V- -f
3 a uj.' quot; - / ■ 'v ,. V ^ •. ' W W / , * '
'. '-V#:'' • '' v •■• v
^ 'rfr
IÜR. LEESZ
'v Pp®
REPERTORIUM
01» DE
KOLONIALE LIÏTEKAÏÜUR,
1595—1865.
quot;S^sn-E'T TE UTRECHT
\ ^ ^ quot;quot;quot; ^ t j 9 (i H 7 5 - Co i
\i
OP DE
OF
VAN HETGEEN VOORKOMT OVER DE
(beoosten de Kaap)
IN MENGELWERKEN EN TIJDSCHRIFTEN,
van 1595 tot 1865 uitgegeven IN NEDERLAND EN ZIJNE OVERZEESCHE BEZITTINGEN.
DOOR
in leven Commies bij het Dep. van Koloniën.
TEE PERSE BEZORGD DOOR
n
BIBLIOTHEEK DER
~\i: CN *
IViRSnOT |
t (- H T
U i
AMSTERDAM, P. N. VAN KAMPEN amp; 'ZOON. 1880.
T W E E 1) E D E E L.
III. HKT BESTUUR.
IV, DB WETENSCHAP,
BIBLIOTHEEK RIJKSUNIVERSITEIT
i .' r k o c l i r
INDISCH AARDRIJKSKUNDIG GENOOTSCHAP,
te Samarang in 1879 opgericht,
WORDT DIT WERK BIJ ZIJNE VOLTOOIING
DOOK
. . - ..
tv,,
KePSSS^SSMFlTO
quot;
Bij het voltooücn van Lot Tweede Deel van dit werk wenseh ik met een woord van verontschuldiging de reden op te geven, waarom dit Eepertorium zoo lang onder handen moest blijven. Tien jaren toch zijn verloopen, sedert ik aan den arbeid toog, en mij ontfermde over het nagelaten Handschrift van den ijverigen Hooykaas. Met vele belangstellenden overtuigd van het gemak, dat zulk een werk kon geven, bejammerden wij het, dat de vrucht van zoo groote inspanning opgeborgen zou worden in eenc bibliotheek, en zoo goed als ongebruikt zou blijven liggen; de behoefte aan een vertrouwbaren gids in het doolhof van duizenden artikelen over Koloniale aangelegenheden in Nederduitsche tijdschriften en mengelwerken verspreid, was zoo vaak door ons gevoeld, dat wij, ondanks eenige onvolkomenheden in de bewerking en in weerwil van verschil van gevoelen over aaideg en indeeling van het geheel, dit Handschrift wenschten gedrukt te zien; de beoefening der Koloniale geschiedenis zou daardoor, naar onze vaste overtuiging, ten zeerste bevorderd worden. De arbeid werd verdeeld, om dien spoediger tot een eind te brengen; maar door ziekten en dood van medewerkers ontstond telkens zulk een langdurig oponthoud, dat ik besloot in plaats van de leiding der uitgaaf, waartoe ik mij verbonden had, de taak geheel op mij te nemen, waardoor tevens meerder eenheid in de bewerking der verschillende afdeelingen werd verkregen. Had ik dit alles vooruit geweten, hoogst waarschijnlijk had ik mij het lot van het Handschrift niet aangetrokken, want het was mij slechts vergund mijne snipperuren, met terzijdestelling van beter en aangenamer werk, hieraan te besteden. Had de Heer Hooykaas met denzelfden ijver en opoffering van tijd zijn werk ter perse mogen leggen, de druk was in de helft van den tijd afgeloopen, en dit was vooral voor een Kegister, dat slechts tot het jaar 18G5 loopt, zeer gewenscht geweest. Maar de bewerking voor den druk bleek veel meer tijd en inspanning te kosten, dan waarop aanvankelijk gerekend was. De Heer Hooykaas had bij de afge-schrevene titels slechts dc hoofdafdeeling en de eerste onderafdeeling aangegeven, ik moest dus alle 21373 titels lezen om ze naar gelang van de vele onderwerpen ver-
VOORRKDE.
der te splitsen en tot de fijnere iudeeling over te gaan, hetgeen vaak een waar hoofdbreken was ; meer dan eens moest ik de volgorde en groepeering halverwege gekomen weder wijzigen. Bovendien had de voorzichtige bewerker uit zucht tot duidelijkheid den inhoud van elk artikel omschreven, en wel zoo breed, dat deze moest worden ingekort, ten einde de omvang van het boek niet te groot en de prijs te buitensporig zou worden; een poging om deze bekorting aan een ander op te dragen, beantwoordde volstrekt niet aan de verwachting.
Nadat ik de eenentwintig duizend titels had verdeeld en geschikt, opgeplakt en genummerd, gaven de drukproeven buitengemeen veel oponthoud. De drukfouten in een gewoon boek te verbeteren moge vervelend en tijdroovend zijn, van deze eindelooze reeks citaten was het nazien van al die cijfers en verkorte titels eene meer dan gewone geduldsbeproeving en inspanning; veel meer uren dan ik berekend had, heb ik aan dit geestdoodende werk moeten opofferen. Gelukkig hebben de Heeren P. A. Tiele en H. C. Rogge, ofschoon niet meer in Leiden woonachtig, mij hun gewaardeerde hulp in deze niet onthouden, en hebben Dr. W. Palmer van den Broek alhier en de Heer P. A. Leupe te 'sGravenhage op menige misstelling en onregelmatigheid mijne aandacht gevestigd, die ik anders over het hoofd zou hebben gezien; ik bied hun daarvoor mijn oprechten dank aan. Niet door hen, maar door den drukker, die in een andere stad woonde en mij slechts als het hem gelegen kwam, scheen te willen helpen trots alle beproefde aansporingen, is een kostbare tijd tussehen het zetten en afdrukken van elk half vel verloren gegaan.
Meer dan eens werd ik in verzoeking gebracht, om het woord te verbreken, dat ik aan de Weduwe van den vroegontslapen bewerker van dit Koloniaal Repertorium had gegeven, toen HEd. de merkantiele bezwaren tegen de uitgave van zulk een lijvig boek had uit den weg geruimd; meer dan eens ontzonk mij de moed om het werk af te maken, door vele verdrietelijkheden op den langen weg telkens tegengehouden; maar ik heb tot den einde volgehouden en het boek voltooid, omdat het een doelmatige gids is, die de beoefenaren van welken tak ook der Koloniale litteratuur tal van vergeten en verscholen bijdragen aan de hand zal doen, waarvan zij anders geen kennis zouden dragen. Een woord van waardeering voor den ijver van den verzamelaar, die zijn inspanning |met den dood bekocht, vinde hier zijne plaats naast een woord van hulde aan haar, die de kosten van den druk dezer 1400 bladzijden hielp bestrijden!
Of het een volmaakt werk is, dat is een andere vraag; liever had ik gezien, dat de ijverige bewerker zich niet had laten verleiden om alle kleine bijzonderheden, die in een of ander artikel voorkomen, te vermelden; met de wetenschappelijk geordende lijst van titels van alle bijdragen over de Koloniën in Nederlandsche tijdschriften was men reeds voldoende gebaat; men moet de begeerlijkheid niet uitstrekken tot
VITI
VOOUKEDE.
iets dat op een bladwijzer van een ander boek gaat gelijken. Korte aanwijzingen, in plaats van lange verhandelingen of uitgewerkte stukken, zal men vaak op de aangehaalde plaats vindon; ik moet met nadruk de gebruikers van dit werk waarsehu-wen voor deze teleurstelling; maar ik durf tevens hun de verzekering geven, dat zulk een korte aanwijzing bij menig onderzoek van nut kan zijn, want zij zouden ze anders niet hebben gekend, omdat zij verborgen zijn in andere stukken, waar men ze niet zou zoeken; de vermelding daarvan is inderdaad van belang, als b. v. die van de archiefstukken, Nquot; 19055 volg. Hooykaas had met prijzenswaardige stiptheid bij elk artikel opgegeven of het den tekst van een missive b. v. bevat, dan wel of het slechts die missive vermeldt, maar die aanwijzingen meende ik kortheidshalve te mogen weglaten.
Ook de indeeling had anders en wellicht beter kunnen zijn, maar de Heer Hooykaas was door verschillende omstandigheden tot deze ietwat traditioneele splitsing gekomen. Liever had ik b. v. alles omtrent de Oost Indische Compagnie bijeen willen vinden, terwijl deze over tal van afdeelingen is verspreid; maar zulk eene omwerking was ten eenenmale ondoenlijk. Door alle artikelen op hun juiste plaats in de eenmaal aangenomen indeeling te brengen, is ook de afdeeiing Geschiedenis tot minder titels teruggebracht dan men zou verwachten, maar de bijdragen van de Ontdekkingen zijn bij de Eeizen geplaatst; zoo is bij het Bestuur gebracht al wat betreft de betrekkingen met vreemde Mogendheden in Europa of met de Vorsten en Volken in Aziü, en zoo zijn alle Expedities bij het Krijgswezen te vinden. Het was mijn plan door eenige verwijzingen aan het nadeel van deze inrichting te hulp te komen, zooals ik het deed in het „Eepertorium van bijdragen betreffende de Geschiedenis des Vaderlandsquot; in 1863 en 1872 uitgegeven, maar mijne pogingen faalden, daar de Heer Hooykaas sommige artikels twee of driemalen had afgeschreven om elk in de desbetreffende afdeeiing te plaatsen; er was dus geen plaats voor verwijzingen in den aanleg van het boek, en hoe ver hij met liet herhalen der titels is gegaan, kon ik niet onderzoeken.
Om aan de min gebruikelijke indeeling van Hooykaas te gemoet te komen, had ik een Alphabetisch Register van plaatsnamen en van de schrijvers der artikels aan dit werk willen toevoegen, maar het bleek dat dit een te grooten omvang zou krijgen, en hetgeen erger was, dat het herhaald terugkeeren van dezelfde namen zulk een lange reeks van cijfers ten gevolge had, dat het Register minder bruikbaar zou worden. Daardoor vervalt het toegezegde Vijfde ötuk, dat behalve de Alpha-bethische Registers van personen, van plaatsen en van zaken, ook een Lijst zou bevatten der dagteekeningen van Besluiten, Publicatiën, Plakaten, Traktaten en andere offieicele Stukken. Voor deze laatste ontbrak mij de volledige bouwstof bij nader onderzoek, en bovendien de opgewektheid om die te gaan verzamelen. Ten einde
IX
VOORREDE.
evenwel iets te geven, plaatste ik achter liet werk de lijst van alle hoofd- en onder-afdeelingen in alphabetiselie orde met opgaaf' van het eerste artikel der groep waartoe het behoort. Met dit eenvoudige hulpmiddel meen ik de gebruikers van dit Repertorium zeer gebaat te hebben.
En wat betreft in ij n aandeel aan dit werk, ik ben overtuigd de volmaaktheid op verre na niet te hebben bereikt; zonder twijfel zal er verschil van gevoelen zijn met de Heeren Koloniale Specialiteiten over de gekozen volgorde of de gevolgde groepeering; het schijnbaar ontbreken van titels kan niet aan mij ten laste gelegd worden, wel die fouten en vergissingen, waaraan een vreemdeling in Koloniale litteratuur zich zoo licht kan schuldig maken. Vriendelijke terechtwijzing zal mij welkom zijn, want ook van mijn arbeid geldt ten volle het woord, dat do Heer Hooykaas boven zijn plan van bewerking had geschreven:
Neem het zooals het is.
Niet zooals het wezen kon.
X
En nu ten slotte de wensch uitgesproken, dat het niet zal blijven bij dit Repertorium, hetwelk met de litteratuur van 1865 eindigt, maar dat er onder een of anderen vorm een Vervolg zal verschijnen, dat hierop aansluit, doch zich tot onze Koloniën bepaalt, maar kan het zijn, met toevoeging van a 11 e tijdschril'lartikelen, ook van vroeger, in buitenlandse he bundels gedrukt. Moge een der Koloniale Genootschappen onder leiding van Dr. Wijnmalen, dezen wensch ten uitvoer brengen! Reeds heeft de ijverige Secretaris van het Koninklijk Instituut in zeker opzicht de taak van den Heer Hooykaas overgenomen, door diens verzameling van 5700 titels van boekbeoordeeling voor dit Eepertorinm bestemd, te verwerken voor eene Koloniale Bibliographic, welke van zijne hand wordt te gemoet gezien. Wat de Indische bronnen betreft zal hij zeker naar wensch worden bijgestaan door het Indische Aardrijkskundig Genootschap onder leiding van den Heer A. J. ten Brink. Met raad en daad zulk eene onderneming te steunen zal mij zeer aangenaam zijn.
Leiden, October 1880. Dr. W. N. nu R I E U.
van het
van uet
Titel. bi/,.
L Het Bestuur dek Koloniën in Europa,
A. Onder de O. I. Compagnie.
Octrooi, Bewindhebbers, Participanten, Achteruitgang
en lledres............................10501—10G50 3.
B. Van 1795 tot 1815 ......................10651—10665 33.
C. Sedert 1815.
Staten Generaal, Min. v. Kol., Raad v. Kol., Kol. Staatk. 10666—10789 35,
De Engelsche O. I. Compagnie..............10790—10806 34.
II. Betrekkingen met Vreemde Mogendheden. . . . 10807—11315 35,
III. De Hoose Regering in Indiü.
A. Stelsel van Bestuur......................11316—11379 85.
B. Instructies en Reglementen..................11380—11431 89.
C. Dc Gouverneur-Generaal....................11433—11515 94.
D. Raden van Indië enz........................11516—11646 101.
Engelsch Indië enz........................11647—11653 108,
xii o v e r z i c ii t,
IV. Betrekkingen met Oostersciie Vorsten en Volken.
Azië................. 11(553—12647 109.
Australië................ 12648—126B3 173.
Afrika................. 12654—12664 173.
12665—12766 174. 12767—12975 183.
V. Inlandsch en Gewestelijk of Plaatselijk Bestuur.
A. Europeesch Bestuur
B. Inlandscli Bestuur.
VI, Ambtenaren en Beambten.
A. Tijdens de O. I. Compagnie........ 12976—13514 196.
B. Ambtenaren in deze eeuw.
Benoemingen, Eadikaal, Personalia, Begrooting,
Wachtgeld, Pensioen.......... 13515—13603 227.
VII. Regtswezen.
A. Onder de O. I. Compagnie.
Resoluties, Statuten, Plakaten, Strafzaken, Burg. zaken 13604—13674 234.
B. In deze eeuw.
Geschiedenis, Regters, Organisatie, Burgerl. Regt,
Handelsregt, Regtsvordering, Strafregt, Regtswezen op de Buitenbezittingen, Idem van de Inlanders,
Militair Regt, Verslagen en Statistiek .... 13675—13922 241. _ C. Inlandsch Regt.
Hindoesch, Chineesch, Mahomedaansch, Javaansch,
Maleisch Regt............ 13923—14008 259.
D. Engelsche Kolonies en Strafkolonies...... 14009—14038 265.
E. Leden van de Regterlijke Magt....... 14039—14218 267.
VIII. Financiën.
A. Onder de O. I. Compagnie.
Onderstand, Leeningen, Heffingen, Belastingen, Regten 14219—14467 278.
B. In deze eeuw.
Algemeen, Na 1815, Beheer en Verantwoording,
Begrooting, Belasting, Verpachting, Landrente, In-
en Uitgaande Regten, enz..................14468—14846 306.
0. Buiten Ned. Indiö......................14847—14879 322.
IX. Heerendiensten..........................14880—14942 335.
X. Waterstaat en Publieke Werken.
A. In Ned. Indië.
Personeel, Bouwkunde, Spoorwegen, Telegraphen . 14943—15128 340.
B. Buiten Ned. Indië.
Kanalen, Kanaal van Suez, Spoorwegen, Telegraphcn 1B129—i5169 354,
XI. Geneeskundige Dienst.
A. In Ned. Indië.
Geneeskunde, Geneeskundigen, Genecsmiddolen, Geneeskundige Gestichten.........1B170—15360 357.
B. Buiten Ned. Indië............ 15361—15391 373.
XII. Krijgswezen.
A. Te Land.
Onder de O. I. Compagnie........ 15392—15457 379.
Offieieren, Leger, Nederl., Vreemde, Inlandsehe Soldaten, Werving, Kleeding, Diseipline, Traktement,
Verlof, Pensioen, Kavallerie, Artillerie, Expedities,
Belooningen............ 15458—15847 379.
B. Ter Zee.
Onder de O. I. Compagnie.
Kapiteins, Scheepsvolk, Zeeroovers...... 15848—15908 407.
In deze Eeuw.
Personeel, Materieel, Zeeroovers....... 15909—16031 412.
C. Krijgswezen van andere Volken....... 16022—16063 420,
I. Godsdienstwetenschap.
A. Niet-Christelijke Godsdienst.
Heidenen en Hindoes......................16064—16144 427.
Boeddhisten, Dweeperij, Plegtigheden, Tempels.
Parsis..........•..........16145—16287 431.
Joden................................16288—16289 438
Mahomedanen......1................16290—16322 438'
Bijgeloof, Plegtigheden, Pelgrims, Priesters .... 16323—16365 440.
B. Christelijke Godsdienst.
1. Zending en Christendom......... 16366—17120 443.
2. Bijbelgen wtsehappen.......... 17121.—17150 491.
Bijbelverspreiding, Tractaatjes....... 17151—17183 493.
XIV OVERZICHT,
„ Titel.
II. Ondeiuvijs.
A. In Europa............... 17184—17383
B. In Indië............... 17284—17323
Ned. Indie: Onder de O. I. Comp....... 17324—17345
In deze eeuw: Leesboeken, Onderwijzers,
Indische Kinderen, Eadikaal, Middelbaar Onderwijs, Geneesk. Onderwijs, enz. . . 17346—17533
III. Kunsten en Wetenschappen.
A. Algemeen................ 17534—17535
I. Kunsten: Beeldende Kunsten, Toonkunst, Tooncel 17536—17568
II. Wetenschappen........................17569—17670
Statistiek............................17671—17696
B. Instellingen en Genootschappen.
I. Muzea, Verzamelingen, enz......... 17697—17748
II. Genootschappen en Maatschappijen..... 17749—17922
C. Taal- en Letterkunde.
Algemeen, Japanseh, Chineesche Talen, Siamsch, Ti-betaansch, Tartaarsch, Sanskrit, Indostanisch, Ben-gaalsch, Malabaarsch, Singaleeseh, Arabisch, Mada-gascarsch, Maleisch, Bataksch, Lampongsch, Soen-daneesch, Kawi, Javaansch, Madureesch, Balisch,
Dajaksch, Banjareesch, Fonnosaanseh, Talen van Celebes, Alfoersch, Moluksche Talen, Bimaneescli,
Timorecsch, Nieuw-Guineesch, Hottentotsch . . . 17923—18313
-----'Overleveringen en Legenden......... 18314—18397
Inscripties............... 18398—18432
Nederlandseh in Azië........... 18433—18443
D. Fraaije Letteren.
I. Gedichten.............. 18443—18603
II. Verhalen en Anecdoten 1)........ 18604—19039
IV. Geschiedenis.
A. Archieven.
I. A.rchiefwezen............. 19040—19054
II. Archiefstukken............ 19055—19185
B. Chronologie.............. 19186—19313
C. Oudheden............... 19313—19374
I). Historiepenningen, Zegels.
I. Gedenkpenningen........... 19375—19409
II. Zegels en Wapens........... 19410—19417
E. Geschiedenis in het algemeen........ 19418—19663
BIz.
504. 506.
508.
523. 523. 525. 532,
534, 538,
555. 581. 585.
588.
589. 596,
617.
618. 626. 628.
640. 642. 648.
Op blz. 596 is boven 18604 het opschrift vau deze onderafdceling uitgevallen.
OVERZICHT. XV
Titel. Blz.
F. Lcvensbesclirijvingen.
Levensbijzonderheden, Schetsen, Portretten.
Algemeen, Geslachtslijsten, Levens in alphabet, orde 19664—31179 661.
V. Drukpers.
A. In Ned. Indie.
I. Onder de O. I. Comp.......... 21180—21189 728.
II. In deze eeuw. Vrijheid van drukpers, Geheimhouding, Drukpersreglement, Drukpersvervolging,
Periodieke Pers, Tijdschriften, Gouvernements ondersteuning, Drukkerijen........ 21190—21348 729.
B. Buiten Ned. Indië. . ...........21349—21373 743.
617.
618. 626. 528.
540. 542. 348.
Toon mij wat er is,
Opdat ik wetc wat ik hebben moet.
III.
H E T B E S T U U Jl
HET BESTUUR DER KOLOMKX IN EUROPA.
jV. OMDliil DK OOSI'-INDISCIlli OOMPAOiNlIi.
Odrooijen en artikelhrieven. 10601. Remonairantiën der E. M. H. Stalen van Holland en West.vricslaudt, bij de üewindliebheren der O.I. O., binnen Amslel-redam residerend, overgegeven in Aug. KiOI, om zieh voorregten boven andoren te verzekeren bij eene eventuele vereeniging van den ü. I. handel ouder één bestuur. De Jonge, Opkomst. I. 18'i'2. 253. — Memoriën, dd. i*, over de vereeniging der O. I. Compagnii'n, overgeleverd aan de gecommitteerden der Sta-ten-Generaal. (Opgesteld door Willem U s-selinexP). Aid. 257. — Verbaal van de besoignes, gehouden tusschen de geoommit-teerden der verseliillende Coinpagnl;n en gedeputeerden der Staten beneraal over de oprigting eener algemeene geoetrooijeerde O. I. Compagnie, Dee. J601 tot. 8 Febr. 1(502. Aid. 2(52. — Ontwerpen van het oetrooij: a. Acte van unie der versehillende Gom-pugniën; b. Üntwerp-reglenicnt en verliou-ding der Algeineene Compagnie tegenover den Staat; voorwaarden waarop bet octrooi wordt aangevraagd; c. ïransitoire bepalingen, dd. 24 Jan. 1602, AH 271. - Brief en verklaring van Balthazar de Moueberon, bc-treflënde de voorwaarden, waarop bij gezind is in de Algcmeene ü. 1. Compagnie te treden. Aid. 282. — üverzigt van de beraadslagingen in de Staten van Zeeland, gedurende February en Maart 1602, over het octrooi op de vereeniging der Negotianten op O. 1. », d. C/iijs, O. I. Camp., Leyden 1857, 107. |
10502. Het. octrooi der Vereenigde O. I. Compagnie, dd. 20 Maart 1602. Naar het oorspronkelijke stuk in het Rijks Archief. v. d. Chijs, O. I. Comp., Leyden 1857, 118. — Oct rooi bij de Staten Generaal aan de O. I, Compagnie verleend den 20 Maart 1602. Res. Iloll. 20 Maart 1602. 119. liegin en Voortgunrj, 1646. I. Inleiding, Gr. l'lacoat-hoek. I 'sHago, I6.)8. fol. 530, Palen'iju. 1. 1734. 186. Hist. yerh. O I. Comp I. 1768.. 147. Luzac, iioll. Rijkdom. I. 1780. Bijl R 10503. Last aan de gecommitteerde Raden van Holland ter vergadering van de Staten Generaal, om te adviseren op de remon-stranti';ri van do Oost-Indische en op het request van de JMagcl!aaischc Compagniën. Res. Uoll 3 Sept 1603. 2e dr. 744. 10504. Benoeming van gedeputeerden tot het besoigne van de Ü I. C., over de verlenging van haar octrooi. Res. Uoll. 22 Junij 1618, 2c dr. 651. — Aanbeveling door gedeputeerden van de O, 1. Comp. van de continuatie van haar octrooi. Ala. 28 Aug. 1618. 2e dr. 75(1. — liesoigne van bovengenoemde gedeputeerden. Aid. 18 Sept. 1618. 2e dr. 773. — Missive der Staten Generaal en het nieuwe concept, octrooi, gesteld in handen eener commissie, voor consideratie cn advies. Aid. 27 Febr. 1619. 2c dr, 918. — Deliberatie over de wijze van prolongatie van het oetrooi. /ild. 10 Do;c. 1619. 2e dr. li75. — Consideratie en advies, gevraagd op het vertoog der U. 1. Compagnie aan de Staten |
HET BESTUUR DER KOLONTEN TN EUROPA.
4
Generaal, over dc coutimiaiic van liaar oc- I trooi. Aid. 20 April—8 Mei 1621. £e tlr. 420. — Request, van diverse groote participanten in de O. I. C. aan de Staten Generaal, tegen de continuatie van liet octrooi, en wel wegens het uitstel der verpligle ticnjaarlijk-sclie generale rekening. Aid. 25 Mei—-26 Junij 1021. 2c dr. lt;t4o. - • Deliberatie over de continuatie en ampliatie van liet octrooi, alsmede over rte klagteu der pai'tieipantcn van Zeeland over deze zaak. Aid 'tbt. — Deliberatie over den duur en de wijze van verlenging, en besluit tot het hooren van particuliere eonsiderati;;n. Aid. 457. — ïc letten op den voortgang der zaak. Aid. 482.
— Deductie van de participanten, over de /'Poincten van beswaarnissequot; bij dc verlenging van het octrooi. Aid. 486. — Bcnoc-uiing eener commissie tot examinatie van de doleantien der pnrtioipanten. Aid. 5 Oct. 1621. 2c dr. 530. —Rapport der commissie van hare examinatie. Aid. 8 Oct. 1621. 2e dr. 558.— Deiiberatiën over de doleantien der participanten en over de deductie van Bcwindheb-beren daartegen. Aid. 22 Dcc. 1621. 2e dr. (ilü. — Advertisscinent van eenige participanten tegen do deductie vau Bewindhebbe-ron over hunne doleantien. Aid. 14 Jan. 1622. 2o dr. 629. — Dc examinatie op dc doleantien van de participanten der Ü. 1 Comp. uitgesteld tot de volgende vergadering. Aid. 24 Jan. 1622. 2c dr 642. — Doleantien van vcrscheidehe participanten in de ü I. Comp. op diverse pointcn van het octrooi. Aid. 22 Maart 1622. 2e dr. 670. — Morgen te examineren dc doleantien van participanten der (J. I. Comp. Aid. 21 April Uk'2. 2e dr. 691. — Toekomende weck te resumeren dc stukken welke zijn overgegeven bij dc doleantien van dc 0.1. Comp. Aid liO April 1622 2c dr. 703. — Poincten en articulen vastgesteld voor de continuatie van het octrooi der O. I. Comp. Aid. 4 Mei 1622 ie dr. 705. — Rapport der gecommitteerden van dc opening bij de Bewindhebbers gedaan, die een continuatie van liet octrooi, zonder verandering, verlangen; doch gepeisisteerd bij voorgaande resolutie. Aid. 11 Mei 1622. 2e dr. 715. — Verhaal van den Rnadpen-sionaris van hetgeen gebesoigneerd is op het stuk van de continuatie van het octrooi; alsmede benoeming cener commissie om met Zeeland over deze continuatie te besoigneren. Aid. 1 Dec. 16v2. 2e dr. 79S. — Rapport tier gecommitteerden van. het bcsoigne met die van Zeeland, nopens de continua ie der O. I. Comp. Aid. J0 Dcc. 1622. 2e dr. 809.
— Aanschrijving aan 11. H. AVliu op het stuk van de continuatie van het octrooi. Aid.
! 14 Dec. 1622. 2e dr. 813. — Rapport van gecommitteerden over de homogeniteit der Provinciën met opzigt tot de continuatie van het octrooi except twee punten: denominatie van nieuwe Bewindhebberen en de uitdeeling der nagelen. Aid. 22 Dcc lii22. 2e dr. 8-27.
— Resolutie bet rellende de gedragslijn der Provinciën van Holland en W estl'riesland te volgen bij eventuele diffieulteiten van wege dc Staten ücneraal tegen de voorgestelde continuatie van het octrooi. Aid. — Rapport der gecommitteerden tot het besoigno met de gedeputeerden van do Staten van Zeeland over de doleantien van de participanten van de Ü. 1. Comp. Aid. 10 Maart DWy. 2cdr. 25. — Tekst van de continuatie van 'i octroy, hmegaende mot lo Jan. 1623, voor 21 jaren. Gr. Placualhoek. i. 's Hage 1658. fol. 538.— Tekst van het .Reglement en Limitation waarop bij II. li. Mogenden continuatie van 't opgenielde octroy vergunt is In dato den 22 Deo. 1622.quot; Aid 539. Hid. ïerh O. /. C. 11. 1772. 328. yalenlijn. I. 1724. 204. JSeyin en Voorlgang. 1G16. 1. Inleiding.
10505. Tekst van dc „Nadere Ampliatie en Interpretatie van d' voorsz. coutinuatie van 't octroy. In dato don 13 Maort 1623.quot; Gr. Placaatboek. I. 's Hage 1658. lol. 543. Rist. Verh. O I.C. ll. 1772. 33h !- olentiju. 1. 1724. 206. Wassenaer, Hisl. Verh. IV. 1.623. 137. Begin en Poortgang. 1646. 1. Inleiding.
10506. Remonstrantie van de Bewindhebbers der O. I. Comp. tot prolongatie van het octrooi, lies. lloll. 20 April 1641. 2e dr. 115. — Benoeming eener Commissie om consideratie en advies. Aid. 1 April 1642. 2(;dr. 486. — Aanvang der bcsoignes. Aid. 4 July 1642. 2o dr. 551; 24 Julij gt;642. 2e dr. 59U.
— Rapport dor Heercn af te wachten. Aid. 30 Sept. 1042. 2e dr. 670. — Rapport door van Wimmenura van het gebesoigncorde; deliberatie er over; en de zaak in resumptie opgehouden. Aid. 13 Doe. 1612. 2e dr. 755; 17 Dcc. 1642. 2e dr 764; 19 Dee. 1642. 2e dr. 773; 12 Maart 16t3. 2e dr. 70. — Af te wachten het Rapport van de commissarissen, aan wie de bcsoigne is bevolen. Aid. 4 Augustus 1643. 2e dr. 281. - Verzoek aan de Gecommitteerden voor deze bcsoigne om hnn advies uit te brengen. Aid. 2 Oct. 1643. 2e dr. 315; 1 Dcc. l643. 2e dr. 405. — Rapport door van Wimmenura van het gebesoigneerdedeliberatie en resolutie tot eene continuatie voor zes maanden Aid. 19 Dee. 1643. 2e dr. 427, 429: 22 Deo. 1643. 2e dr. 434. — Acte, dd. 20 Doe. 1643, van dc Staten Generaal, hou-
ONDER DE OOST-TNDISCHE COMPAGNIE.
5
clonde voorstel om het octrooi der 0.1. Comp. voor den tijd van zes weken en onveranderd Ie laten; en deliberatie hierover. Aid. 21 Dec. 1643. 2e dr. 4'33. — Rapport over de zaak uitgebragt, en resolutie dien overeenkomstig. Aid. ii Deo. 1043. 2e dr. 431. — Bespoediging der zaak. Aid. 21 Jan. 1Ö44. 2e dr. 444} 9 Maart 1644. 2e dr. 493. — Propositie, rakende do wijze waarop de be-soigne over de prolongatie zal worden gedirigeerd. Aid. 10 Maart 1644. 2e dr. 502. --Resolutie tot eene kleine continuatie van het octrooi voor twee of drie maanden. Aid. 19 Maart 1G14. 2e dr. 5)7; 22 Maart 1644. 2 dr. 535; 23 Maart 1644. 2e dr. 539. — Prolongatie van het octrooi voor den tijd van zes weken. Aid. 23 Maart 1644. 2o dr. 540. — Voorstel tot prolongatie voor een korten tijd. Aid. 26 April 1644. 2e dr. 570; 30 April 16 tk 2e dr 577. — Advies van Zijne Hoogheid tot continuatie van liet octrooi voor den tijd van twintig of een en twintig jaar, en provisioneel voor een of anderhalf jaar. Aid. 30 April 1644. 2e dr. 577. — Prolongatie van liet octrooi voor den tijd van drie weken. jili. 579; 3 Mei 1644, 2 dr. 5S1. — Deliberatie wat over de prolongatie van het octrooi zal worden gedaan. Aid. 10 Mei 1644. 2e dr. 594. — Advies tot prolongatie voor een jaar. Aid. 11 en 12 Mei 1644. 2e dr. 595. — Resolutie tot prolongatie tot uit. Nov. 1644. Aid. 597. — Rapport van van Wimmenum, dat de andere provinciën do prolongatie slechts verlangen tot uit. Junij 1644. Aid. 59S. — Deliberatie over de prolongatie. Aid. 25 Nov. 1644. 2e dr. 743; 29 Nov. 1644. 2 dr 747. — Resolutie om het octrooi voor den tijd van twaalf dagen onveranderd te laten. Aid. 20 en 30 Nov. 1644. 2e dr. 747 en 749. —^ Idem voor nog twaalf dagen. Aid. 1U Dee 1644 2c dr. 760. — Rappoit van van Wimmenum, dat ter Generaliteit het octrooi voor den tijd van acht dagen is gecontinueerd. Aid. 761. —Rapport van Ruysch over de besoigne van de prolongatie. Aid. 13 Dcc. 1644. 2o dr. 763. — Resolutie om het octrooi wederom voor eenigeu tijd onveranderd te laten. Aid. 17 Dec. 1644, 2e dr. 771. — Verlenging voor acht dagen. Aid. 20 Dcc. 1614. 2o dr. 772. — Statering van het octrooi tot 13 en 14 Jan. 1645. 2 dr. 4 en 7. — Verzoek om nader statering voor 14, 12 of 8 dagen. Aid. 17 Jan 1645. 2 dr. 9. — Rapport, van v a n W i m menu m van de statering voor (i dagen ter Generaliteit. Aid. |
10. — Advies van gecommitteerden over de prolongatie, en voorstel tot statering voor cenige weinige dagen. Aid. 25 Jan. 1645, 2e dr. 17. — Statering tot 31 Jan. 1645. Aid. 26 Jan. 1645. 2e dr. 17, — Voorstel tot verdere statering. Aid. 30 Jan. 1645. 2e dr. 23. — Statering voor den tijd van drie weken, Aid. 24. —■ Voorstellen tot verdere statering en resolutie er op. /,li. 21,22,25, 26, 27 en 28 Eebr,, 3 Maart, 25 Mei en 21 Dee, 1645. 2e dr. 31, 3i, 38, 39,40, 42, 48, 1.39 en 348,— Rapporten van den Kaad-pensionaris van het ter Generaliteit gepasseerde over de prolongatie van het octrooi, en adviezen hierop, Aid. 6 Maart 1645. 2e dr. 52, 53. — Deduetie van Willem Use-1 i n c x over de tegenwoordige constitutie dor O. 1. ( 'omp. gesteld in hauden der commissie voor de prolongatie. Aid. !■ April 1645. 2e dr. 86. — Advies voor een prolongatie voor vijf en twintig of meerdere jaren, en deliberation. Aid. 6 Uct. en 7 Dec. 1645. 2e dr. 21-3 en 310. — Tekst vau het advies der gecominitteerden voor een prolongatie van vijf en twintig jaren. Aid. 5 Dcc, 1645. 2e dr, 316 — Vaststelling van den dag voor de deliberation over dit advies. Aid. 9, 15 en 21 Deo. 1645, 2e dr 322, 333 en 348; 19 Eebr, 1646. 2e dr. 367. — Hervatting der deliberation, Aid. 2, S, 12 en 15 Mei 1646. 2e dr. 463, 477, 193 en .,00. ■ Tekst der (/1 tillbrent iele point en gebleeven in do besoignes van de ü. 1. Comp., over dewelke de gecommitteerde leeden den anderen niet en hebben konnen verstaan''; alsmede deli-beratiën hierover. Aid. 16 Mei 1646. 2o dr. 502. — Voorstel tot prolongatie voor vijf en twintig jaren, en deliberation. Aid. 18 Mei, 19 Julij, 27Sept,, 5 Oct,, 20 en 21 Deo, 646, 2e ür, 514, 571. 643, 655 en 712,— Deliberatie over het advies van do gecommitteerde Raden, op de directie en regering van de ü. I. Comp,, en op de prolongatie van haar octrooi. Aid. 9 en 25 Jan, 164 7. 2e dr. 8 en 2s. — Zakelijke inhoud van het voorstel door de Hecren Edelen gedaan, Aid. 25 Jan, 1647. 2e dr, 28. — Vaststelling der punten van organisatie van do directie der ü, 1, Comp., ulsmede van de voorwaarden van de prolongatie van hair octrooi. Aid. 14 Eebr., 25 Maart, 6, 7, 21 en 22 Junij 1647. 2e dr. 68, 94, 139, 154 en 155. — Rapport van de resolutie ter Generaliteit genomen tot continuatie van het octrooi, Aid. 21 Maart 1647, 2e dr. M. — Resolutie betreirende den tijd van uitgifte van het octrooi. Aid. 1 en 4 .lulij 1617. 2e dr, 107 eu 170, — Tekst van dequot;/'Continuatie eu Prolongatie, dd. 22 Junij 1647, van het octrooi voor d' Ü. I Comp,quot; (voor vijf en twintig jaren). Gr. Placaathoek. 1. 'sHage 1658. fol. 546, |
HET BESTUUE DER KOLONIËN 1JN EUROPA.
6
10507. Benoeming eencr commissie om consideratie en advies op het request der 0. I. Comp. om voldoening der gedime voorschotten of om prolongatie van haar octrooi. Res. Huil. 19 Julij IfiéS. 2 dr, 322.— Rapport dezer commissie, met advies lol prolongatie van het octrooi tot 1700. Aid. 5 Oct. 1603. 2e dr. 510, 554. — Poiuct van besehrijvirig gedaan tegen 20 Noveinhcr 1603 Aid. 1663. 2e dr. 552. — Idem tegen 11 Maart 1664. Aid. 1661. 2e dr. 3. Idem tegen 8 Julij 1664. Aid. 238. — Idem tegen 16 Sept. 166 !•. Aid. 397. — Idem tegen 25 November 1664. Aid. 408. — Verklaring van gedeputoerdeu der stad Pnrmereynde, betrenendc hun consent in de prolongatie van het octrooi tot 1700. Aid. 3LJnn. 166.quot;). 2e dr. 58. — Tekst van de'/Prolongatie dd. 17 Pebr. ]665, van het octrooi voor de ü. 1. Comp. tot 1700 ineluys quot; Qr. Flucaathook. IV. 'sllage 1703. fol. 1324. 10508. Verzoek om consideratie en advies aan gecommitteerden tot de zaken vau de zee, op het rapport vau H. 11. M. gedeputeerden, wegens dc conlcrentie met de gecommitteerden der U. 1. Comp. gehouden, over de prolongatie van het octrooi on de voorwaarden tot het geven van bijdragen door haar voor dc lasten vau den oorlog. Res. IIoLl 6 Maart 1665. 2c dr. 189. — Project aceoord met H. 11. M. wegens prolongatie van het geëxspireerde octrooi voor 25 jaren. Jies. Si. Gen. 25 Nov 1693. 782. — Rapport van 11. H M. gedepiiteerdeu tot dc zaken van dc O 1. Comp. over de voorn, prolongatie, y/tó. 22 Dec. 1693. 854 — Advies van fi.II. M. gedeputeerden wegens de prolongatie van hel. octrooi der Ü. L. Comp. voor 40 jaren en dat daarvoor door dc Comp. aan de Staten Generaal behoort te worden gegeven / 3,000 000. Rex. Uoli. 9 Jan. 1694. 2o dr. 7. — Voorstel ter Generaliteit tc doeu nopens dc voorwaarden en den tijd van prolongatie van het octrooi; beuevens tekst van het «Project of voorslag, om te negotii'Tcn drie millioen guldens, die ter zake van het verlecnen van het octrooi aan de O. I. Comp. zouden moeten worden betaaldquot;, metdeaan-teekeningen hierop van de steden Gouda, Delft, Amsterdam, Rotterdam en Hoorn. Aid. 6 Jan. 1696. ?e dr. 13. - Advies van H. H. M. gedeputeerden rakende het emplooi van bovengenoemde penningen door de ü. |
I. Comp. te geven voor haar verkregen octrooi; en rcsolutiën dien overeenkomstig. Aid. 17 en 23 Maart 1696. 2e dr. 147 en 166; 15 Jan. 1698. 2c dr. 23.— Voorwaardelijk consent in dc prolongatie van gedeputeerden van dc provinciën van Zeeland en van Overijssel. Res. SI. Oen. 28 Jan. 1696. 74. — Resolutie tot prolongatie van het octrooi der O. I. Comp. voor 40 jaren, mits betalende f 3,000,000. Aid. 5 Maart 1690. 184. — Tekst van dc //Prolongatie, dd. 5 Maart 1696, van 't octroy voor de Oost-Indische Compagoie, tot den jare 1740 ineluysquot;. Gr. I'lacaatboek. IV. 's Hage. 1705. fol. 1325. — De penningen voor de prolongatie van het octrooi uitgeloofd worden door H. H. M. voor de twee eerste termijnen gc-emploijcerd tot de extra ordinaire equipage ter zee van den loopenden jare, in mindering vau de eouseuten tot dezelve gedragen. Res. St. Gen. 17 Maart 1696. — Protest door Vriesland ter vergadering van H. H. Mog. ingediend, tegen het verleenen van dc prolongatie van het octrooi van de O. I. Comp. mitsgaders tegen het emplooi der 3,000,000 door de gemelde Comp. aan het gemecne land uitgeloofd, 5 Maart 1 696, 16 Mei 1696, 25 dito, 14 Maart 1697 ; Let contingent door de Provincie Frieslaud door H. H. M. gevorderd aan dezelve uil u; keeren. Aid. 9 April 1697. — Tekst van dc //Verkon-dinge en Publicatie, dd. 11 Ang. 1698, van de voorschreve verleende contiuuatic en prolongatie van 't voorschreve octroyquot;. Gr Plaoaalioek IV. 'sllage 1705. fol. 1326. 'Eur. Merourius. IX. 169-. 11. 186. — Pla-caat wegens de renovatie van het octrooi. Res. Si Gen. 11 Aug. 1698. 436. 10509. Request, op 12 Maart 1739, gepresenteerd aan de Staten Generaal door lie. wiudhcbbercn der O 1. Comp. om prolongatie van bet octrooi. Res. Uoll. 12 Maart 1739. Ie dr. 1lt;16. — Rapport van gecom-■ mitteerden tot de saken van de O. I. Comp. op bovengenoemd request. Aid. 8 Oct. 1739, Ie dr. 616; 27 Pebr. en 30 Nov. 1740. Ie dr. 70 en S43. — Remonstrantie, op 24 Maart 1740 gepresenteerd aan de Staten Generaal door Bewind hebberen der O. 1. Comp., om, hangende ilc deliberatie over dc prolongatie van liet octrooi, alles te houden in den tegenwoordigen staat, ten minste voor één jaar. Aid. 26 Maart 1740. ie dr. 200 - Rapport van gecommitteerden op bovengenoemde verzoeken dor O. I. Comp., inhoudende hunne zestien remarques op de directie van de zaken van dc U. I. Comp., zoo in Nederland als in ludi ■. Aid. Sec. IX. 23 Julij 1740. 580. — Remonstrantie, dd. 'silage 24 Aug. 1740 met bijlagen van Be-windhebberen. Aid. IX. 24 Aug. 1740. 585. -Concept-oetroy, gerevidcert en gearresteert in de vergadering van XVHn binnen Amsterdam |
ONDER DE OOST-mDISCIIE COMPAGNIE.
7
op don 4 April 174-0, om dusdanig te worden overgegeven aan de H. M. H. Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden. (Zijnde een der bijlagen van bovengenoeinde remonstrantie vau 24 Augustus 1740). Aid. 013.— Rapport van gecommitteerden tot de zaken van de ü. 1. Comp. op bovengenoemde remonstrantie van 2'l Maart 1740, en resolutie om te consenteren in eene provisionele prolongatie van octrooi voor den tijd van een jaar. lies. lloll. 80 November 17*10. 1 dr. 843. •- Publicatie, dd. 22 Dceember 17'10, van de Prolongatie van bet octrooi (voor één jaar). Gr. FUtcautboek VI. 's Hage 1746. fol. 1397. Eur. Mcrcurius, XLI. 1740, JI. 308. • - Tekst der missive, dd. Amsterdam 15 Junij 1741, met bijlage van Bewindhebbers der O. I. Comp in de Hollandscbe Kame-ren, aan de Staten van Holland en Westvriesland, houdende natter berigt op eenige der XVI remarques in bovengcuocmd rapport. van 23 Julij 1740. Res. Roll. Sec. I\. 10 Junij 1741. 769. — Kapporteu van gecommitteerden tot de zaken van de ü. I. Comp. op de ingekomen stukken betreffende de prolongatie van bet octrooi, met de voorgestelde poincten, welke bij die prolongatie moeten worden in acht. genomen. Bes. Boll. 23 Sept.. 1741. 1 dr. 749. lies. lloll. Sec. IX. 5 Augustus 1741. 786. — Rapport tcr generaliteit op 13 Oct. 1741 uitgebragt, betreffende de recognitie over den tijd voor welken het octrooi te geven en de veranderingen daarin te maken. Res. Hall. 18 Oct. 1741. 1 dr. 797j 30 November 1741. 1 dr. 902.— Rapport, van gecommitteerden tot de zaken van de O. I. Comp. over eene nadere provisionele prolongatie van het octrooi, doch van niet langer dan voor drie jaren, en resolutie hierop. Aid. 30 Nov. 1741. 1 dr. 902; 2 December 1741. 1 dr. 925. — Publicatie van de Statcn-Generaal, dd. 25 Dcc 1741, wegens de verleende prolongatie van het octroy voor de O. I Comp. voor één jaar. Gr. l'luc.aaihoek. VII. 's Hage 1770. fol. 1538; Eur. Mercurius, LUI. 1742. I. 85. — Idem met de aanteekeningen van gedeputeerden van Gelderland, Utrecht en Overijssel hierop. Res. lloll 5 Januarij 1742. 1 dr. 15. — Missive, dd. Amsterdam 95 Julij 1742, van H. H. XVIIn aan de Statcn-Generaal, met een memorie aan hen overgegeven door den Gouv.-Gen. G. W. van lm hof, zijnde een vertoog van de noodzakelijkheid en prestance om aan de O. 1. Comp, te verleenen prolongatie van octrooi. Aid. 27 Julij 1742, 1 dr. 504. — Rapport van gecommitteerden tot de zaken van de O. I. Comp. over den tijd voor welken aan de Comp. een octroo te verleenen en de recognitie daarvoor te geven; en resolutie hierop. Aid. 8 Aug. 1542. I dr. 598; 11 Aug 1742. 1 dr. 014. — Resolutie omtrent de bevordering van het octrooi ter Generaliteit. Aid. 28 Üee. 1742. I dr. 903. — Publicatie, dd. den Haag 31 hec. 1742, van de Staten-Generaal vau de prolongatie van het octroy, voor 12 jaar. Aid. 9 Januarij 1743. 1 dr. S; Gr. l'tacaai-boek. VU. 'sHage 1770 fol. 150!. — Extract uit de resolutie op 4 Jan. 1743 dooide Staten-Generaal genomen, tot vaststelling van de prolongatie, en de recognitie er voor te geven, lies. lloll. 9 Januarij 1743. 1 dr. 15, — Idem van 15 Jan. 1743 om de prolongatie op 4 Jan geresolveerd, te antidateren op 31 Dcc. 1742. Aid. 29. — Publicatie van de Staten-Generaal, dd. 7 Januarij 1743, noopens de verleende prolongatie. Or. 1'lttcaatboek, VII. 'sHage 1770. tol. 1502 Eur. Mercurius, L1V. 1743. I. 100, — Missive, dd. 7 Jan. 1743 der Staten-Generaal, tot toezending van bovengenoemde publicatie enz,; alsmede rapport door den raadpensionaris uitgebragt van het gepasseerde ter generaliteit ter gelegenheid van de voorsz. prolongatie. Res. Holt. 9 Januarij 1743. Ie dr. 8. |
10510. Rapport op 7 Junij 1748 tcr Generaliteit uitgebragt, rakende het. verleenen van een prolongatie van octrooi aan de O. I. Compacnie. Res lloll. 21 Junij 1748. I. 1 dr. 500; 3 Julij 1748. 1, 1 dr. 542,— Missive, dd, den Haag 19 Sept. 1748, der Staten-Generaal, benevens de publicatie van dezelfde dagteekening, tot observ ntie van het geprolongeerde octrooi van de O. I. Comp, tot 1774 incluis. Res. lloll. 2.quot;gt; September 1748. II, 1 dr. 944. — Publicatie van de Staten-Generaal, dd. 19 Sept. 1748, wecgens do verleende prolongatie voor 20 jaaren, ingaande met den In Jan. 1755, Gr. 1'lacaalhoek, VII. 's Hage 1770. fol. 1507. — Berigt van deze prolongatie. Eur, Mercurius, LIX. 1748 II, 107, 10511. Request, dd. Amsterdam 29 Oei, 1773, van Bewindhebbers en Hoofdpartiei-panten der O. I. Comp. van prolongatie van octrooi, lies. lloll. 10 Novemoer 1773. 1 dr. 813; Aid Stuk, 1773, 400. — Resolutie tot ondersteuning hiervan door gedeputeerden ter generaliteit; alsmede sustenue van Gouda om een ordinaris bewindhebbcrsplaats iu de Kamer te Amsterdam. Aid. 25 Nov. 1774. 1 dr. 806, — Publicatie, dd. 5 Dee. 1774, |
HET BESTUUR DEE KOLONIËN IN EUROPA.
8
der Statcn-Generaal, van clc prolongatie voor 2 jaren, met ] January 1775, Aid. 15 December 1774. Ie dr. 840; Gr. Flacaatboek, IX. Amst. 17911. fol. 12C0. — (ieruobt nopens deze prolongatie. Maandel. Ncd. Mer-curim, XXXV1. 1774. 223. — llapport van gecommitteerden tut de zaken van do Ü. 1. Camp., omtrent de continuatie ten minste voor 20 jaren, en de recognitie daarvoor te betalen, lies. Holl. 17 Mei 1776, 1. lo dr. 719. — Propositie van gedeputeerden der Prov, van Utreeiit op de prolongatie uitge-bragt op 24 .'idij 1770. 'Ud. Stuk. 1776. 57-1. — Resolutie tot continuatie; alsmede verzoek om consideratie en advies op genoemd sustenue vau Gouda. /les. lloll. 11 October 1776. II- Ie dr. 1390. Aid. Stuk. 1776. 575. — Verklaring van de gedeputeerden van dc prov. van Zeeland op 20 Nov. 1776, nopens den tijd en de wijze van prolongatie. Aid. 575. — Resolutie, dd. 4 Deo. 1770, der Staten van Vriesland, tot prolongatie. Aid. 13 Dcc. 1776. II. Ie dr. 1536. Aid. Stuk. 1770. 570. — Resolutie, dd. 12 Dec. 1770, der Staten Generaal tot prolongatie, onder recognitie van 3 pCt , met de verklaringen door dc gedeputeerden van Gelderland, Utrecht, Uverijssel en Stad en Lande gedaan, /lid. 571. — Idem tot continuatie tot uit'. Dcc 1790. Aid. 1541; 15 Januarij 1777. 1. Ie dr. 8. Aid Stuk. 1770. 572. — Publicatie van de Staten-Generaal, dd, 12 Dee. 1776, tot prolongatie tot 1790. Gr. Flacaalboek, IX. Amst. 1790. lol, '1261. |
10512 Missive, dd, 's Hage 15 Mei 1793, van gecommitteerden tot de zaken der Ü, I, Comp,, inhoudende hunne consideratie over de te nemen maatregelen met opzigt tot de naderende exspiratie van het octrooi der Maatschappij, lies. lloll. Sec. XVII, 10 Mei 1793. 313. — Resolutie tot de voordragt ter Generaliteit te doen nopens het verzoeken der vernieuwing van het octrooi met het einde van 1790. Hes. lloll. 10 October 1793. II. Ie dr. 1150. — Advies van gecommitteerde Raden in de beide quartieren, over te nemen maatregelen, als de Compagnie op den voet van het octrooi niet kan blijven. lies. Holl. Sec. XVII. 6 Junij 1794. 420. -Resolutie tot authorisatie van den Raadpensionaris tot informatie van gecommitteerden ter vergadering van XVIIn, over het voldoen door een contracta-vergadering aan Hun Ed. Groot Mogende resolutie van den 0 Junij 1794 tot de opgave daarbij gevorderd; alsmede tekst der Nota, dd. Amsterdam 19 Junij 1794, van H. 11, XVII, tot het verkrijgen dezer beschikking, lies. Lloll. 25 Junij 1794. Ie dr. 848. — Memorie dd. 's Hage, 18 Jullj 1794 van H. H. XVIIn, o. a. ter beantwoording der vraag wat te doen als de O. 1. Comp. op den voet van het octrooi niet kan blijven; alsmede resolutie hierop, lies. Hull. Sec. XVII, 18 Julij 1794. 431; lies. Holl. 5 Sept. 1794. Iln5; Her mes, 4e j. 1829. N. 2. bl. 77. —- Rapport van gecommitteerde raden in de beide quartieren, inhoudende hunne consideration en advies nopens een plan van administratie voor de O. 1. Comp., als de werkzaamheid van dat. ligehaam moest ophouden, lies. Holl. Sec, XVII. 12 Sept.. 1794. 443. —• Tekst, der resolutie hierop. Hes. Holl. 11 October. 1794. 1314, — Eesluit dd. 19 Oct. I79:j van de Provisioneele Repraesentanten van het volk van Holland tot het voordragen ter vergadering van H. H. Mog. van het verzoek van de Gecommitteerde Bewindhebberen tor vergadering van XVIIn om prolongatie voor twee jaren van hot octrooi der O, I, Maatschappij, N. Nederl. Jaarl. XXX, 1795. 8, 019/, — Publicatie dd. 20 Nov, 179a van H. H, Mog,, bij welke het octrooi aan de O. 1, Maatschappij verleend tot ulto. Dcc. 1798 verlengd werd. Aid. 9. 0088; Public. Stat. Gen. en Bestuur v. Holland, 111. No. 109; Jaarb. Bat, Rep. VII. 103; Lauls, Geschiedenis M. I. V. iSGO. 419. 10513. Publicatie der Nationale Vergadering, bij welke het octrooi, aan de Comp. verleend, tot den laatsten Deo. 17'J9, geprolongeerd wordt, gearresteerd den 20 Jan. 1798. Public. Nat. l' erg. en Bestuur v. Holland, VII, No. 282; Jaarb. liat. XII. luO; Lauts, Geschiedenis N. 1. V. 1800. 421. 10514, Octrooi tot tiet bevaren van de ontdekte landen aan en in dc Zuidzee. Res, Slat. Gen. 22 Sept. 1670. 10515. Hoe komt men zoo ver verzeild f door J. C. M. üijzonderheden nopens het arresteren ter reede van Batavia van de schepen «do Arendquot; en ffThienhovenquot; onder commando van Mr. Jacob Roggeveen, komende uit de Zuidzee, l'ad. Lelt. 1810. II. 620. 10510. Contractanten bij de Comp, geweest zijnde, en vermogen hun in dienst van koningen, prinsen en potentaten om een reis naar O, I, te doen, niet begeven, maar zijn daarvoor strafbaar, cn niettegenstaande ver- |
ONDER DE OOST-INDISCHE COMPAGNIE.
9
zocht werd, om haar te laten volgen, werd zulks geexcuseerd. Hes. Stat. Gen. 13 Julij 1671. 10517. Placaat tegen het aan boord brengen van goederen aan de uitvarende schepen naar O. I. Res. Slat. Gen. 24 Sept. 1071. 10518. Placaat tegen die hen in vreemden dienst van de O. I. O. begeven, 13 Aug. 1671. Res. Stat. Gen. 10 Oct. 1674, 10519. Verbod van den Staat, dat gccne vaartuigen zullen vermogen de ü. 1. retourschepen aan te doen of eenige personen, goederen, pakken of brieven over te nemen, en dezelven ergens aan land te brengen op poene van confiscatie, en arbitrale correctie. lies. Stat. Gen. 27 January 1680. 10520. Interdictie aan de ingezetenen van den Staat om in geen vreemden dienst te mogen gaan binnen de liiniten van de verleende octroycn. Res. Slat. Gen. 8 Oct. 1 (ibO. 10521. Schepen door particulieren naar Indien uitgerust, tegen het octrooi van de U. 1. Comp. Res. Stat. Gen. 26 Juuij 1681. 10522. Placaat tegen de windverkoopers ofte actii;n, die zij effective in de O. I. Comp. niet hebben. Res. Sint. Gen. IS Sept. .677. 10523. Instructie of articul-briel voor die naar O. I. reizen. Res. Stat. Gen 14 Nov. 1617. 10524. Artyckel-bricf, van de geoctro-yeerde Nederlandsche O. I. Comp., bij de H- M. H. Staten-Generaal der Vereenighde Nederlanden, den Sn Maart 1038 gearresteert. Or. Placaalhoek, II, 's Hage 1664 fol. 1278. 10525. Articul-brief van do geootroycerdc Nederlandsche O. I. Comp., op de wcIckc aangenomen ende be-eedight sullen worden ulle personen die hun voortaen in dienst van de generale Nederlandsche geoctroyeerde O. I. C. sullen begeven. Gr. Plauaatboek, III. 's Hage 1683. fol 1311. Res. Stat. Gen. 3 Sept. 1672. 10526. Missive dd. Amsterdam 25 Julij |
1742, van H. H. XVIIn aan de Staten Generaal tot bespoediging vau het arresteren van den nieuwen artikelbrief. Res Iloll. 27 Julij 1742. Ie dr. 504 — Concept-artikelbrief ter Generaliteit voor te stellen Aid. 3 Augustus 1742. Ie dr. 528. — Artikelbrief van de geoctroyeerde Nederlandsche ü. I. C. 4 Sept. 1742. Gr. Placaatboek, VII. silage 1770. fol. 1539. 10527. Missive, dd. Amsterdam 7 Sept. 1747, van H. H. XVIIn aan de Staten Generaal, om den artikelbrief te dresseren naar de constitutie van de tegenwoordige Regering. Res. Holt 20 Sept. 1747. Ie dr. 025. — Rapport en resolutie hierop, met tekst van het veranderde hoofd van den artikelbrief, en van Art. 51. Aid. 30 Sept. 1747. Ie dr. 649. — Resolutie van de Staten Generaal, dd. 11 Oct. 1747, houdende eenige veranderingen in den Artikelbrief (dd. 4 Sept. 1742), met relatie tot Zijn Hoogheid Gr. Placaatboek, VII. 's Hage 1770. fol. 1565. Bewindhebbers. 10528. Akte van authorisatic aan Burge-raeesteren en Radon van Rotterdam, gelijk aan die op 16 Maart 1002 verleent aan Amsterdam, tot verkiezing van bewindhebbcren van dc O. I. Comp. ter vervulling van vacante plaatsen. Res. Holl. 25 Augustus 1600. 2c dr 997- — Authorisatic als boven aan Hoorn Zie Aid. 9 Maart 1018. 2c dr. 546. — Authorisatic van al de overige steden waar Kamers zijn. Aid. 20 April—8 Mei 1621. 2e dr. 413. 10529. Request van dolerende Participanten in dc O. I. Comp. tegen de electie te Amsterdam van bewindhebbers, eu resolutie hierop. Res. Iloll. 9 Mei 1623. 2o dr. 490. 1()5:'0. Vertoog van de Burgemeestcren van Enkhuizen tot redres eener nominatie van twee Bewindhebbers van de Kamer der O I. Comp aldaar, en aanschrijving in dien zin Res. Iloll. 10 Julij 1026. 2c dr. 712.— Verzoek om uitstel in deze door een der Bewindliebberen van dc U. I. Comp, ter Kamer Enkhuizen, en hierin berust Aid. 16 Julij 1626. 2e dr. 718. Resolutie betreffende de behandeling dezer questio (alsmede over de nominatie van Hoofdparticipanten). Aid. 1 Maart 1627. 2e dr. 4ll. — Sommier verhaal door de Bewindhebbers der O. I. Comp. van deze questie, en resolutie hierop. 2 |
10
Aid. 2 Maart KW. 2e dr. 41. — Request aan de Staten Generaal gepresenteerd door beöedigdc Hoofdparticipantcn der O. I. Comp. over do nominatie van Hoofdparticipanten en dc electie van Bewindhebbers, beide ter Kamer Enkliuizen. Aid. 10 Maart. 1627. 2c dr. St. — llcsolutie naar aanleiding der adviscn over deze questie uitgebragt, en der resolutie, dd 2 Deo. 1620, door de Staten Generaal genomen. Aid. 50. 10531. Ordre voor de stemming te Enk-huizen van de Hoofdparticipanten tot de nominatie van Bewindhobberen in de O. I. Comp., op gelijke wijze als te Hoorn geschiedt. lies. Holl. 14 Oct. 1652. 2e dr. 523. 10532. Benoeming eener commissie om consideratie en advies, over de zamenstclling van een ordre en regiem, nten op het verkiezen van Bewindhebberen der O. I Comp. Res. Holl. 30 November 16()9. 2c dr. 431). 10533. Benoeming eener commissie om consideratie en advies, over de noodzakelijkheid eener peremptoire wet op de verpligte vervulling der vacante BewiiKlhobbers-plaat-sen in de verschillende Kamers der O. 1. Comp. binnen drie maanden; alsmede over dc uitsluitende bevoegdheid der Staten Generaal in deze om te bevelen de nakoming dezer verpligting. Res. Holl. 1 October 1670. 2e dr. 464. 10534. Strictc aanschrijving aan de Kamer van Hoorn, dat met de nominatie van de vacante Bewindhebbers-plaatsen tot suppletie dcrzelven, volgens het octrooi zal worden voortgevaren, voor de cleetie van de nieuwe Burgcmeesteren, ofte wel binnen zeker gc-praellgeerdcn tijd. Res. ütat. Oen. 16 Maart 1674. 10535. ïekst van de ,Resolutie, dd. 22 Dec 1730, om Bewindhebberen van de t. 1. Comp. bij loting, in plaats van met stemming te mogen verkiezen.quot; Gr. Placaalloek, VI. 's Hage 1746, fol. 1395. 10B36, Missive, dd. Amsterdam 9 Maart 17l l, van H H. XVlln aan de Staten Generaal, inhoudende dc verlangde considcra-tiën en advies op de propositie en verzoek van gedeputeerden van Gelderland ter Generaliteit gedaan, ten einde de liewindlieb-beren van wege deze provincie mogen cessie nemen op een Provinciale actie. Res. Holl. 16 Maart 1741. Ie dr. 217. — Rapport van gecommitteerden tot dc zaken van de ü. 1. |
Comp. hierop. Aid. 5 Augustus 1741. Ie dr. 633, 10537. Nadere instantien van Overijssel, als ook van Gelderland en Utrecht, om hunne Bewindhebbers van de O, I. Cornp. te doen compareren op eene Provinciale actie; alsmede resolutie van de Staten van Stad en Lande daarop om te consenteren, onder voorwaarden dat aan do Provincie van Stad en Lande worde toegestaan, in plaats van een halve bewindhebbcrsplaats in de Kamer van Zeeland een gchecle bewindhebbcrsplaats in dc Kamer te Amsterdam te mogen bekomen, mede op een Provinciale actie. Res. Holl. 5 April 1742. Ie dr, 271, Zie Aid. 10 Augustus 1742. Ie dr. 603, — Extract uit dc resolutie op 4 Jan. 1743 door de Staten Generaal genomen dat de Bewinduebbers van wgen dc Provinciën van Gelderland, Utrecht, Vriesland, Overijssel en Stad en Lande, op eene Provmeialo actie sessie zullen mogen nemen. Aid. 9 Januarij 1743. Ie dr. 17. Gr. Placaathoek, Vil. 's Hage 1770, fol. 15(12. 10538. Resolutie tot vaststelling der wijze van benoeming van Bewindhebbers, bij vacature van een bewindhebbersplaats voor dc steden Haarlem en Leijden, ter Kamer Amsterdam. Res. Hull. 25 November 1774, Ie dr, 807. 10539. Verzoek van de Heeren van Haarlem om te mogen benoemen een Bewindhebber der O 1. Comp. in plaats van wijlen Elias Trip. Res. Holt. 6 Junij 1636. 2c dr. 4'10. - - Raadpleging van de octroijen, trac-taten en resolutiën. Aid. 7 Junij 1636. 2e dr, 441. — Deliberatie over het gemoveerde in de Kamer Amsterdam Aid. 3 Julij 1638. 2e dr. 112. — Deductie van de Heeren van Haarlem om de vacerende plaats te laten in haar geheel, tot nader zal zijn geresolveerd. Aid. 7 en 8 Julij 1038, 2edr. 116.— Uitstel riezer prejudiciale questie. Aid. 10 Julij 1638. 2e dr. 120. 10540. Benoeming eener commissie om te geven consideratie en advies, op de questie tussehen Burgemeesters en Regeerders van Enkhuizen contra dc O. ), C. aldaar, over de elcelic van een Bewindhebber op 9 Jan, 1656 geschied. Res. Holl. 24 Eebr. 16j6, 2e dr. 513, — Advies door Mr. Julian de Witt, uit naam der commissie. Aid. 5 (Jet. 1656. 2e dr. 832. — Rapport van Alcwijn van Halewijn, advies tot nietig- |
verklaring der electie, en tot lastgeving voor een tweede. Aid. 6 Oct. 1650. Üe dr. 840. — Resolutie tot herhaling der pogingen tot een reedelijk aecominoderaent. Aid. 30 Nov. 1G56. 2e dr. 935. — Rapport van Alewijn van Halewijn van de tweede mislukte poging, en resolutie tot nietigverklaring der electie van 9 January 1056, en aan-sehrijving voor een tweede. Aid. 7 Dee. 2e dr. 948. — Resolutie tot bespoediging der nieuwe nominatie. Aid. 21 Dec, 1056. 2c dr. 987. 10541. Benoeming eener commissie om consideratie en advies, in het different te Rotterdam over het verkiezen van een liewind-hebber van de O. 1. Comp., en de complainte voor den Uoogen Raad in deze. Ren. IIoll, 7 Maart 1663. 2e dr. 56. - Aanschrijving aan den Hoogen Raad tot surséance der procedures. Aid. 8 Maart 1663. 2e dr. 66. — Resolutie dat de gci'ligoerdc zich provisioneel heeft te onthouden van de functie als lie-windhehber. Aid. 15 Maart 1003. 2e dr. 82. — Advies van bovengenoemde commissie, en benoeming van arbiters in deze. Aid. 20 Maart 1663. 2e dr. 99. — Simon van Hoorn, Burgemeester van Amsterdam en Bewindhebber der O. I. Comp. geexcuseerd van het arbiterschap, en in zijne plaats benoemd Mr. Gillis Valckenicr, Bewindhebber. Aid. 27 April 1663. 2e dr. 200. — Rapport van Frederik van Dorp, Heer van Maasdam, over het verrigten der arbiters, en verzoek aan Heereu arbiters om de zaak zoo mogelijk a l'amiable tc determineren. Aid. 2 Mei J663. 2e dr. 222. — Request van Johan van der Meyde, en Daniel van Hogendorp, tot opheffing der arbitrage, en tot. voortgang der procedures voor den Hoogen Raad, en Resolutie dien overeenkomstig. Aid. 25 Sept. 1663. 2e dr. 467. 10542. Benoeming eener Commissie om consideratie en advies over de Memorie van H. H. XVHn, dd. 14 Mei 1064, aan H. H. Mog. betreflende te nemen maatregelen tegen het verhuuren of leencn van actiën in do O. I. Comp. als middel tot het eligeren van Bewindhebbers zooala te Rotterdam is geschied, en waarover diflerenten zijn ontstaan. Res. IIoll. 16 Mei 1664, 2e dr. 193. — Rapport daarover uitgebragt. AUl. 24 Oct. 1665. 2e dr. 761. — Resolutie hierop. Aid. 24 Junij 1666. 2e dr. ^58. |
10543. Berigt van wege Burgemeesteren en Regeerders der stad Hoorn, betrefl'ende het verschil en de diflerenten nopens de nominatie en verkiezing van twee hewind-hebbersplaatsen van de O. J. Comp. ter Kamer aldaar voorgevallen. Res. Hull. 14 Julij 1074. 2e dr. 402. — Missive van Souek, c. s over bovengenoemde diflerenten. Aid. 28 Julij 1674. 2e dr. 47 3. — Conside-ratien en advies over deze diflerenten, cn tentamen voor eene beslissing. Aid. 11 Aug. 1674. 2e dr. 500. —Nader tentamen te doen tot beslissing van de diflerenten. Aid. 17 Aug. 1674. 2e dr. 543. 10541. Memorie van Bewindhebbers der O. I. Comp. met klagten over het informeel nomineren en eligeren van een Bewindhebber der voorschreven Comp. ter Kamer Hoorn. Res. Uoll. 21 Nov. 1684. 2e dr. 613. — Advies van gecommitteerden hierop. Aid. 23 Dcc. 730. — Klagten over dc aanschrijving aan de O. 1. Comp. tot vergunning van sessie van den Bewindhebber Mcolaas Co-ningh, in do Kamer van XVHn van de O. 1. Comp.. en in de Kamer van Hoorn geëli-geerd Aid. 17 Maart 1085. 2e dr. 161. — Redenen cn motieven tot het nemen der resolutie voor bovengenoemde vergunning. Aid. 17 Maart 1035. 2o dr. 166. 10545. Verzoek om consideratie en advies op de Missive, dd. 'sHage 26 Jan. 1706, van den President en Raden van den Hove, over de verzoenen gedaan door Mr. C. Versluijs, Bewindhebber der O. I. Comp. ter Kamer Zeeland, enz., tot intrekking van de resolutie van 21 October 1705, alsmede om in het. voorschreven ambt gemainteneerd te worden. Rcs. IIoll. 22 Januarij 1504. 2e dr; 45 — Idem op dc Missive dd. 'sHage 12 April 1706. Aid. 20 April 1706. 2e dr. 358. — Idem op zijn request, dd. ?. Aid. 24 November 1708. 2e dr. 510. — Rapport met de verzochte adviezen. Aid. 15 Junij 1709. 2e dr. 269. Aid. 27 Junij 1709. 2e dr. 285. — Verzoek om consideratie en advies aan de gecommitteerden tot dc zaken van Justitie op de Missive van het Hof, en het mandament van maintenuc, dd 19 Aug. 1710, aan Mr. C. Versluijs verleend. Aid. 12 Maart 1711. 2e dr. 113. — Advies op deze Missive. Aid. 22 April 1711. 2c dr. 192. — Resolutie hierop. Aid. 8 Aug. 1711. 2e dr. 440. — Advies van geeommittcerdeu op de requesten van J. Godin, Mr. C. Versluijs cu 1'. van Rosmalen, verzoekende dat de resolutie van 21 üet. 1705, wegens de Middelburgsche procedureu, mogt worden ingetrokken, ten minste buiten efl'eet gesteld. I Aid. 14 April 1712. lo dr. 199. — Missive |
2*
HET BESTUUR DER KOLONIËN TN EUROPA.
12
aan de Staten van Zeeland, dien overeenkomstig. Aid. 7 Mei 1712. Ie dr. 240. 1054fi. De Staten van Gelderland hebben een Hcwindiiebber in de O. I. Comp. Res. Stat. Oen. 1 Aug. 1611. — Idem van Overijssel. /lid. 20 Julij en 28 Nov. 1(161. 10547. Overijssel heeft een Bewindhebber in de Kamer van de O. I, Comp. te Delft. Res. Stat. G/n. 31 Dcc. 1667. — Idem op de Maze. Aid. 20 Mei 1675. 10548. Vriesland heeft een Bewindhebber in dc Kamer vau de ü. I. Comp. tot Amsterdam. Jt.es. Stat Oen. 24 Sept. 1671, 8 Dec. 1674. 1054!) Admissie vau La Pla als Bewindhebber vut Friesland in de kamer der O. I. C. Rcs. Stat. Oen. 15 Julij, 2'A Aug., 18 Oct. 1673. 10550. Admissie voor Friesland van een Bewindhebber ter kamer van de O. I. Comp. Res. Stat. Oen. 25 Julij, 23 Aug., 18 Oct. 1673. — Friesland beeft een bewindhebber in de kamer te Amsterdam. Aid. 24 Mei 1676. — Dispuut wegens het regt van een Bewindhebber in de Kamer van de O. I. Comp. te Amsterdam. Aid. 8 Dec 1674. 10551. Voorstel tot interpretatie van het, octrooi, betreffende de nominatie voortaan van Bewindhebbers van niet beneden den leeftijd van 25 jaren, of minderjarigen. Res. Holl. 6 Oct. 1656 2e dr. 841. Missive van H. H. XVIln aan H. H. M. dd. 13 Oct. I6c6, conform bovengenoemd voorstel, en resolutie dien overeenkomstig. Aid. 20 November 1656. 2c dr. 931. 10552. Resolutie waarbij de eed van zuivering mede applicabel wordt verklaard op de Bewindhebbers van de O. I. Comp. Res. Roll. 2 April 1675. le dr. 62. 10553. Deliberatiën over den eed van zuivering mede te doen door degenen die tot Bewindhebbcren der O. I. Comp. worden gecligeerd. Res. Holl. 20 Sept. 1677. 2e dr. 487. — Resolutie hierop. J/c?. 22 Dec. 1679. 2e dr. Ilh7. Gr. Placaatboek, III. 's Hagc. 16S3. fol. 516. |
10554. Resolutie om voortaan geene dis-pensatiën van het derde artikel van het octrooi der O. I, Comp. ten reguarde van de maagschap toe te staan. lies. Holl. 23 Febr. 1669. 2e dr. 40; 20 Maart 1669. 2e dr. 69. 73, 10555. Bewindhebberen der O. I. Comp. van de respective Kamers vermogen elkander niet te bestaan in quarto affinitatis gradu. Res. Stat. Gen 8 Aug. 1680. 10556 Dispensatie door H. H. Mog. verleend van het 3e Art. van het octrooi dicterende dat de Bewindhebberen van de O. I. Comp. den anderen in het, 4e lid niet mogen bestaan. Res. Stat. Gen. 8 Maart 1683, 14 Aug. 1685. 10557. Bewindhebbcren der O. I. Comp. malkanderen in bloede bestaande in zekeren grade, zijn tot dezelve functie niet admissibel. Res. Stat. Gen. 16 Nov. 1684, 4 en 14 Dec. 1684. 10558. Difterenten met. de Kamer van Hoorn, wegens het refuseren van een gecommitteerden van de voorsz. kamer in de vergadering van XVII, ter zake van affiniteit met andere leden. Misnoegen van H. H. Mog. over de voorz. zaak. Res. Stal. Gen. 12 Maart 1685. 10559. Resolutie, in dato 15 Aug. 1685, dat, de Bewindhebberen van de O. I. Comp. elkander niet mogen in affiniteit, bestaan. Gr. Flacaatboek, IV. 's Hage 1705. fol 1332. 10560. Voorstel ter Generaliteit, ten einde aan Mr. A. de Baad, als Bewindhebber van dc O. I. Comp. ter Kamer Amsterdam, wegens de stad Haarlem, te verleenen dispensatie van het, gearresteerde wegens de affiniteit. Res. Holl. 26 Sept. 1703. 2e dr. 632. IOC61. Interpretatie van Art. 3 van het octrooi der O. I. Comp. ten aanzien der affiniteit van Bewindheoberen ten halven bedde in den vierden graad. Res. Holl. 3 Maart 1790. le dr. 159. 10562. Dc vergadering van XVIln in den Haag belegt (zonder dat hetzelve van eenigg consequentie zijn zal, door dien contrarie dezelver octrooi geschied) ten einde om te delibereren wegens de belasting van verschei- |
ONDER DE OOST-INDTSCHE COMPAGNIE.
13
deno Indische waren. Rcs. Stol. Gen. 14 Mei 14 Junij, 3 Aug. 1681, 8 Junij 1683. 10563. Voorstel door de Heeren Edelen gedaan, dat de provisie van de Bewindhebbers der ü. I. Comp. zal worden veranderd in een staande trae ement. Res. Holt. 25 January 16 7. 2e dr. 29. — llesolutie hierop. Aid. 14 l'ebr. 1(117. 2e dr. 68. — Vaststelling der tractementen van de Bewindhebbers der Kamers. Aid. 6 en 7 Junij 1647. 2e dr. 139; 22 Junij 1647. 2e dr. 135. 10564. Üaggelden van Bewindhebbers en derzelver adjunct zes gulden boven schuiten wagen-vrachten Res. Slat. Gen. 9 Junij 1656. 10565. De Bewindhebberen met de over-heerde provinciën hare coinparitien geëxcuseerd, met inhouding van hare pensioenen tractementen, gages, etc. Res. Slat. Gen. 2U Sept. 1672. — Missive, dd. 3 Oct. 1676 van H. H. XVlln aan de Staten Generaal, om aan de Bewindhebberen van de O. 1. Comp. uit de Provinciën van Gelderland, Utrecht, en Overijssel te voldoen de achterstallige tractementen vim den jare 1672; alsmede resolutie hierop. Res. Iloll. 28 Nov. 1676. 2e dr. 569. — De achterstallige gages van de Bewindhebbers van de O. 1. Comp uit de geïnv iidcerde provinciën in den jare 167ü goedgedaau, niettegenstaande zij niet gecompareerd zijn. Res. Stal. Gen. 17 Oct., 3, 12 Dec. 1676. — Resolutie tot afwijzing van het verzoek door de Staten van Utrecht gedaan bij Missive, dd S Get. 1676, ten einde A. van Bentham, Bewindhebber van de O. I. Comp. ter Kamer van Amsterdam, van den 2()0n penning op zijn tractement gesteld, zoude moge worden geëxcuseerd. Res. Iloll. 3 December 1676 2e dr. (.00, 10566. Differenten tussehen de respective Kamers over do uitdeeling van de tiende penning aan de Bewindhebberen. Res. Stat. Gen. 20 Dec. 16S0. 10567. Aanschrijving aan de gedeputeerden der Kameren van de O. I. Comp. in Holland en Zeeland, tot het schriftelijk voordragen van hun verzoek nopens het aanslaan der billetten volgens het octrooi van 20 Maort 1602. Res. Iloll. 2 Maart 1612. 2e dr. 592. — Ilondzending van het vertoog, alsmede resolutie tot voorloopig uitstel van bovengenoemde verpligting. Aid. 9 Maart. |
1612. 2e dr. 603. — Dispensatie, bij provisie, van de Bewindhebberen der 0.1. Comp. van het uitgeven der billetten. Aid. 24 Maart 1612. 2c dr. 646. — Continuatie dezer dispensatie. 4ld. 18 Julij 1612. 2e dr. 754. — Surséance dezer bepaling. Aid. 21 Febr — 24 Maart 1612. 2e dr. 949. 10568. Benoeming eener commissie, van gecommitteerden van de steden, tot het hoo-ren van gedeputeerden der Üost-Ind. Comp. in hunne verzoeken. Res. Iloll. 7 Maart 1611, 2e dr. 268. — Aanschrijving aan de verschillende Kamers der O. I. Comp. ter herinnering aan hare verpligting in deze. Aid. S Oct. 1621. 2e dr. 558. 10569. Aanschrijving aan Bewindhebberen der O. I. Comp. om hunne propositiën te doen bij geschrifte, lies. Iloll. 8 Maart 1611. 2e dr. 269. 10570. Gedeputeerden uit den üove tot examinatie der remonstrantie van de O. I. Comp. Res. Iloll. 17 Dec. 1665. 2e dr. 478. 10571. Verzoek om bevordering der afdoening bij de Staten Generaal van het aan H. H. M. gerigt vertoog door de Bewindhebberen der O. I. C. ties. Huil. 12 Dec. 1617. 2e dr. 471. 10572. Placaten voor de Oost- en West-Indische Comp. in hare districten te emaneren, worden gearresteerd door den Staat of de Generaliteit. Res. Stat. Gen. 16 Mei 1625. 10573. Ordres tegen het nemen in dienst van de O. I. Comp. van ongelicentieerde soldaten. Res. Stat. Gen, 2 Nov. 1672. 10574. Aangenomen voor notificatie een missive, dd. 7 Augustus 1672 van Dirk Trip en Cornelis Graafland, Bewindhebbers der O. I. Comp. Res. noil. 8 Augustus 1672. 2e dr. 850. 10575. Verzoek om consideratie en advies aan de gecommitteerden tot de zaken van de justitie, op propositie van gedeputeerden der provincie Utrecht ter generaliteit geproponeerd, klagende over het voorbijgaan van den Bewindhebber van Utrecht, alsmede van dien van andere provinciën en steden buiten Amsterdam, bij het stemmen van coin-missien, enz. ter vergadering van XVIIn. Res. mil. 28 April 1716. 2e dr. 243. 10576. Scherpe reprimande van H. H. Mog. aan de Bewindhebberen gegeven, wegens hare sustenue, dat Hun Hoog Mog. |
HET BESTUUR DER KOLONIËN IN EUROPA.
14
over derzelver te nemen resolutii n, ofte we- fens het advies en de rapporten der heeren [. H. Mog. gedeputeerden zonden zijn gehouden, met de gem. Bewindliebberen in discussie van redenen te treden, zijnde bniten alle imaginatie van reden, dat de Hooge Regering aan derzelver onderdanen en sub-alternen bedienden, redenen van haar doen zonde moeten geven.ens het advies en de rapporten der heeren [. H. Mog. gedeputeerden zonden zijn gehouden, met de gem. Bewindliebberen in discussie van redenen te treden, zijnde bniten alle imaginatie van reden, dat de Hooge Regering aan derzelver onderdanen en sub-alternen bedienden, redenen van haar doen zonde moeten geven. Res. Stat. Oen. 18 Junij 1081. 10577. Tekst der commissie, dd. 12 Dee. 1602 verleend voor Blasins Naehtegael als agent van Holland's penningen in de Oost-Indisehe Compagnie, onder de kamer van Zeeland ingelegd; tevens dienende tot eindbeslissing in liet geschil over de erkenning van hem als agent van Dordrecht, als niet overeenkomende met het octrooi, hetwelk spreekt van eenige provinciën en niet van eenige stad. lies. Hol/. 13 Dcc. 1002. 2e dr. 474. 10578. Aan de Vergadering van XVIIn gedurende hun verblijf in den Haag gepermitteerd eopiru te ligten uit de griffie van Haar Hoog Mogenden van alle brieven, mo-moriën en adviezen, de Compagnie concernerende. Res. Staf. Gen. 12 Junij 1683. 10579. Lijst van de Heeren Bewindhebberen der Oost-Indische Maatschappij ter Kamer van Amsterdam (1602—1722)! Aa-lentijn 1. 1724. 301. — Idem ter Kamer van Zeeland (1002—1723). Aid. 308. — Idem ter Kamer van Hoorn (160^—1720). Aid. 314. — Idem ter Kamer van Enkhuyzen (1602-1715). Aid. 315. — Idem ter Kamer van Rotterdam (1002—1720). Jld. 311. — Idem ter Kamer van Delft (1602—1724). Aid. 310. 10580. Lijst der Buiten-Bewindhebberen der Oost-Indische Maatschappij, die van tijd tot tijd in de Kamer van Amsterdam, wegens de provinciën Gelderland, Utrecht en vriesland, mitsgaders van de steden Dordrecht en üouda gezeten hebben (1014— 1724). Falenlijn I. 1724. 806, 317. 10581. Voorstel tot benoeming van Frans Banninck Cocq, Heere van Purmerland in commissie naar de vergadering van H. H. XVIIn. Res. Holl. 20 Junij 1653, 2e dr. 357. 10582. Berigten van veranderingen in het personeel der Bcwindhebberen der O. I. Comp. in de verschillende Kamers van 1747 tot 1794. Ncderl. Jaarb. 1747, 375, 505, 645. 953; 1748. 600, 604; 1749. 971,1056; |
1750. 999, 1398; 1751. 301; 1752. 184, 618, 990, 1354; 1753. 00, *01, 204, 354, 692, 999, 1131, 1133, 1212; 1754. 411, 412, 539, 1127, 1397,1400; 1755. 184,185, 187; 1750. 130, 185, 191, 410, 637, 713, 853, 1055, 1207; 1757. 213, 364, 432,708; 1758. 410, 1049; 1759. 132, 283, 436, 725, 1013, 1085; 1760. 419, 687; 1761. 120. 273, 954, 1174, 1176, 1177; 1762. 74, 396, 1379; 1703. 70; 1764. 344, 249, 533, 593, 998; 1705. 383, 447, 671, 573, 684, 085; 1706. 301, 485, 805, 1060,1200; 1768.131, 186, 312, 314, 1269, 1331; 1769. 389, 832, 1205, 1395, 1471; 1770. 118, 430, 1124, 1311, 1312; l;71. 269. 325, 1033; 1772. 752, 753, 870 ; 1773. 120, 121, 305, 10',)7, 1344, 1410; 1774. 58, 1039, 1223; 1775. 234, 802; 1770. 119, 173, 1123, 1298; 1777. 362, 1045, 1046; 1778. 309; 1779. 230, 237, 547; 1780. 123, 288, 473, 475, 594, 1011, 1013, 1153; 1781. 290, 969, 1322, 1632, 2301; 1782. 252, 709 ; 1784. 407, 469, 1990; 1785. 1396; 1780. 414, 874, 876, 1496, 1497; 1787. 852; 1788. 381, 518, 570, 639, 923, 1099; 1789. 407, 924, 986, 1745, 1816; 1791. 323,424, 426, 488, 1492, 1799, 2040; 1792. 160, 1401; 1793. 108. 1228, 1892; 1794. 612, 1679. 10583. Aanstelling van Bewindhebberen der O. I. Conip. Maandel. Ned. Mtrcurius. XXX. 1771. 49; XXXVI. 1774. 17. 10584. Plan eener Nationale vergadering' dd. 's Hage 29 Mei 1795, waarin bij Art. 84 is bepaald dat het bestuur der O. I. Bezittingen zal blijven tot den tijd toe, dat daaromtrent nadere schikkingen zullen zijn gemaakt. N. Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 4. 3108. 10585. Tekst der publicatie, dd. 'sHagc 7 September 1795, nopens het, verblijf der Leden van het vorig bestuur. N. Nederl. Jaarb. XXX 1795. 7. 5503. — Missive dd. f van IScwindhebberen der O. 1. Comp. ter vergadering van XVIIn om inlichting nopens deze publicatie, voor zoo vee. betreft eenige Bewindhebbers en Hoofdparticipanten. Aid. 5580. — Besluit dd. 13 September 1795 hierop van dc Provisionele Repraesen-tanten van het volk van Holland. Aid. 55fc0. 10580. Opgave door J. H. Batavus van de namen der „Oranje klantenquot; onder de Bewindhebbers der Ncd. O. I. Comp. Domkop, I. 1796. 324, — Idem door Bata- |
ONUEE DE (K)ST-INDISCHE COMPAGNIE.
15
vus Jan Ronduit, (ld. Rotterdam 29 Jnlij 179,), tot aanvulling van bovengenoemde. Aid. 389. Erfprins Stadhouder. 10587. Mededeelingen betreilende de uitoefening van gezag door bet Huis van Oianje op bet O. 1. Bewind. T. v. N. I. 2e j. 2d. Batavia 1839. 212, Noot, en 5c j. 2d, Batavia 1843. 47. 10588. O. 1. Comp. — Z. H. vergeeft de eommandementen van steden cu forten, lies. Stol. Gen. Ki January 1673 1 OhS'J, Zakelijke inhoud van de remonstrantie van Bewlndliebbers dor O. I. Comp. in de Kamoren van Holland en West-Friesland, boudonde verzoek om acte van autbo risatic en indemniteit over de gifte van ien drie cn dertigste part in alle de uitgiften van de ü. I Comp. aan Zijne iloogbeid gedaan; alsmede resolutie waarbij deze woidt verleend. Jies. Uoll. 17 Juli] 1074. 2e dr. 422. 10590. Tekst van de „Resolutie van de Staten Generaal, dd. 15 November 1747, houdende autborisatie op Bewindhebberen van de O. 1. Compagnie ter vergadering van XVlln, om een drie en dertigste part in alle afgiften ten beboeve van Zijne Hoogheid te doen.quot; Gr. l'lacaathoek. Vil, 'sHagc 1/70, lol 1506. Kur. Mercurius, LVlIl, 1747, 11, '281. 10591. Resolutie tot. autborii-atie op de Bewindhebberen van de O. I. Comp., om de niet gecompareerde of weigerende Partiei-pautcn te vervangen in bet eoneederen van 1/33 part van dc te doene uitdcelingen aan Zijne Hoogheid, met belofte van dezelve deswegens te zullen indemncren; voorafgegaan door de zakelijke inhoud der remonstrantie van Bewindbebberen in dc Kameren van Holland en West-Eriesland tot dat einde aangeboden. Ren. Holt. 27 Sept. 1747, le dr. 039. Gr. Flacaalhoek, VII. 'sllage 1770, fol. 1504. 10592. Besluil van Heeren Bewindhebbers der ü. 1. Comp., ter vergadering van XVlln op 13 Dec. 1718, om aan den Prins Eif-stadhouder op te dragen bet opperbewind en gouvernement der voorsehr. Compagnie. Nederl Jaarb. II. 1748. 2. 1233. |
10693. Bijzondcrbeden nopens bet besluit dd. 1 December 1748 vau 11. H. XVlln, om aan den Prins Erfstadhouder te defereron 't Opper-gouvernement en 't opper directeur-generaals ambt van de Ned. O. 1. Comp., alsmede benoeming eencr commissie wier namen worden opgegeven, om de poincten, eon-ditit'n eu praecininentie te reguleren en te arresteeren onder nadere goedkeuring van H. II. Mog. Eitr. Mercurius, LIX. 1748. II. 311, 10594, Resolutie ran de Staten Generaal, dd. 24 Maart 1749, wegens bet opdragen van het opperbcwindhebber- en gouverneur-generaalschap van dc geheele U. 1. Compagnie aan Zijne Hoogheid. Or, Placaatboek, VII. 's Hage 1770, fol. 1568. 10595 Tekst der vijftien artikelen, omschrijvende de raagt, authoriteit er. praei'ml-nentuvu, die uit hoofde van het, opper-be-windhebber- en gimverneur generaalschap van do geheele ü. 1 Compagnie aan den Prins Krf-Stadhouder zijn opgedragen, vastgesteld bij resolutie van 11. 11. Mog. van 24 Maart 1749, zijnde het, ,Diplomaquot; van Z. H. Gr. Nour. Vil, Januari)—Junlj 1749, 465 Eur. Mercurius, LX. 17 19. I. 229. Res. Boll. Secr. XI. 22 Maart 174,9, 416. Du Bois, Kies, La I laye 1703, 341. llisl. Besohr. Heiz. XX. 1765. 385. 10590. Beschrijving van de aanbieding op 16 April 1749 aan den Prins Erfstadhouder van de resolutie, waarbij die Vorst aangesteld wordt tot opper-dirccteur-gene-raal van de gcoctroyeerde O. 1, Comp.; alsmede tekst der resolutie van de heeren Staten Generaal op 24 Maart 1749 genomen, vaststellende de voorwaanlon waarop de Bewindhebberen, enz. van dc O 1 Comp. worden gemagtigd tot die aanbieding; — cn mcdedeeling van de namen der leden van dc daartoe benoemde Commissie Eur. Mercurius, LX. 1749. I. 228. Du Bois, Kies, La Have 1763. 341. Hist. Besuhr Jieiz. XX. 1765. 3-5. Nederl. Janrh. III. 1719. 1. 348 en 349. — Bijzonderheden. Zie Gr. Nouv. VIL Januarij—Junij 1,49. 465. 10597. Brief van Batavia, dd. 20 Junlj 1750, behelzende het project eornmonieel, volgens hetwelkc, op den 22 dier maand, de plechtige installatie of voorstelling zijner Doorl. Hoogheid, den Prins Erfstadhouder enz. enz. enz. als opper-gouvemeurr-gencraal van Neerlands Indien, enz. stond te gcscbic-den. Nederl. Jaarb. V. 1751. 1. 385 Noot. — Beschrijving der gehouden plegtigbcid en |
HET BESTUUR DER KOLONIËN IN EUROPA.
16
feestviering. Eur. Mercuriun. LX II 1751. II. 2 10598. Voorgenomen vaststelling van de appoineteraenten voor de Representanten van den Prins Erfstadiiouder bij dc Bewindhebbers dor O. 1. Comp. April 1749. Nederl. Jaarb. 111. 1749. 1. 351. 10599. Weigering door den Prins Erfstadhouder van het aannemen eener jaarwedde als opper-poiiverneur-generaal der O. 1. Corap April 17'W. Nederl. Jaarb. Ill 1719. 1. 351. lOtiOO. Resolutie van dc Stalen Generaal, dd. 2 October 1749, houdende approbatie van dc gemaakte schikking door liewind-hebbcren van de O. I. Comp. omtrent het reguleren van het traktement der representanten van Zijne Hoogheid, alsmede van dat der twee secretarissen en vier klerken. Cr. l'lacaatboek, VII. 's Ilagc 1,70, fol. 1571. 10601. A.instelling door den Prins Erfstadhouder van Ph. van der Giczen en J. van der Poorten tot representanten van Zijne Doorl. Hoogheid ter vergadering van de O. 1. Comp ter Kamer Amsterdam, Julij 1749. Nederl. Jaarb. III. 1749. 2. G49. Eur. Mercurius, LX. 1749. II. 88. — Beschrijving van hunne introductie ter vergadering op 31 Julij 1749. Nederl. Jaarb. 111. 1749. 2. 740. Eur. Mtrcurius. LX. 1749. II. 88. 10Ö02. Aansielling door den Prins Erfstadhouder van L. Bomme, tot represcniant van Z. H. bij de O. I. Comp. ter Kamer van Zeeland. Eur. Mercurius, LX1. 1?50. I. 290. 10603. Resolutie van dc Staten van Holland, dd. .'il Julij 17. 0, op wat voet, der electie van Bewindhebberen van de ü. I. Comp. door Haar Edele Gr. Mog. is gede-fereert aan Zijn Hoogheid, en hoe daarvan kennis te geven. Cir. Plaoanthoek, VII. 's lilage 1770. fol. 1572 — Ret.. Holl. 31 Julij 1750. Ie dr. 601. 10604. Reglement op het dragen van den rouw over den dood van den Prins Erfstadhouder, door den Raad van Indiöte Batavia vastgesteld op 11 Julij i752. Nederl, Jaarb. VIL 1753. 1. 548. Èur. Mercurius, LXIV. 1753. II. 1. 10605. Besluit der Staten Generaal, dd. |
27 November 1765, bepalende onder anderen, ,dat in het Hoofd van den articul-brief, door haar Hoog Mog. op den 4 September 1742, voor de Nederlandsche geoctroyeerdc 0. I. Comp. gearresteert, voortaan zullen worden geïnscrecrt de naam cn titel van Sijnc Hoogheid den Hecre Prince van Orange en Nassau, als Erf-Capitein en Admiraal-Generaal der Vereenigde Nederlandenquot;; en toezending van het Extract dezer resolutie aan de Bewindhebbers der O. I. Comp. ter Prae-sidiale Kamer van Amsterdam. N. Nederl. Jaarb. I 1766. 1. 125. 10606 Besluit der Staten Generaal, dd. 24 Maart 1766, waarbij zij qualiliceren de vergadering van XVIln, om het opperbestuur over de O. I. Maatschappij aan den Erfstadhouder op te dragen. Res Holl. 23 April 1766. Ie dr. 240. N. Nederl. Jaarb. l.Vlbb. 1. 318. — Besluit der Staten Generaal, dd. 27 Maart 1766, inhoudende goedkeuring van den voet, op welken zulks geschieden zou. Aid. 321. Res. Aid. 241, —Beschrijving van de aanbieding op 2 April 1766 aan den Erfstadhouder van het Diploma van hel opper-bewindhebber-gouverneurschap generaal; en mededeeling van den tekst van dit Diploma, en van de namen der leden van dc daarvoor benoemde commissie. N.Ned. Jaarb, 323.— Tekst van het besluit der Staten van Holland en Westvriesland, dd. 23 April 1766, ter approbatie van het verrigte van hunne gedeputeerden ter Generaliteit, wegens het opdragen van het opperbewindhebberschap enz. van de O. I. Comp. aan den Prins Erlstadhou-dcr, alsmede ter verklaring betreffende dc verkiezing van Bewindhebbers in de Kamer van deze provincie door Zijne Hoogheid. Res. üoll. i3 April 1766. 1c dr. 238 N. Nederl. Jaarb. I. 1766. 1. 3 )1. —Tekst der Missive, dd. 's Hage 4 April 1766, van H. H. XVIln ter kennisgeving aan H. H. M. M. van deze aanbieding, alsmede tekst van het diploma, dd. Amsterdam 25 Maart 1766. Res. Holl. 23 April 1766. Ie dr. 243. 10607. Aanstelling door den Prins Erfstadhouder van Thomas Hope, tot zijne representant ter vergadering van de O. I. Comp. ter Kamer Amsterdam. April 1766. N. Nederl. Jaarb. I. 1766. 1. 330. 10608. Tekst van één der open brieven, dd. Kew 7 ïebruarij 17.)5 van Prins Willem V, waarin hij ah Opperbevelhebber der O. I. Comp. enz. den Gouverneur der Koloniën gelast,te om de Engelsche troepen in te nemen en die te beschouwen als vrienden, die |
ONDER DE OOST-INDISCHE COMPAGNIE.
17
derwuartrS kwamen om de verovering door de Frausolien te beletten. JV. Nedert. Jaurb. XXX, 1705. 7. 4972. Jaurh. Bal. Rep. VI. 141. — Kapport aau de Provisionele Reprae-sent,anten van hot volk van Holland, op 29 Sepl. 1755, hierover uitgebragt. H-iL). N. Ned. Jaurb. Aid. iG03. — liesluit van dcnzelf-den datum, tot het vragen van het regtsgeieerd advies hierover van de Leidsche tioogleera-ren Bavins Voorda en Jan Valckenaar, voor acte van besehuldiging tegen den gewezen Stadhouder. Aid. 5667. — Besluit van 19 Oct. 1795 tot het zonden aan die Hoog-leerare i van de Missive, dd. 10 Junij 1795, van dm Commissaris in het Gouvernement van Gaho de Goede Hoop, met zijne afwijzing vul den brief van Prins Willem V. Aid. 8. (gt;192. — Oordeel, dd. 2 Mei li'.)(), van de Nationale Vergadering, representerende het vol c van Nederland over deze brieven van Prins Willem V. N. Nederl. Jaarb. XXXi. 1796. 2. 1521. Jaarb. Bal. Rep. VIII. i4-3. — Idem doorbel; (Jommitté van koophandel en zeevaart te Amsterdam. Aid. V. 134.. 10(50 9. Publicatie, dd. 's Hage 4 Maart 1795, van 11. H. Mug. ter alschalling van het Erl'stadliouderschap, het üpperbewind-hebbor-üouvorneurschap Generaal van de O. I. Coinp. en v. Ned. ü. Indie, enz. N. Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 3. 1801. 10010. Aanteekening nopens het aandeel van den Prins Erlstadhouder in de dividenden ol' aandeden der ü. I. Coinp. N. Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 4. 2584. Jaarb. Bat. Rep. II. 610. Letlerb. III. 1795. 120. Participanten. 10611. Missive, dd. 13 Maart 1623, van dc Staten Generaal, en nader reglement op de doleantie der Participanten in de O. 1. Coinp. en zending van deze aan den lloo-gen en Provmeiaalen Raad ter instructie. Res. Huil. 14 Maart 1623. 2e dr. 20. — Kesolutie betreffende het verkoopen der waren cu dc Administratie der O. I, Comp. te Amsterdam. Aid. 13 Julij 1623. 2e dr. 73. — Verzoek van Gecommitteerde Be-windhebberen van U. 11. XVllu betreffende de beide bovengenoemde poincten, cn handhaving der voornoemde resolutie van 13 Julij 1623. Aid. 22 Julij 1623. 2e dr. 84; 85 Julij 162'5, 2c (Ir. 87. —Deliberatie over dc poincten der dolerende participanten, doch mei handhaving van deresolutie van 13 Julij 1623. Aid. 26 Julij 1623. 2 dr. 80. |
10612. Benoeming eener commissie om consideratie cn advies op de stukken rakende de different en tussohen de dolerende Hoofd-Participanten en de Bewindhebbers der O. I. Comp., betreffende het maken van den staat van bare goederen hier te lande en van die van tijd tot tijd uit Oost-Indii; arriverende. /ifc-.v. Holl. 14 Sept. 1624. 2e dr. 355. — Rapport dezer Commissie en resolutie daarop. Aid. 25 Sept. 1621. 2e dr. 368. — Handhaving der resolutie van 25 Sept. 1624, naar aanleiding van die, dd. 28 Sopt. 1624 der Staten Generaal, welke laatste regelregt tegen het advies der gecommitteerden van Holland is genomen, 28 Sept. 1624. 2e dr. 374. — Benoeming ecner Commissie tot kennisneming van het ontvangen en opnemen der goederen, thans uit Oost-Indie met die schepen gekomen. Aid. 21 Sept. 1624. 2e dr 004. 10613. Differenlen tusschende respective Admiralitcits-collegiën, wegens de judicature over de veroverde schepen en goederen. Rts. Slat. Gen. ïl8 Januari) 1690; 21 Januarij 1691. — Remonstrantie aan H. 11. Mog. Aid. 6 Mei 169. — Decisie door H. H. Mog. Aid. 29 Oei. 1691. 10614. Missive van Burgcmeesteren van Amsterdam, dd. 22 Junij 16^3, houdende klugten over de desordre onder de Participanten van dc O. 1, Comp. en het aannemen van doleantiön, betreffende de wijze van verkiezing van vier Hooldparticipanten in de Kamer van Amsterdam Hes. Holl. 12 Julij 1623. 2e dr. 71. •—• Deliberatie over dit poinct der dolerende Participanten. Aid. 27 Julij 1623. 2e dr. 90. Resolutie hierop. Aid. 29 Julij 1623. 2c dr. 93. 10016, Twee requesten aan de Burge-meesters van Amsterdam gepresenteerd, een van verscheidene Partieipanten in de O, I, Comp., de ander van verscheiden personen, die do U. I. Comp. gecrediteerd hebben, houdende hunne doleanticnj alsmede benoeming eener Commissie om consideratie en advies. Res. Holl. 13 Julij 1623. 2e dr, 73, 10616. Onlusten tusscben de liewindheb-beren en de Hoofdparticipanten te Hoorn. Res. Stat. Gen. 29 .Nov, li)72, 10017. Request van Mr. J, van de Ram-horst c s, uitmakende het. meerder getal van Hoofdparticipanten van de O, 1, Comp. ter Kamci liluklunzen, om state ring van de procedures dour het minder getal legen hem 3 |
HET BESTUUR DER KOLONIËN IN EUROPA.
18
ondernomen voor den Hoogen Raad ter occasie van een te doen eleetie van een Bewindhebber ter Kamer voorschreven; alsmede resolutie tot afwijzing van het verzoek. Hes. lloll. 12 Mei 1730. Ie dr. W. — Uapport ter Generaliteit op 0 Juiüj 1730 uitgebrugt over de ontstane diiïcrentcn in de vergadering van Huofdpartieipanten van de O. I. Comp. ter Kamer van Enkhuizon. Aid. 13 Junij 1730. 1 dr. 42S. Achteruitgang en redres der O. I. C. 10618. Verhaal van de zamenstelling der Ned. O. I. Compagnie, van haar bestuur zoo in Nederland als in Indii;. levensheschr.v.Ler. en gel. Mum. 1. 1730. 258. 10619. Stukken betrekkelijk den toestand der O. 1. Comp., en haren strijd tegen de koloniale oppositie. 1C07—1609. De Jonge, Opkomst. 111. 15-65. 355. 10620 Tekst der Missive, dd. Amsterdam 10 Maart I7-11, van Bewindhebberen in do O. I. Comp. in de Hoiiandsehe Kameren, houdende hunne eelaircissementen, betreffende de directie der zaken van de Compagnie, lies. Holt. Sec. IX. 16 Maart 1741. 68(1. 10621. Considerations sur l'état present de la Compagnie Hollandaise des Indes Orientales, rélativemcnt a sa navigation, u son omnierce et a son gouvernement; et sur les raoyens de remedier anx causes de sa decadence, par Mr. G. G. d'I mil off, gouverneur-general pour la compagnie aux. Indes orientales, dd. Amsterdam 24 November 1741. Du Jiois, Vies, la Haye 1763. 10622. Missive, dd. Amsterdam 14 Dec. 1741, van de ordinaris Baden van Nederl. Indië G. W. van Imhoff, E. de Haaze on Mr. I. van S o h i n n e, aan de Staten van Holland en West-Eriesland, inhoudende hunno consideratiën en berigt op eenigc poineten en articulen rakende de directie en huishouding van de O. I. Comp. Ret. Hull. 19 Dec. 1741. Ie dr. 946. 10623. Missive, dd. Amsterdam 15 Maart 1741, van H. H. XVlln aan do Staten Generaal, ter aantooning dor abuisen in de directie en huishouding van de O. 1. Comp. met bijvoeging der middelen van redres, iftw. Iloll. 29 Maart 1741. Ie dr. 275. — Rapport op 13 April 1741 ter Generaliteit uitgebragt door H. H. M. Gedeputeerden tot de zaken van de O. I. Comp., van hetgebe-soigneerde met Bewindhebberen, inhoudende tekst van de «onzijdige bedenkingen over eenige poineten, die in consideratie zouden kunnen worden genomen tot redres van de |
0. I. Comp.quot;yw. Sec. IX. 18 April 1741. 719. — Missive, dd. Amsterdam 15 Junij 1741, van H. H. XVIIn aan de Staten Generaal, inhoudende hunne consideration cn advies^hicrovcr. lies. lloll. 20 Junij 1741. Ie dr. 461. — Tekst der voorgestelde poineten, tot eene betere directie en huishouding. Aid. 23 Sept. 1741. Ie dr. 749. — Resolutie op 27 Januari) 1742 ter Generaliteit genomen op bovengenoemde poineten, alsmede op verscheidene remarques en pretension door gedeputeerden van eenige provinciën gemaakt. Aid. 2 Februarij 1742. Ie dr. 73. — Missive, dd. Amsterdam 21 April 1742, van H II. XVlln aan de Staten Generaal, inhoudende de verlangde consideratiën omtrent, de poineten tot redres met project van een nieuwen artikelbrief. Aid. 17 Mei 1742. Ie dr. 319. Zie ook Atd. 22 Junij 1742. Ie dr. 883. — Gebe-soigneerd den 20 Junij en volgende tot den 7 Julij 1742 over bovengenoemde Missive, dd. 21 April 1742. Aid. 27 Juhj 1742. Ie dr. 507. — Resolutie hieromtrent genomen door de Staten van Holland en West-Eries-land. Aid. 10 Augustus 1742. ledr. 603.— Idem door de Staten Generaal op 4 Januarij 1743. Aid. 9 Januarij 1743. Ie dr. 17. — Tekst der Missive, dd. Amsterdam 11 Maart 1743, van Bewindhebljeren der ü. I. Comp. ter Kamer Amsterdam, over de weigering van de Zeeuwsche Bewind hebberen, om te introduceren deze hunne pointen van redres. Aid. 27 Maart, 1743. Ie dr. 168.—Missive, dd. Amsterdam 22 November 1743, van Bewindhebberen der O. I. Comp. van de Hoiiandsehe Kameren ter vergadering van XVlln over dc weigering van de Zeeuwsche Bewindhebberen. Aid. 27 Nov. 1743. Ie dr. 518.— Rapport op heide Missiven door gecommitteerden tot de zaken van de O. I. Comp. Aid. 30 Januarij 1744. Ie dr. 144.— Resolutie cn voorstel tot wegneming der bezwaren ter Generaliteit te doen, alsmede ter aanschrijving aan dc Kamer van Zeeland in dien zin. Aid. 18 Eebr. 1744. Ie dr. 167, 10624. Schets van de gesteldheid der O. 1. Compagnie, hare tegenwoordige bezittingen cn voordcelen. Koopman. II. 1770. 18. 10625. Brief van J. B. M. G** over sommige zaken, de huishoudingen der O. I. Maatschappij, en de slegte directie van |
ONDER DB OOST-INDISCHE COMPAGNIE.
19
derüclvor subaltcruoii butrcllemic. Kuupman, IV. 1773. 105. 106:20. Nota on do Ilollamlsclin Compagnie der Indien. Uit Gnzette dc^s i'inanoes Mai i7tgt;C). Haar zamoustelling en werking. VI. Indic. 111. 1780. 372. 10027. Resolutie tot opening van zaken door Bewindliebberen dor Hollandsehe Kame-ren van de O. 1. Coin]), op hun Ed. ür. Mog. requisitie, alsmede verzoek om eon.si-deratie en advies aan gecommitteerden over de wijze van securiteit voor de Provincie Holland, wegens het; bestier der O. I. Comp. Res. Holl. Sec. XIV. 4 Mei 17t!2. 03. lies. IIoil. Stuk. 1782. 1. 545. 10028. Missive, dd. 'silage 3Juuijl783, van H. II. XVI In aan de Staten-Generaal, ter aantooning van de oorzaken van het diep verval der Maatschappij, en van het belang van haar bestaan voor den Lande; alsmede verzoek om de noodige adsistentie in deze tot verbetering, lies. lloll. Sec. XIV. 4 Juni) 1783. 270. — Idem aau de Stateu van Holland en Westvriesland, om appui van bovengenoemd adres. Ali. 209.— Rapport van Hun Ed. Gr. Mog. gecommitteerden totexa-minatie van bovengenoemde missive, dd. 3 Junij 1783; alsmede tekst van de bij dat rapport behoorende bijlagen, zijnde A. ,Plan tot verbetering van de Directie van de U. 1. C.quot; en 15. //Pointen, waarop bij Heeren Bewindhebberen en Commissarissen speciaal reguard zal moeten worden genomen.quot; Aid. 30 October 1783. 318, 322, 324. lies. lloll. Stuk. 1J83. II. 415, 418, 420. 10629. Missive, dd. Amsterdam 19 November 17S3, van H.H. XVIIu aan de Blaten van Holland en Westvriesland, tot aandrang van hun nader verloog van dezellde dagtcekening aan H. H. M. M. over de aangelegenheid der Maatschappij, van hetwelk tevens de tekst wordt medegedeeld. Res. Holl. 21 Nov. i ?S3. II. Ie dr. 1261; 27 Nov. 1783. II. Ie dr. 1349. — Verzoek om nader advies aan gecommitteerden tot het personeel besoigne over de noodige redressen in de directie der ü. I. Comp. met de middelen daartoe. Aid. 5 Dee. L783. 11. ie dr. 1547. — Rapport der personele Commissie over de zaken van de O. I. Comp. over de nadere middelen tot. redres in de directie, alsmede tekst van een: Nader Plan tot verbetering van de Directie, om te subintreren in plaats van het Plan van den 30 Uctobcr 1783, Aid. Stuk. 1781. II. 337,331. Res. Aid. |
10 Junij 1784. II le dr. 1118, 1120. — Consideratien van de Heeren Gedeputeerden der stad Haarlem nopens het plan van redressen van de Directie der ü I. Comp., voorkomende in liet nader rapport van het personeel besoigne van Hun Ed. Gr. Mog. op den 10 Junij 1784 uitgebragt. Aid. Stuk. 1784. IV. M. — Tekst der Remarques van de stad Amsterdam op het, nader Plan van 10 Junij 1784. Aid. 09 - Brief, dd. Amst. 30 Uet. 1783, van P. Amsterdammer, ten betoge voor het uitloven van premicn voor het indienen van redres. lJosl N. lihijn. IV. 17b4. 274. — Aanmerkingen op het Rapport, en de Propositie van Heeren Gecommitteerden van Hun Ed, Gr. Mog. tot onderzoek van de zaken der O. I. Comp. in Brieven Anno 1783 en 1784 van A. P. en antwoord hierop door Q. N. N. over het invoeren van redressen. Aid. IV 1784. 300; V. 1785. 865, 897; VI. 1786, 968 — Brief, dd. Middelburg 26 Nov. 17.-3, van S. T. ter aantooning vt.n middelen tot redres. Aid. IV. 178I-. 34). — Aanmerkingen van de Afgevaardigden der steden Haarlem en Amsterdam, den 12 Augustus 1784 daaromtrent ingeleverd. TV. Aederl Jaarb. XXV. 1790. 2. 1717. 10630. Gearresteerd Plan van 9 Oct. 1784 tot: Redressen in de besturing van de O. I. C., alsmede resolutie om op de spoedige conclusie ter Generaliteil te insteren. lies. Holl. 30 December 1784. IV. Ie dr. 3540. Aid. Stuk. 1(184. V. 460. — Plan van lledressen in de besturing van de O, I. Comp. ingerigt naar een ontwerp van den 10 Junij 17s4, door de Heeren Gecommitteerden tot het personeel besoigne, ter vergadering van de Staten van Hollaud den 9 October 1784, overgegeven. N. Nederl. Juarb. XXV. 1790. 2 1717. — Goedkeuring op 30 Dcc. 1784 van dit Plan van Redressen door dc Staten van Holland, en inlevering op 5 Januarij 17i5 ter vergadering der Algemeene Staten. Aid. 1726. — Tekst der resolutie, dd. 30 Pee. 1784, van de Staten van Holland en Westfriesland, ter goedkeuring van dit plan, dd. 10 Junij 1784, of eigenlijk 9 Oct. 1784. Maandel. Nederl. Mercurius, LVII1. 1785. 70, 93. 10631. Memorie, dd. 1 April 1785, van de Bewindliebberen der O. 1. Comp. ter Kamer Zeeland, aan de Staten van Zeeland, inhoudende hunne consideration op dit//Plan van Kedrcssen.quot; iV. Nederl. Jaarb. XXV. 1790. 2. 1727. — Rapport, dd. 14 April 1785, van Commissarissen tot de gewone |
HET BESTUUll DER KOLONIËN TN EUROPA.
20
besoignes op deze Memorie van de Kamer Zeeland. Aid. 1738. — Pointen van redres in de bestiering der O. I. Corap., met daarnevens gestelde consideratiën. Opgegeven door Bewindhebbers der ü. I. Comp. ter Kamer Zeeland, en gedagtoekend Middelburg 13 Mei 1785. Aid. 1744. — Idem van die ter Kamer Amsterdam, dd. December 1785. Aid. 1766. — Borigt, dd. 24 December 1785, van Bewindhebberen der O. 1. Comp. ter Kamer Hoorn aan H. H. Mog. op het wPlan van Eedressen.quot; Aid. 1778. — Idem van die ter Kamer Deli't, dd. 26 December 1785. Aid. 17S0. — Idem van die ter Kamer Zeeland, dd. Middelburg 27 December 1785. Aid. 1783. — Idem van die ter Kamer Rotterdam, dd. 3 Januarij 1786. Aid. 1788. — Idem van die ter Kamer Enkhuizen, dd. 3 Januarij 1786. Aid. 17ÜÜ. — Idem van die ter Kamer Amsterdam, dd. 9 Januarij 1786. Aid. 1796. | — Idem van de Be-eedigde Hoofdparticipanten van de O. I. G. ter Kamer Amsterdam, dd. 10 Januarij 178(). Aid. 1809. 10632. Resolutie om gedeputeerden ter Generaliteit te qualificerenom representatien te doen tot constatering der redressen in het huishoudelijk bestuur der O, I. Comp. Res. Holl. 17 Dcc. 1755. V. Ie dr. 5910. — Missives aan de Staten Generaal van de respective Kameren der O. 1. Comp., enz. op het bovengenoemde Holland-sche plan van redressen tot verbetering van het huishoudelijke bestier der O. I. Corap. van 9 October 1784 en gearresteerd bij res. Holl. van 30 December 1784; zijnde tekst van die ter Kamer Hoorn, dd. 24 December 1785. Res. Holl. 4 jfebruarij 15S6. 1. Ie dr. 551. Vad. Staatsh. III. 450. — Idem Ier Kamer Delft, dd. 26 December 1785. lies. Aid. 552. Staatsb. Aid. 451. — Idem ter Kamer Zqc-land, dd. 27 December 1785. Res. Aid. 554. Staatsb. Aid. 4 54.—Idem terKamer Rotterdam, dd. 3 Januarij 1786. Res. Aid. 550. S/aatslj. Aid. 457. —• Idem ter Kamer Enckhuijsen, dd, 3 Januarij 1786. Res. Aid. 557. Staatsb. Aid. 459. — Idem ter Kamer Amsierdam, dd. 9 Januarij 1786. Met Bijlagen, van welke tevens de tekst wordt medegedeeld. Res. Aid. 560. Staatsb, Aid. 463. — Alsmede van de beëe-digde Hoofdparticipanten van de Oost Indische Comp. terKamer Amsterdam, dd. Amsterdam 10 Januarij i786. Rcs. Aid. (U/O. Staatsb, Aid. 507. — Beoordeeling van ol de bovengenoemde medegedeelde stukken. Staatsb. Aid. 525. — Memorie, dd, 11 April 1785, van consideratiën der bewindhebberen ter Kamer Zeeland, op tet Plan relatief tot de Staten |
Notulen van Zeeland, van den 14 April 1785. Res. Holl. 9 Eebr. 1786. I. Ie dr. 616. Res. Stat. Gen. 4 Januarij 1786. Vad. Staatsb. III. 4i'3. — Resolution, dd. 19 Mei en 29 December 1785, van de Staten van Zeeland, iuhoudende het rapport van Heeren commissarissen tot de ordinaire besoigne over bovengenoemde Memorie van consideratifn. Res. Holl. 9 Eebr. 1786. I. Ie dr. 624, (ill. Res. Stat. Gen. 4 Januarij 1786. 10633. Opgave van een Plan door de Staten van Holland ter vergadering der Alge-mecne Süiten op 11 Eebruarij 1786 inge-bragt, tot bet opiigten van een Vijfde Departement van dc O. 1 Comp. N. isederl. Jaarb. XXV. 1790. 2.1827. - Nader Plan tot verbetering van de directie bij de üostindi-sche Compagnie, en zulks om te vervangen het Plan van 9 Oct. 1784 bij Hun Edele Groot Mogende Resolutie van den 30 December 1784 vastgesteld; alsmede tekst der resolutie waarbij dit «Nader Planquot; wordt gearresteerd. Res. Holl. 11 Eebruarij 1786.1. Ie dr. 6,.)6, 692. — Rapport door de Gecommit-feerden op 11 Eebruarij 1786 ter Staatsvergadering van Holland uitgebragt op dit //Planquot;. N. Nederl. Jaarb. XXV. 1790. 2. 18:i3. — Beooideeling van dit Rapport. Pol. Holl. Ned. Vert. 1. 89. — Consideratie van de Kamer Amsterdam op de twaalf poincten van redres, handelende over de op-rigting van een „Vijfde Departement.quot; N. i\ederl. Jaarb. XXV. 1790. 2. 1827. — Resolutie waarbij de Leden van het personeel besoigne worden verzocht om te zien naar zes personen tot het Vijfde Departement in het Nader Plan van redressen vastgesteld; en te suppediteren hunne eonsidcraliën tot betere executie en kraehl van hetzelve Plan. Res. Holl. 22 Eebr. 1786, I. Ie dr. 824. — Rapport van gecommitteerden tot. de zaken van de O. I. Comp. en van de daarop genomen resolutie eoncernerende de personen tot het Vijfde Departement bij de O. I. C. volgens het Nader Plan. Aid. 29 April 17S6. 11. Ie dr. 1798. — Resolutie, dd. 8 Mei 1786, van de Staten van Zeeland inhoudende bezwaren tegen de oprigling van een vijfde Departement, onder de benaming van het «Departement tot de Indische zaken,quot; volgens het Nader Plan van redres. Aid. 17 Mei 1786. II. Ie dr. 1964. Vad. Staatsb. III. 433. — Circulaire missive, dd. Middelburg 8 Mei 1786, van de Staten van Zeeland aan al de Provinciën, ter mededeelimr van hunne bovengenoemde bezwaren. Res. Holl. |
ONDER DE OOST-INDISCHE COMPAGNIE.
21
17 Mei 1780. II. Ie dr. 1962. — Missive van de Staten van Holland en Westvriesland aan de Slaton van Zeeland in antwoord. Aid. 1 Dec, 17M). V. Ie dr. 46i5. — Resolutie op de extensie van de betaling der nieuw aangestelde Bewindlicbboren en Bedienden van het Vijfde Departement bij de üost ln-disehe Kamer te Amsterdam, omtrent der-zelver vacatiën en daggelden. Aid. 1 Sept. 15 8G. 111. Je dr. 3033. — Missive, dd. Leeuwarden 28 September 178G, van de Staten van Vriesland, ter adhaesie aan de missive, dd. Middelburg S Mei 1786 van de Staten van Zeeland tegen de oprigting van het Ve Dep. der O. 1. Comp. wW. 3 October 17 h6. IV. 3509. — Missive van de Staten van Holland en Westvriesland ran de Staten van Vriesland in antwoord op hun bovengemelde missive van 28 Sept. 1780. /ild. 1 Dee. 1786. V. Ie dr. 4019, — Resolutie tot aanschrijving aan de Hollandsche Kamercn der O. I. C. nopens het bijwonen der delibera-tiën vau de Vergadering van XVlln, schoon de Kamer Zeeland absent raogt zijn. Aid. 9 November 1780. IV. Ie dr. 4209. — Rapport van gecommitteerden tot de zaken van de O. I. Comp. op bovengaande resolutie en missive, beide van 8 Mei 1780 van de Staten van Zeeland; alsmede resolutie hierop en tevens ter aanschrijving aan de Hollandsche Kameren om de Kamer Zeeland zonder concurrentie tot het gemelde plan met geen penningen te assisteren; en ter qualifleatic op gecommitteerden tot het personeel be-soigne om van Bewindhebberen tot het Ve Departement verslag te requircren van het gepasseerde in de bijeenzijnde vergiidering van XVlln. Jld. 1 Dec. 1786. V. lo dr. 4039. — Missive, dd. Middelburg 15 Te-hruarij 1787, van de Staten van Zeeland aan de Staten van Holland en West 1'riesland op hunne resolutie en Missive van 1 December 1780, betreffende het Vijfde Depart. Aid. 2 Maart 1787. II. Ie dr. J036. — Rapport van Gecommitteerden tot de zaken van de ü. I. Comp. op bovengenoemde rescripten van Zeeland; alsmede tekst der resolutie hierop. Aid. 30 Maart 1787. II. Ie dr. 1572. — Missive, dd. Amsterdam 12 April 1787, van Bowindhebberen der O. [. Comp. ter Kamer Amsterdam, inhoudende verzoek om voorschriften betreffende de handhaving en uitvoering van bovengenoemde resolutie van 1 Deo. 1786; alsmede resolutie op deze Missive, tot buiten effect stelling der prohibitie aan de Hollandsche Kameren, om zonder concurrentie der Kamer Zeeland tot het Plan van redres in Hun Hoog Mog. resolutie vau 17 Tehr. 1780, dezelve Kamer met geen penningen tc assisteren. Aid. 13 April 1787. II. Ie dr. 1971. |
10034. Resolutie, waarbij worden benoemd de leden der Commissie tot het personeel besoignc over de zaken van de ü. 1. Comp., en kennisgeving hiervan aan H. 11. XVlln tot het geven der verlangde secrete ouvertures over den toestand der Maatschappij, Res. lloll. 8 Mei 1788. II. Ie dr, 991. — Provisioneel rapport dezer commissie. Aid. Seer. XV. 25 Junij 1788. 765. — Resolutie tot authorisatie van bovengenoemde personele Commissie, om in deze te besoigneren met de gecommitteerden daartoe van de Provincie Zeeland, Aid. 23 Julij 1788. 11. Ie dr, 1487. — Rapport van de gehouden conferentie van boveugenoemdc gecommitteerden van Holland en van Zeeland; alsmede tekst van het ( oneept nopens de verandering in het bestuur van de ü. I. Comp. Aid. 13 Dee. 1788, III. Ie dr. 2166,2175,— did. Sec. XV. 13 Dec. 1/88. 814, 824. — Resolutie waarbij aan gecommitteerden tot het Personeel besoignc over de zaken der O, 1. Comp. opening wordt verzocht, omtrent eenige poiueten, welke daarin worden opgegeven, Hes. Iloll. 9 Sept. 1789.11. Ie dr. 179. — Rapport van dezelfde Commissie wegens hunne nadere conferentiën met Be-windhebboren op de pointen bij resolutie van 9 September 1789 voorgesteld, alsmede van hunne besoignes met gecommitteerden van Zeeland over de zaken der O. I. Comp,; alsmede tekst der daarbijgevoegde bijlagen. Aid. Sec. XVI. 9 Oct. 1789. 76. — Resolutie, dd. 26 November 1789, van de Staten van Zeeland op bovengenoemd rapport, lies. lloll 11 Dec. 1789. 11. Ie dr. 1113, —Resolutie lot authorisatie op gccommii teerden tot het personeel besoigne, over de zaken der O, I. Comp., tot overneming en examinatie der berigten wegens Amsterdam, alsmede tekst der twee poinetcn waarop hun advies wordt verzocht. Aid. 10 April 1789. I. Ie dr. 382. — Rapport inhoudende bovengevraagde consideratie en advies op de twee poincten. Aid. 19 Mei 1789. I, le dr. 489, — Resolutie, hoe het genoegen der Steden te voorzien omtrent de vervulling van een vacature in het Departement tot de Indische zaken. Aid, 4 .lunij 1789. 1. le dr. 541, — Resolutie op de Rapporten van het personeel besoigne over de zaken der O. I. Comp, van 13 Dcc. 1788 en 19 Mei 1789. Aid. 4 Junij 1789,1. le dr. 538. — Resolutie op de zaken van het bestier der O. I, Comp. uit kracht der conferentie daarover met gecommitteerden van Zeeland, did. 30 Jan. 1790. le dr, 133, |
HET BESTUUR DER KOLONIËN IN EUROPA.
22
JüGtiS. Resolutie en missive waarbij Zijne Hoogheid wordt verzocht tot liet dospiciereu van vier personen uit. de Provincie Holland, tot leden der commissiej in voldoening aan het dertiende artikel der resolutie van 30 Jan. 1790 over de zaken der (J, 1. Comp. Hes. lioll. l'i Mei J790. Ie dr. 375. — Hesolutie op de benoeming van vier hoeren wegens Hun Ed. ür. Mug. omtrent het bestuur der zaken van de O. i. Comp.; en tot het geven van ouvertures aan dezelve door Bewindhebberen; alsmede eredentiaal voor hen als extra-ordinaire gedeputeerden ter Generaliteit. Aid. In Mei i7lJu. Ie dr. lt;!U8. — Zakelijke inhoud der missive, dd. Middelburg 21 Junij 1790, van de Staten van Zeeland, nopens hunne benoeming van twee heeren op despectie van Zijn llooglieid omtrent het bestuur der zaken van de ü. 1. Comp.; en resolutie hierop. Aid. 30 Junij 1790. Ie dr. 539. 10631). Resolutie tot authorisatie van den Raadpensionaris om aan den Raadpensionaris van Zeeland ouder secrctesse te zenden twaalf exemplaren van het rapport van 11 Julij 1791 van geeommitteerden tot de O. 1. C. met de Bijlagen, over den staat en de omstandigheden van die Maatschappij, lies. Hull. 1 Sept. 1791. II. Ie dr. 10^5. 10637. Resolutie waarbij Zijne Hoogheid wordt verzocht tot de despectie van een Heer in de Commissie tot de zaken van de U. 1. Comp. in plaats van oen overleden lid. Res. Hall. 14 Dec. 1792 II. Ie dr. 1131. - Resolutie op die benoeming; en eredentiaal voor hem als extra-ordin. gedeputeerde ter Generaliteit. Aid. 5 April 1793. 1. Ie dr. 431. — Missive, dd. Middelburg 31 Jan. 1791, van de Staten van Zeeland over hun aggreatie der despectie van een lid tot de Commissie over de zaken der O. 1. Comp. Aid. 13 l'ebr. 1794. 1c dr. 349. 10G38. Brief van Heeren Gecommitteerden wegens de Prov. Zeeland, tot de zaken der O. 1. Comp., aan de Staten dier Provincie, dd. 6 Maart 1794, wegens den toestand der Maatschappij, en de middelen tot herstel. N, Nederl. Jaarh. XXIX. 1794. 1. 295. — Missive van de Staten van Zeeland, dd. 8 Januarij 1795, aan de Staten van Holland en West-Friesland, betreffende het Plan van, een veranderd en meer gesimplitierrd bestuur der U. I. Maatschappij. Aid. XXX. 1795. 2. 553. — Rapport van consideratie en advies gevraagd van het Committé tot de zaken der ü. I. Maatschappij door de |
Provisionele Representanten van het volk van Holland op 2 Pebruarij 1795. Aid. 5 ,6. — Rapport, uitgebragt op 25 l'ebruarij 1795. Aid. 5 33. 10639. Rapport van de Gecommitteerden tot de zaken van de O. I. C. aan do Provisionele Rcpraesentanten van het volk van Holland, ingeleverd den 15 Junij l79.:j, betreflende het gewigt. dor Maatschappij voor de Republiek, den toestand der Maatschappij, de middelen tot redres, en de organisatie van het bestuur. Maandel. Med. Mercurius, LXXV. 1795 411, 439, 401, 5ÜI, 544. N, Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 5. 3562. — Zakelijke inhoud van dit rapport. Letlerb. IV. 1795. 39. — Besluit hierop genomen, op 15 Junij 1795. JV. Nederl. Jaarh. XXX. 1795. 5. 3562. 10640. Bedenkingen over den zorgelijken staat van de O. 1. Comp. en deizelver lie-stuur door den Bewindhebber B. van der Ündermculcn, geschreven in 1772 en 1773. N Nederl. Jaarh. XXX. 1795. 8, 6418. — Brief van «Een vrijheer in Nederlandquot; over de wijze van een in te stellen onderzoek omtrent don toestand en redres dor ü I. Comp. Fost N, lihijn, IV. 1784. 3l9. — Beschouwingen over de middelen van redres. I'ad. Maatsb. II. 610. 10641 Memorie van 15. van dor Ouder-meulen, afgeschreven in Amsterdam, in 't begin van Augustus, en afgedrukt den lOn November 1785, getiteld: „Iets dat tot voordeel dor deelgenooten van de Oost Indische Compagnie en tot nut; van ieder ingezeten, van dit Gemeenebest kan strekken.quot; Met de Bijlagen. D. van Rogendorp, Stukken enz., 's Hage 1801. ,i7. — Aanteckeningen, door U. van Hogendorp, op deze Memorie. Mot eene bijlage. Aid. 339. 10642. Modedeeling uit de brieven van N. den Olde, vau zijne wederlegging der misvatting van G. H. van Hogendorp, als of de Bewindhebbers der O. 1. Comp. aan hunnen modebewindhebber B. van der Ou-dermeulen niet vergund hadden de inzage eener Memorie van den Bewindhebber en Representant Thomas Hope, opzettelijk geschreven tor wederlegging van een geschrift van B. van der Oudermculon, over de belangen der O. I. Comp. Schuuwb. v. in- en vitl. Letterk. 180S. Bookb. 4. 249. Ree, |
ONDEH DE OOST-TNDTSCIIE COMPAGNIE.
23
o. d. Ree. V. 1S]0. 508. — Brief van G. K. van Hogendorp aan de Schrijvers van den //Schouwburg etc.quot;, ten geleide van een uittreksel uit cene Memorie van J5. van der üudcrmeulen (dienende tot opheldering van zijn bovengenoemd beweren). SchouwL. van in- en uitl. Letterk. 1808. Meng. C. 339. — Brief, dd. op den huize Noordwijk, 29 Julij 1808, van de Wed. den Olde, geb. vanGe-leslein, aan de llcdactie van den ^Schonw-burg, etc.quot; in antwoord aan G. K. vau Hogendorp, en dienende tot toelichting dor wederlegging van Mr. den Olde. Aid. Meng. 8. 480. 10G43. Oordeel van G. ïitsingh overdc Memorie van A. van der Hoop, Bewindhebber in liet Vijfde Dep. getiteld: //Consideration over den Staat, van de Compagnie, cn de Middelen ora haren geheelen val te verhoeden.quot; N. Nederl. Jaarb. XXV. 1790. II. 16S0. — Inhoud dezer //Consideration enz.quot; Aid. 1C94. 10044. Considoratiën van een Hoofd-Partieipant in de O. I. Comp. over do oorzaken der verachtcring en de middelen ter verbetering van dezelve, op den 14 Junij 1790 aan Heeren Beëedigcle floofdpartiei-panton ter Kamer Amsterdam overgegeven, door G. Titsingh. N. Nederl. Jaar ij. XXV. 1790. 3. 1930. — Overzigt en beoordecling van dit Plan van Redres, in deliberatie go-bragt bij de Staatscommissie tot onderzoek van de Staat der Ned. O. I. Comp. Letlerb. V. 1790. 143. — Idem door D. van Hin-loopen, in Deo. 1793. Vad. Mag. II. 1803. 235. — Memorie van O.W. i'alek, E. Cr a ey vang er en J. P. Se holten, Bewind-hebbers in het Departement, van praeparatoire besoignes, dd. 14 Junij 1790, op deze Con-sideraticn enz. van G. ïitsingh. N. Nederl. Jaarb. XXV. 1790. 3. 220.1. — Antwoord op het Schriftuur van die Heeren, dd. Amsterdam 6 December 1790. Aid. 2499. — Overzigt van den loop van zaken in dezen. Aid. 1991. |
10045. Verslag van de gevoelens van Lieden van gezag, ter beantwoording dor vragen: I. «Is de O. L Comp. waarlijk tot zulk een laagte gevallen, on welke zijn daarvan de oorzaken?quot; en II. ./Is de Comp. uit dien vervallen staat nog op te heffen, en welke zijn daartoe do bekwame middelen?quot; N. Nederl. Jaarb. XXV. 1790. 2. 1G5S. lOfidifi. Over do oorzaken der zoo aanmerkelijke verachtcring in den staat der Ne-derlandscho ü. 1. Compagnie, sedert de laatste twaalf jaren. Aantooning daarvan sedert 1781. Letlerb. V. 1790. 120, 141. 10047. Algcmcenc voorstellen tor verbetering van den welvaart der Oost-Indische Maatschappij, door D. van Hinloopen in cene verhandeling voorgelezen in «Pelix Meritisquot;, den 5n van wintermaand J793. rad. Mag. II. 1803. 235. 10048. Mededeeling, door J. P. Cornets de Groot van uittreksels uit het «Précis historique de la controverse snr les affaires des Indesquot;, door D. van Hogendorp in 1806 aan. koning Lodewijk ingediend. Hand. Ind. Oen. III. 1856. 57. 10049. Mededeeling, met toelichting, door J. P. Cornets de Groot, eener vertaling uit het Pranseh der: //Memorie over hetge-wigt van de bezittingen on den handel der Hollanders in Oost-Indië, waarin de gebreken van het stelsel der oude O. I. Compagnie, die haren achteruitgang en val hebben veroorzaakt, en do middelen, om door een liberaler stelsel partij te trokken van dio bezittingen en dien handel, worden uiteengezet, door D. van Hogendorp, dd. . . . . 1800, aan koning Lodewijk ingediend. Cornels de Groot. Beheer, 's Hage 1802 33. 10050. Gevoelen van G. K. van Hogendorp over het gewicht van do koloni n der oude Republiek. Sicmm. on Hesch. II. 1840. 559. |
10651. Voorstel van de Gedeputeerden vau Holland J. G. H. 11 alm, W. A. Lestove-non en G. J. Lonoq aan H. H. Mog. tot kennisgeving aan dc O. I. Koloniën van do Revolutie, 's Gravcnhago Januarij 1795. N. Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 1. 72. — Resolutie van H. 11. Mog. hierop, 's Gravcnhago Januarij 1795. Aid. 78. — Advies op 30 Januarij 1795 tor vergadering van H. II. Mogcndcn uitgehragt over het geproponeerde door de Gecommitteerden van Holland. /Hd. 2. 560. — Boshut van de Provisionele llc- |
HET BESTUUR DER KOLONIËN I1SI EUROPA.
24
pracsentatiten van het volk van Holland, dd, '2 Fcbruarij 1795, liierop. Aid. 561. 10652. Voordragt en Deereet tot vernietiging van het tegenwoordig Bewind der Oost-Indische Compagnie, gearresteerd door de Provisionele Repraesentanten des volks van Holland, op 15 September 1795. jV. Neaerl. Jaarb. XXX. 1795. 7 55b3. Maand. Ned. Mercurius, LXXV. 1795. 580, 622. Jaarb. Bat. Rep. IV. 257. — Rapport in de vergaderingen van de Prov. Repraesentanten van het volk van Holland, op 10 November 1795 uitgebragt, inhoudende een overzigt van het voorstel van Overijssel betreffende dit Decreet.. Jld. 9. 6754. — Bericht van do Vergadering van XVlIn bij de quot;V olks-Representanten van Zeeland gerequireerd, op het Decreet van Holland van den 15 September 179b, nopens de vernietiging van liet tegenwoordig Bewind der Oost-Indische Compagnie, dd, Amsterdam den 15 October 1795. Met bijlagen. Aid. 8. 6:581, Maandel Ned. Mercurius, LXX.V1. 1796. 239, 278, 322, 363; en lAXVIl. 1797. 459, 97, 134. 10653. Publicatie der Staten-üencraal, bij welke het Bewind der Nederiandsclie O. I. C. wordt vernietigd, en in deszoll's plaats eeu „Committé tot don Oost-Indisehen Handel en Bezittingen'' wordt aangesteld. Gearresteerd den 24 December 1795. l'uhlic. Stat. Gen. en Bestuur v. Holland, 111. No. 119*-. Jaarb. Bat Rep. VII. 105. Lauts, Ge-schi edenis N. I. V. 1860. 417. 10654. Resolutie, waarbij Bewindhebberen en Hoofdparticipanten der O. I. Comp. met 30 January 1796 worden gclicentiecrd, en waarbij ingesteld wordt oen committe tot de zaken van den O. I. handel cn Bezittingen der republiek, zullende bestaan uit 28 personen Res. St. Gen. 24 December 1795, 10655. Publicatie van de Staten Generaal dd. 'sHage 24 December 1793, van de vernietiging van het tot hiertoe plaats gehad hebbend Bewind der Ned. O. I, Maatschappij en van de vcvvangiiig door een committé tot den Oost-Indischen Handel en Bezittingen ter residentie Amsterdam, hauls. Geschiedenis JV. /. V, 1860. 417. N.Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 9. 7170. — Besluit van de Provis. Repraesentanten van het volk van Holland, dd. 'sHage 30 December 179.), tot regeling van de aanstelling en bezoldiging van do leden van het Committé tot de zaken van den O. I. handel en Bezittingen, en van het toezigt over hunne handelingen; |
wordende het te geven dedomagement aan de nu aftredende leden van het Bewind in advies gehouden. Aid. 7304. 10656. Aanmerkingen op de wijze van aanstelling van het «Committé tot de zaken van den Oost-Indischen Handel.quot; Republ. II. 1796. 237. 10657. Ontwerp van Constitutie voor 't Bataafsche Volk, door de Nationale Vergadering representeerende 't volk van Nederland, en Proclamatie waarbij gemeld ontwerp ter goed- of afkeuring wordt voorgesteld, dd. 2 Juuij 1797, Titul XIII, van de Koloniën. Tweede Afd., van den Oost-Indischen Han-delj de Bezittingen en Etablissementen. Jaarb. Hat. Rep. XI. 233. 10058. Ontwerp van Staatsregeling voor het Bataafsche Volk, en Proclamatie der Constituerende Vergadering, representerende 't zelve volk, dit ontwerp ter goed- of afkeuring voordragende 23 .\la:.rt, 1798, Titul VII, van de Buitenlandsche Bezittingen en Coloni 'ii der Republiek en van dezelyer bestuur hier te Lande. Over de Aziatische Bezittingen cn Etablissementen. Jaarb. Bat. Rep. XII, 275. Maandel. Ned Mercurius, LXXVIII. 1798. 542, 544. 10659. Opmerkingen nopens do wijze van reorganisatie van het. bestuur over de O. I, Bezitt. //, Bol Blixem, 1. 180;!. 15. 10660. Extract uit ecne Missive van den Raad der Aziatische Bezittingen en Etablissementen. aan het. Staatsbewind der Bataafsche Republiek, dd. te Amsterdam den 26 Maart j.8ü:i. Over het nader request, met bijgevoegde Adstructieve Memorie van H. C. Cras c. s. IViselius, IVedetlegging, Amst. 1803, 9. 10661. Consideratirn en advies van de Commissie tot de O, I. Zaken, onder voorzitting van J, Meerman en benoemd bij besluit van 11 Nov, i8U2 No, 41, aan bei Staatsbewind der Bataafsche Republiek, omtrent de voet en de wijze, waarop de handel op 's Lands bezittingen ia de Oost-Indien zouden behooreu gedreven en die bezittingen bestuurd te worden, dd, 's Hage den 31 Augustus 1803, P. Mytr, Verzameling Bestuur. 1848. 117, — Uitvoerige beoordeeling van dit rapport.2quot; v. N. I. N. S. Ie j. 11, 393, Ook geplaatst in S. v, Ueventci' J. S Bijdragen, 1 ,Z B, 1865. I, — Oordcel van H. W, Munting he over dit rapport, medegedeeld in zijne Memorie van Julij lbi3, Sieyv, Purvé, Koton. monufuliestelsel, 's Hage 185U. |
25
Hand. Ind. Gen. II. 1855. 135. — Ook geplaatst in S. v. lleoenter J.Si., Bijdragen I. Z. B. 1865. I. — Oordeel van J. P. Cornets de Groot over dit Rapport, Cornets de Groot, Beheer, 's Hage 1862. 25. 10662. Ontwerp-instmctio voor don Raad der Bezittingen der Bataafsche Republiek in Asia. Bijlage 13. behoorende tot het Rapport der Commissie tot de O. I. zaken, aan het Staatsbewind, dd. 31 Aug. 1803. F. Mijer, Verzameling. Bat. 1848. Ü62. 10663. Inhoud van de Instructie voor don nieuw goorganiseorden Raad der Aziatische Bezittingen cn Etablissementen, gearresteerd bij het Staatsbewind op den 17 Maart 1804. Letterb. 1804. 1. 250. |
10664. Lijst van do namen der aangestelde Leden van den Raad der' Aziatische Bezittingen en Etablissementen, die mot Mei J8Ü4 zitting zullen nemen. Lelterb. 1804. 1. 252. 10665. De koloniale politiek onder den Raadpensionaris Rutgor Jan Sohimmelpon-ninek, door D. W. Sc hi ff, dd. 's Hago lii Mei 1865. Geschiedkundig overzigt uit olïï-ciëolo bescheiden te zamen gesteld. Bijdr. T. L. en V.-kunde can If. Indiè. XII. N V. VIII. 1865. 377. — Aantooning der be-langrijkhoid van dit artikel, zoo als het is opgenomen in het verslag, dd. 's Hago 27 Mei 1865, van het K. Instituut voor tie ï. L. en V.-kundo van N. Indiëover 1864—65. T. o. N, I. 1805. N. S. 3c j. II. 163. |
Staten,- Generaal. 10666. Geschiedkundig overzigt van het aandeel dor volksvertegenwoordiging aan de wetgeving voor do koloniën, door B. Inleiding op dc voorgenomen behandeling der koloniale politiek in het Moederland, en grootendccls ontleend aan het werk van E. de Waal, Nedcrl, lndi ; en de Staten Gen. sedert de grondwet van 1814, 's Hape 1860 en 1861. Kol. Jaarb. 1861—62. 35, 81, 339, 513, 577. 2e j, 1862. 65. 10Ö67- Voorstel in de vergadering dor Tweede Kamer van do Staten Generaal door het Lid D. E. van Alphen gedaan, tot benoeming eener Commissie, uit Leden der beide Kamers, om aan Z. M. den Koning, uit naam der Staten Generaal, gclukwen-schingen over te brengen, wegens de roemrijke overwinning van Palombang, in 1821. T. v. JV. L 4o j. Batavia 1842. Ie d. 28. 10668. Zitting der Statou Generaal, te Brussel, 16 October 1826. Overzigt, met toelichting, der gehouden troonrede, o. a. over de buitengewone magt van 's Konings vertegenwoordiger in Oost-Indir, alsmede over do gcldleoning ten behoeve der Overzoosohe Bezittingen, en do vcnvachte liquidatie van de Indische sohuldvorderingen, zooals den In-dischon achterstand, de weeskamer cn desolate weeskamer. WaegsnU. 1826. 576, 578. |
16669. Nota, dd. 'sHage 9 Eebr. 1835, van don Min. van Staat, C. T. E lo ut, aan den Min. van Kol. J. van don Bosch, betrolfendo Iquot; te govon opening aan de Staten Generaal ter voldoening aan de wetten van 23 Maart lo26, 22 Doe, 1827 en 27 Deo. 1828j betrekkelijk do geldleoningon ten behoeve van de Overzcosoho Bezittingen, cn 11quot; het me-dodeolcn van de onderscheidene rapporten en verslagen door de Min. G. G. Clifford cn C. ï. Elout, omtrent de Indische zaken aan den Koning ingezonden. Klout, Bijdr. 1851. 211, — Schrijven, dd. 's Hage 28 April 1836, Lett. S. 14, van den Secr. van Staat G. Schimmelponninck, namens den Koning, aan den Min, van Staat. C. T. Elout, tor kennisgeving van hot onraadzame en overbodige om verdere openingen omtrent de Indische aangolegonhoden to geven, na hetgeen aan II. E. M, aangaande don gcldelijken toestand der Overzcesche Bezittingen reeds is medegedeeld. Aid. 235. 10670. Verdediging van het stolsel on bestuur over Ned. (.lost Indiquot;, mot betoog van den zin cn de doelmatigheid van het uitsluitend opperbestuur dos Konings, uitgesproken door J. C. Baud op 22 Junij 1344 in de Tweede Kamer der Staten Generaal. Overgenomen uit de Ned. Staatscourant./«rf. Alag.L ïw. 1844. No. 10, 11 en 12, bl. 195. 10671. Over het uitsluitend koloniaal 4 |
HET BESTUUR DEE KOLONIËN IN EUfiOPA.
2G
opperbestuur van den Koning over Ned. Indië. Econ. Bijblad, 1860. 87Ö. 10672. Eerste ontwerp van Grondwet in 1848, bepaaldelijk ook ten aanzien der koloniën) en besebouwingen deswege in tijdschriften en couranten, alsmede de tekst der nieuwe Grondwet. Meloill, Moniteur, 1848/19. 2e part. 17, 41, 65, 73. 10673. Do discussiën bij de behandeling van het Hoofdstuk XI, Koloniën, dor staats-begrooting voor 1852. De gunstige werking van de openbaarheid in Indische aangelegenheden. T. v. N. I. J3e j. 1851. II. 446. 10674. De Koloniën en de Grondwet. Wensch tot behoud van den invloed der Vertegenwoordiging op het bestuur der ko-lonirn, vervat in do Grondwet van 1848, die door de godsdienstige agitatie van April 1853 zou zijn bedreigd. ï'. v. N. 1. 15e j. 1853. I. 'i??.—«Ons voornemenquot; van W. É. van Hoëvell, in deze. Ah/. 380. — De ingezetenen van Indië en do Grondwet. Hun belang in het bovenomschreven behoud, met aanwijzing van de middelen daartoe door hen aan te wenden. Aid. 459. 10675. Bij den aanvang eener nieuwe periode voor Indië. Opmerkingen nopens eene meerdere hemoeijenis voortaan van de Vertegenwoordiging met de Ned. Ind. Bezittingen. T. d. iV. I. 20e j. 1858. II. 413. 10676. Onze toestand. Met het oog op de tegenwoordige discussiën over koloniale onderwerpen in de Tweede Kamer en de vervanging van den Gouv. Gen. in Indië, C. F. Pahud. T. v. N. I. 22c j. 1860. II. 383. 10677. Over de klimmende cisehen van Nederland aan zijne Indische Bezittingen, de daarmede gelijken tred houdende inmenging van het opperbestuur, de zwakheid van den Gouv. Gen. en het stelsel van l'avoritis-mus, alsmede de aanprijzing der regeerings-beginsclcn van Britseh Indië. Lion, Hue Indië. s Hage 1861. 88 —102. 10678. De nieuwe koloniale oppositie, bij de algemeene beraadslagingen over de begrooting. De houding der koloniale conservatieve partij in de Tweede Kamer bij de beraadslagingen over de staatsbegrooting voor 1862. T. v. N. I. 23e j. 1S61.11.394. |
10679. Dc overwinning der liberale hervormende rigting. Naar aanleiding van dc uitkomst der beraadslagingen over de Staatsbegrooting voor 1862. T. v. N. I. 24e j. 10680. Koloniale kout uit dc hofstad, door Robrecht van Pecne. Gewijd aan hot voorloopig Verslag en de Memorie van beantwoording over Hoofdstuk I en IX der staatsbegrooting voor 1803; goedkeuring der Kamer van de koloniale politiek van dit kabinet; wcnsehelijkhcid van het zenden van een kommissie voor de geldmiddelen naar Java; de oppositie en dc ministeriëcle meerderheid tegenover den Min. van Kol. Kol. Jaarb. 2e j. 1862. 425. 10681. Koloniale kout uit de hofstad, door llobrecht van Peene. Do algemeene beraadslaging over de staatsbegrooting, verhouding van Mr. G. Groen van Prinstercr tot het kabinet, zwakte cn beginselloosheid der zoogenaamde conservatieve partij enz. Kol. Jaarb. 2c j. 1862. 500. 10682. Koloniale kout uit dc hofstad, door Ilobreeht van Peenc. De gehouden discussie in het laatst van 1862 in de beide Kamers, over de begrooting van het Dep, van Kol. voor 1863. Kolon. Jaarb. 3e j. ]863. 33. 10683. Koloniale Kamcrkout. Wederop-treding van een Ministerie Thorhccke cn do oppositie daartegen op koloniaal gebied; do stand der koloniale kwestie cn der partijen, de discussies van 3 —9 Dcc. 1862 cn 27 en 29 Dec. 1862. Gids, XXVIIe j. 3 S. Ie j. 1863. I. 2é9. 10684. Koloniale kout uitdc hofstad, door Robrecht vanPeene. Voorloopigeverslagen der 2eKanier over de begrooting van hetDep. van Kolon. voor 1863, en het balig slot van 18(iü, de verhouding tot den Minister J, D. Fransen van dc Putte. Kolou. Jaarb. 3c j. 1863. 299. 10685. Koloniale kout uit de hofstad, door B-obrecht van Peene. Overzigt der discussion in de Tweede Kamer over de begrooting van het Dep. van Kolon. voor 1863. Kolon. Jaarb. 3e j. 1869. 370. 1068!). Over de denkbeelden in de Tweede Kamer nopens geheimhouding haar opgelegd door den Min. van Kol. bij de mcdedccling van regcringsbcscheidcn, door Robrecht v au 1'cc ne. Kol. Jaarb. 3c j. 1863. 415—420. |
10G87. NcdcrlaudscL Indii' in de Volksvertegenwoordiging, door P. Blocker, dd. 31 Dec. .1862. Irenische beoordceling der discussiën in de Staten Generaal, en der polemiek van de pers gedurende de laatste maanden van 1802. T. v. N. I. 1863, N. S. Ie j. 54. — Idem II, dd. 31 Jan. i863. Het IXe hoofdstuk der staatsbegrooting voor 1863, Dep. v. Kol. in de Staten Generaal, en de consequentien van het daarover voorgevallene. Aid. 109, — Idem III, dd. 31 Maart 1863. De optreding van J. D. Fransen van de Putte als Min. van Kol. en het verhandelde in de Kamers sedert 8 Jan. 1863 omtrent de koloniale kwestie en de stelling van het kabinet. Aid. Ï39. —- Idem IV, dd. 31 Mei 18G3. Stand der koloniale kwestie tot de beëindiging op 30 Mei 1863 van de algemeene beraadslaging, definitieve vaststelling van Hoofdstuk IX voor 1863. Aid. 381. — Idem V, dd. 4 Julij 1863. De discussiën in de beide kamers over de dclinitieve vaststelling van Hoofdstuk IX; alsmede het ontwerp van wet van een spoorweg van Sa-marang over Soerakarta naar Djokjoknrta. Aid. II. 53. — Idem VI, dd. 's Hage Jan. 1864. De discussiën in de Tweede Kamer over de begrootingswetten voor 1864 sedert 23 Nov. 1863; en meer bepaald over die over hoofdstuk IX van 10—12 Dec. 1863; alsmede in do Eerste Kamer op 31 Dee. 1863. Aid. 1864. N. S. 3e j I. 167. — Idem VII, dd. Maart 1861. Over het wetsontwerp tot regeling van bolicer der geldmiddelen van Nederlandsch Indië, van 9—14 Maart 1864. Aid. 311. — Idem VIII, dd. April 1864. Lofspraak op de koloniale politiek; bepaald met het oog op de aangeno-mcu Indische comptabiliteitswet, in de Eerste Kamer op 22 April 1864. Aid, 363. 10688. De heer J. J. Roehnssen, kandidaat der vrijzinnige kiezersvereeniging te Amsterdam. Zijne beweerde liberale bckee-ring. T. v. N. I. 14o j. 1852. II. 92. 10689. Dc heer J. J. Rochusseii trekt zich terug. Ingezonden. Schets van zijn politieke gedragslijn als lid der Tweede Kamer, naar aanleiding van zijn genomen ontslag als zoodanig. T. v. N. 1, 19c j. 1857. I. 298. 10690. De «Kenner der hartenquot; in de Eerste Kamer. Mededeeling, met toelichting van het woord van verantwoording over de zoogenaamde (/koloniale oppositiequot; uitgesproken in de Eerste Kanier op 23 Sopt. 1859, door E. W. van Dam van Isselt. T. v. N. 1. 21o j. 1859. II. 251. |
10691. Dwaze vrees voor de koloniale liberalen. Do houding van Mr. Ac. Maekay van Ophemert in de Tweede Kamer op 20 December 1861. T. v. N. I. 24e j. 18(32. I. 60. 10692. De triomf der liberale koloniale politiek te Rotterdam. De verkiezing aldaar op 25 Eebr. 1862 van J. D. Fransen van de Putte en F. W. C. iilom tot leden voor de Tweede Kamer. T. v. N. 1. 24e j. 18G2. I. 194. 10693. Koloniale kout uit de hofstad, door Robrecht van Pc ene. Over het genomen ontslag van P. J. Elont van Souter-woude als lid der Tweede Kamer. Kolon. Jaarh. 2e j. 1862. 299, 300. 10694. Koloniale kout uit de hofstad, door Robrecht vau Peene. Over de brochure van Rocbussen getiteld //hetWets-ontwerp,quot;' 's Hage 1862, alsmede over de oppositie van het Nieuwe Haagsche Dagblad. Kolon. Jaarh. 2e j. 1862. 360—364. 10695. Staaltje van parlementaire koloniale wijsheid. Gcrigt tegen G. van Heuke-lom. Sloet, 'l'ijds, XXIII. 400. 10696. De vertegenwoordiging der koloniën in verband met de demonstratie te Batavia op 22 Mei 1848, door A. X. Naar aanleiding van een beoordoelond artikel in «the Colonial Magazine and Foreign Miscellanyquot; voor Maart 1849, over de toekenning van deze politieke regten aan de Brit-sche koloniën. T. v. N, I. 1849. Gron. Ie d. 375. Ministerie van Koloniën. 10697. Oordeel over den werkkring van het Ministerie van Koloniën, door P. van S wie ten, laatst fung. Scer. ^Gen. bij dat Dept. P. van Smeten Iets. 's Hage 1849. 61-65. T. v. N. 1. i6e j. 1854. I. 213. 10698. Naamlijst van de Ministers van Koloniën in Nederland sedert 1806. Almanak N. 1. 1857 tot 1861.. 10699. Naamlijst van de Hoofden der vcr-schillende Departementen, waarin het bestuur 4* |
HET BESTUUR DER KOLONIËN IN EUROPA.
der koloniën achtervolgcns word opgcaomen 1813—1862. Staats Almanak 1863. — Idem van 1813—1851, (met opgave der bronnen waaruit deze is zamengesteld). Naamlijst, 'sHage 1851. 18. 10700 De Ministers van Koloniën enz. sedert 1814. Lijst der voormalige Ministers van Koloniën, de leden van den llaad van Koophandel en Kolonii;n en Direet.eurs voor koloniën. T. v. N. I. 17e j. 1855. 1. 53. 10701. Naamlijst van de Hoofden der departementen van algemeen bestuur in Nederland, sedert 1813—18fi t. Almanak N. I. 1865. 10702. Tekst van het koninklijk besluit van 14 Julij 1820, tot goedkeuring van de handelingen van den Min. van Mar. en Kol. C. T. Elout, op het adres van de Indische Regering, dd. Batavia 1 Nov. 1825, aan Z. M. over haar conflict met dien Minister. Elout, Jiijdr. 'sHage 1851. 231. T. v.N. I. 16c j. 1854. 1. 201. 10703. Rapport, dd. 's Hage 29 April 1833, van den Min, vanSlt;aat, C. ï. Elout, aan den Koning, bevattende, met een ovcr-zigt van het bestuur der koloniën van 1810 af, de wederlegging, gestaafd door ofliciccle bescheiden, van de beschuldigingen in het werkje: /'Een woord over het beheer van Indié enz., na het tienjarig bestuur van G. A. G. P. van der Capcllen, door Gand. ten Brink, weleer chef van bet huis Ten Brink amp; Reynst, en dir. der Javasehc Bank te Bataviaquot;. Elout, Bijdragen 1851. 1 — Idem. Nader rapport; dd. Voorlinden bij 's Hage 10 Junij 1834, bevattende consideration op cenige bedenkingen van den Min. van Nat. Nijv. en Kol., a. i. G. G. Clifford, in zijn rapport, dd. 10 Deo. 1833 geheim No. 144K, aan den Koning op bovengenoemd rapport van 29 April li)33 gemaakt, ald. 165. — Idem. Toelichting van deze beide rapporten, 16 Jan. en 4 Junij 1801. Aid. 1851. III en 1861. 11. — Idem uit offi-cióele bescheiden, door S van Deventer J.Sz. ï. v. N. I. 1865. N S. 3e j il. 494. 10704. Opmerkingen gerigt tegen het stelsel van J. C, Baud omtrent het bekeer der koloniën, naar aanleiding van het gerucht nopens zijn eventueel vertrek naar Engeland met 'L. M. den Koning. Wesp. I. 1846 249; II. 1848. 340. |
10705. De benoeming van den Schout-hij-Nacht E. li. van den Bosch tot Minister van Koloniën. Gunstige beoordeeling. '1\ v. N. I. 1849. 2e,dr. 81. 10706. De heer P. P. van Bosse in 1850 en de heer P, P. van Bosse in 1802. Het groote verschil der stellingen door hem verdedigd in de Tweede Kamer op 12 Dec. 1850 en op 24 Mei 1802, over den aard der bijdragen uit N. Indië. T. v. N. I. 24e j. 18C2. I. 392. 10707. Aanmerkingen op het onvolledige der /'Mcdedeelingen van den Min. van Kol. aan de Staten Generaalquot; van 18 Junij 1850. T. v. N. 1. i3e j. 1851. II. 159. Noot. 107Ü8. Voornemen van den Min. van Kol. C. F. Pahud om belangrijke hervormingen in te voeren, door de Redactie. T. v. N. 1. 1850. I. 240. 10709. Eindelijk zal de Min. van Kol. aan het voorschrift der Grondwet voldoen. Klagt over het uitblijven van het quot;Vetslag der koloniënquot; in voldoening aan Art, Gü dor grondwet. T. v. A. / 13e j. 1851. J. 501. 10710. De heer Pahud. Veroordeeling wegens zijne deelname aan het Ministerie, dat. het kabinet Thorbccke heeft vervangen, en het terugblijven der vereischte wetten. T. v. N. L 15e j. 1853. I. 379, 10711. Het Engclsche Ministerie en de Nederlandsche Minister van Koloniën. Tegenstelling tusschen de herziening van het liritsch-Indische Charter en hot nieuwe R. 11. voor N. I., en tegenspraak der door den Min. O. E. Pahud beweerde eenstemmigheid met zijne ambt-genooten ten aanzien van het laatste. T. v. N. /. 15c j. 1853. I, 457. 10712. De Minister van Koloniën en het Ministerie. Aanmerkingen op do door den Min. C. P, Pahud verklaarde overeenstemming met zijne ambtgenooten nopens de beginselen van het concept R. R. van Nod, Indie. T. v. N. I. 14e j. 1852. II. 456. 10(13. De sprekende en schrijvende Minister van Kol. Klagt over het verminken |
29
door C. F. Paliud zijner redevoeringen in de Tweede Kamer bij de opname daarvan in het Bijblad van de Ncd. Staats Courant. T. v. N. I. 16e j. 1854. II. 218. 10714. De 22e Mei 1848 en de heer P. Mijer. Naar aanleiding der retrospectieve beschouwing over de Ministers, die sedert 1848 aan den Min. van Kol. G. H. Uhlen-beek; zijn voorafgegaan, uitgesproken door J. D. l'ransen van de Putte, in de Tweede , Kamer op 24 Mei 1862. T. v. N. I. 24e j. 1862. I. 395. 10715. 22 Mei 1848. Beroep op den Min. van Kol. P. Mijer, tot verwezenlijking der bedoelingen van de Manifestatie van 22 Mei 1848 te Batavia, op grond zijner deelname daaraan. T. v. N. I. 18c j. 1856. I. 433. 10716. Goede voornemens van den Min. van Kol. Opmerkingen nopens de verklaring van J. J. Rochussen in de Tweede Kamer op 16 Dee. 1858, betreffende de te verwachten overeenstemming van zijne daden en woorden als lid der Tweede Kamer, met die als Min van Kol. T. v. N. I. 21c j. 1859. 1. 62. 10717. Opmerkingen over de parlementaire welsprekendheid van den Min. van Kol. J. J. Rochussen. 7'. v. N. I. 22e j. 1860. 1. 61, 63. 10718. Beschrijving van een audiëntie bij den Min. van Kol. J. J. llochnssen. A. Halberstadt, Een Standbeeld. Leiden 1862. 92. 10719. Is de //Koloniale oppositiequot; regerende partij geworden in het. Ministerie van Hall P Opmerkingen nopens de antecedenten van den opgetreden Min. van Kol. J. P. Cornets de Groot. T. v. N. I. lo61. 1. 123. 10720. Drie Ministers van Kol. in minder dan drie maanden. Over den nadceligen invloed hiervan op het bestuur van Ned. Indië, met aantooning der uiteenloopende handelingen en antecedenten van deze drie ministers, J. J. Roehussen, J. P Cornets de Groot on J. Loudon T. v. A. I. 23e j 1861. I. 203. 10721. Verdediging van J. P. Cornets de Groot als Minister van Koloniën. Kol. Juarb, 3e j. 1863. 171. |
10722. Over de optreding en stelling van Mr. J. Loudon als Min. van Kol. in de Tweede Kamer, alsmede zijne koloniale rig-ting. Econ. Bijblad, 1861. 264, 265, 429— 432. 10723. De koloniale politiek van het tegenwoordige kabinet. De redevoering, dd. 23 April 1861, van den Min. van Buit. Zaken, J. P. P. van Znijlen van Nijevelt, voor zooveel betreft de koloniale politiek. Kolon. Juarb. 1861—62. 51. 10724. De Heer J. J. P. van Zuijlen van Nijevelt in de rol van den heer C. P. Pahud. Opmerkingen over het oordcel over de koloniale oppositie, uitgesproken op 30 Mei J 861 in de Eerste Kamer door den Min. van Buitenl. zaken. 2. v. N. I. 23e j. 1861. 11. 56. 10725. De heer J. P. P. van Zuijlen van Nijevelt tegenover zijne vrienden en bondgenooten, in de Ministerieele mededce-lingen. Opmerkingen nopens het Programma van het nieuwe Ministerie, op 23 April 1861 aan de Tweede Kamer voorgedragen. T. v. N. I. 23e j. 1861. I. 330. 10726. Een nieuwe vorm van behoud, door G. H. van Soest. Gerigt tegen de koloniale politiek van dit nieuwe kabinet. T. v. N. I. 23e j. 1861. I. 383. 10727. De circulaire van J. P. P. van Zuijlen van Nijevelt tegenover de heeren J. Louaon en L. A. J. W. Sloet van de Beelc. Opmerkingen over, met medcdeeling van extracten uit de diplomatieke circulaire, dd. 30 September 1861 van dien Minister, handelende over de koloniale politiek van het Ministerie, in verband met zijn programma en de benoeming van den nieuwen Gouverneur Generaal; gevolgd door beschouwingen over de beweerde verdeeldheid van het Ministerie en het standpunt van den Min. van Kol. T. v. N. I. 23c j. 1801. II. 316. 10728. Politieke herinneringen. Kritisch overzigt der stellingen en handelingen van de opeenvolgende Ministeriën hier te lande sedert 1848. Over den strijd tussehen de Ministers J. London en .1. P. P. van Zuijlen van Nijevelt, en beschouwingen over den tegenwoordigen (Maart 1852) toestand cn het nieuw opgetreden bewind. Gids, XXVIe j. N. S. 15e j. 1862. I. 489. |
HET BESTUUR DER KOLONIËN IN EUROPA.
30
10729. Nihil in rc, suavitcr in modo. Aanmerkingen op de werkzaamheid van den Min. van Kol. J. Loudon. T. v. N. I. 23e j. 1861. II. 253. 10730. Waarom is de heer Loudon als Min, van Kol. afgetreden ? Opmerkingen over het onhoudbare zijner geïsoleerde positie. T. v. N. I. 24e j. 1862. I. 129. 10731. De heer G. H. Uhlenbeck Min. van kol. in het Ministerie Thorbecke. Oordeel over zijn optreden, en aanbeveling tot ondersteuning van zijn bestuur. T. v, N. I. 24e j. 1862. I. 134. 10732. De koloniale oppositie regerende partij geworden. Opmerkingen naar aanleiding der optreding van een Ministerie Thorbecke. T. v. N. I. 24c j. 1862. I. 124. 10733. Aankondiging der brochure »Do rigting van het Ministerie. Een woord tot de kiezers van G. W. Vreede. Utrecht 1862.quot; Sloct, Tijd*. XXII. 230. 10734. Verdient de rigting, die thans aan 't bewind is, den naam van sloopen en verwoesten? met het oog op het kuituur- en consignatie-stelsel. T. v. N. I. 24e j. 1862. I. 256. 10735. Koloniale kout uit de hofstad, door Robrecht van Peene. Terugblik op het eerste Ministerie Thorbecke, de opleiding van het tegenwoordig bewind. Kot. Jaarb. 2e j. 1862. 29. 10736. Koloniale kont uit de hofstad, door Robrecht van Peene. Overzigtder gebleken koloniale rigting van het tegenwoordig kabinet, alsmede scherpe kritiek dei-houding van den Min. van Kol. Kol. Jaarh. 2e j. 1862. 218. 10737. Reden waarom J. R. Thorbecke bij do vorming van zijn Ministerie de portefeuille van koloniën niet aan W. R. van Hoëvell heeft aangeboden. Koton. Jaarb. 3e j. 1863. 172. 10738. Een koloniaal hervormer, door S. Lofspraak op de koloniale politiek van W. R. van Hofivell en van den Min. van Kol. J. D. Eransen van do Putte, geschreven naar aanleiding der artikels onder dezen titel geplaatst m de Tijdspiegel van Mei, |
Junij en Julij 1863. T. v. N. 1. 186j. N. S lej. II. 124. 10739. Over het voorgevallene in de Eerste Kamer betreffende do bcgrooting van het Dep. van koloniën voor 1863 en de optreding van J. D. Eransen van de Putte als Min. van dit Dep. TUcon. Bijblad, 1863. 99, 100. 10740. Koloniale kout uit do hofstad, door Robrecht van Peene. Over hot koloniaal beheer onder het Ministerie Thorbecke, de theorie cn praktijk van den Minister G. H. Uhlenbeck, zijne maatregelen tot uitvoering der emancipaticwet, do antecedenten van J. D. Eransen van de Putte, zijne brochure over de suikerkuituur, zijn programma aan dc Rotterdamschc kiezers, zijne parlementaire adviezen. Kolon. Jaarb. 3e j. 1863. 164. 10741. Vcroordceling der verwerping, in dc Tweede Kamer op 20 December 1861, op Hoofdstuk XI der Staatsbcgrooting voor 1862 van den post voor W. H. de Vriese, als adviseur voor kultures bij het Min. van Kol. Stoet, Tijdschrift XXII. 2c Serie X. 1862. 50, 51. — Toelichting uit dc gehouden discussion in de Tweede Kamer van deze verwerping. T. v. N. 1. 24c j. 1862. I. 263. Raad van Koloniën. 10742. De noodzakelijkheid van oenen Raad van koloniën. Met een terugblik op dc instellingen van koloniaal opperbestuur hier te lande sedert 1796, en den gang van dat bestuur, alsmede op de veelzijdige aanbeveling van zoodanigen Raad. T. v. N. I. 16e j. 1854. I. 199, 273; II. 319. — De provisionele iustruktie voor den Raad van koophandel en koloniën. Tekst van die, gearresteerd bij Z. K. H., den 25 Junij 1814. Aid. II. 317. — Ontwcrp-instruktie en reglement van orde voor een Raad van koloniën. Beide te zamen gestold door W. R. van Hoëvell. Aid. I. 273. 10743. Tekst van een ongetcckende Pro Memorie aan den Koning, strekkende om te betoogen het nut der daarstelling van eenen Raad van koloniën. Kruseman, Beschouw. 'sHagc 1840. 1 1 15. Nahuys v. Burgst, Beschouw. 'sHagc 1848. 105. Noot. Gedeeltelijk overgenomen in 1\ v. iVquot;, ƒ, 16e j. |
31
1854. I. 205. — ïocliohting door J. O. Baud. Baud, Ontslag van Kruseman, 's ilagc 18i8. X\.IX. Kruseman, Beschouw, en Ophelder. 's ïïago 1848. 18, 15, 71. T. v. N. I. Kie j. 1854. I. 206. Kruseman, Vrijm. gedachteu, 111. 's Hage 1848, 9.— ïekst van een Ontwerp van Instructie voor den Raad van koloniën. Baud, Ontslag vaii Kruseman, 's Hage 1848. 57. T. v. N. 1. 16c j. 1854. I. 2Ü(). — Mededceling, mot toelichting, dat deze Pro-Memorie en dene ontwerp-lustructie is geschreven en den Koning aangeboden in Dec. 1840 door J. D. Kruseman, oud-dir. der Middelen en Domeinen van Ned. Indiö, Insp. bij het Min. van Mar. en Kol. en door B J. Elias, See. Gen. a. i. bij hetzelfde Min. Kruseman, Beschouw, en Ophelder. 's Ilagc 1848. 15,18. Kruseman, Vrijm. gedachten, 111. 's Hage 1848. 9. T. v. N. /. 10e j. 1854. 1. 2u6. — Rapport aan den Koning, dd. 's Hage 19 Jan. 1841, om tc dienen van consideratie en advies op deze Pro-Memorie en ontwerp-Instructic, van de daartoe benoemde Commissie, bestaande uit den Min. van Staat G. A. G. P. van der Gapcllen, den Vice Pres. van den Raad van Staten H. J. van Doorn van West Gapclle, en den Min. van Mar. en Kol. J. O. Baud. Baud, Ontslag van Kruseman, 's Ilagc 1848. 59 cn XXIA.. — Inhoud van dit Rapport. T. v. N. 1. 16c j. 1854. I. 208. — Koninklijk besluit, dd. 9 Dee. 1843, hierop, omtrent het doen deelnemen aan de deliljeratie van den Raad van State, van buitengewone Staatsraden, te benoemen uit de hier te lande aanwezige hooge ambtenaren uit Oosten West Indir. Aid. 209. Lutlenlerg's Chron. Kerzam. 1843. 265. 10744. Voorstel met toelichting, dd. 's Hage 10 Junij 1848, door J. D. Kruseman aan de 2e Kamer der Staten Generaal, ter aanbeveling van een Raad van bestuur der Nc-dcrlandsche Ovcrzeesche bezittingen en koloniën. J. D. Kruseman, Vrijm. gedachten, III. 's Hage 184^. 37, 13. — Oordcel over dit voorstel, doorJ. R Thorbeckc. J■ li. Thorbecke, Bijdrage, Leiden 1848. 29, 35. Overgenomen in T. v. N. 1. 2e j. 1858. I. 252. — Betoog voor de daarstelling vaneen Raad van koloniën, door O and. ten Brink, Dir. der Jav. Bank te Batavia; dd. Tilburg October 1832. G. ten Brink. Een woord euz. 71. Zie .ook Beschouw. Bestuur N. ƒ.'sllage 1853. 70. — Betoog tegen deze aanstelling, door J. E. W. van Nes, oud-raad van Indië, dd. 'sHagc 25 Mei 1848. J. 1'. W. o. Nes, Eenigc Beschouw, 's Hage 1848. 30. — Oordeel over de zamcnstelliug van zooda-nigen raad, doorL. van V liet, dd. 's Hage Mei 1848. L. van Vliet,, Verkoop enz. 's Hage 1848. 37. — Betoog tegen deze zamenstel-ling, door W. L. de Sturlcr, Oud-Majoor van het Ned. O. I. Leger. W. L. deSturler, Vlugtige aanteekeningeu. Gron. 1847. 42— 45. — Betoog voor deze zamenstelling, door J. D. van Herwerden, oud-res. op Java, dd. 's Hage April 1854. J. D. van Herwerden, Java, etc. 'sllage 1854. 110. — Oordcel van een Lid van het Indisch Genootschap, dd. 's Hage 1 Junij 1854, over dit betoog van J. D. v. Herwerden, üandel. en Geschr. Ind Oen. Ie j. 1854. 58. |
10745. Noodzakelijkheid van een Raad van koloniën bij de gestadige wisseling van Ministers. T. v. Af. I. 1849. 2 d. 357. 10746. Een brief over een kolonialen Raad, door een gepensioneerd ambtenaar, dd. 's Hage 1 Maart 1858. Met Naschrift van ,de Redakticquot;. Over het raadplegen en in dienst hebben van Indische hoofdambte-naren cn hoofdofficieren door den Min. van Kol.; cn afkeuring van de daarstelling van een Raad van koloniën. ï'. v. N. 1. 20c j. 1858. I. 251. 10747. Is er personeel in Nederland voor een Rand van koloniën? door L. D. G,, dd. Amsterdam 1 Mei 1854. Aanwijzing van personen tot aantooning der uitvoerbaarheid eener goede zamenstelling van dusdanigen raad. T. v. N. I. Ifie j. 1854. 1. 362. Algemnene koloniale Staatkunde. 10718. Beschouwing der troonreden sedert 1814, in betrekking tot Nederlandseh Indië. Ingezonden. Overzigt ook van de antwoorden daarop tot 1847. T. v. N. I. 17e j. 1855. 1. 17, 110, 160, 207, 313. — Eene uitnoodiging aan een der medearbeiders van dit Tijdschrift, door O. C. Bcoordceling met aansporing tot voortzetting van dit overzigt. Aid. II. 413. 10749. Aanspraak van Z. M. den Koning bij de opening der vergadering van de Tweede Kamer der Staten Generaal op 17 Oct. 1831; o. a. betreffende den toestand van de O. I. Bczitt. Weeqsch. 1831. 443. 10750. De troonrede of Nederland in Oct, 1840, door L. van Vliet. Aantooning van hare onbeduidendheid cn vcroordeeling van de koloniale politiek. Volksh. 1847. 25. |
HET BESTUUR DER KOLONIËN IN EUROPA.
32
10751. Het vertrouwen van den Koning op de vaderlandsliefde van het in indiii gevestigde deel van het Nederlandsehe volk. Opmerkingen over het doel der Regering in do troonrede uitgedrukt om den bloei en do welvaart van Wed. Indiii te bevorderen, en over de middelen daartoe afin te wenden. 2'. v. N. I. 21e j. 1859. II. 247. 10762. Koloniale kont uit de hofstad, door Robrecht van Peene. De jongste troonrede, de koloniale ooraptabiliteitswet, knltnurwet, de spoorwegen op Java, de toekomstige opleiding van voor Indië bestemde peisonen, de verrigtingen onzer krijgsmagt in Banjermassing en de daaraan gebragte hulde, voorts de beide adressen van antwoord etc. Kolon. Jaarb. 2e j. 1862. 343. 10753. Koloniale kout uit de hofstad, ; door Robrecht van Peene. De repliek der Tweede Kamer op de troonrede. Een kleurloos adres of partij-teekening? Uitvlugten en magtcloosheid der conservatieven. De koloniale paragrafen van het adres enz Kol, Jaarb. 4c j. 1864. 682. 10754. Art. 60 eischt ook oen politiek verslag. Ingezonden, Beweerde verpiigting dat het koloniaal verslag volgens art. 60 der Grondwet ook behoort te handelen over de politieke aangelegenheden; met verwijzing naar het politiek verslag, dat jaarlijks ter Alg. Secr. tc Batavia zou worden opgemaakt. T. v. N. I. 17e j. 1855. I. 194. 10755. Mcdedeelingen betroil'ende de Nederlandsehe Overzeesche Bezittingen in 1850 door den Minister van Koloniën aan de vertegenwoordiging aangeboden naar aanleiding der interpellatie van W, R. van Hoëvcll over art. 60 der Grondwet. Tindal Sf Swarl, Ferh. 1850. 517. 10756. Het jaarlijksch verslag van den Min. van Kol. Betoog tot toevoeging daaraan van het politiek gedeelte. T. v. N. I. I8e j. 1856. II. 134. — De goede voornemens van den Min. van Kol. P. Mijer, uitgesproken in de Tweede Kamer op 14 Nov. 1856, inhoudende toezegging van een politieK verslag tot 1855. Aid. 406. 10757. Herinnering aan de toezegging door den Min. van Kol. P. Mijer van het politiek verslag over Ned. O. Indië. Econ. Bijblad, 18C0. 380- 381. |
10758. Onvervulde belofte van P. Mijer. Indiening van een politiek verslag tot op 18.j3, en wensch dat de Min. van Kol. J. J. Rochussen die belofte zal volbrengen. T. v. N. I. 20e j, 1858. II. 64. 10759. Een jaarkring volgens offlcieele bescheiden. Overzigt van het verslag van het bestuur en den staat der O. 1. Bezittingen over 1859, in verband met den invloed der standpuntverwisseling van J. J. Rochussen in dat jaar, ten betooge dat het belang van Indië en Nederland dringend vordert, dat cene andere rigting het bestuur in handen hebbe. T. v, N. 1. 24e j. 1862. I. 2d4. 10760. Over de meerdere volledigheid onzer koloniale regeringsverslagen dan die der Engclschen. Kolon. Jaarb. 1861—62,74. 10761. De regeringsverslagen altoostwee of drie jaren oud, eer ze worden ingediend. Aantooning der bezwaren hieraan verbonden. T. v. N. 1. 24c j. 1862, 1. 198. 10762. UiteeuzeUing, door O. van Rees, van de geschriften en het gevoelen van G. K. van Hogendorp, over de beginselen van bestuur /oor Nederlandsch Indië. Hand. lud. hen. lil. 1856. 116. 10763. Berigt dd. Batavia 16 Mei 1S4S omtrent den indruk dien de gebeurtenissen van Europa in Indiii te weeg brengen, en eerbiedige hulde aan den Koning, wegens den stap dien hij gedaan heeft. '1'. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 184S. 1 d. 281. Ook geplaatst in J'. J. yeth, Bijdragen. II. Amst. 1848. 1. 10764. Hoe men in Indië over de hervormingen in het Moederland denkt. Over de noodzakelijkheid «dat de Staatkunde van Nederland op christelijke beginselen rust.quot; '1'. v. N. I. 184Ü. Gron. I d. 445. 10765. Taktiek van de antokralio om anderen do schuld te geven van hit kwaad, dat zij heeft veroorzaakt, door «De Rcdaktie.quot; v. N. 1. 1850. I. 302. 1076(1. Een blik op de Koloniale Staat-i kunde van 1856 tot 1859. Overdruk der 1 voorrede, dd. 's llage 26 Febr. IS64, voor het derde deel der Parlementaire Redcvoe- |
33
ringen over koloniale belangen van VV. li, van Hoiivell. Zall-JBommol i8(id'. Aantooning hoe de strijd op koloniaal gebied na den dood van J. C. Baud van aard is veranderd. T. v. N. L 1861. N. S. 2c j. I 333. 10767. De nieuwe koloniale staatkunde omtrent onze Uuiteubezittingen. Sloet, Tijds. XVI. 287. 355. 10768. Behandeling door J. P. Cornets de Groot, in de verg. van liet Indiseb Genootschap op 311 September 1859, der vraag: nol de voor Ncderi. Indië in 1854 aangenomen regerings beginselen op goede gronden worden afgekeurd.quot; Hand. Ind. Gen. VI. 1S5'J. 250. — Verslag der diseussii n in de verg. van liet Ind. Genootschap op 7 Uct. 1859, over deze vraag. Aid. 3.i0. — Opmerkingen door Cornets de Groot hierover-Cornels de Groot, Beheer, 's llage 1802. 209. 10769. Gunstig oordcel over ons koloniaal beheer, door D. Pried mann in //Das Ausland.quot; Sloet, Tijds. XVII. 355. 10770. De oorzaken van de onrust in Indië volgens den Min. van Kol. J. J. Hoc hus sen. Opmerkingen over zijuc verklaring, gedaan in de Tweede Kamer op 29 Sept. 1859, dat de oorzaken dezer onrust gelegen zijn in overdreven liberalisme vm den Europeaan, overdreven fanatisme van den oosterling en overdreven inmenging van cle volksvertegenwoordiging in het Bestuur van Ned. Indie. T. v. N. 1. 21e j. 1859 II. 251. 10771. Behandeling van koloniale aangelegenheden in het moederland, al of niet gevaarlijk voor de rust en veiligheid der over-zccsche gewesten. Naar aanleiding der discussion in de Tweede Kamer in Dcc. 1859 over het wetsontwerp lol regeling van het gebruik van het koloniaal batig slot over 1857. Bijdr. Best. Nederl. 111. 1800. 461. 10772. Koloniale politiek, door P. J. B. C. Robidc van der Aa. De toestand van het oogenblik; het ontstaan der koloniale staatkundige partijen in en buiten dc vertegenwoordiging in Nederland, en van hunne we-derzijdsche verhouding, sedert 1848—ISGO. Gids, XXIVe j. N. S. 13e j. 1860.449, 458. 10773. Dc koloniale staatkunde in 1868, door G. 11. van Soest. Ucsehicdkundig overzigt. T. v. JV. I. 23e j. 1861. I. 137. 10774. Parasitische politiek. Hare vcr-II |
derfelijke uitkomsten, speciaal ten aanzien van onze koloniën. Gids, XX.Vc j. N. S. 14e j. 1861. I. 137, 106. 10775. Ben over het aljjenieen gunstige toestand; door H., dd. 's Hagc Sept. 1861. Opmerkingen over de spoedige hervormingen en verbeteringen, welke dc toestand van Ned. Indici vordert, naar aanleiding van de troonrede op 16 Sept. 1861 uitgesproken. T. 0. N. 1. 23c j. 1861. II. 257. 10776. Aanbeveling der liberale rigting in ons koloniaal bestuur, inet aanbeveling van het kultuurstclsel op Java en ontwikkeling van den vrijen arbeid daarnevens, in verband met de optreding van J. P. Cornets de Groot, als Min. van Kol. en dc benoeming vau een nieuwen gouv.-gcner. van Ned. Indië. Econ. Bijbl. 1861. 138. 10777. Het ,Volksbladquot; over de tegenwoordige koloniale politiek. Boon. 1862. 58. 10778. Brief, dd.? van adv. Th. van Stolk, over den tegenwoordigen strijd van inzigteu op koloniaal gebied. T. v '. N. I. 24e j. 1862. I. 1. 10779. Kritiek der praetisehe staathuishoudkunde; door S. van Houten, dd. Groningen, Nov. 1862 Beschouwingen in verband met de aanhangige koloniale vraagstukken, naar aanleiding van het //Handboek van praktische staathuishoudkunde, door Vissering. 1860—1861.quot; Gids, XXVIUc j. 3e S. Ie j. 1863 I. 426—434. 10780. Een woord aan den lezer; door P. Bleeker. Zijn programma cu zijn koloniale ontwikkelings-politiek. 2'. v. N. 1. 1863. N. S. Ie j. 1.1. — Adhacsic van P. J. Vcth. Gids. XXVIle j. lie S. Ie i. 1803. 1. 345. 10781 Staatkundige beschouwingen van een koloniaal-regtgeloovig koopman, dd. Amsterdam Maart 1864. Ironische beschouwingen over het koloniaal exploitatie-stelsel der conservatieven. T. v. N. L. 1861. N, S. 2e i. I. 325. 10782. Een woord aan den lezer door P. li leek er, dd. 1 Jan. 1804. Opsomming der hervormingen en verbeteringen op koloniaal gebied in het afgeloopen jaar tut stand gebragt, en van hetgeen in dat opzigt nog te doen overblijft. T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. Ie d. 1. |
HET BESTUUR DEll KOLONIËN IN EUROPA
«4
10783. liet reaktionair adres der dertien oud-residenten en bunuo dertien grieven; door L. B. Inhoudsopgave en l)eoordeeliug, met naschrift van de Redactie, van het adres, dd. 'sHage 31 Dec. 1861-, gerigt tegen de koloniale politiek van het ministerie ten aanzien van Ncd. Oost-Indir, '/. M. aangeboden en in afschrift aan de Eerste Kamer medegedeeld. T. v. N. I. 1805. N. S. 3e j. 1.158. 1078't. Nederland's rechten en verplichtingen ten opzichte van Indii'; door Jl. l1 r u i u. Gids, XXIXe j. Be S. 3e j. 1865. I[. 28. 10785. Een nieuwe uitspraak over onze koloniale staatkunde en over het kuituur-stelsel. Overnemiug uit do brochure van H. C. van der Wijck «Onze koloniale staatkunde. Een beroep op het Nederlandsche volk. 's llage 1865quot; van zijne uitspraak over de grondtrekken vau ons koloniaal stelsel. T. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. II. 542 10786. Brief, dd. 'sHage 7 Dec, 1865, vau H. C. vau der Wijck, aan de leden der Tweede Kamer, tot toelichting zijner brochure «Onze koloniale staatkundequot;, alsmede tot aanbeveling van den daarbij aangewezen weg van hervorming van Indiü, v. lt;1. Wijde, Onze Icolon. staatk. 's Hage. 1865,105. 10787. .Onze koloniale staatkunde; door P. J. V o t h. Met liet oog op de ingediende kultuurwct, en de brochure van 11. C. van der Wijck /»Onze koloniale staatkundequot;. Gids, XXIXe j. 3c S. 3c j. 1865. IV. 385. 10788. Prijsvraag voor 1863 van het prov. De Engels 10700. Opgave der voorstellen, non grondslag uitmakende van het vernieuwde octrooi, door de Eng. O. I. Comp. verzocht, eu aan het Parlement overgegeven; voorafgegaan door een overzigt van haren toestand. Staatsman, III. 1780. 1 st. 109. 10/ 91. Aantooning van den achteruitgang dor Engelsche O. I. Comp. van 1783 tot 1789, getrokken uit het verslag nopens haren toestand aan het Huis der Gemeenten iu Engeland gedaan. Letterh. 11. 1789. 91. 10792. Iets ovtr den tegenwoordigen staat der Engelsche O. Ind. Comp. Briefswijze medegedeeld aan den schrijver van de Letterbode, dd. Amsterdam 1 üctobcr 1802. Zijnde |
Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, over de beginselen van eene meer verlichtc regeerkunde sedert het begin dezer eeuw, in de verhouding tusschen Nederland en de Ü. I. Bezittingen gehuldigd, eene vergelijking der Nederlandsche met do Britsche en Fransche koloniale verordeningen. N. Bydr. li. W. XH. 1862. 438. T. v. N. 1. 1863, N. S. lo j. II. 189. — Herhaald voor 1865. Jld. 1864. N. S. 2e j. II. 382. N. Bijdr. R. W. XIV. 1864. 440. 10789. Vraag, door het derde congres der Internationale Vereeniging tot bevordering van sociale wetenschappen te Amsterdam, gesteld ter overweging, over den invloed der eko-nomische wetenschappen op liet koloniale stelsel 2'. u. N. I. 18(14. N. S. 2 j. 11.320. Themis, 2 V. XL 1864. 336. — Het internationaal Congres over het koloniaal stelsel. Bcoordeelend verslag van het verhandelde over dit vraagstuk op 1 Oct. 1864 in dit congres. Aid. 1864. N. S. 2e j. II. 320. — Het koloniaal stelsel. Redevoering door G. H. van Soest op het internationaal congres enz. Tekst eener juiste vertaling hiervan. Aid. 1864. N. S. 2e j. II. 331. — Indisch Genootschap. Algemeene vergadering van 28 Oct. 1864. Medctleelingen omtrent het internationaal congres voor sociale wetenschappen te Amsterdam gehouden. Verslag door G. H. van Soest uitgebragt. Aid. 426. — De koloniale kwestie op het internationaal congres te Amsterdam in het buitenland beoordeeld; door W. Aantooning hiervan vooral met het oog op de artikelen hierover in de /'Indópcudancequot; en in het quot;Journal des Econ. Nov. 1864.quot; Aki. 453. he O. I. C. vertaling van een gedeelte van een Rapport eener bijzondere Commissie van Bewindheb-beren van de Engelsche O. I. C. betreifende den handel tusschen Jndië en Europa, dd. 25 Maart 1802. Letterb. 1802. IL 264. 10793. Britsch-Indië. 4. Bestuursinrig-ting in Engeland volgens A. de Jancigny in zijn artikel: //Etat actuel des Indes An-glaises,quot; getrokken uit de Revue des Deux Mondcs 1840, cn mede te vinden in de Revue des Deux Mondes van dat jaar. De Kopiist, le j. Ie d. Batavia 1842. 66]. 10794. Ministerial misrepresentations regarding the East. Overzigt doorE.de Waal |
35
van dit artikel, geplaatst in de Edinb. Re-view van ïcbr. 1843. Ind. Mag. I. ïw. 1844. 7, 8 en 9. bl. 279. 10795. Het Engelsch koloniaal systcma, eu iets over de Engelscli-Indisohe marine. Swart, yerh. 1849. No. 2. 321, 337. 10796. Omvang en belangrijkheid der Britselie koloniën, met het oog op bevolking en kapitaal van het Moederland. Swart, Verh. 111. 244. 10797. Kort overzigt van den staat der Britsche Kroonkoloniën. Melvill. Moniteur, 1848—49. 2e part. 65. 10798. De koloniën van Engeland. Be-oordeelend overzigt van het ontstaan en de werking van hun tegenwoordig bestuur; naar aanleiding van //The colonial policy of Lord John Russell's administration by Earl Grey. London 1853.quot; Overgenomen uit Das Ausland, 1853. No, 32—38. Rec. 1854. Meng. 193, 241, 30C. 10799. Bijzonderheden nopens de toeneming der beschaving van Britsch Indië, den toestand der drukpers aldaar enz. Sloet, Tijds. XVl. 107. 10800. Do Engelsche O. I. Compagnie. Hare inrigting. Naar het Eransch van W. O. Depping. Vad. Lelt. 1858. II. 535. 10801. Do Engelschen in Indië. Uit//ïhe Westminster Review.quot; Naar aanleiding van den opstand, en inhoudende een historisch overzigt vau het ontstaan en de uitbreiding hunner heerschappij aldaar, ter aantooning van het regeringsstelsel voortaan door hen te volgen. Wet. Blad. 1858. I. 241. |
10802. Haast, waar geen haast noodig is, en omgekeerd. Beoordceling der handelingen van het bestuur in Engeland bij den Indischen opstand, met opzigt tot generaal Haveloek. Vad. Lett. 1858. II. 51. 10803. Eijn van gehoor. Modedeeling van de houding vau Lord Palmerston in het Huis der gemeenten in Mei 18quot;;8 bij de stemming over liet voorstel van Sir Cardwell, strekkende tot berisping van de handelwijs des gouvernements jegens den gouv. geu. van Indië. N. liec. 1858. Meng. 359. 10804. De opheffing der Engelsebe O, 1. Comp. Inhoud van het daartoe ingediende wetsontwerp. N. Beo. 1858. Meng. .149. 10805. Britsch Indië. De O. I. Compagnie. Bijzonderheden nopens de Proclamatie van den overgang van haar stnatk. gezag op de kroon. Ver. Chr St. XIII. 1859. 19Ö.— De koningin van Engeland en Hindostan. Bijzonderheden als bovengenoemde. Aid. 475. 10806. William Pitt, een minister der minderheid, door W. van Goltstein, dd. October 1861. Hierin o. a. over de India-bill van Fox als aanleiding tot de optre-ding van Pitt; over do India bill van Pitt en hare verwerping, waaruit de ontbinding van het Parlement is voortgevloeid. Gids, XXVj. N. S lij. 18) 1. 11. 797, 805, 821. |
BETREKKINGEN MEÏ VREEMDE MOGENDHEDEN.
Algemeen. 10807. Eene vraag des tijds, in welke wordt gewaagd van do onderlinge afgunst der groote zeemogendheden, als middel tot beveiliging voor onze Buiteulandsehe Bezittingen. Gids, XXIII j. N. S. 12 j. 1859. II. 165, 185. |
10808. Vrije betrekking tot het Buitenland, ouze politieke belangen, de optreding van den heer van der Maessen de Sombreff als Min. van Buitenl. zaken, inkrimping onzer gezantschappen, alsmede over het te verwachten Japansche gezantschap alhier. Sloet, Tijds, XXII, 147, 160, 161. 10809. Bepalingon betreffende de zeevaart der onzijdige volken, en speciaal ook Neder- |
86
land, in den tegenwoordigcn oorlog met Rusland. Tinddl eti Swart, Perh. 1854. 1 afd. 291. 10810. Verklaring, welke in de conferentie te Parijs op den 16 April 1866 is gedaan betreffende het geregt in oorlogstijd; alsmede toetreding van Nederland. Swarl, Verh. 1856. 1 afd. 211. 10811. Over oorsprong, doel en aard der eonsulaten met veroordeeling, dat wij zoniet in onze kolonie toelaten. Sluet, Itfds. A'II. 290. 10812. Vreemde consuls op Java. Goedkeuring der toelating van consuls van vreemde natiën in onze koloniën, en besehouwingen daarover naar aanleiding van het lielgisob rapport van d' Egrernont betreffende Nederl. Indic. T. v. N. 1. 18 j. 1856. II. 199. 10813. Weuscbelijklioid van een nieuwe instructie voor de consuls en van eene wet op liunne regtsmagt. Verslag Rotterdam, 1862. 28. Portugal, 10814. Inhoud van het verdrag, dd. 23 Ecbr. 1605, van Steven van der Hagen met den Portugeschen gouverneur Gaspar de Melo tot overgave van het kasi;eol en eiland Amboina. 7'. v. N. I. 18 j. 18.')6. I. 106. 10815. Gunstige beschikkingen op de remonstrantie van de Gecommitteerclcn der Oost-lnd. Compagnie, verzoekende om oorlogschepen op do kusten van Portugal voor de rivier van Lissabon te zenden, ter bescher-ming barer schepen tegen Spanje. Res Holl. 24 Aug. 1605, idr. 604. 10816. Brief van Lucas Jansen, e. s., dd, 15 Pcbr. 1608, waarin beschreven worden de verrigtingen van den adm. C. Ma-tclief in de Straat van Malakka, togen de Portugezen. De Jonge, Opkomst. III. 1865. 218. — Verslag dier zelfde verrigtingen in Aug. 1606. Res. Holt. 18 April 1608,2dr. 539. 10817. Seijnbrieff waernaer haer die van do respectieve scheepcn Uytreoht, Zcolant, 't Hof van Hollant en Leijden, gaende onder het commando van de E. Johan Gar-stensz op den aencomenden vyant uyt Portugal, besuyden Mosambique uyt kruysen, sullen hebben te reguleoren, dd. 21 Ajaert 1633. Medegedeeld door P, A. Leupe. |
Rist. Gen. Kr on. X. 1854. 115. — Instructie voor de schepen 't Hoff van Hollant, Zee-lant ende Leyden, gaende van Persia naer Suratten, waernaer hun bij rescontre van den vyant te reguleercn hebben, dd. 24 Sept. 1633. Aid. 120. 10818. Ordre off instructie voor de schepen Banda, Middelburg, Swol, Herderwyck, Egmont, de Keyserinne, Oost-Cappel, den Otter ende 't jacht de Vos, gaende van Ne-dcrlant naer Indiën, door Anthonie de Gaen, dd. 10 Maart 1636 behandigd, tot offentie en defentie bij rescontre van vyant. Medegedeeld door P. A. Leupe. Hist. Oen. Kron. IX. 1853. 302- Vgl. VIII. 1852. 271. 10819. Extract uit de Ordre ende Instructie voor Cornelis Symonsz. van der Veer, Commandeur over de iSlederlandsclie vloot van defentie, vertreckonde naer d'In-dische cust, tot preservatie ende verseockering van Comp.negotie, krenkingen onser vijanden de Portugesen ende Spanjaerden, mitsgaders besluytinge van Goa's rheede, daer naer syn Ed. ende deszelfs raeden geduerende deeze expeditie hem sullen hebben te reguleren, dd. 24 Juli] 1639. Medegedeeld door P. A. Leupe. Zeeland 1856. 9. — Missive met bijlage over den slag tegen dc Portugezen, onder het fort Mortnagaon, omtrent Goa, op 30 Sopt. 1639, aan den gouv. gen. en raden van Indiö, dd. 21 Oct. 1639, door den commandeur Cornelis Symonsz. eigenhandig geschreven. Aid. 29, 47.— Uittreksel uit ecnigc geïntercipicerde Portugesohe brieven over dezen slag, gedagteekend Goa 24 April 1640. Atd. 53. 10820. Brief, actum op Wingurla, dd. 21 Oct. 1639, vervattende de zeestrijdt voorghevallen omtrent Goa en Üost-Indiën, tussohen 9 geoctroyeerde O. I. schepen, onder den commandeur Cornelis bimonsz , en de drie grooto Portugesche gallioens, op den 30 Sept. 1639. Begin en Voortgang, 1646. IJ. Reis W. Schram, 90. 10821. Zakelijke inhoud der instructie, dd. in 't Kasteel Batavia, J4 Aug. 1640, voor den commandeur Dominieus Bonwens, als commandeur over de Noderlandschc vloot van deiensie naar de kust van Indië en Goa, om de Spanjaarden en Portugezen allen afbreuk te doen, als ook om Goa's reede te bezetten. Valentijn, V. St. II. 27. Hj822. Stukken betrekkelijk het beleg en |
37
de verovering van Malakka op de Portugezen in 1640—1641, benevens het rapport van den kornmissaris Schouten over den verleden en tegenwoordigen toestand dier stad. Uit de papieren der O. I. C. medegedeeld door P. A. Leupe. Hist. Oen. Ber. VIL 1 st. 1859. 128. 10823. Nauwkeurig verhaal van 't beleg, en de verovering der wijdvermaarde en sterke stad Malakka, onder de regeering van den Heer Opperlandvoogd van Indien, Antonie van Diemen, getrokken uit een berieht van den commissaris Justus Schouten, dd, 26 Oct. 1641 in Malakka opgesteld en aan Haar Edelheden overgezonden, falentijn, V. St. I. 339. 10824. Rapport over de conferentie gehouden tussehen de gecommitteerden van de Staten Generaal en de gedeputeerden van de O. 1. Comp. over de trefves of stilstand van wapenen met de Portugezen in Oost-Indië te maken, volgens de propositie van den Ambassadeur van Portugal; alsmede schriftelijke deductie van H. H. XVII over den stilstand van wapenen. Res. Uoll. 4 Mei 1641, 26 dr. 141. Aid. 20 April 1641, 2e dr. 116. — Resolutie tot het houden van eene vergadering over do consideratie der O. I. Comp. Aid. 8 Mei 1611, 2c dr. 147.— Rappoil van de conferentie, gehouden met de gecommitteerde Bewindhebbers van de O. 1. Comp., benevens zakelijke inhoud van twee schriftelijke deduetirn der O. I. Comp. alsmede resolutie hierop. Aid. 9 Mei 1641, 2c dr. 149. — Rapport van den Raadpensionaris van het verliandeldc en beslotene ter Generaliteit over de bovengenoemde resolutie. Aid. 10 Mei 1641, 2e dr. 155.— Rapport van den Raadpensionaris van het gebe-soigneerde ter Generaliteit, in presentie van Zijn Hoogheid en den Raad van State. Aid. 11 Mei 1641, 2e dr. 156. — Akte, dd. 18 Maart 1C09, geëxtraheerd uit de resolutie der Staten Generaal, inhoudende het verzoek der O. I. Comp. tot handhaving harer verkregen regten in Oost-lndië; alsmede verslag der deliberation over het antwoord aan den Ambassadeur van Portugal te geven op zijne propositie, en resolutie hierop. Aid. 17 Mei 1641, 2e dr. 1(10; 18 Mei 1641, 2c dr. 162 — Rapport van den Raadpensionaris van het verhandelde ter Generaliteit over de genomen resolutie op het antwoord aan den Ambassadeur van Portugal te geven, en resolutie tot handhaving van hot vastgestelde. Aid. 163, 164. |
10825. Brief, dd. Batavia 12 Deo. 1642, van den gonv. gen. v. N. I., Antonie van Diemen, aan de Staten Gen., betreffende het met Portugal op 22 Junij 1641 gesloten traktaat. Hist. Gen. Kr on. XIV. 1858. 226. 10826. Propositie van den Ambassadeur van Portugal om schepen met Nederlandsch bootsvolk te zenden naar Oost-lndië, met verzoek om dispensatie van de Plakaten, dd. 14 Dcc. 1617 en 4 Mei 1632; eonsideratie cn advies gevraagd van H. H. XVII. Res. Uoll. 1 Doe. 1643, 2e dr. 405. 10S27. Propositie ter Generaliteit van den Ambassadeur van Portugal over het different met de Ned. O. I. Comp. rakende de jurisdictie van Galo en Colombo op Ceylon. Verzoek om consideratie en advies. Res. Holt. 21 Pebr. 1645, 2e dr. 30. —Voorstel te doen ter Generaliteit tot decisie in deze. Aid. 28 Febr. 1645, 2e dr. 44. — Advies van gecommitteerden. Aid. 6 Maart 1645, 2e dr. 54. — Presentatie door de Bewindbeb-beren aan den Ambassadeur van Portugal, en resolutie hierop. Aid. 7 Maart 1645, 2e dr. 56. 10828. Klagten over een nieuw incident tussehen den Ambassadeur van Portugal en do Ned. O. 1. Comp, De afdoening der ques-tie overgelaten aan de gecommitteerden ter Generaliteit. Res. Uoll. 24 Maart 1645, 2e dr. 68. 10829. Voorstel om de Oost-Indiën van de Portugezen te zuiveren; en verzoek om advies aan de Bewindhobboren der O. I. Comp. Res. Hol. 3 Julij 1648, 2e dr. 578. — Aanschrijving aan de O. I. Comp. om de Portugezen in do Oost-Indien den oorlog aan te doen. Aid. 9 Sept. 1649, 2e dr. 275. — Remonstrantie van de Bewindhebberen der O. I. Comp. aan de Staten Generaal om inlichting nopens de intentie van de resolution van H. H. M. dd. 7 en I I Oct. 1651 betreffende de hostiliteit den Portugezen aan te doen, bezuiden den Tropicus Canori; en mededoeling der verlangde explicatie. Aid. 20 Maart 1057, 2e dr. 107. — De O. I. C. geautho-riseerd den Portugezen den oorlog aan te doen. lies. Slat. Oen. 7, 16 Oct. 1651. — Consideratie en advies van gecommitteerden af te wachten op de resolutie dd. 27 Maart 1057 van de Staten Generaal, tot authorisatie der O. I. Comp. van togen de Portugesehe natie bezuiden den Tropicus Cancri alomme hostiliteit te plegen. Res. Uoll. 28 Nov. 1657, 2e dr. 557. |
38
10830. Verzoek van gecommitteerde Be-windliebberen om een gedeelte der gelden van Portugal te bedingen bij do vrede's on -derhandclingen, als mede om intrekking van het verbod om Oost-Indische waren in Portugal te brengen. Res. Holl. 22 Junij 16G1, 2e dr. 210. 10831. Articulen van 't accoord, gemaakt en besloten tusschen Francisco Comes Ser-mento, nevens Mareus Pinho, gemagtigden van Ignatio Scrmento do Carvalbo, kapitijn-generaal der stad Coetsjien, wegens Z. M. den Koning van Portugal, ter eenre, en Jacob Hustaart, gemagtigden van den veldheer, Jlijklof van Goens, ord. Raad van Indien, admiraal op de kusten, en suporintendant van Ceylon, uit den naam van den Ncder-landseben Staat in Indien, cn speeiaal de E. Heeren Bewind hebberen van dc O. 1. G. cn den E. Heer Gouv. Gen., en de Hoeren Raden van Indien, ter andere zijde, dd. 7 Jan. 1063. Valenlijn, V. St. II. 35. 10832. Vrede met Portugal in Oost-Indië. Res. Stat. Gen. 13. Aug. 1664, 10833. Verzoek van don Min. van den Koning van Portugal, Ulhoa, om restitutie van Couchin en Cananor door de Ned. O. I. Com])., alsmede verzoek van consideratie en advies dezer Comp. hierover. Res. Holl. 25 Pcbr. 1660, 2e dr. 74. •— Aanschrijving aan de O. I. Comp. om haar consideratie en advies. Aid. 23 Julij 16()6, 2edr. 311.— Advies en conferentie van gecommitteerden met Bewindhebberen. Aid. 3 Aug. 1060, 2c dr. 365. — Verzoek om consideratie en advies aan de O. I. Comp. op het rapport over bovengenoemde conferentie uitgebragt. Aid. 5 Aug. 1666, 2e dr. 358. — Remonstrantie van Bewindhebberen der O. I. Comp. over het bovengenoemde en verzoek om consideratie en advies van gecommitteerden. Aid. 25 en 26 Nov. 1666, 2e dr. 555. — Rapport van geeommittoerden, inhoudende hunne consideration en advies, alsmede tekst der resolutie hierop genomen. Aid. 22 Dcc. 1666, 2o dr. 622. — Memorie van den extra ord. Ambassadeur van Portugal, Prancisco de Mello, aan de Staten Generaal, inhoudcude zijn propositie van met hem in conferentie te treden over het subject van Couchin en Cananor. Aid. 14 Julij 1607, 2e dr. 223. — Advies van H. Ed. Gr. gecommitteerden nopens de instructie te geven aan de gedeputeorden tot het bijwonen der conferentie met F. de Mello over Couchin en Cananor. Res. Holl. Seer. II, 26 Aug. 1667. 621. — Nc-derduitsche en Fransche tekst van het antwoord, dd. 22 Oct. 1607 van de Staten Generaal aan den Ambassadeur de Mello over de bovengenoemde questic. Res. Holt. 27 Oct. 1667, 2e dr. 391, 396. — Replique, dd. 11 Nov. 1667 van do Mello op het antwoord. Aid. 25 November 1667, 2c dr. 419. — Points et articles quo Messieurs les Doputoz des Etats-Généraux des Provinces Unies des Païs-Bas, aux affaires dc Portugal, se sont chargés dc tachcr de faire agréer a leurs committcnts, alin que l'on règle le different touchant los villes Couchin et. Cananor. Aid. 20 Dec. 1G68, 2e dr. 507. |
10834. Missive, dd. Lissabon 11 Dcc. 1691, van den Ned. resident Wolfsen over de vergunning door den koning van Portugal aan dc Franschen verleend van de vrije passage naar China door de bezittingen van Z. M. in Indic; en toezending tot informatie aan de O. I. Comp. van deze missive. Res. Slat. Gen. 14 Januari] 1692, 30. 10835. Latijnsche tekst der Memorie, dd. den Haag 28 April 1699, van Mendoya Corte Real, extra ord. Envoyó van den koning van Portugal, verzoekende relaxatie van den Jesuit Petrus da Costa, op Batavia gedetineerd. Res. Stat. Oen. 28 April 1692, 279. — Rapport van H. H. Mog. Gedeputeorden tot de zaken van de O. I. Comp., on borigt van gecommitteerde bewindbebberon hierop, benevens aanschrijving aan dc O. 1. Comp. tot invrijheidstelling van don Pater. Aid. 6 Mei 1692, 305. ',0836. Klagten door Portugal wegens liet aangaan van eon contract met die van Suratte tot beveiliging der schepen van den grooton Mogol. Res. Stat. Gen. 13 Junij 1699. 10837. Vier missives, dd, Lissabon 24 Oct. 1703, van don Ned. extra ord, Envoyé Schonenberg, rakende de expeditie onder Portugal, cn spociolijk het J7 artieul, rakende den tol van Ma lak ka, van de defensieve alliantie met die kroon aangegaan, en het tweede separaat artieul, welke door dc Slaton Generaal niet zijn geratiliceerd. Res. Holl. 27 Nov. 1703, 2c dr. 739. — Voorstel ter Generaliteit te doen tot hunne rati-fleatie. Aid. 22 Dcc. 1703, 2e dr. 789, 790. 10838. Missive, dd. Lissabon 18 Nov. 1709, van den Ned. Plenipotentiaris Seho-nenbcrgh, over de klagton van het Hof van Portugal wegens de commercie van Ned. ü. |
*
39
I. retoerschepen in de Bahia de Todos los Sanctos, en de ordre om geen vreemde Oost-Indisehe in de ultramarine Portugesohe dominion te admitteren, lies. Holl. 18 Dee. 1709, 2e dr. 032. •10S39. Memorie, dd. 19 Jan. 1711, van den Ambass. van Portugal, Grave van Ta-rocea, aan do Staten Generaal, verzoekende vrije exercitie van de Roomsche religie op Colombo eu andere plaatsen van liet eiland Ccylon. Bes. Holl. 23 Jan. 1711. 2e dr. 39. ■— Tekst der Memorie alsmede Missive, dd. Lissabon 4 Sept. 1711, van den Ncd. extraordinaris Envoyé Sehoonenberg over betzelfde verzoek. Aid. 17 Oct. 1711, 2c dr. 529. — Memorie, dd. 1G Sept. 1715, van den Graaf van Tarocca aan de Staten-Gene raai, tot vernieuwing van zijne instant i';n. Aid. 20 Sept. 1715, 2c dr. 6S5. 10S40. Missive, dd. Lissabon 29 Sepl. 1733, van deu Neder!. Resident van Til, over de nieuwe stribbelingen, welke de sebe-pèn van de Ncderl. ü. I. Comp. op de rivier aldaar ontmoeten. Res. Holl. 2l! Nov. )733, le dr. 1003. Vgl. Aid. 27 Aug. 1743. Ie dr. 379. 10841. Missive, dd Lissabon 0 en 12 Aug. 1743 met bijlagen van den Ncderl resident van Til, alsmede missiven, dd. Parijs 8 en 12 Sept. 1743, met bijlagen, van den Nederl. Ambass. van Hoeij, allen betrelVendo de instantiën door dien Resident gedaan, wegens het voorgevallene omtrent de aanhaling, coniiscatie cn verkooping in Portugal van Üost-Indisehe goederen, aldaar aange-bragt met een Ncderlandscb schip, de 8t. Picter, schipper Simon van der Plas, om weder uitgevoerd te worden, lies. Holl. 19 Sept. 1743, 1c dr. 412. — Missive, dd. Lissabon 3 Sept. 1743, van van Til, houdende advertentie van het voorgevallene in eene conferentie door hem met den kardinaal de Motta gehouden over bovengenoemde confiscatie. Aid. 23 October 1743, le dr. 439 — Rapport cn tekst der resolutie hierop. Aid. 7 Dcc. 1743, le dr. 570. — Missive, dd. Lissabon 7 Jan. 1744, van van Til, inhoudende antwoord op H. H. M. resolutie van 9 Dcc. 1743. Aid. 14 Pcbr. 1744. le dr. 159. — Rapport en tekst der resolutie hierop. Aid. 24 April 1744, le dr. i?88. -Missive, dd. Lissabon 26 Mei 1744, van van Til, inhoudende zijn consideratie op deze resolutie. Aid. 1 Julij 1744, Je dr. 421. — Missive dd. Lissabon 28 Julij, 4 cn 5 Aug. 1744, van van Til, zich beklagende over U. |
H. Mog. resolutie van 9 Dec. 1743. cn 27 April 1744, wegens hunue gedane instantiën over de geconfisqueerde ü. I. goederen. Aid. 17 Sept. 1744, le dr. 065. — Rapport en tekst der resolutie hierop. Aid. 23 Oct. 1744, le dr. 700. — Missive, dd. Lissabon 12 Jan. 1745, van van Til, over dezelfde aanhaling. Aid. 20 Feb. 1745, le dr. 134. — Request aan H. H. Mog. den 23 Maart 1745 gepresenteerd, door llendrik en Arnold van Aalst, 0. s,, kooplieden te Amsterdam en Rotterdam, allen geïnteresseerd in bovengenoemde lading, om nader brieven van voorschrijvens aan den Resident van Til, voor dc restitutie der lading. Aid. 26 Maart 1745, le dr. 270. — Rapport cn tekst der resolutie hierop. Aid. 27 Maart 1745, le dr. 277. — Missive, dd. Lissabon 3 April 1745, van van Til, over bovengenoemde geconfisqueerde goederen. Aid. 10 Junij 1745, le dr. 378. 10842. Besluit der Staten Generaal dd. 17 Januarij 1704, om door hunnen Minister te Lissabon uit te werken, dat eenigc van het afgeloopcn ü. I. Comp. schip Nycnburg gevlugt, eu waarschijnlijk in Brazilië aangekomen manschap aldaar gevangen genomen, 011 aan dc O. I. Comp. overgegeven worden. Nederl. Jaarb. XVIII. 1704. L 407. —Resultaten. Aid. 410; 2. 090. 10843. Missive, dd. Lissabon 3 Sept. 1700, van den Ncd. Minister aan bet Hof van Portugal, van Haeften, kennis gevende Van zijne devoiren tot restitutie der geroofde penningen van het O. I. schip Nycnburg. Res. lloll 12 Nov. 1706, le dr. 10(i6. 10844. Missive, dd. Lissabon 5 Nov. 1783, van den Nederl Consul Gildomccstcr, met Memorie ter opheffing van de transitoire regten der lading van een Portugcesch schip, als hehoorende aan de Nederlandsche ü. 1. C. Hes. Holl. 6 üeccmber 1782, ledr. 1074. -Idem, dd. II cn 18 Maart 1783, nopens zijne instantiën om vrijdom van de transitoire rogten voor tie lading van de O. 1. Comp. in ecu Portugeesch schip, met zijne Memorie daarover gepresenteerd, en liet bekomen antwoord van den Secretaris van Staat. Aid. 9 Mei 1783,1. le dr. 524. — Idem dd. 3 Junij 1783, dat hij door de Ncd. O. I. Comp. is geauthoriseerd, ad interim de transito regten en de vracht van het; schip o Scnhor do Bom Eim, positief te betalen. Aid. 3 Julij 1783,1. Ie dr. 731, — Idem. dd. 12 Aug. 1783, dat hij bezig is de lading van bet Portu- |
40
esche schip voor de O. I. C. van Amster-am over te doen schepen, en dat hij de transito regten daarvan zal betalen. Aid. 13 Sept. 1783, II. Ie dr. 979. 10845. Gerucht van onderhandeling tus-schen Engeland en Portugal over een verkoop van Portugeescli Timor van de eerste mogendheid in verband met een stoomdienst op Sidney. Tindal en Swarl, yerh. 1849. 170. 10846. I. Het wetsontwerp tot goedkeuring van het ïractaat omtrent de regeling van de grenzen der Nederlaudsehe en Por-tugesche bezittingen op het eiland Timor, en de toekenning aan Nederland van het onverdeeld bezit der benoorden Timor gelegen eilanden, der Tweede Kamer ter overweging aangeboden. 12 Febr. 1855. tiedr. Slukk. 'ie Kamer, 1854—55. LUI, N. 2. — II. De Memorie van toelichting van de Min. van Buitenl. zaken en Kol., F. A. vanüall, en Chr. 1'. Palmd. Aid. N. 3. — III. Het «Projet de traité, dd. Dilly 28 Aug. 1851, entre le gouvernement des Pays-Bas et celui du Portugal, arrêté par la commission mixte pour la demarcation des possessions Neer-landaises et Portugaises dans l'Arehipel de Timor et Solor.quot; Aid. N. 4. — IV. De //Convention supplctoire, (Dilly 28 Nov. 1851) dd. 28 Aoüt 185!.quot; Aid. N. 5. — V. Het voorloopig verslag, dd. 21 Febr. 1855, van de comm. van rapport, in de Tweede Kamer. Aid. N. 6 — VI. De .Mem. van beantwoording van de Ministers. Aid, N. 7.— VIL Het «Traité de démareation et d'óchange des possessions Neerlandaises et, Portugaises dans l'Arehipel de Timor et Solor, dd. Lis-bonne le ö Oct. 1854.quot; Fransche text met Nederduitsche vertaling. Aid. N. 8 en 9, — VUL Het Eindverslag, dd. 11 Junij 1855, van de Comm. van Rapport. Aid. N. 10.— Oordeel van Prof. P. J. V eth over bovengenoemd traktaat en hare verwerping op 21 Junij 1855 in de Tweede Kamer der St. Gen. Gids, XIX j. N. S. 8 j. 1855. 1. 546, II. 78, 100. 10847. Het traktaat omtrent den afstand van grondgebied op Timor. Over de verwerping in onze Tweede Kamer van het traktaat met Portugal tot grensregeling op Ti-mor, en de aanneming daarvan door de l'or-tugesche vertegenwoordiging. T. v. N. I. 17 j. 1855. II. 63. 10848. Timor, door H. J. Lion, dd. Aug. 1855. Denkbeelden over het verworpen |
traktaat met Portugal tot grensregeling op Timor. T. v. N. I. 17e j. 1855. II. 185. — Nog iets over Timor; door 11. Aanmerkingen op bovengenoemd artikel. Aid. 405. Spanje. 10849. Gunstige beschikking op de remonstrantie van de Bewindhebberen der O. I. C., rakende de handeling en ordre op bet nemen van prijzen en buit (?p den Europe-schen vijand in Oost-Indië. lies. Holt. 12 Jan. 1605, 2e dr. 382; Aid. 15 Febr. 1606, 782. 10850. Memorie en Instructie, dd. Amsterdam 11 April 1608, aangebragt in In-diii met het jagt //de goede Hoop,quot; op den 4 Mei 1609, betrelfende de vredesonderhandelingen tusschen de Staten Gen., den aartshertog en den koning van Spauje. de Jonge, Opkomst. III. 1865. 307. 10851. Perigt over het gevangen nomen van den admiraal P. van Oaerdcn door do Spanjaarden onder Pcdro de Hereda op 17 Sept. 1608. de Jonge, Opkomst. II1.1865. 265. 10852. Brief van Appoll Seotte aan Hendrick van Bergel, gouverneur van Ban-da, dd. 3 Jan. 1610, inhoudende verhaal der verovering vau het. eiland Batsjan in 1609 op de Spanjaarden, de Jonge, Opkomst. III. 1865, 331. 10853 Besumptie van het concept der acte voor den gouv. gen. en raden in Oost-Indië, in cas van violatie van de troves door de Spanjaarden of Portugezen, lies. Holl. 15 Maart 161], 2e dr. 288. — Deliberatie over dit poinct. A ld. 18 Maart 1611, 2e dr. 298; 22 Maart 1611, 2e dr. 304. 10S54. De Spanjaarden en Portugezen houden de treves niet in Oost-Indië, en aanschrijving dien ten gevolge aau de O. I. Comp. lies. Holl, 12 Juli)—10 Aug. '1612, 2e dr. 959; Aid 26 Nov. — 31 Dec. 1612, 2e dr. 969, 970; 4 Nov. 1613—23 Jan. 1614, 2e dr. 53. 10855. Acte, waarbij den gouv. gen, en de raden, mitsgaders alle andere officieren in Oost-Indië gelast, werd geen eerste autheurs van offensirn tegen de Spanjaarden en do Portugezen te wezen. In dato den 5 Febr. 1614. Gr. Placaatboek, II. 1664.2272. Hist. Verh. O. I. C. II. 1772. 44. — Acte, waarbij de gouv. gen. en raden mitsgaders |
41
alle andere officieren in Oust-Indië vergund wordt, om aanvallender wijze te^on de Spanjaarden en Portugezen, zoo in iudii; als elders buiten Europa te mogen ageren. In dato 4 Maart Ifilé. Gr. Plncaatioek, 11, 1661, 2274. llut. ferh. 0.1. 6', 11. 177^,48. iOSSO. Remonstrantie van de gedeputeerden der O. I. Comp., met pertinente deductie van den stand van de Molueques, zoo van de zijde der voorsclirevcn Compagnie als van de Spanjaarden, en beslissing dien ten gevolge tot vermeerdering van liet geaccordeerd sccours. Rus. Roll. 25 Aug. — 21 October 1614, 2e dr. 110. — Voorwaardelijke assistentie gedurende 1615, 1(116 en 1617. Aid. 9—20 Deo. 1614, 2e dr. 117. ' 10557. Apologie ofte cort verhaal, daerin cortelyek verliaelt wort 't gene in de ey-landen van Banda sich dit jaer van 1621 als oock eenigen t'jdt daer te vooren heeft tocgedrageu. Begin en Yoortyamj, 161-6. II, Reis Verlioefl', ll.)l. — Warachtieh verhael van 't geene in de eylandm van Banda, in Oost-Indiën in den .Jaere 1031, ende te vooren is gepasseert. Aid, Reis 1'Hermite, 75. 10558. Request van do O. I. Comp., verzoekende Resolutie of Commissie om tegen de Spaansche seliepeu en goederen hostiliteit te gebruiken. Res. Roll. 8 October 1621, ie dr. 557. 10839. Missive van den Nederlandschen Minister aan het Hof van Spanje te Madrid, H. van Reede van Renswoude aan dc Staten Generaal, dd. 29 Aug. cn 10 Oct. 1663, over het placaat door den koning geëmaneerd tot verbod, onder zekere restrictie, van de invoer van Oost-Indische waren uit deze landen komende. Missive, dd. 22 Nov. 161)3, van de Raden ter Admiraliteit te Amsterdam, inhoudende haar advies over dit plaeaat; verzoek om consideratie en advies aan de gecommitteerden, lies. Eoll. 28 Nov. 1663, 2e dr. 572. 10860. Fransche tekst der Memorie, dd. den Haag 5 April 1747, van den Spaanschen Ambassadeur Marquis del Puerto, aan do Staten Generaal, klagende over zekere ondernemingen door den gouv. gen. van Ned. Indië geprojecteerd om met Hollandsche schepen te varen op Nieuw-Spanje, en de commercie aan de inwoners van Manilla op Aquapuleo af te snijden. Res. Hull. 29 April 17(7, le dr. 228. — Missive, dd. Amster-II dam 7 Sept. 1747, van H. H. XVII, inhoudende de gevraagde inlichtingen op bovengenoemde Memorie. Aid. 20 Sept. 1747, le dr. 025. — Rapport inhoudende de conside-ratirn en het advies van gccoramitteerden tot de zaken van de zee, op bovengenoemde Memorie en Missive of Berigt,alsmede tekst der resolutie hierop. Aid. 2S Sept. 1747, le dr. 044. |
10801. Memorie door den Spaansohen Ambassadeur aan de Staten Gen., inhoudende klagten over den Gouverneur van Batavia, wegens eone expeditie te Batavia naar Nieuw-Spanje of Mexico, om aldaar een onwettigen handel te drijven. Nov. 1747. Nederl. Jaarb. I. 1747. 2. 842. — Nadere memorie over dezelfde zaak. May 1748. Aid. II. 1748. 1. 355. 10802. Memorie, dd. Oct. 1747, van den Spaansellen Ambassadeur, den Marquis del Puerto aan H. H. M., wegens een expeditie te Batavia naar de Zuidelijke kusten van Nieuw-Spauje beraamd, om aldaar een onwettige handel te drijven. Uur. Mercurius, LVI11. 1747, II. 233. — Zakelijke inhoud van het antwoord van H. H. Mog. hierop. Aid. 334. — Eransche tekst der nadere memorie, dd. den Haag 4 Oct. 1747, van den Marquis del Puerto, aan de Staten Gen. over dezelfde questie; alsmede missive, dd. Madrid 18 Sept. 1747 van den Seereiaris Grelleiu, ' hetzelfde subject concernerende. Res. Roll. 21 Oct. 1747, 1c dr. 704.— Missive, dd. Amsterdam 10 Nov. 1747, van H. H. XVII, op deze nadere memorie. Aid. 5 December 1747, Ie dr. 830. — Missive, r dd. Lissabon 28 Dcc. 1747, van den Ned. resident van Til, betreffende het gevankelijk aanhouden vanHollandsche Oost-Indievaarders op de kust van Mexico in het begin van 1747; Aid. 26 Jan. 1748, I, le dr. 84. -Missive, dd. Madrid 22 Jan. 1748, van den Ned. Ambassadeur van Wassenaar, om eenig extra ordinair onderhoud voor eenigc Hollandsche Oost-Indic-vaarders, die uit de Havanna in Spanje gevankelijk waren overge-bragt. Res. Roll. 24 Eebr. 1748, I, le dr. 227. — Eransche tekst der nadere memorie, dd. den Haag 26 Maart 1748, van den Marquis del Puerto aan de Staten Gen. rakende zekere onderneming door den gouv. gen. van Ned. Indie tegen de regtcn van de kroon van Spauje in Amerika geprojecteerd. Aid. 2 April 1748, I, le dr. 34i. — Zakelijke inhoud van het Rapport van gecommitteerden tot de zaken van U. I. Comp. op de bovengenoemde memorie van del Puerto, dd. 4 |
6
4.2
Oct. 17'17 en 26 Maart 174S; alsmede tekst ilcr resolutie hierop. Aid. 25 April 1748, I, Ie dr. 397. — l'Vansche tekst der nadere memorie, dd. den Haag 28 April 1750, van den Marquis del Puerto, aan de Staten Generaal, over dezelfde questie, hebbende tot bijlage oen rapport te Madrid opgesteld, behelzende een zeer omstandig verhaal op wat wijze do voorzegde onderneming van den gouv. gen. van Ned. Indië zich had toegedragen, met insertie van de bewijzen. lt;lld. 23 Mei 1750, le dr. 445. — Fransche tekst der nadere memorie, dd. den Haag 1 A\ig. 1753, van don Min. van Spanje de la Quadra, aan de Staten Gen., om satisfactie te erlangen wegens de onderneming van wijlen den gouv. geu. van Ned. Indie, G. W. Haron van Irahof, om handel te drijven op de kusten van Nieuw Spanje. Aid. 8 Aug 1753, II, le dr. 1017. — Concept-resolutie van de Staten Gen. te nemen op de memorie van de la Quadra; alsmede missive, dd. Middelburg ll Oct. 1753, van H. ïï. XVII, en do daarbij behoorende bijlagen, tot refutatie der memorie van de la Quadra. Aid. 1 Nov. 1753, II, Ie dr, 1498, 1501, 1511. 10863. Missive, dd. Madrid 18 Nov. 1771, van den Ned. extra ord. Envoyé en Plenipotent. aan het Hof van Spanje, vau Hceckeren, aan de Staten Gen. over het voornemen aldaar om naar de Manilla's via de Kaap de Goede Hoop, oorlogschepen te zenden, lies. IIoll. 14 December 1771, 11, le dr. 1279. 10864. llesolutie, dd. 8 Dec. 1777, der Staten Gen., tot handhaving van het verbod aan de Spaansche schepen van de vaart, langs de Kaap de Goede Hoop, naar of uit Uost-Indië, naar aanleiding der missive, dd. Ara-sterdam 4 Dcc. 1777 van den advokaat der Ned. O. I. Comp., E. W. Boers, over het verrigte te Kadix door den Nederl. consul J. W. Nagel omtrent het transport van een ovorgeleverden matroos, die gedeserteerd was en eenige slaven ter gelegenheid der reis van een Spaansch fregat voorbij de Kaap de Goede Hoop. Res. lloll. 11 Dec. 1777, 11, le dr. 1701. — Missives, dd. Cadix 6, 9, 13 Jan., 13 Eebr., 3 en 6 Maart i778, en bijlagen van den Ned. consul J. W. Nagel, over zijn misslag, en het redres daarvan, omtrent zijn verzoek bij den koning van Spanje wegens het transport naar de Kaap de Goede Hoop van een gedeserteerden matroos cn zes slaven, met net Spa:insche oorlogsfregat de Astrea. Aid. 11 Maart 1778, I, Ic dr. 271; 16 April 1778, 1, ledr.478. |
10865. Bijzonderheden nopens de bejegening van het Hollandsche O. I. Comp. schip Oud-Haarlem te St. Crux de ïeneriffe door den Spaanschen gouverneur aldaar; en klachten hierover aan den Hollandschen Ambassadeur te Madrid, Amsterdam April 1786. N. Ned. Jaarb. XXI. 1786. I. 350. 10866. Schrifturen rakende de vraag: //of het den Spanjaarden geoorloofd zij over de Kaap de Goede Hoop naar Indien te varen?quot; A. Memorie van de Bewind hebberen der O. 1. Comp. ter praes. Kamer Amsterdam, op 23 Oct. 1786 aan de Algemeene Staten. N. Nederl. Jaarb. XXIII. 1788. 2. 1827. — B. Extract uit het Register der resolutiën van de H. H. Mog. Staten Gen. 22 Dee. 1786 op deze memorie. Aid. XXIII. 1788. 2. 1841. — Brief van onzen Ambassadeur aan het Hof van Madrid, den Graaf van Recbteren, aan H. H. Mog. dd. 27 Nov, 1786, ten geleide der reflexiën van het hof van Spanje op deze memorie. Aid. XXIII. 1788. 2. 1846, — Tekst van deze reflexiën van El. Conde de Florida Blanca, dd. St. Lorenzo 26 Oct. 1786, mededeelende den zakelijken inhoud der antwoorden van het tlof van Spanje op dergelijke memorie in 1732 en op 7 Maart 1768, alsmede van die der laatste memorie aan het Hof van Spanje overgeleverd. Aid. XXIII, 1788, 2,1846. — E. Brief van onzen Ambassadeur aan het Hof van Madrid, aan H. H. Mog., dd. Es-curial den 4 Dcc, 1786, ten geleide van de memorie der Spanjaarden. Ala. XXIII, 1788. 2. 1851. — F. Memorie van aanmerkingen van de zijde der Spanjaarden ter verdediging van het regt tot gemelde vaart, en tot wederlegging van de redenen daartegen in vroegeren tijd ingebragt, dd. Escurial 31 Oct. 1786, Aid. XXIII. 1788, 2, 1851. — G, Memorie van de Bewindhebberen der O. I, Comp. ter vergadering van XVII, dd. Amsterdam 16 Junij 1786, in antwoord op die aanmerkingen van Spanje. Aid. XXIII. 1788. 2, 1877. 10867. Inhoud van het antwoord of de wederlegging van het Hof van Madrid op do resolutie van li. H. Mog., waarbij zij weigeren aan dat Hof, de vrye vaart over de Kaap de Goede [loop, met Spaansche schepen naar de Philippijnsche eilanden. Jan. i;87. N. Nederl. Jaarb. XXII. 1787. 1.64. Engeland. 10868. Klagten tegen de O. I. C, Res. Stat. Gen. 15 Maart 1612. |
43
10869. Over de klagten van Groot-Brit-tannie betreffende dc handelingen der O. I. C. in Oost-indiö jegens de Engelschen aldaar. Res. Roll, yi Febr. — 24 Maart 1612, 2e dr. 939. 10870. Propositie van den Ambassadeur van Groot-Hrittannie tot vereeniging van de Ncderiandsehe met de Engelsclie O. I. C.( en voorgenomen zending naar Engeland van gecommitteerden in deze. Res. Holl. 12 Julij — 10 Aug. 1612, 2e dr. S59. 10871. Gecommitteerden van de O. !• Comp. uit Engeland herwaarts. Kes. Stat. Gen. 2t Julij, 29 en 30 Dec. 1614; 1 Mei 1615. 10872. Besoigne met de gceommitteerden van Groot-Brittannie, aangaande de differen-tien tnssehen de Engelsehe en de Nederland-sche Oost-Ind. Comp. Res. Roll. 4—17 Maart 1615, 2e dr. 126. 108/3. Instructie dienende tot vereeniging van de Engelsehe en deze O. I. Comp. Res. Stat. Gen. 6 Mei 16.5, 18 October en 24 Nov. 1618. 10874. Gearresteerd het protest der Oost-Ind. Compagnie tot justificatie harer handelingen in Oost-lndic togen Engolschen, assisterende aldaar de Spanjaarden en Portugezen. Rts. Roll. 22 Mei 1618, 2e dr. 6)9. — Consideratie en advies gevraagd op twee missiven van den Ambassadeur Caron over zekere geconcipieerde poincten tot vereeni- Êing van de Oost-Indische Compagnie ining van de Oost-Indische Compagnie in ngeland met die lüer te lande. Aid. 23 Mei J618, 2e dr. 621. 10875. Protest aan de Engelschen te doen bij die van de O. I. C., bijaldien zij in revenge voor geleden schade te Poulerun, eenige schepen, goederen of forten in Indiën aantasten. Res. Slat. Gen. 25 Mei 1618. 10876. Antwoord van de Ned. O. I. C. op voornoemde propositie, en advies tot het zenden naar Engeland van gedeputeerden zoo van de O. 1. Comp. als mede van Lands-wege. Res. Roll. 14 Junij 1618, 2e dr. 638. Resolutie tot het zenden naar Engeland eener deputatie ter voorkoming van meer incon-venienten in Oost-Indië tusschen de onzen en de Engelsehe natie. Aid. 18 Sept. 1618, 2e dr. 774. — Proposition gedaan in de vergadering der Staten Generaal door den Engelsehen Ambassadeur Carlton, betreffende de klagten over do Ned. O. I. Comp. Aid. 21, Oct. 1618, 2c dr. 805. — Consent aan Arent Jaeobz. Lodensteyn, gecommitteerde Raad in het eollegie van dc Admiraliteit te Middelburg, en mede-bewindhebber van do |
0. I. Comp. ter Kamer binnen Delft, om als mede-gedeputeerde der ü. I. Compagnie naar Engeland de reis te mogen doen. Aid. 6 December 1618, 2e dr. 868. 10877. Antwoord wegens do schade door dc O. 1. en Groenlandsehe Comp. Res. Slat. Gen. 3 Oct. 1618. — Arresten op de O. I. schepen. Aid. Nov. 1618. 10878. Resumptic der memoriën, wclko dienen tot instructie voor de gedeputeerden naar Engeland. Res. lloll. 21 Nov. 1618. 2c dr. 86ü. — Tekst der resolutie hierop door de Staten Generaal, dd. 24 Nov. Ki 18. Rist. Gen, Ber. VII, 2o st. 1863, 92. 10879. Verbaal van de onderhandelm- fen door do Nederlandsche gezanten, van •cc. 1618 tot Aug. 1619, in Engeland gevoerd, dd. 9 Augustus 16l9. Medegedeeld door W. G. Brill.en door do Nederlandsche gezanten, van •cc. 1618 tot Aug. 1619, in Engeland gevoerd, dd. 9 Augustus 16l9. Medegedeeld door W. G. Brill. Rist. Oen. Ber. VII, 2e st. 1863, 81. 10880. Deliberatie op het schrijven, dd. 28 Mei 1619, uit Londen van dc gedeputeerden aldaar, betreffende een verdrag aan te gaan tusschen de Engelsehe en Ncderlandsehc O. 1. Compagnie. Res. Roll 6 Junij, 2e dr. 989. — Voorwaardelijk arrestatie en agreatio van het verdrag Aid. 18 Junij 1619, 2e dr. 1001. — Approïiatie van het verdrag, Aid. 21 Junij 1619, 2e dr. 1007. — Consideratie en advies gevraagd op de poincten of concepten van approbatie van wege H. H. Mog. op het verdrag. Aid. 26 Junij 1619, 2e dr 1018. 10881. Inhoud van het verdrag, den 22ste Mei 1619 tusschen de Nederlandsche en de Engelsehe O. I. Maatschappij gesloten. T. v. N. I. X j. N. S. 1 j. Batavia 1848, le d. 343. — Idem, met mededeelingen betreffende de uitvoering daaraan gegeven. Aid. 18 j. 1856, I. 113, 129. 10882. Opgave der punten in do overeenkomst van de Hollandsclie en Engelsehe O. 1. Compagnie, den 19 Junij 1619 to Londen gesloten. Rist. Verh. O. I. C. II. 1772.190. 10883. Traktaat van vereeniging tusschen de Engelsehe en Nederlandsche Compagnie met de agreatie en ratificatie vau die. lies. Slat. Gen, 6, 7 en 28 Junij 1619. |
6*
44
10884. Inhoud van het traktaat op 7 Julij 1(119 te Londen tussehen de Engelsche en Nederlandsche O. I. Compagnie gesloten. T. v. N I. 6e j. Ie dr. Batavia 1844. 18(). Wassenaar, Hist. Verh. 11. 1622. 82. 10885. Tekst van het traktaat, dd. London 7/17 Julij stylo novo 1619, gemaakt tussehen de Engelsche en Nedcrlaudsehe O. I. Compagniën. Hist. ISerli. O. ƒ. C. 11.1772, 289. — 'Tekst der agreatie van do Staten Generaal, dd. den Haag 22 Juli] 1619, eu de ralilientie door den koning, dd. West-Minster 16 Jnlij 1''; 9. Hist. Gen. Ber. VII. 2e st. 1863 26.quot;), 272. 10886. Zakelijke inhoud van het verdrag tussehen de Engelsehe' en Nederlandsche O. 1. Maatschappij, dd. 2 Junij (of 7 Julij n. s.) 1619. Ind. Arch. 2c j. IV. 1851. 91. -Idem, met beoordecling door J. Hageman JC/,n. Tijils, Ind. T. L. r.-kmide. VI. N. S. III. 1S57. :m. 837. 10887. Artyckelen geaceordcert tussehen den koninck van Jacatra, den Ed. H. Generaal President, llaadt ende eoopluydcn van dc Engelsche Corap., tral'ycquecrend in do üost lndiü ten eender zijde, en de Command. Capitein ende coopluyden van dc Nederlandsche Vereenigde O. I. Comp. int fort Jacatra ter andere zijde den 1 Echruarij 1619. Volgens een oud nfschrift op dc alg Secretarie te Batavia berustende, v. d. Chys, Ja-katra. Amst. 18( 0. 212. — Zakelijke inhoud dezer artikelen. Ind. Arch. 2e j. IV. 185J. 18. Hisl. Verh. O. 1. C. II. 1772, 162. — Bijzonderheden nopens dit verdrag, medegedeeld door J. Hageman JCzn. Tijds. Ind. T. I. VAuwie VI. N. S. III. 1857. 332, 324. 10888 Inhoud van het verdrag, dd. 1 Eebr 1619, van de Ned. O. I. Comp. met de Engclsclie en den koning van Jacatra. T. v. l\. /. 6c j. led. Batavia 1844. 149. 10889. Tekst van de ordre, dd. London 15 Julij 1619 oude stijl, beraamd door de gedeputeerden van dc Conipagnii'n van Engeland en de Geünieerde Provinciën, handelende in dc Oost-Indien, op de executie van den inhoud van zekere artikelen van het tractaat besloten tussehen de voorz. Compagniën. dd. 7 17 Julij 1619 stylo novo. Hist. Verh O. 1. C. II. 1772, 3C4. |
10890. Vercering van een ketting en medaille aan de ministers van Engeland wegens de O. I. C. Res. Stat. Gen. 25 Eebr. 1621. 10891. Over de nalatigheid der Ncderl. Ambassadeurs uit Engeland teruggekomen, ten opzigte van het uitbrengen van een rapport over dc differenten der Engelsche en Nederlandsche O. I. Comp., alsmede over hetgeen moet worden verrigt om de zaak tot klaarheid te brengen. lies. Holt. 26 Mei 1621, 2c dr. 431. — Concept-brict aan den Ambassadeur Caron tot provisioneel excuus aan den koning van Groot-Brittannie, over het stilzwijgen onzer zijds in de dilferenten tussehen de Engelsche en Nederlandsche O. I. Comp. Aid. 25 Mei—26 Junij 1621, 2o dr. 438. — Notificatie van het verzoek van den koning van Groot-Brittannie om gedeputeerden tot het afdoen der dillerenten tussehen dc Engelsche en Nederlandsche O. I. Compagnie. Aid. 444. — Brief, dd. 5 Junij 1621 nieuwe stijl, van den Ambassadeur Caron aan de Staten Generaal, tot aanbeveling der afdoening van de differenten. Aid. 454. — Verslag van den llaadpensionaris van het ontvangen bezoek van den Eng. Ambassadeur Carlton, dienende tot bespoediging der zending naar Engelund cener deputatie tot afdoening der differenten. Aid. 465 — Rapport van Muys en Pauw over de differenten, benevens uitstel van het zenden ecner deputatie. Aid. 474. — Brief, dd. 4 Sept. 1621, van den Ambassadeur Caron, recommanderende het zenden eener deputatie. Aid. J.4 Sept. 1621, 2e dr. 514 —Propositie van den Engelschen Ambassadeur Carlton, dd. 1 Oct. 1621 in tic Staten Generaal gedaan betreffende dc differenten der O. I. C. Aid. 6 Oct. 1621, 2o dr. 552. — Antwoord op deze propositie. Aid. 11 Oct. 1( 21, 2e dr. 561. — Ilapport van den llaadpensionaris van hetgeen de Gezanten van deze landen en dc gecommitteerden van de O. I. Comp. in Engeland is wedervaren; met de resolutie daarop. Aid. 23 Maart 1622, 2e dr. 673. — Rapport van gecommitteerden van het besoigne gehouden met de Bewindhebbers van de O. I. Comp. over de differenten met de Engelsche O. I. Comp. Aid. 30 Julij 1622, 2e dr. 751. 1089:2. Vercering van 50,000 gulden aan dc Ministers van Engeland wegens de O. I. Comp. Rcs, Stat. Otn. 31 Jan. 1623. 10893. Accoord wegens dc O. I. Comp. van /280,000. Res. Stat. Oen. 14 Eebr. 16^3. 10894. Difficulteit over het voldoen van |
eeu wissel groot / iÜ.OOO, cu een vau f 280.000, in Kngeland getrokken door de gezanten tot afdoening van de differenten tusschen de Nederl. en Eng. ü. 1. Corap. lies. lloll. 22 Eebr. 1623, -'e tlr. 9. — Verzoek van de O. I. Corap., dat de Generaliteit deze kosten zou dragen. Aid. 31 Maart 1623, 2e dr. 49. — Rapport van van Sommels-dijk en Bas nopens hunne legatie in Engeland op de differenten van do O. I. Comp. Aid. 22 Maart J683, 2e dr. 36. — Particulier advies van den Eng. ambassadeur Dudley tot het zenden van een deputatie van wege de O. I. Comp. naar den koning van Groot-Bril,tannic voor eene agreatie van het aecoord door haar gesloten met de Eng. O. I. Comp., dd 717 Jul ij 1619 stylo novo. Aid. 9 Nov. 1627. 2e dr. 314. 10895. Represailles tegen de O. I. Comp, lies. Stat. den. 2 Nov. 1624. 10S96. Benoeming ecner Commissie tot examinatie der bewijsstukken dienende tot justificatie der Bewindhebberen van de Ncd. O. I. Comp. tegen de klagten uit Engeland over do executie op Amboina van tien En-gclschen. lies. lloll. 26 Julij 1(124, 2e dr. 330. — Deliberatie over den brief, dd. 26 Aug, 1624 van den Ambassadeur Caron, den brief, dd. 24 Aug. vau Canneway aan Caron, alsmede over do klagten van den Eng. Ambassadeur Carlton; en resolutie dientengevolge; zoomede aanschrijving aan H.H. XVII. Aid. 10 Sept. lö-'é, 2e dr. 351. — Rapport van den Raadpensionaris nopens het verhaal en de redenen aan hem nader geproponeerd door den Eng. Ambassadeur Carlton, en resolutie daarop. Aid. 14 Sepl. 1624, 2e dr. 3ó5. — Propositie van Carlton ter Generaliteit hierover gedaan, en aanschrijving aan H.H. XVII, om zich te verantwoorden. Aid. 19 Sept. 1C24. 2e dr. 360. — Brief, dd. 23 Sept. 1624, van Caron aan de Staten Generaal, met de dreigementen van den koning van Groot-Brittannië hieromtrent, en genomen maatregelen tot afdoening der questie. Aid. 28 Sept. 1624, 2e dr. 373. --Rapport van van Sommelsdijk nopens de besoigne in Generaliteit gevallen, en benoeming eener commissie om advies over do afdoening, benevens een memorie van H. II. XVII ter hunner justificatie. Aid. 10 Dcc. 1624, 2e dr. 394. — De deliberation, concepten van brieven of andere over de zaak van Amboina, of andere disputen met de Engelschc O. I. Comp. gelaten aan bet beleid en do directie van de ord. Gecommitteerden ter Generaliteit, alsmede aan de Gecommitteerde Raden. Aid. 20 Deo. 1624,2e dr. 407. — Benoeming eener Commissie tot het houden van conferentie met Carlton. Aid. 12 Maart 1625, 2e dr. 435. |
10897. Poinctcn differentiaal tusschen de Engelschc en dezer Staten O. I. Comp. Res. Slat. Gen. 6 cn 7 Junij 1625. 10898. Verzoek om consideratie en advies over eene _ missive, dd. 8 Maart 1623, van de Joachimi, houdi'nde o. a, de verklaring voor de Ncd. ü. I. Comp., om gedurende 18 maanden gesteld tot de zaak vau Amboina, vrij te mogen varen op de zee cn de Engelschc havens te mogen frequenteren. Aid. 12 Maart 1626, 2c dr. 634. — Brief, dd. 27 Eebr. 162i), van den koning van Groot-Brittannic over de vertraagde ontbieding uit Amboina van de rcglers in de procedure tegen Engeisehcn aldaar, alsmede over do voorgenomen zending naar Oost-Indiö van J. P. Koen, wordende deze beschouwd als do insti-gateur der voorzegde procedure; benevens concept-antwoord daarop, lies. lloll. 25 Maart 1626, 2e dr. 647. 10899. Erectie van eene O. I, Comp. Propositie dienaangaande, lies. Stat. Gen. 14 Maart 1626, 14 Ang. 1630. 10900. Benoeming ecner comm. om te 'adviseren over de propositie van van Noordwijk aangaande het exspireren van den tijd, gesteld tot afdoening der zaak van Amboina. lies. lloll. 1 December, 2e dr. 794, — Verzoek aan de Hoeren van Dordrecht om mede te willen besoigncren op de zaak van Amboina. Aid 8 December 1626, 2e dr. 799.— Rapport van Cats van al de consideratiën hierover, cu aanschrijving daarop aan H. H. XVII om een nadere memorie over de questie, wordende tevens gewacht op de terugkomst vau den gouverneur van Amboina, Herman v.m Speult. Aid. 9 January J627, 2e dr. 7. — Rapport van Gecommitteerden over hunne besoigne met de Bewindhebbers der O. 1. (,'omp. en resolutie daarop, tot. voorstel aan den koning van Groot-Brit,tannic, om prolongatie van den tijd gesteld tot afdoening der zaak, ook met het oog op de te verwachten bewijsstukken, te ontvangen door den terugkeerenden gouverneur H. van Speult, Aid. 11 Januarij 1627, 2c dr. S, — Resolutie om in de zaak vau Amboina niets te doen zonder advies van Z. Exc. Maurits, en zijn oordeel om de regters van Amboina hier te lande te regt te laten stellen. Aid. 14 Januarij 1627, 2e dr. 15. — Resolutie |
4fi
tot behandeling en afdoening der zaak. Aid. 2 Maart 1G27, 2e dr. 41. — llesolutie tot het spoedig vertrek naar Engeland van Cats. Aid 3 Maart 1627, 2c dr. 43. — Verzoek der ü. I. Comp. om verlenging van het verblijf van Cats in Engeland. Aid. 17 Jiinij 1627, 2e dr. 142. — Verzoek van Carlton om een einde aan de zaak te maken, en voorstel om haar te brengen voor de judicature van den Hoogcn of Provincialen Raad. Aid. 13 Julij 1627, 2e dr. 183. — Dringend verzoek van Carlton om dc revocatie van J. P. Koen, voor de afdoening der zaak. Aid. 13 Julij 1627, 2e dr. 183. — Benoeming eener Commissie om consideratie over de afdoening, zijnde de aanbieding der judicature door Carlton niet aangenomen. Aid. 15 Julij 11127, 2e dr. 18S. — Advies van gecommitteerden om aan Carlton voor te stellen de questie te brengen voor den Hoogen of den Provincialen Raad, en bij refus van dien voor een collegie van zeven regters uit beide de collegien te zamengesteld, alsmede hem te verzekeren van dc temgroeping van J. P. Koen, zoo zijne schuld mogt blijken. Aid. 16 Julij 1627, 2o dr. 190. — Bedenkingen ter Generaliteit over dit advies. Aid. 16 Julij 1627, 2e dr. 192. — Resumptie van de adviezen over het deputeren van regters in de zaak van Amboina. Aid. 20 Julij 1627, 2e dr. 197. — Gepersisteerd bij het uitgebragt advies, dd. 16Julij 1627.200.— Klagten van den Ambassadenr van Engeland, over de zending van J. P. Koen als gouv. gen. naar Oost-Indie, en aanschrijving aan H. li. XVII om medcdeeling der redenen, die daartoe geleid hebben, ter hunner verantwoording in deze. Aid. 22. Julij 1027, 2e dr. 200. — Zakelijke inhoud der verantwoordingdoor gedeputeerden van dcH.H.X Vil, en resolutie hierop. Aid. 27 Julij 1627, 2e rdr. 204. — .Memorie door gedeputeerden van H.H. XVII aan de Generaliteit, over genoemde zending van Koen, en resolutie om deze aan Carlton te zenden. Aid. 30 Julij 1627, 2e dr. 210. — Resolutie betreffende de deputatie aan Carlton, over deze zaak. Aid. 2 Aug. WH, 2e dr. 212. — Propositie van Carlton bij forme van scherpe klagten tegen Bewindhebbers van de O. I. Comp., over het vertrek van den gouv. gen. J. P. Koen naar Oost-lndië. Aid. 2 Augustus 1627, 2e dr. 232. — Aanschrijving aan den Hoogcn en Provincialen Rade, om volgens verlangen van dc Staten Generaal, regters uit beide de collegien te deputeren voor de zaak van Amboina. Aid. 11 Sept. 1627, 2e dr. 246.— Engeland begeert de revocatie van den gouv, gen. Koen uit O. Indii'. Res. Stat. Gen. 15 |
Sept. 1627. — Aanbeveling aan de Hoven om aan deze zaak spoedig een einde te maken. Res. Roll. 16 Sept. 1627, 2o dr. 256 j Aid. 17 Sept. 1627, 2e dr. 258, — Aangehouden de eventuele terugroeping van J. P. Koen. Aid. 16 Sept. 1627, 2e dr. 256. — Benoeming van regters in de zaak van Amboina. Aid. 17 Sept. 1627, 2e dr. 258. Zie Aid. 22 Maart 1628, 2e dr. 409. — Klagten van Carlton over het onbeantwoord laten zijner klagten. Aid. 17 Sept. 1627, 2e dr. 260. — Eisch van Carlton tot terugroeping van J. P. Koen. Aid. 24 Sept. 1627, 2e dr. 268. — Dringend verzoek van Carlton om antwoord op zijne klagten; alsmede deliberatie over beantwoording. Aid. 30Sept, 1627, 2e dr. 277, 279. — Propositie van Carlton in de zaak van Koen. Aid. 6 Oct. 1627, 2e dr, 285. — Antwoord aan Carel-ton te geven. Aid. 14 Dcc. 1627, 2e dr. 331. —- Memorie van Carlton over deze proeodvircs. Aid. 18 Febr. 1628, 2e dr. 357. — Rapport hierop. Aid. 23 Eebr, 1628, 2e dr. 361. — Consideration van Cats en Boreel betreffende deze Memorie te zenden aan dc Ned. gezanten in Engeland, Aid. 26 Pebr. 1628, 2c dr. 368. — Verzoek van de gecommitteerden van de O, I. Comp rakende het termincren van de zaken van Amboina, en resolutie dien overeenkomstig. Aid. 6 Deo. 1628, 2e dr. 587. — Propositie ter Generaliteit van den extra ord. Ambassadeur van Groot-Brittannie, Sir Herry Vane, rakende de judicature van de zaak van Amboina, Aid. 28 November 1629, 2e dr. 840. — Advies van do gedelegeerde regters, hierover, Aid. 19 Dcc. 1629, 2e dr. 854.— Propositie ter Generaliteit van Sir Henry Vane, van antwoord, en resolutie tot handhaving van het eenmaal vastgestelde in deze. Aid. 1 Mei 1630, 2e dr. 919. — Antwoord wegens Amboina aan den Eng. Ambassadeur. Res. Stat. Gen. 5 Sept. 1630. 10901. Consideratie en advies verzocht over den brief, dd. 26 Febr. 1626, door Joachimi aan de Staten Generaal, o, a. over de concessie van vrije traficq op Bantam, door den koning van Groot-Brittannic verleend aan zijne onderdanen. Res. Uoll. 10 Maart 1626, 2e dr. 633. 10902. Inlichting aan Carelton gevraagd over het arresteren te Portsmouth van drie O. I. schepen uit Suratte gekomen. Res. Uoll. 6 Uet. 1627, 2e dr. 285. — Brief, dd. 28 Sept. 1627, van Joachimi over dit arrest. Aid. 287. — Zakelijke inhoud van den brief, dd. 2 Oct. 1627 aan Joachimi, met het ver. |
47
baal van de aanhouding onder cautie. Aid. 7 Oct. 1627, 2e dr. 288. — Benoeming eener Commissie om advies over de restitutie dezer schepen. Aid. 8 Oct. 1627, 2e dr. 291. — Advies dezer Commissie. Aid. 10 Oct. 1627, 2e dr. 293. — Particulier advies van Carlton over deze Ziiak, en deliberation hierover. Aid. 9 Nov. 16ï7, 2e dr. 314. — Begrooting door Amsterdam der schade, veroorzaakt door het aanhouden dezer schepen. Aid, 10 Dec. 1627, 2e dr. 327. — Memorie van Amsterdam, inboudendede klagtcn tegen de Engelschen, en benoeming van extraord. gedeputeerden ter Generaliteit, opdat bij de mstructie voor de gezanten naar Engeland op deze poincten worde gelet. Aid. 11 Dec. 1627, 2e dr. 329. — Aanbeveling aan Ca-relton, bij zijn terugkeer naar Engeland, van de relaxatie der drie O. I. schepen. Aid. 23 Maart 1628, 2e dr. 410; 30 Maart 1028, 2c dr. 422; 31 Maart 1628, 2e dr. 425. — Brief, dd. 1 Aug. 1628, van de Ned. gezanten in Engeland aan Z. Exc. Maurits bctr. het ontslaan der drie O. I. schepen. Aid. 10 Aug. 1628, 2e dr. 518. 10903. Memorie van den Eng. Ambassadeur Carlton betrelfende het aanhouden van twee O. I. schepen in Engeland. Res. Holt. 18 Eebr. 1628, 2e dr. 357. — Rapport op deze memorie. Aid. 22 Eebr. 1628, 2e dr. 361. — Consideration van Cats en Borcel betrelfende deze memorie, voor de Ned. gezanten in Engeland. Aid. 26 Feb. 1628, 2e dr. 368. 10904. Missive, dd. 26 Oct. 1638, van den koning van Groot-Brittannië, inhoudende klachten ten aanzien van de procedure tegen Anthonius van den Heuvel, Z. Ms. Minister en Procureur, over difl'erenten tusschen de Engelsche en Nederlandsche O. I. Compa-gniën rakende de zaak van Poelo Rhun enz., benevens resolutie hierop. Res. Roll. 30 Nov. 1638. 2c dr. 225. — Propositie van den Resident van Groot-Brittannir, Boswel, en verzoek om advies aan HH. XVII. Aid. 7 Dcc. 1638, 2e dr. 233. — Deductie van HE. XVII en Antwoord aan Boswel. Aid. 18 Dec. 1638. 2e dr. 246. — Memorie van Boswel en resolutie hierop. Aid. 22 Dcc. 1638, 2e dr. 252. — Propositie, dd. 5 Maart 1639, van Boswel aan de Staten Generaal rakende het afdoen van de differenten tusschen de beide Compagniëu, door zijn tus-scbcnkomst, en verzoek om advies aan Hil. XVII. Aid. 8 Maart 1639, 2e dr. 297. — Advies van HH. XVII over deze tusschen-komst. Aid. 30 Maart 1639, 2e dr. 323. -- |
Schriftelijke deductie van H. H. XVII over deze zaak, benevens tekst der resolntie hierop genomen tot afwijzing van de propositie. AU. 31 Maart 1639, 2e dr. 325. — Propositie, dd. 4 April van den Resident Boswel ter Generaliteit gedaan, alsmedebrief dd. 15 Maart 1039, van Z. M. van Groot-Brittannie, tot behandeling der differenten door dien resident; doch gepersisteerd bij de genomen resolutie in deze. Aid. 4 April 1039, 2e dr. 333. — Rapport over de gehoU' den conferentie met Z. Hoogh. den Prince van Orangien over de differenten tusschen de Engelsche en Nederlandsche O. I. Comp. Aid. 8 April 1630, 2e dr. 339. — Accom-modement der differenten tusschen de O. 1. Comp. bier en in Engeland. Res. Sia'i. Gen. ft en 11 Jan. 1640. — Remonstrantie van de O. I. Comp. en deliberatie wer de wijze van vereffening der differenten met de Engelsche O. I, Comp. Res. Roll. 13 Dec. 1040, 2e dr. 830. — Benoeming eener commissie om advies over het accoord te maken tusschen den resident lioswel namens Z. M. van Gr.-Brittannie en de Staten Generaal van wege de O. 1. Comp., alsmede over de betaling eener som aan dien resident en de vraag door wie het bedrag to geven of te restitueren. Jld. 19 April 1641, 2e dr. 113. — Conferentie met de H. H. XVII over deze betaling. Aid. 20 April 1641, 2e dr. 114. — Deliberatie over bet laatste punt en advies van Z. H. den Prince van Orangien. Aid. 7 Mei 1641, 2e dr. 143. — Acte dd. 5 Mei 1641, geextraheerd met de Resolutie der Staten Generaal over de vereffening der differenten. Aid. 8 Mei 1641, 2c dr. 145.— Dringend verzoek van den resident Boswel om afdoening der zaak. Aid. 23 Julij 1041, 2e dr. 198. — Verhaal door den Raadpensionaris van de oorzaken der vertraging in het maken van het verdrag met Boswel. Aid. 2 Aug. 1641, 2e dr. 219. —Deliberatie over de middelen waaruit het geldelijke bedrag voor Boswel moet worden gevonden. Aid. 8 Augustus J041, 2c dr. 232. — De zaak opgehouden. Aid. 10 Aug. 1641, 2e dr. 237.— Eindbeslissing in deze. Aid. 23 Aug. 1641, 2e dr. 247. — Commissarissen tot de prc-tensiën. Res. Stat. Gen. 17 April. 1654. 10905. Missiven aan de Ambassadeurs in Engeland, depeehes voor den Heer Nieupoort betreffende de pretensiën van de Ned. ü. I. Comp. tegen de Engelsche O. 1 Comp. Res. Roll 13 Mei 1652, 2e dr. 216. — Missive dd. 27 Maart. 1654 van de Ambassadeurs iu Engeland, v. Beverningk en Nieupoort, over hetgeen zij préparatoir hebben gebe- |
48
soitfneerd, en aanschrijving aan H. H. XVII om advies over hunne prctensiën. Res. Holl. 1 April 1654, 2e dr. 188. — Prctensiën van de Oost- en West-Indische, üroenlandsohe en Moscovische Comp. Res. Stat. Gen. 15 en 22 April, 1 en 2 Mei 1654. — Missive van v. üeveruingh en Nieupoort dd. :!7 Nov. 1659, betreffende het Declaratoir door den Protector en de quitantie door dc Engel sche 0. 1. Comp, tc geven ten reguarde van dc voldoening der bewuste uitspraak door we-derzijdsehe commissarissen in Engeland gedaan, cn resolutie hierop, lies. Holl. Dec. 1654, 2e dr. 684. 10906. Protest en dreiging wegens de Engclsche O. I. Comp. aan dezen staat. lies. Stat. Oen. 28 Fcbr. en 3 Maart, J655. 10907. Acte om van het eiland Poeloerun possessie te nemen. Res. Stat. Oen. 9 Maart 1656. 10908. Arrest op dc O. I. schepen. Res. Stut. Gen. 26 Oct. en 20 Dcc. 1657. 10909. Missive, dd. 16 Nov. 1657, van den Ambassadeur Nieupoort uit Engeland betreffende het in arrest, nemen van het O. 1. Comp. schip de Spreeuw te Plymuidcn, alsmede verzoek om advies. Res. Holl. 21 November 1657, 2e dr. 545.— llemonsiran-tie van Bewindhebberen der O. I. Comp. over dit arrest, en resolutie hierop. Res. Hult. 28 Nov. 1657, 2e dr. 657. 10910. Memorie met bijlagen van den Engelschen President Downing, over ongelijk en schade den Engelschen aangedaan in Oost-Indië, alsmede verzoek om consideratie en advies Res. Holl. 22 Maart 1658, 2e dr. 74. — Antwoord op de geprctexeerde schade in O. I. door dc Comp. van dezen staal, geleden. Res. Stat. Oen. 27 Maart en 3 Mei 1658. — Zenden van contrabande waren naar O. Indie tot adsistentie van de Portugezen. Aid. 29 April 1668. 10911. Memorie van dcu Engelsehen Resident Downing, houdende doleantie en beklag over het nemen in Oost-Indië van drie En-gelsche sebepcnj alsmede verzoek om advies. Res. Boll. 26 Julij 1658, 2e dr. 27]. — Memorie van Downing, cld. 25 Nov. 1668 hierover, alsmede verzoek om advies, AUl. 29 November 1658, 2e dr. 539. 10912. Missive, dd. 26 Junij 1668, van den Protector van Engeland aan de Staten |
Generaal, houdende doleantie over het nemen van het Engclsehc schip „dc Postillonquot; voor liantam door schepen van de Nedcrlandsche O. I. Comp.; alsmede resolutie hierop. Res. Holl, 13 Julij 1658, 2e dr. 239. — Rapport van gecommitteerden; schriftelijke Memorie, dd. 17 Julij 1658 van Bewind-hebberen der O, I. Comp.; resolutie hierop, en zakelijke inhoud van het te geven antwoord aan Downing; met voorstel der te nemen maatregelen voor den vervolge ter voorkoming van differenten. Aid. 20 Julij 1558, 2e dr. 259. Res. Holl. Sec. I. 3 Aug. 1658. 603. — Rapport van de conferentie van Gedeputeerden van H. Hoog Mog. met Downing over de restitutie der Engclsehc scliepen de Postillon, de Frederick en de Eranfoys en Jan, voor Bantam genomen, cn resolutie dienovereenkomstig. A ld. 17 Jan. 1669. 1. Res. Holl. 12 Dcc. 1658, 2e dr. 556. — Eransche tekst van hot contract, dd. 's Hage 6 Eebr. 1659, gemaakt met Downing over de executie van het aecoord over kot subject dezer schepen. Aid. 21 Eebr. 1059, 2e dr. 46. Res. Holl. Sec. II. 5 Eebr. 1659. 4. 10913. Missive, dd. 21 Maart 1659, van den Ambassadeur Nieuwpoort over de impertinente prceeduren van het Hof van de Admiraliteit in Engeland tegen den Gouv. Gen. van Ned. Indie, Johan Maatsuyker, over schade cn injuriën aangedaan aan het Eng. schip tc Bantam in üost-lndiën, alsmede resolutie hierop. Rea. Holl. 28 Maart 1669, 2c dr. 108, — Quade bejegening van dc Engelschen wegens hunne genomen schepen bij de onzen voor Bantam en dc conditio-ncele restitutie dienaangaande, lies. Stat. Oen. 6 Aug., 13 Dcc. 1658, 4, 11, 14 Junij 1659. 10914. Advies van Bewindhebberen der O. I. Comp. over dc restitutie van Poeloc Rhun aan Engeland; en vei zoek van gecommitteerden om advies, lies. Holl. 3 Maart 1661. 2e dr. 34. — Concept-Instructie van de H. Mog. H. Staten Generaal voor de Heeren extraord. Ambassadeurs aan den koning van Groot-Brittanniö, op de gcleegent-hcid van Poulerun, en hetgeen dienaangaande sedert eenigen tijd herwaards tus-sehen dc Comp. in Engeland cn in deese Landen is gepasseert en voorgevallen. Aid. 5 Maart 1661, 2e dr. 48. — Dispuut wegens dc restitutie van Poeloc Rhuu Res. Slat. Oen, 22 Junij 1662, 10 Jan. Iii63. — Missive, dd. 6 Julij 1665 van den Ncd. Ambassadeur in Engeland van Gogh, inhoudende het |
49
voorstel eener ruiling voor Poelo llhun; alsmede verzoek om advies, lies. Uotl. 2li Julij 1665, 2e dr. 503. — Tekst vmi den brief, dd. Parijs 16 Aug. 1065, van deu Ambassadeur C. van Beuningen, over dit voorstel. Aid. 28 Aug. 1665, 2c dr. 607.—Het eiland Poelo-Rhun. lies. Stat. Gen. 5 April 1667. 10915. M.emorie, Anno 1661 ?, van de Bewindhebbers der Engelsche O. I. Comp. aan de Commissarissen van Z. M. den koning van Engeland, bevattende klagtnn over do Nedorlandsche O. I. Comp. Uotl. Mercu-rius, XII, 1661. 11. Staatk. Hist. Holland, LIX 1785. 112. — Antwoord, Anno 1661, van de Bewindhebbers der Nederlandsche ü. I. Comp. aan H. H. Mog. op deze klugten. Jld. 116. Uoll. Merourius, XII. 1661.14. 10916. Missive, dd. 21 Maart, van de Ambassadeurs in Engeland, van Beverwaert en van Hoorn, houdende verhaal van de klag-teu en expostulation door den koning gedaan over en ter zake vau de extra ordinaris equipagie der Ned. O. I. Comp. Res. Uoll. 29 Maart 1661, 2e dr. 134. — Tekst der secrete resolutie op deze en volgende missiven. Ites. Uoll. Sec. II. 5 Mei 1661, 307. 10917. Memorie van Bewindhebberen der O. I. Comp. aan de Staten Generaal, klagende over de citatie van de Nederlandsche Ü. I. Comp., waarvan haar kennis is gegeven uit Engeland, dd. 15 en 2^' Julij 1661, — en resolulie hierop, lies. Uoll. 6 Augustus 1661, 2e dr. 283. — Sommatie oi' citatie van de O. I. Comp. voor de admiraliteit van Londen bij H. H. M. tegengegevcn. lies. Slat. Gen. 1 Aug. 1661. 10918. Memorie van den Engelschen ex-tra-ord. Envoyé Downing aan de Staten Generaal, houdende klagtcn over de verhindering in Oost-Indië van de schepen der Engelsche ü. I. Comp. om te varen naar Porca op dc kust van Malabar j alsinedo verzoek om advies. Res. Uoll, 28 Nov. 1603, 2e dr. 572. — llappurt van gecoumiittcerden inhoudende hun advies, alsmede resolulie hierop. Aid. 8 December 1663, 2e dr. 615.--Rapport nopens de conferentiën met Downing hierover. Aid. G Mei 1664, 2e dr. 147. — Resolutiiin om met Downing in conferentie te treden tot het maken van een reglement tot verhoeding van inoonvenienten voor den vervolge met dc O. 1. Comp. Aid. 8 Mei 1664, 2c dr. 157. lies. llolLSec. 11 2:i en 24 Mei 1664, 449. — Concept-antwoord aan Downing, en resolutie hierop, lies. Uoll, |
25 Sept. 1664, 2e dr. 36-1. — Memorie, dd. 7 October 1664, van Downing aan H. Hoog Mop., die bereid is tot opgave der geleden schade, en antwoord vraagt op het ingediende concept-reglement. Aid. 10 Oct. 1664, 2e dr. 415. — Ilapport van gecommitteerden inhouden e hun advies over de wederzijdsche pretensiën, en resolutie hierop. Aid. 6 Dec. 1664, 2e dr. 531. 10919. Resolutie tot afwijzing der pretensiën van Downing betreifende de twee Engelsche schepen : Bonne Esperance in 1643 genomen in Straat Malacca, en Bonne Aven-ture bij Mauritius gestrand. Res, Uoll. 23 en 24 Mei 1664, 2e dr. 2^4. 10920. Concept-Reglement van navigatie, commercie en marine, zoo binnen als buiten Europa, opgerigt en gesloten tussehen den koning van tiroot-Brittannië en de Staten Generaal, tot voorkoming van alle disor-dres tussehen de Engelsche en de Nederlandsche Compagnien in Indiën. Res. Uoll, Sec. II. 23 Oct. 1661. 469. 10921. Observatie van den vrede in O. Indië en den eed van de Generaliteit. Res. Stal. Gen, 18 Eebr. en 26 Maart 1668. 10922. Missive, dd. 38 Eebr. 1668, stili loei, van den koning van Groot-Brittannië over den eed op het traclaat van Engeland te zweren door de wederzijdsche gouverneurs commandeurs, ambtenaren, officieren enz. in Oost-Indiünj resolutie hierop, alsmede La-üjnsche tekst van dezen eed. Res. Uoll. 23 Maart 1668, 2e dr. 114. 10923. Advies van gecommitteerde Bc-windhebboren der Ned. O. 1. Comp. rakende het subject van een nader Reglement van Marine met den Kuning van Groot-Bril tannic aan te gaan, voor zooveel betreft de Indien. lies. Uotl, 23 Maart 1669, 2e dr. 80. — Tractaat der marine wegens wederzijdsche gestabiliëerde Compagnie in Oost- en West-Indië. Res. Slat. Gen. 10 April 1609. — Extract: uit zekere missive, dd. Whitehall 9/19 April 1669 van den secret. Arlington aan den Engelselien Ambassadeur 'l'emple, rakende het suljjecl van dc marine in Oost-Indië. Aid. 1b Mei 1669, 2c dr. 176. — Tekst der nadere Articulen van marine met Engeland aan tc gaan. Aid. 2U Julij 1669, ie dr 288. — Missive, dd, London 26 Julij 1670, van den Nedcrl. exlra ord. Min. van Beuningen, houdende verzoek om instructie 7 |
50
met het oog op het stilzwijgen in deze zank van Oost-Indië. Aid. 30 Julij 1070, 2odr. 378. -1X921. Missive, dd. Londen 29 Nov. 1070, van den Ncderl. ord. Ambassadeur Boreel, alsmede Missive, dd. Londen C Dee. 1670, van den Ned. extra-ordinaris Minister van Beuningen, beide houdende eeu ampel verhaal van hel geen aldaar was voorgevallen omtrent het subject van het verongelukte schip, genaamd //Het wapen van Vlissingen,quot; door de Kamer van de Ü. 1. Cump. te Middelburg uitgerust, het bergen der gelden en goederen, en restitutie aan de regthebbendenj resolutie hierop, lies. Hull. 16 Dec. 1670, 2e dr. 582. 10925, Resolutie om het Engelsch Oost-Indisch retourschip, door een kaper van Vlissingen genomen en te Bergen in Noor-we. en opgebragt, herwaarts door twee fregatten af te baten. Res. Roll. 26 Aug. 1672, 2e dr. 934. 10926. Resolutie om bij het maken van vrede met de koningen van Frankrijk en van Groot-Brittannic acht te geven op het interest van de ü. I. Comp. dezer Landen, lies. Holl. 7 Januarij 1673, 2e dr. 12. 10927■ Paspoorten voor schip en volk tot ai'-haling van de Engelsche en JSederlandschu gevangenen in O. \. Res. Slat. Gen. 4 Jan. 1674. 10928. Komtnissarissen wegens de O. J. Comp. naar Engeland. Res. Stat. Gen. 16 Mei 1674. 10929. De Compagnie Engelsche soldaten in dienst zijnde, aannemende, is gehouden dezelve aan hunne kapitein wederom te laten volgen. Res, Stat. Gen. 1 Junij J674. 10930. //Reglement voor de commercie van de twee natiën in de Indiën, voorga-stelt. door de Hoeren Ambassadeurs van En-gelantquot; aan H. H. Mog. in het begin van 1674. Holl. Mercurim, XXVI. I(i75—6, 61. Res. lloll. Sec. lli. 17 Julij 1674. 429. 10931. De koning van Engeland geeft aan Z. H. in betaling de 1500 m. guldens die Zijne Maj. aan Amsterdam schuldig is. Res. Stat. Gen. 31 Jan. J075. 10932. //Artieul gesloten tnsschen den koning van Engeland, Karei II, en do H. Mog., rakende de Engelsche en Nederlandsche Comp ' dd. Londen S Maart 1675, oude stijl. Holl. Mercurius, XXVI. 1675—6. 62. |
10933. Missive, dd. Londen 19 Maart 1675, van de Nederlandsche commissarissen in Engeland aan den grillier Fagel ten geleide van het artikel tot adjustement met Engeland, over 't werk van de commercie in Indiën, van hetwelk de Latijnsche tekst wordt medegedeeld, alsmede uitstel der resolutie tot nader deliberatie. Res. Holl. 26 Maart 1675, le dr 39. — Voorstel van wege Holland ter Generaliteit te doen, betreffende de uitwisseling der Acten van ratificatie op dit adjustement. Aid. 4 April 1675. le dr. 70. 10934. Rapport en de recredentialen van de commissarissen instructeurs in Engeland. Res. Stat. Gen. 10 April 1675. 10935. Remonstrantie van Bewindhebberen der Ned. O. I. Comp. inhoudende verzoek om aan denNederlandschen Ambassadeur in Engeland, van Beuningen, toe te staan het aannemen van een erkentenis van wege de O. I. Comp. hem aangeboden, en resolutie in toestemmenden zin hierop. Res. Holl. 6 Dcc. 1675. le dr. 82. 10936. Remonstrantie van Bewindbebbe-ren der Nod. O. I. Comp., omdeNed. commissarissen jongst in Engeland geweest zijnde, om de zaken van de O. I. Comp., eene erkentenis van wege die Comp. te mogen aanbieden, en resolutie dieuovereenkomstig. Res. Holl. 21 Januarij 1676, 2e dr. 20. 10937. Verhaal van de handelingen der Engelsche pevolmagtigden Chudley en Char-din en H. H. Mog., over de cischen der Engelsche O. I Comp. aan de Nederlandsche, tot reparatie van de geleden schade door de inname van Bantam, en tot retablissement van de Enffelsehen aldaar. Jloll. Mercurius, XXXIV. 1683. 44. — Vervolg van dit verhaal. Aid. XXXV. 1684. 266; XXXVII. 1686. 1 cn XXXVIII. 1687. 123. 10938. Desseinen tepen don Staat in O. I. cn de Hollandsche admiraliteit, ter zake van gepretendeerde schade te Bantam, lies. Stat. G n. 1 Mei 1683, 17 Januarij 1684.— Memorie dien aangaande van den Staat. did. 8 Junij en 26 Julij 1(183. 10939. Klagten door Engeland, wegens schade, aan derzelver Comp. te Bantam geleden. Re*. Stat. Gen. 2 Junij cn 26 Julij 1683, 17 Jan. en 17 Mei 1684. 10910. Zakelijke inhoud der klagten, dd |
51
25 Mei en 2 Junij 1083, namens dc Engel-selie O. I. Comp. over de inname van Bantam door do Nederlanders, met verzoek om reparatie van dc geicden schade en om we-dertoelating aldaar; door do gevolmagr.igden Clmdley en Chardin voorgedragen aan de Staten Generaal, lloll. Mercuriua, XXXIV. 1683, 44. — Memorie van H. H. XVII, dd. Junij 1683, aan 11. H. Mog. tot justificatie in deze en tot wederlegging van de kiagten der Engelschcn. Aki. XXXIVquot;. 1083. 40. 10941. Missives door den koning van Engeland en de ü. I. Comp. aldaar aan den koning van Bantam geschreven. Res. Slat. Oen. 21 Deo, 1683. 10942. Pretensie op de Ned. O.I Comp. wegens pretensie der geleden schade te Bantam. Res. Stat. Gen. '17 January, 1 Maart, 17 Mei, 3 Julij, 4 Sept. 1684. 10943. Conventie met Engeland tot afdoening van de düfcrenten van wedcrzijdsche respectieve Compagniiin en de wijze van dien. lies. Stat. Gen. 2i Januarij 1684. — lle-monstrantie aan H. H. Mog. overgegeven wegens het gepasseerde te Bantam. Aid. 17 Maart, 24 April 1684, 22 Junij 1686. — Commissarissen door H. H. Mog. genomineerd naar Engeland tot afdoening van dc questie van Bantam. Aid. 26 Sept., 13 en 14 Dec. 1084. — Credenti:lcn voor dezelve. Alcl. 24 Maart 1085. — Afstand van H. H. Mog. Aid. 1 Mei 1085. — Rapport. Aid. 8 April 1686. — Redenen door Holland geallegeerd, waarom de kosten tot dc bezending naar Engeland, over de questie van Bantam, niet behooren gebragt te worden tot laste van de Comp. in het particulier, maar tot laste van den Staat. Aid. 18 April 1085. — Misnoegen van H. H. Mog. tegen de commissarissen instructeurs in Engeland, over de questie wegens Bantam, ter zake dat zij van de O. I. Comp. communicatie van het gepasseerde hebben gegeven, zonder alvorens hetzelve aan H. H. Mog. te doen. Aid. 30 Oct. 1685. — Trage voortgang van de conferentie. Aid. 28 Febr. 1686. — Rapport aan H. H. Mog. van de Heeren commissarissen. Aid. 3 April 1686. — Verbaal. Aid. 8 Julij 1686. 10944. Memorie, dd. Windsor, 15 Aug. 1084, van L. Godolphin, namens den koning van Engeland, aan den Nederlandschen Ambassadeur Arnolt van Citters, in antwoord op zijn verzoek om specificatie van dc schade, welke de Eng. O. I. Comp. door de Neder-landsche te Bantam geleden heeft. Holt. Mercuriua, XXXV. 1684. 266. |
10945. Missive, dd. West-Minster 4Jan- 1684, van den Nederl. Ambassadeur van Citters, nopens hetgeen hem in Engeland is bejegend over de differenten tusschen de Engelsche en Nedei-landsche O. 1. Comp. betreifende het voorgevallene te Bantam in 1681 en 1682. Verzoek ora advies aan gecommitteerden tot de zaken van de zee en manufacturen. Res. Iloll. 11 Januarij 1084, 9e dr. 8. — Remonstrantie van wege de Ned. O. I. Comp. aan de Staten Generaal over deze differenten, verzoek om ndvies aan eenigc gedeputeerden. Aid. 27 April 1084, 2o dr. 222. — Zakelijke inhoud van hun rapport. /Ad. 16 Mei 1084, 2e dr. 274. — Resolutie om ter Generaliteit devoiren te doen ten einde te mogen worden gecommitteerd naar Engeland als commissarissen dceiseurs over bovengenoemde differenten dor 0. 1. Comp., de Heeren: Anthony Heinsius, Isaack van den Heuvel, Cornells Tcresteyn van Halewijn, en .... Reede, Heer van Mijdrecht. AU. 19 Sept. 1684,2e dr. 525. — Voorstel ter Generaliteit om deze commissie te doen uitvoeren ten koste van den Lande. Aid. 22 Sept. 1684, 2e dr. 545. — Resolutie, op het verzoek van C. T. van Halewijn in deze, dat de commissie zal mogen repatriëren als de geprefigccrde tijd zal zijn verstreken. Aid. 4 Oct. 1684, 2o dr. 557. — Missive, dd. Westminster 16 Eebr. 1685, van den Nederl. Ambassadeur van Citters, houdende een omstandig berigt over bovengenoemde differenten; verzoek om advies aan gecommitteerden tot de zaken van de zee. Aid. 20 Ecbr. 1685, 2e dr. 81. — Idem, dd. 9 Maart. 1685, over het vertrek van de Ned. commissarissen naar Engeland, en resolutie hierop. Aid. 15 Maart 1685, 2c dr. 159. — Idem, dd. 13 en 16 Maart 1685, aandringende op het spoedig vertrek der commissarissen, cu aanschrijving dienovereenkomstig. Aid. 21 Maart 1685, 2e dr. 171; 7 April 1685, 2e dr. 213. — Verzoek om advies aan gecommitteerden tot de zaken van de middelen, over hetgeen betreft de uitrusting, daggelden en de andere onkosten aan de commissarissen toe te staan, en resolutie hierop. Aid. 6 en 13 April, 17 en 25 Mei 1685, bl. 209, 220, 241, 301, — Verzoek van den benoemden commissaris C. T. van Halewijn om zijne demissie, en benoeming in zijne plaats van Johan Goes van Absmade. Aid. 17 Mei 1085, 2c dr. 245. —-Missive, dd. Westminster IS Dec. 1685, van commissarissen deciseurs om prolongatie van den termijn, gesteld tot afdoening der |
52
differenten, en consent voor eenc mnand. Aid. 22 Dec. 1685, 2c dr. 825. — Terugroeping van commissarissen deciseurs cn benoeming van een super-arbiter. Aid. 1 Maart J6S6, 2e dr. 109; 28 ïobruarij 1686, 2e dr. 109.— llapport van commissarissen deciseurs. Aid. 3 April 1686, 2o dr. 20.i. — IVansehe tekst van de Memorie, dd. 'sïïage 2 Mei IGS'i, van den Engelschen extia-ord. Envoyé ü. Skelton, rakende het termineren der diffe-renten. Aid. 3 Mei l(i86, 2c dr. 221. — Verzoek om advies aan gecommitteerden tot do zaken van de zee, over de stukken, rakende de pretensiiin door de Engelsche O. I. Comp. ten laste van de Nederlandsche gemaakt over hot voorgevallene te Bantam. Aid 31 Mei 1680, 2e dr. 322. —• Rapport door bovengenoemde commissie uitgebragt, en kennisgeving aan B. Skelton van de gezindheid om met hem of den daartoe gemagtigde in conferentie te treden over de dillerenten. Aid. 18 Julij 1686, 2e dr. 501. 10946. //Contra-protest op de ongefundeerde doleantie van de Engelsche residenten Daniel Eduarts en IVan^iiys Snapo, beijde in dienst van de honorabele Éngelsche Compagnie hier in Persiënquot; door li. Cascm-broot, c. s. dd. 17 Mei 1685 n. s. Over de verhindering tot ontlading van liet schip Bengal Merchant, schipper Jolm Goldsborough, op de reede van Gamron. Holt. Mercurius, XXXVII. 1686. 39. — Protest, dd. 1 Juni) 1685, van John Goldsborough, schipper van het Engelsche O. I. Comp. schip Bengal Merchant, tegen de verhindering van de lossing van zijn schip op de reede van Gamron in de golf van Persiü door den Admiraal Reynier Casembroot. Aid. XXXVII. 1636. 3. — Contra protest, dd. 19 Junij 1685 n. s., tegen Joannes Goldsborough, schipper van 't schip Dengal Merchant ge-naemt, door Reynier Casembroot, c. s. in antwoord op bovenstaande. Aid. XXXVII. 1686. 40. 10947. Memorie, dd. 'sEage 2 Mei 1686, van den Engelschen extra-ord. Envoyé B. Skelton, aan H. H. Mog., over de klagten der Engelsche O. I. Comp., //over 't werek van Bantam, soo oock over het voorgevallene van Macasser ende do kust van Malla-bar, ende eyndelijk voor Gamron in de golf van Persiën,quot; zooals deze worden voorgesteld in de Memorie dezer Comp. aan den koning. Eoll. Mercurius, XXXVII. 16S6. 2. — Tekst dezer Memorie van de Engelsche O. I. Comn. Aid. 2. — Memorie of het //Bericht van de Bewinthebberen van de Nederlandsche geoc-troijeerde O. I. Comp. overgelevert aan de Staten Generaal, den 22 Junij 1680, op het subject van de klagten, bij den heer Skelton.quot; Aid. 7. |
10948. Klagten door Engeland aan den Staat, wegens injuriën bij de Ned. O. I. Comp. aan de Engelsche Comp. gedaan. Ees. Stal. Gen. 2 Mei, 28 Oct. 1686, 23 Julij, 1 Aug., 4 Oct. 1687. — Bcrigt van H. H. Mog. Aid. 33 Oct. 1687. 10949. Memorie, dd. 'sïïage 30 Junij 1687, van den Marquis d'Albevillc, extra ord. Envoyé van Z. M. van Groot-Brittanniü aan H. H.. Mog. inhoudende verzoek om reparatie omtrent hot gepasseerde tot Bantam./fo/Z.il/ercar/as, XX XV111. 16S7. J23. — Extract uit het Register der Resolutiën van do H. H. M., dd.'23 Julij 1687, inhoudende het antwoord. Aid. 123. 10950. Memorie, dd. 's Hage 1 Aug. 1687, met bijlage, van den Marquis d'Albevillc, extra-ord. Envoyé van Z. K. M. van Groot-Brittannie aan H. H. Mog., bevattende klagten over het doen en bedrijf van de bedienden dor Ned. O. I. Comp. te Masulipatnam, op de kust van Coromandel, en te Batangkapas op de Westkust van Sumatra, met verzoek om reparatie van de infractie en schade, die de onderdanen van Z. M. op beide die plaatsen hebben geleden. Iloll. Mercurius, XXX VIII, 1687. 124. — Extract uit het Register der Resolutiën van de Staten Generaal, dd. 1 Aug. 16S7, inhoudende verzoek aan H. H. XVII om hun „Berichtquot; op deze memorie, Aid. 129. — Rapport of ffBerichtquot; van H. H. XVII. Aid. 130. 10951. Memorie van den Engelsehen extra ord. Envoyé Marquis d'Albevillc, klagende over het bedrijf der bedienden van de Ned. O. I. Comp. te Masulipatnam, alsmede te Batang-kapas op Sumatra's Westkust, met verzoek om reparatie voor de infractic en schade aan de onderdanen van Z. Gr. Britt, Majesteit aangedaan. Res. Holl. 12 Sept. 1687, 2e dr. 408. — Berigt van de O. I. Cornp. hierop. Aid. 25 Nov. 1687, 2e dr. 513. — Verzoek om advies aan gecommitteerden tot de zaken van Engeland op de Missive, dd. 27 December 1687, van Marquis d'Albeville, aan de Staten Generaal, tot het wederom zenden van Nederl. commissarissen naar Engeland tot het vereffenen der differenten. Aid. 8 January 1688, 2e dr. 7. — Rapport inhoudende bovengenoemde consideration en advies, alsmede zakelijke |
58
inhoud der resolutie hierop genomen. Aid. 14 Ecbr. 1088, 2e dr. 93. — Questie met de Engelsehe O. I. Comp. over zaken te Masulipatnam voorgevallen, lies. Stat. Oen. 19 Feor. 1688. — Resolutie om de commissarissen tot het afhandelen van de diffe-renten tusschen de Engelsolio en de Neder-landsche O, I. Comp. over de zaken van Bantam, mede te qualifieeren over die van Masulipatnam en van Sumatra. Aid. 21 Febr. 1088, 2c dr. 112, 10952. Zakelijke inhoud der Memorie van Blatwait, Secret, van Z. Kon. Maj. van Groot-Brittanniö, betreffende de klagten van kapitein George Ucw, kommandcrende de sloep d'Amy, over ondervonden mishandeling aan do Kaap de Goede Hoopdoor den gouverneur en raad aldaar. Res. Stal. 6'««. 4 Nov. 1003, 731. — Kemonstranlio van gecommitteerde Bewindhebbcrcn, en verdrag daarover aangegaan. Aid. 5 Dec. 1093, 809. 10953. Voorstel ter Generaliteit te doen, om brieven van voorschrijvens te verleenen voor de Nederl. ü. I. Comp. aan den Ned. extra-ord. Envoyé van Vrijbergen aan liet Hof van Groot-Brittannië, ten einde liet Ned. O. 1. schip wden Overwinnaarquot; voor de Kamer Zeeland, door een Bngelseh oorlogschip hernomen, mogt worden gerestitueerd met lading en montuur, mits daarvoor betalende het achtste part van de waarde van dien, volgens conventie, lies. lloll. 17 Maart 1711, 2c dr. 121. 10954. Missive, dd. Londen 22 April 1729, van den Nederl. extra-ord. envoyé Hop, over de sententie van don Lord-regter van de Admiraliteit in Schotland in faveur van de Nederl, ü. I. Coinp., wegens de geborgen goederen uit het verongelukt O. I. schip «den Adelaarquot;. Ues. Holt. 4 Mei 1729, 2e clr. 350. — Idem, dd. 7 Maart 1730, over het arrest geobtineerd door zekeren Hamilton op de geborgen goederen uit het schip //den Adelaarquot;, alsmede zijne Memorie tot opheffing van dit arrest aan den koning aangeboden. Aid. 21 Maart 1730, 1 dr. 257. 10955. Bijzonderheden nopen zekere conventie, welke in den jare 1729 tusschen den fouverneur en raad van de Engelsehe O.ouverneur en raad van de Engelsehe O. . Comp. en den directeur en raad van de Nederlandsche, in Bengale is gesloten. Nederl. Jaarb. XV. 1761. 1. 220. |
10956. Missive, dd. Londen 9 Moil732, van den Nederl. extra-ord. Envoyé Hop, met een bijlage, rakende een Ostcndiseh schip, op de reede van Balazore door een schip van de Ned. O. L Comp. genomen, doch weder geëchapeerd. Hes. Holt. 29 Mei 1732, Ie dr. 349. 10957. Missive, dd. Amsterdam 17 Sept. 1743, met bijlage van H. H. XVII, wegens het ligten van twee Engelsehe matrozen uit het Nederl. O. I. Comp. schip //de Klcevers-kerkquot; door de EngelseheU) en het troubleren van de vaart van Manilhas op Batavia en Malacca, mede door de Engelschen, Rei. lloll. 21 Sept. 1743, le dr. 417. 10958. Zakelijke inhoud der remonstrantie van H. H. XVII ter Generaliteit op 10 Sept. 1746 overgegeven, inhoudende hunne klagten over violentiën door Kngelsehe oorlogschepen en commissievaarders, sedert 1743, gepleegd tegen schepen van de Ned. O. I. Comp., alsmede ter zake van het nemen en veroveren van Inlandsche vaartuigen, zelfs op de reede van Batavia. Res. lloll. 14 Sept. 1740, le dr. 530. — Missive dd. Londen 11 Oct. 1740, van den Neder-landschen Minist. Plenipot. van Boetzelaar, met oen provisioneel antwoord op de klagten door hem gedaan, over bovengaande violentiim. Aid. 20 October 1740, le dr. 6S8. 10959. Missive, dd. Londen 29 Dec. 1747, van den Nederl. extra-ord. Envoyé Hop, houdende advertentie van de represen-tatiën door hem aan den Lord Chesterfield gedaan op hot subject van het Nederlandsche O. I. retourschip Polaanen. lies. lloll. 1 February J748, I, le dr, !07. — Idem, dd. 5 Jan. 1/48, met berigt door de Lords van de Admiraliteit aan den Lord Chesterfield gegeven, ep de representatiën door hem. Hop, gedaan togen het bovengenoemde arrest. Aid, 7 February 1748, I, le dr. 117. — Idem, dd. 6 Febr., met ecne memorie tot ontslag der Ned. O. I. Comp. retourschepen Polaanen en Arnestein, benevens den brief door den Lord Chesteriield daarover aan de Lords der Admiraliteit geschreven. Aid. 24 February 1748, I, le dr. 229. — Idem, dd. 13 Febr., met missive van den Lord Chesterfield en met een Rapport van de Admiraliteit in antwoord op zijne Memorie. Aid. 29 Maart 1748, I, le dr. 328. — Idem dd. I Maart met een brief van den Hertog van Newcastle, en het rapport van commissarissen ter Admiraliteit, dat het Ncd. O. I. schip Arnestein in vrijheid was gesteld. Aid. |
54
10 April ir-tS, I, dr. 366. — Idem, dd. 23 April, over de te nemen maatregelen voor een sufflsant convooi en transport der bovengenoemde in vrijheid gestelde seliepen. Aid. 3 Mei 1748, 1, le dr. 415. 10960. Memorie, op 17 Jan. 1748, aan de Staten Generaal gepresenteerd door Graaf van Sandwich, Minister Plenipot. van tiroot-Brittannie, over een Notificatie door den gouverneur en raden van Negapatnam nan den gouverneur van het fort bt. David gedaan, houdende verbod van den handel in opium en van het drijven van commercie op de eilanden, met wier inwoners de Ned. ü. I. Comp. exclusive contracten heeft gesloten; alsmede berigt van H. H. XVII hierop, ter Generaliteit ingekomen op 9 April 1748. Res. Holl. 26 April 174S. I, ie dr. 399. — Missive, dd. Londen 14 Nov. 1749, van den Nederl. extra-ord. Envoyé Hop; Fransche tekst van de Memorie, dd. 91 Nov. 1749, van den Groot Brittannischen Minister van Holdernesse; Nederduitsche tekst van het request, dd. Londen 27 Oct. 1749, van de geünieerde Compagnie van JCngelsche Kooplieden trafiquerende op Oost-lndië aan den koning van Groot-Brittannie, alsmede provisioneel berigt van H. H. XVII ter Generaliteit op 3 Dcc. 1749 ingekomen, allen houdende klagten over verongelijkingen en violentiën door de Nederlandsche ü. I. Comp. aan de Bngelsche aangedaan in Oost-Indiën. Aid. 9 December 1749, II, le dr. 1243. 10961. Memorie, door den Ambassadeur Zijner Groot-Brittannische Majesteit op 21 Nov. 1749, aan de Staten Generaal overgeleverd, inhoudende klagten wegens eemge geweldenarijen door de Hollanders aan twee Engelsche schepen in de Oost Indien gepleegd. Nederl. Jaarb. III. 1749. 2.1145. Etir.Mer-curius, LX. 1749. II. 282. — Antwoord, dd. 22 Nov. 1749, van Hunne Hoog Mog. op deze klagten. December 1749. Nederl. Jaarb. III. 1749. 2. 1147. hur. Mercurius, LX. 1749. II. 283. — Bijzonderheden nopens het genoegen des konings van Engeland over het ontvangen antwoord van H. H. Mog. Aid. LXI. 1750. I. 168. — Dankbetuiging door den Engelscben Minister d'Ayrolles over bet straffen der schuldigen te Batavia, Januarij 1752. NederL Jaarh. VI. 1752.1.70. |
109C2. Memorie, dd. den Haag 29 Nov. 1751, van den resident van Groot-Brittannie S. d'Ayrolles, aan de Staten Generaal, over het aflüopen van zeker voorval met twee Cliinesche vaartuigen, voorzien van paspoorten, gegeven door den gouverneur van Ben-coelen op de W.kust van Sumatra, en de strafoefening te Batavia gepleegd; alsmede resolutie door de Staten Generaal op deze Memorie genomen. Hes. //otf. 3 Decumber 1751, H, le dr. 1082. 10963. Verhaal uit Ilougly van het vijandelijk gedrag der Engelsclien onder den vice-Admiraal Watson met zijn esquader tegen de Nederlanders en hunne bondgenooten ia Bengalen. Maandel. Ned. Mercurius, III, 1757. 153. 10964. Berigten betreffende de geschillen tussehen de Engelsclien en de Hollanders in Bengalen. Maandel. Ned. Mercurius, IX. 1760. 17. 10965. Memorie van Joseph Yorke, Min. Plenipot. van Groot-Brittannie, dd.'sGraven-hago den 14 Aug. 1760, aan de Staten Generaal, inhoudende klagten over verregaande hostiliteiten, die door de bedienden van de O. I. Comp. der Vereenigde Brovincien gepleegd zouden zijn tegen onderdanen van Z. M. in Bengalen. Res. Holl. 27 Sept. 1760, II. le dr. 1285. Nederl. Jaarb. XV. 1761. I. 13, 15. — Resolutie door de Staten Generaal op 14 Aug. 1760, tot het stellen dezer stukken in handen van de Bewindhebberen der O. I. Comp., en kennisgeving aan Joseph Yorke van dezen genomen maatregel. Res. Holl. 27 Sept. 1760. II. ledr. 1285. Nederl. Jaarb. XV. 1761. 1. 23. — Missive van Bewindhebbers, dd. Amsterdam 2 Maart 1761, aan de Staten Generaal, met onderzoek van hetgeen ten laste van 's Lands Compagnie's Minister in Indiën wordl. geposeerd, en daartegen de bezwaarnisse over de hostiliteiten, aan de Nederlandsche O. I. Comp. en hunne onderhoorigen, in Bengalen, door de onderdanen van Zijne Groot-Brittannische Majesteit aangedaan, en gestaafd door 12 bijlagen van 1756 en vlg. en 13 extracten. Res. Holl. 18 Maart 1761, I. le dr. 853 tot 450. Nederl. Jaarb. XV. 1761. 1. 139 tot 257. — Resolutie om ter Generaliteit te dirigeren dat bovengenoemde Missive moge worden gezonden aan den Nederl. extra-ord. Envoyé Hop in Engeland, om daarvan ten meesten dienste voor de Nederlandsche O. 1. Comp. gebruik te maken. Res. Hull. 2 April 1761, I, ledr. 560. — Resolutie conform, op 7 April 1761. Aid. 16 Mei 1761, I, le dr. 722.— Tweede bericht van Bewindhebberen, over de vijandelijkheden in Bengalen gepleegd, dd. 2 Dcc. 1761. Aid. 3 Deo. 1761. U. 1405, 5 Dcc. |
55
II. 1508. — Missive, dd. Londen 29 Dec. 1761, van den Nederl. cxtra-ord. Ambassadeur Boreel, met provisioneel antwoord, van de Eugclscbe O. I. Comp. Aid. 5 Januarij 1702, I, le dr. 72.—Idem, dd. 19 Jan. 1762, met de Pro Memoria, dd. St. James 19 Jan. 1763, hem door Mylord Ponte gezonden. Aid. 29 January 1762, 1, le dr. 214. — Idem, dd. 29 Jan. over een conferentie met den Hertog van Newcastle en Mylord Bute, hierover. Aid. 6 Februari] 1762, I, le dr. 269. — Resolutie genomen op de drie bovengenoemde Mis-iven. Aid. 12 February 1762, I, le dr. 304; 27 Maart 1762, I, le dr. 650. — Verdediging van de O. I. Comp. van Engeland en barer bedienden, dd. 3 Eebr. 1763, Nederl. Jaarb. XXII. Bijv. 1760-- 1765. bl. 1585—1G1-0. — Bijlagen of bewijzen vau de Memorie der Engelsche O. I. Comp.,dd.3 Febr. 1762.7amp;js.//oW. 624—645. Twee missiven, dd. London 23 Febr. en 5 Maart 1762, van J. liorcel Jansz. houdende advertentie van zijne conversation met Lord Bute over do dilferenten, alsmede over de klagten der Nederl. ü. I. Comp. op het subject van de commercie van salpeter. Aid. Ui Maart 1762, I, le dr. 48 t. — Approbatie der condiiites van gedeputeerden van Holland en West-Friesland ter Generaliteit in het geresolveerde op 13 Mei 1762 aldaar op de Missive, dd. Amsterdam 8 Mei 1702, van Bewindhebberen, alsmede mededeeling van bovengenoemde resolutie der Staten Generaal. Aid. 14 Mei 1762, I, le dr. 822. — Missive, dd, Louden 8 Junij 1762, van J. Boreel aan de Staten Generaal, met het antwoord, dd, Londen 4 Junij 1762, van de Engelsche O. I. Comp. benevens resolutie op 14 Junij 1762 door de Staten Generaal genomen Aid. 10 Junij 1762, II, le dr. 993. — Fransche tekst der Note, dd. den Haag 6 April, van den Franscben Chargé d'affaires Provost, tot restitutie aan Engeland van Natal en Tapanoclie op Sumatra, overeenkomstig artikel 11 van het traktaat dd. 10 Fcbruarij 1703 tusschen Frankrijk en Groot-Urittanuic; alsmede Fransche tekst der Missive, dd. Versailles 31 Maart, 17'13, van den Hertog de Praslin aan den Heer Provost over dat subject. Aid. 15 April 1763, 1, le dr. 459. Maand. Ned. Merc. XIV. 1703. 132. — Approbatie van het ver-rigte van gedeputeerden vau Holland en West-Vriesland ter Generaliteit in. het geresolveerde op 13 Julij 17'i3 aldaar op de Missive, dd. Amsterdum 12 Julij 1763, vau Bewindhebberen omtrent de onderhandelingen van Commissarissen v.egens de Ncd. O. I, Comp. te Londen, en imunc terugroeping tot het doen van mondeling rapport. Res. Tl oil. 27 Julij 1703, II, le dr. 843. — Twee Missiven, dd. Amsterdam 12 Oct. 1763, van H. |
H. XVII aan de Staten Generaal, met het rapport van gecommitteerden der Nederl, O, I. Compagnie in Engeland, van de conferen-ticn over de verongelijkingen in Bengalen, en de nieuwe klagten over verregaande feitelijkheden in Üost-Indiën gepleegd. Aid. 28 October 1763, II, le dr. 1148. — De con-eepi-extensirn op bovengenoemden om ter vergadering van H. H, M. M. na gehouden besogne te worden gearresteerd. Aid. 31 Dcc. 1703, II. le dr. 1380; 16 januarij 1764, le dr. 26. — Missive, dd. Londen 4 Nov. 1763, van den Nederl. extra-ord. Envoyé van Weideren; alsmede bijlagen betreffende de genomen maatregelen ter voorkoming van geweldenarijen in Indii;n, Aid. 25 Nov, 1763, II, le dr. 1213. — Zakelijke inhoud der Missive, dd, Londen 13 Maart 1764 van van Wcldcren, met zijne conversatie met Lord Sandwich over de projcet-ordre door Directeuren der Engelsche ü. I. Comp. geconcipieerd, rakende do differenten in Bengalen, Aid 27 April 1764. le dr, 364. — Missive, dd, Amsterdam 9 April 1764, van H, H XVII, aan de Staten Generaal, als advies op bovengenoemde Missive en project. Aid. 27 April I76!-, le dr.307,375.— Resolutie, dd. li April 1764, door de Staten Generaal hierop genomen, Aid. 27 April 1764,'le dr. 365. — Approbatie van het verrigte door gedeputeerden ter Generaliteit omtrent dat subject. Aid. 27 April 1764, le dr. 364. — Missive, dd. Londen 1 Junij 1764, van van Weideren, con Bill iet, dd. Whitchai 31 Mei 1764 van Lord Sandwich, en een Missive dd. op bet Oost-Indisch huis 30 Mei 1764 van het Secreet Committee van de Kng. O. I. Comp. aan den Grave van Sandwich, over bet. zonden van de voorgestelde ordres naar Bengalen. Aid. 16 Junij 1764, ledr. 006,— Idem, dd. 5 Junij, met zijne conversatie met Lord Clive over bovengenoeinde project-ordre. Aid. 20 Junij 1764, 1c dr. 615. — Approbatie van het verrigte van gedeputeerden van Holland en West-Vriesland, in het geresol-\ eerde op 30 October 1704, ter Generaliteit op een Missive, dd. Amsterdam 25 Oct. 1764, van H. H. XVII over aangebragte verhinderingen door de Engelsche O. I. Comp, in Bengalen in de verzameling van de salpeter en van den amfioen; resolutie der Staten Generaal. Aid. 1 November 1764, ledr, 986. — Zakelijke inhoud van twee Missives, dd, Londen 6 en 9 Nov, 1764, van van Weideren, tot clucidatie op de geruchten dat het gouv. in Engeland de O, 1. Comp, |
56
aldaar zou assisteren met schepen en troepen. Jld. 1 December 1764, le dr. 1113.— Idom dd. 23 Nov. met de Memorie aan Lord Sandwich gepresenteerd, rakende do different en en speciaal de inzameling vnn snipeter en amlioon, mitsgaders het mondeling antwoord hierop ontvangen. Aid. 7 Dec. 1764, le dr. 1150. — Idem. dd. 7 Dec. met den brief brief van Lord Sandwich, dd. 7 Dee. 1764 aan hem, en het ilapport, dd. 5 Dec. van het Secrete Committee der O. I. Comp. in antwoord op die Memorie. Aid, 4 Jan. 1765, le dr. 13. — Idem, dd. 18 en 3.1 Dec. met zijne conversatie met Lord Sandwich over dat antwoord. Aid. 4 Januarij 1765, le dr. 13. — Idem, dd. 25 Jan. 1765, met zijn conferentie met Lord Sandwich over de ordres door de Engelsche O. I. Comp., omtrent ue inzameling van de salpeter en opium, naar Indie te zenden. Aid. 9 Eobr. 1765; le dr. 154,. — Idem, dd. I Eehr. met een brief door Directeuren van dcO.I. Comp. geschreven aan den President en Raad van het. lort Williams, inhoudende de bovengenoemde ordres. Aid. 9 i'ebr. 1765, le dr. 154. 10966. Verslag van de Besluiten door de Stalen Generaal genomen op de klagten der Bewiiidhcbbers van de O. I. Comp. wegens de mishandelingen der Engelschen in Bengalen, en van de daaruit voortgesproten onderhandelingen, tussehen Comtnissarisscn van de beide Compagnicn te Londen gehouden. Nederl. Jaarb. XVIII. 1764. 1. 71 tot 100. — Nieuwe klagten van de Vergadering van XVII aan de Staten Generaal in Oct. 1764, over de verhinderingen door de Engelsche O. I. Comp in Bengalen, in de inzameling van salpeter en amfloen; en besluit der Staten Generaal hierop, dd. 25 Oct., om door Hun Gcvolmagtigde bij het Hof van Groot-Briltannië aan te dringen op eene spoedige afdoening der geschillen. Aid. 2. 100/. 109(17. Overzigt van de besluiten en de correspondentie der Hooge Rogecring in Indië en der Vergadering van XVII in 1 / 63— 1765, betreffende de weigering tot toelaling van Robbert Douzet als Resident, Agent ol Consul van de Engelschen te Negapatnam, in het, gouvernement Coromandd. A'. Nederl. Jaarb. XXII. 1787. 1. 475. 10968. Missive, dd. Londeu 2S Junij 1768, van den Nederl. extra-ord. Envoye van Weldercn, betreffende het verrigte aklaar, alsmede het advies der directeuren van de Engelsche O. 1. Comp., tegen de vaart dei-Spanjaarden o)) Oost-lndië. Kes. Uoll. o Julij 1768. le dr. 518. |
10969. Missive, dd. Londen 1 Dec. 1772, van van Weideren, betreffende het ligten door den Engelschen kapitein Collier van zestien matrozen uit het Hollandsch O. I. schip quot;de Foreestquot; kapitein Brouwer. Res. Uoll. '22 Januarij 17J3, le dr 78. 10970. Missive, dd. Londen 34 Maart 1774, van van Weideren, houdende advertentie van de expeditie der Engelsche ü. I. Compagnie-troepen te^en den koning van ian-jour, en de verdrijving der Hollanders uit hun etablissement aklaar. Res, Uoll. 22 April 1774, le dr. 327. 10971. Concept-rapport op de Missive, dd. Amsterdam 29 Mei 1775, van Bewindhebberen der ü. I. Comp., houdende hunne bezwaren over het gedrag der Engelsche bedienden sedert 1771 op de kust van Coro-inandei en op Ceylon 'y alsmede resolutie dat gedeputeerden ter Generaliteit zich mogen con-l'oriiieren met dat rapport. Res. Ihtll. 21 Julij 1775, le dr. 593. — Rapport van de genomen resolutie ter Generaliteit op 26 Julij 17/5. Aid. 18 Aug. 1775, le dr. 712. 10972. Tekst der oorlogsverklaring van dea koning van Groot-Brittannië tegen de Nederlanden, dd. 20 Dec. 17S0, waarin ook voorkomen zijne grieven t egen ons in dc üost-Imlicn. N. Noderl. Jaarb. XVI. 1781. 1.10. 10973. Missive, dd. Parijs 31 Dec. 1780, van den JSicderl. Ambassadeur, Lcstcvenon van Bcrkenroode, tot berigt zijner gegeven communicatie aan den gouverneur van de Kaap de Goede Hoop, wegens denontstancn oorlog tussehen Engeland en de Republiek. Res. Uoll. 17 Januarij 1781, I, te dr. 78 10971. Aanbod van Frankrijk aan de Nederl. Republiek, van de gelegenheid om de oorlogsverklaring van GrooL-Brittannië tegen de Republiek, aan de Kaap de Goede Hoop bekend te maken; welk aanbod is aangenomen. Jan. 1781. N. Nederl. Jaarb, XVI. 1781. 1. 52. 10975. Bijzonderheden dd. Januarij 1781 nopens het nemen door de Engelschen van het, ü 1. C. schip quot;de vrouw Kaiharina Wil-helmina', schipper P. van Prooijen, van Rotterdam naar jiatavia gedestineerd. Maandel. ■ Nett. Mercurius, 4, 17bl. i5. - Klagten hierover. Fost. N. Rhijn, 1. 1781. 4.i. — : Vernaai, dd. Nov. 1781, van het nemen van eenige Hollandsche O. 1. C. schepen door de ) lingelschcn, naar Engelsche en Nederlandsche |
*
57
berigten. Maandel. Ned. Mercurius, LI. 1781. 193. — Missive van Lubbert Dromer over dit verhaal, 1'ost N. Rhijn, I. 1781. 215. 10976. Besluit der O. I. Maatschappij, op 17 Febr. 1781 genomen, om eenc coin-missie naar Eraukrijk te zonden, tot het verkrijgen van hulp van Fransohe oorlogsciie-pen, voor de beveiliging van de tehuisko-mende ü. I. sehopen. Benoeming der commissie, haar vertrek naar Parijs, en verdere maatregelen te nemen, wanneer het verzoek wordt toegestaan. JV. Nedc.rl. Jaarb. XVI. 17S1. 1. 437; 4. 2193. — Resultaten van do demarches dezer commissie. Aid. 4. 2255. 10977. Bijzonderheden nopens de krijgsgevangenschap van de officieren eu adelborsten van het Engelsch Oost-Indisch retourschip »De tieneraal Barker,quot; hij Noordwijk gestrand. N. Nederl. Jaurb. XVI. 1781. 1. 444, (567. — Ontslag uit hunne gevangenschap, en toelegcing van reisgeld. Aid. 2. 782. 10978. Bijzonderheden nopens het bc-magtigen aan de Kaap de Goede Hoop van het Engelsehe snaauwtje //the lïetsyquot; door Eransche sloepen; overgave van dit scheepje aan het Hollandseh gouvernement, wijze van uitrusting en in dienst stelling, onder den naam van //de Postillon,quot; Maart 1781. A'. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1312. Maondel. Ned. Mercurius, XIIl. 1782. 69. 10979. Tijding aan de Kaap de Goede Hoop op 29 Maart 1781 van de oorlogsdeclaratie van Engeland aan de Nederlamlsche Republiek, eu van het voornemen van den Engelschen kommandeur Johnstone tot be-magtiging van de Kaap. Slaand I. Ned. Mercuries, Lil. 1782. 6S N. Nederl. Jaarb. XVJI. I/Si. 2. 1312. — Opmerkingen over dit voornemen van Johnstone. iV,/1!%'«, I. 1781. 20. — Berigten nopens de daarop gevolgde vijandelijkheden. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1783. 2. 1312, 1313, 1315, 1317, 1319. Maandel. Ned. Mercurius,LUI. 1782.69. 10980. Missive, dd. Cndix 8 Mei 1781, van den Nederl. Consul Nagel, over het arrivement onder Eransch convooi van het Ned. O. L rctonrsehip //De vrouwe Antlio-netta Conrardina,quot; schipper C. Ph. Hoek, van Batavia, alsmede verzoek om instnictie met opzigt lot do Engelsehe goederen aan boord der O. I. schepen, zulks naar aanleiding der |
Missive, dd. Cadix 1 Mei 1781, van den Eranschen consul do Mongelas hierover. lies. Holl. 8 Junij 1781, I, le dr. 680. — Missive, dd. Madrid 5 Julij 1781, van den Ned. ext-ra-ordinaris Euvoyé en Plenipoten-tiaris aan het Hof van Spanje, van Rechte-ren, over de vrijstelling te Cadix van de Engelsehe passagiers Thomas Lewin, c. s. op de Hollandsche O. I. retourschepen. Aid. 27 Julij 1681, II le dr. 891. 10981. Tijding te Batavia op 10 Junij 17Si, dat door de kroon van Engeland een oorlogsdcclaratie togen den Staat der Ver-cenigde Nederlanden te Londen zou gepubliceerd zijn. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. )2S9. — Idem op 12 Junij 1781.il/aönrfe/. Ned. Mercurius, LUI. 1782. 41. 10982. Aankomst aan de Kaap de Goede Hoop in Junij 1781 vanhetEranselioesquader onder bevel van de Suffren, met hulptroepen en berigten nopens zijne ontmoetingen met Engelsehe schepen. Ar. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1313. Maandel. Ned. Mercurius, LUI. 1782, 6'J. — Beschouwingen over deze Eransche bezetting. Post N. Rhijn, II. 1782. 480. 10983. Tijding te Batavia in Julij 1781 van do vredebreuk mot Engeland. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 1. 420. 10981. Nadere tijding tc Batavia op 6 Julij 1781 nopens do oorlogsverklaring van Engeland aan onze Republiek, en nopens de daarop gevolgde vijandelijkheden. ÏV. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1291. Maandel. Ned. Mercurius, LIL 1782. 60. 10985. Opgave dor rctourscbepon in de Saldanha-Baai door de Engelschen genomen in Julij 1781; met bijzonderheden nopens het gedrag van den kapitein van Gennip op zijn schip Middelburg. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2 1314. 1317. Maandel. Ned. Mercurius, LUI. 1782.69. — Beschouwingen hierover. Post N. Rhijn, H. 1782. 714. 10986. Berigt, dd. Batavia 17 Julij 1781, der tijding aldaar van den oorlog met Engeland, de genomen maatregelen tot defensie, en do gunstige gezindheid der Inlanders en Chinezen op Java. Maandel. Ned. Mercurius, LIL 1782. 71. 10987. Aankomst te Batavia van liet Hollandsche parlikulier scheepje Concordia, van Mauritius mot ecu kommissie en brief |
8
i
58
van den Gouverneur en Intendant van dat eiland, en bepaald, dat de te Batavia gearriveerde agent en correspondent des konings van Frankrijk, Mr. Vallyn, gedurende den oorlog in die qualiteit zal worden erkend, onder toevoeging van den rang en bet, hon-neur voor kapiteins vun 's konings scliepen bepaald. Batavia, Julij 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1296. 10988. Vertrek op 6 Sept. 1781 van het Fransehe esquader onder de Suffren van de Kaap dc Goede Hoop naar het eiland Mauritius. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1314. ilaandel. Ned. Mercurius, LIU. 17S2. 103. 10989. Voornemen van den Engelschen kommandeur Johnstone, tot bemagtiging van de Kaap de Goede Hoop, mislukt door de tussehenkoinst van het Fransch esquader onder bevel van den Graaf de Sull'ren. jV. Nederl. Jaarb. XVI. 1781. 4.. 1988, 1990, 2255. 10990. Bevel aan den Vice Admiraal van By landt om don Engelseben bevelbebbcr Johnstone, die met de genomen Hollandschc O. I schepen zeilde, te onderscheppen. N. Ned. Jaarb. XVI. 1781. 4. 2259. J0991. Brief, dd. 2 Nov. 1781, van S. ter aantooning van de onvourzigtigbeid om de Kaap dc Goede Hoop, tot dekking tegen de Engelseben, door een Fransch esquader te laten bezetten. O. Ned. Patriot, 11.1782. 292, 391. 10092. Berigt tc Batavia van do overgave in November 1781 van het Gouvernement Nagapatnam aan de Engelschen. N. Nederl. Jaarh. XVIII. 1783. 3. 2011. 10993. Berigten van de Kaap de Goede Hoop, dd. 23 Nov. 1781, wegens bet ontvangen op Ceylon en Naganatnain van de tijding der vredebreuk met Engeland, vóór dat de Engelschen aldaar die hebben gekregen, en aantooning van de hierdoor ontkomen gevaren of schade. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 1. 422. 10994. Bijzonderheden nopens het tijdig berigt op Ceylon van den oorlog met Engeland. Maandel. Ned. Mercuries, LIL 1782. 122, 217. |
10995. Brieven, dd. 23 en 24 Nov. 1781, van de Kaap de Goede Hoop, inhoudende bijzonderheden nopens den zeer goeden staat van tegenweer aldaar tegen dc Engelsehen. Maan del. Ned. Mercurius, LIL 1782. 121. 1099C. Berigt te Batavia, dat op 5 Deo. 1781, dc gearmeerde schepen Groenend aal en Canaan een schuit van een Engclseh schip, 't welk voor Trinconomalc lag, hadden genomen. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 2011. 10997. Verhaal der krijgsgevangenschap van de doehtcr van den fiscaal Boers onder de Engelschen. Anno 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1317. Maandel, Ned. Mercurius, LU. 1782. 105. 10998. Uittreksels uit ollieicle bescheiden door W. L. Hitter gemaakt, betreiïendc de Engelsche occupatie van Sumatra's westkust van 1781—1782. Medegedeeld door E. Francis. Ttfds. Ind. T. L. V.-kunde. V. i\'. S. II. 1850. 52. Francis, Levensloop. III. Bat. 1860. 137. lOO'.lO. Berigten te Batavia nopens de inname op ]J Jan. 1782 van Trinconomalc door de Engelsehen. N. Nederl. Jaarh. X Vil 1. 1783. 3. 2013. UOCO. Tijding in October 1781 en in January I78Ü aan de Kaap dc Goede Houp van dc bloquade van Nagapatnam door de Engelschen onder bevel van Hughes. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1314, 1315. Maandel, Ned. Mercurius, LUI. 1782. 103. 11001. Berigt tc Batavia, in Jan. 1782, dat het fort te Pera door den conimandant Meijer, zonder tegenstand, aan de Engelschen was overgegeven. N. Nederl. Jaarb. XVT11 1783. 3. 2011. 11002 Berigt te Batavia, in Jan. 1782, dat het Engelsche schip//the Activequot; het voor Ceylon uitkomende schip /-de Held Wolte-madequot; genomen en te Madras opgebragt had. N. Nederl. Jaarb. XV11I. 178ó. 3. 2011. 11003. Brief, dd. 15 Jan. 1782, uit de baai van Trinconomalc, van den Engelschen quot;Vice Adm. E. Hughes aan den heer Stephens, Seer, der Admiraliteit in Engeland, inhoudende het verhaal van de verovering van dc Hollandschc bezittingen van IS aga-patnam op dc kust, vau Coromandel, en van Trineononiale op Ceylon. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 1. 676. Maandel. Ned. Mercurius, LIL 1782. 245; LUI. J782. 78. |
59
11004. Verhindering door de Fransclien van het nomen door de, Engelsehen van ver-scbcideno Nederlandsehe etablissementen in O. Indiö. lierigt van ïebr. N. iVederl. Jaarh. XVII. 17S3. 1. 1GG. 11005. Tijding te Batavia op 15 Eebr. 1782, van de zamenstelling en sterkte eoner Fransche vloot, welke op 7 Deo. 1781 van Mauritius naar de Westkust van Indiö is vertrokken, N. Nederl. Jaarh. XV1IL 1783. 3. 2011. 11000. Berigten, dd. Maart 1782, aan de Kaap de Goede Hoop van de pogingen tot vermeestering van Nagapatnara door den Engelsehen Admiraal Hnglies; alsmede wensoh om de tusschenkomst van den l'ransoheu bevelhebber de Suffren. N. Nederl. Jaarh. XVII. '1782. 2. 1319. Maandel. Ned. Mer-curius, Ll II. 17t)2. 139. 11007. lierigten nopens do verovering door het Franseh esqnader onder bevel van d'Orves en do Suflren van het eiland van Bombay. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1018. 11008. Aankomst in April 1782 aan de Kaap de Goede Hoop van het Fransche esquador onder bevel van de Bussy, benevens een aantal gewapende vaartuigeu en transportschepen. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1017. 11009. Verovering door het Fransche esquader onder de BuSsy van het Portuge-sclie vaartuig Porto Covigno met krijgsbehoeften voor de Engelsche Ü. I. Corap. te Madras. N, Nederl. Jaarh, XVII. 1782. 2. 1018. 11010. Berigt op 7 April 1782 aan de Kaap de Goede Hoop van de overgave van Nagapatnam aan de Engelsehen. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1322. Maandel. Ned. Mercurius, LUI. 1782. 141. 11011. Verovering door de Engelsehen van de Hollandsche bezitting van Nagapatnam op de kust van Coromandel. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 1. 500. 11012. Verhaal aan de Kaap de Goede Hoop op 7 April 1782, van de krijgslist waardoor Trinconoinalc door de Engelsehen zou bemagtigd zijn. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1322. Maandel. Ned. Mercurius, LUI. 1782. 141. |
11013. Berigten te Batavia op 20 Mei 1782 van Malakka van het nemen onder het fort lliouw van het Engelsclie schip «the Ci-eilequot; door het ten oorlog geëquipeerde schip //Marsquot; met den Franschen kaper //La St. Thurèsequot; op 4 Maart 1782. N. Nederl. Jaarh. XVIII. 1783. 3 ^013. — Aankomst van dit genomen Engelsche scheepje te Batavia op 14 Junij 1782. Aid. 2015. 11014. Tijding van de Kaap de Goede Hoop, dd. 21 Mei 1782, van de overgave aan de Engelsehen van Suratte, Bengalen, Nagapatnam en Padang, met vermelding van eenige der overeengekomen voorwaarden. Maandel. Ned. Mercurius, LUI. 1782. 165. — Tijding van de Kaap de Goede Hoop, dd. 28 October 1782, van de herovering door do Franschen van deze eonqueste. Maandel. Ned. Mercurius, LIV. 1783. 73. 11015. Berigt te Batavia op 24 Mei 1782, dat de gearmcerde schepen Groenen-daal en Canaan in 'svijands handen gevallen zijn. N. Nederl. Jaarh. XVIII. 1783. 3. 2013. 11016. Nieuwstijding van de kust van Coromandel. 1782. Verslag van de bewezen hulp der Fransclien en van de vijandelijkheden der Engelsehen. Batavia, Augustus 1783. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 1201. 11017. Bevestiging, dd. 25 Mei 1782, van het gerucht, dat de Fransche Ambassadeur aan H. ïï. Mog. eene memorie van klagten heeft aangeboden over den gouverneur van de Kaap de Goede Hoop, Pletten-berg, bijzonder wegens het niet inruimen van het fort aan de Fransche troepen. O. Ned. Patriot, III. 1782. 238.—• Beoordeeling, dd. 18 Mei 1782, van deze handeling. Aid. '207. 11018. Bedenkingen over het verblijf van de Fransche troepen aan de Kaap de Goede Hoop, en het voorzigtig en edelmoedig gedrag van den heer W. C. Boers, ten dien opzichte, met den brief, dd. Versailles 20 Mei 1782, over hem en zijne verdiensten, van den Marquis de Castries. Fol. Roll. Ned. Vert. I. 97, 109. 11019. üpgave der redenen, waardoor Johnstone afgezien zou hebben van zijn voornemen om de Kaap de Goede Hoop te attaqueren. N.Nederl. Jaarh. Wil. 1782. 2. 1318. Maandel. Ned. Mercurius, L1II. 1782. 106. 11020. Brief, dd. Wormer 4 Julij 1782, |
8*
60
van //Een ouderwetsoh Noord-Hollanderquot; o. a. ter veroordeeling van het particuliere gezantschap van de ü. I. Comp, naar het hof van Frankrijk, en van de daarop gevolgde i'ransche bezetting vau de Kaap de Goede Hoop. O. Ned, Patriot, IV. 178'i. 3S0. 11021. Nieuwstijding van Ceilon van 31 Januarij tot 3 Junij 1782. Verslag van de bewezen hulp der Eransehen, en van de vijandelijkheden der Engelschen, Batavia Aug. 1783. N. Neder!. Janrb. XIX. 1781.. 1.1198. 11022. Brieven uit Bombay, dd. 21 Sept. en 29 Oct. 1782, inhoudende mededeclingen betreffende het verblijf der Fransehe vloot, onder de Suffren op de hoogte van Trineo-nomale, en de gevechten op 6 Julij en 3 Sept. 1782 met de Engelsohcn onder Sir Hughes aldaar. Maandel. Ned. Mercurius, LIV. 1783. 141. 11023. Overwinning door het Franseh csquader onder bevel van d'Orvcs cn de Suffren in de Baai van Trinconomale op het Engelscli esquader onder bevel van den Adm. Hughes. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1018. 11024. Overwinningen in de Oost-Indi™ van den Eranschen vlootvoogd de Suffren op den Engelselien Admiraal Hughes. A'. Nederl. Jaarb. XVIII. 17S3. 1. 83. 140,500. 11025. Tijding te Batavia op 17 Nov. 1782, dat ïrinconomalc en Oostenburg door de Eransche vloot was heroverd cn dat de Engelschen zich op discretie hadden overgegeven. N. Nederl. Jaarb. XIX. J784. 1. 1177. 11026. Berigten nopens het hernemen van Trinconomale door de Franschen onder de Suffren op de Engelschen, onder Edward Hughes. N, Nederl. Jaarb. XVIXI. 1783. 1. 203 440, 500, en 3. 1046. Maandel. Ned. Mercurius, Lil. 1782. 253. 11027. Tekst van het antwoord, dd. 2 December 1782, van den Graaf de Vergen-nes aan onze gezanten op hunne Memorie, dat de koning van Frankrijk geliefde te beloven de teruggave der koloniën van do He-publiek, welke door dc Eransche wapenen op den gemeenen vijand veroverd zijn. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 1. 60. 11028. Mcdedeelingen en opmerkingen over het verlies van vele Nederlandsclie o ;-zittingen in Oost-Indië. Staatsman, V. 1782. Ie st. 309. |
11029. Aankomst te Batavia op 13 Dec. 1783 met het cartel-schip Concordia van Madras, van de krijgsgevangenen door de Engelschen te Nagapatnam, Paliacatta, Sa-draspatnam, Trinconomale en het fort Oostenburg, enz., en mededeeling van de beschikkingen omtrent ben genomen. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1.1179, 1181,1182, 1185. 11030 Antwoord, dd. Parijs 31 Dee-1782, van den Engelschen gezant Allcyne Fitz Herbert, op de Memorie, dd. 6 Dec. 1782, van onze gezanten, inhoudende de voorslagen van de Hepubliek tot een vrede cn vergelijk met Groot-Brittannië. N. Nederl. Jaarb. XV11I. 1783. 1. 08. — Wederantwoord, dd. Parijs ö Jan. 1783, van onze gezanten. Aid. 71. 11031. Brief van Batavus Sincerus, wegens deszelfs droom over onze Bezittingen in Oost-Indicn, ontmoeting van een Bramin, en gesprek met denzelven. Naar aanleiding der onderhandeling over den aanstaanden vrede. Pol. Krui/er, 1. 1783. 271. 11032. Voorloopige voorwaarden van vrede tusschen Groot-Brittannië ter eenre en Frankrijk en Spanje ter anderer zijde, den 20 Jan. 1783 getcekend, o. a. dat door Engeland aan Frankrijk worde terug gegeven Pondichery in de Oost Indiön, met 150 dorpen of vlekken daar omstreeks; alsmede dat Engeland aan de Staten Generaal teruggeeft al de bezittingen aan de Republiek ontnomen, uitgezonderd Nagapatnam. Ar. Aederl. Jaarb. XVIII. 1783. 1. 54 en 75. 11033. Praeliminaire artikelen van vrede tusschen dc koningen van Frankrijk en Groot-Brittannië, dd. Versailles den 20 Jan. 1783. N. Nederl. Jaarb.XNUl. 1783.1. 184. U034. Tijding dat Engeland wel van Trinconomale wil afzien, maar in de plaats daarvan volstrekt Nagapatnam wil behouden. Jan. en Febr. 1783. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 1. 88, 203. 11035. Aanmerkingen op de vredesonderhandeling tusschen Engeland en de Ver-ecnigde Nederlanden, Betreft de concessies aan Engeland. Pol. Holl. Ned. Verl. 1. 17, 49. llOiü. Memorie van eonsideratiën over de vorderingen van de kroon van Engeland, ten opzigte der Nederlandsehe Oost-Indische Maatschappij door de Vergadering van XVII |
