dezen lijder (deze lijderesse) de genade, dat hij (zij) allen die hem (haar) ooit beleedigd hebben, van harte vergiffenis sehenke, en Gij, o Jesus! vergeef hem (haar) alle zonden en onvolmaaktheden. 3. Den beronw-vollen moordenaar hebt Gij de troostade-mende woorden van zaligheid doen hoeren : „ hed/'H zult (jij met mij zijn in hel Paradijs. quot; Moge ook deze kranke heden die woorden van troost en zaligheid vernemen. 8. Tot uwe lieve, teederbeminde Moeder zeidet Gij : ,, Vrouw! zie uwen zoon, quot; ên tot Joannes ; „ziedaar mee Moeder , quot; terwijl Gij met deze woorden ons allen Maria tot Moeder gegeven hebt. Zoo wees dan ook gij, Maria, Koninginne des hemels , naar den wille uws goddelijken Zoons, onze getrouwe Moeder; laten wij allen u als uwe beminde kinderen aanbevolen zijn, vooral in de ure des doods, welke deze kranke thans naderende is. Kon}, o Moeder dor barmhartigheid, deze ziel ter hulpe, om der smarte wille, welke gij, bij 't verscheiden van uwen teeder-beminden Zoon, hebt doorgestaan. 4. Met

-ocr page 441-

TOT JESTTS CiriilSTTJS 41 5

luider stemme hebt Gij weemoechvekkend uitgeroepen ; „mijn God! mijn God! waarom. 'hebt gij mij vertalen !quot; Ook deze kranke ligt daar nn verlaten van alle schepselen ; doch, wil Gij, o Jesus, hem (haar) toch in eeuwigheid niet begeven; want op U, en op U-alléén . berust al de hoop zijner (harer) zaligheid. 5. (iij hebt geroepen ; „Mij dorst!quot; namelijk naar het heil onzer ziel hebt Gij gcclor-t; (ni zij laafden TJ met edik en gal Ie. Ook deze zieke dorst naar de bronwel de# levenden waters; daarom dan, o Jesus, laaf Gij hem (haar) uit de volheid uwer eeuwig heldere en levenwekkende genadestroomen. 6. Nadat Gij alles, ons rampzaligen ter liefde en ten beste, volhardend en geduldig lijdend hadt doorgestaan, riept Gij uit; „het is votbriuit!quot; Moge ook deze kranke weldra kunnen uitroepen ; het is volbragt? O Jesus! Gij die magt hebt over leven en dood ; schouw hier neder met een barmhartig oog, en geef. dat deze zieke in uwe genade alles ten beste vol-brenge, den doodstrijd moedig doorworstel e , en de overwinnaarskroon der eeuwige zaligheid gelukkig vcrwerve. 7. Gij hebt, o Jesus, uw leven besloten met de woorden ; ,, Vader ' in uwe handen beveet ik mijnen r/eesl. „In vereeniging met deze aanbeveling zeggen wij allen van harte ;

-ocr page 442-

416 KRACHTIGE GEBEDEN

o Vader! in uwe handen bevelen wij den geest van dezen (deze) stervende. O Jcsup ! in uwe handen bevelen wij zijnen (haren) geest. O heilige Geest! in uwe handen bevelen wij zijnen (haren) geest. Amen. Onze Vader, enz.

13. Herinnering aan Christus dood.

Gedenk, o Jesns Christus, hoe Gij bij mv sterven hot heilig hoofd hebt gebogen, om ons, menschen, den laatsten vredekus te geven. O Jesus! gun dezen lijder (deze lijderesse) ook dien heiligen afscheidskus; laat hem (haar) heengaan in vrede, om, met U in eeuwige liefde verhouden, voor het aangezigt uws hemel-sehen Vaders te kunnen versehijnen, Amen. Onze Vader, enz.

14 Ilerinneriny aan Christus zijdewonde.

Gedenk, o Jesus, hoe Gij uwe heilige zijde met eene speer hebt laten doorboren, om ons allen zoo den toegang te banen tot uw liefdevol hart, als tot de bron des eeuwigen levens. Laat ook deze kranke in zijn (haar) laatste uur dezen weg geopend vinden, opdat hij (zij) tot uw genaderijk harte moge naderen, en daarin van alle zonde gezuiverd worde, teneinde

-ocr page 443-

TOT JESUS CHRISTUS. 417

aldus, tegen allo listen en lagen des duivels beveiligd, het aardsche leven zalig te kunnen besluiten. Amen. Onze quot;Vader, enz.

15. Herinnering aan Christus verrijzenis en hemelvaart.

Gedenk, o Jesus Christus, hoe Gij de Oudvaders in het voorgebergte der helle verlossend hebt bezoeht, en ten derden dage glorievol uit den doode zijt opgestaan ; hoe Gij aan uwe gezegende Moeder , gelijk ook aan de verzamelde Vrouwen en Leerlingen verschenen, en met groote heerlijkheid ten hemel opgevaren zijt. Wij bidden U, o Jesus, verschijn ook troostvol aan dezen (deze ) kranke , verkort zijne (hare) smarten eu pijnen, slaak in genade zijne (hare) banden, opdat hij (zij) na den tijdelijken doodslaap outwake ten eeuwigen leven, om zich voor altoos met alle uitverkoornen bij en in U te verheugen. Onze Vader, enz.

GEBEl) VOOR BEN (DE ) STERVENDE, OM EENE SPOEDIGE ONTBINDING.

