ƒquot;{ ANDBOEK DER yEREERDERS VAN DE
BREDA,
miMiintTin.
Datum in Hoeven, 24 Decembris 1879.
C. VAN DEE VEEKEN,
Libr. Censor.
(
___1
Snelpers Boek- en Huziekdr. van Eduard van Wees, Breda.
tin
van de H. Anna en van den H. Joachim.
e eu Anna, de ouders
tSM ^er Maagd en Moeder Gods Maria,waren beiden uit een koninklijk en priesterlijk geslacht gesproten.
Joachim , of Liakim, werd te Nazareth in Galilea geboren. Zijn vader was Mathat, een nakomeling van den koninklijken profeet David door dezes zoon Natan. Zijne moeder Estha stamde eveneeas van David af door dezes zoon Salomon. Anna was geboren te Bethlehem en door haren vader Stolan en hare moeder Emerentiana insgelijks eene spruit uit Davids koninklijk geslacht.
Beiden onderhielden stiptelijk het gebod der Wet en werden bemind door God, Wiens welbehagen zij in alles zochten, en stonden, om hunne goedheid en weldadigheid, in eer en hoogachting bij de menschen. Zij verdeelden hunne bezittingen in drie deelen: het eerste deel gaven zij aan de priesters tot onderhoud van den Tempel des Heeren en ter opluistering van de
godsdienstige feesten; het tweede deel was bestemd tot leniging van den nood der armen en zieken; het derde behielden zij om in hunne eigene bescheidene behoeften te voorzien.
Ten einde de deugd dier godvreezende echtelieden nog meer te louteren en hen tot een nog hoogeren staat van heiligheid te verheffen, onderwierp God hen aan eene beproeving, welke in dien tijd eene der pijnlijkste en vernederendste was: Hij zegende hen niet met kinderen. Onder de Israëlieten, en bijzonder in het geslacht van David, werd het gemis eener nakomelingschap als eene groote smaad beschouwd, als eene straf des Hemels en eene soort van vloek; de echtelieden zonder kroost konden zich niet meer onder de voorouders van den beloofden Verlosser rekenen, en deze uitsluiting trof hen niet alleen op de gevoeligste wijze in hunne vrome verwachtingen, maar verminderde ook grootelijks hun aanzien onder hunne stamgenooten. Diensvolgens zagen zich zulke echtelieden genoodzaakt hun leven in eene troostelooze afzondering en eenzaamheid door te brengen.
Anna en Joachim namen deze smartelijke beproeving met gelatenheid en volkomene onderwerping aan den aanbiddelijke:! wil des Heeren aan, zonder echter geheel en al de hoop op te geven, dat hunne droefheid eenmaal in vreugde veranderen zou. Jaren
lang verdubbelden zij hunne gebeden , hun vasten en aalmoezen, in het volle vertrouwen , dat God vroeg of laat een willig oor zou leenen aan hunne smeekingen. Het was echter hun doel niet, door hunne gebeden en tranen enkel mensohelijken troost en bevrediging hunner eigenliefde te verwerven. Zoo dikwijls zij zich naar den Tempel begaven, beloofden zij God, Hem het kind, dat Hij zich gewaardigen zou hun te schenken, met een dankbaar en nederig hart te zullen toewijden.
Reeds waren zij zoover in jaren gevorderd, dat bijna alle hoop vervlogen was, toen zij op den dag der Kerkwijding, welk feest door de Israëlieten in de maand November gevierd werd, zien moesten, dat de priesters het offer, ditmaal nog grooter dan gewoonlijk, hetwelk zij op het altaar brachten, niet wilden aannemen, doch met het verwijt, dat God hunnen echt niet gezegend had, ten aanzien van het geheele volk Israels, met versmading van het altaar op den grond wierpen. Met schaamte overdekt verlieten zij den Tempel. Joachim ging naar het gebergte, om daar te vertoeven onder de herders, die zijne kudden hoedden, terwijl Anna zich terugtrok in haren tuin, om daar biddend en werkend haren tijd door te brengen. Nadat zij aldus eenige dagen in afzondering en overgeving aan den goddelijken wil gesleten hadden, zond
8
de Almachtigen hun eenen trooster. Er verscheen hun een engel, die in den naam des Allerhoogsten hun aankondigde, dat nu spoedig de smaad, die op hen rustte, zou weggenomen worden. Deze bode van geluk kwam het eerst bij Joachim en be- sfegt; loofde hem, dat Anna, zijne huisvrouw, hem binnenkort eene dochter zoude schenken, die bestemd was de moeder te worden van den sinds zoovele eeuwen verlangden Verlosser. Joachims echtgenoote had eveneens deze blijde tijding ontvangen en beiden haastten zich nu, van een innig vertrouwen vervuld, elkander het gelukkige nieuws mede te deelen. Door gebeden betuigden zij Gode hunnen dank voor zulk eene groote weldaad.
Den achtsten September werd nu Maria,
vrij van de smet der erfzonde, te Nazareth in het buis van den H. Joachim geboren. Vreugde heerschte er nu niet alleen in het huis der gelukkige ouders, maar ook in de geheele streek, en het verrukkelijk gezang der Engelen weergalmde in den omtrek, terwijl te Jeruzalem en in vele andere plaatsen van Judea de bezetenen v. de lucht met een ijselijk gehuil vervulden. J Een heilige man bezwoer een dezer bezetenen , en gelastte den duivel te verklaren,
welke de oorzaak was van hun gejammer. De bezetene gaf ten antwoord: «Deze nacht is te Nazareth eene dochter geboren
-lt; 4
met name Maria; hare geboorte is de vreugde der Engelen en de vernedering der hel.quot;
Tachtig dagen later ging Anna met haar geliefd kind naar den Tempel, om volgens het voorschrift der Wet de reiniging te ondergaan en het gebruikelijk offer te brengen.
Toen Maria haar derde jaar was ingetreden , leidden hare ouders haar, overeenkomstig hunne belofte, naar den Tempel, en offerden, niettegenstaande de smart der scheiding, aan den Heer hun kind op, hetwelk de vreugde van hunnen ouderdom was en de belooning voor hunne deugd. Waarschijnlijk overleefden zij deze scheiding niet lang; zij stierven getroost en rijk aan verdiensten en in het zalige bewustzijn , dat zij aan de ondvaders de nabijzijnde komst van den Messias konden aankondigen.
Dit is, volgens de meest vertrouwbare overleveringen, volgens de H. Vaders en de overeenstemmende uitspraken der geleerden , alles wat met zekerheid van deze vrome echtelingen kan gemeld worden.
De legende van de H.H. Joachim en Anna is, wel is waar, kort, doch geeft ons ook een zeer hoog denkbeeld van hunnen heiligen levenswandel, en zij is tevens zeer geschikt ons een onbegrensd vertrouwen op hunne machtige voorspraak in te boezemen.
8
de Almachtigen hun eenen trooster. Er verscheen hun een engel, die in den naam des Allerhoogsten hun aankondigde, dat nu spoedig de smaad, die op hen rustte, zou weggenomen worden. Deze bode van geluk kwam het eerst bij Joachim en be-loofde hem, dat Anna, zijne huisvrouw, hem binnenkort eene dochter zoude schenken , die bestemd was de moeder te worden van den sinds zoovele eeuwen verlangden Verlosser. Joachims echtgenoote had eveneens deze blijde tijding ontvangen en beiden haastten zich nu, van een innig vertrouwen vervuld, elkander het gelukkige nieuws mede te deelen. Door gebeden betuigden zij Gode hunnen dank voor zulk eene groote weldaad.
Den achtsten September werd nu Maria,
vrij van de smet der erfzonde, te Nazareth in het buis van den H. Joachim geboren. Vreugde heerschte er nu niet alleen in het huis der gelukkige ouders, maar ook in de geheele streek, en het verrukkelijk gezang der Engelen weergalmde in den omtrek, terwijl te Jeruzalem en in vele andere plaatsen van Judea de bezetenen v de lucht met een ijselijk gehuil vervulden. J Een heilige man bezwoer een dezer bezetenen , en gelastte den duivel te verklaren,
welke de oorzaak was van hun gejammer. De bezetene gaf ten antwoord: »Deze nacht is te Nazareth eene dochter geboren
9
met name Maria; hare geboorte is. de vreugde der Engelen en de vernedering der hel.quot;
Tachtig dagen later ging Anna met haar geliefd kind naar den Tempel, om volgens het voorschrift der Wet de reiniging te ondergaan en het gebruikelijk offer te brengen.
Toen Maria haar derde jaar was ingetreden , leidden hare ouders haar, overeenkomstig hunne belofte, naar den Tempel, en offerden, niettegenstaande de smart der scheiding, aan den Heer hun kind op, hetwelk de vreugde van hunnen ouderdom was en de belooning voor hunne deugd. Waarschijnliik overleefden zij deze scheiding niet lang; zij stierven getroost en rijk aan verdiensten en in het zalige bewustzijn, dat zij aan de ondvaders de nabijzijnde komst van den Messias konden aankondigen.
Dit is, volgens de meest vertrouwbare overleveringen, volgens de H. Vaders en de overeenstemmende uitspraken der geleerden , alles wat met zekerheid van deze vrome echtelingen kan gemeld worden.
De legende van de H.H. Joachim en Anna is, wel is waar, kort, doch geeft ons ook een zeer hoog denkbeeld van hunnen heiligen levenswandel, en zij is tevens zeer geschikt ons een onbegrensd vertrouwen op hunn^ machtige voorspraak in te boezemen.
u
10
Het Moederschap der H. Anna.
(Deze waardigheid verheft haar boven alle andere vrouwen.)
anneer God eene ziel voorbestemt tot een beroep van bijzonder gewicht, dan vormt Hij om zoo te zeggen deze ziel reeds langen tijd te voren, deelt haar in de ruimste mate zijne genadegaven mede, en meet deze af naar het doel, hetwelk Hij bereiken wil. Dit geldt als een grondregel, dien alle godgeleerden aannemen. De H. Thomas van Aquinen heeft dit grondbeginsel met zijne gewone nauwkeurigheid op de volgende wijze uitgedrukt : God rust diegenen, welke Hij tot een bepaald doel uitkiest, vooraf zioo uit, dat zij geschikt zijn dat doel te vervullen. Als God dus het voornemen heeft, eene ziel tot eene zeer hooge waardigheid te verheffen , dan verleent Hij haar eene daarmede overeenstemmende heiligheid; als Hij haar bestemt tot de allerhoogste waardigheid, dan verrijkt Hij haar met onvergelijkelijke verdiensten.
God heeft deze edele en verhevene vrouw uitgekozen tot moeder en verzorgster der onbevlekte Maagd Maria, tot grootmoeder van zijnen eenigen Zoon, en daardoor tot moeder van allen, die Hij door de genade
11
tot zijne kinderen aanneemt; eene meer dan verhevene waardigheid, een werk van bijua oneindige heerlijkheid! Hij moest haar derhalve alles geven wat voor zulk eene hooge waardigheid paste, en haar sieren zooals zijne wijsheid en mildheid het vereischen Daar nu de II. Anna van eeuwigheid bestemd en uitverkozen was voor eene waardigheid, welke de hoogste is na die van Moeder Gods, moeten wij dan niet vast gelooven, dat geene andere dochter Eva's zoo rijkelijk door de goddelijke genade begiftigd geworden is?
Nadat wij aldus dezen grondregel vastgesteld en toegelicht hebben, mag men veilig zeggen: hare waardigheid van moeder alleen verheft de H. Anna ver boven alle andere vrouwen, want het moederschap over de H. Maagd Maria is iets zoo verhevens, dat niets daarmede kan vergeleken worden.
Welke quot;andere moeder toch kan zich op zoo hooge voorrechten beroemen ? Kan het zijn de moeder van den profeet Jeremias, de moeder van den H. Johannes den Dooper, of de moeder van den H. Joseph ? Neen, zij allen zagen hare kinderen niet allen invloed der hel onttogen; want ofschoon hare kinderen vroeger geheiligd werden dan de gewone menschen, zoo werden zij toch niet zonder zonde ontvangen en waren ook niet tot zulk eene hooge bestemming geroepen, als de dochter der H. Anna. Is
12
het misscliien Eva, de moeder van het geheele mensohelijk geslacht ? Ach, zij heeft het leven gegeven aan eene nakomelingschap, welke zucht onder den vloek; zij is de moeder geweest van een geslacht, hetwelk onterfd en tot eindelooze kwalen veroordeeld is. De H. Anna daarentegen schonk aan de wereld de moeder van alle levenden, van alle uitverkorenen. Men kan dus met een kerkvader zeggen: de H. Anna heeft door haar moederschap den voorrang boven alle andere moeders.
»Er valt niet aan te twijfelen, zegt de H. Pulbertus van Chartres, dat de ouders van Maria op geheel bijzondere wijze vervuld waren van den geest van liefde en van leven, en dat de bescherming en tegenwoordigheid der Engelen hun nooit ontbrak. Het is derhalve billijk, dat wij de heilige ouders der allerzaligste Moedermaagd loven en prijzen. Zij toonden zich ten allen tijde in hunnenganschen levenswandel zoo volmaakt, dat het ons niet verwonderen kan, uit hen diegene te zien geboren worden, welke alle overledene en toekomstige geslachten als een spiegel van alle rechtvaardigheid en goedheid verlichtte.
Gelukkig en gelukkiger dan alle andere vaders diegene, welke verdiende de vader van zulk een dochter genoemd te worden.
Zij is in waarheid gelukzalig en onze gansche vereering waardig, zij heeft eeniger-
13
mate recht op onze lofspraken, die moeder, welke alle andere moeders overtreft, omdat zij diegene heeft ter wereld gebracht, in wie de Schepper van alle dingen mensoh geworden is! O gelukkige moeder verheug u en juich, want het geschenk, hetwelk u in zulk eene doorluchtige dochter is geworden, is zoo groot, dat geene andere vrouw, noch vroeger noch later, waardig is bevonden een verhevener te ontvangen.quot;
Kan men onze bewering met krachtiger woorden verdedigen? Zoo schrijft ook de eerwaarde Lansperg met den E, Hieronymus:
»Anna is die heerlijke boom, van welken een tak onder goddelijken invloed gebloeid heeft. Zij is de heilige grond, die den brandenden doornstruik heeft voortgebracht, welke niet verbrandde. Zij is de verhevene hemel, van welks hoogte de ster der zee oprees. Anna is de gezegende onvruchtbare , die zich verheugde over het bezoek des engels. Zij is de gezegende onder de vrouwen, gelukkige moeder onder de moeders; uit haren zuiveren schoot ging de lichtende tempel desHeeren op, het heiligdom van den H. Geest, de Moeder Gods.quot; Sermo de S. Anna.
Eindelijk drukt ook Gregorius van Nico-medië in vele zijner verhandelingen dezelfde gevoelen uit.
^Beschouwt, zegt hij, de voorrechten en gunsten van alle rechtvaardigen en profeten;
14
ziet met welke banden de dankbaarheid hen aan God verbonden heeft; gij kunt daaruit besluiten tot de onvergelijkelijke verhevenheid van de H.H. Joachim en A.nna. Vindt gij niet in hen eene waardigheid, zoo hoog en verheven, dat zij ons voorstellingsvermogen te boven gaat, eene waardigheid, kostbaarder en eervoller dan alle andere waardigheden? God , hun Schepper, heeft hen uitverkoren, om de wereld door hen te vernieuwen; hij neemt eene moeder uit hun bloed en in den gezegenden schoot dezer moeder wil Hij eene nienwe schepping bewerkstelligen Werden zij niet onder allen uitverkoren en bestemd, om het grootste aller geheimenissen mede te vervullen? Wij zien alzoo, hoezeer alles wat hen betreft, boven alle vergelijking gaat.quot;
De H. Anna heeft het verdiend de moeder der onbevlekte Maagd Maria te worden.
t xml® mel1 'n ^16'' Romeinsche Brevier de getijden van den 26quot; Juli leest, op weiken dag de Kerk het feest viert van de H. Anna, zoo vindt men daar het volgende kerkelijk gebed:
»0 God, die u gewaardigd hebt, aan de
15
zalige Anna de genade te verleenen, dat zij verdienen zou de moeder te worden van haar, die den eeniggeboren Zoon Gods moest baren, verleen genadig, dat wij, die haar feest vieren, ook door hare voorspraak geholpen worden.quot;
Daar dus de Kerk deze woorden bezigt, kan men zeggen: de H. Anna heeft hare moederlijke waardigheid verdiend, in zoover een schepsel zich dezelve waardig kan maken, door aan Gods gtsnade te beantwoorden. Doch wat heeft zij dan gedaan om deze genade op zich af te trekken, tot welken graad van deugd en volkomenheid is zij opgeklommen, voordat die genade op haar kon nederdalen? Om ons daarvan eene zwakke voorstelling te vormen, zullen wij ons in het geheugen roepen, wat Maria is geweest van het oogenblik, dat zij geschapen is. Wij kunnen dan afleiden wat hare moeder zijn moest. Want moet niet de stengel zijn bloesem waardig zijn, en het vat, den balsem, dien men aan hetzelve toevertrouwt ?
De ziel van Maria kwam uit de hand Gods onder den invloed van zijnen scheppenden adem, en werd verbonden met een lichaam, hetwelk zeer rein en altijd onbevlekt en maagdelijk was zooals zij zelve. Opdat dit teedere maagdelijk lichaam niet met iets onreins in aanraking zoude komen, opdat niets onwelvoegelijks door zijne nabrj-
16
held het geringste letsel zou veroorzaken, moesten immers ook hare ouders eene vlekkelooze reinheid bereikt hebben, zoo al niet door een bijzonder voorrecht, dan toch door trouwe medewerking met de genade. Daartoe was het immers noodig, dat de H. Anna, dit gezegende vat voor de opneming van de Arke des Verbonds, door hare nederige waakzaamheid en door een voortdurenden strijd, eene zeer groote heerschappij over al hare bewegingen en aandoeningen verworven had. Voorzeker, de onbevlekte ontvangenis van Maria verheft ook hare ouders en verleent aan de H. Anna eene wonderbare grootheid!
Eenige kerkvaders hebben zeer verhevene zaken over de roemrijke moeder der allerzaligste Maagd geschreven, en aan godvruchtige zielen valt het niet moeilijk dat alles te gelooven. Volgens hetgeen deze kerkvaders geschreven hebben en wat zeer aannemelijke overleveringen melden, zou de EL. Anna met haren heiligen echtgenoot den staat der oorspronkelijke onschuld, zooals Adam en Eva dien voor hunnen val bezaten , wederom ternggekregen hebben, en zou zij alle aandoeningen en begeerten, welke als straffen met den zondenval verbonden waren, voor goed in haar hart tot zwijgen hebben gebracht; zij zou met Joachim langen tijd een meer engelachtig dan menschelijk leven hebben geleid, verdeeld
17
tusschen de zorg voor de kudden, het verplegen der zieken en het overwegen van de dingen des Hemels. Vele jaren lang had zij door haar gebed en door hare tranen de vervulling iifgesmeekt der ca voorzeggingen en van de aan haar volk gedane beloften, en met bewonderenswaardig geduld den smaad verdragen, dien hare onvruchtbaarheid over haar huis bracht, want de veroordeelen der Joden op dit punt waren zeer sterk. Eindelijk had God medelijden met hare tranen: de engel Gabriël kwam en kondigde haar de onbevlekte ontvangenis van Maria aan.
Wie kan ons nu de waarlijk engelachtige vreugde der H. Anna schilderen, wie, de vurige dankzeggingen van den H. Joachim, en de lof- en jubelzangen, die uit het midden dezer nu zoo rijkelijk getrooste familie, uit het hart van drie zielen omhoog-stegen! Heil u, waardige dochter van zulke ouders, prijs en loon van zulk een heilig verlangen! Heil u, o wonderbaar kind , door den H. Geest zelf aan onvruchtbare ouders, nog in hoogen ouderdom, verleend! Heil u, o onbevlekt ontvangene Maagd Maria!
O Heilige Anna, zoo rijk aan genade! Heden is ons geopenbaard, in hoe hooge eer gij staat bjj den Hemelschen Vader en welke onuitsprekelijke waarde Hij hecht aan uwe onwankelbare volharding! Wat kunt gij niet voor ons verkrijgen, daar
18
gij van Gods oneindige goedheid Maria l
zelve verkregen hebt! c
Lieve lezers, wanneer de Hemel de t vervulling van onze wenschen verschuift,
geschiedt het meerendeels, om ons nog e grootere weldaden waardig te doen worden. a l
Is de H. Anna daarvan niet het duidelijkste r
voorbeeld? Had zij spoediger verhooring l
gevonden barer bede, misschien ware zij 1 niet de moeder geworden der H. Maagd,
dewijl zij daartoe misschien nog niet heilig ^ genoeg was. Inderdaad hoe groot was niet
de volmaaktheid van Maria op het oogen- 2
blik, dat zij geschapen werd ? Toen reeds i had Maria het gebruik van haar verstand;
niet alleen had zij volkomen bewustzijn van 1
zich zei re, doch geen der hemelsche geesten l
overtrof haar ook aan heldere kennis van j
God en zijne werken. Alle kerkleeraars 1
stemmen op dit punt overeen. Zij zag }
dus ook duidelijk de ziel harer moeder, en (
stond tot haar in de innigste en levendigste 5
betrekking. Was het derhalve niet in de ]
hoogste mate passend, dat Maria aan de ]
ziel harer moeder niets waarnam, hetwelk ]
haar kunnen bedroeven, en de volkomen- 1 heid harer hoogachting en vereering hadde
kunnen verminderen en verzwakken? En ]
ware van den anderen kant de H. Anna l
niet gestorven van schaamte en droef heid, \ indien zij zich zelve het geringste verwijt
had kunnen maken, en zich veroordeeld ■,
19
had gezien, de Koningin van hemel en aarde op eene onwaardige wijze in haren schoot te dragen?
Zoo kan men dus niet alleen het als een gegrond vermoeden aannemen, maar het zelfs voorzeker houden; sedert Anna moeder was, had zij de uiterste grenzen der heiligheid, die de heiligste onder de heiligen kunnen bereiken, verre overschreden.
Zij had voor altijd zelfs de minste onvolkomenheden overwonnen, die toch anders voor zielen van minder ootmoed en waakzaamheid onvermijdelijk zijn ; geen wolkje mocht den glans van hare schoone ziel verduisteren, noch de reinheid van haar hart bevlekken. Zij had de gave ontvangen van bevestigd te zijn in de genade en van aan de deugd de blijvende heerschappij te kunnen verschaffen. Door de kracht van haar geloof en hoop had zij de rechtvaardigen van het oude verbond verre achter zich gelaten; zij had geloofd en gehoopt haar geheele leven lang, zonder ooit in hare ziel eene twijfeling of bedenking te laten opkomen, en daardoor aan Godes waarheid en trouw onrecht te doen.
Wat de liefde tot God aangaat, deze maakt zich naar buiten kenbaar door de belangstelling, die men in heilige zaken toont, door de geschenken, welke den glans van den eeredienst verhoogen, en boven alles, gelijk de H. Johannes zegt, door de
20
werken van barmhartigheid en de onverslapte beoefening der broederlijke liefde. Niemand overtrof de H. Anna in de liefde. Haar hart werd beheerscht door het gebod der dubbele en toch eenige liefde tot God en tot den evennaaste, en zoo droeg zij reeds vooraf het onderscheidende kenmerk van de wet der genade in zich zelve ingedrukt : de verheerlijking van het huis Gods en de verzorging der armen.
Zoo had derhalve de H. Anna haar heilig moederschap als het ware verdiend door de beoefening van Geloof, Hoop en Liefde, waarin zij de grootste volkomenheid bereikt had. Dienvolgens kon zij ten opzichte van Maria dezelfde plichten vervullen, welke deze later aan haar goddelijk kind Jesus vervulde. Zoo kon Maria als eenen heiligen hoogmoed over hare moeder voeden, en als het geoorloofd is eene wereldlijke uitdrukking te gebruiken, God den Heer er voor bedanken, dat Hij haar zulk eene reine en volmaakte moeder gegeven had, waarvoor Maria, zelfs in tegenwoordigheid der Engelen, niet behoefde te blozen.
21
De Vaders der grieJcsch-TcatholieJce kerk leerch, dat de H. Anna de eer van haar roemrijk moederschap verdiend heeft.
fgO; fschoon deze bewering, naar onze zienswijze, als volkomen bewezen mag beschouwd worden, houden wij het. echter niet voor overtollig nog eenige merkwaardige plaatsen uit de grieksche kerkvaders aan te voeren. Deze heilige kerkleeraars verkondigen deze leer niet met eene soort van schroomvalligheid, doch met eene zekerheid en op dien toon van vertrouwen, waarop men eene ontwijfelbare waarheid uitspreekt. De dienaars der H. Anna zullen het ons dank weten, dat wij deze uitspraken aanhalen, die nog slechts een zwakke weerklank zijn van de kinderlijke vereering, die het Oosten aan onze lieve moeder wijdt.
De H. Johannes Damascenus zegt in zijne zesde en zevende homili over de geboorte van Maria, dat deze eerder eene dochter der genade dan der natuur is, en dat wij haar te danken hebben aan de gebeden en de heiligheid harer ouders. Wij willen hier deze schoone plaats aanhalen.
»Wie was de vader dezer maagdelijke spruit, wie was hare moeder ? Anna en Joachim, die roemvolle echtgenooten, door
22
het goddelijk woord zelf verbonden, en wier verbintenis heiliger was dan alle andere verbintenissen, omdat het kind uit die verbintenis geboren van onvergelijkelijke waarde was. En zou dan de stam, uit welke die spruit opschoot, barer niet waardig zijn? Ja, deze heerlijke stam, die zelf zich op een heiligen wortel verhief, scheen zijne vracht niet te kunnen voortbrengen. Doch de «rechtvaardigen hebben geroepen en de Heer heeft hen verhoord; Hij heeft hen bevrijd van alle hunne droefheden.quot; Dat was door koning David in zijne, door den geest Gods ingegeven gezangen voorspeld. De rechtvaardigen hebben geroepen , heeft hij gezegd; en het komt mg voor, dat hij door deze woorden de stem van het geheele menschelijk geslacht teruggaf. De rechtvaardigen hebben hunne stem verheven; zij hebben gesmeekt om de vrucht hunner verbintenis en om eene volkomene openharing van God. ü, o God der heerscharen, is immers de schande onzer onvruchtbaarheid niet onbekend; Gij ziet de droefheid waarin zij ons dompelt.^ Wanneer Gij genadig nederziet op de geringheid en laagheid uwer dienaren, wanneer Gij hun het voorwerp hunner vurige wenschen verleent, dan verbinden zij zich, ü uw geschenk met eerbied weder op te offeren. En daar God »spoedig tot medelijden en langzaam tot toornquot; overgaat, heeft Hij
23
r hun diegene geschonken, welke den naam
van Maria draagt, welke voor ons eene heerlijke en ontritsprekelijk.3 vergoeding is geworden voor de ongelukkige Eva.quot; b J »Daarom moet ieder schepsel zich ver
heugen, nu wij met verrukking den dag f vieren, waarop de zalige Anna haar kind
i ter wereld bracht. Zij heeft aan de wereld
den schat gegeven, die alle goed in zich i bevat; geene macht ter wereld zal in staat
t zijn haar denzolven te ontrukken. En
terwijl de Schepper dezen kostbaren schat , aan de menschen verleende, heeft Hij de
a geheele menschheid, en door hen en met
i- hen, de geheele natuur in eenen hoogeren
ij staat verheven. Want de mensch staat
n tusschen het stof en den geest; hij vormt
f. als het ware de band en de vereeniging
gt; tusschen alle wezens, zoowel tusschen de
it zichtbare als de onzichtbare; en uit dezen
ie grond heeft de Zoon Gods de gansche
;r schepping tot Zich getrokken, toen Hij onze
sr menschelijke natuur met zich vereenigde.
Ie En daarom willen wij in Joachim en zijne
ïr heilige gade het einde der onvruchtbaar-
!n heid vieren, welke een hinderpaal was
m voor ons geluk.quot;
sn »Want, inderdaad, waarom werd Maria
w van eene onvruchtbare moeder geboren?
n. Geschiedde het niet om den weg te openen
in voor het wonder aller wonderen en om
[ij het laagste met het hoogste te verbinden ?
24
Doch er is nog eene hoogere, en in zekeren zin, goddelijke oorzaak. De natuur treedt terug voor de genade; en da,ar «J niet verder kan gaan, staat zij sidderend stil bii het aanschouwen van zulk een groot werk en bekent haar onvermogen. Want dewiil de Moeder Gods van de heilige Anna moest geboren worden, ijs de natuur onvruchtbaar gebleven, terwijl de genade hare vrucht vormde; want de natuur was niet in staat aan de wereld de geliefde Dochter des Heeren te geven, uit welke moest geboren worden de Eerstgeborene van alle schepselen en de mstandhouder van alle wezens. O Anna! o Joachim. o gelukkig paar! Alle schepselen zijn u den innigsten dank schuldig; want dooi1! kunnen zij hunnen Schepper het volmaaktste geschenk aanbieden, eene zuivere moeder, die alleen haren Schepper waardig is!
gt;0 gelukkige Joachim, die verleend hebt deze onbevlekte vrucht voort te brengen!
O gelukzalige Anna, die deze vrucht der heiligheid gedragen en gevoed hebt. O wonder der wonderen, hetwelk alle andeie wonderen in de schaduw stelt! Het was billiik dat God, toen Hg tot ons wilde afdalen, zich door wonderen eenen weg baande tot zijne onuitsprekelijke wondervolle menschwording. Doch hoe zal ik verder voortgaan? Mijne ziel is als van verrukking buiten zich zelve, zij slingert
25
tusschen vrees en verlangen. Mijn hart klopt luide, mijne tong is gebonden; ik kan mijne verrukking niet langer verbergen; ik bezwijk onder de wonderen, eene heilige onmacht drukt op mij en mijne liefde brengt mij in verwarring! Doch, weg van hier alle ijdele schrik, de liefde moet hem verdrijven ; mijne ziel zal zingen onder den adem van den H. Geest; de Hemelen zullen zich verheugen en de aarde zal juichen,quot;
Ben weinig verder noemt dezelfde kork-leeraar Anna en Joachim een paar, hetwelk van alle vlekken vrij is en stelt ons Maria voor als de vrucht en de belooning hunner heiligheid. Wij zouden wenschen hier de kracht van het oorspronkelijke te kunnen teruggeven.
»Anna, Joachim, gelukkig en vlekkeloos paar! van u kan men mst den Heiland zeS§®n • nien erkent u aan de vrucht uwer verbintenis.quot;
»Gij hebt uw leven op de Gode welge-valligste wijze ingericht, en zooals het waardigste was voor degene, die uit u geboren is. De vrucht van uw heilig en kuisch leven was de parel der maagden. Gij leefdet heilig in de zwakke, menschelijke natuur, en hebt ons daardoor eene dochter gegeven, die hooger staat dan de engelen wier koningin zij is.quot;
2
26
Vervolgens spreekt hij van de lange vernederingen en beproevingen, waardoor de
oneindiquot; wijze God hen tot dien trap van
volmaaktheid opvoerde , weike voor zgne doeleinden noodzakelijk was; hij spieekt over hun heldhaftig geduld, over hunne onverbreekbare trouw, en voegt er bü. Zna en Joachim hebben ;oor de reCM-
vaardigheid ^ ^ fakkel der
»tkoÜ, takb» den Sir gÏÏctt » de „nehtorhe.d der
rechtvaardigen gevonden. r t n.
De H. Germanus, patriarch van Ccnstan tlnnnel beliidt dezelfde meening. JJe rt. Andreas van Creta, een der beroemdste dienaars van de H. ABna. verkondigt parne in ziine sermonen dezelfde leer. Wij laten hier eenige woorden uit zijn tweede sermoon over de geboorte der allerheiligste Maagd
V0Seeren wij terug tot het feest dezev geboorte; als de tonen van een bruiloftlied zal onze lof zich ter eere Anna s verheflen. God zelf heeft haar als ^n onderpand züner belofte een kind gesehonken. Nadat zii deze gunst door haar gebed heeft afgesmeekt, heeft zij door een önuitsp^kehjk wonder diegene ter wereld gebracht. welke aan de wereld eenen God gegeven heeft, die zich verwaardigd heeft onder de measchen
27
»Is het niet billijk, diegene, welk ons zulk een kind gegeven heeft, met de heerlijkste lofzangen te begroeten. In de woning der heilige Anna schitteren de naruen van twee verhevene vrouwen; de gezegende namen der moeder en der dochter. Heden is de eene bevrijd van de schande der onvruchtbaarheid, en de andere zal ons spoedig op eene gt; onverklaarbare wijze haren Zoon Jesus geven,
r dien Jesus, die zich ons gelijk maakt.quot;
i «Zoo willen wij dan billijken lof bewijzen
r aan haar, welke, niet meer onvruchtbaar, eene maagd het leven schenkt. Wij willen haar de woorden der heilige schrift toe-[. voegen: Gelukkig het huis Davids, waaruit ,e f?Ü afstamt! gelukkig de schoot, waarin ie God de ark des heiligdoms gevormd heeft, n diegene namelijk, welke Hemzelven zou m ontvangen, zonder haren maagdelijken staat ;d te verliezen! Ja, gelukkig en driewerf gelukkig zijl gij, die overladen met de gaven er Gods, ons deze ootmoedige Maria gegeven 3d hebt, wier heerlijke naam allen lof en eer n: waardig is, en van wie is uitgegaan, Christus, nd de bloem des levens.quot;
■at Bij deze getuigenissen, die wij zeer ge-
;e- makkelijk zouden kunnen vermenigvuldigen, ijk willen wij nog slechts eene bladzijde voegen ke uit Alvarez de Paz, eene der eerste vrome Jie schrijvers der Sociëteit van Jesus. Deze ten zegt in zijne beschouwingen over de onbevlekte ontvangenis:
28
»Welke ouders, o heilige Maagd, welke voorouders! Vol godsvrucht jegens God, vol medelijden en barmhartigheid jegens den evennaaste, vol matigheid ten opzichte van zich zeiven, leefden zij in onthouding en rechtvaardigheid, dewijl zij bestemd waren u tot dochter te hebben, o Maria! u wier grootste vreugde de uiterste onthouding was, u, wier hart geheel door de deucrd Was ingenomen en met al de gaven van godsvrucht versierd was. Daarom zonden zij onophoudelijk hunne gebeden tot den Heer, dal het Hem behagen mocht de smaad der onvruchtbaarheid van hen weg te nemen. En zoo zijt gij, mijne meesteres! meer eene dochter des gebeds dan des
vleesches.quot;
»Axa smeekte, en door haar zuchten en bidden verkreeg zij van haren vader Caleb een land, hetwelk rijkelijk met water besproeid was.quot; (Recht. I: 15.) _
»Anna smeekte op dezelfde wijze en door hare zuchten en hare tranen verwierf zij u, de bron van alle hemelsche en aardsche
goederen.quot;
,Zoodanig waren de vader en moeder, die God zelf voor u uitkoos, o maagdelijke bruid des Heeren! En uit het bloed dezer uitverkorenen heeft Hij uw heilig lichaam gevormd. En bovendien beeft Hij uw lichaam, alvorens Hij hetzelve het leven instortte, ja, voordat Hij het vormde, door
29
zijnen engel van alle natuurlijke onvolmaaktheid gereinigd.quot;
»0 hoe ongelukkig zijn wij! de eigenschappen der stof, waaruit ons lichaam gevormd is, bewerken, dat sommigen onzer eene neiging hebben tot losbandigheid, anderen tot gramschap, ja sommigen zelfs tot nog veel hatelijker hartstochten. God wilde niet, o Maria, dat het met u ook zoo was, en voordat Hij uwe ziel uit het niets trok, zuiverde Hij op de volmaakste wijze de woning, waarin gij uw verblijf zoudt nemen, opdat geene vleeschelijke beweging uwen vrede zoude storen.quot;
»En kon het ook anders zijn? Toen het huis Gods gebouwd werd, nam men voor hetzelve slechts aan alle zijden be-bouwene en geheel glad gemaakte steenen. Men hoorde in het huis noch hamer noch bijl, noch hot gedruisch van eenig ander werktuig. Hoe moest gij dan niet, o vol-komenste tempel der Godheid gevormd worden door de vereeniging van de volmaaktste ziel en het volmaaktste lichaam , die men zich voorstellen kan, waaraan de hamer der vermorseling niets te breken, en de vijl der versterving niets glad te maken had.quot;
Zoo hadden versterving en onthouding in de H.H. Anna en Joachim gewerkt, en alles in hun gezuiverd, zonder zelfs de schaduw eener vlek achter te laten. God
30
konde bezit nemen van dit vooraf gelieiligd aardrijk, om daaruit zijne welbeminde dochter te scheppen, het meesterstuk zijner (lodheid te vormen en het aan de hoede en bewaking van zulke waardige ouders toe te vertrouwen. Hemel en aarde benijdden als het ware diegene, welke de uitstekende eer en de roemvolle verdienste had, hare moeder te zijn.
De verdienste der H. Anna namen op wonderbare wijze toe na de ontvangenis der H. Maagd.
IjOMndien reeds de waardigheid van het moederschap in de H. Anna zulk eene groote heiligheid vorderde, zoo als wij ons daarvan hebben kunnen overtuigen, op welke wonderbare wijze moesten dan hare verdiensten niet toenemen door de innige en voortdurende betrekkingen, waarin zij tot hare dochter stond! Wat had er niet negen maanden lang tusschen Anna en Maria, tusschen den Hemel en de aarde plaats! Hoezeer moest niet de dankbaarheid, hoezeer moest niet het wederkeerig dienstbetoon da vereeni-
31
ging dier beide wezens gedurig aan nauwer maken! Anna droog bij tot het stoffelijke leven en den, lichamelijken wasdom van Maria ; zij ontving daarentegen van Maria hemelschen wasdom en de volheid van het geestelijke leven. Want in de orde der genade is er slecht ééne moeder der levenden: Eva was dezen schoonen titel niet waardig; het was het uitsluitend aandeel van Maria, zoowel voor het verledene als voor de toekomst; op gelijke wijze is ook Christus de Heiland voor alle eeuwen, voor de verledene zoowel als voor de toekomstige. Maria was dus de geestelijke moeder harer moeder, zij bediende zich van hare macht over de H. Drievuldigheid, om hare moeder volgens de natuur onafgebroken met nieuwe gaven te verrijken en haar de goddelijke weldaden, die zij van haar ontving, met hemelsche schatten te betalen.
O, hoe rijk en groot is de H. Anna met dezen kostelijken schat in haren schoot! Hoe rijk en groot is zij, terwijl zij met Maria de goddelijke majesteit looft en prijst, terwijl zij hare deugden naar die harer dochter vormt en ev naar streeft, niet om hare deugden aan die harer dochter gelijk te maken, doch om aan dezelve eene steeds grootere volmaaktheid te geven en ze met de werking der genade gelijken tred te doen houden. O heerlijk schouwspel; den Hemel waardig! Zag men ooit twee harten
32
elkander wederkeerig met eene vuriger liefde tot God ontvlammen? Maria levend in de II. Anna; de bloem zich ontwikkelend aan haren stam en zich voedend met des-zelfs geurig sap! Christelijke zielen, ziet! Maria neemt het vleesch en bloed van de H. Anna, om het aan onzen Beiland over te geven, en Jesus geeft het ons weder in het aanbiddenswaardige Sacrament. Staan wij dan met deze verhevene Heiligen niet in de engste gemeenschap! Tot welke hoogachting, tot welke vereering en liefde moeten wij ons niet gedrongen voelen tegen onze grootmoeder in Jesus Christus!
Doch de zorgen en de verdiensten van het moederschap vangen eerst recht aan met de geboorte en moeten langen tijd worden voortgezet ten koste van allerlei opofferingen. En is niet juist deze vol-komene toewijding de schoonste kroon van het moederschap ? Eene moeder is slechts half moeder, wanneer zij niet zelf haar kind voedt en met teedere zorgvuldigheid deszelfs opvoeding leidt. Welke moeder nu heeft ooit dezen plicht met meer liefde vervuld dan de H. Anna? Want ofschoon Maria door haar zonder smart was ter wereld gebracht, zooals ook geen menschelijke hartstocht aan hare ontvangenis had deel gehad; had zij evenwel aan hare moeder reeds veel gekost, namelijk een geheel leven van gebed, tranen en boete. Doch sedert
33
deze heilige moeder dit zuivere kind, deze langgewenschte der volken, in hare armen hield, namen hare opoffering en toewijding en daarmede hare verdiensten grootelijks toe.
Welke heiligheid was er niet noodig om op eene waardige wijze deze nieuwe taak te vervullen, of ten minste om de voedster en verzorgster van dit kind te zijn! want eene menschelijke opvoeding had het niet noodig. Want nauwelijks geschapen, was Maria reeds grooter in de oogen van haren Schepper, dan alle heiligen, dan alle engelen te zamen. Doch in de negen maanden, die aan hare geboorte voorafgingen bleef zjj niet werkeloos: onder den invloed van den H. Geest, den heiligmakenden, wiens bruid zij was, vermeerderde zij elk oogen-blik hare verdiensten. Om nu deze kleine koningin te leiden en ver van haar verwijderd te houden elk beeld en elke aanraking, die hare onvergelijkelijke zuiverheid onwaardig waren , met welk een gewaad van deugd moest Anna zelfs daartoe niet omhangen zijn! Met welk eene teederheid moest zij niet alles regelen, wat hunne onderlinge gesprekken betrof, en met welke voorzichtigheid steeds hare vlekkelooze eerbaarheid in het oog houden 1 Welke eene behoedzaamheid was niet noodig om nimmer de inzichten der goddelijke Voorzienigheid ten opzichte dezer uitverkorene ziel tegen te werken!
34
Christelijke moeders, volgt de H. Anna na in de leiding van de eerste sclireden barer veelgeliefde dochter; neemt haar ten voorbeeld in de voorzorg waarmede gij alles regelen moet in betrekking tot de kleine engelen, die u toevertrouwd zijn. Volgt haren geest van volkomene opoffering na. Vertrouw vooral aan geene anderen de taak toe, hen met hunne zuivere lippen de namen te leeren uitspreken van Jesus en Maria, van Joseph en van de H. Anna, en boezemt hen als eene teedere moeder eerbied en liefde voor deze heilige namen in. Weest ijverzuchtig op dit geluk; houdt dezen edelen plicht geheel voor u en weest er trotsch op. Want hebt gij niet, indien gij het met de oogen des geloofs beschouwt, in elk uwer kinderen even zoovele kleine koningen en koninginnen, ja kleine Jesussen te vormen ? Wanneer Jesus en Maiia zich verwaardigden, uit den hemel als kinderen in uwe armen neder te dalen, zoudt gy u dan wel haasten dezen zoeten last af te leggen en aan anderen over te geven.
35
Door de opoffering van Maria in den tempel hebben de II.H. Anna en Joachim de hoogste verdienste verworven.
verleent gewoonliik aan zijne n^ver'£orenen gt; i11 eenige zeldzame omstandigheden huns levens, de gelegenheid Hem eenen in het oog sprin-genden dienst te bewijzen; juist van hen verlangt Hij ongewone en meer volkomene offers: nu eens is bet vrijwillig afstand doen van een bemind voorwerp, dan weelde volkomene berusting bij zware ongelukken en groote verliezen; somtijds ook volkomene zelfverloochening ten behoeve der lijdende lidmaten van Jesus Christus. Zoo geschiedde het aan Abraham, Job en Tobias; van den eenen vordert Hij den eenigen zoon, van den anderen eene onbeperkte overgeving aan zijnen heiligen wil; van den laatsten gansche verloochening van zich zei ven ten dienste van den evennaaste. En wie kent niet de beide beproevingen, waardoor de kuische Joseph tot aan de trappen van den troon der Pharaos gevoerd werd en de redder van Israël geworden is ?