61
der O. I. Cotnp. dezer landen, den 14 l'ebr. J 783, aan H. H. Mog. overgeleverd, get.ee-kend V. W. Boers. Pol. Kmyer, 1.17Slt;5 303. 1 i 037. Opgave der eischen van Engeland ten nadeele van de Ned. 0.1.Maalseliappij. N. Nederl. Jaorh. XVIII. 1783. 1. 203. — Bijzonderheden nopens de Vergadering van XVII te 'sHage gehouden op .. . February 1783, betreilende deze eischen. Aid. 204. 11038. Sur l'Elat. politique de la Compagnie des ludes-ürientalcs, contenant la réponse aux questions stir la eonquête de Trinquomale, et des explications sur le Mé-moire remis aux Etats üeneraux le 2 Ec-vrier par les Direeteuis de la Compagnie, (betreffende deze eisehen). Pol. Hollandais, V. 1783, 12Ö. 15G. — Lettre de M. M. de Berckenrode et Brantsen, avec des inflexions, sur les pretentions et les demandes des Anglais dans l'Inde. Hierbij de tekst van bovengenoemde Memorie, dd. 12 Eebr. 1783. Aid. 101, 174, 177. — Sur les affaires de la paciücation et de la Compagnie des Indes Orientates. Vervolg op dezo beschouwingen. Md. 317, 321. 11039. Bijzonderheden nopens de vergadering op 21 Eebruarij 1783 van de Staten van Holland en West-Ériesland over de En-gclselio eischen ten nadeele van de Ned. O. I. Maatschappij. N. NederL. /anrb. XVlll, 1783. i. 205. — Memorie van H. H. XVII van consideration, over de vorderingen van de kroon van Engeland. Aid. 244. — Ook medegedeeld in Pol. llollandais, V, 1783. 174, 177, en in Maandel. Ned. Mercurius, LIV. 1783. 217, 247; LV. 1783. 10. — Bijzonderheden nopens dc zamenstelling en werkzaamheden der commissie van rapporteurs benoemd door H. H. M. Maandel. Ned. Mercurius, LV. 1783. 16. 11040. Betoog voor de noodzakelijkheid om de oorzaken der ongelukken van den tegen-woordigen oorlog op te sporen. Met het oog op de verleende Eransche bescherming door de Suftrcn. Pol. Roll. Ned. Vert. I. 68. — Tafereel der gewigtigste gebeurtenissen van 1783 benevens aanmerkingen op eene verbindtenis tusschen Erankrijk ende Staten Generaal der Vereenigde Mederlanden. Vervolg van voorgaand betoog. Aid. 161, J77. 11041. Brief, dd. Parijs, 15 Maart 1783, van de gezanten der Nederl. Republiek aan het Hof 'van Erankrijk over de vredesonderhandelingen. N. Nederl. Juarh. XVIII. 17S3. I. 407, 414. |
11042. Brief van L. Coccejus, over de onbillijke eischen van Engeland, en 't gebruik van cordate middelen van onze zijde tot weigering van dezelve. Over Nagapatnam, en dc vrije vaart op de Oost. Pol. Kruijer, I. 1783. 385. — Missives, dd. 22 Maart 1783 enz., van //Een vrijen heer in Nederlandquot;; en antwoord hierop. Over hetzelfde onderwerp. Post N. lihijn, III. 1783. 1227,1240. 11(143. Sur la pacification actuelle entre la République et rAngieterre. Lettre ii TAn-teur du Politique Hollandais, ce 7 Avril 1783. Met het oog op deze herneming. Pol. Holl. V. 1783. 127. 11044. Brief van den Markgraaf dc Castries aan Mr. J. van Plet.tcnberg, gouv. en dir. van de Kaap de Goede Hoop, dd. Versailles, 21- April 1783, inlioudende lofspraken over zijn gedrag, genomen maatregelen, enz., alsmede verontschuldiging over de door hem ondervonden mocijclijkheden van de zijde der Eransche autoriteiten. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 573. 11015. De vredesonderhandelingen worden zeer vertraagd door de weigering van Engeland van de teruggave van Nagapatnam. N. Nederl. Jaarh. XVIII. 1783. 1. 410. 11040. De hertog van Manchester, En-gelsch afgezant te Parijs, blijft onverzettelijk aandringen, dat Nagapatnam aan de Engel-schen moet afgestaan worden. Junij 1783. N. Nederl. Jaarh. XVIII. 1783. 2. 1042. 11047. Mcdedeelingen betreffende de vruchtclooze pogingen om het hof van Groot-Brittanniö over te lialen om van Nagapatnam af te zien. Junij 1783. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 2. 1071. — Idem betreffende de zending van Tor ann het Hof vanGroot-Brittannio. Junij 1783. Aid. 3. 1518. 11048. Conferentie van den heer Beren-ger, belast, met de zaken van het Erankfor-ter Hof, met Bewindhebberen van de O. I. Maatschappij over zaken rakende de Kaap de Goede Hoop Junij 1783. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 2. 1030. 11049. Mededeeling en beoordeeling van: a. den brief, dd. 's Hage, 10 Junij 1783, van de Berenger, belast met de zaken van het Eransche Hof, aan Elias, Bewindhebber der |
62
O. I. Comp. en President ter vergadering van XVII, inhoudende verzoek om inlichtingen nopens liet ontslag van W. C. Boers, als fiscaal aan do Kaap de Goede Hoop, als ook aanbeveling vau hem voor een belooning; b. den brief, dd. 15 Junij 1783, van Elias aan de Berenger, en antwoord hierop. Pol. Uolt. Ned. Vert. I. 44, 17. Zie G7. 11050. Inhoudsopgave der artikelen van vredespraeliminairen met Engeland, zooals die te Batavia op 15 Julij 1783 zijn bekend go-worden. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1783. 1. 1196. — Berigt tc Batavia op 3 Aug. 1783 nopens hunne teekening. Aid. 1197. 11051. Sur les affaires de la Compagnie des Indes ürientales, la situation presente de la Rcpublique relativement a la paix, el sur les dangers qu'elle court ii eet égard., dd. 21 Julij 1783. Pol. Hollandais, V. 1783. 3(i^, 369. 11052. Gerucht nopens een gezantschap naar Engeland. Augustus i783. A. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 2. 1377. 11053. Brief van onze gezanten te Parijs aan den griffier Fagel gezonden, 13 Aug. 1783, wegens de vredesonderhandelingen. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 2. 1364. — Ontwerp der voorloopige vredesartikelen, tus-sehen den koning vau Engeland en de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Aid. 1372. 11054. Extrait d'une lettre d'Amsterdam, insérée dans la Gazette de Zuid-Hollando du 22 Aoüt 17o3, sur les conditions de la paix, liétrissantes pour la Kepublique, et onércuses a la Compagnie des Indcs. Pol. Rollandais, VI. 1784. 29. 11055 Brief van onze gezanten te Parijs aan den Griffier Fagel, dd. Parijs, 25 Aug. 1783, inhoudende dc tijding dat volstrekt den 3 September de vrede tusschen dc andere Mogendheden zou geteekend worden. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3.1525. —Besluit dd. 28 Aug. 1783, van toetreding tot den vrede, door de Algemcene Staten genomen. Aid. 1527. — Nader besluit, den 28 Aug. 1783, des avonds om 8 uren, van toetreding tot den vrede, door dc Algemcene Staten genomen. Aid. 1529. —Voorstel van Zeeland in de vergadering der Algcmeene Staten om een gezant naar Engeland te zenden ten einde daar voordeeliger bedingen te kunnen verkrijgen. Aid. 1529. — Verslag van de Hol- i |
landsche gezanten, dd. Parijs, 3 Sept. 1785, van dc teekening van den vrede te Parijs. Ali. 1534. — Voorloopige vredesvoorwaarden tusschen Groot-Brittannie en don Staat, dd. Parijs, 2 Sept. 1783. Pransche tekst met Nederduitsehe vertaling. Aid. ] 539. — llati-ficatie van tic vredesvoorwaarden van H. H. Mogenden, Sept. 1783. Aid. 1551. 11056. Voorwaarden van vrede met Groot-Brittannië, door de Algemcene Staten in hare vergadering van 28 Aus. 1783 aimtrenomen. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783, 2.1378,— Besluit van do Stal,en van Friesland, dd, 25 Aug. 1783, nopens deze vredesvoorwaarden. Aid, 1379. — Verhaal, dd. Sept. 1783, van etniigc bijzondere gebeurtenissen, in den loop der onderhandelingen tc Parijs gehouden. Aid. 3. 1514. — Aanbieding aan Engeland van de Ned O. I. Conip.-ctablisscmcnten op de westkust van Sumatra en Suratte tot remplacement van Negapatuam. Aid. 1515. — Weigering van dit aanbod, Aid. 1516. 11057. Extrait d'une lettre de Paris du 29 Aout 1783. Verslag der gehouden verhandelingen, dienende ter veroordeeling van de houding van Engeland in deze. Pol. Hol-landais, VI. 1784, iüS, 128. 11058. Traité définitif de paix et d'ami-tié entre S. M, Britannique et S, M. Tres Chrétienne, signé a Versailles, le 3 Septembre 1783, Pol. Hollandais, VI. 1784. 190, 207. 11059. Advies van de stad Zicrikzee ter vergadering der Staten van Zeeland, den 18 Sept. 1783 ingeleverd, nopens de praelimi-nairen van vrede mot Engeland, enz. N. Nederl. Jaarb. XVIH, 1783, 3, 1727, — Besluit hierop bij de Staten van Zeeland den 22 Sept. 1783 genomen, en den 29 daaraanvolgende ter vergadering der Algcmeene Staten ingeleverd. Aid. 1733. 11060. Advies van Jhr. I), van der Ca-pellen tot den Poll, dd, 20 Sept. 1783, over de ratificatie der praeliminairen, N, Nederl. Jaarb. XVIII 1783, 3, 1634, — Sur les conditions de la paix, Mededeeling, met toelichting van den tekst van dit advies. Pol. Hollandais, VI. 1784, 141, 11061. Brief van onze gezanten uit Parijs, dd, 29 Sept. 1783, wegens de rutilieatie van dc pracliminaire vredesartikelen, alsmede wegens dc wijze van restitutie van Trinco-nomale. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 1682. |
63
110(12. Beschouwingen uver den afstand van Nagajjatnam aan Engeland, ook met het oog op de belangen van rrankrijk. Sept. 17S3. N. Neder!. Jactrb. XVIII. 1783. 3. 15.H2, — Idem door //Een vrij heer in Nederland,quot; tevens betoog voor een nader ver-boud met Erankrijk. Post N. Rhijn, IV. 1784. 318. 11063. Lcttre écrite do Paris le 3 Oct. a l'Auleur du Politique Hollandais. Betreffende de ratificatie der praoliminairen, met liet oog op dc concessies aan Engeland. Fol. Hollandais, VI. 1784. 151. 11004. Verklaring van den graaf de Ver-gennes aan onze gezanten uit naam van den koning van Erankrijk betreffende de Icrug-gave aan de Republiek van alle de bezittingen, welke 's konings krljgsmagt voor de Ilepubliek of heroverd of bewaard had; en verzoek van het beramen der noodige schikkingen voor die teruggave. Ootobcrl783. N. Nederl. Jaarh. XV1I1. 1783. 3. 1682. 11065. Memorie, dd.'s Hage, den 22 Oct. 1783, van wege bet Eranscho hof door den heer Berenger aan de heeren Algemeene Staten, betreffende de leruggave aan de Republiek van alle dc bezittingen, welke 's konings krijgsmacht voor dc Republiek of heroverd of bewaard had. N. Nederl. Jaarh. XVlIl. 1783. 3. 1084. — Mededeeling met toelichting van den tekst derzelfde memorie. Poll. IIoil. Ned. Vert. 1. 37. — Besluit van H. H. Mogenden tot dankbetuiging door den sriifier Engel aan den heer Berenger. October 1783. N. Nederl. Jaarh. XV111 1783. 3. 1685. — Antwoord van don heer Berenger hierop. November 1783. Aid. 1868. 11006. Nader besluit, dd. 20 Oct. 1783, van H. H. Mogenden dc Ileereu Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, van dankbetuiging aan het Eranscho hof. N. Nederl. Jaarh. XVIII. 1783. 3. 1869 en 1872. 11007. Bevelen door de Algemeene Staten aan de bestierders der O. ]. Maatschappij tot het maken van dc noodige schikkingen tot overname van do bezittingen welke of nog door Eranscho krijgsmacht bezet of in handen van Groot-Brittannió zijn. Oct. l783.iV. iVc-derl. Jaarh. XVIll. 1783. 3. 1707. |
110G8. Extract uit hel register der resolution van H. H. M. do hceren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, dd. 3 Nov. 1783, inhoudende den brief van dc gezanten der Republiek aan het hof van Erankrijk, dd. 20 Oct. 1783, rakende de arrenge-mentcn tot restitutie van ïrinconomale, enz. ;V. Ned. Jaarh. XVIll. 1783. 3. 1874. — Brief van onze gezanten tc Parijs, dd. 23 Nov. 1783, nopens de volledige vrede; wegens een equivalent voor den afstand van Nega-patnam en de onderhoorigheden van dien; en wegens den eisch, dat men van de zijde van Engeland dc commercie der Uollandschc Indische Maatschappij, te Bengalen en in cenige andere dcclen der Indiiin, niet zou belemmeren; enz. Aid. 2051. — Praeadvys, dd. 0 Dee. 1783, hierop van de Staten vanllol-land en Westfriesland. Aid. XVIII. 1783. 3. 2054 — Tekst van het rapport, dd. 5 Dcc. 1783, hierop van do Staten van Holland en Westfriesland. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 119. — Tekst van het besluit der Algemeene Staten, dd. 14 Jan. 1784. Aid. 125. 111)09. Brief, dd. 14 Maart 1784 van onze gezanten aan het Eransehe hof aan de Algemeene Staten, ten geleide van een brief van don Engelschen commandeur King, waarin hij zich beklaagt aan de Lords Commissarissen van de Admiraliteit in Engeland over de behandeling van den Gouverneur van de Kaap de Goede Hoop, ten aanzien van zijn schip, waarmede hij op 9 Dee J783 was ten anker gekomen. AT. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 507. — Tekst van dezen brief van den commandeur King, dd. Kaap de Goede Hoop 15 Dee. 1783. Aid. 660. — Zending door de Algemeene Staten van deze beide brieven aan de Presidiale Kamer van de O. I. Maatschappij te Amsterdam om le dienen van berigt. Maart 1784. Aid. 571. -- Brief van een Engelsch officier van hot schip the Minorca, onder bevel van kap. Geil, dd. Kaap dc Goede Hoop 19 Dcc. 1783, inhoudende lofspraak op deze zelfde behandeling van den Gouverneur. Aid. 571. 1)070. Berigten van de Kaap de Goede Hooj) nopens het verblijf aldaar van twaalf Engclsche oorlogschepen onder den bevelhebber King. Amsterdam, April 1784. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. J. 809. 11071. Besluit van de Algemeene Staten tot het doen van een geschenk aanBailli de Suffim, thans Vioe-Admiraal van Erankrijk, voor zijne heldhaftige diensten in de Oost-Indicn aan de Republiek bewezen, en opgave, waarin dit geschenk zal bestaan. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 6b0. — Dc O. I. Maatschappij zal ook con kost,bare gift aan do Suffren aanbieden. April 1784. Aid. 680. — Tekst van het besluit, dd.? der O. |
64
I. Comp. ter Vergadering van XVII tot dezen gift, met opgave waaruit die zal bestaan. Maandel. Ned. Merourius, LVIII. 1705. 96. 11072. Berigten van de Kaap de Goede Hoop nopens de aankomst aldaar van het Fransch esquader onder bevel van de Suf-fren. Amsterdam April 17S4. N. Neikrl. Juarb. XIX. 1Ï9-4. 1. S()9. 11073. Bijzonderheden nopens het verblijf van Eransche troepen aan de Kaap de Goede Hoop. Maandel. Ned. Mercurim LXXXII1. 1803. 355. 11074. Ontvangst te Batavia op 11 Maart 17S4 van do preliminaire vredesartikelen, den 2 Sept. 1783 te Parijs gesloten. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 2. 1815. 11075. Zakelijke inbond der Missive, dd. 2(1 Maart 1784, van den Gouv. Gen. en Raden van Ked. Indiü aan Directeuren van de Ned, O. I. Comp., verzoekende verklaring en positivo orders wegens bet 5e en (ie Artieul der praelitninairen met Engeland te Parijs op 2 Sept. 1783. Manndel. Ned. Mercurius, XVI11. 1385. 104. 1107('). Inhoud van den brief, dd. Middelburg 2 Mei 1784, van do gecommitteerde Bewindhebbers en beeedigde Hoofdpartiei-panten van dc Alg. Nederl. O. I. Maatschappij, aan de Algemcene Staten over den al-lervreeslijksten slag, waarmede deze Maatschappij wordt bedreigd, ingevalle bet 4de eu (idc artikel der praeliminairen ook in bet volledig vredeverdrag gebragt worden, en antwoord van II. H. M. hierop. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 986. 11077. Brief, dd. 6 Mei 1784, van J. Voorzorg, omtrent de bepaling van bet 4« en 6e artikel der praeliminairen tot welzijn van dc ü. I. C. dezer landen. Explicatie, met het oog op bet sluiten van een definitief vredes-tractaat. Pol. Kruijer, III. 1784. 2011. 11078. Brief van onze gezanten, dd. Parijs 21 Moi 1781, wegens den vrede met Groot-Brittannië. N. JSIederl. Jaarh. .XIX. 1794. 1. 1095. — Traetaat van vrede, tussehen den koning van Groot-Brittannië en H. H. M. de Staten Generaal der Vereenigde Ncdor-tanden.quot; Gedaan te Parijs den 20 Mei 1784. Aid. 1098. |
van de Nederl. Ambassadeurs in Frankrijk Lestevenon van Berkcnroode en G. Brantsen over de communicatie van den Groot-Brit-tanniscben Minister Hailes, van het voorstel van den Eransehen Ambassadeur in Engeland, tot ecu evenredige reductie der zeemagt van de beide Mogendheden in de Indien; en om H. H. M. M. concurrentie tot dit voorstel. Res. Roll. 18 Junij 1784, II, le dr. 1222.— Tekst van bet rapport hierop. Aid. 20 Junij 1784, II, le dr, i 284. 3 Eeb. 1785. I, le dr. 351. lies. Uoll. Stuk. 1784 II. 441. 11080. Tijding nopens de teruggave aan Nederland van twee factorijen te Bengalen, alsmede Trinconomale en Oostenburg op Ceilon. Amsterdam, Julij 1734. N. Nederl. Juarb. XIX. 1784. 2. 1277. 11081. Ilcstitutie aan Frankrijk der kosten gemaakt voor de versterking van Trinconomale op Ceilon. Amsterdam, Julij 1784. N. Nederl. Jaarh. XIX. 178 K 2. 1277. 11083. Verslag van de geruchten nopens het vrijgeven van een Engelsch scheepje te Batavia, door den gouv. gen. van Ncd. lndi;;, bij de tijding aldaar van bet uitbreken van den oorlog met Engeland; alsmede aantoo-niug van de schade, welke daardoor aan de O. 1. Maatschappij zou zijn veroorzaakt; en verzoek om rectificatie van deze geruchten. Amsterdam, Aug. 1784. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. ü. 1394. 11083 Verslag van de aanbieding te Parijs aan den beer liailli de Suiï'rcn van het geschenk der Algcmeenc Staten voor zijne diensten in de Oost-lndiën aan de Republiek bewezen; alsmede beschrijving van dit ge-scheuk. Augustus 1784. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 2. 1393. 11084. Fransebe tekst der Memorie, dd. den Haag 21 Jan. 1785, van den Groot-Brittannischen extra-ordin. Envoyé, den Ridder Harris, aan dc Staten Gen. om te weten het getal en de sterkte van 's Lands oorlogschepen in dc Oost-Indien te houden, lies. Holl. 3 Fcbruarij J78;i, I. le dr. 351. — Tekst der resolutie hierop. Aid. 27 Aug. 1785, III, lo dr. 2280. — Antwoord, du. 12 Sept. J785, van de Algemeeue Staten op de Memorie dd. 2! Jan. 1785 van den En-gelscben gezant Harris omtrent de oorlogschepen. . Nederl. Jaarh. XX. 1785. 2, 1260. |
11079. Missive, dd. Parijs 9 Junij 1784,
11085. Missive, dd. Middelburg 20 April
65
1785, van H. H. XVIIn aan de Statei' 3en. verzoekende inlichtingen omtrent den zin van het 6e en 7e art. der Praeliminairen met Engeland op 2 Sept. 1783 to Parijs gesloten, betreffende de vrije vaart in de üost-lndiën, ten einde te kunnen beantwoorden de missive, dd. 20 Maart 1784, van den Gouv. Gen. en Raden van Ned. Indië over dit onderwerp. Bes. Holl. Sec. XV. 29Apriri785, 24. lies. Holl. Stuk. 17S5. i 1,708. — Extract-missive geschreven door den Gouv. Gen. en de Raden van Indien, wegens de geheele Nederlandsche geootroyeerde Oost-Indische Compagnie, aan de Vergadering van XVIIu, in dato 11 Junij 1784, waarbij zij nader aandrongen op de verlangde positive bevelen omtrent de aan de Engelschen toegestane vrije vaart in de Ü. I. zeeiin. lies. Holl. Sec. 25 Mei 1785. 34. — Missive, dd. Middelburg (i Mei 1785, van H. II. XVIIn, aan do Staten Generaal, tot toezending van bovengenoemde //Extract-missive.quot; Aid. XV. 25 Mei 1785, 33. — Rapport van II. H. Mogende Gedeputeerden tot de zaken van de zee op bovengaande Missive, uitgebracht op 23 Mei 1785 ter Generaliteit. Aid. 35. 11086. Rapport ter vergadering der Al-gemeene Staten op 23 Mei 1785 nopens de bedenkingen en vragen der O. I. Maatschappij, omtrent de uitgestrektheid van het 5e en Ce Artikel der Praeliminairen betreffende de vrije vaart in de Oost-Indien. N. Nederl. Jaarb. XX. 1785. 1. 754. — Antwoord, dd. 1 Nov. 1785, van de Bewindhebberen omtrent het 6e Artikel. Aid. 2, 1535. 11087. Aanteekening, door J. Boekles van Waarburg, dd. 10 Dec. 1785, van het zeker verlies voor de Nederl. geoetroijeerde 0. 1, C. in den oorlog ten onrechte Neerland aangedaan, door het schraapzuchtig en bedrieglijk Engeland, 1780 en later, wegens bijzondere goederen op de veroverde plaatsen als ook het verlies der schepen. Fr. Patriot 1. 1786. 115. 11088. Bijzonderheden nopens het besluit ter vergadering van H. H. XVIIn genomen, tot het schrijven van een brief van dankbetuiging aan den Engelschen Minister Pitt, voor zijne diensten ten behoeve der manschappen van het O. I. Comp. schip Voorburg, in de baai van Darmouth; en kennisgeving hiervan aan H. H. Mog. Amsterdam Mei 1786. N. Nederl. Jaarb. XXI. 1786. I. 400. |
11089. Brief, dd. 19 Nov. 1786, van D. W. Patriot, over het waardig gedrag van de slaafsche bewoners onzer Koloniën, boven dat van vele Nederlanders. Betreft de verdediging van de Kaap de Goede Hoop, in den jongsten oorlog met Engeland. Pol. Krui-jer. VIII. 1787. 407. 11090. Overzigt van het verschil met Engeland over de wijze van regtspieging der muitelingen onder de Luxemburgsehe troepen op het O. I. Comp. schip Barbesteyn, en over de weigering van Engeland tot uitlevering der misdadigers. 'sGravenhage Dec. 1786. N. Nederl. Jaarb. XXI. 1780. 2.1519,1565.— Weigering van Engeland tot uitlevering der muitelingen, ook aan het verzoek van 's Lands fregat Enkhuizen, kapitein Bloys van Treslong, de kotter dc Mercuar, kapitein Allier en de Salamander, kapitein Cambie;, in Uuins liggende, Amsterdam Jan, 1787. Aid. XXII. 1787. 1. 74. — Brief, dd. 0 Maart 178'/, van Lord Sidney, ter kennisgeving van de bewilligde overlevering, en van dc daartoe gegeven bevelen, der muitelingen van het O. I. Comp. schip Barbesteyn. Aid. 471. — De muitelingen zijn nog niet aan de Staten van Zeeland overgegeven in Middelburg, April 1787. Aid. 823. — Overlevering der muitelingen door Engeland. Aid. XX.III. 1788. 1. 107. 11091. Dankbetuiging van wegc Engeland aan den Gouv. Gen. v. N. L, W. A. Alting, voor de bejegening van den kapitein Bligh en cenige manschappen van het schip the Bounty, in 1787. N. Nederl. Jaarb. XXV. 1790. I. 225, 228. 11092. Verdrag van verdedigende ver-bindtenisse, tusschcn den Koning van Groot-Brittannië en H. H. M. de Staten Generaal der Vcreenigde Nederlanden, dd. 'silage 15 April 178y. Art. VI- en XI regelende het wederzijdsch belang en veiligheid der beide contraeteerende partijen in de Indiën. N. Nederl. Jaarb. XXIII. 1788. 1.787. — Memorie van wege het Eransche Hof door CaiU lard aan de Algemeene Staten ingediend, inhoudende verzoek om explicatie betreffende art. VI van het verbond met Engeland. 'sGravenhage Mei 1788. Aid. 798. — Memorie van H. H. Mog. ten antwoord hierop. Aid. 800. — Brief, dd. 'tLoo 2 Junij 1788, van den Prins Erfstadhouder aan H. H. Mog. inhoudende de benoeming ecner Commissie om te confereren met ecne door Engeland te benoemen, tot het regelen der wederzijd-sche belitngen in de Indien, overeenkomstig Art. XI van het verbond van 15 April 1788. Aid. 952. |
9
66
11093. Tekst der missive, dd. 31 Aug. 1789, van Bewindhcbhorcn der O. I. Comp. ter praesidiale Kamer Amsterdam aan de Staten Generaal, alsmede tekst dor daarbij overgelegde bescheiden van 13 Febr. tot 9 Maart 1789, allen betreflende zeker particulier schip de Antonetta genaamd en gevoerd door kapitein George Hoarc, onder Hol-landsche vlag in Bongalen binnengeloopen, en de instantien ten deze bij het Engelscho gouvernement aldaar, lies. lloll. Sec. 17 Julij (?) 1789, 49. — Tekst der resolutie, dd. 3 September 1789 van de Staten Generaal hierop. Aid. 48. 11094. Fransehe tekst, dor confidenticle communicatie, dd. 14 Feb. 1793, door den Engclscben Ambassadeur Lord Auckland gedaan, nopens do genomen praccautiön omtrent de Kaap de Goede Hoop en verdere etablissementen in Oost-lndië. lies. Uoli. Sec. XVII. 14 Februari 1793. 308. 11095. Bijzonderheden nopens do krijgsgevangenschap van .1. J. do Lahillardièro op Java in 1793, en de opzending van ziju bijcengebragte verzamelingen naar Engeland. Getrokken uit de Eloge historique van Flourens. Letterb, 1839. I. 150. — Teregt-wijzing door L. Aid. 191. 11096. Bijzonderheden nopens het. verdrijven en nemen van Fransehe kapers in de Indische Zeeën door Hollandselio en Engel-sche gewapende schepen. Amsterdam Junij 1794. N. Nederl. Jaarh. XXIX. 1794. 1. 774. 11097- Missive van den Erfstadhouder Willem V, gedagteekend Kew 7 Febr. 1795, aan den gouverneur van Ceylon, van An-golbcck, om zich te stellen onder protectie van Engeland tegen cene eventuele invasie der Franschen. Lauts, Geschiedenis N. 1. IV, 1859. 369. 11098. Brief, dd. Kew 7 February 1795, van den Prins van Oranje Willem V, aan den gouverneur van Banda, F. van Boekholtz, om zich te stellen onder protectie van Engeland tegen een eventuele invasie der Franschen; benevens Engelsche tekst met Neder-duitsche vertaling van den geleidcbriof van het. Gouvernement van Madras, dd. 1 October 1795. Ind. Arch. Ie j. II. 1850. 447. 11099 //Manifestquot;, dd. den Haag 2 Mei 1796, van »De Nationale vergadering representerende het volk van Nederlandquot; tegen |
Engeland, o. a. over de brieven van Willem V, dd. Kew 7 Fehruarij 1795, en over de verovering van eenige Nederlandscho O. I. Bezittingen. N. Nederl. Jaarh. XXXI. 1796. 2. J513, 1521. 1IJ00. Capitulatie, dd. Aug. 1795, tot overgave van Malacca, geteekend door A. Couperus en U. iScwcombc, volgens cene medodeeling in de London Gazette van 5 April 1796; N. Nederl. Jaarh. XXXI. 1796. 2. 1471. 11101. Missive, dd. 10 Junij 1795 van don Commissaris in het Gouvernement van Cabo de üoede Hoop, A. J. Sluijsken, mede-deolonde zijne afwijzing van den brief van den Prins Willem V, dd. Kew 7 Februarij 1795; do aangevangen vijandelijkheden van do Britsche zocmact onder Adm. Wphinstone ; hot gedrag van den schipper William Malei, van liet sehip Columbia, komende van Batavia. N. Nederl. Jaarh. XXX. 1795. 8. 6190. — Uittreksel uil. den brief gedagteekend uit het kasteel van de Kaap de Goede Hoop, den 31 Sept. 1795, van don Generaal Majoor Craig aan den Engelschcn Staats-Socretaris Dundas, botroffende de landing en de inneming van den Muysenburg. Aid. 9, 7487.— Brief, gedagteekend uit. do Hoofdstad van do Kaap do Goede Hoop, den 23 Sept. 1795, van den Generaal Clarke aan den Engelschen Staats-Secretaris Dundas, ter mededeeling van zijne verrigtingon en van de overgave van het kasteel en de stad van de Kaap de Goede Hoop. Aid 7488. — Uittreksel uit den brief (dd ?) van den Adm. Elphinstone aan den Engelschen Staats-Secretaris Dundas, tor medodeeling van de dooi hem genomen beschikkingen betreffende dc veroverde schepen, tevens dienende ter bevestiging van de mededeelingcn van Craig en Clarke. Aid. 7492. — quot;Artikelen van capitulatie, voorgedragen door dc Edele Heeren Commissarissen en Baad van Regering aan de Kaap de Goede Hoop, aan den Generaal Alfred Clarke, commanderende do troepen van Zijne Brit-tannisehe Majesteit, en den Vice-Admiraal George Keith Elphinstone, commanderende de oorlogschepen van gemelde Zijne Majesteitquot;. Maandel. Nei. Mercurius, LXXVI. 1796. 18. N. Nederl. Jaarh. XXX. 1795. 9. 7493. — iMissive, gedagteekend Campement van Muysenburg den 9 September 1795, door den Generaal A. Clarke, den Vice-Adm. G. K. Elphinstone, aan den Gen. Majoor J. H. Craig, aan de burgers en inwoners van de Kaap de Goede Hoop tot opoisching van het kasteel en de stad. Aid. 1. 495. |
67
11102. Bijzonderheden, betrekkelijk do overgave van de Kaap de Goede Hoop aan de Engelschen, den 16 September 1795. Maandel. Ned. Mercurius, LXXVI. 1796.14. 11103. Mededecling van de berlgten uit Engeland, wegens do verovering van do Ne-derlandsclie vloot onder den Schout-bij-nacht E. Lucas door de Engelsche onder den Vico-Adm. G. K, Elphinstone in de Saldanha-baai, volgens brieven van den Generaal J. H. Craig en den Vice-Adm. G. K. Elphinstone, van Aug. 1790. Maandel. Ned. Mercurius, LXXVI. 1796. 535. A'. Nederl. Jmirh. XXXI. 1796. 3. 2666. — Artikelen van Capitulatie, gesloten in de Saldanha-baai, den 13 Aug. 1796, tusschen den Vice-Adm. E. Lucas, Opperbevelhebber van het esquader schepen der Vereenigde Staten, nu leggende in do Saldanha-baai en G. K, Elphinstone, zoo als deze werden medegedeeld in de »Extra ordin. Londonse Gazettequot; van P Nov. 1796. Maandel. Ned. Mercurius, LXXVI. 1796. 538. N. Nederl. Jaarb. XXXI, 1796. 3. 2670. — Opgave van de schepen, hunne wapening eu bemanning, uitmakende het En-gelsebe esquader onder G. K. Elphinstone. Maandel Ned. Mercurius, LXXVI. 1796. 540. iV. Nederl. Jaarb. XXXI. 1796. 3. 2674. — Lijst der genomen Nederlandsoho schepen, hunne wapening en bemanning. Maandel. Ac.d. Mercurius, LXXVI. 1796. 640. N. Nederl. Jaarb. XXXI. 1796. 3. 2674. — Missive, gedagteekend in hot oorlogschip Dordrecht, geankerd in de Saldanha-baai, 20 Aug. 1796, van den Sehout-bij-uacht E. Lucas, aan 't Committé tot do zaken der Marine, residerende in don Haag, inhoudende verslag van deze gebeurtenis. Aid. 2676. — Artikelen van Capitulatie van den Schout-hij-nacht E. Lucas, commanderende het Bataafsch esquader geankerd in do Sal-danha-baai, aan don Engelscheu Adm. Elphinstone. Aid. 2083. 11104. Brief van P. N. te 11...., over de Kaap de Goede Hoop, en Antwoord op denzelven. Aantooning dat haar voortdurend bezit door Engeland in strijd is met de belangen der overige Europescho mogendheden, met aanbeveling tot versterking onzer magt in Oost-lndië; beide naar aanleiding der verovering van de Kaap door den Engelscheu Vice-Adm. Elphinstone. Courier li. Brab. I. 1796. 219. 11105. Lijst van de in Engeland opge-bragte en verbeurd verklaarde Oost-Indische schepen, tot ultimo December 1795. Amsterdam Jan. 1796. N. Nederl. Jaarb. XXXI. 1796. I. 224. |
11106. Bcrigt wegens de overgave van Trinconotnalc en het Port Oostenburg aan de Engelschen, zoo als dit is opgenomen in do London Gazette. Maandel. Ned. Mercurius, LXXVI. 1706. 20. A'. Nederl. Jaarb. XXXI. 1796. I. 497. — inhoud der brieven van ilen Vice-Adm. P.Rainier, commandeerende de Engelsche schepen in Oost-lndië, pedag-teckend aan boord van het schip Suffolk, in de üaai van ïrineonomale, dd. 14 en 3!) Aug. 1795. Aid. 498. — Sommatie, dd. in het Camp voor ïrineonomale, den 26 Aug. 1795, door P. Rainier en J. Stuart, tot overgave van ïrincoDoraale. Aid. 500. Maandel. Ned. Mercurius, LXXVI. 1796. 21. — Concept-voorwaarden van capitulatie voor ïrineonomale den 26 Aug. 1795, gesteld door P. llainicr en J. Stuart. Maandel Ned. Mercurius, LXXVi. 1796. 22. iV. hed. Jaarb. 502. — Antwoord van don Kommandant van ïrineonomale Majoor J. G. Eortbaucr aan P. Rainier en J. Stuart. Maandel. Ned. Mercurius, LXXVI. 1796. 54. LauU, Geschiedenis N. I. IV. 1859. 370. N. Ned. Jaarb. 503. — Sommatie, dd. in bet Camp bij ïrineonomale, don 27 Aug. 1795, door 1?. Rainier en J. Stnart, tot. overgave van het Fort Oostenburg. Maandel. Ned. Mercurius, LXXVI. 1796. 56. N. Ned. Jaarb. Aid. 505. —Capitulatie van dit Port, dd. 31 Aug. 1795, en fetoekend door Kap. G. Hoffman en Majoor '. A. Agncw.etoekend door Kap. G. Hoffman en Majoor '. A. Agncw. Aid. 506. 11107. ïekst der Sekreete llesoluulsie genomen in Kade van Ceylon op 15 Pebr. 1796, ter approbatie van do artikelen van kapitulaatsie (van dezelfde dagtookening, van welke teveus den tekst wordt uiedegedeeld), met het antwoord van don Majoor P. A. Agnew, als daartoe door de Kommandanten van de Britsche zee- en landmagt gcqualifi-ceord. Lauts, Geschiedenis N. ï. IV. 1859. 373. 11108. Verdediging der overgave in 1796 van Ceilon door tien Gouverneur J. G. van Angelbeek aan do Engelschen. Ontleend aan bet manuseript-vorhaal van J. E. .Baron do Blonay do Montfaucon, Ao. 1803. Uand [nd. Gen. 11. 1855. 261. 11109. üandascho aautcekeningen over het einde van het jaar 1795, en het begin van 1796, 23 Dcc. — 13 April, gehouden gedurende de verschijning en het verblijf al- | daar der Britsche oorlogschepen; benevens 9* |
68
afschriften der brieven gewisseld tusschen den Ned. Gouv. F. van Bockholtz en den Engelsclien bevelhebber der vloot Peter Rainier; alsmede die der proclamatie, verklaringen en capitulatie, gedagteekend: 33 en 24. Dec. 1795; 23, 26, 27 febr. 2,8,11, 28 Maart, 13, i4, 15, 30 April, 2, 3, 21, 25, 26, 27 en 28 Mei 1796. Tekstuele mededeeling tot verdediging van dien gouverneur. Ind. Arch. Ie j. 11. 18.10. 411. 11110. Brief van den Gouv. en Raad van Madras, Hobart, A. Clarke, Edw. Saunders en C. W. Pallofleld, gedagteekend in het fort St. George, den 22 Junij 1796, zooals dezelve ontvangen is bij de Bewindhebbers van de Eng. O. I. Corap. en door hen is medegedeeld aan Z. M. Secretaris van Staat Henry Dundas, inhoudende bijzonderheden nopens de verovering van Am-boina en Banda en onderh. volgens raede-deeiing in de London Gazette. N. Nederl. Jaarb. XXXI. 1796. III. 2686. — Capitulatie van Amboina, vertaald uit het origineel Hollandsch, den 16 Pebr. 1796, gctec-kend door A. Cornabé, c. s. en P. Rainier enz,, volgens mededeeling in de London Ga-zette. Aid. 2689. 11111. //Capitulatie, getroffen tusschen Z. Es.c. Peter Rainier, commandecrende de zee- en landmagt van L. B. Majesteit in de O. I. Zee, en P. van Bockholtz, Gouverneur van Banda,quot; dd. Port Nassau, Banda Neira, den 8 Maart 1796, volgens mededeeling in de London Gazette. N. Nederl. Jaarh. XXXI. 1796. III. 2690. — Idem, volgens mededeeling van G. Lauts. Lauls, Geschiedenis N. I. IV. 1859. 390. 11112. Extract uit een brief, geschreven te Sourabaya op het eiland Java den 21 Nov. 1800, inhoudende bijzonderheden nopens de blokkade van Batavia door de Engcl-schen. Maandel. Ned, Mercurius, LXXXI. 1S08. 337. 11113. Extract uit een brief van een officier, aan boord van 's Lands fregat de Phoenix, geschreven in Baai Pais, op den 13 Aug. 1802, betreffende de teruggave van de Kaap de Goede Hoop door de Engelsehen. Maandel. Ned. Mercunvs, LXXXll. 1802. 589. — Bijzonderheden nopens de teruggave. Aid. LXXXIU. 1803. 200. |
11114. Adres, dd.? van verscheidene ïïollandsche Hoofd-participanten aan het Staatsbewind der Bataafsche Republiek, inhoudende hunne bezwaren tegen het behoud door Engeland van Ceylon, alsmede tegen de vrije vaart en handel op de Kaap de Goede Hoop, gestipuleerd bij de Preliminaire vredes-artikelen tusschen de Pransche Republiek en zijn Gr.-Britt. Maj. Maandel. Ned. Mercurius, LXXXll. 1802. 48, 83. 11115. Beantwoording, dd. 8 Pebr. 1802, der vraag //Zal men wegens de overgave van vrije koloniën nu geen verder onderzoek doen!''' 11. Pol. Blixem, I. 1802. 406. 11116. Brieven,dd.15 Sept. 1803enl00ct., oude stijl 28 Sept. 1803, van D. van Hogen dorp, over den invloed der Engelschen in Oost-lndië, en hunne grondstellingen in deze tegenover alle handeldrijvende mogendheden, en vooral tegenover de Bataafsche Republiek. Hand. Lid. Gen. III. 1856. 95. 11117. Zakelijke inhoud der proclamatie van den Gouverneur en Raden van Politie aan de Kaap de Goede Hoop, dd. 9 Pebr. 1804, tot verbanning van alle Engelschen uit de kolonie, Maandel. Ned. Mercurius, LXXX1V. 1804. 241. 11118. Berigten betreffende het embargo op de Engelsche schepen aan de Kaap de Goede Hoop. Maandel. Ned. Mercurius, LXXIV. 1804. 141. 11119. Verhaal van de vijandelijkheden van het Engelsch eskader onder Pcllew op de reede van Batavia, van 27 Nov. tot 2 Dcc. 1806, zooals dit voorkomt in het rapport, dd. Zwolle uit. Pebr. 1808 van den Commissaris W. C. van Braam. Medegedeeld door P. Bleekcr. T. v. N. I. 1863. N. S. Ie j. II. 145. 11120. De Engelschen tc Buenos-Aires in 1807, en te Batavia in 1811; door J, Ha-geman J.Cz,,ddSoerabaja Dec, 1849. Strekt ter oplossing van hun dralen in het laatste jaar. Ind. Arch. 2e j. 1851. 72. 11121. Capitulatie tot overgave van Java, geteekend op 18 September 1811 door S. Auchmuty en J. W. Jausscns. Met toelichting medegedeeld door P. Mij er, dd. 21 Sept. 1839. T. v. N. I. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 393, 394. Lauls, Geschiedenis N, I. V. 1860. 429. — Mededeeling, met toelichting door J, Ha gem an JCz. van den zakclijken inhoud. Tijds. Ind. T. L. en V ■ kunde. VI. N. S. III. 1857. 369. |
69
11122. Inhoud der capitulatie tot overgave van Koepang op Timor in 1811 van den Engelsehen kapitein Ternton en den drost Hazart. T. v. N. I. 9e j. Batavia ISt?. 3e dr. 210. 11123. De inneming van het eiland Timor, door de Engelsehen in Febr. 1812, volgens het verhaal door Thurston, (Ternton) bevelhebber van den Hesperus (tbe Hasper), een Engelseh oorlogsvaartuig, aan den uitgever der Bibliothèque TJniverselle. Keur v. Meng. Ie j. 1818, 2(39. — Zie over deze inneming Rcimcardt's Reis. Amst. 1858. 338. 11124. Engelsehe en Eransche tekst van het traktaat van 13 Aug. 1814, tussehen de Vereenigde Nederlanden en Groot-Lirittanme. Hoek, Herstel, 's Hage 1862. 50. 11125; Hollandsehe vertaling van den tekst der Londensche Conventie dd. 13 Aug. 1814, omtrent de teruggave van Nederland's voormalige Overzcesehe Bezittingen, afe Waal, Ned. Indie in de St. Oen. 1. 'sllage 18ü0. 8. 11126; Mededeeling met toelichting van den Engelsehen tekst van een ontwerp van overeenkomst, dd. 14 Julij 1816, van deBritsohe zijde, alsmede Eransche tekst van het tegenontwerp van overeenkomst, dd. 15 Julij 1816, van de Ned. zijde, betreffende de overgave van Java en onderhoorigheden. Hoek, Herstel. 'sHage 1862. 85. 11127. Zakelijke inhoud van elk der artikelen van de Conventie, dd. 2 t Julij 1816, tot regeling der finale overgave van het gouvernement van Java en onderhoorigheden, door het Britsehe bestuur aan de Nederl. Comm. Gen. Levyssokn Norman, Br. Heersch. 'sHage 1S57. 331. — Mededeeling met toelichting van den oorspronkelijken tekst. Hoek, Herstel, 's Hage, 1862. 91. 11128. Engelsehe tekst der convention, dd. Eort Victoria op Amboina, 24 Maart en 10 Mei 1817, ter overgave der Molukkos, door het Britsch aan het Nederlandseh gouvernement. Hoek, Herstel, 's Hage 1862. Bijl. E. 11129. Missive, dd____April? 1817 der Komm. Gen. aan het Britsch Gouvernement, ter kennisgeving van haar besluit, dd. 7 April 1817, tot inbezitname van het eiland Billiton. T. v. N. 1. 23e j. 18(il. I. 369. |
11130. Mededeeling met toelichting van den zakelijken inhoud van elk der artikelen van de Conventie van 24 Junij 1817 tussehen het Britsch bestuur van .lava en onderhoorigheden en de Ned. tot regeling der ünancieele quacstien. Levyssohn Norman, Br. Heersch. 'sHage 1857. 334. — Mededeeling met toelichting van den oorspronkelijken tekst. Hoek, Herstel. 'sHage 1862. 171. 11131. Engelsehe tekst van het Protest, dd. Eort Marlborough 1 Sept. 1818 van T. S. Rallies, tegen de maatregelen der Nederl. Commissarissen Gen. Hoek, Herstel, 's Hage 1862. 214 en Bijl. C. — Eransche tekst van hot Contra-protest, dd. Batavia 5 October 1818, van de Ned. Commissarissen Gen. tegen dit protest. Aid. Bijl. II. 11132. Uittreksel uit een partikulieren brief van den 12n Junij 1819, van Th. St. Rallies aan Sir Robert Inglis, betreffende zijne geschillen met de Nedcrlandsche overheden in Indiö. Steyn I'arvé, Brooke op Borneo, Haarlem 1859, 69, 191. 11133. Correspondentie tussehen T. S. Rallies en G. A. G. P. Baron van de Ca-pellen, bij het aandoen van Batavia in 1822. Steyn J'arvé, Brooke op Borneo, Haarlem. 1869. 63. 11134. Palembang. Over de belangrijkheid der behaalde overwinning aldaar, speciaal tot wederlegging der redenering, dat de Nedcrlandsche uitbreiding van grondgebied in Oost-lndië de ijverzucht der Engelsehen zou gaande maken, en zij ons de O. 1. Bezittingen weder zouden ontnemen. IVeeqseh. 1821. 444. 11135. Nederduitsche tekst van het Londensche traktaat van 16 Maart 1824 omtrent de O. I. Bezittingen, de Waal, Ned. Indie in de St. Gen. I. 'sHage 1860. 78. — Nederduitsche vertaling vau den tekst der tijdens de onderteekening van bovengenoemd traktaat, tussehen de wederzijdsehe gevol-magtigden gewisselde Nota's. Aid. 82. 11136. jrlnstructie voor den buitengewoon Ass, Kes. E. Erancia, gecommittcerdo tot de overname van Natal en onderhoorigheden, van wegens Commissarissen voor de overname van het Eort Marlborough en al de Britsehe bezittingen op het eiland Sumatra, zoo als die aan het Nederlandseh Gouv. zijn afgestaan bij Art. 8 van het Traetaat op 17 Maart 1824 te Londen gesloten,quot; gegeven te Benkoelen den 12 April 1825. Francis, Diensttijd, Leid. 1864. 29. |
70
11137. Quelqucs mots en reponse aux attaques des journaux Anglais coutre les Pays-Jias. Handelt over zeeroof en handel in verband met het traktaat van 1824, waarvan de tekst even als die van de bij de sluiting des traktaats gewisselde Nota's wordt medegedeeld. Melvill, Monüeur II. 217,271. 11138. Bedenkingen over het traktaat van 17 Maart 1824, Ier regeling der belangen en regten in Indiü. Verdediging en auntoouing van het historisch standpunt, waaruit het moet worden beschouwd, en van de omstandigheden, waarin het is gesloten. Weeqsch. 1824. 317. 11139. Lofspraak op de sluiting van het traktaat met Engeland vau 14 Maart 1824, waarbij de Indische belangen op een vasten voet zijn geregeld. IVeegsch. i8i'4. 299. 11140. Gedachten over het Londensch traktaat van Maart 1S24, kort na dc sluiting van hetzelve, door Een Nederlander. Uit de Bat. Court, van 11 Dcc. 1824 No. 50 en volg., 22 eu 29 Junij 1825 No. 25 en 26, dd. Batavia 3 December 1824, ter wederlegging van een artikel in de Singapore Chronicle van 14 Oct. 1824 No. 15, inhoudende aanmerkingen op dat traktaat, met het oog op het bezit van Singapore en den handel aldaar; gevolgd door eene wederlegging vau het artikel //Dutch Treaty,quot; in het zelfde blad, van 12 Mei 1825 No. 30, betrekking hebbende tot de gevolgen van dat traktaat voor de handelsbelangen van beide natiën in de O. I. Gewesten, zoo mede opsomming van daadzaken, daarmede in verband staande. Ind. Mag. II Tw. 1845 No. 3 en 4. 155,160. 11141. Verschillen met het Britsch gouv. in O. I. over de bezitting van Singapore en de voorgewende belemmering van den Brit-schen handel onzerzijds. Swurt, Perh. VI. 305. 11142. Prijzende aankondiging der dissertatie van Smulders over het Londensch traktaat van 1824. Sloet, Tijds. XV. 73. 11143. Necrlands Indië en Engeland. Inhoud van een artikel in de Edinburgh Review van Julij 1862, getiteld: Dutch diplomacy and Indian piracy, in verband met het traktaat van 17 Maart 1824. 1852. 261.— In zijn geheel overgenomen iu de Revue Brittanique vau Dec. 1852. — De Edinburgh Review over de koloniale politiek vau Nederland, door J. K. W. Q u a r 1 e s van U f-ford. Aansporing tot refutatie van bovenomschreven artikel Tijds. N. I. 14ej.l852. |
11144. Memorie of Nota in 1838 opgesteld door Sir James Brooke, inhoudende beschrijving van zijn plan, tot vestiging van den Engelschcn en tot wering van den Ne-derlandschen invloed, in den Oost-Indischen Archipel; alsmede bijzonderheden nopens de publiekmaking er van. Steyn Parvé, Brooke op Borneo. Haarlem 1859. 116, 118 en 212. 11145. Indisch besluit, dd. Buitenzorg 13 Nov. 1838, Lett. C 3 geheim, ter bepaling voor den Ads. Res. van Sambas, o. a. van zijne handelingen betreffende de scheepvaart en den handel op de Noord-Oostkust van Borneo, met het oog op de Engelsche bemoeijingen aldaar. T. v. N. /. 1849. Gron. Ie d. 71. — Toelichting van dit besluit. Rochussen, Toelichting. 'sHage 1853. 30. 11140. Indisch besluit, dd. Batavia, 8 Eebr. 1839 No. 14, ter kennisgeving aan den Ads. Res. van Sambas, dat zijne overkomst naar Batavia tot het mededeelen van inlichtingen en het doen van voorstellen, met betrekking tot den handel der Engelschcn te Serawak, niet als noodzakelijk wordt beschouwd. T.v. N. I. 1819. Gron. led.74.— Toelichting van dit besluit. Zie Rochussen, Toelichting. 'sHage 1853. 30. 11147. Missive van den Alg. Secret., dd. Batavia, 9 Maart 1840 L. C., aan den Ads. Res. van Sambas, ter aanbeveling om alles te vermijden wat aanleiding tot aanstoot voor andere natiën zou kunnen geven, voor zooveel de Serawaksche zaak en de bekrui-sing der Westkust van Borneo betreft. T. v. N.'I. 1849. Gron. Ie d. 75. Noot. — Toelichting van deze Missive. Rochussen, Toelichting, 's Hage 1853. 30. 11148. Over het regt versland van het Tractaat van 1824 met Engeland, met het oog op de Britsche vestiging op Borneo, naar aanleiding van het stilzwijgen over deze aangelegenheid in de Troonrede van 1846; door L. van Vliet. Folksb. 1847. 36. 11149. Laboan. Serawak. Door L. van Vliet. Over onze regten, en hunne handhaving door den Min. van Koloniën J. C. Baud, bij de inbezitneming en vestiging dooide Engelschcn. Volksb. 1847. 272. — Betoog voor de handhaving onzer regten op Laboan, |
71
naar aanleiding van de verklaring te dien opzigte van den Minister v. Koloniën J. C Baud. Tijdsp. 1847. I. 285. — Verklaring in het Lagerhuis te Londen nopens de vestiging op Laboan. Aid. II. 188. 11150. Een paar regelen tot antwoord aan //Le Militaire.quot; Over de voldoende verdediging en beseherniing onzer Koloniën tegen de eisehen van Engeland, met het oog op de inbezitneming van Laboan, waartoe Engeland dit regt zou hebben. Pilaar en Obrcen, Tijds. VUL 1845. 333. 11151. Quelques considerations et. souvenirs historiques a l'oecasion de la prise de possession de Laboan par l'Angleterre. Mel-vill, Moniteur. I. 295. 11152. Tekst der briefwisseling tusschen de Engelsehe en Nederlandsche Regeringen, omtrent de vestiging der Engelschen op Borneo, gedagteekend 27 Aug. 1844; 2 Nov. 1844; 2 Dec. 1845; 10 Dec. 1845; 20 Maart 1840; 4 Mei I84G. Sleyn Parvé, Brooke op Borneo, llaarlem 1859. 117, 241. 11153. Les Indes Hollandaises par de J an-c i g n y. Handelt ook over Borneo en de toepassing daarop van het traktaat van 18'24, Uit Revue des Deux Mondesdu 1 Nov. 1848. Melvll, Moniteur. III. 341. 11154. Neerlands Indië en Engeland. Zijnde de inhoud van een artikel in de quot;West-minster Review van October 1854, betreffende de handelingen van Sir James Brooke, met beschouwingen over den toestand van den Indischen Archipel en onze heerschappij aldaar. Econ. 1854. 307. 11155. Over het bezoek van een opperhoofd der Kyam-Dajakkers aan de grenzen van Labuan, en de uitbreiding van den Engelschen invloed op Borneo. Sloet, Tijds. XIV. 349. 11156. Officieel bezoek aan Serawakdoor den gouverneur van Singapore. Sloet, Tijds. XXIII. 339. 11157. Bijzonderheden nopens de agitatie in Engeland tot overdragt van Serawak aan de Britsche Kroon. Steyn Parvé, Brooke op Borneo. Haarl. 1859. 10*6. 11158. Mededeeling, met opmerkingen, van een artikel in de Nieuwe Rotterdamsehe Courant van 2 Maart 1817, betreffende de intrekking onzer vestiging op de Oostkust van Sumatra, ten dienste van Engeland. Bijdr. N. fr. Kol. 1847. 201. |
11159. Wegens de handelsbetrekkingen tusschen Singapore en het rijk van Atjeh hebben de Engelschen ons belet daarin vasten voet te krijgen en ons gedwongen om In-dragirie te verlaten. Sloet, Tijds. XIV. 380. 11160. Vonnis van den Raad van Justitie te Batavia, dd. 25 Febr.! 1853; alsmede Arrest van het Hoog Geregtshof van Ned. Indië, dd. 3 Mei 1853, tot veroordeeling wegens hoog verraad tot de straf naast den dood van W. M. Gibson en C. M. Gibson en C. M. Grahiim, gezagvoerder en opperstuurman aan boord van den onder Amerikaansche vlag varenden schoener The Flirt, ter zake hunner handelingen betreffende den Sultan van üjambi. liegt N. I. 4e j. VIII. 1853. 231, 309. 11161. De Minister van Koloniën C. F. Pahud tegenover den heer J. C. Baud, door de Red a k tie. Aanmerkingen op hunne tc-genslrijdige toelichting der ontruiming van Indragiri. T. v. N. I. 16e j. 1854. I. 6t. 11162. Overzigt van het gebeurde, in 1857 en 1858, met den Engelschman Wilson in Slak, en speciaal op het eiland Bang-kalis. Medegedeeld door E. Netscher, res. van lliouw, dd. Riouw 12 Oct. 1861. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde. XII. 4 S. III. 1862. 365. 11163. Een Engelseh etablissement op Nederlandsch grondgebied in Indië. Waarschuwing, naar aanleiding van het gebeurde met Wilson op Siak, tegen do voortzetting onzer politiek, die lot de ontruiming der Oostkust van Sumatra heeft geleid, met aanbeveling daarentegen der ernstige bevordering van partikuliere Nederlandsche ondernemingen te stellen tegenover het streven en de pogingen der Engelsehen. T. v. N. I. 19e j. 1857. I. 214. 11161. Opmerkingen nopens den invloed van de kooplieden van Singapore op de ge-hecle Oostkust van Sumatra. T. v. N. I. 20c j. 1858. II. 269. 11165. De Singapore Free Press over de Karimon eilanden. Verdediging onzer regten op die eilanden, naar aanleiding der voorgenomen tin-exploitatie aldaar. T. v. N. I. 15e j. 1853. I. 456. |
72
11166. De Kokos-eilanden en de Engel-schen. Opmerkingen betreffende de Britsche inbezitname in strijd met het traktaat van 1824. T. v. N. I. 19e j. 1857. II. 157. Zie ook 20e j 1868. I. 69. — Bene misstelling in dit artikel verbeterd. Aid. 264. 11167. Iets over de inbezitneming der Kokos-eilanden, door de Engelschen; door F. H. van Vlissingen, dd. Amsterdam 17 Oct. 1857. Handelt over het eigen-domsregt van Nederland, en de bijzonder gunstige ligging dier eilanden. T, v. N. I. 19e j. 1857. II. 313. 11168. Bijzonderheden nopens de Britsche inbezitneming van een gedeelte van Nieuw Guinea, in verband beschouwd met de Ne-derlandsche regten op dat eiland. Melvill, Moniteur, 1847—48. 2e part. 72. 11169. Het eiland Pehm in de Straat Bab el Mandeb, onlangs door de Engelschen in bezit genomen. Swart, Verh. 1857. Ie afd. 224. 11170. Aanmatiging der Hollanders in Britsch Indië. Over de ongegrondheid dezer beschuldiging gedaan in een petitie van in- Ïezetenen van Singapore, aangeboden door lord Stanley v. Alderley aan het Huis der Lords.ezetenen van Singapore, aangeboden door lord Stanley v. Alderley aan het Huis der Lords. N. Rec. 1859. Meng. 199. 11171. Bepalingen op het aanhouden en terugbrengen van weggeloopen volk van onze koopvaardijschepen in de havens van Groot-Brittannic of van de Britsche bezittingen. Tindal en Swart, Verh. 1854. Ie afd. 297. 11172. Overeenkomst en regeling van consulaire agenten in de koloniën van Nederland en Groot-Brittannir. Swart. Verh. 1856. Ie afd. 387. Frankrijk. 11173. Deliberation over do Memorie, dd. 17 Junij 1621 van den Franschen Amb. du Maurier aan de Staten Generaal, over de differenten met de O. I. C., en voorgenomen beantwoording. Res. lioll. 25 Mei — 26 Junij 16al. ite dr. 468. — Antwoord van du Maurier. Aid. 483. 12 October 1621. 2e dr. 562. 11174. Bijzonderheden nopens de vereffening van het verschil, tnsschen de Ned. O. I. C. met die van St. Malo in Frankryk, bevestigd door eene goedkeuring van den Koning van Frankrijk, in dato 20 Oct. 1623. Staatk. Hist. Holland, XL. 1776. 85. |
11175. Benoeming van gecommitteerden om met de gedeputeerden van dc O. I. C. te besoigneren over de erectie eener Oost Indische Compagnie in Frankrijk te Morbejan. Res. Holl. 12 Dec. 1626. 2e dr. 803. — Rapport dezer commissie en resolutie tot aanhouding der zaak. Aid. 21 Dec. 1626. 2e dr. 815. 11176. Memorie, dd. 18 en 25 Maart 1665, van den Fransohen Amb. d'Estrades aan de Staten Generaal over den aankoop en het equiperen van eenige schepen hier te lande voor de Franschc O. I, C.; delibera-tiën en resolutiën hierop; met speciale be- Ïalingen betreffende de twee schepen St. an Baptista en Aletta Maria,alingen betreffende de twee schepen St. an Baptista en Aletta Maria, Res. Holl. 26 Maart 1665, 2e dr. 213; 27 Maart 1665, 2e dr. 219. — Akte van authorisatie, dd. 28 Maart 1665, van de Admiraliteit te Amsterdam om aan te slaan en te equiperen bovengenoemde twee schepen. Aid. 28 Maart 1665, 2e dr. 225. — Missive, dd. Parijs 27 Maart J6(i5, van den Ned. Amb. Boreel en van den Ned. extra ord. Min. van Bcunin-gen, over deze schepen, alsmede tekst der concept-missive aan den Koning van Frankrijk, dd. 1 April 1665. Aid. 11 April 1665, 2e dr. 269. — Missive, dd. 12 Sept. 1665, van de Raden ter Admiraliteit op de Maas en te Amsterdam, houdende hun advies op het request van Claude Blot, koopman te Amsterdam, om vergunning tot het uitloopen van drie fluitschepen ten dienste van dc Fransche O. I. Comp. ; en gunstige beschikking dien overeenkomstig. Aid. 2 October 1665, 2e dr. 703. 11177. Missive, dd. Parijs 16 Nov. 1668, van den Secretaris der Ned. Ambassade aan het Hof van Frankrijk, Cornells Rumpf, over het vertrek van le Sleur Joly van Parijs naar Portugal voor eene negotiatie met dat rijk, betreffende den handel en de commercie in Oost-lndië, alsmede resolutie hierop. Res. Holl. 31 November 1668, 2e dr. 421. 11178. Memorie, dd. 15 April 1669, van den extra-ord. Amb. van Frankrijk, dc Pompone, aan de Staten Generaal, klagende dat drie Ned. O. I. schepen komende van Ceylon herwaarts, den 8 Febr. 1667 omtrent de Kaap de Bonne Bsperance violentelijk zouden hebben bejegend zeker Fransch schip genaamd St. Charles; alsmede verzoek aan |
73
Bewindhebberen der O. I. Comp. en berict hierop. Res. Holl. 16 April 1069, 2e dr. 139. — Missive, dd. Amsterdam 25 April 1609, van Bewindhebberen der ü. I. Comp. ter kamer Amsterdam aan de Staten Generaal, inhoudende hun berigt op genoemde memorie. Aid. 17 Mei 1609, 2o dr. 180. — Coneept-antwoord voor den Amb. de Pomponne, door een commissie te onderzoeken. Aid. 28 Mei 1609, 2e dr. 198. —Coneept-antwoord. Aid. 29 Mei 1669, 2e dr. 213. 11179. Klagten over de Eranschen van Cabo de Bonne Espéranee cn do baai van Saldanha. lies. Stat. Gen. 19 Sept. 1071. 11180. Remonstrantie van wege de Ned. O. I. Comp., met bijlagen, aan de Staten Generaal, houdende klagten over eenige excessen door de Eranschen omtrent de Kaap de Bonne Espéranee en in de Baai van Saldanha gepleegd, lies. Holl. 30 Sopt. 1671. 2e dr. 586. 11181. Klagten door Erankrijk over den Gouverneur van Siam cn Bantam. Res. Stat. Gen. 12 Aug. 1088. — Berigt aan H. H. Mog. Aid. 23 Aug. 1688. 11182. ü. I. Comp. Een O. I. schip van de Eranschen genomen. Res, Stat. Gen. 8 Nov. 1688. 11183. Resolutie tot het toestaan aan den Marquis du Quesne, om eenige schepen hier te lande te mogcu armoren, om aan Erankrijk te ontnemen het eiland Bourbon. Res. Iloll. Sec. V. 16 Julij 1689, 291 11184. Memorie van de Oollegiihi ter Admiraliteit in Holland cn Wcst-Ericsland aan de Staten Generaal, houdende klagten over de Admiraliteit in Zeeland wegens het aanmatigen van judicature over de Eransche prijzen aan do Kaap veroverd. Hts. Holl. 6 Januarij 1690, 2e dr. 20. — Klagten van gedeputeerden der stad Amsterdam, dat het eollegie ter Admiraliteit in Zeeland zich opposeert tegen het verkoopen van de twee veroverde l'ransehe schepen door de Ned. O. I. Comp. Aid. 21 Maart 1090, 2e dr. 159. — Voorstel ter Generaliteit te doen, dat de AcWraliteit in Zeeland mag worden aangeschreven, zich niet te opposeren. Aid. 22 Maart 1690, 2e dr. 167. — Missive, dd. West-Minster 7 April 1690, van den Koning van Gr. Brittannië, aan de Staten Generaal, over het emplooi van het provenu der twee prijzen door de Nederlandsohe op de Eransche |
0. I. Comp. veroverd, en in Zeeland opge-bragt. Aid. 22 April 1690, 2e dr. 201. — Zakelijke inhoud der Remonstrantie, dd. 6 Mei 1690, van Bewindhebberen der Ncd. O. 1. Comp. aan de Staten Generaal, wegens de differenten met het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland over bovengenoemden verkoop. Aid. 20 Mei 1690, 2e dr. 229. 11185. Artykelen van Aecoord nopens do overgave van 't fort Pondieheri, tusschen E. Martin, Directeur Gen. der Koninklijke Maatschappij van Erankrijk, op dc kust van Choromandel, Bengale, enz.. Gouverneur van het gezegde fort, aan de gemelde Maatschappij tocbehooreiide, mitsgaders M. de la Roche du Vigeur, commanderende de soldaten van den Allercbristelijksten Koning, en L. Pit, extra-ord. Raad van Indien, Gouv. en Dir. der kust van ('horomnndel en Generaal der troepen, leggende voor de vesting Pondi-cherie, van de kant der Vcrecnigde Nederlanden, enz. dd. 17 September 1693. Valen-tijn, I. 1724. 133. 11186. Missive van W. van Nieupoort, Nederl. Commissaris tot het adjusteren van het Tarief in Erankrijk, geschreven te Parijs, dd. 2 Jan. 1698, benevens als Bijlage eene Memorie door de Eransche Ministers hem ter hand gesteld, bctreirende de restitutie van Pondichcry, mitsgaders liet mogen aandoen in cas van nood van Cubo de Bonne Espéranee en andere Indische havens. Res. Hall. 8 Januarij 1698, 2c dr. 7. 11187 Restitutie van het fort Pondi-chery aan Erankrijk volgens het Traktaat van vrede. Res. Stat. Gen. 10 Dcc. 1696, 9 Jan. 1698. — Sericuse ordrc dienaangaande door 11. II. Mog. aan de respective Bewindhebberen. Aid. 25 Jan. en 5 Eebr. 1698. 11188. Order door H. H. Mog. aan de O. I. Comp, tot het admitteren en vriendelijk recipiëren van alle Eransche schcpon in dc havens van den Staat aldaar inkomende. Res. Stat. Gen. 25 Jan. en 5 Eebr. 1698. 11189. Pretensie tot laste van Frankrijk van 18518 glns. ter zake van de geleende transportschepen aan den Vice Koy La Haye, om naar Erankrijk te kceren. Res. Stat. Gen. 7 Aug. 23 Dcc. 1698. 11190. Missive, dd. Amsterdam 6 Sopt. 1714, van H. 11. XVlln aan dc Staten Gen. inhoudende hun berigt op de Memorie van den Amb. van Erankrijk, Marquis de Chas- |
II
74
lenuncuf, tot invrijheidstelling van zekeren Desnoyers, naar de Kaap de lïonne Espé-rance gebannen wegens het sluiken van kaneel op Ceilon. lies IIoil. Ü2 Sept. 1714, 2e dr. 420. 11191. Memorie van den Atnli. van Frankrijk, Marquis de Oliasteauneuf, inhoudende verzoek, dat het Siamsche tin, uit de Nederlanden in Frankrijk gevoerd wordend ■, mogt worden geteekend niet het merk van de O. I. Comp Res. HM. 22 Jnlij 1718. 2(i dr. 42 !■. — Missive, dd. Amsterdam 21 Julij 1718, van H H. XVlIn, om conform bovengenoemde Memorie het Siamsche tin te teekenen en een declaratoir daarbij af te geven. A!d 20 .Tulij 1718, 2e dr. 445. 11192. Missive, op i;! Jan. 173 ' ter Generaliteit ingekomen van den Nederl. Amb. aan het Hof van Frankrijk, van lloeij, met het antwoord van den Zegelbewaarder op den inhoud der Resolutie, dd. C Dee, J732, van de Stalen Generaal, rakende het voorgevallene op de rivier de Ganges tussehen de Bedienden vap de Nederl. ü. I. Comp. en eenige Fransche schepen Res. Holl. lli January le dr. G9. 11193. Geruchten nopens het verblijf van Fransche oorlogschepen in üost-lndi(;n. Eur. Mereurius, LUI. 1742. II 151. 11194. Missive, dd. Amsterdam 8 Febr. 1742, van liewindhebberen der ü I. Comp. op de Memorie van den Controleur Generaal van Frankrijk, inhoudende klagten van de Fransche O. I. Comp. over de Bedienden der Ned ü. I. Comp. in Indien; alsmede resolutie hierop. Jtes. Hol. 13 Fcbruarij 1742, le dr. 90. 11195. Bijzonderheden nopens het be-magtigen van eenige Fransche O. I schepen door de Engelsehen onder den Commandeur Barnet in de Straten Sunda, Banka en Malacca, volgens publicatie der Engelsche Admiraliteit. Eur. Mercurius, LVI. 1745.11. 91. — Idem volgens een brief van iiatavia, dd. 8 Maart 1745. Alt 199. - Missive, dd. 27 Sept. 1715 van den Nederl. Amb. aan het Hof van Frankrijk, van Hoey, met missive van den Marquis d'Argenfon en bijgevoegde Memorie van de Fransche O. I. Comp op bet subject van de drie schepen van die Compagnie door de Engelsehen genomen, te Batavia opgebragt, door den Gouv. Gen. van Ned. Indië ingekocht, en in Texel gearriveerd. Res. Holl. 9 Oct. 1745. |
Ie dr. 854. — Zakelijke inhoud der memorie, dd. 'sHage 1 Oct. 1745, van den Franschen Minister, den Abt de la Ville, aan de Staten Generaal, tegen den aankoop door den Gouv. Gen. van ImholT van bovengenoemde door de Engelsehen veroverde Fransche schepen, benevens het antwoord hierop van H. H. Mog. Eur. Mercurius, LVI. 1745. II. 254. — Memorie, dd. 'sHage 21 üet. 1745, van dezen Gezant aan II. 11. Mog. inhoudende zijne bezwaren tegen den verkoop van de in bovengenoemde schepen mede verkochte lading. Aid. LVI. 1745. II. 254. — Missive, dd. Middelburg 16 Nov. 1745, van H. H. XVIIn, op: le bovengenoemde Missive en memorie, 2c Ilequest van Pieter Testas ec Zonen, kooplieden te Amsterdam, de ge-magtigde van de Fransche O. I. Comp., 3e en 4e do Memorie en nadere Memorie van den Fransehen Amb., den Abt de la Ville, allen betreflende bovengenoemde schepen. Res. Holl. 26 Nov. 1745, le dr. 966. — llapport op bovengenoemde missive, memoriën en request, alsmede tekst der resolution hierop. Al I Hi Dee. 1745, le dr. 1024. Res, Holl. Sec. X. 31 Dec. 1715 48 i. — Arrest, gedaan in den Raad van Staat des Konings van Frankrijk, to Versailles den 31 Doe. 1745, tegen de schepen, scheepvaart en commercie der Ingezetenen van den Staat der Ver-eenigde Nederlanden tot onthouding der voorregten gestipuleerd bij het commercie-traktaat, dd. 11 Dec. 173'.), en zulks naar aanleiding o. a. van bovengenoemden koop en verkoop. Eur. Mercurius, LVII. 1746. i. 81. — Brief, dd. 31 Dec 171-5, van den Koning van Frankrijk aan den Hertog de Pen-tbièvre als Admiraal van het Rijk, ter kennisgeving van dit Arrest. Aid, 85. — Missive, dd. Parijs 7 Jan. 1746, van den Ned. Amb, van Hoey, met het aan hem gegeven antwoord op 11. H. Mog. Resolutie van 31 Dcc. 1745 rakende de drie Fransche Oost-Indische schepen te Batavia ingekocht. Res. Holl. Sec X 13 Januarij 1746, 486. t-Missive, dd. Parijs 10 Jan. 1746, van van Hoey, en tekst van de daarbij gezonden Missive, dd Versailles 9 Januarij 1746, van den Marquis d'Argenson op II, H. Mog twee secret, resolutiën van den 31 Dcc. 1745. Aid. 15 Januarij 1746, 489. — Brief, dd. 10 Januarij 1746, van den Franschen Staats-Minister, Marquis d'Argenson. aan den Ambassadeur der Stat. Gen. bij het Fransche Hof, van Hoey, betreffiinde de satisfactie te geven o. a. voor bovengenoemde schepen, Eur, Mercurius LVII. 86. — Brief, dd. 27 Jan. 1746, vau denzeifden Marquis aan van Hoey, ter kennisgeving der gewijzigde uitvoering |
75
76
tegen een te vcrwachtcn aanval door dc Fransohen. Maandel. Ned. Mercuriut, V. 1758. 122. 11207. Verbeurdverklaring door een ïrausch oorlogsehip van het ü. 1. Coiup. schip «Ilaerlemquot;, op dc kust van Koroman-del, wegens het nemen door de Engelschen van een Fransehen herkentijn, onder het geschut van het Hollandsche komptoir te JMc-gapatnam. Nederl. Jaarb. XIII. 1759. 2. 1158. 11208. Berigt van de overgave van Pon-dichery door de Franschen aan dc Engelschen op 15 Jan. 1761. Maandel. Ned. Mercuriut, XI. 17ül. 21. 11209. Missive, dd. Parijs 6 Mei 1762, van den Nederl. Amb. aan het Uof van Frankrijk, Lestevenon van Berkenrode, aan de Stat. Gen., benevens Fransche tekst van het daarbij overgezonden Antwoord, dd. Parijs 24 April 1762, der Directeuren van de Fransche ü. I. C. op de klagten der Ne-derlandsche O. I. Comp. over wederzijdschc pretension: Mazulipatnam, Madras, Tanjorc, de schepen: Schellak, Stad Haarlem en Loots Capel enz. lies. IIoll. 18 Mei 1762. I. Ie dr. 854. — Missive, dd. Amsterdam 4 Junij 1762, van Bewiudhcbberen der O. I. Comp. ter kamer Amsterdam, houdende consideratie op bovengenoemd antwoord en advies tot aanschrijving aan Lestevenon van Berkenrode, om den Graaf de Choiseul te presenteren de Memorie, dd. 24 Julij 1761, en bijlagen door Bewindiiebbers der Nederland-sche Comp. aan dc Stat. Gen. gepresenteerd in antwoord op de Memorie, dd. 6 Augustus 1760 van Directeuren der Fransche O. I. Comp. Res, Roll. 19 Junij 1762, II. Ie dr. 1065. — Resolutie door de Stat. Gen. op 23 Junij 1702 hierop genomen. Aid. 20 Junij 1762. II. Ie dr. 1184. 11210. Besluit der Stat. Gen,, dd. 10 Jan. 1764, om door hunnen Gezant bij het Hof van Frankrijk te wege te brengen, dat de manschap van het afgeloopcn ü. 1. Comp. schip Nijenburg, te Cayenne aan den schipper overgegeven worde. N. Nederl. Jaarb. XV11I. 1764. i. 404. — Resultaten. Aid. 410. 11211. Missive, dd. Parijs 25 April 1773, van den Nederl. Amb. aan liet Hof van Frankrijk, Lestevenon van berkenrode, hebbende tot bijlage eene Missive door den Min. van Marine geschreven aan den Hertog (j'Aiguillon relatief de adsistentie verleend tot opsporing der gedeserteerde equipage van het O. I. schip Bleiswyk in dc haven van Roehc-fort. Bes. Holt. 11 Mei 17i3. Ie dr. 288. |
11212. Missives, dd. Fontaineblcau 20 Oct. 1774, Parijs 29 Jan. 1775, en Parijs 13 April 1775, van den Nederl. Amb. aan liet Hof van Frankrijk, Lestevenon van licr-kenrode, inhoudende verslag zijner pogingen tot aflossing der wisselbrieven van de eilanden Mauricius en Bourbon, waarvan eenige inwoners van dc Kaap de Goede Hoop houders zijn. lies. IIoll. 26 Nov. 1774, ie dr. bl5; 17 Maart 1775, 1c dr. 280; 18 Mei 1775. Ie dr. 456. — Tekst van die, dd Parijs 13 April 1775. Res. Roll. Stuk. 1775. 165. 11213. Verhaal van de verovering van Pondichery in Aug. 177amp; door de Engelschen op de Franschen. Maandel. Ned. Merourius, XLVI. 1779. 156. 11214. Opmerkingen over de oorzaken der verovering van Pondichery door de Engelschen, met aantooning dat voor Frankrijk dit geen verlies is te achten. Slaalsman, I. 1779. 1c dr. 608; II. 1779. Ie st. 65. 11215. Bijzonderheden nopens de wegvoering in April 1781 door twee Fransche schepen van het Toskaansche schip »De Groot Hertog van Toscanenquot; op de rcede van de Kaap de Goede Hoop; alsmede nopens de vergoeding door den Koning van l1rankrijk gegeven. Amsterdam Junij 1785. iV. Nederl. Jaarh. XX. 1785. 1. 844. 11216. Verblijf van Le Maitrcte's Hage, o. a. tot te kooj) aanbieding aan dc Nederl. O. I. Maatschappij van zes transportschepen in Fransche dienst op vertrek naar O. Indiö, om voor die Maatschappij als retourschepen dienst te doen. Febr. 1782. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 1. 165. 11217. Kennisgeving door de Algemeene Staten aan het Fransche Hof van den bekommerlijken toestand der O. I. Maatschappij cn van den door haar gevraagden onderstand van veertien millioen. Junij 1783. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 2. 1012. 11218. Opgave der Memorie van den Amb. van Frankrijk, den Markgraaf de Verac, aan 11. H. Mog., inhoudende verzoek, tot het verlcenen van het noodige Exequatur, op de Acte waarbij de Koning van Frankrijk den heer Chevalier heeft aangesteld tot Agent van de Fransche Marine te Batavia, 'söra- |
77
venhage Sept. 1786. N. Nederl. Jaarh. XXI. 1780. 2. lOOé. — Missive, dd. Amsterdam 20 Nov. 1780, van li. H. XVllu aau II. H. M. M-, iuliondende de verlangde consi-deratiün en advies op de Memorie van de Verae. lies. Boll. 1:S Dec. 17hG, V. le dr. 5051, 5053. — Memorie, dd. 's Ilage 23 Maart 1787, van de Verae, inhoudende herhaling van het verzoek. Aid. XXII. 1787. I. 472. — Berigt, dd. Amsterdam 23 Maart 1787, van de Bewindhebberen van de ü. 1. Coinp. ter Preaid. Kamer Amsterdam, inhoudende hunne consideratiën en advies tot weigering van het verzoek van Erankrijk. Aid. 474 — Missive, dd. Amsterdam 29 Maart 1787, van Bewindhebberen der O. I. Comp. ter Praesidialo kamer Amsterdam aan H. II. M. M. inhoudende hunne consideration en advies op de laatste Memorie, van de Verae lot instantie op de provisionele admissie van den lieer Chevalier. Res. Iloll. 17 Aug. 1787. VI. le dr. 5224. — Missive, dd. Amsterdam 19 Junij 1787, van II. H. XVIIn aan H. II. Mog., inhoudende hun conl'ormatoir disfavorabel advies. Aid. 5220. 11219. Extraet, zoo als het is gecommuniceerd aan de Directeuren der O. I. C. te Parijs, van den brief van den Graaf van Conway, Generaal Commandant der Pransche Etablissementen in Uost-Indiën, aan deu Graaf de la Luzerne, Minister en Secretaris van Staat voor het oorlogs-departement te Parijs, inhoudende ophelderingen wegens het, bezetten van Trinconomale op het eiland Ceilon, door Pransche troepen in Pebr. en Maart 1788, Amsterdam Oet. 1788. N. Nederl. Jaarh. XXIII. 1788. 2e. 1526. — Mededeeling van de verschilleude geruchten nopens het bezetten van Trinconomale. 'süravenhage Julij 1788. Aid. 1110. — Ontvangst van een geruststellend berigt hierover van het Pransche Hof. 'sGravenhage Nov. 17is8. Aid. 1583. 11220. Berigten betreffende het verblijf aan de Kaap de Goede Hoop van muitelingen van Mauritius, en de maatregelen tegen hen genomen, (in 1791?). N. Nederl. Jaarh. XXVI. 1791. 1. 821. 11221. Bijzonderheden nopens het nemen op 24 Aug. 1793 door de Pransclien van het O. I. Comp. schip Willem de Vierde, kapitein Thomson, op den 19en te voren van Batavia naar Ceilon vertrokken. Amsterdam Mei 1794. N. Nederl. Jaarh. XXIX. 1794. I. 074, 773, 801. 11222. Bijzonderheden, dd. Ceylon 18 |
Oet. 179'lt;. betreffende het nemen van den Pranschen kaper Le Mutin door het ü. I. Comp. schip Ceylon. N. Nederl. Jaurh. XXIX. 1794. 2. 11)42. 11223 Bijzonderheden nopens het nemen op 2 Sept. 1793 op de hoogte van Matte-kalo (Ceilon) van een groote Pransche tweemastpraauw door twee gewapende Compagnies chaloupen. N. Nederl. Jaarb. XXIX. 1794. 2. 1042. 11224. Verhaal van den Pranschen coup de main in 1793 op Padang, uit oiliciüle beseheideu door W. L. Hitter te zamenge-steld; medegedeeld door E. Prancis. Tiids. Ind. T. L. r. kunde. V. N. S. II. 1850. 63. Francis, Levensloop. III. Bat. 1800. 147. 11225. Tijding van de verovering doot Groot-Brittanje van Pondichery, gelegen in het koningrijk Cingi, op de kust van Malla-baar, en behoorende aan Prankrijk. Builen-landsch berigt dd. Pebrnarij 1794. N. Nederl. Jaarb. XXIX. 1794. le 219. — Bijzonderheden nopens het berigt, geplaatst in de London Gazette. Maand. Ned. Mercurius, LXXIV. 1794. 59. 11226. Bijzonderheden nopens het verblijf van d'Auribeau, met de twee vaartuigen onder wijlen d'Entrecasteaux, te Sourabaja, Medegedeeld door W i 11 a u m e z, Bevelhebber der korvet Le Leger. Pad. Bibl. VII. 1795. 2e st. 240. 11227. Bijzonderheden nopens de teruggave door Engeland aan Prankrijk van de veroverde verzameling van natuurlijke zeldzaamheden, door d'Entrecasteaux en La-billardière op dc reis ter ontdekking van de la Poyrouse opgedaan. Letterb. VI. 1796. 97 cn 129. 1122S. Verwikkelingen wegens het gebeurde met liet Pransche oorlogschip //La Sybille.quot; Mededcelingen botreilende het verblijf te Amboina van dit schip, kolonel Maisonneuve, de hevige ziekten onder de bemanning, en de voorvallen tussehen den Kommandant en onze autoriteiten. T. v. N. 1. 17e j. 1855. I. 398. — Verwikkeling omtrent j/La Sybillequot;} vervolg. Aid. II. 02. 11229. De Consul-Generaal van Prankrijk en de Regering van Nederlandsch-Indie. Veroordccling van de beweerde inmenging van A. de Codrika te Batavia in zaken be- |
78
treffende de drukpers. T. v. N. 1. 21c i. 1859 I. 435. 11230. Een eonsul te Uatavia. Schets van de plegtige en eigenaardige wijze, waarop de consul-gcueraal vau ïrankrijk, A. do Cu-drika, ziek in zijn rang en waardigheid handhaaft. T. v. N. L. 22e j. 18GÜ. I. Ü9. 11231. Tekst van het traktaat met België van 29 Julij 181G. Me.vill, Moniteur. I. 2. 31. Tindal en Steurt, /erh. VI. 695. Denemarken. 11232. Brief, dd. Koppenhagen 22 Sept. 1640, van den Hes. Cracau over apparente ongelegenheden ter zake van de schade der Compagnie van Denemarken in üost-lndiö aangedaan door de dienaren der Ned. ü. I. Compagnie, lies. Huil. 8 Oct. i 010, 2e dr. 760. — Punten van beklag van Denemarken ea het concept-antwoord er op, alsmede aanschrijving aau 11. H. XVlln om zich te verantwoorden. Aid. 10 Oct. 1G10. 2e dr. /65. 11233. O. I. Deensche als andere schepen wel onthaald. Res. Stat. Gen. 28 Aug. en 6 Sept. 1653. 11234. Dankbetuiging aan den Koning van Denemarken voor het gunstig onthaal van eenige O. i. retourschepen, lies. lloll. 3 Sept. 1C53. 2c dr. 521; 30 Oct. 1653, üe dr. 630. 11235. Voorstel om bij den Koning van Denemarken te protesteren tegen het aanhouden van O. 1. retourschepen in Christi-ania. Bes. lloll. 17 Dec. 1G65. 2e dr. 89S. 11236. De Koning van Denemarken bedankt wegens het goed onthaal gegeven aun de O. I. schepen te Bergen in Noorwegen. Res. Stat. Gen. 22 Aug. 1G65. 11237. Procedurcn tegen de onderdanen van Denemarken, die in dienst van de O. 1. Comj). hier zijn geweest, omdat zij tegen hun eed zich in dienst van Denemarken naar O. I. begaven, lies. Stat. Gin. 1 Nov. 1670. 11238. Missive, dd. Amsterdam 16 Dcc. 1682, van H. H. XVlln, aan de Stat. Gen. inhoudende de inlichtingen op de klagten van Denemarken over de weigering van vervcr-sching aan het Deunsche schip, de Phoenix, door den Commandeur aan de Caap de Bonne |
Espérance in October 1681, door H. H. M. gevraagd bij Missive van 20 Oct. 1ÖS2, met medcdecling van den brief, dd. 13 Uct. te voren, over deze klagten van den Nedcrl. extra-ordin. Euvoyó bij Denemarken, Moc-ringh. lies. lloll. 9 Jan. 1683. 2e dr. 8. 11239. Klagten door Denemarken wegens schade aau derzclver Gomp. te Bantam geleden. Rcs. Stat. Gen. ïG Mei 1CS3. 11240. Tekst der Memorie, dd. den Haag den 16, 26 Mei 1683, vau den Deenscheu Envoyé, G. ISourclurd, aan H. H. Mog. inhoudende klagten der Deensche O. I. Comp. over het uitzetten der Europesche uatiën uit Bantam door de Nederl. O. 1. Comp. Uoll. Mercurial, XXXIV. 1683. 58. 11241. Verzoek om consideratie en advies aan Gecommitteerden tot de zaken van de zee eu manufacturen, op de Missive, dd. Koppenhageu 3 Julij lGt)8, van den Nederl. Kes. aan het Hof van Denemarken, Goes, over zeker voorval in üost-ludië met het nemen van zeker schip der Ncd. O. I. Comp. dat door een Deenseh schip de Anthonette in Denemarken is opgebragt. Res. Loll. 14 Julij 1688, 2c dr. 4Sn. 11242. Missive, dd. Kopenhagen 22 Aug. 1690, van den Ned. extra-ord. Envoyó van Amerongen, bclreHendo de prctensicn vaa Denemarken ten laste van de ü. I. C. lies. lloll. Sec. V. 29 Augustus 1690. 377. 11243. Memorie van Ovan di Bogos, extra-ord. Envoyé van den Koning van Per-zie, conccrncreude hot schip Cadix Savay, door de Denen in Oost-Indiii genomen, niettegenstaande het voorzien was met Holland-sche vlaggen eu paspoorten. Res. Slat. Gen. 19 April 1692, 258. — liapport van H. U. Mog. Gedeputeerden, alsmede het berigt en de considerati'ju van de gecommitteerde Be-windhebberen der ü. I. Comp. hierop. Aid. 9 Mei 1692. 316. — Nadere Memorie van Ovan di Bogos, houdende een replique op het bovengenoemde berigt der ü. I. Comp. Aid. 17 Mei 1692. 339. — Idem, verzoekende spoedig antwoord, en resolutie hierop. Jld. G Junij 1692, 312. — Memorie van Bewindhebberen der O. I. Comp. op deze repliques, en resolutie hierop. Aid. 11 Junij 1692. 400. 11244. Missive, dd. Koppenhagen 8 Maart 1704, van den Nederl. extra-ord. Envoyó aan het Hof van Denemarken, Goes, over |
79
het aldaar willen aiinliouden van drie Nederl. retourschepen uit O. Indië, in Noorwegen hebbende overwinterd. Res. Holl. 15 Maurt 1704, 2e dr. 197. — Idem, dd. 15 Maart 1701-, over het werkelijk arresleren van genoemde schepen, bij forme van represaille wegens de Deensclie genomen en opgebragte schepen. Aid. 22 Maart 1704. 2e dr 2 18 — Memorie van den cxl ra-ord. Envoyé van Denemarken van Stocken aan de Stat. Gen. betrefTendc het aanhouden van bovengenoemde Ned. O. I. retourschepen en het, ontslaan der genomen Deensehe schepen. AU. 2 Mei 1704, 2e dr. 258. 11215, Translaat uyt het Deenscli sehrlj-ven van het kamer-collegie aan den Heer Amptman Mist, van dato don 13 April I72(), alsmede den Generaal Tol dirigeerende Johan Garman,quot; zijnde iUjlage bij de Missive, dd. Koppenhagen ,iü April 172(1, van den Nederl, Secretaris Opdorp, betreffende de teruggave der goederen en gelden geborgen uit het verongelukte ü, 1. schip Akcrendam. Res Holl. 18 Mei 1726, le dr. 318. 11216 Memorie, dd. Koppenhagen 31 Julij 1728, van de Gezanten van Engeland en Holland, aan het Deensehe Hof, ülenor-ehy en Assendelft, overgeleverd, wegens de verplaatsing van het eomptoir van de Deensehe O, I. C. van Koppenhagen naar Altona, en hare voorgenomen uitbreiding. Eur. Mercurius, XXXIX. 1728. II. 87. — Memorie, dd. Koppenhagen 17 Aug. 1728, op expresse orde van Z, K. Majesteit van Denemarken, in antwoord op bovengenoemde. Aid. 104. 11247 Fransche tekst der Memorie, dd den Haag 9 January 1732, van den Deenschen extra-ord, Envoyé, N. Griis, aan de Staten Generaal, om uitbetaling van 2141 gulden en 13 stuivers ten behoeve van Josias van Asperen, gewezen burger van de stad Amsterdam. Res. Holl. 17 Januarij 1732, le dr. 21. — Missive, dd. Koppenhagen 8 Jan 17;i2, van den Ned. Res. Coeymans. rakende de ongeliquideerde pretensien van Josias van Asperen. AU 26 Januarij 1732, lcdr26.— Rapport van de gecommitteerden tot de zaken van Denemarken hierop, alsmede resolutie. AU. 23 l'Ybr, 1732. le dr 60, 70 — Za kelijke inhoud van het Request,, dd. ? van Pierre lialguerie als geauthoriseerd tor, invordering van de uitstaande schulden van Josias van Asperen, ter zake zijner pretensien ten laste van Denemarken. Aid. 22 Januarij 1732 le dr. 24. — Zakelijke inhoud van het rapport van gecommitteerden hierop. |
alsmede Resolutie. All. 23 Febr. 1732, le dr, C9, — Zakelijke inhoud van het request, dd. ? van Pierre lialguerie, q,q om voldoening van 2111 gl. en 13 st. competerende aan Josias van Asperen, alsmede Resolutie hierop, Aid. 16 Julij 1732, le dr. 512. 11248. . Missive, dd. Koppenhagen 4 Nov. 1732, van den Ned, Resident Coeymans, over de ombrage aan het Deensehe Hof over het placaat, dd. 24 September 1732, tegen het deelnemen in vreemde compagniën op de Indiquot;n. Res. Holl. 13 Nov, 1732, le dr. 731. — Memorie door den Deensehen extra-ord. Envoyé, N. Griis, den 5 Nov. 1732 aan de Staten Generaal gepresenteerd, over genoemd placaat. 26 Nov. 1732, le dr. 753. — Missive, dd. ?, van den Ned. Res. betreffende de ombrage van bet Deensehe Hof over dat Placaat, tekst der Memorie, dd. den Haag 4 Nov. 1732, van den Deensehen extra-ord. Envoyé. N. Griis, hierover, benevens rapport en de resolutie hierop. Res. Holl. Sec VIII. 29 Nov. 1732. 572. — Missive, dd. Koppenhagen 23 Dcc. 1732, van den Ned. Hes. Coeymans, inhouden Ie verslag zijner conferentién met de Deensehe Ministers over genoemd Placaat. Res Ho'l. 8 Jan. 1733. I. ledr. 35. 11219. Memorie door den Deensehen extra-ord, Envoyé, N. Griis, den 26 Julij 1737 aan de Stat. Gen. overgegeven, met klagtcn over de orders door de Ned. O. I. Comp, gegeven aan den Gouv. Gen. en Raden van Ncd. Indi;n tot het weigeren van assistentie aan de Deensehe schepen. Res Holl. 8 Aug. 17S7. le dr. 460, — Nadere Memorie, overgegeven den 11 Oct. 1737, Aid. 16 Oct. 17:i7, le dr. 588. — Missive, dd. Middelburg 12 Nov. 1737, van H, H XVIIn op bovengenoemde Memorie alsmede op die van den Zweedsehen Minister, over dezelfde klagtcn; alsmede Resolutie hierop. Aid. 21 Nov. 1737, le dr, 654, 11250. Missive, dd, Koppenhage 27 Julij 1754, van den Nederl, extra-ord, Envoyé Coymans aan de Stat, Gen. om ordre hoe zich te gedragen omtrent een aanbieding aan hem gedaan omtrent veertig matrozen, geweest zijnde in dienst van de Nederlandsche 0 I. Comp,, die aan de Kaap de Goede Hoop zouden wezen gedeserteerd in het Deensehe schip Uornhohn j alsmede betreffende een gelijk geval bij het arrivement van het schip Nctelblad. Res. Holl. 24 Aug, 1754. 1 le dr, 755, — Missive, dd Amsterdam 19 Aug. 1754, van Bewindhebberen van dc O I. Comp, ter pracsidiale kamer Amstcr- |
80
dam aan de Staten Generaal, inhoudende berigt op hovengenoemdc missive met het notarieel kontrakt op 1 Maart 1754 aan de Kaap de Goede Hoop gemaakt met veertig personen, om dienst te doen op hot. Deensche schip Netelblad. Aid 756. — Resolutie op 20 Aug. 1754 door de Stat Gen. genomen op bovengenoemde Missive. Aid. 761. 11251. Aankomst aan de Kaap de Goede Hoop in Jan. 1782, van een Deenseh schip, 't kasteel van Dansburg, verhaal der fatale ontmoeting van den heer Staringh met deu Deeu-sehen kapitein Fuglcde van dit schip. N. Afo/er/./(Mri. XVll. 1782. 2. 1315. Maundcl. Ned. Mercurius, LUI. 1782. 104. — Kloeke heldendaad van den Hollandschen zee-kapitein Staaring. Verhaal van het voorgevallene aan de Kaap de Goede Hoop met het Deensche Comp. schip «Het kasteel van Dansburg,quot; kapitein Fuglede. Uit »Lc Vaillant's seconde Voyage dans l'intcrieur do 1'Afrique. Paris 17Ü0,quot; Leilerb. VI. 1706. 14. — Berigten uit de Kaap over dit voorval. Maandel. Ned. Mercurius, LUI. 1782. 104. — Brief van de Kaap de Goede Hoop, dd. 26 Jan. 1782, inhoudende o. a. een verhaal- van het voorgevallene aldaar met dat schip. N. Nedcrl. Jaarh. XVII. 1782. 1. 697. —Memorie, dd. 'sllagc den 5 Julij I7S2, van den Deenschen Gezant, inhoudende klagten wegens het gedrag van de llcgecring aan (ie Kaap de Goede Hoop nopens dat schip. Aid. 2 720. — Fransche tekst der Memorie, dd. den Uaag 5 Julij 1782, van den Dccnschcn extra-ord. Envoyé, A. do St. Saphorin, aan de Stat. Gen., over de kwade behandeling, die de Deensche schepen aan de Kaap zouden ondergaan, en vooral over het kasteel Dansborg, insterende op satisfactie. Met bijlagen. Res. lloll. 17 Julij 1782. Ie dr. 504—511. lies. lloll. Sink. 1782. 11. 109, 111, 113, 115. — Missive, dd. den Haag 11 Julij 1782, van H. H. XVIIn aan de Stat. Gen., inhoudende hun berigt op bovengenoemde klagten. Res. lloll. 17 Julij 1782, Je dr. 512. lies. Huil. -Stó. 1^82. II. 119.— Generaliteits concept-rapport op genoemde Memorie en Missive. Res. lloll. 19 Julij 1782. Ie dr. 547. — Fransche tekst der nadere Memorie, dd. den Haag 22 Julij 1782, van A. de St. Saphorin. Aid. 25 Julij 1782, le dr. 564. Res. lloll. Stuk. 1782 II. 177. — Resolutie op deze Memorie. Aid. 21 Julij 1782. 1c dr. 584. — Verslag, als bijlage bij deze Memorie van de ontmoetingen van het schip Citadel Dansburg. N. Nedcrl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 730. — Toezending aan de Bewindhebberen om berigt. |
Julij 1782. Aid. 729. — Inhoud van het door dc O. I. Maatschappij ingezonden berigt, dd. 11 Julij 1782, ter wederlegging van deze klagten. Julij 1782. Aid. 732, 803, 805. — Nadere memorie van klagten van den Drensclien Gezant, dd. 22 Julij 1782. Aid. 732. — Antwoord van tl. H. Mog. Aid. 802. — Besluit van H. 11. Mog., du. Aug. 1782, inhoudende de genomen maatregelen dien ten gevolge. Aid. 803. — Extract uit het Rapport van de O. I. G. (dd. 11 Julij 1782), rakende het Kasteel van Dansburg. Aid. SiO. — Overkomst van de Kaap van den Equipagemeester Staring, in dit geval betrokken. Aug. 1782. Aid. 828. — Aankomst te Koppenhagen van het kasteel van Dansburg, en berigten nopens het ingesteld verhoor vau het scheepsvolk. Aid. 10',13. — Mcdedeeling aan den Heer dc St. Saphorin, van afschriften van een brief van de Hceren Bewindhcbheren onzer ü. I. G. ter vergadering van XVIIn en van een brief van do Regering aan de Kaap, van den 30 Jan. 1783; alsmede inhoudsopgave van dezen laatsten. Augustus 1783. Aid. 1388. — Missive, dd. den Haag 9 Aug. 1782, van H. H XVIlu aan de Staten Generaal, houdende nader berigt op de klagten over dat schip met alle bijlagen van de Kaap overgezondeu. Res. lloll. Stuk. 1782. II. 385, 395—482. Res. lloll. 17 Aug. 1782, le dr. 677, 682-766. 11252. Memorie van den Deenschen Gezant aan H. H. M., inhoudende klagten over het oponthoud aan de Kaap de Goede Hoop vau dc Deensche ü. I. Comp. retourschepen //Sophia Erederica,quot; kapitein Clemens, en //Koppenhagen,quot; kapitein Kroger. Jan. 1782. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 1. 37. — Toezending van deze Memorie aan de Bewindhebberen om berigt. Jan. 178-'. Aid. 39. Zweden. 11253. Missive, dd. Stokholm 11 Jan. 1730, van den Ned. Envoyé Rumpf, rakende de paspoorten, welke in Zweden verleend zijn voor twee schepen naar China. Res. Roll. 4 Pebr. 1730, le dr. 105, 11254. Missive, dd. Stokholm 29 Julij 1733, van den Nederl. Envoyé llumpf alsmede Memorie door den Zweedschen Envoyé J. J. Preis, op II Aug. 1733 aan de Staten Generaal gepresenteeril, rakende het nemen van een Zweedsch schip, uit China retournerende naar Gottenburg, door vier schepen van de Nederl. O. I. Comp. Res. lloll. 27 Aug. 1733, II. Ie dr. 805. |
81
11255. Resolutie, dd. 23 Nov. 1737. rakende het adsisteren van Zweedsehe schepen in Oost-Indie. Gr. Flacaatboek, VI. 's Hage 1746. fol. 1397. 1J256. Memorie, dd. 'sGravenhage den ■I Nov. 1751, waerby de heer van Hellen, uit naam Zijner Pruisische Majesteit, den Staten Generaal kennis gaf van de oprichtinge der Asiatische Compagnie in Pruissen. Eur. Mercurius,LXIII. 1752,1.56; Nederl.Jaarb. VI. 1752. I. 2. — Bijzonderheden nopens deze Memorie. Eur. Mercurius, LXUI. 1752. I. 22. —• Antwoord hunner Hoog Mog. op deze Memorie. April 1752. Neerl. Jaarb. Aki. 320. 11257. Memorie, dd. Mei (?) 1752, van de Engelsche Regering in antwoord op de mededeeling van Pruissen, nopens de nieuw opgerigte Asiatische Compagnie te Embden. Eur. Mercurius, LXIII. 1752. I. 274. 11258. Zakelijke inhoud der Memorie, dd. April 1753, waarbij van Hellen, namens Zijne Pruissische Majesteit den Staten Generaal kennis geeft vau de oprigting eener tweede O. 1. Comp. te Embden, speciaal voor Bengalen. Eur. Mercurius, LX1V. 1753. I. 237. 11259. Overzigt van het geschil tusschen de Pruissische Zee-Commcrcie-Compagnie met de Hollandsche O. I. Maatschappij, wegens de lading van een schip, en de rechtspleging hierover te Batavia. Amsterdam, April 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIII. 1788. 1. 633. 11260. Over een voorstel door zekeren Oscar von Kessel in Das Ausland, tot inbezitneming door Pruissen van een gedeelte van Nieuw-Guinea. Sloet, Tijds. XIV. 122. 11261. Missive, dd. Hamburg 4 Nov. 1732, van den Nederl. Res. Mauri'ius, houdende zijne consideratiën over do middelen, waardoor hetinbrengen van Oost Indische waren te Hamburg gelimiteerd zou «tnnen worden. Res. Uoll. 15 Nov. 17öA le dr. 739. — Idem, ter vergadering der Generaliteit, op 12 Jan. 1733, houdende zijne consideratiën, over hef, bevorderen van een Declaratoir van den Magistraat van Hamburg, van geen O. I. waren te zullen admitteren dan die in Europa gekocht zijn op publieke verkoopingen van ge-stabilieerde Compagniën. Aid. 15 Jan. 1733. |
I. le dr. 60. — Idem, dd. Hamburg 28 April cn 8 Mei 1733, rakende het werk van den O. I. handel. Aid. 15 Mei 1733.1. le dr. 507. — Idem, dd. Hamburg 16 Junij 1733, met zijne consideratiën over de negotiatie met den Magistraat van Hamburg over het beletten van den clandestinen en verboden handel op de Indiiin. Aid. 23 Junij 1733. II. le dr. 733. — Missive, dd. Weenen 13 Junij 1733, van den Ned. extra ord. Envoyé Hamel Bruininx, rakende den O. I. handel te Hamburg; alsmede Memorie, op 1 Julij 1733, ter Generaliteit overgegeven aan H. H. XVHn houdende hunne consideratiën en advies op het voorg. subject. Aid. 9 Julij 1733. II. le dr. 797. — Missive, dd. Hamburg 19 Oct. 1733, van Mauricius, met bijlagen, rakende de middelen van gerustheid voor het toekomende tegen den onbehoorlijken handel op de Indian. Aid. 29 Oct. 1773. II. le dr. 1005. — Missive, dd. Hamburg 1 Dcc, 1733, met het resultaat van de conferentie welke hij nevens do Keizerlijke eu Groot Brittan-nische Ministers gehad heeft met den Magistraat van Hamburg, over dien handel, met zijne consideratiiin op de waarschuwing, welke daartegen zal worden geëmaneerd door den Raad van Hamburg. Aid. 5 Dec. 1733. 11. le dr. 1104. — Idem, dd. Hamburg 27 Nov. en 1 Deo. 1733, hierover, benevens het concept van waarschuwing van den Magistraat van Hamburg. Rapport en resolutie hierop. Aid. 23 Dec. 1733. II. le dr. 1155. 11262. Missive, dd. Weenen 30 Sept. 1719, van den Ned. extra ord. Euvoyé aan het Hot' van den Keizer, Hamel Bruininx, met Memorie van den Graaf van Zinscndorf, wegens hot weigeren van vervcrscliing aan het schip van Kapitein Merville aan de Kaap de Goede Hoop. Res. Uoll. Sec. VII. 17 Oct. 1719, 463 11263. Resolutie, dd. 27 Jan. 1728, tot afwijzing van het verzoek van Zijne K. M., om nog twee schepen van Ostende naar de Indiën te mogen zenden. Gr. Flacaatboek. VI. 'sHage 1746. fol. 274. 11264. Bijzonderheden nopens het nemen van twee Ostendische schepen door de En-gelschen en Hollanders in 1729 in de Ganges, in Bengalen. Eur. Mercurius, XL1. 1730. II. 54, 94. 11265. Rescript, dd. 12 Jan. 1732, van den Keizer van Oostenrijk aan de Regeling der Stad Hamburg, wegens de klagten van |
II.
82
Engeland en Holland, ten opzigte van het schip der O. I. C. van Ostende, de Apollo uit China op de Elbe gekomen, en in Hamburg ontladen. Eur. Mercurius, XLII1.1732. 1. 49. 11266. Verklaring, dd. Junij 1743 van Lord Carteret, betreffende de vernietiging van het octrooi der O, I. C. van Ostende, beloofd door H. Al. de Koningin van Hongarije en Bohemen; en door hem gedaan aan de Staten Gen. namens H. M. Eur. Mercurius, XIV. 1743. I. 317. 11267. Memorie van den Gezant van het Hof van Wcenen, tot teruggave van het Toskaan scha schip, hetwelk door een Fransch schip van de Kaap de Goede Hoop als En-gelsch eigendom genomen was. Sept. 1781. N. Nederl. Jaarb XVI. 1781. 3. 1723. 11208. Missive, dd. Brussel 24 Aug. 1784, van de Ned. Minist. Plenipot. bjj het gouvernement der Oostenrijksche Nederlanden, H. Hop, P. van Leyden en P. E. van de Perre ten geleide van de Memorie, dd. Brussel 23 Aug. 1784, van Louy, Graaf de Bas-siano de Belgiojoso, houdende 's Keizers voorgestelde arrangementen rakende dc vrije vaart en handel naar de Oost-Indiën; alsmede de Memorie van repliek. Res. Uoll. 1 Sept. 1781. 111. Ie dr. 1906. — EesolutiJ;n op 25 en 30 Aug. 1784, hierop genomen ter Generaliteit. Aid. 1907. 19i2. — Idem van die op 3 Nov. 1784. Vad. Staatsh. I. 461, 466. 11269. Pogingen van den Keizer van Oostenrijk, ter verkrijging van de vaart naar de Oobt.-Indiën in het belang van de Aziatische of Oost-Indische Maatschappij te Triöst. Aug. 1785. N. Nederl. Jaarb. XX. 1785. 2, 989, en 1, 376. Turkije, enz. 11270. Remonstrantie van de O. I. Comp. aan de Staten Generaal, ten einde devoiren by den grooten Heer te Constantinopel mogen worden gedaan, dat in de nieuwe capitulatie het mandaat aan den Viceroy van Yemen gegeven, mag worden geincludcerd. Res Uoll. 31 Maart 1700, 2e dr. 272. 11271. Missive, dd. Constanlinopolen 9 Dec. 1720, van den Ned. Ambassadeur aan het Turksche Hof, Calkoen, inhoudende verslag zijner verrigtingen, ten einde het comp-toir of etablissement der Ned. O, I. Comp. |
te Bassóra, moge jouisseren van den gesti-puleerden vrijdom en immuniteiten voor de Nederl. onderdanen in dat Rijk. Res. Uoll. 18 Febr. 1730, le dr. 138. 11372 Missive, geschreven in het dorp Belgrade bij Constantinopolen den 25 Oct. 1738. van Calkoen, wegens mishandelingen aangedaan aan de Bedienden van de Ned. O. I. Comp. te Bassora; alsmede kennisge-vende van twee favorabele commandementen van den grooten Vizier ten opzigt der Ne-derlandsche Natiën te Bassora. Res. Holt. 9 Januarij 1739, le dr. 27. — Rapport en Resolutie op deze missive. Aid. 16 Januarij 1739, le dr. 38. 11273. Missive, dd. Pera bij Constantinopolen P, van Calkoen, rakende een avanie aan do Nederlandsche Natii;n te Bassora aangedaan, en dc diefstal aan het huis van den koopman Ley star. Res. Uoll. 25 Julij 1739, le dr. 407. 11274. Missive, dd. Pera, van Constantinopolen 17 April en 1 Julij 1754 alsmede dd. Januarij, 1 October 1754, van de Hoche-picd, over het voorgevallene te Bassora, wegens de verongelijking door den vice gouverneur aldaar aan den Consul van de Nederl. O. I. Comp. aangedaan. Res. Hotl. 7 Junij 1754, I, le dr. 409 ; 5 Sent. 1754, I, ledr. 845; 9 Nov. 1754, II, le dr. 1042.— Missiven, dd. Pera, van Constantinopolen 2 Nov., 2 en 16 Dec. 1754, van den Nederl. Ambassadeur aan het Hof van den Turkschen Keizer, de Hochepied, over het voorgevallene tus-schen den Heer Tido Frederik van Kniphausen en de regering te Bassora, alsmede over zijne verrigtingen aldaar en tc Karrek. Aid. 21 Januarij 1755, I, le dr. 68,735.— Missive, dd. Amsterdam 20 Nov. 1755, van Bewind-hebberen der O. I. Comp., ter kamer Amsterdam, aan de Staten van Holland cn West-Vriesland, zijnde verhaal van het voorgevallene sedert 1753 te Bassora en op het eiland Karrek in de golf van Perzië. Aid. 28 November 1755, II, le dr. 1417, 1423. 11275. Accoord tusschen de Arabiërs en die van de O. I. Comp. Res. Stat. Gen. 16 Nov. 1702. 11276. Aanbeveling der vestiging van een Nederlandschen Consul te Djeddaii, met hot oog op de beweging aldaar der bedevaartgangers naar Mekka. Keyzer, Ome Tijd in |
11*
84
J. A. van der Chys. Bijdr. Ind. T. L. V.-kunde, N. V. VII. bl. IX, 143. 11295. Tekst van het traktaat tusschen Nederland en Japan, dd. 30 January 1856. Sloet, Tijds. XVI. 281. De additionele overeenkomst, dd. 16 Oct. 1857 en traktaat, dd. 18 Aug. 1858. Aid. XVIII. 90, 103. 11296. Inhoud van het traktaat, dd ? tusschen Rusland en Japan gesloten voor handelsverkeer en grensbepaling der beide rijken. Swart, Verh. 1857, le afd. 288. 11297. Gemeenschappelijk rapport met bijlagen, van de Departementen van Koloniën en van Buitenlandsche Zaken, dd. 19 April — 7 Mei 1857 N0. 3—33 aan den Koning, betreffende de Japansebe aangelegenheden. Overgenomen uit de Nederl. Staats Courant van 0 Junij 1857, Nquot;. 131. Smart. Verh. 1857, le afd. 231. —Idem van 1 Febr. 1858, houdende de volbragte ratificatie van een traktaat van 30 January 1856, en strekkende tot mededeeling der additionele en vervolg-ar-tikelen daarop, dd. 16 Oct. 1857 en vanecnige verder verleende concession; met de toelichting van het een en ander. Aid. 101. 11298. Extract uit bet traktaat tusschen Engeland en Japan, dd. 26 Augustus 1858. Swart, Verh. 1858. le afd. 547. 11299. Beschikkingen van den Min. van Kol., dd. 27 Eebr. 1860, op het verzoekschrift van de Coningh amp; Co. en andere kooplieden en scheepsreeders te Amsterdam en Botterdam, betreffende een Nederlandsch consulaat en een maritiem station te Jcdo ofteKana-gawa. Swart, Verh. 1860. le afd. 322. 11300. Antwoord van W. B o s c h aan Jbr. J. H. W. Q,uarlcs van Ufford betreffende de door ons gevolgde staatkunde ten aanzien van Japan. Ècon. Bijblad, 1861. 108. 11301. Opmerkingen over het te verwachten Japansebe gezantschap in Nederland. Sloet, Tijds. XXII. 160, 161. 11302. De tegenwoordige staatkundige toestand van Japan. Overgenomen uit den Engelschen Economist, en ontleend aan de Britsche Parliamentary papers. Met een naschrift van den Redakteur, waarin onze staatkundige houding tegenover en onze onderhandelingen met het Japansebe gezantschap worden besproken, in verband met de aanstaande bijeenkomst der Staten Generaal (Sept. 1862). Sloet, 'Jyds. XXII. 381. |
11303. Berigt van onzen Consul generaal in Japan, nopens eene offlcieele kennisgeving der Regering aldaar, betreffende hare vestiging op de Bonin eilanden, overgenomen uit de Ncderlandsche Staats Courant van 22 Nov. 1862. Ecou. 1862. 512. 11804. Ontmoeting van Europeanen met een der van Jedo vertrekkende Uaimios zonder eenige botsing. Het Japansch Gouv. in onderhandeling over den aankoop van een Engelschen schoener. Groote agitat ie iu Japan, en vernieling van het gebouw der Britsche legatie te Jedo door buskruid. Kol. Jaarh. 3e j. 1863. 256. China. 11305. Bijzonderheden nopens de weigering aan de Eransche Missionarissen van de vrije passage door de Russische monarchie naar China. Eur. Mercurius, LX. 1749. II. 210. 11306. De terugroeping van den heer M. J. Senn van Basel als Consul in China. Zijn adres, dd. Samarang 24 Maart 1851, aan de Tweede Kamer, en zijn rekwest, dd. 10 Oct. 1843, aan Z. M. den Koning, inhoudende explicatie nopens zijne verwijdering in 1840 van zijn post, de zending van T. Modderman en E. Roehussen naar China, cn zijne niet-wederplaatsing; het een en ander naar aanleiding van een gezegde van quot;W. R. v. Iloëvell in de Tweede Kamer op 14 Deo. 1850. T. v. iV. ƒ. 13e j. 1851. II. 218. 11307. De heer M. J. Senn van Basel over de nieuw benoemde Consuls van Shanghai en Amoy. Zijn brief, dd. Samarang, 4 April 1851, aan den Algcmeenen Secretaris te Batavia, tot afkeuring van de benoeming van twee Engelschen, T. C. Beale en J.Tait,tot onze Vicc-Consuls in China. Met toelichting van «De Redaktiequot;. T. v. N. 1. 13e j. 1851. II. 359. 11308. Een Amerikaansch Consul van China. Veroordeeling der benoeming van King, een Amerikaan, tot Nederlandsch Consul te Canton, speciaal met het oog op de Noord-Amerikaansebe expeditie naar Japan. T. o. N. 1. 15e j. 1853. I. 379. 11309. Beschrijving van de regtsmagt van de Europeesebe Consuls te Shanghae, in 1859. 11, v. Kattendijke, Dagboek, 'sliago 1860.162. |
85
11310. Over het belang van een handels- en scheepvaartverdrag met China. Verslag Amsterdam 1862. 15. Overgenomen in Kol. Jaarh. 3e j. 1863. 438. America. 11311. Tekst der Nota, in Maart 1851 door den Ncderlandsohcn gezant te Washington, aan den Minister van Buitenlandsche Zaken gerigt, ter zake van de expeditie naar Japan. Levyssohn, Bladen. 'sHage 1852.123. 11312. Aanwijzing van den tekst der consulaire overeenkomst tusschen Nederland en de Vereenigde Staten van Noord-Amcrika. Swart, Verh. 1855. Ie Afl. 480. |
11313. Offleieele verklaring der Nederland sche Regering omtrent neutraliteit, kaapvaart en eerbiediging der blokkade, naar aanleiding dor gebeurtenissen in Noord-Amerika. Swart, Verh. 1861. Ie afd. 238. 11314. Over de benoeming door hetCon-gres te Philadelphia van eene Amerikaansche Commissie om do souvereiniteitsregten van Nederland op de versehillende Staten in In-die te gaan onderzoeken; met het oog op onze beweerde regten op Nieuw Guinea en onze overoude eontraeten met de Inlandsche vorsten. Sloet, Tijds. XI V. 349. 11315. Over de nederzetting van Amerikanen op onbezette punten van den Ned. Ind. Arehipel. Econ. Bijblad, 1860. 178. |
11316. Overzigt van de koloniale magt der Europesche zeemogendheden, door R. A. Kolon. Jaarb. 1861—1862. 15, 65. 11317. Remarques over de Bataviasehe Huishouding, in d«n jare 1776, van den heer R, de Klerk, toen eerste Raad en Dir.-Gen. enz. Zie J. O. Metzlar, Bedestonden, gehouden te Batavia. Tweede Stukje. Utreeht 1788. Bijlage. Vad. Lelt. 1789. IV. I. 276. 11318. Réflexions sur les Colonies dos Européens dans les Deux Indes. Do beginselen van bestuur. Pol. Holland ait. V1. 1784. 233, — Lettre au Politique Hollandais éerite d'Anvers le 26 Novembre 1783. Opmerkingen naar aanleiding van het voorgaande. Aid. 289. 11319. Batavia, de hoofdstad van Neer-lands Indien. Tweede Verhandeling voorgelezen in Felix Mentis in 1793, door ü. van Hin loepen. De Regeringswijze in hot politieke, burgerlijke, handel en zeewezen, mot aantooning der gebreken. Vad Mag. II. 1803. 63. — Idem, derde Verhandeling, o. a. over de middelen, om de uitvoerende magt te Batavia onder eene behoorlijke bepaling te brengen. Aid. 215, 242. |
11320. Opgave met toeliehting, door J. P. Cornets de Groot, der punten van verbetering in het koloniaal beheer te brengen, zooals deze zijn aangegeven in het advies van don Raad van Indien, W. H. van Usseldijk, dd. 31 Aug. 1802. Cornets de Groot, Beheer. 'sHage 1862. 23. 11321. Een argument van Dirk van Ho-gendorp, verdediger van een vrijgevig stelsel in 1802, in zijn quot;Antwoord op het onderzoek der gronden, enz.quot; T. v. N. 1. 16e j. 1. 231. 11322. Mededeeling, met opmerkingen, van het oordeel van G. K. van Hogendorp in 1823, over het oude koloniale stolsel en over het sedert 1816 ingevoerde regeringsbeleid in Ned. Oost Indië. T. v. N. I. 24ej. 1862. U. 96. 11323. Les Indes Hollandaises parA.D, |
86
B. de Janoigay. I, Java, Borneo et Celebes. — II. Hisioire et organisat-iou du gouvernement Colonial — La socióté Javanaise, richesses naturelles et situation flnanciaire de Java. Revue des Deux Mond. 1 Nov. 1848; 1 Dec. 1848; I Fevrier 1849. De twee eerste artikelen overgedrukt, en met eenige toelichtin- fen vermeerderd inen vermeerderd in Melvill, Moniieur. 111. 41, 362. 11324. Beschouwing over den invloed, welke de gebeurtenissen in Nederland in den aanvang van 1848 en de voorgenomen Grond-wetsherziening zullen oefenen op de Regeringsbeginselen voor Nederland's Indiö. iia-tavia 16 Mei 1848, T. v. N. I. Xe j. N.S. Ie j. Batavia 1848. lo dr. 281. Ook geplaatst in P. J, Velk, Bijdragen II. Amsterdam 184,8. 1. 11325. Adres, dd. Batavia 26 Junij 1848, van P. C. Ardescb, Pres. van den Raad van Justitie te Batavia, van L. J. A. Tollens, en van H. C, A. ïhieme, C.Az. te Batavia, aan de Tweede Kamer, ter aantooning der nood-zakelijklicid eener algelieele en spoedige herziening van bet beleid der regering in Ned. Indië. Veth, Bijdragen, 1848, II. 54.; 11326. Korrespondentie in de Singapore Free Press (van 1848 en 1849), over de grieven van de Europesohe ingezetenen in Ned. Indiö tegen bet koloniale stelsel, door A. X. T. v. N. I. 1849. 2e d. 171. 11327. De oppositie tegen bet koloniale stelsel; door P. J. Vetb. In verband met autocratie en koloniale vertegenwoordiging, en naar aanleiding der geschriften uitgegeven in 1848 en 1849 door W. R. van Hoëvell en A. V. Micbiels. Gids, XIII j. N. S. 2c j. 1849. I. 245. — Tweede artikel. De politiek, volgens bet oordeel van W. R. van Hoëvell en zijne medestanders te volgen, ten opzigte der inlanders, en met dezen gelijk gestelde personen; naar aanleiding der brochure aan het hoofd genoemd. Aid. 11. 157. 11328. Regtvaardiging van de partikuliere berigten van B. W. A. E. Sloet tot Oldhuis, over de ramp van Demak en Grobogan in 1849 tegenover de officiecle, met mededeeling van het Indisch besluit van 6 Md 1850 No. 1, ter aantooning dat de Regering met den waren toestand der zaken, aelfa op atvrage, onbekend gelaten is. T. v. N, /. I4ej.l852. I. 131. |
11329. Een voorbeeld van de bescherming der inlandsehe bevolking op Java, onder het tegenwoordige stelsel, naar aanleiding der diseussiën in de Tweede Kamer over het nieuwe R. R., over de ramp van Demak en Grobogan in 1849 en 1850, met mededeeling van een opstel over die ramp, vervaardigd door //een zeer verdienstelijk ambtenaar, gedurende 1849 en 1850 in Demak en Grobogan werkzaam.quot; T. v. N. I. 17e j. 1S55. II. 76. 11330. Explicatiën van den oud-Gouv.-Gen. v. N. I., J. J. Rochussen, ter zake van den ramp van Demak en Grobogan in 1849. J. J. Rochussen, Toelichting enz. ,sHagel853. 144. — Aanmerkingen op die explicatiën, door H. J. Lion, dd. Zutphen 1854. T. v.N. I. 16e j. 1804. I. 50 — Eene verdediging van den Heer J. J. Roehussen door ***, dd. Mei 1854. Antwoord aan H. J. Lion, met bewering dat de oorzaak dezer ramp midde-lijk zou moeten worden toegeschreven aan de zucht van het opperbestuur tot opdrijving van het Batig Slot, vermits alleen daarom niet zou zijn voorzien in de beiioefte aan civiele ingenieurs voor Indië. Aid. 439. — De Heer H. J. Lion over den Heer J. J. Rochussen, dd. Junij 1854. Zijnde antwoord op de verdediging van ***. Aid. II. 77. 11331. Bijzonderheden nopens de ramp van Demak en Grobogan in 1849 door Ida Pfeifter, alsmede haar oordeel over de handelingen der Regering te dezen opzigte. Sloet, Tijds. XIII. 219. 11332. Hervormingen in Indië, naar aanleiding der brochuren van J. F. W. van Nes, getiteld: ,Eenige beschouwingen over koloniale aangelegenheden. 'sHage 1848,quot; en »Vervolg op eenige beschouwingen enz. 'sHage 1849.quot; 1. v. N. I. 13e j. 1851. II. 429, 11333. Veroordeeling van het bestaande stelsel van bestuur van Ned, Indië, bij de aankondiging der brochure. ,Eene waarschuwende stem uit de Binnenlanden van Java.quot; Sloet, Tijds. VII. 522. — Zie ook T. v. N. I. 15e j. I. 79. 11334. Beschouwingen omtrent het bestuur van Nederlandsch Indië; door ** dd. 20 Febr, 1850. Over de afschaffing der meest schreeuwende onbillijkheden met behoud van het bestaande regeringstelsel. T. v. N. I. |
87
11335. Het koloniaal stelsel veroordeeld door H. C. Millies, /djne denkbeelden, in de Gids van Aug. 1853, nopens ons verzuim in de beschaving en evangelisatie der inlanders in Ned. Indië, en zijn aandrang tot het volgen van een meer vrijgevig stelsel van bestuur, ook met het oog op de te voorziene ontwikkeling en rigting van het naburige Nieuw-Holland. T. c. N. I. 15e i. 1853. II. 204. 11336. Een waarschuwend voorbeeld tegen de staatkunde door onze Regering in Ned. Indiii gevolgd, naar aanleiding der uitgave van het werk: „Les Hollandais au Bresil, nar P. M. Netseher, La Have 1853.quot; T. v. N. I. 15e j. 1853. II. 66. 11337- Een citaat uit het werk: «Alison's History of Europequot; en wel zijn gevoelen over de beginselen van koloniaal bestuur. T. v. N. I. 15e j. 1853. IL 143. 11338. Etablissementen der Nederlanders in den O. I. Archipel, en beginselen van bestuur, zooals die er thans worden gevolgd. Swart, Verh. IV. 693; V. 50. 11339. Een brief aan de Redaktie over den heer E. de Waal, door J. B., dd. Sama-rang Aug. 1851, ter mededeeling van zijne denkbeelden in 184-1 gepubliceerd over het Christendom en de regtcn op Java, dienende tot bijdrage omtrent de denkwijze der Indische ambtenaren over de regcrings beginselen voor Ned. Indië. T. v. N. I. 16e j. 1854. II. 405. 11340. Ds. C .B. van Koetsveld over wingewesten en volkplantingen. Zijn oordeel, dat wij van onze Overzeesebe Bezittingen moeten maken volkplantingen, en niet wingewesten, door W. R. van Hoëvell toegejuicht, als grondslag van het door hem aangeprezen stolsel van bestuur. T. v. N. I. 17c j. 1855. I. 400. 11341. Gedachten over de toepassing der beginsels van Europeschc staathuishoudkunde op Ned. Indië; door W. Sloet, Tijds. XV. 103. 11342. De toepassing van de oeconomie politique op Java. Uit de Tjaraka Welanda No. 24 van 1856. Sloet, Tijds. XV. 408. 11343. Vragen en Raadsels. Beoordeeling van het tegenwoordige rcgeringstelsol, in Ned. Indië, door mededeeling vau allerlei gebeurtenissen en regeringsmaatregelen. T. v.N. 1. 19e J. 1857. II. 23. |
11344. Is de leer van de staathuishoudkunde in het Oosten toepasselijk ? Uit de Neêrlands Indiër, 1857, Nö. Ii6. Sloe/, Tijds. XV. 411. 11345. Uittreksel uit een brief van Java. Schets van het stelsel van bestuur in Ned. Indië sedert 1848. T. v. N. I. 19e j. 1857. II. 391. 11346. Nog eenige opmerkingen over het Indische regeringsbeleid in 1858. Noodza-kelykheid eener hervorming blijkens het verslag over 1858 van het beslaande stelsel van Regering in Indië. T. v. N. I. 23e j. 1861. I. 244. 11347. Algemeene schets van den toestand van Nederlandsch Indië, ten betooge van zijn verkeerd bestuur, verwaarloozing en uitmergeling ten behoeve van het Batig Slot, zoo als die voorkomt in het Bataviaseh Handelsblad, Edit, voor Nederland, van 7 Junij 1859, No. 11. J. D. van Herwerden, Indië enz. 'sHage 1859. 73. — Eene waarschuwing uit Indiii aan Nederland. Een variatie op- en aanprijzing van bovengenoemde schets; met betoog tot terugroeping van den Gouv. Gen. C. E. Pahud. T. v. N. I. 21e j, 1859. II. 173. — Verhaal, door J. P. Cornets de Groot, van den indruk op hem gemaakt door dit Manifest. Corn, de Groot, Beheer. 's Hage 1862. 212. 11348. Aantooning, door P. J. B. C. Ro-bidé van der Aa, der oorzaken van de tijdelijke bezorgdheid voor het verlies van Ne-derl. Indii', met. een betoog voor de duur-zaambeid van ons koloniaal bezit aldaar. Qids, XXIVc j. N. S. 12e j. 1860. I. 449. 11349. De jongste waarschuwing uit Nederlandsch Indië; door Joh. C. Zimmerman. De zwakheid, onbekwaamheid en wankelmoedigheid van het Indisch bestuur, en de onhoudbaarheid der dusver gevolgde politiek, naar aanleiding van den moord te Ban-jermassing, en de mislukte expeditie tegen Boni. Oids, XXIIIe j. N. S. 12e j. 1859. II. 346. 11350. De autokratische albemoeijing van het üouvernement met handel en nijverheid; door V. S. Veroordeeling van het ingrijpen van het Gouvernement in de bemoeijenissen van den landbouwer, den industrieel en den koopman. T. v. N. I. 23e j. 1861. I. 265. 11351. Berigten uit Indië en berigten |
86
B. de Jajioigny. I, Java, Borneo et Celebes. — II. Histoire et organisatiou du gouvernement Colonial — La société Javanaise, ricliesses naturelles et situation financiaire de Java. Revue des Deux Mond. 1 Nov. 1848 5 1 Dec. ISiS; 1 ïevrier 1849. De twee eerste artikelen overgedrukt, en met eenigc toelichtingen vermeerderd in Melvill, Moniteur. JII. 341, 362. 11324. Beschouwing over den invloed, welke de gebeurtenissen in Nederland in den aanvang van 1848 en de voorgenomen Grondwetsherziening zullen oefenen op de Rogo-ringsbeginselen voor Kederland's Indiü. Batavia 16 Mei 1848. T. v. N. I. Xe j. N.S. _le j. Batavia 1848. Ie dr. 281. Ook geplaatst in .P. J. Veth, Bijdraaen II. Amsterdam 1848. 1. 11335. Adres, dd. Batavia 26 Junij 1848, van P. C. Ardeseh, Pres. van den Raad van Justitie te Batavia, van L. J. A. Tollens, en van H. C, A. ïhieme, C.Az. te Batavia, aan de Tweede Kamer, ter aantooning der nood-zakelijklieid eener algeheele en spoedige herziening van het beleid der regering in Ned. Indië. Veth, Bijdragen, 1848, II. 54.; 11326. Korrcspondentie in de Singapore Pree Press (van 1848 en 1849), over de grieven van de Buropesche ingezetenen in Ned. Indie tegen het koloniale stelsel, door A. X. T. v. N. I. 1849. 2e d. 171. 11327. De oppositie tegen het koloniale stelsel; door P. J. Veth. In verband met autocratie en koloniale vertegenwoordiging, en naar aanleiding der geschriften uitgegeven in 1848 en 1849 door W. R. van Hoëvell en A. V. Michiels. Gids, XIII j. N. S. 2e j. 1849. I. 245. — Tweede artikel. De politiek, volgens het oordeel van W. R. van Hoëvell en zijne medestanders te volgen, ten opzigte der inlanders, en met dezen gelijk gestelde personen; naar aanleiding der oroehure aan het hoofd genoemd. 11328. Regtvaardiging van de partikuliere berigten van B. W. A. E. Sloet tot Oldhuis, over de ramp van Demak en Grobogan in 1849 tegenover de officieele, met mededeeling van het Indisch besluit van 6 Mei 1850 No. 1, ter aantooning dat de Regering met den waren toestand der zaken, aelfs op atvrage, onbekend gelaten is. 1. v, N. 1.14e j. 1852. I. 131. |
11329. Een voorbeeld van de bescherming der inlandsche bevolking op Java, onder het tegenwoordige stelsel, naar aanleiding der discussiën in de Tweede Kamer over het nieuwe R. R., over de ramp van Demak en Grobogan in 1849 en 1850, met mededeeling van een opstel over die ramp, vervaardigd door «een ïeer verdienstelijk ambtenaar, gedurende 1849 en 1850 iu Demak en Grobogan werkzaam.quot; T. v. N. 1. 17e j. 1855. II. 76. 11330. Explicatiën van den oud-Gouv.-Gen. v. N. I., J. J. Rochnssen, ter zake van den ramp van Demak en Grobogan in 1849. J. J. Rochussen, Toelichting enz. 's Hage 1853. 144. — Aanmerkingen op die explicatiën, door H. J. Lion, dd. Zutphen 1854. T.v.N. I. 16e j. 18a4. I. 50 — Eene verdediging van den Heer J. J. Rochussen door ***, dd. Mei 1854. Antwoord aan H. J. Lion, met bewering dat de oorzaak dezer ramp midde-lijk zou moeten worden toegeschreven aan de zucht van het opperbestuur tot opdrijving van bet Batig Slot, vermits alleen daarom niet zou zijn voorzien in de behoefte aan civiele ingenieurs voor Indië. Aid. 439. — De Heer H. J. Lion over den Heer J. J. Rochussen, dd. Junij 1854. Zijnde antwoord op de verdediging van ***. Aid. II. 77. 11331. Bijzonderheden nopens de ramp van Demak en Grobogan in 1849 door Ida Pfeiffer, alsmede haar oordeel over de handelingen der Regering te dezen opzigte. Sloet, Tijds. XIII. 219. 11332. Hervormingen in Indië, naar aanleiding der brochuren van J. P. W. van Nes, getiteld: #Ecnige beschouwingen over koloniale aangelegenheden. 'sHage 1848,quot; en *Vervolg op eenige beschouwingen enz. 's Hage 1849.quot; 1. v. N. I. 13e j. 1851. II. 429. 11333. Veroordeeling van het bestaande stelsel van bestuur van Ned. Indië, bij de aankondiging der brochure. ,Eene waarschuwende stem uit de Binnenlanden van Java.quot; Sloet, Tijds. VII. 522. — Zie ook T. v. N. I. 15e j. I. 79. 11334. Beschouwingen omtrent het bestuur van Nederlandsen Indii;; door ** dd. 20 Pebr. 1850. Over de afschaffing der meest schreeuwende onbillijkheden met behoud van het bestaande regeringstelsel. T. v. N. L |
87
11335. Het koloniaal stelsel veroordeeld door H. C. Millies. Zjjne denkbeelden, in de Gids van Aug. 1853, nopens ons verzuim in de beschaving en evangelisatie der inlanders in Ned. Indië, en zijn aandrang tot het volgen van een meer vrijgevig stelsel van bestuur, ook met het oog op de te voorziene ontwikkeling en rigting van het naburige Nieuw-Holland. T. v. N. I, 15e j. 1853. II. 204. 11336. Een waarschuwend voorbeeld tegen de staatkunde door onze Regering in Ned. Indië gevolgd, naar aanleiding der uitgave van het werk; ^Les liollandais au Bresil, par P. M. Netscher, La Have 1853.quot; T. v. N. I. 15e j. 1853. II. 66. 11337- Een citaat uit het werk: ff Alison's History of Europequot; en wel zijn gevoelen over de beginselen van koloniaal bestuur. T. v. N. 1. 15e j. 1853. II. 143. 11338. Etablissementen der Nederlanders in den O. 1. Archipel, en beginselen van bestuur, zooals die er thans worden gevolgd. Swari, Verh. IV. 693; V. 50. 11339. Een brief aan de Redaktie over den heer E. de Waal, door J. B., dd. Sama-rang Aug. 1854, ter mededeeling van zijne denkbeelden in 1844 gepubliceerd over het Christendom en de regten op Java, dienende tot bijdrage omtrent de denkwijze der Indische ambtenaren over dc regerings beginselen voor Ned. Indië. T. v. A'. I. 16c j. 1854. II. 405. 11340. Ds. C .B. van Koetsveld over wingewesten en volkplantingen. Zijn oordeel, dat wij van onze Overzeesche Bezittingen moeten maken volkplantingen, cn niet wingewesten, door W. R. van Hoëvell toegejuicht, als grondslag van het door hem aangeprezen stelsel van bestuur. T. v. N. [. 17e j. 1855. I. 400. 11341. Gedachten over de toepassing der beginsels van Europesche staathuishoudkunde op Ned. Indie; door W. Sloet, Tijds. XV. 403. 11342. De toepassing van de oeconomie politique op Java. Uit de Tjaraka Welanda No. 24 van 1856. Sloet, Tijds. XV. 408. 11343. Vragen en Raadsels. Bcoordeeling van het tegenwoordige regeringstelsol, in Ncd. Indië, door mededeeling vau allerlei gebeurtenissen en regeringsmaatregelen. T. v. N. 1. 19e j. 1857. ïl. 23. |
11344. Is de leer van de staathuishoudkunde in het Oosten toepasselijk P Uit de Neêrlands Indiër, 1857, Nö. :S0. Sloel, Tijds. XV. 411. 11345. Uittreksel uit een brief van Java. Schets van het stelsel van bestuur in Ned. Indië sedert 1848, T. v. N. I. 19e i. 1857. II. 391. 11346. Nog eenige opmerkingen over het Indische regeringsbeleid in 1858. Noodza-kelykheid cener hervorming blijkens het verslag over 1858 van het bestaande stelsel van Regering in Indië. T. v. N. I. 23e j. 1861. I. 244. 11347. Algemeene schets van den toestand van Nederlandsch Indië, ten betooge van zijn verkeerd bestuur, verwaarloozing cn uitmergeling ten behoeve van het Batig Slot, zoo als die voorkomt in het Bataviasch Handelsblad, Edit, voor Nederland, van 7 Juny 1859, No. 11. J. D. van Herwerden, Indië enz. 'sHage 1859. 73. — Eene waarschuwing uit Indiö aan Nederland. Een variatie op- en aanprijzing van bovengenoemde schets; met betoog tot terugroeping van den Gouv. Gen. C. E. Pahud. 7'. v. N. I. 21e j, 1859. II. 173. — Verhaal, door J. P. Cornets de Groot, van den indruk op hem gemaakt door dit Manifest. Corn, de Groot, Jieheer. 's Hage 1862. 212. 11348. Aantooning, door P. J. B. C. Ro-bidé van der Aa, dor oorzaken van de tijdelijke bezorgdheid voor het verlies van Ne-derl. Indië, met. een betoog voor de duurzaamheid van ons koloniaal bezit aldaar. Gids, XXIVe j. N. S. 12e j. i860. I. 449. 11349. De jongste waarschuwing uit Nederlandsch Indiü; door Joh. C. Zimmerman. De zwakheid, onbekwaamheid en wankelmoedigheid van het Indisch bestuur, en do onhoudbaarheid der dusver gevolgde politiek, naar aanleiding van den moord te Ban-jermassing, en de mislukte expeditie tegen Boni. Gids, XXIIIe j, N. S. 12e j. 1859. II. 346. 11350. De autokratische albemoeijing van het (jouvernement met handel en nijverheid; door V. S. Veroordecling van het ingrijpen van het Gouvernement in de bemoeijenissen van den landbouwer, den industrieel en den koopman. T. v. If. I. 23e j. 1861. I. 265. 11351. Berigtcn uit Indië en berigten |
88
uit Ncderlnnd, Opmerkingen over de zwakheid en weifeling van het bestuur over Ned. Indië. T. v. N. I. 23e j. 1861. I. 196. 11852. Een brief over hervorming door , een der kundigste en achtenswaardigste hoofdambtenaren in Ned. Indië.quot; T. v. N. I. 24e j. 1862. I. 337. 11353. Een oud t.hcma. Beoordeeling van .de Beschouwingen enz. door J. J. Hassel-man. Zalt-Bommel 186:!.quot; Kolon. Jaarh. .'Se j. 1S63. 405. 11354'. Gunstig oordeel van B. W. A. D. Sloet tot Oldhuis over het beheer onzer koloniën. Econ. 1863. 41, 42. 11355. Een stem uit Indië, dd. 12 Sept. 1863. Beoordeeling van het programma der grieven van de .Javabodequot; dd. 27 Julij 1863, in verband met het. zoogenaamde Manifest van het Bataviaaseh Handelsblad van 1859. T. v. N. I. 1863. N. S. Ie j. 11.252. 11356. De beginselen der staathuishoudkunde en het Oost-Indisch Regeringsbeleid. Redevoering van E. 's Jacob, op 26 Eebr. 1863 in Eelix-Meritis voorgedragen. Kolon, Jaarb. 3e j. 1863. 193. 11357. De alarmkreten der reaklio over Nederlandsche Indië, door V. J. De verderfelijke strekking van vele instellingen door behoud en reaktie in het leven geroepen of bestendigd; ten betoogc der noodzakelijkheid van liberale hervormingen. T. v. A'./. 1865. N. S, 3e j. I. 62. 11358. Brief, dd. 's Hage 2 Maart 1865, aan de Tweede Kamer van den Min. van Kol. J. D. Eransen van de Putte, tot toezending van een exemplaar van de «Nieuwsbode, Dagblad van Socrabayaquot; van 8 Julij 1864 No. 95, waarin geplaatst is het artikel, getiteld; »1964. Een Droom,quot; door Regt 1/ , betreffende de onafhankelijkheid van Nederlandsch Indië, als gevolg van het slecht Europeesch bestuur. Gedr. Stukk. 1861—6j, LXVI. No. 6. — Tekst van het artikel in de ,Nieuwsbode, Dagblad van Socrabayaquot; van 17 Aug. 1864 No. 112 geplaatst en getiteld ,Protest,quot; door Regt i';0, tot verdediging en toelichting van zijn bovengenoemde „Droom.quot; J. J. Nosse, de Werkelijkheid. 'süage 1865. J4. 11359. De betrekking van Nederlandsch Indië tot Nederland; door E. C. Enklaar. |
Betoog dat Ned. Indie werkelijk een deel van Nederland uitmaakt, naar aanleiding der behandeling van het handelstraktaat met Frankrijk in de afdeclingcn der Eerste Kamer. Priend Landman, XXIX. 1865. 408. 11360. Indisch Genootschap. Alg. verg. van 27 Jan. 1865. Uitbreiding van het Nederlandsch gezag op de Oost-Indische Buiten-bezittingen, de wenschelijkheid en onvermijdelijkheid van hare ontwikkeling en uitbreiding in het algemeen. T. v. N. I, 1865. N. S. 3e j. I. 277. 11361. Aanbeveling tot uitbreiding van ons regtstreekseh gezag in den O. I. Archipel. Sloet, '1'ijüs. XXI. 286. 11362. Het overlaten van de ontwikkeling der Buitenbezittingen aan particuliere ondernemingen en de handhaving der autocratische instellingen op Java. Sloet, Tijds. V. 1. ]1363. Iets over het noodzakelijke en voordeelige eener Nederlandsche vestiging op de Oostkust van Borneo door Bleek-mann; met ontwikkeling der wijze van ten uitvoerlegging en toelichting nopens de stelling der vorsten, do handelswaarde der diverse landschappen en de handelingen van Sir E. Belcher op Berou; wordende ook gewezen op het koppensnellen ter Oostkust. Swart, Verh. 1853, 2e afd. 343. 11364. Centralisatie en staatkundige vrijheid. Hierin een schets van de centralisatie in het bestuur en hare gevolgen, speciaal op de uitbreiding en den invloed der bureaucratie. Sloet, Tijds. XXII. 417, 424—435. 1136quot;). De zijtakken van het Nepotisme door Q***. dd. Batavia, Augustus 1861. Omschrijving der hoofdlijnen en zijtakken. T. v. N. I. 23e j. 1861. II. 254. 11366. Koloniale Kout uit de Hofstad door Robrecht van Peenc. Hierin o/er de wedertoeli.ting van L. van Vliet in Ned. Indië, met een kort overzigt van al het voorgevallene met dien persoon. Kol. Jaarh. 2e j. 1862. 295—299. 11367. Miskenning, door N. G. van Kampen. Wederlegging i(quot;.veroordeeling van het Nederlandsch bestuur in Oost Indië, in tegenstelling met het Engclsche door J. O. S. de Sismondi, en geplaatst in de ,Bibl. |
89
Univ. de Genève. No. 14, Paris 1837, p. 238. Vriend. Vad. XII. 1838. 59. 113G8. Het Engelsche bestuur en het Ne-derlandsche in Indië. Parellel tussehen beide ter bestrijding van een artikel in de Groninger Courant van 8 Dec. 1848. T. v. N. 11369. De toestand der Engelschen in Britsch Indië en der Nederlanders in Ned. Indië, door A. X. Parallel tussehen de vormen van hun bestuur, ter bestrijding van een artikel in de Groninger Courant van 8 Deo. 1848. 2'. v. N. I. 1849. Gron. Ie d. 228. 11370. Een Britsch Koloniale Gouverneur. liet bestuur van Sir George Grey over Nieuw Zeeland in tegenstelling van het Nederl. bestuur op Java. Sloel, Tijds. VII. 337. 11371. Het oordeel van vreemden over onze koloniale verhouding, dd. Batavia Mei 1850. Vertaling van het artikel van Bulau, voorkomende in het Staatslexicon van von Rotteck en Weleker, dl. X. 220 en 217, inhoudende veroordeeling van het Ned. koloniaal stelsel in Oost-ludië, in tegenstelling met dat van Engeland. T. v. N. I. 1850. II. 134. Zie ook 13e j. 1851. I. 122. 11372. Een indruk te Singapoera ontvangen. Uiterlijk voorkomen en gesteldheid van zaken en bestuur op Singapoera, in tegenstelling met Nederl. Indië. T. v. N. /. 130 j. 1856. II. 133. 11373. //And send more moneyquot;. Ironische vergelijking van het oude regeringsstelsel der Engelsche O. I. Comp. volgens Mac-aulay en het onze van dezen tijd inNederl. Indië. T. v. N. 1. 18e j. 1850. II. 267. 11374. Lessen uit Britseh Indië, door Carbonaro, dd. Batavia Sept. 1857. Het wanbestuur van Ned. Indië. T. v. N. /. 20e j. 1858. I. 1. |
J1375. Een stem uit den vreemde over het koloniale stelsel van Nederland. Vertaling eener reeks van artikelen in onderscheiden nummers van Oct. en Nov. 186! van »Le Préeurseurquot; over het Nederlandsche koloniale stelsel, naar aanleiding van, en als tegenhanger op het werk, getiteld; «Java, or how to manage a colony, showing a practical solution of the questions now aflec-ting British India, by J. W. B. Money, barrister-at-law. London 1801.quot; T. v. N. I. 23e j. 1861. II. 343. 11376. Java, of de kunst om eene kolonie te besturen. Aankondiging, als een bloot resumé van het werk van J. W. B. Money, getiteld : //Java, or how to manage a colony. London 1861.quot; Kolon. Jaarb. 1861—1862. 129, 220, 290. 11377. Schets, door S., dd. Dec. 1862, van het vroeger en tegenwoordig bestuur van Britsch Indië, in vergelijk met dat over Ned. Indië, naar aanleiding van het werk van J. W. B. Money, //Java, or how to manage a colony.quot; T. v. N. I. 1802. N S. le j. I. 63. 11378. Schets, door den Engelschman Matthew Arnold, van ons nationaal karakter, als zich kenmerkende door een schuw uitsluitend streven naar het behoud onzer onafhankelijkheid en van ons koloniaal bezit. Ecou. 1862. 103. 11379. Britsch Indië en Nederlandsch Indië, door J. C. van Lier. Wording van het Charter van Britsch Indië van 1853 en van den Indian Bill van 1858, met aautoo-ning dat het zelfbestuur het grondbeginsel uitmaakt der Britsche heerschappij in ludië; ontwikkelt vervolgens de tegenwoordige iurig-ting van het bestuur van lir. Indië en bespreekt het kenmerkend verschil tussehen het Engelsch en Nederlandsch regeringsstelsel in Indië, met het oog op de gewestelijke en plaatselijke autonomie, de municipale instelling, enz. Kolon. Jaarb. 3e j. 1863. 257, 325. |
OB. INSTRUCTIES EN REGLEMENTEN.
11380. Over de inrigting der Hooge Regering van Ned. Indië sedert 1802, en de opvolgende Instructies aan den Gouv. Gen. |
gegeven, dienende als inleiding op hunne levensbeschrijvingen. T. v. N. I. 5e j. 2e d. Batavia 1843. 41. Melvill, Moniteur. I. 147. |
12
90
11381. Geheime inst ructie voor den Gonv. Gen. en de gezaghebbers in Indië, door D. G. M eerman opgesteld, en door de IJ. 11. XVlIn den 5 Sept. 16U9 goedgekeurd, van Dijk, Zes jaren. Amst. 1858. 4, 74. 11382. Instruct ie voor P. Both, Gouv. Gen. en den Rund van Indië, gearresteerd in de vergadering van Gecommitteerden van de O. I. C den 14 Nov. 1609, geapprobeert door de Staten Generaal den 20 Nov. 1609. i'. Mjer, Vcnam. Bat,. 1848. n. — Plaeaat houdende ratificatie daarvan. Aid. 22. Res. Slat. den. 27 Nov. löbü. 11383. Instructie voor Ger. Reynst, Gouv Gen. en die van den Raad van Indië, goedgekeurd bij rcs. der Staten-Gcneraal van ll Mei Kil3. Medegedeeld door P. Mij er; zijnde de tekst van deze instructie cn van deze resolutie, benevens van de daaraan gehechte acten, voorafgegaan door eene historische toelichting. Tijils. Ind. 1'. L. V.kunde I. 1853. 117, 153. — Opmerkingen over deze instructie. Wiselius,fVeaerlegging, Amst. 1S03. 257. — Instructie voor den Gouv. Gen. Rcs. Stat. Gen. 11 Mei 1613. 11384. Akte, waarbij aan den Gouv. Gen. ende alle andere officieren in Oost Indië belast werd, goede orde te stellen op de schepen, pinassen, etc. ende inzonderheid op de forten, plaatsen, en de landen, onder haar gebiedt wezende. In dato 24 Maart 1614. Or. IHacaalhoek, II. 1664, 2274.#^. Varli. O. I. II. 1772. 48, 1138,). Ordonnantie en Instructie voor den Gouv. Gen. ende Baden van Indië, gearresteerd ter vergadering van .Wlln binnen Middelburg den 22 Aug. 1617, en ge-npprobeerd bij Z. Prins. Exe. en H. H. Hoog Mogenden der Staten Generaal, den 3n Nov. 1617. Mijer, Verzam. 1848. 23. 11386. Plakaat van de Staten Generaal der vrije Vereenigde Nederlanden, van 3 Nov. 1617, houdende approbatie en rat ificatie, ordonnancie cu instructie voor Gouv. Gen. en Raden, dd. 22 Augustus te voren. Mij er, Verzam. 1848. 46. 11387. Punten en artikelen, in forme van Instructie, gearresteerd den 17 Maart 1632 ter vergadering van de XVIIn ter kamer van Zeeland, binnen Middelburg, waarnaar H. Brouwer, Gouv. Gen. van wege de Neder-landsehe Vereenigde ü. I. G. op Batavia komende, xnitgaders de andere nanwezende |
Raden van Indie, aldaar op Batavia als op andere plaatsen meer residerende, zich zullen hebben te reguleren. Mijer, Verzam. 1848. 47. 1138S. Punten en artikelen, in forme van Generale Instructie ter vergadering vau de Heeren XVIIn, representerende de Generale Ncderlandsche geoetmyeerde O. I. C. gearresteerd binnen Amsterdam, den 26 April 1650, voor den Ed. Gouv. Gen. on do bij-gevoegdo Raden, van wege de gemelde Oompagnic residerende te Batavia, van hun Ed. meerder welvaren en prosperiteit le dienen. Mijer, Verzam. 184S. 71. 11389. Zakelijke inhoud der missive, dd. Amsterdam 7 Dee. 1782, van 11. H. XVIIn aan dc Staten Generaal, voordragende eene verandering in het eerste artikel der Instrne-tie van Generaal en Raden, ten opzigte van het verkiezen van eenen nieuwen Gouverneur Generaal, op 22 Aug. 1617 gearresteerd en door H. H, M, M. op 3 Nov. 1617 geconfirmeerd. Res. lloll. 20 December 1782, 1 dr. 1137. Res. lloll. Stuk. i7ö2, III. J275. — Resolutie tot qualiteit van gedeputeerden ter Generaliteit, om zich te mogen conformeren met de voorgeslagen verandering in bovengenoemde Missive vervat, lies. lloll. 17 April 17.83, 1. 1c dr. 471. 11390. Inatruetie beraamd cn vastgesteld door den Prince van Oranje, üpperbe-wiudhebber en Gouv. Gen. vanNederlandsch Indiö enz., mitsgaders de Heeren bewindhrb-beren van de Generale Nederlandsche O, I. Comp. gecommitteerd ter vergadering van XVIIn en zulks met overleg van de H, H. M. gecommitteerden tot de zaaken van gemelde Compagnie, van S. C. Nederburgh, ad-vokaat der Comp., S. H. Prijkenius, kapitein, TV. A. Alting, Gouv. Gen. en H. van Stokkum, Direct. Gen. van Nedcrl. Indië, benoemd cn ter vergadering van XVIIn aangesteld tot Commissarissen Generaal over alle de etablissementen van de gemelde Comp. in cn aan Cabo de Goede Hoop. 's Hage den 19den Aug. 1791. Nederburyh, Echte Stukk. 's Hage 1808, 135. — Gedeeite-lijke mededeeling, met toelichting, door J, P. Cornets de Groot van deze Instructie. Cornets de Groot, Beheer. *s Hage 1862.3, 11391. Ontwerp Charter tot vestiging van de Regeering en het Bestuur der Asi-atische Bezittingen van de Bataafsche Republiek, tot betere administratie der justitie in dezelve, en tot het drijven van den hau- |
91
dol op en in Oost-Indië. Bijlage A tot liet Rapport der Commissie tot do O. I zaken, dd, 31 Aug. mYi.Mijer, Verzam. 181-8, 2i5. 11 :i92. Ontworp-Instruotie voor den Gouv. Gen. van Bataafseli Indië. Bijlage C. tot hot Rapport der Commissie tot, de O. 1 zaken, dd. 31 Aug. 1803. Mijer, Verzam. Bat. 1818. 270. 11393. Mcdcdeelmg,mottoelioliting door 1). W. Schiff, dd 'sHagc 16 Mei 1865, van het Reglement op het beleid van de regering en het justitiewezen in de Aziatische Bezittingen van de Bataafsohe Republiek en van den handel op en in dezelve Bezittingen. Gearresteerd bij Staatsboslixit dor Bat. Republiek, dd. Jan. 18ÜG Lett. Q, geheim. Bijdr. T. L. en V.kunde v. N. Indië. XIL N. V. VIII. 18(15. 39u. — Gedeeltelijke mede-deeling, en toelichting door .1. P. Cornets de Groot, van hot Reglement. CornHs de Groot, lieheer. 'sHago 18G2. 27. 11394!. Mcdedceling, met toeliehting, door D. W. Schiff, dd. s llage 16 Mei 18fi5, van de Instructie voor Commissarissen Generaal van Batnafsch Indië, bij Staatsbesluit van don 11 Nov 1805, No 28, benoemd. Bijdr. T. L. en P'Mtin-lc v. /V. I. VIII. 1865. 418. — Gearresteerd bij Staatsbesluit dor Bat. Republiek, dd. 27 Jiuauarij lvli6, Lett. Ci geheim. — Gedeeltelijke rnededeeling, mot toelieliting, door J. P. Cornets de Groot. ('oniels de Groot, Beheer, 's Uage 18')2. 30. 11395 Mededoeling, mot toeliehting, door I). W. Schiff, dd. 's llage i6 Mei 1865, van de Instructie voor don Gouv. Gen van liataafsoh Indii. Gearresteerd bij Socrxot Slaatshosluit der Bat. Republiek, dd. 27 Jan. 1806 Lett. ti. Bijdr. T. L. en V.kunde v. N. [. X.1L N. V. VIII. 1865. 440. 113 ,6. Mededoeling, met toelichting, door D. W. Schiff, dd. 'sHago 16 Mei 1865, van de Nadere Soerote Instructie voor Kom-missarissen Generaal en den Gouv. Gen. over Bataafseli Indië, bij Staatsbesluit van den II Nov. 1805, No. i8, benoemd. Gearresteerd bij Staatsbesluit der Bat. Republiek, dd 10 Eebr. 1^06. Lett. G. Bijdr. T. L. en V.kunde v. N. /. XII. N. V. VIII. 18G5. 479. 11397. Instructie voor den Gouv. Gen. der Aziatische Coloniën en Bezittingen van Z. M. den Koning van Holland, gearresteerd bij Kon. besluit van den 9 li'ebr. 1807. F. |
Mijer, Verzameling. Bat. 1848. 345. — Ge-deeltelijke medodeeling, met toelichting, door J. P. Cornets de Groot. Cornets de Groot, Beheer, 's Hage 180;!. 45. 11398. Instructie voor don Gouv. Gen. en de Raden van Indië, gearresteerd bij Kon. besluit van den 9 Pcbr. 1807. P Mijer, Verzam. Bat. 18)8. 359. 11399. Opgave, dd. Batavia 23 Ecbr 1807 aan den Gouv. Gen. van Ned. Indië, A. IL Wioze, door den Commissaris W. C. van Braam van de punten der verbale instructie hem gegeven door den Min. van Mar. Vor-IInoll. T. v. N. I. 1863. N S. Ie j. II. 18, noot. 11400. Medodeeling, met historische toelichting, door P. Mij er, 's Hage Jan. i860, van den brief, dd. 10 Nov. 1810, van don Gouv. Gen. J. W. Janssens aan den Min. van Mar. en Kol. Docros, betreffende de instruction, waarmede hij is voorzien door Napoleon voor zijn vertrek naar Java. Letterk. Hand. I860. 109. 1.401. Reglement op het beleid van do-regering, hot justitiewezen, de cultures en don handel in 's Lands Aziatische bezittingen, gearresteerd door Z. K. H. den fcouve-rcinon Vosst der Voreenipde Nederlanden, don 3 Jan. 1815, No. 48, Lett. A. Mijer, Verzameling, Bat. 1848. 371. — Gedoolte-lijke mededoeling hiervan, met toeliehting, door J P. Cornets de Groot. Cornets de Groot, Beheer, 's Hage 1862. 60. 1140i. Geheele medodeeling, met toelichting, door J P. Cornets do Groot, van de Instructie voor Commissarissen Generaal van den 3 Jan. 1815 Cornets de Groot, Beheer, 's llage 1862. 55. 11403. Reglement, op het beleid van de regering, het justitiewezen, de cultures en den handel in 's Lands Aziatische Bezittingen, vastgesteld en afgekondigd door Commissarissen Generaal van Nederl. Indië, den 22 Ueo. 1818. Mijer, Verzameling. Bat. 1848. 399. — Gedeeltelijke medodeeling hiervan, met toelichting, door J. P. Cornets do Grool. Cornets de Groot, Beheer. 's Hage 1862. 61, 11404. Gedeeltelijke medodeeling, met toelichting, door J. P. Cornet s de Groot van de Instructie voor den Commissaris |
12*
92
Generaal over Nederl. Indië L. P. J. Burggraaf du Bus de Gisignies, vastgesteld bij Kon. besluit van 13 Sept. 1825, No. 70. Cornels de Groot, Beheer, 's Hage 1802. 71.— Gedeeltelijke medededeeling hiervan, met toelichting, door D. C, St.eyn Parvé. Steyn Farné, Kolon. monopoliestelsel toegelicht. Zie zijn rapport dd. Buitenzorg 1 Mei 1827 L. P. 3*. 11105. Reglement op het beleid der Regering, van hot justitiewezen, do kultures en den handel in 's Lands Aziatische Bezittingen, provisioneel gearresteerd bij besluit van den Comm. Gen. over Ned. Indië van den 30n Aug. 1827 No. 19. Mij er, Yerzam. Bat. 181.8. 429. --Gedeeltelijke mededeeling hiervan, met toelichting, door J.P. Cornets de Groot. Cornets de Oroot, Beheer, 's 11 age 1862. 85, 93. 11406. Reglement op het beleid der Regering in Nederlandach Indië, vastgesteld bij Kon. besluit van den 16n Mei 1829 No. 6; afgekondigd door den Gouv. Gen. van Ned. Indië, dd. 19n Jan. 1830. Mijcr, Verzam. ISat. 1848. 467.— Gedeeltelijke mededeeling hiervan, met toelichting, door J.P. Cornctsde Groot. Cornets de Groot, Beheer, 's Hage 1862. 93. 11407. Gehecle mededeeling, met toelichting, door J. P. Cornets de Groot, van de Instructie voor den Gouv. Gen. J. van den Bosch, vastgesteld bij besluit van 16 Mei 1829 Lr. F geheim. Cornets de Groot, Beheer. 's Hage 1862. 98. Bartholo, Wording Kultuurwet. 's Hage 1863. 23, 9fi. 11108. Reglement op het beleid der Regering in Ned. Indië, vastgesteld bij Kon. besluit van 20 Ifebr. 1836 No. 91; algekon-digd door den Gouv. Gen. van N. Indië dd. 26 Sept. 1836. (Ind. Staatsblad, No. 48). v. Vliet, Authocralie. Bat. 1846. 9. Mtfer, yerzam. 1848. 497.— Toelichting door J. P. Cornctsde Groot. Cornets de Groot, Beheer. 'sHage 1862. 132. 11409. Gedeeltelijke mededeeling, met toelichting, door J.P. Cornets de Groot, van de Instructie voor den Gouv. Gen. van Ned. Indië, vastgesteld bij Kon. besluit van 26 Maart 1836. Cornets de Groot, Beheer. 's Hage 1862. 132. 11410. Suppletoir© punten van instructie voor den Gouv. Gen, van Ned. Indië, gearresteerd bij Kon. besluit van 13 Oct. 1842. |
Lr. Q,. 35. Mededeeling van den tekst. Lion, Drukpersproces. Z. B. 1854. 55. T. v. N. I. 13e j. 1851. I. 266. — Mededeeling, met toelichting, door J.P. Cornets de Groot. Cornets de Groot, Beheer, 's Hage 1862.163. - De oppositie der N. I. ambtenaren tegen het voor Indië bestaande regeringsstelsel. Beschouwing van deze Suppietoirc punten. '1'. v. N. I. 16e j. 1854. I. 327. 11411. Ontwerp van eene wet op het beleid van de regering in Ned. Indië, door L. van Vliet. v. Vliet, Bijdr. Ilott. 1846. I. 205. 11412. Ontwerp van wet op de uitoefening van het gezag in Neêrl. Indië. L. v. Vliet, Verkoop enz. 's Hage 1848. 40. — Oordeel hierover 3'. v. N. I. 16e j. 1855. I. 239, 406. — Nadere toelichting van zijn Ontwerp. Zie L. v. Vliet, Ind. helamjen. I. 's Hage 1850. 11413. Tekst van het dd. 29 Oct. 1851 en 4 Oct. 1852 aan de Tweede Kamer aangeboden of eerste Ontwerp van wet tot vaststelling van hot Reglement op het beleid der regering van Ned. Indië. Handel. R. R. Utr. 1857. I. 1. — Memorie van toelichting van den Min. van Kol. C. P. Pahud. Aid. 11. 1. — Voorloopig verslag, dd. 12 Maart 1853, der Comm. van Rapporteurs. Aid. 25. 11414. Tekst van een artikel, geplaatst in liet Alg. Handelsblad van 19 Penr. 1852, in hetwelk zich als schrijver bekend maakt W. R. van Hoë veil, getiteld: //Vcroor-deeling der hoofdbeginselen van het ontwerp van het regeringsreglement voor Nederlandseh Indië.quot; T. v. N. I. 15e j. 1853. I. 138. — Ook geplaatst in Cornets de Groot, Aanmerkingen, enz. 'sHage 1853. 76. — Wetsontwerp tot vaststelling van liet reglement op het beleid der regering van Nederl. Indië Veroordeelende beschouwingen uit Indië. ï. v. M. /. 14e j. 1852 I. 296, 300. 11415. Betoog, om bij het R. R. bedacht te zijn op meerdere bescherming van de in-landsehe bevolking en de geldelijke verantwoordelijkheid van den G. G., naar aanleiding van de ten onregte gevorderde hceren-diensten van de onder het Britsch tusschen-bestuur verkochte landen. T. v. N. I. 15e j. 1853. I. 46. 11416. Twenthe en Indië. Tekst van het artikel, dd. Enschedé 6 April 1853, geplaatst |
93
in de N. Rott. Cour. van 10 April 1853, tot aanbeveling van Twentlie, om evenals Manchester ter zake van liet H. 11. voor Ned. Indië te petitioneren. Met adhaesie van de Redaktie. T. v. i\. I. 15e j. 1853. I. 313. 11417. Het regeringsreglement voor Ned. Indiü. Opsomming van personen, die zieh sedert 1848 hebben verklaard voor eene wijziging en verbetering van het bestaande regeringsstelsel in Med. Indië, met aanhaling hunner uitspraken. T. v. N. I. 16e j. 1851. I. 392. Zie ook I. 130. — Reetiücatie, door E. Prank , ü. I. ambtenaar, dd. Batavia 11 Oct. 185é. Aid. J7e j. 18^4. I. 03. 11418. Wat wordt er met opzigt tot Nederlandsch Indië gevorderd ? Met een geschiedkundige terugblik op de stelsels van bestuur aldaar sedert 1810, en een lange lijst eituten van autoriteiten en personen, die zich voor verbetering en hervorming aldaar hebben verklaard van 1840—53, en tegen het stelsel, vervat in hot aanhangige R. R. T. v. iV./. 16e j. 1854.1. 153; II. 405. 11419. Wetsontwerp tot vaststelling van het reglement op het beleid der regering van ! Ned. Indië. Veroordeelende beschouwingen uit ludië. T. ».j N. I. 14e j. 1852.1. 296, 300. — Ontwerp van wet tot vaststelling van het reglement op het beleid der regering van Ned. Indiö, aangeboden dd. 15 Dee. 1S53 aan de Tweede Kamer. Tweede ontwerp. Handel. R. li. Utr. 1857. I. 21. — Memorie van toelichting van den Min. van Kol. C. ï1. Pahud, behoorende bij dit Tweede ontwerp. Aid. II. 175. — Voorloopig verslag, dd. 22 April 1854, der Comm. van Rapporteurs. Aid. 325. — Nota, dd. 's Hage 23 Eebr. 1S54, van C. M. Storm van 's Gravesande, over de betrekking van den Gonv. Gen. tot het ü. I. leger. (Bijl. A bij dat voorloopig verslag). Aid. 471. Zie ook 394. Hand. Ind. Gen. 1. 1854. 179. — Het voorloopig verslag, betrekkelijk het wetsontwerp van een R. R. van Ned. Indiö, door W. R. van Hoé veil. Mededeeling der door dezen, als lid der commissie, voorgestelde, doch niet in het verslag opgenomen wijzigingen, T. v. N. I. ICe j. 1854. I. 427. — Memorie van beantwoording van het voorloopig verslag, tld. 2^ April 1854, door den Min. van Kol. C. Pahud. Handel. R. R. Utr. 1857. II. V, 5. 11420. Eenigc aanmerkingen op het tweede ontwerp van wet van een R. R. van Ned. Indi'quot;. T. v. N. 1. lOej. 1854. I. 233. |
11421. Gewijzigd ontwerp van wet, van het R. R. van Ned. Indië, overgelegd bij de Memorie van beantwoording. Derde ontwerp. Handel. R. R. Utr. 1857. I. 83. Bemerking van het Besl uur des Indischen Ge-nootschaps, dd. 's Hage 5 Julij 1854. Over dit gewijzigd wetsontwerp. Hand. Ind. Oen. 1. 1854. 61. — Nota van wijzigingen ge-bragt in het tweede ontwerp van Wet van het R. R. van Ned. Indiö ten gevolge van do aanbieding van het dorde ontwerp. Handel. R. R. Utr. 1857. I. 105. — Eindverslag der Gommiss, van rapporteurs dd. 11 Julij 1854. Aid. II. 559. — Beraadslagingen in de Tweede Kamer over dit ontwerp, 17 Julij tot 8 Aug. 1854 Aid. — Verslag der Commissie van Rapporteurs uit de Eerste Kamer van het gewijzigd ontwerp van wet van bet R. R. van Ned. Indië en Memorie van beantwoording door den Min. van kol. C. 1\ Pahud, dd. 's Hage 27 Aug. 1854. 503. Beraadslaging in do Eerste Kamer over dit ontwerp van wet op 31 Aug. 1854. Aid. HL 953. — Wet van 2 Sept. 1854, houdende vaststelling van het R.R. van Ned. Indië (Nederl. Staatsblad No. 129). A/d. I, 139. 11422 Gedeeltelijke mededeeling, met l oc-lichting, door J. P. Cornets de Groot van het R. R. v. Ned. Indiö, vastgesteld bij de wet van 2 Sept. 1854 (Ned. Staatsbl. No. 129). en afgekondigd door den Gouv. Gen. van Ned. Indiö, Buitenzorg 4 Jau, 1855. (Ind. Stbl. No. 2.) Cornets de Groot, Beheer. 'sllage 1802. 145, 157. — Bijdragen van J. P. Cornets d e G ro o t, inhoudende zijn gemotiveerd oordeel over bovengenoemd R. R. door hem voorgelezen in de alg. verg. op 20 Sept. 1854 van het Indisch Genootschap. Handel, en Geschr. Ind. Gen. lej. 1854. 62. — Toelichting door J. P. Cornets de Groot van deze bijdrage. Cornets de Groot, Beheer, 's Hage 1862. 195. — Beoordeeling van de beschouwingen van het nut en do werking van het R. R. zoo als L. W. L. Keuchenius die ontwikkelt in zijne voorrede tot het Eerste deel van de quot;Handelingen der Regering en der Staten Generaal, betreffende het reglement op het beleid der regering van Ned. Indië. Utrecht 1857.quot; Ingezonden. T. c. N. I. 20 j. 1858. i. 242. 11423. Het regeringsreglement thans het stelsel der konservatieven; door ***. Junij 1863, Mededeeling van de artikelen, wier uitvoering door hen wordt verlangd. T. v. N. I. 1808. N. S. 1. j. 11. 00. |
94
11424. Instructie, of 35 Artyculeu cnde Ordonuanti'm, dewelke den Heer AJm. Wij-brandt van Waervvijok met sijne resterende breeden Raat ordonneert ende beveelt, dat in de Logie alhier tot Bantam onderhouden ende naergecomen sullen worden, dd. Sept. 1603. Hist. Beschr. Reiz. XII 1755. 294 Noot. Niet eensluidend in Begin en Foortqang 1G46. I. Reis van Waerwijck en de Weert, 5G. — Zakelijke inhoud. Zie. Ilist. Verh. O. I. C. I. 17ÖS. 194. — Particuliere Instruetiën voor den eapiteyn Franeoys Wittert ende de andere persoonen, die met hem in regeringe alhier tot Bantam aen lant hlijven; weieken bij den Heer Adm. Wijbrandt van Waerwijck ende resterenden breeden Raet geraemt, ge-oidonncert cnde bevolen worden te onderhouden, dd Sopt. 16Ü3. Begin en Foortijang. I. Reis van W. v. Waerwijck en S. de Weert. 61. — D'aut.horisatie van eapiteyn Frans Wittert, in placts van Melchior cle Voogo-laer; door den Admirael Wijbrandt van Waerwijck, dd. Oct. 1(:03. Aid. 63. — No-ticicn ofte Memoriën voor eapiteyn Wittert, dd. October 1603 Hist. Besohr. Reiz. XII. 1755. 298 Noot. Niet eensluidend met die van Begin en Voortg. Begin en Voortg. I. Reis van W. v. Waerwijck en S. de Weert. 64. — Zakelijke inhoud. Hist. Verh. O. I. C. 1768. 201. 11425. Zakelijke inhoud van elk der 35 artikelen van de Ordonnantie, dd, Oct. (P) 1603, door den Adm. W. v. Waerwijck, gegeven aan den opperkoopman Francois de Wittert en zijne onderhoorigen in de Logie te Bantam, ter hunner instructie. Staatk. Hist. Holland. XXIX. 1770. 84. _ 11426. Uittreksel uit een algemeene Missive van den opperkoopman tc Bantam, Jacques l'Hermite, aan de Bewindhebbers te Amsterdam, dd. 28 -lanuarij 1608. de Jonge, Opkomst. 111. 1865. 245. —Gelijk uittreksel uit een brief van dcnzelfden, dd. 24 Julij 1608. Aid. 250. — Idctn, dd. November 1608. Aid. 251. |
11427. Advies van den Adm. Matelieff aan den Adm van Caerden, dd 4 Jan. 1608. de Jonge, Opkomst. III. 1865. 232. 11428. Copye van eenen brief bij den Adm. Matelicir, tot Bantam gelacten aan den eerstcomendcn Adm. uit het vaderlandt, van dato den 28 Jan. 1608. de Jonge, Opkomst. III. 1865, 210. 11429. Uittreksel uit brieven van den Adm. van Caerden aan dc vergadering van XVlIn, Jan.—Aug. 1608. üeJonge, Opkomst. III. 1865. 255. 11430. Rapporten van de Commandeurs komende uit O. I. Res. Stat. Gen. 18 Julij 1670; 21 Julij 1671; 29 Aug. 1672; 11 Dee. 1674, 15 Julij 1675. — Idem van den Commandeur Verburgh, gewezen Dir. Gen. in O. I. Aid. 28 Julij 1676. — Idem van den Commandeur Strantwijk. Aid. 6 Aug. 1677. — Idem van Ranst. Aid. 15 Julij 1678. — Idem van don Adm. Sijbrand Ab-bcma met de retourvloot gerepatrieerd, wegens den toestand der zaken in Indië. Aid. 28 Jan. 1681. — Idem van van Goens. Aid. 18 Oct. 1681; 21 Deo. 1683; 17 Nov. 1684; 10 Aug. 1685; 13 Sept. 1686; 26 Mei 1688.— Idem door den Commandeur van dc retourvloot, wegens den toestand der zaken in O. I. Aid. 23 Dcc. 1689; 20 Dec. 1690. 11431. De bevelhebber eeniür retourvloot; zijn titel, instructie en belooning; ceremonieel bij zijn vertrek uit Indië en bij zijne aankomst in Nederland; verslag van zijne reis in dc vergaderingen van Bewindhehbèrs, van Hoeren XVIIn en van H. H. M.; alsmede ceremonieel daarbij gebruikelijk; dit alles toegelicht door dc mcdedeeling van het voorgevallene bij den terugkeer in 1762 van den Commandeur der retourvloot. Roelof Blok. Hierbij een beknopt tafereel van don toestand der Indische zaken, gegeven in dc vergadering van H. H. M. op den 20 April 1763. liijdr. Ind. T. L. en V kuilde. N. V. VI. 202, 207. |
11432. Lijst van de namnen der Hecren 1 Gouverneurs Generaal of Oppcrlandvoogden i van Ncderlandsch Indi;:. 1610—1725. Va- \ lenttfn. IV, St. I. 367. |
11433. Lijst van de Gouverneurs Gener. van N. L, zoo als dezelve van den beginne af benoemd zijn (tot 1754). Hist. Bach. Reiz. XII. 1755. 547. |
95
11434. Naamlijst der Gouverneurs Gen. en Koramissarissen Generaal van Nederl Oost-Indii':, sedert 1010 tot heden. Almanak N. I. 1822—65. 11435. Vcrhetering van de Naamlijst der Gouverneurs Generaal vau Nederl. Indië, voorkomende in den quot;Almanak en Naamregister voor Ned. Indic voor 1818quot;. T. v N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1S48. Ie d. 280. 11431). Opgave van den Gouverneur Generaal, den Direeteur Generaal en de Raden van Indii; op 1 Jan. 1774 en 1795, door J. Hageraan JCz. Tijtls. Ind. T.L.en V.-kunde. IX. 3e S III. 1860. 399. 11437. De Gouverneurs Generaal van Ne-deriandseh Indië. Opgaven nopens die, die gerepatrieerd zyn, en die, die in Indii; zijn overleden. ï'. w. A^. I. 17e j 1855. I. 195. 11438 Plakaat van de Staten Generaal van den 27 Nov. 1609, houdende verklaring, dat M. H, Mog. dienstig bevonden hebben in O. I. te committeren en te houden een Gouv. Gen. met eenige Raden nevens deu-zelven, en benoeming van Pieter Both tot eerstgemelde waardigheid. Mijer, Verzamel. Bat. 1848. 3. 1143'.). Plakaat van de Staten Generaal van 27 Nov. 1609, de Raden van Indië in Indië autoriserende, om van den nieuwen Gouv. Gen., die bij aflijvigheit van P. Both in deszells plaats gekozen wordt, den eed af te nemen, Mijer, Vcnam. 1848. 22. 11440. Advys door den Ed. Gouv. Gen. Coen op siju vertreek nae 't Vaderland, aen den Gouv. Gen. Pieter de Carpeutier, ende den Kaeden van Indië gelaeten. Gesehreven in 't Port Batavia, dd. 31 Jan. 1623, Medegedeeld door P. A. L e u p e. Eist. Gen. Kron. IX. 1853. 67. Zie VIII. 1852. 209. 111-41. Bijzonderheden nopens het vertrek op 9 Maart 1627 uit de Vereenigde Nederlanden naar Oost- Indië van den Gouv. Gen. J. P. Coen. Wassenaer, Hist. Verh. XIII. 1627. 8. — Zijn aankomst te Batavia. Aid. XV. 1629. 68. 11443. Eigenhandige brief, actum Batavia in 't easteel den 23 Jan. Ao. 1636, van Ph. Lucasz. aan Wollebrant Geleynsz. de Jong te Martapoera, ter kennisgeving van de overname van net bestuur door A. van Die-men van den Gouv. Gen. H. Brouwer, en van zijne bevordering tot Eersten Raad en Direeteur Gen. Medegedeeld door P. A. Leupe. Zeeland, 1855. 46. |
11443. Missive, dd. Amsterdam 20 Nov. 1734, van H.H. XVIIn, inhoudende hun berigt op het Request van D. Durven, laatst Gouv. Gen. van Ned.-Indië, zich beklagende over zijn opontbod en ontslag uit den eed en dienst der O. I. Comp. Res. Holt. 8 Dec. 1734, le dr. 741. — Zakelijke inhoud van het Rapport van Gecommitteerden hierop. Aid. 23 Aug. 1736, le dr. 485. — Resolutie hierop. Aid 21 Nov. 1736, le dr. 641. — Resolutie, dd. 28 Maart 1738 der Statcn-Generaal, tot aanschrijving aan de ü. I. Comp. om de redenen op te geven voor het opontbod en ontslag van D. Durven. Aid. 11 April 1738, le dr. 217. — Rapport van bovengenoemde resolutie, met de Propositie ter Generaliteit te doen; alsmede resolutie hierop. Aid. 17 Mei 1738, le dr. 302; 13 Juni 1738, le dr. 347. — Resolutie, dd. 23 Aug. 1738 der Staten Generaal, houdende eindbeslissing in deze zaak. Aid. 19 September 1738, le dr. 541. 11444. Bijzonderheden nopens de terugzending van de Kaap do Goede Hoop naar Batavia van den gewezen Gouv. Gen. van N. Indië A.Valekenier.^r.Mercurws,lAV. 1743,1. 108. — Bijzonderheden nopens zijn arrest te Batavia, benevens dat van C. Philips, Advokaat Fiscaal, en W. V. Eelvetius. Aid, II. 80. 11445. Bijzonderheden nopens de benoeming van G. W. van Imhoff tot Gouv. Gen. van Indië, alsmede betreflende die van eenige Raden en extraordinaris Raad van Indië. Eur. Mercurius, Lil. 1741. II. 323; LUI. 1742. II. lil.— Relaas, rakende de voyagie, arrivement, installatie van den Gouv. Gen. G. W. van Imhoff aan de Kaap de Goede Hoop. Jan. 1743. Aid. LIV. 1743. II. 74. — Zijn aanspraak. Aid. 75. — Hierbij het extract uit een brief, dd. 31 Jan. 1743, van van Imhofi over zijne zeer voorspoedige reis. Aid. 78. — Bijzonderheden nopens zijn aankomst te Batavia op 17 Mei 1743. Aid. LV. 1744. I, 154. — Zijne benoeming tot Luitenant Generaal. Maart 1748. Aid. LIX. 1748. I. 176. 11446. Jacob Mossel volgt G. W. van Imhoff van Leer op als Gouv. Gen. van Ned. Indii;. Nov. 1750. Nederl. Jaarb. V. 1751. 1. 385. |
96
11447. Benoeming door den Prins Erfstadhouder enz. tot Gonv. Gen. vmi Nederl. Indiii van Jakob Mossel. Oct. 1751. Nederl. Jaarb. V. 1751. 2. 1005. 11'148. Bijzonderheden nopens de benoeming van Jacob Mossel tot Gouv. Gen. v. N. I. Ear. Mercurias, LXII, 1751. II. 168. 11449. Voorstelling van Jacob Mossel, als Gouv. Gen. van Ncerlands Indiii, te Batavia op 24 Jultj 1752. Nederl. Jaarh. Vil. 1753. I. 550; Eur. Merouriut, LX1V. 1753.1.240. 11450. Bevestiging door Bewindhebbers der ü. 1. Gomp. ter vergadering vanXVIIn tot Gouv. (jen. van Ned. Indië van Petrus Albortus van der Parra. Nederl. Jaarb. XVI. 1762. 2, ISU. Nederl. Meng. Nieuws, I, Julij 176i—Julij 1764. 73. 11451. Voorstelling van Petrus Albertus van der Parra, als Gouv. Gen. van Ncerlands lndii;, op 29 September 1763. Nederl. Jaarh. XVIII. 1764. 1. 377. 11452. lleinier de Klerk, waarnemend Gouv. Gen. vau Ncd. Indiö. Oct. 1777. N. Nederl. Jaarb. XII1. 1778. 1. 620. 11453. Aanstelling tot Gouv. Gen, van Ned. Indië van lleinier de Klerk. Oct 1778. N. Nederl. Jaarh. XIIL 1778. 2. 1213, 1337. 11454. Jeremias van Riemsdijk, waarnemend Gouv. Gen. van Nederl. Indië. Dee. 1775. N. Nederl Jaarb. XI. 1776. 1. 690. 11455. Aanstelling tot Gouv. Gen. van Ned. Indiii, van Jeremias van Riemsdijk. Nov. 1776. N. Nederl. Jaarb. XI. 1776. 2. 1360. 11456. Aanstelling door den Prins Erfstadhouder tot Gouv. Gen. van Ned. Indië, van Willem Arnold Alting. Dec. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVI. 1781. 4. 2257, 2299. 11457. Confirmatie door den Prins van Oranje, als opperbewindhebber van de O. I. Maatschappij, van den Gouv. Gen. van Ned. Indië, W. A. Alting als zoodanig. Patriasche brief, dd. Dec. 1781. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1186. 11458. Extract uit de resolution door de Vergadering der XVIIn binnen Middelburg, genomen op 14 Nov. 1785, betreffende de verpligting van don Gouv. Gen. en Raden van Indië en andere hooge en voorname ambtenaren in Indië, om naarmate hunner posten met één of meer actiën in de O. I. Compagnie te wezen geïnteresseerd. Ees. Holl. 9 Eebr. 1786. I. 1c dr. 597. Pad. Staatsb. III. 503. |
11459. Uittreksels uit de generale brieven der Vergadering van XVIIn aan den Gouv. Gen. en Kaden van Indië van den 18 Nov. 1784 en 5 Nov. 1785, voor zoo veel betreft het verhandelde ter invoering van middelen van menage en financie. Res. Roll. 9 Febr. 1786. I. Ie dr. 593. 11460. Aanstelling tot Commissarissen Generaal over alle Compagnies bezittingen in Indiii en van Cabo de Goede Hoop, van S. C. Nederburgh, Eerste Adv. der Gen. Ned. ü. I. Maatsch.; S. H. Erijkenius, kapitein ter zee; W. A. Altingh, Gouv. Gen., en H. van Stokkum, Dir. Gen. van Nederl. Indiii. Amsterdam Jnnij 1791. N. Nederl. Jaarh. XXVI. 1791. 1. 789, 823. — Aanstelling tot Secretaris van deze Commissie van E. Daniels, Eerste Boekhouder van het praeparatoir besoigne bij de ü. I. Comp. Amsterdam Augustus 1791. Aid. 2. 1492. — Vertrek van deze Commissii'n met 's lands fregat //do Amazonequot;. Amsterd. Deo. 1791. AU. 1955. — Bijzonderheden nopens hunne reis. Md. XXVII. 1792. 1, 131, 209. — Hun verblijf aan de Kaap de Goede Hoop, en vertrek. Aid. XXVIII. 1793. 1. 474; 2. 1977; en XXIX, 1794, 1. 71. — Aankomst te Batavia op 13 Nov. 1793. Aid. C72, 800. — Hunne publieke voorstelling te Batavia op 9 Dec. 1793 als zoodanig. Aid. 801. — Hun overlijden en hun terugkomst. Vad. Mag. II. 1803. 243 Noot. 11461. Commissie of opene brieven voor Commissarissen Generaal van Indië en Cabo de Goede Hoop, in dato 's Hage 19 Aug. 1791. Nederburgh, Echte Stukk. 's Hage 1803, 131. 11402. Brief, dd. Batavia 25 Maart 1794, van den Gommiss. Gen. van N. Indië S. C. Nederburgh en S. H. Erijkenius, aan den Erfstadhouder, den Prins van Oranje, ter mededeeling van hunne beweegredenen om niet toe te kennen het ontslag van den Gouv. Gen. W. A. Alting, alsmede van hunne eonsideratiën over zijn eventueel remplacement. v. hennep, Brief. Amst. 1804.14, 71. 114(13. Besluit van de Provisionele Representanten van het volk van Holland, dd. 's Hage 30 Dee. li 95, tot regeling van de benoeming van den Gouv. Gen. en verdere ambtenaren in Ned. Indië. N. Ned. Jaarb. XXX. 1795. 9. 7305. |
97
11464. Mededeeling, met toelichting, door D. W. Schiff, dd. 'sHage 16 Mei 1806, van: a. Het, Staatsbesluit der Bat. Republiek, dd. 11 Nov. J805, No. 28, tot benoeming van C. H. van Grasveld en C. ï. Elout, tot Kommissarissen Generaal en den eerste levens tot Gouv. Gen. van Bataafseh Indir. — h. De opene brieven, waarmede kennis is gegeven van de benoeming van genoemden, vastgesteld bij besluit van 27 Jan. J8Ü0. No. 30. Hi}dr. T. L. en f .kunde v. N. 1. XII. N. V. VIII. J865. 382, 383. — c. De Nota der pecuniëele voorwaarden, waarop zij hebben opgegeven genegen te zijn de missie naar Gost-ïndië te aanvaarden, gearresteerd bij Secreet Staatsbesluit der Bat. Rep. van 27 Jan. 1806. Lr. Q. Aid. 467- 11465. Acte van aanstelling, dd. 'silage 8 Julij 1806, door den Min. van Marine Ver-iluell, van W. C. van Braam tot Commissaris naar Ned. Indië, alsmede van den daarbij gezonden geleidebrief, dd. 's Hage 12 Julij 1806. ï. v. N. I. 1863. N. S. Ie j. II. 16 Noot. 11466. Huishoudelijk bestuur van Nederl. Indië. Zijnde een gedeelte van den zakolijken inhoud, medegedeeld door P. BI eek er, van liet rapport, dd. Zwolle uit. Eebr. 1808, van den Commissaris VV. C. van Braam. T. v. N. I. 1863. N. S. Ie j. II. 19. 11467. Opgave van de punten, waaromtrent inlichting is gevraagd aan den (iouv. Gen. van Ned. Indië, A. 11. Wieso, door den Commissaris W. C. van Braam in 1807. 2'. v. N. I. 1863. N. S. ie j. II. 19 Noot. 11468. Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java. II. Tijdvak voor Raffles. Eerste gedeelte, lieoordeeleud over-zigt der zending en handelingen van den Gouv. Gen. H. W. Daendels. T. v. N. I. 1863. N.S. lej.il. 393,405. Ook geplaatst in S. v. Deventer J.Sz., Bijdragen.1. Z. B. J, 13. — Idem. III. Tweede gedeelte. Behandelt het verdere bestuur van den Gouv. Gen. H. W. Daendels, daarna met een paar woorden dat van den Gouv. Gen. J. W. Janssens. T. v. N. I. 1864. N. S 2e j. 1. 36. Ook geplaatst in S. v. Deventer J.Sz., Hijdragen. I. Z. B. 25. — Idem. IV. Britseh Tusschen-bcstuur. Inleiding. Historische inleiding op dat bestuur, en speciaal het karakter en de handelingen van Th. A. Rallies. T. v. N. I. 1864. N. 8. 2e j. I. 101. Ook geplaatst in S. v. Deoenter JSz., Bijdragen. 1. Z. B. 1865. 55. |
11469. Opgaven nopens de Hooge Regering van Ned. Indië van 1816—60, door M. A. van der Kluit. Dijdr. T. L. en r.kunde v. N. /. N. V. IV. 23. 11470. Overzigt der zending van den Gouv. Gen. en de Commissarissen Generaal naar Ned. Indië, benevens bijzonderheden nopens hun vertrek en reis. Le Vigilant, 3e Ser. I. i8l6. 97. 11471. Aanspraak van den Comm. Gen. van Ned. Indië C. T. Elout bij de plegtige inwijding der llooge Regering van Neêrl. Indië, op 16 Jan. 1819 Elout, Bijdr. 1851.1. 11472. Rapport, dd. 27 Sept. 1819, van den Comm. Gen. van N. Indië C. T. Elout, aan den Min. van Nat. Nijv., Openb. Onderwijs en Kol. A. R. Ealek, over den tc-genwoordigen toestand van Ned. Indië en de inrigting van het bestuur aldaar. Elout, Bijdr. 1851. 10. 11473. Het journaal van den Gouv. Gen. van Ned. Indië, G. A. G. P. van der Capel-len, op zijne reis door de Molukken. Mededeeling van dit Journaal, dd. Amboina 8 Maart tot Soerabaja 17 Sept. 1824. T. v. N. I. 17o j 1855.'II. 281, 357.— Oordcel over dit Journaal. Letterb. 1855. 401. 11474. Verdediging, door B. T. M. der beginselen van bestuur vau den Gouv. Gen. G. A. G. P. van der Capellen, bijzonder ten aanzien der Buitenbezittingen. N. Hermes, 2e j. 1827. No. 10. 3. — Opmerkingen van G. de Se rièr cover deze Verdediging. Uitde Jav. Courant van 19 April 1828, No. 48. Ind. Mag. II Tw. 1845. No. 7 en 8. bi. 47. 11475. Aftreding van den Gouv. Gen. G. A. G. P. van der Capellen. Uit de Buitengewone Bataviaschc Courant van 3 Jan. 1826. Overzigt van zijn bestuur en tekst der nanspraken door hem en door den Luit. Gouv. Gen. H. M. de Koek op 1 Jan. 1826 gehouden bij de nederlcgging en overgang van het bestuur, hid. Mag. II. Tw. 1845. No. 5 en 6. bl. 1. 11476. Mededeeling, met toelichting, door S. van Deventer J.Sz, van den zake-lijken inhoud der eonfidcntiecle missive, dd. 4 April 1830, No. 9, van den Gouv. Gen. van Ned. Indië J. van den Bosch aan den Min. van den Waterst., Nat. Nijverh. cn Kol. P. L. J. S van Gobelschroy, over het adres van P. Merkus aan den Koning om |
II.
98
als lid van den llaad van Indië ontslagen en in zijne vorige betrekking van President van het noog Geregtshof van Indië hersteld te worden; de beweegredenen van Merkns, alsmede het betoog van van den Bosch tot afwijzing van dit verzoek. T. v. iV. I. 1865. N. S. 3o j. I. 387. 11477. Mededeeling, met toelichting, door S. van Deventer .i.Sz., van de missive, dd. Buitenzorg 7 Junij 1831, No. 907, van den Gouv. Gen. J. van den Bosch aan de leden der Indische regering, houdende dat hij de vergaderingen van den Raad vooreerst niet kan bijwonen; dat hij do resolution, vóór resumtie, wenscht te zien, daarin zoo noodig veranderingen voorstellen, of wel, des noods, op eigen verantwoordelijkheid met de minderheid konkluderen zal. T. v. N. I. 1805. N. S. Be j. II. 126. 11478. Mededeeling, met toelichting, door S. van Deventer J.Sz., van: A. een overzigt der geheime missive, dd. 4 Junij 1831, No. 725/14, van den Gouv. Gen. J. van den Bosch aan den Min. van Waterst., Nat. Nijverh. en Kol. G. G. Clifford, aan-toonende o. a. zijne verhouding tot den llaad van Indië. T. ?gt;. N. I. 186 gt;. N. S. ^le j. II. 201. — B. hel. Kon. besluit, dd. 12 Jan. 1832, Lr. Y geheim, bevattende o. a. verklaring omtrent de vcrpligtingen van de Kaden van Indië. Aid. 200. — C. den zakelij-ken inhoud van het rapport, dd. 2 Jan. 1832, No. 3 A geheim, van den Min. G. G. Clifford aan den Koning tot het verleenen van een uitgestrekte magt aan den Gonv. Gen. J. van den Bosch; het Kon. besluit dienovereenkomstig, en Z. M.'s open brief, dd. 17 Jan. 1832, waarbij J. van den Bosch des gevorderd als Kommissaris Generaal over Ned. Indio kan optreden. y/W. 207, 208, 212. 11479. Mededeeling, met toelichting, door S. van Deventer J. Sz. van: a. den zake-lijkcn inhoud van het kabinet,selirijven van 15 Jan. 1832, No. 371 van den Gouv. Gen. J. van den Bosch, en antwoord op de missive dd. 27 Aug. 1831, No. 142 K. van den Minister G. G. Clifford, en ten beloogevoor de zending van een Luit. Gouv. Gen. naar Java, met bestemming tevens voor zijn opvolger. T. v. N. 1. 1865. N. 8. 3j. 11. 366. — h. bet Kon. besluit van 22 Julij 1832, letter Y 19, geheim, vergunnende aan van den Bosch om terug te keeren, en eeue zending naar Java opdragende aan J. C. Baud. Aid. 337. — v. van het Kon. besluit van28 Julij 1832 letter S. 20, geheim, omschrijvende den aard der zending van Baud, die als Gouv. Gen. a. i, fungeren zal. Aid. 337, 339. — d. den zakelijken inhoud van het Kon. besluit van 3 Aug. 1832, letter D 21, geheim, regelende de voorwaarden der zending van Baud. Aid. 338, 341. — e. den tekst der missiven, dd. Buitenzorg 27 Junij 1833 Nquot;. 1. van den Gouv. Gen. J. van den Bosch aan de leden der Indische Regering, ter adstructie der publicatie van dezelfde dag-teekening (Ind. Stbl. No. 37) van zijne optreding als Commissaris Generaal. Aid. 342, 344. |
11480. Iets over bet behoud van Java. Opmerkingen over de keuze van een hoofd-ofllcicr tot Gouv. Gen. van Ned. Indië, en over do geruchten hierover in omloop, Julij 1841. Milit. Speet. X. 1842. 19. 11 81. De aftreding van den Gouv. Gen. J. J. Roehussen; door quot;De Rcdaktie.quot; Over het door Z. Exe. gevraagd ontslag, zijn bestuur, en de uitzending van een Comm. Gen. en Luit. Gouv. Gen. T. v, iV. ƒ.1850. I. 154. 11482. Iets over den strijd dezer dagen over Indische aangelegenheden. Aan de lle-daktio van het ïijdschr. v. N. I. door G. de Serière, dd. Amersfoort 10 April 1853. Verdediging van het bestuur van J.J. Roehussen, op grond zijner verhouding als Gouverneur Generaal tot den Min. van Kol. 1. C. Baud. T. v. iV. 1. 15 j. 1853. 1. 350. 11483. De heer E. Jurien de la Gravière en vM. Ie Comte de Roehussen.quot; Aanmerkingen op zijn artikel in de Revue d. Deux Mondes van 1 Janv. 1853, getiteld. »La domination Hollandaise dans l'Archipel Indien,quot; welke zijn gerigt tegen het bestuur van J. J. Roehussen. T. v. N. I. 15 j. 1853. I. 76. 114S4. De nieuwe Gouv. Gen. en Vice Pres. van den raad van N. Indië; door »De Rcdaktie.quot; Over de benoeming van G. J. Bruce en van J. E. W. van Nes. T. v. N. I. 1850. II. 284. — lïerigt nopens het overlijden van G. J. Bruce, en betoog van de noodzakelijkheid eener spoedige benoeming van zijn opvolger. AUl. 13 j. 1851. I. S7. 1148.r). Dc komst van den heer A. J. Duymaer van Twist in Indië, dd. 's Graven-hagc, 15 Maart 1851. Lof en aanprijzing van dezen benoemden Gouv. Gen. van N. I. door VV. R. van Hoëvell. T. v. N. I. 13 j. 1851. I. 269. |
99
11480. Redevoering, gehoudeu bij de overgave van het bestuur aan A. J. Duymaer van Twist, in den raad van Indië, op denl2n Mei 1851, door J. J. Rocliussen. T. v. N. I. 18 j. 1856. I. 35. 11487. De oppositie van H. Stolte tegen het Indische Gouvernement. Verdediging van den üouv. Gen. A. J. Duymaer van Twist tegen het oordeel van H. Stoite bij de behandeling van het adres van antwoord op de troonrede in de Tweede Kamer, zitting 1853 — 54, over hem uitgesproken, en meer bijzonder zijn isolement en zijne loslating van het kult,uurstelsel en bevordering van den vrijen arbeid tegen verhoogd loon. T. v. N. I. 15e j. 1853. 11. 239. — Een brief van Batavia. Toelichting van bovengenoemd artikel, voor zoo veel betreft het isolement van den Gouv. Gen. van Twist. Aid. 16e j. 1854. 1. 228. 11488. Klagt tegen A. J. Duymaer van Twist. Aanmerking op de wijze van reizen van dien G. G, welke hem het verkrijgen van lokale kennis onmogelijk zou maken. Medegedeeld uit een brief van een Ingezeten op Java. T. v. N. I. 15e j. II. 270. 11489. De Gouverneur Generaal A. J. Duymaer van Twist, de Min. van Kol. C. F. Pahud, en de heer J. G. Baud. Over een beweerde min gunstige verhouding tusschen hen, waardoor eerstgenoemde zou worden teruggeroepen. T. v. jV. L. I7ej. 1855. I. 63. 11490. De benoeming van eencn Gouv. Gen. cn de //Kamarilla.quot; Beschouwingen over de keuze van eenen G. G. ter opvolging van A. J. Duymaer van Twist. T. v. N. /. 17e j. 1855. II. 352. 11491. Een oordeel over den heer A. J. Duymaer van Twist. Lof aan zijn bestuur, medegedeeld uit een brief van Batavia. ï. v. N. I. 18ej. 1856. 66. —■ Brief aan de Eedaktie, dd. Berglust, 1 Oct.. 1856, door H. Uit de binnenlanden van Java, tot adhesie van bovengenoemd oordeel en mededee-ling van den weldadigen invloed van zijn bestuur op de welvaart van den Javaan. AUl. 19e j. 1857. I. 167. 11492. Brieven medegedeeld door Muitat u li. I. Max Havelaar aan Multatuli. Met een Memorie aan den Gouv. Gen. in ruste, A. J. Dnymaer van Twist, ter veroordeeling van zijn bestuur, fijdsp. 1860. II. 310. |
11493. De Min. van Kol. C. E. Pahud benoemd tot Gouv. Gen van Ned. Indiü. Veroordeeiing van deze benoeming. T. v. N. I. 18ej. 1856. I, 72. 11494. Is dc heer C. E. Pahud geen Nederlander? door V. L. dd. Amsterdam 1 Jiilij 1856. Afkeuring van zijne benoeming tot Gouv. Gen. van Ned. Indië, ook met het oog daarop, dat hij volgons wetsduiding geen Nederlander zou zijn, T. v. iV. /. 18e j. 1856. II. 131. 11495. Hoe de heer O. F. Pahud in Indië is verschenen. Uit een partikulieren brief van Batavia, dd. 10 Junij 1850 Iets betreifende den overgang van het bestuur over Ned. Indië op 22 Mei 1850 van A. J. Duymaer van Twist op C. E. Pahud en hunne aankomst en vertrek. 'J'. o. iV. [. 18e j. 1856. II, 206. 11496. De algemeene opinie in Nederland over den tegenwoordigen Gouv. Gen. van Ncd. Indië C. E. Pahud. Citaten van de algemeene veroordeeiing van zijn bestuur. 2'. v. iV. 1. 2e j. 1859. 11. 200. 11497. Dc tegenwoordige Gouv. Gen, G. E. Pahud moet worden teruggeroepen. Wederlegging van het artikel, in dc Rott. Cour. van 22 Maart J800 No. 70, getiteld -Oppositie cn staatsbelang,quot; inhoudende een oeroep op do Koloniale Oppositie, in verband met den toestand van ludië en de behoefte om het gezag van den üouv. Gen. te steunen. T. v. N■ f. 22e j. I860. 1. 262. 11498. Noodzakelijkheid der vervanging-van den tegenwoordigen Gouv. Gen. C. E. Pahud, naar aanleiding der door hem ingestelde drukpersvervolging tegen H. J. Lion. T. v. N. I. 22e j. 1860. I. 202. 11499. Zal de Heer G. E. Pahud teruggeroepen worden? Betoog voor zijne terugroeping. T. v. N. 1. 21e,]. 1859. I. 133. 11500. Indië verliest den heer C. E. Pahud. Opmerkingen over de aftreding van dien Gouv. Gen. met 1° Junij 1861. T. v. N. I. 23cj. 1861. I. 197. 11501. Opmerking van S. S. S., dd. Batavia 25 Junij 1861, nopens de roden voor den Gouv. Gen. C. E. Pahud om op I Sept. 1861 af te treden. T. v. N. I. 23e j, 1861. II. 190. |
13*
100
11502. De verhouding van den Gouv. Gen. tot den Min. van Kol. aangetoond uit hunne Correspondentie over de vervanging van eerstgenoemden. T. v. N. I. 23e J. 1861. I. 194, 11503. Over de kabinets-circulaire van den Gouv. Gen. C. F. Pahud, dd. 14 Maart 1857, No. 37, aan de verschillende Collegiën, hoofden van departementen en van gewestelijk bestuur ter geregelde en spoedige behandeling van zaken, en zijne antecedenten in dat opzigt. T. v. N. /.quot;l9ei. 1857. U. 29, 186. 11504. Alice en Bertrand. Opmerkingen over de tegenstrijdige handelingen van den Gouv. Gen. C. E. Pahud onder den invloed Van den Vice pres. van den raad van Indië P. J. B. de Perez eu van den Directeur der kultures G. Umbgrove. T. v. N. I. 22e i. 1860. L 206. 11505. De Heer C. F. Pahud door den heer C. P. Pahud in het besluit van 12 April 1861 veroordeeld; door V. S. Hoe de beschuldigingen tegen de res. H. C. Bekking en H. J. W. van Lawick van Pabst ingebragt, de Indische Regering gelden, en het bestuur van den Gouv. Gen. O. E. Pahud in het bijzonder. T. v. iV. ƒ. 23c j. 1S61. II. 62. 11506. De beschermheer van het Parapat-tan Weeshuis en van de Natuurkundige Ver-eeniging door N. N. Opmerkingen over de wijze waarop de Gouv. Gen. C. E. Pahud heeft laten verbeteren de foutieve opgave in het Naamregister van Ned. Indië, als zou hij Beschermheer van deze instellingen zijn. T. v. N. I. ]9e j. 1857. II. 123. - Een brief van het bestuur der Natuurkundige Vereeniging in Nederlandsch Indië, dd. Batavia 25 Sept. 1857, tor medcdeeling van een Uittreksel uit de Notulen liarer vergadering gehouden op 24 Sept. 1857, tot openbare melding van haar gevoelen, naar aanleiding van bovengenoemd artikel, over de handelwijze in deze van den Gouv. Gen. C. P. Pahud. Aid. 390. — Dit uittreksel maakt geen gedeelte uit van de Notulen dezer bestuursvergadering, zoo als die zijn medegedeeld in het Nat. Tijdschr. N. I XVI. 4. II. 1858—59. 19. 11507. Verwisseling van eenen Vice pres. tegen eenen Gouv. Gen. door Zaeha-rias, dd. Batavia Nov. 1859. Over het verzocht ontslag van A. H. W. de Koek als Vice President van den Baad van Ned. Indië, |
| in verband met het gerucht nopens de benoeming tot Gouv. Gen. v. Ned. Indië van den Directeur van het kabinet des Konings E. L, W. de Koek. T. N. I. 22e j. 1860.1.64. 11508. Zal de Generaal J. van Swieten Gouv. Gen. worden P Aanbeveling van deze benoeming. T. v. N. I. 22ej. 1800. I. 389. 11509. De benoeming van L. A. J. W. Sloet van de Beele tot Gouv. Gen. Opmerkingen over de ontevredenheid der Indische oudgasten hierover. T. v. N. I. 23ej. 1861. II 126. 11510. Zal de heer L. A. J. W. Sloet van de Beele aan de arglistigheid der oudgasten ontkomen? Met het oog op zijne beweerde onbekendheid met Ned. Indië. T. v. N. 1. 23ej. 1861. II. 193. 11511. Een bezwaar tegen den nieuwen Gouv. Gen. Aanbeveling aan L. A. J. W. Sioet van de Beele van omzigtighcid vooral tegenover individuen, naar aanleiding van den wensch daartoe door Ai. Mackay van Ophemert uitgesproken in de Tweede Kamer op 10 Dcc. 1861, T. v. iV. I. 24e j. 1862. I. 61. 11512. Een brief van Plinius den Jonge, over een Gouv. Gen. van Ned. Indië, wiens voorname taak zou wezen de uitvoering van het rapport der Staatscommissie voor colo-nisatie. Sloet, Tijds. XX. 407. 11513. Oordeel van P. J. Veth, over de toevoeging van een Luit. Gouverneur aan den Gouv. Gen. van Ned. Indië, naar aanleiding van ,J. K. W. Quarles van Ufford, Wat is voor Nederlandsch Indië noodigf Open brief aan W. T. Gevers Deynoot. 's IJ age 1863.quot; Gids. XXVIII j. 3 S. 2e j. 1864. III. 308. 11514. Verdediging der bevoegdheid van het Opperbestuur om de handelingen van den Gouv. Gen. te kontroleeren, te veranderen en zelfs te vernietigen, door den Min. van Kol. J. Loudon in de Tweede Kamer op 20 Nov. 1861. met aanhaling van antecedenten. Kolon. Jaarh. 3e j. 1863. 7. 11515. De zelfstandigheid van den Gouv. Gen., volgens den heer J. 11. Thorbecke. Lofspraak op zijne redevoeringen, gehouden in de Tweede Kamer op 23 en 24 Nov. 1869, |
101
omtrent de inmenging van de Tweede Kamer in het beheer van zaken in N. I. en omtrent de betrekking van den Min. van Kol. tot den Gouv. Gen.; met mededeeling van bijzonderheden daaruit. T. v. N. I. 2ie j. 1859. II. 382. |
11516. Lijst van de Naamen der Heeren Directeurs Generaal of Algemeene Bestierders van den handel van Nederlands Indië, 1613 —1725. Valenten. IV. St. I. 368. 11517. Aanstelling door Bewindhebbers der Ned. O. I. Comp., ter vergadering van XVIIn tot Eersten Raad en Directeur Generaal van Ned. Indië van Daniël Nolthenius, of bij vertrek van dezen, van Jakob Mossel. Nov. 1747. Ned. Jaarh. I. 1747. 2. 862. 11518. Jacob Mossel als Eerste Raad on Dir. Gen. van Ned. Indië opgevolgd door Julius Vaientijn Steyn van Uollencsse. Nov. 1750. Ned. Jaarb. V. 1751. 1. 385. 11519. Benoeming door den Prins Erf-stadhonfler enz. tot Eersten Raad en Dir. Gen. van Ned. Indië van Julius Vaientijn Steyn van Gollenesse. Oct. 1751. Ned. Jaarh. V. 1751. 2. 1005. 11520. Julius Vaientijn Steyn van Gollenesse, als Eerste Raad en Dir. Gen. van Nederlands Indië opgevolgd door den Raadsheer Petrus Albertus van der Parra. Balavia Januarij 1755. Ned. Jaarb. IX. 1755. 2. 836 11621. Door Bewindhebbers der O. I. Comp. ter vergadering van XVIIn is Petrus Albertus van der Parra geconfirmeerd als Eerste Raad en Dir. Gen. van Ned. Indië. Oct. 1755. Ned. Jaarb. IX. 1755. 2. 981. 11522. Benoeming door Bewindhebbers der O. I. Comp. ter vergadering van XVIIn tot Eersten Raad en Dir. Gen. van Ned. Indië van Librecht Hooreman. Ned. Jaarb. XVI. 1762. 2. 1311. 11523. Aanstelling door Bewindhebbers der O. I. Comp. ter vergadering van XVIIn tot Eersten Raad en Dir. Gen. van Ned. Indië van Jeremias van Riemsdijk. Oct. 1765. Ned. Jaarh. XIX. 1764.. 2. 633. |
11521. Reinier de Klerk, waarnemend Dir. Gen. van Ned. Indië. December 1775. N. Ned. Jaarb. XI. 1776. 1. 690. 11525. Aanstelling tot Dir. Gen. van Ned. Ind. van Reinier de Klerk. November 1776. N. Ned. Jaarb. XI. 1776. 2. 1360. 11526. Aanstelling als Dir. Gen. van Ned. Indic van Willem Arnold Alting. Oct. 1778. N. Ned. Jaarb. XIII. 1778. 2. 1213, 1337. 11527. Aanstelling door den Prins Erfstadhouder tot Dir. Gen. van Ned. Indië van Iman Willem Ealck. Dec. 1781. N. Ned. Jaarh. XVI. 1781. 4. 2257, 2299. 11528. Geëligeerd door den Prins van Oranje etc. tot Dir. Gen. van Ned. Indië, de Raad Ordinair en Ceilons Gouverneur en Directeur I. W. ïalck. Patriasche brief, dd. Dec. 1781. A'. Ned. Jaarb. XIV. 1784. 1. 1186. 11529. De Heer H. Breton door de Hoog Edele Heeren XVIIn gehonoreerd met den titel van Dir. Gen. van Ned. Indië. Patriasche brief, dd. Dec. 1781. N. Ned. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1187. 11530. Den geëligcerden Dir. Gen. van Ned. Indië en Gouverneur en Directeur van Ceilon I. W. Falck, is gedefereerd uit dc aldaar aan handen zijnde Bediendens een ander tot Commandeur van üale aan tc stellen, en der Regering te Batavia voor te dragen. Batavia Mei 1783. jV. Ned. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1191. 11531. Plegtige afstand, op 19 Junij 1783, door den Gouv. Falck in den politiquen raad aan de Kaap de Goede Hoop van bet Directeur-Generaalschap. Maandel. Nederl. Mercurius, LV1. 1784. 61. |
102
11532. Permissie op zijn verzoek aan den Dir. Gen. van Ned. Indië H. Breton, om behoudens zijne qualitcit eu gagie naar Nederland te vertrekken. Batavia J ui ij 1783. N. Ned. Jaarb. XIX. 1781. 1. 1196. 11633. Benoeming tot Dir. Gen. van N. Indië van den Raad Ordinair van Ned. Indie A. Moens. Batavia Julij i783. N. Ned. Jaarb. XIX. 17S'1., 1. 119Ö. 11534. Vestiging ter vergadering van XVIIn tot Dir. Gen. van Ned. Indië Adri-aan Moens, Amsterdam Dee. 1781. N. Ned. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1990. 11535. Te verwachten aankomst te Batavia van Ceylon van Willem Jaeob van de Graair tot het aanvaarden vau zijn post als Dir. Gen. van Ned. Indic. Amsterdam Aug. 1794. N. Ned. Jaarb. XIX. 1704. 2. 1041. 11530. Lijst van do Naamen der lleeren Ordinaris Kaden van Nederlands Indië. 1613 —1724. falentijn. IV. St. I. 369. 11537. Plakaat van do Staten Generaal van 27 Nov. 1609, houdende magtiging op Pieter Both, om vau de Baden van Indië, in Indii- den eed af te nemen. Mijer, ^erz. 1848. 22. 11538. Aanstelling door Bewindhebbers der Ned, O. 1. Comp., ter vergadering van XVIIn, tot Raden Ord. van Hed. Indië van Daniël van Overbeek on Johan Mattheus Kluisenaar. Nov. 1747. Ned. Jaarb. I. 1747. 2. 862. 11539. Aanstelling door Bewindhebbers der Ned. O. I. Comp., ter vergadering van XVIIn, tot Raden Ord. van Ned. Indië van Hugo Vereysei en Areut van Broyel. Doe. 1747. Ned. Jaarb. II. 1748. 2. 1233. 11540. Aanstelling door den Prins Erfstadhouder enz. tot Raden van Ned. Indië van Librecht Hooreman, Pieter van de Velde en Johan And. van Ilolumdorfr. Mei i 751. Ned. Jaarb. V. 1751. 1. 385. 11541. üptreding van de Raden extraord. Van Ned. lud. Jakob van der Way en en Petrus Albertus van der Parra als Ordinaris Raden van Indië. Oetoberl751. Ned. Jaarb. V. 1751. 3. 1005. |
11542. De Ord. Raad Petrus Albertus van der Parra tot Commissaris van Bantam gedesigneerd, Batavia Junij 1753. Ned. Jaarb, VIII. 1754. 1. 543. 11543. Aanstelling als Ord. Raad aan de Hooge Tafel te Batavia van Jurgen van der Spar, en als Extraord. Raad van Henrik Jacob van Suchtelen. Batavia Junij 1753. Ned. Jaarb. V11L 1754. 1. 542, 543. 11544. Aanstelling door Bewindhebbers der O. I. Comp., ter kamer van XVIIn, tot Ord. Raad op Batavia van Jan Gideon Loten. October 1754. Ned. Jaarb. VUL 1754. 2. 1248. 11545. Door Bewindhebbers der O. I-Comp., ter vergadering van XVIIn, is gepromoveerd Pieter van de Velde, oudste Extraord. Lid in don Rade van Ned. Indië, tot Ord. Raad. Oct. 1755. Ned. Jaarb. IX. 1755. 2. 981. 11546. Aanstelling door do vergadering der Ed. lleeren Bewindhebbers der O. I. Comp., ter kamer van XVIIn, tot Raad van Ned. Indië van Louis Taillefcrt, Gouverneur-en Directeur van Ternate. Oct. 1756. Ned. Jaarb. X. 1756. 2. 1058. 11547. Aanstelling door Bewindhebbers der O. 1. Comp., ter vergadering van XVIIn, tot Gewoon Raad van Nederlands Indië van Joan Andreas van Hoheudortf. Oct. 1758. Ned. Jaarb. XII. 1758. 2. 1174. 11548. Optreding tot Ord. Raden van Nederlands Indië van Huibert van Bazel en Reinicr de Klerk. Ned. Jaarb. XVI. 1762. 2. 1312. 11549. Aanstelling door Bewindhebbers der O. I. Computer vergadering van XVIIn, tot Raad Ord. van Ned. Indir van Nikolaes Hartiug. Oct. 1765. Ned. Jaarb. XIX. 1?05. 2. 633. 11550. Bijzonderheden nopens de aanstelling tot Raad Ord. van Ned. Indië van Louis Taillefcrt. Oct. 1766. N. Ned. Jaarb. I. 1706. 2. 1188. 11551. Benoeming tot Ord. Raden van Ned. Indië van Michiel Romp en Willem Hendrik van Ossenberg. Oct. 1767. N. Ned. Jaarb. III. 1708. 1. 318. |
RADEN VAN
103
11552. Benoeming iot Gewoon Haart van Ned. lndi(; van Hendrik Breton. Oct. 1772. N. Ned. Jaarh. VII. 1772. 2. 809. 11553. Aanstelling tot Gewoon Raad vau Ned. Indië van Joli. Yos. Nov. 1770. N. Ned. Jaarb. XI. 1770. 2. J3G0. 11554. Aanstelling tot Gewoon Raad van Ned. Indië van Willem l'ockens. Oct. 1777. N. Ned. Jaarh. XII. 1777. 2. 1286. 11555. Aanstelling tot Gewoon Raad van Ned. Indië van Thomas Schippers. Oct. 1778. N. Ned. Jaarb. XIII. 177S. 2. 1213, 1337. 11550. Aanstelling tol Gewoon Raad van Ned. Indië van Jacobus Johannes Craen, Mei 1780. N. Ned. Jaarb. XV. 1780. i. 474; XVII. 1782. 2. 1284. 11557. Do Raden van Ned. Indië J. H. Pooek en J. R. van der Burgh verzocht en benoemd tot Commissarissen van de aanstaande verlossing. Batavia Oct. 1781. N. Ned. Jaarb. XVIl. 1782. '2. 12Ü9. 11558. Aanstelling door den Prins Erfstadhouder tot Gewone Raden van Ned JIn-dië van Adriaan Moens, David Joan Smith en Jacobus Cornelis Matheus Radermacher, Dee, 1781. N. Ned. Jaarh. XVI. 1781. 4. 2257, 2299. 11559. Aanstelling door den Prins Erfstadhouder tot Raad van Ned. Indië van Johannes Sieberg. Dcc. 1782. N. Ned. Jaarb. XVII. 1782. 2. IG74. 11560. Mededeelingcn betrofiende do zitting genomen in den Raad van Indië van het Hoofd over de Compagnies Militie in Indië C. L. Colmond. Batavia Mei 1783. N. Ned. Jaarb. XIX. 1784. I. 1187. 11561. Permissie op zijn verzoek aan den Raad Ord. van Ned. Indië J. O. M. Radermacher, om behoudens qualitcit doch met de gagie en de bagagie van Raad Extra Ord. van Ned. Indië naar Nederland te vertrekken, en zijne aanstelling tot Vice Adm. van de retourvloot, om bet Commando te voeren op het schip Java. Batavia November 1783. N. Ned. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1081. 11562. Vestiging ter vergadering van XVHn, tot Raad Ord. van Indië Jacob Pellers. Amsterdam Dcc. 1784. N. Ned. Jaarh. XIX. 1784. 2. 1990. |
11503. Aanstelling tot Gewoon Raad van Indië van den Buitengewoon Raad van Indië H. van Stukkum. Amsterdam Jan. 1780. N. Ned. Jaarb. XXI. 1780. I. 98. 11504, Aanstelling tot Raad Ord. van Neer-lands Indië van Willem Jacob de GraafT, Gouverneur en Directeur van Ceylon. Amsterdam Julij 1787. N. Ned. Jaarb. XXII. 1787. 3. 2223. 11565. Aanstelling tot Gewoon Raad van Neêrland's Indië van Johan Gerard van An-gelbcek, Gouverneur en Directeur van Malie-haar. Amsterdam. Dcc. 1787. N. Ned. Jaarb. XXII. 1787. 7. 6057. 11560, Instructie op 5 Oct. 1787 tor vergadering van den Raad van Ned. Indië van J. Sieberg, Oud Gouverneur en Directeur van Java's N. O. Kust, N. Ned. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 322. 11567. Aanstelling tot Raad Ord. van Indië, den Raad Extra Ord. van Indië en Gouvernenr en Directeur van Mallebaar J. G. van Angelbeck; Promotiebriefvan XXVlIn, 21 Dec. 1787. N. Ned. Jaarb. XXIV. 1789. I. 053. 1156S. Aanstelling tot Commissaris aan Cabo de Goede Hoop, en Raad Ord. van Ned. Indië van A, J. Sluysken. Augustus 1793. iV. Ned. Jaarh. XXVIII. 1793, 2, J977. 1156!). Aanstelling tot Gewone Raden vau Ned, Indië van A, de Bock, I. Titsingh en J, H, Wiegerman. 28 Nov. 1793. N. Ned. Jaarh. XXIX. 1794. 1. 800. I i 570. Aan E. Daniels, Secretaris van Commissarissen Generaal, de titel en rang van Raad van Indië toegevoegd. 28 Nov. 1793. N. Ned. Jaarh. XXIX. 1794.1.800. 11571. Lijst van de Naamcn der Hoeren Extra Ord. Raden van Nederlands indië. 1019 — 1724. Valentyn, IV. St. I. 370. ! 1572. Aanstelling door Bewindhebbers der Ned, O. 1. Comp. ter vergadering van XVIIn tot Raden Extra Ord. van Ned. Indië, van Jacob van der Waijen, Joan Albert, van der Parre, Jurgon van der Spar, en Joan Huigens. Nov. 1747. Ned. Jaarb. I. 1747. 2. 862. |
104
11573. Aanstelling door Bewindhebbers der Ned. O. I. Corap. ter vergadering van XVIIn tot Raden Extra ürd. van Ned. Indie, van Jan Gideon Loten, David Brouwer en E. Sterrenberg. Dec 1747. Ned. Juarb. U. 1748. 2. 1233. 11574. Benoeming door den Prins Erfstadhouder enz. tot Extra ürd. Raden vnn Indië van Dithard van Rheden, Adriaen de Nys, en Huibert Willem van Bazel. October 1751. Ned. Jaarb. V. 1751. 2. 1005. 11575. Gecommitteerd tot het perfectioneren der zeekaarten, de heer Extra Ord. Raad van Indië Joan Gideon Loten, met adsistentie van den Luit. ter zee Olidem. Batavia Jan. 1753. Ned. Jaarb. VlII 1754. I. 541. 11576. lienocming tot Commissaris Poli-tieq van den Extra Ord. Raad van Indië Adriaan de Nys, in plaats van Johannes Mattheus Kluizenaar. Batavia Maart 1753. Ned. Juarb. VIII. 1754. I. 5 t2. 11577. Aanstelling door de Ed. Heeren Bewindhebbers der O. I. Corap. ter vergadering van XVIIn tot Extra Ord. Raad van Ned. Indië te Batavia van Jeremias van Riemsdyk. Nov. 1753. Ned. Jaarb. VII. 1753. 2. 1135. 11578. Aanstelling tot Commissaris over het klein zegel van den Extra Ord. Raad Librecht Hooreman, zullende hij in die kwaliteit ook de bestempeling der gouden dukaten bijwoonen, en hem opgedragen de beschrijving van Sumatra 's Westkust. Batavia Dec. 1753. Ned. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1400. 11579. Aanstelling door bewindhebbers der O. I. Comp. ter kamer van XVIIn tot Raden Extra Ord. van Indië van Reinier do Klerk, Jan Schreuderen Joannes I'ooek. Oct. 1764. Ned. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1248. 11580. Aanstelling door Bewindhebbers der O. I. Comp. ter Kamer van XVIIn tot Extra Ord. Raad van Indië titulair van Rijk Tulbach, Gouverneur aan de Kaap de Goede Hoop. October 1754. Ned. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1248. 11581. Door de Bewindhebbers der O.l. Comp. ter Vergadering van XVIIn is de door den Raad van Indië geassumeerde Pieter Poelman geconfirmeerd, en uit Nederland aangesteld Paulus Perriet. October 1755. Ned. Jaarb. IX. I7t)5. i. 981. |
11582. Aanstelling door Bewindhebbers der O. I. Comp. ter vergadering van XVIIn tot Extra Ord. Raad van Ned. Indië van Nikolaas Harting. Oct. 1755. Ned. Jaarb. IX. 1755. 2. 981. 11583. Aanstelling door Bewindhebbers der O. I. Comp ter vergadering van XVIIn tot Buitengewoon Raadsheer van Nederlands Indië van Joan Elias Mylendonk.Oct. 1758. Ned. Jaarb. XII. 1758. 2. 1174. 11584. Aanstelling door Bewindhebbers der O. I. Comp. ter vergadering van XVIIn tot Extra Ord. Raden van Ncd. Indië, van Lubbert Jan van Eek, Pieter Haksteen en Willem Aernout Alting. Ned. Jaarb. XVI. 1762. 2. 1312. 11585. Aanstelling door Bewindhebbers der O. I. Comp. ter vergadering van XVIIn tot Extra ürd. Raad van Nederlands Indië van Hugo Pieter Paure. Oct. 1763. Ned. Jaarb. XVII. 1763. 2. 872. 11586 Aanstelling door Bewindhebbers der O. I Comp. ter vergadering van XVIIn tot. Raad Extra Ord, van Ned. Indië van Johannes Vos. Oct. 1765. Ned. Jaarb. XIX. 1765. 3. 633. 11587. Bijzonderheden nopens de aanstelling tot Raden Extraord. van Ned. Indië van Hendrik Breton en Iman Willem Palck. Get. 1766. N. Ned. Jaarb. I 1766. 2.1188. 11588. Bijzonderheden nopens de aanstelling tot titulair Raad Ord. van Ncd. Indië van Rijk Tulbagh. Oct. 1766. N. Ned. Jaarb. I. 1766. 2. 1188. 11589. Benoeming tot Extra Ord. Raden van Ned. Indië van Willem Pockens en David Boelen. Oct. 1767. N. Ned. Jaarb. III. 176S. 1. 318. 11590. Benoeming tot Buitengewoon Raad van Ned. Indie van Adriaan Moens, David Joan Smith en Isaec Reynst. Ned. Jaarb. VII. 1772. 2. 869. 11591. Aanstelling tot Buitengewone Raden van Ned. Indië van Jacob Pelters, Hendrik van Stokkum en Jan Hendrik Poock. Nov. 1776. N. Ned. Jaarb. XI. 1776 2. 1360. |
JIADEN VAN
105
106
ken, in de tweede helft der XVII eeuw. T. v. N. I. 1'Je j. 1857. 11. 337. 11610. Lijst der Secretarissen of geheimschrijvers der Hoope Regering van Neer-landsch Indio. 1616—1724. Valenten, IV. St. I. 373. 11611. Artikel 36 van het Indischll.il. door R. T., d.d. eiland Java, 17 Mei 1859. Betoog van do onwettigheid der zending van den Vice Pres. van den Raad van Ned. Indie P. J. B. de Perez, als Gouvernements Comm. voor Celebes en ondcrhoorighoden bij de Bonische expeditie; met aansporing tot vervolging deswege van den Gouv. Gen. C. ï. Pahud. T. v. N. I. 21c j. 1859. II. 166. 11612. Aantooning dat het zenden in commission van den Vice Pres. van den Raad van Indië in strijd is met art. 36 R. R. T. v. N. I. 21e j. 1859. 1. 275. 11613. Aansporing door L. van Vliet tot het ontslaan van den Vice Pres. van den Kaad van Indië, J. C. Reynst, naar aanleiding der tijdelijke waarneming door hem van het bestuur bij afwezigheid van den Gouv. Gen. J. J. Rochussen. Yolksb. 1847. 21. 11614. De problematieke aftreding van J. C. Reijnst en C. Visscher als corypheën van het tegenwoordig regeringsstelsel, het pensioen van den eersten, en het komman-deurskruis van den Ned. Leeuw voor den laatsten; en miskenning van C. S. W. van Hogcndorp. T. v. N. I. 1849. 2. 303. 11615. De gevolgen van het vertrok van den Vice Pres. van den Kaad van Indië. De positie van den Raad van Indië C. IS. W. van Hogendorp in verband met het vertrek naar Europa van J. P. W. van Nes, en de voorgenomen reis over Java door den Gouv. Gen. A. J. Duymaer van Twist. T. v. iV. ƒ, -14e j. 1852. II. 82. 11616. Zal de betrekking van Vice-Pres. van den Raad van Indië vervallen ï üver de keuze en de al dan niet vervanging van den Vice-Pres. J. E. W. van Nes. T. v. N. I. 15e j. 1853. 11. 142. |
11617. Een Vice Pres. van den Raad i van N.-Indiëf Bezwaren tegen het uitstel dor benoeming van den Vice-Pres. J. P. C. Ruloffs. T. v. N. I. 16e j. 1854. II. 216. 11618. Oordeel van P. J. Veth over de instelling van een vertegenwoordigenden en wetgevenden Raad op Java, in navolging van hetgeen in Britsch Indië en de Philip-pijnsehe eilanden bestaat, naar aanleiding van; ui. K. W. (luarles van Ufford, Wat is voor Ned. Indië noodig ? Open brief aan W. T. Gevers Deynoot, 's Bage 1863.quot; Gids, XXVIII. 3 S. 2e j. 1864 III. 30(1, 315. 11619. Welk een Raad van Indië er zijn moet; door S., d.d. Ned. Indië, Aug. 1849. Over cene betere zamenstelling, en de uitbreiding van zijn gezag. T. v. N. 1. 1849. 2 d. 357. 11620. De Raad van Indië en de Gouv. Gen. Beschouwingen over deze instelling, naar aanleiding van het concept R.R. en denkbeeld om die Raad te doen benoemen door de Staten Gen. Met Naschrift van de Redaktie. T. v. N. I. 15e j. 1853. I. 216. 11621. Schending van Art. 10 van 't R. R. Bewering dat door het verlof van een Lid in den Raad van Indië zijne plaats zou zijn opengevallen. T. v. N. 1. 20e j. 1858. I. 378. 11622. De Raad van Indic achteruitgezet. Opmerkingen over den voorrang, verleend aan de Kommandantcn der zee- en landmacht, boven de ledeu van den Raad van Indië. T, v. N. I. 20c j. 1858. I. 123. 11623. Benoeming van J. P. C. Rulofis tot Staatsraad in buitengewone dienst. Oordeel hierover. T. v. N. I. 1849. Gron. 1. d. 301. 11024. De Raad van Indië, zijne zamenstelling, en de kandidatuur van de heeren J. P. C. Ruloffs, Staatsraad in buitengewone dienst, en den Generaal-Majoor titulair E. V. A. Ridder de Stuers, waarn. Administrateur bij het Dep. van Kol. T. v. N. I. 1849. 2 d. 91. 11625. VVensch van den Heer J. P. C. Ruloffs, bij zijn vertrek als Raad van Indië, naar Batavia. T. v. N. [. Ib50. 1. 156. 116^6. De Graaf van Hogendorp. Mcde-deeling uit Indië van de koninklijke dank- |
107
betuiging aan het Lid ia den Raad vaD N. I., C. S. W. van Hogendorp, bij Ministerieel schrijven van 11 October 18j0 Lr. A. No. 7/132 aan het Ind. bestuur, alsmede klagten over zijne miskenning. T. v. N. I. 13e i. 1851. 1. 268. 11()27. De Gouv. Gen. J. J. Roehussen te Bantam en tc Tjipanas. Batavia 23 Dcc. 1850. Over de handelwijze vau denü.G. ten opzigte van den Raad van N. 1., C. S. W. van Hogendorp, wion nu eens, bij afwezen van den G.G. het beleid der dagelijk.sche zaken is opgedragen, dan weder niet. T. v. N. I. 13e j. 1851. 1. 269. 11628. De Graaf C. S. W. van Hogendorp, slechts 64 jaren oud en nog gezond en friseh; in tegenstelling van J. P. Cornets de Groot en J. J?. VV. van Nes. T. r. iV. /. 14e j 1852. II. 158. 11629. De Graaf C. S. VV. van Hogendorp, waarnemend Vice-Prcs. maar de Heer J. P. C. Ruloffs belast met het dageiijksch beheer van zaken. Batavia, 5 Juli l852. Aantooning van de miskenning sedert jaren van U. S. W. van Hogendorp, en zijn verhouding tegenover J. P. C. Ruloffs; gevolgd door de mededceling, door de Rcdak-tic van de offieieele aankondiging van deze waarneming, 3 Julij 1852; en hare aanmerkingen hierop. T. v. N. 1.14e j. 1852. II. 317. 11630. De vervanging van C. S. W. van Hogendorp. De beslissing hiervan aan den Min. van Kol. overgelaten; zijn toegestaan verlof, alsmede dankbetuiging aan J. P. C. Ruloffs wegens het beleid van zaken bij de absentie van den Gouv. Gen. T. v. N. I. 14e j. 1852. 11.455. 11631. De plotselinge terugkomst te Batavia van den Gouv. Gen. in verband met de ongesteldheid van den waarnemenden Vice-Pres. C. S. W. van Eogendorp, en de tegenwoordigheid van slechts twee Leden van den Raad van Indië te Batavia. T. v. N. I. 14e j. 1852. II. 454. 11032. Spanning tusschen den Gouv. Gen. en de leden van den Raad van Indië, Batavia, October 1850. Met Naschrift van /'de Redactie.quot; Bijzonderheden uit partiku-liere brieven, over een misverstand tusschen deze, ter zake van een nieuw ontwerp van Reglement op het beleid der Regering in N. I. T. v. N. 1. 13e j. 1851. 1. 84, 87. |
11633. Opmerkingen over de spanning tusschen den Gouv. Gen. en den Raad van N. 1., door J. P. Cornets de Groot. Hand. bid. Gen. IV. 1857. 206. 11634. Het nieuwe Lid van den Raad van N. L, C. Visscher. Batavia, 28 Maart 1851. Met Naschrift van de Redaktie, Betoog tegen zijne delinitieve benoeming. T. v. N. 1. 13e j. 1851. 1. 502. 11635. Oneenigheden in en met den Raad van Indië. Vertraging in de afdoening van zaken bij den Raad van Indië, geweten aan C. Visscher; ongenoegen deswege van den G G. en tusschen de Leden, en veroordeeling der instelling. T. v. M. I. J le i. 1852. 11636. Het gevraagd maar niet verleend ontslag van C. Visscher, als Lid van den Raad van Indië, ten gevolge van raoeüe-lijkhedcu tusschen den Gouv. Gen. en den lïaad van Ned. Ind., wegens achterstallig weck. 'J'. v. N. I. 17e j. 1855. II. 276. 11637. Blijft de heer C. Visscher Lid van den Raad van Ned. Ind.? Mededee-ling der wijze, waarop hem zijn verzoek om eervol ontslag en pensioen is toegestaan. T. v. N. 1. 18e j. 1856. I. 390. 11638. De benoeming van P. Mijer tot Lid van den Raad van Ncd. Ind. Lofspraak. T. v. N. 1. 13e j. 1851. II. 289. 11639. Waarom is de Heer P. J. B. de Perez tot Raad van Indië benoemd? Ver-oordeeliug dezer benoeming, en der achterstelling van J. F. Hora Siccama en anderen T. v. N. I. 15e j. 1853. I. 315. 11640. Waarom wordt niet onmiddelijk een Lid van den Raad van N. Indië benoemd? Bezwaren tegen het uitstel der benoeming van een lid ter vervanging van J. P. C. Ruloffs, in verband met de door het nieuw R. R. gevorderde voordragt daartoe uit ludië. y. v. N. I. 16e i. 1854 II. 217. 11641. Verklaring van den Gen. Maj. J. Penning Nieuwland, in de N. Rott. Cour. van 23 l'ebr. 1855, dat hij vreemd is aan de in de dagbladen gevoerde polemiek over de benoeming van H. A. W. de Koek tol Raad van Indië. T. v. N. I. I7e j. 1855. I. 273. |
14*
108
il6'12. Waarom is de lieer W. J. van de Graafl' peen Lid van den Raad van Ind. geworden? door X. Y., Buitenzorg 1 Julij 1857. Aantooniug van hetgeen daartoe heeft geleid; met wederlegging van het gerueht, als zou de grootc aehterstand ter Alg. Secretarie aan hem te wijten zijn. T. v. N. /. lüe j. 1857. II. 185. 11643. Zoig voor partieuliere belangen, ten nadeele van 't publiek belang. Aanmerking op het late vertrek naar Java van het benoemd Lid van den llaad van Ned. Indië L. W. C. Keuehenius. T. v. N. I. '21e j. 1859. II. 188. 11644. Achterstand bij de Alg. Seeretarie. Veroordeeling van C. Visscher en zijn achterstallig werk. T. v. N. I. He j. 1852. I. 158. 11645. De benoeming van A. Prins tot Alg. Secretaris. Lofspraak. T. v. N. /. 13e j, 1851. II. 213, 199. 11646. De waarnemende Alg. Secretaris E. de Waal. Over de klachten tegen hem, en opmerking dat. gcene bepaalde feiten worden aangevoerd. T. v. N. I. 15e j. 1853. 11. 77. Engetsch Indië, enz. |
11647. Geschiedkundige proeven over den oorsprong, de vorderingen en de waarschijnlijke gevolgen van de opperheerschappij der Engelschen in Indië; door J. E. Say. Uit de Revue Eneycl. van April 1824. Star, VII. 1825. 1. 11648. Aanmerkingen over den invloed van het beheer dor Eng. Comp. en van het Kolonisatie-stelsel, op de Staat en het lot der O.-lnd. zelve, door J. C. Simonde de Sisinoudi. Uit de RevueEncycl. van Uec. 1824. Star, VII. 1825. 246. 11649. Iets over den toestand vanHindo-stan onder de heerschappij der Engelschen. Het slechte bestuur der Engelschen aldaar, en de noodlottige invloed op de bevolking. Ree. o. d. Ree. 1842. Meng. 465. 11650. Britsch Indië. Uitgestrektheid en bestuursinrigting, volgens A. de Jancigny, in zijn artikel: «Etat actuel des ludes An-glaises; getrokken uit de Revue des Deux Mondes van 1840, en mede te vinden in de Revue Univ. en Revue des Revues van dat jaar. De Kopiist, le j. 1 d. Batavia 1842. 658, en le j. 2 d. Batavia 1842, 79. 11651. Lijst der Onderkoningen en Landvoogden der Portugcezcn, die O.-Indie in 's Konings naam bestierd hebben. 1505 — 1720. Valentijn, I. 1724. 107. 11652. Bijzonderheden nopens den nieuwen wetgevenden raad op de Pbilippijnen, door J. K. W. Q,uarles van Ul'ford. Econ. Bijbl. 1863. 225. |
BETREKKINGEN MET OOSTEllSCHE VORSTEN EN VOLKEN. 109
BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
Japan. 11653. Kort verbael, in het welcke voor oogen, ende ten voordeel gestelt wort, ofte d' onkosten, die de Compagnie tot- vervolgli van den Chinesen ende Japansehen handel te lijden heeft, vaak soodanigen avance geeft, dat de lasten daaruit niet alleen over-ghe-wonnen, maar ooek daar-en-bovon goede sommen, jaarlijcx prospereert; ofte wel dat de macht ende contanten, daartoe noodigb, op andere plaatsen, met meerdere avantagie, ghebruyckt eonnen werden. Begin Sr Poortgang, 1646. II. Reis W. Schram, 74. 11654. Kort verhael van 't profijt, dienst ende nuttigheyt dat de Oost-Indische ver-eenighde Ncderlantsche Compagnie in Japan soude genieten, bij zooverre sij den Cbince-sen handel bcquamen, doorLconart Cam-pen. Begin êf Poortgang, 1646. II. Reis Eagenaer, 198. 11655. lluslands bedoelingen omtrent China en Japan. Üverzigt der genomen maatregelen en verkregen resultaten sedert 1787 tot het aanknoopen van handelsrela-tiën. Oecon. Court. III. 1800. 265. 11656. Bijdragen tot de geschiedenis van het verkeer der Europeanen met Japan. Uit //Das Auslandquot;, historisch overzigt van dat der Portugezen, Engelschen en Hussen. Globe, 1812. II. 188. 11657. Engeland» staatkunde omtrent China, door C. L. Blume, A0. 1S40. Noodzakelijkheid tot vermeerdering van onze magt in de Indische zeeën, en tot uitbreiding van vrijen handel met Japan. Ind. Bij, I. 1843. 61. — Beoordeeling door E. de Waal vun dit artikel. Ind. Mag. I Tw. 1844. No. 4, 5 en 6 bl. 136. |
11658. Japan en de Europesche handel; door J. C. Del prat. Uit de Kev. d. D. Mondes, met aanmerkingen, gegrond op verblijf op Japan en gezet onderzoek der archieven, zijnde een historisch overzigt van de betrekkingen met dat rijk van de Portugezen, Spanjaarden en Nederlanders. Wet. Blad. 1857. I. 1, 85. 11659. Brief, Actum in Patani, 14 Febr. 1608, van Victor Sprinekel aan den Keizer van Japan. Aquot;an Dijk, Zes jaren. Amsterd. 1858. 15. 11660. ïekst van het verslag van de reis naar 'Japan in 1608, door Hendrik van Ilaeij. De Jonge, Opkomst. III. 1865. 294. 11661. Handelspas door den Dschjogoen Minamoto Jjejas aan de Nederlanders verleend, op den 25 Aug. 160!); a. Letterlijke vertaling, volgens mededeeling in het Journaal van Pieter Willemsz. Verhoeff. Begin Sf Voortgang. Vol. II. 1646. Voyage XV. 93; h. Vrije vertaling, volgens mededeeling van G. E. Meijlan. Verh. Bat. Gen. N. I. XIV. 1833. (Meijlan, Japan) 79; c. Letterlijke vertaling, volgens mededeeling van den Min. van Kol. Lauts, Japan. Amst. 1847. 171, 172. — Overgenomen met toelichting door L. C. D. van Dijk, ». Dijk, Zesj aren. Amst. 1858. 28. — Overgenomen door J. N. Grimmius. Ind. Arch. Ie j. II. 1850. 327. — Overgenomen door J. H. Levys-sohn. Bladen, 's Hage 1852. 3; d. Letterlijke vertaling door Oetsida, Kol.-Komm. van het Japansche detachement in Nederland. De Jonge, Opkomst. III. 1865. 301,_ Vernieuwing, dd. 15 Sept. 1617, door den Sjoogoen Minamoto Eidetada, van den han- |
110 BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
delspas, dd. 25 Aug. 1G09 aan de Nederlanders verleend. ïekst. dor vertaling volgens mededeeling van den Min. van Kol. Lauts, Japan. Amst. 1847. 181 Noot. 11002. Brief van don Keizer van Japan aan Prins Maurits, dd. 30 Aug. (?) 1010. Staatk. Hist. Holland. XXXIII. 1772. 150; Eist. lieschr. lieiz. 11. 1747. 431; Kist. V er li, O. I. C. 1. Arnh. 1768. 474; Luzac, JIoll. Rijkdom. III. Leijden 1782. 147; Le-vyssohn, Bladen, 's Hage 1852.28; Van Dijk, Zes jaren. Amst. 1858. 26. — Iets over de eerste betrekking der Hollanders met Japan; medegedeeld door J. ïïageman Cz. Zijnde mededeeling van den tekst van dezen brief zooals deze wordt gevonden in do VHIe reis der Eng. O. I. Comp., aanhangsel HI cap., door John Saris in 1611 gedaan met opmerking over do verwarring van dozen brief mot den eersten handelspas, lui. Arch. 2e j. III. 1850. 315. — Brief van Prins Maurits aan don Keizer van Japan, dd. 's Gra-venhage 18 Deo. 1011), in antwoord op bo-vongenoemden. Fan Dijk, Zes jaren, Amst. 1858. 36. 11063. Opgave door J. A. Grot he van den brief van Prins Maurits aan den Keizer van Japan, dd. 18 Deo. 1010. Antwoord van den Keizer en don oppersten President van den lande van Japan. Hisl. Gen. Kron. X. 1854. 472. 11604. Inhoud van den pas, dd. 30 Aug. 1611, door Jacques Spoox verkregen van den Keizer van Japan, Agossohio barna. T. v. N, 1. 5e j. 2e d. Batavia 1843. 79. 11665. Brief van den Keizer van Japan aan den Koning van Groot Brittannii', Anno 1613. Hist. Beschr. lieiz. II. 1747. 372. — Engelsche vertaling van den brief van 1613 door den Keizer van Japan gesehreven aan den Koning van Engeland. Verh. Bat. Gen. iV. I. XIV. 1833. 27. Noot. — Oordeel van G. Lauts hierover. Lauts, Japan. Amst. 1847. 147. Noot. 11666. Voorrechten, verleend van Agos-scho Sama, Keizer van Japan, aan den rogt eerwaarden Sir Thomas Smith, Ridder, Gouverneur en anderen der room bare en eerwaarde avonturiers, voor de Oost-lndiën. Anno 1613. Hist, Beschr. Heiz, II. 1747. 373, — Engelsche vertaling van de Akte van 1613, der privilegiën, door den Keizer van Japan verleend aan de Engelsche O. I. Comp. Verh, Bat. Gen. N. I. XIV. 1833. |
26. Noot. — Oordeel van G. Lauts hierover. Lauts, Japan. Amst. 1847. 147. Noot. 11667. Brief van den gebieder van het eiland Pi rand o in Japan aan don Koning van Groot Brittannië. Anno 1013. Uist. Beschr. Reiz, II. 1747. 384. 11668. Verhaal van hot voorgevallene in Japan van 1613—1620; met zonderlinge aanmerkingen over den staat der Hollanderen aldaar; door Richard Cocks. Hist. Beschr. Reiz, II. 1747. 404. 418. 11069. Korte ontleding ter voorstelling van minder molestie, ende meerder profijt, dan namaals geschiedt, met 't continueren der comptoirs tot Firando, en nieuwe te doene aanvang tot Nangasacki in Japan, subject te zijn, en uit te trekken, hoewel transport noodigor oordeelende. Gedirigeerd aan den ed. hoor Honrik Brouwer, Gouv. Gen. ende de Presente Hoeren Raaden in Indir, residerende ter Kasteel Batavia; door Willem V ersteegen, Aquot;. 1635. Valen-tijn. V. St. II. 105. 11670. Discours, remonstrantie's wijze, over den Japanschen handel, ende eomtnereie gesteld, ende waargenomen bij den heer Opperkoopman Honrik Hagenaer, destijds zijnes vertoevons aldaar mot 't jacht Grol ter roede Eirando, Ao. 1634—1636. Aetum Batavia, 24 Maart 1637. Valentijn, V. St. II. 114. 11671. Mededeeling der voornaamste bepalingen van het besluit door de Japan-sche regering genomen in 1637 tot verbanning dor Ponugozen uit Japan. Globe, 1842. 11. 196. 11672. Verbod, Anno 1639, van den Keizer van Japan aan de vreemdelingen van den ingang en aan de geboren onderdanen van het vertrek, in en uit Japan. Hist, Beschr. Reit. XVII. 1758. 201. Noot. 11673. Relaas van den Opperkoopman, Pieter Sterthemius, jongst Opperhoofd in Japau, vervattende Compagnies gewezene en tegenwoordige staat, sedert 1641 vertoond aan de heeren XVHn tot Amsterdam, dd. Amsterdam 17 Sopt. 1652. Valentijn, V. St. II. 125. 11674. Translaat van een Japanschen brief van Siragemondonne, burgemeester in Nan-gasacqui, aan den Gouv. Gen., door den |
Ill
opperkoopman Jan van Elzcrach overgezonden, dato den 28 Oct. 1642. Benin fy roortganq. 1646. 11. Reiz. Hagenaer. 195. 11675. Order door zijne Keizerlijke Majesteit (van Japan) tot een reglement aan 's Compagnie'ü Residenten ter hand gestold. Anno 1661. ferh. Bat. Ge-i. M. I. XIV. 1833. 131. 11676. Consideratiquot;n ovr de presente staat van 's Compagnie's handel in Japan, gegeven op haar Edelheden missiven van den 15n Juni 1707, tot bericht van de middelen van redres door de Opperhoofden en Raad in Japan te dien tijd, Ferdinand de Groot c. s. Valentijn V. St. II. 127. 11677. De Hollanders maken om geen andere reden zooveel werk van Japan, als omdat zij veel goud en zilver van daar krijgen. Aug. 1785. N. Nederl. Jaarb. XX. 1785. 2. 1009. 11678. Bijzonderheden nopens de onberaden handelingen van den kapitein van een schip van Batavia te Decima aangekomen, alsmede nopens de botsing met de Japanners daardoor ontstaan, volgens berigt uit Calcutta, dd. 30 Mei 1S04. Muandel. Ned. Mercurius, LXXXIV. 1804, 399. 11679. Onthaal en verblijf van het Russisch gezantschap onder van Resanoff in Japan, van 11 Oct. 1804 — April 1805. (jetrokken uit von Kr u senst.crn's Reis om de wereld. Letterb. 1810. II. 355. 3S9 j 1811, 1. 5, 54, 115. — Oorzaken van den ongun-stigen uitslag van het Russisch Gezantschap, door Hornor medegedeeld aan Depping. Aid. 1813. II. 229. 11680. Waarschouwing van den Nange-zaekyschen Gouverneur, op lust van de Keijz. Majesteitquot; aan der Russen Ambassadeur do Resanow, dd. April 1805. Doejf, Uerinn. Haarl. 1833, 102. Lauts. Japan. Amst. 1847, 356. 11681. Translaat. Japansch Keizerl. order aan der Russen Ambassadeur de Resanow, dl. April 1805. Doeff, Uerinn. Haarl. 1833, 103. Lauls, Japan. Amst. 1847, 353. 11682. Beweerde moeijelijkheden te verwachten voor P. E. von Siebold, bij zijn terugkomst in Japan, wegens zijn pogingen tot uitvoer van een kaart van Japan. Letterb. 1829. 11. 211. |
1 1683. Zending in 1844 van den Gen. Maj O. Nepveu naar Japan met een brief en geschenken van Koning Willem II aan den Keizer, tot openstelling van Japan voor vreemde volken. Bladvulling door C. L. Blurae. Opmerkingen over deze zending, speciaal met het oog op de uitbreiding onzer handelsbetrekkingen aldaar, met aanbeveling om Nederland op eene indrukwekkende wijze te doen vertegenwoordigen. Ind. Bij, 1. 1843.479. — Aankondiging door E. de Waal van dit 'artikel. Ind. May. I. Tw. 1814. N '. 7, 8 en 9 bl. 96. — Lofspraak op deze maatregelen ■ van den Min. van Koloniën J. C. Baud, vooral met het oog op den naijver der Engelschen,Iv'.-Amerikanen,Eran-schen en Russen. Sloet, Tijdsohr. II. 1844. 378. — üunstig oordeel van het //Journal des Débatsquot; over deze maatregelen. Hjdsp. 1847. 1. 381. — Resultaten. Aid. 477. 11684. Bijzonderheden nopens de pogingen van M.-Amerika om betrekkingen aan te knoopen met Japan in 1848 en 1849. Sloet, Tijds. V. 1850. 145; T. v. N. 1.1849. 2 d. 375, 381. 11685. Een woord over de betrekking tusschen Nederland en Japan. Aanbeveling van regtstreeksche handeling met het Ja-pansehe Gouvt., om dc openstelling van dit rijk te verwerven; benevens oordeel van K. Giitzlalf, en voorbeeld van het Engelsch oorlogschip //Marinerquot; in 1849, T. o. N. /. IS50. I. 385. — Adhaesie aan de meening van K. Gützlafl, door /.Een bestendig lozerquot;, dd. Bat. I Juli 1850. Aid. II. 281. , 11686. Het belang eencr goede keuzo van een Nederl. Opperhoofd in Japan. Over dc aanstaande benoeming van een nieuw Opperhoofd voor Japan, aanprijzing daaitoe van een koopman boven een ambtenaar, oprnerking dat de Engelschen, van Chusan (China i uit, door associatie met Chinezen indirektcn handel met Japan drijven; cn aanbieding, om de Regeering bij de keuze van een Opperhoofd voor Japan voor te lichten. T. v. N. L. 1850. I. 296. — Adhaesie door «Een bestendig lozerquot;, dd. Bat. Juli 1850, aan deze beschouwingen. T. v. N.I. 1850. 11. i'81. 11687. Officiele explicatie nopens de voorgenomen nadere slappen van Nederland tot het erlangen der openstelling voor vreemde natiën van Japan, do Amerikaansche expeditie derwaarts en de toegezegde dezerzijd- |
lu BETREKKINGEN MET OOSTETISCHE VOllSTEN EN VOLKEN.
de magt van den Mikado en den Siococn. Tijdstr. 5e j. 1S62. II. 221. 11712. Cours de quot;bel airquot; Japonais. Oordcel over den ontvangst, hier Ie lande van het Japansche gezantschap, vooral van de zijde der vrouwen. J). War. VI. 1864. 418, 11713. Dc Japanners, gekerstend en ont-alkohold, door 11. Oordeel over de kosteiij veroorzaakt door het verblyf hier te lande van het Japansche gezantschap, van 14 Junij—17 Julij 1862, alsmede over de aanbieding aan dit gezantschap van een bijbel en van oen exemplaar dor afbeelding //Onthouding van drankgebruik.quot; J). War. VI. 1864. 503. 11714. Het Japansche gezantschap, 1 Julij 1862. Bijzonderheden nopens de drie ambassadeurs of vorsten; hunne reis, en hun verblijf in Londen en in Parijs, kad. Lett. 1862. N. S, II. 155. 11715. Opmerkingen van J. K. VV. Q, u a r-les van Ufford, dd. Oct. 1862, over de mogelijkheid en de wijze van regeling van de consulaire regtsmagt, met het ooc; op onze betrekkingen met Japan cn Siara; naar aanleiding der dissert, van „T, M. G. Asser; het bestuur der buitenlandsche betrekkingen volgens het Nederlandsche staatsregt, Amsterdam 1860.quot; Themis, IX. 1862, 035. 11716. Onze Japansche vrienden; door M. Oordeel over het gebeurde met Z. M. 8toomkorvet Medusa op 11 Julij ISG^i, bij het passeren der Straat van Simouoseki, met het oog op dc ontvangst hier te lande van het Japansche gezantschap. D. War. VI. 1864. 599. 11717. Simonoseki. Met een plaat. Over-zigt van het gevecht tusschen do geallieerde vloot en de batterijen van Simonoseki, op den 5n Sept. 186'i, alsmede van de aanleiding daartoe. Tijdsp. 1865. L. 133. China. 11718. Gezantschap van Shah Rokh, zoon van Tamerlan, naar den keizer van Katay, of China. Aquot;. 1419. llist. Betchr.Reiz. XI. 1750, 130. |
11710. Verhaal van het gezantschap van den Opperkoopman Jan van Meldcrt, naar China in 1622—23. Wassenaar, llist. Verh. VII. 1625, 64, 66. 11720. Reize van Pieter dc Goyer en Jacob dc Kcyzer, gezanten der lloll. Oost Ind. Maatschappij, naar den Keizer van China; volgens het verhaal van J o h a n N i e u h o f, hofinecstcr der gezanten A0. 1655, 14 J ulij tot 31 Maart 1657. Llist. liesohr. lieiz. VIII. 1749, 7, 133. 11721. Gezantschap der Hollanderen (van Gonst. Nobel), naar den Onderkoning van Fo-Kijcn (China), in 1662. Verhaal, verzameld uit dc daghregisters van die daarin gedeeld hadden, door Arnold Montanus. llist. liesc.hr. lieiz. VUL 1749. 51. 11722. Gezantschap van Pieter van Hoorn naar China, aan den keizer Kang-hi in 16G4. Verhaal, verzameld uit de daghregisters van die daarin gedeeld hadden, door Arnold M o u t a n u s. llist. Beschr. lieiz. VIII. 1749, 88. 11723. Togt van Ysbrand Ides, gezant van Rusland, naar China, 27 Oct. 1693 tot 25 Maart 1694. llist. Beschr. Reiz. VIII. 1740. 262. 11724. Togt van Laurens Lange, gezant van Rusland, naar China, AO. 1717. llist. Beschr. lieiz. VIII. 1749. 276. 11725. Legaatschap van den lieer Karei Ambrosio Mezzabarba, wegens den Paus aan den Keizer van China, 25 Maart 1720 tot 13 Deo. 1721. llist. Beschr. lieiz. VIII. 1749. 290. .11726. Vruchtclooze pogingen in 1719, 1721 cn 1722 om een geregelden vrijen koophandel tusschen Rusland en China te vestigen. Uit J. Bell, Reizen van Petersburg door Azia. Deel I en II. Leiden 1709 en 1770. Vud. Lett. 1770; IV. 1. 443,495. 11727. Dagverhaal van het Russische Gezantschap naar China. Sept.—Dec. 1723. Uur. Mercurius, XXXV. 17^4. I. 135. 11728, Opgave der voornaamste poincten van hot ïractaat tusschen Rusland en China gesloten. Eur. Mercurius, XL. 1729. I. 107. |
115
II72Ö. Aausprakon van tie Chineschc Ambassadeurs aan de Keizerin van Rusland in Jan. 1731 in Moscou. Eur. Meratrius, XLIl. 1731. 1. 149. 11730. Een kort doek net verhaal, door den Heer J. Tliedens, Dir. Gen. van N. Ind.j per Missive, dd. 10 Nov. 1740, aan zijn Neef, S. V. te Enkkuizen, wegens den opstand, voorgevallene tumult, en conspiratie der Chinezen, zoo binnen als buiten Batavia. (2ü Sept.—8 Nov. 1740). Eur. Merourius, Lil. 1741. II. 80.—Nader en omstandiger Dagverhaal, wegens 't gepasseerde, omtrent den opstand en conspiratie der Chinezen te Batavia, 20 Sept. tot 23 Nov. 1710. Met Bijlagen. Aid. S3. 11731. Brief, dd. Batavia 30 April 1741, door den Gouv. Gen. van ]S!ed. Indien A, Valekenier, geschreven aan den Keizer van Ckina, over don moord der Chinezen te Batavia in 1740. '1'. v. N. I. 3e j. I d. Batavia 1840. 539, — Historische ophelderingen door Van Alphen, dd, Batavia, April 1841, betreffende het onbeantwoord laten van dezen brief door den Keizer van China, Aid. 2 d. Bat, 1840. 332. 11732. Aanschrijving aan de Hollandscke Kamers van dc O. 1, Comp, tot het zenden ter vergadering van H. Ed, Gr. Mog. van gecom-mitteerdc Bewindhebbers, benevens van de jongst gearriveerde lladen van Indiö, ten einde opening te geven van het voorgevallene op Batavia, omtrent de Chinezen, cu van al de gevolgen van dien. 7tes. Holl. 23 Sept. 1741, 1 dr. 748, — Missive, dd. Amsterdam 28 Sept. 1741, van Bewindhebbers der O. 1. Comp, ter vergadering van XVIln, verzoekende acht dagen uitstel om over te komen, cn resolutie dien overeenkomstig. Aid. II Oct, 1741. I dr. 703. — Verzoek aan de Gecommitteerden tot dc zaken vau de O. I. Comp. om in besoignes te treden met voornoemde Bewindhebbers en lladen van Indiü. Aid. 17 Oct. 1741. 1 dr. 781. 11733. Relaas rakende een verradelijke toeleg der Chinezen, om alle Europeanen op Java te massacreren, volgens extractmissive uit Batavia, dd. 26 Nov. 1742, Eur. Merourius, L1V. 1743. n, 79. 11734. Dagverhaal van het Portugcesch gezantschap aan den Keizer van China in April en Mei 1753. Eur. Merourius, LXV1. 1756. JI. 215. |
11735. Verhaal van de mishandeling van eenigc Engelschen te Canton door Chinezen. Maandcl. Ncd. Merourius, XXXI. 1771.175. I173Ö. Missive, dd. St, Petersburg 3 Jan, 1785, van den Nederl. Hes, de Swart, aan dc Staten Gen., kennis gevende dat hot Hussisclic Hof tijding had bekomen, dat dc Chinezen alle communicatie en commercie met de llussen afgebroken en geïnterrumpeerd hadden. Res. IloLl. II Eebr. 1785, 1, Ie dr. 42ö. 1 1787. Ongunstig oordeel over hel En-gelscb gezantschap van Lord Macartney naar China, Letlerb. 111. 1795. 105, 11738. Berigt van Lord Macartney's gezantschap naar China, door Maekintosch, Captcin van The Indostan; uit de Calcutta Gazette van 14 Oct. 1793, /ad. Lolt. 1796. a. 450. 11739, Brief van L, E. Mor can-St. M c r y, aan de schrijvers der Décade Philo-sophique, over dc geheime redenen, om welke Lord Macartney China heeft moeten verlaten, Mededeeling van een niet gedrukte Aantee-kening, voorkomende in de llcizc van den Hollandschen Gezant naar China, geschreven door A. E. van Braam Uouckgocst, en door L. E. Moreau-St.-Mery vertaald en uitgegeven. Vad. Lelt. 1799. 2, C07. 11740, Bijzonderheden nopens den brief door tien Keizer van China aan don Koning van Engeland gezonden tot bevordering van den handel tusschen de twee rijken, Letterb. VUL 1797. 193. 11741. Berigt van hot verbod van don Keizer van China tegen den invoer van opium in zijn rijk, Maundcl. Ned. Merourius, LXXX1I. 1802, S, 11748. Zamenstolling van het Russisch Gezantschap naar China, Lelterb. 1805. II. 129. — Vermindering van het personeel en de roden or van. Aid. 180G. I. 102. 11743. Berigtcn nopens het vertrek uit Engeland van Lord Amhurst naar China. Waakz. v. 13 Jan. 1816 N0. II; v, 19 Eebr. 1816 Nquot;, 42. 1174t. Staatkunde van het Pekingsche Hof. Vijandig tegen al wat Europeesch is, |
116 BETREKKINGEN MET OOSTËRSCIIE VORSTEN EN VOLKEN,
zijnde racdedeeling volgens het Asiat, Journ., Oct. 1828. Letterb. 1829. I. 202. 11745. Oorsprong van de vergunning tot vestiging der Russen in Peking. Vad. Lett. 1833. II. 162. 11746. Opmerkingen, dd. 22 Julij 1839, betreffende den oorlog van Cliiiui niet Engeland en zijne oorzaken. Stemm. Sf liesch. 1. 1839. 478. 11747. l)c Engelschen in Gin na, 184Ü. Vertaling van liet artikel: »Dc la puissance Anglaise en Cliine, et dans rindc en 1840,par A. de Jancignyquot; in dc llevne d. U. Mond. 1841. Met overzigten, als vervolg-artikcl, tot uit. Jan. 1842. De Kopiist, le j. 1 d. Bat, 1842. 67. 11748. Six months with the Chinese expedition. By Lord Jocelyn, late military Secretary to the China Mission, Naar het Iloogduitsch; doorP. V. D. S,,,. Mededeeling uit dit werk, gevolgd door eenige opmerkingen, van de oorzaken der mislukking van den veldtogt eu onderhandeling in 1841. AUj. Lett. Muandschr. XXVI. 1842. Meng. 543. 11749. Een blik op Azië. Naar het Iloogduitsch door P. V. 1). S.. . Politieke opmerkingen en beschouwingen over den voorgenomen oorlog der Engelschen met China, ten behoeve van den opium-handel. Alg. Lett. Maandschr. XXVI, 18 2. Meng. 4i7. 11750. Aanval der Engelsehc zee- en landmagt op de forten van den Boca Tigris in de rivier van Canton tegen dc Chinezen. Mededeeling der brieven van den opperbevelhebber J.J. Gordon Bremer, dd. 7, 9 en 18 Jan. 1841, e. a. Met plaatskaartje. Pilaar 8f Obreen, Tijds. 1. 1841. 387. — Krijgsbedrijven der Engelschen, op de rivier van Canton, van Maart 1841 tot Aug. 1842. Afd. II. 1842, 5, 85, 1S6, 196, 246, 252 ; III. 1843, 39, 111, 191. 11751. liet verdrag niet China. Naar het Hoogduitsch; door P. V. D, S.. , Beoordeeling van de Britsche expeditie tegen China, gevolgd door de mededeeling van beschouwingen nopens het praeliminair verdrag. Uit de Overland Courier van 1 Febr. 1842. Alq. LM. Maandschr. XXVI. 1812. Meng. 485. |
11752. Berigten en aanteekeningeu em-trent den Engelsch-Chineschen oorlog, loo-pende van Eebr. tot Mei 1842. De Kopiist, le j. 1 d. Bat. 1842. SC7, 488, 574, 675. 11753. De Anglo-Chinesche krijg, volgens Chinesche oorkonden. Schets van den loop daarvan, en vermelding der zonderlinge Chinesche snorkerijen van de Mandarijns, 1840—1842. Biang Lala, 3e j. 18a4. I. 162. 11754. Beschouwingen over het gerucht, dat drie Ilollandsche bouwkundigen, van Scholte, van Braam cn van Schraick, in dienst zouden zijn bij de Chinezen, tijdens den Engelseh-Chiueschen oorlog, volgens de Canton- ca Singapore Press. Dé Kopiist, Ie j. 1 d. Bat. 1842. 305. 11755. (/Allerzonderlingste proclamatie van het Chinesche Bewind, houdende aansporing tot scduetie en desertie der troepen in de Engelsche gelederen in China, bekend gemaakt in de Ériend of China.quot; Medegedeeld door J. van der Vinne. T.v.N.I. 4e j. 2 d. Bat. 1842. 332. 11756. Brief van den Keizerlijken komm. Keshen aan den kap. Elliot. Medegedeeld door J. van der Vinne. Proeve van het volumineuse en den vorm der Cldneschc staats-stukken. T. v. N. /. 4e j. 2 d. Bat. 1842. 334. 11757. Het. Chineesch-Engelschc vraagstuk; door J. C. Lewe van Middel-stum. Ovcrzigt sedert 1842, tot het voorgevallene met de Coreha Arrow, vooral met het oog op de staatkundige erisi» in Engeland. Gids, XXIc j. N. S. lüe j. 1857. I. 703. 11758. De noodzakelijkheid van het zenden van een Gezantschap naar China. Nut hiervan, alsmede van de benoeming van een politieken agent aldaar. T. v. N. 1. 1850. II. 275. 11759. Prijsvraag voor 1840, uitgeschreven door het elfde Historische Congres te I Parijs, over betrekkingen der Europcschc staten met China van de middeleeuwen tot ! op den tcgenwoordigen tijd? Letterb. 1845. 11. 97. 11700. Hong-Kong. Met eene plaat. --Kort ovcrzigt van Engeland's politiek tegen-: over China, sedert 1720—1850. Tijdsp. 1857. I. 222. |
117
11701. Bcrigt, van (kin Aanvang en Staat der Kapusijnschc ïenclinge, oniler Francis lloratius della Penua, in Tibet, en ia twee naburige koningrijken, A0, t7'tl. Jlist. Ihstihr. Iteiz. XI. 1750. 194. 11762. Journal, van 't voorgevallene tusselien deu E. Heer Landvoogd Picter Nuyts, en eenige Japanders, i)cnevcns een bericht vau hun verraderschen aanslag in Tayouan, sedert den 2Üii Jiinij 1628 tot den 5n Julij; door een Liefhebber, yalcntijn VJ. St. II. 55. 11763. Zakelijke inhoud van het contract, dd. Oct. 1628 met den Totok van Aymuy, op bet eiland Eormosa. Hisi. Verh. O. I. C. II. 1772, 212. 11764. Accoort, getroffen tusschen den Ed. Heer Gouverneur Hans Putmans ende den raet van 't fort Zeclandia op Tayouan, wegens de Nederlandsche Vereenichde O. I. Comp., ende do gecommitteerde overste van 't groot dorp Mattauw, dd. IS Dec. 1635. Medegedeeld door P. A. Leupe, Hisl.Gen. Kron. IX. 1S53. 258. Zie ook VIII. 1852. 270. 11765. Stukken betrekkelijk Pieter Nuyts, gewezen Gouv. te Tayouan op Formosa. Medegedeeld door P. A, Leupe. «.Extract van de schriftelijke antwoorden door d'heer Pieter Nuyts gedaen aen do Ed. heren generael ende raden van India, over, tver-seynden van den gemolten heer Nuyts naar Japan. Anno 1632. b. Sententie, wtgesprooc-ken door den achtbaeren raet van justitie tc Batavia, jegens don Ed. Pieter Nuyts, don 17n Sept. 1633. Hist. Oen. Kron. IX. 1853. 1SG, 1S9. Zie VUL 1852. 26',), 335. — Iets naders over Pieter N uyts, ten vervolge, zijnde resolutiën, brieven enz. gedagteekend Bat. 7 Nov., 30 Nov.. t) Dec. 1G37 en 3 Jan. 1638. Hist. Gen. Kron. X. 1854, 337. 11766. Copye van oen Brief van Joan Maatzuyker aan den Mandarijn Coxiuja, op Formosa, in 't kasteel Batavia 8 Junij 1658. Valentijn, IV. St. II. 76. 11767- Verhaal der overgave aan de Chinezen van de stad Tayoan en hot lort Zee-landia, op hot eiland Formosa. Met Plaat. lloll. Mercunui, XIII. 1662. 107. |
11768. Over hot wenschclijke, om van het eiland Formosa eeuo Engelsche kolonie te maken. Naar het Engelsch, uit hot Colon. Map-., voor üol,. 1812. Betoog, medegedeeld door Jacob Swart, niet een toevoegsel tot toelichting voor zooveel betreft het his-toricele gedeelte. Kerk. Sf lier. van Tindal en Swart, IV. 1844. 91. — Bcoordeeling door E. de Waal van dit artikel. Ind. May. 1. Tw. 1844. Nquot;. 4, 5, en 6. bl. 122. Achtcr-Lndïè, 11769. Zakelijke inhoud van eik der artikelen van hot kontrakt, dd. 22 Maart 1053, met den Koning van Arracau. ValonHjntN. St. I. 143. Luzao, lloll. Rij/cdum. II. 1781. 104. 11770. lastructie voor Karei Hartsink, koopman, en den raad van 't schip Grol, ende 't jagt de Waterlooze Werve, zeilende van Japan over Tayouan na Tonkin, gegeven door N. Koekebacker, in 't eomptoir Firando, dd, 29 Jan. Ao. 1637. Valentijn, III, St., 11. 7. — Instructie voor den koopman Karei Hartsink, en den raad van 't Jacht Sandvoord, vertrekkende van Japan over Tayouan naar Tonkin, tot vervolg des handels in gemeld Rijk, gegeven door N. Koekebaeker, in 't eomptoir Firando dd. 18 Doe. Ao. 1637. Aid. 18. — Akte van adoptie, waarbij do koopman Karei Hartsink van den Koning van Tonkin tot zijnen zoon verklaard en aangenomen werd. Ao. 1637. Aid. III. St. II. 16. 11771. Translaat-missive van den Koning van Tonkin, aan den Hoer Gen. Antoni van Diemcn. Ao. 1637, Valentijn, III. St. II. 17. 11772. Ordre en Instructie voor den koopman Karei Hartsink, en don raad van 't Fluitschip De llijp, vertrekkende van Japan over Tayouan na Tonkin, tot vervolg des handels in gemold Rijk, gegeven door N. Koekebaeker, in 't eomptoir Firando, descn 14 Dee. Ao. 1038. kalentijn, III. St,. II. 25. 11773. Brief van deu Koning van Tonkin, aan den Ed. Heer Johan Maatsuyker, en de Ed. Hoeren Radon van Indië. Ao. 1671. Valentijn, III. St. II. 31. — Brief van de Heer Joban Maatsuyker, aan don Koning van Tonkin, dd. Batavia in 't Kasteel, dd. 24 Julij, A0. 1072 in antwoord. Aid. 32. |
118 13ETIIEKK1NG EN MET OOSTERSCHE VOESTEN EN VOLKEN.
1177'!. ücbijzoudcrd verslag der Engcl-sche gezantschapsreis naar Siam eu Cocliiu China, in de jaren 1821 en 182;.', opgemaakt naar aanleiding van het daarvan gehouden dagboek, door wijlen den heer G eu r g e rinlaison, uitgegeven te Londen in .1825. Qybüe, II. 1826. 113; IV. IS26. 97. 11775. Iets over Coehin-China, door M. A. M.'sGravesandeü nicherit, dd. Delft, Fehr. 1859. Historische aantooning van de aanleiding, hot regt eu het belang voor Frankrijk en Spanje bij de vijandelijkheden op de kusten van Coehin-China, en wel naar aanleiding van den aanval van een Ïransch-Spaansch eskader onder lligault de Genouilly op de sterkten aan de baai van Touranne. Tydsp. 1859. II. 37. 11776. Advysen van den opper-koopman Abraham Duijeker uyt Quinam, item de mondelinge rapporten van den capitayn mayoor Adriaen Antheunissen, Anno 1635, betreflende de verhouding tot don Koning aldaar. Medegedeeld door 1'. A. Leupe. Eist. (Jen. Kron. IX. 1853.292. Zie ook VIII. 1852. 271. 11777. Zakelijke inhoud van elk der artikelen van het verdrag, dd. 9 Dee. 1651, met den Koning van Q,uinani en Tsiompa, Cocbin-China. van Dijk, Ned. Belrekk. Anist. 1862, 351. 11778. lïrief, dd. !S Juni] 1604, van den Admiraal Wijbrant van Waerwijck aan den Koning van Siam. Begin en voortgang 1646. 1. Rei:, If. v. Waerwijck, 73. Eist. Beschr. Reis. XII. 1755, 303. Hist. Verh. O. J. C. I. 1768, 209. Lmac, Eoll. Rijkdom. III. 1782, 145. tilautk. Hist. Holland, XXIX. 1770. 161. 11779. Kontrakt, dd. .ludea 12 Junij 1617, stilo novo, gesloten door Maerten Houtmeester en Willem Cornelis van Kieuwenrode met het Japansche hoofd aldaar, Ollon Soupattrou üpra, over dc levering van hertevellen. Bijl. 2 der Memorie, dd. 2,') l'elir. 185S van J. K. J. de Jonge. Tijds. Ind. T. L. y. kunde, XIII. 4 S. IV. 1864, 412, 438. 11780. Extract uit cenen brief. Anno 1630, van den Koning van Siam aan Prina Fredrik Hendrik. Bijlage 7 der Memorie, dd. 25 l'ebr. 1858 van J. K. .T. dc Jonge. Tijds. Ind. T. L. V. kunde, XIII. 4 S. IV. 1864. 454. |
11781. Opgave door J. A. Grothe van don brief van den Koning van Siam aan Prins Prederik Hendrik, dd. 2S Oct. 1G33. Eist. Gen. Kron. X. 1854. 471. 11782. Missive, dd. 10 Pebr. 1636, van den Koning van Siam aan den Gouv. Uen. Hendrick Brouwer. Medegedeeld door P. A. Leupe. Hist. Gen. Kron. IX. 1853. 294. Zie ook VIII. 1S52. 271. 11783. Traktaat, dd. 22 Aug. 1664 met Siam gesloten door Pieter dc Bitter. Bijlage 4 der Memorie, dd. 25 Pebr. 1858 van J. K. J. dc Jonge. Tijds. Ind. T. L. ^. kunde, XIII. 4 S. IV. 1864. 421, 447. — Renovatie in dorso op hel Traktaat van 1664 geplaatst, met de altera lectio. Aid. 423. 11784. Translaet van'tOedjanghSalangse Trii. Siam. Au. 1606. Bijlage 8 der Memorie, dd. 25 Pebr. 1858 van J. K. J. de Jonge. Tijds. Ind. T. L. y,kunde, XIH. 4 S. IV. 1864. 455. 11785. Brief van den Koning van Siam aan den Heer Gouv. Gen. Joan Maetsuyker, A». 1672 geschreven, /ulentijn, IIÏ, St. II. 74. 11786. Invasie van den Koning van Temate in het koningrijk Siam, 9 Sept.. 1681. Wordt gezegd hetzelve door inductie van de Ncd. O. 1. Corap. geschied te zijn. Res. Stat. Gen. 30 Sept. 1G81. .11787. Traktaat, dd. 30 Nov. of 10 Uec. 1685 niet den Koning van Siam gesloten door den Ridder de Chnumont, Gezant van Frankrijk. Eist. Beschr. Reiz. XIV. 1756. 56. Noot. 11788. Bijzonderheden nopens de Acte van renovatie, dd. 14 Nov. 1688, van liet contract, dd. 22 Aug. 1664 met Siam. Ti]ds. Ind. T. L. V.kunde, XIII. 4 S. IV. 1864. 422, 423. 11789. Beknopt verhaal van de wonderlijke verandering voorgevallen in 't Koningrijk Siam, in't jaar 1688, dd. Siam, in de stad Judia, uit. Nov. 1688. Verhaal wegens de verdrijving der Pranschen uit Siam. Kur. Mercurius, Stuk I. 1690.1.141. — Hetzelfde verhaal aan Pranyois Valentijn door den Heer Arnold Cleyer behandigd. ^alentijn. III. St. II. 80. 1 11790. Copia acte waarmede 't contract |
119
tussclien d' Siamse Koning en d' generale Nc g'octroijeerde ü. 1. C. op 21 Deo. 1704 vernieuwt en bevestigd is. Bijlage 5 der Memorie, dd. 25 Eebr. 1S58 van J. K.J.do Jonge. Tijds. hul. T. L. V.kunde, XIII. 4' S. IV. 1864. 452, 426. 11791. Extract uit een translaat maleijse brief geschreven door ïsjauw Pia Pa ka-lang aan haar Hoog Edel G., ontfangen dd. Bat. 25 Maart 1755, inhoudende de renovatie dor contracten niet Siara. Bijlage 6 der Memorie, dd. 25 Eebr. 1838, van J. K. J. de Jonge. Tijds. Ind. '1'. L. V.kunde, XU1. 4 S. IV. 1864. 433, 453. 11792. Overzigt der betrekkingen van de Nederl. O. I. O. met Siam, 1604—1707. ïekst der Memorie ol' Nota, dd. 'sHage 25 Eebr. 1858, van J. K. J. de Jonge. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, XIII. 4 S. IV. 1804. 410. 11793. Uver de zamenstelling van een verslag van de zending van J. H. Donker Curtius naar Siam, en dc pogingen daartoe, alsmede de resultaten. Kot. 2 Eebr., 2 Maart en 6 April 1861. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, XI. 4 S. II. 1802. 416, 421, 424. 11794. Engelsche vertaling van den benoemingsbrief, dd. Buitenzorg 11 Eebr. 1862, van A. Loudon, tot Ned. Gouvcrnements-Comm. aan het Hof van Siam. Tijds, Ind. T. L. V.kunde, XII, 4 S. III. 1862.486, 416. 11795. Hollandsohc tekst, met Engelsche vertaling, van den brief, dd, 13 Maart 1862, van den Gouv, Geu. L. A. J. W, Sloet van de licele aan den eersten Koning van Siara. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, XII. 4 S, III. 1802. 483, 409, 497. — Engelsche tekst van den brief, dd. 13 Maart 1S62, van den eersten Koning van Siam aan den Nederl. Gouvts. Comm. A. Loudon, in antwoord daarop. Aid. 485, 410. 11796. Engelsche tekst der rede van A, Loudon, op 27 Maart 1862 gehouden voor den Koning van Siam, zijnde een geschiedkundig overzigt var. de betrekkiugeu der Ned. ü. I. Comp, met dat, rijk, sedert 1604—1767, getrokken uit de Memorie of Nota, dd. 's Hage 25 Eebr. 1858, van J, K. J. dc Jonge, alsmede uit de Bangkok-Calender van 1862, Tijds. hul. T. L. V.kunde, XII. 4 S, III. 1802. 490, 450, — Idem van die van den eersten Koning van Siara aan A. Loudon. Aid. 495, 457. |
11797. Engelsche tekst van den brief, dd. 31 Maart 1862 van den eersten Koning van Siara aan den Gouv. Gen. vau Ned. Indië. Tijds. Lnd. T. L. V.kunde, XII. 4 S. III. 1802. 499, 471. 11798. Engelsche tekst van den brief, dd, Bangkok, 2 April 1862, van den Ned. Gouv, Comra. aan het, Hof van Siam, A, Loudon, aan den Ned, Consul Gen. te Bangkok, P. Pickenpaek, tot dankbetuiging voor dc diensten gedurende het verblijf aan dat Hof door hem bewezen. Tijds. bid. T. L. V. kunde, XII, 4 S. HL 1802. 502, 481. 1.1799. Aantcekeningen, gehouden op eene zending naar Siara, door A, L o u d o n, Gouv.-Comra,, dd. 25 Eebr, tot 15 April 1862. Met bijlagen. Tijds. Ind. T. L. V. kunde, XII. 4S. III. 1862. 380. LI800. Veroordeoling door A. Loudon, der houding van John Bowring tegenover de Siamesche vorsten eu grooten. Tijds. Ind. T. L. VJcunde, XII. 4 S. Hl. 1862. 451, 452. 11801. Brief van Salimscha, Keizer van Pegu, enz. aau Maurits van Nassau, 1008. Ilist. Verh. O. I. C. I. 176S, 509. Luzac, Uull. Rijkdom. HI. 17S2. 135, 11802. Brief van Salimscha, Keizer van Pegu, enz. aan Maurits van Nassau, 1608. Naar de copiën berustende in de Arch, der Ü. I, Corap. op het Hijks-Archief, dc Jonge, Opkomst III. 1805. 291. 11803. Relaas van den inerkwaardigeu zeeslag op Zondag den 12n Juulj 1044 hij Ponuraping geleverd, tot tuchtiging van Cambodja, onder bevel van den Kap. Comra. Hendrik llarouze. vun Dijk, Ned. Betrekk. Arast. 1862, 323. 11804. Zakelijke inhoud van elk der artikelen van het kontrakt 8 Julij 1650, met Cambodja, aan Dijk, Ned. hetrekk. Amst. 1862, 339, 11805. Zakelyke inhoud van elk der artikelen van het verdrag, dd. 1 Eebr, 1665, met Cambodja, van Dijk, Ned. betrekk. Amst, 1862, 344. 11806. Brief des Kouings van Cambodia |
120 BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
aan zijn Edolhoit den heer Joan Maatsuyker. en de Ed. Heeren Raden van Inclic. Ao. ? Valentijn, III. St. II, 18. — Brief van den heer Joan Maetsuykcr, Gouv.-Gen. van Ned. Indie aan den Koning van Cambodia, dd. in 't kasteel Batavia, den 29 Juuij Aquot;. 1C72, in antwoord daarop. Aid. 49. Voor-lndië. 11807. Opgaven van al de Bezittingen der Engclsehe O. I. Comp. in Indiün, en haar voorgenomen verkoop in Jan. 1057. Uoll. Mercurius, VIII. 1657. 4. 11808. Helaas van den ongunstigen toestand der Engelsehen te Suratte, volgons brieven van daar ontvangen. Eur. Mercurius, LXIV. 1753. II. 90. 11809. Lierigten betredende de vijandelijkheden der Engelsehon tegen den Nabal) van Bengalen. Maandel. Nederl. Mercurius, II. 1757. 209; 111. 1757. 153; en IV. 1758. 46, 65. — Zakelijke inhoud van eik der artikelen van het Traktaat van vrede tusschen de Engelsohen en den Nabab. Aid. 46, 11810. Aankomst van den Adm. Bikker-ton te Bombay, en zijn vertrek naar Madras, Sept. 1782. N. Nederl. Jaarh, XVIII. 1783. 1. 440. 11811. Verhaal van den oorlog van Hyder AJi tegen de Engelschen in Indiü volgens Eransehe berigten. Mnandel. Ned. Mercurius, L. 1781. 141. 11812. Wapenstilstand tusselieu Engeland en Hyder Aly. N. Ned. Jaarh. XVIII. 1783. I. 75. 11813. Extract uit een brief van Bombay, dd. 26 Jan. ,i781, betreffende den opstand, en de pogingen tot demping, van do Inlanders tegen de Hollanders in Cochin. Maand. Ned. Mercurius, LVI. 17.S4. 181. 11814. Tijding van de Malabaarsehe kust betreflende den vrede der Engelschen met de Maratten, en hun inval in de landen van Tippo-Saïb. Bat. Aug. 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. I. 1201. 11815. Mededeeiing van de wreede behandeling door Tippo Saib van de Euro-peesebe krijgsgevangen officieren. Maandel. Ned. Mercurius, LVHI. 1785. 14. |
11816. Het voorstel aan Lodnwijk XVI gedaan, om Tippoo Saib te ondersteunen tot het verdelgen der Engelschc vastiglietien in Indiü. Vad. Lelt. 1799. 2. 332. 11817. Tijding uit Bombay, dd. 4 Jan. 1785, betreffende de revolutie onder de bin-nenlandsche magten van Hindostan, vooral die van Sindia. Maandel. Ned. Mercurius, LVIII. 1785, 205. 11818. Verhaal van de verovering van Bangalore door do Engelschen, volgens een brief uit Madras, dd, 15 April 1791. Maandel. Ned. Mercurius, LXXI. 1791. 96, 11819. Geruchten nopens een nieuwen oorlog in Britsch Indiü, met de Maratten, Waakz. v, 25 Jan. 1816 No. 21, v. 30 Jan. 1816 No. 25. 11820. Bijeenkomst van Lord Bentink, Gen.-Gouv. van Oost-Indic, en Runjit Singh, Koning yan Punjab, van 23 tot 31 Oct. Sluiting van een aliantie-traktaat. Vad. Lelt. 1833. II. 76. 11821. Onze Naburen. Met inleiding door E. dc Waal. I. Beloedsjistan en Sindb. Nieuwste geschiedenis van IS32 tot in het midden van 1841; door C. C. Ind. Mag. 1844. 1 Tw. No. 1, 2, 3. bl. 217. 11822. Beschouwingen over dc politieke noodzakelijkheid voor Engeland van het annexatie-stelsel in Britsen Indië, dd. Buitenzorg Nov. 1842. De Kopiist, Ie j. 2 d. Bat. 1842. 388, 459. 11823. Angleterre. Affaires de 1'ludc, Lord Ellenborough, Aankondiging door E, d c Waal, van dit artikel, in de Revue de Paris van Mei 1844. Ind. Maq. ITw. 1844. No. 10, II, 12, bl. 40, 11824. L'Indo Anglaise cn 1843, par M***. Aankondiging door E. dc Waal van dit artikel in de Revue des Revues 1844, No. 4. Ind. May. L Tw. 1844. No. 10, II en 12. bl. 10. 11825. Politique coloniale do TAngleterrc. IV. Conquêtc du Seinde. Guerre eontrejl'état de Gwalior, par M. E. Eorcade. Aankondiging door E. dc Waai van dit artikel in de Revue des Revues, 1844 No. 4. Ind. Mag. I. Tw. 1844. No. 10, II en 12.bl.40. 11826. Dc Koningin van Oude. Met een |
121
plaat. Opmerkingen nopens het doel liarer komst in Engeland. Tijdsp. 1850. II. 272. 11827. Britsch Oost-Indic. Schets van de verhouding van de Engelselien en hun bestuur tot de Inlandsciie bevolking, voornamelijk in 1857. Leeskab. 1858. II. 1. 11828. De jongste gebeurtenissen in Britsch Indilt;;. Uit tlie Edinb. Rev. Aantooning dat de opstand een uitsluitend militaire is, waarvan de oorzaak bestaat in de slechte oiganisatie van liet leger. Wet. Blad. 1857. III. 272. 11829. Schetsen uit Britsch Indië, tijdens den opstand; door A. Glimmerveen, in 1857. ïooneclon van moord en plundering. Reeks vau gruwelen. Tijdslr. 5e j. 18ü2. III. 37. 11830. Zou dat alles waar zijn? quot;Voorbeelden van mishandeling door de Seapoys van Europeanen in Britsch Indië. N. Ree. 1858. Meug. 47. 11831. Een nieuwe Joas. Opmerkingen nopens het ombrengen door de Eugelscnen van al de zonen van Delhi's Koning, met uitzondering van zijn jougstcn zoon. iV. Ree. 1858. Meng. 90. 11833. Verhaal der oorlogen van den grooten Mogol tegen de Eransehen bij Pon-dichery op de kust van Coromandel. Jiur. Mereurius, LXII. 1751. II. S. — Helaas van de verdere veroveringen der Eransohen, volgens een brief uit Pondichery, dd. 19 Deo. 1750. Aid. jjXIII. 1752. 1. 2. — Idem, volgens een brief van Tranquebar, dd. 28 Aug. 1751, en 8 Oct. 1751. Aid. II. 4—6. — Relaas van dc verliezen der Eranschen op de kust van Coromandel, ook tegen do Engelselien, volgens brieven van daar, dd. Junij 1752. Aid. LXIV. 1753. 1. 43.—Bevestiging van dit relaas, volgens Dcensehe brieven van Tranquebar. Aid. 99. — Relaas van den toestand der zaken op de kust van Coromandel, volgens een brief uit Tranquebar, dd. 27 Oct. 1752; brieven van Goa, dd. Deo. 1752. Aid. II. 89. — Idem, volgens een brief uit hot. fort St. David, dd. 28 Eebr. 1753. Aid. 223. — Latere berigten, dd. 28 Nov. 1753. Aid. LXV. 1754. I. 18, 128, 191, 298; II, 1, 47, 194, 271. |
11833. Verhaal der overgave van Ar-katte. de hoofdstad van de Prov. Carnate, aan den Eransohen generaal de Lally, enkel door opeisching in naam van de Bussy, volgens berichten uit Pondichery. Maandel. Ned. Mereurius, VII. 1759, 57. 11834. Brief, Goa dd. 25 Jan. 1749, inhoudende verhaal van de conquesten der Portugezen in üost Indië nabij Goa. Eur. Mereurius, LXI. 1750. I. 159. 11835. Verbaal van Goa, wegens dc voordeden, die door don Portugeschon Onderkoning aldaar, in het laatst van 1752, op den Koning van Sunda waren behaald. Eur. Mereurius, LXV. 1754. I. IC. — Latere berigten. Aid. LXVI. 1755. I. 123. 11830. Instructie voor den Oppercoopman Marcus Oldenburgli, gecommitteerd aon den grooten Mogol Chasean, waernaer sich te reguleeren, aen syn Mt. te verthoonen, ende daorop expeditie te versocekcn heeft, gegeven int scliip 's Hcrtogenbosch, dd. 30 April 1633, ter roede bnytcn de Chom van Sualy, door Philip Lucasz. Medegedeeld door P. A. Leupe. llist. Oen. K/on. IX. 1853,311. 11837. Translaat, Kon. Mandaatschrift, door de Hindoostansebe Majesteit, den magti-gen Koning, Sjah Eurangzeeb, alias den grooten Mogol, in do Kon. Hoofdstad Dilly, dato den 29 Oct. Aquot;. 1(162 aan den lieer. Dirk van Adricbem, Dir. in Suratte, en Gezant van haar weledelheden tot Batavia aan /. M., voor de negotie in Bengalen, Orixa, en Pattcna verleend, en don i6n Dcc. Ao. eodem door den extra ord. Raad van India, on Dir. in Bengalen, enz. Mattheus van den Broucke, in dc stad Iloegly wol ontfangen. Valentijn, IV. St. II. 201. 11838- Stichting van den Nod. handel in Goezoratte, bezoek aan de Malediven en eerste betrekkingen met, hot rijk van Delhi 1602. Brief, dd. 20 April 1602, uit Gusu-ratte. de Jonge, Opkomst. II. 1864, 495. 11839. Translaat van het verbandsehrift in Suratte, door dwang van don Coram, en Raadslieden wegens de Hollandsche Maatschappij in Suratte vorkregen, dd. Suratte 4 Eebr. 1099, en getoekond door P. Ketting, c. s. yalentijn, IV. St. II. 269. |
II.
122 BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
11840. Overzetting van een brief des grootmaehtigen Konings van Visiapour, Adil Sjah, aan den Gouv. Gen. Antonio van Diemen, dd. 25 Junij 164-1. Valentijn, IV. St. U. 235. 1184.1. Bericbt voor den Heer Gouv. Gen. van Batavia, en de Hoeren Raden van India, door do Inlaudsche kooplieden Clirisna Sinai en Narva Sinai, dd. 31 Maart 1653, van de vestiging en toestand van 's Comp. Logie op Wingurla, in het rijk van Visiapour. Valentijn, IV. St. II. 235. 11842. Inhoud van den briel' door den Gouv. Gen. J. Mossel, dd. 15 Jan. 1753 aan den Onderkoning van Goa. Medegedeeld door G. Ileijmering. T. v. iV. /. üe j. Bat. 1847. 3 d. 167. 11843. Contract tusschen den Adm. Steven van der Hagen en den Samorijn of Keizer van Malabar, op den lln Nov. 1004. Uit het register der contracten der Alg. O. I. Comp. op het Rijks Archief lol. 12. de Jontje, Opkomst. III. 1685. 204. 11844. Contract met den Samorijn of Keizer van Malabar, dd. 13 Oct. 1608. Hist. ferh. O. L C. I. 1768, 408. Luzac, lloll. Rijkdom. III. 1782, 139. de Jonge, Opkomst. III. 1865, 278. — Brief van den Adm. P. Wz. Verhocff aan den Opperkoopman te Batavia, geschreven voor Coetsjin dd. 18 Oct. 1608, betreffende dit contract. Aid. 276. 11845. Brief, dd. '28 April 1610, van den kapt. Arcnt Mnrtenszen aan den Samorijn of Keizer van Malabar. Hist. Verh. O. J. C. 1. 1768, 504. Luzac, Huil. Rijkdom, III. 1782, 134. 11846. Aecoord gemaakt bij Cornelis Jacobszen van Breekvelt en Hans Bullard gecommitteerd van de kap, Arent Martenszen ende Willem Janszen, van weegen de Ed. Mog. Heeren Staten der Verecnigde Nederlanden en Z. E. Maurits van JNassau etc. ter eenre; ende den Doorluchtigen Hooggeboren Keizer van Malabar, Koning van Kalikoet, ter andere zijde, dd. Junij P of Julij? 1610 Luzac, lloll. Rijkdom. Hl. i782. Bijl. O. 71. Hist. Verh. O. L C. I. 1768, 506. 11847. Zakelijke inhoud van bet contract dd. 3 Jan. 1626, met den Samorijn of Keizer van Malabar. Hist. Verh. O. I. C. II. 1772, 269. — Tekst van dit contract. Valentijn, V. St. II. si5. |
11848. Contract, dd. 7 Maart 1662, tus-sehen den Samorijn en Rijklof van Goens. Valentijn, V. St. Ü. 32. 11849. Bericht omtrent de vijandelijkheden van de Mallabaren in Oost-Indie tegen de Nederlandsche bezettelingen. Uur. Mercurius, XXV11I. 1717 II. 215. 11850. Berigt van Colombo, dd. £6 Maart. 1792, van den vrede op de Malabar met de llollandsche O. I. Comp. gesloten. N. Ncderl. Jaarh. XXV1I1. 1793. 1. 77. 11851. Zakelijke inhoud van het contract, dd. 1 Maart 1643, met, den Koning van Calicoylaugh op de kust van Mallabar. Hist. Verh. O. I. C. 11. 1772, 272. 11852. Contract met Cananor, dd. 26 Maart 1663. Valentijn, V. St. II. 38. 11S53. Couchin en Cananor verzoeken restitutie. Res. Stat. Gen. 13 Junij 1(164, 10 Eebr. 1665. 11854. Verzoek om consideratie en advies aan gecommitteerden tot de zeezaken op het contra-berigt der O. I. C. aan do Staten Generaal overgeleverd op de Remonstrantie der W. 1. Comp., inhoudende den eisch van schadeloosstelling aan de O. I. Comp., voor het bezie van de landen, steden en plaatsen van Couehin en Cananor op de kust van Malabar gelegen, lies. lloll. 27 Maart 1705. 2 dr. 201. 11855. Contract, alliantie en confederatie tusschen dc E, Compagnie der ver-eenigde Nederlanden in Oriente, en den Koning van Coetsjien en den Radja van Porca, dd. 14 Maart 1663. (kust van Malabar.) Valentijn, V. St. II. 36. 11856. Contract ende Eeuwig verbond tusschen de vereenigde Nederl. Compagnie bij den llollandsehcn Adm. Rijklof van Goens, uit den naam van den E. Heer Gouv. Gen. en de Raden van Indië ter eenre zijde, en den Koning van Coetsjien, Moctadavile, en zijne Prinsen, ter andre zijde, dd. 2(, Maart 1663. Valentijn, V. St. 11. 37. 11857. Cc qu'est Ncgapatnam. Hare belangrijkheid, met het oog op den afstand aan Engeland. Pol. Hollandais, VI. 1784. 46. |
11858. Copie van 't Caull van den Coninok van Gingier, onder liet. gebied vau Tansehor, op de kust van Carnatioa, dd. 30 Nov. 1008. Hist. Verh, O. I. CA 1768. 493. — Idem. Naar de copie op het Rijksarchief. de Jonye, Opkomst. III 1805, 281. 11859. Contract over de vestiging dor Nederlanders binnen Tirepopelier en Porto Novo, dd. 29 Maart 1010. Luzac, Roll. Rijkdom. 111. 1782. Bijl. O. 01. Eist. Verh. O. I. C. 1. 1768, 494. de Jonge, Opkomst. III. 1865, 315. 11860. Contract over de vestiging der Nederlanders binnen Paliaeatta, dd. 24 April 1610. Luzac, Holl. Rïjkdoni. III. 1782, Bijl. O. 08. Eist. Verh. O. /. C'. 1. 1768, 502. de Jonge, Opkomst. III. 1865, 348. 11801. Copije van de AIcmorie, door Jacob do Bitter tot Bantam gelaeten, van 't gene op de kust van Coromandel wert gedaen, om den Adra. P. Wz. Verhoeff te zijnen eomste aan te dienen, de Jonge, Opkomst. III. 1865, 280. 11862. Discours door Lodewijck Isacks overgelevert acn den raet tot Bantam, wegens den staat, van de custe van Coromandel, 5 Nov. 1608. de Jonge, Op/comst. III. 1865, 282. 11863 Contract, dd. 12 Dec. 1612 met den Koning van Carnatica, Sinwassina Paty, etc., op de kust van Coromandel. van J)ij/c, Zes jaren. Amst. 1858. 25. 11804. Privilegie of Firman aan de Ncd. O. 1. Comp. verleend in Aug. 1000 door den Koning van üolconda. Begin en Voortgang, 1040, II. 2c Reis v. d. Eaqen, 08. llist. Verh. O. l. Comp. I. 1708, 247. — Idem, doek uit het Register der Contracten O. I. C. op liet Rijks-Archief, de Jonge, Opkomst. III. 1805, 213. 11865. Zakelijke inhoud van het eon-trakt, dd. 12 Sept.. 1078, met den Konhu; van Golconda. Luzac, Eoll. Rijkdom. II. 1781, 99. Valentijn, V. öt. 1. 65. 11860. Informatie van de boohte van Bengala ende Arracan, gedaen door Pieter Willemsic in Masulipat.am, desen 23 May 1008. de Jonge, Opkomst. III. 1855, 287. |
11807. Brief, dd. Batavia, in 't Casteel, den 21 Aug. 1663, door Joan Maet.suy-k e r aan zijn Hoogheid, Chan Chanaan, Supperselaar, Groot. Hertog, en generaal veldheer van den grooten Mogol in Assam, Bengala. enz. Valentijn, V. St. I. 173. — Idem, medegedeeld door G. D. J. Schotel, met. de facsimile der handteekening. Nijhqfl, Bijdr. I. 1837, 282. 11S08. Articulen, goedgekeurd bij de ondergeschreven Gedeputeerden, aengesteld van den Directeur en Raed der Ned. O. I. Comp. in Bcngale, om, van wegen voorsz. Comp. tc worden nagekomen; alsmede voorwaarden, hun, in gevolge van dien, toege-staen door den Nabab (de Prov. Bcngale, Behaer en Orixa, enz.) .laffer Aly Chan, Souja Ulmoek Bhadur. Do volbrenging der voorsz. articulen en voorwaarden is, op verzoek beider contracterende partijen, ge-guarandeerd door de respective oudcrl.cc-kende Praes. en Raed van het Port William. Gegeven in het Port William, den 23 Aug. 1760, en geteekend door A. J. de Wilde en Joh. Baclieracht. — Alsmede Ratificatie van deze conventie door i/Adriaan Bisdom, Dir. van wegen de Ed. N. O. I. Comp. in Bcngale, Behaer en Orixa, benevens don Raed. Gegeven binnen het Port Gustavus, ten onzen Nedorl. Hoofd-Comp-toire Houghly, in Bengalen, dezen 21 Sept. 1700.quot; Nederl. Jaarb. XV. 1701. 2. 1191. Noot, en 1193 Noot. Res. Holl. 3 Dec. 1701. II. 1 dr. 1410, 1419. 11809. Brief, dd. den Haag 15 Sept. 1009 van de Staten-Generaal aan den Keizer van Ceylon. Baldaeus, Malabar. Amst. 1072,23. 11870. Brief, dd. 's Hage 5 Oct. 1609, van Prins Maurits aan den Keizer van Ceylon, Koning van Candia, enz. Baldaeus, Malabar. Amst. 1672, 25. 11871. Brief van den kap. Arent Mar-tenszen aan den Koning van het eiland Ceylon en Candia, Anno 1610. Hist. Verh. O. 1. C. I. 1708, 498. Luzac, Eoll. Rijkdom. III. 1782. 132. 11872. Contract met den Maha-radja van Kandia op Ceylon, 13 April 1010. de Jonge, Opkomst. III. 1865, 350. 11873. Verbond, dd. 11 Mei 1612 met den Keizer van Candia op Ceylon. Baldaeus, Malabar. Amst, 1672, 26. — Zakelijke inhoud van dit contract. Hist. Verh. O. I. C. |
124 BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
II. 1772, 12. 1. v. N. I. 5e ,j. 2 d. Bat. 1843, 79. — Bijzonderheden. Itist. Gen. Ber. VII. 2e st. 18(13, 360. 11874. Brief, dd. 5) Sept. Ifi30, van Raja Singa, Koning van Candia aan den Gouv. van Paliaeatta, Karei ileiniersz. Bal-daeus, Malabar. Arast. 1672, 45. 11875. Brief, dd. in 't kasteel Geldria, 20 Oct. 1637, van den Nederlandschcn Gouverneur op Paliaeatta, Karei Ileiniersz, aan den Keizer liaja Singa, van Ceylon. Bal-dacm, Malabar. Amst. 1672, 47. — Zakelijke inhoud van dozen brief. Hist. Gen. Ber. VII. 2e st. 1863, 3R8. 11876. Brief, dd. 28 Nov. 1637 van Raja Singa, Keizer van Ceylon, aan den Adm. van do Hollandsehe armada voor Goa, Adam Wester wold. Baldaeus, Malabar. Amst. 1672, 49. — Zakelijke inhoud van dien brief. Hist. Gen. Ber. Vil, 2e st. 1863, 370, 11877. Contract, dd, 23 Mei 1638, met den Keizer van Ceylon. Baldaeus, Malabar. Amst. 1672, 56. — Zakelijke inhoud van dit kontrakt. llist. l erh. O. I. C. II. 1772, 264. — Mcdedeeling door P. A. Leupe van bijzonderheden nopens dit traktaat. Zeeland, 18a5, 35. Hist. Gen. Ber. VIL '2e st. 1863, 374, 389. 11878. Brieven, dd. 31 Mei, 21 Junij, en 11 Sept. 1046, alsmede van 8 Jan,, 11 en 21 Aug,, 10 Sept, 1647 van Joan Maetsucyker, Landvoogd van Ceylon aan den Groot-magtigen Keizer, Raja Singa Raja. VaUntijn, V. St. 1. 122, Hist. Gen. Ber. VIL 2e st. 1863, 379. 11879. Bijzonderheden nopens de inname van Colombo, op Ceylon, in Mei 1656, door de Nederlanders. Heil. Mercztrius, VUL 1657, 60. 11880. Rapport gedaan tor ordonnantie van d'Ed. Heer Rijckloff van Goens, Raad ord. van India, Gouv. Adm. ende veltover-ste dezes Eylants Ceylon met de resortc van dien, door mij ondergesz. Henrieus van Bijstcrvelt den 2ln Pebr. dezes jaars (1671) opgereyst na 't Hof van Candia, om aan syn Majt. Raja Singa Raja de brieven te dier tyt mijn mede gegeven te presenteren, vervattende in 't kort de voornaamste voorvallen, de samenspraaeken op diverse tijden met syn Key«erl, Majt. gehouden en vorders 't geene geduirende mijn residentie aan 't voorsz. Hof ten dienste der E, Compagnie verricht is. Medegedeeld door C. A. Ret-haan Ma ca ré. Hist. Gen. Ber. V. 2e st. 1856, 3. — Verslag van P. J. Veth over de belangrijkheid van dat rapport. Uisl. Gen. Kr on. X. 1854. 40, 351, 415. |
11881. Concept-Contract voor den Koning van Ceylon en Candia, geconcipieerd in Rade van Ceylon op 12 Julij 1688. Hist. Gen. Ber. Vil. 2e st. 1863. 441, 446. — Verslag der mislukte onderhandelingen over dit contract. AU. 452, 462. 11882. Rapport, dd. Colombo den 31 Mey A0. 1/21, opgedragen aan Isaac Augustijn Rutnpf, Raad ord, van Ned. India, Gouv. en Dir. des Eylands Ceylon, met de ondcr-lioorigheden, door den Onderkoopman en Cassicr Cornells Takel, behelzende alle nola-bele en aanmerkensweerdige voorvallen in zijne opreyzen naar 't Candiaschc hof, wer-waarts dezelven door welgemelde zijn Edele is gedepeeheerd geworden, omme aldaar, uyt name en van wegen de O. 1. C. af te leggen het droevig compliment van rouwbeklag over 't afsterven van de Keizerinne, gema-linne van den Grootmagtigsten Monarch en onoverwinnel ij ken Keyzer, Wire Paracram Anareendre Singa. Kalentijn, V. St. I, 352. 11883. Berigten nopens den gunstigen staat van zaken op Ceylon tusschen het Nederl. Gouvernement en het Candiaschc Hol'. Maandel. Ned. Mercurius, XIII. J762. 182; XV. 1763, !)3, 11884. Dagverhaal der generale expeditie in 1765 tegen den vorst, van Candia, zoo lang als de Hoer Gouv. van Ceylon, Lubbert Jan Baron van Eek, zich bij de O. L Comp. bevonden heeft. 13 Jan. tot 10 Maart, Maand. Ned. Mercurius, XX. 1766, 205. 11885. Tractaet van vrede, vriendschap en alliantie tusschen de Ed, O. Maet-schappye en den Koning van Candia, Kiertje Irie Radja Singa, den 14 Eebr. 1766 te Colombo gesloten. A. Nederl. Jaarb. 1, i766. 2, 1241, Maand. Ned. Mercurius, XXI. 1766, 175. 11886. Aankomst te Colombo van het schip Duinenburg, mef den Koning van Goa of den Prins van Makasser aan boord, om aldaar gesecureerd te worden, Colombo Jan, 1770. N. Nederl. Jaarb. VI. 1771. 1. 496. |
125
11887. Bijzonderheden nopens het gezantschap van den Majoor Francois Albortus Prins, met den Onderkoopman J. C. M. Ra-dermaoher a!s Scriba, naar het hof van Kandia. 15 Jan. tot 20 l'ebr. 1770. N. Nederl. Jnarh. VI. 1771. 1. 49(). 11888. Modedeelingen betreffende de za-menstelling en de oogmerken der Ambassade uit Candia te Colombo aangekomen op 12 Nov. 1770. N. Nederl. Jaarh. VI. 1771. 1. 500. 11889. Berigt van Colombo, dd. 26 Maart 1792, nopens het uitzigt van den vrede met den Keizer van Candia en de N. O. I. Comp. N. Nederl. Jaarb. XXVIII. 1793. 1. 78. 11890. Berigten betreffende den opstand op Cnylon tegen de Engelsehen. Maand. Ned. Mercurius, LXXXIV. 1801. 40. 141 en 497. 11891. Aanbieding te Londen aan den Prins-Regent, van den troon en scepter van den Rahja Singa, Koning van Candia, Ceylon. Waakz. v. 23 Üet. 1815. N0. 7. Perzië. 11892. Kontrakt, dd. 17 Nov. 1623, des Konings van Perzië met de Ned. 0.1. Maatschappij, en overgeleverd ter vergadering van H. Ho. Mo. van wege de Ü. 1. Coinp. op 24 Dec. 1624. Valenlijn, V. 8t. I. 293. — Inhoudsopgave van dit akkoord. Koopman, I. 1768. 144. — Artieulen van dit aecoord. Gr. Vlacaethoek, II. 's Hage 1664. 1315. Eist. Verh. O. /. C. II. 1772, 361. 11893. Kontrakt tusschen den Factoor van Z. M. van Perzië, en den Opperkoopman Huybert Visnieht, wegens de jaarlijk-sche leverantie van goederen voor den tijd van drie jaren gemaakt, ingaande 1626. Valenten, V. St. 1. 295. 11894. Capitulatie en arficulen van wegen den Koning van Persia, gemaakt met de II. M. H. der Stat. Generaal der Ver-eenigde Nederlanden, door Jolian van Hasselt, Agent van wegen den hoogst gedagten Koning, bij de Hooggemelde Stat. Generaal residerende, in dato den 7e Febr. 1631. Valenlijn, V. St. I. 296. Gr. Flacaet-hoek, II. 's Hage 1664. 1319. —Inhoudsopgave van het akkoord des Konings van Perzië met do O. I. Comp. van 7 Febr. 1631. Koopmnn, I. 1768. 144. |
11895. Verzoekschrift van den opregten en ongeveynsden Kroonsvriend Jacobus Hoogkamer, Gezant van de doorlugtige Nederland sche Maatschappij aan de Perzische Majesteit, dd, 13 Juhj 1701. Valenlijn, V. St.'l. 279. 11896. Lijst van de gezanten der E. Maatschappij aan de Koningen van Perziën, 1624 —1715. Valenlijn, V. St. I. 206. 11897. Aanspraken van en tot den Per-zisciien gezant te Parijs en elders, alsmede bijzonderheden nopens zijn verblijf aldaar en zijn aankomst en vertrek in Frankrijk, benevens dagverhaal zijner reis. Eur. Mercurius, XXVI. 1715. I. 56, 133, 136, 142, 196; 11. 101. 11898. Geruchten in 1715 te Parijs in omloop nopens de aanleiding van het Perzische gezantschap aldaar. Boekz. VI. 1718. 103. 11899. Aanspraken van en tot den Per-zischen Ambassadeur te St. Petersburg en bijzonderheden nopens zijn verblijf aldaar. Eur. Mercurius, XXXIV. 1723. II. 169. 11900. Tractaat van alliantie tusschen zijn Russische Maj. en den Sophi van Perziën, door zijnen Ambassadeur Ismael Beg gesloten te St. Petersburg don 12 Sept. oude stijl 1723. Eur. Mercurius, XXXV. 1724. I. 53. 11901. Relaas van den Luit. Gen. Ma-tuschin, en den Gen, Majoor Kropotow, gedateerd 21 Mei en 7 Junij O. S. 1726, van de Russische conquesten in Perzië. Eur. Mercurius, XXXVII. 172G. II. 129. — Latere berigten. Aid. XXXIX. 172S. II. 44, 142, 304, 11902. Request, dd. 12 Junij 1728, van Bewindhebberen der Ned. O. 1. Comp, aan de Staten Generaal, om bescherming van haar Negotie-Comptoir, dat van Ispahan is verplaatst naar Bassora. lies. Holl. 23 Junij 1728. 1 dr. 574. 1 1903. Verhaal der vijandelijkheden tegen do bedienden der Ned. O. I. Comp. in Perzië, volgens medcdecling in een brief, geschreven den 20 Jan. 1729 uit Gamron, anders Bander-A bassie genoemd, een stad in Perzië. Eur. Mercurius, XLI, 1730, 1, 47. |
136 BETREKKINGEN MET OOSTEESCHE VORSTEN EN VOLKEN.
11901!. Artikelen vnn het gesloten en geratificeerd traktaat tusschen do Russische Keizerin en den Schaoh van Perziö. Uur. MercuHus, XLIII. 17:52. II. 186. 1J!)05. Bijzonderheden nopens het traktaat, gesloten tusschen den Sohach Nadir en den grooten Mogol. Uur. Mercurius, LI. 1740. II. 171. 11900. Terugkomst te London van Sir Gore üuseley vun zijne zending naar het Hof van Perzië, en lofspraak op zijne bewezen diensten. Waakz. v. 9 Nov. 1815. Nquot;. 22. 119u7. Bijzonderheden nopens de veroveringen door llunjeet Singh van het At-ghaanselie koningrijk Kabul. Keur v. Meng. 1824. 107. 11908. Précis de la guerre des Anglais dans l' Affghanistan. Aankondiging door E. de Waal van dit artikel, geplaatst in de Bibl. Univ. de üenèvc van Oct., Nov. en Dec. 1843, en getrokken uit //Journal of an Affghanistan prisoner by Lieut. Vineent Eyroquot; en uit „Journal cl' the disasters in Affghanistan by Lady Sale.quot;' hid. Mag. I. Tw. 1844. No. 8 en 9. bl. 264. 11909. Britsch Indii1. Laatste gebeurtenissen. I. Affghanistan. üverzigt, loopende over 1839 tot 1842. De Kopiist, le j. 2 d. Batavia 1842. 293, 372, 459. Indische Archipel. 11910. Missive van Jacques 1'Hermite aan de Kamer van XVIIn, dd. 10 Nov. 1610 in Bantam. Overzigt van dc betrekkingen der Nederlanders in Indii: in dat jaar. de Jonge, Opkomst, 111. 1805, 339. 11911. Aantooning doo? O. Z. van Haren in zijn treurspel »Agoh, Sulthan van Bantamquot;, dat „dc Oostindische Maetsehappij hare veroveringen in dc ludiën, naest haer eigen dapperheid en beleid, groollijks verschuldigd is, aan de verdeeldheid en lafhartigheid van de inwoondcren en dezelver Vorsten.quot; Vad. Lett. 1770. III. 1. 237,238. 11912. Aantooning van dc niet gewone diplomatische fijnheid in vele handelingen en traktaten der Ned. O. I. Comp. met de Indische vorsten cn volken. Luzac, Roll, livjkd. 1. 1780, 247; III. 1782, J 31—150. van üijk, Ned. Betre.kk. Amst. 1862, 305. |
1191S. Eenigc Maleische brieven van Inlaudsclie vorsten cn hoofden, aan de Hooge Regering te Batavia of hare beambten geschreven, gedurende de jaren 1805 —1808. Meur singe. Mal. Leerh. III. Leyden 1817, 1. 11914. Betrekkingen met den inlander in 1807. Schets van onze verhouding tot de vorsten van Bantam, Madura, Banctjer-masin. Boni, Ternate, Tidore cn Paletnbang. Medegedeeld door P. Bleek er uit het rapport, dd. Zwolle ulto. Eebr. 1808 van W. C. van Braam. T. v. N. I. 1863. N. S. le j. II. 151. 11915. Mededeeling met toeleihting, door S. van Deventer J.Sz., van Art. 3 der Indische resolutie van 30 Nov. 1833 N». 1, inhoudende voorschriften aan de hoofden van gewestelijk bestuur in Ned. Indiö, betreffende het nemen van offensieve maatregelen tegen Inlandsche vorsten en volken. T. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. 11. 476. 11916. Behooren do overzecsche bezittingen van den Staat, in den zin des burgerlijken regis, tot het koningrijk der Nederlanden of tot het Buitenland? In laatst- fenoemden zin heslist bij vonnis van 18 gt;ee. 1849 der regtbank te Amsterdam. enoemden zin heslist bij vonnis van 18 gt;ee. 1849 der regtbank te Amsterdam. Regtsqel, Bijhl. Ned. Jaarh. XII. 1860, 181. — Idem bij vonnis van 30 Jan. 1851 van hot Prov. geregtshof van N. Holland. Rei/lsnel. Bijhl. N. Bijdr. I. 1851, 128. 11917. Onze morele invloed in den In-disehen Archipel. Waarschuwing tegen veroveringen, met aanbeveling om ons gezag in den Ind. Archipel uit te breiden en te handhaven door morelen invloed en een wel-ingerigt bestuur. 7'. v. N. I. 13o i. 1851. II. 448. 11918. Ncêrlands Indië en Engeland. Overzigt van het artikel in de Bdinb. Rcv. van Julij 1852, Dutch diplomacy and Indian piracy, inhoudende eene beoordeeling van de staatkunde der Nederlanders in O. Indië ten opzigte der inlandsche vorsten, sedert de eerste vestiging op Jacatra; met aanbeveling eener uitbreiding van Engclands invloed in den Indischen archipel, in verband met James Brooke cn het traktaat van 1824. üe Economist, le j. 1852. 261. — De Edinburgh Review over de koloniale politiek van Nederland; door J. K. W. Ciuarles van Ufford, dd. 's Hagc Sept. 1852. Aansporing tot refutatie van bovengenoemd artikel. T. v. N. I. i4e j. 1852. II. 281. |
127
11910. Aantooning vau Nederlands naam en gezag in den ludischou Archipel; door J. 1'. G. Brumund. Tijcls. Lid. T. L. kunde, Xlli. 4 S. IV. 1864. ^75, 37f). Eilandengroep van Malalcka. 11920. Bijzonderheden nopens de over-eenkomst., dd. 10 Nov. 1601, van den Adm. van Neek niet do Koningin van Patani. Bijlage 1 der memorie, dd. 25 l'Vsbr. 18,quot;)8 van J. K. J. de Jonge. Tijds. Ind. '1. L. . kunde. XIII. 1 S. IV. 1864. 410. 438. 11921. Brief, dd. 14 Mei 1(106 van den Koning van üjohor aan den Adm. C.Mate-lief. Begin fy- Voortgang 1646. 11. lieiz. C. Matelief, 10. — Idem, doch niet eensluidend. //is}. Beschr. Iteiz. XII. 1755. 324. Noot. 11922. Contract, dd. 17 Mei 1006 met Djohor. Begin fy Voortgang, 1646. 11. Reiz. Matelief 13. de Jonqe, üpkomd. III. 1865, 214. Staatk. Hist. Holland. XXX. 1771. 120. — Zakelijke inhoud van elk der artikelen. Rist. Besuhr. Rciz. XII. 1755, 227. Noot. Hisl. Verh. O. I. C. I. 1768, 265. 11923. Tweede contmkt met Djohor, dd. 23 Sept. 1606. Begin Voortgang, 1616. II. Reiz. C. Matelief, 14. — Idem, doch uit het Kegistcr der Contrukten van de O. 1. C. op het Rijks-Archief, de Jomje, Opkomst. 111. 1865, 2. 7. 11924. Translaat uit de Maleische taal, van Cornells Franex, van de missive van den Koning van Djohor, geschreven dd. 8 Dec. 1609, aan Prins Maunts. van üijk. Zes jaren. Amst. 1858. 32. Noot. — Missive van den Sultan en den Radja Sahrang of di Ilir Bongsoe van Djohor aan Graaf Mau-rits, van Oranje Nassau, geschreven in Dec. 1609. de Jonge, Opkomst. III. 1865, 305. 11925. Brief van Jacques Obelaer geschreven in Djohor 25 Nov. 16iO. Een kort verhaal betrekkelijk den overgang van het rijk van Djohor ouder het gezag der Portugezen de Jonge, Opkomst, lli. 1865, 304. 11926. Brief, dd. Oct. 1625, van den Koning van Djohor en Malacca aan de Hoog Mog. H. 11. Ktaten Generaal en zijne Prinselijke Excellentie. Begin Sf Voortgang, 1646. 11. Reiz. Verhoef, 204. JVasse.'iaar, /list. Verh. X. 1636. 7. — Remonstrantie weghens den Adm. Verhoef, Vice-Adm. en deBreede llaet, uyt den name van de Heeren Staten |
Generaal der Vereenigdc Nederlantselie Proviutien, Syn Exeell., en de Jl.H. Be-winthchberen van d'O. I. C. aan de Majes-teyt van Djohor. Aid. 10. Begin fy Voortgang, 1646. II. Reiz. Verhoef, 207. 11927. Translaat van de missive van Jang di per Toean van Djohor, aan den Ga-pitein Moor van Jaeeatra, Gen. Antonio vau Diemen. Medegedeeld door P. A. Leu-p e. Uver het verbond in 163? ('t') met hem gesloten door Cornelisz Symonsz van der Veer. /.eeland, 1856. 51, 7. Uist. Gen. Ber. VII. Ie st. 1859, 3s7. 11928. Missive, dd. 12 Dec. 1637 van Cornelisz Simonsz. van der Veer aan den Gonv. Gen. Antonie van Diemen, over zijne onderhandelingen met deo Koning van Johor. Medegedeeld doer l'. A. Leupc. Uist. Gen. Ber. VII. 1 St, 1861. 3S1. 11929. Bijzonderheden nopens het con-trakt, dd. 19 Aug. 1713 met den Sultan van Djohor. Nat. Tijds. N. [. IV. N. S. 1. 1853, 371. 11930. Tekst van het verbond, dd. 4 Oct. 1722 van den Sultan van Djohor en Pahang met den Boegincschen Onderkoning van Riouw. Vertaald van een authenthiek afschrift door E. Netscher. Tijds. /nd. T. L. V.leunde, II. 1854, 183. Tekst der vernieuwinc, dd. 6 April 1734. Aid, 186. — Idem van dd. 9 Pebr. 1747. Aid. 187. — Idem van dd. Julij 1753. Aid. 188. — Bijzonderheden nopens hetkontrakt, A0.1721 met den Sultan van Djohor, Sat. Tijds. N. /. IV. N. S. I. 1853, 375. — Idem van dat Aquot;. 1733. Aid. 371. — Idem van dat Ao. 1746. Aid. 371. — Idem van dat Au. 1753 Aki. 371. — Idem van dat Aquot;. 1754. Aid. 371. 11931. Verhaal van den oorlog der Hollanders met de vorsten van Riouw en Sa-langou, gedurende 1783 en 1784; Maleische tekst. Meursinge, Mat. Leerh. III. Leyden. 1847, 81. 11932. Zakelijke inhoud der instructie, dd. Mei (?) 1783 van den kap. ter zee Toger Abo, betreilende zijne expeditie tegen den Ouderkoning van Riouw. Medegedeeld door E. Ivetscher. Tijds. /nd. T. L. V. kunde, II. 1854, 198. 11933. Twee belegeringen van Malukka, 1756/57 en 1784; door E, Netscher. Met schetskaart. Mededeeling met toelichting |
128 BETEEKKINGEN MET OOSTERSCHE VOESTEN EN VOLKEN.
van den tekst van a. een uittreksel, uit het Malakkasclie dagregister van 1 Nov. 1750 tot 6 Jon. 1757, alsmede van do lirieven of rapporten, dd. 4 Febr. en 20 Aug. 1757 van den Gouv. en Raad te Malakka aan de Ilooge Regeeriug te Batavia ; b. een extract uit liet Malakkasclie dagregister van 7 Jan. tot 28 Dcc. 1784. De expedities zijn van de kap. ter zee Cornclis Eyke en J. P. van Braam. Tijds. hul. T. L. V.kunde, XIII. 4 S. IV, 1864, 285. 11934. Inhoudsopgave van het verdrag niet den onderkoning van lliomv geslotcu in 1784, T. v. N. I. 1850. I. 212. Noot. 11935. Inhoud van den brief. dd. 6 Julij 1784 van den kap. kommandant J. P. van Braam aan do Algcmoene Staten, bo-treffendo zijne overwinning op 18 Junij 1784 op den Koning van lliouw. N. Ned. Jaarb. XX. 1785. 2. 941. — Tekst daarvan. Maandel. Ned. Mercurius, L. 1785, 33, 58. — Tijding over Engeland, bctreifende deze overwinning. Aid. LV1II. 1785. 74, 11936. Inhoud van den brief, dd. 15 Sept, 1784 van den kap, kommandant J. P. van Braam aan do Algemecne Staten, betreffende zijne overwinning op 2 Aug. 1784, op den Koning van Salangore. N, Ned. Jaarb. XX. 1785. 2, 942. — Tekst van dezen brief. Maandel. Ned. Mercurius, L1X. 1785. 123, 155. 11937. Tijding van de overwinning op 29 Oct. 1784 door den kap. kommandant J. P. van Braam op den Koning van lliouw; en van de overgave van dit rijk en alle deszelfs onderhoorigheden. N. Nederl. Jaarb. XX. 1785. 2, 1305. — Tekst van den brief, dd. 17 Jan. 1785 van J. P. van Braam, betreffende deze zijne overwinning. Maand. Ned. Mercurius, L1X. 1785. 180. 209; LX. 1786, 37, 65, 97. 11938. Zakelijke inhoud van elk der artikels van de capitulatie, dd, 1 Nov. 1784 te Riouw gesloten door J. P. van Braam en Radja Toeah, namens den Sulthan van Djohor, Pahang, Riouw enr. Medegedeeld door E. N e t s c li e r. Tijds. Ind. T. L. V. kunde, II. 18quot;)4. 211, 218. — Tekst daarvan, voorafgegaan door eenige daarop betrekking hebbende aanteekeningen. T. v. N. I. 15e J. 1863, I. 384. |
11939. Traktaat met den Koning van Djohor, Pahang, Riouw en onderh,, dd. 10 Nov. 1784. T. v. N. I. 15o j. 1853. I. 386. — Zakelijke inhoud van elk der artikels van dit kontrakt, medegedeeld door E. N e t s e li o r. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, II. 1854. 212, 821. — Zakelijke inhoud van dit kontrakt, Hand. Ind. Gen. VII, 1860, 2182.—Inhoud en bijzonderheden nopens dit kontrakt. Gids, XXIllc j, N. S. 12e j. 1859. 11. 305. 11940. Bijzonderheden nopens de overwinning der Hollandsehe O. I. Maatschappij op de Maleijers te Malacca. Amsterdam Maart 1785. N. Nederl. Jaarb. XX. 1785, 1. 418. 11941. Zakelijke inhoud van de instruk-tie, dd. Mei (?) 1785 van den kap. ter zoo A. Spongier, betreffende zijne verrigtingen te Riouw. Medegedeeld dooi-E. Netscher. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. II. 1854, 222. 11942. Tijding nopens oen nieuwen togt van J. P. van Braam naar Riouw eu Malacca; en zijn overwinning op den Koning van Salangore. Vlissingon, Maart 1786. iV. Nederl. Jaarb. XXI. 1786. 1. 226. 11943. Bijzonderheden nopens de te 's Hage aangobragte zegetcckonen door den zeekap. J. P. van Braam veroverd in de Oost-lndiën, op do vijanden van de O. I. Maatschappij, Julij 1586. Maandel. Ned. Mercurius, LX1. 1/86. 45. N. Nederl. Jaarb. XXI. 1786. 2. 645. — Deze zegeteekonen aan II.H. Mog. overhandigd, 's Gravcnhage Aug. 1786. Aid. 810. — Plaatsing van deze zegeteekenen op de Grooto zaal van het Binnen-Hof te 's Gravcnhage, op 15 Dec. 1786. Aid. 1517. 11944. Zakelijke inhoud van het kontrakt, dd. 7 Eebr. 1787 met Djohor, Pahang, Riouw, enz. Medegedeeld door E. N e t s c h e r. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, II. 18f,4, 228. 11945. De Vorsten van Djohor onder het Engelsch bewind sedert 1811. Geschiedkundige Nota, uit officiëele bronnen geput, en overgenomen uit //l'hc Straits Timesquot; van 13 Maart J8a5, Tijds. Ind. T. L. V. kunde, IV. N.S. 1. 1855,' 413. 11916. Zakelijke inhoud van den brief, dd. 10 Oct. 1813 van Th. St. Raffles aan den Sultan van Djohor, Pahang. Riouw, enz. Medecedeekl door E. Net se her. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, II. 1854, 231, |
129
IISM'?. Tokst der vertaling van het, kon-trakt, dd. 19 Aug. ISIS met den Sultan van Djolior, Pahang, Jlio, enz. gesloten door W. l'arquliar, gevohnagtigde van wego don Eugelsohen Gouverneur van Poeloe Pinang en onderhoorigheden. Medegedeeld door E. Net se kor. Ind. '1'. L. kunde, II. 1854'. 2Hi. — Bijzonderbedon nopens dit handelstraktaat. Aid. IV. N. S, I. 1855. 414. — Opgave van dit handelstraktaat. T. v. N. I. 24e j. I86Z. 11. 234. 11948. Zakelijke inhoud van elk dor artikelen van hot kontrakt, dd. 26 Nov. 1818, mot den Sultan van Djolior, Pahang, Kiouw, Lingga en onderhoorigheden gesloten door den Noderl. Commissaris C. J. Wolterbeek. Medegedeeld door E. Nets oh er. Tijds. Ind. T. L. /.kunde, 11. 1854. 2:53, 245. — Tokst van dit traktaat. T. v. N. /. 15e j. 1853. I. 393 — Bijzonderheden nopous dit kontrakt. Aid. 3o i. Batavia 1840. 2d. 371; Nat. Tijds. N. I. IV. N. S. I. 1863, 374. 11949. Bijzondcrhedeu nopens het voor-loopiquot;; kontrakt, dd. 30 Jan. 1819, van do Engelsehe O. I. Comp. mot den Sultan van Djolior. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, IV. N. S. 1. 1855. 415. 11950. Bijzondcrhodon nopens hot formeel traktaat, dd. 0 Eek. 1819, van do Engelsehe O. I. Comp. mot den Sultan van Djohor. Tijds. Ind. T. L. /.kunde. IV. N. S. I. 1855. 416. 11951. Onderhandsohe akto wegens de cessie van Tandjong Pinang, dd. 29 Eohr. 1820, tusschon Radja Mooda Japhar, Onderkoning van Ilio, on den ros. van llio, ü. E. Köningsdörffer. T. v. N. I. 15c j. 1853. I. 401. — Hijzondoriioden nopens do Akto, dd. 29 Eehr. 1820 tusschon don ros. G E. Köningsdörffer on don Onderkoning van Iliouw, wegens de cessie van Tandjong Pinang. Medegedeeld door 15. Netscher. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, II. 1854. 246. 11952. Tekst vau de ainpliatio en altoratie, dd. 5 April 1820 op het traktaat met den Koning van Djohor, Pahang, Rio en on-dorh., dd. 26 Nov.' '818, T. v. N. I. 15e j. 1853. I. 399. — Overzigt dor onderhandelingen en zakelijke inhoud van do ainpliatie en altoratie, dd. 7 April 1820. Modogedoeld door E. Netscher. Tijds. Ind. T. L. /. kunde, 11. 1854. 245. — Bij zonderheden dienaangaande. Nat. Tijds. N. L IV. N. S. I. 1853: 374. |
11953. Opgave van hel traktaat, dd. 7 Junij 1823 door Th. St. Ilallles, gesloten met don Sultan lioossain en don Tommougong van Djohor. T. v. N. I. 24c j. 1862. II. 232. 11954. Zakelijke inhoud van elk der artikels van dc overeenkomst, dd. Riouw 30 Nov. 1823, met don Sultan van Djohor, Pahang, Iliouw, Lingga, en onderh. ge-troffon door de Noderl Commissarissen Jhr. P. Melvill van Carnbée en E. Wappers Melis. Medegedeeld door E. Netseher. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, II. Is54. 250. — Tekst der overeenkomst, T. o. N. I. 15e j. 1853. I. 402. 11955. Opgave van wEinal treaty for the cession of Singapore, concluded on the 2nd day of August 1824, by the Suithan Hussain and the Tumungong ofDjohorcand by John Crawfurd, Esq.quot; T. v. N. I. 24e j. 1862. II. 232. — Bijzonclerhoden nopous dit traktaat. Tijds. Ind. T. L. /.kunde, IV. N. S. I. 1855. 417. 11956. Overzigt dor onderhandelingen, en zakelijke inhoud dor overeenkomst in Mei 1825 door E. van Angelbeok met den Onderkoning van Iliouw gesloten. Mode-codoeld door É. Netscher. Tijds. Ind. T. L. /.kunde, II. 1854. 254. 11957. Traktaat, d.d. 29 Oct. 1830, met den Koning van Lingga, Ilio en onderh. T. e. N. 1. 15e j. 1853. 1. 404. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Nat. Tijds. N. I IV. N. S. I. 1853. 377. — Idem. Modogedoeld door E. Netschcr. Tijds. Ind. T. L. IS.kunde, II. 1854. 155. — Zakelijke inhoud van elk dor attikolen van dit kontrakt. Tijds. Ind. T. L. /.kunde, II. 1854. 256. 11958. Nota, d.d. Lingga 9 Junij 1836, van hetgeen bij dc op Lingga gehouden eon-foront.ie tussohon II. den Onderkoning van Iliouw voor en van wege Z. H. den Sultan van Lingga en don al'getrodou res. van Riouw, ±.1. Cornets de Groot, benevens den maj. adj. D. H. Kolff, teu gevolge Indische Resolutie van 1 April 1836 N0. 23, voor-loopig on onder nadere sanctie van het Ned. Ind. Gouv. is bepaald, betreffende het tegengaan van zee-rooverijen door onderdanen van het Rijk vau Riouw, Lingga en onderhoorig-tieden gepleegd wordende. Modegedoold door E. Netscher. Tijds. Lid. T. L. /.kunde, |
II.