Hoe lang , o Jesus, hoe lang nog zal deze kranke in den doodstrijd moeten blijven liggen worstelen? Wanneer zult Gij komen, o Jesus, en de ziel, welke

27

-ocr page 444-

418 KRACHTIGü OEBEÜJi.M, ENZ.

Gij met uw heilig bloed hebt vrijgekocht, iu genade tot U nemen? Wij bidden U, om den wille uwer cindelooze liefde en barmhartigheid, o verlaat deze ziele niet in haren uitersten nood, en wil de smarten des doods niet zoo lang doen aanhouden, dat er de eeuwige zaligheid van den lijder (de lijderesse) door in gevaar kon worden gebragt. Bestraal hein (haar), o heilige Geest! laat het licht der waarachtige kennis, en Jesus, de zon der gereg-tigheid in zijn (haar) gemoed niet ondergaan. Troost hem (haar), o Gij ware en eenige Trooster in onze droefenis; versterk hem (haar), Gij die de kracht onzer zwakheid zijt; gedenk dat Gij deze ziel in het heilig doopsel tot uwen tempel hebt geheiligd en ingewijd, ö Vervul haar dan ook bij het verscheiden met zulk een onuitsprekelijk verlangen naar haren he-melschen Vader, dat Hij haar, uit genade en liefde, voor zijn kind erkenne en het de eeuwige zaligheid als ecu vreugdevol erfdeel schenke. Amen.

-ocr page 445-

oP

EENIGE GEBEDEN VOOR ZIEKEN.

De meeste dezer Gebeden zijn uok in staat van gezondheid bruikbaar.

Gebed om een zalig einde.

Ik beveel U, o Jssus, thaus mijne ziel , nu ik, door uwe genade, nog bij liet volle verstand ben, ojjdut zij ü innig aanbevolen zij op het oogenblik, als ik, in de angsten des doods, Li haar niet meer aanbevelen kan. Ik beken het, o Jesiis,dat ik voor den doodstrijd schrome ; want, waar toch zal mijne ziele verblijven, als (jij haar niet tot 0 11601111? Daarom bid ik U, o Jesns, na in dezen oogenblik, uit al mijne krachten, o wil in die ure genadig mijnen geest in zijnen bangen strijd troosten en versterken, en U over uw schepsel , dat zoo duur door U gekochte pand , ontfermen, üedenk het, o Jesus, welk een bitteren angst (iij bij uw verscheiden hebt doorgestaan! Hoe smartelijk klagend hebt Gij met luider steinnie uitgeroepen en gejammerd, dat uw Vader U verlaten had; o gedenk, hoe Gij , alvorens te sterven, uwen geest in zijne handen aanbevolen hebt. Eu evenzoo nu ook schrei

-ocr page 446-

420 GEBEDEN VOOR ZIEKEN.

ik thans tot U, o Josus, dat Gij , als mijn quot;Verlosser, mijnen geest zult willen opnemen , wanneer die van het ligehaam scheiden zal. Gedenk, o liefderijke Jesus, dat Gij aan het kruishout uwe armen vaderlijk hebt uitgestrekt, om er mij in te ontvangen; dat Gij uw heilig hoofd hebt gebogen, om mij den vredekus te geven ; dat Gij uwe heilige zijde hebt laten doorboren, om mij den toegang tot uw genadevol harte te banen. Zie, o Jesus, mijne ziele zoekt hare toevlugt bij U ; met kinderlijk vertrouwen snelt zij U in de armen; zij kust uw hoofd en verbergt zich in uwe heilige zijde.

Hoe wèl is het mij aan uwen boezem ; daar vloeit de bron des eeuwigen levens , daar is mij de gewenschte plek der he-melsche rust, daar zal ik beveiligd zijn tegen alle gevaar, tegen alle aanrandingen van den booze; daar hoop ik uwe stemme te zullen vernemen, die mij toeroept ; komt, gezegende mijns Vaders, bezit het rijk, dat voor u is bereid geworden , van den aanvang der wereld. O Jesus! hoe zalig, hoe overgelukkig zal ik mij gevoelen, wanneer Gij mij zult opnemen in uw rijk. O Jesus ! in uwe handen beveel ik mijnen geest. Gij hebt mij verlost, o Heer, Gij God der waarheid. Amen. Ps. xxx; 6.

-ocr page 447-

GEBEDEN VOOR ZIEKEN.

Eens Christens laatste geestelijke wilsuitdrukking.

In den naam der allerheiligste Drievuldigheid : van den Vader, en den Zoon , en den heiligen Geest. Amen.

Ik stel mijne ziel in de handen haars Scheppers en Verlossers. Mijn ligchaam zal wederkeeren tot de aarde, waaruit het geschapen is. Alle vveroldsche goederen, alle tijdelijke eer, roem en vreugde, zeg ik vrijwillig vaarwel, en begeer niet anders dan U, mijn Heer en mijn God , aan te hangen met hart en ziel.

Uit den grond mijns gemoeds heb ik berouw en leedwezen over mijne zonden , maar vooral over.......... en zulks alleen daarom, dewijl ik U, mijn Heer en mijn God, wien ik boven alles bemin, er door vergramd heb. Met uwe genade wil ik mij ernstig beteren, al mijne zonden biechten, en, naar mijn beste vermogen , er boete voor plegen. Volgaarne vergeef ik allen die mij ooit beleedigd hebben, en ik bid ootmoedig, dat ook zij allen mij vergeven willen. Ik zal in vrede hierop insluimeren en rusten.

Ik geloof alles, wat de heilige katholijke Kerk mij tc gelooven voorstelt. Ik hoop en vertrouw, o mijn God, door uwe eiu-delooze barmhartigheid, de vergeving

431

-ocr page 448-

432 GEBEDEN VOOB ZIEKEN.

mijner zouden en het eeuwia; leven te zullen verwerven. Ik bemin ü, o God, als mijn lioog'ste en eeni^e goed, uit geheel mijn hart, uit mijne gans olie ziel en uit al mijne kraehten. Vreugde en leed neem ik dankbaar aan uit uwe hand, eu sreef mij volkomen aan uwe goddelijke Voorzienisheid en aan uw allerheiligst welbehagen over.