Het lust ons niet deze optelling nog verder voort te zetten; want het zoude moeilijk zijn, onder de patriarchen en onder de Heiligen van het Nieuwe Verbond
36
ook slechts eene enkele uitzondering op dezen algemeenen regel te vinden, waarover de aartsengel Raphael zich tegenover Tobias aldus uitdrukt: «wijl gij welgevallig waart aan God, moet de beproeving u versterken.quot; Gelukkig daarom diegenen, die het verstaan den tijd der bezoeking te kennen en nut trekken uit de gelegenheid, die hun F gegeven 'wordt een bewijs te geven van hunne liefde. De H.H. Anna en Joachim hadden dit geluk hun geheele leven door, bijzonder echter, toen Maria haar derde levensjaar bereikt had.
Zij hadden hun kind reeds aan den Heer opgeofferd, voordat zij hetzelve van den Hemel afgebeden hadden, en wel is waar met algeheele overeenstemming van beide zijden; van haren kant had Maria zich reeds aan den schoot barer moeder aan God toegewijd, om Hem te dienen in zijnen tempel. Zoodra de leeftijd van Maria het toeliet, vervulden alle drie met waarlijk koninklijke grootmoedigheid hunne belofte. Zonder de geringste zwakheid der natuur te toonen, wier eischen zich bij gewone zielen wel doen gelden, doch welke niet meer leeft in degenen, wien eene volmaakte deugd zelfbeheersching geschonken heeft, a haastten zij zich hare dochter aan den Heer op te offeren, en door dit offer allen voorgaanden offers van hun langen levensloop de kroon op te zetten. Ziehier de
37
godvruchtige opmerkingen, welke Alvarez de Paz over deze opoffering maakt: Eindelijk o Maria, gij zuiver en heilig offer, komt de tijd, waarop gij overeenkomstig de beloiten uwer ouders, aan den Heer zult toegewijd worden. Doordrongen van de woorden des wijzen konings; »Wanneer gij den Heer eene belofte hebt gedaan, vertoef dan niet ze te vervullen, spoeden zij zich, n naar den tempel te brengen en u aan God toe te wijden, zooals zij beloofd hadden. De ijver om hun offer te brengen is te grooter, naarmate zij zuiverder en heiliger zijn; en toch zijn zij reeds ver in jaren gevorderd, hun hocfd draagt reeds de sporen des ouderdoms, en zij mogen geene hoop op nakomelingen meer koesteren. Slechts door hunne tranen en hun gebed hebben zij u verworven. Zij dragen u eene teedere liefde toe, doch de godsvrucht draagt in hunne zielen den zegepraal weg over alle natuurlijke aandoeningen; zij willen niet voor zich behouden, wat heilig is, zij wijden het van ganscher harte den Heilige der Heiligen toe, die alleen waardig is het te ontvangen. De Heer zag met welgevallen op Abel en zijn offer neer. De goede wil van zijnen dienaar om Hem de eerstelingen zijner kndden aan te bieden, was Hem aangenaam; doch hoeveel aangenamer nog, o Maria, was flem de goede wil uwer ouders, die Hem u, hunne eenige
38
dochter, aanboden, een waar offer van genade en heiligheid. 0 mijne Meesteres, mocht ik van u leeren, mijne gierigheid te verfoeien , ik die zooveel moeite heb, mij uit liefde tot God, van zulke ellendige dingen los te maken; ik die mij, wanneer ik eenmaal zoover gekomen ben, niet schaam , ze Hem op te offeren met zooveel koelheid en tegenzin.quot;
Een huisgezin gezegend en tegen brand beschermd.
Cfjlitlen j0I,o lniwelijk leefde zeer braaf ei JMaJc godvruchtig. Ofschoon de eehtge ^rgt;'y nooten niet veel tijdelijke goederei bezaten, besloten zij op zekeren dag, naa het voorbeeld van Joachim en Anna, eei derde gedeelte van hetgeen zij Dinsdag zouden winnen, ter eere van de H. Anm te besteden. Na verloop van eenigei tijd werden zij zeer in hunne tijdelijk zaken gezegend, en zij vergaderden groot' rijkdommen ; slechts éen zaak bleef er hm nog te verlangen over, want zij haddei nog geene kinderen. Zij begonnen dan d H. Anna te bidden, opdat God door har tnsschenkomst hun huwelijk zou gelieve: te zegenen. Hun gebed werd verhoord
40
en zij werden achtervolgens met drie zonen begunstigd. Doch op zekeren dag dat de i
moeder alleen met de drie kleine kinderen e
te huis was, ontstond er brand. De brand e
nam zoo geweldig toe, dat de moeder met ^
hare kinderen uit de kamer niet meer c
Intusschen kwam de man op het gerucht x
van den brand toegesneld. Met angst en ,
schrik zag hij de muren der kamer, waarin ,
de moeder zich met de kinderen had op- (
gesloten, in volle vlam; en ziende dat 1
alle menschelijke hulp om zijne vrouw en (
kinderen te redden onmogelijk was, loopt j
hij naar de kerk, en werpt zich voor het ,
beeld der H. Anna neder, om dezelve onder ,
hare bescherming te stellen. En ziet, de muren der kamer door den brand verteerd,
storten in, en men vindt de moeder met de drie kinderen in hare armen, ongeschonden, üit dankbaarheid voor dit wonder bouwde men op de plaats, waar het huis gestaan had, eene kapel ter eere van de H. Anna,
waarin men alle Dinsdagen drie Missen,
ter eere van den geboorte- en sterfdag der H. Anna moest opofferen. —
Een schip op zee tegen storm bewaard.
Een schipper der stad Sluis voer met een aanzienlijk getal reizigers naar Engeland.
41
In volle zee gekomen, barstte er eensklaps een verschrikkelijk onweêr los. De stuurman en alle de reizigers verkeerden in den grootsten angst; Let schip werd door de golven heen en weêr geslingerd, en men vreesde het ieder oogenblik op eene rots of zandklip te zien verbrijzeld worden, toen een der schepelingen met luider stemme uitriep: »De H. Moeder rVnna is de haven »der reizenden, laten wij onzen toevlucht »tot die goedhartige Moeder nemen.quot; En op die woorden vielen allen op de knieën, begonnen de H. Anna vurig te bidden, en deden de belofte van bij hunne terugkomst te Sluis haar beeld te gaan vereeren; en ziet eensklaps bedaart de storm, de duisternis maakt plaats voor een helderen zonneschijn, de stuurman ziet do rots, waartegen het schip onvermijdelijk zich ging verbrijzelen, geeft eenen anderen loop aan hetzelve, en zeilt kort daarna ongehinderd de engelsche haven in. Bij hunne terugkomst te Sluis gingen de reizigers in bedevaart naar het beeld der H. Anna, ontstaken daar een groot getal lichten, gaven milde aalmoezen tot versiering der Kerk, en stortten vurige gebeden van dankbaarheid jegens hunne machtige beschermster.
Dit wonder is beschreven door eenen priester, die zich onder het getal der beschermelingen van de H. Anna bevond.
De twee bovenstaande mirakelen zijn
42
getrokken uit het boek Historie van de H. Anna in 1631 met kerkelijke goedkeuring te Antwerpen uitgegeven.
Tot stichting van den lezer laten wij hier nog andere mirakelen volgen. Zjj zijn getrokken uit een boek, dat voor titel draagt; De bedevaart tot de H. Anna van Auray. (Le Pélerinage de S. Anna d'Auray ) Dit werkje van pater Arthur Martin, priester van de Societeit van Jesus, telt reeds zijne vijfde uitgave.
Blinden genezen.
Renée Pleux van Lamballe, was van af den ouderdom van zes jaren geheel blind. Tot haar veertiende jaar had men vruchteloos alle menschelijke hulp aangewend; hare moeder besloot dus eene geestelijke hulp tegen deze kwaal in te roepen, en beloofde drie bedevaarten naar de H. Anna. Op het oogenblik dat zij de laatste bedevaart voltrok, kreeg het kind het gezicht weder.
Een officier des legers van den graaf d'Harcourt, op het punt van zijn gezicnt te verliezen, begaf zich naar Parijs om zich door de vermaardste oogheelmeesters te laten verzorgen; maar in plaats van bij dezen baat te vinden, werd hij met volkomene blindheid geslagen. Over zijn ongeluk zuchtend, herinnert hij zich de FL Anna van Auray, waar hij vroeger uit
43
nieuwsgierigheid eens was heen gereisd, en waar hij zoo vele offergiften ten bewijs van dankbaarheid voor bekomene genezingen had zien opdragen. Hij belooft ook oene bedevaart daarheen te doen; en ziet, aanstonds krijgt hij het gezicht weder. Men haalt ter dezer gelegenheid nog dertig personen aan, waarvan sommigen vier, anderen zes, anderen acht jaren blind waren, en die allen, door de mannen der kunst als ongeneesbaar verlaten, door da voorspraak der H. Anna zijn genezen geworden.
Dooven en stommen krijgen het c/ehoor en de spraak iveder.
Franciscus Kermelot van Pommerce, was sedert veertien jaren stom. Zijn broeder Leonardus geleidde hem naar het heiligdom der Moeder Anna; daar gekomen knielt hij neder voor het beeld, en krijgt op hetzelfde oogenblik de spraak weder. (1)
Een werkman van Grandville had eenen Zoon van zeven jaren, die tot dan toe nog geen enkel woord had kunnen spreken. Niemand hoopte nog op genezing, tenzij de vader, die een onbepaald vertrouwen in de H, Anna stelde. Hij belooft eene bedevaart naar haar heiligdom, komt voor
fl» Proces-verba al geteekend door verschillende pelgrims den 27 September 1825, en later na onderzoek bevestigd door den Rector van Pommerecin het bisdom van Saint-Brjeuc,
44
het altaar der Heilige, waar hij de offerande der Mis doet opdragen, en bidt met alle de vurigheid waarvoor het teedevst vaderhart vatbaar is. Eensklaps gevoelt hij zich inwendig verzekerd , dat zijn gebed verhoord is. En inderdaad, te huis wederkeerende, komt hem zijn zoon te gemoet, en hij hoort zich door hem voor de eerste maal zijns levens met den zoeten naam van vader groeten. (1)
Een tegenovergesteld gedrag bracht eene familie van Chavigny in groote droefheid. Olive Merel, ziende zijn vrouw in barensnood , en op het punt van sterven, doet eene belofte van bedevaart naar de H. Anna; oogenblikkelijk werd zijn gebed verhoord. Vader geworden zijnde, gaf hij zich over aan alle blijdschap en vergat de H. Anna, waaraan hij alles verplicht was. De straf volgde welhaast de ondankbaarheid, want het kind bleef stom. Olive uitsluitend bezig met zijne tijdelijke zaken te vermeerdoren , verharde zich tegen de stem des Hemels, en slechts na verloop van vier jaren kwam hij tot inkeer. Nauwelijks had hij zich op reis begeven naar de kapel der H. Anna om zijne belofte te voltrekken, of het kind begon brood aan zijne moeder te vragen. (2)
(1) Proces-verbaal opgemaakt 10 November 1626, in het bisdom van Coutances.
(3) Proces-verbaal 15 Juni 1645, bisdom van Rennes,
45
Sebastiana Dubot van Josselin was, toen zij negen jaren had bereikt, ten gevolge van eene langdurige en smartelijke ziekte stom en lam geworden. Na een jaar lang in dien ellendigen toestand te hebben verkeerd, werd haar vader inwendig aangedreven om haar onder de bescherming der H. Anna te stellen. Hij bracht haar dan naar Auray, en had het geluk van haar onmiddelijk na het intreden des heilig-doms het gebruik barer beenen te zien weêrknjgen; doch het beletsel barer tong bleef voortduren. Sebastiana bleef nog achttien jaren stom, en, mits zij hare ouders intusschen had verloren, en zonder fortuin was, had zij nog des te meer te lijden. Zij koestert nochtans het zoet vertrouwen dat de H. Anna, die zich eenmaal jegens haar zoo milddadig had getoond, andermaal haar werk zou gelieven te voltrekken; en vergezeld van haren broeder en eenige vrienden ondernam zij nogmaals eene bedevaart. Zij kwam daags voor Pinksteren in de kapel aan, zag eene overgroote menigte pelgrims, en dit ontstak in haar een buitengewone geestdrift, waardoor zij zich als verzekerd achtte, dat de H. Geest, die op dien dag de Apostelen zoo welsprekend had gemaakt, op het gebed der H. Anna ook haar de spraak zou wedergeven. Daarom smeekte zij de H. Anna zeer vorig; en ziet, op
46
hetzelfde oogenblik ontbindt zich hare tong, en zij vraagt met duidelijke stem aan haren broeder: waar is het wonderbare beeld ? Op dit wonder zag men alle de omstanders tranen van aandoening storten, enSebastiana tot voor het beeld der H. Anna vergezellen, om daar te gelijk met haar hunne diepgevoelde dankbaarheid te betoonen. Het gerucht van dit wonder verspreidde zich oogenblikkelijk onder de menigte, en eenieder wilde om strijd uit haren mond het verhaal van zoo eene groote weldaad hooren. (1)
Wilhelmus de Quellenec, een edelman van Plouëc, bisdom Tréguier, was sedert drie jaren met eene pijnlijke droefheid geslagen. Hij doet eene bedevaart naar de H. Anna, en wordt op het oogenblik genezen- (2) Hij was vergezeld van zijnen ouden vader, die eene andere soort van wonderbare genezing aan de H. Anna had te danken.
Kreupelen en lammen genezen.
Catharina Huet van S. Vincent, {bisdom van Langres), lag gedurende zes jaren door eene volslagene lamheid als genageld op een bed van smarten. Op zekeren dag kwam een persoon haar bezoeken, en sprak haar over de wonderen, welke door tusschen-komst der H. Anna te Auray gebeuren.
(1) Proces-verbaal 15 Mei 1646.
(2) Proces-verbaal der maand October 1626.
47
Dit was voor haar eene straal van hoop: zij gevoelt zich inwendig gedrongèn eene zoo machtige heilige te aanroepen, en geloofde vastelijk door haar genezen te zullen worden. Zij werd in hare hoop niet bedrogen; want niet zoo haast had zij eene belofte ter eere van de H. Anna gedaan, of zij kreeg het gebruik van hare leden terug, en gevoelde zich bekwaam om, in gezelschap van haren broeder, de lange reis naar de kapel der H. Anna te ondernemen. (1)
Adrianus Judeaux, een arm timmerman van Messac, in het bisdom van Eennec, werd eensklaps door eene verschrikkeliike ziekte der zenuwen overvallen, welke hem met eene lamheid in al zijne ledematen sloeg, en verschrikkelijke pijnen veroorzaakte. Na verloop van zes maanden lijdens belooft hij zich naar S. Anna te begeven, al 'moest hij zelfs daarheen kruipen. Aanstonds na die belofte vermindert de hevigheid der ziekte in zoo verre dat hij zich, ofschoon nog met moeite en hevige pijn, met behulp van twee krukken kan bewegen. Dit was voldoende om den ijver ter volbrenging zijner belofte te ontsteken; hij begint de reis, en bereikt meer kruipende dan grande de kleine haven van Messac. Daar gekomen, kan hij niet meer voort, maar wacht met geduld tot dat de eene of andere schipper
(1) Proces-verbaal van 22 October 1630.
44
het altaar der Heilige, waar hij de offerande der Mis doet opdragen, en bidt met alle de vurigheid waarvoor het teedevst vaderhart vatbaar is. Eensklaps gevoelt hij zich inwendig verzekerd, dat zijn gebed verhoord is. En inderdaad, te huis wederkeerende, komt hem zijn zoon te gemoet, en hij hoort zich door hem voor de eerste maal zijns levens met den zoeten naam van vader groeten. (1)
Een tegenovergesteld gedrag bracht eene familie van Chavigny in groote droefheid. Olive Mérel, ziende zijn vrouw in barensnood , en op het punt van sterven, doet eene belofte van bedevaart naar de H. Anna; oogenblikkelijk werd zijn gebed verhoord. Vader geworden zijnde, gaf hij zich over aan alle blijdschap en vergat de H. Anna, waaraan hij alles verplicht was. De straf volgde welhaast de ondankbaarheid, want het kind bleef stom. Olive uitsluitend bezig met zijne tijdelijke zaken te vermeerderen , verharde zich tegen de stem des Hemels, en slechts na verloop van vier jaren kwam hij tot inkeer. Nauwelijks had hij zich op reis begeven naar de kapel der H. Anna om zijne belofte te voltrekken, of het kind begon brood aan zijne moeder te vragen. (2)
(1) Proces-verbaal opgemaakt 10 November 1626, in het bisdom van Coutances.
(3) Proces-verbaal 15 Juni 1645, bisdom van Rennes,
45
Sebastiana Dubot van Josselin was, toen zij negen jaren had bereikt, ten gevolge van eene langdurige en smartelijke ziekte stom en lam geworden. Na een jaar lang in dien ellendigen toestand te hebben verkeerd, werd haar vader inwendig aangedreven om haar onder de bescherming der H. Anna te stellen. Hij bracht haar dan naar Auray, en had het geluk van haar onmiddelijk na het intreden des heilig-doms het gebruik harer beenen te zien weérkrijgen; doch het beletsel harer tong bleef voortduren. Sebastiana bleef nog achttien jaren stom, en, mits zij hare ouders intusschen had verloren, en zonder fortuin was, had zij nog des te meer te lijden. Zij koestert nochtans het zoet vertrouwen dat de H. Anna, die zich eenmaal jegens haar zoo milddadig had getoond, andermaal haar werk zou gelieven te voltrekken ; en vergezeld van haren broeder en eenige vrienden ondernam zij nogmaals eene bedevaart. Zij kwam daags voor Pinksteren in de kapel aan, zag eene overgroote menigte pelgrims, en dit ontstak in haar een buitengewone geestdrift, waardoor zij zich als verzekerd achtte, dat de H. Geest, die op dien dag de Apostelen zoo welsprekend had gemaakt, op het gebed der H. Anna ook haar de spraak zou wedergeven. Daarom smeekte zij de H. Anna zeer vurig; en ziet, op
46
hetzelfde oogenblik ontbindt zich hare tong, en zij vraagt met duidelijke stem aan haren broeder: waar is het wonderbare beeld? Op dit wonder zag men alle de omstanders tranen van aandoening storten, en Sebastiana tot voor het beeld der H. Anna vergezellen, om daar te gelijk met haar hunne diepgevoelde dankbaarheid te betoonen. Het gerucht van dit wonder verspreidde zich oogenblikkelijk onder de menigte, en eenieder wilde om strijd uit haren mond het verhaal van zoo eene groote weldaad hooren. (1)
Wilhelmus de Quellenec, een edelman va,n Plouëc, bisdom Tréguier, was sedert drie jaren met eene pijnlijke droefheid geslagen. Hij doet eene bedevaart naar de H. Anna, en wordt op het oogenblik genezen- (2) Hij was vergezeld van zijnen ouden vader, die eene andere soort van wonderbare genezing aan de H. Anna had te danken.
Kreupelen en lammen genezen.
Catharina Huet van S. Vincent, {bisdom van Langres), lag gedurende zes jaren door eene volslagene lamheid als genageld op een bed van smarten. Op zekeren dag kwam een persoon haar bezoeken, en sprak haar over de wonderen, welke door tusschen-komst der H. Anna te Auray gebeuren.
(1) Proces-verbaal ib Mei 1646.
(2) Proces-verbaal der maand October 1626.
47
Dit was voor haar eene straal van hoop: zij gevoelt zich inwendig gedrongen eene zoo machtige heilige te aanroepen, en geloofde vastelijk door haar genezen te zullen worden. Zij werd in hare hoop niet bedrogen; want niet zoo haast bad zij eene belofte ter eere van de H. Anna gedaan, of zij kreeg het gebruik van hare leden terug, en gevoelde zich bekwaam om, in gezelschap van haren broeder, de lange reis naar de kapel der H. Anna te ondernemen. (1)
Adrianus Judeaux, een arm timmerman van Messac, in het bisdom van llennec, werd eensklaps door eene verschrikkelijke ziekte der zenuwen overvallen, welke hem met eene lamheid in al zijne ledematen sloeg, en verschrikkelijke pijnen veroorzaakte. Na verloop van zes maanden lijdens belooft hij zich naar S. Anna te begeven, al 'moest hij zelfs daarheen kruipen. Aanstonds na die belofte vermindert de hevigheid der ziekte in zoo verre dat hij zich, ofschoon nog met moeite en hevige pijn, met behulp van twee krukken kan bewegen. Dit was voldoende om den ijver ter volbrenging zijner belofte te ontsteken; hij begint de reis, en bereikt meer kruipende dan gsande de kleine haven van Messac. Daar gekomen, kan hij niet meer voort, maar wacht met geduld tot dat de eene of andere schipper
(1) Proces-verbaal van 22 October 1630.
48
de liefdadigheid hebbe van hem naar Redon ni
over te voeren. Zijne begeerte werd vervuld, oc
maar te Redon aangekomen, vermeerdert bs
zijne moeilijkheid: geene gelegenheid om hi
te Auray te komen bood zich aan, zijne Mi pijnen werden altijd heviger, en het brood l vo
zelfs ontbrak hem. Zou hij dan, zonderde en
H. Anna, waarop hij al zijn vertrouwen gel
gesteld had, te mogen aanschouwen, moeten lei
sterven? Zes weken verliepen er aldus; vo
doch Adrianus verliest den moed niet. be
Eindelijk vervoert een milddadige koopman zij
hem langs het water naar Roche-Bernard. de
Daar ontmoet hij een anderen koopman he
die hem op zjjnen ezel naar Guérande over- zo
brengt. Een derde laat hem van Guérande en
naar Croisic voeren. Daar was men bezig vr
eene processie te regelen, welke zich over Be zee naar Auray begaf. Een zeeman had medelijden met den armen bedelaar, die niet ophield te zeggen, dat hij zeker bij de H. Anna zou genezen worden. Eindelijk
te Anray in de kapel gebracht, begint hij ^
met bet ontvangen der HH. Sacramenten 'j1'
eene Novene, waardoor hij vast geloofde zijne genezing te bekomen.
inspanning van krachten rond de kerk —
kruipen. Eindelijk verschijnt de laatste v/
dag der Novene, zijne kwaal heeft nog
49
niets van hare hevigheid verloren, maar ook zijn vertrouwen blijft even onwankelbaar Het is het water der bron, zoo zegt hij, dat mjjne genezing moet bewerken. Met groote moeite kruipt hij daarheen, en, volgens gebruik, drinkt hij van het water en wascht er zijne ledematen mede; en het schijnt hem alsof hij met het water het leven en de beweging geheel zijn lichaam voelt doorvloeien; zijne zenuwen worden beweegbaar, zijne beenen rekken zich uit, zijne pijnen bedaren... en, in het midden der menigte, welke vol verivondering rond hem stond, richt hij zich op, staat recht zonder de minste moeite, en gaat, geheel en al genezen, naar de kapel om ia de vreugde zijns harten God en zijne hemelsche Beschermster te bedanken. (1)
Genezing van koorts.
Anna Franchet, burggravin van Tou-qnedec, leed sedert langen tijd aan eene dubbele vierdaagsche koorts, welker lang-durige aanvallen onverpoosd zich opvolgden; hierbij voegde zich nog eene zware verkoudheid, met hevige pijn in de keel. Van het begin harer ziekte had zij het voornemen gemaakt van eene bedevaart
.(^ Proces-verbaal van 16 Juni 1631, geteekend door vier notarissen en acht getuigen.
3
50
naar S. Anna te ondernemen, en hoe meer zij gewaar werd dat haar staal verergerde hoe meer zij gedreven werd om hare belofte zoo spoedig mogelijk te vervullen; want zii had het vaste vertrouwen dat zij door de H. Anna zou genezen worden. Haai man durfde aan haar verlangen niet langei wederstaan, en vergezelde haar op de reis. Het vertrouwen der zieke werd op een-zware proef gesteld; want, nadat mj m alles hare godsvrucht had voldaan, en op het punt was de terugreis te ondernemen, gevoelde zij , in plaats van verlichting, veel heviger pijnen. Met het hart vol droefheid stapt zij het rijtuig m, denkende dat zii van de H. Anna was verlaten, dewijl hare gebeden, hoe vurig ook gestort, niet
verhoord waren.
Te Meriadec, op den weg naar Vannes,
aangekomen, herinnert zich de burggravin, dat zij vergeten had van het water der fontein van de H. Anna te drinken: zij wil ten spoedigste dit verzuim aerstellen, doet het rijtuig stil staan, en zendt in alle haast een dienstknecht om water te gaan halen. Bij zijne terugkomst was de pgn het hevigst; doch nauwelijks heeft zij het water aan hare lippen gebracht, ot de koorts is oogenblikkelijk verdwenen. De burggraaf, sedert korten tijd van het cal-vinismus tot het katholiek geloof bekeerd, was diep getroffen, en meer dan iemand
51
overtuigd van het wonder, liet hij, op 18 Augustus 1630, een wettig verslag daarvan opmaken.
Koningszeer en kanher genezen.
Olivier le Pape, een edelman uit de omstreken van Saint-Brieuc, had eenen zoon, die van zijne vroegste jaren reeds door het koningszeer als verteerd werd. Na alle geneesmiddelen vruchteloos te hebben aangewend, deed men voor hem eene belofte aan de H. Anna. Des anderdaags 's morgens verhaalt het kind eene wonderlijke verschijning welke het in den nacht gezien had. Ik zag, zegde het, eene groote dame, buitengewoon schoon en liefelijk, welke tot mij kwam, en mij vroeg wat ik verlangde. Tk zegde haar: ik verlang genezen te zijn; en zij gaf mij tot antwoord: gij zult genezen. — Men zag dit aan als eenen droom; want de kwaal was in niets vermindert. Maar ziet, den volgenden nacht kwam eene andere wonderbare verschijning liet lijdende kind vertroosten. Ditmaal was het een kleine jongeling, zoo als hij, maar van eene verrukkende schoonheid, die bij hem kwam, zijne wonde aanraakte, en haar eensklaps deed verdwijnen. Het wonderbaar genezen kind begint , vol vreugde, uit alle zijne krachten te roepen; geheel het kasteel kwam toe-geloopen in zijne kamer, men ontstak het
52
licht, en men zag dat er niets meer dan een klein lidteeken overbleef op de plaats waar de kwaal geheerscht had. (1)
Joanna Balan de Péronneau, de echtge-noote van eenen raadsheer in het gerechtshof van Tours, was door den val van haar paard zeer zwaar gewond; na verloop van eenigen tijd openbaarde zich de kanker. Zich0 voorstellende dat zij geen hoop op een langer leven hebben kon, besteedde zij den korten tijd , welke hapx nog te leven overbleef, om zich tot eenen zaligen dood voor te bereiden: daarom deed zij den pastoor van Saint-Denis roepen, om de laatste troostmiddelen, welke de Godsdienst ons aanbiedt, wanneer de wereld ons verlaat, te kunnen ontvangen. De priester had op dat oogenblik eene buitengewone weldaad door de H. Anna ontvangen; en uit belangstelling voor zijne zieke, raadt hij haar aan, tot de H. Anna haren toevlucht te nemen; en ziet, nauwelijks had men eene bedevaart beloofd, of wond en kanker waren gansch verdwenen. In het begin kon de dankbaarheid der dame niet meerder of grooter wezen, doch allengskens verminderden die goede gevoelens, en toen het er op aankwam om de bedevaart te ondernemen , begon men den afstand te berekenen, en duizenden kleine beletsels deden zich op,
(1) Proces-verbaal 1625.
53
zonder nog te spreken van de vermoeienis der reis, waarvoor men vreesde. Eindelijk komt men onvoorzichtiglijk op het gedacht om de belofte in een ander godvruchtig werk te doen veranderen. Maar er gebeurde een nieuw wonder; de kanker komt weder te voorschijn, hij werd zoo gevaarlijk als te voren, en met het gevaar verdwenen ook al de moeilijkheden om de bedevaart te doen, die op nieuw beloofd wordt, terwijl de goede dame bidt om vergiffenis voor hare lafhartigheid, zij krijgt de gezondheid weder, en ditmaal haast zij zich ten spoedigste hare belofte te vervullen. (1)
Stuiptrehlcingen, krampen en vallende ziekten genezen.
Perrine Aubrée, van Chavaignée in het bisdom van Rennes, had soms driemaal daags zoo hevige aanvallen der vallende ziekte, dat de schuim haar op den mond kwam; zij sloeg ijsselijk met armen en beenen, en verscheurde haar lichaam met eene buitengewone woede: honderde malen zou zij zich den dood hebben veroorzaakt, indien sterke bewakers haar zulks niet belet hadden. Er was tegen deze ellendige ziekte geen ander hulpmiddel te verwachten dan die des Hemels. Hare ouders begaven zich in droefheid des harten naar de H. Anna,
(1) Proces-verbaal van 11 Februari 1645.
52
licht, en men zag dat er niets meer dan een klein lidteeken overbleef op de plaats waar de kwaal geheerscht had. (1)
Joanna Balan de Péronneau, de echtge-noote van eenen raadsheer in het gerechtshof van Tours, was door den val van haar paard zeer zwaar gewond; na verloop van eenigen tijd openbaarde zich de kanker. ZichD voorstellende dat zij geen hoop op een langer leven hebben kon, besteedde zij den korten tijd, welke hap,r nog te leven overbleef, om zich tot eenen zaligen dood voor te bereiden: daarom deed zij den pastoor van Saint-Denis roepen, om de laatste troostmiddelen, welke de Godsdienst ons aanbiedt, wanneer de wereld ons verlaat, te kunnen ontvangen. De priester had op dat oogenblik eene buitengewone weldaad door de H. Anna ontvangen; en uit belangstelling voor zijne zieke, raadt hij haar aan, tot de H. Anna haren toevlucht te nemen; en ziet, nauwelijks had men eene bedevaart beloofd, of wond en kanker waren gansch verdwenen. In het begin kon de dankbaarheid der dame niet meerder of grooter wezen, doch allengskens verminderden die goede gevoelens, en toen het er op aankwam om de bedevaart te ondernemen , begon men den afstand te berekenen, en duizenden kleine beletsels deden zich op,
(1) Proces-verbaal 1625.
53
zonder nog te spreken van de vermoeienis der reis, waarvoor men vreesde. Eindelijk komt men onroorzichtiglijk op het gedacht om de belofte in een ander godvruchtig werk te doen veranderen. Maar er gebeurde een nieuw wonder; de kanker komt weder te voorschijn, hij werd zoo gevaarlijk als te voren, en met het gevaar verdwenen ook al de moeilijkheden om de bedevaart te doen, die op nieuw beloofd wordt, terwijl de goede dame bidt om vergiffenis voor hare lafhartigheid, zij krijgt de gezondheid weder, en ditmaal haast zij zich ten spoedigste hare belofte te vervullen. (1)
Stuiptrekkingen, krampen en vallende ziekten genezen.
Perrine Aubrée, van Chavaignée in het bisdom van Eennes, had soms driemaal daags zoo hevige aanvallen der vallende ziekte, dat de schuim haar op den mond kwam; zij sloeg ijsselijk met armen en beenen, en verscheurde haar lichaam met eene buitengewone woede: honderde malen zou zij zich den dood hebben veroorzaakt, indien sterke bewakers haar zulks niet belet hadden. Er was tegen deze ellendige ziekte geen ander hulpmiddel te verwachten dan die des Hemels. Hare ouders begaven zich in droefheid des harten naar de H. Anna,
(1) Proces-verbaal van 11 Februari 1645.
54
en laten aldaar het H. Misoffer opdragen juist op liet uur dat Perrine door eenen aanval harer vreeselijke ziekte bedreigd werd. Toen zij te huis kwamen, vonden zij hunne dochter volkomen genezen. (1)
Zoodanige genezingen werden verkregen door eene menigte andere zieken die dagelijks en zelfs meermalen daags in dergelijke stuiptrekkingen vielen, en aan hunne kwaal sedert meer dan vijftien en twintig jaren leden, zoo als de ridder Dumamel van Avranches, de heer Bernard van Coutancee, oud-advokaat des konings, later pastoor van Carintili, die de geschiedenis zijner genezing op eene metalen plaat heeft doen snijden. Yves du Menez, heer van Kéroiiil, lag reeds in zijnen doodstrijd toen het hem scheen de H. Anna, tot welke hij van zijne vroegste jaren godvruchtig was geweest, voor zich te zien staan, en hem zijne genezing te hooren verzekeren. Was het eene genade des Hemels, of was het slechts een bednegelijke droom ? In alle geval, hij gevoelde zich een weinig verlicht, en verhaalde aan zijne vrouw, wat hij vermeende gezien te hebben; hij deed met haar eene belofte; doch geene verdere beterschap gevoelende, begint hij de Heilige te bidden van hem toch in zijnen droevigen twijfel niet te laten. Zijn gebed was nog niet
(1) Proces-verbaal 20 Mei 1631.
55
geëindigd, of eene nieuwe verschijning komt de eerste bevestigen, en belooft hem andermaal zijns genezing, welke dan ook na weinige dagen volkomen was. Hij kwam te voet van Primelen in Cornouailles, dat is meer dan dertig uren ver, het kruis, waarmede hij in doodstrijd had gelegen, in zijne hand houdende. (1)
Steen, breuken, pijn in de ingewanden genezen.
Een arme man leed gedurende vijftien jaren aan de snijdende pijnen van het steen: de kwaal nam meer en meer toe, en men verwittigde hem, dat er geene hoop op genezing overbleef dan in de smartelijke en tevens gevaarlijke snijding. In deze benauwdheid wendt de ongelukkige zich tot de H. Anna, en smeekt haar uit al de vurigheid zijns harten om hulp en verkwikking in dien zoo gevaarvollen en pijnlijken toestand. Doch de goede moeder had hem een zachter en zekerder middel bereid, want haar aanroepende, bevond hij zich gansch genezen.
Andere vonden hulp, wanneer zij met zware breuken gekweld waren of lijdend aan overvloedige bloedstortingen, zoo als de vrouw van den prokureur des konings von Rennes en mevrouw Elisabeth de Forsan van Sint-Malo, die beide door de
(1) Proces-verbaal van 4 Januari 1631.
56
geneesheeren als ongeneeslijk waren opgegeven, en door de enkele aanroeping der H. Anna eene plotselinge genezing bekwamen. (1)
Een dochtertje tegen eenen val bewaard.
Een kind van twee jaren speelde op de muren van Ploërmel ter hoogte van negentig voeten. Zijne ouders hadden zich een weinig verwijderd, en het kind komt al spelende op den rand van den afgrond; daar, wellicht verschrokken door de beweging der ouders, die in alle haast toesnelden, om het voor een zoo dreigend gevaar te behoeden, verliest het zijn evenwicht en valt van de hoogte op eene steenrots neder. De eerste uitroeping, welke de godvruchtige ouders deden, was eene bede tot de H. Anna; vervolgens verbleekt van schrik liepen zij naar beneden alwaar zij meenden hun ongelukkig kind geheel verpletterd te vinden. Maar hoe groot was hunne zoete verrassing, wanneer zij hun kind, geheel ongehinderd en on verschillig, bezig vonden met bloempjes te plukken. Bijna gansch de ?tad kwam ter plaatse geloopen, om dit groot wonder van de machtige bescherming der H. Anna met verbaasdheid en liefde te beschouwen. (2)
(1) Proces-verbaal van 1636—1645.
(2) Proces-verbaal van Juni 1641.
57
Bescherming tegen razernij.
Een razende hond had tenzelfden tijde twee personen gebeten: de eerste was een edelman met name Gelin de Tréveret, die onmiddelijk zijn vertrouwen stelde op de H. Anna, en zijne wonde had geen gevolg. De tweede was eene jonge dochter, welke deze aanbeveling had verwaarloosd, en men zag haar na verloop van korten tijd onder de ijsselijkste aanvallen van razernij bezwijken. (1)
Bescherming tegen een onrechtvaardig vonnis.
Joachim de Ceri^ay, van Saintes, aalmoezenier van Maria deMédicis,was in ongenade bij de koningin gevallen, en uit het rijk verbannen. Alle pogingen ter zijner rechtvaardiging bij den kardinaal de Eichelieu aangewend, waren vruchteloos gebleven; hy wendt zich tot den Hemel, en vertrouwt zijne zaak toe aan de H. Anna. Na korten tijd kreeg hjj genade, en kwam met groote vreugde in zijn vaderland weder. Hij vergat echter spoedig de belofte welke hij had gedaan, alsmede de smarten zijner ballingschap , en de ondankbare verwaarloosde de bedevaart tot welke hij zich had verplicht. Nu werd hij met eene zware ziekte gestraft, die hem tweemaal aan den rand des grafs bracht. Hij hernieuwt en volbrengt zijne
(1gt; Proces-verbaal 9 October 1631.
58
if
belofte, en krijgt ook aanstonds de gezondheid terug. Zijn broeder, groot-vikaris van Saintes, had reeds eene dergelijke weldaad van de H. Anna ontvangen. (1)
Hoe vele arme menschen hebben door de
voorspraak der H. Anna hulp en bijstand vi
in het tijdelijke verkregen, welke hun door h
de wereld zoo lang reeds werd geweigerd ? h
Hoe dikwijls is het niet gebeurd dat zaken, vi
sedert langen tijd verloren en vruchteloos E
gezocht, door hare tusschenkomst zijn weêr- h
gevonden? De verzameling der proces- d
verbalen vermeldt ons zeer vele huwelijken, zi
welke na tien, twaalf en twintig jaren ti
vruchteloos naar kinderen verlangd te w
hebben, door de voorspraak der H. Anna t( nakomelingen .ontvingen. Trouwens men
zou zeggen dat zij, na zelve langen tijd eene n
dergelijke beproeving te hebben ondergaan, b
haar voornaamste behagen schept, aan z
kindeiiooze echtgenooten een gedeelte der p
vreugde, welke zij door de geboorte van s
Maria gevoelde, mede te deelen- Daarom z
ook draagt zij den schoonen naam van t
Patrones der christelijke huisgezinnen; en het b
was wellicht om de menigvuldige weldaden b en genaden, welke zij aan het lijdend l g
menschdom zon uitdeelen, dat de Hemel z
haar den naam gaf van Anna , welke volgens i
den H. Epiphanius, genade beteekent. c
(1) Proces-verbaal 5 Januari 1649.
59
Buitengewone weldaden door de 11. Anna bewezen aan de Eerw. Moeder Anna van den H. Auyustinns.
De kloosterzuster Anna was van hare vroegste jeugd zeer godvruchtig jegens de heilige Anna, welker naam haar ook in het klooster werd gegeven; zij was Priorin van een klooster aan de H. Anna toegewijd. Dit klooster was zoo arm , dat zij niet aan het herstellen der vervallen kerk durfde denken. De H. Anna openbaarde haar dat zij dit werk moest ondernemen. Vol vertrouwen op hare beschermster begon zij het werk, zonder daartoe eenige geldmiddelen te hebben.
De brave Priorin werd in het vertrouwen niet bedrogen; want terwijl zij in het koor bezig was met de Kerkelijke Getijden te zingen, werd haar geboodschapt dat een persoon dringend verzocht om haar te spreken. In het spreekhuis gekomen vond zij een persoon, die haar eene som van twee honderd realen als aalmoes gaf. Zij bedankte God en de Moeder Anna, die haar zoo mildelijk bijstonden om het begonnen werk voort te zetten. Later kwam zuster Anna nog verscheidene malen in moeilijkheden wegens de voltrekking van den bouw, welke zij door hare gebeden, tot de H. Anna gericht, allen te boven kwam. Het gebeurde dat een edelman
60
valschelijk bij den koning van eene groote misdaad werd beschuldigd, en daarom uit het hof des Iconings weggejaagd. Zekeren dag hoorde hij tijdens zijn gebed eene stem, »Ga naar het klooster der ongeschoeide »Karmelitessen te Villanova, en maak »uwe droefheid aan de moeder Anna van »den H. Augustinus bekend; zij zal n den »troost verschaffen welken gij verlangt, »maar kom haar arm klooster met eene »milde aalmoes te hulp.quot; De edelman legde zijn ongeluk aan de moeder uit, verzocht het gebed van hare gemeente, en gaf voor aalmoes duizend dukaten. De kloosterzusters gingen onmiddelijk zich in het koor voor het H. Sacrament, en het beeld der H. Anna nederwerpen, vuriglijk smekende dat de edelman ten spoedigste van zijne droefheid zou worden verlost. De H. Anna verscheen nu aan de Priorin, en zegde haar; »Mijne »dochter, uw gebed is verhoord, de onsschuld van den edelman is bewezen.quot; En inderdaad, na verloop van eenige dagen komt de edelman met groote vreugde de herstelling zijner eer bekend maken, verzoekt andermaal gebeden van dankzegging en geeft nog eene aalmoes van honderd \ dukaten. De kerk, welke ter eere van de H. Anna was opgebouwd, werd plech-tiglijk ingewijd. Daags daarna werd het H. Sacrament en het beeld der H. Anna met eene luisterrijke Processie derwaarts
61
gedragen. — Voor het beeld der H. Anna bekwamen de moeder Priorin en de andere zusters nog menigvuldige weldaden en vertroostingen.
Getrokken uit het boek: de verheerlijkte Moeder, door den Eerw- Pater Joannes Thomas van den H. Cyrillus, gedrukt te Keulen 1657.
TER EERE VAN DE
MORGENGEBED
In den naam des Vaders, en des Zoons» en des II, Geestes. Amen.
Lof en dankzegging.
lt; X/iafc.Oerheiligste en aanbiddenswaardige Drievuldigheid! Eeuwige God in drie personen! Ik gelooi, dat Gij hier, zooals alom, tegenwoordig zijt. Ik werp mij op mijne knieën voor uwe goddelijke Majesteit en aanbid U met den diepsten eerbied! Gij alleen zijt mijn eerste en laatste doelwit en einde. Gij alleen zijt mijn al. Heilig, heilig, heilig zijt Gij, o God der Heerscharen, hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid.
O mijn goede God en Vader, ik dank U voor de tallooze genaden en weldaden, die ik tot nu toe van uwe grenzelooze
63
goedheid ontvangen heb, bijzonder dank ik U voor de groote genade, dat Gij mij dezen dag wederom zoo genadig behoed en mij op nieuw eenen dag geschonken hebt, om U te dienen en aan mijne zaligheid te werken. Uit dankbaarheid offer ik ü op allen lof van uwe lieve engelen en heiligen, en alle eer en dankzegging, welke U bewezen hebben, nog bewijzen en bewijzen zullen alle rechtvaardigen op de aarde. Ook mij zeiven, mijn ziel en lichaam, en alles wat ik heb, draag ik ü, o mijn God, uit dankbaarheid allereerbiedigst op.
Voornemen.
Ik maak het vaste voornemen den dag van heden zoo door te brengen, als Gij, mijn Heer en God, het wilt. Het is uw heilige wil dat ik elke vrijwillige zonde vermijde. Daarom wil ik heden niets denken, begeeren, zeggen of doen, wat ü, o God, zou kunnen beleedigen. Ook wil ik elke gelegenheid vermijden, waarin ik ü lichtelijk zou kunnen beleedigen. Bijzonder zal ik mij met de grootste zorgvuldigheid wachten voor die fout (N.N.) waardoor ik uwe goedheid reeds zoo dikwijls beleedigd heb. Het is echter ook uw heilige wil, dat ik alle de plichten van mijnen staat getrouw vervulle. Daarom wil ik van daag bidden, arbeiden en lijden, zooals uw allerheiligste wil het mij beveelt,
64
en zoo goed als ik het met de hulp uwer goddelijke genade vermag.