130 BETREKKINGEN MET OOSTERSOHE VORSTEN EN VOLKEN.
II. 1854. 2G:i. — Bijzonderheden nopens deze Nota. Nat. Tijds. N. I. IV. N- S. 1. 1853. 377. 11959. Zakelijke inhoud van elk dor ar-likelen der Nola van overeenkomst, d.d. Kiouw, 10 Junij 1837, met den Ouderkoning van lliouw, voor en van wege den Sultan van Lingga, en den res. van lliouw C. E. Goldman, benevens den majoor adj. 1). H. Kolif, tot wijziging der Nota van overeenkomst, dd. Lingga 9 Junij 183ü. Medegedeeld door E. M ets cher. Tijds. Lnd. T. L. V.kmde, II. 1854. 267. — Bijzonderheden nopens deze Nota van overeenkomst. Nat. Tijds. N. I. IV. N. S. I. 1853. 377. 11960. Opgave van het eontrakt met Rionw en Lingga, A0. 1842. Gids, XXIlIe j. N. S. 12e j. 1859. II. 305. 11961. Eenige brieven uit den tegen-woordigen tijd van lulandsche vorsten. Ma-leisehe tekst vau een brief van den Sultan van Lingga aan den adst. res. van lliouw; van een privaat-persoon aan denzelfden; van den Sultan van Suinanap aan den ros. van Pasoeroean, dd,? 1843. Sleur singe, Mal. Leesb. 111. Leyden 1847, 33. 11962. Ilollandsche vertaling van het traktaat, dd. Singapore 10 Maart 1850, tus-sehen Sultan Ali Iskander Sjah bin Sulthan Hoesin Mohamad Sjah en Z. 11. Datoe ïoe-moenggoeng Daing Ibrahim Sri Maharadja bin Abd'oel-raehman Sri Maiiaradja, tot regeling hunner aanspraken op liet grondgebied en do souvereiniteit van Djohor. Tijds. Ind. T. L. y.kunde, IV. N. S. 1.1855.419. 11963. Bijzonderheden nopens dr wijze, waarop is verliinderd, de uitvoering der con-eossie in 1852, verleend door den Sultan van Lingga aan de kooplieden te Singapore,. Head en Cursedjee, tot het drijven van een monopolie-handel op het eiland Karimon. T. v. N. 1. 17e j. 1855. I. 58. 11964. 'De vorsten van Lingga en llio, en de res. van llio. Gisping der gedragslijn van den res. J1'. N. Nieuweuhuyzen tegenover deze vorsten. Medegedeeld uit een brief van Singapore. T. v. JS. I. i9e j. 1857. I. 233. — Een kucieuse brief van den lieer J?. N. Nienwenhuyzen aan W. H. Bar. van lloëvell, dd. lliouw, 29 Mei 1S57, ter zijne verdediging. Met naschrift van »De lledaktie.quot; Aid. II. 259. |
11965. Opgave van het. manifest, dd. 21 Sept. 1857, tot vervallenverklaring van den Sultan van het rijk van Lingga, Riouw en onderh. van zijn leen. Gids, XXIlle j. N. S. i2e j. 1859. 11. 305. 11966. Verslag van eenen togt naar Lingga, lleteh en Manda, door J. II. Tobias, res. van lliouw, in December 1858 aan boord van Z. M. stoomschip Socmbing, in gezelschap van don Onderkoning van lliouw, tot onderzoek van den toestand van zaken aldaar, cd tot regeling van dc betrekkingen met de vorsten. Tijds. Ind. T. L. Y. kunde, X. 4 S. I. 1S61. 81. Eilandengroep van Sumatra. 11967. Bijzonderheden nopens de be-moeijingen der Britten met Sumatra, alsook nopens onze betrekkingen aldaar, bijzonder met Atjiu en Siak; naar aanleiding van: //De munten der Engelsehen voor don O. 1. Archipel, beschreven door H. C. Millies, Ainst. 1852.quot; T. v. N. I. 16e j. 1854. 1. 136. 11968. Opgave van het kontrakt, dd. 28 Sept. 1600, met den Koning van Atjih. Millies, Munten. Amst. 1852, 6 Noot. 11969. Vertaling in het Spaansch van een' brief, geschreven uit den Haag, in Holland, den Un Doe. 1600, door Prins Mau-rits aan den Koning van Achin. Wap. Het gezantschap in 1602. llott. 1862. 14. — Overgenomen in het T. v. N. ƒ. 24oj.l862. II. 118. 11970. Opgave van het kontrakt met Achin, dd. 28 December 1600. IVap, Het gezantschap in 1602. Holt. 1862. 30. — bijzonderheden nopens dit kontrakt, zie Tijds. Lnd. T. L. V.kmde, V, N. S. II. IS56, 10. Francis, Levensloop. III. Bat. 1860, 96. 11971. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. January 1604, vau den Adm. Olivier do Vivero met Atjiu. Tijds. Ind. T. L. F.kunde, V. N, S. II. 1856. 11. I'rancis, Levensloop. III. Bat. 1860, 97. 11972. Inhoud van het verbond met deu Koning van Atjiu, in Jan. 1607 gesloten. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 2e d. 4. — Opgave van dit kontrakt. Millies, Mun'en. Amst 18.j2. 6 Noot. Wap. Het qezantschap in 1602. llott. 1S62, 30. — Bijzonderheden |
131
nopens dit kontrakt. dn Stuers, Vestiyin y I. Amst. 1849, 3. — Tekst van dit contract, uit het llegistcr der contracten, L). i. op het Rijks-Archief, de Jou/je, Opkomt. 111. 1865. 223. 11973. lirief, Anno 1610, van den Koning van Achiu aan Prins Maurits. llisl. Verh. O. I. C. 1. 1708, 511. Luzac, Uoll. Rijkdum, III. 1782, 137. 11974. Bijzonderheden nopens het kontrakt A0. 1(130, van den Commissaris Johan lloeloffsz. mot Atjin. Tijds. hul. T. L. V. kunde, N. S. II. 1850, 13. Francis, Levensloop, 111. Rot. 1800, 99. 11975. Bij zonder! icden nopens het kontrakt, A0. 1037 met Atjin. de Stuers, fes-tiginy, I, Amst. 1849, 4. — Inhoud van dit verdrag. T. v, N. 1. 9e j. Uatavia 1S47. 2 d. 9. 11976. Opgave van het kontrakt, dd. 0 Kovember 1049, mot de Atjinesche onderdanen te ïikoe, Priaman en Indrapoera. Millies, Munten. Amst. 1852, 0 Noot. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Tijds. bul. T. L. V.kunde, V. N. S. II. 1856, 15. de Stuers, Vestiging, I. Amst. 1849, 5. Francis, Levensloop. 111. Batavia 1800, 101 11977. Opgave van het kontrakt, dd. 20 Junij 1059 met den Koning van Atjih. Millies, Munten. Amst. 1852, 0. Noot. — Inhoud van dit verdrag. Gids, XIIIc j. N. S. 2e j. 1849. II. 565. 11978. Inhoud van het verbond met de Koningin van Atjin, op 5 October 1659 gesloten, benevens bijzonderheden. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 2 d. 17. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, V. N. iS. II. 1850, IC. Francis, Levensloop, III. Batavia 1860, 102. 11979. Opgave van het kontrakt, Anno 1060, met do Koningin van Atjih. Millies, Munten, Amst. 1852, 6. Noot. 11980. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 22 April 1819 door de Engel-schen met Atjin gesloten, de Stuers, Vestiging, I. Amst. 1849. bl. L1X. Bijdr. N. Vr. Kol. 1847, 203. — Inhoudsopgave cn bijzonderheden nopens dit verdrag, door T. S. Raffles. Gids, XIVe j. N. S. 3e j. 1830. I. 108. Noot; 109. Noot. |
11981. Volledig verslag van de pogingen der Ned. Ind. Regering tot vestiging en uitbreiding onzer betrekkingen met het Noordelijk gedeelte van Sumatra in 1837; door H. J. J. L. de Stuers. Bevat mededce-liug van het, tweede gedeelte van de geheime memorie of het rapport, dd. Maart 1837 aangaande cone zending in 1837 aan W. L. Kilter en W. 11. B. van Loon, Kommandant van Z. M. kol. schoener Circé opgedragen, om te onderzoeken op wat wijze tie peperhandel in de Atjinesche havens aan ouzo koloniale belangen zou zijn dienstbaar te maken, de Stuers, Vestiging, II. Amst. 1850, 101. 11982. Vraag van het K. Inst. T. L. en V.kundc vau N. 1., naar eene beschrijving van den tegenwoordigen politiekcn en commcr-eialen toestand van het rijk van Atjin in Sumatra, strekkende tot en mot het staatje Troemoen; met aanwijzing dor bronnen. Bijdr. T. L. en V.kunde v. A'. I. 1. 1853. bl. XV. — Overgenomen in ï'. v. N. I. lie j. 1852. II. 78. Bijdr. T. L. V.kunde, N. ï. UI. 1855. bl. XXX; IV. 1850. bl. XXX. 11983. Opgave van hot kontrakt. Anno 1693 met Si-kabouw, op Sumatra's Westkust. Fer/i. Bat. Gen. N. I. III. 2 dr. 1824. 31. 11984. Bijzonderheden nopens een kontrakt van vriendschap cn handel in 1830 gesloten met Taroemon op Sumatra's Westkust. T. v. N. /. 9c j. Batavia 1847- 4 d. 213, 218. 11985. Inhoud van het kontrakt, dd. 16 li'ebr. 1823, met Langkat gesloten door J. Anderson, Agent of the governor of Pulo Penang. Gids, XlVe j. N. S, 3e j. 1850. I. 101. — Idem van dat, dd. 19 Eebr. 1823, door hem met Uelli gesloten. Aid. 160. 11986. Uitvoerig verhaal van de overwinning, door Hendrik Stu rman, behaald op den rebel of zoogenaamden Koning van Siak, Raja Mahomed, zoo als het door hem zelf is beschreven. April—Junij 1760. Maand. Ned. Merourius, XIII. 1762, 103. 11987- Bijzonderheden nopens het, kon-Irakt op 10 Jan. 1701 door dc Ned. O. 1. Comp. met den Sultan van Siak gesloten. T. v. N. 1. 16e j. 1854. 1. 141. 11988. Bijzonderheden nopens het sluiten en zakelijke inhoud van elk der artikels |
17*
132 BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
van het kontrakt, dd. 1 Au?. 1782 met Siak. Veth, Borneo's W. Afd. I. Z. 11.1S54, 206. Noot. T. v. N. I. Ifio j. 1854. I. 142. 11989. Bij zonderheden nopens een verdrag in 1816 door den Sultan van Siak gesloten met een ondorgescbikt ambtenaar der Engelscbe O. I. Comp. de Sitters, f cstiging, I. Amst. 1849. XLVII. 11990. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 31 Aug. 1S18, met Siak gesloten door den Majoor W. Parquhar, res. of Malaeea, and commissioner on the ]iart of the British Government, de Stucrs, Vesli-ging, II. Amst. 1850, 131 Noot. — Inhoudsopgave en bijzonderheden nopens dit verdrag. Gids, XIVc j. N. S. 3e j. 1850. 1. 155. Millies, Munten. Amst. 1852, 42. 11991. Bijzonderheden nopens hot kontrakt mét Siak in 1822 gesloten door van Angelbeek en den kap. der oorlogsbrik Sirene. Qids, XIVc j. N. S. 3e j. 1850. I, 155. — Idem nopens dat, dd. Dcc. 1822 door Nederlandsclie Commissarissen gesloten. Millies, Munten. Amst 1852, 45. T. v.N.I. 10c j. 1854. I. 143. 11992. Berigt nopens dc zending van van Angelbeek met de Hollandschc oorlogsbrik Sirene naar Siak,_ en het sluiten van een handclskontrakt in Januarij 1823. Millies, Munten. Amst. 1852. 32. — Toelichting van dit berigt door W. 11. van Hocvell. T.v.N.l. IGej. 1854.1.140, 142. 11993. Bijzonderheden nopens de «Letter from Paduka Sri Sultan Abdul Jallil Khal-re-udin, King of Sinek, to the lion. W. E. Phillips, Governor of Pulo Pcnang, dd. 25 Maart 1823. Millies, Manten. Amst. 1S52.45. 11994. Bijzonderheden nopens het quot;Engagement presented by the King of Siaek to John Anderson, Agent to the Governor of Pulo Penangquot;, dd. 20 Maart 1823. Millies, Munlen. Amst. 1852, 45. 11995. Aantooning door E. Netscher, res. van Biouw, dd. lliouw 12 Oct. 1801, van de noodzakelijkheid van onze bemoeije-nis en van de uitbreiding van ons gezag op de Oostkust van Sumatra, en bepaald van Siak. Thjds. Ind. T. L. V.kunde, XII. 4 S. III. 1802. 307, 370, 372. |
11990. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 20 Sept. 1838 met Indragiri. dc Stuers, Vestiging. I. Amst. 1849, bl. XLI1. — ïekst van dit, kontrakt. T. v. N. I. 15e j. 1853. 11. 153. — Tekst van dc Aktc van overeenkomst, dd. 90 Sept. 1838, wegens de bepaling van het grondgebied vallende ten aandcelc van het Ned. Ind. Gouvt. in het rijk van Indragiri en onderh., getrofren krachtens Art. 5 van bovengenoemd traktaat van dezelfde dagteekening; zijnde dc afstand aan het Gouvt. van de eilanden Pekanlais en Tjenako met onderhoorig gebied. Aid. 158. — Proces-verbaal, dd. 27 Sept. 1838, van de in bezit name van het grondgebied, zooals het is omschreven in bovengenoemde Akte, van den vorigen dag. Aid. l5ej. 1853. II. 159. — Inhoud van dit traktaat. Aid. 14o j. 1852. 1. 277. — Bijzonderheden nopens het sluiten van dit traktaat. Aid. 280. 11997. Waarom is de vestiging op Sumatra's Oostkust ingetrokken? Mededecling van een lijst van twee en dertig meest offi-cielo bescheiden van 1833 tot 3 Nov. 1845. T. v. N. I. 15o j. 1853. II. 74. 11998. Tekst van het besluit, van den Gouv. Gen. D. J. de Eercns, dd. Buitenzorg 28 Pcbr. 1839 Nquot;. 1., tot regeling der aangelegenheden van Indragiri. T. v. N. I. 15e j. 1853. II. 1G1. 11999. Het in bezit nemen en ontruimen van etablissementen op de Oostkust van Sumatra. Mededecling van den tekst of inhoud van de offieiele stukken hierop betrekking hebbende. T. v. N. 1. 15e j. 1853. II. 145, 209, 425. 12000. Mededceling van den inhoud der bevelen van den Min. van Mar. en Kol. J. C. Baud, dd. 1 Sept. 184L Nn. 363. W. zeer geheim, aan den Gouv. Gen. P. Mcr-kus, naar aanleiding der Britschc vortoogen en van den opstand in Batipo, tot ontruiming van dc Oostkust van Sumatra, zoomede om het belioudcn einddoel, de verovering van Sumatra lot aan de grenzen van Aljin, te beschouwen als het werk van wel-ligt eene eeuw. T. v. N. I. 15e j. 1853. II. 209. — Aanteekcningen door den Gouv. Gen. P. Merkus op deze bevelen gemaakt. T. v. N. I. 15e j. 1853. 11. 212. 12001. Mededceling van dc gevoelens van bevoegde beoordeelaars wegens het al of niet geradene van het bezetten der Oostkust |
133
van Sumatra, a. Van den Kol. H. I. J. L. Ridder de Stuers, dd. 11 Dec. 1S29. h. Van den Maj. Adj. A. V. Miehiels, dd. 2r, Febr. 1831. c. Van den Konim. tien. J. van den Bosch, dd. 20 Dec. 183.'i Nquot;. 467. d. Van den Lnit. Kol. Adj. A. V. Miehiels, dd. 11 Oct. 1833 No. 7. c. Van den Gen. A. V. Miehiels, dd. 23 Jan. 1838 Nquot;. 21!. /. Van den Gen D. Cochins, dd. 5 Eebr. 1838. g. Van den Gen. A. V. Miehiels, dd. 19 Maart 1838 N0. 242. h. Van den gewezen Adj. Kornm. tcr Sumatra's Westkust C. Visscher, dd. 25 .Tnnij 1838 No. 57/1. i. Van den Minister van Koionicn J. Graaf van den iioseh, dd. 2C.I Dec. 1S3S. 2'. v. N. I. 15o j. 1853. II. 2,17- —Oordeel van den Kommandant van het Indische leger, lquot;1. D. Cochius, over de Ministeriele bevelen. Inhoud van het kommissoriaal berigt van het militair departement van 30 Moi i 842, betreffende de uitvoering en do te verwachten gevolgen. AM. 224. — Advies van den eivielen en militairen Gouv. van Sumatra's Westkust, A. V. Miehiels, dd. 3 Oct. 1842, betreffende de vraag; Welk slatus quo zal worden aangenomen, en hoedanig hot ten uitvoer leggen der ministeriele voorschriften naar plaatselijke en politieke omstandigheden zal gewijzigd worden?; voorafgegaan door een historisch overzicht van onze inwendige politieke verhouding op Sumatra, sedert 1837. T. v. N. I. 15o i. 1853. U. 425. 12002. Indragiri in 1850. Vestiging sedert 1838. Bezoek aldaar in Maart 1850 van den res. van Uiouw, ü. L. Baumgardt, en beschouwingen over de, ontruiming onzerzijds der Oostkust van Sumatra. T. v. N. /. l4o j. 1852. 1. 270. — Aanvulling van dit artikel. Aid. 15e j. 1853. I. 418. 12003. Bezoek ter hoofdplaatse van het Djambische rijk op Sumatra in Dcc. 1834, door den toenmaligen rcs. van Palembang J. W. Boers. Beschrijving van zijne zending en van de teekening van het kontrakt met Dj am bi op 15 Dcc. 1834. T. v. A'. /. 1850. Ü. 463. 12004. Bijzonderheden nopens het kontrakt met, den Sultan van Djambi, dd. 15 Dcc. 1834. ï. v. N. I. 15e j. 1853.11. 146. -- Inhoudsopgave van deze Akte van overeenkomst. Econ. Ie j. 1852. 200. Noot. 12005. Nederduitsche tekst, van den brief, geschreven op 4 Fcbr. 1852, door W. M. |
Gibson, gezagvoerder van den onder Ame-rikaanschen vlag varenden schoener The Flirt aan den Sultan van Djambi. Volgens de vertaling door den becedigden plaatselijken translatcur voor de Maleiscue taal, W. F. G. Pool te Batavia, liegt N. I. 4o j. VIll. 1853, 237. 12000. Het kontrakt met den Sultan van Djambi; door A., dd. Batavia 11 .Maart 1858. Berigt nopens de machtelooze poging door den res. van Palembang P. T. Couperus tot het sluiten van dit kontrakt, en de zending met dat doel van den gewezen ad*, res. F. J. P. Storm van 's Gravesande. T. v. N. L 20c j. 1858. 1. 319. 12007. Verwikkelingen met Djambi en vreemde invloed. Berichten nopens het mislukken ook van deze zending, met beweringen nouens het plegen van ongeregeldheden en belecdigingen van den kant der bevolking. T. v. N. ï. '20c j. 1858. II. 208. — Verwikkelingen met den Sultan van Djambi. Nadere bijzonderheden. AM. 208. 19008. Inhoudsopgave van het kontrakt met Palembang, dd. 2 Junij A0. 1729, alsmede bijzonderheden nopens dit kontrakt. T. v. N. I. 1850. I. 202. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. de Sturter, Palum-hang. Gron. 1855. 58. 12009. Bijzonderheden nopens hot kontrakt, dd. 10 Sept. 1755 niet Palembang. de Slur Ier, Palembang. Gron. 1855. 58. 12010. Inhoudsopgave van het kontrakt, dd. 26 Mei Ao. 1763 met Palembang, alsmede bijzonderheden nopens de sluiting van dit kontrakt. T. v. N. /. 1850. I. 362, Noot. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. de Sturler, Palemhanq. Gron. 1855. 58. 12011. Inhoudsopgave van het kontrakt met Palembang, A0. 1777. T. v. N. 1.1850. I, 2G9. Noot. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Verh. Bal. Gen. N. /. III. 2 dr. 1824. 55. 12012. Inhoudsopgave van hot kontrakt met Palembang, dd. 31 Aug. 1791. T. v. N.L. 1850. 1. 210. Noot. — Idem, alsmede bijzonderheden nopens de sluiting. Aid. 1850. 1. 362. Noot. — Opgave van dit kontrakt, Aid. 1865. N. 8. 3e j. I. 461. |
m BETUEKKTNGEN MET OOSTERSGHE VORSTEN EN VOLKEN.
12013. Palcmbang in 1S11 cn 18.12; door J. C. Baud. Historische aantoouing van do aanleiding tot dou moord aan de Hollandsclie ambtenaren cn militairen gepleegd, toegelielit door don tekst van offioielc bescheiden. Bijdr. T. L. ^.leunde N. I. I, 1853. 7. 12014. Brief, dd. 18 Dcc. ]S17, van den ros. van Palembang, K. Hcijnis, inhoudende bijzonderheden nopens den moord aan de BLollanders aldaar in 1S11 gepleegd. T. o. N. I. 23e j. IBül. 1. 370. 12015. Opgave van het kontrakt, dd. Palcmbang, 17 Mei 1812, gesloten tussclien Kol. Gillespie cn Sultan llatoe Achmat Nayam-oedin, van Palembang, waarbij Banka en Billiton zijn afgestaan. Gids, XII1. N. S. 2e j. 1849. II. 591. Milil. Sped. X. 184'2. 112. —■ Zakelijke inhoud van elk der artikelen. Le.vyssohn Norman, Br. Ileersoh. 'sHage 1857, 94. 12016. Zakelijke inhoud van het con-trakt, dd. Moeara-Rawas, 29 Jnnij 1813, gesloten tussehen den res. van Palembang, Majoor W. llobinson cu den ex-Sultan van Palembang, Badar-Oedin. Milit. Speet, X. 1842, 113. 12017. ïekst van het Britseh traktaat, dd. Aug. 1813, niet Achmat Naijam Oedin, Sultan van Palembang, waarbij Banka cn Billiton zijn algestaan. Milit. Speet. X. 1842. 114. 12018. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 20 en 23 Jnnij 1818, met Palcmbang. de Slurler, Palembang. üron. 1S55, (iO. — Inhoud van dit contrakt. 7'. v. N. L. 3c j. Bat. 1840. 2 d. 372. Gids, XHIe j. N. S. 2e j. 1849. II. 678. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Veth, Borneo's W. Afd. IL Z. B. 1856, 32. 12019. Traktaat, dd. Palembang 4 Julij 1818, gesloten tussehen Z. H. Ratoc Ach-mat-Naijam-Oedin, Sultan van Palcmbang, ter eenre, cn kap. Prancis Salmond, als vertegenwoordiger van den Honorabclen Sir Thomas Stanford liafflos, Luit. üen. van het fort Marlborough, ter andere zijde. Milit. Speet. X. 1842. 118. Hoek, Herstel, 's Hage 1862. bl. XVII. — Inhoud van dit verdrag. Gids, XlUe j. N. S. 2e j. 1849. II. 678. |
12020. Tekst, der bepalingen, voorkomende in de acte van vriendschap en overeenkomst, dd. 28 April 1821, met don Sultan van Palembang. T. v. N. I. 4 j. Bat. 1842. 1 d, 6. — Bijzonderheden nopens de handhaving der bepalingen van dit contrakt. Milit. Speet. X. 1842. 229. — Inhoud van deze akte met den Sultan Nadjmoe'd-din van Palembang. Gids, XIHc j. N. S. 2e j. 1849. II. 683. — Bijzonderheden nopens dir. kontrakt. da Sturler,Palembang. Gron. 1855,61. 12021. Inhoud van bet contrakt op 9 Oct. 1822, gesloten met den Sultan van Palembang. T. v. N. /. 4e j. Bat. 1842. i d. 133. 12023. Inhoud van het contrakt op 18 Aug. 1823 gesloten met den Sultan van Palcmbang. T. v. N. 1. 4o j. Bat. 1842. 1 d. 137.— Tekst der publicatie, dd. Palembang 18 Aug. 1823, door den Comm. J.J. van Sevcnhoven uitgevaardigd, ontwikkelende dc omstandigheden cn beweegredenen, welke het sluiten van een nieuwe overeenkomst raadzaam hebben doen oordcelen, cn behelzende de grondslagen, waarop dc nieuwe Regeering over 1'alembang is gevestigd. Aid. 137. — Inhoud van dit contrakt. Gids, XlIIe j. N. S. 2e J. 1849. II. 685. — ISijzundcrheden nopens dit contrakt. de Slurler, Falembang. Gron. 1855. 62, 66. 12023. Verslag van den opstand te Palcmbang, dd. 22 Nov. 1824. J. P. M. Wil-linck, Reize om Kaap Uoorn, enz. Breda, 1835. 170—176. renj. P'ad. Lett. 1836. I. 433. 12024. Beschrijving van den opstand te Palembang. Ths. Leicher, Leven en Totye-vallen van F. P. Leicher. Gron. 1843. 12025. Uiteenzetting van de Palcmbang-sche onlusten in dcrzelver oorzaken cn gevolgen. J. J. Roohussen, Toelichting, 's Hage 1853. G5. — De heer Rochussen en Palembang. Vcroordeeling zijner handelingen aldaar, ook in antwoord op het boven aangewezene; alsmede een historische terugblik tot 1824. T. v, N. I. 16e j. 1854. I. 321. 12026. Bijzonderheden nopens het kontrakt door T. S. Rallies gesloten op 20 Aug. 1818 met dc hoofden van Ainpat La-wang of Lintang. Oosterling, I. 1835.70,72. |
135
12027. Inhoud der overeenkomst, dd. 10 Julij 1608 van de O. I. Corap. met het Opperhoofd van Banka en Billiton. T. v. N. I. 18;quot;j0 1. 300. Noot. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. ferh. Bat. Gen, iV. I. 111. 2 dr. 1824., 51. 1202S. MededeelingendoorS. G. l!1. F raen-kel, betreffende den opstand in 1842 van de Chinesohe mijnwerkers op_ Banka, dd. Batavia 10 Dee. 1843. T. v'. N. I. 2 d. Bat. 1844. 78. 12029. Inhoud van het verbond met de gezanten van meest alle de hoofdplaatsen op Sumatra's Westkust, in 1001 gesloten. ï'. v. N. I. 9 j. Bat. 1847. 2 d. 20, 12030. Opgave van het kontrakt, dd, 20 Aug. ICóO, met de algemeene Hoofdregenten op en langs Sumatra's Westkust, Millies, Munten. Amst, 18.quot;)2, 10, Noot, 12031. Vernieuwing in 1755 van de verbonden gesloten met de regenten van Indra-poera tot Suream op Sumatra's Westkust. T. v. N. /. 9 j. Bat, 1847. 2 d, 89, Tijds. Ind. T. L. V.lcunde. V. N. 8, II, 1850, 45, Franeit, Levensloop. III, Bat, 1800, 130, 12032. Laatste gebeurtenissen ter Westkust van Sumatra; door C, S,, dd, Sumatra's Westkust, 1851, Aanwijzing van den gun-stigen staat van zaken in dit Gouv,, met vermelding der kleine militaire expedition in de jongste jaren, en aanbeveling onzer uitbreiding ook op de Oostkust. T. v. N. I. 13e j, 1851. II. 440. 12033. De staatkundi'/e verhouding der volken van Sumatra's Westkust. ïekst van een gedeelte der Memoriën van overgaaf, dd, Padang 26 Sept, 1858, van den afgetreden civ, en mil, Gouv, van Sumatra's Westkust, den gen. maj, J. van Swieten aan zijn opvolger den generaal Majoor A. Meis, handelende over het bestuur van dit gewest van 29 Oet. 18 1'9 tot 20 Sept, 1858, T. v. N. I. 1863. N, S. Ie j. II, 193, 12034. Opgave van het kontrakt, dd, 14 Maart 1072 met Simcel, op Sumatra's Westkust. Ver/i. Bat. Gen. N. [. III, 2 dr. 1824, 29, Millies, Munten. Amst, 1852, 6, Noot. — Inhoud van dit verdrag, T. v. N. I. 9 j. Bat, 1847, 2 d. 30. — Bijzonderheden, |
Tijds. Ind. T. L. V.lcunde. V. N, S, II. 1850. 21, trancis, Levensloop. Ill, Bat, 1860, 107, — Bijzonderheden van dit kontrakt, Hitler, Ind. Ilerinn. Amst. 1813, 246 1203.3. Inhoud van het verbond in Febr, 16S1, gesloten met Sinkel. T. v. N. I. 9ej. Bat. 1847, 2 d, 36, — Opgave van dit kontrakt, Millies, Munten. Amst, 1852, 6. Noot, 12( 36. Inhoud van het verbond in 1718, gesloten met Sinkel, T. v. N. I. 9e j. Bat. 1847, 2 d, 68. 12037, Voorwaardelijke vernieuwing in 1756 van de verbonden gesloten mot Sinkel, T. v. N. I. 9e j. Bat. 1847, 2 d, 89. 12038, Opgave van het eontrakt, dd, 29 April 1668 met Baros (waaronder de distrieten van Suream en Coilang). Millies, Munten. Amst, 1852, 0 Noot, T. v. iV. I. 9o j. Bat, 181-7, 2 d, 28, —- Bijzonderheden nopens dit eontrakt, Ver/t. Bal. Gen. N. I. 111, 2e dr, 1824, 29, 12039, Inhoud van het eontrakt met Baros op 2 Oct. 1670 gesloten, T. v. N. I. Bat, 1847, 2 d, 28, —Bijzonderheden, Tijds. Ind. T. L. V.kunde. V, N, S, II, 1856, 21, Franeis, Levensloop. UI, Bat. 1860, 106. — Opgave van dit eontrakt, Millies, Munten. Amst. 1852, 6. Noot. 12040, Inhoud van hot eontrakt in Jan. 1673 gesloten met Baros. T. v. N. I. 9o j. Bat, 181.7. 2 d. 31. Tijds. Ind. T. L. y.kunde, V. N, S, II, 1850, 22, Francis, Leoenshop. Ill, Bat, IS60, 107, — Opgave van dit eontrakt, Millies, Munten. Amst. 1852, 6, Noot, 12041, Opgave van het eontrakt, dd, 1 en 27 Jan, 1681, met liaros (waaronder de districten van Suream en Coilang,) Millies, Munten. Amst, 1852, 0, Noot, ■—• Idem van dat dd. 16 Oet. 1690. Alcl. 12042, Opgave van het eontrakt, dd. 31 Maart 1093, met Baros. Millies, Munten. Amst. 1852. 6. Noot. — Bijzonderheden nopens dit eontrakt. Verh. Bat. Gen. N. I. 111, 2e dr, 1824, 30. 12043, Opgave van het eontrakt, dd, 12 Maart 1694, met Baros, Millies, Munten. Amst, 1852, 6, Noot, |
1.16 BETREKKINGEN MET OOSTERSCIIE VORSTEN EN VOLKEN.
12044. Inlioud van liet verbond in 1714 gesloten met de recenten van Baros. '1'. v, N. I. Öe j. Eat. 1647. a d. 07. 12045. Opgave van het contrakt, Anno 1755, met biircam en Coilang. Vcrh. Bat. (Jeu. N. I. III. 2e dr. 1824. 30. 12010. Opgave van liet eontrakt. Anno 17Oü, met iiiiros. /crh. Bat. Gen. N. /. III. 2e dr. 1824. 30. — Vernieuwing in 1756 van de verbonden gesloten met Uaros. T. v. iV. L 9e j. Batavia 1847. 2 d. 89. 12047. Opgave van het eontrakt in 17.quot;)5 (?) gesloten met Tappanoelie op Sumatra's Westkust. T. u. N. I. 9e j. Bat. 1847. 2 d. 90. 12048. Inlioud der verbonden in 1693 gesloten met Nattar, Ajerbaugis, Passaraan, Si-kabouw en Sikilang, op Sumatra's Westkust. T. o. N. I. 9e j. But. 1847. 2 d. 51. 12040. Opgave van het eontrakt, dd. 1 Febr, 1093, met Nat ar afzonderlijk. Millies, Munten. Amst. 1852. 0. Noot. — liijzon-derheden nopens dit eontrakt. /erh. Bat.. Gen. N, 1. III. 2e dr. 1824. 30. 12050. Opgave van het contrakt, dd. 29 Jan. 1093, mot Battahan. Millies, Munten. Amst. 1852. fi. Noot. /erh. Bal. Oen. A'.I. IIL 2e dr. 1824. 31. 12051. Opgave van het verbond in 1669 gesloten met Ajerbangis op Sumatra's Westkust. ï. v. N. [. 9e j. Bat. 1847. 2 d. 27. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, V, N. S. II. 1856. 20. Francis, Levensloop. III. 1860, 206. Millies, Munten. Amst. 1852. 0. Noot. 12052. Bijzonderheden nopens het eontrakt, dd. 22 Jau. 1693, mot Ajerbangis. yerk. But. Gen. N. /. III. 2e dr. 1824. 31. 12053. Opgave van het eontrakt. Anno 1Ï55, met Ajerbangis. Verh. Bal. Gen.N.I. III. 2e dr, 1824. 31. 12054. Inhoud der overeenkomst op 10 Sept. 1763, gesloten mot den Vorst van (iroot-Passaman, op Sumatra's Westkust. ï. v. N. I. 9e j. Bat. 1847. 4 d. 27. 120.quot;)5. Inhoud der overeenkomst op 31 Julij 1767, gesloten met den Vorst van Kleiu-Passaman, op Sumatra's Westkust. T. o. iV. I. üe j. Bat. 1847- 4 d. 33. — |
Bijzonderheden. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, V. N. S. II. ISöfi, 51. Francis. Leoensloop, UI. Bat. 1860, 136. 12056. Opgave van do eontrakten in 1662—1664 met Menangkabou. Millies, Munten. Amst. 1852, 7. Noot. — Idem van dat vaa 10 Maart 1687. Aid. 7. Noot. 12057. Inhoudsopgave van liet contrakt met Monangkabou, dd. 10 l'ebr. 1821. Ind, May. I. T\v. 1844. Nu. 7, 8 en 0. bl. 115__ Inhoud van dit eontrakt. Gids, XIVc j. N. S. 3e j. 1850. I. 24. 12058. Mededceling en booordeeling van den tekst van hot contrakt, dd. 22 Jan, 1824 met de hoofden van Bondjol of Alahan Pandjang, de ïooankoe's Imam, Itam en Gappok. de Stuers, /estiyin;/. I. Amst. 1849. 78. — Bijzonderheden nopens dit verdrag. Gids, XIVc j. N. S. 3e j. 1850. 1. 30, 37. 12059. Mededceling van bijzonderheden en dc zakelijke inhoud van het contrakt, dd. 15 Nov. 1^25 met de hoofden van Lintan, de Liina-poeloe Kotta's, Talavvé en Kamang-Agam. de Stuers, Kestiyiny. I. Amst. 1849, 12000. Be opstand van Batipo in 1841; door A. J. A. Gerlach, kap. der art., dd. Utrecht 1860. Verhaal dor oorzaken en der genomen maatregelen tot demping door den civ. on mil. Gouv., den kol. A. V. Michiels, en door den res. C. P. C. Stcinmetz. Milit. Speet. 3. S. VI. 1860. 173. 12061. Opgave van de resolutie van 5 Oct, 1681, waarbij op Sumatra's Westkust de Boven-lima-kotla's, de ïigablas-kotta's en de Doeablas-koUa's onder het getal vrije bondgenooten werden opgenomen. T. v. N. I. öe j. Bat. 1847. 2 d. 38 Tijds. Ind. T. L, /.kunde, V. N. S. II. 1856. 25. Francis, Leoensloop. III. Bat. i860. Hu. 12062. Opgave van hot traktaat van vriendschap en bondgenootschap in 1711. gesloten met de regenton van de ïigablas-kotta's, op Sumatra's Westkust. T. v. N. 1. 9e j, Bat. 1847. 2 d. 07. 'Jijds. Ind '1'. L. V.kunde, \. N. S. II. 1856. 37. Francis, Levensloop. III. Bat. 1860, 122. — Bijzon-dorheden nopens dit eontrakt. /erh. Bat. Gen. N. /. III. 2c dr. 1824. 37. |
137
12063. Opgavo van het verboml iu 1727 gesloten met de Tigablas-Kota's eu de Doca-poeloe-Kota's op Suniatra's-Westkust. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 2e d. 73. — lïij-zonderheden nopens dit kontrakt. Vcrh. Bat. Gen. N. I. II [. 2e dr. 1824. 37. 120G4. Inhoud van het verbond in 1742 gesloten met de regenten van do Tigablas-Kota's op Sumatra's-Westkust. 1'. v. N. /. 9e j. Batavia 1847. 2e dr. — Opgave. Tijds. Ind. ï. I. y.kunde. V. N. S. 11.1856. 43. Francis, Levensloop. III. Bat. 1860.128. 12065. Opgave van het kontrakt, Anno 1666, niet de beneden Dalappan Cota's en de beneden Sambilang Güttas, op Sumatra's-Westkust. Verh. Bat. Gen. N. /. III. 2e dr. 1824. 34. 12066. Opgave van verbonden iu 1664 gesloten met de volken van Silleda, Padang, Tikoe, Priaman, Baijang en Pare op Sumatra's-Westkust. T. v. N. I. 9e i. Batavia 1847. 2c d. 21. — Bijzonderheden. Tijds. T. Z. Kimde. V. N. S. II. 1S56.18. Francis, Levensloop. III. Bat. 1860. 103. 12067. Inhoud van het verdrag met de regenten van Tikoe, Priaman en Indrapoera op Sumatra's-Westkust in November 1649 gesloten. T. v. N. I. 9c i. Batavia 1847. 2e d. 13. 12068. Zakelijke inhoud en bijzonderlieden nopens het kontrakt, dd. 27 Julij 1663 niet Indrapoera, Padang eu Tikoe de Sleurs, Vestiging, I. Amst. 1849. 7. 12069. Inhoud van de verbonden met Tikoe, Priaman, de Delappan-Kota's, de Sambilan-Kotta's op Sumatra's-Westkust in 1666 gesloten. T. v. N. I. 9e j. Batavia. 1847. 2e d. 24. — Bijzonderheden. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. V. N. S. II. 1856. 19. Francis, Levenshop. III. 1860. 105. 12070. Opgave van het kontrakt, dd. 27 Julij 1663, met Tikoe. Millies, Munten. Amst. 1852. 6. Noot. 12071. Opgave van het verbond in 1682 gesloten mot Tikoe. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 2e d. 38. - Tijds. Ind. T. L. V,-kunde. V. N. S. II. 1856. 25. Frauds, Levensloop. III. Batav. I860 HO. 12072. Inhoud van het verbond iu Junij II. |
16 S4 gesloten met Tikoe. T. v. N. I. 9e j-Batavia 1847. 2e d. 39. Tijds. Ind. T-L. V.kunde. V. N. S. II. 1856. 25. Francis, Levensloop. III. Bat. JS00. 111. — Opgave van dit kontrakt. Millies, Munten. Amst. 1852. 6. Noot. 12073. Opgave van het kontrakt, dd. 19 Maart 1712, met Tikoe. Millies, Munten. Amst. 1852. 6 Noot. 12074. Bijzonderheden nopens het kontrakt Anno 1755 met Doewanlas Kota's, op Sumatra's-Westkust. Ferh. Bat. Gen. N. I. III. 26 dr. 1 S24. 33. 12075. Opgave vau het verbond in 16S2 gesloten met Priaman, Oolakkan, do Toedjoe-Kota's, Delapan-Kota's, en Sambilan-Kota's, op Sumatra's-Westkust. 7'. v. N. I. 9e j. Batavia. 1847. 2c d. 158. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. V. N. S. II. 1856. 25. Francis, Levensloop. III. Bat. 1S!)0. 110. 12076. Opgave der verbondon in 161)2, 1C64, 1670, 1082 eu 1684 gesloten met Priaman. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 2c d. 43. Tijds. hul. T, L. V.kunde. V. N. S. II. 1856. 27. Francis, Levensloop. III. 1860. 113. 12077. Opgave van het kontrakt, dd. 10 Oct. 1664, mot Priaman. Millies, Munten. Amst. 1852. 6 Noot, — Idem van dat van dd. 10 Deo. 1664. Ve\'h. Bat. Gen. N. I. III. 2e dr. 1834. 33. — Idem van dat van dd. 15 Oct. 1G70. Millies, Munten. Amst. 1852. 6. Woot. 12078. Opgave van het kontrakt, dd. 6 October 1671, met Priaman, Millies, Munten. Amst. 1852. 6. Noot. — Inhoud van dit verbond. T. v. N. I. 9c j. Batavia 1847. 2o d. 20. — Bijzoudcrlicdeu Tijds. Ind. T. L. V.kunde. V. N. S. II. 1856. 21. Francis, Levensloop. III. Bat. 1860. 107. 12079. Inhoud van het contract in September 1078 gesloten met Priaman. T. v. N. I. 9o j. Batavia 184-7. 2c dr. 34. •— Bij-zottderticden. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. V. N. S. II. 1856. 23. Francis, Levensloop, III. Bat. 1800. 109. — Opgave van dit kontrakt. Millies, Munten. Amst. 1852. 6. Noot. 12080. Opgave van het kontrakt, dd. 17 |
138 BETREKKINGEN MET ()()STER8C11E quot;VORSTEN EN VOLKEN.
Maart 16S2, met Piiaman. Millies, Munten. Amst. 1S52, 0. Noot. 12081. Inhoud van liet. verbond in Junij 1084 gcslolen met Prinman. T. v. N. i. 9e j. Batavia 18'17. 2e d. 39. — Bijzonderheden. Tijds. Iml. 7'. L. l'.kunde. V. N. S. II. 1S56. 2ó. Francis, Levensloop. III. Bat. 18r,0. 111. — Opgave van dit kontrakt. Millies, Munt.-.n. Amst. 1852. 0. Nool. 12082. Opgave van hot kontrakt dd. 19 Maart 1712, met Priuman. Millies, Munten. Amst. 1852. 9. Noot. I20,i3. Bijzonderheden nopens hot kontrakt, Anno J(55, met Priaman. !■ erh. Bat. Gen. N. /. III. 2c dr. 182-1. 33. 12081 0))gnve van het kontrakt, Anno 10()6, niet Oelakkan, op Sumatra's-VVest-kust. yerh. But. Gen. iV. I. III. 2e dr. 1824. 31. 120S5. Bijzonderheden nopens liet kontrakt, Anno 1755, niet Oelakkan. Verh. Bat. (Jen. N. I. III. 2e dr 1824. 31. 12086. Inhoud van het verbond op 29 Aug. 10S0 gesloten met de Ilegenten van Indrapoera, Mcjootta, Sillida, Kota-Tengah, enz. op Sumatni's-Westkust. T. v. N. I. 90 j. Batavia. 1847. 2c d. 30. Tijds. Jml. T. L. V.kvnde. V. N. S. II. 1830. 24. Francis, Levensloop. III. liat. 186Ü 110. 12087. Opgave van liet kontrakt Anno 1003, mot Kola-tenpih. Millies, Munten. Amst. 1852. 9. Wool — Idem van dat van 4 Oct. 100(1. Aid. — Bijzonderheden. Verh. Bul. Oen. N. I. 111. 2c d. 1821. 34. 12088. Opgave van het kontrakt, dd. 24 Julij 1007, met Kota-Tengah. Millies, Munten. Amst. 1852. 9. Noot. 12089. Opgave van het verbond op 8 Sept. 1071 gesloten met Kota-Tengah. T. v. N. I. 9e j. lialavia 1847. 2o d. 29. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. V. N.S.II. 1856. 51. Francis, Levemlooji. III. 1800. IOC. — Millies, Munten. Amst. Ii5:. 9. Noot. |
12090. Opgave van het kon (ra kt, dd. 30 Aug. 1077, met Kota-lengah. Millies, Munten. Amst. 1852. 9. Noot. — Inhoud van dit contract. T. v. Al. I. 9c j. Batavia 1847. 2o d. 33. — Bijzonderheden. Tijds. Ind. T. L. f.leunde, V. N. S. II. 1856. 23. Framis, Levensloop. III. Bat. 1800. 108. 12091. Ojigavc van het kontrakt, dd. 29 Aug. 1080, met Kota-tcngah. Millies, Munten. Amst. 1852. 9. JNoot. — Idem van dat dd. 5 Julij 1082. Aid. 12092. Bijzonderheden nopens het kontrakt, Anno 1755, met Kota-Tengali. Vcr/t. Bat. Gen. N. /. 111. 2e dr. 1821. 35. 12093. Opgave van hot kontrakt, dd. 21 Maart 1710, met Pauh op Sumatra's-West-kust. Millies, Munten. Amst. 1852. 10. Noot. 12091. Bijzonderheden nopens het kontrakt, Anno 175.quot;', met Pauw. Verh. Bat. Gen. N. 1. III. 2e dr. 1821. 30. I20Ü5. Opgave van het kontrakt, dd. 5 Sopt. 1000, met Padatig. Millies, Munten. Amst. 1852. 9. Noot. — Idem van dat van 27 Julij 1C63. Aid. — Idem van dat van 1 Aug. 1671. Aid. 12096. Opgave van hot; verbond in 1G82 gesloten met den Panglima van Padang. T. v. A. 1'. 9e j. Batavia 1847. 2c dr. 38. 120'7. Publicatie, dd. Padang 2.5 Oct . 1833 aan de Kommissarissen van liet gouv. van Sumatra's-Westkust, J. J. van Sevonho-vcn en J. ( . Riesz, aan de volkeren van do Padangsche boven- cn benedenlanden. de Stuers, Vestiging. 11. Amst. 1850. !•.— Resumé dezer publicatie, gevolgd door eeuigo opmerkingen. Hand Jud. 6'e«.lII. I8ö6. 292. 12098. Tekst van het besluit, met zijn geheelen considerans, dd. Tjipanas 2 Mei JS34, door den Gouv. Gen. a. i. J. 0. Baud genomen, tot vaststelling der beginselen cn middelen ttr bevrediging der Padangsche Bovenlanden, de Stuers, Vestiging, 11. Amst. 1850. 26. 12099. Bijzonderheden nopens liet kontrakt mot liorngoes, op Sumatra's-Westkust, Anno 1705. Verh. Bat Gen. N. 1. III. 2c dr. 1824. 38. 12100. Inhoud van het contract in Julij 1667, waarbij de koningen van Troessang, |
139
Baijang en Indrapoera afstand doen van het. landschap Sillida, op Sunuilra's-Wcslkust. T. v. N. I. 9c j. Batavia 1847. 2e d. 25. — Bijzonderheden. Tijds. Ind. '1'. L. V.kunde, V. N. S. 1]J. ISöd. 20, Francis, Levensloop. III. 1860, 106. 12101. Opgave van het kontrakt, dd. 30 October '1082, met Troesan. Millies, Munten. Amst 18quot;; 2. 10. Noot. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Verh. lint. Gen. N. I. UI. 2e dr. 1824. 38. 12102. Bijzonderheden nopens het kontrakt, Anno 175.), mei. Troesang op Sumatra's-Westkust. Verh. llat. Gen. N. L. JU. 2c dr. 1824.. 38. 12103. Inhoud van het contract in Jan. 1()7(J gesloten lact Baijang op Sumatra s-Westkust. T. v. N. 1. üc j. Batavia 1847. 2e d. 34. Ttjds. Ind. T'. L. V.leunde, V. N. S. 11. 1850. 23. Francis, Levensloop. III. Bat. 1SC0. 100. 12104. Opgave van het kontrakt, dd. 18 April 1679, met Baijang. Millies, Munten. Amst. 1852. 10. Noot. — Idem van. dat van 18 April 1697. Aid. 12J:)5. Bijzonderheden nopens hot kontrakt, Anno 1705, mot Baijang. Verh. Bat. Gen. N. I. III. 2e dr. 1824.. 38. 121'.0. Bijzonderheden nopens liet kontrakt Au. 10.quot;)7 met Sillidii op Sumatra's-Westkust. Tijds. Ind. '1' h. A .kunde, V. N. S. 11. 1856. 10. Francis, Leoenhluop. UI. Bat. 1800. 101. 12107. Opgave van de opdragt van Sillida enz, dd. 19 Juüj . Millies, Munten. Amst. Is5'2. 7. Noot. — Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 19 Jiilij 16!,7 met Sillida en Poelo Tjinco, cp Sumatra's-Westkust. Verh. Bat. Gen. N. L. 111 2e dr. 1824. 39. 12108. Bijzonderheden nopens het kontrakt, Anno 1678, met Sillida. Tijds. Ind. T. L. en V.kunde, V. N. S 11. 1856. 23. Francis, Levensloop. UI. Bat. 1860. KiO. 12109. Opgave van de opdragt van Sillida enz., dd. '27 Febr. 1081. Millies, Munten. Amst. 1852. 7. Noot. ■ - Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Verh. Bat. Gen. N. I. 111. 2e dr. 1824. 39. |
12110. Bijzonderheden nopens hst kontrakt, Anno 1755, met Sillida en Poelo Tjinco. Verh. Bat. Gen. N. I. Ill, 2e dr. 1824. 39. 12111. Opgave van de opdragt van Pai-nang, dd. 10 Waart. 1081. Millies, Munten. Amst. 18'52. 7. Noot. 131.12, Bijzonderheden nopens het kontrakt, Anno i078 met Sapoeloeh Boa Bandar. Tijds. Lui. 'ï. L. V.kunde, V. N. S. 11. 1850. 23. Francis, L,evensloo]). III. Bat. 1860. 109. 12113. Opgave van liet kontrakt, dd. 29 Aug. lOSO, met Batang-Kapas en do Sapoeloeh Boa Bandar. Millies, Munten. Amst. 1852. 10. Noot. 12114. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 29 Aug. 1080, niet Sapoeloeh Boa Bandar, op Siunatra's-Westkust, Verh Bal. Gen. N. L III. 2c d. 1824. 40. 12115. Inhoud van het verbond in 1085 gesloten met Sapoeloeh Boa Raudar. 'J'. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 2e d. 42. ■ -Opgave. Tijds. Ind. 'J'. I. V.kunde, V. N. S. II. 1859, 27. Francis, Levensloop. III. 1. Bat. I860. 12110. Inhoud van het. verbond in Maart 1086 gesloten met Sapoeloeh Boa Bandar. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 2e d 43. 12117. Opgave van het kontrakt, dd. 15 Maart 1086, met Batang-Kapas en de Sapoeloeh Boa Bandar. Millies, Munten. Amst. 1852. 10. Noot. 12118, Inhoud van het verbond in 1687 gesloten niet Sapoeloeh Boa Bandar. T. v. /V. I. 9e J. Batavia 1847. 2e d. 44. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, V. N. S. II. 1856. 28. Francis, levensloop. Ill, Bat. 1860. 113. 12119. Opgave van het kontrakt, dd. 9 .JuÜj 1687, met Batang-Kapas en de Sapoeloeh Boa Bandar. Millies, Munten. Amst. 1852. 10. Noot, 12120, Inhoud van het verbond in 1088 gesloten met Sapoeloeh Boa Bandar op Su- 18*» |
J 40 BETREKTCTNGEN MET OOSTERSCIIE VOIiSTEN EN VOLKEN.
mat.ra's-Wcstkust. T. v. N. I. 0e j. Batavia 1847. 2o d. 40. Tijds. hid. T. L. V.kunde, V. N. S. II. 1856. ^8. Francis, Levensloof. 111. Bat. 1800. 114. 12121. Inhoud van liet verdrag in 1C08 gesloten met Korintji op Snmatra's-West-kust. T. v, iV. I. 9e j. Batavia 1847. 2e d. 26. Tijds. Intl. T. L. V.kundc, V. N. S. II. 1850. 20. Francis, Levensloop. 111.1800.105. 12122. Opgave van hot kontrakt, dd. 29 Aug. 1GS0 jnet Ajer-Hadji. Millies, Munten. Amst. 1852. 7. Noot. 12123. Opgave van hot kontrakt, dd. 16 Aug. 1060, met Indrapoera, Millies, Munten. Amst. 1852. 0 Noot. —Idem van dat van 27 Julij 1003. Aid. 12124. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 24 Junij 1(\67 met Indrapoera. do Sluers, Vestiging. I. Amst. 1849. 25. 12125. Inhoud van het kontrakt van Julij 1671 gesloten met den koning van Indrapoera. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 2o d. 29. — Bijzonderheden. Tijds. 1ml. T. L. V.kunde, V. N. S. II. 1856. 21. Francis, Levensloop. UI. 1860. 107. 12120. Bijzonderheden nopens het kontrakt., Anno 1678, met, Indrapoera. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, V. N. S. II. 1856. 23. Francis, Levensloop. III. Bat. 1860. 109. 12127. Opgave van het kontrakt, dd. 29 Aug. 1680, met Indrapoera. Millies, Munten. Amst. TSöii. 6. Noot. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Vcrh, Bat. Gen. N. /. III. 2e dr. 1824. 41. 12128. Opgave van het verbond in 1682 gesloten met den Sultan van Indrapoera. T. v. N. /. 9e j. Batavia 1847. 2e dr. 38. 12129. Bijzonderheden nopens het kontrakt, Anno 1755, met Indrapoera. Verh. Dat. Gen. N. 1. III. 2o dr. 1824, 41. 121l',0. Verhaal der //versehrikkclijke samenzweeringquot; door de ingezetenen tegen do Engelschen te Benkoelen op de Westkust van Sumatra, volgens brieven van daar dd. 17 |
Dec. 1778. Maa?idel. Ned. Mercurius, XLVII. 1779. 177. 12131. Inhoud van het verdrag gesloten in 1000, met, Selibar, op Sumatra's-Westkust. 7'. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 2e dr. 19. — Bijzonderheden. Zie Tijds. Ind. T. L. V.kunde, V. N. S. II. 1856. 17. Francis, Levensloop. III. Bat. 1860. 102. 12132. Bijzonderheden nopens de overeenkomst door Raffles op 23 Mei 1818 met de hoofden van Pasocmah-Oeloe-Manna gesloten. Oids, Xllle j. N. S. 2e j. 1849. II. 697. Oosterling, 1. Is35. 71. 12133. Bijzonderheden nopens de overeenkomst door Ilailles op 20 Sept. 1818 met de hoofden van Passoemah-Lebar gesloten. Gids, Xllle j. N. S. 2e j. 1849. II. 097. Oosterling, I. 1835. 71. 12] 31. Een heldendaad, op de grenzen van Benkoelen, tegen de Pasoemah's, in 1857. Verhaal van den daad van den kon-troleur 3e kl. A. Pruys van der Hoeven in Aug. Met sehetsteekening. T. v. N. I. ÖOe j. 1858. II. 179. — Eeu brief uit Benkoelen, dd. 31 Oet. 1858, ter rcetiüeatie. Aid. ■21c j. 1859. I. 276. 12135. De Batoe-cilanden in 1850. Verslag eener expeditie in Mei 1850 naar het eiland Sigata, gerigt tegen den pengoeloe Lawa Olanda, met Z. M. Schoenerbrik Dolfijn, Luit. t./Z. C. J. Berghuis. T. v. N. I. 15e j. 1853. II. 81. 12136. Opgave van het verbond in 1099 gesloten met de eilanden Nias, Maros en Inako, aan Sumatra's-Westkust. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 2e d. 27. Tijds. Ind, T. ï. V.kunde, V. N. S. II. 1856. 20. Francis, Levensloop. III. 1863. 106. — Opgave van dit kontrakt. Millies, Munten. Amst. 1852. 6. Noot. 12137. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 24 Aug. J669, mei, Nias, tei»u-matra's-Westkust. Verh. Bat. Gen. W. I. III. 2e dr. 1824. 40. 12138. Opgave van het verbond in 1093 gesloten met de hoofden van het eiland Nias, aan Sumatra's-Westkust. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1S47. 2e d. 51. — Bijzon- |
141
dorheden nopens de kontrakten, dd. 23 Maart., 3, 15 en 26 April, en 2 en 3 Mei 1093, met de hoofden van het eiland Nias en nahijgelegene eilanden. Verh. Bat. Gen, N. I. JU. 2e dr. 182'!. 46. — Opgave van het kontrakt, dd. 3 April 1693. Millies, Munten. Amst. 1852. 6. Noot. — Inhoud van het contract op 15 April 1093. Medegedeeld door John Christie, gecommitteerd voor de eilanden ten westen van Sumatra, dd. 20 Jan. 1826. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. Ie d. 184, 188. 12139. Vernieuwing in 1755 vau de verbonden gesloten met het eiland Nias. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 2e d. 89. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Verh. Bat. Oen. N. [. III. 2e dr. 1824. 46. 12140. Inhoud van de contraeten in 1820 gesloten door de Engelschen met de Radja's op het eiland Nias. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 171, 191, 193. — Inhoud van het verdrag in November 1820 door T. S. Rallies met eenige hoofden van het eiland Nias gesloten. Aid. 16e j. 1854. I. 9. 12141. Opgave van het verbond in 1825 gesloten met de lladja's op het eiland Nias; door John Christie, gecommitteerd voor de eilanden ten westen van Sumatra, dd. 20 Januarij 1826. T. v. iV. I. Xe j. N. S, lej. Batavia 1848. 1c d. 184. 12142. Verhaal van de aanleiding der expeditie in Mei 1847 onder den Luit. Kol. A. van der Hart, naar de baai van Laha Goendin op het eiland Nias, ter W.-kust van Sumatra. Medegedeeld door dcu Kap. Luit. C. J. Berghuis. T. v. N. I. 14c j. 1852. II. 197. 12143. Verhaal van de aanleiding tot do expeditie in Mei 1847 naar Nias tot tuchtiging van de kampong Loeaha Gondi. T. v, N. I. 16e j. 1854. I. 8. 12144. Aanteekeningen over het eiland Nias. Overzigt van de ruimere bemoeijenis van het Nedcdandsche Gouvernement. — Ecu gedeelte der Memorie van overgaaf, dd. Padang 26 September 1858, van den afgetreden civ. en milit. gouv. van Sumatra's Westkust deu gen. maj. J. van Swieten aan zijn opvolger, handelende over het bestuur van dat gewest van 29 Oct. 1819 tot 26 Sept. 1858. T. v. N. I. 18C3. N. T. Ie j. I. 309. |
Eilandengroep van Borneo. 12145. Missive, dd. 4 Jan. 1G30 van de Hooge Indische llcgeering aan Bewindhebberen, inhoudende schets van onze betrekkingen met het eiland Borneo, van Dijk, Nederl. Betrekk. Amst. 1862. 34. Noot. 12146. Staalkundig overzigt der Neder-landsehe betrekkingen op de Westkust vau Borneo, vooral sedert 1818. Hermes, 3e j. 1828. Nquot;. J2,bl. 49, 56. - Dit is een uittreksel uit het algemeen rapport, dd. 30 Oct. 1825 van J. II. Tobias over Borneo's Westkust. Veth, Borneo's If. Afd. I. Z. B. 1854. Alphab. lijst XVIII. 12147. Officieele nota, zonder dagtceke-ning, van een ongenoemde, inhoudende een beknopt overzigt van onze oorlogen op Borneo, over de jaren 1818—1825. T. v. N. L. 15e j. 1853. II. 293. 12148. De bevestiging van het Neder-landsehc gezag op Borneo, en de vermeerdering der inkomsten van dat eiland voorde schatkist. Mededceling vau den hoofdzake-lijkeu inhoud van een verslag, dd. 31 Aug. J821 van den Raad van Indiö li. W. Mun-tinghc. T. v. N. 1. 1850. II. 100. — Gesteldheid van land cn volk op hot eiland Borneo, bijzonder met betrekking tot den handel voor het Moederland. Ontleend uit een Handschrift van den Raad van Indiii H. W. Muntinghe. Zijnde uittreksel uit bovengenoemd verslag. Zie Ree. o. d. Ree. XXIV. 1831. Meng. 12. — Bijzonderheden en overzigt der denkbeelden en voorstellen in deze Memorie. Veth, Bonieo's W. Afd. II. Z. B. 1856. 88. 12149. Officieele nota, zonder dagtceke-ning, van een ongenoemde, van grieven tegen de Chinezen op Borneo sedert 1837— 1850. '1', v. N. I. 15e j. 1853. II. 285. 12150. Laboean, Serawak, de N. O. kust van Borneo en de Sultan van Socloc. Ter beantwoording van de vraag; Wat heeft de Regering geJaan, wat doet zij nog, en wat moet zij doen, om op Borneo zelf, wedijverende tegen Engeland, het bezit, den handel en de schatten van Borneo te verkrijgen. '1'. v. N. /. 1849. Gron. Je d. 60, 97 en 237. 12151. De verwikkelingen van het Ned. |
142 BETEEKKTNGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
Indisch Gouvernement met de Chinescbc bevolking op Westelijk Honioo toegelicht; door ***», dd. 's Unge, 1 Oct. ISSS. Historisch ovevzigt van het begin daarvan in 1850 tot op de regeling van J. J. Rochussen vóór zijne aftreding in Mei 1!-Gl; met een aantal olïicieele stukken, als ook schetsen, plannen en kaarten. Alsmede historische terugblik tot 1818. 1'. v. N. 1. IDe j. 1S53. II. '273. — Klagt over het geheim houden van den naam des schrijvers. Aid. 10c j. 1854. II. 70. Noot. 12152. Verdediging door den Oud Gouv. Gen. van N. Indie J. J. liochusscu van zijn bestuur, voor zooveel bctrcl't de verwikkelingen mot de Chinezen op de Westkust van Borneo van Maart IS50 tot Mei 1851. lt;/. J. Rochussen, Toelichting enz. 's Hage 1853. 31. — Borneo en de heer Rochussen. Ingezonden. Veroordeeling zijner handelingen op-zigtens dit eiland in 't algemeen, en bijzonder tegenover de oproerige Chinezen. '1'. v. N. I. IGe j. 1854.. I. 20. 12153. Verhaal van de oorzaken, welke tot de jongste (Sept. 1850) krijgsgebeurte-nissen op Borneo hebben aanleiding gegeven. T. v. N. I. 13e j. 1851. I. 08. 12154. Nota, dd. Batavia 9 Aug 1850, voor den Luit. Kol. J. T. Sorg, benoemd tijdelijken komraandant der troepen in de Westerafdoeling van Borneo, geschreven door het Militair Departement te Batavia, (als eene handleiding ter speculatie voor hem). T. v. N. 1. 15e j. 1853. II. 314. 12155. De roofzucht der Engelschen. Waarschuwing tegen den toencmcndcn invloed der Engelschen op Borneo, naar aanleiding van hunne betoonde hebzucht naar den diamant van den Had ja van Matan. T. v. N. I. 13c j. IS51. II. 289. 12150. Onze roeping op Borneo, in verband met de Britsclu) staatkunde en de handelingen van James Brooke. '1'. v, N. 1. 14e j. 1852. II. 187. 12157. Waarom het advies der kommissie J. Du Puy, J. Penning Nieuwland, en E. Francis voor de zaken van Borneo in 1851 niet gevolgd? Veroordeeling van de handelingen van den res. T. J. Wilier tegenover de Chinezen, met aanbeveling cener zending van den Gen. Maj. J. Penning Nieuwland. '1'. v. N. I. 15c j. 18n3. 11.140. |
12158. Do Chinezen op Borneo's Westkust; door ***, dd. 30 Juni) 1853. Berigten nopens den staat van zaken sedert 1K51, — do verrigtingen van den res. T. J. Wilier, — zijn voorstel tot het hervatten der blokkade van de W. kust, de zending van A. Prins als Gouv. Kommissaris en wenscb naar openbaarheid in deze. T. v. i\. I. 15e j. 1853. II. 71. 12159. Do toenemende verwikkelingen op Borneo. Berigten en opmerkingen nopens de zending van den Gouv. Kommissaris A. Prins, zijne handelingen te Sepang, do vernieuwde vijandelijkheden, de blokkade, het gedrag van den Majoor A. J, Andresen, die belast is met het politiek beleid. T. v. lY. J. 15e j. 1853. II. 137. 12160. De Chinezen op Borneo; door Z. Veroordeeling van onze gedragslijn tegenover hen. T. v. N. I. 15e j. l,v53. I. 222. 12101. liali en Borneo. Gerueliton wegens verwikkelingen. T. v. N. I 10e j. 1854. I. 290. 12102. Nieuwe onlusten op Borneo; door ***, dd. 12 Oct. 18.)0. Verhaal van den overval van den post te Loemar in Jnnij 1860, en den dood van den Luit. W. Mekern; met beschouwingen over het go-beurde en over onze verhouding tot de Chinezen en Dayaks. T. v. N. /. ISe j. 1830. II. 321. 12103. Nog iets over Labooan. Over do eerste expeditie tegen Soloo, waarschuwing voor de Hritsche pogingen aldaar, en veroordeeling onzer llaauwneid. '1'. v. N. I. 1849. Gron. 1 d. 440. 1:M01. Memorie dd. (1812 ?) aan hot Britsche Gouvernement van den Oud-Gouverneur van Singapore, J. Craw fur d, over de geschiktheid van het eiland Laboean, oin aldaar een Britsch etablissement te vestigen, volgens aanbeveling van James iirooko. Keppel, Tocjlen. Amst. 1840. II. 292. 12105. Bijzonderheden nopens hot kou-trakt, Anno 1703 met den Sultan van Sollok door Dalrymple. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, IV. N. S.1.1855. 84, 101, 10?, 420. 1210C. Aantcekeningen van hetgeen do |
Engelsclicn, Franschen on Spanjaarden sedert 1839 verrigt liebbeu on nog vorrigton, ten aanzien van Sollok en het gcdoclte van Borneo, dat onder Borneo Proper of Sollok belioort, enz.; door P. A. A. Gregory, Luit. ter zee, dd, Batavia, 30 April 1815. T. v. N. L 7e j. Batavia 1845. 4e d. 57. 12167. Bijzondrrheden nopens hot handelsverdrag, Anno 1849 van James Brooke mot den Sultan van Sullok. /eth, Borneo's ir A/d. 1. Z. B. 1854. Inleiding. LXXXIV. 12108. Bijzonderheden nopens het verdrag, Anno 1851 dor Spanjaarden mot den Sultan van Sollok. '/eth, Borneo's W. A/d. I. Z. B. 1854 Inleiding. LXXXV. 121G9. Bijzonderheden nopens het kon-trakt, Anno 1774, door do Éngelsohen met den Sultan van Broenai gesloten, Keth, Borneo's ty. A/d. Z. B. I. 1854. Inleiding, LV. 12170. Opgave dor hoofdpunten van een lo sluiten kontrakt met den Sultan van Borneo Proper, aanbevolen in 1831 door D. J. van den iJungen Gronovius lies. tor W. kust van Borneo. T. v. N. 1. 1S49. Gron. Ie d. G7. 19171. ludiseh besluit, dd. Buitenzorg 12 Maart lt 3i N0. 50, tol. onderzoek door den llijksbesl ierder van Sambas naar de gelegenheid tot het sluiten van een kontrakt niet don Sultan van Borneo Proper. T. v. U. I. 1849. Gron. Ie d. 69. Noot. 12172. Indisoh besluit, dd. Buitenzorg 13 November 1838 Lett. C1 geheim, tor bepaling voor den Ads. lies, van Sambas 11. Bloem, onder anderen, van zijne handelingen tegenover de Vorsten op de Noordoostkust van Borneo, meer bepaald Broenai en Se-rawak. ï'. v. N. I. 1849. üron. Ie d. 71. — Britseho vestiging op de Noordkust van Borneo. Tooliehting van bovengenoemd boshut, Rochusscii, Toelichümj. 's ilago 1853. 29. 12173. Een brief over don heer 11. Bloem. Over zijno vruohtelooze demarches in dor tijd bij hot Indisoh Gouvornoment gedaan tot het aangaan van een verdrag met de vorston van Broenai tot beteugeling van don zeeroof, ter reelilicatio van oene misstelling in do Indiër van 7 April 1-57. No. 4. T. v, N. J. I9o j. 1857. II. 183. — Verhaal van dezo pogingen in 1838 en 1H39 gedaan. Aid. 1849. I. 69. |
12174. Opmerkingen vanH. C. Millies, over de venvaarloozing door het Ned. Indisch bestuur van Borneo, en meer bepaald van het Noordwestelijk gedeelte en van Borneo Proper, naar aanleiding dor vestiging van James Brooke, Radja van Sarawak. Gids, Xe j. 1846. I. Boekb. 345. 12175. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 18 Deo. 1846, dor Engelsehen met Brocuie. Velh, Borneo's W. Afd, I. Z. B. 1854. Inleiding. LXX — Idem nopens dat van dd. 29, (lees 27) Mei 1847. Aid. LXXI. 12176. Bijzonderheden uit het traktaat van handel en vriendschap, op 29 Mei 1848, gesloten tusschen don Sultan van Borneo Proper en Hare Gr. Britt. Maj. T. v. N. I. 1849. Gron. Ie d. 239. 12177. Bijzonderlicden nopens de akto van oodallesrging van den Sultan van Boe-loengnn, dd. 27 Sopt. 1834. Tïjds. Ind. T. L. y.kunde, IV. N. S, 1. 1855. 85. 12178. Bijzonderheden nopens hot kon-trakt, dd. Nov. 1844, mat Booloengan. Tijds. Ind T. L. V.kunde, IV. N. S. 1. 1855, 104. — Idem nopens dat, dd. Jan. 1845. van E. Belcher. Aid. — Zakelijke inhoud van dat van 12 Nov. 1850, Aid. 82, 79, 86. 12179, Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 27 Sopt. 1831', mot Goenoeng-ïeboer, Kelh, Borneo's W. Afd. I. Z B. 1854. Inleiding IjXXVI, Tijds. Ind. T. L. V.lundo, IV. N. S. I. 1855.104. — Zukelijko inhoud van dit kontrakt. Aid. 102. 12180. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. Leo, 1841 van E. Belcher met Goenoeng-Toboer. Tijds. Ind. T. I,. V.kunde, IV. N. S. I. 1855. 104. — Idem nopens dat, dd. 30 Oct, 1850. Aid. 100, 121 hl. Bijzonderheden nopens de akte van eedaflegging, dd. 21 Junij 1837, van den Sultan van Batoe-poeüh, gezegd Tandjong (of Sambilioeng). Tijds. Ind. T. L. f. kunde, IV. N. S. I. 1855. 103, 12182. Bijzonderheden nopens hot kontrakt, dd. Nov. 1844, met Baioc-poctih, of Sambilioeng. Tijds. Ind, T. L, V.kunde, IV. |
144 BETEEKKIMÜEN MET OOSTEllSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
N. S. I. 1855. 101. — Idom nopeus dut van dd. 4 Nov. IbSÜ. Aid. 100. 12183. Berigt fiangaandc den togt van 'L. M. Schoener Egmond, naar Berou, op de oostkust van Borneo, in het najaar van IS44; door ü. W. Hora Siccama. Zakeiijkeme-dedeeling, met aanvulling eu toelichting, van het rapport, dd. 'silage lil Maart 1840, van do zending in Oct. 1814, tot uitlevering van Engelsohe schiplireukclingen. Met kaartje. Bijdr. N. Fr. Kol. 1847. 74. 121S4. Missive, Anno IGüö, en vriende-lyckc groetc van den Coninck van Coete gonaemt, Ady l'ati Ciuom Pansgy Anio-deppa Ingli Martepoura, aan den heer generaal Henriek Brouwer, wegens den staet der Vereeuigde Nederlanden in ürienten, residerende tot Batavia. Medegedeeld door P. A. Loupe. Hist. Gen. Kr on. IX. 1853. 263. Zie ook VUL J852. 270. 12185. Opgave van het kontrakt. Anno IfiSR met Koetei en Pasir, door J. Ley-den. Kerk. Bat. (Jen. JU, l. Vil. 1814. 17. T. v. N. I. 23c j. 1861. I, 206; 16e j. 1854. II. 229. Xe j. N. S. Ie j. 18'18. 1.68. 12186. Bewering van .1. Leyden, dat in 1686 Koctci en Pasir met de Hollanders koutrakten maakten. Veth, Borneiïs W. A''lt;1. I. Z. B. 1854. Inleiding XXXIX. Noot. 12187. Bijzonderheden nopens hot kontrakt, dd. 8 Aug. 1825 mei Koetei. Veth, Borneo's W. Afd. I. Z. B. 1854. Inleiding L.MII. — Idem nopens dat van 11 Oct. 1844. Aid. LXXV. 12188. Bijzonderheden nopens hot kontrakt, dd. 25 Oct. 1844 mot Passir. Veth, Borneo's W. Afd. I. Z. B. 18 )4. luloidiug LXXV. 12189. Vertaling van den brief, dd. 18 Pobr. 1860 van Antassario aan den Vorst van Koetei, om hulp tegen de Hollanders. v. Rees, Bandjerm. Krijg, l. Arnli. 1865.149. 12190. Toelichting op de overrompeling van Z. M. stoomschip Onrust, door Luit. Sluijterman van Loo. Verslag omtrent de beide reizen van dit stoomschip naar Lontoong-toeöor, strekkende tot verdediging van den Kommandant wijlen den Luit. J, C. |
H. van de Velde. Gids, XXIVe j. N. S. I3e j. I860. II. 815. 12191. Missive, Anno 163j, van den Coninek van Bandjermasin aan d'hccr go-ncrael Henriek Brouwer geschreven. Medegedeeld door P. A. Ij c u p e. Jltstor. Gen. Kron. IX. 1853. 252. Zie ook, VIII. 1852. 270. 12192. Inhoud der artikelen van het contract in dato 4 Sept. 1035 met den koning van Bandjermasin en Martapoura. T. v. N. 1. 23e j. 1861. I. 202. — Tekst van dit kontrakt. van Dijk, Ned. Betrekk. Amst. 1862. 25. 12193. Bijzonderheden nopens liet kontrakt met den Sultan van bandjermasin, dd. 18 Deo. 1660. Veth, Borneo W. Ajd. I. 'L. B. 1854 Inleiding XXXVII1. Hermes, 3c j. 1828. N0. 13, bl. 22. — Opgave van dit kontrakt. T. v. K. I, 23e j. 1861. I. 205. 12194. Bijzonderheden nopens het kontrakt, Anno 1664, met den Sultan van Bandjermasin. Velh, Borneo's If. Afd. I. Z. B. 1854. Inleiding XXXVIII. Hermes, 6e j. 1828. N0. 13, 23, 24. - Opgave van dit kontrakt. T. v. N. I. 23e j. 1861. I. 205. 12195. Bijzonderheden nopens liet kontrakt, Anno 1689 of 1090 der Portugezen met Bandjermasin. Velh, Borneo's IV. Afd. Z. B. 1. 1854. Inleiding XXXV. 12196. Opgave van het kontrakt, Anuo 1690 of 1691 door de Portugezen gesloten met den Vorst van Bandjermasin. T. v. N. I. 23e j. 1861. I. 207. 12197. Opgave van een contract. Anno 169S der Èngelschen met Bandjermasin. Veth, Borneo's W. Afd. 'L. B. I. 1854. Inleiding XLVI. — Bijzonderheden nopens dit cont-aet. Hermes, 3e j. 182S. N0.13, 23. 12198. Bijzonderheden nopens het kontrak!, dd. 28 Sopt. 1733, met don Sultan van Bandjermasin. Veth, Home a's JV. Afd. I. Z. B. 1854. Inleiding XLI. II er mes, 3e j. 1828. N°. 13, 23. — Opgave van dit kontrakt. v. Rees, Bandjerm. Krijg. I. Arnh. 1865. 6, ~ Inhoud van dit kontrakt. T. v. iV. I. 23e j. 1861. 1. 216. |
145
12199. Bijzonderheden nopens het kon-trakt, ild, Mei 1747, met den Sultan van Bandjermasin. Veth, Borneo's Jr. Afd. I. Z. B. 1854. Inleiding XLI. Uermes, 3e j. 1828. N0. 13, hl. 24, T. v. N. I. 23e j. 1861. I. 216. — Opgave van dit kon-trakt. v. Rees, Bandjerm. Krijg. I. Arnh. 1805. 6. 12200. Zakelijke inhoud van het kon-trakt, dd. 20 October 1756, met den Sultan van Bandjermasin. Borneo's W. Afd. I. Z. B. 1854. Inleiding XLI1 on 204. Hermes. 3e j. 1828. Nquot;. 13, 21. — Inhoud van de Akte van renovatie met de Koningen van Bandjermasin, dd. 20 Oct. 1756. '1. v. N. 1. 'Tic j. 1861. I. 217. — Opgave van dit kontrakt. v. Bees, Bandjerm. Krijg. I. Arnh. 1865. 6. 12201. Bijzonderheden nopens het kontrakt met Bandjermasin van 1756. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. IV. N. S. I. 1855. 84. 12202. Inhoud van de Akte van onderwerping van Bandjermasin aan de O. I. Comp. in 1756. T. v. N. 1. 23e j. 1861. 1. 217. — Bijzonderheden nopens deze Akte. Aid. 218. 12203. Bcrigt, dd. Batavia Junij 1781, nopens het aüoopen van de Pantjalang «Ternatenquot;, en het vermoorden van liet scheepsvolk te Bandjermasin, door den Mantri Kiay Narring Buza. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 12!-9. Maande I. Ned. Mercurius, LUI. 1782. 41. 12204. Zakelijke inhoud cn bijzonderheden van het kontrakt, dd. 13 Aug 1787, met Bandjermasin. Feth, Borne 's W. Afd. I. Z. B. 1851. Inleiding XL1II. Uermes 3e j. 1828. Nquot;. 13, bl. 25. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Tijds, Ind. T. L. ^ kunde. IV. N. S. 1. Ib55. 81, JOL Opgave der punten van deze overeenkomst. Hermes. 3e j. 1828. N0. 13, bl. 25. 7'. k. A^ i. 23c j. 1861. 1. 222. — Opgave van eenc ampliatie. Anno 1789, van deze overeenkomst. Aid. — Bijzonderheden nopens deze ampliatie. Uermes, Aid. 122;i5. Inhoud van een kontrakt. Anno 1797, met Bandjermasin. 7'. v. N. F. 23e j. 1861. I. 223. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Aid. 224. Hermes. 3e j. 18i8. N». 13, bl. 26. 12206. Bijzonderheden nopens hot kontrakt, dd. 1 Oct. 1812, met het Engelsch U. |
Gouvernement en den Sultan van Bandjermasin. Veth, Borneo's If. Afd. Z. B. I. 1854. Inleiding LV1I. Uermes 3c j. 1828. No. 13, bl. 27. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. IV, N. S. I. 1855. 84, 101. — Inhoud van dit kontrakt. T. v. i\. I. 23c j. 1861. 1.226. 12207. Bijzonderheden nopens .het kontrakt, dd. 1 Jau. 1817, met Bandjermasin. Veth, Borneo's IV. Ajd. Z. B. I. 1854. Inleiding LVlIl. Hermos. 3o j. 1828. No. 13, bl. 28. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. 1V.N. S. I. 1855, 85. v. Rees, Bandjerm. Krijg. I. Arnh. 1865. 9. — Inhoud van dit kontrakt. T. v. N. 1. 23e j. 1861. 1. 228 — Opgave van de elucidatie van 3 Jan. 1817 op dit kontrakt. T. v. N. I. 23e j. 1861. I. 228. Opgave van de punten der alteratie on ampliatie, dd. 13 September 1823, op dit kontrakt. Aid. 229. — Inhoud der ampliatie Aid. 4e j. Bat. 1842. 1 d. 180. — Bijzonderheden nopens de alteratie cn ampliatie. Veth, Borneo's IV. Afd. Z. B I. Is54. Inleiding LIX. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. IV. N. S. I. 1855. 85. 12208. Rapport, dd. 6 Maart 1817, van den Komm. J. van Bocckholtz, betreffende de oprichting en toestand van het Engelsch etablissement van A. Hare, cn zijne aanspraken van souvereiniteit op de in der tijd aan hem afgestane landen in Bandjermasiuj alsmede van het daarop genomen besluit door Kommissarisscn Gene raai, dd. 31 Mei 1817. T. v. A. /. 23c j. 1861. I. 358, 363. 12209. Bijzonderheden nopens .het kontrakt, dd. 4 Mei 1820, met Sultan Adam, regerend Vorst van het rijk van Bandjermasin. Veth, Borneo's IV. Afd. I. Z. B. 1854 Inleiding LXL Tijds. Ind. T. L. V.-kunde. IV. N. S. 1, 18.15. 85. — Opgave v ;n dit kontrakt. T. v. N. I. 23e j. 1861. 1. 2ö2. — Zakelijke inhoud van dit kontrakt. v. Rees, Bandjerm. Krijg. 1. Arnh. 1805. 9, 25. Tijds. Ind. T. L. V.kunde IX. 3S.1II. IS'UJ. 99. - Opgave van de ampliatie en verklaring, dd. 18 Maart 1815 op dit kontrakt. T. v. N. I. 23e j. 1861. I. 23^. — Opgave van het kontrakt, dd. 18 Maart 1S45 met Bandjermasin. Veth, Borneo's IV. Afd. 1. L B. 18)4. Inleiding XCIV. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt Tijds. bid. T. L. V.kunde. IX. 3 S. III. 1800, 108. 12210. Notice historique du royaume de Banjennassin (Borneo) par le Lieut. T. van |
19
146 BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
Capellen. Met statistieke bijzonderheden. Meloill, Moniteur. 1846—47. 164. 12211. De rampen van Bandjermasin. Overzigt van het verhandelde over dezen opstand in de Tweede Kamer op 13 Julij 1859, onder mededeeling van eenige besehou-wingen en kontrakten, uit partikuliere brieven uit Ned. Indiö, over de gepleegde verzuimen en verrigte handelingen van het Indisch bestuur. T. v. N. 1. :21e i. 18.j9. II. 95. 12212. De opstand van Bandjermasin en het Reglement op de dienst der brandspuiten aldaar; door J. Brand, dd. Tjiripoen, Aug. 1859. Klagten over de werkeloosheid van het Gouvernement. T. v. N. 1. 21e j. 1859. II. 381. 12213. Mededeeling van den telegram, dd. Batavia 14 Jan. 1860, nopens de overrompeling van Z. M. stoomschip //de Onrustquot; in Bandjermasin. T. v. N. 1. 22e j. 1860. 1. 201. 12214. Verspijck in Bandjermasin. Lof aan den Maj. der inf. G. M. Verspijck, wegens zijne Imndelingen tegen do opstandelingen in Bandjermasin. T. v. N. I. 22e j. 1860. I. 392. 12215. Een brief over Bandjermasin, uit Batavia, over de verwarring on onzekerheid van het bestuur ten opzigte van zijne maatregelen tegen de opstandelingen. 2'. v. N. I. 22e j. 1860. II. 403. 12216. De oorzaken van den tegenwoor-digen toestand van Bandjermasin. Mededeeling uit het Bataviasehe Handelsblad van 11 Sept. 1861 No. 73 bijv., met adhaesie daaraan, van de veroordrcling door „Eene stem van Borneo's Z. amp; O.-kustquot; der militaire cn politieke gedragslijn aldaar van den Kol. A. J. Andresen en den Res. E E. Graaf van Bentheim Teklenburg Rhcda. T. v. AT. I. 23c j. 1861. 11. 322. 12217. Waarom is de gruwelijke moord te Kalangan gepleegd F door ***, dd. Bandjermasin 15 Julij 1862. Mededeeling der geruchten in Bandjermasin in omloop nopens dc oorzaak van dezen moord, d. i. de ballingschap van Pangcran 1'raboc. T. v. N. I. 24e j. 1802. II. 254. |
12218. Diplomatieke Noia, getiteld: ''Insinuatie over 't moorden der Nederlanders door die van Martapoera, aan alle Indische koningen gedaan, uitgegeven en kond gedaan, in 't kasteel Batavia, 20 April 1638.quot; Opgesteld door Phs. Lucasz. van Dijk, Ned. Betrekk. Amst. 1862. 67. 12219. Bijzonderheden nopens het kon-tract, dd. 30 Nov. 1824, met Kota-Ringin. Veth, Borneo's IT. Afd. I. Z. B. 1854. Inleiding LXI. 12220. Contrakt met Sambas, dd. 1 Oct. 1609. Begin en Voortgang, II. 1046. Reis P. W. Verhoefl'. 103. Valenlijti III. St. II. 245. de Jonge, Opkomst. III. 1865. 302. Hist. Verh. O. L. C. 1. 1768. 484. — Bijzonderheden over de wijze, waarop het kon-trakt is tot stand gekomen, van Dijk, Ned. Betrekk. Amst. 1862. 137. — Inhoud van dit verbond. Ind. Bij. I. 1843. 208. — Opgave van dit kontrakt. P'eth, Borneo's W. Afd. Z. B. I. 1854. Inleiding XXXVII. — Zakelijke inhoud van dit kontrakt, dd. 1 October 1609. Aid. 207. 12221. Brief, dd. 4 Maart 1S17 van Mochamad Ali Sapiedcn, Vorst van Sambas, aan den Res. van Samarang, H. A. Parvé, inhoudende zijn verzoek om onder dc bescherming van het Nederlandsche bestuur te worden opgenomen. T. v. N. I. 23e j. 1861. I. 365. 12222. Bijzonderheden en zakelijke inhoud van het kontrakt op 10 Nov. 1818 door den Resident van Sambas, George Muller, gesloten met den Sultan van Sambas. Veth, Borneo's W. Afd. II. Z. B. 1856. 18. 12223. Inhoud van het kontrakt in 1819 gesloten met den Sultan van Sambas. T. v. N. I. 3c j. Batavia 1840. 2 d. 517. — Zakelijke inhoud van elk der artikelen, van het kontrakt, dd. 3 Eebr. 1819, met Sambas. Veth, Borneo's IV. Afd. II. Z. B. 1856.53. 12224. Opgaaf van het kontrakt met Sambas, dd. 25 Sept. 1819. T. v. N. 1. 15e j. 1853. I. 180. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Veth, Borneo's IV. Afd. II. Z. B, 1856. 74. 1222,). Zakelijke inhoud van elk der artikelen van de Publicatie, dd. 22 Sept. 1822, tot regeling, deels van de onderlinge betrekkingen der Chinezen in het rijk van |
147
Sambas, deels vau hunne verhouding tot het Gouvernement; — en op 27 Oct. bckraeli-tigd, met vergelijking der artikelen, zoo als deze zijn medegedeeld in T. v. N. 1. 15e j. 1853. I. 177. yeth, Borneo's IV. Aid. 11. Z. B. 1850. 126. — Tekst van deze Proclamatie. T. v. N. I. 15e j 1853. I. 177. 12226. Inhoud van het kontrakt in 1823 gesloten met Sambas. T. v. N. I. 4e j. Batavia 1842. 1 d. 178. — Opgaaf van de Ampliatie, dd. 11 Mei 1823, op het kontrakt met Sambas van 25 Sept. 1819. T. v. N. /. 15e j. 1853. 1. 18U. — Zakelijke iuhoud van elk der artikelen, Vcth, Borneo's IV. Afd. II. Z. B. 1856. 200. 12227. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 29 Nov. 1828, mot Sarabas, henevens zakelijke inhoud van elk der artikelen. Veth, Borneo's IC. Afd. II. Z. B. 18j6. 440, 471. — Idem nopeus dat van 4 Mei 1831, Veth, Borneo's W. Afd. 11, Z. B. 1850. 484. 12228. Bijdragen tot de kennis van Borneo. I. Ue verhouding in welke het Gouvernement staat tot de Chinezen en Dajaks op de Westkust van Borneo en voornamelijk op Sambas. Tekst eener Nota in 1842 geschreven door D. J. W. C. van Lynden, ads. resident van Pontianak, bevattende een geschiedkundig overzigt van deze verhouding sedert 1818. II. De hervorming van den maatsehappelijken toestand ter Westkust van Borneo. Tekst der Nota, dd. 25 Aug. 1848 van den Adst. Ros. van Sambas, T. A. O. van Kervel, ter aautooning van het hoofdzakelijke en doelmatige eener uitbreiding en meerder bevestiging van 's Gouvt. gezag in die afdeeling, door de onderwerping eu geregelde besturing van de aldaar gevestigde Chinezen, voorafgegaan door een geschiedkundig overzigt hunner vestiging en van onze verhouding tegenover hen. T. c. N. I. 15e j. 1853. I. 171, 186. 12229. Tekst vau het kontrakt met Sambas, dd. 7 Nov. 184S. T. v. N. 1. 15e j. 1853. I. 198. — Opgave van dit kontrakt. Veth, Borneo's IV Ajd. I. Z. 15. 1854. Inleiding XCIV. 12230. Bijzonderheden nopens het in Nov. 1818 gesloten kontrakt van den Res. van Mampawa met de Chinezen van Mon-trado. T. v. N. /. 15e j. 1853. 1. 173. |
12231. Bijzonderheden nopens het kontrakt op 3 Dec. 1818 door den lies. van Mampawa, Prediger gesloteu met de Chinezen van Montrado. Veth, Borneo's IV. Afd. II. Z. B. 1856. 24, 26. 12232. Vertaling van de Chinesehe brieven, gedagteekend Montrado, deu 28en dag van den 9en maand, en aan den Gouv. Gen. .1. J. Bochussen medegedeeld door den lies. der W. Afd. v. Borneo, T. J. Wilier, bij brief van 5 Dec. 1850. T, v. N. I. 15e j. 1853. II. 364. 12233. Berigt nopens do inneming van Montrado, en belofte van aanwijzing van de Ie nemen maatregelen nopens de Chinezen. T. v. N. I. iOe j. 1854. II. 219. 12234. Inhoud van het kontrakt met Mampawa 20 Junij 1787. 'L\ v. N. I. 1850. II. 163, 179, 183. Ree. o. d. Ree. XXIV. 1831. Meng. 16. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Veth, Borneo's IV, Afd. I. Z. B. 1854. 277, 299. 12235. Bijzonderheden nopens do acte van investituur, dd. 20 Junij 1787 van den Panembahan van Mampawa. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, III. 1855. 540. — Idem nopens die, dd. Menlidoug November 1789, met medcdeeling van den zakelijken inhoud. Aid. 547. 12236. Inhoud van het kontrakt, dd. 10 Jan. 1819 gesloten met den Panembahan van Mampawa. T. v. iV. I. 3e j. Batavia 1840. 2 d. 517. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Tijds. bid. T. L. V.kunde, III. 1855. 561. — Zakelijke inhoud van elk der artikelen. Veth, Borneo's W. Afd. II. Z. B. 1856. 49, 50. 12237. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 6 Sept.. 1819 met Mampawa. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. 111. 1855. 501. Veth, Borneo's IV. Afd. II. Z. B. 1856. 73. — Zakelijke inhoud van elk der artikelen van de Ampliatie, dd. 28 üec. 1822 op dit kontrakt. Veth, Borneo's IV. Afd. II. Z. B. 1850. lil. — Inhoud van dit kontrakt. T. v. iV, 1. 4e j. Batavia 1842. 1 d. 178. 12238. Bijzonderheden nopens de akte van afstand, dd. 26 Maart 1778 van Lan-dak en Soekadana aan de O. I. Conip. door den Sultan en de Rijksgrooten van Bantam. |
19*
1 48 BETREKKINGEN MET OOSTERSCME VORSTEN EN VOLKEN.
Ind. Bij. I. 1843. 211. — Bijzonderheden nopens de nitvoering van deze akte. Aid. 347. 12239. Inhoud van het kontrak! dd. 30 Nov. 1822 gesloten met Landak. T. v. N. I. de j.. Batavia 1842. Ie d. 178, — Zakelijke inhoud van elk der artikelen van dit kontrakt. ^eth, Borneo's IV. Afd. II. L. B. 1856. 136. 12240. Overeenkomst rakende de diamanten goud-mijnen met den Vorst van Landakh gesloten, den 20 Junij 1823, door de ads. res. voor de boven- en binnenlanden der Westkust van Borneo, D. J. van den üun-gen Gronovius. Medegedeeld door J. J. Peeters, Tijds. Nijv. A. I. VII. N. S. II. 1861. 422. — Bijzonderheden nopens deze overeenkomst. Veth, Borneo's W. Afd. I, Z. B. 1854. 74; 11. 1856, 440, 495. 12241. Zakelijke inhoud der voorwaaiden van onderwerping, dd. 24 Aug. 1824, van de Chinezen van Mandor aan het Gouvernement. Veth, Borneo's IV. Afd. II. Z. B. 1856. 121. — Tekst der voorwaarden, T. v. JV. I. 1853. I. 176, 12242. Bijzonderheden nopens de acte, dd. 26 Maart 1778, van afstand van Ponti-anak aan de Ned, ü. I. Comp. door den Sultan van Bantam. Tijds, Ind. T. L. V.-kunde, III. 1855. 528. 12243. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 5 Julij 1779, met Pontianak en Sesango (Sangouw). Ind. Bij. I. 1843. 214. — Inhoud van dit kontrakt T. v. N. /, 1850 II. 163, 173, 179, 1S3j 18j3. II. 282. Reu. o. d. Ree. XXIV. 1831. Meng, 16, 21. — Zakelijke inhoud van dit kontrakt. Yelh, Borneo's IV. Afd. I. Z. B. 1854. 262. Hermes, 3e j. 18^8 N. 12 bl. 53. — Bijzonderheden nopens deze aete van investituur. Tijds. Ind. T. L. V..kunde. III. 1855, 529, 12244. Inhoud van het kontrakt op 20 Junij 1787 gesloten met Pontianak, 1\ v. N. I. 15e j. 1853. I. 175. 12245. Brief, dd. 7 Oct. 1817 van Said Sherifi' Kasiem, Sultan van Pontianak, aan den Gouv. en Komm. Gen., inhoudende zijn verzoek om onder de bescherming van het Nederlandsch bestuur te worden opgenomen. T, v. N. I. 23e j. 1861. 365. |
12546. Inhoud van het kontrakt, dd. 12 Jan. 1819 gesloten, met den Sultan van Pontianak. T. v. N. I. 3e j. Batavia 1840. 2e d, 517. — Opgave van dit kontrakt. Aid. 15e j, 1853. 11, 282. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. III. 1855, 561. — Zakelijke inhoud van elk der artikelen. Veth, Borneo's TV. Afd. II. Z. B. 1856. 37. 12247. Inhoud van het kontrakt, dd. 16 Aug. 1819, met Pontianak. T. v. N. I. 15e j, 1853. II. 2S2. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Tijds. bid. T. L. V.-kunde. III. 1855. 561. Velh, Borneo's IV. Afd. II. Z. B, 1856. 72, — Bijzonderheden nopens de alteratie en ampliatie, dd. 19 Dcc. 1822, op dit kontrakt. Aid. 139. — Opgave van dit laatste kontrakt T. v. N. I. 15e j, 1853, II. 282. 12248. Opgave van het kontrakt, dd 14 Oct. 1823, met Pontianak. T. v. N. I. 15e j. 1853. II. 282. 12^49. Opgave van het kontrakt, dd. 31 Maart 1828, met Pontianak. T. v. N. I. 15e j., 1853, II. 282. — 15 ij zonderheden nopens dit kontrakt, benevens zakelijke inhoud van elk der artikelen. Veth, Borneo's IV. Afd. II. Z. B. 1856. 440, 467. 12250. Offieieele Nota, zonder dagteeke-ning, van een ongenoemde, ter aantooning van de verhouding tot het Ned. Ind. Gouv. van den Sultan van Pontianak, naar aanleiding zijner weigering van hulpbetoon tegen de Chinezen in 1850. 2'. v. N. I. Ije j. 1853, II. 282. 12251. Proces-Verbaal van de zamen-komst op den 27 Jan, 1851, te Pontianak, van de Nedcrlandsche autoriteiten, ï. J. \\ iller, B. II. J. H. Le Bron de Vexela, 11. C, van Prehn, enz. met de afgevaardigden der oorlogvoerende Kongsies, betreffende de onderhandelingen ter beëindiging van den Ghinecschcn oorlog op Borneo, 2'. v. N. I. 15c j., 1853. II. 357. — Nota, dd. Batavia 14 Pebr. 1851, van den Gen. Maj. J. Penning Nicuwland, ter beantwoording der vraag of de Gouv. Gen. zijne sanktie kan ver-leenen op die beschikkingen. Aid. 308. — Nota, dd. Batavia. Fehruarij 1851, van den oud-Kommiss. voor Borneo, E. JFrancis, inhoudende zijne consideratie en advies nopens die vraag. Aid. 373. — Rapport, dd Batavia 21 Pebr. 1851, van de Comm., bestaande uit J. de Pay, Lid in den Raad van N. I., J. Penning Nieuwland, Gen. Maj.. en E. |
149
Francis, oud-kommiss. van Borneo enz. en den Referend. A. J. F. Jansen als secretaris, inhoudende hunne overwegingen en advies over de gevoerde onderhandelingen. Aid. 378. — Geheim besluit van den Gouv. Gen. J. J. Rochussen, dd, 27 Maart 1851 La. X. genomen op het advies van deze commissie. Aid. 403. 12252. Bijzonderheden nopens het kon-trakt, dd. 14 Sept. 1856 met Pontianak. v. Doren, Terugkomst. Amst. 18G5. 61, 84. 12253. Bijzonderheden nopens het kon-trakt, dd. 4 Junij 1823 met Koeboe. Keth, Borneo's W. Afd. 11. Z. B. 1856. 212. 12254. Bijzonderheden nopens het kon-trakt met Koeboe, dd, 7 Mei 1837. T. v. N. I. 15e j. 1853. I. 185. — Zakelijke inbond van elk der artikels van dit kontrakt. Veth. Borneo's iV. Afd. II. Z. B. 1856. 553. 12255. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 28 Mei 1841, met Koeboe. Velh, Borneo's W. Afd. II. Z. B. 1856. 589. 12256. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 12 Nov. 1822, met Tajan. Veth, Borneo's IV. Afd. II. Z. B. 1856. 135, 130 — Zakelijke inhoud van elk der artikelen van dat van 8 November 1828. Aid. 469. 12257. Zakelijke inhoud van het kontrakt, dd. 5 April 1855, met Tajan. v. Doren, Bijdr. I. 1SG0. 269; Terugkomst, Amst. 186quot;). 58, 76. 12258. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 10 Dec. 1822, met Meliouw. Veth, Borneo's IT. Afd. II. Z. B. 1856. 135, 136. 12259. Zakelijke inhoud van het kontrakt, dd. 4 April 1855, met Meliouw. v. 'Doren, Bijdr. I. 1860. 209; Terugkonist, Amst. 1865. 58, 76. 12260. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 20 Nov. J822, met Sangouw. Veth, Borneo's W. Afd. II. Z. B. 1850. 135, 136. — Idem nopens dat kontrakt van 1 Jan. 1832. Aid. 441, 491, 550. — Opgave van dat kontrakt van 3 Oct. IS'*?. Aid. 1854, Inleiding XC1V. |
12261. Zakelijke inhoud van het kontrakt, dd. 3 April 1865, met Sangouw. Borneo's W. Afd. v. Doren, Bijdr. I. 1800. 269; Terugkomst, Amst. 1805. 58, 76. 12262. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 6 Dec. 1822, met Sekadouw. Veth, Borneo's W. Afd. II. Z. B. 1856. 135, 136. — Opgave van dat van 24 Oct. 1847. Aid. I. Z. B. 1854. Inleiding XCIV. 12263. Zakelijke inhoud van het kontrakt, dd. 1 April 1855, met Sekadouw. Borneo's W. Afd. v. Doren, Bijdr. I. 1860. 269; Terugkomst, Amst. 1865. 58—76. 12264. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 2 Dec. 1822 met Sintang. Veth, Borneo's JV. Afd. II. Z. B. 1856.135—136. — Idem nopens dat van 24 Nov. 1823. Aid. 347. — Opgave van dat van 19 Nov. 1847. Aid. I. 1854. Inleiding XCIV. 12265. Zakelijke inhoud van bet kontrakt. dd. 31 Maart 1855, met Sintang. v. Doren, Bijdr. I. 1860. 269; Terugkomst, Amst. 1865. 58—76. 12266. Rapport, dd. Batavia 24 April 1855, van den Alg. Secretaris, Gouverne-ments Comm. voor de W. Afd. van Borneo, A. Prins, nopens zijn volbragte togt op de Kapoeas, en zijne maatregelen tot herstel en bevestiging van het Ned. gezag aan de Boven Kapoeas, door sluiting van kontrakten, postvatting te Sintang en eeae nieuwe administratieve verdeeling. v. Doren, Terugkomst, Amst. 1865. 50. 12267. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 10 Nov. 1823, met Silat. Veth, Borneo's IV. Afd. II. Z. B. 1856, 347. — Opgave van dat van 30 Nov. 1847. Aid. I. Z. B. 1854. Inleiding XCIV. 12268. Zakelijke inhoud van het kontrakt, dd. 28 Maart 1855, met Silat, Borneo's W. Afd. v. Doren, Bijdr. I. 1860. 269; Terugkomst, Amst. 1865. 52, 58, 76. 12269. Opgave van het kontrakt, dd. 4 Dcc. 1847 met Soewait en Djongkong. Veth, Borneo's fV. Afd. I. Z. B. J854. Inleiding XCIV. 12270. Zakelijke inhoud van het kon-tract, dd. 27 Maart 1855, met Soewait. |
150 BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
Borneo's W. Afd. v. Doren, Bijdr. I. 18110. 269; Terugkomst, Amst. 1865. 68, 70. 12271. Bijzonderheden nopens het kon-trakt, dd. 15 Nov. 1823, met Salimbouw. Velh, Borneo's W. Afd. II. Z. B. 1856.347. 12273. Opgave van het kontrakt, dd. 5 Dee. 1847/ met Salimbouw en Piassa. feth, Borneo's IF. Afd. I. Z. B. 1854. Inieidine XCIV. 12273. Zakelijke inhoud van het kontrakt, dd. 27 Maart 1855, met Salimbouw. Borneo's W. Afd. v. Doren, livjdr. I. 1860. 209; Terugkomst, Amst. 1865. 54, 58, 76. 12274. Opgave van het kontrakt, dd. 10 Dcc. 1847, met Boenoet. Veth, Borneo's W. Afd. I. Z. B. 1851. Inleiding XCIV. 12275. Zakelijke inhoud van het kontrakt, dd. 26 Maart 1855, met Boenoet. Borneo's W. Afd. v. Doren, Bijdr. I. 1860. 269j Terugkomst, Amst. 1805. 56, 58, 76. 12276. Inhoud vau het kontrakt in 1823 gesloten met Simpang. T. v. N. I. 4e j. Batavia 1842. 1 d. 178. — Zakelijke inhoud van elk der artikelen van het kontrakt, dd. 14 Junij 1823, met Simpang. Veth, Borneo's W. Afd. II. Z. li, 1850. 159, 213. 12277. Opgave van het kontrakt, dd. 15 Julij 1845, met Simpang. Veth, Borneo's W. Afd. I. Z. B. 1854. Inleiding XCIV. - Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Aid. U. Z. B. 1856. G0(i. 12278. Zakelijke inhoud van elk der artikels van het kontrakt, dd. Batavia 10 Maart 1831, met den Sultan van Kieuw-Brussel (Soekadana). Veth, Borneo's W. Afd. II. Z. B. 1850. 462. — Bijzonderheden nopens dat van 24 April 1837. Aid. 553. 12279. Opgave der voorloopige overeenkomsten, dd. 23 Nov. 1S22, met Matan en Simpang. Ini. Hij. I. 1843. 243, 281. — Inhoudsopgave van elk der artikelen. Veth, Borneo's TV. Afd. II. Z. B. 1850. 159. |
12280. Inhoud van het kontrakt in 1823 gesloten met Matan T. v. A. 7. 4e j, 1842. 1 d. 178. — Zakelijke inhoud van elk der artikelen van het kontrakt, dd. 14 Junij 1823, met Matan. Veth, Borneo's W. Afd. II. Z. B. 1836. 159,218,214. — Bijzonderheden nopens dat van 26 Mei 1837. Aid. 253. — Opgave van dat van 14 Aug. 1845. Aid. I. Z. B. 1854. Inleiding XCIV. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Aid. II. Z. B. 1856. 606. Eilandengroep van Java. 12281. Verslag der onderhandelingen tot het sluiten van het verdrag met den Keyzer van Java in 1646, op 1 Mei, doeh goedgekeurd en geteekend op 24 Sept. daaraanvolgende. Staat li. Hist. Holland. LIL 1782. 55. 12282. Berigt nopens de vrede tussehen de Nod. O. I. Comp. en de Javanen volgens brieven uit Batavia. Eur. Mercurius, LIV. 1743. II. 281. 12283. Berigt van het verblijf te 's üra-venhage in Julij 1778 van een Javaansehen Prins, neef van den thans regerenden Keyzer, en broeder van den Kroonprins van Java. Maan del. Ned. Mercurius, XLV. 1778. 14. 12284. Plan van onafhankelijkverklaring, voor het eiland Java, bekend onder den naam van »Droom.quot; Anno 1806? Bijlage van het Rapport, dd. Zwolle Uit. Pebr. 1808 van den Komm. W. C. van Braam. T. v. N. I. 1803. N. S. Ie j. TI. 20. Noot. 12285. Kopij van een' brief, geschreven te Batavia den 10 Nov. 1825, betrekkelijk tot den opstand op Java, ter aantooning dat de oorzaak is gelegen in de afschaffing der landverhuizingen in de Vorstenlanden; uit //The Oriental Heraldquot; Nquot;. 29. Vol. IX. 320. JVeegsch. 1820. 293. 12280. Rapport aan den Koning over de oorzaken van den Javaschen oorlog van 1825—1830, dd.'sHage 10 Jan. 1827, van den Min. van Mar. en Kol. C. ï. Elout. T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. II. 34. 12287. De Nederlandsche staatkunde in de Vorstenlanden na den Javaschen oorlog. Uit offleieele bronnen geput, mededeelende de inzigten der Regering, de gegeven voorschriften aan de kommissarissen voor de regeling van zaken, en de getroffen schikkingen, 1830 en 1831. T. v. N. I. 23e j. 1861. II. 65. 12288. Eerste overeenkomst door de Nederlanders in Indiii gesloten, Accoort met de Regering van Bantam, dd. 11 Oct. |
151
1596, ccn «Translaat uyt liet Porl.ugccsch,quot; alsmede een //Ander uit, deselve spraeck.quot; De Jonge, Opkomst. 11. 186'1. 372. —Opgave van dit kontrakt. Bes. Roll. 4 Sept. 1597. 2e dr. 471. 12289. Bijzonderheden nopens bet contract, dd. 2U Aug. 1603 met Bantam gesloten door den Adm, Wijbrand van Waerwijk. Ind. Bij. L 1843. 205. 12290. Brief van den Koning van Bantam aan den Koning van Engeland. Anno 1605. Hist. Beschr. Beiz. II. 1747. 33, 12291. Contraet, dd. Pcbr. 1609, met Bantam. Uit copie eontraetenboek ü. I. C. op het Rijks Archief, de Jonge, Opkomst. III. 1865. 313. 12292. Concept contract met Bantam, dd. 9 Febr. 1619. Volgens enn oud handschrift op de Algem. Secretarie tc Batavia, v. d. Chijs, Jacatra. Anist. 1800, 114.— Zakelijke inhoud. Hist. Beschr. Beiz. XII. 1755. 491. 12293. Tekst van het concept contract met Bantam, dd. 11 Maart. 1619. w. rf. 6'%«, Jacatra Amst. 1860. 217. — Toelichting dezer voorwaarden. Aid. 133. — Zakelijke inhoud. Hist. Beschr. Beiz. XII. 1755. 495. 12294. Bijzonderheden nopens het verblijf te Londen van een Ambassadeur van den Koning van Bantam. ILoll. Mercurius, XXXIII. 1682. 175. 12295. Oorlog binnen het rijk Bantam, tusschen den Ouderkoning en zijn zoon. Bes. Stat. Gen. 3 April 1683. 12290. Bijzonderheden nopens het kontrakt met Bantam in 1683 gesloten. T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. II. 282. Noot. -Ook geplaatst in S. v. Deventer Jnz. Bijdragen, I. X. B. 1865. 210. Noot- 12297. Opgave van het kontrakt, dd. 17 April 1684, met Bantam. Tyds. Ind. 1'. L. V. kunde, IV. N. S. I. 1855. 369. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Aid. VI. N. S. III. 1857. 346, en IX. 3 S. 111. 1860. 390. 12298. Inhoudsopgave vau het verdrag met den Sultan van Bantam in 1085 gesloten. Ind. Bij. I. 1813. 213. |
12299. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 15 Febr. 1686, met Bantam. Tijds. Ind. T. L. r.kunde, VI. K. S. III. 1857. 347. 12300. Opgave van het kontrakt, dd. 5 October 1687, met Bantam. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, IV. N. S. I. 1855. 369. ■— Bijzonderheden. Aid. IX. 3 S. III. 1860. 391. 12301. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 3 Maart 1691, met Bantam. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, IX. 3 S. III. 1860. 391. — Idem nopens dat van 13 Dcc. 1705. Aid. 392. — Idem nopens dat van 9 Oct. 1708. Aid. 392. 12302. Opgave van het kontrakt, dd. 18 Aug. 1731, met liantam. Tijcis, Ind. T. L. V.kunde, IV. N. S. I. 1855. 369. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Aid. IX. 3 S. 111. 1860. 392. 12303. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 9 Dee. 1733, met Bantam. Tijd». Ind. T. L. V.kunde, IX. 3 S. III. 186C. 392. 12304. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 9 Sept. 1738, met Bantam. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, IX. 3 S. III. 1860. 392. — Opgave van dat van 12 Sept. 1738 Aid. IV. N. S. I. 1855. 369. 12305. Echt verhaal van de ware oorzaken en omstandigheden van den Bautam-schen oorlog, 1748—1751. Eist. Beschr. Beiz. XX. 1765. 389. 13300. Verhaal van den opstand in Bantam en over zijne onderdrukking volgens brieven, dd. 16 Julij, 24 Sept. en 19 Dcc. 1751. Eur. Mercurius, LXIII. 1752. II, 2. 12307. Bijzonderheden nopens dc genomen maal regelen door de Hooge Indische Regering bij den dood van den koning van Bantam, en bij de proclamatie van zijn opvolger, in Julij 1777 en Aug. 1777, Maand. Ned. Mercurius, XLIV. 1778. 213; XLV. 1778. 2, 31; XLVI. 1779. 179. 12308. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 1 Sept. 1777, met Bantam. Verh. Bat. Gen. N. I. 111. 2 d. 1824. 48. |
152 BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
12309. Zakelijke inhoud van het kon-trakt, dd. 26 Maart 1778, met den Sultan van Bantam. Veth, Borneo's IP. Afd. I. Z. 13. 1854. 260. 12310. Mededeelingcn betreffende het verblijf van den Koning van Bantam te Batavia. Batavia, September en October 1789. N. Nederl. Jaarb. XVlil. 1783. 2. 1467; XIX. 1784. 1. 1175, 1176. Maandel. Ned. Mercurius, LVI. 1784. 149, 150. 12311. Bijzonderheden nopens de acte van verbindtenis, dd. 27 Nov. 1808 van den Sultan van Bantam. T. v. N. I. 3e j. Bat. 184U. 2 d. 517. 12312. Zakelijke inhoud der instruktie voor den Sultan van Bantam, dd. 27 Nov. 1808. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde. V. N. S. II. 1856, 204. 12313. Zakelijke inhoud van het Indisch besluit, dd. 22 Aug. 1810, houdende splitsing van het Bantamsche rijk en aanstelling van eenen Sultan over de Bantamsche Hoven-landen. Txjds. Ind. T. L- V.-kunde. V. N. S. II. 1866. 208. 12314. De opstand en moord van Tji-kandie-Üedik (Landheer P. J. Kamphuis) in 1845. Verhaal ontleend aan het verslag van den Resid. van Bantam, D. A. Buijn. T. v. N. I. 21e j. 1859. 1. 139. — Idem. Een tegenschrift door L. Steitz, dd. Batavia 19 Julij 1859. Beetifleatie van bovengenoemd verhaal en ter zuivering van den blaam opgelegd aan de nagedachtenis van P. J. Kamphuis, gevolgd door aanteekening van ;/De Redaktiequot; T. v. N. L 22e j. 1860. I. 156. — Toelichting van het gebeurde en van de genomen maatregelen, Rochussen, Toe-lichting. 'sHage 1853. 78. 12315. Verdediging, door den Üud-Qouv. Gen. van Ned. Indië J.J. Rochussen, van zijn bestuur, voor zooveel betreft het gebeurde, ter zake van de onlusten in het Bantamsche. Rochussen, Toelichting, 's Hage 1853, 77. 12316. Inhoudsopgave van het kontrakt met Djakatra dd. 10/13 Nov. 1610. Be Economist, le j. 1852. 262. — Kontrakt met den Radja van Djakatra, dd. 10/13 November 1610. Naar de copy en het re- |
fister der contracten der O. I. C., volgens et translaat van den onderkoopman Herbert de Jager. Mededeeling, met toelichting nopens de dagteekening.ister der contracten der O. I. C., volgens et translaat van den onderkoopman Herbert de Jager. Mededeeling, met toelichting nopens de dagteekening. de Jonge, Opkomst. 111. 1865. 352. — Ook geplaatst in v. d. Chys, Jakatra. Amst. 1860. 201. — Tekst als boven, doch volgens een oud afschrift op de algem. Secr. te Batavia berustende. Aid. 197. — Zakelijke inhoud van dit kontrakt. Lid Arch, ie j. III. 1850. 285. — Mededeeling, door L. C. D. van Dijk van bijzonderheden nopens dit kontrakt uit de Ind. resolutie dd. 28 Dec. 1610, 1 en 28 Jan. 1611. van Dijk, Zes jaren, Amst. 1858. 10. 12317. Inhoud van het verbond metJac-catra, dd. 28 Jan. 1611. T. v. N. I. 5e j. 2e d. Batavia 1843. 77. — Zakelijke inhoud van dit kontract. Hist. Ver. O. 1. C. II. 1772. 3. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde. VI. N. S. III. 1857. 310. 12318. Kontract met den Radja van Djakatra, dd. 21 Deo. 1614. Voigens een oud handschrift op de Secr. te B^tovia berustende. v. d. Chys, Jakatra. A\st. 1860. 206. — Zakelijke inhoud van dift' kontrakt. Hut. Verh. O. I. C. II. 1772. 57. Ind. Arch. 2e j. 111, 1850. 286. — Translaat uyt het Maleyts bij den onderkoopman Her-bert de Jager overgeset. v. d. Chys, Jakatra, Amst. 1860. 208. 12319. Contract gemacckt tussehen den Koninek van Jaccatra ter eenre, en Jacob Breekvelt, opperkoopman van de Logic aldaar, ter andere zijde, dd. 8 Oct. 1616. Afstand van een tuin. v. d. Chys, Jakatra, Amst. 1860. 209. 12320. Zakelijke inhoud van het kontrakt, dd. 26 Sept. 1018, van Martin Pring mot den Radja van Djakatra. Ind. Arch. 2c j. IV. 1851. 7. Tijds. Ind. T. L. F.-kunde. VI. N. S. III. 1S57. 314. 12321. Kontrakt, dd. 19 Jan. 1619, van Pieter van den Broecke met den Radja van Djakatra, volgens een oud afschrift op de Alg. Secr. te üatavia berustende, v. d. Chys, Jakatra. Amst. 18li0. 210. — Zakelijke inhoud van dit kontrakt. Ind. Arch. 2e j. IV. 1851. 15. Rist. Verh. O. I. C. II. 1772. 156. 12322. Brief vnn J. P. Coen, gedagtee-kend in het fort Jakatra den 5 Aug. 1619, waarin hij aan zijn meesters verslag doet van het beleg. v. d. Chys, Jakatra, Amst. I860. 220. |
153
11(323. Beschrijving van de eerste belegeringen van Batavia, Anno 1()28. Hist. Jieschr. lieiz. XX. 1765. 9i. — Mededee-ling door P. A. Lenpe iiierover. likt. Gen. Kron. VIII. 18j2. '209. 12324. Beschrijving van de tweede belegering van Batavia, Anno 1620. Hist. Benchr. lieiz. XX. 1765. 98. — Mcdedeeling door P. A. Loupe hierover. Hint. Gen. Kron. VIII. 1852. 269. 12325. Alles is in de stad Batavia in rust. Amsterdam Junij J7J'7. Nederl. Jaarh. I. 1747. 1. 'J'22. 12326. Bciooning van Pangeran Sjèrif llamid te Batavia, Uitreiking, op 19 Pcbr. 1853, van erne gouden eereniedaiile, wegens bewezen diensten vau staatkundigen aard. T. v. N. 1. 13e j. 1851. I. (121. 12327. De Oheribonsche vorsten; hunne veriiouding tot het Ned. Indisch Gouvernement sedert 1680, T. igt;. N. 1. 1849. Gron, 1. 430. 12328. Inhoud van het kontrakt met do vorsten van Cheribon, dd. 7 Jan. 16hl. T. v. A. /, 1849. Gron. 1. 430. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt, Tijds. hid. '1'. L. V,kunde, IV. N. S. 1. 338; IX. 3. S. 111. 1860. 338. 12329. Inhoud vau het vriendschapsverbond, dd. 8 Sept. 1088, tusschon de vorsten van Cheribon onderling gesloten, door bemiddeling van de ü. I, Comp. T. v. N. I. 18 i9. Gron. 1, 430. — Idem vau dat van 1699. Aid. 431. — Zie ook Tijds. Ind. T. L. V.kunde, IX. 3, S. III, 1860. 338. — Idem van dat van 17 Pebr, 1708, T. v.N. 1.1849. Gron, 1. 432. — Zie ook Tijds. hid. T. L. V.kunde, IX, 3 S 111. 1860. 339. 12330. Zakelijke inhoud van hel kontrakt, dd, 7 Jan. 1752, met Cheribon, Tijds. Ind. T. L. V.kunde, IV. N. S. 1. 1855.337,347. 12331. Inhoud van het kontrakt, dd, 18 Jan. 1752, tusschon do vorsten van Cheribon onderling gesloten, door bomiddeling van de ü. 1, Comp, T. v. N. 1.1849, Gron, 1 d. 432. — Zie ook Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IX. 3 S, 111. 1860, 3ü9. |
12332, Bijzonderheden nopens hot kontrakt, dd. 1 Nov. 1799, mot Cheribon. Tijds. Ind. T. L. r.kunde, IV. N. S. I. 18R5. 348. 12333, Kontrakt mot de beide Sultans Kasoepoean en Anom van Cheribon, dd. 1 Sopt. 1S06. Ind. Arch. 2o j. Ill, 1850. 240. — Zakelijke inhoud van dit kontrakt. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, IV. N. S. I. 1855. 346; V. N. S. 11. 1856. 212. — Roctilicatie van den aanhef van dit kontrakt. T. v. N. I. 1849. Gron. 1 d. 431. Noot. — Inhoud van dit kontrakt, zooals die wordt medegedeeld door P. BI00^1-, uit hot rapport, dd. Zwolle uit. Pobr. 1808, van W. C. van Braam. T. v. N. I, 1863. N, S, le j. II, 150, 12334, Rapport over de onlusten te Cheribon in 1806, ingediend door N. Engelhard, Gouv, van Java's 0,-kust, dd. Cheribon 2U Sopt, 1806. Ind. Arch. 2o i. III. 1850. 79, 159, 234, 319. 12335, Do Cheribonseho onlusten in 1806. Verhaal der oorzaken 011 demping van dezen opstand, zijnde een gedeelte van don zake-lijkon inhoud medegedeeld door P. BI e e k o r van hot rapport, dd. Zwolle uit. Pebr. 1808, van W, C. van Braam. T. v. N. I. 1863. N. S. le j, II. 118. 12336, Mododeeling door S. vau Deventer J, Sz. van bijzonderheden nopens do onlusten in de ros. Cheribon in 1830 door Sangrog, ook genaamd l'gt;agoes Bongso, hot onderzoek deswege ingesteld, en do voorloopige beschikking dien ton gevolge. T. v. N. I. 1865. N. S, 3e j, 1, lt;141. — Idem van de resolutie van den Gouv, Gen. in Rade van den 26 Julij 1831 Nquot;. 24, inhoudende do resultaten van hot nader gehouden onderzoek on de eindbeslissing in deze. Aid. II. 128, 135. Noot. 12337._ Missive van don tommagon van Tegael (ïagal) aen d'heer generael, Anno 1636. Medegedeeld door P. A. ! eupe. Betreft de gezindheid tot bevordering van den vrede. Eist. Gen. Kron. IX. 1853. 300. 1233S. Uittreksel uit do dagelijkse':■ aan-toekeniug, gehouden bij den ondorkuupman, en geheimschrijver des gezantsehaps, Daniel Cartje in Carta Soera, over de voorgevallene |
20
154 BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
moort van den E. Heer Francois Tak, gezant bij den Soesoehoenan. Valentijn, IV. St. I. 126. — Aanteekening, gehouden hoe liet sehelmstuk tusschen don Soesoehoenan, en den schelmzen Rang» Casoema, zijn eersten dienaar van staat, is aangelegt, om de E. Heer Eranyois Tak, Gezant, en den E. Heer Jeremias van Vliet, zijn tweede, den hals tc breken, dat ons door den Hoold-lialier Wang-Sanata is bekend gemaakt. Aid. 128. — Het bericht van den Tolk, die de zaak van den Heer Tak's optogt behandelt, en bijgewoont heelt. Aid. 13 i. 123Igt;9. Dc Batavische overzetting van des Soesoehoenan'» brief, aan den Keizer van Maningcabo. l'alentijn, IV. St. I. 143. 12340, Tagalsehe //overzetting van ecu brief doo- den Soesoehoenan Amangkoerat Sinapati Ingalaga aan den Sultan van Maningcabo geschreven, thans zijnde op Billi-ton. volgens 't zeggen van den gezant Ney Dienwa, alias Lang Lang Pasir nu genaamd.'' Valentijn, IV. St. I. 144. 12341. Gezantschap naar den koning van Mdtarain in 1032. Medegedeeld door J. A. Grothc, naar een hs. uit dien tijd, 2 April 1632—,642. Eist. Gen. Kr on. XII. 1856.92. 1 3 ,2. Inhoud van de overeenkomst, dd. 21 Sept. 1646 met den Soesoehoenan van Mataram. S. C. Nederburyh, Verhandeling. 's Hage 1802. 160. Overgenomen in T. v. N. I. IBe j. 1856. II. 10, Valentijn,IV. St. I. 9i). Hist. / erh. O. I. 1. 1768. fc6. 12343. Zakelijke inhoud van het kon-trakt, dd. 28 Eebr. 1677, met den Soesoe-lioenan van Mataram. Luzac, Holt. Rijkd. II. 1781. 88. — Inhoud van dit verdrag te Djapara geteekend. T. v. N. I. 1849. 2 d. 215. lt;S'. C. Nedcrivrgh, Verhandeling, 's Hage !802. 161. — Overgenomen in T.v. N. J. 18e j, 1855. 11. 41.— Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Tijds. hui. T. L. V.-kunde. VI. N. S. III. 1857. 376; IX. 3 S. UI. 1860. 262, 418, 294 enz. 12344. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 19 en 20 Oct, 167'/ niet denSoe-sochoenang op Java. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde. III. 1855. 115, 117, 226. — Inhoud van deze Akte .obligatoir. S. C. Nederburyh, Verhandeling, 's Hage ISO,'. 162. — Overgenomen in liet T v. N. I. 18e j. 1856. II. 41. — Bijzondetheden nopens dit kontrakt. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. VI. N. S. III. 18i7. 346; IX, 3 S. III. 1863. 263, 294, enz. |
12345. Kontrakt, dd. 15 Jan. 1678, met den Soesoehoenan van Mataram. Inhoud. S. C. Nederburgh, Verhandeling, 's Hage 1802. 163, 1G5. — Overgenomen in het T. v. N. I. ISe j, 1856. II. 41, 42. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Tijds. Ind. T. I. V.kunde. VI. N. S. III. 1857. 346; IX. 3 S III. 1860. 263, 264, 299 enz. 12346. Inhoud van het kontrakt, dd. 5 Oct. 1704 met den Soesoehoenan van Mataram. T. v. N. I. 20e i. 1858. II. 9. 12347. Inhoud van het kontrakt, dd. 5 Oct. 1705, met den Soesoehoenan van Mataram, S. C, Nederburgh, Verhandeling. 's Hage 1SU2. 164, 168 — Overgenomen in het T. u. N. I. 18e j. 1850. II. 42, 44. — Inhoudsopgave van dit kontrakt met den Soesoehoenan Pakoe Bocwono I. Ind. Arch. Ie j. 1. 1849. 272. — Inhoud van het kontrakt, dd. 5 Oct. 1705, met den vorst van Mataram gesloten. T. v. N. 1. 1819. Gron. 1 d. 431. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. IX. 3 S. III. 1860. 263, 264, 339, 418, 285,300. enz. 12348. Inhoud van de Akte van limietscheiding, dd. 12 Julij 1706, met den Soesoehoenan van Mataram. S. C. Nederburgh, Verhandeling, 's Hage 1802. 104. — Overgenomen in T. v. N. I. ISe j, 1856. II. 42. 12349. Byzonderheden nopens het kontrakt, dd. Maart 1709, met Mataram. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. IX. 3 S. III. I860 263. 12350. Bijzonderheden nopens liet kontrakt, dd. 25 Eebr. 1733, met Mataram. Tijdi. Ind. T. L. V.kunde. IX. 3 S. Ill 1860. 26.5, 264. 12351. Inhoud van het kontrakt, dd. 8 Nov. 1733, met den Soesoehoenan van Mataram. amp; C. Nederburyh, Verhandeling, 's Hage 1802. 166. — Overgenomen in T. v. N. /. 18e j. 1856.11. 43. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. IX. 3 S. III. 1860. 263. 419, 2fi5. 12352. Bijzondorheden nopens het kontrakt, dd. Nov 1711, met Mataram. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. IV. N. S. I. 1865. |
155
361; IX. 3 S. III. 1860. 263, 265, 271. -Inhoud dor Artikelen van deze reeoneiliat-ie, vrede, vriend- en bondgenoot,schap. S. C. Nedtrburgh, Verhandeling, 's 11 age 1802, 167. — Overgenomen in bet T. v. N. I. ISe j. 1850. 11. 43. — Inhoudsopgave van dit kontrakt. Ind. Arch. Ie j. 1. 1849. 272. 'lijds. Ind. T. h. F.kunde, IV. N. S. I. 1855. 371. — Tekst van bet vredestraktaat, gesloten den lln vau Slagtmaand 1743, tussohen de Nederlandsebe O. 1 C. en den Soesoeboenan of Keizer van bet Mataram-sebe Rijk op Java. Lauis, Geschiedenis M. I. III. 1857, Bijlage I. Bijdr. T. L. V.kunde N. I. I. 1853. 2CJ2. - Inboud van dit kou-trakt. 2'. v. iV. I. 20e j. 1858 II. 22. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt, dd. 18 Mei 1746 mot Mataram, dienende tot am-pliatie van dat van 11 Nov. 1743. Tijds. Ind. T. I. V.kunde. IX. 3. S. III. 1800. 419, 205, 305, enz. — Tekst. liijdr. Ind. T. L. VJcunde. I. 1853. 400. 12353. Opgave van de akte van afstand, dd. 11 December 1749, van het Malarain-sehe Rijk door Soesoeboennn Pakoe lioewono II. aan de O. 1. Comp. T. v. jV. I. Ge j. Batavia 1844. 3 d. 124. — Bijzonderheden nopens dit koutrakt. Tijds, Ind. T. L V. kunde. IX.. 3 S. 111. 1800. 203, 265, — Bijzonderheden nopens de akte van afstand en overgave van het Mataramsohe Rijk door den Soesoeboenan'Pakoe-Boowono II ten behoeve van de doorl. O. 1. C. verleend, bij de overgaaf van het voorsz rijk aan den Javasehen Gouv. en Dir. Joan Andries van Hohendorff, dd. Soeraearta ll Deo. 1749. T. v. N. I, 1804. N. S. 2e j. II. 30, 3(1. 12354. Brief en nederige groeten van Manko-Boemi Ngapdool Ngabie van Mataram, aan 'L, H. den Sultan Sepoe aldus bindende, dd. 23 Oct. 1820. Uit het Ma-leisch. Oosterling, 11. 1836. 2 ged. 160. 12355. Akte van verband, gepasseerd door Z. 11. den Soesoeboenan Pakoe lioewono Scnopati Ingalogo Abdur Raehman Sayidin Panotogomo de Vile, te Socrakarta-adiningrat, op 14 Junij 18B0. Nakuys, üffi-cietle rapporten I. Dev. Jb35, 199. 12356. Inhoud van het traktaat van reconciliatie, vrede, vriend- en boudgenoot-schap met den Sultan Hamangkoe Boewono, Djokjokarta, dd. 13 Pebr. 1755. S. C. A'e-derburgh, Verhandeling, 'sHage 1802.109. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Nahuys, |
Offiei-'ele rapporten, I, Dev. 1835. 113. — Tekst van dit traktaat. Lauts, Geschiedenis N. I. 111. 18j7. Bijlage 11. — Opmerkingen door J. llageman JCz., nopens dit traktaat. Tijds. Ind. T. L. i'.kunde. IV. N. S. 1 1805. 378; V. N. S II. 1850. 275. 12357. Verklaringen, voorkomende in de acte van verband, gepasseerd op den 2 April 17921 door Sultan Hamangkoe Boewono II, later Sultan Sepoe, Djokjokarta; en in art. 20 van het op denzelfdcn datum gepasseerde kontract Medegedeeld door J. 1. van Sevenboven. T. v. N. I. Ie j. 2 d. Batavia 1838. 127, 128. — BijzoEelerheden nopens dit kontrakt. Nahuys, Officieele rapporten. I. Dev. 18,ij. 113. Tijds. Ind T. L, V.kunde. IV. N. S. 1. 1855. 377. 12358. Tcekeniug der acte obligatoir en dor kontracten op 2 April 1703, te Djokjokarta, door Sultan Hamangkoe Boewono de Tweede. N. Nederl. Jaari. XXVIII. 1793. 2. 1210. 12359. Opgave der staatkundige bedoelingen van li. W. Dacndels met, zijn bezoek aan don Sultan van Djokjokarta in Dec. 1810. T. v, y. I. (ie j. Batavia ISil. 3 d. 270. 12300. Bijzonderheden nopens do akte van afstand, gepasseerd door den Sultan Hamangkoe Boewono II, van Djokjokarta, op den 31 Dcc. 1810. Tijds. Ltd. T. L. V.kunde. V. N. S. II. 1850. 272. 12361. Brief van den Gouv. Gen. H. W. Daendels. dd. Djokjokarta, 2 Jan. 1811, aan den Sultan en den Kroonprins, inhoudende de voorwaarden en regeling'van den overgang des bestuurs over Djokjokarta van Sultan Hamangkoe Boewono 11 op den kroonprins als regent. T. v. N. I. 6e j. Batavia 1814. 3o d. 272. — Inboud van bun antwoord, dd. 4 Jan. 1811. Aid. 274. •— Tekst van dit antwoord. Zie 11. Jf. Daendels, Slaat der Ned. O. I. Bezitt. Bijlagen He stuk, 's Hage 1814. Additioneele stukken, No. 25. ■ Opgave der publicatie op dien dag aan de bevolking hiervan. T, v. N. I. 6e j. Batavia 1844. 3e d. 274. 12302. Inhoud van het kontract, dd. 10 Jan. JS11, met den Prins Regent van Djokjokarta gesloten. T. v. N. /. 0e j. Batavia 1844. 3e d. 275. - Tekst van bet kontract. Zie II. W. Daendels, Staat der Ned. |
20*
J 56 BETREKKINUEN MET OOSTERSGHE VORSTEN EN VOLKEN.
O. I. Bezitt. Bijlagen He stuk's Hage 1814. Additionele stukken. No. 28. — Zakelijke inhoud van dit. kontrakt. Tijds. Ind. T. L, V.kunde. V. N. S. 11. 185G. 277. —Bijzonderheden daarvan. Aid. VI. N. S. III. 1S57. '121. 12303. Inlioud van het protest van J. Orawl'urd, dd. 15 Nov. 1811, bij den Sultan en den Prinsregent van DJokjokarta, tegen al het geen, sedert de overgave van Java aan de Engelschen, in het rijk was voorgevallen. T. v. N. I. Ge j. Batavia 184-t. 4 d. 28. 123G4. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 28 Dcc. 1811, met Djokjokarta. Tijds. Ind. T. L. l'.kunde. VI. N. S. 111. 1867. 419. Levyssohn Norman, Br. Heersch. 'sHage 1857. 70. 12365. Opgave van de bepalingen, opgenomen in het kontrakt met Djokjokarta, dd. 1 Aug. 1812. T. v. N. ƒ. 6ej. Batavia 1844. 4 d. 41. — Traktaat door de Engelsclien op 1 Aug. 1812 met Sultan Hamangkoe Boewono III, van Djokjokarta, gesloten. Nahuys, Uf-Jicieele rappoiten. 1. Dev. 1835. 124. — Mededeeling met toelichting door J. 11 age-ma n JGz. van den zakelijken inhoud. Tijds. Ind. I. L. y.kunde. VI. N. S. 111. 1857. 428. 12366. Inhoud van hot kontrakt met den Pangeran Adipattie PakocAlam,dd.Djokjokarta I Maart 1813. T. v. N. 1. Ge j. Batavia 1844. 4 d. 44. Tijds. Lid. T. L. f.kunde. VI. N. S. 111. 1857. 429. 123C7. Inhoud van de proelamatien, dd. 9 Nov. 1814, van den Uaad van den Sultan van Djokjokarta Hamangkoe Boewono 111, en van de benoeming van Bultan Hamangkoe Boewono IV. T. v. N. /. 6e j. Batavia 1844. 4 d. 47. 12368. Geheime resolutie dd. 14 Dee. 1822 No. 1, vaststellende do bepalingen betreffende de uitoefening der voogdij over den minderjarigen sultan van Djokjokarta Hamangkoe Boewono V. T.v.N.1. 13ej.l851. 11. 78. — Upgave dor proelamatie, dd. 10 Dee. 1822, van den dood van den Sultan, Hamankoe Boewono IV, en benoeming van zijn opvolger Hamankoe Boewono V. T. v. N. I. 4e j. Batavia 1842. Ie d. 2Ü7. 12369. Tekst van het traktaat, dd. 17 |
Aug. 18,'6, met Djokjokarta. .Va/iuj/s, Offi-cieele rapporten. 1. Dev. 1835. 114. 12370. Opgave van het kontrakt met. Djokjokarta, dd. 3 Nov. 1830. T. v. N. I. 1850. II. 3. 12371. Inhoud van het traktaat van 11 Nov. 1743 met Soerakarta en Djokjokarta. T. v. N. L 1849. 2e d. 182. 12372. Opgave van de akte van afstand van Soerakarta en Djokjokarta, dd. 11 Dee. 174,). T v. N. 1. 1849. 2e d. 221. — Bijzonderheden nopens deze akte: Tijds. Ind. T. L. t'.kunde, IV. N. S. I. 1855. 377. 12373. Bijzonderheden nopens de traktaten in 1812 onder de Britsche Regering met- de vorsten van Soerakarta en Djokjokarta gesloten. T. v. N. I. 3e j. Batavia 1840. 2e d. 283. 12374 Aanrcekeningen, betrekkelijk de plegtige bijeenkomst, tussehen heeren Commissarissen ter regeling der vorstenlanden J. 1. van Sevenhoven en 11. G. Nahuys, en de Rijksgrooten vau Soerakarta en Djokjokarta, te K latten gehouden op 25, 26 en 27 Sept. 1830, waarbij de algemeene grensscheiding tussehen de beide Rijken is tot stand gebragt. Nahuys, OJfwieele rapporten, 1 Dev. 1835. 206. — Tekst der akte van overeenkomst, dd. 27 Sept. 1830, met Soerakarta en Djokjokarta. Aid. 215. — Opgave van dit kontrakt. T. v. N. L. 1850. II. 2. 12375. Bijzonderheden nopens het, kontrakt, dd. 29 Sept. 1788, met Soerakarta. Tijd». Ind. T. L. y.kunde, IV. N. S. I. 1855. 377. 12376. Inhoud van het kontract met Soerakarta, dd. 6 Jan. 1811. T. v. N. I. 6e j. Batavia 1844. 3c dr. 274. — Tekst van het kontract. II. W. üaendels, Staat der N. O. I. Be:Ut. Bijlagen. 11e stuk. 's Hage 1814. Additionele stukken. No. 27. — Zakelijke inhoud van dit kontrakt. Tijds. Ind. T. L. r.kunde, V. N. S. TI. 1856. 270. 12377. Opgave van het kontract met Soerakarta, dd. 23 Dee. 1811. T. v. N. I. 6e j. Batavia 1844, 4e d. 32. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt.. Tijds. Ind. T. L. r.kunde, VI. N. S. 111, 1857. 417, |
157
419. — Tekst van elk dor bepalingen daarin opgenomen. Levymthn Norman, Br. lieersch, 's Hage 1857. lt;)7. 1237^. Inhoud van het kontract met Soerakarta, dd. 1 Aug. 1812. ï'. v. N. I. 6e j. Hatav. 1841. 4e d. 45. Tijds. hid. T. L. kunde, VI. N. S. III. ISB-1. 431. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Nohuys, Oj/ioieele rajp rlen, I. Ucv. 1835. 207. — Mededoeling met toelichting door U. Levyssohn Nor man van den zake-lijken inhoud van dit kontrakt. Levyssohn Normun, Br. ITeersuh. 's Hage lb57. 72. 12.179. Opgave der proclamatie, dd. 15 Sept. 1823, van de benoeming van een nieuwen Soesoehoenan van Soerakarta, l'ako Boewoiio VI. 1. v. N. 1. 4e j. Jiatavia le d. 210. — Bijzonderheden nopens de akte van verband met Soerakarta, dd. IC Sept. 1823. Aid. 210. 12380. Tekst der akte van overeenkomst, dd. 22 Juiüj 183U met Soerakarta. Nahitys, Officieele ruppurten, 1. Dev. 1835. 1'J2. — Levyssohn Norman, lir. Hcersch. 'sHage 1857. 72. — Inhoud van deze akte en bij-zouderlicdcn nopens de sluiting. T. v. jV. l. 20 j. J 858. II. 05. 12381. Mededoeling door E. Netscher van bijzondei beden nopens de Nederland-sehe inbezitname in Nov. 1827 van de Kariraon eilanden, door den res. C. P. J. Elout. Tijds. Ind. T. L. ï'.kunde. XII 4 S. III. 1862. 37'J. 12382. Bijzonderheden nopens den volksoploop in do res. Japara in 1859. liegt N. L 9e j. XVIII. 168. 12383. Conditiën en voorwaarden waarop de Tominongong Setja en Sasra Nagara, door den Ilaad ürd. en Gommiss, over Java's Oostkust, Hugo Verijssel, op approbatie van den Gouv. ücn., en de Heeron Kaden van Ned. Indie, in het Regentschap van 's Compagnies district Soerabaya bevestigt zijn, dd. 10 Maarr. 1740. liijdr. T. L. y.kuilde N, 1. I. 1853. 350. |
12384. Bijzondorhcden uopens het kontract, dd. 11 Nov. 1743 met Madura, v. Boren, Frugm. II. 18.quot;i6. 99. 12385. Inhoudsopgave van het contract, dd. 15 Novemb. 1745, met Madura. Ind. Arch, le j. I. 1849. 273. 12380. Inhoud van hot verbandschrift, dd. 29 April 1746, van den regent van Madura. T. v. N. I. 2Ue j. 1858. II. 19. — Tekst daarvan, liijdr. Ind. 1'. L. V.kunde, I. 1853. 372. 12387 Relation de la manière dont les Holliindais se sont empares de 1'Ile do Ma-dure, proche Java. Traduit du ,Öt. James Evening Post.quot; Mcdedeeling met toelichting eu verzoek om refutatie. Pol. Hollandais, V. 1783. 157. 1238S. Opgave der verpligtingcn van den Regent van Madura, volgens het met hem gesloten contract, dd. 28 Oct. 1803. hid. Arch, le j. I. 1849. 275. I2i89. Opgave van het contract in 1817 gesloten met don regent van Madura voor de levering van manschappen, ten dienste van het Indische leger, banssans. Ind. Arch. le j. I. 1849. 276. 12390. Opgave van bet kontrakt, dd. 17 Aug. 1831, met Madura omtrent de oprigting en onderhouding der barissans. Ind. Arch, le j. I. 1849. 277. Ii391. Opgave dor bepalingen in het contract, dd. Ü Oct. Ii47 met den Panum-bohan van Madura. Ind. Arch, le j. I. 1849. 278. — Inhoud dezer akte. T. v. N. I. 2e j. 1858. II. 22. 12392. Geschiedkundig overzigtder staatkundige verhouding dor vorsten van Madura tot elkander en tot de Indische Regeering sedert 1680; door P. Bleeker, dd. Willem I, Jan. 1849. Ind. Arch, le j. I. 1849. 271. 12393. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. U April 1705, met den regent van Soemanap en Pamakassan op Madura. T. v. N. I. 2ue j. 1858. II, 9, 10. 12394. Tekst van bet kontrakt, dd. 28 April 1746, met den regent van Pamakassan, op Madura. Liijdr. Lnd. T. h. F.kunde. I. 1853. |
158 BETEEKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
12395. Opgave der vcrpligtingcn van den regent van Pamakassan, volgens liet kon-trakt niet hem gesloten op 14 Oot. 1803. Ind. Arch. Ie j. 1849. 275. — Idem, volgens dat vau iü Nov. 18 Ji. Aid. 275. 1239G. Opgave van liet kontrakt, dd. 27 Aug. 1831 met Pamakassan, omtrent de op-rigting en onderhouding der barissans. Ind. Arch. Ie j. 1. 181.9. 277. 12397. Inhoud van het kontrakt, dd. 28 April 174G, met den regent van Soemanap op Madura. T. v. N. I. 2üe j. 1868. 11. 11. — Tekst. Bijdr. hid. T. L. kunde. I. 1853. 375. 12398. Opgave van het kontrakt, dd. 30 April 1751, met den regent van Soemanap op Madura. T. v. N. I. 20e j. 1858. II. 11. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Zie Hand. Ind. Gen. II. 1855. 195. 12399. Opgave der verpligtingen van den regent van Soemanap, volgens het kontrakt met hem gesloten op 17 Oet. 1803. Jnd. Arch. Ie j. I. 1849. 275. — Idem, volgens dat van 10 Nov. 1803. Aid. 275. 12400. Opgave van het kontrakt, dd. 4 Oct. 1817 gesloten met den regent van Soemanap voor de levering van manschappen, ten dienste van het Indische leger, banssans. Ind. Arch. Ie j. I. 1849. 276. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Hand. Ind. Oen, II. 1855. 196. 12401. Opgave van het kontrakt, dd. 30 Aug. 1831 met Soemanap, omtrent de op-rigting en onderhouding der barissans. Ind. Arch. Ie j. I. 1849. 277. 12402. Zakelijke inhoud van het kontrakt, dd. 6 Dec. 1841, met Klongkong, als Keizer van Bali en Lombok. Lauts, Balie. Amst. 1848. 182. 12403. Bijzonderheden nopens het kontrakt met Klongkong, dd. 24 Mei 1843, hams, Bali. Amst. 1848, 182. 12404. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 7 Junij 1843, met Selaparang, Lombok. Lauts, Bali. Amst. 1848. 182. 12405. Regeling der betrekkingen van de |
N. I. Regeling met de eilanden van Bali en Lombok, Salaparang. Bijzonderheden nopens de kontrakten in 1843 gesloten. (Uit de Ned. Staatscour. 13 Julij 1844). Bijdr. N. Kr. Kol. 1844. 340. 12406. Bijzonderheden nopens de nadere overeenkomst, dd. 13 Julij 1849, met Klongkong, als Soesoehoenan van Bali en Lombok. Booms, Bali. Breda 1850. 99. 12407. Nieuwe verwikkelingen met Bali en Lombok. Modedeeling van de geruchten hierover; met veroordeehng van de regeling vau zaken op Bali, volgens de inlichtingen gegeven door den Min. van kol. C. K Pahud. T. v. N. I. 16e j. 1854. I. 151. 12408. Brief en verklaring van den Koning van Bali aan Z. Exc. Maurits van Nassau, dd. 7 Julij 1601. de Jonge, Opkomst. II. 1864. 475. 12409. Het gezantschap naar Bali onder den G. G. Hendrik Brouwer in 1633. Bevat ook bijzonderheden nopens de gelijktijdige zending van don predikant Heurnius via Bali naar de Molukken, de betrekkingen onzer Compagnie niet Bali, hare loge aldaar in het begin der XVIIe eeuw, en een nadere zending naar Bali in J6S1. Bijdr. Ind. T. L. V.kunde. N V. I. 1. 12410. Verslag nopens het eiland Bali, de vorsten, hunne geaardheid en betrekkingen, den handel, de culture, de bevolking, hare zeden en gewoonten, godsdienst, en andere bijzonderheden; door v. d. B. Zending van H. A. van den Broeck, Gouv». Comm. naar Bali, hem opdragen bij geheim Indiseh besluit, dd. 15 Oct. 181/ L. A. ten einde met de onderscheidene vorsten onderhandelingen te openen, en onder nadere approbatie provisionele kontrakten aan te geven. Oosterling, 1. 1835. 158. — Oordeel van W. R. van floëvell over dit verslag. Tijds. N. I. Vile j. II. 1845. 181, 192, 200. 12411. Overzigt der expeditie tegen Bali in 1846 , en van liare oorzaken; door J. F. G. Brumund. Tijds. Ind. T. L. P,kunde. XIII. 4 S. IV. 1864. 383. 12112. Verdediging door den Oud-Gouv. Gen. van Ned. Indië, J. J. Rochussen van zijn bestuur, voor zooveel betreft de expedition naar Bali en het weder verlaten van |
159
dit eiland. 1840 -181.9. Rochussen, Toelichting. 's Hago 1853. 1. 12413. Oorlog op Bali; door Z. Aanmerkingen over ouzo staatkunde om geen partij te kiezen of hulp te verleenen bij de voorgenomen oorlogen tusselien verschillende vorsten op Bali. T. v. N. I. 15e j. 1853. I. 221. 12414. Verwikkelingen met de vorsten van Boliling, Karang Assam en Klongkong op Bali, — staat van zaken gedurende Maart 1848, - laatste poging tot schikken alvorens over te gaan lot een tweede expeditie. T v. iV. /. Xe j, N. S. Ie j. Batavia 1848, 1 d. I(j2. — Mislukte zending van Pangc-ran Sjerif Hamid. Opening der vijandelijkheden. Vertrek dor expeditie onder den Gen. Maj. J. C. van der Wijck. T. v. N. I. Xe j. N. S. 1c j. Batavia 1848. 1 d. 289. 12415. Bijzonderheden nopens de Akte van investituur voor den vorst van Djem-brana, dd. 25 Junij 1849. Booms, Bali. Breda 1850. 99. — Idem nopens de overeenkomst, dd. 30 Junij 1849. Aid. 99. 12416. Zakelijke inhoud van het kontrakt, dd. 26 Nov. 1841, met Bali Boliling. Lauts, Bali. Amst. J848. 181, 184. — Bijzonderheden nopens dat van 8 Mei 1843. Aid. 182, 184. — Zakelijke inhoud van de overeenkomst en nadere overeenkomst van 9 Julij 1846. Aid. 211. Booms, Bali. Breda 1850. 26. 12417. Manifest aan den Radja van Boliling; behoorende bij het geheim besluit van den Gouv. Gen. van Ned. Indie, J. J. Ilo-chussen, van 7 Maart 1848. Lr. O. Lauts, Bali. Amst. 1848. 267. 12418. Bijzonderheden nopens de akte van investituur van den vorst van Bangli, met het rijk van Boliling, dd. 25 Junij 1849. Booms, Bali. Breda. 1850. 99. 12419. Bijzonderheden nopens de akte van afstand van het rijk van Boliling op Java, door den vorst van Banglic, dd. 1 Jan. 1854, uit het verslag over 1854. Letterh. 1857. 3. |
12420. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 22 Junij 1843, met Tabanan (Bali). Lauts, Bali. Amst. 1848, 182. — Idem nopens die van 13 Julij 1849. Booms, Bali. Breda 1850. 99. 12421. Bijzonderheden nopens het kontrakt met Bali Badong, gesloten in 1827. Lauts, Bali. Amst. 1848, 173. — Zakelijke inhoud van dat van 26 Julij 1841. Aid. 181. — Bijzonderheden nopens dat van 28 Nov. 1842. Aid. 182. 12422. Bijzonderheden nopens de overeenkomst met Badong, dd. 13 Julij 1849. Booms, Bali. Breda 1850. 99. 12423. Bijzonderheden nopens de overeenkomst, dd. 13 Julij 1849, met üianjar, (Bali). Booms, Bali. Breda. 1850. 99. 12424. Zakelijke inhoud van het kontrakt, dd. 11 Nov. 1841, met Karang-Assam, (Bali), Lauts, Bali. Amst. 1848. 181. — Bijzonderheden nopens dat van 1 Mei 1843. Aid. 182. - Zakelijke inhoud van de overeenkomst en nadere overeenkomst, dd, 9 Julij 1846. Aid. 211. Booms, Bali. Breda, 1850, 26, 12425. Bijzonderheden nopens de akte van investituur voor den vorst van Karang-Assam, dd. 23 Junij 1849. Booms, Balt. Breda. 1850. 99. 12426. Bijzonderheden nopens de overeenkomst met den vorst van Karang-Assam, dd. 21 Julij 1849. Booms, Bali. Breda. 1850. 99. 12427. De in bezitneming der Kokoseilanden door de Engelsehen. Bijdr. Bestuur Nederl. I. 1858. 343. Kleine Soenda-eilanden, 12428. Beoordeeling van het generaal kontrakt gesloten tusselien den Nederl. Comm. Joh. Andreas Paravieini en do gezamenlijke koningen en regenten van Timor, Rotti, Solor en Soemba, dd. 9 Junij 1756. Uittreksel uit het algemeen verslag der res. Timor over 1851. Tijds. Lnd. T. L. V.kundei 1853. 333, |
160 BETREKKINGEN MET OOSTBESCHE VORSTEN EN VOLKEN.
12429. Opgave der bepalingen en bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. ü Junij 1756, met de vorsten van Timor, llotti, Savoe, Solor en Socmba gesloten door J. A. Paravicini. Gids, XIXo j. N. S. 8e j. 1855. I. 698, 699. 12430. Eerbiedigsl rapport, dd. 8 Nov. 17B() met alle ootmoed gegeven door J. A. Paravicini. Bijdr. Ind. T. L. y.kunde, N. S. IV. 217. 124-31. Bijzonderheden nopens het kontrakt op 12 1'ebr. 1676 gesloten met den koning van Socmbawa. T. v. A. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 07. — Opgave van dit kontrakt. T. v. N. I. 16e j. 1854. 11. 233. 12132. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 9 Febr. 1765 met Binia, Soem-bawa, Dompo, ïambora, Sangar eo Papekat. T. v. N. 1. 1850. I. 125. Meded. Zend. Gen. 1. 1857. 307. 12433. Bijzonderheden nopens hot kontrakt op 18 April 1701 gesloten met Dompo, Tambora, Sangar en Papekat op het, eiland Soembawa. T. v. N. I Xe j. N. S. Ie j. Batavia 18 8. 1 d. (18. — Idem nopens dat van 18 April 1704. T. v. N. £. iüe j. 1854. 11. 233. 12434. Opgave van het kontrakt in Oet. 1669 gesloten met de vorsten van Bima en Dompo op Soembawa. T. v. N. 1. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 67. 2'. v. N. 1. 16e j. 1854. 11. 233. -- Bijzonderheden nopens dit kontrakt, van Dijk, Ned. Betrekk. Amst. 1S62. 97. 12435. Opgave der bepalingen van het kontrakt met do Radja's en Rijksgrooten van het eiland Soemba, dd. 23 April 1845 te Kanga Messie, 29 April 1845 te Palme-do, en 5 en 8 Mei 1845 te Kedoembo, gesloten door C. Sluyter, res. van Timor, Comm. voor Socmba. Gids, XIXe j. N. S. 8e j. 1855. 1. 551. Noot. 12436. Inhoud van het kontrakt met Endeh, dd, 1 Mei 1839. T. v. N. I. 17e j, 1855. II. 165, 177. |
12437. Opgave van den inhoud alsmede van excerpta door G. 11 e ij m e r i n g van het kontrakt in 1618 gesloten met de Regenten van Solor. T. v. iV. 1. 9e j. Batavia 1847, Batavia 1847. 3 d, 53 en 56. 12438. Inhoud van het kontrakt in 1646 gesloten met die van Solor. T. v. N. I. 9 j. Batavia 1847. 3 d, 55. 12439 Opgave van het kontrakt op 9 Junij 1756 gesloten met zestien der voornaamste ïimoiesehe regenten. T. v. N. /. 9e j. liatavia 1847. 3 d. 169, 170. 12440. Verhaal van den verraderlijken moord van het Nederl. opperhoofd van Timor, Hans Albrecht van Pluseouw, op 11 Nov. 1761, door de Hoofden der Toepassen Ornav en da Costa. Maandcl. Ned. Mercurius, Xlll. i 71')2. 183. 12441. Opgave van het kontrakt op 27 Oct. 1789 gesloten met verscheidene inland-sche vorsten op Timor. T. v. N. I. 9c j. Batavia 1847- 3 d. 194. 12442. Opgave door G. Heymcring van een paar konlrakten van 1816 en 1818 gesloten op Timor. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 3 d. 50. 12443. Une rebellion a Timor en 1861, par A. de Castro, ex-Gou v. des possessions Portugaises a Timor, dd. Delly, Mars 1862. Verhaal van den opstand in de Portugeschc bezittingen. Tijds. Ind. T. L. y.kunde. XIIL 4 S. IV. 1864. 389. 12444. Opgave van verbonden in 1662, 1665 en 1668 gesloten met verscheidene beoosten Deli wonende vorsten, als met dien van Manatoetoe en verder oostwaarts op Timor. T. v. N. [. 9e j, Batavia 1847. 3 d. 55. 12445. Inhoud van het verbond, dd. 23 Mei 1668 met den radja van Manatoetoe op Timor. Oids, XIXe j. N. 8. 8c j. 1855. 1. 605. 12446. Opgave van het kontrakt met Maubara, op Timor, A0. 1759. Gids, XIXc j. N. S. 8c j. 1855. II. 74. |
161
12447. Opgave van het kontrakt met Amanat-oeng, op Timor, An. O ids, XIXe j. N. S. 8c j. 1855. I. O'JÜ. Noot. 12448. Inlioud van het. verbond, dd. 23 Mei iC()8 met den oraugkay van de negory Adó, op 'J'imor. Gids, XIXe j. N. S. 8e j. 1855. I. 605. 12449. Inhoud van het vriendsohapsver-bond met den vorst van Ambenoc op Timor in 1816 gesloten. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 3 d. 219. Noot. 12450. Opgave van het vriendschapsverbond met Ambenoc op Timor, in 1817 door den lies. Hazaart gesloten Gids, XlXe j. N. S. 8c j. 1855. II. 78. 12451. Opgave van het kontrakt met Amakono, op Timor, Ao. 1749. Gids, XIXc j. N. S. 8e j. 1855. 1. 699. Noot. 12452. Opgave van hot kontrakt, dd. 15 Maart 161G met Amanoebang op Timor. Gids. XIXe j. N. S. 8e j. 1855. 1. COO. — Inhoud van dit kontrakt. T. v. N. I. 'Je j. Batavia 1847- 3 d. 53. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Gids, XIXc j. N. S. 8e j. 1855. I. 695. Noot, 12453. Opgave van het kontrakt met Amanoebang, A». 1719. Gids, XIXe j.N. S. 8c j. 1855. 1. 099. Noot. 12454. Opgave van het kontrakt met Amarassie op Timor van 1750. Gids, XIXe j. N. S. 8c j. 1855. 1. 695, 099. Noot. — Idem van dat met Amanessic op Timor, A0. 1750. Aid. 699. Noot. 12455. Inhoud van het verbond, op 14 .lunij 1613 gesloten, met Timor Koepang. '1'. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 3 d. 49. 12456. Opgave van het kontrakt, dd. 27 Julij 1662, met Rotti. Gids, XIXe j. N. S. 8c j. 1855. I. 699. Noot. — Idem van dat van 3 Eebr. 1691. Aid. — Idem van dat. van 3 Oct. 1700, Aid. — Idem van dat van 1744. Aid. Eilandenc/roep van Celebes. 12457. Besehouwingen van //Een oude Opmerker.'' «. Over plannen tot vestiging |
van een post in de baai van Palos en tot verzekering onzer reglen in die streken; b. Aandrang tot verzekering onzer suprematie over Lahoe, naar aanleiding der handelingen van ./. Brooke, in de baai van Boni; c. Afkeuring onzer politiek op Borneo en dor resultaten van de handelingen van A. L. Weddik, wordende het niet publiek maken zijner verrigtingen betreurd. T. v. N. /. löe j. 1851. I. 264. 1245S. Stukken, betrekking hebbende op de overbrenging van Diepo lïegoro, na afloop van den .lavasehen oorlog, naar Menado, en zijne vestiging aldaar in Junij 1830. Oos-terling, 11. 1836. 2e ged. 137. — «.Extract uit het journaal mijner aanteckeningen gehouden gedurende mijuc reis met Dicpo Negoro naar Menado. 7 Mei tot 11 Junij 1830, door Knoerle. (?) Aid. 137. — b. Rapport, dd. Soerabaja 9 .Tulij 1S3Ü van diens In Luit. Adj. Aid. 165. — c. Instrue-tie voor don militairen kommandant te .Menado en den tweeden Luit. G. Bosman, betreffende de bewaring van Diepo Negoro, dd. Menado 14 Junij 1830. Aid. 176. 12459. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 30 Oei . 1773, met Bolang Mo-gondo. v. Jioren, Jiijdr. I. I860. 8. 12460. Opgave van het kontrakt, dd. 5 Eebr. 1829, met Bolang Mogondo. v. d. Hart, Reize. 's ïïage 1(553. 229. — Bijzonderheden nopens dat kontrakt. T. v. iV. L. 3e j. 1840. I. 165. Reintoardt's Reis. Amst. 1858. 642. 12461. Opgave van bet kontrakt, dd. 1 Eebr. 1833 met Bolang Mogondo. v. d. Hart, Reize. 's Hage 1853. 229. — Bijzonderheden nopens dat kontrakt. T. v. iV. 1. 3c j. 1840. I. 165. Reinwardl's Reis. Amst. 1858. 642. 12462. Tekst van artikel 14, 16 en 17 van het kontrakt, dd. 13 Oct. 1856 (?) met liolang Mogondo, benevens bijzonderheden nopens dit kontrakt. v. Doren, TIerim. 11. I860. 338. 12463. Opgave van het kontrakt, dd. 7 Eebr. 1829 met Bolang Banka (Liolang Oeki). v. d. Hart, Reize. 's Hage ltgt;.)3 ,^29. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. T. v. N. 1. 3e j. 1840. I. 165. Reimcardi's Reis. Amst. 1858. 642. |
21
162 BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
12404. Tekst der overeenkomst met den Radja en de llijksgrooten van Bolango Uki (Bolang Oeki), vroeger genaamd JJolang Bangka, dd. 1 Nov. 1850. (Jedr. Siukk. II. K. 1857—58. XXXV. Nquot;. 5. — Opgave van dit kontrakt. v. Ooren, Bijdr. I. 1800. 12. Noot. 12405. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 12 Sopt. 1849, met Bone, Binta-oena en Soewawa. Reinwardt's Reis, Amst. 1858. 042. 12400. Opgave van hot kontrakt, dd. 18 Nov. 1829, met Bintaoena. v. d. Hart, Beize, 's Hage 1851. 229.—Bijzonderheden nopens dit kontrakt. T. v. Af. 1. 3c j. 1840.1. 105. ReinwardCs Reis. Amst. 1858. 042. 12107. Opgave van het kontrakt, dd. 20 Tcbr. 1831, met Bintaoena. v. d. Hart, Reize, 's Hage 1853. 229. 12408. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 2 Mei 1834, met Bintaoena. Reinwardl's Reis, Amst. 1858. 042. 12409. Opgave van het, kontrakt, dd. 29 Mei 1829, met Bolang Itam. v. d. Hart, Reize, 'k Hage 1853. 229. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. T. v. N. /. 3o j. 184Ü. 1. 165. Reimoardl's Reis, Amst. IS.'iS. 612. 12170. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 21 Oct. 1832, met Bolang Itam. Reinwardl's Reis, Amst. 18r)8. 042. 12471. Opgave van het kontrakt, dd. 29 Mei 1829, met Kaidipang. v. d. Hart, Reize, 's Hage 1853. 229. - Bijzonderheden nopens dat kontrakt. T. v N. L 3e j. 1840. 1. 105. Reinmrdt's Reis, Amst. 1858, 042. 12472. Opgave van het kontrakt, dd. 2 Nov. 1833, met Kaidipang. v. d. hurt, Reize, 's Hage 1853. 229. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Reinwardl's Reis, Amst. 1858. 042. 12473. Overeenkomst met don Radja en do Kijksgrooten van Kaidipang, dd. 21 April 1855. Gedr. Stukk. 11. K. 1857—58. XXXV. N0. 2. — Opgave dezer overeenkomst. v. 2)orlt;n, Bijdr. I. 18i.0. 12. Noot. |
12474. Opgave van het kontrakt, dd. 20 April 1830, met Bolango. ». Voren, Her inn. I. 1857. 298. — Idem van dat van 10 Jan. 1831. Aid. — Idem van dat van 1 Maart 1838. Aid. — Idem van dat van 12 Sept. 1849. Reinwardl's Reis, Amst. 1858. 042. 12475. Opgave van het kontrakt, dd. 9 Jan. J 828, met Limbotto. v. Doren, Herinn. I. 1857. 290. — Idem van dat van 10 Jan. 1831. Aid. — Idem van dat van 27 Aug. 1830, Aid. 12470. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 12 Sept. 1849 met Limbotto. Reinwardl's Reis, Amst. 1858. 042. 12477. Opgave van het kontrakt, dd. 9 Jan. 1828, met Boalemo. v. Doren, Herinn. I. 1857. 390. 12478. Bijzonderheden nopens liet kontrakt, dd. 12 Sept. 1849 met Boalemo. Reinwardl's Reis, Amst. 1858. 042. 12479. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 12 September 1849, met Goron-talo. Reinwardl's Reis, Amst. 1858. 642. 12480. Opgave van het kontrakt, dd. 25 Mei 1829, met BwooL v. d. Hart, Reize, 's Hage 1853. 229. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. T. v. N. I. 3e j. 1840. I. 105. Reinwardl's Reis, Amst. 1858. 642. 12481. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 1 October 1834, met Bwool. ReinhardCs Reis, Amst. 1858. 642. 12482. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. lij Jnlij 1832, met ïontoli. v. d. Hart, Reize, 'sllage 1853. 242. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. T. v. N. I. 3e j. 1840. 1. 105. Reinwardl's Reis, Amst. 1858. 642. 12483. Bijzonderheden nopens het sluiten en zakelijke inhoud van de renovatie met alteratic cu ampliatie, dd. 20 Mei 1850 van het kontrakt met Moton, dd. 20 Dcc. 1831. 0. d. Hart, Reize, 's Hage 1853. 190. 12484. Bijzonderheden nopens het slui- |
163
ten van de renovatie van, met alteratie en ampliatie, dd. 38 iMei 1850, op het kou-trakt met Parigi, dd. 24 Eehr. 1832. v. d. Hart, lieize, 'sHage ISó-i. 203, 12185. Bijzonderheden nopens het kon-trakt, dd. 5 Jnnij 1721, met Attingola. v. Doren, Dijdr. I. I8G0. 15. 12486. Bijzonderheden nopens het kon-trakt, dd. 20 Mei 1829, mei. Attiugohi. T. v, N. I. 3e j. 1840. I. 105. ReintoanU's Reis, Amst. 1858. 042. 12487. Opgave van het kontrakt, dd. 27 Maart 1833, met Attingola. v. Doren,Herinn. I. 1857. 301. 12488. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 27 Sopt. 1849 met Attingola. Reimardt's lleis, Amst. 1858. 642. 121.8'J. Inhoud van het kontrakt in 1636 met de Makassaren op Celebes gesloten. T. v. l\. /. Xe j. iN. S. Ie j. Batavia 1848 ld. 12. — Inhoud van het handelstraktaat in 1G36 met de Makassaren gesloten door den Gouv. Gen, v. N. I. Anthony van Uie-mcn. 2'. v. N. I. IGe j. 1854. III. 133. 12490. Opgave van het kontrakt, dd. 26 Junij 1037, met Makasser, van Dijk, Ned. Betrekk. Amst. 1862. 96. 12491. Opgave van het kontrakt in 1056 met den Koning van Makasser gesloten. T. v. N. 1. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 14. 12492. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 2 Dee. 1000 met Makasser, van Dijk, Ned. Betrekk. Amst, 1862. 101. 12493. Zakelijke inhoud van elk dei-artikels van het verdrag, dd. 18 Nov. 1667 met den Koning van Makasser, (het zoogenaamd Bongayseh kontrakt). Staath. Hist, llolland, LXVI. 1789. 97. Du Bois, Pies, La llaye, 1703. 174. Noot. Rist. Beschr. Reis. XX.. 1765. 193. Noot. Aid. XV111. 1759. 133, Noot. — Tekst van dit kontrakt. Ilnll. Mercurius, XXI. 1670. 81; en Valen-tijn, III. St. II. 160. Luzac, Uoll. Rijkdom, II. 1781. Bijl. E. 9t. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. 1. v. N. I. Xe j.N.S. Ie j, Batavia 1848.1 d. 16, 65, 69, 73,75.— Inhoud van dit kontrakt, Aid. 1850. 1. 117, |
12494. Bijzonderheden nopens het kontrakt met Makasser, dd, 16 Maart 1068. van Dijk, Ned. Betrekk. Amst, 1862, 97. 12495. Zakelijke inhoud van elk der artikelen van het kontrakt, dd, 15, 21 eu 27 Julij 1669, met do Koningen van Makasser en van Goa. Staatk. llist. Holland, LXX. 1791, 95, 96. — Tekst van dit kontrakt. Holt. Mercurius, XXI. 1670. 91, 92; en Vahnlijn, III. St. II. 165. Luzac, Uoll. Rijkdom, II. 1781. Bijl. E. 98, 101. 12496. Verhaal van den «glorieusen oorlogh met den Macassarquot; Uoll. Mercurius, XXI. 1670. 75. Valenlijn, III. St. II. 153. 12497. Mededeeling van uitvoerige uittreksels uit do brieven van 31 Maart en 12 Mei 1817 van den Gouv. van Makasser en ondorhoorigheden, H. Tilenius Kruythoff, aan Komm. Gen. en uit hun antwoord daarop, ter aantooning van de verhouding tot het Nedcrl. Gouvernement van de vorsten van Boni, Tello, Tanette, Goa, Soping, Sidenreeng, Torotea, Boeleeomba eu Bonthain, Maros, Saloyer, en van Bima, Uompo en Sangar op Sumbawa. T. v. N. I. 23e j. 1801. I. 348. 12498. Inhoud van hot Bongayseh kontrakt te Oedjong Pandang vernieuwd, dd. 7 Aug. 1824, T. v. N. 1850. I. 420. 12499. Bijzonderheden betreffende de verrigtingen van de Komm. voor Makasser, J. D. van Schelle en J. 11. Tobias ; almede nopens het «Bongayseh kontrakt te Ucdjoug-Pandang (Makasser) vernieuwdquot;, eu gerato-üeeerd in Aug. 1824, T. v. N. 1. 2e j. 2d. Batavia 1839. 050, 055j en 5e j, I d. Batavia 1843. 545. — AanteokcuingiiU, dd. Makasser 8 Aug. 1824, van G. A. G. P. van der Ga po Hon hierover. Aid. ile 1855. II. 382 en 300, 12500. Bijzonderheden nopens het kontrakt met de Adja Tamparang, Gouv'. van Makasser, als Sindonreng, Soepa, Sawitto, Alita, llapang, dd. 11 Aug, 1825. Medegedeeld door S, A, Buddingh, T. v.N.I. 5o j. 1 d, Batavia 1843. 665 en 608, Noot. 12501. lets over het ontstaan van den laatsteu oorlog op het eiland Celebes, Staatkundig overzigt van het Gouv'. van Makas-sor. Hemes, 2e j. 1827. Nquot;. lObl, 12; 3e i. 1828. Nn. 3 bl, 40; Nquot;. 7 bl. 3. |
21*
164 BETREKKINGEN MET OOSTEESCHE VORSTEN EN VOLKEN.
12502. Uittreksel uit eenen partikulieren brief, dd. Makasser 20 Julij 1832. Schets van deu staatkundigen toestand van dit Gouvernement. Oosterling, I. 1835. 9. 12503. Do Rijken en Vorsten van bot Gouvernement van Makasser. Mededeeling der Nota in lb35 geschreven door deu gewezen Gouv. van Makasser en Res. van Soerakarta, J. 1'. ï. Maijor, ter aantooning van de verhouding van het Nederl. Gouvt. tot de inlandsehe vorsten van Makasser. T. v. N. I. 1850. I. 41C. 12504. Inhoud van het kontrakt Ao. 1824 met Paloe, Dongala en Mothon. T. v. N. I. 1850. 1. 429. 12505. Opgave van het kontrakt met Dongala, dd. 10 Julij 1854. Overgenomen uit bot R.-Verslag van 1854. Letterb. 1857. 3. 12506. Bijzonderheden nopens den zee-brief, Ao. 1695 door den Gouv. Gen. W. van Outshoorn aan don Radja van Palos verleend om in al do Bezittingen van do O. I. Comp. vrij handel te drijven, v. d. Hart, Reize, 's Hage 1853. 260. 12507. Bijzonderheden nopens bet kontrakt, dd. 29 Julij 1824, met Palos. v. d. Hart, Reize, 's Hage 1853. 260. 12508. Opgave van het kontrakt met Palos, dd. 7 Julij 1854, overgenomen uit het }i.-Verslag over 1854. Letterb. 1857.13. 12509. Opgave van het kontrakt met Towaeli, dd. 7 Julij 1854. Overgenomen uit het R.-Verslag over 1854. Letterb. 1857. 3. 12510. Bijzonderheden nopens bet kontrakt, dd. 29 April 1668, met Baros. Ritter, Ind. llerinn. Amst. 1843, 251. 12511. Bijzonderheden nopens bet kontrakt, op 20 April 1671gt; gesloten met den Koning van Enrekan op Celebes. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 62.— Idem nopens dat van 27 April 1671. did. 16o j. 1854. U. 228. |
12512. Bijzonderheden nopens een kontrakt, op 6 Aug. 1669, gesloten met drie steden van Mandbar op Celebes, Mapili, Bon-ko en Tjiampalagi. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia J848. 1 d. 56; Alil. 16e j. 1834. II. 230. 13513. Inhoud van het kontrakt, op 18 Jan. 1672, gesloten met Tjinrana, ïjamba, Malawa en Bongo, op Celebes. '1'. v. N. 1. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 71. — Bijzonderheden. Aid. 16e j. 1834. II. 234. 12314. Opgave van bet kontrakt, op 10 Oet. 1674, gesloten met zeven vorsten van Mandbar, op Celebes, Bollanipa, Madjene, Binoang, Pamboang, Tjinrana, Tampalang en Mamoodji. '1'. v. N. 1. Xc j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 36, 56 ; Aid. 16ej. 1854. II. 217, 230, 231. 12515. Inhoud van bot kontrakt dd. 14 Oct. 1756, mot de Koningen van Mandbar, als met Balang Nipa, Tjinrana, Madjenne, Panboean, Binoang, Tampalang en Mainoedji. T. v. N. /. 16e j. 1854. II. 231. 12516. Inhoud van bet kontrakt, in 1757 gesloten, met de zeven vorsten van Mandhar op Celebes, namelijk met Bollanipa, Madjene, Binoang, Pamboang, Tjinrana, Tampalang on Maraoedji. T. v. N. L. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 56. 12517. Bijzonderheden nopens bot kontrakt Aquot;. 1825 mot do vorsten van Mandhar namelijk met Baiianipa, Peuboan, Binoan en Madjene. ï. v. N. L. l!550. I. 429. 12518. Het traktaat van Mandhar; door * een oud wacbtlooper.quot; Verhaal der reis, benevens der wijze van ondorbandclen en der plegtigbeden in acht genomen, bij die met Tjenrana, Binoeang, Madjene, Baiianipa en Pamboang op 3U Mei 1850, en bij die met Mamoedjoe en Tappalang op 10 Junij 1850. Nederland, 1858. 111. I. 12319. Bijzonderheden nopens bet kontrakt op 26 Aug. 1669 gesloten met Letha, op Celebes. T. v. N. 1. Xe j. K. Ö. lo j. Batavia 1848. 1 d. 62; 16e j. 1834. II. 228. 12520. Opgave van het kontrakt op 23 Dcc. 1670 gesloten met Wadjo op Celebes. |
165
T. v. N. 1. Xc j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 3a. — Bijzouderlicdcn nopens dit kon-trakt. Aid. 16e j. 1851. 11. 217. _ 12521. Opgave van het koutrakt met Sidenring, dd. 23 Sept. 1854, overgenomen nit hot K.-Verslag over i85i. Letterb. 1857.3. 12522. Opgave van het kontrakt met Barroe, dd. 20 Oct. 1854. Overgenomen uit het B.-Verslag over 1854. Letterb. 1857- 3. 12523. Opgave van het kontrakt met Tanette, dd. I I Dee. 1827. T. v. N. 1. 10e j. 1854. II. 180. 12524. Bijzonderheden nopens de sluiting van het kontrakt met Tanette op 17 Julij 1841. Medegedeeld door S, A. Buddingh. T. v. N. 1. 5e j. 1 d. Batavia 1843. 684. 12525. Iets over het ontstaau van den laatsteu oorlog op het eiland Celebes; door B. T. M. Geseliiodkundige aantoouing der onvermijdelijkheid van dien tegen Boni in 1824 en 1825. iV. Hennes. 2e j, 1827. N. 10 bi. 12. — Opmerkingen van ü. de Serière over dit stuk. Uit de Jav. Court, iv. 19 April 1828. No. 48. Ind. Mac/. II. ïw. 1845. N. 7 en 8 bl. 53. 12526. Beschouwingen over Colebes. Nota van Maart 1830. geschreven door den oud-Gouv. van Makasser J. F. T. i\l a ij ü r, waarin zijn oordeel over de staatkundige aangelegenheden van Celebes, en een geschiedkundig overzigt onzer verhouding tegenover Boni. T. v. N. I. 24c j. 1802. II. 172. 12527. Bijzonderheden nopens het kontrakt met Boni, dd. 13 Aug. 1838. Medegedeeld door S. A. Buddingh. T. v. N. 1. 5c j. 1 d. Batavia 1843. 075. 12528. Een brief aan den redakteur over een zonderling voorval in 't rijk van Boni. Over de voortdurende aanmatigingen van Boni en ouzc zwakheid daartegenover. T. v. N. 1. 20e j. 1858. 1. 316. 12529. De zending van den viee-pres. der Indische Regering naar Boni, P. J. B. de Pcrez. Afkeuring van deze zending. ï.v, N. I. 21e j. 1859. I. 275. |
12530. Boni en een verzoek aan den heer J. J. Rochussen. Opmerkingen, naar aanleiding van deu aanvankelijk gelukkigen afloop der expeditie tegen Boni, over hetgeen tot de voortgaande ontwikkeling van Celebes gedaan kan worden, in verband met de verhouding tusschen het Ned. Ind. Gouvernement en de onderscheiden vorsten van dat eiland. T. v. N. 1. 21c j. 1859. I. 507. 12531. Bijzonderheden nopens het kontrakt met Tello, dd. 13 Maart 1665. T. v. N. 1. 16c j. 1854. II. 228. 12532. Zakelijk inhoud van het kontrakt met Radja Tello, dd. 9 Maart 1068. Vu Bois, Vies, La Have 1703. 190. Noot; Hist, lieschr. lleiz. XX. 1705. 178. Noot; Aid. XVIII. 1759. 130. Noot. Staatk. Hist. Holland, LXVI. 1789. 101. — Tekst van dit kontrakt. IIdU. Mercurius, XXI. 1070. 88; Valentijn, III. St. 11.164; Luzac,Holl. Rijkdom, II. 1781. 'Bijl. E. 95. — Zakelijke inhoud van het kontrakt met Crain Liuques, dd. 13 Maart 1068. Du Bois, Vies, La Haye 1703. 190. Noot; Hist. Besahr. lieiz. XX. 1765. 178. Noot; Aid. XV111. 1759. 137. Noot. — Inhoud van de koutrakten, op 9 cn 13 Maart 1008, gesloten met den Koning van Tello en zijn rijksbestierder Kraeng Linkes op Celebes. T. v. N. I. Xe j. N.S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 10, 26. 12533. Zakelijke inhoud van bet kontrakt dd. 15 Julij 1009 met Radja Tello en Crain Liuques. Du Bois, Vies, La Haye 1703. 179 Noot; Hint. Beschr. Rei:. XX. 1705, 198. Noot; Aid. XVUI. 1759. 139. Noot. — Opgave van dit kontrakt T. v. N. I. Xej. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 17, 26. — Tekst van dit kontrakt. Holl. Mercurius, XXI. 1070. 89; Vulenlijn, 111. St. 11.105. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. 2'. v. N. I. 16e j. 1854. II. 156, 228, 232. 12531. Drie Trauslaet-Brieven, uyt het Ma-leyts, geschreven door Radja Goa, Grain Tello en Crain Linkis, Koningen op 't Landt van Macasser, aen den Ed. heer Gouv.-Gen. Joan Maetzuyker, en do E. E. Hoeren Raden Jvan indië, ontfanghen den 14 j\ug. 1009, geschreven o]) 25 Julij 1069. Holl. Mercurius, XXI. 1670. 93; Valentijn, III. St. II. 108. 12535. Verwikkelingen in 't gouvernement van Macasser. Geruchten hierover, en wel met den Koning van Tello, alsmede van |
166 BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
een beweerd plan eener expeditie tegen deu Koning van Boni. T. v. N. 1. 18e i. 185G. II. 345. 12536. Berigten over de betrekkingen dor Nederlanders en het rijk van üoa op Celebes, 1609 —1G12. UeJonye, Opkomst. 111. 1865. 319. 12537. Opgave van de kontrakten in 1667 en 1069 gesloten met Sandraboni op Celebes. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie i. Batavia 1848. 1 d. 28. 12538. Zakelijke inhoud van het kon-trakt, dd. 27 Julij 1669, met de Radjas van Goa en Sandraboni. Du Bois, Vies, La Havo 1763. 180. Noot; Hist. Beschr. lieiz. XX. 1765. 199. Noot; Aid. XVIII. 1759. 140. Noot. 12539. Opgave van het kontrakt met Goa, dd. 30 Aug. 1770. T. v. N. I. IGc j. 1854. II. 1G2. 12540. Mededeelingen betrellondc de verovering op 27 en 28 Junij 1778 van de door de natuur en kunst versterkte stad Cioa op Celebes. N. Nederl. Jaarb. XIV. 1779. 2. 723. 12541. Opgave van het kontrakt met Goa, dd. 10 Oct. 1781. T. v. N. /. 16e i. 1854. II. 106. 12542. Nota omtrent de oneenighcden tussehen het rijk van Tomboekoe en het landschap Tomori op de Oostkust van Celebes en nopens eene expeditie tegen laatstgenoemd landsehap; door den Gouv. dor Molukkos C. ï1. Goldman, dd. Amboina, 29 Aug. 1855. T. v. N. I. 1803. N. S. Ie j. II. 103. — Beslissing door den Gouv.-Gen. A. J. Duymaer van Twist op deze nota genomen. Aid. 102. 12543. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. Oct. 1675 (?) met de regenten op Saleijer. 21. u. N. T. 16c j. 1854. II. 235. |
12544. Tekst van het kontrakt, dd. 5 Jan. 1613, met Boeton, ten zuiden van Celebes. Valeniijn, 1. 1724. 246. — Inhoud van dit kontrakt. T. v. N. I. 5e j. 2 d. Batavia 1843. 82. Aid. 18e j. 1856, I. 124. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Gids. XIXe j. N. S. 8e i. 1855. I. 599. 12545. Bijzonderheden nopens het kontrakt 25 Juni 1607 gesloten met Boeton, door Corn. Speelman. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 65. — Tekst vau dit verbond. Valentijn, 1.1724. 83. 12546. Bijzonderheden nopens hot kontrakt, dd. 19 ïebr. 1824, met Boeton, v. d. Hart, liehe, 's Hage, 1853. 8. — Idem nopens dat kontrakt van 29 Maart 1826. Aid. Eilandengroep der Philippijnen. 12547. Brief, dd. Malaya op Tcrnate 18 Junij 1619, van den Kommandour Johan Dirksz. 't Lam aan den Koning van Mindanao. van Dijk, Ned. Betrekk. Amst. 1802. 230. Noot. 12548. Ovcrzigt van do zonding van J. D. van deu Diingcn Gronovius, met Z. M. Brikken Koorier en do Haai naar de Soeloe-eilanden in April 1848. T.v.N.I. 1849. Gron. 1 d. 98. — Expeditie naar de Soeloe-oilandon. Toelichting dezer zending. Rochussen, Toelichting, 'sïïage ih53. 59. Eilandengroep van Ualmuheira. 12549. Togt van den Hoer J. D. van don Dungen Gronovius naar Nieuw-Guinea, en naar Tidor, Coram, Boeroe, Banda, Tenimbar, en do Aroo-£ilandeu. Omschrijving van don togt, politiek doel zijner zending. 1849. T. v. N. I. 1849. Gron. 1 d. 442. 12550. Beschrijving van het gedrag der Nederlanders, met betrekking tot de Inland-sehe vorsten en volken in de Molukkos. Voorkomende in hot rapport van H. J. vau de Graaff en G. J. Meylan, dd. 5 Junij 1821. 2'. v. N. I. 18e j. 1850. I. 170. 12551. Memorie, dienende tot limiet-scbeidinge der Amboynesers met de kroon van Ternate. Begin en Voortgaug, 1040. LI. Reia Verhocfl'. 188. |
167
12552. Dc quelle importance sont les Molnques. Historisch bewijs daarvoor, met het oog op onzen uitsluitenden handel en vaart aldaar, en de bcinoeijingen en eischen van Engeland in deze. Pol. Uollandais, VI. ]78'1. 02. 12553. Kontrakt tussehen dc Nederlanders, den Koning van Ternate en den Koning van Batsjian, dd. 10 Dec. 1G09. Hist. Verh. O. I. C. I. 1708. 442. Luzac, Holl. Rij/cdom. III. 1782. 141. 12554. Bijzonderheden betreflendc dc Acte van investiture van dc Sultans van ïernate en Tidorc, in Mei 1824 door den Gouv. Gen. G. A. G. P. v. d. Capellen verleend. T. v. N. 1. 2c j. 2 d. Batavia 18:59. 640. 12555. Aanteekcning van den Gouv. Gen. van Ned. Indie, G. A. G. P. v. d. Capellen hctrcfTende dc zaraenstelling en sluiting van het traktaat met ïernate cn Tidorc, dd. 27 Mei 1824. T. v. N. /. 17o j. 1855. 11. 310, 311, 313. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. Aanlcelc. Molulck. 's Hage 1856. 60. 12550. Mededeeling door P. Bleekcr, der conferenticn te Ternate op 25, 26 en 27 Sept. 1855, gehouden door den Gouv. Gen. A. J. Duymaer van Twist, den Gouv. der Mol ukken C'. P. Goldman, den Hes, van Ternate J. L. de Dien Stierling en den adsist. Hes. ter beschikking C. Bosscher, over de voorstellen tot het brengen van veranderingen in de bestaande kontrakten met de Sultans van Ternate, jTidorc en Batjan. 7'. v. N. I. 1863. N. S. 1c j. II. 170. — Idem over het toekennen van gratiliea-tien aan deze Sultans. Aid. 172. 12557. Brief van den Koning van Ternate aan den Koning van Engeland, Anno 1605. Uist. Jiesc/ir. Reiz. II. 1747. 31. 12558. Brief. dd. 's Hage 28 Nov. 1006, van Prins Maurits aan den Koning van Ternate. liey'm cn Voortqung, 1646. II. Beis Verhoefl'. 199. Valentijn, 1. J724. 225. Wasscnacr, Hist. Verh. X. 1626. 16. |
12559. Verdrag gemaakt tussehen den Adm. Coruclis Matclief den Jongen, van wegen de Hcoren Staten Gen. en den Koning van Ternate, dd. 26 Junij (of Mei ?) 1607 voor Malcyo. Valentijn, I. 1724. 224. — Tekst van dit kontrakt. Naar de copy-vcr-taling in het kontraktenboek O. I. O. op het llijks-Arebicf. de Junge, Opkomst. III. 1805. 226. — Zakelijke inhoud van dit kontrakt. Hist. Verh. O. I. C. 1.1768. 325. T. v. N. I. 18e j. 1856. I. 121. 12500. Uittreksels uit \iricven, geschreven door den Gouverneur van Malaya, Gcrrit Gerritsz van der Buys enden scheepsbevelhebber Jan Rossingeyn, over den toestand den Nederlanders op Ternate, 1608. dc Jonge, Opkomst. III. 1865. 228. 12561. Kontrakt, dd. Julij 1609 met Ternate tot bevestiging en uitbreiding van dat van 26 Mei 1007. Begin en Voortgang, 11. 1646. Beis Verhoefl', 195. Valentijn, I. 1724. 231. IVassenner. Hist. Verh. X. 1626. 12. — Idem, (doch naar de copie in het Gon-traktenboek O. I. C. op het llijks-Archief). de Jonije, Oplcomst, III. 1865. 324. —Zakelijke inhoud. Uist. Verh. O, I. C. I. 1768. 433. — Inhoud van het verdrag, dd. Julij 1609, met Ternate. T. v. N. I. 18e i.1856. I. 121. 12562. Vcrbond-schrift van dc Drang Kaja's van Liochoc, Cambcllo, Lessidi, als ook den Orang-Kaja Bassi, en den kapitein llitoc ter eenre, en den Viee-Adm. Simon Hoen, en Predcrik Houtman, Gouv. van Amboina ter andere zijde, dd. 26 Aug. 1609. Begin en Voortgang, 1646. II. Reis Verhoefl'. 198, 197. Valentijn, II. 33. Was-senaer, Hist. Verh. X. 1626. 15. — Idem, naar de copie in het kontraktenboek der ü. I. C. op het Itijks-Arflhièf. de Jonge, Opkomst. 111. 1805. 317. — Zakelijke inhoud van dit accoord. Hist. Verh. O. I. C. I. 1708. 430. 12503. Brief der heeren Staten Generaal aan den Koning van Ternate, dd. lö Sept. 1009, berigtende liet twaalfjarig bestand. Begin en Poortgang, 1646. II, Reis Verhoefl'. 202; Hist. Verh. O. /. C. 1. 1768. 463; Du Bois, Vies. La flaye, 1763. 12; Valentijn, I. 1724. 2:17; Hist. Beschr. Reiz. XV. 1765. 11; Wasscnacr, Hist. Verh. X. 1626. 18. — Opgave van dien brief. T, v. N. I. 18e j. 1856. I. 123. 12504. Brief van den Coninck van Ternate, aan de ondersaten van Lohoe, Cam-belle, Lesidi en andere omligghende plaet- |
168 BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
sen gheschreven, in Nov. Anno 1609, Was-sender. Hist. yerh. X. iB26. 15; Beqin en Voortgang, 1646. II. Reis Verhocff. 199. 125G5. Copijen van een brief van den Coninck van ïydoor, aan dien van Ternate, ontvangen den 6 Mei Anno 1612. Begin en Voortgang, 1046. II. Reis Verheeft. 203; Du Bois, Vies, La Haye, 1703. 14; Uiü. Beschr. Jleiz. XX. 176a. 13; Valentijn, I. 1724. 242; Wassenaer, Hist. Verh. X. 1626. 19. 12566. Kontrakt, dd. 4 Maart 1613, met Ternate. Valentyn, 1. 1724 245. 1256/. Kontrakt, beraamd op den stilstand van wapenen, bij den beor Gouv. Jan van üorcum, ciulc den Kimelaba Leliato, Stadhouder wegens den Koning van Ternate over de plaatsen Lueiela, Jjoehoc, Cambello ende andere onderdanen des gemelden Konings, ter andere zijde, dd. Hitoe 5 Julij 1620. Vaten-ti/jn, II. 58. 12568. Translaat van de authorizatie van Kaitsjili Aali, als kapitein Laoet, om daarmede te gaan na Amboina, door den Koning van Ternate aan de andere zijde gesehreven in presentie, en met toestemming van de Soa Siva's, Sengadji's, Kimelaba's cu andere, representerende den Raad van Ternate. Ae-tnm in 't kasteel Maleyo den In Jimij 16vl8. Vatentijn, \. 1724. 259; 11. 74. 12569. Contradictie en wederlegginge, dd. in 't kasteel van Amboina Aug. 1628, gedaan door don Gouv. Philip Lueaszoon, op] een tegenstaande pretensie acte, ingesteld ende overgegeven bij Kimelaha Leliato, Stadhouder wegens den Konink van Ternate in de quartieren van Loehoe, Cambello, Les-sidi, enz. bij welke hij sustineert, dat de onderdanen van den gemelden Konink onder de gehoorzaamheid van den Staat van de Vereenigde Nederlanden getrokken zijn. Valentyn, II. 67. 12570. Kontrakt gemaakt bij den Ed. Gouv. Philip Lueaszoon, met don Kimelaha Leliato, Kaitsjili Aali, ende de hoofden van Loehoe, Cambello en Lessidi, den 20 Oct. 1628. Vatentijn, II. 75. — Acte van approbatie op dit kontrakt verleend bij den Ed. Heer Generaal Jaques Speek, primo Maart 1630. Aid. 81. |
12571. Kontrakt met Ternate, dd. 14 Aug. 1029. Valentijn, I. 1724. 202.—Acte van approbatie, dd. Batavia 1 Maart 1030, van den Gouv. Gen. Jacques Speek op dit kontrakt. Aid. 204. — Zakelijke inbond van dit kontrakt. Hist. Verh. U. I. C. 11. 1772. 235. 12572. Inhoud van het traktaat met Ternate, Aquot;. 1635. T. v. N. I. 18c j. 1856. I. 178. 12573. Renovatie en confirmatie van allo de gemaakte kontrakten en verbindtenissen tussehen den Koning van Ternate. in Mo-lucco, ende zijne onderdanen in de landen van Amboina, ter eenre, ende de Ned. ü. 1. Comp. ter andere zijde, dd. 20 Junij 1038. Valentijn, II. 119. — Tekst van dit kontrakt. Aid. 1. 1724. 270; Begin en Voortgang, 1040. II. Reis Verboeft' 209. — Bijzonderheden nopens dit kontrakt. v. Doren, Fragm. I. IS64. 350. — Inhoud van dit kontrakt. T. v. N. I. 18c j. 1850. I. 131, 180. 12574. Tekst van het kontrakt, dd. Batavia 31 Jan. 1652, met Mandarsjah, Koning van Ternate. Valentijn, I. 1724. 292. — Zakelijke inhoud. Htaatk. Uid. Hollaucl,WV. 1783. 15; Du Bois, Vies, La Ilaye, 1763. 146; Eist. Beschr. Reiz. XX. 1705. 101 ; T. v. N. I. 18e j. 1856. 1. 135, 176, 178, 187. — Bijzonderneden nopens dit kontrakt. Ind. Arch. Ie j. I. jS19. 481; ook geplaatst in Wilier, Boeroe. Amst. 1858. 91. 12575. Brief, dd. Batavia 15 Eebr. 1072 van den Gouv. Gen. Joan Maatzuiker aan Mandarsjah, Koning van Ternate. Valentijn, I. 1724. 327- — Antwoord van den Koning hierop. Aid. 329. 12570. Bijzonderheden nopens de overeenkomst, dd. 7 Julij 1683, met Ternate. Gids, XIXc j. N. S. 8e j. 1855. 1. 697. — Inhoud van dit traktaat. T. v. N. I. 18e j. 1850. 1. 178. 12577. Memorie over de aangelegenheden van Ternate bij den dood des Sultans Mohammed Djin in 1859. Mcdcdeclingcn van den tekst van die, dd. 's llagc l.'i April 1860, van T. J. Wilier, gepens. Res., gevolgd van zijn advies, drl. 's Hage 10 Mei 18()Ö, aan den Min. v. Kol. J. J Rochussen. T, v. N. I. 1804. N. S. 2e j. II. 1(9, 18b. |
169
12578. Brief van den Koning van Tidor aan de Kon. Maj, van Engeland, Anno 1005. Rist. Beschr. Reiz. II. 1747. 32. 12579. Brief door den heer Gouv. Gen. Pieter Both, aan den Coninek van Ty-door, in de Ternalaansche tale ghesonden, geschreven op Mallaye, in Ternato, den 18 Mei 11)12. begin en Poortgang, 1646. II. Reis Verhoefi' 200; Valentyn, 1. 1724.240; Du Bois, Kies, La Haye 1763. 15; Uisl. Beschr. Reiz. XX. 1765. 15; IVassenuer, Hist. Verh. X. 1626. 16. 12580. Verbond met den Koning van Tidoro, op 29 iVlaart 1667 gesloten door Cornells Speelman. Kalentijn, I. 1724. 109. — Inhoud van dit kontrakt. T. v. N. I. 18e j. 1856. 1. 137, 176. — Zakelijke inhoud van dit kontrakt. v. Duren, lier inn. 11. 1800. 301. — Bijzonderheden nopens dit. kontrakt. v. d. Crab, Molu/csche Eiland. Bat. 1862. 317. 12581. Opmerkingen nopens het kontrakt met Tidore, dd. 31 Julij 16S9, tot bevestiging en vernieuwing van dat, dd. 29 Maart 1667. Falentijn, I. 1724. 111. 12582. Zakelijke inhoud van het kontrakt, dd. 6 Jan. 1613, met Makjan. Hist. Perh. O. I. C. 11. 1772. 19. Tijds. Ind. T. L. y.kunde, V. iN. S. II. 1S56. 325, 337. — Tekst van dit kontrakt. Valenten, I. 1724. 244. 12.583. Inhoud van liet kontrakt met de hoofden van Makjan, Anno 1655. 'l'.v.N.l. 18c j. 18',6. I. 190. 12 i81-. Verhaal (onder reserve medegedeeld) van de zaak op Makjan, 1849. Aanleiding van de expediticn tegen dit eiland, ton behoeve vim den Sultan van Teruate. Zijnde § 2 der Memorie, dd. 's Hago 13 April 1800 van T. J. Wilier, gepens. Hes. T. v. N. [. 1804. N. S. 2e j. II. 170. 12585. Inhoud van het verbond met Batjan, dd. 10 Doe. 1009. T. v. A'. I. 18cj. 1850. I. 122. Tekst van dit kontrakt. do Jonge, Opkomst, 111. 1805. 328 12580. Zakelijke inhoud van iiet kontrakt, dd. 2 Deo. 1012, met Batsjan. Rul. Verh. O. I. C. II. 1772. 18. |
12587. Inhoud van het kontrakt met Batsjan, Anno 1655. 7'. v. N. I. 18e j. 1850. I. 190. — Idem van dat van 9 Mei 1082. Aid. 178. 12588. Afschrift van den brief des Konings van Batsjan in 't Maieytha, met een Arabische letter, door juffr. Cornelia Valentijn, benevens mededeeling van dezen brief, dd. 21 Nov. 1709, aan den Landvoogd van Amboina, Adriaan van der Hel, met een Nederdiiitsehc letter, gevolgd door een Nederduitsohe vertaling. Valentijn, I. 1724. 121. — Hollandsche tekst van dezen brief. Medegedeeld door J. f. G. Brumund. Tijds. Ind. T. L. y.kunde, V. N. S. II. 1850. 367. 12589. Bijzonderheden nopens het kontrakt, dd. 11 Dec. 1S26, met Batjan. Aan-teek. Moluk. 'sHage 1856. 60. Eilandengroep van Ceram. 12590. Nieuw accoord in de name van den Prince van Holland, cn de volkeren van de uegry Roemakay, gelegen op 't groot eiland van Ceram, gemaakt in 't kasteel Victoria, in Amboina den 26 April 1009. Kalentijn, 11. 35. — Inhoud van dit kontrakt. T. v. N. 1. 18e j. 1856. I. 126. 12591. Kontrakt, dd. 20 Nov. 1018 met Assaiioedi, door Horman van Speult. Falentijn, II. 42. 12592. Kontrakt, dd. 14 Jan. 1623, met de Orang Kaja's van Lessidi, op Ceram. yalentijn, II. 51. 12593. Copie van 't nccoord gemaakt, ende gesloten in handen van deu ürang-Kay van ïobo, dd. 30 Nov. 1031. yalentijn, II. 87. 12594. Verdrag, gemaakt in 't, kasteel Victoria, den 20 Aug. 1642, met de Orang Kaja's van Cambello, Massalijn, Eraug, Maula, 't eiland Kelang, HatoepoeteS, Assahoedi, Laloeta, cn Hakcks, Valentiln, II. 133. J 12595. Verdrag, dd. 6 Aug. 1650, met Rarakit op Ceram. yalentijn, II. 163. — Bijzonderheden nopens dit kontract. v. Doren, Rerinn. I. 1857. 313. 12596. Kontrakt, dd. 6 Dec. 1653, incf dc Orang-Kaja's van Hatoewé en Ptolc |
II.
170 BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
malta, op Ceram. Valenten, II. 191. Lutac, Hall Rijkdom. II. 1781. Bijl. G. 105. 12597. Koutrakt met. Radja Sahoclan, gemaakt op Amboina, in 't kasteel Victoria den 27 Julij 1600. Valenten. II. 221. 12598. Kontrakt, dd. 25 Julij 1007, met de Orang Kaja's van het. dorp Haja, op Ceram's binnenkust. Valenten, II. 225. 12599. Poincten van aecommodement, waarop de Ürang-Kaija van Lissabatta ten eenre, en de Konink van Sahoclan ter andere zijde, ten overstaan van de Gecommitteerden Willem van Zyll en Adriaan van Lier, zijn gcreconcilieerd, ende bevredigd, in de negery Hocwaloy, den 4 Sept. 1.007. Valentijn, II. 225. 12000. Inhoud van het kontrakt met Boeroe, dd. 4 Oct. 1050. T. v. N. I. 18e j. 1850. I. 191. 12001. Opgave der bepalingen in het kontrakt met den Himelaha Hasi en do Hoofden van Boeroe, dd. 4 Oot. 1057. Ind. Arch. Ie j. I. 1849. 482. — Ook geplaatst in Wilier, Boeroe, Ainst. 1S58. 92, — Zakelijke inhoud van dit kontrakt. Va-lenlij:i, I. 324. 12002. Kontrakt, dd, 4 Oct. 1058 met, do Orang-Kaja's van Boeroe, Valenlijn, II. 211. 12003. Opgave van liet kontrakt, dd. 2 Nov. 1658, met de hoofden van Boeroe, v. Doren, Tlerinn. II, 180(1. 17. 12004. Koutrakt, dd. 19 Nov. 1018, met Boano, door Herman van Spoult. Va-lenlijn, II. 41, 12005. Opgavo van de kontrakten, dd. 19 en 20 Nov. alsmede 20 Dec, 1018, met de hoofden van Boano. v. Doren, Herinn. II. 1800, 100. 12000. Kontrakt, dd. 23 Dee. 1018 met Kelang, door Herman van Speuit. Valenlijn, II. 42. 12007. Kontrakt, dd. 15 Febr. 1022, met de hoofden en Orang Kaja's van 't eiland Manipa. Valenlijn, II. 52. — Opgave van dit kontrakt. v. Doren, Herinn. II. 1800, 100. Noot. |
1200S. Gort verhael van diversehe propoosten die de heeren regeerders des lauts van Ambona, oock don Koninek van Ternatc met ons gchadt hebben, A0. 1599, door den vice Adm. Wijbrandt van Warwijck. De Jonge, Opkomst, II. 1804. 3S1. — Inhoud van het kontrakt, met de Radja's van Amboina, dd. 10 April 1599. T.v.N. I. Xe j. N, S, le j. Batavia 1848, 1 d, 331; 18e j, 1850. 1. 104. 12009. 'i'ekst van het kontrakt, gesloten tussehon den kap. van Hi toe, de opperhoofden van Noordelijk Amboina enden vice Adm, Gornelis van Hccmskerck, dd. Junij 1001, de Jonge, Opkomst, II. 1804. 473. 12610, Akkoord van kapitein, oock de hoofden van Hitoe ende den Adm. Steven van der Hagen, dd. febr. 1605. Uithetkon-traktenboek O. 1 G, op het Rijks Archief. de Jonge, Opkomst, III, 1805, 208. — Idem, dd 9 Aug j00.gt;. Valenlijn, 11.30. — Idem, doch uit het kontraktenboek O, I, G. op het Rijks Archief de Jonge, Opkomst, III. 1865. 209. — Idem, gerenoveerd bij de Heeren Gouv, Prederik Houtman en Herman van Speuit, in den jare 1620 1». Julij. Valenlijn, 11. 43. — Inhoud van het verbond met, den kapitein en de hoofden van Hitoe gesloten op 9 Aug. 1605. T. v. N. I. Xe j. N. S. 1c j. Batavia 1848. 335. — Inhoud van het, kontrakt met de hoofden van Hitoe, dd. 7 Sept. 1609. Aid. 18e j. 1856. I. 126. 12011. Brief, dd. Amboina 1 Aug. 1620 aan Prins Maurits van Manuel, Koning van Ivielang en Laurense de Sylva, Koning van Soyen, IVasscnaer, Hist. Verh. 1. 1022. 04; Slaatk. Hisl. Holland, XXXVIII. 1775. 160. 12612, Authorisatie van Kakiali, als kapitein van Hitoe, dd. 17 Junij 1633. Valenlijn, 12613. Kontrakt, dd. 28 Mei 1634, welke de Koning van Hitoe, dc Orang-Kaja's, ende de inwoonders van 't Land beloofd en gezworen hebben. Valenlijn, II. 101. 12014. Akte van herstelling van Kakiali als kapitein van Hitoe, actum in Amboina, in |
171
't kasteel Victoria, 1 Junii 1637. Valentiju, II. 113. 12G15. Eed op nieuws door do hoofden van 't Land Hitoe mitsgaders die van do negerijen Iha en Mahoe gedaan, in 't kasteel Victoria, in Amboina, den 29 April 16r,l. Valentiju, 11. 172. 12616. Proclamatie, dd. üct. 1816, door den Schout bij Nacht, Comm. Gen. A. A. Buyskes uitgevaardigd aan de ingezetenen van dc negerijen Lima, Ceith, Assiloeloc, Ooering, Lariquc en Waceasieuw, op Hitoe, eiland Amboina. I. v. N. I. 3c j. Batavia 1840. 2 d. 341); 23e j. 1861. 316. 12617. Herinneringen uit het scheepsleven van een oud-whip. Het vertrek van een schip. De Radja van Soija. Verhaal van bet vertrek van Amboina, op 6 Sopt. 1829 van dc verbanncnen, schuldig aan don opstand in dit jaar, benevens van een zelfmoord vaa bovengenoemden mede verbannen Kadja. Leeskab. 1810. III. 123. 12618. Nieuw akkoord in don naamevau Haar Hoog Mog. ende den Prince van llol-landt, en die van Hatccaha, Cabauw, Cai-bolo ende Halalioe, vier negerijen op 't eiland üma, gemaakt in 't kasteel Victoria, in Amboina den 13 Maart 1G09. Valeniijn, 11. 31. — Inhoud van dit kontrak!. T. v. N. 1. 18e j. 1856. I. 126. 12619. Kontrakt, dd. Amboina 23 Dcc. 1624, met dc Oraug Kaja's van Goram, Cc-ram Laoet, Keffing, Uocli Gocli, Oerong un Coac, door Herman van Spcult. !' alen-lijn, II. 54. 12620. Kontrakt, dd. 18 Nov. 1655, met de Orang Kaja's, Ealimbaug van Ccram Laoet, lladia van Keiling, Kadja van Kcllimoeli Malim van Goram, ende Macasser van llara-kit. Valeniijn, II. 207. 12621. Kontrakt, dd. 10 Fobr. 1661, met dc Urang Kaja's van Ccram Laoet, Goram, Kcüing en al de negerijen benoorden en bewesten Goeii Gocli. Valeutijn, II. 217; Lu-zac, 11 oil. Rijkdom. II. 1781; Bijl. H. 108. 12622. Inhoud van bet konlrakt met |
Goram, Anno 1637. T. v. .V. I. ISc j-1856. I. 193. 12623. Tekst van het kontrakt, dd. 30 Nov. 1650, met Goram. Valeniijn, II. 167; Luzac, lloll. Rijkdom II. 1781. Bijl. F, 102. — Inhoud van dit kontrakt. T. v, A'. 7. 18e j. 1856 I. 193. 12624. Inhoud van het verdrag, dd. 16 Maart 1599. door Jacob Heemskerk met do inwoners van ürantatto, op het eiland Banda Lontoor. 7'. v. iV. I. 18c j 1856. I. 108. 12625. Inhoud van het verdrag, op 23 Mei 1602, gesloten met de Bandanezcu. '1'. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j, Batavia 1848. 336. 12626. Lu houd van het verdrag, dd. 23 Mei 1602, door Wolphert llennauszoon met dc Bandanezen gesloten. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 337; 18e j. 1856. 1. 108. — Tekst van dit kontrakt. de Jonge, Opkomst, II. 1864, 530. 12627. Üpgavo van het kontrakt, dd. Julij 1605, gesloten met dc Bandanezcu cu den Adm. Stoven van der Hagen. T. v. N. I. 18c j. 1856. 1. 108; en Xe j. N. S. lo j. 1848. I. 337. — Tekst van dit kontrakt uit het kontraktonboek O. I. O. D. I. 15 op het Rijks Archief, de Jonge, Opkomst, 111. 1865. 210. 126 -28. Opgave van het kontrakt, gesloten in 1607 met de Bandanczcn. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 337; ISe j. 1856. I. 108. 12629. Zakelijke inhoud van bet kontrakt, dd. 10 Aug. 1609, met Banda. IVrtssenaer, Hist. Verh. II. 1622. cSl, — Tcksl, vau dit kontrakt. dc Jonge, Opkomst, 111. 1865. 315. — Inhoud van dit verdrag. T. v. N. I. Xo j. N. S. 1c j. Batavia 1818. 1 d. 339; 18c j. 1856. 1. 110. 12630. Dc verovering der Banda-cilandcn; door P. A. Leupc. Mededeeling van den oorspronkclijken tekst van de verhalen door ooggetuigen geschreven, a. over 't innemen van 't cyiand genaompt Poullu Ay Aquot;. 1616, h. conqueste van het eilant Banda en in 82* |
172 BETREKKINGEN MET OOSTERSCHE VORSTEN EN VOLKEN.
wat manieren lietselvigc is verovert. Anno 1621. Tijd». Ind. T. L. V.kunde, II. 1854. 384. 12632. Opgave van het kontrakt, dd. 3 Mei 1616 met Banda. ifassenaer, Hist. Verh. II. 1622. 82. — Inhoud van dit verdrag, op 3 Mei 1616 gesloten met die der Bnndasehe eilanden, uitgezonderd van die van Poeloe Run. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 341; I8e j. 1856. I 111. 12633. Inhoud van het verdrag, op 17 April 1617 gesloten met die van Banda Neira en Poeloe Ay. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 342; 18e j. 1856. I. 112. 12634. Opgave van het kontrakt, dd. 30 April 1617 met Banda. Vassenaer, Hist. Verh. II. 1622. 82. 12635. Akte van verzoening, gearresteerd, in het kasteel Nassau, op 't eiland Neira in Banda, den '28 Dcc. 16:57, door den Landvoogd Cornells Acoley en gemaakt met het gespan schap Cottaroewa, als ook met de Orang Kaya's van Coram. Valentijn, III St. II. 89. 12636. Inhoud van het kontrakt met Dammer, dd. 26 Mei 1646. T. v. N. 1. 18e j. 1856. I. 193. 12637. Inhoud van het kontrakt met Groot en Klein Konwer, Anno 1645. T. v. N. 1. 18e j. 1856. I. 192. 12638. Inhoudsopgave van het kontrakt in 1668 gesloten met Lelty. T. v. IV. I. 9c j. Batavia 1847. 3 d. 56. 12639. Opgave vau dc kontrakten in 1668 gesloten met de opperhoofden der Z. W. Eilanden. T. v. N. I. 9c j. Batavia 1847. 3 d. 56. 12640. Publicatie, dd. Amboina 18 Mei 1825, van P. Mcrkus aan de bevolking der Z. O. en Z. W. Eilanden, benevens der Aroe-Eilanden tot toezegging van bescherming en hulp. Medegedeeld door Luit. S. J. G. Barncvcld. Vriend Vad. II. 1828. 853. Eilandengroep van Nieuw-Ouinea. |
12641. Berigt nopens de inbezitname in naam van 'L. M. door A. J. van Deldcn van de Westkust van Nieuw-Guinea, het Eort du Bus cn dc Nederlandsehe bezittingen aldaar. lelterh. 1829. II. 211. 12642. Verhaal der inbezitneming van dc Westkust van Nieuw-Guinea op 24 Aug. 1828 door den Nedcrlandschen Comm. A. J. van Delden, benevens eenige algemecne denkbeelden omtrent de redenen, weikc, onder anderen, daartoe aanleiding hebben gegeven; door Salomon Müller. Ver/i. Nat. Comm. Leiden. L. amp; V.kunde. 1837— 1844. 73. Muller, Reizen. I. Amst. 1857. 107. 12643. Ontdekking en bezitneming van de Zuid-Oostkust van Nieuw-Guinea in naam van E. M. Koningin Victoria door den Luit. Yule van The Bramble op 11 April 1845, uit Naut. Mag. 1847. tilaar Sf Obreen, Tijds. VIII. 1848. 55. 12644. Brief van A. van der Dussen, Kapt. op het fort Barncveld, op het eiland Batsjian, dd. 24 Dcc. 1610, aan de lleeren van den llaad van XVII, inhoudende, verhaal van dc Eerste betrekkingen der Nederlanders met den Waizioo-Misoel-Archipel. de Jonge, Opkomst, III. 1865. 3155. 12645. Kontrakten endc de conditiën, op welckcn dc Oraneays endc volekeren van 't Eylandt Aru, haar goetwiiligh onder de ghchoorsaemhcydt van dc 11. M. H. Staten, enz. ghestelt hebben, dd. 26 Mei 1623, gesloten door Jan Carstonzoon. Begin en Voortgang, 1646. I. Rciz, P. Both, en P. v. Caerden. 19. van Dijk, Mededeel. Amst. 1859. 57. — Mededeeling door J. E. G. Brumund, betreffende het verdrag in 1623 gesloten tussehen de Aroenezen en dc O. I. Comp. T. v. N. I. 7e j. Batavia 1845. 2 d, 76. 12646. Inhoud van het kontrakt, dd. 5 Nov. 16,18 met dc hoofden der bevolking op dc Aroe-cilandcn. T. v. N. I. 20e j. 1858. I, 263, 12647. Opgave van het kontrakt, dd, 24 April 1791, met dc hoofden op Oedjir, Aroe-eilanden, 3'. v. N. I. 20c j. 1858. I. 272. |
173
12648, Medodeelingcn bctrefTonde bet opgel)roken etablissement, der Engelscheu op Melville Eiland, Nieuw Holland, volgens A. van den Brand, door G. He ij me ring, dd. Timor Koepang Junij 1844. v. N. L. 7c j. Batavia 1845, 3 d. 262, 263. 12649. Berieht vau de jongste reizen na de Pclew-Eilanden. iiescbrijving van bet onthaal door don Koning Abba Thulle van kapt. Cleur met; de seliepon de Panther en de Endeavour. Fad. Bibl. VI. 1794. 2 St. 315. 126fiü. Bezitneming dor Marquesas door dc Eransehen op 1 Mei 1842. Vtiaar fy-Ohreen, Tijds. III. 1843. 209. 12651. Des intéréts francais dans l'océa-nie i)ar M. Louis de Carné. Overzigt door E. do Waal van dit artikel, geplaatst in do Revue des Revues 1843, No. 4, bandelende over de Eranscbe kolonisatie-plannen 12654. Iets over de Engolscben buiten Europa. Hunne pogingen tot het volmaken dor lijn van hare vastigheden, welke den gebeden aardbol omgeeft. 1829—JS33. Ree. o. d. Bee. XXIX. 1836. Meng. 486. 12655. Vrees voor het nemen door de Engeisehen van de Kaap do Goede Hoop, Ceylou, en de andere bezittingen van den Staat in do Oost-Indirn; alsmede geruehten hierover in omloop, dd. Jan. 1781. N. Nederl. Janrb. XVI. 1781. 1. 51, 53; 4. 2255. — Bescherming van dc Kaap door do Eran-sehen onder den Graaf de Suffren. Aid. 22j6. 12656. Akte, datum op 't sehip the Royal Exchanger, in de baai van Saldanba, 18 Julij IG20, van den Engelsehen Adm. Umpbrey Eitz Herbert, constaterende de inbezitneming van de Kaap de Goede Hoop. van Dijk, Ned. lietrekk. Amst. Ib62. 241. Noot. 12657. Extract van oen brief van bet |
ALIË. op Nicuw-Zecland, en de inbezitnamc van dit eiland door Engeland, met betoog, dat l'rankrijk geene politieke bedoelingen van gewigt kan hebben met dc Marquesa's en de Vrienden-eilanden, hul. Mag. I. Tw. 1844. NO. 7, 8 en 9. bl. 148. 12652. Stille oceaan. Inhoud van den brief, geschreven door de Koningin van Otabeiti Pimaie aan de Koningin van Engeland, om hulp en bescherming tegen do Eransche overweldiging. Reformatie, 2 S. V. 1843. 299. — Berigten nopens dc verhouding der Koningin tot dc Eranschcn, op dat eiland. Aid. 3 S. II. 1846. 238. 12653. Eidsji-Eilanden. Afstand dezer eilanden aan Engeland. Bijzonderheden nopens het traktaat, dd. 11 Sept. 1858, tussehen het voornaamste opperhoofd dezer Staten, Tbakomban, en den konsul van de Koningin van Engeland gesloten. Ver. Chr. St. XIII. 1859. 792. IK A. Eort Zanmadina aan de Kaap dc Goede Hoop, van 3 Sopt 1730, bctrefi'ende oen vruchtc-looze aanval door Hottentotten op dit fort. Uur. Mercurius, XL1. 1730. II. 286, 12658, Klagten over dc oneenigheden tussehen dc Regering en de ingezetenen aan de Kaap de Goede Hoop, dd. Jan. 1781. iV. Nederl. Jaarh. XVI. 1781. 1. 52, 12659, Aankomst te Amsterdam van Jan Jacob Serrurier van de Kaap dc Goede Hoop, met zeer gewigtige brieven aan dc O, I. Maatschappij en aan don Prins van Oranje, dd. Pee, 1781, N. Nederl. Jaarh. XVI. 1781. 4. 2256. 12660. Brief, dd. Kaap de Goede Hoop, 26 Jan 1782, inhoudende onder anderen beschrijving van dc sterkte en zamenstclling van dc bezetting en van den toestand en dc gezindheid van de burgerij aldaar. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. ]..quot; 696. 12661. Aantooning der grootc waarde van de Kaap dc Goede Hoop, als koren- |
174 INLANÜSÜH EN GEWESTELIJK OF PLAATSELIJK BESTUUU.
magazijn voor Nederland. II. Pol. Blixem. I. Iö02. 362. 12G62. Autlienücke stukken, betreffende den opstand van eenige boeren aan do Kaap de Goede Hoop, in 1815, welke de Kaffers wilden inroepen, om de Engelschen te vei-drijven. Naar do otfieicele uitgave in het Nederduitsch, aan de Kaap de Goede Hoop gedaan. Lett. Mag. 1818. 2c St. 307, 412, 461, 515, 557, 602. |
12663. Over de betrekking der kolonisten, aan de Kaap de Goede Hoop, tot hunne naburen, door iemand die !7 jaren aan deze Kaap gewoond heelt. Hunne betrekking met do Namaqua-Hottontotten, de Kaffers, en de Bosehjesmannen. Boekz. Nov. 1819. 603. J26fi|.. Adres, dd. Stellenboseh, 18 Mei 1838, door eene deputatie aangeboden aan Z. K. H. Willem iVederik Hendrik, Prins der Nederlanden, benevens hot antwoord daarop van Z. K. H. Overgenomen uit de Meditator der Cape of Goede Hoop, Imper-tial Observer, 22 Mei 1838. Biana Lala, lej. 1852. 11. 55. |
1NLAND8CH EN GEWESTELIJK OF PLAATSELIJK BESTUUR.
Asia. 12665. lleinonstranlie gedaan door Jacques Spocx in Japan, aan den Adm Willem Janszoon, actum op 't Nederlands comp-toir tot Eirando in Japan, den 2Un Sept. 1621. yalentju, V. St. II. 28. 12666. Order en instructie voor den E. Wollebrnnd Gelcynssoon, Gommandeur over de schepen N. Zeelundia ende de Snoek, van Batavia over Suratta na Gamron vertrekkendo om des E. Compagnies negotie en affaires in 't rijk van Persic als president en opper-hoofd te dirigeren, gegeven in 't kasteel Batavia, den 28 Aug. 1640; door Antonio van Dieincn en Cornelis van der Lijn. Palentijn, V. St. I. 234 12667. Instructie voor Jacob van Kit-tensteyn, president cn opperhoofd wegens de E. Comp. op Ceylon, dd. in 't schip Banda, ter rheede voor Maturo, den 27 Eebr. 1650; door Joan Maatsuyker. ^alenlijn, V. St. I. 128. |
12663. Considcraticn over Ccylon, bij forme van instructie opgesteld, na de ordres van Haar Edelheden overgeleverd aan den heer Adriaan van der Mcyacn, Raad Extra-ord. van Indie en Gouv. van Ceylon, in 't jacht Vlieland, zoylende uyt do Bahia van Gale, den 21 Juni 1661, doorllijklof van Go ens. Falenlijn, V. St. I 198. 12669. Instructie voor den Dessave (d. i. Landdrost) over de landen cn jurisdictie van Colombo, beginnend'; met 't cyland Calpen-tijn in 't N., tot de rivier van Alican be-zuyden. Zoo als deze is geïnsoreerd in de instructie van don Gouv. van Ceylon, Adriaan v. d. Meijden, dd. 21 Junij 1661. l a-lentijn, V. St. I. lol. 12670. Extract uyt de Instructie en consideration wegens den Land- cn Cancel-Han-del, voor den Dessave (Landdrost) van Colombo, door den Heer C. J. Simons opgesteld, dd. Colombo, den 28 Jan. 1707. Ka-Icntijn, V. St. 1. 304. 12671. Extract uyt de consideration over de behandeling der Dcssaveny, of Land-dienst van 't Colombo's district, opgesteld |
175
ter Requisitie der Heeren van de Hoogi; Regering van Ned. Indii;, door Cornells Joh an Simons, Gouv. van Ceylon, en der kust Madura, dd. Colombo, den 28 Jan. 1707. falentijn. V. St. I. 311. 12672. Aanmerkingen over eenige punten, betrelfende het kommandement van Jat'nna- fiatnam, benevens aanwijzing eoniger midde-en tot verbetering, eerbiedigiatnam, benevens aanwijzing eoniger midde-en tot verbetering, eerbiedig1 overgegeven op last van den Oouv. Gen. van Neerl, Indië, Pieter Albert van der Parra, door J. Cli. Wolfs, eersten geheimschrijver van Staat en Justitie te Jafanapatnam op Ceylon, omtrent 1770. lieize naar Ceylon dour J. Gh. Wolfs, 's Hage 1783, conf. Vad. Lett. 1784. VI. 1. 257. 12673. Adres van den Wetgevenden Raad van Ceylon, tot verzoek om Ceylon niet onder het bestuur van het Britseh Indisch Gouv. te brengen. Kolen. Jaarb. ;ie j. 1863. 188. 12674. Over de vereeniging van Ceylon met Britseh Indic, cn bekostiging door liet eerste zijner militaire magt. Kolon. Jaarb. lie j. 1863. 449. 12675. Bijzonderheden nopens de voorgenomen afscheiding van Singapore van liritsch Indic. Kolon. Jaarb. 3c j. 186:i. 448. Indische Archipel. 12676. Mededceling van het besluit van den Gouv. Gen. van Ned. Indië, dd. 14 Nov. 1823, No. 14, alsmede van dien der daarbij gevoegde circulaire, bepalende het indienen cn voorschrijvende de zamenstelling van jaar-lijksche verslagen van den staat der gouvernementen en residentiën in Nederlandseh Indië. T. v. N. I. Xe j. N. S. lej. Batavia 1848. 1 d. 78. — Mcdcdeeling door S. van Deventer J.Sz., van bijzonderheden nopens dit Indisch besluit. Aid. 1865. N. 8. 3e j. II. 332. 12677. De instruktie voor 'tbinnenlandsch bestuur. Zamenstelling hiervan, overeenkomstig het nieuwe H. R., welke arbeid is opgedragen aan O. van Rees, gewezen Inspekt. van Pin., en aan H. D. Potter, Res. van Samarang. T. v. iV. I. 17e j. 1855. II. 417. — Instruction voor de Hoofden van gewes-telijk bestuur, de Regenten en de Districtshoofden op Java en Madura, gearresteerd bij Indisch besluit vau 5 Dcc. 1859 No. 4. Ind. Staatsblad, 1859. No. 102. |
12678. Toelichting vau de derde zinsnede van art. 92 van het R. R. betreffende de bevoegdheid der hoogste gezagvoerders op de buitenbezittingen ter uitvoering van een doodvonnis. Ileal N. I. 6e i, XII. 229. 12679. Procf-instructie voor de kontro-leurs bij de landelijke inkomsten en kultures op Java. In 1855 aan de hoofden van gewestelijk bestuur gegeven, ter in werking brenging en proefneming. Bijblad Ind. Staatsblad. V. 1801. 286. No, 106'''; ook opgenomen in Bijblad. 2e dr. Batavia 1865. III. 1029. — Toelichting door C. H. Nedcr-burgh en C. de Waal. /lijblad. 2e dr. Batavia 1865. II. 1018. — Idem door S. van Deventer J.Sz. T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. 11. 399. Noot. 120^0. Posthouders, civiele gezaghebbers en dc marine in den Indischcn Archipel. Over hunne irrationele stelling. T. v. N. I. 14e j. 1852. II. 195. 12681. Een brief uit Lilliput; door V. Z. Anno JS58. Mcdcdcelingcn betreffende oen daad van omkooping door een Resident. T. v. N. I. 20e J. 1838. II. 415. 12C82. Dc goede oude tijd der oud-gas-tcn-regcring door oud-gasten-residenten terug verlangd; door //Een oud-gast, maar geen oud-resident.'' Voorbeelden van degeheerscht hebbende willekeur, uitgeoefend door dc hoofden van gewestelijk bestuur in Ned. Ind. naar aanleiding der adhacsie aan de brochure van J. D. van Herwerden. T. v. If. I. 21e j. 1859. II. 315. 12083. Inhoud der instructie, dd. 18 Mei 1833, No. 865, voor den Gouvts. Kommissa-ris ter Westkust vaa Sumatra, den Gen. Maj. C. J. Riesz. T. v. N. I. I6e j. 1853. II. 217. 12084. Afkeuring door „Een ambtenaar bij hef, binncnlandsch bestuur ter Westkust Sumatraquot;, dat de Gouverneur van dit Gouvernement een militair man moet zijn. T. v. N. I. 20o j. 1858. I. 44. 12085. Benoeming van een burgerlijk ambtenaar tot Gouv. van de Westkust van Sumatra, en vaststelling van zijn jaarwedde, enz. Kolon. Jaarb. 3e j. 1803. 59. |
176 INLAND8CH EN GEWESTELIJK OF PLAATSELIJK BESTUUR.
19686. Vordicnstelijke ambtenaren op Sumatra's Westkust; door O. O., dd. Sumatra's Westkust i7 Oet. 1856. Besolion-wingen over de bevordering en belooning of onderscbciding van Inclisclio ambtenaren, vooral ook de suballcrnen. T. v. ff. I 19e j. 1857. 1. 164. 120S7. Tekst van het besluit, met zijn considerans, genomen te Batavia den 8 April 1823 door den Gouv. Gen. G. A. G. P. v. d. Capellen, in Rade op een twintigtal rapporten van 18 Maart 1823 tot 1 Maart 1823, ter vaststelling der beginselen voor een organisatie der Padangscbe Bovenlanden. de Stuers, Vestiging, Amst. II. 1850. 215. 12688. Overzigt der maatregelen door den Komra. Gen. J. van den Boscb genomen tot vaststelling van een stelsel van bestuur van Sumatra's Westkust, cn de aanvankelijk verkregen resultaten, 1833 en 1834. TJit ofüciëele bescheiden te zamengesteld door S. van Deventer, J.Sz. liierin zijn besluit, dd. Padang 11 Oct. 1833, N°. 310, tot vaststelling der bepalingen, welke tot grondslag van het nieuwe stelsel van bestuur zullen worden aangenomen T.v.N. 1. 1865. JS. S. 3c j. II. 482. — Gedeeltelijk opgenomen in Tollens, Wetten en Besluiten. Bat. 1856. I. 405. 12689. Ontwikkeling, dd. Batavia 15 Julij 1854, door E. Prancis, van zijne inzig-ten nopens liet bestuur van Sumatra's Westkust, in verband met zijn eigen handelingen aan het hoofd van dat bestuur en die van zijn opvolger A. V. Vrancis, Leoens-loop. III. Bat. 1860. 17. 12690. Iets over het beheer van Sumatra's Westkust, docir S. Pleit voor eene diep ingrijpende hervorming daarvan, vooral ten aanzien van het kofflj stelsel, bet grondbezit, de regtspleging en het soekoebestuur. T. v. N. [. i863. N. S. ie j. I. 150. 12691. Dc hoofdplaats Padang, zijne bevolking, zijn handel cn al wat daarmede in betrekking staat. Schets van den toestand van het Gouv*. van Sumatra's Westkust. v. 'Boren, Bijdr. II. 215. 12692. Wat de Gouv. Gen. A. J. Duymaer van Twist, op Sumatra's Westkust niet heeft gezien; door 'L , dd. Padang 7 Julij 1855. Iets naar aanleiding zijner circulaire, dd. 24 Aug. 1854, tot tevredenheidsbetuiging; aanwijzing van misbruiken, die aan zijne kennisneming zouden zijn onthouden. T. v. N. I. 17e j. 1855. II. 214. |
12693. Hoe 't cr op Sumatra's Westkust uitziet; door P. dd. 's Hagc 18 Maart 1856. Voorbeelden van beginselloosheid en willekeur in 't bestuur, misbruiken en nepotisme. T. v. N. I. 18e j. 1856. I. 288. — Ben brief van A. W. A. Scholte, dd. Port de Koek, 14 Junij 1S56, met een postscriptum van ede Kcdaktiequot;. Reclame tegen dc beschuldiging van schrijver van dit artikel te zijn. Aid. II. 265. — Bezwaren tegen oen artikel in het Tijdschrift van Ned. Indië; door L. K. van Swietcn, dd. Indramaijoe 6 Aug. 1856. Refutatie van bovengenoemd artikel; gevolgd door een paar aanmerkingen van //de Rcdaktic.quot; Aid. 339. — Een kijkje op Sumatra's Westkust, dd. Padang 2 Jan. 18,r)7. Voorbeelden van misbruiken, dienende als vervolg op bovengenoemd artikel; door een //inlandsch kind.quot; Aid. 19e j. 1857. I. 359. 12694. Mededeclingen en beschouwingen, door T. J. Wilier, over dc onbezoldigd-heid der hoofden onder dc Battahs in Mandhéling en Pertibic, 1845. 1\ v. N. 1. 8e j. Batavia 1846. 2 d. 282. 12695. Een Nederlandsch etablissement te Lajocndi. Geschiedkundig overzigt sedert de opname van Mas door den Luit. L F. Donlcben in 18'16 tot 1858, grootendeels getrokken uit de verslagen van den In Luit. A. W. P. Heijligers cn van den Gouv. van Sumatra's W.kust J. van Swietcn. T. v. A. I. 22c j. 1860. I. 331. — Nias in 1856, dd. 1 Junij 1861. Verhaal der uitgevoerde maatregelen t-t vestiging der nederzetting te Lagoendi op de Zuidkust in 1856 onder de leiding van den majoor J. II. Crena, tevens dienende tot rectificatie van bovengenoemd overzigt. Kol. Jaarh. 1861—62. 193. 12696. Mededeeling van het verslag dd. ? eener inspektie van de afdeeling Lagoendi in Junij 1857 van den Gouv. der W.kust van Sumatra J. van Swietcn. T. v. N. [, 22c j. 1860. I. 346. 12697. Mededeeling van het «algemeen verslag van dc afdeeling Lagoendi over bet jaar 1856quot;, in het begin van 1858 opgemaakt door den In Luit. A. W. P. Heijligers. T. v. N. /. 23e j. 1860. I. 337. |
•J
177
12098. Gcschicdenis van do annexatie van Tebing Tinggie aan Siak, door J. S. G. Gramberg, dd. Paletnbang, Junij 1863. Ttyds. Itul. T. L. V.kunde. XIII. 4 S. IV. 1864. 504. ^OOi). Geheime instruklio voordekomm. voor Indragirie, beslannde uit C. E. Gokl-man, lies, van Rio, en P. J. B. do Perez, adst. lies, van Benkoelen, gearresteerd te Buitenzorg den 31 Mei J838; tevens inhoudende voorsehrifter. voor den Gouverneur van Sumatra's Westkust A. V. Michiels, en den Res. van Palembang, J. \V. Boers. T. v. N. I. 15e j. 1853. £1. 147. — Inhoud van het verslag, dd. 0 Nov. 1838 van deze kommissie, aan den Gouv. Gen. D. J. de Eerens, van hunne verrigtingen, bevattende tevens voorstellen in 't belang van het nieuwe etablissement te Indragirie. Aid. 161. — Gouvt. besluit hierop, dd. liuitenzorg 28 Pebr. 18:50 No. I, tot organisatie en plaatsing van dit etablissement, onder Riouw. Aid. 101. — Mededeeling van den inhoud der bevelen van den Min. van Mar. en Kol. J. C. Baud, dd. 1 Sept. 1811 N0. 363 W. zeer geheim, aan den Gouv. Gen. P. Merkus, naar aanleiding der Britsehe vertoogen on van den opstand in Batipo, tot intrekking der posten op de Oostkust van Sumatra, en verdere uitbreiding van den rogol van niet bemoeijing met het Inlandsche bestuur op Sumatra. Aid. 209. — Tekst dor aanteekeningen door den Gouv. Gen. P. Merkus op deze bevelen gemaakt. Aid. 21?. — Oordeel van den kora-mandant van het Indische leger, F. D. Cochins, over do Ministeriëole bevelen. Inhoud van het kommissoriaal borigt van het Militair Departement van 30 Mei 1842, bo-treflendo de uitvoering en de daarvan te verwachten gevolgen. /Ud. 231. — Advies van den civielen en militairen Gouverneur van Sumatra's Westkust A. V. Michiels, dd. 3 Oct. 1842, betreffende de vraag: //Wolk statusquo zal worden aangenomen, en hoedanig hot ten uitvoerleggen der ministeriëole voorscltrifton naar plaatselijke en politieke omstandigheden zal gewiizierd worden. Aid. 425. ' 12700. Vergelijking tusschen het Britsch en Nedorlandsoh bestuur van Benkoelen; door E. Eraneis, 1833. T. v. A'. L 4e j. 1 d. Batavia 1842. 416. — Ook geplaatst in E. Francis, Herinneringen uit den l.eeens-loop van een Indisch Ambtenaar. II. Batavia 1856. 104. 12701. II. Aanteekeningen, gehouden op eene |
reis in de binnenlanden van Sumatra, bijzonder met betrekking tot Benkoelen en Palembang; door don adsist. Ros. van Ben-koelen J. H. Knoorle, dd. Benkoelen 20 April 1832. Met ophelderingen en bijlagen. Geschiedkundig overzigt en beoordoeling van het bestuur en de handelingen van don Britsehen Luit. Gouv. T. S. Rallies, van 1818 1821. alsmede over de latere Nedor-landsche inrigtingen, met betoog voor de inlijving der Moosi-landen, en de overige bergdistriktcn Ampat-Lawang, Passumah, Leibar cn — Ooloc-Manna in Benkoelen, bonevens aantoonin^ der te nemen maatregelen tot verbetering van het bestuur. Oosterling, I. 1835. 49, 276. 12702. Verhaal van don opstand dei bevolking van Benkoelen cn van den moord van den adst. Ros. J. H. Knocrle in 1833; door E. Eraneis, dd. Batavia 10 Maart 1854. Francis, Levensloop. 111. Batavia 1860. 1. — Idem. Uit olficiëele bescheiden te zamengesteld door S. van Deventer JSz. T. v. N. [. 1865. N. S. 3c j. II. 480. 12703. Instruetie, dd. 11 Julij 1821 Lt. b, voor den Luit. Kol. W. J. Keer, als fungerend Resident van Palembang. Milit. Speet. X. 1842. 229. 12704. Mededeeling, met refutatie, door //De Redakticquot; van de tegenstelling door //een Palombangcr ambtenaarquot; gemaakt in Nov. 1851, tusschen het bestuur der Residenten A. H. W. Baron de Koek en C. P. O. Steinmetz, welke laatste zou hebben geleid tot de bestaande onlusten. 1\ v. N. I. 14e j. 1852. I. 225. 1270quot;). Instructie, dd. 14 Jan. 1828, voor de gecoramitteerdon naar de Lampongs Telok Betoeng en onderhoorigheden, door den adsist. Ros. E. Eraneis. Francis, Diensl-tiji, Leid. 1864. 40. 12706. Bijdragen tot de konnis der residentie llio. Beschrijving van den toestand der residentie in 1849. T. v. N. I. 15e j. 1853. 1. 381, 410. 12707. Opgave van het civiel personeel en zijne bezoldiging per maand in 1851 in de res. Riouw; door G. E. do Bruyu Kops, Luit. t/z. Mal. Tij'U N. /. IV. N.S. I. 1853. 365. 12708. Onlusten in de res. Rio. Bijzondorheden nopens plaats gegrepen ongeregeld- 23 |
178 INLAND8CH EN GEWESTELIJK OP PLAATSELIJK BESTUUR.
heden in Maart en April 1856 onder de Chinezen van Rio, en wel tusschen de geheime genootschappen aldaar; met beschuldiging van den Resident. T. v. N. I. 18e j. 1856. II. 137. — Een hricf, dd. Rio 30 Dec. 1856, van den heer V. O. de Meijer, offic. van gezondheid aan //de Redaktiequot;, ter rectificatie der feiten. Aid. 19e j. 1857. I. 293. — Veroordeeling van het uitreiken van belooningen of onderscheidingen wegens het dempen van die onlusten. Aid. 233. — Brief van den Res. van Rio F. N. Nicuwcnhuyzeu, dd. Riouw 29 Mei 1857, ter zijner verdediging. Met naschrift van »dc Rcdaktie.quot; Aid. 19e j. 1857. II. 259. 12709. Zakelijke inhoud der Instructie, voor den Comm. voor Borneo, J. H. ïobias, gearresteerd bij Indisch besluit van 13 Oct. 1821. Veth, Borneo's If. Aid. II. Z. B. 1856, 98. 12710. Ontwerp van Instruktie voor den Gen. Maj. titulair J. Penning Nieuwland, benoemd Komm. voor de Wester-afdeeling van Borneo. Gearresteerd bij besluit van den Gouv. Gen. J. J. Rochussen. T. v. N. I. 15c j. 1853. II. 363. 12711. Mr. A. Prins zou weder als Gouvt. Komm. naar Borneo vertrekken, wegens de toenemende verwikkelingen met de Chinezen. T. v. N. /. 10e j. 1854. I. 296. — Zijne handelingen aldaar. Aid. II 407. 12712. Mededeelingen betrefTende de za-menstelling van het Nederlandsch bestuur ter Westkust van Borneo, te Pontianak, Sambas, Mampawa, Landak, Taijang en Succadana of Nieuw Brussel; door E. Pran-eis, 1832. T. v. N. I. 4e j. 2 d. Batavia 1842. 32. 12713. Do toestand van Bandjermasin en 't bestuur aldaar. Aantooning van de regee-ringloosheid aldaar. T. v. N. I. 22c j. 1860. I. 201. |
12714. Bijdrage tot de kennis van het Binnenlandsoh bestuur op Java, door C. P. E. Praetorius, Dir. der Cultures. Beschrijving van zijne zamenstelling, benevens van de verschillende rangen, titulatuur en werkzaamheden der inlandschc ambtenaren; voorafgegaan door cene aantooning van hunne verhouding tot het Europeesch bestuur onder de O. I. Coinp. en later tot heden. Ind. Bij, I. 1843. 1. — Aankondiging en beoordeeling door E. de Waal van deze Bijdrage. Ind. Mag. 1. Tw. 1844. N0. 4, 5 en 6. bl. 131. — Zakelijke inhoud en bcoordoe-ling van deze Bijdrage. Hand. Ind. Oen. II. 1855. 70. 12715. De tegenwoordige positie der Residenten van Java tegenover den Javaan-schen Metternich; door N.L., dd. Magelang 1 Maart 1861. Veroordeeling van hunne verhouding tot den Directeur der kultures G. Umbgrove. T. v. N. I. 23e i. 1861. 1. 406. 12716. De tegenwoordige assistent-Residenten op Java, dd. Soerabaja 12 Mei 1858. Beschouwingen over hunne ongelukkige positie en hunne weinige vooruitzigten op bevordering. T. v. N. I. 20e j. 1858. II. 334. 12717. De Secretarissen der residentiön op Java. Beweerd voornemen om aan ben niet meer op te dragen de betrekking van Notaris en Vendumeester. T. v. N. /. 17ej. 1855. I. 130. 12718. Handelwijze der ambtenaren inde residentiön op Java; door ï. ï., dd. Sama-rang, 16 Junij 1850. Inconsequentie in de afzetting of wederplaatsing van Residenten en adsistent-Residenten; doch tevens aanwijzing van vele misbruiken door dezen gepleegd of toegelaten. T. v. N. I. 1850. II. i35. 12719. Over de gewijzigde uitvoering op Java door de betrokken autoriteiten der reglementen en verordeningen van deu Gouv. Generaal; door ,Een Kontroleur.quot; T.v.N.I. 20e j. 1858. I. 375. 12720. Een Lillipntschc oudgast. Beschrijving van het karakter en van het bestuur van sommige Residenten op Java; door //Een Lilliputschen suikcr-fabriekant.quot; T. v. N. I. 21e j. 1859. I. 63. 12721. Consideration over de Jaccatraschc en Preanger RRgentschappen, onder Batavia sorteerende en of daaruit meerder voordee-len dan thans voor de Compagnie te behalen zijn? door S. C. Nederburgh,dd. Batavia |
179
23 Nov. 1796. Met Bijlagen. Tijds. hid. T. L. V. kunde. III. 1855. 110, J95, 299. 12722. Bijdrage tot de kennis van den waren toestand der Preanger-Rcgentsehappen op het eiland Java; door C. J. W. van Hogendorp. Overgenomen uit zijn «Coup d'oeil sur 1 ile de Java. Bruxellcs 1830;quot; wederlegging van do beweringen van de Haan Pzn., in zijn //Solietscn aangaande de landelijke Administratie van Java, Leyden 1829quot;, door aantooning van do gunstige werking en invloed van het Enropeeseh Bestuur aldaar. Ree. o. d. Ree. XX III. 1830. Meng. 387. 12723. Beschrijving en heoordeeling van het stelsel van bestuur in do Preanger Regentschappen. IV. R. van Uoevetl, Reiz. I. Arast. ]8i9. 28. — Met toelichting overgenomen in T. v. iV. I. i4e j. 1852. I. 381. Noot. 12724. Inhoud van het Reglement van bestier voor de Cheribonsche landen. Gearresteerd bij besluit van den Maarschalk en Gouv. Gen. H. W. Daendels, van den 2n Pebr. 1809. T. v. N. I. 1849. üron. 1 d. 434. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. V. N. S. II. 1856. 215. 12725. Extract uit het Verslag dd. ? 1817, der kommissie benoemd tot onderzoek der onlusten in de residentiën Oheribon, Preanger Regentschappen en Krawang in 1816 ontstaan. 7'. v. N. I. 23e j. 1861. I. 293. 12726. Mededeeling, met toelichting, door S. van Deventer JSz., van den inhoud van het besluit van den Gouv. Gen. J. van den Bosch, dd. 18 Dec. 1830 N0. 1, tot organisatie der Westelijke overgenomen Pro-vineicn der Vorstenlanden op Java, Res. Bagclen en Banjoemas. T. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. I. 394. 12727. Solo en de Resident E. N. Nieu-wenhuyzen, dd. Residentie Solo 13 Junij 1864. Beoordeeling van zijn bestuur 1S58 —1803, zijnde tekst van het artikel door S. E. W. Roorda van Eysinga, Ing. bij do spoorwegopname op Java, geschreven in de //Javabodequot; van 25Juny 1864, No. 51. S. H. W. Roorda van Eysinga, Mijne verbanning, 's Hage 1865. 19. — Brief, dd. 's Hage 2 Maart 1865 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal van den Min. van Kol. J'. D. Fransen van de Putte, tot toezending van een exemplaar van bovengenoemd |
Nummer der //Javabode.quot; Gedr. Stukk. 1864 —65. LXVI. No. 6. — Memorie van verdediging, dd. Kalitan, bij Solo, 3 Aug. 1864; door S. E. W. Roorda van Eysinga, van zijn bovengenoemd artikel. Alsmede aanteekoningen in 1805 geschreven op deze Memorie. 6'. E. IV. Roorda van Eysinga, Mijne Verbanning, 's Hage 1865. 38, 65. Ü728. Zaraenstelling van het Europeesch en Inlandseh bestuur van de res. Banjoemas. Medegedeeld door P. Bleeker, T. v. N. 1. 1850. II. 90. — Idem van de res. Bagelen. Aid. 19. 12729. De toestand der res. Rembang; door M., dd. Rembang 20 Dec. 1861. Verhaal van allerlei verkeerdheden van vroegere Residenten aldaar. T. v. N. I. 24e j. 1862. I. 177. 12730. Overzigt door S. van Deventer JSz., van het onderzoek in 1824 en 1895 in het regentschap Radjakwcssie (Rembang) naar den aanslag op het leven van den Adst, Res. J. Borwater, op 16 Oct. 1S24; en van de maatregelen dien ten gevolge genomen. T. v. N. I. 1865. N. S . 3e j. I. 199. 12731. Verslag aangaande de res. Gris-sce over 1822, door den Res. A. ü. Cornets de Groot in 1823 geschreven euaan de Indische Regeering ingeleverd. Mededeeling van uittreksels. 2'. » jV. I. 15e j. 1853. I. 81; 14e j. 1852. II. 257, 346, 393. — Bijzonderheden nopens de zaraenstelling van dit verslag, en het aandeel, dat daarin P. W. van der Hoop, adst. Res. van Grissee, gehad heeft. Hand. Ind. Oen. II. 1855. 167. 12732. Mededeeling met toelichting, door S. van Deventer JSz. van de Instructie voor den Kommissaris van de overgenomen Vorstenlanden op Java, P. H. van Lawick van Pabst, vastgesteld bij besluit van den Gouv. Gen. J. van den Bosch, dd. 18 Dec. 1830 No 1. (rcsidcntiiin Madioen, Kedirie, Bagelen, Banjoemas en Patjitan). T.v.N.I. 1865. N. S. 3c j. I. 396; II. 24. — Aanleiding tot het ontslag van den Kommissaris-Inspecteur over de overgenomen Vorstenlanden, P. H. van Lawick van Pabst bij Indisch besluit van 23 Jan. 1834. No. 8. Te zamengesteld uit ofücieele bescheiden van 1833; door S. van Deventer JSz Aid. 1863. N. S. 3e j. II. 303. — Overzig^ |
23*
180 INLAKÜSCII EN GEWESTELIJK OF PLAATSELIJK BESTUUR.
van de regelingen iu de overgenomen Vorstenlanden op Java in 1831—1833. ïe za-mengesteld uit officieele bescheiden, door S. van Deventer JSz. Aid. 1865. N. S. 3e j. II. 282. 12733. Mededeeling, met toelichting, door S. van Deventer JSz. van den za-kelijken inhoud van het besluit van den üouv. Gen. J. van den Bosch, dd. 31 Aug. 1830 'No. 1 Lt. A., tot organisatie der Oostelijke overgenomen Provinciën der Vorstenlanden op Java: res. Medioen en Kedi-rie. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. I. 392. 12734. Indisch besluit, waarbij het onder-regentschap Blitar en Kedirie tot een ads. residentie wordt verheven. Kolon. Jaarb. 3e j. 1863. 249. 12735. Mededeeling door E. Francis van den inhoud zijner Instructie, hem bij Ind. resolutie van 4 Junij 1831 No. 3 gegeven, tot leiddraad zijner verrigtiugen als Kornmissaris voor Timor. E. Francis, Levensloop. II. Bat. 1856. 113. 12736. Wensch voor de openbaarmaking van de instruktic in 1849 door den Gouv. Gen. J. J. Bochussen, gegeven aan den üouv. van Celebes en onderhoorigheden, P. Vreede Bik. T. v. N. I. 21e j. 1859. 1. 507. 12737. Publicatie van den Gouv. Gen. van Ned. Indiö. dd. Menado 14 Junij 1824, aan de bevolking der res. Menado, ter kennisgeving van eenige bepalingen omtrent het bestuur dier residentie, vastgesteld bij besluit van den G. G., dd. 14 Junij 1824 No. 10. Ind. Staatsblad. 1824. No. 28a. — Aanteekcningen van G. A. G. P. van der Capellen op deze Publicatie. T. v. N. I. 17e j. 1855. II. 363. ] 2738. Makassar. Historisch overzigt van de handelingen van het Europeesch bestuur in dit Gouvernement sedert 1667, alsmede van de direkte cn indirecte voordeden verkregen onder en door dat bestuur. Hermes. 3c ]. 1828. No. 7. bl. 3. 12739. Brief van Adriaen Corsscn, bevelhebber van Tacomi, aan de Heeren |
Majores der Verccnigde O. I. Comp. in Zeeland, dd. 27 Deo. 1610. Overzigt van den toestand der Molukken. de Jonge, Opkomst. III. 1865. 267. 12740. Nader ordre voor de kooplieden, en mindere Kommandanten op dc Buijten-Comptoiren, en lledouten binnen deze Pro-vintie Amboina, waarna hun dezelve in hare respectieve functien zullen hebben te regu-leeren, dd. Amboina aan 't casteel Victoria 25 Jan. 1678. Palentijn, II. 300. 12741. Korte Notulen, dienende tot In-struktie voor den E. Politiquen Raadt in Amboina, om gedurende de absentie van den Landvoogd N. Schaghen op de Corcorre togt, te worden geobserveerd, dd. Amboina, Victoria, 24 üct. 1694. Valentijn, II. 238. 12742. Rapport, bij forme van Dag-Rc-gister overgegeven door ons ondergesz. Willem du Rieu, Secret;, van Politie. Caro-lus Schulerus, Secretaris van den E. Achtb. Landgerigte, en den Assist. Jan Louis Munniks, aan den Wel Ed. Heer Balthazar Coyet, Gouv. cn Dir. dezer Provintie Amboina, weegens ouzo reijsc benoorden Gcram, en 't volvoeren der commissie, ons door hem aanbevolen, begonnen op 23 Oct. 1705. yalentijn, II. 19:i. 12743. Dag-Register, van het voornaamste voorgevallene op de Hongi- of Corcorre tocht, gedaan in de Provintie van Amboina, door den Heer Adriaan van der Stel, Baad Extra-ordinairis van Nederlants India, mitsgaders Gouverneur en Directeur deescr Provintie, in den jare 1710 begonnen op 27 Oct. Falentijn. 11. 19. 12744. Intrekking van de Hoofddy van Lonthois. Batavia Dec. 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1754 i. 1401. 12745. Gedurende het Britsch tusschen-bestuur behoorden noch de Molukko's noch onze vroegere Bezittingen op dc vaste kust van Indiii onder het Gouv. van Java, maar z;j stonden, als afzonderlijke! afdeclingen van bestuur, regtstrceks onder het opperoestuur van Bengalen. Melvill, Moniteur. II. 113. 12746. Vertaling uit het Engelsch van den brief, dd. Amboina 14 April 1817, van den Britsehen Resident van Amboina W. B. Martin aan de Nedcrlandsche commissarissen N. Engelhard en J. A. van Middelkoop, houdende dc verlangde mede- |
181
deeling van de veranderingen, welke in het stelsel van algemeen beheer op de Molukken, onder het gezag van Let liritseh Gouvernement zijn ingevoerd, v. Doren, Matulesin, Amst. 1857. 175. 12747. Overzigt, berustende op geloofwaardige doeumenien en onderzoekingen ter plaatse zelve, van de verrigtingen van J. A. van Middelkoop als Landvoogd van de Molukken; door J. B. J. van Doren. v. Doren, Matulcsia, Amst. 1857. 137. 12748, Proclamatie, dd. Amboina 30 Oct. 1817, van den Sellout bij Nacht en Gommiss. Gen. A. A, Buyskes, ter kennisgeving van hunne aanvaarding van het bestuur over het gouvernement der gansche Molukkos. T. v. N. I. 23e j. 1861. 1. 345. 12749, De Moluksehe eilanden. Mede-deelingen van het geheele rapport van den hoofd-insp. van lin. II, J. van de Graaff en den insp. van lin. in de Bataviasclic afdee-ling G. J, Meylan, bij besluit van de hooge Regering van 4 Febr. 1820 No, 3, belast met eene commissie naar de Molukkos, ingediend aan den Gouv, Gen, van Ned, Indic, den 5 Junij 1821, inhoudende huune beschouwingen over het stelsel van Regering door de voormalige O, 1. Maatschappij met betrekking tot de Molukkos gevolgd, met aan-toouing van de gevolgen van het stelsel van extirpatie aldaar en de gesteldheid dier landen in 18 i0, en mededeeling van een ontwerp van een nieuw stelsel van bestuur en de voorbereidende maatregelen daartoe noo-dig, T. v. iV. 1. 18e j. 1856, 1. 73, 167, 231, 315. — Aanteekeningen, dd. Amboina 8 Maart 1824, van G. A. G. P, van der Capellen op dit rapport. Ahl. 17e i.1855. 11. 282. 12750. Reglement op het. Binnenlandsche Bestuur en dat der Pinaneien op Amboina en onderhoorigheden. Gearresteerd bij besluit van den Gouv. Gen. v, N. Indië G. A. G. P. van der Capellen, dd, Amboina den 15 April 1824, No, 1. Ind. Staatsblad, 1824. No. 19fl. — Aanteekeningen van van der Capellen op dit reglement. T. v. N. L. 17e j. 1853. II. 300. — Publicatie van don Gouv. tien, v. Ned. Indic, dd. 15 April 1824, aan de bevolking van Amboina en onderh. tor kennisgeving van de grondslagen, waarop dit Reglement is gevestigd, en van de hoofdstukken der daarbij gemaakte bepalingen, Ind. Staatsblad, 1824. No 19a. |
12751. Publicatie van den Gouv. Gen. van Ned. Indië, dd, ïemate 27 Mei 1824, aan de bevolking van Ternate en onderh. ter kennisgeving van eenige bepalingen omtrent bet bestuur dier residentie, Ind. Staatsblad, 1824, No, 204, — Aanteekeningen van G, A, G, P, van der C a p e 11 e n on deze publicatie, T. v. N. I. 17e j, 1855. II. 310. 12752. Publicatie van den Gouv. Gen. van Ned. lndi';, dd, lianda-Ncira 29 April 1824, aan do bevolking van Banda en onderh. ter kennisgeving van de grondslagen of hoofdtrekken van Binnenlandsch Bestuur in die residentie. Ind. Staatsblad, 1824, Nb, 21a, — Aanteekeniagen van G, A, G, P, van der Capellen op deze Publicatie, T. v. iV. I. 17e j. 1855. II. 305. 12753. Publicatie, uitgevaardigde te Banda Neira, den 29 April 1824, door den Gouv. Gen. G. A, G, P. van der Capellen, betreflende de voorloopig genomen maatregelen voor een reorganisatie van het bestuur in de res. Banda. v. Doren, Molukio's, 'sHage. 1852. Bijl. P. 12754. Voorstellen van den Gouv. Gen. v, N, I, J. J, Rochussen van de middelen tot herstel en opbeuring ten behoeve van het Gouv, der Molukken, — Tekst van die vermeld in het extract van het Geh, besluit dd. Buitenzorg 12 Dec. 1849. Lt, P. T. v. iV. I. 15c j, 1853. 1. 354. — Inhoud van die vermeld in zijn voordragt aan het opperbestuur, dd. 28 Dec, 18-19, Lt. P3. Met toelichting, J. J. liochussen. Totlichting enz. 's Hage 1853. 160. — De druk der inwoners van de Moluksehe eilanden. Verdediging door den oud-Gonv. Gen, J, J. Rochussen, van zijne genomen maatregelen tot opheffing van dien druk. Aid. 158. 12755. De hervorming der Molukken. Mededeeling van de officiëele aanteekeningen wegens de door den Gouv, Gen, A. J. Duymaer van Twist tijdons zijne reis naar de Molukkos gehouden conferentiën Sopt, 1855; met voorafgaande verwijzing door P, BI eek er van zijne eigene vroeger ontwikkelde denkbeelden op dit stuk in zijn werk over deze reis uitgegeven, T. v. N. I. 1863. N. S. Ie j, II. 34, 76, 159, 206; 1864. N. S. He j. I. 193. 12756. Hervorniiugen in de Molukkos en de heer C, P. Goldman, Berigten nopens de hervormingen van dezen Gouv. T, v. N. 1, |
182 INLANDSCH EN GEWESTELIJK OF PLAATSELIJK BESTUUR.
183
der Kaapscho burgers. Aid. LVIII. 1785. 20(); cn LIX. 1785. 3, 35. — Opgave van het. „Berigtquot; van dn Praesidiale kamer en van het //berigtquot; der vergadering van XVlIn van de 0. 1. Maatschappij, dd. S2 Julij 1785, op deze klagten cn stukken. /V. A'ederl. Jaarb. XX, 17S5. 3. !)32. — Tekst der Missive van de gecommitteerde Bewind-hebberen uit de respectieve kamers van de gen. Ned. geöetr. O. I. Comp. ter vergadering van XVIIn aan de Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, gesehreven in 'sHage den 2 Julij 1785, op deze klagten. Maandel. Ned. Mercurius, XVII. 1785. 102, 138, 162. LX. 1786. 43, 70. 12?63. Memorie van consideration over het hoog beloop der lasten van liet Gouvernement van de Kaap de Goede Hoop, en aanwijzing van middelen tot derzciver vermindering, dd. Amsterdam 3 Mei 1790, door O. W. Ealek, E. Craeijvanger en J. P. Scholten, Bewindhebberen in het Dep. van prae-paratoire besoignes. N. Ncderl. Jaarh. XXV. 1790. 1. 1011. — Extract uit de Rcsolutii'n door de Extra-ord. vergadering van X VUn binnen Amsterdam, genomen op 20 en 21 Sept. 1790, inhoudende de deiiberaticn op Azië. 12767. Lijst van ecnige Japansehe Keizers, 1550—1680. Falen lijn, V. St. II. 51. 12768. Lijst der geestelijke cn wereldlijke Keizers van Japan. Zijnde een vervolg op de besehrljving van E. Kaempher uitgegeven ten jare 1733. (1680—1770). Verh. Bat, Gen. N. I. II. 3e dr. 1826. 71. 12769. Keurig berigt van het Staatsbestuur, enz. des kcizerrijks van Japan. In eenen brieve van C, P. T hun borg, M. D. Uit de Phil. Transact. Part. I. 17S0. Vad. Lett. 1780. II. (120. 12770. Beriglen uit Jokoharna, dd. 25 Oct. 18G2, betreffende de in Japan tot stand gekomen vreedzame omwenteling, waardoor de magt en invloed van den Taikoen ge-fnuikt en die van Miako en den Mikado verheven zijn onder den steun der Daimio's. Kohn. Jaarh. 3o j. 1803. 62. |
het Rapport van commissarissen tot de Besoignes op die Memorie. Aid. XXVI. 1791. 2. 1:286. Ook geplaatst in Slaat d. Ned. O. 1. Comp. Amst. 1792. II. 65. 12764. Aanspraak, dd. Amsterdam 21 Jan, 1795, van J. H. Redelinghuys, aan do burgers van de Kaap de Goede Hoop, ter kennisgeving van de Resolutie, ter aansporing van een soortgelijk in hun Gouvernement, en ter waarschuwing tegen de Engel-sehe heerschappij. N. NrJerl. Jaarb. XXX. 1795. 1. 298. Jaarh. Bat. Rep. 1. 149. 12765. Besluit dd. 19 Oct. 1795 van de Provisionele Repraesentanten van het volk van Holland, tot het maken van honorable mentie van het gehouden gedrag van den Commissaris in het Gouvernement van Oabo de Goede Hoop, A. J. Sluysken, tegenover den Engelschen Adm. Elpuinstone in Junij 1795. N. Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 8. 6192. 12766. Klagten over het Engelsche bestuur aan de Kaap de Goede Hoop. Al//. | Lell. Maandschr. XII. 1828. Meng. 608. 12771. Mededeeling door J. van de Vinne, van kenschetsende bijzonderheden betreffende het bestuur der Chinesebe Natie. T. v. N. I. 4e j. 2e dr. Batavia 1812. 276. 12772. China. Wreedheden door de keizerlijken gepleegd lot demping der insnrrec-tionele beweging, medegedeeld uit het rapport, dd. Canton 13 Sept. 1855, van Wal-kingshaw, zaakgelaste van Belgi(; te Canton. l-'er. Chr. St. X. 1856. 530. — China. Wreedheden gepleegd; vervolg. Aid. 657. 12773. De troonsopvolging van de Mu-selmansohe vorsten, door S. Ke ijzer. Jiijdr. Ind. T. L. V.kunde. N. S. IV. 57. 12774. Nederduitsche vertaling van de ,Copye van de laatsten wil van Miodien Mamud Eurangzecb, door hem gemaakt in het een en vijftigste jaar vim zijne regering, en in het jaar der llcdjira van Mohamed 1118, den 28n van den maand Dzilcaida, 'twelk overeenkomt met den 18n Oct. 1707 |
184 INLANDSCH EN GEWESTELIJK OF PLAATSELIJK BESTUUR.
(170G), de dag op welken hij stierf.quot; Valen-lijn, IV. St. II. 274. 12775. Verhaal dor aanmerkelijke veranderingen en opschuddingen in het rijk van den ürooten, Mogol voorgevallen, volgens brieven van Goa, dd. 12 Dec. 1719. Eur. Mercurius, XXXII. 1721. II. 217. 12776. Verhaal van een opstand in het rijk van den Grooten Mogol, volgens brieven uit Bengalen. Eur. Mcrcurhts, LX1I. 1751. 1. 170. 12777. lierigt van dc uitgestrektheid der heersehappije, van de geldmiddelen, van de krijgsmagt en het character van Ïippoo-Sul-tan, vorst van Mysore. Moerendcels ontleend aan den Majoor Rennell. Vad. Lelt. 1792. 12778. Beschrijving van den treurigen toestand in Bengalen. M(tondel. Ned. Mercurius, XXX. J771. 117. 12779. Mededeelingcn en opmerkingen nopens de geschillen te Madras tusschcn den Raad en den Gouverneur. Staatsman, 1, 1779, Ie st. 176. 12780. Beschrijvingen van den oorspronk der Naiken van Madure, hunne politique regceringe, finantien, militie, justitie, religie, civile en domestique ommegang, over-gelevert aan den E. Heer, Maarten Huijs-raan. Commandant der kuste Madura, t' za-men gesteld door den Ads., Adolpli Bassing, tegenwoordig tot Tritchinapali, aan 'tïïof van Madurc (Madras), dd. 13 Nov. 1677. Valentijn, V. St. I. 285. 12781. Lijst der Ceylonze Keijzercn, van de vroegste tijden tot 1707. Valenlijn, V. St. 1. 83. 12782. Namen der Inlandsche bedienden in de dorpen op Ceylon, benevens omschrijving van hunne verpligtingen en werkzaamheden. Valenlijn, V. St. I. 1. 12783. Berigt te Batavia op 24 Mei 1782 van het overlijden van den Keizer van Candia, en opvolging door zijn zoon, N. Nedeil. Jaarh. XVIII. 1783. 3. 2014. |
12784. Voorschrift van ccnen Koning zooals hij behoort te zijn. Uit John Davy's Reizen. London 1821. Omschrijving vandemagtvan den Koning van Candia op Ceylon, en mede-deeling van de gebruiken en regelen volgens welke hij bij de Iroonsbeklimming beloott te regeren. Vad. Lett. 1823. 2 290, 12785. Lijst der laatste Koningen van Per-sië, 1508—1724. Valenlijn, V. St. I. 228. 12786. Omstandig verhaal wegens dc zaken in Persii', na den dood van Schach Nadir, opgesteld door ecu Zweedsch oilicicr. Eur. Mercurius, LXIV. 1753. 11. 5 — Journaal hieromtrent van 21 Jan. 1750 tot 23 Junij 1753. Md. LXV. 1754. I. 87. Indische Archipel. 12787. Schets van de staatkundige inrig-ting ter westkust van Sumatra. Uit de Jav. Courant van 5 Nov. 1829, N°. 130, en v. 14 Jan. 1830, Nquot;. 5. Mcdedeeling, dd. Batavia :■!! Oct, 1829, van die, ontleend aan een of-iicieel verslag dier residentie, bid. Mag. II Tw. 1845. N0. 11 en 12. bl. 86. 127S8, Iets over Menang-Kabauw, of het rijk der Maleijers op Sumatra. Uittreksel uit een brief, gedagteckend Padang, Dee. 1833, van P. W. Korthals, ter beschrijving van het eigenaardig bestuur van dat rijk. Ree. o. d. Ree. XXVII. 1834. Meng. 365. I'27h9. Bcsclirijving van den Maleischcn regeringsvorm in het Nederlandsch grondgebied ter westkust van Sumatra; door E. Francis, lb37. T. v. N. /. 2 j. 1 d. Batavia 1839. 109, 131, 145. 12790. Verhandeling over de Maleijers en eenige hunner oude instellingen; door Sal. Muller, bepaaldelijk hun bestuur ter westkust van Sumatra. S. Muiter, Bijdr. Leid. 1846. 77, 108. 12791. Het Inlandsch bestuur ter westkust van Sumatra. T. v. N. /. 2 j, 1 d. Batavia J 839. 112. 12792. Schets van het Soekoe-bestuur op Sumatra's-Westkust. IJ. J. J. L. de Slwrn, Sumatra's-Westkust. 1, Amst. 1840. 29. — Overgenomen in het T. v. iV. 1. 17e j. 1855. II. 96. 12793. Berigten van oen Staatsgevangene over het ffSoekoo-bostuurquot; tor Westkust van Sumatra. Verslag uit don mond van Nan Tjordik opgeteekend in Junij 1833 |
185
door H. J. J. L. de Stuers, oud. Ros. ter Westkust van Sumatra euz T. v. N. 1. Ü3e j. 1861. II. 269. 12794. Het Inlandscli bestuur in liet gouvernement. van Sumatra's-Westkust. Medegedeeld door J. van der Linden, seer. van dat gouvernement. Tijds. Lnd. V. L. Y. kuude, IV. N. S. I. 1855. 257. 12795. Mededeeling door H. J. J. L. de Stuers, van de Inlandselie grooten op Sumatra's-Westkust. dc Stuers, Vesiigiiui, Amst. 1. 1819. 132. 1279G. De vrije arbeid en het soekoe-bestuur op fciumatia's-Westkust. Betoog tot hervorming van dat bestuur naar aanleiding der circulaire van den Gouverneur .1. van Swieten, dd. 28 Aug. 1854. T. v. N. 1.17e j. 1855. II. 91, 06. 12797. Aanwijzing der middelen tot verbetering van het binnenlandsoh bestuur in het gonv. van Sumatra's-Westkust; door een ambtenaar bij het binnenlandsch bestuur, dd. Sumatra's-Westkust 25 Jan. 185s. 7'. v. N. I. 2e j. 1858. I. 354. 12798. Opgave van de benamingen der inlandsche rangen en titels, met korte aanduiding der aan die betrekkingen verbon ien werkzaamheden, in de ros. Tapanoeli; door P. Til. Couperus, gewezen Hes. aldaar, dd. Nov. 1852. Tijdi.. lnd. '1'. L. V.kunde, IV. N. S. I. 1855. 239. 12799. Inkomsten der hoofden van Natal op Sumatra's-Westkust. Medegedeeld door E. Er an cis in 1837. T. v. N. I. 2e j. Ie d. Batavia 1839. 153. 12800. Iets betreffende de verhouding der Pasoemah-landen tot de Sultans van Palem-bang; door E. Netscher. Javaanschetekst, met Nederlandsche vertaling door C. E. Win eer Sr. van den piagem, bevattende voorschrift van bestuur door den Soesoehoe-uan van Palembang, uitgevaardigd aan het hoofd van Pasoemab; gevolgd door den Ara-biscben tekst van dezen piagera, volgens de lezing van den Pangeran Boepati Panem-baban van Palembang, met de Nederduitsche vertaling van Palembang ontvangen, en gezonden door den kol. C. A. de Brauw, Res. van Palembang aan het Ned. Ind. gouvernement. Tijds. lnd. T. L. f.kunde, IV. N. S. I. 1856. 186. — Aanmerkingen op het stuk getiteld: //Iets betreffeude enz.quot;; door O. A. de Brauw. Aid. 516 |
12801. Chronologische lijst van de Vorsten van Palembang, hunne namen, onderlinge verwantschap en herkomst, 1539 —1821. de Sturler, Palembang, Gron. 1855.79. Noot. 12802. Iets over het Inlandscli bestuur in de Binnenlanden van Palembang, aldus bevonden in 1822, door J. C. Reynst. T. v. N. I. Ie j. Ie d. Batavia 1838. 2S8. 12803. Mededeelingen betreffende de inkomsten van de Kadja's en mindere hoofden van de bevolking in de Lampongs; door J. A. du Bois, Rcs. der Lampongs. 1819— 1833. T. v. N. I. 19e j. 1857. I. 92. 12S04. Aanteekeningen betreffende de zarnenstelling en werking van het Inlandscli bestuur in de res. Palembang. T. v. N. 1. 8e j. Batavia 1846. 3o d. 294, 301, 305. 12805. Bijdrage tot, de kennis der oorspronkelijke instellingen van Palembang. Beschrijving van bet Inlandscb bestuur. 7. v. N. I. 15e j. 1853. II. 454. 12806. Iets over de landstreek Blida, in de nabijheid van Palembang. Uverzigt van den toestand, ten betooge voor eene meer direkte bemocijenis van bet gouvernement. T. v. N. [. 186,n. N. S. 3e j. I. 311. 12807. Iets over het ontstaan vaneenige regentschappen en de ads. res. Benkoelen; door J. A. W. van üphuysen; met mededeeling van den maleischen tekst der instructie Aquot;. 11)79 van den Sultan van Bantam voor die regenten. Tijds. lnd. T. L. P. kunde, XJ. I S. II. 18(12. 194 — Bijzonderheden nopens de uitgave. Aid. 403, 411. 12808. Beschrijving van de inkomsten der hoofden in de Lampongsche Dist,rikten, door J. A. du Bois, ads. lies. 1819—1833 T. v. N. I. 14e j. 1852. I. 252. 12809. Beschrijving van het Inlandscb bestuur in de Lampongsche Distriokten, door J. A. du Bois, ads. Res. 1819—1S33 T o N. I. 14e j 1852. I. 249. 128,0. Beschrijving van den regeringsvorm in bet, rijk Siak Sri Indrapoera; door E. N. Nicuwenhuijzen, Res. van Pekalongan, vroeger van Riouw. Tijds. Lid. T. L. f.kunde. VII. 3e S. I. 1858. 395 12amp;I1. Mededeeling, door den Res. van Riouw, E. Netscher, dd. 12 Oct. 1861, van 24 |
II.
186 INLANDSCH EN GEWESTELIJK OE PLAATSELIJK BESTUUR.
• | de inrigting en toestand onzer voorloopige 1 ' vestiginp; op Bengkalis, in het rijk van Siak. Tijtis. Jnd. 1'. y.kunde, XII. 4e S. III. 1862. 359. 12812. Mededeelingen betreffende deinrig-ting of zamenstelling van het Inlandscli bestuur van het rijk van Indragirie op de oostkust van Sumatra. T. v. N. I. 4e j. li: d. Batavia 1842. 543. 12813. Inkomsten van don Vorst eu do rijksgrooten vau het rijk van Indragirie op de oostkust van Sumatra. T. v. N. L. 4e j le d. Batavia 1842. 546. 12814. Schets van het bestuur bij de Bataks op Sumatra. Lett. May. 1832. le st. 214. 128L5. Tekst van het KR. der Maieisohe vorsten van Lingga, Riouw en het Maieisohe Schiereiland, die door den Sultan Mohammed !Sjah zijn uitgevaardigd. Volgens schriftelijke inededeeling door den onderkoning van Riouw aan 1'. 1*. Roorda van Eijsinga. Overgenomen uit de Inleiding van het Algemeen Neder-duitsch-Maleisch Woordenboek door P. P. Koorda van Eijsinga. 'sHage 1855. Astreu. V. 1855. 5. 12816. Lijst der Koningen van Malakka, in Singapoera en in Malakka 1160—170s. lentiju, V. St. I. 352. — Overname van deze lijst met aantooning en verbetering der daarin voorkomende onnaauwkeurigheden; door E. Netscher. Tij dn. hul. T. L. l1' .kunde, II. 1854. 147. 12817. Naamlijst der Sultans van Lingga, vanaf Sri Tri Boeana, 1180, tot Sultan Abd'oel üjalil Sjah, 1689; door E. Netsciier. Met opgave van de jaartallen, volgens de Moham-rnedaansche tijdrekening, van hunne krooning ol' overlijden, alsmede van historische feiten, getrokken uit oen geschiedkundig 11.S. in het bezit van den Onderkoning van Riouw. Tijds. Ind. T. /,. V.kunde, II. 1854. 150. 12818. Naamlijst der Sultans van Lingga, van af Sri Tri Boeana, 1180, tot Sultan Mah-mocd Sjah IV, 1841; door E. Netscher. Zamengetrokken uit het Maleische geschiedkundige werk Soelalat'oe-s-salathin. Tijds. Ind. 7'. L. /.kunde, 11. 1854. 144. 12819. Opgave der Boeginesche Onderkoningen van Riouw; door E. Netscher, 1720- 181-4. Tijds. Ind. T. !,. V.kunde, II. 1864. 157. |
^QO. Regeling van het bewind tussehen de Maleische eu Boeginesche vorsten op Riouw. Maieisohe tekst. Meur singe. Mul. Leesb. III. Leijden 1847. 72. 12821. Opgave van de inkomsten ia 1849 van den Sultan van Lingga. Riouw en onderh. T. o. N. I. 15e j. 1653. 1. 415. 128:22. Ranglijst van de benoemingen der Maleische hoofden ter westkust van Borneo in 1832; door E. Erancis. T. v. N. /. 4e j. 2e d. Batavia .842. 16. 12823. De Engelsche Radjah in Sarawak; door Horace St. John. Als eeae bijdrage tot de kennis van liet door de Nederlandsche etablissementen voor ons belangrijke eiland Borneo medegedeeld. Schets van zijn bestuur en zijn gunstige invloed op den toestand der bevolking. Leesk. 1853. III. 81. 12824. Lijst van de Vorsten van Sambas sedert 1818, en opgave der Panggeran's be-hoorende tut het vorstelijk buis van Sambas. '1'. o. i\. /. 9e j. Batavia 1847. 3e d. 233. 12825. Mededeelingen betrellendc de inrig-ting of zamenstelling van het Inlandscli bestuur van het rijk van Sambas ter westkust van Borneo; door E. Erancis. I8:i2. T. v. N. I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 17. 12826. Zakelijke inhoud der Publicatie, dd. Sambas 11 Julij 1831, der bepalingen bij overeenkomst, op 11 Mei te voren met den Sultan vastgesteld, tot regeling van de aanstelling der hoofden, en de toewijzing der apanagien. /eth, Borneu's W. Afd. II. Z. B. 1856 485. 12827. Maleische tekst, met Nederduit-sehe vertaling door P. C. van Eek, der benoeming Aü. 1770, door den Panembaban van Mainpawa van den Chinees Lay Thin-Siong, alias Baba Goé, hot distriktshoofd ♦au Sinamaw, Koenjit en Bawang. Medegedeeld door T. J. Wilier, lijds. Ind. T. L. V.kunde, 111. 1855. 524 en Bijl. D. 12828. Wijze van bestuur van het rijk Landak op Borneo volgens medcdeeling van 1). J. van den Dungen Gronovius. Aquot;. 1822. T. v. Af. I. 1849. Gron. led. 341. 12829. Opgave der inkomsten vau den Vorst en de rijksgrooten van Sangouw, op |
187
Borneo, volgens medodeeling van D. J. van den Dungen üronovius. A0. L822. T. n. N. I. 1849. üron. Ie d. 346, 348. 13830. Regeringsvorm van het, rijk San-gouw, op Borneo, volgens mededeeling van i). J. van den Dungen (ironovius. A0. 1822. T. v. N. [. 1849. Gron. led. 348, 12831. Opgave der Vorsten langs dn Ka-poeas in 1847, door D. W. J. C. van Lijnden. Medegedeeld door J. Groll. Nut. Tijds. N. I. 2e J. 1851. G26. 12832. Resultaten van het onderzoek in 1822 door D. J. van den Dangen Gronovius van het regt, hetwelk het rijk van Soekadana gehad heeft op de rijken van ïaijang. San-gouw, Sekadouw en Sintang, op Borneo. T. v. N. l. 1819. 1c d. 35 ). 12833. Opgave der inkomsten van den Vorst en de rijksgrooten van Sekadouw, op Borneo, volgens mededeeling van 1). J, van den Dungen Gronovius. Anno 1822. T. v N. /. 1849. Gron. Ie d. 350. - Idem van Sintang. Aid. 353. 12834. Opgave der inkomsten van den Vorst van Taijang, op Borneo, volgens mededeeling van D. J, van den Dungen Gronovius. Anno 1822. T. v. N. I. 1849. Gron. Ie d. 345. 12835. Beschrijving door H. v o n D o w a 11, van den vorm en de inrigting des bestuurs, alsmede van de inlandsehe huishouding, van Matan, Simpang, Soekadana, de Karimata-eilanden en Koeboe, in de Wester Afdeo-ling van Borneo, Tijds. /;«/, T. L. V.kunde, XI. 4 S. II, 18C2. 4. 62, 109, 126. 12836. Staat van de in het Bandjernia-sinsehe rijk aanwezige inlandsehe Grooten en Hoofden, met aanduiding van hunne staatkundige beteekenis en van hunne bekende inkomsten; door A. van dor Ven, in leven Res. der zuid- en oosterafdeeling van Borneo, dd. Bandjermasin Mei 1855. Tijds. hid. T. L /'.kunde, IX. 3 S. III. 1860. 119. |
12837. Nota op 29 Sept. 1859 in de Tweede Kamer voorgelezen door A. J, Duy-maer van Twist, over de gebeurtenissen van Bandjermasin, en door hem te zamenge-steld uit de openbare en geheime üost-ln-1 disehe besluiten van 1851, 1852 en 1851-, alsmede uit de Indische depêches vim 1853 cn 1856, dienende ter regtvaardiging van zijn bestuur als Gouv. Gen. van Ned. Indië, voor zooveel betreft de selükkiugen genomen ten aanzien van de troonsopvolging in het l'andjersche Rijk; met mededeeling van de Indische besluiten van 13 .Nov. 1851 N'1. 4 openbaar, v. 10 Junij 1852 lett. Cs geheim en van 19 Oet. 1854 lett. J1 geheim, alsmede van de Indische depêche van 14 Jan. 1853 N». 28 A3 en van 22 April 18ó6 Nquot;. 17 lett. A', daarop betrekkelijk, v. Boren, Hij Kien liqi de schuld. Amst. 1861. 25. 12838. Het rijk van Bandjermasin. Bevattende o. a. een gunstige beoordceling der plaats gegrepen inlijving, onder aanbeveling eener onverwijlde toepassing aldaar der beginselen nopens de Buitenbezittingen van de staatscommissie over de kolonisatiekwestie. Sloet, Tijds. XX. 7!*. 12839. De M.alcische invloed op Borneo. Aanprijzing van eene eenvoudige opheffing van het Sultans bestuur in Bandjermasin, naar aanleiding der gehouden discussiën in do Tweede Kamer op 29 Sept. 1859tusschen den Min. van Kol. J. J. Rochussenen A. J. Duymaer van Twist over de regeling der troonsopvolging in dit rijk. T. v. N. /. 21e j. 1859. II. 255. 12840. Schets van bet Martapoerasehc hof en van het landsbestuur; door A. van der Ven, in leven Res. der zuid- en oosterafdeeling van Borneo, dd. Bandjermasin, Mei 18,')5. Tijds. Ind. T. Ij. 1^.kunde, IX. 3 S. III. 1860. 104. 12841. Beschrijving der staatsregeling in liet distriet Poeloe Pol ak, ook wel kleine Da-jak genoemd, z. en o. kust van Borneo; door J. P. Becker. Medegedeeld door A. L. Wedd ik, dd. Batavia Dec. 184S, Ind. Arch. Ie j. I. 1849. 4(51 . 12842. Verslag, dd. Mei 1859, van II. G. M a k s, rondreizend civiel gezaghebber in de groote en kleine Dajak, betreffende zijne verrigtingen op de reis naar de Kapoeas en Kahajan in de z. en o Aid. van Borneo in Maart—Mei 1859, tot regeling der aangelegenheden van de bevolking en betreffende zijne gegeven voorschriften aan dc Hoofden. Tijds. Ind. T Ij. y.kunde, X. 4 S. 1. 1861. 467, 472, 493. — Bijzonderheden nopens de uitgave. Aid. XI. 4 Ö. II. 1862. 397. 12813. Mededeelingen nopens de inkom- 24' |
1 SS INLANDSCH EN GEWESTELIJK OF PLAATSEIJJK BESTUUR.
sten vuu de hoofden der Kongsies ter Westkust van Borneo; door E. Traneis. 1S33. T. v. N. I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. '24 12844. Opgave van de Kapiteins der Clii-nezen te Riomv, 1818—-1853; door E, IS (! t-sclier. Tijds. I. T. L. V.kunde, 11. 18,54. 159. 12845. Aanstelling tot Luitenant van de Chinesclie Natie te Batavia, van het Lid in het Collegie van Boedelmeestcren der Clii-neesche en andere onchristen sterfhuizen te Batavia, Tan Hoelo. Batavia Deo. 17^3. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 2. 1C85. V2846. Aanstelling tot Luitenant van de Chinesclie Natie te Batavia, van Lim Hat-tam. Batavia October 1787. N. Nederl. Jamb. XXIV. 1789. 1. 322. 12847. Het Inlandseh bestuur op Java. (ieschiedkundig overzigt, door S. van Deventer J.Sz. Van dc| wijze waarop dit bestuur werd uitgeoefend en hoe het zich in zijne werking openbaarde, 1819—1839. T.v. ff. I. 1865. N. S. 3e j. I. 193. 12848. Bijzonderheden nopens de schakel van randen en titels bij het Inlandseh bestuur op .Tava, met veroordeeling der bekrompen betaling van de mindere hoofden; door J. ï. ü. Brumund. Indiana, 11. 1854. 190, 192. 12849. Brief, dd. Samarang 14 Dcc, 1852. Nlt;gt;. 1/1, van den Res. van Samarang li. D. Potter, aan den Gouv. Gen. van N. Indii', A. J. Diiymaer van Twist, ter verdediging van zijn voorstel, dd. 1850, tot verhooging der bezoldiging van de Inlandsche hoofden op Java, als middel om hunne knevelarijen tegen te gaan, zonder schade aan het kuituur-stelsel. Medegedeeld aan de Eerste Kamer door den Min. van Kol. J. 1). E rans en van de Putte, als bijlaag lot zijne Memorie van antwoord, dd. 's Hage 31 Dcc. 1864 betreffende het IXe hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1865. Ge.dr. Slukk. 1804—65. Eerste Kamer N0. 35/. — Verkort overgenomen o. d. titel: De belasting ia heerediensten en landrenten op Java. Eaut-il quitter ce système? T. v. N. 1.1865. N. S. 3e j. I. 130. |
12850. De verhooging der bezoldiging van Inlandsche ambtenaren. Vernieuwde aandrang tol afschaffing der kultuurprocenten, doch tevens tot meerdere en verbeterde wijze van betaling, vooral van de mindere Inlandsche beambten. T. v. N. I. 15e j. 1853.11. 79. 1Ü851. Verhooging der bezoldiging van Inlandsche hoofden. Over hare dringende noodzakelijkheid, reeds uitgesproken door J. J. Rochussen op 28 Julij 1854 in de Tweede Kamer; en beroep op den Min. van Kol. J. Loudon, T. v. N. I. 23e j. 1861. 11. 193. 12852. Noodzakelijkheid ecner ruimere bezoldiging van Inlandsche ambtenaren. Me-dedeeling /an het betoog hiervoor, o. d. titel van: .De bezoldiging van Inlandsche ambtenaren ; door H.quot; geplaatst in het Hata-viaaseh Handelsblad van 15 Dcc. 1864 N0. 31. T. v. JV. [. 1865. N. S. 3e j. I. 251. 12853. Misbruiken in de administratie op Java; door L. Vi talis,dd. Batavia.16 April 1851. Speciaal ook aanbevelende ecne wijziging van het Inlandseh bestuur, door terzyde-stclling van de Inlandsche aristocratie of Regenten, en dadelijke aanraking daar te stellen tussehen het Europceseh gezag en het dessabestuur. T. v. N. 1. 13e j. 1851. II. 2i6. 13854. Iets over de misbruiken van Inlandsche hoofden op Java; door T. L. II., dd. Samaraug Oct. 185 i. Mededeeling van eenige, cu wenseh tot een uitsluitend Europceseh personeel. T. v. A. I. Kie j. 1854. 1. 35. 12855. Dc Inlandsche hoofden en de bevolking op Java. Betoog voor dc noodzakelijkheid van dc bescherming van den Javaan tegen zijn eigen hoofden, naar aanleiding van: // iVlax Hiivelaar, of de koffijveilingen der Ne-derlandsche Handelmaatschappij, door Mul-tatuli. Amst. 1860.quot; T. v. A.l. 22e j. 1860. .II. 258. 12850. De zorg voor de Javanen en de klapperboomen. Aantooning van de knevelarij en onderdrukking der bevolking op Java door hare hoofden, met de klappertuinen in haar belang aangelegd. T. v. A'. /. 22e j. 1860. II. 393. 12857. Stem van een modernen oud-gast. Ook over de beschaving en ontwikkeling der regenten. Kol. Jnarh. 1 Jg. 1861. 116. 12858. Java in 1858 en J 859. Fragmenten |
18!»
eener corrpspondentic; door P. J. Veil). De woorden en daden der Reprering tegenover de Inlnndsche ambtenaren. Aantooning van liunne tegenstrijdigheid, gevolgd door het verbaal van hot ontslag in Junij 18.)8 van den Kcgcnt van Kedirie en zes zijner onder-gcschikte ambtenaren, ais betrokken in den moord op J}. K. Meulman in Dec. 1856. T. v. N. 1. aSe j. 1861. 1. 378. — Een gerehabiliteerd Resident. Mededeeling van een brief uit Indië, ter rectificatie van bo-vengenoemd verhaal, voor zooveel betreft de handelingen van den Res. A. F. H. van de Poel. slid. II. 252. 1285!). Mededeeling, gevolgd door een kritiek der Redactie, van de beschrijving der amazonen-regering van het rijk van Bantam, voorkomende in de ,Revue de Parisquot; van Pebr. 1845. T. v. N. 1. 7o j. Batavia 1845. 4e d. 458. 12860. Het regentschap Pandcglang, Daarstelling van een vierde regentschap in dc res. Bantam, waarvan de hoofdplaats is de dessa Pandeglang. 'I'. v. N. I. 1849. Gron. Ie d. 94. 12861. Beschrijving, door W. R. van Hoe veil, in 1815 van het bestuur der Ba-doeïnen in het zuiden der res. Bantam. T. v. /V. ƒ. 7c j. Batavia 1845. 4e d. 3S0. 12862. Beschrijving van het inlandseh bestuur in de ads. res. Buitenzorg; de rangen, bezoldiging en werkzaamheden. T. v. N. I. 15e j. 1853. 11. 180. 12863. Publicatie van den 11 Julij 1817, houdende cenige bepalingen omtrent de behandeling van den Inlander, in de Krawa-nger, Preanger en bijgelegene districten. Ind. ötblad Nquot;. 43. T. v. N. I. 23e ]. 1861. 1. 297. 12864. Aankondiging door „De Redak-tiequot; van dc wijziging van het vigerend stelsel van bestuur in de Preanger Regentschappen. T. v. N. I. 1850. 1. 339. 128(15. Beschrijving van een Kaloerahan in dc N. afd. van het regentschap Tjiran-djoer, res. Preanger Reg. 1860; door 11. W. van Marlc. Ook van de niot-verkiezing der Loerahs in de Soendalandea door de bevolking. Bijd. Ind. T. T. V.kunde, N, V. IV. 1, 7. |
12866. Bijdrage tot de kennis van het Tagalsche bestuur. Regtstrceksche klagtcn van Javanen in Tagal bij den G. G. over misbruiken bij het Inlandseh bestuur aldaar. J\ v. A'. /. 16e j, 1854. 11. 343. 12867. Bagelcn onder het bestuur van Soerakarta en Djokjokarta, door M. H. J. Kollmann, dd. Wonosobo, 5 Jan. 1864. Beschrijving van het Javaanscli bestuur vóór 1830. Tï,ds Ind. T. L. /.kunde, XIV. 4 8. V. l^.'f. 352. 12868. Dc toestand van Bagelenin 1830. Uil. het verslag dd. 18 Sept. 1830 van den Res. van Kadoe, l1quot;. G. Valck, bel rellende deu toestand van Bagelcn, inhoudende eene toegelichte veroordeeling van het inheomsch bestuur in vergelijk met het Europesche. T. v. N. I. 2Ue j. 1858. II. 65. 12869. Opgave, door P. B1 eek e r, van de Javaansche ambtenaren in het regentschap Saraarang, volgens hunne rangen en werkzaamheden, T. v. N. I. 1850. 1. 23. 12870. Zamenstelling van het Inlandseh bestuur van de ads. res. Patjitan in 1845. Medegedeeld door P. Blecker. T. v. N. I. 1850. 1. 414. 12871. Bijdrage tot de kennis der rcs. Madioen; door J. L. V. dd. Java, Maart 1855. 1. Het Inlandscli bestuur vroeger en nu. II. De bevolking vroeger en nu. Uitwerking van de vervanging van liet oude Inlandseh Vorstenbestuur door het Neder-andsche in 1830 op den toestand der bevolking, T. v. N. I. 17c j. 1855 11. 1. 12872. /jamenstclling van bet Inlandseh bestuur van de rcs. Rembang in 1845. Medegedeeld door P. BI eek er. T. v. N. I. 1850. 1. 47. 12873. Eene instruelie voor een Inlandseh hoofd uit den Engquot;lschen tijd. De //orders en instructie voor den Boepatty van betdis-strict Blora,quot; dd. 24 Maart 1813. Bijdr. T. L. /.kunde, N. V. IV. 134. 12874. Beschrijving van de Inlandsebc rangen, titels en ambten in de res. Grissec in |822, getrokken uit het verslag van den Res. A. D. Cornets de Groot. T. v. N. /. 15e j. 1853. 1. 85. 12875. Beschrijving van het Inlandseh |
] !)o INLANDSCH EN GEWESTELIJK OF PLAATSELIJK BESTUUR.
bestuur in do ads. rns. Banjoewangie; dooi-F. Epp. r. V. N. I. 184.9. 2e d, Wl. 12876. Opgave der kult.uurpcreenten voor de Inlandsche hoofden in de ads. res. Ban-joewangiej door l'1, Epp. 7'. v N. I. 1849. 2e d. 253. 12877. Reglement op de verpligtingen, titels en rangen der Regenten op het eiland Java, gearresteerd hij resolutie in rade, van den 9n Mei 1820 W. 6, Ind. Sthld. N '. 22. M edegedeeld door S. van Deventer J .iSz. T. v. M. I. 1865. N. S. 3c j. 120.— Brief, dd. Batavia !) Mei 1820, N0, 92 waarbij de Gouv. Gen. van Ked. Indië, G. A. G. P. van der Gapellen bovengenoemd Reglement den Minister van Onderwijs, Nat. Nijverh. en Kol. A. R. b'alelc aanbood en toelichtte. AU. 114. — Gouvernementsbesluit, dd. 21 Dee. 1827, N0. 15, ter herinnering aan bovengenoemde bepalingen. Aid. 126. — Me-dedeeling door S. van Deventer J.Sz.van den zakelijken inhoud der vertrouwelijke circulaire van den Gouv. Gen. van N. Indië G. F. Pahud, dd. 1 Dec. 1859 Nquot;. 28 !•, ter herinnering aan bovengenoemde bepalingen. Aid. 127. 12878. Denkbeelden van E. de Waal over de verhouding der Regenton op Java. Ind. Man. Eerste Twaalftal, \ 844. Nquot;. 4, 5 en (i. bl. 134. — Mededeeling, dd. Samarang Augustus 1854, door J. B. van deze denkbeelden. 2'. v. N. I. 16e j. 1854. 11. 405. 12879. Betoog ter veroordeeling van de bij het ontworpen R. R. voorgestelde erfelijkheid van de waardigheid van Regent op Java; door een ambtenaar in Indië. T. v. N. 1. 14e j. 1852. I. 297. 12880. Resolutie, dd. 9 Mei 1820, met zijn gehcelen considerans van den Gouv. Gen. G. A. G. P. van der Gapellen, in rade, tot regeling der bezoldigingen van de Regenten op Java. Ilandil. Ji. Ji. Utr. 1867. 11. 319. Zie ook 261. 12881. Mededeeling, met toelichting, door S. van Deventer J.Sz. van de Nota, dd. Buitenzorg 14 Jan. 1831, van den Gouv. Gen. J. van den Bosch, aan de leden der Indische Regering, itihoudende het voorstel tot gedeeltelijke bezoldiging in land van do Regenten en verdere hoofden op Java. T. v. iV. 1. 1865. N. S. 3e j. 11. 24. — |
Idem van de Nota, dd. P van het Lid in den Raad van Indië, P. Merkus, inhoudende zijne bedenkingen op bovengenoemd voorstel. Aid. 33. — Idem van een overzigt dor geheime Missive van den Gouv. Gen. J. v.m den Bosch, dd. 4 Junij 1831. Nquot;. 725/14 aan den Min. van Waterstaat, Nat. Nijveth. en Kol. a. i. G. G. Clifford, handelende meer speciaal over de tot dit onderwerp betrekkelijke bijzonderheden. Aid. 201. — Idem van bet koninklijk besluit van 12 Jan. 1832 Lt. Y geheim, tot onvoorwaardelijke goedkeuring van de door van den Bosch genomen maatregelen en gedane voorstellen. Aid. 206. — Idem van de Indische Resolutie van 23 Aug. Ls32, N'. 39, waarbij bovengenoemde maatregel op de Regenten alleen, en niet op do andere hoofden wordt toegepast. Gevolgd door een overzigt van hare werking tot 1865. Aid. 305, 3:4. — Idem van een uittreksel uit de Nota, ter algom. Secret, te Batavia opgemaakt, dd. 1 Aug. 1861 afgesloten, over den einduitslag van het in den aanvang aan de Regenten toegekende landbezit. Aid. 311. 12882. Mededeeling door S. van Deventer J.Sz. van het extract uit de geheime Kabinetsmissive, dd. 23 Mei 1835, Nn. 211. van den Gouv. Gen. van N. Indië J. G. Baud, aan de hoofden van gewestelijk bestuur op Java, bctrefl'ende het doen van voordragten omtrent het verleenen van rangs-en traktements-verhoogingen, en andere bewijzen van gunst en onderscheiding aan de Regenten. T. v. N. 1. 1865. N. S. 3e j. I. 12b. — Circulaire, dd. Batavia 2 April 18quot;)7, Nquot;. 834, van den eersten gouvt. secr. A. Loudon, aan de hoofden van gewestelijk bestuur op Java, ter herinnering aan bovengenoemde geh. kabinetsmissive. Bijhl. Ind. Staatsbl. I. 1857. 3311. Nquot;. 191.— Idem, dd Batavia 7 Eebr. 1859, Nquot;. 282, aan een hoofd van gewestelijk bestuur op Java, ter herinnering aan bovengenoemde goh. kabinetsmissive. Aid. 111. 1659. 167. Nquot;. 606. 12883. Eed van trouw door de Regenten der ros. Proangor-Regentsehappen op 28 Julij 1817 te Soemedang in lianden van Kommissarisson Generaal afgelegd. T. v. N. I. 23e J. 1861. I. 273. 12884. Resolutie dor Hoogo Regering van 21 Dcc. 1708 en 8 April 171^, ter handhaving van de Regenten der l'reanger-landen in hun bestuur en jurisdictie tegenover den Pangherang Aria Cheribon. Tijds. Ind. T. L. ï .kunde, 111. 1855. 316, |
191
12885. Namen der Javaansche cn Ma-duresche landvoogden of Regenten, iu den oosthoek vau Java, van 1746 -18;3; door J. Ha ge man JCz. Tijds. Lad. T. L. K. leunde, XIII. 4 S. IV. 1804. ^59. 12880. Lijst vau de namen der Regenten, ia IStó op .lava aan het bestuur. Medegedeeld. met toelichting, door (J, F. E. Prae-torius, laatst Dir. der kultures. Ind. Hijdr. I. 18t3. 42. 12887. Aanteekeningen door H., dd. Batavia Junij 1850, betreffende den Regent van Pandeglang in Bantam, die van bediende van den Res. ïquot;. 11. Smulders tot die waardigheid is opgeklommen, cn zieh onderscheidt, zoo door beschaving als door dankbaarheid. T. v. N. I. 1850. 11. 211. 12888. Opgave door P. Bleek er van het maandelijksch inkomen in 1?'47 van de Javaansche ambtenaren in het regentschap Samarang. T. v. N. /. 1850. I. 23. 12889. De Regent van Koedoes aangesteld tot. Regent van Demak Lofspraak op het ontslag van den Regent, van Dcmak, en over zijne vervanging door dien van Koedoes. T. v. N. I. 13e j. 1851. 1. 82. 12890. Consideration cn advies van het lid in den Raad van Indië H. J. van dc üraafl', welke aanleiding hebben gegeven tot de benocniiug bij Resolutie in Kade van 18 Nov. 18^3, No, 7, van een Regent voor het Regentschap Probolingo. Medegedeeld door S. van Deventer J Sz. 7'. v. N. I. 1865. N. S, 3e j. 1. 194. 12891. Verhaal van do knevelarij en het misbruik van gezag van den Regent van Probolingo, in de res. Kadoe, JoedoNcgoro, en van de wijze waarop de Indische Regering hem heelt gestralt, 1829—1831,. Uit offieiöele bescheiden te zamengestcld door S. van Deventer J.Sz. T. v. N. /. 1865. N. S, 3e j. II. 477. 12892. De Adipatti van Bezoeki op Java, 1811—1818. Historisch onderzoek door J. Hageman JCz,, dd. Socrahaja Pebr. 1864. Tcregtwijzing van do opgaven der Gouv. Gen, in 1818, van C. T. Elout, P. Mijer eu anderen nopens dc redenen tot ontslag van den Regent van Bezoeki, Kjai Adipatti Soe-rio Adiuingrat. T. v. N. 1. 1865. N. S. 3e j. I. 444. |
12S93. Indisch besluit van 11 Aug. 1S51 No. 1, waarbij de Regent van Kondal, Radhen ïoemenggoong Ario Poerbo di Ningrat, benevens eenige wethouders van dat regentschap uit hunne betrekkingen ontzet, eu naai elders verwijderd zijn, ter zake van geldafncmingen, knevelarij en willekeurige beschikkingen over dc goederen en den arbeid der aan hen ondergeschikte Inlandsehe bevolking; — alsmede vaststellende de handhaving der bepalingen tot bescherming der bevolking tegen hare hoofden. T. v. N. I. 16e j. 1854. 1. 182. 12894. Vraag van het K. Inst. T. L. en V.kunde, naar eene heschrijvinjr van hot maatschappelijk leven in eene Jiivaansche désa of dorpgemeentc. Bijdr. T. L. en V. leunde v. iV. 1. I. 1853. bl. XII ; III. 1855. bl. XX.VI; IV. 1850. bl. XXVI. — Overgenomen in T.v. 1SI. 1.1 lej. 1852. II. 77. 12895. Het gcmeenteleven op Java in de Inlandsehe en de Europesciie Maalschapppij. Denkbeelden over de wensehelijkbeid van zijne ontwikkeling en over do mogelijkheid om er toe te geraken. T. v. N. L. 20e j. 1858. 1. 233. 12896. Stedelijke raden op Java; door ^Een inwoner van Soerabaja.'' Klagtei\ over het gemis hiervan. T. v. N. 1. lUe j. ISSquot;7. 11. 128. 12897. De noodzakelijkheid van plaatselijke besturen op Java; door N. A. Betoog vooral voor Batavia en voor Samarang. 7'. v. A'. /. 20e j. 1858. I. 19. 1289\ Uit de Correspondentie van Schal-kie. IV. Afschaffing van de plaatselijke besturen in Nederland. Over de noodzakelijkheid van plaatselijke besturen in Ned. Indië. T. v. N. I. 21e j. 1859. I. 406. 12899. Gemeentebesturen op Java. Betoog van hunne noodzakelijkheid, naar aanleiding van berigten nopens den slechten toestand der hoofdplaatsen op Java. T. v. N. L. 2c j. 1859. I. 439. 12900. Geineonte-iustellingen in Nedcr-landseh Indië. I. Advies van den gen.-majoor, Gouv. ter westkust van Sumatra J. van Swie-ten, d.d. Padang 26 Oct. 1857, Nquot;. 3431, voor hare oprigting, doch gepaard met onbeperkte toelating van Europeanen en afstand |
192 INLANDSCH EN GEWESTELIJK OF PLAATSELIJK BESTUUR.
van gronden in eigendom op uitgebreider ! schaal dan het R R, toelaat, tot bevordering eener blijvende vestiging van het Eiiropeeseh element. T. v. N. /. 2ic. j. 1862. 1 341, 34^. — ]I. idem, dd. Batavia 17 Sept. 1859, Nquot;. 3, waarbij ook in verband tot de verdediging des lands, het wenschelijke van eene goede organisatie van de burgerlijke maatschappij en bet nadeel van het gemis vun goed georganiseerde gemeenten wordt aangetoond. Aid. 349. — 111. Advies van het lid in den raad van Ned. Indië, H. Prins, overgelegd iu de verg. van 29 Junij 1860, over de noodzakelijkheid eener duurzame oprigting van gemeente-instellingen in Ned Ind, niet uitsluitend in 't belang eener blijvende vestiging van Europeanen, maar meer uit het oogpunt van het algemeen staatsbelang; zulks naar aanleiding der uitcenloopende adviezen door de geraadpleegde autoriteiten uitgo-bragt. Aid. 354. 12901. Benoeming in Indië eener kommissie voor het ontwerpen van een plan tot instelling van gemeentebesturen aldaar. Kol. Jaarb. 3e j. 1863. 386. 12902. Uitvoerige beschrijving van den aard en de zamenstelling eener gemeente of desaa op Java. Z/7. li. van Uuecell, lleis over Java, 1847. I. Amst. 1849. 37. 12903. Beschrijving van het Javaansche dorpsbestuur, door P. J. Overhand, Hes. der Preanger Eegn., en D. A. B uij u, Hes. van Hantam. Met toelichting van W. R. van Hoevell. 'F. v. iV. I. 14e j. 1852. 1. 405 en 406. Noot. 12904. De dorpshoofden op Java. Geschiedkundig overzigt der bepalingen en voorschrilten nopens hunne verkiezing, benoeming en bestraffing, 1819—1864; door S. van Deventer J.bz. T. v. /V. I. 1864. N. S. 2e j. II. 4* 13. — Ook geplaatst in S. van Deventer J.Sz. Bijdragen, I. Z. B. 1865. 414. 12905. Lof aan het Indisch besluit van 11 Aug. 1851 No. 1, tot stipte naleving der bepalingen op het dessabestuur en tegen misbruiken op Java. T. v. N. /. 13e j. 1851. 11. 362. 12906. Vertaling door S. van Deventer J.Sz. van het uittreksel voor zooveel betreft het kicsregt der dorpbewoners. Uit het Rapport van Mac Quoid over dc res. Japara en Joanua, zooals het is medegedeeld door Th. |
S. Raffles in zijne Memorie van 11 Peb. 1814. T. v. N. 1. 1864. N. S. 2e j. 11. 269. — Ook geplaatst in S. van Deoeuter J.Sz. Bijdrayen, I. 'L. B. 1865. 197. 12907. Vertaling door S. vau Deventer JSz, van het uittreksel voor zooveel betreft het kiesregt der dorpbewoners uit het Rapport van Kolonel Adams, over de res. Soe-rabaja, zoo ais het is medegedeeld door Th. H. Raffles in zijne Memorie van 1! Feb. 1814. T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. 11. 268. — Ook geplaatst in H. can Deventer J.Sz. Bijdrayen, 1. 'L. B. 1865. 197. 12908. Mededceling, met toelichting, door S. van he ven ter J.Sz. van de geheime kabinetsmissive van 20 Junij 1840 Lt, L'J No. 19, van den Min. van Kol. a. i. J. C. Baud aan den Gouv, Gen. van N. Indië, tot uitdrukkelijk verbod van het stralïen der dessahoofden op Java met rottingslagen. T. v. N. I. U64. N. S. 2e j. II. 414. — Ook geplaatst in S. van Deventer J.Sz. Bijdragen, I. Z. B. 1 gt;.65, 416. 12909. Bijdrage lot dc kennis der volks-instellingen in de oostelijke Soemla-landen, door A. W. Kinder de Garnarecq, Res. van liagelen, voormalig adst. Res. van Soe-madang en Öoekapoera. Speciaal vandedessa Sombiu. Tijils Ind. T. L. V.kunde, X. 4e Ser. I. 1861. ^59. — Bijzonderheden nopens dc uitgave. Not. 2 Junij en 7 Julij i860. Md. 3,3, 317. 12910. Mededeeling door S. van Deventer J.Sz. van bijzonderheden aangaande de dorpsinstellingen van do res, Cheribon, ontleend aan de missive, dd. Clierihou 5 Oct. 1830, No. 1552a van den Res. B. J. Elias. T. v. N. L. 1865. N. S. 3e j. II. 90. Noot. 12911. Bijdrage tot dc kennis van de dessainrigtingen iu Cheribon. Betoogen voor bare veranderlijkheid. T. v. N. 1. 23e j. 1861. II. 6. 12912. Overzigt van het lulandsch en speciaal het dessabestuur in Cheribon, door J. J. van Scvcnhoven. Bijdr. Ind. ï'. L. y.kunde, N. V. IV. 319—332. 12913. Project-instructie voor de Commissie, belast met het verkoopen aan de Javanen op aanvrage van de erven of Paha-rangans, gelegen in eene deasa door J. D. van Seven hoven. Res. van Cheribon. Met |
193
BESTUUR.
explicatie, inleiding en overzigt van het. In-landsch en speciaal het, dessa-bestuur in Cheribon. Toelichting van den beoogden maatregel. liijdr. Ind. T. L. /.kunde, N. V. IV. 317, a 19, 328, 329. 12914. Ontwerp van eene instructie voor de Dorpshoofden der Inlandsche bevolking van Java en Madura en van dc Moluccos; door L. v a n V1 i e t. v. Vliet, Bijdr. Rott. 1846. I. 226. — Idem. v. Vliet, Verkoor). 's Hagc 1848. 56. 12915. Namen der Keizers van Java (Ma-tarani); door J. Hageman J Czn. 1577— 1788. Tijds. Ind. T. L. V.kundc, XIIl. 4. S. IV. 1844. 242. 12916. Berigtcn,dd.Samarang20 0ct. 1788, betreffende het overlijden van clen Keizer van Java op 26 Sept 1788, en betreffende do uitroeping van den nieuwen Keizer op 20 Sept. 1788. N. Nederl. Jaarh. XXIV. 1780. ! I. 575. 12917. Namen der Soesoehoenans van Soerakarta, gezegd Keizers van Solo; door J. Hageman JCzn. (1749—1802.) Tijds. Ind. T. L. F.kunde, XIII. 4S. IV. 1864. 24.3. 1291S. Bijzonderheden betreffende het Ja-vaansch bestuur van het rijk van Soerakarta. T. v. N. I. 5e j. 2e d. Batavia 1843. 475. 12919. Mededecling betreffende dc verschillende rangen, pligten en werkzaamheden van de Javaansche ambtenaren te Soerakarta ; over de Hanonnanon; beschrijving van het dhesa-bestuur in Soerakarta; door 1). L. Mounier. T. v. N. /. 6e j. Ie d. Batavia 1844. 335, 339, 341. — Hulp in deze door C. ï. Winter. Aid. 3e d. 18. 12920. Beschrijving van het regt van op-volging in de Javaansche ambten te Soerakarta; door C. E. Winter, dd. Soerakarta 1822. T. v. N.l. 5e j. led. Bat 1843. 729. 12921. Opgave door P. BI eek er van het bedrag der jaarlijksche subsidiën, grati-ücatii'n en pensioenen aan den Soesoehoenan en de Prinsen van Soerakarta. T. v. N. I. 1850. 1. 401. 12922. Opgave der maandelijksche toelagen van het Nederl. Gouvernem. aan den |
Keizer en de Prinsen van Soerakarta. T. v. N. I. Se j. 2e d. Batav. 1843. 475, en 6e j. 1 d. Batavia 1844. 345, 346. 12923. Beschrijving van de inkomsten van des Keizers kinderen te Soerakarta; door C. E. Winter, dd. Soerakarta 184^. 2'. v. N. I. 5e j. Ie d. Batavia 1843. 725. 12924. Opgave van de verschillende ambtenaren en verdere dienaren, toegevoegd aan dos Kiizers kinderen te Soerakarta; door C. E. Winter, dd. Soerakarta 812. T. ». N. I. 5e j. Ie d. Batavia 1843. 727. 12925. Mededeeling betreffende de bezoldiging door den Soesoehoenan van Soerakarta van de verschillende ambtenaren in zijn rijk; door D. L. Mounier T. v. N. 1. 6e j. 1 d Batavia 1844. 343. Hulp in deze door C. P. Winter. Aid. 3e d. 18. 12026. Explicatie nopens het ontslag, dc verwijdering en de gedragingen van den oud-regent van Patjitan, Djogo Kario; strekkende tot. refutatie van hetgeen deswege is cezegd in het Tijds. v Ned. Ind. Goudsch Kronijksh.c van 28 Sept. 185,. N0. 123. 12927. Een belangrijke brief over een belangrijk onderwerp. Mededeeling van den brief van den seer. d. res. Soerakarta, A. 1). Cornets de Grout, dd. 1 Pebr. i824 aan den Res. H. Mac Gillavry, inhoudende verslag zijner geslaagde pogingen tot tegengang van een voorgenomen huwelijk van den Soesoehoenan Pakoe Boewana VI. Met aanteeke-ningen van S Keyzer. Bijdr. Ind. T. /,. V.kunde, N. V. VI. 260. 12928. De loden van de vorstengeslachten in Soerakarta en Joggakarta. Hollandsche vertaling, door S. Keyzer, van de genealogische lijst, voorkomende in de Javaansche almanak van 1863. Bijdr. Ind. T L. V.kunde, N. V. VI. 380. 12929. Namen der Sultans van Djokjo-karta, gezegd van Mataram; door J. Hageman JCzn. 1755—1855. Tijd». Ind. T. L. V.kunde, XIII. 4 S. IV. 1864. 245. 12930. Mededeeling door P. Blceker van de vaste jaarlijksche subsidie van het (Jouverncment. aan den Sultan van Djokjo-karta. T. v. N. 1. 1850. II. 7. 12931. Opgave van de Vorsten van het Bantamsche rijk; door J. Hageman JCzn. |
194 INLANDSCH EN GEWESTELIJK OE PLAATSELIJK BESTUUR.
1483—1832. Met bijvoeging bij hunne namen van de titels en bijnamen, alsmede van aanteekeningen over de binnen-sultans, en over het uiteinde vau sommige. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, IX. 3 S. III. 1amp;60. 80. 12932. De laatste investiture van nonen Bantainschen Sultan, zijnde het. register of verslag, dd. 19 Sept. 1802, van den raad, extra ord. W. H. van Yss eld y k, als gezant naar Bantam, om Pangaran Morhedin tot Sultan aan te stellen. liijdr. Ind. 7'. L. V.kunde, N. V. I. 363. 12933. Opgaven betreffende de inkomsten van de Cheribonsche Vorsten sedert 1800. T. v. N. I. 1849. Gron. 1 d. 434. 12934. Naamlijst van de Vorsten van Che-ribon, met aanteekeningen door J. Ha ge-man JCzn. 1465—1810. Tijds. T. L. V.kunde, IX 3 S. III. 1860. 90. 12935. Resultaten vaneen onderzoek naar de successieve opvolging der Cheribonsche Vorsten, sedert 1406. T. v. N. I. Gron. 1 d. 432. 12936. Provisionele ordre tot narigtvoor den Pangaran Aria Cheribon bij ons aange-stelt, om onverminderd zijn eygen wettige gezag, als mede Prince in 't Rijk van wegens den Gouv.-Gen. en de Radon van Indiö, ook te hebben opzigt en gebied over de landen der Preangers onder de sorgo en ordre van 'b Corap. gezaghebber op Cheribon en dat met adsistentie van den Luit, Joan Caspar Lippius, dd Batavia 22 Maart 1706. Tijds. Ind. T. L. en V.kunde, III. 1855. 299. — Brief, dd. 24 Maart 1706 van de Hooge Regering aan don gecommitteerden en gezaghebber Joan Coin en den Raad op Cheribon, ten geleide van bovengenoemde Memorie, alsmede van een acte voor Lippius, tevens inhoudende de voorschriften ten deze. Aid. 310. 12937. Opgave van een brief van den Res. van Cheribon, Lawick van Pabst, dd. 25 Maart 1808, berigtende de verheffing van zekeren Pangerang Radja Kanoman, tot derden Sultan of eigenlijken Sultan van Cheribon. T. v. N. I. 1843. Gron. I d. 434'. Noot 129:58. Zakelijke inhoud van het Indisch besluit van 19 Junij IbOS, regelende de bezoldiging des Sultans van Cheribon, van het civiel beheer en der Inlandsche hoofden, zoomede de opbrengst van padi in de Cheribonsche landen. Tijds. Ind. T. I. V.kunde, V. N. S. 11. 1856.' 215. |
12939. Zakelijke inhoud van het Indisch besluit van 13 Maart 1809, bepalende de verdeeling dor rijstvelden in de Cheribonsche Sultan-landon ondor de tien Saltans. Tijds. Ind. T. L V.kunde, V. N. S. II. 1856. 216. 12940. Namon der Regenten op het eiland Madura, 1745—1855, door J. Hageman JCzn. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. 4 S. IV. 1864 264. 12941. Berekening van de inkomsten in 1846 van den Regent van Bankalan, door J. Hageman JCzn. T. ^V./. 20e j. 1858. I. 348. 12942. Beschrijving van het rijks- en dessa-bestuur op Bali, en inzonderheid van Boe-leling; door P, L. van Bloemen Waau-ders, ads. Res. alhier, in zijn rapport dd. Mei 1856. Tijds. Ind. T. T. V.kunde, VIII. 8 S. II. J 859. 107, 227. 12943. Beschrijving van de zamenstelling en werking van het Inlandsch bestuur op hot eiland Lombok; door H. Zollinger. v. iV. /. 9e j. Batavia 1847. 2e d. 333. 12944. Opgave van de inkomsten der Radja's op het eiland Lombok. Medegedeeld uoor H. Zollinger. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 2c d. 331. 12945. Beschrijving van den Inlandscheu regeringsvorm op Timor. T. v. N. I. 1849. 2e d. 315. 12946. Opgave van de inkomsten der Radja's en andere Inlandsche ambtenaren op Timor. T, igt;. N. I. 1849. 2e d. 315. 12947. Bijzonderheden nopens onlusten en vijandelijkheden tusschen eenige rijkjes op Timor in 18l7 -1849. Medegedeeld door D. dd. Doe. 1850. T. v. JV. I. 13e j. 1851. II. 156, 174. 12948. Schets van het Inlandsch bestuur op de Sangir-Eilanden in 1815, benevens een lijst der rangen en titels der hoofden. Ind. Maff. 1 Tw. 1844. Nquot;. 7, 8 en 9. bl. 7. |
129 i9. Mededeclingen betredende het bestuut der res. Menado, zoo Europeescli als Inlandseb, door D. i\ W. Pietermaat, gewezen Res. van Menado, en door den kapitein luit. t'z L J. de Vriezo, dd. 6 Julij 1840. T. v JV. /. 3e j. Ie d. Batavia 1840. 146. 12950. Beschrijving van den vorm en in-rigting vun het Inlandseb bestuur van de rijken Tanetta en Barroe; door J. A.. Bakkers in zijn rapport, dd. Aug 1861. Tijds. Ind. T. L. /.kunde, XII. 4 S. III. Is62. 255, 272. 12951 Staat, van de hoofdpersonen, uitmakende de Hadat van het Leeuvorstendom Tanetta in 1861; door J. A. Bakkers, ads. lies. Tijds, Ind. T. L. /.kuude^ XII. 4 iS. III. 1862. 287. — Idem der hoofden. Aid. 288. 12952. Staat vau de hoofdpersonen, uitmakende de Hadat van bet vorstendom Barroe in 1861; door J. A. Bakkers, ads. Res. Tijds. Ind, T, L. /.kunde, XII. 4 S. Ill, 1862. 351. — Idem der hoofden. Aid. 352. 12953. Besebrijving van de inrigting en vorm van hot Inlandseb bestuur iu de afd. Sandjai (Celebes); door J. A. Bakkers, ads. Res., in zijn verslag, dd. Sept. 18G0. Tijds. ind, T. L. /.kunde, XI. 4 S. II. 1862.265. 12954. Nominatieve staat van de personen, uitmakende de Hadat en hunne volgorde m de verschillende distrikten van de afd. Sandjai (Celebes). Medegedeeld door J. A. Hakkers, ads. Res., in ziju verslag, dd. Sept. 186(1. Tijds. lud, T. L, /,kunde, XI. * S. II. 1862. 364, 390. 12955. Beschrijving van bet bestuur van het rijk van Tomboekoe, op de oostkust van Celebes, door C. Bosscha en 1'. A. Mat-tbijssen, dd. vO Maart 1853 Tijds. Ind. T. ' L, /.kunde, II. 1854. 67. — Idem van het rijk van Banggari. Aid, 'JU. 12956. Inhoud van bet kontrakt in 1800 tusschen den Koning van Boni en den Cbi-nescbeu pachter van Gouvememeuts inkomende en uitgaande regten op de boold-plaats Makassar aangegaan. T. v. A. I. 1850. 1. 419. |
12957. Beschrijving van do inrigting en vorm van het inlandseb bestuur op de eilanden Bouerate en Kalao; door J. A. Bakker, ads, Bes., in zijn verslag, dd. Nov. Is60. Tijds. Ind T, L, V.hinde, XI. 4 S. II. 1862. 225 12958. Nominatieve staal, der hoofden, uitmakende de hadat van Bonerate en Kalao. Medegedeeld door den ads. Res. J. A. Bak-kers, in zijn verslag dd. Nov. I860. Tijds. ind. T. L. V.kunde. XI. 4 S. II. 1862. 254. 12959. Beschrijving vau den Inlandsehen regeringsvorm van den Soeloeseben Archipel, getrokken uit bet verslag van D. J. van den Dungen Gronovius over zijne missive in 1858. T. v. N. I. 1850. II. 59. 12960. Overlijden van den Keizer van Soeloe; huldiging van den heer; Spaansche oorlogschepen aldaar; opstand tegen den nieuwen Vorst. Kolun. Juarb. 3e j. 1863. 255, 256. 12961. Beschrijving van de verschillende lulandsche regcringsvormeu in de Molukkos, voorkomende ia het rapport van H. J. van de Graait' cn G. J. Mcylan, dd. 5 Junij 1821. T. v, JU. 1. ISe j. 1856. 1. 167. 12962. Lijst der Koningen van Ternate, terwijl zij nog heidenen waren, 1257—1465; alsmede der Moorsche Koningen van Ternate, 1466—1690. /ale,dijn, 1. 1724. 368. 12963. Naamlijst der Koningen of Sultans van Ternate, met opgave van den tijd vau ieders bestuur; voor zooveel zulks in het archief te Ternate en bij de Vorsten kon worden nagespoord, 156.)—1861. v. d. Crab, Moluksche TSU. Bat. 1862. 295. 12964. Zamenstelling vau het Inlandseb bestuur op Ternate; door J. S. van Coe-v er den, dd. Ternate Deo. 1843. T, v. tf, 1. 6c j. 2e d. Batavia 1844. 217. 12965. Naamlijst der Sultans van Tidore, met aanteckeiiiugen nopens hun bestaan voor zooveel zulks uit hot archief op het res. bureau te Ternate is op le maken, 1657— 25* |
1 !)6
1861. v. d. Crab, Moluksche EU. Bat. 186-i. :il7. Beschrijving der staatsregeling op het Noorder Schiereiland van Halmahera; door T. J. Wilier, dd. Ternate Oct. 1817. Ind. Arch. Ie j. I. 184'.). 359. — Ook geplaatst in Wilier, Boeroe. Amst. 1858. 44. 12967. Opgave van de inkomsten van den Sultan van Ternate op de Noord- en Westkust van Halmahera. T. v'. iV. 1. i8ej. 1856. 11. 220. 1296S. Mcdedeelingen, door J. E. G. Brumund in 1843, van de wijze van aanstelling en belooning door het fJederl. Gouvernement van de Radja's of ürang Kaya's op dc Noordkust van Ceram. T v. N. /. 7e j. Batavia 1845. 2e d. 60. 12969. Beschouwingen nopens den staatkundigen toestand der onderscheidene dee-len van Nieuw Guinea, zoo met betrekking tot de regeringsvormen als ten aanzien van de verhouding onderling tot de Moluksche Vorsten, en tot het Ned. Ind. Gouvernement. Bjdr. T. L. F.kunde, N. V. V. 86,87,99— 102, 186—200. |
Australië. 12970. Aanmerkingen over de regering derinboorlingen van Nieuw-Zuid-Wales, door David Collins. Fad. Lett. 1807. 2. 581. 12971. ïrcffend voorbeeld van de verknochtheid der bewoneren van de Sandwicheilanden aan hun opperhoofd. Ontleend aan J. Turnbull's Voyage. Fad. LM. 1808. 2. 526. Africa. 12972. Bijzonderheden nopens het vertrek van lord Macartney als gouvern. naar de Kaap de Goede Hoop, Maandel. Ned. Mercurius, LXXV1. J796. 386, 500. 12973. Madagascar. Opstand. Oorzaken en demping. Fer. Chr. St. XII. 1858. 258. 12974. ïooneelen uit dc jongste geschiedenis van Madagascar, naar schriftelijke mcdedeelingen van J W. Gunst, betreffende de regecring van lladama I, zijne opvolgster Kanavola en lladama 11. Nederland, i865. Ill 268. 12975. Berigten nopens oproerige bewe-gingen op Mauritius. A'. Nederl. Jaarh. XXVI, 179!. 1. 821. |
Algemeen. 12976. Mededeeling door W. L. Ritter, van de wijze van in dienst treding van de dienaren der O. I. Comp., van welken rang of stand ook, hetzij burgerlijke, militaire of zeevarende, en zelfs predikanten. T. v. i\. I. 6e j. Batavia 1844, 4e d. 236, Noot, 12977. De president en leden in de respectieve collegicn nog een jaar gecontinueerd. Batavia Junij 1781, A. Nca. Jaarb. 1782. 2. 1289. |
12978. Opgave, dd. Batavia 20 Jan. 1782, van overledene ambtenaren. Maandel. Ned. Mercurim, LUI. 1782. 165. 12979. Over de Oost-Indische Compagnie en de middelen om derzelver ondergang te voorkomen. Mededeeling met toelichting van een plan, volgens welke de keuze en benoeming der ambtenaren, zoo hier te lande |
197
als in Indir, zou moeten geschieden. Pol. lloll. Ned. Fert. I. 55, 50, 79. 12980. Concept-request,, dd. 22 Mnart 178:5, van N. Welwenscher, aan de lieeren Bewindhebberen der O. I Comp., over de keuze der personen, die in bediening naar Indië worden gezonden, als middel tot verbetering van den staat der O. I. Comp. Pol. Kruyer, I. 1783. 356. 12981. Approbatie van diverse aanstellingen door de hooge regeering in N. indië gedaan. Promotie-brief van H. H. XVIln dd. 28 Dcc. 1786. N. Neder I. Juarb. XXIV. 1789. 1. 323. 12982. Mededceling uit de Opregte Ne-derlandsehe Courant A0. 1787, Nquot;. 105, van het berigt, dd. Batavia 24 Oct. 1780, inhoudende onder anderen klagten over liet favoritisme, de onkunde en achteloosheid onder de ambtenaren der O. I. Comp. in Indien. N. Ned. Jaarb. XII. 1787. 4. 4323. 12983. Betoog van het in dienst nemen door de O. 1. Comp. als ambtenaren in O.-l. van lieden van eerlijkheid, bekwaamlieid en goed gedrag; als middel tot verbetering van den staat der O. 1. Comp. Vad. Staatsh. .11 611). — Bedenkingen van B., dd. Haarlem Bebr. 1787, over den vervallen toestand der O. 1. Comp. en de hooge noodzakelijkheid van spoedige redding. Betoog als boven. Pol. Kruyer, IX. 1767- 1. 12984. Besluit van Hceren XVIln dd. Amsterdam 2 Oct. 1790, ter voorkoming van het uitzenden van onkundige ol' niet-geöxamincerde onderkooplieden of adsisten-ten. N. Nederl. Jaarb. XXVI. 1791. 2.1202. 12985. Opgave door J. H. Batavus, van de namen der //Oranje-klantenquot; onder de bedienden der Ned. Ó. 1. Comp. JJom-kop, I. 1795. 324. — Idem door Batavus Jan Ronduit, dd. Rotterdam 29 Julij 1795, tot aanvulling van bovenstaande. Aid. 389. 12986. Besluit van de Provisionele Re-praesentanten van het volk van Holland, dd. 'sHagc 30 Dec. 1795 tot regeling van de benoeming van de ambtenaren in Ned. Indië. N. Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 9. 7305. |
12987. Mcdedeeling door W. L. Ritter, nopens den tijd van den dag, gedurende, welken op de landskantoren in Ned. Oost-Indië in 1044 werd gewerkt. ï'. v. N. I. 6e j. 1'at. 18',4. 3e d. 03. Noot. 12988. Resolutie, met considerans, waarbij het traelement der schrijvers bij de O. 1. Comp. wordt gemodereerd, lies. lloll. 18 Dee. 1055. 2e dr. 480. 12989. Maandelijksche tractementen der beampten en bedienden van de Ned. O. 1. Maatschappij in Oost Indië. llist. lieschr. Reis. XII. 1755. 54.). 12990. Opgave van de inkomsten der politieke en cotnmereiele bedienden der O. I. Comp. in Indië op het laatst der vorige eeuw; door J. Hageman JCzn. Tijds. Ind. T. L. F .kunde, IX. 3 S. III. 1800. 410. 12991. Voorstel ter Generaliteit te doen, om het vast te stellen Placaat tegen de corruption en het geven en nemen van giften, en gaven, ook applioabel te maken op de Bewindhebberen der O. I. Comp. lies. Hall. 14 Nov. 1714. 2e dr. 613. — ïekst van het vastgestelde Placaat, 10 Dcc. 1715, A ld. 18 Dcc. 1715. 2e dr. 880. 12992. Arresten op de gages van de O. 1. Vaarders hier te lande en in O. I. zijnde lies. Stal. Gen. 25 Aug. 1673. 12993. Zakelijke inhoud der consideratiën en advies van Gedeputeerden op de remonstrantie van Bewindhebberen der 0.1. Comp., dat gecne arresten mogen worden gedaan op de gages van personen in dienst van de O. I. Comp.. zoo lang deze personen buiten 's lands in voorsz. dienst zijn; en voorstel in dien zin ter Generaliteit te doen. lies. Hall. 26 Sept. Kgt;73. 2e dr. 390. 129'J4. Publicatie, dd. 7 Jan. 1743, der Staten-Gcneraal, o. a. bet relfende de administratie van het regt op obligatiën en schuldbrieven, bij luiden voor hun vertrek naar indien of voor het repatriëren van daar gepasseerd. Res. lloll. 9 Januarij 1743. Ie dr. 9. — Zakelijke inhoud van het request op 11 Maart 1743, aan den Staten-Gcneraal gepresenteerd, door II. H. XVIln, om interpretatie van deze publicatie. Aid. 23 Maart 1743 le dr. 165. — Ilapport alsmede voor-steil ter Generaliteit in deze zaak te doen. Aid. 29 Mei 1743. Jc dr. 23'.— Request, |
1 !)8
op 22 Junij 1743 aan de Staten-Generaal gepresenteerd, door D. Steenhot' o. s., ten einde hetgeen nieuw is in de Publieatie van H. Hoog Mog. van 7 Jan. 17ii niet werke dan voor liet toekomende. Ahl. 28 Junij 1743. Ie dr. 299. — Verzoek aan de Ge-eommitteerden tot de zaken van de Justitie om consideratie en advies op de resolutie op 12 Julij 1743 genomen door de Staten van Zeeland op bovengenoemde reqnesten. Aid. 22 Aug. 1743. Ie dr. 373. 12995. Tekst van liet Octrooi, dd. 9 Mei 1674, door de Staten van Holland, aan de O. I. Comp. verleend, bepalende dat de gagiëu en maandgelden van personen, dewelke in dienst van dc voorz. Comp. zijn, gedurende Ininue uitlandighem niet gearresteerd mogen worden. (J-r. Flacdntbjek, VIII. Amst 179f). fol. 1211. — Een gelijk octrooi, als bet bovenstaande is mede bij de Staten van /.eeland aan de voorz. O. I. Comp. verleend op 30 Mei 1074. Zie Aid. 1213. 12996. ïckst, van liet request, dd. 7 Januarij 1710, van P. Opperdoes, aan de Staten-Generaal, tot handhaving van het Pla-caat, dd. 10 Dcc. 1715, tegen den eisch van Corn. Ment, den zoon, tot uitkeering aan hem van eene som door Corn. Ment, den oude, geaccordeerd en b.j acte, dd. 1 Jan. 1702 vastgesteld voor de benoeming van genoemden P. Opperdoes, in 1701 tot cas-sier van de O. I. Comp. te Hoorn j alsmede resolutie hierop, lies. lloll 21 Maart 1716. 2e dr, 164. 12997. Bekendmaking, dd. Uatavia 26 Aug. 1757, dat de praen.iën voor overleden personen niet getrokken zullen worden, dan zulken die op de reize van ('eilon, Bengale, enz. naar 't vaderland overlijden. N. Nederl. Jaarb. XII. 1758. J. 536. |
12998. Missive, dd. Amsterdam 22 April 1765, van Bewindhebberen van de Nederl O. 1. Comp. ter kamer Amsterdam, aan de Staten van Holland en Westvriesland om voorziening tegen het deserteren van bedienden der Comp., naar aanleiding der pro-eeduren, wegens desertie en ongeoorloofd vertrek uit Indiën, tegen J. I). van C.oot-wijk, Gouverneur van Macassar, en tegen J. van der Hulst, koopman en eerst Res. van wege de Ned. O. I. Comp. ter eiland Karek, in de golf van Perziö; alsmede verzoek tot intrekking van zeker mandament door den Uoogeu Baad aan v. Clootwijk verleend. Hes. lloll. 24 April 1765. Ie dr. 357. — Bequest van J. D. van Clootwijk, tot afwijzing van bovengenoemd verzoek. Aid. 30 April 1765. In dr. 385. —Missive, dd. den Hang 24. Oct. 1765, van President en Baden van den Hoogen Bade over Holland, Zeeland en Vriesland, aan de Staten van Holland en Westvriesland, houdende hunne consideratiën en advies hierop. Aid. 6 November 1765. Ie dr. 931. — Missive, dd. Amsterdam 7 April 1765, van HH. XVllu aan do Staten Generaal, rakende de kwade gevolgen te wachten uit de clandestine overkomst van de Compagnies bedienden uit Indiën, naar aanleiding van bet request van .1. van der Hulst. Aid. 10 Mei 1765. Ie dr. 45S. - Zakelijke inhoud der Missive, dd. Amsterdam 21 Oct 1765, van II. H. XVIIn aan cle Staten-Generaal, houdende het verlangde berigt op het request van J. van der Hulst.; alsmede kennisgeving omtrent de geïntimeerde procedures van J. 1). van Clootwijk. Aid. 2 Jan. 1786. Ie dr. ji. — Zakelijke inhoud van het request van J. D. van Clootwijk tot afdoening van zeker mandament door hem van den Hoogen Rade tegen Bewuidbcbberen der O. I. C. geobtineerd. Aid. 5 Augustus 1767. II. Ie dr: 995. — Bequest van J. D. van Clootwijk, om afdoening van zijn verschil met Bewiudheb-beren uit krachte van genoemd mandament. Aid 5 Maart i7()8. Ie dr. 171. 12999. Placaat tegen die in dienst van de Nederl. O. I. Comp. geweest zijnde, baar iu vreemden dienst- wederom naar Oost Indic begaven. Res. Sint. Gen. 13 Aug. 1674. 13000. Extract uit dc ordonnantie en instructie voor de cooplieden, assistenten en andere personen, die van wege de generale Oost-Indische Compagnies tot Bantam in Oost-Indië zullen blijven, om den handel aldaar te bevorderen, dd. December 1603. Vastgesteld door den Baad van XVIIn te Amsterdam. Naar dc copie op het Bijks Archief, iu het Register der Artie, en Instruct. O. I. C. de Jonqe, Opkomst, III. 1865. 206. 1301)1. Translaat van de ordre geraamt tot redres van den handel tot Bantam, Anno 16PJ. Eist. Verh. O. I. C. II. 1772.315. — Mededceling met toelichting, door Mr. van Al])hen, dd. Batavia Julij 1841, viai een |
TIJDENS DE
extract uit bovengenoemde «Ordre.quot; T. v. N. /. 4c j. 18 2. 1. 81. 13002. Instructiën voor den onderkoopman W. Delf hout, gaande als Res. na Bon-thain, mitsgaders de andere verdere le-aidentiün te Maros, Saleijor en Bima in zoo verre zulks relatie heelt tot die plaatsen. Gearresteerd bij generale resolutie des eas-teels Batavia in Rade van Indie op den 23 Maart 17Mt. Regt N. 1. 4e j. VIII. 1853.93. 13003. Instruetie voor den opperkoopman des kasteels Victoria, waarna dezelve liem in zijne administratie zal hebben te reguleren, dd. Amboina aan't Gasteel Victoria, dezen 14 Mey 1078. 1'quot;dlenlijn, II. 289. 13004. üidre en Instructie voor den Administrateur van Compagnies kleeden-winkel, in Amboina, dd. Amboina aan 't Gasteel Victoria 9 Mei 167S. ^alentijn, II. 332. — Idem voor dien van de klemc Gassa. Aid. 330. — Idem voor dien van liet magazijn der vivres. Aid. 294. 13005. Ordre op het openen der pakken, kassen, vaten en ontvang vim granen, om agtervolgens dezelve nopende 't geen ontbreken mogt, wettige getuigenissen te formeren. Gegeven binnen 't kasteel Victoria in Amboina deu 18 Jan. 1609, en gerenoveerd den 14 Mei 1678. Falentjn, II. 293. 13000. Instructie voor den opperkoopman van Golombo, die 2e Persoon van Golombo, en 4e Raad van Ceylon is, zooals deze is geïnsereerd in de Instructie voor den Gouverneur van Geylon, dd. 21 .Tunij 1 Gfj (. V'a-lentijn, V. St. 1. 153. 13007. Memorie bij forme van Instructie, ter orde van den E. Heer Gouverneur, R. de Vicq, opgesteld door I. van Th eye, onderkooi'man en oud-seeretaris van gemelde ZijnEd. lot narigt voor deu presenten secretaris, Balth. Bolle, en den gezworen elerq I. de Visscher, dd. Amboina aan het kasteel Victoria 25 Maart 16S0. Valenlijn, II. 323. 13008. Instructie en Ordre voor den heer constapel, Ide Hanevelt, als roymeester dezer stad Amboina, geordonneerd en ge-statneerd, tot Amboina, aan 't casteel Vie-toria, 26 Eebr. 1092. Valenlijn, II. 120. |
Japan. 13009. Lijst, der Nederlandscbe opperhoofden in Japan, 1609—1724. 1'alen lijn, V. St. II. 57. 13010. Chronologisch overzigt der opperhoofden var. Japan (1610—1847); door J. N. Grim miu s, dd. Batavia 1849. Ind. Arch. 1 j. II. 1S50. 325. — Overgenomen in Levyssohn, iiluden, 's Hage 1852.1. 13011. Naamlijst der opperhoofden van den Nederlandschen handel in .lap,in, 1610— 1863. Almanak N. I. 1805. 13012. Geaccordeerd de qualiteit van opper-koopman en daartoe staande gagie aan Mr. J. Titsing, opperhoofd van Japan. Brieven uit Nederland van ]') Nov. 1780. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782 2. 1293. 13013. Aanstelling tot opperhoofd van den handel in Japan van den eersten admi-nistrateur in het provisie-magazijn te Batavia J. H. Harringa, met voordragt tot opper-koopinan, Batavia 6 Junij 1783. N. Mederl. Jaarb. XIX. 1784. ]. il93, 1194. — Op zijn verzoek ontslagen, dd. Batavia 24 Junij 1783. Aid. 1195. 13014 Aanstelling tot, opperhoofd van den handel in Japan van den provisioneelen koopman en pakhuismeester van den handel in Japan H. G. Romberg, met voordragt tot opperkoopman, Batavia 24 Junij 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1195. 13015. Aankomst te Batavia uit Japan van het afgaande opperhoofd Is. Titsingh, Batavia Dcc. 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 168S. 13010. Lijst van eenige tweede personen, in dienst, der O. I. Gomp., in Japan, 1682—1724. Kalentijn, V. St. 11. 59. 13017. De qualiteit van onderkoopman met de gagie daartoe staande geaccordeerd aan H. G. Romberg, negotie-boekhouder te Japan. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1293. 13018. Aanstelling tot negotie-boekhouder van den handel in Japan van den boekhouder en scriba J. G. Ghartouw, met voordragt ter obtenue van de effectieve qualiteit |
200
van onderkoopman met daartoe bepaalde gagie, Batavia 6 Junij 178Ü. N. Mederl. Jaarb. XIX. 1784. I. 1193, 1194. — Idem van A. F. Domburg;, met voordragt tot onderkoopman. Batavia 24 Junij 1783. Aid. 1195. 13019. Herb. Vermeulen, als pakbuis-meester en dispencier op het komptoir in Japan, gecontinueerd, Batavia Maart 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 1. 541. 13090. Aanstelling, dd. Batavia 9 Junij 1773, van Christ. Godfr Duurkoop tot pakhuismeester in Japan, Maandel. Ned. Mer-curim, XXXVII. 1774. 3. 13021, Vergund de qualiteit en gagie van koopman aan D. Vinkemuller, pakhuismeester te Japan. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Mederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. j293. 13022. Aanstelling tot pakhuismeester van den handel in Japan, van den negotie-boekhouder H. O. Romberg, met voordragt voor de qualiteit en gagie van koopman, Batavia 0 Junij 17^3. N. Nederl Juarh. XIX. 1784. 1. 1193, 1194. — Idem van den provisionelen onderkoopman en negotie-boekhouder J. C. Chartouw, met voordragt tot koopman, Batavia 24 Junij 17ïgt;3. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1195. 1302S. Aanstelling tot boekhouder en scriba van den handel in Japan, van den boekhouder A. F. Domburg, Batavia 0 Junij 1783. N. Nederl Jaarb. XIX. 1784. 1. 1193. — Idem van den adsistent P. T. Chassé, Batavia 24 Junij 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1195. 13024. Aankomft te Batavia op .4 Junij 1782 van de .lapansche bediendens. Domburg en Schindelaar, en hunne bejogening op de reis. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 8015. 13025. De bedienden van den Japan-schen handel nog voor een jaar gecontinueerd. Mei 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1287. 13020. Lijst der Siamsehe opperhoofden. 1004—1723. falentiju, III St. II. 70. |
13027, Lijst der Nederlandsche opperhoofden van Tonkin. 1637—1700. yalentijn, III. St. II. 31 Malakku. 1302s. Lijst der Nederlandsche Commissarissen vitn Malakka. 1041—VTW. f aleniijn, V. St. I. 315. — Idem der Nederlandsche Landvoogden, 1641—1725. Aid. 312. 13U29. Aanstelling tot Gouverneur en Directeur van Malacca van den opperkoopman, secunde en hoofd-administrateur aldaar A. Couperus, Batavia April 1788. N. Nederl Jaarb. XXIV. 1789. 1. 61-7. 13030. üp zijn verzoek ontslagen en naar Batavia verlost den üouverneur en Directeur van Malacca P. G. de Bruin. Batavia April 1788. N. Nederl. Jaarb. X.\J V. I781.). 1. fit7. 13031. Aanstelling tot Gouverneur en Directeur te Malakka van Dav. Boelen, in plaats van Mr. W. Dekker, Batavia Sept. i7t8. Nederl. Jaarb. XIII. 1759. 2. 798. 13032. Aanstelling van W. Dekker tot Gouverneur en Direkteur van Malakka. Nederl. Jaarb. VIII. 1751-. 2 124S. — Zijn ontslag, Sept. 1758. Aid. XIII. 1759 2. 79t-. 13u33. Lijst der opjierkooplieden en tweede personen van Malakka. 1641 —1725. Faleu-tijn, V. St. 1. 313. 13034. Aanstelling tot secunde en hoofdadministrateur van Malacca van den koopman buiten emplooi A. F. Lemker, met voordragt ter verkrijging van de effectieve qualiteit en gagie van opper-koopman, Batavia Mei 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1192. — Tijding te Batavia, op 15 Maart 1784, dat Lemker, met een partikulier vaartuig in de lucht was gesprongen. Aid 2 1810. 13035. Aanstelling tot opperkoopman, secunde en hoofdadministrateur in het gouv. Malacca van den koopman en liscaal aldaar F. Thierens, Batavia April 1788. N. Nederl Jaarb. XXIV. 1789. 1. 647. 13036. Lijst der Sjahbandaars van Malakka. 1041—1725. yalenlijn, V. St. I. 31.;. — Idem der soldij-boekhouders. Aid. 311. — Idem der winkeliers, 1641 -1691. Aid. 13037. Aanstelling tot soldij-boekhou- |
201
der en wiukelier op Malacca, van M. Har-tingh. Mei 17S1. N. Nederl. Jaarb. XVli. 17S2. 2. l-.'87. — Als zoodanif; bevestigd de boekhouder H. J. Wiedolholt. Batavia Mei 1782. Aid. XVIII. 1783. a. 2014. 13038. Lijst der dispcnsiers van Malacca, 1G56—1663. Valentijn, V. St 1. 31). — Idem der cassiers, 1656—Uljg. Aid. 315. -Idem der geheimschrijvers, 1616—1717. Aid. SH. 13039. Bevestigd als soldij-overdrager in het Gouvernement Malacca de boekhouder J. F. Overzee. Batavia Junij 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 652. 13040. Aanstelling tot ontvanger en licentmecster op Malacca, van R. B. Hoinck van Papendregt. Mei 1781. A'. Nederl. Jaarl, XVII. 1782. 2. 1286. 13041. Sterkte van Compagnies civiele dienaren te Malacca op 18 Oct. 1757. Medegedeeld door E. Netscher. Tijds. Ind. T. L. rJcunde, XIII. 4 S. IV. 1864. 290, 293. 13042. Lijst der Ncderlandsche Opperhoofden van Peirah (op Malacca). 1655— 1661. Valentijn, V. St. 1. 314. — Idem van Keidali of Quedah, 1654—1711. Aid. 315. — Idem van Ligoor, 1656—1669. Aid. 315. — Idem van Ocdjang Salang, 1656—1660. Aid. 315. 13043. Naamlijst der Residenten te Riouw sedert 1785 tot. 1853; door E. Netscher. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, II. 1854. 163. 13044. Aanstelling tot Resident te Riouw, in het Gouvt. Malacca, van den onderkoopman en secretaris van Politie, Chr. ü. Baum-garten, met voordragt tot koopman. Batavia April 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 047. Bengalen. |
der O. I. Comp. ter kamer van XVIIn, tot Directeur van Bengalen van Adr. liisdom. Oct. 1754. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1248. 13047. Permissie aan den koopman van Dankelmans en den onder-koopman J. Eil-bracht, om n ar Bengalen terug te keeren, ter verrichting hunner affaires, dc eerste mits vervolgens herwaarts keerende, en de tweede om van daar naar Coromandel over te gaan, ter alwacliting van emplooi. Batavia Junij 1781. N. .\ederl. Jaarb. XVII. 17vü. 2. 1290. 13048. Permissie aan den onder-koopman en Perziaansch translatcur C. L. Eilbragts, om met de Deensche sloep Prcdrig Nagor, naar Bengalen terug te keeren. Batavia Julij 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 178-^. 2. 1295. - Idem aan den koopman \V. van Dankelman en den onder-koopman J. Benoist, met de bark de Ganga, den eer.it-gen. in eigendom behoorende. Batavia Julij 13049. Aanstelling van den boekhouder Is. H. Queren tot secretaris van politie en kassier te Hougly in de dir. Bengalen; met voordragt vau de tot zijn dienst staande qualiteit en gftgie van onder-koopman. Batavia Junij 1781. A'. Nederl. Jaarb. XVIf. 1782. 2. 1291. 13050. Aanstelling van den onder-koopman en ordinair Gecommitteerden I. Benoist tot soldij-boekhouder te Hougly. Batavia Junij 1781. A. Nederl. jaarb. XVll 17S2. 2. 1291. 13051. Bevestigd als ordinair Gecommitteerde in de negotiepakhuizen te Hougly, den onderkoopman buiten emplooi P. f;, van Hogendorp. Batavia Junij 1788. A. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 651. 13052. Bevestigd als eerste al'pakker in de kleedenzaal te Hougly, de onder koopman B. C. D. Bonman. Batavia Juny J78s. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 6)1. |
13045. Lijst der Nedcrlandschc Gommis- 13053. Aanstelling tot Secunde van Pat-sarissen van Bengalen, 1652—1686. Valen- tena, in de Dir. van Bengalen, van Jac. tijn, V. St. 1. 175. — Idem der Heeren Latour. Batavia Jnnij 1753. Nederl. Jaarb. Directeurs of Bestuurders, 1654—1724. Aid. VIII. 1754. 1. 543.