Ook beveel ik mij dringend aan in uwe hoede en bescherming, o heilige Maria , H. Josef, heilige Engelbewaarder, H. Barbara . en gij. mijn dierbare Beschermheilige; o wilt mij bijstaan te allen tijde, maar bovenal in de ure mijns doods. Amen.

Gebed bij het lijk van Christus in den schoot zijner heilige Moeder Maria.

Siddert, gij hemelen , en beeft, gij poorten des eeuwigen heiligdoms : want Jesus , de Zoon van den levenden God, ligt daar dood in don schoot zijner diep bedroefde Moeder. Treedt toe, gij dochteren van Sion, en aanschouwt uwen Koning op zijnen troon , gekroond met doornen , bloedig aangezigt en doodsbleeke lippen. Treedt toe, en kust hem in ootmoed de handen en voeten. O Jesus! o, mogt ook ik naderen en uwe heilige wondeu aanraken. Ach ! mijn hart trilt in mijn binnenste, want ik kenne mij medepligtig

-ocr page 449-

GEBEDEN TOOR ZIEKEN. 433 aan uwen onschuldigen dood. Ik vrees door mijne aanrakina' uwe lieilifce wonden te vernieuwen: ik vrees dat uw heilip: bloed tearen mij opstijgen en mij des oordeels schuldig verklaren zal. En daarom dan wil ik met den openbaren zondaar van verre staan, en, op mijne borst slaande, zessen : o .Tesus. wees mij, arme zondaar senadis! U, o Moeder der smarte, u, o heiliije Maria, geef ik mijn gebed, als waarmee ik uwen goddelijken Zoon allerootmoedigst om vergeving smeeke, met nadruk o.u vol vertrouwen over. Door u, o heilige Moeder van genade, door u hoop ik genade te zullen verwerven. Amen.

Krachtige aanbeveling in de hoede der heilige Moeder Gods.

6 Gij , diep bedroefde , allerteederste Moeder! o gedenk , hoe .Tesus Christus , uw geliefde Zoon . hangende aan het hout des kruises, u zijnen beminden leerling Joannes, en hem u aanbevolen heeft. Met dezelfde liefde en trouw beveel ik uwer moederlijke teederheid mijn hart en mijne ziel, mijn doen en mijn laten. mijne eer en mijn goed, mijne verwanten , mijne vrienden, mijn leven en mijn sterven .drin-aend aan. Ik bidde u, teederst beminde Moeder, o 7noge ik . met eene bijzondere liefde, gelijk do H. Joannes, uw harte

-ocr page 450-

424 GEBEDEN VOOH ZIEKEN, aanbevolen en er meê verbonden zijn; sta mij bij te allen tijde, maar vooral in de ure van mijnen dood; mogen dan, o troostrijke Moeder, de doodsnikken mijner geprangde ziel u ter harte gaan ; bescherm mij dan, neem mij op, en stel mijnen geest in de handen van Jesus Christus , uwen Zoon, onzen Verlosser, die met den Vader en den heiligen Geest, één God, leeft en heerseht, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Vragen om een zieke voor te houden.

Neemt gij deze ziekte uit Gods hand met liefde en dankbaarheid aan ?

Dankt gij God voor alle weldaden, welke hij u bij uw leven heeft bewezen ?

Zijt gij bereid, om naar den goddelij-ken wil te leven en te sterven ?

Is het onwillens, wanneer gij in uwe kwelling ongeduldig zijt ?

Vergeeft gij, om Jesus wille, allen die u ooit in eenig opzigt misdaan of belee-digd hebben ?

Wenscht gij ook dat allen, die door u beleedigd zijn, u vergeven zullen?

Gevoelt gij, uit liefde tot God , leedwezen over al uwe zonden, en zijt gij stellig voornemens u te beteren ? ■

Zijt gij bereid, alle voldoening te geven, zooveel zulks slechts in uw vermogen is ?

-ocr page 451-

GEBEDEN VOOR ZIEKEN. 423

Gelooft gij alios, wat God geopoubaard heeft, en door de heilige katholijke Kerk te gelooven voorgesteld wordt ?

Hoopt gij de vergiffenis uwer zonden en het eeuwige leven te zullen verwerven ?

Hebt gij God, uwen Heer, uit geheel uw hart en boven alles lief ?

Verlangt gij alle aflaten, welke gij zult kunnen erlangen, deelachtig te worden ?

Wenscht gij in uwen doodstrijd een teeken van berouw over uwe zonden te geven, en er van ontbonden te worden ?

Wilt gij in doodsgevaar het laatste Oliesel ontvangen r

Is het uw wil , dat alles, wat gij anderen schuldig en alzoo hun te betalen ver-pligtzijt,uit uwe middelen voldaan worde ?

Wilt gij liever nu sterven, dan tegen den wil Gods langer leven ?

Noemt gij Christus als den erfgenaam uws ligchaams en van uwe ziel ?

God zij geloofd en gezegend in eeuwigheid !

Gebed om de verloren gezondheid van God terug te ontvangen.

Uit de alleenspraken van den H. Augustinus , II. Hooldstuk.