Doch niet alleen wil ik heden al de plichten van mijnen staat getrouwelijk vervullen , ook al het andere wat ik denken, zeggen, doen of lijden zal, wil ik denken, zeggen, doen of lijden, enkel en alleen uit liefde tot U en ter uwer eer. In alle zaken wensch ik met de zuiverste liefde aan uw vaderlijk hart volkomen genoegen te geven en uwen goddelijken naam, zooveel ik kan, te verheerlijken. Daarom vereenig ik alles met de oneindige verdiensten van Jesus Christus en met de verdiensten der allerzaligste Maagd Maria, van hare heilige moeder Anna en van alle heiligen. Ik verlang ook deel te nemen aan alle goede werken, die heden op de wereld geschieden, en alle aflaten te winnen, die ik winnen kan. Alle verdiensten laat ik over aan mijne heilige beschermvrouw en moeder Anna, om die aan te wenden voor die arme zielen, over welke Gij U heden afzonderlijk ontfermen wilt.
Gebed om de goddelijke genade,
Doch, mijn Heer en God, hoe goed deze voornemens ook gemeend zijn, ïal ik ze echter breken, indien Gij mij niet met uwe genade te hulpe komt. Zonder uw hulp toch kan ik niets. Daarom roep en smeek
65
ik tot ü, o God van barmhartigheid, schenk mij al die genaden, welke ik van daag bijzonder behoeven zal. Zegen mij, zegen mijn lichaam en mijne ziel, zegen al mijne gedachten, al mijne voetstappen, al mijn doen en laten! Zegen mij, o allerhoogste Majesteit! Bescherm mij, o onmetelijke Drievuldigheid! Behoed mij, o roemwaardige Eenheid! Geleid mij door uwe eeuwige waarheid en uwe onuitsprekelijke goedheid I Behoud mij uwe liefde, en maak dat ik daarin elk uur toeneme.
Wees ook heden wederom een liefderijke Vader voor al mijne bloedverwanten en huisgenooten! Bewaar hen, dat zij niet in zonden vallen en houd elk ongeluk naar ziel en lichaam van hen verwijderd. Zegen al hun doen en laten, opdat wij allen dezen dag ter uwer eer en tot onze eeuwige zaligheid doorbrengen.
AANBEVELINGEN.
Aan de H. Maagd Maria.
Allerheiligste Maagd Maria, Moeder Gods en ook mijne Moeder! Ik stel mij heden wederom onder uwe hoede en geef mij met kinderlijk vertrouwen aan uw moederlijk hart over. Aan u wijd ik toe alle oogen-blikken van dezen dag, opdat ik, door uwe heilige verdiensten en uwe alles vermogende voorspraak, al mijne werken zoo
66
verrichten moge, dat zij uw welbehagen en dat van uwen goddelijken Zoon mogen verwerven.
Aan den Engelbewaarder.
Ook U, mijn heilige Engelbewaarder bid ik om uwe machtige bescherming. Behoed mij heden wederom voor alle kwalen naar ziel en lichaam. Laat mij in geene zonden vallen. Kom mij te hulp in de bekoring. Waarschuw mij, wanneer mijn hart zich met eene slechte gedachte wil bezig houden. Houd mij terug, wanneer eene slechte neiging mij tot eene zondige daad wil voeren. Sluit mijn mond, wanneer hij zich zou willen openen tot het uitspreken van een zondig woord; moedig mij aan, wanneer de vervulling van de eene of andere beroepsplicht mij te zwaar vallen zou. Heb ik iets gouds gedaan, iets kwaads nagelaten of met christelijke zachtmoedigheid iets bitters verdragen, offer het dan aan den goeden God op en beveel mij aan in zgne genade voor tijd en eeuwigheid.
Aan de H. Moeder Anna.
Heilige Anna, mijne beschermvrouw en moeder, laat mij ook heden weder in uwe voorspraak en zorgen aanbevolen zijn. Verwerf mg, bij Jesus, uwen goddelijken
67
kleinzoon, al de genaden, welke ik noodig heb, om al mijne plichten getrouw te vervullen en mijne eeuwige zaligheid te bewerken, zooals gij eenmaal op aarde al uwe plichten vervuld en uwe zaligheid bewerkt hebt.
Aan uwe moederlijke liefde en voorspraak beveel ik ook al mijne huisgenooten; verkrijg voor hen de genade, dat zij met rnjj den dag van heden zonder zonde en onder het verrichten van vele goede werken mogen doorbrengen.
Verwekking der drie goddelijke deugden.
Het boTennatunrlüke leven des Christens vindt zijnen grondslag in het Geloof, de Hoop en de Liefde. Daarom is het eene zeer heilzame oefe-ning, deze deugden, die ons door het H. Doopsel medegedeeld zijn, dikwijls te verwekken.
Aan deze verwekking daarvan is telken reize een Aflaat verbonden van 7 jaren en 7 qaadragenen (280 dagen).
Geloof. Ik geloof in U, o God, ik houd voor waar, al wat Gij mij door mijne heilige Katholieke Kerk leert. Want Gij zijt de eeuwige waarheid, en onbedriegelijk in uwe woorden, en Gij hebt in de Kerk een onfeilbaar leerambt ingesteld, waaraan ik met volkomene zekerheid kan vasthouden-Ik geloof daarom dat Gij eeuwig en onbegrijpelijk, oneindig goed en barmhartig zijt; ik geloof dat Gij één God zijt in drie
68
personen, Vader, Zoon en heilige Geest; ik geloof dat God de Zoon voor ons mensch geworden is om ons te verlossen; ik geloof dat de genade voor alle menschen ter zaligheid noodzakelijk is. In dit geloof wil ik leven en sterven; vermeerder mijn geloof.
Hoop. Ik hoop op U, o God, ik verwacht van ü den Hemel en alles wat mij daartoe noodwendig is. Ik vertrouw vastelijk op uwe oneindige almacht, goedheid en barmhartigheid, die den dood des zondaars niet wil, doch dat hij zich bekeere en leve; ik vertrouw, o mijn Heiland op uwe verdiensten; ik vertrouw, o Heilige Geest, op den bijstand uwer genade, zonder welke ik mijne zaligheid niet bewerken kan. Ik verlang IJ, o mijn God, in den hemel eeuwig te bezitten en eeuwig zalig te zijn bij u; versterk mijne hoop.
Liefde. Ik stel ü, o God, boven alles; omdat Gij het opperste goed zijt, ik heb aan TJ, aan uwe schoonheid en heerlijkheid mijn grootsee behagen, bijzonder, dewijl ik hoop aan uwe zaligheid in den hemel deelachtig te worden. Al het overige bemin ik, omdat het van U voortkomt, die de bron Zijt van al wat goed en schoon is; ik bemin het, zoover het met de liefde tot U kan samengaan. Ik bemin O boven alles, meer dan mij zeiven, meer dan alle schepselen, die in vergelijking met ü voor niets te achten zijn. Geef mij de genade,
69
dat ik mijne liefde tot ü, werkdadig make door eene trouwe naleving uwer geboden en door de liefde tot mijnen evennaaste, en dat ik in de liefde tot ü volharde tot aan mjjn einde, om U dan eeuwig lief te hebben in den hemel. Amen.
AVONDGEBED,
van den H. Alphonsus de Liguorï.
Mijn God, ik dank U, dat Gij mij heden dag bewaard hebt; ik bid U, behoud mij ook dezen nacht in het leven en bescherm mij tegen alle zonden. Ik wil rusten, om II welgevallig te zijn, en maak het voornemen ü met eiken ademtocht te loven, te beminnen en te danken, zooals de Heiligen in den hemel doen.
Mijne moeder Maria, zegen mij en beschut mij onder uwen mantel. Mijn heilige Engelbewaarder en mijne H. Patronen, bid voor mij.
Leg de handen kruiselings orer de borst en zeg:
Ik moet sterven — en weet niet wanneer of waar, doch dat weet ik, dat ik eeuwig verloren ben, als ik in doodzonde sterf. H. Maria, Moeder Gods, bid voor mij, armen zonder, nu en in het uur van mijnen dood. Amen.
Driemaal Wees gegroet om de dengd van kuischheid te verwerven.
On:e Vader tot uwe H. Patronen.
.
70
Tot de TL Moeder Anna.
Mijne liefste Moeder Anna, ik kan mij niet ter ruste begeven, voordat ik ook U nog eenmaal kinderlijk gegroet en mij en al de mijnen aan uwe bescherming en voorspraak aanbevolen heb. Neem ons ook dezen nacht onder uwe machtige hoede en wend van ons af alle gevaren van ziel en lichaam.
Ook voor al mijne levende en afgestorvene medemenschen smeek ik vol vertrouwen uwe moederlijke bescherming; bewaar alle levenden in de liefde tot Jesus Christus en kom bijzonder diegenen te hulp, welke dezen nacht in ziel- of lichaamsgevaar zullen geraken.
TEE EERE VAN DE
BEGIN DER H. MIS.
In den naam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geestes. Amen.
0||g[et is in uwen naam, aanbiddelijke JapxY Drievuldigheid! en cm ü naar behooren te eeren en te loven dat ik bij de allerheiligste en allerhoog-waardigste Offerande tegenwoordig ben.
Sta mij toe, goddelijke Zaligmaker, dat ik mij met den dienaar van uwen Altaar vereenige, om het dierbaar slachtoffer mijner zaligheid U op te dragen; en geef mij de gevoelens, welke ik zou gehad hebben, indien ik op den Kalvarieberg bij de bloedige
(1) De Dinsdag wordt aan de H. Anna toegewijd, omdat zij, volgens dealgemeene overlevering, op eenen Dinsdag geboren en gestorven is.
72
Offerande van uw heilig lijden ware tegenwoordig geweest.
O gelukzalige echtgenooten Joachim en Anna, de gansche natuur heeft groote verplichting aan U, want door 0 heeft zij, gelijk de H. Joannes Damascenus zegt, een geschenk, het uitmuntendste van alle geschenken , aan den Schepper geschonken, te weten, de Onbevlekte Moeder-Maagd, die alleen den Schepper waardig was. Vertrouwende op uwe goedheid, bid ik ü mijn zwak gebed gedurende dit H. Mis-offer, het-welke ik aan uwen kleinzoon Jesus ter uwer eere ga opdragen, te willen verhooren, en dan ben ik zeker de genade... te verkrijgen, welke ik U hier kom afsmeeken.
CONFITEOR.
Ik beschuldig mij voor ü, mijn God! van alle de zonden waaraan ik schuldig ben; ik beschuldig mij in de tegenwoordigheid van Maria, de allerzuiverste der maagden, en alle geloovigen, dat ik gezondigd heb met mijne gedachten, woorden en werken, door mijne schuld, door mijne schuld, door mijne allergrootste schuld. Daarom bid ik de allerheiligste Maagd en alle Heiligen voor mij te willen bidden.
Verhoor, o Heer, mijn gebed, en verleen mij vergiffenis en kwijtschelding van mijne zonden, en van de straffen welke zij verdienen.
73
egen- kyrie eleison.
Heer, die onze zielen hebt geschapen, heb medelijden met het werk uwer handen. Vader van barmhartigheid, ontferm U onzer. Eeuwig woord des Vaders, die voor ons zijt mensch geworden in den maagdelijken schoot der dochter van de H. Anna, en om onze zaligheid aan een schandig kruis zijt gestorven; ik bid U, maak mij deelachtig aan de verdiensten van de H, Anna, van de Allerheiligste Maagd Maria, en van uwen smartvollen dood. Beminnelijke Zaligmaker, zoete Jesus, ontferm ü mijner, en vergeef mij mijne zonden.
gloria in excelsis.
Glorie zij aan God in den Hemel, en vrede zij op aarde aan de menschen van
ïod! goeden wil. Wij loven ü, wij zegenen tJ,
ildig wij aanbidden ü, wij verheerlijken ü, wij
oor- danken (J, om uwe groote heerlijkheid,
der o Heer God, hemelsche Koning! Vader
ge- almachtig. O Heer Zoon, eeniggeboren
'den Jesus Christus, Heer God! Lam Gods,
djne Zoon des Vaders, die wegneemt de zonden
nld. der wereld, ontvang ons gebed; die zit aan
l en de rechterhand des Vaders, ontferm ü onzer;
i. want Gij alleen zijt heilig, Gij alleen zijt
mij de Heer, Gij alleen zijt de Allerhoogste,
ion- Jesus Christus; met den H. Geest in de
aen. heerlijkheid van God den Vader. Amen.
m en ver-t zij, , een 3 ge-iken , lagd. Vermijn het-uwer , en gen.
4
74
gebed tot de h. anna.
0 God, die U hebt gewaardigd aan de H. Anna de genade te verleenen waardoor zij verdiend heelt de Moeder te worden van haar die uwen eenigen Zoon heeft gebaard, verleen ons goedgunstig, dat wij hare gedachtenis eerende, door hare bescherming bij U mogen worden geholpen. Amen.
gebed tot den h. joachim.
O God, die onder alle uwe Heiligen den H. Joachim tot vader hebt gekozen van haar die uwen Zoon heeft gebaard, wij bidden ü te willen verleenen, dat wij die zijne gedachtenis eeren, ook zijne altoosdurende bescherming mogen ondervinden. Amen.
EPISTEL.
Mijn God, Gij hebt mij tot de kennis van uwe H. Wet geroepen, buiten zoo vele volkeren die in de onwetendheid uwer waarheden leven. Ik neem uit geheel mijn hart die goddelijke wet aan. Ik luister met eerbied naar de heilige woorden, die Gij door den mond der Profeten en Apostelen tot ons hebt gesproken, en verlang van gan-scher harte er mijn leven naar te schikken.
ata
evangelie.
VO
Eet zijn, o God, de Profeten en Apostelen p[j niet meer, die mij in mijne plichten onder- ig ^
1
75
wijzen: het is uw eenige Zoon, wiens woord ik mag aanhooren. Maar helaas 1 wat zal het mij baten, in uwe woorden te gelooven , Heer, Jesus, zoo ik volgens dat geloof niet leef! Waartoe zal het mij dienen, wanneer ik voor uwen rechterstoel zal verschijnen, het geloof zonder de verdiensten der goede werken gehad te hebben?
Heilige Anna, spiegel van godvruchtigheid, verkrijg mij de genade om altijd volgens het heilig geloof van Jesus te mogen leven.
CREDO.
Ik geloof in éénen God, den almachtigen Vader, Schepper van hemel en aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen. En in éénen Heer Jesus Christus, den eenig-geboren Zoon Gods, en uit den Vader vóór alle eeuwen geboren. God van God, licht van licht, waarachtigen God van waar-achtigen God, geboren en niet gemaakt, medezelfstandig met den Vader, door wien alle dingen gemaakt zijn. Die om ons menschen en om onze zaligheid nedergedaald is uit den Hemel, en {onder deze woorden knielt men) het vleesch heept aangenomen
dook den heiligen geest, uit de maagd maria, en is mensch geworden. Hij is ook voor ons gekruist onder Pontius Pilatus; Ilij heeft geleden en is begraven. En Sij is, volgens de Schriftuur, ten derden dage
76
verrezen. En Hij is opgeklommen ten hemel; zit aan de rechterhand des Vaders. En Hi] zal wederom komen met heerlijkheid, oordeelende levenden en dooden, aan wiens rijk geen einde zijn zal. En in den H. Geest; den Heer en Levendmaker, die uit den Vader en den Zoon voorkomt; die met den Vader en den Zoon te zamen wordt aangebeden en verheerlijkt, die door de Profeten gesproken heeft. En ééne H. Katholieke en Apostolieke Kerk. Ik belijde een doopsel tot vergiffenis der zonden, en ik verwacht de verrijzenis der dooden, en het eeuwig toekomende leven. Amen.
OFFERANDE.
Heilige Vader, almachtige en eeuwige God! hoe onwaardig ik ook ben om voor ü te verschijnen, durf ik ü echter, door de handen des Priesters, deze Offerande opdragen met de meening, welke Jesus Christus gehad heeft, toen Hij deze Offerande instelde, en welke Hij nog heeft op het oogenblik, dat Hij zich hier voor ons opoffert. Ik draag U dezelve op, tot erkentenis uwer opperheerschappij over mij en over alle schepselen , tot uitwissching mijner zonden, en tot dankzegging voor alle de weldaden, die Gij mij verleend hebt, alsook om van uwe oneindige goedheid, voor mij, voor mijne ouders en weldoeners, voor mijne vrienden en vijanden, de kostbare genade der zalig-
77
heid te bekomen, welke aan geen zondaar kan gegeven worden, dan door de verdiensten van Hem, die zich tot slachtoffer van verzoening voor ons allen gemaakt heeft. Ik beveel ü ook, mijn God, geheel uwe H. Katholieke Kerk, onzen H. Vader den Paus, onzen Bisschop, al de Herders der zielen, al de christen vorsten en al de volkeren die in U gelooven.
En Gij, mijne heilige en goede Moeder Anna, om de liefde waarmede Gij het Kind Jesus uit de armen uwer dochter Maria ontvingt en den hemelschen Vader aan-boodt, wil ook dit H. Misoffer, hetwelk ik ter uwer eer met den Priester opdraag, aan den eeuwigen Vader in den hemel aanbieden, opdat de genade... welke ik door uwe tusschenkomst vraag, mij vergund worde.
PREFATIE.
Almachtige en eeuwige Vader, niets is redelijker, niets is voordeeliger, dan dat wij ons met Jesus Christus vereenigen, om (J onophoudelijk te aanbidden; het is door Hem dat alle zalige geesten uwe Majesteit loven; het is door Hem dat alle de krachten der hemelen, bevangen met eene eerbiedige vrees, zich vereenigen om ü te verheerlijken. Gedoog, Heer, dat wij onze zwakke lofzangen met die der hemelsche geesten vereenigen, en dat wij te zamen, in
78
verrukking van blijdschap en verwondering uitroepen: Heilig! heilig! heilig is de Heer, de God der heerscharen! hemel en narde zijn met Zijne heerlijkheid vervuld! dat de gelukzaligen Hem loven in den hemel! gezegend zij Hij die tot ons komt op aarde, God en Heer, gelijk degene, die Hem afzendt.
CANON.
Wij smeeken U, o oneindig barmhartige Vader, in den naam van Jesus Christus uwen Zoon en onzen Heer, de offerande, die wij ü opdragen, te zegenen en gunstig aan te nemen, opdat het U believe in de H. Katholieke Kerk te bewaren, te beschermen en te bestieren met al hare leden, den Paus, onzen Bisschop, en in het algemeen allen, die uw H. Geloof belijden.
Wij bevelen D, in het bijzonder, o Heer, al degenen, voor welke wij uit rechtvaardigheid , dankbaarheid en liefde verplicht zijn te bidden, al degenen, die bij deze aanbiddelijke offerande tegenwoordig zijn, en voornamelijk N. N. En opdat onze eerbe-wijzing ü aangenamer zijn moge, vereenigen wij onze gebeden met die der verheerlijkte Maria, altijd Maagd, Moeder van uwen Zoon Jesus Christus, met die der lieilige Anna en Joachim, Voorouders van den Zaligmaker , met die der Apostelen, gelukzalige
79
Martelaren en alle Heiligen, die met ons eene en dezelfde Kerk uitmaken.
ELEVATIE,
Jesus, eeuwig Woord des Vaders, God en mensch, ik verneder mij voor U, ik aanbid U, ik bemin U en ik draag mij geheel aan U op. Ik aanbid het dierbaar Bloed, dat Gij aan het kruis vergoten hebt; o dat het toch voor mij niet te vergeefs gestort zij, maar mij zuivere en versterke ten eeuwigen leven!
Geloofd en gedankt zij ten allen tijde het allerheiligste en goddelijk Sacrament des Altaars.
VERVOLG VAN DEN CANON.
Het is nu, o eeuwige Majesteit, dat wij door uwe genade waarlijk en eigenlijk U opdragen het zuiver, heilig en onbevlekt offer van uwen Zoon, hetwelk Gij zelf ons hebt willen verleenen, en waarvan alle de offers der oude wet slechts afbeeldsels waren. Ja, groote God, hier is meer dan alle de offeranden van Abel, Abraham en Melchi-sidech: hier is het eenig slachtoffer uw altaar waardig, onze Heer Jesus Christus, uw Zoon, het eenig voorwerp van uw eeuwig welbehagen.
Dat allen, die hier met den mond of met het hart aan dit H. Offer deel hebben, met deszelfs zegen vervuld worden. Dat
verrezen. En Hij is opgeklommen ten hemel; zit aan de rechterhand des Vaders. En Hij zal wederom komen met heerlijkheid, oordeelende levenden en dooden, aan wiens rijk geen einde zijn zal. En in den H. Geest; den quot;Heer en Levendmaker, die uit den Vader en den Zoon voorkomt; die met den Vader en den Zoon te zamen wordt aangebeden en verheerlijkt, die door de Profeten gesproken heeft. En ééne H. Katholieke en Apostolieke Kerk. Ik belijde een doopsel tot vergiffenis der zonden, en ik verwacht de verrijzenis der dooden, en het eeuwig toekomende leven. Amen.
OFFERA-NDE.
Heilige Vader, almachtige en eeuwige God! hoe onwaardig ik ook ben om voor ü te verschijnen, durf ik ü echter, door de handen des Priesters, deze Offerande opdragen met de meening, welke Jesus Christus gehad heeft, toen Hij deze Offerande instelde, en welke Hij nog heeft op het oogenblik, dat Hij zich hier voor ons opoffert. Ik draag ü dezelve op, tot erkentenis uwer opperheerschappij over mij en over alle schepselen , tot uitwissching mijner zonden, en tot dankzegging voor alle de weldaden, die Gij mij verleend hebt, alsook om van uwe oneindige goedheid, voor mij, voor mijne ouders en weldoeners, voor mijne vrienden en vijanden, de kostbare genade der zalig-
I
77
heid te bekomen, welke aan geen zondaar kan gegeven worden, dan door de verdiensten van Hem, die zich tot slachtoffer van verzoening voor ons allen gemaakt heeft. Ik beveel ü ook, mijn God, geheel uwe H. Katholieke Kerk, onzen H. Vader den Paus, onzen Bisschop, al de Herders der zielen, al de christen vorsten en al de volkeren die in U gelooven.
En Gij, mijne heilige en goede Moeder Anna, om de liefde waarmede Gij het Kind Jesus uit de armen uwer dochter Maria ontvingt en den hemelschen Vader aan-boodt, wil ook dit 11. Misoffer, hetwelk ik ter uwer eer met den Priester opdraag, aan den eeuwigen Vader in den hemel aanbieden, opdat de genade... welke ik door uwe tusschenkomst vraag, mij vergund worde.
PREFATIE.
Almachtige en eeuwige Vader, niets is redelijker, niets is voordeeliger, dan dat wij ons met Jesus Christus vereenigen, om ü onophoudelijk te aanbidden; het is door Hem dat alle zalige geesten uwe Majesteit loven; het is door Hem dat alle de krachten der hemelen, bevangen met eene eerbiedige vrees, zich vereenigen om U te verheerlijken. Gedoog, Heer, dat wij onze zwakke lofzangen met die der hemelsche geesten vereenigen, en dat wij te zamen, in
78
verrukking van blijdschap en verwondering uitroepen: Heilig! heilig! heilig is de Heer, de God der heerscharen! hemel en narde zijn mei Zijne heerlijkheid vervuld! dat de gelukzaligen Hem loven in den hemel! gezegend zij Hij die tot ons komt op aarde, God en Heer, gelijk degene, die Hem afzendt.
CANON.
Wij smeeken ü, o oneindig barmhartige Vader, in den naam van Jesus Christus uwen Zoon en onzen H eer, de offerande, die wij ü opdragen, te zegenen en gunstig aan te nemen, opdat het U believe in de H. Katholieke Kerk te bewaren, te beschermen en te bestieren met al hare leden, den Paus, onzen Bisschop, en in het algemeen allen, die uw H. Geloof belijden.
Wij bevelen ü, in het bijzonder, o Heer, al degenen, voor welke wij uit rechtvaardigheid, dankbaarheid en liefde verplicht zijn te bidden, al degenen, die bij deze aanbiddelijke offerande tegenwoordig zijn, en voornamelijk N. N. En opdat onze eerbe-wijzing ü aangenamer zijn moge, vereenigen wij onze gebeden met die der verheerlijkte Maria, altijd Maagd, Moeder van uwen Zoon Jesus Christus, met die der heilige Anna en Joachim, Voorouders van den Zaligmaker , met die der Apostelen, gelukzalige
79
Martelaren en alle Heiligen, die met ons eone en dezelfde Kerk uitmaken.
ELEVATIK.
Jesus, eeuwig Woord des Vaders, God en mensch, ik verneder mij voor U, ik aanbid TJ, ik bemin U en ik draag mij geheel aan ü op. Ik aanbid het dierbaar Bloed, dat Gij aan het kruis vergoten hebt; o dat het toch voor mij niet te vergeefs gestort zij, maar mij zuivere en versterke ten eeuwigen leven!
Geloofd en gedankt zij ten allen tijde het allerheiligste en goddelijk Sacrament des Altaars.
VERVOLG VAN DEN CANON.
Het is nu, o eeuwige Majesteit, dat wij door uwe genade waarlijk en eigenlijk U opdragen het zuiver, heilig en onbevlekt offer van uwen Zoon, hetwelk Gij zelf ons hebt willen verleenen, en waarvan alle de offers der oude wet slechts afbeeldsels waren. Ja, groote God, hier is meer dan alle de offeranden van Abel, Abraham en Melchi-sidech: hier is het eenig slachtoffer uw altaar waardig, onze Heer Jesus Christus, uw Zoon, het eenig voorwerp van uw eeuwig welbehagen.
Dat allen, die hier met den mond of met het hart aan dit H. Offer deel hebben, met deszelfs zegen vervuld worden. Dat
80
deze zegen zich uitstorte, o mijn God, over de zielen der geloovigen die in den vrede der Kerk gestorven zijn, over de zielen van N. N., en bijzonder over de zielen van hen die godvruchtig waren tot de H. Anna; verleen hun, o Heer, uit kracht van deze offerande, de volle verlossing van hunne pijnen.
Gewaardig U ook, oneindig goedertieren Vader, eenmaal aan ons de genade te verleenen, dat wij met de H. Anna en Joachim, U eeuwig mogen beminnen en verheerlijken. Amen.
PATER NOSTER.
Hoe gelukkig ben ik, o mijn God, van U tot Vader te hebben! Welk eene vreugde is het te mogen denken, dat de Hemel, waar Gij zijt, eens mijne woonplaats zal wezen! Dat uw H. Naam geëerd zij over geheel de aarde, heersch volkomen over aller harten en over aller wil; weiger aan uwe kinderen het geestelijk en lichamelijk voedsel niet. Wij vergeven van harte, vergeef ons ook. Ondersteun ons in de bekoringen en in de rampen van dit ellendig leven, en bewaar ons van zonden, het grootste van alle kwaad. Amen.
AGNUS DEI.
Lam Gods, voor ons geslacht, wees ons
81
genadig. Aanbiddelijk Slachtoffer onzer zaligheid, maak ons zalig. Goddelijke Middelaar, verwerf ons genade bij uwen Vader en geef ons uwen vrede.
COMMUNIE.
O beminnelijke Zaligmaker, hoe gelukkig zoude ik zijn, indien ik U in mijn hart mocht ontvangen , ü daar mijnen schuldigen eerbied bewijzen, mijne noodwendigheden vertoonen, en deelachtig zijn aan de genaden, die Gij geeft aan die ü daar wezenlijk ontvangen! Maar dewijl ik mij daartoe onwaardig bevind, vergoed, o God, hetgeen aan de gesteltenis mijner ziel ontbreekt; vergeef mij alle mijne zonden, ik verfoei die uit geheel mijn hart, omdat zij ü mishagen; aanvaard de oprechte begeerte die ik heb, om mij met ü te vereenigen: reinig mij, en maak mij waardig om [J spoedig te ontvangen. Dien gelukkigen dag verwachtende, smeek ik U, Heer, mij deelachtig te maken aan de vruchten, die de communie des Priesters in alle geloovigen, welke bij deze H. Offerande tegenwoordig zijn, moet uitwerken. Vermeerder mijn geloof door de kracht van dit goddelijk Sacrament; verstei'k mijne hoop: vervul mijn hart met uwe liefde, opdat het U alleen betrachte, en voor U alleen leve. Amen.
82
LAATSTE GEBEDEN.
Mijn God, Gij offert ü voor mijne zalig- i lieid op, ik wil mij ook voor U opofferen. ] Ik ben uw slachtoffer, spaar mij niet. Voortaan wil ik gewillig de kruisen, die Gij mij zult gelieven over te zenden, aan- a vaarden; en in vereeniging met het uwe, zal ik ze met liefde dragen.
Ik zal aan uwe wet getrouw zijn; ik zal de gelegenheden der zonden vluchten, bijzonder van die zonde, waartoe mijne neiging mij met geweld vervoert. Ik heb besloten liever alles te verliezen en alles te lijden, dan ü nog te vergrammen.
DE ZEGE N.
Zegen , o God , deze heilige voornemens , zegen ons allen door de hand van uwen dienaar, en dat de uitwerksels van uwen zegen op ons blijven berusten. In den naam des Vaders, en des Zoons, en des H. Geestes. Amen.
EVANGELIE VAN DEN H. JOANNES.
In het begin was het woord, en het woord was bij God, en God was het woord. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door hetzelve gemaakt, en zender hetzelve is niets gemaakt, van hetgeen gemaakt is. In hetzelve was het leven,
83
en het leven was het licht der menschen, en het licht schijnt in de duisternissen, en de duisternissen hebben het niet begrepen. Er werd een mensch van God gezonden, wiens naam was Joannes. Deze kwam tot getuigenis, om getuigenis te geven van het licht, opdat zij allen door hem gelooven zouden. Hij was het licht niet, maar hij was om getuigenis van het licht te geven. Dit was het waarachtig licht, hetwelk verlicht alle menschen komende in deze wereld. Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt, en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij kwam in zijn eigendom, doch de zijnen namen Hem niet aan. Maar allen die Hem aangenomen hebben, heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden ; diegenen die in Zijnen naam gelooven, welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleesches, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn. En' {hier knielt men) het woord is vleesch gewoiiden, en het heeft onder ons gewoond. En wij hebben Zijne heerlijkheid gezien, eene heerlijkheid als van den eeniggeboren Zoon des Vaders, vol van genade en waarheid.
gebed tot de h. anna na de h. mis.
O Gelukzalige Moeder Anna, goedwillige beschermster van allen, die U aanroepen, en troosteres van allen die in bedruktheid
84
verteeren, zie mij hier, neergeknield voor uwe voeten, bedroefd en bedrukt van harte. Ik bid TJ mij onder uwe bescherming te willen nemen. Ik beveel U deze zaak... aan, en smeek U, dezelve aan de goddelijke Majesteit, en aan uwe alvermogende ^ dochter Maria te willen aanbevelen, opdat ik, indien het mij zalig is, een gewenschten uitslag moge bekomen. Ik bid U, wil mij niet verstoeten; ik zal U voor de bekomene weldaad eeuwige dankbaarheid betoenen; verkrijg mij tevens ook bij God de genade dat ik moge waardig gevonden worden om eenmaal met U, en met uwe dochter Maria, Hem te loven en te beminnen, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Gebed vóór het Gewetensonderzoek.
mijn God en Vader, van ganscher harte zeg ik ü dank voor alle genaden en weldaden, welke Gij mij mijn geheele leven door bewezen hebt. O hadde ik toch steeds uwe liefde met ware wederliefde beantwoord ! Maar ach! als ik bij de herinnering van awe goedheid een blik sla op mijne afgelegde levensbaan, dan moet ik vol schaamte bekennen, dat ik dikwijls en zwaar gezondigd heb. Erbarm U mijner, o God, volgens uwe groote barmhartigheid en laat mij genade vinden voor uw aanschijn. Zend mij uwen heiligen Geest, opdat ik mij oprecht en geheel tot ü bekeere. Verleen mij den bijstand dei-genade van den. H. Geest, opdat ik al mijne zonden kenne, ze van harte veraf-schuwe, er een levendig berouw over ge-voele, ze door eene oprechte belijdenis aan uwen Priester bekenne en voor dezelve aan uwe rechtvaardigheid voldoe. O Maria, moeder der barmhartigheid. Gij toevlucht
86
der zondaren! bid voor mij op dii uur, opdat ook ik uit den mond van uwen goddelijken Zoon de troostelijke woorden hoore: Ga in vrede, uwe zonden zijn u vergeven.
Leedwezen.
Heilige en rechtvaardige God! Hoe strafbaar en ondankbaar heb ik jegens U gehandeld. Aan U, mijn Schepper en Koning, door Wien alleen ik ben en van Wien ik alles heb, Wien ik alle oogen-blikken mijns levens met lichaam en ziel toebehoor, aan ü durfde ik de verschuldigde gehoorzaamheid en onderwerping weigeren. Ik wist, dat Gij als een rechtvaardige God den zondaar met eene billijke straf bedreigd hebt: en toch volgde ik de slechte neigingen mijns harten en overtrad zonder vrees en geheel vrijwillig uwe geboden. doe zeer heb ik verdiend als een ongehoorzaam kind door U verstoeten te worden.
Gij zijt mijn beste Vader en grootste weldoener; Gij overlaadt ons elk uur van den dag met tallooze weldaden naar ziel en lichaam. Gij hebt mij niets bevolen, dan wat goed en heilzaam is, en niets verboden, dan wat mij ongelukkig maken moet; als een liefdevol Vader hebt Gij in alles slechts de welvaart van uw kind gezocht. En evenwel waardeerde ik al die
87
bewijzen uwer goedheid niet, stoorde mij niet aan uwe woorden, en deed slechts wat mij behaagde. Hoe groot en verfoeilijk is mijne ondankbaarheid; en hoe onwaardig ben ik uw kind te heeten I Hoe zoude het mij gegaan zijn, wanneer Gij mij in mijne zonden weggenomen en voor uwen strengen rechterstoel gedagvaard hadt! Dank zij U dat Gij geduld met mij geoefend, en mij tijd gelaten hebt tot boete. — O hoe kon ik toch zoo ondankbaar en liefdeloos jegens U handelen! Ik bemin U thans uit geheel mijn hart als mijnen grootsten weldoener, ik bemin ü boven alles als den God van liefde, als het hoogste en volmaaktste Wezen, hetwelk alleen alle liefde waardig is. Uit kracht dezer liefde betreur en verafschuw ik al mijne zonden als het grootste kwaad; ik wenschte dezelve nooit bedreven te hebben en ze ongedaan te kunnen maken.
Van nu af wil ik uw gehoorzaam kind zijn. Ik verzaak plechtig aan alle zonden, zonder eenige uitzondering. Niets zal mij in het vervolg kunnen bewegen iets te doen, wat U mishaagt; en al zou het mij ook nog zooveel inspanning kosten, ik zal getrouw blijven aan uwe wet. Alle gevaren en gelegenheden tot zonde zal ik met uwe genade zorgvuldig vermijden; de middelen tot verbetering van mijn leven zal ik met vlijt aanwenden; de schade, die uit mijne zonden is voortgekomen, zooveel mogelijk
88
weder goed maken, en zoo een nieuw Gode welgevallig leven leiden. Neem, o God, uw rouwmoedig kind weder op, in uwe vaderlijke goedheid. Dit vertrouwen heb ik in ü door Jesus Christus, uwen eenig-geboren Zoon, die voor ons aan het kruis gestorven is, opdat wij door Hem vergiffenis der zonden en het eeuwige leven zouden verkrijgen.
Onder uwe hoede en bescherming vluchten wij, o heilige Moeder Gods, versmaad niet ons gebed in onzen nood, doch verlos ons altijd van alle gevaren, o glorierijke en gezegende Maagd, onze Vrouw, onze Middelares , onze Voorspreekster! verzoen ons met uwen Zoon, offer ons op aan uwen Zoon, beveel ons aan uwen Zoon. Bid voor ons, o heilige Moeder Gods, opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
Na de Biecht.
Mijne ziel, maak groot den Heer, en al wat in mij is loof Zijnen heiligen naam. Gij hebt, o God, de banden mijner zonden verbroken; aan U wil ik het offer van lof en dankzegging brengen. Gij hebt mijne misdaad weggenomen , uwe gunst en vriendschap mij wedergeschonken, aan U zij lof en i'oem in eeuwigheid! Geef mij slechts de genade, dat ik U nooit meer verlate, doch U trouw blijve tot aan mijn
89
laatsten ademtocht. Nogmaals hernieuw ik in uwe tegenwoordigheid het oprechte besluit mijn leven te beteren. Met uwe-genade, o Heer, heb ik dit besluit genomen en met de hulp uwer genade zal ik trachten het in alle opzichten getrouwelijk uit te voeren.
O Jesus, mijn Heiland en mijn God! Door de liefde van uw allerheiligst hart, waarin alle hulpbehoevenden bescherming en bijstand vinden, bid en bezweer ik L1, laat toch niet toe, dat ik U nog ooit met éene zonde bedroeve en van uwe heilige liefde scheide. Met de zuiverste meening van uw heilig hart vereenig ik al mijn doen en laten, opdat ik welgevalliger worde in de oogen des Hemelschen Vaders, en in dit welgevallen Gods tot aan mijn zalig uiteinde volharde.
O Maria, goede en machtige Maagd, nog nooit is het gebeurd, dat iemand, die tot U zijnen toevlucht nam, van U verlaten is geworden. Neem mij dan aan als uwen trouwen dienaar, als uw gehoorzaam kind, en verkrijg mij de genade, dat ik, U navolgende, uwen goddelijken Zoon in alles onderworpen blijve en eenmaal uit Zijnen mond de troostvolle woorden hoore: Welaan, gij goede en getrouwe dienstknecht! dewijl gij over weinig getrouw zijt geweest, zal ik u over veel stellen. Treed binnen in de vreugde uws Heeren. Amen.
90
(iielieclen roor en na be ®. Communie.
Vóór de H. Communie.
Geloof. Wie geeft mij, o zoete Jesus, dat ik onder de gedaante van brood en wijn uw aangezicht kunne zien, hetwelk ook de engelen verlangen te beschouwen 1 Wie geeft mij, hier de heilzame bronnen uwer wonden te beschouwen, die bronnen van levend water tot zuivering mijner ziel! Ik geloof vast, o mijn Jesus, ik geloof vastelijk, dat Gij in dit allerhoogste geheimenis wezenlijk met uw Lichaam en Bloed tegenwoordig zijt. Hier is uw roemvol Lichaam, stralender dan de zon, met gelijke volmaaktheid en met dezelfde heerlijke schoonheid, waarmede Gij in den hemel troont; hier is uw Bloed, hetwelk eens voor onze zaligheid aan het kruis vloeide; hier is uwe ziel, vol genade en wijsheid; hier is uwe Godheid, het almachtige Woord: en wijl Gij in den Vader zijt, en de Vader in U, zoo is ook de Vader, U, zijn Woord, van eeuwigheid voortbrengend, en de H. Geest, de wederzijdsche vereeniging van den Vader en den Zoon, hier in het allerheiligste Sacrament des Altaars tegenwoordig. Dit heilige gastmaal is het korte begrip
91
van al uwe wonderen en deze waarheid wil ik met uwe hulp tot aan mijnen dood belijden.
Hoop. Hoe konde ik het wagen, U te naderen, ü te ontvangen, o zoetste Jesus, indien Gij niet mijn heil en roijne kracht, mijn toevlucht en vertrouwen waart, en indien Gij niet zelf mij aanspoordet en bevaalt tot ü te komen! Ik kom alzoo op uwe goedheid vertrouwende, als een krank schaap tot zijnen herder, ik ijl tot ü, zooals iemand, die des doods schuldig is, tot zijnen machtigen verdediger ijlt. Op de oneindige waarde van uw Bloed stel ik mijn vertrouwen; en ik verheug mij, niets in mijzei ven te vinden, waarop ik zou kunnen vertrouwen, om des te vuriger op U te hopen. Ontferm U mijner en red mij, Gij die nooit diegenen verlaat welke op ü hopen en vertrouwen.
Liefde. O Heer, het is een wonder uwer liefde, dat Gij U gewaardigd hebt onze menschelijke natuur aan te nemen; doch veel grooter wonder is het, dat Gij, voordat Gij de wereld verliet en naar den Vader gingt, ons uw Lichaam en Bloed tot spijs en drank hebt achtergelaten. Want in het eerste wonder hebt Gij onze mensch-heid aangenomen, in het laatste echter schenkt Gij ons uwe Godheid. En zoo hebt Gij ons de gansche volheid uwer genaden aangeboden, opdat wij pogen ü uit
92
al onze krachten lief te hebben. O ware en eenige troost in dit land der ballingschap, o hoogste goed, dat op deze aarde te vinden is! Gij trekt alle krachten mijner ziel naar boven, terwijl Gij mij uzelven schenkt, terwijl Gij mijne ziel met uzelven spijst, om ze in U op te nemen. O heilig voedsel, ontsteek ook in mij de liefde, opdat deze hemelsche vlam, welke Gij, o Jesus, op de aarde gebracht hebt, ook in mijn hart beginne te gloeien. Hoe grooter genaden Gij mij schenken zult, des te vuriger en inniger zal ik U liefhebben; nooit echter zal ik Ü zoo kunnen beminnen, als Gij verdient bemind te worden.
Ootmoed. O Heer en Koning, onsterfelijke en heilige God, die woont in het ontoegankelijke licht! Hoe armzalig verschijn ik voor TJ, ik — een onrein schepsel, ellendig en nietig, inwendig door dwaze hartstochten bestormd , aan alle ijdelheden onderworpen, en zonder uwe erbarming niets dan een vat van schande, een kind van toom en duisternis? Wat heeft uw licht gemeen met mijne duisternissen? Met welk vertrouwen durf ik tot U naderen, tot U, den rechtvaardigsten Eechter, voor wiens aanblik de zuilen des hemels sidderen, — ik, die slechts met naamloozen ondank uwe barmhartigheid vergolden heb? Toch noo-digt Gij mij opnieuw liefderijk uit, cm tot CJ te komen, buiten wien geene zalig-
93
heid en geene liefde is. En ik kom en smeek tot ü: «Behoud en bewaar mij, o Heer, dewijl ik op TJ gehoopt heb; mijn God zijt Gij, wijl Gij niet noodic; hebl dat ik goed zij.quot; (Ps. XV.)
Gebed van den H. Thomas van Aquinen.
Almachtige, eeuwige God! zie ik kom tot het Sacrament van uwen eeniggeboren Zoon, onzen Heer Jesus Christus. Ik kom als een kranke tot zijn geneesheer, als een onreine tot de bron der barmhartigheid, als een blinde tot het licht der eeuwige klaarheid, als een arme en dorstige tot den Heer van hemel en aarde. Ik bid ü alzoo, door den overvloed uwer oneindige mildheid, genees mijne krankheid, wasch mijne onreinheden af; verlicht mijne blindheid, verrijk mijne armoede en bekleed mijne naaktheid, opdat ik het Brood der engelen, den Koning der Koningen en den Heer der Heerscharen met zoo grooten eerbied en nederigheid, met zulke vermorzeling en godsvrucht, met zulk een zuiver en geloovig hart, met zulk eene goede meening ontvangen moge, als het meeste voordeel kan doen aan mijne ziel. Verleen mij, o Heer, dat ik niet slechts uiterlijk het allerheiligste Lichaam en Bloed van Jesus ontvange, doch ook inwendig aan de kracht en vruchten van dit H. Sacrament
94
deelachtig worde. O God van liefde en goedertierenheid, verleen mij, dat ik het Lichaam van uwen eeniggeboren Zoon, hetwelk Hij uit de Maagd Maria aangenomen heeft, zoo nuttige, dat ik daardoor verdiene in /.ijn geestelijk Lichaam ingelijfd en als een zijner lidmaten geteld te worden. Liefderijkste Vader, verleen mij, dat ik uwen geliefden Zoon, dien ik mij nu gereed maak, onder de gestalte van Brood verborgen te ontvangen, eens van aanschijn tot aanschijn eeuwig moge aanschouwen, die met U en met den H. Geest leeft en regeert. God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Gebeden na de H. Communie.