174
13051. Naar Batavia verlost den Tweeden
13046. Aanstelling door Bewindhebbers | te Pattcna, D. van Hogendorp. Batavia 11. 20
Mei 1788. ,V, Nederl. Jaarb. XXIV. 1780, , l. 048. Choromandel. 130B5. Lijst, der Ncderlandsche Commissarissen over geheel Choromandel, 1624— IGSS. Valtnlijn, V. St. J. 43. 130.fi. Vervanging van Mr. Libr. Hoo-reman, extra Ord. Raad van ludiü als Gouverneur en Diroeteur van de kust van Kor-mandel door Steven Vermont. Jan. 1753. ftederl. Jaarb. VIll. 1754. 1. 541. 13057. Aanstelling tot Gouverneur en Directeur te Clioromandel van Lubb. Jan van Eek, in plaats van Steven Vermont eervol ontslagen, Batavia tiept. 17öS Nederl Juarh. xm. 1759. -I. 798. •1305S. Lijst der Nederlanclsehe Landvoogden van Choromandel, 1(109—172?. Va-lentijn, V. St. I. 14. 13059. Aanstelling tot Geaigbebber in het Gouv. Choromandel van den koopman en Hoofd-Administriiteur aldaar, N. Tadama, met titel en rang van opper-koopnian. Batevin Mei 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 649. 13000. Aanstelling tot Secunde op Kor-mandel van H. du Bon, in plants van Steven Vermont. Batavia Mei 1753. Nederl. Jaarb. VIiI. J754. I. 542. 13061. Aanstelling tot koopman en lloofd-Administrateur in het Gouv. Choromandel van den onderkoopman, pakhuismeester, negotie-en tol-bockbouder M. Stoffen herquot;, met titel en rang van koopman. Batavia Mei 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 6:i9. 13062. Aanstelling tot pakhuismeester, negotie- en tol-boekhouder in het Gouv. Choromandel van den koopman, fiscaal- en soldijboekhouder W. H. van Bylon. Batavia Mei 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1780. 1. 649. |
13003. Onder de politique üedienden in het Gouv Choromandel in hunne diensten bevestigd: M. Stoffenbergb, als pakhuismeester, negotie- en tol-boekhouder te Paleaeatta; P. H. Geeke, als muntmeester en dispen-cier te Paleaeatta; l1 Gronau als essaieur te Paleaeatta; H. Blume als factuur-boekhouder te Paleaeatta; J. M. Dormieux als Socunde en kassier te Bimilipatnam; J. F. Vauquet de Tan, als Secunde en kassier te Palieol; G. F. Z. Doravelet als Secunde en kassier te Jaggernaikpoeram; S M. Slief-hahn als negotieoverdrager te Paleaeatta. Batavia Maart 1780. N. Nederl. Jaorb. XXI, 1780. 2. 1658. 13004. Lijst der Bedienden van aanzien in de Landvoogdye van Choromandel, volgens de, verschillende comptoircn. I'alcntijn, V, St, I. 7. 13005 Lijst der Nederlandtche Commis-sarisscn van Bimilipatnam, op de kust van Choromandel. 1001 —1091. Valentijn, V. St. 1. 43. — Idem der Nedeilandsehc Opperhoofden, 1052—1091. Aid. 42. 13060. Bevestigd als Opperhoofd te Bimilipatnam, van I). Vrijmoed. Batavia Maart 1780. N. Nederl. Janrb. XXI. 1786. 2.1058. 13007. Aanstelling tot Opperhoofd te Bimilipatnam vun den onderkoopman P. H. Heshusius. Batavia April 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. I. 047. — Idem tot Secunde van den boekhouder van Someren tot de Vrijenisse. Batavia April 1788. Aid. 13008 Lijst der Nederlandsche Opperhoofden van üaatzerom, op de kust, van Choromandel, 10^4 1723 yalentijn. V. St. I. 41. 13009. Lijst, der Nederlandsche Opperhoofden van Golconda, op do kust van Choromandel, 1002—1686. i'alentijn, V. St, I. 35. 13070. Lijst der Nederlandsche Commissarissen van Mazulipatnam, op de kust, van Choromandel, 1652—16S8. Valentijn, V. St. I. 27. — Idem der Ncdcrlandsctie Opperhoofden, 1008—1719. Aid. 26. 13071. Aanstelling tot onder-koopman en Opperhoofd te Palieol in het Gouv. Choromandel, van Ger. van Haften. Pebr. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII, 1782. 2. 1284. — Zijne bevestiging. Batavia Maart 1786, Aid. XXI. 1780. 2. 1058. 13072. Lijst der Nederlandsche Opperhoofden van Nagelwanze, op de kust van |
O. I. COMP.
Choromandcl, 16G8—1687. Valentijn, V. St. I. 30. 13073. Lijst, der üpperkooplicdoii van Pal-liacatta op do kust van Ohoromandel, 1(145— 1089. y(tlenlijn, V. St. I. 15. 13074. Aanstelling tot IIoofd-Admini-strateur to Paleacatt-a, van den koopman N. Tadema. Batavia i'ebr. 1780. N. Nedert. Jauri. XXI. 1780. 2. 16ö6. Idem tot opperhoofd, van VV. Tob. Teekman. liatavia Mei 1753. Aid. VIII. 1751. 1. 512. 13075. Tijding te Batavia op lü Mei 1783, dat is goaooordeord de qualiteit on ga-gie van koopman uan J. P. de Hijs, Opperhoofd van Sadraspatuain, in liel üouv. Choro-mandel. N. Nederl. Jaurh. X1K. 1784. 1. 1180. 13076. Lijst der Nederlandscho Opperhoofden van Sodrangapatam, lül7—1()90. Palentijn, V. St. I. 12. 13077. Aanstelling tor, Opperhoofd te Sa-draspatnara van W. H. van Bijlaud. Batavia Eelir. 1786. N. A ederl. Juarb. XXI. 1786. 2. 1656. 13078. Aanstelling tot Kesident te Sadraspatuain, van don koopman-fiscaal en soldijboekhouder J. D. Simons. Batavia April 1788. N. Nederl. Jaari. XXIV. 1/80. 1. 647. 13079. Tijding te Batavia op 19 Mei 1783, dat is goaeoordoord de qualiteit en gagie van onderkoopman aan J. Simonds, Secunde te Sadraspatnam. N. Nederl. Janrh. XIX. ! 7's4. 1. 1189. 1'iOSO. Lijst dor Nedorlandsehe Commissarissen van Porto Novo op de kust van van Choromandcl, 16iÜ—1688. Valentijn, V. St. 1. 9. — Idem der Nederlandschc Opperhoofden, 1684—1691. Aid. 13US1. Bevestiging, dd. Batavia 30 Maart 17 73. van den onderkoopman Nie. Tadema, als Resident te Porto Novo. MaandeL Ned. Meruurim, XXX VI. 774. 3. — Idem van L. C. Topander. Batavia Maart [686. N. Sederl. Jaurb. XXI. 1786. 2. 1658. 13082. Lijst der Nederlandscbe Commissarissen van Tagenapatam op do kust van |
Choromandcl, 1679—1689. Valentijn. V. St. 1. II. — Idem der Nederlandscbe opperhoofden, 1648—1690. Aid. 13083. Lijst der Nod. Commissarissen te Nagapatnam, op de kust vau Choromandcl, 1619—1687. yalenltjn, V. St I. 7. 13084. Vorpligting van don Heer van Vlissingon, gewezen Gouverneur van Nagapatnam, om zich t,e verantwoorden ter vrij-bpraak. Uatavia, December 1782. N. Nederl. Juari. XIX. 1784. 1. 1179. 13085. Lijst dor Nederlandschc Opperhoofden van Nagapatnam, 1657—1690. Valentijn, V. St. i. 6. - Idem der Tweede Personen, 1657—1680. Aid. 6. 13086. Aanstelling tot dienaar en muntmeester te Nagapatnam, van Joh. Akkerman. Eebr. 1781. N. Nederl. Juarb. XVII. 1782. 2. 1284. 13087. Aanstelling tot onder-koopman van D, Ruys, soldij-boekhouder te Nagapatnam. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. Aid. J 293. 13088. Memorie van de eomptoirs bedienden, welke in 't jaar 1709 op Nagapatnam zijn geweest, yalentljn, V. St. 1.16. 13089. Aanstelling tot Opperhoofd te Jaggernaikpocram. in het üouvt. Choromandcl, van den koopman P. E. van Halm. Batavia Pebr. 1786. N. Nederl. Juarb. XXI. 1786. 2. 1656. Ceilon. 13090. Lijst dor Ncdorlandsohc Landvoogden van Ceilon, door J. P. C. van der Mark. ïe Galo van lli.lt;0—1656 en to Colombo van 165(1—■i796. Getrokken uit, Valentijn on uit ,lhe Ceylon Almanac and annual Itegisler Colombo 1827 (?). Tijds. [ad. T. L. y.kunde, XIV. 4 S. V. 1864. 184. 13091. Lijst der boeren LanJvoogden van Ceylon, op Gale on qp Colombo, l6l0 —1723. yulenlijn, V. St. I. 3'2. 13092 Tijding te Batavia op 16 Mei 1783 van do aanstelling van don extra |
204,
ordin. Raad vanlndië W. J. van de Graait'lol, Gouverneur cn Directeur van Ceylon. M. .\ederl. Jaarb. XIX. 17S4. 1. li68 — Tijding van Ceylon, dd 18 Oct. l/Ü.'J, betreffende den genisten staat van het eiland onder zijn bestuur, alsmede nopens zijn vertrek naar Batavia. Aid. XXIX. 1794. 2. 1011. 11101)3 Lijst der Mederlandsche Bevel-bebbers of Commandeurs van Gale, op Ceylon, liiiü—172:i. yalentijn, V. St. 1. 3ül. 13091. Ontslagen als Commandeur van (iale, om Ier adsistentie van de llooge Tafel te Batavia over te komen, do 'tot. Raad extra ord van Indiii geëligeerde Heer A. de Ley Batavia Mei N. Nederl. Jaarb. XIX. 17vl. I. 1191. 13095. Lij^t der Nederlandsehe Bevelhebbers of Commandeurs van Jalleuapatnam op Ceylon, 1658—1723. Valentijn, V. St. I. Mi. 131)96. Aanstelling tot Hoofd-Administrateur te Colombo van Barth. Jac. llakct, cn zijne zittingneming in do Politique Vergadering Colombo Nov. 1770. iV. Nederl. Juarb. VI. 1771. 1. 499. 13097. Tijding Ic Batavia op 16 Mei 1783, dat is gedeclineerd de voordragt tot opper-koopman van M. Mekern, Opperhoofd ie ïutucorijn, in liet Gouv. Ceylon. A'. Nederl Jaarb. X l X. 1751'. 1. 1189. —Idem van A. Houioet, Opperhoold tc Trincono-male, in het Gouv. Ceilon. Md. 1189. 13098. Aanstelling tot secretaris van politie te Colombo van J. ï1. Belling, met voordragt tot, koopman. Mei 17S1. N. Nederl. Jaurb. XVII. 1782. 2. 1287. 13099. Ontslag, met den titel en rang van opper-koopman, van Harm. Jer. van Cleef, als koopman en eerste pakhuismeester te Colombo, vóór Sept. 177U. iV. Nederl. Juarb. VI. 1771. 1. 498. 13100. Aanstelling tot koopman en eerste pakhuisineester te Colombo van Corn, de Kok, in plaats van Harm. Jer. van Cleef, vóór Sept. 1770. N. Nederl. Jaarb. VI. 1771. 1. 498. 13101. Aanstelling tot koopman en negotie-boekhouder tc Colombo, van Jac de Bordes, in plaats vau Hart li. Jac. Raket, cn zijne zittingneming in de Politique Vergadering. Colombo Nov. 1770. N. Nederl. Jaarb VI. 1771. 1. 4',)9, 500, |
13102. Aanstelling van deu koopman P. Sluyter tot negotie-boekhouder, saban-dhaar en ontvanger der Domeinen tc Colombo. Mei 1781. N. Nederl. Jaurb. XVII. 1782. 2. 1288. 13103. Aanstelling tot koopman en ca-pitem van de kaneel, van P. Sluijsken, in plaats van Corn de Kok. Colombo vóór Sept. 17711- N. Nederl. Jaarb. VI. 1771. 1. 499. — Idem tot koopman en luitenant van de kaneel, van D, J. Polken, in plaats van Pietcr Sluijsken. Colombo vóór September 1770. Aid. 1499. 13104. Tijding te Batavia op 16 Mei 1783, dat is geaccordeerd de qualiteit en gagie van koopman aan C. P. Schrcuder, administrateur te Jaffcnapatnam, in het Gouvernement Ceylon. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 4. 1189. — Idem aan M. van der Spar, administrateur te Gale, in het Gouv. Ceilon. Jld. 1189. 13105. Permissie aan den koopman W. Baron van Dankelman om met het schip 't Huis te Spijk, naar Ceilon te mogen vertrekken, ten einde aldaar zijne reis naar Bengalen te vervolgen. Batavia Junij 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1294. 13106. Ontzegd de qualiteit en gagie van koopman aan D. Pretsalt, Hoofd der Maba-baddc tc Colombo, Patnasche brief van 17 Dec. 1782. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1684. 13107. Aanstelling tot klein winkelier, van W. Visser. Colombo Mei 1770. iV. Nederl. Jaarb. VI. 1771. 1. 498. 13108. Aanstelling tot Opperhoofd van Manaer van Andr. J. de Ley. Batavia Augustus 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 1. 543. 13109. Aanstelling van den onderkoopman te Colombo, H. D. da Ponseca tot eersten klerk van politie aldaar. Mei 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1288. 13110. Aanstelling tol negotie-overdrager te Colombo, van Matth. Petr. Raket, in plaats van Jac van Charlet. Colombo Maart 1770. N. Nederl. Jaarb. VI. 1771. 1. 407. |
13111. Bevestiging als soldij-overdrager te Colombo van deu eersten fungereadeu boekhouder J. Kriekenbeek, met voordragt tot onderkoopman. Batavia Julij '788. JV. Neclerl. Jaarb. XXIV. 1780. i. C53. 13112. Aanstelling te Colombo tot groot-winkelier, van i'r. Piet. de Rooek. Colombo Jan. 1770. N. Neclerl. Jaarb. VI. 1771. 1. 496. 13113. Aanstelling van den onderkoopman te Colombo, M. van Drunen tot tweeden visitateur aldaar. Mei 17bl. .V. Nederl. Juarb. XVII. 1782. 2. l-'SS. 13114. Bevestiging onder de Dienaren op Ceylou als: eerste pakhuismeester to Gale van den onderkoopman A. E. de Ley; als eonsumtie-boekhouder te Mature van deu ouderkoopman buiten emplooi W. 8. Boers; als administrateur te ïrineonomale van den onderkoopman en pakhuismeester te Jaflena-patnam A. Puschlever. Batavia Nov. 1787. M. Nederl. Jaarb. XXIV. 1799. 1. 324. 13115. Voordragt ter verkrijging van de respectieve qualiteit en gagie van onderkoopman van den Secretaris te Tutucoriju, in het Uouv. Ceylon, H. Volraad van Solisten. Batavia Eebr, 1786. .V. Nederl. Jaarb. XXI. 1786, 2. 1650. 13116. Permissie aan den onderkoopman J. Eilbraeht om met het schip Willem ïre-derik naar Ceylon over te gaan Batavia Januari 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 17S4. 1. 1182. 13117. Verpligting van den onderkoopman en administrateur te Trinconomale, in het Gouv. Ceylon, J. J. Verbrugge, om zich te verantwoorden ter vrijspraak. Batavia December 1782. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1781. 1. 1179. — Aan hem, als krijgsgevangene met het Cartelschip de Concord m van Madras te Batavia overgekomen, gepermitteerd van Ceylon te retourneren. Batavia Ifebr. 1783. Aid. 1182. 13118. Ter afwachting van emplooi gepermitteerd naar Ceylon te vertrekken, aan den onderkoopman A. 1J. Hageman. Batavia Augustus 17bS. N. Nederl. Juarb. XXIV. 1789. 1. 654. |
13119. Bevestigd tot eonsumtie-boekhouder te Matura do provisioneel op Ccylon daartoe benoemde onder-koopman A. E. de Ley. Batavia Eebr. 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1182. 13120. Aanstelling tot onderkoopman eu soldij-overdrager te Colombo, van 1). J. de Moor, in plaats van Juc. de Bordes. Colombo Nov. 1770. N. Nederl. Jaarb. VI. 1771. 1. 499. 13121. Aanstelling tot onderkoopman en secretaris te Gale, van Abr. Evert Lebeek, in plaats van Gerrit Joan de Moor. Colombo April 1/70. N. Nederl. Jaarb. VI. 1771. 1. 497. 13122. Bevorderd tot onderkoopman F. Williams, secretaris van den civielen en landraad te Jaiïanapatnara. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Nederl. Jaarb. XVII. 17S2. 2. 1294. 13123. Bevorderd tot onderkoopman C. E. W. Raunis, in 1779 met Amsteldam naar Ceylon vertrokken. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Nederl. Jaaib. XVII. 1782. 2. 1294. 13124. Voordragt ter obtenue van de qualiteit en gagie van onderkoopman van den op Ceylon bescheiden boekhouder C. E. Ebel. Batavia Eebr. i7amp;3. ^V. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1182. 13125. Aanstelling tot tweeden pakhuismeester van Gale, van Gerrit Joan de Moor, in plaats van Balth. liendr. Stroebc. ' Colombo April 1770. N. Nederl. Jaurb. VI. 1771. 1. 497. 13126. Aanstelling tot dispencier tc Colombo van .... Boers. Batavia Maart 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 441. 13127. Aanstelling tot tweeden Resident te Point, de Galle, van Au bert in plaats van Kcuneman. Colombo Maart 1770. N. Nederl. Jaarb. VI. 1771. 1. 497. 1312S. Aanstelling tot eersten Resident. vanManapaer,vnn Kcuneman. Colombo Maart. 1770. N. Nederl. Jaarb. VI. 1771. 1. 49/. 13129. Aanstelling van den geheimschrijver van den Gouverneur, Mart. Mckean, tot eersteu gezw. klerk. Colombo vóór Sept.. 1 1770. N. Nederl. Jaarb. VI. 1771. 1. 499. |
206
13130. Aanstelling tot kassier en soldij-boekhouder van Tutueorijn, van Ger. Corn. Kerse, in plaats van J. W. Muller. Colombo, Aug. 1770. iV. JHederl. Juarb. VI. i771. 1. 498. — Aanstelling tot titulairen eersten klerk te Colombo, van I). Kerse, in plaats van Aubert. Maart 1770. Aid. 497. Malabar. 13131. Tijding te Batavia op 16 Mei 1783 van de approbatie der aanstelling van J. ü. van Angelbeek tot Gouverneur en Di-reeteur van Mallabaar. N. Neder I. Jaar Ij. XIX. 1784. 1. 1188. 1313-2. Lijst der Nederlandsolie Bevelhebbers, Commandeurs van Malabar, l(j63 — 17'23. /alentijn, V. St. II. 41. 1:1133. Aanstelling tot Commandeur van Malabar, van Adriaen Moens. Colombo, vóór Oct.. 1770. N. Nederl. Juarb. VI. 1771. 1. 499. 13134. Aanstelling tot Hoofd-Administra-teur vau Cochim op Malabaer vau N. Bo-wyn, met Opperkoopmans qualiteit, in plaats van Abr. Korn. de la liaye. Batavia Aug. 1753. Nederl. Jaarb. VIII, 1754. 1. 543. 13135. Aanstelling tot Resident te Potea, in het comm. van Malabar, van den boekhouder J. Bos. Batavia Aug. 17S8. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1759. 1. 055. 13136. Aanstelling tot Sabandhaar in het commandement van Alalabaar, van don boekhouder J. Wolll'. Batavia. Aug. 17.vb. iV. Nederl. Jourb. XXIV. 1789. 1. 65.). Smalle. 13137. Lijst der Commissarissen van Su-ratte, 167^— 169(1, fulenlyn, IV. St 11.149. 13135. Tekst, der aanstelling, dd. Jaka-tra 15 Junij 1620, door J. P. Koen, van P. van den Broecke tot eersten Directeur van Suratte, Persiën en Arabiën. ^alenlijn IV. St. II 222. — Begin en Poortgang. 1646. II. Reis v. d. Broecke 97. — Tekst der acte van nieuw verband van den Directeur P. van den Broecke, gedaan in 't Logies van Suratte, dd. 1 April 1626; door 11. van Speult Kalentijn, IV. St. II. 223. — Begin m Poorlgjny, 1646. II. Rein v. d. Bruecke 103. |
13139. Lijst van de Heeren Directeurs of Bestierders der Nederlandsche Maatschappij in Suratte, 1620—1723. falentijn, IV. St. II. 311. 13140. Joannes Pecock als Directeur van Suratte vervangen door Johan de Roth. Batavia Junij 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 1. 543. 13141. Lijst der üpperkooplieden of Tweede Personen van Suratte. 1639—1720. Valenlijn IV. St. II. 11-9. 1'ersië. 13142. Lijst der Nederlandsche Commissarissen van Persiën, 1654—1716 Valentijn, V. St. I. 206. 13143. Lijst der Heeren Directeurs, of der Bestierders van rlen Handel van Persiën, 1620—1724. Valentijn, V. St. I. 205. Sumatra. 13144. Lijst der Nederlandsche Commissarissen der westkust van Sumatra, ,1628— l777. Valentijn, V. St. I. 44. 13145. Opgave van Bestuurders van de westkust van Sumatra; door H. van Rosenberg: A. van 1660—179j; B. Gouver-nements kommissarissen 1818—1840; C. civiele en militaire Gouverneurs, 1837—1858; D, Residenten van Padang en onderhoorig-heden, 1S19—1837; E. Residenten in de hoofdal'deelingen a. Padang 1838—1841, b. Ajcr-bangies 1837—1844, c. Padangsche bovenlanden 1841—1558 , d. Tapan-oeli, 1843—1858. Tijds. bid. T..L. /.kmde, VII. 3. S. I. 1858. 439. 13146. Namen van de Kommandeurs en Gezaghebbers, welke Sumatra's westkust geregeerd hebben van 1666—1763. T. v. N.I. 9c j. Batavia 1847. 2e d. 93. 13147. Lijst dor Nederlandsche Opperhoofden van Sumatra's westkust, J 666—1724. y ale al ijn, V. St. I. 43. 13148. Geaeeordeerd de quuliteit van Opperkoopman en daartoe staande gagie aan J. van Heemskerk, Gezaghebber op Sumatra's westkust. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 17S0. N. Nederl. Jaath. XVII. 1782. 2. 1293. — Hij wordt te Batavia uit Ne- i derland verwacht als passagier. Pairiaschc |
O. I. COMP.
207
briof van 17 Dcc. 1782. Mi. XIX. 1784. 3. 1683. — Hij wordt vrij verklaard vau pligt verzuim, bij de overgave van Padaug aan de Engelschen. Hij wordt vervolgens als burger geadmitteerd, en hem toegevoegd dc rang van oud-schepen. Batavia Nov. 1787. Aid. XXIV. 1789. J. 325. 13149. Aanstelling tot Tweeden 1c Poeloe-Chinco, in 't Commandemeat van Sumatra's westkust, van Kom. Prins. Batavia Junij 1753. Nederl. Juarh. VIII. 1754. 1. 543. 13150. Dc gewezen secretaris in het Commandemcnt van Sumatra's westkust J. S. de Raaff, vrij verklaard van pligtverzuim hij de overgave van Padang aan de Engelschen, en verklaard employabel in de dienst der Ed. Compagnie. Batavia Nov. 1787. N. Nederl. JaarL. XXIV. 17b9. 1. 325. 13151. Lijst der Nederlandschc Opperhoofden van Djambi, 1016—1724. Kalenlijn, V. St. I. 43. 13152. Lijst der Nedcrlandsche Opperhoofden vau Palembang, 1620—1723. Ya-lentijn, V. St. 1. 43. 13153. Naar Batavia verlost de koopman en eerste Resident ten comptoire Palembang. Jac. vau Carapen. Batavia 25 Mei 1773. Maan del. Ned. Mercurius, XXXVII. 13154. Aanstelling, dd. Batavia 25 Mei 1773. van W. Carpenter van Westerbeek tot eersten Besident ten comptoire Palembang, met voordragt lot koopman. Maan del Ned. Mercurius, XXXVII. 1774. 2. 13155. Tijding te Batavia op 16 Mei 1783, dat is geaccordeerd de qualitcit en gagie van koopman aau Mr. G. Ueramy, eersten Besident ten comptoire Palembang. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 1189. 13156. Aanstelling tot Seeunde op Palembang van Paul Pel. in plaats van All. Anth. van Laer. Batavia Mei 17^3. .\ederl. Jaarb. VIII. 1754. 1. 542. 13167. Aanstelling, dd. Batavia 1 Junij 1773, van den onderkoopman Joh. Barth van der Grijp, tot Tweeden Resident len comptoire Palembang. Maand. Ned. Mercurius, XXXVII. 1774. 2. |
Borneo. 13158. Aanstelling tot Resident ten comptoire Pontianak van . , Klaagman. Batavia Eebruarij 178S. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 440. — Hem den titel en rang van onderkoopman toegevoegd. Batavia Februarij 1788. Aid 440. —Idem tot Tweeden Resident van Adneo. Aid. 440. 13159. Aanstelling van den kapitein Hofman tot Opperhoofd ten comptoire Bandjennassin, met den titel en rang van Opper-koopmun. Batavia Jan. 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 440. Java, meer bepaald liataria. 13160. Verblijfplaatsen ea hoedanigheid der Nederlandschc Gezaghebbers in O.-Indië. üisl. lieschr. Reiz. XXII 1755. 545. 13161. Europesche gewestelijke gezaghebbers op Java, voor zoo verre is kunnen worden opgespoord sedert de komst van Europeanen; door J. Hageman JCzn. tot 18:,9. Tijds. hul. T. L. en V.kunde, IX. 3. St. III. 1860. 76. 13162. Namen der gewestelijke Europesche gezaghebbers, enz op Java en Madura, door J. Hageman JCzn. J610—1863. Ter verbetering en aanvulling van soortgelijke publiek gemaakte lijsten. Tijds Jnd. T. L. /'.kunde, XJII. 4. St. IV. 1864. 227, 557. 13163. Geaccordeerd dc aanstelling van J. Silberg tot Gouverneur van Java. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Ned. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1292. 13164. Naamlijst der Nederlandschc Opperhoofden, bestuurders van factorijen, posthouders en leggers in Oo-.t-Indicn, sedert 1597—1680. dc Jonge, Opkomst. 111. 1866. 395. 13165. Lijst van de namen der heeren Ontvangers generaal van Nederlands Indiü. 1620—1724. Valenüjn. IV. St. I. 1. 374. 13166. Aanstelling tot Ontvanger generaal van Jan Sehreuder, in plaats van Chr. W. van der Kiltsz. Batavia October 1753. Ned. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1399. 13167. Aanstelling tot ontvanger van Cornp. |
AMBTENAREN
208
domeinen, van T. Campie. Fehr. 1781. A'. Ned. Jaarh. XVII. 1782. -I. 1284. 13168. Lijst van de eerste Opperkoop-lieden des kastecls Batavia, 1621—1724. falentijn, IV. St. I. 375. 13169. Lijst van de tweede Opperkoop-lieden des kasteels Batavia, 1644—1724. Valentijr, IV. St. I. 375. 13170. Johan de Roth als tweede Opperkoopman des kastecls Batavia, opgevolgd door Glir. Lod. SeufT. Batavia Junij 1753. Ncderl. Jaarb. VIII. 1754. 1. 543. 13171. Op voordragt aan G. Grol toegelegd de qualiteit en gagie van tweeden Opperkoopman van het kasteel Batavia, brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Ned. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1292. 13172. Lijst der heeren visitateurs generaal van Nederlands Indië, 1640—1724. Ka-lentijn, IV. St. I. 677. 13173. Aanstelling tot visitateur generaal van H. Homoet, in plaats van H. W. van Bazel. Sept. 1753. Ned. Jaarb. VII. 1753. 2 847. — Hij wordt geëxeuseerd van die bediening, en zijn vertrek als Opperhoofd naar Japan. Batavia Maart 1753. Aid. VU L 1754. 1. 541. 13174. A anstelling tot visitateur generaal van J. H. Bolomler, in plaats van H. Homoet. Batavia Maart 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 1. 542. 13175. Aanstelling tot visitateur generaal der Indische negotie-boeken, van den onlangs geleden met den rang van oud-visitateur of boekhouder generaal geliouoreerde koopman en gewezen boekhouder van liet ambaehts-quartier te Batavia P. A. van der Parra, met voordragt ter obtenu van de effectieve qualiteit cn gagie tot die dienst staande. Batavia Jan. 1783. A'. Nederl, Jaarb. XIX. 1784. 1. 1181. — Permissie ter herstelling zijner gezondheid naar Java over to gaan. Batavia Maart 1783. Aid. 1184. 13170. Aanstelling tot visitateur generaal der Indische negotieboeken, van den koopman en resident te Tagal Is. G. Donüs. Batavia July 1783. A. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1196. — Zijn aanstelling tot opperkoopman, met de gagie. Amsterdam Dcc. 1784. Aid. 2. 1991. |
13177. Lijst der heeren boekhouders-generaal van Nederlands Indië, 1613—1/ 24. Valenlvjn. IV. St. I. 377. 13178. Aanstelling door Bewindhebbers der O. I. Gomp. tot opperboekhouder van J. Guillot, Jr., m plaats van Servaes Grijs-pert. Sept. 1763. Nederl. Jaarh. VII. 1753. 2. 844. 13179. Lijst der Opperhoofden van het soldij comptoir te Batavia. 1672—1724. Va-lenlijn. IV. St. I. 380. 13180. Niet gedisponeerd op het. verzoek van A. C. Mom, om de qualiteit en gagie van opper-koopman, als Opperhoofd van het generale soldij-comptoir. Brieven uit Nederland van 1U Nov. 1780. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1293. 13181. Lijst der Sjahbandars te Batavia, 1621—1723. Valenten, IV. St. I. 381. 13182. Waarneming door den Sabandaar over de onchristeneu, I. Reynst, van de dienst van Sabandaar over de ciirisleneu. Batavia i6 Maart 1773. Maandel. Nederl. Mercurius, XXXVI. 1774. 2. 13183. Aanstelling tot Sabandhaar van den Inlander, van C. Elzevier, in plaats van Jan van Herzeele. Batavia Oct. 1754. Nederl. Jaarb. V1U. 1754. 2. 1400. 13184. Geaccordeerd de qualiteit van opperkoopman aan den Sabandaar A. Bocses. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 129,5. 13185. Aanstelling tot Sabandhaar en licentmeester te Batavia van den tweeden administrateur in dc suikerpakhuizen L. van Geuseau, onder toevoeging van den rang naast de gecommitteerde tot en over de zaken van den Inlander, en voordragt ter opname van de gagie van koopman. Batavia Mei. 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX 1784. 1, 1188. 13186. Jacques Latour, als gecommitteerde opgevolgd door A. J. de Wilde. |
20!)
Batavia Junij 1753. Nederl, Jaarb. VIII, 175é. 1. 543. 131S7. Aanstelling, dd. Batavia 10 Maart 1773, tot geheimschrijver van den Gouv. Gen. van den onderkoopman 1). üoedbloed, met voordragt tot koopman. Maandel. Nederl. Mercurius, X,XXArI. 1774. 2. 13188. Aanstelling, tot geheimschrijver van den üouv. Gen. van Ned. Indic, van Jan Greeve. i1cbr. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1283, 13189. Voordragt ter obtenue van de effectieve qualiteit en gagie van opperkoopman, van den geheimschrijver van den üouv. Gen. Mr. S. Schouten. Batavia. Dcc. 1787. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 17!5G. 1. 438. 13190. Lijst dor Groot-Kassiers te Batavia, 1044—17-4. I'alentijn, IV. St.I. 412. 13191. Aanstelling tot Groot-Kassier met behoud van zijn presente rang, van den oud opperkoopman G. J. Weigevaren, met voordragt ter obtenue van de effectieve qualiteit en gagie van opperkoopman. Batavia Maart 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784.1. 1184. 13192. Aanstelling tot Hool'd van'tcom-toir der commissie-visite van den opperkoopman J. E. Mede. Batavia Oct. 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1400. 13193 Vergund de qualiteit en gagie van koopman aan D. ü. van Haak, eersten gezworen klerk ter generale secretary van Hunne Hoog Edellieden. Brieven uit Nederland van lü Nov. l7S0. N. Nederl. Jaurb. XVII. 1782. 2. 1293. 13194. Aanstelling, dd. Batavia 9 Junij 1773, van den onderkoopman A. Douglas, lot negotie-boekhouder. Maandel. Nederl. Mer-eurius, XXXVI. 1774. 4. 13195. Aanstelling tot opperkooplicdcn in Ned. Indië, van 11. J. de Heeren en Mr. W. van der Beek. Nov. 1770. N. Nederl. Jaarb. XI. 1770. 2, 1300. 13190. Geaecordeerd de qualiteit en gagie van opperkooplieden, aan M. Hertog, Hoold-Administrateur te Arnboina, sedert overleden, aan J. Rakel, Seeunde te Banda, aan J. Ureeve, als geheimschrijver van den Gouv. II. |
Gen, thans (Nov. 1783) tweede secretaris der Hoogc Indische Regering, aan J A. Schelling, Hoofd-Administrateur te Amboina, aan O. Craane, Hoold-Administrateur te Macassar. Patriasche brief van 17 Dec. 17S2. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1683. 131Ü7. Aanstelling tot opperkoopman met daartoe staande gagie van J. H. Wiegerman. Vaderlandsehe Brief van 0 Mei 1785. N. Nederl. Jaarb. XXI. 1786. i. 1057. 13198. Tijding te Batavia op 19 Mei 1783, dat is geaccordeerd de qualiteit en gagie van koopman aan Mr. P. Gevers, Eersten Administrateur in do suikerpakhui zon te Batavia. N. Nederl. Jaarb XIX. 1784. I. 1189. — Permissie om te repatrieron met een der Pruissisehe schepen. Batavia Mei 1783. Aid. 1192. 13199. Aanstelling tot eersten Administrateur in de suikerpakhuizen te Batavia van den tweeden Administrateur in de pakhuizen aan de westzijde te Batavia, van M. J. Wcstpalm met voordragt tot koopman. Batavia Junij 1783. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 1193, 1194 - üp zijn verzoek naar Nederland verlost. Aid. XXIV. 1789. I. 322 13200. Aanstelling, met voordragt tot koopman, tot eersten Administrateur in de suikerpakhuizen te Batavia, van den onderkoopman Ysbrand II. F. Vincent. Batavia Oct. 1787. N. Nederl. Jaarb. \XIV. 1789. 1. 322. 13201. Aanstelling tot eersten Administrateur in de pakhuizen aan de westzijde te Batavia, van D. A. Beekman. Batavia October 17S7. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 322. — Op zijn verzoek ontslagen en naar Nederland verlost. Aid. 652. 13202. Aanstelling tot eersten Admini-strateur in de pakhuiien aan de westzijdo te Batavia, van den tweeden Administrateur aldaar C. P. Reigersman, met voordragt tot koopman. Batavia Julij i788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. I7s9. I. 053. 13203. Geaccordeerd de qualiteit en gagie van kooplieden aan VV. A. Vvillemse, eersten Administrateur in hot nieuwe kleedenpakhuis te Batavia; aan J. A. van Hok, boekhouder op het garnizoon-comptoir te Batavia; aan G. Sinkelaar, eersten visitateur op het logie- |
27
210
visitc-comptoir te Bataviaj nan P. van Toulon, bocklioudcr on het equipagocomploir j te Batavia j aan E, L. Dirkse, eersten suppoost op liet generale visite-eoinptoir te Batavia ; (sedert overleden), l'alriabcke briel' van 17 Deeemhur 17^2. ;V. Ncderl. Jaarh. MX. 13201. Vergund de qualiteit en gagie van koopman, aan J. H. Baron van Rbeede tot den Parkeler, eersten Administrateur in liet pakhuis bezijden de Waterpoort te Batavia. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Nederl. Jaurh. Wil. 178,'. 2. 1203. 13205. Aanstelling tot eersten Administrateur iu de pakhuizen bezijden de Waterpoort te Batavia, van den tweeden in die administratie N. Engelhard, met voordragt voor qualiteit en gagio van koopman. Batavia iSlov. 1783. N. Sedert. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1685. 18200. Aanstelling tot eersten Administrateur in het kleine pakhuis, van W. A. Wel-lems. Pebr. 1781. A. Nederl. Jaarb. XVII. Aanstelling tot eersten Administrateur van het provisie-magazijn te Batavia, van den tweeden Administrateur, A. E. Velingius, met voordragt tot koopman. Batavia Junij 17^3. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1320S. Vergund de qualiteit en gagie van koopman aan J. II. Coertscu, eersten Administrateur in het graan-magazijn te Batavia. lirieven uit Nederland van 10 Nov. I7S0. N. Nederl. Jaarb. XVll. 1782. 2. 1293. BiSüO. Aanstelling tot eersten Administrateur in het graan-magazijn te Batavia van .... Aalmans. Batavia Jan. 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 139. 13210. Lijst der groote winkeliers te Batavia. 1028—1721. /alenlijn, IV. St. I. 112. 13211. Vergund de qualiteit en gagie van koopman aan W. Kraane, winkelier te Batavia. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1293. |
13212. Aanstelling tot t'actunrbouder op bet negotic-eomtoir te Batavia, van Nie. Laur. van Bngelsdorp, in plaats van Laur. Bouquet. Oct. 1753. Nederl. Janrb. VUL 1751. 2e dr. 1399 — Idem van den onderkoopman G. Chr. l'Vitniengor, met voordragt tot koopman. Batavia Dec. 1787. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. I. 139. 13213, Beslist tot voordragt als koopman van den eeisten suppoost op het generale visite-eomptoir. Batavia Aug. 1781. iV. AW. Jaarb. XVll. 1782. 2e d. 1297, — Idem van den onderkoopman en journaalsehrijver J, Prins, met voordragt ter verkrijging van do qualiteit en gagie van koopman. Batavia Jan. 1782. JUL XVllI. 17*3, b, 2010. — Idem van den boekhouder F. C. Briant, en nog op evengemold oomptoir geavaneeerd de mede : boekhouder C. M. Neun, beide onder voordragt tot ouderkooplieden. Batavia Oet, 1782. Aid. XIX. 1784. 1. 1176. 13211. Tijding te Batavia op 19 Mei 1783, dat is geaccordeerd de qualiteit en gagie van onderkoopman aan E. L. Dirksz, eersten suppoost op liet generale visite-comp-toir. N. Nederl. Jaarb. XIX. 17:54. 1. 1189. 13315. Aanstelling, met voordragt van qualiteit en gagie van koopman, tot eersten visitateur op het logie-visite-comptoir te Batavia, van den tweede op dit comptoir, C. iSinkelanr. Batavia Oct. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVll. 1782. 2. 1229. 13216. Geaccordeerd aan C. E. Severin de gagie staande tot de post van visitateur. Brieven uit Nederland van 10 Nov, 1780. iV. Nederl. Jaarb. VII. 17S2. 2. 1292. 13217. Aanstelling tot garnizoens-boek-bouder van Galcnus van Oord. Batavia Lee. 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1754.2.1401.— Idem, met voordragt tot koopman, van A, .). van Hek. Maart 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1285. — Idem van den onderkoopman J, P. Baresloisly, met voordragt ter verkrijging van do qualiteit en gagie van koopman. Batavia Dcc. 1787. Aid. XXIV. 1789. 1. 43S. 13218. Aanstelling, dd. Batavia 4 Mei 1773, van den onderkoopman 8. lt;1. Abele ven, tot kassier op het kostgold-eomptoir Jo Batavia. Muandel. A ederl. Mercarius, XX X VI1, 1571. 1. |
211
TIJDENS 1)1'
I li? 19. Voordragt tot, koopman, van den oirca twne maal zijn verhand uitgediend hebbenden kassier op het kostgeld-eomptoir te Batavia, C. H. von Erath, iiatavia Junij 17S3. N. Nednl. Jciarh. XIX. J78I-. 1. 1194. 1822U. Aanstelling, dd. Batavia 4 Mei 177:5, van den onderkoopman A. Armenoult tot boekhouder in bet ambachtskwartier te Batavia. Maandel. Ned. Mercurius, XXXVII, 1774. ]. 13221. Ontslag op zijn verzoek als boekhouder in het ambachtskwartier te Batavia, van P. A. van der Parra, onder toevoeging van den rang naast den visitateur of boekhouder-generaal. Batavia Oct. 17S2. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 1176. 13ï22. Aanstelling tot boekhouder in het anabachtskwartier te Batavia, van den overdrager A. A. Koek, met voordragt tot koopman. Batavia Oet. 1782. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 1170. 13223. Geaccordeerd de qualiteit van koopman aan H. N. la Cló, secretaris van het eollegie van weesmeesteren te Batavia. Brieven uit Nederland van iO Nov. 1780. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1292. 13224. Voordragt ter obtenue van de qualiteit en gagie van opperkoopman, van den koopman en secretaris van het eollegie van weesmeesteren te Batavia, W. Kraane. Batavia Dee. 1787. JS. Nederl. Jaarh. WW. 1789. 1. 438, 13225. Aanstelling van den koopman en tweeden confrontist der Bataviapche admini-stratie-boeken, H. L. van der Krap, tot lid in het eollegie van weesmeesters te Batavia. Junij 1781. N. Nederl. Jaarh. XM1. 1782. 2. 1290. 13226. Aanstelling tot translateur in de ÏVanschc en Bngelselie talen te Batavia, van den oud-schepen titulair S. L. Garrisson, met behoud van zijn presente rang. Batavia Julij 1782. /V. Nederl. Jaarh. XVIII. 1783. 3. 2016. 13227. Aanstelling tot Indisch soldijboekhouder van C. F. Pelius, met voordragt |
tot onderkoopman. Maart 1781. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1285. 13228. Ontslag van den Inlandsch militair soldij-boekhouder J. C. P. Pilius, enter afwachting van emploi naar Java verlost. Batavia Maart l7^4.iV. Nederl. Janrh. MX 1784. 2. 1816. 13220. Aanstelling tot logie-boekhouder op het logie-kautoor te Batavia, van den eersten overdrager aldaar A. M. Prieschel, met voordragt lot, koopman. Batavia Pebr. 1780. N. Nederl. Janrh. XXL 1786. 2. 1656,— Idem van den koopman L. C. lladder. Batavia Oct. 1781. Aid. XVII. 1782.2. i299.— Idem van J. P. Becker. Maart 1781. Aid. 1285. 13230. Aanstelling tot boekhouder op dc equipagiewerf, mot voordragt tol koopman van P. Toulon. Katavia Aug. 17M. N. Ned. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1297. 13231 Aanstelling tot boekhouder van dc munt, quot;an den koopman en ncgolie-boek-| houder P. K. H. Bijnon, en tot adjunct van den muntmeester, vau den korporaal J. E. Alvis. Batavia Nov. 1782. N./Vedcrl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 1177. 33232. Geaccordeerd de qualiteit, van koopman aan H. lJ. Bangeman, tweeden administrateur op Onrust. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1292. 13233. Geaccordeerd ter vergadering van XVi i.u, do qualiteit en gagie van koopman aan: Chr. von Erath, kassier op het kost-geld-eomptoir te Batavia; aan Herin de lioo, eerste landmeter te Batavia; aan Cuenr. Martin Noun, eerste suppoost op hel, generale visite-comptoir te Batavia; aan Nie. Engel-hardt, eerste administrateur in de pakhuizen bezijden de waterpoort te Batavia, Amst. Dec. 1?84. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 2. 1991. 13234. Aanstelling tot adjunct eersten gewonen klerk ter generale secretarie en collecteur van het kleinzcgel te Batavia, van don onderkoopman, bibliothecaris en archivaris G J, Kunstorir. Batavia Mei 1788. A'. Ned. Jaarh. XXIV. 1789. i. 64S. 13235. De qualiteit van onderkoopman met de gagie daartoe staande geaccordeerd aan P. deElwijk adjuncteersten gewonen klerk |
ter generale secretarie van hunne Hüog Edelheden. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Ned. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1293. — Idem aan G. J. Kunstorff, marginalist ter generale secretarie van hunne Hoog Edelheden. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. Aid. I323Ö. Aanstelling tot marginalist ter generale secretarie vauhunneHoog Edelheden, van den oudsten gewonen klerk ter gemelde secretarie J. C. van Son, met voordragl tot onderkoopman. Batavia Dec. 1781. N. Ned, Jaarb. XVII. 17S2. 2. 1305. 13237. De qnaliteit van onderkoopman met de gagie daartoe staande, geaccordeerd aan N. M- Martheze, korten notulist ter generale secretarie van hunne Hoog Edelheden. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Ned. Jaarb. XVII. 1782. *. 1293. — Idem aan ü. van Dicinar, bibliothecaris en archivaris ter generale secretarie van huune Hoog Edelheden. Brieven van Nederland van 10 Nov. 1780. Aid. 132:)8. Aanstelling tot bibliotbecaris en archivaris ter generale secretarie van hunne lloog Edelheden, van den onderkoopman G. J. Kunatorir. Batavia Dcc. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1301.. 13239. Geaccordeerd de qualiteit en gagie van onderkoopman aan C. Jacobi, op het comptoir van den heer üouv.-Gen. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Ned. Jaarb. XVII. 1782. 2, 1292. — Idem aan N. van Eijk, eersten suppoost op het comptoir van den heer Directeur Generaal. Brieven uit Nederland van 10 Nov. \lamp;'.).Ald. 1293. 13240. Plaatsing van deu onderkoopman J. Eilbrecht op het comptoir van deu heer Gouv.-Gen. Batavia Aug. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1297. 13241. Aanstelling tot tweeden Administrateur in de suikerpakhuizen te Batavia, van den onderkoopman buiten emplooi G. C. Gockinga. Batavia Mei 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1188. — Idem van Y. H. E. Vineent, tweeden Administrateur in het nieuwe kleedenpakluiis. Batavia Junij 17S3. Aid. 1193. — Idem van den koopman J. B. Coertsen. Batavia Oct. 1787. Aid. XXIV. 1/89. 1. 322. |
13242. Aanstelling tot tweeden Administrateur in de pakhuizen aan en bezijden de Waterpoort te Batavia, van den actueel buiten emplooi zijnden onderkoopman N. Engelhard. Batavia Dcc. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVI1. 1782. 2. 1302. — Idem van deu onderkoopman en tweeden in de groote geldkas te Batavia G. Th. Vermeer. Batavia Nov. 1783. Aid. XIX. 1784. 2. 1685. 13243. Do qualiteit van onderkoopman met de gagie daartoe staande, geaccordeerd aan M. J.Westpalm, tweeden Administrateur in de pakhuizen aan de westzijde te Batavia. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. iV. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. J293. 13244. Aanstelling tot tweeden Administrateur in de pakhuizen aan de westzijde te Batavia, van C. P. Reigersman. Batavia Oct. 1787. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 322. — Idem van den tweeden Administrateur in het nieuwe kleedenpakhuis te Batavia P. A. Goldbach Batavia Julij 17tgt;6. Aid. 653. 13245. Aanstelling, dd. Batavia 16 Maart 177.i,tot tweedon Administrateur in het nieuwe klccdenpakhuis te Batavia van J. Th. Visser van Gaasbeek. Maandel. Ned. Mercurius, XXXVI. 1774. 2. — Idem van den klceden-winkelier te Batavia J. A. Bangeman. Batavia Junij 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1193. — Idem van . . Goldbach. Batavia Jan. 1788. Aid. XXIV. 1789. I. 439. Idem van P. C. W. Mossel. Batavia Oct. 1787. Aid. 322. — Idem van den onderkoopman Mr. G. J. Keyzer. Batavia Julij 1788. Aid. 653. 13246. Tekst der stukken behoorende tot de procedure van E. R. Vessink, gewezen tweeden Administrateur in 's Comp. graau-magazijn te Batavia, wegens zijn ontrouwen en meineedigen handel, in dienst der Maatschappij. 1757—1758. Nederl. Jaarb. XII. 1758. 2. 889. 13247. Aanstelling tot tweeden Administrateur in het graanmagazijn te Batavia, van P. C. W. Mossel. Batavia Jan. 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 17»9. 1. 439 13248. Aanstelling, dd. Batavia 4 Mei 1773, van den onderkoopman A. O. Mom, tot tweeden Administrateur in het provisie-magazijn te Batavia. Maandel. Ned'. Mercurius, XXXVII. 1774. 1. — Idem van den tweeden Administrateur in de suikerpakhuizen te Batavia, ü. C. Gociduga. Batavia |
213
Junij 'J783. iV. Nederl. Jattrb. XIX. IZSl. 1. 1193. — Idem van den koopman en cer-steu Administrateur in de pakhuizen bezijden do Waterpoort, tn Batavia, J. F. van Recde tot de Parkeler. Batavia Nov. 1783. Md. I6S5. 13249. Aanstelling tot. tweeden Administrateur in het kleine pakhuis, van Ysbr. Hend. i'ranyois Vineent. February 1781. N. iïcderl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1283. 13250. Den onderkoopman en tweeden Administrateur in het zuider pakhuis, C. van (leusau, gepermitteerd het doen van een springtogtje naar Java. Batavia Julij 1782. A. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 2018. 13251. Anthonie Kaveusberg wordt als winkelier vervangen door den ouderkuopmau Karei Jaeobs. Batavia Dec. 1733. Nederl. Jaarb. VIII. 1754-. 2. M01. 13252. Aanstelling, dd. Batavia 16 Maart 1773, tot winkelier in de kleine winkel te Batavia, van Steven Poelman. MuanUd. Ned. Meruurim, XXX Vi 177 k 2. — Idem van den boekhouder van de wapenkamer te Batavia, M. Engelberts. Batavia Junij 17fe3. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1193, 1194. 13253. Vervangen LJ. van den Velde als kassier door J. van Herzeele. Batavia Maart. 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1704. 1. 542. 13254. Aanstelling tot boekhouder van de artillerie te Batavia, van den onder-koopman H. W. Dronsberg Junior. Batavia Maart 1784. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1815. 13255. Aanstelling tot boekhouder van de wapenkamer te Batavia, van den onderkoopman buiten emplooi H. I. Guitard. Batavia Junij 1783. N. Nederl. Jaarb. XJX. 1784. 1. 1194. 13250. Aanstelling lot negotie-overdrager van C. Ph. Blias, in plaats van N. L. van Engelsdorp. Batavia. Oct. 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1399 en 1400. |
13257. Tijding te Batavia op 19 Mei 1783, dat is geaccordeerd de qualiteit en gagie van onder-koopman, aan M. S. van Bazel, overdrager op hot. negotie-comptoir te Batavia. N. Sedert. Jaarb. XIX. 1784. I. 1189. 13258. Aanstelling tot negotie-overdrager op het negotie-comptoir te Batavia, van den provisioueelen onderkoopman J. J. van Maas. Batavia üee. 1787. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. lt;139. 13259. Aanstelling tot principaal jour-naal-extendeerder op liet, negotie-comptoir te Batavia, van den extra taktuurhouder C. L. Arnold; met voordragt ter verkrijging van de qualiteit en gagie van onderkoopman. Batavia Junij 1782. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 2014. 13260. Tijding te Batavia op 19 Mei 1783, dat is geaccordeerd de qualiteit en gagie van onderkoopman aan L. de Wilde, principaal journaal-extendeerder op het Negotie-comptoir te Batavia. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1189. 13261. Aan-,telling tot principaal jour-naal-extendeerder op het negotie-comptoir te Batavia van den boekhouder J, Haverkorn Batavia, Deo. 1787. N. Nederl. Jaar/,. XXIV. 1789. 1. 439. — Idem van J)1. ü. Winkel-mans met voordragt tot onderkoopman. Batavia Dcc. 1787. Md. 437. 13262. Uj) zijn verzoek uit 'sComp. dienst ontslagen de onderkoopman en pakhuis-boekhouder op het negotie-comptoir te Batavia, C. L. Arnold. Batavia April 178G. N. Nederl. Jaarb. XXI. 17S6. 2. 1659. 13263. Aanstelling tot pakhuisboekhouder op het, negotie-comptoir te Batavia, van den provisionelen onderkoopman F. G. Winkelmans. Batavia Dcc. 1787. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 439. 13261. Aanstelling tot journaal-schrijver op het eomptoir generaal te Batavia, van den boekhouder A. J. Meijer, met voordragt ter verkrijging van de onderkoopinans qualiteit en gagie. Batavia Jan. 1782. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 2011. 13265. Aanstelling, dd. Batavia 1 Junij 1773, van den onder-koopman G. B. Mun-nik, tot overdrager op het equipage-comp-toir te Batavia. Maandel. Ned. Mercurius, XXXVII. 1771' 2. — Idem van den buiten |
214
emplooi zijndcn ODcler-koopnian C. van Nnar-son. Batavia Aug. 1781. N. Neder!. Jaarh. XVIl. 1782. 2. 1207. — Idem van den ordinairen klerk G. Daytniehen, mei voordrag!; tot onderkoopman met gagic. Batavia Junij 1783. Aid. XIX. 1784.. 1. 1194. 13260. Ontslag van .... Brands als overdrager op het equipage-comptoir te Ba-tavia. Batavia Jan. i788. N. Nederl. Jaarh. XXIV. 1789. 1. 439. 13267. Aanstelling tot overdrager op het eqnipage-comptoir te Batavia, van ... Crans. liatavia Jan. 1788. N. Neder!. Jaarh. XXIV. 1789. 1. 439. 13268. Aanstelling, mot voordragt tot onderkoopman, tot eersten overdrager op het garnisoens eomptoir, van G. J. Sen van Basel. Maart 1781. N. Neder!. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1286. 13260. Aanstelling tot overdrager in het Ambachtskwartier te Batavia, van den onderkoopman buiten emplooi E. van Goudoever Batavia Oct. 1782. N. Neder!. Jaarh. XIX. 1784. 1. 1176. 13270. Permissie aan den onderkoopman buiten emplooi te Batavia, C. J. van Nieuwkcr-ken genaamd Nijvenheim, om te ropatrieren met het Deensehe sehip de Constantia. Batavia Sept. 1782. A. Neder!. Jaarh. XIX. 1784. 1. 1176. 13271. Van Palembang naar Batavia verlost de onderkoopman en tweede Resident, aldaar Ph. van dor Stangh. Maait 1781. N. Neder!. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1286. 13272. Permissie om met een Pruissisch schip naar Nederland te vertrekken aan den onderkoopman en overdrager van den equi-pagic-wert' te Batavia, C. van Naarsen. Batavia Junij 1783. N. Neder!. Jaarh. XIX. 1784. 1. 1192. 13273. Permissie aan de onderkooplieden G. C. Gockinga en R. A. de Salis voor een springtogtje naar Java, Batavia Maart 1783. N. JNeder!, Jaarh. XIX. 1784. 1. 1184. — Idem van J. M. Bronkhorst. Batavia Deo. 1787. A!d. XXIV. 1789. 1. 437. 13274. Van Samarang naar Batavia verlost dc onderkoopman 11. I. Guitard, ter afwachting van emplooi. Batavia Mei. 1782. N. Neder!. Jaarh XIX. 1784. 1. 118-:. |
1quot;.275. Permissie aan den benoemden onderkoopman G. Bruin, tot het vrij van kost en transportgeld medenemen zijner kinderen naar Batavia. Besluit van llecren XVIId, dd. Amsterdam 2 Oct. 1700. A. Neder!. Jaar!). XXVI. 1791. 2. 12(12. — Idem aan H. W. Ballot. Aid. 1202. 13276. Aanstelling tot gewoon onderkoopman in Ncd. Indir, van Mr. P. Gevers. Uw.iTïb.N.Neder!. Jaarh. XI. 1770. 2. 13G0. 13277. Bevorderd tot onderkoopman J. van den Bogaard, ordinair Gecommitteerde op Onrust. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Neder!. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1294. 13278. Aanstelling van den onderkoopman C. llijdeman, tot factoor te Brootchia. Batavia Aug. ilbV. N. Neder!. Jaarh. XVI11. 1782. 2. 1297. 13279. Aanstelling door lleeren XVIln tot onderkooplieden A. S. van de Graaf, B. L. Vernede, J. van der Hart, P. G. Hannes, li. Is. Guitard en G. Roghé. Patriasehe brief dd. Deo. 1781. A. Neder!. Jaarh. XIX. 17s4. 1. 1187. 13280. Geaccordeerd de qualiteit en gagie van onderkooplieden aan J. C. van Son, mar-ginalist ter secretarie van hunne Hoog Edellieden; aan P. Boterkooper, op het eomptoir van den Gouv.-Gen.; aan E. L. Beening, principaal-journaal-extendeerder op het nego-tieeomptoir te Batavia, sedert overleden ; aan G. J. Sen van Baset, eersten overdrager op het garnizoen-comptoir te Batavia; aan J. G. E. Eilius, Inlandsch militair soldij-boekhouder te Batavia; aan J. S. Damroth, eersten overdrager op het logie-eomptoir tc Batavia, sedert overleden; aan B.. G. Sanders, tweeden overdrager op het eqnipage-comptoir te Batavia; aan H. Martens, soldij-boekhon-houder tc Amboina; aan J. Hagcman, soldijboekhouder te Banda. Patriasehe brief van 17 Dec. 1782. A. Neet. Jaarh. XIX. 1784. 2. 1684. 13281. Aanstelling tot onderkooplieden van den advokaat tit. Mr. P. W. Pellers, en van H. W. Uronsberg Jr. Patriasehe brief van 17 Dee. 1782. N. Neder!. Jaarh. XIX.. 1784. 2. 1683. 13282. Met den titel en rang van onderkoopman gehonoreerd, den adsistent J. T. Reijnst. Batavia Dee. 1783. N. Ned. Jaarh. XIX. 1734. 2. 1687. |
215
1:5283. Aanstelling ter vergadering van XVIIu tot onderkoopliecten van L. van der VVoort, zich in Indiii bevindende; M. van Leenwendaalj op Clieribon bescheiden; G. P. 'J'h. van Rossuni, assistent te Batavia; H. A. van Polane de Beveren, assistent te Batavia; P. van der Weert, A. W. A. P. van Idsinga cn J. Th. Reijnst, allen op Batavia zijnde. Amsterdam Dee. J78'i. N. Ned. Juurb. XIX. 174«. 3. i991. 13284. Aanstelling tot onderkooplieden van A. P. Lever, als pakhuismeester teJaf-fenapntnam. in het üouv, Ceilon; van C. J. van Nienwkerken, genaamd Nijvenheim, met Eyk-en-woud naar Batavia vertrokken; en van J. de Vroe, assistent te Batavia. Vader-landsehe brief vau 6 Mei 1785. N. Nederl. Jaarb. XXI. 1786. 2. 1657. 13285. Aansiellicg tot onderkooplieden, met daartoe slaande gagie van C. L. Wieling, te Batavia, en van A. G. Roos, boek-honder te Batavia. Besluit van Heeren XVlIn. Amsterdam 3 Oct. 1790. A. Nederl. Jaarb. XXVI. 1791. 2. 1261. 13286. Aanstelling met voord ragt voor qua-liteit cn gagic van onderkoopman, tot eersten overdrager op het logie-eoinptoir te Batavia, van den soldij-boekhouder J. S. Dancoth. Batavia Oct. i781. JS. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1299. — Idem van den tweeden overdrager op dit eomptoir A. M. Prechcl; met voordragt tot onderkoopman. Batavia Sept. 1782. Aid. XV11I. 1783. 3 20L8. — Idem van den tweeden overdrager aldaar J. H. Tienekes; met voordragt tot onderkoopman. Batavia Pcbr. 1786. Aid. XXI. 1786. 2. 1656. 13287. Aanstelling tot onderkoopman en overdrager in het ambachtsquarticr te Batavia, van den boekhouder G. Peper, onder voordragt van gagie van onderkoopman. Batavia April 1783. iV. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1184. I32S8. Aanstelling tot tweeden visitateur op het logie-visitc-comptoir te Batavia, van den boekhouder E. S. Smit, met voordragt tot gagie van onderkoopman Batavia Dcc. quot;1787. N. Ned. Jaarb. XXIV. i 789.1. 438. - -Idem van den eersten overdrager op dat eomptoir, A. N Pothof, Batavia Oct. 1781. Aid. XVII. 1782. 2. 1299. |
13289, Aanstelling, dd. Batavia 23 Maart 1773, tot gezworen klerk ter seereiarie van hunne Hoog Edelheden, van A. Ph. Ilurt-zing. Maandel. Ned. Mercurius, XXXVI, 1774. 3 — Idem van den ordinaris klerk P. D. de Haas. Batavia Jau. 1782. N. Nederl. Juarb. XVlll. 1783. 3. 2010. — Idem van den ordinairen klerk S. D. üklenzeel. Batavia Mei 17tgt;2. Aid. 2013. — Idem van den ordinairen klerk L. W, van Schellebcck, Batavia Jnnij 1783. /iA/. XIX. 1784. J. 1194.— Idem van A.. Nupoort. Batavia Jan. 17S6. Aid. XXI. 1785. 2. 1655. 13290. Bevordering, dd. Batavia 18 Mei 1773, tot ordinaire klerken Ier secretarie van hunne Hoog Edelheden, van P. A. van der Parra Jr., D. P. van lliemsdijk, S. C. van Riemsdijk, C. van Abcouw, G. ï. Vermeer, Ch. G. Krosehel, A. van Staden, W. Kraane, P. van Toulon, R. Jongemaats, G. Boegislaus von Liebelier, en J. J. Vogelaar. Maandel. Ned. Mercurius, XXXVU. 1774. 2. — Idem van P. J. van den Bergh, O. Hendriks, C. K. Burry, P. George, P. van Erpel en G. Daymichen; de laatste om bij den Ed. Heer Moens dienst te doen. Juuij 1781. N. Nederl. Juurb. XVII. 17ö2. 2. 1200. — Idem van extra oidinaire klerken Ij. W. van Schellobeek, (J. U. öchneider, J. H. de Wit, cn de adsistenten VV. Beekman, W. P. W alter en P. L. Brusz, alsmede de op het eomptoir van zijne Hoog Edelheid dienst doende extra ordinaris klerken J. T. Jerbrock en P. P. du Pui. üatavia Juhj 1782. Aid. XVIII, I7i3. 3. 2016. 13291. Permissie aau den ordinairen klerk ter generale secretarij to Batavia, H. God-lieb Kleengbeel tot liet doen van een spring-togtje naar Tcrnatc ter herstelling van zijn gezondheid. Batavia Dcc. 1787. N. Nederl. Juurb. XXIV. 17v9. 1, 326. 13292. Op wju verzoek vau de tehuisreis geëxcuseerd de ondcrklerk ter generale secretarie P. G. P. van Erpel. Batavia Januar.j 178a*. N. Nederl. Jaarb. XIX, 1784,2. 1659. 13293. Lijst vau de namen der eerste klerken ter geheime sclirijfkamer van de; op-perlandvoogd. 1654 1724. ^'ulenlwi, IV si. I. 374. 1329!.. Vergunning dd. Bitavia 13 A|)ril 1773, aan den gezworen klerk ten comp-toire bij den Heere Gouv. Gen. P. J. A. Steenweg, om als schrijver naar Nederland te vertrekken, met onderkoopnums qualiteit eu gagie. Muundel. Ned. Mervuriun, XXX VI. |
216
13295. Bevordering, (ld. Batnviii IS Mei 1773, tot ordinaireu klerk bij zijne Hoog Edelheid den heer üouv. Gen. viin S. H. Matthijs. Maandü. Ned. Mereurius, XXXVII. J774. 2. — Idem, dd. Batavia 7 Junij 1773, van den adsistent S. Wasmehr. Aid. 3. — Idem van H. C. Lijms en J. A, Wisse. Junij 1781. N. Nederl. Jaurb. XVII. 1782. 2. 1290. 1329C. De ordinaire klerk bij zijn Hoog Edelheid den heer Gouverneur Generaal to Batavia, P. Boterkooper Isaacz. zal worden voorgedragen tot de elleetieve qoaliteir, en gagie van onderkoopman. Junij 1781. N. isederl. Jaarb. XVII. 1782. 1. 1290. 13297. Bevordering, dd. Batavia 18 Mei 1773, tot ordinairen klerk van den hij den llaad ordinaris M. Homp dienst doenden boekhouder Boko Sabinus de Jong. Maan del, Ned. Mereurius, XXXVII, 1774. 2. 1329S. In statu quo gehouden het verzoek om de qualiteit van ouderkoopman voor P. van Groll, klerk op het generaal visite-comptoir te Batavia. Brieven uit .Nederland van 10 Nov. 1780. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1294. 13299. Plaatsing, dd. Batavia 4 Mei 17(')3, van den onderkoopman Will. Beth Jacobs, op het generale visite-eomptoir te Batavia. Maandel. Ned. Mereurius, XXXVII. 1774. 1. 13300. Aanstelling tot extra-factuur houder te Batavia van den boekhouder G. C. Tetmeijer. Batavia Junij 1/82. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 2014. -- Idem van A. H. Veuge. Batavia Dec. 1/S/. Aid. XXIV. 1789. 1. 439. — Idem van don boekhouder J. Haverkorn. Batavia Dec. 1787. Aid. 437. 13301. Lijst der dispensiers te Batavia, 1634—1724. Valentijn, IV. St. 1. 412. 13302. Bevordering tot ordinaris klerk, van den ter preuve bij den translateur in de Maleijdsche tale te Batavia geplaatsten J. M. A. Pousin. Batavia Dee. j783. N. Nederl. Jaurb. XIX. 1711. 2. 1087.—-Idem van den boekhouder A. Domingo, Batavia Nov. 1787. Aid. XXIV. 1789. 1. 324. |
13303. Aan den ord. klerk J. van Haak toegestaan een springtogtje naar Java te doen. Maart 1781. 'N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1285. 13304. Aanstelling tot landmeter, met rang van adsistent, van J. Vetten. Pebr. 178J. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1285. 13305. Aanstelling tot Directeur van het collegie van commissarissen der Bank courant en Bank van Leening te Batavia, van den Baad extra ordinair van N. Indie, A. de Boik. Batavia Dee. 1787. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. ]. 438. — Idem tot boekhouder, secretaris en pand-bewaarder daarbij, van den onder-koopman P. van der Waerth Junior. Batavia Maart 1786. Aid. XXI. 1780. 2 1659. — Idem tot cassicr daarbij, van den commissaris E. M. du Koth; tot pandbewaarder, den onderkoopman, boek-houder en secretaris J. A. van Gessel, mitsgaders tot commissaris den burger C. Veuge. iiatavia Maart 1783. Aid. XIX. 1784. 1. 1184. — Idem tot gezworen klerk van den adsistent G. H. de Wit. Batavia Oct. 1781. Aid. XVII. 1782. 2. 1299. 1330G. Permissie aan den boekhouder in Chineschc commissie A. Klinkert, om met een door de Chinezen te Batavia gehuurde Portugecsche goerab naar China over te varen. Batavia Julij 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1295. 13307. Aanstelling tot keurmeester van do goud- en zilverwerken, van J. de Warm Junior. Mei i7Sl. N, Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1287. — Idem van den jongen adsistent F. A. van Halm, onder bevordering tot boekhouder. Batavia Eebr. 1784. Aid. XIX. 1784. 2. 1814. 13308. Aanstelling tot muntmeester te Batavia, van den onderkoopman en cssaijeur J. de Warcm Junior. Batavia Nov, 17i)2. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784 J. Il77. 13309. Ontslag van den muntmeester te Batavia J. de Warcm. Batavia Juaij 1783. N. Nederl. Junrb. XIX. 1784. I. 1195. 13310. Aanstelling tot opper brandspuitmeester buiten de stad Batavia, van den ritmeester van de cavallerie te Batavia, A. A. H. Keuter. Batavia Dcc. 1783. N. Nederl. |
217
XIX. 1784. 2. 1689. — Idem van doncom-luandeur en opper-equipagicmeester W. Pen-sens. Batavia Fehr, 1784. Aid. 1814. 13311. Lijst van de stads Irukkers te Batavia, 1059—1724. Vahnti/jn, IV. S(. I. 413. 13312. Bijzonderheden nopens de aanstelling, dd. Batavia 10 Maart 1773, van L. Do-miniens tot stadsdrukker te Batavia. Maan-del. Ned. Mercurius, XXXVI. 17't. 2. 13313. Aanstelling tot censor der stadsdrukkerij te Batavia van Mr. J. de Meijer. Mei 1781. jV. Ned Jaarb. XVII. 1,82. | 2. 1287. 13314. Kenoeming tot taxateur der vaste goederen te Batavia, van den koopman en eersten landmeter H. de Roo. Batavia l'ebr. 1784. A'. Ned. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1690, 1839. 13315. Aanstelling tot. doodgraver vau liet Binuen-Portugeesche kerkhof te Batavia, van B. van Vliet. Batavia Junij 1788. N. Ned. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 651. 1331(1. Electie tot directeur van de Am-phioen-Sooieteit, van den extraordinaris raad P. van den Velde, in plaats vanJ.M, Klui-zenaer, Batavia Maart 1753. N. Ned. Jaarb. YUl. 1754. 1. 542. 13317. Wederaanstelling tot administrerend lioofdpartieipant van de Ampliiuen-So-cieteit, van Ci. Josephi. Batavia üctoljer 1753. Ned. Jaarb. VIII. 1754. 2. 14ÜÜ. — Un!-slag als zoodanig van A, Boogacrd. Aid. 14ÜÜ. 13318. Voordragt tot verkrijging van de effectieve qualiteit en gagie van onderkoopman, van den scriba van de Ampbioen-bocic-teit te Batavia, G. 1?. Barry, zijnde hem in-tusschen de titel en rang toegevoegd. i!a-tavia December 1783. N. Ned. Jaarb. XIX. 1781. 2. 1687. 13319. Aanstelling tot hootdparticipant van de Amphioen-Societeit te Batavia, van . . . van Heemskerk. Batavia l'cbr. 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 440. |
13320. Aanstelling tot kassier van de Amphioen-Societeit met dc kwaliteit van koopman, van J. Vos, in plaats van J. van Her-zeele. Batavia üclob. 175 i. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1399. — Idem van den koopman en grootwinkelier in de groot-winkel te Batavia, W. Kraane. Batavia Julij 17a3. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1196. -Ontslag op zijn verzoek als zoodanig van den baljuw te Batavia, D. J. van Aitsma. Batavia Julij 1783. Aid. 1195. 13321. Lijst der l'abrijken tc Batavia. 1621—1723. yalentljn, IV. St. 1. 382. 13322. Naar Nederland verlost de baas der scheepstimmerlieden op het eiland Onrust, C. Mossels. Batavia, Augustus 1788. i\. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789 1. 654. 13323. Lijst der bazen op 't eiland Onrust. 1681—1724. Valentijn, IV. St. I. 382. 13324. Aanstelling tot baas der scheepstimmerlieden op liet eiland Onrust, van P. Backer. Batavia Aug. 178S. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 654. — Idem van de timmerlieden op de equipagewerf tc Batavia van den eersten meesterknecht van den trein, Iz. van der Meulen. Aid. 1654. 13325. Aanstelling, dd. Batavia, 19 Maart 1773, van Klaas Hartkooreu, tot opzicTider over de blokmakers op dc equipagewerf tc Batavia. Maaudel. Ned. Mercurius, XXXVI. 1774. 2 — Idem van den meesterknecht der ambachtslieden, H. H.Jonsten. Batavia Maart 1784. N. Nederl. Jaarb. XIX, 1784. 2. 1816. 13326. Aanstelling tot opziender van do steen- en beeldhouwers in het ambachts-quarlier tc Batavia, van den meesterknecht der timmerlieden op de equipagewerf P. A. Hijelman. Batavia, Mei 1782. N. Nederl. Jaarb. XVIU. 3783. 3. 2014. I -gt;327. Aanstelling tot opziener van dc zeilmakers, van Jan Bos. i781. N. Nederl. Jaurb. XVIl. 1782. 2. 1283. 13328. B'noeming van den bottelier J. M. Mideman, tol opziener der kuipers op de equipagewerf. Batavia Sent. 1781. N. Ned. Jaarb. XVII. 178.'. 2. 1297. 13329. Aanstelling tot opziener van de koperslagers in het ambachtsquartier te Batavia, van den opziener van de steen- en beeldhouwers A, Mullioven. Batavia, Mei 1782. N. Ncd. Jaurb. XVIII. 1783. 3. 2014. |
II.
218
13330. Aanstelling tot keurmeester van het beestiaal te Batavia van den burger J. C. Werner. Batavia Maart 1786. JV. Nederl. Jaarh. XXI. 1780. 2. 1659. 13331. Aanstelling tot keurmeester van het beestiaal te Batavia, van den sergeant J. Weber. Batavia Oct. 1787. N. Nedett. Jaarh. XXIV. 1789, 1. :i2.gt;. — Idem van den burger P. T Davids, Batavia Dec. 1787. Aid. 326. 13332. Berii' t wegens dc weder-in dienst-stelling van het werkvolk dor ü. I. Oom-pagnie's werven. Hist. Doj/bl. 2Maart 1795. 2. 13333. Geaccordeerd aan L. M. Meijbaum de qualiteit van Opperkoopman, mitsgaders den titel van Commandeur te Bantam, brieven uit Nederland van 10 Nov. 1quot;S0 N. Nederl. Jaarb. XVII. 17.S2. 2. 1292. 13831. Opgave der Hollandsehe Opper-] hoofden, Kommandeurs of Gezaghebbers, Landdrosten en Residenten te Bantam; door J. Hageraan J. Gzn. (1602 -1857). Tijds. . Ind. T. L. F.kunde, IX. 3. S. 111. i860. 77. 13335. Lijst der Opperhoofden vau Bantam. 1659—1723 Valentijn, IV. St. [. 220. 13336. Aanstelling tot Gezaghebber in het eommandement Bantam van den koopman en administrateur W. C. Engert, niet gagie van opperkoopman. Batavia .lulij 1782. N. Nederl. Jaarb. XV1IL 1783. 3. 2016. 13337. Aanstelling tot administrateur in het eommandement Bantam, vnn den onderkoopman en llskaal J. R. van Breugel, met gagie van opperkoopman. Batavia, Julij 1782. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 2016. 13338. Tijding te Batavia op 1 Mei 1783, dat is geaccordeerd de qualiteit en gagie van koopman, aan VV. Chr. Engert, administrateur in het eommandement Bantam. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 1189. 13339. Opgave der Residenten en Adsistent-Residenten van Buitenzorg; door J. Hage-man J.Czn. (1815—18.')8.) Tijds. Ind. 7'. h. F.kunde, IX. 3. S. III. 1860. 87. 13340 Opgave van de Residenten en Adsistent-Rebideuten van Krawaiig; door J. |
Hageman J.Czn. (1818—185S). Tijds. Ind. T.L. F.kunde, IX. 3. S. HI. 1S60 88. 13341. Opgave van de Kommissarissen en Landdrosten van de Preanger-landen; door J. Hageman J. Czn. (1714—1815. liogor, Tjiandjoer, Bandong, Liinbangan, Soekapoera, K ra wang, Galoe; Soemedang. i Tijds. Ind. T. L. V.kunde, I\. 3. S. Ill 1 60. 85. 13342. Opgave van dc Residenten der Preanger Regentschappen, 1816 —1858. Tijds. Ind. T. L. F.kuude, VIL 3. S I, 1858. 441. 13343. Opgave van de Residenten der Preanger landen; doorJ. Hageman J.Czn (1M0—1858). Tijds. Ind. T. L. ! .kunde, IX. 3. S. III. 1860. 88. 13344. Aanstelling tot President van Che-ribon, van Mr. Pieter Cornells Hasselaer. Maart \1. Nederl. Jaarh XI. 1757. 2. 1126. 133'5. Lijst der Nederlandsche Opperhoofden van Tsjeribon,- '6St—1723. /ul n-tijn, IV. St. 1. 17. 133 16. Opgave van de vertegenwoordigers der Comp., agenten en Residenten te Cheri-bon; door J. Hageman J. Czn. (1685 — 1854). Tijds. Ind. T. L. F.kunde. IX. 3. S. III. 1860. 89. 13347. Opgave van de Residenten te Chc-ribon; door J. Hageman J.Czn (1771 — 1800). Tijds. Ind. T. L. F.kunde, IX. 3. S. III. 1860. 341. 13348. Benoeming tot pakhuismeester ter comptoire Cheribon, van Johannes van Hek. 23 Febr. 1773. Maand'I. Ned. Mercurius, XXXVI. 1774. 1. 13349. Benoeming tot boekhouder en scriba ten comptoire Cheribon, van Cornelius Sehrevelius, 23 Eebr. 1773. Maandel. Ned Mercurius, XXXVI. 1774. I. 13350. Opgave der Residenten te Tagal; doer J. Hageman J.Czn. (1750—1793). Tijds. Ind. T. L. F.kunde, IX. 3. S. 111. i860. 308. 13351. Aanstelling tot Resident te Tagal, van den onderkoopman en tweeden pakhuismeester en negotie-overdrager te Samnrang, J. Boers, met vuordragt lot koopman. Ba- |
O. T. (JOMP.
219
avia, Julij 1(83. .V. Netlerl. Jaurh. XIX. 1784. 1. 1196. 13:152. Aanstelling tot R.csidcnt. teTagal, van den tweeden administrateur in het provisie-magazijn te Batavia, ü. C. Goekinga, met voordragt en gagie van koopman, üatavia, Nov. 17S3. N. Nederl. Jaurh. XIX. 1784 2. 1685. — Dit aau hem geaccordeerd. Aid. 1991. 13353. Hoofden van gewestelijk bestuur van Tagal; door J. A. vriesman (1750 —1857 ) Tijds. Inl. T. L. K.kmde, IX. 3. S. 111. 1?60. 75. 1:,.354. Opgave der liesidenten te Peka-longan; door J. Hageman J.Czn. (1793 —1S(0) Tijds. Ind. T. ï. F.kunde, IX. 3. S. III. 1860. 307. I335.j. Opgave van bestuurders vau gewesten door 1). F. S c li a a p, Resident van Bagelen. (A. van Barelen, 1822 -lb56; B. van Kadoe, 1816—18,6; O. van Uanka, 1816—1856.) Tijds. Ind. T. L. V.kunde, VII. 3. S. 1. 1858. 260. 13356. Ueaocordoerd de qualiteit van opperkoopman en daartoe staande gagie, aan J. M. van Rijn, eersten Resident te Djocjo-carta. Brieven uit Nederland van 10 IVIaart 1780 A'. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1993 13357. Opgave der Residenten teDjocjo-karta, vertegenwoordigers van de regering (Oomp); door J. Hageman J.Czn. (1780 180 ). Tijds. hid. T. L F.kunde, IX. :i. S. 111. 1860. 320. 13358. Lijst der Ned. Opperlioofden vau Japara. 1663—1723. / alentiju, IV. St. 1. 29. 13359. Aanstelling tot Resident te Japara, van Selielkens. Batavia Jan. 17SS. A' Ned. Jaarb. XXIV. I7sü. I. 4,i9. 13360. Opgave van de Gouverneurs, Directeurs en Koinraandeurs van Java's Noord Oostkust; door J. Hageman J.Czn (1744 — 1808). Tijds. Ind. T. I,. F kunde, IX. 3. S. III. I860 270. 13361. Tekst der stukken behoorende tot de procedure van Elso Sterrenberg, weleer Kommandeur van Java's Noordoostkust; met voorafgaand overzigt, alsmede verslag van de aanleiding dezer procedure, welke zou gelegen zijn in z'yne afkeuring van de handelingen van den Gouv.-üener. G. W. van Indiof. Nederl. Jaarb. XI 17.7. 2. b59. |
13362. Aan R. F. van der Niepoort, gezaghebber vau den Oosthoek, in liet gouv. van Java's Noordoostkust, geaccordeerd de qualiteit en gagie van opperkoopman. Brieven uit: Nederland van 10 Nov. 1780. N. Ned. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1292. 13363. Vergunning, dd. Batavia 4 Mei 17(3, om te repatrieren aan Jan la Pro, opperkoopman titulair en Resident in de Mat-taram, in het gonv. van Java's Noordoostkust. Maandel. Ned. Mercurius, XXXVII. 1774. 1. 13364. Benoeming, dd. Batavia 4 Mei 1773, van den koopman J. M. van Rijn tot Resident in de Matt aram, met den rang naast den jongsien onderkoopman. Maandel. Ned Mercurius, XXXVII. 1774. 1. — Idem van den onderkoopman titulair P. J. de Blij, tot tweeden Resident, met ransr van koopman. Aid I. — Idem tot t weeden Resident, van den ouderkoopman buiten emplooi, A. Gobius, met toevoeging van den rang van koopman. Batavia Dee. 17S1. .V. Nederl Jaarb. XVII. 1782. 2. 1303. 13365. Vergund de qualiteit en gagie van koopman aan VV. A. Palm, Resident te Rembang, in het gouv. van Java's Noordoostkust. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Nederl Jaarb. XVII, 1782. 2. 1293. 13360, Lijst der Ned Opperhoofden van Samarang, sedert 1708 als Oppergezaghebbers van Java's Noordoostkust, 1686—1723, Va-'entijn, IV, St. I 27, 13367, Aanstelling tot soldij-boekhouder op Samarang, van E. A. de VVilde. April 1781. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1286. — Idem van den onderkoopman buiten emplooi, J C. L. Ekhard. Batavia Julij 1783 Aid. XIX 1784. 1. I l'.Ki. — Idem van B, van der Worm Batavia Maart 1788. /1 ld. XXTV. 1789, 1, 441, — Idem van den buekhouder G W. Eiseber, met voordragt tot onderkoopman. Batavia Mei i(8S. Aid. 650. 13368. Aanstelling tot tweeden pakhuismeester en negotie-overdrager te Samarang, van den onderkoopman en soldij-boekbo ider 28* |
220
aldaar, ï1. A. Wilden. Batavia Julij 1763. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1196. — Idem van den soldijboekhouder aldaar, B. van der Worm. Batavia Mei 1788. Aid. XXIV. 1789. 1. 64.9. 13369. lïevordering tot. eersten pakhuismeester te Samarang, van den onderkoopman en tweeden pakhuismeester aldaar, A.C. Senn van Basel. Batavia Oct. 1787. N. Nederl. Jaarb. XXV, 1789. 1. 3i.'2. 13370. Aanstelling- tot tweeden pakhuismeester te Samarang, van den buiten emplooi zijnden onderkoopman B. J. van Nieukerken genaamd Nijvenheitn. Batavia üet. 1787. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 32i. — Idem van G. van Massau. Batavia Maart 1788. Aid. 141. 13371. Geaccordeerd de qualiteit. van opperkoopman en daartoe staande gagie, aan F. 0. v. Stralendorlf . eersten Resident teSocraearta. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. A', Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1293. 13372. Ontslagen, behoudens titel en rang van opperkoopman, als eersten Resident te Soe-raearta, F. C. van Stralendorlf. Batavia Nov. 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. j78 1. 2. 1684. 13373. Aanstelling, met den titel en rang van opperkoopman, tot eersten Resident te Soerakarta, van den koopman en Resident te Rembang, Willem Adr. Palm. Batavia Nov. 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784 2.1684. 13 (74. Benoemüg tot eersten Resident te Soeraearta, van den provisionelen koopman en Resident te Rembang, A. Hartsinck, met den titel en rang van opperkoopman. Batavia Mei 1788 N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 649. 13375. Aanstelling, dd. Batavia 4 Mei 1773, van A. van Hemert, tot tweeden Resident te Soeraearta, met den rang van koopman en voordragt lot onderkoopman. Maan-del. Ned. Mercvrim, XXXVII, 1774. 1, 13376. Aanstelling tot Resident te Rembang, van den provisionelen koopman en Resident te Tagal, J. Boers. Batavia Nov. 1783. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 2.1684. — Idem van den tweeden pakhuismeester en negotie-overdrager te Samarang, G. van Massau. Batavia Mei 1788. Aid. XXIV. 1789 1. 649. |
13377- Lijst der Residenten van Bezoeki, en der ambtenaien, die in de afdeeling Bon-dowoso zijn werkzaam geweest; 1813—1850. Medegedeeld door C. J. Bosch. Tijds Ind. T. L. y.kunde, VI. N. S. III. 1857- 488. 13378. Besehrijving van het Europeeseh en Inlandseh bestuur van de afdeeling Soe-meuap op Madura; door J. Hageman J.G.zn. T. v. iV. /. 20 j. 1858. I. 331. — Idem van de afd. Pamakasan. Jld. 340. — Idem van de afd. Bankalan. Aid. 346, 347. Soenda-eilanden. 13379. Van Timor naar Lowishava verlost de boekhouder en seriba ten oomptoire Timor, L. Kraaljenhof. Batavia Jan. 1784. N. Nederl. Jaarb. 1/ 8 K 2. 1690. 13380. D. vau der Burg, tot opperhoofd op Timor gecontinueerd. Batavia Feor. 1753. hederl. Jaarb. VIII. 1754. 1.542. — Vervangen door E. J. Beynon. Batavia Mei 17B3. Aid. 54!. 13381. Lijst van de hoofden der Neder-landsehe nederzetting op Timor, van 1665— 1754; door P. J. Veth. Oids XIX. N. S. 8 j. 18)5. I. 607 noot. 13382. Aanstelling tot Resident van Bima, van W. Ileethout, in plaats van J. Banelins, Batavia Dec. 1753 Ned. Jaarb. ^XW. 1764. 2. 1401. 13383 Lijst der Residenten, ads.-Residenten, Prefecten en Gezaghebbers, die op Bima aangesteld zijn geweest van 1708—IS^i?; door H. Zollinger. ïerh. Bat. Gen. N, I. XXIII. 1850. 223, 13381. Lijst der (Ned.) Hoofden van Bima. 1708—1710. falentijn, III, St. II. 231, Makassar. IH385. Lijst der Nederlandsche Landvoogden te Makassar, 1638 tot 1853. T. v.N.I. 16 j. 1854. II. 248. 13386. Lijst der heeren Landvoogden van Makassar en de verdere Opperhoofden. 1607 — 1723. F alentijn. III. St. II, 229, |
221
13387. Aanstelling tot Gouverneur en Directeur van Makassar, van J. D. van Klootwijk. Sept 1753. Nederl. Jaarb, VII, 1763. 2. 847. 13388. Bevestigd de voordragt tot Gouverneur en Directeur van Makassar, van B. Rijke. Patriasche brief van 17 Dec. 1782. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. i. 168«. 13389. Aanstelling tot opperkoopman en gezaghebber te Makassar, van K. 'Ainkelaer, in plaats van J. D. van Klootwijk. Sept. 1753. Nederl. Jaarb. VII. 1753. 2. 847. 13390. Lijst der opperkooplicden of tweede personen van Makassar. 1669— 1724. Valentijn, III. St. II. 229. 13891. Lijst der ajabbandaars van Makassar. 1678—1723. Valentijn, III. St. II. 230. 13392. Als oppertolk tc Makassar bevestigd, de provisioneel daartoe aangestelde D. Deefhout. Batavia Dec. 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1688. 13393. Lijst der soldij boekhouders van Makassar. 1677—1724. Valentijn, III. St. II. 231. 13394. Aanstelling tot soldij boekhouder in het gouvernement Makassar, van den onderkoopman G. van Diemer. Batavia Dec. 1781. N. Nederl. .WA, XVII. 1782. 2. 1304. 18395. Lijst der winkeliers van Makassar, die ook cassiera zijn. 1(177—1724. Valentijn, III. St. II. 231. 13896. Aanatelling tot Resident op Boe-lecomba en Bonthain, in het gouv. Makassar, van den onderkoopman te Batavia, J. J. d'Es-tandau. Batavia Maart 1784. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1815. 18397. Ter afwachting van een emplooi, zal op zijn verzoek naar Makassar overgaan de onderkoopman G. Julius Hydea. Batavia Dcc. 1782. N. Nederl. Jaarb. XIX. 17Si. 1. 1178. 13398. Lijsi der geheimschryvcrs van Makassar. 1677—1724. Valentijn, III. St. II. 231. |
13399. Aanstelling tot Resident van Maros in het gouv. Makassar, van den oppertolk G. Brugman. Batavia Dec. 1782. N. Nederl. Jaarb. XIX. 17S4. 1. 1179. 13400. Geaccordeerd de qualiteit en gagie van onderkoopman, aan G. Brugman, Resident van Maros. Patriasche brief van 17 Dec. 1782 N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1684. 13 tOl. Aanstelling tot Resident vanSaleijer, van A. llavensherg, in plaats van H. Burg-graef. Batavia Dec. 1753. Xed. Jaarb. Vilt. 1754. 2. 1401. — Idem van den boekhouder A. Wlüjn. Batavia Dcc. 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1688. 13402. Op zijn verzoek naar Batavia verlost, de boekhouder en resident te Saleycr, L. ï. de Swart. Batavia Dec. 1783, N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1688. Molukkos. 13403. Lijst der Kederlandschelandvoogden der Moluccos. 1610—1720. VuleiUÏ/n, I. 872. 13404. Lijst der heeren commissarissen van tijd tot tijd naar Ternate gezonden, met volle-magt over den Landvoogd en raad, om hun gedrag na te vorschen. 1627—' 7-U. Valentijn, I. 372. 13405. Anth. Heinsius in 1721 Gouverneur van Ternate en onderhoorige eilanden, Mededeeling van fragmenten uit zijne memorie, dd. 31 Mei 1723, aan zijn opvolger Jacob Clock, v. Doren, Bijdr. I. 1860. 156. 13406. J. E. van Mijlendonk, als Gouverneur van Ternate gecontinueerd. Batavia Oct. 1753. Nederl. Jaarb. VIII 1754. 2. 1400. 13407. Bevestigd de voordragt tot Gouverneur en Directeur van Ternate, van A. de Cornabé. Patriasche brief van 17 Dcc. 1782. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. |683. 13108. Lijst der Opperkooplieden en tweede peraonen op Ternate. 1625- -1720. Valentijn, I. 373. 13409. Bealuit van den Raad van Indië, dd. li Oct. 1778, ter benoeming tot secunde |
322
van Tcrnate, van den secretaris bij den raad van justitie te Batavia, G. J. Welgevare, eu wel zonder voorkennis van den president van dien raad. iV. Nederl. Jaarh. XIV. 1779. 2. 1267. 13410. Aanstelling tot secunde en hoofdadministrateur te Ternate, van den onderkoopman B. S. Wendholt; mot voordragt tot koopman. Batavia Maart 1784. iV. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 2. 1S15. 13411. Tijding te Batavia op 19 Mei 1783, dat is gedeclineerd de voordragt tot opperkoopman van A. de Coruahé, secunde van ïernate. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 1189. 13412. Op zijn verzoek ontslagen, de secunde en hoofd-administrateur te Ternate, F. B. Hemmekan. Batavia Jan. 1784. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1()S9. 13413. Geaccordeerd de qualiteit en gagie van onderkoopman, aan 0. van Dijk, trans-lateur op Ternate. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Ned. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1292. 13414. lievcstiging als translatcur in de Maleische taal in het gouv. Ternate, van J. Scheen. Batavia Nov. 17*7. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. I. 324. 13415 Lijst der soldij-boekhouders op Ternate, 1075—171fi. ^alentijn, I. 37ö. 13410. Aanstelling tot dispeneier in het gouv. Ternate, van den onderkoopman en essaijeur W. F. Ments. Batavia Dec. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1304. 13417. Aanstelling tot onderkoopman van W. F. Ments, essaijeur te Ternate. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N.Aederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1293. 13418. Vertrek van Batavia naar Ternate, van J. Nieveld, als guarnisoen-boekhoudcr, in plaats van M. van Peenen. Batavia Dcc. 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1401. 13419. Lijst der geheimschrijvers van den Landvoogd en raad op Ternate. 1016—1713. Valenlijn, I. 376. 13420. Aanstelling tot dispensier op Ternate, van J. Smit, in plaats van .Tan Hendrik |
Bornwater. Batavia Dcc. 1753. Nederl. Jaarh. VIII. 1754. 2. 1401. 13421. Lijst der winkeliers op Ternate. 1675—1713. Valenten, 1. 375. 13I.-22. Aanstelling tot negotie-overdrager in het gouvernement Ternate, van de mede-adsistent G. Voogt, onder bevordering tot boekhouder. Batavia Dcc. 1781. N. Sedert. Jaarb. XVIII. 1782. 2. 1301. 13123 Ontslag van Jacob Scherens als Opperhoofd van Gorontalo, in het gouveru. Ternate. Batavia Dec. 17r)3. Med. Jaarh. VlII. 1754. i. 1401. 13424. Herstelling van Thomas Thornton, als Opperhoofd van Gorontalo. Batavia Dee. 1753. Ned. Jaarb. VIII. 1757. 2.1401. 13425. Bevestigd als Resident van Goron-talo, de onderkoopman H. E. de Chalmot. Batavia Deo. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2 1304. 13426. Benoeming tot Resident van Gorontalo, van den onderkoopman en garnizoenschrijver te Batavia, Mr. J. V. Heydveld. Batavia Jim. 1783. A' Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 1181. ■ - Idem van den onderkoopman M. S. Monsieur. Batavia Maart 1784. Aid. 2. Isl5. 13427. Aanstelling t,ot Resident van Lim-botto of Quandang, in het gouv. Ternate, van den adsistent . . . Holliger, met bevordering van boekhouder Batavia Dcc. 1781. lt;V. Nederl. Jaarb. XVll 1782. 2. 1304. 13428. Bevestigd als Resident van Lim-botto of Quandang, van D. Baycr. Batavia Nov. 17b7. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 324. 1342!). Lijst der Opperhoofden van Ma-nado, in het gouv. Ternate. 1676—1711. Valenlijn, I. 37(i. 13430. Bevestigd als Resident te Manado, de onderkoopman en secretaris van politie J. D. Scliiersten. Batavia Nov 1787. N. Nederl. Jaarh. XXIV. 1789. 1. 324. |
22:5
13431. Naamlijst der Gouverneurs vau Amboina, later Gouverneurs der Moluksehe Eilanden. 1605—ISóS. v.d. Cr ah, Moluksehe Eilanden. Bat. 1862. 106. 13432. Lijst der bedienden van aanzien in A mboina, van den beginne al', zoo als zij ieder jaar te zameu voorkomen. 1605 —17^1. Valen lijn, II. 1. 13433. Lijst der Commissarissen over de j drie Oostersehe landvoogdijen Amboina, Banda | en Ternate. 1623 i689. Valenlijn, II. 33; 1 UI. St. 11. US, 13434. Lijst der Landvoogden en bestier- ; ders van Amboina 1605—17-,l Valenlijn, II. 33. 13435. De Gouverneur en Direeteur van Amboina, B. van Pleuren, gehonoreerd met den titel van admirnal en veld-overste. Batavia Uec. 1783. N. \ ederl. Jnarh. XIX. 1784. 2. 1085. 13436. Aanstelling tot Gouverneur en Directeur van Amboina van den opperkoopman en secundc aldaar, J. A. Sclulling. Batavia Dee. 1787. N. Nederl. Jaarh. XXIV. 1789. 1. 325. 13437. De raad extraordinair van Indië, Gouverneur en Directeur van Amboina A de Bock, op de repulatieu.st.e wijze uit het bestuur aldaar ontslagen en ter adsistentie van de hooge tafel te Balavi i verlost. Batavia Dec. 1787. .'V. Ntderl. Jaarh. XXIV. 1789. 1. 3-'5. 13438. Lijst van opperkooplieden en tweede personen van Amboina. 1015—1723. Valenlijn, II, 34. 13439. Aanstelling tot hool'd-adminislra-teur in het gouvernement Amboina, van den koopman J. A. Schilling; metvoordragt voor de qualileit en gagie van opperkoopman. Batavia Dcc. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVU. 1782. 2. 130^. 13440. Benoeming lot secunde in het gouv. Amboina, van den koopman B. Smis-saert, met voordrag!, tot opperkoopman. Batavia Dee 1787. .V. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 325. 13441. Request van E. 11. Nessink, dd. 3 Sept. 1758, aan den Gouv.-'Jen. en raad van Indië, om ontslag van zijn bauuisseincut op |
Amboina; alsmede tekst van de daarop quot;c-numen resolutie van 15 Dec. 1748, inwilligende zijn verzoek Nederl. Jaarb. XIV. 1700. 1. 203. 13442. Aanstelling tot soldij-boekhouder in het gouv. Amboina van den soldij-overdrager li. Martens; met voordragt voor qua-liteit en gagie van onderkoopman. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2 1303. — Idem van den aldaar zich bevindenden onderkoopman buiten emplooi, L. van Iperen. Balavia '787. Aid. XXIV. 1789. J. -137. 13143. Vertrek van den onderkoopman W. J. van Lingen, als ingenieur naar Amboina en Ternate. Batavia Dec. 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1400. 13144. De onderkoopman A. L. van Hamel, ter afwachting vau emplooi, naar het gouv. Amboina overgegaan. Batavia Dcc. 1781. N. ederl. Jaarb. XV1L 1782. 2, 1303. 13445. Lijst der winkeliers van Amboina. 1627—Valenlijn, II. 39. 13446. Aanstelling tot winkelier en kassier te Amboina, van den onderkoopman buiten emplooi te Batavia, J. lloogerwaard. Batavia Dcc. 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1686. 13147 Ontslag met gagement. van den onderkoopman winkelier en kassier te Amboina, N. Gallo. Batavia Dcc. 1783. N. Nederl. Jaarb. MIX. 1784. 2. 1086. 13448. Bevestigd ah winkelier en kassier in het gouv. Amboina, van den onderkoopman W. J. Bourghellea de la Vacqucre. Batavia Nov, 1787. -V. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789, 1. 324. 13419. Lijst der soldij-boekhouders van Amboina. 1047—1 723, Valenlijn, 11. 37, 13450. Lij-t der geheimschrijvers van den Landvoogd en raad van Amboina. 1633— 1716, Valenlijn, II. 38, 13151 Lijst der dispensiers van A mboina. 1648—1720. Valenlijn, II. 43. 13152. Lijst der cassiers van Amboina. 1053 1719. Valenlijn, II. 41. 13153. Aanstelling tot winkelier en kassier in het gouvernement Amboina, van het |
AMBTENAREN EN BEAMBTEN.
hoofd te Larique, N. Gallo. Batavia Dec. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. J 782. 2. 1:302. 13454. Aanstelling tot soldij-overdrager in het gouv. Amboina van den boekhouder R. E. Gledstijn. Balavia Dee. 1781. N. Nederl Jaarb XVII. 1782. '2. 1303. 13455. Opgave der Residenten, Adsistent-Residenten en Opzieners van Boero, sedert 1817—1847; doorT J. Wilier, dd. Ambon April 1847. /nd. Arch. 1 j. 1.1849. 488. — Ook geplaatst in Wilier, Hoeroe, Amst. 1858. 97. 13456. Lijst der Opperhoofden van Boero. 1859—1720. Valentijn, II. 42. 13457. Aanstelling tot Resident van Ma-nipa, in het goav. Amboina, van den boekhouder J. S. Sluiter. Batavia Dee. 1783. N. Nederl. Jaarb. XJX. 1784, 2. I(ib6. 13458. Aan den boekhouder en Resident van Manipa, Robbert Martensz., de kwaliteit van onderkoopman toegelegd. Batavia Dee. 1753. N. Nederl. Jaath. VIII. 1754. 2. 1401. 13459. Lijst der Opperhoofden van Oma of Haroeko in het gouv. Amboina. 1601 — 1723. Valentijn, II. 38. 13460. Aanstelling tot Hoofd van Haroeko, van G A. de St. Glain, iu plaats vanJ. A. de Villeneuve. Batavia Dcc. 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 17ó4. 2 HOI. 13461. Op zijn vertrek gegageerd de onderkoopman en Hoofd van Haroeko, C. F. Treno. Batavia Dcc li 82. ft. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1178. 13462. Aanstelling tot Hoofd van Haroeko, van het hoofd van Larique, Mr. D. J. Blon-deel. Batavia Deo. 1782. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. I. 1178. — Idem van den onderkoopman en soldij-boekhouder K. Koenes. Batavia Dec. 1787. Md. XXIV. 1789.1. 325. J3t63. Lijst der Opperhoofden van Hitoc. 1631—1723. Valentijn, II. 35. 134(14. Lijst der Opperhoofden van Larique in het gouv. Amboina. 1633—1723. l alen-Ittn, II. 39. |
13465. Aanstelling tot onderkoopman vau N. Gallo, hoofd te Larique. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1293. 13466, Aanstelling tot Hoofd te Larique, van den onderkoopman buiten emplooi L). J. Blondeel Batavia Dee. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1302. — Idem van den onderkoopman buiten emplooi aldaar, Mr. A. L. van Hamel. Batavia Deo. 1782. Aid. XIX. 1784. 1. 1178. 134(i7. Jakob Craey wordt als Hoofd van Ourien vervangen door Anthoni Aernoud van Glan. Batavia Dee. 1753. TVerfer/./aaré. VIII. 2. 1401. 13468. Aanstelling tot Hoofd van Hila, in het gouv. Amboina, van den koopman provisioneel B. Smissaert. Batavia Dec. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 17s2. 2. 1302. — Idem van den koopman Mr. A. L. van Hamel. Batavia Dec. 1787. Aid. XXIV. 173Ü. 1. 325. 13469. Lijst der Opperhoofden van Loe-hoe. 1623—1715. Valentijn, II. 42. 13470. Het gewezeu Opperhoofd tc Sapa-roua, in het gouv. Amboina, en present, plaats fiscaal J. C. Cruypenning, als zoodanig ontslagen om te Batavia te komen. Batavia Dcc. 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1686. I3't71. Bevestigd als Hoofd te Saparoua, van den daartoe provisioneel aangestelden koopman. W. Beth Jacobsz. Batavia Dcc. 1783. N Nederl. Jaarb. XIX. 1784.2. 168(). 13472. Lijst der Opperhoofden van Cam-bello op Ceram. 1(115—itlól. Valentijn, II. 42. 13473. Lijst der Ned. Opperhoofden van Lonthoir. 1637—1716. Valentijn, III. St. II. 101. 13474. Lijst van de Landvoogden, Voorzitters en Gezaghebbers vau Banda. mitsgaders op wat, tijd eu hoe lang dezelve geregeerd hebben. 16U9—1721. Valentijn, 111. St. II. tegenover 88. |
225
13475. Bevestigd de voord ragt tot Gouverneur en Direeteur van Bnnda, van J. Ij. Sydelman. Patriasehe brief van 17 Dee. ITS.'. N. Nederl. Jaurh. XIX. 17S4 2. 1683. 13170. Lijst der Opperkooplieden en tweede personen van Banda. 1000-] 722. Kalentipi, III. St. II. 98. 13477. Verplaatsing van den koopman l'1. Gronart van Amboina naar Banda. Batavia Deo. 1782. N. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1400. 13478. üe onderkoopman en gei:ligcerdc seeretaris van de policie J. C. Ij. Eekhard, geëxcuseerd van üijne reize naar het gouv. Banda. Jau. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1283. 13479. Lijst der soldij-boekhouders van Banda. 1667—1719. fakntijn, III. St. II. 103. 134S0. Aanstelling tot soldij-boekhouder in het gouv. Banda, van den boekhouder te Batavia, J. Hageman, met. voordragt voor de qualiteit en gagie van onderkoopman. Batavia Dec. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1303. 13481. Vertrek naar Bnnda, ter afwachting van emplooi, van den onderkoopman J. 11. Ruis. Batavia Deo. 1753. Nederl. Jaarb. VUL 1754. 2. 1401. 13482. Van het gouvernement Banda naar Batavia verlost, de onderkoopman C. Bernard. Batavia Dec. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1303. 134S3. Lijst der geheimschrijvers van den Landvoogd, en van den raad van politie in Banda. 1627 — 1719. ^alentijn. III St. II. 103. 13484. Lijst der Opperhoofden van Waijer, in het gouv. Banda. 1049—1714. A'a lent ij h, III. St. II. 104. 13435. Aanstelling tot Hoofd van Waijer, met onderkoopmans kwaliteit, van P. A. lleyts, iti plaats van J. Damius. Batavia Dec. 1753. Nederl. Jaarb. VUL 175 K 2. 1401. — Idem van den te Batavia buiten emplooi zijnden onderkoopman J. H. Paringauw. Batavia Dec, 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1303. — Idem van den te Batavia buiten emplooi zijnden onderkoopman B. van der II. |
Walle. Batavia, Dec. 1783. Aid. XIX. 1784. 2. 1687. 13486. Lijst der Opperhoofden van het eiland Ay, anders PosloAy genaamd, inliet gouv. Banda. 1060 — 171i). Valentijn, III. St. 11. 104. 134S7. Aanstelling iot Hoofd van Poelo Ay en Rhun, van P. Gronart, in plaats van E. Mangelaer. Batavia Dec. 1753. Ned. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1401. — Idem van den koopman en fiscaal te Banda, J. Hageman. Batavia Dcc. 1787. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. J. 325. Porlugeescke dienaren in Indië. 13488. Opgave der Portugeesche Opperhoofden te Bantam; door J. Hageman J.Czn. 1522—hquot;)29. Tijds fnd.T. L. !'.kunde, IX. 3 St. III. 1800. 77. 13489. Lijst der Portugeesche Landvoogden der Moluccos. 1522—1553. k'alentijn, I. 172'/. 370. Engelsche dienaren in Indië. 13490. Lijst der dienaren der KngelschcMaat-schappij Ao. 1722, tot Batavia behoorende; benevens lijst van de kostgelden, die maandelijks aan deze betaald worden. Valentijn, IV. St. II. 110. 13491. Naamlijst der Engelsche Residenten te Padang op Sumatra's Westkust, van 1795—1819. T. v.N. I. 9e j. Batavia 1847. 4 56. 13192. Lijst van de Opperhoofden van den Engelsehen handel op Java. Medegedeeld door J. Hageman JCzn. 1003—-1023. Tijds. hul. T. T. V.kunde, VI. N. S. III. 1857. 335. 13193. Opgave der Engelsche Opperhoofden der factory te Bantam; door .1. Hageman JCzn. 1003—1619. 'tijds. Ind. T. L. kunde, IX. 3. Sr. III. 1860. 77. 115494. Lijst van de eerste Hoofden der Engelsclie Compagnie, die in de Moluccos kwamen. 1599—1009. Valentijn 1. 370. Kaap de CioeUe Hoop. 13495. Lijst der hecren Commissaiisson 29 |
van do Kaap de Goede Honpe. 1651-17^5. yalcnlijn, V. St. II. 40. 13496. Lijst der heereu Counmmdeurs en Gouverneurs op Cabo di Boua Esperanfft, anders Kaap de Goede Hoope genaamt. 1052 —1720. Valenlijn, V. St. II. 40. 134C7. Bijzonderheid nopens de benoc-ming tot Gouverneur en Directeur van Cabo dc Üoede Hoop, van P. van Rheede van Uuts-hoorn, in plaats van Rijk Tulbaeh. April 1 772. N. Nederl. Jaarb. VII. 1772. 1. 423. 13498. Voorloopige aanstelling tot Gouverneur van de Caep de Goedo Hoop, van Jonkheer J. van Plettenberg, door den Po-litieken Kaad aldaar. Aug. 1771. N. Nederl. Jaarh. VIII. 1773. 1. 370. — Delinitieve aanstelling in plaats van P. Baron van Rlieede van Outshoorn. Nov. 1773. Aid. 2. 1344. — Zijn verzoek om ontslag. Amst. Pee. 1783. Aid. XVIII. 1783. 3. 2187. — Zijne terugkomst. Aid. XX. 1785. 2. 1703. — Aankomst te 's Gravenliagc. 'sHage Oct. 1791. Aid. XXVI. 1791. 2. 1032. 13199. Aanstelling tot Gouverneur en Directeur van de Kaap de Goede Hoop, van C. J. van de Graaff, luileaant colonel en controleur generaal van Nederlands fortificatiën, en mededeeling van de wijze waarop. Amsterdam Dee. 17^3. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 2187.— Zijne opontbieding naar Nederland, tot het geven van ophelderingen. Amsterdam Mei 1791. Aid. XXVI. 1791. 1. 548. 13500. Instructie voor den eersten Commandeur aan de Kaap dc Goede Hoop, J. A. van Riebeeck, dd. 25 Maart 1051. Medegedeeld door P. A. Leupe. Voorafgegaan door de notulen van dc vergadering van XVIIn, dd. 20 Aug. 105i) cn 20 Maart 1601. Eist. Gen. Krom. XII. 1856. 229. 13501. Mededeeling met toelichting door P. A, Leupe, van den tekst van: I. den brief, dd. Cabo di Bona Esperan^a, 10 April 1062, van Zaeharias Wagenacr, aan de Ed. Bewindhebberen ter kamer Amsterdam, waarin hij de redenen mededeelt, tot zijn verzoek om den Commandeur J. A. van Riebeeck voor-loopig te inogeu vervangen, — II. Do aanstelling van Z. Wagenacr, tot Commandeur aan de Caep de lionne Esperance, gegeven te Batavia int casteel den 30n. Jan. 1062; door Joan Maetsuyckcr. llisi. Gen. Kron. X. 1854. 127. |
13502. Lijst van dc tweede persoons van de Kaap de Goede Hoope. 1652—^1736. Va-lentijn, V. St. II. 40. 13j03, Bijzonderheden nopens de aanstelling tot secunde aan de Knap de Goede Hoop, van J. W. Cloppenbui'g. October 1766. A. Nederl. Juarb. I. 1760. 2. 1188. — Idem van Mr. J. van Plettenberg, in plaats van P. van Rheede van Outshoorn. April 1772. Aid. VII. 1772. 1. 423. — Idem van O.L. Hemmy, in plaats van J, van Plettenberg. Nov. 1773. Aid. VIII. 1773. 2.1344. — Idem vau Pieter Hacker. Oct. 1777. Aid. XII. 1777. 2. 1280. — Idem tot secunde en hoofdadministrateur, van J. J. Rhensus, supcr-carga in den Chineschen handel. Amst. Jan. 1786. Aid. XXI. 1786. 1. 98. - Idem, van J. I. Rhcnius. Aug. 1793. Aid. XXV11I. 1793. 2. 1977. 13504, Aan den adsistent aan de Kaap de Goedo Hoop, P. D. Boonakker, kwaliteit en rang van onderkoopman verleend om emplooi af te wachten. Febr. J7S1. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1285. 13505. Lijst der pakhuismeesters aan de Kaap de Goede Hoop. 1700—1713, Valenlijn, V. St. II. 43, 13500, Lijst der dispensiers aan de Kaap dc Goede Hoop. 1607—1722. Valenlijn, V. St. II 43. 13507. Aanstelling tot pakhuismeester en dispensier aan de Kaap de Goede Hoop, van O. Kruywagen. Aug. 1793, N. Nederl. Jaarb. XXVIII. 1793. 2. 1978. i:j508. Aanstellinc tot Resident in de baai Eals, aan de Kaap de Goede Hoop, van J. Brandt. Aug. 1793. N. Ned. Jaarb. XXVIII. 1793, 2, 1978. 13509. Aanstelling tot koopman en ge-j heimschrijver bij Hun Hoog Edelen aan de Kaap dc Goede Hoop, van A. Paure, Aug. 1793. N. Nederl. Jaarh. XXV11I, 1793. 2. 1978. 13510. Aanstelling tot boekhouder van 's lands generale inkomsten aan de Kaap de Goede Hoop, van O. G. de Wet. Aug. 1793. N. Aederl. Jaarb. XXV1I1. 1793. 2. 1977. — Idem tot ondeiboekhouder, van A. Kruywagen. Aug. 1793. Aid. 1978. 13511. Lijst der soldij-boekhouders aan de |
327
Kaap de Gontlc: Hoop. 1070—1716. yalen-tijn, V. St. II. 13. 115512. Lijst der wiukeliors, boekhouders aan dc Kaap de Goede Hoop. 1006 —1714. talentijn, V. St. 11. 4.'5. — Idem dei' keldermeesters on boekhouders 17U9—U IC. Aid. 43. 1351:5. Aanstelling tot president van de bank van lecning aan de Kaap de Goede Hoop, van J. J. Ie Sueur. Aug. 179). N. Ncdorl. Jaarb. XXV111. 1793. 2. 1977. - |
Idem tot eommissarissen, van . . . Mathicsen en J. Smuts. Aug. 1793. Aid. 1977. — Idem tot boekhouder en pandbewaarder, van den koopman . . . üosterzee. Aug. 1793. Aid. 1978. — Idem t.ot kassier, van J. A. Feldt. Aug. 1793. Aid 1978. 13514. Lijst dor Nodorlandsehe Opper-lioofden van Mauritius. 1038—1710. I'alcn-tijn, V. St. 11. l.jO. |
Benoemingen. 13515. Door den Uouv.-Gcn. van Britseh liidiii, lord Wellesley, is verkregen, dat do kennis van Indische talen tot voorwaarde ia gesteld tot het verkrijgen van oen burgerlijk ambt bij de E. Ü. 1. Comp Letlerb. 1802. I. 82. — Besluit dat de Persisehe taal moot geleerd worden door alle kantoorbedienden on kadets, die door de Engelsohe O. I. Comp. naar de Oost-Indien worden go-zonden. Aid. 1804. II. 306. 13516. Medodeeling, met toelichting, door 1). W. Schil' 1', dd. 's IIage 16 Mei 1805, van de secroote Staatsbosluiten dor 15at. Republiek. dd 25 Pebr. löOli, No. 28, en dd. 5 Maart 1806, No. 33, tot benoeming van klerken voor Bataat'sch Indië, tevens vaststellende den voel: waarop zij worden uitge-zonden. Bijdr. 1'. Ij. en y.kunde S. I. XII. N. V. VI11. 1865. 474, 477. 13517 Besluit van don Gouv.-Gen. van N. 1., dd. 22 Mei 1837, bepalende, dat men bij de voordragten van ambtenaren bij hot binnenl. bestuur op Java, een certificaat moet overleggen wegens kennis dor inland-sche talen. T. v. N. l 15 j. 1 d. Batavia 1840. 90, noot. 135 IS. Een woord over en naar aanleiding van het overlijden van don verdienste-lijkou Dir.-Gen. van Un. L. Launy; door//De Redactiequot;. Over liet gemis aan goschikle hoügere ambtenaren in Indie. T. v. N. I. 1649. 2e d. 303. |
13519 Willekeur in benoemingen; door L. L. dd. Batavia Maart 181-9. Over het lavoritismus bij do plaatsing van ambtenaren in Ned. Indië. T. v. N. T. 1849. Gron. L. d. 443. 13520. Handelwijze dor ambtenaren in de residentiën op Java, door- T. T., dd. Saraa-rang, 10 Juuij I85U. Inconsequentie in de afzetting en wederplaatsing van hooge ambtenaren, mot aanwijzing van door hen geploegde misbruiken. T. v.N.L 1850.11.135. 13521. Beschouwingen door L. Vitalis, dd. Batavia 16 April 1851, over don toestand en de vorming der Indische ambtenaren, met het oog op de misbruiken in de administratie op Java. T. v. N, I. 13 j. 1851. II. 250, 265. 13522. Een brief aan den Redacteur ovo: benoemingen in Indië, dd. Java Oct. 1857. Veroordeeling der laatste benoemingen tot Residenten op Java, welke het gevolg zouden zijn van nepotisme, intrigue en protectie. T. v. N. I. 20 j. 1858. 1. lS8 135.3. Benoemingen on noodzakelijke verbetoringeti op Sumatra's Westkust, door N. N. dd. Sumatra's Westkust Oct. 1859. T. v. N. I. 22 j. 1800. 1. 131. 13 )24. Onderscheid tussehen groote woorden en goede redenen. Over de waarborgen van goede benoeiningeu van ambtenaren in 't algemeen, uaar aanleiding van den eisch daartoe gedaan door J. R. Thorbecke van 29* |
22S
den Minister vim Koloniën J. J. Rocliusspn, op 1:5 Dec. 1859 in de Tweede Kamer. T. v N. I. n j. 1800. 1. 02. 13525. De konduite-staten bij do rekenkamer, weerkamers en 't kollefrie van boedel-incostorcn. Klagten uil, Indic over de afschaf-ting door den üouv.-Gen. J. J. Roelmssen, der koudnite-siaten van ambtenaren, die zitting hebben in eollegiën, welke afseliafling voor regterlijke eollegiën beaamd, docii voor administratieve afgekeurd wordt. T. v. N. I. 18 j. 1850. II. 06. 13520. Extract uit een brief van Batavia over de uitbreiding drr pakhuis-administra-lie zonder een gei;venredigd personeel. T. v. N. /. J9 j. 1857. II. 188. i:i527. Opmerkingen, dd. Padang 20 Aug. 1859, over de vervanging van den algemeenen pakhuismeester te Padang. T. v. N. /. 22 j. 13528. Aan Palembangsche ambtenaren, door X. X., dd. Palembang April 1801. Veroordeeling, met mededeeling van de circulaire, dd. ? van den luit. kol waarn. Resid. van Palembang, W. E. Kroesen, inhoudende dat de verzoeken dor ambtenaren in die res. om overplaatsing naar Java, buiten overweging zullen blijven. T. v. N. I. 23 j. 1801. II. 121. 13529. Onze ambtenaren op de buitenbezittingen. Beschouwingen omtrent hetgeen zij kunnen en behooren te wezen, ontleend aan; ,Ben woord over Sumatra door A. Pruys van der Hoeven. 1. Benkoelen. Rott. 1864. 22.quot; T. v. N. I. 1864-. 2 j. II. 43. 13530. Kon. besluit van 4 Maart 1825, No. 119 (Ind. Staatsbl. 182;), No. 32), houdende nieuwe bepalingen omtrent de uitzending van ambtenaren voor de burgelijkc dienst in Zr. Ms. Overzcesehe Bezittingen. T. v. N. I. 17 j. I. 67. — Idem van 14 l'ebr. 1834, No. 1 (Ind. Stbl. 1834, No. 12), ter explicatie van bovengenoemd besluit. T. v. N. l. 17 j. 1855. 1. 70. |
135.il. Besluit van den üouv.-Gea. van N. Indië J) J. de Eerens, dd. Buitenzorg 13 Ju lij 1S39, No. 2, met zijn considerans, inhoudende toepassing der laatstelijk gemaakte bepalingen, strekkende om van de voordragten ter verleening van het radikaal uit te sluiten allen die het voorregt eener Euro-peesche opvoeding missen. Van Hoe veil, Jieschuldu/ing, Zr.lt-Bommel, 1850 49. — Concept-adres door W. K. van Hoëvell gesteld voor de hoofdcommissie van onderwijs in Ned.-lndië, dd. 25 Nov. 1839, aan den Gouv.-üen. aangeboden, ter bestrijding van het beginsel om personen in Indië geboren en opgevoed van het radikaal van Indisch ambtenaar uit te sluiten, naar aanleiding van bovengenoemd besluit. Aid. 52. 13532. Koninklijk besluit van 17 Dcc. 1848, Li'. BH. tot magtiging, om bekwame personen, die door kennis, verkregene ondervinding en erkende verdiensten uitmunten, bij uitzondering voor te dragen tot benoeming als ambtenaren der eerste en tweede klasse. Geïnsereerd in het Indisch besluit dd. 8 April 1849, No. 2. dnd. Stbl. No. 19.) T. v. JV. /. 17 j. 1855 1. 79, noot. 13533. Adres aan den Koning, dd Batavia 22 Mei 1848, o. a. inhoudende uiteenzetting van de grieven der ingezetenen van Nederl. Indië tegen het radikaalstelsel. T. v. N. I. 18 j. 1856. I. 435. 13534. Brief van E. E rank, O. I. ambt. dd. Batavia 11 Oct. 1854, ter mededeeling, dat de kolonel E C. O. Steinmctz niet heeft onderteekend het adres van 1848 tegen het radikaal van Indisch ambtenaar. T. v. N. 1. IT j. 1855. ]. 03. 13535. Het radikaal van ambtenaar voor de dienst van Ned. Indi';, in verband met de demonstratie te Batavia op 22 Mei 1848. «. Aanvankelijk herstel der grieven van de ingezetenen van Ned. Indië: over het. Kon. besluit dd. 17 Dec. 1848, bepalende do benoembaarheid van Indische ambtenaren der le en 2e klasse, ook zonder radikaal of Delftsch diploma. T. v. N. I. 1849. Gron. 1. 88. — b. Oorzaken der talrijkheid van de gehouden bijeenkomst. Over het Indisch besluit, dd. Buitenzorg 10 Mei 1848 No. 4, waarbij het radikaal van ambtenaar der 3e klasse bereikbaar is gesteld ook zonder vol-bragte studie te Delft; met den tekst van dit besluit. Aid. 440. — c. Het radikaal van ambtenaar der 3e klasse. Brief dd. Amsterdam 31 Julij 181.9, van J. W. Arnold, over de noodzakelijkheid eener Europesche opvoeding voor het radikaal; gevolgd door toelichtingen van W. R. van Hoi'vell, gerigt tegen ,I)e Aederlanderquot; van 9 Julij 1849 No. 272. Aid. 2. 161. — d. Het radikaal van ambte- |
naar der 3o klasse. Wederlegging der ann- 1 merkingen van ,De Nederlander'' van 11 Sept. 1849, tegen bovenstaanden brief en toe-lieliting. Aid. 232. — e. Indisch besluit, dd. 13 Julij 1839, No. 2, waarbij van het radikaal van Indisch ambtenaar worden uil-gesloteu de /Jnlandsche kinderenquot;, die geen Europesehe opvoeding hebben gehad. A/cl. 100. — /. Do nadeelen aan het gemis van het radikaal van Indisch ambtenaar verbonden, met het oog op het: /'Reglementop het verleenen van pensioenen aau burgerlijke ambtenaren in Nederl. Indiëquot; van 1837. Aid. 297. 13530. Een antwoord aan Mr. VV. Winl-gens, afgevaardigde uil; Delft. Toelichting door W. R. van Hon veil, van het door hem in de Tweede Kamer tegen .1. C. Baud en W. Wintgens verdedigd gevoelen, dat het radikaal van Indisch ambtenaar le en 2e klasse, ook in Indii: evenals te Delft behoorde te kunnen worden verkregen, en dat daardoor die in Indië niet van het Moederland zouden worden vervreemd. T. v. N. /. 13 j. 1851. 1. 190. 13537. Het Kon. besluit van 25 Jan. 1850 No. 09, regelende Hoe een ambtenaar der 3c kl. tot ambtenaar der 2e kl. kan bevorderd worden. Tekst, met aantooning van het onvoldoende van dit besluit, vermits ambtenaren der 3e kl. steeds bij gunst worden benoemd. T. v. N. I. 19 j. 1857. 1. 85. 13538. Het radikaalstelsel en de gunstelingen onder den beerJ.J. Rocliussen. Over de toepassing van hot Kon. besluit dd. 2 Mei 1859 No. 33, in verband met do benoeming van twee personen, niet voorzien van het diploma der akademie te Delft, tot ambtenaar le kl,, gelijktijdig met het af te nemen examen voor dat diploma van dertien gep-omo-veerden, waaronder de gewezen Pres. van den Raad van Justitie te Makassar. T. v. N. /. 21 j. 1859. II. 57. 13j39. Eenige opmerkingen over het nieuwe besluit (dd. 2 Mei No. 33), betrekkelijk het radikaal vau ambtenaar voor de Indische dienst. Veroordceling, met den tekst van het besluit. T. v. N. J. 21 j, 1859 I. 493. 13540. De onbiilijkheid en onregtvaardig-heid van het .stelsel van 't radikaal. Misbruiken, met beroep op J. J. Rocliussen. T. v. N. I. 17 j. 1855, I. 399. |
135 11. Be regtvaardigheid en het radikaal. Klagt over begunstiging door toekenning van het radikaal der 2c kl. aan sommige Indische ambtenaren zonder examen. T. v. N. I. 18 j. 1850. I. 227. 13542. Hoe men niet hot radikaal van In-diseh ambtenaar omspringt. Ingezonden artikel mot toelichting van ,dB Rodaoliequot;, over misbruiken ten aanzien vau dat radikaal, naar aanleiding der benoeming van Mr. J. Loudon tot ambtenaar le kl., in strijd met de bepalingen en alleen uit gunst. —Nieuw middel om den Redacteur van hot »T. v. N. 1.quot; tot zwijgen te brengen. Modedecling van do correspondentie ter explicatie hierover tusschon Hope Loudon, H. Mollerus, Baron de Keverberg clc Kesscl en W. 11. van Hoëvell, dd. 'sliage 13, 14 en 15 Mei 1855. Aid. 401. 13543. Klagt over begunstiging door toekenning van het radikaal der 2c kl, aan sommige Indische ambtenaren, zonder examen, en aanprijzing van examina in Indië, met behoud van Delft; door E., dd. 'sllagc 18 Maart 1850. T. v. N. I. 18 j. 1850. 1. x'95. — Refutatie van deze klagt speciaal met het oog op Sumatra, in verband met de Indische examina voor dc 5e klasse; door L. K. van Swieten, dd. Indramajoe 0 Aug. 1850; met naschrift van quot;de Redaktiequot;. T. v. N. I. 18 j. 1850. II. 339. 13544. Uit dc correspondentie van Schal-kie. Het radikaal van Indisch ambtenaar en C. F. Winter Sr. Bespotting van zijne be-nooniing tot Indisch ambtenaar 2c kl T. n. N. I. 21 j. 1852. 1. 405. 13545. Hoe dc ambtenaren van Delft in Indië bejegend worden. Klagten uit Indië over dc achterstelling in aneionnitcit van dc bij Kon. besluit van 19 Nov. 1853 No. 5, benoemde ambtenaren der le en 2e klasse, na afgelegd examen aan de Akademie te Delft, bij die in datzelfde jaar in Jndic door den Gonv.-Gcn, voorloopig benoemd, zonder dat examen te hebben afgelegd. T. v. JV. I. 19 j. 1357. II. 380. 13510. Circulaire van den Gouv.-Gon. van Ned. Indië, A. J. Duymaer van Twist, kab. No. 11, exp. No. 550) aan den gen.-maj. tit., waarn. Kommaudant van het leger, van den loden Jan. 1852, ter mededeeling der beginselen, welke bij liet benoemen cn bevorderen, zoowel van burgeilijkc als militaire |
nnibtenarcn, moeten gevolgd worden. Milit. Speet. 2 S. V. 1S53. 476. llund. Lad. Oen. 1. 1854. 281. 13547. De maatstaf dien do Gonv.-Gen. A. J. Duymaer van Twist, wil volgen bij 't. benoemen van ambtenaren; door l'1., dd. .lava 15 Febr. 1852. Lof aan zijn regtvaardigheid, doeh uitgesproken twijfel aan do doelmatigheid van her. door hem gesteld beginsel, om bij de bevordering van ambtcna en in de eerste plaats geseliiktheid te doen gelden. T. v. M. 1. 14 j. 1852. I. S62. 13548. Verordening op het benoemen van ambtenaren in Nederlandsch Indië, Koninkl. besluit, van 10 Sept. 18(i4. No. 17 (Ind. St.bl. No. 94), overeenkomstig welke zij door den Gouv.-üen. voortaan zullen worden benoemd. 7'. v. N. f. 1864. N S. 2 j. II. 316. 13549. Kon. besluit van den 1 Oden Sept. 1864 No. 47 (St.bl. No. 93). Vaststelling tier verordening op het benoemen van ambtenaren bij do burgerlijke dienst. ^eth, Z7erzameiïng. Leid. 1. 9. — Staat van ambten, bedoeld bij art. 4 der gemelde verordening. Aid. 1/. — Idem van den 25st.eu Maart ih65, to1quot;, aanvulling. Aid. II. 36. 13550. Kon. besluit van den Oden Mei 1865 Mo. 49, betreffende de voordeelen en verpligtingen verbonden aan het ter beschikking stellen van den Gouv.-üen. van Ned. Indië van personen, bestemd voor de burgerlijke dienst van Nederlandsch Indi/ eth, !'erznmelivg. Leid. II. 33. - Idem van 24 Jnlij 1865, tot aanvulling. Md. 91. Perwnulia. 13551. Betoog door E. van de noodzakelijkheid der zamenstelling en uitgave van lijsten van al de Koilimissarissen, Gouverneurs en Residenten, welke sedert 1816 in elk gouvernement of in elke residentie in Ned. indië hebben gefungeerd, met. vermelding der jaren hunner op- en aftreding. Tijd*. Ind.'T. L. V.kunde, I. 18:3. 378. 111552. Naamlijst van Hoofden van gewestelijke besturen op Java en Madura, i817 t.ot 1859, door M. A. v. d. Kloot., met inleiding van J. K. W. Quarles van Ull'ord. Bijdr. Ikd. T. L. V.kunde, N. S. III. 117, 347. — Idem tot. 186Ü. Aid. IV. 23. |
13553. Hulde aan de Gouverneurs van Sumatra's quot;Westkust Michiels, van Swietcn en Meis, nlsmede aan den Res. der Padang-sche Bovenlanden, H. M. Andreas Wiltens, wegens hun bestuur; door E W.A.Lu deking, dd. Fort. de Koek 25 Julij 1860. Gen Tijd». N. 1. l\. N. S. IV. 1862. 141. 13554. Veroordceling, door L. van Vliet, van de benoeming tot Gouverneur der Mo-lukkos van J. 15. Cleerens, Res. der Prean-ger Regentschappen, l'ollcsb. 1847. 24. 13555. Tegenstelling van het karakter en de bekwaamheden van den nieuw benoemden Res. van lianda, H. 1). A. van der Goes, met die van den Ads.-Res. ter beschikking van den Gouverneur der Molukkos, C. Bos-scher. T. v. N. L 19 j, 1857. II. 21. 13556. De nieuwe Gouverneur der Molukkos C F. (Joldmau, zijne bekwaamheden, en de ellende en het verval in zijn gouvern., ook naar aanleiding der reis vanden Gouv.-Gen. derwaarts. 7'. u. N. I. 17 j. 1855, 11. 53. 13557. De benoeming van J. J. Hassel-man tot Res. van Djokjokarta. Lofspraak. T. v. iV. I 13 j. Ibal. 11. 212. 13558. Waarom is de heer G. M. W. van der Kaa verplaatst? Opmerkingen over zijne verplaatsing van de ads.-res. Demak en Gro-bogan naar Japara, niettegenstaande zijne groote verdiensten mei. opzigt t.ot het eerste gewest. T. v. N. 1. 22 j. Ifc60. II. 395. 13559. Opmerkingen over favoritismus in do keuze en plaatsing van Indische ambtenaren, naar aanleiding van het late vertrek naar Indië van het benoemd lid van den Kaad van Ned. Indië L. W. G Keuchonius. T. v. .V. l. 21 j. 1859. II. 187. 13560. De bevordering van den ollieior van gezondheid 2e kl. J Munnieh, tot. eersten kommies ter Alg. Seer. te Batavia. Lof aan den Goe.v, Gen. A J. Duymaer van Twist, wegens deze benoeming, f. o. N. J. 14 j. 1852. 1. 372. 13361. Bijzonderheden nopens de overname van het bestuur van Soerakarta door den Res. F. N. Nieuwenhuizen van zijnen voorganger II. F. Buschkens, op 19 Nov. 1858. T. v. N. I. 2le j. 1859. I 133. 13562. De heer C. F. Pahud en zijn zoon, door P. L., dd. Buitenzorg Mei 1857. Opmerkingen over een beweerde begunstiging van Mr. T. Pahud. T. v. A'. 1.19 j. 1857. U. 122. |
231
1356^. Ue particuliere belangen van den lieer C. F. Pahud en de zijnon, door S. S, S., dd. Batavia '25 Jnnij 1861, alsmede die van J. W. C. Dieucnheira. Opmerkingen over de plaatsing en bevordering hunner zonen. T v. N. L. 23 J. 18(11. II. 180. 13564. De bevordering van H A. van de Poel, tol; Hes. van Be/,oeki. Lof aan den üouv.-Gcn. A. J. Duyinaer van Twist, wegens deze benoemlDg. T. v. N.I. 14 j. 1852. 1. 372. 13565. Ilct uieuw benoemd Opperhoofd van Japan. Afkeuring der benoeming van F. C. Kose. T. v. N. L. 1850. II. 78. 13566. Lofspraak op de benoeming van J. C. van Sebuylenburgh, tot secr. der Pa-dangsehe Bovenlanden, in het gouvernement van Sumatra's Westkust; door N. N., dd. Sumatra's Westkust Oct. 1859. T. v. N. I. 22 j. 1860. 1. 131. 13567. Bladvulling. Klagten over de benoeming in eene belangrijke civiele betrekking op Java van een hoofdofficier, die in Europa gepensioneerd was, en die thans in zijn civiel ambt wegens een deficit in de kas zou zijn gesuspendeerd. T. v. N. I. 1849. Gron. i d. 96, 436. — Een gunsteling van de Regering. Vervolg op deze klagten. Aid. 442. — Oordeel van J. W. Arnold, dd. Amsterdam 31 Julij 1849, over deze klagten. Aid. 2. 162. — Zaak van F. J. ï. gepens. kol. der mil. administratie, laatstelijk weder ontvanger der inkomende en uitgaande reg-ten te Batavia. Vonnissen in deze gewezen op 8 Nov. 1849, 29 Jan. en 11 Aug. 1851. liegt in N. I. 1 j. Batavia 1850. 11. 245; 3 j. Batavia 1851. VI. 105, 128. ]3quot;)68. De lieer I). A. Varkevisser, Res. van Pasoeroean. Lof wegens zijne decorering. 7. ». iV. /. 14 j. 1852. 1. 307. 13569. Over het verblijf te Batavia van den heer A. L. Weddik, als üouv. van Borneo. T. v. A'. /. 1849. Gron. 1. 446. 13570. Beschouwingen over het eervol ontslag van den Hes. van Samarang, A. A. Buyskcs; door T. T., dd. Samarang 16 Juuij 1850. T. v. N. I. ISr.O. II. 135. |
13571. Mededecling van een brief van D. Scheltema, agent der Javasche Bank, dd. Samarang 24 Jan. J850, ter verdediging van den Res. A. A. Buyskes, wegen-i het gebeurde in Demak en Grobogan. T. v. N. 1.1850.1. 390. — Toelichting van een advertenlie in do Javasche Courant van D. Scheltema; door «De Redactiequot;. 1°. Tekst der advertentie, dd. Samarang 19 Julij 1850, vau 1). Scheltema, geplaatst in de Jav. Courant van 27 Julij 1850, waarbij hij ontkent schrijver van bo-vengenoemden brief te zijn. — 2quot;. Brief, dd. Samarang 22 Aug. 1850, van J. F. dcRuy-ter de Wüdt, landhuurder in de residentie Soerakarta, ter mededeeliug en afkeuring dezer verklaring. Aid. II. 373. 13572- Toelichting wegens het ontslag van den Indisehen ambtenaar M. J. Senn van Basel 7'. v. N. I. 13 j. 1851. II. 359. 13573. De Minister van Koloniën en de heer M. J. Senn van Basel, laatst algemeen ontvanger tc Samarang. Aanmerkingen over de wijze waarop hij is ontslagen en in het genot van pensioen gesteld. T. v.JV.I. 14 j. 1852. II. 310. 13574. Opmerkingen en vragen betreli'endc het Indisch besluit van 12 April 1861, No. 1, tot ontslag van 11. O, Bekking, als Res. van Rembang, aan den Min. van Kol. J. Loudon, in het voorloopig Verslag der comm. van rapp., dd. 24 Oct.'1861, op het XIo hoofdstuk der staatsbegrooting voor 1862. h'edr. Stuik. 1861—62. II. No. 125. 4. —• Het ontslag van den heer H. C. Bekking. Gedeeltelijke overname van bovengenoemde opmerkingen en vragen, met adhaesie daaraan. T. v. iV. I. 23 j. 1861. II. 324. — Toelichting van den Min. J, Loudon, van zijn stilzwijgen over deze zaak, welke wordt on-derzocht. Medegedeeld in zijn Memorie van beantwoording, dd. 'sHage 16 Nov. 1861, op bovengenoemd verslag, (iedr. Stukk. 1861 62. II. No. 139. 4. — Vraag naar den uitslag van het ingesteld onderzoek aan den Min. vmi Kol. G. II. Uhlenbeck, in het voorloopig verslag der commissie van rapporteurs, dd. 5 Mei 1S62, op de «Nadere regeling van het gebruik van het koloniaal batig slot van 1859.quot; Aid. XLIV. No. 4.4. — Mededeeliug door dien Minister, dat dit nog niet is af-loopen, in zijn Memorie van beantwoording, dd. 'sHage io Mei 1862. Aid. No. 5. 3.— Herhaalde vraag nopens de afdoening dei-zaak, aan denzelfden Minister, in het voorloopig Verslag der comm. van rapp., dd. 13 Oct. 1862, op bet IX hoofdstuk der staatsbegrooting vroor 1863. Aid. 1862—63. II. No. 119. 3. — Antwoord, dat het onderzoek nog aanhangig is in N. Indië, dd. 'sHage 25 Oct. 1862. Aid. No. 133. 5. — Vraag |
232
naar den voortgang of uitslag van het onderzoek, gedaan aan den Min. van Kol. J . D. Fransen van der Putte, in het voorloopig Verslag der comm. van rapp., dd. 10 April 18(13, o^) de delinitievo vaststelling van het IXe hoofdstuk der staatsbegrooting voor IsO.i. AUl. XCIII. No. 4. 8. — Mededeeling door dezen Minister, dat do eindbeslissing in deze van den Gouv.-öen. wordt verwacht, dd. 's üage 24 April 1863. AUl. No. 5. 14. 13575. Indisch besluit, dd. 27 April I8C3, No. 14, verleenende aan den gewezen lies. van Rembang, H. C. Bokking, op zijn verzoek een eervol ontslag uit 's lands dienst, met. behoud van regt op pensioen; alsmede eenigo conclusieve beschouwingen van de Redactie. Kol. Juarb. 2 j. 1863. 442. 13576. Tekst der ordonuantie, dd. Batavia 14 Febr. 1810, van den Gouv.-üen. H. W. Daendcls, tegen het zich schuldig maken door ambtenaren aan ontrouw of onachlzaam-heid in hunne administratie of directie, alsmede aan ontvreemding of verduistering van 's lands eigendom. Daendels, Staat, 's Hage 1814. Bijl. II. Gen. directie, No. 39. liegt. N. I. 3 j. VI. 1S51. 124. — Vonnissen, waarbij die ordonnantie is toegepast, van den Raad van Justilie te Batavia, dd. 29 Jan. 1851; van 23 Uec. 1852 en 6 l)'ebr. 1854, bekrachtigd bij arresten van het Uooggeregts-hof van N. Indiö, dd. 11 Aug. 1851 en vau 15 Febr. 1853 en 7 Maart 18£4. liegt X. I. 3. j, VI. 1851. 105, 128; 4 j. VUL J853. 316; 5 j. IX. 1854. 201. — Daendels tegen de spoliatie der schatkist. Tekst van bovengenoemde ordonnantie, gevolgd door opmerkingen over de moraliteit en bekwaamheid der tegenwoordige ambtenaren. T. v. N. I. 24 j. 186;'. II. 61. 13577. Een paar staaltjes uit de korres-pondentie van Schalkie, die dit zal vervolgen. Over toepassing van het Indische besluit van 26 Mei 1897 (Ind. Stbl. No. 55), voor zooveel betreft het; verbod aan do ambtenaren, tot. het nemen voor huisselijke dienst van Inlanders in bezoldigde dienst van het. Gouvernement. 2'. v. N. I. 21 j. 1859.1. 210. 13578. Klagten nit Ned. Indië, over de verpligting van de ambtenaren om zich niet in te laten met de openbare behandeling van Btaatszaken. 7'. xt. N. /. 1849. üron. 1. 444. |
Bezoldiging, Wachtgeld, Pensioen. 13579. Mededeeling met toelichting, door D. W. Schift', dd. 'sHage 10 Mei 1865, van de nota omtrent eenige ambtenaren, welke naar Britsch-Indië zouden worden uitgezonden, alsmede aangaande de traktementen van verscheidene ambtenaren. Gearresteerd bij secreet.Staatshesluit der Bat. Republiek, dd. 27 Jan. 1806. Lett. Ci. Büdr. T. L. y.kunde v. N. I. XII. N. V. Vlll. 1805. 49(1, 470. 13580. Opgave der tegenwoordige bezoldigingen der verschillende ambtenaren in de res. Amboina, zoo ter hoofdplaats als op de buitenposten; door P- Bleeker, dd. Julij 1856. Bleeker, Muluksche Arch. II. Batavia 1856. 142. 13581. Opgave van de zamenstelling en betaling van het ambtelijk personeel in de res.Banda; doorP. Bleeker, dd. Julij 1856. Bleeker, Moluksche Arch. II. Bat. 1856. 285. 13582. Reductie van de bezoldiging der Indische ambtenaren, in verband met de invoering van een verbeterd muntstelsel. Toelichting en beoordceling van dit voornemen. T. v. N. I. 1849. 2. 237. 13583. »I)ic 't digst bij het vuur zit, warmt zich het bestquot;; door L. K. Veroordeeling der toegelegde tracteir.ents-verhooging van de ambtenaren ter algemeene secretarie. T. v. N. [. 23 j. 1861. I. 196. 13584. Westersche denkbeelden over gunsten. Opmerkingen over het verleenen van gratificatiën enz. aan ambtenaren, die gelijktijdig meer dan ééne betrekking hebben waarenomen, in strijd met het bepaalde bij In-isch besluit van 19 Aug. 1826 Ind. Stbl. No. 39); met mededeeling van de indertijd door den Min. van Kol. J. C. Baud ingewilligde pretensiën van J.G. Reynst, gepensioneerd vice-Pres. van den Raad van Indië, integenstelling van die van een ongenoemd verdienstelijk ambtenaar. T. v. A'. ƒ. 23 j 1861. I. 66. 13585. Belooning door het Indisch Gon-vernement in 1847, aan den ambtenaar op wachtgeld, A. E. van den Berg, voor zijne vertaling uit het Pransch in het Nederdintsch, van «Het eiland Lombok, door H. Zollinger.quot; Medegedeeld door W. R. van Hoë-vel 1. T. e. N, /. 1849. I. 35, noot. |
233
13586. De emolumenten van ambtenaren en 'sLands belang; door N. N. Klagt over de kosten der keuring van een Indisch handelsvaartuig met liet oog op hot gebeurde met den sehoener quot;de Jonge l'ieter,'1 hernaamd //de Zwaluw,quot; die, in strijd met het voor die reis verleend eertiükaat, te Samarang was binnengelcopen, volgens de bewering uit nood en wegens lek. 'I'. v. N. I. 15e j. 1853, II. 421. — Brief aan de lledaktiej door A. G. Boom, haven- en equipagemeester, dd. Samarang \- Eebruarij 185 1-, tot wederlegging van deze klagten, zijnde verhaal van het gebeurde met dien sehoener te Samarang in April 1853. Aid. 16o j. 1854, 1. 2tfl. 13587. Mededeeling, met toelichting, door S. van Deventer J. Sz., van den zakelij-ken inhoud der Indische Resolutie dd. 13 Sept. 1831 Nquot;. 44, ter explicatie van het beginsel van het toekennen van kuituurpercenten aan de betrokken gouvernementsambtenaren en Inlandsehe hoofden. T. v. N. I, 1865 W. S. 3e j. II. 137. 13588. Kultuur-pceeaten aan de ambtenaren bij het binnenlandseh bestuur op Sumatra toe te leggen. Over de weigering hiervan. Met naschrift van dc Redaktie. T. v. N. I. 15e j. 1853. I. 219. 13589. Tekst van het gemotiveerd voorstel tot intrekking der kuituur-procenten van de Europeesehe en Inlandsehe ambtenaren op Java, tegen evenredige tractementsver-hooging, op den 31 December 1653 door den oud-inspecteur der cultures op Java, L. Vitalis, aangeboden door den Min. van Kol. C. E. Pahud. filalis, Opmeriing Suikerin-dustrie. 'sHage 1862, 32, 95. 13590. Indisch besluit van 21 Dec. 1862 Nquot;. 10. Ampliatie der besluiten belrellende het verleenen van gelden aan diegenen, die voor rekening vau den lande vrije overtogt van en naar de koloniën genieten en schipbreuk of averij lijden. Kol. Jaarh. 3e j. 1863. 184. 13591. Ambtenaren op wachtgeld, door H, J. Lion. Veroordeeling van dit stelsel voor ambtenaren bij het binnenlandseh bestuur op Java, naar aanleiding van de handelingen van het Indisch gouvernement ten opzigte van J. W'. 1'. Hardy, vroeger Ads. Res. van de al'd. Madjalcngka iu Cheribon. |
Overgenomen uit het Batav. Handelsblad van 1 Oct. 18 ,9, N. 79 T. v. N. ƒ. 22e j. 1860, 11. 32. — Oordeel over dit artikel. Aid. 23e j. 1861. I. 259. 13592. De verbetering van het lot der ambtenaren. Aantooning van de noodzakelijkheid eener herziening van het stelsel der wachtgelden voor Indische ambtenaren, alsmede van de regtvaardigheid van het verleenen van een geheel vrijen overtogt voor hen, die wegens herstel van gezondheid moeten repatrieren. T. v. N. /. 22e i. 1860. 1. 326. 13593. Over burgerlijke pensioenen en vcrloftraktementen der Indische ambtenaren, in verband met de eumuiatie daarvan met belooningen voor diensten hier te lande. Noodzakelijkheid eener herziening van het pensioeus-reglement. 2'. v. N. L 1819, Gron. Ie d. 301. 13594. Burgerlijke pensioenen. Aantooning, met het oog op do eventuele herziening van het. Indisch Bensioens-reglement van 18:i/, dat de Indische ambtenaren hun eigen pensioen betalen, en hun fonds niet mag strekken ten voordeele van 's Lands kas. T. v. N. [. 1849. 2e d. 238. 1,(595. Waarom vindt de vaststelling der pensioens-rcglementen voor burgerlijke Indische ambtenaren bij dc wet zoo veel tegenstand!1 Aandrang tot hunne vaststelling bij de wet, ook met het oog op de jongste regeling der pensioenen voor Indische weduwen en weezen. T. v N. I. 17e j. 1855. 1. 275. 13596. Zullen de pensioens-reglementen van burgerlijke ambtenaren in Nederlandsch indië bij de wet worden vastgesteld f T. v. N. 1. 17e j. 1855. 11. 215. 13.i97. Afwijzende beschikking op een billijk verzoek. Aanmerkingen op het niet valideren ten behoeve der vóór 1835 aangestelde ambtenaren in Indië van de dienstjaren vóór hun aehttiende jaar, ten behoeve van hnu pensioen. T. v. M. /. 14e i. 1852. 11. 313. Ki59S. Betalen en niet ontvangen. Tekst van het Indisch besluit, dd. Mageian 20 Julij 1847 No. 3, houdende toepassing van het Pensioens-rcglemcnt van 1837 ten nadeele |
30
234
van dengenen, die het radikaal niet bezit; gevolgd door eenige opmerkingen. T. v. N. I. 1849. Gron. 2e d. 35 j. 13599. Ilerslel van grieven. Verbeterd Pensioensreglenient, en opheffing der nadoelen ten deze aan het gemis van het radikaal van Indisch amblenaar verbonden. T. v. N. I. 1S49. üron. 2e d. 418. 13000. Een adres aan den Koning van ingezetenen van Nederlandsch Indiö. Over een adres van Mei 1855, van C. Hultman, R. A. Eekhout, en D A. lunius van He-merl, en anderen tegen de nieuwe reglementen voor de pensioenen der civiele Indische weduwen en weezen, in tegenstelling met het gebeurde van 22 Mei IS 18 te Batavia en het toenmalig adres aan 'L. M. van p. m. 300 ingezetenen nopens het radikaal van ambtenaar en het onderwijs. 1. v. N. I. 17o j. 1855. II. 215, 13601. Uitvoerige mededeeling, met be-schouwinüen nopens het gebeurde met wijlen den hoofdschout, Gijsbert, in tegenstelling met de afwijking vau de pensioensregleinenlen in het belang van hooggeplaatste personen. Lion, lloe Ir die em. 'sHage 1861. 90—100, |
13602. Lijst van in Nederland betaalbare pensioenen van gewezen burgerlijke landsdienaren in Nederlandsch Indië. Övergelegd aan de Tweede Kamer bij de Mem. van beantwoording, dd, 'sHage 19 Nov, 18R0 van den Min. van Kon, J. J. Rochussen op het voorl. verslag dor Staatsbegrooting van 18(51, Hoofdstuk XI. (Sedr. Stukk. 18G0—Gl.11. No. 128n. 13(103. Gelukkige gepensioneerden! Opmerkingen over de hooge pensioenen van G. L. Baud en P. Mijer, zoo als deze beide voorkomen op de «Lijst van in Nederland betaalbare pensioenen van Indische ambtenaren,quot; overgelegd bij de Mem. van Beantwoording, dd. 'sïlage 19 Nov. 18fi0, aan de Tweede kamer. T. v. N. I. 22c j, 1860. 11. •101. — Een afgeluisterd gesprek. Zijnde afkeuring van deze hooge pensioenen. Jld. 404.— Ue heer G. L. Baud en de pensioenen. Zijn brief, dd. 's Hage Dec. 18G0, uit//de Nederlandsch Indiè van 24 Dec 1860,quot; ter medo-! deeling van bijzonderheden betreffende het hem toegelegd pensioen, gevolgd door eenige j opmerkingen van de Redaktio. Aid. 23e i. 18()1. 1. 64. |
A. REGTS WEZEN ONDER DE O. I. CÜMP.
Resoluties, Statuten, Plaketten, enz. 13604. Acte, waarbij verleend wordt dispensatie aan de Raden van den Hoogen Raad, van de resolutie in het reguard van de graden consanguinitoit en affiniteit, in question en processen rakende de Ncd. O. 1. Comp. Res. Hall. 23 Mei 1607. 2e dr. 203. — Voorschriften voor den Hoogen Raad in zake het proces van de Magellanische Compagnie. Aid. 26 April 1(12,quot;), 2e dr. 478. |
13605. Placaet ende ordonnantie, van de H. M. H. Staten Generaal, dd. 30 Mcy 1625, tegen weeb-loopers die zich in dienst van de Oost- of West-Indische Compagnie 't zij te water of te lande begeven hebben, verloopen, ofte oock in t.ijdt van noot haar schepen verlaten. Gr. Placautboek, I. 's Hage 1658, fol. 509. llist. Verh. O. I. G. II. 1772. 369. 13600. Missive, dd. Amsterdam 6 Mei 1758, van H. H. XVlIn aan de Staten Generaal,'Urn einde effieacieuselijk gezorgd worde tegen de desertie en clandestine overkomst van bedienden van Oost-lndië. Res. Hall. 12 Mei 1758, I, le dr. 447. — Missive,dd. den Haag 18 Nov, 1758, van den Hoogen Rade over Holland, Zeeland en Friesland met advies hierop. Aid. 21 Dec. 17quot;)8, II, le dr. 1215. — idem, dd. den Haag 20 |
ONDER DE
235
Dec. 1758, van do,n Hove over Hollaml, Zoc-laud eu Friesland. Aid. J210. 13007. llesolutie van de Staten Generaal, dd. 31 üet. 1744, wegens het overleveren van deserteurs door Bewindhebberen aan het Collegie tor Admiraliteit. Gr. Placaatboek, VII. 'sHage 1774. fol. l5Gi. 13G08. Personen aan Haar Hoog Mog. klagl ig vallende, over die van de O. I. Comp. worden gerenvoyeerd aan de ordinaris justitie. Ilcs. Stat. Gen. 22 i'ebr. 1072. 13009. Criminele sententiën door den Commandeur en Raden op hot eiland iMau-ritius gewezen, bij H. H. Mog. geaboleerd eu te niet gedaan, cnde de gecondem-neerde in zijn eer en goeden naam hersteld. Ties. Slat. Gen. 20 Mei 1079. 13010. Het verzoek, om zeker proces litispendente hangende in revisie voor den Raad van Batavia bij evocatie aan H. H. Mog. te brengen, afgeslagen met ordre tot het doen van kort en onvertogen regt. Res. Stat. Gen. 30 Mei 1098. 13611. Voorstel ter Generaliteit te doen, om aan de Bewindhebbers van de 0.1. Comp. toe te staan hun verzoek, tot interpretatie of ampliatie van het 35e artikel van het octrooi, van dat het recours der personen, in hetzelve artikel gemeld, geen plaats zoude hebben, zoo wanneer dezelve, zonder onderscheid van rang of qualiteit voor eenig reg-ter in Indië in Justitie gehoord, of bij noncomparitie en coutumacie gesententieerd zoude zijn. lies. Holl. 24 Febr. 1718, 2e dr. 100. 13012. Resolutie tot authorisatie van Bewindhebberen der O. I Comp. om te mogen beloven acte van impuniteit tot het ontdekken van een begaan feit de voorz. Compagnie conoernercnde. Res. Holl. 22 Febr. 1081, 2e dr. 44. 13013. Mandament van arrest ende exe-cutoire verleend ten verzoeke van de kamer in Zeeland, op den boekhouder van de ü. I. Comp. en zijn borgen aldaar, wegens gepleegde maliversatie. Res. Stat. Gen. 25 Aug. 1078. |
13014. Notificatie, gedaan en geresolveerd ter vergadering van XVIIn binnen Middelburg den 10 Sept. 1787, waarbij wordt, uitgeloofd een premie op de ontdekking van het wegdragen en stelen van de werven en magazijnen der ü. I. Comp, Res. Holl. 29 Maart 1741, 1c dr. 289. — Extract, der resolutie op 4 Jan. 1743 door de Staten Generaal genomen, betrell'ende de uitsluiting van Zeeland in zekere periode in den articul-brief der O. I. Comp., betreffende de quali-fleatie oni te j ugeren over de dclieten, begaan op de wedcromreize. Aid. 9 Januarij 1743, le dr. 29. 13015. Resolutie van de Staten van Holland, dd. 18 Mei 1770, omtrent de praefe-rentie van notarieele obligatiën boven onder-handsche, op de boedels dergenen, die in dienst van de ü. I. Comp. insolvent zijn komen te overlijden. Gr. Placaatboek, IX. Amst. 1790. fol. 508. 13010. Plaeaat der Staten Generaal dd. 10 Aug. 1778, ter afschaffing van de confiscatie of verbeurtverklaring van goederen in de koloniën van den Staat. iV. Nederl. Jaarb, XIII. 1778. 2. 805. 13617. Bijdrage tot de geschiedenis der eodilicatie in Nederlandseh Indië, door P. Mij er, 3 Junij 1839. T. v. N. I. 2e j. I d. Batavia 1839. 221. — üvergeuonien in Ned. Jaarh. R. W. 111. 1841, 30, 428. 13618. Plaeaat, actum Jaeeatra, den 29sten Aug. 102:i, ter bescherming van de Chinezen tegen moedwil en overlast. T v. N. l 4e j. le d. Batavia 1842 80, 87 Noot. — Aanwijzing waar dit placcaet in origi-nali is te vinden. Aid. Ge j. 1 d. Batavia 1844. 183. 13019. Placcaet van den Gouv. Gen. J. P. Coen, dd. „In 't fort Batavia, 21 Maart Aquot;. 102^,quot; tegen de knevelarijen eu concussion der Chinezen. T. v. A. /. 4e j. 1 d. Batavia 1842. 93, 87 Noot. 13620. Ordonnantie, dd. Batavia 8 Dec 1023, bepalende dat op onderhandsche obli-gat.ii;n van Chinezen geen regt zal worden gedaan. T. v. N. I. 4c j. 1 d. Batavia 1842. 90, ^7 Noot. 13021, Inhoud der plakaten van 20 April 1022; waarbij straffen worden vastgesteld op, en maatregelen genomen ter voorkoming van huisbraak, straatschenderij, kwetsing, beroo-ving en moorderijen binnen Batavia. T. v. N. I. 6c j. Batavia 184 !■. 1 d. 203. 30* |
236
13022. Placaet tegen het duel van den Gnuv, Gen. Hendrik Brouwer, dd. 23 Ecbr. 1033, welke nog in volle toepassing is. Regt. N. /. 8e j. XVI. 395. 13G23. De oude Bataviasche statuten, door S. Keijzer. Geschiedkundig overzigt. 'j'ijds. Ind. T. L. V.kunde, N. V, VI. 393. 1 :iC24'. Statuten, keuren en ordonnantiën, bijeengebragt op last van den Gouv. Gen. A. van Dicraen en de Raden van Indiö, 1612. Tijds. Ind. T. L. Y.kunde, N. V. VI. 397. 13625. Inhoud van de ordonnantie van Maetzuijker van Julij 1654 van 't vrouwen-tugthuys (spinhuis) te Batavia. Tijdi. Ind. T. L. V.kunde, XIII. 4 S. IV. 1864. 51. 13626. Publicatie van den llaad-Extra-Ord. van ludië, mitsgaders (iouv. en Dir. der l'rov. Amboina, N icolaas Schaghen, gegeven tot Amboina, aan 't Gasteel Victoria, op Leytimor, den 28 Julij 1693, dienende tot mededeeling van den zakelijken inhoud van al do van kracht zijnde ,Ambonse Plac-caaten,quot; zoo als dezelve ten voorschreven tijden in een compendium, oltc korte t' sa-menlrekking, zijn vervat geweest, met bijvoeging van degene, die zedert zijn uytge-gaan. (1631 -1693). Valentijn, II. 251. — Zie v. Rhijn, Reis Ind. Arch. Roti 1851. Bijl. C. 13627. Resolutie, dd, 5 Jan. 1737, tot approbatie van de abolitiën door Gouv. Gen. en Raden van Indic verleend, aan zes van de gewezen leden van den krijgsraad op Ceilou, wegens de handelingen in 1729 aldaar voorgevallen. Gr. Placaatboek, VI. 's Hagc i7'!61 fol. 1396. 13628. Bijzonderheden nopens het pla-kaat. der Indische Regering, dd. 18 Sopt. 1739, tegen het overloopen der Inlanders uit het- eene regentschap naar het andere in de Jacatrasche- en Preanger-landen. Tijds. Ind. T L. V.kunde. III. 1855. 121. 13629. Plakaat door den Gouv. Gen. en Raden van Indië vastgesteld op Sept. 1797, wegens de iideicommissaire verbind-tenissen, die hier gemaakt zijn en vervolgens gemaakt mogten worden; inhoudende o. a. dat Iideicommissaire onroerende goederen verkocht zullen worden. Nederl. Jaarh. XII. 1758. 1. 53/. |
13630. Zakelijke inhoud van de plakaten der Indische Regering, van 15 Dec. 1779, 6 Pebr. 1795, 25 Maart 1800, vaststellende voorschriften voor de landeigenaren, ter vermindering van de ongeregeldheden in de Bataviasche Ommelanden. T. v. N. I. 1865. N. S, 3e j. I. 341, 343. 13631. Opgave van het plakkaat van 11 Dec. 1780, waarbij aan de landeigenaren in de Ommelanden van Batavia is gegeven kwalificatie, om alle verdachte personen op tc geven aan het collcgie van schepenen, ten einde door hetzelve voordragt zou kunnen worden gedaan, ter hunner verbanning. T. v. N. I. 1849. Gron. 1 d. 264. 13632. Bijzonderheden nopens het plakaat der Indische Regering van 15 Dec. 1780, tot aanhouding van alle suspekte knapen door de landeigenaars in de Bataviasche Ommelanden. T. v. A. /. 1865. N. S. 3e j. I. 343. 13633. Opgave van de inkomsten van de Bedienden van Justitie in Nederl. O. Indic op het eind der vorige eeuw; door J. Ka-ge man J.Cz. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, IX. 3 S. III. 1860. 410. 13634. Omschrijving van het ambt van Advokaat Fiskaal in dienst van de Ned. O. I. Comp. T. v. N. I. 6e j. 1 d. Batavia 1844. 171 Noot. 13635. Inhoud der resolutie van J. P. Goen, dd. 24 Junij 1620, tot oprigting van //een Coüegie van Schepenen, als Wethouders der stad Jaecatra, om alle justitie in civiele zaken te administreren en exeer-ceren.quot; T. v. N. /. 6e j. 1 d. Batavia 1844.170. 13636. Opheffing door H. H. Mog. bij besluit van 28 Dcc. 1787, van de surcheanee bij resolutie vnn 4 April 1786, met betrekking tot de aanstelling of beëediging van een onafhankelijk Fiskaal aan de Kaap de Goede Hoop. N. Nederl. Jaarh. XXIII. 1788. 1. 71. I SfiB-7. Beschrijving van de zamenstelling en werkkring van het collcgie van Schepenen te Batavia; door Dirk van Hinloopen, dd. Dcc. 1793. yad. Mag. II. 1803. 66. 75. 1363S. Instructie voor Sr. Rogier van den Houten, Provisioneel Fiscaal in Amboina, dd. Amboina aan 't kasteel Victoria, 10 Maart 1678; alsmede de ampliatie op |
237
de ordre van den Fiscaal, dd. Amboiua 14 Mei 1678. FalentVjn, II. 313, 317. 13639. Schets eener instructie voor de Justitieele Raden, Fiscaals en verdere be-diendons van de Justitie op de respektive Buiten-eomptoiren van Nederlands Indic, zoo nopens dc maniere van procedceren, beide in 't eiviel en crimineel, als andersints, en ook dc politicque Raden, voor zoo verre haar ecnigsints coneernecrt, tot narigt en observantie. Medcdccling met historische toelichting, van den inhoud van ecu werk, aangeboden onder dezen titel in 1758 aan de Nederl. Indische Regering, door den Raad extra-ord. van N. I., Louis Taillefert, des-tiids opperhoofd van Suratte. lieiil. N. I. Ie j. II. 1850. 1. 13610. Mcdcdcelingen betreffende dc geschillen met den Raad van Justitie te Batavia over eene gevoegelijke korte en min kostbare wijze van regtsgedingen, 1774'—1779, U. Nederl. Jaarb. XlV. 1779.2. 1240—1275, — Lijst van de //Leges van den Agtb. Raad van Justitie des Castecis Batavia,quot; gedurende de jaren 1701 tot en met 1777, getrokken uit de Memorialen, Civiele Sententieboeken cn Vendurollenj alsmede Rapport der daarvoor benoemde Commissarissen tot onderzoek. Aid. 1260 Noot, Strafzaken. 13641. Besluit, dd, 5 Junij 16^9, van den Gouv. Gen, J, P. Coen, tot goedkeuring van het vonnis betreffende Picter Jacobszoon Kortenhoef, van Arraean, en Zara Specs, Valentijn, IV, St, I. 289. — Brief, geschreven aan deu Generaal Specs, die in de plaats van den Generaal Jan Pieterszoon Coen is gesuccedeerd, bij wiens gouvernement is voorgevallen het onthalsen van 1'. J, Kortenhoef en het geesselen van Sara Specs; door B. D. Kortenhoef, dd, Amsterdam 19 Oct. 1630. Aid. 290. 13642. Resolutie, waarbij Johannes Middag aan de O. I. C, wordt overgegeven, om te Batavia voor 'den Raad vau Justitie aldaar te worden teregtgesleld, ter zake van overtreding in den Artical-brief der O. 1. Comp. eu de bestaande placaten tegen het zich in vreemden dienst begeven in of naar Oost Indië. Res. Hull. 22 Dee, 1673, 2e dr, 588. — Resolutie, dd. 22 Dcc. 1673, van de Staten van Holland, waarbij Bewindhebberen van do O. I, Comp. zijn geauthori-scerd, om Johannes Middag naar Batavia te vervoeren, om aldaar teregtgesteld te worden. Gr. Placaatboek, VIL ^11820 1770. fol. 956. |
13643. Resolution betreffimde de procedures cn sententie van den Raad van Justitie te Batavia, dd. 27 Mei 1678, tegen Willem Toledo, schipper op het schip Sumatra, wegens overtreding in 1674, van den articul-brief der O. 1, Comp. eu de bestaande placaten tegen het aan boord varen van de 0. 1. Comp, schepen, benevens betreffende zijn appel aan het Hof en aan den Hoogen Raad. lies. lloll. 27 Maart 1680. 2e dr. 169 j 11 Mei 1680. 2e dr. 286. — Resolutie, dd. 11 Mei 1680, van de Staten van Holland, op dc differenten tusschen dc Be-windliebbereu van de O I. Comp. ter kamer van Amsterdam, en Willem Toledo, over het vervoeren van den laatstgemelden uit het vaderlaud naar Oost-Indiö. Gr. Placaatboek, VII. 's Hage 1770. fol. 961. 13644. Zakelijke inhoud van het request van Johan Bitter, gewezen Raad van.lusti-tic in ü. Indic, aan de Staten Generaal, verzoekende revisie van de sentent ie door voornoemden Raad gewezen tusschen hem en zijne huisvrouw, Cornelia van Nieuwenrode, op 4 Nov. 1679 ; verzoek om consideratie eu advies aan de Gecommitteerden tot de zee eu manufacturen. lies. lloll. 12 Julij 1081, 2c dr. 189. — Rapport van den Raadpensionaris op het berigt van Bewindhebbereu der Ü. 1. Comp. op bovengcuoemd request, en het berigt gesteld in handen van bovcBgenoemde Gecommitteerden. Aid. 17 April 1GS2, 2e dr. 113. 13645. Verzoek om consideratie en advies aau de Geeommitteerdcu tot dc zeezaken, op het request van Jacob Wouters, Heer van St. Jan Steen, aau de Staten Generaal om hem te verlceneu super-revisie van eeuige sententiën tegen hem te Batavia gewezen, alsmede op dc memorie hierover van de O. 1. Comp. ter kamer Amsterdam, lies. lloll. 31 Maart 1700, 2e dr. 272. I:i616. Rapport van den Ilaadpensionnaris op het request van J urriacu Beeck, heer van Krevelshoek, e. s. burgers en vrije kooplieden te Batavia, aan de Staten Generaal om pi-otcetie cn maintien tegen de harde procedurcu hen aangedaan door de Bewind-hebberen der O. 1. Comp., hun oponthoud van Batavia, cn gedwongen verblijf hier te lande; alsmede op de Memorie der O. 1. Comp. hierop. Bes. lloll. 27 Nov. 1705, 2e |
238
dr. 597. — Consideratio cn ndrics op den eisch en het vertoog van Jnrriaen Bceek c. s. ter Generaliteit overgegeven. Aid. 20 Jan., 20 Febr. 1706, 2c dr. 31,102.— Rapport van Gecommitteerden op het request van J. lïeeek c. s. Aid, 21 Mei 1706, 2e dr. 416. — Verzoek om consideratie en advies aan de Gecommitteerden tot de zaken van de Justitie, op de propositie van de gedeputeerden van Gelderland en Stad en Lande wegens bovengenoemd rapport en advies. Aid. 15 Jnlij 1706, 2e dr 541. — Nader advies. Aid. 8, 9 Julij, 18 Aug. 1707, 2e dr. 312, 313, 371. — Veelvuldige requesten van J. Beeck, c. s. cn verzoek om consideratie en advies daarop aan de Gecommitteerden. Aid. 20, 27 April 16 Junij, 26 Sept. 1708. 28 Junij, 20 Julij, 20 Sept., 20 Dee. 1709, 21 Jan. 171Ü, 2e dr. 184, 199, 2 )5, 373, 287, 328, 414, 640, — Zakelijke inhoud van de Memorie van II. H. XVlIn. aan de Staten Generaal, alsmede van de Remonstrantie van de Hollandsche kamers dezer O. I. Oomp. aan de Staten van Holland, over deze quacstie. Aid. 24 Julij 1709, 2e dr. 332. — Gedrukte wederlegging van J urriaen Beeck, c. s., tegen het sommier vertoog van de Bewindhebbers der U. I. Com]). Aid. 3 Junij 1710, 2e dr. 185. 13647. Verzoek om consideratie en advies aan de Gecommitteerden tot de zaken van de Justitie op de requesten, dd. 4 l'ebr. 1711 en dd. i1, van Pieter Goodschalk in der tijd Opperkoopman in dienst der O. I. Comp. aan de Staten Generaal, tot vernietiging dor criminele procedure!! tegen hem gehouden, en de daarop gevolgde sententie in dato 1 Aug. 1698 voor den Raad van Justitie te Batavia; alsmede op de Missive, dd. 30 Maart 1711 van H. H. XVlIn hierover. Res. Uoll. 22 Julij 1711, 2edr. 381.— Voorstel ter Generaliteit te doen om deu voornoemden suppliant te renvoijeren aan dc Justitie. Aid. 14 April 1712, le dr. 194.— Zakelijke iuhoud van het request, dd. 'i van wege dp O. 1. Comp. bevattende een ampel verhaal wegens deze criminele proeed uren, zoo door de Staten van Holland als door de Staten Generaal op dat subject genomen, en de proceduren daarover vervolgens bij den Hoogen Raad voorgevallen; alsmede resolutie om den Hoogen Raad hiervan le be-rigten. Aid. 17 Jan. 1715, 2e dr 54 — Missive, dd. 13 Maart 1715, van den Hoogen Raad hierop. Aid. 23 Maart 1713, 2e dr. 278. — Request van P. Goodschalk tot wederlegging van het laatste request van dc O. I. Comp. Aid. 25 Julij 1715. 2e dr. |
532 — Request van de O. 1. Comp.; alsmede resolutie tot continuatie der surche-anse verleend aan do O. I. Comp, tegen P. Goodschalk. Aid. 27 Julij 17J5, 2e dr, 541. 13648. Request van Abraham Quevel-Icrius, gewezen water-liskaal te Batavia, om van de O, I. Comp. te vorderen 7594 rijksdaalders en 19 stuivers, voor zijne portie in de conüscatie van verscheidene goederen in het fluitschip Driebergen, den 24 Aug. 1707 door hem aangehaald. Hes. Holl. 18 Dcc. 1715, 2c dr. 895. — Voorstel tot afwijzing van het verzoek. Aid. 30 April 1716, 2e' dr. 254, 13649. Kort verhaal van dc zware justitie, die in April Ao. 1722 op Batavia over Pieter Mherveld en eenige verraders gedaan is; zooals dit den 8 Julij 1723 nan Pran-jois Valentijn is medegedeeld door een vriend. falentijn, IV. St. 1. 210. 13650. Nalezingen uit dc archieven van de voormalige bank van Schepenen te Batavia. 1°. hot extract uit de generale resolution des easteels Batavia, genomen in Rade van Indië, op 19 April 1722 tot bekrachtiging van het fiat cxecutio van Pieter Elbcrveld, c. s, 2°. Request ten behoeve van dc schcrp- regters J. C. S.....en H. M....., ten laste van de kamer van heeren Schepenen ter stede Batavia. Ac. 1725; 3°. extract uit de criininclc rolle van 24 Jan. 1724, van heeren Schepenen tc Batavia, inhoudende het doodvonnis van Coridon van Boegie, wegens den moord aan Daniel Colle. liegt N. 1. 5e j. IX. 1854. 230. 13651. Request van Abraham van Kervel, Ilscaal independent op Malacca, inhoudende zijne pretension op de O. I. Comp. ter znko van zijne terugroeping, behoudens qua-liteit en gagie, alsmede resolutie hierop. Res. Holl. 23 Oct. 1723, 2c dr, 764. 13652. Criminele sententie bij den Raad van Justitie te Batavia ten laste van Petrus Vuist, gewezen Gouverneur vau Ceylon, gearresteerd en gesentenüeerd op 19 Mei 1732, mitsgaders geprommeieerd cu geëxecuteerd op 3 Junij 1732. Uur. Mercurius, XL1V. 1733. 1. 282. - Du Bois, Kies, La Hayc 1763. 304 — Uist. Besohr. Reize. \t. 1765, 343. 13653. Zeker persoon, in Texel binnen-gebragt, en beschuldigd van manslag aan de Kaap dc Goede Hoop, ter teregtstelliag al- |
ie39
daar teruggevoerd. Mei 1750, Ncderl. Jaarb. IV. 1750. 1. 801. 1365'!!. Missive, dd. Hoorn ii Mei 1751, vau Sellout en Sclieijenen dor stad Hoorn, om declaratoir ol zekere vier personen, die als belhamels van een seditie en opstand op een U. I. schip voor de kamer Hoorn in Texel binnengekomen, over hel ontladen en lossen der goederen ouder het volk verwekt, op hetzelve schip in de boeijen zijn gezet, moeten worden te regt gesteld voor hare viersehnar ol' voor de Hove van Holland. Res. Roll. Ij Mei 1731. I. Ie dr. 422. — Rapport van Gecommitteerden tot de zaken van de Justitie hierop. Aid. 28 Mei 1751. I. Ie dr. 440, — Resolutie, waarbij deze judicature wordt gedelegeerd aau Öehout en bchepenen van Hoorn, onverminderd een ieders regt en jurisdietie en zonder consequentie, Ali. 19 Junij 1751, i. Ie dr, 471. 13Ö55. Missive, dd. den Haaquot; 23 Mei 1752, van den Hove over Holland, Zeeland en Friesland over een verzoek van Bewind-hebberen van de O. I. Comp. ter kamer Amsterdam, dat het Hof wilde overnemen en voor haar doen teregt stellen twee matrozen onlangs overgekomen met het retourschip de Getrouwigheid, ter zake van sodomie, Ru. lloll. 24 Mei 1752. I. Ie dr. 736, — Resolutie om voornoemde matrozen voor bet hof te doen teregt stellen; alsmede aanschrijving aan den Hoogen Raad en aan het Hof, om in voorkomende zaken, uit hoofde van den Artieulbrief voor de ü. 1. Comp. van 4 Sept. 1712 tot haar judicature behoorende, zich naar dien artieulbrief te reguleren. Aid. 21 Julij 1732. II, le dr, 1042, — Resolutie, dd. 31 Julij 1752, van de Staten van Holland, waarbij bet Hof gelast wordt voor zich te recht te doen stellen genoemde matrozen. Qr. Placaatboek, VIII. Amst. 17(J5. fol. 758. 13656. Overzigt van het proces betreffende Frans Kanter, gewezen Opperhoofd of Resident van het eomptoir of de loge der O. 1. Comp. te Bassoura in Persiën, wegens delicten aldaar gepleegd, alsmede sententie van den Hooge Rade in Holland en eenige Geeommitteerde Adjuncten, dd. 2Üet. 1753, voor welke hij bier te lande te regt moet staan. Nederl. Juarb. VII. 1733, 2, 875, 877. XX, Bijvoegsel. 1747—1735. 319, 427. |
i;if)57. Zakelijke inhoud van bet request, dd. Amsterdam 29 (Jet, 1733, van Bewindhebberen van de ü, 1. Comp. ter kamer Amsterdam aan de Staten Generaal, ton einde voorziening worde gedaan, dat tegen Frans Ganter, gewezen eerste Resident of Opperhoofd van het eomptoir der O. I. Comp. te Bassoura, hier te lande worde geprocedeerd over de delicten door hem in dienst van de Compagnie in Iiufiü begaan; en dat hangende de deliberatie alles blijve in statu quo; alsmede resolutie tot aanschrijving aan den HoofdoIIicier en Schepenen van Amsterdam om berigt hierover. Res. Roll. 31 Oct. 17.)3. II. Ie dr. 1493. —Request, dd. ?, van de familiebetrekkingen van Frans Cantor, ot tot afwijzing van het request der O. I. Comp, of om daarop te hoeren dc supplianten of Frans Canter zeiven, Aid. 2 November 1753, II. le dr. 1519. — Request, dd. 'i, van Bewindbcbbercn der 0. I. Comp. ter kamer Amsterdam, ten einde voorziening worde gedaan, dat Frans Canter, hangende de de-liberatiën van dc Staten van Holland en West-Vriesland, over bet request door hen op 29 Oct. 1733 aan II. H. M. M. gepre-senteerd, uit zijne detentie niet worde ontslagen; alsmede resolutie om de supplianten dien aangaande te renvoijeren aan de ordi-naris Justitie. Aid. 6 November 1733. II. le dr. 1331. — Missive, dd. Amsterdam 7 Nov. 1733, van Schout en Schepenen der stad Amsterdam, houdende liet verlangde berigt omtrent de zaak van Fraiis Ganter; alsmede resolutie om daarmede genoegen te nemen, en deze zaak te laten aan de ordinaris justitie. Aid. 8 November 1753. II. ledr. 1540. — Resolutie op het request, dd. ?, van de familiebetrekkingen van Frans Ganter, ,dat een Impetraut van revisie voor den Hoogen Rade triumpherende met compensatie van kosten, van zijn partij kan repeteren de helft der gelden gefurneerd voor de vacatiën ete. van de reviseurs. Aid. 6 Dcc. 1733. II, le dr. 1825. 13658. Uitvoerig verslag met mededee-ling der betrekkelijke stukken van een verschil wegens de rechtspleging tussehen de Hoven iter Justitie en de steden, ontstaan over do jurisdietie van misdrijven, gepleegd op het O. I. Comp. retourschip de Gerechtigheid, voor de kamer Delft, 1734 en 1735; Nederl. Jaarb. X, 1756. 1, 209. 13639, llijzonderheden nopens het transporteren naar Oost lndië, van den vcroor-; deelden predikant te Liefkenshoek Ds, Re-1 natus Sten huis, in kwaliteit van busschie-! ter; alsmede van zijne beide zoontjes in 1 kwaliteit van scheepsjongens, hun terugkeer ; uit O. I., en zijn beklag hierover Nederl. i Jaarb. XIII. 1739. 2. SOi, 805, 806, 821, |
240
822, 824 en X. 1756. 2 1201. — Resolu-tiiin vnu de hoeren Gecommitteerde Ration van Zeeland, dd. 20 Maart en 10 April 1758, ten bewijze dat het verzenden der kinderen naar ü. Indic is geselued op verzoek van Ds. Johannes Stenhuis. Aid. X.X1I. Bijvoegsels 1760—1765. 1409, 1410. 13660. Inhoud van een vonnis, dd. Batavia 1761, waarbij Gerardus Verbeet, predikant te Banda, van zijn ambt en qualiteit gedeporteerd is en voor al zijn leven gebannen uit alle landen, steden, forten en plaatsen, onder liet ressort van de Comp. behoorende. Vad. Lett. 1763. III. 1. 183, 184. 13661. Uitvoerig verslag, met mededee-ling der betrekkelijke stukken, van eenige differenten in het bcrechten van de muitelingen van O. 1. Comp. sehip Nijenburg, tussehen de heeren Geeommitteerdo Raden in West-quot;Vriesland en 't Noorderkwartier en den HoogenSeheepskrijgsraad. Nedcrl.Jaarh. XIX. 1765. 2. 387. 13662. Over de doodstraffe en het pijnigen, door Mr. J. C. M. Radermaeher, Anno 1780. Betoog voor de afschaffing. Verh. Bal. Gen. N. /. II. 3e dr. 182(), 191. Burgerlijke zaken. 13663. Request van Bewindhebberen der O. I. Comp. aan de Staten Generaal, om te obtineren octrooi tot het stellen vau cura-teurs in Indien over de boedels van hare dienaars, aldaar komende te overlijden zonder kinderen, weduwe of erfgenamen in die gewesten na te laten; benoeming eener commissie om consideratie en advies. Res. Roll. 15 Julij 1671. 2e dr. 305. — Rapport van deze consideration en advies, en voorstel en 'besluit in toestenimenden zin. 7 October 1671. 2e dr. 623. — Advies van gedeputeerden van de Staten Generaal op bovengenoemd request; en verzoek om advies aan Gecommitteerden. Aid. 25 November 1671. 2c dr. 663. — Missive van Bewindhebberen der O. I. Comp. ter kamer Amsterdam, dd. 24 Nov. 1671, alsmede tekst der resolutie, dd. 26 Nov. 1671, van de Staten Generaal en acte van octrooi. Aid. 28 November 1671. 2e dr. 674. 13664. Octrooi, dd. 26 November 1671, voor de O. I. Comp deser Landen, om On-ratcurs te mogen stellen over boedels van hare Dienaers in Indiën stervende. Or. Pla-caathoek, III. 's Hage 1683. fol. 1310. Re». Stat. Gen. 26 Nov, 1671. |
13665. Missive, dd. den Haag 8 Oct. 173'), van den lloogen Raad over het adres van het com mittimus dor brieven van beneficie van inventaris tot het adieren der boedels van zoodanige personen, die buiten de provinciën van Holland en Zeeland geboortig, en daar nooit gedomicilieerd zijnde geweest, naar Oost-Indii'n zijn uitgevaren, en voor hun retour in deze landen in dienst van de O. I. Comp, dezer landen komen te overlijden. Res. Holt. 8 October 1735. Ie dr. 583. — Resolutie hierop genomen. Aid. 22 December 1735. Ie dr, 766. 13666. Missive, dd. den Haag 26 Nov. 1749, van den Hove over Holland, Zeeland en Vriesland, over twee mandamenten bij haar verleend tegen Bewindhebberen van de O. I. Comp. te Middelburg en te Enkhuizen tot voldoeuinquot; van gages, die zij reeds uitgekeerd hadden aan personen die voorgegeven hadden erfgenamen ab intestato te zijn van den overleden Oost-Indicvaarder, Jan de Koning. Res. Roll. 19 Dee. 1749. 11. Ie dr. 1309. — Rapport vau Gecommitteerden en resolutie tot aanschrijving aan het Hof, om de voornoemde mandementen in te trekken en buiten effect te stellen. Aid. 22 Junij 1751. I. Ie dr. 473. 13667. Missive, dd. Amsterdam 18 Mei en 23 Nov. 1756, van Bewindhebberen der O 1. Comp. ter kamer Amsterdam, houdende berigt op het request, dd. 16 April te voren, van weesmeesteren der stad Amsterdam, om zonder cautie uitkeering te erlangen van de te goed zijnde gagies van wijlen den Gouverneur Generaal G. W. van Imhoff. Res. Hull. 19 Mei 1756, le dr. 302. 27 Nov 1756, le dr. 880. Rapport van Gecommitteerden tot de zaken van de O. 1 Comp. op bovengenoemd request. Aid. 6 April 1737. I. le dr. 372. — Resolutie hierop. Aid. 31 Aug. 1757. II. le dr. 719. 13668. Missive, dd. Amsterdam 23 Nov. 1756, van Bewindhebberen dor O. 1. Comp. ter kamer Amsterdam, over de wijze waarop Bewindhebberen der O. I. Comp. in de respectieve kameren binnen de provincie Holland, zullen uitkecren de te goed zijnde ga-gie van personen in Indië overleden; alsmede tekst der resolutie in wat voege zulks te doen. Res. Roll. 32 Augustus 1757. II. le dr. 719. |
21.1
1:1669. Resolutie van de Staten van Holland, dd. 31 Aug. 1757, houdende bepaling in wat voege Bewindhebberen van de O. 1. Comp. in deze Provincie aan de respectieve weeskameron zullen uitkeeren te goed zijnde gagie van personen in Indië overladen. Gr. PUcaatboek, Vlll. Amst. 1795,fol. 1214. 13670. Missive, dd. Middelburg 2 April 1760, van H. H. XVlIn. aan de Stalen Generaal, inhoudende hun advies op de propositie van ïriesland, om de manier van procederen in insolvente boedels ten opzigte van de kolonie van Suriname gearresteerd, ook te ex-tenderen tot al de verdere koloniën van den staat, zoo in üost- als West-lndië; alsmede resolutie dienovereenkomstig. Res. iloll. 3 Mei 1760, I. Ie dr. 666. 13671. Resolutie tot afwijzing der reques-ten van A. W. du Bois, inhoudende verzoek om voorziening ter zake eener voorgegeven pretensie ten laste der O. I. Comp. betreffende eene questieuse nalatenschap van Francois du Bois. lies. Holl. 19 April 1780. 1. Ie dr. 348; 12 Mei 1780. I. Ie dr. 405. 13672. Request van Commissarissen van de kamer van desolate boedels te Amsterdam, om declaratoir nopens het regt van praefe-rentie van notariele obligatiën door 's Lands bedienden in Oost-Indië gepasseerd, bij een coneursus creditorum. Res. Iloll. 2 i'ebruari 1768. Ie dr. 42. —Aanschrijving van bovengenoemde Commissarissen om te disponeren op de boedels aan die kamer gebragt en nog te brengen, alsmede verzoek aan de Hul-landsehe kamereu der O. I. Comp. om consideratie en advies op hun request. Aid. 1 October 1768. Ie dr. 885. — Missives van de vijf kameren der O. I. Comp. met hunne consideration op dit request, dd. Amsterdam 8 Febr., Delft 16 Febr., Rotterdam 7 Febr., |
Hoorn 14 Jan., Enkhuizen 18 Febr. 1769. Aid. 18 Maart 1769. I. Ie dr. 376.—Missive, dd. den Haag 4 Mei 1770, van den Iloogen Rade over Holland, Zeelund en Friesland, alsmede tekst der Missive dd. den Haag 30 Maart 1770, van den Hove over Holland, Zeeland en Friesland, beide inhoudende de verlangde consideration en advies op bovengenoemde vijf Missives. Aid. 5 Mei 1770. 1. 1 dr. 473, 475. — Resolutie, waarbij wordt, verklaard, dat in het judicium praeferentiac et eoncurrentiae over den boedel van een insolvent overledene in Oost-lndië, van hier derwaarts gevaren, de notarieele obligatiën, door hem na zijn treden in 's Compagnies dienst gepasseerd, voor alle andere onderhandsche obligatiën zijn geprefereerd. Aid. 18 Mei 1770. 1. Ie dr. 573. 13673 Bij nader dispositie omtrent het verleend ontslag van üdeicommis van /6000.0.0 bankgeld, uit do goederen en effecten tot de nalatenschap van Juan, «lias Aron Alvarez behoorende, Bewindhebberen der O. I. Comp. ter kamer Amsterdam geauthoriseerd ten verzoeke van Parnassim der Portugeesche Joodsche Natie te Amsterdam, eene actie van / 3000.0.0 te transporteren en quoteren aan en op naam van dieganen, die de sup-plianten of derzelver gemagtigden opgeven. Res. Iloll. 15 Febr. 1782, ie dr. 98. 13674. Resolutie op wat voet Commissarissen van de desolatc-boedelskamer te Amsterdam kunnen volstaan in het vorderen en ontvangen der te goed zijnde gagiön of gelden bij dc O. I. Comp. van personen in Indiën, of in 's Compagnies dienst overleden, en hoe ver Bowindhebberen ter kamer Amsterdam daarover kunnen worden gemoeid. lies. Iloll. 0 Mei 1783. I. Ie dr. 522. Gr. Placaalboek, IX. Amst. 1796. fol 1264. |
Geschiedenis. 13675. Outwerp-Instructie voor het Hoge Gerechtshof van Bataafsch Indiën. Bijlage D van het Rapport der Comm. tot de U. 1. taken, vervat in hare Missive aan het, Staatsbewind, van den 31 Aug. 1803. P. Mijer, yerzameling, Bat. 1848. 289. |
13076. Ontwerp-Regleinent omtrent de judicature over do buiten en prijzen, welke, door oorlogschepen van den Staat, of door schepen, bij partikulicren uitgerust, en op bekomen commissie, of lettres de marques, uitgevaren, zullen worden achterhaald en genomen, en ingebragt op eenige der Bezittingen van den Staat in Azië, en over de zeeroover\jen. Bijlage Ü. lo. behoorende tot het Rapport der Comm. tot dc O. 1. zaken |
31
242
vervat in hare Missive aan het Staatsbewind, an den 31 Aug. 1808. P. Mijer, Verzameling, Bat. 1848. 318 13677. Ontwerp-Instructie voor de Ad-voeaten-Adviseurs, bij het Collcgie van Schepenen te Batavia, mitsgaders bij de Collegiru van Justitie, op Amhoina, Banda, Ternaten, Maeasser, Malacca en Cochim. lüjlagc D. 2o. behoorende tot het Rapport der Comm. tot de O. I. zaken, vervat in hare Missive aan het Staatsbewind van den 31 Aug. 1803. P. Mijer, Verzameling, Bat. 1818. 323. 13678. Mededeeling, door J. Tromp, dd. Batavia Dec. 1857, van den zakelijken inhoud van het Rapport, dd. 30 Maart 1801, der Comm. in 1797 benoemd om een verbeterd plan voor de politie in de Batavia-sche Ommelanden op te maken en in te dienen aan de Indische Regering. T. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. I. 342. 13679. luhoud van het rapport, dd. 30 Maart 1801, van eene Commissie in 1797 benoemd, ter indiening vaa een verbeterd plan van politie voor de Ommelanden van Batavia; en tekst der bepalingen dientengevolge in het plakkaat op 25 Maart 1806 gearresteerd, op voorstel van Pieter Engel-hardt. T. v. N. /. 1849. Gron. Ie d. 264. 13680. Mededeeling, met toelichting, door D. W. Schiff, dd. 's Eage 16 Mei 1865, van de Instructie voor het Hooge Geregts-hof van Bataafsch Indirn. Gearresteerd bij Secr. Staatsbesluit der Bat. Republiek, dd. 27 Jan. 1807. Lett. Q,. Bijdr. T. L.en V.kunde v. N. Indië, XII. N. V. VIII. 1865. 445. 13681. Circulaire van den Gouv. Gen. J. W. Janssens, dd. 22 Julij 1811, aan de verschillende Collegiën van Justitie en Landraden van het eiland Java, tot het schenken van pardon aan misdadigers op 15 Aug. 1811. T. v. N. /. 2e j. 2c d. Batavia 1839. 296. Noot. 13682. Proclamatie van Lord Minto, dd. Molenvliet 11 Sept. 1811, Gouv. Gen. van Britsch Indië, gedaan na de verovering van het eiland Java in 1811. Overgenomen uit de: //Stukken, rakende de Administratie der Justitie op Java.quot; Ree. o. d. Ree. XIV. 1821. Meng. 299. |
13683. Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java. VIII. Britsch Tus-schenbestuur. Reglement voor de Provinciale Geregtshoven op Java, uitgevaardigd door T. S. Rallies, den 11 February 1814. Tekst van een volledige en uaauwkeurigc vertaling door S. van Deventer J.Sz. T. v. N. I. 1804. N. S. 2e j. I. 403, -Ook geplaatst in S. v. Deventer J.Sz. liij-dragen I. Z. B. 1865. 123. — Tekst der vertaling van dit Reglement, door P. d e Haan Pz. Bijvoegsels tot de Hermet van 1828. 3e j. Sept., Oct. en Nov. 189. 13684. De inrigting van de, jury in eri-mineele zaken, door de Engelschen op het eiland Java, in 1812. Getrokken uit hunne Ordonnantie op de manier van Procederen iu criminele zaken aldaar, van den 21n Jan. 1812. Xec. o. d. Ree. XIV. 1821. Meng. 303. 13685. Een paar processen onder het jury-stelsel. Uit de Jav. Ut. Gaz. van 30 Mei en 12 Junij 1812. Verslag van de zitting van het Ilof van Justitie (Court of Justice) te Batavia op den 15 Mei 1812. Zaak van den Luit. Kol. R. B. de Moor wegens mishandeling of manslag van den inlander Sarongong. fxd. Mag. I. Tw. 1844. No. 10, 11 en 12. bl. 245. 13686. Beknopt overzigt van het regts-wezen in Nederlandsch Indië, Zaraenstelling van: a. regterlijke instellingen in de Gouv. landen op Java en Madura; b. regtswezen in de Vorstenlanden op Java; c. regterlijke instellingen in de bezittingen buiten Java en Madura; d. militaire partitie; e. Openbaar Ministerie in Ned. Indië. Ned. Jaarh. R. TV. IV. 1842. 193. 13687. Nalezing van de arresten van het Hoog-Geregtshof van Nederlandsch Indië, sedert 1819 in revisie van strafzaken gewezen; door de Redactie, dd. Dee. 1848, met historische toelichting. Regt N, I. Ie j. II. 1850. 278, 301, 429. 13688. Provisioneel reglement op het beheer van de polieie en de criminele en civiele regtsvordcring in de res. Banda. Gearresteerd bij besluit van den Gouv. Gen. van Ned. Ind. G. A. G. P. van der Capel-len, gedagieekend Banda 29 April 1824 No. 5. Ind. SlaatsU. 1824 No. 21«. — Aan-tcekeningen van van der Capellen op dit Reglement. T. v. N. I. 17e j. 1855,11,305. 13089. Provisioneel reglement op het |
HEGTSWKZEN
243
beheer van de polioie en de criminele en civiele regt.svordering in de res. Ternate, gearresteerd bij besluit vau den üouv. Gen. van Ned. Ind. G. A. G. P. van der Ga-pellen, gedagteekend Ternate 27 Mei 1824 No. 1. Indisch Staatsbl. 1824 No. 26 h. — Aanteekeningen van van der Capcllen op dit Reglement. T. v. N. 1. 17e j. 1855, II. 311. 13690. Bepalingen voor het beheer der justitie te Timor: a. het besluit, dd. 15 Deo. 1831 No. 10, van den Commissaris voor Ti-mor en onderh. E. Francis; h. het Indisch besluit, dd. Pondok Gcdé 18 Deo. Ib:i2. No. 13; en c. het Indisch besluit, dd. Batavia 4 Dec. 1837 No. 27. Reqt N. I. Ie j. I. 1849. 473. — Mededeelingen betreffende de bevoegdheid en zamenstelling van den landraad in de res. Timor. Aid. Ie j. I. 1849. 448; II. 1850. 163; 2o j. III. 1850. 423. 13691. Indisch besluit, dd. Tjipannas, II Junij 1831 No. 29, tot oprigting der regt-bank voor criminele zaken te Djokjokarta. Regt N. 1. Ie j. I. 1849. 320. 13692. Indisch besluit, dd. Tjipaunas, 11 Junij 1831 No. 30, tot oprigting der residentie-raden te Soerakarta en te Djokjokarta. Regt N. /. Ie j. I. 1849. 324. 13693. Besluit, dd. Buitenzorg 6 Jan. 1832 No 1, van den Gouv. Gen. v. N.Indië J. van den Bosch in Rade, tot onmiddelijke executie der vonnissen van den landraad iu Bengalen, en tot het verleenen van .//fiat executioquot; op condemnation tot doodstraf, beide tegen de schuldigen aan de onlusten in die residentie, v. Vloten, Proeve. 2c dr. Amst. 1851, 47. 13694. Mededeeling en opmerking van L. van Vliet, nopens een dagvaarding namens den Raad van Justitie te Batavia op 14 Mei 1846, om voor hem te compareren op den 18 Junij daaraanvolgende van iemand, die men wist, dat naar Europa was vertrokken, en in Nederland is gedomicilieerd. Volksb. 1847. 48. |
13695. Zakelijke inhoud van het Kon. besluit, dd. 15 Aug. 1839 No. 102, tot benoeming cener Commissie tot het daarstellen der vereischte ontwerpen, om de nieuwe Ne-derlandsche wetgeving voor Ned. Indië toepasselijk te maken, en tot het doen van alle zoodanige verdere voorstellen, als iu verband daarmede dienstig zullen worden geoordeeld; benevens opgave de; leden dier Commissie. Ned. Jaarb. R. W. I. 1839. 703; IV. 1842. 193. III. 1841. 3S. — Ontbinding dezer Commissie in 1845, benevens opgave der nieuwe wettelijke verordeningen, vastgesteld bij Kon. besluit, dd. 16 Mei 1846 No. 1, wier afkondiging in Ned. Indië vóór of op 1 Mei 1847 en wier invoering vóór 1 Januarij 1848 zal plaats hebben. Aid. VIII. 1846. 366. — Mededeeling van den Minister van Kolo-niiin, J. C. Baud, op 4 Nov. 1840, in de Tweede Kamer der Stat. Gen., betreffende de wijze van zamenstelling en invoering van de nieuwe wetgeving in Ned. Indië. Aid. IX. 1847. 406. — Zakelijke inhoud der Publicatie, dd. 30 April 1817, van den Gouv. Gen. van de nieuwe wetgeving in Ned. Indië. Aid. 765. 13696. Rapport van den Staatsraad belast met eene zending naar Ned. Indië, Mr. H. L. Wichers, behelzende een overzigt van het herigt, met betrekking tot de nieuwe Ned. Ind. wetgeving en hare invoering in Ned. Indië, naar aanleiding van het Kon. besluit van 16 Mei 1846 No. 1. (St.bl. 1847 No. 23). Re/jt N. I. 7e j. XIII. 319. 13697. Geschiedenis van de daarstelling van het Reglement op de R. O. en het Beleid der Justitie, Art. 3 van dat Reglement, uit zijne beginselen ontwikkeld. Over de uitvoering van de uitspraken der justitieraden, door Mr. R. A. Eek hout. Regt N. I. 10e j. XIX. 225. 13098. Veroordeeling, door L van Vliet, der geheimzinnigheid, omtrent liet verrigte ten aanzien der nieuwe wetgeving voor Ned. Indië. Volksb. 1847. 48. 13699. Nieuwe wetgeving voor Ned. ind. en hare tot stand brenging, met een terugblik op do oude wetten. Bijdr. Ned. en Vreemde Kolon. Vütf. 111. Melvill, Moniteur II. 137. — Zie ook nopens die wetgeving en de invoering er van: Tijds. N. I 10e j. I. 283. — Zie ook de rede van Mr. Wichers en zijn dood. Rent N. I. Ie j. I. 7. 4e i VIII. 320. 13700. Redevoering door H. L. Wie h ers, Staatsr., Pres. van het Hoog-Geregtshof van Ned. Ind, uitgesproken in eene plegtige vergadering van dat collegie, op den In Mei 1841, ter gelegenheid van de invoering der nieuwe wetgeving. Regt N. /. Ie j. I. 1849. 7. — Idem van Mr. C. Hnltman, Procureur Generaal. Aid. 167. |
31*
13701. üverzigt over de nieuwe wetgeving voor Nederlandseli Indië, door Mrs. A. de Pinto en Gijsb. M. van der Linden, advocaten te 'sUravcnhage. Themis, IX. 1848. 169, 333, 360, 509; X. 1849. 1; XI. 185U. 173; XII. 1851. i; 193, 353, 362, 365, 3/3. 13702. Beschouwingen over de invoering van de nieuwe wetgeving voor Ned. Indië, op 1 Mei 1848. T. v. N. I. ]0e j. N. S. Ie j. Batavia 1848, le d. 283. 13703. Vergelijking en opgave der punten van versclül tussohen het politie-regle-ment van Soerabaja en de nieuwe wetgeving van 1848. Aangezien het eerste in 1851 voor geheel Java behalve Batavia, is van toepassing verklaard, voor zoo ver het niet strijdt met de laatste. Iteat N. I. 6e j. XI. 87. 13701'. Vlugtige aanmerkingen op de Indische Wetboeken, door Prof. C. J. van Assen. Themis, XI. 1850. 1, 12. 13705. Gouv. besluiten betreffende de zamenstelling en de ontbinding der Gominis-siën van strafvervolging in N Indië. liegt N. I. 6e j. XII. 135. 13706. Aankondiging van het Handboek van Mr. G. J. Keizer, met klagten over de aehterlijkheid van de voltooijing der Indische wetgeving, in verband met de zending van Mr. H. L. Wiehers naar Madura. T. v. N. I. 22e j. II. 70. 13707. Benoeming eener nieuwe Gommis-sie voor de vervaardiging van een ontwerp van strafwetboek voor Ned. Indiii. liegt. N. I. lOe j. XIX. 122. 1370S. Toelating van de Redactie van het Tijdschrift «Het regt in Ned. Indiëquot; tot de in het Gouv. archief aanwezige stukken, be-tretlentte de invoering der nieuwe wetgeving. liegt Ai. 1. Ie j. XIII. 155. 13709. Eoc moet Art. 91 van de Overgangswet uitgelegd worden, door Mr. R. W. J. G. Bake, dd. Soerabaja lü Maart ih49. Over de kracht der hypotheekbrieven, verleden vóór 1 Mei 1848. Regt N. 1. le i. 1. 1849. 184. — Hoe moot art. 91 van de Overgangswet uitgelegd worden ? dd. Samarang 11 Mei 1849. Wederlegging van bovengenoemd vertoog. Aid, 404. — Nog iets over art. 91 der Overgangswet; door Judex. Aid. 2e j. IV. 1851. 198. |
13710. Ecnige aanmerkingen omtrent, art. 92 der Overgangswet, door Mr. R. W. J. G. Bake, dd. Koerabaja 14 Aug. 1851, betreffende den lijfsdwang. Reqt N. I. 3e j. VI. 1851. 240. — Antwoord van Mr. M. quot;W. Schel tem a op deze aanmerkingen, dd. Pa-dang 9 Dee. 1851. Aid. 4e j. VII, 1852.48. 13711. Indisch besluit, dd. Batavia 3 February 1849 No. 12, bepalende, dat een meisje, onder de vroegere wetgeving bevoegd tot een huwelijk, thans dispensatie noodig heeft, zoo lang zij niet den door de nieuwe wet bepaalden ouderdom daartoe heeft bereikt. Regt N. I. le j. I. 1849. 236. 13712. Vonnis van den Raad van Justitie te Batavia, dd. 19 Januarij 1853, in een kwestie betreffende de adoptie van natuurlijke kinderen en hun erfregt. Reqt N. I. 4e j. VIII. 1853. 457. — Arrest van het Hoog Geregtshof van Ned. Indië, dd. 24 Julij 1855, betreffende de voorziening door den vader in de voogdij over geadopteerde of erkende kinderen, voorafgegaan door de mededeeling van het vonnis in deze van den Raad van Justitie te Samarang, dd. 12 Mei 1855, het rekest van den advokaat en procureur L. M. de Haes, alsmede de schriftelijke conclusie genomen namens den Prnc. Gen. door den Adv. Gen. bij het Hoog Geregtshof van Ned. Indië, Mr. M. P. A. Goster. dd. 28 Junij 1855. Aid. 6e j. XI. 1855. 270. 13713. Bedenkingen op en naar aanleiding van art. I der Algemeene Bepalingen van wetgeving voor Nederlandsch Indië, door A. J. Swart, dd. Batavia 25 Deo. 1860. Over de wetten in 't algemeen, hare uitvaardiging, afkondiging en verbindende kracht, met betoog, dat daarin nader bij het aanstaande Regerings-Reglement behoort te worden voorzien, evenals dat art. 59 der Grondwet in Indië zou moeten worden afgekondigd. Regt N. 1. 2e j. IV. 1851. 399. — Benige opmerkingen gemaakt, door Mr. G. Sandenbergh Matthiessen, bij het lezen der verhandeling van A J. Swart, dd. Padang 25 April 1851. Aid. 3e j. V. 1851. 417. — Beantwoording dezer opmerkingen, door A. J. Swart. Aid. VI 1851. 289. — Wederlegging der beantwoording door G. Sandenbergh Matthiessen, dd. Batavia 9 Dec. 1851. Aid. 403. |
245
13714. Vonnis, waarbij een Franschman te Samarang met vergunning der Regering verblijf houdende, in ourgerregterlijken zin is beschouwd als ingezeten van Nederl. In-dië, en niet. als vreemdeling. Beschouwingen over de vraag; wie jure civili zijn ingezetenen en vreemdelingen in Ned. Indic. Regt N. I. Ge j. XI. 189, 359. 13715. Vonnis waarbij is uitgemaakt, dat de publicatie op het vast en tijdelijk verblijf op Java dd. 10 Jan. 1834. (Ind. Stbl. No. 3), wel ten aanzien van vreemdelingen, doch niet met opzigt tot Nederlanders, straf bedreigt wegens het verzuim, van binnen zes weken na aankomst een akte van verblijf te moeten aanvragen. Regt N. I. Ge j. XL 156. Regterlijke Organisatie. 13716. Tekst van verschillende besluiten van den Gouv. Gen. van Ncd. Indië, Ao. 1851, betrekking hebbende tot de justitiele inrigtingen, en dc bcmoeijingen van hel uitvoerend gezag in deze. liei/t N. I. 3e j. VI. 1851. 314. 13717. Beantwoording der vraag: »Van welke verordeningen kan de Gouv. Gen. krachtens de tweede zinsnede van art. 53 van het Regerings-Rcgloment (Ind. Staatsbl. 1855 No. i) dispensatie verleenenfquot; door Mr. T. H. der Kinderen. Regt N. I.7e y XIV. 428; 8e j. XVI. 375. 13718. Dc onpartijdigheid en onafhankelijkheid van den regter. Aantooning van de noodzakelijkheid van de toepassing door het Ind. Gouv. van art. 95 van het R. R., voor zoo veel betreft het ontslaan van leden der regterlijke macht wegens schulden. T. v. N. /. 22 j. 1860. I. 199. 13719. Worden er persoonlijke toelagen aan leden van de regterlijke magt gegeven? door B., dd. 'sHage, 12 Sept. 1859. Over bet stelsel van persoonlijke toelagen boven de voor eenige betrekking vastgestelde bezoldiging, vooral met het oog op de persoonlijke toelage, welke aan twee der hoogste regterlijke ambtenaren in Ncd. indië zoude gegeven zijn. v. N. I. 21e j. 1859. II. 249. 13720. Nadere regeling der bezoldiging van de Tresidenten der Raden van Justitie te Araboina en Makasser en van den Officier van Justitie bij laatstgenoemden Raad. Reyl N. I. 8e j. XV. 483. |
13721. Periodieke traktcmentsvcrhooging der leden van het Hoog Geregtshof van Neo. Indië en der Presidenten vun de Raden van Justitie op Java. Idem van den President en den vice-presidont van het Hoog Geregtshof van Ncd. Indië. liegt N. I. Se j. XVI. 470; 9e j. XVIII. 83. 13722. Toelage aan de Leden van den Raad van Justitie te Banda, alsmede bezoldiging van een klerk bij dc griffie van den Raad van Justitie te Banda (Gouv. besluiten van 20 Maart 1861 No. 1L en 52). Regt N. I. 10. XIX. 209. 13723. Het hebben van aandeel van naam-looze vennootschappen van koophandel is voor regterlijke ambtenaren ongeoorloofd. Art. 9 Regl. R. O. Regt N. I. 10c j. XX. 356. 13724. Publicatie, dd. Batavia 17 Jan. 1849 (Ind. St.bl. No. 5), van de verandering in de zamenstelling van het Hoog Geregtshof van Ned. Indië, en de tijdclyke opdragt van een gedeelte der regtsraagt van dat opper-rcgtcrlijke collegie aan de Raden van Justitie op Java. Regt N. I. Ie j. I. 1849. 85. 13725. Kort overzigt van de werkzaamheden van den Hoogcn Raad der Nederlanden, der Provinciale Geregtshovcn in Geldeiland en Zeeland cn het Hoog-Geregtshof van Ne-derlandsch Indic. Vergelijking der zamenstelling en werkzaamheden. Regt N. I. Ie j. L 1849. 79. 13726. Indisch besluit, dd. Batavia 6 Mei 1851 No. 13, ter benoeming van Mr. F. B. van Leeuwen tot tweeden substituutgriffier bij den Raad van Justitie te Batavia, alsmede tot magtiging van den President van het Hoog Geregtsüof van Ned. Indië, om de uit Nederland aankomende ambtenaren der le kl. werkzaam te stellen bij de griffiën of parketten van het Hoog Geregtshof van Nederl. Indië, en van de Raden van Justitie op Java. Regt N. I. 3c j. V. 1851. 414. 13727. Publicatie, dd. Batavia 12 Mei 1851 (Ind. St.bl. 33), betrefTende de voorziening in de tijdclyke waarneming der function van voorzitter van eenige inlandsche regtbank op de buitenbezittingen, in geval van afwezigheid, belet of ontstentenis van den voorzitter. A. ƒ. 3e j. VI. 1851. 303. |
240
13728. Indisch besluit, dd. 25 Sept. 18G1 No. 2, (Ind. St.b!. No. 46gt;, dat in denrvervolge ook te Blora, res. Rembang, zullen worden gehouden zittingen van de regtbank van omgang. Regt N. I. 3e j. VI 1851. 317. 13729. Indisch besluit, dd. Batavia 4 Mei 1851 No. 17 (.Ind. St.bl. No. 22), ter bepaling van het regtsgebied en de standplaatsen van de omgaande regters op Java en Madura. Regt N. 1. 3e j. V. 1851. 332. 13730. Publicatie, dd. Batavia 4 Mei 1851 (Ind. St.bl. No. 21), houdende instelling van vijf omgaande regters voor Java en Madura. Regt N. I. 3e j. V. 1851. 331. 13731. Indisch besluit, dd. 1 Sept. 1851 No. 4, betreffende de voorzitting van den landraad, bepaaldelijk door de hoofden van gewestelijk Dcstuur op Java en Madura. Regt iï. I. 3e j. VI. 1861. 317. 13732. Indisch besluit van 28 Julij 1862 No. 9, houdende indienststelling van vaste griiliers bij sommige landraden op Java en Madura. Regt N. I. 10e j. XX. 355. 13733. Aanstelling van een griffier bij den laudraad te Pekalongan. Regt N. /. 9e j. XVII. 488. 13734. Vaste griffier bij den landraad te Banjoemas. Regt N. I. 9e j. XVII. 115. 13735. Over het belasten der controleurs bij de landelijke inkomsten en kultures met de werkzaamheden van een griffie bij een landraad. Regt N. I. 8e j. XV. 480. 13736. Zaracnstelling van den residentie-raad te Benkoelen. Regt N. I. 10e j. XIX. 210. 13737. Staat, aantoonende de bevoegdheid der ondei soheidene op Java gevestigde regtbanken en geregten, volgens het Reglement op de Regterlijke Organisatie, in werking gebracht op 1 Mei 1848, krachtens de besluiten van 3 Maart 1848 No. 2 en 30 Maart 1848 No. 6, (Ind. Staatsbl. No. 11 en 15), door Mr. P. Bruns veld van Huiten, Raadsheer in het Hoog üeregtshof van Ned. Indie, Regt N. I. 2e j. IV. 1851. 151, 229. 13738. Beslissing van het HoogGeregts-hof van Ned. Indië, of Deeima behoort tot de jurisdictie van dea Ned. Ind. regter. Lie.ui N. 1. 7e j. XIV. 88. |
13739. Over de bevoegdheid van den Ned. Ind. regter, om kennis te nemen, van een misdrijf, op een Nederl. schip, op een der reeden van Ned. Indie door een vreemdeling opvarende van dat vaartuig, begaan tegen niet ingezetenen van Ned. Indië. Rent N. L 6e j. XII. 209, 210. 13740. Over de bevoegdheid van den Indischen regter, om kennis te nemen van misdrijven op Nederlandsclie en vreemde schepen, door opvarenden van die vaartuigen, op een der reeden of in een der havens van Ned. Indië gepleegd. Regt N. I. 6e j. XIV. 178; 9e j. XVII. 297. 13741. Een vreemdeling, die in Ned. Indië zijn verblijf houdt, kan altijd en door een ieder voor den regter aldaar worden gedagvaard, ter zake van alle verbindtenissen, door hem jegens wien ook en waar ook aangegaan. Regt N. 1. 6e j. XII. 181, 185, 186. 13742. Over de bevoegdheid der regtbank van omgang te Serang, om kennis te nemen van een misdrijf, gepleegd in de Lam-pongsche districten, door eenen na het plegen van het feit naar Bantam opgezonden Bantammer, in wiens zaak noch de Inlandsche regtbanken in die distrikten, noch de gezaghebber aldaar bevoegd zijn reet te spreken. Regt N. I. 7e j. XIV. 385. 13743. Regeling van het regtsgebied tus-schen den Raad van Justitie en den grooten landraad te Padang, en van den regtstoestand aldaar der Niassers, in verband met de aan-genomen beginselen van bestuur, volgens welke de Inlandsche bevolking ter Westkust van Sumatra wordt gelaten in het volle bezit van hare politieke en huishoudelijke reg-ten. Regt N. I. 6e j. XI. 29. 13741.. Regeling van regtsgebied tusschen den Raad van Justitie te Amboina en den grooten landraad aldaar. Reat N. I. 10e i. XIX. 473. 13745. Over de bevoegdheid vau den Raad van Justitie dan wel van den laudraad om kennis te nemen van een vordering, ingesteld door een Chinees tegen een anderen Chinees, ter erlanging van betaling van de helft eener door hen beide gezamenlijk aan een Europeaan afgegeven, door een hunner |
247
ten vcrvaldage betaalde acceptatie, waarbij zij zich ten aanzien der acte onderworpen hebben aan de wettelijke bepalingen voor Europeanen geldende. Regt N. I. fic j.XII. 176, 177. 13746. Over de bevoegdheid der regent-schaps-gcregten. liegt N. I. 7e j. XIV. 266; 9e j. XVIII, 346. 13747- Beantwoording der vraag; ,Welke regter is in de eerste zinsnede van art. 02 van het Regerings-lleglement bedoeld met den hoogsten burgerlijken of militairen regter Pquot; liegt N. I. 7e j. XIV. 399. 13748. Besluit van den üouv. Gen. van Ncd. Indii', dd. Buitenzorg 24 Junij 1841 No. 2, inhoudende voorschriften betreffende de vervolging in regten van Inlandschc hoofden en ambtenaren in Nederlandseh In-die. Bijblad Ind. SM. VI. 1862. 107, No. 1181. Ook geplaatst in Bijblad 2e dr. Batavia 1865. i, 385. — Toelichting door Mr. S. C. H. Nederburgh en C. de Waal. Bijblad 2e dr. Batavia 1865. I. 379.— Toelichting door S. van Deventer J.Sz. T, v. N. I. 1864. N. S. 2e j. II. 415. — Ook geplaatst in iS'. van Deventer J. Sz. Bijdragen I. Z. B. 1865. 416. 13749. Art. 4 van het Regl. op de R. V. en het Beleid der Justitie, uit zijne beginselen ontwikkeld. Betreft het vereischte verlof der regering tot het in regten betrekken der Inlandschc vorsten en hoofden van Ncd. Indië met een overzigt van het historieele der zaak en der in deze gerezen moeijelijk-heden, alsmede over de relatieve bevoegdheid ter zake van de uitvoerende en regter-lijke magten door Mr. R. A. Eekhout Regt N. 1. 10e j. XIX. 434, 13750. Verlof tot vervolging van Inlandschc gezanten, Regt N. 1. 8c j. XVI. 383. 13751. Over de inzending der voorstellen of adviezen tot vervolging in regten van inlandsche grooten en hoofden, tegen welke zonder verlof van de regering geen regts-vordcring of strafvervolging mag worden ingesteld. Regt N. I. 7e j, XIV, 100, 13752. Regterlijke uitspraken betreffende de toepassing van art, 84 van het Regerings-lleglement en art, 4 van het Reglement; op de Regterlijke Organisatie. Regt N. 1. 10c j. XIX. 182, 197, 262, |
13753, Het vereischte verlof tot gereg-telijke vervolging van mindere Inlandsche hoofden, beschouwd als bloot administratieve maatregel, waarvan het gemis voor den regter gecne onbevoegdheid ten gevolge heeft. Regt N. I. 5c j, X. 866. 13751. Uitspraak van het Hoog Geregts-hof, dat ondereolleeteurs van de landelijke inkomsten behooren tot de Inlandsche hoofden van aanzien, die, volgens art. 4 en 131 Regl. Regt. Org., voor do Raden van Justitie moeten teregtstaan. Regt N. I. 6e j. XI. 490. 13755. Beantwoording der vraag: ,Behooren luit enants der pradjoerits en mantria-rissen tot de bij art. lt;1 Regl. R. O. bedoelde Inlandschc hoofden van aanzien Regt iV. I. 8e j, XV. 89, 13756, Publicatie, dd, Batavia 10 Mei 1851, van het tarief van justitiekosten en salarissen in burgerlijke zaken, voor de Eu-ropeesche regtbanken in Ncd, Indic. (Ind, Staatshl, No, 27,) Regt N. I. 3c j. V, 1851. 383, 13757, Zamenstelling van het Openbaar Ministerie bij de Inlandsche regtbanken in de residentie Menado en Amboina. Regt N. I. 6e j. XII 223; 7e j, XIII. 85. 13758, Over de bevoegdheid der Officieren van Justitie bij de Raden van .lustitie, om, ook na de invoering der nieuwe wetgeving, voor de vendukantoren in regten op te komen ter vervolging van achterstallige debiteuren van die kantoren, Regt N. I, (ie j. XII, 200. 13759, Indisch besluit, dd. 25 October 1851 No, 3 (Ind, Staatshl, No. 58), betreffende de bevoegdheid van den regter om, zulks noodzakelijk achtende, zich te doen voorlichten door een translateur bij het opmaken van den Inlandschen tekst van vonnissen, Regt N. 1. 3e j. VI, 1851. 330. 13760, Publicatie, dd, Batavia 10 Mei 1851, van het tarief tot bepaling der hoegrootheid en van den vorm van taxatie van het honorarium der notarissen in Ncd. Indië, gelijk mede van de voorschotten, welke aan hen in rekening zullen worden geleden. (Ind, Stnatsbl, 27) Regt N. I. 3e j. V, 1851. 406. |
248
13761. Hebben advokaten en prokureurs een verlof vau de regering noodig, om zicli voor eenigen tijd naar Nederland te begeven. Regt N. L 10 j. XX. 357. 13762. Qouv. besluit van 5 Deo. 1848 No. 21, betreffende de bevoegdheid van de voorzitters der landraden tot aanwijzing van een bepaald hoofd dor Chinezen ter doorgaande bijwoning der tcregtzittingen en beraadslagingen. liegt N. L 8e J. XV. 474. 13763. Beschouwingen van L. A. P. F. Bruijn over het nieuwe .Reglement op het Notarisambt in Ned. Indië. Regt N. I. 9e j. XVIII. 25. 13764. In Indio is het beginsel aange-nomen, dat van een doctor in de beide reg-ten, geen examen wordt gevorderd voor het notarisambt, liegt iV. 1. 6e j. XI. 105. 13765. Opmerkingen door K., dd. 'sHagc 6 Eebr. 1861, nopens de tegenwoordige za-menstelling en werking der Indische wees-en boedelkamers, naar aanleiding van het Akad. proefschrift van A A. Buijskes. Leiden 1861. T. v. N. I. 23e j. 1861. I. 188. 13766. Een proefje van zonderlinge administratieve regeling, door Qnis. Opmerkingen over de zonderlinge regeling van de bezoldiging der beambten bij de wees- en boedelkamers op Java, met name op de drie hoofdplaatsen. T. v. N. 1. 21e j. 1859. II. 125. 13767. De weeskamers, door E. Toelichting van den oorsprong en de bestemming van het reservefonds bij die te Eatavia. r. v. N. 1. 1850. I. 84. 13768. Het college van boedelmeesteren te Batavia. Veroordeeling van do beschikkingen der regering in 1843 en 1848 over zijne fondsen. 1'. v. N. I. 1839. 2e dr. 175, 3t3. 13769. De eenige instelling te Eatavia in het belang van ongelukkige inboorlingen. Beschrijving van den oorsprong en de werking van het college van boedelmeesteren te Batavia, en de kwestie met de Indische regering, die zich de beschikking over zijne fondsen wil toeeigenen. T. v. i\. 1. 1849. 2e d. 340. |
13770. Opgave der redenen tot opheffing in 1840 van het ambt van superintendentie over het vendukantoor te Batavia. T. v. N. I. 16e j. 1854. I. 219. 13771- Het tekort van / 195.993, in de kas van 't vendukantoor te Batavia. Over dit tekort, veroorzaakt door den secr. cn boekhouder W. Macaré, en de gevolgen daarvan voor diverse ambtenaren en kolle-gicn, met aanmerking op de gedane impu-tatie van schuld deswege, gevolgd door het Gouv. besluit, dd. Batavia, den 23 Sept. 1851, inhoudende het resultaat van het ingesteld onderzoek. T. v. N. 1. 14e j. 1852. ï. 367. 13772. Indisch besluit, dd. 20 Maart 1853, waarbij is kwijtgescholden het door de Algemecne llekenkamer van Ned. Ind. vastgesteld verhaal op de betrokkene Indische ambtenaren, van een tekortkomst in de administratie van het vendu-kantoor te Batavia, ten beloope van/484.(i89,19. Maandel. Kronyk, 2e j. 1854. 1. 194. — Korte zamen-trekking van het oordeel hierover door de Ned. pers uitgesproken. AH. 125. Zie ook: T. v. N. [. 16e j. 1854. I. 219. Burgerlijk regt. 13773. Over art. 49 van het Ind. Burger. Wetboek betreffende de gevallen van onmogelijkheid voor ouders of grootouders tot het geven van toestemming aan minderjarigen voor het aangaan van een huwelijk, door J. C. van Schuij lenburch, dd. Padang Julij 1852. liegt N. /. 4e j. VIII. 1853. 7. 13774. Hoe moet de belooning van administrateurs van goederen van afwezigen, executeuren-testamentair en gemagtigden, overeenkomstig art. 466 van het Burg. Wetboek, berekend worden? door J, R. Kleyn, secret, van het collegie van boedelmeesters te Batavia, dd. Batavia 14 Maart 1849. liegt N. I. Ie j, 1. 1849. 177. — Een woord over de door J. R. Kleyn aangege-vene wijze van in rekening brengen van salaris of provisie-penningen, volgens de deswege bestaande voorschriften en het Burg. Wetboek voor Ned. Ind. door J. C. W e e-raat, dd. Samarang, 14 Mei 1849. Bestvij-didg van het vorenstaande artikel Aid. 401, 13775. Indisch besluit, dd. Buitenzorg 8 Pebr. 1849 No. 16, handelende over het door de weeskamers te berekenen loon, volgens het nieuw Burg. Wetboek Rent N. I. Ie i. I. 1849. 233. |
249
13776. IndiscU besluit, dd. 3 Oct. 1851 No. 7, (Ind. Slaatsbl. No. 5i), waarbij de openbare bekeudmakiuL' van haudiigtmg, aan de zorg van belanghebbenden wordt overgelaten. Rejt /V. 1. 3c j. VI. 1851. 318. 13777. Zonderling vonnis, door X. Z. Aanmerkingen op een vonnis, in Ned. Indic, waarbij aan eene moeder, wegens onzedelijk gedrag, zou. zijn ontnomen do voogdij over hare kinderen. T. v. N. I. 14c j. 1852. 11. 159. 13778. Toestemmende beantwoording der vraag: Behoudt, een ambtenaar, die tea ge-volge vau vorkregen verlof Ned. Ind. verlaat, zijn laatste standplaats als woonpiaatsf Begt M. 1. 9e j. XV111. 246. 13779. Aanmerking op de uitsluiting van ondersland, opgesloten in art. 41 van het Reglement op het civiel weduwen- en weezen-fonds in Ncd. Indië, der bij art. 27li van hel Burg. Wetb. bedoelde gewettigde kinderen. Reyt N. /. ( e j. XI. 445. 13780. Kunnen aan een minderjarige, ingezetene van Ned. Indir, wiens ouders woonachtig zijn in Nederland, brieven van mcer-dcrjarigvcrklaring worden verleend dooiden Gouv. Gen. lleyt I. 10e j. XX.3j4. 13781. Opdragt van regten op onroerende zaken in Ned. Indië,door Mr. M.W.Sehel-teina, dd. Padang 10 Nov. 1851. Beschouwingen met het oog op a. de oorzaak, b. den titel, c. de vestiging, en d. de openbaarmaking der opdragt, hypotheken enz. Over de ordonnantie van 21 April 1834 (Ind. bt-bl. 27), alsmede over de N. I. wetgeving van 1848, betreffende dat onderwerp. Reyt N. I. 4e j Vlll. 185^. 1. - Bewaring, bewijsstukken, openbaarmaking van regten op onroerende zaken in Ned. Indië, door Mr. M. W. Scheltema, dd. Padang 21 Nov. 1852. Vervolg. Aid. 5e j. IX. 1854. 21. 13782. Publicatie, dd. Batavia 28 Sept. 18 jl, (Ind. tstbl. N0. 50), der Bepalingen ter voorziening in het den 4 Oct. 1850 geleden verlies van de protocollen en registers van actcn van eigendom, cigendoins-over-gang, hypotheek, cessie en borgtogt, tc ba-maraug. Reyt N. 1. 3e j. VI. 1811. 304. 13783. Over de gevolgen eener cenvou-diae uitsluiting der wettelijke erfgenamen, door den crllatcr bij uitersten wil gedaan, door Mr. 11. A. des Amorie van der Hoeven, dd Socrabaja 8 December 1851. Rogl. A. /. 3e j. VI. 1851. 481. |
13784. De Raad van Justitie te Samarang heeft eene suikerfabriek, vermits het daaraan klevend regt van opstal, beschouwd als onroerend goed, in strijd met het gevoelen der Weeskamer aldaar. Reyt N. I. écj. XI. 282. 13785. Indisch besluit, dd. 27 Oct. 1851 N0. 5. (Ind. Stbl, 61), betreffende de invordering van pretension, voortvloeijende uit contracten Ier zake van de levering van zaken of werk. Reyt N. L 3e VI. 185 i. 321. 13780. Vonnis betreffende het niet voldoen aan de voorwaarden tot levering vun rund- en buffelvleesch aan het garnizoen en hospitaal te Willem I, en van gras en padie aan hot garnizoen te Salatiga. Real N. /. 7e j. XII. 443. 13787. Vonnis van het Hoog Gerechtshof van Ncd. Indië, ter zake van de toepassing van art 21, 32 en 33 van het lie-glement op het houden van uitbesteding van Ned. Ind. Betreft het regt van de regering om, zonder tot eene nieuwe uitbesteding over te gaan, eene overeenkomst te sluiten met een ander waarbij deze zich verbindt den arbeid, welke eerst werd uitbesteed, tegen een zekeren prijs en onder dezelfde voorwaarden, als die welke bij de uitbesteding waren gesteld, te verrigten. Reyt M. 1. 10e j. XIX. 376, — Vonnissen betreffende ques-tiën ter zake van uitbesteding. Aid. XX. -.60. 13788. Jurisprudentie omtrent do aansprakelijkheid van den Staat voor de daden zijner ambtenaren in de uitoefening hunner funetiën begaan. Reyt N. I. 10 j. XI 405, 414; XX. 30 13789. Verantwoordelijkheid van den al-geineenen ontvanger van 's Lands kas tc l!a-tavia, ten aanzien van het in de pakhuizen binnen de stad Batavia onder de administratie van eenen pakhuismeester gedeponeerd kopergeld. Regt N. 1, Ce j. XII. Ió2. 13790. Welke waarde kan er gehecht worden aan dc schuldbekentenissen, zooals die gewoonlijk voor notarissen worden gepasseerd P door D Bod de, notaris te Makasser, dd. Makasser 1 Julij 1852. Odeclte-lijke mededeeling van het plakaat gegeven in 't kasteel Batavia den 29 Mei I69u, be- 32 |
m
250
treilende de wijze waarop sehuldverbindte-nissen moeten worden verleden, lienl N. I. 4e j. VII. 1852. 341. 13791. Vlugtigo beschouwingen van art. 1977. li. W. Ingezonden. Over liet regt van eigendom, met betrekking tot roerende goederen. Regt N. I. ie j. II. 1850. 395. 13792. Verslag der proeeduren tussohen de vereenigde eigenaren van do tambangers bij liet Bataviaseli Buiten- of Tjunia-veer, tijdens de opheffing vim het veer ingekomen bij de regering van Ned. Indiö, alsmede brief van Mr. James van Hemert betreffende den inliond hiervan. Rent N. I. 9e j. XV11. 46jj XVI11. 180. !3793. Indisch besluit, dd. Batavia 12 Mei 1851 Nquot;. 108, ter bevordering eener spoedige afdoening van verzoeken ora dispensatie van voorschriften van het Burgerlijk Wetboek. Regt N. /. 3e j. VI. 1851. 314. 13791'. Indisch besluit, dd. Batavia 10 Aug. 1850 Nc. 2, ter uitlegging der bedoeling van art. 48 Burg. Wetb. bij hetwelk den Gouverneur Generaal de bevoegdheid is toegekend, om dispensatie te verlecncn van de vervulling der verpligtingen vermeld bij het art. 42—47 B. W., toestemming der ouders tot het huwelijk hunner kinderen. Reql N. /. 2e j. III. 1850. 447. llandelsregt. 13795. Vergelijking der artikelen van het Wetboek van Koophandel voor Ned. Indie, met die van het Nedorlandsch wetboek van koophandel, door Mr. 11. van Goens. Regt N. /. 7e j. XIV. 277. 13796. De voorschriften van het Wetboek van Koophandel van Ned. Indie, voor zoover zij afwijken van de voorschriften van het Ned. Wetb., toegelicht uit offieieele bescheiden, door Mr. T. H. der Kinderen. Regt N. L. JOe j. XX. 77, 181, 278. 13797. Staathuishoudkundige beschouwingen over naamlooze maatschappijen, bepaaldelijk in kolonii'n, en verooruecling onzer belemmerende beginselen te dien aanzien. Sloet, Tijds. VI, 263. IS798. Koninklijk besluit van 23 Aug. 1852, houdende vaststelling van bepalingen op de strandvonderij. Tindcd Sf Swart, Verh. 1833. 79. I I |
13799. Vereischte van het zoogenaamde zeeprotest om in regten bewijskracht te bezitten. Heeft betrekking tot de moeijehjk-heden tusschen de onderneming van Cores de Vries en het Indisch bestuur. Regt N. I. 2o j. XVIII. 113. Reqtsvordering. 13800. Vergelijking der artikelen van het Reglement op de Burgerlijke Regtsvordering voor de Raden van Justitie op Java, en het Hoog Geregtshof van Ned. Indië, met dc betrekkelijke bepalingen der Nederlandsche wetgeving. Re:il N. /. 7e j. XIV. 195. 13S01. Het middel van cassatie volgens de Ned. Indische wetgeving. De wettelijke bepalingen omtrent bet beroep in cassatie, in verschillende reglementen verspreid. Regt N. I. Ie j. II. 1850. 235. 13802. Over de executoire kracht van met de woorden: „In naam des Koningsquot; uitgegevene grossen van vonnissen en authentieke akten, in Nederland gewezen en verleden, in do Ned. Overzeesche bezittingen, en omgekeerd, door Mr.T. H. der Kinderen, gritïier bij den Raad van Justitie te Soerabaja, dd. Soerabaja Junij 18amp;3. Themis, XIV. 1853. 281. 13803. lets over dc uitlegging van artikel 838, in verband met artikelen 190 en 194 van het Reglement op de Burgerlijke Regtsvordering voor de Raden van Justitie enz., door Mr. R. W. J. C. Bake, dd. Soerabaja, 8 Aug. 1849. Over de vraag, of in eene procedure van eehtseheiding de getui-genverhooren onvoorwaardelijk op de teregt-zittiug moeten plaats hebben. Regt A'. I. Ie j. II. 1850. 73. 13801. Iets over art. 192 Inl. Regl., in verband met art. 910 Burg. Regtsv., door Mr. R. W. J. G. Bake, dd. Soerabaja, 8 Julij 1850. Over de al of niet ontvankelijkheid van hooger beroep bij verzuimde formaliteit. Reqt N /. 3e j. III. 1850. 309. Strafregt. 13805. Vergelijking der artikelen van het Reglement op de Strafvordering voor de Raden van Justitie op Java en het Hoog Geregtshof in Ned. Indië, mitsgaders voor de Residenten op Java en Madura, reiri,sprekende in zaken van overtreding tegen Euro- |
251
peanen en daarmede trelijkcestelde personen, i met de betrekkelijke bepalingen der Ned. wetgeving, door Mr. R. van Goens. liecjl N. I. 7e j. XIV. 282. 13800. Iets over de revisie van vonnissen gewezen in zaken van misdrijf, volgens de beginselen der nieuwe wetgeving in Nederl. Indië, door Mr. P. 15 runs veld van Huiten. Oorsprong en historiselie ontwikkeling, gevolgd door een heseliomving van ieder der thans bestaande wetsvoorscbriften omtrent dit punt, benevens eenige algefneene opmerkingen ten slotte, lie ff t N. I. 4e j. VII. 1852. 131. 13S07. Indisch besluit, dd. Batavia 12 Mei 1851 IS». 5, (Ind. Stbl. N». 221, dat elk eerste verzoek om gratie de uitvoering van eenig vonnis of arrest in Ned. [ndiü schorst, liegt N. I. 3e j. V. 16 )1. 333. 13808. Beantwoording der vraag in hoe verre volgens het Regerings-Reglement aan den Koning is voorbehouden het regl, van gratie van straffen, welke in Ned. Indië zijn opgelegd en aldaar worden ondergaan, licqt A. /. (ie j. XU. 315. 13809. Beantwoording der vraag: Kan gratie worden geschonken in weerwi van de veroordeeling? Reyt S. 1. 7ej. XIV. 209. 13810. Beschouwingen over do uitoefening van het regt van gratie bij de viering van 's Konings verjaardag. Regt N. I. /e j XIV. 108. 13811. Besluit, dd 28 Dec. 1842 Nquot;. 17, dat het verleenen van gratie, zonder volstrekte noodzakelijkheid geen middel behoort te zijn tot correctie van vonnissen, die niet geacht kunnen worden geheel onbestaanbaar te zijn. Regt I. ae j. XVI. 469. 13812. Gouv. besluit omtrent het verleenen door den Gouv, Gen. van remissie van boeten enz., wanneer de wet aandeel daarin toeliet aan derden. Reyt N. /. 10 j. XX. 158. 13813. Beantwoording der vraag; Heeft de Gouv. Gen. de bevoegdheid tot bet uitoefenen van het regt van rehabilitatie? Regt N. I. 8e j. XVI 309. 13814. Over het verleenen van het »fiat exeeulioquot; op doodvonnissen, in verband tot de uitoefening van het regt van gratie. Regt N. I. 9c j. XV11I. 79. 170. 13815. Toelichting van de derde alinea |
van nrt. 93 van het Regerings-Reglement betreffende de bevoegdheid der hoogste pvzag-voc'ders op de liuitenbezil,tingen ter uitvoering van een doodvonnis. Reyt N. I. Oo j. XI'I. 229, 13810. Vonnis wegens feitelijke mishandeling op last van een Gouv, kontraktant en van zijn opziener, gedurende geruimen tijd op zijn thee-etablissement uitgeoefend tegen Inlanders (mannen en vrouwen), tot bestralling van tekortkomingen in hunne dienstverrigtingen of andere ligte vergrijpen. Regt N. I. 7e j. XIII. 78; 229. l:)S17. Klagtcu over de werking der politie in de Ommelanden van Batavia, naar aanleiding der karbouwen-dieverijen aldaar, door K. K. K., dd. Batavia 18.quot;)9. T.v.N.I. 22e j. 1860. 1. 197. 138is. Publicatie, dd, Batavia 21 Oct. 1851 (Ind. Stbl. Nquot;. 5j), betreffende de verdeeling van de geldboete, op te leggen aan degenen die bevonden worden op het eiland .lava een vrij mensch iu pand te houden. Reyt N. I. 3e j. VI. 1851, 3i .). 13819. Over den toestand van Soerakarta. Fragment van een brief. Schets van den beweerden slechten gang van zaken, en de gebrekkige werking van de politie aldaar, speciaal met het oog op de belangen der landhuurders, naar aanleiding van het berigt. in het Batav. Handelsblad van 11 Dec. .801 Nquot;. 99, omtrent, de vervolging tegen eenige hunner ingesteld op grond van eigenmagtige regtsoefening. T. v. N. 1. 24e j. 1802. 11. 39. — Veraediging der Solosche l'olilie tegen de klagtcu der landverhuurders. Wederlegging van bovengenoemd artikel. Hieruit blijkt dat er regtsvervolgingen zijn ingesteld Ier zake van het doen ondergaan aan Inlanders op aan Europeanen verhuurde landen, der straffen van sluiting in het blok, gevangenis en dwangarbeid wegens waupraeStatie van werkzaamheden of opbrengsten door de Inlanders. Kol. Jaarb. 3e j. 18(53. 23. 13820. Over het namaken van Inlandsehe handteekeningen door een Kuropeosch ambtenaar op betaling- en rautatie-staten. Regt N. /, 9e j. XVU. 212^ 13S21. ,Vermoorde onnosselheijt.quot; Beweerde onschuld van een jeugdig postbe» |
32*
252
253
cn justiciahcl voor dn lladeti van Justitie, edert I Maart 18 16 in civiele zaken, doch in liet criminele blijven zij teregt,staan voor de Landraden; zijnde een berigt uit Batavia, dd. 10 Deo. !8ö5. T. v. A'. 1. Ibe j. 1856. 1. 229. 13834. Overzigt der wettelijke bepalingen omtrent de regtspleging voor de landraden op Java en Madura, regtsprckemle in zaken van misdrijf'j door Mr. P, Brunsveld van Hul ten. In 1848 in werking gcbragt, met toelichting liegt N. I. Ie j. I. 184'J. 34, 104, 180, 243, 410. 13835. De manier van procederen bij dc landraden, door Mr. H, C. A. Thieme. Aantooning dat deze niet voldoet aan do twee hoofdvereisehten ecner goede regtsbedeeling, het verkrijgen van spoedig en goedkoop regt. liegt N. I. 2e j, lli. 1850. 305, 411; IV. 1851. 1. 13836. Een bespotting van den adat. Betoog voor de ophening bij dc landraden van de vereischte adviezen der hoofd-penghocloes omtrent der aard van het gepleegde misdrijf en van de op te leggen straf. T. v. iV. I. 1804. N. S. 2e j. I. p. 198. 13837. Hoe moet art. 100 van de Regtspleging in burgerlijke zaken onder dc Inlanders, verstaan worden? door Mr. 11. W. J. C. Bake, dd. Soerabaja, 18 Nov. 849. Over de beginselen der Indische wetgeving ten aanzien van den eed der Cumezen, Arabieren en Inlanders. Regt N. /. Ie j. 11. 18 )0. 24'2. — Eenige woorden over de beschouwingen van Mr. H. VV. J. (J. liake, betreffende art 100 van het llegl. op de liegt s-pleging dor Inlanders; door de Redactie, dd. Dcc. 1849. Aid. 342. — Bescheiden wederlegging eener beoordeeling van mijn artikel over de uitlegging van de bepalingen betrel-fende dc eeds-dclatie voor dc Inlanders cn gelijkgestelden, door Mr. R W.J.C. Bake, dd. 18 Ecbr. 1850. Aid. 2e j. 111.1850. 191. 13838. Veroordccling van het gouverne-mcut tot schadevergoeding aan de pachters wegens het tot zich trekken van bazaarlood-sen, dc eigendom der pachters zijnde, na afschaffing der bazaarpaeht. Rei/t N. 1. 6c j. XI. 129. 13839. Iets over dc omschrijving dor straffen, welke de Inlandschc regtbanken in Ned. |
Indië vermogen op te leggen, ingevolge art. ^'O der bepalingen tot regeling van eenige onderwerpen van strafwetgeving, welke eene dadelijke voorziening vereischen, door Mr. P. A. Schill. Regt N. [. Ie j. I. 1849.424. 13840. f ormulieren door de Residenten en adst.-Rcsidenten op Java en Madura te bezigen bij dc door hen, krachtens dc voorschriften der artikelen 81—S/ van het Indisch reglement, te nemen beslissingen. Regt N. 1. 8c j. XVI. 397 13841. Circulaire van het Hoog üeregts-hof van Ned. Indië (2e kamer) aan de presidenten der landraden op Java en Madura, inhoudende wenken en bemerkingen betref-lende de regtsplegine en de regtspraak van dc regtbanken in zaken van misdrijf. Regt N. I. 10e j. XIX. 155. 13842. Circulaire, in 1848 uitgegaan van het Hoog Oeregtshof in Ned. Indië, tot. betere behandeling van strafzaken voor de landraden op Java eu Madura, voor overeenkomsten der nieuwe wetgeving. Regt N. I. 6e j. XI. 263, 437—440. 13S43. Eenige wenken en opmerkingen, do toepassing der voorschriften van regtspleging in strafzaken voor de Landraden op Java cn Madura betreffende, door Mr. R.A. Eek-hout. egt N. I. 9e j. XV1I1. 1. I3ytt. Ken tweetal vragen, betreffende onderwerpen van regtspleging onder de Inlanders en met hen gelijkgestelde personen, üver de bedoeling der Indische wetgeving nopens de plaats van het oudergaan van den dwangarbeid als lijfsdwang; alsmede nopens het hooren der Inlandsche adviseurs. Regt N. 1. 2c j. IV. 1851. 300, — Is art. 38 van het algemeen reglement op de verpachting en de administratie van 's Lands middelen (Ind. Staatsblad 1838 No. 37), alsnog van kracht? door A. E. A., dd. S.....,Jan. 1851. Betoog der onwettigheid van de voorloopige inhechtenisneming krachtens dit art. naar aanleiding van het bovengenoemde. Aid. 3e j. V. 1851. 4?. — üver de voorloopige gevangenhouding van beklaagden in zaken van overtreding, door Mr. T. PI, der Kinderen, dd. Batavia, April 1851. Rectilicatic van het bovengenoemde ; gevolgd door opmerkingen van de Redactie. Aid. 3e j. V. i85l. 243, 200. — Art. 79 en de laatste zinsnede van art. 83 van het Reglement op dc uitvoering der po-licie dc burgerlijke regtspleging, en de strafvordering onder de Inlanders endedaarmeda |
254
gelijkgestelde personen op Java en Madura door Mr. T. H. der Kinderen, dd. Batavia, Mei 1S5I Wederiegging van bovengenoemde opmerkingen van de Redactie. Aid. 3e j. V. 1851. 4.30. 13815. Over den lijfsdwang in zaken van overtreding, te ondergaan door Inlanders cn daarmede gelijkgestelde personen op Java cn Madura, door Mr. T. 11. der Kinderen. Doel, wezen, gevolg, ten uitvoerlegging enz. lieqt N. /. 3e j. vl. 1851. 139. 13840. Twintig rotan-slagen, dd. Java 186/!. Pleidooi tot afseliafiing dezer slagen als politic-straf, cn althans voor een betere en min willekeurige regeling daarvan. T. v. N. I. 24c j. 18f)2. I. 319 13847. Indisch besluit, dd. 22 Aug. 1851 No. 9, (Ind. Stbl. No. 43), waarbij de volgelingen van bannelingen, ten aanzien hunner voeding en kleeding, gelijk gesteld worden met de bannelingen zelve. Rent N. 1. 3e j. VI. 1851. 316. 13848. Veroordeeling van een wedhono wegens misbruik van gezag, onwettige gevangenhouding en pijniging van inlanders door middel van de daar oinschrevenc slinting eu djepit. Regt N. I. 5c j. X. 702. 13849. Vonnis van de Palembangsche regt-bank tegen den Lamponger Moctia, alias raden Mulilla Alam, beschuldigd van een menigte personen te hebben opgcligt, en de bevolking te hebben opgeruid legen het Ncd. gezag, en goedkeuring hiervan door het Hoog Geregts-liof. Regt N. I. 6e j. XII. 395. 13850. Vonnis betreffende het Chineeseh eedgenootschap Siim-tjam-foei in de W. Afd. van Borneo. Zamenspanning tot omverwerping van het Nedcrlandsch gezag. Met bijzonderheden wegens liet eedgenootschap. Regt N. /. 7e j. XIII. 216; 8e j. XVI. 355. 13851. Vonnissen betreffende moord cn roof op reis. Regt N. I. 7e j. XIII. 62; 8e j. XVI. 449. 13852. Teregtstelling en veroordecling van de zeeroovers, gevangen gemaakt in den Mc-lukschen Archipel door Z. M. stoomschip Vesuvius. Regt N. I. 7c j. XIII. 458. 13853. Vonnis tegen een IMjakkcr, die aich had schuldig gemaakt aan koppensnellen in de afd. Pontianak. Regt N. I. 8c j. XV. 77. |
13S54. Bekrachtiging en wijziging van een vonnis van den Rijksraad te Ternate, waarbij 15 personen ter dood waren veroordeeld. Regt N. /. 9c j. XVII, 218. 13855. Vonnis ter zake van den aanval der opstandelingen ter Z. cn O. Afd. van Borneo, op de schans van Tuijl en op Bnn-jermassing in den nacht tusschen 25 cn 26 Aug. 1859. Regt N. J. lOe j. XIX. 84. 13856. Aauteekeuingen betreffende het etablissement van landbouw Ie 8oerakadja in de adst. rcs. Banjoewangic door C.J. Bosch. Regt N. 1. 8c j. XV. 93, 287. Regtspraak in Nederland. 13857. Ontkennende beantwoording der vraag: «Mag de Hooge Raad der Nederlanden in een onderzoek treden van schending of verkeerde toepassing van Indische weltcn, ook niet, wanneer die door eenon Nederland-schen regter toegepast zijut1quot; Arrest H, K. 13 April 1855 No. 61 1**. v. d. Hunert, Ver-zant. gemengde zaken. XIII. 1858. 123. 13858. Vonnis der arr. regtbank te Amsterdam, dd. 13 April 1853, waarbij is erkend, dal, een Oost-Indisch vonnis kracht van bewijs als res judicata heeft in Nederland, doch tevens beslist, dat het beheer eener desolate-bocdclkamer over eene nalatenschap niet ophoudt, door dat de erfgenamen die onder voorregt van boedelbeschrijving aanvaarden. Regt N. I. 5c j. IX. 1854. 73. 13859. Geeft de boedanigheid voor eene Nedcrlandsche autoriteit in Indic wetlelijk opgedragen, het, regt om als zoodanig in Nederland op te treden? Toestemmend besluit bij vonnis van 13 April 1853 der ar-rondissements regtbank Ie Amsterdam. Reqts' gel. Bijbl. N. Bijdr. Ill, 1853 430. — Idem bij vonnis van 27 Maart, 1856 van het Provinciaal Geregtshof van Noord-Holland. Verslag van het geding. Aid. 1857. 245. 13S60. De Nedcrlandsche regter is bevoegd kennis te nemen van een misdrijf, ge-pleegd door iemand die deel uitmaakt, van de equipage van een Nederl. schip, tegen twee leden derzclfde equipage aan boord van dat scliip, ter reede van Socrabaja, als gepleegd op eene plaats, welke geacht wordt |
255
deel van liet Nederl. grondgebied uit te maken. Arrest van lü Nov. 1861, van den Hoogen Raad der Nederlanden, lieglsyel. Bijbl, N. Bijdr. XU. 1862. 385. 13861. Stukken betrcHbnde het regtsge-ding togen de 22 Maleijers aan boord van liet koopvaardijschip Twenthe, en behandeld voor het Provinciaal Geregtshof van Zuid-Holland. Regt M. I. 8e j. XV. 415. lliSOS, Toestemmende beantwoording der vragen: a. Is dc Nederlandselie regter bevoegd kennis te nemen van misdrijven gepleegd aan boord van een Ned. koopvaardijschip liggende ter reede van Netl. Indir, door een lid der equipage tegen personen derzelfde equipage, waarbij uitsluitend de uitwendige orde en zekerheid van het schip en niet die van een vreemd grondgebied waren betrokken? b. Moeten zoodanige handelingen geacht worden te zijn bedreven in hel, land, waartoe het schip behoort? c. Is het onverschillig, of hij, die het misdrijf pleegde, al of niet vreemdeling is ? Arrest H. R. 12 November 1861 N0. S'JS v. d. I loner l, Yerzam. Gemencidc zaken, XVIII. 1-63. 121. I3S63. Is een regtbank in Nederland bevoegd een gevraagd gcluigenverhocr en beëediging van in de Ned. Oost-Indii; wonende deskundigen aan eene der regtbanken aldaar op te dragen? Toestemmend beantwoord bij vonnis van 5 October 1854 der arrondissements-regtbank te Amsterdam. licgtsgel, Bijbl. N. Bijdr. V. 1855. 173. 13864. Uitspraak van de arroodissements regtbank te 'silage omtrent bevordering van C. H. K. Riess tegen H. C. Becking. Kolun. Jaarh. 2e j. 1862, 51. 13865. Vonnis, dd. 31 Jan, 1851, van het Prov. Geregtshof in Noord-Holland, dat de Nederlander, die in Ned. Indie woont, kan worden gedagvaard voor de arr. regtbank van de woonplaats dos eischers in Nederland. Regt iV. 1. 3e j. V. 1851. 409. 13866. Ue toelating van het hooger beroep op den Hoogen Raad der Nederlanden van arresten, door het Hoog Geregtshof in Ned. Indic gewezen, slechts bij uitzondering toegelaten. Arrest van 23 Junij 1854 van den Hoogen Raad der Nederlanden. Reglsgel. Bijbl N. Bijdr. IV. 1854. 417. 13867. Tekst van bet Indisch besluit, dd. |
2quot;) October 1851 Nquot;, 2. (Ind. Stbl. N0. 57) betreffende de uitreiking aan personen in Ned Ind. van geregtelijke akten, welke uit Nederland aan het Indisch (lOuvernement worden toegezonden. Regt iV. /. 3e j. VI. 1851. 319. Militair regt. 1386S. Is de burgerlijke, dan wel de militaire regter bevoegd kennis te nemen van gewone misdrijven gepleegd door iemand tijdens hij nog militair was, doch waarvan de ontdekking en vervolging plaats vindt na ontslag uit de militaire dienst? Indisch besluit, dd. Batavia 29 Maart 185 1, uitspraak doende in het vermeld geschil. Regt N. I. ie j. VIII. 1853. 3u3. — Vonnissen in deze, a. van den Raad van Justitie te Batavia, dd, 15 Oct. bekrachtigd, bij arrest van het Hoog Geregtshof van N. I, dd. 2.3 Oct. 18 .2. b. dispositie van den krijgsraad te Weltevreden, dd 3 Nov. 1852. en c. Arrest van het Hoog Militair Geregtshof van Ned. Indiü, dd, 10 Dcc. 1852. Aid. 75. 13869. Over de bevoegdheid van den militairen regter om kennis te nemen van misdrijven begaan door tot bij het Indische leger ingelijfde Madurasehe hulptroepen behoo-rende personen, aan welke de krijgswetten niet zijn voorgebonden Reut N. I. 5o i. XII. 114. 13870. Ecu brief uit Indiëoverde//voor-loopige information.quot; Klagten over de slechte militaire rcgtspleging aldaar. T. v. N. I. 18e j. 1856. 11. 64. 13871. Is de militair bij de landmagt, van welken rang ook, verpligt, om eene straf, hem door een' zijner supérieuren opgelegd, te ondergaan, vóór en aleer hij gebruik mag maken van het. regt hem bij art. 15 Regtspl. L. M. (beroep op den k ijgs-raad) toegekend? Door A. L. N. de ötuers. Ontkennende beantwoording. Regt N. I. 2e j. IV. 1851. 79. — Bemerkingen op hetgeen door A. L. N. de Stuers, be-treffende de militaire regtspleging is verhandeld; door O. A. de Bra uw. Aid. 3iJ5. -Antwoord op de door den Luit. Kol. C. A. de Brauw, in zijne quot;Bemerkingenquot;, gebezigde afkeurende woorden ten aanzien van de He-daetie van dit Tijdschrift; door A. Prins, dd, Batavia, SJS Dcc. 1850. Aid. 392 — Nadere wederlegging der meening van A. L. N. de ISUicrs, betrell'endc art. 15 van hot |
256
Reglement van regtspleging L. M.j door den Majoor A. J. Andrescu, dd. Jiatavia, Jan. 1851. Aid. 409. 13872. Voorstel tot wijziging van de resolutie van den öouv. Gen. in rade, dd. 19 J?ebr. 182i? N°. 2. en bet Koninklijk besluit van 1 April 1853. L. Ei. voor zou veel de maxima van kruiwagenstraf betreft. Regt N. ƒ. 10 j. XX. 353. — Bevoegdlii id van den Gouv. Gen. om liet Kon. besluit van 1 April 1853 Lr. Yb. (Ind. Stbl. N'1. é6) niet toe te passen, wanneer do duur der u|igc-legde kruiwagenstraf slechts één jaar bedraagt. Aid. 351. — Over de weusebelijkbeid eeuer intrekking van de resolutie van den Gouv. Gen iu rade dd. Maart 1831 No. 2ö (Ind. Stbl. No. 24) volgens welke de straf van den kruiwagen ook voor civiele delicten op militairen kan worden toegepast. Aid. 'Je i. XVIII. 89. 13873. Regelen voor de uitoefening der bij de wet aan de Gouverneurs en Residenten op de Bezittingen buiten Java en Madura in militaire strafzaken gegeven reglsmagt. Ret/l N. I. 8e j. XVI. 403. 13874. Invallen en opmerkingen nopens bet strafregt bij de zeemagt. Naar aanleiding eenor brochure over dit onderwerp van de Rouville, en beschouwingen betrekkelijk bet Militair Wetboek, en antwoord van di' Rouville. Tindal en Swarl, Vcrh. 1852. 1^1,35(1, 670. 13875. Brief over de kiijgstucht en de toepassing van straffen aan boord der oorlogsschepen, met opgaven nopens de jongste ICn-gelsche regeling op dat sluk. Sicart, /erh. 1854. 2c afd. 175. 13876. Gouv. besluit omtrent flat cxccu-tio van de doodvonnissen van zeekrijgsraden op onze oorlogsschepen iu ludiö. lienl N. L. 10e j. XX. 155. 13877. Expeditie in de Lampongs in 18 lt;6. Krijgsraad te velde Teregtstelling van den opstandeling Hadji Harbin. Regt N. /. 7e j. XIII. 475. |
13878. Over de zaak van den kapitein Timmermans contra den kolonel Kroll, wegens bet gedrag van den eersten bij de expeditie op Timor in 1857. Stukken over de besehuldiging cn vrijspraak van Timmermans; alsmede de reclame daartegen van den kapitein Imminck. Milit. Speel. 3c S. IV. Mei 1859, 236. No. 7. Julij 1859. 'Aio ook Nieuwe Milit. Speel, 15e j, No. 3 van lb60. — Aankondiging en beoordeeling der » Beschouwingen over het vonnis in de zmk van den In Luit. der Infanterie van het O. I. leger L. F. J. Timmermans, door den kolonel L. J. Kroll.quot; Aid. XIV. 507. — Idem van een nader geschrijf van den Resident Fraenkcl in deze. Aid. 3e S. IV. 1861. 13879. Overzigt van de gevoerde procedures ter zake van de militaire opstanden en desertion op Java in 1860 Regt i\. 1. 9e j. XVIII. 433—104; 10c j. XIX. 174 of lit. 13880. Heeft een ollieier, die ongenegen is, om na het eindigen vau een non-activiteit of van verlof in ]Ned. Indie de werkelijke dienst te hervatten, het regt zijn ontslag te vorderen, en reeds dadelijk verdere dienst tc weigeren? Regt N. I. lOe j. XX. 342. Verslagen en Statistiek. 13881. Gouv. besluit, dd. 11 Sept. 1857, tot het jaarlijks indienen eener statistieke opgave van den staat der regtsbedeeling en der gevangenisstraf in Ned. Indië. vergezeld van een verslag omtrent de werking der nieuwe wetgeving. Regt N. L. Sej.XV.249. 138Si!. Besluit van 26 Mei 1859 No. 9 ter zamenstelling eener jaarlijksclie statistiek van den staat der regtsbedeeling in Ned. Indiii. Regt A'. /. 9e j XVII. 234. 13883. Verslag over het regtswezen en de politie in Ned. Indie. Textueel overgenomen uit het E. Verslag O. 1. 1849. Themis, XIII. 1852 IjO. — Overzigt van dit geplaatst in liet R. verslag O. Lquot;l8jl, Aid. 2e V. 1. 1853. ltgt;2. 13884. Opgaven wegens de regtsbedeeling in Ned. Indiii; uit bet verslag nopens don staat der O. I. Bezittingen over 1853. Themis, 2e V. 11. 1855. 703. 13885. Statistiek omtrent dc regtsbedeeling in Ned. Iiidii;, 1S54. Algemeen overzigt. Themis. 2e V. III. 1856. 7s0. 13886. Verslag over het regtswezen cn dc politie in Ned. Indië. Tcxtnclc overname uit het R. verslag O. I. 18 )5. 'Themis, 2e V. V. 1838. 154. •— Idem uit het fi. verslag O. I, 1856. AU. 2e V. VI. 18/J. 328. 13S87. Regtswezen in de Overzeesclic Bezittingen, in 1858, vergeleken met vorige |
»57
jaren. Statistisch overzicht over 1855, 185(5, 1857 en 1858. Themis, 2e V. VUL 18G1. 538. 13S8S. Vergelijkende statistiek der regts-bedeelinquot; in Ndl. Indiö over 1859. Textuele niededeeliug van dit verslag. Themis, 2e V. IX. 1amp;G2. 491. 13889. Verslag van het regtswezenen de politie in Ned. Indië uit het R. Verslag O. I. 1859. Themis, 2e V. IX. 18G2. 150. 13890. Qeregtelijke statist iek omtrent Ned. Indic van het jaar 1860, vergeleken met de drie vorifre jaren. Globaal overzigt van dit verslag. Themis, 2e V. X. 1863. 150. M891. Verslag van het regtswezen en de politie in Ned. Indi - uit 11. Verslag O. 1. 1860. Themis, 2e V. IX. 1862. 684. 13892. Verslag van den Proo. Gen. bij het Hoog Qeregtshof van Ned. Indië, Mr. A. J. Swart, over de werking der in 848 ingevoerde nieuwe wetgeving voor Nederl. Indifi. Ontvangen bij brief van den Gonv. Gen. van Ned. Indië, van 23 Oct. 1858. R. Verslaq Ihfiö, bijlage H. (Gedr. Stukk. 1858—59. LXV Nu. 4); Themis. 2 V. VI. 18.)9. 334. — Idem over de jaren 1857 en 1858. li. Var slag 1859, Bijlage E. (Gedr. Stukk. 1861—62. XLlil No. 7); Themis. 2 V. IX. 1862. 485. 13893. Over den toesland van het regtswezen in Indië. Bespreekt uitvoerig de voorname gebreken daarvan, naar aanleiding van bovengenoemde verslagen, met betoog voor eene herziening der ordonnantie van 8 Dec. 1855 (Ind. Staatsblad No. 79), houdende toepasselijkverldaring van de Europeesche wetgeving op vreemde Oosterlingen, alsmede over eene nieuwe regtsgeleerde zending naar N. Indië. T. v. N. I. 34e j. 1862 I. 366. 13894. Verslag, dd. 20 Aug. 1861, van den Proc. Gen. bij het Hoog Geregtshofvan N. Indic, Mr. W. Rappard.omtreutde werking der nieuwe wetgeving in Ned. Indië over het jaar 1859. 'Ihemis, 2 V. X. 1863. 147. — Idem over het jaar 1861. Bijlage F. van het R. Verslag 1862. Aid. 2. V. XII. 1865. 450. 13895. Verslag ten geleide van de statistiek der regtsbedeeling in Ned Indië over het jaar 1861 door den Ambtenaar, daarmede belast. Mr. T. H. der Kinderen., dd. Batavia Deo. 1863. (Bijlage G van het. R. Verslag 1862, doch medegedeeld met eenige bekortingen). Themi», 2 V. XII. 1865. 453. |
13896. Staat, aanwyzende het getal van de voor do criminele regtbanken op Java en Madura betrokkene personen, wier vonnissen aan het Hoog Geregtshof ter revisie zijn aangeboden, gedurende het achtjarig tijdvak van 1838—1845. Regi N. 1. Ie j. II. 1850. — Specificatie der in dc jaren 1846 en 1847, bij het Hoog Geregtshof van Ned. Indië in revisie behandelde strafzaken; door de Re-daktie, dd. Dec. 1849. Aid. 379. 13897. Statistiek, dd. 31 Maart 1849, der voor de criminele regtbanken op Java en Madura betrokkene personen, wier vonnissen aan het Hoog Geregtshof ter revisie zijn aangeboden, gedurende 1838—181.5. Te zamengesteld door Mr J. O. Wijnmalen, Raadsheer in het Hoog Geregtshof. Regt N. I. Ie j. I. 1849. 228. Thmis, X. 18i9. 067. — Idem van 1 Mei 1848—1 Mei U49. Aid. XI. 1850 1(19. 13898. Staat der na 1 Mei 1848 door het. Hoog Geregtshof van Ned. Indië, volgens de oude procesorde gedane uitspraken, ingevolge art. 84 der Bepalingen van overgang. Verzameld door Mr. H. W. du Perron, griflier bij het Hoog Geregtshof. Regt N. I. 5e j. IX. 1854. 2. 13899. Staat der arresten door het Hoog Geregtshof van Ned. indië gewezen, sedert 1 Mei 1848 tot uitquot;. 1852, volgens de be- inselen der nieuwe wetgeving. Verzameld oor Mr. H. W. du Perron, griffier bij het Hoog-Geregtshof. Regt N. 1. 6e j. IX. 1854. I. 13900. Overzigt der gedurende het jaar 1852 voor het Hoog Geregtshof van Ned. Indië verhandelde zaken. Reqt N. I. 5e j. IX. 1854. 20. 13901. Statistieke opgave omtrent de regtsbedeeling in Ned. Indië over 1853, zijnde a. Staat der arresten door het Hoog Geregtshof van Nederlandseh Indië gewezen gedurende het jaar 1853, volgens de beginselen der nieuwe wetgeving. Themis, 2 V. j II. 1855. 369. — h. Staat der door het i Hoog Geregtshof van Ned. Indië, gedurende | het. jaar 1853, volgens de oude procesorde, 1 gedane uitspraken, ingevolge art. 84 der Bepalingen van overgang. Aid. 370. — c. |
33
258
Alp;etneen ovnrzitrt der gedurendp. hot jaar 1853 voor het Iloos Geregtstiof van Kod. Ind. behaudelde zaken. Aid. 372. Zie liegt N. 1. 5e j. X. 053. 13902. Vergelijkende statistiek van de uerkzaaniliedeu hij het Hoog Geregtsliüf van Ned Indie in 1854, 1855 en 1856 Reiit N. I. 7e j. XI!]. 87; 8e j. XVI. 9. 'themis, 2 V. IV. 1857. 304. 13903. Lijst der arresten van veroordeeling door het Hoog üeregtshoi' van Ned. Imliï1 geslagen op de vonnissen; a. derregtb. vim omgang o|) Java en Madura, b. door de regl bank voor criminele zaken te Djoe-jocarta gewezen, en c. der Landraden op Java en Madura gewezen, 1 Mei 1848 tot 1 Mei 1819, door Mr. J. Graafland, Ie subst. grill', bij dat Hof, dd. Batavia 1 Aug. 1849. Regt Al. I. II. 1850. 10. 13904. üverzigt der door het Hoog Ge-regtshof van Ned. Indi;; gedurende de jaren 1850 en 1851, in revisie behandelde strafzaken; statistieke opgaven, verzameld door Mr. VV. du Perron, grillier bij het Hoog Geregtshof. I{'gt N. I. 4o j. VII. 1852. 421. Themis, XIV. 1853. 132. — Idem van 1852. (ten vervolge). Aid. 5e j. IX. 1854. 3. 13905. Vergelijkende staat van misdaden, gepleegd in de Gouvernementslanden op Java en in de res. Batavia en Buitenzorg, van 1838 tot en met 1848. Medegedeeld door Mr. H. C. van der Wijck, oud ads. Bes. van Buitenzorg. Beschouw. Java. Arnh. 1851. 30, 13906. Vergelijkende statistiek van de werkzaamheden bij den Raad van Justitie te Batavia en Samarang in 1851,1865 en 1856. Reyt N. /. 7c j. XIII. 159; 8e j. XVI. 31, 36. 13907. Geregtelijke statistiek betrelfende den Landraad, het llesidenticgeregt, en de (lolitie-rol te Soerabaja, over 1852 en 1853. Ingezonden. Regt iV. I. 5e j. IX. 1854.488. —- Idem over 1854. Aid. 5ej. X. 1855. 9(55. 13908. Statistiek van de werkzaamheden bij den Raad van Justitie te Soerabaja in 1854, 1855 en 185G. Regl N. I. 8e j. XVI. 41. 13909. Overzigt aanwijzende de verschillende misdrijven en overtredingen, welke in |
1855, 1856 en 1857 werden beregt voorden Landraad, alsmede het getal overtredingen in die jaren op de politie-rol en voor de Inland-sche Hooiden afgedaan te Socrabaja. Regl N. I. 9e j. XVIL 14. 13910. Statistiek der werkzaamheden enz. bij den Landraad te Soerabaja van 1854; in 1855, 1857 en 1858. Reqt N. /. 7e j. XIV. 103; 8e j. XVI. 1; 9e j. XVII. 13. 13911. Getal beklaagden op de justitie-rol te Soerabaja, gedurende 1858. Rei/l N. I. 9e j. XVII. 13. 1391'2. Statistiek overzigt betrelfende den Landraad en het, Resident iegeregt te Soerabaja over lb59. Re/jl N. I. 9e j. XVIII. 93. 13913. Statistiek van do werkzaamheden bij het Residentiegeregt te Soerabaja van 1855 en 1856; 1854 en 1857, 1855, 1856, 1857, 1858. Regl N. /. 7c j. XIV. 205 ; 8e j. XVI. 2; 9c j. XVII. H. 13914. Staat vau de bij de regtbank van omgang in de 3e afd. op Java behandelde strafzaken gedurende 1855, 1850. Regt N. 1. 7e j. XIII. 315; Se j. XV. 255. 13915. Staat der werkzaamheden van den Raad van Justitie te Padang gedurende 1852—1856 en 1857. Real N.I, 7c j. XIV. 106; 8c j. XVI. 3. 13910. Algemecnc statistiek der werkzaamheden van den Raad van Justitie te Makasser van 1854; van 1854, 1855 en 1856; over 1854 tot 1857. Reyt N. 1. 6e j XL 67; XII. 299; 7e j. XIV. 107; 8e j. XVI. 8. 13917. Vergelijkende statistiek der werkzaamheden van den Raad van Justitie te Ternate in 1855 en 1856. Regl A. /. 7c j. XIV. 427. 13918. Staat der werkzaamheden van don Raad van Justitie te Ternate in ieder jaar van 1856 tot 1860. v. d. Crab, Moluksche EU. Bat. 1862. 287, 272. 13919 Staat der door den Raad van Justitie te Amboina behandelde zaken van 1 Mei 1848 tot uit. Dcc. 1850. Regt N. I. 3e j. VI. 1851. 82. 13920. Staat van de bij bet Hoog Militair Geregtshof van Ned. Indie behandelde zaken, in 1850 en 1851. Rf'/t N. /. 4e j. VII. 1852. 450. |
259
13921. VerprelijkciKle .staat, van dn bij do krijgsraden te Makasser verhandelde zaken gedurende 1851 en 1855. liegt N. £. (ie j. XII. 300. |
13022. Verslag van den Proe. Gen. bij hot Hoog Goregtshof van Ned. Indie, Mr. A. J. Swart, over den staat der gevangenissen in Kederl. Indie, over de jaron 1855 en 1850. Themis, 2 V. VI. 1859. 500. |
13923. Prijsvraag uit,^eschrovcn vonr 1850 door de 3e kl. van Tiet Kon. Ned. Instituut, getiteld: Een onderzoek naar de bronnen van wetgeving in den Indisclien Archipel. Lelterb. 1847. 1. 244; II. 01. Jnnrh. Kou. Inst. 1847. 148. Ned. Jaarb. IX. 1847. 399. Themis, X. 1849. 350. 13924. De hulpmiddelen tot beoefening van het regt der inlanders in den Archipel, door S. Key ze r. Jiijdr. Ind. 1'. L. V.-kunde, N. V. II. 137. Hindoesch regt. isg.'s. Uittreksel uit, de wetten van Menoe, ter aantooning van het, .lavaansch karakter, zoowel van do Hoofden, als van het volk; door 11. J. Lion. v. N. I. löe j. 1854. II. 83. 13926. Eonige grondtrekken der wetten van Menoe, den verzamelaar der Hindoesehe instellingen,door Mr. H llo e h u ss e n. ündor anderen, bijzonderheden nopens de grondslagen der belast inghoBing volgens Hindoesch regt. Stoet, Tijds. XX. 4Öü. Chineesch regt. 13927. Mcdedecling, door J. van dor Vinne, van kenschetsende bijzonderheden betreffende de wetgeving dor Chinesehe Natie. T.v. N. I.\Q. j. 2e d. Batavia 1842. 276. 13928. Uittreksel uit het, Chinoesche strafwetboek; tegen hoogverrnad, heiligschennis en diefstal, iioekz. Aug. 1831. 225. 13939. Bene Chinoesche rcgtspleging, door W. L. Rittcr. Verhaal van die van de Kongsie Lanfong, onder Pontianak, op Borneo's westkust in 18:13. Haitig Laid, Ic j. 1852. I. 171. 13930. Chirieesohe rcgtspleging. Bijzonderheden betreffende dc vonnissen lot oplegging van geldboeten of lot verbeurdverklaring der bezittingen. Ree. n. d. Hen. 1812. Meng. 191. |
13931. Een tercgtstelling in G una. Be-sehrijving volgens Meadows, tolk van het Engolsch Consulaat in China. Keur o. Mencj. 1Ï52. 191. 13932. Straffen door het Kongsie-bestuur opgelegd in de ads. res. Montrado in 1801. Medegedeeld door M. v o n F a b o r Tqds. Ind. T. Ij. y.-kunde, XIII. 4 S. IV. 1804. 408. 13933. Chiueeseh Regt. Mcdedeoling uit, de arebioveu van de Alg. Soeret. te liatavia van den offleielen tekst van: 1°. do verzameling van Chinesehe wetten in 1/3,3 hij-congobragt door don fSecr. van sehopeuen ie Batavia l'ieter Haekst'een, met den knpit. der Chincczen Ucij Tjielauw, en met aan-toekeningnn voorzien door den Raad van Indie, Keinier de Klerk, liegl N. [. Ie j. 1850. 11. 311. — 2n. het Rapport, dd Batavia 28 Eebr. 1701, van Reinier do Klerk. Aid. 331. — 3°. het «Extract uit, do Generale, resolutie des easteels Batavia, genomen in rade van Indiii op den 22sten Mei, Aquot;. 1/61,quot; waarbij deze verzameling aan do eollegiöii van Justitie en boedelmoesteren te Batavia in kopij authentiek ter speculatie is alge-geven. Aid 33quot;). — 4quot;. Idem van 23 Mei, A0. 1700, betreffende dc seolusie dor gemoenschap bij Chinesehe huwelijken. Aid ^:i0. — 5'. Jdom van 25 .fulij 170G, betrellende het, verbod tegen het sluiten door Cliinezon en Mohaiucdanen van huwelijken buiten hunne natie. Aid. 338 13934. Twee vonnissen over Chineesch erfrogt (van den Landraad der stad en voorsteden van Batavia, dd. 15 Aug. 1839 en 1 van hot Hoog Goregtshof van N.quot; Indie, dd. 27 Febr. 1548). Rei/l N. I. 4e j. VIII. j 1853 343, 347. 13935. Bijdragen tot de konnis van dc i weiten en instellingen dor Chinezen in Ne-| derlaiidsoh Indio. Inleiding, met beschou- |
33«
260
wingen over de wetenschappelijke beoefening van het Mohamedaansche regt, gelijk het in den Indischen Arehipcl van kracht is, met zijne tallooze afwijkingen en accommodatie naar de oude Hindoe-instellingen. I. Beschouwingen over de Chineesche wetten van Keiuier de Klerk. — II. Chineesch regt. Tekst van het. Rccueil, vervaardigd door den Raad vau Indië, Keinier de Klerk, bijgestaan door den Secret, van Schepenen te Batavia, Pieter Hacksteencn den kapitein der Chinezen Oei Tjilauw, aan cerstgenoenuden opgedragen bij resolutie van 24 l'ebr. 1756. - 111. liet Gouvcrnenient van Mcderl. Indië wetgever in het; Chineesche regt. Mederieeling voorafgegaan door opmerkingen van den tekst, van de Indische resolutie dd. ^3 Mei 1760, betreffende de seclusic der gemeenschap bij Chineesehc huwelijken en van de Indische resolutie van 25 Julij 1766, betreffende het verbod tegen het. sluiten door Chinezen en Mahomedanen van huwelijken buiten hunne natie. T. v. N. I. J5e j. 1853. I. 241. — Eea brief van den heer Dr. IS. K e y z e r aan den Redakteur, dd Delft, 3 Mei 1853, inhoudende beoordechng van bovengenoemde beschouwingen en tekstuitgaven. Aid. 375. — Antwoord aan den Heer Dr. S. Keyzer. Aid 452. 13936. Bepalingen betreffende de adoptie van kinderen van Chinezen, Mahomedanen, en andere onchristcnen. Metledeeling der Indische besluiten, dd. 9 Mei 1769 en ï7 Maart 1809. Recjt N. I. 2e j. IV. 18jl. 68. 13937. Over het successieregt bij deChi-nezen. Medegedeeld door J. Hageman JCz. Regeling omtrent de erfenissen en besterfe-uissen volgens het. boek Tay ïjing Loet. Reyt N. I. 9c j. XVII. 365. 13038. Het erfregt. der Chinezen in Ned. Indië en zijne onzekerheid. Noodzakelijkheid van dat onderwerp door wcltelijke bepalingen te regelen, door Mr. R. A. Eekhout. Regt N. I. iOe j. XIX. 133. 13939. Volgens de oude Chineesche oorkonden is het huwelijk tusschen personen van dezelfde Se (stam) verboden, en inhoud der Chineesche wetsbepalingen op het stuk van echtscheiding. Regt N. /. (ie j. XI. 16, 17. 13940. Wijzen van eedsaflegging in gebruik bij de Cnineezen, en de besluiten daarop betrekkelijk. Rtyt N. I. 8e j. XV. 169; XVI. 47; 10e j. XIX. 410; XX. 117 |
13941. Over de wijze van eedsaflegging door Chinezen. RegtN.I. lüe j. XIX. 251. Jluhomedaansch-Javaansc.h regt. 13942. Vraag van het K. Inst. v. T. L. en V -kunde van N. I. naar eene naauwkeurige omschrijving van alle zaken, die door de priesters volgeus het. Mohammedaansche regt worden beslist. Biidr. T. L. en V.-kunde v. N. /. I. ls53.bl. XIII; 111. l S55bl.XXVIl; IV. 1856. bl. XXVII. Overgenomen in T. v. N. I. 14e j. 1-52. II. 77. 13943. Mahomeclannsch Regt; door de Redactie, dd. .Inn. 185U. Getrokken uit het eerste deel der //Eindes sur les législations anciennes et. modernesquot; van J. Pharaon en ï. üulau, in 1839 te Parijs uitgegeven, en vergelcKen met het. in Ned. Indie vigerende. Prolegomena. Rc//l N. I. 2e j. III. 1860. 1, 3, 100. Eerste Boek van personen. Aid. 102, 175, 235, 291, 39.0; IV. 1^61. 86, 339, 427. — Mahomedaansch Regt. Opmerkingen met uittreksels, over bovengenoemd artikel. Themis, XI. i8ó0. 624; Xli. 1861. 351. 13944. Compendium der voornaamste civile wetten en gewoonten, waarnaar de Mahomedanen zich in het. decideren der onder hen opkomende verschillen reguleren, ten opzigte van de snecessiën, erf- en besterfenissen, alsmede hunne huwelijken en eclitsclieidingen, bijeenverzameld uit. het. Mahomedaansch wetboek, volgens do opgave der priesters en lulandsclie hooiden, om onderhouden te worden, daar en zoo het. behoort. Geapproheerd bij Resolutie der Indische Regering van 25 Mei 1760. Vervaardigd door den Raad van Indië R. de Klerk, bijgestaan door den Secretaris van schepenen te Batavia P. Hackstecn en aangeboden op 8 Maart 171)0. Eerste titel. Art. I—63. Betreffend het punt van successie, mitsgnders alle verdere erfenissen en besterfenissen. Gerenoveerd by besluit van K. G. v. Ned. indië, dd. Tjipannas, 3 Augustus 182.s. Opgenomen in het Indisch Staatsblad 182s N. 55. Tweede titel, art. 61—102. Observatiën bij of omtrent, den huwelijken staat. Rent N. 1. 2e j. ISöO. III, 235. —Toelichting door Dr. W. R. v. Hoc-vell in T. v. N. I. lr)e j. 1851. I. 242 — Aanmerkingen hierop, door Dr. S. Keyzer, dd. Delft 3 Mei 1853. Aid. 15e j. 1853 1. 377. 13945. Tweede titel, art. 64 — 102, Observatiën bij of omtrent den huwelijken staat, |
261
van de civiele wetten der Mahomedauen, ge-approbeerd bij Resolutie der indisclie Regering van 25 Mei i7')0. liegt N. I. 2c j. III. lamp;SÜ. 180. Noot, 235. 13946. Over de bevoegdheid der priesterraden op Java omtrent de wettigheid van den vorm van authentieke akten. Regl N. I. Ge j. XII. 100—106. 13947. Bepalingen omtrent, de huwelijken der Jentieven. (Zijnde mededeeling van den tekst van a. Extract uit do generale resolution des Casteels Batavia, genomen in Rade van Indië, op 14 Jan. i752; ft. Extract uyt de Notulen van het gebesoigneerde en geresolveerde in Rade van Indic, den 10 Januarij 1752. Regt N. [. 2e j. IV. 1851. 74. 13948. Cheribonsch wetboek (Papakknm). Medegedeeld uit de archieven der algera. Secretarie te Batavia. Zijnde Hoilandsche tekst van a. Extract resolutie genomen door de Sultans en den Resident tot Cheribon, op 18 April 1768, ter approbatie; b. Manier van procedeeren te Cheribon, tot narigt. van de Seeven Jaksa's der gezamentlijke Sultans, c. Papakkutn of wetboek van Cheribon geëxtraheerd en samengesteld uyt diverse papak-kunis, ais met name: Radja Nisljitja, Oen-dang-üendang Mataram, Djaja Lankara, Kon-tara Manawa en Adaillocla. liegt N. I. 2e j. 111. 1850. 71, 73, 89, 143, 217. 13949. Compendium dei- voornaamste Ja-vasche wetten, naauwkeurig getrokken uit het Mahomedaansch wetboek Moghardcr, en so veel mogelijk, met het Goddelijke, Natuurlijk en Borger-Regt sodanig samen gebragt, dat daarna, ongekreukt de Javasebe gewooutens en gebruikelijkheden, den Samarangschen Landraad over de onderdanen van 's Comp. landen en districten regt, en justitie soude kunnen oefenen, en criminele zaken so wel als cle civiele behandelen na de poinetcn hierna volgende. Ned. Juarb. R. If. IV' lb42. 3ö3. Regt A. /. 2e j. 111. 1850. 361. 13950. Kitab ïoeppah. Javaanseh Mahomedaansch wetboek, uitgegeven van wegen het Kon. Instituut voor de taal-, land- cn volkenkunde van Ned. Indii'. 'sllagc 1853. Overzigt van den inhoud van den ïoeppah, bewerkt door J. de Blaauw, en medegedeeld door Dr. S. Key ze r. Bijdr. Ind. T. L. V.-kunde, N. V. IV. 343. 13951. Soeja Alam, medegedeeld door Mr. |
van d e r H o u t te Batavia. Bijdr. Ind. T-L. y.-kunde, N. V. VI. 1, 13952. Het Boek de Nawolo-Pradhoto in het Javaanseh. Met eenc vertaling cn aanteekeningen; door ür. D. L. Mounier. dd. Soerakarta 12 Dec. 1843. T. v. N. I. Ce j. Batavia 1844. Ie dr. 261, 3()7, 302, 330. 13953. Uittreksels uit de wetboeken bij de Javaansche Rcgtbanken in de landen der Javasche Vorsten gevolgd; door R. de Filietaz Bousquet, ü. 1. Hoofd-amb-teuaar. Ned. Jnarh. R. IV. V. 1^43 5. — Javaanschc wetboeken. Tekst als boven, doch gevolgd naar een exemplaar, vervaardigd voor den tjonv. Gen, J. J. Rochussen, en vermeerderd met; een Register der voornaamste zaken in de drie Hauggers vervat, voorafgegaan door eenc historische toelichting. Regl N. I. Ie 1. j. 1849. 327. -• Bijzonderheden nopens hun oorsprong. T. v. N. [. 1850. 11. 206, 13954. Boedelscheidingen op Java volgens de kitab Sapbilii, door J. F. W. van Nes. T. v. N. I. 1850. 11. 257. 13955. Korte beschrijving van de Javaau-sclie Regt.banken in de landen der Javasche Vorsten, te zamengesteld door R. de ïilie-taz Bousquet, ü. 1. lloofd-ambtenaar. Ned. Jaarb. R. W. V. 1843. 5. 13956. Kort overzigt van den regtstoe-stand in de Vorstenlanden op Java, zoo ten aanzien van de onderdanen der Vorsten, als ten aanzien van die des Uouverneraents; door Mr. A. Prins, dd. 31 Maart 1849. Real N. I. Ie j. 1. 1849. 2^9. 13957. Uitlegging van artikel I. in fine van de Beginslen en Bepalingen omtrent de uitoefening der justitie en politie in het rijk van Soerakarta (Lid. Staatsblad 1847 N0. 30). Regt N. I. 7e j. XIII. 478. 13958. Beschrijving van de Zamenstelling cn bevoegdheid van de regterlijke instellingen in de res. Soerakarta en Ujokjokarta, voor zoo veel die betreffen uitsluitend de jurisdictie over ae eigenlijke onderdanen zoo van den Soesochoenan als van den Sultan. Mr. O. J. Kcis r. Handboek. Batavia IböO. 184. — Overgenomen in T. v. N. I. 22e i. lSli5. II. 7-'. 13959. Regtspleging over de onderdanen van Z. H. den Soesoehoenan van Soerakarta; |
262
door G. P. Winter. Uitvoerige beschrijving ook van de geheele iungting der Javaansclie regtbanken, artikelsgewijs medegedeeld. T. v. N. 1. Ce j le d. Hatavia 1814. 99, 368, 479. — Bijlage, onder den titel: //Vertaling van Javaansclie stukken tot de regtspleging behoorende, doorC. P. W inter.quot; Negentien Tersehillende formulieren. Aki. 2e d. Batavia J844. 1. 13960. Vraag van het K. Inst. T. L. en V.-kunde van N. I. naar een beschrijving van de regterlijke inrigtingen of gebruiken van het rijk van Djokjokarta, voor zoo ver zij niet in strijd zijn niet de bepalingen van het besluit van II Junij 18.Ü. No. 29. Bijdr. Ind. T. L. V.-kunde N. I. I. 18j3. bl. XIII; III. 85... bl. XXVII; IV. 18o6. bl. XXVIII. Overgenomen in T. v.N. I. He j. 1852. II. 77. 13961. Aantooning door den Res. vau Djokjokarta, tevens lunger. Res. van Kadoe, F. G. Valek, iu zijn rapport, dd. 31 Maart 1831, aan den Gouv. Gen. J. van den Bosch, van de vernietiging der oude instellingen op Java door het Juvaansche Vorstenbestuur zelf. 1'. v. M. I. 24e j. 18(i2. I. 139. 13962. Beginselen en bepalingen omtrent de uitoefening der justitie en politic op de landen van den Pangeran Adipattie Hario Mangkoe Negoro, geairesteerd bij besluit van den Minister van Staat, Gouv Gen. van Ned. Indië, van 24 Pcbr. 1S48. Overgenomen uit de Javasche Courant van 1 Mpart 1848 No. 18. Ned. Jaarh. li. W. X. 1848. 578. 13963. Vraag van hot, K. Inat. v. T. L. en V.-kundc v. N.I. „Uit welke priesters zijn de priesterraden zamcngcsteld, en welke vercisch-ten moeten zij bezitten om tot leden van die raden te kunnen worden benoemd? met opgave hoe en waar dit in de verschillende streken van Java verschilt. Bijdr. T. L. en F..kunde v.N.I. 1853. bl. XUlj III. 1855. bl. XXVII; IV. J8j6. bl. XXVll. Overgenomen in T. v. A'. I. 14e j. 1852. IIquot; 77. 13964. Vraag van het K. Inst. v. T. L. en V.-kundc v. iV I., getiteld: //Waarin bestaat de straf van tentoonstelling, die Kapentang, dat is gek-uist worden, genoemd wordt, en volgens de Angger-gedó art. 20 en de Ang-ger-aroebiroe, art. I, in de Vorstenlanden van öoerakarta en Djokjokarta plaats heeft P Wordt met deze straf ook pijniging of alleen schande, bedoeld P Is deze of dergelijke straf ook elders op Java of in Ned. Indië in gebruik? Bijdr. T. L. en V.-kunde v. N. I. 1853. bl. XIII; 111. 1855 bl. XXVll; IV. 1850. bl. XXVII. Overgenomen in T. v. N. I. 14e j. 1852. II. 77. |
13965. Wrecde strafoefeningen vroeger op Java in gebruik, door W. R. van Hoë-vell. Bij de Inlandsche Versten, te Sella-bla, bij de dessa Adjibarang, op de grenzen van Tagal en Banjoemaas. T. v. A. /. 3e j. 1c d. Batavia 18i0. 168. 139G6. Bijdrage tot de geschiedenis der lijfstraffelijke regtspleging in Ned. Indië. Moord uit hebzucht, in eene dessa der res. Chc-ribon, door den Koewoe Ingebey Maissa Ga-roetta. T. v. N. I. le j. 2e d. Batavia 1838. 387. Maleisch regt. 13967. Bijzonderheden nopens eene En-gclsehe verzameling van op een gedeelte van Sumatra in gebruik zijnde Inlandsche wetten, den titel voerende- commentative digest of the laws of the natives of that part of the coast of Sumatra, immediately practised in the court of that residincy.quot; Medegedeeld door Mr. A Prins, dd. 30 April 1849. Regt N. /. lej. 1.1849. 284 Noot. 15968. De regtstocstand 'der inheemsche bevolking van Sumatra's Westkust. Tekst, van een gedeelte der Memorie van overgaat, dd. Paüang 16 Sept. 1858, van den afgetreden civ. en mil. Gouv. van Sumatra's Westkust, den Generaal Majoor J. van Swie-ten aan zijn opvo ger den Generaal Majoor A. Meis, handelende over het bestuur van dat gewest van af 29 Oct. 1849 tot en met 26 Sept. 1658. T. v. A. /. 1864, N. S. 2e j. I. 31. 13969. De instellingen der Maleijers in de Padangsehe Bovenlanden. Medegedeeld door C. Th. Couperus, Res.aldaar. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IV. N. S. I. 1855. 1. 13970. Omschrijving van de instellingen der Sumatrauen, dd Padang 1 Oct. 18 8, betreflende huwelijk, ouders, kinderen, erfopvolging, bezit en eigendom, bewijs en vermoedens, onderlinge waarborg voor schulden. v. l\. [. 3te j. 1S59. 1. 383. — Verbetering van eene hierin voorkomende onjuistheid door J.C. van Sehuylenburch, met opmerkingen van Mr T. H. der Kinderen. Regt N. I. IXe j, XVII. 1859. 243, |
263
13971. Oorsprong van het eigendomme-lijke erfrcpt, onder de Maleijers in zwanfc, Maleische tekst. Meursinge, Mal. Lcesb. III. Leijdcn 1847. llü. 13972. Wreede strafoefening op Sumatra's Westkust; door L., dd. Mocara Kompeh 1844. Beschrijving van die op den moordo naar van een hoofd der Kampong Bodoeli Boekit, iu de nabijheid van het fort Elout in Junij 183'i. Ind. Mag. 1. ïw. 1844. No. 10, 11, 12, bl. 322. 13973. Is dat onpartijdige regtsbedeeling P door »Een oud-ambtenaar van Sumatra's Westkust,quot; dd. 'silage 2 Jan 1856. Voorbeelden van zonderlinge uitspraken van In-landsolio regtbanken op Sumatra en beweerde willekeur van het. Gouvernement in het verwijzen tot die regtbanken en tot de Euro-pesche sedert 1851. T. v. N. I. 18e j. 1856. I. 163. 13971-. Betoog voor eene hervorming der regtsplcging op Sumatra's Westkust, door S. T. v. N. [. 1863. N. S. Ie j. 1. 151. — Üver de wijziging van het erfregt bij dc Maleijers ter Sumatra's Westkust, door S., dd. 's Hage Nov. 1863. Wederlegging van de bestrijding van bovengenoemde voorgestane hervorming, door C. B., in zijn artikel getiteld; ffls eene radicale omkecring van het erfregt (adat poesaka) der Maleijers ter Sumatra's Westkust, nuttig en wenschelijk en geplaatst in de Sumatra Courant van 16 en 23 Mei 1863, No. 20 en 21, Aid. 1864. N. S 2e j. I. 111. — Nog iets over het erfregt der Maleijers ter Sumatra's Westkust. Mededeeling, met, inleiding, door de Redaktie van bovengenoemd artikel van C. B., alsmede van dat door hem geplaatst in de Sumatra Courant van 16 April 1864, No. 16 en getiteld: ,Een beroemd Tijdschrift en een onbekend Dagbladquot;, en dienende tot nadere wederlegging van S. Aid. 1865. N. S. 3e j. I. 385, S'JG. 13975. Wetten in Mandhéling op het stuk van grondbezit bestaande. Beschreven door A. van der Hart, Lnit.-Kolonel, waarn. Hes. van Tapanoclie. T. v. N. J. 14e j. 1852 1. 113. 13976. üverzigt der wetten bij de Bataks op Sumatra. Lett. Mag. 1832. 2 st. bl. 216. 13977. Verzameling der Battaksohe wetten en instellingen in Mandhéling en Per-tibie; door T.J. Wilier, dd, 1'anjaboengan, |
Auffustus 1845. T. v. N. I. 8e j. Batavia 1846. 2 d. 145. 13978. Over de adats bij de Botta's en wenscli naar een codex der Indische adats. Shut, Tijds. XVI. 421, 422. 13979. Kort overzigt van de inrigting des binncnlandsehen hestuurs, en van de wetlen, gewoonten en instellingen in de verschillende afdeolingen van de ads. rcs. Ben-koelen, afkomstig van Abcgg, en door tus-schenkomst van Mr 1'. Th. Pahud ingezonden, door Mr. H. D Levyssolm Norman Bijdr. Ind. 2'. L. /.-kunde, N. V. IV. 255. 13980. Maleische wetten, gewoonten cn instellingen, adat lambaga, door Radja en Pangoeloe in het landschap Benkoelen opgevolgd wordende, zoodanig als dezelve in overeenstemming met gezegde Radja en Pangoeloe bij dezen bundel, Oendang-Oendang, zijn verzameld en in schrift gebragt, door Henry Robert Lewis, Magistraat te Benkoelen Uit het, Maleisch vertaald, door P. J. B de P erez,ads. Res. van Benkoelen A0. (839. liegt N. /. Ie j. I. 1849. 256. 13981. Mededeeling betreffende de wetboeken van de bevolking der Lampongsche distrikten, door J. A. du Bois, ads. Res. T. v. N. I. 14e j. 1S52. I. 256. 13982. Beschrijving van de regtspleging bij de bevolking in de Lainpong.sche distrikten, door J. A. du ISois, ads. Res. Boeten, straffen, diefstal en roof, getuigen, erfenissen. T. v. M. /. 14e j. 1S52. I. 255, 264. 13983. Misdaden en straffen, alsmede regtspleging en wijze om bij gebrek aan getuigen de schuld ol' onschuld te bewijzen, zoowel in criminele als civiele zaken, iu de Palcmbangsche Bovenlanden, door C. F. E. Praetorius, Ned. O. I. Hoofdambtenaar, laatst Directeur der Kultures, getrokken uitzijn verslag van 1632 over de res. Palerabang. Ind. Bij, I. 1843. 435, 142. 13984. Policie-verordeningen ten opzigte van misdrijven en verzet legen de adats en bevelen der Hoofden in de Palembangsehe Bovenlanden, door (J. E. E. Praetorius, Ned. O. I. Hoofdambtenaar, laatst, l)irect. der kultures, getrokken uit zijn verslag van 18:42 over de res. Palenibang. Ind. Bij, I. 1843. 431. |
2(54
13985. Tekst van een uittreksel van het reglement voor de Penghoeloc's op Malakka, zooals het is vastgesteld door de Neclerlandsche autoriteiten vóór de overdragt in ib^ö. T. v. JV. I. i9e j. It,ó7. II. 75. 13986. Eenige wetten, in gebruik bij de Maleijers op de Westkust van iiorneo, medegedeeld door L Ullman, 2e Luit. d. Inf. Nederduitsehe tekst van 119 artikelen, door een Maleisehen priester medegedeeld, en betrekking hebbende op het regt, waarnaar onder deze Maleijers, voor zoo ver zy niet omniddelijk onder een Ned. Ind. regter staan, alsmede onder de aan hen onderworpen Da-jakkers, regt gedaan wordt, liegt N. 1. lei. II. 1850. 77. 13987. Vraag van het K. Inst. v. T. L. en V.-kuude v. N . 1., getiteld: //Men wenscht een vertoog over de aangelegenheden van het regt van eigendom en bezit op Borneo.quot; Hijdr. T. L en V.-kunde v. N. I. J. 185.'.. bl. XVl; III. 1855. bl. XXX; IV. 1856. bl. XXX. — Overgenomen in T. v. N. I. 14e j. 1852. II. 79. 13988. Opgave der straffen onder de Maleijers ter Westkust van Borneo, door G. T. v. N. I. 15c j. 1853. II. 232. 13989. Wijze van regtspleging in het rijk Landak op Borneo; volgens mededeeling van 1). J. van den Dungen G ro nov i » s, Ao. 1822. T. v. N. I. 18«. Gron. Ie d. 341. 13990. Maleisehe tekst, met Nederduitsehe vertaling, door P. C. van Eek, der Aete, Ao. 1772, door den Panembahan van Mampawa verleend aan het Chiueesehe distriktshoofd Lag-Thin-Sion, alias Baba-Goé, tot uitoefening der justitie over alle Chinezen, Dajaks en Maleijers in Sinaman. Koenjit en Bawang. Medegedeeld door T. J. Wilier. Ind. T. L. V.-kunde, III. 1855. 525 en Bijl. E. 13991. Beschrijving van de regtspleging onder de Dajakkers, door C. Hupe. ï. v. N. I. 8e j. Batavia 1846. 3e d. 101. 13992. Beschrijving van het burgerlijke regt in het district. Poeloepetak, ook wel kleine Dayak genoemd, Z. amp; O. kust van Borneo, door J. É. beek er. Medegedeeld door A. L. Weddik, dd. Batavia, December 1848. Ind. Arch. Ie j. I. 1849. 471. |
13993. Aantcekcningcn betreffende eenige inaatsohnppelijke instellingen en gebruiken der Dajaks van Doesson, Moeroen en Siang, aangetroffen onder de bij het Gouvernement van N. Indië berustende papieren van C. Sehwaner, lid der Natuurk Comm. in Ned. Ind. Nader bewerkt door Dr J. H. Crooc-kewit. Hz. Wetten der bevolking. Tijds. Ind. T. I. V.-kunde, I. 1853. 201. 13:!94. Wetboek voor zeevarenden van het koningrijk Makassar en Boegies, op het eiland Celebes, door P. A. Leupe. Vertaling naar het Maleiseh met verklaring van een der «Codes nmritimes dans la Mer des Indes,quot; voorkomende in J. E. Pardessus, Collection de lois maritimes anterieures au XVIIl siècle. Tonic 6.quot; en daarin geplaatst doorE. Dula'urier, hoog.eeraar in de Maleisehe en Javaansche talen te Parijs '1\ v. A'. I. 1849 Gron. Ie d. 305. — Mededeeling van deze uitgaven in het Tijdschrift. Ncd.Jaarb. li. W. XII. 1850. 235. 13995. Code, maritime des Royamnes Mangkassar (Makassar) et Bougui, daas 1'ile Celebes. Maleisehe tekst. met. Arabische karakters en de Eransche vertaling daarnevens, gevolgd door aanteekeningen. Zie: Instilutions maritimes de 1'Archipel d'Asie, traduites en fraii^ois par E. Du lau r ier. Prof. de langues Malaye et Javanaise Paris 1845. 4a(). Be-oordceling door Dr. W. 11. vau Hoëvell. T. v, N. I. 15e j. I. 453. 13996. Beschrijving der regtspleging op Bali, inzonderheid van Boeleling door P. L. van Bloemen Waanders, ads. Hes. aldaar, en zijn rapport, dd. Mei 1856. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VIII. 3 S. II. 1859. 201. 13997. Beschrijving van de regtspleging onder de bevolking van het eiland Lombok, door H. Zollinger. 1. v. N. I. 2e j. Batavia 1847. 2e d. 337. 13998. Beschrijving van de regtspleging in do res. Menado, te zamengestcld uit mcdedeelingen van Mr. D. F. W. Pieter-niaat, pc wezen Hes. van Menado, en door den kap. luit. L J. de Vriese, dd. 6 Julij 1840. T. N. I. 3e j. led.Batavia 1840.149. |
265
13909. Inlandsohe wetten bij de Hoven van Boni en Goa, van aloude tijden in gebruik tot den huidigen dage. Verzameld in het jaar 1759. Tekst van het compendium, gearresteerd in Raad van Politic ten ensteele Rotterdam tot Makassar 1 April 1755 ; voorafgegaan, tot toelichting, door den tekst van het Extract uit de Generale llesolutiiin des casteels Batavia in Rade van India op 23 Maart 1759. liegt N. I. 4 j. Vlll. 1863. 95, 83. 14000. Artikelsgewijze mededeeling van de rijkswetten of regeringsim.lellingen van Uoni. Volgens een uaudsohrift van 1750. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VII. 3 S. 1. 1858. 108. 14001. Mededeeling van de rijkswetten of regeringsinstellingen van Wadjo. Volgens een handschrift van 1750. Tijch. hid. T. L. V.-kunde, VII. 3 S. I. '1858. 171. 14002. Artikelsgewijze mededeeling van dc rijkswetten of regeringsinstellingen van het rijk Soping. Volgens een handschrift van 1850. Tijds. Ind. 'F. L. V.-kunde, VII. 3 S. I. 1858. 165. I40;)3. Beschrijving van de justitie op het Noorder Schiereiland van Halmaheira, door T. J. Wilier, dd. Ternate Oct. 1847. Ind. Arch. Ie j. I. 1849. 05. Ook geplaatst in Viller, Boeroe. Amst. 1858. 49. —- Idem van het burgerlijk regt. Ah!. G3. hid. Arch. Ie j. I. 1849. 3»1. 14004 Over dc eigendomsverkrijging en het eigendomsregt van Doessocus in de Mo-lukken. Datty en Poesaka-Doessocns. Regt N. 1. 8c j. XV. 172. |
1400.quot;). Aanteekeningcn omtrent de instellingen der Alfoeren van het landschap Waai-llama, behoorende tot het regentschap Hatililing, afd. Wahaai, eiland Ceram; door ï. J. Wilier, dd. Waliaai Julij 1847. Ind. Arch. 1. j. II. 18quot;0. 2't5. Ook geplaatst in Wilier, Boeroe. Amst. 1858. 7. 1 IOOG. Beschrijving der instellingen van de Maliomedanen en Alfoeren op het eiland Boeroe; door P. J. Wilier, dd. Arnhem April 1847 Ind. Arch. 1c j. I. 1849. 489. Ook geplaatst in Wilier, Boeroe. Amst. 1858. 98. 14007. Overzigt van het verhandelde omtrent de quaestie betrellende het stelsel van deportatie van misdadigers naar de O, I. Bezittingen, zoowel door de Drukpers, als bij do Regering cn de Staten Generaal; door J. P. Cornets de Groot. Voorgelezen in de Alg. verg. op 28 Dcc. 1857 van het Indisch Genootschap (1815 —1857). Handel. Sf Geschr. Ind. Gen. 4e j. 1857. 309. — Toelichting door J. P Cornets de Groot van dit zijn overzigt. Cornets de Groot, Beheer. 'silage 18G2. 20G. 14008. Kolonisatie van gedeporteerden op de Pagei-eilanden. De opname door quot;de Hekla,quot; met een ambtenaar van Benkoelen, den Kontrolcur le klasse, P. Severijn, in verband gebragt met dezerzijdsche deportatieplannen. T. v. N. I. 14e j. i852. II. 454. |
O. ENGELSCHE KOLONIES EN STRAFKOLONIES.
14009. Iets over het regtswezen in Britseli Indie, Bengalen. Verkort uit de Revue des Deux Mondes van 15 April 1848, onder den titel //les civiliens.quot; door Pr. Edwards. Regt N. I. Ie j. 1842. 89. 14010. Indische straf wegens cchlbreuk. Voorbeeld van Ind regtspleging, volgens mededeeling van de Bom bay sehe courant van 12 Sept. 1832. Leeskub. 1834. ]V. Ü95 14011. Merkwaardige bijdrage tot de kennis van het Siamesche strafregt. Overgenomen uit den Bangkok-Calender voor 1861, en medegedeeld door Mr. A, Lou don. Tijds. |
Ind. T. L. F.-kunde, XII. 4e S. HI. 1SG2. 414. 14012. Over de volksplantingen van Nieuw-Zuid-Wales. Ontleend aan The Quart. Rev. Geschiedenis sedert hare stichting in 178S tot 1810, getrokken uit het reisverhaal van Collins, cn uit het verslag der commissie, door het Lagerhuis belast met het onderzoek der wijze, waarop de vonnissen van verbanning worden uitgevoerd. Waakz. 7 February 1816 Nquot;. a2; IG Febr. 1816. N°. 40. |
34
266
11013. Verliaal van het transport in 1788 van misdadigers naar de Botany-baai, met het schip Prince of Wales, kapit. Moor, onder bevel van den Commandeur Philips. Maand cl. Ned. Mercurius, LXVI. 17b9. 157. 14014. Transport van misdadigers uit Engeland naar Botanybaai. 1,etter h. III. i7iS9. 97. — Nieuw transport daarheen. Md. 207. 14015. Opgave der onkosten van het Engelsche deportatie-stelsel naar Nieuw-Zuid-Wales van 1767 —1792, met aantooning der onvermijdelijke mislukking van deze wijze van kolonisatie. Oecon. Cour. II. 1800. 'Ail, 334. 14016. Verslag, dd. 15 Junij 1792, nopens de beantwoording der prijsvraag aan de Universiteit te Cambridge, getiteld: //of er, in de nieuwe volkplanting van Botanybaai, waarschijnlijk eene volkomen omkeering van zeden te wachten is?quot; Letterb. V1IL 1792. 201. 14017. Beschrijving van den toestand der Engelsche volkplanting in Port Jaekson (Botany-baai), volgens niededeelmg van den mineralogist Bailly, die den kap. Baudinop zijn togt om de wereld vergezelt, letterb. 1803 II. 145. — Idem, volgens mededee-ling van den kap. Baudin AH. 247. 14018. Het Engelsche deportatie-stelsel op Nieuw-Holland. Naar Péron. ^'ad. Lett. 1818. 2. 174, 220. 14019. Nieuw-Holland. Gesteldheid en leven van de aldaar geplaatste misdadigers. Vertaald door J. van Wijk Hz. uit de //Promenade pittoresque autour du monde, 1817—1820, sur les corvettes du Roil'Uranie et la Physieienne, commandécs par M.Frey-einet, par J. Arago, Lettre 144. Euph. X. 1823. 3. 489. 14020. Wat men van misdadigers maken kan? Aantooning der gunstige resulta'ea van het deportatiestelsel der Engelsehen naar Botany-Bay en van Diemensland, ontleend aan de mededeeling van Evans Ree. o. d. Ree. XVI. 1823. Meng. 289. 14021. Schets van den toestand van Nieuw Zuid-Wallis, ontleend aan een verslag dooiden Opperbevelhebber aan de Regering ingediend. Rozenstruik, I. 1825. Meng. 63. |
14022. Bijdrage tot. den zedelijken toestand van Nieuw Zuid-Walcs. Opsomming der meineeden voor het Crimineel Geregts-hof. Ontleend aan de Sidney Gazette van 19 Mei 1840. Ree. o. d. Ree. XXXIV. 1841. Meng. 76. 14023. Britsche Colonisatie van Nieuw-Zeeland. Vertaald overgenomen uit het Eng. Colonial Magaziue van Nov. 1840,1 en met een inleiding ter rectificatie voorzien door Jacob Swart. Tindal Sf Swart, Verh. III. C93. 14024. Les colonies pénales de 1'Anglc-terre, par Léon Eauehor. Mededeeling door E. de Waal, van den zakelijken inhoud van dit artikel, in de Revue des Revues. 1843 N0. 1. ter aantooning vandena-deelige resultaten der Britsche deportatie in Australië, 1786—I8'i7. Ind. Mug. I. Tw. 1844. N'. 7, 8 en 9. bl. 105. 14025. Over de transportatie van veroordeelden uit Engeland naar West-Australië. Bijzonderheden nopens het verhandelde in het Parlement bij de behandeling en aanneming van de bill tot wijziging der straf van transportatie. Themis, XIV. 1853. 131, 279, 441. — Latere berigten en bijzonderheden nopens het Engelsche vcrbanningstelsel, met het oog op Australië. Aid. 2 V. IV. 1857. 144. 14026. Over de kwestie der deportatie in Engeland bepaald met het oog op Australië. Econ. Bijbt. 1S63. 115, 116. 14027. Het eiland Norfolk. Beschrijving van deze Engelsche straf-kolonie, volgens mededeeling van den Vicaris Generaal der Katholieke zending in Australië, UHathorne. Ree. o. d. Ree. XXXIII, 1840. Meng. 455. J4028. De Engelsche gedeporteerden op Norfolks-eiland. Hun toestand, overgenomen uit het „United Service Journalquot; van üeeem-ber 1848. Katholiek, 1851. XIX. i03. 14029. Het Hellcn-eiland. Britsche strafkolonie bij Nieuw-Holland. Fad. Lett. 1845. II. 308. 14030. ])e gezworenen in Nieuw Zuid-Wales. Het //onzinnigequot; van de invoering dezer wijze van regtsuitspraak in een volkplanting van misdadigers. Overgenomen uit de Cinartcrly Review. Ree. o. d. liec. XXXII. 1839. Meng. 1^6. |
LEDEN VxVN DE EEGTERLIJKE MAGT.