Aanschouw, o God en Heer, uw schepsel, dat nu te gronde gaat; uwe handen hebben mij geschapen en gevormd;

-ocr page 452-

436 GEBEDEN VOOR ZIEKEN.

diezclfdo handen ziin voor mij frcnaareld aan liet kruis. Verlaat uw sehepsel niet, o Heer! let op de wonden uwer handen, waarin Gij mij zoo diep hebt sjesrift ; o lees daar mijn naam, en geef mij de gezondheid weder. Ik , die het werk uwer handen hen, verzucht tot u : o wil mij verkwikken. Tk, uw schepsel, roep II aan: o, (rij die het leven zijt, geef mij het leven weder. Ik, de zwakke, ik hef de handen tot U, den Sterke, omhoog; o rigt Gij inij van het ziekbed weder genadig op. Spaar mij, o Heer, want miine dagen gaan als eene schaduw voorbij. Wat is de mcnseh, dat hij zou durven spreken motOod, die hem geschapen heeft? Verschoon mij, o Heer, terwijl ik mijne rede tot ü rigte; duid mij niet ten kwade, dat ik mij verstout, tot U, den Almagtige, het woord te voeren; maar bedenk dat de nood tot het hoogst geklommen is; de smart dwingt mij tot spreken ; de ellende. waarin ik gedompeld ben, verpligt mii gebiedend U aan te roepen. Zie , ik lig hier krank ter neder en verhef mijne stem tot den Arts , sehreijende ; Jesus van Nazareth, ontferm II mijner! Gij, bronwel van barmhartigheid , verhoor mij. zwakke . die met beklemde borst tot U om hulpe smeek : ik zal II aanroepen, o Heer, alvorens van deze aarde heen te

-ocr page 453-

GEBEDEN VOOR ZIEKEN. 407 •raan. Sta ravi l)ij, o God der sterkte, en door U zal ik behoiiden worden ; verhelder tiet ooï mijner ziel. Gij oorsprona: des lichts, en ik zal door TJ weêr tot het srezigt worden gobrnst: vertoon TJ aan mij, o God der eeuwige heerlijkheid . en ik zal mij opristen in uwen heiligen naam ; wees Gij mijne vreugde, o Gij. die het leven mijner ziele zijt. dan zal ik leven , mij bewegen on voortdurend zijn in U , mijn God en mijn Heer.

Overgeving in den Goddelijken wil.

Mijn hart is bereid, o God, mijn hart is bereid , om te leven en te sterven naar nw goddelijk welbehagen ; van uwe vaderhand neem ik alles aan. wat Gij mij zenden zult. Tk belijde, o Heer, dat ziekte, zoowel als gezondheid , eene gave des hemels is. Handel met mij. o Rod. geheel naar uwen wil. want uwer ben ik naar het ligehaam en naar den geest. Gij hebt mij tot. uw evenbeeld geschapen en op deze wereld geplaatst; Gij hebt ook de magt. om mij, hoe en wanneer Gij het wilt, nit dit leven op en tot [J te roepen. Tk ben toch niet op aarde verschenen . om er te blijven, maar om. na de vervulling van het aantal mij door U, o God , toegestane jaren en dagen , voor uw aangezigt te verschijnen, teneinde bet loon mijner werken

-ocr page 454-

428 GEBEDEN VOOR ZIEKEN, te outvangeu. Mijn hart is bereid, o God, niiju hart is bereid. Ik leg mij vol vertrouwen in den schoot uwer goddelijke Voorzienigheid neder; daar wil ik vreedzaam rusten en zeggen : Vader! niet mijn, maar uw wil geschiede. Amen.

Oefening van Berouw over de zonden van geheel het leven.

ö Hemelsche Vader! hoe berouwt het mij, dat ik de dagen mijns levens zoo roekeloos en zoo zondig heb doorgebragt, en U, mijnen God en Heer, zoo weinig heb gediend ! Hoe innig smart het mij , dat ik U, die het hoogste goed zijt, wien ik boven alles bemiune, zoo dikwijls en zoo grovelijk beleedigd heb. O, konde ik de verloren jaren terugroepen, hoe ijverig zou ik dan met uwe genade in alle goede werken niet meegaan, hoe zorgvuldig dan niet alles vermijden, wat uwer goddelijke Majesteit ongevallig zou kunnen zijn. Ach , mijn Jesus I ik bid en smeek U van ganscher harte en uit al de krachten mijner ziel, door het heilig bloed, hetwelk Gij ook voor mij vergoten hebt, door uw bitter lijden en sterven, o vergeef mij alles wat ik heb misdreven, en kom mij genadig te gemoet in alles ,vat mij ontbreekt. Amen.

-ocr page 455-

GEBEDEN VOOK ZIEKEN. 439

Men kan Jüer lalen volgen de Oefeningen tan Geloof, Hoop en Liefde; bladz. 65 ; de heilige Kruisweg, enz. bladz. 134.

Verzuchtingen tot God den Vader, den Zoon, en den heiligen Geest.

6 Hemelsche Vader! ik stel den 011-schuldigen dood mvs Zoons, Jesus Christus, tusscheu mijne zonden en uwen god-delijken toorn , U opofferende zijne oneindige verdiensten : deze zullen voldoen voor wat mij ontbreekt.

Wees mij genadig, o God de Vader; wees mij genadig, o God de Zoon; wees mij genadig, o God de heilige Geest.

Gedenk, o Vader, uwe grenzelooze liefde en barmhartigheid, en ontferm U mijner.

Gedenk, o Jesus, de angsten en noo-den, welke Gij in den hof van Gethse-mane en aan het kruishout voor mij hebt geleden, en ontferm Ü mijner.

Gedenk, o heilige Geest, de omüt-spreeklijke goedheid en genade, waarmee Gij alle uitverkoornen bevoorregt, en ontferm U mijner.

Verzuchtingen tot Jesus, den Gekruiste.

o Barmhartigste Jesus! kom mij ter hulpe in dezen mijnen nood , en offer Gij zelf uw lijden en sterven, voor geheel mijne sehuld en voor mijne welverdiende straf,

-ocr page 456-

■1-30 GEBEDEN VOOR ZIEKEN.

cum uweu hemelschcn Vader verzoenend op. — U gcnaücrijko Jesus! al nujiiü hoop, mijn troost eu mijn toeverlaat vestig ik euüel eu uitsluitend op uw bitter lijden en sterven, eu dompel mijne ziel geheel en al in de diepte uwer heilige wouden. — O allerliefste Jesus! ik weusch eu begeer, uat uw heilige naam miju laatste woord, uw heilig Vieesch en Bloed mijne laatste zielespijs, ou uw bitter lijden eu sterven nujiie laatste gedachte zij. — U goeder-tierenste Jcsus! aan uw heilig kruis wil ik. mij heehten eu vasthouden; dat zal mijne toevlugt, mijn stut eu steun, dat zal uujue beseuermmg eu het verweermiddel tegen al de aauvaUen des zielevijands zijn. — U zachtmoedigste Jesus! tlruK uwe heilige wonden zóó diep in mijn hart, dat ik L iiimuier vergete.

in uwe haudeu beveel ik mijnen geest, zoo als (jij uwen geest in de haudeu uws Vaders bevolen liebt.