Lofgebed. Looft, alle schepselen, looft den Heer, prijst en verheerlijkt Hem met mij in eeuwigheid. — Gij engelen en aartsengelen, looft den Heer, prijst en verheerlijkt Hem in eeuwigheid. — Gij krachten en heerscharen, gij vorstendommen en machten, looft den Heer, prijst en verheerljjkt Hem in eeuwigheid. — Gij zalige tronen, waarop de Heer zit en de werelden oordeelt, gij Cherubinen en Seraphinen, die van liefde tot uwen Schepper vlamt, looft den Heerl prijst en verheerlijkt Hem in eeuwigheid. — Gij, Apostelen en Evangelisten, doorluchtige grondvesters der H. Kerk van Christus, looft den Heer! prijst en verheerlijkt Hem
95
in eeuwigheid. — O roemvol heer der martelaars en belijders, looft den Heer! prijst en verheerlijkt Hem in eeuwigheid. — Gij vrome en kuische maagden en alle bewoners van Sion, looft en verheerlijkt den Heer van eeuwigheid tot eeuwigheid. A.men.
Dankgebed. O Jesus, mijn God, mijne eeuwige vreugde, Gij leeft nu in mij en ik in U! Hoe zal ik, o Heer, U de weldaad van uw allerbarinhartigst bezoek vergelden, daar Gij met al de rijkdommen uwer heerlijkheid in mijne ziel zijt binnengetreden , en haar uwe onmetelijke verdiensten zoodanig schenkt, dat zij daardoor de hemelsche glorie waardig wordt. Daarvoor prijze U de oneindige liefde van uw goddelijk hart; alle choren der zalige geesten mogen hunne lofzangen voor ü aanheffen, en uit het hart van alle Heiligen in den hemel en van alle rechtvaardigen op aarde mogen dankoffers en liefdevlammen tot ü opstijgen. In vereeniging met hen wil ook ik ü loven en prijzen alle de dagen mijns levens en alle mijne gedachten, woorden en werken, onverdeeld en onherroepelijk, aan uwen dienst wijden.
Liefde. O Jesus, God der eeuwige liefde, die nu in mijn hartrust, ach, kon ik U liefhebben uit geheel mijne ziel, en zoozeer als Gij het waardig zijt! konde ik U beminnen met zulk eene vurige liefde, zooals ü in den hemel Maria, uwe gezegende
96
Moeder en alle heilige engelen en uitver- g0(3
korenen Gods beminnen! Ik bid U, ontsteek mij,
en verteer mijn hart met het vuur der en
goddelijke liefde! — O Jesus, Gij zijt in mij
mij! O Jesns, Gij zijt bij mij! O Jesus, en
Gij zijt met mij! O God mijns harten, gen(
ik bemin ü boven al, ik bemin ü alleen han
om U zeiven, en wil in het vervolg ook verr
niets dan ü alleen op aarde beminnen. ieve Daarom bid ik ü, versterk mij door uwe Q
genade en behoud mijn hart bestendig in ai]e
Opoffering. Mijn God en mijn al! wat mjjj
ik ook ben en bezit, dat ben en bezit ik uwe
door Ul Aan U behoor ik: want Gij zijt waa
mijn Schepper, mijn Gebieder en Behoeder; ^
vrijwillig geef ik ü, met kinderlijke liefde mijr
en gehoorzaamheid, alles wat ik van uwe ]njj goedheid ontvangen heb. O neem mij als
uw eigendom aan, en leid en bestuur mij 0 q
naar uw heilig welgevallen. In het heilig ppj.
Sacrament uwer liefde hebt Gij D zeiven u ,
nu geheel aan mij geschonken: zonder eenig voo]
voorbehoud geef ik nu mijn gansche wezen gen.
en zijn in uwe handen over. Ik offer ü yei.
op alle krachten mijns lichaams en mijner kwa
ziel, mijn hart en mijnen geheelen wil. ^
O laat dit offer van mijzelven U welge- wor
vallig zijn! Heilig hetzelve en vereenig het jjj
met het grootste offer, hetwelk Gij uwen van
hemelschen Vader aan het kruis aanboodt, wor tot een volmaakt brandoffer van zijne
97
goddelijke heerlijkheid. Laat niet toe, o mijn Goddelijke Verlosser, dat de zonde en de wereld nogmaals de overhand over mÜ krijgen, nadat Gij mij met uw Vleesch en Bloed gespijzigd en van mijn hart bezit genomen hebt. Beschut mij met uwe sterke hand, opdat de vijand niets tegen mij vermoge en ik in heilige trouw voor ü leve en sterve. Amen.
Gebed. O Jesus! eeuwige bron van alle goed, die uit liefde tot mij, en om mij uwe genade rijkelijk mede te deelen, in mijn hart gekomen zjjt, ik bid ü, open uwe milddadige hand, en verleen mij alles, waardoor mijne ziel U behagen kan. Verdrijf uit mijn hart alles wat ü mishaagt, reinig mjjn lichaam, heilig mijne ziel en maak mij deelachtig aan de verdienste van uw lijden en dood. Vereenig CJ innig met mij, o Geliefde mijner ziel, en leef alleen in mij, opdat ik ook in U blijve, en altijd voor U alleen leve. Geef mij en al degenen, voor wie ik schuldig ben te bidden, de genaden, die wij het meeste behoeven. Verleen mij, dat ik alle bekoringen en kwade begeerten overwinne, bijzonder diegene, tot welke ik het sterkst getrokken word. Sta mij bij, o zoetste Jesus, opdat ik in alle goed bestendig toeneme, en van uwe liefde nimmer meer gescheiden worde. Amen.
98
Zie, o goede en allerzoetste Jesus, voor uw aanschijn werp ik mij op de knieën neder, en bid en bezweer U met de grootste vurigheid mijns geestes, doordring mijn hart met levendige gevoelens van geloof, hoop en liefde en met een waar berouw over mijne zonden, en verleen mij een onwankelbaar vasten wil, om mij te beteren: terwijl ik met groote aandoening des geestes en droefheid uwe heilige vijf Wonden bij mij zei ven overdenk en beschouw, datgene voor oogen hebbende, wat de koninklijke profeet David van D, o goede Jesus, reeds voorspeld heeft; »Zij hebben mijne handen en voeten doorboord; zij hebben al mijne beenderen geteld.quot; (Ps. XXI.)
(1) Alwie dit gebed met een rouwmoedig hart voor een kruisbeeld verricht, op den dag, dat hij waardig eebiecht en gecommuniceerd heeft en daar eenigen tijd volgens de meening van den H. Vadei godvruchtig bidt fd. i. de gewone gebeden voor bet verdienen van den Aflaat stort, of ook slechts vijfmaal het Onze Vader en vijfmaal het Wees gegroet,) wint een vollen Aflaat, die ook toepasselijk is op de_ geloovige zielen m het vagevuur. Pius IX, 31 Juli 1858,
PlNSDAGSCH j^OF
TER EERE VAN DE
Gebed van den If. Alphonsus Maria de Liguori tot het Allerheiligste Sacrament,
Heer Jesus Christus, die, uit liefde tot de menschen, dag en nacht vol goedheid en liefde in het allerheiligste Sacrament tegenwoordig blijft, en allen, die D komen bezoeken, afwacht, roept en vol liefde ontvangt; ik geloof dat Gij in het allerheiligste Sacrament tegenwoordig zijt; ik aanbid U uit den afgrond van mijnen niet, en dank U voor zoo vele aan mij bewezene weldaden; maar bijzonder omdat Gij U in dit Sacrament aan mij gegeven, mij uwe heilige Moeder tot voorsprekeres geschonken, en mjj geroepen hebt om ü in deze Kerk te bezoeken. Ik groet dan vandaag uw minzaam Hart,
100
en doe dit met een drievoudig inzicht; ten eerste, om ü te danken voor deze groote gave: ten tweede, om U alle oneer, die U door uwe vijanden in dit Sacrament wordt aangedaan, te vergoeden; en ten derde, om ü door dit bezoek op alle plaatsen te aanbidden, waar Gij in het allerheiligste Sacrament minder vereerd, en meer verlaten zijt. O mijn Jesus! ik bemin ü uit geheel mijn hart; het spijt mij , uwe oneindige goedheid vroeger zoo dikwijls beleedigd te0hebben. Met den bijstand uwer genade, maak ik een vast voornemen van U voortaan niet meer te beleedigen: en nu wijd ik mij geheel aan U, hoe ellendig ik ook ben, en ik geef en sta ü af mijnen eigen wil, mijne neigingen, mijne wenschen, alles wat mij toebehoort. Doe van na af met mij, en met alles wat ik heb, volgens uw welbehagen. Ik zoek niets anders dan uwe heilige liefde, de volharding tot den dood toe, en de volmaakte vervulling van uwen heiligen wil. Ik beveel U de zielen des vagevuurs, en voornamelijk diegenen, die op de aarde eene bijzondere godsvrucht tot het allerheiligste Sacrament en tot de allerheiligste Maagd Maria hadden. Ik beveel U ook alle arme zondaars; en ik vereenig, mijn lieve Zaligmaker, al mijne genegenheden met de genegenheden van uw allerminnendst hart, en aldus vereenigd offer ik dezelve uwen eeuwigen Vader op,
101
en bid ik Hem in uwen Naam, dat Hij uit liefde tot U dezelve gelieve aan te nemen en te verhoeren. (1)
Bezoek aan Jesus.
Zie hier de bron van alle goed, Jesus, in het allerheiligste Sacrament, waar Hij ons toeroept; «die dorst heeft, dat hij tot Mij kome, en drinke.quot; 01 wat overvloed van genaden hebben de Heiligen ten allen tijde niet geput aan deze bron van liefde, waar Jesus al de verdiensten van Zijn lijden uitdeelt, gelijk reeds de Profeet voorzegde door deze woorden: vgij zult met blijdschap water scheppen uit de hronnen des Zaligmakers.'''' (2)
De gravin van Feria, die doorluchtige geestelijke dochter van pater Avila, na zich in de orde der heilige Clara te hebben begeven, werd, om den langen tijd, dien zij voor het Hoogwaardigste doorbracht, de bruid van het allerheiligste Sacrament genoemd. Toen men haar eens vroeg, wat zjj dan gedurende zoo vele uren voor het Hoogwaardigste deed, antwoordde zij: ik
(1) Pius IX heeft, bij breve van 7 September 1854j 300 dagen Aflaat verleend iedermaal, dat men dit gebed leest, en vollen Aflaat eens in de maand, op de gewone voorwaarden, voor die het alle dagen bidden. Deze Aflaten kunnen ook worden toegevoegd aan de zielen der vagevuurs.
(2) Isaïas XII : 3.
102
zou daar de gansche eeuwigheid door willen blijven. Vindt men dan daar niet wezenlijk God, die de wellust der gelukzaligen in ,len Hemel is? Mijn God! men vraagt, wat men daar voor het H. Sacrament doet! Maar, wat doet men er niet? men bemint, men looft, men dankt, men bidt. Wat doet een arme in de tegenwoordigheid van eenen rijke, een zieke bij zijnen geneesheer, een dorstige bij eene heldere bron, een hongerige voor eene wel opgedischte tafel ?
O mijn beminnenswaardigste, mijn zoetste, mijn allerliefste Jesus, mijn leven, mijne hoop, eenigste liefde mijner ziel! Hoeveel heeft het ü niet gekost, om bij ons in dit H. Sacrament te kunnen verblijven! Gij hebt moeten sterven om onder ons op onze altaren te kunnen wonen! en dan, in dit Saerament zelf, hoe vele beleedi-gingen hebt Gij niet moeten onderstaan, dat Gij ons de weldaad uwer tegenwoordigheid hebt geschonken; doch uwe liefde en uw verlangen, om door ons bemind te worden, hebben ü daar van niet kunnen afschrikken. Kom dan, o Heer! kom in mijn hart, sluit het voor de schepselen, die deel zouden willen hebben aan eene liefde, welke U alleen toekomt, en welke ook ik U alleen wil schenken. — Heersch over mij, o zoete Zaligmaker! maak dat ik aan ü alleen toebehoore en zoo ik U somtijds niet spoedig gehoorzamen zou,
103
straf mij dan met strengheid, opdat ik daarna bereidwilliger zij om uwen heiligen wil te volbrengen. Geef, dat ik niets anders verlange en geene andere vreugde zoeke dan U te behagen, U dikwijls op de altaren te bezoeken, mij met U te onderhouden en in de H. Communie ü te ontvangen. Dat hij, die wil, andere goederen zoeke; ik bemin, ik begeer niets anders, dan den grooten schat uwer liefde, ü alleen zoek ik aan 'den voet van het altaar; geef dat ik mij zeiven vergete, om alleen te denken aan uwe goedheid. Ik benijd uwe heerlijkheid niet, o gelukzalige Serafijnen, maar wel uwe liefde tot uwen en mijnen God; o leert mij toch wat ik doen moet om Hem te beminnen, en aan Hem te behagen.
Schietgebed. Mijn Jesus! ik wil U alleen beminnen, aan ü alleen behagen.
Geestelijke Communie.
Mijn Jesus! ik geloof dat Gij in het Allerheiligste Sacrament tegenwoordig zijt. Ik bemin ü bovenal; ik wensch ü in mijn hart te ontvangen; maar vermits ik ü nu niet wezenlijk ontvangen kan, kom dan ten minste geestelijker wijze in mijn hart; ik omhels U, ik vereenig mij met U, alsof Gij nu inderdaad in mijn hart gekomen waart: laat niet toe dat ik mij nog ooit van U scheide.
104
Bezoek aan Maria.
Eene andere oneindig gelukkige bron van genaden voor ons, is onze Moeder Maria, die, volgens den H. Bernardus, zoo rijk aan goederen en genaden is, dat er geen mensch op aarde gevonden wordt, die daaraan niet mededeelt: » Uit Hare volheid hebben wij alles ontvangen.quot;
Volgens de woorden des Engels was Maria vol van genade: »Wees gegroet, vol van genade. »Maar, zegt de H. Petrus Chrysologus, Zij ontving die volheid van genade niet alleen voor zich, maar ook om dezelve aan Hare dienaars uit de deelen: »Niet alleen voor zich, maar om de zaligheid aan de wereld te geven, ontving Maria die genade.quot;
Schietgebed. Oorzaak onze blijdschap, bid voor ons.
Gebed.
Allerheiligste, Onbevlekte Maagd, en mijne Moeder Maria, tot U, de Moeder, van mijnen Heer, de Koningin der wereld, de Voorsprekeres, de Hoop en de Toevlucht der zondaren, neem ik, de ellendigste van allen, heden mijnen toevlucht. Ik werp mij voor U neder, o groote Koningin, en dank ü voor zoo vele aan mij tot nu bewezene weldaden, bijzonder omdat Gij mij van de straf der hel, die :k zoo
105
dikwijls verdiende, verlost hebt. Ik bemin U, allerbeminnelijkste Koningin! en uit -an liefde tot ü, beloof ik TJ altijd te dienen,
ia, en mijn best te doen, om (J nog door
ijk anderen te doen beminnen. Ik stel al mijn
en betrouwen op ü, en ik verwacht mijne
Jie lt; zaligheid door uwe voorspraak. Neem mij °id tot uwen dienaar aan, en bewaar mij
onder uwen beschermmantel, o Moeder ■as van barmhartigheid! en aangezien Gij zoo
•jol machtig bij God zijt, bevrijd mij van alle
us bekoringen, of ten minste verkrijg voor
in mij de kracht, om dezelve tot mijnen dood
uk toe te overwinnen, aan U vraag ik de
3e ware liefde tot Jesus, van U verhoop ik
lt;m eenen zaligen dood. O mijne Moeder! om
ig de liefde, die Gij tot God hebt, bid ik U,
mij altijd bij te staan, maar vooral in het ), laatste oogenblik mijns levens; verlaat mij
niet, tot dat Gij mij zalig in den Hemel ziet om U te bedanken en uwe barmhartigheid te verkondigen gedurende gansch de eeuwigheid. Alzoo hoop ik, zoo zij het! (1)
t
n ■
P , i --
1 (1) 300 dagen Aflaat ieder keer, dat men dit gebed
leest, voor het beeld van Onze Lieve Vrouw.
} Volle Aflaat eens in de maand, op de gewone voor-
) waarden voor hen, die het alle dagen lezen. (Pius IX,
, bij breve van 7 Sept. 1854.)
é
Kfeine Getijben tier M. Anna.
Dit officie werd goedgekeurd door Paus Glemeua VIII, die er een exemplaar van zond aan Maria de Medicis; van dit exemplaar heeft men zich bediend voor de eerste uitgaaf, welke in Frankrijk gedrukt werd.
P. Asthuk Martin, S. J.
Ter Metten.
bracht; de wortel is Anna, de roede is Maria, de bloem is Jesns Christus, v. Heer, open mijne lippen.
b. En mijn mond zal uwen lof verkondigen, v. O God, kom mij ter hulp.
e. Heer, haast O om mij te helpen, v. Glorie zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest.
r. Gelijk het was in den beginne, nu, en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Met Paaschtijd: Alleluia.
Buiten Paaschtijd: Lof aan ü, o Heer, Koning der eeuwige glorie.
ongeschonden wortel van
3 is gesproten eene bevallige e, welke eene bloem voort
107
Lofzang,
Verheug U, Moeder van Gods Moeder, Die hooren mocht den troostgezant, IJ toegestuurd door God den Vader, Ons aller heil ten onderpand.
Verheug ü met uw echtgenoot:
Want zie! na vele onvrucht'bre jaren, O dorre struik wordt Gij bevrucht,
Zult Gij de bloem van Jesse baren.
Verheug U, want de vrucht uws lichaams,
Ontving Ge rein en onbevlekt;
Geen macht op Haar had ooit de zonde Die Adams kroost ten doemvlek strekt
Verheug U, Anna, want uw kind Draagt aller deugden rijkste kronen;
Geen lelie die meer reinheid heeft.
Geen Zaligen die hooger tronen.
Verheug ü, want uw moederboezem
Heeft opgevoed en opgeleid.
De ster van heil voor 't gansche menschdom. De vorm tent van Gods menschlijkheid.
Bid, Anna, dat we in 't Paradjjs. Tot 's Hemels Zaalgen opgevlogen,
Van eeuwigheid tot eeuwigheid Het aanschijn Gods aanschouwen mogen.
v. Bid voor ons, gelukzalige Anna. r. Opdat wij van alle kwalen verlost worden.
108
Laat ons bidden,
O God, die de H. Anna met zoo vele gunsten hebt verrijkt, dat Zij waardig is bevonden uwe Moeder, de gelukzalige Maagd Maria in haren schoot te dragen; schenk ons, door de tusschenkomst der Dochter en der Moeder, de volheid uwer ontferming ; opdat wij, die hare gedachtenis met liefde vieren, door hare gebeden en verdiensten tot het hemelsch Jerusalem mogen geraken. Door denzelfden Christus onzen Heer. Amen.
Ter PrimtMi.
v. ü God, kom mi), enz.
Glorie zij, enz.
Lofzang.
O wortel van Jesses zoo roemrijk verheven,
O Anna met 't puik aller deugden bezet; Uit ü trok een Maagd, Gods Moeder het leven:
Maak dat door uw bede haar voorspraak
[onis redd'.
v. Anna, Moeder van Christus Moeder.
r. Vermeerder in ons het vertrouwen dat Gij hebt ontvangen.
Laat ons hidden,
O God, die de H.Anna, de uitmuntende Moeder van uwe lieve Moeder, verheven hebt
tot de blijdschap van het hemelsch leven: verleen ons goedgunstig dat wij door hare tusschenkomst tot de eeuwige vreugde mogen geraken. Amen,
Ter Tertien.
v. 0 God, kom mij, enz.
Glorie zij, enz.
Lofzang.
De stamboom van Jesse schoot
[heerlijk in roem, Een twijg, wien een geurvolle bloem
[is geboren:
Die twijg zijt Gij, Anna, uw kind is
[die bloem, Van eeuwig door God tot zijne Moeder
[verkoren.
v. Bid voor ons, gelukzalige Anna.
k. Nu en altijd, en in de uur onzes doods.
Laat ons hidden.
O God, die gewild hebt dat de H. Anna de Moeder zou worden van uwe Moeder, verleen, bidden wij U, dat wij door de verdiensten der Moeder en der Dochter, het rijk der Hemelen bekomen mogen. Gjj die leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Ter Sexten.
v. O God, kom mij, enz.
Glorie zij, enz.
110
Lofzang.
O Anna, gekroond in der Engelen kringen, Uwe deugden ten loon en uw kind'ren
[ten troost;
Verhoor onze beden, ons smeeken en zingen Opdat we eens voor eeuwig vermeerd'ren
[uw kroost.
v. Eene hemel sche gunst is nedergedaald
in de H Anna.
r. Uit wie ons de goede Moeder Maria geboren is.
Laat ons bidden.
Verhoor ons, o God, onze zaligheid: opdat, zooals wij ons verblijden door de vereering der H. Anna, wij ook de genegenheid harer goedgunstige bescherming mogen gewaar worden. Door Christus onzen Heer. Amen.
Ter INonen.
v. O God, kom mij, enz.
Glorie zij, enz.
Lofzang.
Wees, Anna! wees, teederste Moeder
[gegroet!
Uw naam, zoo vol zoetheid, verdrijve onze
[smarten:
Uw naam luidt genade; wees, wees ons
[dan goed.
En hoor de gebeden van zuchtende harten!
v. Gelukkige Anna, die Maria tot Tiind hadt.
r. Gelukkige Maria, die Anna voor Moeder hadt
Laat ons bidden.
Almachtige God! geef ons, bidden wij U dat wij, die ons verblijden door de vereering der H Anna, Moeder van Maria, altoos hare bescherming mogen endervinden. Door Christus onzen Heer. Amen.
Ter* quot;Vespers.
v. 0 God, kom mij, enz.
Glorie zij, enz.
Lofzang.
Ik groet O, Jesses stam, die prijkt
Met wonderschoone bloem.
Wier geuren zuiver hemelsch zijn, Die ik Maria noem.
O ziet, de Ster uit deze Vrouw!
Die Sterre baart de Zon:
't Is God die dit geheim volvoert, « Geen stervling die 't begon.
Wij zijn, belaas, door tegenwind
Geslingerd langs de zee,
Ach! Anna! voer den banneling Behouden aan de ree.
112
Gij immers hebt alleen verdiend, Den Christenen tot troost,
De Moeder van Gods een'gen Zoon Te hebben voor uw kroost.
Beveel ons dus met liefde en trouw Aan Jesus en uw kind.
Opdat de teerste godsvrucht ons Voor eeuwig aan hen bind!
Ant. Gezegend zij de H. Anna, die Maria heeft gebaard, door welke ons de hoop der eeuwige zaligheid is verschenen.
v. H. Anna, help ons bij Jesus.
k. Door de voorspraak van uwe dochter Maria.
Laat ons bidden.
O God, die U gewaardigd hebt de H. Anna met zoo groote genade te begunstigen, dat zij verdiende de zalige Maria, uwe moeder in haren schoot te ontvangen, verleen ons door de voorbede der Moeder en der Dochter, de volheid uwer ontferming; opdat wij, door de gebeden en verdieasten van Haar, wier gedachtenis wij met zoo groote liefde vereeren, waardig mogen zijn, tot het hemelsch Jerusalem te werden toegelaten. Door denzelfden Christus onzen Heer. Amen.
113
Verneder onze harten, o God, die onze zaligheid bemint, en keer uwe gramschap van ons af.
v. 0 God, kom mij, enz.
Glorie zij, enz.
Lofzang.
O Anna, de Moeder van Haar die ' k vereer Als 't edelste sieraad van 't hemelsche heer. Als bron van verkwikking, en troost'nis
[in smart:
ü, Anna, aanroep ik met 't minnendste hart.
v. De Heer heeft de H. Anna bemind. k. En Hij heeft Hare schoonheid lief gehad.
Laat ons bidden.
O God, die U hebt gewaardigd aan de H. Anna, zoo groote genade te verleenen dat Zij verdienen zou de Moeder te worden van Haar, die uwen eenigen Zoon heeft gebaard, verleen ons goedgunstig dat wij hare gedachtenis eerende, door hare bescherming bij ü mogen worden geholpen. Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
Antiphoon tot de U. Maagd.
Wees gegroet, vol van genade, de Heer is met U; uwe genade zij met mij; gezegend
114
zijt Gij onder alle vrouwen, en gezegend zij de H. Anna, uwe Moeder, waaruit Gij zonder vlek en zonder zonde geboren zijt, o Maagd Maria; en uit U is geboren Jesus Christus, de Zoon van den levenden God. Amen.
Antiphoon ter eere van de H. Anna.
'k Groet U, Moeder van Gods Moeder, Die den schuldigen een broeder Vinden doet in bunnen God:
Goede Moeder, hoor ons smeeken,
Blijf bij God ten goede spreken Voor ons aller zalig lot.
allerheiligste en lofwaardigste Drie-eenheid, ik, uw onwaardig en ellendig schepsel, aanbid U in het gevoel mijne diepe nederigheid. Ik breng U mijnen dank voor alle gunstbewijzen, die Gij aan de H. Anna bewezen hebt, bijzonder dat Gij haar uitverkoren hebt tot moeder dergene, die ons Jesus, onzen goddelijken Verlosser, gegeven heeft.
En Gij, o H. Anna, mijne beschermster en voorspreekster, verwerf voor mij, uit de hoogte des hemels, waar Gij de vruchten uwer deugden geniet, den bijstand van Jesus en Maria, opdat ik eenmaal deel moge hebben aan üwe gelukzaligheid.
1, Wees gegroet, o roemvolle heilige Anna! Ik wensch U geluk met de eer, die de eeuwige Vader U bewezen heeft, door U voor te bestemmen, om het leven te geven aan Maria, de Moeder van zijnen eeniggeboren Zoon. Verlicht mij en doe mij inzien, hoe onuitsprekelijk kostbaar ds
116
genade is, opdat ik ze nooit moedwillig door eene doodzonde verlieze.
Onze Vader. Wees gegroet. Eere zij den Vader.
2. Wees gegroet, o Troosteres der bedroefde zielen! Ik wensch ü geluk met de heilige vreugde, die de engelen bij uwe geboorte vervulde, toen zij vernamen, dat Gij het leven schenken zoudt aan hunne koningin, de Moeder van den Verlosser der wereld.
Gewaardig ü mij te verkrijgen eene volkomene overgeving in den goddelijken wil, en ook moud en geduld, om de moeiten en lasten dezes levens moedig te verdragen.
Onze Vader, enz.
3. Wees gegroet, boven allen bevoorrechtte en door den Hemel zelf beminde ziel! Ik wensch LJ geluk met de genade, welke God U verleend heeft, U met den H. Joachim te verbinden, eenen echtgenoot, die door zijne verhevene deugden uwer waardig is.
Verkrijg mij eene diepe verachting van de ijdelheden der wereld. Doe mij de schoonheid en de oneindige waarde onzer zielen inzien, welke het aanbiddenswaardige bloed van eenen Godmensch gekost hebben.
Onze Vader, enz.
4. Wees gegroet, schatkamer der goddelijke genade! Met ü verheug ik mij
117
over de ongelivennaarde onderscheiding, die God U toegekend heeft, van eene dochter te ontvangen, de eenige onder de nakomelingen van onzen staravader, die van de smet der erfzonde bevrijd was.
Ik bezweer U, houd in mij levendig, eenen grooten afschrik van de zonde, eenen waren geest van boetvaardigheid en eene algeheele onthechting van alles, dat mijne zaligheid in gevaar kan brengen.
Onze Vader, enz.
5. Wees gegroet, wonderbare echtge-noote van den H. Joachim 1 Met ü vereenig ik mij in de lofspraken, welke de engelen zich beijverden aan de Maagd Maria te brengen, terwijl Gij haar met de teederste hoogachting in uwen zuiveren schoot droegt.
Gewaardig ü, mij eene groote liefde tot de engelachtige deugd van zuiverheid te erlangen, alsmede den Goddelijken bijstand in de aanvallen, die de vijanden mijner zaligheid tegen mij richten.
Onze Vader, enz.
6. Wees gegroet, heiligdom van den H. Geest! Met U verblijd ik mij over uwe onuitsprekelijke vreugde bij de geboorte van Mari, en over alle genaden, die uwe zalige moederwaarde over ü heeft doen nederdalen.
Verwerf voor mij, dat ik ruimschoots deel hebbe aan da gaven des H. Geestes, de genade Gods alle dagen mijns levens te
118
loven en te prijzen en in alle goede werken voortgang te maken.
Ome Vader, enz.
7. Wees gegroet, o Moeder van de Koningin des hemels! Ik verheug mij met U over den zoeten troost, die uw hart overstroomd heeft, toen Gij de voor de H. Drievuldigheid zoo zeer beminde Maagd aan uwe borst gevoed, met de grootste godsvrucht aan uw hart gedrukt en met grooten eerbied gekust hebt.
Houd in mij levendig het gevoel mijner nietigheid en van de oneindige schoonheid en goedheid Gods; eene diepe verachting van mijzelven en eene brandende liefde tot God.
Onze Vader, enz.
8. Wees gegroet, o Moeder van de Koningin des vredes! Ik verheug mij met U over uwe verhevene waardigheid; Gij hebt zelve aan de koningin der engelen bevelen gegeven en de meesteres der wereld heeft zich aan uwe schikkingen onderworpen.
Onze Vader, enz.
9. Wees gegroet, liefdevolle troosteres der kranken, zoete en liefelijke bijstand der stervenden! Ik verheug mij met ü over de onvergelijkelijke heerlijkheid, die Gij in den hemel geniet! Gij hebt den Vader eene zijner waardige dochter, den Zoon eene onvergelijkelijke moeder, den H. Geest
119
eene vlekkelooze bruid gegeven. Gij hebt aan de wereld den levenden tempel der allerheiligste Drievuldigheid geschonken.
Verkrijg voor mij, smeek ik U, de genade der trouwe navolging van Maria, die in alle deugden ons voorbeeld is; help mij, om den tempel, dien God met zijne genade in mij heeft opgebouwd, rein en onbevlekt te bewaren, opdat ik eenmaal den tempel zijner heerlijkheid moge binnentreden.
Ome Vader, enz.
(SeÏKilcn fot be fi. Anna. -VOOR ixEiisr ijiktsidag. (i)
den grond mijns harten groet ik ü, o hooggezegende Moeder H. Anna! Met dezen hartelijken groet wensch ik ü geluk met alle genadebewijzen , die de liefderijke God ü gegeven heeft. Gezegend zij de dag, waarop Gij tot troost der zondaars geboren zijt, en gezegend zij ook de dag, waarop Gij vol deugden en verdiensten den laatsten ademtocht hebt uitgeblazen. Ik eer U, o H. Anna op dezen Dinsdag en roep ü uit den grond mijns harten aan, opdat Gij mij in allen lichamelijken en geestelijken nood hulp en bijstand biedt. O gezegende grootmoeder van Jesus Christus, in uwen naam dank ik den lieven God voor uwe gelukzalige geboorte en roemwaardig verscheiden uit deze wereld, en smeek U nederig, mij met Jesns en Maria in het uur van mijnen dood te willen bijstaan. Amen.
Driemaal Onze Vader en Wees gegroet.
(1) Volgens eene oude overlevering werd de H Anna
op een Dinsdag geboren en stierf Zij ook op een Dinsdag.
121
Opoffering.
Neemt, o mijne liefste vrienden, Jesus, Maria en Anna, deze drie Onze Vader en Wees gegroet aan, die ik door de handen van mijnen engelbewaarder ü opdraag. Ik bid (J, gelieft deze geringe gave aller-genadigst aan te nemen, en mij in al mijne noodwendigheden, bijzonder echter in den doodstrijd, getrouw bij te staan. Amen.
Gebed ivanneer men eene kaars offert.
Aanvaard, o zalige Moeder Anna, dit licht, hetwelk ik op dezen dag ter eere uwer geboorte en van uwen gelukzaligen, dood voor uw beeld ontstoken heb. quot;ik offer bet ü ter eere, met een godvruchtig hart en tegelijk offer ik U mijn hart, ontstoken met de vlam uwer liefde. Laat deze geringe gift ü behagen, en bid voor mij den lieven God, dat Hij mijn verstand met het licht zijner kennis verlichte en mijn hart met zijne liefde ontsteke. Amen.
Gebed tot de H. Anna en den IT. Joachim,
Wees gegroet, o H. Anna met den H. Joachim en geheel uw heilig geslacht. De zegen Gods is met ü, gezegend is de vrucht uws lichaams Maria, de Moeder van onzen Heer Jesus Christus, die Gij
122
zonder smet en zonder zonde ontvangen en ter wereld gebraclit hebt. O H. Anna, Moeder van de Moeder Gods, bid met uw heilig geslacht voor ons, arme zondaars, nu en in het uur van onzen dood. Amen.
De vijf vreugden der H. Anna.
1. Ik herinner U, o genadevolle Vrouw, 11. Anna aan de groote waardigheid, die God U verleend heeft, door U tot grootmoeder van den Zoon Gods te kiezen. Door deze groote genade bid ik U, verkrijg mg van God, dat Hij mij onder het getal der uitverkorenen opneme. Amen.
2. Ik herinner ü, o alleredelste Vrouw, H. Anna, aan de groote vreugde, die Gij hadt, toen de engel D verscheen en aankondigde , dat Gij eene dochter zoudt ontvangen en baren, die de Moeder van den Zoon Gods zon worden: door deze groote vreugde bid ik ü, wil mij in al mijne tegenspoeden geduld en eene geestelijke vreugde verwerven. Amen.
3. Ik herinner U, o voortreffelijkste Vrouw, H. Anna, aan de vreugde, die Gij hadt, toen Gij de H. Vrucht, die Gij zonder erfzonde ontvangen hadt, met groote vreugde hebt gebaard. Door deze groote vreugde bid ik ü, wil mij door uwen Zoon genade en gunst van God verwerven Amen.
4. Ik herinner ü, o allergelukzaligste
123
Vrouw, H. Anna, aan de groote vreugde, die Gij hadt, toen Gij uw driejarig dochtertje in den tempel te Jerusalem aan God den Vader hebt opgeofferd. Door deze groote vreugde bid ik ü, wil mij de genade verwerven, dat ik den lieven God naar mijnen stand getrouwelijk moge dienen. Amen.
5. Ik herinner U, o lofwaardigste Vroiiw, H. Anna, aan de groote vreugde, die Gij nu in den hemel hebt, ten aanzien van uwe allerliefste dochter en van uw gansch geslacht. Door deze groote vreugde bid ik U, wil mij bijstaan in mijnen dood en tot de eeuwige zaligheid helpen. Amen.
Groet aan de H. Anna.
Wees gegroet, waardigste Moeder der allerzuiverste Maagd Maria! Ik bid ü dooide groote vreugde, die nu uw deel is in het hemelsch paradijs met Jesus Christus, den eeniggeboren Zoon uwer allerliefste dochter, wees mijner indachtig, sla acht op mijn roepen en klagen en verwerf mij hulp en genade, om mijne zaken ter eere Gods en tot zaligheid mijner ziel te verrichten, mijne zonden met ware rouwmoedigheid te biechten en daarvoor boete te doen, en hiernamaals de eeuwige zaligheid in te gaan, en met U en alle Heiligen God in alle eeuwigheid te prijzen. Amen.
124
Gebed tot Jesus, Maria en Anna.
Jesus, Maria en Anna, weest duizendmaal van mij gegroet en in naam van alle Engelen L Heiligen geloofd en gezegend. Gij zijt de dierbaarste vrienden mijns halten. G J ziit mijne zekerste toevlucht in alle nood-wendigheden. Door ü hoop ik hulp m mTne moeilijkheden, en troost m tegenspoed en droefheid te verwerven; daarom veria ^ ik ü door dit gebed te vereeren en m j met lichaam en-ziel aan te bevelen aan uwe zoi'ff en hoedel Weigert mg uwe machtige voorspraak niet; doch bewijst mg nwe liefde en ontsteek mijn hart m ware godsvrucht tot God. 0 H. Anna, bid vooi mii uwe lieve Dochter. 0 H. Maria, bid vooi mij uwen lieven Zoon. 0 zoete Jesus, bid voor mii uwen lieven Vader.
0 Moeder, o Dochter, o Zoon, bidt voor mii de allerheiligste Drievuldigheid, en verwerf mij genade en barmhartigheid O lesus Maria, Anna verstoot mij met in mijne'ellende, terwijl ik zoo ootmoedig de hulp van uwe voorbede afsmeek. Ik beveel U mijne ziel, o Jesus, Maria, Anna. TV driaff U op mijn lichaam, o Jesus, Maria Anna. Ik schenk U mijn hart o Jesus ' Maria, Anna Ik bid ü door de
foot; liefde, die Gij elkandernu envoor ^ltiid in den hemel toedraagt, wilt mj onder het getal uwer liefste vnenden
125
inschrijven, en mij op hot einde mijns levens getrouwelijk bijstaan, Amen.
Gehed voor echtelieden tot den H. Joachim en, de H. Anna.
O heilige echtgenooten, Joachim en Anna, bidt voor mij en voor mijnen echtgenoot (mijne echtgenoote) dat God ons door uwe verdiensten de genade verleene om in ware echtelijke eenheid en kuischheid met elkander te leven, gelijk Gij beiden met elkander geleefd, en aan alle echtgenooten een waar voorbeeld nagelaten hebt. O H. Joachim en Anna, behoedt ons voor alle wantrouwen, twist, tweedracht en bekoringen des helschen vijands, alsmede voor alle hoovaardigheid en onmatige begeerlijkheid naar het tijdelijke, en verwerf voor ons eene vertrouwelijke zuivere liefde, eene onverbreekbare eenheid, en bijstand des Hemels, om uw voorbeeld na te volgen en ware vruchten van een Gode welgevallig huwelijk voort te brengen. Amen.
TOT DE
E1LIGE jWoEDER ƒ[ N N A.. ^
gegroet, edele welriekende Boos, vervuld van genade; o heilige £*0^ Vrouw Anna, Gij helpt zoo vele menschen in hunnen nood. Daarom, sta ons bij, o waardige Moeder, en help ons in allen nood, door de blijdschap die Gij hadt, toen Gij de Moeder der gezegende Moeder Gods werdt. Door deze eer en waardigheid, o zoete Moeder, H. Anna, verlos ons van allen druk en benauwdheid. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet.
(1) Volgens de getuigenis van Pater Andreas de Boye, Priester der Societeit van Jesus, in zijn werkje : »Lof van de groote Patriarchen Joachim en Anna, met geestelijke goedkeuring gedrukt; heeft de heilige Maagd Maria zelve deze zeven groetenissen ge-e^d aan een godvruchtig persoon, die in groote droeiheid was; en zij raadde haar dezelve dagelijks ter eere van de heilige Moeder te bidden.
127
II.
Wees gegroet, welriekende LavMdeAbloem^ versierd met hemelblauwe kleuren, allerzaligste Moeder Anna, mijn hart is verheugd, als ik uwen heiligen naam hoor noemen of uitspreek: ik bid ü, door de blijdschap die Gij hadt, toen Gij de H. Maagd Maria in uwen schoot droegt, wees indachtig de zaak, waarvoor ik U kom smeeken: beschik dezelve tot uwe eer en mijne zaligheid, en verlos ons, o heilige Moeder Anna, van alle lijden en tegenspoed. Amen,
Onze Vader, Wees gegroet.
III.
Wees gegroet, aangename Thymus, vol van den goeden geur aller deugden, o heilige Moeder Anna; uw naam beteekent genade van zaligheid en barmhartigheid, naar welke ik zoo zeer verlang. Ik bid Ü, om de vreugde, welke Gij hadt, toen Gij Maria, de Moeder Gods, van U geboren zaagt, verlos ons van alle kwellingen en droefheden. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet,
Wees gegroet, edele VioletMoem, nederige en heilige Moeder Anna, verrijkt met alle deugden. Om de zonde van Eva waren wij slaven der hel; en door uwe dochter Maria is de Hemel ons opnieuw geopend;
328
om der zondaren wille, zijt Gij de moeder van Jesus Moeder. Ik bid U, om de vreugde welke Gij hadt, toen Gij de toekomende Moeder van Jesus in uwe armen droegt, en haar met uwe borsten voeddet, ^
wees onzer gedachtig, en verlos ons van lt;
al wat ons naar ziel en lichaam scha- J
delijk is. Amen.
i
Wees gegroet, allermirmelij kste Goudbloem, ,
schoone en zoete Moeder Anna. Om de vreugde, waarmede Gij de gezegende Maagd Maria in den tempel Gods hebt opgeofferd,
wees ons gedachtig, opdat wij ons zeiven aan den Heer altijd opdragen mogen in dien staat, die Hem aangenaam is; en verlos ons van allen druk en lyden. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet.
VI.
Wees gegroet, aangename Pamdi/s^om,
o heilige Moeder Anna: uwe grootheid en ^ lof gaat die van alle vrouwen na Maria | te boven. O edelgeboren Vrouw, wie kan U naar waarde loven, of met wie mag men U vergelijken, o uitverkorene Moeder Anna! Ik bid ü, door de blijdschap welke Gij hadt, wanneer Gij uwe beminde dochter Maria den Schepper aller schepselen zaagt
129
dragen, wees onzer gedachtig, en verlos ons van alle kwaad. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet.
Wees gegroet, verrukkende en geheel ontloken Korenbloem, schoon sieraad met hemelsche kleuren, o machtige Vrouwe Anna: Gij zijt de Moeder van de allerzuiverste Maagd Maria. Ik bid U, om de blijdschap, die Gij in den hemel geniet bij Jesus Christus, den allerliefsten Zoon uwe dochter Maria, wees onzer gedachtig: verhoor onze gebeden en verzuchtingen, en verkrijg ons de genade en hulp, opdat de zaak, waarmede wij belast zijn, en voor welke wij ü smeeksn, moge uitvallen, tot Gods eer, tot zaligheid onzer ziel, en tot stichting der menschen. Verkrijg ons ook, o zoete Moeder Anna, een waar berouw over onze zonden, de genade om eene rechtzinnige biecht te spreken, om in dit leven aan Gods rechtvaardigheid te voldoen, en hiernamaals met ü, en alle de Heiligen, de eeuwige glorie te mogen genieten. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet.
Gezegend moet Gij zijn in alle eeuwigheid, o glorierijke heilige Anna, om het geluk, dat Gij gehad hebt van de allerheiligste en onbevlekte Moeder Gods in uwen schoot te mogen dragen. Wij nemen deel in de
130
vretigde, welke Gij gevoeldet bg hare geboorte , en bij de edelmoedige ofterande, die Gij aan den Allerhoogsten deedt, wanneer Gij baar in zijnen tempel aanboodt. Wil ons ook, o groote heilige, aan Jesus en Maria aanbieden, wees bij Hem onze voorspreekster en beschermster. Indien Gij voor ons ten beste spreekt, dan zijn wij verzekerd van alle onze veilangens vervuld te zien.
gebed.