267
14031. Een afsclmwclijko misdaad. ïïct menschcneten door vijf ontvlucte gedeporteerden oj) van Diemensland. Ontleend aan de Hobart-Town, een courant aldaar uitgegeven. N. Keur. v. Meng. 1832. 306. 14032 Wijze, op dc Sandwich-eilanden, om diefstallen te ontdekken, door behulp van het bijgeloof. Uit «Reize om de Wereldquot; in de jaren 180G—12, door A r eh i bald Cam p-bell. Amst. 113. Euph. V. 1818. 3. 478. 14033. Verhaal der openlijke bekendmaking, op 10 Maart 1839 op do Vriendschapseilanden, van een nieuw wetboek, met medo-deeling van den tekst dezer wetten. Reformatie, 2e S. 1. 1S41. 31. 14031. Uittreksel uit het nieuwe wetboek van Otaheiti. Zakelijke inhoud dor afkondiging, alsmede van die der afdecling: //Over de heiliging van den Zondag,quot; uit het wetboek. Zaadtaaijer, 11. 1825. 420. Onder de O. I. Ccmp. 14039. Lijst der Heeren Presidenten van Justitie, of Voorzitters van den Kaad des Gorichts te Batavia. 1089—1724. Valeniijn, IV. St. I. 384. 14040. Mr. Reinicr Stapel, behoudens rang, gagie en emolumenten, van het Presidium in don Raad van Justitie te Batavia gedomitteerd en in zijn plaats met hot karakter van voorzittend Lid aangesteld, do ord. Raad van Justitie Mr. J. S. Odé. Batavia Junij 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 1. 542. 14041. Aanstelling door Bewindhebbers der O. I. Comp. ter Kamer van XVIIn tot ord. Raad on Pres. van den Raad van Justitie, van L. Hoorcman. October 1754. Nederl. Jaarb. VIII. 1764. 2. 1248. 140'! 2. Beschouwingen over do benoeming van den Proe. Gen. van het Hof van Justitie to Utreeht, Mr. V. J. Ulondccl, tot Voor-ïittor van den Raad van Justitie te Batavia. February 1783. N. Nederl. Jaarb. XVIH. 1783. 1. 258. 14043. ïer vergadering van XVIIn is nog niet bestel gedaan over het ambt van |
14035. Staats- en regtcrlijke instellingen op Otaheiti. Volgens don Engclschcn reiziger Cruise. Overgenomen uit de Abendzeitung, 1826 No. 201. Ree. o. d. Ree. XX. 1827. Meng. 70. 14036. Uittreksels uit het nieuwe wetboek van Otaheiti, door B. Alg. Ijett. Maandsch. VU. 1amp;23. Meng. 000. 14037. Een gevangenis aan de Kaap dc Goede Hoop, Uit de Weekly Review. De Urostdy Tronk, of gevangenis te Beauford aan do Karao, en de stempel van misdadigers aldaar gevungon. Uockz. Jumj 18:28.723. 14038. Zonderlinge snoodheid van oenen valsohon Godsgezant in Zuid-Afrika. Verhaal der bedrijven van den falsaris en moordenaar Stephanos, uit: //Barrow, voyage to Coelün-China London 1806.quot; Schomb. v. in- en uitl. Lelterk. 1808. Meng. 2. 76. Voorzitter in den Raad van Justitie te Batavia, en van een buitengewoon Raad in ge-melden Rade. Amsterdam Deo. 1784. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1990. 14044. Aanstelling tot Vieo-Pres. van don Raad van Justitie te Batavia van Mr. J. G. van Rossum. November 1793. N. Nederl. Jaarb. XXIX. J794. 1. 801. 1404j. Lijst van de Hoeren Raaden des Gorichts te Batavia. 1041—1725. P'alentijn, IV. St. I. 384. ] 4016. Vergunning aan den Raad-ord. in den Hove van Holland, Mr. A. van Acl-monde, om met behoud zijner betrekking hier te lande, dc benoeming aan te nemen door H. H. XVIIn gedaan van Lid in den Raad van Justitie te Batavia. Alsmede protest der stad Medemblik hier tegen. Res. Holl. 11 Oct. 1658. 2e dr. 500. 14047. Aanstelling door Bewindhebbers dor O. I. Comp. tor vergadering van XVIIn tot ord. Raad van Justitie, van J. Verklokkon. Deo. 1748. Nederl. Jaarb. II. 1748. 2. 1233. — Idem door den Prins Erfstadhouder, enz. van Mr. J. J. Meijers, on Mr. J. L. de |
34*
268
Hartog. Mei 17.il. Aid. V. 1751. 1. 385. — Idem tot ordinuris Raad den extra ordinairen Raadsheer Mr. Jacob van Haeften. Maart 1753. Aid. Vlll. 1754. I. 5i'gt;. — idem van Mr. M. Ï. Hilgers. Sept. 1753. Jld. Vll. 1753. 2. 847. — Idem door Ed. lleeren liewindliebbers der 0. 1. Uomp, ter Vergadering van XVlIu tot Raden van J ustitie to Batavia van Mr. J. van Haeften, en J. Nobel. Nov. 1753. Aid. 1135. — Idem van J. G. Bench. October 1754. Aid. VIII. 1754 2. 1Ü48. — Idem van Mr. J. Nobel, en Mr. K. (J. lieugd. Oet. 1755. Aid. IX. 1755. 9. 981. 11048. Optreding tot ordinaire Leden van den Raad van Justitie des kasteels van Batavia, van Mr. U. J. Dibbitz en Mr. J van OirscUot. isederl. Juarh. XVI. 1762. 2. 1312. 14049. Aanstelling door Bewindhebbers der O. I. Comp. ter Vergadering van XVIlu tot ord. Lid van den Raad van Justitie des kasteels van Batavia, van Mr. II. A Lokman. Nederl. Jaarb. XVI. 1762. 2. 1312.— Idem van Mr. J. van der Wijk. Oct. 1763. Aid. XVII. 17' 3. 2, 872. — Idem van Mr. J. van Picl-tenberg, F. J. de Vos, en P. van der Vorm Oct. 1765. Aid. XIX. 1765. 2. (534. — Idem van K. Neelen. Oet. 1767. A'. Nederl. Jaarb. III. I76s. 1. 318. — Idem van Mr. J.Wicherts. April 177 4. Maandel. Ned. Mercurius, XXXVI. 1774. 131.-- Idem van Mr. J. C. Lnyken.Oet. 17?S. N. Nederl. Jaarb. XIII. 177b. 2. 1213, 1337. - Idem van Mr. ü. J. van Kattenburc, en Mr. (i. Ribaut. April 1779. Aid. XIV. 1779. 1. 485. — Idem door den Prins Erfstadhouder van Mr. P. C, de Vaynes van Brakel. Dec. 1781. Aid. XVI. 1781. 4. 22d7, 2299. 14050. Tijding te Batavia op 16 Mei 1783 van de aanstelling tot ord. Lid in den Raad van Justitie te Batavia van bet extra ordin. Lid Mr. P. C. de Vaynes van Brakel, en tot extra ord. Lid den Advokaat Mr. C. J. R. Menrs. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. I. 1188. 14051. Aanstelling tot gewoon Raad van Justitie te Batavia van den buitengewoon Raad van Justitie aldaar A. R. van Wijekei. Amsterdam Jan. 178(1. N. Nederl. Jaarb. XXI. 17ti6. I. 98. 14052 Aanstelling tot Raad van Justitie des kasteels te Batavia van Mr. P. Ross. Julij 1787. N. Nederl. Jaarb. XXII. 1787. |
3. 2223. — Idem van Mr. N. Morees. Decquot; 1788. Aid. XXIII. 1788. 2. 1947. — Idem van Mr. L. A. I?, Eokko. Jan. 1791. Aid. XXVI. 1791. 1. 124. — Idem van Mr. ï. van Ilcmesseu en Mr. W. Popkens. Mei en Junij 1791. Aid. XXVI. 1791. I. 594, 824. — Idem van Mr. W. van Hoesen. Amsterdam Deo. 1791. Aid. 2. 2048. — Idem van Mr. J. G. Hartman. Junij 1793. Aid. XXVIII. 1793. 1. 1045, 1062. 14053. Aanstelling door Bewindhebbers der O. 1. Corap. ter Vergadering van XVIIn tot extra ord. Kaad van Justitie P. de Jong. Dec. 1748. Nederl. Jaarb. II. 1748. 2. 123:i. — Idem van Mr. J, van Haeften. Sept. 1753. Aid. VII. 17d3 2. 847. — Idem van P. 0. Donker, Mr. P. I). Prud'-borarae en Mr. Gr. Muiier. Aid. XVI. 1762. 2. 1312. — Idem van Mr. H. Leuftink, Mr. G. Maas, on Mr. J de Meijer. Oet. 1765. Aid. XIX. 1765. 2. 634. — Idem van Mr. J. ü. van Gehren, en Mr. G. K. Ealck. Oct. 1767. N. Nederl. Jaarb. III. 1768. 1. 318. — Idem van Mr. A. C. Ver-spyk. Nov. 1773. Aid. VIII. 1773. 3.1344. — Idem van Mr. N. Synia. April 1774. Maandel. Ned. Mercurius, XXXVI. 1/74. 131. — Idem van Mr. W. A. Ceva. April 1779. N. Nederl. Jaarb. XIV. 1779. 1. 485. — Idem door den Prins Erfstadhouder, van .\!r. C. J. R. Meurs. Dec. 1781. Aid. XVI. 1781. 4. 2257, 2299. — Idem van Mr. A. R. van VVijckcl, Zeeuwsehc Kamer-brief van 12 Mei 1785. Aid. XXI. 1786. 2. 1(,,57. — Idem van Mr. C. Saxe, Adv. te Batavia, en geassumeerd Lid van den Raad van Justitie, Mr. H. J. Duurkoop, Adv. te Batavia, Mr. C. A. Hellemans, Adv. te Amsterdam. Jau. 1786. Aid. 1. 98. 11054. Benoeming, dd. Batavia 16 Maart 1773, tot geassumeerd Lid in den Raad van Justitie te Batavia van Mr. P. Ras, koopman en Eerste Administrateur in het graan-magazijn te Maandel. Ned. Mercurius, XXXVI. 1774. 2. — Ontslag van Vermeer als geassumeerd Lid, Eebr. 1788. N.Nederl. Jaarb XXIV. 17 89. 1. 440. — Aanstelling van Raket, als geassumeerd Lid, Eeb. 1788. Aid. 410. — Idem van Schouten, Maart 1788. Aid. 441. 14055. Lijst van de Secretarissen van Justitie of Geheimschrijvers des Geriehts te |
LEDEN VAN DE REGTERLI JKE MAGT.
269
Batavia. 1627—1723. Valentijn, IV, St. I. 409. 14056. Aanstelling tot Secretaris bij den Raad van Justitie te Batavia, vau .1. D. Beynon. Febr. 1781. TV. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1284. 14057. Bevorderd tot onder-koopman. L. Z. lleyser. Adjunct, bij den Raad van Justitie te Batavia. 10 Nov. 17tgt;0. N. Ned. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1294. 140,gt;8. Tijding te Batavia op 16 Mei 1783, dat is geaccordeerd de qualiteit en gagie van onder koopman aan R. G. van Polanen, gezworen Klerk van den Raad van Justitie te Batavia. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1189. — Permissie aan hem om te repatrieren. Jnnij 1783. Aid. 1194. 14059. Aanstelling tot gezworen klerk ter Secretary van den Raad van Justitie tc Batavia van den adjunct gezworen Klerk L 'L. Rcyzer. Batavia Junij 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1194. — Idem tot adjunct gezworen klerk vau den oudsten gezworen klerk ter Sccrctarij van II. II. Edelheden D. Reuvekamp. Batavia Junij 1783. Aid. 1194. 14060. Aanstelling ter Vergadering van XVIIn tot onder-koopman van W. Kerk-man, Secret, van Justitie tc Samarang. Amsterdam Dee. 1784. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1990. 14061. Lijst der Gebeimschrijvers van Justitie op ïernate. 1656—1711. Valentijn, I. 376. 14062. Aanstelling tot Secr. van Justitie in het Gouvernement lianda van den Boekhouder J. D. van Klootwijk. Batavia Dec. 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2e d. 1687. 14063. Lijst van de Geheimschrijvers des Gerechts, of eerste Klerken in Banda. 1687—1719. Valentijn. III. St. II. 104. 14064. Lijst der Geheimschrijvers van het Gerecht in Amboina. 1641—1720. Fa-lcnlijn, II. 40. 14065. Bevestigd als Secret, van Justitie in den Landraad in het Gouv. Amboina, van W. Schouten. Batavia Nov. 1787. N. Ned. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 324. |
14006. Lijst der Presidenten of Voorzitters van Schepenen te Batavia. 1620— 1721.. Valentijn, IV. St. I. 390. 14067. Opdragt aan den Raad extra ordin. van Ned. Indië, J. R. van der Burgh van het pracsidium van het Collegie van Hoeren Schepenen te Batavia. Nov. 1783. N. Nederl. Jaurb. XIX. 1784. 2. 1682. 14068. Continuatie, dd, Batavia 30 Mei 1773, voor een jaar van den President en de leden van het Collegie van Schepenen te Batavia. Maandel. Ned. Mercurius, XXXVII. 1774. 2. — Idem in Mei 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. I2s7. — Idem voor het jaar 1/88. Aid. XXIV. 1789. 1. 648. 14069. Ontslagen J. dc Wiegerman, als Vioc-Pres. in het Collegie van Schepenen te Batavia, behoudens zijn rang. Mei 1782. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 2013. 14070. Benoeming tot Vice Pres. in het Collegie van Schepenen te Batavia, van het Lid S. Bartels. Mei 1782. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 2013. —Idem van het Lid A. Agerbeek. Batavia, Julij 1788. Aid. XXIV. 1789. 1 653. 14071. Lijst van de namen der Heeren Schepenen te Batavia, 1620—1724. Valentijn, IV. St. I. 391. 14072. Benoeming van Roelof Kroesetot Lid in bet Collegie van Schepenen te Batavia. 23 Feb. 1773. Maandel. Ned. Mercurius, XXXVI. 1774. 1. — Ontslag van J. A. Uarringa en 11. H. Hugo als Schepen te Batavia. Batavia Mei 1782. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3.2013.— Benoeming tot Schepen van den Boekhouder in het Ambachts-Quartier P. A. van der Parra, van het Lid uit het Collegie van Heemraden J. H. Brauns, en van den Vaandrig van de Compagnie's Oostzijdsche Burgerij A. Agerbeek Batavia Mei 1782. Aid. — Ontslag op zijn verzoek van P. A. vau der Parra. Batavia Oct. 1782. Aid. XIX. 1784. 1 1176. — Benoeming tot Schepen van den Eersten Administrateur in het graan-magazijn J. K. Coortsen. Batavia Oct. 1782. Aid. 1176. — Idem van het Lid in het Collegie van huwe-lijksche en kleine Geregtszaken C. H. Specht. Mei 1783. Aid. 1192. —Ontslag als Schepen van C. Hartman en J. Dak, en weder aangesteld de kooplieden W. Craane en S. C. Saffin. Batavia Mei 1783. Aid. 1188. — Aanstel- |
270
ling van deu Koopman ü. T. Vermeer. Batavia Mei 1788. Aid. XXIV. 1789. 1. 64S. — Idem van den eersten Administrateur in do pakluüzen aan de Westzijde te Batavia C. P. Reigersman, en van den burger J. M. Balpe. Batavia Julij 1788. Aid. 653. — — Idem van den burger G. Uwens. Batavia October 1787. Aid. 323. 14073. Lijst van do Secretarissen of Geheimschrijvers van Schepenen te Batavia, 1020—1724. yalentijn, IV. St. 1. 409. 14074. Voordragt ter obtenu van dc effectieve qualitcit van Onderkoopman van den gezworen klerk bij Hecreu Schcpcnen te Batavia, F. Hakker. Batavia Junij 1783. N. Nedert. Jaarb. XIX. 1784. 119 k 14075. Aanstelling tot adjunct gezworen klerk bij Heeren Sehepencn te Batavia van J. Lohr. Batavia l)eo. 1782. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 1178. 14076. Lijst van dc Presidenten der Weeskamers tc Batavia, 1621 — 1723. Valen-tijn, IV. St. 1. 398. 14077. Continuatie, dd. Batavia 9 Junij 1773, voor een jaar van den President en de leden van liet Coilegic van Weesmeesteren te Batavia. Maandcl. Ned. Mercwius, XXXV11. 17/4. 3. — „Idem. Junij 1782. N. Nederl. Jaarh. XVIIL 178 5. 3. 2015. — Idem. Junij 1783. Aid. XIX. J 784. 1. 1192. 14078. Lijst der Heeren Weesmeesteren te Batavia, 1628—1724. Falenlijn, IV, St. I. 399. 14079. Aanstelling tot Lid in het Col-Icgie van Weesmeesteren te Batavia van den scueeps-opper-chirurgijn J. P. Sebiffel. Batavia Jan. 1782. N. Nederl. Jaarb. XVIIL 1783. 3. 2010. — Idem van den sedert in burgerstaat gestelden voorlezer van de kas-teels kapelie J. H. Delicot. Batavia April 1782. Aid. 2012. — Idem van den burger en wagenverhuurder Lehman. Batavia Maart 1788. Aid. XXIV. 1789. 1. 441. 14080. Ontslag van den koopman G. M. Neun als weesmeester. Batavia Junij 1788. jV. Nederl. Jaarb. XXIV, 1789. 1.650. —Aanstelling van den Schepen te Batavia J. W. Cröse. Batavia Junij 1788. Aid. 650. |
11081. Lijst der Geheimschrijvers van do Weeskamer, zijnde te gelijk overdragers van het, Negotie-comptoir, in Amboina. lGi2—17^0. / alentijn, II. 43. 14052. Lijst van dc Presidenten der Heemraden te Batavia. 1679—1723. Palen-lijn, IV. St. I. 402. 14053. Lijst van de Heeren Heemraden te Batavia in 1719—1724. I'alenlijn, IV. I. 403. 14081. Aanstelling tot Lid in het Collegia van Heemraden te Batavia van den Luit-Kol. C. C. Wohlfart. Batavia Jan. 1782. N. Nederl. Jaarb. XVlll. 1783. 3. 2011. — Ontslag van J. H.Brauns. Batavia Mei 17^2, Aid. 2013. — Wederbenoeming van L, D, Kreps, eersten oud-practizijn in Compagnies Binnon-hospitaal en Adminis-treerend Hoofd-Partidipaut van do Amphioen-Sooietcit. Batavia Mei 1782, Aid.—Ontslag van C. L. Col mond, brigadier, en wederaanstelling van den oud-Schepen J. Dak. Batavia Mei 1783. Aid. XIX. 1784, 1. 1188. — Aanstelling van don Hoofd Ingeland P Bergman. Batavia Junij 1788. Aid. XXIV. 1789. 1. 650. 14085. Lijst der Secretarissen of Geheimschrijvers van Heemraden te Batavia. 1689— 1724. yalentijn, IV. St. I. 413, 14086 Aan den Burger... dc Roo te Batavia toegevoegd den titel van Hoofd-In-geland. Batavia Januarij 1781. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784, 2. 1690, 14(187- Lijst, van de Presidenten der Commissarissen van huwelijksehe en kleine zaken te Batavia, 16'! 1—17*4. Falentijn, IV, St. I, 403, 14088. Continuatie, dd, Batavia 9 Junij 1773, voor een jaar van den President en de leden van het Collegie van Commissarissen van huwelijksehe en kleine gerigtszaken tc Batavia, Maandel. Ned. Mercurius, XXXVII, 1774, 3, 14089, Benoeming van F, Freese tot Vice-President van Commissarissen van huwe- |
LEDEN VAN DE REGTERLTJKE M AGT.
271
lijksche en kleine gerigtszaken te Batavia. 23 Febr. 1773. Maand el. Ned. Mercurius, XXXVI. 177é. 1. 141190. Lijst van do Commissarissen van huwelijksche en kleine zaken te Batavia. 1G32-— 1724. Valentijn, IV. St. I. 401.. 14091. Benoeming tot Commissaris van huwelijksehe en kleine gerigtszaken te Batavia van K. do Keyser. 23 February 1773. Maandel. Ned. Mercurius, XXXVI. 1774.1. — Ontslag, dd. Batavia 9 Junij 1773, van W. Velingius koopman tiUilair, op zijn verzoek. Aid XXXVII. 1774. 3. — Aanstelling, dd. Batavia 9 Junij 1773, van den onderkoopman Mr. S. J. Abeleven. Aid. — Idem van den oud ord. klerk ter Generale Seeretarij J. H. Ueurvelt. Batavia Aug. 1781. N. Nederl. Ja rb. XVII. 1782. 2e d. 1297. — Idem van den oud-eorston laborant te Batavia, V. F. C. Uertzogenraail, Batavia Junij 1783. Aid. XIX. 1784. 1. 1192. — Idem van den Vaandrig van de West-Compagnie der Burgerij te Batavia .1. Menks. Batavia Dee. 1783. Aid. 2e d. 1Ö89. 14092. Lijst der Secretarissen of Ge-heinisobrijvers van buwelijkseho en kleine zaken. 1641—1724. Kalentijn, IV, St. 1. 411. 14093. Aanstelling tot Secretaris van de buwelijkseho en kleine geregtszaken te Batavia van den onderkoopman en overdrager in bet Ambaebts-quartior, E. van Goudoever. Batavia April 1783. N. Nederl. Jauru. XIX 1784. 1. 1181. 14094. Lijst dor Geheimschrijvers van kleine en huwelijkszaken in Amboina. 1052— 1720. yalenlijn, II. 41. 14095. Lijst dor Presidenten van Chineesche Boedel meesters te Batavia. 1630 -1724. Ka-lenlijn, IV. St. I. 406. 14096. Do Raad extra ord. van Indio A. Boeses bedankt als President van bet Collegio van Boedolmeesteron der Chincozen en andere onchristen sterfhuizen, te Batavia. Batavia Junij 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1192. |
14097. Continuatie, dd. Batavia 9 Junij 1773, voor een jaar van den 1'residont en de leden van bet. Collegie van Boedelmeestercu der Chineezen en andere onchristen ster!'buizen te Batavia. Maandel. Ned. Mercurius, XXX VII. 17/4. 3. — Aanstelling van L. J. van Alten, tot. Vice-President, en van j den burger M. van Leeuwen tot Lid. Batavia Junij 17fi3. Ar. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1192. 14098. Lijst der Chineesche Boedelmees-tors te Batavia. 1636 —1724. Valentijn, IV. St I. 407. 14099. Aanstelling tot Lid in bot Collegie van Boodelnieestcren dor Chineesche en andere onchristen sterfhuizen te Batavia van den Chinees T. Piesing. Batavia. Dee. 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1J84. 2. 16S5. 14100. Lijst van de Secretarissen of Ge-heimschrijvcrs van Chineesche Boedolmeeste-ren te Batavia. 1640-- 1724. Valentijn, IV St. 1. 411. 14! 01. Lijst der Geheimschrijvers van de Chineesche Boedelmeesters in Amboina. 169:—1720. Valentijn, II. 43. 14102. Aanstelling van den dienstdoen-don ord. klerk II. J. Iluizinga, tot eersten klerk on overdrager van Boodelmoesteren. Batavia Sopt. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2e d. 1298. 14103. Lijst der Geheimschrijvers van den Landraad in Amboina. 1037- 1720. Valentijn, II. 41. 14104. Aanstelling tot Lid van tien Landraad ie Colombo, van B. II. Stroebo. April 1770. N. Nederl. Jaarb. VI. 1771. 1. 497. 14105. Aanstelling tot Seorctaris van den Landraad to Jaflanapatnam van T. Williams, in plaats van A 10. Lobeck. Colombo April 1780 N. Nederl. Jaarh. VI. 1571. 1. 497. 14100. Lijst der onafhankelijke of independente Fiscaals, ieder bij zijn comptoir. 1689—1714. Valentijn, IV. St. I. 383. 14107. Lijst der Hoeren Advocaten Fiscaals. 1027—1724. Valentijn, IV. St. I. 378. 14108. Aanstelling tot Advokaat Fiskaal te Batavia, van Mr. J. do Meijer. Oct. 1778. N. Nederl. Jaarh. XIII. 1778. 2. 1337. — |
272
Idem ter Vergadering vau XVIIn van Mr. J. C. Luyken. Amsterdam Dec. 178J-. Aid. XIX. 17SI. 2. 1990. — Idem van Mr. D. Vignon. Amsterdam Dee. 1788. Aid. XXIII. 1788. 2. 1947. 14109. Aanstelling tot ïiskaai te Banlam van den onderkoopman buiten emplooi J. van den iiogaard Batavia Julij 1782. N.Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 2017. 14110. Bevorderd tot l'iskaal to Sama-rang van den koopman in rang J. O. van Ingen, met voordragt van de effectieve qua-liteit en gagie van koopman. Batavia l)ec. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. J782. 2. 1303. 14111. Ontslagen als Fiskaal te Sama-rang en naar Batavia verlost . . . Eekliard. Batavia Maart 1788. N. Nederl. Jaarb, XXIV. 1789. 1. 441. 14112. Aanstelling tot Eiskaal te Sama-rang Nieuweubeym, met voordragt tot koopman Batavia Maart; 1788. iV. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 441. 14113. Gcaceordeerd de qualiteit en gagie van kooplieden, aan B. Smissaart als Fiskaal van Amboina, thans (Nov. 1783) Hoofd van Hila, aan J. D. Bynon, als Fis-kaal van Makasser, thans (Nov. 1783) Se-cunde bij den Raad van .Justitie te Batavia, aan W. Beth Jacobsz, als Fiskaal van Amboina, thans (Nov. 1783) Hoofd van Sapa-roea, aan Mr. J W. H. van Rossum, Fiskaal, te Makasser, aan .1. O. van Ingen, Fiskaal te Samarang. Patriasehe Brief van 17 Dcc. 1782. N. Nederl. Jaarb \W. [1%^. 2. 1683. 14114. Geaccordeerd ter Vergadering van XVIIn de qualiteit van koopman met de gagie van / 50. aan L. Haga, Fiskaal te Ambon, en aan J. H. Faringauw, Fiskaal te Banda. Amsterdam Dec. 1784. A. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1991. 14115. Lijst der Fiscaals van Makassar, 1678—1724. Valenten, III. St. II. 230. 14116. Aanstelling tot Koopman en Fiskaal van Macasser, van Mr. J. W. H. van Rossum. Febr. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVIL 1782. 2. 1284. 14117. Lijst der Fiscaalen op Tcrnate. 1627—1714. fahntijn, I. 375. |
14118. Ontzegd de kwaliteit en gagie van koopman voor Koene Koenes als Fiskaal re ïernate. l'atriasohe Brief van 17 Dee. 1782. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784.2. 16S4 — De gewezen Fiskaal op Ternate K. Koenes weder emploijabel verklaard en hem gepermitteerd ter verrigting zijner huisse-lijke zaken derwaarts over te gnan. Batavia Deo. 1782. Aid. 1. 1180. — Idem om na het reguleren zijner affaires, naar Macasser over te gaan, ten einde aldaar, of op een ander Oostersch Gouvernement, geëmploijeerd te worden. Batavia Jan. 1783. Aid. 1180. 14119. Aanstelling tot Fiskaal en Winkelier op Ternate van den aldaar buiten emplooi zijnden onder-koopman B. S. Went-hold. Batavia Januarij 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. USl.j 14120. Tijding te Batavia op 10 Mei 1783, dat is gedeclineerd de voordragt tot koopman van F. B, van Hemmekan, Fiskaal en Winkelier in het Gouvernement Ternatcn. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1189. 14121. Aanstelling tot Fiskaal en Winkelier in het Gouv. Ternate van den onderkoopman Mr. J. V. Neydveld. Batavia Maart 1784. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1815. 14122. Lijst der Fiskalen van Handa. 1628—1719. Valentijn, III. St. II. 102. 14123. Aanstelling tot Fiskaal op Banda, met koopmans kwaliteit, van J. Craey, in plaats van F. Allot, Batavia Dcc. 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 2.1401.— Idem van den Koopman en Fiskaal te Samarang R. Houcque. Batavia Dee. 1781. N.Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1303. — Bevestiging van den daartoe provisioneel aangestelden onder-koopman J. H. Faringauw, met voordragt tot koopman. Batavia Deo. 1783. Aid. XIX. 1784. 2. 1687. — Aanstelling van den te Batavia buiten emplooi zijnden onderkoopman J. A. Bangerman, met voordragt tot koopman. Batavia Dee. 1787. Aid. XXIV. 1789. 1. 325. 14124. Lijst der Fiskalen van Amboina. 1622—1723. Falentijn, II. 36. 14125. Aanstelling tot Fiskaal van Amboina, met de kwaliteit van koopman, van J. A. de Villeneuve, in plaats van K. G. |
LEDEN VAN DB REGTERLIJKE MAGT.
273
Gledstein. Batavia. Deo. 1733. Nederl. Jaurb. VUL 1754. '2. HOI. — Idem van W. Beth Jacobsz. N. Nederl. Jaarb. XVI. 1781. 4. 2229. — Idem van den onderkoopman W. Beth Jacobsz. met voordragl. voor qualiteit en gagie van koopman. Batavia Dec. 1781. Aid. XVI]. 1782. 2. 1302, —Idem van den onderkoopman en Secretaris van Politie aldaar L. J. Haga; Batavia Dee. 1783. Aid. XIX. 1784. 2. 1686. — Idem van den onderkoopman J. Hogerward. Batavia Deo. 1787. Aid. XXIV. 1789. 1. 325. 1412f). Lijst der Fiscaals en Fiscaals independent van Malacca. 1741—1717. ^alen-lijn, V. St. I. 313. 14127. De koopman en Fiskaal op Malacca Mr. A. F. Lembrer, met kwaliteit en gage naar Nederland verlost. April 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1286. 14128. Aanstelling tot Fiskaal op Malacca van A. Couperus, met voord ragt tot koop-mans kwaliteit. Mei 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1286, 1287. — Idem van D. llhude, koopman en Kesident te Iliouw. Batavia April 1788. Aid. XXIV. 1789. 1. 647. 14129. Aanstelling tot Fiskaal en Kassier in het Kommandement van Malabaar van den onderkoopman buiten emplooi, P. van Spal, met voordragt tot koopman. Batavia Aug. 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 655. 14130. Vergund de qualiteit engagievan koopman aan P. D. Citters, Fiscaal te Na-gapatnam. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Nederl. Jaurb. XVII. 1782. 2. 1293. 14131. Voorgenomen vertrek uit Nederland naar Indic iu kwaliteit van koopman van den gewezen Nagapatnamschen Fiskaal M. Koning. 1782. N. Nederl. Jaurb. XIX. 1784. 1. 1186. 14132. Tijding te Batavia op 16 Mei 1783, dat is geaccordeerd de kwaliteit en gagie van koopman aan P. E van Halm, Fiskaal te Nagapatnam, in het Gouv. Chor-mandel. N. Nederl. Jaurb. XIX. 1784. 1. 1189. |
14133. Aanstelling tot Fiscaal te Palea-catta, in het Gouv, Chormandel, van den koopman titulair J. D. Simons. Batavia February 1786. A. Nederl. Jaarb. XXI. 1786. 2.1656. 14134. Aanstelling tot Fiscaal en Soldij-boekhouder, in hot (iouv. Chormandel van den onder koopman W. H. van iiyland, onder toevoeging van don titel van koopman. Batavia April 1788. A'. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 647. 14135. Aanstelling tot Fiscaal en Soldijboekhouder in het Gouv. Chormandel van den Boekhouder, Secretaris van Politie en Kassier aldaar B. Brouwer, met voordragt tot onderkoopman. Batavia Mei 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 649. 14136. Aanstelling van den onderkoopman A G. Kraijenhooft tot Fiskaal en Dorp-meester te Hongly, met voordragt van de tot zijn dienst staande kwaliteit en gagie vau koopman. Batavia Junij 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1291. 14137. Lijst der Heeren Wator-Fiscaals. te Batavia. 1627—1724. Valentijn, IV. St. 1. 380. 14138. Approbatie door Bewindhebbers der O. I. Comp., ter vergadering van XVIIn der aanstelling tot Water-Fiskaal van H. J. van Suchtelen. December 1748. Nederl. Jaarb. II. 1784. 2. 1233 — Aanstelling van Mr. W. Dekker. Batavia Junij 1753. Aid. VIII. 1754. 1. 543. — Idem van Mr. P. C. Has-selaor, in diens plaats. Oct. 1754. VUT. 1754. 2. 1248. — Idem van Mr. M. T. Hilgers, in diens plaats. Maart 1757. Aid. XI. 1757. 2. 1126. — Bevestiging door Bewindhebbers der ü. 1. Comp. van J. K. Verijssel. October 1765. Aid. XIX. 1765. 2. 634. — Bijzonderheden nopens dc aanstelling van Mr. P. Poelman, October 176G. N. Nederl. Jaarb. I. 1766. 2. 1188. — Aanstelling vau Mr. J. Wicherts. Nov. 1776. Aid. XI. 1776. 2 1360. — Idem pro interim van Mr. J. de Meyor. April 1781, Aid. XVII. 1782. 2. 1286. — Idem door den Prins Erfstadhouder tot Opper-koopman en Water-Fiskaal te Batavia van Mr. G. C. J. van Massau. Deo. 1782. Aid. 1()74;X1X. 1784. 2. 1683. — Idem pro interim van Mr. W. Popkens, Advokaat-Fiskaal. Nov. 1793. Aid. XXIX. 1792. 1. 801. 14139. Lijst der Heeren Baillus te Batavia. 1620—1724. Valentijn, IV. St. I. 379. |
35
14140. Approbatie door Bewindhebbers der O. I. Comp. ter vergadering van XVIIn der aanstelling tot Uailluw van J. W. Haze-broek. Dee. 174S. Nederl. Jaarb. II. 174-8. 2. 1233. — Ontslag van D. J. van Aitsina op zijn verzoek. Batavia ïehr. 1784. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1814.— Aanstelling van den Üud-Viee-Preses van Hee-ren Schepenen, J. H. Wiegerman. Batavia Maart. 1784. 2. 1814. — Idem van den Vice-President van Heeren Schepenen ü. Bartlo. Batavia Julij 1788. Aid. XXIV. 1789. 1. 653. 14141. Lijst der Heeren Landdrosten te Batavia. 1651—1724. Valentijn, IV.St, L 380. 14142. Opgave der Drossaards (Landdrosten) over de Bataviaasche Ommelanden door J. flageman Jzn. (1764—1819). Tijds. Ind. T. L. Y.-kunde, IX. 3 S. III. 1860. 83. 14143. Lijst van de Advocaten van de Algemeene O. I. Maatschappij sedert 't jaar 1614. (tot 1716). Valentijn, I. 1724. 316. 14144. Aanstelling door Bewindhebbers der Gen. O. I. Comp. ter vergadering van XVIIn tot eersten Advokaat van de voorn. O. 1. Comp. van Mr. K. van der Hoop, in plaats van Mr. N. Hartman. April 1755. Nederl. Jaarb. IX. 1755.1.321. — Demissie op herhaald verzoek van Mr. 1. Sweerts, April 1755. Aid. 321. 14145. Aanstelling door Bewindhebbers der O. I. Comp. ter vergadering van XVIIn tot tweeden Advokaat der gemelde Comp. van Mr. A. van Zon. Oct. 1755. Nederl. Jaarb. IX. 1755. 2. 981. 14146. Aanstelling tot Advokaat van de O. I. Corap. van Mr. D. A. Moerman van der Goes; alsmede de aanvaarding van dien post. April 1776. N. Nederl. Juurb. XI. 1776. I. 491. 14147. Aanstelling tot tweeden Advocaat der O. 1. Comp. van Mr. S. C. Nederburgh, in plaats van Mr. P. Graafland Jz. Amsterdam Jan. 1787. iV. Nedtrl. Jaarb. XXII. 1787. 1. 177. |
14148. Mr. W. Boers, eerste Advokaat van de O. I. Comp. heeft in de vergadering van XVIIn zijn ontslag verzocht en bekomen. Amsterdam Junij 1787. N. Nederl. Jaarb. XXV. 1787. 2. 1585. — Nominatie, waaruit in diens plaats is benoemd Mr. S. C. Kedorburgli, tweede Adv. Amsterdam Julij 1787. Aid. XXII. 1787. 3. 2222. — Nominatie, waaruit is benoemd in diens plaats tot tweeden Advokaat, Mr. P. J. Guepin, Amsterdam Dec. 1787. 7.6056. 14149. Aanstelling tot Advokaten der O. I. M. van Mr. S. C. Nederburgh en Mr. P. J. Guepin. Promotiebrief van XVIIn. 29 Dec. 1787, N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1781. 1. 653. 14150. Aanstelling tot tweeden Advokaat van de O. I. Comp. van Mr, P. A. Brug-mans. Middelburg Junij 1793. N. Nederl. Jaarb. XXVIII. 1793. 1. 1045, 1062. 14151. Aanstelling door Bewindhebbers der O. I. Comp. ter vergadering van XVIIn tot Advokaten voor ludië van Mr. K. P. van Santen, Mr. P. K. Gras, Mr. B. J. Visseher van Gaesbeeek, en Mr. P. O. van Knuth. October 1765. Nederl. Jaarb. XIX. 1765. 2. 634. 14152. Aanstelling van Mr. N.W. Beyts, tot Advocaat om naar Indië te vertrekken, en aldaar te postuleren. April 1774. Maandel. Ned. Merourius, XXXVI. 1774. 131. 14153. Aanstelling tot Advokaat voor beide de Hoven te Batavia, van Mr. J W. H. van Rossum. Nov. 1776. N. Nederl. Jaarb, XI. 1776. 2. 1360. 14154. Bevorderd tot Advokaat titulair Mr. W. A. Pelters. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1294, 14155. Berigt te Batavia dat tot Advokaat van Indië staat te komen Mr. C. Sax. Brieven uit Nederland van 20 Nov. 1780, N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1294. 14156. Aanstelling van Mr. H. J. Duurkoop ora voor beido de Regtbanken te Batavia te laten postuleren. Maart 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1285, 14157. Aanstelling tot Advokaat in Indië van J. v. d. Tuuk. Patriasche Brief dd. Dec. 1781. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1187. — Idem van den uit Nederland ver- |
LEDEN VAN DE REGTEKLLTKE MAQT.
275
wacht wordenden Mr. J. P. Voet. Patriaseke Brief van 17 Dee. 1782. Aid. 2. 1083. 14158. Tijding te Batavia op 16 Mei 178:i, dat zijn aangesteld tot Advocaten lit. voor Indië Mr. P. Tliemans en Mr. dir. A. Hellemans, alsmede hun vertrek naar Indië. iV. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1.1189. 14159. Op zijn verzoek over Ceilon naar Nederland verlost de Advocaat W. E. Doornik. Batavia Mei 1788. N. Nederl. Jaarh. XXIV. 1789. 1. 650. 1 1160, Permissie aan Mr. G. van der Genst om als Advocaat voor de respectieve Collegiën van Justitie te Batavia te mogen postuleren. Batavia Julij 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 652. 14161. Lijst der Procureurs van Batavia. 1642—1724. Volentijn, IV. St. I. 389. 14162. Aanstelling tot Procureur van J. Groot, de Jonge. Febr. 1781. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1285. — Idem van den Adsistent P. Kreitz. Batavia Mei 1783. Aid. XIX.. 1784. 1. 1185. — Idem van den Adsistent J. du Bois. Batavia Mei 1783. Aid. 1188. — Idem van den Adsistent E. Hovens. Batavia. Dec. 1783, Aid. 2.1686.— Idem van den burger B. Wolff, om voor beide de Hoven van Justitie te Batavia te postuleren. Batavia Maart 1786. Aid. XXI. 1786. 2. 1658. — Permissie aan den Adsistent C. D. Mijs om als Procureur te Batavia voor beide de Regtbanken van Justitie te postuleren. Batavia Dec. 1787. Atd. XXIV. 1789. 1. 437. 14163. Lijst der Notarissen op Batavia. 1657—1724. Valentijn, IV. St. I. 388. 14164. Benoeming tot Notaris, in plaats van wijlen Mr. H. Selieltus, van den provi-sionelen onderkoopman P. van Grolc. Batavia Sept. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2e d. 1297. 14165. Aanstelling tot Notaris te Batavia van den adjunct-gezworen klerk bij Heeren Schepenen Mr. J. N. Bcstbier. Batavia Dee. 1782. N. Nederl. Jaarb. XIX. 17S4. 1. 1178. — Idem van den Oud-Schepen S. L. Gaarisson. Batavia Aug. 1783. Aid. 1199. — |
Idem van den onderkoopman en Boekhouder van de Artillery N. van Bergen van der Grijp. Batavia Maart 178k Aid. 2.1814, - 14166. Lijst van de Vendumeesters te Batavia. 1648—1724. Valentijn, IV. St. 1. 413. 14167. Aanstelling van den onderkoopman J. van Noorle tot Vendumeester te Batavia. 23 Februarij 1773. Maandel. Ned. Mercurius, XXXVI. 1774, 1. — Idem van den Kassier van de Bank Courant en Bank van Leening Mr. J. Huisinga. Batavia Maart 1783. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784.1.1183. 14168. Lijst der Politiehoofden der stad Batavia en voorsteden, door J. Hageman Jzn. (1752—1858). Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IX. 3 S. 111. 1860. 84. 14169. De qualiteit van onderkoopman met de gagie daartoe staande geaccordeerd aan G. Brccmer, Secretaris van Politie te Macasser. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1293. 14170. Als Secretaris van Politie te Macasser bevestigd de onderkoopman J. G. F. Budach. Batavia. Dec. 1781. N. Nederl, Jaarh. XVII. 1782. 2. 1304. 14171. Geaccordeerd de qualiteit en gagie van onderkooplieden aan G. T. Durse, Secretaris van Politie te ïernate, aan H. D. D. da Fonseca, eersten Clerq van Politie te Colombo, aan N. Kloek, Secretaris van Politie te Banda. Patriasche Brief van 17 Dcc. 1782. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1684. 14172. Bevestigd als Secretaris van Politie in het Gouv. ïernate, van D. Ogel-wight, met voordragt tot onderkoopman. Batavia Nov. 1787. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. I. 324. 14173. De boekhouder Nicolaas Kloek als Secretaris van Politie in het Gouv. Banda bevestigd, Batavia Dcc. 1781, met voordragt voor qualiteit en gagie van onderkoopman. iV. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1303. 14174. Geaccordeerd de qualiteit en gagie |
35*
276
van onderkoopman aan E. J. Beijnon, Secretaris vau Politie op Ambon. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1292. 14175. Bevestigd als Secretaris van Politic in het Gouv. Araboinn van Fr. Lebrecht Brusz, met voordragt tot onderkoopman. Batavia Nov. 1787. N. Nederl. Jaarb. ILWf. 1789. 1. 324. 14170. Tegen elkander van dienst verwisseld de Secretaris van Policie te Atn-boina en Banda F. Lebrecht Brusz cn J. D. van Klootwijk. Batavia Dcc. 1787. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 438. 14177. De qualiteit van onderkoopman met de gagie daartoe staande geaccordeerd aan J. A. Daimichcn, Secretaris van Politie te Cochin. Brieven uit Nederland van 10 Nov. 1780. iV. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1293. 14178. Bevestigd als Secretaris van Politie te Paleacatta, in het üouv. van Chormandel, van B. Brouwer. Batavia Maart 1786. N. Nederl. Jaarb. XXI. 1786, 2. 1658. 14179. Aanstelling tot Secretaris van Politie en Gassier in het üouv. Ghormandel van den aldaar zich bevindenden onderkoopman buiten emplooi J. S. de RaafT. Batavia Mei 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 649. 14180. Bevestigd als Secretaris van Politie te Colombo op Geilon van den onderkoopman buiten emplooi Mr. B. S. van de Graaff. Batavia Nov. 1787. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 324. — Permissie aan hem om tc repatriëren, Batavia Maart 1788. Jld. 441. 14181, Aanstelling tot Secretaris van Politie te Golombo, in het Gouv, Geilon, van van Gitters, Batavia Maart 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 441. 14182. Permissie aan den eersten gezworen klerk van de Politie te Samarang G. Roghé tot het doen van een springtogtje naar Batavia. Batavia Mei 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 118S. 14183, Bevestigd als eerste klerk van |
Politie en Secretaris van Justitie in het Gouv, Ternate van G. G. Rousselet. Batavia Nov. 1787. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 324. 14184, Aanstelling tot eerste klerk van Politie tc Amboina van den Boekhouder J, Clarisse. Batavia Dec, 1783, N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2, 1686. 14185, Bevestigd als eerste klerk van Politie in het Gouv. Amboina van A, Gomans. Batavia Nov. 1787. N. Nederl. Jaarb. XXIV, 1789. 1. 324, 14186, Bevestigd als eerste gezworen klerk van Politie en Secretaris van Justitie te Paleaeatta van J. J, Hasz, Batavia Maart 17!gt;6. N. Nederl, Jaarb. XXI, 1786, 2. 1658. 14187, Aanstelling tot eerste klerk van Politie tc Golombo, in het üouv, Geilon, van... Wijbrands, Batavia Maart 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789, 1. 441. 14188. Aanstelling, dd. Batavia 9 Junlj 1773, van ü, E. Munnik tot Regent van het vrouwentugthuis te Batavia. Mnandel. Ned. Mercurius, XXXVII. 1774. 3, — Idem tot Buiten-Regent van den burger G, Ree-mer, Batavia Junij 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 650. 14189. Aanstelling, dd, Batavia 30 Maart 1773, tot binnen-moeder van het vrouwentugthuis te Batavia van S. I, Vonk, wed. Dijkman, Maandel. Ned. Mercurius, XXXVI. 1774. 3. 14190. Aanstelling tot Lid van Justitie aan de Kaap de Goede Hoop van P. Baumgaart, G. Kruywagen en W. L. van Rijneveld. Aug. 1793. N. Nederl. Jaarb XXVIII, 1793. 2. 1978. 14191. Lijst der Secretarissen van Justitie aan de Kaap de Goede Hoop. 1685— 1716. Vnlentyn, V. St. II. 42. 14192. Aanstelling tot Secretaris van Justitie aan de Kaap de Goede Hoop van Mr, J. A, Trutter. Aug. 1793. N. Nederl. Jaarb. XXVni. 1593. 2. 1978. |
LEDEN VAN DE RKGTERLTJK E MAGT.
277
14193. Aanstelling tot Vioe-Presidont van de Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop van L. Cloete. Augustus 1703. iV. Ncderl. Jaarb. XXVIII. 179:3. 2. 1978. 14194. Aanstelling tot Leden van de Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop van 11. J. Fehrsen en A. Berranje. Aug. 1793. N. Nederl. Jaarb. XXVIII. 1793. 2. 197». 14195. Lijst van de Secretarissen van de Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop, 1705-1716. Valentijn, V. St. 11. 42. 14196. Aanstelling tot Secretaris van de Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop van W. L. van llijneveld. Augustus 1793. JV. Nederl. Jaarb. XXV11I. 1793. 2. 1978. 14197. Lijst der Cassiers, Boekhouders, en Secretarissen van Huwelijkszaken aan de Kaap de Goede Hoop. 1670—1716. Valen-lijn, V. St. 11. 43. 14198. Lijst der Fiscalen en Fiscalen-independent aan de Kaap de Goede Hoop. 1662—1724. Valentijn, V. St II. 41. 14199. Bijzonderheden nopens de aanstelling tot Fiscaal aan de Kaap de Goede Hoop, van Mr. J. van Plettenberg. Oct. 1766. N. Nederl. Jaarh. I. 1766. 2. 1188. - Idem van Air. A, A. van Lawick van Pabst, in plaats van Mr. J. van Plettenberg. April 1772. Aid. VII. 1772. 1. 424. 14200. Aanstelling tot onafhankelijk Fis-cael aan de Kaap de Goede Hoop van Mr. W. G. Boers, in plaats van Mr. A. A. van Lawick van Pabst. Nov. 1773. N. Nederl. Jaarb. VIII. 1773. 2. 1344. — Idem van Jhr. J. N. S. van Lynden van Blitterswijk. Amsterdam Jan. 1788. Aid. XXIII. 1788. 1. 152. 14201. Lijst der Landdrosten aan de Kaap de Goede Hoop. 1685—1716. Valentin, V. St. U. 43. 14202. Aanstelling tot Lid van Politie en pro-interim Fiskaal aan dc Kaap de Goede Hoop van Mr. J. P. de Nijs. Aug. 1793. N. Nederl. Jaarb. XXVIII. 179 5. 2. 1978. — Idem tot Lid van Politie, van C. Brandt. Aug. 1793. Aid. — Idem tot Lid van Politie en Kassier, vanE. Bergh. Aug. 1793 Aid. 1977. |
14203. Lijst der Secretarissen van Politie aan de Kaap der Goede Hoope. 1670—1716. Valentijn, V. St. II. 42. 14204. Aanstelling tot Secretaris van Politie aan de Kaap de Goede Hoop van G. F. Goetz. Aug. 1793. N. Nederl. Jaarb. XXVIII, 1723. 2. 1977. In deze eeuw. 14205. Indisch besluit, dd. Buitenzorg 8 Febr. 1849 N0 2, ter benoeming van leden van het Hoog-Gercgtshof van Nederl. Indië, en van den Raad van Justitie te Batavia, Samarang en Soerabaiia. Real. N. I. Ie i. I. 1849. 163. 14206. Indisch besluit, dd. Batavia 27 Feb. 1849 Nquot;1. 19, betreffende de zamenstel-ling van het Hoog Militair Geregtshof van Ned. Indië, naar aanleiding van het vertrek van Jhr. Mr. H. L. Wichers, naar Nederland. Keql N. I. Ie j. 1. 1849. 165. 14207. Indisch besluit, dd. Batavia 16 Aug. 1849 Nquot;. 3, inhoudende de benoeming bij Kon. besluit, dd. 5 Junij 1849 N0. 177, van Mr. C. Hultman, tot Pres. van het Hoog-Gercgtshof van Ned. Indië, alsmede tot de daaraan verbonden betrekking van Pres. van het Hoog-Militair Geregtshof aldaar. Reqt N. I. Ie j. II. 1850. 72. — Zijue plegtigc installatie op 31 Aug. 1849. Aid. 142. 14208. Indisch besluit, dd. Batavia 28 Aug. 1849 Nquot;. 1, tot eervolle onthcfling van Mr. L. J. J. Vercnet van de verdere waarneming der betrekking van Oil', van Just, bij den Ilaad van Justitie tcAmboina. Kegt N. I. Ie j. IL 1850. 151. 14209. Indisch besluit, dd. Batavia 4 Sept. 1849 N0. 49, tot benoeming van a. Mr. P. A. Coster, tot Offic. van Justitie te Amboina; h. Mr. O. U. de Iluuck, tot Offie. van Justitie te Makasser, en c. Mr. T. H. der Kinderen, tot Eersten Kommies bij het Parket van den Proc.-Gen. van Ned. Indië. Kegt N. /. Ie j. U. 1850. 154. 14210. Indisch besluit, dd. Batavia 9 Sept. 18t9 N°. 1, tot benoeming van a. Mr. P. Mijcr, tot Proc.-Gen. bij het Hoog Geregtshof van N. Indië, tevens Adv. Fis-kaal voor de Land- en Zeemagt in N. Indië, en b. Mr. J. O. Wijnmalen, tot Vice-Pres. van dat Hof. Rept N. I. 1. j. II. 1850.165. |
278
14211. Indisch besluit, dd. Batavia 11 Dec. 1849 No. 1, ter benoeming van Mr. A. J. Swart tot Raadsheer in het Hoog Geregts-hof van Ned. Indië. Regt N. I. Ie j. II. 1850. 378. 14212. Indisch besluit, dd. Batavia 12 Fehr. 1850 N0. 1, ter benoeming a. bij het Hoog Geregtshof van Ned. Indië, van Mr. M. W. van der Jagt tot Raadsheer, en Mr. L. W. O. Keuchenius, tot Adv.-Gen.; h. bij den Raad van Justitie te Batavia, van Mr. W. F. G. L. Baron d'Ablaing van Giessen-burg, tot Lid, en van Mr. F. L. Anthing tot Offio. van Justitie; c. bij dien te Sama-rang van Mr. J. Voute tot üfflo. van J ustitie en van Mr. J. Graafland tot Griffier, d. bij dien te Soerabaja, van Mr. J. de Wal, tot Offie. van Justitie, en van Mr. F. F. L. U. Last, tot Subst. Offio.; e. bij dien te Padang van Mr. J. J. van Angelbeek tot Pres., Mr. J. H. Coster tot Ollic. van Justitie en van Mr. M. VV. Schcltema tot. Griffier, /. bij dien te Makasser, van Mr. J. de Wit tot Pres. Regt iV. I. SJe j. III. 1850. 69. 11213. Bijzonderheden nopens de installatie op 28 Feb. 1850 van Mr. A. J Swart als raadsheer, en van Mr. L. W. C. Keuchenius, als Adv.-Gen. bij het Hoog-Geregts-hof. Regt N. I. 2e j. III. 1850. 67. 14214. Bijzonderheden nopens de installatie van den nieuw benoemden President van het Hoog Geregtshof van N. Indië, Mr. A. J. Swart. Regt. N. I. 10e j. XIX. 123. |
14215. Indisch besluit, dd. Batavia 7 Mei 1861 No. 8, ter goedkeuring van de benoeming van T. H. W. von Ranzow, door den Landraad der stad en voorsteden van Batavia, bij besluit van 18 Nov. 1850, totbui-tengew. subst. Griffier, Reqt N. /. 3e j. V. 1851. 415. 14216. Zamcnstelling van de beide Hooge Geregtshoven en de Raden van Justitie in Ned. Indië, en opgave van de overgaande Regters en hunne Griffiers, mitsgaders van de Advocaten en Procureurs op Java, op het tijdstip van de invoering der nieuwe wetgeving Mei 1848. Regt N. I, 7e j. XIII. 1. 14217. Zamenstelling van het personeel der Regterlijke Magt in N. Indië op 1 Aug. 1852. Regt N. I. Ie j. VII. 1852. 335. — In Sept. 1853. Aid. 5e j. IX. 1854. 79. — In Febr. 1855. Aid. X. 1855. 792. — Plaats gehad hebbende rautatiën, gedurende 1 Jan. tot alt». Ap-il 1855. Aid. 908, 996. — Idem gedurende Mei tot Nov. 1855. Aid. 6e j. XI. 1855. 81, 168, 250, 338, 419, 509. 14218. Zamenstelling van hot personeel der Regterlijke Magt in Ned. Indiii op 1 Mei 1856 en volg. jaren. Regt N. 1. 8e j. XYI. 128; 9e j. XVII. 123; XVIII. 249; 10e j. XIX. 289; XX. 269, 484; 7e j. XIV. 404. |
Algemeen. 14219. Staat aantoonende een .Vergelijk van winsten en uitgaven in de Oost-Indiën van 1613 tot 1696.quot; Medegedeeld door B. van der Oudermeulen. v. Eoqendorp, Stukken. 'sHage 1801. 315, 14220. Schets van den gunstigen finan-eieleu toestand der N. O. I. Comp. dd. Julij 1662. Holl. Mercurius, XIII. 1662. 105. — |
Idem, dd. Dcc. 1670. Aid. XXI. 1670.149. — Idem, dd. April 1751. Eur. Mercurius, LXII. 1751. I. 250. 14221. Generale petitie van jaarlijksche onkosten van de O. 1. Comp. op derzelve verscheidene kantoren. Anno 1663. Koopman, II. 1770. 24. 14222. Staat aantoonende een aanwijzing van uitgaven, inkomsten en winsten van 1697 |
279
tot 1779, in de Oost-Indiën. Medegedeeld door B. van der Oudermeulen. v. Uo-gendorp, Stukken. 'sHage 1801. 315.3 14-223. Tabellc van het, „montant van het ten boven en ten aehter komen van de staten der Generale Ned. Ü. I. Corap. hier te ; Lande,quot; sedert 1701, in ieder jaar tot 1780. [ WUelius, Wederlegging. Amst. 1803. 51. — Idem 1783—1793. Md. 59. 14224. Tabelle van het «montant van het ten boven en ten aehter komen van de staatsrekening in Indië,quot; sedert 1724—25,mieder jaar tot 1779/80. Wiselius, Wederlegging. Amst. 1803. 67. 14225. Vergelijking van het montant der verhandelde goederen, bij alle de kamers van de ü. I. Compagnie, in elk der jaren van de twee tijdvakken van 1769—70 tot 17 80—81, en van 1780—81 tot 1792—93. Bijlage No. 1 van het berigt van XVIIn dd. Amst. 15 Oct. 1795. iV. Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 8. 6434. — Idem der onkosten of uitgaven tot de jaarlijksehe equipagiëu. Aid. 6435.— Idem van de bedragen der jaarlijks uit Indië naar Nederland afgezonden retouren. Bijlage No. 3. Aid. — Idem van den verkoop en 't provenu van eenige der voornaamste Indisehe retouren, welke gewoonlijk in de najaarsche verkoopingen verkocht worden. Bijlage No. 6. Aid. 6439. — Idem van de uit Indien en van de Kaap overgemaakte soldij-rekeningen, van 1768 tot 1779 en van 1780 tot 1791. Bijlage No. 9. Aid. 6444. Onderstand, Leeningen. 14226. Akte van indemniteit door de ge-commilteerde Raden H. Pauw en J. Musch, van de leening van wege het gemcene land van Holland gedaan aan de O. I. Comp,, groot / 100,000. Res. 11 oil. 4 Mei 1607, 2c dr. 175- — Uitbetaling aan de O. I. Comp. Aid. 13 Junij 1607. 2e dr. 213. 14227. Verleening eener subsidie, groot f lüO.OOO aan de O. I. Comp. Res. Li uil. 2—16 Dec. 1610, 2e dr. 45.-- Verzoek der O. I. Comp. om een subsidie van /' 100.000 boven de voorgaande. Aid. 23 Dec. 1610, 2e dr. 239. — Het verzoek toegestaan, doch in deliberatie gehouden het voorstel tot bijvoeging van f 75.000 daarenboven. Aid. 23 Febr. — 21 Mei 1611, 2c dr. 243; 15 |
Maart 1611, 2e dr. 288. — Consent tot assistentie van de O. I. Comp. met f 12j.000 jaarlijks voor vier jaren, benevens verzekering van verder seeours. Aid. 26 Nov. — 31 Dcc. 1012, 2e dr. 969—970. — Idem met f 200.000 jaarlijks, henevens verzekering van verder seeours. Aid. 4 Nov. 161:i — 23 Jan. 1614, 2e dr. 52. — Voorwaardelijk consent tot assistentie met f 300.000 jaarlijks, gedurende 1615, 1616 en 1G17. Aid. 9—20 Dec. 1614, 2e dr. 117.— Consent tot continuatie der subsidie, groot t 300.000 voor het loopende jaar 1618. Aid. IS Junij 1618, 2e dr. 646. — Deliberatie over den inleg in de O. I. Comp. van / 1 000.000 van Generaliteitswege, Aid. 25 Maart 1620, 2c dr. 77. 14228. Benoeming eener Commissie tot examinatie van de liquidatie van de ü. I. Comp. met de collegiën van de Admiraliteit. Res. Holl. 9 Maart — 8 April 1621, 2c dr. 351. — Hare verrigtingen voor zoo veel betreft de Admiraliteit, te Enkhuizen. Aid. 25 Mei — 26 Junij 1621, 2e dr. 458. 14229 Klagten van de Participanten in do U. I. Comp. over het uitstel der ver-pligte tienjaarlijksche generale rekening door Bewindhebberen, alsmede over de voorgenomen wijze waarop zulks zal plaats hebben. Aid. 25 Mei — 26 Junij 1621, 2e dr. 443.— Aanschrijving aan H. H. XVIIn om satisfactie te doen aan de Participanten. Aid. 14 Dcc. 1622, 2e dr. 813. 14230. Notificatie van de Stat. Gen. dd. 30 Mei 1623, dat de Bewindhebbercn van de ü. I. Comp. hare reeckcningen sullen doen. Gr. Placaathoek, I. 'sHage 1658, fol. 561. Bist. Verh. O. I. C. II. 1772. 543. — Inclinatie van de Provinciën op de dolcan-tiën der Participanten, over de rekening van de O. I. Comp. ter kamer van Amsterdam te doen. Bes. Uoll. 9 Julij 1623, 2c dr. 68. — Rapporten van Oecommitteerden op het stuk van dc doleanticn van de Participanten van de O. I. Comp. Deliberaties, requesten enz. hierover, en genomen besluiten. Aid. 18 19, 20, 22, 27, 29 Julij, 5 Aug., 20 Dcc. 1623. 2c dr. 77, 79, 81, 84, 91, 93, 102, 224. 3c April, 9 Mei, 19 D.-ïc. 1624. 2c di. 269, 296, 403 — Brief, dd. 22 Peb. 1625, der Stat. Gen. om een einde te maken aan de doleanticn van de Participanten. Aid. 25 Febr. 1625. 2e dr 420. — Verdere deliberatie en genomen maatregelen. Aid. 5, 11, 15, 21 Maart 2e dr. 426, 431, 438, 445. — Rapport van de Vry over dc questie te Am- |
280
sterdam betreffende de weigering der admissie van M, van Keulen als Boekhouder en Opnemer van de rekening, en resolutie tot handhaving der bepalingen in deze van hot octrooi. Res. lloll. 11 Julij 1625. 2e dr. SO?. 14231. Regeling der liquidatie van de O. I. Camp. met de eollcgiëa ter Admiraliteit. Res. Holl. 28 Maart 1037, 2e dr. 631. 14232. Acte, dd. 27 Junij 1640, van prompte restitutie van / 50.000 zonder intrest verstrekt door de Bewindhebbers der O. I. Gomp. aan Hoeren Gecommitteerde Raden, benevens verzoek om de restitutie. Res. lloll. 10 üot. 1642. 2e dr. 697. 14233. Over de verantwoording te doen van de goederen, welke naar Oost-Indië zijn gezonden, doch van welke aldaar geen notitie is gehouden. Lies. Holl. 12 en 13 Maart 1642. 2e dr. 454. 14234. Pretensie van de O. I. Comp. om restitutie van ƒ 2070, aan Hortensius gegeven en van f 1000, aan Laurens Read verstrekt tot inkoop van instrumenten; en deliberation hier over. Res. Uo 11. 4 April 1658. 2e dr. 103. 14235. Memorie van Bewindhebbers der O. I. Comp. om van den Staat te hebben remboursement vau twee derde der gelden door baar aan de Engelsche O. I. Comp. uitgekeerd, op grond der resolution van de Staten Generaal dd. 24 Oct. en 6 Nov. 1633. Verzoek om consideratie en advies. Res. Hull. 1 Dcc. 1654. 2e dr. G7ö. — Consideratie en advies gevraagd op drie pretension van de 0. I. Comp. ten laste van den Laude, namelijk le het bovengenoemde twee derde; 2e, het haar eompeterende over extra ord. cqui-pagie gedurende don laatsten Engelschen oorlog, ten dienste van den Laude gedaan; en 3e het haar eompeterende over equipagic in 1639 tegen de Spaansehe vloot in de Luyns gedaan, en resolutie hierop. Aid. 16 Dcc. 1655, 2e dr. 471; 4 April 1 (i58 2e dr. 102.— Benoeming eener Commissie om consideratie en advies uit te brengen over het eerste der drie bovengenoemde pretensiën. Aid. 16 J uüj 1658. 2e dr. 241. — Memorie van Bewindhebberen der O. I. Comp. om surrogatie van Commissarissen in deze, en resolutie tot afwijzing van dit verzoek. Aid. 11 Sept. 1660, 2e dr. 720. — Resolutie betreffende ile te maken oontrapretensicn op die van do O. |
1. Comp. Aid. 15 Maart 1662,2e dr. 517.— Rapport, dd. 24 April 1662, dezer Commissie en uitstel der finale resolutie tot nader gelegenheid, Aid. 13 Julij 1662, 2e dr. 611. 14236. Aanschrijving aan de O. I. Comp. tot het betalen van / 1200.000 om redenen daarbij genoemd. Res. lloll. 24 Maart 1657. 2e dr. 116. 14237. Over eene geldleening door dc O. 1. Comp. aan den Staat, alsmede verzoek om consideratie en advies aan gecommitteerden tot de zaken van de O. I. Comp. Res. Holl. 23 Julij 1672. 2e dr. 783. — Deliberatiëa over bovengenoemde geldleening ton bedragen van twee millioen, en over de wijze waarop deze zal kunnen plaats hebben. Aid. 27 Sept. 1672, 2e dr. 996. — Subsidie aan den Staat te doen. lies. Stat. Gen. 27 Sept. 1672. — Aanschrijving aan Bewindhebbers voor eene conferentie met gecommitteerden. TJes. Z/oW. 18 Nov. 1672, 2edr. 1065; 24 Dec. 1672,2e dr. 1186. — Rapport der conferentie en resolutie. Aid. 7 Jan. 1673. 2e dr, 9. — Request van Bewiud hebberen ter kameren Amsterdam, Delft, Rotterdam, Hoorn en Enkhuizen, over de uitgifte der obligatiën van gezegde geldleening, alsmede verzoek om consideratie en advies aan gecommitteerde Raden. Aid. 28 Julij 1673, 2e dr. 294. — Advies door ben gegeven. Aid. 23 Sept. 1673, 2e dr. 382. — Resolutie hierop. Aid. 22 Deo. 1673. 2e dr. 592. 14238. Gecommitteerden tot het opnemen van de vierjarige rekeningen der O. I. Comp. Res. Stat. Gen. 6, 10 en 31 Aug. 1672. — Hun rapport. Aid. 19 Dec. 1672. 14239. Gedeputeerden op de achtste vierjarige rekening der O. I. Comp lies. Slot. Oen. 27 Jan., 7 Aug. 16? 6 — Hunne rapporten. Aid. 7 Sep., 18 Dec. 1676. 14240. De respectieve kameren worden door H. H. Mog. aangezegd om dé negende vierjarige rekening aan H. H. M. gedeputeerden te doen. lies. Stal. Gen. 4- Junij 1680. Rescriptie 11 Junij 16gt;0. — Rapport van het opnemen van de negende vierjarige rekening. Aid. 1 October. 1680. — Idem van dc tiende vierjarige rekening. Aid. 21 Sept. 1648, 2 Oct. 1688, 8 Nov. 1688. 14241. Gedeputeerden van H. II. Mog. tot het sluiten van de 12e vierjarige rekening. Res. Stal. Gen. 7 Aug. 1692, 533; 9 Sept. 1692. 603. — Rapport hierover. Aid. 7 Oct. 1692, 655. — Gedeputeerden van H. H. Mog. tot het sluiten van de 13e vierja- |
281
rige rekening. Aid. 16 Julij IfiQG. 497. — Rapport hierover. Aid. 10 Oct. 1692. 629. 14242. Projeet vau negotiatie van ƒ 3,000,000 voor de prolongatie van het octrooi aan het Land uitgeloofd te betalen. Res. Slat. Gen. 5 Maart 1696. — Instantie aan Haar Hoog Mog. tot effectieve bekoming van derzelver contingenten in de ƒ 3,000,000 voor de prolongatie van het octrooi door de O. I. C. aan den Lande uitgeloofd te betalen, dd. 3, 6 en 24 Sept.jl696, door H. H. M. geaccordeerd. Aid. 9 April 1697. 14243. Verzoek om consideratie en advies aan Gecommitteerden tot de zaken van de zee, op de remonstrantie van Bewindhebberen aan de Staten Generaal, betreffende eene wijziging te brengen in het opnemen van hare vierjarige rekening door Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. Res. Roll. 23 Junij 1728. Ie dr. 573. — Rapport en Resolutie hierop. Aid. 24 Junij J728. Ie dr. 586. — Rapport van het gebesoigneerde hierover ter Generaliteit, alsmede tekst van den //Voorslag, onder beneficie van welke de vierjarige Commissie tot het opnemen der rekeningen van de respectieve Kameren der O. I. Comp. zoude cesseren.quot; Aid. 2 Julij 1728. Ie dr. 611. — Resolutie, dd. 22 Julij 1728, om onder beneficie van de conditiën, de vierjarige Commissie tot het opnemen der rekeningen van de respectieve Kameren van de O. I. Comp. te cesseren. Gr. l'lacaatboek, VI. 's Hage 1746. fol. 139.i. — Verzoek om consideratie en advies aan Gecommitteerden tot de zaken van de zee, op de propositie den 23 Mei 1731 ter Generaliteit, gedaan door Gedeputeerden van Gelderland over de inegaliteit, spruitende uit H. Hoog Mog Resolutie van 12 Julij 1728. Res. Holl. 30 Mei 1731. Ie dr. 253. 14244. Resolutie, dd. 22 Junij 1751, van de Staten van Holland, tot intrekking van twee mandementen bij het Hof verleend tegen HH. Bewindhebberen, tot voldoening van gages, die zij reeds uitgekeerd hadden. fir, Placaatboek, VIII. Amst. 1795. fol. 1213. 14245. Tekst van a. het verzoek van J. G. Loten, om integrale restitutie van aan de O. I. Comp. voorgeschoten gelden; en b. de dispositie, dd. 1 April 1767, van HH. XVIIn, waarbij dit verzoek wordt gewezen van de hand. Hist. Gen. Kron. XVI. 1860. 116. |
14246. Verbaal, dd. 'sHage 16 Oct. 1776, van de opname der drieëndertigste vierjarige rekening van de O. I. Comp. ter kamer van Amsterdam van 1 Junij 1772 tot 31 Mei 1776. Lauts, Geschiedenis M. I. 1857. Bijlage III. 14247. Missive, dd. Amsterdam 31 Jan. 1781, van Bewindhebberen der O. I. Comp. ter pres. Kamer Amsterdam, inhoudende adres om de betaling en aflossing van kapitalen op reeepissen wegens anticipatie-penningen, voor een jaar te mogen opschorten, enz. Res. Holl. 6 ïebr. 1781. I. Ie dr. 224. Gr. Placaatboek, IX. Amst. 1796. fol. 1262. 14248. Resolutie, waarbij ten overvloede nader wordt verklaard, dat de penningen, die het huis van commercie van Hope en Comp. aan de Kameren van Hoorn en Euk-luüzen ter leen heeft gegeven zonder gewone reeepissen, en alle andere penningen van dergelijken aard ten laste der Hollandsehe Kameren, onder de resolution van 6 Febr. 1781 zijn begrepen, en het verzoek van voornoemde Hope en Co. daaromtrent afgeslagen. Res. Holl. 21 Febr. 1781. I. Ie dr. 250. 14249. Mededeelingen en beschouwingen over het verzoek der Nederl. O. I. Maatschappij aan de Algemeene Staten, dat zij het opcischen van de aan haar voorgeschoten gelden, en het lossen van de reeepissen wilden opschorten, alsmede over het toestaan van dit verzoek. N. Nederl. Jaarb. XVI. 1781. 1. 451; XVII. 1. 500 en 676. 14250. Resolutie op den voet van conversie der reeepissen op anticipatie-penningen in obligation ten laste der Hollandsehe Kameren van de O. I. Comp. Res. Holl. 4 Mei 1782. Ie dr. 331. — Zie ook Res. Holl. Stukk. 1782. I. 265, 549. Zie ook 20 Maart 1782. Ie dr. 169; 10 April 1782, 1 dr 258; 24 April 1782. 304. ~ Resolutie tot authorisatie op Bewindhebberen ter praesid. en overige Hollandsehe Kameren om de obligation, even als te voren de reeepissen der anticipatie-penningen, te mogen uitgeven zonder zegel, door hen verzocht bij Missive, dd. Amsterdam 3 Junij 1782. Res. Holl. 5 Junij 1782. Ie dr. 384. 14-251. Magtiging door de Staten van Holland en West-Friesland, van de Bewindhebberen in de Hollandsehe Kameren, tot de conversie van de reeepissen op antici- 36 11 |
II.
1'
282
patie-penningen. Junij 1782. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 1. 074. — Beschouwingen en opmerkingen betreffende de gua-rantie der E. Gr. Mog. Junij 1782. Aid. 67C. - Bekendmaking dien ten gevolge, dd. 12, Mei 1783. Aid. XVIII. 1783. 2. 84-1, 140é. — Overzigt van dezen genomen maatregel. Mei 1782. Maandel. Ned. Mer-curius, LIL 1583. 216. 14252. llesolutie tot authorisatie op Bewindhebberen van dc Hollandsohe Kameren der O. I. Comp,, om de betaling en aflossing der recepissen op antieiparie-pennin-gen nog voor een jaar na den tijd bij Res. van 20 Dee. 1781 bepaald, te mogen opschorten enz. Re». Holt. 12 Dcc. 1782. Ie dr. 1093. 14253. Missive, dd. Amsterdam 17 Maart 17S3, van Bewindhebbcren ter praes. Kamer te Amsterdam, om naar aanleiding van het request van ten Kate, c. s. (waarvan de tekst wordt medegedeeld) nadere qualificatie omtrent drie maanden prolongatie der termijn van conversie der recepissen op anticipatie-penningen en resolutie hierop. Res. Huil. 20 Maart 1783. I. 1. dr. 2S7, Res. Huil. Slukk. 1783. I. 3C4, 368. — Resolutien waarbij wordt verleend aan Bewindhebbcren in de Hollandsche Kameren der ü. I. Comp. continuatie van een jaar handsluiting ten opzigtc der recepissen op anticipatie-penningen. Res. Roll. 8 Jan. 1784. I. 14; 21 Jan. 1785. 1, 220; 11 Jan. 1786. I. 104; 19 Jan. 1787. I. 299; 23 Jan. 1788. I. 149; 30 Jan. 1789. I. 163; 27 Jan. 1790. 69. 14254. Missive, dd. Amsterdam 22 January 1789, van Bewindhebbers ter Kamer Amsterdam, om continuatie van handsluiting enz., alsmede request, dd. 12 December 1788 daartegen, van Mr. J. do Witt. Res. Hull. 24 Jan. 1789. I. le dr. 108. 14255. Resolutie van de Staten van Holland, dd. 30 Jan. 1789, waarbij de bevorens aan de O. I. Comp. verleende surehéance nopens de aflossing van anticipatie-pennin-gen nader wordt gecontinueerd. Gr. Placaat-boek, IX. Amst. 1796. fol. 1266. 14256. Missive, dd. Amsterdam 21 Jan. ] 790, van Bewindhebberen, om nog een jiar handsluiting; alsmede het request daartegen van Mr. J. de Witt; resolutien hierop. Kcs. Uoll. 27 Jan. 17Ö0. le dr. 66; 2b Jan, 1791 I. 104; 4 Mei 1791. I. 647; 14 Julij 179f |
II. 804; 3 Nov. 1791. II. 1274; 16 Nov 1791. II. 1354. 14257. Concept-extensie nopens een plan tot conversie der recepissen van anticipatie-penningen ten laste der O. I. Comp., in geguarandeerde obligatii;u met een successive aflossing. Res. Uoll. 98 Sept. 1791. II. le dr, 1193. — licsoiutie hierop. Aid. 16 Nov. 1791. II. le dr. 1354. — Missive en resolutie van 22 Dec. 1791, van de Staten van Zeeland hierop. Aid. 9 febr. 1792. 1. le dr. 22. 14258. Advertentie van wege de Bewindhebberen betreffende de conversie van de recepissen op anticipatie-penningen enz. Amst. Febr. 1792. N. Nederl. Jaarb. 11. 1792. 1. 208. — Tekst van het besluit dd. 10 Nov. 1791 van H. Ed. Mog. tot authorisatie daartoe. Maandel. Ned. Mercurius, LXXI. 1791. 217. 14259. Verzoek van de Ned. ü. I. Maatschappij aan de Algemeene Staten om onderstand en leening van twaalf tonnen gouds. N. Nederl. Jaarb. XVI. 1781. 2. 1103. 14260. Verzoek om consideratie en advies aan de gcoommit,teerden tot dc zaken van de Einancie, hoedanige pecuniele] assistentie door het Land aan gemelde O. 1. Comp. tot hunne hoogst noodige operation te doen. Res. Uoll. 6 Eebr. J781. I. le dr. 224. — Rapport en advies om aan de Bewindhebberen in de respective Kameren op te schieten J 1.200.000 en op hoedanigen voet. Aid. 18 Mei 1781. I. le dr. 553. — Resolutie omtrent den voet, waarop deze gelden op te schieten op dubbelden interest. AU. 30 Mei 1781. 1. Ie dr. 604. Res. Hull. Stuk. 1781. I. 240. — Besluit der Staten van Holland, inhoudende de voorwaarden waarop aan dit verzoek wordt voldaan. Junij 1781. N. Ned. Jaarb. XVI. 1781. 2. 1219. — Besluit der Staten van Gelderland, 20 Julij 1781 op dit verzoek. Aid. 3. 1327. 14261. Inhoud van het. Rapport uitgebragt ter verg. van de Algemeene Staten, tot tegemoetkoming der O. I. Maatschappij met eenc som van ƒ 2.294.400, om hare buitengewone uitgaven ter harcr verdediging gedaan of nog door haar te doen. (.Jet. 17SI. N. Ned. Jaarb. XVI. 17SI. 4. 1953. — Inhoud der voorwaardelijke toestemming door de Staten van Utrecht. November 1781. Aid. |
283
2205. — Idem door de Staten van Gelderland. Jan. 1782. M. XVII. 1782. 1. 17.— ïoestemming van de Staten van Gelderland in do te doene geldligting van f 2.000.000 voor de O. 1. Maatschappij, onder waarborg van don Staat. Febrnarij 1782. Aid. 255. 14202. Resolutie tot autliorisatie op gedeputeerden ter Generaliteit om het provisioneel verzoek der O. 1. Comp. tot negoeiatie van f 2.000.000 onder guarantie van den Staat, te seconderen; alsmede tot autliorisatie van Gecommitteerde Raden tot betaling van Hollands quote in de petitie voor de O. I. Comp. Hes. Huil. 21 Eebruarij 1782. Ie dr. 103. Zie ook 20 Maart 17fi2. Ie dr. 160. — Adressen van Bewindhebheren uit de vergadering van XVlln, dd. 's Hage 21 Pebr. 1782, aan de Statcn-Generaal, aan de Staten van Holland en Westvriesland en aan den Raad van State, inhoudende het bovengenoemde verzoek. Hermen, 3c j. LS28. No. 4, bl. 20, 28, 30. — Rappor! door H.H. M.M. Gedeputeerden tot de zaken van de Pinan-eie, op de missive dd. 22 (of 2.) f) Jan. 1782 van H.H. XVIIn, om onder H.H. M.M. guarantie tien millioenen te mogen doen negotieren (van welke provisioneel twee mil-lioen); alsmede resolutie op i o en 22 Maart 1782, ter Generaliteit hierop genomen. Res. Roll. 20 Maart 1782, le dr 109. — lies Holl. SM. 1782. 1. 267, 273. — Voornemen van de O. I. Compagnie tot het doen eener aanmerkelijke geldlconing, onder waarborg van den Staat. April 1782. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 1. 500. — Approbatie van het verngte van Gedeputeerden ter Generaliteit tot ampliatie der negoeiatie, met acht millioenen. Res. Holl. 10 April 1782, lodr. 258. — Adres dd Amsterdam 9 April 1782, aan de Stalen-Gem-raal, aan de Staten van Holland en Vriesland en aan den Raad van State. Hermes 3e j.. 1828 No. 4. bl. 31, 40, 42. — Rapport omtrent een authorisatie op Bewindhebberen der O. I. Comp. in de respectieve Kamers in de Provincie Holland tot negoeiatie van acht millioenen onder Hun Ed. Gr. Mog. cuarantie. Res. Holl. 20 April 1782, le dr. 298. Res. Holl. Stuk. 1782. I. 423. 14263. Missive, dd. Amsterdam 23 April 1782, van Bewindhebberen in de Uolland-sche Kameren, om voor de noodige contraeten acht millioenen onder Hun Ed. Gr. Mog. guarantie te negoeieren. Res. Hull. 2 t April 1782, le. dr. 3Ó4. — Tekst dezer missive, dd. Amst. 23 April 1782. Hermes, 3e j. 1828 No. 4. bl, 43. — Advertentie, dd. |
Batavia Sept. 1782, inhoudende de voorwaarden waarop de acceptatie en negotiatie van geldsommen in Compagnies kassen zal geschieden. A'. Nederl. Jaanb. XVIII. 1783. 3. 21SÖ. Mededeelingen betreffende de resultaten. Zie Aid. XIX. 1784. 1. 989. — Brief, dd. Amst. 30 Oct. 1783, van P. Amsterdammer, ten betooge voor het uitloven van premicn voor het indienen van plannen van redres. Post N. Rhijn, IV. 1784. 274. — Missive, dd. Amsterdam 18 Nov. 1783, van H.H. XVIIn aan de Staten van Holland en West-Vriesland tot aandrang van hun nader vertoog, van dezelfde dagteckening, aan Hfl. MM., nopens hun hooggaande verlegenheid, zonder prompt seeours met gereed geld j van hetwelk tevens de tekst wordt medegedeeld. Res. Holl. 21 Nov. 1783. II. le dr. 1261, Res. Hull. Stukk. 1783. III. 117, 135. — Idem voor nog vier millioenen vóór 15 Jan. 1784. Res. Holl. 27 Nov. 1783. II. le dr. 13 t9. Res. Holl. Stukk. 1783. III. 118, 135. — Adressen, dd. Amsterdam 19 Nov. 17S3, aan de Staten Generaal, aan de Staten van Holland en West-Vriesland en aan den Raad van State, inhoudende bovengenoemd nader vertoog Hermes, 4e j 1829. No. 2. bl. 17,46. — Brieven dd. 178 i, 1781 van A.,P. benevens do beantwoording hiervan door L. N. N. over de ondersteuning der O. I. Comp. door genoegzame sommen. Post N. Rhijn, V. 1785. 865, 897; IV. 1781. 299; VI. 1786. 968. — Brief, dd. Middelburg 26 Nov. 1783, van S. T. ter aantooning van middelen tot redres. Post N. Rhijn, IV. 1784. 345. — Resolutie op den voet eener geldnegotiatie van / 8.000.000 ten behoeve der ü. I. Comp. alsmede tekst van het daarbij gearresteerde plan van een negotiatie legen drie pCt., acht jaren ten behoeve van quot;de Hollandsche Kameren. Res. Holt. 5 Deo. 1783. II. Ie dr. 1547, 1649. Hes. Holl. Stukk. 1783. III. 285. — Missive, dd. Amsterdam 10 Maart 1791, van Bewindhebberen ter Kamcre Amsterdam, aan de gecommitteerde Raden van Holland en West-Vriesland in antwoord op hunne aanschrijving, dd. 28 Pebr. te voren, ten opzigte der vcrpligle aflossing van die negotiatie. Hes. Holl. 19 Maart. 1791. I. 594. — Missive, dd. 'sHage 17 Maart 1791, van deze gecommitteerde Raden aan de Staten van Holland, over hunne verrigtingen in deze. Aid. 592. — Missive met bijlage dd. 'sHage 12 Mei 1791 der personele Commissie tot de U. 1. Comp. benoemd bij Res. v. I 5 Mei 1790, inhoudende limine conside-ratiëu en advies op bovengenoemde missives. Aid. 12 Mei 1791. I. 696. — De bijlage, |
36»
284
Wfiarvan de tekst wordt medegedeeld, is de »Pro Memorie wegens het plan tot de te negotieren somme tot de aflossing der vijf millioenen, Ao 1791 en 1792 vervallenquot;. Actum 'sHage 11 Mei 1791. — Resolutie tot kennisgeving aan de Staten van Zeeland van bovengenoemde Missive, dd. 12 Mei 1791, met het daarbij gevoegde plan van negotiatie, dd. 11 Mei te voren. Aid, 20 Mei 1791. 1. 727. — Missive, dd. Middelburg 6 Junij, van de Staten van Zeeland, in antwoord hierop. Aid. 29 Junij 1791. I. 748. — llcsolutie tot het doen der voorgestelde negotiatie van vijf millioen. Aid. 2 Sept. 1791. I. 10(55. — Berieht van eene negotiatie, groot vyf millioen, alsmede resolutie tot approbatie enz. Aid. 21 Sept. 1791. II. 1143. 14264. Stukken over het verhandelde in 1782 en 1783 ten aanzien der verleende gunrantie aan de Ned. O. I. Comp. ten behoeve der anticipatie-penningen eu eener geldleening; alsmede latere financieele maatregelen in 1794. Hermes, 3e j. 1828. No. 4. bl. 20; 4e j. 1829. No. 2. bl. 3. 14265. Betoog voor de noodzakelijkheid eener uitdeeling door de O. I. Maatschappij. Junij 1783. N. Nederl. Janrb. XVIII. 1783. 2. 1031. 14266. Schroomlyk gebrek aan geld bij de Regering in Indië, met aantocning der gevolgen welke dit heeft gehad. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 2091 j XIX. 1784. 1. 989. 14267. Tijding te Batavia op 3 Aug. 1783, van den ontvangst aan de Kaap de Goede Hoop van/2 jO.OOO aan contanten. N. Nederl. Jaarb. XIX. 178i. 1. 1196. 14268. Vergadering der XVII Kamerenin 's Hage, om over den Staat van de O. I. Maatschappij en de middelen van behoud te raadplegen, en de hulp en medewerking van de Hoogste overheid te verzoeken. Junij 1783. Noodzakelijkheid dezer vergadering. N. Ned. Jaarb. XVIII. 1783. 2. 1030. 11269. Brief van de gecommitteerde Be-windhebberen uit de respectieve Kameren, dd. 3 Junij 17S3, aan H. H. M., inhoudende opening der O. I. Maatschappij, en verzoek van onderstand van veertien millioen. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 2. 1032. — Ook geplaatst in Pol. Hollandais, V. 1783. 318, 321. - Adres, dd. 's Hage 3 Junij 1783, alsmede van de adressen van dezelfde dagteekening tot adhaesie van de Staten van Holland en West Friesland en aan den Raad van State, lier mes, 4 j. 1829 N. 2. bl. 3, 15, 16. — Commissie uit de Staten van Holland en West Friesland tot onderzoek in deze. Junij en Julij 1783. N. Ned. Jaarb. XVIII. 1783, 2. 1042, 1121. |
14270. Missiven, dd. 'sHage 3 Junij 1783, van H. H. XVIIn aan de Staten-Generaal, ten betooge van de oorzaken van hunnen flnantieelen nood, en de noodzakelijkheid van haar verzoek om het noodig secours. lies. Holl. Sec. XIV, 4 Junij 1783. 270. — Missive, dd. 'sHage 3 Junij 1783, van H. H. XVIIn aan de Staten van Holland en West-Friesland om appui van bovengenoemd adres. Aid. 269. — Rapport van Hun Bd. Gr. Mog. gecommitteerden tot examinatie van bovengenoemde missive, dd. 3 Junij 1783; alsmede ,Plan van een negotiatie van zes millioen kasgeld, tegen drie percent, voor den tijd van zes jaren, ten behoeve van de Hol-landsche Kameren der O. I. Comp. dezer landenquot;. Aid. Stuk. 1783. II. 415, 422. 11271. Missive, dd. Amsterdam 16 Julij 1783, van Bewindhebberen der O. I. Comp. ter praesidiale Kamer Amsterdam aan ue Staten-Generaal, nopens hun hooggaande verlegenheid zonder prompt secours met gereed geld, en verzoekende provisioneel twaalf ton; alsmede tekst der resolutie hierop. Res. Holl. Sec. XIV. 17 Julij 1783, 278. Res. Holl. Stuk. 1783, II, 74. 14272. Besluit van de Staten van Holland en West Friesland, om bij voorraad twaalf tonnen gouds aan de O. I. Maatschappij op te schieten, en verzoek aan de andere Staten om ook bij voorraad eene som toe te staan, ten einde de O. I. Maatschappij uit hare verlegenheid te redden. Julii 1783. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 2.1083,1121. Maandel. Med. Mercurius, IV. 17t3, 61. 14273. Brief van de Bewindhebberen ter praes. Kamer, dd. Amsterdam den 21 Aug. 1783, aan de Staten Generaal om ondersteuning, enz. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 1571. — Afschriften gezonden aan de Staten der respectieve Provinciën, met ernstig verzoek en aanmaning tot ondersteuning. Sept. 1783. Aid. 1574. 14274. Missive, dd. Amsterdam 12 Sept. 1783, van Bewindhebberen ter praes. Kamer |
285
Amsterdam, om zes tonnen gouds bij leening, onder restitutie. Res. Holl. 13 Sept. 178:?, II, 1 dr. 971. Res. Holl. Stuk. 17S3.Ii. 181. — Resolutie zes maal houderd duizend guldens uit 's lands kas te leeneu. Aid. 3 Oct. 1783. II. 1 dr. 1015. 14275. Resolutie van H. 11. Mog.de Staten Gen. dd. 31 Oct. 1783, o, a. inhoudende het besluit der Staten van Holland tot het toestaan van zes millioenen guldens aan de O. I. Maatschappij. Maandel. Ned. Mercu-rius, IV. 1783. 194.. 14276. Missive van de Ed. Heeren Bewindhebberen en beëedigde Hoofdparticipanten der O I. Comp,, ter vercaaering van XVIIn, in dato Amsterdam 18 Nov. 178:1, aan H. H. Mog., tot aandrang van hun nader vertoog, dd. 3 Junij te voren. Pol. Kruijer, II, 1784. p. 1195. — Du bonheur national fruit de la liberté. Mededeeling met toelichting van den tekst dezer missive, dd. 19 Nov. 1785. Pol. Hollandais, VI. 1784. 301, 308, 324, 354. — Lu Compagnie des Indes Orientales a enrichi la Hollande. 11 y aurait de 1'ingratitude et de l'injustice de ne pas la secourir, dd. 29 Dec. 1783. Aid. 313. — Suite du précis historique de 1'ori-gine, progrès et décadcuce de la Compagnie des Indes Orientales. (Vervolg dienende tot het zelfde betoog.) Aid. 329, 345. — Aanmerkingen op de Missive van de vergadering van XVIIn, dd. 19 Nov. 1783, aan El. H. M. de H. H. Staten Generaal. (Dienende tot explicatie van den inhoud, gevolgd door een refutatie van den Courier du Bas Rhin.) Pol. Holl. Ned. Vert. I. 113, 161. 14277. Vaststelling door de Staten van Holland en West Friesland eener geldleening van acht millioen voor rekening van de Hol-landsebe Kameren der O. I. Comp., tegen 3 Pet.; alsmede mededeeling van de voorwaarden. Dcc. 1783. iV. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 2091. — Plan van deze nego-tiatie. Maandel. Ned. Mercurius, IV. 1783. 221. 14278. Besluit van de Algemeene Staten, dd. 15 Dcc. 1783, inhoudende de voorwaarden waarop aan de O. 1. Comp. een geldschieting van vier millioen gulden wordt verleend. N. Nede.rl. Jaarh. XVIII. 1783. 3. 2090. — Uitvoering van dit besluit. Aid. 2091, |
14279. Resolutie tot qualificatie op Gedeputeerden ter Generaliteit, tot bevordering van een geldleening aan de O. I. Comp. uit het comptoir generaal van de Unie. Res. Holl. 12 Dec. 1783. II, 1 dr. 1577. - Mis-sive, dd. 's Hage 14 Mei 1784, van H. H. XVIIn aan de Staten van Holland en West-Eriesland, tot appui van haar adres, dd. 's Hage 14 Mei 1784 en daarbij gevoegde Memorie, dd. Middelburg 2 Mei 1784, aan H. H. M. M. (waarvan tevens de tekst wordt medegedeeld) tot een nadere geldsubsidie, en wel zes millioen voor 1 Julij e.k., drie millioen voor 1 Sept. e.k., en nog drie millioen voor 1 Dee. e.k., allen op den gevraagden onderstand van veertien millioen nog resterende. Aid. 15 Mei 1784. II. 1 dr. 970, 983. Aid. Stuk. 1784. II. 151. — Rapport hierop. Aid. 10 Junij 1784. II. I dr. 1127. Aid. Stuk. 1784. II. 331. — Propositie van Gedeputeerden der stad Amsterdam om effieacieuse assistentie zender uitstel, van de O. I. Comp., tot voorkoming van een stilstand. Aid. 28 Julij 1784. II. 1 dr. 1691. Aid. Stuk. 1784. III. 28 Julij. - Missive, dd. 's Hage 4 Aug, 1784, van H. H. XVIIn aan de Staten van Holland en West Friesland, tot appui van hun bijgevoegd adres, dd. 'sHage 4 Aug. 1784, aan H. H. M. M. (van hetwelk tevens de tekst wordt medegedeeld), ter erlanging van hun reeds in Mei verzochten onderstand van twaalf millioenen voor gemelde O. I. Comp. Aid. 5 Aug. 1784. II. 1 dr. 1734. Aid. Stuk. 1784. IV. 3. — Missive, dd.'s Hage 26 Aug. 1784, van H. H. XVIIn aan de Staten Generaal, alsmede een aantal uittreksels van den generalen brief door de Hooge Regering van Indië op 31 Dee. 1783 aan de Vergadering van XVIIn geschreven, ter aantooning van den nood in Indië door gebrek aan den gereeden penning, dienende alles tot verzoek om redding ten spoedigste. Aid. Sec. XIV. 9 Sept. 1784. 754, 757. Aid. Stuk. 1784. IV. 113. — Generaliteits rapport over het negotieren van twaalf millioenen ten behoeve der O. I. Comp., ten eomptoire generaal van dc Unie voor rekening van Holland en Zeeland. Res. St. Gen. 27 Aug. 1784. Res. Holl. 27 Aug. 1784. 111. 1 dr. 1888. Aid. Stuk. 1784. IV. 131. — Resolutie tot qualificatie op Gecommitteerde Raden om bij provisie aan liewindhebberen der O. I. Comp. ter hand te stellen een millioen op de penningen der negotiatie, en om die negotiatie op 't efficacieust to bevorderen. Aid. 10 Sept. 1784. III. 1 dr. 2274. Aid. Stuk. 1784. IV. 216. 14280. Inhoud van den brief, 14 Mei 1784, van de Bewindhebberen aan H.H. Mo-genden, met verzoek om een onderstand van |
286
twaalf' milliocn guldnn. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 988. 14281. Adres aan de Algemccne Staten, door gecommitteerde Bewindhebbers en be-ëedigde Hoofdpartieipanten, dd.4Aug. 1754, inhoudende de redenen tot herhaalden aandrang van het verzoek om een onderstand van twaalf millioen gulden. AerfeW./(racö XXV. 1790. 2. 1701. Maandel. Ned. Mer-curius, LV1I. 1784. 101, 121, 146. Fad. Staalsh. 111. 437. 14282. Verzoek om onderstand aan de Algemeene Staten door de l?ewindhebberen, Amsterdam Augustus 1784. N. Nederl. J aar//. XIX. 1784. 2. 1394. 14283. Advertentie van de Bewindhebberen, ter Kamer Amsterdam, ter verkiezing op 18 October 1784 van vier Hoofd-deelge-nootcn, om op te nemen en te sluiten de 35e vierjarige rekening met hot slot van de jongst opgenomene en geslotcne rekening, Amsterdam, Sept. 1784. iV. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1501. 14284. Brief van Gecommitteerde Raden, 'sHage 3 Nov. 1784, aan de Staten van Holland en West friesland, betreffende een plan van negotiatie ter remplacering van vier millioen uit de Generalitcits kasse aan de O. I. Comp. gefourneerd. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1740. — Besluit der Staten van Holland en West Friesland, 3 Nov. 1784, op dezen brief. Aid. 1742. 14285. Missive, Amsterdam 29 Dcc. 1784, van Bewindhebbcren en Hoofdpartieipanten ter Kamere Amsterdam, en van het Zuider en Noorder Quartier, met een plan voor een negociatie van zeven millioenen bij loterij, en om H. Ed. Gr. Mog. guarantie voor een fonds van honderd duizend gulden tot jaar-lijksche aflossing; met vrijdom van honderdste en twee honderdste penningen en andere lasten. Res. llotl. 31 Dcc. 1784. IV. 1c dr. 3555. Res. Holt. Stukk. V. 475. — Tekst van deze negotiatie bij forme van loterije. lies. Holl. 31 Dec. 1784. IV. Ie dr. 8558. Res. 11 oil. Stukk. V. 47ü. — Resolutie tot guarantie voor honderd duizend guldens over hetgeen jaarlijks moet afgelost worden van een te doene negotiatie bij de O. I. Comp. Aid. 22 Jan. 1785. I. Ie dr. 270. |
14286. Plan eener geldleening groot zeven millioen gulden, tegen 3 pCt. ten behoeve der O. I. Maatschappij, beraamd bij de Sla-ten van Holland en West Friesland op 9 Nov. 1784, Amsterdam Jan. 1785. N. Nederl. Jaarb. XX. 1785. 1. 106. Maandel. Ned. M er cur lus, LV1II. 1785. 37. — Mede-deeling van de verandering (24 Jan. 1785.) in dit plan gemaakt, 's Gravenhage, Febr. 1785. N. Nederl. Jaarb. XX. 1785. 1. 201. — Resolutie der Staten van Holland en West Friesland, 25 Maart 1785, ter explicatie van bovengenoemd plan. Maandel. Ned. Mercurius, LVII1. 1785.117.—Berigt van de negende uitlooting op 22 Jan. 1794 gedaan van obligation a 3 Pet. ten laste van de O. 1. Comp., gesproten uit de negotiatie dd. 24 Jan. 1785. N. Ned. Jaarb, XXIX. 1794. 1. 78. 14287. Zakelijke inhoud van de Missive, 31 Dec. 1784, van de Bewindhebberen der 0. I. Comp. aan de Staten van Holland en West-Friesland, tot het negotieeren van zeven millioen guldens, bij wijze van loterij. Maandel. Ned. Mercurius, LVIII. 1785. 11. — Beschrijving van deze loterij, benevens afbeelding van de trekking. Aid. 188. — Berigt van de negende uitloting op 21 Jan. 1794 gedaan van obligatiën a 21/2 pCt., zoo ten laste van de Gen. O. I. Comp. als de respectieve Kameren, Ao. 1785. N. Nederl. Jaarb. XXIX. 1794. 1. 78. 14288. Missive, dd. Amsterdam 17 Jan. ]78f), van Bewindhebberen en beiiedigde Hoofdpartieipanten ter Kameren van Amsterdam, en van het Zuider- en Noorder-Quartier, om guarantie voor honderd duizend gulden 'sjaars, tot aflossing van een te ne-gotieren kapitaal van tien millioenen; met vrijdom van honderd penningen en verdere lasten. Res. li oil. 18 Jan. 1786, I. Ie dr. 128. - Idem, dd. Amsterdam 8 Febr., nader aandringende op adsistentie. Aid. 9 Febr. 1786. 1, le dr. 378. — Rapport van Gecommitteerden hierop. Aid. 11 Febr. 1786. 1. 1c dr. 701. Fad. Slaatsb. III. 393, 395.— Resolutie. Res. Iloll. 17 Febr. 1786. 1. le dr. 777. 14289. Brief dd. Amsterdam 8 Febr. 1786 van de Bewindhebbcren en beëedigde Hoofdpartieipanten ter Kamer Amsterdam aan de Staten van Holland en West Friesland, tot aandrang van spoedige dispositie op hun adres van 17 Jan. 1786 voor eene geldleening van tien millioen gulden tegen 3 pCt. ten behoeve van de Hollandsche Kameren der O. I. Maatschappij N. Nederl. Jaarb. XXI. 1786. 1. 122; en XXV, 1790. 2. 1841. — Idem, benevens tekst van bo- |
287
vengcnoemd adres van 17 Jan. 1786. Fad. Staalsb. 111. 386. — Het verzoek tot deze peldleening toegestaan door de Staten van Holland en West Friesland, l'ebr. .17^6. N. Ned. Jaarb. XXI. ,7' 6, 12;?. — Plan tot deze geldleening. Aid. 12'i. Maandel. Aed. Mer-eurius, LX, 3 786. 7t. — Rapport dd. 11 Febr. 17^6, van GeeommiUeerden nopens dezen gcvraagden onderstand. N. Nederl. Jaarb. XXV. 1790. 2. 1843 en Fad. Staatsb. ill. 393, 395. 14290. Resolutie tot qualilicatie op gedeputeerden ter Generaliteit nopens een te doen deelaratoir len aanzien der adsistentie en redresscn der O, I. Comp. lies. Uoll. 17 Febr. 1786, 1. Ie dr, 77 S. 14291. Missive, dd. Amsterdam 8 Febr. 1787, van Bewindhcbberen der O. 1. Comp. ter Kamer Amsterdam aan de Stat,en-Generaal tot; antwoord op 11.H. M.M. resolutie van 25 Jan. te voren, couoernerende de restitutie der geleende drie millioenen of het betalen der interessen aan de Generaliteits-kas. /{es. HoU 15 Maart 1787, 11. Ie dr. 1214. — Rapport vnn H.H. M.M, Gedeputeerden dd. 2 Maart 1787 Aid. 1219. — Missive,, dd. Amsterdam 8 Febr. 1787, van Bcwindhebberen ter Kamer Amsterdam aan do Staten van Holland en Westvriesland, tot appui van hunne bovengenoemde missive. Aid. 1218. 14292 Resolutie tot qualifleatie op Bewindhebberen van do Hollandsehe Kameren der ü. 1. Comp. om eenige specerijen, tot het verkrijgen van benoodigde penningen, te mogen beleenen. lies. Uoll 31 Julijl787. VI. Ie dr. 4821. Gr. 1'lacaalboek IX. Amst. 1790. fol. 1265. 14293. Plan eener geldleening groot een millioen gulden tegen 3 pCt. vastgesteld op 27 Aug. 1787 door de Bcwindhebberen ter kamer Middelburg, onder guarantie van de Staten van Zeeland. N. Nederl. Jaarb. XXII. 1787. 4. 4200; 5. 48fi0. 14294. Tekst van een ontworpen middel tot geld voor de O. I. Comp. (Door verhooging van het oorspronkelijk kapitaal in actiën). N. Nederl. Jaarb. XX11I. 1788. 1. 834. |
14295. Resolutie om het erodicl dor Provincie Holland voor de ü. 1. Comp. te in-terponeren provisioneel tot vijftien millioen gulden en verzoek aan Gecommitteerden tot dc zaken van de Financiën en aan Gecommitteerde Raden in dc beide Kwartieren om consideratie en advies over de middelen om de benoodigde penningen tc vinden, lies. Holt. Sec XV. 11 Julij 1788. 775. —Bovengenoemd verlangd rapport en de resolutie hierop genomen. Aid. 17 Julij 1788. 775; 25 Julij 1788. 778. — Project-conditiën der negotiatie bij forme van wisselbrieven ten behoeve der O. 1. Comp. alsmede rcsolu-tiën, waarbij deze wordt gearresteerd. Aid. XV. 30 Julij en 1 Aug. 1788. 778, 779. — Missive, dd. Amsterdam 30 Dec. 1788, van HH. XVIln aan de Staten van Holland en Westvriesland, nopens het subsidiiiereu der O. 1. Comp. alsmede missive, dd. 's Hage 23. Jan. 1789. van Gecommitteerde Raden bij de Staten van Holland en Westvriesland nopens het door hen verrigte te dien op-zigte. Aid. XVI. Januarij 1789. 17, 18. 14296. Bijzonderheden nopens eene gcld-ligtiug van vijf millioen gulden a 4 pCt. door de Staten van Holland ten behoeve der O. I. Maatschappij 's Gravenhagc Aug. 1718. N. Nederl. Jaarb. XX11I. 1788. 2. 1240. — Bericht van eene negotiatie, groot vijf millioenen guldens, tot den intrest a 4 pCt. in 't jaar, vrij van alle belastingen en collateraal, voor de O I. Comp. door de Staten van Holland en Westfriesland. Amsterdam, Aug. 1788, bij wijze van wisselbrieven. Aid. 1254. 14297. Resolutie waarbij worden benoemd de leden der Commissie tot het personeel besogne van dc zaken van de O. 1. Comp., en kennisgeving hiervan aan de HH. XVIln tot het geven der verlangde secrete ouvertures over den finantiëelen toestand der Maatschappij, lies. Holl. 8 Mei 1788. 11. Ie dr. 991. — Provisioneel rapport van deze Commissie, lies. HoU. See. XV. 25 Junij 1788.765. —Resolutie tot authorisatie van boveDgenocmde Commissie om in deze mede te besogneren met de Gecommitteerden daartoe van de Provincie Zeeland, lies. Uoll. 23 Julij 1788. II. Ie dr. 1487. — Rapport van de gehouden conferentie van bovengenoemde Gecommitteerden van Holland en van Zeeland, alsmede //onvervankc-lijk concept van conditiën, waarop men oordeelt, dat dc O. I. Comp. aan de benoodigde penningen zou kunnen geholpen worden.quot; NB. ten bedrage van een en dertig en een half millioenen, waarvan door Holland f 23.625.000 en door Zeeland /' 7.875.000. Aid. 13 Dcc 1788. lil. Ie dr. 2106, 2171. Aid. Sec. XV. 13 Dec. 1788, 814, 819. — |
288
Resolutie, waarbij aan Gecommitteerden tot bet personeel besogne opening wordt verzocht omtrent eenige poincten. Aid. 9 Sept. i789. II. ie dr. 779. — Rapport van de Personele Commissie, alsmede bunne besognes met Gecommitteerden van Zeeland; met Dijlagen. Hes. Holl. Sec. XVI. 9 Oct. 17amp;9, J6. — Deze bijlagen, waarvan de tekst is bijgevoegd, zijn: No. 1. , Pro Memoria voor de eonferen-tiën, begonnen den 16 Sept. 1789quot;. 86. No. 2, //Extract uit hot secreet aanschrjj-ven van de vergadering van XVlIn, dd, Amsterdam 15 Dec. 1788, aan den Gouv.-üen. en Raden van N Indien, tot bet introdu-ceeren aldaar van middelen, welke strekken kunnen tot vermeerdering van de inkomsten der Maatschappij. Aid. 89. No. 3. Antwoord door de gecommitteerde Bewindhebberen overgelegd op de vraag d. der buvengenoemde ,Pro Memoriaquot;, betreffende de hoegrootheid der benoodigde subsidie. Aid. 91. — Resolutie, dd. 26 Nov. 1789, van de Staten van Zeeland op dit rapport, lies. Holl. 11 Dec. 1789. II. Ie dr. 1113. — Resolutie op de zaken van het bestier der O. I. Comp. uit kracht der conferentie daarover met Gecommitteerden van Zeeland, lies. Holl. 30 Jau. 1790, le dr. 133. — Resolutie om door de Personele Gecommitteerden de verzochte elucidation te laten geven op bet verschil der opgegeven sommen. Res. Holl. 11 Aug. 1790. Ie dr. 725. — Missive, dd. Middelburg 18 Pebr. 1793, van de Staten van Zeeland, tot authorisatie op de O. I. Comp. ter Kamer aldaar, om de ontbrekende som aan het contingent vau hunne subsidie, ten jare 1788 beraamd, ten laste der generale Maatschappij, tegen den minst doenlijken interest le negotiëren, met comprehensie onder de guarantie der beide provinciën. Aid. 4 Maart 1793. 1. 266. — Memorie bevattende de verlangde elucidation. 1°. Redenen door Bewindhebberen geallegeerd in Julij 1790 aan de Hol-landsche Personele Commissie bij resolutie van 15 Mei 1790 benoemd, waarvan het jongste subsidie niet voldoende zal zijn, en 2°. Elucidation op de hiernevens staande redenen, voor zoo verre dezelve concerneren de vorige Personele Commissie van 8 Mei 1788. Res. Holl. Sec. XVI. 20 Aug. 1790. 1107. 14298. Extract uit de Resolutiën van de Heeren Staten van Holland en West-Friesland in Hun Ed. Groot. Mog. vergadering genomen op 23 Sept. 1788, tot geldligting naar proportie van den 25n penning, ten behoeve van de O. I. Maatschappij, als an-derzints. N. Nederl. Jaarh. XXIII. 1788. 2. 1313. — Placaat, dd. 'sHage 30 Sept. |
1788, tot deze geldligting. Aid. 1464. — Tekst der advertentie betreffende de splitsing, combinatie en naamstelling van de obli-gatiën in deze geldligting. 'sHage Maart 1790. Aid. XXV. 1790. 1. 197. 14299. Advertentie van de Bewindhebberen ter Kamer Amsterdam, ter verkiezing op 20 Oct. 1788 van vier Hoofdparticipanten, om op fe nemen en te sluilen de 39e vier jarige rekening. Amsterdam Oct. 1788. N. Nederl. Jaarh. XXIII. 1788. 2. 1515. 14300. Resolutie tot het subsidiëeren der O. I. Comp. met twee millioenen lies. Holl. 30 Jan. 1789. I. le dr. 161. 14301. Resolutie tot aanschrijving van Bewindhebberen der praesidiale Kamer te Amsterdam om hunne consideration en advies over de middelen in Indien aan te wenden om de Comp. te gemoet te komen in hare flnanciöele ongelegenheden, hetzij door de introductie van een vijf en twintigste penning der bezittingen, hetzij door een liberale gift. Res. Holl. 4 Junij 1789. I. le dr. 541. — Missive, Amst. 16 Julij 1789, van genoemde Bewindhebberen, inhoudende de verlangde consideratiën en advies, alsmede tekst van extracten der aanschrijvingen van H.H. XVIIn. aan den Gouv. Gen. en Raden van Indie, 27 Nov. 1783, 18 Nov. 1784, 5 Nov. 1785, 12 Dec. 1786, 30 Dec. 1787 en 4 Dee. 1788, ter hunner verantwoording nopens de gedane pogingen in deze. Res. Holl. Sec. XVI. 17 Julij 1789, 31, 36. 1430-2. Plakaat van de Staten van Zeeland, dd. 3 Aug. 1789, nopens eene geldligting van nepen millioen gulden ten behoeve der O. I. Comp. ter kamer Zeeland. iV. Nederl. Jaarh. XXIV. 1789. 2. p. 1093. — Plan van deze negotiatie. A ld. 1099. — Nader Placaat van de Staten van Zeeland, dd. 14 Sept. 1789, tot bevordering der deelneming in deze negotiatie. Aid. 1105. — Idem, dd. 2 Aug. 1790, ter voorkoming van fraude met obligatiën in deze geldligting. ±ld. XXV. 1700. 3. 2000. 14303. Resolutiën tot authorisatie van Gecommitteerde Raden, om aan de Holland-sche Kameren der O. I. Comp. nog een millioen uit 's Lands kas te verstrekken in voorschot op de geproponeerde subsidie van / 23.625.000; alsmede aanteekeningen hiertegen van de steden Delft, Rotterdam, Hoorn, Enkhuizen, Amsterdam en Dordrecht. Res. Holl. 9 Sept. 1789, II, 1 dr. 782. — Idem |
ONDER DE
289
om al' le geven uit 's Lands kas hetgeen nog resteert aan do bij Rapport, van 13 Dec. 17h'8 geproponeerde subsidie van /quot;S i.625.000; alsmede connnissoiiaal wat te doen als de 0. I. Comp op nieuw onderstand mogt vragen. Aid. 22 October 1789, II. le dr. 057. — Idem der missive, dd. Amsterdam 2 Nov. 1789,van Bewindhebbcren ter praes. Kamer Amsterdam, tot dankzegging voor H. Ed. Gr. Mog. bewezene assistentie. Aid. 20 Nov. 17K9. II. le dr. 1081).— Resolutie tot autborisatie van Gecommitteerde Raden, cm de llollandsclie Kaïneren der O. I. Comp. de som van drie en een bah millioen uit 's Lands kas te verstrekken, in voorschot op de geproponeerde subsidie van /' 23.625.Ü0O. Aid. 4 Junij 1789. I. Ie dr. 540. 14304. Missive, dd. 's Hage 8Ju!ijl790, met bijlagen van (iecommitteerden, benoemd bij resolutie van 15 Mei 17li0, aan de Staten van Holland en West-Friesland, inhoudende verslag hunner verrigtingen, met openlegging van den staat der zaken, eu van een plan van negotiatie, om de Ü. I. Comp. tot het voortzetten vnn haren handel in staat te stellen Res. Hol. Sec. XVI, 9 Julij 1790 loC I-. — Bijlagen. Aid. 1083 en 1086./tes./7©//. 23 Julij 1790, 703. — Resoluticn hierop genomen, alsmede verzoek om advies, zoo deze maatregelen niet voldoende mogten worden bevonden. Aid. 703; 10 Nov. 1791. 1350. lies. UoU. Sec. XVI, 23 Julij 1790. 1088. 14305. Plan van negociatie tot een geld-leening van tien millioen, bij wijze van loterij, door de ü. 1. Comp. onder H. E. G. Mog. guarantie; tekst van de memorie ad-slruotiet' van het plan, dd. 's llage 1 Julij 1790. Resolutie waarbij dit wordt gearresteerd. Res. UoU. 23 Julij 1790. ledr. 703.— Stads resolutie van Dordrecht, dd. 19 Julij 1790, over den linanliölen toestand der O. 1. Comp. en de guarantie van het plan van negotiatie ten behoeve dier Com]). Aid. ~'2 Sept. 17S0, le dr. 809. — Missive, dd. Middelburg 3 Feb. 1791, van de Stalen van Zeeland, inhoudende hunne bezwaren tegen bovengenoemde negotiatie en guarantie, bij resolutie van 23 Julij 1790gearresteerd. Aid. 2 Maart 1791, 1. 281. — Missive, dd. 9 Maart 1791, van Gecommitteerden, benoemd bij res. van 15 Mei 1790, alsmede tekst van de door hen geredigeerde concept.-rescriptie op bovengenoemde missive van Zeeland, en resolutie hierop. Aid. 10 Maart 1791. I. 424. . |
14306. Bericht van eene negotiatie, bij forme van loterij, ten behoeve van de llollandsclie Kameren der ü. 1. Comp. geguaran-dcerd door H. H. M. Staten van Holland en West-Friesland, voor capitaal en interest volgens Resolutie in dato 23 Julij 1790. (Negotiatie groot acht millioen gulden). N. Nederl. Jcmrb. XXV. 1790.3 1924. Maandel. Ned. Mer cur ins, LXIX.. 1790. 42 — Mede-dceling van de wijziging van dit plan. Aid. LXIX. 1790. 77. — Bericht van een beleening voor de O. I, Comp. Kamer Amsterdam, groot ƒ 500.000 op 250.000 pond kruitnagelen. N. Nederl. Jaatb. XXV. 1790. 1. 21G. — Bcrigt van de tweede trekking of looting, gedaan te Amsterdam op 27 Sept. 1793 van de negotiatie ten behoeve van de O. I. Comp. dd. 23 Julij 1790. Aid. XXVIII. 1793. 2. 1574.— Resolutie nopens de loterij van tien millioen voor de U. 1. Comp., alsmede tekst van het plan van negotiatie, en van de memorie adstructief van bet plan. Res. UoU. 23 Julij 1790, ie dr. 703, 707. Insertie van de gedeputeerden der stad Haarlem, mitsgaders aanteekeuin-gen van Gouda, Gorinchem, Brielle en Alkmaar op bovengenoemde negotiatie van 10 millioen bij wijze van loterij. Aid. 11 Aug. 1790. le dr. 723. 14307. Mededeelingen betreffende de benoeming v in eene Commissie, om toczigt te nemen op het goed bestuur van de zaken der ü. 1. Comp. .V. Nederl. Ja.rrh. XXV. 1790. 1. 1004. — Extract uit de Resolution van de Hecrcn Slaten van Holland en West-Friesland, dd. 15 Mei 1790, tot aanstelling dezer Commissie, bestaande uit G. J. D. van der Does, Mr. P. H. van de Wall, Mr. J. Rftidorp, en Mr. 11. van Straalen. Aid. 1007. — Rapport, dd. 'aHage 8 Julij 1790 van deze Commissie. Ook geplaatst in Rap-porlen, enz. Duink. 1791. 1. Slaat d. Ned. 0. I. Comp. Amst. 1792. I. 1. en N. Ned. Janrb. XXV. 1790 3. 2051. —- Nader Rapport dezer Commissie, dd 'süravenhage 21 Jan. 1791. //W. XXVI. 1791. 1. 29 Ook geplaatst, in Rapporten enz. Duink. 1791. 54. en Staat d. Ned. O. 1. Comp. Amst. 1792. 1. 48. — Derde omstandig Rapport,dd. 's Hage den 14 Julij 179., en Resolutie op het benoemen van Bewindhcbberen over do verkoo-pingen der retouren, 14 Julij 1791. N. Ned. Jaarb. XXVI 1791. 2. 595 en i)93. Ook geplaatst in Slaat d. Ned. O. I. Comp. Amst. 1792. I. A. I. — De hierbij overgelegde bijlagen, Lt. A—CC. N. Ned. Jaarb. XXVÏ. 1791. 2. 94'!—1454. Staal d. Ned. O. I. Comp. 1. 97—11. 225. |
290
14308. Bcrigt van eene negolialie ten behoeve van de ü. I. Coinp. ter Kamer Zeeland, bij forme van loterij in oblipatién of vijf en twintig jarige renten / 3.300,U0(), onder guarantie van de Staten van Zeeland, volgens Resolutie in dato 3 Feb. 1791. Manndel. \ ed. Mercurius, LXX. 1791, 158, 197. N. Nedcrl. Jaarb. XXVI. 1791. 1. 405. — Mededeelingen van den inbond van dit berigt. Letlerb. VI. 1791. 125. 14309. Coneept-extecsie op het rapport, dd. 14 Julij 1791, van Gecommitteerden tot de zaken der O. I. Comp. alsmede op bunne missive, dd. 7 Oct. 1791, beide omtrent eene negotiatie van zes a zeven millioen ten behoeve der Ü. 1 Comp lies. l/oll Sec XVII. 1 December 1791. 30. Resolutie hierop uenomen. Res. Holl. 16 Dec. 1791. II. 1.99. 14310. Bericht van een negotiatie van vijf milhoen, ingevolge de ücsolutie van 11. h. Gecommitteerde Raden van Holland ea West-FriesUnl, van den 21 Sept r:9i, met overleg van de Gecommitteerden tot de O. I Comp. ten behoeve van de U. I. Comp. tot aflossing van de kapitalen, ingevolge de resolutie van den 5 Dcc. 1783 opgenomen. Maandel. Ned Mercurius, LX XI. i v 91. 131. N. NederL. Jaarb. XXVI. 1591. 2. lt.61. 14311. Verzoek aan Gecommitteerden tot de zaken van de U I. Comp. om tijdig te adviseren, ingeval de middelen van redres niet van effect zijn, om do O. I. Comp. zonder verdere negotiation onder H. E. G. M. guarantie te souteneren. lies. Holl. Sec. XVII, 14 Dcc. 1791. 132. 14312. Advertentie van de Bcwindheb-beren der O. 1. Maatschappij, ter Kamer Amsterdam, ter verkiezing op 16 Oct. 1792 van vier Hoofd participanten, om op te nemen de 37e vierjarige rekening. Amsterdam Oct. 1792. JV. Nederl. Jaarb. XXVII. 1792. 2. 1372. — bijzonderheden nopens de gehouden vergadering te 'sliage op 24 Oct. 1792, van Gedeputeerde Bewindhebberen der O. 1. Comp. en Gecommitteerden uit de Staten Gen. tot het doen der vierjarige rekening van de Ned. O. I. Comp. Aid. 1360. |
14313. Missive, dd. 'sHage 1 Nov. 1792, met bijlagen van Gecommitteerden van de O. I. Comp. aan de Staten van Holland en West-Friesland, over de wijze van voorziening in den actuelen geldnood der O. I. Maatschappij, alsmede over de opneming van ten minste zes millioen Res. Holl. 2 Nov. 1792. II. 940. — Resolutie tot authorisatie eener geldopneming tot vier millioen, op den voorgesleldeu voet. Aid. 16 Nov. 1792. 11. 1068. — Missive en de daarbij gezonden resolutie, beide van 17 Dee. 1792, van de Staten van Zeeland, houdende gelijke authorisatie voor hetzelfde bedrag. Aid. 21 Dec. 1792, II. 1148. — Resolutie tot ampliatie der boven geauthoriseerde negotiatie op wisselbrieven met drie en een half millioen. Aid. 11 Oct. 1794. 1314. 14'U4. Mededeeling betreffende de medewerking, verleend door voorname kooplieden te Amsterdam, tot het sluiten eener negotiatie van vier millioen gulden teu behoeve van de O. 1. Comp Amsterdam. Dec /,92. N. Nederl. Jaarb. XXVII. 1792. 2. 1521.— Resolutie van de Staten van Holland en West-Friesland, dd. 16 Kov, 1792, tot authorisatie voor deze negotiatie. Aid. 1526. — Bericht van deze negotiatie, groot vier millioen gulden. Aid. 15^8. — Ontwerp en opstel van de recepissen tot voorzegde geld-ligting. .IU 1529.— Mededeeling betreffende de reden van torugtreding der voorname kooplieden te Amsterdam en weigering van Hunne medewerking. Amsterdam Dcc. 1792. Ala. 1531. 14315. Extract uit de Resolutiën door dc Vergadering der Hecrcn Bcwiudhebbercn ter Kamer Amsterdam genomen op 10 Dcc. 1792, tot bekrachtiging van een plan van geldligting voor de O. I. Comp. groot vier millioen guldon. N. Ncd. Jaarb. XX Vil. i792. 2. 1532. — Bericht van de negotiatie, volgens Resolutiën in datis 16 Nov.enl7Dee. 1792, groot vier milliocnen guldens voor 12 maanden, a 4 pCt. intrest. Aid. 1533. 14316. Brief, dd. 'sHage 1 Maart 1793, van de Geeommitteerden tot de zaken van de O. I. Comp. aan de Staten van Holland cu West-Friesland, tot dadelijken onderstand van de Compagnie. N. NederL Joarb. XXVHI. 1793. I. 813. — Besluit van de Staten dd. 7 Maart. 1793, om consideratie en advies. Aid. 820. 14317. Missive, dd. 's 11 age 1 Maart 1793, van Gecommitteerden tot de zaken der O. I. Comp. om authorisatie op Gecommitteerde Raden tot het opschieten van penningen in den r.ood der O. I. Maatschappij. Hes. Holl. 7 Maart 1793. I. 273. — Resolutie hierop, alsmede tot authorisatie tot het uitreiken van twee millioenen aan de O. 1, |
291
Cotnp. Aid. 5 April 1793.1. 465. — Missive, dd. sHago 18 April 1793, van Gecommitteerden, over den hoogen nood der ü. I. Comp. door gebrek aan voor handen zijnde penningen. Aid. JG Mei 1793, 1. 540. — Resolutie, dd. 19 April 1793 van de Staten tot. afgifte van vijf ton, in voorschot op bovengenoemde twee millioen. Aid. 541. — Missive, dd. 's llage iiO April 1793, van Gecommitteerden ter mededeeling van hunne verrigtingen in deze. Aid. 539. — Missive, dd. sHage 28 Junij 1793 van Gecommitteerde Raden, waarbij zij de redenen opgeven van hun verzoek om terugbetaling der voorgeschoten penningen aan de 0.1. Comp. Aid. iü Junij 1793, I. 575. — Idem dd. 'sHage 15 Mei 1793 met rapport van hun onderzoek van het desappointement der Maatschappij, en van hunne verrigtingen en voorstellen in deze tot redres. Hes. Holl. Sec. XV1L 16 Mei 1793. 312, 313,330. —Missive, dd. 'sHage 1 Julij 1793, met twee bijlagen van Gecommitteerden, betrekkelijk tot den momentanelen geldsnood cn de middelen tot Support der Maatschappij. Aid. 3 Julij 1793, 331. — Rapport op deze missive van 1 Julij 1793, uitgebragt. lies. Holl. 5 Julij 1793. I. 617. — Resolutie hierop, alsmede tot het accorderen van een erediet en guarantee aan de O. I. Comp. tot vier millioen gulden, .lid. 10 Julij 17113. II. 7.5.— Nadere resolutie hier omtrent. Aid. 12 Julij 179 i. II. «32. — Missive, dü. Middelburg 14 Oct. 1793, van de Öiaten van Zeeland, om de Negociatie van vier millioeaen op wisselbiieven voor de il.illandsehe Kameren der O. I Cump. te doen doorloopen tot zes millioenen, en daarvan twee millioenen voor do Kame Zeeland te affecteren. Aid. 6 Nov. 1793. II. 1-'15. — Missive, dd. 'sHage 16 Dee. 1793, van üeooinmitteerden, alsmede concept antwoord aan de Staten van Zeeland op bovengenoemde missive. Aid. 19 Deo. 1,93. II. 1335. 14318. Bericht van eene negotiatie, tot den intrest a 4 pOt. in 't jaar, vrij van alle belastingen en collateraal, groot vier millioen gulden ten bebocvo der O. I. Comp. door de Hollandsehe Kameren bij forme van wisselbrieven. N. Nederl. Juar/j. XXVIII. 1793. 2. 1144. 14319. Missive, dd. 'sHage 18 Eehr. 1794, van Gecommitteerden over de ongelukkige situatie der Maatschappij uit gebrek aan geldmiddelen. Res. Holl. Sec. XVII. 19 February 1794. 281. — Advies, dd. 14 Maart 1794, op deze missive Aid. 14 Maart 1794. |
399. — Verzoek om nadere consideration en advies. Res. Holl. 9 April 1794. 612. — Nader advies. Hes. Holl. Sec. XVII. 11 April 1794. 403. — Missive, dd. Amsterdam 13 Mei l;91, van Bewindlicbberen der O. I. Comp. om bij ampliatie der provisionele resolutie van 19 April 1794, omtrent het bekomen van penningen voor do verzending naar Indië, en deze onder Hun Ed. Gr. Mog. guarantie op lijfrenten te negotiëren. Aid. ló Mei 1794, 418. — Schriftelijk gedetailleerd advies van Gecommitteerde Raden in de beide Quartieren op deze missive, alsmede resolutie hierop. Aid. 6 Junij 1794. 4i0. — Missive, dd. Middelburg 16 Junij 1794 van de Staten van Zeeland, om de bovengenoemde negotiatie te doen doorloopen ook voor het aandeel der Kamer Zeeland, lies, Holl. 25 Junij 1791-. 844. — Missive, dd. 's Hagc 18 Julij L794 van H. II. XVlIn, over den voet van het effVctueren ecner negotiatie bovengenoemd, alsmede resolutie hierop. Aid. 18 Julij 1794, 430. Res. Holl. 5 Sept. 1794, 1154. Hermes, 4e j. Is29. N1. 9. bl. 74. — Seliriftelijk gedetailleerd advies van Gecommitteerde Raden in de beide (-iuartieren, op deze missive. Res. Holl. Sec. XVII, l.'Sept. 1794, 443 — Resolutie hierop, alsmede tot eene negotiatie op wisselbrieven voor drie eu een half millioen. lies. Holl. 11 Oct. 1794, 1 14. — Missive, dd. 's Eage 19 Dcc. 1794, van II. H. XVlln oin authori-satie op Gecommitteerde Raden tot afgilte van twee millioen of ten minste van vijftien ton aau recepissen uit de negotiatie van 5 Aug. 1794, bij ruiling legen geaccordeerde wisselbrieven. Ud. li) Dcc. .7yi-, 1531; 31 Dec 1794, la 6. Hermes, te j. ^2'.) N0. 2. bl. 71. — Missive, ud. 'sHage 2 !■ Dec i794 van Gecommitteerd:; Raden in de beide Quar-tieren, niet hun advies. Res. Holl. 31 Dcc. 1794. 15 i 3, 15^4. 143.0. Missive van de Staten van Zeeland dd. 8 Jan. 1793 wi de Staten van Holland en West-Friesland beircffende den te verleenen onderstand aan de ü. I. Maatschappij. N. Nederl. Jaarb. X.XX. 1795. 2. 553. — Rapport van consideratie en advies gevraagd aan het Committé tot de zaken van de ü. I. Comp. door de Provisionele Representanten van het volk van Holland op 2 l'ebr. 1795. Aid. 556. — Inhoud van het rapport, uitgebragt op 25 Febr. 1795. Aid. 733. 14321. Missive dd. ? van de Bewindheb-beren ter praes. Kamer Amsterdam aan de Provisionele Representanten van het volk |
87*
FINANCIEN ONDER DE O. I. COMP.
292
van Holland, over haar onvermogen tot het voldoen aan de verleende authorisatie om de nog ongedebiteerde wisselbrieven met drie en een half raillioen te arnplierea. N. Nederl. Jxarh. XXX 1795 2. 636. — Op 9 Febr. 1705 gesteld in lianden van de Conimitté's van finaneiën en tot dc zaken van de ü. I. Comp. Jld. C37. 14322. 8taat der kassen en der ten aeh-terslaande betalingen, bij alle de Kamers der ü. I. Comp. 31 Uee. 179 k Bijlage ]Sic. 11 van het üerieht van XVlln. (ld. Amst. Ij Oct. 1795. N. Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 8. 6)43. — lluwe calcnlalio van uitgaven, welke bij alle dc Kamorcn vau de O. 1. Comp. in 1795 zouden hebben plaats geluid, wanneer de vereisclite expediticn naar Indic zouden zijn gedaan, en volgens liet voorgestelde plan, alleen met gelinurde schepen. Bijlage N0. 12. Aid. 6150. - Vergelijking van do uitgaven, bij alle de Kamers van de O. 1. Cornp. van de restantschulden van 1791, en in 1795 te doene betalingen enz. tegen den staat der kassen, benevens de waarde der retonren voor 1794 en 179 gt; en de restantgoedcren hier te lande in voorraad, ISijlage Mquot;. 14. A d. 9. 6451. — Extract uit den gencralen-staat van de Kamers der O. 1. Comp. gesloten ouder 31 Mei 1794. Bijlage N0. 15. Aid. 9 tegenover 6455. 14323. Publicatie van de Provisionele Representanten van het volk van Holland betrellende het hetalen der interessen der ge-negotiëei'de kapitalen, gearresteerd den 6 Peor. 1796. Hierin o a. over de termijnen en wijze van afbetaling van die ten behoeve der O. I. Comp. J'utjlic, Stat. (Jeu. en Bestuur v. Holland. Ill, Nquot;. 128. N. Nederl. Jaarb. XXXI. 1796. I. 572. — Decreet van het Provinciaal Bestuur van Holland, dd. 18 Maart 1796, tot regeling der termijnen van afbetaling wegens de achterstallige interessen van kapitalen ten laste der O. I. Comp. Maandel. Ned. Mercurius, LXXVI. 1996. 162. Public. Nat. P'erg. en Bestuur v. Hol-land. IV. N0. 145*. Jaarb. Bal. Rep. VUL 75. — Missive, dd. Amsterdam 13 Junij 1796, van het Committé tot den O, I. handel en bezittingen, aan het Provinciaal Bestuur van Holland, inhoudende bedenkingen tegen de reserve voorkomende in bovengenoemd Decreet van 18 Maart 1796. N. Nederl. Jaarb. XXXI. 1796. 111. 1884. -Bequest, dd. (26 Meit1) 1696, door houders van reccpissen van ongeeonverteerde anticipatie-penningen ten laste der O. 1. Comp. |
aan liet Committé tot den O. 1. handel cn bezittingen, op dit decreet en ten betooge van hun preferent regt op de goederen van do O. I. Comp. Aid. 1893. — Extract uit de Resolutie van dat Committé, dd. 9 Junij 1796, op dit request. Aid. 1891. • Deze Missive met bijlage gesteld in handen cener Commissie, bestaande uit J. Goldberg, J. N. van Eys, A. Kogge, en W. M. Keuchenius, om consideratirn en advies. Aid. 1912. — Rapport, dd. 'sHage 1 Julij 1796, door deze Commissie hierop uitgebragt. Aid. 2(i75. — Besluit van het Provinciaal Bestuur van Holland hierop genomen. Jld. 2074. 14324. Tabelle der restant retouren onder 29 Febr. 17Ö6 bij de respectieve comp-toiren van de voormalige O. I. Comp. en het verschill van den opbrengst der verkoop met de bij de boekeu gestelde waarde. Wise-lius, Wederlegqing, Amst. 1303. tegenover 134. 14325. Slaat-generaal van de gezamenlijke U. I. Comp. opgemaakt onder 29 Pebr. 1796. Wtselius, Wtderleaaiuq, Amst. Ib03. tegenover 120. 14326. Publicatie, dd. 'sliage 26 Mei 1796, betreffende eenc aanstaande buitengewone geldnegoTiaiie, en het ctecren van twaalf milliocn gnhleu aan provinciale reccpissen. (o. a. ook ten behoeve van de geguarandcerde iiiteresien en aflossingen van de obhgatiim ten lasie van de O. 1. Comp.) N. Nederl. Jaarb. XXXI. 1796. 2. 1550, 1572. 14327. Adres, dd. Amsterdam 22 Dcc. 1796, van eigenaars van geguarandcerde O. I. C. obligation, aan bet Provinciaal Bestuur van Holland, zoowel om uitloting ter aflossing, als om betaling van dc geguarandcerde interesten. N. Nederl. Jaarb. XXXI. 1796. HL 2772. 14328. Decreet van het Provinciaal Bestuur van Holland, dd. 16 Jan. 17'J7, omtrent de aflossing der vervallen ampts-obli-gatiën, en de betaling der intressen van dc O. 1. Comp. Jaarb. hal. Rep. X. lil. 14329. Rapport, dd.? betreffende den staat der financiën der O. L Comp. en wel over den bijgevoegden staat-gencraal van dc respectieve eomptoiren van de O. I. Comp. gesloten onder 2b Eebr. IJ97. Maandel. Ned. Mercurius, LXXV1I. 1797. 444, 497. |
HEFFINGEN, BELASTINGEN, REGTEN.
293
14330. Tegenwoordige staat, dor Ned. O. I. Comp. volgens opgave der commissie van de Nationale Vergadering, t.ot het. opnemen der jaarlijksehc opening en bij derzelver uitvoerig verslag desaaugaande, in de zittingen vau 10 en 13 Nov. 17lJ7 uitgebragt. Letterb. VIII. 171)7. 10(1. 14331. Rapport, dd. 'silage 4 .Tulij 1794, van den Agent van Justitie der Batanfsche Republiek, it. W. Tadema, aan het intermediair uitvoerend Bewind, inhoudende zijn onderzoek naar het gemaakt emplooi van 's Lands penningen, geproflueerd uit do betaling van een aantal wissels en assignation, getrokken op P. do Mnnuiok, Substituut Secretaris van het Committó tot do ü. I. handel en bezittingen. N. Nederl. Jaarb. XXXII1. 179S. 2. 508. Jaarb. Bat. Rep. \111. 14.2. — 7ac hierover ook do Memorie van het Intermediair uitvoerend Bewind, dd. Julij 1798 aan hot Vertegenwoordigend Lig-ehaam des Bataafscben volks wegens huuue verrigtingen etc. en bot rapport hierop van 4 Sopt. 1(98, on hunne biilagen. A. Nederl. Jaarb. XXXIII. 1798. 2. 717 enz. |
lJ.3:i^. Besluit, dd. 29 Nov. 1798, van bet Uitvoerend Bewind der Bataatsobe Republiek, over de wijze waarop door dit B.i-wind da rekening en veiautwoording vr.n bot Committó tot den ü. I. handel eu bezit-tingen zouden behooren te worden opgenomen. JVisehus, Wederlegging. Amst. Ib03. 111. J4333. Advertentie, dd. den Haag 20 Dcc. 1790. van den Agent van l'inanciën der Bataal'scbe Republiek, Gogol, of oproeping van doolhobbers in de gewezen O. I. Gump, om met beu in overleg te treden tot bet voorstellen aan bet opperbestuur, van een plan van afdoening van huuue vorderingen, uit hunne actiën of aandeelen voort-spruitende. Lauls, Geschiedenis N. £. V. 1860. 424. |
II. HEFFINGEN, BELASTINGEN, REGTEN.
Betastingen op de Actiën ens. 14334. Bezwaren der stad Amsterdam tegen het heffen van ecu impost van een ten honderd op de vorkooping van do acti n in de O. I. Gump. Res. Hull. 1.) Doe. 1621, 2e dr. 600. — Deliberatie om een impost te vindon op de alienatiën van de actiën in do ü. I. Comp., en de zaak opgehouden. Alcl. 18 Januarij 1622, 2e dr. 682. 14335. Gedeponeerd het request van de Bewindhebbers der O. I. Com]), tot ontbef-ling van het regt van 1-j pCt. Hes. IJoll. 24 April 1643. 2e dr. H4. 14336. Poinet van beschrijving, gedaan tegen 9 Maart. 1654, betreffende bet heffen vau den 40n penning op do. transporten en verkoopingen van de actiën in de O. I. Comp. lies. Rolt. 1655, 2e dr. 33. — Advies hierover. Aid. 23 Sept., 4 Oct, 17 Oct. 360, 388, 436. — Poinet van beschrijving tegen 25 Nov. 1664. si ld. 498.— Idem van den 20n penning. Aid. 12 Nov., 20 Dec. 479. 570. 14337. Resolutie, waarbij van alle actiën in de O. J. Comp. mede don reëelen ÜOOn penning zal moeten worden betaald, lits. |
tlolt. 31 Mei 1(180, 2e dr. 346. — Toelichting van deze resolutie. Aid 31 Julij 1080, 2e dr. 458; 14 Febr. 1681. 2c dr. 30. 14338. Verzoek om consideratie en advies aan de Gecommitteerden tot de zaken vau de ünanciën op de quaestie over de heffing van den rcëlen 200n penning van do actiën in de O. 1. Comp lies Huil. 21 Junij 1687, 2e dr. 354. — Zakelijke inhoud vau bun rapport. Aid. 17 Maart 16^8, 2e dr. 222. 14339. Aanschrijving aan de Rekenka-mer der Domeinen, do Raden, Heemraadschappen der O I. Comp. enz. dat de houders van obligation, los- en lijfrenten, actiën enz. zullen mogen te gelijk betalen beide de honderdste penningen, lies. lloll. 1692, 2e dr. 282. 14340. Plakaat, van den eersten reoelen honderdsten penning, gearresteerd deu 17 Febr. 1093, onder anderen van de actiën der Ned. O. 1. Comp. Uur. Mercurius, Stuk. IV, 1693, 1. 116. — Idem van deu tweeden reëelen honderdsten penning, gearresteerd den 15 Julij 1093. Aid. II. al. — Idem van tweemaal oen reëelen honderdsten ponning, gearresteerd deu 16 Jan. 1094. Aid. V. 1694, I. 84. — Plakaat, dd. 23 Sopt. 1694 |
FINANCIËN ONDER DE O. I, COMP.
294
betreffende de verpligte betaling van dezen penning. Aid. II. 179. 143'U. Verzoek om consideratie en advies aan do Gceomniitteerden tot de zaken van den 200n penning, op liet verzoek van de Gedeputeerden van Gelderland aan de Staten Generaal, om vrijdom van den lOÖn oi 200n penning van de actiën der U. I. Comp. enz. toebelioorende aan de ingezetenen van deze Provincie. Hes. Holt. 19 Jnnij 1693. 2c dr. 23G. 14312. Verzoek om consideratie en advies aan dc Gecommitteerden tot de zaken van den 2ÜOn penning op de resolutie van de Staten van Utreclit, rakende het korten van tweemaal tien stuivers van honderd gulden kapitaal van de actiën in de O. I. C. toebehoorende aan hunne ingezetenen. Res. Eoll. 4 Febr. 1694, 2e dr. 38. 14313. Plakaat vau tweemaal eenreëelen honderdsten penning, gearresteerd den 21 Jan. 1095, onder anderen van de actiën der Ned. O. I. Comp. Hut. Mt,rcurius, Stuk. VI, 1695. I. 9I-. —. Idem, dd. 4 Jan. 1696. Aid. VII. 1696. I. 73. — Idem 2 Jan. 1697. Aid. VIII. 1097. I. 125. — Idem van een reëelen honderdslen penning, gearresteerd den 21 Febr. 1098, onder anderen van de actiën der Ned. O. I. Comp. Aid. IX. 1098, 1. 184. — Idem, dd. 31 Jan. 1699. Aid. X. 16(gt;9. I. 85. — Idem, dd. 9 Jan. 1709. Aid. XI. 1700, I. 77. 14314. Voorstel tot. het verleenen van vrijdom van alle lOOn, 200n en andere penningen tot de volle en ellectuele aflussing toe van de actiën in de negotiatie vau drie inillioen guldens, die ter zake van het verleenen van het oct-ooi aan de ü. I. Comp. zouden moeten worden betaald. Res. Roll. 6 Jan, 1696, 2e dr. 13. 14345. Verzoek om consideratie en advies aan Gecommitteeiden op het request van W. A. van dor Stel, gewezen Gouverneur aan de Kaap de Goede Hoop, aan de Staten Generaal, om de intresten van eenigc obli-galiën tot laste van het Generaal Comptoir, gedurende zijn absentie voor de jaren 1701— 1708 te mogen trekken tot vier ten honderd zonder eenige korting van den honderdsten penning. Res. Holl. 20 Julij 1715, 2e dr. 523. |
14346, Plakaat, dd. 3 Jan. 1715 van de honderdste en tweehonderdste penningen, ol der anderen van de actiën in de Ü. 1. C mp. Eur. Mercurius, XXVI. 17 1 5, I. 120. 14347. Plakaat, dd. den Haag 1 Jan. 1721, van een reëelen en personelen honderdsten penning, mitsgaders van een tweehonderdsten penning, reëel over de landen, obligatiën, los- en lijfrenten, alsmede actiën in de O. I. Comp, Gr. Plucaatboek, VI. 'sHage 1746, fpl, 1051, 14348. Concept placaat van de Staten van Holland en West-Friesland, tot helling van een lOOn en 200n penning, doch waarvan exempt zullen zijn de obligation, rentebrieven en actiën in de O. 1, Comp. Res. Hall. 25 Nov, 1722, 2o dr. 510. 14349. Missive, dd. Utrecht 19 Mei 1723, van de Staten van Utrecht, inhoudende klag-ten over de vordering van den lOOn en 200n penning op het ambt van hun Bewindhebber in de ü. I, Comp. ter Kamer van Amsterdam, naar aanleiding der klagten hierover van den Bewindhebber J. H. Strick van Linsclioten, Heer van Polauen. Res. Holl. 1 Junij 1723, ie dr, 414. — Rapport hierop nitgebragt. Ald. 15 Oct, 172^, 2e dr. 719, — Ilesolutie dat deze helling niet meer zal geschicden, evenmin van Ui recht als van Gelderland. Aid. 23 üct, 1723, 2e dr, 752. 14350. Conferentie met Bewindhebbers der O. I. Comp. over hetgeen deze tot ,de lasten van de augmentatie van troupes zou kunnen fourneren. Res. Holl. 5 Junij 1720, le dr. 353; 3 Januarij 1727, 2e dr. 35; 7 Maart 172(, 2e dr. 16 i. — Missive, dd. 11 Maart 1727, van de Staten Generaal aan de Provinciën, alsmede rapport door H. tl. Mog. Gedeputeerden, dd. den 6 te voren uitgebragt over bovengenoemde conferentie. Aid. 15 Maart 1/27, 2e dr. 233. 1435!. Resolutie, vaststellende den voet waarop zal worden gedaan een liberale gift tot afwering van den vijand, alsmede bepalende dat in 1748 een half-honderdste penning minder zal worden geheven van de obligatiën, los -en lijfrenten en van de actiën in de ü. I. Comp, dan in de jaren 1746 en '747. Res. Holl. 5 Sept. 1747, Ie dr. 537.— Publicatie, dd. den Haag 12 Sept. 1747, hierop gearresteerd. Aid. 12 Sept. 1747. Ie dr. 578. |
HEFFINGEN, BELASTINGEN, IIEGTEN. 295
14352. Plakaat vnn hunne Ed. Gr. Molenden, de Heeren Staten vau Holland en West-Vriesl»nd van 17 Febr. 174S, vaststellende onder anderen voor het loopende jaar, der heffing van één en een halve honderdsten penning van de aetiën in de O. I. Coinp. Nederl. Jet ar h. 11, 1748. 1. 12C. 14353. Plakaat, dd. 17 l'ebr. 1748 en volg. jaien van honderdste en tweehonderdste penningen respeetieve, o. a van de actiën der 0. I. Cotnp. Res. Holt. 17 Eebr. 1748. I. 18' ; 20 Maart 1y49, 1. IS5; 20 Febr. 1Ï50. 214; 27 ïebr. 1751. I. 157; 11 Febr. 1752, 1. 160; h ïebr. 1753, 1. 122; 6 Maart 1754. I, 2:lt;5; 24 Jan. 1755. I. 125; 23 Jan. 1756. 69; 22 Jan. 1757. I. 75; 21 Jan. mS. 1. 119; 1 Febr. 1759. I. 9:i;15Febr. 1760. !. 247 ; 5 Febr. 1561 1, 165; 30 Jan. 1762. I. 220; 1 Maart 171.3 1. 206; 7 Feb, 1764, 76; 30 Jan. 1765, 58; 5 Febr. 1766, 89; 28 Jan. 1767. I 93; 4 Febr. 176S. 76; 20 Jan. 1769. I. 200; 25 Jan. 1770. I. 71; 8 Febr. 1771. I. 115. 23 Jan. 1772. 82; 14 Jan. 1773. 35 ; 19 Jan. 1774. 85; 24 Jan. 1775. 137; 18 Jan. 1776. 24; 21 Jan. 1777. I. i-3; 15 Jan. 177». I. 20; 26 Febr. 1779. 1, 64; 7 April 1780. I, 275; 25 Jan, 1781, I. 145; 21 Febr. 17S2. 1U9; 29 Jan. 1783. 1, 161; 20 Febr 1784. 1, 323; 18 Febr, 1785. I. 483; 24 Febr, li86. 1. 1125; 24 Maart 1787. II. 1565; 15 Maart 1788. I, 599; 17 Jan, 1789, I, 67; 30 Jan. 1790. 115; 4 Maart 1791. 1. 3(i9; 21 Febr. 1792, I. 68; 5 April 1793, l. 459. 14354. Jaarlijksehe uitsehrijving van de noodige schattingen door de Ed. Mog. de Staten van Zeeland, onder anderen van den 200 penning van de ü. I. actiën. Maart 1749. Aederl. Jaarh. Ill, 1749. 1. 285. 14355. Missive, dd. Arasterdam 12 Febr. 1751, van Bnrgeraeesteren en llegeerders der stad Amsterdam over het. aanslaan van eenige nieuwe ambten bij de Ned, O. 1. Comp. in de ambtgelden van 1727 en 1744, en inden 200n penning op de ambten (NB. de representanten van Z, H., den secretaris en de klerken), lies. Holl. 17 Febr. 1751. I. Ie dr, 114, — Resolutie hierop genomen. Aid. 15 April 1751, I. Ie dr, 2(17. 14356. Plakaat, dd, 'silage 6 Maart 1754 en volgende jaren van de hondersto en tweehonderdste penningen, onder anderen van de actiën in de O. 1. Comp. Nev'irl. Jaarb. VUL 7. 154. 1. 166; II. 1767, 1. 23, 98; VIT. 1772. 1. 7; Xll. 1777. 1, 262; XIV, 1779. 1. 186; XV. 1780.1. 293; XVI. 17sl. J. 126. |
14357. Missive, dd, Amsterdam 23 Maart 1758, van hewindhebbers der O, I, Comp. ter Kamer Amsterdam, om afschrijving van het gemortiiiceerde ambt van ecste Boekhouder van de timmerwerf van de O, I. Comp. Ie Amsterdam, van het ambtgeld en tweehonderdsten penning op dc ambten, en hoe weder aan te slaan de bedieningen in de plaats van dien gecreëerd. Res. hull. 24 Maan 1759, 1. Ie dr. 607. — Resolutie hierop, Aid. 8 Junij 1759. I, le dr, 670. 14358. Resolutie van de Staten van Holland, dd 8 Junij 1759, tot afschrijving van het gemortilieeerde ambt van eerste lioek-houder van de timmerwerf van de t). 1. Comp. ter kanier Amsterdam, en tot aanslag voor en tegen van hel ambt van den equipagemeester en van den vierden elercq der voorsz. timmerwerf in de lijst der ambtgelden, ea het quohier van den Iweehonderdsten penning. Gr. Plakuuthoek, VIII. Amst. li 95. fol. 983. 14359. Missive, dd. Amsterdam 13 Maart 1760, van Hewindhebberen van de O. I. Comp. ter Kamer Amsterdam, om afschrijving van de gemortificeerde Compagnies apothecars bediening aldaar van de lijsten der ambtgelden, alsmede uit de quohieren van de JOOe en 200e penningen, lies. Roll. J4 Maart 1760, I, le dr. 386. — Authori-satie op Gecommitteerde Raden tot voorschreven afschrijving. Aid. 18 Sept. 1760, 11. Ie dr. 1208. 14360. Zakelijke inhoud der missive, dd. Hoorn 3 Oct. 1774, van Burgemeesteren van Hoorn tot afschrijving van het wijnroeijer-schup der O. I. Comp, aldaar in de tweehonderdste penningen op do ambten. Res. Holl. 6 Oct, 1770, II, le dr, 1333, — Au-thorisatie op Gecommitteerde Kaden in het Noordcr Quartier tot afschrijving van de gemortiiiceerde wijnverlatersplaats ter Kamer Hoorn te verminderen met zeven gulden lieu stuivers ieder consent. Aid. 15 Nov. 1770. 11. 1427. 14361. Advies van Gecommitteerde Raden in beide quartieren op het request van diverse participanten en geïnteresseerden in de O, I, Comp. om vermindering der belasting op de actiën. Res. Holl. 6 Febr, 1772, 2e dr. 135; 18 Dec. 1773. le dr, 887. — |
FINANCIËN ONDER DE O. I. COMP.
296
Tekst van dit, advies, dd, 6 Fehr. 1772 en tekst van bovengenoemd request dd. SiS Nov. 1771. Res. Boll. Stukk. 1771—1772. fol. 215. — Kapport van Gecorninittcerden tot de zaken van de financiën hierop, uls-mede tekst der ,/Calculatie van hot gemis voor 's Lands iinaneicn, wanneer de actiën van de O. 1. Oomp. op den voet der tegenwoordige uitdeeling a 12:v pCt. in den aanslag der honderdste en tweehonderdste penningen, op de waarde van /' 3(10 in plaats van / '100 gesteld zullen worden.quot; Res. Uoil. 21 Jan. 1774-, le dr. 06. Res. Roll. Sink. 1774. fol. 'II. — Hesolutio hierop. Res. Iloll. 21 Jan. 1777. 1. le dr. 81. 14362. Brief van B. ten C*** om ware het mogelijk eene afschalling der bclastirg te bewerken op de actiën der Ned. O.I. Comp. en in derzolver plaats cene belasting op de specerijen te leggen. Koopman, IV'. I77:i. J .j7. 11363. Voorstel van de Staten van Ulreclit tol afschaffing van do heffing van de honderdste en tweehonderdste penningen van de actiën der O. I. Comp. ]Sov. li SI. JV. Nederl. Jaarb. XVI 1781. 4. 2205. — Idem van :lo Staten van Gelderland, Jan. J782. Aid. Wil. 1782. 1. 18. 14364. Propositie van den Kaadponsiona-ris over de herhaalde instantiön van Gedeputeerden van Utrecht, ten einde hun Ed Gr. Mog. afzien van het genot der honderdste cn tweehonderdste penningen op de actiën cn obligatiën van de üost en West-Indische Compagniën. Res. Jloll. 29 Maart 17^2, le dr. 239. Res. UM. Sink. 1782. 1. 339. 14365. Missive, dd. Amsterdam 7 Maart 1782, van Bcwiudhebbcrcn der O, I. Comp. om bij het. doen van uitdeeling, do honderdste penningen ten prolijte der Compagnie te mogen innen; en, bij geen nitdeoling, de houders der actiën, zooals dio der West-Ind. Comp. daarvan te eximeren. /i'ts. Iloll. 8 Maart. 1782. le dr. 137. — Advies van Gecommitteerde Raden in de beide Quar-tieren, op dit verzoek. Aid. 15 Maart 1782, 1c dr. 151. — Resolution op dit verzoek. Aid. 26 Maart 1782, 199; 7 Mei IV 83. 1. 513; 7 April 1784, 1. 624; 6 Junij 1787. III. 3144; 9 Mei 1788. II. 1008. 14366. Plakaat, dd. 's Hage 29 Jan. 1783, van de honderdste en tweehonderdste penningen, van welke echter vrijdom is gegeven van de obligatiën van de ü. I. Comp. N. Nederl. Jaarb. XVII1. 1783. 1. 206; XXIII. |
1788. 1. 444; XXIV. 1789. 1. 45; XX V. 1790. 1. 17; XX VI, 1791. 1. 377: XXVII. 1792. 1. 242; XXIX. J794. 2. 1377. 14367. Resolutie op dc Missive, dd. Amsterdam 21 Maart. 1785, van Bcwindhebbe-ren der ü. 1. Comp. ter Kamer Amsterdam, waarbij wordt verklaard, dat de houders der oude obligatiën ten laste der O. I. Comp. de honderdste en tweehonderdste penningen moeten betalen tot dat zij in nieuwe verwisseld zijn, de honderdste en tweehonderdste penningen te rekenen pro rato der intressen op dc conversie te goed; en Bewindhebberen van de oude obligatiën de honderdste en tweehonderdste penningen te genieten tot dat zij door conversie onder de negotiatie zijn gebragt. Res. Iloll. 25 Maart 1785, I. le dr. 830. Res. Iloll. Stuk. 1785. I. 508. — Missive, dd. Amsterdam 25 Aug. 178^, van Bewind heb beren der ü. I Comp. ter Kamer Amsterdam over de differente begrippen omtrent de betaling der lOOn en 20(ln penning van oude in nieuwe te verwissolen obligatiën, en omtrent het verstand der resolutie van 25 Maart i7s5, alsmede dc resolutie hierop. Aid. 27 Aug. 178 III, Ie dr. 2^78. — Request, dd. ? van JohnMenkema en Zoon, c. s. om nadere verklaring omtrent die betaling, naar aanleiding van dc resolutie van 25 Maart en vl Aug. 1785, alsmede dc gegeven verklaring. Aid. 10 Nov. 17öó. V, le dr. 3815. 14368. Resolutie, dd. 25 Maart 1785, van de Staten van Holland cn West-Ï'ries-laud betreffende de verpligting dor houders van do oude obligatiën looponde ten laste dor Ned. ü. 1 Comp. tot betaling van den lOOn en 200n ponning van deze obligatiën. Maaudel. Ned. Mercunus, LV1I1. i785.117. 14369. Missives, dd. Middelburg 30 April 1585, van U. 11. NVIln, aan do Stalen van Holland en West-Friesland, en aan do Slaton Generaal, om bij het doen van uitdeeling, den lOOn en 2U)n penning ton prolijte der Compagnie te mogen innen, en bij geen uitdeeling de houders der actiën, even als d;c der Wcst-lnd. Comp. daarvan te ontheffen. Res. Iloll. 7 Mei 1785. II. te dr. 1241. Res. Iloll. Stuk. 17£gt;5. II. 794. 11370. Request, dd. ? van P. van Schuy-lenburch, c. s. allen geïnteresseerden in de ü. I. Comp. aan dc Staten van Holland eu West-l'riesland, ten einde Bewindhebbereu in staat gesteld worden tot een uitdeeling als |
HEFFINGEN, BI-TASTLYGE.V, llliGTEN.
297
voorheen, en om remissie van honderdste en tweelionderdsto penningen, tot dat einde, //es. Hall. 17 Dcc. 1785. V. Ie dr. 5'lt;!11.— Request, dd. ? van dezelfde supplianten daartoe aan de Staten Generaal. Aid. 17 üee. 1785, V. Ie dr. 5213. — Resolutie hierop. Zie Aid. 7 April 1786. 11. Ie dr. 1457. 14371. Zakelijke inhoud der missive, dd. Amsterdam 2a April I7amp;i), van Hewindliel)-beren van de llollandselie Kameren der ü 1. Comp., om verklaring wegens de betaling der honderdste en tweehonderdste penningen hij gelegenheid der uitdeeling op dc acti. n. Res. UoLl. 7 Mei 1789 1. ledr. lOii. — Advies dd. 3 Junij 17ö!), van Goeominitteerde Raden tot afwijzing van dit verzoek. /Ild. 5 Junij, 1789. 1, le dr. 542. — Resolutie op bovengenoemde missive en advies, waarbij de actiën der O. I. Comp. over 1(89 worden vrijgesteld. Aid. la Mei 1790. ie dr. 431. 14372. Plakaat, dd. Middelburg 23 ISov. 1789, van de Staten van Zeeiand, tot four-nissement van den vi^f en twintigsten penning, ter adsistentie van do U. I. Comp. Res. Holl. 11 Dec. !78'J, 11, le dr. 1117. 14373. Advertentie uit naam van Heeren Burgemeestercu en Regeerders der atad Am-sterdam, betreffende den tijd en dc gelegenheid tot het afnemen van den eed en de verklaringen op de fournissementen van den 2.jn penning, gearresteerd bij plaeaat, dd. quot;silage 30 Sept. 178S. Amsterdam Maart 1790. iï. Aedtrl. Janrb. X vV. 1790. I. 211. — Idem uil. naam van lleeren Commissarissen bij de Vroedschap der stad Rotterdam, Rotterdam Maart 1790. Aid 229. — Mededeelingen betreffende het vermoedelijk bedrag dezer geldlijjting. 'silagc Mei lii.'O. Aid. 483. 14371-. Voorstel van gedeputeerden dei-stad Arasterdam, over den grondslag van heffing der luOe en 200c penningen van de actiën in de O. I. Comp. Hes. Holl. 15 Januarij 17-10, le dr. 4.'. — Advies, dd. 92 Jan. l79i) van Gecommitteerde Raden hierop en do resolutie dien overeenkomstig. Aid. 27 Jan. 1790, le dr. 69. 14375. Missive, dd. Amsterdam I? Dec. 1790, van Bewindhebbcren der U. 1. Comp. ter llollandselie Kanieren, om bevrijd te zijn van de betaling van den lOOn penning van (le acti 'ii voor 17 gt;0. als waarvan geene uitdeeling gedaan zijnde. Res. lloii. 16 Dec. II. |
j 1791, II le dr. I.' 34. — Advies van üe-! committeerde Kaden op deze missive. Al'l. 23 Dee. 179 . 11. lo dr. 1/09 — Declaratoir, dal nopens de lOi'e penning der actiën van de U. 1. Comp. goen nadere verklaring noodig is, niet verwijzing naar het plaeaat van 30 Jan. 1790. Aid. 23 Maart 179;;, I. le dr. 217. 11376. Tekst van het plaeaat, dd Utrecht 1 Mei 179.i, tot de heffing van een' honderdsten penning bij wijze van een liberale gift, zonder vrijdom voor de obligation van de U. 1 Comp. N. Nederl. Jaarb. XXVIII. 1793. I. 871. 14377. Plakaat, dd. 's Hnge 3 April 1793, tot. den afstand van een liberale gift van een honderdsten penning tweemaal, zonder eenigen vrijdom. N. Nederl. Jaurh. XXV1I1. 1793. 1. 624. — Notificatie, dd. 10 Mei 1793, be-treffende de plaatsen van ontvangst. Aid. 823. — Billet van oproepine, dd. Mei 1793. Aid. 827. 1437^. Plakaat, dd. Leeuwarden 12 Pebr. 1794, tot de heffing van den 5(ln penning, zonder vrijdom voor de obligatiën van de ü. 1. Comp. A'. Nederl Jaarb. XXIX. 1794. 1. 180. — Tekst der resolutie van de Staten van Friesland, dd fi Maart 1794, nopens de uitvoering van dit plakaat. Aid. 310. 14379. I lakaat, dd. Utrecht 8 Oct. 1794, ter heffing van een' honderdsten penning,-zonder vrijdom voor de obligation enz. van de O. I. Comp. A'. Nederl. Janrb. XXIX. 1794, 2. 1 77. — Publicatie van de Staten van Utrecht, dd, Nov, 1794, nopens de uitvoering van dit plakaat. Aid. 1(536, — Publicatie van liurgemeesteren en Vroedschap der stad Utrecht, dd. 23 Dec. 1791, betreffende den tijd en plaats der betaling, Aid. 1800. 14380. Publicatie van dc provisionele. Repraesentanten van 't Volk van Stad en Lande, dd 4 Sept.. 1795, waarbij de heffing van een vijf en twintigsten penning wordt vastgesteld, zonder vrijdom van de obligation enz. van de Ü I. Comp Jaarb. Bat. Rei). V. 83. 14381. Publicatie van dc Representanten van 't. Volk var. Stad en Lande, dd. 19 Julij 179i', Wü irblj de heffing vm den lOOn penning der goederen en bezittingen van par- I ticuliere ingezetenen wordt vastgesteld, zon- |
)
38
FINANCIËN ON DEK DE O. I COMP.
298
dor vrijdom voor de oblipatiën enz. van de 0. I. Comp. Jaarb. Bul. Rep. IX. 3^4. Liberale gift in O. I. 14382. Besluit vau flimue Ed, Gr. Mo-genden, tot elnoidatie rlcr Commissarissen tot het ontvangen der liberale gift, onder anderen, van goederen, effectea ül' ponningen be-hooreude aan personen in Oost-lndië, 'süra-venlmge April 1748. Nedert. Jaurh. II. 1748. 1. 241, 242. 14383. Propositie van de Ridde schapen Edelen om de liberale gift ook te laten heffen in de O. 1., ressorterende onder de Compagnie dezer landen. Res. !:oil. -ifi Sopt. 1749. II. Ie dr. 8Ub. --Resolutie hi(!rop genomen. Aid. 10 Oei. 1749. 11. ledr. 986.— Missive, dd. Amsterdam 18 Sept. 1750, van H, II XVlIn aan de Staten Generaal, liou-dende representatie tegen het heffen van de liberale gift in Oost-lndië. AUL 1750, le dr. 72',). 143S4. Besluit van H. H. Mog. tot het heffen van den r.Osten penning in de landen en plaatsen inOost-lndio. Jan. 1731. Neiierl. Jaarb. V. 1751. 1. 41. 14385 Resolutie van do Staten Generaal, dd. 29 Dee. 1750, omtrent, hel doen van een liberale gift, of vijftig.ste penning, tot afwering van den vijand te heffen in üost-Indiö, ressorterende onder de Conipaguie dezer Landen. Gr. Plaaualhoek, VII. 's liate 1770, fol. 1188. 14380. Resolutie op 29 Dec. 1750, ter Generaliteit genomen betreffende de liberale gift in Oost-lndië. Res. Wall. 30 Jan. 1751, I. le dr. 107. — Rapport en resolutie betreffende eene leeniu: le doen uit het provenu van de liberale gift in Oost-lndië, tot de equipage legen de Algerijnen. Aid. lü April 1755. I. le dr. 52(). — Resolutie, dd, 13 Mei 1755, van de Stalen Generaal nopens het tot liquiditeit brengen van het werk van de liberale gift in Oost-lndië go-heven en het provenu van dien te doen ovor-maktn ten behoeve van het Comptoir Generaal der Unie, en hoedanige schikking bij provisie te maken omtrent de betaling der penningen, die daaruit moeten worden genomen tot de equipage tegen de Algerijnen. Aid. 17 Mei 17o5, l.ledr.648.— Missive, dd. den Haag 22 Mei 1755, van don Raad van Staten der Vereenigde Nederlanden, aan de Staten Generaal, houdende bezwaren over |
do resolution dd. 18 April en )3 Mei, alsmede provisionele resolutie, dd. 27Meil/55 door H. H, M. hierop. Aid. 4 Junij 17 5, I, le dr. 082. — Rapport en resolutie wat ter Generaliteit voor te dragen op bovengenoemde missive van den Raad van blaten. Aid. 6 ..'unij 1755, I, le dr. 080, — Concept rapport van het besoigne tor Generaliteit gehouden ovor het. provenu en verzekering vau de liberale gift in Oost-lndië. Aid. 7 April 1758, I, ie dr. 340. — Communicatie van hetgeen sedert ter Generaliteit nader is voorgevallen en geresolveerd omtrent het verrekenen en vermaken van dat provenu. Aid. 11 Mei 1738, I. le dr. 413. l i:'87. Medodeeling van de ordonnantie, dd. Batavia 11 Oct, 1791, tot de heffing van een vijftigstou penning, of twee ten honderd van elks ware bezitting bij wijze van liberale gift, van alle dienaren ol' burgers onder het ressort van de O, I. Comp. woonachtig en gehoorende, 't zij christen of onehristen. N. Nedi rl. Jaarb. XX Vil. 179^. 1. 043. Maandel. i\'ed. Mercurius, LiXXII. 179A 28], 143S8. Medodeeling van den inhoud vau de Ordonnantie, dd, Batavia 25 Oet„ J?9', tot den opbrengst eener vrijwillige recognitie in vier termijnen van het inkomen, te verkrijgen door ambten of bedieningen in al de etablissementen van de U. 1, Comp, in indië en aan Cabo de Goede Hoop. A', e-derl. Jaarb. XXVII. 1792. 1. 096. Successie-belasting. 14389. Acte van verklaringe, gedaan bij H. H, M,, in dato 2 Dec, 1034, op 't versoeek van Jan Croone, op 't st ck van de succession ab intestato dergenon, lie uyt dese Lande naar Oost-lndië varen, hr. Plaoaatboek, 11. 's llage iliOl, fol. J322, Hist. Verh. O. I. C. 11, 1772, 382. 11390, Memorie van Bowindhobboren der O, I, Comp. aan H. H. Mog, om oene ordonnantie op het stuk van de succession ab intestato, van diegenen die in Oost-lndië of op de reis pints- of herwaarts komen te overlijden, eu ounsidoratic en advies verzocht. Res. IJoll. 15 Sept, iOOC, 2e dr, 724. — Rapport van Gecommitteerden, en resolutie en voorstel hierop, Aid. 7 Doe. 1000, 2e dr, 8,9. 143',)L Waarschouwinge van do Staten | van Holland, dd, 28 Sopt. 1057, tot heffing |
HËFKINütóN, BKL.VSTINüliN. REüTBN.
van den 20n ponnirg op de succession a latere ende ah ascendenti, ook van ('e Oost-Indische actiën. 'Ir. Placaatboek, II. 'sHage KV,4. fol. 2484, 14392. Octroy, bij H. H. Mog. in dato den 10 Jan 1G6I, verleent aen de O. I. Cotnp. desor Landen, op 't recht van dc successiën ah intestato in Oost-Indië, ende op de reyse pints- en herwaerts. Or. Placaatboek, 'sHage 1664, foi. 26154, 14393. Ampliatie, dd. 20 Dcc. 1664, van de ordonnantie van den 20ii penning op de successie a latcrali en ascendenti linea geheven werdende, ook over dc Oost-Indische actiën. Gr. Placaatboek, III, 'sHage HiSli. tol. IÜ05. 14394. Rapport van Gocommitteorden tot de zaken van do gemecne middelen op dc missive, dd. den Haag 14 Mei I7ó5, van dc Provinciale Rekenkamer om vast Ie stellen de wijze hoe te taxeren of te rekenen de waarde van de actiën in dn O, 1. Comp om daarna het reet van eollatcrnal te hellen. Res. Uotl. 13 Junij 7 5, 1. Ic dr. 723. — VerzoeK om consideratie en advies op dit rapport Aid. 3 üet. 1755^ II, Ie dr. 1193.— Resolutie hierop gonou en, Aid. 1 November 1755, II, Ie dr. 1296. 14395 Zakelijke inhoud van het request van Mr, G. A, llasselaar Burgemeester der stad Amsterdam, om decliratoir ten aanzien der betaling van het regt der collaterale successie wegens aotiiin, obligatiën en reeepis-sen ten laste van dc O I. Comp., zijne huisvrouw bij erfenis uit Utrecht aangekomen, Verzoek om consideratie en advies aan Gecommitteerde linden en de Gecommitteerden in de Provinciale Rekenkamer; alsmede missive aan de Staten van Utrecht omtrent het different ove- deze betaling. Res. Udl. 3 Sept, 1760, li, Ie dr. 109!.— Missive, dd. Utrecht S Sept. i760, van Gedeputeerde Staten van Utrecht, ter mede-deeling hoedanigc ordres zij inmiddels had-den gesteld tot het surehcren der invordering van Mr. G. A. Hasselaar wegens het collateraal Aid. 9 September 1760. II, 1c dr, 1142. — Zakelijke inhoud van het gevraagde advies van bovengenoemde (i'ccommitteerden. Aid. 17 September 1760, II. Ie dr 1201.— Zakelijke inhoud der missive, dd. Utrecht 17 Sept, I76(i, van de Staten vtm Utrecht en antwoord. Aid 20 September Ii60. II, le dr, 122-'. Resolutie op bovengenoemd request genomen, en vaststelling van de missive aan de Staten van Utrecht te sehrij-ven. Aid. I Nov, l7'0. 11, le dr 1416, — Missive, dd. Utrecht 3 Dec. 1760, van de Stalen van Utrecht in antwoord op bovengenoemde; alsmede provisioneel antwoord door Gecommitteerde Raden daarop gegeven en do daarop bekomen rescriptie van de Gedeputeerde Staten van Utrecht. Aid. 27 Uec. 1760, II. le dr. 1755. |
14396. Resolutie om aan A. Horneman, wed. li. G, Homoet, het betaald collateraal wegens dc helft van drie duizend guldon oud kapitaal in de O, I. Comp ter Kamer Zeeland te restitueren, en haar te helpen libercren van een poenaliteit door Zeeland te vorderen. Rfs. Holl. 23 Nov. 1769, II, ] e dr. 1505. 14397. Advies deelinatoir van de Provinciale Keken kamer op de verzochte verklaring door J. de Lanoy en J. Tirion nopens het collateraal van obligatim ten laste der O. I, Comp, uit de loterij van 17gt;5. Res. lloll. 4 Aug. 1786, III. le dr. 2S15. I4'i98. Resolutie tot authoristaic van Gecommitteerde Raden tot accessie in den voorslag der Gedeputeerde Staten des Quar-tiers van Veluwe, omtrent het collateraal van actiën in dc O 1. Comp. in den boedel van vrouwe M. E, Grothe, weduwe C. L Kerksteen te Arnhem overleden; en renovatie van het commissoriaal van 27 Dcc. 1760 nopens het voorz, collateraal; alsmede tekst der betrekkelijke bescheiden. Res. lloll. 2 -Vugustus 1786, 111. le dr, 27^3. 14399. Mededeoling van den inhoud van de ordonnantie, dd. Batavia 4 Oct. 1791, waarbij wordt ingevoerd ecne algemeene belasting op al dc legaten en collaterale sue-eessi n, onder het ressort van do O, 1. Comp vallende. N hedarl. Jaarb. XX VIL 1792. I 642. Maandel. Nederl. Mercurnis. LXXII. 1792. 281. Ambtgeld. 1110(1. Advies van Gecominitteerden over do wijze van het fourneren in het fonds van dc interesten van het ambtgeld, door Bewindhebberen van de O. I, Comp van de Uollaiidsche Kameren aan de respectieve ontvangers, uit de afgiften van gemelde Compagnie aan do 1 artieipanten van dien tot don jare 1740 inelnK Re*. Huil. 5 Deo. 1716, 2e dr. 752. — Kesolutie hierop, Aid. 38* |
FINANCIËN ONDER ÜE O. T. COMP.
24. Dec. 1716, 2e dr. 787; 3(5 Mnart 1717, 2e dr. 119; 19 A up. 1719, 2c dr. 42ii. 14401. Resolutie, dd 24 Deo. 1716, dat de ü. 1. Comp. zal fourneren de penumpren tot de interessen van de obligatiëa van het ambtgeld tot liet jaar 1740. Gr. Placanthoek, V. 'sHage 1725,'tol. 1032. 14402. Resolutie van de Staten van Holland, dd. 24 S''pt. 1719, op eenige bedenkingen van de ü 1. Comp. in de Hollandsche Kameren, rakende dc opgave van liet rende ment der ambten, officiün en bedieningen. Qr. Placaatboek, Vil. 'sHage 1770. tol. lllt;7. 14403. Missive, dd. Amsterdam 26 Aug. 1749, van dc ü. 1. Comp. in dc Hollandsche Kameren om clucidaüe omtrent dc opgaven te doen van bet rendement, der ambten. Res. 28 Aug. 1749, 11, ie dr 771.- Resolutie hierop genomen. Aid. 24 Sept. 1/ 19, II. Ie dr. 803. In- en uitgaande Reyten. 14404. Voorwaardelijke toestemming van het verzoek der Bewindhebbers van dc Gen. O. 1. Comp. om vrijdom van tollen, benevens tekst der brieven tot dat einde verleend. Res. Hull. 2.ri Mei 1602, 2c dr. 213. 14505. Die van de ü. I. Comp. zijn gehouden visie te geven aan do pachters van ^ part van hel convooi en liecat, en aim-wijzing te doen van de verkochte goederen. Res. Stat. (Jen 29 l'ebr. en 7 Maart. 16ó6. 14406. Resolutie, dd. 2 Mei 1637, dat de ü. I. Comp. in- en uitgaande regten moet betalen van alle juweelcn, pecrlcn, ge-si cent en en musous, die zij ontvangt of verzendt. Gr. Flacaalboek, 111. 'sHape 168.i, lol. 1264. 14407. Voorstellen tot vaststelling van het betalen van 's Lands regt door de ü. 1. retourschepen aan de eollcgiën ter Admiral.teit, onder wier district dc Kamers resideren, door welke de schepen zijn uitgerust. Hes. Itdll. 2 Sept. 1653, 2c dr. 519. Secr, Res. Stat. Gen. 3 iSept. 1653 cn i'9Julij 106:1, 2e dr. 526. 144 8. Dc eonvoijmeesters van de Ü. 1. Comp. van de üostcrsche convoy en cn dc iicenten in stad en Lande toegestaan twee percenten van den ontvangst van het last uu veilgtld. Res. Stut. Gen. 29 Jan. 1658. |
1 1409. Resolutie, dd. 30 .inlij I6'gt;5, dat van goederen met de retourschepen uit Oost-1 ndi;; komende, moet betaald worden 's Lands regt ter plaatse, alwaar die cedesti-neerd zijn, schoon die schepen onder het district van een ander collegie komen in te vallen cn lossen. Or. flacaalboek, III. 'sHage 1643, fol. 1208. 14410. Missive, dd. 18 Aug. 16''5, van de Kaden ter Admiraliteit in Friesland van 11. 11. Mog. met verzoek om alteratie der llesolutic, dd. 3U Julij 1665, door dc Staten Generaal genomen overeenkomstig hovenge-noctmle voorstellen; verzoek om consideratie en advies. Res. Holl. 2 Oct. Ilt;i65, 2e dr. 703; 13 Aug. 1(172. 2e dr. 874. 14411. Remonstrantie van Bcwindhcbbe-ren der t). 1. Comp, aan H. H. Mog. om geen hooger belasting op de specerijen, Chi-necsehe zijde en katoenen lijnwaden welke uit Üust-Indië gebragt worden, te heffen dan het. vastgestelde in 1602; verzoek om consideratie cn advies aan Gecommitteerden. Res. Holl. 10 April l(iü9. 2e dr. HSj 2 Mei 1682, 2e dr. J 3 K 14402. Betaling van 's Lands geregtig-hcid over de goederen en koopmanschappen in de ü. 1 retourschepen op de Eems gearriveerd. Res. Slat. Gen. 13; 15 Aug. en 22 Sept. 1672. 14113. Schuld van de O. 1. Comp. over 'sLnnds geregtigheid van de retouren en lastgelden mitsgaders de prijzen. Res. Stat. Gen. 20 Nov. 1675. 14414. Liquidatie met die van de Ad-miralitcits collegiën, over den 5den penning, die het Land competeert in de prisen en de buiten bij die van de O I. lt; 'omp. genomen. Res. Stal. Oen. 9 Julij, i3 Aug, 20 Nov. in?6 s Dec 1677. - \llo goederen van de ü. 1. Comp. zullen z der cenige verhindering gevoerd worden ter piaatse daar die gedestilleerd zijn, en volstaat de Comp. met eenmaa daarvan 's Lands geregtigheid te betalen Aid. 24 Jan. 1676. 14415. Klagtcn van de Admiraliteiten over de inegale aangeving en betaling van 's Lands inkomende en uitgaande regten door dc U. I ( omp gedaan cn het hcrigt van die Comp. daartegen, nader te onderzoeken. Res. Holl. 28 Nov. '6/6, 2e dr. bb8 J4416. Reglement van de O. 1. Comp. |
HEFFINGEN, BELASTINGEN. REGTEN.
nopende de betalinpre der zeerechten van in-en uitgaande koopmanschappen, dd. 5 Juli 1677, en van de bijgevoegde conventie dd. 10 Julij 1(177. Or. Placaalhoek, V. 'sKaee. fol. ] ó30. — Reglement, te observeercn iu alle de Kameren van de O. I. Comp. omtrent het. betalen van 's Lands reehten, van de waren komende uil Oost-lndië, en voor het uitgaan van koopmauschappen, scheeps-behoelten, enz. te betalen zestien duizend gulden jaerlyeks, in dato 10 Juli 16'7. Gr. Flacaatloek, IV. 'sHuge 505, fol. 13^7- — Ni5. Deze beide zijn gelijkluidend llesolutie, in dato 5 Maart 1078, ter approbatie van de conventie, dd. 10 Julij 1677. Aid. 111. 's öage li 83, fol. 1277. — Resolutie of ordrc, dd. 5 Maart 1(183, op het geeonve-niëerde voor uitverkoop van 's Lands inkomende en uitgaande regten van U. 1. Comp.'s goederen en koopmanschappen. Aid. IV. sHage 1705, fol. 1329. — Resolutie, dd. 8 Maart 1GÓ0, op het gcconvenieerde als boven. Aid 13 0 — Continuatie, dd. 1.; Dec. lO'Jö, van de conventie als hoven. Aid. 1331. — Resolutie, dd. 23 Oct 1711, be-treffende den voorslag aan die van dc ge-octroijeerde O. I. Comp van aan de respectieve Admiraliteit het geconveniëerde voor uitkoop van 'sLands inkomende en uitgaande regten van 'sComp.'s goederen en koopmanschappen in avance te verstrekken. Aid. V. 'stlage 1725, fol 153-'. 141'7. Conventie met do collogiën ter Admiraliteit rakende de verschillen over het. regt van de koopmanschappen, komende en-de gaande uit en naar O. I, vcilgcld en de geregtigheid van 't Land, in dezelver prijzen ter somma van /12.000. lies. Slat. Oen. 5 Maart i678. |
14418. «Rcedcnen en motiven bij de Be-windhebbcren van de U. I. Comp. dezer Landen opgesteld, dienende tot een klaare en evidente aanwysinge, dat de nagelen, noten, loclie en eaneel, van de extra-ordinaire belastinge ter zee, soo en gelijk alle andere waaren en koopmanschappen daarvan bij discontinuatie zijn ontheevcn, meede in alle manieren moeten zijn en blijven vrij en excemptquot; Tekst der rnemoriën van wege de O. I. Comp., dd. 8 en 13 Mei 1681. lies. Holl. 17 en lb Julij J681, 2e dr. 310. — Memorie, dd. ï Junij 1681, van de Gecommitteerden van de eollegicn van de Admiraliteit, inhoudende hunae considerati ;n en advies op bovengenoemde memonën. Alcl. 341. — Benoeming eener Commissie om met de Gecommitteerden van de Staten van /_,ee-land in conferentie te treden over de con-voijen en licenten door de O. I, Comp. te betalen. Aid. 19 Julij I6sl. 2e dr. 355, — Zakelijke inhoud van het rapport over deze conferentie. Aid. vfi Julij 1681. iie dr. 366. — Resolutie, dd. 3 Aug 1681, van de Staten Generaal genomen op de continuatie en dis-continuatie van de ordinaris en extra-ordi-naris middelen ter zee, en de betaling door de Bewind hebberen van de O. 1. Comp. te doen, bij accoord uit de weeg te leggen; gevolgd door de aanteekeningen hierop van de Gedeputeerden van Holland en West-Friesland. Aid. 14 Aug. 1681, 2e dr. 386. — Aanschrijving aan H. H. Iln om hunne consideratiën en advies op het belasten van de specerijen, Ghineesche zijde en eatoene lijnwaden. Aid. 5 Junij 1682, 2c dr. 29i.— Voorstel ter Generaliteit van wege Holland te doen, betreffende het beffen van bovengenoemd inkomend regt. .-lid. 21 Aug. 1682, r.'e dr. 595. 14419. Resolutie, dd. 3 Auü'. 16S1, ter Generaliteit genomen op de continuatie en disconnnuatie van de ordinaris en extra-or-dinaris middelen ter zee, en de betaling door de Bewind hebberen der O. 1. Comp, te doen, bij accoord te liquideren. Res. Hod 14 Aug. IGSl, 2e dr. 38(5, — Controversion en j coutradietiën der provinciën wegens de sue- | sussieve resolution bij H. H. Mog. genomen in reguard van den ophef van de ordinaris en extra-ordinaris middelen ter zee en van de O. I. Comp. lies. Stal. Gen. 17 lgt;ec. 1681. 14420. Ordrc aan de respectieve colle-giën, dat van de Bewind hebberen van de O. 1. Comp. zullen hebben te vorderen vim het ordinaris lands regt van de aangekomeu retourvloot, /les. Stat. Gen. 21 Nov. 1681. 14421. 'sLands regt werd ook dour dc O. I. Comp. van dc inkomende retouren betaald. Res. Stat. Gen. 28 Aug., lü Sept., 25 Oct., 21 Nov, i681, 5 Maart 1683. 14422. Adviezen van dc Commissarissen over bet dresseeren en fourneren van de nieuwe lijst van convoijen en licenten, nopende de belastinge van de Oost-Indische waaren in deese Landen ingebragt wordende. Res. Holt 17 Jan. 1682, 2c dr. l9jl8Jnny 1682. 2e dr. 378. — Consenl belastinge op de Oost-Indische waren. Aid 21 Aug. 1682, 2e dr. 505 ■ Geaggreëert de conventie met Zeeland gemaakt nopende het adjuste-ren van de nieuwe lijst van de convoijen |
FIN ANCIEN ONDKR DE O. I. COMP.
30iJ
en hot wegnemeu der differcnten over de i betaling van de convoijen en licenlen door de ü 1. Comp., alsmede tekst van het con- j eept te dien einde gemaakt. Res. Uoll. lö Dec. 1682, 2e dr. 777, 780. 1442?. Benoeming eener Commissie om te adviseren op het. declaratoir te geven aan de O. 1. Comp. nopens het. betalen van 'sLiuuls regtcn van het retour van IRSiJ. Res. Roll. 12 Febr. 1683, 2e dr. 34. 14424. Resolutie om met. do Bewindhebberen van de U. 1. Comp. iu conleren'ie to treden, over de n g openstaande clilïerentCD, en het betalen van 's Lands inkomend regt van nog te verwachten retourschepen voor den jare 1682. Res. Uoll. 12 Jiin. 16-3. 2e dr. 9 — Idem voor 1683. Aid. 2ü Jan. 1683, 2e dr. 15. 14423. Conventie met de respectieve col-legiön ter Admiraliteit over het regt van de inkomende en uitgaande O. I. waren en koopmanschappen voor den tijd van drie Jaren, voor dc som van J 300.000, door 11. H. Mog. geapprobcerd. Res. Stat. O en. 6 Nov. 1085. 14426. Difl'erenten met de Admiraliteit wegens de recherche vau de O. I. Comp.-sehepen, en dc continuatie van het verdrag van 's Lands regt van de uit- eu inkomende waren. Res. Stut. Gen 2', 23 J?1el)r. 1689, 11 ïebr. K90. 14427. Dillerenten met de Admiraliteiten, wegens het convooi voor de retourvloot, anticipatie van penningen door de Comp. aan het collegie te Amsterdam, tot beko-ming van het vereischt oonvoui. Res. Slat. Gen. 22 Junij 1689. 14428. Aecoord en overeenkomst met de eollegiën ter Admiraliteit, wegens de betaling van's Lands uit- en inkomende regten. Res. Stat. Gen. 8 Maart 1690. 14429. Goedkeuring van het gebesoig-neerde ter Generaliteit met de Bewmdheb-beren van de ü I. Comp. wegens do conventie met baar gemaakt, over het betalen van /' 364.1.00, voor de uitgaande en inkomende regtcu, van hetwelk dc zakelijke inhoud wordt medegedeeld. Res. Hfll. i3Jan. 1690, 2e dr, 33. — Voorstel en resolutie tot eo'itinuiitie der conventie. Hes. Stat. Gen, .)3 Dec. .6 2. 832. Res . oil 1 Dec. 699, ije dr. 1389; IS Maart 1700, 2e dr. 245; |
21 Oct. 1710; 2e dr. 4ïS; I Junij 1714, 'ie dr. 215; 22 Febr. 1715. 2e dr. 115. — Missive, dd. Amsterdam li Maan, 1^15, van H. H. XVIIn, over de difficulteiten in bovengenoemde anticipatie, en iidvies hierop. Aid 13 Maart 1715, 3e dr. 240; 15 Maart 1715, 2e dr. 256. 14430. Continuatie van het verdrag met de respectieve Admiraliteiten, wegens de uiten inkomende regten der specerijen etc voor den tijd van vier jaren, mits jaarlijks bij de O. I Comp. uitgekeerd wordende f i64.000. Approbatie bij H. H. Mog Res. Stal. Oen. 13 Deo. 1696. 14431. Extract uit het Register der Re-solutiën van de II. Mog. Hoeren btaien Generaal der Vereenigde Nederlanden, dd. Veneris den 27 Aug. '75', tot het drukken en rondzenden aan de betrokken autoriteiten van het voorstel tot daarstelling van een porto-franco en verligtmg van den handel, door den Stadhouder Willem IV ingeleverd, met bijln^en. Hermes, 3e j. 1828. M. 6. bl. 3. — Tekst van dit voorstel. Aid. 8. -Bijlage Lr. A. Projectlijst van dc goederen die franco zouden kunnen inkomen, met de lijst van 1725 en bijvoeging van het tegenwoordig (l'iS) tarief. Aid 76. — Bijlage Lr. B. Projcetlijst moetende betalen bij het inkomen, met de lijst van 1725 en bijvoeding vau het tegenwoordig (ls2s) tarief. Ztld. 84. — Bijlage Lr. C. Projeellijst van de verboodene goederen, soo in hel inkomen als uitgaau, en //Concept ordonnantie ten opsigte van dc transitoir goederen.quot; Aid. — De medideelingen van deze stukken is geschied door P. de Haan Pz. Letterh, 1833. It i80. Examen vau het berugto plan vau verbetering in onzen koophandel, van den jaare l75l, waarin aangetoond wordt: //dat het ten onregtc, aan wijlen Zijn Hoogheid, als den ontwerper van hetzelve is toegeschreven ; dat het veele ongerymdheden vervat, en dat het onmogelijk ten uitvoer was te brengen; alles beweezen met het Extract selve uit het Register der Resolutien van de H. M 11 Staten Uen. der Vereenigde Nederlanden, dd. Veneris den il Aug. 1751.quot; Koopman, UI. 1771. 258, 277. 14132. Extract uit de Resolut.iën door Hecren Bewindhebberen van do O. 1. Comp. tor Ka:ner Amsterdari genomen, op Donderdag den 23 Dcc. 1784,quot;tot het liefl'en eener belasting van elk sciiip, voor dezo Kamer verti'fikkendr, ten behoeve van de Kweek- |
HEFFINGEN, BEL
school van zeevaart. iV. NedcrL Jaarh XX. 1785, 1. 41-1. 417. Mti3. Lijst, dd. 59 Maart 1791, der rc-cognitiegeldeu van do retouren uit Indië, in Nuderland te hellen, van diens provenu aan 's Compagnies verkoopingcn, bij de respectieve Kameren. Amsterdam Mei 1791. N. Nederl. Juarb. XXVI. 1701. 1. 54S. Letterh. Y1I. 1791. 15. 14134 Aansciirijving aau den Gouverneur üeneraal en Kaden van Indië, wegens de Generale Ned. U. I. Comp. rosiderenrie te Batavia, dd. Amsterdam 2 Oct. 1790, tot strenge afkeuring der gepleegde smokkelarij met de geretourneerde paketboot de Luchtbol. N. i\ederl. Juarb. XXVI. 1791. 2. 1261. Kersuhillende Imposten. 14135. Verzoek om consideratie en advies aan de üeeouimitteerdon tot de gemeene middelen op het request van de vleesehhouwcrs van JLIoorn wegens den impost van het spek te laden in de schepen der U. i. Comp. lies. Roll. 2U Aug 1710 ie dr. 542. — idem op de Memorie van Bewindhebbers der U. 1. Comp. hierover. Aid. lb Sopt. 1710, 2c dr. GÜ9. 14436. Advies op het request der O. I. Comp. over het different met den pachter van den impost betreffende den impost, te heffen van den ingevoerden arak. lies. Holl. 16 Maart 1725, üe Jr. 241. 14437. Publicatie, dd. 22 Mei 1783, van Burgemecsteren en Regeerders der stad Amsterdam, nopens restitutie van accijns voor meel ter verzending naar de Kolomen ingescheept. A'. Nederl. Jaarh. X VJ11. 1,783. 2. 844, 1,4438. Advies in de quaestie der O, 1. Com]), mer, Enkhuizen over de helling van het regt van dc pnalkiste ol' van het paal-geld, m reguard van de 5.peeeri|cn. lies. IIoll. 8 Dec, i6uó, 2e dr. 710. — Uitstel der behandeling van de klaglen van Enkhuizen over de sententie in deze gewezen bij den Hoogen Raad. .ud. Sept. lü 7, 2e dr. 293. — Voorgenomen schikking. Aid. 4 Dcc. 1607, 2e dr. 38i. — Wijze van uitvoering daarvan. Aid 11 üee. 1607, 2e dr. 394, en 26 Jan. KiUS 2e dr. 115. — Rapport der Gecommitteerden ter zake van deze quaestie. Aid. 16 Sept. 1620, 2e dr. 216. — |
Enkhuizen gesommeerd zich te verklaren nopens dit different of het te submitteren aan 'Z. E. Prins aurits. Aid. 11 Uct. 1621. dr. 561. — Weigering van Enkhuizen. Ad. 28 Maart 1624, 2e dr. 264. Aanschrijven aan Enk huizen tot overgifte aan den Lande van het bedrag der ingehouden gelden, Aid. 25 Julij 16-.M, 2edr 329.— Restitutie uitgesteld, op verzoek van Gedeputeerden van Enkhuizen. Aid. 4 Oct. 1621, 2e dr. 377. — Verslag van de besoigne met Knkhuizen, die nu wil accepteren een der drie punten van vergelijk. Aid. 13 üee. 1624, 2e dr. 398 — Resumptie der adviezen over dc restitutie en aanschrijving in dien zin aMi Enkhuizen. Aid. 20 üee. Ilt;i24. 2e dr. 407. — Sommatie aan Enkhuizen tot submissie. .Ud. lü Mei 1625, 2e dr. 491. — Verzoek van Enkhuizen om zaken te mogen verantwoorden ten aauaion van het rembour-sement. . ld. II Julij 16.J5, 2c dr 509 ; 25 Julij 102.), 2e dr. 524. -- Vaststelling van de termijnen van restitutie. Aid. 23 Sept. 16i!5. 2e dr. 540. 14439. Missive, dd. 12 Julij 1685, van bet Oollegie ter Admiraliteit te Amsterdam, aan de Stalen Generaal, .over do quaestie of mede dc dorde verhooging, last en veilgeld, moet worden betaald van de Oost-Indische waren en koopmanschappen; verzoek om advies aan dc Gecommitteerden tot de zaken van do zee en manufacturen. Res Holl. 13 Julij 16^5, 2e dr. 398. — Verzoek van Adriaan Paats, ontvanger generaal van de convoijeu en licenten op de Maaze, om instructie in deze; alsmode verzoek om advies als boven. Aid. 13 Julij 1685, 2e dr. 399. M440. Missive, dd. ? van Mr. Willem Munter, ontvanger generaal van het vuur-geld henoorden dc Ai aas, over een different met de O. 1. Comp. tor Kamer Amsterdam wegens dc berekening der lasten van hare schepen, om daarnaar het voorschreven vuur-geld te voldoen. Res. Iloll. 17 Jan. 1754. 1. Ie dr. 130.— Advies van Gocommittoerde Radon hierop. Aid. 18 Julij 754, I. ie cir. 61. — Declaratoir dat do Kamers van de O. 1. Comp, te Amsterdam, Hoorn en Enk-huizon het vuurgeld moeten betalen conform dc ordounantie van den 19 Dcc. 166^. Ud. 28 Sopt. 1754, II, le dr. UlO. — Missive, dd. Amsterdam 24 Jan. 1755, van denzelfdcn om interpretatie van bovengenoemde resolutie van 28 Sopt. Aid. 25 Jan, 175quot;). I. le dr. 131. — Declaratoir dat de Kameren van de O. I. Coinp. te Amsterdam, Hoorn en Enk- |
FINANCIEN ONDER PE O. I. CQMP.
30 (
huizen hot vuuigcld voor huur soiiepcn moeten betalen naar tie meeting gereguleerd dd. 9 Oet. I72(), en dat bovengenoemde resolulio van 28 se pi;. 17.lt;4 aanvang moet nemen met den jare 17o6. .lid. 1 Maart 175.r), l. Je dr, 277. 144-41. RoEolutie op het request van Bewindhebberen der O. I. Comp. betreffende de verdeeling der prijzen en buitgelden lies. Holl. 22 JuTij IfiSU, 2e dr. J()6. —Kesolu-tiën regelende de wijze van verdeeling. Aid. 9 Julij 1642, 2e dr. 312; 12 Julij 1 ,j2, 2e dr. 316. 114 12. Memorie van Gecommitteerden van de respectieve eoliegiitn ter Admirulileit, dd. 9 July llgt;76, over de questie met de 0. 1. Comp. ontstaan over de prijzen en buit gemaakt in Oost-Indië sedert 165i. Hes. Huil. 2j Julij 1676, 2e dr. bll3. — Missive van Jiewindhebberen der O. 1. Comp., dd. 10 Aug. over deze questie. AU. 12 Sept. J676, 2e dr. 393. 14448. Resolutie, dd. 5 Julij 1(1(7, dat de ü. I. Comp. voor buitgelden zal betalen honderd twintig tUiizend gulden. Gr. Pla-caatboek, V. 'sHage 172:i. tol. 11)30 1 1444. Differenten wegens de judicature over (ie prijzen van de O. I. Comp. lies. Stal. Gen. ^8 Jan., 21 Eebr., 23 Maart, 7 April en 6 Mei 1690. 14145 Verzoek om eonsidrratie en advies aan Gecommitteerden tot de zaken van de zee en nr nul'acturen op het advies van H. H. M. Uerleputeerden over de dillerenten wegens de betaling van de regten van de prijzen door schepen van de Ö. I. Comp. op den vijand in Oost-lndië en aan de Gaap de Bonne Espéranee veroverd. Res. Holl. 6 Maart 1(191, 2e dr. 188. 14446. Decisie door H, H . Mog, wegens de differenten met de O, 1. Comp. over de veroverde prijzen aan de Caap de Bonne Espéranee, die in Zeeland opgebragt zijn. Res. Holl. 29 Oet, 1691. 14147. Mededeelingcn betreffende den opbrengst van de recognitie, bet kanongeid en liet veil geld van de O. I. Comp. 'süra-venhage November 1790, N. Nederl. Jaarh. XXV. 1,90. 3. 2o79. |
14448. Interpretatie op den impost van het zout ton faveure der O. I. Comp. Res. Holl. 1 Oct. 1612, 2c dr. 827. 14449. Request dd. ?, van Andries Bu-nel gewezen pachter van de imposten op het zout, zeep, heere en redemtiegeld over de stad Amsterdam en ressorte van dien, over de quaestie betreffende de vernligte betaling van den impost van het zout, gebruikt tot het vleeseh dat de O. 1. Comp. te Amsterdam in Engeland heeft laten slagten. Res. Holl. 2 Nov. 1747, le dr. 735; 2 Mei 1748. I, le dr. 4i4. 14450. Request, dd 1'van Arnoldus Franken, pachter van den impost op het. brandhout over de stad Delft en ressorte van dien, over de quaestie betreffende de ver-pligre betaling van dien impost, door de lie-wiiidhcbberen der O. I. Comp ter Kamer Deil't. Rapport en resolutie hierop, lies. Holl. 17 Maart 1/46, le dr. 186. 11451. Verzoek aan den pachter van de zijden Jakenen te Amsteidain om consideratie e/i advies op het request der Bewind-hebberen van de O. I. Comp. lies. Holl. 17 Sept. lliU7, ie dr. 307. Verpachte middelen in Indië. 1 1452. Ordonnantie van den Gouv. Gen. J. P. Koen, in 't fort Jaccatra, 9 Oct. 1620, vaststeHende zekere maandelijksehe recognitie door de Chinezen te betalen iigt; compensatie van de verzochte ontheffing vau het werken aan de forten. T. v. M. 1. 4e j. le d. Batavia 1812 85 en 87. Noot. 14153. Zakelijke inhoud van het Indisch besluit van 8 Nov. 1746, waarbij werd afgeschaft de tienden op te brengen aan de O. 1. Comp. door de Regenten in de Jaca-trasobe en Preanger-Regentschappen van de aan hen uitgegeven landerijen, en invoering in de plaats daarvan van een bepaalde le-verancie van padi aan de Compagnie. T. v. N 1. 1865 N. S. 3e j. I. 333. - Zakelijke inhoud van de auipliatic en alteratie van bovengenoemd besluit, bij de Indische besluiten van 2 Eebr. 1753, van 1763, en van 27 Eebr. 1778. Aid. 331. |
IIEFFIA'OEN, BELASTINGEN, REÜTEN. 305
Uittreksels uit ccnc verzameling getiteld: Javasclio ver|iiigtingeu, alle voor den tijd van drie jaren, ingaande 1 Jan. 1752 en eindigende xdt. Dee i75k Medegedeeld door J. C. Baud. Bijdr. T. L. Y kunde. N. /. I. 1853. 127. 114)5. Jiijzondcrhcden nopens de voorwaarden der gewone landsmiddelen te Batavia, gerevideerd en geampliiierd in llaile van Indië, op den 14 Doe. 1716. Medegedeeld door J. C. Baud. Bijdr. T. L. F.• kunde, N. 1. I. 1833. 125, 1^6. 144') fi. Vergelijkende opgave van de verhouding van liet zielental tot hel verbruik van opium op Java en Madura in de jaren KlOf), 1678, 1707 CU 1745; door J. C. Baud. Bijdr. T. L. I'.-kunde, N. 1. [. 1853. 115. 14437. Staat aantoonende de invoeren van opium te Batavia voor rekening dor ü. 1. Comp., van de jaren 1678 tot 17i3. Medegedeeld door J. C. Baud. Bijdr. T. L. V.-kunde, N. 1. 1. 1833. 101. 14358. • Uitsluitend oetrooi, voor den tijd van tien jaren, eindigende met uit. Aug. 1753, van de Amlioen-Societeit, gegeven in 't easteel Batavia op het eyland Groot Java, den 30 Nov. Ao. 1745. Bijdr. T. L. l/\-kunde, N. [. 1. 1853, 200. 14459. Opbrengst van de verpachting gehouden op 27 Deo. 1783 te Batavia van de Jaoairaselie Domeinen, mot opgave van ieder afzonderlijk. N. Ncderl. Jaarb. XIX. 1784. 2. I658. 14460. Opbrengst, der verpaehting voor 1785 van dc; Jaeatrasche Domei non. Maan del. Ned. Mercurius, LIX. 1785 154. 14461. Opgave van de opbrengsten in 1746, 1795 en 18 18 van Madura, Pama-kassan en Soemenap voor de O. 1. Comp. enz., door J. Hageman JC/,u. T. v. N. /. i!üe j. 1858. II. 19. |
14462. Vergelijkende aantooning van de winsten en lasten van elk der residentiën in het Gouvt. der Molukkos, volgons de Memorie dd. 9 Mei 1773 van den Gouv. üen. J. Mossel en volgons de boekon van 1764,5. T. v. A'. /. 1856. 1. 262. 14463. Extract uyt een visite van don Dessave P. G. Bolsoho, don 3 Aug. 1707 gedaan, tot, navorseiiing der Tombo's of landgeregtigheden. die do Inlander ver-nligt is aan don landheer te betalen op Ceylon. Palentijn, V. St. I. 324. 144')4. Schets vün de verpachte opbrengsten van 1786 tot 1793 van het Hollandsoh Gouvernement op Ceylon; door John Capper, Esq. Vertaild uit het Journal ol' the Ceylon Braneh of the R. Asiatic S. door P. Munnich. T. v. N. 1. 1. 52. 11 IGj. Staat aantoonende dc koloniale inkomsten en uitgaven op Coylon gedurende zes jaren, looponde tot eu mot 17l)2. Medegedeeld door John Capper, Esq. T. v. N. I. 1850. 1. 58. - Idem van de opbrengsten van Ceylon van 1791 tot 1792, de koliektoraten met de ondorhoorige posten. Aid. 56. — Idem der uitgaven der verschillende koliektoraten. Aid. 60. — Idem der werkelijke inkomsten of het voordeelig saldo. Aid. 39. — Idem van de «Profijten en Winstenquot; van het Hollandsoh Gouvernement. Aid. 5S. — Idem der ingezamelde opbrengsten van Ceylon gedurende drie jaren, eindigende met 1792 —1793. Aid. 57. 14466. Beschrijving van den pacht van den afwezigen Oulliame, onder het Hollandsoh Gouvernement op Ceylon; door John Gapper, Esq. T. v. N. I. 1850. 1. 37. 14467. Dc inkomsten en uitgaven van het Hollandscho Gouvernement op Ccylon, gedurende de laatste jaren van deszolfs bestuur 17s6—1793, door J o hn Gapper, Esq. Voorgelezen den 26sten Eebr. 181-8, in een wetenschappelijk Genootseliap. Vertaald uit het //Journal of the Coylon Braneh of the 11. Asiatic Soc.quot; door P. Munnich. T.v. N. /. 1850. I. 51. |
89
806
Al geraee n.
Tot 1815. 14408. Verdediging van Mr. S. Iz. W i-se li us, tegen het hoklag van liet Wetgevend Lifdiaara van het Bataafsehe Gemeenebest, over de //Vüorboeldlooze duisterheid der ver-antwoording des Asiatischon liaftds. • „Beroep van Mr. S. Iz. Wiselius op het Ba-taafsche volk te Amstquot; fad. Lelt. 180 k 1. 203. 14469. Finantiön van Nederlandseh Indië. Zijnde een gedeelte van den zakclijken inhoud medegedeeld door P. Bieeker, van hetrap-nort van den Commissaris W. C. v an B r a a m, dd Zwolle uit». Febr. 1808. T. v. N. I. 1803. N. S. Ie j. 11. 24. 14470. Soraraarium der voordeelen en lasten op de versehillende kantoren in Ned. Indic 1803/4. Opgemaakt te Batavia 20 Mei 1806. Bijlage vi\n het rapport, dd. Zwolle uitquot;. Fe'br. 1808 van den Commissaris W. C. van Braam. T. v. iV. /. 1863. N S. le j. II. 31. — Onderwerp van bedenking voortgevloeid en opgemaakt uit de door den boekhouder generaal, G. H. de quot;Witt geformeerde vertoouing van den waren staat der O. I. Comp in 1803/4. Bijlage als voren. Aid. 32. — Kort, vertoog der ware lasten, die in het boekjaar van 1804/5 gevallen zijn met bijvoeging vau de oorlogs-ongelden, dd. Batavia M Mei 1806. Bijlage als voren. Aid. 32. — Staatsrekening der hoofdplaats Batavia in 1803/4 ec 1804/5. Bijlage als voren. Aid. 30. — llendement van de Jakatrasehe Domeinen in elk der jaren 1803 —1807. Aid, 30. 14471. Korte aantooning van de inkomsten, door het Hollandseh Gouvernement getrokken van alle de Oostelijke Rosidentii;n, Gouvernement van -lava s N. O. kust, daaronder begrepen de Vorstenlanden eu Madura, in 1805—6, door den Algemeenen Boekhouder J. G. Bauer, dd. Batavia 10 Febr. 1814. Medegedeeld door S. van Deventer J.Sz. T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. II. «O?.__Ook geplaatst in S. van Deventer J.Sz. Bijdragen. I. Z. B. 1865. 238. |
14472. Korte aantooning van de kontin-genten en rekognitiegelden, van de Oostelijke Residentii'n uitgezonderd Madura en de later aan de Chinezen verkoehte regentsehap-pon, zoo als die zijn vastgesteld door Maarschalk Daendels, met de andere inkomsten vau het Hollandscbe Gouvernement, in het jaar 1808, door ,1. G. Bauer, Mg. Boekhouder, dd. Batavia 10 Febr. 1814. Medegedeeld door S. van Deventer J.Sz. T. v. N. 1. 1864. N. S. 2e j. II. 308. — Ook geplaatst in S. v. Ueventer J bz. Bijdragen I. Z. B. 1805. 239. — Ook medegedeeld door P. de Haan Pz. Bijvoegels tol de Hennes van 1828. 3e j. Sept. Oct. en Nov. 155. 14473. Instruktie, dd. Samarang 19Jiinij 1808, voor de genen, welke belast zijn met de invordering, allevering en verdere beheering van het vijlde van al de padi, die in de Chcribonsche landen valt. 1'. v. N I. 1864. N. S. 2e j. 1. 48. — Ook geplaatst in S. v. Ueventer J.Sz. Bijdragen. I. Z. B. 1865. 38, en in 11. W. Daendels, Bijl. II. 'sHage 1814. O. I. Cheribon N». 2. 14474. Staat van inkomsten en uitgaven van het Britseh bestuur over Java en ouder-hoorigheden, gedurende 1812—1815, opgemaakt door den Accountant-General J. G. Bauer. I.ecyssohn Norman, Br. Heersch. 'sHage 1857, 168. 14475. Overzigt der iinaneii;ele administratie onder het Engelsch beheer op Java. Medegedeeld door J. Hageman JCz. 1812— 13: 1813—14 en 1814 — 15. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VI. N. S. III. 1857. 458. 14476. Staat aantoonende de landrenten en inkomsten van Cheribon en de Oostelijke Districten, met uitzondering van de Vorstenlanden en Madura, voor het jaar ligt;14, door J. G. Bauer, Boekhouder-Generaal. Medegedeeld door P. de Haan Pz. Bijvoegsels lot de liermes von 1828. 3e j. Sept., Oct.. en Nov. 156. 14477. Secreet Rapport, dd. Batavia 5th Aug. 1815, van den Heer Luit. Gouv. Th. H. Rallies, over den ilnantieelen staat vau Java. Proceedings 10th Aug. 1^15. Elnut Bijdr. 1861. 223. — Bijlage hierbij, getiteld; |
307
Sketch ot' the present revenue and expellees of the Island of Java, exclusive of the Eastern Islands, taken this day from the latest vouche-s of actual receipts and dis-bursements respectively. Batavia the 5th August 1815. I(y J. G. Bauer. Aid 232. Na 1815. I'1478. Ondersteuning door Mr. J. K. W. Quarles van Ufford van den wensch tot publiekmaking ceuer geschiedenis der linanliën van Ned. Indie van L8i(;—1S25. Econ. Bijbl. 1860. 383. 14479. Wensch naar do openbaarmaking, docii verbeterd en omgewerkt, van eene ge schiedenis der financii'U in Ned. Indië van ISlti—25, uit de archieven te Batavia in 1840 te samengesteld door E. de Waal, destijds Tweede Kommies ter Alg. Sec. aldaar. J'j. de Waal, Ned. Indië in de Stat. Gen. I. 's Hage J860. 43, Noot. — Opmerkingen nopens deze gewenschtc openbaarmaking. Ingezonden. T. v. N. /. 22ej.l8G0. I. 382. 14480. Staat van Java. Opmerkingen over den staat der Indische geldmiddelen sedert de herstelling van het Nederlandsch gezag tot 1825, en do middelen van redres, zoo als de beide geldleeningen iu het Moederland etc. Hermes, 2e j. 1827. No. 12. bl. 3. Mededeeling dat de sclirijver van dit artikel is P. de Haan I'z. Letterb. 1833. II. 180. 14481. Opgave der inkomsten eu uitgaven vau Ned. Oost. Indië gedurende Ihl'J. Medegedeeld door P. Mij er. T. v. iV. ƒ. ;ie j. Batavia 1840. 2e d. 641. — Idem gedurende 1820. Aid. Ö35. — Idem gedurende 1821. Jld. 1842. Ie d. 61. — Idem gedurende 1822 en 1823. Aid. 224. — Idem gedurende 1817 en 1818. Aid. 3e j. 1840. 2e d. 1185. 14482. Vergelijkende en betrekkelijke staat van de openbare inkomsten en uitgaven van Ned. Inaië vau het jaar 1857. Money, Java, Zutphen 1861. 14483. Mededeeling, met toelichting, door den Min. van Staat C. T. E 1 o u t, m zijn rapport, dd. 29 April 1833, aan den Koning, van de resolutie, dd. 6 Julij 1820 No. 2 door den üouv. ötn. G. A. G. P. van der |
Capellen in Rade genomen, tot vaststelling van maatregelen omtrent het bijwerken en effen stellen der generale boeken; — tevens inhoudende het proces-verbaal van een conferentie gehouden op den 21 Junij 1820. TSlout, Hijdr. 1861. 27. 14484. Ontkennende beantwoording der vraag: »Vloeijen ^ir, uit het Koninklijk besluit van 4 Nov. 1820, omtrent de verevening van den ludischen achterstand, eenige verpligtingen voort, ten laste van den Staat?quot; Ned Regtspraak, XVII. 1844. 435. i v. d. Honert, Ferzum. JSurgerljk regt, V. .1845. 34S. 144S5. Indische achterstand. Betoog voor eene periodieke publiekmaking iu de Ned. Staatscourant van den voortgang der werkzaamheden van do te Batavia gevestigde ,Commissie van onderzoek voor den Indischen achterstandquot;, even als reeds is geschied met de auuoucc, dd. Brussel 5 April 1823, nopens de wijze waarop de houders hunne preten-siiin kunnen verenend krijgen. Wecgsch. 1823. 130. 14486. Mededeeling,door S. van Deventer J.Sz. van den zakclijken inhoud van het Kon. besluit van 3 April 1825 N». 89, verhandeld bij Indische Resolutie van 23 Aug. 1825 N'. 3, vaststellende bepalingen, omtrent de wijze, waarop de begrootingen voor Neded. Indie voortaan moeten worden ingerigt en zamengesteld; vijfjarige begrooting. T. v. .V. /. 1865. N. S. 3e j. 1. 215. 14487. Mededeeling, door S. van Deventer J.Sz. van den zakclijken inhoud van het Kon. besluit van 5 April 1825 Nquot;. 96, houdende bepaalde aanwijzing aan de Indische Regering tot vermindering der uitgaven in bijna alle lakken van de dienst. T. v. N. 1. 1865. N. S. 3e j. I. 215, 227. 11488. Memorie, dd. Julij 1825, vanden Raad van Financiën, belast met eene bijzondere zending door de llooge Regering van Ned. Indiö, E. Wappers Melis, aan den Koning, inhoudende de meest mogelijke ophelderingen nopens den toestand van de Indische ilniinciën en van het muntstelsel, ten einde te verwerven de Koninklijke goedkeuring op de maatregelen door het Indisch bestuur genomen. Steyn 1'arvé, Munt- en Bankw. Z. B. 1852. 76. 14489. Oost-Indische belangen. Leening van twintig millioenen. Overzigt der beden- |
308
kingen bij de Staten Generaal goinaakt op doze wet, gevolgd deer een betoog van liet. grondwettige in deze van het overleg der Staten Generaal bij eene verpanding ol' hy-potliokering van 's Rijks Bezittingen. Weegsch. 1826. 01. 14490. Staat of aanwijzing van het gebruik hetwelk gemaakt is van de gelden, gesproten uit dc bij de wetten van 23 Maart 1S26 (Staatsblad Nquot;. 12). 22 Dee. 1S27 (Staatsblad Nquot;. (13) en 27 Dec. 1828 (Staatsblad N0. 00), toegestane leeningen, ten behoeve der üverzeesche Bezittingen tot een gezamenlijk bedrag van /37.700.000. Gevoegd bij het Rapport van het Dep. van Kol. van 6 Nov. 1823. Etout, Bijdr. 1861. 218. 14491. Staat van Java, op het einde van 1827, vooral ten opzichte der geldmiddelen van dc Indische Regering, 1cr aantooning, dat dc jammerlijke staat in welke Java zich sedert ISK) bevond, door de middelen tot zijn herstel aangewend, niet gebeterd, maar integendeel tot op het hoogst geklommen is, tevens inhoudende een overzigt van bet verhandelde in de Staten Generaal over dc leening van 20 millioen indato 23 Maart 1826. N. Hermes, 2e j. 1827. N». 12. bl. 3.— Omtrent eenige stukken over Indische zaken, voorkomende in het Tijdschrift Hermes, door de Red. der Jav. cour. (G. de Serie re.) Uit de Jav Cour. van 26 en 31 Julij, 16, 19, 23 Aug., 2 en 20 Sept. Ih2s Nquot; 89, 91, 95, 98, 99, 100, 105 bijv. en 113. Wederlegging van het voorgaande. lud.Mag. 11. 'he. i'845, N0. 7 en 9, bl. 74. 14492. Mcdedceling, met toelichting door D. C. S t.ey n P a r v é, van het Reglement voor de Algem. Rekenkamer van Ned. Indië, van 20 Julij 1S27, gearresteerd door den Coram. Gen. Du Bus, bij besluit dd. Buitenzorg 20 Julij 1827. Iml. Stblad IN . 70. Steyn l'arvé, Beheer en Verantw. Z. B. 1852. 2a, 71. 14193. Mcdedceling, met toelichting, door D. C. Steyn Parvé van het reglement op de Algemeene Boekhouding van Ned. Indiquot;, gearresteerd bij besluit, dd. Buitenzorg 10 Uct. 1S29 Nquot;. 8, van den Comm. Gen. Du Bus. Ind. Stblad Nquot;. 99. Steyn Parvé, Beheer en Verantw. Z. B. 1852. 22, S3. 14494. Missive, dd. Batavia 10 Maart lb30 Nquot;. 4, van den Dir. Gen. van Pin. C. M v on Baum hauer, aan den Gouv. Gen. van N. I, met de verlangde opgave der geraamde inkomsten en uitgaven over de |
eerste zes maanden van 1830. v. Ellen, Lelt. 's Hage 1835, 244. 14495. Mededecling, met toelichting, door D. C. Steyn Parvé van de bepalingen op het beheer van 'sLands geldmiddelen in Ned. Indië, gearresteerd bij Resolutie van den Gouv. Gen. J. van den Bosch in Rade van 29 Dcc. livil Nquot;. 23, Ind. Stblad Nquot;. 71. Steyn Parvé, Beheer en Verantw. Z. B. 1852. 22, 83. 14496 Mcdedceling, met toelichting, door S. van Deventer J Sz. van de „iinan tiëcle bepalingenquot; of de bepalingen ten aanzien van het geldelijk beheer van Nederl. üost-lndië. gearresteerd bij besluit van den Comm. Gen. J. van den Bosch, dd. 30 Jan. 1834 Ne. 105. T. v. N. I. 1865 N. S. 3e j. 11. 489 14497. Mcdedceling met toelichting door D. C. Steyn Parvé van de Resolutie van den Gouv. Gen. a. i. J. C. baud in Rade van 22 Oct. 1834 No. 26, Ind. Stblad No. 48, tot vaststelling der voorschriften voor de zamenstclling van de begrooting van uitgaven voor Nederl. Indië, voor 1835 en volgende jaren. Steyn Vareé, Kolon. Monopobe-stelsel, 'sHage 1850. 244. — Overgenomen in Steyn Barvé, Beheer en Verantw. Z. B 18,2. 52. 14498. Een verondersteld deilcit. Over een in 1839 door den Min. van Kol. .1. van den Bosch abnsivelijk verondersteld deficit in Indië, en de gevolgen van dien. Zijnde eene bijdrage omtrent do ondeuudelijkheid van het beslaande koloniale stelsel. T. v.N. r. 16e j. 1854, I. 219. 14499 Discussiën enz. in 1841 in de Tweede Kamer over de vaststelling bij eene wet van bet koloniaal batig slot. E. cle IVaal, y. Ind. in de Stat. Gen. 's IIago 1861, 111. 119. — Ook te vinden in Kolon. Jaarh. 1861—62. 341. 14500. Do eerste pligt van den Gouv-Gen. van Ncd. Indië. Aanmerkingen op de bij art.. 1 der suppletoire Instructie voor den O. G. van N. 1. van 1842 bevolen gestadige vermeerdering van het batig slot. T. v. N. 1. 13c j. 1851, 1. 187, 192. 14501. De heer J. C, Baud en de heer J, W. H. Smissaert over de noodzaUelijk-heid van uitgaven in lndi;. Aanmerkingen op de bij Art, 1 der-suppletoire Inst.rucUe |
•'!09
voor den üouv. Gen. van N. I. van 181'2 bovolen gestadige vermeerdering van het batig slot T. v. N. 1. 13e j. Ib51. 1, :i40. 11'502. üverzigt van den toestand der Indische geldmiddelen over 184:?. Vriend Vad. XVI. 1842. 922. 14.j0:j. Twee redevoeringen van den Min. van Kol. J. C. Baud, uitgesproken in de Tweede Kamer op dm ï Oct. 1843 en dc 22 Junij 1814, bij de beraadslagingen over het XI hoofdstuk dor Staatsbegrooting voor 1844 en 1845, en over het Ontwerp van wet tot regeling van 't gebruik van het koloniaal batig slot in 1S43. Overgenomen uit de Ned. Staats-courant. Over de koloniale geldmiddelen, de rcgtmatiglieid der bestrijding daaruit van de kosten voor het werfdepot te Harderwijk en de Akademiën te Breda en Delft, zoomede over de bepaling en regeling van liet batig slot. Ind. Maq. I. 'I'w. 1844. No. 10, 11 en 12. bl. 170, 185, 14504. Mededeeling met toelichting door D. C. Steyn Purvé, van het rapport van den Boekhouder bij de Gen. Dir. van Financiën van Ned Indie, H. P. Barkmeijer, over dc uitkomsten der geldelijke administratie van het boekjaar 1845 en IS40. Steyn Parvé, Kolon. Monopolieslelsel toegelicht, 'silage 1851. 179, 123, 193. 14505. Overvloed en gebrek in 's Lands kas. Over stelselloosheid iu dc wisseltrekking van het Indisch bestuur. T. v. N. /. 1849. Gron. Ie d. 445. 14500. Klagten over de kwistigheid met de Indische geld middelen in net algemeen; door J. B. N. E. dd. Batavia i:9 Maart 1849. T. v. N. i. 1849. Uron Ie d. 430. 14507. Karigheid en verspilling in Ned. Indié. Beschuldiging tegen het Indisch bestuur van ondoelmatige bekrimping tot stijving van het bntig slot, gepaard aan verkeerde kwistigheid op andere punten, vooral opzigtens de gebouwen. T. v. N. I. 1549, 2e d. 429. 14508. Langzame vermindering van bet batig slot ; door //de Redaktiequot;. Ongunstige linantiüle gesteldheid van Ned. Indië geseliil-derd, waardoor in verband met de kosten der Balisehe expeditie, het verwacht batig slot voor 1850 zal verdwijnen. T. v. N. I. 1850. I. 81. |
14509. De verderfelijkheid der opdrijving van het batig slot. Opmerkingen naar aanleiding van liet algemeen verslag der Comm. voor de zaken der Marine, van 1852 onder Prins Hendrik, speciaal ook met het oog op het Dep. van Kol. en do behoeften onzer Overzeescbe Bezittingen. T. v. N. [. 14e i. 1852. II. 3S7. 14510. Hoe men in Indici met de mil-lioenen der schatkist omspringt. Mededeeling met Naschrift van de Redaktie, van een' brief uit Indië ter aantooning van het slecht beheer van de Indische geldmiddelen door den Gouv. Gen. C. F. JPahud, door zijne gevraagde aanvulling aan het Opperbestuur van een fictief te kort van f 18.000.000, naar aanleiding van deu brief van den Min, van Kol. R Mijer, dd. 7 Nov. 1857 No, 26-1310. T. v. N. /. 20e j. 1S58. II. 50. 11511 Kort verslag der discussion in de Staten Generaal over het koloniaal batig slot van 1859. Econ. Bijblad, 1862. 282. 14512 Vijf millioen te kort in het //Batig Slotquot; door X. Over de oorzaken dat het batig slot vijf millioen minder in Aug. 1861 bleek te zijn, dan waarop men in do maand April te voren had górekend. T. v. N. I. 23e j 1861. II. 259. 14513. Wensehelykheid van het zenden naar Java van een Commissaris voor de geldmiddelen. Kul. Jaarb. 2e j. 1802. 443. Beheer en Verantwoording. I 1514. Staat van de remises, door het Oost-Indisch Bestuur naar Nederland overgemaakt, sedert 1817 tot en met 1833, dd. Maart 1835. v. Ellen, Iets. 's Hage, 1835. 240, 81. 14515, Proeessen-Verbaal der Staatscom-miss, op den voet van het Kon, besluit van 29 Sept, 1841 No, 58, benoemd tot onderzoek van dc jaarlijkscbe rekeningen der koloniale remises, 1841—15. Door hot Min. van Kol. ter openbaarmaking afgestaan, de Waal, Ned. Indië in de Staten (ten. 111. 's Hage 1861, 810, 11510. Proces-Verbaal van do vergaderingen van 5 Maart en 16 Aug, 1861 der Staatscommissie benoemd bij Kon. besluit van 27 Dec. 1860 No. 58 tot het onderzoeken der koloniale remiserekening over 1859 |
310
Gedr. Stukk. 1801 — 02. XXXI. No. 16. — Overziet cn beoordeeling van dit officiëele stuk. T. v. N. L. 24e j. 1802. I. 90. 14517. Froees-verbaal, dd. 3 Junij 1864, van de vergaderingen der Staatscommissie, benoemd bij Kon. besluit van 18 Febr. 1864 No. 8Ü, tot onderzoek der rekeningen van de Oost-lnd. remises, overgelegd bij het Ontwerp van wet tot nadere regeling van het gebruik vau het koloniaal batig slot van 1802. Gedr. Slukk. 1S04~65. XII. No. 4. — Het onderzoek der rekeningen van de üost-Ind. remises; door S. Aanteekeningen op bovengenoemd proces-verbaal. T. v. N. L 1804. N. S. 2e j. II. 378. 14518. Mededeeling, met toelicht ing, door D. C. Steyn Parvé, van zijn Concept-wet op het beheer en de verantwoording der koloniale geldmiddelen. Steyn Farvé, Beheer en Veranlw. 'L. B. 1852. 64. 14519. Beschouwingen over de toekomstige wijze van beheer en verantwoording der koloniale geldmiddelen volgens Art. 60 der Grondwet, naar aanleiding van de brochure van ü. G. Steyn Parvé over dit onderwerp voor Ned. Indie. 2'. v. N. ƒ. 14e j. 1862. I. 428. 14520. Candidas over dellekenkamer. Over den aurd van het ambtelijke personeel der Indische Rekenkamer en bare zamen-stelling, in verband met eene verwachte uitbreidende reorganisatie daarvan. 2'. v. N. /. I6e j 1854. 11. 215. 14521. Uitlegging van het slot der eerste zinsnede van art. 51 van de bepalingen op het beheer van 's Lands geldmiadelen betreffende den voor de verjaring vastgestel-den vijfjarigen termijn van verantwoordelijkheid. Megt N. I. 7e j. XIV. 25a. 14522. Het beheer en verantwoording der koloniale geldmiddelen, door den heer C. P. Pahud te regelen. Beooideeling van het wetsontwerp aan de Tweede Kamer ingediend. o. .V. I. 17e j. 1855. 1. 273. 14523. De Tweede Kamer schijnt ongeduldig te worden. Blijkens het voorloopig verslag der Commissie van Rapporteurs over hoofdstuk XI der Staatsbegrooting voor 1857. Beschouwingen over den aandrang der Kamer tot eindelijke regeling van het beheer en de verantwoord ng der koloniale geldmiddelen, volgens Art. (K) der Grondwet. T. v. N. 1. 18e j. 1856. II. 345. |
14524. Zou het waar zijnP Mededeeling uit een brief van Java, over de beweerde opdragt aan het Indisch bestuur tot het leveren eener conceptwet op het beheer cn de verantwoording der koloniale geldmiddelen. T. v. N. I. 20e j. 1858. II. 348. 14525. Het wetsontwerp tot regeling van de wijze van beheer en verantwoording der koloniale geldmiddelen, ingediend op 30 Nov. 18i8 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal. Beoordeeling der medegedeelde zienswijzen betreffende de toepassing der bepalingen van art. 60 der Grondwet in het voorloopig verslag der Commissie van Rapporteurs over dit ontwerp. Bijdr. Bestuur Nederland, UI. 1860. 333. Begrooting Lij de If et. 14520. De benoeming van den Heer J. W. C. Diepenheim tot waarnemend Direk-teur van Pinaneicn. Beschouwingen over deze benoeming. '1'. v. N. I. 20e j. 1858.11. 206. 14527. Het Gouvernements besluit van 20 Jan. 1850 No. 7. Over een te kort bevonden in de kas der res. Madioen. T. v. N. I. l'le j. 1852. II. 391. — Berooving van 's Lands kas te Madioen. Mededeeling van bovengenoemd besluit, als bijdrage tot het verkeerd beheer der linanciëu in Ned. Indië; gevolgd door eene uitnoodiging aan den oud-Resid. van Madioen J. I), van Herwerden, tot publiekmaking van zijne regtvaardiging door het Indisch Gouv. van zijn beheer van 's Lands kas aldaar. Aid. 449. — Heeft de Heer vun Herwerden zich niet bij het Indisch bestuur verantwoord ? Antwoord op de verdediging van den oud-Res. geplaatst in de N. Roti. Cour. van 17 Jan. 1803. Ala. 15e j. 1853. I. 158. 14528. Hoe men met te korten in 's Lands kas op Sumatra's-Westkust te werk gaat; door X, dd. Padang Pandjang, den 16 October 1855. Aanzienlijk te kort in 's Lands kas onder een' ambtenaar in dat Gouv., cn beweerde oogluiking te zijnen aanzien in tegenstelling met een ander. 2'. v. N. I. 18e j. 1856. I. 220. 14529. Hoe de Regering geleende gelden terugvordert. Bijzonderheden nopens de |
311
zaak van A. de Jiruiju, met wien in Indië een kontrakt voor de levering van gezuiverd drinkwater zou zijn aangegaan, ten einde daardoor tot ecne selüjnbare terugbetaling te geraken van liet aan hem verleend voor-sehot ad / 70.000. Met toelichting van de Kedaktie, en mededeeling van den Commandant van het Indische leger aan den Gouv. Gen. v. N. I. J. .1. Koehussen. T. v. N. I. 15e j. 1853. I. 30S. 14530. Mededeeling, met toelichting, door D. O. Steyn Parvé van het besluit dd. Batavia 21 Jan. 184-8 No. 1, van den Gouv. Gen. J. J. Rochussen, houdende bepalingen omtrent eene nadere inrigting der begrooting. Steyn Parvé, Beheer en Kerauiw. L. 13. 1852. 61. 145. 14531. Algerneene opmerkingen over de zamenstelling en inrigting van de Indische begrooting; door H. J. .1. L. Ridder de Stuers. de Sluers, Vestiging. II. Aant. 1850. 74. Noot. 14532. De begrooting van Indië en de Grondwet. In een brief aan den Redakteur; door V. L. Betoog voor hare vaststelling bij de wet, naar aanleiding der brochure: //Zal het opperbestuur over de Koloniën den Koning ontnomen worden!1 eene vraag aan de Staten Generaal gedaan door R W. J. C. Bake, Amst. 1859.quot; T. v. N. L 3lej. 1850. II. 216. 14533. Financiën en kuituurstelsel. 1. Financiën. Naar aanleiding van: //Bijdragen tot de geschiedenis van het koloniaal beheer, getrokken uit de nagelaten papieren van wijlen den Min. van Staat, Elout oud-Comm. Gen. over Ned. Indië, 's Hage 1861quot; en van //Bijdrage tot het onderzoek der vraag, of de koloniale begrooting door do wet behoort vastgesteld te worden, door P. P. van Bossc, Rotterdam 1861,quot; en ter aantooning van de hoogst gebrekkige regeling van ons Indisch Finaneiewezen, en van de koloniale coniptabiliicit, dienende tot betoog van de noodzakelijkheid der vaststelling der Indische begrooting bij de wet, en behoorlijke verantwoording. T. v. N. 1. 24e j. 18(12. I. 82, 144. — Waar z;jn de inillioenen gebleven i1 door //Fen koopman te Amsterdam.quot; Ad-haesie aan bovengenoemd betoog, en naar aanleiding van het verslag, dd. 27 Mei 1S()2 vau de Commissie van Rapporteurs in de Tweede Kamer op de ontvangen inlichtingen omtrent het werk van J. W. B. Money getiteld //Java or how to manage a colony.quot; Aid. II. 57. |
14534. Bijdrage tot het onderzoek der vraag, of de koloniale begrooting door de wet behoort vastgesteld te worden: door P. P. van Bossc. Bevestigende beantwoording. Bijdr. Bestuur Nederland, VI. 1862. 09. — Koloniale begrooting. Adhaesie aan bovengenoemd betoog. Economis', 1861. 379. Het vaststellen der Indische begrooting bij de wet; door W. van Goltstein, I. dd. Dcc. 1862. Aantooning van hare ongrondwettigheid, en gerigt tegen de Bijdrage van van Bosse. Bijdr. Bestuur Nederland, VIII. 1863. 116. — Het vaststellen der koloniale begrooting bij de wet; door E. dd. 2.) Jan. 1864. Wederlegging van het voorgaande. Aid. IX. 1864. 335. — Het vaststellen der Indische begrooting bij de wet; door W. Baron van Goltstein, II. dd. 24 Jan. 1864. Aantooning van hare onuitvoerbaarheid en niet-wenschelijkheid. Aid. 284. — Het vaststellen der Indische begrooting bij de wet; door E., dd. 1 Maart, 1864. Wedcr-legginc van dit stuk. Themis, 2. V. XI. 1864. 68. 14535. Mededeelingen betrelTende de Indische begrooting voor 1863 uit partikuliere bcrigten, met aantooning der noodzakelijkheid eener regeling bij de wet. Kul. Jaarh. 3e j. lsf)3. 119, 120. 14536. De Indische begrooting over 1S64 door V. L. Ontleding van deze, zooals zij aan de Tweede Kamer is aangeboden bij geleidenden brief, dd. 's Hage 9 Aug. 1865 door den Min. van Kol. J. D. Fransen van de Putte. Gegeven met het oog op de aanstaande openbare behandeling van de Indische begrooting voor het dienstjaar 1S67 door den Ncderlandsehen wetgever. T. v. N. 1. 1865. N. S. 3e j. II. 533. 14537. Voorstelling van den aard der koloniale inkomsten en uitgaven en de daarop gebaseerde beseliouwingeri en redeneeringen door Robrecht van Peene in zijn //Kol. Kout uit de Hofstad,quot; dd. 'sllage 1 Oct. 1864. Kol. Jaarb. 4c j. 1864. 637. — Een woord over de Batig-Slot kwestie, door S. dd. 15 Oct. 1861' Wederlegging van het voorgaande en de daaruit afgeleide gevolgtrekkingen. T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. II. 365. |
14538. Betoog en becijfering, dat do verborgen batige sloten niet. de vrucht zijn van het kuituur- en monopolie-stelsel; door W. Bosch T. v. iV. 1. 24c j. J86i. 11. 275. 14539. Nota van Th. ï. S chill, over do noodzakelijkheid eener afscheiding in de koloniale begrooting van de souveroine- en handels-uitgaven en inkomsten. Hierin ge-schicdl mededeeling der voorschriften en regels voor do Britsch Indische comptabiliteit, zooals die zijn opgenomen in het nieuwe charter der Compagnie. 2'. v. N. I. Ib6é. N. S. Sc j. 1. 11/. — Discussion over dezo Nota in de alg. verg. van 19 Uec. 1803, van het Indisch Genootschap. Aid. 116, 127. — Het Indisch Genootschap over de koloniale begrooting. Verslag dezer discussiën. — Jld. I. 98. 14540. Aanbieding, staving en toelichting van een omwerking van het Indisch budget over 1859, op den grondslag eener vervanging van het kuituur-stelsel door par-tikuliere teelt en belasting-helling, door VV. Bosch. T. v. N. [. 24e j. 1361 II. 284. 14541. Is er geen vrees voor de daling der prijzen van de koloniale produkten'j1 Over het. hoogst gevaarlijke om den linantiëelen toestand van Nederland en Indiö afhankelijk te doen blijven van de prijzen der koloniale produkten, naar aanleiding der beschouwingen over do waarschijnlijkheid der daling van de prijzen uitgesproken door C. Hart-sen in de Eerste Kamer op 21 Junij 1862. T. v. N. 1. 2'le j. 1862. II. 63. 14542. Mededeeling, met toelichting, door D. C. Steyn Barvé van de territoriale of politieke inkomsten en belastingen van Ncd. Indie, in elk der jaren 1830—1848. S'eyn Farvé, het Kolon. Monopolie-stelsel. 'sHage 1850. 71. 14543. De financiën van het Rijk en van Indië. Beschouwingen over hun verband, en de stollingen deswege in 1848 door J. K. Thorbecke openbaar gemaakt. T. v. N. I. 16e j. 1854. I. 445. 14544. Het batig slot van de Indische Administratie, door W. R. van Hoëvell. Niet langer to bestemmen voor het Moederland maar dienstbaar te maken aan de belangen van Ned. Indië. naar aanleiding der brochure van den oud-Hes. J, W. II. Ömis-sacrt, getiteld: «Een woord over de Nota van don Hoer Sloot tot Üldhuis te Leiden 1850.quot; T. v. N. [. 1850. I. 13 K |
14545. Mag men aan do mindere standen in Nederland goene verligting aanbrengen, omdat in lndii; zoo voel hervormingen uoodig zijn 'i Naar aanleiding der bestrijding van hot voorstel tot afschaffing van het tonnengeld en den accijns op hot goslagt, T. v. N. 1. 15o j. 185 x 11. 478. 14546. Ciuos ego. Over do door J. G. Baud en li. Slolte onbeantwoord gebleven rede van W. R. van Hoëvell, in de Tweede Kamer op 21 Sept. 1853 uitgesproken tot verdediging van het voorstel tot afschaffing van het tonnengeld en den accijns op het goslagt, dienende tot betoog dat onze koloniale linanciën de voorgestelde vermindering van belasting in het Moederland toelaten. T. v. N. 1. 16e j. 5854. I. 446.— Ziedoze rode in W. li. v. Hoëvell, Parlementaire Redevocnngen, 1. Zalt-Bommel 1862. 3U8. 14547. Aantooning door R. Wosterhoff, dat Nederland schade hooft goloden bij het bezit zijner Ovorzoesche Bezittingen, en dat de gelden, aan onze koloniën besteed, boter waren aangewend tot uitbreiding van onzen vaderlandsohen landbouw. Tijds. Gen. Mjv. I en II. 1841. 377 en 378, Noot 3i7. 14548. Opmerkingen over het cadeau uit de Oost-Indische geldmiddelen aan onze gemeenten ten behoeve van de afsehaffing der plaatselijke accijnsen. Bijdr. Bestuur Nederland, X. 1865. 251. 14540. Overzicht met slotbeschouwing van het verhandelde door Santhagens in Eelix Mentis over de middelen om Nederland financieel onafhankelijk te maken van de Indische baten. Econ. Bijbl. 1861. 130. 14550. Denkbeeld om des noods den aanleg van ons spoorwegnet hier te lande door middel eener geldleening tot stand te brengen in stede van ecne bekostiging daarvan uitsluitend uit de wisselvallige koloniale baten. Econ. Bijbl. 1861. 432. 14551. Denkbeelden over de amortisatie onzer Staatsschuld. Stoel, Tijds. XXI. 222, 823. 14552. Ecnige hoofdbeginselen van de leer der belastingen, ook met toepassing op Ned. Indii'. SLet, Tijds. X. 115. |
3lë
Belasting en Verpachting. 14553. liet stelsel van regelmatige belasting vergeleken niet dat van gedwongen arbeid en leverantiën, door Mr. II. VV. Munting he, Raad van Ned. Indio. Mcdc-deeling van zijn Rapport van 14 July 1817 No. 65. T. v. N. I. 13e j. 1851.1.1 en 100, 14554. Beschouwingen over do verbeteringen te brengen in het belastingstelsel op Java, door ** dd.....20 l'ebr. 1850. T, v. i\. I. 1850. I. 354. 14555. Noodzakelijke hervorming van het belastingstelsel in Indii;. Met het oog op de mogelijkheid eener goede regeling van het financiewezen aldaar. Medegedeeld uit een partikulier schrijven uit N. Indië. T. v. N. [. 24e j. 18G5. 11. 128. 14556. De herziening onzer belastingen. De voorgestelde koffljbelasting. Een be-slrijdiug hiervan. Eaon. 1863. 487. 14557. Uit de correspondentie vanSclial-kie. I. Schoffel de afschaffer. Over de manier van het afschaffen van allerlei inkomsten. T. v. N. I. 2le j. 1859. I. 402. 14558. De belastingen in de provinciën bij de Romeinen en op Java onder Nederland. Afkeuring van het stelsel der verpachtingen op Java, met het oog op beweerde soortgelijke instellingen der Romeinen in hunne wingewesten. T. v. N. I. 13e i. 1851. I. 265. 14559. Over de pachten in het algemeen, de onzedelijkheid van sommige, en de verdrukking waaraan de overmatige misbruiken van anderen de Javaansche bevolking blootstellen, door L. Vita lis. Memorie in 1847 aan den Gouv. Gen. van Ned. Indië aangeboden. T. v. N. I. 13e j. 1851. II. 365. 14560. Opmerkingen over de bezwaren verbonden aan het tegenwoordig stelsel van verpachting van belastingen in Ned. Indië in 't algemeen en van die op de visch in 't, bijzonder. Medegedeeld aan den Min. van Kol., J. Loudon, in bet Voorloopig verslag der Comm. van Rapporteurs, dd. 24 Oct. 1861 op het Xle hoofdstuk dor Staatshe-grooting voor 1862. Oedr. Stukk. 1861- 02. II. No. 125. 6. — De hervorming van 't; belastingstelsel in Indië cn de afschafflng der vischpacht. Mededeeling van bovengenoemde |
opmerkingen, met toelichting van deze bezwaren. T. v. N. I. 23e j. 1861. 11,31!).— Eene stem uit Indië over het stelsel van verpachting van belastingen. Mededeeling van een afkeurend artikel hierover uit het Samarangsch Advertentieblad van 22 Nov. 1801. Aid. 24e j. 1872. I. 131. - Zienswijze van den Min. van Kol., J. Loudon, nopens de mogelijkheid eener wijziging van dit stelsel, en de bezwaren daaraan verbonden. Medegedeeld in zijne Memorie van beantwoording, dd. 'sllage 10 Nov. lS61,op bovengenoemd Voorloopig Verslag der Tweede Kamer. Gedr. Stukk. 1861—62. II, No. 139, 6. 14561. Verpachtingen op Java, Hare resultaten over 1853 en 1854, en tegenstelling tusschen die van de opium en de andere middelen, wordende de verhoogde opbrengst der eerste toegeschreven aan meer verbruik, T. v. N. f. Kie j, 1854, I. 295. 14562. Do verpachtingen. Vermindering in don opbrengst der verpachtingen, dd, Nov, 1854, in sommige resiaentiën op Java, en wel bijzonder van de opiumpacht, T. n. N. / 17c j. 1855, I. 59. 14503. Curieuso w'yze van verpachten, door Z. K,, dd. Javo, Veroordeeling der wijze waarop dit plaats heeft, T. v. N. I. 16c j, 1854, t, 369. 14564, Instemming van den Min. van Kol. met hot gevoelen van den Gouv. Gen., dat deze aan een pachter van 'sLands middelen, wicn door force majeure de uitoefening zijner rogton is belet, kwijtschelding kan verleencn van pachtpenningen en verbeurde posten, ook dan wanneer de door den pachter geleden schade niet door deskundigen is kunnen gewaardeerd worden. Real N. I. 10e j, XX, 31.9, Opiumpacht. 14565. Vraag van het K. Inst, v. T, L, en V,-kunde v N, 1, naar eene geschiedenis van den handel en het verbruik van opium in Ned, Indië, verdeeld in vier tijdperken, Bijdr. T. L. en V.-kunde v. ff. 1. I. 1853, bl, XV1I1; 111, 1855, bl, XXXII; IV, 1854, bl.XXXUl. T. v. N. /, 14ej, 1852, II, 80,— Proeve van eene geschiedenis van den handel en bet verbruik val) opium in Ned, Indië, door J, C, Baud, dd, 10 Jan. 1853, Bijdr. T.L. en V.-kunde v, N. I. I, 1853, 79. — Over-zigt en beoordeeling dezer proeve, door ***. 2'. v. N. I. 15e j. 1853, 1.362.— Bijvoeg- |
40
314
seis tot de «Proeve enz.quot; door Mr. L. C. D. van Dijk, dd. Amst. 15 Aug. 1853. Bij dr. J\ L. y.-kunde N. 1. 11. 1854. 189; 111. 1855. 188. 14566. De opium iu den Indisclien Ar-eliipel. Geschiedkundige ontwikkeling van de opiumpacht. T. v. N. I. 13e j. 1851. II. 180, 225; 14e j. 1852. I. 47. — Idem sedert 1S51 tot 1857, de resultaten der regeling en beperking in 1854, en betoog tot herziening van het stelsel. Aid. 22e j. J860. 11.100.— Aan/ulling van dit artikel, getrokken uit het verslag van 1858. Aid. 23e j. 1861. I. 168, 409. 14567. De invoer van opium in de Pre-angor-liegentsehappcn verboden. Geschiedenis van de opiumpacht en van het verbod van den invoer van araüoen in de Preanger-Regentschappen, 1820—1824, naar de stukken afgestaan door 15. L. J. B. van der Ca-pelle, oud-Kes. der Preanger-llegentscliappen. ï. v. N. I. 18e j. 1856. III. 229. — Mede-deeling door J. H. Knoerle, ads. lies. van Benkoelen, dd. Benkoelen 20 April 1832, van het betoog voor deze afschaffing, getrokken uit de //Statistiek der Preanger-Èegentschap-pen, door der lies. der Preanger in 1824.quot; Oosterling, 1. 1835, 93, 14568. De opiumpacht op Java,metaan-teekeningen over het gebruik van opium, door B. de Waal. Geschiedkundig overziet tot 1842. Ind. Maq. Eerste Tmalft. 1844. No. 1. 2 en 3. bl. 90. — Oordeel van W R. van Hoëveil over deze verhandeling. T. v. N. 1. Vie j. 1851. II. 183, 225. 14569. Staat aantoonende de invoeren van opium te Batavia, van het jaar 1746 tot het jaar 1816. Medegedeeld door J. C. Baud. Bijdr. T. L. V.-kunde N. ƒ.1.1853. 148. 14570. Aantooning van het Verbruik van opium op Java en Madura van het jaar 1817 tot en met het jaar 1850. Medegedeeld door J. C. Baud. Bijdr. T. L. V.-kunde N. I. I. 1853. 172. 14571. Opgave van de hoegrootheid van het gebruik van opium op Java en Madura in cIk der jaren 1827—1854, door den Dir. der middelen en domeinen E. de Waal, dd. 23 Maart 1857. T. v. N. I. 21e j. 1859. I. 411. |
14572. Vergelijkende opgave van de verhouding van het zielental tot het verbruik van opium op Java en Madura in de jaren 1755, 1765, 1776, 1785, 1795, 1805 en 1816; door J. C. Baud. Bijdr. T. L. V.-kunde N. I. I. 1853. 160. — Idem in de jaren 1826, 1836, 1846 en 1850. Aid. 173. 14573. Staat aantoonende de hoeveelheid opium in 1855 en 1856 iu elk der gewesten op Java verstrekt, de verkregen pacht pry a der verstrekte opium, de pachten benevens de den Lande teruggegeven opium. ïe za-mcngesteld door den Dir. der Middelen en Domeinen E. de Waal, dd. 23 Maart 1867-T. v. N. I. 2e j. 1859. I. 414. 14574. Opgave van de consumtie van opium in de res. Grissee in elk der jaren 1815 —20, getrokken uit het verslagvoor 1822 van den Res. A. D. Cornets de Groot. T. v. N. 1. 15e j. 1853. 1. 85. 14575. Mededeeling door E. de Waal van den opbrengst der opiumpacht op Java in elk der jaren 1817 tot 1842. Ind. Mag. Eerste Twaalft. 1844. No. 1, 2 en 3. bl. 114. — Idem door W. R. van Hoëvell. T.v.N.I. 13e j. 1851. II. 232. — Idem in elk der jaren 1827 —1854 op Java en Madura. Medegedeeld door den Dir. der Middelen en Domeinen E. de Waal, dd. 23 Maart 1857. Aid. 21e j. 1859. I. 409. — Idem in de jaren 1848, 1849, 1850 en 1851, volgens mededeeling van den Min. van Kol. O. E. Pahud. Gesplitst in hoeveelheid, verkoopt prys en pacht. Aid. 14e j. 1852. I. 60. 14576. Staat aantoonende de opbrengst der amüoen-verpachting in de geheeie res. Kcdirie, in 1831 tot en met 1844. Medege* dceld door H. T. v. N. 1. 1849. 2e d. 57. 14577. Staat aantoonende het netto rendement van de opiumpacht op elk der Buitenbezittingen, gedurende de jaren 1847, 1848 en 1849. Medegedeeld door J. O. Baud. Bijdr. T. L. V.-kunde N. I. I. 1853. 193. 14578. Mededeeling van den opbrengst van de amfioen-pacht in elk der Buitenbezittingen over de jaren 1848, 1849 en 1850. I. v. N. I. 14e j. 1852. I. 65. 14679. Staat aantoonende de opbrengst der verpachting te Gorontalo van den verkoop van amüoen, gedurende elk der jaren 1850—1856. Aanteek. Moluk. 'sHage J856. 26. 14580. Berekening van hetgeen de pach- |
T
T
315
ters op Java voor de opium aan het Gouv. betaalden in elk der jaren 1S33—1854, door den Dir. der Middelen en Domeinen E. de Waal, dd. 2:5 Maart 1857. T. v. N. L 2ie j. 1859. I. 410. 14581. De opiumpacht in Indiö. Ingezonden. Naar aanleiding van den bundel gedrukte stukken over dat onderwerp, meteen blik op den loop der opiumpacht sedert 1842 tot en met de maatregelen van den Gouv. Gen. Duymaer van Twist, en een kritisch overzicht van den inhoud van gedrukte opium-stukken. Sloet, Tijds. XXIII. 370.—llectiücatie. Aid. XXIV. 109. 14582. Over de mededeelingen door den Min. van Koloniën aan de Staten Generaal gegeven naar aanleiding der gedrukte opiumstukken. Sloet, Tijds. XXIII. 333, 334. 14583. Regulation III, Ao. Do. 1815, for restricting the retail vend and consum-tion of opium. By order of the Hon. Lieut, (iov. in Council, dd. Batavia, the 1 öept. 1S15. Bijdr. T. L. Y.-kunde N. I. I, 1853. 156. 14584. Indisch besluit, dd. 29 Sept. 1847 No. 1, tot vaststelling lo. van een Reglement voor de amüoen-pacht op Java en Madura, ingaande met 1 Jan. 1848 en 2o. van Bepalingen voor den afstand vau het regt tot den verkoop van amflocn in het klein op Java en Madura, over het jaar 1848. T. v. N. L 14e j. 1852. I. 57. 61. 14585. Vonnis van den raad van Justitie te Padang, dd. 18 Maart 1852, bekrachtigd bij arrest van het Hoog Geregtshof van Ned. Indio, dd. 10 Junij 1852, betreffende de wettigheid van het bezit door partikulieren van amfioen, die in een verstreken pachtjaar is aangekocht. Regt N. 1. 4e j. VU. 1852. 330. 14586. Vonnis van den Raad van Justitie te Batavia, dd. 16 Nov. 1853, waarbij de pachtvoorwaarden over den jare 1851 te Pontianak, niet van kracht zijn verklaard wegens het niet afkondigen daarvan in den wettelijken vorm. Betreft de opium-smokkelarij. Regt N. I. 5e j. IX. 1854. 218. |
14587. De opiumpacht. Ingezonden door een handelshuis te Batavia. Over de gunstige werking van den maatregel tot wijziging van het Reglement voor de opiumpacht bij publicatie van 10 Oct. 1854. Ind. Stblad 1854 No. 76. T. v. JV. I. 17e j. 1855. 1. 398. 14588. Vonnis van don Raad van Justitie te Batavia, dd. 2 Nov. 1855, inhoudende explicatie van art. 7 van het amfioen-pacht-rcglement, betreffende de strafschuldigheid op hot toelaten van gewapenden in do am-fioen-verkoopplaatsen, in verband met Art. 20 van het Reglement op de verpachting van 'sLands middelen. Regt N. I. 6e j. XII. 61. 14589. Bijdrage tot de kennis der opium-kwestie in Ncd. Indiö. Circulaire, dd. 23 Maart 1857, van den Dir. der middelen en Domeinen, E. de Waal, aan deRosideuten op Java, inhoudende mededeelingen en vragen betreffende de opbrengst, het verbruik en den sluikhandel van opium, dienende tot eene herziening van het stelsel dier pacht. T. v. N. I. 1859. I. 408. 14590. Vonnissen ter zake van onderpacht der amliocn. Reqt N. I. 10e j. XIX. 243. — Vonnissen betreffende het onwettig bezit van amliocn. Aid. 7e j. XIII. 58 : XIV, 392; 8e j. XV. 208; XVI. 345. 14591. Mededeeliug, in 1S40, door C. L. Blume van zijne voorstellen tot beperking en trapsgewijze afschaffing van het gebruik van opium in dc Ned. O. L Bezittingen, door hem aan de Indische Regering gedaan als Comm. over de Burgerlijke Geneeskundige Dienst en Inspecteur der Vaccine in N. Indië 1824—1826. bid. Bij, 1. 1843. 76, Noot. 14592. Mededceling van een brief dd, f van J. Selleger aan W. R. van Hoëvcll, ten betoogo van noodzakelijkheid van het nemen van maatregelen tot suppressie van het opiumverbruik op Java. T.v.N.I 13e i 1851. II. 180. •)' 14593. Veroordceling van de opiumpacht; door T. L. 11., dd. Samarang Oct. lt)53 Tquot;. o. iV. /. 10e j. 1854. I. 38. 14594. Brief aan de Redaktie, van P i s c h Tong Kang.dd. Batavia 19 Dee. 185G. Veroordeeling der wijze van opiumpacht voor 1857, en beschuldiging dat verscheidene autoriteiten op Java die zooveel mogelijk opdrijven. T. v. N. I. 19e j. 1857. 1. 2S1. _ Correspondentie. Berigt aan Pisch Tong Kang dat zijne mededeelingen van Java zijn ontvangen. Aid. 236. |
40*
816
14595. Nota omtrent do opiumpacht op Java en Madura, door J. J. Hasselraan, oud-lles. v.in Djokdjokarta, dd. Hcrwijnen 27 Febr. 1858. Het «adeelige der werking daarvan uit verschillende oogpunten, alsmede de verschillende middelen ter vermindering van het kwaad. Hand. Ind. Gen. V. 1858. 18. — Memorie omtrent de werking der opiumpacht op Java, door J. T. Can te r V i s-s c h e r. Historische aantooning van hare verderfelijke gevolgen, qp het gezag van een aantal schrijvers en persoonlijke waarneming benevens aanbeveling tot het beproeven der opiumteelt in de Molukkos tot verdringing van het Bengaalsch product in Ned. Indiö, en aantooning dat het tegenwoordig landbezit op Java van de Chinezen den smokkelhandel in opium bevordert, met een beroep op den Min. van Kol. tot wering van het kwiiad. Aid. 107. — Verslag der gehouden discussion in de verg. van het Indisch Genootschap op 28 Mei 1858, over deze zaak, vooral over het al dan niet doeltreffende en uitvoerlijke eener vermindering van het aantal amlioenkitten. Aid. ]75. 14596. Hot toenemende gebruik van opium op Java, uit de resultaten der verpachting voor 1858. T. v. JV. I. 20e j. 1858. 1. 115, 155. 14597. Advies van het Raadslid Mr. L. W. C. Keuchenius, op het Kommissoriaal van 1 Oct. 1860 No. 15274, overgelegd in de verg. van den llaad van Ned. Indiö van den 21 Mei 1861, over de maatregelen te nemen tot geleidelijke vermindering van het opiumverbruik op Java en Madura. Gedr. Stukk. 1862—03. XIV. No. 8. — Een Lid der Indische regeering over de beschaving der Javanen. Uittreksel uit bovengenoemd advies, en wel zijn oordeel over de middelen, welke zouden zijn volksonderwijs en Christendom. T. v. N. I. 1863. N. S. Ie j. I. 113. 14598. De opium in Indië, door J. P. l1 reyss. Opmerkingen nopens de wijze van afschalling, naar aanleiding der interpellatie in de Tweede Kamer van den Min. van Kol. doorP. J. Elout van Soeterwonde. fer. Chr. St. XVI. 1862. 207. 14599. Over het daarstellen eener Ver-eei iging in Europa tot afschaffing der am-fioen-paeht op Java,door A. P. A. de Graaff, Soerabaja, dd. 24 Julij 1862. f er slaq l.and-huishoudk. Conqns XVII. Middelburg 1862. 215. |
14600. Verbod op het bezit en den verkoop van opium in de afd. Rawas dor res. Palembang, op verzoek der Hoofden. Kolon. Jaarb. Se j. 1863. 120. 14601. Indisch besluit van 19 Dee. 1862 ; verbod op den invoer en het bezit van opium binnen de afdeeling Kikim, ads. res. ïebing ïinggi, res. Palembang. Kol. Jaarb. 3c j. 1863. 184. 14602. De inlandsche Hoofden en de am-lioen. Opgevangen. Raad lot eene zoo hoog mogelijke opvoering der pacht van de opium, iu verband met het tegengaan van het verbruik daarvan door de Inlandsche Hoofden, onder bedreiging met ontslag. T. v. N. 1. 16e j. 1854. II. 279. 14603. Zullen uu de Chinezen van de opiumpacht worden uitgesloten? Over hunne vermoedelijke uitsluiting met het oog op de Chincsophobie van den Min. van Kol, P. Mijer. T. v. N. I. 19e j. 1857. II. 60. 14604. De uitbreiding van de opiumpacht. Veroordeeling van hare invoering iu net landschap Sindjai in het gouv. van Colebes en onderhoorigheden, 7'. v. N. I. 23c j. 1861. I. 194. 14605. Mcdedcelingen betreffende het gebruik van opium in de afd. Sindjai (Celebes) door den ads. Res. J. A. Bakkers, in zijn verslag dd Sept. 1860. '1'ijds. Ind. T. L. r.-kunde, XI. 4 S. 11. 1862. 270, 277, 293. 14606. Brief, dd. ?, van den Hooglceraar G. J. Mulder aan den Min. van Kol. J. C. Baud, over de oorzaken van het verschil in prijs tussehen Levantsch en Bengaalseh opium. Bijdr. T. L. V.-kunde N. I. 1.1853. 165 Noot. 14607. Bijzonderheden nopens het verslag, dd. Amsterdam 7 Aug. 1810 van de eerste klasse van hot Kon. Ned. Instituut, aan den Min. van Kol. ingevolge last. om eenige van Java ontvangen tjandoe te onderzoeken, en met extract van opium, uit gewoon opium vervaardigd te vergelijken, wegens de opiumpacht Instituut, I. 1841. 30. — Bijzonderheden nopens de uitzending uit Nederland naar Java van tjandoe, en de maatregelen der regering in deze. Medegedeeld door 3. C. Baud. Bijdr. Ind. T. L. y.-kundc, I. 1853. 190. |
air
BazaariaM. 11608. Passcrpacht. Overzigt van de werking der pacht sedert 1833, de pogingen tot wering van misbruiken, alsmede liaro af-schafflng bij Publicatie van 1G Dec. 1851. E. de Waal, Aanleek. IV. 1, 'sllage 1865. Ii(l3. — Bijdrage tot dc geschiedenis van do afsehalling der bazaarpacht op Java. Zakelijke inhoud van bovengenoemd overzigt. T. v. N. I. 1865. N. S. 3c j. 1. 308. 14CÜ9. Mededeeling der oorzaken van do toename van dc opbrengst der verpachting . der bazaars in dc res. Tagal van 1836 tot 1846. T. v. N. l, Xe j. N. S. Ie j. Batavia J 838, 1c d. 101. 14610. Wenseh naar openbaarmaking in het Tijds. voor Ned. Inclië, van zekere Memorie, omstreeks 1845 aangaande de werking der bazaarpaebt op Java, geschreven en ingediend bij dc Indische Regering, en van de sedert over de afsehading dier pacht gevoerde briefwisseling met den Min. van Kol. E. de Waal, Aanteek. IV. 1. 'silage 1865. 309, 310. 14611. Wenseh in 1846 tot intrekking der bazaarpaeht iu dc res. Fckalongan. T. v. N. L. Xe j. N. Ö. Ie j. Batavia 1848, 1c d. 113. 14612. lieoordeeling van do in de Javasche Courant van 21 Üct. 1816 No. 84 geplaatste voorwaarden, op welke de pachten der bazaars voor het jaar 1S47 moesten plaats hebben op Java en Madura. T. v. JV. I. 13e j. 1851. II. 37. 14613. Bijzonderheden nopens de willekeurige helling der bazaarregten in de res. Banjoemaas in 1846 eu 1S47 door de pachters. T. v. N. I. Xe j. K S. lo j. Batavia 1848, Ie d. 203. 14614. Dc bazaarpacbton op Java. Brief uit Indii', aantoonende de bestaande misbruiken van do Chinezen bij dc helling der bazaarpachten op Java. T. v. N. /.1849,2e d. 300. 14615. Benadeeling der Javanen door de Chineescbe bazaarpaehters, door ***, Eebr. 1850. Aanwijzing der bestaande misbruiken van de Chinezen bij de heiliiig der bazaar-pachten op Java, naar aanleiding der redevoering van den Min. van Kol. ü Ij. Baud in de Tweede Kamer op 14 Maart 1849. T. v. N. I. 1850. I. 438. |
14616. Chineescbe pachters. Wijziging, en ten gevolge daarvan mindere opbrengst der verpachtingen op de bazaars, ten einde die minder drukkend te maken voor den Javaan; en strenge gisping der langdurige bestendiging der misbruiken ten deze door het Gouvernement. T. v. N. I. 1850. I. 305, 307. 1'»617. Een bezoek op de Javaansehe markt, door Z. cld. Soerabaja Maart 1850. Met Naschrift van //dc Redaktie.quot; Voorbeelden van knevelarij der Chinezen bij de lieliing der bazaarpachten in de ros. Soerabaja. T. o. N. I. 18j0. I. 440. 14618. Aanbeveling van de afschaffing der bazaarpachten op Java, met het oog op de wering der Chinezen uit de binnenlanden door **, dd......20 Mei 1850. T. o. N. I. 1850, II. 216. 14619. Aauteekeningen door 11, dd. Batavia Junij I81O, betreffende bestaande misbruiken van ile Chinezen bij de helling der bazaarpachten op Java. T. o. N. /. 1850, II. 212. 14620. Afkeuring van het stelsel der bazaar- en warong-verpachtingen op Java, wegens de knevelarij der Chineescbe pachters. SLoel, Tijds, IV. 401. — Zie ook Tijds. N. I. 1850. II. 111, 136. 14621. Dc afsehalling der bazaar-belastingen, door **, dd---- 15 Aug. i849. Over een voorgenomen gedeeltelijke opheffing der bazaar-pachten; wordende voorgesteld, die liever geheel af te schallen tegen evenredige verhooging der landrente en vermeerdering van den prijs van het zout, welk laatste evenwel onraadzaam zou zijn te achten volgens //de Redaktie.quot; T. v. iV. I. 1849. 2e d. 365. — Antwoord op de aanmerkingen van «de Redaktiequot; docr ** dd........20 ïebr. 1850. Aid. 1850. I. 352. 14622. Aankondiging door ,de Redaktiequot; eener wijziging in de bazaarpachten. T. v. N. I. 1850. 1. 239. 14623. Nog een woord over eene voorgestelde verandering, betreffende de inning der bazaar-regten, door J. T. Canter Vis- |
818
schor, dd. 'sGravenliage 4 Junij 1850. Nadere verdediging van zijn voorstel, om de bazaarrcgten te vervangen door eene liefling op de dessa's. T. v, N. I. 1850. I. 444. 14624. Wijziging in do belasting op do bazaars; door J.T. Cantor Visscher.dd. 's Gravenhage, 9 Jan. 1850. Voorstel om do bazaarpachten door aanslag der dessa's te treffen. 2'. v. N. I. 1850. 1. 85. 14625. Mededeeüng van het advies van den handel te Samarang in 1851, o. a. nopens de noodzakelijkheid van de afschaffing der bazaarpachten. T. v. N. 1. 14o j. 1852, I. 343, Noot. 14626. Aantooning van een equivalent ter vervanging der bazaarregten, door Mr. J. H. van don Bosch, Res. en landeigenaar op Java. v. d. Bosch, Kultures, 'sHage 1851, 51. 14627. Vragen omtrent do belasting op de bazaars, van Gouvernementswege gedaan. Wensch tot publiokmakiug vau de antwoorden daarop, voorafgegaan door opmerkingen botrelfende do opheffing dcr bazaarpachten. T. v. N. 1. 14e j. 1852. 1. 75. 14628. De heer H. Stolte en zijn lofredenaar, door do lledaktie. Opmerkingen, dat de oud-Resident van Madioen J. D. van Herwerden zich in eene anonyme brochure van 1853 zou hebben verklaard tegen don maatregel der afschaffing van de bazaarpacht, waarvan H. Stolte daarentegen een voorstander is. T. v. N. I. 16e j. 1S24-. I. 65. 14629. Berigt nopens de intrekking, behoudens eenige uitzonderingen, van do bazaarpacht op Java met 1 Jan. 1852, en do to nemen maatregelen tot voorziening in het daardoor te ontstaan te kort. T. v. N, I. 14e j. 18j2, I. 75. Noot. 14630. Afsehafflng der bazaarrcgten op Java. Beoordcoling van de publicatie van den Gouv. Gen. A. J. Duymaer van ïwist tot dat einde. T. v, N. I. 14e j. 1852. I. 155. 14631. De afschaffing der bazaar-pachten een werk van den heer Mr. A. J. Duymaer van Twist. Lof voor zijne eigenmagligo afschaffing dezer pacht. T. v. iV. I. 18e j. 1856. 11. 344. 14632. Handelsvertier op Java sedert bet intrekkea der bazaarpachten. Voorloopige gunstige uitkomst, en lof daarvan. T, v. N. I. 14e j. 1852. I. 296, |
14633. Do uitwerking der afschaffing van de bazaarregten. Borigten nopens de gunstige uitwerking van do afschaffing dezer regton, waarvan het gomis evenwel nog, zelfs door hoofd-ambtenaren in lndii;, zou worden betreurd. T. v. N. I. 16e j. 1854. I. 295. 14634. Afschaffing der bazaarpachten zonder equivalent. Verdediging togen J. J. Ro-chussen van do intrekking (Ier verhoogde belastingen, sedert ter vervanging van do bazaarpacht ingevoerd. 2'. v. N. I. 18e j. 1856. X. 69. 14635. Opbrengst in 1845 van de verpachting der bazaars in de residentie Rembang voor 1846. 2'. v. N. 1. 1849. Groa. le d. 409. 14636. Opbrengt van de verpachting der bazaars en warongs in 1845 en 1846 in de ros. Rembang, door P. Bleekor. T.v.N.1. 1850. I. 47. — Idem van do bazaarpacht in 1845 in de res. Japara. Aid. 37, 38. 14637. Opbrengst in 1846 van de verpachting dor bazaars in de res. Madioen. T. v. N. I. 1849. Gron. le d. 173. Verdere verpachtingen. 14638. Do visschcrijen in Indiö. Schets daarvan ton bctooge van de noodzakelijkheid der afschaffing van do belasting hierop. T. v. N. L 2:ie j. 1861. II. 9. — Nog iets over noodzakelijkheid dcr afschaffing van de belasting op de vissoherij. Betoog, vooral op grond van het belang van visch als volksvoeding en als middel van bemesting, terwijl aan het slot met aandrang wordt ondersteund een beweerd voorstel van den Res. van Batavia J. C. de Koek van Leeuwen tot die afschaffing. Aid. 113. — De belasting op de visseherijen in Indië en de ollicicele cijfers. Rectificatie van abusieve cijfers in bovenpe-noomde artikels, nopens het bedrag dier belasting, met vernieuwden aandrang tot opheffing of wijziging van die belasting. Aid. 171. 14639. De vischbelasting in Indië tegenover drogredenen. Verdediging van hare afschaffing, gerigt tegen het artikel; ,üe |
319
vischpachtquot; in do Javabode vau 20 Nov. 1861 No. 93, bijv. Z'. v. N. I. 24c j. 18G2. 1. 109. 14640. Tienjarig overzigt van de opbrengst der verpachting van de visohvijvers in Ned. Indiil van 1848—1858. T. v. N. 1. 23e j. 1861. II. 173. 14641. Tienjarig overzigt van de opbrengst als belasting der visohvijvers op Java van 1854—1803, residentie's gewijze. v. Spull, Rapport Vischvijvers. Eat. 18(i4, 84, Bijl. B. Tijds. Nijv. N. L XI. N. S. VI. 1865. 84. Bijl. B. 14642. Opbrengst van de belasting op de visohvijvers in de res. Tagal in 1840. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848, le d. 105. 14643. Driejarig overzigt van de opbrengst der visohvijvers en der sero's in elk der afdeelingen van de res. Soerabaja, 1844-1840. T. v. N. I. 1846, Gron. Ie d. 415. 14644. Opbrengst in 1846 van de verpachting der vissoherijen in de res. Japara. T. v. N. I. Xe j. N. S. le j. Batavia 1848, le d. 368, 374. 14645. Opbrengst in 1846 van de verpachting der vissoherijen iu de ros. Peka-longan. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848, le d. 118. 14646. Aanbeveling eener verpachting der zoutpannen op Java aan nartikulieren. Sloet, Tijds. XXVI. 398. 14647. Zoutdebiet op Java en Madura in 1862. Kolon. Jaarb. 3e j. 1863, 443. 14648. Oordeel over het monopolie van het zout in Nod. Indië, en over de vermoedelijke meerdere opbrengst bij minderen prijs. Sloet, Tijds. 1V. 509. 14649. Verpligting aan de Hoofden in de Palembangsohe lioveulandon, by het slagten van buffels, geiten en herten, door C. i'. E. Praetorius, Ned. O. I. hoofdambtenaar, laatst. Dir. der kulturea. Getrokken uit zijn verslag van 1832 over de res. Palembang. Ind. Bij, I. 1843. 412. |
14650. Aantooning der nadoelen verbonden aan de wijze vau verpachting van de vogelnestjes in Poegor, res. Probolingo, in 1851, door J. Hageman JCz. Tijds. Nijv. N. /. VIL N. S. III, 1802. 53. 14651. Staat van het bedrag der ver-paehting van hot regt tot den verkoop van arak en audero sterke dranken in de res. Banda, in ieder jaar van 1850 tot 1860, alsmede iu 1840 en 1845, v. d. Crab, Mo-luksclxe EU. Bat. 1862, 54. 14052. Waarom geen publieke verpachting van den Kambanghandel? door N. N. Aanmerkingen op de wijze van verpaohting l'ebr. 185lt;i, door den Dir. der produkten en civiele magazijnen, P. B. J. de Veer. T. v. N. I. 14e j. 1852. 1. 301. 14653. Het kontrakt met den paehter van den Kambang-handel. Mededeeling dor voorwaarden, waarop dit kontrakt met R. J. Lange is afgekocht, gevolgd door eenige opmerkingen. T. v. A. I. 17e j. 1855. II. 275. 14654. Opgave van de opbrengst der lombard-paclit op Java eu Madura, in elk der jaren 183'J—1848. Medegedeeld door Johannes, dd. Java 23 Aug. 1850. T. v. N. I. 1850. II. 344. 14655. De lombard-pacht op Java, door Johannes, dd. Java, 23 Aug. 1850. Over het deswege in 1847 gehouden onderzoek, met mededeeling van de «vragen betrekkelijk de wijze waarop de pacht der pandjeshuizen is werkende,quot; en overzigt van de daarop ontvangen antwoorden, f'. N. ƒ. 1850. II. 338. 11656, Eeno stem uit Java over de pandjes- of lombard-huizen in Nod. Indië, dd. Java, Junij 1857. Met Naschrift van fde Rcdaktie.quot; Betoog vau hare sehadelijke werking, met aanbeveling der te nemen maat-regeien. T. v. N. I. 19e j. 1857. II. 231. 14057, In de Javasehe Courant van 8 Nov. 1862 No. 90 zijn geplaatst de voorwaarden der paoht van de belasting op het graven naar goud of diamanten en het was-sohen van goud- en diamanthoudende gronden in de res. Westerafd. van Borneo. Kolon. Jaarb. 3e j. 1863. 50. |
320
Opbrengst der verpachtingen. 14058. Staat van de territoriale en andere inkomsten van Ncd. Oost-Iadië in elk der jaren 1830 tot 1840. v. d. Bosch, Onderzoek, 'sHage 1843, 45. 14059. Vergelijkende staat van de opbrengst der pachten te Riomv, in ieder jaar, van 181!) tot 1852, door E. N e t s c h e r. Tijds. Ind. T. L. II. 1854. tegenover 105. 14000. Staat aantoonende de pacht-op-brengsten over do jaren 1842 tot 1852 in de res. Rionw. Medegedeeld door G. F. de Bruyn Kops. Nat. Tijds. N. I. IV. N. S. I. 1853. 380, 308. 1401. Opgave van de opbrengst in 1849 van dc verpachte middelen in de res. llio. T. v. N. I. 15e j. 1853. 1. 415, 430. 14002. Recapitulatie-staat van dc opbrengst, in ieder jaar over 1822 tot 1825, der verpachtingen in Sambas, Pontianak, Mampawa, Tajan, Landak, Mandor. Veth, Borneo's )f. Afd. II. Z. B. 1850,431 Noot. 14003. Opgave van de opbrengst der verpachte middelen voor de ads. res. Montrado, gedurende dc jaren 1800, 1861 en 1802. Medegedeeld door M. von Faber. Tijds. hid. T. L. V.-kunde, XIII. 4 S. IV. 1861-. 471. 14004. Opgave van het bedrag der kleine verpachte middelen op Java en Madura, zoo als het is opgegeven over 1802. '1'. v. N. I. 1805. N. S. 3e j. II. 436. 14065. De kleine verpachte middelen op Java, mededceling van de slotsom, waartoe het onderzoek van hot in werking zijnde stelsel E. de Waal heeft geleid, zoo als die door hem is openbaar gemaakt in zijne //Aan-teekeningen over koloniale onderwerpen IV en V. 's llage 1865.quot; Bonevens adhacsie aan zijn betoog over een grondige herziening van het stelsel. T. v. N. I. 1805. N. S. 3e j. II. 435. 14006. Mededceling door P. BI eek er van de opbrengst in 1845 der verpachte middelen in de res. Tegal. T. v.N.I. 1849. 2e dr. 185. 14067. Gedetailleerde opgave van de opbrengst van de verpachtingen in de res. |
Banjoemas in 1846. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. Je d. 211, 14608. Mededceling door P. Bleeker van de opbrengst in 1845 der verpachte middelen in de res. Pekalongan. T. v. N, I. 1849. 2e d. 264. 14609. De verpachtingen voor 1852 in Pekalongan. De mindere opbrengst tooge-sehrevon aan de nug niet geheelde wonden, ofschoon de staat vim zaken daar thans gunstiger is. T. v. N. I. 14e j. 1852. I. 88. 14070. Gedetailleerde opgave van de opbrengst der verpachte middelen in de res. Bagclen in 1845. Medegedeeld door P. Bleeker. T. v. N. I. 1850.11,22.—Idem in 1846, Aid. 1848, I, 353. — Idem in de res. Kadoe, in 1840, Aid. Xe j. N. S, le j. Batavia 1848. 1. 225. — Idem in de res. Japara. Aid. le d. 357, 374. — Idem in de res, tiamarang in 1845. Aid. 1850. le d, 11. — Idem van de ads. ros. Patjitan. Aid. I. 414. — Idem in de ros. Madioenin 1836 en 1S45. Aid. 184, 14671. Tienjarig overzigt van de opbrengst der verpachtingen in de ros. Madioen gedurende 1836—1840. T. v. A'. /. 1849. Gron. le d. 182. 14072. Gedetailleerde opgave van dc opbrengst der verpachte middelen van de res. Rembang in 1845, door P. Bleeker. 2'. v. N. I. 1850. I. 48. — Idem van de res. Soerabaja in 1841—1845. Aid. 112. 14673. Vergelijkend overzigt van de opbrengst der verpachte middelen in 1845 in de res. Bezookie en Pasoeroean. Medegedeeld door P. Bleeker. T. v. N. I. 1849. 2ed, 121. — Idem in do res. Pasoeroean in 1846 en in 1829. Aid. 29. 14674. Staat aantoonende de opbrengst der verpachte middelen te Menado, voor elk der jaren 1850— 1855. Aanteek. Moluk. 'sHage 1856, 25. 14675. Staat aantoonende de opbrengst der verpachtingen in de Minahassa in 1850 en in ieder jaar van 1804 tot 1800. v, d. Crab, Moluksche EU. Bat. 1802, 370. 14070. Staat aantoonende de opbrengst der verpachtingen in de res, ïernate in elk der jaren 1851 —1855. Aanteek. Moluk. 'sHage 1850. 69. — Idem in 1845, 1850 en in |
321
ieder jaar van 1855 tot 1S60. v. d. Crab, Moluksohe EU. Bat. 186i. 283. 14677. Staat aantoouende de opbrengst der vcrpaclite middeleu en der belastingen in de ros. Banda, in ieder jaar van 184U tot 1849 en in 1853 en 1854. Bleeker, Mul. Arch. II. Bat. 1856, 284. La ad Landelijk stelsel. 14679. Vraag, dd. 8 Mei 1847, van het Bat. Gen. in Ned. Indië, naar de oorsprong, aard en geschiedenis van de verschillende wijzen van belastingen, zoo als tjoekei, padjak, enz. in de tegenwoordige Vorstenlanden van Java, en in de overige residenties van dat eiland, vóór de invoering van het thans bestaande landelijk stelsel!1 ferh. Bat. Gen. N. 1. XXI. 1846—7, le ged. 36. 14680. Opgave der nieuwe belastingen op de Ommelanden van Batavia gelegd bij plakkaat van 4 j!1ebr. 1800. T. v. N. I. 1849. tiron. le d. 267, 276. — Opgave van de grondslagen, waarop de jaarlijksche taxatie der partikuliere landerijen in de Ommelanden van Batavia berust. Md. 276. 14681. Bijdragen tot do kennis van het landelijk stelsel op Java. VI. Britsch Tus-schenbestuur. a. Rapport van Mr. H. W. Muntinghe, lid in den Raad van Indie, dd. Raadkamer, Batavia, 28 Juli) lsl3, aan den Luit. Gouv. ï. S. Raffles, b. Proclamatie van 'f. S. Raffles, dd. Batavia l» Oct. 1813, aanwijzende de grondslagen van de voorgenomen veranderiog van stelsel. Volledige vertaling, door S. van Deventer J.Sz. T.v. iV. I. 1864. N. S. 2e j. I. 266, 278. —Ook geplaatst in S. van Deventer J.Si. Bijdragen I. Z. B. Ib65. 87, '19. — Vertaling van dit Rapport en deze Proclamatie, door P. de Haan Pz. Bijvoegsels tot de Hennes van 1828, 3e j. Sepl. Oct. en Nov. 263, 150.— Gedeeltelijke mcdedeeling, met toelichting door D. O. SteynParvé. Ste^n Farvé, Kolon. Monopolie-stelsel, 's Hage 1850. 122. 14682. Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java. V. Britsch Tus-scheiibestaur. Memorie van Th. S. Raffles, dd. Buitenzorg i4 Junij 1813. Volledige overzetting, door S. van Deventer J.Sz. T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. le d. 202. — Ook geplaatst in gt;S. van Deventer JSz. Bijdragen I. Z. B. 1865. 68. — Vertaling van |
14678. Staat aantoonende de opbrengst der verschillende middelen van 's Lands inkomsten in de res. Amboina, in ieder jaar van 1834—1S40, eu van 1851—1855, Bleeker, Moluksche Arch. II. Bat. 1856, 14]. rente. deze Memorie door P. do Haan Pz. Bijvoegsels lot de Hennes van 1828. 3e j. Sept. Oct. en Nov. 232. 14683. Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java. VII. Britsch Tus-selieubcstuur. Revenue instructions van T. S. Raffles van 11 Vebr. 1814. Instructie van de landelijke inkomsten op Java van 11 Pehr. i814. Volledige en nauwkeurige vertaling door S. van Deventer J.Sz. T. v. N. I. 1864. N. S. 2c j. L 341. — Ook geplaatst in S. e. Deventer J.Sz. Bij-dratjen I. 'L. B. 1865. 102. — Bijlage, bevattende eene beselirijving van de modellen welke gevoegd zijn bij de instructie voorde landelijke inkomsten op Java, van den lln Pebr. 1814. Vertaald door S. van Deventer J.Sz Aid. 358. — Ook geplaatst in S. v. Deventer J.Sz. Bijdragen I. Z. B. 186,). 118. — Vertaling van deze Instructie, door P. de liaan Pz. Bijvoegsels tol de Hermes van 1828, 3e j. Sept. Oct. en Nov. 157. 14684. Extract-vertaling eener Memorie van T. S. Raffles, Luit. Gouv. van Java, dd. 11 Pebr. 1814 bij de invoering van een verbeterd stelsel van administratie, en de instelling van eene landrente op Java, waaraan eenige documenten bijgevoegd zijn. Niet uitgegeven, gedrukt vour de O. 1. Coinp. door Black, Parry amp; C'. London 1814. Amsterdam 1828. bijvoegsels tot de Hermes van 1828, 3e j. Sept., Oct. en Nov. —Inhoudsopgave met mededeeling dat deze «extract-vertalingquot; is gemaakt door P. de Haan Pz. Lelterb. 1833. II. 180. — Beoordecliug door S. van Deventer J.Sz. van deze ^extract-vertaling quot; S. v. Deventer J.Sz. Bijdragen I. Z. B. 59, en T. v. N. I. 1863'. N. S. le j. II. 258. Noot. 14685. Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java. IX. Britsch Tus-scbenbestuur. Memorie van Raffles van 11 Pebr. 1814. Mcdedeeling door S. van Deventer J.Sz. van den zakelijken inhoud dezer Memorie, met aanteekeningen, tot toe- |
522
lichting van het landelijk stelsel. T. u. N. ƒ. 1864. N. S. 2e j. II. 137, 259. 146S(). Vertaling, met, aanteekeningen, doorS van 1) e v e n t e r J.Sz. van het Extract, betreffende de genomen maatregelen tot invoering van het landelijk stelsel, nit het rapport van Jourdan over de res. Pasocroean, zoo als het is medegedeeld door T. d. Kaff-les in zijne Memorie van 11 Fehr. 1814. T. v. A. /. 1804. N. S. 2e j II. 289. -Ook geplaatst in S. van Deventer J. S:. Bijdragen I. 'L. Ji. 1865. 219. 14687. Vertaling,doorS. van Deventer J. Sz. van het Extract uit het Rapport van Hopkins, over de inning van de achierstal-lige landrenten, zooals het is medegedeeld door ï. S. llafiles in zijne Memorie van 11 Pebr. 1814. T. v. N. 1. 1864. N. S. 2c j. II. 294. — Ook geplaatst in U.v. Dooen-ter J.Sz. Bijdragen 1. 'L. B. 1865. 223. 14688. Bijdragen tot de kennis van liet landelijk stelsel op Java. XI. Het stelsel bij den overgang van het Britseh op het Ne-derlandsch gezag. I. Gebeurtenissen van 11 Ecbr. 1814 tot 19 Aug. 1816; en II. Gebeurtenissen van 19 Aug. 1816 tot 9 Maart 1818. T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. II. 329, ïlSki. — Ook geplaatst in S. v. Denen-Ier J. Sz. Bijdragen I. Z. B. 1865. 241, 244. 14689. Bijdragen tot de kennis van het landelijke stelsel op Java. XII. Het stelsel, gedurende het verder bestuur van Koinmis-sarissen-Generaal. T. v. N. /. 1864. N. S. 2e j. 11. 329, 332. — Ook geplaatst in S. van Deventer J. Sz. Bijdragen I. 'L. B. 1865. 356. 14090. Besluit van Kommissarissen Generaal over Ned. Indiö, van den 9 Maart 1818 No. 1, (Ind. Stblad No. 14) omtrent den aanslag en de invordering der landrenten. T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. II. 393. -Overgenomen in S. v. Deventer J. Sz. Bijdragen I. Z. B. 1865. 356. — Secreet besluit, van KoramisEarissen Generaal over Ned. Indië, van 11 Maart 1818, houdende voor-schnl'ten omtrent de aanzuivering en kwijtschelding van achterstallige betalingen van landrenten. Aid. 1863. N. S. Ie j. II. 259, Noot. — Ook geplaatst in S. v. Deventer J. Si. Bijdragen 1. Z. B. 1865. 360. Noot. — Kappon, dd. Batavia l(i Maart 1818 No. 112, van Kommissarissen Generaal tot toelichting van hunne besluiten. S. v. Deventer J. Sz. |
Bijdragen I. Z, B, 1865. 360. — Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java. I. Mcdedeeling met inleiding van bovengenoemd rapport. T. v. N. I. 1S63. N. S. Ie j. II. 257. 14691. Mcdedeeling, met aanteekeningen, door S. van Deventer J. Sz van het Besluit van Kommissarissen Generaal over Ned. Indië van den 4 Jan. 1819 No. I, (Ind. Stblad No. 5) waarbij, met referte aan hot besluit van den 9 Maart J8I8 No. i, (Ind. Stblad No. 14) provisioneele bepalingen nopens den aanslag en de invordering der landrenten worden vastgesteld. 'J'. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. II. 402. — Ook geplaatst in S. van Deventer J.Sz. Bijdragen I. Z. B. 1865. 400. 14692. Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java. XIII. De werking van het stelsel van 1819 tot 1S30. Eerste gedcelle. T. v. N. I. 1865 N. S. 3e j. I. 65. — Idem XIV. Tweede gedeelte. Aid. 193, 209, 228. 14693. Mcdedeeling, met aanteekeningen, door S. van Deventer J. Sz. van den za-kclijkcn inhoud van ecno Memorie van den Kollecteur der landelijke inkomsten in Kadoe, K. van der Poel, dd. Magelang 12 Nov. 1819, over de klassilikatie der landen in do afd. Magelang der res. Kadoe. T. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. I. 70. — .Mcdedeeling, met, aanteekening, door 8. van Doventejr J. Sz., van Bijlage E. van bovengenoemde Memorie, zijnde een Projekt-Tarief voor de bepaling der landrenten voor ongebouwde eigendommen, voor één jaar, te zamengcsteld door B. van der Poel. Aid. 82. 14604. Mcdedeeling, met aanteekeningen, door S. van Deventer J. Sz. van den za-kelijkcn inhoud van het algemeen verslag der res. Bantam van Maart 1819 tot ultimo Mei 1S21, door den Hes. Mr. J, E. T o h i a s, tot voorlichting voor zijn opvolger, bij brief van 28 Junij 1821 No. 77, tot informatie ingezonden aan de Indische Regering. '1'. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. 1. 87. 14695. Mededceling doorS. van Deventer J. Sz. van do Missive, dd. Batavia 11 Aug. 18^7 No. 1307, van de Indische Regering aan den Kommissaris Generaal, inhoudende hare consideratie cn advies over de voorgenomen herziening van het lamHiik stelsel. T v. .V. I. 1865. N. S. 3c j. 1.229. |
14696. Mededeeling door ö. van Deventer J. Sz. van het besluit van den Kommis-saris Generaal van Ned. Indië, dd. Salatiga 16 (Jet. IS;)? No 38, tot benoeming eener Commissie tot herziening van het vigerend stelsel van landelijke inkomsten. T. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. 1. 233. 14697. Resolutie van den Luit. Gouv. Gen. van Ned. Indië in Rade, dd. Batavia 18 Dec. 1829, No. 19, inhoudende hel besluit van den Kommissaris Generaal du Bus, dd. 30 Nov. 1829 No. 26, ter benoeming eener Kommissie tot herziening van het vigerend stelsel van landelijke inkomsten, de Serière, Mijn loopbaan, Zwolle 1849, 39. — Idem medegedeeld door S. van Deventer J. Sz. 2'. v. N. I. J8()5 N. S. 3e j. I. 234. 14698. Circulaire, dd. Buitenzorg 20 Junij 1844, van den Gouv. Gen P. Merkus, aan de residenten op Java, inhoudende hunne instructie voor bet in te stellen onderzoek naar de misbruiken bij de heffing der landrenten. De Co»ïe»'Böfe(;e 's Hage 1802. 7. ®. d. Bosch, Cultures, 's Hage 1851,111. 14699. Verantwoordelijkheid der Residenten voor de invordering der landrenten. Regt N. I. 7e j XIII. 91. 14700. Over de landrenten op Java, door Mr. H. C.van der Wyck, oud ads. Res. van Buitenzorg. Verhaal van hetgeen sedert 1844 dienaangaande reeds in een gedeelte van Java is verrigt. Beschouw. Java. Arnhem 1851.42. 14701. Circulaire, dd. Batavia 23 Oct. 1826 No. 55, van den fungerenden Dir. der landelijke inkomsten enz. J. ü. Kruseman, aan de onderscheiden Residenten op Java, met bedenkingen omtrent de voldoening der landrenten in specie en in product. Bijlage S. van het Rapport van du Bus, dd. 1 Mei 1827 L. P3*. Gedr. Stukk. 1850—51. 11. No. 114. 74. — Mededeeling door D. C. Steyn Parvé van dit stuk. Sleyn Parvé, Kolon. Monopoliestelsel. 'L. B. i8.)l. 208. 14702. Betoog tot invoering van het stelsel der kwijting van landrente in geld in de res. Preanger-Regentschappen, Banjoewangi en Patjitan, even als zulks in Kedirie en Madioen is afgekondigd bij Ordonnantie, dd. Buitenzorg 8 April 1858. (Ind. Stblad. No. 46). T. v. N. 1. 20e j. 1858. II. 127. |
14703. Benige aanteekeningen en beschouwingen omtrent het in Kediri vigerende stelsel van belasting, zooals dat heelt gewerkt, door H. T. v. N. I. 1849, 2e d. 56. 14704. Heffing der landrenten in Cheri-bon, door J. A. Caspersz. dd. Cheribon, Jan. 1851. Bijzonderheden nopens ecne gewijzigde helling, en wel individueel, zooals die door den Res. T. Anient is ingevoerd. T. v. N. I. 13e j. 18.)1. 1. 4^3. 14705. Aanbeveling, door N. N. van de individuele helling der landrente op Java, met mededeeling van de wijze waarop de Res. ï. Ament deze individuele opbrengst in de res. Cheribon heeft geregeld. ï. v. iV. /. 21e j. 1859. II. 361. — Afkeuring, door Valé, van deze aanbeveling van N. N. - ld. 22e j. 1860. II. 132. 14706. Mededeeling, met toelichting, door S. van Deventer J.Sz., van de Indische Resolutie, dd. 30 Maart 1832 No. 1, vaststellende het beginsel, dat de dessa's in Banjoemas, Bagelen, Kediri en Madioen, welke voor de kultures van indigo, suiker en tabak worden afgezonderd, zullen zijn vrijgesteld van landrenten, tegen een arbeid, aan die belasting geëvenredigd. 7'. v. N. I. 1865. N. S. 3c j. II. 380. 14707. In strijd met de bestaande bepalingen wordt door den Javaan, bij de kultures voor de Europesche markt ingedeeld, ook landrente betaald, volgens W. Bosch, dd. Cheribon, 20 Julij 1851. T. v. M. ]. 13e j. 1851. II. 286. 14708. Aanbeveling in strijd met J. C. Baud, van liet kadastraal opmeten der sawah-velden tot betere regeling van den aanslag der landen, onder verwijzing tot hetgeen ten deze in Bagelen en in Cheribon is verrigt door den Res. J. W. H. Smissaert. T. v, A. /. 13e j. 1851. 1. 271. — Idem, tot de door middel van Inlanders volbragte opmeting van het landgoed Sockaboemic. Aid, 14e j. 1852. I. 240. — Adhaesie aan het oordeel van J. C. Baud, door L. Vitalis. od. Batavia 16 April 1851. Ald.ViG]. 1851. II. 262. 14709. Betoog over dc noodzakelykheid eener meer billijke heffing van de landrenten door middel van opmeting en klassiü-caiie dor velden, naar aanleidicg der bro- |
41*
sa4
chure, »Een viertal verhandelingen door Mr. J. H. braaf van den Bosch. III. Over het. stelsel van kultures, enz. 'sHage I83J.quot; T. v. N. I. 13e j. 185i. I. 258. 1 710. Over de geregelde en gelijkmatige werking en toenemende opbrengst der landrente in de res. Bantam, door de naauw-keurige telling der bevolking en de opname der Sawali velden. T. v. N. I. 1849. 2e d. 366, Noot. 14711. Vermeerdering der landrenten in de res. Bantam. Gunstige staat van zaken aldaar, deels een gevolg der regelmatige hefling van de landrenten, vermits eene soort vac opname der velden heeft plaats gehad. T. v. N. I. 1850. II. 21Ö. 14712. Besluit der Indische Begering, dd. 26 Jan. 1854 No. 10, waarbij aan de bevolking in de res. Samarang uitstel wordt verleend van de betaling der landrentea. T. v. N. I. 1850. 1. 394, 14713. Opgave van misbruiken bij de hefling van achterstallige landrenten in de res. Cheribon, door S. B. dd. Samarang 4 Oct. 1849. T. v. N. I. 1850. I. 83, en 84 Noot. ! i i' 14714. Vraag van het K. Inst. v. T. L. en V.-kunde, getiteld: Wordt er ergens op Java de bepaling ook in acht genomen, dat van landen door kunstmatige middelen bewaterd, '/so der oogst wordt opgebragt, terwijl van die, waar dit aan de natuur overgelaten is. Vu, betaald wordt P Iii]dr. T. L. en V.-kunde v. N. 1. I. 1853. bl.'XIIl; III. 1855. bl. XXVIII; IV. 1856. bl. XXVIII. T. v. N. I. 14e j. 1852. II. 77. 14715. De landelijke inkomsten op Java, door J Kruseman, oud-üir.Gen. van iinan. in Ned. Indië. Mededeeling van eene Nota in 1841 door hem geschreven, over de onbestaanbaarheid en onuitvoerlijkheid der grondslagen waarop dit stelsel rust, en over hunne vervanging door een crondhuur en een grondbelasting. T. v. N. I. IhSO. II. 239. — Verbeteringen en hervormingen op Java; door »de Redaktic.quot; Goedkeuring van deze Nota van J. Kruseman, behoudens eenige bedenkingen. Aid. 283. — De waarachtige toestand van den Javaan, eene stem uit Indië (Win den Heer J. Kruseman, dd. Java Maart 1851. Scherpe kritiek over zijne Nota van 1841. Md. 13e j. 1851. I. 490. |
14716. Het landelijk stelsel. Ingezonden. Aantooning der gebrekkige inrigtiug en werking, de bestaande misbruiken, alsmede de oorzaken daarvan en de middelen tot verbetering. T. v. N. I. 23e j. 1861. II. 37. 14717. Aanbeveling, door N. N.dd. Java, Mei 1853, eener belasting van twee gulden in het jaar por gecultiveerde bouw op Java, te betalen door de Europeesche ondernemers, tegen vrijstelling der bevolking van heerendiensten. T v. N. I. 15e j. 1853. II. 173. 14718. De ongelijkmatige werking van de heffing der landrente op Java, door B. dd. Maart 1864. Betoog der noodziikelijkheid eener hervorming. T. v. N. I. Ib64. N. S. 2e j. I. 324. 14719. Over een gelijkmatigen aanslag en verhooging der landrenten als middel, om te voorzien in een afschaffing der bnzaar-pachten. T. v. N. I. 1849. II. 365 ; 1850. I. 353. 14720. Aantooning van eene betere regeling der landrenten en van eenige der voornaamste misbruiken, die door de controleurs, zoo veel doenlijk, zullen behooren te worden tegengegaan, door J. H. van den Bosch, Hes. en landeigenaar op Java. v. d. Bosch, kultures, 'sHage 1851, 45. 14721. Noodzakelijkheid van het houden eener enquête over de grondbelasting op Java, door Mr. A. A. van Vloten, dd. Beek bij Nijmegen, Junij 1822. J. Briggs, de tegenwoordige grondbelasting in Indië. Maas-stricht 1852. bl. VII. — Ondersteuning van dit denkbeeld. T. v. N. /. 14e j. 1852. II. 302. 14722. Aanteekeningen uit Indië over het landelijk _ stelsel op .lava, roet betoog voor eene hervorming van dit stelsel. T. v. N. I. 21 j 1859. I. 245. 14723. Nog iets over de landrenten en de heerendiensten op Java, door W. v a n Prehn, dd. 'sHage 21 Nov. 1863. Becijferingen en beschouwingen omtrent de inkomsten, die het Gouvernement zou kunnen trekken bij eene geleidelijke opheffing van het dwangstelsel op Java in antwoord op de beoordeelingen van zijn werkje getiteld : »Het dwang- en monopolie-stelsel vergeleken met |
EEUW.
325
het stelsel van vrije outwikkeiins. 's ïïage 1S63. T. v. N. I. 1863. N. S. le~j. 11.417. Opbrengst van de landrente, H724. Algemeen overzigt der landelijke inkomsten op de eilanden Java en Madura van 18i8 tot 1^2!■, door den Prov. Dir. van 'sLands Middelen en Domeinen J. U. Kruseman. Bijlage Z. van het rapport van du Bus, dd. J Mei 1827 Lett P3*. Gedr. Stukk. 1850—51. II. Nquot;. lik bl. 101. —Me-dedeeling daarvan door D. C. Steyn Parvé, Steyn Parvé, Kolon. Monopolie-stelsel Z. B. 1851. 238. 14725. Overzigt van de landelijke inkomsten, op Java en Madura, over 1818 tot 1829. Medegedeeld door S. van Deventer J. Sz. T. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. 1.242, 14726. Mededeeling, met toelichting, door S. van Deventer J.Sz. van hethedragder landrenten in de onderscheidene residentiën op Java in 1833. T. v. N. 1. 1865. N. S. 3e j. II. 454. 14727. Korte aantooning van de landrenten en inkomsten van Cherihon en de Oostelijke Residentiën, uitgezonderd de inkomsten die getrokken worden van de Vorstenlanden en van Madura, zoo als die zijn vastgesteld voor het jaar 1814, door J. G. Baur, Algemeene boekhouder, dd. Batavia 10 Febr. 1814. Medegedeeld door S. van Deventer J. Sz. v. N. /. 1864. N. S. 2e j. II. 309. — Ook geplaatst in S. van Deventer J. Sz. Bijdragen I. Z, B. 1865. 2 KI, 14728. Opgave van het bedrag van den aanslag der landrenten in 1857 in elk der regentseiiappen van de res. Cheribon, tot Jan. 1863, door P. Bleeker. T. v, N. I. 1863. N. S. Ie i, II. 10. 14729. Opbrengst res. Tegal in 1845. der landrenten in de Medegedeeld door P. Bleeker. T. v. N. I. 1849. 2 d 185. — Idem in elk der regentschappen van de res. Banjoemaas in 1845. Aid. 1850. II. 91. — Idem in de res. Banjoemaas in 1846. Aid. X j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 211. 14730. Opbrengst der landrenten in de res. Pekalongan in 1845. Medegedeeld door P. Bleeker. T. v. N. 1. 1849. 2 d. 264. — Idem in 1845 en 1846. Aid X j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 114. — Idem in elk der regentschappen van de res. Bagelen in 181-5. Aid. 1850. 11. 22. — Idem in 1846. Aid. X j. N. S. 1. j. Batavia 18 18. 1 d. 353. |
14731. Opgave, door A. van de Poel, dd. Maart 18 17, van liet jaarlijkseh bedrag der landrenten in het Regentschap Pocrwo-redjo, res. Bagelen. 7'. v. N. 1. 9e j. Batavia 1817. 1 d. 367. 14732. Gedetailleerde opgave van de opbrengst der landelijke inkomsten in de rcs. Kadoe in 1846, '1'. v. N. [. X j. N. S. Icj. Batavia 1848. 1 d. 217, 218, 224. — Idem in de res. Japara. Aid. 35s, 374. 14733. Bedrag van den onzuiveren aanslag der landrenten in 1845 in de res. Sa-marang, van velden voor hot Gouvernement bewerkt, en van velden door de bevolking voor eigen kuituur beplant. Medegedeeld door P. Bleeker. T. v. N. I. 1850. 1 d. 8, 11. 14731. Opgave van het bedrag der landelijke inkomsten in de ads.-res. Patjitan in 1845; door P. Bleeker. T. v. N. L 1850. 1. 414. 14735. Tienjarig overzigt van de opbrengst der landelyko inkomsten in de res, Madioen gedurende 1836—181-G. v. N. I. 1849. Gron. 1 d. JS1. — Opbrengst in 1845, met opgave der plaatsen, waar zij worden geheven. Medegedeeld door P. Bleeker. Ala. 1850. I. 181, 184. — Idem in 1846. Aid. 1849. Gron. 1 d. 181. 14736. Gedetailleerde opgave van de opbrengst der landelijke inkomsten van de res. Rembang in 1845; door P. Bleeker. T. v. N. 1. 1850. I. 48. 14737. Gedetailleerde opgave van de opbrengst der landelijke inKomsten van de res. öoerabaja in 1811—1845; door P. Bleeker. T. v. JV. I. 1850, 1. 112. 14738. Bedrag van den onzuiveren aanslag der landrenten in 1846 in de res. Soe-rabaja van velden voor het Gouvernement beplant, en van velden door de bevolking voor eigen kuituur beplant. Medegedeeld door P. Bleeker. T. v.N. I. 1850. 1.108. 14739. Opbrengst der landrenten in de res Pasocroean in 1845 en in 1829. Medegedeeld door P. Bleeker. I. «. iV. ƒ. 1849. 2 d. 29, — Idem in de verschillende re- |
centschappen in ]845. Medegedeeld door P. Bleekcr. Aid. Gron. 2 d. 28. — Idem in de res. Bezocki en Pasoeroean in 1845. Aid. 121. 14740. Staat nantoonende de landrenten der sawah- en tegal-velden in de afd. Bondowoso, res. liezoeki; door C. .1. Bosch, in ieder jaar van 1824 tot 1848; met bijvoeging door de Redaktie van de jaren 1851 tot 1864. Tijds. Ixd. T. L. F kunde, VI. M. S. III. 1857. 498. Bedrijf belasting. 14741. Beoordeeling van de publicatie van den Gouv, Gen. A. J. Duymacr van Twist, waarbij zijn vastgesteld nieuwe bepalingen op de belasting op liet bedrijf op Java, als equivalent van de afgeschafte bazaarbelasting. T. v. TV. ƒ. 14e j. 1852.1.158. 14742. Verhaal van de onberaden handelingen van een ads.-Res. van Poerbolingo door onregt matige opvoering der belasting op het bedrijf. T. v. iV. I. 23e j. 18()1. II. 291. |
1474:5. Opbrengst van de belasting op het bedrijf in de res. Banjoemas in 184(1. T. v. N. 1. X j. N. S. Ie j. Balavia 1848. 1 d, 211. — Idem in de res. Bagelen. Aid. 353. — Idem in de ras. Kadoe. Ahl. 224. — Idem in de res. Japara. Aid. 374. 14744. Memorie, dd. ïeloekdjambie, Kra-wang, 15 Sept. 1 van J. A. K ra j en brink, met bijlage, over het. plan tot invoering van een patentregt, te heffen van Europeanen, van met deze gelijkgestelde personen en van vreemde Oosterlingen, in Ned. Indië. A;m-tooning, a. van de bezwaren daaraan verbonden, alsmede b. dat het belastbaar vermogen van den Europeaan reeds tot de uiterste grens genaderd is. Fer slag 1864 Kamer K. N. Batavia. 2.12, 239. — Brief, dd. Batavia 1 Pebr. 1865. Nquot;. 12, van de Kamer van Koophandel en Nijverheid te Batavia, waarbij aan den Res. van Batavia, in antwoord op zijne missive, dd. 27 Aug. 1^61 N°. ii222'() bovengenoemde memorie wordt aangeboden. Aid. 265. |
In- en uitgaande Regten.
Tarieven. 14745. Onze vrijhavens ook in de koloniën. Sloet, Tijds. Vl. 269. 14746. Nog eene absurditeit. Aansporing tot opheffing der in- en uitgaande regten op goederen van de eene plaats in Ned. Indië naar de andere vervoerd wordende. T. v. N. I. 19e j. 1857. II. 387. 14747. Extract uit eene nota omtrent de tolpoorten in de Vorstenlanden, in den jare 1824 ingediend door het lid der Comm. tot onderzoek van administratieve cn finantiëele punten van beheer in de Vorstenlanden, H. Mae üillavry aan den Gouv. Gen. van N. Indië G. A. G. P van der Capelleu. Betoog voor hare afsehafling. Bijlage W. van het rapport van du Bus dd. 1 Mei 1827. Lett. P*. Gedr. Slukk. 1850 51. II. Nquot;, 114. 79. — Mededeeling door D. O. Steyn Parvé van den bovengenoemden tekst. Steyn Parvé, Kolon. monopoliestelsel toegelicht. Z. B. 1851. 214. |
14748. Mededeeling van een advies van den handel te Samarang in 1851, o. a. nopens eene herziening der tarieven voor Java en Madura. T, v. N. I. 14e j. 1852.1.351. 14749. Verandering in het tarief van uitgaande regten op de suiker; door Mr. W. s'Jacob, advokaat, dd. Soerabaja 18 Oct. 1853. Klagten over eene explieatieve wijziging, bij besluit van den Gouv. Gen. A. J. Duymacr van Twist, dd. 24 Eebr. 1853, der uitgaande regten op Java van suiker, in verhand met den toegenomen uitvoer daarvan naar Australië; oordeelende de Redaktie de Regering onbevoegd tot die wijziging anders dan bij de Wet. T. v. N. I. 16e j. 1864. 1. 66. 14750. Klagten over de heffing der hooge inkomende regten te Batavia in I8j8. A. W. 1'. IVeitzel. Batavia. Gorinchem 1^60. 6. Overgenomen in het T. v. N. I. 22e j. 1860. I. 314. 14751. Vraag ter beantwoording gesteld voor het Tweede Nederlandsch Nijverheids Congres, van wege de Ned. Maatschappij ter bevordering vau Nijverheid, te Utrecht den 22 Julij 1858, over het afschaffen der diffe- |
EEUW.