Drie verzuchtingen tot den H. Geest.

o 1'leilige(jeest! (iij troost eu sterkte van alle bedrukten eu bedroei'deu : sterk eu verlos ook miju beklemd eu zwak gemoed van de banden^ die het prangen; over-lommer mijne ziel met uwe goddelijke kracht, opdat ik alle smart en lijden van mijne ziette met liei'de eu lijdzaamheid

-ocr page 457-

^ GEBEDEN VOOR ZIEKEN. 431 drage, en alle aanvcchtiiigcn des vijaiids standvastig' al'vveereu 011 ovcrwiimcu moge, Amen.

Ü heilige Geest! üij baud der liefde tus-schen den liemelschen Vader en zijnen eeniggeboren Zoon; ontvlam de goddelijke liefde in mijn hart, verbind mij daardoor voor eeuwig met God, en laat mij in die liefde zalig sterven. Amen.

O heilige Geest! Gij eeuwig licht: verdrijf den nacht mijner zonden, en keer de duisternissen der Lelie genadig vau mij al; verlicht mijn gemoed, opdat ik in uwe heldere glansen mijnen (iod en mijn Heer, na atioop dezes vergankelijkeu levens, in eeuwigheid aanschouwen moge. Amen.

Men bidde hier noy de Litanie van hel bitter tijden onzes lleereu Jtsns Christus; bladz. 1U5.

Begeerte der ziele naar God en het eeuwig leven.

Gelijk het hert verlangt naar de waterbron, zoo verlangt mijne ziele naar ü, o God. Mijne ziel dorst naar God, de bron des levens ; wanneer zal ik komen eu verschijnen voor uw aangezigtr1 o Levens-oorsprong , gij Bronader des levenden waters : wanneer zal ik de liefelijke stroomen naderen, die vloeden der eeuwige verkwikking, na den uitgang uit de oorden,

-ocr page 458-

432 GEBEDEN VOOR ZIEKEN, die woest, ongebaand en ongastvrij zijn en waar geen wateren vloeijen? O, dan zal ik aansehouwen uwe heerlijkheid, en verbaasd staan over uwe kracht; dan zal ik mijnen dorst lessehen aan de welbron uwer barmhartigheid.

Mij dorst naar U, o Heej'; Gij zijt de oorsprong des levens; o lesch dan mijnen dorst! Mij dorst, o Heer, en die dorst is niet te bevredigen dan door U, den levenden God, naar wien ik dorst. O wanneer toch zal ik dan komen, en voor uw aangezigt verschijnen, o Heer ! Gelooft Gij, dat ik dien dag zal aanschouwen, dien dag des jubels en der vreugde; dien dag, door den Heere gewrocht, waarop wij zullen juichen en blijde zijn?

o Heerlijk schoone dag, waarop geen avond volgt, en wiens zonne nimmer zal ondergaan! o dag, waarop ik hooren zal de stemme des lofs, de stemme des jubels en der belijdenisse! de dag, wanneer ik zal hooren de blijdschapvolle woorden : ga binnen in de vreugde uws Heeren.

6 Vreugde boven vreugde, o vreugde die alle vreugde overtreft, o vreugd buiten welke er geen vreugde bestaat! o wanneer zal ik tot u ingaan, om God te aanschouwen, God, die in u woont! Ik wil uitgaan en in die verheven aanschouwing mij voor eeuwig verdiepen. Wat toch is er, dat

-ocr page 459-

GEBEDr-N VOOR ZIEKL'N 433

mij nog terusrhouden zou? Wee mij, wee dat mijne ballingschap op aarde nog langer zou duren!

Kom , Heere! o , wil niet dralen; kom , Heer Jesus Christus! kom en bezoek ons met uwen vrede; kom en slaak de boeijeu der gevangenen, opdat wij ons mogen verheugen voor uw aangezigt met geheel ons hart ; kom, ocze Verlosser! kom. Gij hope en uitzigt der volkeren; kom en vertoon ons uw aanschijn, en wij zullen zalig zijn.

Hoe lang zal ik, ellendige, nog omzwerven op de tuimelgolven van den oceaan der sterfelijkheid, roepende en schreijendc tot ü ; o Heer! terwijl Gij mij niet hoort? 6 Hoor toch, mijn God en mijn Heer, hoor en verhoor mijne stem, die zich lot U verheft van uit het gebulder der onstuimige wereldzee, en voer mij binnen in de haven des eeuwigen heils. Zalig zijn ze, o God , die uit het gevaar der aard-sche stormvloeden gered, tot ü, in de veilige haven der eeuwigheid, voor altoos naderen mogen.

ó Gij, waarlijk gelukkigen, gij, die het rijk der eeuwigheid zijt binnengetogen! o hoe heerlijk, hoe onuitsprekelijk zalig is dat rijk , waar met ü, o Heer, alle Heiligen heerschen, in het licht der eeuwigheid, als in een prachtgewaad gehuld, en het

28

-ocr page 460-

434 GEBEDEN VOOE ZIEKEN.

hoofd getooid met doornen, flonkerend

van edelgesteenten; waar zij U, het opperste goed, bezitten; waar zij voor eeuwig U aanschouwen, ü den almagtigen God.