Heilige Moeder A.nna, Moeder der maagden , voorbeeld der getrouwden, troost dei-weduwen , Gij zijt verkozen geweest om de Moeder te zijn van haar, welke bod bad voorbeschikt tot Moeder van zijnen eeni^en Zoon, die uit liefde voor ons den wreeden dood des kruis is gestorven. U crezegende en machtige voorspreekster bij Jesus en Maria, ik verzoek uwe hulp en bijstand; bid voor een onwaardig en zondig schepsel; zorg dat ik bij den rechtvaardigen ■Rechter, dien ik door mijne zonden zoo dikwerf vergramd heb, volle vergiffenis van alle mijne zonden bekome: vraag aan uwe heilige en onbevlekte Dochter, welke ü niets kan weigeren, dat Zjj medelijden hebbe met mij, en met allen, die U aanroepen; opdat haar lieve Zoon ons door uwe voorspraak met allen troost naar ziel en lichaam gelieve te vervullen. Amen.
TER EERE VAN DE
Moeder van de Allerheiligste Maa^d Maria.
' ees gegroet, H. Anna, dochter van David en van zoo vele andere koningen! — De eeuwige Vadtr bemint D als de moeder van zijne welbeminde dochter.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij, enz.
2. Wees gegroet, H. Anna, gezegend kind der Patriarchen! — De Zoon Gods, het eeuwig Woord, heeft ü lief, omdat Gij Hem eene zoo zuivere, zoo goede en heilige Moeder gegeven hebt.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij, enz.
3. Wees gegroet, H. Anna, waardige echt-genoote van den deugdzamen Joachim! — De H, Geest acht U hoog, omdat Gij Hem eene zoo schoone en volmaakte Bruid geschonken hebt.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij, enz.
132
4. Wees gegroet, H. Anna, moeder van Maria, de onbevlekte Maria! — Geheel het hemelsch hof bewondert U , omdat uw glorierijk geluk, dat van alle andere moeders overtreft.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij, enz. ^
5. Wees gegroet, H. Annablijdschap der Engelen! — Alle de gelukzalige Geesten eerbiedigen U, omdat Gij Maria, hunne verhevene en teedere Koningin, gebaard hebt.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij, enz.
6. Wees gegroet, H. Anna, vruchtbare wijngaard! — Alle deiligen vereeren ü als den gezegenden boom die de schoone bloem heeft voortgebracht, welke hen in den Hemel vermaakt, en hunne vreugd was op aarde.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij, enz.
7. Wees gegroet, H. Anna, machtige Vrouw, onverwinnelijke sterkte! — Geheel de H. Kerk viert ü als de Moeder van de Maagd zonder zonde ontvangen, welke altijd ovei^alle ketterijen heeft gezegepraald.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij, enz.
8. Wees gegroet, H. Anna, zekere bijstand der stervelingen! — De rechtvaardigen en de zondaren aanroepen ü als hunne weldadige beschermster en machtige voorspreekster bij God.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij. enz.
9. Wees gegroet. H. Anna, glinsterende sterre, die de haven toont aan hen, die
133
schipbreuk lijden! — De reizigers en de bannelingen beschouwen U als hunne onderstand en hunne milddadige geleidster.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij, enz.
10. Wees gegroet, fl. Anna, spiegel van alle deugden, in welken alle de levensstaten een voorbeeld van volmaaktheid, en alle Christenen eene hulp in het volbrengen hunner plichten vinden.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij, enz.
11. Wees gegroet, H. Anna, troosteresse van alle ongelukkigen ! — De weduwe vindt in U haren steun, het weeskind zijne moeder, de gevangene zijne verlossing, de zieke zijne gezondheid en de stervende zijne hoop.
Onze Vader, Wees gegroet. Glorie zij, enz.
12. Wees gegroet, H. Anna, behoudenis van allen die uwe hulp afsmeeken! — Uwe voorspraak is alvermogend op het heilig hart van Jesus en Maria, uwe onbevlekte Dochter, ondersteunt uwe gebeden voor den troon van den driemaal heiligen God.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij, enz.
GEBED TOT DE H. MOEDER ANNA.
Wij groeten U, o roemrijke heilige Anna! wees gezegend onder alle vrouwen , Gij die het geluk gehad hebt van in uwen schoot te dragen de allerheiligste en onbevlekte Maagd Maria, Moeder Gods. Wij nemen deel aan de blijdschap welke Gij gevoeldet
134
op den stond der gelukkige geboorte van uw verheven kind; aan uwe verwondering over de deugden van die onbevlekte Maagd, door God verkozen om de Moeder van zijnen Zoon te zijn, en aan de grootmoedige offerande, welke Gij gedaan hebt, van een zoo teergeliefd kind, in persoon op te dragen in den tempel des Ileeren. Vertoon ons ook, o groote heilige, aan uwe allerliefste Dochter en aan Jesus Christus, haren Zoon en wees onze voorspreekster en onze beschermster bij Jesus en Maria. Leer ons onze levenswijze schikken naar het voorbeeld van Maria. Maak dat wij, gelijk Gij en Maria, een ootmoedig en verborgen leven leiden; een leven onbekend aan de wereld, maar vol verdiensten voor God, opdat wij in vrede onzen geest mogen geven in zijne handen, met liefde en betrouwen de H.H. namen van Jesus en Maria aanroepende.
Ik hoop al deze gunsten te bekomen door uwe tusschenspraak, indien ik het geluk heb van bij U genade te hebben gevonden , o barmhartige Anna , o Moeder van Maria zonder zonde ontvangen. Amen.
135
Nota : Men kan gedurende de Novene ter eere van de H. Anna de volgende godvruchtige werken doen;
1°. Alle dagen volgens zijn vermogen eene offerande geven ter eere van de H. Anna.
2°. Alle dagen licht ontsteken voor het beeld der H. Anna.
3°. De zieken of lijdenden gaan bezoeken en troosten.
4°. Dinsdags ter H. Communie naderen.
5°. Alle dagen de Litanie der H. Anna bidden.
6°. Men eindigt de Noveno met een goed werk te doen ter eere van de H. Anna.
Iciianie ter cere ran cle ®. Anna.
Jv^g^eer, ontferm U onzer.
Chi-istuB, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God, H. Geest, ontferm U onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer. H. Anna, Moeder van de H. Maagd en Moeder Gods Maria, bid voor ons. Ark van Noë,
Regenboog des Verbonds,
Wortel van Jesse,
Vruchtbare Wijngaard,
tfVan koninklijke afkomst,
Spiegel van gehoorzaamheid, 5°
Spiegel van verduldigheid.
Spiegel van barmhartigheid,
Spiegel van godvruchtigheid,
137
H. Anna, bolwerk der H. Kerk, bid voor ons. Verlosseres der gevangenen,
Toevlucht der zondaren.
Troost der getrouwden,
oTMoeder der maagden,
Oor der dooven.
Vertroosteres der bedrukten,
Helpster van menschen die ü aanroepen, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons, Christus, verhoor ons.
Onze Vader-, enz.
v. De Heer heeft de H. Anna bemind. k. En Hij heeft hare schoonheid liefgehad.
GEBED TOT DE H. ANNA.
O God, die U hebt gewaardigd aan de H. A_nna de genade te verleenen, dat zij verdienen zou de Moeder te worden van Haar, die uwen eenigen Zoon heeft gebaard, verleen ons goedgunstig dat wij hare gedachtenis eerende, door hare bescherming bij ü mogen worden geholpen. Amen.
Litanie fer cerc ran ben foacliim.
ivS^^eer, ontferm ü onzer.
VWcJX Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm ü onzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm ü onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm ü onzer.
God, H. Geest, ontferm ü onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer. H. Joachim, uitverkoren door de H. Drievuldigheid , bid voor ons.
Vriend van den eeuwigen Vader, Grootvader van den Zaligmaker, „Afgezant van den H. Geest,
-g Wortel der menschheid van Jesus, amp; g Vader der H. Maagd Maria, o
K Brandende van liefde Gods, g
Levendig in geloof.
Voorbeeld van huwelijkstrouw, Voorbeeld van ootmoedigheid,
139
IT. Joachim, ijverig in het gebed, bid voor ons. Beminnaar der armoede.
Verdediger van Gods eer,
Standvastig in het onderhouden der
goddelijke wet,
Spiegel van verduldigheid,
-Verzameling van alle heiligheid, ET! .§ Vat van volmaakte zuiverheid, ^
quot;S School van strenge versterving, o Troost der weduwenaars, °
Voorspraak der zondaren,
Vreugde der Engelen,
Zoon der Patriarchen,
Afstammeling der Profeten,
Vader der Koningin van alle Heiligen,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons , Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons. Heer.
Lam Gods; dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Onze Vader, enz.
ANTIPIIOON.
Laat ons loven den vermaarden Man in zjjn geslacht: want de Heer heeft
140
hem verzekerd den zegen van alle volkeren ; en heeft zijne belofte op zijn hoofd gevestigd.
v. Machtig zal zijn nakomelingschap wezen.
k. Het geslacht der rechtvaardigen zal gezegend worden.
GEBED.
O God, die onder alle uwe Heiligen den H. Joachim tot vader hebt gekozen van haar, die uwen Zoon heeft gebaard, wij bidden U te willen verleenen, dat wij, die zijne gedachtenis eeren, ook zijne altoos-durende bescherming mogen ondervinden.
lafanie fot ben A((erk Naam f csus.
eer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm ü onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld,
God, H. Geest,
11. Drievuldigheid, één God,
Jesus, Zoon van den levenden God, Jesus, stralend licht des Vaders,
Jesus, glans van het eeuwige licht, o Jesus, Koning der glorie, s;
Jesus, Zon der rechtvaardigheid, g
Jesus, Zoon van de Maagd Maria, ° Minnelijke Jesus, n
Jesus, Vader der toekomende eeuwen, r* Jesus, Engel van den grooten Raad, Allermachtigste Jesus,
Allergeduldigste Jesus,
Allergehoorzaamste Jesus,
Jesus, zachtzinnig en ootmoedig van hart,
142
Jesus, beminnaar der zielen, ontferm U onzer.
Jesus, onze minnaar,
Jesns, God des vredes,
Jesus, oorsprong des levens,
Jesus, voorbeeld der zielen,
Jesus, onze God,
Jesus, onze toevlucht,
Jesus, Vader der armen,
Jesus, schat der geloovigen, g
Jesus, eeuwige wijsheid,
Jesus, onze weg en ons leven, g
Jesus, blijdschap der Engelen, g
Jesus, Koning der Aartsvaders,
Jesus, meester der Apostelen,
Jesus, leeraar der Evangelisten,
Jesus, sterkte der Martelaren,
Jesus, licht der Belijders,
Jesus, zuiverheid der maagden,
Jesus, kroon van alle Heiligen,
Wees genadig, spaar ons, Jesus.
Wees genadig, verhoor ons, Jesus.
Van alle kwaad, verlos ons, Jesus.
Van den geest van onkuischheid, g
Van den eeuwigen dood,
Van het veronachtzamen uwer inspraken, S
Door het geheim uwer H. Menschwording, p
143
Door uwe geboorte, verlos, ons, Jesus.
Door uwe kindsheid.
Door uw allergoddelijkst leven,
Door uwen arbeid,
Door uwen doodstrijd en uw lijden,
Door uw kruis en uwe verlatenheid,
Door uwe smarten.
Door uwen dood en uwe begrafenis,
Door uwe verrijzenis.
Door uwe hemelvaart,
Door uwe vreugden,
Door uwe glorie.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons, Jesus.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt , verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm ü onzer.
Jesus, hoor ons.
Jesus, verhoor ons.
LAAT ONS BIDDEN.
Heer Jesus Christus, die gezegd hebt, vraagt en gij zult verkrijgen, zoekt, en gij zult vinden, klopt en er zal a opengedaan worden: Wij bidden, verleen ons, op onze smeekingen, het gevoel uwer allergoddelijkste liefde, opdat wij U, uit
144
geheel ons hart, doov woorden en werken mogen beminnen, en nimmer ophouden U te loven
Maak, Heer, dat wij de vrees en te gelijk de liefde voor uwen Heiligen Naam altijd mogen bezitten, omdat Gij niet van uwe bestiering berooft, alwien Gij in de kracht uwer liefde bevestigt. Door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met U leeft en heerscht, in de éénheid van den H. Geest, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Lifanic ran liet I[. Mart van Hesus
om eene vurige liefde tot den goddelijken Zaligmaker te verkrijgen.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld.
God, H, Geest,
H. Drievuldigheid, één God,
Allerheiligst Hart van Jesus,
Zelfstandig vereenigd met het Woord Gods, 0 Heiligdom der Godheid,
Tempel der H. Drievuldigheid,
Troon van barmhartigheid,
Uit welks volheid wij alles ontvangen S hebben, *
Onze vrede en onze verzoening,
Toonbeeld aller deugden,
eer, ontferm ü onzer. Christus, ontferm C onzer. Heer, ontferm ü onzer.
7
146
Oneindig beminnend en oneindig beminnenswaardig, ontferm U onzer.
Bron van water springend ten eeuwigen leven.
Voorwerp van welbeliagen des Vaders, Verzoening voor onze zonden, Met bitterheid door ons vervuld, _ Bedroefd tot den dood in den hof der Olijven, Met versmaadheden overladen,
Door liefde gewond,
Aan het kruis uitgeput van bloed , g;
Om onze zonden van droefheid verbrijzeld, g
Nu noquot; door ondankbare menschen be-leedigd in het Allerheiligste Sacrament ö uwer liefde, §
Sterkte der zwakken.
Troost der bedroefden,
Volharding der rechtvaardigen,
Heil van hen, die in U hopen.
Hoop der stervenden.
Zoete steun van al uwe aanbidders,
Wellust van alle Heiligen,
Onze hulp in de kwellingen, die in groote
mate over ons neêrkomen,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-
wereld , spaar ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer, Jesus.
147
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons,
v. Jesus, zachtzinnig en ootmoedig van harte.
r. Maak ons hart gelijkvormig aan het Uwe.
G E B E D.
Heer Jesus, die door eene nieuwe weldaad U gewaardigd hebt aan uwe Kerk de onuitsprekelijke rijkdommen van uw goddelijk Hart te openen, maak dat wij aan dit aanbiddelijk Hart, liefde voor liefde mogen weérgeven, en door waardige eerbewij-zingen den smaad herstellen, waarmede de ondankbaarheid der menschen Het overlaadt. Die leeft en heerscht met den Vader en den H. Geest in de eenheid der eeuwen. Amen.
KRCISMG TER VERKRIJGING VAN EENE GÜSST.
BEMERKHOSr Or.
anneer wij eene gunst of genade noodig hebben, moeten wij ons S0M to'quot; begeven, en Hem met
groote eerbiedigheid, vertrouwen en standvastigheid bidden, dat Hij ons verhoore.
2°. Het gebed is eene allerverhevenste oefening. Als wij bidden, dan spreken wij niet met eenen mensch, noch met eenen engel, maar met God zeiven, den Koning der Engelen.
3°. Het gebed is alvermogend: door het gebed kunnen wij alles van God verkrijgen; ook kunnen wij door hetzelve den wrekenden arm van God terughouden. Door het gebed kunnen wij de plagen, welke wij om onze zonden verdiend hebben, van ons afweren. Om de zonden van David, zond God eenen Engel, die geheel zijn koninkrijk met de pest sloeg; David begon te bidden, en God riep den slaanden Engel terug, en de pest hield aanstonds op te woeden.
149
4°. Door het gebed kunnen wij alles, wat ons ter zaligheid noodig is, van God verkrijgen: Jesus Christus heeft het ons met eed beloofd, zeggende: Voorwaar, voorwaar. Ik zeg u; alles wat gij den Vader in Mijnen naam zult vragen, zal Hij u geven. [Joan. XVI: 23.] Wij moeten dus bidden met een groot vertrouwen, verzekerd dat Gij ons, indien wij wel bidden, zal verhooren.
5°. »In den Naam van Jesus biddenquot;, wil
de zeggen: dat wij moeten bidden roet den-ns zelfden geest, waarmede Christus gebeden iet heeft, en onzen wil geheel in den wil id- van God stellen in navolging van den 3. Zaligmaker, die bad: Vader, indien het ste mogelijk is, indien het zijn kan, dat toch deze en kelk van lijden mij voorbijga, echter niet mijne, iet maar Uwe wil geschiede. en 6°. Naderen wij dan in den Naam van Christus met groot vertrouwen tot God; iet bieden wij Hem aan de smarten, de verin; nederingen en de verdrukkingen, door len Jesus, bijzonder op den Kruisweg, geleden: ied vertoonen wij Hem zijn zwaar kruis, i'/.e waarmede Hij voor ons werd beladen; sn. C de herhaalde bezwijkingen onder hetzelve; len de hartverscheurende ontmoeting van zijne de bedrukte Moeder; de vernedering welke rod Hij moest ondergaan, wanneer Simon de est Cyrener weigerde Hem het kruis te helpen dragen; den brandenden dorst, waarover
Hij klaagde, en om al deze smarten zal Hij ons zeker verhoeren, wanneer wij zaken vragen, die geen beletsel aan onze /, iligheid stellen.
GEBED VAN VOORBEREIDING,
O God, hemelsche Vader, uw beminde Zoon Jesus heeft ons beloofd, dat Gij ons alles zult geven, wat wij ü in zijnen naam zullen vragen, daarom kom ik met een vol vertrouwen tot ü, en vraag ü m zijnen naam en door zijne verdiensten, eene volmaakte overgeving aan uwen heiligen wil in alle moeilijkheden des levens, een groot leedwezen over mijne zonden, eenen waren ijver tot de beoefening aller deugden, maar i nzonderheid kom ik ü smeeken voor eene zaak, welke mij kwelt, of waaraan ik eene groote behoefte heb. {Denk hier aan de weldaad of genade welke gij verlangt.) Ik kom in den naam van Jesus vertrouwelijk tot ü; ik bied ü aan den prijs van Zijn heilig lijden en van Zijnen bitteren dood, en ik heb de vaste hoop, dat Gij mij om Zijnent wil zult verhoeren, en de ge-wenschte gunst verleenen. 0 H. Anna, moeder der moeder van Jesos, die dezen Kruisweg heeft bewandeld om mij alle genaden te bezorgen, vergezel,mij op dezen heiligen weg, en wil mijne gebeden en verzuchtingen aan den Hemel schen Vader aanbieden.
151
0 Maria, dochter der H. Anna, en Moeder van Jesus, bid thans voor mij, opdat God mij verhoore.
al
rij
ze
ie ns m ol
3n il-ril ot 3n ar ie ne de Ik ik jn
a,
m e-
a, en lie en en er
O Engel Gods, die mijn bewaarder zijt, aan wiens zorg ik door de opperste Goedheid ben toevertrouwd, gewaardig ü mij te verlichten, te bewaren, te geleiden en te bestieren. Amen. (1)
(1) Pius VII, Mei 1820, verleent lOO dagen Aflaat aan dit laatste gebed, ter eere van den Kngelbewaarder ; en als men het dagelijks bidt, alle maanden vollen Aflaat op de gewone voorwaarden.
152
Jesus ivordt ter dood veroordeeld.
v. Wij aanbidden O, Christus en loven U.
r. Omdat Gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt.
Verbeeld u Jesus voor do rechtbank van Pilatus te zien staan, en te hooren dat Pilatus tegen Hem het doodvonnis uitspreekt.
O Jesus! welke is uwe misdaad, om zoo veroordeeld te worden? Neen, minnelijke Zaligmaker, niet Gij, maar ik ben schuldig, omdat ik door mijne zonden uw lijden heb vernieuwd. O Jesus, ik zal in het vervolg uit liefde tot U de zonden vluchten. O Jesus, mits Gij zoo goed zijt voor ons, kom ik met groot vertrouwen tot ü, opdat Gij mij de genade... waarvoor ik ü ootmoedig bid, zoudt gelieven te vergunnen.
O H. Anna, vertroosteres der bedrukten, bid voor mij, opdat Jesus mij verhoore.
Ome Vader, enz. Wees gegroet, enz.
Ontferm ü onzer, Heer, ontferm U onzer. God, wees ons zondaren, genadig.
153
Jesus neemt zijn kruis op de schouders.
v. Wij aanbidden ü, Christus, en loven U.
k. Omdat Gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt.
Lieve Jesus, ik aanbid uwe liefde, die U bewogen heeft om dit zwaar kruis, te gelijk met onze zonden en zwakheden op uw schouderen te nemen; door deze uwe liefde, bid ik ü, ontferm ü mijner en geef mij die genade... waarvoor ik U thans van harte bid. O Jesus, ik betrouw op uwe goedheid en liefde, en hoop dat Gij mijn gebed niet zult verwerpen: Gij immers hebt gezegd: omdat hij op mij gehoopt heeft, zal Ik hem verlossen; Ik zal hem beschermen, omdat hij mijnen Naavi heeft aangeroepen. [Ps. XC.]
O H. Anna, helpster van de menschen, die U aanroepen, zeg aan uwen Kleinzoon Jesus, dat ik mijn vertrouwen op zijn kruis en bitter lijden gesteld heb.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer. God, wees ons zondaren, genadig.
154
Derde Statie.
Jesus valt den eersten keer onder het kruis.
v. Wij aanbidden [J, Christus, en loven U.
B,. Omdat Gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt.
O Jesus, hoe toch hebt Gij mij zoo kunnen beminnen? Immers Gij valt onder uw kruis uit liefde tot mij: Gij yalt, opdat ik in mijn vertrouwen niet wankele. Is het wel ooit gebeurd, dat iemand, op den Beer vertrouwende, in zijne hoop werd bedrogen? Neen, lieve Jesus, dat kan niet zijn. Niemand, die op den Heer gehoopt heeft, is beschaamd geworden. [Eccl. II: 11.] 0 Jesus, ik hoop op de verdiensten van uw heilig lijden, en smeek U, mij in deze zaak... te willen verhooren.
O H. Anna, ik bid U, spreek voor mij bij Jesus ten beste, en smeek Hem dat Hij mij verhooren wille, dewijl ik op Hem al mijn vertrouwen stel.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer. God, wees ons, zondaren, genadig.
155
uis. Jesus ontmoet zijne lieve Moeder.
. U. v. Wij aanbidden CJ, Christus, en loven ü.
eld K. Omdat Gij door uw H. Kruis de wereld
verlost hebt
zoo O Jesus, groot was uwe smart over de
der droefheden van Maria, en groot waren dat hare smarten over de U aangedane mishan-Is delingen: maar uw beider smarten en den droefheden zijn voor mij voorwerpen van erd hoop en vertrouwen; het is immers uit kan liefde tot mij, dat Gij geleden hebt; het ~gt;opt is om alle ongelukken van mij af te weren, LI-] en mij aan de genade des Heeren deelachtig uw te maken: daarom hoop ik, lieve Jesus, dat Gij mij de weldaad niet zult weigeren , welke ik ü ootmoedig vraag: zie, ik kom mjj tot ü met een groot vertrouwen.
Hij O H.Anna, Moeder der 11. Maagd Maria,
i al zeg aan uwe dochter, dat zij aan haren
Jesus de droefheden toone, die zij voor hem geleden heeft, en Hem zegge dat ik op zijne goedheid vertrouw.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Ontferm U onzer. Heer, ontferm ü onzer. God, wees ons zondaren, genadig.
156
Simon draagt het kruis van Jesus.
v. Wij aanbidden ü, Christus, en loven U.
e. Omdat Gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt.
O Jesus, ik aanbid uwe liefde, die U de macht ontnam om uw kruis verder te dragen: door deze uwe liefde bid ik ü, ontferm U mijner, en wil toch mijn gebed goedgunstig aanhooren. Ik hoop, lieve Jesus, dat Gij medelijden met mij zult hebben, gelijk uw Hemelsche Vader medelijden met ü had, toen Hij U Simon toezond, om uw kruis te helpen dragen. Lieve Jesus, er is eene zaak die mij bitter kwelt; ik hoop dat Gij mij daarin uwen genadigen bijstand niet zult weigeren; daarom kom ik met een groot vertrouwen tot U; want de 11. Bernardus verzekert mij, dat de goddelijke barmhartigheid eene onuitputbare bron is.
O H. Anna, vervuld met genade, bid Jesus voor mij, opdat Hij mij verhoore.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer. God, wees ons zondaren, genadig.
157
Veronica zuivert het aanschijn van. Jesus,
v. Wij aanbidden ü, Christus, en loven U.
r. Omdat Gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt.
O Jesus, door de liefde die Gij aan Veronica betoondet, met het afdruksel van uw aanschijn in haren doek te prenten; ik bid ü, geef mij ook blijken uwer goedheid. Veronica had een groot vertrouwen op God, en daarom overwon zij alle moeilijkheden om door de menigte volks te dringen, en tot Jesus te naderen. Ik kom ook met een groot vertrouwen tot U, en hoop, dat Gij alle moeilijkheden die mij in den weg staan, van mij verwijderen en mij de verlangde zaak.., verleenen zult.
O H. Anna, regenboog des verhonds, ik vertrouw op uwe voorspraak, spreek voor mij, opdat Jesus zich over mij ontferme.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer. God, wees ons zondaren, genadig.
158
Zevende Statie.
Jesus valt den tweeden heer onder het kruis.
v. Wij aanbidden ü, Christus, en loven U.
k. Omdat Gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt.
O Jesus, hot is reeds voor de tweede maal, dat ik ü ter mijner liefde onder het Kruis zie bezwijken. Deze uwe goedheid boezemt mij het grootste vertrouwen in, dat Gij mij ook thans zult verhooren, en dat Gij volgens uwe oneindige liefde mij zult genadig zijn. O Jesus, ik werp mij voor uwen genadetroon neder, opdat Gij ü over mij zoudet ontfermen, en de zuchten van mijn hart verhooren.
O. H. Anna, blijdschap der Engelen, werp U voor den troon van Jesus neder en bid voor mij, dan ben ik zeker, dat Hij mij zal verhooren.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer. God, wees ons zondaren, genadig.
159
jlclitste Statie*
Jesus spreekt tot de weenende Vrouwen.
U v. Wij aanbidden U, Christus, en loven U.
jlcj r. Omdat Gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt.
de O Jesus, ik bewonder en aanbid uwe liefde,
Ier welke Gij aan deze weenende vrouwen be-
d- toondet, met te zeggen: Weent niet over
en my, maar weent over u zeiven en over uwe
n, kinderen. Lieve Jesus., deze uwe goedheid
de geeft mij het overgroot vertrouwen, dat Gij
rp mij in mijne noodwendigheden niet onge-
Jij troost, en mijn gebed niet onverhoord zult
3n laten. Gij immers zijt oneindig goed tot ons.
Gij wilt dat ik tot ü kome, want Gij hebt gezegd: Vraagt en gij zult verkrijgen; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal geopend worden. Ik kom dus met een groot vertrouwen tot U, en smeek U ootmoed ig-lijk, ü over mij te ontfermen, en mij deze zaak... te verleenen.
r. O H. Anna, ark van Noë, ik neem mijnen
toevlucht tot ü, als tot eene zekere schuilplaats; bid den Heere Jesus voor mij, en ik zal uit mijne onzekerheid gered worden.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.
Ontferm U onzer. Heer, ontferm ü onzer. God, wees ons zondaren, genadig.
160
Wegende Statie.
Jesus valt den derden heer onder het kruis.
v. Wij aanbidden U, Christus, en loven CJ.
k. Omdat Gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt.
Genadige Jesus, door de liefde, die ü bewogen heeft de pijnen en versmadingen, welke ü bij den derden val onder het kruis zijn aangedaan, zoo geduldig te verdragen , ik bid U, van ook mijn hart door liefde te ontsteken, om uit liefde tot D alles geduldig te lijden, en in alle beproeving en kruisen altoos met uwen heiligen wil tevreden te zijn; maar bovenal vraag ik uwe genade, ten aanzien der zaak, die mij thans tot U doet komen, en waarvoor ik uwe alvermogende hulp met vol vertrouwen inroep. O ja, lieve Jesas, ik heb een zeer groot vertrouwen op uwe goedheid: Gij hebt mij rijkelijk met weldaden overladen, toen ik U niet beminde; hoe zult Gij mij nu dan uwe genade kunnen weigeren, terwijl ik U bemin, en vurig verlang U altijd meer en mser te beminnen?
O fi. Anna, spiegel van verduldigheid, bid voor mij bij Jesus, opdat ik, met liefde en overgeving in Gods wil, altijd het lijden van dit vergankelijk leven moge verdragen.
Onze Vader, enz. Wees geyroet, enz.
Ontferm U onzer, Heer, ontferm € onzer. God, wees ous zondaren, genadig.
161
Tiende Statie.
Jesus wordt ontkleed en met gal gelaafd.
v. Wij aanbidden ü, Christus, en loven U.
r. Omdat Gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt.
O Jesus, door de liefde, die U bewoog de schande der ontkleeding en de bitterheid van den gal zoo geduldig te verdragen, ik bid ü, mijn hart ook van liefde tot ü te ontvlammen, hetzelve van alle aardsche genegenheden te onthechten en mij de genade schenken om alle versmadingen en bitterheden geduldig te lijden. O Jesus, beschik over mij en over alles wat mij aangaat, volgens uwen heiligen wil... Ook vraag ik U de gunst...; waarvoor ik ü thans met een kinderlijk vertrouwen bid. alleenlijk op deze voorwaarde: »Als het ü behaagt en mij ter zaligheid voordeelig is.quot; Ik zeg U nu, en zal U altijd zeggen: Vader niet mijne, maar uwe wil geschiede.
O H. Anna, spiegel van gehoorzaamheid, verkrijg voor mij deze genade, dat ik altoos en in alles Gods heiligen wil volbrenge.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.
Ontferm (J onzer, Heer. ontferm U onzer. God, wees ons zondaren, genadig.
162
Jesus wordt aan het kruis genageld.
v. Wij aanbidden O, Christns, en loven TJ.
k. Omdat Gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt.
Lieve Jesus, ik aanbid uwe liefde, die U bewoog, ü zeiven gewillig op het kruis neêr te leggen, en uwe handen en voeten bereidvaardig aan te bieden, om ze te laten doornagelen. Door deze uwe liefde, bid ik ü, ook mij van liefde te ontsteken, om alle kruisen met groote bereidvaardigheid te omhelzen. Ook aanbid ik uwe liefde, die U bewoog de wonden, na uwe verrijzenis, in uw verheerlijkt lichaam te behouden; ten einde daarmede voor het aanschijn van uwen Vader te verschijnen en voor ons genade te vragen. Lieve Jesus, ik vereenig mijne gebeden met de uwe, en in die ver-eeniging vertrouw ik zeker dat God mij zal verhooren en mij de gunst verleenen, waarom ik thans vuriglijk bi.d.
O H. Anna, spiegel van godvruchtigheid, vereenig uwe gebeden met die van uwe dochter Maria, opdat Jesus mijn gebed verhoore.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Ontferm ü onzer, Heer, ontferm ü onzer. God, wees ons zondaren, genadig.
163
Twaalfde Statie.
Jesus sterft aan het kruis.
v. Wij aanbidden U, Christus, en loven ü.
r. Omdat Gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt.
O Jesus, Gij sterft tusschen twee moordenaars, om mij aan Gods genade deelachtig te maken! O welk eene goedheid! Hierop stel ik al mijn vertrouwen; Gij immers wilt niets dan mijn geluk, want Gjj hebt gezegd: Komt allen tot Mij die belast en beladen zijt, en Ik zal u verkwikken. O Jesus, door uwe goedheid en door de verdiensten van uwen heiligen dood, ik bid ü, ontferm U mijner en gelief mij te verhooren.
O H. Anna, bolwerk der II. Kerk, bid God voor mij, opdat Hij mijn gebed verhoore, en mij door de verdiensten des doods van Jesus genadig zij.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Ontferm U onzer, Heer, ontferm ü onzer. God, wees ons zondaren, genadig.
164
Uertiende Statie.
Jesus wordt van het kruis afgedaan,
v. Wij aanbidden U, Christus, en loven U.
r. Omdat Gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt.
Groote God, aanschouw uw beminden Zoonl Hij is uit liefde tot mij aan het kruis gestorven, en ligt hier dood in den schoot van Maria, zijne bedrukte Moeder... o God, aanschouw dat hoofd, gekroond met doornen, die handen en voeten met nagels doorboord; die zijde met eene lans geopend, en dat lichaam gansch door geeselslagen verscheurd. Om al dat lijden, om alle die wonden, welke Hij uit liefde voor mij ondergaan heeft, bid ik U mij barmhartig te zijn, en uwe genade over mij uit te storten, waarvoor ik ü thans hartelijk bid. O Jesus, ik geloof zeker dat Gg mij zult verhoeren; Gij immers hebt het mij onder eed verzekerd, zeggende: Voorwaar, voorwaar, ik zeg u, alles wat gij den Vader in mijnen Naam zidt gevraagd hebben, zal Hij u geven [Joan. XVI: 23.]
O H. Anna, licht Her blinden, zeg aan uwe dochter Maria, dat zij haren lieven Zoon aan den Hemelachen Vader vertoone, en dan zal ik het licht der hemelsche genade mogen aanschouwen.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.
Ontferm U onzer, Heer, ontferm ü onzer. God, wees ons zondaren, genadig.
165
Veertiende Sfafie.
Jesus wordt in een nieuw graf hegraven.
v. Wij aanbidden U, Christus, en loven ü.
r. Omdat Gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt.
O God, wanneer ik zie dat Jesus naar het graf wordt gedragen, zou mijn vertrouwen op ü kunnen wankelen, en zou ik kunnen denken, dat U ot wel de macht of wel de wil ontbrak, om ons te helpen: maar als ik zie, dat diezelfde Jesus na drie dagen zegepralend uit het graf opstaat, dan wordt mijn geloof verlevendigd en mijne hoop gesterkt. Ja, groote God, ik hoop op IJ, Gij immers beschikt alles tot mijn geluk en mijne eeuwige zaligheid.
O H. Anna, haven der reizenden, bid voor mij opdat ik, gedurende mijne levensreis door deze vergankelijke wereld, altijd mijn vertrouwen op Gods goedheid stelle.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Ontferm U onzer. Heer, ontferm ü onzer. God, wees ons zondaren, genadig.
166
SLUITGEBED.
O God van genade en barmhartigheid! Hier voor uwen troon neergeknield, aanbid ik uwe goedheid en liefde. Uwe goedheid jegens ons is zoo groot, dat de H. Augustinus niet vreest te zeggen, dat Gij meer verlangt te geven, dan wij verlangen te ontvangen; en dat Gij vuriger begeert, ons van onze ellenden te verlossen, dan wij begeeren er van verlost te worden. [Serm. 29 de verbis Dei.} Aangemoedigd door deze uwe goedheid kom ik met vol betrouwen tot U. O ja, mijn God, ik vertrouw; doch vertrouw niet op mij zeiven, noch op mijne verdiensten; maar op uwe goedheid en op de verdiensten van Jesus Christus. O God van genade, zie gunstig op het aanschijn van Jesus, uwen goddelijken Zoon neder: aanschouw de smarten, die Hij voor mij geleden heeft. Hij is om mijnent wil vernederd en gestorven tusscben twee moordenaars; en zoudt Gij dan geen medelijden met mij hebben ? Zoudt Gij mij dan uwe genade nog kunnen weigeren? Wanneer, na eene schitterende zegepraal, de veldheer bedekt met wonden, zich aan den koning vertoonde, om eene gunst te verzoeken, zou de koning hem dan wel iets kunnen weigeren ? Neen, dit ware niet mogelijk: en zoudt Gij dan, o God van genade en barmhartigheid, mijn verzoek kunnen afslaan, tervvil Jesus
167
zelf met de wonden in zijn verheerlijkt lichaam zich aan U vertoont, en voor inij bidt? O neen, dat kunt Gij niet. Derhalve zal ik op uwe goedheid blriven vertrouwen, en met volharding uwe genade blijven vragen, in de vaste hoop van zeker verhoord te zullen worden. Op ü, Heer, heb ik mijne hoop gesteld, en in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.
Hierna bidt men nog 5 Onze Vader, 5 Wees gegroet, 5 Glorie zij, enz. ter eere van de vijf wonden van Christus, om de Ajlaten, aan de oefening van den Kruisweg verhonden, te verdienen.
Daarna begeeft men zich voor het beeld der H. Anna, en men spreekt aldaar liet volgende:
GEBED TER VEIIKRIJGING EENEll GUNST.
Glorierijke heilige Anna, vol goedheid voor allen die U aanroepen, en vol liefde voor allen die lijden: gedrukt onder ongerustheden en smarten, werp ik mij voor uwe voeten neder, en smeek U ootmoediglijk de zaak, welke mijn hart ontrust, onder uwe bescherming te willen nemen. Op het vurigste bid ik ü dezelve aan uwe dochter, de H. Maagd Maria, te willen aanbevelen, alsook voor den troon der goddelijke majesteit van Jesus Christus, haren goddelijken Zoon, te brengen, opdat ik getroost worde met eenen gelukkigen uitslag. Houd niet
168
op, bid ik U, voor mij ten beste te spreken, tot dat mijn verzoek door de goddelijke barmhartigheid mij worde toegestaan. Maar verkrijg mij vooral, o goede Moeder Anna, de genade van eenmaal mijnen God van aanschijn tot aanschijn te mogen zien, om Hem met ü, met Maria en met alle Heiligen des Hemels, te kunnen loven, danken en in alle eeuwigheid beminnen. Amen.
AANBEVELING AAN DE H. ANNA.
Wij groeten ü, zeer verhevene Heilige Anna; wees gezegend onder alle vrouwen, omdat Gij het geluk hebt gehad van in uwen schoot de allerheiligste en onbevlekte Maagd Maria, Gods Moeder, te hebben gedragen. Wij nemen deel in de vreugde, welke Gij genoten hebt bij hare gelukkige geboorte, en aan het edelmoedig offer, hetwelk Gij deedt, wanneer Gij haar in den tempel aan den Hemelschen Vader opdroegt. Wij bidden U, o goede Moeder, wil ons aan uwe geliefde dochter, en aan Jesus Christus haren Zoon, aanbieden; wees onze voorspreekster en beschermster bij Jesus en Maria; want indien wij zoo gelukkig zijn, dat wij bij U genade vinden, o heilige Moeder Anna, dan kunnen wij alles van uwe voorspraak verwachten. Amen.
Alzoo hoop ik, zoo zij het.'
VAN HET
^^eer Jesus, door de liefde, waarmede
Gij de uwen tot aan het einde toe bemind hebt, door het bloedig
zweet, dat Gij in den tuin van Olijven vergoten hebt, door de beleedigingen en smarten, die Gij geleden hebt, toen Gij door éen uwer leerlingen verraden en verkocht en door de woeste Joden met koorden gebonden en heen en weer gesleept werd, bid ik ü, verbreek de boeien mijner zonden en trek mijne ziel tot ü met de sterke banden uwer liefde, die leeft en regeert met God den Vader in de eenheid des H. Geestes, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet.
2. Heer Jesus, die CJ in het eerste uur van den dag naar Pilatus liet voeren, waar Gij, de hemelsche rechter, voor een aardschen rechter zjjt gesteld en door de goddelooze Hoogepriesters valschelijk van
8
170
vele misdaden zijt beschuldigd geworden, weest ons, arme zondaars, in den oordeelsdag genadig, opdat wij niet met de goddeloozen tot de eeuwige straffen veroordeeld, maar onder het getal uwer trouwe dienaars in den hemel opgenomen worden. Gij die leeft en regeert, enz.
3. lieer Jesus, die op het derde uur des dags met roeden gegeeseld en met doornen gekroond werd, verleen ons, uwen dienaars, dat wij ons lichaam door vrijwillige tuchtiging in bedwang houden en waardig geacht worden, ledematen te zijn onder uw met doornen gekroond heeft, die leeft en regeert, enz.
4. Heer Jesus, die op het zesde uur van den dag met doorboorde handen en voeten aan het kruis gehangen zijt, en zoo het vonnis onzer veroordeeling uitgedelgd en aan het kruis gehecht hebt, verleen mijne ziel, dat zij bevrijd van de slavernij dei-zonde, uwe heilige wonden als teekenen harer verlossing altijd in dankbaar aandenken moge houden, die leeft en regeert, enz.
5. Heer Jesus, die op het negende uur van den dag, nadat Gij alles wat uw Hemelsche Vader, en omdat Hij het wilde, volbracht hadt, met gebogen hoofd Hem uwen geest hebt gegeven en aan het op geestelijke wijze doode menschdom den geest des levens weder ingeblazen hebt, verleen mij, armen zondaar, dat ik die reeds als
171
uw schepsel U geheel toebehoor, op nieuw geheel de uwe ben, omdat Gij mij verlost hebt, en niet moge leven voor mijzelven, maar U, die voor mij gestorven zijt, die leeft en regeert, enz.
6. Heer Jesus, die wilde dat uw heilig lichaam tegen den avond van het kruis genomen en in de armen uwer heilige Moeder gelegd werd, verleen mij genadig, dat ik het kruis, hetwelk Gij naai* uwe liefdevolle beschikking mij oplegt, niet van mij afstoote, doch hetzelve tot in den dood geduldig drage, en eindelijk door uwe liefdadige Moeder ü moge voorgesteld worden, die leeft en regeert, enz.
7. Heer Jesus, die na uw lijden in het graf gerust hebt en door uwe bedroefde Moeder en andere godvruchtige vrouwen beweend zijt geworden, wij bidden ü geef ons eene ware vermorseling des harten, opdat wij onze zonden, als de oorzaak van uw bitter lijden en dood, met rouwmoedig hart beweenen, ze oprecht beljjden, voor dezelve naar ons vermogen voldoen, en nooit meer iets doen, waardoor Gij op nieuw zoudt gekruisigd worden, die leeft en regeert met God den Vader in de eenheid des H. Geestes, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet.
Driemaal „Eere zij den Vader, enz.quot; te bidden met de meening om aan de H. Drievuldigheid dank te zeggen voor de voortreffelijke aan de H. Maagd geschonken genaden en voorrechten, bijzonder in hare glorierijke Hemelvaart. Men kan dit laten volgen op het Wees gegroet; 100 dagen Aflaat eiken dag 's morgens, 's middags en 's avonds.
De volgende schietgebeden na de H, Communie en bij de geestelijke Communie te verrichten.
Ziel van Christus, heilig mij.
Lichaam van Christus, verlos mij.
Bloed van Christus, drenk mij.
Water der zijde van Christus, wasch mij.
Lijden van Christus, versterk mij.
Van ü laat nimmer scheiden mij.
Voor den boozen vijand beschut mij. En beveel dat ik tot ü kome Om U met üwe Heiligen te loven In alle eeuwen der eeuwen. Amen.
800 dagen Aflaat telkens, of na het ontvangen der H. Communie 7 jaren.
173
Eeuwige Vader, ik draag U op het kostbaarste bloed van Jesus Christus tot uitwissching mijner zonden en voor de noodwendigheden der H Kerk.
Aflaat van 100 dagen.
Lof en dank zij elk oogenblik aan het allerheiligste en goddelijkste Sacrament.
Aflaat ïan 100 dagen eenmaal op den dag. Het is raadzaam dit schietgebed te doen bij de aanbidding ia de kerk, bij het dragen van het H. Sacrament naar de zieken, bij de zegen met het Allerheiligste, bij de Consecratie in de Mis, enz.
O mijn beminnelijke Jesus, om U mijne dankbaarheid te betuigen en ter vergoeding van mijne veelvuldige ongetrouwheden, schenk ik (Naam) U mijn harl en offer mij geheel aan ü op, terwijl ik met uwe genade het voornemen maak, U nooit meer te beleedigen.