;3-27
rentiëele regten op Javu. Tijds. Nijv. XXI. 2e R. VI. 1858. 5p st. 20. — Verslag nopens het verhandelde op deze vraag. Aid. 64. 14752. Voorloopig ontwerp van eene wet. tob regeling der inkomende- en uitgaande regten in Ned. Oost ludi'1, met een ontwerp-tarief in 185S door den Min. van Kol. J. J. lloeLussen naar Indii' gezonden, om daarop de autoriteiten en belanghebbenden te hoo-ren. Gedr. Stukk. 1864—1805. XLI1I. N0. 22. 14753. Adres, dd. April 1859, van adhae-sie aan het aanhangig ontwerp van tarief, voor Ned. Indii', door een aantal bandels-huizen te Batavia nan Z. M. gerigt. Repliek hierover aan de Arasterdamsche Courant. Econ. 1860. 36, 83. 14754. Aanbeveling van een vrijgevig tarief en van de opholling van belemmerende en te hooge regten in het belang van Indië, ook met het oog op de handelswetgeving der Engelsebe koloniën en de ontwikkeling van liritsch Indië en Cejlon; onder aantooning der speciale bepalingen van onze Indische tarieven, die in het, nadeel zijn der Nedcrl. Ind. nijverheid, lion. Roe Indië enz. 'silage 1861. «3—31. 14755. Het ontwerp van wet tot regeling der inkomende en uitgaande regten in Ned. Indië, door Mr. B. W. A E. Öloet tot Oldhuis. Adliaesie uan het ontwerp, onder ontwikkeling zijner algemeene beschouwingen over Indisclie tariefswetgeving, en de toepassing daarvan op het iu overweging zijnde wetsontwerp. Shel, Tijds. XXI. i.:8j. 14756. Voorloopig ontwerp van eene wet tot. regeling der inKomende en uitgaande regten in Ned. Oost-Indië met ontwerp-tarief, in Sept. 1S61 door den Min. van Kol. J. London nan do Kamers van Koophandel ter beoordeeling toegezonden. Cedr. Stukk. 186-J —186.'). XL1II. No. 23. Moeten Neer-lands handel, enz. Amst. 1861. Bijlage. •— Beschouwingen, ontleend aan de praktijk, over het. ontwerp-tarief voor Ned. Indië; door wEen Tollenaar,quot; dd. Dec. 1861. De hoofdgebreken der voorgestelde tarieven, speciaal met het oog op de waardeschatting. T. v. N. I. 24e j 186^. II. 1. 14757. Oordeel van de Kamer van Koophandel en Eabrijken te Amsterdam over de 0. I. tariefskwestie. Versla// Amsterdam. 1861. 10, 11. Gids. XXVI j. N. S. 15e j, 1862. 1. 772. Zie ook Kol.Juarï. ':e j. 1S63. 436, 437. |
14758. Oordeel van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Botterdam over de O. I. tariefskwestie, yerslag handel Rotterdam. 1862. 3. Overgenomeu in do Kul. Jaarb. 3e j. 1863. 439. 14759. Een adres van B. Droogstoppel en Comp. aan de Tweede Kamer der Staten Generaal tegen de voorgenomen herziening der Indische tarieven. ï. v. N. [. 23e j. 1861. II. 382. 14760. Over de noodzakelijkheid eener spoedige behandeling van het Indisch tarief. Stoet, Tijds. XXII. 184. 14761. Beweerde misbaarheid van ons protectie-tarief op Java. Hoon. 15 62. 144. 14762. Over de tariefsherziening en de vrijstelling inmiddels van regten der grondstoffen van nijverheid in Ned. Indië; door Mr. J. K. W. Quarles van Ufford. Euan. lijbl. 1863. 216. 14763. Opgaaf der inkomende regten, volgens de tegenwoordige tarieven van Java en Madura verschuldigd voor goederen, zijr.do voortbrengselen van l.uropa, Amerika en de Kaap de Goede Hoop. Bijlage N . 10 der Memorie van Toelichting, dd. 23 Sept. I 8(14, van het ontwerp Toltarief N. I. Gedr. Stukk. 1864—1865. XL11I. N». 13. — Idem der uitgaande regten. Bijlage Nu. 11 aldaar. Aid. N . 14. 14764. Noodzakelijkheid ecner herziening der Indische tarieven, ook met het oog op onze bemocijcnis met Sumatra's Oostkust. Sloet, Tijds. XXIII. 399, 400. 14765. De voorgedragen herziening der Indische tarieven, met belangrijke bijlagen. Kolon. Jaarb. 4c j. 1861, 713. 14766. Ontwerp van wet tot vaststelling der tarieven van in-, uit-en doorvoer in Ned. Indië, aan de Tweede Kamer aangeboden bij Kon. boodschap, dd. 's llage 24 Sept. 1863. Ferslac/ 1864 Kamer K. N. Batavia 295. — Gedr. Stukk. 1861 — 1865. XLHI.No 2enl5. Memorie van toelichting, dd. 's Hage 23 Sept. 1S64 van den .\:in. van Kol. J. D. Er an sen van de Putte. Aid. No. 3 en 15. — Voorloopig verslag, dd. 7 Eebr. 1865, der Comm. van Kapporteurs. Aid. No. 16. — Memorie van beantwoording, dd. 'sllagc 11 April 186.r), van den Min. van Kol. Ahl. No. 17. — Nota van wijzigingen. Aid. No. |
328
18. — Gewijzigd ontwerp van wet. Aid. No. 19 en 2lJ. — Voorgestelde amendementen. Aid. No. 25, 27, 30, 31 en 32.— Nota van wijzigingen. Aid. No. 28. — Brief, dd. Eatavia 7 Üee. ISfi'l No. 140, van de Kamer van Koophandel en Nijverlieid alhier aan den Gouv. Gen. L. A. J. W. Sloet van de Beele, ter ontwikkeling harer bezwaren tegen dit wetsontwerp. Verslag l864 Kamer K. N. Batavia 340. — Rapport, dd. Batavia Peb. 1805, van do Kommissie uit den Ba-taviasehen handelstand aan President en Leden der Handelsvereeniging te Batavia, ter ontwikkeling zijner inzigten omtrent dit wetsontwerp. Aid. 353. — Notulen der algem. verg. van de Leden der Handelsvereeniging te Batavia, op 17 en 18 l'ebr. 1805, over dit wetsontwerp. Aid. 388, 395. — Brief, dd. Batavia 23 Maart 1805 van de Kamer van Koophandel en Nijverheid te Batavia aan den Gonv. Gen., inuoudende haar advies. Aid. 401. — Memorie, handelende over dit ontwerp, gerigt aan de Regering door de Ned. Indiselie Maatschappij van Nijverheid en Landbouw, tegen de aanneming. Tijds. Nijv. N. /. XI. N. S. VI. 1805, 240. 14707. Het tarief van uitgaande regten op Java en de invloed daarvan op don handel van Java met Australië. Aanwijzing omtrent de te hooge uitgaande regten op Java volgens de medecleeliugen van den kapt. luit. t. z. P. A. van Rees, omtrent den handel in Australië in 18G3. T. v. N. 1. 1804. N. S. 2e j. I. 459. 14708. Over de tariefs-herziening voor Indië en de wegen tot uitbreiding van onzen handel aldaar. Sloel, Tijds. XV111. 474, 475. 147G9. Nadere régeliug bctreil'eude de ecrti-llcaten van Nederl. oorsprong ten behoeve van Oost-Indië. Tindal en iSioarl,.Verh. j 851, 221. 14770. Vonnis behandelende de questie der verjaring van de verhoogde regten op goederen, naar vreemde havens gevoerd, doch als Nederlandsohe aangegeven. Iteyt N. I. 5e j. X. 085. 14771. De intrekking bij de vrydom op den aanvoer uit In'lië van tabak en specerijen. Zijnde een oveizigt der gehouden dis-cussiën hierover in de Eerste Kamer tussohen de Heer U artsen en den Min. van Pin. Kulou. Jaurb. 2e j. 18G2. 310—32ü. |
14(72. Indisch Genootschap. Alg. Verg. van 6 Jan. 1805. Over het beschermend stelsel van in- en uitgaande regten met, betrekking tot Ned. Indic. Over de noodzakelijkheid der afschaffing van het stelsel van dille-rentiëele regten op den in- en uitvoer in Ned. Oost Indië, en over de wenschelijkheid van de heffing vau enkel liskale regten. 'I'. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. I, 168. 14773. De heer C. E. Pahud en de inkomende regten. Uit een partikulieren brief van Batavia, over het niet. betalen der door hem verschuldigde regten bij zijne komst in Ned. Indië. T. v. A'. /. 23e j. 1801. II. 192. 14774. Het Indisch Gouvernement heeft geen bevoegdheid tot het verleenen van vrijstelling van de betaling van inkomende regten. liegt N. /. 6e j. XII. 140. 14775. Over de regtsgcldigheid van het reglement op de in- en uitgaande regten voor Sumatra's Westkust. liegt N. I. 9e j.XVil. 203. 14776. De opleiding van de aanstaande ontvangers en kontroleurs der inkomende en uitgaande regten in de op 31 Mei 1859 te openen havens. Uit een brief van Batavia, dd. 7 Jan. 1859, ter mededeeling vandeom-slagtige behandeling van dit voorstel bij de verschillende betrokken autoriteiten. T. v. N. I. 21e j. 1859. I. 276. Opbrengst der in- en uitgaande regten. 14777. Mededeeling, met toelichting, door D. C. Steyn Parvé van een staat van op Java geheveu inkomende en uilfjaande regten van 1816—1848. Steyn l'urvé, het Kulon. Mompolie-stelstl. 'a Hage 1860. 75. 14778. Staat dér te Batavia gehevene inkomende en uil gaande regten en terugbetaalde regten, gedurende de vijf laatste maanden van het jaar 1816 en gedurende elk der jaren 1S17—1824. Met aanwijzingen nopens de tarieven. Uit. de Bat. Court, van 2 Maart 1825. lud. Mag. II. ïw. 1845. No. 3 en 4, tegenover 194. 14779. Staat van de ontvangen of berekende regten op Java en Madura 1858—62. Bijlage No. 8 der Mem. van toel., dd. 23 Sept. 1804, van hot ontwerp toltarief N. I. üedr. Sluik. 1864—1865. XLIII. No. 11. |
S29
li? 80. Opbrengst van de inkomende en uitgaande repten in de res. Tagal in 1840. T. f. jV. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia Ih48. I d. 105. 14781. Staat aantonnende de geheven regteu in 1845 en 184li in de res. Peka-longan. T. v. A. 1. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 184S. Ie d. 119. 14782. Gedetailleerde opgave van de opbrengst der inkomende en uitgaande regteu in dc res. Japara gedurende 1846. 1'. v. N. [. Xe j. 1\. S. Ie j. Batavia 1848, led. 375. 1478:?. AanteekeniMgcn door H. dd. Batavia, Junij 1850, dat de belasting voor de havenhoofden enz. r,e Samarang niet aan het, doel beantwoordt. T. v. N. I. 1850. II, 213. 14784. Opbrengst der gepereipiöerde regteu in 1844, 1845 en 1846 te Soerabaja, ürissee, Sumanap en Pamakassan. T. v. N. 1. 184Ü. Gron. Ie d. 419. 14785. Bedrag van de zeetollen benevens van de in- en uitcaande regten, te Soemenep op Madura over !8 .6 en 1852, ls45 en 1835, door J. Hageraan JCz, T.v.N.I. 20e j 1858. 1. 330, 335, 336. 14786. Staat der ontvangen regten in de gewesten buiten Java en Madura. 1856 — i860. Bijlage No. 12 der Mem. van 'foei. dd. 2:'. Sept. 1804, van het ontwerp-Tolta-rief N- I. tledr. Slvkk. 1864—18115. XLIII, No. 12. Verschillende Belas Sumatra. 14792. Mededeeling met toelichting van een staat van de baten en lasten ter Westkust van Sumatra van Mei 1819 tot 184i. de Sluers, Vestujintj II, Amst. 1850, 192. 14793. Opgave der baten en lasten van liet Uouvcruement van Sumatra's Westkust in elk der jaren 1837 tot 1857, door J. van Swieten, dd. 20 Sept. 1358. 7. v. N. I. 1863, N. S. Ie j, I. 211. 14794. Opgave van het batig saldo der rekeningen van het Gouv. van Sumatra's Westkust in elk der jaren 1857, 1858 en 1859, door A. P. Goden, oud.-ads. Hes. T. ti. H. 1. 24e j. 1862. I. 41. |
11787. Aantooning door J. van der Vinne, Dir, dei Middelen en Domeinen, van het bedrag, gedurende i8H te Padang geheven, aan inkomende, uitgaande, entrepot-, overscheep- en additionele regten, alsmede aan pakhuishuur, intrest, en territoriale belasting op kol'flj. T. v. N. I. 4e j. 2e d. Batavia 1S42, 384. l'i-788. Aantooning van de opbrengst van de pacht der in- en uitgaande regten te Ternate in elk der jaren 18()|, lt)20. Uit het rapport van 11. J. vau de Graiifl' en G. J. Meylan, dd. 5 Junij 1821. T. v. N l. 18e j. 1850. I. i'Oü. — Idem te Amboina van 1812—1820. Aid. 259. 147SU. Overzigt van de gelieven regten te Amboina in 1818 en 1819, alsmede in ieder jaar van 1812—1810, 1831—IMO, 1844—1854. Bleeker, Muluksche Arch. II. Bat. 1856. 131. 14790. Gouvemcments besluit omtrent de toepasselijkheid, op de inlandsche Christenen in de O. 1. Archipel, van do ordonnantie vau 1836, op het regt van successie en overgang. liegt N. I. iüe j. XX.. 157. 14791. Vonnis, waarbij dc geldigheid is aangenomen der ordonnaatie van 5 Sept. 1810, op het regt van successie onder ou-christenen, bij gebrek van bewijs dat zij niet onder eenigen vorm is afgekondigd, en overlegging bevolen eener authentieke kopie vau dat stuk enz. Reyt N. I. öe j. X. 67; 6c j. XI. 21, 403. ingen en Inkomsten. 14795. Omschrijving van de belastingen door de Sultans van Palembang geheven, T. v. N /, 8e j. Batavia 1846. 3equot;d, 320. 14796. Opgave der wettig bestaande on werkende belastingen in hot rijk van Siak Sri Indrapoera en onderhoorigheden, door F. N. Nieuwenhuyzen, Res. vau Peka-longan, vroeger van lliouw. Tijds. Ind. T. L. y.-kunde, Vil. 3e S. I. 1858, 431, 418. 14797. Staat van de ontvangsten en uitgaven van de res. lliouw in elk der jareu 1819 —1823, benevens in 1851. Medegedeeld door G. F. de Bruyn Kops. .\at. Tijds. N. I. IV. M. S. I. 1853. 309, 307, Borneo. 14798. Beschrijving van de belastingen, |
3Ö0
welke door den Vorst of geapanagccrde in het, rijk van Sambas van de Dajaks worden geheven, door R. C. van Prehn Wiese. Tijds. hul. T. L. V.-kunde, X. 4 S. I. 1861. 140. 14799. Belastingen door de Chinezen in de ads. res. Montrado op te brengen in 1861. Medegedeeld door M. von Faber. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XIII. 4. S. IV. 1864. 461. 14800. Beschrijving van de belastingen in Matan, Simpang, Soekadana, de Kari-mata-eilanden en Koeboe, in de W. Al'd. v. Borneo; door H. von Dew all. Tijds. Ind. T. L. F.-kunde, XI. 4 S. II. 1862. 11, 33, 36, 42, 69, 93. 14801. Beschrijving van de belastingen en regten benevens tekst van het tarief van tolgeregtigheden in het rijk Bandjermasinj door wijlen A. van der Ven, Res. der Znid- en Oosterafd. van Borneo, dd. Ban-jermasin, Mei 18 5. Tijds. Ind. T. L. kunde, IX. 3 S. 111. 1860. 111, 132. 14802. De belasting op paarden; door X. Z. Aanmerkingen op eenige bepalingen voor de belasting op paarden en rijtuigen, met andere ingevoerd, ter vervanging van de bazaarpacht op Java. T. v. N. 1. 14e j. 1852. II. 94. 14803. Staat aantoonende het bedrag der geldelijke inkomsten 'sjaars in elk der regentschappen van de res. Cheribon door P. B1 e e-ker, dd. Jan. 1863. T. v. N. I. 1863. N.S. Ie j. II. 10. 14804. Overzigt van de inkomsten in 1845 in do res. Tegal. Medegedeeld door P. B 1 e e-ker. T. v. N. I. 1849^ 2e d. 185. 14805. Gedetailleerde opgave der Gou-vernements-inkomsten van de res. Hanjoe-maas in 1845. Medegedeeld door P. B1 eek er. T. v. N. I. 1850. II. 93. 14806. Overzigt van de inkomsten in 1815 in de res. Pekalongan. Medegedeeld door P. Hleeker. Gedetailleerde opgave. T. v. N. I. 1849. 2e d. i64. |
14807. Besehrijving van het stelsel der belastingen onder het inheemsch bestuur in de res. liagelen, door den Res. van Kadoe F. G. Va lek, dd. 18 Sept. 1830. T.v.N.I. 20e j. J85S. II. 77. 14808. Mededeelingen, dd. Wonosobo 5 Jan. 1864, doorM. H. J. Kollmann, ad». Res. van Ledok, betreffende de belastingen in geld, die in Bagelen werden ceheven vóór 1830. Tijds. Ind.' T. L. V.-kunde, XIV. 4e S. V. 1864. 362.-—Overgenomen o. d. t. van; Over de vroegere belastingen in eeld op Java. T. v. N. /.1864. N. S. 2e j. 1L 313. 14809. Opbrengst van de belastingen vnn versehillorden aard in de res. Bagelen in 1846. Collateralen, sneecssiën, verponding, belasting op slaven, op panden en wagens, boete en eonfiseatiën, klein zegel, vemln-regten, regt van overschrijving. T. v. N. I. Xe j. N S. Ie j. I'atavja 184H. 354. I481'i. Opbrengst; over 1846 van de posterijen en de Lands drukkerij in de res. Bagelen. T. o. N. I. Xe j. N. S le j. Batavia 1 848. 14811. Gedetailleerde opgave der üouver-nements-inkomsten van de res. Djokjokarta in 1846. Medegedeeld door P. Bleek er. T. v N. I. 1850. II. 7. 1481.'. Opgave van belastingen vóór 18,,0 in de afgeslane Vorstenlanden op Java bestaande, ten bewijze dat wij de Inland'-ehe bevolking tegen de afzetting harer eigene. Hoofden cu Vorsten moeten besehermen. Stoet, Tijds. VII. 2.8. 14813. Opbrengst van de belastingen vnn versehillcnden aard in de res. Kadoe in i846, uls hoofdgeld der slaven, de belasting op paarden en rijtuigen, liet, kleine zegel, vendu-regten voor den Lande, belasting op den overgang van eigendommen. T. v. A'. /. Xe j. N S. Ie j. liatavia 184S. le d. 225. 1)811. Opbrengst, over 1'46 van de paar-denposterij, alsmede van die der brieven-posterij in de res. Japara in 1816. T.v.N l. Xe j. N. S le j. liatavia 1846. le d. 376. 14815. Opbrengst van de belastingen van verschillenden aard in de res. Japara in 18 Ifi, oorgeld der paarden en belasting der rijtui-tuigen, overschrijving van vastigheden, collateraal, klein zegel, belasting op de slaven, vendu-regten, haven- en ankergelden. 2'. v. N. I. Xe j. N S. le j. Batavia 1846. le d. 376. |
331
MSiG. Ovorzigt v:m do iiikoiiislcn in I3't3 in de res. Samarniig. Medegedcelcl door P. Blecker. T. v. N. /. 1350. 1 d. 11. 11817. Mcdedoclingen betroffcmlo de be-lustingcn in liet rijk van Socrakarta; door D. L. Mounier, T. v. N. I. fie j. 1 d. üa-viata 1844. a45. — Hulp iu deze, door C. Winter. Aid. ? d. 18. 11818. Gedetailleerde opgave van de Gou-vornements-inkomsteu dor res. Soerakarta in 1815. Medegedeeld door P. Blocker. T. v. N. I. 1850. I. 401. 14819. Staat, aantoonende de Gouverne-ments-inkomsten der adsist. res. Patjitan in 1845. Medegedeeld door I'. Bleeker. ïquot;. ». A7. I. 1850. I. 414. 1182 \ Tienjarig overzigt van de opbrengst dor belastingen van vcrscliillenden aard inde res. Madioen gedurende 183li—IS'16. Klein zegel, oorgeld der paarden, vendu-reg-len, liooldgeld der slaven, huurtax der Ohi-nezen, collateraal, sueoessie-regten .T. v. N. I, 1849. Grojiingeu le d. IS'i. 14S2L. Gedetailleerde opgave vundeGou-veraoments inkomsten der res. Madioen iu 1845. Medegedeeld door P. Blocker. T. o. N. L 1-50. I. 184. 14S22. Uvcrzigt van de Gouverncments-inkomsten van de res. Rembang in KSIB. Medegedeeld door P. BI eek er. 1'. v. N. /. 1850. 1. 48. 1 S2:i. Staat, aantoonende de Gouverne-aieuts-inkomsten der res. Kediri in 18:i2 en ii 1841. Medegedeeld door P. Ulecker. T. v. N. I. IS50, I. 170. 14821. Mededeeliug door L. Vit al is, dd. Batavia 10 April 1851, dat door eenige dessa's vau Kedirie belasting wordt opge-bragt, aan het hut'van Djokjokarta. T. v. N. I. 13c j. 1851. II. 255. Ii825. Staat, aantoonende de Gouverne-nients-inkomstcn der res. Sourabaja in de jaren 1811—1:45. Medegedeeld door P, BUeker. T. v. N. I. 1850. I. 112. 14820. Beschrijving van de belastingen geheven van do bevolking in de res. Grissee in 1822, getrokken uit bet versbig van den Kes. A, D, Cornels de Groot, T.v.N.L 15c j. Ibao. 1. .'7. |
14?27. Opgave dor inkomsten en uilgaven in 1829 en 1S45 van de res. Pasoeroean, medegedeeld door P. Bleek er. T. v. iV. I. 1849. 2e d. 28. . 14828. Vergelijkend overzigt van de in-komslen in 18 5 in de res. Bezoeki en Pasoeroean. Medegedeeld door P. Bleeker. T v. N. I. 1849. 2e d. 121. I4s29 Opgave der inkomsten van's Lands middelen, belasting ea verpaelite middelen, in lie afd. Bondowoso, res. Bezoeki, door O. J. Iloseh, in ieder jaar van 181s—18 8. Tijth. Ind. T. L. .-kunde, VI. N. S. 1[I. 1857. 508. 14830. Opgave van de ontvangsten en uitgaven van bet geheele eiland Madura in 1828 en 1850, door J. Hageman J. Czn. T. v. N. I. 20e j. 185S. I. 353. 11831. Staat aantoonende de inkomsten van de aid. Soemenep op Madura in 1834, 1847, 1852 en Is gt;0, door J. Hageman J. Czn. T. v. /V. I. 20e j. 1858. 1. 333, :M6 - Idem van Pampkasan. /Hd. 3l0, 341. — Idem van Bankalan Aid. 348. Verdere /trchipel. 14832. Opgave van de inkomsten van het rijk van Boliling, door W H. Medhurst, 18-29. 1'. v. N. /. 20e j. 1858. 1. 198. 14833. Beschrijving van de belastingen o]) Bali, inzonderheid die van Boeleleng door P. L. van Bloemen VV a a miers, ads. lies. aldaar, iu zijn rapport van Mei 1850. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VIII. 3e S. II. 172. I4v3t. Staten aantoonende de opbrengst der belastingen in de res. Menado, in elk dor jaren 1850—1854. Aanteek. Moluk. 's Hage 1850. 20, 28. 14835. Opgave van de verseh llende middelen en inkomsten van de res. Menado, hun jaarlijkseh bedrag, alsmede van dat der uit saven, volgens mededeelingen van Mr. D. F. W. Pie ter maat, gewezen lies. van Menado en van don kap. luit. L. J. de Vriose, |
dd. 6 Julij 1840. T. v. N. I. 3e j. led. Batavia 1840. 154. 11 3o. Jaarlijkscli bedrag dor verpligte goudlovering docjr de verschiliondc Radja's en Hoofden in de res. Mcuado, volgev.s mede-deeiinfieu van Mr. D. F. W. Tiet.ermaat, gewezen lies. van Menado, en vau den kapt. luit. t./z. L. J. de V r ie se, dd. fi Julij 1840. ï v. N. I. .'Ie j. Ie d. Batavia 1840. 165. 14837. Staat aantoonende de opbrengst van 's Lands middelen in de Minahassa, in 1850 en in ieder jaar van 1851 tot. ISüO. v. d. Cr ah, Moiuksche EU. Bat. i8Gi!. 377. 14838. Zuivere opbrengst der hooldelijke belasting (liassil) aan de bevolking der Mma-bassa opgelegd in 1850 en in ieder jaar van 1854 tot 1800. o. d. Crab, Moiuksche Kil. Bat. 1862. 377. 14839. Beschrijving van het belastingstelsel op liet Noorder Sehiereiland van Hal-maliêra, door ï. J. Wi 1 Ier, dd. Ternate üet. 1S47. Ind. Arch. Ie j. 1. 1849. 374,— Ook geplaatst in IVdier, Bueroe, Amst. 1858. 57. 62. 14810. Staat, aantoonende do opbrengst van :s Lands middelen iu de res. Ternate in 1815, 1850 en in ieder jaar van 1863 tot 11847. Do onderbreking des opiumlian-dels. Naar het Hoogduitseh, door P. V. D. S. Toenemend opiumverbruik in China sedert 1821 tot 1836, alsmede van de voordeelen dour de Kng. ü. I. Comp. hieruit getrokken, en haar belang bij den voort duur van dien handel. AU/. Lett. Maandschr. XXVI. 18 12. Meng. 545. 14848 Vertier van opium in China. Me-dedeeling, met toeliehting uit de Singapore Chronicle van 8 Junij 1826, van cijfers be-treltende den handel en het gebruik van dit heulsap in dat rijk, gedurende 1^21-—IS26. Hemes, 2e j. 1S27 No. 4. bl. 27. 14849. Over den opiumhandel in China. Strenge maatregelen van het nol' van Peking tegen den invoer, en gewapend verzet der 1800. v. d. Crab, Moiuksche Eil. Bat. 1862. 283. |
14841. Staat van de ontvangsten en uitgaven in 's Lands kas te Ternate in 1852, 1853 en lb54. Aanltek. Moluk. 's Hage 1856. 6?. 1484-2. Overzigt van de baten en lasten der res. Banda, in ieder jaar van 1840 tot 1849, en in IsS.i en ls54. lileeker, Moluk. Arch. 11. Bat. 1856. 283. 14S43. Slaat, aantoonende de opbrengst van elk der Landsmiddelen in de res. Banda, in ieder jaar van 1850 tot i860, v. d. Crab, Moiuksche Eil. Bat. 1862. 55. 14814. Staat, aantoonende de opbrengst der belastingen in de res. Amboina, in elk der jaren 1850—1854. Aanteek. Moluk. 'sHage 1856. 101. 14815. Staat van de opbrengst der ver-paehtingen en andere Landsmiddelen te Amboina, in ieder jaar van 1855 tot 1860. v.d. Crab Moiuksche Eil. Bat. 1862. 174. 14846. Staat der hassel- en pietisgeldeu in tien jaren, 1849— 1858, in iedere negory en afdeeling der res. Amboina. v. d. Crab, Moiuksche EU. Bat. 1602. 145. Engelschen hiertegen. Overgenomen uit de «Calcutta Courier.quot; Ree. o. d. Ree. XXXII. 1839. Meng. 37. 14850. Een en ander ti* de geschiedenis des opiums en opiumli .iels betrekkelijk. De roekeloosheid des opiumhandeis in China, Naar het Hoogduitseh door P. V. 1). S. Geschiedkundige aantooning, met mededeeling vim eigen waarm mingen. Alg. Lelt. Muandsch. XXVI. j842. Meng. 186. 14851. Engeland en China. Naar het Hoogdiiitscb, door P. V, D. S. Geschiedkundig overzigt van de maatregelen van het lluf van Peking legen den invoer van opium in China en van de onderhandeling en het verzei der Engelschen hiertegen. 1834 —1840. |
333
Altj. Lett. Maandschr. XXVI. 1842. Meng. 305, 361. 14852. Translaet der ordonnantie van costuyinclijke gerecliticbedeu die de Neder-lantse int conincryck van J udia ondervvorpen is, geeonstitueert by de Conincklyke Alaj. van Siam op 11 Aug. Anno 1631. Bijlage 3 der Memorie, dd. 20 Eebr. 1858 van J. K. J. de Jonge. Tijds. hid. T. L. y.-kunde, XIII. 4e S. IV. 1864.. 440, 417. 14853. Inkomsten en uitgaven van Singapore in 1825. AW. Lett. lbS7. II. 321. 14854. Mededeeling van de maandelijksche opbrengst van de opiumpacht te Singapore aan het Engelsch gouvernement, in elk der jaren 1822—1847. T. v. lY. I. He j. 1852. I. 69. 14855. Afkeurend oordeel der Kamer van koophandel te Singapore, over het ontwerp van wet tot heffing van havengeld in de Engelsehe Bozittiugeu in de straat van Ma-lakka. Ko/un. JaarL 3e j. 1863. 255. 14856. Staat van de inkomsten, uitgaven cu jaurlijksch verlies voor het Gouvernement van de bezitting te Malakka, gedurende 1831—32, 1832—33,1833—34. Medegedeeld door P. 13. Meivill van Carnbee. T. v. N. /. 7e j. Bat. 1845. 4e d. 137. — Idem van de bezitting van Pinang en Prov. 'Wellesley, gedurende itgt;35—36 en 1843—44. Aid. 151. 14857. Opgave van den staat en balans der Engelsehe O. I. Corap. van 1788- 89, volgens de bekendmaking iu de Londensehe nieuwspapieren. Letterb. IV. 1/89. 142. I485S. Üverzigt van de fmanciëele in-rigtingen en de geldelijke uitkomsten van liet beheer van Britsch Indië van af lOOJ tot 1846, uit officicele bronnen geput door D. C. Steyn Parvé. Steyn Farcé, Kolon. monopolicstel^el'amp;llamp;^a 1850. 29. — Toelichting van dit - overzigt Steyn Farvé, Wijze van beheer. Zalt-Bommel 1852. bl. VII. |
14859. Rapport of berigt van het Committee, door het Huis der Gemeenten in Engeland benoemd, om den inhoud te overwegen van het verzoekschrift, door de Engelsehe O. I. Maatschappij ingeleverd, waarbij zij verzocht, om anderhalf millioen P. St. te mogen opnemen, en van de betaling, die zij nog aan dc Kroon achterstallig is, ontslagen te worden, welk verzoek is toegestaan. April 1783. N. Neder t. Jaarb. X VIII. 1783. 1. 569. 14860. Opgave der stappen, welke de Commissarissen voor de Indische zaken, of dc Directeuren der O. I. Comp. hebben gedaan, om de politieke en commerciale rekeningen der gezegde Compagnie van elkander te scheiden, overeenkomstig de 64ste afdee-ling der acte van het ó.'sto regeringsjaar van George III, C. 155, door Tho. Per. Courtenay, dd. India Board Offie., 8 Mei 1816. Met bijlagen. Steyn Parvé, Beheer en Verantw. Z. B. 1852. 3. 14861. Bijzonderheden nopens het tarief door den Britschen Gouverneur-Generaal op den 25ston April 1816 uitgevaardigd. Vad. Lett. 1854. 1. 313. 14862. lukumsten en uitgaven van Britsch Indië, in 1834, volgens opgave van M ont-gomery Martin. Kad l.ett. 1836. 11. 435. 14863. Ontvangsten en uitgaven van Britsch-Indi ', gedurende het dienstjaar 1836— 37. De Kopiist, Ie j 2e d Batavia 1842. 84, 85. 14864. General abstract view of the revenues and charges of India, all estimated and according to the actual accounts Swart, Verh. 1851, 773. 1486 i. Act Mo. XI of 1862, passed by the Gov Gen. of India in Council. Received the assent of the Gov, Gen. on the 23rd April 1862, being an Act to amend Act X of 1860, to amend Act VI1 of 18.VJ, to alter the duties of customs on goods imported or exported by sea. Cedr. Stukk. 1864—1865, XLIII. Mo 20. — Act. No. XXVI of 1S63, passed by the Gov. Gen. of India in council. Received the assent of the Gov. Gen. on the 16th May 1863, being an Act to amend Act XI of Ii(i2. Aid. No. 21. 14866. Uitgaven voor het Britsch Indische Leger in 1830 en 1840. De Kopiist, le j. 2e d. Batavia 1842. 89. 14S67. rinanciën van Britsch Indië, door Mr. J. ï. Buys. Statistische aantooning, getrokken uit. een artikel in het. EngelscU |
334
weekblad «The Economistquot;, ter imntooning van de middelen waarover het, Indische Kijk onafhankelijk van het Moederland te beschikken had om de buitengewone uitgaven te bestrijden, waartoe het ongetwijfeld zal verpligt worden. Wet. Blad. 1857. III. Bijblad 37. 30. 11S68. Extract uit het verslag van den toestand der Britsch Indische iinantiën, door Sir Charles ïrevelyan in de zitting van den wetgevenden Raad van 30 April 1803 gedaan. Kolon. Jaarb. 3e j. 1803. 446. 14SG9 Het monopolie van zout iu Britsch Indic veroordeeld, en in verband beschouwd met dat op Java. Sloet, Tijds. V. 84. 14870. Perwannah verleend op den 8 Maart 1770, Engelsclie stijl, onder de hand-teekening van Mijnheer denGouv. Gen. Warren Hastings en onder het zegel van de Engelsclie Conip. aan de bedieuden van de Pergunnah's, houdende verbod aan de planters in Bengalen, om aan andere Gomasta's dan die van Qriflitli opium afteleveren. Uit het Persiaansch vertaald, den iü April 1770, door C. L. Ei lb r acht. Jiijdr. T. L. / kunde N. 1. 1. J853. 212. 14871. Mededeeling, met toelichting, door D. G. Steyn Parvé, van den tekst der voorschriften, dd. P nopens het beheer der kassen in Bengalen, General Treasury. Sleyn Parvé, Beheer 'L. B. 1852. 17, 27. — Idem van de Instructie, voor den Dir. der financiën, Accountant General duties. Aid. 25. — Idem, voor den controleur der financiën. Civil auditor. Aid. 17, 29. 14872. Aantooning van de ontvangsten en uitgaven vun Ceylon van 1821—Iö59. Medegedeeld door P. VV. A. van Spall. Tijds. Nijv. N. I. IX.N. S. IV. 1863. 230. -v. Spall. / erf lay Cet/lon. Bat. 1863. 230 — |
Idem der inkomsten gedurende hetjaar 18.)'.). Aid. S!34. — Idem der uitgaven ten behoeve van Ceylon, gedurende Uet jaar 1859. Aid. 231. 14873. Hooge en aanzienlijke jaarwedden, op Ceylon, volgens mededeeling op ;7 Mei 1830 in het Engelsche Lagerliuis door Hume, voor posten, welke men zou kunnen missen. Letlerb. 1830 11. 92. 14874. Inkomsten en uitgaven van de Kaap de Goede Hoop in 1821.//eWeri. 18^4. I. 400. 14S75. Missive, dd. Lissabon 4 April 1719, van den Nederl. Res. Houw ens, over de nieuwe belasting door den Koning van Portugal gelegd op den invoer van Oost-Indisclie waren en koopmanschappen. lies. lloll. 27 Mei 1719, 2e dr 267. 14;70. Verordening ter wering van den sluikhandel op de Philippijnsche eilanden. Swart, Verh. L801. Ie afd. 90. 14857. Bijzonderheden nopens eene geld-leening bij Dull en Zonen te Amsterdam door de Deensclie Aziatische Compagnie. Lelterb. I. 1?8S. 201. 14878. Besluit, dd. Port de France 5 Oct 186 ', betrekkelijk de vervreemding van domeingronden in Kieuw-Caledonië. Kul. Jaarb. 4e j. 1^04. 76!. 11879. Bijzonderheden nopens de tarieven en hunne handelsuitkoinen in de Vereenigde I Staten. Tindal fy Swarl, Ftrh. 1852. 157. |
Algemeen, l^tijo arbeid. l4Slt;i0. Heerendienstcn. Aanbeveliiifr tot hunne afscbnfiincr op Java, inRt verwijzing tot Soeknboctnip, waar men zioli hij dien maatregel wel zou hebben bevonden. 7'. v. N. I. Mc j. 1852. I. 210. 148S1. Boiastincon in arbeid en belastingen in geld, door V. S. Betoog voor de mo-gciijkheid om op Ja.'a de laatste in Blode van de eerstgenoemde in te voeren. T. v. N. L 24e j. ISO'. 1. 2(11, llS^J. Indisch Genootschap. Alg. Verg. van 26 Febr. 18i,4 Bespreking van de hee-rendienstpiigtighoid, ten behoeve van den Staat, van de hoofden, en van de dessa. T. v. A'. 1. 1S04. N. S. 2e j. I. 285. — l)c afschaffing der heerendienstpligtigheid op Java. Kort verslag van bovengenoemde discussion. Aid. 253. — Indisch Genootschap, Alg. Yerg. 6 Mei l8Gt. Advies omtrent de heerendieiisten. Discussi n en vaststelling van het advies aan den Min. vau Kol. tot hunne afschaffing, mei den tekst daarvan Aid. 430, 435. 14883. Over de regeling en afkoop der heerentliensten en finar.ciëele beschouwingen, door J. K. W. tiuarles van Ufford. Econ. Bijblad. IS6(). 306-309. 14884. Besluit, van 20 Vlei 1868 No. ■14, inhoudende o. a. bepalingen betreffende het verleenen van voorsehotlen op het door de Inlandsche bevolking, incevolge vrijwillige overeenkomsten, aim partikuliere ondernemers te leveren gewas, onder annteekening dat de verbodsbepalingen tegen het. verleenen vau voorschotten op het gewas, waarvan in de ordonnantie van üaendels, dd. 14 Julij 1808 sprake is, alleen betreffen voedingsmiddelen der bevolking, hid. S/bhtd Bijblad. II. 1858 No. 41 , bl. 319. — Uver de sedert gebleken inconsequentie der Regering te dien op-rigte. Tijds. N. I. 23e j. 11, 25i). |
14885. Do overgang tot vrijen arbeid op Java, door C. 11. Hasselman. Het middel daartoe, met behoud der batige sloten, zou moeten worden gezocht in eene verpachting der Gouv. kuituur-ondernemingen aan parti-kuliercn, doch onder voorloopige bestendiging van den dwangarbeid, en wel op daggeld, mits met tussehenkomst van het üouv. dat de Javaansehe-arbeidmakelaar zou moeten z'yn, alsmede Naschrift van den Redacteur, inhoudende heoordeeling van dit plan in verband met zijn eigen vroegere voorstel over landveikoop op Java, voorafgegaan, door eene karakterisering der zes op Java voorhanden soorten van arbeid en der kleinere afwijkingen daarvan. Sloel, Tijds. XXII. 28, 37. 1 1886. Ileerendienstep en misbruiken, door Arminius, dd. Java, 2 Aug. 1854. Beantwoording naar aanleiding van het ont-werpR. R. dd. 15 Dee. 1853, van de vragen: 1. Is liet mogelijk, de heereu- en ver-pligte diensten geheel door vrijen arbeid te doen vervangen 'r1 en II. Waaraan moet worden toegeschreven dat do klem, tot handhaving der heilzame verordeningen tegen misbruiken, niet heeft kuunen bestaan. T. v. N. L. IGe j. 1amp;54. U. i54. I4SS''. Stem van een modernen oudgast. Gok over het bestaan van deu vrijen arbeid op Java. Kol. Jaarb. 1861—62. 99, 116. I48b8. Een blik in het leven van den Javaan, door W. L. Het belang en de vatbaarheid van den Javaan bij en voor den vrijen arbeid en de partikuliere industrie naar aanleiding der brochures van B. 11. P. Has-elman en R. A. i'. de Vogel. Hoon. Bijblad 18''gt;2. lt889. Besluit, dd. Bangil 25 Junij 1810, van H. VV. Daendels, tot handhaving van het door hem gemanifesteerd principe om don Javaan het loon zijns arbeids onmidde-lijk zeiven in handen te geven, uit overtuiging, dat hetzelve uiet tot hem komt, wanneer de opgave door tusschenkoiuit van zijne |
336
Regonteu of andere inlandscbe hoofden geschiedt. Uit de Batav. Kolon. Cour. van J3 Julij 1810 No. i'8. Tijds. hid. T. L. V.-kunde, XI. 4e S. II. 1862. 170. 14890. Vrije arbeid getoetst aan do ver-pligtingen van den Javaan jegens zijn Sou-verein, door Q,. Beoordecling van een artikel, onder dezen titel door Sa lam dan Sal am at in het liataviaasch Handelsblad. Ed voor Nederl. van l.i Jan, iSGi No. 1. T. v. A'. I. 1864. N. S. 2e j. 1. S22. 14891. Verkluring van J.A. Caspersz., koutroleur, dd. Madioen Aug. 18b , dat de Javaan tot aibeid behoort te worden gebragt, door dwang. T. v. N. I. l-ie j. J851. I. 03, — Tegenovergestelde opinie, door denzelfden, dd. C eribon, Alei lft53. Ali. 13e j. 1^53 II. 142. 1 1893. Het voordeel van vrijwilligen boven gedwongen arbeid op Java, door quot;de Redaktie.quot; Over het misbruik in 181-7 der Heerendiensten ten behoeve van de vestingen maritieme-werken te boerabaja, zijnde in 1849 gebleken dat de vrije arbeid voordee-liger uitkomsten opleverde, dan de verpligte. '1\ v. A. I. 1849. 2e d. b59. 14893. Lessen over den vrijen arbeid ontleend aan D. L. Wolfson's verslag van de fabriek voor de marine en het sioornwe-zen te Soerabaja in 1858, speciaal het daaruit medegedeelde betreffende de twee elemen ton vau het personeel bij die inrigtiug werk-laMii, do Inlandsche kinderen en dc inlanders. T. v. N /. 23e j. 1861. II. 24. 14S9k Eijzonderheden, nopens dc vrije inlandsche werklieden bij de fabrieken voor dc marine en het stoomwezen te Soerabaja. ówari, /erh. 1861, 2e a!d 23. Tijds. JSijv. A'. /. VI. 91. — Zie ook over vrije inlandsche werklieden. Aid. VII. Ö9.J 395. 14895. Twee getuigen over den vrijwilligen arbeid der Javanen. Overzigt ontleend aan het verhoor in de verg. der Conimiasie tot het houden der enquête omtrent de zee-magt, die Nederland behoeft, op 7 April 1862, van G.R.J. Broek hof f, oud-scheepsbouwmeester op Java en van H. C. 11 e k k i ng, ov.d-Res. van Rembang, en van de daarbij door hen gegeven inlichtingen omtrent den vrijwilligen arbeid op Java, speciaal bij den scheepsbouw en bij den daarvoor benoodigden houtaankap. T. o. N, 1. 24e j. lb(iII. 343. |
14896. Hoe men het stelsel van vrijen arbeid op Java invoert. Aautooning der wijze waarop zulks moet geschieden, met veroor-deeling van den algeineenen maatregel om alle üouv. werken alleen door vrijen arbeid te laten uitvoeren. T. v. N. I. 20e j. 1858. I. 319. 14897. Wat is waarheid 1' Vrije arbeid blijkens officiëele stukken. Overzigt van hetgeen omtrent vrijen arbeid op .lava in de Regerings-verslagen van 1 ^49 tot 1857 voorkomt, meer bepaald met opzigt tot de beginselen, waarvan het Indisch bestuur als souvereine nuigt is uitgegaan in deze, in tegenstelling van de verklaring van den Min. van Kol. J. J. Rocliussen in de Tweede Kamer op 25 Nov. lS5y. T. v. N. I. 2^e j. lS6ü. II. 164, 244. — Eenige uitkomsten van het tegenwooulige regeringsstelsel over het jaar 1058, blijkens officiëele besclieiden. Aid. 23e j. 186 , I. 157. — Eene misstelling. Aid. 408. 14898. Vraag voorgesteld voor het XXe Nederl. Landhuishoudkundig Congres van 16-30 Junij 1865 te Assen, getiteld: Hecredicnsten. Door welke middelen kan de vcrpligting der Javanen tot het presteren van diensten, bekend onder den naam van hcerediensten, het snelst en minst storend worden opgeheven!'' '1'. v. Al. 1. i!)65. N. S. 3e j. I. 3u6. Loonen, em. 14899. Mededeeling, door P. Melvill van Carnbee, dd. 10 Maart IS45, van de verdiensten per maand te Singapore van een Chineeschen arbeider, een Klingalees eu een Maleijer. T. v. i\. I. 7e j. Batavia 1845. 3e d. 2-i0. 149UO. Opgave van het Indisch besluit, dd. 20 Aug. 1816 No. 3, wnarbij dc wcik-loonen der ambachtslieden hij do verschillende departementen in de ros. Soerabaja zijn verhoogd. T. v. N. 1. 18 9. Gron. ie d. 411. 14901. Het problema der arbeidsloonen opgelost op Java. Opmerkingen over den maatregel, bij Indisch besluit van 1 Eebr. 1859 No. 25, genomen om voor 's Lauds werken op .lava dwangarbeid tegen een dagloon van 12-4 cent te bezigen, wanneer geen vrije arbeiders a J'i cent te bekomen zij». T. v. i\r. f. 24e j. 1802. I. 199. — Idem in verband met de kabinets circulaire van J.J. Rochusscn, dd. 23 Mei 1850 N . 108. Jid. 23ii. |
337
14-902. Rede van G. 11. van Soest, over de regeling der arbeidsioonen op Java naar de wel, v.in vraag en aanbod, gebonden in de alg. verg ad. van 18 Dcc. JSM van bet Indiscb Genootschap. T. v. jV. I. 1804. N. S. 2e j. 1.1 gt;8. — Inbo d van deze rede. Aid. 99. — Ind. Genootschap. A.lg verg. van 6 Mei 186Regeling van de arbeidsioonen naar de wet van vraag en aanbod. Discussion naar aanleiding van die rede. Aid. 430, 441. 14903, Mededeeling uit o(ricii;ole bescheiden van 18:i2, door S. van Deventer J.Sz. Bevat bijzonderheden nopens het plan van koelie-etiiblissementeu op Java, en de mislukte proef in Pckalongan. T. v. N. I. 1865 N. S. 3e j. II. 333. 11904. Eene circulaire van den heer J. I. van Sevenboven over de hecrendien-sten. Met aantcekeningcn van De Redaktie, op die circulaire, dd. ö Sept. 1832 No. 1857, over eene verbeterde werking der beeren-diensten, en over het oprigtcn van koelie-etablissementen, ten einde meer handen voor do uitbreiding der kulturcs beschikbaar te krijgen. 1'. v. N. I. 23e j. 186I. 11. 143 14905. Over hot suoccs der vermindering in 1849 van beorendieniten, door aanneming van vrijwillige koelies voor de openbare dienstwerken in Socrabaja. T. v. N. 1.16e j, 1854. 1. 147. /Jrut, misbruiken, enz. 14906. Heerendiensten op Java; dcor Z. Opsomming van misbruiken, overdrijving en verkeerde strekking. T. v. N. I. 13e j. 1851. I. 421. 14907. Eenigc, aanteekemngen van een reiziger op Java; door H. Batavia Junij 1850, nopens den druk cn do ondoelmatige regeling der heerendiensten. T. v. N. I. ISoü. II. 211, 212 cn 213. 14108. De heerendiensten op Java, de geesel der bevolking, dd. Java Eebr. 18 )0. Het bestaan der heerendiensten, zooals die op Java worden gevorderd, aangewezen als de oorzaak der ramp van hongersnood in 18 t7 en later. T. v. iV. I. 1850. II. 75. 14909. Over dc heerendiensten, voornamelijk het oprigtcn van bruggen en andere |
werken van openbaar belang op Java; door Mr. H. C. van der Wijck, oud-adst. Res. van Buitenzorg. Verhaal van de wijze waarop dit geschiedt, en aantooning der verbetering daarin te brengen. Besohouut. Java. Arnh. ISjI. 49. 14910. Do Heer Vitalis en de Heer Ro-chussen. Bijzonderheden nopens den ontvangst bij J.J. Rochussen, van eene Memorie door L. Vitalis den 21n Junij lS5i| aaageboden, betreffende bestaande misbruiken op Jagt;ra, speciaal ten aanzien dor heerendiensten, bijzonder voor nutteloozc bouwwerken; en mededeeling van eenigc uittreksels uit deze Memorie. T. v. N. /. 14e j. 1852, l. 294. 14911. Inhoud van de kabinets circulaire van den Gouv. Gen. J. J. Rochussen, dd. 23 Mei 1850 No. 108, aan de Hoofden van gewestelijk bestuur op Java, ter aanwijzing van de groote noodzakelijkheid, om de hee-rendienst-pligtigheid te beperKcn tot het nuttige en onmisbare. Bijbl. Ind. Staatsblad, 11. 1^50. No. 31-2. — Tekst daarvan. Rochussen, Toelichting, 's Uago i853. 142, 14912. De Directeur van de kultures (S. D, Schill), de Prokureur-Generaal (P. Mijer) en de adat. Over het veelvuldig misbruiken van den adat, naar aanleiding cn met mededeeling v.m de circulaire van den Prok.-Gen. bij het H. Gercgi.sliof van Ned. Indië, P. Mijer aan de Residenten van Java, dd. 22 Jan. 1851, inhoudende voorstel om op grond van dien adat, de voeding van getransporteerd wordende inlandsche gevangenen, te brengen ten laste van de waronghouders langs dc wegen. T. v. N. [. i5e j. 1853. 11. 47 1. 14913. Afschaffing van een schadelijk misbruik. Lof aan den Gouv. Gen. A. J. Duymaer van Twist, wegens verzacht ing van het drukkende der diensten en eerbewijzen door de Inlandsche bevolking op Java te brengen aan den Gouv. Gen. cq de hooge ambteniren op hunne reizen; met den tekst van dit befluit, dd. 2 Julij i 8j2. No. 1. T. v. N. I. 14e j. 1852. II. 311. 14914. Gemotiveerd voorstel tot bevrijding der bevolking op Java, van dee ha;ir willckeuriglijk opgelegden last, om wagen-paarden en tuigen te leveren voor het, kosteloos vervoer der ambtenaren in dc binnenlanden der residcntiën, den 31 Dec. 1^53 door den oud-Inspecteur der kultures op J ava L. Vitalis, aangeboden aan den Min, van |
43
838
Kol. C. E. Pnhud. Viialis, Opmerking sui-keritiduMrie, 'silage a3, US. J49I5. De reis van een. Gouverneur Generaal mag geen druk voor de bevolking zijn. Opmerkingen nopens do klugten hierover, ten gevolge van de reis van Ij. A. J. W. Baron Kloet van de Beele, door Midden-Java gedurende Junij en Julij ls6', medegedeeld in liet Bataviaasch Handelsblad van 12 Julij lS(i2 Mail Editie. T. v. N. L. 24c j. J8()2. II. 128. 14910. Het tegencaan der knevelarij en misbruik van heerendiensten onbestaanbaar geaeht met het vigerend dwangstolsel; door Z. T. v. N. 1. l ie j. 1852. 1. 302. 14917. Opgave door W. Bosch, dd. Cheribon, 20 Julij ls51, dat de bevolking op Java, bij de kultures ingedeeld, niet is vrijgesteld van hcerendienstcn, 2'. v. N. I. 13e j. 18.U. 11. *80, Op Java. aan het adres van Multatuli Dekker, en aantooning, dat een voldoend aantal vrije groote werken in Bantam, t gewoonte van de Bantam-te gaan zoeken in de Lain-.avia. H'citzelf Lampongs . Uor. 14918. Noot of E. Douwes het gemis van arbeiders voor liet gevolg is de meis, om werk pongs en te iiat 1862. 16S. 14919. Pijagem van den vorst van Ma-taram, door K. E. Holle, dd. Garoet, 6 Junij 180:). Mededeeling met toelichting van den Javaaascheu tekst met Nederduitsche vertaling vau deze akte, houdende vrijstelling v.m diensten door dien vorst aan een inwoner van dc kampong Tjikeroch (dis. Wanakerta, afd. Limbangan res. Prcanger Regentschappen) ter zake van het verlies van een arm tijdens dc belegering van Batavia in 1()28 en 1629. Tyds. lift. '1'. L. en V.kunde, Xlli, 4 S. IV. iisOé. 492. 14920. Dc llegentcn der Prcanger Regentschappen. Veroordeeling van liet Indisch besluit, dd. 18 Jan. 1850 No, 3, bepalende het. vorderen van diensten cn leveringen van den inlander ten behoeve der Regents woningen aldaar; met tek^t van dit besluit v. i\. 1 20c .j. 1858, 11. 5S. 14931. Beschrijving van een Kaloerahan jn de Koordcraldeeling van het Regentschap |
Tjiand joer,ies. Prcanger RegentschappenlSGO, door li V\. van Marl e. Ouder auüeren van de heerendiensten. Jiijdr. Lnd. T. L. y kunde, N. V. IV. 1, 11—13. 14922. Opgave, door P. Blocker, van de veelsoortige diensten, waartoe de bevolking van het regentschap Samarang onder don titel van heerendiensten in 1847 werd geroepen. T. v. N. I. 1850, I. 21. 14923, Verslag van het gebeurde in IS5Ü—1852 met het landgoed Kali-Kondang, in Sainarang, betreffende de onregtmatige vordering van heerendiensten door het Gouvernement, zijnde in strijd met de verkoops-voorwaarden. T. v. A'. /. 15e j. 1853. 1.34. 149H4. Hoc men kostbare huizen goedkoop weet te bouwen; door Alexis, dd. Java in Aprü i86i. Aanmerkingen op de onregt-matig gevorderde hcerendienstcn voor den opbouw der adsistcnt-residcnls-woning te Ngawie in Madioen. T. v. A. /. 17e j. 1855. 11. 142. 14925. Arrest van het Hoog Gcregts-hof van M. 1., van 18 Dcc. 1851., tot vrijstelling van heerendiensten der landen door het liritsch Tussehenbestuur verkocht, zulks op groud van de verkoopsvoorwaarden; cn speciaal wat betreft het laud Djager in Soe-rabaja; gevolgd door eenige beseliouwingcn hierover. 7'. v. N. l. 15e j. 1853. 1. 39. 14920. Besluit van den waarn. Gonv. Gen. v. N. i, J. G. Reijnst, dd. Buitenzorg 9 Sept. 1844 .No 8, tot magtiging van den Res, van Soerabaja, D. E. W. Pietermaat om van de particuliere landen aldaar, in lhl2 door het Engelseh Tussehenbestuur verkocht, kocliedienstcn te vorderen voor de Laud's werken, T. v. N. I. i5e j. 1853, i, 35. Noot. Besluit van don Uouv. Gen. J. J. Roehussen, dd Batavia, 21 Julij IS'iO No 1 a, tot afwijzing van de requesteu van J, H, (Jremer, als gcmagtigde van de eigenaren der onder het l.ngclsch Tussehenbestuur verkochte partikuliere landen in Soerabaja, om intrekking van bovengenoemd heshut en van dat van 1 Maart 1645, No. 8, Aid. 35. 14927. Mededeeling met toelichting door S. van Deventer J.Sz. van de Missive, dd. 2 April 1803 i\o. 3142, van den Rcs. van Soerabaja O van Rees aan de Indische Reg ring, inhoudende de resultaten van zijn onaerzoek naar de werking der heerendicu. |
339
sten in deze residence T. v. N. I. ISöi. N. S. 3e j. 11. 66. Noot. 14028 Mededeeliagen betreffende de hee-rendienstoa in de res. Grissee in IS2-i, getrokken uil. het, verslag van den Resident A. D. Cornets de Groot. T. v. N. /. l.)ej. 1853. I. 97. 14929. Opgave van alle diensten, die van rijkswege verrifrt werden in het regentschap Bangil (res. Passaroean), van 182S—1843. Medegedeeld door S Keyzer. Vooroen groot deel ook bestaande uit voorschriften of bepalingen van politie. Bijdr. Ind, T. L. V.-kunde, N. V. VI. 216. 14930. Het nieuwe onderzoek omtrent de Uembangselic zaak. Uit Jn.tic ingezonden. Bevat eenige mededeelingen nopens de aanvankelijke resultaten in het voordeel van M. C. Bekking van het aan den llesi-deut O. van Rees opgedragen nieuw onderzoek in deze. Kolo/i. Jaarb., 3c j. 1863. 1. — Correspondentie tot recuilcatie hiervan. Aid. 614. 14931. Indisch besluit van 27 April 1S63 No. 14 verleenende aan den gewezen Res. van Rembang, H. O. Bekking op zijn verzoek een eervol ontslag uit 's Lands dienst met behoud van regt op pensioen; alsmede eenige conelusiove beschouwingen van De Redaktie. Koloa. Juarh. :ie j. 1863. 412. 14932. Recapitulatie der proccduren van C. H. K Riesz tegen H. C. Bokking. Kolon. Jaarb. 1862. 51. Buiten Java. 14933. Hoe de bevolking van Sumatra tegen willekeur van wien ook beschermd wordt. Aantooning, dat in strijd mot, do bestaande bepalingen, in een der binnenlaud-sche distrikten van Sumatra, van 1850— 18.)3, een nieuw steenen controleurswoning met steenen bijgebouwen zou zijn daaige-steld, geheel op kosten der bevolkinc;. T. v. N. I. . 16e j. 1854. II. 404. - Opmerkingen hierover door 'L, dd. Padang 7 Julij 1855. Aid. 17c j. 1855. II. 214. 149 !4. Plan van afschaffing der heeren-dienstcn in Mandaheling en Ankola, door A. P. God on. ads. Res aldaar, dd. Penja-bongan 23 Mei 18.16, ïekst zijner Memorie, opgemaakt met het oog op art. 05 en art. 56, §5 van het R. R., zijnde eigenlijk eene geldelijke berekening der uitkomsten van zoodanigen maatregel. T. v. N. I. 24e j. i 862. I. 42. |
14935 Mededeeling door P. Bleeker, dat op Banka alleen de gehuwde mannen tot heerendienst zijn verpïigt. T. 0. N. 1. 1850. II. 357. 14936. Beschrijving van de hecrendien-sten m Matan, Simpiing, Soekadana, de Ka-riraata-eilanden en Koehoe, in de W. Afd. v. Borneo; door H, von De wall. Tijds. Ind. L. y.Kunde, XI. 4 S. 11. Ib62. 20, 34. 38, 43, 77, 94. 14937. Mededeeling van dc, bepalingen op de heerendiensten in de Minahassa van Menado, en hare toepassing en werking in l!gt;53; door A. J. F. Jansen, Res., dd. .Menado. 23 Maart 1854. Tijds. Ind. '1'. L. y. kunde, X. 4 S. I. Ib61. 255. 14938. Mededeeling, door P. van der Crab, van zijne vruchtclooze pogingen in 1863, op de Goram- en Ceram-Laut.-Eilanden en oostelijk Ceram, tot, aanwerving van vrije arbeiders voor Banda. Tijds. Ind. T. L. kunde, XIII. 4 ö IV. 1864'. 535, 537, 541, 541, 547, £49, 650, 654. 1 1939. ïabel aantoonende het aantal geleverde mannen voor arbeid tegen betaling uit ieder der magazijnen tot de afd. Am-boina behoorende in ISM). v. d. Crub, Ho-luksche EU. Bat. ]8ii2. 153. 149IÜ, Over do verpligte diensten in de res. Amboina, en de wenschelijkheid van haar behoud, in verband met den aard van het volk. v. d. Crab, Muhiksche EU. Bat. 1862. 149. 14041. Regeling der heerendienst en in Pransch Coehinehina; door H. Overname van het artikel ouder dezen titel in het Bataviaaseh Handelsblad van 15 Jan. 1865 1S0. 1, editie voor Nederland, geplaatst naar aanleiding der mededeelingen en beschouwingen van den Courier de Saigon, over de hervorming van dit stelsel. T'. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. I. 310. 14042. Over de Pranscb Engelsche overeenkomst tot voorziening der Pransebe ko-loni n van vrije arbeiders uit lndi ; ia stede van uit Afrika. Eeon. Bijblad, 1861. 243. |
43*
WATERSTAAT EN PUBLIEKE WERKEN.
34U
WATERSTAAT EN PUBLIEKE WERKEN.
Personeel. 14913. Voorstel iian deu Miu. van Kol. J. C. Baud door den üouv. Gen. J. J. Rocliussen, dd. JJuil.inzorg 28 Oct. 1S47 No. bö'.i/S, tot daarstelling van eene Directie van openbare werken eu nijverheid, waaronder de witerstaat en 's Lands gebouwen; met uitbreiding vim het kader van de ingenieurs van deu waterstaat. J. J. Roohmsen, Toeli htiuff, 's Hage lti53. 201. — Gunstig oordeel daarover door G. de Serièrcjdd. Amersfoort lil April 1853. T. v. JV. I. löe j. ]8j3. I. 353. 14944. Beschouwingen door N. N., dd. Java, Julij 1855, over de reorganisatie van het bestuur van den waterstaat en de civiele werken, en over de daarstelling eeuer Directie der openbare werken. T. v. N. 1. 12e j. 1855. 11. 2(iü. 14945. Het. bouw-departement in Ned. Indië, door X. dd. Sept. 1861. De onvoldoende inrigling daarvan, vooral met toepassing op Banjoemas, en onder aanwijzing van verbeteringen. T. v. N. 1. 24c j. lMi2.1. 47. 14946. De Directie van openbare werken op Java; door Lambd a, dd Java, April 181.2. Verdediging van het daarover gevoerd beheer door G. H. Uhlenbeck. 1854—186J. 2'. v. J.V. I. 24e j. 1862. II. 28. 14947. Klagten door ***, dd. Mei 1854, over het genus aan de noodige civiele ingenieurs in N. Indië, toegeschreven aan de zucht van het Opperbestuur lot opdrijving van het batig slot. T. v. N. I. 16e j. 1854. I. 439. |
149'}8. Koninklijk besluit van den 2()n Dec. 1864 No. 70, houdende vaststelling der verordening op de benoembaarheid tot ambtenaren bij den waterstaat en de burgerlijke openbare werken in Ncd, Indië. Veth, Ver-zameling, Leid. II. 39. 14949. Brief, dd. Batavia, 20 Julij 1S50, van deu ingenieur van den waterstaat C. V. E. van Rijneveld, aau het Koninklijk lu-stituut van ingenieurs, inhoudende beschrijving van den werkkring en de wijze van werken der ingenieurs van den waterstaat in Oost-lndië. Instit. v. Ingenieurs. Not. 1850—18.il. 41, 33. — Toelichting door deu Majoor-ingenieur 1. J. A. Keure-naer, voor zooveel betreft de wtrken door de militaire genie uitgevoerd. Aid. Verh. 1851—1852. 65. Noot. 14950. Besluit, van den Gouv. Gen. van Ned. Indië, dd. 3 Junij 1832 No 5, betreffende de organisatie en de werkzaamheden van het korps ingenieurs van het mijnwezen in Nederlandsch IndiOvergenomen uit de Javasehe Courant van 12 Juuij 1SS2. Nul. Tijds. A. I. 3e j. 1852. 348. Bouwkunde. 14951. Over de bouwkunde der Chinezen. Kaar het lloogduitsch van Stieglitz, Gesch. der Baukunst; door W. C. Timmerman, dd. lïlburg, 20 Mei 1836. Nei. Bouwk. Mac/. I. 1839. 437, 515. il9quot;(2. Aanteekeningcu omtrent eenige proeven met den Weliransohen tras, door den inc. H. de Bruijn, te Sotrabaja. 13 Oct. 1854 No. 1317/7. Tijds. Nijv A./. II. 1856. Oorspr. Bijdr. 47. Nat. Tijds. N. I. VII. N. S. IV. 1854. 473. |
INDIE.
341
14953. Zamenstelling van twee soorten van cement, aanbevolen door J. Tromp, Hoofd-ingen. T. v. A. I. 3e j. 1 d. .Batavia 1S40. 4'i. ]49.p)4. Bijzonderheden nopens een witte kleiaarde, geschikt voor witten van muren en houtwerken, medegedeeld door J W. B1 o m in est cy n, in zijn brief dd. Amboina 4 Aug. TS.jli. Tljds. Nijv. III. 1856.48). — Zakelijke inhoud van het rapport van C. T. Deeleman omtrent deze bedekking. Not. Maats. Nijv. 29 Jan. 1857. Aid. IV. 1658. 183. 14955. Prijsvraag uitgeschreven door het Batuviaasch Genootschap van Kunst, en Wet. „Voor dengenen, die een honderd poti.en witkalk, in het distrikt van Batavia gemaakt, levert, in deugd en prijs gelijk met de Ban-tamsche.quot; Ferh. Bat. Qeu. N. /. II 3e dr. 1826, Voorberigt 11. 14950. Missive, dd Fadang 13 February 18')4 No. 1. vau den Majoor der genie D. J. Uhlenbeck, ter mededeeling vau bijzonderheden nopens de benuttiging van steenen uit het gebergte nabij Padang voor het bouwen aldaar. Nat. Tljds. N. I. VI. N. S. UI. 1854. 153. 14957. Over de wering van witte mieren uit gebouwen; door X. '1'. v. -V, I. 1865. N. S. 3e j. I. 383. 14958. Verzoek bij brief, dd. Batavia 27 Sept. 1858, No. 161/4592, van den Kol. dir. der genie W C. van Schierbrand, aan de Nat. Vereen. N. I. om aanduiding van voorbehoedmiddelen tegen het gevaar, bij onwe-ders, verbonden aan het bewonen van ijzeren gebouweE in Nederl. Indi1. Nul. TJds N.l. XVI. 4 S. II. 185»—Iï59. 3 ,2. — Consideration en advies van J. G r o 11, over de inlichtingen te geven omtrent de vraag der bewoonbaarheid van ijzeren gebouwen bij hevige onweders. Not. Nat. Vereen. 9 Dcc. 18ó8. Aid. 36J. — Idem van J. A. C. Oude m an s beuevens brief, naar aanleiding dezer adviezen, door het Bestuur der Nat. Vereen, te schrijven. 23 Dee. 18j8./i/rf. 3/5. 14959. Zakelijke mededeling der missive, dd •i'2 Aug. Ib63, 3e Bur. No. 4177, van den L)ir. der genie, W. C. van behierbrand, om inlichtingen omtrent het gebruik van geelkoperen kettingen als konduktors voor bliksemafleiders. Nal. Tijds. N. 1. XXVI. 6 S. I. 1861. 460. — Rapporten van P. A. Bergs ma en S. A. Bleekrode Jr., hierover. Not. Nat Vereen. 26 Sept. 1863. Aid. 472, 474. |
Gebouwen. 14960. Een klein staaltje van de wijze waarop men met 's Lands penningen omspringt, dd. Padang April i860. Mededeelingen nopens den aankoop en verkoop, den aanbouw en verbouw van Gouverncments-gebouweu op Sumatra's-Westkust. T. v. N. ƒ. 22e j. 1800. II. 134. 14961. Plan van het hospitaal te Mun-tok. Schaal van 5 el op den duim. Segum lith. Batavia 1855. Lith, der genie. (Jen. Tijd». N. I. V. 1857. 884. 14962. Voorwaarden, gearresteerd te Batavia in 't kasteel, den 29 Oct., Anno 1754, tot het oprichten van een geprivilegieerd Stads Logement, welke tevens dienen zullen tot eene provisionele ordonnantie. Nederl. Jaarb. IX. 1755. 2. 895. — Resultaten van deze oprigting. Aid. XII. 1758. 1. 526. 14amp;63. Bijzonderheden nopens het afgebrande Zee-Magazijn van de Oost-Indische Compagnie ter Kamer Delft, en voornemen tot wederopbouw. Ned. Jaarb. 1.1747.1. 163. 14964. Verplaatsing te Batavia op 1 Maart 17b6 van het Stads Heeren Logement naar de daarvoor gekochte gebouwen van Mevr. van der Parra en Mevr. de Klerek. N. Ned. Jaarb. X.V1. J7!)6. 2. 1658. 14965. Bijzonderheden nopens de stichting en plaats gehad hebbende verbouwingen, van het paleis te Buitenzorg, hetwelk door een ander zal worden vervangen. Leiterb. 1835. I. 190. 14966. Javasche Schetsen. Batavia. De Harmonie. Het gebouw, geschiedkundig over-zigt, getrokken uit offieiëele stukken. De Kopiist, le j. Ie d. Batavia 1842. 29. 14967. Mededeelingen door P. Melvill van Carnbée, Luit. ter zee, betreffende de sterretoren door J. M. Mohr te Batavia gesticht. T. v. N. I. 6e j. Batavia 18i4. 4e d. 177. Idem; door J. S. van Coevor-den; dd. Ternate, Mei 1845. Aid. 7ej. Batavia 1845. 3e d. 271. 149C8. Een bouwkunstenaar te Batavia. Mededeeling van een brief uit Batavia, door een //Spotvogelquot;, inhoudende klagten over |
WATERSTAAT EN PUBLTEKE WERKEN.
342
— ecu persiüage van — de weinige duurzaamheid en de smakeloosheid der in den laatsten tijd te Batavia voltooide aanzienlijke gebouwen. T. v. N. I. 1849. 2e d. 305. 14969. Nota, dd. Eatavia 23 Dee. 1852, van den Hoot'd-ing. van den waterstaat en 's Lands gebouwen in N. 1., J. Tromp, over een ontwerp tot een gebouw voor do teu-toonstelling te Batavia, met plaat. Hierin is de daarvoor uitgeschreven prijsvraag, geplaatst in de Jav. Cour. van 22 Öept. I8i2, en het aangenomen project van den ingenieur C. T. Deeleman. Insl. v. Ingenieurs, Not 1852—1853. 149. — Oordeel over dit ontwerp van Deeleman, door de Leden ingenieurs te Dell't. Not. 12 April 1853. Aid. 132. Zie ook 8. 14970. Schets van het hospitaal te Weltevreden. Schaal van 10 ellen op den duim, M. L. Stuart lith. Lith der genie, Kap. C. Wolff, del. Gen. Tijds. N. 1. IV. 1865. 118. 14971. Een nieuwe woning voor den Kommandaut der Marine; door L. L. Be-rigt betreffende de aanbieding door Mr. C. Hultman, Pres. van het Hoog (Jeregtshof van Ned. Indië, van zijn huis ver boven de geschatte waarde tot woning voor bovenge-noemden Kommandant te Batavia. T. v. iV. 1. 22e j. 1860. I. 329. 14972. Platte grond der gebouwen binnen de vesting Willem 1, in de vallei van Ambarawa op Java. Steendr. v. J. en H. v. Langenlmisen. Inst. v. Ingenieurs, Verk. 18,jl—1852, tegenover 54. Plaat XX. 14973. Inhoud van eene verhandeling, over de bouwmiddelen en wijze van uitvoering bij de geniewerken, welke in de vallei van Ambarawa op Java worden aai gelegd, met eene beschrijving der zamenstelling en inrigting van de gebouwen binnen de vesting Willem I, door den Majoor-ing bij het Indische leger I. J. A. Keurenaer. Inst. v. Ingenieurs, Not. 1851—1852. 150. 14974. Over de bouwmiddelen en de wijze van uitvoering bij de geniewerken welke in de vallei van Ambarawa op Java worden aangelegd, met een beschrijving der zamenstelling en inrigting van de gebouwen binnen de vesting Willem I, door den Majoor-ing. bij het Ind. leger I. J. A. Keurenaer, grooteudeels getrokken uit bouwkundige journalen. Met platen. Inst. v. Ingenieurs, Yerh. 1851-1852. 54. |
14975. Op wien rust de schuld van den ramp te Kedong KeboP Mededeelingen nopens do instorting der gebouwen voor bet pupilleukorps te Kedong-Kebo, en verwijt van verzuim in deze, met aandrang tot opsporing van den schuldige aan het verlies daardoor van menschenlevens. 'I\ v. N. I. 18c j. 1856. 11. 135. 11976. Plan van het groote militaire hospitaal te Saiuarang, met den platten grond en opstanden van het hoofdgebouw en de olli-eierszaal. Geteekend en gelithograf. bij de lithographie dor Genie Directie naar teeke-ningen van E. Sesslcr en von iiarl'uss. Batavia 1855. Schalen van 2, van 4 en van 10 el op den duim. Wiemans lith. Gen. Tijds. N. L. V. 18fa7, tegenover 170. 14977. Bijzonderheden nopens de uitbesteding van een krankzinnigengesticht, bij het hospitaal te Simpang. Gen. lijds. N. I. XI. N. S. VI. 1864. 152. 14978. Mededeeliugeu over de maritieme werken te Soerabaja, door den Luit. ter zee D. L. Wolf son. Met platen. Memorie, dd. 31 Dec. 1851, zijnde een geschiedkundig en beschrijvend overzigt sedert 1822, grooteudeels getrokken uit een aantal bescheiden van den Ing. Ie kl. van den waterstaat W. G. C. Geil, Gevolgd door de overname uit de Ned. St aatscourant van 16 Nov, 1852 van de mededeelingen dd. Bat. 21 Sept. 1852 omtrent den voortgang der werkzaamheden aan het nieuwe maritieme etablissement aan de oostzijde der Kali Mas te Soerabaja, geplaatst in de Jav. Cour. v. 22 September 1862. Inst. v. Itu/enieurs 1853—1854. 58. — Mededeelingen over de maritieme werken te Soerabaja door D L. Wolfson. Tekst als boven zonder platen; doch met latere bijvoeging van 1 Jan. 1852 tot 1 Dec. 1-54. Tijds. Aijv. N. I. Oorspr. Bijdr. II. 1855. 55, 87. 14979. Situatie-teekening van de gesteldheid in Deo. 1851 van het terrein en den loop der rivieren in het maritieme etablissement te Soerabaja; benevens //ontwerp voor het etablissement, door den Ing. der 1c klasse van den waterstaat W. C. G. Geil,quot; en toestand van het etablissement, in het laatst van 1851. Schalen van 1 : 75000 of 2 duim — 1 paal, en van 1:5000. Steendr. v. J. en H. v, Langenhuisen. Inst. v. Ingenieurs, 1853 -1854. Plaat XVI en XVII. 11'980. Plaat voorstellende »het nieuw |
IN DIR.
343
ziekenhuis op Ambon.quot; F. Ottens fecit. Va lentijn, JI. tegenover 131. — Idem van »liet werkliuisquot;. Aid. tegenover 131. Artesische putten. 1498!. Iets over artosisclie bronnen; door O. dd. Jan. 1843. Besclirijving van de werktuigen waarmede en de wijze boe deze bronnen geboord worden. Met afbeeldingen. T. v. N. I. 5e j. 2e d. Batavia 1813. 1.j8. 14982. Berigt betrefiende de beide voltooide artesiselie putten tc Samarang, en de ondernomen boringen te Batavia, Soerabaja en in bet Tort Willem l. T. v. N. T. 5c j. 2e d. Batavia 1843. 159. 149S3. Medcdeeling, doorS. H. de Lange, van bijzondi rheden nopens bet boren eener artesische bron, op het eiland Onrust, bij Batavia. Not. Nat. Ver G Julij 1854. Nat. Tijds. N. L VI. N. S. III. I8..4. 530. 14984. Artesische pul boring tc Samarang. Medcdeeling der verkregen resultaten sedert 5 Sept. 1841. Letterb. 1842. I. 191. 14985. Beschrijving, door M. J. E. Muller, van de artesische put te Samarang in 1811 geboord. T. v. N. J. 7e j. Batavia 1845. 3e d. 354. 14986. Bijzonderheden nopens de diepte en werking van de artesische put te Samarang in 184-1 geboord, alsmede nopens de hoedanigheid en het gebruik van het water. Nat. Gen. Arch, N- l. 2c j. 1845. 470. Zie 3e j. 1840. 267. 14987- Methode tc Willem I, in de vallei van Ambarawa op Java, gevolgd bij het boren der artesische pul aldaar. Medegedeeld doorden Majoor-icg. 1. J. A. Keurenaer. Inst. v. Ingenieurs, Perk. 1851—1852. 75. IValerwerlcen. 14988. Bepalingen omtrent wegen, waterleidingen, enz. op de parlikuliere landen in de Ommelanden van Batavia. Inhoudsopgaven, 1753—18U7. '1\ v. A'. /. 1849. Oron. Ie d. 260. |
14989. Eenc zending naar Lombardye, in 't belang van den landbouw en de industrie op Java. Beschouwingen over de zending van den Hoofd-ingenieur van den waterstaat in Hed. Indie, 11. do Bruyn naar Loinbardyp, ter studie en onderzoek van bet gebruik van water bij den landbouw aldaar, voor even-luelc toepassing op Java. 2'. v. iV. J. 22ej. 1860. I. 130. 14990. De waterstaat in Noord-Italië en op Java. Ilapport van den uitslag der zending van den Hoofd-ingen. der openbare werken in Ned. Indië, H. de Bruyn naar Frankrijk en Noordelijk Italië, tot onderzoek der werken van irrigatie en waterkecring in de vallijen van de Po en de Loire, met het oog op Ned. Indie, hem opgearagen bij besluit van 4 ïebr 1860 Lr. A. No. 27. T. v. A'. ƒ. 2ie j. 1862. I. 277. 14991. Verslag van een reis naar Frankrijk en Noord-ltalir, op last van Z. Ex. den Min. van Kol. J. J. Rochussen, in i860, gedaan door H. de Bruyn, Hoofd-ingenieur der openbare werken in Ned. Indir. Compilatie, dd. Batavia 14 Dee. 18G1, van zijn Rapport, alsmede van de dagelijksche aan-teekeningen, gebonden op de reis en van eenige bijlagen. Benevens zijne voorstellen dien ten gevolge. Met platen. Inst. v. Ingenieurs, 1 erh. 1802—63. 6u. 14992. Vraag voorgesteld door het bestuur van het XIVc Nederl. Landhuisboud-kundig Congres, tc houden te Winschoten van 21—25 Junij 1859, over de regeling van het bezit en gebruik der waterleidingen op Java. Hond. Ind. Gen. VII. 1860. 124.— Verslag van bet verhandelde hierover, did. 125. 14 993. Mededeelingen over den waterstaat op Java in 1850, van den ingenieur W. G. C. Geil. Zijn rapport, dd. Soerabaja 31 Julij 1850, aan den Rcs. van Soerabaja P. J. B. de Perez, inhoudende bet ontwerp eener systematische verbetering eu regeling van den waterstaat in de regentschappen Soerabaja en Modjokerto van de res. Soerabaja, en in het regent schap Bangil van de rcs. Pasoe-roean; met Nola van toelicbling. Door hem ter plaatsing aan De Rcdaklie medegedeeld bij brief, dd. Cleve :il Julij 1862, naar aanleiding van het openbaar gemaakt rapport van H. de Bruyn over den waterstaat in Noord-Ilalië cn op Java. T. v. N. 1. 24e j 1862. II. 193. 14994. Over de noodzakelijkheid eener waterbouwkundige opname vau allo rivieren op Java, ter uitbreiding van het vloeijing-stclscl. Stoet, Tijds. XV. 517, 518. |
WATERSTAAT EN PUBLIEKE WERKEN.
344
11995. Prijsvraag van het Bat. Gen. in N. I. getiteld: Alen meent, dat het herstellen der sluizen het cenigste middel zou zijn, om de stad Batavia van overvloedig water te voorzien, welk is daartoe het best en voor-deeligste ontwerp 't Tc beantwoorden vóór uit. Junij 1779. Verh. Bat. Oen. N I. L 3e dr. 1825, voorberigt 30. — Verslag van het ingekomen antwoord. Jld. Naberigt, bl. X. Aid. II. 3e dr. 1820, Voorberigt 10. 1499G. Windmolen van den Heer J. Tromp, en ander werktuig van den lieer C. Perrot, tot opdrijving van water ten behoeve van den landbouw. Uit de Jnv. Cour. No. 11 en 27 Juny 1829 ]Sio. 09 en 75, bijv, Mededeeling ind. Mag. II. Tw. 1845 Mo. 11 en 12 bl. 49, 52. 14997. Opmerkingen nopens de proefneming in Krawang, met wind-water-molens, tot betere bewatering der landen, voor de kultures, op last van den Commissaris ücn. Du Bus op zijne reis in 1828 Uit de Jav. Cour. v. 30 Sept. 1S2S No. 117. Ind. Mag. II. Tw. 1845. No. 11 en 12. bl. 3. 11998. Mededeeling met toelichting door J. H. van den Bosch, Res. en landeigenaar op Java, zijner Memorie, dd. Junij 1850, over eene nieuwe wijs, om kanalen op Java aan te leggen, aan het Indische Gouvernement aangeboden, v. d. Bosch, Kultures, 's Hage 1851. b7. 14999. Aantooning der voordeden, verkregen door een verbeterde rigting aan de rivier Tjidoerian in de res. Bantam, gegeven door de voltooijing van deu dam nabij Ben-doeng, daargesteld door de bcmoeijinge.n van den Bes. U. van Polanen Petcl, en üen ing. G. Th. Walter. Mededeeling door G. W as-sin k, uit het Bataviaaseh Handelsblad van 8 Julij lb63. No. 54, bijv. Gen. Tijd. .V. ƒ. XI. N. S. VI. J8o4. 153. 15000. Opgave van het plakkaat van 13 Dcc. 1754, bepalingen betreffende de gegraven vaart, de Slokan, en het. gebruik van het water voor de rijstvelden in de Ommelanden van Batavia. T. v. N. I. 1849. Gron. Ie d. 257. — Idem, vernieuwing en ampliatie daarvan bij plakkaat van 20 Maart 1778. Aid. 259. 15001. Opgave van het plakkaat van 10 Julij 1807, waarbij tot een algemeen en aaneengeschakeld geheel is gebrast alle bevelschriften omtrent ile gegraven rivier »Slo-kanquot;, in de Ommelanden van Batavia; en tevens ia gearresteerd eene instructie voor den opziener dier rivier. T. v. N. /. 1849. Gron. 1 d. 208. |
15002. Mededcclingj door E. de Waal van het plan tot het maken van een keer-dam van rijshout en zinkstoffen in de rivier Tjisaagarong, ten behoeve eener betere bewatering der nabijgelegen velden in de res. Cheribon en Tagal; in 1843 ontworpen en uittevoeren door den ingenieur J. A. Kra-jenbriuk. Ind. Mug. I. Tw. 1844. No. 4, 5 en C. bl. 275. 15003. Verhaal van het daarstellen in J835 - 1837 van het kanaal van Kalie-Yosso in de res. Banjoemaas, tusschen de rivier Serajoo en de Öiraat van Nuessa-Kambati-gan, door den lies. G. de Serière; benevens mededeeling van zijn brief, dd. Banjoe-mas 10 Jan. 1gt;37 aan den Gouv. Gen. en Rapport van den opziener Aldiuger. de Serière, Mijn loopbaan, Zwolle 1849. 41, 159, 103. 15004. De herhaling van de volksramp in Demak en Grobogan altoos dreigende. Over de traagheid en onverschilligheid, waarmede de zoo noodige waterwerken in die aldee-lingen van de res. Saraarang worden daargesteld. T. v. N. I. 19c j. 1857. II. 321. 15005. Mededeeling door L. dd. Sama-rang 1859, nopens den voortgang der werkzaamheden aan de waterwerken in het regentschap Demak, en beschouwingen over de te verwachten uitkomsten bij eventuele voltooijing. T. v. N. I. 2lc j. 18ü9. II. 49. 15000. De nieuwe organisatie van den waterstaat in Oost-Indië en de stroomleider aan de monding der Solo-rivier; door JS.N. dd. Java, Julij 1855. BeooMee.end overzigt van de daarstelling van dezen stroomleider van 1847 -1854; niet aanlooning van de verdiensten hierbij van den architekt 2e kl. W. Ihnc. T. v. A. I. 17e j. i8ö5. II. 200. 15007. Brief, dd. Soerabaja 18MeilS40. No. 200 van den ingenieur W. G. C. Geil aan den Dir. der producten en civiele magazijnen C. i'. Pahud, inhoudende zijn advies tegen de vereeniging der Solosche en Kedi-rische rivieren. T. v. N. I. 2 te j. 1802. II. 199. — Indisch besluit, dd. Buitenzorg J3 Oct. 1840. No. 12, waarbij van bovengenoemde vereeniging wordt afgezien. A ld. 2u0. |
345
15008. Beschrijving der stuwdam met, irrigatie-sluizen in de Porrong-rivier. Uit een. Nota van H. de 13r uyn, vergezellende een model dor stuwdam, tentoongesteld Ie Batavia in üet. J853. Tijds. Nijv. N. I. 1. 1854. Oorspr. Bijdr. 74. 15009. De rawa Wawar in de res. Ba-gelen, door G. H. van Soest. Omschrijving van een plan van 1848 tot droogmaking daarvan; leidende de beschouwingen over de uitvoering tot de conclusie om de zaak bij concessie aan den particulieren ondernemingsgeest over te laten. T. v. N. I. 2Üe j. 18G0 II. 343. 15010. Het nut der droogmaking van gronden, ook in tropische landen, door Dr. ï. F. H. Er om berg, met speciale aanwijzingen voor Java. lud. Arch. 2c j. IV. 1851. 171. 15011. Het bouwen van bruggen op stee-nen cilinders in Indië. Uit The civil Engineer and Architect's Journal, 1857. 231-Zakelijk inhoud der verhandeling van G. B. Bruee, voorgelezen in de vergadering van de Institution of civil Engineers te London op J2 Mei 1857, met ecnige bijzonderheden nopens het spoorwegstelsel in Britsch ludië als inleiding, fnsl. v. huienieurs, Uittr. 1858— 1859. 155. 15012. Los- en laadhoofd te Makassar, in 1Mi3 voltooid. Medegedeeld door II. de Bruyn, Hoofdingenieur enz. Met platen. Inst. v. Inyenieurs, Verb. 1864'—1805. 57. Havens. 15013. Prijsvraag, dd. 1 Junij 1778, van bet Bat. Gen. in N. I. getiteld: «Voor die aantoont op welke wijze men, met hope van eenen gewenschten uitslag, zoude kunnen ondernemen, de zandbank voor de Bataviasche haven te verlagen, door tc snijden, of geheel weg te ruimen.quot; Verh. !inl. (Jen. N.l. I. 3e dr. 1825, Voorberigt 20. 15014. Prijsvraag, dd. 1 Junij 1778, van het Bat. Gen. in N. 1, getiteld: //Voor die aantoont, hoedanig de bekwaamste middelen ter uitdelging der zandbedden in do rivieren, in Europa uitgevonden, te Batavia met vrucht, zouden kunnen worden in het werk gesteld.quot; I'erh. Bat. (Jen. N. I. I. 3e dr. 1825, Voorberigt 20. 15015. Programma, dd. 1 Eebr. 1779 uit-II. |
geschreven door het Bat. Gen. van K. en W. over de aanspoeling van modder, aan de zeestrauden van Batavia, en middelen tot herstel. Te beantwoorden vóór 28 Eebr. 1784. Kerk. Bat. (Jen. N. 1. 1. 3e dr. 182.). Voorberigt 33; 11. 3e dr. 1820, Voorberigt 12; III. 2c dr. 1824,jVoorberigt 14; IV. 2e dr. 1824, Voorberigt Ifl. — Verslag nopens het ingekomen antwoord. Aid. 13. 150IG. De havenwerken van Batavia en Samarang. Historische schets van hun verwaarloosden toestand sedert 182:(, alsmede hetgeen hierover is gehandeld in Ned. Indië en in het Moederland. 2'.7V./. 19e j. 1857. II. 1. 15017. Gegronde reklamrs van den handel op Java. Betoog voor de noodzakelijkheid dat de tot dit speciaal doel geheven wordende 50/0 additionele regten werkelijk tot de zoo noodige verbetering der havenwerken te Batavia, Samarang en Soerabaja worden besteed. Met naschrift van De Redactie. T. v. N. I. 15e j. 1853. I. 309. 1501S. Hoort bet gouvernement naar de oppositie? Overname van de mededceling in de Ned. Staatscourant van 2 cn 3 Aug. 1857 No. 181, betrclTcnde do voorgenomen groote havenwerken te Samarang cn Batavia, wordende inmiddels te Samarang een geul gegraven naar de reede; gevolgd door beschouwingen over dezen maatregel. T.v.N I 19e j. 1857. II. 189. 15019. De toestand cn vooruitzigten der havens op Java, na de Ministeriele beloften. Aantooning hiervan, met de mededceling geplaatst in de Ned. Stnatseourt. van 2 cn 3 Aug. 1857 No. 181, van de maatregelen ter voorziening, welke echter in Indië niet worden uitgevoerd. T. v. N. I. 20e j. 1858.1. 91. — De toestand der havens op Java, in 1858. üver-zigt, getrokken uit aanleekeningen gemaakt bij een persoonlijk onderzoek in de laatste maanden van 1858. Aid. 21e j. 1859. II. 257. 15020. De bank voor de rivier tc Batavia in 1708 en in 1858. Eerigten nopens den toestand der havenwerken te iiatavia en hunne reparatie. T.v.N. 1. 20e j. 1858.1.315. 15021. Havenwerken in Ned. Indi ;. Bestrijding, met mededeeiing, van het plan van den Directeur der burgerlijke openbare werken H. de Bruyn, tot voorziening inden |
44
WATERSTAAT EN PUBLIEKE WERKEN.
846
toestand der havenwerkon te Batavia, mot aanwijzing van meer geschikte middelen van verbetering, en waarschuwing tegen verder uitstel en verwaarloozing, ook met referte tot het ministerieel programma van 23 April 1861, en de uitgesproken inzigten van den Min. van Kol. J. Loudon. T. v. N. 1. 23 j. 1801. II. 208. 15022. Do liavcn van Tjilatjap in Ban-joemaas. Mededeeling van do besehciden nopens hare togenwoordigen loestand, en van do beschouwingen en inzigten van hot Gouvernement ten opzigte van Tjilatjap, sedert de inspectiereis van den Gouv. Gen. over Java in Aug. 1847; alsmede over de vroegere voorstellen deswege van G. de Serièro in 1837 (?) T. v. N. I. 1849. Gron. Ie d. 308. 15023. Adres van don handelstand te Samarang Dorrepaal ca Co. c. s. dd. Sa-marang. Maart 1857, aan den Res. H. 1). Potter, om onmiddelijk maatrogolon tot wegname dor belemmering voor do scheepvaart, ontstaan door het anngroeijen dor zandbank op de roede, zullende do handel anders zelf maatregelen nomen, waartoe in het laatste geval medewerking wordt, gevraagd. T. v. N. 1. 19e j. 1867. 11. 10. -Adres aan den Koning van de gozamolijko reeders van Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Schiedam, Middelburg en Zierikzce, tot. ondersteuning van bovengenoemd rekwest aan den Bes. van Samarang. Jld. 14. 15024. De havenwerken to Samarang en de betaalde arbeid. Opmerkingen van het stilstaan der werkzaamheden sedert Oct. 1861, on over hetgeen tor doelmatige vol-tooijing dier werken zou kunnen worden gedaan. T. v. N. I. 24e j. 1862. II. 127. 15025. Klagt over do zoo traag voortgaande verbetering van do haven en roede van Samarang. Verslaq Amsterdam 1862. 14. Overgenomen in Kolon. Jaarh. :3o j. 1803. 438. Tijds. N. J. K S. Ie j. 11.186. — Zie over deze klagt Sloet, Tijds. XIV. 128. 15026. Een nieuw slagtoffer van den el-lendigen staat der havenwerken op Java. Opmerkingen nopens liet verdrinken van Joekel, beuoemd Secr. der res. Samarang, op de reede van Samarang, zoo als dit is medegedeeld in het. Bataviaasch Handelsblad van Jan. 1862. T. v. N. I 24c j. 1862. I. 200. |
15027. Adres, dd. Batavia 30 Jan. 1865, van B. Kopersmit amp; Co, e. s. kooplieden te Batavia, aan den Couv. Gen. van N. Ind. tot, daarstolling van de noodige verbeteringen aan do rivier en de roede van Samarang. Rnedo Samarang, 15. 15028. Adres, dd. Samarang 31 Jan. 1865, van Dorrepaal amp; Co, c. s. kooplieden te Samarang, aan den Gouv. Gen. van N. Ind. Mr. L. A. J. W. Sloet van de Becle, tot liet nemen van voorloopigo maatregelen in het belang van do dollnitievo verbetering dor gemeenschap van Samarang met de roede. Reede Samarang, 6. - -Idem van don Minist. van Kolon. I. D. Fransen van do Putto, tot verbetering der gemeenscha]) met de reede van Samarang. Aid. 11. 15029. Verbeteringen te Soerabaja sedert 1836. Overzigt tot, 1854. Openbare gebouwen, havenwerkon. enz v. Doren, Fragm. II. 1856, 33. Wegen. 15030. Waarom, wordt er geen weg aangelegd van Solok naar Singkara, dd.Tadang 23 Oct. 1856. Aanbeveling van een onderzoek nopens den aanlog van een karroweg uit Solok of Singkara direkt naar Padang, door den Ros. A. van der Hart, voorgesteld, doeh door den civ. on mil. Gouv. den Generaal J. van Swioton, niet ingewilligd. T. v. N. 1. 19e j. 1857. I- 168. 15031. Berigton nopens de werkzaamheden dor Commissie van onderzoek, omtrent do vereisehte middelen voor don aanlog van land- en water-wogen tot afvoer van steenkolen uit het binnenland van Benkoelen naar zee, gedurende Aug. 1amp;00 tot Jan. 1861, overgenomen nit, do Jav. Court, van 7 Nov. en 12 Deo. 1860 No. 89 on 99, v. 9 Jan. 9 l'cbr. 9 Maart en 6 April I86IN0. 3,12, 20 en 28. iVat. Tijds. i\r. L. XXIII. 5c S. III. 1861. 329. enz. 15032. Opgave van het plakaat van 9 Jan. 1753, bepalende dooi- wie moeten worden onderhouden de weg en de bruggen van Antjol, in de Ommelanden van Batavia. T. v. N. I. 1849. Gron. Ie d. 267, 15033. Bijzonderheden nopens hot plakaat dor Indische Regering, dd. 9 Jan. 1753, inhoudende bepalingen wegens liet onderhoud dor wegen in do Bataviascho Ommelanden door de landeigenaaars. T. v. N. ƒ. 1865.N. S. 3oj. I. 342. |
347
15031. Opgavo van het plakaat van 4 ïebr. .1800, vaststellende door wie moet worden onderhouden de hecrunwegen, bruggen, beschoeijiugcn en bekribbingou van dc stad Batavia cu Ommelanden '1'. v. N. I. 184!). üron. led. 207, 271, 271. — Alteratie van dit plakaat bij biljet van 14 lï'ebr. IbOt). Aid. 271, 274. 15035. Zakelijke inhoud van het plakaat der Indische llegering, dd. 4 Febr. 1800, tot onderhoud van alle gomeene heerewegen, bruggen, beschocjingen en bekistingen van do stad Batavia, ol' oostwaarts tot het landgoed Tjilinljing, de rivier Bekassi en Buitenzorg, westwaarts tot aan de sluis teïan-gcrang, en zuidwaarts. T. v. N. I. ISGj. N. S. 3e j. I. 342. 15036, Opgave van het plakaat van 20 Pebr. 1S10, betreffende de voorziening in het onderhoud der wegen in de Ommelanden van Batavia. T. v. N. I. 1849. Gron. Ie d. 274. 15037- Klagteu van ,1. E. G. B r u in u n d, over do postwegen op Java, dd. 14 Jul ij 1811. '1'. v. N. I. 3e j. 2 d. Batavia 1840. 087. Üvergenomon in do AW, Lelt. 1842.11. 240. 15038. Be pedatti-wegen op Java. Ingezonden. Goedkeuring, dat de groote weg over Java niet door de lompe karren der Javanen mag worden bereden en bedorven j dooh aanbeveling tot verbetering der pedatti-wegen, of vervanging dier karren door doelmatige voertuigen. T. v. N. I. 17e i. 1855. I. 192. 1503!). Be verzending der koüij van ïjiboeloe. Voorbeeld van verzuim in het aanleggen der vereisehte wegen op Java voor het transport der producten, namelijk een weg naar Tjilaut-Eurum in de Proanger-Regentschappen T. v. :V. I. 1850. II. 214. 15040. Wegen in Bozoekie. Uit de Jav. Cour. v. 5 Maart 1829 No 28. Beschrijving van die geprojecteerd on aangelegd door de Res. P. Langewagen en B. O. Verploegh. Lid. Mag. II. 'IV. 1845. No 11 en 12. bl. 32. 15041. Wegen in do res. Monado. Modedeelingen door D. P. W. Piot erin a at, gewezen Ros. en don kap. Luit. L. J. de Vriese, dd. 0 Julij 1840. T. v.N.l. 3c j. 1 d. Batavia 1S4Ü. 110. 15042. Beschrijving der wegen van Ta-nette; door J. A. Bakkers, ads. lies. dd. |
Aug. 1801. Tijds. I. T. L. V.kunde, XII. 4 III. 1862. 301. — Idem der wegen van Barroe. Aid. 333. 15013. Modedeelingen betreffende de wegen, rivieren, benevens de waterleidingen op Timor. T. v. N. I. 1849. 2e d. 319. Spoorwegen. 15044. Invloed van de spoorwegen op de waarde van eigendommen en op de gelijkstelling van den gemiddelden prijs der levensbehoeften. Tijds.Nijv. N. /. II. 1855. Uittr. 257. 15045. Historisch ovorzigt van hetgeen, met betrekking tot spoorweg-aanleg op Java, in den boezem van de Regering in N.Indië en in Nederland is voorgevallen sedert 1840 tot 1860; door L. van V1 iet. Overgedrukt uit het Handelsblad van 8 Mei 18Gl./Stoom-spoorioegoerooer, Leidon 1861. 41. 15040. Rapport, dd. 2!) Jan. 1852 Lr. A. No 1 van den Min. v. Kol. O. P. Pahud aan don Koning, houdende verslag van hetgeen van 1842 tot 1857 omtrent den spoorweg-aanleg op Java is verhandeld, en dienende tot eene beslissing van de questie; of het op J ava behoort te gosohieden door het Gouvernement of door particuliere ondernemers. Tydmau, Spoorwegen. Arast. 1863, 57. 15047. Belang van spoorwegen voor Java. Ovorzigt der successieve plannen, sedert 1840, voor den aanleg daarvan, hetgeen daaromtrent is voorgevallen, en do houding in deze van de Regering; alsmede beseheiden nopens de spoorwegen van Britsch Indië. Lion, Hoe Lttdië, 'silage 1861. 42, en bijl. 15048. Critisch historisch ovorzigt van hetgeen van 1842 tot 1802 omtrent den spoorweg-aanlog op Java, ollieieel is verhandeld, zoowel in Nedorl. Indiii als in Nederland; door Mr. J. W. T y d e m a n. Tydaman, Spoorwegen. Amst. 1803, 55. 15049. Beknopt overzicht van de geschiedenis der Indische spoorwegkwestie, door Robrecht van Poenen. Kol, Jaarb. 3fc j. 180:?, 226. 150.)0. Iets over hot aanleggen van spoorwegen op Java. Nota over dc wonscholyk-heid en uitvoerbaarheid er van, door een der (/meest geachte en kundigste land-dienaars.quot; Dc Kopiist, le j. 2d. Bat. 1812,210. |
WATERSTAAT EN PUBLIEKE WERKEN.
348
15051. Het beginsel aangenomen, ora geen concessiën voor hot aanleggen van spoorwegen op Java te geven aan particulieren. Melville, 'Moidteur, 2 part. 78. 15052. Over den aanlog van spoorwegen in Britscli Indiii, en ontrading daarvan op Java, zoolang niet in de behoefte daaraan in hot vaderland is voorzien. Stoel, Tijds. VUL 100. 15053. Over de Britsch Indische spoorwegen en het gemis daarvan op Java, toegeschreven aan ons koloniaalstelsel van regering. Sloel, Tijds. IX. 331. 15054. Over den aanleg on do exploitatie van spoorwegen door hot Gouvernement of door partikuliere maatschappijen. Sloet, Tijds. XIX. 176, 177. 15055. Inzigten van den Min. vau Kol. J. J. llochussen, betreflende don aanleg en exploitatie van spoorwegen op Java voor trekdieren, en zijn voorkeur boven dien voor stoomkracht. Medegedeeld in zijne Mum. van beantwoording, dd. 'sllago 19 Nov. 18G0, van het Xle hoofdstuk der Begroo-ting. G«dr. Slukk. 1860—61. II. No. 128 3. — Do Min. van Kol. en de spoorwegen op Java; door E. Afkeuring van bovengeuoomde inzigten, aantooning van de behoefte aan spoorwegen voor stoomkracht T. v. N. /. 22e j. 15056. Spoorwegen in Ned. Iiidir, door W. Bosch, Aautooning der behoefte, afkeuring van den ingeslagen weg tot bevrediging daarvan. Hoon. 1860. 277. Zie ook T. v. N. I. 22e j. II. 405. 15057. Java in 1858 en 18,59. fragmenten eener Correspondentie; door 1'. J. V e t h. Tweede Fragment. Spoorwegen, vaderlandsliefde. Geldzucht. Een doorgaande kritiek der handelingen van J. J. llocluisscn, als Min, van Kol., en wel speciaal de kwestie over de spoorwegen op Java in verband met het beroep op de vaderlandsliefde van Indiii in de Troonrede, en de algomeene karigheid ten aanzien van Indiii. T. v. N. I. 23e j. 15068. Stem van oen modernen oudgast. Over de wensehelijkheid en uitvoerbaarheid van spoorwegen op Java. Kolon. Jaarb. 2e aü. 116. |
15059. Kosten van de spoorwegopname op Java. Getrokken uit de begroeting van Ned. Indië voor 1862. T. v. N. I. 1863. N. S. Ie j. II. 187. 15060. De spoorwegen en telegrafen in Britsch Indië en Ned. Indiö. Parallel tusschcn de beginselen en resultaten van beheer go-durende 1852, volgens het Alg. Handelsblad, en the Eriend of India. T. v. N. I. 15e j. 1853. 1. 278. 15061. Rapport, dd. 9 Junij 1860 L. A. N. 34 van don Min. van Kolon. J. J. 11 o-chussen, aan den Koning, tot magtiging eoner zending van deskundigen (T. J . Stieltjes en J. üixon) naar Java, in het belang eener verbetering van het vervoerwezen en van den aanleg aldaar van spoorwegen, die van Staatswege zullen worden daargesteld, met bestemming vooral tot het transport van goedcren.2^A'«lt;ö«, Sfooriceijen.kxasX. 1803.86. 15062. Oordeel van Dr. W. Bosch, dd. Arnhem, 15 Junij 1860. Met Naschrift van //De Redaktiequot; over de zending van T. J. Stieltjes en J. Dixon. Ecou. Ih6u. 1. 283. — Oordcel over deze zending door Dr. W. It. van Hocvell. 2'. ».iV./. 22e j. i860 II. 205. Kolon. Jaarb. 2o j. 1862. 347; 3e j. 1863. 232. — Zijn ontslag. Aid. 436. — Verdediging van dat ontslag, door Ilobrecht van Pc enen. Aid. 428. 15063. De zaak Stieltjes; door Bet oei, dd. A. 23 Julij 1864. Toelichting der spoorweg-kwestie op Java, naar aanleiding vau diens verschillende geschriften van den jongstcu tijd. Tijdsp. 1864. 11.195. 15064. Opgave nopens de kosten van aanleg en exploitatie in Indië en elders, alsmede over de questie der light railwajs eu tramways. Verschillendo bijzonderheden en bescheiden nopens de spoorwegen in Britsch Indiö. Lion, Hoe Indie. 'sHage 1861. Bijlagen. 15065. Een brief uit Marseille aan den Iledacteur, door N.N. dd. 18 April 1861. Mededeoling van bijzondorheden nopens den aanleg van spoorwegen aan de Bhore Gauts in Britsch Indië door middel van vrijen arbeid. Aansporing tot den aanleg van spoorwegen op Java duor partikulieren op gelijke wijze, spociaal met liet oog op de onderneming vau den spoorweg vau Samarang naar |
349
INDIE.
de Vorstenlanden. T. v. N. 1. 23e j. 1861. 1. 337. 15066. Indisch Genootschap. Verslag van het verhandelde op de Alg. vergadering, gehouden te 's üravenhage, op 11 Dec. 1861. üver den aanleg van spoorwegen op Java, meer bepaald over de behoeften, de finanticele uitkomsten en den aanleg. 2'. v. N. 1. 24e j. 1862. I. 64 — Verslag der i\.ommissio uit het Indisch Genootschap voor een onderzoek naar de wijze, waarop spoorwegeu op Java kunnen worden aangelegd. Verslag 'sllage 20 l'ebr. 1802, uitgebragt door ïh. ï. S e h i 11 en G. H. van Soest. Aid. 201. —Verslag van het verhandelde op de Alg verg gehouden te 's Gravenhagc, op 24 Maart lb62, door J. Boudewijnse. Aanleg van spoorwegeu op Java in verband met bovengenoemd verslag. Aid. 266. 15067. Aankondiging van het rapport over spoorwegen op Java, uitgegaan van bet Indisch Genootschap. Ecou. Bijblad. 1862.139. 15068. Spoorwegen op Java. Üverzigt van het rapport en de discussion over dit onderwerp in het Indisch Genootschap, met eenige bcsehouwingen. Kolon. Jaari. 2e j. 1862. 1. 15069. Spoorwegen op Java. Opmerkingen naar aanleiding en in overeenstemming met het verslag, 's llage 20 l'V.br. 1862, der Commissie uit het Indisch Genootschap voor een onderzoek naar de wijze waarop spoorwegen op Java kunnen worden aangelegd. Oids, XXVI. N. S. Ijej , 1862. II. 681. 15070. Locomobilus over de spoorwegen op Java, dd. Rotterdam J unij 1862. Wederlegging der bewering door den Min. van Kol. G. H. Uhlenbeck in de Tweede Kamer op 27 Mei 1862 uitgesproken, dat de aanleg van spoorwegen in Indië grootere kapitalen zou vorderen dan in Nederland en elders. 2'. v. A'. I. 24c j. 1862. 11. 56. 15071. Nederlandsch Indië en Britsch Indiü. Spoorwegen door S. Deo 1862. üverzigt van hetgeen in Britsch Indië is en wordt gedaan, sedert 1845, voor den aanleg van spoorwegen, gevolgd door een betoog voor hun aanleg op Java. T. v. N. 1.1863. N. S. Ie j. I. 63, 68. |
15Ü72. Noodzakelijkheid eeuer spoorwegverbinding van Palembang met Bcnkoelen. Sloet, 'l'ijds. XXIII. 35. 15073. Over de dringende noodzakelijkheid van spoorwegen op Java. fer slay Am-slerdavi 1862,13. Overgenomen in Kol. Jaurb. 3e j. 1863. 437. 2'. v. N. I. N. S. Ie j. II. 186. 15074. Mededeeling van het advies van den handel te Samarang in 1851, o. a. nopens het belang van de verbetering der havenwerken, en de karrewegen, alsmede van den aanleg van een spoorweg naar Djokjo-karta en Socrakarta. T. v. N. I. 14e j. 1852 I. 344. 13075. Nota omtrent het aanleggen van spoorwegen, ingediend bij het bestuur der al-deeling Soerakarta van de N. Ind. Maatschappij van Nijverheid en Landbouw door S. E. W. Roorda van Eysinga, dd. Kalitan 24 i'ebr. 1864. Gevolgd door zijn schrijven van dd. 24 Maart 18(14, omtrent de wenselie-lijkheid om de Europcesche-industrie-banen tot model te nemen, 'l'ijds. Nijo. N, 1. X. N. S. V. 1864. 413, 429. Spooweq- Concessies. 15076. Request, dd. Amsterdam 20 Maart 1846, door L. van Vliet, aan den Koning, om concessie tot het aanleggen van spoorwegen op Java. v. Vliet, Bijdr. Rott. iS40, 1. 323. — Dispositie, dd. 'sHage 24 April 1846 No. 1. van den Min. van Kol. J C. Baud op dit request. Aid. 026 — '1'weede request, dd. Amsterdam, 27 April 1846, door L. van Vlier, aan den Koning, om concessie tot het aanleggen van spoorwegeu op Java. Aid. 327. 15077. Over den aanleg van een spoorweg tusschen Batavia cn Buitenzorg door eenige Amsterdammers, en advies van den Luit. Ing. D. Maarschalk over dit plan; alsmede over de aanvraag door Engelschc kapitalisten om concessie voor den aanleg van een spoorweg tusschen de Prcanger-landen, Buitenzorg en Batavia. T. v. N. I. 19e i. 1857.11.34. 15078. Een nieuw plan van den Batavi-asehen handel. Oprigting eener vennootschap voor het vervoer van goederen, door middel van ecu spoorweg van cn naar de reede van Batavia, volgens de plannen en begrootingen van den Luit. Ing. D. Maarschalk T. v. N. I. 19c j. 1857. II. 190. |
WATERSTAAT EN PUELIEKE WERKEN.
asö
15079. Dc spoorweg van Batavia naar ïjitjalengka met eeu zijtak naar Buitenzorg. Rapport of advies, dd 13 Sept. 1S57, daarover van den lies. der Preanger Regentschappen Mr. II. C. van der Wyck, naar aanleiding van het in dat zeilde jaar gedaan verzoek aan liet Indisclic Gouvernement door de firma Maclaino Watson en Co. namens den Engclselie Ingenieur Hardy Wells voor deze concessie T. v. N. J. 2'lc j. 180^. I. 324. 15080. Dopêclie, dd. Buitenzorg 7 Sept. 1858, van den Gouv. Gen. C. ï. Palmd aan den Miu. van Kol. J. J. Kochussen, over bet spoorwegplan op Java, vanj. C. Reynst, W. Poolman on A. ïraser, van wie liet request dd. 23 April 1858, tot concessie, en de daartoe betrekkelijke ofliciëele bescheiden, tevens worden aangeboden. TydemaR, Spoorwegen, Amst. 1863, 83. 15081. Een spoorwegplan van Samarang naar Kadoe en do Vorstenlanden. Memorie over ccnen ijzeren spoorweg dienstig tol, den op- en afvoer van goederen en producten, zamengcsteld door //ecu der voortreftelijkstc ingenieurs in Indiequot;; voorafgegaan door cenc inleiding over de aanvraag om concessie in J 80S van J. C. Reynst en W. Poolman, cn over de noodzakelijkheid. T. v. N. 1. 21e j. 1859. I. 213. — Be schrijver is de toenmalige Luit. der Gen. G. H. Uhlenbeck Aid. II. 220. •— Spoorwegen op Java. Beschouwingen over de pogingen en plannen tot de daarstelling, hunne noodzakelijkheid, wijze van uitvoering en cx-plüilatie, met veroordeeling van de handelin-geu der Regering in deze; naar aanleiding van een artikel in het liatav. Handelsblad, cd. v. Nederland ISlo. 3 Ijgerigt tegen bovengenoemd opstel. Aid. 22G. 15082. Spoorwegen in Ned. Indië; door W. Bosch, dd. Arnhem, 15 Junij J8G0. Betoog voor de noodzakelijkheid van den aanleg van een spoorweg uit dc Vorstenlanden naar Samarang, algclcid uit den onvoldoenden toewas van den veestapel, vergeleken bij de jaren 1839—16, cn geschreven naar aanleiding van den aandrang tot uitvoering, voorkomende in het Overzigt van den handel te Samarang over 1859, uitgegeven door de Handclsverceniging aldaar, Hoon. 1860. 277. 10583. Betoog voor de verbetering der rcedc te Samarang cn der Communicatie met het binnenland, speciaal door den aanleg van een spoorweg. Randelsowrzigt Samarang I8G0. Samarang 1861 .'24. — Adhacsie aan dit betoog. T. v. N. /.'2oe j. 1861. II. 179. ■1 r i |
15084. Een spoorweg van Samarang naar de Vorstenlanden. Over den aanleg van spoorwegen op Java, naar aanleiding van het berigt nopens het verzoek van H. J. Lion tot aanleg van bovengenoemden spoorweg, waartoe hij zich in verbinding heeft gesteld met W. Poolman. T. v. N. L. 23c j. 1861. I. 195. 15083. Dc concessie tot den aanleg van een spoorweg van Samarang naar dc Vorstenlanden. Adstructie der door II. J. Lion cn W. Poolman gevraagde concessie. T. v. N. I. 23c j. 1801. I. 301. — Dc Raad van Indië en de spoorwegen. Opmerkingen over het gunstig oordeel, alsmede van dat van T. J. Stieltjes en J. Dixon; met aandrang tot het toestaan van bovengenoemde aanvraag. Aid. II. 189. 15086. De concessie tot het leggen van een spoorweg van Samarang naar de Vorstenlanden. Over de door den Gouv. Gen. voorloopig verleende confessie aan' W. Poolman, A. Eraser, E. H. Kolen ï. Anient, bij besluit van 2S Aug. 1802, alsmede mcüedeeling van het berigt deswege geplaatst in de Javasche Courant van 30 Aug. 1862 No 70. T. v. N. 1. 2je j. 1862. II. 318. 13087. Koloniale kout uit de Hofstad doorRobrccht van Pc ene. Over de eerste rrgcringsdadcn van den Min. van Kol. J. D. Fransen van de Putte, alsmede over dc beslissing door do Tweede Kamer te nemen omtrent de spoorweg-concessie van Poolman c. s. Kol. Jaarb. 3e j. 1803. 225. — Opmerkingen betreffende het voorloopig verslag der Tweede Kamer nopens het wetsontwerp. Aid. 422. 150S8. Koloniale kout uit de Hofstad door Robrecht van Pecne. Over de behandeling in do Tweede Kamer der wet tot bekrachtiging der spoorweg-concessie van Samarang naar de Vorstenlanden. Kol. Jaarb. 3e j, 1803. 413. 15089. Koloniale kout uit de Hofstad door Robrecht van Peene. Naschrift, verdediging van den schrijver legen het Bataviaaseh Handelsblad, ter zake van een vroegere uitlating over de spoorweg-con- |
indte;
351
cessie van Saraarang naar de Vorstenlanden. Kol. Jaarh. 3e j. 1863. 115. 15090. Spoorwegen-eonoessie op Java. Voorstel van Th. l*1. Seliill in de Alg. vergadering van het Indisch Genootschap van 20 April 1803, omtrent den spoorweg van Samarang naar de Vorstenlanden, en wel over de houding door het Indisch Genootschap aan te nemen in deze kwestie met het oog op hot feit der concessie die verleend is aan W. Poolman c. s. T. v. N. I. 1803. N. S. Ie j. 1. 313. — Indisch Genootschap. Alg. verg. van 20 April 1803. Spoorweg van Samarang naar de Vorstenlanden. Beraadslaging over hot voorstel van T. F. Seliill. Aid. 351, J5091. Brieven van Th. van Stolk, dd. 'sHage 21 en 27 Oet. 1803, gerigt aan het bestuur van het Indisch Genootschap, ter aanbieding, als gesehonk van een reeks kaarten, voorstellende 'het ten uitvoer leggen der spoorweg-concessie, aangevraagd door Bauck c. s.; met voorstel hot, onderwerp van den aanleg van spoorwegen op Java op nieuw tot ®en punt van behai deling te maken op de Alg. vergad. van het Genootschap, na do wijziging in de aanvraag T. v. N. T. 1803. N. S, le j. 11. 343, 345. Korte inhoud hiervan. A!d. 334. — Benoeming, dd. 18 Deo. 1863, door het Indisch Genootschap van J. Millard, P. J. Baehicne en J. J. Kerkwijk tot Commissie tot voorlichting omtrent de door Banck e, s. aangevraagde concessie. T. v. N. 1. 186^. N. S. 2ej. 1 d ll6, 99.— Haar verslag, dd.'sGra-venhage 28 April 186].. Naschrift dat de aanvraag om concessie door het Indisch Gouvernement is gewezen van de hand. Aid. II. 65. — Zakelijke inhoud van genoemd verslag uitgebragt door P. J. Bachiene in de Alg verg. van 6 Mei 1804 Aid. 431. — Nota, dd. 'sHage, den 8 Maart, 18 M, van den Luit, Kol. der genie van het O. Ind. leger B. A. Haitink, getiteld; Beoordceling van het overzigl, der werkzaamheden, voorkomende op tabel 2 van de kaarten en labellen, tot den aanleg van spoorwegen op Java, door Banck e. s. Aid. 96. — Nota, dd. Amsterdam 20 Maart l^OI', van den Kapt. dergenie van het O. I. Leger met verlof, A. N n m a ns getiteld: //Aanteekeningen op de door den Heer E. A. Haitink opgemaakte beoordceling van dat overziet. Aid. 103. — Brief, dd. Amsterdam 20 Maart 1S64, van A, Nuraans, Kapt. der gen. van het O. I. Leger, aan L. van Vliet qq., Banck c. s. ter mcdedeeling van zijn gevraagd oordeel over de ontworpen onderneming. Aid. 105-— Dankbetuiging aan genoemde Commissie, uitgesproken in do Alg. verg. van 28 Oct. 1801 van hot Indisch Genootschap. Aid. 42. — Mcdedeeling gedaan door den voorzitter Dr. P. Blocker, in do verg. van 28 Oct. 1804 van het Indisch Genootschap, van con adres der Kamer van koophandel en nijverheid te Batavia aan den Gouv. Gen. van Ned. Indie, inhoudende haar oordeel over bovengenoemde aanvraag van Banck c. s AU. 425. |
15002. Inhoud der aanvrage om een spoorweg-concessie op Java van E. Banek. Kol. Jaarh. 3c j. 1863. 58. 15093. De oorsprong on plannen van den aanvraag door Banck e. s. tot aanleg van spoorwegen op Java, toegelicht door P. J. V eth, naar aanleiding van //Jhr. Mr. J. K. W. Ciuarles van Ufford, Indrukken van Java medegebragt, 'sllase 1S02.quot; Gids XWlIl 3 SA'e j. 186!.. 111. 170. ]509t. Bijzonderheden nopens en beschouwingen over de Indische spoorwegkwestie, door Mr. J. K. W. Quarles van Ufford. Econ. Bijbl. 1803, 213—216. 15095. Nieuwe stemmen uit Indiö, dd. Oct. 1S63. Biöordeeling van het dankadres van don handel te Batavia, dd. Batavia 22 Aug. 1863, en geteekend door B. Koper-smit c n Co. en 60 anderen, aan de Eerste en Tweede Kamer voor de aanneming van hot wetsontwerp, tot bekrachtiging van eenige artikelen der ooneessie, tot het aanleggen en exploiteren van eeneu spoorweg van Samarang, over Soerakarta naar Djok-jokarta. T. v. N. /. 1863. N. 8. Ie i. 11. 335. 15090. Vraag voorgesteld door hot bestuur vim het tn houden XIX Nedl. Land-huishoudk. Congres van 20—24 Junij 1864 te Haarlem, getileld: welke invloed is van den aanleg van spoorwegen op Java inzonderheid van de thans geconeessioneerde lijn voor de ontwikkeling van den landbouw te verwachten? Kan het goedkooper vervoer nieuwe artikelen van uitvoer voor do Euro-pesche markt scheppen? Is van dien aanleg voor de ontginning van het zuidelijke doel van .lava voordcel te verwachten? T. v. N, I. 1S63. N.l. Ie j. II. 431. 15097. Schrijven gerigt aan het bestuur dor afd. Soerakarta van de Ned. Ind. Maat- |
WATERSTAAT EN PUBLIEKE WERKEN.
35a
schappij van Nijverheid en Landbouw, over de rigting te geven aan den spoorweg, die in de Vorstenlanden zal worden aangelegd van S. E. W. Roorda van Eysinga, Kalitan 21 Eebr. 1804. Tijds. Nijv. N. L. X. N.S. V. 1804. 401. 15098. Mededeeling, met overlegging der daartoe betrekkelijke stukken, in de Alg. verg. van 15 Junij 1801 van het Indisch Genootschap, door Air. ïh. van Stolk van den nieuwen aanvraag om concessie gedaan door J. P. Dudok van Heel, W. F. Heshuijzcn, L. van Woudrichem van Vliet eu P. C. van Vlissingen. T. v. iV. I. 1864. N. S. 2e j. 11. 234. Telegraphen. 15099. Iets over de telegrafie, door ïï. L. Janssen. Met plaat. Geschiedkundig ovcr-zigt van de verschillende stelsels en ontworpen plannen, met het oog op de aanstaande oprigting van telegraaflijnen op Java. Tijds. Nijv. N. 1. 111. 1850. 321. 15100. Over het mislukken der proeven van onclerzeesche telegraafgemeenschap over groote afstanden. Econ. 1800. 309. 15101. Over de daarstelling van overzee-sche telegrafen. Econ. Bijbl. 1801. 99. 15102. Resultaten van het Britsch onderzoek omtrent de submarine telegraafkabels. Econ. 1862. 312. 15103. Modedeelingen door H. L. Janssen on P. J. Maier, omtrent de omkor-sting van den telegraafkabel ter reede van Batavia. Mot. Nat. Vereen. 4 en 17 April, 6 Junij en 1 Aug. 1S0I. Nat. Tijds. N. I. XX111. 5. 8. 111. 1801. 430, 141., 407, 497. 15104. Denkbeelden omtrent de bekleeding van telegraafkabels, door G. Bos se, dd. Batavia 25 Mei 1802, speciaal de he-kleeding met goemoetoe of indjoek. Tijds. Nijv. N. 1. VIII. N. S. 111. 1802. 210. 15105. Denkbeelden omtrent de bekleeding van telegraafkabels, door G. Bosse. Zijne rapporten aan de Directie der Ncd. Ind. Maatschappij van Nijverheid en Landbouw te Batavia, dd. Batavia 25 Mei lb62, Nov. 1862, 28 Mei 1803 en 31 Oct. 1803, betrefTende de bekleeding van telegraafkabels met zoogenaamde goemoetoevezel, en de uitkomsten der daarmede genomen proeven, volgens mededeeling van den Min. van Kol. dd. 15 Aug. 1864. Lr. A No. 22. Tijds. Nijv. XXVIl. 3 R. V. 1864. Bijblad 105. |
15100. Brief, dd. Batavia 25 Junij 1862, No. 859, van den waarn. Hoofdingenieur, Chef der telegrafie G. Bosse, betreffende het afbreken der omsponnen draden van den relais-klos te Pattie, benevens verzoek aan de Nat. Vereen, tot het instellen van een onderzoek naar de oorzaken hiervan. Nat. Tijds N. [. XXIV. 5 S. IV. 1802. 489. — Zakelijke inhoud van zijn brief, dd. 10 Sept. 1S02. No. 1195, met nadere inlichtingen. Aid. \XV. 5 S. V. 1803. 342. — Verslag van J. G. Bernelot Moens, betreffende zijn onderzoek. Not. Nat. Vereen. 11. Oct. 1862. Aid. 353. 15107. Brief, dd. 10 Sopt. 1802 No. 1188, van den Hoofding. Chef der telegrafie, 6. Bosse, over het verlies aan magnetismus van permanente magneten van inducf.ie-relais in Ned. Indië, benevens verzoek aan de Nat Vereen, om een onderzoek deswege. Nat. Tijds. N. I. XXV. 5 S. V. 1863. 341. - Zakelijke inhoud van het voorloopig verslag vau l)r. N. J. Hoorweg. Not. Nat. Vereen. 27 Sept. ]h62. Aid. 348. — Brief, dd. 11 Oct. 1862 No. 1307, van den Hoofding. Bosse over meerdere verzwakte magneten uit den voorraad hij 's Rijks telccraaf kantoren aanwezig. Aid. 301. — Rapport van Dr. N. J. Hoorweg omtrent deze verzwakking. Not. Nat. Vereen. 13 Dcc. 1802. Aid. 383. 15108. Berigt nopens de telegraaflijnen in Britsch Indi» en klagt over het gemis van lijnen van N. Indic. Sloet, Tijds. Xlll. 42 K 15109. Nieuwe telegraaflijn naar Britsch Indië, dd. Sept. 1863. Beschrijving, gevolgd door beschouwingen met het, oog op Ned. Indii'. T. v. N. I. 1803. N. S. Ie j. 11. 215. 15110. Schets der lijn voor een electro-magnetische telegraaf tusschen Batavia en Singapore, en aanbeveling van zoodanige telegraaf over Java met een raming van do kosten daarvan; door J. E. Cornelissen, Luit. 2e kl. in de A.lg. verg. van 10 Pebr. ^854 der Nat. Vereen, medegedeeld. Nat. Tijds. N. I. VI. N. I. III. 1854. 31. 15111. Memorie over het leggen van een onderzeeschen telegraaf tusschen Batavia cn Singapore, door den Ingenieur der Rijks-telegrafen E. Wenckebach. Met plaat, |
353
go 30 April 1858 nan dcm Min. van J. llochussen, inhoudende het vcr-jntwcrp, benevens begrooting van lijke uitgaven. Inst. v. Ingenieurs, 58—1859. 5(t. Rapport over de keus, vervaar-i beproeving van den telegraafkabel verbinding van Batavia met Singa-ir den Ingenieur der Rijkstelegrafen ckebaeh, dd. 's Hage 25 Aug. ) 374, aan den Min. v. Kol. J.J. n, met zes bijlagen, waarbij liet door do Regering met 11. Ö. Ne-Company gesloten at the Hague larch 1859. Inst. v. Inqenieurs, Verb. 100. :i4', 39. Tijds. Nijv, N. I. VI. 1S60. 57. Verslag omtrent het ggen van erzeescben telegraafkabel tusselien en Singapore, in Nov. 1859, door lieurder Gouv. telegrafen J. üroll, ?ia 4 i'obr. 18(10. Tijds. Nijv. N. I. S. 1. 18GO. 41, en Inst. v. Imje-/■erh. 1859—60. H. — Idem van rerrigt is, tot opsporing on horstol-het gebrek in den telegraafkabel da, dd. Batavia GEebr. 1800. Aid. 47. Ue telegraafkabel van Batavia naar 3. Opgave van do verschillende sta-; telegraphisclie communicatie van net Indië, en lof aan den Min. van J. llochussen wegens zijne doortas-ndelingen in de daarstolling van deu schon telegraaf tusschen Batavia en e, in tegenstelling met don Minister . T. v. N. I. 21e j. Ib59. II. 63. Beschouwingen en medodeelingeu ie tolegralisohc verbinding tusschen cn Singapore. Econ. Bijbl. 1800. 450. De tclegrafisehc verbinding van iet Europa. Medcdeelingen nopens uek voor liet leggen van een nieuwe ;he telegrafische lijn tusschen Singa-Batavia, mot het oog op do verbiu-i Britseh Indic mot Australië, gedaan Nedorhmdsche Gouvernement door GUborno, Agent van do //Telegraph Company.quot; T. v. N. I. 24ej. 1862. . Opgave, door don Luit. t. z. J. E, is sou, in do Alg. verg. van 16 Eobr. sr Naï. Vereen, in N. 1., van het |
ontwerp in 1849 door E. Wenckebach diend, tot den aanleg coner oloctro-raagneti-sche telegraaf voor Java. NtU. Tijds. N. I. VI. N. S. 111 1854. 31. 15118. Rapport, dd. Muntok 24 Jul ij 1860, van don chef der vijfde workafdoeliug der Gouv. telegrafen in Nod. Indiö, J. J.E. ton Siethoff, over de storing der telegrafische gemeenschap naar Palembang. Tijds. i\yo. A. I. VUL N. S. 111. 1862. 08. 15119. Rapport omtrent do werkzaamheden voor do beproefde herstelling van de telegraafkabels tusschen Muntok, Palembang, Singapore en Batavia, sedert het verbreken dor gemeenschap, rospeotiovclijk op 10, 13 en 19 Julij 1860 tot 16 Nov. 1801, door don wd. Hoofdingenieur, Chef dor tolegraüe, II. L. Janssen, dd. Batavia 30 Deo. 1861. Tijds. Nijv. N. I. Vill, N. S. III. 1862.67. 15120. Rapporten, dd. Palembang 28 Dcc. 18G0, No. 75, en 1 Eobr. 1861, No. 11, van don chef van het kantoor Palembang, Streiff, belrcffeude zijne verrigtingen tot horstel van den telegraafkabel tusschen Muntok en Palembang. Tijds. Nijv'. N. I. VIII. N. S. 111. 1862. 91, 94. 15121. Instruotie gegeven in April 1861 door den wd. Hoofdingenieur, chef der telegrafie, H. L. Janssen, aan do Ingenieurs G. Bosse en A. van Kerkwijk, belast met do herstelling van don kabel van Batavia naar Muntok, van Muntok naar Palembang en van Muntok naar Singapore. Tijds. Nijv. N. I. VIII. N. S. 111. 1862. 100. — Rap-port, dd. ? van den ingenieur belast met do leiding van do kabelreparatie, G. Bosse, omtrent de werkzaamheden bij het onderzoek en de reparatie van don kabel van April tot medio Nov. 1861. Aid l(i3. — Bevindingen bij de kabelreparatie van don 24 April tot 14 üot. 1861, dd 14 Oct 1801 door de ingenieurs G. Bosse en A, van Kerkwijk. Aid 144. — Idem van Muntok naar Palembang cn Singapore in Ooi; en Nov. 1801, dd. Muntok 15 Nov. 186l door de ingenieurs G. Bosse on A. van Kerkwijk. Aid. 158. 15122. Rapport, dd. Batavia 10 April 1861 van den Adj. ingen. dor Telegr. G, Bosse, o/er do reparatie van don kabol tusschen Muntok en Singapore in Aug. en Sept. 18G0, ca tusscheu Muntok ou Welte- |
45
waterstaat en publieke weeken.
354
vrccleu of Batavia. Tijds. Nijv. N. I. VIII N. I. III. 1862. 78. 15123. Verslag omtrent do Goiiverncmcnts clcctro-niagnetisclie telegrafen in Ned. Jndir, loopende tot liet einde van het jaar 1857, door den ingen. J. üroll, Batavia 22Eebr. 1858. Hierbij de voorstellen uit Indii' en het daarop ingediend rapport, dd. 1 Mei 1855, door don Min. van Kol. Tijds. Nijv. N. 1. V. 1859. 1. — Idem van 1858. Aid. 261. — Idem over 18ó9; dd. Batavia 15 Maart 1800. Aid. VI. N. S. I. 18GU. 257. — Idem over l!s60; door den \vd. Hoofdingen. Chef der telegrafie, H. L. Janssen, dd. l?atavia HO Maart 1861. Aid. VII. N. S. II. 1861. 219. 15124. Staat, aantooner.de de telegraaflijnen en kantoren in Ned. Indiö, in dienst op 1 Jan. 1858. Bijlage van het Jaarverslag van J. Gro 11. Tijds. Nijv. N. I. V. 1859. 29. — Idem op 1 Jan. Ib59. Aid. 274. — Idem op den 31 Deo. 1859. Aid. VI. N. S. I. 1860. 269. — Idem op den 31 Deo. 1S60. Aid. VIL N. S.I1. 1861. 269. |
15125. Staat aanwijzende de ontvangsten en uitgaven der Gouvermentstelegrafen sedert het begin der daarstelling in 1856 tot het, einde van 1588. Bijlage A. in het Jaarverslag. Tijds Nijv. N. /. V. 1859.273. — Idem van het verkeer en opbrengst gedurende 1857. Aid. 30. — Idem in elke maand van 1857. Aid. 32. — Idem voor 1858. Ahl 276. — Idem van elke maand van 1858. Aid. 275. — Idem gedurende 1859. Aid, VI. N. S. 1. 1860. 271. — Idem in elke maand van 1859. Aid. 270. — Idem gedurende 1860. Aid. VII. N. S. II. 186,. 272. -Idem in elke maand van 1860. Aid. 271. 15126. Staat aantoonende het onderling verkeer tusschen de telegraafkantoren in Ned. Indiö gedurende 185/. Bijlage van het Jaarverslag van J. Groll. Tijds. Nijv. N. I. V. 1859. '29. — Idem gedurende 1858. 278. — Idem gedurende 1859. Aid. Vi. N. S. I. 1860. 2(2. — Idem gedurende 1S60. Aid. VII. N. 8. 11. 1861. 274. 15127. Staat aantoonende het aantal be-rigten aan de kantoren der Gonvernements-telegrafen in Med. Indiö gedurende 1859 behandeld. Bijlage van het Jaarverslag van J. Groll. Tijds Nijv. N, I. VI. N. S. I. 1860. 271. 15128. Staat aantoonende de verdeeling der door de Gouvernementstelegrafen in I8ü7 overgebragte berigten, naar het aantal woorden. Bijlage van hot Jaarverslag van J. ü r o 11. Tijds. Nijv. N. I. V. 1859. 31. — Idem gedurende 1858. Aid. 277. — Idem gedurende 1859. Aid. VI N. S. I. 1860. 27:). — Idem gedurende 1860. Aid VII. M. S. 11. 1861. 276. |
h. buiten neder lan dscii indië.
Kanalen enz. 15139. Nog eene landengte om door te snijden. Bijzonderheden nopens hot plan tot doorgraving der landengte Vi.n Kraw, tusschen de Indisehe en Chiiiesche zeo. Vad. Lelt. 18 59. II. 146. 15130. Statistisch overzigt van don aanleg in Britseh Indiö in de laatste tijden van kanalen, wogen en spoorwegliniën. Wel. Blad. 1857. 111. 159. 15131. Het groote Gangcskanaal. Uit the Civil Eügiueer and Architect's Journal |
Sept. 1854. 329. Medegedeeld door 1'. VV. van Gendt JGz. lust. v. Inqcnicurs, Uitlr. 1854—1855. 92. 15132. Eenigo bijzonderheden nopens het observatorium te Benares, in de Indien. Medegedeelcl door Lloyd Williams aan do Kon. Maatschappij der Wetenschappen te Londen. Letterh. IV. 1795. 102. 15133. Oosterseh tijdverdrijf. Bosclirijving van een waterput to Benares, door zekere Kadjah gebouwd om zes of zeven honderd zijner vrouwen to gelijk water to zien halen. Leeskab. 1836. II 280. |
355
Kanaal van Suez. . Het kanaal van Alexandrii1. Bc-g der wcrkzaamlieden. Boekz. Sopt. 33. Hol uitbaggeren van liet kanaal dieh in Egypte, eene bijdrage om-! openbare welken in Kgypte, door tiles. Uit l'Isthme de tiuez 185G, 13. Medegedeeld door J. G. van Jun. Beschrijving van de snelheid roering, mot het oog op de voorge-loorgraving der landengte van Suez. Ingenieurs, Uittr. 1850 —18.(7. 53. . Aanmerkingen over de landengte !z en over de mogelijkheid van de ing der Roode en Middellandsehe liesohouwingen over de gedachten Ion hierover, yad. Lett. 1798. 2. . Waterpassing van het kanaal van oor Peyre cn andere ingenieurs. II. 1799. 129. . Kanaal van den Nijl in de Roode ming der kosten om dit werk tot : brengen. Reu. 0. d. Ree. XXVI. eng. 27C. . Dc kanalen van Panama en Suez over dc verkorte reiswegen naar ipan, enz. Overzigt der verschillende alsmede daarstelling eener stoomcom-e tussehen Engeland en Indii;, cn saamheden in deze van J. Marbois, I en Chesney. Leeskab. 1834'. I. 13. Kanaal tussehen de Roode cn ndsehe Zeeën. Geschiedkundig onder-ar liet bestaan, en mededceling der beid van de herstelling van dit ka-id. Lett. 1837. II. 797. . Bijzonderheden nopens dc uitvoer-van het plan tot doorgraving der e van Suez. Overgenomen uil het nm van 1 Sit. hid. May. I. Tw. 1844 II en 12, bl. 33. L'Isthme de Panama. L'Isthme par M. Chevalier. Aankondiging igt door E. d e W a a 1 van dit artikel, fc in do Revue des Revues 1813. Ind. Mag. I. Tw. 1814. No 7, 8 I. 1G3. |
15143. De Roode Zee, door G. Lothes. Uit l'Isthme de Suez, 1850, No. 2, 24. Medegedeeld dour J. E. van G e nd l. Wederlegging der tegenwerping van dc Edinb. Review tegen het nut eener doorgraving van de landengte van Suez, met het oog op de ongastvrije Roode Zee, Insl. v. Ingenieurs, Uittr. 1856—1857. 54. 15144. Bijzonderheden nopens de concessie door den Onderkoning van Egypte verleend aan Perd. de Lesseps tot oprig-ling van oen Compagnie universelle du canal maritime de Suez. Letlerb. 1855. 317, 15145. Lijst van de leden dor weten schappelijke Commissie tot het uitbrengen van advies over bet plan van P. de Lesseps lot doorgraving van de landengte van Suez Letlerb. 1855. 306. — Berigt, dd. Alexandiü 19 Nov. 1855, van hare aankomst aldaar. Aid. 393,401. — Mededceling, dd. Alcxandrië 3 Jan. 1856, van den hoofdinhoud van haar voor-loopig rapport. Aid. 17. — Doorgraving der landengte van Suez. Overname uit de A mster-damsche Courant van 30 Jan. 1856 No. 26 avondeditie, van het Rapport, dd. Alexandriö 2 Jan. 1836, aan den Onderkoning van Egypte aangeboden door de bovengenoerada Commissie ter mededecling barer conclusion Aid. 35. — Voorlozing van dit rapport iu de verg. van 12 Febr. 18j0 van het Kon. Instituut van Ingenieurs te Delft. Aid. 62. 15146. Bekendmaking van P. dc Lesseps van het adres voor de toezending van voorstellen of ontwerpen te doen of over te leggen aan de Internationale Commissie tot het doorgraven van dc landengte van Suez, van welke dc leden worden opgegeven. Let' terb. 1856. 50. 15147. Opmerkingen overdo benoeming door den Onderkoning van Egypte, Said Pacha, van den President dor Commissie voor de kanalisatie der landengte van Suez, P. W. Conrad, tot zijn speciaal gemagtigde in de volgende zittingen dier Commissie to Parijs. Letterb. 1856. 81. 15148. Do doorgraving van de landengte van Suoz. Overzigt, dor beinocijingen van P. de Lesseps, en bijzonderheden nopens do Compagnie universelle du canal maritime de Suez. fad. Lelt. 1857. II. 297, 308. 15149. De doorgraving van de landengte van Suez. Voorschriften omtrent het kanaal, dat do beide zeeën moet verbinden. Uit |
WERKEN BUITEN NED. INDIE.
1'Ingenieur, 1855. 136. Modcdoeling der inlichtingen van Trémaux, gevolgd door de instructie, dd. Cairo 15 Jan 1855, door E de Lessens aan de ingenieurs Linant-Bey en Mougel-Bey gegeven. Inst. v. Ingenieurs, Uittr. lf?56—57. 50. 15150. Verslag omtrent de doorgraving der landengte van Suez. Ingediend aan de Akademie van Weterschappen te Parijs door Charles Dupin. Met platen. Medegedeeld door J. L. Sc hu ei ter. Resultaten van het onderzoek omtrent de memorie en bijhehoo-rende stukkeu aangeboden door E. do Les-seps belreffende het ontwerp en de voorgestelde middelen van uitvoering. Inst. v. Ingenieurs, Uittr. 18r)6—57. 177. 15151. Hot kanaal van Suez, door F. Steger. Geschiedkundig overzigt tot 18 j0. Met platen. Leeskob. 1858. I. 1. 15152. Het kanaal van Suez, door Dr. 1). Burger. Beschouwingen over dezen nieuwen handelsweg. Fad. Lett. 1856.11.82. 15153. Over de doorgraving dor landengte van Suez, door F. W. Conrad. Voorgedragen in do gew. verg. der Natuurk. Al'd. van de Kon. Akad. van Wet. te Amsterdam den 28 Nov. 1857. Met een tabel en zes kaarten. Verklaring van hot ontwerp, volgens het tracé direct, van de beide Egyptische Ingenieurs Mougel Bcy en Li-nant Bcy, zoo als het gewijzigd is vastgesteld door de Internationale Commissie voorafgegaan door oen kort historisch overzigt der voorbereidende werkzaamheden sedert 1816. Verst. Kon. Akad. d. Wet, Nat. VII. 1858. 169. — Tegenwoordige stand der werken van het kanaal van Suez; door E. W. Conrad. Met kaart. Vervolg op het voorgaande. Aid. XVI. 1864. 226. 15154. Overzigt, door H. J. Bool, van de aanleiding en het doel der doorgraving van de landengte van Suez en van den tegenwoordigen stand der zaak, mitsgaders uiteenzetting van het oordeel en tie voorstellen der Staats-commissie, benoemd bij 's Konings besluit van lOJulij 185ü No 01, gedaan in haar verslag, dd. 'sHage 11 Jan. 1859. Hand. Ind. Gen. VIL 1860. 7. — Verslag der discussiën over het bovengenoemd verslag, in de vergadering van het Indisch Genootschap op 16 Eebr. 180U. Aid. 0. |
15155. Het kanaal van Suez. Uit:Zeitung de» Vereins dcutschcr Bisenbahn-Verwaltun-en, 180ï, No. 182. Bezwaren verbonden aan c voltooijing. [nst. v. Ingenieurs, Uittr. 1862-1863. 54. 15150. Plan van de haven van Suez. Schaal van 1: 20.000. Inst. v. Ingenieurs, Uittr. 1850-1857. Plaat XVI. 15157. De reede van Pelusium en do haven van Saïd. Naar aanleiding van hot rapport der Internationale Commissie, on het rapport van Kapitein li. Philigrct. Zakelijke inhoud dezer rapporten, Ao.'1856 en 18j7. Inst. v. IiKienieurs, Uittr. 1857—1858. 197. 15158. Havenhoofd en zeebreker te Glenelg in Zuid Australië, gebouwd door W. Bennet Hays, Ingenieur, alsmede eenigo beschouwingen over de werking der golven. Met plaat. Uit the Civil Engineer and Architect's Journal, March 1856, 09. Inst. v. Ingenieurs, Uittr. 1857—1858. 92. Spoorwegen. 15159. Over groote en nuttige openbare werken van Britseh Indiö onder het bo-wind van Lord Dalhousin. De invloed daarvan op de bevolking, gewenschte inlijving van vele Indische Rijken in het Britsclie Rijk. Stoet, Tijds. XIV. 330. lulOO. Bijzonderheden nopens de uitbreiding van het Britsch Indische spoorwegnet. Kol. Jaarb. 3 j. 1863. 189, 252. 15101. Spoorwegen in Australië en de Koloniën, door Hyde Clark. Overgenomen uit the Civil Engineer and Architect's Journal, April 1854, 1 I-7. Zijn ontwerp voor een hoofdlijn ter verbinding van Sidney of Goulburn met Melbourne; benevens verzoek om inlichting cn medewerking ter volvoering van dit plan. Inst. v. Ingenieurs, Uittr. 1853—1854. 124. 15162. Spoorwegen in Egypte, door F. Dubois. Toestand der werkzaamheden aan den spoorweg van Kaïro. Uit; L'Isthme do Suez, 10 Avril 1857, 115. Inst. v. Ingenieurs, Uittr, 1857—1858. 115. |
I.ïl63. Eranscho plannen in Afrika, tot n aanleg van een spoorweg door de Sara. /-W. Lett. 1859. J 3 84. Telegrafen. 15104. Mcdedceling van het plan van P. Hchaffner voor eene electro-magne- ;ohe telegraaf-verbinding rondom de aarde, st zijtukken naar Australië, Oost-indië enz itterh. 1855. 114. 15105, Tclegrapliie naar de Oost. Opmer-ngen nopens de waarschijnlijkheid van hot ggen van een electro-magnetisclio telegraaf ssehen Engeland en Britsch Indiü. Overgenomen uit «Mechanics Magazine.quot; Leeskab. 1850. IV. 191. |
1B1G6. Do telegraphi.schc gentcenschap tusschen Engeland en Indië. Econ. Bijblad, 1800. 312. 15167. Maatregelen tot verwezenlijking der telegraphisehe verbinding van Engeland met Britsch Indië. Kol. Jaarb. De j. 1863.189, 15168. Genomen maatregelen voor een tolegraphiseho verbinding van Engeland met Britsch Indië. Kol. Jaarb. 3e j. 1863. 447. 15169. Het belang voor Singapore van zijne telegraphisehe verbinding met Europa, Aziü en Australië. Econ. 1860. 274. |
(Zie do artikelen over Gezondheidstoestand cu Ziekten iu Deel I, bl. 252—274. o. 4760—5180).
15170. Prijsvraag uitgeschreven door de [oil. Maatschappij der Wetenschappen te .aarlem, op verzoek en op kosten van het ataviaasch Genootschap van K. en Wet. in ed. Indië, getiteld: /'Welke is de tegen-oordige genees- en heelwijze der Oost- en ^est-lndische volken, ook der Chinezen; en elke zijn de natuurlijke voortbrengselen, ie zij daartoe bezigen fquot; Te beantwoorden iór 1 Nov, 1789. UoH. Maats. d. Wet. erh. XXI, 1784. N. Ned. Jaarb. XIX. 784. 1. 1088. — Herhaald vóór 1 Nov. 795, onder aanbod van den dubbelen eer-rijs. Letterb. V. 1790, 21; I. 1794. 187. '. Nederl. Jaarb. XXV. 1790. 2. 1546; XVI, 1791. 1. 612; XXVII. 1792.1,552; XVI11. 1793. 1. 955; XXIX. 1794.1, 728; ii XXX. 1705. 4. 3134. |
c s k u n d e. 15171. Beschrijving der Inlandsehe geneeskunde in de ads. res. Agam, door E. W. A. Lu de king, oil', v. gcz. 2 kl. dd. Fort de Koek 25 Julij 1860. O'e//. Tijds. iV. 1. IX. M. S. IV. 1862. 100. 15172. Beschrijving, door T. J. Wilier van de genees- en verloskunde alsmede van do gifmenging bij de Battahs van Mandhéling en Pertibie, 1815. T. o. N. I. 8e j. Batavia 1840. 2c d. 392. 15173. Verslag omtrent den staat der Inlandsehe geneeskunde in de Ampat La-wang, res. Palembang, door J. E. Bu-ning, oil', v. gez. 3 kl. dd. Karang dapo, Febr. 1860. Gen. Tijds. iV. X. N. S. V. 1863. 215. |
358
15174. Iets over de geneeswijze en ziekten der Daijakkers ter Zuid-Oostkust van Borneo door J. B. do Callo nn e. Variola. Syphilis. Koortsen es ligeliaamsgebrcken. Geneeswijze. Obsletricium T. v. M. I. 3e j. 1 d. Batavia 1840. 419. 15175. De geneeskunde op Java, door Dr. E. Selborg. Vertaling van zijn artikel: Bemerkungen über den Zustand der Mediein auf der Insel Java, iu: Ausland 1839. No. 46—50, en Medic. Uuterhaltungs-Bibl. Pad. Lett. 1841. II. 436. 15176. Bijdrage tot de kennis der ge-ueeskunde onder de Javanen. Beschrijving, overgenomen uit het verslag over het eerste halfjaar 1849 van den off. v. gez. 1c kl. Harlofl' te Soerakarta. Gen. Tijds.N.I, I. 1852. 379. 15177. Mcdedecling, door Prof. P. J. V e t h van oen door hem vertaald fragment van een brief van Dr. L. D o les c hall uit Djokjokarta, inhoudende //merkwaardige bijzonderheden over de inlandsche geneeskunde op Java, en geplaatst in: Verhandlungcn der K. K. zoölog. bot. Gesellschaft in Wien, 1854 of 1855.quot; Oids, XXIXe j. 3oS. 1865. I. 145. 15178. Dc zorg voor de openbare gezondheid van Nederlandsch Indir, aan Nederland aanbevolen, door Dr. C. S w a v i n g, te Batavia. Betoog voor eene hygiënische hervorming. Ned. Weekblad Gen. 111. 1853. 229, 239. Onder de O. I. Comp. 151S5. Lijst der Doctoren, die nu en dan op Batavia geweest zijn. 1618—1713. Valentijn, IV. St. I. 413. 15186. Lijst der Administrateurs of üpper-behandelaars van den mcdicinalen winkel, 1622—1723, te Batavia. Valentijn, IV. St I. 382. 15187. Lijst der VVondheelers, te Batavia, tot de eerste bedieningen van Indic; opgestegen. 1692— 17i3. Valentijn, IV. St. I. 418. |
15179. Vcreeuiging van velen en verdeeling van don arbeid, nuttigen noodig voor de geneeskundige wetenschap en voor de mensch-heid, heilzaam voor de belangen van den geneeskundigen stand. Iledevoering uitgesproken op den 3 Mei 1853 bij gelegenheid van het tweejarig bestaan der Vereeniging tot bevordering der geneeskundige wetenschappen in Nederlandsch Indiö, door ü. A.Schreuder. Gen. Tijds. N. Lil. 1853.1, 1518 0. Beschouwing van het wenschelijke en noodzakelijke, dat de natuur- en geneeskunde van den mensch populair worden gemaakt, met betrekking op Oost-Indifij door J. Munnich, dd. Batavia, Aug. 1845. T. v. N. I. 7e j. Batavia 1845. 4 d. 431. 15181. Het kunstlijk van Dr. Auzoux in het groot hospitaal te Weltevreden. Beschrijving. Nat. Gen. Arch. Ie j. 1844. 156. 15182. Beschrijving van hot pathologisch kabinet te Batavia in 1846 opgcrigt. T. v. N. I. X. N. S. Ie j. Batavia 1848, 1 d. 168. 15183. Inleiding tot de populaire ontleedkundige demonstratie volgens het kunst-kadaver van Dr. Auzoux, door J. M unnich. T. v. N. /. 8e j. Batavia 18 J6. 2. d. 535. 15184. Populaire anatomisch physiologisehc beschouwingen over het menschclijk ligchaam en leven, door J. Munnich. T. v. N. I. 8e j. Batavia 1846. 3e d. 83; 4c d. 181, 298; 1817. 2c d. 137; 3c d. 77; 4e d. 97. 527. k u n d i g e n. 15188. Aanstelling tot Stads-Docter te Batavia van den Üpper-Chirurgijn Joannes Passierchen. BataviaÜct. 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1399. 15189. Aanstelling tot Stads-Apotheker te Batavia van den Scheeps-üpper-Cliirurgijn J. F. Schiffcl; tot Stads-Chirurgijn van don Opper-Chirurgijn in het A mbachts-Quartier E. Lambert; tot Oppcr-Chirutgijn in het Ambachts-Quartier van den (Jpper-Chirurgijn J. M. Balje. Batavia Jan. 17^2. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 2010 15190. Tegen elkander van diensten verwisseld de Opper-Meesters J. E. Muller en |
TNDIE.
859
F. Hullebosch, de eerste op Purraerencl en de andere in het Wees- en Armhuis te Batavia, Julij ! 78i. iV. Neder I. Jaarh. XXVllt 1783. 3. 2016. 15191. Ontslagen op haar verzoek W. C. Durant als stads-Vroed vrouw te Batavia. Batavia. J an. 1783. N. Neforl. Jaarh. XIX. 1784. 1. 1182. 15192. Aan den Binncn-Regent van het Buiten-hospitaal te Batavia J. van der Steele, toegevoegd den rang naast het Hoofd der chirurgie. Batavia l'ehr. 1783. iV. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1183. 15193. Aanstelling tot Buiten-Regent van do hospitalen te Batavia van den Commandeur en Opper-Equipagemeester VV. Pensens. Batavia Febr. 1781. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1814. 15194. Tijding te Batavia, op 15 Maart 1784, dat do Üpper-Chirurgijn Douhuis, met een partikidier vaartuig in do lucht is gesprongen. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2 1810. 1519.). Aanstelling tot Scriba van de hospitalen te Batavia van den Adsistent W. B. J. üuissen. Batavia Jan. 178(1. N. Nederl. Jaarb. XXI. 17SG. 2. 1055. 15190. Op zijn verzoek ontslagen en in den burgerstaat gesteld den Opper-Chirur-gijn van het kasteel en Visitateur van de reedc te Batavia G. Uwens. Batavia Oct. 1787. N. Nederl. Jaari. XXIV. 1789.1.322. 15197. Aanstelling tot Opper-Chirurgijn van het kasteel en Visitateur van de roede te Batavia van J. O. E. Cox. Batavia Oct. 1787. N. Nederl. ,/««gt;•amp;. XXIV. 1789.1. 322. 15198. Aanstelling tot Opper-Chirurgijn in het Wees- en Armenhuis te Batavia van den Opper-Meester J. W. Bovens. Batavia Mei 1788. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 17S9. 1. 049. 15199. Permissie aan A. L. Jassoy om zich als Mod. Doet. te Batavia te vestigen. Besluit van Hoeren XVIln dd. Amsterdam 2 Oct. 1790. N. Nederl. Jaarb. XXVI, 1791. i. 1262. 15200. Aanstelling tot Opper-Chirurgijn op Cheribon van J. D. Paaschen. Batavia |
Dec. 1783. iV. Nederl. Jaarb. XX. 1784. 2. 1087. 15201. Permissie om naar Nederland te repatriëren aan den Opper-Chirurgijn op het eiland Onrust P. A. Passini, en aanstelling in zijne qualiteit op het retourschip Java. Batavia Nov. 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784, 2. 1681. 15202. Aanstelling tot Opper-Chirurgijn op het eiland Onrust van J. Aanzorg. Batavia Dcc. 1783. N. Nederl. Jaarh. XIX. 1784. 2. 1687. 15203. Continuatie, dd. Batavia 9 Junij 1773, voor een jaar van de Buitenregenten van het Lazarushuis op het eiland Purmc-rend, en aanstelling van den Opper-Chirurgijn Johannes de Vries tot Buiten-llegent. Maandel. Ned. Mercurius, XXXV11. 1774.3. 15204. Benoeming tot Binnen-Regent van het Leproozenhuis op het eiland Purmerend van den Opper-Chirurgijn A. D. Telgman. Balavia Jan. 1783. TV. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1181. — Idem van den tot Opper-Chirurgijn van Bengalen aangestelden, doch niet vertrokken J. Plusker. Batavia Ecbr. 1783. N. Nederl. XIX. 1784. 1.1183. 15205. Aanstelling tot Inspecteur der Leprozen van het Lazarus-huis op het eiland Purmerend van den Opper-Meester in het Wees- en Armenhuis te Batavia J. W. Bovens. Batavia Junij 1788. N. Nederl, Jaarb. XXIV. 1789. 1. 051. 15200. Op zijn verzoek ontslagen J. Macor, als Inspecteur der Leprozen van het Lazarushuis op het eiland Purmerend. Batavia Junij 178h. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. I. 051. 15207. Aanstelling tot Opper-Chirurgijn van het kasteel to Macassar van den Opper-Chirurgijn A. L. Piehl. Batavia Dcc. 1782. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 1179. 15208. Lijst der Opper-Wondheelers van het kasteel Victoria op Amboina. 1037— 17-,0, en van 't Ziekenhuis in Amboina, 1634—1720. Valentijn, 11. 44. 15209. Aanstelling tot Opper-Chirurgijn van het hospitaal te Amboina van G. Hoffman; en tot Hospitalier van L. Hoed. Bata- |
360
via Dec. 1783. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1789. 2. 1686. 15210. Lijst der Opper-Wondheelera op Tomato. 1662—1709. Valenlijn, I. 376. 15211. Lijst der Oppor-Wondlieclers aan de Kaap de Goede Hoop. 1706 — 1716. Pa-lentijn, V. St. 11. 44. 15212. Verslag nopens de gunstige werking van de door het Staatsbewind dor Ba-taaiselie Republiek in dato 25 Junij 1802 vastgestelde //Regeling van den Geneeskundigen Dienst bij de Troupes der Republiek op Kaap de Goede Hoopquot;; door L. A. vau Meerten, Seorotaris van het Bureau van Gezondheid over de Armee en Hospitalen dor Bataafsobe Republiek, den Haag 7 Febr. 1805. Letterb. 1805. 1. 122. Na J815. 15213. Militaire geneeskundige dienst voor do koloniën. Oproeping, dd. 's Hage 8 Jan. 1830, van genees- en heelkundigen, om als oflioier van gezondheid 3e klasse voor do militaire genoeskundigo dienst in Oost-lndië dienst 1,0 doen, en modedeeling van de daaraan verbondon voordeelen, Oen. Maandb. 1830. 36. 15214. Militaire geneeskundige dienst. Betoog voor do bevordering der opleiding van Nederlanders voor de geneeskundige dienst bij het Indisehe leger, door toelagen even als bij de Marine geschiedt. Bedr. N. Vr. Kol 1844. 331. — Bijzonderheden nopens het Kon. besluit van 12 Jan, 1845, waarbij deze wensch wordt vervuld. Uit do Ned. Staatse. 16 Jan. 1845. Aid. 1845. 233. 15215. Beschouwingen over de inrig-ting van, en de bevordering bij de militaire geneeskundige dienst in Nod.-Indië, naar aanleiding van het: „Militair summier Ziekenrapport over Java on Madura, door Dr. W. Bosch, over hot jaar 1846 en het eerste halfjaar van 1847. Batavia 1850quot;; door Dr. M. Dassen H.Jz,, dd. Hoogevoon 10 Junij 1851. 1'. v. N. I. 13e j. 1851, 11.61. 15216. Eon brief over do gonoeskundige dienst van een jong militair geneesheer uit Oost-lndië, inhoudende klagton over het aantal vroomdolingen bij do militaire geneos-kundige dienst. T. v. N. L 17e j. 1S55. I. |
125. — Een brief aan De Redactie, door con oud oflioier van het Indiseh leger, lle-pliek. Aid. 188. 15217. Indisch besluit, dd. 31 Oct. 1859 No. 7, inboudendo het Koninklijk besluit, dd. 5 Sopt. 1859 No. 36, tot reorganisatie van hot personeel bij de militaire geneeskundige dienst in Nod.-Indii:. (Ind. Stbl, 1859 No. 88). Gen. Tijd. N. L. VIL N. S. II. 1859. 637. 15218. Bevordering bij hot geneeskundig personeel in Ned. Indiö naar de nota's van bekwaamheid, in stede van het concours. Goedkeuring daarvan. Nut. Gen. Arch. N. I. 2c j, 1845 174. 15219. Over do afscheiding dor civiele en militaire geneeskundige dienst, cn dc betore zorg voor do gezondheid en voeding der bevolking op Java; naar aanleiding der brochure van Dr. C. Swaving getiteld: «Twee voorstellen in het belang van de Nodorlandsche bezittingen in Oost-lndië, door oen geneosheor in Indië. Groningen 1850.quot; T. v. N. I. 13e j. 1851. I. 79. 12520. Aantooning, door den Chef van do geneeskundige dienst G. Wassink, dd. Batavia 18 Mei 1855, van do Gouv. maatregelen lot bevordering en uitbreiding der Europosebe en Inlandscho geneeskundige dienst in Nederl. Indiö. Gen. Tijds, N. I. IV. 1855. 979. 15221. Open brief over dc geneeskundige dienst in Nederl. Indië; door Marnix. De gebroken daarvan, en de achterstelling bij andere wapens, en bij do civiele ambtenaren. Mot Naschrift van de Redactie tot adhaesie. T. v. N. I. 23e j. 1861. I. 172. 15222. Waarom zendt; het Gouvernement geene medioinao doctoren naar Indië ? Ingezonden. Wensohen tot uitzending van gepromoveerde civiele geneeskundigen. T. v. N. 1. 17e j. 1855. II. 418. 15223. Statistische aanteokoniugou betreffende de ollicieren dor goneoskundigo dienst in Ncêrland's Indië van 1816 tot 1845. Door Dr. P. BI ook or. Nat. Gen. Arch. N. 1. 3o j. 1846. 301. 15224. Tabellarisch overzlgt van het personeel dor geneeskundige dienst in Indiö sedert 1816 tot 1 April 1859 ; door Dr. |
TNDIE.
861
Wnssink, dd. Batavia 1 April 1859. . Tijds. N. I. VII. N. S. II. 1859. 237. 5325. Geneeskundig personeel, militair civiel in Oost-lndiii op den In April 4; met opgave der veranderingen en alaatsingen tot 1 Julij iSi?. JVal. Gen. ;h. N. I. Ie j. 1841. 161, 168, 339. , 4.94, 495, 636, 638; 2e j. 1845. 177, , 557, 7Ü8; 3e j. 1846. 132, 305, 454, i 4e j. 18i7. 137, 253, 255. 5226. De geneeskundige dienst in lerlandseh Indiii. a. Personeel der burger-3 geneeskundige dienst en der prakti-mde geneeskundigen; b. Formatie der itaire geneeskundige dienst. Benevens op-e hunner maandelijksehe traktementen en ageu. Oen. Tijds. N. I. I. 1852. 79. 5-227. Veranderingen in het geneeskun-personeel van 1 Julij 1851 tot 1 Dec. i4. Gtn. Tijds. N. I. 1. 1852. 161, 322, 1, 519; II. 1853. 214, 447; III. li)54. 1, 33,), 529; IV. 1855. 576, 751, 10U4; 1857. 817, 962, 1237; VI. N. S. I. i9. 277, 435, 753; VIL N. S. II. 1859. •, 437, 042; VIH. N. S. III. 1860.411, I, 674; IX. N. S. IV. 1802. 24';, 667, i; X. N. S. V. 1863. 242, 573; XI. N. VI. 1864. 155, 368, 601. .5228. Eervol ontslag van G. Perret als ds Apotheker te Batavia, en benoeming 1 J. Baalde, als zoodanig. Gen. Maaudh. iO. 418. 15229. Benoeming van J. Bowier Med. ct. tot Commissaris over de burgerlijke lecskundige dienst in Ned. Indië. Letterb 22. II. 337. 15230. Geneeskundige dienst in Neêr-ds Indië, in 1849. Verslag ontleend aan ; Verslag van het beheer en den staat, der Geniën over 1849. Ned. Weekblad. Gen. 1852. 118, 128. —Idem in 1851. Aid. IV. 54. 50. — Idem in 1853. Aid. V. 1855. 439. 15231. Hulp van de geneeskundige dienst Java bij de epidemische ziekten in do itste jaren, door H. M. Lange, 's Her-genbosch. Opgave van de diensten bewe-n door officieren van gezondheid T. v. N. 1850. I. 163. 15232. Genomen maatregelen van het 3d. tnd. Gouv. ter voldoening in de bc-icfte aan burgerlijke geneeskundigen iu |
de residenticn op Java. Ned. Weekblad Gen. II. 1852. 40. — Verkregen resultaten. Aid. 536. 15233. Verrigtingen van Dr. W. Bosch in het. belang der geneeskundige dienst op Java. Ned, Weekblad Gen. II. 1852. 536. 15234. Opgave van het personeel waardoor, gedurende het jaar 1853 de civiele geneeskundige dienst op Java, Madura en de ISuitenposten werd uitgeoefend. Oen. Tijds. N. [. III. 1854. 491. — Idem gedurende 1854. Aid. IV. 1855. 973. 15235. Standplaatsen der officieren van gezondheid en apothekers en paardenartsen op den 1 Ma;yt 18.)5 in Ned. Indie. Gen. Tijds. N. I. IV. 1855. 560. -- Idem op 31 Jan. 1856. Aid. V. 1857. 821, 15236. Voorstel door den Chef der ge-geneeskundige dienst, Dr. W.Bosch aan liet Indisch Gouv, in het belang van Java's bevolking, tot het vormen van Inlanders tot praktische geneeskundigen in de hospitalen. Medegedeeld iu zijn civiel summier ziekenrapport over 1846, dd. Batavia 9 Oct, 1847. Gen. Tijds. N. 1. I, 1852. '167 — Opgave der missives dd. 9 en 11 Get, 1817 No. 124 en 134 van den Chef der geneeskundige dienst aan het Indisch Gouv., houdende voorstellen tot opleiding van inlanders tot praktische verloskundigen. Aid. II, 1853. 198. 15237. Bijzonderheden nopens de opleiding, en hare aanvankelijke resultaten, tot genees-, heel en verloskundigen van twee jongelieden uit Mandhéling ter Westkust van Sumatra, bij het hospitaal te Weltevreden, voor rekening van den Lande, bepaald bij Gouv. besluit dd, 22 April 1854JMo.1. Medegedeeld door den Chef der geneeskundige dienst, G. Wassink, dd, l.ulavia 18 Mei 1855, Gen. Tijds. N. I. IV. 1855. 979. — Idem nopens twee jongelieden uit do Mina-hassa, volgens Gouv. besluit, dd, 19 ISlov, 1854 No. 1. Aid. 979. 15238. Gouv. besluit, dd. 30 JunijNo. 5, waarbij jaarlijks f 10,000 wordt toegestaan tot bestendiging van de inrigting tot opleiding van Inlandsche vrouwen bij het hospitaal te Weltevreden, Gen. Tijds. N. 1. IV, 1855, 978, 15239. Gouv. besluit, dd. 26 Julij 1854 No. 5, waarbij het getal Inlandsche vrouwc- 46 |
362
'ijke leerlingen aan de verloskundige school bij het hospitaal tc Weltevreden, gebragt wordt vau 20 op H. Oen. Tijds. N. I. IV. 1855. 979. 15240. Verslag van den toestand en resultaten van het onderwijs bij de //Geneeskundige school voor de Javanenquot; en bij het //Verloskundig gestichtquot; lot opleiding van Inlandsche vrouwen tot verloskundigen, oeide in het groot militair hospitaal te Weltevreden, gedurende 1853. Uit het civiel summier ziekenrapport. Gen. Tijds. Af. I. III. 1854, 367. — Idem, gedurende 1854. Aid. IV. 1855. 798. — Idem, gedurende 1855. Aid. V. 1857. 1120. — Uitkomsten van de Geneeskundige school voor inlanders bij het groot militair hospitaal te Weltevreden. Geschiedkundig overzigt sedert 1851 tot 1856. door Dr. G. Wassink, Chef van de geneeskundige dienst, dd. Batavia Julij 1857. Aid. VI. N. S. I. 1859, 232. — Idem van het. Verloskundig gesticht het opleiding van Inlandsche vrouwen tot verloskundigen. Geschiedkundig overzigt sedert IS50—J857. Aid. 657. — Verslag van den toestand cn resultaten van het onderwijs bij de Geneeskundige school voor Inlanders bij het groot militair hospitaal te Weltevreden, gedurende 18.quot;)7. Uit het civiel summier ziekenrapport. Aid. 604. |
15241. Mededceling, door Dr G. Was-si uk van de hoogst belangrijke diensten hij verschillende epidemiën in de res. Bantam bewezen door den Doctor djawa Tocbagoes Engoes, welke dan ook door het Ind. Gouv. zijn beloond. Gen. Tijds. N. I. X. N. S. quot;V. 1863. 75. 15242. Zakelijke inhoud van het Gouv. besluit, dd. 10 Sept. 1S57 No. 16, vaststellende den voet en de wijze van Doctors djawa te kominitteren in de verschillende residentiën op Java en Madura bij het uitbreken van epidemische ziekten onder de bevolking. Gen. Tijds. N. I. VI. N. S. I. 1859. 665. 15243. Bijzonderheden nopens de plaat sing van een Doctor djawa bij het nieuw opgc-rigte Ziekengesticht te Bandong, res. Pre-anger Bog., krachtens Gouv. besluit dd. lü Mei 1857 No. 10. Oen. Tijds. N. /. VI. N. S. 1. 1859. 665. |
3. Geneesmiddelen.
Algemeen, 15244. Zakelijke inhoud van de brieven, dd. 25 Junij en 24 Aug. 1847 No. 1362 en 59, van den ('hel' der gen. dienst in Ned. Indië, Dr. W. Bosch, aan het Indisch Gouvernement, over de toepassing voor Ned. Indii', van de Pharraacopoea Neerlandica en de invoering van een Pharmaeopoea In-dica of Codex medieamentorum. Oen. Tijds. N. I. II. 1853. 197. 15245. Prijsvraag, dd. 1 Junij 1778, van het Bat. Gen. in N. I., getiteld; //Voor die de meeste geneeskundige planten, vruchten en wortels, op Java bij den Inlander in gebruik, zal hebben aangetoond; mnar het aangetoonde ook, met goede bewijzen, bevestigt.quot; yerh. Bat. Gen. iV. I. I. 3e dr. 1825. Voor-berigt 22. 15246. De Chineesche Zomerplant-winter-worm. Uit Von Martins, Pharmacol, Jahresb in Cansiatt's Jahresb. d. Le'st vom Jahre 1842. Beschrijving van deze droogorij, hare geneeskundige eigenschappen en gebruik in |
China. Meded. .\'ai. Wet. en kunst, I. 1844. 313. 15247. Opmerkingen van H. C. van II all en van Dr. P. B1 e e k e r, over hetgeen voor do kennis der geneeskrachtige planten vau de Oost-Indic gedaan is. Medegedeeld in de verg. van ^8 Nov. 1863. Kersl. Kon. Akad. d. Wet. Nat. XVI. 1864. 372. 15248. Short account of the medical plants of Java, by Th. Hors field. 181(1. Verh. Bat. Gen. N. L. VIII. 2e dr. 1826. 95. 15249. Comparative Table of Javanese Medicines by Dr. ïh. Hors fie Id. 1816. a. Articles introduced iuto the system of Materia Medica, b. Articles, mentioned by writers on Indian Plants, e. New medicines. Verh. Bat. Gen. N. I. VIII. 2e dr. 1820. 133. 15250. Opmerkingen over cenige plantaardige geneesmiddelen uit Java, door H.C, van Hall. Naar aanleiding eonor verzameling op 10 Jan. 1862 uit Samarang, af- |
INDIE.
363
gezonden dooi' l)i'. J. Einthoven, met aauteekcuingen hierover uit. berigteu van lu-landselie doekoens, hem medegedeeld door H. R. Uoethart te Samarang. Versl. Kon. A/cad. d. Wet. Nat. XVI, 1861. 188. 15251. De Tabasehir van Java (Sing-kara der Inlanders), besehreven en onder-zoclitdoor 1). W. Host van Tonn ingen, dd. Buitenzorg 4 Mei 1857. Nat. Tijds. jV, I. XIII- 3 S. III. 1857. 391. 15252. ïoezending, bij miss. dd. 27 Julij 1803, van J. S. G. Gramberg te Palembang, vau Tabasehir, (Singkara der inlanders op Java), uit die residentie. Nat. Tijds. N. I. XXVI. 0 S. I. ISGO. 451. - llapport van S. A. Bleekrode Jr. hierover. Nat. Vereen. 13 Sept. I8C3. Aid. 400. 15253. Opgave der inlandsehe geneesmiddelen en hunne aanwending in de ads. res. Agam, door E. W. A. Ludeki ng, ofli. v. gez. 2e kl. dd. Eort de Kock, 25 Julij 186i). Gen. Tijds. N. 1. IX. N. S. IV. 1862. 107. 15254. Onderzoekingen naar de geneeskrachten van inlandsehe geneesmiddelen door G. Was si uk. 1°. De bast der Teleoen (Terminalia mollucoana); rapport, dd. 16 ïebr. 1851, met die van de om. v. gez. Ie kl. Dr. A. E. Waezklewiez en Dr. P. B1 ee-ker, leidende tot het negatief resultaat van de geneeskracht van dezen bast;. Gen. Tijds. N. I. 11, 1^515. 431, 432. — 2°. Minjak La-gam. Scheikundig onderzoek door P. J. Maier in Julij 1852, gevolgd door de proeven met deze olie, naar kopaïve balsem gelijkende, genomen bij syphilitischen door den ofli. v. gez. 2e kl. M. Th. Reiche te Soerabaja gedurende 1852. Aid. 438 en 111. 1854. 520. — 3quot;. Cortex uncariae ferrugi-neae. Nauclea ferruginea, Bluine. Ginchona-ceae. Resultaten bij febris intermittens, febris gastrica, diarrhoea, cholerische affecties en dy-senteria, door de off. v. gez. H. W. Sch wane-fold, e. a. en het scheikundig onderzoek door E. P. G. Krey enberg, P. J. Maier en J. J. Altheer. Aid. 111. 1854. 225, 523. IV. |
1855. 574, 749, 985; V. 1857. 813. — 4». Extractum cocculi aquosum. Menispermum cocculi, Bretowalie. Resultaten bij koortsen door de off. v, gez. W. Hefter e. a. Aid. 111. 1854, 231; IV. 1855. 569. - 5quot;. Ka-roeïn gom. Scheikundig onderzoek door P. J. Maier, dd. Batavia Aug. 1853 van din in de Lampongs verzameld. Nat. Tijds. N. I. IV. N. S. I. 1853. 639. Overgenomen met mededeclingen van proeven met de aethe-risohe olie en hars, uit de Karoeïn gom, genomen door Dr. D. Uoijer, Jz. benevens opmerkingen van Dr. P. B1 e e k e r. Gen. Tijds. N. 1. III. 1853. 326. — 6quot;. Uitkomsten verkregen door de vrucht der Sapindus barak, inl. naam Boea Barak, Lerak, tegen scabies door K. Buwalda, part. geneesheer te Pro-bolingo. — 7Ü. a. Scheikundig onderzoek, dd. Batavia Julij 1858, van den apotheker 2c kl. J. J. Altheer, van den bast van nauclea ovicntalis Lam, den Kajoe maas in de Mina-bassa, voorafgegaan door een uittreksel uit den brief, dd. 28 April 1857, van den Hes. van Menado A. P. J. Jansen, betreffende den boom en zijn overeenkomst met den Kinaboom. — b. Geneeskundig onderzoek van den bast, door de ofl. v. gez. 1c kl. M. T. Reiche en J. Hartzfeld. Oen. Tijds. N. I. VI. N. S. E. 1859. 366. — Overgenomen in x\at Tijds. N. 1. XVII. 4 S. II. 1858— 1859. 273. — c. Rapport, dd. Batavia 96 April 1859, van den apotheker 3e kl. J. C. Bcrnelot Moens, van een scheikundig onderzoek, benevens brieven, dd. Batavia 27 April en 29 Oct. 1859 van den In Apotheker P J. Maier, overNauclca-zuurolkino-vazuur, benevens tekst van den gclciilebrief, dd. Batavia 4 Jan. 1860, van den In apotheker P. J. Maier. — Scheikundig onderzoek van den bast van Nauclea orientalis, door J. C. B er nel o t Moens, dd. Batavia 26 April 1859, Tekst van bovengenoemd rapport, alsmede van den geleidebrief van Maier. Nal. Tijds. N. I. XIX. 4. S. V. 1859. 423. — d. Het rapport, dd. Batavia 29 Dec. 1859, van den apotheker 3e kl. J. C. Bcrnelot Moens van een scheikundig onderzoek van het Nauclea-zuur en de overeenkomst met Chinova-bitter. Aid. VIII. N. S. 111. 1869. 403. — 8°. Mededceling van de wijze van aanwending van Aroy Kelikep bij dyscoelia, door Ur. G. Wassink, dd. Batavia 14 April 1859. Gen. Tijds. N. I. VII. M. S. II. 1859. 331. — 9(). Kajoe of dawon bitjetah, JO Sept. 1858, ingevolge brief, dd. 3 Pebr. 1857 No. 4. van de N. T. Vereen, in N. I. van den tekst cn van het verslag, dd. Batavia Juiij 1858 van den off. van gez. Ie kl. M. T. Reiche, omtrent ziju geneeskundig onderzoek, cn 2e van dat, dd. Batavia 29 Scpt 1858, van G. J. Pi let, omtrent de kruidkundige bepaling der plant. Aid, VI. N. S. 1. 1859. 394, 407. — Dawon Bitjetah. Voortgezette proefnemingen door den oil', v. gez. M. T. Ilciche. Aid. VII. N. S. II. 1859, 601. |
364
15255. Beschrijving der planten van geneeskundig nul; op het. eiland Batjan, door J. G. Bernelot Moens. Nat. Tijch. N, I. XII. 1856—1857. 309, 319. 15250. Naamlijst der voornaamste in de inlandsche geneeskunde te Batchiam gebruikelijke gewassen, door J. G. Th. Bernelot Moens, off. v. gez. 2e kl. te zamengesteld in 18515. Medegedeeld door den Chef der fen. dienst. Dr. G. Wassink, dd. Batavia ulij 1857- Kunstnamen, Batjansch, Javaansch of Suudaneeseh, Ternataanseh, Tomoriseh, Tomboekoesch.en. dienst. Dr. G. Wassink, dd. Batavia ulij 1857- Kunstnamen, Batjansch, Javaansch of Suudaneeseh, Ternataanseh, Tomoriseh, Tomboekoesch. Gen. Tijds. N. I. VI. N. S. I. 1859. 226. 15257. Bijzonderheden nopens den aanplant en het gebruik van een boom op Batjan, genaamd Kajoe amas Batj. of Kajoemaas der Laboeharezcn. Medegedeeld door J. G. T. Bernelot Moens bij brief, dd. Batjan 10 Oct. 1857. Nat. Tijds. N. 1. XVI. 4e S. II. 1858—1859. 80. 15258. Mededeeling door P. J. Maier van bijzonderheden nopens een inlandseh hout, Tjendana ïjingke (Djengkeh) genaamd, zijnde een geneesmiddel tegen buikziekten. Nat. Vereen. 14 l)ec. 1851. Nat. Tijds. N. I. XXIV. 5e S. IV. 1862. 279 — Zakel.jke inhoud der miss. dd. 23 Dee. 1861, van J. E. T e y s m a n n, betreifende de van hem verlangde botanische bepaling van dezen boom. Aid. 284. — Brief, dd. Makassar 1 Junij 1862, Lr. A. van Dr. C. A. Bensen, inhoudende de resultaten van zijn onderzoek nopens liet voorkomen van deze plant op Celebes en op de lianda eilanden. Aid. 486. 15259. Bijzonderheden nopens den Lawan-boom in de Minahassa en de geneeskracht der olie uit den bast van dien boom getrokken, volgens mededeeling van A. J. ï. .1 an-s e n, lies. van Menado, bij brief, dd. 16 April 1855. Nal. 1 ijds. N. I. IX. N. S. VI. 1855. 322. — Opmerkingen betreifende dezen boom door J. K. Hasskarl, bij brief dd. J9 Aug. 1855, en kruidkundige bepaling door J. E. Teysmann, zijnde deCinnamo-nium Culillawan van Rumphius. Not. Nat. Vereen. 23 Aug. en 19 Sept. 1855. Nat. Tijds. N. I. IX. N. S. VI. 1855. 515. X. N. S. VII. 1856. 416. — Voorgenomen toezending door den lies. Jansen van plantjes, medegedeeld bij zijn brief, dd. Menado 2 Jan. 1856. Aid. X. N. S. Vil. 1856. 448.— Toezending door Jansen vau plantjes, medegedeeld bij zijn brief dd. Menado 16 Pcbr. 1856. Aid. XI. 3 S. I. 1856. 222. |
15260. Aegle Marmelos, door Dr. Hugh C leghorn. Overgenomen uit; The Indian Annals of Medieal Science, N. III. Oct. 1854. De belvrucht en volgens J. E. Teysmann de op Java voorkomende boewa maclja. Zijn geneeskrachtige eigenschappen, de waarnemingen van Dr. Pereira, e. a., benevens beschrijving van de toebereiding en gebruik door Alexander Grant, geneeskundige dienst van Bengalen. Oen. Tijds. N. I. IV. 1855. 550. Scheikundig onderzoek. 15261. Over het scheikundig onderzoeken van Javaansche planten door 1). W Host van T o n n i n g e n, dd. Weltevreden, 25 Nov. 1852. Nat. Tijds. N. 1. 3e j. 1852. 851. 15262. Scheikundig onderzoek van den wortel van de Moringa pterygosperma Grtu. door P. G. Wijers, dd. lioutjol 20 Aug. 1857. Nat. Tijds. N. I. XIV. 3e S. IV. 1857, 227. 15263. Scheikundig onderzoek van den bast van Poelé, door A. Scharlce. Apotheker le kl., door de Inlanders als koortswerond middel aangewend, brief dd, Batavia 3 April 1862 No. 6. Gen. Tijds. N. I. X. N. S. V. 1863. 209. 15264. Bijzonderheden nopens het verslag dd. ? van D. W. Host van Tonningen, van zijn sclieikundig onderzoek eener op Java in-heemsohe plant, genaamd Samadera indica (gatip pahit) Kot. Nat. Vereen. 10 Sept. 1857, 11 Jan. 1862. Nat. Tijds. N. I. XVI. 4 S. II. 1858—1859. 13. XXIV. 5e S. IV. 1862. 290. — Idem, betreffende de proef-kultuur hiermede. Not. Nat. Vereen. 14 Juli] 1859. Aid. XX. 4e S. VI. 18 5 9—1860.188. 15265. Onderzoek door de Akadem. Maatschappij der Wetenschappen te Parijs van het haar door den vice-Adm. Thevenard toegezonden sap of de melk van den Papayhoom (gemcenen Pompoen) welke op Bourbon als geneesmiddel tegen de wormen en bijzonder tegen den lindworm wordt aangewend. Letterb. 1803. I. 307. 1526G. Scheikundig onderzoek naar de geaardheid van het melksap van Plumicra acutitulia, door J. J. Altheer, apotheker le kl. dd. Simpang, 24 Junij 1862. Met negatief resultaat, betreffende de vergiftige eigenschap van het melksap en vau den wortel. Gen. Tijds. N. I. X. N.S. V. 1863.183. |
305
15267. Scheikundig onderzoek naar de geaardheid van het melksap van Cerbera odollam, Hmlt, door J. J. Altheer, Apotheker le kl. dd. Malang, 10 Nov. 18()2. Oen. Tijds. N. I. X. N S. V. 1863. 505. 15268. Brief, dd. 22 Maart 1861 No. 25, van J. II. G. Jordens, omtrent de Esserla ot' Sela, een soort van getah of lijraaehtige hars, voorkomende op het eiland Boeroe, en door de Alfoeren als geneesmiddel aangewend wordende. Nat. Tijds. N. I. XXIII. 5e S. III. 1861. 435. 15369. Vraag, voor 18quot;)4 uitgesehreven door de Nat. Vereen, in N. I., naar planten in de Indische Arehipel. welke min of meer belangrijke alkaloïden bevatten en scheikundige onderzoekingen daarvan. Nat. Tijds. N. I. VI. N. S. III. 1851. 27, — Herhaald voor 1855 en volg. jaren. Aid. IX. N. S. VI. 1835. 19; XI. 3 S. I. 1856. 32; XIII. 3 S. 111. 1857 38; XVI. 4 S. II. 1858-1859. 163; XX. 4e S. 1859—1860. 42. 15270. Verslag over een chemisch onderzoek van den Soeren-bast (Cedrela febrifuga) door ür. P. Iquot;. H. From berg, agrieultuur-chcmist; zijne onderzoekingen naar een alkaloid in dien bast, gevolgd door mededeelin-gen, dd. 1 Julij 1858 van Dr. ü. Wassink, nopens het geneeskundig gebruik door de inlanders. Oen. Tijds. N. I. VI. N. S. 1. 1859. 287. — Het verslag overgenomen in Nat. Tijds. N. /. XVII. 4e S. III. 1858— 1859. 317. 15271. Iets over den Teleöen- en Soeren-bast door D. W. Kost van Tonningen, dd. Weltevreden 8 December 18d0. Onderzoek naar een alcaloïd, met het verkregen resultaat. Nat Tijds. JV. I. le j. 1850. 290. 15272. Betoog voor het gebruik der Soeren-bast (Cedrela febrifuga) als plaatsvervangend geneesmiddel der Kina op Java. Hermes. 2e j. 1827. No. 9. bl. 41. 15273. Over de op Java aangekweekte Sarsaparilla (Smilex sjphilitika) door ü. W. Host van Tonningen, dd. Buitenzorg 24 Oct. 1856. Scheikundig onderzoek, en vergelijking der op Java en elders gekweekte, voorafgegaan door de mededeeling door J. E. Teysmann nopens den groei der plant. Nat. Tijds. N. I. XV. 4e S. I. 1858. 1. |
13274. Onderzoek van den bast des Tapa-loebooms, door W. R. Severing, afkomstig uit de bergvlakte van Tondano, res. Menado. Onderzoek naar een alkaloïde. Nat. Tijds. N. 1. IV. N. S. I. 1833. 524. — Over den Tapaloe van Menado. Uittreksel uit een brief van den lies. van Menado A. J. F. Jansen, betrellende het in-en uitwendig gebruik van dit koortswerend geneesmiddel, hetwelk ook op Java wordt aangetroffen onder den naam Poeling. Aid. VI. N. S. III. 1854. 36S. Zie ook 361, 525. 15273. Toezending, bij miss. dd. 18 Dcc. 1863, door J. E. Teysmann, van zaden van Stryehnos tiente Bl., de Tjettek der Inlanders te Banjoe-Wangi; verzoek aan J. G. Bernelot Moens om hun alkaloïd-gchalte te onderzoeken. Not. Nat Vereen. 9 Jan. 1864. Nat. Tijds. N. L. XXVII. 6c S. II. 1864. 399. 15276. Zakelijke inhoud van het advies van ür. J. E. de Vrij, over een nieuw reagens op alkaloïden, door J. A. Krajen-brink. Not. Nat. Vereen. 26 Jan. 1860. Nat. Tijds. N. I. XXI. 5c S. I. 1860. 324. 15277. Oost-Indische Sennebladen. Uit Brandes Archiv, Bd. XXVIII. H. 3; geringe waarde daarvan. Schei-, Artsenijmengk. Bibl. VIII. 1829. 112. 13278. Cheraiseh-physiologisch onderzoek naar het bitter bestanddeel van Cocculus Crispus 1). C. Earn, der Menispermeae; door J. Altheer, dd. MuntokOct. 1859. Oen. Tijds. N. I. VII. N. S. 11. 1859.613. Nat. Tijds. N. I. XXI 5e S. I. I860. 148. 15279. Bijdrage tot de keunis van het Naucleina-zuur, door J. E. de Vrij, dd. Ban-dong 13 Nov. 1839. Overeenkomst met Chi-nova-bitter. Gen. Tijds. N. I. VIII. N. S. III. IS6Ü. 400. Nat. Tijds. N. I. XXII. 5e S. II. 1860, 3ii2. 13280, Eenvoudige bereidingswijze der Nareotine door ür. R. O'Schaughnessy, te Calcutta. Uit Journ. de Phann. Jioerhave, N. S. I. 1841—2. 144. 15281. Beknopte beschrijving van het Crinum Asiaticum door Th. Hors field, Med. Doet. Beknopte genees- en scheikundige beschrijving van het Crinum Asiaticum Linnaei, of het Bakoeng der Inlanders, zoowel der Javanen als der Maleijers. Verh.liat. Oen. N. [. VIII. 1814. No. V. 15282. Over de aetherische Cajaput-olic |
366
en deszell's bereiding op het den Molukken behooronde eiland Bourou, door den Heer Lesson. Uit het Journal de Cliémic Medicale, T. III. 33G. Bereiding en gebruik. Schei-, Arisenijmemjk. Bibl. VII, lsy9 333. 15283. Bijdrage tot de kennis der kajoe-poeti-olie, duor D. Pies, dd. Buitenzorg, 19 December 1857. Scheikundig onderzoek. Nat. Tijd*. N. 1. XV. 4e S. 1. 349. 152S4. Andolin, door J. Lastdrager, Clictnist en Apotheker. Beschrijving derwijze waarop dit verkregen wordt uit het insekt andol-andol in de omstreken van Soerabaja op Java, alsmede over de kracht van dit geneesmiddel. T. v. N. 1. 2e j. 2e dr. Batavia 1839. 224. Ij285. Spaanschc vliegen op Java. Uit de Jav. Gov. Gaz. van 8 Aug. 1812, waarnemingen nopens het insect endol-cndolj zijnde uittreksel eener missive van Dr. Hun-ter, superintending surgeon to Samarang. Ind. Mac/. 1. Tw 1844. No. 10, 11, 12. bl. 249. 15280. Du Batoe goeliga (bezoar), door P. Nix. Beschrijving van die in het bezit van een hoofd van Indrapoera, afkomstig uit den kop van den rhinoceros en door de Inlanders als universeel geneesmiddel geroemd 1'ijds. Ind. /'. Ij. V.-kunde, Y. N. S. II. 185(5. 151. — De 1'atoe goeliga bezoar, door E. Notseher. Beschrijving van die door Mr. A. Prins geschonken, en afkomstig uit de lever van een aap, op Borneo's Westkust. Aid. VII. 3 S. I. 1858. 93. la2S7. Mededecling door Dr. T. A. Jor-ritsma, dd. Hoorn Pebr. 182G, van een vertaald uittreksel van een berigt van den geneesheer Licsching aan de Kaap de Goede Hoop, betreffende het geneesmiddel Bocchoe bii de Hottentotten aldaar. Lellerb. 1826. I. 115. 15288. Bijzonderheden nopens jodium op Java te Molong of Kedongwaroe door E. P. G. Kreyenberg, uit de jodium-bronnea aldaar fabriekmatig bereid. Not. Nat. Vereen. 14 Jnlij 1858. Nat. Tijds. N, 1. XVI. 4e S. 11. 1858 -1859. 256. |
15889. Over de jodium-fabrikatie op Java. Tekst der door het Indisch Gouv. afgestane stukken en adviezen, betrellcnde hot aanwezen en de mogelijkheid tot vervaardiging van jodium op Java. Ie. Indisch besluit, dd. Buitenzorg 17 Julij 185:j. 2o Twee brieven,dd. Utrecht 30 Oct. 1S47, vau den Hooglceraar G. J. M u 1 d e r, 3c. Ilapport van den agri-cultuur-chemisl Dr. P. P. II.Promberg, dd. Batavia 19 Maart 1855. 4e. Brief, dd. Pcla-toengan 21 Maart 1855, van den off, v, gez. 2e kl. Dr. C. C. W. M a n d t. 5c. Consideratie en advies, dd. Buitenzorg 2ü Mei 1855 No. 164, van den Ingenieur van het mijnwezen, Cornets de Groot. 6e. Idem, dd. Buitenzorg 5 Mei 1855 No. 139, uan den Chef der geneesk. dienst. Antwoord daarop. 7e. dd. Batavia 12 Mei 1855 No. 859, met ccn staat van het jodium-verbruik gedurende de laatste tien jaren. Tijds. Nip. N. L. II. 1855. O. B. 223. Geneeskundige werking. 15290. Uitkomsten verkregen bij de aanwending van Chinidine,door W. Voglcr.off. v. gez. Ie kl dd. Padang 20 Jan. 1859. Gen. Tijds. N. I. VI N. S. I. 1859. 747. 15291. Aanwending van in Indic bereid Kinova-zuur tegen koorts, door Dr. G. W a s-sink, dd. Batavia 6 April 1800. Ueti. Tijds. ■ N. I. VlII. N. S. III. 1861). 408. 15292. Bijzotiderlieden nopens dc ontdekking door den Res. A. J. P. Jansen in de Minahassa van een boom Kajoemas genaamd, zijnde blijkbaar een Cinchona-soort, en geheel overeenkomende met de Kinaboom, volgens racdedeeling aan Dr. P. Bleekcr, bij brief dd. Menado 28 April 1857 Nut. Tijds. N. [. XIII 1857. 455. — Brief, dd. Buitenzorg 4 Julij 1857, vanS. Binnendijken-houdende de verlangde inlichtingen nopens dezen boom. Aid. XIV. 3c S. IV. 1857. 178. 15293. Bericht wegens eeu min bekend Indisch geneesmiddel tegen do koorts en dc koek, enz. door J. C. Me tzla r. Predikant in dc Klundert, dd. Beusicbem '1 Oct. 1786. Beschrijving van de „Martic condequot; en hare wijze van aanwending of gebruik in do Ba-taviaasche Bovenlanden. Verh. 'A Gen. XIV 1790. 577. 15094. Bij zot derheden nopens dr, koorts-werende eigenschappen van den Kajoe of dawon bitjetah. Medegedeeld door J A. Kraijenbrink in de Ucstuursvergadcring der Nat. Vereen. N. 1. op 11 Dcc. 1857, en bij brief, dd. Telockdjanti 20 Jan, en 11 Pebr. 1858. Nat. Tijds. A. 1. XVI. 4e S. II. 1858—1859, 80, 104, 185. — Verzoek |
367
aan don Cliof dor gonecsk. dionst Dr. G. Wassink, alsmede aan Dr. A.J. D. Steenstra Toussaint, tot iiot nemon van therapeutisclic proeven, alsmede aan A. G. Veltman om een scheikundig onderzoek, on aan Dr. W. H. de Vriose om eene botanische bepaling. Not. Nat. Vereen. N. I. 28 Jan. 1857. Aid. 105. — Brief, dd. 3 Eebr. 1857 No. 4, namens de Nat. Vereen, door den secretaris Verstoegh aan Wassink gedaan. (Jen. Tijds. N. I. VI. N. 8. 1. 1859. 394. - Voorgenomen onderzoek op last van don Chef dor geneeskundige dienst. Not. ISat Vereen N. I. 11 Tebr. 1858. Nat. Tijds. N. I. XVI. 4e S. II. 1858—18.quot;)9.114. — Mededoeling bij brief, dd. 1 Oct. 1858 No. 1901, van Dr. G. Wassink, dat do resultaten van het verlangde en vorrigte onderzoek zijn geplaatst in Gen. ïijds. N. I. VI. 1859. Aid. ;l32.— Rapport, dd. 23 Sopt. 1858 van Dr. A. J. 1). Steenstra Toussaint van genomen proeven aangaande do werking van dawon bitjetah als raiddel togen koorts. Aid. 324. 15295. Over het gebruik van arsenicum tegen febris intermittens, door E. E. Meijer, oll'. v. gez. 3e kl., ctd. Batavia amp; April 1854. Zijnde wijze van toediening en verkregen resultaten. Gen. Tijds. N. ƒ. 111. 1854. 200. 1529(). Inlandschc middeloutegen diarrbern. Uit de Bat. Cour. van 23 Fobr. 1825. Opgave, zijnde extract uit eenen brief, aan den Ros. van Cberibon, C. M. Baumhauer, geschreven door den Komraissaris voor do civiele geneeskundige dionst in N. Indiö, Dr. O. L. Bin me, dd. Rembang 8 Fobr. 1825. hul. Man. 11. Tw. 1845. No. 3 amp; 4. bi. 116. 15297. Rawu Bokoebang, als anlidyson-terioum gebruikt op Sumatra's Westkust, door W. H. de Vriese, dd. Batavia, 16 Jan. 1861. Brief aan den Chef der geneeskundige dienst Dr. G Wassink, on door dozen medegedeeld mo bijgevoegd Naschrift, betreffende dc proefneming met deze plant in don plan-tontuiu bij het groot militair hospitaal te Weitevreden, Gen. Tijds. N. I. IX. N. S. IV. 1862. 66. 15298. Borigt en uitnoodiging van de Rodaktio aan do kunstgonooton in Ncd. Indip, om mededoeling hunner bevindingen nopens de toediening van succus catcehn bij zoogenaamde chronische dysenterie of boter ontero-heleoso. Gen, Tijds. N. 1. 1. 1852. 518. — |
Klinische waarnemingen hiervan door Dr. D. Doijer J z. off. v. gez. 2c kl., dd. Weltevreden 22 Dcc. 1853. Aid. 11. I »53. 293. — Klinische bijdragen, door G. Wassink,dd. Batavia 7 Nov. 1853. Zijnde waarnemingen omtrent het nut der catechu bij dysenterie. Aid. 391. 15299. Pakoe Kidang, door J. K. Hass-karl. Mededcclingen betreffende de waarde als goneosmiddcl voor bloedstolping en tegen dysenterie, volgens waarneming van don Chirurgijn-Majoor Dr. Fro mm. T. v. N. I. 4e j. Ie dr. Batavia 1842. 127. 15300. Aanbieding, door W. F. Ver-steeg van wortelen cn planton, welke tot geneesmiddel tegen dysenterie cn spruw worden aangewend, met opgave der benaming en voorloopige aanwijzing van het gebruik. Not. Nat. Vereen. 26 April 1862. Nal. Tijds. N. I. XXIV 5o S. IV. 1862. 454. 15301. Brief, dd. llattem, 17 April 1861, van Dr. J. A. va n D is sol Sz. over do Temoe Lawak, en het Bidara laut, cn liet gouoos-kundig gebruik, dat do Javaneu daarvan maken. Versl. Kon. Akad. d. Wet. Nat. XII. 1861. 153. — Verslag van C. A.J.A, ü u d e m a n s hierover uitgebragt in de verg. van 25 Mei 1861. Atd. XII. 1861. 183. — Verzoek aan J. B. ïeysmann, om eene botanische bepaling dezer planten, naar aanleiding van bovengenoemd verslag. Not. Nut. Vereen. 20 Nov. 1861. Nat. Tijds. iV. [. XXIV. 5e S. IV. 1862. 264. 15302. Over den rijkdom der Oost-Indiiin in modioinale planten, in 't bijzonder over een nieuw en krachtig middel tegen de wormen. Overgenomen uit do Asiatic Researches vol. Xl. London 1812. Overzigt eoner verhandeling hierover van Fleming. Letterh. 1815. I. 366. 15303. Chiravita door Ï. A. J. Geneos-kundigo eigenschappen van deze Indische plant, mot bijzonderheden nopens bare aanwending door do Indische gencesheeren. Overgenomen uit do Revue Britannique. Lctterb. 1829. I. 125. 15304. Mededeelingen omtrent do geneeskracht van de cellen der Tnrksche tarwe, bij uicrsteenlijdcrs, duor Dr. G. Wassink. |
368
(ld. Batavia 4 Pcbr. 1861. Gen. Tijds. N. I. IX. N. S. IV. 18C2. 641. 153(15 Overzigt van een te Lion uitgegeven brief, dd. Ispahan 8 Maart 1714, van don geneesheer Lambert, ter mededeeliug der eigenschappen, van hot Oosterseh elixir, van de plant Ginging in Perzië, mot goud vim Sumatra, en andere ingrediënten bereid. lioekz. II. 1710. a73. ] 5306. Genezing van fistels uit bubones inguinales post gonorrhoeam ontstaan na het gebruik van salmiak in klimmeude giften, door J, Munnicli, dd. Sainarang, Nov. Is44. Nat. Gen. Arch. N. 1. 2o j. 1845. 128, 182. 15307. Een woord over de guustige werking van uux vomica togen prosopalgic, door H. A. Schreuder, dd. Batavia ö Junij 1847. Verhaal van hetgeen aanleiding gaf tot cene meer oplettende bespieding der werking, cn door herhaalde aanwending tot de erkenning en bevestiging van deszclfs nut. Gen. Tijds. N. 1. I. 1852. 1. 15308. 'Chloroform bij delirium tremens. Waarnemingen uit het verslag over 1852 van het hospitaal te Soera baja. Gen. Tijds. N. I. II. 1853. 213. 15309. Mededeeling, door E. de Waal van de uitwerkselen van bet gebruik van opium. Ind. Mog. Eerste Twaalfl. 1844. No. I, 2 amp; 3. bl. 91. 15310. De uitwerking van het gebruik van opium op het ligchaam cn de ziel, volgens opgaven en medcdeelingeu vau Ur. 11. Little. T. v. N. 1. 13e j. 1851. II. 191. 15311. Mieotiana tabacum met gunstig gevolg aangewend bij tetanus traumaticus, door C. A. Ben sen, off. v. gez. 2c kl dd. Seraug 16 Mei 1851. Oen. Tijds. N. 1. 111. 1854. 280. 15312. Klinische waarnemingen. Het anaestheticum van Dr. Francis in Philadelphia bij de dentistischc praktijk, door C. W. E. Mogk, off. v. gez. Ie kl. dd. Sluntok 1860. Oen. Tijds. N. I. IX. N. S. IV. 1862. 237. |
15313. Hura Crepitans tegen lepra, door Dr. G. Was sink, dd. Batavia 1 ïebr. 1855. Zakelijke inhoud van: a. de missive, dd. Utrecht 14 Dec. 1849, vau den Hoogleeraar G. J. Mulder aan den Min. van Kol. over rijn scheikundig onderzoek van den bast en het melksap uit den bast der Hura Brasi-liensis; h. de missive, dd. Paramaribo 8 Junij 1850 van den off. v. gez. Ie kl. H. S c h o r r e n b e r g aan den Gouverneur van Suriname, ten geleide van de verzending naar Ned. ü. 1. van planten vau den Hura Bra-siliensis, en betreffende de wijze van aanwending van het middel, beuevens opgave der jongst verkregen resultaten. Gen. Tijds. N. I. IV. 1855. 539. 15314. Over een nieuw geneesmiddel, van bloedstelpende kracht, Peiighawar Djambi, door J. K, Hasskari. T. v. N. I. 3e j.2c dd. Batavia 18 10. 153; 4e j. Ie d. Batavia 1842. 127. 15315. Onderzoek van de Penghawar Djambie, bloedstelpend middel van de Inlanders op Java. Mededeeling, door Dr. A. Moll, van de nasporingen van Dr. J. A. Kool, te Amsterdam, getrokken uit zijn werk ouder bovenstaanden til el uitgegeven te Amst. iu 1839. Praot. Tijds. Gen. XIX. 1840. 86. 15316. Aan de Redactie van het Tijdschrift voor Ned. Indië, door H. dd. Peka-longan, 10 Maart 1841. Mededeelingen over de eigenschappen van de plant, genaamd Penghawar Djambi, als geneesmiddel tot in-cn uitwendig gebruik. 1\ v. N. I. 3e j. 2c dd. Batavia 18J0. 263. 15317. Chemisohe zamenstelling van Penghawar Djambie. Onderzoek van Dr. J. M. van Bemmelen. Ned. Weekblad Gen. IV. 1854. 504. — Overgenomen in Nat. Tijds. N. 1. XI. 3e S 1. Ia56. 303. 15318. Onechte Penghawar Djambie, door ï. D. Vrijdag Zijnen, dd. 'sGravcnhage 18 i9. JScschnjving van die, uit een der art-scnijwinkels van Batavia iiangebragt. Ber Ned. Maatsch. Fharm. 1846- -52. 225. 15319 Zakelijke inhoud van het Betoog van Dr. Molkenboer in de Afdeeling Leij-den cn omstreken der Maatschappij ter bevordering der ticnecskuude, voor een nader onderzoek van den Penghawar als bloedstelpend geneesmiddel. Ned. IVeekbl. Gen. I. 1S51 474. 15320. Betoog, dd. Amsterdam 16 Juli) 1852, door M. en S. voor de opname in de Pliarmaeopoea Neerlandica van de Penghawar Djambie. Ned. Weekbl. Gen, II. 1852. 301. |
869
15321. Klinisclie waarnemingen. Aanwending van Ergotine in een geval van darmbloeding, door J. Aiken, oil', v. gez. 3e kl. dd. Batavia 6 Jan. 1859. Gen. Tijds. N. I. VIII. 1860. 349. 15322. Aanwending van ijs als geneesmiddel. Verslag van Dr. S. L. Heyraann. Hat. Gen. Arch. N. I. 4e j. 1847. 126. 15323. Do werking van den Indischen hennip, door Dr. R. Waarnemingen van ïh. A Wise, Clnrurgijn in dienst van de 0. I. Comp. in Britsclï Indiö, nopens de werking van het gebruik van «Gundschaliquot; en //Oluirus.quot; Overgenomen uit Edinb. monthly Journ. June 1852. 501. N. 1'ract. Tijds. Gen. XXX11. N. H. V. 1853. 593. 15324. Over de dosioiogie van het Ma-gisterium Bismuthi, door C. C W. Mandt, off. v. gez. 2e kl. dd. Pelatoeugan 15 Maart JbiS. Gen. 1'ijds. N. I. IV. 1S55. 6ül. 15325. Beschouwing over de pharmaeo-dynamisehe werking der kwikmiddclen, in het, bijzonder van het Calomel, door J. Mun-nieh, (ld. Samarang Oct. 1844. Nat. Gen. Arch. N. I. Ie j. 1844. 563. 15326. Electro-magnetismus als geneesmiddel aangewend in het groot militair hospitaal te Batavia, door Dr. M. J. B. Muller, dirigerend officier van gez. Ie kl. dd. Batavia Mei 1845. Nat. Oen. Arch. N. I. 2e j. 1845. 326. 15327. Berigt van de proefnemingen, met den door kunst gemaakten magneet, door J. van der Steeger Med. Doet., gedaan in 4. Gcneeskundi 15331. Gouv. besluit, dd. 9 Junij 1848 No. 29, tot oprigting van een etablissement ter verpleging van raelaatschen op het eiland Bangka, bij Lekoepang, onder Menado Gen. Tijds. N. I. II. 1853. 388. — Bijzonderheden nopens de verplaatsing van het etablissement voor raelaatschen op het eiland Bangka naar den vasten wal der res. Menado, bepaald bij Gouv. besluit, dd 22 Jan. 1854 No. 5, benevens bijzonderheden nopens de nieuwe inrigting. Medegedeeld door den chef van de gencesk. dienst G. Wassink, dd. II. |
het binneii-linspitaal te Batavia, sedert Junij 1778—178 i. ferh. Bat. Gen. N. I. I. 3c dr. 1825. 75. 15328. Prijsvraag, uitgeschreven door het Bataafsch Genootschap der proefondervindelijke Natuurkunde te Rotterdam, voor rekening van hel Bataafsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, over den invloed van de natuurlijke eleetriciteit en derzelver verschillende vcrdecling in onzen dampkring op gezonde en ziekelijke ligchamenP In welke ongesteldheden en ziekten is de kunstige electrieiteit dienstig tot genezing of verligting? Op wat wijze werkt zij tot dat einde? En welke is de beste manier om er zich met dat oogmerk van te bedienen? Te beantwoorden voor den 1 Maart 17^1. Ferh. Bat. Gen. N. I. II. 3e dr. Lw26. 5 en lil. 2e dr. 1824. Voorberigt 9. 15329. Circulaire, dd. 11 Junij IS*),'? No. 18S3, van den Chef der gencesk. dienst G. Wassink, auu de officieren van gezondheid, houdende voorschriften voor de aanwending van een sublimaat-oplossing tot het verdwijnen van vlekken in het linnengoed hij de militaire ziekeninrigtingon. Gen. Tijds. N. /. XI. N. S. VI. l^öi. 150. 15330. Desinfecting fluid. Mededeeling, dd. Batavia 3 April 1854, door G. W as-sin k, van het berigl wegens het gebruik van dit vocht, door den civiel geneesheer to Modjokerta L. Aschenberg, gevolgd door het scheikundig onderzoek van het zoogenoemde Sir William Burnett's patent «Desinfecting Fluid, door don apotheker 3e kl. J J. Altheer dd. Batavia, 22 Mei 1834. Gen. Tijds. N. I. III. 1854 330. ge Gestichten. Batavia 18 Mei 1S65. Gen. Tijds. N. /. IV. 1855. 978 15332. Bijzonderheden nopens dc iurig-rigting ter verpleging van syphilitische mannen en vrouwen te Tjandjoer, res. Preanger Reg. tot stand gekomen krachtens Gouv. besluit, dd. 25 Mei 1854 No. 17. Medegedeeld door d n Chef van de geneesk. dienst G. Wassink, dd. Batavia 18 Mei 1855. Gen. Tijds. N. I. IV. 1855. 979. |
47
370
15333. Bijzondorheden nopens dc plaatsing van een doctor djawa bij liet gesticht tot. verpleging van syphilitlschen te Koedoes, res. Japara, krachtens Gouv. besluit, dd. 8 Nov.1867 No. 16. Gen. Tijds. N. I. 11. N. S. I. 1859. 666. 15334. Behoefte te Batavia aan een krankzinnigen-gesticht voor Europeanen. Ned. Weekblad Gen. II. 185-2. 536. 15333. Aanbeveling door Dr. C. S w a v i n g, dd. Batavia Maart 1852, tot het daarstellou van een krankzinnigen-gestieht voor Europeanen te Jiat.ivia. Reyl N. I. 4e j. VII. 185lt;!. 130. — Voorwaardelijke adhaesie aan deze oprigting, door Dr. ü. Do ij er Jz. dd. Weltevreden 26 Mei 1852. Aid. 2G8. 15336. Voorstel van den Chef der geneesk. dienst aan het Indisch Gouvernement, betreffende eene verbeterde krankzianigen-inrigling bij het hospitaal te Samarang, dd. 2lJ J)ec. 1847 Wo. 213. Oen. Tijds. iV. 1. II. 1853. 193. — Gouv. besluit, dd. 9 Maart 1S48 No, 9, tot oprigting vau een gebouw bij het hospitaal te Samarang, bestemd voor do verpleging vau krankzinnige Christenen. Aid. 388. 15337. Over de geschiktheid der bergstreken in het Noordelijk gedeelte van ludlö tot bet oprigteu van sanitaria voor Europeanen. Uit Asiaiic Journal. Medegedeeld door J. van Wijk Hz. Oosterling, 11. iMiO. 2e ged. 87. 15338. Mededeelingeu, door Dr. P. ülee-ker betreffende het plan in 1846 va» Dr. W. Bosch, tot het oprigteu van een kouvales-eenten-etablisscment te Kali-alang, in de res. Samarang. T. v. N. 1. lioO. I. 248. 15339. Pogingen van Dr. W. Bosch tot oprigting van gezondheidshuizen in de binnenlanden van Java. Ned. IVeekhlad Gen. II. .1852. 160. — Bijzonderheden nopens de inrigting en Gouv. ondersteuning van het etaWisscment van Dr. A. D. Steenstra Tous-saint te Gadok bij Buitenzorg. Aid. 111. 1853. 228. 15340. Plan tot het oprigten van een reeouvalescentenhuis, op eene hoogte van 6000 voet op Java, dour Dr. 1'. J u n g li u h n. Met aanbeveling daarvoor vuu hel plateau van den Dieng, bij Telaga Leri, in dc ros. Banjoemas. T. v. N. /. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 112, |
15341. Mededeelingeu van Dr. P. Blocker, betreffende dc oprigting van het etablissement voor lijders aan chronische ziekten en voor convalescenten te Ngocngroengau (Oenarang), in de res. Samarang. T. v. N. / 1850. 1. 248. 15342. Het reeoiivalesceiiten-gcstieht tc Oenarang, res. Samarang; door Dr. A. J.D. Steenstra Toussaint. Beschrijving, gc-schiedenis, statistische opgaven van 1 .Waart 1850 tot ultimo 1852, geneeskundig verslag, benevens wonsch, dd. Batavia 5 Junij 1851, dat het opperbestuur in Nederland de gedane dringende voorstellen voor een soortgelijk geslicht voor Batavia eu Soerabaja moge aannemen en goedkeuren. Gen. Tijds. N. I 1. 1852. 47, 60, 132, 301, — Geneeskundig verslag van dit gesticht over 1854— 1860. Medegedeeld door den Chef der gen, dienstG. Wassink. Md. V. 1857, 405,1147; VI, N. S. I. 1859. 527; Vil. N. S, 11, 1859. 81; VIII. N, S, 111, 1-60. 140, 585; IX. N. S. IV. 1862. 579; X. N. S.' V. 1863. 381. 15343. Do gematigde cn koude streken van Java, mot de aldaar voorkomende warme bronnen: uit een natuur-, aardrijks-, en geneeskundig oogpunt beschouwd, als stellende een middel daar ter voorkoming en genezing van die ziekten, waaraan Europeanen, tengevolge van hun lang verblijf in heete luchtstreken, gewoonlijk lijden, door Dr. E. J u n g-huhn. 2'. v. N. I. 4e j. 2c d. Batavia 1812. 81. 15344. Berigt en uitnoodigiug van de Iledaktie (G. Wassink) aan de kunstgenoo-ten in jSed Indidd. Batavia 11 Nov. 1853, tot geneeskundig onderzoek eu beproeving der minerale wateren in Ned. Indic, Ueii. Tijds. N. I. 11. 1853. 445. 15345. De minerale bron (Sisippan) tc Gadok, in de Buitenzorgsche Bovenlanden, ter aanbeveling der plannen tot oprigting van een reeonvalescenten-gosticht voor Batavia aldaar. Gen. Tijds. iV. 1. 1, lb52, 6ó, 15346. Beschrijving van de badplaats Sintjojo, in het dist,rikt Tcugaron, afd, Sa- |
INDIE.
371
latiga, res. Samarang, door Dr. P. Blocker. T. v. iV. 1. 1850. I, 310. 15347. Mededeelingon, door Dr. P. B1 eelt er botrellcnde de goneeskraclit van hot minerale water van Pclautoeugan, Gcbangan cu Ngassinan, in dc res. Samarang. T. v. S. I. 1850. le d. 14. 15348. Topograpbiseh-geneeskundig verslag over de vallei van Pclantoengan (Seloca-ton), derzelver minerale wateren en bad-eta-blissement, door Dr. C. C. W. Mandt, benevens de resultaten in dc eerste proefjaren verkregen. Nat. Gen. Arch. N. I. 2e i. 1845. 277, 3 02, G34. J5349. Bad-inrigting voor reconvalescenten. Besluit, van het Ned. Ind. Gouv. tot oprigting van een etablissement op liet land Seiocarton in de afd. Kendal van de rcs. Samarang, alsmede mededeelingcn betreffende dc warme bronnen in hare omstreken. '1'. v. N. I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 122. 15350.Bad-etal)lissenient te Seloenton (Pclantoengan) in de afd. Kendal, res. Samarang, door Dr. P. Bleekcr. Bijzonderheden nopens de voltooijing en inrigting van dit bad-ctaolis-sement voor rcconvalcscentcn, onder directie van Dr. C. C. W. Mandt, dat in Mei 1844 zal in werking treden. Nat. Gen Arch. v. N. I. le j. 1844. 149, 152. 15351. Mededeeling, door E. de Waal, van bijzonderheden nopens de wijze van verpleging in de proef-bad-inrigting te Pelan-toengan (Selocaton) cn opsomming der ziekten, welke aldaar kunnen worden genezen. Intl. Mag. I. Tw. 1844. No. 4, 5 cn 6. bl. 274. 15352. Berigten betreffende het bad-eta-blissemcnt te Selocaton. Verslag der behandelde ziekten sedert Junij 1844 tot Febr. 1816. door Dr. C. C. W. Mandt. Nat. Gen. Aro/i. N. I. le j. 1844. 4S7, 632j 2e j. 1845. 174, 336, 555, 706; 3e j. 1846.130.— Idem van 1 Sept. — uitquot;. Nov. 1844. Aid. le j. 1844. 632. 15353. De proeftijd van het bad-etablisse-ment tc Pelantocngan, Julij 1844 tot cn met Deo. 1840; door Dr. C. C. W. Mandt. Verslag der waarnemingen aangaande dc uitwerking der thermen van Pelantocngan verzameld in genoemde proefperiode. Nat. Gen. Arch. N. I. 4e j. 1847. 170.— Dcsidcranda voor Pclantoengan, volgens P. A. Premin-Aid. 3e j. 1846. 510. |
15354. Bijzonderheden nopens de oprigting van bot bad-etablissement te Pelantocngan in bet regentschap Kendal van de rcs. Samarang, cn nopens de reeds verkregen uitkomsten in deze inrigting. Medegedeeld door Dr. P. Bleek er. T. v. N. I. 1850. le d. 14. 15355. Aanteekeningen en invallen over een verblijf in dc Gouverncments badplaats Pelantocngan, door N. N. dd. Samarang Mei 1854. liiantj Lala, 3c j. 1854. II. 107. 15356. Specificatie der verschillende ziekten en van het gevolg, waarmede de badkuur daartegen in aanwending gebragtwerd, in bet badctablissement te Peiatoengan, door den off. v. gez. 2e kl. C. O. W. Man dt, ge-dutende ]8o6. Medegedeeld door den Chef van dc geneeskundige dienst in Ncd. Indië, G. Wassink, dd. Batavia Julij 1857. Gen. Tijds. N. [. VI. N. S. 1. 1859. 92. — Idem gedurende 1857. Aid. 516. — Idem derver-plecgden gedurende 1S56. Aid. VIII. N. S. 111. I860. 131. — Idem, gedurende 1857. Aid. 585. — Idem, gedurende 1858. Aid. IX. N, S. IV. 1862. 394. 15357. Over de werking van het mineraal water van Gcbangan en Assinan, door Or. P. A. Pro mm. Verslag zijnor geneeskundige waarnemingen. Nat. Gen. Arch. N. I. 3e j. 1816, 513. 15358. Mededecliugcn, dd. 1 Aug. 18 l8, betroilfende de gcnecskracht van de minerale watoren van Tjibcok iu dc rcs. Bantam, cn wenschclijkhcid dat aldaar een badiurigting voor Europeanen tot stand k jine. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. le d. 397. 15359. Over Batoor en het Dieng-gebcrgte, cn hunne staal-, damp-, slijk-, zout-, enzwa-vcl-bronnen; door Dr. P. li pp. Betoog voor dc oprigting van een geneeskundig etablissement aldaar. Nat. Gen. Arch. N. I. 3e j. 1846. 598. 15360. Staat aantoonende de ziekicgeval-len waartegen het water van Singoriti uit de verschillende bronnen gedurende 1856 cn 1S57 is beproefd, benevens de verkregen uitkomsten, door C. G. O. P. Grein er, off. v. gez. 2e kl. dd. Malang 6 Oct. 1860. Gen. TMs. N. I. IX. N. S. IV. 1862. 171. |
872
Japan. 15361. Aanleekeningen over de geneeskunde van de Japanezen door Dr. O. Moh-nike. Geschiedkundig en beschrijvend over-zigt. Gen. Tijd*. N. I. ,1. 1852. 198,325.— Inhoud van dit artikel. Ned. Weekblad Gen. II. 1852. 478. 1536?. Iets over de acupunctuur, naal-densteckkunde, getrokken uit een brief van den Japansch-keizerlijken naaldenstekcr Isi Saka Sotels, en medegedeeld door Dr. Ph. von Siebold. Met Plaat. Verh. Bat. Gen. N. I. XIV. 1833. 381. 153G3. Opnoeming, door Dr. O. Mohnike van de geueesmiddelen in Japan, van welke zich de tot, de oude of Chineesche school behoorende geneesheeren bedienen, benevens omschiijving der aanwending. Gen. Tijds. N. I. 1. 1852. 332. 15304. Lijst der Japansche geneesmiddelen, met opgave van hunne Chinesclie phar-makologische en Kuropeschc syslemaüscae namen, benevens van den Japanschen naam, bij de kruidkundige bepaling der moederplant in gebruik, hunne werking en wijze van toediening. Medegedeeld duor Dr. O. Mohnike. Gen. Tijds. N. I. 1. 1852. 310. 15365. lleaul woording van eenige vragen over de Japansche vroedkunde, door mijnen leerling Mindzunzo, geneesheer te Nagazaki. Met eenige aanmerkingen, aangeboden, door den Med. Doet. Ph. Pr. von Siebold. Verh. Bat. Gen. N. I. X. 1825. 191. China. 15366. De geneeskunst en hare beoefening in China, door A. T. Reitsma. Schets, ontleend aan: «Dr. Tatarinoff, Arbeit en der Kaiserlieh-llussischen Gesandtschaft zu Peking iiber China, sein Volk, seine Religion, seine Institntionen, socialen Verhiiltnisse u. s. w. Uebersetzt aus dein llussischen von Dr. Carl. Abel. Mecklenburg 1858.quot; Tijdsp. 1861. 607. 15367. Overzigt van het geheele pathologische stelsel der Chineesch-Japansche school. Medegedeeld door Dr. O. Mohnike. Gen. Tijds. A'. 1. I. 1852. 273. |
15368. De toestand der geneeskunde in China, door H. Ned. IVeekblad Gen. III. 1853. 253. 15369. Iets over de Chineesche geneeskundigen door R. v. L., M. D. Hun geruis aan kennis, blijkens de gevallen, welke G. Staunton heeft ingelast in de beschrijving van de reis van Lord Macartney naar China. N. Vad. Bill. VI, 1802. 2e st. 22. 15370. Chineesche behandelingswijze tegen Lepra. Mededeeling dd. Hatavia Junij 1808, door Dr. G. Was sink, der omschrijving van een aantal proefnemingen. Gen. Tijds. N. I. VI. N. S. I. 1859. 350. l.)37i. China. Zendingshospilalen. Resultaten, getal en plaatsen. Fer. Chr. St. XV11! 1864. 568. 153/2. Medische Zendelingsgecootschap te Kanton. Zakelijke inhoud van het Verslag over 1860 betreffende de resultaten van hel hospitaal. Fer. Chr. St. XVI. 1862. 178. 15373. Bijzonderheden, over 1 April 1 Sept. 1845 nopens het hoofddoel, de in-rigting vau het Zendelings-hospitaal, uitsluitend ten behoeve der Chinezen, te Ningpo in 1843 geopend door het Amerikaansclj Baptisten-Genootschap. Ontleend aan een rapport van Dr. D. J. Macgowan,dd. 1 Sept. 1 vt5, door Prof. II. C. M i 11 i e s, gevolgd door eenige berigten nopens de ziekenbehandeling in 1849 in Ningpo. Gids, XVle j. N. ö. 5e j. 1852. I. 600. 15374. China. Arbeid van den zendeling-geneesheer Lockiiart. Zijn hospitaal te Peking Ver. ('hr. St. XVII. Ib(i3. 184. 15375. Bijdrage tot de kennis der genees-en artsenij-mengkunde onder de Chinezen in het algemeen en onder die te Batavia in het bijzonder, door Dr. P. BI e eke r, dd. Batavia April 1844. Anatomie en physiologic, pathologie, apotheken, pharmacologic. Nat. Gen. Arch N. I. Ie j. 1844. 257. 15376. Beschrijving van de inrigting van het Chineesche hospitaal te Batavia. Ned, Weekblad Gen. II. 1852. 536. |
373
16377. Chineesclie gezoudheidsregelen. Vad. Bibl. VII 1795. 3e st. 06. 15378. Artsenijmengkunde in China. Schets van den toestand. Schei-, Artsenijmeugk. Bibl. Vlll. 1829. 299. 15379. Mylabris Cichorii. Uit Plmrra. Journ. and Transact. Vol. 9. Gebruikt door de Chinezen in stede der Cantharides. Gen. Tijds. N. L I. 1852. 75. 15380. Chineesclie tandmiddelen. Medegedeeld door den off. v. gez. 2e kl. E. F. Meijer, dd. Riomv 10 Febr. 1857. Beschrijving, met aantooning van hun praktisch nut. Gen. Tijds. N. I. Vi, N. 8. 1 1859. 2()9.— Ophelderingen tot het opstel van E. E. Meijer, over Chineesclie tandmiddelen, door J. R. A. Bauer, off. v. gez. le kl, dd. Samarang fi Oct. 180U. Zijn pharmakognos-tisch onderzoek. Aid. [X. N. 8. IV. 1802. 173. Indie. 15381. Inlandsche gewoonten, ziekten en geneesmiddelen in Indië, medegedeeld door I). Jolinson, Esq., voormaal» heelmeester in dienst van de achtbare compagnie te Bengalen. Uit quot;J. Johnson, üe invloed der Keer-krings-luchtstreken op Europ. gestellen. 1. Amst. 18.'I .quot; rod. Lett. 1820. 1. 2U3. 1538-.). Iets over den staat der geneeskunst bij de Indiërs, door den lieer U n-derwood, voornamelijk in ïanjore en in Madras. Letterb. IblG. li. 133. 15383. üenees- en scheikunde. Overzigt van het daarover voorkomende in de Eransche vertaling van A. Beaume der Asiatic Researches, uitgegeven door Ad. Uuquesnoy Parijs 1807, door Sedi 11 ot,Geheimschrijver hij de afzonderlijke school der Oostersche talen, en overgenomen uit den AJoniteur van 1807. Letterb. 1808. 11. 172, 174. 15:i84. Bijzonderheden nopens de voorwaarden van benoeming tot geneesheer van Tipoo-saib, van Willeiner, Med. Doet. en |
Hoog!, in de Plantkunde te Nancy. Letterb, II. 1789. 73. 15385. Zonderling gebruik te Sindo ten opzigte der geneesheereu. liet gemeeuschap-pclijk innemen der voorgeschievcn geneesmiddelen. Overgenomen uit: //Narrative of a visit to the Court, of Sindo by James Burnet. Edinburgh IS31.quot; Letterb. 1832. II. H3. 15380. Ziekenverpleegsters voor Indië. Bijzonderheden nopens luire werkzaamheden, alsmede nopens hare ondersteuning in Engeland. Ver. Ghr. St. XII. 1858, 020. F er zie. 15387. Iets, over den staat der geneeskundige weteuseliappen in Perziö. yad. Lelt. 1838. II. 390. 15388. De apothekers in Pcrzü1, hunne kunde, geneesmiddelen, en wijze van verkoop. Ontleend aan een opstel over dit onderwerp van den Heer Julia de Eontenelle, geplaatst in het //Journal de ehémie médicale.quot; Ree. o. d. Ree. XXXI. lS3b. Meng. 554. 15389. Over het opium, en de wijze op welke 't zelve by de Uosterlingen (Perzië) werkt: getrokken uit .eenen Brieve van den Heer Reinegg, M. 1). in Persie, geschree-ven den 13 Nov. 178'1' te St. Geurge. had, Lett. 1787- 11. 2. 55!. 15390. Bericht, aangaande het heulsap en deszelfs werking bij de Oosterlingen, in Perzië, getrokken uit een brief van den Heer Reiuegg, Mod. Doctor in Persiiin. Vad. Uit. 1797. 2. 273. 15091. Sandwichs-eilanden. Oprigl ing van ziekenhuizen, onder bescherming en met medewerking van den koning, her. Chr. SI. XIV. 180U. 325. |
374
Ouder de O. I. Co m p.
Algemeen. 15302. Aansclirljving aan do Ijewindhet)-licrs der O. I. Comp zich te bepaleu tot den aanbouw en het onderhoud van bepaald noodige forten in Uost-lndiü, wordende hun tevens toegestaan een subsidie voor dat onderhoud, alsmede de amuuiüe tot eene zekere hoeveelheid. Res. IIoll. 2 -16 Dee. 1010. 2e dr. 45. — Punt van besehrijving over het verzoek der Ü. 1. Comp. om een tweede subsidie in geld en amunitie gelijk aan de eerste eu tot hetzelfde einde. Aid. 23 Deo. 1610. ie dr. 23.1. — Hun verzoek toegestaan. Aid. 23 JFebr. — 'i 1 Mei iOII. lie dr. 243; 15 Maart 1611, 2e dr. 288. — Assistentie van de ü. I. Gomp. in schepen, gesohut en amuuitioj beuevens verzekering van verdere socours. Aid. 26 Nov. — 31 Deo. 1612, 2e dr. 1)69, 970j 4 JMov. 1613-23 Jan. 1(111. 2e dr. 52. — Beslissing tot vermeerdering van het geaceordeerd seeours. Aid. 25 Aug. —21 Oct. 1614, 2e dr. 110. 15303. Corte besehrijvinge vanhotghetal ende ghelegoniieit van de forten, cryglis-licden, grof-ghcschut met synon toebehooren, zyndc in do Indira teu dienste van do Generale Compagnie, onder hol ghebiet van de Staten Generaal, onde van syne Prin. Exc. Mauritius. In de maent van Julio int Jaor 1616. Begin en voortgang. 1816. 11. Reis yerlwejj'. 125. 15394. Rapport van Gecommitteerden, van hunne onderhandelingen met de Bewindheb-beren der Ü. I Comp. over don aankoop van salpeter. Res. lloll. 5 Oct. 1664. 2e dr. 382; 22 Oct. 1661, 2e dr. 440; 8 April 1666. 2e dr. 169. — Missive, dd. Amsterdam 27 Jan. 1671, van II. II. XVIIn, houdende aanbieding, om aan den Staat een goede quantiteit van salpeter in koop over te doen, alsmede verzoek om consideratie en advies hierop. Aid. 6 en 7 Pcb. 1671, 2e dr. 49. — Advies, dd 6 Sept. 1673, van Gceomniitteerde Kaden op hot request van Bowindhebbercn, betreffende de voldoening der geleverde salpeter. Aid. 2;i Sopt. 1673, 2e dr. 3S2. |
15395. Advies en consideration, ingegeven bij den koopman G. E. Kum phi us, aangaande do fortifloatie van 't kasteel Victoria, dd. 13 Sopt. 1673. Valentijn, II. 238. ] 5396. Sterkte van Compaguie's militaire dienaren te Malakka op 18 üct. 1757. Medegedeeld door E. iMetsohor. Tijds. Ind. T. L. y.-kunde, XIII. 4 S. IV. 1864. 290. 15397. Modedeeling van de zamenstelling en sterkte van de militaire magt der O. i. Comp. op Timor in 1757. T. v. N. I. 13e j. 185 . II. 159. Noot. — L)o militaire bezetting van Timor in 1757. Uittreksel uit het algomoon verslag der residentie Timor over i651. Rectilloatie van bovengenoemde mededeeling. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde. I. 1853. 332. 15308. Kolaes der expeditie van den Ed. Heer L. J. Baron van Eek, Gouverneur van Ceilon, togen den Koning van Candia. Jan. — Maart 1(65. A. Nederl. Jaarb. I. 1766. 1. 412. I i399. Resolutie van de Staten van Holland, waarbij aan een Bewindhebber van do O. I. Comp. Jean Llopo, bij dispensatie wordt gepermitteerd, om zes stukken ijzer kanon aan gemelde Compagnie te mogen verkoopen en leveren. Den i6 April 1774. G'r. Plu-caaiboelc, IX. Amst. 1796. fol. 1259. — Res. lloll. 20 April 1774. 1c dr. 312. — Resolutie, tot dispensatie van J. Hope van zijn eed als Bewindhebber, om het bonoo- |
ONDER DE
375
digd geschut, doov het. huis van commercie, waurin hij to Amsterdam is geïntoresseerri, aan de U. 1. Comp. te mogen worden verkocht en geleverd. Aid. lü Mei 1781. I. Ie dr. 532. ISdiOÜ. Resolutie tot aanschrijving aan Bowindhcbboren der O. I. Comp. ter praesi-dialc Kamer te Amsterdam, tot opgave van den staat van defensie harer etablissementen, mitsgaders hunner consideratie en advies omtrent de wijze waarop dezelve in behoorlijk postuur van tegenweer zou kunnen worden gesteld. Res. Uoll. Sec. XII1. 1 Julij 1780. Ü05. — Missive, dd. Amsrerdam 2 Oct. 1780, van genoemde JBewindliebberen, in antwoord. Aid. 10 Oct. 1780. 659. 15401. Genomen maatregelen tot verdediging van Java tegen de Hugelschen, Batavia Oct. en Nov. 1781. JV. JHederl. Jaarb. XVll. 178,;. 2. 1300. 15402. Berigt aan de K.aap de Goede Hoop nopens de voldoende versterking van Ceilon, volgens Üumesnil. Anno 1781. A'. Nederl. Jaarb. XVll. 1782.2. lol9.— Idem van de Hoofdplaats Batavia. Aid. 1319. 15103. Opgaven, dd. 26 Jan. 17S2 van de sterkte en zamensteliing dor krijgsmagt aan de Kaap de Goede Hoop. iV. Nederl. Jaarb. XVll 17t)2. 1. 697. — Latere opgaven van 1 / 82, alsmede van hunne wapenoefeningen en van de gczondlicid der manschappen. Aid. 2. 1320, 1322. 15401.. Bcrigfon te Batavia op 24 Mei 1782, van de verrigtingen van den Holland-sclien kaper de Patriot op Noorder-Coroman-del. N. Nederl. Jaarb. XV11I. 17b3. 3. 2013. 15405. Veldslag bij Oudalorc in Oost-Indië, op 13 Junij 1782. Mag, Mil. Wet. 1793. 57. 15400. Voorstel van de stad Gouda ter vergadering van de Staten van Holland en West-Friesland, om de Oost-Indiim in beteren staat, van verdediging te stellen. September 1783. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 1551. — Tekst van dit voorstel en van het besluit daarop, dd. 13 Sept. 1783. Aid. 1685. 15107. Bijzonderheden nopens de versterking, ook door de Franschen van Trinconomale op Ceilon. Amsterdam Julij 1784. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1/84. 2. 1277. |
15408. Helaas van het voorgevallene cn verrigte, door 's Lands eskader, onder kom-manuo van J. P. van Braam, bij de expeditie van Malakka, Salangoor en llionw, in den jare 1784, in Oost-Indic. Het Journal van Jlir. H. A. lluysch. Luit. t/z. op het commanderende Landsschip Utrecht, bij dien togt. Baane, Reis, Amst. 1826. 293. 15409. Zakelijke inhoud der Missive, dd. 29 Mei 1785, van den Schout bij Nacht J. H. van Kinsborgen, over zijne conversatie met den Eranschen Vice-Admiraal Bailli de Suffren, omtrent, den gevaarlijken staat van Nederlands Indien, zonder redres Ie het militaire, nopens de facile overwinning van de Kaap de Goede Hoop, en over het onneembaar maken van Trinconomale. Res, Hull. 13 Julij 1786. II. Ie dr. 1887. 15410. Missive, dd. Middelburg 22 Kov. 1785, met bijlagen van H. H. XVHn aan de Staten Generaal over den staat van defensiewezen der etablissementen en de in-rigting der militaire magt in de Oost-Indiën. Res. Uoll. 17 Dcc. 1785. V. Ie dr. 5190. — Ilesolnüe hierop genomen. Aid. 18 Aug. 1786. 111. Ie dr. 2926. 15411. Missive of nader adres, dd.'sHage 29 Maart 17fcs, van H. H. XVUn aan de Staten-Generaal tot herhaling hunner instan-tien bij missive, dd 22 JNov. 1785, om toereikende middelen voor den slaat van defensie der Bezittingen van de Maatschappij. Res. Roll. 2 April 1788. 1. Ie dr. 714. — Idem aan de Staten van Holland en West-Pricsland, verzoekende H. Ed. Gr. Mog. krachtdadige ondersteuning van hun nader adres bovengenoemd. ^i.'712. — Rapport van gecommitteerden tot het groot Besoigne hierop. Aid. 17 April 1788. II. Ie dr. 841.— Hesolutie hierop. Aid. 8 Mei 1788. II. Ie dr, 991. — Missive, dd. Middelburg 17 Julij 1788, van de Gecommitteerde Kaden van Zeeland aan de Staten van Holland en West-Friesland, over het accorderen van toereikende middelen en missive in antwoord hierop te geven. Aid. 23 Julij 1788. II. Ie dr. 1484, 1487. 15412. Rapport op 6 Aug. 1787 ter Generaliteit van H. 11. Mog. Gedeputeerden tot do zaken van de zee, op de Missive, dd. den Haag 18 Mei 1787, van den Capitein Commandant J. P. van Braam, daarbij aanbie- |
376
dende het generaal rapport verbaal zijner reize en verrigtingen in üoat-lndië gedurende 1783, 1784, 1785 en 178G. Het rapport diende tot approbatie zijner conduites bij zijne expedition, alsmede tot het doen van promo-tien en uitdeelingen van gratifieatiön ter voorsz. zake. Jies. liolL 10 Aug. 1787. VI. Ie dr 5071. — .Rapport van H. Ed. ür. Gecommitteerden tot de zaken van de eom mereie en navigatie, op bovengenoemd rap-Dort. Aid. 7 Sept. 1787. VI. 1 dr. 5692.— Verzoek om nadere consideratie en advies. Aid. 7 l'ebr. 1788. I. Ie dr. 130. — liovenge-nuemd verzocht nader rapport. Aid. 5 April 1788. I. ie dr. 784. Resolutie op de remuneratie der officieren in de expeditie onder den Capitcin Commandant J. P. van Braam in Oost-lndië, en omtrent de be-tooning van blijken van goedkeuriug aan voornoemden Capitein Commandant en dc verdere offieieren die zich onder hem gedis-tingneerd hebben. Aid. 16 April I7ii8. 11. Ie dr. 829. — Mededeeling met toelichting van den zakelijken inhoud van dit besluit. Hand. Ind. Gen. VII. 1860. 226. — Bijzonderheden en besehouwingen, dour Observator Domesticus, dd. friesland 8 Jan. 1787, oratient deze expeditie. i-W N. lihijn, XI. 1798. 573. 15413. Nader adres, dd. Maart 1788, van de gecommitteerde Bewindhebberen der O I. Comp. aan H. H. Mog., om te voorzien in de middelen tot defensie der O. I. Bezittingen, buiten bezwaar der Maatschappij. N. flederi. Jaarh. XXIIl. 17S8. 1. 508. --Brief, dd. 2(.) Maart 1788, van de gecommitteerde Bewindhebberen der U. I. Comp. aan de Staten van Holland, inhoudende verzoek om hun appui vau dit adres ter Generaliteit. Aid. 587. — Zie over dit adres en dezen brief. Aid. 587. — Appui van dit verzoek ter Generaliteit door de Staten van Zeeland, en advies nopens do wijze van voorziening in dc kosten van dc Militaire Commissie tot dat einde.Junij 1788. Aid 993.— Inhoud van het besluit van H. H. Mog. tot het verzoek om voorschot uit de generale kas der O. I. Maatschappij der Koslen be-noodigd voor de Militaire Commissie in deze. Juuij 1788. Aid. 994. 15414. Aankomst te Batavia op 16 Nov. 1790 van de heeren van de Militaire Commissie Vaillant, Verheul en Grebenstein. N. Nederl. Jaarb. XXVI. 1791. 2. i756. 15415. Sterkte van 'sComp. krygsmagt in den Oosthoek van Java op 31 Aug. 1791. |
Medegedeeld door J. Ha ge man JCz. Tijds. Ind. T. L. y.-kunde, IX. 3c S. III. 1860. 273. Leger. 15416. De soldaat onder de O. I. Comp. in de vorige eeuw. Mededeeling door P. A. Leupe van het »Berigt,quot; dd. Taujong-West 23 Nov. 1780, door den oud-Majoor titulair der infanterie J. A. Duurkoop, aan den Gouv. Gen Sir. W. A. Alting, inhoudende een tafereel zoo van den ouden als uieuwen militairen dienst, met derzelver goede eu kwade gevolgen, naar waarheid, kortclijk, duidelijk en verstaanbaar geschetst en voorgesteld, vóór en na 1744. T. v. N. L 1S64. N. S. 2e j 11 7. 15417. Opgave van dc inkomsten der krijgslieden in dienst der O I. Comp. in Indiö op het eind der vorig - eeuw; door J. Hageman JCz. Tijds. Ind. T. L. F.-kunde, IX. 3e S. Ill, 1860. 411. 15418. Mcdedeclingen bctreiTende de aanwerving, de wapenoefening en de betaling van de Compagnie Inlandsche Artilleristen van P. A. van der Parra. Batavia. Sept. 1782. A'. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 2. 1168. — Idem van zijne compagnie Fuseliers of Grenadiers. Batavia Nov. 17S1. .lid. XVII. 1782. 2 lüOO.— Idem, Batavia Sept. 1782 Aid. XVIII. 1783. 2. I16S. 15119. Ordre voor den Colonel van do cavallerie en Commandant van de lyfwacht, Jan Convert, om daarna het ceremonieel vau de militie op Soerabaja eu Samarang te reguleren, zoowel voor gemelde lijfwacht als de troupes, zoo te paard als te voet, die aldaar garnizoen honden, dd. 12 April 1716. Sijdr. T. L. Y.-kunde A'. /. 1. 1853. 325. 15420. Voorbeelden van het indienst zijn bij de O. I. Comp van Japausche krijgslieden, bij den aanval tegen i'oeloe Ay, in de Molukken, in 1615. T. v. N. L ue j. 2e d. Batavia 1843. 193. J. F. /. Du Bots, Fies des Gouverneurs Généroux. La Have 1763. 26. 15421. Mcdedeclingen, door W. L. Hitter betrelTendo het corps Ambonsche gewapende burgers, in 1644 bekend onder den naam van «Groene beuzen.quot; T. v. N. I. (ie j., Batavia 184 , 3e d. 67. Noot. |
377
15422. «Placaet, dd. 12 Kehr. 1637, waarbij strictelyck verboden wnrl., dat geen IVansche, Engelschej ol' Sohotscbe soldaten in 's Lands dienst zijnde, vermogen aenpeno-mon te worden in dienst van de Oost- of West-Indische Compagnie.quot; Gr. 1'lacacthoek, II. 'sHage 1664, fol. 314. 15423. Bijzonderheden nopens de oprig-ting in 1749 te Koepang van liet korps Mardijkers, en de belooningen aan dit korps (feschonken. Gids, XIXe j. N. S. 8e j. 1855. 1, 610. 15421. lierigten, overgenomen uit de Kaapsehe brieven van 27 Jan. en 13 Febr. 1783, betreffende de reis en den aankomst, verblijf en vertrek, aan de Kaap de Goede Hoop, van het in Compagnies dienst staande Switzers regiment de Meuron, van het bij de 0. I. Comp. aangenomen Legioen de Valo-ner, en van het Regiment van Luxemburg, alsmede van het Regiment le Marcq. N. Hcderl. Jaarb. XIX. 1784. I. 1190 en 1191. 15425. liijzonderheden nopens de Wur-tembergsehe troepen, door de O. 1. Comp. aangenomen om naar Oost-Indië gezonden te worden, en hun te verwachten aankomst in Vüssingen. Amsterdam Maart 1787. N. Nederl. Jaarb. XXII. 1787. 1.477.— Over-zigt van de bezwaren tegen de inkwartiering binnen Vüssingen van de Wurtembergsche troepen, alsmede van die tegen de handelingen van het Militair Besoigne ten dezen od-zigte. 's Gravenhage April 1787. Aid. 647. 15426. Resolutie, op de missive, dd. den Haag 20 Maart 1788, van de Staten Generaal, tot qualilicatie van Gecommitteerde Raden omtrent de vrije passage over hun Ed. Gr. Mog. Stroomen naar Zeeland van de reeruten en verdere manschappen van het Wurtembergsche Regiment, door de ü. 1. Comp. A0. 1786 overgenomen, lies. Holt. 26 Maart 1788. I. le ar. 607. |
15427. Brief »aan den Gouverneur-Generaal en Raden van Indiö, wegens de Generale Nederlandscbe ü. 1. Comp., residerende te Batavia,quot; dd. Amsterdam den 10 Oct. 1790, ter kennisgeving o. a. van de verzending van het Regiment van Wurtemberg van de Kaap de Goede Hoop naar Indië, en van de voorschriften voor zijne verplaatsing aldaar op de verschillende Bezittingen. A'. Nederl. Jaarb. XXVI. 1791. 2. Ook geplaatst in Staal d. Ned. O. I. Comp. Amst. 1792. II. c8. 1^ 7. — Idem aan den Gouverneur en Raad wegens de Generale Ned. O. I. Comp. aan Cabo de Goede Hoop, inhoudende last tot verzending van het Regiment van Wurtemberg naar Batavia, met voorschrift der wijze waarop zulks moet geschieden. Jld. 1264. Ook geplaatst in Staat d. Ned. O. 1. Comp. Amst. 1792. II. 45. — Extract uitdeReso-lutiën door de extra ord. vergadering van XVIIn binnen Amsterdam, dd. 29 Sept. 1790, op het rapport van llceren Commissarissen tot de bcsoignes op do Memorie van consideratie van Heeren Bewindhebberen, o. a. over de verplaatsing van het Regiment van Wurtemberg van de Kaap de Goede Hoop naar Indiö, en over de wijze waarop zulks moet geschieden. Jld. 1287. Ook geplaatst in Staat d. Ned. O. I. Comp. Amst. 1792. II. 65. 15428. Inhoud van het Placaat, dd. 4 Dee. 1622, op dn burgerwachten en ronden binnen de jurisdictie van Batavia. T .v. N. 1. 6e j. le d. Batavia 1844. 208. — Zie ook hierover 179. 15429. Instructie cn ordre van den prov. Luit. Kol. G. van de Poll, tot het aflos-sen cn regulceren der guarnisoeuen in dezen Javasen Oosthoek, dd. Socrabaja 16 April 1746. Bijdr. '1'. L. V.-kunde N. [. 1. 1853. 339. I54o0. Mededcclingen betreflende de op-rigting van kompagniën Land-militie, door de eigenaars der landgoederen in de i )mmc-landen van Batavia Nov. 1781. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1301. 15431. Beschrijving van de wapenschouwing over de knjgsmagt te Batavia op 25 Sept. 1782. iV. Nederl. Jaarb. XVIII. 17S3. 2. 1467. Maandel. Ned. Mercur. LV. 1783.38. 15432. Deserteurs van 'sLands militie bij de O. I. Comp. dienst nemende, moeten, des verzocht, aan den Krijgsraad worden overgeleverd. Res. Stat. Gen. 4 Maart 1693. 149. 15433. Missive, dd. Amsterdam 4 Dcc. 1739, van H. H. XVIIn aan de Staten Generaal over een different met het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland wegens het overleveren van deserteurs, naar nnnleiding 43 |
II.
378
van den weggcloopcn busschieter H. Bous-sefc; alsmede missiven hierop, van het Col-legie ter Admiraliteit a. van Vriesland, dd. Hariingen Dee. 175'.). h. op de Maaze, dd. KoUerdam 5 Vcbr. 17G0. c. te Amsterdam, dd. Amsterdam 29 ïebr. 1760, d. in Zeeland, dd. Middelburg 3 Maart 17()0. e. in Westvriesland en liet Noorder kwartier, dd. Hoorn 10 Junij 1760. lies. Holl. 31 Julli 1760, II, le dr. 973. 15434. Bijzonderheden nopens den opstand der militairen op het Hollandsch O. 1. fluitschip de Hoop, schipper J. A. van Sebkepp van Amsterdam naar de Kaap de Goede Hoop gedestineerd, ter reede van Lissabon in 1776. Maandel. Ned. Mercurius, XL. 1776. 93, 123. 16435. Tijding betreffende het ontdekte voornemen lot muilen onder het Legioen van Luxemburg op Geilen, en nopens het overzenden der belhamers naar Batavia. Amsterdam, ïebr. 1766. N. Nederl. Jaarb. XXI. 1786. 1. 144. — Mededeeling der geruchten hierover in omloop. Maardel. Ned. Mercurius, LX. 1786. 49. 15436. Bijzonderheden nopens den opstand op 27 Nov. 17^6 van de Luxemburger troepen op het O. 1. Comp. schip Barbestoyn, kap. C. van Vlaanderen, bij Duins. Maandel. Ned. Mercurius, LXI. 1786.219. N. Nederl. Jaarb. XXI. 1786. 2. 1462, 1519, 15-20. — Nader berigt hierover ontvangen door de Bewindhebberen der O. I. Gomp. ter kamer Amsterdam, Dee. 1786. Aid. 1565.— üver-zigt der regtspleging, en verbaal der strafoefening over de muitelingen Hcllevoetsluis Jan. 1788. Aid. XX11I. 1788. 1. 107. Officieren. 15437. Lijst der Kapitein-Luitenants, in dienst der E. Maatschappij op Batavia geplaatst. geweest zijnde. 1701 —1722. Valen-tijn, IV. St. 1. 415. — Idem der Kapiteins. 162U—1723. Aid. 413. — Idem der Luitenants. 1621—1523. Aid. 416. — Idem der Vaandrigs. 1692—1723. Aid. 417. — Idem der hoeren Sergeanten Majoors. 1()20—1724. Aid. 3/t). 1543,•'. Lijst der Gapitcins van Maiakka. 1641—1711. I'ulentijn, V. St. I. 313. -Idem van Makassar. 1671- 1724. Aid. III. St. II. 230. •— Idem der Moluceos. 1616— 1717. Aid. I. 374. — Idem van de Luitc-nanta der Moluccos. 1675—1713. Aid, 375. |
15439. Resolutiën, dd. 24 en 25 Mei 1611, tot benoeming van den Kap. Nieolacs Prins tot Gouverneur, of Kapitein en Overslc over de forten Nassau en Belgica op Banda, tevens inhoudende zijne instructie als zoodanig. van Dijk, Zes jaren, Amst. 1858. 16 Noot. 15440. Lijst van de Gapiteynen van Banda, 1610 1722. Valentijn. Ill, St. II. 99. -Idem der Luitenants. 1635 — 1722. 105.— Idem der Vaandrigs. 1687—1715. Aid. 105. 15441. Lijst der Kapiteijnen in dienst det E. Maatschappij van Amboina. 16 15—1723. / uleutijn. II. 35. — Idem der Luitenants. 1636—1720. Aid. 44. — Idem der Vaandrigs. 1637—1720. Aid. 45. 15442. Lijst van de Kapiteinen der Ne-derlandsche uorgerij op Amboina. j63l— 1721). ^alentijn, [1. 4a. — Idem van dc Luitenants, 1043-1719. Aid. 45. — Idem van de Vaandrigs. 1640—1714. Aid. '16. 15-543. Lijst van de Kapiteinen der Mis-tieen, ofte de Groene Geuzen op Amboina, 1637—1717. Valentijn, II. 46. — Idem van de Luitenants. 1645—17H. Aid. 47. — Idem van dc Vaandrigs. 1642—1714. Aid. II. 47. 15444. Lijst van dc Kapiteyncn dor Ghi-neesen op Amboina. 1625—j720. Valenlijn, II. 48. 15445. Lijst der Militaire Hoofden van de Kaap de Goede Hoope. 1652—1716. /'«-lenlijn, V. St. 11.41 —Idem der Vaandrigs. Aid. 43. 15146. Lijst der Militaire officieren in dienst van de Ned. O. I. Comp, aangenomen. 7','ar. Mercurius, LUI. 1712. 11. 151. 15447. Missive, dd. Amsterdam 25 Julij 1742, van Gecommitteerde Btewindhebberen der gen. Ned. O. I. Gomp., aan de Staten Generaal, houdende verzoek om aan de Glli-eieren te lande in dienst der Comp. een rang hier te lande te accorderen, evenredig aan die welke zij in Indic hebben gehad, met het oog om de ambitie en emulatie van gemelde officieren in hare dienst te bevorderen. Jies. lloll. 27 July )742, le dr. 504. — Zakelijke inhoud van bet rapport van Gceoni-mittcerdcn tot de zaken van dc O. I Comp. hierop. Aid. 4 Aug. 1742. Ie dr. 5fj4. |
379
15448. Patent van G. W. Baron van ]m-hoff, tkmv, Gen. van Nederl. Indië, voor den Ritmeester H. J. Keisir, dd. Soerabaja 14 April 1746. Hijdr. T. I. y.-kunde N. /. 1. 1853. 341. 15449. Aanstelling door Bcwindhebberen der O. I. Corap,, ter vergadering van WIJn tot Majoor in dienst der Comp. van Ulriek Hemmingson; alsmede zijn vertrek naar Batavia. Junij J7ö3. Nederl. Juarb. VII. 1753. 1. 560. 15450. op Java Aanstelling tot Hoofd der Militie van den Luit. Kol. 11. W. van Össcuborg. Batavia Oct. 175:i. Nederl. Jaarb. Vlll. 1754. 2. 1400. 15451. lleqnest van P. Poook van Bag-gen, om met behoud van zijn Luitenants traotement, ten behoeve van zijn vrouw en vier kinderen, voor zes jaren zich naar de Oost-lndiën te mogen begeven. Res. Roll. 16 Sept. 17C0. II. Ie dr. 1183. 15152. Aanstelling en bevordering van eeuige officieren van bet leger der O. I. Comp. te Malacca, Golombo en Batavia, in '773. Maandel. Ned. Merourius, XXXVI. 1774. 1—4. 15453. Aanstelling van officieren in dienst van de O. I. Comp. 1776. N. Nederl. Jaarh. Xl. 1776, bl. 1360, 1361. |
1545 4. Aanstelling en bevordering van officieren van verschillenden rang in dienst der ü. I. Comp. op de verschillende vestigingen in 1781—1793. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. bl. 1283—1290, 1293—1305, 1321. XVIII. 1783. bl. 2012—2018; XIX. 1784. bl. 1177—1188, 1193—1195, 1198, 1G82— 1690, 1813, 1814, 1816, 1991; XXI. 1780. bl. 1655, 1659; XXIV. 1789. bl. 323-325, 437-441, 647-655; XXV. 1790. bl. 1479; XXVI. 1791. bl. 1291; XXVIII. 1793. bl. 1978. XXIX. 1794. bl. 801. 15455. Bapport van H.H. M.M. Gedeputeerden tot de zaken van de Pinancie, op 17 April 1787 ter Generaliteit uitgebragt, op de missive, dd. Nijmegen 24 Maart te voren van Zijn Hoogheid, tenderende om de kosten tot emplooi der Ingenieurs en andere officieren, raar de Oosl-Indiö te zenden te doen dragen door do O. I. Comp. lies. IJ oil. 27 April 1787. III. Ie dr. 3267. 15456. Continuatie voor een jaar van de officieren der Burgerije te Batavia, zoo van de Oost- en West-Compagnie als van de Cavallory. Batavia Junij 178S. N. Nederl. Jaarh. XXIV. 1789. 1. 650. 15457. Gemotiveerde veroordeeling der aanstelling van J. ter tlorst. tot Luit. Col. van het Ve Bat. Bataafsehe Artillerie, gedes-tineerd naar de Kaap de Goede Hoop. H. Pol. Blixem, I. 1802. 493. |
AUjemeen. 15458. Beweringen van Mr. C. M. Storm van 's Gravensande en J. C. Baud, over het gevaarlijke en verkeerde van de tussehen-komst van het burgerlijk bestuur in militaire zaken, uitgesproken bij de discussiëu in de Tweede Kamer over Art. 42 van het B. R. op 24 Julij J 854. Handel. R. R. Utr. 1857. UI. 294, 292. — Kritische beschouwingen hierover, door /'Ben Lid van het Indisch Genootschap.quot; Handel, en Geschr. Ind. Oen. Ie j. 1854. 205, 218. — Opmerkingen door Z., over deze bewering. T. v. If. I. 18e j. 1856. I. 205. |
15459. Toestand van het krijgswezen van Ned. Indiö in 1806 en 1807. Zijnde een gedeelte van den zakelijker, inhoud medegedeeld door P. Pleeker vanhetrapport,dd. Zwolle uit . Pcbr. 1808 van den Commissaris W. C. van Braam. T. v. N. I. 1863. N. S. Ie j. II. 14li. 15400. Rapport eener militaire commissie dd. 11 Aug. 1814 aan don Souvereiuen Vorst der Vereonigde Nederlanden, door //Een gepensioneerd oflieier van het O. I. Leger.quot; dd. 'sHago 18 Julij 1863. T. v. N. I. 15e j. 1853. II. 98. kennis der In-J. Knoop, dd. van den oorlog het oog op het van dat eiland buitenlandschen ngen nopens de 15461. B.jdrage tot de dische krijgszaken, door W. Breda, 24 Julij 1849. Schots op Java van 1825—30, met behoud en de verdediging tegen eon binnenlandsehen on vijand, gevolgd door opmerki |
880
maatregelen tot voortduring onzer Indische heerseliappij en tot vermeerdering der weerbaarheid onzer Ind. Bezitt.., naar aanleiding van hot werk van//do Stuers. Uit het ïransch vertaald door 11. M. Lange. Arast. 1847quot; en van: //P. A. de Boer, krijgs- en gesehied-kuudig overzigt van den Punjab, de natie der Seiks en het rijk van Lahore. 'sHasje 1849.quot; Gids, XUle j. N, 6. 2e j. 1819. 11. 245. 15462. Het Indisch krijgswezen, door kolonel W. J. Knoop, dd. Breda, 31 Jan. 1861. Over de zamenstelling van ons Indisch leger, dc opdrijving van het getal vreemdelingen daar by, den militairen opstand te Sa-marang, alsmede over eene vereenigiiig van het Nederlandsche met het Indische leger, naar aanleiding van: //Een woord over de vereeniging van het leger in Nederland, met dat in Ned. Indie, door C. P. A. Baron de Salis, gepension. Luit.-Kol. van het Ind. leger,quot; en van: «Neerlands hoogste Staatsbelang. Een woord tot de Nederlandschc Natie, door Alexander.quot; Gids, XXVe j. N. S. 14e j. 186:. I. 692. 1 j463. Aankondiging en beoordeeling van: //De verdediging van Ned. Indië door de Yaynes van Brakellquot;; met afkeuring dor belemmering van de publiciteit in deze aan de zijde van het Gouvernement. Nieuw Milit. Sped. XIV. 316. 15464. Opmerkingen over den toestand vau de verdedigingsmiddelen der Neder-landsehe Koloniën. Ingezonden door X. Gevolgd door eenige belrellendc de wijze van rekrutering der troepen, en de mogelijkheid eener zamensmelting van liet Nederlandsche en het Ned. Ind. leger. Bijdr. N. ^r. Kol. 1847. 317. 15465. Schets van het plan van verdediging van Nederl. Indië in het algemeen, en van Java in het bijzonder, ontworpen door don Kol. C. van der Wyck, en in 1836 goedgekeurd. Medegedeeld door A. W. P. Weilzel. Milit. Speet. 2 S. V. 1853. 85. 'J'ijd*. Ind, f. L. V.-kunde, 1. 1853. 503, 15466. De verdediging van Noêrlandseh Indii1, door Gevers. Beschrijving van het systema in zijn geheel, gevolgd door een overzigt van do wijze waarop men bij even-tuelen oorlog waarsehijnlijk zal te werk gaan. Met eene kaart, Milit. Sped. 3o S. VII. 1862. 536, 604, 66o, 711. |
15467. Opmerkingen van W. J. Knoop, dd. Breda, 6 April 1848, nopens de te nemen maatregelen tot verdediging onzer Bui-tonlandsche Bezittingen, meer oepaald van Java. Gids, Xlle j. N. S. Ie j. 1848 I. 558. 15468. Klagton over de herhaalde expe-ditiën, als gevolg van het onvoldoende der hulpmiddelen ter beschikking van onze krijgs-en zec-magt in Ned. Indië. Ingezonden. T. » N. /. 2^e j. 1860. I. 128. 15469. Een dwaas plan van een plannenmaker, dat een millioen kost, door ***. Me-dedeeling van den tekst van het besluit van don Gouv. Gen. van Ned. Indië, A. J. Duy-maer van Twist, dd. 13 April 1853 Nquot;. 12, tot rangsehikking in vier klassen van de permanente versterkingen in Ned. Indië, met uitzondering der citadellen bij vestingen; alsmede tot bepaling van hnnne verboden kriu- en; gevolgd door aanmerkingen hierop, en eschouwingen over de fortificatiën. T. v. N. I. i6e j. 1854. I. 364. 15470. Mededeelingen betreffende het de-fcnsic-wozen en de militaire magt ter Westkust van Borneo in 1832, doorE. Eraneis.. 2'. v. N. /. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 33 en 3 k 15471. Mededeeling der plannen en in-zigten van den Gouv. Gen. II. W. Dacndels nopens de verdediging der positie van Batavia en Meester Cornelis bij eventuelen aanval door een Europeosoheu vijand, de Vaynes v. Brakell, Verdediging N. I. Amst. 1863. 25, Zie Daendels, Staat, 1814. 91. —- Idem, medegedeeld door Mr. E, Mij er. T. v. N. 1. 2e j. 1839. II. 248. 15472. Gerucht om van oud-Batavia weder een vesting te maken. T. v. N. I. 7e j. Batavia 1845. Ie d. 207. 15473. Bijdragen tot de kennis van Soe-rabaja. Zaken van oorlog; door J. Hagem an JCz. dd. Soerabaja, 1858. Veroordeeling zoowel van de vestingwerken der stad als van de inrigting der militaire dienst en van de behandeling van den soldaat. T. v. N. /. 22e j. 1860. 1. 267. 15474. Inhoud van de voorstellen, dd 9 Nov. 1838, van de commissie voorlndragiri, bestaande uit C. E. Goldman en P. J. B. de Perez, aan den Gouv.-Gen. D. J. de Eerens, betreffende de wijze van verdediging en militaire bezetting van Indragiri. '1'. v. N. 1.15e |
3S1
j. 1853. 11. JGfi. — (iouvernemeuts besluit, dd. 1'2 A\ig. i 1839 No. 17, hierop genomen. Aid. 167. 15475. lustruktie, dd. ... Oct. (?) 1838, voor den commandeerenden officier van het detachement troepen, den 2n Luit. Uhlenbeck, aan iioord van 's Lands schoener Niobé, go-stationneerd aan de uitwatering der rivier Tjenako, in het rijk van Indragiri. T.v.N.l. 15e j. 1853. II. 160. 15476. De tegenwoordige toestand van het beiieer van het Departement van oorlog op Java. Beschrijving, met veroordeeling van het langdurig verlof van den üen.-Mnj. l'. V. A. de Stuers, bij het Departement van Koloniën werkzaam. T. v. S. I. 15e j. 1853. 1. 75. 15177. Indisch besluit van 29 Junij 1851 No. 2, tot instelling van een Raad van verdediging in Ned. Indir, alsmede tot vaststelling van een lleglement voor dien Raad. W. A.v. Rees,Algem. orders v. h. Ned. O. I. Leger. Z. B. Iti62. 227. — Reglement voor dien raad. Vastgesteld bij Indisch besluit van 10 Dec. 1852 No. 4. Aid. 2t3, 448. — Reglement vun orde vojr dien Raad. Aid. 243, 449. 15478. De Raad van verdediging in Ned-Indië, door ***, dd JVlei 18,j4. Upmerkingen wegens zijne onverwachte intrekking. T. v. N. I. Ifie j. 1854. I. 447. — Waarom is de Raad van verdediging in Indië ontbonden'r1 door ***. Opmerkingen over de beweegredenen, welke tot die ontbinding zouden hebben geleid. Aid. 1 I. 81. 15179. Instructie voor den Brigadier en Chef van den üeneralen Stat G. 11. vonüutzlallj in afwezigheid van den üouv, Gen. van de Hoofdplaats Batavia. Gegeven te Jbatavia op het eiland Groot-Java, den 28 van Bloeimaand 1810. Gedeeltelijke mededeeling. Rand. lud. Gen. I. 1854. 191. |
15480. De Instruklie van den Komman-dant des Legers in Neêrl Indië, met aanmerkingen en beschouwingen daartoe betrek-kelijk, door «Een gepensioneerd officier van het O. I. Leger.quot; dd. Junij 1853, met mededeeling van de Instruktie voor den Komman-dant van 'sKonings troepen in de O. I. He-zittingen, goedgekeurd bij Z. M. besluit van 2 Mei 1899 No. 3; alsmede van de Missive van den Gouv. Gen. J. van den Bosch dd. Buitenzorg 27 Jan. 1832 No. 187, kabinet, tot nadere uitlegging van deze Instruktie. T. v. N. I. 15e j. 1853. II. 8. — Een Di-rekteur-Generaal van oorlog in Indië. Antwoord aan den Kolonel de Brauw, door ***, dd. Dec. 1853, van een artikel in de N. Rott. Cour. van 23 Nov. 1853 van den Kol. der infanterie v. h. O. I. Leger C. A. de Brauw, getiteld: «Bemerkingen op hetgeen in het ï. v. N. I., Julij 1853, omtrent de instructie vnn den Kommandant des Legers is gezegd,quot; over de voorgestelde benoeming van een Directeur-Generaal van oorlog in Indië, gevolgd door eene wederlegging dier repliek. Aid Ifie j. 1854. I. 108. 15481. De nieuw benoemde militaire adviseur bij het Departement van Koloniën, door «Een oud-hoofd-officier van het Indische leger.quot; Aanmerkingen op de keuze van den benoemden militairen adviseur den Luit. Kol, J. Vertholen, en op de plaatsing van een civiel persoon, den referendaris A. A. de Meijier, aan het hoofd der Afdeeling voor de militaire zaken, bij dat Departement. T. v. N. I. 22e j. 186'). I. 56. Kommandaulen en Officieren. 15482. Opgave van de militaire Komman-ten op Sumatra's Westkust; door II. vo n Rosenberg. 1819—1858. I'ijds. I ml. '1'. L, P. leunde. VII. 3e S. I. 1858. 443. 15183. Het oorlogs-leven in 18ü7 op Java, door L. H. W. Baron van Ajlva Renge rs, Majoor bij het O. I. Leger. Fragment uit zijn onuitgegeven da.rhoek, geschreven gedurende een verblijf op Java van f827— 1830. Uit het oorspronkelijke handschrift vertaald eu medegedeeld door L. J. F. J a n s-sen, dd. Lrijden 30 Jan. 18(4. Bijdr. N. Vr. Kol. 1844. 143, 289. Milit. Speet. Xlll. 1845. 186. 15fs4. De Luitenant-Generaal E. V. A. Ridder de Stuers; door W. G. Klein ra ann, dd. Java, 25 Dee. 1853. Oordeel over zijne benoeming tot Kommandant van het Ncd. O. 1. Leger. T. v. N. I. 16e j, 1854.1. 288. 15485. De Generaal E. V. H. Hidder de Stuers en J. Penning Nieuwland, door N. N. dd. 'sHage den 20 Maart 1855. Parallel tusschen de diensten van heide, naar aanlei- |
«82
ding vau iu de dagbladen gevoerde polemiek over de benoeming van H. A. W. de Koek tot Haad van Indiö. T. v. N. I. 17ej. 1855. I. 206. — Oordeel van J. Penning .Nieuwland over deze parallel. Aid. 21e j. ]85(J. 11. 27. 15486. De Hertog K. B. van Saxen Wei-mar Eisenach, door ü. dd. 1 Junij 1854. Toejuiching van het Kon. besluit, waarbij Z. H. is benoemd om zitting te nemen in den Raad van verdediging. T. v. N. I. löe j. 1S54. I. 448. 15487 De Hertog van Saxen Weimar Eisenach en de Minister van Koloniën. Aanmerkingen op zijn langdurig verlof als Kom-mandant van het Indische leger. '1'. v. N. I. 15e j. 1853. II. 143. 15488. Gunsten en regtvaardigheid, door ***, dd. Julij 18 ).i. Mededeeling van den brief, dd. 14 Julij 1851 No. 126, van den Gouv. Gen. v. N. I. J. J. Rochussen aan den Kommandant van het Indische leger K. B. Hertog van Saxen Weimar Eisenach, tot stipte naleving der bestaande bepalingen, met toejuiching hiervan, doch vraag naar inlichting in de zaak van den Kap. v. W. waarin juist bij afwijking gunst zou zijn verleend, en eene scherpe briefwisseling tus-schen den Gouv. Gen. en het Militaire Departement zou zijn gevoerd. 2'. v. N. I. 15e j. 1853. II. 73. 164h9. Twee benoemingen toegejuicht, door ***, dd. Aug. 1854. Lof wegens de benoeming van den Kolonel A. Meis, op Java geboren en opgevoed, tut Gen -Majoor en Chef der Artillerie in Indii1, en van den Majoor der O. I. Arlillerie W. K. H. Eeuil-letaz de Bruyn, tot 'sKonings Adjudant. T. v. N. I. Kie j. 1854, 11. 144. 15490. Koninklijk besluit, dd. 22 Jan. 1857 No. 37, ter bevordering van Z. K. H. den Prins van Oranje, tot Luit. Kol. van het leger in Ned.lndir. Milit. Speet. Bijblad, 1857, 33. — Idem, dd. 4 Sept. 18.)7 No. 81, tot Kolonel. Aid. 78. -- Idem, dd. 3 Sept. 1858 No. 18, tot Gen.-Majuor. Aid. 1858. 67. — ldem: dd. 11 Maart. 1860 No. 45, tot Luit.-Gen. Aid. 1860. 5'J. 154Ü1. Bezwaren tegen de benoeming van den Kol. von Schiebrand tot Gen.-Majoor en waamemond Kommandant van het Indische leger. N. Ml lit. Speel. XVII. 18G2. 194. |
15492. Het ontslag van deu Luit.-Kol. 6. M. Verspijck als Resident der Z. en O. Aid. van Borneo. Aanleiding en kritiek. N. Milit. Sped. XVTI. 6ü4j XVUl. M). — Alsmede zijne vervunging door den Kolonel E. O. E. Happé. Kol. Jaarb. 3e j. 1803. 251. 15493. Brief, dd. Batavia 25 Eebr 1807 aan den Gouv. Gen. van N. Indii'. A. H. Wiese, van den Commissaris W. C. van Braam, ter mededeeling van zijne gedachten omtrent de opvatting van de magt van den Luit.-Gen. en Chef van 'L. M. Land- en Zeemagt in Oost-Indiö. T. v. N. 1. 1863. JM. S. Ie j. 11. 21. Noot. 15494. Interpretaties der uitdrukking /'Opperbevelhebber.quot; Rent N. I. lüe j. XIX. 210; XX. 154. 15')95. De Generale Staf van het leger in Indic, door Prang. N. Milit. Speet. XV. 1S60. 80. 15490. De Indische hoofd-offieier, door Prang. De werkkring, het te gering aantal en de onbruikbaarheid van velen. N. 'Milit. Speet. XIV. 1860. 716. 15497. Ecnige wenken voor Kommandanten van mobiele kolonnes in Nederl. Indië, door ,Een gewezen kolonne-kommandant,quot; sedert 1837 gediend hebbende als leiddraad van de onder-officieren der infanterie bij hun examen tot tweede Luitenant, voor zoo verre de velddienst betreft. T. v. A. 1. 17c j. 1855. II. 217. - Opmerkingen door Y, Luit. der Infanterie, over deze wenken. Milit. Speet. 2e S. VIII. 1856. 192. — Ben brief van H. J. Buschkens, gepens. Kolonel, waarnemend Resident, dd. Soerakarta 3 Jan. 1850. Zijnde reclame van den schrijver tegen de plaatsing van deze //wenken,quot; met mededeeling van hunne aanleiding, aard en belangrijkheid. Met toelichting door //Do Redaktiequot; T. v. N. [. lïe j. 1856. I. 308. — Aanmerkingen op een artikel; //Eenige wenken voor Kommandanten van mobiele kolonnes in Ncderlandsch ludii;,quot; door //EenSoldaten-vriend.quot; Met toelichting door ,De Redaktie.quot; Aid. 309. 154(,)8. Eene stem uit het Indische leger, door ,Waarheid.quot; Over den onbillijken voorkeur van de Artillerie-oflicieren boven die der Infanterie, en gunstige verandering te gemoet te zien door het te aanvaarden kommandement van den Generaal J. van Swieten. |
383
I. v. N. 1. 20c j. 1858. II. 20)9. — De Artillerie en de Chef van den Staf. Mededee-ling van een brief uit Indiö tot wederlegging van bovengenoemde klagten. Aid. 21c j. 1859. 1. 209. 15499. Brieven over de benoeming van cenen adjudant van den Generaal van hct Indische leger. Per landmail ontvangen, de een geteekend door „Iemand, die nimmer tot de betrekking van adjudant van den Kom-mandaut des legers in aanmerking kan komen,quot; de ander uoor «X,'' beide inhoudende klagten over de benoeming van den kapitein van het Nederlandsche leger A. W. P. Weit-zel tot adjudant van den Generaal Jhr. !lt;'. V. A. de Stuers. T. v. A. I. 16e j. lt)54. I. 373. 15500. Iets over de wijze van aanvulling dor opengevallen plaatsen bij het korps oiïi-cieren der militaire Administratie in Neder-landsch Indio; door «Een officier der militaire Administratie bij het leger ia Ned. Indië.quot; Over opleiding van aspiranten. MiHL Sped. 3e S. VI. 1861. 479. 15501. Koninklijk besluit, dd. 20 Dee. 1864 Mo. 115, tot regeling der benoeming en bevordering van adjunct-paardcn-artsen bij het leger in Ned, Oost-lndie. Mi Ui. Speet. Bijblad. 1865. 2. 15502. Stukken betrekkelijk het Neder-landsch Oost-Indische leger. Vergelijkende aantooning der Hoofd-ofiieieren en officieren bij de verschillende wapens op I Jan. 183S, en de daarvan nog dienende op 1 Jan. 1852. Müit. Sped. 2 S. V. 1853. 177. 15503. Do sociale positie van don oflieier in Indië, dd. Maart 1856, in vergelijk met de eiviele dienst, en de achterstelling van den ofüeier, vooral ook in inkomsten. T. v. N. I. 18e j. 1856. I. 266. 1550t. De //Mes,quot; of het //offleicrs-pavil-loenquot; te Batavia, door Dr. P. E. Klagten over de huisvesting in 't algemeen der ol'li-cicren van het Indische leger, bijzonder van de geneeskundige dienst, en speciaal in de //Mesquot; te Batavia. T. v. iV. I. 1850. I. 2tl. |
15505. Brieven aan don Redacteur van het T. v. N. I, over cene zaak, die alle officieren ter harte gaat; door (a i)quot; — a2 -i.iab b-, ] e Luit. Over de ongunstige stolling der officieren van het Indische leger, ook in verband mot den staat van het verhoogd militair Pensioenfonds, en tegenover de civiele ambtenaren, voorafgegaan door een naamlijst tor aantooning van de mutatiën welke sedert 1828 met hen hebben plaats gegrepen. T. v. N. I. 16c j. 1854. II. 303. 15506. Op welke waarborgen, tegen de verkorting hunner regten, mogen de oflieiercn van het. Indische leger aanspraak maken f Wederlegging van de verdediging door den Min. van Kol, P. Mijer in de Tweede Kamer uitgesproken, van den maatregel tot overplaatsing van het Nederlandsche bij hel In-sche leger. T. v. JV. I. '20e j. 1858. I. 158. 15.')07. Klagt van eenige//Wurmorsquot; voor den Kapiteins- en eerston-Luitenantsrang, dd. Willem T, Oct. 1857- Over don genomen maatregel tot uitzending uit Nederland van eerste-Luitenants voor het Indische leger. 2'. v. A. /. '2üe j. 1858. I. 60. — De ontevredenheid in hot Indische leger. Bloemlezing uit do brieven en berigten uit ludiö ontvangen over dozen maatregel. Met naschrift van de Redaktie, betrelTende oen beweerde bedreiging door het Indisch Gouvernement aan officieren met eene verwijdering uit Indië. Aid. 11b. —. Nog iets over de behandeling, die de oflicieren van hot Indische leger ondervinden. Mededeeling uit brieven van Indië van bijzonderheden nopens hunne achterstelling bij die uit Nederland gezonden, slid. 254. 15508. Nota betrekkelijk do hecren officieren, die sedert Jan. 18:36, uil het Nederlandsche leger, bij de troepen dienstdoende in de Oost-Indische bezittingen, zijn overgeplaatst. Statistisch overzigt gedurende elk der jaren 1836 tot. 1843, met vermelding van het wapen en den rang. Ingezonden. Milit. Sped. XII. 1844. 234. 15509. Iets over het verplaatsen van oflieiercn uit het Ncdorlandsche in het Indisolic leger, door O. Z. Betoog vóór de overplaatsing van slechts jonge 2e Luitenants of voor do epauletten geschikto onder-oflTeicron. T. v. A. /. 17e j. 1855. 386. 15jlO. Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 1 Dcc. 1856. No, 35 B, inhoudende bepaling betrekkelijk de aanvragen van offi-eieren, om overplaatsing bij do Landmagt in Oost- en Wcst lndië. Milii. Speet. Bijblad, 1856. 113. |
384
15511. Is dat ridderlijk? Opmerkingen nopens de mededeeling in de Tweede Kamer door den Min. van Kol. P. Mijer, betrekkelijk het overplaatsen van officieren van het Nederlandsche naar het Oost-Indische leger, als afkomstig van den Komtnandant van het N. O. I. Leger, F. V. A. de Stuers. T. v. N. I. 2üe j. 1858. 1, 191. 15512. Vragen over de verplaatsing van een officier van het, Nederlandsohe Leger bij dat in Ned. Indië, dd. 23 Deo. 1858. Betreffende geruchten daarover in omloop, nopens een Ned. 2n Luit. Kwartiermeester. 2'. v. N. I. 21e j. 1859. 1. 60. — Een brief aan den lledakteur tot beantwoording van vragen, door N. N. dd. Djokjokarta 24 Nov. 1858. Wederlegging dezer geruchten. Aid. 138. — De//Ncderlandsch Indië''en een drukfout, dd. 'sGravenliage 28 Pebr. 1859. Verbetering cener drukfout in bovengenoemden brief, met veroordeeling van de wijze van verbetering hiervan in dc quot;Nederlandsch Indië.quot;. Aid. 213. 15513- Brieven over militaire onderwerpen. III, over de sterkte, zamenstelling en aanvulling van het Indische leger, de plaatsing daarvan onder het Departement van Oorlog, en de verceniging der officieren van het Ncderlandsche cn het Indische leger tot één corps. Mdit. Speet. 3 S. 1861. 193. 15514. Soldaten-mijmeringen op Java; door N. N., dd. Dec. 1861. Veroordceling van den maatregel der bevordering van een groot aantal onder-officieren hier te lande tot Tweede Luit. bij het Indische leger, ten koste der in N. Indiquot; dienende onder-oflloiercn T. v. N. I 2le j. 1862. I. 160. 15515. Circulaire van den Min. v. Oorlog, dd. 12 Maart 1863 No. 57 F., tot staking gedurende 1863 der overplaatsing van officieren naar Oost -ludi . Milit. Speet. Bijblad, 1863. 19. 15516. Kon. besluit, dd. 21 Jan. 1863 No. 11. P., tot wijziging van dat van 24 Nov. 1859 No. 69, betreffende de bevorde-ringj het ontslag enz. van Europecsche officieren in Ned. Indië. Milit. Speet, Bijhield, 1863. 16. 15017. Bedenkingen op bet stuk der naturalisatie van vreemde ofiieieren bij het Indische leger. N. Milit. Speet. XVI. No. 5. |
15618. Een brief over dc werking der naturalisatie-wetten. Aantooning van hare nadeeligc werking op de belangen der vreemde officieren bij het, Ned. Indische leger. T. v. N. I. 24e j. 1862. 11. 183. 15519. Staat aantoonende, hoe het O. I. leger zijne 2e Luitenants verkregen hoeft in elk der jaren 1816—1850. Medegedeeld door //Eon gepensioneerd officier van het O. I. Legerquot; dd. 3 Mei 1853. T. v. M. I. 15e j. 1853. I 347. Hand. Lid. Gen. I. 1854.272. 15520. Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 1 Oct. 1858 No. 45 B., inhoudende voorschriften omtrent dc examens cn hot bevorderen tot tweeden Luitenant bij het Oost-Indische leger. Milit. Speet. Bijblad, 1859. 1. 15521. Brief van X, officier bij het, O. I. Leger, dd. Sopt. 18)3, ter aantooning der wijze waarop zou kunnen worden voorzien in het gebrek aan officieren bij het O. I. leger. Milit. Speet. 2 S. VI. 1854. 478. 15592. Iets over het Oost-Indische leger, 7 Sopt. 1857. Ingezonden. Opmerkingen over de middelen ter voorziening in hot gebrek aan officieren, alsmede over die tot verbetering van het kader van eigen landaard der Inlandsche Kompagnif n. Milit. Speet. 3e S. III. 1858. 42. 15523 Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 24 Oct. 1859. No. 75 B., tot toekenning van premie aan onderofficieren cn korporaals, die bij het, leger in Oosl-Indiö overgaan. Milit. Speet. Bijblad, 1860. 1. 15524. Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 6 Jan. 1860. No. 51 B., tot toelating tot bet examen van onder-officieren ter verkrijging van den officiersrang, die een premie hebben genoten bij hun overgang tot het leger in Oost-Indic. Milit. Speet. Bijblad, 18 H). 20. 15525. Circulaire van den Min. van oorlog, dd. 18 Jan. Ib61 No. '13. B, betreffende het te houden e\amen voor onderofficieren der infanterie voor eene benoeming als 2e Luitenant bij dc Infanterie bij het O. I. leger. Milit. Speet. Hijblad. 1861. 13. — Idem, dd. 24 Junij 1861 No. 73. 11. Aid. 07. |
385
1552(). Examen van onder-officieren voor eenc benoeming als 2e Luit. der Infanterie bij het ü. I. leger, dd. 8 Maart 1861. Opmerkingen over dezen genomen maatregel; doek met veroordeeling der uitsluiting van diegenen, die bij huune indiensttreding handgeld hadden genoten. Milit. Sped. 3 S. VI. 1861. 189. 15527. Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 23 Maart 1863 No. 61 P. inhoudende vooMcbriften betreffende het examen voor onder-officieren tot het verkrijgen van den 2e Luitenants-rang bij de troepen in Oost- ca West-Indii'. Milit. Speet. Bijblad, 1863. 22. 155^8. Eene voorwaarde bij de inlijving in het staande leger. Strekkende tot bestrijding der voorwaarde, volgens welke zij, die vrijwillige dienst hebben genomen tegen handgeld, uit dien hoofde van het verwerven van den oflioiers-rantr zijn uitgesloten. Sloel, Tijds. XXI. 151. 15529. Hoe ik naar Java kwam, en hoe ik het te Batavia bij mijn aankomst vond; door H. H. Verhaal der lotgevallen van een Indischen militair, sedert zijne overplaatsing in Nederland als onder-officier van het Ne-dcrlandsehc bij het Indische leger tot aan zijne bevordering in Indië tot officier. T. v. N. I. 21o j. 18j9. I. 187. 15530. Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 21 Junij 1852 No. 33 B. betreffende de wijze van overvoer van en naar de Ne-derlaudsche Koloniën, van onder-oflicieren en daarmede gelijkstaande personen. Milit. Speet. Bijblad. 1862. 61. Leger. 15531. Sterkte-staat op 1 Maart 1807 van de verschillende korpsen, het garnizoen van Batavia en omstreken uitmakende. Medegedeeld, door P. Bleeker, uit het Rapport dd. Zwolle uilquot;. 1'ebr. 1808 van W. C. van Braam. 2'. v. N. I. 1863. N. S. Ie j. II. 141. 15532. Staat aantoonende de uitzendingen van troepen uit Nederland naar Java, gedurende 1820; namen der oorlogs- en koop-vaardij-vaartuigen, haven, datum en aankomst to Batavia. Medegedeeld door P. Mij er. T. v. N. I. 3e i. Batavia 1840. 2e d. 617. |
15533. Iets over Nederland's land- en ee-magt in Oost-Indiö. Milit. Speet. I. 1833. 153, 183. 15534. Aantooning van de sterkte der militaire magt ter Westkust van Borneo in 1832, door E. Erancis. T. v. N. L. 4c j. 2e d. Batavia 1842. 34. 15535. Staat der sterkte van het garnizoen te Willem I, gedurende 1848, door P. Bleeker, off. v. gez. Ie kl., dd. Willem I. 10 Eebr. 1849. Gen. Tijds. N. I. I. 1852. 177. 15536. Mededeeling van den inhoud der bevelen van Z. Exc. den Minister van Mar. en Kol. J. C. Baud, dd. 1 Sept. 1841 No. 363 W. zeer geheim, aan den Gouv. Gen. P. Merkus, tot vermindering der militaire magt op Sumatra. T. v. N. I. 15e j. 1853. II. 210. — Aanteekeningen door den Gouv. Gen. op deze bevelen gemaakt. Aid. 213. — Oordeel van den Kommandant van het Indische leger, E. D. Cochius, over de ministeriëele bevelen. Inhoud van het kom-missoriaal berigt van het Militair Departement van 30 Mei 1S42, betreffende de uitvoering en de daarvan te verwachten gevolgen. Aid. ü24. — Advies van den civielen en militairen Gouverneur van Sumatra's Westkust, A. V. Mie hiels, dd. 3 Oct. 1842, betreffende de vraag: «Welke status quo zal worden aangenomen, en hoedanig het ten uitvoer leggen der ministeriëele voorschriften naar plaatselijke en politieke omstandigheden zal gewijzigd worden fquot; Aid, 425. 15537. Eene bijdrage tot de kennis onzer koloniale legers, door Mr. G. A. de Meester. Statistische opgaven omtrent de sedert 1855 tot 1862 naar Oost- en West-lndië uitgezonden militairen. Slaatk. en Stnathuis-houdk. Jaarb. 1863. XVe j. 3 S. Vej.345.— Overgenomen o. d. titel: Bijdrage tot de kennis onzer koloniale legers. T. v. N. 1. 1863. N. S. Ie j. II. 101. 15538. Staat der militaire magt in de residentie A mboina, volgens de formatie, in 1855. Bleeker, Moluksche Arch. II. Bat. 1856. 8. — Idem der Banda-Eilanden. Aid. 251. 15539. Statistiek van het Nederlandsch Indische leger. Milit. Speet. 3e S, II. i857. 440. 15540. Statistiek van het leger en do |
49
vloot in Ncdcrlandscli Oost-Indië op ultimo Doc. 185G. Met toelichting. Milit. Speet. 3e S. IV. 1859. 179. — Idem op uit .Deo. 1857. Aid. V. 1850. 318. — Idem op ulto. Dec. 1858. Aid. VI 18(11. 028. — Hem op uit». Dcc. 1859. Aid. VIL 1801'. 251. — Idem op uit». Dec. 1800. Aid. VIII. 1863. 152. 15511. De tegenwoordige toestand van het Nederlaudsch Indische leger. Hesehrijving van de zameustelling, iudceling enquot;,, niet aantooning der maatregelen te nemen tot verbetering van dien toestand. Overgenomen uit Pantheon. Milit. Speet. 3o S. IV. 185!). 324, 354. 15542. Uit liet soldaten-leven op Java. Tafercelen vol van bittere ironie. T. v. N. I. 22e j. Ie d. Zalt-Boinmel 18(10. 107. — Met eenige verandering ook geplaatst in de Fad. Lett. 1^61. N. S. II. 6j0. — De soldaat op Java. Zijnde een repliek op «het soldatenleven op Java,quot; in het T. v. N. I. l'ebr. 1800. iV. Milit. Speet. XIV. 1800. 463. 155i3. (iedachten en opmerkingen aan-gannde het Oost-Indischc leger, door X. dd. Dcc. 1855. Bepaald de Europeesehe soldaat, en wel a. de werving; h. de huisvesting, en e. de dienstregeling. Milit. Speet. 3c S. I, 185G. 70, 113. 15544. Hoe men den soldatenstand in Indie smakelijk weet te maken, door VV***. Over den toestand van den soldaat in Indië, in tegenstelling van de beweringen hierover voorkomende in een artikel van bet Tijdschrift »llet Vaandel.quot; 0c Jg. N. S. No. 11. T. r. N. I. l'Jc j. 1857. II. 320. 15515. Het leger van Nederlandsch Indie en de erkentelijkheid. Naar aanleiding van de overwinning bij Montrado, wensch tot meerdere erkentelijkheid jegens dat leger, ook door bevordering, ontslag en pensioen der ollicieren bij clc wet te regelen. T. v. N. 1. 16e j. 18ö4. II. 219. 15546. Redenen van ontevredenheid bij het ludisebc leger, door //Een Infanterist,quot; dd. Java Oct. 1854. Speciaal bij de Infanterie. T. v. iV. 1. 17c j. 1855. I II. 15547. Sympathie voor het Indische leger, door ***, 1854. Aanmerkingen op de handelingen van J. C. Uaud, ten aanzien van dat leger. T. v. JV. L. 17e j. i85j. 1. 219. |
15548. Wat verlangt het Indische leger, en wat. doet men voor het Indische leger'r1 door //Een ollicier van het O. I. Ned. leger, dd. Java, S... 1854. Beantwoording dezer vragen, bovenal voor de Infanterie. T. v. N. I. 17e j. 1855. I. 91. 15549. Mededceling van dc woordenwisseling, in de zitting der Tweede Kamer op 25 Julij 1854, tussolicn J. O. Baud en W. II. vau Hoëvell, over den toestand van het Ned, leger in Oost-Indië. 2'. v. iV. 1. 17c j. 1855. I. 90, Noot. 15550. De onrustwekkende toestand van het leger iu Indië. Ingezonden. Over den onvoldoenden toestand van het Indische leger en wensch naar een beter beheer daarover bier te lande door middel van Indische militairen, des noods door overbrenging van dat beheer bij het Dep. van Oorlog, of door zameustelling der bureaux van militaire zaken en koloniale bestellingen bij bet Dep. van Koloniën. T. v. N. I. 18e j. 1856. II. 203. 15551. Circulaires van den Kommandant van bet Indische leger. Lofspraak op de maatregelen van J. van Swicten tot invoering van verbeteringen en hervormingen in dat leger. T. v. iï. I. 21e j. 1859. 1. 438. 15552. Uittreksel uit een brief. Aantoo-ning der noodzakelijkheid cener vermeerdering onzer militaire magt in Ned. Indië, en eener betere regeling der traktementen en pensioenen van de ollicicrcn en hunne weduwen. T. v. N. I. 21e j. 1859. II. 124. 15553. Lofspraak op de krijgstucht en dapperheid van bet leger in Ned. Indiö, naar aanleiding der //Eastes militaires des Indes Orientales Neerlandaises, par A. J. A. üer-laeb. B. 1859.quot; Ingezonden. T. v. N. I. 22o j. 1800, 1 190, 194. 15554 Dc publieke opinie in Nederland over den geest van het leger in Indië, in verband met de jongste maatregelen in bet belang van het leger. JV. Milit. Speet. XIV. 1800.'10. 15555. Opmerkingen cn besohouwingen be-treflende den diep verwaarloosden zedelijken en godsdienstigen toestand van de Eurn-pesebe soldaten iu Indie, door den Predikant te Batavia E. U. van Hengel, op zijn be-zoekreis in 1854 gemaakt. Tijds. t. b. v. Christel. Leoen in N. I. Ie j. 1855.1.90.— Overgenomen in bot T. o. N. L. 18ej. 1850. |
387
1. 385. — De toestand var. den EuropRsolum soldaat in ludiö, door ***. Zijnde toelichting van bovenstaande opmerkingen. Aid. 43'J. Neder land soke Soldaten. 15550. Betoog voor eene naauwero verbinding tussehen het leger in Ned. üost-Indic en dat in Nederland, door W. J. Knoop, dd. Breda 27 Doe, lb l8. Gids, XHIe j. N. S. 2e j. J849. 1. 161. 15557. Over de noodzakelijkheid oin het Nederlandbche leger in verband te brengen met het Jndische, en een goed staand leger te onderhouden, door J!. van Mor 1 en. Met een plan van organisatie. Mi lit. Sped. 2o Sen 1. 1849. 263. 15558. Eenige opmerkingen bij geiegon-heid van de aanvulling van het leger in ludië, uit het leger in Nederland. Ingezonden. Milit. Speet. 2e S. VII. 1855. 186. 1555'). Bestrijding der bewering van de volslagen afhankelijkheid van het Indische leger van hel leger hier te Lande, uitgesproken op 30 Juiij 18;)5 in de Tweede Kamer, door den Min. van Oorlog H. l'. C. Forstner van Da ui be n oy. ï. o. N. I. 17e j. 1855. II. 00. 15500. Do redevoering van don Min. van Oorlog, H. I1. C. Eorstner van Üam-benoy, ter verdediging der begrooting van 1856, in de Tweede Kamer, doorL. Wederlegging vau het. beweerd verband tussehen de militaire inrigtingen hier te lande en het Indische leger, dat zeer goed op zich zeil' zou kunnen bestaan. T. v. N. I. 18e j. 1856. I. 197. — Eenige misstellingen verbeterd. Aid. 389. 15501. Het aanwerven van troepen voor Ned. Indic. Aanbeveling van de werving van Nederlanders voor het lud. leger en liet beschikken des noods over de vrijwilligers van liet Ned. leger, naar aanleiding van de werving, door den Ind. Kolonel ü. F. Scliartcn te Bieberich, van Zwitsers voor Ned. Indië. T. v. N. I. 21e j. 1859. II. 190. J5502. Een woord over ons krijgswezen, door Kolonel W. J. Knoop, dd. Breda, 8 Maart 1859. Eenige beginselen in acht te nemen bij de regeling, met dringende aanbeveling van eene zamensmelting der Neder-landsche en Ned. Indische legers, vooral voor de vorming van liet corps oflieieren. Gids, XXlIIe j. N. S. 12e j. 1859. I. 522. |
15563. Versterking van het Nederlandsch element in het Indische leger, door L. K. Adhaesie aan het adres, dd. Botterdam 11 April 1800, van D. Blankenheim c. s. uit Rotterdam aan Z. M. in liet belang der za-menstelling van ons Indisch leger vooral uit Nederlanders, ia stede der vele vreemdelingen, geplaatst in de N. Bott. Cour. van 18 April I860 No. 108, met afkeuring van de genomen maatregelen door tien Min. van Kol. J. J. Bochussen, tegen de uitzending van onderofficieren. T. v. N. 1. 22e j. 1860. I. 327. 15564. Middel tot versterking van het Nederlandseh element in het Indische leger. Beoordeeling van de oproeping, dd. Botterdam 19 Maart 1800, door Mr. 11. J. van Buren, om hier te lande vercenigingen op te rigten tot, bevordering van de gewapende dienst voor Nederl. Indië, geplaatst in de Botterdamsche Courant van 24 Maart 18(50 No. 72, met mededeeling en aanbeveling van een nieuw plan daartoe. T. v. N. I. 22e j, i860. I. 200. 16565. Beschouwingen over de noodzakelijkheid vau de aauvulling van het Euro-peescli bestanddeel van de landmagt in de Overzeesche Bezittingen uitsluitend uit Nederlanders, voorkomende in het voorloopig verslag, dd. 24 October i860 van de Comm. van Kapp. uit de Tweede Kamer op het Xle Hoofdstuk der Slaatsbegrooting voor 1801. Gedr. Stutctc. 1800—01. II. No. 115. 2. — Antwooud van den Min. van Kol. J. J. Bochussen, op deze beschouwingen met vermelding van zijne genomen maatregelen, dd. 'silage 19 Nov. 1860. Aid. No. 128. 4. — Wat doet do Minister tot verbetering van den toestand van het leger in Indië F Opmerkingen over do bovengenoemde maatregelen. 1'. v. A. ƒ. 22e j. 1800. II. 402. 15566. Iets over het daarstellen van een wenschelijk verband tussehen het leger in Nederland en dat in Nederlandsch Indië, door A. .1. A. Gcrlac h. Kapitein der Artillerie, dd. Utrecht, April 1800. Milit. Sped 3e S. V. 1800. 205. 15 j67. De zeemilitie in verband beschouwd met Nederl. Oost-Indië, dd. Junij 1800. Als middel tot aanvulling onzer strijdkrachten aldaar, onder verwerping van alle andere dus ver aangewezen middelen tot verster- |
vloot, in Ncdcrlandscli Oost-Indië op ultimo Dc;e. Ih56. Met toelichting. Milit. Speet. 3e S. IV. 1859. 1 70. — Idem op uit .Doe. 1857. Aid. V. 1850. 318. —- Idem op ulto. Dcc. 1858. Aid. VI 1801. 028. — Idem op uit». Dcc. 1859. Aid. VU. 1802. 251, — Idem op uitquot;. Dcc. 1800. Aid. VIII. I£ö3. 152. 15511. Do tegenwoordige toestand van het Nederlaudsch Indische leger. Beschrijving van de samenstelling, indeeling enr. met aantooning der maatregelen te nemen tot verbetering van dien toestand. Overgenomen uit Pantheon. Milit, Sped. 3o S. IV. 18.quot;i9. 324, 354. 15542. Uit, het soldaten-leven op Java. Tafereclen vol van bittere ironie. 'I'. v. N. I. 22e j. Ie d. Zalt-Bommel 1800. 107. — Met cenige verandering ook geplaatst in de Fad. Lett. 1 v01. N. S. II. OjO. — De soldaat. op Java. Zijnde een repliek op //het. soldatenleven op Java,quot; in het T. v. N. I. Eebr. 1800. iV. Milit. Sped. XIV. 1800. 403. 15543. (iedacht.cn en opmerkingen aangaande het Oost-Indische leger, door X. dd. Di'o. 1853. Bepaald de Kuropeesche soldaat, en wel a. de werving; b. de huisvesting, en e. do dienstregeling. Milit. Sped. 3e S. I, 1856. 70, 113. 15544. Hoe men den soldatenstand in Indiö smakelijk weet te maken, door VV**♦. Over den toestand van den soldaat, in Indië, in tegenstelling van de beweringen hierover voorkomende in een artikel van het Tijdschrift //Het Vaandel.quot; Oe Jg. N. S. No, 11. T. r. N. 1. 19e j. 1857. II. 320. 15545. Het leger van Nederlaudsch Indie en de erkentelijkheid. JMaar aanleiding van de overwinning bij Montrado, wensch tot meerdere erkentelijkheid jegens dat. leger, ook door bevordering, ontslag en pensioen der ollicieren bij de wet te regelen. T. v. N. I. lOe j. 18,)4. 11. 219. 15546. Redenen van ontevredenheid hij het Indische leger, door //lien Infanterist,quot; dd. Java Oet. 1854. Speciaal bij de Infanterie. T. v. N. I. i7e j. 1855. 111. 15547. Sympathie voor hot Indische leger, door ***, 1854. Aanmerkingen op de handelingen van J, C. Baud, ten aanzien vau dat leger. T. v. N. L. I7e j. 185j. 1, 219, |
15548. Wat. verlangt het Indische leger, en wat. doet men voor het Indische leger'!' door //Een ollieier van het O. I, Ned, leger, dd. Java, S.., 1854, Beantwoording dezer vragen, bovenal voor de Infanterie, i'. v. N. I. I7e j. 1855. I. 91. 15549. Mededeeling van de woordenwisseling, in de zitting der Tweede Kamer op 25 Juhj 1854, tussehen J, O, Band en W. R. van Hoëvell, over den toestand van het Ned. leger in Oost-Indië. T. v. N. I. 17e j, 1855. I. 90, Noot. 15550. Do onrustwekkende toestand van het leger iu Indië. Ingezonden. Over den onvoldoenden toestand van het. Indische leger en wensch naar een beter beheer daarover hier te lande door middel van Indische militairen, des noods door overbrenging van dat beheer bij het Dep. van Oorlog, of door zamenstelling der bureaux van militaire zaken en koloniale bestellingen bij het Dep. van Koloniën. T. v. N. I. 18e j. 1850. II, 203, 15551. Circulaires van den Kommandant van het Indische leger. Lofspraak op de maatregelen van J, van Swicten tot invoering van verbeteringen en hervormingen in dat. leger. T. v. jV, I. 21e j. 1859. I. 438. 15552. Uittreksel uit een brief. Aantooning der noodzakelijkheid eener vermeerdering onzer militaire magt in Ncd. Indië, eu eener betere regeling der traktementen en pensioenen van de ollicieren en hunne weduwen. T. v. N. I. 21e j. 1859, II. 124. 15553. Lofspraak op de krijgstucht en dapperheid van het leger in Ned. Indiö, naar aanleiding der //Pastes militaires des Indes Orientales Neerlandaises, par A. J. A, üer-Inch, /j. B, 1859,quot; Ingezonden. T. v. N. I. 22e j. 1800, I 190, 194. 15554 De publieke opinie in Nederland over den geest van het leger in Indië, in verband met de jongste maatregelen in bet belang van het leger. N. Milit. Sped. XIV. 1800. 10, 15555. Opmerkingen en beschouwingen be-treflcnde den diep verwaarloosden zedelijken en godsdienstigen toestand van de Euro-pesche soldaten in Indie, door den Predikant te Batavia P. U. van Hengel, op zijn be-zoekreis in 1854 gemaakt. Tijds. t. b. v. Christel. Leven in N. I. 1c j. 1855.1.90.— Overgenomen in het, T. c. N. I. 18oj. 1850. |
1. 385. — Do toestand var. den Europeschen soldaat in Indie, door ***. Zijnde toelichting van bovenstaande opmerkingen. Aid. 430. Nederlandsche Soldaten. 1555G. Betoog voor eene naauwere verbinding tusselien het leger in Ned. üost-Indie en dat in Nederland, door W. J. Knoop, dd. lireda 27 Doe. 1618. aids, Xllle j. N. S. 2e j. 1. 161. 15557. Over de noodzakelijkheid oin het Nederlandsche leger in verband te brongeu met het .Indische, en een goed staand leger te onderhouden, door Ji. van Mcrlen. Met een plan van organisatie. Mi lit. Sped. 2o Scr. I. 18«. 263. 15558. Eenige opmerkingen bij gelegenheid van de aanvulling van het leger in Indië, uit het leger in Nederland. Ingezonden. Mi tit, Speet. 2e S. VII. 1855. Ib6. I5ö5'). Bestrijding der bewering van de volslagen afhankelijkheid van het Indische leger van het leger hier te Lande, uilgesproken op 30 Julij ]8ó5 in de Tweede Kamer, door den Min. van Oorlog H. E. C. Eorstner van Dambcnoy. T. o. N. I. 17e j. 1855. II. 60. 15560. De redevoering van den Min. van Oorlog, H. E. C, Eorstner van Datn-benoy, ter verdediging der begrooting vau 1856, in de Tweede Kamer, door L. Wederlegging van het beweerd verband tusschen de militaire inrigtingen hier te lande en het Indische leger, dat zeer goed op zich zeil' zou knnnen beslaan. T. v. N. 1. ISe j. 1856. 1. 197. — Eenige misstellingen verbeterd. Aid. 389. 15561. Het aanwerven van troepen voor Ned. Indië. Aanbeveling van de werving van Nederlanders voor het lud. leger en het beschikken des noods over de vrijwilligers van het Ned. leger, naar aanleiding van de werving, door den Ind. Kolonel G. E. Seharten te Bieberich, van Zwitsers voor Ned. Indië. T. v. JST. I. 21e j. 1859. II. 190. 1551)2. Een woord over ous krijgswezen, door Kolonel W. J. Knoop, dd. Breda, 8 Maart 1859. Eenige beginselen in acht te nemen bij do regeling, met dringende aanbeveling van eene zamensmelting der Nederlandsche en Ned. Indische legers, vooral voor do vorming van het corps ollioieren. Gids, XXIIIe j. N. S. 12e j. 1859. I. 523. |
15563. Versterking van het Nederlandsch element in het Indische leger, door L. K. Adhaesie aan liet adres, dd. Ilotterdara II April 1860, van D. Blankenheim e. s. uit Rotterdam aan Z. M. in het belang der za-menstelling van ons Indisch leger vooral uit Nederlanders, in stede der vele vreemdelingen, geplaatst in de N. Roti. Cour. van 18 April 1860 No. 108, met afkeuring van de genomen maatregelen door den Min. van Kol. J. J. Roebussen, tegen de uitzending van onclerollicieren. T. v. N. 1. 22e j. 1860. I. 327. 15564. Middel tot versterking van het Nederlandsch element in 'net Indische leger. Beoordeeling van de oproeping, dd. Rotterdam 19 Maart 1800, door Mr. li. J. van Buren, om hier te lande vereenigingen op te rigten tot bevordering van de gewapende dienst voor Nederl. Indië, geplaatst in de Rotterdamsche Courant van 24 Maart 1860 No. 72, met mededeeling en aanbeveling van een nieuw plan daarloe. T. v. N. /. 22e j. i860. 1. 260. 15565. Beschouwingen over de noodzakelijkheid vau de aanvulling van het Euro-peesch bestanddeel van de landmagt in de Overzeesche Bezittingen uitsluitend uit Nederlanders, voorkomende in het voorloopig verslag, dd. 21 October 1860 van de Comm. van Uapp. uit do Tweede Kamer op het Xle Hoofdstuk der Slaatsbegrooting voor 1861. Gedr, Stukk. 1860—61. II. No. 115. 2. — Antwooud van don Min. van Kol. J. .T. Ro-c h u s s e u, op deze beschouwingen met vermelding van zijne genomen maatregelen, dd. 'sllage 19 Nov. 1860. Aid. No. 128. 4. — Wat doet do Minister tot verbetering van den toestand van het leger in Indiëf Opmerkingen over de bovengenoemde maatregelen. T. v. iV. /. 22e j. 1850. II. 402. 15566. Iets over liet daarstellen van een wenschelijk verband tusschen het leger in Nederland cn dat in Nederlandsch Indië, door A. J. A. Qerlach, Kapitein der Artillerie, dd. Utrecht, April 1860. Mi tit. Speot 3e S. V. 1860. 265. 15 j67. De zeemilitie in verband beschouwd niet Nederl. Oost-Indië, dd. Junij 1860. Als middel tot aanvulling onzer strijdkrachten aldaar, onder verwerping van alle andere dus ver aangewezen middelen tot verster- |
king van het Nederlandsch element van het Indische leger. 31 Uit. Speet. 3 S. V. 1860. 458. — Het Indische leger en de zee-militie, door C. H. F. Riesz, dd. 'sHage 14 Dec. 1860. Verdediging van bovengenoemd artikel legen hare bestryding in de N. Rott. Cour. van 7 en 9 Dec. I860, onder den titel ,het leger in Indië. did. 582. 15568. Circulaire van den Min. van Oor log, dd. 18 Jan. 1861. No. 33 B. tot opgave der militairen, die in de loop van 1861 tot aanvulling van het leger in Oost-Indiö, derwaarts behooren te worden gezonden, behalve liet vereischte gewone kader. Milit. Speet. Bijblad, 1861. 12. 15569. Eenige denkbeelden over de aanvulling van het Indische leger, in verband met sommige artikelen van het onlangs aan de Tweede Kamer aangeboden ontwerp van wet op de nationale militie, door iJ. M. Netscher, Kapitein der Infanterie, lietoog voor de zamenstelling en aanvulling van dat leger, uitsluitend door vrijwillige dienstneming van Nederlanders, en hare aanmoediging en toeneming door verbetering en uitbreiding der bestaande middelen. Milit. Speel. 3 S. Vï. 1861. 27. 15570. Aankondiging der brochure, //Nederlands hoogste staatsbelang, door Alexander,quot; vooral betreffende de nationalisering van het Indische Leger. N. Milit. Speel. 1861. XV. No. 7. 15571. Iets over het verband van het Indische leger met het leger hier te lande, door Gen. Maj. W. J. Knoop, dd. Maastricht 5 Jan. 1862. Bestrijding der voorstellen tot het uitzenden van onze militie naar aanleiding van: «Onze toekomst. Staat en krijgskundige beschouwing door Alexander. Kampen 1861.quot; Gidi, XXVIe j. N. S. XVe j. 1862. I. 365. J 5572. Praktische denkbeelden en utopiën, door P. M. Netscher, Kapitein bij de grenadiers, dd. 'silage 2 1'ebr. 1862. Beschouwingen over het verband tusschen dc Neder-landsche en Indische legers en de voltallig-houding van het laatste, met opgaven nopens de mortaliteit van het Europeesche gedeelte van het Indische leger, naar aanleiding der brochure: *Onze toekomst, staat en krijgskundige beschouwing, door Alexander, Kampen 1861.quot; MUM. Speel. 3 S. VII. 1^62. 78. |
15573. Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 23 Jan. 1861 No. 12 B. waarbij de premie bij overgang tot het leger in O. I. als gratilicatie wordt beschouwd. Milil. Spert. Bijblad, 1861. 14. — Idem, 28 Maart 1862 No. 62 B. dienende tot explicatie der beschouwing van de gelden als gratilicatie voor allen die uit het leger hier te lande bij dat in Indië overgaan, dus ook voor de miliciens der Cavallerie en Artillerie. Aid. 1862. 25. 15574. Circulaires van den Min. van Oorlog, dd. 16 en 26 Mei 1863 No. 68 B. en 16 B, tot staking der koloniale werving, uit het Nederlandsche leger. Milit. Speet. Bijblad, 1862. 42. 15575. Over de verceniging van het Nederlandsche en Nederl. Indische leger, door W. Boers, dd. 'sHage 10 Dec. 1862. Opmerkingen, gevolgd door een voorstel dienaangaande. T. v. jV. /. 1863. N. S.le j. I. 99. 15576. Over hel verband tusschen de legers in Indië en in Nederland, door J. K. H. de Roo van Alderwereit, dd. Delfzijl, 8 Pebr. 1866, in zijn artikel over: //Het VIIIc Hoofdstuk der Grondwet.quot; Gids, XXIXe j. 3 S. j. 1865. I. 453. Vreemde Soldaten. 15577. Koloniale werving, door •**, dd. Maart 1857. Aanwerving van vreemdelingen, zoomede van Zwitsers; over de behandeling der rekruten, zoowel hier te lande als aan boord der schepen; en over de voordeelen eener verplaatsing van het koloniaal werfdepot naar Amsterdam. T. v. N. I. 19e j. 1857. I. 329. 15578. Staat, aantoonende het getal Europeesche vreemdelingen in het Indische leger, korpsgewijze en in eiken rang, op 1 Jan. 1848. Medegedeeld door »Een gepensioneerd officier van het O. 1. legerquot;, dd. 3 Mei 1853. T. v. A. I. 15e j. 1853. I. 343. 15579. De vreemdelingen in het leger van Nederlandsch Indië, door //Een gepensioneerd officicr van het O. 1. Leger, dd. 3 Mei 1853. Beschouwingen en middelen van redres. T. v. N. I. I5e j. 1853. I. 343. 15580. De Luit.-Kol. G. E. Scharten naar Londen. Noodzakelijkheid der voltal-ligmaking van het Indische leger en lof aan |
EEUW.
389
de zending van dezen gepensioneerden In-dischen officier naar Londen tot dat einde. T. v. N. I. 18e j. 1850. II. 2()7. — Het Koninklijk besluit van 1 Jan. 1841 No. 5, door ***, dd. Maart 1857. Lofspraak op de benoeming tot Kolonel van bovcngenocmden gepensioneerden officier, hoewel in afwijking van dit besluit, met aanbeveling van de intrekking dezer koninklijke verordening. Aid. 19e j. 1857. I. 358. 15581. Versterking van het Xederlandsclie element in Indië, eene voorwaarde voor de handhaving van ons gezag. Betoog, naar aanleiding van den opstand onder de vreemde militairen van het Indische leger te Samarang en de onderdrukking daarvan door de schutterij te dier plaatse. T. v. A/. I. 1S60. II. 339. 15582. De Dnitscher» in het Indische leger. Mededeeling, vooraf gegaan door eene toelichting, van de wederlegging, geschreven door den Kap. der Inf. van het O. I, leger, F. G. Steek van het. artikel, //Die Dcutschen Soldaten in Niedcrlandi.icli Indië,quot; in Das Ausland,quot; I860, No, 52. T. v. N. /. i!3e j. 18(11. I. 309. — De Duitsche soldaten in Nederlandseh Indië. Vertaling van bovengenoemd artikel, gevolgd door mededeeling van de hoofdpunten der wederlegging van dat artikel door kap. ï. G. Steek. Kol. Jaarb. 1861—62. 163. 15583. Beschouwingen over de middelen tot verbetering van bet lot van den Euro-peeschen soldaat in Ned. Indië. N. Miiit. Speet. XV. 1861. No. 7. 15584. De Engelsehe invloed en de rekrutering te St. George d'Blmina, door *■*, dd. April 1854. Over dc staking der aanwerving voor het Ned. Ind. leger van Afrikanen op de kust van Guinea. T. v. N. I. 16e j. 1854. I. 367. 15585. Beschouwingen over het aanwerven vau Negers ter kust van Guinea voor het Ned. O. I. leger, naar aanleiding van heftige uitvallen hierover in Fransche en Engelsehe tijdschriften en couranten. Bijdr. N. Vr. Kol, 1844. 282. 15586. Over eene werving van Ameri-kaansche negers voor het Ne'i. Ind, leger. Stoet, Tijd*. XXII. 182. Inlandsche Soldaten. |
16587. ilet werven van Inlandsche soldaten in Indio; door ***, dd. 'sHage, 23 Junij 1852. Tekst van bet, Gouvernements besluit van 9 April 1852 hierop, gevolgd door opmerkingen betreffende de Inlandsche werving op Java, en de Amboinesche rekrutering, en het daaraan verbonden burgerregt voor lange dienst. T. v. N. 1. 14e i. 1852. 11. 60. 15588. Gedachten en opmerkingen aangaande het Oost-Indische leger, door X. dd. 1 en 19 Maart 1856. Betreft de Inlandsche troepen, en wel hun werving, kleeding en soldij, voeding en huisvesting, liet Inlandsche kader en hun pensioenen. Milit. Speet. 3 S. 1. Ib50. 205. 309. 15589. Eene stem uit Oost-Indië, door X. dd. 10 Jan. 1861 Vorming van scherpschutters-korpsen uit de Ned.-Indische jongelingschap, zoowel Creolen als Kleurlingen. Mtlit. Speet. 3 S. VI. 1861. 309. 15590. Militaire geest en militaire hulpbronnen der bevolking van Agam, op Sumatra's Westkust. Door een Indisch Ambtenaar. T. v. N. I. 13e j, 1851. II. 2. — Overgenomen in Milit. Speet. 2c S. IV. 1852. 95. 15591. Opgave en beschrijving van de wapens der Lampongers, door J. A. d u B o i s, ads.-Res. T. v. A. I. 14c j. 1862. I. 318. 15592. Opgave van een kompleet Daijaksch krijgskostuum, volgens mededeeling van C. O. Hardenberg, ads. Bes. van Sambas. 1856. Buddinyh, jV. O. Indië. III. Rot. 1861. 402. Noot. 15593. Iets over het bivakkeren in Oost-Indie, door J. d. B. Beschrijving en aanprijzing van de manier bij de Daijakkers op de Oostkust van Borneo in gebruik. Milit. Speet. 3 S. VIII. 1863. 515. 15594. Wijze van oorlogen der Banjerc-zen. Medegedeeld door M. H. T. v. N. I. Ie j. Ie d. Batavia 1838. 17. 15595. Het lleglement voor de schutterijen op Java en Madura en het nieuwe Hcgerings-lleglement, door N. dd. Batavia, Mei 1855. Betoog tot intrekking van Art. U van het eerste, waarbij do uitzetting uit Ned. Indii' wordt gedreigd, als onbestaanbaar met art. 45 van het laatste. T. v. N. I, 17e j. 1855. II. 353. |
390
15590. Hervorming van de schutterijen op Java. Opmerkingen over den last door den Min. van Kol. J. J, Roeliussen gegeven aan den Gonv. Gen. v. N.-lndiü C. F. Pahud, tot onderzoek van de doelmatigheid voor Java van de in Britsch Indiö ingevoerde reglementen op dc schutterijen. T. v. N. I. 23e j. 1S61. I. i'Ji. 15B97. De Inlandsche wapening op Java, dd. Dec. 18ö5. Opmerkingen en beschouwingen tegenover die door J. J. lloehnssen uitgesproken in dc Tweede Kamer op 11 Dec. 1S55, naar aanleiding van het gerucht der invoering van dc conscriptie onder de Inlanders op Java. T. v. N. 1. 18c j. 1856. I. 1. 155Ü8. Mcdedecling, met toelichting) door S. van Deventer JSz. van de Nota, dd. 14 Jan. 1831, van den Gouv. Gen. J. van den Bosch aan de Leden der Indische Regering, inhoudende het voorstel tot oprigting in elke residentie op Java van korpsen ba-rissans of inlandsche militairen, zoowel ten dienste der gewone polieie, als om daaruit, in tijd van nood, het leger aan te vullen, y. v. N. I. 1865. N. S. 3c j. II. 27. -Idem der Nota, dd. ? van het Lid in den Raad van Indie Mr. P.Mortens, inhoudende zijne bedenkingen op dit voorstel. Aid.'68.— idem van een overzigt der geheime missive van den Gouv. Gen. J. van den Bosch, dd. 4 Junij 1831 No. 725/14, aan den Min. van Wat., Nat. Nijverheid en Kol, a. i. G. G. Clifford, handelende meer speciaal over de tot dat onderwerp betrekkelijke bijzonderheden. Aid. 201. — Mcdedecling, door S. van Deventer JSz. van het Koninklijke besluit van 12 Jan. 1832 L. Y. geheim, o. a. voorbehoudende een latere beslissing omtrent het opiigten van barissaus of provinciale korpsen. Alil. 200. — Overzigt der wijze van bezoldiging van de Barissans, of korpsen Inlandsche militairen in 1831—1834. Uit ofliciele bescheiden te zamon gesteld door S. van Deventer JSz. Jld, 321. 15599. De Djajang Sekar, door W. L. Ritter. Met plaat. Historisch overzigt van het bestaan en de zamenstclling van dit korps, en van do diensten er door bewezen. Ritter, Java. Lcijden 1855. 237. 15600. Mededeelingcn en aanmerkingen betreflende de zamenstelling, bezoldiging en dienstverrigtingen van het //korps Papangersquot; te Batavia. 'I'. v. N. L. 15e j. 1853. I. 276. |
15601. Beschrijving van de montering van de Oelan-Oelan's, een soort van Inlandsche ruiters in de res. Bantam. T. v. N. I. 7e j. Bata/ia 1S45. Ie d. 221. 15602. Zamenstelling en sterkte der schutterij te Soerabaja in 1847 (?). Medegedeeld door P. Bleeker. 1'. v. N. 1. 1850.1.110. 15603. Zaraenstelling, bezoldiging, klccding en uitrusting van het korps van den Pau-gcran-adipati Pakoe A lam in D jokjokarta. Medegedeeld door P. Bleeker. T. v. Ar. I. 1850. II. 7. 15604. Mededeelingcn, door P. Bleeker betrcfi'ende de zamenstclling en sterkte der schutterij op de hoofdplaats Pasoeroean in 1845. T. v. M. I. 1842. 2c d. 31. 15605. Bijzonderheden nopens de inrig-ting, zamenstclling en getal-sterkte van de korpsen Inlandseh krijgsvolk, Barissan's op Madura in 1856; door J. Hageman JCz. T. v. N. I. 20e j. 1858. I. 329, 345. 1,')606. Over de wijze waarop dc Sultan van Madura zou voorzien in dc levering van Mudurezen ten behoeve van het Indische leger. Brendonck, Mijne reize. Dordr.1859. 31. 15607. Mededeelingcn,doorH.Zjollinger, betreffende de militaire magt der Radja's op het eiland Lombok, de dicnstpligtigheid, k leeding en wapening. T. v. N. /. 9e j. Batavia 1847. 2e d. 330, 336. 16608. Zamenstelling van dc schutterij in de res. Menado, met opgave der diensten, welke van haar gevorderd worden, volgens mededeelingen van Mr. D. P. W. Pie ter-ma at. gewezen Res. van Menado, en door den Kap.-Luit. t/z. L. J. de Vriese, dd. 6 Julij 1840. T. v. N. I. 3e j. Ie d. Batavia 1840, 151. 15609. Berigt wegens dc doodelijke kracht der pijlen, welke dc volkeren van Macasser in de Oost-Indirn gebruiken. Medegedeeld door H. W. llouppe, Med. Cand., dd. Leiden, den 9 Deccniber 1790. Zijnde een verslag zijner proefnemingen. Letterb. V. 1790. 202. 15610. Wijze van oorlogvoeren der Inlandsche natiën in dc Molukken. Verzameld in den veldtogt tegen de opstandelingen in 1817. Uit het Dagboek van den Majoor |
391
K r i o g e r, Kommandant van Malacca, v. Kampen, Maq. IV. 1825. 232. 15011. Overzigt der diensten bewezen door de schutterij in do res. Ternatc. Ib29— 1855. Aunteek. Mcluk. 'sHage 1856, 66. 15612. Mcdedoeling betreffende den toestand en de zamenstelling van de schutterij op Tcrnate, door J. S. van Coeverden, dd. Tcrnate Dee. 18d'3. ï'. v. N. L. Ge j. 2c d. Batavia 1844. 210. 15613. formatie van het garnizoen op Banda, bij besluit van 7 Maart 1833 No. 3. vastgesteld. «. Doren, Molukku's, 's Hago 185^. Bijl. E. — Idem in 1838, door den Gouverneur en Militairen Kommandant in de Molukko's voorgeschreven. JM. Bijl. E. 15014. Mededeeling, door J. E. G. Bruin und, betreffende de schutterij op Manipa in 1843. T. v. N. I. 7e j. Batavia 1845. 2e d. 44. 15615. Mededeeling door Mr. H. G. van der Wijek, dd. Arnhem Mei 1851, van de gewigtige diensten door de Amboneselie schutterij bewezen in 1817 op Saparoea en Harockoe en in 1829 op Amboina. Uijdr. T. L. /.-kunde N. /. 1. 1853. 72. 15616. Lof aan den Amboinees nis soldaat, door Kroezen. N. Milit. Speet. 1860. XIV. 622. 15617. Nieuw-Guinea. Wapenen der Pa-poeas. E. C. Bruining in lap. del. J. M. Kierdorfl', inipr. /erh. Nat. Cumm. Leid. L. Sr /.-kunde. 1839—1844. Plaat XII. Wening, kleeding en voeding. 15618. Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 27 Mei 1857 JMo. 22 B., inhoudende aanbeveling nopens het toelaten van manschappen voor de koloniale dienst. Milit. Speet. Bijblad, 1857. 55. — Idem, dd. 15 Mei 1857 No, 63 B, inhoudende bepalingen nopens het visiteren van manschappen voor de Indische dienst.. Aid. 53. |
15619. Koninklijk besluit van 17 Aug. 1859 No. 91, tot verhooging dor koloniale militaire gagementen. Milit. Sped. Bijblad, 1859. 77. — Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 2 Sept. ISü'J No. 5i B., inhoudende verhooging van het handgeld ter bevordering van de vrijwillige werving voor do koloniale dienst. Jld. 73. — Idem, dd. 25 Maart 1863 No. 66 P., inhoudende bepalingen nopens de toelating tot de militaire koloniale dienst. Aid. 1863. 24. — Idem dd. 11 Maart 1864 No. 47 P., inhoudende voorschriften op het aannemen van rekruten voor de koloniale dienst. Aid. 1864. 17. 15620. Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 15 April 1863 No. 69 P betreffende de opzending naar Harderwijk der rekruten voor de koloniale dienst aangenomen. Milit. Speet. Bijblad, 1863. 30. 15021. Iets omtrent de aanvulling van het Indische leger, door A. L. A. G e r t n c r. Betoog tot opheffing van het verbod aan militairen, die bij het strafkorps hebben gediend, tot overgang uit hot Nederlandsohe leger naar Indiö. Milit. Speet. 3 S. IV. 1859. 176. 15622. Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 27 Dee. 1855 No. 14 B., inhoudende bepalingen nopens het aannemen van gehuwde manschappen voor de koloniale dienst. Milil. Speel. Bijblad, 1856. 13. 15623. Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 3 April 1861 No. 56 15. betreffei de dc uitbetaling van aanbrong-premiën voor rekruten voor de koloniale dienst te Harderwijk. Milit. Speet. Bijblad, 1861. 47. 15624. Koninklijk besluit, dd 17 Mei 1857 No. 67, tot uitbrei ling van het wapen bij het koloniaal werfdepot. Milit. Speet. Bijblad, 1857. 53. 15625. Vraag, of het niet in alle opzig-ten oorbaar zou zijn, de diensten bij het Koloniaal werfdepot to Harderwijk te doen waarnemen door Indische officieren in Nederland aanwezig, aan den Min. van Kol. J. Loudon gedaan in het voorloopig verslag, dd. 24 Oct. i861 der Komm. van Rapp. in do Tweede Kamer op Hoofdstuk XI derStaats-begrooting voor 1862. Gedr. Stukk. 1861 — 62. 11 No. 1^5. 12. — Antwoord van den Min. dd. 'sHago 16 Nov. 1861. Aid. No. 139. 14. — l)e dienst bij het werfdepot te Harderwijk behoort waargenomen te worden door ollicieren van het Indische leger. Beloog hiervoor, voorafgegaan door bovengenoemde stukken. 'I'. v. N. 1. 24e i. 1862. 1. 132. |
392
16626. Konioklijk besluit dd. 22 Deo. 1861 Mo. 30, tot wijziging en aanvulling der bepalingen nopens de dienst bij liet administratief beheer van het koloniaal werfdepot. Milit. Speet. Bijblad, 1862. 4. 15627. Het koloniaal werfdepot. Statistisch overzigt der gedurende 1855 uitgezonden manschappen naar Oost-Indië. Milit. Sped. 3 S. I. 1856. 139. 15628. Noodelooze kosten bij het vertrek van militairen naar Indië, door W. Milit. Speel. 2 S. I. 1819. 14 . 15629. De reis naar Oost-Indii;. Uit de papieren van eenen te Soerabaja overleden soldaat. Uit de Batav. Cour. v. 30 Sept., 7 Oot. en 25 Nov. 1820. Zijne lotgevallen van Vlissingen tot Batavia in 1817. Lnd. Mag. II. Tw. 1845. No. 1 en 2. bl. 116. 15630. Overname uit het Amsterdamsche Handelsblad van 8 Maart 1844, van het be-rigt, dd. Batavia, 7 üot. 1843, nopens do behouden aankomst van een detachement koloniale troepen, onder bevel van den Kap. bij de O. I. Infanterie H. A. C. A. Jansen, gevolgd door een betoog voor het in dienst treden bij het Ned. O. Ind. leger. Bijdr. Ned. en Vr. Kolon. 1844. 128. — Wederlegging, door E. de Waal van dit betoog. lnd. Mag. I. Tvgt;. 18.4. No. 10, 11 en 12. bl. 122. 15631.. Over de wenschelijkheid der aanvankelijke stationering van uit Europa komende militairen op Padang-Pandjang door Dr. G. Was sink. Gen. Tijds. N. I. IX. N. S. IV. 1862. 427. 15632. Bevordering van spaarzaamheid bij de soldaten van het Indische leger. Overweging bij het Indisch bestuur nopens de zedelijke verbetering der militairen, speeiiial door boven omschreven middel en door onthouding van sterke dranken, en oprigting van spaarkassen, en aanmerkingen daarop, met mededeeling van den tekst van den daarover handelenden brief van 15 Julij 1852, van den Alg. Sec. Mr. A. Prins aan don kommandant van het Indische leger. T. v. N. I. 15e j. 18:)3. 1. 74. •— Spaarkassen voor de soldaten van het Indische leger, door ***, dd. Julij 1853. Uittreksel vaneen brief, dd. Batavia, 28 Maart 1853, ter ver-oordeeling van dit plan. Aid. II. 72. |
15633. Denkbeelden geopperd, om bij transporten van troepen naar Indiiquot;, des noods aanvankelijk als proef, hot gebruik van jenever aan boord geheel te verbieden. Eeon. 1859. 367. 15634. Verwijzing tot de brochure van den Gen. J. van Swieten, ^Merkwaardige brief etc.quot; voor de sterfte ouder de Euro-peesche soldaten op Sumatra's Westkust, in verband met verminderd verbruik aldaar van jenever onder hen, en van de opium conventie onder de Inlanders. Haan. 1859. 138. 15635. Gebruik van koffij bij hot Indische leger, door X. dd. 6 Nov. 1854. Betoog voor de bevordering van dit gebruik, mot opmerkingen over de genomen en gedeeltelijk ingetrokken maatregelen tot vermindering van hot gebruik van sterken drank. Milit. Sped. 2e S. VII. 1855. 386. 15636. Uit Oost-Indie, dd. 6 Maart 1858. Ingezonden. Opmerkingen over de verbeteringen to brengen in de uitrusting van don soldaat bij het O. I. leger, naar aanleiding der gemaakte verandering in den uniform. Milit. Speel. 3 S. III. 18)8. 276. 1 637. Over don invloed der publieke concurrentie door het Min. van Koloniën geopend voor de behoeften van de militaire dienst in Oost-Indie, op do goud- en zilver-bowerking in Nederland. Verslag, Amsterdam 1862. 172. 15638. Hoofddeksel der militairen op Java. Milit. Spert. 3 S. III. 1858. 192. 15639. Het muskieten-netje, dd. Batavia 30 April 1857. Klagten over do wijze van kasernering der militairen in Ned. Indië, en over de achteloosheid nopens hunne akkli-matisoring. T. v. N. I. 19e j. 1857. 11.124. 15640. Bijzonderheden aangaande den gezondheidstoestand dor bezetting van Willem I, onze hoofdvesting op Java, ifilil. Sped. 2 S. 111. 1851. 89. 15641. Staat dor gedurende do jaren 1825, 1826 on 1827 in Oost-Indië aanwezige geneeskundig bohandolde en overleden Euro-peesche militairen. Verh. Bat. Gen N 1 XII. 1830. 260. Noot. |
15G4Ü. Het '/summier verslagquot; iu strijd met den heer J?1. U. vau Hengel, door l)r. Nieboer, dd. Oterdoni, 7 Julij 185(). Unl-kenuing eener nieei- gunstige voorstelling van dien toestand voorkomende in het //summier verslagquot; vau den Chef der geneeskundige dienst over l£i53. T. v. iV. /. Ihe j. 1856. IL 132. 15613. Een nachtelijk hospitaal-bezoek, door 11. Schmidt We ij ma us, dd. Soera-l)aja, 1'ebr. 1054. Gerigt tegen het begraven der aldaar overleden soldaten door ketting-gangers ol' boeven, in plaats van door kameraden. Biauy Lulu, 3c j. 1854. I. 97. Discipline. 15644. Do discipline aan boord bij de suppletie-troepen voor de Koloniën, door G. Betoog van de noodzakelijkheid eener behoorlijke instructie voor de Kommandanten der detachementen suppletie-troepen, niet aanvoering van een aantal feiten ia 1Ö25, 1S34 en 1837 voorgevallen, en verhaal van den opstand in 1819 van Jean llcmx op het koopvaardijschip Ida Aleida, gezagvoerder Sip-kens, Kommandant van het Indisch detachement J. Peimiug Nieuwland, le Luit. der Artillerie. T. o. /V. ƒ. 15c j. 1855. I. 322; 19e j. 1857. I. 330. Noot. 15645. Omstandig verhaal van een opstand vau 84 Javaansche rekruten togen do equipage van 'sKonings korvet. Mandarijn, uit 40 Europeanen cu 13 Javanen bestaande, op de Noordkust van het eiland Colebes, in den jare 1808, door Ci. M. R. Ver-Huell, Kapitein ter zee, enz. yerk. Bor. Tindul en Üwart, N. V. III. 1813. 027. — ürict' ter herinnering aan de officieren der Nederlandsehe marine A. Bezemer, VV. A. Geesteranus, VV', E. E. 't Hooit, II. W. E. Veldhuisen en G. llensing, door een der leden vau het te 's Gra-venhage gevestigde Indisch Genootschap, dd. 'sHage 31 Mei 1855. Hun heldhaftig gedrag bij die muiterij. Hand. Ind. den. 11. 1855. 202. 15646. Verhaal van de muiterij ondereen detachement troepen, van llotterdam naar Batavia bestemd, op 12 Eebr. 1857 op hel barkschip Elise Susauue, kapitein Kuijt. T. v. JV. J. 19e j. 1857. I. 329. 15647. Ilcgtspruak iu militaire zaken iu Üost-ludic of gewapende opstand te Sa-marang, op 1? Aug. 1860. Hoogverraad. Medegedeeld door Mr. C. G. Huitman. |
Overgenomen uit liet Rcgt in Ned. ludie. Milit. Speet. 3 S. VI. 1861. 370. 15648. Regtspraak in militaire zaken in Oost-Iudië. Komplot tot desertie te Meester Cornells in tijd van vrede. Nederlaag van weerlooze inlanders op den grooten weg door de deserteurs. Medegedeeld door Mr. G. J. Keiser. Overgenomen uit het Rcgt inNcd. Indii;. .Uihi. Speet. 3 £S. VI. 1861. 436. 15649. Hoe te Batavia met kracht maar zonder ophef is gehandeld in de onrustige bewegingen der vreemde militairen, dooi- W. E. P., dd. 'sHage Jan. 1861. Tegenstelling van de maatregelen van den ads. Res. van Meester Cornells, N. D. Lammers van Too-renburg, niet die te Samarang en Soerabaja genomen. T. v. JV. 1. 23e j. 1861. 1. 135. 15650. Regtspraak in militaire zaken in Oost-lndiö. Complot tot een militairen opstand te Djokjokarta. Besehuldiging vau Hoogverraad. Medegedeeld door Mr. G. J. Keiser. Overgenomen uit het Rcgt in Ncd. ludiü. Milit. Speet. 3 S. VI. 1861. 311. 15651. Publicatie, dd. Batavia 12 Mei 1851, Ind. Stbl. 31, der afschaffing vau de straf van slagen voor militairen in Ned. Indië. Rei/t N. I. 3e j. VI 1851. 302. 15652. Veroordceling, door W. A. van Rees, der straf van de rietslagen bij het Indische leger, ook voor do lulanücrs. A. Milit. Speet. XX111. No. 2. 83. 15653. Opmerkingen over de afschaffing en wederinvoering van tie straf der stokslagen bij het Eugclseh-lndische leger. M'dit. Speet. XV. 1847. 21. Traktement, Oerlof, Pensioen. 15654. Staat aantonnende do traktomen-tcn eu emolumenten der ambtenaren en offi-CiCren in Ncderlaudsch Indië, vóór 1^26. T. v. JV. I. 18e j. 1856. 1. tegenover 269. 15655. Oorsprong van de Algenieene order op 1 Julij 1826 aan hel leger m Ncd. Indië uitgevaardigd, met mededeeling van den tekst dier order, tot eventuele regeling van het evenwigt tusschen dc bezoldiging van officiereu cu ambtenaren. T. v. N. 1. 18c j. 1856. 1. 268. 15656. Eragment van een brief, door een Indisch officier geschreven aan een zijner 50 |
11.
kameraden iu 't Moederland. Bijzonderheden betreffende de dienst, de traktementen en de wijze van leven der officieren in Indiö, in tegenstelling met die dor ambtenaren. T. v. N.I. iOe j. 1858. I. 97. — Aanhouden verwint. Naar aanleiding van dezen brief heelt Mr. P. M. Nolthenius in de Tweede Kamer aangedrongen op een verhooging der Indische militaire traktementen, waarop door den Min. van Kol. P. Mijer gunstig is geantwoord. Opmerkingen hierover. Aid. 183. Een antwoord aan de Javabode van 2a — 'óa — — a. dd. S., 20 April 1858. Wederlegging in het. nummer van 17 April 1858 van dat blad, van bovengenoemd fragment betreffende het verschil tusschon do civiele en militaire t-rao-temonten in Nod. lndii;. JM. II. 3i9. — Een woord aan de Nederlandsoh Indiü, door don schrijver van een brief, dd. 1 Oct. 1858. llefutatio noner beeijforing in dat blad van 7 Sept. 1858 No. 13, van de Indische Luit-e-nants-traktementeu. J/d. 21o j. 1859.1.134. 15057. Een vreugdekreet en een wenseh in 't belang der officieren van 't Indische leger. Lof wegens de traktementsverhooging der Indische luitenants, alsmede wenseh tot regeling bij de wet van do bevordering, het ontslag en het pensioen dor Indische officieren. 2'. v. N. I. üOo j. 1858. II. 123. 15058. Kon. besluit dd. 3 Julij 1858 No. 85, tot verhoogiug der traktomonten van de Ie en 2o luitenants bjj het leger in Ne-derlandsch Indic. Milil. Speet. Bijblad, 1858. 50. — Idem, dd. 10 Oct. 1859 No. 62, der hoofd- en verdere officieren. Aid. 1858. C2 15059. Medodcoling door »Een gepensioneerd oflicior van het O. I. Leger, dd. 9 Eebr. 1853, van uittreksels van oene Nota, dd. Batavia Mei 1840 van con der officieren van den üoneralcn Staf in ludië betrekkelijk do »De|gt;ocho van den Min. van Kol. J. van don Bosch, dd. 7 Eobr. 1839 No. 03, bovntl.ende liet plan, om ren vorhooogd gage-mentfonds voor den militair beneden den graad van officier daar te stellen,quot; mot he-oordeeling aan het, slot van iiot advies liier-over van den Generaal-Majoor Kommandant van het ludisclie leger E. I). Cocliius,gevol(rd bij do project leger-organisatie van 19 Mei 1839. T. v. N. L. 15e j. 1853. 1. 100. 15000. Verbetering van het lot van don Indischen soldaat, door /'Een irepensloneerd officicr van het O. I. leger.quot; dd 9 Eebr. 1853. Aanbeveling van do oprigting van een verhoogd gagementfonds, eu van de herziening van het regleinout op de gagementen. T. v. A'. 1. 15e j. 1853. I. 161. |
15061. Mcdodooling door «Een gepensioneerd officier van het O. 1. Leger,quot; dd. 9 Eebr. 1853, van oen uittreksel van oon militair rapport dd. 30 Aug. 1842, ter ontkennende beantwoording van de vraag van den Min. van Kol. J. C. Baud, om op de soldij van deu soldaat in Indiü te vorhalou hot. vorschi.' vusschen de hooge markt on lage tariolsprijzon der vivros. T. v. iV. I. 15o j. 1853. I. 163. 15062. Koninklijk besluit, dd. 16 Oef. 1859 No. 64, tot vaststelling en regeling der vorlofst.raktementen van do ofücicron der land-niagt in Ned. Indiü. Milil. Speel. Bijblad, 1859. 95. 15663. ïeleurgosteide hoop. Ingezonden uit Oost-Indiü, door «Een officier van het O. I. Leger,quot; dd. 1 Jan. 1856. Klagten over de weigering van verlof naar Nederland m IS.'jO, aan officieren van het O. 1. Leger, wegens liet ontoereikende der daarvoor bcv paalde som in 's Lands kas. Mi Ut. Speet. 3 S. I. 1856. 120. 15664. Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 16 Maart 1801 No. 35 B. ter explicatie van „interruptie van dienstquot; bij do landmagt in Üost-ludië. Milil, Speel. Hij-blad, löOi. 43. 15665. De üonoraal-Majoor J. Ponning Nieuwland en do Generaal-Majoor E. V. A. de Stuors. Tekst dor dagorde, dd. Batavia 23 Maart 1853, aan het Indische leger nopens het eervol ontslag van oorstgouoemde, gevolgd door opmerkingen over zijne pensionering, en verourdeciiug van het langdurig verlof van den Generaal de Sl.uors, bij hot Departement van Koloniën werkzaam. '1\ v. N. I. 15e j. 18,)3. 1.155.— Do Generaal de Stuors met verlof Lier te lande. Zijnde toelichting van boveDgenoomde veroordeeling. Aid. 11. 70. — TeKst van den open brief, dd. Huize Delta, bij Groenlo, den 21 Julij 1853, van J. B. J. van Doren aan W. II. vanHoovell over het pensioen van don Generaal-Majoor J. Penning Nieuwland, en het verlof van den Gencranl-Mnjoor Jhr. E. V. A. de Stuors. Overgenomen uit do 'sGravenliaagsche Nieuwsbode van 31 Julij 1853 No. 1333. Zie v. Buren, Proeve, 'sllage 1853. 4. |
895
ISGfifi. Een brief van den Generaal J. Penning N i e u w 1 and, dd. 's Hage 28 Aug. 1853, ter explicatie van zijne, in strijd met zijne belangen en wcnsoli, gevraagde pensionering, met mededeoling van zijn brief, dd 'silage 1 Jan. 1853 aan den Komman-dant van het Indische leger hierover. 7'. ïgt;. iV. /. 15e j. 1853. 11. 203. 15067. De militaire fondsen in Oost-Indië, door *•*, dd. April 1854. Aanmerkingen op den staat van zaken en de jongste maatregelen ten aanzien van het verhoogd pensioenfonds der officieren van het Indische leger en van het militair weduwen-en weezenfonds. T. v. N. I. 16e j. 1854. I. 333. 15668. De geest van ontevredenheid in Indië, door L., dd. Ambarawa 3 April 1857. Over eene nieuwe korting te hellen van de traktementen en pensioenen der Indische officieren ten behoeve van bet verhoogd pensioenfonds. T. v. N. I. 19e j. 1857. 11- 63. 15669. Het verhoogd militair pensioenfonds. Mededeelingen en opmerkingen nopens zijne ondersteuning door middel van hot militair weduwen- en weezenfonds. T. v. N. I. 20c j. 1858. I. 122. 15670. Koninklijk besluit, dd. 16 Oct. 1850 No. 63, tot opheffing van het fonds der verhoogde pensioenen van de officieren der landmagt in Ned. Indiö, cn ter bepaling dat de pensioenen voortaan komen ten laste der koloniale geldmiddelen. Milit. Speet. Bijblad, 1859. 93. — Idem No. 65, tot wijziging van het Reglemont voor het weduwen-en weezenfonds der officieren van de Landmagt in Ned. Indië. Aid. 97. 15671. De besluiten van den Heer J. J. Roehussen in 't belang van het Indische leger. Lofspraak wegens de maatregelen vastgesteld bij de Koninklijke besluiten van 16 Oct. 1859 No. 62, ft:!, 64 en 65 (Ind. Staatsblad 1859 No. 105«), tot tractcments-verhooging, tot intrekking van het verhoogd militair pensioenfonds, tot. regeling ten aanzien van het militair weduwen- en weezenfonds en tot regeling van do vei loven naar Nederland. T. v. N. L 21c j. 1S59. II. 319. 15672. Koninklijk besluit dd. 21 April 1863, Ned. Staatsblad No. 25, houdende vaststelling eener algcmccne regeling omtrent hot gelijktijdig genot van pensioen en traktement, ten aanzien van zoodanige koloniale gepensioneerden, die in Nederlandsche staatsdienst ziju of worden geplaatst. Mi lil. Speet. Bijblad, '1863. 33. |
15673. Wet van 8 Junij 1864 (Staatsblad No. 6S), betrekkelijk het verlcenen eener toelage voor werkelijk verblijf in militaire dienst in de Koloniën cn bezittingen van het Rijk in andere wcrelddcclen, aan officieren van het leger hier te lande, gepensioneerd wordende. Milit. Speet. Bijblad, 1864. 39. 1567 4. Twee groote onregtvaardigheden van het Indische üouvernement, do ir K. Beweerde onregtvaardigheid in lie', onthouden van onderstand aan de weduwe en de kinderen van wijlen den Majoor lilondoau, geboren op Java. '1'. v. A. I. 14c j. 1852. II. 157. 15675. Een beroemd soldaat en een bedelbrief. Mededeeling van den brief, dd. Batavia 12 Jan. 1858 No. 9, van den Komman-dant van liet Indische leger, l1. V. A. de Stuers aan de mililaire Kommandanten, tot inroeping der liefdadigheid voor de nagela-tcne betrekkingen van wijlen don Kolonel ï. Poland, alsmede afkeuring van deze handelwijze met beschuldiging van het Gouv. van niets voor hen te doen. T. v. N. I. 20 j. 1858. I. 358. 15676. Koninklijk besluit van 19 Oct. 1856 No. 91, tol. toepassing verklaring op de Oosten West-Indische olfieieren, van het Kon. besluit van 14 Aug 18 )6 No. 6i), bctrciïende het dragen van den activiteits-uniform door gepensioneerde officieren. Milit. Speet. Bijblad, 1856. III. en 79. 15677. Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 21 Nov. 1862 No. 39 B. betreffende de vestiging van hot koloniaal militair invalidenhuis op Bronbeek, en de opname van invaliden met het begin van 1863. Milit. Spert. Bijblad, 1862. 91. 15078. Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 29 Sept. 186:i No. 407, tot wijziging in do klcediug van de invaliden, opgenomen in hot koloniaal militair invalidenhuis op Bronbeek. Milit. Sped. Bijblad, 186'i. 69. 15679. Koninklijk besluit, dd. 20 Oct. 1863 No. 89, tot vaststelling der toelage van den Kommandant van het koloniaal militair invalidenhuis op Bronbeek. Milit. Speet. Bijblad, 1863. 73. |
50
390
Kavallerie, Artillerie, em. IKGSO. Bemerkingen over do O. I.Kavallerie, door //Een ü. I. kavallerist,quot; dd. Soe-rabaja 1861. De verschillende details van dat wapen, elk in het bijzonder. Millt. Speel. 3 S. VII. 1862. 235. 15681. Kavalleristisehe opmerkingen dooiden Ritmeester der O. 1. Kavallerie E. C. Gaebel, dd. Ujokjokarta 1840, Salatiga 1847. Milil. Speet. 2 S. II. 1850. 321, 3«, 325. 15682. Circulaire van den Min. van Oorlog, dd. 21 Sept. 1863 No. 62 P., betrelïende de aanneming en opleiding bij de Arüllerie-iustrnctie-kompagnie van jongelieden voor het O. I. Leger. Milil. Speet. Bijblad, 1863. 63. 156S3. Tabellarische opgaven der verschillende organisatiün, welke het korps Artillerie van het O. I. Leger heeft ondergaan, van het jaar 1814 tot en met 1830. Door T. 15. Os ten, Luit. Kolonel der O. I. Artillerie. Milil. Speet. 2 S. II. 1850. 508. 15684. Beknopt overzigt van do sterkte, de onderscheidene inrigtingen enz. betreffende het wapen der Artillerie in de O. I. Bezittingen. Milil. Speel. :S S. Vil. 1862. 766. 15685. Montering der O. I. Artillerie. Opgave van het gewone en het groot tenue, volgens de bestaande modellen. Milil. Speet. vm. 1840. 176. 15686. De Kapitein der Artillerie J. ü. A. Kempees. Lof aan de opdragt aan dezen ollieier eener wetenschappelijke ruis in het belang van zijn wapen, inzonderheid van het konstruktie-wezen. T. v. N. I. 18e j. 1856. II. 205. 15687. Bijdrage, betrekkelijk het gebruik van werpgeschut in de verdediging eener vesting. Broeveu, genomen door de Ben-gaalsche Artillerie, op het fort William. Ontleend aan het werk van Kolonel .Tones over de belegeringen in Spanje, 403. Nota 41. Milil. Speet. I. 1833. 12.' |
15G88. Aanteekeningen betreflende eenig oud en merkwaardig gesehut in Nederlandsch Indië, door .F. H. W. Kuypers. Met afbeeldingen. Beschrijving van o. liet groot bronzen kanon te Bantam, b. do Sipan-dja-, goer te lialavia, c. oud Javaansch en liol-landseh geschut te Soeraknrtn, en d. geschut in gebruik bij de bewoners van den Indischen Archipel. Gevolgd door bijzonderheden be-treffende het geschut der O. I. Compagnie. Milil. Speet. 3 S. I. 1856. 268. 15689. Oud en merkwaardig geschut in Neerlandsoh Indiö. Milil. Speel. 3 S. II. 1857. 461. 15690. Over de grondkrachten in elk ligehaam aanwezig, door »Een nrtillerie-oili-cicr van het Ned. O. I. Leger.quot; Met afbeeldingen; met toepassing op het springen van ijzeren geschut, vergeleken met hot bronzen. Milit. Speet. 2 S. VIII. 1856. 97. 15691. Advies, dd. 'sHage 14Pebr.lS30 van .1. B. Osten, Luit. Kol. O. I. Artillerie aan den Luit. Gen. Graaf J. van den Bosch, omtrent een meer doelmatige inrigfing van het Oost-Indisch veld-materieel. Milit. Speet. XVI. 1848. 224. 15692. De invoering van het nieuwe berg-gesehut in 1824. Twee brieven, van den gepens. Kolonel J. B. Oston, dd. Maastricht 13 Oct. 1854, en van den Gen. Majoor J. Penning Kieuw land, dd. 'sHage 8 Oct. 1854, ter recti (icatic ten aanzien vandil geschut, als uitgevonden door J. B. Osten en niet door den Majoor A. 11. VV. Gev. T. v. N. I. 16e j. 1854. II. 340. 15693. Iets over de berg-artillcrie in Neêrlandseh Indic. Met eene plaat. Historisch overzigt en beschrijving, beide dooiden Kap. der Art. bij het O. I. Leger, 1°. Seelig. Milit. Speet. VIL 1839. 113. 15694. Artillerie-aangelegenheden in Indic, door J. B. Oston, gepens. Kol. der O. I. Artillerie, dd. Maastricht 6 Maart 1S58. Geschiedenis van het ontstaan of do invoering van a. het O. 1. berggeschut. en b. het O. I. veldmaterieel, beide dienende tot opheldering van het daarover voorkomende in het weik van G. J. Stieltjes, getiteld: //Omschrijving vnn den verleden en tegenwoordigen toestand der Nederl. veldartillerie zoo wel hier te lande als in de Koloniën. 'sHage en Amst. 1848. T. » N. I. 20e j. 1858. ï. 2^2 15695. Het Oost-Indisch berggeschut, door J. B. Osten, gepens. Kolonel (Ier O. I. Artillerie. Verhaal van het ontstaan en tot standbrengen van dat geschut, door hom ge- |
397
projoctcerd en daargostfild in ] 824, gevolgd door opmerkingen over dat geschut en over het O. I. vcldmatcrieel, beide dienende tot verbetering van het werk van den Kapitein (i. J. Stieltjes, over do Nederl. veldartillerie, cn van het artikel van Kapitein ï. Soelig over het borggesehut op Java. Milit. Sped. XVI. 1848. 221. 15696. Verslag nopens een in 182S, naar Indië gezonden kort metalen kanon van 2 pond, met zijn affuit, door den Luit. Kol., Kommandant der Artillerie te velde, D. C. Koek van Leeuwen, dd. Magelang, 27 Maart 1829. Milit. Sped. 2 S. V. 1853. 453, 455. 15097. Gedane proefnemingen met een mortier a 11,5 dm. Ned. te Soerabaja in Maart 1848. Milit. Sped. 2 S. III. 1851.456. 15098. llapport van keuring van het in Indiiquot; vervaardigde buskruid, door de Majoors der Art. C. VVels en J. Coin, dd. Batavia in 't casteel, 10 October 1703. Milit. Speet. 2 S. VIII, 1856. 53. 15690. Beproeving van twee soorten artillerie-buskruid in 1^33 te Samarang vervaardigd van Waroe Lingies cn VVaroe-Gombong-kool. Medegedeeld door f. H. W. Kuypcrs, Majoor. Milit. Speel. 3 S. II. 1857. 70. 15700. Proeven betreffende de duurzaamheid van het Indische buskruid Medegedeeld door F. H. W. Kuypcrs, Majoor Art. ü. I. leger, gedurende 1823—ls27. Milit. Speet. 3 S. 11. 1857. 70. 15701. Iets over de wegruiming van bamboes-palissaden door buskruid, door den Kap. der O. I. Inf. J. A. Wales on, dd. Tobing, westkust van Sumatra, 15 Pebr. 1845. Milit. Speet. XIV. 1846. 198. 15702. Het percussie- of slag-geweer als oorlogswapen in Indië gebruikt; historisch overzigt der verkregen resultaten. Medegedeeld door «eene hoog geachte hand.quot; Milit. Sped. VII. 1839 143. — Het percussie- of slag-geweer als oorlogswapen in Indië gebruikt, door Y. Aanvulling van het bovengenoemde, door mededccling van den zake-iijken inhoud van een brief, dd. 3Julij 1839, en van cenc daarbij gevoegde Nota van aanmerkingen betreffende de verbeteringen aan dit geweer te brengen. Aid. VIII. 1849. 128. |
15703. Over de natuurkundige gronden waarop do inrigting der gotrokkenc vuurwapenen berust, door A. W. P. Weltzel. Voorgelezen in de vijfde Alg. Verg. der Natuurk. Vereen, in Ned. lndi,; gehouden den 28 Pebr. 1855. Uitvinding van Minié. flat. Tijds. N. 1 IX. N. 8. VI. 1855. 84. 15704. Zakelijke inbond der korte en zakelijke geschiedenis van de voortgaande volmaking des schietgeweers, en bepaald over het Miniégowcer, door A. W. P. Weitzel. Voorgedragen in de Alg. Verg. der Nat. Vereen, in N. I. op 28 Pebr. 1855. Nat. Tijds. N. I. IX. N. S. VI. 1855. 24. 15705. Revolvers voor de oflicicrcn van het Oost-Indische leger. Betoog voor de verstrekking. Milit. Sped. 3 S. II. 1857. 50. 15706. Militair transportwezen in Ned. Indië. N. Milit. Sped. XIV. 1860. 450. 15707. Proeftpgt met praauwen, door soldaten geroeid, dd. Pontianak 1 Mei 1857. Ingezonden. Met eene afbeelding. Beschrijving van die gedaan onder de leiding van den Kapitein, Chef van den Staf van Borneo's W. Afdecling, C. M. H. Kroesen, in April 1857, van Pontianak naar Koppian cn terug. Milit. Speet. 3c S. II. 1857. 400. 15708. Een brief van '/Een onderofficierquot; van Borneo, dd. Maart 1860, ter aantooning van de gebreken in de militaire administratie op de Buitenbezittingen. T. v. N l. 22e j. 1860. I. 389. 15709. Iets over het korps officieren van administratie bij bet Indische leger, door Hesbenau. Opmerkingen over hunne plaatsing. vorming en opleiding, dienstverngting cn belooning, met veroordeeling aan het slot van de overplaatsing bij hun corps van officieren van andere wapenen. T. v. N. I. 23e j. 1861. 1. III. 15710. Beschouwingen betrekkelijk het administratief-beheer bij het Indische leger. Zakelijke inhoud van een ingezonden betoog voor eene geheele reorganisatie. Milit. Speel. 3 S, VII. 1862. 502. |
398
15711. De konstruktie-winkel te Soera-baja en te Delft, door ***, dd. Java, 185 k Bestrijding der door den Min. van Oorlog H. F. C. l'orstner van Dambenoy, op :H) Julij 1855 in de Tweede Kamer uitgesproken bewering, betrellende de volslagen afhauke-lijklieid van dezen winkel te Soerabaja van dien te Delit. T. v. N. I. 17e j. 1855. 11. 60. — Wederlegging van deze bewering, door L. Aid. 18e j. 1850. I. 202. Expedities. 15712. Beschouwingen over onze Indische krygsgeschiedenis.door Kolonel W. J. K no op, dd. Breda, 30 Maart ] 8(10. üverzigt tot J 859 naar aanleiding van; //Fastcs militaircs des Indes Orientalcs Neerlandaises, par A. J.A. Gerlach. Gids, XXIVe j. N. S. 13e j. 1860. II. 1. J89. — Protest van J. W. Janssens tegen Knoop's oordeel over wijlen den Gouv. Gen. J, W, Janssens. Handelsblad van 16 Augustus 1860. J5713. Episoden uit de geschiedenis der Nederlandsche krijgsverrigtingen op Sumatra's Westkust, door quot;Een officier van het Indische leger quot; Geschiedkundig overzigt der achtereenvolgende expeditiën tegen de Padries iu de Padangsche liovenlanden. 1819—-1823. Ind. Mng. I. Tw. 1814. No. 7. 8 cn 9. bl. 113, 217; No. 10, 11 en 12. bl. 1. 15714. Verslag der krijgsverrigtingen op Sumatra, sedert 1819. Üverzigt van den oorlog tegen de Padries, sedert 1821. Bijdr. N. Vr. Kol. 1847. 249. 15715. Memorie van Tocwankoc Imam, aangaande de komst der Hollanders in Sumatra's binnenlanden en den aldaar door hen gevoerden oorlog. Geschreven te Amboina 13 Sept. 1839. Vertaald uit het Maleisoh. Medegedeeld door den Generaal F. V. A. de Stuors, oud-Gouverneur der Molukkos. de Stners. Vestiging, Amst. II. 1850. 221. — N ota van den Generaal de Stuers aangaande dc Memorie van den Imam. Aid. 241. — Tafercelen uit den aanvang der Padrie-onlusten in de Padangsche Bovenlanden, door een gematigd aanhanger dezer sectc beschreven, den Fakïh Saglitr uit hot distrikt der IV Angket. Maleische tekst. Meursinge, Mal. Leesh. Leiden. III. 1847. 91. - Tat'ereelcn uit den aanvang der Padriesche onlusten in het landschap Agam. Uit het Maleisoh vertaald door W. R. van Hoëvcll. Vertaling |
van bovengenoemd stuk. de Stuers, Vesti-I. Amst. II. 18 )0. 243. 15710. Merkwaardige terugtogt, van den Luit. Kol. P. F. Vermeulen Kricger van Pisang op Agam. Episodes uit den aanvang van den Honjolschen opstand van 1833, door J C, v ;l ii R ij n c v e 1 d. Mihi. Sprct. X. 1842. I. 25. — Ook geplaatst, doch met aanteeke-ningen. Aid. Meng. 1. 1856. J. — Bijzonderheden nopens eene Nota ter rectificatie, door II. J. J. L. Ridder de Stuers van dit Relaas. Zie de Stuers, Vestiging I. 1849. bl. XXVI. 179. Noot. 15717. Bijdrage tot dc krijgsgeschiedenis van Neêrlandsch Indië. Tweede bijdrage. Terugtogt van Bonjol,door J.C. Boelhouwer, le Luit. Ie Afd. Inf., dd. Doesborgh 23 Nov. 1839. Milit. Speet. VUL IS-'O. 125 — Geheel overgenomen o. d. t. Mislukte op-marsch naar Bondjol en terugtogt op Tikoe (1833), door J. C. Boelhouwer le Luit. le Afd. Inf. Milit. Sped. Meng. III. 1858. 188. 15718. Constantino cn Bonjol, door J, C. van Ryneveld. Milit. Speet. VI. IS38. 1)2. 15719. De „exekuticquot; te Goegoc-Sigan-dang. Toelichting en veroordeeling der militaire executie van een aantal Maleischc hoofden in 1S33 aldaar. Naar aanleiding van het medegedeelde in het werk van H. M. Lange, „hot N. O. I. leger ter W.-kust van Sumatra, 's Bosch 1852, I. 406.quot; T. v. N.I. 17c j. 1855. I. 100. — Brief aan de Redak-tie van een »oud-offioier.quot; Zijn oordeel over de executie. Aid II. 57. — Brief aan de Redaktie van H. M. Lange, dd. Wageningen 23 Julij 1855. Explicatiën nopens het verhaal van deze executie, medegedeeld in zijn aangehaald werk. Aid. 211. 15720. Verhaal der krijffsgebeurtenissen in het landschap Ran, ter Westkust van Sumatra, gedurende het jaar 1833, en van do heldhaftige verdediging van het fort Ame-rongen, door H. M. Lange, Majoor der Inf. bij het O. I. Leger. Milit. Speet. XIIL 1845. 7, 23, 53, 81, 119. — Ook geplaatst Aid. Meng. III. 1858. 81. — Beoordeeling van dit verhaal, met veroordeeling naar aanleiding hiervan der genomen maatregelen van het Gouv. Bijdr. iV. Vr Kul. 1845. 238. 15721. Dagorder, dd. Batavia 5 Mei |
399
1841 aan het Indischc leger, bij de overmeestering van Batipoe. T. v, N. I. i6e j. 1854. I. 223. 15722, Mededecling door A. van der Hart, Luit. Kol. der O. I. Inf., dd. Padang-Pandjang 1 Jan. 18.quot;)0 van een uittreksel eener verklaring door hem in 181-6 onder presentatie van eede gegeven, betreffende do operation togen Batipoo in 1841. Milit. Speel. 2 S. II. 1850. 426. 15723. Verhaal van de expeditie in Pa-dang-Lawas, Battalanden, in 1855, door A. P. God on, oud-ads. Ros. 7'. v. N. I. 24e j. 18G2. I. 30. — lloriuneringen van oenen togt op Sumatra, door den gewezen Kommandant van het detachement geregelde troepen bij do expeditie in Padang Lawas, le Luit. der Inf. D. dor Kinderen. Aanvulling van het bovengenoemde verhaal van A. P. Godon, wiens beseheidenhoid hem veel heeft doen verzwijgen, van do daarbij verwonnen moeije-lijkhoden, welke door het Indisch Gouvorne-inont niet naar behouron zouden zijn erkend cn beloond. Aid. II. 354. 15724. Inhoud van het Rapport, dd. 11 üct. 1833 No. 7, van den Luit. Kol. /Vdj. A. V. Michiels aan den Gouv. Gen., mode-deelendo den uitslag zijner oxpodiüe naar Djambi. T. v. N. I. 15e j. 1853. II. 218.. 15725. üverzigt van den loop en dc uitkomsten dor naar het Rijk van Djambi ge-riglc militaire expeditie, in het jaar 1858. Met afbeeldingen. Milit. Spcut. Meng. quot;V. 1860. 1G3. N. Milit. Sued. XV. 1860. No. 4. 15726. De krijgsverrigtingen togen den Panglima Bezaar van Iletoh, door N. C. Sie-b u r g h. Met twoo sehotskaartjes. Swarl, Perk. 1861. 2 afd. 68. 15727. Do expeditie naar Reteh. üct.-Nov. 18.'8. Door V, Mot eeno sohotstecke-uing. Milit. Speel. 3 S. IV. 18ö9. 216. 15728. Do krijgsverrigtingen togen den Pangliraa Besar van Retell, door N. C. Sie-burgh. Met Schetskaartje. Getrokken uit do olliciöele rapporten. 9 Oct. — IS Nov. 1858. Oicls, XXllle j. N. S. 12e j. 1859. 11. 301. 15729. Verhaal der expedition naar Palcm-bang in 1819, door D. ü. Muller, Commies bij het Min. van Mar. AVA. lier. v. Tindal en Swart, N. V. VI. 1846. 308. |
15730. Togt naar Palembang in don jare 1821. Milit. Sped. 1. 1833. 35, 91, 97, 105, 113. 15731. Verhaal van den Palembangsohen oorlog vau 1819—1821, door A. Meis,kap. adj. bij den Gen. Majoor, Kommandant van het N. ü. I. Leger, voorafgegaan door eou opgave der geraadpleegde bronnen. Milit. Sped. X. 1842. 112, 136, 158, 181, 225. 15732. Uitvoerige en naauwkourige beschrijving van do expeditie tegen Palembang. Met medcdeeling van alle dagorders vau den Gen. Majoor, Opperbevelhebber der Palem-bangsche expeditie aan de Land- enZeemagt gerigt. Uit '/Ths. Lokhor, Leven en Lotgevallen van F. P. Leiohcr, Groningen 1843.quot; Vad. Lelt. 1844. 1. 710. 15733. L'oxpédition do Palembang eu 1821 et lo General Major Ricsz. Melodl, Moniteur, III. 2 part. 86. 15734. Gebeurtenissen in Palembang. Ingezonden. Verhaal, dd. Palembang 22 Aug. 1851, betreffende het begin van den opstaud van Radja Tiang Alam, in de Ampat-Lawang. Milil. Speet. 2 S. IV. 1852. 183. — Uulus-teu in het Palembangsehe. Uittreksel uit par-tikuliere berigtcu. Verhaal dd. Palembang 25 Oct. J85I, vau den opstand van de expeditie tegen Radja Tiang-Alam, gedurende Sopt. en het begin van Oct. Aid. ^76. —Krijgsverrigtingen in Palembang. Verslag van den Kapitein-Kommandaut der 2e komp. 7o bat. int', J. G. Paul, van zijn togt van Palembang naar Klingin, van J7 Sept. — 2 Oct. 1851, ter rectificatie van bovengenoemd verhaal. Aid. V. 1853. 90. 15735. Iets over mijne Indischc Militaire portefeuille. Door den Generaal Majoor C. A. de Bra uw. Togt in Ho Palembangsehe binnenlanden tegen Radja Tiang-Alam van 7 Junij tot :? Julij 1851. Milit. Speet. 3 S. 111. 1S58. 337. 1573G. Do onlusten in Palembang en de val van Djati. Klagten over de handelingen der officieren tijdens do laatste onlusten in Palembang, naar aanleiding van de inneming van Djati. T. o N. l. 21e j. 1859.11.61.— Een brief aan den Rodakteur, door N. N. Wederlegging van deze klagteu. Aid. 22e i. 1860. II. 336. |
157H7. Historisch ovcrzigt van dc expeditie naar dc Lampongsche districten in het jaar 1856. Met kaart. Milit. Speet, Mow. V. 1860. 75. J5738. Kort ovcrzigt der plaats gegrepen expeditie naar dc Lampong's in 1856. Swart, yerh. 1860. 2 afd. 29. 15739. Opmerkingen over het nict-vcr-strekken door het jS'cd. Ind. Gouv., van de gevraagde voorschriften nopens den staat van oorlog in de Latupongs in 1856. A. F, Ifeitzel, De Lumijonys in 1836. Gorinchcm lb62. 108. — Overgenomen in T. v. N. I, 24e j. 1862. II. 185. 15740. De jongste expeditie naar Borneo, door den Kapt. ter zee Dibhetz, komniaudant der expeditie. Uit de Javasche Couranten van 13 en 16 Dec. 1828, medegedeeld door P. Mol vil 1 van Cam bee. Expeditie tegen Matam. Julij —Sept. 1828. Pilaar en Olreeu, Tijds. VII. 1847. 27. 15741. Bijzonderheden nopens de Correspondentie in 1830 tussohen den Gouv.-Gen. van Ned. Ind. J. van den Bosch en den Min. van Wat., Nat. Kijv. en Kol. P. L. J. S. van Gobbelsehroy, over bet raadzame cener expeditie te^en Koetei, alsmede veroordeeling door do Kcdaktie, dat de moord van G. Mül-ler ongewroken is gebleven T. v. N, I. 18e j. 1856. n. 313. 15742. Overzigt van den aanval op Pa-mangkat op 11 Sept. 1850. T. v. iV. ƒ. 13e j. 1451. 1. 70. — Zakelijke inhoud van dat overzigt. Milit. Speet. 2e IS. III. 1851, 330. 15743. Dag-order, dd. aan boord van Z. M. Stoomsohip Borneo, 11 Sept. 1850, van den Luit.-KoL, Kommandant der troepen in dc Woster-aldecling van Borneo, J. P. Öorg, ter dankbetuiging voor de inneming van Pn-mangkat. T, v. N. I. 15c j. 1S5J. II. 328. 15744. Rapport, dd. 17 Sept. 1850, van den L'iit.-Kol., tijdelijken militairen Kommandant der troepen in W.-afd. van Borneo, J. P. Sorg, omtrent de gevechten vanPamang-kat, op deu U en 12 Sept.. 1850, aan Z. 11. den Generaal der Inf., Kommandant van het Indische leger. 2'. «. iV./. 15oj. 1853 11.331. 15745. llapport, dd, Batavia 21 Sept. |
1850, van den Vice-Admiraal, Kommandant van Z. M. Zeemagt in O. I., E. B. van den Bosch aan den Gouv.-Gen. J. J. Kochussen, van de expeditie tot beteugeling der Chinezen op Borneo, en van de overwinning bij Pamangkat. Openbaar gemaakt, in de Jav. Cour. van 28 Sept. 1850. T. v. N. 1. 15e j. 1853. II. 320. 15746. Rapport,dd. Batavia 24 Sept. 1850, van den Generaal Majoor titulair, Cliel' van den Generalen Staf, J. Penning Nieuw-land aan den Gouv. Gen. J. J. Roehussen, van de expeditie tot beteugeling der Chinezen op Borneo, en van de overwinning bij Pamangkat. Openbaar gemaakt in de Jav. Court, van 28 Sept. 1850. T. o. N. 1.15oj. 1853. II. 324. 15747. Dag-order, dd. Batavia 26 Sept. 1850, van den Gouv. Gen. van N. I., J. J. Roehussen, aan 's Kouings Land- en Zoemagt; in N. 1, ter dankbetuiging voor de overwinning bij Pamangkat; alsmede ter keunisge-ving dat dc versterking op den heuvel Pcni-boengan (Sambas), den naam van Port Sorg zal dragen. Opgenomen in de Javasche Courant van 28 Sept. 1850. '1'. v. JV. 1. löe j. 1853. II. 329. 15748. Relaas der affaire tegen Pamangkat op 21 Nov. 1850, zooals die is niedegc-deeld in de Javasche Courant van 14 Dec. 1850. No. 103. T. v, N. I. löe j. 1853. II. 352. 15749. Pamangkat. Berigt van dc inneming en hulde aan het Ned. Ind. leger. miü. Speet, 2 S. 111. 1851. 233. 15750. Gevecht bij Pamangkat op den 21 Nov. I850j door X. Terreinbesehrijving, marsehorde, opstelling, aanval. Milit. Speel. 2 S. 1Y. 1852. 47. — Gevecht bij Pamangkat op den 21 Nov. 1850. Rectilicatie van bovengenoemd verhaal, door1 mededeeling van den zakelijken inhoud van een zevental verklaringen dienaangaande aan de Redactie gezonden door den Kapitein der Inf. O. 1. leger J. C. J. Smits. Aid. 328.— Nog iets over het geveeht bij Pamangkat, toelichting van het bovenstaande, met den brief, dd. Sambas Junij 1852, doorR. C. van Prehn, adsist..-Res. van Sambas, betreffende de verdiensten van de Luitt. W. Rijkcns en C. Ra-vestcijn bij den aanleg van den weg, vau den voel. des bergs Panicboengan cu hut kongsiehuis der Chinezen vau Pamangkat. Aid. V. 1853. 129. |
401
15751. Kritisch ovcrzigt van het. journaal van don Luit. Kol. Kommandant der expeditie .tegen do Chinezen op Borneo, B. E. J. H. Le B ron do Vexela, sedert 12 Sept. 1850 tot 27 Jan. 1851. T. v. N. I. 15e j. 1853. 11. 346. J5752. Namen dor ofllcieren van het Indisch leger, die do verschillende cxpeditii'n op Borneo's Westkust van 1850—185(5 hebben medegemaakt, cn van die. welke voor hun uitstekend gedrag met de Militaire Willemsorde zijn beloond geworden, v. Doren, Terugkomst. Amst. 18G5. 15753. Kapport, dd. Sambas 6 Mei 1853, van den Kap. È. C. S. van de Kastecle, van conen ondernomen marsch van Sarabas naar Sepang, van welke eerste plaats vertrokken dén 24 April 1853, .met cenc kolonne van 150 man, 2 coehoorn-morticren en do noodige amunitic, ten einde de communicatie dier beide plaatsen te herstellen en de kolonne te Sepang zooveel mogelijk van amunitie cn vivres te voorzien, v. d. Kasteele, Toelichtiny. Breda 1800. 11. 15754. Do expeditie tegen dc Chinezen op Borneo. Berigten omtrent de wijze, waarop dc aanval togen Sinkawang zou plaats hebben in Mei 1854. T. v. A. I. 16e j. 1854. II. 70. 15755. Trage gang van zaken op Borneo. Klagten over de militaire operatiën van den Luit. Kol. A. J. Andresen tegen de oproerige Chinezen. T. v. N. I. 16c j. 1854. II. 407. 15756. De Borneosehe expeditie en het leger in Indiö; door ***, dd. Aug. 1854. Lof wegens dc inneming van Montrado, cn waarschuwing tegen halve maatregelen nopens de oproerige Chinezen. T. v. N. [. 16e j. 1854. II. 276. 15757. Historisch ovcrzigt [van den aanval op Sintang in 1856. Milit. Sped. Meng. V. 1860. «7. 15758. De nachtelijke aanval op Loemar, Borneo's Westkust, 11—12 Juni) 1856. Verslag van dezen aanval, en van dc verdediging door den Kommandant, don In Luit. W. Mekern. Overgenomen uit dc Javabode van 6 Aug. 1856. Milit. Speet. 3 S. I. 1856. 466. |
15759. Vonnis ter zake van don aanval der opstandelingen ter Zuid- en Oostcrafd. van Borneo op dc Schans van ïhuijl en op Banjermassing. 25 Aug. 1859. Rent A'. I. lüc j. XIX. 84. 15760. Namen van Z. M. stoomschopen, die aan dc expeditie deelnamen in het Band-jermasinsche Rijk van 1859 tot 1863. v.Rees, Bandjerm. Krijg, II. Arnh. 1865. 409. 15761. De vermeestering van Tabanio,m Aug. 1859 uit «de Bandjermassinsche Krijgquot; van den heer W. A. van Rees, gepens. Majoor-tit. van het Nod. Ind. leger, nader toegelicht, door don Kap. ter zee J. A. K, van Hasselt. Verbetering der //vrij onjuiste voorstellingenquot; over de handelingen der marine in dat werk voorkomende. Milit. Speet. 3 S. X. 1865. 566. 15762. Bandjcrmassin en don opstand aldaar, door Prang. N. Milit. Speet. 1860. No. 3; 1S61 No. 6. lr)763. Brief van een Oud-Militair over Indische zaken. Gerigt tegen onze gedragslijn in bandjcrmassin en met toeschrijving van de overrompeling der Onrust aim verzuim. N. Milit. Speel. XII. 1861. 558. 15764. Nog iets over dc Onrust, door Sluyt.crman van Loo. N. Milit. Speet. XVII. 598. 15765. Togt naar Loktoontoe-Or cn betovering van den 30 ponder, afkomstig van Z. M. stoomschip Onrust, den 27 Januarij 1860; door J. L. H. Beijens, 2c Luit. le Reg. Inf., dd. Nijmegen 1863. Met afbeeldingen. Beschrijving. \Uilil. Speet. 3 S. VIII. 1863. 603. 15766. Afkeuring der dagorder van den Generaal van Swicten togen hot aanrigtcn van noodeloozc verwoestingen. N. Milit, Speet. XV. 1861. No. 7. 15767. Het ontzet van Tabalong, Z. cn O. Afd. van Borneo, op 23 Aug. 1860; door B. Milit. Speet. 3 S. VIII. 1863. 448. 15768. Zuid- en Oostkust van Borneo. Krijgsverrigtingcn in het Bandjermassinsche Rijk; doorK. van der Heijden, Kap. der Inf., dd. Maart 1861. Verhaal vau den togt van Amounthay, over Larapekong en Prin-gien, naar dc vijandelijke versterking te Ba-toe-Mandic, en het veroveren der op dien 51 |
II.
weg gelegen beut.ings, onder bevel van den Kap. der Inf. H. W. van Oijen, vereerd mot de Milit. Willemsorde 3e kl. oen en eeresabel in Oct. 1860. Met afbeeldingen. Milit. Speet. 3 S. VII. 1S62. 33. 15709. Togt naar Montallah en Tongka, onder bevel van den Kap. der Inf. T. C. H. van quot;Vloten, Oct.—Nov. 18G1. Uittreksel uit het dagboek van een officier die dezen togt medemaakte. Milit. Sped. 3 [S. VII. 1862. 187. 15770. ïongka, Zuid- on Oostkust van Borneo; door G. L. C. T i!i on, gepens. Kap. der Inf. van het ü. 1. Leger. Beschrijving van dezen togt, Oct.—Nov. IS61, ter wederlegging der gissingen en verhalen daaromtrent in omloop. Milit. Speet. 3 S. VIII. 1803. 104. 15771. De werkkring van een Indisch tweede Luit. Een episode nit don jongsten opstand te Bandjermassin. N. Milit. Speet. XIV. No. 7. 383. 15772. Tweede togt. der Koeteinezen naar de Boven-Doeson, Z. en O. Afd. van Borneo .1801—1802, dd. Sept. 1863. Met eene ler-rcin-sehots. Milit. Speet. 3 S. IX. 1864. 45, 98. 15773. Bijdrage tot de krijgsgeschiedenis in Oost Indië, Z. en O. Afd. van Borneo. Togt naar (joenoeng Hauk in de landstreek Petap, afdeeling Amoentai in Julij 1802; door H., dd. Julij 1861. Beschrijving door een ooggetuige. Milit. Speet. 3 S. X. 1SÓ5. 56. 1577'i-. Zuid- en Oostkust van Borneo. Vermelding van eenige kleine togten en patrouilles, in het district Balangan, in do jaren 1S61 cn 1862; door A., dd. Borneo, Dcc. 1862. Met schetsteekening. Milit. Speet. 3 S. Vill. 1863. 347. 15775. Staat der gesneuvelden, op Borneo, aan de bekomen wonden overleden, en der gewonden, ton gevolge van krijgsverrigtingen gedurende de expeditie in do '2. en O. Afd. van Borneo, van af den 27n Mei J8j9 tot uitquot;. Ib62. Uit het officieel rapport van den Chef der expeditionaire geneeskundige dienst. Milit. Speet. 3 S. IX. 1864. 394. 15776. Naamlijst der II H. Officieren en Adjudanten-onderofficieren, d.d Ollicieren, die van het jaar 1859 tot 1863 de expeditie iu het Bandjemassiiische Ilijk hebben medegemaakt. v. Rees, Bandjerm. Krijg. II. Arnh. 1865. 401. |
15777. Sterkte der troepen, die van 1859 tot 1803 de expeditie in het Bandjermassinsehc Kijk hebben medegemaakt. tgt;. Rees, Bandjerm. Krijg. II. Arnh. 1805. 108. 15778. Naamlijst der officieren die gedurende den Bandjermasinschen krijg gewond, gesneuveld of ten gevolge der krijgsverrigtingen overleden zijn, 1859 tot 1863. v. Rees, Bandjerm. Krijg. II. Arab. 1865. 410. 15779. Een monument te Martapoera. Beoordeeling van een ontvangen gedrukte circulaire der Commissie ter oprigting van ecu monument voor de ter Z. en O. Afd. van Borneo gesneuvelde of ten gevolge van vcr-moeijenissen en ontberingen bezweken ofli-eieren der Landmagt, dd. Bandjermasin 25 Nov. 1863 en geteekend: ,C. F. Koeh, Luit. Kol., en E. C. A. Stoecker Kap. der Inf.quot; T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. I. 250. 15780. De tegenwoordige toestand van Bandjermassin, door W. A. van Bees,o. a. behelzende een karakteristiek van den tegen-woordigen strijd aldaar, als gesteund door nationaiiteitsgevoel en fanatisinus van een volk welks zelfbestaan men heeft vernietigd, zonder tegelijkertijd ook de aangrenzende landen der Oostkust onder ons regtstrcckseh gezag te brengen. Kol.Jaarh. 1861—02. 411. 15781. Togt naar Klocmpang, Z. en O. Aid. van Borneo in 1863. Ingezonden, Mild. Speet. 3 S. IX. 1804. 240. 15782. Een wandeling door de benting te Kwala-Kapoeas, Z. en O. Afd. van Borneo; door M. T. H. Perelaer, dd. Kwala-Ka-poeas, 15 Oct. 1863. Beschrijving van het lort, en schets van het verblijf van den In-dischen oflicier als Kommandant op een buitenpost. Met eene schetskaart. Milit. Speet. 3 S. IX. 1864. 588, 636, 779. 15783. Mededeelingen bctrellende de uitvaardiging eener amnestie wegens den afstand van de Z. en O. Aid. van Borneo, en gerueht nopens bet overlijden van den hoofdmuiteling Pangeran Antassai. Kol. Jaarb. 3e j. 1863. 59, 60, 351. 15784. Staat van zaken in Bandjermassin, zijnde aldaar eeuige in onderwerping gekomen hoofden die zich tegen hunne arestatie verzetten, afgemaakt. Kol. Jaai Ij. 3o j. 1803. 219. |
403
15785. Het vorlaton van de Kapooas, 7 Aug. 18G4; door L. ïuckermann, dd. Pontianak, Maart 1805. Wederlegging van de «groote onnaanwkeurighedenquot; en //onwaarhedenquot; in het stuk //Sintangquot;, geplaatst iu den N. Spectator, XIXe j. No. 4. Milit. Speet. 3 S. X. 1865. 287. 15786. Gedenkwaardige tafereelen uit don oorlog op Java, van 1825 tot 1830. Bewerkt naar de beste schrijvers en de nagelatene papieren van Z. Ex. den Luit-Gen. Merkus de Koek, door A. W. P. Weit zei. Met kaart. Milit. Speel. 2 Ser. IL 1850. 141,200, 239, 285, 365, 415, 452,494, 533; III. 1851. 24, 93, 187, 235, 379; IV, 1852. 114, 157, 221, 2U, 337, 385, 433, 529; V. 1853. 1, 97, 145, 193, 241, 289, 359, 385, 445, 482, 529; VI. 1854. 1, 49, 97, 145, 193. 15787. Eene expeditie naar Kertosonno in Oct. 1825, door J. B. O sten, gepens. Kol. der O. 1. Artil., dd. Maasbioht den 1 Junij 1858. Kectilicatie van iets iu het werk getiteld: »De oorlog op Java van 1825— 1S30, door A. W. P, Weitzel, le Luit. bij de Jagers. I. lireda 1852,quot; en van de berigten voorkomeude in de Javasehe Couranten van 26 Üct. en 2 Nov. 1825, van welke de tekst wordt medegedeeld. T. v. N. I. 20e j. 1858. II. 229. 15788. De expeditie iu de res. Cheribon in den aanvang van 1818. Beschrijving, met sehetsteekening, dour een der oüieieren, die dit wapenfeit bijwoonden. T. v. N. L 16e j. 1854. I. 316. 15789. Overzigt van de aanleiding en demping der onlusten in 1831 en 1832 inde res. Kediri, veroorzaakt door Kiai Ageng Pendopo Ngaliman. Uit olficieele bescheiden te zamengesteld door S. van Deventer JSz. T. v. N. I. 1863 N. S. 3e j. II. 327. 15790. Do Baiische expeditie. Afkeurende beschouwingen over de opgevolgde expedition tegen Bali in 1846, 1848 en 1S42. '1'. v. M. I. 1849. 2e d. 89. |
15791. De eerste Baiische expeditie, in 184B, door G. P. Schimpt, Kol. van den Generalen Staf bij het Indisch leger, dd. Arnhem den 13 Pebr. 1855. Rectificatie ten aanzien der door den Dir. van hot kabinet des Konings F. L. W. de Koek beweerde mislukking dezer expeditie, geplaatst in de Arasr. Cour. van 22 Jan. 1855 Mo. 19. '1'. v. N. L 17e j. 1855. I. 186. 15792. Verhaal van do krijgsgebeurtenis-sen op Bali in 1846. Met liguratieve schets, dd. Sept. 1846 en met Naschrift, dd. Nov. 1846. Milit. Speet. XVI. 1848. 26, 87. 15793. Expeditie tegen Bali. Algemeen rapport, dd. B.itavia 27 Julij 1846, van den Schout-bij-Nacht, E. B. van don Bosch, Kommandant en Inspecteur van de zeemagt in iNed. indië, over de krijgsverrigtingen van de expeditie tegen Bali, aan den Min. van Mar. Tekst met bijlagen. Pilaar en Ohreen, Tijdx. VI. 1846. 439. 15794. Précis de la première expedition de Bali, Juin 1846, par P. G. Booms, sous-lieut. d'inf. Avee una carte. Booms, Bali, Breda 1850. 11. 15795. Lijst der officieren van de Land-magt, welke bij de expeditie tegen Bali, zouden dienen, volgens opgaaf van Julij 1846, en dus vóór de expeditie is aangevangen. Medegedeeld door J. C. üudraat, adelborst ie kl. Milit. Speet. XV. 1847. 95. — Idem der officieren, welke nan boord van het Nederlandsch eskader, de expeditie, in de maand Julij 1846, nebben bijgewoond. Aid. 94, 15796. Tableau des officiers expedition-naires en 1846, qui prireut part ii la guerre de Bali. Booms, Bali. Breda, 1850. 103. 15797. Staat der krijgsmagt werkzaam in den oorlog tegen Baliling in den jare 1846. LauU, Bali. Amst. 1848. 272. 15;98. Iets over de expeditie naar Bali, door J. C. Oud raat, adelborst le kl. aan boord van 'L. M. Schoener Kameleon, ter reede van Beliling (eiland Balie) van den 8 tot den 13 Julij 1846. Beschrijving, met plaat. Milit. Speet. XV. 1847. 91. 15799. Officieel verslag van de expeditie in 1848 naar Bali gezonden. Overgenomen uit de Nederl. Staatscourant vau 8 Nov. 1848. Lauts, Bali. Amst. 1848, 278. 15800. De tweede Baiische expeditie. Me-dedeeling van de drie hoofdfouten begaan bij die expeditie in 1848, volgens den schrijver |
404
der brocliurc: ^BeoorJoeling van het werk: De krijgsbedrijven tegen Bali in 18-1-8, door den Luit.-Kol. J. van Swieten. Met een voorwoord van deu Gen.-Maj. van der Wyck. Amsterdam 1849.quot; T. v. N. I. 1850. I. 148. 15S01. De jongste expeditie naar Bali. 8 en 9 Junij 1818, Bijzonderheden, medegedeeld door eeu der officieren die aan deze espeditie hebben deelgenomen, ter aantooning vau de oorzaken barer mislukking. Milit. Speel. 2e S. I. 1849, 352. 15802. Tableau des officiers expedition-naires en 1848, qui, prirent part ii la guerre de Bali. Booms, Bali. Breda 1850, 109. 15803. Précis de la deuxième expedition de Bali, Juin 1848, par P. G. Booms, sous-lieut. d'infant. Booms, Bali. Breda 1850, 29. 15S04. Bali en de Helder, of deu Heen 12e Oct. 1818. Door J. H. Sonstral, dd. 18 Oct. 1848, Beschrijving van het vertrek uit den Helder van dc fregatten de Sambre en de Prins van Oranje, benevens vau dc korvet de Boreas, bestemd voor cene expeditie naar Bali. ^ad. Lell. 1848. II. 20. 15805. Afkeuring door X. vau het plan der campagne cu van de verrigtingen van den Geucrual Michiels, bij de derde expeditie tegen Bali in 1849, en goringsohatt.ng der verkregen uitkomsten van dc drie expe-ditiën in 1846, 1848 en 1849 naar Bali uitgezonden. Gids, XXIVe j. N. ö. 12ej. IböD. 1. 440, 442. 15806. Tableau des officiers expédition-naires eu 1849, qui prirent part a la guerre de Bali. Booms, Bad. Breda 18jU. 112. 15807. De expeditie naar Bali. Maart eu April 1842. Met ecue schetsteekening. Milit. Speet. 2e S. I. 1849. 527. — De Balisehc expeditie. April en Mei 1849. Zakelijke inhoud der officiele berigten, benevens hulde aan de dapperheid der troepen en aan het beleid der aanvoerders. Aid. II. J850. 43. 15804. Précis do la troisième expedition de Bali, de Mars u Juin 1849, par P. G. Booms, sous-lieut. d'inf. Avee un plan. Booms, Bali. Breda 1850. 63. 15809. Herinneringen van Bali in 1849, door C. van der Hart, gepens. Kap, ter zee, dd. Brielle, 3 Nov. 1854. Ycrslaa' der derde expeditie. Gids, XVllIe j. N. S. 7e j. 1854. II. 642. |
15S10. Berigten nopens de voorbereiding eener expeditie naar Bali. T. v. N. I. 16c j. 1854. I. 296. 15811. Een Inlandsche oorlog op hel eiland Timor, door G. Heymering, dd. Timor-Koepaug, April 1846. Besehrijving van de wijze waarop deze gevoerd wordt, alsmede van dc wapenrusting van een' Timoreschen Hoofdregent en die van zijne groot Meoe's. T. v. N. I. 8c j. Batavia 1846. 3e d. 204, 209. 15812. De expeditie naar Timor in 1857. Eerste gedeelte, togt naar Takaip. Milit. Speel. Meng. V. 1860. 123. — Tweede gedeelte, togt naar Lidak. Aid. 145. — Vrijwillige koelies voor de Timorsche expeditie, 2'. v. N. 1. 20e j, 1858. 1. 51. 15813. Een krijgstogt op Timor in 1857. Verhaal van de expeditie naar Lidak, en van de daaruit voortgekomen quaestie tusschen den Kol. L. J. Kroll en den Kap. L. E. J. Timmermans. T. v. N. I. 22e j. 1860, II. 279. — Tekst van al de stukken betrclfende deze quaestie. Timmermans, Wederlegginy. Bat. 1860. 15814. De zaak vau den Kapt. der Inf. bij het Ü. I. leger L. F. J. Timmermans, doorH. M. E. Landolt, dd. 'sHage, 10 Mei 1859. Mededeeliug van a. het extract uit het advies van den Kol., gewezen Komman-dant der expeditie van Timor en Lidak, L, J, Kroll, dd, ISoerabaja 16 Junij 1858, L, G, geheim, uitgebragt over de reclame-stukken van kap, T, ter erlanging der Militaire Willemsorde, inhoudende de beschuldiging van lafhartigheid, b. het vonnis, dd. 22 Jan 1859 van don daartoe benoemden krijgsraad te Weltevreden. Vrijspraak van bovengenoemde beschuldiging. Milit. Speet. 3e S, IV. 1859. 236. — Reclame van den Kap. der luf. van het O. I. leger, J. C. Immink, dd. Amsterdam 27 Junij 1859, tegen het hem ten laste gelegde feit in boveugenoemd vonnis. Aid. 332. — Benoeming van den kap, dor Inf. bij het leger in Ned. Indiö, L. J. E. Timmermans, tot ridder der 4c kl. van dc Militaire Willemsorde, bij Kon. besluit van 29 Mei 1859 No. 38. Aid. Meng. V 1860.162. |
405
1581G. Vcldtogl; der Nedcrlandsolie troepen op het eiland Celebes in de jaren i824 en 1825, onder aanvoering van den Luit.-Gen. van Geen. Mededceling, doorj. C. van Hijneveld, van den tekst van zijn werk onder dezen titel in 1840 uitgegeven. Met kaarten en plaat. Milit. Speet. VIII. 18-10. 133, 142, 158, 177, 199, 221. — Iets over Celebes, door H. M. Lange, Kap. l)ij den Generalen Stal', dd. Batavia 11 Aug. 1841. Aanvulling voor zoo veel betreft Let verhaal der gebeurtenissen van 13 Sopt. tot uitquot;. Doe. 1824. Aid. X. 1824. 251. 15817. De expeditie tegen Tanette en Soepa in 1824, door 11. de Stuers, oud-Opperbevelh. v. li. I. leger, dd. Maastrielit üet. 1854. Met kaartje, lijnde zijn verslag. T. v. N. I. 16o j. 1854. 11. 373. 15818. Aanteekeningen, dd. 31 Julij tot 12 Sept. 18^4, van den Gonv.-Gen. G. A.G. P. van der Ca pellen, betreffende de expeditie tegen Soepa. '1\ v. N. /. 17o j. 18o5. II. 383, 3Ü9. 15819. Verhaal der expeditie togen La-patauw, Vorst van Tanette, in 1820, ouder leiding van don Majoor M. G. C. van Coe-hoorn van Houwer da. Herinneringen uit Gost-lndii-, uit liet dagboek van een Belgiseb oflioier. Overgenomen uit de Belgische Pre-eurseur van 14 en 17 Sept. 1847. Milit. Speet. XVI. 1848. 102. 15820. Eene bijdrage voor de krijgsgeschiedenis van de Nederlandsche Oost-lndi-scho Bezittingen. Uittreksel uit eencn particulieren brief uit Makassar, geschreven in 1839; door J. J. M. de Chatelcux. Verhaal der expeditie tegen Segerie in Oct. van dat jaar. Milit. Speet. XVI. 1848. 163. 15821. Verhaal vau de expeditie door de Nederlanders naar de Golf van ïotnori op de Oostkust van Celebes in 1850. Ontleend aan de Javasehe Courant van 6, 9, 2.i on 27 Aug. en 18 Oct. 1856. v. Doren, llerinn. II. 1800. 326. 1582,'. De expeditie tegen Tomorie, op de Oostkust van Celebes; April—Julij 1856. Met afbeeldingen. Zakelijk verhaal, getrokken uit partikuliere berigton en uit hot verslag iu de Staatscourant van 7 Oct. en 2 Nov. 1856. Milit. Speet. 3 S. I. 1850. 527. 15823. Over de onvoldoende zamenstol-liug en uitrusting dor expedition in Ned. |
O. Indie, naar aanleiding van het verslag dor ïomori expeditie in 1850, door den Kapt. Luit. ter Zse O. A. Uhlenbeck. Gids, XXVIIe j. 1863. II. 570, 571. 15824. Expeditie naar de Oostkust van Colebes om de voortdurende gesohillen tus-sehen de landschappen Tomori en Toraboekoe te beslechten en tot oen einde tc brongen. Smart, Verh. 1800, 2 al'd. 15825. Berigten omtrent den oorlog met do Boniereu op het eiland Celebes; door S. J. G. Brennwald, Luit. bij do Ned. Kol. Zeemagt in de Oost-Indio, dd. aan boord der Nederl. Koloniale brik Dourga, den 20 Julij 1825. Verhaal der expeditie, 1 Maart—9 April 1825. friend fad. II. 1828. 810. 15820. Opmerkingen nopens de ordonnantie, dd. Buitenzorg 23 Deo. 1858 (Ind. Staatsblad No. 138) tot tijdelijke schorsing van don vrijen invoer van vuurwapens cn buskruid in de vrijhaven van Makassar, iu verband mot de voorgenomen expeditie togeu Boni. Uit de correspondentie van Schalk ie, die dit zal vervolgen. T. v. N. I. 21e j. 1859. I. 211. 15827. Aanteekeningen gehouden gedurende den eersten veldtogt naar Boni in 1859. A. Milit. Speet. XIV. 1800 522, 585. 15828. De expeditie togen Boni en de rampen van Bandjarmassin. Ilosumó van het verhandelde dienaangaande in de Tweede Kamer op 13 Julij 1859, onder mededceling van eenigc beschouwingen en extracten uit partikuliere brieven van April en Mei 1859 uit Indir, over de gepleegde verzuimen en vorrigtc handelingen van het Indiseh bestuur. T. v. N. I. 2tc j. 1859. II. 70. — De verdedigers van Kol. J. A. VValeson. Aanmerkingen op het artikel, geplaatst in de N. llott. Cour. van 8 Jan. 1860 No. 8, getiteld: „Ecu antwoord van ooggetuigen aan het ï. v. N. I. omtrent de Bonische expeditie, dd. Makassar 18 Oct. 1859, door den Off. der Landmagt en Mar. landdivisie, W. E. Berkholst en 22 anderen, dienende tot teregtwijziug van bovengenoemde particuliere brieven, en speciaal betreffende de han-deliugeu van den Kolonel J. A. Waleson. T. v. N. I. 22e j. 1800. I. 133. 15829. Wat er in Indië al niet kan gebeuren; door Klikspaan, dd. Batavia, 8 Oct. 1859. Vragen betreffende het gedrag |
KETJGSWEZEN TE LAND TN DEZE EEUW.