Zie, wij knielen voor ü, wij roepen tot U, wij, uwe verlosten , maar thans nog ballingen op aarde, doch gekocht door uw dierbaar bloed. O verhoor ons. God, Gij onze Verlosser en Zaligmaker, de hoop aller natiën, tot aan iedere grens van den aardbol! Red, o red ons, om den wille uws heiligen naams. Amen.

OPOrPEBING ZIJNER SMABTEN EN KWELLINGEN TER VEEWERVING DER ZALIGE HEMELVREUGD.

Wanneer gij, mijne ziel, door de wreedste ligehaatnpijnen, door de grievendste smarten en kwellingen het voorregt moest koopen, om met Jesus en zijne uitver-koornen te zijn, zoudt gij dan voor zulk een prijs niet gaarne alles gelaten verduren? Overweeg toch wel, wat het eeuwig leven is, dat vaderland der vreugde, die hemelstad, dat bovenaardsch Jeruzalem. Niet genoeg kan daarover gedacht, gezegd, geschreven worden; want geen oog heeft het gezien, geen oor heeft het gehoord, en het is nooit in 's menschen hart opgekomen, wat God hun, die hem beminnen, heeft toebereid. Zou ik dan U, mijn God en mijn Heer! niet boven alles

-ocr page 461-

GEBÏDEN VOOR ZIEKEN. 435 liefhebben ? O hoe berouwt het mij, dat ik zoo laat eerst aanvange met U te beminnen ! Maar mogt dan nu ook mijn hart in liefde versmelten, en daardoor dat liefdeverzuim voor eeuwig zijn uitge-wischt en geboet. O Jesus! Gij weet, dat ik U nu bemin en meer en meer nog wil beminnen. Gaarne, o Jesus, wil ik mijne smarten, mijne nooden, angsten en kwellingen, ja zelfs den dood ter uwer liefde gelaten ondergaan, opdat ik weldra voor uw aangezigt verschijnen, en U op volmaakt hemelsehe wijze beminnen moge, in alle eeuwigheid. Amen.

GODVRUCHTIGE OVERWEGING VOOR EEN KRUCIJIX.

o Christus Jesus, mijn Verlosser en Zaligmaker! Gij die voor mij aan 't kruis het bloedig zoenoffer volbragt en mij daardoor van den eeuwigen dood verlost hebt: o, sta mij bij in dezen hoogsten nood.— Mij dunkt, ik hoor van U die troostvolle woorden : wees welgemoed, mijn lieve ziel; want, gelijk ik door het kruis, dood, duivel en hel heb overwonnen, zoo zult Gij ook door de kracht van dat kruis, over alles zegevieren. — Ik grijp dan, o Jesus, uw heilig kruis vast, als het schild mijner ziele, als de kracht mijns ligehaams, als de troost van mijn hart, tot versterking mijner zwakheid, tot arsenij in mijne

-ocr page 462-

436 GEBEDEN VOOR ZIEKEN.

krankte, tot leniginsr mijner smarten, tot opbeuring mijner kloekmoedigheid, tot een licht op de duistere baan naar het graf, als de weg ten eeuwigen leven. — Ik wil in de schaduw van den kruisboom rusten; daar toch zal ik kalmte en veiligheid vinden; daar zal ik door Jesus, de gezegende vrucht van Maria's heilig lig-chaam, verkwikt en verzadigd worden; daar zal ik vreedzaam den doodslaap insluimeren en rusten van mijnen arbeid. — Verre dan van mij, dat ik zoude roemen in iets anders dan in het kruis van onzen Heere Jesus Christus, in wien de wereld mij is gekruist, en ik de wereld gekruist ben. Amen.

-ocr page 463-

LIEFDEZUCHT TOT JESUS, MARIA EN JOSEf.

Ter geringschatting der wereld.

Wat toch is dit aardsche leven, Met der ruenschen rustloos streven,

Wat toch, Jesus, buiten U?

Kook en ijdelheid is 't leveu. Waanzin is der menschen streven, Eust, o Jesus, is in quot;ü.

Door de wereld steeds bedrogen. Zoek ik, aan uw kruis gebogen, 't Leven, Jesus, slechts bij U; Niemand vond zich ooit bedrogen, Die, aan uwe knie gebogen ,

Enkel, Jesus, hoopte op IJ.

Vader Jozef, Maagd en Moeder, Ouders van den Albehoeder,

Mag ik steunen ook op u?

Ja, dat wil ik, vader, moeder, Ouders van den Albehoeder,

'k Bouw tot voorspraak vast op u.

AANROEPING DER HEILIGE NAMEN VAN JESUS, MARIA, JOSEF.

Gegroet te zaraen, geprezen namen : Jesus, Maria, Josef!

Bij de Englenscbaren, nu opgevaren, Jesus, Maria, Josef!

-ocr page 464-

438 GEBEDEN VOOR ZIEKEN.

'k Blijf op u bouwen, en vast vertrouwen, Jesus, Maria, Josef!

Gij blijft me omzweven, in dood en leven, Jesus, Maria, Josef!

Uw geest te ontvangen, is mijn verlangen, Jesus, Maria, Josef!

Gij hebt mijn hart ontlast van smarten, Jesus, Maria, Josef!

Gij zult in lijden niet van mij scheiden, Jesus, Maria, Josef!

'k Zij van mijn zonden weldra ontbonden, Jesus, Maria, Josef!

Wat schild zou baten, door u verlaten? Jesus, Maria, Josef!

Doe mij in 't sterven, 't leven verwerven , Jesus, Maria, Josef!

Sta mij ter zijde, in 't laatste strijden, Jesus, Maria, Josef!

Opdat mij 't leven ginds zij gegeven, Jesus, Maria, Josef!

Dan zal 'k, daar boven, u eeuwig loven, Jesus, Maria, Josef!