Aan deze opdracht, voor een beeld van het H. Hart van Jesus gedaan, is eenmaal daags 100 dagen Aflaat verbonden; bij dagelijksche verrichting eenen vollen Aflaat in de maand, wanneer de overige voorwaarden van eenea vollen Aflaat vervuld worden.
Mijn Jesus, barmhartigheid.
Telkenmale 100 dagen Aflaat.
Allerzoetste Jesus, wees mij niet een Rechter, maar een Zaligmaker.
Telkenmale 50 dagen Aflaat.
174
Geloofd zij Jesus Christus, in alle eeuwigheid. Amen.
Aflaat van 50 dagen bij wederzijdsche begroeting.
Jesus, Maria, Joseph, ik schenk U mijn hart en mijne ziel.
Jesus, Maria, Joseph, staat mij bij in mijnen doodstrijd.
Jesus, Maria, Joseph, moge mijne ziel met U in vrede verscheiden. Amen.
Telkenmale Aflaat van 300 dagen.
Wanneer men bij het luiden van den „Fyngel des Heerenquot; dien knielend bidt, wint men elke maal 100 dagen Aflaat. Van Zaterdag avond tot en met Zondag avond bidt men hem staande ; in den Paaschtijd wordt vereischt: „Koningin des Hemels,quot; indien men dit gebed van buiten kan, en telkens staande te bidden bij het luiden der klok.
Wanneer men des morgens het „Salve Regina, Wees gegroet, o Koninginquot; en des avonds het „Sub tnum prscsidium, onder uwe beschermingquot; bidt met dit bijvoegsel;
»Maak mij waardig ü te loven, o H.Maagd, geef mij kracht tegen uwe vijanden; gezegend zij God in Zijne Heiligen. Amen.
Wint men eiken dag eenen Aflaat van 100 dagen, of 's Zondags van 7 jaren en 7 quadragenen.
Zoet Hart van Maria, wees mijn heil.
Telkenmale 100 dagen Aflaat.
175
Geprezen zij de heilige en onbevlekte Ontvangenis der allerheiligste Maagd Maria.
Telkenmale 100 dagen Aflaat, of 300 in geval men quot;Moeder Godsquot; er bijvoegt.
Engel Gods, die mijn bewaarder zijt, aan wien ik door de Oppersle Goedheid ben toevertrouwd, gewaardig mij te verlichten , te bewaren, te geleiden en te bestieren.
Telkenmale 100 dagen Aflaat.
Wanneer omtrent een uur na zonsondergang voor de afgestorven geluid wordt en men dan bidt; „Uit de diepte heb ik tot u geroepenquot; of een Onze Vader en Wees gegroet en daaraan toevoegt; „Heer, geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht vellichte hen,quot; wint men eenen Aflaat van 100 dagen.
pe ji. JAoedef^ ^nna, PalroDesse der Cbrislelijke Huisgezinnen.
Gebed eener Moeder voor hare Kinderen.
lige Moeder Anna, Patrones der christelijke huisgezinnen, ik bied ü mijne kinderen aan. Ik beken, dat ik ze -van God ontvangen heb, en dat zij aan God toebehooren: in dit gevoelen vraag ik ü de genade, dat ik mij met Hem ten allen tijde aan den wil der goddelijke Voorzienigheid moge onderwerpen. Ik bid U hen te zegenen, en den zegen Gods over hen in uwen naam afsmeekende, vraag ik voor hen noch den dauw des Hemels, noch het vet der aarde: mijn gebed zal christelijker en U aangenamer zijn, wanneer ik eerst en vooral voor hen verzoek het rijk Gods, en deszelfs rechtvaardigheid; en aan U, goede Moeder, zal ik de zorg overlaten ons het noodige en het welvoege-lijke des levens te bezorgen. Drt.k in het hart mijner kinderen een grooten afschrik
177
van de zonde; verwijder hen van het kwaad, bewaar hen tegen het bederf dei-wereld; prent hun christelijke gevoelens in het verstand; schenk hun de eenvoudigheid en rechtzinnigheid des harten, en vervul hen met de goddelijke Liefde, zooals Gij uwe dochter, de heilige en onbevlekte Maagd Maria, van hare vroegste jaren, God hebt leeren beminnen. H. Anna, Gij zijt een spiegel van verduldigheid, verkrijg voor mij de genade om alle de moeilijkheden, welke aan de opvoeding der kinderen verbonden zijn, met geduld en liefde te doorstaan. Zegen mij , met mijne kinderen ; waak over ons, o goede Moeder, opdat wij U, Maria en Jesus altijd beminnen, en volgens den geest Gods altijd mogen leven, om na dit leven eenmaal met U in den hemel vereenigd te zijn. Amen.
Indien soms de ouders het ongeluk hadden eenev. zoon of dochter te hehhen, die van den weg der deugd zijn afgedwaald, dan zullen zij met veel vrucht het volgende gebed ter hunner bekeering kunnen doen.
Heilige Anna, Gij zijt de Vertroosteres der bedrukten, mijn hart is diep bedi'oefd om het verkeerd en slecht gedrag van mijnen zoon {mijne dochter). Helaas! hij (zij) leeft reeds zoo vele maanden en jaren in zonden. Hij {zij) onteert den goddelijken
178
Vader, en werpt zich in eenen diepen afgrond van schande en ongeluk neder. Ja hij {zij) is dood, niet naar het lichaam, maar naar hetgeen duizendmaal erger is, hij {zij) is dood naar de ziel, dood voor God, dood voor den Hemel, dood voor de zalige eeuwigheid. Als hij {zij) zoo stwtt, dan gaat hij {zij) eeuwig verloren. O H, Anna, zult Gij dat dulden? Ik vertrouw op uwe machtige voorspraak; bid toch voor mijn kind, Hoe treurde het hart van uwe dochter Maria, toen Haar goddelijken Zoon Jesus begraven werd, en hoe bedroefd was zij, toen zij het graf moest verlaten! Doch ik heb veel meer reden om te treuren over mijnen ongelukkigen zoon {mijne ongelukkige dochter), die in het graf der zonden ligt begraven. Helaas! ik vrees dat hij {zij) eens in de hel zal begraven worden, en bijgevolg dat ik hem {haar) nooit zal mogen zien in den Hemel. Ach, dit gedacht benauwt mij, en doet mij dag en nacht weenen. Zal ik dan eeuwig van mijnen zoon {mijne dochter) moeten gescheiden zijn ? Zal hij {zij) dan eeuwig in de hel moeten ongelukkig zijn ? ... Ach , goede Moeder Anna, ik bid U, heb er medelijden mede: zeg aan Jesus, dat Hij er zooveel voor geleden heeft, dat Hij er voor gestorven is en begraven; en dan zal Hij er zekerlijk medelijden mede hebben; Hij zal hem {haar) uit het graf der zonden doen opstaan; en
179
ik zal den troost genieten van op den avond mijns levens, zooals eene H Monica haren bekeerden Angastinus, mijnen zoon {mijne dochter) als vriend van God aan mijn steifbed te zien staan, en, in het heilig vertrouwen mijne kinderen éénmaal in den hemel weêr te zien, mijnen geest te geven. Amen.
Gebed van een kind aan de 11. Moeder Anna, voor zijne ouders.
H. Moeder Anna, Gij zijt de Patrones der christelijke huisgezinnen, en onder dezen schoonen titel bidden mijne brave ouders ü dikwerf voor mijn tijdelijk en geestelijk welzijn. Ik zou wel een ontaard kind zijn, wanneer ik U ook niet dikwijls voor hen kwam bidden. Gedenk toch, lieve Moeder Anna, al wat mijne goede ouders voor mij gedaan hebben. Immers, het was, naast God, van hen dat ik het leven ontving. O! hoe vele nachten brachten zij niet slapeloos door ter mijner liefde? Werd ik door ziekte of ongesteldheid aangetast, dan was droefheid en onrust op hun gelaat te lezen; en geene opofl'eringen waren hun te groot, zelfs die van hun gezondheid niet, om de mijne te bewaren. Want ach, hoe hebben zjj niet gezwoegd en gezorgd, om mij onderhoud en opvoeding te bezorgen? 0! H. Moeder Anna, gedoog toch nooit,
180
dat ik mij als een ondankbaar kind jegens die lieve ouders zou godragen; verkrijg mij door de voorspraak van uwe dochter Maria bij Jesus, de genade, dat ik mijne ouders altoos oprecht moge beminnen; dat ik hun ouderlijk hart nooit door een slecht gedrag bedroeve; dat ik hunne welgemeende vermaningen altoos met liefde aanneme. Tiestier hen in de moeilijke taak mijner opvoeding, vergeld hun al de diensten aan mij bewezen. Bewaar hen tegen ziekten, ongeluk en lijden; of indien de goddelijke Voorzienigheid hen, tot hunne zaligheid, aan den kelk des lijdens hier op aarde laat drinken, verkrijg hun dan den noodigen moed en sterkte om dit lijden met overgeving aan Gods heiligen wil aan te nemen; help mij alsdan bijzonder om hen door mijn goed gedrag in die droevige dagen te troosten. Ik bid D ook vurig, dat mijne ouders uit al te groote zorg voor mijn tijdelijk geluk het werk hunner zaligheid niet verwaarloozen; want wat zou het kun laten, zoo zij voor mij de geheele wereld gewonnen hadden, indien zij hunne ziel moesten verliezen ? Bescherm hen voor oenen ontijdigen eu plotselingen dood, verkrijg hun en mij de genade dat hnn tijdens hunne laatste ziekte vroegtijdig de H.H. Sacramenten worden toegediend, dat ik aan hun sterfbed moge staan om hunnen laatsten zegen te ontvangen, en
181
onder het aanroepen der H.H. Namen van Jesus, Maria en Joseph hun de oogen te sluiten. Amen.
AANMERKING.
Mijn kind, die dit boekje leest, zoo misschien de schoonste betrekkingen uws levens verbroken zijn, en gij het lijk uws braven vaders of uwer teergeliefde moeder grafwaarts hebt vergezeld, zoo als Anna dat van Emerentiana hare moeder naar het graf vergezelde! o dan berust op u nog eene dure verplichting: uwe brave ouders zien nog met belangstelling op u neder; misschien lijden zij in het vagevuur om uwentwil; gij moet hun dan vooral door uwe gebeden en goede werken ter hulp komen, en daartoe dienen u het volgende:
Geheel voor de Overledenen.
PSALM 129.
Uit de diepten mijner ellende heb ik tot ü geroepen: Heer! Heer! verhoor mijne stem.
Laat uwe ooren luisteren naar de stem mijner smeekingen.
Indien Gij, o Heer! de ongerechtigheden gadeslaat; Heer! wie zal beslaan?
Omdat er bij ü genade is, en om uwe wet, heb ik ü, o Heer, langmoedig afgewacht.
Mijne ziel heeft op Zijn woord gewacht, mijne ziel heeft op den Heer gehoopt.
182
Dat Israel op den Heer hope, van den morgenstond tot aan den nacht.
Want bij den Heer is barmhartigheid, en bij Hem is overvloedige verlossing.
En Hij zal Israül verlossen uit al zijne ongerechtigheden.
Heer, geef hun de eeuwige rust.
En het eeuwige licht verlichte hen.
Onze Vader, enz.
v. En leid ons niet in bekoring. B. Maar verlos ons van den kwade, v. Van de poort der hel.
r. Verlos, Heer, hunne zielen.
v. Dat zij rusten in vrede.
K. Amen.
v. Heer, verhoor mijn gebed. k. En mijn geroep kome tot U.
Laat ons hidden.
Ü God, die ons bevolen hebt vader en moeder te beminnen: wees genadig de ziel van mijnen vader en van mijne moeder, vergeef hunne zonden, en maak dat ik hen in de blijdschap der gelukzalige eeuwigheid moge wederzien. Door onzen Heer Jesus Christus, die met D leeft en heerscht in alle eeuwigheid der eeuwigheden. Amen.
Gebed voor overledene Vrienden.
O God, die den zondaar vergeving schenkt, en de zaligheid der menschen bemint: wij
183
smeeken uwe goedertierenheid dat Gij ü gewaardige onze broeders, naastbestaanden en weldoeners, die uit deze wereld gescheiden zijn, door de voorspraak der H. Maagd Maria, en van alle Heiligen, tot de belooning der eeuwige zaligheid te laten komen. Die leeft en heerscht in alle eeuwigheid der eeuwigheden. Amen. v. Heer, geef hun de eeuwige rust. e. En het eeuwige licht verlichte hen. v. Dat zij rusten in vrede.
A\'
n Lotharingen leefden twee echtge-, nooten zonder kinderen; dit ver-oovzaakte hun groote droefheid, en zij baden God dagelijks, dat Hij hun toch eenen erfgenaam zou gelieven te verleenen. Op zekeren dag kwam er eene arme vrouw, vergezeld van vele kinderen, eene aalmoes vragen. De mevrouw, de arme moeder van zoo vele schoone en gezonde kinderen omringd ziende, kon hare droefheid niet verbergen, en klaagde aan de arme moedor dat zij zonder kinderen was, daar zij nochtans zoo vele middelen had om hun eene goede opvoeding en bestaan te geven. «Mevrouw, zegda de arme moeder, bid de H. Moeder Anna, doe dagelijks iets ter harer eer, en gij zult verhoord worden; want zij is de troost der bedrukte harten.quot; De rijke mevrouw begon dagelijks; een gebed ter eere van de H. Anna, en na negen maanden baarde zij een kind, hetwelk,
185
gansch zijn leven, door de H. Anna op eene bijzondere wijze werd beschermd en begunstigd. (1)
Anna CatharinaEmmerich heeft tot troost der getrouwheden in het boek: Leven de.r II. Maagd aan het XXXIe hoofddeel de volgende openbaring geschreven:
»Ik herinner mij dat de H. Maagd Maria »aan de H. Brigitta zegde, indien de «zwangere vrouwen den vooravond van »haren geboorte vieren met onder andere ^negenmaal godvruchtig den Wees gegroet »te bidden, ter gedachtenis der negen «maanden, welke zij in den schoot harer «moeder Anna heeft doorgebracht, en in-»dien zij dikwijls die godvruchtige oefening «herhalen gedurende hunne zwangerheid, «en daarenboven met godvruchtigheid tot «de H.1I. Sacramenten naderen, dat zij «dan hare gebeden aan God opdraagt, «en haar eene gelukkige verlossing ver-«werft, zelfs in de moeilijkste omstandig-«heden.quot; (2) Wij laten ten dien einde hier die Novene volgen:
(1) Historie der H. Anna, kerkelijk goedgekeurd te Antwerpen den 12 Juli 1661, door Max van Eynatten G. 8. a. — Zie ook de geschiedenis Olive Merel bladz. 33.
(2) Kerkelijk goedgekeurd zoo als boven gezegd is Ik ken geene zoo rijke, diepzinnige, wonderbare en zoo
veel behelzende verschijningen als die van de zuster Emmerich. (Goerres, Mystique.)
186
iSiovene om zich lot het feest van O. L. V.
Geboorte voor te bereiden.
(Deze begint op 30 Augustus.)
I. Wij groeten ü, o Maria, spruit van den koninklijken stam van David, die vol luister en heerlijkheid uit den schoot uwer gelukzalige Moeder Anna zijt geboren.
Wees gegroet Maria, enz,
II. Wij groeten ü, o hetnelseh kind, witte duif van zuiverheid, die, ter beschaming van den helschen draak, zonder vlek der erfzonde in den schoot uwer moeder Anna zijt ontvangen.
JVees gegroet Maria, enz,
III. Wij groeten U, o glinsterende dageraad, die de zon der rechtvaardigheid aan de wereld hebt aangekondigd, en die opkomende uit den schoot uwer moeder Anna, de eerste straal van het hemelsch licht getoond hebt.
Wees gegroet Maria, enz.
IV. Wij groeten U, o uitverkoren kind Gods, die als eene zon zonder vlekken, in den stikduisteren nacht der zonde, uit den schoot uwer moeder Anna glansrijkschitterend op aarde zijt verschenen.
Wees gegroet Maria, enz.
V. Wij groeten ü, o sterre glinsterend van schoonheid, kind der H. Anna, die door uwe geboorte de wereld, welke in de
187
duisternissen van het heiligdom gedompeld lag, verlicht hebt.
IVees gegroet Maria, enz.
VI. Wij groeten ü, o ontzaggelijke krijgs-heldin! die bij de baring der tl. Anna op aarde verschenen zjjt als een in slagorde gesteld leger, en alleen geheel de hel hebt verslagen.
Wees gegroet Maria, enz.
VII. Wij groeten ü, o schoone ziel van Maria! die reeds van voor de baring uwer moeder Anna, ja van alle eeuwigheid , het voorwerp waart van Gods welbehagen.
Wees gegroet Maria, enz,
VIII. Wij groeten U, o allerminnelijkst kindje! wij vereeren uw feeder en heilig lichaam, alsmede de doeken waarin het de H. Anna heeft gewonden, en de wieg waarin Zij het heeft neörgelegd, en wij danken God voor het zalig uur, waarop Gij werdt geboren.
Wees gegroet Maria, enz.
IX. Wij groeten ü , o allerliefst kind, dat bij uwe geboorte, onvergelijkelijk verre boven alle heiligen in deugden uitmuntend, door de kracht van den H. Geest vervuld, en door de zalige lessen van uwe moeder Anna bestierd, waardig gevonden zijt de moeder van den God-mensch te worden.
Wees gegroet Maria, enz.
188
GEBED.
O Maria! liefste kind der H. Anna, die door uwe gelukkige geboorte, de wereld vertroost, den Hemel verblijd en de hel verschrikt hebt; verkrijg voor de zondaren de genade om uit hunne zonden op te staan, voor de droefgeestigen den moed om hunne smarten met geduld te lijden, voor de getrouwden de liefde, om elkander standvastig te beminnen, en de wederzijdsche gebreken met geduld te verdragen. Wij smeeken uwen bijstand af om de kinderen die Gods Voorzienigheid ons heeft voorbeschikt, met gezondheid ter wereld te mogen brengen, hen, naar het voorbeeld van uwe heilige moeder Anna, tot Gods eer te kunnen opvoeden, en alzoo eenmaal, na dit kortstondig leven, met u en uwe heilige ouders in den Hemel vereenigd te zijn. Amen.
Men kan hier nog bidden de Litanie der H. Anna en van den H. Joachim, zie bladz. 136 en 138.
Reliquie der H, Anna,
Pater F. Carolus Veron, in leven doctor in de godgeleerdheid en visitator des Paters Augustijnen in de Nederlanden, verhaalt in zijn werk: Zegepraal van den H. Joachim en van de H. Anna, V Boek, 15 hoafdd.;
189
dat de Sakristijn, van het klooster van den H. Paulus te Rome aan de H. Brigitta eene reliquie van de H. Anna gaf. Brigitta was bekommerd op welke wijze zij deze reliquie zou moeten vereeren, waarop de H. Anna haar verschijnt, en zegt: ïDeze «reliquie, welke Gij bezit, zal tot troost »dienen aan allen, die mij beminnen En »Gij mijne dochter, bid den Heer in dezer »voege: Wees geloofd, a Jesus, Zoon van »God, en van de H. Maagd Maria, omdat »Gij eene Moeder verkozen hebt uit het ^huwelijk van Joachim en Anna. Ik bid »U ter liefde van de H. Anna alle ge-■xtrouwden te willen zegenen, en de voetstappen Ddergenen, die tot het huwelijk geroepen zijn, tte bestieren, opdat God ten allen tijde door tgeloofd worde.quot; (1)
(1) Men vindt deze belofte in het VI boek der openbaringen van do H. Brigitta, goedgekeurd te Doornik 12 November 1832, door Matbias Naveus. S. T. doet. can. Tournac. et Libr. censor.
i ,-Kf nna, Catharina Emmerich de aan-■w komst der H. Familie bij de Moeder Anna beschrijvende, zegt: »In »hopelooze omstandigheden aanroep ik altoos de H. Moeder van Maria; en daar ■»ik heden in den geest bij haar was, »zag ik in haren hof, ondanks het winter-ïgt;seizoen, vele peren, pruimen en andere »vruchten aan de boomen hangen, ofschoon sdeze geene bladeren meer hadden. Ik jplukte er van, toen ik wegging, en sbracht de vruchten aan zieke echtge-»nooten, die er door genezen zijn. Ik »moest er daarna vele van geven aan »arme zieken, die er door verlicht werden. »Die vruchten beteekenen buiten twijfel «genaden, bekomen door de voorspraak »der H. Anna. Ik weet niet waarom ik 5,die vruchten verzamelde in den hof der »H. Anna; wellicht zijn die personen en »die zielen onder de bijzondere bescherming
191
»van de H. Anna, zoodat de vruchten »der genade voor hen uit haren hof moeten »komen; of wellicht isf zulks omdat zij «bijzonder behulpzaam is in de hopelooze »zaken, zoo als ik altoos heb ondervon-»den.quot; (1)
Deze openbaring van de zuster Emmerich wordt door de volgende genezingen bevestigd. Franciscus Palhouët, een jeugdige horder van Couëdie d'Inzinzac bij Hennebont, gevoelde zich eensklaps op het veld door eene zoo smartelijke als onverwachte kwaal aangevallen. Eene hevige pijn, welke eerst aan zijne enkels begon, klom met snelheid op tot aan zijne knieün en lendenen; zijne zenuwen krompen ineen en hij werd volkomen van het gebruik zijner beenen beroofd; terzelfdertijd zwol zijn geheele lichaam dermate op, dat men alle oogen-blikken voor zijnen dood vreesde. Drie jaren lang bleef hij in dien ellendigen toestand, wanneer, tot overmaat van ongeluk, zijne arme moeder, die slechts door zwaren arbeid in zijn onderhoud voorzag, op hare beurt ook ziek viel: beide waren op het punt van te bezwijken, toen de liefdadigheid hun eene schuilplaats in het ziekenhuis der stad bezorgde. Daar werden alle middelen om de kwaal te genezen aangewend; doch alles was vruchteloos.
(1) Leven der H. Maagd CXXX hoofddeel.
192
De ziekte werd ongeneeslijk verklaard; en de ongelukkige herder was genoodzaakt zich op zijne handen langs de straten voort te slepen om zijn brood te bedelen.
Zoo leefde hij gedurende zes jaren in Hennebont, toen hij zich eensklaps gedreven gevoelde om eene bedevaart ter eere van de H. Anna te doen. Door een groot vertrouwen aangemoedigd, vertrekt hij met zijne moeder en eene zuster, acht dagen voor den feestdag van 26 Juli. Het was slechts na vijf dagen reizens, dat hij geheel door vermoeinis en pijn uitgeput, doch meer dan ooit vol vertrouwen ter bestemde plaats aankwam. Daar was hij tot de H.H. Sacramenten genaderd, de groote feestdag was voorbij, en hij was niet genezen. Des anderdaags nadert hij nogmaals tot de H. Tafel, hij verdubbelt zijne gebeden, maar de Hemel scheen onverschillig te blijven. Dan, na de Vespers, nadert hij het wonderbare beeld, met het vast besluit van door de vurigheid zijner smeekingen God als te dwingen om hem zijne genezing te schenken. Op eens schijnt hem het heilige beeld van een groot licht omgeven , en terzelfdertijd voelt hij eene buitengewone warmte door zijn geheele lichaam zich verspreiden. Hij kruipt voort tot aan de fontein, en wascht er zijne voeten. Op eens beginnen zijne beenderen te kraken, zijne spieren rekken uit, eene brandende
198
hitte, welke hg gevoelde, doet hem tot tweemaal toe ter aarde vallen, en in de hevigste jammerklachten uitbarsten. Hij komt hij het beeld weder; maar eene wonderbare zenuwtrekking, vergezeld van eene geweldige neiging tot braken , dwingt hem de kerk te verlaten. Intusschentijd gevoelt hij dat een zijner beenen genezen is. Hij is bereid nog meer te lijden, om de volkomene genezing te verkrijgen: en ziet, na eenen nacht van de ijselijkste pijnen, wordt hij gewaar dat hij met behulp van eenen stok gaan kan. Hij keert te voet naar Hennebont weder, alwaar de geheele stad zich verblijde om deze wonderbare genezing. (1)
Eene andere wonderbare genezing, welke in het jaar 1857 heeft plaats gehad.
Petrus van Tomme, geboren te Bottelare bij Gent, en wonende te Doornik, werd, toen hij werkman was in de drukkerij van de heeren Casterman, met eene volkomene lamheid geslagen, zoodat hij zich zei ven niet meer kon helpen, on als een pas geboren kind in alles moest worden bijgestaan. In dezen deerniswaardigen staat bracht hij twee jaren in het gasthuis, en twee andere
(1) Procesverbaal 18 November 1844, geteekend door : den °ff,c.ier des kenings, den griffier en den lostohschen Vicaris. (Arthur Martin, s. j.)
9
194
jaren ten zijnen hnize door; waarna zijn rechter arm en been een weinig beterden. Door behulp van twee krakken kon hij nu buiten het huis eenige bezigheden ver-rigten, toen bij tot overmaat van ellenden, na vier jaren werd aangetast door eene zware borstziekte, die hem twee jaren bijbleef, en door den geneesheer voor ongeneeslijk werd verklaard. Gedurende al blezen tijd kon hij zijn huis niet meer verlaten. Niet wetende waar troost te zoeken in zijne ellenden, kwam de gedachte bij hem op, naar zijne geboorteplaats Bottelare, waar de H. Moeder Anna vereerd wordt, te gaan, en indien het mogelijk ware, tweemaal den omgang aldaar te doen. Hij gevoelde intusschen eenen groeten aandrang om zich naar dat heiligdom te begeven, en besloot eindelijk de reis te ondernemen, ofschoon hij drie weken te voren de H.H. Sacramenten dei-stervenden had ontvangen. Niettegenstaande zijne huisvrouw hem deze reis ontried, en zich hiertegen verzette, nam hij zijne krukken onder den arm, en geraakte met behulp van eenen vriend, en groote moeite aan het spoorwegstation, waar Josephina Doy en met tranen in de oogen afscheid van haren man nam, want zij verbeelde zich dat hg op reis zou bezwijken, en zij hem dus voor de laatste maal levend aanschouwde.
195
Petrus van Tomme kwam welhaast- te Gent aan. Maar hoe zal hij nu te Botlelare geraken ? Bottelare is op twee uren afstand van Gent, en hiertoe besteedt hij drie dagen; hij komt eindelijk op 22 Juli 1857 te Bottelare aan. Van dien dag tot den Zondag daaropvolgend gebruikt hij geen ander voedsel, dan een weing melk. Hij was voornemens den eersten Dinsdag der volgende week zich ter kerk te begeven, ten einde de Mis, welke van ouds af alle Dinsdagen ter eere van de H. Anna plaats heeft, te kunnen bijwonen. Maar des Zaterdags vernam hij dat het des anderdaags de feestdag der H. Anna was, en daarom veranderde hij van besluit. Hij doet des Zondags eene uiterste poging, neemt zijne krukken, en komt, geholpen door zijnen zwager; geheel afgemat ter kerk, waar hij op het zien van het wonderbare beeld der H. Anna eene groote rilling door geheel zijn lichaam gevoelt. Nauwelijks was hij voor hetzelve neergezeten, of hij wordt meer en meer ontsteld, en verandert zichtbaar van kleur, nu werd hij bleek, dan blauw, zoodat men verplicht was zijnen halsdoek los te maken. Van Tomme, niet wetende wat hem overkwam, dacht dat zijn sterfuur gekomen was. Intusschen begint de Mis, en eensklaps hoort hij eene fijne stem hem in de ooren zeggen: Bewandel de aarde zonder kruJcJcen, Hij
196
vraagt aan zijn zwager wie er tot hem spreekt. Deze, niemand ziende, vermaant hem tot stilzwijgen. Toen dacht Van Tomme, het zou de stem der H. Anna wel kunnen zijn; en hij bad de heüige de goedheid te willen hebben, hem nog eens te zeggen wat hij doen moest, waarop hij weêr dezelfde fijne stem hoorde, welke hem zesde; Bewandel de aarde zonder Tcrukken. Zonder toeven .neemt Van Tomme zijne krukken op, begeeft zich tot den troon der H. Anna, legt ze op denzelve neder, keert terug op zijne plaats en werpt zich daar op zijne knieën, iets wat hij sedert tien jaren niet meer had kunnen doen. Van deze wonderbare gebeurtenis waren zoo vele getuigen als er menschen m de Hoogmis tegenwoordig waren; vele waren zoodanig getroffen, dat zij in tranen uitbarsten. Na de Hoogmis deed de Eerw. Heer E. van der Maeren, Pastoor te Bottelare, Van Tomme bij zich in de Sa,cristie roepen: Mijnheer de Pastoor, was zijn eerste woord, ik ben genezen. Och, Jesus.' Maria! waar
heb ik het verdiend?
Des namiddags kwam Van Tomme terug in de kerk om Vespers en Lof bij te wonen, en was overigens al de dagen der Novene in de Hoogmis tegenwoordig; hij ging met gemak, en kon zich goed recht houden; iets wat hij in geen tien jaren meer had kunnen doen. Duizenden nenschen zijn
197
van alle kanten komen toeloopen, om zich van de waarheid dszer wonderbare genezing te kunnen overtuigen. Op den morgen van den 4 Augustus is Van Tomme frisch en gezond naar Doornik teruggekeerd. (1)
In het jaar 1862 heerschte er eene besmettelijke ziekte in eenige streken van Ierland; menigvuldige sterfgevallen hadden er plaats; het volk nam zijnen toevlucht tot de H. Anna, de Moeder der zieleen, en zie, vele plotselinge genezingen werden er gezien, en al het volk erkende duidelijk de bescherming der H. Anna.
Wanneer het soms gebeurt dat wij, na de H. Anna met vertrouwen gebeden te hebben, niet van onze ziekte genezen of van ons lijden verlost zijn, dan moeten wij die deugdzame vrouw, welke ook haar lijden op aarde heeft gehad, trachten na te volgen; en dan zal zij ons leeren oordeelen over de ziekten en ellenden dezer aarde, niet volgens de wereld, maar volgens den godsdienst; en ons de middelen verschaffen om met vrucht en zelfs met liefde te lijden. Ziehier op welke wijze:
Manier om met vrucht te lijden.
1. Neem uwe ziekte, uw ongeluk uit de handen van God aan, als een kruis hetgeen Hij u voor uw welzijn overzendt.
(1) Godvruchtigheid tot de H. Moeder Anna, door J. Tollenare, kanunnik der hoofdkerk te Gent.
198
2. Onderwerp uwen wil aan zijnen Heiligen Wil.
3. Tracht uit liefde tot Hem te lijden.
4. Als er eene onverduldigheid in uw gemoed ontstaat, tracht dan deze aanstonds te bedwingen; dan zult gij de verdiensten hebben, de bekoring te hebben bestreden.
5. Wil uw lijden heiligen door verzuchtingen en gebeden, vooral door akte van Geloof, van Hoop, van Liefde, van onderwerping en van tevredenheid.
6. Vereenig u in alles met Christus, want door Zijn lijden heeft Hij ons lijden geheiligd, en zonder Zijn lijden zou het onze aan God niet kunnen behagen. Stel u vooral aan den voet van het kruis, om uw lijden aan den gekruisten Jesus op te dragen, zeggende: O Jesus, in uwe handen beveel ik mijnen geest.
7. Neem dikwijls den dood uit Gods handen aan, als het laatste teeken van liefde, dat gij aan God bewijzen kunt, en vereenig uwen dood met dien van Jesus.
8. Zeg dikwijls de volgende schietgebeden:
O Jesus! ik geloof in ü.
O Jesus! ik hoop in ü.
O Jesus! ik bemin U boven al.
O Jesus! het is mij leed dat ik U ooit vergramd heb.
O Jesus! ik wil lijden omdat Gij het wilt.
O Jesus! ik wil lijden gelijk Gij het wilt.
O Jesus! ik wil lijden zoo veel Gij wilt.
199
0 Jesus! ik wil lijden zoo lang Gij wilt.
O Jesns! ik wil lijden, omdat Gij zelf zoo veel uit liefde voor mij geleden hebt.
9. Tracht zoovsel mogelijk Aflaten te verdienen en gebruik hiertoe de gebeden op bladz. 172 aangegeven.
Het is ook zeer voordeelig voor de zieken allo dagen den Kruisweg te doen, ter verkrijging van hulp en troost in de ziekte, bladz. 148. — Zoo men niet naar de kerk, waar een Kruisweg is, gaan kan, dan neemt men een kruis, dat daartoe is gewijd, en men leze, of men. late zich de veertien voorgestelde overwegingen der Statitin voorlezen.
10. Gij moet zorg dragen om bij tijds te biechten, vooral, wanneer gij in langen tijd niet te biechten geweest of met groote zonden bezwaard zijt. Immers als gij in staat van doodzonde zjjt, kunt gij door uw lijden hoegenaamd niets voor den hemel verdienen, maar als gij in staat van genade zijt, kunt gij alle oogenblikken, indien gij met geduld en onderwerping lijdt, uwen loon in den hemel vergrooten. En dan hoe groot zal deze belooning niet zijn? Jesus zegt, dat het geven van eenen teug kond water, uit liefde tot Hem, niet onbeloond zal blijven; hoe veel meer zal dan bet lijden der ziekte uit liefde voor Jesus verdragen, het loon in den hemel vergrooten ?
200
11. Eindelijk moet gij u zeiven op een bijzondere wijze tot het ontvangen der laatste II.H. Sacramenten voorbereiden. O, hoe troostend zal het voor u zijn, met Jesus in uw hart, voor het oordeel van God te mogen verschijnen!
Wij moeten niet vergeten dagelijks, ten tijde onzer gezondheid, God te bidden, dat Hij ons de genade verleene, van de laatste H.H. Sacramenten met volle kennis en eene brandende liefde te mogen ontvangen.
O God! doe ons de genade... Wij bidden er U om door de verdiensten, het lijden en den bitteren dood van Jesus, uwen eenigen Zoon.
O H. Anna, Moeder der zieken, kom met Jesus en Maria, mij op mijn ziek- en sterfbed bijstaan. Amen.
Overdenkingen en gebeden voor zieken en lijdende menschen.
I. Het heilig Geloof leert ons, dat het lijden, de ziekten, de armoede en alle tegenspoed van God komen. Nu, God is onze goede Vader, die niets zoekt en verlangt dan ons geluk en welzijn. Hij is onze alwijze Vader, die weet wat ons noodig is, om ons waarlijk gelukkig te maken. Hij is onze almachtige Vader, die uit alles ons geluk kan trekken. Hij is onze liefderijke
201
Vader, die het lijden als een geneesmiddel
op een geeft, om onze zielen te genezen, van zonden
11 der te bewaren, en ons voor den Hemel te
reiden. verrijken. Bij doet met ons, gelijk een
i, met Vader met zijn kind. Is het kind ziek,
si van dan bezorgt de vader geneesmiddelen, zelfs
de bitterste, opdat het weder gezond worde. s gt; ten Zoo, wanneer onze ziel door zonden en
idden, onvolmaaktheden ziek is op eene geestelijke
1 van wijze, geeft God haar geneesmiddelen, met
volle ■ haar ziekte, tegenspoed en lijden over te nogen zenden. Als God ziet dat wij misbruik
zonden maken van onze gezondheid, van idden onze tijdelijke goederen, van onzen voor
lijden spoed, dan ontneemt hij ons dezelve,
uwen opdat wij onze ziel niet zouden verliezen.
Is dit dan niet eene goede handelwijze van kom onzen besten Vader des Hemels? Zullen
en wij dan altijd als kinderen ongeduldig
blijven en weenen?
en GEBED.
Neen, groote God, goede Vader! ik zal
den, niet altijd als een kind ongeduldig zijn en
Poe|l tranen storten. Door het geloof verlicht,
oecIe en zeker wetende, dat mij alle bitterheden
dan i uit uwe vaderlijke hand tot mijn eigen
^yze welzijn toekomen, zal ik uwen heiligen wil
om in alles aanbidden, en er mij volkomen aan
1 18 onderwerpen, zeggende: O God, Vader,
ons uw wil geschiede!
ijke
202
O H. Anna, bid voor mij, opdat ik er-kenne wat voordeel mij ziekte, tegenspoed en lijden verschaffen, en sterkte ontvange om geduldig te lijden.
II. Overweeg wat de hoop u leert wegens ziekte, lijden en tegenspoed.
De oude Tobias meende te gaan sterven, en riep zijnen zoon bij zich en sprak hem aldus toe: »Mijn zoon, wij leiden wel een narmoeduj leven, maar wij zullen veel goederen ^bezitten, als wij God gevreesd, alle zonden •»gevlucht en goed gedaan zullen hebbeh.quot; [Tobias IV: 23.]
O mensch, waarom zijt gij dan bedroefd en klaagt gij over uw lijden? Denk aan uwe belooning, God zal u voor uwe ziekte en lijden rijkelijk vergelden. Hoe verblijd was de II. Ignatius, martelaar, toen hij op het punt was, om voor Jesus te gaan sterven en aan de wilde dieren voorgeworpen te worden. igt;lk weet, riep hij uit, »/ioe voordeelig het is. Nu begin ik eerst »een leerling van Christus te zijn, niets »verlangende van alle zichtbare dingen, som alleen Jesus Christus te zoeken en »te vinden. Dat het vuur, het kruis, de »wilde dieren, de verbreking der beenderen, »de scheiding der ledematen, de verbrij-»zeling van het geheele lichaam en alle »martelingen van satan over mij komen, ■»om Christus te bezittenquot; O mensch, zouden wij hiervoor ook niet gaarne wat lijden ? —
203
Ja, groote God, de gedachten der toekomende belooning schenkt mij moed, en doet mij alles met blijdschap lijden. Hoe voordeelig was het kruis voor den goeden moordenaar! fiij lijdt met geduld, vol hoop en betrouwen , en klimt langs hetzelve ten hemel, zoodat Jesus hem zegt: Heden zult gij met mij wezen in het Paradijs. Acb, of ik ook zoo gelukkig ware! Welaan, mijne ziel, laat ons moed hebben en met geduld lijden, want dan zal onze belooning overgroot zijn in den hemel. — Of zou het u te veel zijn, voor een licht en kortstondig lijden eeuwig gekroond te worden Heeft Jesus niet moeten lijden, en zoo Zijne glorie ingaan? Jesus is God: dus komt Hem de glorie in eigendom toe; en toch heeft Hij ze eerst willen verdienen; en zou het u te veel zijn, diezelfde glorie welke u niet in eigendom toekomt, door lijden te verdienen? Wat doet een werkman niet om den kost te verdienen ? Hoe veel koude, hitte, vermoeienissen, bitterheden, harde woorden enz., moet hij somtijds hierom niet lijden! En toch lijdt hij alles met liefde, als hij maar iets kan verdienen. O men«eh, zult gij dan niets voor het eeuwige loon des hemels willen lijden? Zult gij deze ziekte, deze pijnen, deze armoede, deze bitterheden niet met liefde verdragen, om eeuwig met Christus in de glorie te zijn?
204
GEBED.
Ja, lieve Jesus, hiertoe wil ik gaarne alles lijden wat Gij wilt. Uiv wil geschiede, uw wil geschiede. Gij hebt zooveel moeten lijden, om uwe glorie binnen te treden; ik wil ook met U lijden, want de knecht is niet beter dan de meester. Dat mijn leven in pijn voorbijga en mijne jaren in geween, als ik U in den hemel maar aanschouwen moge. Gij znlt eens de tranen van onze oogen afdroogen zeggende: Treedt in de blijdschap des Heeren. O Jesus, prent mij deze waarheden levendig in den geest: doe mij begrijpen dat de wereld mijn ballingschap en de hemel mijn vaderland is; geef mij dat ik mijne rust niet in de wereld , maar bij (J zoeke. Ach! of ik eens met ü in de glorie verheven wierde! O zalige glorie, waar de heiligen boven den glans der zon eenwig blinken 7ullen! O Jesus! mijn hart is nu tot alles bereid: want ü bezitten gaat alle geluk oneindig te boven. »0 mijne ziel! indien wij dagelijks vele »pijnen moesten doorstaan; indien wij de »pijnen der hel zelve langen tijd moesten «lijden, om Christus in zijne glorie te «kunnen zien, en met zijne heiligen ver-»eenigd te worden; zou het dan de moeite »niet waard zijn alles wat droevig is te »lijden, om aan zulk goed en zulke glorie »deel te hebben? Ja, lieve Jesus! ü te
205
«•bezitten is oneindig meer waard. Dat »mijn leven dan in pijnen voorbijga en »mijne jaren in geween; dat het bederf »tot in mijne beenderen doordring, als »ik maar rusten moge in den dag van «kwelling.quot; [H. Aüg ]
O H. Moeder Anna, bid voor mij om onder bet geweld van het lijden en van de bekoring niet te bezwijken.
III, Een middel om met vrucht de dagen van beproevingen door te staan, is ons dikwijls te oefenen in de Liefde Gods; want zegt de Apostel in zijnen brief aan de Hebreeuwen: God kastijdt degenen, die Hij bemint. En tot belooning der kastijding zal hij u als kind aannemen; daarom bid ik u om geduldig te zijn in uwe ziekte, en de bitterheden als van God komende, met liefde te ontvangen: Mijn zoon, zegt de Apostel, wil de bestraffing des Heeren niet verwaarloozen, als wilde hij zeggen, dat wij de bestraffingen als weldaden moeten aanzien, en als een kostelijke schat, komende van een goeden Vader, moeten bewaren.
Daarbij komt nog, dat Christus ons met eene onuitsprekelijke liefde bemind heeft, en ons door zijn lijden de teekenen zijner liefde heeft gegeven: immers, alles wat wij in Christus zien, is liefde. Elke wond der geeseling is een teeken van liefde. — Elke doorn in zijn hoofd is een teeken van liefde. — Elke traan, die uit zijn oog vloeit,
206
is een teeken van liefde. — Elke druppel bloed is een teeken van liefde. — De nagels in de handen en voeten zijn teekens van liefde. — Met een woord, alles zegt ons, ziet eens hoe Hij u bemind heeft! En zouden wij Hem dan ook niet beminnen, en Hem onze wederliefde niet betoonen, met graagte alles te willen lijden?
GEBED,
Ja, lieve Jesus, uwe liefde praamt mij tot wederliefde. Wat hebt Gij niet gedaan, om mij uwe liefde te toonen, en om van mij bemind te worden! Als ik uw lijden, uw bloed, uw kruis en uwen schandelijken dood overdenk, hoe zou ik dan nog aan uwe liefde kunnen twijfelen? Ach! hoe spijt het mij dat ik ü in vroeger jaren niet heb bemind! Ik zal nu ten minste deze laatste dagen van mijn leven besteden om U te beminnen. Uwe algoede Voorzienigheid heeft mij nu deze ziekte, dit lijden overgezonden ; ach! of ik met den Apostel Andreas in waarheid konde zeggen: »0 minzaam »kruis! door de ledematen des Heeren »verheerlijkt, zoo lang begeerd, zoo vurig «bemind, zonder ophouden gezocht, en ein-s del ijk aan mijn verlangend hart gegeven; «ontvang mij en geef mij aan mijnen Meester »weder, die mij door ü verlost heeft.quot; O Jesus, uwe overgroote liefde heeft U in
207
alles aan ons gelijk gemaakt. Zij deed U geljjk wij geboren worden, geljjk wij leven, gelijk wij sterven, gelijk wij begraven worden. O Jesus, doe mij de grootheid uwer liefde wel kennen, om uit liefde tot U op mijn ziekbed ook te kunnen lijden. Trek mijn hart van de wereld af, en doe mij bij U in het graf nederdalen; vooral geef mij, dat ik U in mijn hart een nieuw graf bereid make, opdat Gij daar door de H. Communie zoudet komen rusten. O Jesus, uwe liefde was zoo groot, dat Gij ook na uwen dood bij mij wildet blijven, om de spijs mijner ziel te worden. Kom tot mij, lieve Jesus, ontvang mijn hart, maak daar een nieuw graf voor U bereid.