406
van den Gen. Maj. E. C. C. Steinmetz bij de eerste Bonische expeditie; de ontbinding der Commissie belast met een onderzoek van dat; gedrag, zonder rapport te hebben uitge-bragt; en de voortdurende proteetie van dien Generaal. T. v.N.I. 2-2e j. 1S60. I. 6a. — Inkonsekwentie op inkonsekwentie van 't Gouvernement in de zaak van den Gen. E. C. O. Steinmetz; door Vraagal!1, dd. Arnhem, 17 Aug. 1860. Opmerkingen over zijn eervol ontslag in verband met een nieuw ingestelde Commissie van onderzoek. Jld. II. 212. 15830. De Bonische aangelegenheden; door Z., dd. Eiland Java, 20 Mei 1859. Dagorder voor het Indiseh leger, dd. Batavia 17 Maart 1859, na de inneming van Badjoa en Boni op 12 en 28 Eebr. 1859; met aanmerkingen op het beleid der expeditie, de genomen maatregelen en handelingen. T. v. N. I. 21e j. 1859. II. 185. 15831. De krijgsbedrijven onder't bestuur van den heer C. È. Pahud. De menigvuldige expedition onder zijn bestuur; met afkeuring van de wijze waarop de expeditie tegen Boni heeft plaats gehad, welke dan ook is mislukt; gevolgd door de mededeeling van een brief uit Batavia, dd. 23 April 1859 ter veroordeeling van deze expeditie. T. v. N. I. 21c j. 1859. II. 54. 15832. Ullra-publiciteit van de Javasche Courant door T., dd. Batavia Aug. 1859. Afkeuring der openbaarmaking van de sterkte der voor de tweede expeditie naar Boni bestemde magt. T. v. Af. /. 21e j. 1S59. II. 383. 15833. Aanteekeningcn betreflende de ar-tillerie, ingedeeld bij de Tweede Bonisehc expeditie. N. Milii. Sped. XV. I8Gl.No. 8. 15834. Toevoegsel tot het verhaal van den tweeden Bonischen veldtogt volgens de Roehemont, en wel speciaal betreffende de verrigtingen en het lot. der zoogenaamde //mobile kolonnequot;. N. Milit. Sped. XV. 1861. No. 8. 15835. Uittreksel uit een dagboek, aangehouden gedurende de tweede Bonische expeditie. N. MUit. Speet. XVII. 500, 553. 15836. De zaken van Boni. Mededeeling uit een brief van Bataria, van 9 Maart 1860, van de genomen maatregelen door den Luit. Gen. J. van Swieten, na afloop dezer expeditie. T. v. N. J. 22e j. 1860. I. 329. |
15837. Berigten omtrent de Molukko's, speciaal omtrent Coram, üver de gunstige gevolgen der expeditie in ïebr. 1858 tegen de berg-Alfoeren op Ceram, en hunne vestiging aan het strand. T. v. N. I. 21e j. 1859. I. 274. 15838. Razzia's in Nederlandsch Indië. Mededeeling, dd. 7 Junij 1858, van den Min. van Kol. J. J. Rochussen aan het Indisch Gouvernement, van zijne zienswijze omtrent de te volgen politiek op de Buitenbezittingen, met veroordeeling der gehouden razzia's bij de expeditie tegen de Alfoeren op Ceram in Eebr. 1858. T. v. N. 1. 1SG3. N. S. Ie j. I. 61. 15839. De krijgstogt op Ceram in 1860, door W. A. van Rees. Kolon. Jaarb. üe j. 1863. 65, 129. 15840. Tekst van het rapport van den Luit. Gen., Kommandant der troepen, A n-thing, van den 20 Junij 1817, betrekkelijk den aanvang cn den uitslag der expeditiën, door Commissarissen ter beteugeling der muitelingen op Amboina, Saparoea en llaroeko achtereenvolgend afgezonden. T. v. N. /. 23e j. 1861. I. 340. Belooningen. 1584]. Een stem uit het Indisch Leger, door H. V. K. Beschouwingen over de aanbieding van een eeresabel door officieren van het Indische leger aan den Kap. A. J. A. Gerlach, den schrijver der //ïastes militaires des Indes Orientales Neorlandaises. Z. B. 1859.quot; T. v. N. I. 1864. N. S. 2ej. 1.130. 15842. Een merkwaardige militaire pleg-tigheid, door *** dd. Maart 1857. Afkeuring der militaire plegtigheid te Weltevreden, waarbij ten tweeden male aan het Vile batail-lon Infanterie het gedecoreerde vaandel is uitgereikt. T. v. N. 1. 19e j. 1857. I. 297. 15843. Opgave der belooning toegekend aan de soldaten, die den jongsten Indischen veldtogt hebben medegemaakt. Milit. Speet. XV. 1847. 21. 15844. Belooningen van het O. I. leger, door //Een in het Ned. O. I. leger dienend officierquot; dd. Mei 1862. Klagten over de onthouding hiervan, met aanbeveling van het slaan van gedenkpenningen voor expeditiën. Milit. Speet. 3 S. VII. 1862. 448. |
407
15845. Beschouwingen over een gehoord soldatengesprek ter Z. en O. Afd. van Borneo, door //Een officier van het jMed. Ind. leger,quot; dd. Z. en O. Afd. van Borneo Aug. 1862. IJetoog voor het geven van militaire belooningen aan degenen die zich onderscheiden bij expeditiën. Milit. Speet. 3 S. VIL 1862. 758. |
15846. De ^«ederlandschc Staatscourant van 10 Maart 1863 No. 59, door A. J. A. Gerlach, Kap. dor Artil., dd. Leiden. Maart 1863. Gelukwensch aan zijne wapenbroeders in Indiö met de onderscheidingen hun, naar aanleiding der krijgsverrigtingen op Borneo ten deel gevallen, bij Kon. besluit van 8 Maart 181)3 No. 68. Milit. Speet. 3 S. VIII. 1863. 189. — Overgenomen o. d. t. Ecne stem uit het leger iu Nederland aan het leger in Indië. T. v. N. L. 1863. N. S. Ie j. 1. 317. 15847. Dc Majoor F. A. Kortz. Lofspraak op zijne benoeming tot Ridder dor orde van den Nederlandseben Leeuw, T. v. N. /. 18c j. 1854. II. 79. |
MS. KRIJGSWEZEN TER ZEE. Onder dc O. I. Comp.
Algemeen. 15S48. Deliberatie op de conferentie met Haar H. Mog. Gedeputeerden van de ü. I. Comp., nopens het equiperen en onderhoud van ecnige schepen van oorlog tot afbreuk van dc vijanden, lies. lloll. 12 Oct. 1005, 2e dr. 656. 15849. Resolutie om groote schepen aan tc nemen tot 's Lands dienst iu de Oost-Indien tegen den vijand, lies. Uoll. 24 Aug. 1606. 2e dr. 980. 15850. Gunstige beschikking op het verzoek van de O. [. Comp. om schepen, geschut en ammunitie tegeu den vijand, lies. HM. 8 Oct. 1C07, 2e dr. 318. 158,')!. Deliberatie op het verzoek der O. I. Comp. om assistentie met vier van 's Lands schepen, toegerust en gemonteerd, ter bestemming voor Oost-Indiö. lies. HolL 25 Julij 1611, 2e dr. 417; 2 Aug. 1611, 2e dr. 418. 15852. Verzoek van de Hoeren van Delft, dat. het O. I. schip in het Goereescho Gat gereed liggende, met het esquader van de Maze mag worden geconvoceerd, en resolutie hierop, lies. lloll. 5 Deo. 1628, 2e dr. 587. .15853. Verzoek van dc O. I. Comp. aan de Staten Generaal, om cenige schepen ter leen, ter verzekering van de rijke retouren uit Oost Indiö, en resolutie hierop. Res. lloll. 31 Maart 1629, 2e dr. ()8ij 6 April 1029, 2e dr. 688; 7 April 1629. 2c dr. 697. — |
Missive van de Bewindhebbers, ter Kamer Amsterdam, betreffende het inkomen van zeven O. I. schepen en elf convoijers binnen Texel, cn resolutie hierop. Aid. 21 Julij 1638. 2e dr. 135; 22 Julij 1638, 2e dr. 136, 15854. Aanschrijvingen aan de O. I. Comp. met aanmaning en verzoek, om het Land mot zoo vele schepen te assisteren als zy eenig-zins kunnen ontberen, lies. Hall. 14 Jan. 16.33, 2e dr. 7; 30 April 1653. 2c dr. 240. 15855. Voorstel om de schepen der O. I. Comp. zeilree liggende naar Üost-Indio, te trachten te verkrijgen ten dienste van den Lande, doch onuitvoerbaar geacht, lies. Huil. 19 Julij 1653. 2e dr. 323. Aid. Sec. 1. 24 Junij 1653. 77. ■—■ Rapport van Gecommitteerden van H. H. M. bij de l'racsidialo Kamer alsmede bij do andere Kameren der 0. 1. C. van hunne geslaagde onderbande-lingen in deze, met mededeeling der voorwaarden waarop deze zijn gesloten, lies. Hull. 1 Julij 1653, 2e dr. 365. — Benoeming eencr Commissie om consideratie cn advies op dc te nemen maatregelen vobr dc uitvoering in deze. Aid. 11 Julij 1653, 2e dr. 384. — Rapport der Commissie en resolutie hierop. Aid. 19 Julij 1053. 2e dr. 408.— Remonstrantie van dc Gecommitteerden der Bewindbcbberen over dc wijze van uitvoering der resolutie bovengenoemd, en verzoek om consideratie cn advies. Aid. 25 Julij 1653, 2e dr. 421. — Schriftelijke verklaring van dc Gecommitteerde Bcwindhcbbcrcn der O. 1. Comp, betreil'cndc dc bewuste schepen cn resolutie dien overeenkomstig, Aid. 31 Julij 1653, 2c dr. 431, |
408
15850. Aansolirijving aan H. H. XVII, om hun nieuw gcbouwü schip Mars, te stellen ter dispositie van de Admiraliteit in hel Noorder Quartier, volgens de presentatie aan den Staat door henlieden gedaan. Res. lloll. 19 Jnlij lüSS. 2e dr. 409. — llapport van Gecommitteerden van het collegie ter Admiraliteit in het Noorder Quartier, betrefTende de voorwaarden van leeuing van het schip, en resolutie hierop. Aid. 4 Aug. 1653. 2c dr. 444. 15857. De slag van Bergen in Noorwegen, in 1665, tusschen eeue retourvloot der Ncd. O. I. Comp,, ouder P. de Bitter cn een smaldeel der Engclsche zeomagt. Ontleend aan het verhaal van Wouter Schouten, in zijn Oost-Indische voijagie cuz. Amsterdam, 1676. Ree. o. d. Ree. XXX. 1837. Meng. 293. 15S58. Aanschrijving aan do O. I. Comp. om de schepen van oorlog, ter hare respectieve bezorging staande, ten spoedigste en zonder eenig uitstel vaardig te maken. Res. Roll, 22 Sept. 1065. 2o dr. 670. — Nadere aanschrijving. Aid. 18 Dcc. 1665. 2e dr. 906. 15859. Order op het, afhalen van de O. I. retourschepen uit. Noorwegen. Res. lloll. 10 en 12 Oct. 1665. 2c dr. 724. 15860. Aanschrijving aan de Admiraliteiten om met de O. I. Comp. te contractercn over het. equiperen der schepen. Rcs. lloll. 2 Jan. 1660. 2e dr. 3. — Rapport der gehouden conferenticn over deze zaak tusscheu de betrokken partijen, en resolutie hierop. Aid. 0 Ecbr. 1600. 2o dr. 22. —Uitvoering der zaak en dillerenten er over, en hunne beslissing. Aid. 17 en 18 Nov. 1060. 2c dr. 539; 11, 21 en 22 Dcc. 1000. 2e dr. 584, 022; 23 Maart, 9 en 22 Dcc. 1067 ■ 2e dr. 116, 452, 487. 15861. Brief, dd. 's Hagc II Junij 1072, van de Staten van Holland en Westvriesland aan Valckenicr, Gecommitteerde Raad te Amsterdam, om te onderhandelen met de O. I. Comp. om buskruit, voor 's Lands vloot te leenen. Res. lloll. II Junij 1072. 2e dr. 534. — Idem aan de Kamers van de O. I. Comp. te Amsterdam, Delft, cn Botterdam, om haar tc verzoeken buskruid voor do vloot te leenen. Aid. 536. — llcsolutie tot restitutie van een gedeelte. Aid. 001. — llcsolutie om met de O. I. Comp. in overleg te treden om wapenen cn amunitie van oorlog uit dc O. I. retourschepen tc ligten, cn naar Groningen te zenden. Aid. 7 Aug. 848. — Resolutie over de wijze van restitutie aan de O. I. Comp. Aid. 7 Jan. en 16 Jnnij 1673. 2e dr, 10, 230. |
15862. Reglement voor dc Cora-Cora vloot, gearresteerd don 22 Oct. 1688 door den Oud-Gouverneur dezer Provintie Am-boina. Dirk de Haas, en wederom gerenoveerd den 21 Oct. 1709, door A. van der Stel. Valentijn. II. 190. 15803. Zecmagt van de Ncdcrlandsehe 0. I. Maatschappij; hare sterkte in elk der jaren 1700—1739. Eist. Beschr. Reiz. XII. 1755. 542. 15864. Lijst der gebleven schepen be-hoorende tot de O. 1. Comp. 1719—1730. Medegedeeld door P. A. L e u p e. Hwart,Ferh. 1857. 2 afd. 226. 15865. Rapport op 11 Jan. 1737 ter Generaliteit uitgebragt op de Memorie of Remonstrantie door iiewindhebbers der O. I. Comp. aan H. Hoog Mog. overgegeven den 19 Julij 1736, rakende bet salut door hare schepen te doen aan 's lands oorlogschepen. lies. lloll. 16 Jan. 1737. Je dr. 30. 15866. Betoog voor het zenden van een esquader oorlogschepen uit Engeland naar Madras op de kust van Choromandel, volgens brieven van daar ontvangen. Eur. Mercurius, LXI1I. 1752. I. 170. 15867. Kruistogten op de tehuiskomendo Compagnieschepen, Julij—Oct, 1759. Nederl. Jaarb. XIII. 1759, bl. 1136. — Idem in Mei—Aug. 1701. Aid. XV. 1761. bl. 411, 602, 877, 951. — Idem in Sept.—Nov. 1762. Aid. XVI. 1762. bl. 889, 939, 1307. — Idem in Mei 1764. XVIII. 1764. bl. 531. 15808. Rapport ter verg. der Algemeene Staten, dd. 19 Mei 1781, uitgebragt, op do missive van dc Gecommitteerde Bewindheb-beren uit dc respectieve Kameren van de O. 1. Comp., ter vergadering van XVIIn. geschreven te Amsterdam den 2 i April 1781, inhoudende het verzoek om een bekwaam getal van oorlogschepen ten geleide van de schepen der Maatschappij. Mei 1781. Muandel. Ned. Mercurius, LI. 1781. 48, 104. (NB. in dezen Mercurius staat alleen het begin en het, slot). N. Nederl. Jaarb. XVI. 1781. 2. 1037. — Besluit der Staten van Gelderland, dd. 20 Julij 1781, op dit punt genomen. Aid. 3. 1325. — Idem der Algemeene Staten, dd. 13 Julij 1781. Aid. 1379. |
ONDER DE
400
15869. Genomen maatregelen te Batavia in 1781 ter verdediging tegen de Engelsehen. N. Neder I. Jaarh. XVII. 1782.1. 420 421, — Idem tot versterking der zeemagt. Aid. 421. 15S70. Verslag, dd. 5 Julij 1782, van den Prins-Stadhouder aan de Algemeene Staten, onder anderen inhoudende de maatregelen door Z. H. genomen, om de schepen van de O. I. Comp., die zieh te Drontheim bevinden, te geleiden en waar het mogelijk is, in derzelver bestemde havens te brengen. N. Nederl. Jaarh. X.VII. 1782. 2. 782. 15871. Opgave van de oorlogschepen tot convooi der O. I. schepen bestemd. Aug. 1781. N, Nederl. Jaarh. XVI. 1781. bl. 1504. — Idem. Sept. 1781. Aid. 17S1. bl. 1747, 2156, 2157. 15872. Opgave, dd. Batavia 24 Sept. 1781, van de schepen ten oorlog uitgerust, onder commando van den Scliout-bij-Nacht J. D. Schrijver. Maandel. Ned. Mer curias, LIL 1782. 217. 15873. Missive, dd. den Haag 31 Oct. 1781, van de Staten-Generaal, tot toezending en aanbeveling van de petitie, dd. den Haag 30 Oct. 1781 van den Raad van State, ter sommc van f 2294400, tot een equivalent van een esquader oorlogschepen tot beveiliging der O. I. Comp., waarvan de tekst wordt medegedeeld. Res. Roll. 2 Nov. 1781. II. Ie dr. 1192. — Consent in bovengenoemde petitie. Aid. 4 December 1781, 11. Ie dr. 1278. 15874. Pogingen om de O. I. Comp. retourschepen te Drontheim liggende, in veiligheid te brengen. .V. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. bl. 1035, 1065, 1067, 1085, 1086, 1253, 1342, 1359. — Ampliatie, dd. 17 Julij 1782, der Instructie op den 6 Julij 1782, aan den kapitein Rijneveld, comman-deerende het convooi. Aid. 1357. — Beschouwingen in 't algemeen hierover. Pust N. Rhijn, 11. 1782. 657, 829j III. 1783, bl. 945, 1281, 1300. — Missive, dd. 16 Sept. 1782, van /^Vaderlander,quot; over het afhalen van onze O. I. schepen uit Noorwegen. Klagten over de genomen maal regelen, hunne uitvoering, gevolgd door beschouwingen der Iledaktie. Aid. IU. 1783. 921. 15875. Opgave van de namen en do lengte der schepen, welke door de verschillende Kamers van de O. I. Comp. worden aangebouwd tot versterking van 's Comp. navale |
raagt in Oost-Indië. N. Nederl. Jaarh. Wil 1782. 2. 1284. 15876. Opgave aan de Kaap de Goede Hoop der sterkte van het Ncderlandsch esquader te Batavia onder den adm. Schrijver, hetwelk in Jan. 1782 op eene geheime expeditie zou uitgaan. N. Nederl. Jaarh. XVII, 1782. 2. 1319. 15877. Extract rapport van den kapt E. C. Staring, aan den Schout-bij-nacht van Braem, dd. Argo in ïexel den 2 Mei 1782, betreffende Let uitzeilen met een convoy, van 13 koopvaarders. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. I. 673. — Beschouwingen hierover. Post N. Rhijn, II. 1782. 043; III. 1783, 1299. 15878. Voorstel der stad Leyden ter vergadering der Staten van Holland en West-Eriesland op 31 Julij 1782, tot het instellen van een onderzoek naar de oorzaken vau de werkeloosheid van 's Lands navale magt, ook met het oog op de O. I. retourschepen en op de verdediging van de Possession van den Staat in Oost-Indic. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 792 en 793. 15879. Opgave der oorlogschepen, welke in Julij en September 1782 tot geleide gediend hebben van de schepen naar O.-Indiii zeilende. N. Nederl. Jaarh. XVIII. 1783. 1. 338 en 339. — Idem van die aan de Kaap de Goede Hoop, Julij - Sept. 1782, Aid. bl. 2220. — Idem in Dcc. Aid. bl. 561. 15880. Namen der schepen en hunne bevelhebbers van het esquader tot convooi voor de daarbij genoemde O. I. schepen, alsmede bun terugkeer in Texel, en aankomst te Vlissingen. Nov. 1783. N. Nederl, Jaarh. XVII. 1782. 2. 1397, 1446. 15881. Bestemming naar Oost-Indië van een eskader van zes oorlogschepen, onder bevel van den zeekap. J. P. van Braam, bepaling van den tijd van dienst in Oost-IndiS, titulatuur van J. P. van Braam, en zijne zitting in den Raad van Indiö. Jan. 1783. N. Nederl Jaarh. XVI1L 1783. I. 88. Zie ook XIX. 1784. 1. 287 en XX. 1785. 1. 756. — Namen der schepen van het eskader, hetwelk op 4 Maart 1783 uit Texel in zee is gestoken. Aid. 442, 479, 480. — Berigten nopens de reis van dit eskader. Aid. XIX. 1784.. 1. 1198. — Aan-komst te Batavia op 9 Maart 1784, Aid. 2. 1815. — Verblijf in Oost-lndiën, en toc- 52 |
410
stand der manschappen. Vlissingen Maart 1786. Aid. J785. i. 226. — Vcrrigtingon van het eskader in Oust-Indii;. Aid. XX. 1785. 2. 941. 1305; XXI. 1786. 1. 226; 2. 645. — Terugkomst van J. P. van Braam op 28 Jiilij 1786 binnen Texel. Aid. 2. 655. — Brief van den Prins Erl'stadhouder, 0. a. «ver het toekennen van een recorapens aan den kap. J. P. van Braam en aan zijne ollicieren en manschappen, 's Gravenliage Aug. 17S6. Md. 811. — Verzoek ora consideratie en advies van do üeeommitteerden uit de respective collegiën ter Admiraliteit, hierop. Aid. 811. — Besluit, dd. 16 April 1788, van de Staten van Holland en West-Friesland, tot goedkeuring van het. gedrag van den zeekapitein J. P. van Braam, in Oost-Indië gedurende 1783 tot 1786, en tot bevordering en belooning van de officieren en onderofficieren en manschappen onder hem gediend hebbende. Aid. XXIII. 1788.1. 608. 15882. Propositie van Gedeputeerden dei-Stad Gouda tot het ten spoedigste afzenden van een genoegzaam getal oorlogschepen naar 'sRepublieks O. I. Koloniën; en om den militairen staat onzer Xolouiën in vredestijd, met meer vigeur te beschermen. Res. lloll. 13 Sept. 17ö3. II. Ie dr. Ö72; lies. lloll. Stuk. J783. II. 187. — Conclusiën op de propositie van Gedeputeerden der Stad Gouda om nog dit najaar van 1783 meer oorlogschepen naar Oost Indiö te zenden, lies. lloll. 17 Oet. 1783. 11. Ie dr. 1109. — Herhaalde aanschrijving aan de praesidiale Kamer der Ned. O. I. Comp., om ten spoedigste te adviseren op bovengenoemde propositie. Aid. 3 Dcc. 1783. II. Ie dr. 1531. — Missive, dd. Amsterdam 3 Dec. 1783, van liewindhebbers ter Kamer Amsterdam, houdende het verlangde advies, lies. lloll. Sec. XIV. 5 Dee. 1783.336. Res. Boll. Stuk. 1783. III. 295. — Kapport van Gecommitteerden tot de zaken van de commercie en navigatie op deze Missive, en resolutie dienovereenkomstig. Res. Holt. 6 Febr. 1784. 1. le dr. 295. lies, lloll. Stuk. 1784.1.105.— Missive, dd. Amsterdam 25 Febr, 1784 van Bewindhebbers ter Kamer Amsterdam, houdende het verlangde berigt en advies, met opzigt tot het vereischte getal en de charters van de schepen, waaruit het esquader zou dienen te bestaan. Res. Hall. Sec. XIV. 27 Febr. 1784. 356. Res. Holt. Stuk. 1784. |
1. 151. — Kapport van Gecommitteerden tot de zaken van de commercie en navigatie op de Missive, dd. Amsterdam 25 Febr. 1784, van Bewindhebbers, houdende het verlangde bengt op de propositie van Gouda, alsmede tekst van den daarbij geïnsereerden i/Staa van kosten van oen equipage naar de Cos Indiën van acht schepen, voor drie jaren met de noodige behoefte- en victualie-schepen en manschap ter recrutering.quot; Res. lloll. 2 April 1784. I. Ie dr. 593; 5 Mei 1784. I. Je dr. 808. Res. Hult. Stuk. 1784.1.297,— Resolutie genomen op de propositie van Gouda. lies. lloll. 15 Mei 1781. II. Ie dr. 968. 15883. Kapport op 28 Julij 1783 ter Generaliteit uitgebragt op drie missives, geschreven aan de Kaap do Goede Hoop, den 15 Deo. 1782, en 2 eu 28 Jan. 1783 door kap. Pruyst, en allen aan Zijne Hoogheid geadresseerd, tenderende dat voortaan het eontra-saluut in Oost- en West,-Indien door 's Lands schepen van oorlog zal worden opgenomen en beantwoord, lies. lloll. 7 Aug. 1783. I. le dr. 829. lies. lloll. Stuk. 1783. II. 123. 16884. Berigten van 's Lands oorlogschepen uit Texel uitgezeild, aan de Kaap aangelegd, te liatuvia aangekomen enz. in 1783 en volgende jaren. N. Nederl. Juarb. XV11I. 1783. bl. 88, 244, 479,565,924, 1149, 1550, 1930; XIX. 1784. bl. 168, 943, 1185,1189, 1190, 1197, 1392, 1525, 1090; XX. 1785. bl. 944, 1080, 1658, 1662; XXL 1786. bl. 823, 1581; XXIV. 1789. bl. 441, 1Ü09; XXV. 1790. bl. 1647, 2200; XXVI. 1791. bl. 1756; XXVII. 1792. bl. 494; XXVlll, 1793. bl. 1031, 1:527, 1574, 1836, 1838, 1848; XXIX. 1794. bl. 37, 85, 393, 572, 577, 691, 772. 15885. Advies van de Commissie tot het Defensiewezen, alsmede van de resolutie daarop, dd. 28 Oct. 1789, onder anderen ook betreffende de middelen tot de defensie te water van '» Lands Bezittingen in Oost-lndië. N. Nederl. Juarb. XXIV. 1789. 2. 1223, 1238, 1242 en 1352. — Advies van Holland eu Westfriesland in deze zaak, vastgesteld en besloten op 20 Aug. 1790. Aid. XXVI. 1791. 1. 671. 15886. Voorstel van do Gedeputeerden van Holland J. G. H. Hahn, W. A. Leste-vcnon en G. J. Loncq aan H. H. Mog. tot bescherming der O. 1. Comp. schepen ea paketbooten, 's Gravenhage Jan. J79a. N. Nederl. Juarh. XXX. 1795. 1. 72, 73. — Kesolutie van li. H. Mog. hierop, Aid. 78. Advies op 30 Jan. 1(95 ter vergadering van H. H. Mog. uitgebragt over het geproponeerde door de Gecommitteerden van Holland, |
411
AU. 2. 500. — Besluit van de Provisioneele Iloprcscnlanlcn van het volk van Holland, tld. i Jf'ebr. 179ö bierop. Aid. 561. l.'i8S7. Generale lijst van 's Lands Zee-magt 1790. Ue schepen in of naar Oost-Indi n, linnne namen, ealiher, Commandan-len, ressorts, dd. 's Halt;ro Mei 1796. N. Nederl. Jaarh. XXXI. l'/96. 2. 1548, 1550. Kapiteins en Scheepsvolk. ] j888. Resolutie betroffende het in dienst, nemen van bootsvolk op do ü. I. eonvooi-sehepon. lies. Holl. 30 Julij I(i38. 147. 15889. Resolutie tot vaststelling dor wijze van liet compleet houden der oliicieren en raatrozen op de oorlogschepen en op de scliopen der O. I. ( omp. Res. Holl. 23 Julij 1CG5. 2e dr. 497. 15890. Aanschrijving aan de O. I. Comp. om de bootsgezellen, matrozen en soldaten dienstdoende op hare schepen te voorzien vau pijen, hoosen, schoenen, hembden on kombaersen. Res. Holl. G Oct. 1065. ^e dr. 70S. 15891. Verzoek aan Bewindhebberen dor O. I. Comp. ter Kamer Amsterdam tot het aannemen van een aantal wakkere matrozen, tot versterking van 's Lands vloot. Res. Holl. oO Julij 1672, 2e dr. 819; J2 Aug. 1673. 2e dr. .i24. — Missive, dd. 13 Aug. 1673, van Bewind hebberen der ü. I. Comp. ter Kamer Amsterdam, betreffende het aannemen van bevaren bootsvolk, en het inhuren van galliots, om bij de 's Lands vloot dienst te doen. AU. 14 Aug. 1073, 2e dr. 324. — Aanschrijving aan de O. I. Comp. in dien-zelfden zin. Aid. 11 Aug. 1673, ie dr. 318. Lc892. Missive, dd. Amsterdam 25 Julij 174:2, van gecommitteerde Bewindhebbe-ren, uau de Staten-üeneraal, houdende verzoek om aan de officieren ter zee in dienst der O. I. Comp. een rang hier te lande te accorderen evenredig aan die, welke zij in Indiü hebben gehad, met het oog om de ambitie en emulatie van gemelde oliicieren in hare dienst te bevorderen. Res. üoll. 27 Julij 1742. Ie dr. 504. 15893. Bequest van Nicolaas Houting, Scliout-bij-Naclit by het collegie ter Admiraliteit. in West-lfriesland en het Noorder kwartier, om met behoud van zijn qualiteit en rang bij voormeld collegie, zich tc mogen begeven in dienst van Bewindhebberen der |
0. I, Comp. als Opperhoofd der zeemagt van de Compagnie in Indian, alsmede permissie daartoe. Res. Holl. 2 Mei 1761,1. Ie dr. 614. 15894. Do manschap van 's Lands oorlogschip Zuid-Beveland is afgedankt, en heeft voor het grootste gedeelte bij de O. I. Maatschappij dienst scllo,Ilcn- Julij 1783. jV. Nederl. Jaarh. XVIII. 1783. 2. 1149. 15895. Verschillende aanstellingen en bevorderingen van kapiteins ter zee enz., uitrusting van vloten enz. 1753— 1793. Nederl. Jaarh. VIII. 17.H. bl. 1399; XV. 1701. bl. 415. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. bl. 420, 1286, 1296, 1301. 1302. XVI11. 1783 bl. 2010—2012, 2017, 2018; XIX 1784. bl. 1176—1178, 1181, 1192,1194-1197, 1681, 1(182, 1684—1690, 1813—1816; XXI. 1786. bl. 1055, 1057—1659; XXIV. 1789. bl 323, 439, 440, 648, 650—056; XXVI. 1791. bl. 1262; XXVIII. 1793. bl. 1978. 15S96. Opgave der inkomsten van de krijgslieden in dienst dor O. 1. Comp. in Indiü op het eind der vorige eeuw; door J. ilageman JCn. Tijds.Ind. T. L. -kunde, JX. 3e S. III. J860. 411. 15897. Do Kap. Luit. en Gezaghebber J. P. Blandau wegens het vervalschen van zijn journaal, het onredelijk beliandelen van zijne onderhoorigen, gedegradeerd tot matroos van f 9 per maand. Batavia Junij 1788. N. Nederl. Jaarh. XXIV. 1789. 1. 6,2. I5S98. Prijsvraag uitgeschreven tegen Jan. 17^2 door de Zeeuwsche Maatschappij van K. en VV. te Vlissin^en, voor het Batav. Genootschap van K. en W. naar: ,Eeucompendium waarin alles in het kort vervat is, hetgeen zoo in hot Hollandsch als in vreemde talen proefondervindelijk geschreven is, van het noodige dat de officieren die in directie zijn op schepen, zoo van do zeevaart als eliirurgie behooren te weten, en dat hun tot een handboek kan verstrekken. Vcrh. Bal. Gen. N. 1. II. 3e dr. 1826. C. 15899. Lijst der hoeren Equipagemeesters te Batavia 1630—1724. t'alenlijn, IV. St. 1. 378. — Idem der Constapels-majoor. 1670-1723. Aid. 381. Zeeroovers. 15900. Voorstel ter Generaliteit tot aanschrijving aan de Admiraliteit, te Amsterdam |
412
ter overname en ter teregtstelling van de in O. Indië gevangen genomen en herwaarts gebragte wseroovers, zijnde allen Engelsehen, nulks naar aanleiding ecner Memorie hierover van de ü. 1. Comp.' Res. Roll. 29 Julij 1700. 2e dr. 415. — Bedenkingen tegen dit voorstel, alsmede nieuw voorstel tot authorisatie van Bewindhebberen, om voornoemde zee-roovers naar O, I. te zenden en hen te stellen ter dispositie van de Jtegering aldaar. Aid. 23 Sept. 1700. 9e dr. 471. 15901. Verzoek aan de O. I. Comp. om drie schepen mede te willen equiperen en de kosten daartoe noodig te versehieten, om te ageren tegen de Algiersche rooiers, lies. Holl. 11 Juni; 1867. 2e dr. 322. 15902. Over de zeerooverijen der Lam-pongers ten tijde rier Compagnie, de inzameling van stofgoud in de Lamponps in 171-7— 49, en eene beproefde goudgraving aldaar. ISijdr. Ind. T, L. V.kunde, M. V. I. 150,167. 15903. Brief uit Oost-Indië, dd. 22 Febr. 1754, inhoudende verhaal der vernieling en verovering omtrent de golf van Persië van drie Ned. O. I. schepen door de roovers van Angria. Eur. Mercurius, LXV. 1754,11.296. — Berigt van vele wetenswaardige bijzonderheden betreffende deze verovering ec vernieling door een ooggetuige medegedeeld. Md. LXVI. 1755. II. 75. — Authentique relaas van dit geveeht. Maundd. Ned. Mercurius, I. 1756. 187. 15904. Grootmoedig sneuvelen van den kap. Jan Louis Philippi. Verhaal van het gevecht in Jan. 1754 op de Kust van Ma-labaer, tusschen de schepen Wimmenum, de Vrede en Jakatra, met een vloot van zeeroo-vers onder het opperhoofd Angria. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1392. — JRelaes, ge- In d e z Algemeen. 15909. Toestand der marine in 1806 en 1807 van Nederl. Indië. Zijnde een gedeelte van den zakelijken inhoud, medegedeeld door P. BI eek er, van het rapport dd. Zwolle uitquot;. Febr. 1808 van den Commissaris W. C. van Braam. T. v. N. 1. 18H3. N.S. Ie j. II. 148. — Zamenstelling van de zeemagt op 1 April 1807. De namen en maaksel, stations, wapening en bemanning der schepen. Aid. 147. |
6910, Instelling, bestemming en afschaf-daon ter ordre van den Gouverneur en Directeur dezer Kuste Kormandel, door den Corporael J. A. Rood, wegens den toedragt van 't voorgevallene gevecht, tusschen twee 's Compagnie's schepen en de bark Jakatra, met de Angriaensohe roovers. Opgesteld te Nagapatnam, in 't Kasteel, den 31 Julij, Anno 1754, door J. Has elk amp. Eerste gezworen Klerk. Aid. IX. 1755. 2. 1094. — Brief uit Guzuratte van den 15 Dec. 1755, inhoudende andere aanmerkelijke omstandigheden, rakende de drie kielen van de O. 1. Comp., die in den aenvang des jaers 1754 met de Angrianen zijn slaags geweest. Aid. X. 1756. 2. 1201. 15905. Verhaal van het gevecht metzee-roovers door het schip de Vrouw Geertruyda, schipper Willem Bruelle, gedurende de reis van Sumatra naar Batavia op 8 Jan. 1775. Maan del. Ned. Mercurius, XL. 1776. 29. J 5906. Bijzonderheden nopens de zeerooverijen der Lampongers ten tijde der O. I. Comp. Bijdr. Ind. T. L. V.kunde, N. V. I, 150. 15907. Prijsv»aag uitgeschreven tegen Jan. 1872 door het Batav. Genootschap van K. en W. «Hoe men zou voorkomen, dat de vaartuigen der kleine volkjes, aan de overwal van Java, hunne zeerooverijen langs de kusten van Java niet meer zouden kunnen uitoefenen?quot; Verh. Hat. Gen. N. 1. JI. 3e dr. 1826. Foorb. J2; IV. 2edr. 1824. Poorb. 15. 15908. Bijzonderheden nopens de expeditie tegen de Oostersclie Eilanden Aroe en Goram, gelegen nabij Banda, in Mei 1791, onder den Luit.-Kol. en Kap. ter zee bij de Admiraliteit te Amsterdam 1. J. W.Gobius. N. Nederl. Jaarb. XXVI. 1791. 2. 1961. eeuw. fing (1824) van de ïïongi of Amboincscho oorlogsvloot, tegen Lessedi en Cambello. Medegedeeld door W. L. Rit ter. T, v. N. I. 6e j. 2e d. Batavia 1844. 403. Noot. 15911. Beknopt overzigt der Nederlandsche marine van i8Ö8 tot 1851 door den Kap. Luit. Mod era. Tindal en Swari, Verh. 1851. 965. 15912. Aantooning door C. L. Blume in 1840 van de noodzakelijkheid tot versterking onzer zeemagt in de Indische wateren, met het oog op Engeland's staatkunde omtrent China. Ind. Bijdr. I. 1844. 61. |
4.13
15913. Het bestuur der marine onder den Scbout-bij-Nacbt later vice-Adtniraal J. C. Rijk van 3 Junij 1842 tot 15 Sept. 1849, toegelicht door J. C. Rijk.. 1851. Tindal en Smrt, Verh. 1851. 321, 579. — Aankondiging van zijn dood. Aid. 1854, 2e al'd. 173. 15914. Over het Kommandement van den Sohout-by-Nacht van den liosch, en de onder zijn bestuur bewerkstelligde uitbreiding der actieve zeenmgt en tot stand gebragte opnamen, zoomede hetgeen door hem is verrigt ten behoeve der raarilieme etablissement ou te Soerabaja en op Onrust. T. v. N. I. 18e 1. 284. Tindal en Smrt, Verh. 1848. 579. Zie ook T. v. JV. /. 1849. II. 81. 15915. Staat der Nel zeemogt op 1 Jan. 1850. lindal en Swart, Verh. 1850.1, 3. 1591(5. Oneigenaardig gebruik van de stoomschepen der marine in N. I. Voorbeelden van hun gebruik als koopvaardijschip of pakket-boot. ï'. », N. I. 185Ü. I. 442. 15917. Staat van het personeel onzer marine, der Nederlandsche zeemagt en koopvaardijvloot op 1 Januari 1851, en der schepen in aanbouw. Tindal en Smrt, Verh. 1851. 123 enz. 15918. Begrooting voor de marine in 1852, benevens staten van het personeel en de schepen der Nederlandsche marine op 1 April en 1 Junij 185.?. Tindal en Smrt, Verh. 1852, 402. — Idem voor 1854. Aid. 1854. 1 atd. 120, enz. 15919. Korte aanteekeningen van het bestuur der Nederlandsche marine in O. I. onder den vice-Admiraal van der Plaats, 1832— 1855. Smrt, Verh. 1856, 2e afd. 88. 15920. Waarom doen Z. M. stoomschepen in Indiö niet meer diensten? door ***, dd. Julij 1853. Verontschuldiging van de gedurige reparatién en weinige dienst onzer stoom-mariue in Indië op grond van den beweerden halfsleten staat, waarin de ketels en machines bij de uitzending van hier zouden verkeeren. 1'. v. N. I. 15e j. 1853. 11. 72. — Een brief aan de Redaktie, door //Eenige zee-officieren van het eskader in Nederl. Indië,quot; dd. Soerabaja, Sept. 1833. Teregtwijzing van bovengenoemde mededee-ling, gevolgd door eene toelichting van de Redaktie. /lid. 480. 15921. De zeemagt, dd. 23 April 1854. |
Hare inrigting en sterkte in verband met de daarvoor vereischte middelen, met het oog op onze liuiteniandsche Bezittingen, speciaal in Oost-Indië. üids, XVlIIe j. N. S. 7e j. 1854. II. 51. 15922. Memorie tot toelichting van het aan te nemen stelsel voor de Nederlandsche marine, overgelegd bij de begrooting van het Dep. van Marine voor 1855. Swart, Verh. 1855. 2e afd. 129. 15923. Opgave nopens het personeel der Ned. marine en van hare administratie op 1 J ulij 1855, en staat der schepen daarvan in 1S35. Swart, Verh. 1855. Ie afd. 215. 15924. Iets over de marine in Ned. Oost-Indië en hare vereischte zamea stelling. Swart, Verh. 1856, 2e afd. 97. 15925. Zakelijk verslag van de verrigtin-gen der Nederlandsche marine in Oost-Indië gedurcude 1856, 1857 en 1858. Swart, Verh. 1860, 2e afd. 15. 96; 1861. 2e aid. 39. 15926. Een ieder op zijn werk! Klaar om te wenden! Door N. O. Sieburgh. Over den toestand, de eischen en belangen onzer marine, ook met het oog op de Bui-tenlandsche Bezittingen en de vroegere koloniale marine in Ned. Indië. Gids, XXHe j. N. S. 11e j. 1858. I. 233, 389. 15927. Marine. 1. door T. L. L. Beschouwingen over den toestand van het personeel, met betoog voor eene reorganisatie. T. v. N. I. 21e j. 1859. II. 22U. — II. Ingezonden. Vervolg, aantooning van den onvoldoenden staat van het materieel. Aid. 284. — Is de Marine niet meer in vervalf door X. Y. dd. Leiden 30 Jan. iS60. Ad-haesic en toelichting der voorgaande stukken, met aanbeveling van de benoeming eener staatscommissie ter regeling der marine-aangelegenheden. /lid. 22e j. 1860.1.135.— Marine-aangelegenheden, door H. dd. Amsterdam. Adhaesie aan het artikel van X. ï. Afkeuring van het thans gevolgd systema voor den aanbouw van schepen, tevens tot wederlegging van de beschuldiging van den oud-Min. van Mar. J. Enslie tegen de Indische Regering wegens de overrompeling van 'L. M. stoomschip Onrust in Banjer-massing, door hen geplaatst in de Rotterd. Cour. van 19 Junij 181)0 No. 167. Aid. 11.136, 15928. Iets over de marine van de Ned. O. 1. Kolouiön, door een Ned. zeeofficier. |
414
Bescbouwingcn. over de inrigting, zamen-stclling on belangen onzer zeemagt. aldaar. Swart, Verh. 1861, 2 afd. 231. 159:29. Enquête omtrent de zeemagt. Extracten, speciaal de koloniale belangen betreffende, uit het verslag der Commissie voor die enquête. Kolon. Jaaih. 2e j. 1862. 467. 15930. Het verslag dor Commissie van enquête, omtrent de zoenmgt die Nederland behoeft, dd. 13 Sopt. 1862. Sicart, l'erh. 1862, 2e afd. 3i9. 15931. Nota, betrekkelijk do bestaande on gevorderde zeemagt van don Staat van J. Modera, van do Gommiss, van onderzoek aangaande 's Rijks zeemagt 1862. Smrt, rerh. 1803. 2 afd. 15. 15932. Beknopt overzigt van, en beschouwingen over het verslag der Comm. van enquête van 1862, over do aangelegenheden der zeemagt, door J. Modera, oud-kapitein t/z. Swart, l'erh. 1863, 2 afd. 3. Personeel. 15933. Opvolgende Ministers van Marino van 18i3—1861. Swart, Perk. 1861, 1 afd. 18S. 15934. Overzigt der hier te laude bestaande zeemans-oollogiën, roddingsmaat-sohappijen en matrozen-Instituut te Amsterdam en de Ncderlandseho zeil- en roci-ver-eeniging te Amsterdam. Tindal en Sicart, Verk. 1850. 12—SI; 1851. 441. 15935. Brief van den Min. Rijk aan de Tweede Kamer der Staton-Generaal, over het Instituut te Modomblik, naar aanleiding der brochure Tengbergen. Tindal en Swart. 1840. 784. 15936 Inrigting van het Instituut voor de marine to Medemblik, voorwaarden van toelating, on kort overzigt der resultaten sedert 1828. Tindal eu Swart, F erh. 1850. 4157. 15937. Repliek van Bruining aan Dr. van Heusdon, over do opleiding der adelborsten, met het oog op de inrigting te Breda, en iets over de marine,door M.H. Jansen. Swart, Verh. 1853, 2 afd. 106. 142. |
15938. Koninklijk besluit van Julij 1854 ten aanzien der opleiding van jongelingen tot adelborsten aan boord van Z. M. schepen van oorlog. Swart, l'erh. 1S54, 2e aid. 282. 15939. Koninklijk besluit van 13 April 1^.56 No. 59, houdende vaststelling der verordening op do benoembaarheid tot gezaghebbers en stuuriiedon bij de dienst der Gouv. marine in Ncd. Indiü. Peth, Verza-melimj, Leiden 11. 68. 15940. Besluit betrekkelijk sedentaire betrekkingen bij het zeewezen in Indië. Uit de .lavascho Cour. van 25 Aug. 1849 No. 68. Tokst van dat, dd. 17 Aug 1849 No. 7, van don Gouv.-Gon. tot vaststelling dier betrekkingen en huune vervulling, eu verplig-tingen en emolumenten daaraan verbonden, alsmede Reglement op de verhoogde pensioenen voor ollloiereu, behoorende tot het zeewezen van Ned. Indic. Pilaar Sf Obreen, Tijds. X. 1850. 70. 15941. Rapport, en bijbehoorende stukken over het weduwen- en weezenfonds der zoe-oflloioren en maatregelen lot verbetering daarvan, en kritiek, door Berghuis, eu nader rapport. Swart, Kerh. 1853, 2e afd. 1, 407; 1854 2 afd. 301, 322; 1855. 2 afd. 106. 15942. Verslag dor Commissie tot onderzoek van den stand van het weduwen- on weezenfonds van militaire ofiieieren bij de zeemagt, 1860. Sreart, l' erh. 1860.2 afd. 217. 15943. Overzigt van don staat van het weduwen- en weezenfonds der zceoHicieren op 1 Januanj 1860. Swart, Verh. 1860. 2 afd. 235. 15944. Korte opgave, door P. A. Lcu pc, van hetgeen door hot korps Mariniers iu Ncd. Üost-Indiö sedert 1816 is verrigt. Gids, XVIIe j. N. S. 6c j. 1853. I. 2'J6. Materieel. 15945. Staat van Hollandscho oorlogschepen, door do Engclsehen vernield of genomen van 1795—1813. Tindal en Swart, Verh. 1852. 620. 15946. Herinnering aan denkbeelden en voorstellen betrekkelijk het nut dat uit dc toepassing der stoomwerktuigen op do schepen van oorlog zou kunnen getrokken worden, in 1824 aangegeven, en thans medegedeeld door |
415
A. G. Tromp; ook met het oog op het (Ifiarstcllen ccner zekere gemeeusehap met onze ludische Bezittiugeti in oorlogstijd. Smrt, yerh. Jb62. 2e afd. 207, 295. 15947. Loodvcrgiftiging op Nederlandsohe schepen ten gevolge van het inwendig meniën der ijzeren waterkisten. Tiudal en Smrt, Kerh. IV. 179. 15048. Beschouwingen over de stoomschepen in Ned.-Indic. In het opstel //Ecu blik op de hedendaagsohe oorlogschepenquot;. Siuart, yerh. 18C1. 2c aid. 1G3—IC5. 15949. Do vloot der toekomst. Inhoud ccner Eugelsehe brochure van Seott Russell in ber. belang van den aanbouw ecner vloot van ijzeren bomvrije oorlogschepen op particuliere werven. Alsmede een woord van de lledaetie. Ecou. J8(i2. 373. 15950. Aankondiging en overzigt, door A. ü. Tromp van bet Rapport der Kommissie, betreffende het pantseren van schepen en vaartuigen van oorlog, 's Hage li62. üwarl, '/erh. 1862. 2e afd. 228. 15951. Snelle uitrusting van het Nedcr-landsch oorlogsl'regat Mclampus in 1822 te Suerabaja. Tiudul en Swarl, /^^/1.1848.586. 15952. Beschrijving van een klein stoomschip de //Rance,quot; gebouwd te Singapore en bestemd tegen de zeeroovers in het Noorden van Borneo. '1'iudal en Swart, ^erh. 1849. 211. 15953. Beroep op den Min. van Kol. I. 1). Eranscn van de Putte, tegen eene wet op de pantsering onzer oorlogschepen. Eeon, Bijblad. 1863. 89. 15954. Vcrbrandiug van Z. M. Korvet Sumatra op dc reede van Kcma. Swurt, yerh. 1854. 2e afd. 287. 15955. Iets over dc maritieme etablissementen op Java en de stoomvaart in Nederl. Indië, met plannen van dc ontworpen werken te Socrabaya, onder aantooning der verdiensten van den Sehout-bij-Naeht van den Bosch, cn van de noodzakelijkheid der stoom-marine tegen dc zeeroof. Tiudal en Swurt, 1849. 106, Kib. — Drijvend droogdok te Socrabaya. Aid. 1850. 683. — üunsügo resultaten van dat dok. Aid. 1S51. 477. 15956. Overzigt, door Kemper vau de marine-ctablissemcnieu in Kcd. Üost-Indië, gedurende 1856. Swurt, Verh. 1857. Ie afd. 310. |
15957. Uittreksel van het verslag over do fabrijk voor dc marine en het stoomwezen te Socrabaya in 1858, cn mcdedcelingen over haar oorsprong en inrigtiug, door den Dir. D. L. Wolfson. Üok over de Inland-sche werklieden. Swart, /erh. 1861. 2e aid. 3, 23; Tyds. Nijv. N. I. VI. 71. 15958. Brief van Kemper aan dc Redactie, dd. Batavia 9 Sept. 1856, inhoudende mededeelingeu betreffende hot drijvend droogdok te Onrust. Swart, yerh. 1856. Ie afd. 478. 15959. Reglement voor het drooge dok te Onrust. Smrt, Verh. 1850, le afd. 327. 15960. Dc oorsprong der Ncd. Vlag op nieuw geschiedkundig onderzocht en nagespoord, door D. G. Muller, Oud-Secretaris Gen. bij het Depot van Marine. Swart, ferh. 1862. 2c afd. 83. 15961. Eenigc berigten en mededeelingeu betrekkelijk do O. 1. hydrographie, door Jacob Swart. Hierin op pag. 245 weder-oprigting of herstelling in 1838, van de «Commissie tot het verbeteren der zeekaarten van Ned. O.-Indiëquot;, eu overzigt der verrig-tingen dier Commissie. Tindal en Swart, Verh. II. 1841. 24j, 496, 791. — Eerste oprigting dier Commissie in 1621. Tijd». N. I. 4e j, I. 57; Melcill, Mumteur. 1848 — 49. 248. 15962. Over de nalatigheid van het Nc-derlandseh Indisch Gouvernement in het plaatsen van seinpalen, bakens, tonnen, enz. ten behoeve der scheepvaart. Tindal en Swart, 1849. 573. 15963. Plan voor de kustverliehting in Ncd. Indic. Swart, Verh. 1660. ie afd. 448. 15964. Toelichtende Nota omtrent het ontwerpen cu den bouw van den vuurtoren op de vierde punt in Straat bunda nabij Anjer; opgemaakt door den lug. bij de waterstaat G. T. Dceleman Pzn, dd. Batavia Dcc. 1851. Met plaat. Inst. v. Lmjenieun, Not. 1851—52. 172, zie ook 11. 15965. IJzeren vuurtoren. Uit the Civil Engineer Oct. 1853. p. 376. Tijd». Nijo. iV, I. II. 1855. Uittr. i'lb. |
416
1596C. De recde van Fatavia, door P. B r u i u i n g, met voorstel tot den aanleg van een breekwater aldaar en nadere toelicliting met schets. Tindal en Swart, Verh. 1852. 201; 1853. 2e afd. 372. 15967. Reglement voor het loodswezen iu Straat Bali (Oost-Java). Indische publicatie van 23 Oct. 1{gt;49. Overgenomen uit de Jav. Cour. van 31 Oct. 1849. Thdal en Swart, Verh. 1850, 72. Zeeroovers, 15968. Ken ha'fjiiar uit het leven van wijlen den gepens. ads.-lies. J. Stokbroo, door E. de waal. Relaas, gegeven door den sous-luit. ter zee in dienst der kol., Johannes Stokbroo, oud 25 jaren, op den 17 Dec. i807. ter gouvernement Samarang, betreffende het gevecht van de Ned. O, Ind. oorlogspantjallang //De Vrede'' met zeeroovers, en zijne gevangenschap en verlossing uit hunne handen. Ind. Mag. I. Tio. 1814. No. 10, 11 en 12. bl. 214. ' 15969. Quelqucs mots en reponse aux attaques des journaux Anglais contre la Neêr-lande. Speciaal ook over ie wering van den zeeroof overeenkomstig bet traktaat van 17 Maart 1824. Melodl, Motnteur. II. 1847—48. 217, 222. 15970. Hermnerinpen uit Indië, door P. Melvill van C.arnbée. Zijnde uittreksels uit de Batav. Col. Cour. van 1810, de Batav. Cour. van 1819, en uit de Jav. Cour. van 1828 en 1834 en 1835, betreffende eenige wapenfeiten in de Indische wateren. 1'ilaar 4* Obreen, Tijds. VII. 1847. 25, 106, 2J0, 452 en VIII, 1848. 42. ] 5971. Notices historiques sur les pira-teries commises dans 1'A rchipel Indirn-üriental, et sur les mesures prises pour les reprimer par le Gouvernement Neerlandais, dans les trente dernières années, par J. C. Cornets de Groot (1816—1845) Met een geschiedkundige inleiding voor het vroegere tijdperk. Melvill, Monileur. I. 1846—17. 158, 194, 230, 267, 319. II. 1847—48. 11, 33. 15972. Voorgenomen zamcnstelling van een geschiedenis der zeeroovcrijen in den Indisehen Archipel sedert 1845, ah vervolg op die van J. G. Cornets de Groot, voorkomende in Melvill Moniteur. Handel, Ind. Gen. 5c j. 206. |
15973. Over de Nederlandsche staatkunde in den Indisehen Archipel, en de zeeroovcrij aldaar, in verband met Brooke en het't raktaat van 18H4, ontleend aan den Edinb. Rev. van Julij 1852 en Oct. 1854. Econ. 1852. 261; 1854, 307. — Aansporing tot refutatie daarvan, door Qu ar les. Tijds. N. [. 14c j. II. 281, en voor Japan. 15e j. I, 1. 15974. Berigten omtrent de zeeroof in den Ned. Indisehen Archipel, over 1852 en 1853. Verslag der verklaringen van gehoorde getuigen en de gedane togtcn, getrokken uit het rapport van den Kommandaut van Z. M. zeeniagt in O. I. aan het Gouvernement. Tijds. Ind. T. L. -kunde. III. 1855. 1.— Idem over 1854. Aid. IV. N. S. I. 1855. 383. — Idem over 1855. Aid. VI. N. S. III. 1857. 125. — Idem over 1856. Aid. VIL 3 S. I. 1858. 350. 15975. Beschouwingen van J.E.G. Bruin und en W. R van Hoë ve 11 over den zeeroof in den Indisehen Archipel en de middelen daar tegen. T. v. Af/.16e j. 185 K I. 350.— Idem van P. J. Veth. Aid. 17e j. 1855.11. 165. — Idem van H. J. Lion. Aid. 189. 15976. Berigten omtrent den zeeroof in den Ned. Ind. Archipel van 1856. 'Tijds. Ind, T. L. V.-kunde. Vil. 350. Zie ook Verh. Tindal Sf Swart 1860. 2e afd. 19—29. — Eenige berigten over de ü. 1. zeeroovers (zamengesteld uit de verklaringen van gehoorde getuigen gedurende 1860). Swurt, Verh. 1861. 1 aid. 304. 1B977. Bijdrage tot de kennis van den Maleischen zeeroover. Mededeelingen en beschouwingen betreffende de oorzaken van den zeeroof en de middelen tot zijne vernietiging, hoofdzakelijk ontleend aan liet werk: «Quedah, or Stray Leaves from a Journal in Malayan Waters. By Sherard Osborne. London 1857quot;. T. v. N. L. 20e j. 1858. I. 77. 15978. Pogingen der Amerikanen ter bescherming van hunnen handel tegen de zeeroovers in de Chinesehe Zeeën en den O. I. Archipel. Swart, Verh. 1857. le afd. 540. 15979. Extract uit het rapport, dd. 5 Febr. I860 van den Belgischen Consul-Gen. in Engelsch Indië d'Egrcmont, voor zoo veel betreft de zeerooverij bij den Indo Chinee-schen Archipel, en de bestaande geheime genootschappen onder de Chinezen, waaraan ook de Inlandsche bevolkingen zouden zijn toegetreden. Eoon. 1860. 273. |
417
15980. Over de voorgenomen Britsehe expeditie tegon de zeeroovers in den O. I. Archipel. Kol. Jaarb. 3o j. 1863. 448. 15981. Resumé der verklaringen, afgenomen van uit handen van zeeroovers ontvlugte personen, als ook van gevangen genomen zeeroovers zeiven, gedurende 18G1 bij het Marine-Departement ontvangen, door den Schout-bij-Naeht J. May. R. Verslag 1861. Bijl. i\ Gedr. Sluit 1863—64. CXX1I. No. 8. — Overgenomen o. d. titel: Zeeroof in den Indisehen Archipel. ï. v. N. /. 1864. N. S. 2e j. II. 375. 15982. Iets over de zeeroovers in de Perzische en Arabische Golf. Uittreksel uit een artikel van the United Service Journal van Maart 1849, getiteld: The Indian Array for thirty years by Exbombardier Gabion Fuse. Tindal en Swart, Verh. 1849. 540. 15983. Eenc kennismaking met Chinesche zeeroovers, in 1864. Verhaal ontleend aan; Mad. Fanny Loviot, A Lady's captivity among Chinese pirates. London 1859. Vad. Lett. 1859. II. 365. 15984. Instructie, dd. Oct. 1838, voor den Gezagvoerder Nijgh, van's Lands schoener Niobe, gestationneerd aan de uitwatering der rivier Tjenako, in het rijk van Indragiri. T. v. N. I. 15e j. 1853. II. 160. — Idem voor den Koramandant van Z. M. korvet Triton, voor zijne reis en verblijf aldaar. Gearresteerd te Buitenzorg don 31 Mei 1838. Aid. 150. 15985. Nias in 1856. Verhaal der beide expeditiën naar Nias van 1856, met rectiü-catie van het ïijds. v. N. I.; over de verrig-tingen van den Kommandant te Lagoendi A. W. ï. Heyligers; alsmede gunstige schets van den staat van zaken op Nias in 1857. Kolon. Jaarb. 1861—62. 193. 15986. Verhaal, dd. 1 Junij 1861, der expeditie in 1855 — 56 onder bevel van den Kap. der Inf. H. P. de Vos, met Z. M. schoonerbiik Banda tegen de radja's van Botohosi en ürahili op Nias. Kol. Jaarb. 1861—62. 196. 15987. Bijzonderheden nopens de mislukte expeditie van Z. M. Stoomschip Rei-nier Ciaessen naar Nias, ter beteugeling van |
den slavenhandel en kinderroof op de Westkust van dat eiland. Kol. Jaarb. 3e j. 1863. 387. 15988. Zeeroovers slaags met praauwen. Uit de Javasche Cour. van 26 April 1834 No. 34, medegedeeld door P. Melvill van Carnbée. Krachtige medewerking tot beteugeling der zeerooverij door de vorsten van Sumbawa, Boneratte, Linga en Riouw. Pilaar Sf Obreen, Tijds. VII. 1847. 211. 15989. De zeeroof in den Indisehen Archipel. Mededeeliugen en opmerkingen omtrent zijn nadeeligen invloed op de ontwikkeling en bedrijvigheid van de bevolking der Anambas-, Natoena- en Tambelan-eilan-den. Getrokken uit togtjes in het gebied van Riouw en onderhoorigheden, de Eilandengroepen in de Chinesche Zee, door E. Netscher, Res. van Riouw, dd. Riouw 3 Jan. 1862. T. v. N. 1. 1863. N. S. Ie j. II. 127. 15990. Een algemeene expeditie tegen de zeeroovers-staten. Beloog hiervoor, naar aanleiding der berigten nopens de zeerooverijen ia de wateren van Banka gedurende Junij 1862. T. v. N. I. 24e j. Ib62. 11. 189. 15991. Verhaal van de onderwerping op Biliton in Sept. 1851 van een aantal zeeroovers van Blantoe, die zich als arbeiders bij de voorgenomen concessie tot tin-exploitatie hebben verbonden, onder voorbehoud van amnestie. T. v. Af. I. 15e j. 1853. L 30, 121. 15992. Het plunderen van een Chincescli schip in de naoijheid van Borneo. Uit het leven van ecu zeeroover. A'. Keur v. Memj. 1835. 321. 15993. AantcckeningcD van J. Dalton, betreffende de zeerooverij op de Oostkust van Borneo, gemaakt op zijne reis in 1827 en 1828. T.v.N.I. ISe j. 1856. II. 285. 15994. Beschrijving van do zeerooverij van de Maleijers ter Westkust van Borneo, door G. '1'. v. N. I. 15e j. 1853. II. 229. 15995. Namen der oorlogsvaartuigen en 53 |
418
officieren, die deel hebben genomen aan de expeditiën ter Westkust van Borneo van 1853 tot en met 1856 en de daarvoor toegekende bclooningen. v. Doren, Terugkomst. Amst. 1856. 15996. Gevechten met de zeeroovers bij Poelo Laut. Uit de Javasche Cour. van 19 Aug. 1836 medegedeeld door P. Meivill van Carnbée. Expeditie onder bevel vun den Luit. ter zee le kl. W, J. Schuier, April—Junii van dit jaar. Pilaar amp; Obreen, Tijd*. VIII. 1848, 42. 15997. Hawoan en de Zeeroovers. Met een plaat. Bijzonderheden nopens den aanval in 1844 en in 1850 op het eiland Bawean door zeeroovers; mede in verband beschouwd met de expeditie van 1848 tegen Soeloe. T. v. U. I. 13e j. 1851. I. 158. 15998. Gevecht van een koopvaarder tegen zeeroovers. Uit de Batav. Cour. van 22 Mei 1827 No. 35, medegedeeld door P. Meivill van Carnbee. Verhaal van het gevecht door de brik Sara, onder Joh. Kas-perman, op de Noordkust van Java op den Jln te voren. Pilaar Sf Obreen, Tijds. VII. 1847. 109. 15999. Kapitein H. C. Nolle onder de teeroovers, met de brik «Anna Mariaquot; in 1822 op de Noordkust van Java. Zijn wedervaren en redding. T. v. N. 1. 14e j. 1852. II. 289. 16000. Verhaal van den gezagvoerder der brik «-Anna Mariaquot; H. O. Nol te, omtrent zijne ontmoeting met en zijne gevangenschap bij de zeeroovers, in Maart 1822. Zijn officieel rapport, dd. Samarang 22 Nov. 1822. Tijds. Ind. T. L. /.kunde, 1.1853.162. 16001. Gevecht van zeven kanonneer-booten. Uit de Batav. Kol. Cour. van 1810 No. 28, medegedeeld door P. Meivill van Carnbée. Verhaal van het gevecht onder den Luit. t/z A. J. Meijer regen twee vijandelijke schepen bij de hoek van Sedarie op 29 Junii 1810. Pilaar cf Obreen, Tijds. VU. 1847. 105. |
16002. Ecne rooverspraauw genomen dooide briK Windhond. Uit de Jav. Cour. van 3 Nov. 1828, medegedeeld door P. Meivill van Carnbée. Zakelijke inhoud van het rapport, dd. P van den Luit. t/z. D. J. do Man, commandant dezer brik, bctreilonde dat feit in Oct. 1828 op de hoogte van Pama-noekan. Piluar Obreen, Tijds. VII. 1847.25. 16003. Gevecht op de reede vau In-dramaijoe. Uit de Batav. Kol. Cour. vau 1810 No. 28, medegedeeld door P. Meivill van Carnbée. //Extract uit het Kegister der besluiten van Z. Exe. den Maarschalk en Gouv. Gen., dd. Batavia 25 Sept. 1810,quot; inhoudende de gemotiveerde vrijspraak vau alle pligtvcrzuim van den kadet t/z. 1 kl. Bodiman en de beide andere kommandanteu vau de drie Lands kruispraauwen, door deu vijand genomen op 29 Aug. 1810. Pilaar A-Obreen, Tijds. VII. 1847. 106. 16004. Vonnis van den Kaad van Justitie te Batavia, ter zake van zeerooverij, gepaaid met moord en moedwillige verwonding, dd. 26 Maart 1851, in revisie door het Hoor Geregtshof in N. Indië bij arrest van 2'J April 1851 verbeterd. Veroordeeling der schuldigen, gevangen genomen door Z. M. stoomschip Vesuvius op 24 Maart 1850, bij- de Boompjes Eilanden, ten noorden van Chcri-bon. liegt N. I. 3e j. V. 1851. 318. 16005. Verslag van het ontmoeten van een padoeakan der zeeroovers met Z. M. kanonneerboot No. I, gekommandeerd door den tweeden Luit. Tishauser, in de nabijheid van de reede van Toeban, op den 24n Dcc. 1816. T. v. jV. 1. 23c j. 1861. I. 286. 16006. Gevecht tusschen een kruispraauw en zeeroovers. Uit dc Jav. Cour. van 21 Mei 1829 No. 61, medegedeeld door P. Meivill van Carnbée. Verhaal van dat door den Juragan Intje Tomik op de hoogte van Japara op den lOn tevoren gevoerd. Pilaar en Obreen, Tijds. VII. 1847. 210. 16007. Verhaal van een kruistogt tegen de zeeroovers, door P. A. J. Bloysvan Treslong Prins, Luit. ter zee 2e klasse. Aan boord van Z. M. stoomschip Phoenix, reede Soerabaja den In Eebr. 1844, in de watoren van Sumanap in Nov. 1843, door Z. M. stoomschip Phoenix en Z. M. schoener Zephir, onder bevel van den Luit. ter zee le kl. J. W. Stoll, met mcdedeelingvan hel rapport dd. 2U Nov. 1843 van den kom-maudant J. W. Stoll, alsmede van de dagorder dd. Batavia 30 Lee. 1843 tot tevre- |
4.19
(lonliciclshfiluigiiig over dezen welgeslaagden togt, T. v. A. /. (ie J. Ie d. Batavia Ibéi. 410. Verhaal van den kruistogt van Z. M. stoomschip Phoenix, onder bevel van den Luit. ter zee, 1 kl. J. W. ütoll, tegen de zeeroovers in Nov. 1843, door den Luit. ter zee P. A. J. B1 o y s v a n ï r e s 1 o n g P r i n s, dd. Z. M. stoorasehip Phoenix, reede Soera-baja, 1 Pebr. J8'W. (.Eensluidend met bovengenoemde). Pilaar en Obreen, Tijds. IV. 1844. 344. 16008. Expeditie tegen de zeeroovers in de Indische wateren, in 1843. Kruistogt van Z. M. stoomschip Hekla, de brik Postillon, en de schoeners Zephir en Egmond, onder hevel van den Kap.-Luit. t/z. J. ïquot;. A. Coert-zen in de wateren van Sumanap, de eilanden beoosten Java, alsmede in Straat Saleijer en in do wateren van Celebes, van Maart tot Julij van dat jaar. Pilaar en Obreen, Tijds. IV. 1844. 123. 16009. Zeeroovers slaags met den schoener Iris. Uit de Jav. Cour. van Si3 April 1834 No. 33, medegedeeld door P. Mel-vill vanCarnbée. Ontmoeting op den 1 In te voren ten noorden van Straat Balie. Pilaar en Obreen, Tijds. VIL 1847. 211. 16010. Bijzonderheden nopens een expeditie in het laatst van J84(J. tegen do zeeroovers op Kalatuea onder bevel van den Kapitein ter zee van der Hart. Tindal en Swart, yerh. 1850. 251. 16011. De zeerooverijen der Soeloerezon. Bijzonderheden en middelen van bedwang, volgens 1). J. van der Dungen Gronovius in 1848, wordende daarbij op den voorgrond gesteld, dal; sedert de komst der Nederlanders in den Archipel de zeerooverijen aanmerkelijk zijn toegenomen. T. v. N. I. 185Ü. II. 99. 16012. Gevecht met de roevers bij het eiland Kangeang, in Jan. 1851 met Z. M. stoomschip Hekla. llapport, dd. P, van don vice-Adm., Kommandant van Z. M. zeemagt in O. I., E. B. van den Bosch aan den Min. van Staat Gouv. Gen., benevens uittreksels eener particuliere correspondentie, betrekkelijk dat gevecht. Pilaar en Obreen, Tijds. XI. 1852. 133. |
16013. De expedities van de stoombooten Hekla en Samarang in 1851 tegen dc zeeroovers, nabij Kangeang en de Noordkust van Eloros, benevens eenige bijzonderheden omtrent de overwinning door de Nederlandsche marine in 1848, en nu onlangs in 1851, door de Spanjaarden op den Sultan van Soeloe behaald. Met kaarten. Door J. Jj'. G. Bruin und. Indiana, 1. 1853. 67. 16014. Vlugtige vermelding, door Prof, P. J. Veth van de expeditién tegen de etablissementen der zeeroovers op de Noordkust van i'lores, in 1851 door de stoombooten Ardjoeno en Etna, Heklli en Samarang volbragt. T. v. N. I. 17e j, 1855. II. 178. 16015. Overzigt der pogingen sedert 1839 van do Engelschen, Eranschen en Spanjaarden tot wering der zeerooverij op de N. W.-kust van Borneo en in den Soeloe-Archipel, door E. A. A. Gregory, Luit. ter zee, dd. Batavia. 30 April 184b. T. «. N. I. 7e j., Batavia 1845, 4e d. 57. — Ook geplaatst in Tindal en Steurt, Verh. VI. 386. 16016. A antetkeningen en beschouwingen betrekkelijk de zeeroovers en hunne roove-rijcu in den Indisehen Archipel, alsmede aangaande Magindanao en de Soeloe-Archipel, door E. A. A. Gregory, Luit. ter zee, dd. Batavia den 1 Oct. J844. Nedcrlandsche en Engelsche expediliën in 1843 en 1844 tegen de roovers, hunne schuilplaatsen, hunne wijze van vechten en roovcn, middelen ter hunner vernietiging. T. v. N. I. 7e j. Batavia 1845. 2e d. 300. — Ook geplaatst in Tindal en Swart, Kerh. VI. 139. 16017. Aanleekeningen omtrent Soeloe en de Soeloesche zeeroovers, door A. J. E. Jansen, Res. van Menado, dd. Menado 15 Sept. 1856. Beschrijving van deze zeerooverij, met aanwijzing van het onvoldoende van het be-kruisingstelsel tegen de zeeroovers, ook wegens de vor-zigtbare rookkolommen der stoomschepen, en met aanbeveling daarentegen van een stelsel van blokade en tuchtiging op de Sollokscho eilanden zelve. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VIL 3 S. I. 1858. 211. 16018. De zeeroof in den Indisehen Archipel. Een artikel uit Indii; ontvangen ter mcdcdeeling van het berigt nopens de verwoestingen onder Menado door de zeeroovers in den aanvang van 1862, geplaatst in de Jav. Cour. van 5 April 1862 No. 28, en van de partikuliere bcrigten nopens het voorgevallene aldaar, gevolgd door een aantooning van de middelen tot beteren tegengang vaa |
den zeeroof. Met naschrift van de Redactie tot wederlegging, en ten betooge voor de zamenwerking tusschen de betrokken Mogendheden voor eene afdoende tuchtiging der Soeloe-Eilandcn, met medcdeeling van het beraadslaagde over dit onderwerp in de Tweede Kamer op 9 Deo. 1858 en op 7 Dec. 1859, T. v. N. I. 24e j. 1862. II. 80. 16019. Doel van den togt van Z. M. stoomschepen Madura en Sindoro naar dc Soeioe eilanden in het begin van 1863. Kol. Jaarb. 3e j. 1863. 185. 16020. Gevecht met dc zeeroovers. Uit CMneezen, enz. 16022. Bijzonderheden betrekkelijk het Chinesche krijgswezen, en het verschil van hetzelve met dat van Engeland. Vriend Vad. XIV. 1840. 636. 16023. Chinesche zeeraagt. Mededeeling uit The Canton Press, van het aantal oorlogsjonken, en het getal stukken geschut dat zij voeren, llec. o. d. Ree. XXXIII. 1840. Meng. 48. 16024. Aantooning van de sterkte van het Chinesche staande leger, door J. van der Vinne. T. v. N. I. 4e j. 2 d. Batavia 1842. 290. 16025. Wetenswaardige bijzonderheden, rakende de krijgsmagt cn de krijgstucht der Chineezen. Uit het Eransch van den Abt Grosier. iV. Ned. Bibl. VII. 1787. 2 st. 515. 16026. Keizerlijk edict, dd. 13 Jan. 1842. Medegedeeld door J. van der Vinne. liij-dragc, om te lecren kennen op welke wijze Zijne Hemelschc Majesteit krijgstucht, naijver en moed aan zijn legermagt tracht in te boezemen, en de dapperheid weet te beloonen. Overgenomen uit 'Ihe Cantonregister van 19 April 1842. T. v. N. L 4e j. 2 d. Batavia 1842. 339. 16027. Chinesche soldaten. Naar Bayard Taylor. Leeskab. 1858. 1. 229. 10028. Bijzonderheden nopens de wape-öen der Chinezen. Oh tl eend aan Mackenzie's |
do Jav, Cour. van 1 Nov. 1S34, medegedeeld door P. Melvil! van Garnbée. Verklaring, op 22 Sept. 1S34 voor den Magistraat te Makasser afgelegd door Alexander Bros, ingezeten aldaar, omtrent zijn wedervaren bij dc zeeroovers, nadat hij, bij het nemen van den sehoener Maria Philippina in hunne handen was gevallen in Augustus 1833. Pilaar en Übreen, Tijds. VII. J847. 452. 16021. Over de plaatsgegrepen plegtige afzwering van den zeeroof, door dc Tobel-lorezen, welke echter zonder gevolg is gebleven. Buddingh, Ned. O. Indië. II. llott. 1860, 121—126. Second Campaign in China. Keur v. Meng. 1845. 247. 16029. Onbedrevenheid in de krijgskunst van het leger in China. Volgens den llus-sischen reiziger Do bell. Vad. Lett. 1831. II. 28. 16030. Chinesche krijgslist. Opstandelingen tegen het keizerlijk leger in China in 1832, volgens medcdeeling van Gutzlaff. Leeskab. 1841. II. 184. 16031. Brief, dd. Peking 8 Oct. 1696, inhoudende verhaal van den oorlog door den Keizer van China tegen den Koning van Elonth, in Tartarije, gevoerd. Eur. Mercurias, X. 1699. I. 7a. 16032. Beschrijving der wijze van oorlogvoeren door de Birnians. Boe/cz. April 1825. 442. 16033. De conscriptie in Sinm; door K. Alg. Lett. Maandschr. XVI. 1832. Meng. 272. 16034. Staat aantoonende de sterkte der land- en zeemagt des Konings van Cochin-China in 1800; volgens J. Barrow. Vad. Lett. 1807. 2. 286 en 287. 16085. Beschrijving der oorlogsmarine in Cochin-China. Stoari, Vcrh. 1857. 1 afd. 162. Indiërs, ent. 1C036. Over de krijgstochten te lande |
421
naar Indië. Getrokken uit Th. i'V. Elirmanns, Geographisch Historiseher Versuch, onder dien titel. Weimar 1808. I. Krygstogt van Alexander den Grooten naar Indië. Ree. o. d. Ree. III. 1808. 541., 54S. — It. De krijgstogt var. Nadir-Schah of Thamas-Kouli-Khan, Koning van Perzio, naar Indië, 1735 —1740. Aid. 632. — III. Het nieuwste ontwerp van eenen krijgstogt over het vaste land naar Indië, niet opmeikingen over de bezwaren daaraan verbonden. Aid. 729. 16037. Beschouwingen der ligte ruiterij en der ongeregelde ruiterbenden in de onder-seheiden werelddeelen; door ****.... N. Beschrijving van de Hindostanschc ruiterij, benevens van de Banka's in Hindostan. Milit. Speet. IX. 1841. 131. 16038. Historisch verhaal van de schielijke progressen der wapenen van Tamas Koeli Kan, thans Nadir Schach van Perzië in het rijk van den Grooten Mogol, volgons uittreksel uit een brief van Suratte in Indië, dd. 11 April 1739. Eur. Mercurius,h. 1739. II. 339. — Bijzonderheden nopens dezen oorlog, volgens brief dd. Ispahan 10 Febr. 1739. Aid. I. 243. — Latere berigten. Aid. II. 256, 65, 130, 131; LI. 1740. 1.52. 100. — Opgave van den buit door den Schaeh Nadir op den grooten Mogol behaald. Aid. LI. 1740. II. 172. — Historisch verhaal van den Schach Nadir in het veroveren der Indii'n, zooals dit is medegedeeld in een brief van Voulton, Chirurgijn aun het Hof van den Grooten Mogol, aan hel franschc Hof. Aid. 202. 16039. Voorgewende hooge oudheid der uitvinding van het grof geschut. Uit de ÏVansche vertaling van de voorrede der En-gelsche overzetters, Halbed, van het Wetboek der Hindoo's of de voorschriften der Braminen. LetUrh. IS06. II. 318. 16040. Perzische artillerie. Byzonderhe-den nopens hare uitwerking. Ree. o. d. Ree, XXXIV. 1841. Meng. 221. 16041. La Marine des Arabes et des Hindous, par M. Th. Pavie. Aankondiging door E. de Waal van dit artikel, geplaatst in de Revue des Ilevues, 1843 No. 11. Ind. Mag. I. Tw. 1844. No. 7, 8 en 9. bl. 163. Engelse hen. |
16042. Zakelijke inhoud van elk der artikels van de Bill, voor de eerste maal in het Engclsch Parlement voorgelezen, op 26 Febr. 1754, en dienende tot verhoeding van muiterij en desertie onder de militairen in dienst van de Oost-Indische Compagnie. Ear. Mereurius, LXV. 1754. 1. 196. 16043. Bijzonderheden nopens de overwinning dor Kngelschen op Angria. Zijne gevangenneming en aankomst te Bombay. Maandel. Ned. Mereurius, I. 1756. 156. 16044. Lijst der Engelsche oorlogschepen in Oost Indië. Maandel. Ned. Mereurius, IX. 1760. 135. 16045. Een militair oproer in 1783. Beschrijving van dat onder een detachement Hooglanders, bestemd naar Britsch Indië. Overgenomen uit het British Magazine and Keview for Jan. 1783. Leeskab. 1858. II. 222. 16046. Opgave der regimenten uit Engeland, Bourbon en de Kaap de Goede Hoop gezonden naar Britsch Indië voor den oorlog in Nepaul. Waakz. v. 4 Nov. 1815 Ko. 18. — Berigten nopens hunne zamenstelling en vertrek. Aid. v. 6 Nov. 1815 No. 19. 16047. Aantooning der sterkte van het Britsch Indische leger in 1840. De Kopiist, le j. 2 d. Batavia 1842. 87, 88. 16048. Het Britsche leger in Oost-Indië. Bijzonderheden nopens de voeding, huisvesting en dienstregeling, getrokken uit het Engelsche werk van Kapitein Munroo. Milit. Speet. 3 S. I. 1856. 237. 16049. Veroordeeling,door W.J. Knoop, dd. Breda, 14 Sept. 1860, van de wreedheid en onmensehehjkheid van Europesehe zijde jegens de barbaarsche en min ontwikkelde Aziatische volken, alsmede over het pressen der Inlandsche bevolking in Britsch Indië, naar aanleiding van; ,Het twaafjarig soldaten-leven van den Majoor Hodson in Britsch Indië. Vrij vertaald uit het Engelsch, door A. C. Lorentz, le Luit.-Ing. Arnhem i860.quot; Gids, XXIVe j. JJ. S. 13e j. 1860. 11. 581. 16050 Lijst der traktementen van de officieren van het Britsch-Indisehe leger in 1840. De Kopiist, le j. 2 d. Bat. 1842. 90. 16051. Zamenstelling der Engelsche land-magt in China op uitquot;. Febr. 1842. De Kopiist, le j. 1 d. Batavia 1842. 577. — Idem der zeemagt, Maart. 1842. Aid. 576, |
KRIJGSWEZEN VAN ANDERE VOLKEN.
422
1C052. Het corps mariniers (the royal marines) in Engeland. Swart, ferh. 1851. 2 afd li!3. 16053. Mededoelingen betreffende eene Britsche expeditie naar ïringanoe, onder-hoorig aan Siani, tot opvatting van den in 1857 door ons afgezetten Sultan van Linga, die echter Tringanoe verlaten heeft. Kolon. Jaarb. 3c j. 1863. 6l-. — Discussion in het Engelsche Parlement over deze expeditie. Aid. 642. 16054. Het. hydrographisch Departement van de Engelsche Admiraliteit, en overzigt van zijne verrigtingen gedurende 1838—1847. Rapport van den Sehout-bij-Naeht E. Beaufort. Overgenomen uit het Nautical Magazine voor Mei 1848. Tindal en Swart, ferh. 1850. 89. 16055. Sterfte in het Engelsche O. I. leger. Groote verliezen door het klimaat en de oorlogen. Milit. Speet. XV. 1847. 21. — Idem; aantooning der gemiddelde jaarlijksche sterfte. Aid. 81. 16056. Iets over den rang der officieren van gezondheid bij het Engelsche leger. Mededeeling uit de Times van de daarin opgenomen berigten en beschouwingen betref-tende het jongst koninklijk besluit waarbij de rang, stand, het traktement en ontslag uit de dienst van deze officieren. Getrokken uit: Edinb. med. journal Nov. ] 858, en uit de Gaz. med. van Nov. 1858 No. 40. 733. Oen. Tijds. N. I. VI. N. S. I. 1859. 760. 16057. Berigt nopens dn eerste zending uit Engeland naar Bombay, Madras en Bengalen van eongrevische raketten. Waakz. v. 5J5 Januarij 1816 No. 21. |
16058. Bijzonderheden nopens eeu nieuw uitgevonden kanon-affuit door Kolonel Ross uit Britsch ludiö te Londen medegebragt. Letterb. XI. 1793. 118. 16059. Klagten over de onvolmaaktheid der Armstrong-kanonnen bij de laatste expe-dii.ie in China. Uit Mechanic's Magazine. Milit. Speet. 3 S. VI. 1861. 253. — Brief, dd. Edinburg 25 Maart IS61 van Majoor Hay aan W. Armstrong, over de uitstekende diensten door de Armslrong-kanonuen bewezen bij de expeditie in China. Alil. 322. 16060. Iets over een oorspronkelijk Australisch werpwapen, de lioomeraug (Bume-rang) of Kilee (Keili) geheeten. Ontleend uit de Proceedings of the R. Irish Acad, in 1837 en 1838. Letterb. 1839. 1. 242,200. 16061. Opgave, door G. H c y m e r i n g van de tractementen en soldijen van de officieren en militairen op Portugcesch Timor in de XVIIIe eeuw. T. v N. /. 9j. Batavia 1847, 3e d. 122, Noot. 16062. Eenigc aanteekeningen betrekkelijk de Russische marine en de sterkte harer sehcepsmagt, en eene vergelijking tussclien deze eu de Engelsche. Stoort, Yerh. 1854. 2e afd. 136, 151 16063. Sterkte der Engelsche, Eransehe, Russische en ïurksche vloten in do Oosten Zwarte zeeën, benevens opgaven nopens de sterkte der zcemagt van Denemarken, Zweden en Noorwegen. Swart, Yerh. 1854. 2 afd. 160, 166. |
IV
DE WETENSCHAP.
-
-i /■-'. ^
-
■
■
■ '
1.
Heidenen e
' Japan.
IGOök Bijdrage tot de kennis van Japan; door Van Overnaeer Fischer. Iets over de godsdienstbegrippen der Japanners. liec. o. d. Ree. XXV. 1832. Meng. ;i24.
16065. Iets over het geestelijk opperhoofd der Japanners. Bijzonderheden nopens zijn verhlijl', zijn magt en den eerbied hem te bewijzen. Vriend Vad. X. 1836. 8.9.
10066. Beschrijving van godsdienstfeesten der Japannezen. fad. Lett. 1S Ü. 11. 4'JO.
China.
16067. Grondtrekken van de natuurlijke wijsbegeerte bij de Chinezen. IVct. Blad. IbSO. 11. 242.
16068. Eenige trekken van de Chincesche wijsbegeerte. Oorzaken harer volkomenheid volsens Whistun. JS!, Vad. Bibl. 111. 1799. 2 st. 2i)9.
16069. Over het leven en de gevoelens van den wijsgeer Confucius. Zijne zedekunde. Alg. May. IV. 1790. 271.
16070. De Kins, of kanonieke en zedelijke boeken der Chinezen. Gevolgd naar het Eranseh van A i g n a n; door H*. G. Alg. LM. Maandschr. VIII. 1824. Meng. b2 I-, 364.
16071. Chinesehe zcdelessen. Vulkshude, VII. 1845. 113.
jIJKE godsdienst.
n Hindoes.
16072. Bijzonderheden nopens de godsdienst in China. Letlcrb IX. 17 8. 131).
16073. Over de verschillende godsdienstige zeden bij de Chinezen. Naar het Franseh. Medegedeeld door .1. J. G. Kloii m an Lemmers. Verschillcmlo godsdienstige sekten in China. Alg. Lett. Muandsr.hr. XII. 1828. .Meng. 671.
16074. Godsdienst en zeden der Chinezen. Gids d. jeugd, III. 1841. 116, 137, 155.
16075. Bijzonderheden nopcus den Chi-ncschen godsdienst. T. o. :\. /, le j, 1. d. Batavia 1838. 414.
160/ 6. Over de godsdienst, enz. der Chinezen. Schets van hun eeredienst. Keur v. Meng. 1845. 242.
1607 7. Godsdienst in China, opgave der voorwerpen van eeredienst, der geestelijken die de plegtighcden verrigten en der oilers en gaven. Overgenomen uit Tbc Chinese Repository. Ree. o. d. Bee. lt)42. Meng. 36.
16078. Godsdienst en bijgeloof der Chinezen, door J. J. C. Trail eken, dd. Batavia, Sept. 1862. Waarnemingen gedurende een vierjarig verblijf in China Tijds. Lnd. T. L. V.kmde, XIV. 4 S. V. 1864. 38.
16079. Bijgeloovigheid van het Chinecsch gemeen. Lellcrh, IX. 1798. 130.
54*
428
16080. Mededeelingoa betreffende het bijgeloof der Chinesclie mijnwerkers op Malakka, getrokken uit een llapport van Dr. H. Croockewit Cz., in 1850 bij bet Indisch Gouvernement ingediend. T. v. N. I. 13e j. 1851. II. 298. 16081. Over het bij de Chinezen en Inlanders in de Wester Afdeeling vim Borneo, bestaand bijgeloof betreflende aardbevingen, door P. J. t'Hooft. Medegedeeld bij missive, dd. 10 Nov. 1862 No. 190, door W. llubers van Assenraad, te Singkawang. Nat. Tijds. N. 1. XXV. 5 S. V. 1863. 378. — Brief, dd. Pontianak 10 Febr. 1863 No. 3, en 12 Junij 1863 No. 4 vanP. J.'t Hooft, tot nadere toelichting van het bovengenoemd beweerd bijgeloof, alsmede van het werkelijk oprijzen van haren uit den grond, tijdens eene aardbeving te Pontianak. Aid. XXVI. 6 S. I. 1864. 409, 441. 16082. Chinesehe zeden en legenden. Schets van de zedekunde en godsdienstige voorschriften der Chinezen in hun rijk. Bianq Lala, Ie j. 185i. II. 292. 16083. Verhaal van cenen Chineschen mythologischen schrijver wegens Christus. Uit een Chinesehe Mythologie, opgesteld door T s e u en C h in g, en overgenomen naar eene Engelsche vertaling te vinden in //Indo Chinese Gleaner''. Lelterb. 1820. 1. 194. 16084. Zonderlinge gedachten bij de Chinezen over de zielsverhuizing; door K. Philapaedion, IV. 1825. 408. 16085. Korte en eenvoudige beschrijving van de Tjembing, of het zoo genoemd Doo-denfecst der Chineezen, naar de waarneming gedaan, van A. Moens, Eersten llaad en Dir.-Gen., door wijlen J. Hooyman, Predikant in de Luthersche Gemeente te Batavia, verzeld van den onderkoopman J. J. Vogelaar, die deze aanteekening gehouden heeft, dd. 4 April 178!). Verh. Bat. Gen. N. 1. VI. 1792. 1. 16086. Dc Thay-Pah-Koeng, een cultus der Chinezen, door J. J. Langen holt. Tijds. Lnd. T. L. K.kunde, VI. N. S. III. 1857. 97. 160h7. Dc Chinesehe kerk. Vraag naar den oorsprong der uitdrukking: //Geruchten uit de Chinesehe kerkquot;. De Kopiist, le j. 1 d. Batavia 1842. 18'J. — Beantwoording der vraag door G., dd. Maart 1842, ylAA oigt;7. |
16088. Bevelschrift van den Keizer van China, bij gelegenheid van eenen geweldigen buitengewonen storm te Pekin, den i2 Mei 1829. Overgenomen uit: Georg ïiinkowski, Reis naar China door Mongolië, gedurende 1820 en 1821 gedaan, Haarlem 1826, II. 23J. Getrouwe pligtsvervuliing der overheden en ambtenaren, als wordende deze storm door hen beschouwd als een straf des hemels wegens pligtverzuim. Zuadzaaijer, III, i831. 293. 16089. Merkwaardige bevelen van den Keizer van China, dd. Peking 25 en31Julij 1823, tot het houden van een bede- en dankdag voor het ophouden van voertduren-den regen. Boekz. Julij 1824. 76. 16090. Gebed van den thans regerenden Keizer van China, Toa-Kouang, toen hij, in 1832, den hemel, Tien, om regen bad, nadat zijn lüjk door eene langdurige droogte was bezocht geworden. Ahj. Lett. McMndschr. XXIII. 1839, Meng. 439, 16091. Misbiuik van de eerdienst bij de Chinezen. Aanbidding der afgoden door kleine kinderen volgens de beschrijving van Dr. W. H. Medhurst, zendeling te Batavia. Boeki. Junij 1830. 16092. De Keizerlijke Joss, of eerste afgod van het Hemelsche llijk. Beschrijving van zijne vereering. A. Keur v. Meny. 1841. 328. 16093. Overzigt van dc Chinesehe godheden, in het Kabinet van den Baron van ilupsch te Keulen. Lelterb. I. J7b8. 178. 16094. Annonce van een Chineschen go-denfabrickant. Tekst met toelichting, door H. J. Spijker. Maands. B. Chr. 1857.383. Tibet. 16095. Over den Dalay Lama, Paus en afgod van Tibet, Zijn wereldlijk en geestelijke heerschappij, eerbewijzen, plectigheden, enz. Vad. Bibl. III. 1?91. 2 st. joö. 16096. Bijzonderheden van den grooten Lama, medegedeeld in eencn brief van den Bngelschcn Luit. S. Turner aan denGouv. Hastings, dd. Patna, 2 Maart l,j'S4. Verhaal zijner zamenkomst met den jongen Tecshoo .Lama op 3 Deo. 1783 en volgende dagen, bijzonder de hulde aan dezen geestelijken |
•129
oppervorst bewezen. N. / ad. RM.Y^. 1800. 3 st. 6i3. Mongolië. 1(5097. Over den godsdiensiigen toestand der Chalkas-Mongoliers en den opperpriester van deu Lama, Kutnchta te Urga. Uittreksel uit de nog ongedrukte reize van Dr. J. llehmann, door Siberiü en ('kiucesck Mongolië. Keur v. Menij. Ie j. 1S18. 328. 10098. De Cliutuekta der Mongolen; door L. Uit Timkowski's reize naar China, door Mongolië, in de laren 18^0 en lb2i. Euph. XIV. 1827. 2. 403. Achter-Indië. 16099. Indo-China. Üc God der Bir-mannen. Hunne vereering van den witten olifant, /- er. Chr. St. 111. 1849. 802. 1C100. De witte olifant, ücsekrijving zijner vereering, ontleend aan de besekrijving van liet Rijk der Birmannen door Pater Sangermano. Leeskab. 1830. 111. 23. 16101. Bijgeloof en treurige toestand der Cajanos, in Üost-Indië. Besekrijving van hun godsdienstigen en zedelijken toestand. Hoela. Aug. 1832. 225. 16102. Over de godsdienst der Siamezen. lioekz. Aug. 1834. 209. 10103. Eenige godsdienstige begrippen der Siamezen, zielsverhuizing, goden, kemel en kei. Bueki. Sept. 1835. 353. 16104. De Talapoins, eene godsdienstige sekte in Siam. Bockz. Sept. Kv-ó. 351. Hindoos. 16105. Hedendaagscke kennis van liet Oude Indië, door de Redaktie. Overzigt van de mythen, godsdienstige begrippen en leerstellingen, te zamengesteld uit: ,/A. Weber, Indische Skizion, Uevlin 1857quot;, en uit „Phi-libert Soupé, Essai eritique sur la literature Indienne, Paris 1856quot;. Tijdstr. Je j. 1858. 1. 275. |
10106. Proeve eener beknopte geschiedenis en beoordeeling van het Pantheïsme of Algodendoin, door ür. S. A. Buddingh, rid. Dec. Iiv39. Voorgesteld als afkomstig uit — en in verband met — de godsdienstige begrippen van Indio. T. v. N. I. 2e j. 2 d. Batavia 1839. 437. - • (ieschiedenis en beoordeeling van het. Pantheïsme of Algo-dondom, door S. A. Buddingh. Herdruk van hetzelfde stuk. /erh. Bat. Oen. N. t. XXII. 1849. 10107. Verscheidene bijzonderheden rakende den godsdienst der Uentoos. Uit: Mr. Grose's Voyage to the East-Indies. Kad. Lett. 1767. VII. 2. 551, 16108. Uittreksel uit: Perrin's lleis door ludostan of deszelfs verblijf aldaar, in de jaren 1777—1793. Beschrijving van den odsdienst der bevolking, lioekz. Januari)— unij 1814. 161, 273. 16109. Beschrijving van den godsdienst der inwooners van het koningrijk Boutan, in Hindostan door den Abt de la Portc. AW. Lett. 1768. I. 1. 477. 16110. Bijzonderheden nopens eene verzameling schetsen en afteekeningen van afgoden enz. leverende een volkomen stelsel van de Ilindostausehe mythologie. Letierh. II. 1789. 81. 16111. Bcrigt wegens den godsdienst der Hindoos, door E. Hamilton, yad. Lett 1798. 2. 150. 16112. Godsdienst der Indianen. Mcde-deeling hunner voornaamste godsdienstpligten. Reu. o. d. Reu. Xlll. 1820 Meng. 267. 16113. Mythologie der Hindo's. Overzigt van het daarover voorkomende in de Eransche vertaling van A. Beaume der Asiatic Ilesear-ohes, uitgegeven door A. Duquesnoy. Parijs Ib07, door Sedil lot. Overgenomen uitden Moniteur van 1807. Letierh. 1S07. II. 395. 16114. Over den godsdienst der Indous, Naar het Eransek van don Heere Jouv Vad. Lett. 1812. 2. 151, 506. 10115. Mythologie der Indianen, flindous. Lett. Mag. ]s20. 2 st. iOO. 16116. Uittreksel uit het Heilige Boek der Hindo's Bkagavat-Gita, een hunner goddelijke schriften, hetwelk een leerstelsel van hunne godsdienst bevat. In het Engelsck overgebragt door C. Wilkins, met goedvinden en onder opzigt van Lord Hastings in Bengalen. Lett. Mag. 1827. 2 st. 361, 40j. |
16117 Dc leer der Indiërs van God. Uit het. Hoogduitseh. Getrokken uit Indische geschriften. l.etl. Mag. 1829. 2 st. 473. 16118. Schets der godsdienst en zeden van de bevolking van Hindostan. O lobe, 1.S52. IV. 6. 16119 Iets over de godsdienstige denkbeelden der Hindoos, door den Engelschea zendeling Ree de. Hunne Goden, optogten en weduwen-verbranding. Boekz. Junij 1814. 752. 16120. De godsdienst en wijsbegeerte der Hindoes. Schets van hun stelsel, voorafgegaan door een overzigt der Vedas, en gevolgd door een lijst van al de namen, waaronder zij de Godheid vereeren. Oosterling, 111. 1837. 1. — Uittreksel uit deze verhandeling o. d. titel: Schets van de godsdienst der Hindoes, door J. M u n n i e li, te Samaraug. Gids, Xle j. 1817. II. Meug. 500. 16121. Stichtelijk lektuur in Hindustan, door P. A. S. van Limburg Brouwer. Mededeeling, met toelichting van uittreksels uit werken door Th. Poulkes, uit het la-milsch vertaald. Gids, XXVe j. N. S. 14e j. 1861. II. 421. 16122. Beknopte schets van dc godsdienst der Hindoes met betrekking tot die leer, welke vroeger op Java is beleden, door Mr. P. A. Schil 1. I. Over de godsdienst der Brarainen in het algemeen, en de verschillende secten, die uit dezelve zijn voortgevloeid. II. Over de Goden in het bijzonder en derzelvcr attributen. HI. Over de tempels en beelden. IV. Vroegere eeredienst op Java. T. v. N. I. 3e j. 2 d. Batavia 1840. 544. 16123. Brief aan de Redaktie van bet Tijdschrift voor Nederland's Indiö, door Mr. P. A. Schill, dd. Soerabaja, 10 April 1841, inhoudende zijne beweegredenen tot de za-menstelling eener beschrijving van de godsdienst der Hindoes op Java. T. v. N. I. 3e j. 2e d. Batavia 1840. 542. 16124. Oordeel van Dr. Roer, Secretaris der Aziatische Maatschappij te Calcutta, over de Indische wijsbegeerte, cn hare vroegere Europesehe beoefenaars, met name Colebrooke cn Ritter. Letterh. 1854. 26. 16125. Eenigc vragen, den godsdienst der Indostanneren betreffende, beantwoord. |
Uit het Engelsch. Betreft de vier Heilige Boeken, Vedas geheeten. Vad, Lcil. 1788. III. 2. 410. 16126. Mededeeling van de uitschrijving door Muir van de prijsvraag getiteld: ,De geschiedenis en ontwikkeling van het Ve-danta-stelsel als wijsbegeerte en godsdienst.quot; Letterb. 1857. 89. 16127. Jeswat-Sing. Eene bijdrage tot dc geschiedenis der verdraagzaamheid, door R. fragment van een brief door den Hindoo Jeswat-Sing, Kajah van Joudporc, in 1671 geschreven aan den Mahomedaan Aureng-Zeb, beheerscher van Indiö. Vad. Bibl. V. 1793. ie st. 602. 16128. Zonderlinge afval van een Engelsch generaal in Britsch Indiö, van het Christendom tot het Hindoeisme. Ontleend aan //Sketches of India,quot; uitgegeven door een officier der O. 1. Comp., door V. W. Rz. Eitph. X, 1823. 4. 627. 16129. Getuigenis van een heidenschen Hindoe over den nabijzijnden val zijner godsdienst, afgelegd in zijne //Verdediging der Hindoe-godsdienst tegen het Christendom,quot; uitgegeven te Bombay, en overgenomen uit het Baseler Magazin für Miss. 1852. IV. quot;iViWaarheid in Liefde, 1854. 225.Herdrukt in Tijds. Chr. Leven N. 1. 2c j. 1856. I. 40. 16130. Hindostan. Verval der afgoderij. Ver. Chr. St. XVI. 1862. 195. 16131. Bijzonderheden nopens eene nieuwe Heidensche sekte, gesticht door Ram-Mohoen-Roy, ter bestrijding van den gewonen af-godsdienst in Hindostan. Overgenomen uit Alg. Rep. van C. D. Beek. 4 B. 2 Stück. Chr. Maands. I. 1822. 308. 16132. Hindostan. Nieuwe heidensche sekte. Gesticht door Ram Mohoen Roy. /-'er. Chr. St. XVII. 1863. 658. 16133. Geloofsartikelen der Bramanen. Uit //Sonncrat. Reize naar dc Oost-Indien en China in 1774-1781. Vertaald door J. D. Pasteur. D. II. Leiden 1786.quot; Fad. Lett. 1787. II. I. 32. 16134. Hoe lang leven Brama en Vitz-nouf Cijferkunstige opgave. Uit: Esprit des Journaux, Juin 1817. 42, 43. Euph. IV. 1817. 4. 803. |
NIEÏ-CHEIST ELIJKE GODSDIENST.
431
1(1135. Bijzonderheden, bctreü'ende eenen aanhang. Seeks geheeten, te Patna, en het houden hunner vergaderingen, door C. W i 1-k i n s. Uit de Asiatic Researches. ^ ad. Lett. 1J91. 2. 79. 16136. Verslag van de sekte Seeks geheeten. Uit de Asiatic Researches. Letterb. V. 1790. 11. 16137. Over de secte der Saads. Aantooning van hunne /'treflendo overeenkomstquot; met de eerste Christenen, van deze aanbidders van den éénen waren God in Indië. Ontleend aan de Engelsche berigten in de Annales des voyages van Malte-Brun. Boekz. Mei 1821. 602. 16138. Afgoderije der Oost-Indische hey-denen, zijnde een ware en naauwkeurige ver-handelinge van den godtsdienst der Indo-stansche, Choromandelsehe, Malabarsche en Ceylonsche heydenen, hoe dezelve afgebeclt en geiiert werden. Baldaeus, Malabar. Amst. 1672. i.'3, 28, 131. 16139. Schets van den godsdienst der Malabaren letter. Hist. I. Amst. I7'i3. 295. 16140. Bericht van de boeken, welke de Malabaren over hunne godsdienst hebben. yalentijn, V. St. I. 399. 16141. Samenspraak tusschen een Lu-therschen Missionaris en een Malabaarschen Braman, over den godsdienst der Braraanen en Malabaarsehe Indianen. Ontleend aan brieven der Deensche missionarissen. Ned. Bihl. IV. 1770. 2 st. 155. 16142. Verslag van den godsdienst dei-inwoners op het eiland Ceylon. Door Mr. Pe rei val. Vad. Lett. 1804. 2. 354. 16143. Twee uittreksels uit de godsdienstige boeken der Cinjjalezen, door W. I. Het lot van Bambadal llajah, of koning Bambadal. II. Vertelling van Yuhsihratanam Rajali. Euph. XV. 1828. 2. 301. 16144. Berigt wegens de leeringen van Bhooddha, uit de boeken der Singhalais op Ceylon. Door Kapitein Mahony. Uit de Asiatic Researches. Vad. Lett. 1810. 2. 60. |
Boeddhisten. 10145. Iets over Boeddha en zijne leer. Uittreksel uit een brief, van D. A. Over-fa eek, oud-Res. van Chinsurah. Verh. Bat, Oen. N. I. XI. 1826. 293. 16146. De voornaamste geboden van Buddha. Uit het Dagboek van F in lay son. Boekz. Julij 1827. 68. 16147. Over de overeenkomst tusschen Bouddha en Mercurius, door N. Westendorp. Letterb. 1827. I. 408. 16148. De godsdienst der Buddhisten. Bijzonderheden nopens een manuscript, getiteld: //Jataka, of de 550 herscheppingen van Buddhaquot;, uit de Bibliotheek van de Aziatische Maatschappij te London. Echo, 1828, 230. 1G149. Buddha, door P. A. S. van Limburg Brouwer. Schets van het Buddhisme in zijn wezenlijke beteekenis en waarde naar aanleiding van J. Barthélemy Saint-Hilaire, Le Bouddha et sa réligion, Paris i860. Gids, XXIVe j. N. S. 13e j. I860. II. 317. 16150. De jongste onderzoekingen naar het Buddhisme. Uit Edinb. Review. Over-zigt sedert 1824. Wet. Blad. 1862. II. 283. 16151. Indiaansche monniken. Bijzondorheden nopens de Sainassi. liec. o. d. Ree. XIII. 1820. Meng. 266. 16152. Zonderlinge zendelingsonderne-ming bij de aanhangers van Boudha. Merkwaardige bijdrage tot de zucht om proselieten te maken; zijnde een uittreksel uit Mongoolsche boeken, door Klaproth, en overgenomen uit de quot;Nouv. Annales dos voyages. Mars 1822quot;. Euph. IX. 1822. 3. 535; Letterb. 1822. I. 287. Indische dweeperij. 16153. Godsdienstige dweeperij der Min-dous. Voorbeeld in cene vrouw, die geschaakt was, en zich weder met haren man wilde vercenigen. Keur v. Meng. 1822. 176. 16154. Voorbeelden van bijgeloovige strengheid, onder de Maratten en andere Hindoos. Het slingeren en andere zelfpijniBineen N. Vad. Bibl. III. 1799. 2 st. 45(1 |
432
10155. Dc fakirs. Beschrijving van ccn feest. 1.c Pomliehery iu 1786, en van hunne dweeperij. Pad. Lett. 1808. 'i. 220; Boekz. Nov. lSi9. 010. 16150. Eonige boetedoeningen der Indische Fakirs. Boekz. Januarij—Junij 1814. 425. 10157. De zonderlinge boetedoening in Indië, volgens het verhaal van G. br, a uuton. Boekz. Aug. 1834. 222. 10158. Bijgeloof der Ilindo's. Uittreksel betreffende een Fakir uit het Dagboek van wijlen den zendeling Friend, te Chunar in Bengalen, in het jaar 1S29. Uit: Magazin fiir die neueste Geschichte der Evang. Mission und Bibelges. Jr. 1831. Boekz. Januarij—Junij 1832. 345. 10159. Bijgelool's-volharding. Voorbeeld in Bombay. Üvergonoraon uit: Mrs. Postans, Random sketches of Western India. Ree. o. d. Ree. XXXll. 1839. Meng. 140. 10100. Bijgeloof der Hindoes. Bijzonderheden, ontleend aan: Dr. Spry, Modern India. liec. o. d. Ree. 1818. Meng. 307. 16161. Dc godsgcrigten in Indien. N. Keur v. Meng. 1829. 59. 10169. liet vuur- en hot waterfeest der Indianen, bij Pondichery. Naar dc Sainte-Croix. Vad. Lett. 1811. 11. 217. Indische plegtigheden. 10103. Plegtigheden bij dc wijding tot Bramin in ludie. Boekz. Junij 1834. 769. 10164. Hindostan. Staaltje van afgoderij, te Kholapore. Afgodische eer aan het standbeeld van Lord Coruwallis en van die van andere Europeanen. Ver. Chr. Si. XIX. 1805. 406. 16105. Beschrijving ccner feestviering ter cere van Dourga te Gnlcntta. Fad. Lett. 1827. II. 716. 10166. Waarnemingen omtrent een Ilin-docfeest te Tanjore. Lees kalt. 1834. II. 9.!. 16167. Het feest van Dsjaggernaut in 1853. Tijds. Chr. Leven N. I. 2e j. 1856. I. 390. |
10168. De pagode vim Djaggciuuuth. Beschrijving, alsmede van het feest //Ruth Jattraquot;. Globe, 1842. IV. 39. 16109. Eerdienst aan den afgod Juggernaut. Beschrijving van het feest van Ilutt-Jatra. Waakz. v. 14 Dcc. 1815. No. 52. 10170. Djuggernath. Naar het Engclsch van G. Gogerly, zendeling in Bengalen. Beschrijving van dit afgodsbeeld en van zijne vereering. Reu. o. d. liec. 1843. Meng. 29. 16171. Het groote afgodsbeeld van Jag-gernaut in 1849. Medegedeeld door den zendeling A. F. Lacroix, en uit het Engclsch vertaald door J. üudijk van Putten. Beschrijving van den tempel, en van hel groote Ross- of Wagcnfecst in Poer in Junij van dat jaar geliouden. Qids, XIVc j. N. Ser. 3e j. 1850. 1. 517. 16172. Bijzonderheden omtrent dc pelgrimage naar den afgod Juggernaut. Do zedeloosheid cn ellende dezer pelgrims en hun getal. Boekz. Mei 1838. 606. 16173. Afschaiiing van de belasting op dc bedevaartgangers in Engclsch üost-lndië, geheven ten behoeve van do uitoefening der afgodsdienst aan Juggernaut. Verbaal der oorzaken van deze afschaiiing. Rejormatie, VI. 1839. 295. J6174. Een oorkussen in het afgodisch Indie. Bijzonderheden nopens de wijze van aanbidding van Juggernauth. F er. Chr. Ut. III. J 849. 801. 10175. Onderzoek na den oorsprong der gewoonte onder de Indiaansche vrouwen, om zich met hare overledene mannen te laten verbranden. Uit II o 1 w e 1 I's verhaal van dc godsdienstige inzettingen der Gentoos. Vad. Lelt. 1767. VII. 2. 503. 16170. Historie- en oordeelkundig berigt wegens de vraag: «Of het waar zij, dat do weduwen in Indostan de gewoonte hebben, zich op den houtmijt barer echtgenooten te verbranden?quot; doorA.Le Goux dc Flnix, Exollicier van de genie. Fad. Lett. 1804. 2. 670. 16177. Onderzoek naar den oorsprong der gewoonte onder de Indische vrouwen, om zich met hare overledene mannen te laten verbranden. Zon, 1825. 353. |
433
10178. Lijkplegtiplieden der Indianen. Beschrijving van die der Braminen, voornamelijk het. verbranden der weduwen. Hoekz. Aug. 1822. 171. 10179. Vrouwelijke waanzinnigheid en hooghartigheid. Opmerkingen over de weduwen-verbranding in Hindostan. Ree. o. d. Ree. V. 1810. 190. 10180. Vissiacodi, de Indische weduwe; door M. Beschrijving van hare verbranding. Alg. Lett. Maandschr. VI. 1822. Meng. 385. 16181. Berigten nopens het waangcloof in Britsch Indir, het verbranden der weduwen, en het feest van den afgod Juggernaut. Reformatie, VII. 1840. 42. 16182. Beschrijving ecner weduwen-ver-branding op de kust van Coromandel, bij Tranquebai', volgens mededeeling in een brief dd. i Febr. 1750. Eur. Mercurius, LXII. 1751. I. 8. 16183. Verhaal nopens cene weduwe, die zich zelve op den brandstapel van haren echtgenoot verbrandde, te Benares, in Hin-dostan, volgens W. Hodges, die deze pleg-tigheid bijwoonde, op zijne reis door Indic van 1780—1783. Vad. Bihl. V. 1793. 2 st. 473. 16184. Beschrijving van de opoffering van drie vrouwen van den Koolinschens Brahmin, dd. Calcutta, 30 Sept. 1807, uit //Dr. C. Buchanan, Onderzoekingen naar den toestand des Christendoms in Aziis vertaald door Dr. J. Wcrninck, Haarlem 1814quot;. Letterh. IS 14. II. 428. 16185. Verbranding van Bengaalsche weduwen, in 1817. Vad. Lett. 1819. 2. 267. 16186. Berigt, aangaande eene nieuwe Indische Sntee, of weduwe, die zich, op den 26sten Nov. 1820, met het lijk haars mans vrijwillig verbrandde. Uit den brief van eenen ooggetuige, dd. Burdwan, den 27 Nov. 1820. Vad. Lett. 1821. 2. 629. 10187. Verbranden van Indische weduwen. Statistisch overzigt van 1819- 1823 in Britsch Indië, volgens de bescheiden aan het Engelsch Parlement overgelegd. Alsmede betoog voor hare afschaffing. Letterh. 1826. I, 20ti. 16188. Over het verbranden der Indische II. |
vrouwen. Merkwaardige bijzonderheden volgens oorkonden van het Engclsche Parlement, gedurende 1805—1823, met mededeeling van het voorstel Poynder, en het daarop genomen besluit der Eng. O. I. Comp. tot afschaffing door geheel Oost-Indië. Boekt. Eebr. 1828. 196. 16189. Het verbranden der weduwen in Oost-Indië, door een ooggetuige op 18 Oct. 1822 bijgewoond. Ree. o. d. Ree. XVI. 1823. Meng. 418. 16190. Vreesselijke gevolgen van het bij» geloof. Herhaalde pogingen tot het verbranden ecner weduwe met het lijk van haren man te Puna. Boekz. Jan. 1825. 66. 16191. Vrijwillige verbranding der vrouwen te Bicanir, in 1826. Uit Delhy Gazette. Oosterling, II. 1836. 2c ged. 132. 16192. Het levend verbranden van vrouwen in Indië. Bijzonderheden overgenomen uit een Motie, voor korten tijd, door de Actiehouders der O. I. Comp. in Engeland, wegens de afschaffing van dit godsdienstig gebruik, aangeboden; alsmede uit de verdediging door Poynder van deze motie. Echo, 1828. 83. 10193. Suttees in Indic. Een ware gebeurtenis uit: Life of India. Beschrijving eener voorgenomen verbranding ecner weduwe, en hare redding door de aanraking van een christen. Boekz. Junij 1838. 729. 16194. Beschrijving, doorH. Zollinger van de wijze waarop cene vrouw van den overleden üoestie Ie Ampanan, op Lombok, door de kris werd ter dood gebragt, en daarna met het lijk van haren echtgenoot verbrand. 7'. o. N. L. 9c j. Batavia 1847. 2 d. 345. Overgenomen in het T. v. N. I. J849. Gron. 1 d. 423. Noot. 16195. Verbranding eener Indische weduwe, volgens een ooggetuige. Boekz. Sept. 184S. 326. 16196. Bengalen. Uittreksel uit een brief van Lacroix, dd. Calcutta, 10 Mei 1850, inhoudende beschrijving der menschenoffers in Orissa, cn redding van een aantal Meriaa. Ver. Chr. St. V. 1851. 247. 16197. Voor-Indië. Afsehafling van men-sehenollers ouder de Khonds. Opgave der verkregen resultaten door de bemocijingen |
55
434
van den (Mirsle Campbell in Orissa en in golicel Khanditta. Tijds. dir. Leven N. 1. ic j. 1856. 1. y,.)2. 10198. Hiudostan. Een voorbeeld van een Suttee te Ghazipora, in weerwil der werkzaam lieid van het Engelsch Gouvernement. fer. Ckr. St. VIII. 18.4. 257. — .De Sut-ties. Voorbenlden van wederuitvoering dezer exeentiën. Aid. XIV. 1800. 202. 10199. Ophelderende aanmerkingen over de gewoonte eenigcr üoslersehe volken, dat de vrouwen zich met hunne overledene mannen laten verbranden, en van de wetten dit wreed gebruik bel rellende, en iets over godsdienstige zelfmoorden in het Oosten. Fad. Lett. 1791. 2. 005. 16200. Indiaanseh bijgeloof. Bijzonderheden nopens de verschillende wijzen van gods-dienstigen zelfmoord in Jiritsch Indiö. Èoekz. Julij 1824. TA. 16201. Verhaal van het vrijwillig levendig verbranden en begraven van een grijsaard in Hindostan, tot redding van het leven zijner kinderen, door een gevaarlijke ziekte aangclast. Uit. eer. brief van een Engelseh-man in Calcutta. Chr. Maands. IJ. Ib23. 178. 10202. Indiaanseh bijgeloof. Verhaal van den gedsdienstigen zelfmoord van een inboorling te Ooncar Mandhatta, aan de N ur-budda, in Nov. 1822, uit het dagblad van Calcutta van Eeb». 1S23. Keur v. Meng. 1824. 108. 10203. Over de wreedheid bij de ilindous; hunne kindermoord, zijnde inhoud der verslagen van Majoor Seton, en van Majoor Walter, en de pogingen van den laatste tot afschaffing van dezen gruwel, in Koutah en Gnzuratte. Medegedeeld door Malte-Brun in zijne Annales de voyages, uit de Asiatic Ilesearches van Calcutta, deel IV. /'ad. Lett. 1815. II. 105. 10201. Nieuw moordstelsel in Indië. Beschrijving der Mictawallas, overgenomen uit fTüe Englishmanquot; van 28 Eebr. 1837. Vad. Lelt. 1837. II. 80S. 10205. De Thugs, of de Maatschappij van woord, in Indië. Vad. Lett. 1837. II. 289. |
19200. De Thugs of geheime moordenaars in Indiö, door R. Bijzonderheden ontleend aan hunne eigene verklaringen, in de Edinb. Rev. No. 130, Jan. 1837. IPaarheid in Liefde, 183V. 411. 16207. Hoe een Chinees en een Hindoe sterft. Bijzonderheden nopens het sterven van den Mandarijn Yeh, te Calcutta op 9 April 1859 en van Tantia Topee te Seepree op 13 April daaraanvolgende. N. Ree. 1S59. Meng. 310. 16208. Het sterfbed van een Hindoo. Beschrijving der godsdienstige eeremoniën. dir. Verz. II. 1853. 128, 10209. Plegtigheden, plaats hebbende bij de verbranding van ccn Birmanschen priester. Uit het Engelsch. Buekz. Sept. 1S20. 317. 10210. Tooneclcn in Indië. Bijgeloovige lijkdienst der Hindoes aan den Ganges. Braminen. Boetelingen. Leeskah. 1834. III. 112. Indische Tempels, em. 10211. Beschrijving eens tempels van Boodhoo, en van den eerdienst, daarin tor-gebragt, op Ceylon. Door Kapitein C o 1 in M. Kcnzie. Uit Asiatic Researches. yud.Lett. 1810. 2. 57. 10212. Bcrigt der aankondiging in de Edinb. Rev. en in het Athenaeum van 1844-, van het plaatwerk: //Eergusson, Illustrations of the rock-cut temples of India.quot; Ind. Mag. I. Tw. Ï844. No. 10,11 en 12. bl. 29. 10213. De maantempel in Oost-Indië. Beschrijving van die in de provincie Guzuratte, door den Muzelmansehcn overwinnaar Mah- , mud in 1024 verwoest. Ree. o. d. Ree. XXIII. 1833. Meng. 449. 10214. Indische curiositeiten te London. Naar het tloogduitsch, door P. v. d. S. Beschrijving van den Boeddbistischen tempel van Ceylon, aldaar ten toon gesteld. Ah/. Lett. Maandschr. XXVIIl. 1844. Meng. 493. 10215. Plaat voorstellende //Bosddhisli-sehe tempel bij Point de Galle op Ceylon.quot; C. C. A. Last. Steendr. v. P. Blomraers te 'sHage. Lecskab. 1858. IV. tegenover 8. 16210. Chillambaram et les sept. pagodes, |
NIET-CHETSÏELIJKE GODS I) LENST,
■135
par T. Pavie. Aankondiging, door E. de Waal van dit artikel, geplaatst in de Revue des Revues, 1843, No. 3, en handelende over Hindoesehe mythologie. Ind. Mag. I. Tw. 1841. No. 7, 8 en 8. bl. 11'2. 16217. Oorzaak eener dwaling, die men bij de meeste schrijvers ten aanzien der Indianen vindt. Betreft do beteekenis op de schilderijen ia de Pagoden der Brahminen van het houden in de hand van den staart eener koe. Boekz. Dec. 1820. 705. 16218. Vreemde handel. Bijzonderheden nopens de uitzending uit London van afgodsbeelden naar Britsch-Indië. Uit het Asiat. Journ. Pebr. 1834. God/jel. Bijdr. VIII. 1834. 278. 16219. Ruïnen van Java. Korte ontleding der stcenen gedeukteekenen, welke de Hindoes op Java hebben achtergelaten, door Dr. P. J u n g h u h n. Met af beeldingen. Tijds. N. I. 6e j. II. 341. — Overgenomen in Mel-vill Moniteur, 18 f6—47. Ie part. 137. 16220. Resultaten verkregen door A. Schaefer in 1844 met het daguerrotyperen van oudheden etc. op Java. Melvill Morileur, 1846—47. 2e part. 4. Parsis. 16221. Godsdienst; en zeden der oude Perzen, door A. vau dor Kolff, te Go-rinchein. Philopaedium, X. 1831. 370. 16222. De Parsis, een van do oude Per-sianeu afstammend volk. Beschrijving van hunne aanbidding van hot vuur. Overgouo-men uit de Bibl, Brittanniquc. Boekz. Eobr. 1833. 238. 16223. Iets over de Indische vuuraanbidders. Hunne zelfbeproevingen en boetedoeningen. Oec,on. Cour. II. 18UU. 135. 1622 I. De vuuraanbidders. Met een plaat-Opgave van do grondstellingen der leer van Zoroaster. Amahj. 1836. II. 314. 16225. Do Gebers. Schots van deze Perzische godsdienstige sectc, in Indiii Parsis genaamd. Keur v. Meng. 1849. 12S. 16226. Over de godsdienst en de wetgeving der Parzon, uit de Zoud-Avcsta. Lelt. Meng. 1827. 2 st. 141. |
16227. Godsdienstige denkwijze en gebruiken dor Perzen, tl. yad. Bibl. 1810. 2 st. 361. 16328. Mythologie der Persen, volgens Anquotil. N. I^ud. Dibl. VIII. 1804. 2 st. 85 16?29. Aan oen Persiaanseh priester tot een reispenning door H. H. Mog. geaecor-doerd 6 ducatons. Hes. Slat. Gen. 22 Maart, 1688. 16230. Verhandeling over Zoroaster en zijn godsdienstig leerstelsel; door Mr. A. Boxman, te Gorincliom. Geschiedkundig overzigt dor Zcnd-Avesta. v. Kampen, Mag. III. 1824. 3. 16231. Zedokundo volgens don Zcnd-Avesta. Uit het Pransch; door L. J. K. Uittreksels uit do vertaling van Anquotil in 1770. N. Alg. Mag. Oud. Opv. I. '824. 195. Indische Aiehipel. 1G232. Bijgeloof in de res. Palembang. Mededeoling van de begrippen van dc Pa-lembaiigors omtrent, hot, bestaan van den Soemaï en van den Popjang. T. v. N. I. 6e j. Batavia 1844. 3 d. 2i)2. 16233. Godsdienstige instellingen in do Palembangsche Bovenlanden, door C. P. E. Praetorius, Ned. O, I. Hoofd-ambtenaar, laatst Directeur dor Cultures, uit zijn verslag van 1832 over de rcs. Palembang. ind. Bij, I. 1843. 430. 16234. Godsdienst dor Bati aken, een volkstam op hot eiland Sumatra. Boekz. Deo. 1832. 782. 16235. Schots van do godsdienst der Bataks op Sumatra. Lelt. 1832. 2e st. 213. 16236. Mededeoling, doorT. J. Willer, betrellendc do godsdienst dtr Battaks in Mandhéling en Pertibio, hun bovenwereld en zedeioor, 1845. T. v. N. L 8o j. Batavia IS46. 2 d. 292. 16237. Mededeelingen betreffende degods-dienst en het bijgeloof van de Niasscrs, door L. E. Donlebon, Luit. Anno 184'). T. v. N. I. Xe j. N. S. lo j. Batavia J848. 1 d. 175. 16238. Mededeelingen betreffende don godsdienst van dc bevolking der Passumah. |
436
landen op Sumatra, door J. W. Boers, dd. Batavia 27 Uet. 1839. T. v. N. 1. 2o j. : 2 d. Batavia 1839. 570. 16239. Bijzonderheden nopens den godsdienst der Dayakkers. T. v. iV. /. lej.1838. I. 50. 16240. Korte verhandeling over de godsdienst, het bijgeloof, enz. der Dajakkers, door C. Hupe. 'J'. v. N. I. 8c j. Batavia 184(1. 3e d. 127, 157, 249. 16241. Mededeelingen betreffende het bijgeloof en de verschillende offeranden onder do Dayaks van Banjcrmassing. ï. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. Ie d. 228. 16242. Beschrijving van den godsdienst der bevolking van het district Poclocpetak, ook wel Kleine Dajak genoemd, Z.-cnO.Kust van Borneo, door J. F. Becker. Medegedeeld door A. L. Weddik. Batavia Dcc. 1848. Ind. Arch. Je j. I. 1819. 434. 16243. Dajaksche droom en offerande. — Uittreksel nit G. Müller's lleisjouraaal. Medegedeeld door Dr. II. C. Millies. Bc-rigtcn tot Dcc. 18^3 aangaande de godsdienstige voorstellingen van een gedeelte van den Dajakschen volksstam, op den berg Parnankat in Sambas. Gids, Xe j. 1846. II. Meng. p. 214. 16244. Vruchtelooze pogingen om deu Uayakker Mohammedaan te doen warden. Medegedeeld door M H. **'. T. v. N. I. Ie j. 2c d. Batavia 1838. 101. 16245. Beschrijving van het bijgeloof van de Malcijcrs ter Westkust van lioruco; door G. T. v. N. /. 15e j. 1853. II. 234. 16246. Tijdens de komst der Hollanders in Bantam kleefde de landelijke bevolking nog het Hindoeïsme aan. Sloel, ïijds. XI1. 141. 16247. Mededecling van deu tekst en de vertaling van een paar geloofsbelijdenissen, getiteld: «Sjahadatquot;, en //Sjahadat imanquot;, van do Badoeïnen iu het zuiden van de res. Bantam; door Dr. W. 11. van LIoöveil en L». H, Cannaarts, controleur der le kl T. v. N. I. 7e j. Batavia 1845. 4o d. 388 en 341. |
16248. Beschrijving van dc godsdienst en zedelijkheid der Badoeïnen in hot zuiden van de res. Bantam, door Dr. W. R. van Hoëvell. 1845. T. v. F. /. 7e j. Batavia 1845 4e d. p. 388. 10249. Zending van Heurnius via Bali naar de Molukkos; met bijzonderheden nopens den toenmaligen zedelijken en godsdienstigen toestand der volken aldaar. liijdr. Ind. T. ï. y-kunde, N. S. I. 24, 62. 16250. Aantoekeningen betreffende de godsdienst der bevolking op Bali, door Dr. W. H. Medhurst. 1829. 'L\ v. N. I. 20e j. 1858. I. 210. 1Ü251. Berigten van R. T rie de r ic h, gedurende zijn verblijf in 1816 op Bali, betreffende dc godsdienst, cultuur cn verbrandingen op dal eiland. Medegedeeld door Dr. W. R. van Hoëvell. T. v. N, I. 8e j. Batavia 184(1. 3e d. 236, 242. 16^52. Over dc godsdienst van Bali, door R. Fricdcrich. Do Brahmanen en Pandi-ta's, Godenvcrcering der overige kasten. De voorname tempels van Bali. Dc tempels van het volk. Dc gedaante der tcmpelhuizen. De offeranden. De vereerde goden van Bali. Met platen. T. v. N. L. 1849. Gron. le d. 318. 16253. De üesana Bali; door R. Prie-dcrieh. Populaire beschrijving van dc in-slclliugen der liiudocsche godsdienst op Bali. Tekst met Javaansche letters gedrukt, gevolgd door de overschrijving in Latijnsclie letters, gepaard met eene Hollandsehc vertaling en aantcekcningen. T. v. N. 1. 9e j. Batavia 1847. 3c d. 245, 261 cn 330. 16254. Voorloopig verslag van deu godsdienst, eultus en verbrandingen op het eiland Bali, door R. Pr ieder ich, Amst. 1847 (t1)-Verh. Bat. Gen. N. L. XXII. 1849. 29 en XXIII. 1850. 3. 16255. Een feest in de hoofdplaats van het Rijk Gianjar op het eiland Bali. Beschrijving van de verbranding op 20 Dcc. 1847 te Gianjar vau den ovencden vorst Dcwa Mangis, met drie van zijne bijwijven. T. v. N. I. 1849. Gron. le d. 421. 16250. Aanteekeningen omtrent Bali. Extract uit het dagboek vau den ambtenaar P. L. v a n B1 o e m e n VV a a n d c r s, belast met eene kommissie in IScliliug, dd. 17 Oct. 1S55 tol 18 Maart 1856, speciaal nopens de bij- |
437
pelooviglicden des volks. Tijds. hul. T. L. V.-kunde, V. N. S. II. 185Ü. 431 j VII. 3 S. I. 1858. 73. 1G257. Mededecling betreffende de godsdienst. der inwoners van het eiland Lombok, door H. Zollinger. T. v. A'. /. 9e j. Batavia 1847. 2e d. 341 1C258. Bijgeloof op Timor-Koepang. Maagdenoffer bij de krooning van een koning; door B. G. 7'. v. N. I. 1c j. Batavia 1838. 1 d. 210. — Wederlegging van deze mededecling. Aid. 9o j. Batavia 1847. 4 d. 146. 1025',). Offeranden op het eiland Semauw; ook van een klein kind, hetgeen sedert is afgeschaft. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 4e d. 146. 10260. Eeredienst en geestelijkheid bij de bevolking in de res. Menado. Mcdedee-lingen door Mr. C. E.W. Pie te rm a at, gewezen lies. van Menado, en door den kap. luit. t/z. L. J. dc Vriese, dd. 6 Julij 1810. T. v. N. l. 3c j. 1 d. Batavia 1840. 133. 16261. Plaat voorstellende afgodabeelden uit Toneea, tctelas of titelas genaamd, mandjes met heilige steencn, een priesterhoed met koralen/ bij het maken van fosso's gebruikt, een knop van een priesterstaf, en arm en been-banden door dc priesters bij fosso's gebruikt, allen uit dc Minahassa van Menado. C. Neurdenburg del. Meded. Zend. Gen. VI. 1862 tegenover 87. vgl. 188. 16262. Bijdragen tot de kennis van den aard des heidendoms in de Minahassa, door J. G. Sehwarz, zendeling van Langowang. Meded. Zend. Gen. IV. 1860. 277. 16263. Schets van den zedclijk-godsdien-stigen toestand van dc Minahassa, door J. G. Sehwarz, zendeling van Langowang. Aquot;. 1833. Meded. Zend. Gen. V. 1801. 3. 16264. Bijdragen tot do kennis van het heidendom onder de Alfocren in de Minahassa, door den zendeling P. N. Wil keu. Huis-inwijding, verbranden van ecu hut, uitdrijving van den duivel, gebeden. Meded. Zend. Gen. Vil. 1863. 141, 149, 154. — Aantcckeningen van de Redaktie Aid. VII. 1863. 160. — Errata. Aid. IX. 1805. 203, 372. |
16203. Dc godsdienstige begrippen der Alfoercn in de Minahassa op Celebes door A. E. van Spreeuwenberg. 1842. T. v. N. I. 7e j. Batavia 1845. 4 d. 322. 10206. De godsdienst en godsdienstpleg-tighedeu der Alfoercn in de Minahassa op het eiland Celebes. Beschrijving vervaardigd door den zendeling P. N. Wilken. T. v. N. I. 1849. 2e d. 387. — Zie over deze beschrijving v. Rhijn, Reis Ind. Arch. Rott. 1851. 283, Noot. 16267. Beschrijving van hot geloof en bijgeloof der bevolking op het Noorder Schiereiland van Halmaheira, door ï. J. Will e r, dd. Tcrnatc, Oct. 1847. Ind. Arch. Ie j. 1. 1849» 370. — Ook geplaatst in Willtr, Boe-roe. Arast. 1858. 54. 16208. Aanteekcningen hetrcffonde dc godsdienst der Alfoercn op de Noord- en Westkust van Halmaheira. T. v. N. j!. 18cj. 1850. II. 210. 10269. Siwa-dicnst in Zuid Celebes. Ka-raëng-Lowo. Door den zendeling A. Goudswaard. Onderzoek naar den oorsprong en het bestaan dier vcreering, alsmede van het gebied waarin en do wijze waarop deze plaats heeft. Meded. Zend. Gen. IX. 1865. 75, 289. 16270. Beschrijving van de godsdienst der Alfoercn op het eiland Boeroe, door T. J. Wilier, dd. Arnhem, April 1847. Ind. Arch, ie j. I. 1849. 505; ook geplaatst in IViller, Boeroe, Ainst. IS58, 112. 16271. Brief van den zendeling A. G o u d s-waard, dd. Bonthain 12 Oct. 1854. Schets van den zedelijk godsdienstigen toestand der Makassaren, alsmede beschrijving van een offerfeest ter cere van Krain Luvi. Meded. Zend. Gen. IV. 1800. 345. 10272. Gissing van Dr. W. C. H. toe Water, dd. Makassar 1840, nopens Krain Lovi, en zijn verecriug in de Bonthainsche landen. T. v. N. I. 3e j. 1840. I. 587. — Overgenomen, met toelichting door A. Goudswaard. Meded. Zend. Gen. IX. 1865. 77. 16273. Gissing van Dr. S. A. Buddingh, betreffende het afgodsbeeld Krain-Lovi te Bonthain, en zijne vcreering, Buddinyh, N. O. Indïé. II, Ilott, i860. 17. — Ovcrgcuo- |
4üö
men, met toelichting, door A. G o u d s w a a r d. Meeled. Zend. (Jen. IX. 1805. 70. iG',;74. Proeve van de godsdienstige lit-teratuur der Makassaren, door den zendoling W. M. Dons cl aar. Meded. Zend. Gen. V. 1861. 84. i0:275. Eene bijzondere soort van afgoderij op üoano. Getrokken uit oen verslag van den zendeling M. Teffer. Beschrijving der verecring vau boeli-lioeii. Meded. Zend. Gen. IV. 1800. 77. Australië. 10276. Zonderlinge bijgeloovigbeid in Australië. Verhaal nopens het geloof onder de inboorlingen, dat de blanke mcnschcn de ziel van afgestorven zwarten zijn. Keur v. Meng. 181-2. 252. 16277. Aanmerkingen over den godsdienst der inboorlingen van Nieuw Zuid-Wales, door D. Collins. Fad. Lett. 1807. '2. 584. 16278. Bijzonderheden nopens de afgoden van het eiland ütaheiti naar Engeland gezonden, en aldaar bewaard wordende in het Museum van de Maatschappij der zendelingen. Letlerl. 1S1U. I. 351. 1027'J- Voormalige godsdienstige begrippen der bewoners vau Utaheiti, vóór do invoering van het Christendom. Schets hunner mythologie. Bloenik. 1826. I. 158. 16280. Eenigc merkwaardige gewoonten, Êlaats hebbende bij de bewoners dor Eeejee-lilandcn. Uit hot Gentlemen's Magazine. Beschrijving van het verworgen der weduwen van de opperhoofden, en van do omstandigheden, waarin dit niet plaats heeft. laats hebbende bij de bewoners dor Eeejee-lilandcn. Uit hot Gentlemen's Magazine. Beschrijving van het verworgen der weduwen van de opperhoofden, en van do omstandigheden, waarin dit niet plaats heeft. Boekz. Julij 1820. 61. 16288. Getal der tegenwoordig bestaande joden in Azië, Afrika en Oceania. Uit de üeographische Ephemeriden. kud. Lett. 1826. U, 33. Algemeen. 16290. Waarncmingen over den godsdienst der Arabieren, door W. Jones. Vad. Lett. 1792. 2. 603. |
16281. De staat van godsdienst en zedelijkheid bij de Nicuw-Zeelanders. Getrokken uit do Reizen van Dumont d'Urville, overgenomen in de Aligem. Kirchcnz. 183:i No. 134 en 13.'). Reu. o. d. Rev. XXVII. 1834. Meng. 104, 145. 16282. Nieuw-Zeelandcrs, Beschrijving van hun godsdienst. Boekz. Junij 1844. 750. 16283. Zonderling bijgeloof der Nicuw-Zeelanders. Hun volksverhaal omtrent Mawe, den naam van oen wezen, hetwelk dat eiland uit de zee zou hebben opgevischt. Uit: J. G. Sommer, Nieuwe Verscheidenheden, II. 166. Ree. o. d. Ree. XXXIII. 1840. Meng. 143. Afrika. 16284. Afrikaansch bijgeloof. Beschrijving van de verrigtingen van een regen maker bij de Hottentottcn. Boekz. Junij 1821. 733. 16285. Een wonderdoctor bij de Hottentottcn of regcndoctor, en mededeelingen betreffende hun geloof aan hoogere inagten of geesten. Fad. Lelt. 1864. N. S. III. 242. 16286. Iets over den valsehen profeet Molageni en het ontstaan van den jongsten Kaffer-oorlog. Uittreksel uit een brief van den zendeling Sehruinpf, 13 Eebr. 1851. Overzigt van zijn godsdienst, handelingen en invloed. Yer. Chr. St. VI. 1852. 45. 10287. Hoe de menschen door de werken der schepping tot God worden geleid, in een merkwaardig voorbeeld van blinde heidenen getoond. Beschrijving der godsdienstige gebruiken en plegtighedcn bij de walvisehvangst door de Madagaskers. N. Vad. Bill. IV. 1800. 2 St. 245. 16289. Bijzonderheden nopens de Isr. Hoogduitschc gemeente te Sydney in Nieuw Zuid-Wales. Jaarb. Isr. 4e j. 1838. ,59. danc n. 16291. Beleekonis van de benaming Musuiman. Fad. Lett. 1762. II. I. 195. 10292. Korte opgave van Mahomcth's leerstellingen en godsdienst. Fad. Letl.lWa. |
439
16293. Verhandeling over de godsdienstleer van Mahomet, door A. J. Kronenberg, voorgelezen te Arnhem. Vad. Lelt. 1628. II. 1. 16294. Mohammedaansehe leerstukken en hoofdsekten. Valentijn, Zaken van den godsdienst op Java. IV. 2. Dordrecht 1(26.3 10295. Aanmerkenswaardig bericht omtrent den godsdienst in Persië en Indiö, genomen uit do nieuwste zendelingsberichten, die te lialle, door D. J. L. Schultze uitgegeven worden. Tekst van het advertissement in de Persisehe taal bekend gemaakt nopens de stichting en uitbreiding van den «Godsdienst des Vredesquot; door den vorst Wahabee. N. yad. Bill. III. 1799. 2 st. 239. 16296. Over de Wahabiten. Uit John Maleohn's Geschiedenis van Perzicn. Schets van hunne grondstellingen, van hunne stichting en uitbreiding, lioekz. Jan. 1817. 72. 16297. Het feest van den kameel, in Persian. Jioekz. Oct. 1821. 487. 16298. Berigt wegens den Alcoran van Mahomet, door den Heer Mallet. Uit de Encyclopedie, k'ad. Lelt. 17(i9. II. 2. 481f 16299. Bijdrage tot de kennis van de Bijbelsche legenden der Mohammedanen. — Het Javaausche geschrift Amhió. — Geschiedenis van Kabi Ngisó, de Profeet Jezus. Door den zendeling W. Hoezoo. Mcded. Zend. Oen. IX. 1865. 227. 16300. Bijzonderheden nopens, alsmede beoordeeling van de bestaande Koranverta-lingen op Java, door Mr. S. Keyzer. Bijdr, Ind. T. L. -kunde, N. V. VI. 318—321. 16301. Bijzonderheden nopens eene vertaling van den Koran in het Makassaarsch. Medegedeeld door den zendeling W. M. Donselaur. Meded. Zend. Gen. V. 1861. 109. 16302. Aanleidende en medewerkende oor-zaaken, die aau Mahometh's Godsdienstleer eenen zo verbaazenden opgang gaven. Uit «Horae Bihlieae. Miscellaneous notes on the Koran, the Zend Avesta, the Vedas, the Kings, and the Eddasquot;, van Mr. Butler. fad. Lelt. 1805. 2. 133. |
16303. Prijsvraag voor 1809 van de klasse van geschiedenis en oude letterkunde van hot Nationaal Instituut te Parijs, over den invloed van het Mohammedanismus, gedurende de drie eerste eeuwen van de Hegira, op den geest, de zeden en regeringsvorm der volkeren, onder welke die godsdienstleer zich gevestigd had.• Lelterh. 1807. II. 49. 16:i04. Prijsvraag, dd. 12 April 1779 van het Bat. Gen. in N. I., getiteld//Welke middelen van vernuft hebben Mohamed, de Imans en verdere leeraars en zendelingen der Musel-mannen ook in lateren tijd met voordeel gebruikt, oin do heidenen alom, vooral in de verschillcudc gewesten en eilanden van üost-Indië, bij wijze van eene zedelijke overtuiging, tot het geloof van den Koran te bc-Keereu en in dat. geloof te bevestigen?quot; yerh. Bal. Gen. N. I. I. 3e dr. 1825. Voor-berigt 35. II. 3e dr. 1S26. Voorberigt 14. IV. 2e dr. 1824. Voorberigt 12. 16305. Geschiedenis van dc invoering en verspreiding van hot Mahomodanismus op Java. John Craw/urd, De Indische Archipel enz. III. Haarlem 1825.310—323. Zie ook k alentijn, Beschrijoinge van Groot-Java. IV. Dordrecht 1726. 68. Valentijn, Zaken van den Godsdienst op Java. IV. 2. Dordrecht 1726. I. 16306. Hot Mohamediinisme en het Christendom. Betoog dat het Mohamedanisme voor het Oosten is, wat het lloomseh-Katho-licisme voor Europa geweest is on gedeeltelijk nog is, T. v. N. I. 7e j. Batavia 1845. Ie d. 281. 16307. Beschouwingen over de nadeden welke de Islam reeds aan Kederl. Indic heeft toegebragt, en nog voortdurend berokkent. Meded. Zend. Gen. VI. 1862. 11. 16308. Dc Regering en het Mohammedanismus. Geinotivocrde veroordeeling van dc bestaande verhouding in Ned. O. Indiö, naar aanleiding der verklaring Un dezen op-zigte gedaan door den Min. van Kol. J. (J. Baud in do Tweede Kamer in Nov. 1846. Reformatie, 3 fcj. 111. 1 i47. 286. 16309. Bijdrage lot de geschiedenis dor vervolgingen om den godsdienst. Do bekee-ringswoode van Aurang-Zeb om alle Hindoos Mohamedanon te doen worden, benevens terogtwijzing aan hem hierover door Rajah Jeswond Sing. Bnekz. April 1825. 437. Sumatra. 16310. Do scete der Padarics in dc Pa-dangsche Bovenlanden. Medegedeeld door eon ambtenaar op Sumatra, H. A.StcynParvé. |
440
Overzigt harer gcsohiedoms. Ind. Mag. 1814, T. 'J'w. No. i, 5 en G. bl. 21; Vgl. Tijdnohr. v. lud. '1. L. en V.kunde. III. 1S55. 2{17. — Ue secte tier Fadarics (Padries) in de Bo-venlnndon van Sumatra. Door H. A. Steyn P a r v é. Een verbeterde en vermeerderde uitgave, voor zoo veel vooreerst betreft het eerste gedeelte, besehrijvende de ontkieming en wording dezer seete. Voorafgegaan door een toelichtend schrijven aan de lledaktie van het Tijdschrift, dd. Bandjarncgara. 4 Junij 1854. Aid. 249. 16311. Oorsprong der Padaries, cone secte op de Westkust van Sumatra, en hare uitbreiding, door v. d. H. 2'. v. N. I. Ie j. 1 d. Batavia 18:j8. 113. 16312. Dc Padries op Sumatra. Uit de Bat. Cour. van 13 en 15 Sept. 1827 No. 83 en 84. üverzigt, dd. Batavia, 10 Aug. 1827, door B .. d., van de stichting en uitbreiding dezer godsdienstige seete. Ind. May. II. Tw. 1845. No. 5 en 6. bl. 167. 16313. Mededeelingen betreffende dc verhandeling van Dr. P. J. Vc t h,over de sekte der Padries op Sumatra, Jaarb. Kon. Insii-stuut, 1851. 58. Jam. 16314. Verdraagzaamheid der Mohame-danen op Java. Voorbeeld van godsdienstige verdraagzaamheid, door dc Moliamedaanschc priesters en bevolking in Bantam. T. v. N. I. 1850. 11. 74. 16315. Een brief aan den Redakteur over dc vraag, of dc Javanen Mohammedanen zijn, door V ivid, dd. Soerabaja Mei 1862. Aan-tooning van het tegendeel. T. v. A'. I. 24e j. 1862. II. 54. 16316. Schets van den godsdienstigen toestand van den Javaan; door den zendeling D. J. ten Zeldam Ganswijk, dd. Modjo Warno 1 Sept. 1855, Hierin den aard van het Mohammedanisme, dat dc Javanen kenmerkt. Meded. v. h. Ked. Zend. Gen. Ie j. 1857. 104. — Overgenomen in het 2'. v. N. I. l'Je j. 1857. II. 255. 16317. Een en ander over den godsdienstigen toestand van den Javaan. Uit een verslag over 1S63, van O. Po ens en, zendeling te Kediri, dd. Kediri, January 1864. Meded. Zend. Gen. VIII. 1864. 214; IX. 1865. 161. 16318. Bijdrage tot dc kennis van het |
Mohamraedaausch godsdienstig gouioeusicveu van den Javaan. Tijds. Ind. T. L. V.kunde. N. V. Ill 13'J. 16319. Berigtcn cn beschouwingen over den zcdelijk-godsdicnstigen toestand van hot Javaansche volk, door den zendeling S. E. Harthoorn. Uit zijn jaarverslag van 1857. Meded. Zend. Gen. IV. 1869. 107, 212. 16320. Bijdragen tot dc kennis van den godsdienstigen cn zodelijken toestand des Javaans, door den zendeling C. Poen sen. 1°. dc panditó, 2quot;. hot Javaansche offer. Meded. Zend. Gen. IX. 1865. 333. 16321. Beschrijving van de fabelleer det Javanen, door A. Ü. Cornets de Groor. Uit zijn residentie-verslag van Grissee in 1822. T. v. N. /. 14e j. 1852. II. 393. — Aauteckeningen hierop door G. Aid. 430. 16322. Zelfdoodingen zelfmoord. Bijdrage tot dc kennis van het godsdienstig leven onder de Javanen, door H. Smeding, dd. Botterdam, 3 Nov. 18()2. Meded. Zend. Gen. VII. 1863. 72. Bijgeloof. 16323. Mededeeling, door S. van Deventer J.Sz., van voorbeelden van den invloed van het bijgeloof in dc Javaansche Maatschappij. Noriman in Bantam 1810— 1813; Bagocs Wangsa in Chcribou 1825; Sceh Abdulla in Buitenzorg 1821; Nabi Mohammed in iiatayia 1829. ï. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. I. 88. Noot, 208. 16324. Tafels en overzigt van gelukkige en ongelukkige dagen en uren volgens de mcening der handeldrijvende volken van den Indischen Archipel, door J. Hageman J.Czn. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, VIL 3 S. I. 1858. 130. 16325. Blind vertrouwen van den Javaan; door C. F. Philips, dd. Banjoemas 1855. Voorbeeld, in 1844 waargenomen, en wel op een voorvaderlijk erfstuk, een kris, als talisman. Tijds. Ind. T. L. V.kunde, IV. N. S. I. 1855. 203. 16Ö26. Javaansch bijgeloof, door E. Net-scher. Voorbeeld bij het heerschen der cholera, bij wijze van uitgeleiden en verdrinken der ziekte, door middel eener brandende fakkel. Tijds. Ind. T. L. /.kunde, 111.1855. Berigten. X1U. 16327. Zonderling bijgeloof, ten aanzien |
NIET - CHRISTELIJKE GODSDIENST.
441
van den krokodil bij den Inlander in den Ned. O. I. Archipel. Ree. o. d. Ree. 1843. Meng. 219. 16328. Offerande aan de apen in Cheri-bon. Besehrijving, uit het dagboek van den Majoor K r i eg e r) Kommandant van Malacca. v. Kampen, Mag. IV. 1820. 240. 16329. Voorspellingen der Javanen bij bet versehijnen van kometen. Uit een Ja-vaanscb geschrift vertaald door H. J. Dom i s. Oosterling, I. 1838. 472. 16330. De voorspellingskunst uitdcWoc-koes van de Javanen, door F. H. J. Nct-scher, dd. Soorakarta 1857. Beschrijving van do eigenaardigheid en de bijzondere eigenschappen, die door de Javanen daaraan worden toegekend j te zamengestcld uit dc verschillende volksverhalen, overleveringen en beschrijvingen dezer Wockoes. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VI. N. S. III. 1857. 511.— De Wockoes der Javanen, door A. li. Co-hen Stuart. Verbetering van misstellingen. Aid. VII. 3 S. I. 1858. 342. 16331. Bijgeloovigheden der Soendauezen, door F. C. Wilsen, dd. Palimanang Nov. 1856. Met platen. Bijgeloovige trekken en gebruiken, door plaatselijke omstandigheden ontstaan, vooral in de res. Cheribon. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IV. N. S. I. 1855. 405 ; VI. N. S. III. 1857; VIII. 3e S. I. 1858. 45. 16332. Beschrijving van dc besnijdenis bij de bevolking inde Lampongsehe distrikten, door J. A. du Bois, ads. Res. T. v. N. 1. 14e j. 1852. I. 270. 16333. Mededeelingcn betreflende de besnijdenis bij dc bevolking van de eilanden öaparoca, Haroekoe en Noessa Laut, door van Schmid, dd. Passoeroewan 17 Oct. 18i3. T. v. N. I. 5e j. 2 d. Batavia 1843. 621. 10334. Beschrijving der verschillende offeranden bij de Javanen te Soerakarta gebruikelijk, door C. E. Winter, dd. Soerakarta 1842. T. v. N. /. 5e j. Ie d. Batavia 1843. 719. 16335. Mohammedaansche aflaten. Bijzonderheden, ontleend aan Niebuhr's Belli. |
schrijving van Arabië. Tijds. Chr. Leven N. I. Ie j. 1855. II. 39. 16336. Beschrijving van de Javaansche feestdagen te Soerakarta, door C. F. W i n-ter, dd. Soerakarta 1842. T. v. N. I. 5e j. Ie cl. Batavia 1843. 712. 10337. Djokjokarta. Fragment uit een reisverhaal: Garebek Moelocd. Met plaat. Beschrijving van dit godsdienstig feest. I. De kraton. II. De voorbereiding. III. Het feest in de kraton. IV. Het feest in het residentiehuis, T. v. N. I. 10 j. 1857.1. 301. 10338. De beide Mohammedaansche feesten door Dr. S. Keyzer. Het ontbijtfeest en het ofl'orfoest, naar aanleiding van de hem door Th. A. L. Kroesen toegezonden handschriften. Bijdr. Ind. T. L. V.-kunde, N. S. IJL 26. 16339. Mededeeling van het verhaal, door J. J. Rochussen gedaan in de Tweede Kamer op 27 Nov. 1852, van de bestrafiiug door de Indische Regering van den Resident, den Kolonel en den Predikant te Soerakarta, wegens hunne afwezigheid in 1846 bij de viering van het godsdienstige feest tiarebek Moeloed te Soerakarta. T. v. N. I, 19e j. 1857. I. 313. Noot. 10340. Mohammedaansche feesten, door Residenten gevierd, dd. Pasoeroean, Junij 1858. Veroordecling hiervan, met beschrijving van de verschillende wijze vau viering van het //Bieran-feest,quot; voornamelijk in Soerakarta en in Pasoeroean. T. v. N. I. 20e j. J858. II. 244. 16341. Tekst van het programma, dd. Pasoeroean 14 Mei 1858, door deu Res. C. P. C. Steinmetr uitgegeven voor de viering van het «Bieran-feest. T. v. N. I. 20e j. 185S. II. 246. — Verslag van de plcgtige viering van dit feest op J5 Mei 1858. Overgenomen uit het Pasoeroean's Nieuws- en Advertentie blad, vau 19 Mei 1858. T. v, N. I. 20e j. II. 249. 16342. Plaat voorstellende „Nieuwe Moor-sche tempel van Hila.quot; F. Ottens fecit. Va-lentijn, II. tegenover bl. 100. 10343. Verslag van het graf van den profeet Ali (in Perzië). Uit Griffiths Travels in Europe, Asia and Arabia. Vad. Lett. 1814. II. 456. |
56
442
16344. Heilige graven, door W. li. van Hoëveil. Denkbeelden en gevoelens van den Javaan, alsmede zijne godsdienstige pleg-tiglieden en gebruiken betreftende deze graven. T. v. N. I. 3e j. led. Batavia Ife lO. 172. 1G345 Heilige graven. Uit de Batav. Cour. v. 1'2 Mei 18i7 No. 31. Waarnemingen en opmerkingen, dd. Batavia, 9 Mei 1827, nopens die van den Arnbier Saeh Acliraat Tanassie, alsmede nopens die van deu Arabier Said Hacssin Bir Aboe Aydroos, beide in de res. Batavia. Lid. Mag. II. Tw. i.845. 104. 16346. Over bet instellen van een onderzoek naar bet bedrug der geldelijke bijdragen uit onze Oost Indische Bezittingen ten behoeve der Mobaramedaansobe heilige plaatsen. Keyzer, Onze Tijd in Indie. 'sHage 1860. 89, 137. Pelgrims, Priesters. 16347. Korte zamenvatting van hetgeen als gevolg der bedevaart naar Mekka te duchten is, speciaal met toepassing op Nederl. Indië, en de jongste verordening aldaar op dat stuk, dd. 6 Juli) 1859 ; Ind. Stbl. No. 42; alsmede overzigt van hetgeen in de Ile-geringsverslagen van Ned. Indië sedert 1849 tot 1858 over dat onderwerp voorkomt. Keyzer, Onze Tijd in Indië. 's Hage 1860. 183, 185, en 56. — Mededeeling met toelichting van den tekst van deze ordonnantie, dd. 6 Julij 1859. v. Doren, Bij toieti ligt de schild. Amst. 1861. 14. 16348. Over de bedevaart naar Mekka bij mandaat, in betrekking tot Nederl. Indie. Keyzer, Onze Tijd in Indië. 'sHage 1860. 115, 116. 16349. Over de terugkeer der Indische bedevaartgangers en de vestiging van een aantal hunner, Javanen en Maleijers, in zuidelijk Arabic. Keyzer, Onze Tijd in Indie. 'sHage 1860. 159. 16350. Over het stroomen van duizende Javanen naar de pesantrians op Java, vooral in Kedirie, om zich tot priesters te laten wijden. Keyzer, Onze Tijd in Indië. 'sHage 1860. 192. 16351. Verslag der discussiën in de vergadering van het Indisch Genootschap op 21 Maart 1859, over de vraag: Wat zijn Hadjie's en welke is hun invloed op het |
volksleven der Javanen? Uand. Ind. Gen. VL 1852, 1. 163.'j2. Mededeeling, door J, 1. van Se-venhoven, welke lieden de Molmmmedaan-sche priesters op Java zijn, hoe zij gevormd worden, en welke de mate van kennis is, die zij bezitten. T. v. N. I. 2e j. 1849. I. 350. — Overurenomen Aid. 24e j. 1862. I. 196. 16353. Voorbeeld van eerbiediging door het Europeesch gezag op Java, van de godsdienstige plcgtigneden en gebruiken der Ma-homedaanselie priesters. Medegedeeld door Dr. F. Junghnhn. T. v. N. I. 5e j. 1 d. Batavia lH4:i. 615. Noot. 16354. Getal priesters en hadjies in de districten van de ads.-residentie Buitenzorg gedurende J846. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 86. 16355. Beschrijving van de verschillende rangen en klassen onder de geestelijkheid in de res. Preanger Regentschappen, 1846. T. v. N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 96. 16356. Staat aantoonende het getal priesters naar hunne versehillende klassen, alsmede dat der hadjies in de res. Preanger-llegentsehappen op het einde van 1846. T. v. A. /. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 98. 16357. Opgave der Mohamedaansche geestelijkheid in de res. Bagelen in 1843, door Dr. P. Blocker. T. v. N. I. 1850. II. 19. — Idem in de regentschappen van de residentie Japara, 184.1. Aid. |1. 36. — Idem in 1846. yZ/rf. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. 1 d. 371. 16358. Beschrijving, door J, L. V. dd. Java, Maart 1855, van den toestand der Inlandsche geestelijkheid in de res Madioen, onder het oude Inlandsche Vorstenbestuur en het Nederlandsehe na 1830. T. v. N. I. 17c j. 1855. 11. 10. 16359. Opgave der Mohamedaansche geestelijkheid in de res. llembang in 1845, door Dr. P. Blocker. T. v. N. 1. 1850. I. 47. 16360. Beschrijving van de zamenstelling, inrigting, weikzaamheden, magt, invloed en inkomsten van de Inlandsche geestelijkheid in de res. Grissee in 1822, getrokken uit |
443
het verslag van deu lies. A. D. Cornets de Groot. T. v. N. I. 15e j. 1853. 1. 93. 16361. Mededeelingen betreffende de verschillende rangen onder de geestelijken te Socrakarla, door Dr. D. L. Mounier. T. v. N. 1. 6e j. 1 d. Batavia 181.4. 335. — Hulp in deze door C. 1'\ Winter. Aid. 6e j. Batavia 1844. 3d. 18. 16362. Opgave van het getal Mohamme-daansehe priesters in de res. Pasoeroeau in 1845, volgens hunne verschillende rangen of klassen. Medegedeeld door Dr. P. üleoker. T. v. iV. /. 1849. 2 d. 27. |
16363. Opgave van de inkomsten van de geestelijken, als den Pcnghoeloe, de kitibs en de moedins, in de ads.-res. Banjoevvangi, door Dr. ï. Epp. T. v. N. I. 1849. 2 d. 252. 16364. Verwonderlijke vertooningen van zinbegoocheling door eene zonderlinge secte van Mahomedaanscho dweepers in Hindostan, tot eene godsdienstige bedoeling aangewend. Uit United Service Journal, J ul ij 1838. Vriend Vad. XIII. 1839. 843. 16365. Een Mahomedaansehc fakir in Hindostan. Met een plaat. Beschrijving en tegenstelling met een Braminschen. Amatg. 1837. I. 336. |
1. Zending en Christendom.
Algemeen. 16366. Beknopt overzigt van de vruchten der Bijbel- en Zendeling-Genootschappen, in alle landen, waar zij hunne werkzaamheden hebben uitgebreid, door O. Ree. o. d. Ree. XXIll. 1830. Meng. i48. 16367. Oudheid van het Christendom in Indië, volgens Prof. A. W. vonSchlegel, met verkortingen en bijvoegselen medegedeeld door Dr. W. R. van Hoëvell. T.v. N. I. 4e j. 2 d. Batavia 1842. 520. 16368. Overzigt over de eerste vorderingen en wederwaardigheden van het Christendom in de onderscheidene werelddeelen. II. Azië, 5. Japan, 6. China, 7. Tonkin, Cochinchina, het Birmanische Rijk. Medegedeeld door G. P. Vcrmaasen. Kuph. X. 1823. 4. 789. 16369. Polynesie. Godsdienstige statistiek. Ver. Chr. St. XVI. 1862. 481. 16370. .De uitbreiding van het Evangelie onder de heidenen, een pligt der christenen, aangetoond door T. tt. M. Diepering, Predikant. Jioekz. Julij 1832. 49. |
16371. Prijsvraag door Tcylcr's Godgeleerd Genootschap uitgeschreven voor 1783: Hoedanig was de staat der Christenheid, vooral iu de Oost.erschc kerk, ten tijde der opkomste van den zoogenaamden Profeet Mohammed, en heeft dezelve niet zeer veel toegebragt tot de aanvanglijke verspreiding zijner leer? N. Ncderl. Jaarb. XVII. 1782. bl. 1329. 16372. Prijsvraag uitgeschreven door het Genootschap tot verdediging van den Chris-telijken Godsdienst te 'sHage, voor 1820: //Welke middelen moeten meest geschikt, gerekend worden, om de eiiristelijke godsdienst toegang tot de aanhangers van Mohammed te doen verkrijgen, de vooroordeclen en tegenwerking tegen deszelfs grondleeringen en voorschriften te overwinnen en alzoo de aanneming van het Christendom, met de heilrijkste gevolgen, bij dezelve te bevorderen Pquot; Letterb. 1818. II. 265; 1819. 11.237. Boekz. Oct. 1818. 488; Oct. 1819. 489. Vad. Lett. 1822. I. 270. — Verslag der ingekomen antwoorden. Boeki. Oct. 1820. 491. Letterb. 1820. II. 235. 16373. Prijsvraag voor 1786, uitgeschreven door het Zceuwfch Genootschap der Wetenschappen te Vlissingen, op verzoek van het Batavinasch Genootschap in Ned. Indië: Welke is de beste en eenvoudigste wijze, op welke de zeudelingen op Azië en Afrika de Mohamodanen van de valschheid hunner Godsdienst, en van de waarheid van den Christelijken overtuigen kunnen? N. Nederl, Jaarb. XIX. IJ84. 2. 1532. |
56*
444
16374. Onderzoek van de voordeelcn die ons de zendelingen aangebracht liebben. Uit hot Hoogduitscli van P. J. Brnns, to Helm-stad. Aantooning van deze voordeden. N. Alg. Mag. 1. 1792. 446. 16375. Wederuitsehrijving door Teylcr's Godgeleerd Genootschap, der prijsvraag: In welken opzigte raag men redelijkerwijze onderstellen, dat de verbreiding der Evangelieleer, oorspronkelijk, door God bedoeld' zij ? en hoe laat zich de tegenwerping der onge-loovigen, ontleend uit de schijnbaar nog zoo onvolkomene uitbreiding dier leere onder het menschdom oplossen? Fad. Lett. 1807.1. 291. 16376. Opgave van de prijsvraag uitgeschreven voor 1804 door Teylcr's stichting: Welken dienst hebben de zendelingen, in de twee jongst verloopene eenwen, aan de voortplanting des waren Christendoms gedaan 'i en welk eene vrucht heeft men van de tegenwoordig werkzame zendelingsgenootschapen, te dien opzigte, te wachten? Letterb. 803. II. 357. — Verslag nopens de ingekomen antwoorden, van welke die door J. Haafner, te Amsterdam geschreven, is bekroond. Aid. 1805. I. 228. 16377. Onderzoek naar het nut der Zendelingen en Zendeling-Genootschappen, door J. Haafner. Tajler's Godgel. Gen. XXII. 1807. — Aankondiging, overzigt en beoordeeling van het door Teyler's stichting bekroonde antwoord van J, Haafner. Ree. o. d. Ree. II. 1807. 581. 16378. Prijsvraag uitgeschreven door Teyler's stichting voor 1851: Hoe blijkt uit de leer des Nieuwen Verbonds, dat de uitbreiding des Evangelies onder de niet-Christelijke volken (propagatie) een wezenlijke en kenmerkende grondtrek is der kerk, door Christus gesticht, en dus als eene heilige verpligting op hare afzonderlijke leden rust? Wat is door de zendeling-genootschappen van vroeger en later tijd ter uitbreiding des Bvan-gelie's onder Joden, Mahomedanen en Heidenen gedaan ? En welke waarschuwingen geeft dit omtrent de meest geschikte middelen, om het voorgestelde doel onder de genoemde volken te bereiken? 1849.11. 322.— Herhaald voor 1853. Aid. 1851. II. 386. |
16379. Uittreksel uit den brief van Pe-stuurders van het Nederl. Zendeling-Gnnool-schap iian zijne zendelingen, naar aanleiding van de inspectie, dd. Rotterdam 5 Jan. 1849. Inhoudende gedachten en opmerkingen betreffende hunnen arbeid. Meded. Zend. Gen. 1. 1857. 259. 16380. Overzigt van de zending onderdo heidenen bij den aanvang van 1852. Naar hot Engelsch. Chr. Verz. 1. 1852. 213. 16381. Aanbeveling der evangelisatie als middel tot uitroeijing van den zeeroof, naar aauleiding der expeditiën van 1848 en 1851. Door J. F. G. lirumund. Indiana, 1.1853. 151. 16382. Het zendingswerk in zijne gevolgen. Overzigt der werkzaamheden van de verschillende zendeling-genootschappen, getrokken uit het laatste verslag van de Evangelische zendelingen te Parijs. Chr. Ven. V. 1856. 80. 16383. Evangelische zendelinggenootschappen in de verschillende streken dor aarde. Lijst der bestaande Vereenigingen, gevolgd door eene schets van de resultaten van haren arbeid op de verschillende standplaaten door haar vervuld of ingenomen. Uit de «Alg. Kirchenzeitung,quot; 1830. Alg. Mag. 1830. 2 st. 518. 16384. Overzigt van de Godsdienstige Genootschappen in Engeland, jaar van op-rigting, en werkzaamheden in andere wereld-deelen. Ver. Chr. St. III. 1849. 261, 16385. Eertijds en nu, of het werk van vijftig jaren. Historisch overzigt der |Europe-schc Zendelinggenootschappen en der verkregen uitkomsten. Chr. Fen. I. 1852. 62, 78. Katholieke Zending. 16386. Koloniale politiek, door P. J. B. C. Rob id c van der A a. II. Staatkundig belang der Evangelisatie. Historisch betoog tot aanprijzing,, gevolgd door een overzigt van de invoering van het Christendom door de Katholieke rijken van Spanje en Portugal in de Overzoesehe Bezittingen, sedert hunne vestiging aldaar. Gids, XXIVe j. N. S. 12e j. I860. I. 831. 16387. Het bckecringswerk der Portugezen in don Indischen Archipel, door J. P. |
445
G. B r u m u n d. Historisch ovcrzigt, grooten-deels geput uit Valentiju, gevolgd door klag-ten over onze weinige werkzaamheid in deze, en aansporing tot meer. Indiana, II. 1854. 56. 10388. Nedorduitsche tekst van den brief. Anno 1546, van Don Jan, Koning van Portugal, aan J oau de Gastro, Onderkoning van India, waarin zijne zorgen voor de kerken blijkt. Baldaeun, Malabar. Amst. 1672. 147. 16389. Lotgevallen van den geneesheer Dellon. Eeno iuquisitie-gescliipdeuis. Zijne vervolging door de Inquisitie te Daman, eene Portugeesche stad in Gost-Indiö. 1073— 1077. N. Keur v. Meng. 1832. 65. 16390. Opgave der plaatsen in Oost-Indic, waar Portugeesche Bisschoppen zijn gevestigd in 1790. Letterb. VI. 1791. 71. 16391. Buitenlandsche R, C. Zendelinggenootschappen. Uit den rAlmanach Ec.cld-siastique de Franco, pour l'an 1807.quot; Hun zetel en werkkring. Meng. li. C. I. 1807. 246. 16392. Do geestelijke orden in de zendingen. Statistisch overzigt. Katholiek, 1855. XXVII. 204. 16393. Over de oorzaken van de opkomst, en het verval der Ghristcndoms in Indiiin, door den zendeling Abba D u B o is. Kortverhaal van de bekecing door de Jcsuïten, en van den nadeeligen invloed, van den tweespalt met de Roomsche Stoel over hunne methode, op deze bekeering. Hoekz. Junij 1824. 689. 16394. De zendingen der Katholieke kerk. Volgens J. Chowanetz, haar begrip en wegen, geschiedenis en tegenwoordige toestand. Katholiek, 1855. XXVIII. 20, 147, 225, 383. 16395. Vrijheid van godsdienst in de Fransche volkplantingen in Oost-Indiö. Opmerkingen over het verbod aan iederen Franschen onderdaan hetzij Mohammedaan, hetzij Heiden, om Protestantseh te worden. Overgenomen uit een brief, dd. 13 Aug. 1844 van den zendeling Gandert aan Hoiï-niau, Insp. van het Instituut te Bazel. Reformatie, 2 S. VII. J844. 350. 16396. Missiën. Aantooning der vruchte-looze pogingen der Protcstantsche in Indic |
in tegenstelling van die der Roomsch Kath lieke. Uodsdienstvr. li. C. V. 1820. 181. 16397. Voortgang van het Roomsch-Katholioisme in onze Oost. Ingezonden. His-torisoh overzicht sedert 1SU8. Per. Chr. HL XI. 1857. 558. 16398. Mededeeling, door E. de Waal, van den zukelijken inhoud van het artikel in de Revue des Revues van 1843 No. 4, getiteld: Des Intéréts francais dans 1'Oooanie, par L. dc Ca mé, voor zoo veel betreft het betoog voor het; Katholicisme tegen het Protestantisme, als bekeerraiddel der Heidenen. lui. Mag. 1. Tw. 1844. ïlo. 7, 8 en 9. bl. 149. 16399. Twee Protcstantsche getuigenissen over Katholieke en Protcstantsche zendelingen, ten gunste van eerstgenoemde, door //The East Indian Telegraph and Courier,quot; en door Kolonel Hamilton, Katholiek, 1851. XX. 417. 16400. Tegenstelling, door T. M. Loo-man, van bot getal en de ondervonden geldelijke ondersteuning der Protcstantsche tegenover de Roomsch Katholieke zendingen. ycr. Chr. St. VI. 1852. 50. — Protcstantsche en Katholieke zendingen. Onjuistheid van deze tegenstoüing. Katholiek, 1851. XX. 122. Protestantsche Zending. 16401. Onvruchtbaarheid van het Protcstantsche Zendingwerk. Historisch en Geogra-phisch ovcrzigt ter aantooning der enorme halpmiddclen en der nietige resultaten. Mce-rendcels uit Protestantsche bronnen geput. Katholiek, 1862. XXH. 334. 16402. Opmerkingen betreffende den ijver, vooral der Protestanten, tot uitbreiding van het Christendom onder de Heidenen, en des-zelfs gelukkig slaagen. Z7ad. Lett. 1807. 1. 655, Noot. 16403. Statistiek overzigt van de Protestantsche Zcndcling-genootsebappen. Door T. M. Loom an Ontleend aan do Espérance. Ver. Chr. St. IV. 1850. 233. 16404. Verslag van de zendingen der Protestanten in Oost-Indië, volgens J. A. C. van Einem. Kerkelijke geschiedenissen. Eerste deel. Utrecht. Vad. Lett. 1780. U. 1. 301 en 302. |
446
16105. Borigt uit Hallo betreffende den toestand van //d'Euangeliscbequot; Zendelingen in Oost-Indic. Eur. Mercurius, LX. 1749. I. 14. 16406. Ida Pfeiffer over de Protestant-scho zendelingen, in China, in Engelsch en in Nederlandscli Indië. Mededeeling van haar oordeel over hunne geschiktheid en de resultaten hunner werkzaamheden. Kat/wliek, 1859. XXKV. 194. 16407 Belang der geneeskunde voor zendelingen, volgons den Hoogleeraar Midler te Edinburgh, /ieo. o. d. liec. 1850, Meng. 135. 16108. Hoe? Bescliouwingen en opmerkingen over de zonding-methode. Meded. Zend. Gen. IV. IS'iO. 367. — üesebrevon door J. C. Neurdenburg. Aid. IX. 1865. 261 Noot. — Idem. Wat kan dienen om het werk der zending te doen verachterenf Aid. V. 1861. 361; IX. 1865. 361. 16409. Antwoord aan den Heer. S. E. Hartlioorn, op eene vraag aan mij in zake de Evangelische zending, door L. J. van Rhijn. Betreffende don invloed van het onwaardig gedrag of het bekrompen inzigt van enkele zendelingen op don voortgang der evangelisatie. Per. C/(r. XV1I1.1864. 747. 16410. Redenen, waarom volgens een bejaard zendeling, 't Christendom zoo weinig opgang onder de wildon maakt. Gehoehtheid aan zekere gewoonlon. BoeU. Aug. 1618. 197. Zendelinggenootschappen, 16411. Beschouwing van den nieuwsten staat der Zendelingschappen van de Broe-der-Uniteit, sedert hot midden des jaars 1795 tot 1797. Uit Berichten Missions Socie-teit te Zeist. No. 4. 1799. ^ad. Lelt. 1799. I. 567. — Lijst van de zendolingen onder de Heidenen in 1797, Uit No. 2. 1798. Aid. 1799, 1. 17. 16412. Verhaal van de inhuldiging der 29 eerste zenilelingen, den 28 Aug. 1796, te London. Uit de Gedenkschriften der Maatschappij van Zendelingschap te London. II. 2 Bordr. 1799. Vad. Lelt. 1799. 1.566. 16413. Beknopte beschouwing van don toestand dor Zendelingschappen van de Broe-der-Uuiteit, sedert don 1 Julij 1797 tot den ÜO Junij 1798. Uit Boriehten Missions iSucie-teit te Zeist No. 4. 1799. Pad. Lett. 1799. |
1. 567. 16414. Plan van orde, en noodigo raadgevingen voor de Zendelingschap, door do bestnurderen der Maatschappij te London ontworpen. Uit dc Gedenkschriften der Maatschappij van zondelingscbap te London II. 2. Dordr. 1799. Pad. Lelt. 1799. 1. 566. 16415. Bijzonderheden nopens het Genootschap te London opgerigt ter uitbreiding van het Evangelie onder de heidenen, voornamelijk in de Zuidzee, Afrika en de Oost-Indiün. Letterh. V. 1796. 25. 16416. Rapport der Dirccteurcn, aan de Leden van het Zoudelings-Genootschap op hunne 22e algomeene bijeenkomst, gehouden in Londen, op don 9 van Bloeimaand 1816. Uonighij, Chr. 111. 1816. 233. 16417. Het Zendeling-genootschap der Baptisten in Engeland, en zijn oorsprong, algcmcone beginsels, werkzaamheden en derzel-ver gevolgen, gesclietst door ü.J. van Rijswijk, Predikant bij dc Boopsgezinden aan don Hoorn op Texel, dd. 19 Aug. j821. liijdr. Oodyel. Wetensoh. X. 1822. 161. 16418. Be zending der Baptisten in Indie. Voorgenomen uitbreiding van het personeel. ^er. dir. St. VII. 1853. 642. 16419. De zes groote Protestantsche Zendinggenootschappen in Engeland. Statistisch overzigt van hun toestand en werkzaamheden, volgens Guizot in de Revue des deux Mondes van 1 Julij 1856. Katholiek, 1856. XXX. 321. 16420. Australië. Statistiek der Wes-leyaansche zending. Fer. Chr. Si. XVII. 1863. 466. 16421. Overzigt van de Leipzigsche Evan-geliseh-Luthersohe zending in Uost-lndie. Statistisch. / er. Chr. St. VI. 1852. 331. 16422. Berigt van het Zendeling-genoot-schap te Rotterdam, üpgavo van de gelioudcn algcmcone vergadering op 13 Aug. 1807, en van dc redevoering over den invloed van het Evangelie op dc godsdienstige verlichting, en daaruit voorvloeijendo maatschappelijke beschaving der heidenen, door G. J. Schacht, Prcd. to Dordrecht. Boeit. |
GODSDIENST.
447
LXXXV. 1807. 534. — Idem van de alge-meene vergadering op 11 Aug. 1808. Aid. CLXXXXI1. Ih08. 554. — Idem van die op 15 Julij 1817 cn volgende dagen. Aid. Aug. 1817. 246. 16423. Nederlnndsoh Zendeling-gonoot-sohap. Verslag van liare verrigfiugen en verkregen resultaten gedurende bet twaalfjarig bestaan. Bihl. Theol. Lelt. VIII. 1810. 'Joü. 16424. Bijdragen tot de geschiedenis van ons genootseliap. 1'. Herziening van de werkzaamheden na dertien-jarigen arbeid, a. het rapport uitgebragt in de jaarvergadering van 1811, door Th. Hoog; en b. het voorstel van Br. Lot ze ingebragt inde jaarvergadering van 1809. ü. Uittreksel uit de opwekkingsrede, uil gesproken in de alg. vergadering van 1814, door J. Engelsma Mebius, predikant te Rijperkerk en Harde-garijp. Mailed. Zend, den. VII. 1863. 33:!. 16425. Rapport der werkzaamheden en van den staat des Nederlandschen Zendeling-genootsohaps voor het jaar 1816. Honiabij, Chr. III. 1816. 279. 1G426. Bijzonderheden nopens de afzending door het Ned. Zendeling-genootschap in 1818 van de vijf jonge lieden: G. J. Hel-lendoorn, 11. N. Bultenaar, J. Feun, .1. C. Jungraichel en 11. Le Brnn. lioekz. Aug. 1818. 259. —- Idem van zeven jongelieden, in 1820. Boekz. Sept. 1820. 408. 16427. Zendeling-genootschap. Opgave van de gehouden algemeene vergadering te Rotterdam op 23 Jniij 1818. Boekz. Aug. 1818. 259. — Idem van die op 22 Julij 1819. Aid. Aug. 1819. 253. — Idem van die op Julij 1820. Aid. Sept. 1820. 408. — Idem van die op 19 Julij 1821. Aid. Aug. 1821. 257. — Idem van die op 16 Julij 1822. AUl. Aug. 1822. 241. — Idem van 'die op 21 Julij 1825. Aid. Oct. 1825. 570. — Idem van die op 19 Julij 1827. Aid. Oct. 1 - 27. 573. - Idem van die op 17 Julij 1828. Aid. Aug. 1828. 261. — Idem van die op 21 Julij 1831. Aid. Aug. 1828.264.— Idem van die op 21 Julij 1831. Aid. Aug. 1831. 265. — Idem van die op 18 JuUj 1837. Aid. Aug. 1837. 293. — Idem van die op 21 Julij 1841. Aid. Junij 1841. 813. — Idem van die op 20 Julij 1842. Aid. Aug. 1842. 256. |
16428. Bijzonderheden nopens de besluiten tot versterking der missiën op het vaste land van Iudii: en in de Groote Oost, genomen in de buitengewone vergaderingen van Julij 1822 vau de Bestuurderen van het Ned. Zend.-Genootschap te Rotterdam. Boekz. Aug. 1822. 242. 16429. Mededeeling op de algemeene vergadering van 18 Julij 1837 van het Neder-laudsche Zendeling-genootschap te Rotterdam, betreffende de vruehtelooze pogingen tot het oprigtcn van een Zendclingshuis. Boekz. Aug. 1837. 294. 16430. Bijzonderheden nopens de benoeming van Dr. D. A. de Groot tot Directeur van het -Nedefl. Zendelingshuis te Rotterdam. Boekz Deo. 1838. 771. — Vergeefs beroep van Ds. A. P. Geelvink tot Director in het Nederlandsehe Zendinghuis te Rotterdam. Aid. Junij 1838. 769. 16131. De werkzaamheid van het Nederlandsehe Zendeling-genootschap in Oost-Indië, door P. ïï. Hugcnholtz, Predikant te Rotterdam, dd. 4 Nov. 1840. Wederlegging van een ongunstig oordeel uit Indië ontvangen. Kist Sf Eoijaards, Ned. Arch. I. 1841. 471. 16432. Iets over het Nederlandsehe Zen-deling-genootsehap. Uit een' brief. Beschrijving van den werkkring, tevens dienende tot aanbeveling van het genootschap. Boekz. Julij 1841. 62. 16433. Bcrigt, dd. Rotterdam 4 Dee. 1848 van den Directeur van het Zendclingshuis H. Iliebink, inhoudende de voorwaarden tot opname van kweekelingen. Boekz. Dcc. 1848, (57. — Idem, dd. Rotterdam 14 Jan. 1850. Md. January 1850. 116. — Idem dd. Rotterdam 7 Dcc. 1816, door A. de Vries en H. Iliebink. Aid. Junij—Deo. 1846. 842. 16434. liet Nederlandsehe Zendeling-genootschap in deszclfs eerste vijftig jaren. Aanspraak bij de vergadering der afd. Groningen van het Zendeling-genootschap, den 25 Mei 1847 gehouden, door P. Hofstede de Groot. Waarheid in Liefde, 1847. 547. 16435. Een Gouvernements-President van Bijbel- en Zendeling-genootschappen in Indië. Oordeel over de beschikkingen van den Gouv. Gen. van Ned. Indiii lot benoeming en eervolle ontheffing van Mr. H. J. ■lioogevcen van de betrekking van Voorzitter van het Nederl. O.-Ind. Bijbclgcnootachap en van het |
448
Javaanscli medewerkend Zendeling-genootschap. T. v. N. ƒ. 1849. Qron. Ie d. 299. 16436. Zakelijke inhoud van het verslag van de .ri7e jaarvergadering van het Neder-landsche Zendeling-genootseliap te Rotterdam gehouden in Julij 1854. Ttjds. dir. Leven N. /. Ie j. 1855. I. 102. — Idem van do 58e op 17 Julij 1855, voor zooveel Ned. O. Indiö betreft. Aid. II. 388. 16437. Uitnoodiging van het Nederland-sche Zendeling-genootseliap, namens bestuurders, door 11, G. J. van üoesburg,tijdel. voorz. en II. Hi eb ink, Directeur van het Zendelinghuis, ter voorziening in de behoefte aan zendelingen. Ver. Chr. St. XI. 1857.837. — Eene roepstem in Nederland. Een woord van Bestuurders van het Nederlandsche Zendeling-genootschap te Ilotterdam, aan onze Protestantsehc medechristenen, dd. Mei 1857. Med. Zend. Gen. I, 1857. 178. 10438. De zendeling-scheepjes; door O. G. Helding. Verslag van de ondervonden geldelijke ondersteuning. Ver. Chr. SI. XV. 1861. 62. 16439. Bijzonderheden nopens het vertrek naar Java van den zendeling-leeraar J. Bcuk-hof en gade, van den Javaan L. Kada, den Maleijer A. C. Aden, en de Dayakkers Ka-wok en Puran. Ver. Chr. St. X VI. 1862. 60. 16440. Eenc afvaardiging. Uitzending door Dr. W. P. R. Bouman te Ilotterdam van de zendelingen E. Kijftenbelt, bestemd naar Java, S. J. de Vries, met bestemming naar Coram, B. de Jong en M. van dor Wal, wien een werkkring in de Minahassa werd aangewezen. Meded. Zend. Oen. VIL 1803. 283. 16441. Vruchten van zestig jaren Evangelische Zendingsarbeid in de Hcidenwereld. Statistisch overzigt. Ver. Chr. St. XVII. 1863. 659. 10442. Gedachten over het Nederlandsche Zendeling-genootseliap, door Eerguson, dd. 10 Dec. 1804. Haar bestaan cn haar werkkring in Ncd. Oost-lndiö. Tijdsp. 1865. I. 265. 16443. Hulpgenootschap voor de zendeling-zaak te Heemstede, door Ni co laas Beets, dd. Heemstede 28 Juuij 1847. Op-rigting en aanvankelijke resultaten. Ver, |
Chr. St. II. 1848. 65, — Verslag over het eerste genootschapsjaar 1847—48. Aid. 111. 1849. 212. 16444. Rekening en verantwoording van den penningmeester over het eerste boekjaar van het Nederlandsch Oost-Indisch Bijbel-en Zondcling-genootsehap. 1 Nov. 1851 — 31 Oct. 1853. Ti/r/s. Chr. Leven N. 1. 2e j. 1856. I. 116. — Idem van het tweede boekjaar. 31 Oct. 1854. Jld. 117. — Idem van het derde boekjaar. 1 Nov. 1854 — 11 Oct, 1855. Aid. 117. 16445. Verslag, dd. Nov. 1855, voornamelijk van den In Nov. 1852 tot den 31n Oct. 1855, van het N. O. I. Zendeling- en Bijbelgenootschap. Erkend bij besluit van den Gouv. Gen. van Ncd. Indic, dd. 27 Oct. 1852. l'ijds. Chr. Leven N. I. 2e j. 1850. I. 75. 16446. Algemeene bepalingen betreffende het NederUndsch Oost-Indisch Bijbel- cn Zendclmg-Genootsehap. Gearresteerd in 'de vergadering van 27 Julij 1854. Tijds. Chr. Leven N. I. 2e j. 1856. I. 113. 16447. Aard en doel van het Genootschap van in- en uitwendige zending te Batavia opgcrigt, met niededeeling van den tekst a. van den brief, dd. Batavia 20 Sept. 1851 van den Pres. en den Secr. van dat genootschap, H. van der Veer en C. W. King aan Ds. O. G. Heldring; b. van de Statuten; en c. van de circulaire, dd. Batavia 20 Sept. 1851, aau do Christenen in Nederland. Ver. Chr. St. VI. 1852. 404. — Ue zendeling-werkman en het Genootschap van in- en uitwendige zending te Batavia. Mededeeling, met toelichting, van den tekst van bovengenoemde circulaire. Chr. Ven. I. 1852. 105. 10448. Mededeeling, met toelichting, van de circulaire, dd Batavia 23 Eeb. 1852, namens het Genootschap van in- en uitwendige zending te Batavia, J. van der Veer als Pres. en E. W. King als Seer., aan de Nederlandsche kooplieden cn reeders van schepen, tot ondersteuning en medewerking der pogingen tot evangelisatie van den Ne-derlandschen matroos. Ver. Chr. St. VL 1852, 745. |
CTi RISTE LI.) K1'
449
16449. Nieuw Zcnclelinggenootscbap. Za-kolijke iuhoud dor statuten van het Ueuoot-schap van in- en uitwendige zending te Batavia. Overgenomen, uit //Do Mederliinder.quot; Katholiek, lb52. XXL 199. 16450. lierigten nopens de verhouding der Indische Regering tot het Genootschap van in- en uitwendige zonding te Uatavia. Ver. dir. St. VI. 1852. 826. 16451. Medcdeeling, door O. G. Heldring van het Extract uit de Notulen der vergadering van het liestnnr over de Protestant-sche Kerk in Nedcrlandsch Indiö op Maandag 14 Julij 1851, tot afwijzing der voorstellen, gedaan bij Missive, dd. 8 Mei 1851, van J. Esser, tot erkenning dat het Genootschap van in- en uitwendige zending te Batavia is een zaak des Kerkbestuurs cn der Gemeente, met do gevolgen van dien. Per. Ghr. St. VI. 185-2. 545. — Beoordceling door ü. G. Heldring van dit besluit. 608. — Kerk en zending, door Dr. Bolhuis, pred. to Wooncn in Üost-Eriealand. Beoordceling der onderlinge verhouding met het oog op bovengenoemd besluit. Aid. 685; VIL 1853. 1, 79. 16452. Genootschap van in- en uitwendige zending te Batavia. Medcdeeling met toelichting van een brief, dd. Batavia, 21 Mei 1852, van E. W. King, ton geleide van de gesehiedenis van do bokeering en het zalig afsterven van een heer te Batavia, dd. 22 Januarij 1852. Chr. Veri. II. ISSIi. 51, 54. 164-53. Verslag van hot Genootschap van in- en uitwendige zending te Batavia over 1851—1852; dd. Batavia 1 Ootobcr 1852. Met bijlagen: a. Kasrekening 1851 — 54, i. het Leesgezelschap, c. Statuten. Ver. Chr. St. VU, 1853. 472. — Idem van 1°. Sept. 1852 tot uit0. Deo. 1853. Chr. Vers. IV, 1855. 80. — Idem tot uitquot;. Deo. 1853. Met bijlagen, donatiën en kasrekening. Ver. Chr. St. IX. 1855. 58. — Idem tot ISO Dec. 1^54 geteekend door J. G. G. Bi or ha us, Pros., en E. W. King, Secr. Reglementen on erkenning door don Gouv. Gen. C/ir. Verz. V. 1856. 53. 16454. Ileglement van het Genootsehap van in- en uitwendige zending to Batavia. Ver. Chr. St. IX. 1855. 3 )8. — Verslag over 1856. Mot bijlage, kasrekening. Aid. XII. 1858 272, 28Ü. 16455. Verzoek van J. Esser aan de |
Arasterdumsohe Vrouwon-Veroeniging, ten behoeve dor zendingszaak, bepaald tot geldelijke ondersteuning van hot Genootschap van in- en uitwendige zending te Batavia. Ver. Chr. St. XII. 1858. '108. 16156. Roepstem tot het gebod, namens hot Genootschap van in- on uitwendige zending to Batavia, door J. Graafland, Pres. enz., dd. Batavia, 11 Oot. 1800. Ver. Chr. St. XV. 1861. 494. — Ben woord aan de hulpoomittés van het Genootschap van in- cn uitwendige zonding te Batavia, en aan allen dien de belangen van vaderland en koloniën ter harte gaan; namens het Java-Gomité, door T. M. Loom an, enz. dd. Amsterdam 22 Doe. 1860. Toeliehting en aanbeveling van bovengenoemde eireulaire. Aid. 498. 16457. Achtste verslag van het Genootschap van in- en uitwendige zonding te Batavia. Ver. Chr. St. XV. 1801. 873. 16458. Aan do ehristonen in Nederland, dd. Batavia 17 Nov. 1803, namens bestuurders, door L. W. O. Keuohonius en D. B. van Vleuten, alsmedo door J. Graafland on A. H. Kuipers, om hulp en ondersteuning van het Genootschap van in- en uitwendige zending te Batavia, alsmede van do Christelijke Ambachtschool te Batavia. Ver. Chr. St. XVIII. 1864. 642. 16459. Opmerkingen, uit Soerabaja geschreven, over do godsdienstige rigting van Ds. .1. G. Brumund, in verband met zijn beheer over het gestichte fonds tot ondersteuning van behoeftige Javaansoho Christenen en tot voorziening in het onderwijs van Jav. Christenkinderen, welke aanvankelijk stond onder den //vromenquot; Emdo. Ver. Chr. St. VI. 1852. 820. — Opmerkingen over zijne verdediging door Dr. 11. C. M i 1-lies. Aid. VIL 1853. 343. —Medcdeeling, door H. A. G. Brumund, dd. Amsterdam, 24 Nov. 1852, van de verklaring zijns broeders hem geschreven in een brief, over de stichting van dit fonds en zijne bomoeijingon in deze, ter reotiüeatio van bovongonoomde opmerkingen. Alcl. 413. — Betuiging van locdwczcn, door O. G. Heldring, over de plaatsing van die opmerkingen. Aid. 413. 16400. Voorstel tot oprigüng in Nederland van eene //Vcreoniging tot opvoeding van de christen-inboorlingen in Nederlands Indië.quot; Dr. IV. R. v. Hoevell, De Bijbel in Indie, Batavia 1846. 24. — Aanbevoling tot uitvoering, 2'. v. N. I. 17e j. 1855. I. 237. |
57
450
1640], Indië. Opwekking onder de jongelieden. Bijzonderheden nopens dc oprigling eener Vereeniging van jeugdige inlandsche christenen en hiire werkzaamheden. Ver. Chr. St. XI. 1857, 478. lfi4C2. Eerigten, mcerendcels van ü. G. Heldring, omtrent den Ohristen-werkmnn deu zendeling toegevoegd als mede-arbeider, Gusz-nersehe zending; uitzending vau deze zon-deling-werklieden naar Indië, vestiging en werkzaamheid vooral op Java, N. Guinea, de Saugir- cn Talautsehe eilanden, voornamelijk van J. G. Geissler, C. W. Ottow, A. Mühlniekel. ^er. Chr. St. 1818. 20, 24, 'J5, 250, 581, 785j 1849. 49, 7C; 1851. 520, 659, 601, 728, 732; 1852. 129, 196, 335, 010, 742, 820; 1853. 49, 130, 205, 341, 500. 580, 055, 060, 813, 832; 1854. 58, 141, 032; 1855. 138, 198, 285, 350, 357, 583, 717, 8'JC, 850; 1850. 58, 100, 191, 252, 201, 591, 058; 1857. 118, 130, 133, 204, 341, 3-14, 033; 1858. 202, 331, 400, 488, 555, 094, 772; 1S59. 98, 247, 254, 333, 401, 511, 703; 1860. 53, 124, 351, 421, 571; 1861. 349; 1862. 280; 1864.122. 16463. De zendeling-werklieden te Batavia. Klagten over belerameriug door het Gouvernement der zendeling-werklieden, nabij Batavia gevestigd eu door tusschenkomst van Ds. O. G. Heldring uitgezonden. T. v. N. 1. 14e j. 1852. II. 389. 10464. De zendeling-werkman, Goszner-sehe al'decling. Aantooning van zijn geest en werkkring, door gedeeltelijke overname der berigten nopens deze //nieuwe apostelenquot; uit het Tijdsehril't //de Vereeniging Christelijke Stemmen,quot; en het //Bijblad.quot; Katholiek, 1852, XXI. 201, 208; XXVIII. 384. 16405. Mededeeling, met toelichting, van een brief, dd. Batavia 26 Jan. 1S53, van J. Esser en J. Grim, aan de//Amsterdamsche vrouwen-vereeniging tot bevordering der zendingzaak,quot; inhoudende hunne waarnemingen en opmerkingen nopens ecne zuster-inrigling tot evangelisatie der Chiuesehe cn Inlandsche vrouwen en meisjes op Java, alsmede lot vorming van goede naaisters en dienstboden. Ver. Chr. St. VIL 1853. 675, 10406. Roepstem aan dc Christenen in Nederland ter verkondiging van bet Evar.t'die op Java, door het Java-committc uit de Vereeniging ter verbreiding der Waarheid tc |
Amsterdam, dd. Amsterdam 7 April 1855, en getcekend door T. M. Looman Pres., M. W. D. Middelhoven See., A. Ebink Penningmeester, 11. Uöveker, J. C. Qroenewegen, 11. H. den Ouden. Met mededeeling vau hare statuten; alsmede nopens de ontstane Nederlandsehe afdeeling van het Genootschap van in en uitwendige zending te Batavia, Chr. Vcrz. IV. 1855. 254. 10467. Jaarlijksebc overzigten van de werkzaamheden en verkregen uitkomsten van het Java-Committé, zoo als deze worden medegedeeld in dc verslagen van de Vereeniging ter verbreiding der waarheid te Ara-sterdam. Over 1854—5, (de oprigting). Chr. i erz. V. 1850. 137. — Over 1855—6. Aid. VI. 1857. 165. — Over 1856 -7. (Nut medegedeeld) AU. VII. IS5S. 157. Noot. — Over 1857—8. Aid. VIII. 1859. 160. — Over 1858—59. Aid. IX. 1800. 186. — Over 1859—60. Aid. X. 1801. 100. 10468. Gereformeerde Zendings-Vcreeni-ging, ten behoeve der Nederl. Overzeesehe Bezittingen. Verhaal van hare oprigting met mededeeling van den tekst harer statuten, dd. Amsterdam 2'' Mei 1850 cn geteekeud door A. Ebink, J. Esscr, N. M. Eeringa, E. VV. Heyblom, T. M. Looman, J. de Neuf-ville en C. Schwartz. Chr. Verz.ïV. 1800. 18. 10409. Merkwaardige bekeeringen tot het Christendom en bediening van den II. Doop. Boek!. -1807. 430; 1828. 440; 1840. 770. Tijds. Chr. Leo. 1855. II, 259, 271; 1856. .1. 389. II. 212. Chr. Verz. V. 1856. 107, 212, l'er. Chr. St. 1853. 193, 492; 1850. 400; 1802. 354, Japan. 1G470. Historie dor Martelaeren, die in ] Japan om de lloomsch Catolycke religie, schrickclijokc, ende onverdragbclyekc pijnen gclecden hebben, of ghedoodt zijn. Beschreven door II e ij c r G ij s b e rt s z. Begin en yoort-(janfi 1(1 tO, II, Reis Ifagenaer IT'o. 16471. De drie-cn twintig gekruisten van Japan. Opgave hunner namen en verhaal van hun marteldood in 1597, met mededeeling van bet //Decretum Japonense ter heiligverklaring der 23 martelaren uit de orde der Minder-broeders van den H. Eraneiscus, dd. 17 Sept lUbi.quot; Katholiek, 1862. \L1. 169, -Dc drie gekruiste Jesuieten van Japan, eu P, Michael dc Sanctis, Aanvulling van boven- |
451
genoemd opstel. Aid. 937. — Do CXC Canonisatie j bijzouderheden uojjens dio der XXVI gekruisten van Japan. Aid. 3^4. — Do schrijver van bovengenoerado opstellen is P. van dor Ploeg, Hoogleeraar, K. C. Priester, enz. Aid. XLII. 55. — Enllo der heilig-verklaring van den H. Miehaol de Saneiis, dd. Home iü Jidij 1862. Latijnsche tekst met Nederduitschc vertaling. Aid. 16472. Waarom zenden de Protestanten gcene zendelingen of bijbels naar Japan? Aantooning der oorzaken van do verbanning van hol Christendom uit Japan, dienende ter verdediging dor Roomseh-Katholieke zending aldaar. Godsdienstvr. li. C. II. 1819. 209. 16478. Oordeel over de invoering, den bloei en de vervolging vau het Christendom in Japan, alsmede over bet kruisbeeld-trappen aldaar, naar aanleiding van den ontvangst hier te lande vau het Japansche gezantschap, ll Junij tot 17 Julij 1862. 3. 1/ar. VI. 16474. Iets belangrijks uit Japan, door Petrus. Uit de Kerk. Cour. Verslag der demonstratie door Japanners tegen het Christusbeeld-trappen; gevolgd door opmerkingen over het venvaarloozen der christelijke instellingen door de quot;Nederlanders aldaar. Ver. Chr. SI. XI. 1857. 038. 16475. Japan. Vrijheid van godsdienst, art. 4 van het traktaat op 9 Oct. 1859 te Yeddo gesloten tussehen Frankrijk en Japan. Ver, Chr. St. XIV. 1860. 774. 16476. Japan. Een oud gebruik te Nagasaki. Aansporing van geheele afsehalling van liet Christusbeeld-trappen. Fcr. Chr. til. XIV. 1860. 323. 16477. De Amerikaausche expeditie naar Japan. Opmerkingen over hare resultaten met het oog op de eventuele evangelisatie der bevolking. Chr. Vers. IV. 18,ïö. 191. 16478. Japan. Vrucht der Amorikaansche expeditie. Klagtcn over de wering der zendelingen tot evangelisatie, bepaald bij het gesloten traktaat. Ver. Chr. Hl. IX. 1855. 406. 16479. Mededeeling van het verbod tot het overbrengen van zendelingen tot uitbreiding van hel Cliristendom naar Japan, vastgesteld bij het traktaat tussehen Noord-Amerika en Japan. Tijds. Chr. Leven N. I. lo j. I8,)5. IT. 116. |
1(1480. Japan. Uitzigt voor de Evangelieprediking te llakodadi, door de vestiging van Amerikanen aldaar. Ver. Chr. St. XIII. 1869. 197. 16481. Elik op het verlcdene en op het tegenwoordige van Japan. Eolreffendo het Christendom, naar aanleiding der evangelische godsdienstoefening gehouden door Amerikanen in bimoda op 1 Aug. 1858. Chr, Verg. X. 1861. 167. 10482. Japan. Hollandsch verzet tegen de zonding door den Hollandsehen Kommissaris to Nagasaki. Ver. Chr. St. XIV. 1S60. 170. — Japan. De eerste Proteslanlsehe avondmaalsviering, op 15 Januari) 1861. Eerigt. Aid. 1862. 120. — Verschillende berigten omtrent do zending in Japan. Aid. 412, 680; 1863. 104; 1864. 52; 1805. 181, 270, 476.— Idem. Kalholiek, 1862. XLII. 118. 119. 10483. Japan. Een geschenk van do Ja-pansohe Regering aan de zending, van een stuk gronds voor den bouw eener kerk en anaere gebouwen voor de zending der Hol-Inndsch Gereformeerde Kerk in Yokohama. Ver. Chr. St. XIX. 1805. 519. 10484. Japan en de Lieu-Kieu-cilanden. Gunstige vooruitzigtcn voor de evangolislen, door de openstelling van een haven van dat rijk voor vreemdelingen. Ver. Chr. SI. IX. 1855. 189. 10485. Liou-Kieu. Zendeling-arbeid, sedert 1840 van Dr. Eettelheim. Ver. Chr. St. VII. 1853. 48. 16480. Ovcrzigl der werkzaamheden van den zendeling Eettelheim op de Lieu-Kieu eilanden. Uit: de Morgenster van 1 ^ 54. 'Tijds. Chr. Leven N. I. Ie j. 1855. I. 227. 10487. Do Licu-Kieu-eilanden. Slaat der zending aldaar, onder Dr. Eettelheim en zijn opvolger, den zendeling Moretou. Ver. Chr. St. X. 1856. 444. 16488. Formosa. Bezoek van zendolingen, hun ontvangst. Ver. 'Chr. St. XVI. 1862. 120. — Poging tot Evangelie-arbeid, door den zendeling W. Burns. Aid. XVII. 1863. 104. |
4.52
China. 16489. Rapport, dd. China 13 Mei 166f), van do Paters Jesuïtcn, uit China en Japan, wegens liet voorgevallene mot de Roomsehe geestelijken aldaar, lloll. Mercurius, XVIII. 1667. 174. — Extraet van den brief van den Pater Maldonado, 10 Dec. 1671 uit Macao geseiireven, betreflende den toestand der lloomsche geestelijken in China. Aid. XXIV. 1673—74. 213. 16490. Brief, dd. Romen 30 Oct. 1692, eens amptcnaars vau het Roomsehe Hof aan den Abt ..., inhoudende bijzonderhedenquot; en opmerkingen nopens de benoeming van twee leden der Broederschap van Jezus tot Bisschoppen voor China, li nr. Mercurius, Stuk UI. 1692; IV. 105. 16491. Uittreksel uit brieven, uit China, dd. 21 Sopt. en 12 Nov. 1095, inhoudende bijzonderheden nopens de vergunning dooiden Keizer gegeven aan de R. C. Missionarissen, tot prediking van hunne religie in zijne staten, alsmede nopens do resultaten hunner prediking. Eur. Mercurius, VIII. 1C97. I. 150. 16492. Brief, dd. P, geschreven uit Parijs, behelzende een veriiaal wegens het edict, door den Keizer van China, ten gunste der christelijke (11. C.) religie gegeven. Eur. Mercurius, IX. 1698. II. 162. 16493. Bijzonderheden nopens den dienst der Chinezen, zoo als deze door de Jcsuiti-sche Missionarissen wordt toegelaten in China. Eur. Mercurius, X. 1699. II. 96. — Proposition over de zaak van dezen dienst der Chinezen, zoo als zij zijn medegedeeld ca behandeld in do vergadering van de Faculteit der Theologie te Parijs, op don 17n Aug. 1700. Aid. XI. 1700. II. 139. — Protest, dd. 18 Nov. 1700, van de Jesuiten Charles de Gobien en Louis Ie Comte, tegen het vonnis der Sorbonne in deze. Aid. XII. 1701. I. 99. 16494. Verhaal van het gepasseerde bij de R. C. Missionarissen in China, den ijver der Paters Jesuiten, de progressen van het bekeeriugswerk, enz. volgens brieven van Canton, dd. 10 Jan. 172). Eur. Mercurius, XXXII. 1721. II. 218. |
16495. Brief, dd. Canton 5 Jan. 1722, inhoudende bijzonderheden nopens hot verbluf en de onderhandelingen van den Nuntius van don Paus, Mezzabarba, Patriarch van Alexandrio, aan bot hof van den Keizer van China. Eur. Mercurius, XXXIII. 1722, II. 111.— Bijzonderheden nopens het present door den Keizer van China aan den Paus gezonden. Aid. XXXIV, 1723, I. 162. — Verklaringen van de bullo Ex ilia die, door wijlen Paus Clemens XI gegeven, en den 19 Jan. 1721 door don Patriarch Mezzabarba aan den Keizer van China gepresenteerd, inhoudende dc ffArtieulen toegestaan door den souverainou Paus Clemens XI, aangaande de godsdienstigheden der Chineescn.quot; Aid. 127, 128. — Bijzonderheden nopens de terugkomst van den Patriarch Mezzabarba, alsmede nopens de zending van Pater Magol-haans, Jesuit en Ambassadeur van den Keizer van China aan den Paus. Aid. 60. — Spoci-lieatie van de presenten, door den Paus aan den Keizer van China gezonden, volgens mededeoling in brieven uit Poking, dd. 30 Üet, 1725. Eur. Mercurius, XXXVII. 1726. II. 272. 16496. Brief, welken de Keizer van China zou hebben geschreven aan den Paus. Eur. Mercurius, XXXV. 1724, I. 123. — Idem, dd. 21 Nov. 1725, en 4 Maart 1726, bonovens lijst der presenten. Aid. XXXVIII. 1727. II. 227, 228. 16497. Üij?,onderheden nopens de vervolging der R. C. Missionarissen in China, volgens mededeoling in brieven uit Macao, dd. 21 Dcc, 1727. Eur. Mercurius, XXXIX. 1728. II. 202. — Idem volgens brief, dd. Peking 20 Maart 1733. Aid. XLV. 1734. I. 187. 16498. Zakelijke inhoud der bulle of decreet van den Paus tegen dc «afgodische ceremoniënquot; der tot de Roomsehe religie bekoorde Chinezen, welke door de orde der Paters Jesuiten zijn goedgekeurd. Eur. Mercurius, LUI. 1742. 11. 172, 266. — Berigt nopens de handhaving van deze bulle door den Koning van Portugal in zijne overzeesche Bezittingen. Aid. LIV. 1743. I. II. 16499. Verhaal der vervolgingen van dc R. C. religie in China, met uilzondoring echter van de Pators Jesuiten in Peking, zoo als dit is medegedeeld aan het Consilium de Propaganda Pide te Rome. Eur. Mercurius, LX1. 1750, II. 126. 16500. Berigten nopens den gunstigen toestand dor R. C. godsdienst in China gedurende 1753/4, volgens brieven in Rom e |
CHRISTELIJKE
GODSDIENST.
453
ontvangen. Eur. Mercuriu», LXVI. 1755. I. 53. — Idem volgens brieven van Portugesehc zendelingen aldaar. Aid. 1753. 11. 196. — Idem als een gevolg der Portugesche ambassade aan liet Kof van Peking. Aid, LXVI1. 1756, I 73. 16501. Algemeen bericht van de laatste werkzaamheden der Roomsehe geestelijkheid in China, en van den staat van het christendom in dat r\jk. t*ad. Lelt. 1799. 2. 22. — Nadere berichten: I. Uit een brief van f. Potior, lÜsschop van Agathopolis, en Apost. Vicaris der Chineesche Prov. Sut-choan, 18 Oct. 1782. Aid. 64. — II. Uit een bericht, van de Zendelingschap in dc Chineesche Prov. Sntchoan, van 30 Sept. 1791. Aid. 105. — III. Uit een brief van den Apost. Missionaris Dnfresse aldaar, 3 Oct. 1792. Aid. 142. — IV. Uit een tweede bericht van J. D. de St. M art in, Apost. Vicaris aldaar. 14 Oct. 1792. Aangekomen te London 11 Juni 1793 Aid. 184. 16502. lierigt nopens de zending van twaalf Jeznitcn naar China, en een'brief van den Paus aan den Keizer. Waakz. v. 6 lebr. 1816. No. 31. 16503. Voorbeeld eener vleijendc aanrading der 11. K. Leer; eene leerrede van eenen Jezuit in China. Naar het Engeisoh, uit M. Fleming's |Christology, vol. 11.18—2J,door D. Amsl. Lett, Mag. I. Ibl7. 12ü. 16504. Toestand der 11. C. kerken in China. Sedert 1815. AWAo/ete, le j. 1828. 42. 16505. Chineesche Missie der 11. C. in 1820. R. C. Bibl. I. 1821, 2e afd. 133. 16506. Omstandige en echte berichten betrekkelijk dc Missie in China, de lotgevallen en verrigtingen der 11. C. Missionarissen Dumazel, Pranciscus Clet cn Louis Laniot. R. C. Bibl. I. 1821. 2e afd. 30. 16507. Tijdingen uit China en Cochin China in Juni 1824 ontvangen. Toestand der R. C. Missie, ontleend aan brieven van Monsgr. Fontana, Bisschop van Sinite, Apost. Vic. en Monsgr. Perochean, Bisschop van Maxula, zijn coadjutor. Oodsdienslvr. R. C. XIII. 1824, 152. Ook geplaatst in Dc Ka-tholyke, 18i4. Meng. 220. |
16508. Toestand des Christendoms in China. Overgenomen uit de Annates de la propagation de la t'oi. Beschrijving van dezen gunstigen toestand, alsmede van de Apostolische Vicariaten en Bisdommen, in welke alle zendingen in China zijn verdeeld. Ree. o. tl. Ree. XXXI. 1838. Meng. 567. 16509. Dc 11. C. zending in Cliina. Uit Rheinwalds Algm. llcpertorium, van Maart 1840. Godgel. Bijdr. XIV. 1840. 597. 16510. Nieuwe Roomsehe vinding om zielen te redden in China. Vernuftige wijze van prozelietenmakerij. Ver. Chr. St, VI. 1852. G07. 16511 Statistieke opgave van do Roomsehe kerk in China. Door den Angiikaanschen Bisschop van Victoria don 80 Oct. 1853 te Shanghai aan zijne onderhoorige geestelijken, medegedeeld. Ver. Chr. Se. VIII. 1854. 553. 16512. China. Staat der Roomsehe kerk. Vergelijking van die in de Vile eeuw en tegenwoordig. Fcr. Chr. St. XII. 1858. 770. 16513. Betere voornitzigten voor dc kerk in China. Zakelijke inhoud van hetediktvan den Keizer, 4 April 1862 ten gunste der christenen; alsmede van den brief, dd. Canton 15 Juni 1862, van Msgr. Gnillemin, Bisschop van Canton, over den vooruitgang der R. C. Godsdienst in dat rijk. Katholiek, 1862. XLII. 120. 16514. China. De Eransehe zending opgeheven, ten gevolge der cholera. Ver. Chr. St. XVU. 1863. 713. 16515. China. Vruchten eener Roonische zending in Peking. Ver. Chr. St. XIX. 1865. 834. 16516. Opmerkingen van Prof. N. C. Kist, uitgesproken iu de verg. van 23 Dcc. If50 van de 3c kl. van het Kon. Ned. Instituut, over de vier tijilperkcn ten aanzien van dc gcsciiiedenis van het christendom in China, naar aanleiding van oen Chineesch handschrift door Dr. C. Gutzlaff medegebragt en inhoudende een Mandarijnsch edict, hét-welk de uitoefening van de Christelijke godsdienst in eene provincie van China waarburgt. Letlerb. 1851. 11. 13. 16517. Blik op de lotgevallen van het Christendom in China; benevens een onderzoek naar de echtheid van het Christelijk- |
454
Chinccsch monument, door Prof. N. C. K i s t. Kist Sf Roijaards, N. Arch, L 1852. 359. IC SI 8. Verslag nopens den ongemeenen opgang van de evangelisatie in China, bijzonder in de Provincie Sutcliuen, medegedeeld uit brieven van de zendelingen in China vau het zendeliugs-collegie te Parijs. Letlerb. 1806. II. 18. 1C519. Opgave van de afkondiging van een besluit van don regeerenden Keizer van China tot wering van het Christendom in zijn rijk. Lelterh. 1813. I. 241. 16520. Brief uit China van den IleorW. Mil na, zendeling te Canton, dd. Canlon, 7 Febr. 1814; benevens een adres van het Commilté des Engelsehen Genootschaps tot verspreiding van godsdienstige geschriften, over de gemakkelijkheid en het aanbelang van het drukken van godsdienstige geschriften, ten einde dezelve in het Chineesehe Rijk in omloop te brengen. I'ad. Lelt. 1815. 11. 288. 16521. Jongste berigten nopens China. Uit Engelsche zendeliugberigtcn van Ma-lakka. Over den ongnnstigen toestand des Christendoms in dat rijk. Amsl. Lelt. Man. III. 1819. Meng. 323. 16522. Berigt uit Sina, dd. Macao 1 April 1819, nopens de vervolging der Christenen in dat rijk. Min. 1820. Meny. 184. 16523. Berigt nopens do hernieuwde vervolging tegen de Europesehc zendelingen in China. Uit Algem. llepert. van C. 1). Beek. 4 B. 2 Stuck. Chr. Maandsch. I. J822. 308. 16524. Christenen in China. Volgens de laatste telling, hun getal, benevens die der onderscheidene priesters, scholen en instituten uit de «Algem. Kirchenzeitung.quot; Boekz. Maart 1833. 364. 16525. Hoe deukt men tegenwoordig in China over het Christendom 'i Mededeeling van het besluit van den Keizer van China Taöng-Kwang, in het XVIe jaar, den 24n dag der 4e maand tegen de verbreiding van de christelijke godsdienst, overgenomen uit 1' Evan-geliste du 1 Mars 1837. No. 5. 39, en Alg. Kirch. Zcit. v. 26 Jan. 1837. No. 15. S. 128. Maands. dir. I. 1837. 539. |
16520. China. Mededeeling, met opmerkingen, van de Memorie waarop het Keizerlijk besluit is genomen, tot liet geven van vrijheid aan de Christenen om kerken te bouwen en hunnen godsdienst uit te oefenen in do vijf havenplaatsen voor den Europesehen handel opengesteld. Beide overgenomen uit de Engelsche bladen „De vriend van China,quot; en het //Zendelings-magazijn.quot; Reformatie, 3 S. I. 1845. 233.quot;Mededeeling van de brieven, Hongkong 17 April 1845, en Shanghai 31 Maart 1845, van de zendelingen Dr. Legge en Dr. Medliurst, over de gevolgen van bovcn-genaamdc maatregel. Reformatie, 3 S. 1.1845. 290. 16527. Gevaar voor Zendelingen in China. Genomen maatregelen ter beveiliging, naar aanleiding eener botsing te Whampoa tus-schen Amerikanen en Chinezen. Ver. Chr. St. III. 1849. 204. Aanslag op het leven der Zendelingen; latere berigten. Ver. Chr. Ut. III. 1849. 802. 16528. China en het Evangelie. Toespraak in een bidstond voor de Evangelie-verspreiding aldaar, door J. P. Hasebroek. Maands. B. Chr. 1852. 673. 16529. China. Vrijheid van godsdienst, hij decreet van den Keizer. Bijzonderheden. Ver. Chr. St. VI. 1852. 127. 16530. Mededeeling van beschouwingen van Dr. H. C. Millies tot aanbeveling om het Christendom onder de Chinezen te brengen. T. v. N. I. 15. 1853. 1. 3G0. 16531. China. Schadelijke gevolgen van don opstand voor de Evungelie-verbreicling. Ver. Chr. St. VII. 1853. 6ó0. 16582. China. Godsdienst-vrijheid. 11e-rigten nopens den toestand van Let Christendom onder de opstandelingen, volgens een brief in den Standard van 28 April 1853. Ver. Chr. St. VIII. 1854. 123. 16533. Gewigtige gebeurtenissen in China. I. Schets van den aard en den toestand van het Christendom onder de opstandelingen sedert 1847. Chr. Verz. III. 1851. 148. II. Beschrijving als boven volgens den zendeling Neumann. Aid. 182. 16534. China. Het leger van Ïe-Ping-Wang. Bijdrage tot de kennis van den toestand van het Christendom onder de opstandelingen. Ver. Chr. Si. VIII. 1854. 619. 16535. Iets over den oorsprong en het karakter van den Chinesehen opstand. Bijzonderheden nopens den toestand van het Christendom in China. Chr. Ven. IV. 1855. 129. |
455
1()536. China. Karakter der beweging. Aantooning van den Protestantsch godsdien-stigen oorsprong. Ver. Chr. tit. IX. 1855. 205. 16537. Bijzonderheden, dd. Amst. 18 Maart 1855, nopens de uilzending en uitrusting van don zendeling Kloekers naar China. Tijds. Chr. Leven i\. 1. 1 j. 1855. II. 207. 10538. China. Aantal zendelingen in 1855. Gedetailleerde opgave. Ver. Chr. St. X. 1850. 185. 10539. China. Ecu bezoek van zendelingen bij de rebellen. Hartwell, Crawford en Holmes. Bijzonderheden. Ver. Chr. Ut. XV. 1861. 192. 10540. Godsdienstvrijheid in China; door H. J. S p ij k er. Mcdedeeling, uit opmerkingen van het artikel in het traktaat tusschen Rusland en China gesloten, waarbij deze wordt gestipuleerd. Maands. li. Chr. 1859. 576. 16541. China. Vrijheid van godsdienst verkregen bij verdrag van Engeland en Erank-rijk met dat Ryk. Ver. Chr. St. XIII. 1859. 197. - Mededeeling van Art. 8 van voornoemd traktaat. Aid. XIII. 1858, 329. — Vrijheid van godsdienst overeengekomen bij het tus-sehen llusland en China gesloten traktaat. Aid. 504. — De vrede, vrijheid van godsdienst, gewaarborgd bij het traktaat tusschen China, Engeland en Frankrijk. Aid. XV. 1801 601, — Bescherming van het Christendom, een decreet tegen de vervolging der Christenen. Aid. XVil. 1863. 534. 16542. De Taipings en de Chinezen. Hunne verhouding tot het Christendom. Ver. Chr. St. XVI. 1802. 821. 16543. Dr. Maegowans gevoelen over de ïaiping-beweging. Ver. Chr. St. XVII. 1803. 185. 16544. China. Belemmeringen door een Consul. Bijzonderheden nojiens een gedrukte en uitgegeven depêche van den Engelschen generaal gcvolmagtigde in China, inhoudende zijne grondstellingen ten opzigte van de zendelingen, alsmede de wederlegging van dezen aanval op de evangelisatie. Ver. Chr. St. XVIII. 1864. 721. |
1G545. Bijzonderheden nopens de oprig-ting en werkkring van het Edinburger geneeskundige Zendelingsgenoodsclutp, en hare verigtingen in China en Perzië. N.Areh. Gez. 1. 1846 245. 16546. Zendelings-arbeid. Bijzonderheid nopens dien van tien Imitenlandsche zende-linggcnootsclmppen in China. Ver. Chr. St. IV. 1850, 50. 16547. Bijzonderheden nopens de eerste zending der Zweedsohe kerk in China. Ver. Chr. St. VIII. 1854. 327. 16548. Grieksehc zending in China. Ver. Chr. St. XIV. 1860. 45. — Idem te Peking Aid. XIX. 1805. 702. 16549. Genootschap voor de evangelisatie van China te Londen, dd. 22 April 1852. Verslag van zijne werkzaamheden. Ver. Chr. St. VI. 1852. 817. 16550. Zending naar Peking. Voorgenomen oprigting door het Engelseh Genoolschap tot verspreiding van het Christendom. Ver. Chr. St. XV. 1861. 724. 16551. China. Evangelie-prediking van de Berlijnsche vereeniging door Hanspaeh en Göcking. Ver. Chr. St. XIV. 1800. 776. 16552. China. Bazelsche zendelingen, namen en verrichtingen. Ver. Chr. St. XVII. lt)63. 059. — Arbeid der llijnsche zendelingen. Statistischoverzigt. Aid. XIX. Ihiia. 407. 16553. China. Statistiek der Protestant-sche zendelingen, sedert 1807. Ver. Chr. St. VII. 1853. 492. 16554. Der protcstantsche Missioniir Med-hurst, und sein Werken uuter den Chincscn. Beoordceling door P. V. D. S. van dit artikel, geplaatst in «Das Ausland,quot; 183'.) No. 226. Ah/. Lelt. Maands. XXVI. 1842. Meng 192. Noot. 16555. China. Uittreksel uit verslagen, dd. Shanghai 3 Junij en 15 Oct. 1844, van de verrichtingen der zendelingen Lockhardt en Mcdhurst. Reformatie, 3 S. 1. Ih45.153. 16550. De eerste Protestantsche zendingen in China. Verrigtingcn van dc zendelingen D. Morrison, D. Milne, en Dr. Gutzlalf. Gids d. jewjd, III. 1844. 184, 205. |
4 5 6
16557. China. Uittreksels uit brieven, dd. Hongkong, 10 Nov. IbliO, van GutzlafF be-trellbnde de uitbreiding des Cliristendoms in dat rijk. Reformatie, VIII. ISiO. 177. 10558. Verblijf van Gutzlaff in Engeland. Bijzonderliedeu nopens de zending in Cliina. Ver. Chr. Hl. IV. 1660. 431. — Mededee-lingen van O. G. Heldring over Gutrlaif, Aid. 708. 1851. 658. — Gunstige uitkomsten volgens Gutzlaff en Neumann. Aid. Vil. 852. 185. — Bcrigt omtrent Gutzlaff, zijne zelfstandige werkzaamheid. Aid. 5't. 16559. Dr. Gutzlaff in Nederland, door Batavi. Opmerkingen over do verlangde drievoudige ondersteuning van de uitbreiding van het Christendom in China, naar aanleiding van: De zending in China, volgens 't geen l)r. K. Gutzlaff, den 18 April 1850, daarvan te Groningen mededeelde, enz. door Prof. Hofstede de Groot. Tijdsp. 185Ü. II. 1. 10560. De zendeling-zaak endeChinesehe zending, door Batavi, eene op zich zelf staande zending voor China. Tijdsp. 1850. 16561. Brief van freule X. aan freule Z. te Y., over de Vereeniging der Chinesche zending en eeue Chinesohe zendelinge. De geschiktheid der vrouwen voor persoonlijke medewerking in China. Tijdsp. 1850. 11.53. 16562. Uitnoodiging, dd. 's Hage 29 April 1850, door Mevrouw de Douairière van Ho-gendorp, gcb. van Ho''end or p, Mr. iE. Baron Mackay, etc., tot ondersteuning der inland-sehe Chinesohe Vereeniging en Zcndelings-zaak. V^r, Chr. St. IV, 1850. 795. Idem, dd. 24 Jau. 1853. Aid. VII. 1853. 519. Evangelieverkondiging onder de Chinezen. Uitnoodiging, dd. 's Hage Eebr. 1857, als bovenfenoemde, bepaald tenbehoeve van Rob. Neumann. Aid. XI. 1857. 64. Haagsch Comité voor de evangelieverkondiging onder de Chinezen. Bcrigt, dd. 's Hage Mei 1857, door den voorzitter Ai. Mackay, betreffende het vertrek van Hob. Neumann naar Pen-sylvanië en niet naar China. Aid. 859. 16563. China. — Chinesche Vereeniging ter verspreiding des Evangelies. Bijzonderheden nopens den toestand, met Neumann als o»volcer van Gutzlaff aan het hoofd. Ver. Chr. St. VI. 1852. 607. |
16564. Zandclingeu voor China. Bijzonderheden nopens de zending naar dat rijk van de Protestantsehe Hongaarsche leeraars Anton en Karei Krady, alsmede van Neu-mann met zijne echtgenoot, /'er. Chr. St. V. 1851. 590. 16505. China. Vernieling door brand van de kapel in het zendeling-ziekenhuis te Victoria op Hongkong. Uit den brief van 20 Dec. 1851 van Dr. Legge. ïer. Chr,-SI. VII. 1853. 47. 16566. Vertrek uit Rotterdam in Oct. 1854 naar Siiangai van H. Z. Kloeken, als zendeling der Ned. Vereeniging tot bevordering des Christendoms onder de Chinezen. Tijds. Chr. Leven. N. S. Ie j. 1855. 1. 338. 16567. Verschillende berichten omtrent de zending in China. Ver. Chr. St. 1819. 2U4, 550, 802; 1850. 49, 109; 1851. 726; 1853. 493, 519; 1854. 537, 553; 1855.189, 504; 1850. 577; 1857. 81, 26(i, 478, 704, 713; 1858. 180, 221, 261, 551, 840; 1859. 535, 789; 1860. 45, 117, 204, 554 ; 1861. 314, 658; 1862. 196, 355, 622; 1863. ül, 104, 461, 769; 1864. 115; 1865. 60, 269, 270, 407, 548. 16568. Historische schets van den evan-gelie-arbeid onder de Chinezen in Ned. Indiö sedert 1801 tot 1848, door Dr. Millies. Gutzlajf, aan mijne medechr. Amst. 1850,64. 16569. Opmerkingen van O. G. Heldring betreffende de noodzakelijkheid der evangelisatie van Ned. Oost-lndiii, met het oog op de jongste pogingen aangewend tot bevordering der Chmeesche zending. Ver. Chr. St. V. 1851. 515, 527. 16570. Prediking van het Christendom onder de Chinezen op Java. Brief, dd. Batavia 9 Eeb. 1854, van den zendeling J. Grim, zijne verrigtingen sedert 29 Jan. Ver. Chr. St. VUL 1854. 689. — Mcdedeeling door O. G. Heldring van het getuigenis van het China-Comité over de verrigtingen van Grim, overgenomen uit haar verslac:. Aid. 1855. 415. 16571. Thibet. De zending der broedergemeente in het Himalaija-gebergte. Resul-laten sedert 6 a 7 jaren. Ver. Chr. St. XVHI. 1864. 307. |
4éf
GODSDIENST.
1657iJ. Thibet. Voortdurondo hinderpalen voor dc /.onding. A'er. Chr. St. XIX. iigt;6ó. 131. Achter Indi'ó. 1G573. Het Christendom in Siam. Toestand der Roorasch Katholieken sedert 1G88. Volgens Crawfurd in zijn gezantsohapsreis. N. Chr. Maands. V. 1831. 179. 16574'. Bijzonderheden nopens de resultaten der 11. C. Missie in Siam, volgens brieven van 17 Nov. 1722, uit de stad Ma-hapran in Siam gelegen. Eur. Mercurius, XXXIV. 1725. 11. KiU. 16575. Het Christendom in Siam. Uit de Alg. Kirebenz. 1835.456. Gunstige ontvangst van Frotestantsehe zendelingen. N. Chr. Maands. X. 1836. 668. 16576. Siam. Verdraagzaamheid. Vrije uitoefening van alle godsdien-ten. ï er. Chr. Hl. VU. 1853. 340.—^ Vrijheid voor de Evan-gelie-prediking in Siam. Aid. 579. — Aanwijzing door den Koning der plaats te Bangkok voor een kerkhof voor do Protestanten. Aid. Vlll. 1851!. /us. — Bijzonderheden nopens dit besluit. 2'ijds. dir. Leocn N. I. 1 j. 1855. I. 345. 16577. Getuigenissen van een Protestant betrekkelijk de Éatuolieke zending m Siam. Mededeehng van die van Sir John Bowring. Katholiek, 1857. XXX-11. 177. — Zending onder de Bawa's. Ver. Chr. St. XIV. 1860. 170. — Evangelie-prcdiking in 1861. Aid. XVI. 1862. 6-5. — Baptisten-zending sints 27 jaar. Aid. Xvll. 1863. Ibi. 16)78. Siam. Zendeling-arbeid. Overzigt. Ver. Chr. bt. IX. 1855. 189, — Gezindheid der vorstelijke familie en der voornaamsten des lands. Aid. XVI. 1862. 822. 16379. Onthaal van de Amerikaansehe zendelingen te Ava, de hoofdstad der Bir-mans. Uit Malle-Brun, Annales des voyages. Julij 1832. Hun ongunstig onthaal in 181'J. Rcc. o. d. Jlec. XV. 182;!. Meng. 529. 165S0. Dubbel bezoek van Amerikaansehe zendelingen aan het hof te Ava, in het Birmansehe Rijk, Judson en Colman op 25 Jan. 18^0, en Dr. Prioe op 1 üet. 1822, Jioekz. (Jet. 1824, 46J. |
16581. Godsdienstige verdraagzaamheid van den Koning der Birmans. Uit Miss. Reg, Jan. 1825. Mededeeling van den zendeling Judson. Cijbete, V. 1826. 145. I6j82. Aantooning van den vooruitgang der zcndelingszaak in Hirman gedurende 1854. Tijd». Chr. Lecen. N. L. I j. 1855.11. 116. —• Bekecring van een Boeddha-priester, te Rangoon in Dec. ts54. Mededeeling van den zendeling Dr. Dawson. Aid. 2j. ibbii'ótil •, Ver, Chr. St. IX. 1855. 560. 16583. Gezantschap uit Birman bij den Paus, op 5 Sept. 1856 van Abbonna en Pozzo, Ver. Chr. St. XI. 1857, 336. 16584. Achter-Indic. Zonding onder de Karenen. Statistiseh overzigt over 18öa. Tijdi. Chr. Leven N. I. 2. j. 1866. 1. 364. 16585. De zending te Ava, onder de Ka-renen in Acliter-Indië. Ver. Chr. St. 1850. :i6b; 1857. 51, 654; 1860. 322; 1861. 45 ; 1861. 112. 16586. Boiigteu van de zending in Birman, van Tongoe, Ghota, Nagpore enz. I er. Chr. Sl. 1855. 560; 1856. 250; 1857. 788; 1863. 293, 461; 1864. 229, 308; 1865. 132. 16587. Authentieke eredentiebrief gegeven binnen Rome den 15 Jan. 1660, aan den Roomsehen Bisschop Joseph de Saneta Maria, gesteld over de St. Thomas-Christenen, binnen Cochin. Ba dueus, Malabar. A mal. 1672, 124. 16)88. Berigten nopens don ongunstigea toestand der R. C. Missie in Cuuhin-China, /'volgens een brief, 16 Jau. 1751, uit Macao aan den Abt Favre, gewezen Apostohsclien Visitator in Cochin China. Eur. Mercurivs, LXI11. 1752. I, 3. 16589. Mededeeling der oorzaken van den tegenzin in Cochin-Cliina tegen de leer vau het Christendom, zooals deze werd gepredikt door de Jezuiten. Letter. Hist. li. Amst. 1763. 453, 16 )90, Uittreksel uit dc laatste brieven dor buitenlandsche zendelingen over de jaren 1820—1821, Toestand der R. K, Kerk in China en Cochin-China. Kalholyk. 182i. Menq. 2u9. — Idem uit die van Pc roe h can Bisschop van Maxula, dd, 3 Sopt, 1823, als ten vervolge op bovengenoemden. Aid. 1324. 183. |
458
1C591. Vervoiging dor Crislcncu in Cü-chin-Clünn. Slagtoll'ors gedurende J 838,volgens het Asiatic Journal van Nov. 1839, uit een brief van 3 Jan. uit Opper-Cochin-China. licc. o. d. Rev. XXXIII. 18-10. Meng. 19^. 1G592. Exceutievan den zendeling-priester in Cochin-China, Schoeilcr, te Sion-baai. Lees-kah. 1851. IV. 197. 16593. Vervolgingsedict in Coeliin-Cliina, tegen de Christenen in dat rijk. Maandx li. C/ir. 1855. (562. — Vervolging en uitroeijing der Christenen. Zakelijke inliuud van het bloedplakaatop 't laatst van 1854 uitgevaardigd door den regerendeu Koning Tu-üuc. ^er. Chr. St. X. 185G. 444; ïijds. C/ir. Leven iï, 1. 2 j. 1856. II. 94. 10594. De kerk in Anam. Statistisch over-zigt der Missiën in Tonkin en Cocbin-China. Katholiek, 18()5. XLV111. 316. 16595. Etablissement de la religion Cliré-tienne chez les Mantras, tribu sauvagc de la peninsule Malaise, par liorie, missionnaire apostolique, dd. 1 Nov. 1857. Uverzigtsedert 1847. 2tjds. Ind. T. L. V.-kunde, X. 4 S. I. 1861. 441. 16596. Zending naar Indii;. Bijzonderheden nopens het vertrek over Batavia naar Ma-lakka van M. Sames Jr. eu van Bausum, ter hunner voorbereiding aldaar voor het zendingswerk. Ned. Slemm. IV. 1836. 288; V. 1837. 48, 264. — Hun aankomst en ontvangst dd. 17 Nov. 1837. Aid. VI. 1838. 192. 16597. Britseh Indië. Zending in Singapore. Werkzaamheden sedert 18'I3 van den zendeling Keasberry. Ver. Chr. St. XV111, 1864. 174. 16598. Berigt nopens het verlof gegeven in 1757 aan de Hernhutters tot oprigting cener gemeente op de Nikobarisehc Eilanden. Lelt. JJist. 2. Amst. 1763 1U2. Voor Indié. 16599. Opgave nopens den voortgang van het Christendom in Engelsch Oost, Indië sedert 1810. Letlerb. 1814. 1. 34.r, 16600. Beredeneerd statistiek overzigt van deu toestand der evangelisatie van Britseh |
Indië gedurende 1850. Uit de Calcutta Uc-viewer. Tij da. Chr. Leven. N, /. 1 j. 1^55. 1. 335. 16601. Staat der Protestantsche zendelingen in Engelsch Indië, volgens de Boekzaal voor Mei 1852, ter aantooning van hun onvruchtbaarheid. Katholiek, lho2. XXI. 411. 16602. Evangelische zending in Britseh Indië. Statistisch overzigt uit een Journaal van Calcutta. Ker. Chr. St. VIII. 1854. 123. 16003. Het Protestantsche zendingwerk in twee koloniën. Oost- en West- Indië. Vergelijkende statistiek ter aantooning van dc geringe resultaten. Katholiek, 1857. XXXII. 249. 16G04. Vruchten van het zendingswerk, inzonderheid in Indië. Uit //The Eriend of India.quot;. Chr. Verz. VIL 1858. 165. 16605. Moord van de Christenen in Rn-gclsch Inclici, gedurende den opstand. Maands. Ji. Chr. 1857 575. 16600. Is de zendeling-zaak de oorzaak van den opstand in Britsen Indiü? Aantooning dat deze niet tot de oorzaken behoort, met medcdeeling van bijzonderheden nopens de verdere plannen tot evangelisatie door de Britscbe Maatschappij tot verspreiding van het Evangelie iu Indië. Overgenomen uit: //D. C. Steyn Parvé, De Bijbel, de Koran en de Veda's, Haarlem 18.;8.quot; T. v. iV. I. 21c j. 1850. I. 271. 16607. De opstand in Engelsch Indië en dc Clmstelijke zending. Voorstelling van dezen opstand als dc laatste strijd tegen den steeds grooteren voortgang van het Christendom. Ontleend aan Evang. Missions-Ma-gazin, Bazel, Sept. en Oct. 1857. Tijdsp. 1858. I. 148, 359. 16608. Engelsch Oost-Indië. Militaire opstand en gevaar der zendelingen. Vijandige gezindheid tegen al de zendelingsinrigtingen, en de vervolging der in- en buitenlandsehe zendelingen. Ver. Chr. St. XII. 1858. 258. — üevolgen van den opstand in Britseh Indië. Aid. 398. 16609. Het Britsche Zcndeling-genootscliap en de O. I. opstand. Beschouwingen door dit genootschap openbaar gemaakt over liet- |
459
poen verzuimd zou zijn, en wat er verrigt moet worden om liet Christendom bij de Indische volken inganp; te verschniren. er. Oh. St. XII. 1858. 319. 16610. Het zendingswerk in Britsch Indiö en de daaraan klevende gebreken. Kolon. Jaarb. 3e j. 1863. 413. 16611. Verlevendigde ijver voor de be-keering der Indien. Inhoud der toelichting, door Lord Gladstone van zijn voorstel tot verklaring »dat dc tegenwoordige crisis in Indii; een drangreden voor de Engelschen behoort te zijn, tot krachtige bevordering van do verbreiding van het Evangelie.quot; ^er. Chr. St. XII. 1858. 321. 16612. Verschillende berichten omtrent de zending in Engelsch Oost-Indii; bij en na den opstand, en de verhouding der Compagnie en der Regering, fer. Chr. St. 1858. 252, 260, 397, 549, 550, 7'8, 832; 1859. 24i, 40i, 638, 844; 1860. 169, 170; mi. 344. 1-62.119; 1863.253; 1864.111, 432; 1865. 182, 833. 16613. Himalaya. Zonding der Broedergemeente sedert 1803. F ei. Chr. St. XIX. 186). 183. 16614. Hindostan. Zonding onder de bergbewoners van Noord-Indië. Ver. Chr. .V. XVIII. 1864. 567. —Zendingswerkzaamlieid in Hindostan. Vermeerdering van de Deensche zendelingen. Aid. XIX. 1^65. 749 — Ein-sche zending onder de Kliols. Aid. XVI. 1862. 208. — Een Moravische zcudiiigspost in het dal Hokol. Aid. Ü54. — Zending onder de Shans; vatbaarheid van dat volk voor het Christelijk geloot'. Aid. XVII. 1863. 658. 16615. Schets van den toestand van het zendingwezen en het Christendom in Hindostan, 1777-1793, volgens Perrins lioekz. Jan. Juni 1814. 161. 16616. Voortplanting van liet Christen-dora in Hindostan. Ongemeenn voorspoed der B,. C. predikers sedert 1793, volgens een brief uit London van 19 Oct. 1807, uit het Engelsch Dagblad The Traveller. Lellerb. 1807. II. 341. |
16617. Bijzonderheden nopens den overgang van een voornaam Hindo tot het Christendom, en betrefi'ende zijne pogingen en vrr-rigtingen tot bovorderinc: der evangelisatie. Vertaald uit het Asiatic Journal, Febr. 1831, Godgel. Bijd. VIII. 1831. 877. 16618. Verricting der zendelingen in Azië. De vruchteloosheid hunner pogingen onder de Hindoes, volgens het Journal Asiat. voor Julij 1828. Echo, 1828. 360. 16619. Herinneringen van eonen zendoling in Britsch Indië. Uit the Method. Mag. [. 1834. Zijne studiën in de taal der Hindoes en in hun godsdienstig leerstelsel. Oodtjel. Bijdr. X. 1836. 4^6. 16620. Hindostan en het Evangelie, door J. P. Ha ze broek. Toespraak. Maunds. B. Chr. 1854. 181. 16621. Verbreiding van het Christendom. Voorbeeld van de gesprokken, welke dikwijls tusschon de Braminon en de zer.dolingen, die het Christendom in de Üost-Indië verkondigen, plaats hebben, te Scraiupore. Olijftuk, I. 1836. 82. 16622. Verschillende berigton omtrent dc zending in Hindostan. ^er. Chr. St 1852. 254, 604; 1853. 403, 491; 1854. 536, 618. 1857.701; 1858. 328, 383, 550; 1859. 533, 633; 1S60, 408, 554; 1861. 191, 7^9; 1862. 558, 752, 820; 1863.183, 293, 59 J, 593, 657, 659; 1861 176, 503, 628; 1865. 406, 684. 16623. Britsch Indii'. Invloed der zending op de vooroordeelen van don Hindoe, volgens berigten van Calcutta. A'er. (nr. St. XIX. 1865. 182. 1662 4. Hindostan. Opvoeding der Hindoes, Magtiging tot evangelisatie der Shautals. ^er. Chr. St. XI. 1857. 789. 16625. Moed en geduld van een bekeerden Hindo, Ram Krishna, ontleend aan brieven dd. April 1847 cn 2 Nov. 1848. dir. Ver. III. 1854. 248. 16626. Afscbafling bij besluit van 11 April 1850 door liet Indisch Gouv. der bepaling, dat iedere Hindo, die tot het Cbristendora overging, zijne goederen verloor, yer- Chr. St. V. 1851. 248. 16627. Ontvoering van cenonjongen Hindoe. Gewelddadige ontvoering van Raiu Rut- |
460
tin Mukertsclii, door zijne bloedverwanten uit de woning van den zendeling Haberlin. Uit de: «Friend of Indiaquot; van ]3 Aug. 1835. Hec. o. d. Ree. XXX. 1837. Meng. '235. 1R628. Lof van het Onze Vader in den mond eens heidens, een Hindoe in Engelseh Indië. Maands. B. Chr. 1858. 383. 10629. Oost-Indic. De Erahmin en de Bijbel; de bekeering en opvoeding van zijn zoon. yer. Chr. St. UI. 18 )9. 203. I(i630. liindostan. IJver der afgodendienaren. üprigting van een genootschap tot bestrijding van het Chrislendom. A er. (hr. St. XIX. 1865 618. 16631. Voortgang van het Rooinsch-Ca-thohcisme in Engeland en de Eagelsche koloniën. Godgel. Bijdr. XIII. 1839. 833. 16632. Onvruchtbaarheid der Protestant-Bche Zendeling-genootschappen, in tegenstelling met de Katholieken. Statistische aandrang, voor zooveel Britsch Indif; betreft, volgens opgaven in de Calcutta Reviewer. Katholiek, 1854. XXVI. 265. 16633. Katholieke statistiek van Hindos-tan, Engelseh Indië, Malacca en Ceylon, ontleend aan den «Madras Catholic Directoryquot; voor 1854. Katholiek, 1864. XXV. 385. 16634. Iloomsch Katholijkc zending in de Engelsehe Bezittingen in Indië, daaronder begrepen het Maleische Schiereiland en Ceylon. Statistisch overzigt. Tüds. Chr. Leven. N. I. Ie j. 1855. II. 270. 16635. Sir C. Napier over de behandeling der Katholieken in Indië. Mededeeling door Kardinaal Wiseman, dd. 26 Julij 1857 te Manchester, van zijne verklaring bel reilende hunne mishandeling. Katholiek, 1807. XXXII. 251. 16636. Godsdienstige gelijkheid in Indië. Onbillijkheid van Engeland jegens de Katholieke geestelijkheid in Indië. Uit, de «Kathol. Nederl. Stemmenquot;. Katholiek, 1858 XXMV 183. 16637. Veldpriesters voor Engelseh Indië, Hunne aanbieding bij Kardinaal Wiseman Katholitk, 1857. XXXil. 255, |
16638. Nadere berigten over do Proies-tantsehe zending in Engelamp;ch Indië ter aantooning van de jammerlijke resultaten. Katholiek, 1858. XXXIII. 121. 16639. Bckeeringen van Protestanten in Engelseh Indië tot het Katholicisme in de laatste jaren. Tabel ter aantooning hiervan in de onderscheiden Provinciën, alsmede van den tegenwoordigen toestand van liet Katholicisme aldaar. Uit, de «Catholic Directoryquot; voor 1858. Katholiek, 18i8. XXXIII. 123. 16640. Britsch Indië. Hulde aan de Pro-testantsche zendingen. Verklaring van een Roomsch Priester in Lueknow. Ver. Chr. Sl. XIII. 1859, 844. 16641. Hindostan. Een arbeidsveld der Roomsche propaganda. Het, apostolische vi-kariaat Madura. Ver. (hr. Sl. XIX. 1865. 547. 16642. Werkzaamlieden der zendelingen in I'unjaub. Ver. Chr. St. 1850. 434; 1853. 403; 1856. 443; 1858. 623; 1859. 789; 1861. 129. 16643. Afghanistan. Doop van don eersten bekeerde, in Junij 1858 te Peshawur. Ver. Chr. St. XIII. 1859. 84 3. — Pogingen tot zendingarbcid sedert ]854. Aid. XVI. 1862. 119; XVII. 1863. 593. 10644. Hindostan. Bekeering van een Kon. Prins van Lahore, Maharajah Dhullip Sing, door H. J, Jay, te Futtehgur. Ver. Chr. St. VIII. 1854. 122. 16615. Voor-Indië. Bekeeringen te Man-galore, volgens de zendelingen Greiner en Deggeler. Tijds. Chr. Lecen N. I. 2e j. 1856, 1. 384. 16646. Britsch Indië. Zending in Oude. Bijzonderheden nopens die te Lueknow. Ver. Chr. Sl. XIII. 1859. 694. 16647. Nieuwe kerken te Cawnpore en Delhi; bloei der zending. Ver. Chr. St. XII. 1858. 5)9; 186:.. 833. 16048. De martelaars en belijders van Delhi, in Mei 1857, Door J. J. K. Uit the Evang. Christendom. Verhaal van Patima, de vrouw van den inboorling-zendeling Walayat Ali. Chr. Ver;. VIU. 18j9. 12. |
461
IGGIO. Belangstelling in liet Evangelie. Prediking in Bengalen, sedert de laatste twintig jaren. Tijds. Chr. Leven /V. /. üe j. 1856. 1. 382. i(i6.)0. Nieuwe zendingspost te llazaribngh in hef. Presidentschap Bengalen, in 185:i. Tijds. Chr. Leven N. I. 2c j. Ib56. 1. ii8ü. 166051. Bengalen. De wagen van Juggernaut als predikstoel gebruikt door den zendeling Biou. fer. Chr. Si. IV. 1850. 707, 790. 16662. Oost-Indiquot;. Zending der Engctselio Kerk. Twee nieuwe bisdommen. Stichting van die van Agra en van Tinnevelly voor het Kiigelsche Gouveruemcnl. Atr. Chr. Si. IV. 1850. 301. 1G653. Trek van zelfopofferende liefde van don zendeling French, tijdons den opstand in Brilseh Indië te Agra. Chr. Verz. Vil. 1858. 259. 1''.65*1. Hindostan. Do Schotsehe zending in Assam. Haar uitbreiding. / «•. Chr. St. 1862. 558; 1865. 131. 16655. Hindostan. Zending onder de Mah-ratha's. Statistiseh overzigt. t'er. Chr. Sl. XI. 1857. 8-17. 16656. Berigt der zendelingen de llodt en Grove, nopens de evangeiie-prediking onder de Inlandsehe bevolking te Caleutta en omstreken in 1836. IS'ed. Siemm. V. 1837. 96. 16657. Bijzonderheden nopens den voortgang van het. Christendom langs de rivier Jelingha bij Calcutta. Reformatie, VII. 1840. 48. 16658. Hindostan. Verdraagzaamheid onder de verschillende sekten en gezindheden te Caleutta, volgens Lacroix. Ver. Chr. SI. V. 1851. 317. 16659. Aanstaande overkomst van den zendeling Duif uit, Caleutta. Zijn voorgenomen rondreis in Hindostan. Ver. Chr. St. V'. 1851. 3l8. 16660. Calcutta. Bekcering van een Hindo-priester. Ver. Chr. St. VI. 1852. 402. |
16661. Inlandsehe predikers. Eerstelingen van de theologische scholen to Calcutta en te Madras van de zending der Vrije Schotsehe Kerk in Oost-Indië. Vir. Chr. St. VI. 1852. 605. 1GU62. Petitie van zendelingen, uit Caleutta door Lord Kinnaird op 17 Nov. 1852 in het Lagerhuis ingeleverd, om ge-heele ophoHing van de betrekking tusschen het, Indische gouvernement en de valsche godsdiensten van Indië, en om intrekking van het verbod der Heilige Schrift in de gtmvcr-nementsseholen. Ver. Chr. Sl. VH. 1853.576. 16663. Hindostan. De eerste Inlandsehe Christelijke Gemeente te Caleutta, onafhankelijk van het. Zendeling-genootschap. Ver. Chr. St. Vlll. 1854. 256. 16664. Zendeling-berigten uit Bengalen. Ver. Chr. Sl. 185ii. 655; 1862. 3,5; 1861. 103. 16665. Bombay. Bekccringen. Ver. Chr. Sl. X'X. lS(i5. 133. 16666. Voortgang van het .Christendom in Indië. Verhaal der bekeering tot het Christendora van drie jonge Parsen te Bombay volgens Dr. Wilson, dd. 7 Mei 1839, Reformatie, VII. 18 10. 17ü. — Zending in de Indien. Pogingen der Braminen tegen het Christendom, naar aanleiding van die bekeering. Aid. 172. 16667. Bijzonderheden nopens de uitrusting en het vertrek van eenige Jesuitennaar Goa, volgens een brief uit, Lissabon. Eur. Mercurius, LXV. 1731. H. 37. 16668. Gruwzaamheden der inquisitie te Goa. Door M. Dcllon. Gevangenissen, pijnbank, de wijze van verhooren en hel Auto da ïe. Vud'. Lett. 1814. 11. 601. 166 ,9. Uittreksel uil- eenen brief van den Indischen zendeling J. Wolft', dd Hyderabad bij do Nizatns, 4 Jnnij 1833, uit de Allg. Kirchen-Zeitung, Jan 1835. Lelt. Mag. WAS. 2 st. 445. 16670 Hindostan. Zending onder de Ar-riers, in het rijk van Travankore sedert 1848. Ver. Chr. St. XIX 1865. 615. |
462
16()71. Kort verhaal van den oorsprong, voort-gang en tegenwoordige gesteltenis der Deensche zending, ter voortplanting van den Christelykcn godsdienst op de kust van Coro-mandel, door Jan Hooyman. A0 1780. Verh. Bat. Gen. N. [. IJ. 3 dr. 1826. '.77. 10072. üverzigt van de verrigtingen der Deensehe zendelingen, tot voortplanting van het Evangelium op de kust van Clioronian-del, onder de Malabariselie volken. 17U5— 1710. iïoekz. Jan. Junij. 1711. II. 119. 16673. Koromandel. Vrucht van de zending. Statistisch oveizigt. ^er. Chr. Si. XI. 1857. 847. 16Ü7I'. Voor-Indiö. Uoopsbediening te Madras in Sept. 1853 door den zendeling Anderson. Tijds. Chr. Leven. N. /. 2e j. 1850. 1. 388. 10075. Doop van den Bramin ïoobarayer te Madras, door don zendeling Boerenbruk onderwezen, lljekz. Julij 1841. 71. 16076 Zendingsherigten uit Ziud llin-dostan. Ver. gt; hr. ÓV. 18ö9. 532; 1800. 705.— Idem uit Madras. Aid. 1860. 109; 1861. 504-. — Idem van Tinnevelly. Aid. 1802, 478; 1604. 52. 10077. Een begrafenis, die 39 mensehen-levens kostte. Brief uit de Times, dd. Bombay 10 Jan. ISiiO, over een bedwongen volksoploop in Tinnevelly bij het voorbijtrekken van een Christelijken lijkstoet langs de groote pagode. N, Ree. 1859, Menq. 142. 16078. In het manuscript van oen' Jesuit, door Jacquet uitgegeven in het Journ. Asiat. Ib32. T. II. 291 vlgg. wordt een voorbeeld aangehaald van het vieren van Maria's Hemelvaart in 17gt;i0 te Pondiehery, waaruit blijkt dat do Jesuiten zelfs heidensehe plegtigheden on gebruiken bij hunne godsdienstige verrigtingen volgden. T. v. A. /. 4c j. 2 d. Batavia 1S42. 515. 16079. Oost-Indiü. Eerste protestantsehe prediking te Pondiehery, van den zendeling Drew, in 18 IS. A'er. Chr. St. IV. 1850. 232. 10080. Kort overzigt van hetgeen in Engeland is verrigt lot ondersteuning van de Kul, D .üische Missie tc Tranquebar op de kust van Choromandel. 1710—1735. Boek:. XLV. 1737. 450. |
10081. Bcrigt, dd. Halle Mei 1729, nopens de 'werkzaambcden va.i de Deensehe missionarissen van Tranquebar, en de nitbroiding der Protestantsche gomeento aldaar. Boekz. XXVIII. m9 600. — Idem tot den 5 Oct. 1733. Bid. XL. 1735. 469. — Idem tot den 5 Oct. 1734. Aid. XLI. 1735.493.— Idem tot don 5 Oet. 1735. Aid. XLV. 1737. 455. — Idem tot den 5 Oct. 1737. Aid. XLVII. Julij-Dee. 1738. 206. 16082. Overzigt van de werkzaamheden en resultaten der Deensehe Missie te Tranquebar. 1705—1715. Uur. Mercurius, XLVT. 1735. II. 151. — Berichten, dd. 5 Oct. 1728 van Tranquebar, aangaande den staat des Christendoms en de Evangelisch-Luther-sche Missie aldaar, gcduienue 1728. Aid. XC. 1729. II. 94. - Idem, dd. 5 Oct, 1734. Aid. XLV. 1735. II. 149. — Berichten nopens dien staat aldaar in Oct, 1735, Aid. XLVIII, 1737. II. 71. — Idem in 1739. Aid. LI. 1740. I. 309. — Werkzaamheden volgens de laatste brieven. Aid. LIL 1741. 11. 293. — Verslag van Dr. Franke te Halle, nopens de verrigtingen van de Deensehe en Engelsehe missionarissen op Tranquebar gedurende 1747. Aid. LX1. 1750. I. 264. — Idem gedurende 1749. Aid. LXl. 1750. 11. 119. — Aantooning hoedanig dc Deensehe gemeente te Tranquebar sedert het begin is aangewassen. Aid. 244. — Ilc-sultaten der verrigtingen volgens brief, dd. 28 Aug. 1751. Aid. LXIII. 1752. II. 4. -Idem gedurende 1753. Aid. LXV. 1751. II. 271 — Idem gedurende 1754. Aid. LXVI. 1755. II. 290. 10683, Berigten wegens de Deensehe Missie te Tranquebar in Oost-lndië over 1767. Letter. Hist. 1. Amst. 1763. 101, 218. — Idem van 1758 tot 1700, benevens bijzonderheden nopens hare stichting in 1705—1709. Aid. 291, 297. 10084. Brief, dd. Tranquebar 5 Oct. 1773, der Deensehe missionarissen aldaar, inhoudende verslag hunner verrigtingen, gedurende 1753. Maandel. Ned. Mercuriw, XXXV11, 1774 210. 10085. Statistisch overzigt van den toestand der Deensehe zending te Tranquebar gedurende 1775, volgens brieven van daar. Maandel. Ned. Mercurius, XLI. 17?6. 19, |
463
IGfiSO, Bijzonderheden nopens de werkzaamheden der Deensehe zendelingen B. Ziegenbnlg en H. Plutschau in 1705 naar Tranquebar vertrokken. Lelterb. Vl. 1791.150. 10087. Lceringen in welke de korke van Malabar overeenkomt met de kerke van Engeland, en versehilt met de kerke van lloome. Boekz. Julij-Dec. 1090. 511. 100amp;8. Bijzonderheden nopens de briefwisseling van Karei Sehaaf, buiteng. Prof. der Oostersche talen te Leiden met den Bisschop Maha Thomas, op Malabar, alsmede over hare belangrijkheid voor de Ned. 0. 1. Coinpiigiiie. Levensheschr, v. ber. en ■gel. Mann. 1. 1730. 252. 1C089. Missive, dd. Parijs 1 Dee. J774, van den Nederl. Ambassadeur ann het Hof van Frankrijk, Lestevenon van Berkenroede, hebbende tot bijlage eene Memorie van ïranfois de Sales, nieuw verkozen Bisschop van V erapolis en Apostol. Vicaris van Malabar, onder don titel van Bisschop van Gernianieie, om eenige vrijheden voor de op die kust zijnde missionarissen. Hes. Holl. 22 Dee. 1774.. Ie dr. 895. 10090. Mededeeling, volgens den zendeling Betzhold, van den list der Malabaren in 1812, om herhaaldelijk iielgesehcuk meester te worden, hetwelk zij na den doop uit de kas der Katholieke eu Protestantsehe zendelingen verkrijgen. Keur v. Meng. 1824. 64. 10091. Merkwaardige woorden, overgenomen uit de Leidsche Courant van 20 Nov. 1845, door L. J. van llhijn. Voorspelling van Philippus Baldaeus, Predikant in 1657 te Punti Gale, op Ceylon, betreffende het eventueel verlies van dat eiland hij voortdurende ongodsdienstigheid zijner Nederlandsche veroveraars en bestuurders. Tijds. Chr. zin N. J. Ie j. III. 1847. 168. 10092. Kerkenorde door den Gouverneur en Directeur van Ceylon, Gerrit de lieere egeven, om van allen, die tot de schooien ehooren, gehoorzaamd te worden, dd. Colombo, 15 Mei 1099. Kalentijn, V. St. 1. 422. 10693. Verslag over do Hollandseho Kerk op Ceylon, verzameld uit de plaatselijke bescheiden, die in de Wolvcndaalschc kerk, Colombo, berusten, door J. D. Palm. Uit |
Journal of the Ceylon branch of the Asiatic Soc. for 1840. Historisch overzicht, 1059— 1760. Munnich, dil d/'den, cm. I. litrecht 1S4!). 03 en II. Utrecht 1850. 1. 1()094. De werkzaamheid onzer vaderen ter bevordering van beschaving en Christendom, inzonderheid op Ceylon en Amboina; door E. B. Swalue, dd Goes, 10 Sept. 184.7. Bjdr. N. I'r. Kol. 1847. 525. 1009.). Kerkelijk Rapport van een visite der schooien en kerken in September en October 1701, door de Predikanten G. de Oude, P. Synjcn en den Schoolarch ü.da Costa gedaan, dd. Colombo, 12 Nov. 1704. yalentijn, V. St. I. 422. 10090. Aanteokcning van een visite van den Dessave van Colombo, P. C. Bolseho, wegens de argelogcnheit van dese en gene dorpen, en van zijne bevinding van deze en gene schooien en Kerken, dd. 23 Doe. 1705. /alenlijn, V. St. 1. 435. 10097. Zakelijke inhoud van het Report of the American Ceylon Mission, from its commencement in 1816 to the close of 1846. v. Rhjn, Reis, Ind. Arch. Rott. 1851. 010. 10098. Staat van den Catholyken godsdienst op het eiland Ceylon. Uit L'ami de la Religion et du Roi, van 29 Sept. 1827 No 1371. Geschiedkundig overzicht, van 1548 tot Ih-^O. UUramunluan, 111. 1828. 70. 16699. Het Protestantisme op Ceylon. Invoering en toestand alsmede die van het Katholicisme, ontleend aan een brief, dd. 8 Dec. 1852, van Monsgr. Bettachinï, Apost. Vicaris van Jaffna. Kalhuliek, 1851. XX11I. 54. 16/00. Ceylon. Overzicht van den Zen-dingarbeid. Statistiek over 1852. /er. (.'Ar. Sl. Vlll. 1854. 329. — Idem over 1853. Aid. IX. 1855. 643. — Naam-Christcnen. Bijzonderheden nopens den doop bij massas. Aid. XV. 1861. 45. 16701. Beschamende waardering des Bijbels bij heidenen. Verklaring in een vergadering van Priesters en inlanders te Point Pedro in 1862, tegen het gebruik van den Bijbel in de scholen voor inlanders, /er. dir. St. XV111. 1864. 719. — Openbare tegenstand der Boeddhisten togen het Christendom ; door de oprigting van een genootschap tot zijn vernietiging. Aid. 112. — Een zendeling in een üocadhistischcn tempel. |
464
Het bezoek door den Anglikaansclien bisschop van Colombo in den tempel van Kandy en zijn ontvangst door de priesters aldaar. Aid. 37G. 1'erzïó. 16702. Zakelijke inhoud van den brief van den Sehach van Perziö, Thames Kouli-kan, aan den Paus, ter begunstiging der R. C. missie, en wel bepaald der Oapuoijner missionarissen in zijne staten; het antwoord van den Paus, enz. Eur. Mercurius, L1V. 17 3. I. 10. 16703. De Nestorianen, door David J. Stoddard. Uit The Journal of Saercd Litterature, by llitts. ï'ijds. Chr. Leven N. 1. 2e j. 1856. I. 41. — De Iledendaagscbe Nestorianen en de Bijbel bij hen, door J. Pork ins, dd. Oroomiah, in Perzië, 8 April 1863. Aid 186. 16704. Perzië. Amerikaansche zending onder de Nestorianen. Sedert 1854. Z7er. Chr. St. XI. 1857. 50. — Perzië. Tegensland tegen de zending. Ten gevolge van den oorlog met Engeland. Aid. 788. — Het Evangelie onder de Nestorianen en onder de Armeniërs. Aid. XVI. 1882. 411.— Statistisch overzigt. Ahl. 477. — Zendingsijver te Oroomiah. Aid. 556. — Uitslag der zending volgons den zendeling Perkins. Aid. XV111. 1804 51. — Het zendingswerk bedreigd. Tegen het prozelitcn maken en de uitgave van godsdienstige geschriften. Aid. 307. 16705. De kracht van Gods woord. Be-keering tot het Christendom van Muhamed Rehem te Shiras in Perzië. Uit The Asiatic Journat Peb. 1829. Boc/cz. Dcc. 1830. 726. 16706. Dooppleehtigheden der Armenische Christenen te Bushire, in Perzië. Vad. Lett. 1848. 11. 640. 16707. Palestina. De Christenen te Jeruzalem. Uil, de Kerk. Cour. 1854. Tijds. Lhr. Leven N. I. ic j. 1855. I. 216. N e de rland s o h India. Algemeen. 16708. Opmerkingen over de bronnen voor de beoefening der kerkgesehiodonis van Ne-tlcrlandsch Oost-Indië, door H. C, Millies. |
üevolgd door een lijst der iicm bekend geworden brieven der Jesuiten in de XVIe en XVIIe eeuw, die betrekking hebben tot den O. 1. Archipel. I^ersl. Kon. Akad. d. Wet. Lelt. VIL 1863. 12. 16709. Opmerkingen van Dr. 11. C. Mi 1-lics, over de beginselen en wijie van uitvoering der evangelie-verspreiding onder de bevolking van de Nederl. O. I. Archipel, alsmede over do bezwaren daaraan verbonden. Gids, l\e j. 1845. I. Boekb. 669. 16710. De Koloniën. Vcrpligtingen van het Moederland, bepaald mot het oog op Evangelisatie, en hetgeen ten deze sedert ]6U2 door Nederland is verzuimd. Stemm. 8r Besch. 11. 1840. 308. 16711. Opwekking tot Evangelie-verkondiging aan de heidenen, in de XVIIc eeuw. Uit het Request van de Dordrcolitsehe synode, dd. ? aan de Staten Generaal voor de bevordering dezer prediking in Oost-Indië. Ned. Stemm. V. 1837. 118. — Mededeeling van denzelfden aard en uit denzelfden tijd, volgens J. van den San de. Aanvulling vau bovengenoemde. Aid. VI. 183S. 124. Noot. 16712. Aanschrijvingen, om tegen de komst van predikanten, in Ncd. O. Indie, een zeker getal heidenen gereed te hebben, ten einde gedoopt te worden, eu betaling van hoofdgeld aan de predikanten voor nieuwe gedoopten. Aquot;. 1680. Volgens mededeeling van N. de G ran ff. 7ijds. Ind. T, L. y. kunde. Xlll. 4 S. IV. 1864. 73. 16713. Mcded eelingen nopens den toestand van de hristelijke godsdienst in de Indiën, door G. Verheet. Uit Memorie van Ge-rardus Verbeet, tot Banda. Delft 1762. Vad. Lett. 1763. III. 1. 185. 16714. Overzigt van don tegenwoordigen toestand der Protestantsehe gemeenten ia Nederl. O. Indië, voorafgegaan door eeuc historische inleiding sedert 1621, door P. J. Veth, naar aanleiding van het gepubliceerde hierover door Dr. W. R. van Uoë-veil. Gids, Xle j. 1847. I. Boekb. 36. 16715. Een blik in de vroegere Protestantsehe zending in Indië. Toestand en bestuur in 107'1'—1770, ontleend aan: J. J. Scheucr, lets over do zending in ludië. |
4
Bijdrage ter bcoordeeling van O.' G. Hel-dnng's Hervormde kerk in Indic. Arnhem 1855. Katholiek, 1S5G. XXIX. 170. 16716. Mededeeling door Mr, H. J. Koenen, aangaande liet; door hem ondernomen travail betreffend'? de uitbreiding van Cliristendom en beschaving door onze voorvaderen in andere werelddeelen, gedurende de XVIIe en XVllle eeuw, gevolgd door de diseussie hierover in de verg. van 10 l'ebr. 1862. Vcrsl. Kon. Akad. d. Wet. Lett. VI. 1862. 341. 16717. Prijsvraag van do Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, te Haarlem, voor J775: «Welke zijn de boste middelen, om de zuivere leer van het Evangelie onder de bewoners der Kolonii;n van den Staat meer te bevestigen, en voort te planten?quot; Pad. Lett. 1774. HI; 2. 318. N. Nederl. Jaarb. VHI. 1773. 1. 569; IX. 1774. I. 568. — Verslag der antwoorden. Aid. X. 1775. 1. 313. Fad. Lett. 1775. IV. 9. 264. — Antwoord door Dr. P. Hofstede, Pred. te llotterdam, met goud bekroond. lloll. Maatsoh. d. Wet. Verh. XVII. 1776. 1. — Idem door C. van Vollen hoven, Jansz. koopman te llotterdam, met zilver bekroond. Aid. 133. — Idem door N. J. van Nuys KI ink enb erg h. Predikant te Deventer, met zilver bekroond. Aid. 2.')7.— P. Hofstede over de bevordering van Christendom en beschaving in de Koloniën van den Staat, door J. Munnieh, dd. liatavia Maart 1S54. Uittreksels uit zijn prijsschrift, en beschouwingen over den tegenwoordigen staat van zaken. T. v. N. I. löe j. 1801. 1. 377. 16718. Opwekking aan mijne landgenoo-ten, tot een onderzoek, of er hervorming mogelijk zij in eenige stukken betreffende het godsdienstige van Nederlands Oostersche en Westersche volkplantingen door Phi la n-thropos. Anno 1786. N. Ned. Bibl. VI. 1786. 2 st. 411. 16719. Berigt. der verzending naar alle Luthersohe gemeenten in Oost-Indiiln en aan de Kaap de Goede Hoop van een gedrukt exemplaar der geloofsbelijdenis door de Predikanten en Directeuren der Luthersche gemeente te Amsterdam, zoo als deze is vastgesteld in Aug. 1792. Maandel. Ned. Mcrcu-rius, LXXIJ. 1792. 379. |
16720. Kristen-Zendelingcn in Oost-Indië. Tegenwoordige toestand, en verkregen resultaten. Lelterb. Iö02. I. 68. 167^1. Iets wegens den vervallen staat der Protestantsche kerken in Neerlands Oosten West-Indic, deszelfs aanleidende oorzaken, eu de pogingen tot herstel, sedert 1814, door W. A. üekerse, dd. 'sHage lOJunij 1823, namens de Comm. tot de zaken der Protestantsche kerken in Neerlands Oosten West-Indien. Geschiedkundig overzigt. Boekz. Januari tot Junij 1823. 415, 547, 667. 16722. Beoordeeling van de verslagen wegens den «Godsdienstigen staat; in de Ko-loniimquot; in het Tijdschrift quot;de Vriend des Vaderlands,quot; welke z;jn van J. Sluiter, Pred. tc 's liage. Lett. 1836. I. 370. 16723. Wenken aangaande het zendingwezen in Indië. Oostertinj, Hl. 1837. 145. 16724. Berigt der Uitgevers van de Boekzaal der Geleerde Wereld, tot het; mededec-Icn voortaan van geregelde berigten wegens den toestand dor Ned. kerk in Oost-Indië. Boekz. Januarij 1838. 117. 16725. Iets over den zedelijkcn en godsdienst igen toestand der Protestantsche gemeenten in Ned. Oost-lndiö. Uit een parti-kulieren brief, dd. Batavia 9 Mei 1839, door Prof. N. C. Kist. Ongunstig oordeel over de Ned. zendelingen en hun arbeid. Kist en Royaards, Ar oh. X. 181-0. 330. 16726. Brief van Sophie***, dd. Batavia, 14 November 1841, inhoudende o. a. klag-ten over den Hauwen godsdienstijver der vrouwen in Indië. üe Kopiist, le j. Ie d. Batavia 1S42. 185. — Aanmerkingen. Antwoord op bovengenoemde klagten, door Mevrouw ... dd. Kramat, 19 Pebr. 1842. Atd. 285. — Tegenbedenkingen van een »halven Oudgast.quot; Aid. 490. — Beoordeeling van Sophie*** door J. van der Viune. Aid. 2e dr. Batavia 1843. 99. Noot. 16727. Overzigt van den uitwendigen toestand der Protestantsche kerk in Neêr-land's Indië, door Dr. W. R. van Hoëvel 1. Statistiek der gevestigde christengemeenten. 'l'ijds. Chr. zin N. /. le j. 1846. I. 131 — Berigten omtrent do Protestantsche kerk in Neêrland's Indië. Vervolg. Jl. 155; III. 1847. 131; IV. 1847. 141. 59 |
466
16728. Ovcrzigt der Ned. Evangelische Zendelingposten in Üost-Indiön, door L. J. van llhyn. Inspector dor Nederl. Evang. Zendeling-posten, dd. Kramat, 27 Aug. 1810. ïijds. Chr. Zin N. I. Ie j. II. 1816. Iü3. 1672Ü. Uitbreiding des Christendoms in Neêrland's Indië sedert 1840, door L J. van Rhyn, dd. Depok 13 Oct. 1847. Tijds. Chr. Zin N. I. IV. 1847. 156. 16730. Explicatie van den Min. J. C. Baud in de Tweede Kamer over den kerke-lijken toestand van Ned. Indiü, naar aanleiding der kwestie van de uitzetting van Grooff. Mcloill, Moniteur. I. 1840—1847. 2. 70. 1G73I. De Roomsche en Protestantsche Kerk in Neêrlandsch Indiö. Tegenstelling van beide; voorafgegaan door tnededceling van den inhoud van een' brief, dd. Batavia 21 Mei 18van P. M. Vrauekcn, bisschop van Colophon, coadjutor van den apoat. vikaris te Batavia, betreffende zijn rondreis op Java en bijzonder in Djokjokarta en Soe-rakarta, en don toestand en vooruitzigten der ü. I. Missie. T. v. N. I. 1849. 2e d. 169. 10732. Beschouwingen van Dr. W. 11. van Hoevell over evangelisatie van Neder-landsch Indiö. T. v. N. I. 10e j. 1S54. I. 354-361. 16733. Hoe kan op de beste en minst kostbare wijze worden voorzien iu de groote behoefte aan Evangelie-verkondigers in Ne-derlandsch Oost-lndiü, zoo onder Mohammedanen en heidenen, als bij verlaten Chrislea-gemeenten? door don zendeling J. E. J el-les ma, dd. Modjo Warno 1 Juiüj 1857. Opleiding van Inlanders tot hulpzendelingen. Ueded. Zend. Gen. I. 1857. 329. 16734. Aandrang op bet voetspoor der Engelschen in Britsch Kafferland, om ook onze 'Zendelingen dienstbaar te maken aan de vermeerdering der kennis van land en volk in Indiü. Sloet, Tijds. XXII. 120. 16735. Betoog voor een evangelisatie van Ned. Indie, naar aanleiding der Pastes mi-litaires des Indes ürientales Necrlaudaises, par A. J. A. Gerlaeh. Z. B. 1859. Ingezonden. T. v. N. I. 22e j. 1800. I. 195. 10730. Brief van W. Erancken Az.,dd. Rotterdam 20 Junij i860, aan den schrijver van: Max Havelaar, De koffyveilingen der |
Handelmaatschappij, tegen diens voorstelling der zendelingszaak in Ned. Indië. Tijdsj). 1860. II. 138. — Brief van Multatuli aan W. Erancken Az., Directeur van het zendcling-gesticht te Rotterdam, in antwoord op bovengenoemden. Aid. 240. 16737. Bijdragen omtrent dc zending en de protestantsche kerk in IS cd. Indië, door O. ü. Heldring e. a. ^er. Chr. St. 1853. 131, 408j 1855. 649; 1857. 710; 1860. 412, 481. 10738. Zending. Islam. Nederland. Voor do verbreiding van het Christendom in N.I. Met aanteekeniugen. Meded. Zend. Gen. VI. 1862. 1. 27. 10739. Instructie ende Commissie van den Kerkeraadt dezer Stadt Jacatra op Java, den 28 Maart 10^1, medegegeven aan J. Daniclsz naar Mocka en Suratlen, waarin deze, die met de vloot naar dc Roodo Zee moest vertrekken, gemagtigd werd om te doopen en te trouwen. Tijds. Ind. T. I. V. kunde, XIII. 4. S. IV. 1804. 121. 10740. Resolutie om dc orde en directie van de kerken in Oost-Indië onveranderd te laten. Res. Roll. 4 Aug. 164^, 2c dr. 281; 2 Oet. 1013, 2e dr. 345. 16741. Generale kerkenordening, en Reglement voor de Predikanten, krankbezoekers, schoolmeesters etc. Item middelen tot be-keeriug der Heidenen, dd. Batavia 7 Dcc. 1613. Falentijn, IV. 2. 1726. 22. — Mede-deeling, met opmerkingen, van de artikelen 71 — 81, betreffende de krankbezoekers en schoolmeesters, met het oog op dea toestand der Sangir cu Talautsche gemeenten. Ver. Chr. St. XII. 1858. 40. 10712. Inhoud der resolutiën van 29 Maart 1651 en van 9 Maart 1057, voor de uitbreiding des Christendoms en de vernietiging van het heidendom in Ned. Oost Indiö. Tijds. Ind. T. L. V. kunde, XIII. Ie S. IX. 1861. 08, 09. 10713. Opdragt aan de gecommitteerden tot opbouwing en voortplanting van de ware Christelijke Religie in Oost-Indiën. lies. lloll. 5 Augustus 1711, le dr. 0 l3. — Zakelijke inhoud van het Rapport. Aid. 21 September 1712, le dr. 718. 10714. Request, dd. 23 Maart 1743 gepresenteerd aan H. H. Mog. door eenigc op- |
467
ziendcrs der Evangelische Moravische kerken 0. a. om vrijheid om eenige van hare leden in de koloniën van den Staat onder de Oost en West Indische Compagniën te mogen zenden tot bckccring der Heidenen. Rei:. Roll. 19 April 1743, le dr. 189. 16745. Uitschrijving, dd. 15 Nov. 1740, van wege Gouv. Gen. en de lladen van Indië van een dank-, boet- en bededag. T. v. N. /. 3e j. ic d. Batavia 1840. 512. — idem in 17.) 7 cn volgende jaren. Nederl. Jaarh. 1758. 541; 1704. 385 ; 1760. 407; N. Nederl. Jaarh. 1767. 434; 1708. 558; 1771. 489; 1772. 410; 1773. 290; J774.422; 1775. 470; 1778. 304; 1779. 477; 1781. 1027; 1782. 1298. 1305 ; 1783. 39; 1784. 6; 1789. 650 ; 1790. 2155; 1791. 580. 10746. Uitschrijving van bededagen in 1764 en volgende jaren. Maandel. Ned. Mer-curins, 1705.16G; 1706,153; 1770.179 ; 1771. 178; 1772. 163; 1773. 180; 1774. 205; 1775. 147; 1778. 184. 207; 1779. 180; 1782. 102; 1783. 917; 1784. 6; 1785. 91; 1787. 4; 1789. 182. 16747. Zanienslelling van cn verrigtingen door de Commissie tot de zaken der Protcs-tantsche kerk in Ned. Indië, 1815 en later. Boeke. 1815. 812; 1816. 259; 1821. 110; 1822. 638; 1825. 100, 748 ; 1826. 673; 1835. 080; 1849. 241, 16748. Namen der leden van hetBestuur over de Protestantsehe Kerk in Nederlandseh Indië sedert, zijne oprigting, 1844—1855. Benevens opgave van het. besluit van benoeming cn aftreding. Tijds. Chr. Leven N. /. 1c j. ]855. 1. 300, 329. II. 110,130; 1850. L 29, 74,129. 10749. Besluit van den Min. van Staat, Gouv. Gen. v. N. Indië, J. J. Rochussen, dd. Buitenzorg, 13 April 1847 No. 1., waarbij als beginsel wordt aangenomen, dat het ondoelmatig wordt beschouwd, om kerken te stichten op plaatsen, waar geen predikant gevestigd is, cn de gemeente niet in staat is, zelf voor het onderhoud te zorgen. Tijds. Chr. N. I. le j. IV. 1847. 143. 16750. Over de bewering, dat men zich bij een traktaat met Dicpo IS egoro tot tegengaan der uitkomsten van het Christendom zou hebben verbonden. Melvill, Moniteur. I. 1846—1847. 2, 80. 16751. Klagten over de suprematie van den Staat over de Protestantsehe kerk in Ned. Indië, in tegenstelling van den toestand der R. K. Kerk aldaar. T. v. iV. I. 1849. Gron. 1c d. 214, Noot en 215, Noot. |
10752. Brief, dd. Batavia Jnlij 1851, van J. Esscr aan het Bestuur over de Protestantsehe Kerk in Ncêrlands Indië, ter aantooning van den droevigen toestand dier kerk, en de middelen voor een gunstige verandering ten deze. Ver. dir. St. Vl. 1852.824. 10753. Do Koninklijke bekrachtiging van het. Algemeen Ilegiemcnt voor de fted. Hervormde Kerk. Klagten over do afhankelijkheid der Hervormde Kerk in Ncd. Indië en de bestendiging der suprematie van den Staat, over haar, naar aanleiding van bovengenoemde voorwaardelijke bekrachtiging bij Kon. besluit van 23 Maart 1852 No. 3. T.v.N, I. 14o j. 1852.1. 305. — De inspectiereis van S. A. Buddingh. Klagt over de afhankelijkheid der Hervormde kerK in Indië, cn den verkeerden invloed daarop van het Gouvemeraent. Aid. 11. 159. 16754-. Fragment uit de Memorie van toelichting behoorende bij het ontwerp van wet tot vaststelling van het R. R. van Ncd. Indië, dd. van 15 Dec. 1853, en wel ad art. 107, (118 nieuw) betreflende het beginsel der Regering ten aanzien van de verspreiding van het Christendom in Ned. Indië. Tijds. Chr. Leven N. I. le j 1855. I. 92. 10755. Reglement op dc uitoefening van kerkelijk opzigt en kerkelijke tucht, voor de Protestantsehe Kerk in Ncd. Indië, goedgekeurd en bekrachtigd bij Kon. besluit van 28 Pebr. 1854 No. 03, cn waarvan is aan-teekening gehouden bij besluit van den Gouv. Gen. v. N. Indië, dd. 14 Mei 1854, No. 5. Ind. St.blad No. 37. Tijds. Chr. Leven N. I. 2c j. 1856. II. 246. 10750. Reglement, voor de Protestantsehe Kerk in Ncd. Indië bekrachtigd bij Z. M. besluit van 28 Pebr. 1854 No. 03. Ver. Chr. SI. IX. 1855. 193. 10757. Mr. J. J. Roehussen, opmerkingen over staatsregt. Utrecht 1854. Medcdeeling uit deze brochure van dc opmerking over de betrekking van de Kerk tot den Staat. Tijds. Chr. Leven N. 1. le j. 1855. I. 291, 16758. Opmerkingen betrefTendc den toestand der Protestantsehe kerken in Ncd. Indië, en de onvrijheid van die kerk. T. v. N. ƒ. 17 j. 1855. li. 340; 18 j. 1856.1. 384. 16759. Oppositie in hot kerkbestuur van Ned. Indië, door A. A., dd. Arnhem 8 Jan. |
468
185G. Voorgevallen raoeijelijkliedeu in den boezem van het Bestwil- over de Protestantsche kerk in Ned. Indie met. den President A. 11. W. Baron de Koek, lid van den Raad van Ned. Indic. T. v. ƒ. 18c j. 1850.1. 165.— Oppositie bij de leden des kerkbeatuurs, door ïheophi 1 us. /-ijnde overname van bovengenoemd artikel, gevolgd door eene verbetering der onjuistheden daarin voorkomende. Tijds. Chr. Leven N. 1. 2e j. 185G. 1. 265. 16700. Drie staatkundige vragen, door O. G. Heldring. Opmerkingen betreffende de gehouden diseiissiön in de Tweede Kamer der Staten Generaal in Dec. 1859 tusselien de H. 11. van Lynden, Elout van Soeterwoude, Ae. Maekay en den Min. van Kol. over de verhouding van het Christendom tol; liet Mo-hammedanisme en liet Paganisme en van de kerk tot den Staat in Ned. Oost Indië. ^er. dir. St. XIV. 1800. 455, 535. 16761. De zending in Tndiö ter sprake gebragt in do Tweede Kamer; door O. G. Heldring. Opmerkingen nopens de discussie in dc Tweede Kamer op 25 Sept. 1860 over de houding van hot Indiseh Gouv. ten aanzien der Evangelisatie, bepaald met het oog op de handelwijze van den zendeling Jans, in de res. Japara. Per. Chr. St. XVI. 1801. 324. 16702. Het Christendom en het Islamisme, door O. G. Heldring. Over de wijze van bevordering van het Christendom in Ned. Oost Indic door het Europeesch bestuur, met het oog op het verrigte te dien aanzien door George Grey als Gouverneur van Nieuw Zeeland en van de Kaap de goede Hoop. ^er. Chr. St. XV. 1861. 14. 16763. Tegenstelling tussohen dc O. 1. Comp. en de tegenwoordige Begering omtrent de evangelisatie in Ned. Oost Indië, door J. F. G. Brumund. Tijds. Ind. T.L. V. kunde, Xin. 4e S. IV. 1804. 74. 16704. Opmerkingen naar aanleiding van het besluit van den Gouv. Gen. v. Ncd. Indië, dd. 5 Maart 1861 No. 2, waarbij is uitgeschreven een bededag tot afwending van de rampen op Midden Java. Ver. Chr. St. XV. 1861. 809. 16765. Mcdedeeling van den considerans van hot besluit genomen door het liestuur over de Protestantsche Kerk in Ned. Indië tot vervaardiging van een nieuw gezangboek ten dienste der Protestantsche gemeenten in Ncd. Indic, en opdragt van dit travail aan |
Dr. S. A. Buddingh en Dr. AV. R.vanHoë-vell. Tijds. Chr. Zin N. I. loj. II. 1846. 155. 10766. Tekst der generale kerkenordening en reglement voor dc Predikanten, krankbezoekers, schoolmeesters, ctc. Item middelen tot bekeering der Heydenen, dd. in 't kasteel Batavia, 7 Dcc. 1643. Valenten, IV. St. II. 22. 16707. Lijst der Predikanten van Tay-ouan 1027—1050. Valeniijn, IV. St. II. 92. — Idem van Malakka. 1641—1719. Aid. V. St. 1. 258, — Idem van Negapatnam, 1660— 1721.. did. 118, 120. — Idem van Pallea-catte, 1625—1690. AUl. 117, 120. — Idem van Coetsjien, lCt'3—1724. Aid. II. 48, — Idem van Colombo, 1003—1725. Aid. I. 462. — Idem van Punto Gale, 1042—1723. Aid. 400. —Idem van Jall'anapatnam, 1658— 1723. AUl. 461. — Idem van Ncgombo, 1642—1698. Aid. 461. — Idem van Matura, 1085—1698. Aid. 461. — Idem van Sumatra's Westkust, 1678—1721. Aid. 45. — Idem van die uit liet vaderland op Jakatra, of Batavia gekomen, cn van daar naar deze en scne buiten-comptoiren beroepen zijn, buiten welke die geene, welke uit 't vaderland naar Ceylon vertrokken zijn, onder dat comptoir in 't bijzonder opgebragt werden. 1015—1723. Aid. IV. St. II. 1)5. — Idem van die op Batavia in de Nederduytsche ge-mcintc beroepen. 1619—1722. Aid. 125. — Idem van die in de Maleytsche gemeinte aldaar. 1631—1723. Aid. 120. — Idem van die der Portugeesehc gemeinte aldaar en in die taal gepredikt hebben. 1633—1723. Aid. 126. — Idem van die buiten vast beroep zich op Batavia ophoudende. 1715 — 1723. Aid. 127. — Idem van die vast op 't Ey-land Onrust beroepen zijn. 1671 — 1734. Aid. 127. — Idem der Macassaarze Predikanten. 1670-1723. Aid. III. 2 st. 235. — Idem dor Ternataanschc Predikanten. 1626 — 1716. Aid. I. 427. — Idem der Bandaselie Predikanten. 1625 —1724. Aid. Ill, St. II. 114. — Idem der Ncirasche Predikanten. 1026—1722. Aid. 115. — Idem derLonthoir-sehc Predikanten. 1625—1716. Aid. 110. — Idem der Poelo Ayschc Predikanten 1631— 1718. Aid. 110. — Idem der Ambonse Predikanten in 't gemeen. 1015 tot 1722. Aid. 140. — Idem van die op Oma geplaatst. 1062—1700. Aid. 141. —• Idem van die op Honimoa van 1625—1709. Aid. 141. —• Idem der Proponenten in Amboina gemaakt. 1653—1677. Aid. 147. |
GODSDIENST.