TROOST DEK DROEVK ZIKLE.

Ah angst en nood, als ziekte en dood Mijn veege sponde omzweven,

En 't vvigt der smart, 't kranke hart, De zucht bluscht voor het leven :

Dan, Heer, betracht ik, dag en nacht, De bittre smart en plagen,

-ocr page 465-

GEBEDEN VOOR ZIEKEN'. 439 Die Gij voor mij, getroost en blij, Aan 't kruishout hebt gedragen.

„O Vader mijn!quot; In uwe pijn

Hoort dus mijn hart U schreijen. Hoe zal 't dan zijn, in mijne pijn ?

Zal hij met troost verblijen?

Ach! in den dood, waart Gij in nood.

Gij, Jesus, Zoon des Heeren, Gij moest bespot, tot uwen God Ten hemel weierkeeren.

En zou de wensch van 't zondig mensch

Dan zijn, om blij te leven;

Daar Gij, in nood en bittren dood ,

Aan 't kruis den geest woudt geven? Neen, 'k zucht niet meer; ik wil, o Heer,

Uw kruis getroost omarmen,

En ieder uur, mij aan het vuur Van uwe liefde warmen.

Zie, God en Heer, genadig neêr

Op mij, en laat mij komen Waar 'k eenmaal blij, van zonden vrij,

Zal wonen bij de vromen;

Waar wij, te zaam, uw heilgen naam

Lofzingen met de kooren,

Die U, den Zoon. op 's Vaders troon, Als wachters toebehooren.

-ocr page 466-

440 GEBEUEN VOOK ZIEKEN.

ZAMENSPEAAK DER DROEVIGE ZIEL MET HAREN VERLOSSER EN HELPER.

De Ziel.

Ik beu zoo die]) verslagen.

Ik zie geen uitkomst meer, In 's werelds schrikbre plagen

Ziuk ik aêmechtig neer.

o Jesus, Gij, mijn leven!

Onthoud uw licht mij niet : Ach! wil mij uitkomst geven, Gij, Heer, die 't al gebiedt.

.) e s u s.

Mijn kind! houd op te klagen,

Ik ben u steeds nabij;

Zelfs voel ik al uw plagen,

Om u is 't dat ik lij.

Wacht nog een kleine stonde. Nog maar een weinig strijd. Dan zweeft ge van uw sponde Hier in mijn heerlijkheid.

De Ziel.

Ik lijd zoo boven mate,

6 Heer! waar wil ik heen?

Ik ben zoo zeer verlaten. Zoo hulploos en alleen.

-ocr page 467-

GEBEDEN VOOR ZIEKEN. 4-41 Ach, Jesus! kan liet wezen.

Verlos mij uit dien nood.

Wil Gij mijn ziel genezen.

Bedroefd tot in den dood.

Jesus,

Wanneer gij zijt verslonden Door angst en droefenis,

Zoo berg u in mijn wouden

En klaag wat in u is;

Ontlast dan al uw lijden hu uw onduldbre piju,

ik zal uiei van u scheiden.

Maar u teu helper zijn.

De Ziel.

Hoe beu ik, hoogste Liefde,

Nog die genade waard.

Ik, die zoo vaak U griefde

15n woelde in 't slijk der aard? O wist ik, dat ik zeker

Eeus in uw schoot zou zijn. Ik dronk den bittreu beker. Als ziele-medicijn.

J esus.

Kind! ik ben, als de Algoede,

In liefde oneindig rijk.

Berust slechts in mijn hoede. Dan erft gij 't hemelrijk.

-ocr page 468-

443 GEBEDEN VOOR ZIEKEN. Vertrouw op mij, van harte, Duld al uw angst en pijn, En uw onlijdbre smarte Zal weggenomen zijn.

De Ziel.

o , Jesus! o, wat schatten Behelst die zoete taal. De smarten, die me omvatten.

Verdwijnen altemaal; En mogt Gij nieuwe plagen Nog zenden op mij neer, Ik zal ze willig dragen Tot mijns Verlossers eer.

Wil nooit meer van mij keeren.

Uw glansrijk aangezigt, En laat mij steeds begeeren,

De stralen van uw licht. De laatste van mijn stonden Moog do allereerste zijn. Dat ik, in uwe wonden. Bevrijding vind van pijn.

-ocr page 469-

BL AD WIJZEK.

Morgeugebed........5

Avondgebed......... 7

Gebeden onder de heilige Mis. . . 9

BIECHTGEBEDEN.

Voorafgaande herinnering .... 37 Aanwijzing en gebeden voor de ontvanging van het heilig Sakrament

der Biecht.........28

Gebeden vóór de Biecht.....39

Rouwgebed.........33

COMMUNIEGEBEDEN.

Vóór de heilige Communie. ... 35

Na de heilige Communie .... 41

De zeven Boet-psalmen.....45

Gebeden om voor zich zeiven, of voor dc zielen in het vagevuur den

vollen aflaat te verdienen ... 58

GODVRUCHTIGE OEFENINGEN VOOR IEDF.RRS DAG DER WEEK.

Voor den zondag. Ter cere van de

allerheiligste Drievuldigheid. . . 6T Litanie aan de allerheiligste Drievuldigheid..........68

Oefening voor den maandag. Ter eere van den heiligen Geest, en tot

-ocr page 470-

BLADWIJZER.

lafenis der gcloovigc zielen in het

vagevuur.........

Litanie van den heiligen Geest . . Oefening voor den dingsdag. Ter eere

van den heiligen Naam Jesus . Litanie tot den heiligen Naam Jesus. Oefening voor den woensdag. Tot den heiligen Engel-bewaarder . . Litanie tot de heilige Engelen . . Oefening voorden donderdag. Ter eere van het heilig Sakrament des Altaars. Litanie van het allerheiligste Sakrament des Altaars......

l)e lofzang. Tc Deum Laudamus . Oofening voor den vrijdag. Tot den

lijdenden Jesus.......