O H. Anna, Moeder der zieken, schenk mij eene vrucht uit uwen hof, dat is, verkrijg mij geduld om de pijnlijkheden dezer ziekte, en al mijn lijden uit liefde voor Jesus te verdragen.
IV. Om uwe ziekte en tegenspoed met geduld te lijden, daal dan soms met uwe gedachten eens neder in de hel. Zie daar die ongelukkige zielen lijden en branden in het vuur der hel; zij waren misschien minder schuldig dan gij. God wil u nu in de wereld kastijden, om u te sparen in de eeuwigheid. O mijne ziel! zullen wij dan niet gaarne lijden in de wereld, om naderhand niet eeuwig te moeten lijden!
208
G £ B £
Heer Jesus, ik werp mij al zuchtende voor IJ neder, om mijne zonden te beweenen, ter welke boeting Gij zoo schromelijke pijnen geleden hebt. Helaas! hoe velen liggen er reeds eeuwig in de hel te branden, die minder dan ik schuldig waren! Hoe vurig wenschen de verdoemden , zelfs maar eenen dag ter boeting hunner zonden te hebben, welken Gij mij nog vergunt; maar deze zal hun nooit meer gegeven worden! Zou ik dan zoo een kostelijken tijd nutteloos laten voorbijgaan? Neen, Jesus, ik wil deze ziekte, dezen tegenspoed met liefde ter boeting mijner zonden aannemen, kap en kerf hier op aarde, doch spaar mij in de eeuwigheid.
H. Moeder Anna, bid voor mij om van de helsche pijnen bevrijd te blijven, en nn met overgeving in Gods wil mijne ziekte en mijn lijden te verdragen.
V. Daal met uwe gedachten ook eens in het vagevuur, en overweeg: dat het lijden daar oneindig grooter is dan hier op aarde; en dat die arme zielen daar niets kunnen verdienen, noch voldoen voor hunne schulden; maar in de wereld is het geheel anders: hier kunnen wij voldoen en verdienen, zoodat het lijden hier veel voor-deeliger is; overweeg dus bij u zeiven dat gij ergens toch voor uwe zonden en
209
schulden moet voldoen: is het dan niet beter dit in de wereld te doen?
Als gij honderd gulden schuldig waart, zoudt gij u dan niet hoogst gelukkig achten, hiervoor te kunnen voldoen, met eiken dag eenen cent te geven dan wel binnen een jaar de volle som te moeten betalen? Welnu, gij zijt om uw zonden veel aan God schuldig, hetgeen gij na uwen dood zult moeten betalen, met zeer veel en zonder verdiensten te lijden; maar nu laat God toe, dat gij hier met weinig te lijden, veel kunt betalen; zult gij dit voorstel niet met liefde aannemen, en gaarne alle smarten lijden, te meer, omdat gij toch later zult moeten lijden, gaarne of niet gaarne?
GEBED.
O ja, lieve Jesus, ik wil deze ziekte, dit lijden, dat Gij mij nu overzendt, met liefde aannemen, om mijne zonden, welke ik hoop dat Gij mij vergeven hebt, te kunnen boeten, en de schulden welke ik daardoor gemaakt heb, te betalen. Ik zal in het vervolg, wanneer mijne ziekte mij des nachts zal beletten te slapen, aan het pijnlijk waken der zielen in het vagevuur denken; wanneer de smarten mij hevig zullen aantasten, dan zal ik denken aan de bittere klachten, welke die lijdende zielen uit het vagevuur doen opgaan; en
210
deze zalige gedachten tegelijk met uwe genade, o lieve Jesus, zullen mij troosten en moed inboezemen om met overgeving in uwen heiligen en aanbiddelijken wil de moelijkheden van mijnen ziekelijken staat aan te nemen.
O H. Anna, leer mij voordeel doen met het lijden dezer aarde, opdat ik hierdoor voor mijne zonden aan Jesus voldoening moge geven.
VI. Klim met uwe gedachten ten hemel, en betracht de heiligen in hunne glorie. In de wereld hadden zij veel te lijden, eenigen waren ziek geheel hun leven lang, anderen waren arm, en leden vrijwillig gebrek; die werden vervolgd en gelasterd om de rechtvaardigheid, dezen leden dooiden marteldood de hevigste pijnen en vergoten hun bloed uit liefde voor Jesus; maar nu zijn zij eeuwig in de vreugde des hemels. Hunne wonden blinken nu glansrijker dan de zon, en zij danken God eeuwig, omdat zij hebben mogen lijden.
O mensch, wilt gij voor een kortstondig lijden ook niet een wig in de glorie zijn?
GEBED.
Ja, lieve Jesus, ik wil nu alles lijden om U eenmaal in de glorie eeuwig te aanschouwen. Ik wil gaarne alle ziekten, bitterheden en tegenspoeden lijden, en zal
211
in alle omstandigheden denken: »het is »een kruis dat God mij toegezonden heeft: »ik zal het uit liefde voor Hem dragen. »Hij zal het mij in den hemel loonen.quot; O! dierbare Jesus, doe mij wel begrijpen dat de wereld mijn ballingschap, en de hemel mijn vaderland is: geef dat ik mijne rust niet in de wereld, maar bij God zoeke. Ach, of ik eens met [J in de glorie verheven werdl O zalige glorie, waar degenen die lijden op aarde, boven de glans der zon eeuwig blinken zullen.
O H. Anna, Moeder van de Koningin der Engelen en Heiligen, bid voor mij om door het lijden de Glorie des hemels te kunnen verdienen.
TE» EERE VAN DE
OM EENEN GOEDEN DOOD.
EERSTE DAG.
groet TJ, o allerheiligste Moeder
Anna, die, met onuitsprekelijken
u troost, de Moeder Gods zonder vlek der erfzonde ontvangen, negen maanden in nwen schoot gedragen, en vol blijdschap aan de wereld gebaard hebt.
Ik groet ü, lieve Moeder Anna, die Haar hebt gevoed, welke in zuiverheid de Engelen overtrof, en van wie de Verlosser der wereld is geboren: Gij hebt Haar met uwen heiligen echtgenoot Joaohim opgevoed, in den tempel aan God geoiïerd, en volgens uwe belofte aan den dienst van God toegewijd.
Ik groet U, waardige Moeder van de Heilige Maagd Maria; van alle eeuwigheid zijt Gij uitgekozen geweest om de Moeder
van Jesus Moeder te zijn; uwe deugdzame levenswijze heeft U waardig gemaakt om glorierijk verheven te zijn in den hemel, waar Gij alle vermogen hebt bij uwe dochter Maria, en bij uwen Kleinzoon Jesus, die ü niets weigeren van hetgeen Gij voor ons vraagt.
Ik groet U, H. Moeder Anna; Gij zijt eene groote voorspreekster dergenen, die D aanroepen en dienen; want Gij neemt hen onder uwe bescherming gedurende dit leven, Gij voorziet in hunne noodwendigheden, verlost hen van alle gevaren, en bezorgt hun de eeuwige goederen des hemels.
Ik groet ü, heilige wortel, waaruit gesproten is die schoone bloem en zoete vrucht, welke hemel en aarde verkwikt, verblijd, en gespijsd heeft. Geen hart is er zoo versteend of het krijgt door U genade en vergiffenis, wanneer het U met betrouwen aanroept; geen hart zoo mistroostig of het ontvangt, wanneer het in zijne benauwdheid zich tot U wendt, troost en opbeuring.
Ik groet U, allermachtigste vrouw, die hen , die ü dienen, rijk vergeldt, zorgvuldig in alle ondernemingen bestiert, en de zondaren tot boetvaardigheid geleidt; Gij toont bijzonderlijk uwe liefde en medelijden aan hen die zich in benauwdheden en bekoringen bevinden; en Gij bezorgt tijdelijken zegen aan allen die zich op U verlaten, en hun vertrouwen op U stellen.
214
Ik groet U, gezegende Moeder Anna, en ben verbljjd om de menigvuldige wonderen, welke Gjj ten allen tijde uitwerkt, zoo dat een ieder in den staat, waarin hij zich bevindt, zich tot ü met vertrouwen mag wenden, om in zijne noodwendigheden naar ziel en lichaam geholpen te worden.
O Heilige Moeder Anna, om de groote macht welke God ü heeft gegeven, toon, bid ik U, dat Gij de moeder, de troosteresse en de voorspreekster zijt van mij, armen zondaar; verzoen mij met mijnen Zaligmaker , dien ik zoo zeer vergramd heb ; Vertroost mij in alle benauwdheid, versterk mij in alle kwellingen; voorzie, als eene moeder, in al mijne noodwendigheden: Verlos mij van alle gevaren, help mij in het uur van mijnen dood, en leid mij tot de vreugde des hemels. Amen.
Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met u , dat uwe genade met mij zij; gezegend zijtGij boven alle vrouwen, en gezegend zij uwe allerheiligste Maagd Maria, uit welke, o allerheiligste Maagd Maria, uw alleredelst en maagdelijk vleesch zonder vlek en zonde is voortgekomen; want het is uit. U, dat Jesus Christus de Zoon van den levenden God geboren is, die leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Jesus, Maria, Anna , kom mij ter hulp, nu en m het uur van mijnen dood. Amen,
215
TWEEDE DAG.
Ik groet ü, allerheiligste Moeder Anna, en verheug mij over de onuitsprekelijke blijdschap, waarmede Gij vervuld waart, toen de Engel 11 boodschapte dat uwe gebeden verhoord waren, dat uwe onvruchtbaarheid in vruchtbaarheid zou veranderen en dat Gij zoudt ontvangen en ter wereld brengen de Moeder van Gods Zoon. Om al dezen troost en blijdschap, welke Gij alsdan gevoeldet, bid ik U, dat Gij ü gewaardiget, als eene goede Moeder en machtige beschermster, mij bij te staan in alle noodwendigheden, mij te vertroosten in droefheid, te versterken in kwellingen, en mijne droefheid in blijdschap te veranderen. Ik bid ü, allerheiligste Moeder Anna, dat Gij mij, door uwe verdiensten en gebeden, de genade van boetvaardigheid verwervet, opdat ik mijne ongerechtigheden moge beweenen, den wortel der zonden en der begeerlijkheid uit mijn harte roeien en vruchtbaar worden in alle goede werken en deugden.
Ik groet U, allerzoetste Moeder Anna, en verheug mij over den troost en zoetheid, waarmede uw moederlijk hart vervuld werd, toen Gij baardet, aanschouwdet en opvoeddet de bloem der bloemen, de Koningin zonder vlekken, die op aarde en in den hemel naast God verheven moest worden. Om
216
al de vertroostingen en de vreugden, welke Gij van deze Koningin der Engelen en Maagd der maagden, uwe allerliefste dochter Maria, ontvingt, bid ik U, dat Gij mij gelievet te ontvangen tot zoon en dienaar; gewaardig ü zorg te dragen voor mijne ziel en lichaam, en verkrijg mij van God vergiffenis van alle mijne misdaden, de sterkte om niet meer te zondigen, een levendig leedwezen en eene waarachtige beternis van leven, opdat ik voortaan in den staat, waarin ik ben. God dienen moge met zuiverheid, ootmoedigheid en liefde, en al mijne werken, genegenheden en begeerten mogen strekken tot Gods eer en mijne zaligheid.
Ik groet U, allerheiligste Moeder Anna, en ben verblijd om het geloof, de godsvrucht en de liefde, met welke Gij in den tempel, aan God de offerande hebt gedaan van uwe allerheiligste en allerzuiverste dochter Maria, voorzeker het schoonste en aangenaamste offer dat ooit in den tempel werd opgedragen. Om de vertroosting en blijdschap welke Gij alsdan in uw hart gevoeldet, bid ik ü, wil mij aan Jesus aanbieden, om, als een nieuw mensch gezuiverd, in genade ontvangen te worden. Bied mij ook aan uwe allerheiligste dochter Maria aan, opdat zij voor mij ten beste spreke bij haren Zoon, om alzoo, onder hare en uwe bestiering geheel mijn leven te kunnen schikken naar den allerheiligsten wil van God.
217
O heilige Moeder Anna, neem mij voor altoos onder uwe bescherming, en verlos mij van de bekoringen , welke mij aanhoudend bestormen: verdedig mij tegen de aanvallen mijner vijanden, opdat zij mij • geene wonden toebrengen : bewaar mij tegen de menigvuldige gevaren, waarin ik mij bevind, opdat ik er niet in verga: en in de laatste uur mijns levens, sta mij dan bijzonder bij, help mij dan met uwe dochter Maria; en, ofschoon ik het onwaardig ben, verstout ik mij Ü te sineeken, beide aan mijn sterfbed te komen, om mij te troosten en te versterken. O heilige Maria en Anna, toont dat Gij waarachtige Moeders en voorspreeksters zijt, verwerft mij de groote genade van eenen zaligen dood; vergezelt mijne ziel, bij het verlaten dezer aarde, naar het oordeel van God, opdat ik door uwe hulp en voorspraak een genadig vonnis ontvangen moge. Amen.
Wees gegroet, enz., bladz. 214.
Jems, Maria, Anna, enz., bladz. 214.
DERDE DAG.
Ik groet U, allerheerlijkste vrouw, heilige Anna, Moeder van de Koningin des hemels, luister en sieraad der getrouwde personen, en troost der weduwen: ik groet U, o waardige en uitverkorene Moeder, die altoos
10
218
met liefde ter hulp snelt diegenen, welke ü dienen, en in nood en benauwdheden hunnen toevlucht tot U nemen.
Ik groet U, allermachtigste vrouw, die door eene bijzondere genade van God, alle bedrukte harten, die U aanroepen, vertroost, en hun niet alleen de eeuwige goederen des hemels bezorgt, maar ook nog als eene zorgvuldige moeder hunne tijdelijke zaken helpt bevorderen.
Ik groet en eer ü, o H. Anna, mijne zoete Moeder en goede voorspreekster; ik bid U, wil mg armen zondaar herstellen in de gunst van uwe dochter Maria, en van Jesus, de gezegende vrucht haars lichaams, opdat ik in alle kwellingen en pijnlijkheden dezes levens hulp moge vinden, en in het bange uur mijns doods bescherming ver-werve tegen den helschen vijand, en genade verkrijge om zalig te kunnen afsterven. O mijne lieve Moeder Anna, vergeet niet dat ik uw dienaar ben, en wil mij om mijne boosheid toch niet versmaden. Ik beken dat mijne zonden en misdaden menigvuldig zijn, maar het is mij nu van harte leed deze ooit bedreven te hebben; en ofschoon ik niet verdien verhoord te worden, zoo neem ik nochtans met volle vertrouwen mijnen toevlucht tot ü, immers ik weet, dat Gij eene goede Moeder zijt, welke het kind dat om vergeving smeekt, niet kan verstooten: verzoen mij dan, allerminne-
219
lijkste Moeder, met mijnen Heer en God, dien ik heb beleedigd, en verlos mij van de straffen welke ik om mijne zonden verdiend heb: verkrijg voor mij den zegen Gods in mijne tijdelijke zaken; maar vooral wil voor mijne ziel zorg dragen. O heilige Moeder Anna, Gjj hebt bij Jesus, den Zoon uwer dochter Maria, een zoo groot vermogen, dat Gij aan zoo vele zondaren genade van bekeering hebt verworven, zou ik dan alleen, die ü voor mijne Moeder verkozen heb, van ü verlaten worden? Neen, Moeder Anna, uw naam alleen, welke genade beteekent, boezemt mij het vaste vertrouwen in, dat Gij voor mij in den hemel bidt, en dan ben ik zeker bij Jesus , genade en barmhartigheid te verwerven. Ja, nu, en in het verschrikkelijk uur mijns doods, zult Gij voor mij zorgen; dan zult Gij komen met Jesus en Maria om mijne ziel tegen de aanvallen van den duivel te beschermen, en haar in de eeuwige blijdschap des hemels te vergezellen. Amen.
Wees gegroet, enz., bladz. 214.
Jesus, Maria, Anna, enz., bladz. 214.
Ik groet ü, o H. Anna, mijne lieve Moeder; ik groet ü, o Moeder dergene,
220
welke den Zaligniakei' der wereld baarde; ik groet ü duizendmaal, en uit geheel mijn hart; Gij zijt de oorsprong van alle goed, want Gij hebt ons geschonken de allerheiligste Maagd Maria, welke ons gaf, de schoonste en zaligste vrucht, Jesus Christus, den Verlosser des menschdoms. O gezegende en vruchtbare wortel, waaruit voor de wereld zoo veel vreugde en zegen is voortgesproten ! O goede Moeder Anna, ik, ellendige zondaar, neem mijnen toevlucht tot ü, en stel mij onder uwe moederlijke bescherming; zie mijne tranen en verwerp mijne gebeden niet; dat de grootheid mijner zonden en ongerechtigheden ü niet af-schrikke, maar schenk mij als naar gewoonte uwe hulp en bijstand; spreek voor mij een woord ten beste bij uwe dochter Maria, welke de toevlucht der zondaren is, en dan zal Jesus, die mijn rechter is, mij genadig zijn. Gij zijt onze Moeder en voorspreekster; welnu, neem dat ambt waar, en dan zal ik zeker vergiffenis verwerven. Verkrijg mij niet alleen de genade om mijne zonden te heweenen, maar ook de sterkte om in het vervolg geene zonden meer te bedrijven, en mijn Zaligmaker Jesus nimmer te vergrammen; vergun mij dat ik uws dochter Maria, Jesus Moeder, altijd moge beminnen en vereeren; dat ik moge deel heoben aan hare weldaden, gebeden en verdiensten, opdat éénmaal ook in mij bewaarheid
221
worde dat een dienaar van Maria niet verloren gaat. O H. Moeder Anna, bestier mij op alle mijne wegen, versterk mij in alle mijne bekoringen, vertroost mij in alle verdriet, zorg voor mij in den nood, en verlaat mij niet in het bange sterfuur. Amen.
O Maria, Moeder van God, om de liefde welke Gij aan uwe heilige Moeder Anna toedroegt, bid voor hen die uwe Moeder vereeren, en bare hulp inroepen.
O heilige Anna, allerzoetste Moeder, wees uwe arme dienaars gedachtig, verkrijg ons vergiffenis van alle zonden, verlos ons van alle gevaren, bescherm ons tegen de vijanden onzer ziel; verkrijg ons de genade, dat wij onze goede voornemens ten uitvoer brengen; verleen ons een waar stichtend en christelijk leven, eenen gerusten en zaligen dood, en ontvang ons in de glorie des hemels bij Jesus en Maria. Amen.
Wees gegroet, enz., bladz. 214.
Jesus, Maria, Anna, enz., bladz. 214.
VIJFDE DAG.
Edele vrouw, H. Anna, met een waar en oprecht kinderlijk hart kom ik u roepen, en mij aan uwe veel vermogende bescherming aanbevelen. Gij ziet en kent de menigvuldige gevaren welke mij omringen; wees toch, smeek ik LT, mijne behoedster, opdat ik in die gevaren niet bezwijke. Gij kent
222
mijne kinderlijke liefde tot ü, omdat Gij m 5 de beste Moeder zijt; üij weet hoe goed het mij doet aan het hart, wanneer ik zie oefen • at anderen ü beminnen; om dit weinige mens ilat ik voor U doe, verleen mij dat ik in ev(j alle mijne bekoringen uwen naam aanroepe,
en U de woorden: II. Moeder Anna, help mvL iw moge toestieren. ^
O H. Anna, toon toch dat Gij voor mij eene heef goede moeder en machtige beschermster naa zijt, te meer, daar Gij mij onder de zonde (; ziet gebukt gaan. Ach, lieve Moeder, bid geIj dan des te meer voor mij; dat het voor ^el ü eene aangename taak zij, mij, ongelukkige,
onder uwe bescherming te nemen. Uwe m0 hulp verwacht ik des te zekerder, omdat ik al mijn vertrouwen in U stel, en mijnen toevlucht tot CT neem, want ik verlang als uw dienaar te leven en te sterven.
O glorierijke Moeder Anna, Gij hebt M bij Jesus alle vermogen. Gij kunt alles v( verkrjjgen van de Koningin des hemels,
Maria is uwe dochter: vergeet toch mij, ellendigen zondaar, niet; wel is waar, ik heb veel kwaad bedreven, maar eene goede Moeder, zoo als Gij weigert geene vergiffenis, wanneer bet kind met een vermorzeld hart om barmhartigheid vraagt.
O allerzoetste Moeder, heb medelijden met mij; bid de goddelijke Majesteit voor my, dan zal ik voorzeker vergiffenis van mijne zonden verkrijgen, en ook de genade
223
omdat Gii
boe goed om 'n toekomende, als een ware leer ik zie c^r's';eni deugden en goede werken te t weinio-p oefenen. Verander mij in eenen nieuwen dat ik i'n mensch gt; dan zal de ondeugd uit mijn hart Unroepe verdreven zijn, en geheel mijne levenswijze help mii' za' stichtend zijn voor den evenmensch.
Dat in het vervolg al mijn vermaak zij mij eene ^em ^610'1111611» ^ie mij van eeuwigheid wrmster bemind, en dat mjjn leven geregeld zij
Ie zonde naar ^ods wet en heiligen wil.
ier, bid O zoete Jesus, ik dank U voor alle de
it voor genaden, welke Gij aan de H. Moeder A.nna ikkio-Q verleend hebt; Gij hebt Haar verheven tot de waardigheid van de Moeder der omdat Moeder des Heeren te zijn, van uit den nijnen hoogen hemel verricht Gij door Hare ng ajs tusschenkomst wonderen en mirakelen: daarom bid ik uw allerliefderijkst Hart, hebt dat zij jegens mij weze eene goedhartige alles Moeder, eene liefderijke beschermster en neJs voorspreekster in dit leven, eu vooral in
mij' het uur van mijnen dood. Amen.
■, ik' O Maria, allerheiligste Maagd, bescherm
lede II10' U, om de liefde welke ik uwe
■gif, heilige Moeder Anna toedraag; kom mij
jejj met Haar ter hulp in alle moeielijkheden
waarin ik mij zal bevinden; snel mij ter Ieij hulp in alle uren van mijn leven, tot dat
)or eens de dag aanbreke waarop ik U en
an uwe lieve Moeder zal mogen aanschouwen
ijg in den Hemel. Amen.
O allerliefste Moeder Anna, zorg voor mij,
224
zoo als eene teerhartige moeder zorgt voor haar kind; verbeter en zuiver in mij alle de begeerten van mijn hart, opdat ik altijd volmaakter leve en uwen Zoon Jesus meer en meer behage; bescherm mij vooral in het uur mijns doods. Amen.
Wees gegroet, enz., bladz. 214.
Jesus, Maria, Anna, enz., bladz. 214.
ZESDE DAG.
O H. Moeder Anna, Gij kent de gevaren welke mij omringen, Gij ziet in welken staat ik mij bevind; ik ben arm aan deugden, ik doe weinig goeds en ben vervuld met kwade genegenheden; daarom smeek ik ü, medelijden te hebben met mijne ellende, en mij uwen krachtigen bijstand te ver-leenen, opdat ik beantwoorde aan het doel mijner schepping, en in den dood niet verloren ga; verwerf mij door uwe gebeden en verdiensten, dat ik een geschikt werktuig worde, om iets ter eere van mijnen almogenden God te mogen verrichten in den loop van mijn leven. De hoovaardigheid, de eigenliefde en ijdelheid heiben plaats genomen in mijn hart, en daardoor heb ik beletsel gesteld aan de goddelijke inspraken. Zuiver mijn hart van dat verderfelijke zaad, en beplant het met de schoone bloem van ootmoedigheid, welke het sieraad der overige deugden is; schenk mij de kennis
225
van mij zei ven, opdat ik in alles nederig en eenvoudig handele, dan zal ik nuttig kunnen zijn voor den evenmensch en behagelijk in Gods oogen.
Helaas! er was een tijd dat mijn hart, mijn wil en mijne genegenheden geheel aan de aarde en derzelver ijdelheden waren gehecht, de liefde Gods was in mijn wereldsch hart versmacht, en het dacht niet aan al de weldaden welke het van den algoeden God had ontvangen. O heilige Moeder Anna, verander in mij die begeerten, verdrijf de zinnelijke en wereldsche liefde uit mijn hart, en ontsteek er in het vuur der goddelijke liefde; dat dit goddelijk vuur mij gansch ontvlamme en verteere, en zich uitwendig vertoonu door het verrichten van alle liefdewerken jegens mijnen evennaaste. De kwade begeerlijkheid heeft mijn hart bedorven, en het onkuisch vuur heeft al de genaden en schoone gaven, waarmede God mij versierd had, vernietigd. O H. Anna, om uwe groote goedertierenheid , kom mij ter hulp, verban uit mijn ongelukkig hart alle gedachten en begeerlijkheden des vleesches, verlos mij van de bittere nasmaak, welke de zonde in mij heeft veroorzaakt. Plant in miine ziel de schoone roos der zuiverheid, die het sieraad is van Jesns' kerk, dan zal ik kunnen versmaden alle de vuile en vergankelijke wellusten van het bedorven vleesch; dan
226
zal ik loopen in den aangenamen geur der kostelijke zalf van mijnen gekruisten Jesus, die alleen in staat is, mijn hart te verzadigen en deszelfs zuivere begeerten te ti voldoen. Help mij, mijne goede Moeder,
en strijd met mij , opdat ik mij, en uit d
vrees en uit liefde Gods, onthoude van de ^ e ongeoorloofde wellusten des vleesch, en g
gedurig arbeide om mijne ongeregelde driften y
te versterven, om alzoo te geraken tot een r
volkomen zegepraal over mijne hartstochten, ^
en eindelijk de kroon te bekomen, welke i
toegezegd is aan hen, die kloekmoedig i
tegen de aanvallen des vleesch en der hel j
zullen hebben gestreden. Sta mij bij in dezen strijd, o allerzoetste Moeder Anna; Gij immers hebt de bloem der maagden ter wereld gebracht, door welke wij alle bekoringen kunnen overwinnen; met deze hulp zal ik al de onzuivere gedachten en begeerten van mij verwijderen; ja, ik zal de sterkte hebben van liever te sterven, dan daarin toe te stemmen. O gezegende Moeder, kom mij met Maria, uwe dochter,
ter hulp; bewaar mijne zuiverheid, opdat ik altoos zonder vlek leve, en in het uur mijns doods de schoone leliekroon der Engelen moge ontvangen. Amen.
Wees gegroet, enz., bladz. 214.
Jesus, Maria, Anna, enz., bladz. 211.
227
O H. Moeder Anna, ik kies U andermaal tot mijne beschermster, en neem mijnen toevlucht tot ü: Gij weet hoe weinige deugden ik bezit, en hoe vol ik ben van ellendon. Trek mij, door de macht en genade welke God U heeft geschonken, uit de diepte mijner ellenden, vernieuw mijn hart en geest, opdat ik in het toekomende een beter leven leide. O mijne lieve Moeder Anna, ik heb een groot betronwen op U, ik stel mijne ziel en mijn lichaam in uwe handen, opdat Jij uiij in alles moget besturen, zoo als Gij weet dat het mij voordeelig is. Ik stel mij onder «we moederlijke bescherming, en beveel ü den loop mijns levens aan. Ontvang mij, o goede Moeder, onder uwe bestiering, toon mij eene moederlijke zorg en genegenheid, waak over mij, help mij door uwe gebeden en verdiensten, genade en barmhartigheid bij God te verwerven, ten einde ik bekome alles wat mij noodig is voor ziijl en lichaam. 0 goede Moeder, bevrijd mij van alle gevaren, en verlaat mij nooit in de moeielijke omstandigheden van mijn leven. Vooral o zoete Moeder, wees mijne middelares bij de goddelijke Majesteit, opdat ik vergiffenis van al mijne zonden, zegepraal over alle mijne kwade genegenheden, een ootmoedig en zuiver hart
224
zoo als eene teerhartige moeder zorgt voor haar kind; verbeter en zuiver in mij alle de begeerten van mijn hart, opdat ik altijd volmaakter leve en uwen Zoon Jesus meer en meer behage; bescherm mij vooral in het uur mijns doods. Amen.
Wees gegroet, enz., bladz. 214.
Jesus, Maria, Anna, enz., bladz. 214.
O H. Moeder Anna, Gij kent de gevaren welke mij omringen, Gij ziet in welken staat ik mij bevind; ik ben arm aan deugden, ik doe weinig goeds en ben vervuld met kwade genegenheden; daarom smeek ik ü, medelijden te hebben met mijne ellende, en mij uwen krachtigen bijstand te ver-leenen, opdat ik beantwoorde aan het doel mijner schepping, en in den dood niet verloren ga; verwerf mij door uwe gebeden en verdiensten, dat ik een geschikt werktuig worde, om iets ter eere van mijnen almogenden God te mogen verrichten in den loop van mijn leven. De hoovaardigheid, de eigenliefde en ijdelheid hebben plaats genomen in mijn hart, en daardoor heb ik beletsel gesteld aan de goddelijke inspraken. Zuiver mijn hart van dat verderfelijke zaad, en beplant het met de schoone bloem van ootmoedigheid, welke het sieraad der overige deugden is; schenk mij de kennis
225
van mij zei ven, opdat ik in alles nederig en eenvoudig handele, dan zal ik nuttig kunnen zijn voor den evenmensch en behagelijk in Gods oogen.
Helaas! er was een tijd dat mijn hart, mijn wil en mijne genegenheden geheel aan de aarde en derzelver ijdelheden waren gehecht, de liefde Gods was in mijn wereldsch hart versmacht, en bet dacht niet aan al de weldaden welke het van den algoeden God had ontvangen. O heilige Moeder Anna, verander in mij die begeerten, verdrijf de zinnelijke en wereldsche liefde uit mijn hart, en ontsteek er In het vuur der goddelijke liefde; dat dit goddelijk vuur mij gansch ontvlamme en verteere, en zich uitwendig vertoone door het verrichten van alle liefdewerken jegens mijnen evennaaste. De kwade begeerlijkheid heeft mijn hart bedorven, en het onkuisch vuur heeft al de genaden en schoone gaven, waarmede God mij versierd had, vernietigd. O H. Anna, om uwe groote goedertierenheid , kom mij ter hulp, verban uit mijn ongelukkig hart alle gedachten en begeerlijkheden des vleesches, verlos mij van de bittere nasmaak, welke de zonde in mij heeft veroorzaakt. Plant in miine ziel de schoone roos der zuiverheid, die het sieraad is van Jesus' kerk, dan zal ik kunnen versmaden alle de vuile en vergankelijke wellusten van het bedorven vleesch; dan
226
zadigen en deszelfs zuivere begeerten te tot
voldoen. Help mij, mijne goede Moeder, to(
en strijd met mij, opdat ik mij, en uit de
vrees en uit liufde Gods, onthoude van de eil
ongeoorloofde wellusten des vleesch, en ge
gedurig arbeide om mijne ongeregelde driften uj
te versterven, om alzoo te geraken tot een m volkomen zegepraal over mijne hartstochten,
en eindelijk de kroon te bekomen, welke ii(
toegezegd is aan hen, die kloekmoedig \)(
tegen de aanvallen des vleesch en der hel ij,
zullen hebben gestreden. Sta. mij bij in a]
dezen strijd, o allerzoetste Moeder Anna; ^
Gij immers hebt de bloem der maagden vi
ter wereld gebracht, door welke wij alle J
bekoringen kunnen overwinnen; met deze c
hulp zal ik al de onzuivere gedachten en t
begeerten van mij verwijderen; ja, ik zal ]
de sterkte hebben van liever te sterven, dan daarin toe te stemmen. O gezegende Moeder, kom mij met Maria, uwe dochter, ter hulp; bewaar mijne zuiverheid, opdat ik altoos zonder vlek leve, en in het uur mijns doods de schoone leliekroon der Engelen moge ontvangen. Amen.
Wees gegroet, enz., bladz. 214.
Jesus, Maria, Anna, enz., bladz. 21 i.
227
O H. Moeder Anna, ik kies ü andermaal tot mijne beschermster, en neem mijnen toevlucht tot U: Gij weet hoe weinige deugden ik bezit, en hoe vol ik ben van ellenden. Trek mij, door de macht en genade welke God ü heeft geschonken, uit de diepte mijner ellenden, vernieuw mijn hart en geest, opdat ik in het toekomende een beter leven leide. O mijne lieve Moeder Anna, ik heb een groot betrouwen op ü, ik stel mijne ziel en mijn lichaam in uwe handen, opdat «ij mij in alles moget besturen, koo als Gij weet dat het mij voordeelig is. Ik stel mij onder uwe moederlijke bescherming, en beveel U den loop mijns levens aan. Ontvang mij, o goede Moeder, onder uwe bestiering, toon mij eene moederlijke zorg en genegenheid, waak over mij, help mij door uwe gebeden en verdiensten, genade en barmhartigheid bij God te verwerven, ten einde ik bekome alles wat mij noodig is voor zkl en lichaam. O goede Moeder, bevrijd mij van alle gevaren, en verlaat mij nooit in de moeielijke omstandigheden van mijn leven. Vooral o zoete Moeder, wees mijne middelares bij de goddelijke Majesteit, opdat ik vergiffenis van al mijne zonden, zegepraal over alle mijne kwade genegenheden, een ootmoedig en zuiver hart
228
verkrijge, en éénmaal de genade om den loop van dit stervelijk leven zoo te voltrekken , dat ik de eeuwige goederen des hemels winne.
O, mijne brave Moeder Anna, ik bon zoo zwak, en word van alle kanten met zoo groot geweld aangevallen, dat ik gedurig in gevaar ben van te bezwijken, daarom bid ik ü, lielp mij, versterk mij, opdat ik niet valle onder de slagen des vijands; ik zou nu liever duizendmaal sterven dan nog eene doodzonde te bedrijven. Wees mijne geleidster op de wegen, die ik op deze aarde nog moet bewandelen, opdat ik God volgens den staat, waarin ik gesteld ben, in alle ootmoedigheid, zuiverheid en liefde getrouwelijk diene. Ik heb het vaste vertrouwen, o H. Moeder Anna, dat ik onder uw geleide, door de stekende doornen der onzuiverheid nimmer zal gekwetst worden, en dat de verfoeielijke wellusten van het vleesch mi) nooit meer zullen verleiden; maar dat ik den rechten weg zal inslaan, en mijn oog altijd op het werk mijner zaligheid gevestigd houdende, zal ik mijn sterfuur met vertrouwen zien naderen, en de haven van zaligheid bereiken. Amen.
Wees gegroet, enz., bladz. 214.
Jesus, Maria, Anna, enz., bladz. 214.
229
Ik groet ü, allergelukkigste Moeder Anna, en verheug mij omdat Gij ter wereld gebracht hebt de schoone bloem, door welker vrucht het menschelijk geslacht zijner zaligheid ontvangen heeft, waardoor alle godvruchtige harten verzadigd worden, en waartoe de zondaren hunnen toevlucht nemen, om met God verzoend te worden; ik bid ü, spreek voor mij bij den Zaligmaker ten beste, opdat ik verkrijge een waar berouw over mijne zonden, en eene volkomene vergiffenis, te gelijk met vruchten van eene zalige boetvaardigheid, sn oprechte beternis van leven.
Ik groet U, heilige Anna, Moeder van de Maagd der Maagden, en bid U, door het dierbaar bloed van Jesus, welken uwe dochter ons heeft geschonken, de menigvuldige vlekken mijner ziel te zuiveren; en mij de genade te verkrijgen, om in het vervolg in zuiverheid des harten te wandelen, opdat mijn Heer en mijn God zich gewaardige in mij te komen en in mij te blijven, en ik nimmer meer van Zijne heilige liefde gescheiden worde.
Ik groet ü, edele vrouw, heilige Anna, om dat Gij gebaard hebt den troost van het menschelijk geslacht, en de Moeder van alle genade en barmhartigheid; ik bid U, zuiver mijn hart van alle onreinheid, en
-om den te vol-ren des
230
versier het met alle genaden en deugden; dan zal ik sterk zijn tegen alle aanvallen en bekoringen des duivels, der wereld en des vleesches.
Ik groet U, gezegende Moeder Anna, omdat Gij haar gevoed hebt, die van alle eeuwigheid verkozen was om te zijn de Moeder van God, de voorspreekster en toevlucht van alle zondaren en bedroefde harten; ik bid ü dat Gij met uwe dochter Maria mijne belangen gelievet ter harte te nemen, en mij de middelen ter zaligheid te bezorgen.
O heilige Anna, bid Jesus, die uit liefde voor ons is mensch geworden in den maagdelijken schoot van uwe dochter Maria dat hij door zijn dierbaar bloed mij zuivere van alle vlekken der zonde, en uit mijn hart wegneme alle kwade genegenheden; dat hij den fJ. Geest over mij doe nederdalen om mij te verlichten, en in alles te bestieren; dat Hij mijnen wil neige, om Zijne heilige inspraken te volgen; opdat ik er nooit aan wedersta, noch mjj l egen zijne goedertierenheiden barmhartigheid verzette. O heilige Anna, mijne goede Moeder, bevredig mij met den Heere Jesus, dien ik zoo dikwerf door mijne zonden vergramd heb; bewaar mijne ziel, opdat zij nooit meer afwijke van den rechten weg; doe haar bloeien en vruchten van allerlei deugden voortbrengen. Bestier al mijne voetstappen,
231
sta mij bij in het sterfuur, en leid mij in de blijdschap des Heeren. Amen.
Wees gegroet, enz., bladz. 214.
Jesus, Maria, Anna, enz., bladz. 214.
NEGENDE DAG.
O edele vrouw, heilige Anna, mijne goede Moeder, ik stel mij onder uwe bescherming; verstoot mij niet om mijne onwaardigheid, maar om uwe groote goedertierenheid bewaar mij van alle gevaren naar ziel en lichaam: sta mij bij in alle mijne noodwendigheden, en help mij als eene getrouwe beschermster, zoo in het leven als in den dood. O barmhartige Moeder, verzoen mij met God, verkrijg mij de vergifienis mijner zonden, de genade van een waar berouw, met het vaste voornemen van mijn leven te verbeteren. O zalige Moeder, bezorg mij de zoetheid en den smaak der inwendige en hemelsche liefde, eene oprechte godvruchtigheid, tranen van berouw, verlichting in mijn verstand, zuiverheid in mijne genegenheden, gerechtigheid in mijnen wil en heiligheid in mijne meeningen. O allerbarmhartigste vrouw, verkrijg mij de volharding in mijne goede voornemens, voorzichtigheid en geregeldheid in al mijnen handel, en maak dat al mijne daden vergezeld gaan met christelijke ootmoedigheid en zuiverheid. Maak, o goede vrouw, dat
232
ik, door uwe gebeden en verdiensten, ter liefde van Jesus geholpen worde, om de wereld met al derzelver ijdeiheid en valsche genoegens te verfoeien, alle de bekoringen van den duivel te overwinnen, alle kwade neigingen en ongeregelde lusten van het vleesch te bedwingen; en mij in liefde tot God, en tot den evenmensch te ontvlammen.
O heilige Anna, mijne lieve Moeder, bewaar mij heden en ten allen tijde van de listen des duivels, en van de strikken der zonden, die mij op alle plaatsen ge-, spannen zijn: verkrijg mij de gezondheid van lichaam en ziel, en bewaar mij tegen allen kwaden raad der menschelijke wijsheid. Ik bid ü, goede Moeder, om de smarten, welke uwe dochter Maria, uit liefde voor mijne ziel heeft doorstaan, en om het bitter lijden van onzen Verlosser Jesus Christus, gelief mij in zijne liefde te bewaren, en mij te helpen om in alles Zjjnen heiligen wil te volbrengen. Sta mij bij, o beste Moeder, in allen nood, want ik beveel mij en mijn leven in uwe handen, en vooral beveel ik ü mijne onsterfelijke ziel in het uur mijns doods, als zij van dit lichaam scheiden zal, opdat ik uit deze wereld moge vertrekken met een waarachtig berouw over mijne zonden, vergezeld van een levendig geloof, vaste hoop, en brandende liefde, en versterkt met de heilige Sacramenten der stervenden. Als mijne ziel van hier
233
zal vertrekken, bescherm haar dan. Ik aanvaard, o goede Moeder, den dood en al de smarten, die mijnen dood zullen vergezellen; ik vereenig ze met de smarten en met den dood van Jesus; gewaardig U, o heilige Anna, deze aan den Zoon uwer Dochter aan te bieden, tot voldoening mijner zonden. Dat Hij het aanneme het offer van mijn leven, hetwelk ik (J verzoek Hem op te dragen, ter liefde van het groot offer, dat uw goddelijke Kleinzoon van zich zeiven op het altaar des kruis heeft opgedragen. Van nu af berust ik, voor het uur van mijnen dood, geheel in uwe moederlijke bescherming, en ik verklaar dat ik wil sterven met de woorden: Heer, dat uw wil geschiede. Amen.
Wees gegroet, enz., bladz. 214.
Jesus, Maria, Anna, enz., bladz. 214.
Drie gebeden om eenen zaligen dood.
M mijne gebiedster, H. Maria, door de buitengewone macht, die God de Vader door zijn alvermogen U verleend heeft, bid ik U, sta mij bij in het nur van mijnen dood en weer alle aanslagen mijner vijanden van mij af. mijne gebiedster, H. Maria, door de buitengewone macht, die God de Vader door zijn alvermogen U verleend heeft, bid ik U, sta mij bij in het nur van mijnen dood en weer alle aanslagen mijner vijanden van mij af.
Wees gegroet, enz.
2, O mijne gebiedster, H. Maria, door de konnis Gods en de wijsheid, waarmede de Zoon Gods ü vervuld heeft, bid ik ü, verlicht en versterk mijne ziel in den doodsstrijd met het licht des geloofs, opdat geene dwaling of onwetendheid haar verblinde of ten verderve voere.
Wees gegroet, enz.
3. O mijne gebiedster, H. Anna, bij de vurige liefde, die de H. Geest ü heeft ingestort, bid ik u, stort mij bij mijnen dood de zoetheid der goddelijke liefde in, opdat ik door dezelve van allen angst bevrijd, en mijn hart met hemelschen troost verkwikt worde.
Wees gegroet, enz.
VAN DE H. MECHTILDIS.
pNBEVLEKTE pNTVANGENIS.
Dit Rozenhoedje bestaat uit eene medaille en drie deelen. Bij elk dier deelen wordt het schietgebed der Onbevlekte Ontvangenis, het Onze Vader, viermaal het Wees gegroet en eens Eere zij den Vader gebeden. Bü de medaille kan men de volgende woorden bidden:
v. O God! geef acht op mijne hulp. k. Heer, haast ü mij te helpen.
Eere zij God den Vader, den Zoon en den H Geest, gelijk het was in het begin en nu en altijd en in de eeuwigheid der eeuwigheden. Amen.
O Maria, zonder zonde ontvangen, bid voor ons, die onze toevlucht tot U nemen.
Vervolgens kan men het volgende gebed bijvoegen.
1. Eeuwige, goddelijke Vader, ik aanbid ü met de diepste ootmoedigheid, en uit den grond mijns harten dank ik ü voor die hoogste macht, waarmede Gij de zalige Maagd Maria, uwe lieve dochter, voor de erfzonde bewaard hebt.
236
Vervolgens bidt men Gezegend zij enz., het Onze Vader, viermaal het Wees gegroet, en „Eere zij den Vader, enz.quot; aan het slot; vóór het Onze Vader echter zegt men:
Gezegend zij de heilige, en onbevlekte ontvangenis van de allerheiligste Maagd Maria.
2. Eeuwige, goddelijke Zoon, ik aanbid Zo ü met de diepste ootmoedigheid, en uit zij den grond mijns harten dank ik U voor de oneindige wijsheid, waarmede Gij de zalige Maagd Maria, uwe ware en zoete moeder, voor de erfzonde bewaard hebt.
Vervolgens bidt men Gezegend zij enz. met de andere gebeden, zooals boven.
3. Eeuwige, goddelijke Geest, ik aanbid ü met de diepste ootmoedigheid, en uit den grond mijns harten dank ik ü voor de onmetelijke liefde, waarmede gij de allerheiligste Maagd Maria, uwe reinste bruid, voor de erfzonde bewaard hebt.
Vervolgens bidt men Gezegend zij enz. met de andere gebeden, als boven. Aan het slot kan men bidden:
Allerheiligste Drievuldigheid, ik aanbid U met de diepste ootmoedigheid en uit den grond mijns harten dank ik ü voor het uitsluitende voorrecht, hetwelk gij aan de gezegende en roemwaardige Moeder der H. Maagd, de H. Anna verleend hebt,
terwijl zij de eenige onder alle moeders was ,
welke heeft V
c
van vruc 100 van gevi bov 300 die bid eer en te He
237
1
welke aan de wereld een kind geschonken heeft, dat geheel van de erfzonde vrij was.
Vervolgens kan men driemaal Eere zij God den Vader enz. bijvoegen.
Aflaten.
Zoo dikwijls men de woorden: «Gezegend zij de heilige en Onbevlekte Ontvangenis van de allerheiligste Maagd Mariaquot; godvruchtig en rouwmoedig herhaalt, wint men 100 dagen Aflaat, of volgens vergunning van Leo XIII, den 10 Sept. 1878, 300 dagen in geval men Moeder Gods er bijvoegt. Daarenboven beeft Pius IX, den 9 Juni 1852 300 dagen Aflaat verleend aan dengenen die dit kransje met een rouwmoedig hart bidt en een vollen Aflaat aan hen, die het eene geheele maand lang godvruchtig bidden en na waardig gebiecht en gecommuniceerd te hebben, bidden tot intentie van Zijne Heiligheid.
liet kransje moet door een daartoe macht hebbenden priester gewijd zijn.
enz., het sgroet, en slot; vóór
)evlekte Maagd
mbid t den ' het -n de der ebt, ras,
DE II. ANNA, beschermster in tijdelijke zaken.
^ieginaldus, kapellaan van Zijne Majesteit den koning van Hon-garië, verhaalt in het jaar 1074 het volgende wonder gezien te hebben. In eene stad van Hongarijij met naam Nicesië, leefde een edel jongeling, wiens naam was Emmerigh; zijne ouders hadden hem groote rijkdommen nagelaten, welke hij in zonden en buitensporigheden verkwistte. Als hij nu door zijn buitensporig gedrag tot den bedelstand vervallen en van allen was verlaten, ondernam hij eene bedevaart naar den H. Jacobus van Compostella. (Van zijne kindsheid af, had hij eene bijzondere gods vrucht tot dezen heiligen, alsook tot de H. Moeder Anna gohad.li Op zijne lange reis werd hij op zekeren dag bijzonder bedroefd, en zich tot de uiterste armoede gebracht ziende, werpt, hij zich op zijne knieën néér en begint met warme tranen God om vergiffenis te bidden; zijne handen ten Hemel verheffende, roept hij
239
uit: »0 Vader in den Hemel, ik heb zwaar »gezondigd tegen U, en ben niet waardig smeer uw kind genoemd te worden. Vèr-ïtrouwende nochtans op Uwe overgroote ibarmhartigheid, bid ik U mij in deze sdroefheid ter hulp te willen komen, ik sbeloof ü mijn leven te verbeteren, en ü »in het vervolg in alles getrouw te dienen.quot; Nauwelijks had hij dit ootmoedig gebed gesproken, of de H. Jacobus verschijnt hem in eene pelgrimskleeding, en gelast hem zijnen toevlucht tot de H. Moeder Anna te nemen, swant, zegt hij, zij is de moeder -gt;der bedrukte harten, en kan niemand ver-sstooten, die zijnen toevlucht tot haar 5neemt; zij zal voor u bij haren Kleinzoon »Jesus ten beste spreken, en door hare svoorspraak zult gij uit uwe noodwendigsheden verlost worden.quot; Als de jongeling | nu vroeg op welke wijze hij de H. Anna het beste zou vereeren, zegde de H. Apostel hem: »Alle dinsdagen zult gij met een «vermorzeld hart en met groot vertrouwen »tot harer eer drie Onze Vaders en drie » Wees gegroeten bidden, en voor haar beuld gt;een licht ontsteken;quot; daarop verdween I de H. Jacobus. De jongeling begon deze godvruchtigheid te oefenen, en werd in vele gevaarlijke omstandigheden van zijne reis op eene zichtbare wijze door de H. Anna beschermd. Eindelijk kwam hij aan het Hof van den koning van Hongariti, bekwam
240
aldaar eene bediening, welke hem zoo voordeelig was, dat hij op korten tijd een groote fortuin vergaderde. Nu keerde hij naar zijne stad terug, betaalde al zijne schulden, veranderde zijn huis in eene kapel ter eere van de H. Anna, wekte allen op tot vertrouwen op deze goede moeder, en verspreidde alom de dinsdagsche godsvrucht tot de H. Anna. Toen hij zeventig jaren oud was, werd hij ziek; op het einde van zijn leven verscheen hem de H. Anna, vergezeld van Jesus en Maria; en in dit zalig gezelschap gaf hij zijne ziel over aan zijnen Schepper.
De H. Kerk noodigi de Christenen uit, om de bescherming der H. Anna in hunne tijdelijke ondernemingen af te smeeken. Wij mogen dit met des te meer vertrouwen doen, wanneer wij, in geval de goddelijke Voorzienigheid ons met tijdelijke welvaart zou begunstigen, het voornemen maken, deze ter eere Gods en ter liefde van den evenmensch wel te gebruiken, zoo als Anna ons hiervan het voorbeeld gaf.
Anna Catharina Emmerich zegt in het boek Leven van de H. Ma age XXXVIII: jgt;De ouders van Maria waren welhebbende 3gt; lieden. Zij leefden slechts arm uit eenen i.geest van versterving, en om meer aal-smoezen te kunnen geven. Alzoo at Anna, »ik weet niet meer hoe langen tijd, niets «anders dan koud voedsel. Doch aan hunne
241
shnisgenooten gaven zij alles in overvloed, »en deden hun zelfs nog geschenken.quot;
Vragen wij dan, met die zuiverheid van meening, aan de H. Anna den zegen des Kemels over onze tijdelijke ondernemingen j en bezittingen, en gebruiken wij hiertoe 1 de volgende oefeningen :
Gebeden om tijdelijken zegen.
ü heilige vrouw, en waardige Moeder Anna, gij zijt het begin van ons geluk, want gij hebt gedragen en voortgebracht het Tabernakel der allerheiligste Drievuldigheid , door welker goedheid en milddadigheid ons alle goed toekomt. O Anna gezegend zijt gij, want nooit was er een vrouw aan u gelijk. Gij hebt ons gebaard de Moeder des Scheppers van Hemel en aarde: Hemel en aarde moeten u loven, eeren en prijzen, alle harten moeten u beminnen, alle knieën moeten zich voor u buigen, en u eer bewijzen: alle tongen moeten u lof en dank spreken met Maria uwe dochter, dewijl uit Haar Jesus Christus, ^ die alles geschapen heeft en alles bestiert, , geboren is. Wij smeeken ü dan, o heilige Vrouw, voorzie in de noodwendigheden waarin wij verkeeren.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie zij den Vader, enz.
11
242
Ik verheug mij met U, o glorierijke Anna, over de blijdschap, welke uw hait vervulde, toen God zich gewaardigde, na de veertig iaren, welke gij m vasten en bidden had doorgebracht, u van de schande van onvruchtbaarheid te verlossen, met U te verkiezen om de Moeder te zijn dergene, die de Bruid van den H. Geest genoemd wordt; nedergeworpen aan ^ voeten, smeeken wij u, verkrijg ons bij God dat Hh de gebeden, welke wij Hem toesturen, verhoore, en de goede werken zegene, welke wij verlangen ter zijner eer en tot welziin van den evennaasten te verlichten.
Onze, Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie zij den Vader, enz.
Ik verheug mij met U, o glorierijke Anna, over de onuitsprekelijke vreugde, welke gij gevoeldet op het oogenbhk dat de ziel van de allerzaligste Maagd Maria zich in uwen schoot met haar zuiver lichaam vereenigde. Wij smeeken U ootmoedig, dat gij ons door uwe krachtige voorspraak bij God gelievet te beschermen, om van allen tegenspoed bevrijd te blijven, en den dauw des Hemels over ons te doen nederdalen. Dit vragen wij met vertrouwen,
243
omdat Jesus ons geleerd heeft te bidden:
Geef ons heden ons dagelijhsch brood.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie zij den Vader, enz.
IV.
Wij verhengen ons met ü, o glorierijke Anna, om de blijdschap, waarvan uw hart overstroomde, toen Gij uwe dochter Maria ter wereld bracht. Zij immers is de schoone dageraad, die de Zon van rechtvaardigheid, Jesus Christus, den Verlosser van het menschdom, aan de wereld gaf. Ootmoedig aan uwe voeten neergeknield, smeeken wn ü, verkrijg ons bij de Goddelijke Voorzienigheid dat onze tijdelijlce ondernemingen gezegend worden, om door een matig gebruik daarvan God eer te kunnen geven, en onze lijdende broeders te ondersteunen!
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie zij den Vader, enz.
Wij verheugen ons met U, o glorierijke Anna, over den troost welken Gij in den tempel ontvingt, toen de Opperpriester aan uw kind den naam van Maria gaf: deze naam immers beteekent Ster re der zee. Wij werpen ons voor uwe voeten neder, en smeeken ü dat Gij ons op de onstuimige zee dezer wereld bewaret tegen alle ongelukken , dat wij het schip onzer zielen
244
veilig mogen bestieren, en, beladen met vele deugden en goede werken, in de haven der gelukzalige eeuwigheid binnen leiden.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie zij den Vader, enz.
VI.
Wij verhengen ons met U, o glorierijke Anna, om de groote blijdschap, welke uw hart moest gevoelen, toen gij het geluk hadt Maria, uwe dochter en onze Koningin te mogen opvoeden, te bezitten en tegen uw hart te drukken. Wij bidden u, dat gij ons van die goddelijke Moeder, onze middelares bij God, moogt bekomen haren krachtigen bijstand, opdat zij, voor zooveel het Gods eer toelaat, en aan de zaligheid onzer ziel niet hinderlijk zij, onze tijdelijke bezigheden der wereld zegene, en dezelve tot eenen gelukkigen uitslag brenge O goede en zorgvuldige Moeder Anna, indien zulks aan uwe dochter Maiia en haren Zoon Jesus behagelijk ware, leer ons dan den voorspoed der wereld wel en nuttig gebruiken, naar het schoona voorbeeld dat gij met uwen heiligen man Joachim ons hebt gegeven.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie zij den Vader, enz.
VII.
Wij verheugen ons, o glorierjjke Anna,
245
over den onuitsprekeljjken troost, welken gij gevoeldet, toen Gij met uwe eigene oogen aanschouwen mocht den aan de wereld beloofden Verlosser Jesus Christus, Die uit uwe beminde dochter Maria werd geboren. Voor uwe voeten neergeworpen, smeeken wij U, dat Gjj dien Beslierder van het heelal gelieyet te vragen, dat Hij die moeielijke zaak, welke mij zoo zeer aan het hart ligt, doe gelukken, opdat ik de eer daarvan aan Hem geve, en door mijne liefdewerken jegens den evenmensch, het werk mijner zaligheid verzekere.
Ome Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie zij den Vader, enz.
VUL
Wij verheugen ons met U, o glorierijke Anna, over de gelatenheid en de tevredenheid met welke gij de boodschap van uwen naderenden dood ontvingt, en wij smeeken U, om het voorrecht, hetwelk gij hadt van in de armen van Jesus en Maria te sterven dat gij ü gewaardigdet ons in onze laatste uur met hen bij te staan, en in onze overtocht naar de eeuwigheid van onze zielen bezit te nemen.
Ome Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie zij den Vader, enz.
IX.
Wij verheugen ons met [J, o glorierijke
246
Anna, om den vrede en het geluk, dat gij in den Hemel geniet, niet alleen omdat snj in den Hemel zoo zeer verheven zijt, maar ook omdat God uwe gebeden zoo gemakkelijk verhoort, en omdat wij door uwe voorbidding de uitmuntendste genaden kunnen verkrijgen; wij smeeken ü dan ootmoedig dat gij uwe alvermogende voorspraak tsn onzen voordeele gelievet te gebruiken en voor ons den zegen Gods over onze tijdelijke zaken af te smeeken, voor zooveel zulks niet strijdt tegen Gods eer of nadeelig is voor onze zaligheid, verkrijg ons ook verduldigheid om de moeielijkheden van dit leven te verdragen, sterkte inde kwellingen en benauwdheden; een levendig geloof, eene vaste hoop, en eene brandende liefde jegens onzen Heer Jesus Christus; eindelijk verkrijg ons, dat wij na onzen dood met U het geluk mogen genieten, Hem in den Hemel eeuwig te aanschouwen en te beminnen. Amen.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Glorie zij den Vader, enz.
IAAT ONS BIDDEN.
Heer, dieü gewaardigd hebt uwe dienares de H. Anna, tot de uitmuntende waardigheid van Moeder der gelukzalige Maagd Maria, uwe Moeder, te verheffen, geef ons, bidden wjj ü, dat wij door haar voor oeeld en
247
deugd versterkt, altoos een nuttig gebruik mogen maken van de aardsche goederen, welke uwe vaderlijke goedheid ons op hare voorbede zal gelieven ta schenken, opdat wij, na ü hier op aarde met Anna getrouw gediend te hebben, ons met haar mogen verheugen in de wellusten des Hemels. Amen.
Rozenhoedje van de H. Anna.
Dit Rozenhoedje, dat men zeer voordeelig bidden kan ter verkrijging van tijdelijken zegen, bestaat uit driemaal Onze Vader enz., en vijftienmaal Wees gegroet Maria, enz. Den eersten keer leest men eenmaal Onze Vader, enz., met vijfmaal Wees gegroet Maria, enz., ter eere van Jesus: den tweeden keer ter eere van Maria, den derden keer ter eere der II. Anna; en men herhaalt na eiken Wees gegroet de drie namen Jesus, Maria, Anna.
Dankzegging voor de ontvaugene iveldaden.
ü loven wij, o gezegende Moeder Anna, tJ eeren wij, o sieraad der vrouwen.
ü prijzen alle schepselen, o lof der weduwen, o zekere hoop en machtige hulp der onvruchtbaren-
ü vereert de aarde als het tabernakel der dochter van het eeuwig leven.
248
U looft de Kerk als het schoon paleis der Moeder van den Zoon Gods.
U beschouwt de Hemel als een zuiver verblijf der bruid van den K. Geest.
ü beminnen al de Engelen des Hemels.
ü roepen de Cherubijnen en Serafijnen toe: Wees gegroet, wees gegroet, wees gegroet! o, vrouw van glorie.
Vol zijn Hemel en aarde van de zoetheid uwer genade.
Gij zijt de Moeder van de Koningin der Engelen.
Gij zijt de Moeder van de Koningin der Patriarchen.
Gij zijt de Moeder van de Koningin der Profeten.
Gij zijt de Moeder van de Koningin der Apostelen.
Gij zijt de Moeder van de Koningin dei-Martelaren.
Gij zijt de Moeder van de Koningin der Belijders.
Gij zijt de Moeder van de Koningin der Maagden.
Gij zjjt de Moeder van de Koningin van alle Heiligen.
Gij zijt de Moeder van de Koningin zonder vlek ontvangen.
Wees gegroet, edele palmboom, wiens vrucht de wereld zoo lang verlangd beeft.
Wees gegroet, heilige aarde, die voort-
249
paleis bracht den vlamtnenden braambosch, de
znivere Maagd Maria.
iuiver Wees gegroet, schitterend firmament,
waaruit opgerezen is de morgenster, om mels. hen te verlichten, die in de schaduwe des fijnen doods gezeten waren.
wees Wees gegroet, vruchtbare wijnstok, wiens
rank de genade instort, en de zielen in zoet- höt Vagevuur ter hulp komt.
Wij zondaren, bidden u, o zalige Moeder i der hèlp ons hij Jesus, onzen Zaligmaker, die ons met zijn dierbaar bloed verlost heeft. [ der Maak dat wij met de Heiligen mogen
geloond worden in de eeuwige glorie, der Maak dat wij mogen verdienen altijd
goedertierend getroost te worden, der O goede, o glorierijke, o godvruchtige,
o barmhartige, o beste Moeder Anna. der v. Gezegend zijt gij onder alle vrouwen.
r. En gezegend is de vrucht u ws lichaams der Maria.
ler Gebed tot de H. Anna.
O God, die u gewaardigd hebt, aan de an H. Anna de genade te verleenen, de Moeder
te worden van haar die uwen eenigen Zoon 'ln i heeft gebaard, verleen ons goedgunstig dat wij hare gedachtenis eerende, door hare 'ls bescherming bij U mogen worden geholpen
ƒquot;• in onze tijdelijke noodwendigheden. Amen.
ïzifanic fer ecrc pan . van Loretfe.
eer, ontferm ü onzer.
VwcTÏ Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm ü onzer.
God, Heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God , ontferm
U onzer.
Heilige Maria, bid voor ons.
H. Moeder Gods,
H. Maagd der Maagden,
Moeder der Goddelijke genade, ^
Beminnelijke Moeder, Bewonderenswaardige Moedor,
251
Moeder des Scheppers, bid voor Moeder des Zaligmakers, Allervoorzichtigste Maagd, Eerwaardige Maagd,
Lofwaardige Maagd,
Machtige Maagd,
Goedertierene Maagd,
Getrouwe Maagd,
Spiegel der rechtvaardigheid. Zetel der wijsheid,
Oorzaak onzer blijdschap. Geestelijk vat.
Eerwaardig vat,
Schoon vat van godsvrucht. Geheimzinnige roos.
Toren van Uavid,
Ivoren toren,
Gulden huis,
Ark des verbonds.
Deur des hemels,
Morgenster,
Behoud der zieken,
Toevlucht der zondaren, Troosteres der bedrukten.
Hulp der Christenen,
Koningin der Engelen,
Koningin der Aartsvaders, Koningin der Profeten, Koningin der Apostelen, Koningin der Martelaren , Koningin der Belijders, Koningin der Maagden,
252
Koningin van alle Heiligen, bid voor ons. Koningin zonder erfzonde ontvangen, bid voor ons.
Lam Gods, dat de zonden der wereld
wegneemt, spaar ons, Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld
wegneemt, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm ü onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlucht, heilige Moeder Gods! versmaad onze gebeden niet in onzen nood; maar verlos ons van alle gevaren, o gezegende Maagd, v. Bid voor ons, H. Moeder Gods. r. Opdat wij mogen waardig worden der beloften van Christus.
GEBED.
Wij bidden ü. Heer, stort uwe genade in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des Engels de menschwording van Christus, uwen Zoon, gekend hebben, door zijn lijden en kruis lot de glorie der verrijzenis mogen gebracht worden. Door Christus onzen Heer. Amen.
ILifame fof liet H. fe^ari oan Maria.
JV^^deer, ontferm U onzer.
V^DvT Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, Vader der hemelen, waar Gij woont, ontferm ü onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God, heilige Geest, ontferm U onzer.
Heilige Drievuldigheid , één God, ontferm D onzer.
Hart van Maria, allerzuiverst van uwen oorsprong, verwerf ons de genade dei-goddelijke liefde.
Hart van Maria, vol genade ,* verwerf ons genade der goddelijke liefde.
Hart van Maria, gezegend boven alle harten, verwerf ons de genade der goddelijke liefde.
Hart van Maria, levende beeld van het H. Hart van Jesus, verwerf ons de genade der goddelijke liefde.
254
Hart van Maria, voorwerp van het welbehagen van Jesus, verwerf ons de genade der goddelijke liefde.
Hart van Maria, afgrond van ootmoedigheid.
Hart van Maria, zetel van barmhartigheid,
Hart van Maria, fornuis der goddelijker liefde, |
Hart van Maria, oceaan van goedheid, S Hart van Maria, spiegel van de goddelijke 03 volmaaktheden, g
Hart van Maria, waarin het bloed van 'M Jesus Christus, de prijs onzer verlossing, S' gevormd is, aq
Hart van Maria, dat, door uwe vurige » verlangens, de zaligheid der wereld amp; verhaast hebt, ^
Hart van Maria, dat voor de zondaars ® genade verkrijgt, aQ
Hart van Maria, door de woorden van Jesus g, Christus met bitterheid vervuld, % Hart van Maria, met den gekruisten Jesus^: aan het kruis gehecht, agt;
Hart van Maria, met Jesus Christus in tr: het graf gedaald, gj
Hart van Maria, bij de verrijzenis van ® Jesus Christus, een nieuw leven aannemende ,
Hart van Maria, bij de hemelvaart van Jesus Christus, met eene onuitsprekelijke vreugde overladen,
255
Hart van Maria, dat bij de nederdaling van den heiligen Geest, eenen nieuwen overvloed ven genaden ontvingt, verwerf ons de genade der goddelijke liefde.
Hart van Maria, troost der bedrukten, verwerf ons de genade der goddelijke liefde.
Hart van Maria, toevlucht der zondaren, verwerf ons de genade der goddelijke liefde.
Hart van Maria, hoop en schuilplaats van allen, die ü toegenegen zijn, verwerf ons de genade der goddelijke liefde.
Hart van Maria, hulp en steun der stervenden, verwerf ons de genade der goddelijke liefde.
Hart van Maria, vreugd en wellust dei-Engelen en Heiligen in den hemel, verwerf ons de genade der goddelijke liefde.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-wereld , verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-wereld, ontferm ü onzer, Jesus.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
GEBED.
O oneindige goede God! die voor de
zaligheid der zondaars en voor de toevlucht der bedrukten, aan het vlekkelooze
256
Hart van Maria eene heilige gelijkenis van liefde en barmhartigheid met het aanbiddelijke Hart van uwen goddelijken Zoon verleend hebt; maak dat wij, de gedachtenis vierende van dat beminnelijke en altoos heilige Hart, door zijne verdiensten, een hart mogen aannemen, volgens het Hart van Jesus. Dit verzoeken wij, door Jesus Christus zei ven, die met ü leeft en heerscht, in de eenheid van den heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm ü onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God, heilige Geest, ontferm ü onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.
H. Maria, onbevlekte Maagd, bid voor ons. H. Maria, Moeder Gods ,
H- Maria, Bruid van den H. Joseph, H. Joseph,
Helper en waar beeld van Maria, Ht Goede Herder van het Lam Gods, ^ Leidsman van Jesus in de vlucht, o Bestierder der Vleesehgeworden Wijsheid, ° Volmaakt voorbeeld van gehoorzaamheid, g Getrouwe bewaarder van den hemelschen £quot; schat,
Beschermer der maagdelijke zuiverheid van Maria,
eer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm ü onzer Heer, ontferm ü onzer.
258
Herbergier van een reizenden God, bid
voor ons.
Schitterende lelie van Zuiverheid, Werktuig van den grooten Raad, Voedstervader van Hem, die alles spijzigt. Werkman, verhevener dan de Koningin, Pleegvader van den Zoon Gods,
Die Jesus op uwe armen hebt gedragen. Verlosser des opgeofferden Verlossers, Die den redder der wereld gered hebt, ET! Beschermer der menschen, ^
Die in alles met Gods welbehagen over- g eenstemdet, ^
Maagd, Bruidegom der Moedermaagd, g Vol ijver voor de zaligheid der zielen, Squot; Allerzuiverste in liefde.
Allernederigste in ootmoedigheid.
Die door den H. Geest zelf regtvaardig
zijt verklaard,
Man naar Gods hart.
Getrouwe en wijze dienaar.
Medehulp van Maria,
Lam Gods, dat de zonden der wereld
wegneemt, spaar ons. Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld
wegneemt, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer.
v. Bid voor ons, H. Joseph.
k. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
259
GEBED.
Wij bidden ü, Heer Jesus, dat Gij ons door de verdiensten van den zuiveren Bruidegom uwer heilige Moeder wilt ver-leenen, hetgeen wij door ons zei ven niet kunnen verkrijgen, Gij die God ziende, met den Vader in de eenheid des heiligen Geestes leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
pENADEN EN ^ELDADEN VERLEEND AAN DE VEREERING DER HEILIGE NAMEN VAN JOACHIM en ANNA.
wie eene bijzondere godsvrucht heeft voor de H. Maagd en Moeder Gods Maria, gevoelt ook altijd eene bijzondere genegenheid voor hare heilige en glorierijke ouders Joachim en Anna; want de Christenen zijn wel overtuigd dat het Maria even zoo aangenaam en bevallig is, dat men hare onders eere en love, alsof men haar zelve eerde en loofde. Immers, gelijk Maria hare ouders eert en bemint als het eerste begin naast God van haar bestaan; zoo kan zij ook niet nalaten diegenen te beminnen, en met weldaden te begunstigen, die hare ouders beminnen en eeren, en vooral hen, die hunne heilige namen vereeren en loven. Dit toonde de H. Maagd {Leo in coron. sanctor senno de S. Anna) in eene veropenbaring aan de H. Gertrudis. Deze groote ziel zag op zekeren dag, in opgetogenheid des geestes, de Engelen van den Hemel afdalen, die in het midden der koor.
261
waar men de getijden zong, eenen heerlijken troon brachten. In dien luisterrijken troon was de H. Maagd, als eene koningin vol van Majesteit, gezeten; naast deze zat in eenen anderen troon van heerlijkheid een eerbiedwaardige grijsaard, in wiens handen zi) al de gebeden en smeekingen der Reli-gieusen, die haren troon naderden, neerlegde. De troon, waarin de glorierijke Maagd Maria zat, was de H. Anna, en de grijsaard de H. Joachim. Daardoor wilde de H. Maagd ons doen verstaan, wanneer wij willen verkrijgen: gezondheid, heiligheid, vruchtbaarheid , deugd, edelmoedigheid, zachtmoedigheid , voorspoed, geduld, met een woord, al wat wij verlangen, dat wij met vertrouwen moeten naderen tot dien troon van genade, en ons werpen aan de voeten van den H. Joachim, om door Hem in alle onze noodwendigheden geholpen te worden. Welke genaden en barmhartigheden zullen ons niet geworden door de verdiensten van deze heilige namen, en door de voorspraak der voorouders van Jesus de bron der genade, en der ouders van de Moeder aller barmhartigheden? De H. Colleta kende zeer wel dezen schat. Chronic. S. Francisc. Port. 3. lib. 3. cap. 13), en daarom had zij zoo groote godsvrucht tot deze heilige namen, dat zij geen dag liet voorbijgaan, zonder dezelven aan te roepen. Zij ontving dan ook de belooning voor deze hare god-
262
vrucht, want Joachim en Anna verschenen haar op zekeren dag in de stad Besancjon, omgeven van luister en heerlijkheid, en verzamelden in eene vaas van het fijnste goud al de eerbewijzingen en lof, welke zij ter hunner eer had geoefend, en offerden deze met de andere Heiligen van het hemelsche hof, aan de Goddelijke Majesteit op. Dit wist ook Christophorus, een der eerste leerlingen van den H. Franciscus {Chronic. S. Franc. Tom. 1); hij had eene zoo groote godsvrucht tot de H. Anna, dat het scheen als hadde hij geen hart of tong, dan om haren Naam te loven; hij werd ook waardig bevonden, dat zij hem verscheen, om hem in de oefeningen zijner godvruchtigheid te troosten. En wat zal ik zeggen van de onvergelijkelijke genade, welke de gelukzalige Beneventa van Oostenrijk bekwam, aan wie de H. Anna, om de liefde te beloonen, welke zij de heilige namen van Joachim en Anna toedroeg, verschenen is, op den arm dragende hare dochter, de H. Maagd Maria, welke zij haar gaf om te omhelzen, en aan haar hart te drukken. (Razsius in vitis SS. Orde. S. Dominici.)
Nicolans Alexis van de orde der Paters Predikheeren ontving eene bijzondere gunst des Hemels ter belooning zjjner godsvrucht tot de heilige namen van Joachim en Anna, welker gedachtenis hij alle dagen, bij het sluiten van zijne getijden, hield. Hij stierf
263
als een heilige, in het vaste vertrouwen van met hen deel te hebben in de glorie des Hemels. [Razzius item.] Ach, hoe goed en voordeelig is het dan niet den H. Joachim en de H. Anna te dienen, en hanne heilige namen te vereeren, vermits zij zoo groote genade voor ons verkrijgen, en zoo vele gunsten en weldaden uitstorten over hen, die hen bemint en liefheeft.
Godvruchtige oefeningen Ier cere van de H B. Jiamen Joachim en Anna, om hunne zegeningen over ons af te sneeken.
O edele stammen van Jesse, glorierijke Joachiua en Anna, vol goedheid en medelijden jegens hen, die U aanroepen, om de kracht uwer heilige namen, smeek ik ü mij in dezen nood bij te staan; en om de vreugde, welke gij genoten hebt, wanneer de Engel Gabriël ü de blijde tijding bracht,: dat gij de Vader en Moeder zoudet zijn der H. Maagd en Moeder Gods Maria, verlost mij uit deze droefheid des harten, waaronder ik gebukt ga.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.
O glorierijke echtgenooten, H. Joachim en Anna, mijn hart verheugt zich, wanneer ik uw heilige namen mag noemen. Ik bid u, om de vreugde, welke gij genoten
264
hebt, wanneer g|j de H. Maagd Maria in uwe armen droegt, verlost mij van dezen zwaren last des gemoeds... welke mij drukt, opdat ik alles met eene zuivere meening ter eere Gods en ter zaligheid mijner ziel verrichte.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.
O zalige echtgenooten Joachim en Anna, gelijk deThijmbloem alle welriekende geuren afgeeft, zoo zijt gij ook vol van deugden. Uw naam immers, o Joachim, beteekent Bereiding des Heer en, en de uwe, o Anna wil zeggen Genade: om de vreugde, welke gij genoten hebt, in de opvoeding der H. Maagd, bid ik u ootmoedig om deze gunst, dat gij mij gelievet te bevrijden van alle kwellingen, opdat ik mij beter zoude kunnen bereiden voor de genade Gods en mij dezelve meer waardig make.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.
O heilige echtgenooten Joachim en Anna, Adam en Eva hadden voor ons het Paradijs gesloten en de hel geopend; maar door uwe gezegende dochter, de H. Maagd Maria, is ons weer de Hemel geopend geworden, en om ons arme zondaren zijt gij de vader en moeder van de moeder van Jesus, onzen Verlosser, geworden. Om de waardigheid en verhevenheid uwer heilige namen, en vooral
265
om de blijdschap welke gij genoten hebt, als gij uwe beminnelijke dochter op uwen schoot zettet, gedenk mijner, bid ik u, opdat ik bewaard blijve van alles wat mijne ziel en mijn lichaam zou kunnen schadelijk wezen.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.
O uitmuntende echtgenooten Joachim en Anna, voorbeeld voor de getrouwden, van zuiverheid en ware liefde jegens elkander; om de schoonheid uwer heilige namen, en om de vreugde welke gij genoten hebt, wanneer gij uwe heilige dochter in den tempel aan God opoft'erdet, bid ik U mij bij te staan, opdat ik mij als een aangenaam reukwerk van deugden aan God moge aanbieden; en mij ter liefde Gods en ter verheerlijking uwer heilige namen te bewaren van alle benauwdheden en kwalen naar 'ziel en lichaam.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.
O beminnelijke echtgenooten Joachim en Anna, ouders van Maria, uwe luister en uwe verhevenheid overtreft alle grootheid en luister van alle vaders en moeders, welke ooit op aarde verschenen zijn en ooit zullen verschijnen; hoe zou ik n, na Joseph en Maria, waardig kunnen loven en eeren ? In waarheid, alles zou ver beneden uwe
12
266
verdiensten en grootheden zijn, daarom verneder ik mij voor U, en verklaar mij onmachtig om U naar verdienste te kunnen loven; ik smeek U alleen om de glorie uwer heilige namen, en om de vreugde, waarvan uwe harten vervuld waren, als gij in uwen geest voorzaagt, dat uwe dochter den Zoon Gods onder Haar hart zou dragen, dat gij mij tegen alle bekoringen gelievet te bewaren, opdat ik God en mijne naasten volmaakter moge beminnen.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.
VII.
O edele echtgenooten Joachim en Anna, welriekende bloemen van het hemelsch bloemperk, o versierd met alle glorie en macht, om uwe glorie, welke gij in den Hemel geniet, en om het vertrouwen op uwe heilige namen, smeek ik U teerhartig dat het ü moge behagen mijne gebeden en verzuchtingen te aanhooren, en mij den noodigen bijstand te verkrijgen voor deze zaak;... Maar vooral vraag ik U, gelukzalige Voorouders van Jesus, verkrijg mij bij uwen Kleinzoon een waar berouw over mijne zonden, opdat ik in het vervolg, volgens zijnen heiligen wil levende, zalig moge sterven, om eenmaal met Hem, met uwe heilige dochter Maria en met ü eeuwig in den Hemel vereenigd te zijn.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.
Lofzang ler cere vac de H. Hoeder Anna.
i.
Zangera.
Moeder Anna! luid en blij
Moet ook u mijn loflied rijzen; Moeder van Gods Moeder, gij
'k Moet uw nieuwe glorie prijzen. Schittert op de dochter eer,
't Straalt ook op de Moeder weer.
Allen.
Moeder Anna! luid en blij
Moet ook u mijn loflied rijzen; Moeder van Gods Moeder, gij
'k Moet uw nieuwe glorie prijzen. Schittert op de dochter eer, 't Straalt ook op de Moeder weer.
Zangers.
Ver reeds, als de lichtstraal schiet.
Vloeit van duizend dankb're tongen 't Nauw verkondigd zegelied:
't Wordt door de Engelen meegezongen 't God'Iijk stil geheimenis | ,.
Dat in u voltrokken is. ( 13'
Allen. Moeder Anna, enz.
268
Zangers.
Wonder zonder wederga!
Vlek'loos hebt gij haar ontvangen Door uws Heeren heilgena
't Kind dat ge aan uw hart mogt prangen Anna! ja alleen uw kind quot;1 ^
Is aldus door God bemind! ƒ
Allen.
Moeder Anna, enz.
Zangers.
En ik zou niet luid en blij ü in uwe dochter prijzen!
Moet niet aller eeuwen rij
't Loflied voor u op doen rijzen?
Wie is als uw vlek'loos kind? 1 ^ Wie ooit heeft als zij bemind? j
Allen,
Moeder Anna, enz.
Zangers.
Van uw dochter zonder smet.
Straalt de weerglans op u neder: Keert, o Anna! uw gebed
Tot haar Zoon ooit vrucht'loos weder? Moeder van Gods Moeder, gij 1 ^ Bid dan, Anna! bid voor mij. j
Moeder Anna, enz.
Ach! dierbare Jesus! Gij noodigt mij uit tot uw H. Gastmaal; Gij wacht mij met uitgestrekte armen; Gij neigt uw hoofd om mij den kus van vrede te geven; zie dan, o Jesus, ik kom tot ü, ik kom om ü te ontvangen; ik kom om ü eene woonplaats in mijn hart aan te bieden; maar ach ! o Jesus, voor U zijn zelfs de hemelen niet zuiver; ik sidder, Heer Jesus, denkende aan mijn zonden; doch wees mij genadig, ik smeek ü door uw eigen vleesch en bloed wisch mijne zonden uit, zuiver mijne ziel van al hare vlekken, en gewaardig dan dat ik tot U nader. O hoe zoet zal voor mij dat oogenblik zijn, waarop ik ü, o goedertieren Jesus, op mijne tong zal ontvangen en teeder aan mijn hart zal drukken! Kom dan, o Jesus! reikhalzend verlang ik naar U, Gij zijt mijn troost, mijne hoop, mijn toeverlaat, mijn al: Ach! indien ik U bezit, dan ben ik rijk genoeg; o dan benijd
270
ik niemand. Wanneer, mijn Jesus, mijn dierbare Jesus, mijn eigendom is, rust Hij in mijn hart, dan bezit ik een schat die mij niet kan ontroofd worden. Ach Jesus! Jesus! allerliefste Jesus, waarom vertraagt Gij nu nog? ik snak naar het oogenblik waarop Gij tot mij wilt komen. Mijn eenigste wensch is met U, o Jesus, vereenigd te worden en met ü te leven in eeuwigheid.
Kom dan, mijn God! verberg mij niet langer uw aanschijn: mijn hart en mijne ziel zijn voor ü bereid: ik schenk ze U alleen: ik draag ze U op, minnelijke Zaligmaker, neem dezelve genadig aan, reinig ze meer en meer en ontvlam dezelve door eene liefde gelijk aan die der Serafijnen.
Gelukkig oogenblik, daar is mijn Jesus! daar komt Hij uit zijne H. Tabernakelen, daar is mijn geluk, mijn troost, mijn schat, mijn zielespijs. Jesus, Jesus, ik kom: wijk ver van mij al wat mij nog zoude kunnen beletten Hem te gemoet te snellen. En Gij, o heilig Zoenoffer, mijn God, mijn eenigste hoop voor het leven en in den dood, wees gegroet, ontferm ü mijner, kom in mijn hart.
271
Ik heb mijnen Jesus ontvangen, mijn wensch is vervuld, ik ben gelukkig. Mogt ik nu ontbonden worden en zoo met Christus, dien ik in mijn hart draag, komen te verscheiden? Weg nu wereld, weg met alle uwe bedriegelijkheden weg, weg ver van mij, neen, gij moogt mij mijnen Jesus niet rooven. Hem moet ik bewaren, niet waar, o Jesus? ü heb ik vast, ü bezit ik, ik zal [J niet loslaten, o neen, Jesus, ik laat ü niet los; o, Gij z:jt zoo zoet voor mij, wat ben ik toch gelukkig ü te bezitten. Laat voortaan anderen hunne driften volgen, ik, mijn lieve Zaligmaker, ik wil slechts ü alleen volgen, ik wijd mij geheel aan uwen dienst, ik draag mij geheel aan ü op, wel verzekerd dat, wanner ik ü heb en behoud, ik dan waren rijkdom, reine vreugd en waar genoegen smaken zal, zoo wel in dit leven als na den dood. Nu dan, o Jesus lief, wees mijn erfdeel in eeuwigheid. Amen.
welke na elke gelezen Mis gebeden worden.
Driemaal het »Wees gegroetquot; enz. — Vervolgens eenmaal :
Wees gegroet, o Koningin, Moeder van Barmhartigheid;
Ons leven, onze zoetheid en onze hoop, wees gegroet.
Tot ü roepen wij, ballingen, kinderen van Eva.
Tot ü smeeken wij, zuchtend en wee-nend in dit dal van tranen
Daarom dan, onze Voorspreekster, ach sla op ons uwe zoo barmhartige oogen.
En toon ons, na deze ballingschap, Jesus de gezegende vracht uws lichaams.
0 goedertierene, o meédoogende, o zoete Maagd Maria.
v. Bid voor ons, H. Moeder Gods.
r. Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.
LAAT ONS BIDDEN.
O God, onze toevlucht en onze kracht, verhoor de godvruchtige gebeden Uwer Kerk, en geef dat wij door de voorspraak der glorierijke en onbevlekte Maagd en Moeder Gods Maria, van den H. Joseph, van uwe gelukzalige Apostelen Petrus en Paulus en alle Heiligen, datgene met der daad mogen verwerven, wat wij in de tegenwoordige behoeften ootmoedig yrageu. Door denzelfden Christus onzen lieer. Amen. 300 dagen Aflaat. (Leo XIII, 6 Jan. 1884.
Bladz.
Geschiedenis van de H. Anna en van
den H. Joachim.......
Het Moederschap der H. Anna. , . De H. Anna heeft het verdiend de moeder der onbevlekte Maagd Maria
te worden.........
De Vaders der griekseh-katholieke kerk leeren, dat de H. Anna de eer van haar roemrijk moederschap verdiend
heeft...........
De verdiensten der H. Anna namen op wonderbare wijze toe na de ontvangenis der H. Maagd......
Door de opoffering van Maria in den tempel hebben de fi.H. Anna en Joachim de hoogste verdienste verworven . Mirakelen geschied door de voorspraak der H. Anna. — Een huisgezin gezegend en tegen brand beschermd . Een schip op zee tegen storm bewaard.
Blinden genezen . '.......
Dooven en stommen krijgen het gehoor en de spraak weder......
5 10
14
21
30
35
39
40
42
43
II
Bladz.l
Kreupelen en lammen genezen . . .
Genezing van koorts......
Koningszeer en kanker genezen. . . Stuiptrekkingen, krampen, vallende
ziekten genezen.......
Steen, breuken, pijn in de ingewanden
genezen..........
Een dochtertje tegen eenen val bewaard Bescherming tegen razernij .... Bescherming tegen een onrechtvaardig
vonnis..........
Buitengewone weldaden door de H.Anna bewezen aan de Eerw. Moeder Anna
van den H. Augustinus.....
Morgengebed. — Lof en dankzegging.
Voornemen..........
Gebed om de goddelijke genade . . Aanbevelingen aan de H. Maagd Maria.
Aan den Engelbewaarder.....
Aan de H. Moeder Anna.....
Verwekking der drie goddelijke deugden Avondgebed van den H. Alphonsus de
Liguori..........
Dinsdaagsche Mis ter eere van de
H. Anna..........
Gebeden voor en na de Biecht. . . Gebeden voor en na de H. Communie. Dinsdaagsch Lof ter eere van de
H. Anna..........
Kleine Getijden der H. Anna . . . Begroetingen der H. Anna ....
51
53
55 |
56 |
57
57
59 62
63
64
65
66 66 67
69
71
85 90
99 106
115 l Li
Ill
Bladz.
Gebeden tot de H. A.nna voor den
Dinsdag..........120
De Zeven Groetenissen tot de H. Anna 126 Novene ter eere van de H. Anna,
Moedei-van de Allerheiligste Maagd 131 Litanie ter eere van de H. Anna. . 136 Litanie ter eere van den H. Joachim 138 Litanie tot den Allerheiligsten Naam
Litanie van het Ji. Hart van Jesns 145 Kruisweg ter verkrijging van eene
Zeven gebeden van het Lijden van
De H. Moeder Anna, Patronesse der
Christelijke Huisgezinnen. . . . 176 De H. Anna, troost der getrouwden 184 De H. Anna, moeder der zieken. . 190 Negendaag-'che oefening ter eere van de II. Moeder Anna, om eenen
Drie gebeden om eenen zaligen dood 234 Rozenhoedje van de Onbevlekte Ontvangenis . . . ;.....235
De H. Anna, beschermster in tijdelijke
Litanie ter eere van O. L. Vr. van
Litanie tot het H. Hart van Maria. 253
Bladz 46 | |
49 | |
. |
51 |
de |
53 |
en |
55 |
rd |
56 57 |
g |
57 |
59 62
63
64
65
66 66 67
IV
Bladz
Litanie van den H. Joseph. . . .25 Gebeden en weldaden verleend aan de vereering der heilige namen
Joachim en Anna......26(
Godvruchtige oefeningen ter eere van de heilige namen Joachim en Anna, om hunne zegeningen over ons af
te smeeken........26
Lofzang ter eere van de H. Moeder
Anna.....
Gebeden voor en na de H. Communie 06