Litanie van het lijden onzes Heeren

Jesus Christus.......

Oefening voor den zaturdag. Tot de allerheiligste Maagd Maria. . Litanie ter eere van de heilige Maria. Litanie van alle Heiligen .... De smartelijke Bozenkrans.

Kruisweg-overdenking.....

(jebeden en overdenkingen in lijden. Betrachtingen over het lijden van

Jesus Christus.......

Aanbeveling oener christelijke ziel in de lieilige vijf wonden van Jesus. Godvruchtige vereering der zeven laatste woorden van Jesus aau het kruis.

-ocr page 471-

BLADWIJZER.

Litanie tot Jesus om zalig te srerven. 178 Gebed om eeneu goeden dood te be-

bekomen.........183

Litanie van onderwerping aan den

wil Gods.........

Gebed in groote droefheid .... 186

Gebed in ziekte........187

Gebed na liet herstel der gezondheid. 189

Gebed voor ecu zieke......190

Troostgebed bij den dood van eenen

vriend of eener vriendin. . . .191 Troostgebed bij den dood van geliefde

ouders..........193

Troostgebed voor ouders bij den dood

van een geliefd kind.....195

Overwegingen, gevoelens en gebeden, ter gelegenheid van hot afsterven van personen die ons dierbaar zijn. . 198

GEBEDEN BIJ ZIEKEN EN STERVENDEN.

Gebed bij het begin der ziekte . . 206 Gebed bij toenemende ziekte . . . quot;307 Litanie tot Jesus, ten gebnüke der

zieken..........309

Psalm in lijden........315

Gebed van eenen berouwhebbenden

zondaar, die in zijne ziekte of krankheden met betrouwen zijne toevlugt tot de eindelooze barmhartigheid van fiod neemt . . . 217

-ocr page 472-

BLADWIJZER.

Voorbereidin^s-wobed tot ontvanging der heilige Sakramenten. . . . 223

Opwekking van berouw.....223

Gebed des zieken na de belijdenis . 224 Voorbereiding tot de heilige Communie ..........225

Gebed na de heilige Communie . . 227 Gebed voor het heilig Oliesel. . . 228 Gebed na het heilig Oliesel . . . 229 Morgengebed bij aanhoudende ziekte. 229

Avondgebed.........230

Gebed in oogenblikken van ongeduld of hevige smarten ...... 231

Gebed bij eenen zieken, die door een plotseling toeval overvallen is. 232

Gebeden bij stervenden.....234

Litanie welke de heilige Kerk leest

voor de stervenden......237

Ander gebed voor stervenden . . . 248 Aanstonds na het overlijden . . . 250

GEBEDEN VOOR DE OVERLEDENEN.

Gebeden onder de Misse voor de

overledenen........252

Litanie voor de overledene geloovigen. 263 Gebed tot lafenis der geloovige zielen. 266 Overwegingen tot gedachtenis van

alle geloovige zielen.....267

Rozenkrans-gebeden voor de overledenen ..........270

Lijk-psalm. ( Hij het ht-yrdvtn.) . , 275

-ocr page 473-

BLADTVIJZEK.

Als men van het kerkhof huiswaarts

keert..........

Treurgezang der Kerk. Dies Iree. Vigiliën of getijden der overledenen.

Magnifieat.........

Gebed voor bisschoppen of priesters. Gebed voor een manspersoon .

Gebed voor eene vrouwelijke overle-

ledene..........

Gebed voor vrienden en weldoeners. Gebed voor aLe geloovige zielen. Gebed voor vader of moeder .

Gebed op den sterfdag.....

Gebed op een jaargetijde . . . . De lofzang van Ezechias . . . . De lofzang van Zacharias . . . . De Vesper-psalmen op Zondag. . . Vesper-psalmen op de Feestdagen . Gebeden der generale absolutie . Meditation voor den zieken . . . Over het overdenken van den dood. Overwegingen voor eiken dag der

week..........

Krachtige gebeden tot Jesus Christus, met terugblik op zijn bitter lijden

en sterven.........

Eenige gebeden voor zieken. Gebed

om een zalig einde......

Eens Christens laatste geestelijke wils-

uitdrukking........

Gebed bij bet lijk van Christus, enz.

-ocr page 474-

BLADWIJZER.

Krachtige aanbeveling in de hoede

der heilige Moeder Gods. . . . 428 Vragen om een zieke voor te honden. 434 Gebed om de verloren gezondheid

van God terug te ontvangen . .435 Overgeving in den goddelijken wil . 427 Oefening van berouw over de zonden

van geheel het leven.....428

Verzuchtingen tot God den Vader,

den Zoon en den heiligen Geest . 439 Verzuchtingen tot Jesus, enz. . . 439 quot;Drie verzuchtingen tot den heiligen

Geest..........430

Begeerte der ziel naar God, enz. . 431 Opoffering zijner smarten en kwellingen, ter verwerving der zalige

hemelvreugd........434

Godvruchtige overweging voor een

krucifix..........435

Liefdezucht tot Jesus , Maria en Josef. 487 Aanroeping der heilige namen, enz. 437 Troost der droevige ziele .... 438 Zamenspraak der droevige ziel met haren Verlosser en Helper . ... 440

GOEDKEURING.

Imprimi potest.

Ruremondee, luie. 21 Martii 1845.

J. A. Paredis,

Ej). Ilir. et A dm. Aplicus. Timb.

-ocr page 475-

aede

. . 433 den. 434 licid

. . 435 dl . 437 den

. . 438 ier,

st . 439 . . 439 gen

. . 430 . . 431 rel-ige

. 434 sen

. 435 ef. 437 nz. 437 . 438 net

. . 440

is. Limb.

-ocr page 476-
-ocr page 477-
-ocr page 478-