469
] 07(58. Berigten van dc Proponenten W. J. Ondati on H. Pliilipsz to Columho. Maand. Ned. Mercurius, 1756. 82. — Idem van dc Predikanten H. Tecring te Batavia. Aid. 1774. 2. — Idem van M. Morgappa. Aid. i. — Idem van A. Liefting te Jafianapat-nam. Aid. 4. 167C9. Berigten van dc Predikanten C. Mitchels te Batavia. Nedcrl. Jaarh. 1747. 495. —• M Walsdorp te Timor. Aid. .1754. 1400. — K. Gricsen, W. ï. Oling on S. Boppius te Amboina, Banda en Ternate. Aid. 1400. — R. Stenhuis te Batavia. Aid. 1759. 822, 825; Bijv. 1750- 1759. 1157.— M. Morcassa. N. Nederl. Jaarh. 17S3. 2012. — C. H. Tiele. Aid. 1784. 1175. — J. C. Pey. Aid. 1180. — J. C. Metzlar. Aid. 1081. — C. J. Jongbloed. Aid. 1680. — F. W. Cau-licr. Aid. 1991. — M. Couperus te Malacca. Aid. 1789. 322. — A. Zomerdijk tc Batavia. Aid. 324. — J. W. Daussen te Amboina. Aid. 324. — Buurma. Aid. 440. — H. J. Seharfl' te Soerabaja. Aid. 651. — H. P. van Huyzum te Batavia. Aid. 052. 16770. Berigten van de Predikanten B. Teyke. Boekz. 1723. 243, 605. J.W. Loyaal. Aid. 377. — A. Cramer, H. Zackcns, D. Bontekoe. Aid. 513. — ï. J. van der Lcij. Aid. 036; 1738. 738 — A. Ras. Ald.\7ri. 630. - H. Tempeiaer cn C. Wiardi Plcs-man. Aid. 1724. 120. — A. Crems en J. H. Beine. Aid. 1728. 101. — P. lloevena-gel. Aid. 1729. 028.— H. Dreier. Aid. 1731. 497. — J. Scherius. Aid. 1732. 503. — P. F. Pomerol. Aid. 1734. 500. — H. W. Hoffius. Aid. 1735. 113. — J. Wagardus. Aid. 022, 732; 1738. 737. — K. Braarda. Aid. 1736. 249; 1738. 737. — P. La Caze, Aid. 1737. 231. — M. Mohr. Aid. 234. — T. F. ab Ebrenfelds. Aid. 230. — Pb. Ca-pelle te Amboina. Aid. 1738. 737. — T. Beekman te Amboina. Aid. 738. — ï. 0. Havenbergh te Macasser. Aid. 738. — D. H. Reiners. Aid. 1739. 530. 10771. Bijzonderheden nopens de aankomst en ontvangst van ccn Predikant te Batavia in 1774. Fad. Lelt. 1816. 11. 180, 181. 10722. Ontslag- en getuigschrift, dd... Nov. 1783 van den Kerkeraad te Batavia gegeven aan den Pred. J. C. Metzlar. N. Ned, Bibl VIL 1787. 1 st. 199. 10773. Berigten van de Predikanten A. Everaars. Boekz. 1817. 379; 1819, 374. 1). Lenting te Samarang. Aid. 1817. 244: 1819 374; 1821.122; 1829. 421; 1834. 413, 819.— |
G. van den Bylaard te Soerabaja. Aid. 1819. 245, 374; 1820. 672; 1822. 102. — S Roorda van Eysinga. Aid. 1819. 374; 1820. 240, 671; 1825. 749; 1827. 122. — H. Potter. Aid. 1819. 374; 1820. 241, 071. J. H. Kramer. Aid. 1819. 239. — D. A. Marustra tc Samarang. Aid. 1820. 071; 1821. 503; 1822. 037. —• G. de Serièro te Sourabaja. Aid. 1821. 108, 255, 302; 1825. 748; 1829. 420. lelterb. 1829. I. 401. — P. van Laren te Makassar. Boekz. 1822. 199, 544, 037; 1825. 748. — C. Auwerda. Aid. 1824. 810; 1825. 099. H. J. Ruempol te Soerabaja. Aid. 1S25. 098 ; 1820. 875; 1827, 122; 1829. 421; 1834. 413. — O. P. Lammers van Toorenburg te Makassar en Samarang. Aid. 1829. 422, 540, 833; 1834. 410, 818; 1S37. 070; 1838. 127. Tijds. Chr. Leven, 1855. I. 326. — W. G. Slingerland Conradi. Boekz. 1829. 422, 833. — N. Pluim Mcntz. Aid. 1832. 100; 1834. 434, 819. — T. van dc Beek te Amboina. Aid. 1834. 786; 1835. 680, — O. A. Roulet. Aid. 1834. 414. — J. A. Veekmans te Amboina. Md. 1835.755, 119;1838.122,127.— S. A. Büddingh. Aid. 1S35. 079; 1837.070. J. E. G. Ilardy te Makassar. Aid. 1830. 084; 1838. 121, 127. — W. R. van Hoe-veil. Aid. 1838. 121. — A. Westenbrink Meijer. Aid. 1838 120. — J. A. van Hossein te Padang. Aid. 1838. 121, 127. — J. Sclieuer. Aid. 1839. Itl, 561 — J. G. G. Hierhaus. Aid. 1839. 501.— J. D. Palm op Ceilon. Aid. 1S39. 501. - - T. Jutting. Aid. 1839. 049. — J. E. G. Urumund. Aid. 1840. 518. — F. H. van Hengel tc Makassar. Aid. 1842. 374; 1843. 719. - H. Marnstra. Aid. 1842.— A. Davalaar. /fW. 1843. 553.— P. L. de Gaay Fortman. Aid. 1843. 553.— N. C. van der Meer van Kuffelcr. Aid. 1843. 569. — J. K. Kam. Aid. 184.gt;. 515. — L, L. van Rbyn. Aid. 1845. 045, 558 — J. W. C. van Steeden. Aid. 1850. 81, 121. — J. O. Fraissinct. Aid. 1850. 121. 16774. Consideratiën cn advies, dd. Batavia 28 Junij 1848 No. 39 geheim, van het Bestuur over de Prot. Keik in N. I., op last van den Gouv.-Gen. bij missive van den Algetn. Secr., dd. 23 Junij te voren Lr. M. M. geheim, gegeven omtrent dc vraag; of de Predikant; L)r. W. R. Baron van Hoëvcll, ten aanzien van het voorgevallene op 22 Mei gehandeld heeft in overeenstemming met dc pligten van een' Christerrlceraar in deze bezittingen van den Staat. v. Hoëcell, Beschuldiging, Z. B. 1850. 100. — Missive, dd. Buitenzorg 9 Jniij 1848 Lr. G/4 geheim, |
470
van den Alg. Secr. aan het Bestuur dor Prot. Kerk in N. I., om berigt of de verwerping van het den Predikant Dr. W. R. Baron van Hoëvell ten last gelegd feit van aansporing der zoogenaamde Inlandsehe kinderen tot bijwoning der vergadering van 22 Mei, eenige verandering te weeg brengt in genoemde consideration. Aid. Ml.— Gevraagd berigt, dd. Batavia, Julij 1848 geheim. Aid. 119. — Besluit van den Gouv. Gen. v. N. I., J. J. Roel lussen, dd. Batavia 19 Julij 1848 No. 3, ter kennisgeving aan den Predikant Dr. W. R. Baron van Hoëvell, van de ontevredenheid der Regering over het gebeurde te Batavia op 22 Mei 1848. Aid. 122. — Protest, dd. Batavia 12 Aug. 1848, van Dr. W. R. Baron van Hoëvell, tegen de handelingen der Indische Regering ten zijnen opzigte. Aid. 184. — Adressen, dd. 'sHage 17 1'ebr., 7 Maart en 28 Aug. 1849, aan de Min. van Kol. G. L. Baud cn E. B. van den Bosch, van den Predikant Dr; W. R. Baron van Hor vel, om voldoening cn vergoeding voor het leed, hem door de [ndische Regering aangedaan. Aid. 139, 141, 145. — Ministeriele dispositiën hierop, dd. 22 Febr., 16 Maart en 13 Sept. 184'J. Lr. A., No. 9, 2 en 21. Aid. 140, 144, 146. 16775. Een sprookje in de Tweede Kamer. Antwoord van Dr. W. R. Baron van Hoëvell op de beschuldiging tegen predikanten te Batavia wegens pligtverzuiin, door J. C. Baud, naar opgave van H. J. Lutjens, uit-gebragt in de Tweede Kamer. T. v. N. /. I4c j. 1852. I. 84. 16776. Hollandsche vertaling van het verzoekschrift in het Maleisch, dd. Mcnado, 1 April 1847, van de gemeenteleden aldaar aan den afgevaardigde L. J. van Rhyn, om te bewerken dat hun tijdelijke leeraar E. H. Linemann, voor vast bij hen werd aangesteld. v. Rhyn, Reis Ind. Arch. Rott. ISil. 374. Noot. 16777. Berigten van do Predikanten J. W. H. Ader. Tijds. Chr. Leven N. I. 1855. I. 96, II. 260. — P. E. W. Brict. Aid. 1856, I. 128. — A. A. T. Mounicr. Aid. 130. — T. C. M. Hanegraet te Riouw. Aid. 130. 16778. Extract uit de Memorie van den Raad van Indie G. W. van ImholT, voor Eooveel betreft van de artikelen //van de Godsdienst te Batavia en de omstreken.quot; Over de behoeften aan Predikanten en kerken op ^fava. T. v. N. 1.9e j. Batavia 1847. 3e d. 120. |
16779. Zakelijke inhoud van het voorstel van den kerkeraad te Batavia, betreffende de te nemen maatregelen tot bevordering der uitzending uit Nederland naar Oost-Indië van Predikanten, benevens besluit der Indische Regering dien overeenkomstig. Sent. 1768. Maandel. Ned. Mercurius, XXVI. 1769. 211. 16780. Mededeelingen betreffende den toestand en werkkring der Predikanten in Med. Oost-Indië, in een drietal brieven uit Oost-lndië 1829—1831. Vriend Vad. VII. 1833. 344. 16781. Bijzonderheden nopens het besluit dd. 11 Junij 1822, No. 1767/927, van den Staatsraad, Dir. Gen. voor de zaken der Horv. Eercdienst, dat voortaan de inzegening der Predikanten voor de Oost en West Indische gemeenten geschieden zal in het openbaar, enz. Boekz. Üct. 1822. 544. 16782. Lijst der gemeenten in Ned. O. Indië, welke Predikanten noodig hebben. Boekz. passim. — Berigten nopens de behoeften in Ned. O. Indië aan protest antsche leeraars. Aid. 16783. Opgave, dd. Batavia 7 Julij 1837, van de standplaatsen der aanwezige Predikanten in Oost Indië, met bijzonderlieden nopens hunne benoeming. Boekz. Jan. 1838. 117. 16781'. Kon. besluit, dd. 28 Jan. 1838 No. 106, tot vaststelling der voorwaarden van benoeming tot Predikant ter dienst dor Prot. Kerken in Ned. Oost Indië, cn van dc maatregelen tot bevordering hunner kennis van de Maleidsche taai. Boekz. Eebr. 1838. 258. 16785. Opgave der standplaatsen en namen der Predikanten, die in Mei 1839 dc Protestantsche gemeenten in Ned. Indie bedienen. Medegedeeld uit een brief van Batavia door Prof. N. C. Kist. Kist Sc Roodaards. Arch. X. 1840. 337. 16786. Berigt, dd. 'sHage 8 Juli 1838, vanflen Secr. der Comm. tot de zaken der Prot. kerken in Neêrlands Oost en West Indië, A Lens, nopens den tijd en dc plaats voor het afnemen der examina door deze Commissie dergenen, die begeeren geplaatst te worden in de kerkdienst der Buitenlandsche Koloniën. Boekz. Julij 1838. 125. 16787. Getal predikanten, zendelingen en Christenen op de onderscheidene plaatsen iu |
471
de Ros. Mcnado, volgens mededeclingen van Mr. D. ï. W. Pietermaat, gewezen Res. van Meuado, en van den Kap. Luit. t/z. L. J. de V riese. dd. 6 Julij 1810. T. v.N.1. 3e j. Ie d. Batavia 184U. 152. lfi78S. Koninklijk besluit van 3 Augustus ISl-O No. 64, tot organieke regeling van het aantal Predikanten in Ned. Indio. Boe/cz.Svnt. 1849. 366. 16789. De zorg voor de Protestanten en do lloomsoli-kattiolijkeu in dc Molukkos, het onvoldoend getal Predikanten, naar aanleiding eener kerkelijke reis in 1852 van den Pred. J. K. Kam in de res. Amboina. T. v. N. I. 14e j. 1852. II. 158. 16790. Bijzonderheden nopens do uitbreiding van het getal Predikanten in Ned. Oost Indië vastgesteld bij Kon. besluit van 7 Nov. 1855 No. 75. Tijds. Chr. Leoeu N. /. 2e i. 1856. I, 129. 16791. Vermeerdering van Predikanten in Ned. Indiü. Zakelijke inhoud van het Kon. besluit van 7 Nov. 1855. Katholiek, 1855. XXVIII. 317. 16792. Opgave dergenen, door Z. M. benoemd tot Predikanten in Ned. Oost Indië. Tijds. Chr. Leve/i N. /. 2o j. 1856. II. 126.— Verslag, namens de Commissie tot de zaken der Prot. Kerken in Neêrlunds O. en W. Indio door den Secretaris Dr. ü. Ruitenschild betreffende hunne inzegening on ordening te 's ïïage op 20 Junij 1S56. Md. 200. 16793. Het budget der eeredioust in Ned. Indië. Cijfers, daarvoor uitgetrokken op de begrooting van Ned. Indio voor 1862, mot tegenstelling van die voor de Inlandsehe eerediensi T. v. N. 1. 1863. N. tgt;. Je i. 11. 332. 16794. Berekening van het traktement dor Predikanten inde Molukkos, in do tweede helft der XVIIe eeuw. T. N. I. l'Joj. 1857. II. 267. 16795. Lijst van het inkomen van een Bataviseh Predikant in 1724. KalentijH, IV. St. I. 5i47. — Uedetailloorde opgave van het inkomen van een Predikant om de Oost, of in oen dor drie Oostersclie Landvoogdijen Amboina, Banda en Ternate, 1724. Aid. I. 428. |
16796. Woordelijk extract uit een scbrij-ven van den Kerkeraad te Batavia in 1739 aan de lleeren XVIIn betreffende de trae-tementen en emolumenten der Predikanten so tot Batavia als op de buytencomptoiren. Tijds. Ind. T. L. P. kunde, XIII. 4e S. IV. 1864. 39. — Opgave van hunne inkomsten. Aid. 35. 16797. Lijst van de traktementen en emolumenten der Predikanten in dienst van de O. 1. kerken, op Batavia en op andere O. I. comptoron. Boekz. XLVII. Julij—Dcc. 1738. 237. 16798. Verhooging der gagio van den Prod. H. Philipsz. te Colombo, Batavia 20 April 1773. Maandel. Ned. Mercurius, XXXVI. 1774. 3. 10799. Opgave van de inkomsten van do kerkelijke bedienden dor O. I. Comp. in Indië op het einde der vorige eeuw; door J. Ha-ge man JCz. Tijds. Ind. 'T. L. ^. kunde, IX. 3e S. III. 1860. 411. 16800. Mededeeling door de Provis. Comm. voor dc zaken der Herv. Kerken in Ncd. Oost Indië van het besluit dd. 12 Junij 1818, No. 13, van Komniissarissen Generaal van Ned. Indië tot vaststelling der traktementen, gratificatiën en verdere voordeden aan het ambt der leeraren in Oost-Indië verbonden. Boekz. Maart 1819. 378. 16S01. Berigt, dd. 's llage 8 Maart 1821, der Commissie voor de zaken der Prot. kerken in Ncd. O. en W. Indiö, van de voorwaarden, waarop Predikanten voor de Indien worden benoemd, van de tractementen en voordooien welke zij aldaar genieten. Boekz. April 1821. 523. — Idem, dd. 's Hago 14 Pebr. 1824, van het extract uit het register der handelingen van den üouv. Gen. in Rade, te Batavia, van 3 Junij 1823 No. 3, tot verhooging der Predikants-tractementen in Ncd. Uost Indio. A!d. February 1824. 250. -Idem van het Kon. besluit van 14 Aug. 1824, No. 118, tot vaststelling voor dc Indische Predikanten van meerder voorschot en voor-deeliger verblijf op de rcize van Nederland naar de plaats hunner beslemming. Boelcz. Oct. 1824. 544. 16802. Voorloopige intrekking door den Kommis. Gen. van Ned. Indië van de toelage aan de gehuwde Prodikauten wegens hunne vrouwen en kinderen genoten wordende. Boekz. Julij 1827. 122. |
472
16803. Kon. hosluit, dd. 's ïïage 5 Oct. 1828 No. 205, tot vaststelling der bepalingen teu aanzien van den geldelijken voet, waarop do leeraren der onderscheidene christelijke gemeenten, welke door het Gouvernement erkend en bezoldigd worden, naarde Ü. I. Bezittingen vertrekken, eu aldaar het leeraursainbt zullen uitoefeneu, en de wijze op welke zij worden gepensioneerd. Boekz. October 1S28. 588. 16804. Bepalingen omtrent de financiëele voordeden, aan de Christenlecraren in Ned. Oost Indië, boven hunne tractementen en huishuur, toegestaan bij Zr. Ms. besluit van 5 Oct. 1828 No. 205, en gewijzigd bij Kon. besluit van 11 Dcc. 1835 No. 88. Boekz. ïcbr. 1836. 16S05. Opgave van de deelname in het civiel weduwen- en weezeufonds door de Predikanten in N. Oost Indiü. Boekz. Nov. 1820. 672. 16806. Mededeeling van bijzonderheden uit het Kon. besluit, dd. 31 Maart 1830 No. 124, ter aanvulling van dat van 5 Oct. 1828 No. 205, nopens de bevoegdheid der get,rouwde leeraren der ondersclicideue Christelijke gemeenten in Ned. Oost-lndië, om aan het weduwen- en weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren aldaar bij te dragen, alsmede nopens do regeling en betaling dezer contributie te üatavia. Boekz. Mei lü30. 631. 16807. Mededeeling en opmerking nopens het contribueren van Boomsch Katholieke geestclijkeu aan het, Indische weduwen- en weezenfonds. Econ. 1867. 144. 16508. Het ambtsgewaad der Predikanten. Mededeeling der betrekkelijke aanschrijving dd. 28 Aug. 1854 van de Alg. Synode. Tijds. Chr. Leven N. I. Ie j. 1855. 1. 329. 16809. Instructie van deu kercKeraadt te Hatavia, dd. 4 Nov. 1627, waarbij de kranckbezoeker A . Bourgois van Solor teruggeroepen, en in zijn plaats de kivmcklwzoe-ker J. Brouwer daarheen cezouden werd. 'tttds. Ind. T. L. V.-kunde, XI11, 4c S. IV. 1864. 125. |
16810. Prijsvraag voor 1786 van het Zeeuwseh Genootschap der Wetenschappon te Vlissingen, op verzoek van het liataviaasch Genootschap van K. en W. in Ned. Indië, omtrent goede krankbezoekers. voor dc 0. I. Comp, N. Nederl. Jaari. XIX. 1781-. 2. 1531. —■ Antwoord op deze vraag, door L. V e r w ij k, te Botterdam, met goud bekroond. ^erh. /. Gen. XIV. 1790. 3. — Idem door P. Haack, Pred. te Amsterdam, met zilver bekroond. Aid. 76. 16811. üp zijn verzoek naar Nederland verlost de krankbezoeker in het Buiten-hospitaal te llatavia P. Manck. Batavia Junij 1788. N. Nederl. Jaari. XXIV. 1789. 16812. Opgave, door de Comm. tot de zaken der Prot. kerken iu Ned. O. en W. Indië, van de vereischte voorwaarden eu uitzigten voor de eatechiseermcesters eu krankbezoekers voor Oost-lndië. Boekz. Oct. 1824. 544. — Berigt der Commissie, dd. 'sHage Junij 1825. Aid. Junij 1825. 754. 16813. Byzonderheden nopens de inzegening. ordening en vertrek van H. Busch- als catechiseermeester, krankbezoeker en hulpprediker voor Oost-lndië. April 1829. Boekz. Sept. 1829. 421. 16814. Brief, dd. Samarang 10 Maart 1863, van M. A. Burgers, inhoudende vervolg zijner werkzaamheden als cathechiscer-meester en krankbezoeker aldaar. A'er. Chr. St. XVIII. 1864. 57. — Idem, dd. Samarang 27 Aug. 1863. Aid. 311. 16815. Lijst der krankbezoekers in Am-boina, 1659—1712. ^alentijn, III. St. I. 149. 16816. Bericht, dd. 5 Sept. 1785, aan do Staten van Holland en West-Prissland door de Classis van Amsterdam op het request van H. Wachters, gewezen Pred. te Batavia concernerende het gedrag van den Batavi-schen Kerkenraad ten zijnen opzigte, en zijne bezwaren tegen dezelve Classis, alsmede tekst der betrekkelijke bescheiden, lies. lloll. 15 Sept. 1785. III. Ie dr. 2522. 16817. Belofte binnen dceser steede .1a-catra bij d'aengenomen ouderlingen W. Racff en G. van Staen, gedaan eu geteeckeut dd. 17 Jan. 1621. Tijds. Ind. T. L. V,-kunde, XIII. 4 S. IV. 1864. 19. |
473
10818. Lijsl, van dc: //Naamen der Hoeren jiolilycquc Cuinmissarissen vaa woge de llooge Regering cu kerkenraad van Batavia gezeten hebbende. 1024—17Ü2. yalenlijn,Y^. öt. 11. 127. — idem van do oudcriingou en diaoonen te Batavia. 1021—1723. Aid. 128. 10819. Borigton van benoemingen door dc gereformeerde kerkenraad te Batavia van ouderlingen. N. Nedevl. Jaarb. 1782. 1302; 1784. 1178, 1685; 1789. 320, 054. — Idem van diakenen. Aid. 1782. 1298; 1784. 1178, 1179, U92, 1085 ; 1780. 1059. 10820. Üverzigt van het verseliil tussehen den Bandasohen en Bataviasehen kerkoraad in 1757—17 -9, over het beleggen van vergaderingen van den kerkeraad, alsmede over do verkiezing en improbatie van een ouderling. Nedcrl. Jaarb. XVI. 1702. 2. 810. 10821. Berigten omtrent boekhouders der diakouy der gereformeerde gemeente te Batavia. N. Nederl. Jaarb. 17S2. 1299; 1781. 1197, 1198. — Idem van kerkmeesters. Aid. 1784. 1814; 1789. 053. 10822. Aanstelling, dd. Batavia 7 Junij 1773, van F. Valentijn Adams, tot koster van de Buiten-Portugescho kerk te Batavia. Maandel. Ned. Mercurius, XXXVII. 1774. 3. 10823. Benoemingen tot ouderlingen en diakenen bij de Luthersche gemeente te Batavia. Maandel. Ned. Mercurius, 177 t. 1. N. Nederl. Jaarb. 1784. 1159, 1089; 1789.438. 10824. Advertentie dor voorwaarden tot vervulling dor vacature van de voorzangers bij de Lutliersclie gemeente te Batavia. Maandel. Ned. Mercurius, L1X. 1785. 170. 10825. Lijst der politiqae Commissarissen op Amboina. 1058—1719. yalenlijn, 111. St. 1. 148. — Idem der ouderlingen en diakenen op Amboina. 161-8—1712. Aid. 141. — Idem der diakeny's middelen van den armen in Amboina. 100 j—1712. Aid. 147. Sumatra. 10826. Dc Mormonen uitziende naar de Nederlandsche Oost, door H. J. Spijker. Opmerkingen nopens hun vonrgenotnen vestiging op Sumatra onder Waltcrik üibson. Maands. li. G. 1800. 512. 10827. Bijzonderheden nopens het lot van een' li'ranschen zendeling, alsmede vim do |
Amerikaansohen zendelingen H. Lyman en S. Munson, getrollen onder de Batla's op Sumatra. Medegedeeld door J. H. Do mis. Res. van Socrabaya. Yad. Lelt. 1835. II. 334. 10828. Ben R. C. priester en een afgevaardigde van hot Bijbelgenootschap onder de Batta's. Werkzaamheid onder dc Batta's op Sumatra van C. de Hesselle en H. Ncu-bronner van der Tuuk, en over dc klagt van den laatste wegens bevordering door bet Gouvernement van het Mohammedanisme onder de Heidensehe Batak's. T. v. N. I. 17e j. 1855. 11. 417. 10829. Bijzonderheden nopens de voorbereiding en het vertrek van ü. van Asselt als zendeling naar Sumatra. ^er. Chr. St. XI. 1857. 135. 10830. Zending op Sumatra onder de Batta's. Opgave der zendelingen en aangevangen werkzaamheden. Ver. Chr. St. XVI. 180:!. 195. — Arbeid der Ilijnsohc zendelingen onder de Batta's Aid. XIX. 1805. 408. — Vooruitgang van het zendingwerk der zendelingen Klamme, W. l'. Betz, J. Dammerboer, van Asselt en Heine. Aid. XVIII. 1804. 308. 10831. Inwijding op 25 Aug. 1844 te Padang van de nieuwe keik der Prot. gemeente. Uit de Ned. Staatscour. van 21 Feb. 1845. Bijdr. N. Kr. Kol. 1845. 240. 10832. Verslag der kerkclyke bezockreis van Benkoelen door den Pred. U. Marnstra, gedurende Maart, April en Mei 18 17. Tijds. Chr. Zin N. I. 1 j. IV. 1847. 149. 16833. Twee artikelen over dc inspcetic-reis van Dr. S. A. Budding op Sumatra's Westkust, dd. Padang 20 April lsa5, en door A. P., dd. Padang 29 April 1855. T. v. N. I. 17e j. 1855. II. 130. iegt;34. Verslag der vergadering, en daarin gehouden redevoering van J. Esser, in het belang der zendingszaak op Sumatra, te Amsterdam op 28 Jan. 1850. Uvcrgenomen uit De Heraut. Ver. Chr. St. X. 18.j0, 531. — Zakelijke inhoud van deze redevoering, waarin een chronologische opgave der zcnaelingen op Sumatra sedert 1820. Aid. 594. 10835. Evangelisatie op Sumatra. Aanbeveling en mcdedecling der pogingen tot bevordering door de Anisterdamsehc Vrouwen-vcreeniging, benevens berigt ivopeus de po» |
474
gingen van Mr. 13. W. A. E. Sloot lot üld-huis ten behoeve der Niaz-eilanden. Ver. Chr. St. X. 1850. 401. 692. 16830. Tijdingen van Sumatra. Brief, dd. Sipirok April 1857, aan de Amstcrdamsebe Vrouwcn-vereeniging door den zendeling-werkman vau Asselt. Chr. Verz. VIL 1858. 82. 16837. De nieuwe R. C. kerk te Padang, door G. G. van der Hoeven. Met plaat. Inst. v. Imjen. t'erh. 1S5(J—00. 51. 16838. Brief, dd. Biliton, 14 Julij 1833, van A. Mablnickel, over zijn aankomst, verblijf en werkkring op dat eiland; gevolgd door opmerkingen over zijn toestand, door J. Esser. Ver. Chr. St. VIII. 1854. 335. Borneo. 10839. Het zendelingswerk op Borneo, door O. G. Heldring. Historisch overzigtsedert 1828, naar aanleiding der vestiging door de Engelsche Episcopale kerk van oen bisdom op dat eiland. Ver. Chr. St. X, 1850. 450. 10840. Uitbreiding des Christendoms in Ncêrland's Indiö. Uverzigt der werkzaamheden van de Uuitsehe zendelingen sedert 1836 op do Zuidkust van Borneo, en van de Arncrikaansehe, sedert 1839, op de Westkust. Tijds. Chr. Zin N. I. Ie j. III. 1847. 140. 16811. De llijnsehe zending op Borneo, door H. D. G i 1 d e m e e s t er, dd. Amsterdam üet. 1847. Werkzaamheden sedert 1831. Ver. Chr. St. II. 1848. 310. — Uitnoodiging namens het llijnsehe Zendeling-genootsehap door zijn arehivaris II. Gemeiner, dd. 's llage 26 Julij 1848, tot ondersteuning. Aid. III. 1849. 142. — Ontvangen bijdragen. Aid. 691. enz. 16812. Borneo. Treurige berigten. De ziekten der zendelingen Denninger, Beijer, Hardeland en von Holen, yer. Chr. bt. VI. 1852. 073. 16S43. Het llijnsehe Zendeling-genootsehap, door W. van Ü o s t e r w ij k B r u y n, dd. Amsterdam Oct. i 850. Zijn arbeid op Borneo sedert 1834. ^er. Chr. St, XI. 1857. 403. 16844. Pro memoria, dd. Bannen, 20 Mei 1853, van Wallman, Director van het Barnier Missions-Huus, inhoudende twaalf punten, ter kenschetsing van den voortgang van het zendelingwcrk op Borneo. Fer. Chr. St. VI11 1854. 59. — Arbeid der llijnsehe zendelingen, Aid. XIX. 1865. 408. |
16845. Bijzonderiieden uopens een vergadering te Londen gehouden tot ondersteuning van het zendingswerk op Borneo, met erkenning der noodzakelijkheid van een Bisschop voor den Indisehen Archipel. ïer. Chr. St. V. 1851. 118. — Bijzonderheden nopens het vertrek naar de plaats zijner bestemming van den benoemden Anglikaanschen Bisschop van Borneo, Dr. M. Dongall. Tijds. Chr. Lenen N. I. Ie j. 1855. I. 342. 10846. Zeuding naar Laboean van drie zendelingen uit Engeland. F er. Chr. St. II. 1818. 705. — Engelsche zending te Laboean. Aid. XV11L 1864. 505. 10847. Borneo. Zending van Sarawak. De opbouw van eene Christelijke kerk, begonnen op 28 Aug, 1849. F er. Chr. St. IV. 1850. 434. 10848. Kerk te Serawak. Mededeelingcn van de Engelsche plannen tot stichting van een kerk en zendclingspost te Serawak, en tegenstelling van onze verzuimen op Borneo. T. v. N. L 1849. Gron. ie d. 2^5. — De nieuwe kerk te Serawak. Inwijding op 22 Jan. 1851. Aid. 13e j. Z. B. 1851. 1c d. 417. 10849. Gezindheid der Day akkers jegens de evangelisatie onder hen in 1830. T. v. N. I. Ie j. 1838. I. 50. 10850. Aanbeveeling door G. om het Christendom te brengen onder de Dayaks, die men zelfs belet Mohammedaan te worden, waardoor zij vrij zouden zijn van belasting. T. o. N, 1. 15e j. 1853. 11, 233. 108,gt;1. Beschrijving van den toestand van het Christendom onder de bevolking van hot distriet Poeloc Petak, ook wel kleine Dayak genoemd, Z, amp; O, kust van Borneo; doorJ, E, Becker. Medegedeeld door A, L, Weddik, dd, Batavia Dcc, 1848, Ind. Arch. Icj. 1, 1849. 455. 10852. Mededeeling doorC. Ban gert, ei-viel gezaghebber der afd. Bekompai en Does-soon, van bijzonderheden nopens het bekeerings-werk van den zendeling Denningen onder do Dayaks, to Marantoehoe, in het distrikt Bekompai in hot Siong-gebied, in 1857. Tijds. Ind. T. L. V. kunde, IX, 3c S, III, 186ü. 144, 149, 815. |
475
16853. Edelmoedige trek van eenen bc-k :crden Dajakker, ïltus Ver. Chr. St. XI. j 8ü7. 485. 16851. De moord van Bandjermassin. Bepaald die der zendelingen. Maands. li. Chr. 1859. 575. 16855. Brief, dd. Bandjermassin, 18 Mei 1859, van Mcjufvrouw Kott, inhoudende een verhaal van den moord der zendelingen in de Zuid- en Oostor-Afdeeling van Borneo. Ker. Chr. St. XIV. 1860. 195. 16856. Opmerkingen en mededeelingen, door ü. G. Heldring dd. 21 Juiij 1859, over den strijd van het Mohammedanisme t ^gen het Christendom, naar aanleiding van den moord aan de zendelingen op Borneo. AV. Chr. St. XIV. 1860. 120. 16857. Beantwoording der vraagpunten door don Heer Comm. A.. L. quot;Weddik, Gonv. van Borneo, voorgesteld aan de Zendcling-vereeniging, werkzaam in de Minahassa-lan-den door K.J.Herrmann en T.H. Lineman n, dd. Menado 24 Sept. 1847. Meded. /end. Gen. VIL 1863. 265. Java. 16858. B\jzonderheden nopens de zending •mar Java van drie zendelingen door het '/.endeling-genootsehap in London. Honigbij, Chr. 1. 1815. 240. 16859. Uittreksel uit een brief van den zendeling J. C. S u p p e r, dd. Batavia, 14 l'ebr. 1815. Uit de Basclsche Samml, 1816. Ie stuk bl. 29. Betreffende zijne prediking, en de toeneming der bijbelverspreiding. Honigbij, Chr. IV. 1817. 102. 16860. Waarom wordt liet Christendom niet op Java uitgebreid? door P. Hofstede do Groot. Mededeeling, gevolgd door opmerkingen, van het fragment van een brief uit Java, door een Europeaan gesehreven ter beantwoording dezer vraag, benevens lofspraak op de handelingen in deze der Indische Regering. IVaarhcidit: hicfdc, 18:iS.G3^. 16861. Haten de Javanen de Christenen? Aantooning van het tegendeel door ccn verhaal van de aanleiding tot de goede verstandhouding van Kiai Toemenggong Djogo Kario met den Ads. Res. van Patjitan J. T. Canter Visseber. 1838—1842. T. v. N. L 13e j. 1851. 1. 420. |
16?62. Aantooning, door Dr. W. R. Baron van Hoëveil, van den gnnstigen invloed van de verkondiging van het Christendom en van dien van hot Chnstelijk bestuur op den maatschappelijken toestand van de Javanen. T. v. N. I. 3e j. 1 d. Batavia 18-10. 168. 1(1863. Denkbeelden van E. d e W a a 1 over do bevordering van het Christendom onder de Javanen. Irnl. Mag. Eerste Twaalftal. 1844, No. 4, 5 en 6, bl, 133.— Mededeeling, dd. Samarang Aug. 1854, door .1. B. van deze denkbeelden. I. v. N. L. 16c j. J854 II. 405. 16864. Gedaehten, bij het openen der versnelde gemeenschap tussehon Neêrland's Indie cn Europa, door Dr. W. R. van Hoiiveil. Christendom en Europesehe beschaving. Tijds. Chr. Zin N. I. Ie j. 1846. 1. 37. 16865. De Heer H. van Blommestein over dc Javanen cn de zendelingen. Voroor-deeling der bcschouwingcn hierover gegeven in zijne brochure: «Java en de Javanen 1851.quot; T. v. N. /. 13e j. 1851. 11. 223. 16866. Evangelisatie op Java. Adhaesic aan ccn artikel in het //Bijblad bij do Christelijke Stemmen,quot; tot aanbeveling der evangelisatie van Java, die alleen door do oude koloniale politiek van het behoud zou zijn tegengehouden. T. v. N. /. 13e j. 1851. I. 342. — Evangelisatie op Java. Zijnde Bloemlezing uit bovengenoemd artikel in hot quot;Bijblad bij de Christelijke Stemmen,quot; gevolgd door eenigo opmerkingen door Dr. VV. R. Baron van Hoëvcll. Aid. 418. 16867. Do verkondiging van het Chris-slendom op Java. Wederlegging van de redeneringen door J. C. Baud uitgesproken, in de Tweede Kamer dor Staten Generaal, over don tegenwoordigen zedolijken en godsdien-stigen toestand der Christenen op Java. T. v. N. I. 14e j. 1852, I. 79. — Vragen aan den Hoor J, C. Baud over de evangelisatie op Java. Voortgezette polemiek. Aid. 159. 16S68. Thans moeten wij den Javanen liet Nieuwo-Testament in handen geven. Betoog tor aanbeveling, door J. E. G. Brn-m u n d. Indiana, I. 1853. 157, 16869. Het Christendom onder de Javanen. Bijzonderheden nopens oorsprong, aantal, en staat der Christengemeenten cn plaat- |
476
'en van hijeonkomst der Javaanscho Christenen. T. v. N. 1. 15e j. 1853. I. 306. 1G870. Opgave van achttien stellingen tegen de evangelisatie van Java. T. v. N. I. 16e j. 1854. I. 385. 16871. Gezond verstand van den Javaan. Ingezonden. Denkbeelden betrell'ende het Protestantisme en Katholicisme, met het oog op hunne bekeering tot het Christendom. Katholiek, 1854. XXVI. o'JS. 16872. Iets over de evangelisatie op Java, door H. A. G. Brumund. Betoog voor hare uitbreiding, door aantooning van hare gunstige werking. Maands. Ji. C/ir. 1^52. 261. 16873. Berichten over de evangelisatie op Java, door J. Bsser e. a., 1850 en later. /-'er. Chr. St. 1851. 729; 1863. 344, 50.ij 1855. 585; i860. 346. 16874. Brieven van denevangelist J. Grim op Java, over zijne verrigtingen aldaar. Ver. Chr. St. 1853. 482, 506, 806; 1854. 129, 338, 560, 563 636; 1855. 281, 420, 582; 1856. 48, 260, 4i5, 591, 599; 1857. 483. 16875. Mededeeling, met opmerkingen, door J. F. G. Brumund, der beschouwingen van den zendeling W. Iloezoo over de Javanen e i de bezwaren, waarmede de evangelisatie o lder hen te kampen heeft. Brumund, Be-rieten. Amst. 1854. 127. 16876. Iets over den Javaansehen Mohammedaan en den Javaansehen Christen, door dsn zendeling S. E. Harthoorn,dd. Modjo Warno 2S September 1855. Beschrijving van de Javaanscho Christenen en van den zendc-liagarbeid onder hen. Meded. Zend. Oen. 1. 1857. 183. 16877. Brief, dd. Batavia 6 Jan. 1857, van den Evangelist H. Mich ael is, over zijne werkzaamheden. Ver. Chr. St. XI. 1857. 715. 16S78. Enkele opmerkingen en vragen over het zendingswerk op Java, door den zendeling H. Smeding. A0. 1860. Bijdrage tot de oplossing van het vraagstuk betreffende de te volcen methode. Meded, Zend. Gen. VI. 1862. 235. 16879. Mededeeling betrell'ende de aankomst te Batavia van E. W. King, uit liet Batav. Handelsblad. Ver. Chr. St. XV. 1861. 878 |
16880. Verslag der Commissie in zake den zendeling S. E. Harthoorn en de zending op Java, uitgehragt don 8n April 1863, in de Verg. des Hoofdbestuurs van het Ned. Zendeling-Genootschap. Met bijlagen. Brieven aan Harthoorn geschreven, dd. Nov. 1861, Mei 1862, Sept. 1862 en 28 April 1863, benevens het nesluit vastgesteld in de vergadering des Hoofdbestuurs op 8 en 9 April 1863, waarbij genoemde zendeling uit zijn betrekking tot het Ned. Zendeling-Genootschap wordt ontslagen. Meded. Zend. Gen, Vil. 1863. 392, 463. 16881. Evangelisatie op Java, door den zendeling N. Graafland. Beschouwingen over a. de mogelijkheid, b. de gebezigde middelen, en c. de te volgen methode; naar aanleiding van //S. E. Harthoorn, de Evangelische zending in Uost-Java.quot; Meded, Zend. Gen. VIII. 1864. 109. 16882. Onderzoek naar de tot hiertoe gevolgde methode, voornamelijk met betrekking tot het oprigten van gemeenten; door den zendeling W. Iloezoo, dd. Modjo Warno October 1862. Meded. Zend. Gen. IX. 1865. 1. 16883. Evangelische mededeelingen uit de binnenlanden van Java, door J. F. G. Brumund. I. Waroe Djagang. Maands. B. Chr. 18^2. 277. — II. Modjo-Waruo. Alil. 336.— 111. Ngoro. Aid. 348. — IV. Sidokari. Aid. !585. — Herdrukt in Brumund, Herin ten. Amst. 1854. 1, 11, 23. 16884. Berigten en opmerkingen omtrent den toestand der Javaansche Christen-gemeenten in Oostelijk en Midden-Java, door J. F. G. Brumund. Brumund, Beriqlen. Amst. 1854. 43, 59, 77, 92, 100, 109, 127. 16885. Regeling der kerkelijke dienst ten behoeve der Protestanten en lioomsch-Catho-Heken in hunne gcmeenschappelijko kerk ter hoofdplaats der res. Bantam. Boekz. Julii 18:i8. 126. 16886. Bijdragen tot do geschiedenis der kerk van Batavia door J. F. G. Brumund. 1620—1859. Tijds. Ind. T. L. V..leunde, XIII. 4 S. IV. 1864. 1. — Over de uitgave. Aid. XII. 4 S. 111. JS62. 150. — Bijdrage tot de geschiedenis der kerk van Batavia, door J. II a ge man JCz, dd. Soerabaja, 6 Aug. 1863. l)e uituelening der 11. K. eeredienst |
164G—1685. Aauvulliug der voorguundo bijdrage. Tijds. hid. T. L. ^ -kunde, XIV. '1 S. V, 1804. 375. 1GS87. Inhoud van het plakaat vau J, P. Cocn, du. 15 Jan. 1G31, «in Let belang dor kcrckoordequot; te Batavia. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XIII. 4 S. IV. 1804. 21. 1688». llesolutie van 't U. Avontmael des Heeren, dd. 15 Deo. 102U. Ue eerste «Kerke ordeningquot; van Batavia, handelende over de avondmaalsviering, enz. Tx]ds. Ind. T. L. F.-kunde, XIII. 4 S. IV. 1861. 10. 16889. Forma van de belijdenisse des golooffs gedaan en geteekent bij de ledematen en communieanten van de eerste kereke en gomeynte Jesu Christi der stadt Jacatra op Java major in Asia, versamelt en aengevan-gen die 3 Jan. anno 1621. Tijdi. Ind. T. L F.-kunde, XIII. 4 S. IV. 1804. 17. 16890. Eorma van oplegginge der handen en zegeninge, die gebruikt zal worden aan de kleine kinderen der heijdenen, die van de Christenen aangenomen worden ofte anders der gemeente worden voorgedragen. A0 1624 bepaald door den kerkeraad te Batavia, Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XIII. 4 S. IV. 1861.. 56. 16891. Formulier van de eonlirmatie of segeninge die gebruikt zal worden aan degeene die in der jeugd gedoopt zijnde belijdenisse des geloofs zullen doen. Anno 1624 (F) bepaald door den kerkeraad te Batavia. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XIII. 4 S. IV. 1864.59. 16892. Leerstukken der Christel, religie iu 't Maleijs gebruiekt in de kereke te Batavia op Java Major. (1629). Do XII artikelen des Algem. Christel, geloofs. Vragen en antwoorden door de doopelingen te loeren. De X geboden. Alleen in hot toenmalig gebruikelijk Maleijts vertaald. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XIII. 4 S. IV. 1864. 61, 16893. Aanmerkingen rakende de Maleyt-selio en Portugeoseho dienst iu een en dezelve kerken, aan Joan van Hoorn, Gouv.-Gon, overgegeven door de Prod. P. van der Vorm en H. Coldohorn, dd. Batavia 30 Jan. 1708. l'alenlijn, IV. St. 11. 1U0. — Vertoog, dd. Batavia 12 Maart 1708, dor Po»! ugoosohe Prod. J. Op den Akker en A. Thornton, daartegen. Aid. 101. 16894. Bijzonderheden nopens de inwijding op 8 Mei 1736 van de nieuw gebouwde Uollandsohc kerk to Batavia, lioekz. XLVI. 1738. 736. |
10895. Ilogoling der openbare godsdienstoefening te Batavia. Oet. 1768. Maandel. Ned. Mereurius, XXVI. 1769. 212. 16896. Toespraak, gehouden hij hot loggen van den eersten steen, aan do Willemskerk te Batavia den 24n Aug. 1835, door Z. Exo. don üouv. Gen. ad interim J. C. Baud. Aanvulling van het quot;gedenkboekquot; in 1840 uitgegeven. Tijds. (hr. iiin N. [. lej. II. 1840, 171'. — Do Willemskerk te Batavia. Met Plaat. Hare stiehting ou beschrijving, en een terugblik op de vroegere kerken te Batavia. T. v. Aquot;. 1. 14o j. 1852. I. 142. 16897. Mededoeling, dd. Batavia 9 Julij 1837, van bijzonderheden nopens de genomen maatregelen lot voorziening in do behoefte aan godsdienstig onderwijs en aan het bijwonen der openbare ceredionst van het garnizoen te Batavia, en nopens de sedert vorkregon resultaten. Huekz. Jan. 183S. 119. 16898. Bijzonderheden nopens do kerkdienst te Buitenzorg geopend op 17 Deo. 1837 door Dr. VV. 11. Baron van Hoüvell. Boekt. Julij 1638. 126. 16899. Brief, dd. Batavia (Jet. 1849, van do Inspootenrs der Bniten-armen te Batavia, J. Esser, en D. W. King, aan den President en Leden in don Kerkeraad dor Herv. gemeente te Batavia, tor aantooning van den treurigen toestand der Hervormde Maleisehc gemeente, en der middelen tol verbetering. ^er. Chr. Si. VI. 18j2. 823. 16900. Het noo plus ultra van Indische autokratio. De plaatsing van don llerv. Predikant A. A.Th. Mounier bij de Luth. Gemeente te Batavia, bij üouv. besluit van 15 Mei 1852 No. 14. T. v. N. I. 14e j. 1852. li. 160. 16901. Berigten en opmerkingen nopens een voorgenomen vereoniging der ljutliersolio en Gereformeerde gemeente te Batavia, indertijd door bet Upperbestuur verlangd. ^er. Chr. St. Vil. 1853. 5US. 16902. Leerrede, uitgesproken te Batavia den 1 Mei l»53, door A. A. Th. Mounier, bij gelegenheid dat aan de leden der Prot. en Evang.-Luth. gemeenten van genoemde plaats het Project eenor Vereoniging tot ééne Evangelische geinoente, tor inzage cn |
478
ter bcoordoeiing, zou worden aangeboden. Tijds. Chr. Leven IV. I. Ie j. 1855. 1. 23. 16903. Nederlandsch Oost-Indic, Vereeni-ging van kerken te Batavia. Inlichting voor de Predikanten of Candidaten van het Bvang. Lutli. kerkgenootschap in Nederland voor een eventueele benoeming tot predikant bij de vercenigde Herv. en Ev. Lutli. gemeenten te Batavia. Ver. Chr. St. VIII. ISSi-. 619. 16901. Besluit van den Gouv. Gen. van N. Indië, dd. 28 October 1854 No. 4. (Ind. Stblad No. 85), waarbij wordt aanteekening gehouden van het Koninklijk besluit, dd. 19 Aug. 1854 No. 74, en van het daarbij genoemd en goedgekeurd Project eener akte van vereeniging der Protesrantsehe gemeente van Batavia eiv de Evangelisch Luthersche gemeente aldaar. Tijils. Chr. Leoen N. I. lo j. 1855. II. 84. 16905. Mededcciing, door ï beo plu lus van bijzonderheden nopens do vergadering op 9 Aug. 1855 van de gecombineerde Kcrke-raden der Prot. cn Evang. Luth. gemeenten van Batavia, ophclTing van het mandaat van de commissie uit beide linden, benevens zamenstclling en inwerkingtreding van den Kerkcraad der Evangelische gemeente te Batavia. Tijds. Chr. Leoen A'. I. Ie j.1855. II. 260. 16906. Brief van Groen, dd. Batavia, 1 April 1864, getiteld: De steen der wijzen of verzoening tussehen twee strijdende partijen op kerkelijk gebied te Batavia. Bcoor-dcelend overzigt van de betoogen geplaatst in de Indische couranten over de aanklagt van oen der ouderlingen bij den kerkcraad tegen de twee liberale predikanten van de Evang. gemeente, 'fijdsp. 1864. 1. 88. 16907. Kerkelijke bezoekreis naar de Protestant,sche gemeenten van Buitenzorg, de Preanger Regentschappen cn Krawang, door P. U. van Hengel in 1854. Tijds. Chr. Leven N. L. lo j. Ib55, I. 75, 198. 1690S. Kerkelijke bezoekreis, door A. C. van Maarscveen, in de res. Cheribon, Tagal en Pckalongan. Tijds. Chr. Leven N. I. 2e j. 1*56. I. ó75. 16909. Verzoekschrift, dd. ? door 60 lid-mateu van de gemeente van Pckalongan ge- i |
teekend, aan den Gouv. Gen. om cenc kerk te mogen bouwen, en haar een eigen Predikant toe staan, met het oog op het Indisch besluit van 13 April 1847 No. 1. Tijds. Chr. Zin N. I. Ie j. IV. 1847.144. 16910. Inwijdingsrede uitgesproken bij gclecenheid der eerste godsdienstoefening, in liet nieuw voltooide kerkgebouw te Pckalongan, den 4 Julij 1852, door A. C. van Maarsevcen, Pred. te Tagal. enz., gevolgd door cenige geschiedkundige aanteekeningen nopens de stichting van dit gebouw. Tijds. Chr. Leven N. 1. Ie j. 1855. 1. 251. 266. 16911. Evangelie-verkondiging in Oost-Indië. Verslag der werkzaamheden van Jansz. te Japara. Ver. Chr. Si. XI. 1857. 413. 16912. Mededeeling door P. H. Neijs, dd. Kalikondang, 23 Dcc. 1850, van dc op-rigting van een Godshuis op het partikulier land Kalikondang, Samarang, door den eigenaar N. Coblijn. T. v. N. 1. 13e j 1851. I. 269. 16913. Dc toestand der Christelijke gemeenten te Ambarawa en Salatiga. Het na-deelige der suprematie van den Staat over dc Protestantsehe kerk in Indië, naar aanleiding van klagten uit Indië over het gemis van leeraren bij de belangrijke gemeenten van Ambarawa en Salatiga. T. v. A. /. 13c j. 1851. II. 150. 16914. Javaansche Christengemeente te Salatiga. Historisch overzigt van haar toestand. / cr. Chr. St. XI. 1857. 127. 16915. Verslag der werkzaamheden van Burgers te Ambarawa, ontleend aan brieven uit Java. /'er. dir. St. IX. 1855, 578, 580. 16916. Een bezoek in de kampong Me-laten Kidol, ook bekend onder den naam van kampong Skolah, op het landgoed van Reuter, bij Samarang. Verhaal der verrigtin-gen van den zendeling W. Hoezoo, tot beschaving, onderwijs, en evangelisatie der Javanen en hunne kinderen, met bijzonderheden nopens zijn school en kerk. Per. Chr. St. VIL 1853. 811.; VIII. 1854. 58. Verslagder inwijding van deze kerk op 25 Dcc. 1852 Uit de Javabode van 5 Jan. 1853. Aid. 659, 16917. Verslag, dd. Socrabaya 22 Maart 1822, der inwijding van dc nieuw opgcrigtc |
GODSDIENST.
479
llüomsche Kerk aldaar. Oodsdienslvr. li. C. X. 1823. 1()8. 10918. Gescliicdkundig overzigt van het ontstaan en den toestand eener Javaansehe Cliristengeracfinte te Soerabaya. Sloel, Tijda. IV. 514. Zie v. Eoevell Reis. I. 1(j919. Het hulp-zendelinggenootschap van Soerabaya; nog andere ehristelijke ver-eeiiigingen aldaar gevestigd, door J. F. (i. Brumund, I'red. te Batavia dd. Soerabaya Mei 1854. Gesehiedkundig overzigt van zijne werkzaamheden en lotgevallen sedert 1814 — 1854. Tijda. Chr. Leven N. I. lej. 1855. 1. 310; II. 90. 1G920. Algemeene staat van gedoopte Javanen, in de omstreken van Soerabaya en Kedirie, van het begin in 1843 tot op 31 Dec. 1853, benevens aantooning van hare vcrdcoling in de verschillende gemeenten. Tijds. Chr. Leven N. /. 2e j. 1850. 1. 97, 98. — Idem tot op 31 Dcc. 1854, Aid. 100. — Staat van in 1853 gedoopte Javanen, opgemaakt tc Modjo Warno, 20 Januari 1854, door J. E. Je 11 es ma. Aid. 99. 16921. Javaansehe Christenen te Soerabaya, door Dr. W. A. van Hoe veil. Zijn kerkelijk bezoek in Junij 1847 aan de Javaansehe christengemeente te Öidokarie, en den bevonden toestand, voorafgegaan door eenige geschiedkundige bijzonderheid nopens deze gemeente. Tijds. Chr. Zin N. I. lej. IV. 1847. 1G4. 16922. Bezoek van de Javaansehe Christengemeente te Sidokarie, in de ros. Soerabaya, door J. M u n n i e h, dd. Batavia, Aug. 1849. Toestand in Juhj 1849. T. v. N. I. 1849. 2e d. 403. —Idem met een historisch overzigt sedert hare stichting; beide medegedeeld door O. G. Heldring, uit een brief van Batavia ontvangen. Ver. Chr. St. V. 1851. 517. 10923. Brief, dd. Soerabaya 19 Tcbr. 1851 vaa Ac. Gu n s ch aande Direcüc van de Ver-eeniging der Christelijke Stemmen, te Amsterdam, inhoudende voorstel tot opleiding in Nederland voor zendelingen van een knaap uit dc Javaansehe Christongemeente te Sidokarie, in Soerabaya. /''er. Chr. St. V. 1851. 809. — Zie VI. 1852. 335 en X. 1850. 533. 16924. Staat van in 1854 gedoopte Javanen door den zendeling J. E. Jellcsma, te |
Modjo Warno. Tijds. Chr. Leven N. I. 2c j 1850. I. 101. 10925. Staat vau gemeenten in 1854, be-hoorende tot deu werkkring van den zendeling J. E. Jellesma, te Modjo Warno, op 31 Dcc. 1854, Tijds. Chr. Leven N. 1. 2e j. 1850. I. 101. 10920. Iets uit Modjo Warno, door den zendeling W. Hoezoo. Verslag; Iquot;. dd. 24 Jan. 1801, betrcllende de armenbedeeling; 2°. dd. 13 Eebr. 1801, betreftende dc plegtige bevestiging van vijf ouderlingen op 3 Ecbr. 1801; en 3o. dd. 18 Ecbr. 1801, tot toelichting van het voorafgaande. Meded. Zend. Gen. VI. 1802. 265. — Verslag mijner werkzaamheden over 1861, dd. 21 Maart 1802. Aid. VII. 1803. 103. 16927. Zamcnkomst van de medehelpers tc Modjo Warno, van 2 lot 9 Julij 1801, met den zendeling W. Hoezoo. Verslag, dd. 28 Nov. 1801, bijdrage van de moeijelijkhc-den, die zich bij dc Evangelie-predikiug onder de Javanen opdoen. Meded. Zend. Oen. VI 1862. 150. 10928. Uit het dagboek van den zendeling D. J. ten Zeldam Ganswijk, 16 Dcc. 1854 tot 10 Junij lti55. Zijn bezoekreis van de Christengemeenten in de res. Soerabaya en Kedirie. Meded. Zend. Gen. II. 1858. 99. — Idem uit een brief : Een roepstem uit Java, dd. Kedirie, 3 Oct 1850, tot bevordering van den zendeling-arbeid in Ned. Indiö. Aid. I. 1857. 176. — De Redactie aan dc lezers van dit Tijdschrift, o. a. Klagten over de tcrugtreding van den zendeling D. J. ten Zeldam Ganswijk. Aid. Ill, 1859. 1, _ Bestuurders vaa hel Nederlandsclie Zendeling-g 'nootscliap aan zijne leden en begunstigers, dd. Botterdam 7 Eebr. 1859, betrefleude deze terugtreding. Aid. 114. ^ 16929. Bezoekreis naar de gemeenten in Kediri, Madioen en Modjo-Kerto, gedaan van 9 tot 29 Julij 1859, door de zendelingen S. E. Harthoorn en H. Smeding. Meded. Zend. Gen. V. IhOl. 120, 245. 10930. Uitlreksels uit het verslag over IS63, van C. Poensen, zendeling te Kedirie betreffende zijn zending-arbeid in de res. Kediri, Madioen benevens Malang, dd. Kediri Januarij 1804. Meded. Zend. Gen, IX. 1805. 184. 16931, Mcdedeeling,door T h e op h i 1 u s van |
480
dc kustcu. eu inrichting, benevens van de inwijding op 12 Aug. 1855 der nieuw gebouwde kerk te Pnssocroean. Tijds. Chr. Leven N. L. Ie .j. 1855. II. 201. 1()932. Uit het dagverhaal van den zendeling S. E. Harthoorn, 16 Aug. tot '20 Sept. 1855. Bezoekreis naar de nieuw ontstane gemeenten in de res. l'assoeroean; naar Soera-baja, Sidokari, Djapannan en Taroekan; naar Passoeroean en Malaug, in hot belang zijner aangewezen vestiging op laatst genoemde plaats. Meded, Ned. Zend. 11. 1858. 137. IV. 1860. 103, 212. Eerdere Archipel. 16933. Afscheidsgroet van de zendelingen naar de Soendanczen, dd. voor Brouwerslia-ven, 14 Aug. 1862, door ü. J. Grashuis, C. Albers en 1). J. van der Linden. Ver. Chr. St. XVII. 1863. 197. 16934. Extract uit een brief van J. P. Pre ij ss, dd. JVlacasser 10 Sopt. 1852,inhoudende verslag van zijn zendelingarbeid op Lombok en op Öumbawa. Ver. Chr. Sl. VIL 1853. 480. 16935. Statistieke opgave van dc luland-sche Christenbevolking op het Nederl. gedeelte van het eiland Timor in 1862; door den zendelingloeraar W. M. Donselaar. Meded. Zend. Oen. VIII. 1864. 31. —Idem. lletlnlandsche Christendom op Tmor.Ald. 24. 16936. Brief, dd. Timor Koepang, 18 Mei 1801, van H. J ackstein. Werkzaamheid en ontmoetingen op het eiland Rotti, alsmede in de gemeente Timor Koepang en hare lili-aal gemeenten. 1 Aug. 1860 — 1 Mei 1861. Per. dir. St. XVI. 1802. 200, 274. — Statistiek der Christelijke bevolking. Aid. 2/quot;.). 10937. Een voorbeeld ter navolging, door ü. O. Heldring. Verzoek om geldelijke medewerking, tot plaatsing van een zendeling op het eiland Savoe bij Timor. Ver. Chr. St. XVII. 1803. 245. 309. 10938. Berigt betrolfende de vestigingen werkzaamheid der Gosznersche zendelingen Jackstein en Pape op het eiland Rotti. Ver. Chr. St. XV. 1801. 348; XVI. 1862. 125, 16939. Bcrigten nopens den gunstigen toestand der Itoorasch Catholijkc Missie op do Philippijnscho Eilanden. Uur. Mercurius, LXI11. 1752. I. 3. |
16940. Verslag eener bezoekreis naar de Sangi-eüanden, door don zendeling S. D. v a n de Veld van Capellon, dd. Menado,Mei 1860. Zijne werkzaamheden en toesti nd van het Christendom aldaar met Naschrift der Re-daktie, inhoudende een overzigt der bemoei-jingen sedert 1853 tot 1857, van het Zendeling- genootschap en van den Min. van Kol. met de Sangi- en Talaut-eilanden. Meded. Zend. Gen. 1. 1857. 27. 16941. Eene bijdrage tot de kennis, die men buitenslands van onzen arbeid heeft. Rectificatie van een berigt betreffende den toestand van het Christendom op de Sangi-eilanden, geplaatst in het Eransche Dagblad L'Espéranee van 10 Sept. 1^58. Meded. Zend. Gen. II. 1858. 369. 16942. Bcrigten over dc zonding op de Sangi-eilanden van de zendelingen E. Steller A. Crohe, E. Kelling, G. J. M. L. Sehrödcr en N. Graafland. 1859—1802. Ver Chr. St, 1859. 69, 337, 407, 489, 536, 539, 542 ; 1860. 556, 561, 626; 1862. 125, 2sl, 483; 1863. 115; 1804. 117, 233. 16943. Berigt nopens dc werkzaamheden der zendelingen Tauffmann, Gunther, A. van Essen en Richter op de Talautsche eilanden. Ver. Chr. St. XV. 1861. 349,1862.125,128, 281. 16914. Medcdeelingcn betreffende dc kerkelijke zaken in do ros. Menado, van Mr. D. E. W. P i e t e r m a a t, gewezen Ros. van Menado, en van den Kap. Luit. t/z L. J. d o Vriese, dd. 0 Julij 1840. Predikant, zendelingen, kerkgebouwen, min gunstige invloed van het Christendom op dc zedelijkheid der bevolking. T. v. N. I. 3c j. 1 d. Batavia 1840. 152. 16945. Toelichting der quaestie in lSt4 tusschen den Res. van Menado, A. J. van ülpen, en de Nedcrlandseho zendelingen aldaar over het godsdienstig onderwijs op de Zondings-scholen, en zijn besluit, dd. 8 Eebr. 1844 ter zake genomen, v. lihyn, Reis Ind. Arch. Rott. 1851, 95, 311. •— Memorie van toelichting, dd. Dcpok, 0 Oct. 1847, van den Inspecteur, L. J. van Rhyn aan den Min. van Staat, Gouv. Gen. v. N. Indië J. J. Ko- |
GODSDTENST.
481
chussen, op het advies dd. Nov. 1840, aangaande zending-scholen iu de ros. Menado, ter zake van het: godsdienstig onderwijs, benevens beschouwingen, wensehen, en voorstellen aangaande den godsdienstigon en ker-kelijken toestand der Moluksche eilanden. Aid. Bijlage A. IRO'IO. Brief van S. Ulfers, dd. Koeme-lembaai, in de Minahassa van Menado den 8 Nov. Is52, ter beschrijving van zijn toestand als zendeling aldaar. Ver. Chr. SI. VIII. Ih54. 54. — Berigten nopens zijne werkzaamheden. Aid. ü8. 16947. Verslag van den zendeling N. Graafland, dd. ïanawango, res. Menado 9S Maart 1857. Metlcd. Ned. Zend. II. 1858. 247; VI. 1862. 30. 16948. Berigt omtrent de toetreding van een buitengewoon aantal heidenen in het Likoepangsehe, door den zendeling F. H. Linemann te Menado, dd. Menado 12 Sept. 1857. Meded. Zend. Gen. 111. 1859. 299. — Algemeene brief van bestuurders des Ne-derlandschen Zendeling-genootsehaps aan de Inlandscbe gemeenten in de Minahassa, dd. Rotterdam 25 April 1858, naar aanleiding van de belangrijke opwekking in het Likoepangsehe. Aid. 319. — Verslag eener be-zoekreis in 1858 in het Likoepangsehe gedaan, door den zendeling F. H. Linemann. Aid. 315. 16949. Gunstige gevolgen van de opvoeding en het onderwijs der zendelingen in de res. Menado. Swart, Verh. 1862. Ie afd. 326, 334. 16950. Mededeeling van het verslag, door Montanus zijner werkelijke bezoekreis in 1675 in de Minahass op Celebes, gevolgd door de beschrijving van den toestand der Christelijke godsdienst aldaar in 1842; door A. F. van Sp reeu wen b u rg. 'T. v. N. L 8e j. Batavia 1846. Je d. 44. 16951. Wat deelen reizigers ons over de zending in de Minahassa mede? 1839—1856 : C. W. M. van de Velde, A. F. van Spreen-wenbnrg, C. van der Hart, Ida Pfeiffer, Lr. P. Bleeker, en J. F. G. Brumnnd, dd. Botterdam, .lanuarij 18 8. Meded. Aed Zend. II. 18j8. 5. 16952. Opmerkingen nopens den toestand der zendelingen en den invloed van hun werk op de bevolking in de Minahassa, door iJr. |
P. Bleeker. Bleeker, Moluksche Arch. Bat. 1856. I. 68, 78. 16953. Ida Pfeiffer over de Nedcrland-sche zendelingen, door 11. 11 i e b i n k, dd. Rotterdam, Dee. I 855. Overgenomen uit haar Tweede Reis rondom de wereld. Beschrijving van den werkkring dezer zendelingen in de Minahassa, benevens haar oordeel over hen. Tijds. Chr. Lenen N. I. 2e j. 1856. II. 91. 16954. Bijdragen omtrent de zending te Totnohon in de Minahassa van N. P. VVil-ken, N. Graafland, J. N. Wiersma. 1858— 1861.. Meded. Zend. Gen. 1859.262, 281; 1861. 3:lt;0, 318, 351; 1863. 200; 1864.264; 1865. 137. — Idem van S. Ulfers te Koe-melemboeaai. A ld. 1857. 213; 1859. 5. — Idem van H. W. Nooy en II. Rooker bij Tondano. Aid. 1859. a67; 1860. 33; 1861. 151, 214; 1864. 367. 16955. Uittreksels uit oenen brief van S. D. van de Velde vanCapellen, in leven zcndeling-lecrnar te Amoerang, dd. Amoe-rang 13 April 1852. Verslag van zijne werkzaamheden sedert Jidij 1851. Meded. Zend. Gen. II. 1858. 309; 111. 1859. 215. 16956. Dagboek van den zendeling H. J. Tendeloo over j859. Zijne werkzaamheden te Amoerang. Meded. Zend. Oen. VI. 1862. 189, 285. 16957. De zending in het zuiden van Celebes. Mededeeling met. toelichting van u. den brief, dd. Junij 1850, van I)r. B. F. Matthes, inhondende zijn gemotiveerd voorstel tot. oprigting dezer zending, en tot het bestemmen van zendelingen voor Bonthain en Boelekomba; en b. het rapport in de maandvergadering van Jan. 1851 van het Nederl. Zendeling-Genootschap, nitgebragt door een Commissie. Meded. Zend. Gen. IV. i860. 303. — Gedachten over de wijze op welke de werkzaamlicden der zendelingen in zuidelijk Celebes moeten worden voortgezet. Uit twee brieven in Dec. 1857 geschreven door den zendeling W. M. Donselaar Aid. 325. 16958. Verklaring van het Nederlandsche Zendeling-Genootschap, dat in het zuiden van Celebes twee der zijnen op de voorpos-sten staan, om straks den aanval te beginnen op Makassaren en Boeginezen, met het Evangelie-woord in de eerst onlangs in druk gebragte taal. Opwekkend woord. Kott. 1859.9. 16959. Verhaal van hot leggen, op S |
482
Aug. 1847, van den eerster, steen van hot nieuwe kerkgebouw voor de gemeenten dor Protestanten te Makassar. Tijds. Chr. Zin N. I. ie j. IV. 18i7. I jl, 109(10. Berigt nopens de aankomst van Solimidt bij J. P. Freyss te Makassar en zijne aangevangen werkzaamheden, /'er. Chr. ISt. IX. 1S55. SJhC. —■ Mededeeliug, door Ü. ü. Heldring uit een brief, van het verslag zijner werkzaamheden. Ahl. IX. 1855. 510. 1G9G1. Tekst van de door de O, I. Comp. in de Molukko's ingevoerde Sabbathawet, dd. 28 Julij lü9.}. yalentijn, 11.^51,252,258.— Aansehrijving van den Alg. Seer. C. Visseheiv, dd. Buitenzorg, 4 Nov. 1S47, aan den lu-speetor der Nederl. Evangel, zending in Oost-Lidiö, L. J. van Ilhyu, oin opgave van bovengenoemde Sabbathswet. v. llhyH, Reis hid. Arch. Rott. IbOl.Bijl. C. — Antwoord, dd. üepok 6 Nov. 1847, met den tekst. Aid. Bijl. C. 10903. De aloude Christen gemeenten in de Mohikken, door O. G. Heldring. Verslag ziinequot;- nasporingen. Ver, Chr. St. XIV. 18(50. 500. 109GI5. llapport van de „Visite der kerken en schooien in de Moluecos door I)s. G. Peregrin us sedert den 5den Aug. in 't. jaar 1070 tot den loden Aug. in 't jaar 1077 gedaan.quot; Valentjn, I. 4UI. — Korte schets van den staat der kerken en schooien, door Dr. A. Brands in de Moluecos in 1705 bezocht. Aid. 425. — Idem,in 1710 door Dr. W. van Wely. Aid. 425. 10904. Brief, dd. Amboina 18 Dcc. 1837, van den Kolonel, Gouv. dtr Molukko's, P. V. A. de Stuers, aan den üouv. Gen. van N. Indië, inhoudende zijne zienswijze over liet zending-wezen in zijn Gouvernement. Meded. 'Aend. (Jen. IV. i860. 27. lö'JOS. De hervorming van den toestand der Christengemeenten in de Molukko's. Nota in 1847, door B. N. J. Iloskott geschreven, ter beantwoording van eenige vragen dit onderwerp betreffende, hem gedaan door den Gouv. Comm. A. L. Weddik. T. v. N. L. 1850. II. 207. — Nog een woord over de hervorming van deu toestand der Christengemeenten in de Molukko's, door G. de Scrière, dd. Kampen, 15 Nov. 1850. Aid, 471. — Idem. Modcdeeli^g vim zijne pogingen tot verbetering van den toestand der Christenen op Ambon, zijnde extract uit zijne Memorie van 4 Nov. 1842. Aid. 13e j 1851. I, 45. — Overgenomen o. d. titel: Middelen voorgesteld om den maatsehappe-lijkeu toestand der Molukken te verbeteren. Meded. Zend. Gen. IV. 1800. 180. |
10900. Aansporing tor voorziening in de Christelijke behoeften door Jnlandsehe Christenen op do verschillende eilanden der Molukko's en de vestiging van posten van Christen-werklieden aldaar. Ver. dir. Si. IX. 1865. 721, 85.1, 788. 10907. Berigt uit Indië nopens eene nieuwe inspectiereis door de Molukken, vooral met het oog op de aldaar aanwezige Christelijke gemeenten, / er. Chr. SI. XV. 1801. 349. 10908. Rapport, dd. 17 Nov. 1075 vau üs. J. Montanus, aan den Gouverneur A. Hurdt, van zijne kerkelijke visite in Ter-nate van het jaar 1075, Valentijn, I. 392. 10969. Brief, dd. Teruate 4 Maart 180 gt;, van J. E. H ö veker, betrell'cude de aankomst van Klaassen, van Hasselt, en Otterspoor; benevens zijne inzichten nopens het plaatsen van zendelingen op de Oostkust van Halma-hera en op Batjan. ter. dir. Si. XV1U. 1804. 55. 10970. Bijzonderheden nopens den toestand van het Christendom op de eilanden Makjan en Batjan, van zijne vestiging af, met aanbeveling tot uitbreiding van het zendingwezen in Ned. Indië, door J. P. G. Brumund. Tijd». Ind. T. L. V.-kunde, V. N. S. II. 1850. 377, 392, 395. 10971. Beschrijving van den toestand van het Christendom onder do bevolking van het eiland Bocroe, door ï. J. Wi 11 er, dd. Am-bon April 1847. Ind. Areh. Ie j. I. 1849. 510. — Ook geplaatst in/K/Z/er, üwoe. Amst. 1858. 110, 16972. Brieven van den zendeling II. Z, K lockers, uit Oost-Indië, dd. Boeroe 9 Pebr. 1S00, en nabij Gilolo 18 Pebr. 1860, inhoudende verhaal sedert 21 Oct. 1809, van zijn reis uit Engeland alsmede van zijn verblijf op Bocroc. Ver. Chr. St. XV. 1861,49, TJl |
483
1607'i. Staat, aantoononde don algemeenen toestand der Christengemeente to Kaijelie bij don aanvang van Aquot;. 1847. Door T. J. Wilier, dd. Ambon April 1847. Met toelicliting. Ind. Arch, le j. 1. 1849 tegenover 5If). — Ook geplaatst m Wilier, Bocroe. Amst. J 858. tegenover 121. 10974. Verslag van den zendeling A. v an B k r i s, op Ceratn, dd. Dee. I SOU. Aleded. '/jend. Gen. V. 1801. 237. — Idem dd. Roo-makaai, 14 Mei 1801. Aid. 313. 10075. Happort of//Berichtquot; dd... .1019(?) van Ds. S. Dankaerts, wegens den slaat van de kcrk van Amboina, en van den Inlander in opzigt van zijn kennis omtrent de gronden van den ehristelijkon godsdienst, en zijn gedrag en zeden ten dezen opzigte. Ka-lentijn, 111. St. I. 38. 10976. Diseours van S,Dan kaerts,Dienaar des üoddelijken Woordts in Amboina, belangende het voortplanten der Christelijke religie onder de Indianen aldaar. Beyin en voortgang 1040. II. Reis yerhoeUf. 161. — Zakelijke mededeeling. Bljdr. A. Vr. Kol. 1847. 531. 10977. Tekst van de nieuwe //kerken ordeningen van Amboina,quot; goapprobeerd bij besluit van 4 April 1073 van den üouv. en Dir. Anthonio Hurdt. Valentijn, 111. St. 1. 09. 10978. Eenige nadere poineten van in-struetie voor de respeetievc Opperhoofden, der buiten-oomptoiren van Amboina, alwaar Predikanten geplaatst zijn, of nog zouden mogen worden geplaatst, op het stuk van den godsdienst, en wat. daaraan vorder de-pondeert, dd. Amboina aan 't kasteel Victoria, 1 Oct. 1097. Valentijn, 111. St. 1. 131. 10979. Ordrevoor de kooplieden, en mindere eommandeerendc op de buiten-comptoiren en redouten binnen deze provincie Amboina, waarna hun dezelve, in hare respectieve lune-ticn zullen hebben te reguleren, in opzicht van den godsdienst. Valentijn, HI. St. I. 132. 100s0. Rapport van een visite dor kerken en schooien op 't Land van Loytimor, zoo aan de overzijde deszolfs, als op 't, gebergte, gedaan door den Pred. i'. V a I e n t ij n, en den Inlandschen ouderling, C. Lnkassoon, in Oct. en Nov. 1708. Valentijn, 111. St. 1. 119. |
10981. Plaat voorstellende ,De oude llol-landsche Kerkquot; op Amboina. Pr. Oltens feeit. Valentijn, 11. tegenover 133. — Idem „ Dc nieuwe llollandsche Kerk.quot; AU. 10982. De zendoling Gericko benoemdtot opvolger van Ds. Kam te Amboina. Boekz. Maart 1834. 413. 10983 Uittreksel uit het dagboek van don zendeling O. G. Schot, Januarij tot April 1856, betreffende zijne verrigtingen op Amboina. Aleded. Ned. Mend. I. 1857. 351. 16984. Mededeeling, door J. Graafland van den zakelijken inhoud van een brief, dd. 19 April 185S van don zendeling J. F. Krul betreffende zijn weikzaamhedcn in de res. Amboina. l'er. Chr. St. XIII. 1859. 332. 16985. Bericht dat Ds. A. Mcns:.ng Predikant te Banda door do Indisehe Regeering in alle doelen wederom is hersteld. Jan. 1737. Boekz. XLVI. 1738. 738. 10986. Request, dd. Banda Neira 14 Aug. 1758, aan de politieke Rogeering van Banda ingeleverd, waarbij de Bandasche gemeente verzoekt, dat Ds. G. Verboot de voordeden toegevoegd mogen worden, van oen te Batavia buitendienst zijnde Predikant, en verdere stukken in zake üs. G. Verbeet tot Julij 1763. Nederl. Jaarb. XVI. 1762. 2. 802—833. 16987. Schotsen betroffondo dc bijgeloo-vigheid der Inlandsoho Christenen op Letty in 1828—1831, door G. Hoij mor ing. T.v. N. 1. 8e j. Batavia 1816. le d. 75, 381. 10988. Mededeelingon betrelfoudc den toestand van het Christendom op de Aroe Eilanden, door J. P. G. Brumund, in 1843. T. v. N. I. le j. Batavia 1845. iv, d. 77, 79, 84, 257—259,' 207—272. 10980. Verslag van den tegenwoordigen toestand der Christengemeenten op de Aroe-Eilanden. Ver. Chr. St, XIV. 1800. 508. 10990. Statistiek der Christengemeenten op de Zuid-Wester-Bilanden, door C. B os sch e r, ads.-Res. ter beschikking van don Gouv. der Moluksche Eilanden. Tijds. Ind. T. L. V. Kunde, II. 1854. 442. |
4H4
1G991. Dc zcuding op de Zuid-Woster-cilanden. Dare geschiedenis vau 1825 tot 1841. Meded. Zend. Gen. IV. 1860. 138. 16992. Herinneringen van de Zuid-Wester eilanden, uit het dagboek van een Zendeling. Toestand van Let Christendom aldaar tot 1841. T. v. N. 1. 17c j. 1S55. II. 18. 16993. Bijdrage tot de kennis van den staat van het Christendom op de Zuid-Wester eilanden, door eenen zendeling. 1825 —1848. Met naschrift van De lledactie. T. v. N. I. 17 j. 1855. 1. 225. 16994. Berigten nopens de wcrkzaanheden der zendelingen C. W. Ottow, Geissler en Jiisrich op Nieuw Guinea. 1858—•1862. / er. Ou. Sl. 1852. 335; 1855. 788, 858; 1856. 114; 1860. 417; 1861. 319, 879; 1862. 124; 1863. 321. Australië. 16995. Hoomsche Bisschop van Australië. Opmerkingen nopens de benoeming, uitzending en ondersteuning van Dr. Polding. Godi/el. Bijdr. IX. 1835. 306. 16996. De Protestantsehe zendelingen in Australië. Onvruchtbaarheid van hun werk in tegenstelling van dat der Katholieke missionarissen, volgens X. Marmier in de ,llevue de Parisquot; van Sept. 1852. Kalholiek, 1853. XX111. 117. 16997. Australië. Zedelijke en godsdienstige toestand, historisch overzicht sedert 1837. ïer. Chr. Hl. XVI. 1862. 481. 16998. Kerkelijk bericht uit Australië be-t rellende de aanvraag te Rome om een groot aantal bisschoppen en priesters. Kalholiek, 1864 XLVI. 248. 16999. Hijzonderheden nopens de uitbreiding der werkzaamheden van het Weslcynan-sche Zendeling-genootschap in Australië sedert 10 January 185?.. Tijds. Chr. Leven N. 1. Ie j. 1855. I. 106. 17000. Berielilen der evangelisatie in Australië. Ver. Chr. St. 1864. 538; lb58. 546; 1862. 64, 272. |
17001. Zending der Broedergemeente op Nieuw Holland, te Melbourne en Sydney, en zending onder de Chinezen aldaar. Ver. C.hr. St. 1848. 248; 1856, 252, 394; 1857. 183; 18,,9. 395; 1860. 47,265; 1864. 781 ; 1865. 551. 17002. Nieuw Holland. Zendeling-arbeid op van Diemensland. Bestemming en werk-zaamheden der zendelingen U. J. d' Emden en J. M. Strongman, Ver. Chr. St. VI. 1S52. 736. 17003. De zcndelingsehepen. Namen cn diensten door deze bewezen bij dc Protestantsehe propaganda op dc eilanden in den Stillen Oceaan sedert 1796. Rejormatie, 3 S. 1 1845, 107. 17004. De Europeanen op dc eilanden der Slille Zuidzee, door H. II Evangelisatie, üverzigt sedert 1797. Chr, Verz. IX. 1860, 154. 17005. Invloed van het Christendom op do Zuidzee-eilanden, medegedeeld door W, Ellis, fad. Lelt. 1826 II. 538. 17006. Voortgang van het Evangelie op de Zuidzee-eilanden, Ned. Stemmen, quot;V. 1837.69, 17007. Het Christendom op dc Zuidzee-eilanden naar Er, Krohn en J. Williams. Historisch overzicht, door D. A. de Groot, te Sneek. Waarheid in Liefde, 1841.169.— Beoordeeling van dit verslag. Oodnel. Bijdr. XV, 1841, 458. 17008. Bijzonderheden nopens het kerkgenootschap : //The Bibleehristiansquot; in zuidelijk Australië. Tijds. Chr. Leven N. I. 2e j. 1856. I. 126. 17009. Afschaffing van den ai'godsdienst, cn invoering van het Christendom op het eiland Kurutu. Eene karakteristieke proeve uit de jongste geschiedenis van het zerdelings-werk op de Eilanden der Zuidzee. Door —n. Mededeeling van de brieven: dd. Rajatea, IS Oct, 1821, der zendelingen Threlkeld en Williams; dd. Jidij lh21 van Mahamene en Puna, zendelingen op llurutu, en dd, ? der zendelingen op Kajatea. Gevolgd door bijzonderheden nopens den vierdag op Rajatea van den aanvang der zending. Euiih. Xl. 1821. |
GODSDIENST.
485
4. 661. — Fragmenten uit de zendelingsbe-rigten, wegens de bekeering en gesteldbcid van de eilanden dor Zuidzee, uit bet Mag. für die ucueste Geschicbte der Evang. Mis. 1amp;2S. Door —n. — 1. De Sandwicbs-eilan-deu. II De Tonga- ol' vriendschapseilanden. Tot aanvulling. Èuph. XV. 1828. 3. 4^0. 1701quot;, Evangelieprediking op de Zuidzee-eilanden, Polynesia en Mikronesia. Yer. Chr. St. 1855. 347; 1856. 445; 1857. 555; 1861. 40; 1862. 198; 1865. 134, 550. 17011. Australazië. Beriebtcn omtrent den voortgang van de zending in Melanesiö. (i. i. de Zwarte eilanden, 1859. Ver. Chr. St. 18G0. 775. 17012. Voortgang der Christendoms op de Sandwiehs-Eilanden. Bijzonderheden no-])ens de werkzaamheden en toestand der Noord-Amerikaansebe zendelingen op deze eilanden sedert 1819. Boeki. Mei 1833. 624. 17013. Engelsohe Zendelingschap. Gestrengheid der zendelingen op de öandwicli-Eilandcn, en aan de Kaap de Goede Hoop. Vad. Lett. 1828. 1828. II. 253. 17014. Brief van den Prins Tamori uit bet eiland Sandwich aan den Secretaris van bet Amerikaanscb Zendeling-Genootscbiip geschreven. Uit Malte-Brun, Annales des voyages, Julij 1822, benevens die van de koningin Charlotte Tapoli. lugenomenhcid met het Christendom, en annbeveling voor het ontvangen van onderwijs, liea. o. d. Ree. XV. 1822. Meng. 532. 17015. Gunstig oordeel over de Prot. zendelingen op de Sandwiobs-eilanden, van Sengler, in zijne Kath. Zeit. für das Kath. Deutsclil. 1830. N. C/tr. Maands. V. 1831. 435. 17016. Een berigt van de Sandwich-Ei-landen. Dwang der bevolking tot bet bijwonen der Christelijke godsdienstplegtighe-den onder het bestuur van wijlen de Koningin-regentes, welke beeft opgehouden onder dat van den opgetreden Koning, liec o. d. Ree. XXV111. 1835. Meng. 479. |
17017. Medodecling van Horton James nopens bet schandelijk gedrag der zendelingen op de Sandwioh-Eilanden. N. Keur v. Meng. 1833. 128. 17018. De Sandwieh-eilunden voor 34 jaren en nu. Invloed van bet Christendom. Tijds. Chr. Leoeu N. 1. ie j. 1855. II, 208, 17019. Zendingwerk op de Sandwicb-ei-landen. 1850—i 861 Ver. Chr. St. 1850, 3il8, 435, 707; 1S52. 607; 185 i, 124; 1854. 125, 538; 1857. 52, 480; 1859. 331; 1860. 411; 1861, 47, 663, 870; 1862, 356; 1863, 716; 1864, 780; 1865. 274. 1/020, Verspreiding en nul van bet Christendom op de George- en Gezelscbapsoilan-dcn. Volgens den zendeling Ellis, Uit de Alg, Kirchen Zeitung, N. Chr. Maands. V. 1831. 554. 17021. Bijzonderboden nopens de zending door het Genootschap te Londen tor uitbreiding van bet Evangelie onder de Heidenen, van den Anglo-Otabeiter Junks als zendeling naar Utaheiti. Letterb. V. 1796. 41. 17022. Bericht van den kaptein Wilson 1796—1798, wegens een Zendelingschap der Engelschen naarde Zuidzee-oilanden. Verslag van de reis der eerste zending naar de eilanden in de Zuidzee, van tmiino aankomst, en eerste ontmoetingen op Olahoiti, do Vriendelijke eilanden, op Marquesas en de 1'elou eilanden. Uit de Gedenkschriften der Maatschappij van Zendelingschap te Londen II. 2. Dordr. 1799. fad. Lelt. 1799. 1. 566. — Uit de Gött, Anz, Letterb. XIII, 1800. 129. 17023. Vruchtolooze pogingen van bet Zendeling-Genoot schap te London tot Evan-geliesatie der ütaheiters en andere Zuidzee-eilandon, Letterb. XIV. 1800. 89.— Wederlegging van dit berigt. Overgenomen uit het Evang. Mag, van Sept, 1800. Aid. 169. 17024. Biief van den Koning Pomarus van ütaheiti, dd. Matavai, Otahciti, 1 Jan. 1807, aan de bestuurders van het Zendeling-genootsohap te London. Zijne goedkeuring op hun voornemen tot het, geven van onderwijs in zijn rijk, en betuiging zijner ingenomenheid met liet Christ ondom. Uit liet Eransch, Euph. I. 1814. 4. 657. 17025. Voortgang van 't Zendelingswerk in ütaheiti. Uit de Lcipz. Liter, Zeil. Dcc. |
1808 on Jan. 1809. Bill. Theol. Lett. VII. 1809. C72. 17020. Jongsie narist van do zending op Otaheiti van kapitein Burnet, dd. Sydney den 8 Aug. 18Ifi. Uit de Minerva, Sept. j817. Fad. Lett. 1818. 11. 88. 17027. Verslag nopens de werkzaamliedon der zendelingen op Otaheiti, en den voortgang der evangelisatie aldaar, met mededeeling van een brief van den Koning Pornare over zijne voormalige afgoden, Letterb. 1819. 1. 354'. 17028. Invloed des Christendoms op O ïaïli. Bezoek, op den ?5 Julij 1822, door het Engelsehe sehip Good Hope, medegedeeld in de India Gazette en de ISouvelles Annales des voyages. Fad. Lelt. 1825. II. 180. 1702 ). Berigten van kapitein Duperré, dd. Mol 1823, nopens den gunstigen invloed van het Christendom op Otaheiti. Letterb. 1824. I. 211. 17030. Ghristcndom op Otaheiti. Werkzaamheden der zendelingen sedert 179/. liloemk. 1820, II. 2^2. 17031. Het Christendom op Otaheiti. Zijne stiehting en uitbreiding gedurende de laatste dertig jaren, Alg. Lett. Maatulschr. XI. 18^7. Menq. 23. 17032. Iets over het Zendelinggenootschap door L. .1. T. Janssen. Wederlegging van het getuigenis van den kapitein Kotzebue door dat. van den afgevaardigde van het London-sehe Zendelinggenootsehap Bennet, over de waarde cn resultaten van de invoering van het Christendom op de eilanden van den Stillen Oeeaan, en vooral op Otaheiti, Godgel. Bijdr. V. 1831. 8l2. 17033. A. Bussière, Othaïti et les metho-distes. Aankondiging van dit artikel, gerigt legen het protestantisme, en geplaatst in de llevue de I'aris van Fehr, 1M4. lud. Mag. 1. Tw. 1844, No. 10, 11 en 12, bl. 39. 17034. Bijzonderheden nopens de pogingen der Christenen in Engeland, Frankrijk en Duitsehland bij het Eransche Gouvernement aangewend, ten behoeve van de vervolgde Protestanten op Otaheiti. Adressen, dd. Parijs lü Jan. J845 van de Maatsehappij der Evangelische zendingen onder volken, die geen christenen zijn, gevestigd te Parijs, en dd. Parijs Jö Jan. i845, van dc Maatschappij der algemeene belangen van het. Protestantismus in Erankrijk. Reformatie, 2 Ser. VIJL 18lt;)5. 30.). |
17035. Eene bijzonderheid uit de Evangelische zendeling-geschiedenis. Terugroeping der Protest amsche zendelingen op Otaheiti na hunne vruehtclooze vervolging door de Jcsuiten sedert I8li8. Waarheid in Liefde, 1848. 073. — Protestantsche zendelingen voor Otaïti. Berigt als boven, doch overgenomen uit de Espérance van 2 Eebr. 1848. Fer. Chr. St. II. 1848, 700, 17030. Nuttigheid der inlandsche zendelingen. Hunne werkzaamheid op Otaheiti. Reformatie, 3 S. 1. 1845. 225. 17037. Berigten omtrent, de zending op Tahiti, en tegenwerking door het Fransch protectoraat. F er. Oir. St. 1818.705; 1849. 205, 269, 748; 1851. 591 ; 1852.255 ; 1853. 200, 054; 1859. 198; 1SG3. 04. 17038. Eenc boodschap uit de heidenwereld. Aanspraak op de laatste jaarlijksche vergadering van het Loudonsche Zendelinggenootschap gehouden door Kiro, ingeboren leeraar van Rarotonga, een eiland in de Zuidzee. Chr. Ferz. II. 1853. 213. —Overvloedige uitstorting van den Heiligen Geest. Uitbreiding van het Christendom op de Vrienden-eilanden in 1834 en volgende jaren. Reformatie, IV. 1838. 1. 17039. Bijzonderheden nopens de godsvrucht en mildadigheid des Konings op dc Vriendschaps-eilanden, alsmede van de zen-delings-bijeenkomst en collecte aldaar. Re-jormotie, 1 S. I. 1841. 31, 39. 17010. Vrienden- of Tonga-eilanden, zen-dingsarbcid sedert. 1797. Ver. Chr. .Sï, 1850. 30s; 1855. *67; 18ü0. 394; 1859. 793; 1862. 05. 17041. Zcndingsarbcid van voormalige heidenen. Bijzonderheden nopens dc zending door de Christengemeenten der Sandwichs-eilanden van inlandsche predikers naar de Marquesas-eilanden. Tijds. Chr. Leven N. I. 2e j, lb50, I. 3h4. 17042 Markiezen-eilanden, Zcndings-arbcid |
487
dour Zuidzce-eilandcrs. ^er. Chr. SI. XVII. 1803. 710. 17043. Samoa- of Soliippers-eilauden. Roomsche zendelingen. Vruelitelooze werkzaamheid. Ver. Chr. St. II. I8i8. / 00. 17041. Bijzonderheden nopens do uitsluitende bevordering door het Eransoho üouv. der godsdienstige propagande ten behoeve der Koomsuhe kerk op de eilanden Canibier en Wallis in do Zuidzee. Reformatie, 2 S. VIII. 1845. 299. 1704S. De Wealeyaansehe zending op de l'idji-eilanden, onder Cross eu J. 11. lloyce. Ver. Chr. St. 1849. 8U4; 1850. 435. 707; 1851. 727; 1854. 555; 1855. 501; 1858. 119, 680; 18ül. 348; 1802. 087; 1863. IBS; 1804. 110. 17040. Eidschi-eilanden. Bekeering van den Koning. Tijcis. C/ir. Leven jV. /. 2e j. 1850. i. 382. 17047. Wreedaardige ombrenging der zendelingen J. Williams en Harris te Erromango, een der nieuwe Hebridisehe eilanden in den Stillen Oceaan. Verhaal van Cunningham, zoo als het is medegedeeld in het Dagblad van Sidney. Reformatie, Vil. 1840. 347. — Nadere berigten en nadere ondernoming vau liet schip Camden. Aid. 2 S. I. 1811. 258. 1(048. Zuidzce-eilanden. Bekeering van een der moordenaars van Johu Williams. Tijds. Chr. Lenen N. 1. lo j. 1855. II. 113. 17019. Nieuwe Hebridon. Opheffing der Roomseh-Katholieke zending. A er. dir. St. V. 1851. 802. — Verblijdende berigten voor do zendingzaak. Jld. Vil. 1853. 579. 17050. Polynesie. Kannibalisme. Het opeten van eenige Christen-onderwijzers door do inboorlingen op de Nieuwe Hebriden. I^er. Chr. St. X. 1850. 505. — Nieuwe He-hriden. Marteldood van twee zendelingen, die zijn vermoord en opgegeten. Jld. XI. 1:57. 4t)0. 170ïl. Nieuwe Hebriden. Verdrijving van zendc lingen op Tanna; hun verblijf sedert 1812. ïer. Chr. SI. XVII. 18ü3. 187. 15052. Hot Christendom op Nieuw-Zee-land. Gunstige toestand. Maands. B. Chr. 1868. 191. |
17053. Verblijf van een Nieuw-Zeelandsch opperhoofd John Williams te London onder geleide van den zendeling Taylor, liijzonder-heden nopens zijne pogingen tot wederbenoeming van Sir George Grey, als Gouverneur, met het oog op de gewensohte bescherming der inlandsohe Christenen op Nieuw-Zeelaud. Ker. Chr. St. XI. 1857. 45. 17054. Nieuw-Zeeland. Aanvraag om een zendeling. Vereisohte werkzaamheden en traktement. ^er. Chr. St. XVI. 18(12. 482. 15055. Nieuw-Zeeland. Staat der zendingen. IJver der Inlanders. Statistisch overzigt sedert 1843. Tijds. Chr. Leven JV. I. 2o j. 185fi. I. 215. 1705G. Evangelie-prediking op Nieuw-Zeeland, sedert 1814, gunstige berichten. A'er. Chr. St. 1850. 435, 707: 1804. 70(1; 1855. 208, 837; 1859. 331; 1864. 721; 1865.134. 17057. Nieuw-Zeeland. Zendingsarbeid van daar uitgaande, op de Melanesiscbc eilanden, /-'er. Chr. St. XVIII. 1864. 178. Afrika. 17058. Oordeel der Abyssiniers over de Jesuiten, door N.N. Uit Bruce, Reis naar Abyssinic. 1. 432. Alg. Lett. Maands. XIV. 1830. Meng. 364. 17059. Zendingsposten in Üost-Afrika, op den berg Tongul onder de Wanikaas enz. door de zendelingen Krapf, Eberhardt, Reb-mann, Eiltcr, Prigge. fer. Chr. Sl. 1853. 470; 1859. 494; 1860. 705; 1861. iO, 661, 869; 1861. 50, 114; 1865. 186, 409, 617. 17060. Iets van Dr. Livingstone's Reize in Znid-Afrika, door H. Zijn zendings-arbeid bij den Bakwinscben stam, en zijne verhouding tot het opperhoofd Seehole. Ontleend aan brieven van 1845—1853. Chr. ferz. VIII. 1859. 82. 15061. Zuid Afrika. Nieuw veld voor do zending op voorstel van Dr, Livingston. Bijzonderheden. er. dir. St. XI. 1857. 849. Evangelisatie van do binnenlanden van Afrika, opgave van het reeds verrigte. Aid. XII. 1858. 767. 17062. Inwendig Christendom onder Hot-Icntof.ten. Mededeeling der wijze, waarop zij |
488
tot eenvoudige kennis van het Evangelie ge-bragt worden door Tbom, Engelseh zendeling en predikant in de Binnenlanden van de Kaap de Goede Hoop. Zaadzaaijer. II. 1825. 289. 17003. Gesprek met eenige Cliristen-Hot-tentotten, aan de Kaap de Goede Hoop den 8 Jan. 1813. Medegedeeld in een brief van den Eerw. Ueo. Th om. Honigbij, Chr. I. 1815. 277. 170G4. Brief van den zendeling E. uit Gella in Zuid-Afrika, van 24 Aug. IS 14. Overgenomen uit de Samml. in 1815. S. 211. Vooruitgang der evangelisatie. Honighij, Chr. II. 1816. 98. 17065. Uit een brief van den zendeling M. aan den Heer Pastor St... in London, dd. Betbelsdorp, in Zuid-Afrika van Oct. 1814. Overgenomen uit Samml. 1815. S. 217. Werkzaamheden onder de Hottentotten. Honigbij, Chr. II. 1816. 103. 17066. De Hottentotten in Zuid-Afrika. Godsdienstige gezindheid en ontwikkeling, door den Engelschen zendeling Shaw. Fad. Lett. 1833. II. 741. 17067. De vruehtboom. Gezegde vaneen Hottentotten Christen, o'/tr. Verz. I. J852. 168. — Gebed van een Hottentotschen broeder. Medegedeeld door P. N. d. V. AU. 168. 17068. Mededeeling van het gesprek tus-seben Prof. J. Heringa E.z. te Utreeht en de Hottentotsehe bekeerlingen, die de Eerw. J. J. Kioherer in 1803 met zich had medegobragt; alsmede van het oordeel van Prof. de Éremery te Utrecht over hunne bekeering. lioeks. CXC. 1810. 252, 254. 17069. Bijzonderheden nopens de voorgenomen zending naar Namaqualand, en het vertrek van een zendeling derwaarts, yer. Chr. St. IX. 1855. 136. 17070. De Hertnannsburger-zending, door O. G. Heldring, en haar zendelings arbeid in Zuid-Afrika. Geschiedkundig overzigt. Ver. Chr. St. 1856. 164, 241, 2S6, 372; 1860. 705; 1861. 346; 1862. 559; 1865. 407. 17071. Missions de 1' Afrique Méridionale par L. Reybaud. Aankondiging en over/igt, door E. do Waal van dit artikel, geplaatst in de Revue Brit. van Sept. Oct. en Nov. 1843, en getrokken uit: quot;Moflat, Missionary labours and scenes in South-Africaquot;. Tnd. Mug. 1 ïw. 1844. N. 7, 8 en 9. bl. 179. |
17072. Zuid-Afrika. De Rijnschc zending sedert 1829. Ver. Chr. St. XIX. 1865. 185. 409. 17073. Afrika. Mededeeling der pogingen van Sir George Grey, voormalig Gouverneur van Nieuw-Zeeland, tot evangelisatie der Kaffers. Tijds. Llir. Leven N. I. i j. 1856. II. 95. 17074. Verschillende bijdragen betreflende de zending in Zuid Afrika bij de Kaffers enz. van Casalis, Ereedoux, Moffat, Knauer bij den Kafferoorlog en later. AVr. Lhr. St. 1847. 50; 1849. 204, 531 j 1850. 5/quot;, 233, 491; 1851. 244; 1852. 53, 254, 408; 1853. 200, 459, 577; 1855. 120,787; 1856.393; 1857. 848; 18;)9. 329, 694: 1800. 118; 1802. 121; lt.63. 180, 714; 1864. 300; 1865. 476, 545. 17075. Predikatie van eenen bekeerden Kaffer, 31 Dcc. 185^ Ie Sehietfontijn bij het gebergte Karree in Zuid-Afrika onder de leiding van den zendeling C. W. Alheit. Medegedeeld door J. S. V. te Vi. Chr. Ven. Ill 1854. 190. 17076. Vooruitgang van het Evangelie onder de Zoeloes in Zuid-Afrika. Ver. Chr. St. XIII. 1859. 195, 328; 1862.684; 18G3. 294. 17077. De Eransche zending in het Bas-soetoland, in Zuid-Alrika. Ver. Chr. St. 1851. 122; 18ö2. 118; 1857. 114. 825; lf.58.335, 685; 1859. 44, 5.i5, 094; 1864. 113, 629; 1865. 272, 429, 760. 17078. Zuid Afrika. Zending onder de Ma-tabeles en Makololo's. Ver. Chr. St. 1861. 869; 1863. 464; 1864. 431. 17079. Berigten over den toestand van het zendelingswerk, bijzonder van de Hernhutters aan de Kaap de Goede Hoop. Uit brieven van een voormalig aanzienlijk Ba-taafsch ambtenaar aldaar, in 1805. Schouwb. v, in- en uitt. Lett ark. 1806. Meng. 4. 229, 17080. Iets over den staat der Ned. Hervormde Kerk, aan de kaap de Goede Hoop. Extract uit een brief, dd. Kaap de Goede Hoop Nov. 1829. Geschiedkundig overzigt, met opgave der onderscheidene gemeenten en het jaar hunner stichting sedert 16C0, de ,/Synode der Nederduitsche Hervormde kerk in Zuid-Afrika,quot; en de pogiu- |
489
gen tot vereoniging der Nederlandsche Hervormde Moederkerk met do kerk van Schotland. Boekz. Jan. 1832. GO. 17081. Oordeel van G. Thompson over de zendelingen in Zuid Afrika. Uit zijne „Reizen in Zuid Afrikaquot;. Londen 1827. iV. Chr. Maands. III. 1829. 58. 170S3. Lijst der Predikanten van de Kaap de Goede Hoop, alsmede die tot Draake-stein en tot Stellenboscli. 1665—1724. Va-lentijn, V. St. II. 42. 17083. G. Schmidt's Berieht van zijne reize naar de Kaap de Goede Hoop, en zijn verblijf aldaar, van 1730 tot 1744. Zijne werkzaamheden als zendeling. Uit Berichten Missions Soc. te Zeist. Mo. 2.179S. Vad. Lett. 1799. 1. 17. 17084. Iets aangaande de opkomst en verdere lotgevallen der Evangeliseh-Luther-sche gemeenten aan de Hoofdplaats van do Kaap de Goede Hoop, door ^Een voormalig Bewoner van de Kaap de Goede Hoop.quot; Geschil dkundig overzigt sedert 1743. Boekz. Febr. 1832. 202. 17085. Aanstelling tot Predikant bij de Gerefoirneerde Gemeente aan de Kaap de Goede Hoop, van C. Pleck. Eehr. 1781. iV. Nederl. Jo.mh. XVII. 1782. 2. 1285. — Idem tot Lnthersch Predikant, van A. L. Colrea. Pebr. 1781. Aid. 1285. 17056. Schets der dankrede gehouden, door Ds. A. Lutgerus Kolver, bij gelegenheid zijner 25jarige evangeliebediening aim de Kaap de Goede Hoop, bij de Luther-sche gi meente aldaar. Maandel. Ned. Mcrcu-rius, LXXII. 1792. 223. 17087. Bijzonderheden nopens het verblijf te 'sHage van den zendeling aan de Kaap-Kolonie, J. Kieherer met drie inlanders van daar, en hun voorgenomen vertrek over Engeland naar de Kaap. Maandel. Ned. Mercurius, LXXXIII. 1S03. 518. 17088. De Nederduitseh-Gereformeerde kerk in Zuid-Afrika, Kaap de Goede Hoop, in haren kerkregtclijken toestand, vooral in betrekking tot Nederland, beschouwd door H. J. Iloy aards. Met oorspronkelijke beseheiden. Overzigt van de kerkelijke ontwikkeling van het bestuur der Kaapsche Nederdiiitsche Hetvormde gemeenten van 1802 tot 1848. Kist fy Roy aards, Ned. Arch. VIII. 1848. 273. |
17089. Kerk-orde der Kaapsche Nederd. Hervormde Gemeente, ingevoerd door den Comm. Gen. Mr. J. A. de Mist, bij besluit van 25 Julij 1804. Kist $ Hoy aards, Ned. Arch. VIII. 1848. 331. — Ordonnantie, dd. 8 Nov. 1843, van den Gouverneur der Kaapkolonie ter herroeping der kerkorde van 1804, en ter invoering der kerkorde van 1842. Aid. 353. 17090. Uittreksel uit brieven van een Luthersch Predikant in de Kaapstad geschreven in Aug. 1806. Uit de Marburg. Theol. Nachricht. 1807. No. IX. S. 121— 125. o. a. betreffende den totstand van het Christendom aldaar. Schouwb, 11. in- en uitl. Lelterk. 1807. Meng. 332. 17091. Uit een brief van den zendeling S. R., geschreven te Batavia, den 31 Mei 1814. Zijne reis uit Engeland ;n verblijf aan de Kaap. Honigbij, dir. I. 183 5. 259. 17092. Berigten van de Predikanten aan de Kaap: H. Kok. Boekz, 731. 497 — J. Spijker. Aid. 1S16. 225. — A. Eaure. Aid. 1817. 232. — J. S. S. Ballot. Aid. 1827. 113. — G. W. A. van Ier Lingen to Paarl aan de Kaap. Aid. 181 2. 505. — ï. J. Herold te Stellenboscli. Aid. £ )6. — P. Kuiper Albcrtijn. Aid. 1839. 561. — P. Borchar-dus Borcherds en A. E. du Ti it. Aid. 1839. 648. — J. E. Berrangé. Aid. 1841. 124. — P. N. Ham. Aid. 1845. 130. - - E. J. van dor Riet, H. L. de Villiers, A. C. Stucki. AU. 1846. 128. 17093. Over de tolerantie, of verdraagzaamheid. Overgenomen uit het ,/Ncderd. Zuid-Afrikaansch Tijdschr. No. I. Jan.—Eebr. 1825.quot; Vad. Lelt. 1826. II. 283. 17094. Bijzonderheden nopens den aankoop en de inwijding van een orgel in de kerk der Nederl. Hervormde gemeente te Paarl aan de Kaap de Goede Hoop in Aug. 1831. Boekz. April 1832. 505. 17095. Bijzonderheden nopens de bevordering van G. W. Stegmann, tot Leeraarbij de Evang. Luthersene gemeente aan de Kaap de Goede Hoop. Minerva, 1835—36, Akademiën. 205; Boekz. 1836. 682. 17096. Brief, dd. Kaapstad 17 Dcc. 1849, van Ds. P. W. van der Meer, over zijne reis uit Nederland en zijne bestemming naar Bloemfontein. Ver. dir. St. IV. 1850. 641. |
490
17097. De Synode der Neder. Hervormde Kerk van de Kaap de Goede Hoop. Hare verklaring, dd. Kaapstad 2 Nov. 1852, aan den Luit. üouv. ter overbrenging aan de Koningin van Engeland, inhoudende protest tegen de aanmatiging van den Lord Bisschop van de Kaapstad, fer. dir. Si. VII. 1853.5?8. 17098. Brief, dd. 7.uid-Afrika 1 Sept. 1853, in naam van de Synode der Nederd, Gereformeerde Kerk in Zuid Afrika, aan de Vereenigde Provintiale Vergadering der Christelijke Afgescheidene Gemeenten van Gelderland en Overijssel, in antwoord op de gedane mededeelingen van de redenen die de afscheiding hebben doen ontstaan en noodzakelijk gemaakt. Overgenomen uit //De Bazuin.quot; Fer. Chr. SI. IX. 1855. 127. 17099. Beroep van de Predikanten Dr. J. J. van Oosterzee te Rotterdam en G. Barger te Delfshaven, als Hoogleeraren in de godgeleerdheid aan het op te rigten seminarium te Stellenbosch aan de Kaap de Goede Hoop, waarvoor zij bedankten. Letterb, 1854. 17, 25. 17100. Eene stem uit den vreemde, over bet hedendaagsche liberalisme in de Gereformeerde kerk in Holland, dd. Zuid-Afrika, Aug. 185 k TJit de Gereformeerde Kerkbode in Zuid Afrika. Ver. Chr. SI. X. 1856.1,05. 17101. Goede Hoop, van der Hoop. Geen hoop! Beoordeeling van een' brief van A. van der Hoop Jnsz. van de Kaap de Goede Hoop geschreven en geplaatst in de ïijd, van Febr. 1858, handelende over den strijd aldaar over het preken in de gereformeerde kerken in het Engelsch dan wel in het Ne-derduitsch. Tijdstr. Ie j. 1858. 1. 219. 17102. Het Separatisme uit Nederland overgeplaatst in Zuid-Afrika. Zending in 1858 van den Pred. D. Postma, door de Synodale commissie der Afgescheiden Kerk in Nederland naar de Kaap-kolonië. Maancls. li. G. 1860.58. 17103. Brief van Ds. D. Postma, uit de Kaapstad, dd. 16 Julij 1858, aan de Synodale commissie der Chr. Afg. Gereformeerde kerk in Nederland. Uit de Bazuin. Werkzaamheden sedert 22 April te voren. I'er. Chr. St. XIII. 1859. 338 — Tweede Brief uit d'Urban (Natall 27 Aug. 1858. Werkzaamheden sedert 21 Julij Aid. 417, 481. — Derde Brief uit Pieter Maritsburg, 9 Oct. 1858. Werkzaamheden sedert 1 Sept. te voren. Aid. 545. — Vervolg tot 11 November 1858, Aid, 697. |
17104. Scheuring in de Gereformeerde kerk van Zuid-Afrika. Mcdedeeling van a. den brief dd. Stellenbosch 13 Junij 1859, van J. Murray aan de leden der Gereformeerde gemeemt.e te Burgersdorp, inhoudende vermaning tot verdruaMaainheid. — b. van den openbaren brief, dd. Stellenbosch, 14 Junij 1859 van N. J. Hofm ey r aan Ds. D. Postma, inhoudende voorstel tot verzoening. Ver. Chr. St. XIV. 1860. 187. — e. van de //vragen van den uitvoerenden Ilaad (een llegerings-ligchaatn) aan de algemeene Kerkvergadering gezonden te Potchcfstroom op 26, 27, 28 en 30 April 1859. Aid. 192. — De Nederduit-sehe Gereformeerde kerk in Zuid Afrika, door H. J. Spijker. Toelichting van bovengenoemde scheuring en het daarover voorgevallene. Maands. B. G. 1860. 574. 17105. Kaap de Goede Hoop. Overgang van twee Mahomedanentot de Nederduitschc Gereformeerde kerk. Verslag, dd. Wijnberg 12 Jan. 1859, door P. E. É a ure, Theol. Doet. Ver. Chr. St. XIV. 1860. 48. 17106. Ds. Robertson van de Kaap de Goede Hoop, door O. G. Heldring. Verdediging, tegenover de Kerk. Courant en de Kaap-sche bladen, zijner vruchtclooze pogingen hier te lande tot het vinden van predikanten en proponenten voor de Gereformeerde gemeenten aan de Kaap. Ver. Chr. St. XVI. 1862. 175. 17107. Aan de Christenen in Nederland, dd. Utrecht 15 Nov. 1862,door H. E. Faure, Predikant bij de St. Stephens gemeente te Kaapstad, om geldelijke ondersteuning tot onderhouding zijner gemeente, van welke hij een historische schets mededeelt. Ver. Chr. St. XV]I. 1863. 297. 17108. Zuid Afrika. Dr. Colenso en zijne geestelijken. Hun protest, en verdere handelingen. Ver. Chr. St. XV11I. 1864. 306; XIX. 1865. 118. 410. 17109. Aan de Christenen in Nederland. Een woord ten behoeve der Nederlandsche -afstammelingen achter de Delagoa-Baai, in Zuid Afrika door V. V. Hunne behoefte aan Predikanten en ondcrwijzeis, en de middelen om hierin te voorzien. Boekz. April 1850. 438. 17110. Brief, dd. Kaapstad 15 De 1849, van Ds. D. vau Velden Wz. inhoudende godsdienstige overdenkingen betreffende zijne |
491
reis uit, Nederland, en bijzonderlieden nopens zyne bestemming naar Pieter Maritsburg te Port Natal. Ver. Chr. St. IV. 1850. Giifi. — Idem 10 Juny en (i Aug. 1850, betreffende zijn veiblijf en werkzaamheden aan de Kaap. Aid. V. 1S51. m. 17111. Zuid Afrika. Ue Trans-Vaalsehe Uepubliek. Toestand der Hervormde gemeenten in 1853. Ver. Chr. St. VIII. 1854. 776. — De kerk in het Trausvaalsch-Gemeenebest. Hare zelfstandigheid Aid. 618. — Ue Trans-vaalsehe boeren en de zendelingen. Haat van de eersten tegen de laalsten, en wel die vau het Londensehe Zendeling-genootschap in het bijzonder, uit den //South Africa Advertiser and Cape Town Mail van 22 Dec. 1858.quot; Aid. XIII. 1359. 791. 17112. Vervolging tegen de bekeerde Christenen op het eiland Madagascar. Verhaal van J. J. Freeman, gewezen zendeling. Reformatie, VI. 1839. 109. — Latere berigten ten vervolge. Aid. 28i. — Idem, uittreksel uit brieven, dd. 14 Jan. en 20 Juiij 1810 van den zendeling D. Jones. Aid. 2. S. I. 1841. 41. 17113. Afwisselende berigten omtrent de zending op Madagascar, van de zendelingen Griffits, W. Ellis, D. Canneron, J. J. Ie Brun. 1842—1862. Ver. Uir. St. 1843.205; 1847. 666; 1849. 550, 749;1850. 301; 1851. 589, 802; 1852. 53, 00«, 819; 18ó3. 102, 265, 470, 493, 6t3; 18B4. 209; 1857. 553; 1858. 191; 1801. 46; 1862. 413, 479, 622, 684, 752; 1amp;63. 181, 463, 595, 657; 1864. 114, 177, 185, 271. 761. 17114. Madagascar. Teleurstellende en 2. Bijbelge Bijbelvertaling. 17121. Manuscript van het Oude Testament, door de Joden van China bewaard. Geschiedenis van dit manuscript. Schrüter, Bijdr. 1832. 179. 17122. Mededeelinjren betreffende de vertaling van het Evangelie van Marcu s en stukken uit de Handelingen der Apostelen in het Chineesch, door Engelsche zendelingen te Calcutta, en ten behoeve van do Maatschappij ter verspreiding vau den Bijbel te Londen; en voornemen van de geheeic hij-bemoedigende berigten der zendelingszaak. Tijds. thr. Leven N. I. 2 j. 1856. I. 246. |
17115. Gunstige vooruitzichten in Madagascar, voor de R,. C. Kerk. Uit de //Consti-tutionel.quot; Katholiek, 1862. XL11. 320. — De omwenteling in Madagascar. Overzigtder R. C. Missie op dat eiland, naar aanleiding van den moord van Radama II op 12 Mei 1863. Aid. 1863. XLIX. 179. 1711G. Gunstige beschikking van Radama II, ten opzigte van het R. Katholicisme. Het betrekkelijk artikel in het traktaat van den Koning van Madagascar met frankrijk gesloten. Katholiek, 1863. XLIII. 63. 17117. Voortgang van het Protestantisme op He de France. Uit Archiv. du Christian. 1826. Juillet. 219—322. Verslag volgens me-dedeeling in een brief, dd. 26 Aug. 1826, van den predikant te Port Luis, Le Brun. Proteslunt, VIII. 1826. 534. 17118. Verheffing door de Koningin van Engeland, van het eiland Mauritius tot een Anglikaansch bisdom; benevens opgave der inkomsten. Tijds. Chr. Leven N. I. le j. 1855. I. 226. 17119. Mauritius. Zendingsarbeid. Statistisch overzigt. Ver. dir. St. XVI. 1862. 355. — Voorgenomen uitbreiding. Aid. XIX. 1865. 409. 17120. Mikronesia. Twee nieuwe zendings-posten op de eilanden Ascension cn Strong. Ver. Chr. St. X. 1856. 446. otschappen. belvertaling in het Chineesch. Letlerb. 1813. I. 241. 17123. Voltooijing door ;Dr. Morrison en Ds. W. Milne van de Chineesche vertaling der geheelo Heilige Schrift. Lelterb. 1821. I. 193. 17124. Bijzonderheden nopens de verspreiding in China, en de verschillende herdrukken van de vertaling des Bijbels in het Chineesch door Dr. Morrison. Letterb. lb3Ü. I. 179. |
492
17125. China. Bybclvortaling. Voltooijing van de herziening der H. S. in het Chineesch door Mr. Medhurst en Dr. IJridcman. Ver. Chr. St. VIII. j854. 257. 17126. Erief, dd. Shanghai 29 Dec. 1853, van Medhurst, betreffende de vertaling en uitgaven van de Bijbel door de insurgenten zelve in China; alsmede zijne denkbeelden over eene bijbelverspreiding op groote schaal in dat rijk. Ver. Chr. VlII. 1854. C39.— China. Bijbeldruk. Vervolg. Aid. IX. 1855. 38. 17127. China. De bijbeldruk door de insurgenten. Verslag hierover van Dr. Medhurst van Shanghai. Ver. C/;r. IX. 1855. 346. — Het Christendom in China. Mede-deeling als boven, volgens Medhurst, doch overgenomen nit Le Lien 10. Maands. B. Chr. 1854. 422. — China. De Insurgenten en den Bijbel. Berigten uit Shanghai nopens den druk en uitgaven. Ver. Chr. St. XVI. 1862. 686. 17128. Mededeeling, doorDr. Medhurst uit Shanghai, van Bijzonderheden nopens den vorm en de wijze van uitgaven van traktaatjes en gedeelten der H. Schrift door de opstandeling ;n in China. Tijds. Chr. Leven iV. /. le j. 18. 4. I. 343. 17129. Chh a. Bijbeldruk met hunne karakters. Bijzo iderheden over het alphabeth van Lepsius, on de vertaling van Lechler. Ver. Chr. St. UY. 18G0. 704; XVI. 1862. 557. — Een Ghineesehe Bijbel met nieuwe karakters. Zijnd'! overname van bovengenoemde bijzonderheden. Katholiek. 1860. XXX VII. 396. — Nieuwe Chineesche Bijbel. Opmer-Un^en^ over hut bovengenoemde. Aid. 1862. 17130. China. Bijbelvertaling. Verslag nopens hare voltooijing te Shanghai. Ver. Chr. St. XVII. 1863. 770. 17131. Tekst van een: ,Ave Maria in zuiver Siams.quot; Overgenomen uit »Du Roy-aume de Siam, par Mons. de la Laubere, Envoyé extra-ordinaire du Roy auprès du Roy de Siam en 1687 et 1688. Amsterdam 1691.quot; Boek:. Julij—Dcc. 1692. 460. — Idem van het quot;Gebed des Heeren in zuiver Siams.quot; AU. 459. 17132. Indische letterkunde. Opgave der tongvallen, waarin de Bijbel is overgezet. Mentor Z, en B. 1827. 348. |
17133. Mcdedeelingen betreffende de overzetting van den Bijbel in de Cachcmirsche taal. Lellerb, 1814. I. 34. 17134, Oordeel van den Hoogleeraar J. van Voorst over de volledige bijbelvertaling in het Tamuliseh of Malabaarsch ten dienste der Deensche zendelingen op Tranquebar. Overgenomen uit zijne aanspraak in de Vle algem. vergadering van het Ned. Bijbelgenootschap. Afd. Leijden, Maart 18^0. Letterb. 1321. II. 27. 17135. Brief vanSir Gore Ousely,bui-tengewoon gezant van Engeland aan het Hof van Perzië, aan Lord Teignmouth, Pres. van het Engelseh en Buitenlandsch Bijbelgenootschap, dd. Petersburg, 2ö Sept. 1814. Overgenomen uit de Samnd. etc. 1815, S. 180. Verhaal van zijn aanbieding aan den Schaoh van een kopij der overzetting door H. Martin van het N. ï. in de Perzische taal, benevens mededeeling van den brief van den Schaeh tot dankbetuiging. Uonighij, Chr. II. 1816. 93. 17136. Brief van T. Robertson, Pres. Secretaris van het corresponderend Comité in Bengalen, dd. Calcutta 27 Maart 1815, aan het Bijbelgenootschap te London, betreffende de te verwachten uitkomsten van de verspreiding der Perzische overzetting door H. Martin van het N. T., en der Bengaalsche vertaling door Ellcrton van het Evangelie van Johannes. Uit de Rotterd. Cour. van 18 Jan. 1816. Honigbij, dir. II. 1816. 308j 17137. Remonstrantie inhoudende verzoek om overzetting van de Heilige Schrift in de Maleitsche en andere Heidensche talen voor de Heidenen in Oost-Indiii. Consideratie en advies gevraagd aan H. H. XVIIn. Res. Roll. 4 April 1645. 2e dr. 87. 17138. De Maleisehe bijbelvertaling, een monument van den godsdienstigen zin onzer vaderen, door Dr. W. R. van Hoe veil. Historisch overzigt sedert IfiOO—1733, gevolgd door zijne voorstellen tot bijbel-overzetting in andere idiomen van den Archipel, met aantooning van hetgeen ten deze is geschied. v. Hoëvell, Tijd.iclir. Christ. Zin in Ned. Indïé, le j. 1846. I. 83. — Overzigt, beoordeeling en aanvulling tot 1846, doorP. J. Veth van dit artikel. Gids. Xle j. 1847. 1. Boekb. 10. |
493
17139. Oordeel van den Hoogleeraar J. van Voorst over de overzetting in het Ma-leiscli van de Heilige Schrift, ten dienste der Nederlandsche volkplantingen op Java, Ter-nate en andere Moluksehe Eilanden, door den Hoogleeraar M. Leijdekker vervaardigd, en ten jare 1733 uitgegeven. Overgenomen uit zijn aanspraak in de Vle algem. vergadering van het Ned. Bijbelgenootsehap. Afd. Leijden. Maart 1820. Lelterb. 1821. II. '28. — Iets over de Maleisehe vertaling des Bijbels, dd. M. 2 Aug. 1821. Rectificatie van bovengenoemde verwarring van don Utrechtschen Hoogleeraar M, Leijdekker, met den Doctor in de godgeleerdheid en geneeskunde M. Leijdekker, J'red. te Batavia, welke laatste deel heeft phad aan de Maleisehe overzetting des Bijbi Is. Aid. 153. 17140. Bijdrage tot de geschiedenis der Maleisehe vertaling van den Bijbel, door Dr. W. R. van Hoe veil. Zijnde bij zon derheden nopens de vertaling door Ds. M. Leijdekker cn Ds. P. van der Vorm; de Commissie door de Hooge Redering in Oct. 1702 benoemd tot berzieni'g dezer verta ing voor zoover het Evange ie van Lucas door M. Leijdekker betreft. Diet mededeeling van den tekst van den brief lezer Commissi ■, dd. Batavia, den 29 Jrn. 1 703 aan «d'Ber/. Kcrke-raad deser stede,quot; viedcdeelende di resultaten van hare herz cning. T. v. N. /. 8e j. Batavia 184G. 4e d. 229. 17141. De Maleisehe Christene i hebben geenen Bijbel. Ve oordeeling van de Maleisehe bijbelvertnlibg, door J. E. G. Bruin und; met berigt dat een nieuwe in overweging zou zijn. Jndiana, I. Amst. 1853. 109. — Verdediging, door Dr. W R. van Hoc veil, der Maleisehe bijbelvertaling tegen J. F. G. Brumund, doch instemmihg in den wensch naar eene nieuwe, welke in overweging zou zijn. T. v. N. I. Kie j. 1854. I. 356. — Idem door W. Q. Letterb. 1854. 338. 17142. Mededeelingen on opmerkingen over de bestaande Maleisehe cn Javaansche vertalingen van den Bijbel en van de Psalmen, met betoog voor goede bijbelvertalingen in de verschillende talen van den Ned. Ind. Archipel. Per. Chr. Si. VIL 1863. 662; VIII, 1854. 557. |
17143. De 3 avaanschc bijbelvertaling, door Prof. H. C. Millies. O verzigt met beschouwingen over en aandrang tot bevordering van het Christendom onder de bevolking van den Indischen Archipel, alsmede met aanbeveling tot overzetting van den Bijbel ook in andere talen van dien Archipel Do Gids, XVIIe j. N. S. Ge j. 1853. 11.148.— Aanbeveling van die beschouwingen. T. v. N. I. 15e j. 1853. 11. 204. 17144. Overbrenging van eenige plaatsen uit de Javaansche bijbelvertaling. Jansz, Java's Zendingveld. Amst. 1865. Bijlage. 17145. Rapport, dd. 30 Julij 1846, der Kommissie, benoemd door het Nederlandsche Bijbelgenootschap tc Amsterdam, over het voorstel tot bevordering van bijbelvertalingen in de talen der Dayakkers, der Bocginezen, der Makassareu cn der Balta's. Tijds. Chr. Zin N. 1. Ie j. IH. 1847. 147. 17146. Mededeeling door Dr. W. R. van Hoc veil, dd. d Eebr. 1845, van de uitgaven in 1843 van eene vertaling van het Evangelie van Matthcus in het Dayakseh door J. E. Bccker. yerh. Bat. Gen. ff. I. XX. 1844. 21. 17147. Bijz mderheden nopens het drukken in de Kaa istad der Dayaksehe vertaling des Nieuwen Testaments, vervaardigd door do zendelingen Becker en Ag. Hardoland. T0ds. Chr. Zin N. I. Ie j. III. 1847. 155. 17148. Bijzonderheden nopens de Boegi-nosehe vcrtaliig door Dr. J. Loydon van hot Evangelie van Marcus. Tijds. Chr. Zin N. I. 1 j. UI. 1847. 156. 17149. Zuid-Afrika. De Bijbel in het Beehuaanseh. Hare voltooijing cn uitgave. Ver. Chr. St. Xll. 1858. 624. 17150. Madagascar. Vertaling der H. S. in de Malagassisehe taal, door D. Grillites, bijgestaan door T. W. Meller. Ver. Chr. St. X. 1856. 655. Bijbelverspreiding, 17151. Japan. Vertrek van Dr. Macgo-wan van Shanghai naar Nagasaki met Bijbels en traktaatjes ter verspreiding. Bijzonderheden ontleend aan een berigt, dd. Shanghai 22 Januarij 1859. Ver. Chr. St. XIII. 1859 790. |
494
17152. Ecu millioen Nieuwe Testamenten voor China. Voorstel van James van Birmingliam voor cene inschrijving tot dat einde. / «r. Chr. St. VIII. 1854. 327. — Overgenomen in de Katholiek, 1853. XXIV. 316. — Berigten nopens de uitvoering. Ver. Chr. St. V1IÏ. 1854. 529,612: IX. 1855. 500. 17153. Bijzonderheden nopens het voornomen van het. Britsche Bijbelgenootschap tot het drukken vau eeu millioen exemplaren dor 11. S. in de Chmeesche taal en liunue verspreiding in China. Tijds. Chr. Leven N. I. Ie j. 1855. I. 102. — Mededeeling der resultaten der inteekoning geopend door het Britsch en Buitenlandsoli Bijbelgenootschap in Engeland en Schotland voor de verspreiding in China van eeu millioen exemplaren van het N. Testament. Aid. 335. 17154. Overzigt van de werkzaamheden van de rBritish and Foreign Bible-Societyquot; te Londen, sedert 1604, voor zooveel Azië betreft en wel te Calcutta en Colombo. Letteib. 1814. II. 2. 17155. Bijzonderheden nopens de oprig-ting en werkzaamheid van een Bijbelgenootschap in Columbo op Ceilon. Honigbij, Chr. I. 1815. 240. 17156. Bijzonderheden nopens de werkzaamheden in Oost-lndië en Nieuw Zuid-Wallis, van de Britsche en Buitenlandsche Bijbelmaatschappij, volgens het verslag uitge-bragt in de openbare vergadering van Mei 1820. Letlerb. 1820. II. 65. 17157. De zegeningen, welke het Britsch en Buitenlandsche Bijbelgenootschap over Indië verbreid heeft. Een berigt van T. ï. T h o m a s o n. Secretaris van het Hulpgenootschap te Calcutta, na zijne terugkomst in Engeland aan het comité gedaan. M. Chr. Maands. IV. 1830. 176. 17158. Biitsch Indië. Vernieling van exemplaren der Heilige Schrift, gedurende den opstand. Verslag van den zendeling J. C. Herdmau te Calcutta. Ver. Chr. St. XII. 1858. SlO. 17159. De Bijbel in Ilindostan. Tegenstrijdig oordeel der Inlandsche dagbladen over de invoering op de scholen. Ver. Chr. St. XVII. 1863. 592. — Verspreiding der Heilige Schrift onder de inlandsche bevolking van Hindostan, genomen maatregelen en nieuwe pogingen. Aid. XIX. 1865. 338. |
17160. Hoofd-inhoud eener verhandeling »over de redenen van verpligting, om de Bijbelgenootschappen hartelijk te bevorderen,quot; openlijk gedaan in de vergadering van her, Bijbelgenootschap te Zaandam op 17 Oct.. 1816, door J. W. C. Tenckinck, Predikant aldaar. Ook met het oog op de bijbelverspreiding in Azië, Australii', enz. Boekz. Nov. 1816. 683; Jan. 1817. 55. 17161. Opgave, dd. Batavia 31 Dec. 1852, van den bibliothekaris J. Boshouwer, van het N. 1. Bijbel-genootschap, der in de jaren 1846 tot en met 1852 verstrekte Bijbels, O. en N. Testamenten, Psalm- en Gezangboeken. Tijds. Chr. Leven N. I. 2e j. 1856. I. 118. 17162. Mededeeling van het verhandelde op de jaarlijksche algem. verg. van het Ne-derlandsch Bijbelgenootschap op 10 Aug. 1854, voor zoo veel betreft hare werkzaamheden in Ned. Oost ■Indië. Tijds. Chr. Leven a. 1. Ie j. 1855. I. 225. 17163. Conceptplan der eerste reis ter colportage van tractaatjes en Bijbels in Ned. Indië, medegedeeld in den vorm van eeu brief aan J. Grim. y«r. Chr. St. IX. 1855. 426. 17164. Bijzonderheden nopens de bijbelverspreiding door de Ned. O. I. Comp. in de tweede helft der XYIIe eeuw. T. v. N. I. 19e j. 1857. U. 267. 17165. Berigt nopens de bijbelverspreiding onder de Chinezen op Java. Le Vigilant, 3 S. I. 1816. 41. 17166. Verspreiding van het Javaansche N. Testament onder de Javanen. De niet onbelangrijke verspreiding van N. Testamenten, op Java aangevoerd tegen het gevoelen van J. C. Baud, als zou de zedelijke en godsdienstige toestand der Christenen op Java weinig kans bieden voor de evangelisatie op Java. T. v. N. I. 13c j. 1851. II. 447. 17167. Mededeeling nopens de afzending van Hollandsche en Maleische Bijbels benevens Psalmboeken naar Java, ten behoeve van J. P. Ereyss. Ver. Chr. St. V. 1851. 740. — Zie VI. 1852. 746. |
495
17168. Brief van Supper, Hollandsoh Pred. en Secr. van hot Bijbelgenootschap op Java, dd. Batavia 4 Febr. Ibl5, aan het liijbelge-nootschap te Londen, betreffende do toeneming der bijbelverspreiding te Batavia uit de Rott. Cour. van 18 Jan. 1810. Honigbij Chr. II. 1816. 307. 17169. Verslag van O. G. Heldring zijner verrigtingen voor het zenden van Chi-neosche, Nederlandscho en Javaansoho N. Testamenten aan het Genootschap van in- en uitwendige zending op Java; alsmede de reeds verkregen resultaten, benevens tekst van zijn brief tot dat einde aan het Nederlandsch Bijbelgenootschap. Ver. Chr. St. VIII. l85t. 539, 55C, C42; IX. 1855. 197, 125, 507. X. 1856. 110, 272, 403. 17170. «Zendt dertig duizend Bijbels naar Javaquot;. Ingezonden. Uitnoodiging tot dat doel. Chr. Verz. III. 1854. 213. 17171. Brief, dd. Nov. 1854 aan O. G. Heldring, ter aantooning van de mogelijkheid van een Bijbelverspreiding op Java, en van het genoegzame aantal Inlanders, die kunnen lezen cn schrijven. ^er. Chr. SI. IX. 1855. 429. 17172. Javaanschc litteratuur, door O. G. Heldring. Betoog voor de Bijbel- en tractaat-verspreiding in Ned. Oost Indië, meer bepaald op Java in de Javaanschc, Soondasche cn Madocreeschc talen. ^er. Chr. St. X. 1855. 180. 17173. Staat van Bijbels, enz. van het Ned. Ind. Bijbel- en Zendeling-genootschap van 1 Jan. 1853 tot 1 Nov. 1855. Opgemaakt door den bibliothecaris G. l1. do Bruyn Kops, dd. Batavia 1 Nov. 1855. Tijds. Chr. Leven N. I. 2e j. 1855. I. 121. 17174. Verslag aangaande de bijbelverspreiding in de Menahassa van Menado, namens de Zondeling-vereeniging in dc Menahassa, door J. G. Sehwarz, voorz. en E. H. Lineman seer. dd. Tanawangko 21 Julij. 1858. Meded. Zend. Gen. III. 1859. 251. 17175. Uitdeeling van Nieuwe Testamenten in Nieuw Zeeland ia de taal van dat land. Verantwoording van deze uitdeeling door Whiteley, Pres. der zuidelijke at-deeling van het distriet van Nicuw-Zeeland. Reformatie, 3 S. I. 1845. 114. 17176. Zuid-Afrika. Zuid-Afrikaansch |
Hulp-Bijbelgenootschap. Zakelijke inhoud van haar verslag dd. 5 Nov. 1856. Ver. Chr. St. XI. 1857. 849. Traclaatjes. 17177. Brief, dd. Batavia 10 Maart 1855, aan Ds. O. G. Heldring, door J. Grim, als president, en H. O. Kal, als secretaris, namens fhet bestuur der Vereeniging van christelijke Maleisehe lectuur,quot; ter medcdeoling van het bestaan dezer vereeniging, en ter aanbieding van haar eerste verslag. Per. Chr. SI. IX. 1855. 8(')0. — Vierde jaarlijksche verslag, dd. Batavia 7 Jan. 1858, namen;; het bestuur door J. L. Martens, oudst voorz. lid, en R. L. Brouwers, secretaris. Met bijlagen, lijst der contribuanten, kasrekening en reglement, y/tó. XIII. 1859. 258. — Zesde jaar-lijksch verslag dd. Batavia 5 Jan. i860. Aid. XV. 1861. 2U6, 211. — Zevende verslag. Aid. 871. — Verslag over 1801 en 186^, dd. Batavia 12 Jan. 1863. XVIII. 1864. 179. 17178. Circulaire, dd. Batavia 5 Nov. 1839, namens de leden der Vereenigingen tot bevordering van christelijke maleiselie lectuur en ter verbreiding der waarheid te Batavia, door J. L. Martens, R. L. Brouwers enz. ter aantooning der behoefte te Batavia aan een gebouw tot uitbreiding van Gods koningrijk in Nederlandsch Indië j en verzoek om geldelijke bijdragen voor de stichting. Fer. Chr. St. XIV. 1800. 033. — Gebouw voor Evangelisatie te Batavia, namens hot Java-Comité, door T. M. Loom an, enz. dd. Amst. Junij 1800. Inhoudende verzoek om krachtige medewerking. Aid. XV. 1661.63. 17179. Vertaling van een brief van den zendeling Bruckner te Samarang, geplaatst in //Neuestc Naehriohte aus dein Reiche Gottesquot; van Eisner te Berlijn van Aug. 1S54. Voorbeelden van niet vergcerschc tractaat-verspreiding op Java. F er. Chr. St. IX. iS5j. 433. 17180. Mededeelingen nopens dc zamen-stelling cn uitgave in de Indische talen van boekjes van zedekundige en christelijk-gods-dienstige strekking. ïijds. Ind. T. L. K. kunda, XII. 4 S. Ill, 186ii. 119, 120, 13.3, 134, 225, 226, 50j, 506, 559. 17181. Berigt nopens de verzending naar Batavia van een groot aantal exemplaren van een traktaatje, getit.: //Het leven van onzen Heer,quot; in het Malcisch met Arabische let- |
ters; benevens van een tweede verzending exemplaren van het Evangelie van Johannes. Ver. dir. St. X. 1856. '103. 17182. Verspreiding van traetaatjes door luehtballen. Ontwerp van het Britsche Zen-delinggenootsehap voor China. Ver. C/ir. SI. VII. 1853. CIS. — Evangelisatie door luchtballen. Overname van bovengenoemd berigt. Katholiek, 1853. XXIII. 375. |
17183. Kort bericht der toebereidselen tot bckecringen der Joden en Mahometanen, door den Professor Callenberg te Halle, benevens den zegen daarop gevolgt. Zijne verspreiding van traotaatkens ook uit den Haag en door tussohenkomst der Hollandscho Gouverneurs in Azië en Afrika, op do eilanden in Oost-Indiö, enz. 1728—1732. lioekz. XL. 1735. 217. |
Rusland. 17184. Berigt nopens een llooge School voor Oosterschc Letterkunde te Petersburg op te rigten. Uittreksel uit e-m daarover te Petersburg uitgegeven l'rochure. 1810. Uit de N. Lcipz. Liter. Zeit. 1811 st. ii. Lelterb, 1813. I. 457; 1814. II. 28. 17185. Mededecling van h^t plan van op-rigting bij de Universiteit te Petersburg van een faculteit voor de Aziatische Letterkunde, tot het houden van een tualkui.digen cursus in het Perzisch, Tartaarsch, Chinecsch, Mant-chueesch, Sanskritseh, ïibe; aansch, Mon-goolsch. Lctlcrh. 1830. I. 353. 17186. Berigt nopens eene school van de tweede klasse voor het ondevwijs in dn Ja-pansche taal te Irkutz in Siberië. Lciterb. i819. I. 145. 17187. Oprigting aan de Universiteit te Kasan van een leerstoel voor de. Chincesche taal, benoeming van den Archimandriet Daniël tot Hoogleeraar daarbij, en aankoop van Chineesche boeken en handschriften. Letterb. 1837. 1. 481. 17188. Berigt nopens het onderwijs in het Perzisch door Cliarmay te Petersburg, uit, Parijs daartoe beroepen. Letterb. 181». L 65. Duitschlaud. |
17189. Bijzonderheden nopens het beroep door den Koning van Pr lissen van Ds. Ge-orgius H. Werndly, Pred kant in déMaleische tale te Batavia tot Pi ofessor Philologiae extraordii arius te Lingm, om, behalve dc andere O istersehe talen ook do Maleisehe taal te heren. Boekz. gt; LV. 1737. 475. — Idem nopi ns zijne gehondi ninaugureelc oratie. Aid. 707. Engelan l. 17190. Bijzonderhedei. nopens de stichting, uitgaven en vcrpligte stadie van de nieuwe school vo ir de Indische i,alen in de omstreken van Londen door de Eng. O. I. Comp. voor har~ bedienden in O. Indië aangelegd. Lciterb. 1305. II. 273. 17191. Inbond van het verslag, dd. Dee. 1813, wegens den toestand van het //East-India college Hertfordquot; in 1805 opgerigt. I.etterh. 1814. II. 257. 17192. Mededeelingen door Prof. A. W. von Schlegel betrell'ende de stichting en werking van de Akademie te Haylesbury in Engeland voor dc vorming van toekomstige ambtenaren in Indië. T. v. N. I. 4 j. 2 d. Batavia 1842. 628. 17193. Een Hindosche Princes in Engeland, voor eene Christelijke opvoeding, door haren vader gezonden, zijnde Princes Gou-ramma van Coorg. Ver. Chr. St. IX. 1855. 556. |
497
Fratïkrijk. 1719'k Uittreksel vau het verslag over de eommercieele en diplomatische Oostersche talen, Japanseh, Chineesch, Thibetseh, Ma-leisch, Perzisch, Arabisch enz. door Laka-nal, gedaan in de Eransehe Nationale Conventie, op 10 Germinal, 29 Manrt, 1795, nevens het Decreet, ingevolge daarvan genomen, tot oprigting eener openbare school tot onderwijs in die talen, met een Hoogleeraar voor het Perzisch en Malcisch. Letterb. IV. 1795. 110. — Bijzonderheden nopens dit onderwijs. Aid. 1802. 1. 242. 17195. Bijzonderheden nopens dc oprigting te Parijs in het College de France van twee lecrgestoelten, het een voor de Sancrit-sche en bet ander voor de Chineesche talen. Letterb. 1811. 1L. 401; 1815, 1. 140. Italië. 17196. De Ghinecsche sciiool te Napels. Lees/cab. 1837. II. 278. — Beschrijving der inrigting van de Chineesche school te Napels, ter opleiding van Chinezen tot Roomseh-Katholieke zendelingen in hun land. T. v. N. I. Ij. 1 d. Batavia 1838. 134. Nederland. 17197. 't Oprichlcn van een collegie te Leyden niet alleen in de theologie, maer ook in de Maleysclie taelspraek ten behoeve van Indii'. 1621—1624. Tijds. Ind. T. L. K. kunde, XIII. 4 S. IV. 1804. 20, 99, 100. 17198. Verhaal van de opvoeding en het onderwijs te Amersfoort bij den Predikant Wassenbereh, van vijf Vorstcn-kindcren van Amboina, en wel bij name die van de Koningen van Kielang, van Soycn, enz. Ift/sse-mer, Hist. Verh. I. 10 i2. 64. Staatk. hist. Holland. XXXVI11. 17/5. 159. — Vraag naar de resultaten hunner opvoeding, v. Dijk, Ned. Betrekk. Amst. 1802, 217. Noot. 17199. Extract uit de Resolutie door Heeren Bewindhebberen van de O. I. Comp. 23 Dec. 17-4, tot het vcrleenen eener jaar-lijksche subsidie aan dc Kweekschool voor de Zeevaart. N. Nederl. Jaarb. XX. 1785. 1. 414. 17200. Verslag van de Kweekschool voor dc Zeevaart, te Amsterdam, dd. 15 Maart 1790. Hierin o. a. opgave der gelden in In-tlië ingezameld voorde oprigting dezer school, |
en van het bedrag der contributiën uit Indië van 1784 tot 1790; alsmede bijzonderheden nopens de kweekclingen in dienst der ü. 1. Comp. N. Nederl. Jaarb. XXV. 1790. I. 135, 386, 387, 498, 396, 398, letterb. IV. 1790. 105, 17201, Onderzoek naar de opleiding van ambtenaren voor de burgerlijke dienst in Ned. Indi';, door H. J. Lion, dd. 's Hage Aprin855. Sedert 1 825; met aantooning van het belang eener regeling bij de wet. van het onderwijs, het examen en de benoeming. T. v. N. I. 17 j, 1855, 1. 65, 133, 197. 17203. Geschiedkundig overzigt door S. van Deventer JSz. van de maatregelen van 1825 tot 1861 door dc Regeering in Nederland genomen ter bevordering van de kennis der Inlandsche talen bij dc Ambtenaren in Nederlandsch Indië, en hun omgang met hoofden en bevolking, T. v. N. I. 1865. N. S. 3 j. 1. 109. 17203. Kon. besluit, dd. 2S Jan, 1838 No. 106, tot distributie aan de bibliotheken der drie Hoogescholen in Nederland van twee exemplaren van den Maleisehen Bijbel,alsmede van alle Maleische taalkundige werken, gedurende de laatste twintig jaren zoo in Nederland als te Batavia gedrukt, en van die, welke in het vervolg gearukt zullen worden, tot bevordering der kennis van de Maleische taal, Boekz. Pebr. 1838. 259. 17204'. Mededeeling door S. van Deventer JSz. van het extract der Nota, dd. 28 Junij 1840 van den Min. van Kol. a. i. J. C. Baud, tot toelichting van het plan, dd. 18 Mei te voren door Prof. ï. R oord a ontworpen tot oprigting eener instelling tot onderwijs van toekomstige Indische ambtenaren te Leyden, 'ï. v. N. I. 1805. N. S. 3 j. I. 109. 17205. Redevoering, door Dr. T, Roorda gehouden in de vereenigde zitting dor vier klassen van het Kon. Ned. Instituut op 14 April 1841, »over de kennis en het gebruik van de Javaanschc taal door alle ambtenaren op Java, die met de inboorlingen des lands in onmiddelijke aanraking komen,quot; ten be-tooge voor de oprigting hier te lande van een Instituut tot opleiding en onderwijs van toekomstige ambtenaren in Ned. Indië. Inxt. Procesverb. IV KI. 1841. 15. — Opmerkingen van P. J. Velh nopens dat ouderwijs C3 |
498
aan de Akademie te Delft. Jaarb. Kon.Instituut. Ib49. 75. 1720G. Redevoering over de noodzakelijkheid eeuer uitbreiding van liet Hooger onderwijs in de Oostersehe letterkunde, door P. J. Vetli, gehouden in de openbare vergadering van 10 April 1849 van de derde klasse van het Kon. Ned. Instituut. Wensch van oprig .ing van afzonderlijke leerstoelen voor de talen en oudheden van centraal, zuidelijk en oostelijk Azië en van den Indiselien Archipel. Jaarb. Kon. Instituut. 1849. 62. 17207. Verzoek aan de Staatscommissie voor het Hooger onderwijs, dat zij bedacht zij op de behoeften aan vorming voor Ned. Indiii en aan kennis van Indic door oprig-ting van leerstoelen daarvoor aan onze Aka-demiën. T. v. N. I. 1849. Gron. Ie d. 166. 17208. Het onderwijs in het Maleisch en Javaansch te Utrecht. Brief, dd. Batavia Nov. 1802, ten hetooge van de noodzakelijkheid hiervan voor den officier van gezondheid, gevolgd door een adhaesie van De Redaktie, die een üniversiteits-leerstoel er voor wenscht. T. v. N. /. l«63. N. S. Ie j. I. 60. 17209. Koninklijke Academie voor industrie en handel te Delft; door W. Verdedi- nvan deze oprigting bij Kon. besluit van an. 1842 No. 73, en gerigt tegen het artikel in het Alg. Handelsblad van 22 Jan. 1842 No. 3186 en getiteld: »De school voor industrie en handel te Delft, met veertien Professoren. Bezuiniging, door S.''van deze oprigting bij Kon. besluit van an. 1842 No. 73, en gerigt tegen het artikel in het Alg. Handelsblad van 22 Jan. 1842 No. 3186 en getiteld: »De school voor industrie en handel te Delft, met veertien Professoren. Bezuiniging, door S.'' Letlerb, 1842. I. 147. 17210. Besluit van den waarn. Gouv. Gen. van Ned. Indië, Mr. P. Merkus, dd. Buitenzorg 17 Dec. 1842 No. 13, inhoudende de missive, dd. 22 Aug. 1842 La. A. No. 21/477, houdende mededceling van de Kon. besluiten, dd. 18 Julij 1842 No. 27, en dd. 7 en 16 Aug. 1842 No. 120 en 151 tot vaststelling en regeling van het geven aan de Kon. A kademie te Delft van een voorbereidend onderwijs aan degenen, die zich bestemmen voor de burgerlijke dienst in Ned. Indie. tgt;. lloëvell, Beschuldiging, /. B. 1850. 57. 17211. Regeling van het onderwijs bij de Kon. Akademie te Delft, daargesteld bij besluit van den Min. van Binn. Zaken, W. A. Baron Schimtnelpenninck van der üye vnn de rtd, 28 Dcc, 184'2 No, 121. |
Medegedeeld in het Indisch Staatsblad i84 i No. 15. bij Indisch besluit van 27 Junij lh43 No. 5. T. v. A. I. 17e j. 1855. I. 81. Noot. 17212. Een woord over de feestviering der Kon. Akademie te Delft, den 4 Jan. 1845; door N. N. dd. 'sGravenhage 5 Jan. 1815. Lofspraak, uaar aanleiding hiervan, op de oprigting dezer akademie, ook uit het oogpunt van de opleiding van Uost-Indisclie ambtenaren. Letlerb. 1845. I. 46. 17213. Inhoud van het Adres van den Directeur en de Docenten van de Kon. Akademie te Delft aan den Koning, dd. 1848, ten behoeve van hare instandhouding, in verband met de opleiding in 't algemeen van Indische ambtenaren. T. v. N, I. 19e j. 1857. I. 281. Noot. 17214. De uitbreiding van het Hooger onderwijs in de Oostersehe talen aan de Nederlandsche Akademiën, alsmede in Chi-neesch en Sanskrit, zulks in verband met de Akademie te Delft. Verslag van de redevoering door den Hoogleeraar P. J. Veth in de openbare vergadering der derde klasse van het Kon. Nederlandsch Instituut in April 1849 uitgesproken. T. v. N. /. 1849. 2 d. 68. 17215. De Delftsche Akademie als Instituut tot opleiding van Ambtenaren voor Neêrlandsch Indië, door P. J. Veth. Geschiedenis sedert 1842—1S53, gevolgd door opmerkingen omtrent het onderwijs in het Javaansch en in de andere vakken van Indische taal-, land- en volkenkunde. Oids, XVII. N. S. 6e j. 1853. II. 63. 17216. De resultaten der Delftsche Akademie, door Dr. W. Bosch, dd. Velp 10 Pebr. 1857- Opgaven van 1843—1854 ; gevolgd door een beroep van ,De Redaktiequot; op den Min. van Kol. Mr. P. Mijer tot hervorming dier Akademie en der instelling van het radikaal van Indisch ambtenaar. T. v. N. I. 19e j. 1857. I. 229. — Antwoord van Dr. W. Bosch aan de ,Nederlandsch Indië, dd. Velp 24 Maart 1857, op de beweerde onjuistheid van zijne bovengenoemde opgaven. Aid. 355. — Idem, dd. Velp Junij 1857. Repliek op de wederlegging van dit weekblad, in zijn No. 11 van 22 Mei 1857, van bovengenoemd antwoord, /lid. 11. 55. 17217. Kon. Akademie te Delft. Geschiedenis sedert 1842, ter aautooning van haren tepenwonrdigen toestand en ter aanwijzing |
499
van de veranderingen, welke daarin moeten worden gemaakt. Medegedeeld aan de Tweede Kamer door den Min. vanBinn. zaken Mr. G. C. J. van Reenen, als Bijlage bij zijne Memorie van Toelichting op het Ve Hoofdstuk van de Staatsbegrooting voor 1856. Gedr. Stukk. 1855 -56. II. 'No. 21C. — Kon. Akademie te Delft. Uittreksel van bovengenoemde Memorie aan de Tweede Kamer medegedeeld, voor zooveel het historieele betreft. Letterb. 1855. 319. 17218, Onderwijs van Mahomedaansoh en Javaanseh regt aan de Akademie te Delft. Goedkeuring van de gemaakte bepaling tot liet verpligt maken van dit onderwijs. Ned. Juarl. V. 1843. 159. 17219. Het admissie-examen aan de Akademie te Delft. Klagten over geheimhouding en partijdigheid bij de examina tot toelating met aanhaling van voorbeelden A0. 1853 en 1854. T. v. N. I. 17e j. 1855. II. 54. 17320. De examina aan de Akademie te Delft. Toezegging van een oordeel over de ie Delft gehouden eind-examina. T. v. N. I. Uie j. 1854. II. 78. 17221. Ben brief van een baar. Aantoo-ning van hel gebrekkige der Maieische taal-slnaie aan de Akademie te Delft. Biang Lala, lie j. 1854. II. 93. 17222. De Delftsehe Akademie. Ingezonden. Opsomming van bezwaren tegen haar als Instituut tot opleiding van ambtenaren voor Ned. Indië. T. ». N. I. 16e j. 1854. II. 213. 17223. De eind-examens aan de Akademie te Delft. Bijzonderheden en opmerkingen nopens die, algelegd in Julij 1855. T. v. N. I. 17e j. 1855. II. 212. 17224. Verhooging van het traktement en vermeerdering van het personeel der ge-■ mploijeerden aan de Akademie te Delft. Veroordoeling, onder mededeeling van de voorstellen der Regering betreffende de Akademie te Delft bij de Staatsbegrooting voor 1856. T. v. N. I. 17e j. 1855. II. 257. 17225. De organisatie der Akademie te Delft, door H. J. Lion, dd. 'silage 12 Dee. 1855. Naar aanleiding van de discus-siiin over de begrooting voor 18 ;6 in de Tweede Kamer, en speeiaal met het oog op de opleiding van Indische ambtenaren, met mededeeling van de denkbeelden, door J. C. Baud en J. J. Roohussen in de zitting vau 27 Nov. 185quot;), geopperd over deze reorganisatie. T. v. N. /. 18e j. 1856. I. 7. |
17226. Onze beschouwing over *t jongst te Delft gehouden examen. Over do noodzakelijkheid tot reorganisatie in verband met de in Julij 1856 afgelegde examina voor Indiü en het gebleken nepotisme, onder afkeuring der verhooging van de bezoldiging der leeraars uit de koloniale fondsen, in strijd met de inzigten der vertegenwoordiging. T. v. N. [. 18e j. 1856. II. 201. — Een brief uit Delft over hetzelfde onderwerp, door Een paar Oudgastcn, dd. Delft 8 Aug. 1856. Aid. 202. 17227. De Heeren Dr. G. Simons en Mr. P. Mijer aan dezelfde groene tafel. Delft, reorganiseerende. Tegenstelling tnsschen deze Ministers in hun uiteenloopende gevoelens nopens de opleiding van Indische ambtenaren te Delft of in Indiü. T. v. N. /. ISei.1856. II. 61. 17228. Indische specialiteiten en Delftsehe onderwijzers. De bewering van den Min. van Kol. Mr. P. Mijer, dat men in Indiü moet zijn geweest om er kennis van te bezitten, in verband gebragt met de keuze van de leeraren aan de Akademie te Delft, die nimmer in Indiü geweest zijn. T. v. N. I. i8e j. 1856. II. 63. 17229. Hoe zonderling men gebruik maakt van de Akademie te Delft. Over de onoordeelkundige opleiding te Delft, en plaatsing in Indië van de adspirant-ambtenaren, bepaald met het oog op de hoofdstudie der Javaansche laai, en de plaatsing, niet te min, b. v. op Sumatra. T. v. N. I. 18e j. 1856. I. 450. 17230. Een brief aan de Redaktie, door C. R. Over de resultaten der Delftsehe akademie in tegenstelling met de bedoelingen van J. O. Baud bij hare oprigting. T. v. N. L. 19e j. 1857. II. 264. 17231. Extracten uit de Memorie, dd. 30 Oct. 1857 over het onderwijs aan de Akademie te Delft, van den Min. van Kol. Mr. P. Mijer aan den Min. van Binn. Zaken Mr. A. G. A. Ridder van Rappard, voor zooveel betreft hare resultaten voor de Indische dienst. Mededeeling, doorS. van Deventer JSz. zooals deze door den Min. van Binnenl. zaken Mr. J. R. Thorbecke is voorgelezen in de Tweede Kamer op 9 en |
500
10 Mei 1864. T. v. N. I. 1865. N. S. 3c j. I. 112. 17232. De Min. van Koloniën en de Indische ingezetenen, Over het. radikaal-stelscl. Aantooning van de noodzakelijkheid der opheffing van den Min. Mr. P. Mijer, bij zijne interpellatie over het radikaal-stolsel in do Tweede Kamer op 2 Maart 1857, gevolgd door de raededeeling van den brief dd. lia-tavia 9 Jan. 1857 van een aantal ingezetenen van Batavia, waarin op die opheffing wordt aangedrongen. T. v. N. I. 1'Je i. 1857. 1. 275. 17233. De Delftsehe Studenten-Almanak over de Delftsehe Akademie. Opmerkingen nopens de klagten daarin geplaatst over de inrigting en de collegiën der Akademie voor de ambtenaren voor Ned. Indic. T. v. N. I. 2üe j. 1858. I. 187. 17234. Nog een brief en een woord over de Akademie te Uelft. Brief van Java over het onpraktische der Maleisehe taalstudie te Deltt, en beroep door «De Redaktiequot; op den Min. van Kol. J. J. Rochussen voor eene hervorming der Delftsehe Akademie. T. v. N. I. 20e j. 1858. II. 62. 17235. Een raadsel ter oplossing gesteld aan de leeraren der Akademie te Delft, door N. N. dd. Soerakarta, Mei 1858. Opmerkingen over het onpraktische der Javaansche taalstudie te Delft, naar aanleiding van het gebleken gemis bij die Akademie van voldoende kennis van die laai voor tolk bij het regtsgeding tegen de oproerige Maleijers van de «Twenthequot; in 1857. T. v. A'. 1. 20 j. 1858. II. 122. 17236. Mededeeling, met toelichting, door J. P. Cornets de üroot van een: Extract uit een rapport aan den Min. van Kol. van den 23 Sept. 1858, door den Generaal-Majoor, Lid der Tweede Kamer van de Stu-ten-Gencraal J. P. Delprat, en bet voormalig lid van den Raad van Ned. ludië, J. P. Cornets de Groot van Kraaijenburg, inhoudende de motieven van hun advies tot opheffing der Delftsehe Akademie. Cornets dg Oiovt, Beheer. 'sHage 1864. 284. 17237. Opmerkingen nopens het gebrekkige en onvoldoende der admissie- en eind-examina aan de Akademie te Delft, medegedeeld uit een brief van een , algemeen geacht en kundig onderwijzer.quot; T. v. N. I. 21c j. 1859. I. 212. |
17238 't Loopt met de Akademie ten einde. Beloog voor de noodzakelijke reorganisatie. Overgenomen uit het Voorloopig verslag der Tweede Kamer op de Begrooting van Binnenl. zaken voor 1859. T, v, N, I. 2üe j. 1858. II. 351. 17239. Met de Akademie te Delft kan 't niet langer zoo blijven. Over de benoeming van Dr. J. Pijnappel, Gz. en Mr. S. Keyzer tot Hoogleeraren aan die Akademie, met eene traktementsverhooging van ƒ 8()0, met het oog op den abnormalen toestand dier Akademie en de voorloopige regeling van het radikaal-stelsel. T. v. N. /. 21e j. 1859. II. 250. 17-MO. De uitslag van het examen te Delft, voor Ambtenaar le kl. op 29 en 30 Junij 18;)9, met veroordeeling van de afwijzing daarbij van den gewezen President van den Raad van Justitie te Makasser. 3'. v. N. I. 2ie j. 1859. II. 64. 17241. Vermakelijke luchtsprongen aan de Delftsehe Akademie! llalsbrekens werk! Opmerkingen over de demonstratie van dc leeraren aan deze Akademie tegen de benoeming van den gepens. Majoor-Ingenieur van het Indische leger J. A. Keurenacr tot Directeur, t er vervanging van den Raad van Bestuur der Akademie. T. v. N. I. 21e j. 1859. II. 127. 17242. De aanstaande leden van de Kommissie voor het afnemen van examens tc Delft. Afkeuring van de benoeming tot ambtenaren der le en 2e klasse van kandidaten, die te Delft bij het eind-examen werden afgewezen. T. v. N. [. ijle j. 1859. II. 381. 17213. Hoe leeft het Mohammedanisme in de Javaansche maatschappij? Gerigt tegen hot onderwijs van Prof. S. Keyzer aan do Akademie te Dellt. T. v. N. I. 24e j, 1802. I. 195. — Hoe een oud-student de lessen van een Hooglecraar bewaarheid vond op Java. Partikuliere brief, dd. 26 Oct. 1861, uit de res. Samarang, ter beschrijving van het Mohamedanisme, zooals het zich op Java voordoet, in tegenstelling met hetgeen daaromtrent aan de Akademie te Delft geleerd wordt. Aid. I. 54. -- Een brief van Prof. S. Keyzer, dd. Delft 16 Maart 1862, hiertegen en antwoord van //De Re-dakticquot; daarop. Aid. 2a8. 17244. Tekst van het Kon. besluit van |
501
7 Sept. 18G1 No. 52, houilcnde vaststelling vau liet reglement voor de Kon. Akademie ter opleiding tot burgerlijke ingenieurs, voor de nijverheid, het fabriekwezen en den ijk, en voor de burgerlijke dienst in Ned. Indië. Luttenherg, Chron. Verzam. 18') 1. 170. — I i et radikaal-stelsel cu 't Reglement voor de Kon. Akademie te Delft. Afkeuring van bovengenoemd besluit. T. v. N. [. ïJSe j. 1861. II. 321. — Opsomming door V. S. vau bezwaren togen boveugenoemd besluit. Aid. 390. 17245. Betoog der noodzakelijkheid van eeu regeling van het land- en bosehbouw-onderwijs hier te lande, ook met het oog op de Koloniën, en onder medewerking van het Dep. van Koloniën. Enon. Bijblad, 1861. 319, 320, 373. 17246. Kennis der eerste beginselen der geneeskunde, nuttig voor ambtenaren bij het Inlandseh bestuur op Java, door J. A. Casper sz. dd. Cheribon Mei 1851. Aanmerkingen op de vakken van onderwijs aan de Akademie te Delft, met den wensch, dat aan de aanstaande Indische ambtenaren te Delft ook de geneeskunde worde onderwezen. 1'. v. N. I. 13e j. 1851. IE. ItB. 17247. Voorlezingen over de ziekten der tropisehe gewesten door Dr. ü. P. F. Groshans te Rotterdam. Mededeelingen betreffende dit kollegie aan de geneeskundige school aldaar. T. v. N. I. 17e j. 1855. II. 415. 17248. Historisch overzigt van, alsmede beschouwingen betreffende de Akademie te Delft, met aandrang op spoedige reorganisatie, door Dr. S. Sr. C. Euon. liijblad, 1863. 41—49. 17249. Aankondiging der brochure: //Drie stellingen over de opleiding der Indische ambtenaren, door Dr. J. Pijnappel Gz. 'sHage 1863. Econ. liijblad, 1863. 220. 17250. Koloniale kout uit de Hofstad VI, door R. van Peene, Bespreekt tot p. 385 het verhandelde over het wetsontwerp betreffende het Indisch onderwijs hier te lande, daarna de wetten op de verhoogde slavenvergoeding van St. Martin en op de toelagen aan Nederlandsche officieren voor kolonialen dienst, en eindelijk het punt dei-voorziening van de Koloniën met getrokken geschut. KoIok. Jaarb. 4c j. 1861'. 365. |
17251. Tekst der wet van den lOn Junij 1864, tot regeling van het onderwijs van Rijkswege in Indische taal-, land- cn volkenkunde. keth, Verzameling. Leid. I. 1. 17252. Reglement van orde voor de commission, belast met het afnemen van het examen, bedoeld bij art. 4 van 's Konings besluit van 10 Sept. 1864 No. 47. Stbld. No. 93, vastgesteld bij besluit dd. 'sHage 14 Maart 1865 door den Min. van Kol. J. D. Fransen van de Putte, benevens het daarbij behoorend pogramma A en B. heth, /erzamelinq. Leid. 1. 18. — Kon. besluit van den 25 Maart 1865, tot aanvulling van de verordening op het benoemen van ambtenaren bij de burgerlijke dienst in N. I., door nadere regeling van het examen, omschreven in art. 6 van 's Konings besluit vau lü Sept. 1864 No. 47. Aid. II. 36. 17253. Programma van de kundigheden, welke gevorderd worden om bevorderd of benoemd te worden tot ingenieur der openbare werken in Ned. Indië, bedoeld bij art. 4 van het Kon. besluit van 26 Dee. 1864 No. 70. '/eih. Verzameling. Leid. II. 45. 17254. Programma der kundigheden, welke gevorderd worden om, na eencn driejarigen diensttijd van élève-opzigter, tot opzigter der 3e klasse bij den waterstaat en de burgerlijke openbare werken in Ned. Indië te kunnen worden bevorderd cn om tot eene benoeming tot den laatstbedoelden rang, bij eerste in-diensttreding, mitsgaders voor eene latere bevordering tot opzigter 2de en 1ste klasse en architect, in aanmerking te worden gebragt, bedoeld bij art. 4 van het Kon. besluit van 26 Dee. 1864 No. 70. Veth, Verzameling. Leid. 11. 57. 17255. Programma's van examen ter verkrijging van den rang van A. gezaghebber, B. eersten stuurman, O. tweeden stuurman, D. derden stuurman, bij de dienst der gou-vernements marine in Nederl. Indië, allen bedoeld bij art. 1 van het Kon. besluit dd. 13 April 1865 No. 59. Vet It, Verzameling. Leid. 11. 72, 76, 79, 82. 17256. Programma's van do kundigheden, welke worden vereischt om te worden bevorderd of benoemd tot technisch ambtenaar bij het bosehwezen in Nederl. Indië, bedoeld bij art. 1 van hel Koninklijk besluit dd. 10 Julij 1865 No. 84. Veth, Verzameling. Leid. 11. 88. |
502
17257. Het onderwijs in de land- en volkenkunde van Nederlandsch Indiö, door V. I,, dd. Nov. lS6i. Opmerkingen over de oprigting der instellingen te Leyden en te Delft, bepaald met bet oog op de noodzakelijkheid van de uitbreiding der kennis van Ned. Oost-Indi(:, zulks naar aanleiding van de gehouden toespraken in Sept. 1864 door de Hoogleeren P. J. Veth, ï. Roorda en S. Keyzer, bij de opening hunner lessen. T. v. N. 1. 1865. N. S. 3e j. 1. 161. 17258. Koninklijk besluit van den 17 Julij 1864, houdende vaststelling van het Reglement voor de Rijksinstellingen van onderwijs in Indische taal-, land- en volkenkunde te Leiden, waarvan tevens de tekst wordt medegedeeld. Veth, Verzamelituj. Leid. I. 4. 17259. Koloniale kout uit de Hofstad door R. v. Peene. Indiening der wet op het koloniaal onderwijs hier te lande. De radikaal-kwestiën nog niet geregeld. Wensche-lijkheid dat dit bij de wet geschiede. Geen staatskostschool voor jeugdige Oosterlingen. Verband tusschen de nieuwe inrigting voor Indische taal-, land- en volkenkunde, met middelbaar en hooger onderwijs. Het ontwerp kan slechts een tijdelijke maatregel zijn. Kol. Jaarh. 4e j. 1864. 12;i, 17260. De voorwaarden der benoembaarheid van ambtenaren voor de Indische dienst, door Prof. P. J. Veth. Aantooning van de vereischten, in verband met de oprigting van de Rijks-instelling voor onderwijs in de Indische taal-, land- en volkenkunde te Leiden, en in overeenstemming met het rap- gort, dd. 6 April 1862 aan de Min. van linnenl. zaken en Kol. van de Commissie, belast met het beramen van een plan voor de opleiding der ambtenaren tot de dienst in Oost-Indic bestemd.ort, dd. 6 April 1862 aan de Min. van linnenl. zaken en Kol. van de Commissie, belast met het beramen van een plan voor de opleiding der ambtenaren tot de dienst in Oost-Indic bestemd. Gids, XXVHIe j. 3e 8. 2e j. 1864. III. 486. 17261. Uitboezemingen over de verpligle opvoeding in Nederland van Indische kinderen, door Y, dd. Binnenlanden van Java, 1850. Jiian/j Lala, le j. 1852. II. 78. 17262. Gedachten over de opvoeding in Nederland van Jndische kinderen, door ,Een Oudgast, die naar Nederland is gegaan, om zijne kinderen op te voeden.quot; Over de bezwaren daaraan verbonden. T. v, N. I. 17e j. 1S55. II. iüi. |
17263. Oudersmart in Indiö. Mededeeling van twee opstellen van twee onderscheiden handen, getiteld: I. Wat het zegt, zijne kinderen ter opvoeding naar Nederland te moeten zenden, door H., dd. Batavia 19 Aug. 1840; II. Invallende gedachten over de opvoeding in Nederland van Indische kinderen, dd. Batavia 27 Aug. 1849. T. v. N. 1. 1849. 2e d. 349. 17264. Algemeene kommissie van toezigt over de opvoeding der Indische kinderen in Nederland. Denkbeeld om in Nederland eene algemeene kommissie te vormen, die het op-zigt, de verzorging en de voogd\j zou op zioh nemen der kinderen, welke ter opvoeding uit Indiü herwaarts komen. ï. v. N, 1. 1849. 2e d. 239. — Naar aanleiding van dit denkbeeld zou de Oost- en West-Indische Opvoedings-Maatschappij tot stand zijn gekomen, Aid. 13e j. 185i. le d. 271. 17265. De Oost- en West-Indische Op-voedings-Maatschappij. Hare statuten en de daarbij gevoegde circulaire, dd. Delft 28 Dec. 1850, en naam en woonplaats der leden op 17 Maart 1S51, gevolgd door eenige hoofdbedenkingen tegen de grondslagen dezer Maatschappij. T. v. N. 1. 13e j. 1851. I. 314. 17266. Oost- en West-Indische Opvoedings-Maatschappij, te Delft. Mededeeling van de namen der opzigters, en van de aanwerving van het beschermheerschap door Z. M. den Koning. T. v. N. 1. 13e j. 1851. I. 271. 17267. De opvoeding van Indische kinderen in Nederland. Ook in verband met de Oost- en West-Indische Opvoedings-Maatschappij. Mededeeling, met toelichting van een brief, dd. 'sHage Aug. 1851, van A. A. D. J. Mioulet. T. v. N. I. 13ej. 1851. II. 125. 17268. Beoordceling van het Verslag, dd. 4 .lulij 1859, van den voorzitter G. L. Baud, van de Oost- en West-Indische Opvoedings-Maatschappij te Delft. T. v. N. I. 13e j. 1851. II. 267. 17269. Veroordeeling, door H. J. Lion van de inrigting der Oost- en West-Indische Opvoedings-Maatschappij. T. v. N.I. 17e j. 1855. 1. 39'). — De Oost- en West-Indische Opvoedings-Maatschappij, door H. J. Lion, dd. Julij 185quot;). Antwoord op de wederlegging van do Tjaraka Welanda in z\jn nummer |
503
van 7 Julij 1865 No. 9 van deze veroordeeling. Aid. II. 141. 17270. De Akademie teDelft en de Maatschappij van opvoeding. Over deze Akademie, voor zooveel betreft de stelling en opleiding van de ambtenaren der 2e klasse, in verband met de kwestie van kazernering, en met de bemoeijingen van de Oost- en West-Indische Opvocdings-Maatsehappij. Naar aanleiding van de discussie hierover in de Tweede Kamer. T. v. Aquot;. I. 15e j. 1853. II. 476. 17271. Uit de korrespondentie vanSchal-kie. Ons Kareltje. Klagten over de ver-pligte studie aan de Akademie te Delft, ter verkrijging van het radikaal. T. v. N. I. 21e j. 1859. II. 295. 17272. Een opmerking van ,Ecn oud koloniaal ambtenaar,quot; dd. 'sHage 25 Mei 1858. Concurrentie wordt verlangd ook voor de opleiding van jonge lieden voor speciale vakken ten dienste der Koloniën, zooals voor hec boschwezeu en de Chineesche tolken. T. v. N. I. 20e j. 1858. I. 382. 17273. Berigt, dd. Amsterdam 1 Mei 1823, van het Hoofdbestuur van het Nederl. Bijbelgenootschap, tot uil noodiging van jongelieden, genegen om te worden onderwezen in de Arabisöhe en Maleische talm ten behoeve van de Bijbelvertaling in Ned. Indië. Boeks. Junij 1823. 769. 17274. Berigt, dd. 'sHage 8 Maart 1821, van de Protestantsche kerken in Ned. O. en W.-Indien, van de wijze van aanmoediging voor theologische studenten aan de Hooge-scholen om zich te verbinden voor de Evangeliedienst en het Leeraarsambt in Ned. Oost-Indic. Boekz. April 1821. 523. — Be-rigten nopens theol. stud., die zich hebben verbonden Aid. Julij 1822. 102. — Bijzonderheden nopens het examen van den student C. Auwerda te Groningen. Aid. Aug. 1824. 148. — J. S. S. Ballot, van de Kaap de Goede Hoop, die voor den Evangeliedienst in die kolonie te Leijden gestudeerd heeft, op 19 Sept. 1825. Aid. Nov. 18^5. 698. — Idem van J. D. lalm, van Ccylon en van P. Kuyper Albertyn van de Kaap de Goede Hoop, die te Utrecht gestudeerd hebben, op 7 Junij 1830. Aid. Oct.. 1839, 560. |
17275. Berigt, dd. 'sHage 4 April 1828, van de Commissie voor de zaken der Protestantsche kerken in Ned. Uost- en West-Indic, dat er geene Lands toelage meer verleend wordt, voor studenten, die zich voor de Evangeliedienst in Ned. beide Indien wen-schen te verbinden. Boekz. April 1828. 5;lt;1.— Herinnering aan dit berigt. Aid. Maart 1834. 414. -- Jierigt op aanvragen om eene beurs voor studeuten voor Indiü, dat zij niet meer wordt gegeven. Aid. Junij 1834. 821. 17276. Bijzonderheden nopens den toestand in 1817 van het Instituut te Berkel onder het opzigt van H. Kam, tot opleiding van zendelingen. Boekz. Aug. 1818. 259. — Idem in 18lt;!0. Aid. Sept. 1820. 408. 17277. Bijzonderheden nopens de oprig-ting te Rotterdam in 1831 van het Zendelinghuis of de kweekschool voor zendelingen, Boekz. Julij 1841. 67. 17278. Vereischten van hen, die als kweeke-lingen bij het Nederlandsch Zendeling-genootschap wenschen opgenomen te worden, dd. Rotterdam 7 Dec. 1846. Waarheid in Liefde, 181-7. 216. — Iets over en van het Nederl. Zendeling-genootschap. Mededeeling van bovengenoemde vereischten. Maands. B. Chr. 1847. 56. — Uitnoodiging van het Nederlandsch Zendeling-genootschap aan de Protestantsche medechristenen, dd. Rotterdam 13 Mei 1857, tot persoonlijke medewerking ter voorziening in een voldoend aantal kwee-kelingen. Waarheid in Liefde, N. R. 1857. 630. 17979. Eene stem van het Zendeling-genootschap ook tot: • Inlandsche kinderen.quot; Over het gebrek aan jongelingen ter oplei-diug in het zendelinghuis te Rotterdam, en aanbeveling der zoogenaamde Inlandsche kinderen tot dat einde. T. v. N. I. ]7ci. 1855. I. 338. 17280. Mededeeling door A. P. God on in de alg. vergadering van 3 Maart 1865 van het Indisch Genootschap van een over-zigt der opleiding in Nederland gegeven aan den Mandalielingschen jongeling Willem Is-kander tot Inlandsoh onderwijzer, met bestemming voor de Battalanden, alsmede nopens de verkregen resultaten. (1858—1861), T. v. M. 1. 1865. N. S. 3e j. I. 360. |
504
17281. Kndcttcn voor rekening van de koloniale geldmiddelen. Lof aan den maatregel tot kostelooze opleiding te Breda van kadets voor het Indische leger, doch afkeuring van den gestelden termijn, waardoor de mededinging van jongelieden uit Indic is uitgesloten. '1'. v. N. 1. 1856. 1. IGt. 17282. Maleische taal. Ingezonden door J. Aantooning van het hoogst onvoldoende van het onderwijs in die taal aan de Kon. Militaire Akademie te Breda. Met naschrift van de Redactie, als antwoord op deze bedenkingen. Milil. Speel. 3 S. X. 18G5. 510. |
172S3. De ïechnische school te Utrecht, 1856. Met noot der Redactie tot aanbeveling dezer school aan de ouders in Ned. Indic voor hunne kinderen. Rapport der verzorgers, dd. Utrecht 15 Mei 1850, van den toestand dezer inrigting sedert 185:1 Beschrijving der vakken van onderwijs, benevens opgave van de vereisehten voor de toelating van leerlingen. Tijds, Nye. N. I. 111. 1856. 469. Zie ook 485. |
Japan. 17284. Verslag van den toestand der natuur- en geneeskundige wetenschappen in Japan, en van het aan de Japanners daarin gegeven onderwijs gedurende 1857 en 1858, door J. L. (J. Pompe van Meerdervoort, off. v. gez. 2e kl. bij Z. M. Zeemagt. Gen. Tijds. A. /. VII. N. Ö. II. 1859. 544. -Idem over 1859, dd. Decima, 30 Maart 1860. Aid. IX N. S. IV. 1862. 556. 17285. Mcdcdeeling, bij brief dd.f door J. L. C. Pompe van Meerdervoort, dat hij door het Japansche Gouvernement was voorzien van een lijk om te dienen bij de anatomische lessen, welke hij aan eenige Japanners geeft. Not. Nat. Sereen. 10 Nov. J 859. i\at. Tijds. N. I. XX. 4S. VI. 1859— 186Ü. 387. China, enz. 17286. lots over het onderwijs der Chi-neezen. Vad. BUI. VIII. 1796. 2 st. 697. 17287. Opvoeding der kinderen b\j de Chinezen. Lettcrb. IX. 1798. 131. 17288. Schets van de opvoeding en het onderwijs bij de Chinezen. N. Yad. Bill. VI. 1802. 2 st. 3S. 17289. Schoolberigt uit China, door J. van Wijk Rz. Mededeeling der voorschriften voor de opvoeding en het onderwijs gegeven te Canton bij besluit van den keizerlijken Gouverneur. A. Alg. Mag. ünd. Opv. 11. 1825. 2ö8. |
J7290, Waaraan is het loc tc schrijven, dat China's bevolking naar den geest versteend is geworden'r1 Mededeeling met toelichting, omtrent de methode van onderwijs in de Chineesehc scliolen, ontleend aan het vierde jaarlijksch verslag van Oct. 1842, van „Morrison's opvocdings-genootschapquot; en overgenomen uit Rheinwald's Repertorium, Julij 1843. 93. Waarheid in Liefde, 1845. 2)2. 17291. Waaraan is het toe te schrijven, dat China's bevolking naar den geest versteend is geworden ? Aanmerkingen op het ouderwijs in China. T. v. N. 1. 9e j. Batavia 1847. 4e d. 282. 17292. Blik op de scliolen van het Lon-donsche Zendeling-genootschap, in China, Britseh-lndie, en de Zuidzec-eilanden. Ver. Chr. St. III. 1849. 197. 17293. Bijzonderheden nopens de resultaten der Chmeesche meisjes-school op Hong-Kong van Mevr. Johnson, geb. van Medcn-bach Wakker. Tijds. Chr. Leven A. /. 1c j. 1855. II. 116, 17291. Siam. Een koninklijk paleis voor zendelingen geopend, tc Bangkok, voor het onderrigt der jeugdige princcsscn in het En-gelsch lezen, spreken en schrijven, yer. Chr. St. VII. 1853. 651. 17295. Bijzonderheden nopens de oprig-ting te Malacca van een Anglo-Chinesc-College onder toczigt van het Bijbel-genootschap door l)r, Morrison en benoeming van Dr. W. Milne tot voorzitter en leeraar daarbij. Letterb. 1821. I. 193. 17296. Over het belang van het Engelsch |
505
Chincescu College te Malakka, gesticht door ür. Morrison. lelterb. JS:iO. I. IhO. 17997. Uitnoodiging, dd. Amsterdam 30 Nov- 1850, van H. U. Gildemcester en Is. da Costa, om ondersteuning, ter voorziening in de ingetrokken üouverneracnts-toolage van de Inlandselie sehool te Malakka, ouder leiding van M. Satnes, tevens inhondende bij-zonderlieden nopens de stichting en. toestand dezer school; gevolgd door een opgave der reeds ontvangen bijdragen. Ker. dir. St. V. 1851, 467. 1729S. Verhaal van dc opleiding van Ab-dallah bij de Inlandsche scholcn tc Malakka, door G. N. Overgenomen uit zijn werk; Hikajat Abdallah, in lb43 voltooid en in 1849 te Singapore gelithographecrd. '1'. v. iV. I. 16e j. 1854. I. 74. 17299. Translatcurs der Chincesche taal op Java. Aanmerkingen op de opleiding in China van eenige Ëuropesche translatcurs voor dc Chincesche taal ten dienste vau Ncd. Indië. T. v. N. I. 17e j. 1855. I. 266. 17300. Statistiek der scholcn, kollegicn, enz. in Britseh-Indië van 1791—1815, door J. Munnioh. Getrokken uit: quot;K. Montgomery Martin, Statistics of the colonies of the British Empire. (1S39),quot; en uit: ,Report on Public Instruction in the Bengal Presidency (1845).quot; T. v. N. l. 1850.1.327. 17301. Uitbreiding van het onderwijs in Britseh Indië. Mededeeling van den inhoud van het besluit der Indische Regering dd. 9 Febr. 1850, alsmede wensch dat wij het voorbeeld der Engelschen volgen. T. v. N. /. 1850. I. 445. 17302. Engclsch Oost-Indic. Het onderwijs. Zakelijke inhoud van het besluit tot toekenning van onderstand aan alle scho en voor Inlandsche Christenen, en tot toelating van cliristelijke meesters op de gouv. scholen. Ver. Chr. St. IX. 1855. 503. 17303. Britseh Indië. Opvoeding der vrouwen en meisjes. Bijzonderheden nopens de resultaten der sints twee jaren opgerigte Inlandsche scholen in Hindustan. ^er. Chr. St. XIII. 1859. 844. III. |
17304. Britseh Indio. Scholen voor Ëuropesche kinderen, en wel voor kinderen van Ëuropesche soldaten. Ver. Chr. St. XIV. 1860. 116. — Invloed der Engclsehen. Resultaten van het onderwijs. Aid. XIX. 1865. 8:i3. — De zendelingen en de schokn. Tegenstelling van de resultaten van het onderwijs op de gouvernements- en op de zendeling-scholen. Aid. XVII. 1163. 593. 17305. Bijzonderheden nopens de stichting, zamenstelling en werking van het Instituut te Eort-VVilliam voor jonge Engelschen, die ambtenaar verlangen te worden. Medegedeeld door A.. W. von Sc hl egel, uit het geschrift.' «The College of ïort-William in Bengal. London 1805.'' T. v. N. /. 4e j. 2o d. Batavia 1842. 625. 17306. Hindostan. Voortgang der Evangelische zending. Oprigting te Mysore eener school door den zendeling aldaar, op verzoek en ten behoeve der heidenen en Mohamedanen. fer. Chr. St. IX. 1855. 787. 17o07. Hindostan. Seminarie voor predikanten te Mangalore. Ver. Chr. St. XVIII. 1854. 627. — Havcloozen-scholen te Juda-pore, opgerigt door den zendeling Nazyn Scheschadi. Aid. XIX. 1865. 617. 17308. Oprigting van cene Universiteit te Calcutta door den Gouverneur Wellesley, met mededeeling der vakken waarin onderwijs zal worden gegeven. Letterb. 1801. I. 81. — Overzigt van de volkomen organisatie van de Indische Universiteit in het Eort William door den Gouv. Gen. van Bengalen, Marquis Wellesley. Aid. 1802. I. 1.— Vrees voor hare instandhouding wegens de hooge kosten. Aid. 371. — Verslag van de viering van haar driejarig bestaan, op 29 en 30 April 1804, benevens van de reeds verkregen resultaten dezer geleerde stichting. Aid. 1805. I. 194. — Opgave der jaarlijk-Ujksche onkosten. Aid. II. 273. 17309. Berigten van scholen in Oost-Indië. Uit: //Neucre Gesehiehte der Evang. Missionsanstalten von D. G. Chr. Knapp, in Halle, 72stes Stück 1827,'' door J. van Wijk Rz. Toestand in 1822 en 1823 te Calcutta, Cudelor, Tinnevelly, Tirutschinapally, Negapatnam. Wopery, Weloer, Kowabee, Pa-lamcottah en Tranquebar. iV. Ah/. Mag. O,id. Opv. II. 1825. 246. 17310. Een bezoek van Prins Hendrik van Oranje, in de Armenian Philantropic |
64
506
Academy te Calcutta. Met de aanspraak aan Z. K. H. gehouden door den leerling van het Instituut Carapiet A. Agabeg. T. v. N. I. Ie j. 2e d. Batavia 183S. 73. 17311. Oost-Indië. Theologische semina-riën ten behoeve van Inlandsche Christenen. Bijzonderheden nopens de pogingen door den zendeling Boaz voor hare oprigting te Calcutta. /'er. Chr. St. IV. 1850. 433. 17312. Eindostan. Een gewezen Brahmin tot Professor. Benoeming van den bekeerden Brahmin Khrishna Mohuw lïanerjee tot Professor aan het Bissehopscollegie te (Calcutta, voor het onderwijs in het Sanscrit. Ver. Chr. St. VI. 1852. 735. 17313. Hindostan. Christelijke weldadigheid. Bijzonderheden nopens de slichting door Dinkwater Bcthune eener school te Calcutta voor arme Hindoe-meisjes. A'er. C/ir. St. V. 1851. 658. — School voor inlandsche meisjes. Gunstige toestand. Aid. VI. 1852. 402. —■ Verschijnselen van cene gelukkige verandering onder de Hindoes. Oprigting van meisjes-scholen door de inlanders. Aid. XIX. 1865. 683. 17314. Britscli-Indië. Vooruitgang van het onderwijs, onder de Hindoes. Ontleend aan een brief van den zendeling Laeroix, van Calcutta. F er. Chr. St. IX. 1855. 264. 17315. School tot vorming van inlandsche onderwijzeressen te Madras. Verkregen resultaten, en werkzaamheden in deze van den zendeling Page en zijne vrouw. Pet. Chr. St. IV. 1850. 434. 17316. llindostanl Onderwijzeressen-Instituut, genaamd Sara,'Tuckers-Instituat, te Palamcottah. Zending, pit'Engeland van onderwijzeressen en opvoedsters. Fer. dir. St. XVI. 1862. 820. • i ,}v/i) N e d e r 1 a n ./tv . , quot; 17324. Betoog'aaiigiia'ftde dc vcrpligting, om de middelen 'yan'quot;Opvoeding éri.btócha-ving te vcrschafl'en a'ftn de volken vim den Indischcn Archipeli en dö, voordcelCil, welke dit voor dezelve ten gevolge zou hebben, door Th. St. Baffles. Met medcdliefihg van een ontwerp voot' quot;fe'ÈÜe in?tell|ng van den aard eener hoogcsfcnbol/^iiet alleen voot de opvoeding van de hooge klassen der inlandsche bevolking, maar ook tot het onderwijs aan de ambtenaren in de Indische talen, ge- |
17317. Aanleekcningen, en consideration over de Malabaarsche kerken, en het Queck-school te Jaifanapatnatn, door don Prcd. Ph, de Vries ter papier gebragt, en ten bcvele van den Hoog Ed. Heer Gouv. Gen. Mr. W. van Outshoorn overgegeven. Falen-tijn, V. St. I. 4iü. 17318. Extract der Instructie voor dc schoolarchcn op Colombo, dd. Maart 1667. Valentijn, V. St. 1. 420. 17319. Korte aanwijsing der saaken, aan de queekclingen, in het Seminarium te Colombo onderwesen, van den 22 April A1' 1706 tot 21 Juli Aquot; 1707, rakende de Neder-duitsche taal. Fulentijn, V. St. I. 451. 17320. De opvoedingsgestichten der Hollanders op Ceylon, door J. D. Palm. Uit „Journal of the Ceylon Branch of the Royal Asiatic Society for 1S46,quot; Historisch over-zigt nit officiecle oorkonden tezamengesteld. 1707—1786. Munnich, dat deden enz. I, Utrecht IS49. pag. 'J. 17321. Ceylon. Staat der scholen. Tijds. Chr. Leven N. /. 2e j. 1856. I. 395. Perzi'e. 17322. Bijzonderheden nopens de oprigting in Perzië door de zendelingen van twee Seminariën, om do inboorlingen der beide seksen daarin op te nemen en op te leiden tot onderwijzers en evangelisten. Tijd». ('hr. Leven N. L. Ie j. 1855. I. 226; II. 269. 17323. Perzië. Vrijheid van godsdienst. Oprigting dien ten gevolge door de zendelingen van twee Seminariën voor de opleiding van inboorlingen tot onderwijzers en evangelisten. Aw. Uir. ^t. IX. 1855. 37. s c h I n d i ë. sehiedenis,'gesteldheid en hulpbronnen dezer landen, met aanbeveling van Singapore voor de oprigting. Uit; «the Investigatorquot; door P. de Haan Pz. Hermes, 2e j. 1827. Ne. 2 en 3 bl. 3. Vgl. Letterb. 1833. II. 179. Onder de O. 1. Camp. 17325. De «Latynse en Griekse schoolequot; te Batavia in de XVIle eeuwc. Aanwijzing nopens dc vroegere latijnsche en grieksche |
INDIE.
507
17333. Bijzonderheden nopens de oprigting en het bestaan van het Seminarium te Batavia. 1745—1750. T. v. N. I. 1850. I. 71.
17334. Kort historisch overzigt van het Seminarium te Batavia. 1745—1750. Schultze, Ohdeitoijs. Amst. 1850. 8.ï noot.
17335. Consideratien wegens de queke-liugen en de voortplanting der gereformeerde religie, tot, JaiTunapatnam, opgesteld inApril 1704. Valentijn, Y St. 1. 4;i8.
17330. Opgave dor inkomsten van deschool-bedienden der O. I. Comp. in Indië op het eind der vorige eeuw, door J. iïageman. Tijds. Ind. T. L. f.-kunde, IX. 3 S. III. 1800. 411.
173157. Ontslag van den l'red. J. M. Mohr, als rector van het Seminarium. Batavia Nov.
1753. Nedtrl. Jaarh. VIII. 1754. 2. 1400.
17338. Aanstelling tot rector aan het Seminarium van den Pied. te Batavia C. Muller. Batavia, Mov. 1753. Nederl. Jaarh. VIII. 1754. 2. 1400.
17339. Aanstelling tot Curator van het Seminarium en Scholarch, van den ordina-ris Baad van justitie Mr. J. Schevenhuizen. Batavia. Nov. 1753. Nederl. Jaarh. VIII.
1754. 2. 1400.
17340. Aanstelling tot lid van het col-legie van Curatoren en Scholarchen over stadsscholen te Batavia, van Mr. Panlus Gevers. Mei 1781. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782 . 2. 1287. — Idem van den Secretaris van het oollegie van Weesquot; eesteren te Batavia, H. N. la Clé. Batavia, Junij 1783. Aid. XIX. 1784. 1194. — idem van den derden Vendumeester te Baiavia, J. Hui-zinga. Batavia, Dcc 1783. Aid. Ned. 1080. — Idem van den koopman G. ï. Vermeer. Batavia, Maart 1786. Aid. 1658.
17341. Opdragt aan den Raad Extra-ordin. van Ned. Indië, J. K. van der liurgh, van het praesidium van het collegio van Curatoren en Scholarchen over stadsscholen te Batavia. Batavia, Nov. 17S3. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1682 — Aanstelling tot Secretaris van dit collegie, van den tweeden Administrateur in de pakhuizen
: bezijden de Waterpoort te Batavia, G. 1 ï. Vermeer. Batavia, Dee. 1783. Aid,
school op de Tijgersgracht te Batavia, en andere hoogescholen ook ten dienste der inboorlingen. 2'. v. N. 1. 18e j. 1850. II. 338.
17 *26. Laüjnsche en Ncderduitsohe tekst, van de .Ordre voor de Latijnse sehole der stadt Batavia.quot; Gearresteerd bij Indische resolutie van 2 Dee. 10quot;i.2. Medegedeeld door J. A. van der Chvs. 1'ijds. Ind. T. L. V.-kunde, X. i S. I. 18G1. IJ2.
17327. De Latijnsehe scholen van 1G42 — 1000, alsmede het Seminarium van 1745 te Batavia. Proeve cener geschiedenis van hot onderwijs in Ked. Indië, door J. A. van der Chys. Tijds. Ind. T. L. y.-kunde, X. 4 S. I. 1861. 103.
17328. Oordeel van het lid in den raad van Indii', G. W. van I m hof f in 1741, over de behoefte te Batavia aan cene inrigting van liooger onderwijs dan de gewone lagere scholen bieden. T. v. JV. I. 9e j. Batavia 1847. 3c d. 120.
173211. Bijzonderheden nopens de oprig-ting te Batavia van een «Seminariumquot; of «Queekschoolquot; ter onderwijzing van de Latijnsehe taal; medegedeeld in een brief, dd. Batavia '2 Aug. 1745. Eur. Mercurius, LVil. 1746. II. 152.'
17330. Propositie tot het. oprigten van een Seminarium ter aankweeking van allerlye soort van subjecten in de talen deezer landen tot den dienst der kerken en schooien van Indië door den Gouv. Gen. G. W. van Imhoff, dd. 25 Juni] 1745. Medegedeeld door J. A. van der Chys. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, X. 4 S. I. 1801. 188.
17331. Kort berigt nopens de opreehting van een Queekschool tot Batavia, waarin op do kosten van de Nederlandsche g'octroijeerde Oost-Indische Comp. zullen worden aangekweekt subjecten tot den dienst der kerken en schooien van Indië. Zijnde de ordonnan-cic of het reglement van het Seminarium, dd. (October?) 1745. Medegedeeld door J. A. van der Chijs. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, X. 4e S. I. 1861. 195.
17332. Reglement voor de huyshoudingc in 't Seminarinm te Batavia, op verzoek van het Gollegie van Curatoren door de Hooge Regering den 14 Dcc. 1745 goedgekeurd. Medegedeeld door J. A. van der Chys, Tijds. I. T. L. V.-kunde, X. 4 S. I. 1861. j
206. I
508
1(587. — Idem van den ondcr-kooprmn buiten emplooi, P. van der WaarthJr. Batavia, Maart 178C. Aldaar, XXI. 1780. i. 1658. 17342. Kort historisch overzigt van de quot;Marino sehoolquot; te Saraarawg. 17^gt;*2—18^6. Schultze, Onderwijs, Amst. 185U. 85. Noot. 17343. Prijsvraag voor 1784, uitgeschreven door het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, getiteld: „Welk is het beste middel om bekwame opper- en ondermeesters tot Compagnies dienst aan te moedigen en de gebrekkigen bekwaam te maken'!quot;' ^erti. Bal. Gen. N. I. II. 3 dr 1826. Voorberigt 15; IV. 2 dr. 1834. Voor-berigt 13. 17344. Prijsvraag voor 1784, uitgeschreven door het Bataviaasch Genootschap van Kuusten en Wetenschappen, getiteld: //Welke middelen zijn bet meest geschikt ter verbetering zoo van de natuurlijke als zedelijke opvoeding der kinderen op Java; en welke is bet, beste middel om, onder alle beletse len, de kinderen op Java, de Nederduitsebe taal van hunne eerste jaren af, als hunne moedertaal, eigen te maken Pquot; Ferh. Bat. Gen. N. /. II. 3 dr. 1826. Voorberigt J5; IV. 2 dr. 18^4. Voorberigt 13. 17345. Prijsvraag voor 17S0 van deHol-landsehe Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem, voor rekening van hot Bat. Gen. v. K. en W. in N. I.; //Welke is de beste inrichting om aan de jeugd te Batavia ecne opvoeding te geven, die meest geschikt is om bun verstand te beschaven, hen in nuttige kunsten en wetenschappen bedreven te maken, en hun goede zedelijke gevoelens in te boezemen?'' Ferh. Bal. Oen. N. I. III. 2e dr. 1824. Voorberigt 8. Uoll. Maatsch.d. Wet. Verh. XXI. J78t. A'. Nederl. Jaarb. XVI. 1781, 2. 983; XVIII. 1783. 2 909. — Herhaald voor 1792 en later. Aid. XXVI. 1791. 1. 610; XXVII. 1792.1.645; XXVIII. 1793. I. 947, en XXIX. 1794.1. 729; XXX. 1795. 4. 3137. In deze eeuw Algemeen. 17346. Bijdragen tot de geschiedenis van liet inlandsch onderwijs in Ncderlandsch |
Indic, aan officicele bronnen ontleend door J. A. van der Chijs. (1808—iS49). Ttycto. Lid. T. L. P.-kunde, XIV. 4 S. V. 18()4. 212. — Hierin tekst van: a. De resumerende Nota van den hoofdcommies (er alg. Seer. E. de Wai'l, van de antwoorden ontvangen Jan. tot Mei 1847, van de hoofden van gewestelijk bestuur op Java, alsmede van de iceren C F. Winter, J. F. G. Gerieke, J. A. Wilkens en W. A. van den Ham op de circulaire, dd. 27 Dcc. 1846, No. 20ü6a, om advies nopens de wijze, waarop het in-landsche onderwijs diende ingerigt te worden. Aid. 270. — h. De missive, dd. 20 April 18(8, No. 214/9 van den Gouv. Gen. J. J. Ilochusscn over dit onderwerp aan den Min. van Kol. J. C. Baud. Aid. 2S8, 292. — c. Den brief dd. Delft, 17 Julij 1848, van den Hoogleeraar T. lloorda, inhoudend'; kritiek op bovengenoemden ludisehen brief, en meer bepaald over de vraag of het onderwijs zich alleen tot de Maleische dan wel ook tot de Javaansche (aal zal uitstrekken. Aid. 297. — d. het hierop genomen Kon. besluit van 30 Sept. 1848, No. 95, houdende mag-tiging om op de Ind. begrootiug eene som van ƒ 25.000 uit te (.rekken, voor de oprig-tin^ van een kweekschool voor inlandsche onderwijzers en het daarstellen van scholen voor de vorming van een geschikt personeel van inlandsche ambtenaren. Aid. 30.j. 17347. Geschiedkundig overzigt, door S. van Deventer JSz., van de maatregelen van 1811 tot 1864 door de Ilegering in Ned. Indic genomen, tot bevordering der kennis van de Inlandsche talen bij de ambtenaren, cn hun omgang met hoofden en bevolking. T. v. M. /. 1805. N. S. 3e j. I. 101. 17348. Iets over de opvoeding der kinderen van Europeesche militairen in N. Indii;, door P. J. Veth. Overzigt van de voorstellen cn van de pogingen tot verbetering van het lot dier kinderen door gepaste opleiding, sedert 1818. T. v. N. I. 13e j. 1851. 1. 89. 17349. Kerigt wegens pogingen ter verbetering van het onderwijs in de Oost-Indische Bezittingen van bet Koningrijk der Nederlanden. Opmerkingen over de zending van Dr. G. G. C. Bcinwardt, als belast met de zaken van het onderwijs. N. Bijdr. Schoolw. 1816. 317. 17350. Verslag van den staat van het schoolwezen in Ncd. Indië, dd. Batavia 10 |
INDTE.
509
Maart 1820. N. Bijdr. Schoolw. 1820.787.— I Idem dd. den 0 Julij 1823, van den Inspect. I J. van der Vinne. Aid. 1825. 36,142.— ; Idem van Dec. 1833, over 1827 — 1833. Aid. 1835. 157, 233, 317, 653. — Idem van Dec. 1845, over 1834 — 1845. Aid. 1850. 577, 0(18, 801, 869, 989. — Idem van Dec. 1852. Aid. 1854. 754, 993j 1855. 67, 231, 335, 421, 603, 6'J1. — Idem van Dee. 1853. Aid. 1856, 343, 859, 976, 1049, 1120, cn 1857. 64. — Idem over 1856, 1857, 1858. Aid. 1860. 793. — Idem van Dec. 1854. Aid. 1858. 240, 336, 515, 602, 781. —Idem van Deo. 1855. Aid. 1859. 557, 629, 793. 17351. Het onderwijs der jeugd in Ned. Indiii; door X. Scliets van den toestand: 1°. Militaire scliool te Samarang, 1818 — 1826; 2quot;. Collegie van P. P. Roorda van Eysinga voor de inlandsohe talen in 1825; 3quot;. voorgenomen oprigting te Pondok Gedc van oen gymnasium. Aslrea, 1. 1851. 3ü4. 17352. Tekst a. der missive, dd. 'sllage 12 Julij 1817, van den Heer Staatsraad, Dir. Gen. van het Dop. van Kooph. en Kol. J. Goldberg, aan don Heer Commissaris-generaal voor het onderwijs en voor de kunsten cn wetenschappen, wegens het vestigen eener lagere school op VV' eltcvreden, op het eiland Java; alsmede b. van het provisioneel 'egle-ment voor de lagere school op Weltevreden, gearresteerd bij besluit van CC. GG. v. M. 1. van 10 Pebr. 1817. iV. Bijdragen Schoolw. 1817. 777. 17353. Koloniün. Publiek onderwijs, lie-toog voor de oprigting in Ned. Oost-Indic van instellingen van publiek onderwijs, met een Inspecteur ol' Commissaris-generaal aan het hoold, doch in Nederland residerende. Weegtch. 1821. 269. 17354. Benoeming van J. van der Vinne, tot Inspecteur over liet onderwijs in Nederl. Indii'. Let ter h.. 1822. II. 337. — Idem tot voorzitter der Hoofdcommissie, bij resolutie van den Gouv, Gen. in O.-Ind., dd. 1 Julij 1833. Aid. 1832. II. 417. 173 )5. Het onderwijs der jeugd in Ned. Indië. Schets van den toestand van het lager onderwijs voor Europeanen cn Inlanders. 1821 — 1848. Aslrea, I. 1851. 14lt;;. 17356. Algcmeene en bijzondere berigten omtrent het schoolwezen in Nederl. Indië, |
oorzaken van haren achterlijken toestand. N. Bijdr. Schoolw. 1831. 578. 17357. Laatste berigten omtrent bet onderwijs in Indië. üver de Hoofdcommissie van onderwijs in Indië, en vervanging van O. S. V\T. Grave van Hogendorp als president, door Jhr. J. P. Cornets do Groot; geheimzinnigheid nopens hare werkiug sedert 1834, onderstelling dat het schoolwezen zal worden uitgebreid. T. v.-N. I. 1849. Gron. 1 d. 95. I735S, De opvoeding van jongelingen in Indii'. Mcdedeeling der pogingen tot oprigting te Batavia van eene inrigting van middelbaar onderwijs, met betoog van liaar noodzakelijkheid, en met ondersteuning van het plan. T. v. N. L. Ij, 2d. Bat. 1838. 77. — Met toelichting overgenomen in het T. v. N. 1. 1850. I. 69. 17359. Bijdrage over Prinseu's leerwijze, in verband beschouwd met het ouderwijs in Neërlands Indio, door A. C. Oude mans, hoold-ondcrwijzcr bij de Gouv. eerste lagere school te Batavia. T. v. N. I. 2 j. 2d. Batavia, 1839. 186. 17360. Mcdedeeling, door E. de Waal van den genomen maatregelen tot het geven voortaan van geregeld onderwijs in de Javaansche taal door C. P. Winter Sr. aan van den Ham en Dr. D, L. Mounier. Ind. Mag. 1 ïw. 1844, Nquot;. 4, 5 en 6. bf. 262. 1(361. Tekst van het adres aan den Koning, dd. Batavia, 22 Mei 1848, tot uiteenzetting der grieven van de ingezetenen van Ned. Indië tcgeu het openbaar onderwijs van staatswege. T. v. N.I. 18 j. 1856. 1. 435. 17362. Bijdragen tot de kennis van den staat van het onderwijs in Ncd. ludiii. Maatregelen tot uitbreiding van het onderwijs op Java en Madura en op de Buitenbezittingen. Verslag, dd. Batavia 1847, van een lid der Hoofdcommissie van onderwijs van zijne inspectie-reis over Java, met aantooning van de groote behoefte aan eene aanzienlijke uitbreiding van bet onderwijs. Voorstellen door die Hoofdcommissie gedaan in 1847 en 1848. T. v. N. L. 1849. Gron. 1 d. 149. 17363. De openbare schoolexamens in Indië. dd. S . . . . Oct. 1849. Betoog voor hunne afschaffing. '£. v. N. I. 1850. 1. 227. 1/364. Een paar vragen. Klagten dat do |
510
lierhaaldo aanvraag in 1815 en 1847 der Hoofdcommissie van onderwijs in Nod. Indie om vier onderwijzers onbeantwoord is gebleven. T. v. N. /. 1849. üron. Ie d. %. 173G5. Onvervulde beloften, van de Regering van Ned. Indiö, betreffende het geven van een overzigt van de bestaande seliool-inrigtingen, en net uitbreiden van bet ouderwijs aldaar. T. o. N. 1. 1849. üron. 1c d. 382. 173G6. Besehouwingen over liet Kon. besluit van 30 Sept. 1848 No. 95 tot opiigting van een Kweeksebool voor inlandsebe onderwijzers op Java, en bet daarstellen van resi-dentie-sebolen tot vorming van een gescbist personeel van inlandsebe ambtenaren; met mededeelingen nopens de bestemming van ür. W. Palmer van den Broek bij de Kweekschool, hare voorgenomen oprigting en opening door C. E. Winter, en J. A. Wilkens; alsmede do vervaardiging door Ür. ïaeo lloorda van Javaansche en Maleiselie schoolboeken. T. v. N. ƒ. 1849. 2e d. 2S0. 17367. Het onderwijs in Ned. Indië. Terugblik op 1849; door Dr. VV. R. vanHoë-v el 1. Naar aanleiding van het; Algemeen verslag van den staat van het schoolwezen in Ncd. Indië, onder ultimo Deo. 1815, door do Hoofdcommissie van ouderwijs ingediend, Batavia 1849, alsmede naar aanleiding van bet voorloopig verslag in de Javasche Courant van 3 Oct. 1849 No. 79, betreffende eene inspectiereis in 1849 over Java en .Buitenbezittingen door een lid van de Hoofdcommissie van onderwijs in N. Indiö, de oprig-tiag vau eene bewaarschool, de gewone lagere scholen, en betrell'ende het middelbaar onderwijs. T. v. N. I. 185U. I. 61. 173G8. Het onderwijs der Javanen, door P. J. Veth. Schets van den toestand en de vooruitzichten, voornamelijk getrokken uit de Algemcene verslagen van don staat van het sehoohvezen in Ned. Indic'1 over dc jaren 1850 tot lb56; en uit: J. P. G. Brumund, bet volksonderwijs onder de Javanen. Batavia 1857. Oids, XXII j. N. S. 11 j. 1858. 11. 747. 17369. Aankondiging van: Het volksonder-Wijs onder de Javanen door J. P. ü. Brumund, Batavia 1857. Meening dat het Gouvernement in deze meer moest doen, dan bloot ambtenaren voor zijn dienst, vormen. Tijds. N. I. 20 j. II. 116, 185. Sloel, Tijds. XVIII. 56; XVII. 481. |
17370. Aankondiging, door Dr. VV. Bosch van het; prijsantwoord van Brumund over het volksonderwijs onderdo Javanen; in welke beschouwingen van Dr. Bosch over de ver-waarloozing van dat onderwijs en de gebleken geschiktheid vau den Javaan voor ont wikkeling mot referte ook tot het geneeskundig onderwijs aan don Inlander. IScon. Bijbl. i860. 49. 17371. Beschouwingen over dc verbetering van het onderwijs in Ncd. Indië naar aanleiding van de uitgave te Batavia van het //Indische Schoolblad.quot; T.v.JV. /. 15j.l853. I. 442. 1?372. üver dc missie van Dr. S. A. Buddingh, in verband met ouderwijs en zen-dingwezen. v. Doren, Herin. I. 1858. 338. 17373. Inbond der circulaire, dd. 27 Deo. 1858, van den Kommandant van het Indische leger J. van Swieten, ter bevordering van het lager onderwijs bij het kader van bet leger te geveu. T. v. N. 1. 21 j. 1859. 1. 439. 17374. Do inlandsebe adel in Ned. Indiö. Zijne opleiding voor gezagoefening, mot aanbeveling, om te Batavia of Buitenzorg een opvoedingsgesticht daar te stellen voor de zonen en naaste bloedverwanten der inlandsebe vorsten van Java en van do Buitenbezittingen. T. o. N. /. 17 j. 1855. II. 397. 17375. Mcdedeeling van de opmerkingen vnn den Belgischen Consul-generaal d' Kgre-mont te Singapore, over onze achterlijkheid in het onderwijs en dc ontwikkeling der In-landscho bevolking van Ned. Jndië. T. v.N. I. 1b j. 185«. 11. 200. 17370. Voorstel van B. quot;W. A.E. Sloot tot Oldhuis, op het landhuishoudkundig congres te VV inschoten, in Junij 1859, tot vestiging ecner vrouwen-vereeniging in Nederland, ter oprigting van scholen voor do Javaansche en Maleiselie meisjes op Java. Hand. Ind. Gen. VU. 1860, 123, 124. 17377. Gevoel van behoefte aan beter ouderwijs ook onder de Javanen en Chinezen. Peiten tor aantoon ing van deze behoefte aan oen goede opvoeding en aan een goed onderwijs voor hunne kinderen. 1\ v. iV. /. 22 j. 1860. I. 201. 17378. De opleiding dor hoogere standen van dc Javaansche bevolking. Noodzakelijkheid biervan, in verband met art. 69 van het R. R. alsmede met aantooning, dat do be- |
511
hoeften daaraan door hcnzelve wordt gevoeld. T. v. N. I. 24 j. 1862. II. 190. 17379. Het onderwijs der inlaudsehe bevolkingen. Mededeelingen en opmerkingen naar aanleiding der eiifers daarvoor uitgetrokken op de begrooting van Ned. Indië voor lbC2. T. v. N. [. i8fi3. N. S. 1 j. II. 249. 17380. Uitbreiding van hot onderwijs van Staatswege onder de inlandsehe bevolkingen in Ned. Indië; door V. Vergelijkende opgave en beoordeeling der daarvoor uitgetrokken sommen op de begrooting van Ned. Indië voor 18G2 en voor 1863. T. t. N. 1. 1864. N. S. 2 j. II. 246. 17381. Denkbeelden van S. E. Ilart-hoorn, oud-zendeling, ter voorziening in een behoorlijk en noodig toezigtop het onderwijs op de inlandsehe üoiivernements-scholen in Ned. Indië, Met mededeeling aan het slot van den wenseh tot oprigting in Nederland van //Een Maatsehappij ter bevordering van nationaal school-ondenvijs bij de volken van Neêr-landseh Oost,-Indië.quot; Harthoorn, De Eo. Zend. Haarl. 1863. 2o2. bijlage. Herdrukt o. d. titel: Iets over het schoolonderwijs onderdo Inlanders. T. v. N. I. 1864. N. S. 2o j. I. 177. — Adhaesie aan dezen wenseh, door G. J. Grashuis. Bat. Zend. blad. 2e j. 1864. 12. 17382. Is zorg voor de besebaving der inlandsehe bevolkingen van Ned. ludië Staatspligt? door 15., dd. Mei IS()4. Bevestigende beantwoording, naar aanleiding der brochure: „tiet Staatsonderwijs voov don Javaan, door Vcrax, Samarang 1863.quot; T. 0. N. I. 1864. N. S. 2e j. II. 1. 17383. Zienswijze van den Min. van Kol. J. 1). Fransen van de Putte omtrent do uitvoering van art. 128. Ind. R. II. voor de oprigting van scholen ten dienste der inlandsehe bevolking, door hem aan do Tweede Kamer medegedeeld in zijne memorie van beantwoording, dd. 'sHage 24 April 1863, op het voorloopig verslag der Staatsbegrooting voor I8rgt;3. Oedr. Stukk. 1862—6:5. XCIII. No. 5. 12. |
17384. Het aanlceren van het Noder-duitseh door de Inlanders van Gouverne-mentswego bevorderd. Overname uit de Ja-vasche Courant van 28 Junij 1864 No. 52, le bijv. der advertentie, dd. 21- .lunij 1^64 van deu Alg. Seer. A. J. 15. Wattendorir, inhoudende uitloving door de Indische Regering van premiën en medailles tot aanmoediging van het zamenstellcn van boeken, geschikt om do Inlander het aanleeren der Nederduitsche taal gemakkelijk te maken. Gevolgd door eenige beselionwingon over dezen maatregel, door de Redaktie. T. v.N. I. 1864. N. S. 2e j. II. 217. 17385. Brief, dd. 's [lage 2 Maart 1865, van Dr. P. Blooker aan den Voorzitter van het. Indisch Genootschap, G. M. van der Linden, ter aantooning van de tekortscbie-tingen van Nederland in zake van het onderwijs der Inlanders in Ned. Indië, eu van zijn duren pligt aan de opbouwing daarvan krachtig de hand te slaan. Voorgelezen in de alg. verg. van 3 Maart 1865. T. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. I. 349, 17386. Indisch Genootsehap. Algemeene vergadering vau 3 Maart 1865. Toestand van het lager onderwijs voor Inlanders in Nederl. Indië. Discussiën, alsmede mededee-liugen en opmerkingen van den oud-zende-ling S. E. H a r t h 0 o r n, betrellcnde de hoofdgebreken van dit onderwijs. T. v. A. I. 1865. N. S. 3e j. I. 348. 17387- Een inspecteur van bet Inlandsch onderwijs in Ned. Indië, door V. I. Toe-juiehing van dezen maatregel, vastgesteld bij Indisch besluit van 17 Julij 1864 No. 5. Ind. Stblad No. 109, met lofspraak op de benoeming daardoor van J. A. vandcrChijs. T. v. N. [. 1864. N. S. 2e j. 11. 315. Leeshoeken. 17388. Leesboeken voor den Javaan. Bekendmaking, dd. Buitenzorg 17 Julij 1855, van den Alg. Seer. A. Prins, der voorwaarden tot uitloving van premiën voor hunne zamenstelling. Overgenomen uit de Javasehe Courant van 21 Julij 1855. Letterb. 1855. 318. 17389. Brief, dd. 26 Mei 1858 No. 1432 van den eersten Gouv. Sec. medcdcelende het voornomen der Regering tot uitloving van premiën voor Maleisehe leer- en leesboekjes ten dienste van de inlandsehe scholen, en haar verzoek tot beoordeeling van die boekjes door het Bataviaaseh Genootschap. Tijds. Ind. T. L. ï'.-kunde, VIII. 3e S. II. 1859. 102. — Opgave van het Indisch besluit van 2 5 Junij 1858 No. 16, tot nitloving van zulke premiën, geplaatst in de Javasehe Courant van 30 Julij 1858 No. 52. |
AM. 281. — Beoordceling door do Direktie van het Batavinasch Gonootsohaj) van school-beekjes. A ld. SJ8S; IX. 3o S. 111. 1861). 34, 46. enz. — Brief, dd. 29 Oct. 1859 No. 2464, van den Gonv. Secr. houdende aanl'ieding van een aantal fabelen in het Maleisch vervaardigd door den Javaan lladhen Bagoes Moedjarad, te Soerakarta. Aid. IX. 3e S. III. 1860. 438. — Advies tot de uitgave 28 Jan. 1860. Aid. X. 4 S. I. 1861. 16. — Verslagen van beoordceling, door H. C. v.in der Wijck, J. F. ti. Brumund, eriü. Aid. VIL 4 S. III. 1862. 119, 215, 216, 217, 539, 540, 559. — Bijzonderheden nopens de uitreiking der uitgeloofde premiën. Aid. XII. 4 S. III. 186,'. 133, 559, 560, 501, 569. 17390. Beschrijving der eerepenningen door het Gouvernement toetekenncn aan de schrijvers van leer- ca leesboeken in de hoogere klasen der Javaansche scholen. Ind. beslïiit van 16 April 18,'i? No. 6. '1'. v. N. I. 22e j. 1860. I. 52. 17391. Voorstel, namens Mr. J. A. van der Chijs, door Mr. II. Ilochussen om aan Dr. W. Palmer van den Broek het advies te verzoeken over de geschiktheid voor het onderwijs op de inlandsche scholen in Ncd. Indic van in Britsch Indiii uitgegeven Ma-leische leer- en leesboekjes. Not. vanlJunij 1861. Tvjds. Ind. T. I. ' /.-kunde, II. 1862. 438. — Missive, dd. 10 Julij 1861 No. 1787 van den Oouv. Secr. hieromtrent. Aid. 126. — Verslag van Dr. W. Palmer van den Broek hieromtrent, en beslissing dien ten gevolge. Not. 4 Jan. 1862. Aid. Xll. 4c S. III. 1amp;62. 224. — Zakelijke inhoud der missive, dd. 8 Julij 1862, van Dr. W. Palmer van den Hroek, ten vervolge. Not. 2 Aug. 1862. Aid. 582. 17392. Voorstel, dd. 1 Oct. 1862 door de Directie van het Batav. Gen. v. K. en VV. gedaan aan de Indische Regering tot bevordering van de verspreiding der Javaansche en Maleische leesboekjes onder hot volk op Java en Madura. Alsmede inhoud van het genomen besluit hierop. Uit het verslag, dd. Batavia 27 Maart 1863. T. v. N. 1. 1863. N. S. 1 j. II. 126. 17393. Beschaving der inlandsche bevolkingen in Ncd. Indiii. Overzigt der adviezen, gegeven aan de Indische Regering door de directie van liet Bat. Gen. v. K. en W., , nopens de uitgave van haar in manuscript aangebodene Javaansche en Maleische school- en leesboeken, sedert Nov. 1861 tot Maart 1863. Uit het verslag dd. Batavia 27 Maart 1863. T. v. iV. I. 1863. N, S. 1 j. II. 125. |
17394. Belooningen en toekenning der groote gouden medaille aan den hoofdpanghoe-loe van Limhangan in de Preangers, voor het vervaardigen van inlandsche school- en leesboeken. Kul. Juarb. 3 j. 1863. 121. Onderwijzers. 17395. Uitnoodiging, dd. Bergen in Henegouwen, 5 Oct. 1823, door den Hoofdinspecteur van het M. en L. onderwijs A. van den Ende, van ongehuwde onderwijzers, om geplaatst tc worden bij het lager schoolwezen in Ncd. Indië. N. Bijdr. Schoolw. 1823. 959. — Oproeping van sollicitanten voor den post van hoofdonderwijzer bij de eerste Gouv. lagere school te Weltevreden. Aid. 1834. 179. — Idem naar de betrekking van onderwijzer in Ncd. Indië. Aid. 18.quot;)6. 1108; 1859, 68; 1860. 189; 1861. 1253; 1863. 878; 1864. 291; 1865. 311. 17396. Koninklijk besluit van 22 Pebr. 1865, houdende vaststelling der verordening op het benoemen van onderwijzers in Indiii. /still, Verzanidinq. Leiden. 11. ö'i. N. Jiijdr. Scitoulw. 1865. 308. 17397. Benoeming van onderwijzers, ten dienste der lagere scholen in Ncd. lndi;;, bij Kou. besluit v. 7 Dcc. 1833. Nquot;. 9. A. Jiijdr. Schoolw. 1833. 1064. — Idem bij Kon. besluit van 18 Maart 1841. Nquot;. 97, en volgende jaren. Aid. 1811. 367; 1842, 825; 1844. 6.;7; 1849. 51; 1850. 576; 1851. 165; 1852. 491; 1854. 64, 429; 1856. 673; 18.quot;i7. 419; 1858. 881; 1859. 1008; 1860. 559, 7^0; 1862. 52, 652; 1863, 1103; 1864, 527; 1865. 539, 1U22. 17398. Tekst a. van het Algemeen Reglement voor het Ncd. Ind. Onderwijzersgenootschap, opgerigt tc Batavia, den 9 Augustus 1851, gearresteerd in de vergad. van het hoofdbestuur op 21 Pebr. 1852, en goedgekeurd hij Gouv. besluit van 11 April 1852. N0. 2. — h. Van de geleidende missive, dd. Batavia, 22 Mei 1852, Nquot;. 23«, van dat hoofdbestuur aan de redactie der Nieuwe Bijdragen. N. Bijdr. Schoolw. 1852. 681. 17399. Vragen, gevonden in de bus hij de afd. van het Ned.-Ind. Onderwijzers-genootschap tc Batavia. N. Bijdr. Schoolw 1853. 45. |
513
17400. Eerste jaarlijkscli verslag van liet Ned. Indisch Ondenvijzers-genootsclmp, Overgenomen uit //de Wekker, Weekblad voor ond. en opv. van 20 Jan. 1853.quot; Cornets de Groot, Aanmerk. 'sHage 1853. S3. 17401. Brief, dd. Samarang 10 Maart 1863 van M. A. Burgers, inhoudende verslag nopens de opvoeding en hot onderwijs van den Chineeschen kweekeling Izaak. Ver. Chr. St. XVIII. 1864. i)7. Indische kinderen. 17402. Eenige woorden over de opvoeding van kinderen van Europeanen bij In-landsehe vronwen in bet algemeen, en van kinderen in de weeshuizen m 't bijzonder, door E. Schultze, dd, Samarang, Mei 1841. T. v. N. I. 4e j. ie d. Batavia 1842. 101. — Tegenbedenkingen van S. A. Bud-dingh, dd. Batavia Sopt. 1841. Aid. ili'J. 17403. Pligt van de ouders in N. I. bij de verbetering van het onderwijs, door J. A. Wilkens, dd. Delft, 4 April 18.quot;)0. Aanprijzing der bewaarscholen voor de opvoeding der inlandsohe kinderen. T. v. lY. I. 1850. I. 299. 17401. De opvoeding van Indische kinderen in Indië, wederlegging van de argumenten hiertegen gebezigd door G. L. Baud in zijn verslag, dd. 4 Jnlij 1851 van de Oost en West-Indische Opvoedingmaatsehap-pij te Delft. T. v. N. I. 13e j. 1851.11. 207. 17405. Aanprijzing om de zoogenaamde inlandsohe kinderen op Java te bezigen tot het beoefenen der Chineesche taal. Bijdrage van een lid van het Indisch Genootschap, dd. Amsterdam 27 Dec. 1854. Alsmede over hunne opleiding op Java, naar aanleiding van het betoog voor de oprigting te Leiden van een leerstoel voor de Chineesche en Ja-pansche talen doorB. W. A. E. Sloot totOldhuis in de zitting van 5 Dcc. 1854 der Tweede Kamer. Hand. Ind. Gen. I. 1854. 150. 17406. Translateurs voor de Chineesche taal in Indië. Bijzonderbcden nopens de genomen maatregel tot opleiding van deze translateurs, met lof hieraan en aan de keuze daarvoor van twee //inlandsohe kinderenquot; J. L. Albrecht en M. von Eaber, in Indië opgevoed. T. v. N. I. 18e j. 1856. 1. 1C0. Radikaal. 17407. Examen van de ambtenaren bij III |
de landelijke inkomsten en kultures. Zakelijke inhoud van het Indisch besluit, dd. 29 Junij 1844, bepalende hot verpligte examen in de landmeetkunde voor deze ambtenaren bij bevordering. Bijdr. JV. Vr. Kol. 1844. 401. 17408. Over den toestand van het onderwijs in Ned. Indië, en de opleiding van ambtenaren voor de dienst aldaar, in verband met de demonstratie Ie Batavia op 22 Mei 1848. a. Het verzoekschrift der ingezetenen van Batavia. T. v. N.I. 1849. Gron. Ie d. 89. — b. Het adres van den Directeur en de Docenten van de Kon. Akademie te Delft aan don Koning, ten behoeve van hare instandhouding, in verband met de opleiding in 't algemeen van Indische ambtenaren. Aid. 89.— 6'. Het gevoed van behoefte aan onderwijs onder do lagere standen der ingezetenen van Ned. Indië. Brief, dd. Soerakarta 27 Jan. 1848, van een #Inlandsoh kind,quot; genaamd C. A. C. van Wolzogen. Aid. 293. — d. Middelbaar onderwijs in Indië. Noodzakelijkheid van zulke instellingen, met het oog op hot Indisch besluit, dd. Buitenzorg, 17 Dcc. 1842 No. 13, van welke de tekst wordt gegeven, en hetwelk inhoudt mededeelingen tot informatie aan den llaad van Indië en aan de Hoofdkomimssie van ouderwijs, van do Kon. besluiten, dd. 18 Julij 1S42 No. 27, en van 7 en 16 Augustus 1842 No. 120 en 51, tot opleiding van Indische ambtenaren aan do Kon. Akademie te Delft, en tot intrekking van het Instituut voor do Javaansche taal te Soerakarta. Aid. 2e d. 228. e. Herstel van grieven. Onderzoek tot verbetering van het onderwijs in Indië aan W. II. van Hoëvell opgedragen, en toezeggingen der Kegering deswege. Aid. 418. 17409. Een antwoord aan don Heer W. W intgens. Toelichting door W. 11. v a n Hoëvell van het door hom in de Tweede Kamer tegen J. C. Baud en W. Wintgens verdedigd gevoelen, dat het radikaal van Indisch ambtenaar le en 2e klasse, ook in Indië evenals te Delft behoorde te kunnen worden verkregen, en dat daardoor die in Indië niet van het Moederland zonden worden vervreemd. T. v. N. I. 13c j. 1851. I. 190. 17410. Hoe kunnen personen in Indië opgevoed het radikaal van ambtenaar der 3e klasse verkrijgen ? Betoog van de noodzakelijkheid dat in Indië kunnen worden afgelegd examina voor hot radikaal van Indisch ambtenaar, naar aanleiding van de beslissing op |
65
SU
een request, dd. Djokjokarta 2 t Maart 1851, van C. W. Baumgarten, met zoodanig verzoek. T. v. N. I. 13e j. 1851. II. 214. 17411. lets over Let radikaal van Indisch ambtenaar, dd. Java, 1852. Veroordeeling der bepalingen sedert 1S3S, mei betoog dat. het radikaal ook in Inclio behoorde tc kunnen worden verkregen. ï. v. N I. 14c j. 1852. II 488. 17412. Het onderwijs in Ned. Indië, door J. K. W. Quarles van Ufford, dd. 'sHage Julij 1852. Over de Akademie tc Dell't en de inrigting van Pondok-Gedeh, in verband met het radikaal vau Indisch ambtenaar en de wenschelijkheid der examina in Indii;, alsmede over het onderwijs onder de Javanen. T. v. N. I. 14e j. 1852. II. 136. 17413. Noodzakelijkheid van het afnemen te Batavia van examina voor ambtenaren. Gunstig berigt nopens het instituut Herwijnen, en wensch dat, nu ook aan de aldaar opgeleide jongelieden gelegenheid worde gegeven, om tc Batavia examen af tc leggen, r. v. N. I. 14e j. 1M2. I. 371. 17414. Herwijnen en het diploma van ambtenaar 2e klasse. Gunstige bcrigten, en wensch tot het afnemen te Batavia van examina ter verkrijging van het, diploma boven omsehre-ven. T. v. N. 1. 41e j. 1852. I. 43G. 17415. Willekeur in 't verleencn van 't radikaal. Veroordeeling der toekenning van het radikaal van ambtenaar 2e kl. aan achttienjarige jongelieden in Indië, en hunne plaatsing bij de kultures, op grond van een onbeduidend examen, in verband met hetgeen daartoe aan de Akademie te Delft wordt ge-eischt. T. v. A. I. 17e j. 1855. II. 61. 17416. Het radikaal-stelsel en de opleiding van aanstaande Indische ambtenaren. Opmerkingen nopens de verwachting dat, de Min. van Kol. J. J. lloehussen dit stelsel zal herzien, voor zooveel betreft de verlangde examina in Ned. Indië, naar aanleiding van bet artikel: quot;De benoeming van ambtenaren voor de burgerlijke dienst in Nederlandsch Indië,quot; geplaatst in het Bataviaasch Handelsblad van 19 Junij 1858, No. 49. T. v. N. I. 20c j. 1858. II. 207. Java. |
17417. Overzigt door J. A. van der Chijs, ontleend aan oiBeieele bronnen, van de bemoeijingen van J. F. O. Gcrieke, in het belang van het inlandsch onderwijs op Java. 1838—18J0. Tijd*. Ind. T. L. V.kunde, WJ. 4e S. V. 1864. 254. 17418. Het onderwijs op Java, en de invloed daarvan op den toestand der bevolking. Mededeeling van de antwoorden op de vragen hierover in 1822, op verzoek van het Gouvernement ingediend door den Resident van Grissce, A. D. Cornets de Groot, door dien van Tagal, J. Hueft. van Hoorn, en door dien van Buitenzorg, C S. W. Graaf van Hogendorp; gevolgd door eenc onderlinge vergelijking van deze drie verslagen. T. v. A'. /. 1849, 2e d. 329. 17419. Mededeeling van den inhoud van de „Consideration en adviesquot; der Residenten op Java, nopens het daarstellen van residen-tic-scholen tot vorming van ern geschikt personeel van inlandsche ambtenaren; daartoe uitgenoodigd bij circulaire van den Alg. Seer, van 27 Dcc. 1816 No. 2GU6. T. v. N. /. 1849. Ie d. 288. 17420. Onderwijs en opvoeding der Ja-vaansche bevolking. Mededeeling, gevolgd door aanteekeningen en ophelderingen, van den brief. Anno 1831, van den Res. van Djokjokarta, P. G. Valck, aan den Gouv. Gen. van Ned.-Indië, inhoudende zijn rapport omtrent het bestaan, het gel al, de inrigting en werking dei- inlandsche scholen in zijne residentie; en zijne eonsideratien en advies over de verbeteringen en uitbreiding daaraan te geven. T. v. N. I. 1819. 2e d. 275. 17421. Een onzigtbare in de Hoofd-Com-missie van onderwijs te Batavia, doorBida-dari. Geruchten over het bij de Hoofdcommissie verhandelde om ook het onderwijs der Javanen onder hare werkzaamheden te begrijpen. T. v. N. I. 13e j. 1851. I. 184. 17422. Onderwijs en opvoeding der Javanen. Naar aanleiding van: //Opleiding van Javaas bevolking tot christelijke beschaving. Voorgedragen in de Vricndcn-vereenigiug //Musisquot; te Batavia, door J. Munnich. Utr. 1848,quot; en ,Dit, deden onze vaderen in de vorige eeuw aan het volksonderrigt op Ceylon; wat staat ons, Nederlanders, thans vooral op Java, te doen!quot; door J. Munnich, uit het Engelsch vertaald en voorgedragen in de Vriendeu-vereeniging ,Musisquot; te Ha-tavia. Utrecht 1849.quot; T. o.N.I. 1849. Qrou. Ie d. 286. |
51S
17423. De Hoofdkotntnissic van onderwijs en do scholen voor Javanen, door //De lle-daktiequot;. Lol' van J. P. Cornets de Groot, als President der Hool'dkominissio van onderwijs en voorstel van lieni, om ook het onderwijs der Javanen onder do werkkring dor kommissie te begrijpen. T. v. N. /. 185Ü. I. 84. 17424. De voordeden die Ncderlaud kan verwachten van de beschaving van den Javaan, door J. A. Caspersz, dd. Madioen, Augustus 1850. Aanprijzing van scholen tot dat einde op te rigten door hot Zendelinggenootschap. T. v. N. /. 13c j. 1851. 1. 03. 17425. Voorstel, dd. Arnhem 17 April 1863, van Dr. VV. Bosch, aan het Indisch Genootschap, omtrent het onderwijs der Inlanders op Java, en wel betreffende de tc uenien maatregelen voor zijne bevordering. Ind. Gen. Algem. Verg. v. iiU April 1863. T. v. N. l. J863. N. S. Ie j. 1. 3(17. — ludiseli Genootschap Alg. Verg. van 30 Mei 1863. Voorstel van Dr. W. Bosch omtrent het onderwijs der Inlanders, dd. Arnhem 26 Mei 1863, naar aanleiding der openbaar geworden zienswijze in deze van J. D. Prau-sen van de Putte als Min. van Kol. Verdaging van zijn eerste voorstel, en besluit dei.' Vergadering dienovereenkomstig. Aid. II. 47. Batavia. 17426. Verslag van het eerste openbaar examen en prijsuitdecling op 30 Junij 1825 der kweekelingen van het Instituut voor jonge jufvrouwen in 18:24 tc Batavia van Gouver-ncnientswege opgerigt, onder directie van Mcj. Sevcryn, thans Mevrouw üröge. Lettcrb. 1825. 11. 40i. 17427. Mededceling door W. R. van HoeveII van dc circulaire der lloofdkom-missie van onderwijs in Ned. Indie, dd. 11 Sept. 1849, voor de oprigting eener bewaarschool tc Batavia, met een ontwerp van in-rigtiug eener zoodanige school. T. v. N. I 1850. 1. 73. — Idem. Aanwijzing van de fondsen, voor do vestiging van bewaarscholen op Java. Aid. 78. Noot. 17428. De nieuw opgerigte bewaarschool te Batavia dd. Batavia, Mei iS60. Beschr.j-ving en plannen tot de oprigting van een tweede. T. v. N. /. 18 0. 11. 131. |
17429. Extract uit het rapport over den toestand van het schoolwezen in de res. Batavia 1850. Voor zooveel betreft de school, bestuurd door den onderwijzer G. D. W. te Niet. F er. Chr. St. XII. 1858. 54. 17430. Een brief aan De lledaktie, door V. ü. L., dd. Batavia April 1857. Mededee* ling van het Indisch besluit, waarbij eene Gouvernements subsidie is toegestaan aan een Instituut voor meisjes onder directie van Mevrouw B. Hoola van Nooten, geb. van Dolder te Batavia, gevolgd door eenige op-' merkingen hierover. v. N. I. 19e j. 1857. 11. 02. - Een overhaaste aftogt van den Min. van Kol. Mr. P. Mijer. Discussie in de Tweede Kamer op 1 Mei 1857 tussehen Dr. W. 11. van lloëvell en Mr. P. Mijer over deze subsidie. Aid. 1. 422. — Redevoering van Dr. W. II. Baron van Hoëvell, in deze. Lgt;r. JF. 21. Baron van Iloëcell, Partem. Redev. III. Z. B. 1864. 85, 90. 17431. Uitnoodiging aan de vrienden der zendingszaak tot ondersteuning der pogingen van eene weduwe en hare dochter bij Batavia tot oprigting eener school voor inlandsche jongens en meisjes. Fer. Chr. St. XIII. 1859. 426. 17432. Gebouw voor evangelisatie op Batavia, door O. G. Heldring. Aanbeveling der circulaire namens liet Java Comité, door T. M. Looman, enz. dd. Amsterdam 15 Sept. 1SOO, om medewerking voor de oprigting dezer kweekschool voor Inlandsche en halt'-Europeschc jongelingen, Per. Chr. St. XV. 1861. 175. — Java-comité. Berigt namens dit comité, door T. M. Looman, enz. dd. Amsterdam April 1861. UetreJlcnde de stichting van dit gebouw, benevens hernieuwde aanbeveling voor geldelijke ondersteuning. Aid. 810. 17433. Vereeniging tc Batavia in 't belang der /'Inlandsche kinderen.quot; Prospectus eener voorgenomen Vereeniging tot opleiding van behoeftige christenkinderen in Ned. Indiii tot ambachten. T. v. N. I. 14e j. 1852. I. 153. 17434. Eerste jaarlijksch verslag van de Christelijke Ambachtschool te Batavia, dd. Batavia 31 Dcc. 1855, door J. E. G. Brn-mund. Pres. en E. W. King, Secr. Fer. Chr. St. XI. J857. 120. — Tweede verslag, dd. Batavia 1 Jan. 1857. Aid. XII. 1858. 49. — Vierde verslag, dd. Jan. 18,VJ. ltd. XIII. 1859. 858, en XIV. 1860. 64. -Met bijlagen, a. Lijst der leden van Bestuur en |
516
der agenten. Aid. XIV. 1860. 65. — h. Kas-rckening in 1858, door G. A. de Lange. Aid. 66. 17435. Bijzonderheden nopens hot voorstel van E. Netsclier, om aan jonge lieden van zekere klasse van ingezetenen de gelegenheid te geven, zich als handwerkslieden te bekwamen en de uitvoering daaraan gegeven. Not. Maatsoh. Nijv. 11 Mei 1854-. Tijds. Nijv. N. I. 1. 1854. O. 15. 92. — Uijzonderhoden nopens de opleiding van eenigc in de fabriek van E. Chaulan. Not. Maatsch. Nijv. 15 Junij en 13 Julij en 16 Nov. 1854 en 25 Sopt. 18 gt;6. Aid. 96, 158; II. 1855. O. B. 102; III. 18ó6. 488. — Bijzonderheden nopens de verkregen resultaten. Aid. V. 1859. 300. 17436. Berigten wegens het lager schoolwezen in Ned. Indiö. Verslag over de inrig-ting en toestand der scholen te Weltevreden en te Batavia, gedurende 1819. N. Bijdr. Sohoolu). 1820. 489. 17437. Reglement van orde, tucht en beheer voor de Gouvernemcnts lagere school te Weltevreden, op Java, ontworpen door de Hoofdcommissie van onderwijs in Ned. Indië, en, in naam des Konings, goedgekeurd en vastgesteld door Z. Exe. den Min. van Staat, Kommissaris-Generaal over hetzelve, L. du Bus de Gisignies, bij besluit van 25 Junij 1829 No. 26. jV. Bijdr. SchooUo. 1830. 1109. 17438. Aanbeveling eener uitbreiding aan de Militaire school te Meester Cornelis, door eenige «wurraersquot; voor den kapiteins- cn eersten luitenantsrang, dd. Willem I, Oct. 1857. T. v. N. L 20e j. 1858. 1. 61. — Bijzonderheden nopens de wijze van toelating bij die school door het Indisch Gouv. Aid. 254. 17439. De opleiding van ondcroflicicrcu tot officier der infanterie in de school te Meester Cornelis (Java), door een hoofdofficier van het Indisch leger. Mi lil. Sped. 3 S. V. 1860. 68. 17440. De Vereeniging tot oprigting van een instituut voor opvoeding en onderwijs te Kampong Makassar, door C). F. W. Wig-gers van Kerchem, c. s. te Batavia. |
--1 Aanbeveling met mededccling van den tcks barer circulaire, dd. 14 September 1857. T v. N. I. 20e 3. 1858. I. 59. — Mededeelin. gen betreffende den uitslag van dit plan Aid. 316. Middelbaar Onderwijs. 17441. Mededeeling eener Indische dépêche van 27 Nov. 1839 No. 34 L. A. 4, inhoudende de adviezen van den Raad van Indie en van den Gouv. Gen. D. J. de Eerens, over de behoefte aan middelbaar onderwijs op Java, en over de planuen om daarin te voorzien. T. v. N. I. 13e j. 1851 I. 410, 412. 17442. Bijzonderheden nopens de Indische dépêche van 27 Nov. 1839 No. 33, L. A. 4, aan den Min. van Kol. ter aantooning van de behoefte aan instellingen van middelbaar onderwijs op Java. T. v. N. 1. 1849. Gron. II. 228. 17443. Concept-adres, dd. 25 Nov. 1839, door W. R. van Iloövell gesteld, en door de lloofdeommissic van onderwijs in Ned. Indië, don Gouv. Gen. D. J. de Eerens aangeboden tot verbetering der lagere scholen, en tot oprigting van een instituut voor middelbaar onderwijs, gymnasium, in Indië. v. Ilo'évell, Beschuldiging, Z. B. 1850. 52. 17144. Plan tot oprigting van een gymnasium in Ned. Indië, op het landgoed Pon-dok-gedeh in Batavia door paitikulieren. Mededeeling van dit plan en van de namen der oprigters. T. v. N. I. 1850. I. 384. 17445. Middelbaar onderwijs op Java. Toelichting der kwestie tusschen J. C. Baud en W. R, van Iloëvell over de vraag, of het alleen liet gevoelen van den eersten, dan wel ook dat van de Indische Regering zij geweest, om de oprigting van een gymnasium te Batavia af te wijzen in 1839. T. v. N. I. 1851. 1. 406. 17446. Onderwijs op Java. Mededeelin* gen betreffende het Instituut voor middelbaar onderwijs te Herwijnen, op Pondok Gedeh, onder directie van Dr. A. L. Gast* maun, gevolgd door beschouwingen in verband met de Akademic te Delft en hetradi-kaal, alsmede mededeelingen en beschouwingen betrellénde de zending naar Java van Dr. W. Palmer van den Broek en dentbeol. cand. J. van Haagen, ten behoeve van het |
517
onderwijs bij de kweekscliool voor onderwijzers onder den Inlander op Java, met opgave van de reeds vervaardigde schoolboeken daarvoor, door T. Roorda, J. A. Wil-kens en C. ï. Winter. T. v. N, 1. 13e j. 1851. II. 116. 17447. Het instituut Herwijnen. Mede-deeling met eenige opmerkingen van de circulaire, dd. Herwijnen, 10 Maart 1855 van Dr. A. L, Gastman, ter kennisgeving dat aan hem dit instituut is overgedragen, om voor eigen rekening te worden voortgezet, terwijl hem eene subsidie van het üouv. is verleend. T. v. N. I. 17e j. 1855. II. 58. 17448. Het instituut van den heer Dr. A. L. Gastman. Tevroienheid over het uit-zigt op zijne instandhouding, naar aanleiding van liet laatst ontvangen Prospectus dier instelling te Herwijnen. T, v. N. I. 18e j. 1856. II. 205. 17449. Het instituut Hcrwijnen. Beschuldiging wegens en gissing van het teniet-loopen daarvan, door het vertrek van Dr. A. L. Gastman, cn door de weigering van Ds. A. A. Th. Mounier om in zijne plaats Direkteur te worden. T. v. N. /. 19e j. 1857. I. 236. 17450. Het instituut //Hcrwijnenquot; ernstig bedreigd, dd. Batavia Pebr. 1867. Opheffing van dit instituut, en pogingen bij den Gouv. Gen. O. F. Pahud gedaan ter instandhouding, doch zonder gunstigen uitslag. v. Al. I. 19e j. 1857. 1. 3G1. — Een overhaaste aftogt van den Min. van Koloniën Mr. P. Mijer. Discussie in de ïweede Kamer op 1 Mei 1857, over deze opheffing, gevolgd door de berigten hierover uit ludiü ontvangen, Aid. 422. — Het laatste bedrijf der slooping van Herwynen. Mcdedeeling van de circulaire, dd f van M r. D. A. J u n i u s van Hemert gerigt aan zijne medeoprigters en aandeelhouders van het opgeheven instituut, gevolgd door eenige opmerkingen hierover van De lledaktie. Aid. 11. 186. 174:51. Gymnasia op Java. Berigten nopens de voorgenomen oprigting door het Gouvernement van gymnasia te Batavia cn te Soe-rabaja. T. v. N. I. 20e j. 1858. I. 316. |
17152. De goede bedoelingen van den Heer J. J. Iloehussen. Aansporing tot ver» wezenlijking dier bedoeling, ten aanzien van het middelbaar onderwijs op Java. T. v. iV. I. 21e j. 1859. I. 441. 17453. Moeijelijkheden cn verwarring in plaats van een gymnasium. Beweerde onhandige verrigüngen van het Indisch bestuur ter zake van het op te rigten gymnasium te Batavia, ten gevolge waarvan de Hoofdcommissie van onderwijs haar ontslag zou hebben genomen. Benevens mcdedeeling van het berigt hierover voorkomende in het Ba-taviaasch Handelsblad van 23 Junij 1859, editie voor Nederland. 2'. v. N. I. 21c j. 1859. II. 191. 17454. 't Gymnasium te Batavia. Berigten nopens de voorgenomen oprigting, als het aanwijzen van oen krediet op de Begrooting en het koopen van een huis. T. v. !f. 1. 21e j. 1859. I. 514. 17455. Indische lof cn oordcel betreffende het gymnasium Willem III. Letterb. 24 Mov. i860. No. 47. —Zie ook Econ. Bijblad. 1859. 463j 1860. 449. 17456. Eenige opmerkingen over het onderwijs in Ned. Indiü. Fragment van een brief, door N. N. tot aanbeveling van een aantal verbeteringen, met mcdedeeling van klagten over het lot van den onderwijzer, en van den ongunstigen invloed daarop van het gymnasium Willem III. T. v. I. 23e j. 1861. I. 388. 17457. Het gymnasium ,Willem IIIquot; te Batavia; door N. N., dd. Arnhem 2S Sept. 1862. Wensch voor zijn behoud door alge-meene belangstelling in deze inrichting, naar aanleiding van den heftigen strijd over zijne gebreken, gevoerd in de Indische dagbladen. T. v. N. /. 24 j. 1862. II. 255. 17458. Noodzukelykheid der hervorming van 't gymnasium //Wiliem 111quot; te Batavia; door V. V. Betoog tegen de daaraau verbonden kostschool. 2'. v. N. I. 24 j. 1862. I. 261. 17459. Uitvoerige aankondiging van het verslag betreffende het gymnasium Willem III. Dr. Naber geeft daarin ecu doorgaande kritiek onder ontwikkeling zijner inzigten omtrent die instelling. Sloet, Tijds. XXVI. 199. 17460. Het staatsexamen en het middelbaar onderwijs in Ncd. Indii;, door Vox Indiac. Aantooning der behoefte in Ned. |
518
Indii' aan een instelling aldaar ter opleiding van ambtenaren, in verband met de aanneming in do Tweede Kamer op 10 Mei lfsö4 van het wetsontwerp betreffende dc regeling van het onderwijs van Rijkswege iu Indische taal-, land- en volkeukunde. 2'. v. N. I. 1864. N. S. 2 j. I. 458. Qeneeskmtlig Onderwijs. 17461. Vorming van verloskundigen onder de inlanders, door//De Redaktiequot;. Hijzouder-heden nopens de oprigting tc Batavia van een gestiebt tot opleiding van inlandsehe vroedvrouwen. ï\ v. N. I. 1850. II. 280. 17462. Bijzonderheden nopens de school te Batavia opgcrigt, om Javaansche vrouwen te vormen tot vroedvrouwen. Ned. Weekblad Oen. 11. 1852. 5;55. Ï7463. Bijzonderheden nopens de resultaten van de inrigtiug voor onderwijs in de geneeskunde voor Javaansche jongelieden te Jiatavia door Dr. W. Bosch opgcrigt. Ncd. Weekblad Oen. II. Ii52. p. 60. — Zakelijke inhoud van liet rapport van deu dirig. olï'. v. gez. ü. Wassink van den toestand dezer inrigting gedurende 1851. Aid. 80. — Zakelijke inhoud van het verslag van den oud-oll. v. cez. Thurkow, over den toestand en resultaten dezer inrigling gedurende de 18 maanden van haar bestaan. Aid. amp;35. 17464. De eerste vruchten van geneeskundig onderwijs voor Javanen te Batavia. Bcrigten en resultaten van sedert een paar jaren door de zorgen van Dr. V\. Bosch en Dr. P. Bleeker tot stand gekomene inrigting. T. v, JS'. /. 15 j. 1853. 11. 264. — Inrigting van geneeskundig onderwijs voor Javanen tc Batavia. Jan. 18;quot;)4. Ingezonden, Toelichting van bovengenoemde berigten, met opgaven der verdiensten in deze van de ehcls der geneeskundige dienst Dr. P. J. Qodefroy en Dr. Ci. Wassink; gevolgd door liet verzoek van //Do Redaktiequot; om mededeeling van berigten van gewigt voor de juiste kennis van de oprigting en werking van deze geneeskundige school. Aid. 10 j. 1854. I. 150. 17465. De eerste vrouwelijke verloskundige onder dc Javanen. Mededeelingen betreffende de oprigting van de verloskundige school voor inlandsehe vroedvrouwen tc Batavia door Dr. W. Bosch iu 1847, hare werking en de verkregen resultaten bij het examen in Oct. 1853. T. w. N* !• 16 j. 1864. I. 230. |
17166. De sohool voor de opleiding van Javaansche jongelingen tot genees- cn heelkundigen te Batavia. Ingezonden, dd. li Junij 1854. Teregt wij zingen nopens haar oprigting en eerste regeling, alsmede nopens de verdiensten daarbij van Dr. W. Bosch, Dr. P. Bleeker, en Dr. G. Wassink. T. v. N. I. 16 j. 1854. II. 142. Verder onderwijs op Java. 17407. Wcnschen naar dc oprigting van eeu Teekenschooi op Java, voor de opleiding van Javaansche kunstenaars, even als te Madras. Letterb, 1855. 127. 17468. Mededeeling door L. v, Deventer JSz. van den zakclijken inhoud der Indische Ilesolutien van !fi Maart 1833, No. 8, en van 24 April 1833, No. 2i, tot opleiding van ambtenaren in den landbouw bij het Etablissement van Landbouw tc Krawang. T. v. N. [. 1865. N. S. 3e j. 275. 17469. Pupillensehool te Kedong-Kebo. Lof dezer scliool, als een proeve wat door geschikte opleiding van do inlandsehe kinderen is tc maken; met mededeeling van een uittreksel uit het verslag van Dr. W. Bosch nopens zijne inspcclie op 10 September 1849 van deze school. '1'. v. N. I. 1S60. II. 71. — Verslag van Dr. W. boseh, nopens zijne inspectie op 10 Sept. 1849 van deze school. Verxlay ven hel schoulwezen in N. I. 1849. Batavia 1850. 120. 17170. Het Pupillen-korps op Java; door **■, dd. Sept. 1855. Betoog tot uitbreiding daarvan, en mededeeling van den tekst van het organiek Reglement voor dat korps, bij algemcene order dd. 15 Aug. 1850, No. 6 aan het Indische leger bekend gemaakt. T. v. N. I. 17c j. 1S55. 11. 3i4. — Een paar aanvullingen, door P. J. Veth. dd. Amsterdam 5 Jan. 1850, betreffende de verdiensten van den gepens. üen.-inajoor II. J. J. L. Ridder de Stuers, ton opzigte van de oprigting van bet pupillenkorps op Java. Aid. 18e j 1856. I. 159. — Een brief aan de Redaktie van den Generaal J. Penning Nieuw-land, dd. 'sHage 10 l'ehr. 1856. Rectificatie van bovengenoemd artikel van P. J. Veth van 1851, naar aanleiding van zijne in 1856 daarop gemaakte aanvulling. Aid. 220. |
519
17471. Beschrijving van do leerwijze in eene pesanlren, in (Ie res. Japara, in 1831 opgemaakt door cene Inlandsche commissie, beslaande uit den regent vaan Patti, den hoold-djaksa en den lioofd-panglioeloe van Japara. Tijds. InU. T. L. en y.-kunde, .\ IV. 4 S. V. 18(54. Ï;32. 17 172. Voorstel ten aanzien van do Ja-vaansche scholen in do ros. Japara enJoana, dd. 18 Dcc. 1831, gedaan door eene inlandsche commissie, bestaande uit den regent van Patti, den hoofd-djaksa en den hoofd-pan-ghoeloe van Japara. Tijds. [nd. T. L en y.-kwide, XIV. 4 S V. 1864. •,'34, 312, 321. 17473. Erkenning der meerdere gang en belangstelling voor het onderwijs op Java; doeli gewezen op de bestaande behoefte ten deze te Salatiga on Ambarawa. 7'. v. N. I. 1851. 11. 151. 17474. Oprigting eener gouvernements lagere school te Salatiga, res. Samarang. Kolon. Jaarh. 3c j. 1863. 120. 17475. Reglement voor de oprigting eener Militaire school op het eiland Java, geur-resteerd bij besluit van Commissarissen Generaal over Ncd. Indiö van 0 Maart 1818, No. 20. Ind. Staatsbl. No. 13, in werking gebragt bij het besluit van den (iouv. Gen. dd. 14 Maait 1818, No. 8, waarbij tevens de oprigting dier school te Samarang werd vastgesteld, Reinioardt's Reis, Amst. 1858. 262. 17476. Onderwijs voor de Javanen op het land Kalikondang, door P. A. Ncijs, dd. Kalikondang 23 üec. 1850. Oprigting eener school op dit partikulier landgoed door den eigenaar N. Coblijn. T. v. N. 1. IsSl. I. 269. 17477. Reglement voor het Instituut der Javaansche taal te Soerakartaquot;, gearresteerd bij Indisch besluit van 18 Dec. 1834. No. 1. T. v. N. I. 17e j. 18quot;)5. i. 71. — ,Ampli-aticquot; op dit llcglcmcnt, bij Indisch besluit van 14 Pebr. 1838. No. 5. Ind. Stbld No. 7. Aid. 73, Noot. — //Alteratiequot; op dit Reglement, bij Indisch besluit van 9 Jnlij 1842. No. 15. Ind. Slbld. No 32. Aid. 74, Noot. —Tekst van het Indisch besluit dd 11 Jan. 1843. Ind. Stbl. No. 1. tot intrekking van het Instituut. Aid. 75, Noot. |
17478. Besluit, dd. Buitenzorg 10 Maart 1S37 No. quot;2, tot benoeming der kommissie voor het examineren der clèves op het In-stitnnt voor de Javaansche laai te Soerakarta. De Serière, Mijne luopbaan Zwolle 1849. 166. 17479. Zakelijke inhoud der geheime Nota, dd. 20 Junij 1838 van den Rcs. van Eanjoeinas, G. do Scricre, bctrclfende den staat van hot Instituut voor de Javaansche taal te Soerakarta, en de noodzakelijkheid van haar hostaan. Medegedeeld door S. van Deventer J.Sz. T. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. I. 107. — ïoelichliug door G. d c Serière van deze zijne Nota. G. de Serière, Mijne loopbaan. Zwolle 1849. 51, 52. — ülliciecl conödcnlicel schrijven, dd. Samarang 15 Junij 1838 D. N. 4 van den Wd. Alg. Seer. Jhr. J. F. Cornets de Groot aan ü. de Serière, om zijne consideration en advies over het Instituut te Soerakarta. .4W. 170 — lirief, dd. Soerakarta 24 Junij 1838, van denzelt'den aan G. de Serière, ter mede-decling van het oordeel over bovengenoemde Nota. Aid. 171. 17480. Bijzondorheden nopens do wijze waarop voorzien wordt in de kosten van onderhoud van het Instituut voor de Javaansche taal te Soerakarta opgcrigt. Medegedeeld door L. Lellerb. 18U. 11. 135. 17481. Besluit van den Waarnd. Gonv. Gen, van N. Indië P. Merkus, dd. Buitenzorg 17 Dee. 18l'2 No. 13, tot intrekking van het Instituut voor de Javaansche taal te Soerakarta. v. Uoevell, Beschuldiqinq. 'L. B. 1850. 57. 174S2. Oordeel van Prof. P. J. Veth, over de afschaffing van het Instituut te Soerakarta, bij besluit der I ndische Regering van 11 Jan. 1843. Gids, Vllle j. 1844. I. Uoekb. 557; XVIIe j. N. S. öe j. 1853. II. 67. 17483. Opgave der elementaire boeken, door C. P. Winter vervaardigd voor het Instituut voor de Javaansche taal te Soerakarta. Medegedeeld door J. A. Wil kens. Soerakarta 25 Mei 1844. T. v. N. /. 6e j. Bat. 1841. 3c d. 4. 17484. Het onderwijs der Javanen. Over-zigt der genomen maatregelen betreflende de normaalschool voor Javaansche onderwijzers te Soerakarta, — de voorloopige regeling bij Indische Resolutie van 30 Aug. 1851 eu de verkregen uitkomsten. T. v. N. 1. 14c |
520
j. 1852. II. 202. — Tekst dezer Indische resolutie van 30 Aug. 1851 No. 1. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XIV. 4e S. V. 1864. 308. 17485. Bijzonderheden nopens het onderwijs in de normaalschool te Soerakarta, op 1 Aug. 1853 gevoegd bij de kweekschool tot opleiding van onderwijzers onder de Javanen aldaar, hetterb. 1854. 109. 17480. Beschrijving door J. L. V., dd. Java, Maart 1855, van den toestand der priestcrscholen in de residentie Madioen, onder het oude Inlandsche vorstenbestuur en het Nedcrlandsche na 1830. I. v. N. I. 17e j. 1855. II. 10. 17487. Üverzigt van den toestand van het onderwijs in de residentie Soerabaja in 1844, 1845 en 1846; — alsmede van de daaraan verbonden inkomsten en uitgaven in die jaren. T. v. N. I. 1849. Gron. led. 419. 17488. Een ambachtschool te Soerabaja. Lof aan deze school, verhaal van hare op-rigting door A. van Lakerveld c. s. in 1852, en wensch naar uitbreiding van die inrig-tingen over Java, 2'. u. N. /. 16o j. 1S54. II, 73. — De opleiding tot ambachtslieden van inlandsche kinderen. Lof aan de te Soerabaja opgciigte ambachtschool, naar aanleiding oer opleiding van een doofstommen Javaan te Groningen tot schrijnwerker. Aid. 342. 17489. Eeglement van de ambachtschool te Soerabaja. Vastgesteld bij besluit der Alg. Verg., gehouden te Soerabaja den 18 Julij 1853. Tijds. Nijv. N. I. 1.1854. Oorspr. Bijdr. 151. 17490. Verslag van den staat der ambachtschool te Soerabaja, onder beschermheerschap van den Heer A. J. Duyniaer van ïwist, Gouv. Gen. van N. I. over het jaar 1853. Tijds. Nijv. N. 1. I. 1854. Oorspr. Bijdr. 145. 17491. De ambachtschool te Soerabaja. Geschiedkundig overzigt van hare oprigting, lotgevallen en ontbinding. 1852—1856. T.v. N. I. 20e j. 1858. I. 129. |
17492. Industriescholen in Indië van 't Gouvernement en van partikulieren. Beweerde achterlijkheid van bet Gouvernement in de oprigting te Soerabaja van een industrieschool, in verband met de aldaar gevestigde Gouv. inrigtingen; terwijl reeds eene parti-kuliere industrieschool is opgerigt te Soerabaja. Naar aanleiding van de mededeeling hierover aan de ïweede Kamer op 11 Dec. 1855 door den Min. van Kol. O. I'. Pahud. T. v. N. I. 18e j. 185(). I. 68. — Verslag der discussie hierover in het Indisch Genootschap op 22 Dcc. 1855. Hand. Ind. Gen. II, 1855. 2S8. 17493. Het plan eener instelling voor jongens-weezen te Soerabaja van J. C. Reijnst, Berigten nopens dit plan tot opleiding voor ambachten en nijverheid van onverzorgde jongens, afstammelingen van Europeanen in Ned, Indii;. T. v. N. 1. 20e j, 1858, 11, 416. — Medewerking in Nederlantl voor bet plan van J. C, Reijnst, Mededeeling van de nieuwe ondersteuning in Rotterdam en elders, alsmede van de oprigting eener medewerkende hoofdkommissie te 's Hage in aansluiting met dit ontworpen gesticht te Soerabaja, Aid. 2ie j, 1859, I. 511. 17494. Beschrijving van den toestand van het onderwijs in de res. Grissee in 18:22, getrokken uit het verslag van den Res. A. D. Cornets de Groot. T. v. N. I. 1853. I. 102. 17405. School voor Javanen te Pasoe-roean, door De Redaktie. Lof aan de daar opgerigte school voor de opleiding van zonen van Javaansche ambtenaren. T. v. N. I. 1850. It. 282. Eerdere Archipel. 17496. Rapport, dd. Benkoelen 4 Julij 1833 aan den Gouv. (ien. door den Ads. Kes. van Benkoelen J, H. K n o e r I e, betreffende de resultaten sedert 27 Junij 1S32 van het door hem aldaar ingevoerde inlandsche onderwijs. Oosterling, 1. 1835. 276. 17497. Oprigting van scholen onder de Batta's door Mr. Burton. Medegedeeld door J. J. Dom is. Res. van Soerabaja. Vad. Lelt. 1835. II. 334. 17498. Welk middel men ter Westkust van Sumatra te baat neemt, om de waarde van bet lager onderwijs beter te doen schat. |
521
uten, door //Een ambtenaar bij bet binnen-landsob bestuur tor Westkust. Samatra.quot; Ver-oordeeling, met bewijzen gestaafd, van den bevolen maatregel, door den Gouverneur J. van Swieten, van bet bouden van registers eu dergelijken ,letterkundigen arbeidquot; door dc Inlaudsehe hoofden, bij wijze van proefneming. T. v. N. I. 20e j. 1858. I. 39. 17499. Staat der vorderingen van . bet ebristelijk onderwijs te Poelepetak in 1840 door J. i!\ Becker. Medegedeeld door A. L. Weddik, dd. Batavia Dec. 1818. fud. Arch, le j. 1. 1849. 460. 17500. Borneo. Zendelingscbolen. Officieel berigt betreffende bun gunstigen toestand in Poelepetak of Kleine Dajak. ^er. dir. tit. VI. 1852. 54. 17501. School to Serawak. Medcdeeling van dc Engelscbe plannen tot stichting van cen school aldaar in tegenstelling met onze verzuimen op Borneo. 3'. v. M. I. 1849. le d. 225. 17502. Bijzonderheden nopens het onderwijs in de Kapoeas en Kahajan, Z. en ü. afd. v. Borneo, alwaar onderrigt gegeven wordt iu het lezen en schrijven met llomeinsch karakter, doch in de Dajaksche taal. Medegedeeld door H. G. Maks, rondreizend civiel gezaghebber in de groote eu kleine Dajak, in zijn verslag dd. Mei lb59. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, X. 4 S. 1. 1861. 4.69. 17503. Verslag van den toestand van bet schoolwezen op de Sangi-eilanden, door S. D. van de Volde van Oapellen, dd. Menado, Mei 1856. Moded. Zend. Gen. I. 1857. 71.— Algemeene schoolstaat. Aid. 88. 17quot;lt;0l. Beschrijving van den toestand van het onderwijs in dc rcs. Menado; eu jaar-lijkschc uitgaven daarover volgens mededec-lingcn van Mr. D. 1'. W. Pictermaat, gewezen Rcs. van Menado, en door den kap. luit. t/z. L. J. de Vriese, dd. 6 Julij 1840. T. v. N. 1. 3e j. 1 d. Batavia 1840. 152. 17505. Bijzonderbedcn nopens den toestand der kweekschool voor iniandsehc onderwijzers te Tanawangko, rcs. Menado. Medegedeeld door N. G r a a f 1 a n d in zijn verslag, dd. Tanawangko 2S Maart 1857. Mcded. Ned. Zend. II. 1858. 872. — Verslag aan-III. |
gaande die kweekschool, in i855 uitgebragt Met plaat. Aid. III. 1850. 282, 354. —gt; Idem over 1861. Aid. VI. 1862. 318. 17506. Iets over methode bij het aanbrengen van kennis onder min-ontwikkelde volken, door N. Graafland, dd. Tanawangko 26 Oct. 1S62. Bijdrage tot de kennis der kweekschool en van het onderwijs in de Menahasse. Meded. Zend. Gen. Vil. Is63. 90 17507. Algemeene statistiek betreffendo het schoolwezen in dc Menahasse van Menado, bepaaldelijk van 1842—1856. Meded. Zend. (ien. I. 1857. 268. —• Idem van 18ö7—61. Aid. VII. 1863. 226.— Eenpaar opmerkingen over deze statistiek. Aid. 236. 17508. Vergelijkende staat van de schoolbevolking en opkomst op die Genootscbaps-, Gouvcrnements- en Negorij-scholen in de Menahasse, van 18i9 —1856. Meded. Zend. Gen. I. 1857. 270. — Idem naar de districten en over de jaren 1852—1856. Aid. 271. — Idem van de scholen van 1857— 1861. Gevolgd door eeu paar opmerkingen. Aid. VII. 1863. 227, 236. 17509. Da scholen voor Inlanders in de Menahasse van Menado. Met eeu plaatje. Brief van Bestuurders aan dc Zendeling-vcreenigiug iu de Menahasse, dd. Eebr. 1851, inhoudende verzoek om ecu verslag aangaande den toestand dier scholen, eu het daarop ontvangen verslag, eerst in het laatst van 1854 ingekomeu. Meded. Zend. Gen. I. 1857. 122. — De bovccgenocmdc brief is geredigeerd door J. C, Ncurdeuburg. Zie Aid. IX. 1865. 252. 17510. Gedetailccrde staat der scholen iu de Menahasse ouder uit0. Dec. i860. Gouv., genootschap- of negorij-scholen, mot opgave vau dc afdceling, het district eu de negorij, hun getal alsmede dat der kinderen. v. d. Crab, Moluksahe Eil. Bat. J862. 336. 17511. Verslag van den staat der scholen iu de Menahasse. 18(11. Namens de Zendeling-vereen iging, door P. N. Wilken, Voorz. eu 11. II ook er, Secr. Meded. Zend. Gen. VI. 18(12. 93. — Opmerkingen betreffende het locs- eu zang-onderwijs. Aid. 141. 17512. Bijzonderheden nopens den toestand der school te [ionthain, incdcgedceld door den zendeling A. Gouds waad in zijn brief dd. Bontbam 12 Oct. 1854. Meded. Zend. Gen. IV, i860. 364. — Idem, dd. |
66
522
Bonthain 30 April 1860, met verslag der school van Paschen 1859 tot Paschen 1860, Aid. VI. 1862. 69. 17513. Het invoeren der Holiandsehe taal in de Molukken. Stukken gewisseld tusscheu de Kegering en ons Genootschap. Meded. Zend. Gen. VIII. 1864. 337. — Deze stukken zijn: a. Missives, dd. 'sHage 22 Julij 1862 No. 33, en 21 Aug. 1862 No. 17, van den Min. van Kol. G. H. Uhlenbeck, waarin met het Genootschap in overleg wordt getreden nopens de invoering der Nederduit-sche taal in Indiö ter vervanging van de Maleische, en het nemen eener proef, op de inlandsche christenscholen in het gouv. der Molukken; tot welk einde zou worden ge-wenscht de oprichting door dat Genootschap, naast zijn tegenwoordig Instituut op Am-boina, van eene kweekschool voor inlandsche onderwijzers in de Nederduitsche taal. — b. Rapporten dd. 4 Aug. en 24 Nov. 1862, hierover door J. C. Neurdenburg, namens het Genootschap. — c. Missive dd. 's IIage 24 Sept. 1864 No. 11, van den Min. van Kol. J. D. Transen van de Putte, waarbij wordt afgezien van dat denkbeeld, doch goedkeuring daarentegen van het beginsel om op de gouv.-scholen, waar die taal wordt onderwezen, ook Inlanders, die dit verlangen, toe te laten; terwijl premicn zijn uitgeloofd voor Holiandsehe leer- en leesboeken, geschikt voor den Inlander. — d. Toelichting, dd. 11 Nov. 1864, hiervan. — e. Bijlage, zijnde »Nota, dd. Amboina 2 Mei 1857, van den schoolopziener voor de Maleische scholen B. N. J, Koskott, nopens de verwezenlijking van het plan om in de christensehool in de residentie Amboina de Nederlandsehe taal in te voeren,quot; 17514. Staat, aantoonende het getal schoolkinderen op de onder Amboina sorteerendc inlandsche scholen; door den waarncmcndcn magistraat H. Muller, dd. Amboina den 27 Julij 1843. Medegedeeld door G, de Sc-rière. T. v. N. I. 13e j. 1851. 1. 46. 17515. Staat aantoonende de negorijen waar in 1855 christenscholen waren, alsmede het aantal schoolkinderen, op het eiland Amboina. Bleeker, Moluksche Arch. II. Bat. 1856. 136. 17516. Verhaal door B. N. J. Hos skott, van de wijze waarop hij zijne Amboinesche kweekelingen aan het werk, en speciaal tot den tuinbouw kreeg, en hen aan orde, regel en netheid gewende. A0. 1858. Meded. Zend. Oen III. 1859. 157. |
17517. De kweekschool voor Inlandsche onderwijzers op Batoe-Mcjrah nabij Ambon. Mededeeling van den brief dd. llotterdam Maart 1853, van de commissie voor de Ambonsche zending aan deu zendeling-ouderwijzer B. N. J. Rosskott te Amboina, alsmede van den inhoud der hierop ontvangen brieven in 1853 en 1858, van Rosskott; met voorafgaande inleiding, nopens de stichting van dergelijke scholen, alsmede haar getal in Ned. Indië. Met bijlage, uittreksels uit Rosskott's instructie. Meded. Zend. Gen. III. 1859. 127, 190. — Brief, dd. Amboina 18 Deo. 1837 van den Kolonel, Gouv. der Molukken, de Steurs, aan den Gouv.-Gen. van N. I., inhoudende o. a. zijne zienswijze betreffende deze school. Aid. 1860. 27. 17518. Mededeelingen betrelleudc den toestand van het onderwijs op de Aroe-Eilanden, door J. F. G. Brumund, in 1843. T. v. N. 1. 7e j. Batavia, 1845. 2 d. 267. Australië. 17519. Australië. Van waar de vooruitgang in Australië? Beschrijving van hel systeem van algcmcene volksopvoeding aldaar. Ontleend aan een l'ranseh Roomsch Tijdschrift. Ver. Chr. St. XVII. 1863. 62. 17520. Nieuw-Holland. Voorbeeld van milddadigheid. Stichting door B. Hurst van een methodistisch college te Sydney. Ver. Chr. St. VUL 1854. 538. 17521. Mededeelingen betreffende de op-rigting van eene Universiteit te Melbourne in Zuid-Australic, en de wijze van aanstelling en bezoldiging der leeraars daarbij. Lettert. 1854. 198. 17522. Australië. Oprigting van een In-landsch Seininariuin te Poonindie bij Port-Lincoln. Ver. Chr. St. XIV. 18G0. 707. 17523. Polynesia. Seminarium op Raro-tonga. Ver. Chr. St. XVI. 1862. 481. 17524. Samoa-eilanden. Het Katecheten-iustituut. Resultaten. Ver. Chr. St. XVI. 1862. 8^3; XVII. I8G3. 771. |
523
17525. Simdwicks-Eilanden. Tegenwoordige toestand van het onderwijs en de. scholen. Ver. Chr. St. V. 1851. 183. Afrika. 17520. Toestand der Hoogeschool aan de Kaap de Goede Hoop in 1829 opgerigt. N. Keur v. Meng. 1831. 109. 17527. Aankomst aan de Kaap de Goede Hoop van den bij het Atheneum aldaar benoemden Hoogleeraar Dr. A. N. E. Clianguion; en mededeeling van het vergeefsch uitge-bragt beroep daartoe van Dr. P. O. van der Chijs, Dr. J. J. de Gelder en Dr. B. Mulder. Letterb. 1831. 11. 321. 17528. Tekst der synodale opwekking, dd. Nov. 1817, aan de leden der Neder-duitseh Gereformeerde Kerk in Zuid-Al'rika, tot vestiging van eene Theologische Kweekschool. Kist Sf Romards, Ned. Arch. VIII. 1848. 303. |
17529. Mededeeling door G. Lauts, dd. Mei 1853, van de verrigtingen der Synode van de Nederduit.sch Hervormde Kerk in Zuid-Afrika, gehouden in de maand October 1 852: a. het vastgestelde plan ter voorziening in de behoefte aan onderwijzers der jeugd; b. de voorwaarden en voordeelen voor de aan te stellene uit Nederland. N. Bijdr.. Schoot te. 1853. 312. 17530. Hoe men aan de Kaap vooruitgaat. Bijzonderheden nopens de oprigting in 1857 van een gymnasium in het dorp Paarl, en nopens de reeds verkregen resultaten. N. Ree. 1859. Meng. 140. 17531. Kaapkolonie. Pogingen ter beschaving der inlanders, door de Engelsche Regering. Oprigting van scholen en van een gymnasium. Ver. Chr. St. XIV. 1800. 171. 17532. Mededeeling, door O. G. Heldring van bijzonderheden nopens het soort van schoolonderwijzers uit Nederland naar de Kaapkolonie gezonden en te zenden. Fer. Chr. St. VI. 1852. 408. 17533. Zuid-Afrika. Zending onder de Bassouto's. Voorgenomen oprigting door de Fransclic zendelingen te Lessonto van een centraal school tot opleiding van inlandsche zendelingen. Fer. Chr. St. XIX. 1805. 272, 084. |
I. Kunsten.
17534. Aanmerkingen over den invloed van het klimaat op de fraaije konsten in Indië, Siam, China, Japan. Vad. Lett. 1773. II. 2. 217. 17535. Aanmerkingen over den invloed van willekeurige llegeeringen op de konsten en handwerken van China, Hindostan, Perziö. Vad. Lett. 1773. II. 2. 182. Beeldende Kunsten. |
17530. Berigt van den toestand der schilderkunst, en van eenige tot die kunst betrekkelijke zaken in China, in verband met de werkzaamheden aldaar van den Franschen schilder Attiret sedert 1737. Ned. Bibl. I. 1774. 2 st. 586. 17537. Bijzonderheden nopens teekeningen van A. J. Bik, zijnde afbeeldingen van merkwaardige Javaansche gewassen, tot opheldering der natuurlijke geschiedenis van Java, naar Nederland gezonden voor het Kon. museum van schilderijen. Letterb. 1819. II. 14. 17538. Mededeeling, door W. F. Versteeg van den vooruitgang der lithographie |
in Nedcrlandsoli Indiü, bepaald met het oog op den kleuren-druk. Kot Nat. Vereen. 14 Junij 1800. Nat. Tijds. N. 1. XXII. 5 S. II. 1800. 307. 17539. Beschrijving van een sehilderstuk van Payen, vertoonendc liet gezigt van een landschap nabij Buitenzorg, voor het Koninklijk museum van sehilderijen naar Nederland gezonden, dd. Batavia 28 Jan. 1819. II. 14. 17540. Mededeeling, door E. J u n g h u h n, dd. Op den berg Salak, Jnnij 1841, betreffende de geschiktheid van den schilder Sie-burgh, tot het maken vauteekeuingenvande ruïnen op Java. T. v. N. 1. Oe j. 2c d. Batavia 1844. 381. Noot. 17541. Reis van J. Munnieh, offic. van gezondheid 3e kl., op kosten der Indische llegeriug, over Java om photograpbische afbeeldingen te verzamelen van de voornaamste gezigten, enz. als ook van planten en andere voorwerpen uit de natuur. De Kopiist, le j. 1 d. Batavia 1842. 027. 17542. Beoordeeling door W. 11. van Hoe veil van de genomen proeven door J. Munnieh om door de daguerrotype, af- eeldingen te verzamelen van de oudheden op Java. T. v. N. 1. 4o j. 2 d. Batavia 17543. Indienststelling door het Indisch Bestuur van den photographist J. N. van Kinsbergen ter vervaardiging van teeke-ningen van do oudheden op Java. Koloii. Jaarb. 3c j. 1803. 120. 17544. Galvanotypie, door O. dd. Buitenzorg, Aug. 1842. Beschrijving en mededeeling van genomen proeven op Java. Met afbeeldingen. v. N. 1. 5e j. 1 d. Batavia 17545. Wcnsch dat dc talenten van een Javaan in dc Preanger llegentschappen, die zeer schoone beeldjes boetseert, op de nabootsing der Javaansehc oudheden worden toegepast. Lettert). 1855. 87. — Aantooning van meer voorbeelden van dergelijke kunstenaars onder do Javanen, het misbruik, dat van dit talent wordt gemaakt, en het gemis aan hunne voldoende opleiding. Aid. 127. 17540. Opmerkingen over den toestand van de kunst in Australië. Overgenomen urt dc Melbourne Argus. Leiterh. 1855. 183. |
17547. Mededeeling van liet doel der oprigting te Melbourne van /The Victorian Society of Fine Arts.quot; Letterb. 1857. 87. 17548. Nieuw-Zeeland. Twee opperhoofden. Bijzonderheden nopens hunne reis door Europa in liet belang van de boek- en steendrukkunst op hun eiland. Vei. Chr. St. XV. 1861. 394. Toonkunst. 17549. Iets over de toonkunst van ee-nige wilde en halt beschaafde volkeren, o.a. die van de Pelew-Eilanden, China, Java en de Kaap do Goede Hoop. Naar het lloogduitsch van O. P. Miohaelis. Letterb. 1811. II. 374, 393. 17550. Iets over de muzijk der Oude Chinezen. Oorsprong dor verschillende soorten van muzyk, en uitvinding harer instrumenten. II. Vad. Bibl. 1807. 2 st. 00. 17551. Iets over de inuzijk der Chinee-zen, hare uitvoering en beoefening. N. Vad. Bibl. VI. 1802. 2 st. 34. 17552. De muzijk der Siamezen. Vad. Lett. 1847. II. 670. 17553. Dc muzyk der Indostanners en der tegenwoordige Chinezen. Vergelijking tusschen de verschillende melodien. 11. Vad. Bibl. 1807. 2 st. 109. 17554. Bijzonderheden nopens dc beoefening door den Russischen muzijkant Lebs-deff van de Hindostansche en Bengaalsche muzijk. Letterb. XI. 1799. 141. 17555. Muzijk en dans inl'erzië. Bijzonderheden nopens de uitoefening dezer kunsten in dit rijk. Ree. o. d. Ree. XXXIV. 1841. Meng. 530. 17550. Beschrijving van de muziek-instru-menten der Javanen, henevens een naamlijst van de gamelan-spelen, en een aanwijzing der instrumenten, waaruit ieder gamelan bestaat. Uittreksel uit het verslag in 1822 door den Res. van Grissee, A. U. Cornets dc Groot, van zijne residentie vervaardigd, en medegedeeld door P. G. Va lek, inlevcu Res. van Djokjokarta. T. v. N. I. 14e j. 1852. II. 415. — Aanteckeningen hierop door G. Aid. 432. 17557. Mededeelingen betreffende dc Ja- |
525
vaanscho toonkunst, door J. A. VVquot; ilk ons. T. v. N. 1. 1850. II. 390. 17558. Beschrijving van de mnzijk en zang by do Badoeïnen in het zuideu van de residentie Bantam, door W. 11. vim JIulive 11. Met platen. T. «. iV. /. 7e j. Batavia 1815. 4e d. 438. 17559. Redeneeringen over nuttige muzikale onderwerpen tot onderzoek van kenners, tot verlustiging van geoefende, en tot onderrichting van weetgierige muziek-liet-hebbers. Opgesteld door J. J?. Gr at ia an. VerU. Bat. Gen. N. I. VI. J792. 175(10. Vraag van het K. Inst. T. L. en V. kunde v. N. I. over den toestand der toonkunst onder do inboorlingen der verschillende eilanden buiten Java, met de diverse gebruikelijke melodirn, bare verwantschap, tevens met ecne beschrijving en afbeelding der muzirk-instrumenten en van de wijze om ze te bespelen. Byjdr. T. L. V kimde v. iV. I. I. 18515. XV. — Overgenomen in T. v. N. I. 14e j. 1852. II. 78. Aid. III. 1855. bl. XXIX; IV. '1850. bl. XXIX. Tooneel. 17501. Proeve over de Aziatische toonee-Icn. Beschrijving van die der Chinezen, Perzianeu en Japanezen. Letlerh. IX. 1793. 126 Algemeen. 17569. Bijzonderheden nopens de zending door den Koning van Polen van Dr. Keben-streidt nit Leipzig naar de Oost- en West-Indiön, tot onderzoek van de natuur, van de planten, kruiden en dieren in die gedeelten van de waereid. Books. XXXIII. 1731. 348. 17570. De aanwas in wetenschappen, een der voerdeelen van de reizen ter ontdekking ondernomen, door Dr. Douglas, t^ad. Lett. 1787. II. 2. 31. 17571. Handleiding tot het overzonden van naturaliën, dd. Batavia 15 Sopt. 1779. Inzonderheid op de buiteupósten van de kantoren onzer O. I. Compagnie, rerh. Bat. Gen. N. I. 3 dr. 1835. Naberigt. XIV. 17573. Verslag van het gcvoelca van den |
17562. Iets over de tooneelspelen der Japanners. Uit een ïransch reisverhaal. rad. Lett. 1810. 2. 568. 17503. Eonige aanteokeningen betrekkelijk het tooneel en de tooncelkunst in China, door Q. Uit Timkowski, Ileise nach China, in don Jahren 1820 und 1821. Euph, XIV. 1837. 1. 157. 17564. De Chineesche schouwburg. Aantooning van den lagen trap van ontwikkeling van de tooncelkunst bij de Chinezen. Vad. Lett. 1829. II. 75. 17505. Bijzonderheden nopens den lagen trap van ontwikkeling van de tooncelkunst bij do Chinezen. Volgens den Russischen reiziger Doboll. Vad. Lett. 1831. II. 31. 17506. Bijzonderheden nopens de opvoering ten toonoele te Calcutta van het drama //de Sacontala of Bctoovcrdc Ring.quot; Leüerb. 1801. I. 333. 17507. Plan te Soerahaya tot oprigting van een Nederlandsehen schouwburg op Java. Kol. Jaarh. 3e j. 1863. 349. 17568. Bijzonderheden nopens de oprigting van de rederijkerskamer quot;Thcspisquot; in het dorp Paarl in de Kaap-kolonie. N. Ree. 1859. Meng. 140. heer Bailly, over den oorsprong der wetenschappon on de herkomst der volken van Aziü, door S. Botreft vooral die van Indië, China, Persië, Slam. Alg. Mag. V. 1791. 519, 691. 17573. Natuur- en wiskundige -wctcnschap-pcn. Overzigt van hel daarover voorkomendo in de Eransche vertaling van A. Beaume der Asiatic Researches, uitgegeven door Ad. Dnquesnoy, Paris 1807, doorScdillot, geheimschrijver bij de afzonderlijke school der oostersche talen, en ovorgonomon uit den Moniteur van 1807. Lctterb. i808. II. 101, 174. Japan. 17574. Verslag wegens do verzameling boeken, handschriften, tcckcuingen, kaarten en munten van Japan, bijcongebragt door wijlen den heer Titsing. Letterb. 1815. n. |
526
274. — Berigt van den hoer Maltcbrun, be-trelf'ende deze verzameling. Aid. 276. 17575. Lijst van Japansche boeken, kaarten en plattegronden m bezit van don uitgever A. Loosjes Pz., te Haarlem. Letterb. 1815. U. 283. 17576. Bijzonderheden nopen de verzameling van Jnpanscbe voortbrengselen van J. Cock Blomhoff, en aangekocht door het Kon. kabinet van zeldzaamheden te 's Hage. Letterb. 1827. I. 79.1 17577. O. T. de Siebold, Med. Doet., verhandeling over den staat der natuurlijke historie in Japan, en over de verineerde-ringen en voordeden, welke men uit reizen en nasporingen voor dezelve te verwachten heeft. Medegedeeld en uit het Latijn vertaald door W. Vrolik, te Amsterdam. Ree. o. d. Ree. XV11I. 1825. Meng. 235. 17578. Bijzonderheden nopens het zoölogisch en hot botanisch museum door Dr. P. 1}\ van Siebold in Japan bijeengebragt, en zijne Japansche boekerij. Overgenomen uit de Hall. Litter. Zeit. Letterb. 1830. II. 274. 17579. Ontvangst bij het museum der natuurlijke historie te Leijden van 62 kisten met verschillende voorwerpen tot de natuurlijke historie van Japan betrekkelijk, door Dr. P. ¥. von Siebold uit Japan gezonden. Letterb. 1829. II. 211. 17580. Terugkomst te Antwerpen met hot schip Java uit Japan van Dr. P. f. von Siebold, met eeno verzameling zeldzaamheden, de vrucht zijner wetenschappelijke nasporingen in dat rijk. Letterb. 1830.11. 35. 17581. Verslag van de eerste klasse van het Kon. Ned. Instituut, over do geschriften van den Chirnrgyn-Majoor Dr. P. von Siebold, verbonden aan de Nedorl, Factory te Nangasacki op Japan, en aan haar ter booordeeling gezonden door den Administrateur voor het onderwijs, de kunsten en wetenschappen. Letterb. J83Ü. 11. 56. 17582. Modedecling betreffende dc overname van rijkswege van de Japansche eth-nographischc verzameling, tocbehoorende aan Dr. P. F. von Siebold. Letterb. 1838.11.17. |
' 17583. Bijzonderheden nopens het In-disch besluit, dd. Batavia 17 Julij 1856, tot vergunning om do zending van den raijn-ingenieur O. F. W. J. Huguenin naar Japan ook dienstbaar te maken aan de uitbreiding der natuurkundige kennis van dat rijk, ten dienste der Natuurkundige Vereeniging in Ned. Indie. Nat. Tijds. N. I. XI. 3 S. I. 1856. 475. 17584. Beloog voor de toevoeging van een geloerde en speciaal van een natuurkundige aan den ophanden zijnde togt naar Japan, onder den Luit. t. z. Ridder W. J. C. Huyssen van Katteudijko. Letterb. 1857. 33. — Toelichting door //een bevoegde handquot; van dc beweerde noodcloosheid dezer toevoeging, volgens don Min. van Kol. Mr. P. Mijer. Aid. 41. 17585. Iets omtrent de konnis der scheikunde in Japan, door P. J. Maier, dd. Weltevreden, Januarij 1851. Mededeel ing met toelichting van den brief, door den Japanschen scheikundige O. W. Keyemon in 1849 naar Batavia gezonden. Nat. Tijds. N. 1. Ie j. 1850. 382. — De inrichting van oen sehei-kundig laboratorium in Japan; door P. J. Maier. Met nfbeeldigcn. Mededecling der beschrijving gegeven door Keyemon, in antwoord op de gevraagde inlichting bij de beantwoording van diens eersten brief. Aid. 3c j. 1852. 631. 17586. Opmerkingen nopens den handel met Japan, en het Japansch vernuft in de toepassing der natuurkundige wetenschappen. Sloet, Tijds. XXI. 376. China. 17587. Iets over de Chinezen. Aantooning van den onvoranderden toestand der kunsten en wetenschappen in China. Vad. Bill. III. 1791. 2 st. 563. 17588. Schets van de daadlijke wijsbegeerte der Chineesen, onder zekere hoofden gebragt. üetrokken uit de Lettres Ediüantes. yad. Lett. 1774. III. 2. 218. 17589. Een staaltje van Cliincoschc aardrijkskunde. Verhaal volgens Pater Ainiot, van hetgeen over Frankrijk wordt medegedeeld in een groot historisch geograpliisch woordenboek, ouder Keizer Kang-lli begonnen en op bevel van zijn opvolger uitgegeven. Keur v. Meng. Ie j. 1818. 126. 17590. Studenten in China, Beoefening |
der wctenscbappen, en examina. Vad. Lett. 1864. N.S. III. 314. 17691. Een Chineesch despoot. Verhaal van het verbranden van boekon in China, door don Keizer Chi-Hoang-Ti. Keur v. Meng. 1846. 64. 17592. Bijzonderheden nopens het kabinet van zeldzaamheden uit China van den boekhandelaar de la Tour te Parijs. Lettert. 1804. I. 34. 17593. Chineosch museum to Rome. Beschrijving alsmede gesehiedonis van zijne stichting door ünorglo Martucci. 1818— 1824. Letterh. 1828. 1. 118. 17594. Do Coehin-Chinesche courantenop-kooprr, voor don Koning van Anam, te Manilla in 1832, en de resultaten zijner pogingen, volgens de , Singapore-Chronicle.quot; Leeskab. 1844. III. 182. Oost-Indi'é. 17595. Bijzonderheden nopens de lotgevallen der leden van de Dcensche woten-schappclijk Commissie naar Oost-Indiö. 1761— 1763. /.etter. Hist. IV. Amst. 1764. 385. 17596. Bijzonderheden betreffende de verzameling planten op de kust van Coromandel, in Hindostan en op Sumatra bijeengebragt door Dr. B. Hoyne, en door hem gezonden aan Dr. Roth te Vegesaek. Lettert. 1814. II. 33. 17597. Aanteokeningen over de wetenschappen en kunsten der Mallabaren, opgesteld door J. A. Cellarius, onderkoopman en opperhoofd te Cranganoor. 1781. Schets, met mededcoling van oen ,Tafel van de multiplicatie, naar welke de Mallabaren hunne rekenkunde opmaken.quot; Verh. Bat. Oen. N. I. III. 2 dr. 1S24. 195, 203. 17598. Terugkomst van Tranquebar te Kopenhagen van den Dcensohen zendeling Fugelsang, medebrengende eene verzameling Indische oudheden, handschriften, penningen, teekeningen, afgodsbeelden enz. 1802. I. 209. — Onderhandeling met hem tot overname van deze verzameling ter behoeve van hot Oostersch museum te Londen. Jtd. 370. 17599. Waarnemingen over de kunsten en wetenschappen der Arabieren door Sir |
William Jones, Voorzitter in de Socie-teit te Bengalen. Fad. Lett. 1792. 2. 605. 17600. Beschaving des verstands onder de Arabieren, gedurende de regering van Al-Mamon. Fad. Lett. 1817. 2. 608. 17601. Iets omtrent de in Engeland verwacht wordende boekverzameling van Tippo Sail), hare belangrijkheid. Zeto'A. XIII. 1800. 25. — Berigt nopens hare bestemming te Calcutta. Oecon. Cour. V. 1802. 270. 17602. Do boekerij en het kabinet van penningen van Tippoo Saib zullen worden geschonken aan do Nieuwe Universiteit te Calcutta. Letterh. 1801. II. 210. —• Berigt nopens hetgeen te Calcutta is gebragt. Bihl. Thcol. Lett. V. 1807. 478. 17603. Overzigt van de verzameling Indische handschriften, schilder- en bceldhouw-stukken, penningen, munteu, muzijkinstru-monten, afgodsbeelden, enz. door Majoor Ousely in Indiö bijeengebragt en te Louden aangekomen. Lettert. 1806. 11. 65. 17604. ücographische konnis dor Perzen aangetoond in een uittreksel uit de algemeone geschiedenis, beschreven door den Porziaan Naschid-Eddin, betreffende Ierland, Engeland en Schotland, liuekz. Nov. 1835. 634. Nederlandsch Indi'é. 17605. Overzigt door E. de Waal van het twistgeschrijf, voorkomende iu do .lava-Gouvernement Gazette, over de achterlijkheid, in welke de Hollanders tot dus ver verkeerd hebben ton aanzien dor verspreididg van kennis over den O. 1. Archipel, naar aanleiding van het beweerde hierover in the Edinburgh Review, 1813. No. 4 5. Ind. May. I. 1'w. 1844. No. 10, 11 en 12. bl. 250, 313. 318.— Oordeel van Dr. D. L. M o u n i e r over bovengenoemd verwijt. Aid. 1845. No. 3 en 4. bl. 207. 17606. Klagten over de geringe beoefe-ning door de Nederlanders van de Ü. Indische Taal-, Land- en Volkenkunde. Lett. Man. 1S24. 2 st. 682. 17607. Over de vorderingen en den tegen-woordigen toestand dor kennis van Indiö in Europa, door W. R, vanliocvell. Bebou- |
528
dens eenigc verkortingen, uitlatingen en bijvoegselen, is dit de verhandeling ouder dezen titel van Prol'. A. W, von Schlegel, geplaatst gedeeltelijk in het ^Berliner Tassehenbueh aut' das Uemeinjahr 1S29,quot; en gedeeltelijk in den //Berliner Kalender auf das üemeinjahr 1831.quot; Loopl, van af de vroegste lijden. T. v. N. I. 4e j. 2 d. Batavia 1842. éS'J. — Verbetering door J. A. VV ilk ens. Aid. Ge j. Batavia 1844. 3e d. 4. 17008. Klagt over onze achterlijkheid in de wetensehappelijke ontginning van Neder-landseh Indiö en Polynesie, en aansporing der Academie van wetenschappen om zieh de zaak aan te trekken. Sloet, Tijds. XIII. 300. 17G09. Sehets van de vorderingen opliet gebied der wetenschap onder de Europeanen in Nedcrl. Indië, in de tien laatste jaren, door P. J. Veth. Gids, Xle j. 1847. 1. Bockb. 4. 17610. Geschiedkundig overzigt van de beoefening van kunsten en wetenschappen in Neêrland's Indië, doorW. 11. van Hoë-vell. T. v. N. I. 2c j. 2 d. Batavia 1839. 1. — Nalezingen op deze verhandeling, door Mr. J. T. Bodel Nijenhuis, dd. Leijden, den 27sten Augst. 1840. Aid. 1840. Ij-I. 17611. Lofspraak o[) den ijver der Natuurkundige Commissie in Ned. Inditi. Lel-lerb. 1827. 11. 25s. — Beuoeniing van Diard, tot lid. Aid. 1828. 11. 49. — Mededeelin-gen nopens den aangewezen werkkring van het lid Porsten. Aid. 49. 17612. Berigten nopens de zamenstelliug en werkzaamheden der Natuurkundige Commissie. De Kopiist, le j. 1 d. Batavia 1842. 681. — Klagten over het gemis aan overeenstemming bij de Natuurkundige Commissie in Nedcrlandsch Indië. Aid. 681, 6S2. 17613. Lofspraak op het Indisch Gouvernement over zijne bevordering van do beoefening van kunsten en wetenschappen. T. v. N. I. 6e j. 2 d. Batavia 1844. 48. 17614. Lijst van Nederlandsche en vreemde koloniale werken en tijdschriften, uitgegeven in 1844, 1845 en 1846. Bijdr. Ned. Sf Vr. Koloniën. 1845. 69; 1846. US; 1847. 198. — Idem in 1845, 184ri en 1847. Melvill, Moniteur, 1848—1849. 168. — Lijst deir werken sedert 1845 te Batavia gedrukt, did. 1846—1847. 54 |
17615. Un mot sur l'état actuel do la littérature et des reehtrches scicntifiques dans les Indes-Orientales Neérlandaises, par P. Melvill de Carnbée. Melvill, Moniteur. I. 1816—47. 220. 1/616, Over de wetenschappelijke publicatie in Ned. Indië. Melvill, Moniteur. 1848 —'J'9. 2 partie, 22. 17617. Politisch-wetenschappelijke paral-iel tusselien Singapore en Batavia, door P. J. Veth. Gids, XlVe j. N. S. 3e j. 1850. I. 785. 17618. Overzigt over den toestand der kunsten en wetenschappen in Nedcrlandsch Indië. Ontleend aan liet Kegeringsverslag over 1852. LMerh. 1854. 319, 328, 343. — Idem in 1853. Aid. 1856. 18, 43. — Idem in 1854. Aid. 1857. 2, 10. 17619. Het internationale ruilingstelsel van boeken in zijne werking. Sloet, Tijds. XIV. 300. 17620. Toepassing van het ruilingstelsel van A. Vattemare in Ned. Indic, ontleend aan het Il.Verslag 1852. Letterh. 1854, 329. — Idem ontleend aan het II.Verslag 185S. Aid. 1856. 43, 16. — Idem ontleend aan het R.Verslag 1854. Aid. 1857. 2, 12. 17621. Aanschaffing op voorstel van J. A. Krajeubrink, bij zijn brief dd. Toelok-djambi 3 üct. 1856, van eenigc exemplaren van eene verzameling mikroskopisebe voorwerpen die door eene vereeniging in Duitsch-land, onder bescherming van Ehrcnberg, worden iu den handel gebragt. Not. Nat. Vereen. 10 Dec. 1855. Nat. Tijds. N. I. X. N. S. VII. 1856. 432; XI. 3 S, I. 1856. 477, 488; XII. 3 S. II. 1856—57.255,482; XIII. 3 S. III. 1857. 488. 17622. Aantooning van de buitengewone werkzaamheid op wetenschappelijk gebied gedurende de laatste tien jaren in Nederl. Indië, door Dr. P. Bleeker op 22 Pebr. 1858 in de achtste alg. verg. van de Nat. Vereen, in N. I. Nat. Tijds. N. I. XVI. 4 S. II. 1858 -1859. 152. 17623. Overzigt van de geschiedenis der wetenschappelijke ontwikkeling van Ned. Indië, gedurende de laatste twintig jaren en van hare resultaten, in verband met de drukpers en de verdere ontwikkeling in Indië; door P. Bleeker voorgelezen op 24. Pebr. |
529
1859 in de IXo alg. «■erg. van de Nat. Vereen, in N. I. Nat. Tijds. N. I. XX. 4 S. VI. 1859—1860. 29. 17024. Natuurkundig onderzoek vanNeêr-landsch Indië, door Prof. E. A.W. Miquel, dd. Amst. Deo. 1858. Aantooning van de zelfstandige en krachtige ontwikkeling der natuurwetenschap aldaar. Gids, XXIIIe j. N. S. 12e j. 1859. I. 236. — Idem, dd. Utrecht Mei 1860. Md. XXIVe j. N. S. 13e j. 1860. II. 345. — Idem, dd. Utrechl Aug. 1864. Aid. XXVIlIe j. 3 S. 2e j. 1864. IV. 311. 17625. Brief. dd. Oct. 1858 No. 15538, van den gouv. secretaris, om advies aan de Direktie van het Bat. Gen. op het verzoek van R. H. Th. Friederich, dd. Gedok 25 Oct. 1858, om lotsverbetering en ondersteuning zijner wetenschappelijke bemoeijingcn. Tijds. Ind. T. L. Y.-kunde, IX. 3 S. III. 1860. 13. — Advies van de Directie, vastgesteld in de vergadering van 5 Feb. 1859. Md. 33. 46. — Gouv. besluiten,dd. 10 Aug. 1859 No. 30, en dd. 28 Feb. 1860 No. 3. op dit verzoek. Aid. 425; X. 4 S. I. 1861. 20. — Gouv. besluit, dd. 23 Junij lS62No. 19, inhoudende de koninklijke magtiging, verleend bij kabinets rescript van 20 Maart 1862 No. 69, tot het verleenen aan B,. H. Th. Friederich eener subsidie ter tegemoetkoming in de kosten van aanschaffing der voor zijne wetenschappelijke werkzaamheden vereiscbt wordende boek- en plaatwerken. Aid. XII. 4 S. 111. 1862. 580. 176^6. Inhoud der circulaire, dd. 5 Jan. 1859, van den Kommandant van het Indische leger, J. van Swicten, tot medewerking van de officieren van dit leger ten dienste der natuurkundige kennis van Ned. Indic, zulks op verzoek van bet Bestuur der Natuurkundige Vereeniging in Ned. Indii;. T. v. N. 1. 21e j. 1859. I. 439. 17627. Aankondigend overzigt van »Ned. Indië in de Staten Gen. sedert 1814 door E. de Waal, 'sHage I860,quot; door Jhr. Mr. J. K. W. Quarles van Ufford, waarin over de geldelijke medewerking der Regering voor de uitgaven van koloniale werken. Ècon. Bijbl. 1860. 375, 384. 17628. Lofspraak op den Nedcrlandschen Consul te Varel J. C. H. Bley, ter zake zijner verschillende uitgegeven geschriften. Verslag Amst. 1862. 15, 16. — Adhaesie «an deze lofspraak. Sloet, Tijd». XXIV. 126. III. |
17629. De verliezen der wetenschap in Nederlandsch Indië. Hulde aan de overleden mannen der wetenschap gedurende de laatste twintig jaren. T. v. N. I. 1863. N. S, le j. I. 388. 17630. Verzoek, bij miss., dd. 14 Mei 1802 No. 50, van het Britsch consulaat, A. Fraser, te Batavia om medewerking der Nat. Vereen. N. I., tot het verkrijgen eener volledige verzameling van N. 1. voortbrengselen uit planten- en dierenrijk, van het laatste meer in 't bijzonder van conchologischcn aard, ten behoeve van den Gouverneur van Madras, William Denison, benevens gegeven antwoord hierop. Not. Nat. Vereen. 24 Mei 1862. Nat. Tijds. N. I. XXIV. 5 S. IV. 1862. 471. 17631. Wetenschappelijke werkzaamheid in Nederlandsch Indië, door *•*. Aantooning hiervan, met mededeeling van het oordeel hierover van den chef der Oostenrijksche expeditie met de Novara, den admiraal B. von Wüllerstorf-Urbair. T. v. N. I. 1863. N. S. le j. 170. 17632. Besluit in de alg. verg. van het Indisch Genootschap van 20 April 1863 genomen, tot uitstel der beraadslaging over het voorstel van J. Munnich omtrent het onderzoek, wat van staatswege zou kunnen gedaan worden tot vermeerdering der kennis hier te lande omtrent onze Overzeesche Bezittingen. T. v. N. I. 1863. N. S. le j. I. 314, 307. — Idem in die van 30 Mei 1863 tot hernieuwd uitstel. Aid. II. 46. 17633. Indisch Genootschap. Alg. Verg. van 18 Dec. 1863. Beraadslaging omtrent de vermeerdering der kennis hier te lande van onze Overzeesche Bezittingen. Voorafgegaan door dei tekst der Nota van J. Munnich tot toelichting van zijn voorstel. T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j.L 116, 143.— Het Indisch Genootschap en de bevordaring der kennis van Indic in Nederland. Zijnde verslag van bovengenoemde discussiën. Aid. 99. ■ 17634. Kan de wetenschap niet bloeijen in een tropisch klimaatP door Vox Indiae. Aantooning van de ongegrondheid dezer bewering van J. J. van Kerkwijk, door hem uitgesproken in de Tweede Kamer op 9 Mei 1864. T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. I. 457. 17635. Nog eenigo bronnen voor de taal-, land- en volkenkunde onzer Indische Bezittingen te Londen, aangewezen door A. B. C o h en 67 |
530
Stuart, liijdr. Ind. '1' T. V.-kmde, N. S. VI. 145. 17C36. Het oprigten vau eeu koloniaal museum hier te lande, en de daaraan te geven iurigting. Sloel, Tijds, XJI. 132. 17637. Bijzonderheden nopens den aan-gekondigden verkoop der Oost-Indische na-turaliön, als gedierten, planten, mineralen enz., van Dr. M. Honttuijn te Amsterdam. Letlerb. 1. 1788. 136; li. 1789. 71, 80. 17638. Naturalia door Mr. S. H. Rose, oud-raad-extraordinair van Hollands Indië, mededirecteur dezer Maatschappij, van Java en de Kaap, medegebragt en aan het natu-ralién-kabinet der Maatschappij geschonken. Holl. Maaisch. d. Wet. Nat. erh. VI. 1 st. 1812. 170. 17039. Uittreksel uit een brief van Sir Th. St. Raffles, ter medcdeeling van het verlies van al zijne papieren en teekeningen, op tijne terugreis uit Indiü naar Engeland door de verbranding van het schip The ïame. Letterb. 1824. II. 100. 17640. Mededeeling der voorwaarden van aanstelling door Z. M. van Dr. H. Kuhl cn Dr. J. C. van Hasselt, tot het doen cener reis in Ned. Oost-Indie, ter bevordering der ■wetenschappelijke kennis van de voortbrengselen der natuur in die landen. Letterb. 1S20. II. 387. — Hun vertrek met het schip Nordloh uit Texel op UJulij 1820. Aid. 387. — Berigten nopens hun reis. Aid. 387. — Uittreksels uit een brief van hen, dd. Kaapstad 24 Oct. 1820. Overzigt van hun verblijfenver-rigtingen aan de Kaap de Goede Hoop. Aid. 1821. I. 102, 132,18Uj 1822.1. 132. —Idem uit Straat Sunda, dd. 17 Dec. 1820. Overzigt hunner waarnemingen betreffende eenige dieren op de Kokos-Eil. Aid. 82, Mi. — Idom, dd. Buitenzorg 2 Maart 1821. Plan van hun voorgenomen reis over Java, alsmede overzicht der waarnemingen betreffende eenige vogelen op dat eiland. Aid. 1822. I. 85. — Idem, dd. Tjichanjavar aan den voel van den Pangerango 18 Julij 1821, betreffende de slangaardige dieren van Java. Aid. 99, 103, lOi. — Idem, dd. Tjichanjavar, aan den voet van den Pangero, 20 Julij 1821, betrel-fende de planten van Java. Aid. 117. — idem, den 8 Oct. 1820. Overzigt der waarnemingen van vissehen gedurende de reis. Aid. 1 t7. — Idem dd. Buitenzorg den 10 Aug. Is2i. Verslag hunner werkzaamheden spdert huu vertrek uit Nederland. Met naschrift van Th. van Swinderen, dd. Groningen 20 l'ebr. 1822, betreffende het overlijden van Dr. H. Kuhl. Aid. 149. — Brief van Dr. J. C. van Hasselt dd. Batavia 1 Fcbr. 1822, bevattende medcdeeling van de waarnemingen van hem en van Dr. H. Kuhl, betreffende de species van het genus Physalia, alsmede van de resultaten van hun anatomisch onderzoek der organisatie van dit genus. Atd. 11. 275, 290. |
17641 Bijzonderheden nopens de begonnen reis \ot natuurkundig onderzoek op Java, door Dr. C. 6. O. Reinwardt vergezeld door den kunstschilder A. Payen, de beide kunst-leekenaren A. J. en J. E. Bik, en den hor-tulamis W. Kenst. Uit de Bat. Courant van 17 April 1819, No. 16. Ind. May. II. Tw. 1845. No. 1 en 2. bl. 42. 17642. Benoeming van Prof. C. G. C. Reinwardt, tot Directeur tot de zaken van den landbouw, kunsten en wetenschappen op Java en naburige eilanden. Letterb. iüïi. I. 50; li. 210. 17613. Opgave van het personeel den Hoogleeraar C. G. C. Reinwardt toegevoegd op zijne reis over Java, dd. Batavia 1 Mei 1819. Letterb. 1919. II. 225. — Extract uit eenen brief, dd. Trogon, Regentschap Bandong op Java, den 22 Aug. 1819, inhoudende een overzicht van zijne werkzaamheden gedurende zijn verblijf op Java. Aid. 1820. I. 148. 17644. Verslag nopens de eerste bezending door den Prof C. G. C. Reinwardt, voor het Kon. kabinet van natuurlijke historie, afgezonden en verongelukt met Z. M. schip van oorlog //Amsterdam.quot; Overgcnomeu uit de Bataviasche Courant van 5 Sept. 1818. Letterb. 1819. I. 100. — Idem nopens de tweede bezending afgezonden en verongelukt met het schip //Vrouwe Ida Aleydaquot;. Aid. 99. — Voorgenomen derde bezending vau natuurlijke en andere voorwerpen. Aid. 10Ü. — Verslag nopens de vierde bezending eencr zeer rijke verzameling voor het museum van natuurlijke historie, welke met het schip »Arinus Marinasquot; is verongelukt. Aid. 1821. II. 114. — Verslag nopens twee bezendin-gen van'.Java, dd. Batavia 28 Januarij 1819, waarvan de een raet het schip //de Admiraal Evertsenquot; is verongelukt, Aid. 1819. I, 433, II. 193. — Te venvae!iteu bezending vau Java voor het Koninklijk museum van natuurlijke historie. Aid. 1820. II. 178. — |
581
Verslag nopens de bezending van Java voor dit museum al'gezouileu eu boLoudeu fum-gekomen met het seliip //Jolianna,quot; kapitein C. J. Jonker en met het schip //Schoon Verbond.quot; Aid. 1821. I. 84; H. 114. 17645. Eerste verzending van naturaliën naar Nederland door Dr. C. G. C. llein-wardt. Uit de liatav. Cour. v. 5 Sept. 1818. No. 36. Inventaris dezer verzending, verongelukt met Z. Ms. schip van oorlog //Amsterdam.quot; Ind. Mag. 11. ïw. 1845. No. 1 en 2. bl. 23. — Tweede verzending. Uit de Bat. Court, van 30 Jan. en 17 April 1819. No. 16. Inventaris van deze verzending, verongelukt met het schip //Ida Aleida,quot; gevoerd door kapitein Sipkes. Aid. 37. 17646. Mededeelingen, door Dr. W. H. de Vriese, betreffende dc in de zee verzonken verzendingen van naturaliën uit Indië naar Nederland; aanwinsten verkregen voor 's Rijks museum van natuurlijke historie, door die, welke behouden zijn aangekomen, allen zamengebragt door de bemoeijingen van C. G. C. Ileinwardt. 1818—1822. Reinwardt's Reis. Amst. 1858. 223. 17647. Voorgenomen terugreis van Java naar Nederland van den Iloogleeraar G. G. C. Ileinwardt:. Letterh. 1821.1. 85.— Uitstel van de terugkomst naar Nederland, door zijn togt naar de Moluksche-Eilanden, gevolgd door eenige opmerkingen over de te verwacht-en resultaten zijner zending. Aid. II. 19, 115. 17648. Bijzonderheden nopens de terugkomst in Texel met het schip Elisabeth op 31 Oct. 1822 van Dr. C. G. C. Rcinwardt uit Indië, en zijn vertrek naar Brussel. Letterb. 1822. II. 321. 17649. Reoordeeling van de redevoering van den Eloogleeraar C. G. C. Rcinwardt, getiteld: ,de augmentis quae historiae na-turali ex Indiae investigatione accesserunt,quot; uitgesproken bij het aanvaarden van zijn Hoogleeraarsambt in de wis- en natuurkundige wetenschappen te Leiden op 3 Mei 1823. Letterb. 1823. I. 290. — Opgave dezer redevoering. Boekz. Mei 1823. 579. 17050. Verkooping der boekerij van den Iloogleeraar G. G. C. Ileinwardt, door M. C. Letterb. 1855. 42. — Vermelding ivan eenige bijzonderheden. Aid. 121. |
17651. Mededeeling, dd. Amsterdam 20 Oct. 1838, van de uitreiking ten geschenke op last van Z. M. den Koning van de werken van den Hoogleeraar C. L. Blume getiteld: »Elora van Java en naburige eilandenquot; en „Rumpliiaquot; aan Dr. E. A. W. Mi-quel, aan den Hoogleeraar C. G. C. Rein-wardt, eu aan Dr. E. Junghuhn. Letterb. 1838. II. 322. 17652. Zakelijke inhoud der miss. dd. 4 en 12 Eebr. 1862 No. 359 en 456, van den tóesident van Palembang, J. A. W. vanOp-huyzen, betreffende de genomen maatregelen tot bevordering der kennis van de natuurvoortbrengselen van zijne residentie. Nat. Tijd,. N. I. XXIV. 5 S. IV. 1862. 516. 17653. Natuurlijke geschiedenis der Men-tawei eilanden, door H. von Rosenberg, volgons zijne waarnemingen in 1847 en 1849. Tijds. fnd. T. L. V.-leunde, I. 1853. 406. 17654. Wetenschappelijke nasporingen op het eiland Bali, in 184(5 door R. H. ï. Eriede-rich. Medegedeeld door W. R. v a n H o ë v e 11. 1. v. N. 1. 8e j, Batavia 1846. 3 d. 234: 4 d. 205. 17655. Adres, dd. Batavia den 19den Eebr. 1846, van den Pres. van het Bat. Gen. in N. I. W. R. van Hoëvell, aan Z. Exc. den Min. van Staat, Gouv. Gen. van N. I., strekkende ten betooge van de wensche-lijkheid der vergunning aan R. H. T. Eriede-rich om de expeditie, welke eerlang naar Bali zal vertrekken, in wetenschappelijke zending te vergezellen, ook met freldelijke ondersteuning van .iet Ned. Ind. Gouv. Besluit, dd. Buitenzorg den 28 Eebr. 1816 No. 8 van den Gouv. Gen. met de verlangde vergunning. T. v. N. I. Se j. Batavia 1846. 3 d. 223, 231. — Beide geplaatst in Pcrh. Bat. Gen. N. I XXI. 1846. Ie ged. 41, 48. — Noodzakelijkheid ecner geldelijke ondersteuning van R. II. T. Eriederieh, aangetoond door Dr. W. R. van Hoëvell. T. v. N.I. 1846. 4 d. 215. 17656. Punten van natuurkundig onderzoek op Timor, namens de Directie der Natuurkundige Vereeniging in Ned. Indië, door Dr. P. Bleeker en J. J. Altheer, opgesteld met het doel om de ophanden zijnde militaire expeditie naar Timor dienstbaar te maken aan de wetenschap. Not. Nat. Vereen. 23 Julij 1857. Nat. Tijds. N. I. XIV. 3 S. IV. 1857. 191. — Bijzonderheden nopens de uitvoering. Aid. 197. |
17657. Bijzonderheden nopens de voorgenomen reis, met Z. M. koloniale korvet de Zwaluw, van den luit. kol. Treffsz., tot natuurkundig onderzoek van de Moluk-sche en andere üostersche Eilanden. Uit de Bat. Cour. v. 17 April 1819 No. 16. Ind. Mag. II. Tw. 1845. No. 1 en 2. bl. 4:2. 17658. Bijzonderheden nopens de vergunning in 1853 door het Ned. Ind. Gouy. verleend aan A. R. Wallace, voor eene reis op de Moluksche Eilanden, Celebes en Timor, in het belang der aardrijkskunde en natuurlijke historie. Letterb. 1856. 46. 17659. Pogingen tot dienstbaarmaking der Bonische expeditie aan de natuurkundige wetenschap. Not. Nat. Vereen. 9 Dcc. 1858. Nat. Tijds. N. I. XVI. 4 S.II. 1858—1859. 372. — Wetenschappelijke resultaten dezer expeditie. Aid. XX. 4 S. VI. 1859—1860. 129. 17660. Bijzonderheden nopens een togtje door een Duitseher uit Bremen, in het Binnenste van het westelijk schiereiland van Nieuw-Guinea, met aansporing van het Ned. Gouv. tot eene wetenschappelijke expeditie op dat eiland. Sloet, Tijds, XV. 300. 17661. Over de hoogst gebrekkige toerusting der Kommissie in 1858 belast met een exploratietogt naar Nieuw-Guinea met de Etna. Jiijdr. Ind. T. L. V.-kunde, V. 1—3, 66—68. — Zie ook Gids, Aug. 1863. 378—383. 17662. Nota van H. von Rosenb erg, getiteld; Overzigt van voorwerpen, tot de na-tuurlijke geschiedenis van Nieuw-Guinea behoorende, verzameld gedurende den onlangs Sedanen onderzoekingstogt in dat gewest, lot. Nat. Vereen. 25 Nov. 1858.edanen onderzoekingstogt in dat gewest, lot. Nat. Vereen. 25 Nov. 1858. Nat. Tijds, N. I. XVI. 4 S. 11. 1858—1859. 364. Australië, 17663. Overzigt der verzameling mine- S t a t i Algemeen. 17671. Voorlezingen over statistiek gehouden in de Maatschappij Felix Meritis te Amsterdam,door Dr. B. van Voorthuisen. Sloet, Tijds. XII. 57, 297, 425; XIII. 189. |
ralen, gewassen en dieren door den kapitein Baudin op zijne reis om de wereld, van Nieuw-Holland en van de Molukkos gezonden naar het Nationaal museum der natuurlijke historie te Parijs. Letterb. 1803. II. 33. 17664. Mededeelingen betreffende de collectie opgezette dieren van de Botanybaai, van den oversten wondheeler bij die volkplanting John White. Letterb. V. 1790. 121. 17665. Beschrijving van den toestand, waarin de verzameling naturaliön, bestaande uit levende en opgezette dieren, delfstoffen, en zoo groene als gedroogde planten, door kapitein Baudin nit de Zuidzee gezonden, te Parijs zijn aangekomen. Letterb. 18U4. I. 17. Afrika. 17666. Naturalia en andere bijzonderheden in den jare 1805 van de Kaap de Goede Hoop, en deszelfs onbeschaafde volkstammen medegebragt, en aan het naturaliën-kabinet der maatschappij ten geschenke gegeven, door Mr. J. A. de Mist, mede-directeur d«zer maatschappij. Holt. Maatsch. d. Wet. Nat. yerh. VI. 1 st. 1812. 159. 17667. Verrijking der natuurbeschrijving van de Kaap de Goede Hoop. Uit de ,llevue Encyclopédique.quot; Mededeeling van het verslag door de Kommissarissen van het museum van natuurbeschrijving te Parijs, ter aantooning van de verdiensten van üelalande, met opzigt tot de uitbreiding der kennis van de fauna eu flora aan de Kaap, gedurende zijn tweejarig verblijf aldaar, van 1818—1820. Irene, I. No. 1. Julij 1821. 40. 17668. Zending van Zeyher naar de Kaap de Goede Hoop. Letterb. 1825. II. 145, 17669. Zending van Hilsenborg naar Madagascar. Letterb. 1825. II. 145. 17670. Zending van Boyer naar Iele de France. Letterb. 1825. II. 145. s t i e k. 17672. Redevoering, gehouden den 15 Maart 1859 by de opening van het Algemeen Bureau van statistiek, door den Hoogleeraar Ackersdijck. Sloet, Tijds. XVIII. 82. 17673. Het Congres van statistiek te |
Brussel in Sept. 1853, door H. A. Hage- gt; door «De Redaktie.quot; T. v. N. I. 1849. 2e
man te Groningen. Sloel, Tijds. XX. 4U1; d. 36!). Noot.
X. 49.
176S2. Aantooning, door Dr. P. B1 e e k er
17674. De beoefening der statistiek hier van het ouderling verschil betreflende het-
te lande, ook met het oog op onze Over- zelfde onderwerp in de ofiieieele statistieke
zeescbe Bezittingen. Sloet, Tijds. V. 3(i4. opgaven. T. v. N. 1. 185Ü. 1. 91, 18l).
533
17678. De Rijkskommissie voor statistiek, door Mr. J. i'', B. Baert. Sloet, Tijds. XXII. 162. Nederlandseh Indië. 176/6. Mededeeling, door S. van Deventer JSz. van den zakelijken inhoud van het besluit, dd. 19 Mei 1(gt;27 No. 19, van den Com. Gen. L. P. J. Burggraaf du Bus de Gisignies, tot zamenstelling van een ,statistieke geschiedenis van het eiland Java en onderhoorigheden,quot; en opdragt van dien arbeid aan G. de Serière. T. v. iï. 1 1865. N. S 3e j. I. 21». — Tekst van dit besluit. de Serière, Mijn loojihaan, Zwolle 1849. 36. — Bijzonderheden nopens de uitvoering. Jld. 15 Noot. 17677. Bijzonderheden uit het Indisch besluit, waarbij Ds. G. de Serrière belast wordt met het werkeu aan de statistiek van Ned. Indië. üoeki. Julij 1827. 122. 17678. Mededcelinp, met toelichting, door S. van Deventer JSz. van den zakelijken inhoud der Indische resolutie, dd. 3 Jan. 1832 No 31, en inhoud der Indische resolutie, dd. 3 Jan. 1832 No. 31, tot onthelling van (J. de Serière van bovengenoemden arbeid, en tot opdragt aan J. M. van Beuseehem, waarnemend President van uen Raad van Justitie te Batavia, van de vervaardiging eener ^Statistiek van Nederlandseh Indië, alsmede tot vaststelling der hool'dvoorsehrif-tcn voor de inrigting van dit werk. T. », ^ I. 1865. N. S. 3c j. II. 331. 17679. Klagt over de opheffing van het Bureau voor de statistiek te Batavia. T. v. N. I. 7e j. Batavia 1846. 2e d. 28. 17680. Iets over koloniale statistiek, in verband met de algeraeene statistieke kaart der Nederl. Üverzeesehe Bezittingen van i'. Melvill van Carnbee. T. v. N. I. 1849. 2e d. 296. 17681. Aantooning van het belang eener statistieke en kadastrale opname van Java, |
17683. De waarde van statistieke opgaven omtrent Java, door Dr. W. Boseh, dd. Batavia 25 November 1851. Verdediging zijner eijfers in zijne brochure over »de vermeerdering van Java's bevolking. Rott. 1851quot; tegen het Goudseh Kronijkske. 2'. v. N. I. 14e j. 1S52. 1. 118. 176s4. Aanbeveling van de oprigüng van een algemeen Centraal Bureau van statistiek te Batavia. Sluet, Tijds. XV111. 237. 17685. Voorstel tot daarstelling van een genootschap van statistiek voor Nederlandseh indie. Not. Maatsch. Nijv. 18 Juuij, 1857. Tijds. Nijv. N. I. IV. 1859. 324. 17686. Mededeeling betrefl'ende het verzoek om medewerking door de Rijks Com. missie voor slatisliek aan het Indisch Ge. nootschap. Hand. hid. Gen. VI. 1859. 117. 17687. Brief, dd. 's Hage 16 April 1859, van do Rijks Commissie voor statistiek, inhoudende verzoek om medewerking aan de Natuurkundige Vcreeniging in N. I.; alsmede het gegeven antwoord hierop. Not. Nat. Vereen. U Julij 1859 Nat. Tijds. N. I. XX. 4 S. VI. 1859- 1860. 187. — Brief, dd? van idem, ter aanbieding van 's Konings besluit, lioudendc de instelling dezer Rijks Commissie, alsmede van hare circulaire aan buitenlandsehe gciioolschappcn en geleerden. Hot. Nat. Vereen. 12 April I86U. Ald.XXIL 5 S. II. 1860. 79. — Brief, dd. 31 Dec. lamp;iil, dezer Commissie, kennisgevende van hare ontbinding bij Kon. besluit van den 29 te voren. Aid. XXIV. 5 S. IV. 1862. 520.— Idem aan hel Batav. Gen. v k. en w. alsmede antwoord hierop. Tijds. Ind. T. L. y.-kunde, IX. 3 S. 1IL 18(j0. 245. — Brief, dd. 'sHage 14 Jan. 1860 No. 4, van deze Commissie dankzeggende voor de toegezegde medewerking. Aid. X. 4 S. I. 1861. 293.— Brief, dd. 31 Dec. 1861, dezer Commissie kennisgevende van hare ontbinding bij Kon. besluit van den 29 te voren. JÏd. XII. 4 S. lU. 1862. 213. 17688. Brief, dd. 31 Dec. 1861 No. 261, i. van de Rijkscommissie voor statistiek, |
534
aan den Min. van Kol. betreffende volkstellingen in Nederlandscli lndii; en opname van den veestapel op Java, met bet daarbij overgelegd rapport, dd. 's ïïage Deo. 1861 van Mr. B. W. A. E. Baron Sloet tot Old-huis, T. J. Wilier, M. M. von Baurahauer en Dr. S. Vissering. Cornets de Groot, Bekeer, 'sliage 1862. 371. 17689. Betoog voor eene betere beoefening der statistiek van Nederlandscli Indië, door Dr. P. Bleek er. T. v. N. I. 1863. N. S. Ie j. II. 227. 17690. Publieiteit van statistische bijzonderheden omtrent Nederlandscli Indië. Zijnde betoog van hare noodzakelijkheid door Dr. P. Bleeker, met overname van de opmerking hierover van E. de Waal, op pag. 61 van zijne brochure #Aau(eckeningcn over koloniale onderwerpen 1. De opiumpacht op Java 's Hage 1861..quot; T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. II. 383. 17691. Beschouwingen van Jhr. Mr. J. K. W. Quarlcs van Ufford over de wijze van oprigting van een Statistiek Bureau te Batavia. Econ. Bijbl. 1864 240—242. |
Engelsch Indië. 17692. Mededeelingen door Prol. A. W. von Sch le gel, betreffende de beoefening der statistiek in Britsch Indië. T. v. N. I. 4e j. 2 d. Batavia 1842. 636. 17693. Beknopt statistieseh overzigt van Britsch Indië. Sloet, Tijds. XV. 368. 17694. Korte statistische en historische aanteekeningen nopens Britsch Indië, handel, materiele toestand, financiën etc. Econ. 1857. 353. 1761)5. Over het eerste verslag,uitgebragt door het Comité voor de statistiek van de geldmiddelen, den handel en het burgerlijk bestuur in Britsch Indië, Kol. Jaarb. 3e j. 1863. 252. 17696. Statistiek van de Engelschc kolonie Tasmania of van Dicmensland over 1855, met beschouwingen hierover in verband niet onze bezittingen. Sloet, Tijds. XIV. 351. INSTELLINGEN EN GENOOTSCHAPPEN. I. Musea, Verzamelingen enz. |
In Europa. 17697. Plan van oprigting te Petersburg van een Aziatisch museum. Letterb. 1830. I. 35:j. 17698. Mededeelingen betreffende het Oostersch kabinet in het Oost-Indische huis te London, niet VVilkens als Directeur. Letlerh. 1801. II. 209. 17699. Bijzonderheden nopens de zamen-stelling van het Oostersch museum in het O. 1. Comp. huis Ie Londen, met Maurice als bibliothecaris en opzigter, met mededee-ling van de plaatsing daarin van de bibliotheek van Tippo-Saib, Letterb. 1802. II. 353. 17700. Aantooning dor belangrijkheid van het herbarium der Engelschc Ö. 1. Comp., aan de Linncan Society ten geschenke gegeven. Letterb. 1833. I. 33. 17701. De rauseën voor toegepaste plantenkunde. Uit Bonplandia I. No. 10. 1853. Hunne oprigting, verkregen resultaten, benevens de verdienste in deze van Sir William Hooker. Tijds. Nijo. N. I. I. 1854. Uittr. 13. |
17702. Over het onvoldoende der bestaande bibliotheken op koloniaal gebied en het niet verstrekken aan onze Akademische bibliotheken van hetgeen in Indië gedrukt wordt, door Dr. H. C. Millies uitgesproken inde vergadering van 12 Mei 1862. l'ersl. Kon. Akad. d. Wet. Lett. VII. 1S63. 39. 17703. ïitsing, gewezen Ilollandsch gezant in China en Japan, heeft een gedeelte van zijne Japansche boeken aan de Nationale bibliotheek te Parijs vereerd. Letterb. 1804. I. 34. 17704. Voorstel van Dr. J, Hoffmann in de vergadering van 14 Mei 1855 van de Kon. Akademie van Wet. tot het verzamelen eener bibliotheek van oorspronkelijke Chinesche werken. Letterb. i865. 158. 17705. Verslag van den Directeur van het museum van oudheden te Leiden, Dr. C. Leemans, betrekkelijk den staat van die in- |
INSTELLINGEN EN
rigting over 1843, voor zoo veel betreft den toestand en opname van Aziatiscbe en Ja-vaansche oudheden, o. a. verzameling Bagman, H. J. Domis, J. F. van üvermeer Fisscber, J. F. W. van Nes, C. P. J. Elout, A. van der Poel. LeUerh. 1844. I. 157. — Idem over 1844, o. a. verzameling 11. J. Domis, J. F. van Overmeer Fisscber en P. O. G. Guyot. Aid. 1845. I. 183. — Idem over 1845, o. a. verzameling G. J. Heyligers en A. Vermeulen. Aid. 184'!. I. 142. — Idem over 1847. Jld. 1848.1.121— Idem over 1849, o. a. verzameling G. A. G. P. Baron van der Capellen. Aid. 1850. I. 334, 349, 364, — Idem over 1851, o. a. toezending door Ur. C. Swaving, Tem^inck, J. C. L. van der Wijek, A. F. H. van der Pool. Aid. 1862. I. 267. — Idem over 1854, o. a. toezending door bet Vorstelijk buis en Dr. C. Swaving. Aid. 1855. 115. — Idem over 1855, o. a. aankoop uit de nalateusebap van den Hoogleeraar G, G. C. Reinwardt. Aid. 1850. 1Ü7. — Idem over 1850, o. a. verzameling van H. J. Domis door K. A. J. Baron van Ittersum aangeboden. Aid. 1857. 124. 17706. Bijzonderbeden nopens de Japansebe verzameling van J. F. van Overmeer Fisscber, niet opgave van bare rangschikking en overplaatsing bij het Kon. kabinet van zeldzaamheden te 'sllage. LeUerh. 1855. 373. 17707. Het Rijks Japanseb museum von Siebold. Mededeeling uit dc Staatscourant van 9 Mei I860, No. 110, van den tekst van bet verslag van de wording en den toestand van dit museum, door Dr. C. Leemans, waarn. bestuurder. Tijdslr. 3e i. 1SG0. II. 203. 17708. Brief van den In adj. seer, der Ind. Regering, dd. 17 Oct. 1854 No. 1399 e, aan dc Directie van bet Pat. Gen. N. I. om advies over de pogingen van Prof. P. O. van der Chijs, ter bekoming van eenige goed bewaarde exemplaren van Indische reeepissen, speciën en munten, voor het munt- en penningkabinet der Hoogescbool te Leiden. Not. 23 Febr. 1857. Tijds. [nd. T. L. f.-kunde, VII. 3 S. I. 1858. 182. — Nader advies, dd. 2 Maart lb57, ten vervolge op zijn nota dd. 23 April 1857, van E. Netscher, over bogengenoemd aanzoek, en genomen maatregelen dien ten gevolge. Kot. 6 April IS57. Atd. 247. |
17709. Mededeeling door Dr. J. H. Croockcwit Cz. van bijzonderheden nopens dc kollektie vogels en zoogdieren door hem in Koesan op Borneo verzameld, met bestemming voor 's Rijks museum van natuurlijke historie te Leiden. Not. 5 Mei 1852. Nat. Tijds. N. I. 3e j. 1852. 335. 17710. Aanwijzing omtrent de bewaring van voorwerpen, uit het rijk der dieren, planten en delfstoffen. Zijnde herdruk, met eenige wijzigingen, van de in 1847 ter Landsdrukkerij te Batavia uitgegeven, en naar aanleiding van Dr. C. J. Temminck's voorschrift, opgemaakte instructie. Nat. Tijds. N. I. XXIII. 5 S. III. 1861. 413, 442. 17711. Zakelijke inhoud van den brief, dd., van den Directeur van 's Rijks museum van natuurlijke historie te Leiden, Dr. H. Schlegel, betreffende bot verzoek aan de Directie der Natuurkundige Verceniging in Ned. Indic, tot opzending naar Leiden door bare tusscbenkomst, der voorwerpen, verzameld in den Indisclieu Archipel, en bestemd voor dat museum. Benevens toegezegde medewerking, genomen maatregelen en toezending. Not. Nat. Vereen. 13 Oct. J859, 27 Oct. 1859, 17 April 1861. Nat. Tijds. N. L XX. 4 S. VI. 1859—1860. 333, 376; XXII. 5 S. II. 1860. 9l; XXIII. 5 S. III. 1861. 441; XXV. 5 S. V. 1803. 348. 17712. Zending naar Nederland ten behoeve van bet museum van natuurlijke historie te Leiden, van eene verzameling voorwerpen uit het dieren- cn delfstoffenrijk, bijeengebragt door Dr. J. H. Croockcwit, gedurende zijn reis op Borneo. Overgenomen uit het R. Verslag over 1852. Letterb. 1854. 329. 17713. Aanbeveling bij miss., dd. Leiden 15 Sept. 1803, door Mr. S. C. Snellen v,a n V o 11 e n h o v e n, van 's Rijks museum van natuurlijke historie te Leiden in de medewerking en ondersteuning van de Nat. Vereen. N. I. Nat. Tijds. Al. I. XXVII. 6 S. II. 1804. 382. 17714. Zending naar Nederland ten behoeve der verzamelingen van de Koninklijke Akademie te Delft, van voorwerpen uit het delfstoffenrijk van Billiton, benevens eenig jagt-, visch- en landbouwgereedschap van de inboorlingen van dat eiland, verzameld door den Ingenieur van bet mijnwezen C. de Groot. Ontleend aan het R. Verslag over 1852. Letterb. 1854. 329. — Idem van naturaliën door hem verzameld gedurende 1854. Over- |
5:'6 KUNSTEN EX WETENSCHAPPEN.
genomcu uit het. R. Verslag over 18.quot;)4. Aid. '1857. 11. 17715. Verklaring vau Prot. S. Bleekrode, dat lot uitquot;. 1S67, geene mineralen enz. uit Nederl. Indici zijn ontvangen aan de Delftsehe Akademio. Aa(. Tijd-. N. I. XVII. 4 S. 111. 1858—lb59. 2i9. — Beantwoording door Cs. de Groot van deze verklaring. jN'ot. Nat. Vereen. 23 Dee. 1858. Aid. XVI. 4 S. II. 1858—1859. 3S9. — Nader antwoord, dd. Buitenzorg 7 Jan. 1859 van Cs. de Groot hierop, niet. ecu opgave der delfstoffen, welke aan de Delftsehe Aka-demies, voor het mineralenkahinet, ten geschenke zijn gezonden gcdurende 185J tot uit'. 185n Aid. XIX. 4 S. V, 1859. 314. — Wederantwoord van Bleekrode. Aid. XXIII. 5 S. III. 1861. 30. — Wederleg- fing door Cs. de Groot, dd. Buitenzorg 25 an. 18(il.ing door Cs. de Groot, dd. Buitenzorg 25 an. 18(il. Aid. 371. 1771C. Tekst der negotiatie tot het aanleggen eenor boekverzameling over koloniale aangelegenheden, ten dienste vau het ludisch Genootschap te 'sGravenhage, vastgeslokl op 26 Mei 1855. Hand. Ind. Oen. II. 1855. 89. — Aanvankelijke resultaten, dd. 22 Deo. 1855. Aid. 288. — Uitnoodiging aan de nieuwe leden van het Indisch Genootschap tot deelneming. Aid. IV. 1857. 117.— Toestand der bibliotheek. Aid. VII. 1860. 241. Builen Europa. 17717. Berigt nopens de plaatsing van de .Illustrated London Newsquot; in de boekerij van den Keizer van Japan. 1854.66. 17718. Brief, dd. 's Hage 23 Fehr. 1855 Lett. F. N0. !■quot;gt;, van den Min. van Kol., over de daurstelling eener bibliotheek van wetenschappolijken aard op Deeima; alsmede antwoord der Akademie, dd. 26 Maart 1853, met begeleidende boekenlijsten. ^ersl. Kon. Ami. d. Nal. IVet. 111. 1855.275; Letterb. 1855. 109. 17719. Bijzonderheden nopens de boekverzameling van Dr. Long-Kiewa. welke door hem is vermaakt aan de Aziatische Maatschappij te Calcutta. Lellerb. 1841. 1. 209, 210. |
17720. Aangenomen voorstel van den aftredenden bibliothecaris G. de Serière gedaan in de Alg. Verg., dd. 2 Febr. 1825, van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, door vrijwillige inschrijving van een fonds ten behoeve van de boekerij en het kabinet van dat Genootschap. Letterb. 1826. I. 151. — Bijzonderheden nopens dit; alsmede mededeeling der verkregen resultaten. Overgenomen uit de Ned. Staatscourant van 16 Junij 1825. de Serière, Mijn Loophaan. Zwolle 1849. 4. 17721. Lijst der werken uit den voorraad van 's Lands drukkerij, waarvan kosteloos, ten dienste van de bibliotheek van het Batav. Genootschap van K. en W., een exemplaar zal worden verstrekt. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VIII. 3 S. 11. I8quot;lt;9. 93. — Correspondentie hierover met het Indische Gouvernement; alsmede over de jaarlijksche toezending. Not. 6 April 1857, 27 Julij 1857, 7 Mei 1858, 13 Julij, 7 Sept. en 5 Oct. 1861, 98 Jan. en 12 Mei 1860,7 Junij 1862. Aid VII. 3 S. I. 1858. 250, 254; VIII. 3 S. II. 1859. 89; X. 4 S. I. 1861. 16, 293; XII. 4 S. III. 1862.128, 141,150, 563. 17722. Nota, dd. Sept. 1863 van den bibliothecaris van het Bat. Gen. Mr. J. A. van der Chijs, betreffende de inrigtingder bibliotheek. Nol 12 Sept. 1863. Not. Bat. Gen. N. I. I. 1862—63. 269. 17723. Mededeeling van den inhoud van de Resolutie van den Gouv. Gen. a. i. J. C. Baud, in rade, dd. 13 Au^. 1835 No. 13, tot uitvoering en ondersteuning van de gedane voorstellen door de Directie van het Bat. Gen. v. K. en W. tot oprigting van een museum voor natuurlijke geschiedenis, oudheidkunde en land- en volkenkunde. Letterb. 1836. I. 257. -- Tekst van dit besluit. Verh. Bat. Gen. v. K. en IV. in N. 1. XVI. 1836. bl. XVIII. 17724. Verhaal der oprigting door het Batav. Gen. in N. I. van een kabinet van oudheidkunde of museum van oudheden; zoo als dit wordt medegedeeld in het verslag der werkzaamheden van het Genootschap door den vice-president W. R. van lloëvell, dd. 5 Oct. 1843. Verh. Bal. Gen. N. A XIX. 1843. bl. XL en XLII. — Idem. Overzigt dd. 8 Mei 1847, van de uitbreiding van dit kabinet, sedert 1844. Aid. XXI. 1846—7. Ie ged. 58. 17725. Verrigtingen van E. Netscher tot plaatsing in de Javasche Courant van 24 Junij 1857. No. 50. 2e bijv. eener adverten- |
537
INSTELLINGEN EN
tie in de Nedcrduit.sclie, Javaansolio en Ma- | leisolie tulen, dienende tot aanbeveling in de algemeene belangstelling van het etlmogra-phiseh museum van het batav. Gen. van K. en tV. Nut. IS Mei 1857. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VII. 3 S. I. i85S. 5i57. 17720. Desiderata van liet Batav. Gen. van K. en W. betreffende ethnologic, arehae-ologie, numismatiek en linguistiek, bepaald met liet oog cp 'sGenootsehaps verzamelingen en bibliotheek. Vastgesteld in de vergadering van 16 Sept. 1S58. Tijds. Ind. T. L. f'.-kunde, Vlll. 3 S. II. 1859. 292. 17727. Brief, dd. Batavia 215 Oet. 185S, No. 2081, van den In Gouv. Seor., over het voornemen der Regering tot afgifte aan het Batav. Gen. der huldegeichenken van Inland-sehe Vorsten en Grooten, 1en einde als eene afzonderlijke afdeeling van 's Genootschaps museum te worden bewaard. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IX. 3 S, 111 1860. 8. — Gou-vernements besluit, dd. 11 Dcc. 185S, No. 77, waarbij deze maatregel wordt vastgesteld. Aid. 43. — Gouvs. besluiten van 11 ïcbr. 1859 No. 3, van 31 Maart 1860 No. 48, enz., waarbij aan dezen maatregel wordt uitvoering gegeven. Aid. 52; X. 4 S. I. 1861. 292, enz. 17728. Lijst der ethnologisehe voorwerpen van Nieuw Guinea, verzameld op den vol-bragten onderzoekingstogt, en voor hot museum van het Batav. Gen. aangeboden door H. D. A. van der Goes, Resident van Banda. Not. 6 November 1858. Tijds. Ind. T. L. F.-kunde, IX. 3 S. III. 1800. lü. 17729. Indisch besluit van 20 Jan. 1859 No. 23 tot verstrekking aan het museum van het Batav. Gen. van exemplaren van wapenen en ligte gesehutsoorten, die bij de militaire expeditica zijn of worden buitgemaakt. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IX. 'ó Ö. III. 1800, 42. — Uitvoering van den maatregel. Aid. 53, 54, 221, 227, 236, 242,243; X 4 S. I. 1861. 463, enz. 17730. Bijzonderheden nopens den cata- , logus der ethnographisclie voorwerpen van i Borneo, in het museum van het liarav. Gen. opgemaakt door H. von Gaffron Not. 2 Junij 1800. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, X. 4 8. I. 1861. 309. 17731. Opdragt aan E. Netsclier van liet vervaardigen van een afzonderlijken catalogus |
van door het Gouvernement aan ,het Batav. ücn. ter bewaring gegeven voorwerpen. Not. 12 Mei 1860. Tijds. 'ind. T. L. V.-kunde, X. 4 S. I. 1861. 293. 17733. Opgave, door J. A. van der Chys der door A. London geschonken en gekochte Siamesche voorwerpen ten behoeve van het Batav. Gen. Not. 3 Mei 1862. Tijds. Ind. T. L. K.-kunde, XII. 4 S. 111.1862. 548. 17733. Bijzonderheden nopens het Indisch besluit van 24 Mei 1862 No. 2, betreffende den aankoop door het Batav. Gen. van voorwerpen van archaeologische of ethnologisehe waarde, geschikt voor 's Rijks verzamelingen in Nederland; zullende daartoe telkcnreize moeten worden gemagtigd door het Indische Gouverneraeut. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, Xll. 4 S. III. 1862. 534, 557, 581. 17734. Mcdedceling betreffende don toestand der verzameling Indische munten en gedenkpenningen van het Batav. Gen. van K. en W. en de genomen maatregelen tot hare uitbreiding. Tijds. I;id. T. L. Y .-kunde, VI. N. S. III. 1867. 459 ; VII. 3 S. 1. 1858. 187, 254, 4)7. — Berigt van 15. Netsclier, in de vergadering van 16 September 1858 betreffende den toestand van 's Genootschaps munt- en penningkabinet. Aid. VIII. 3 S. II. 1859. 295. 17735. Nota van aanwinsten van 's Genootschaps munt- en penningkabinet, opgemaakt door E. N etscher. Not. 4 Dec. 1858. Tijds. Ind. T. L. /.-kunde, IX. 3 S. 111. 1860. 36. 17736. Voorgenomen oprigting door J. K. Hasskarl van een herbarium en natuurkundige boekerij te Buitenzorg. De Kopiist, le j. ie d. Batavia 1842. 684. 17737. Mededcclingen betreffende de zamenstclling door N. J. Hoorweg, van een supplement-katalogus van de boekerij der Natuurkundige Vereeniging van Neder- 1 landsch Indiii. Not. 23 Julij 1864. Nat. Tijds. N. I. XXVII. 6 S. II. 1864. 457. 17738. Geschcuk bij miss. dd. 7 April 1864 No. 96, van P. 51. Vrancken, Bisschop van Colophon in part. inf. te Batavia, van een collectie boekwerken aan de Nat. Vereen. N. I., waarvan eene lijst wordt medegedeeld. |
538
Nat. Tijds. N. I. XXVII, 6 S. II. 1864. 424, 425. 17739. Mededceling, door P. J. Maicr betreffende do /.amenstelling van een katalo-gus der mineralen aanwezig in het museum der Natuurk. Vereen, in Ned. Indie. Not. 14 Dcc. 1861. Nat. Tijds. N. 1. XXIV. 5 S. IV. 1862. 279. 17740. Besluit van den G.G. dd. 27 Mei 1854 No. 10, ter aanbieding aan do Nat. Vereen, v. N. I. van voorwerpen door het Gouv. ingekocht van de Balaviaschc Tentoonstelling. Nat. Tijds. N. /. VI. N. S. III. 1854. 358. 17741. Geschenk van F. J. H. Gevers aan het museum der Nat. Ver. in N. I. van een verzameling houtsoorten van het eiland Noesakambancan. Not. 9 Jan. 1855. Nat. Tijds. N. I. Vill. N. S. V. 1855. 18G. 17742. Bijzonderheden nopens den brief, dd. 5 Junij 1858, van G. S. Augus, Seor. der Dircktie van het Australian Museum te Sydney, betreft'ende eene ruiling van natura-liën, voorgesteld door do Natuurk. Vereen, in Ned. Indiö bij brief, dd. 5 Jan. 1857. Nat. Tijds. N. L XVI. 4 S. II. 1858— 1859. 298. 17743. Aanbieding, door J. T. van Bloemen Waanders aan de Nat. Ver. N. I. van natuurkundige voorwerpen tijdens de jongste Bonische expeditie door hem en den Luit. Q,. L. Berail verzameld. Not. 12 April 1860. Nat. Tijds. N. I. XXII. 5 S. II. 1860 81. 17744. Brief, dd. Lahat 7 Oct. 1860, van C. A. M. M. v o n E 11 en riedcr, over de ruiling van natuurkundige voorwerpen door bemiddeling van het bestuur der Kon. Nat. Vereen., naar aanleiding van het voorslel van Fr. Graaf de Gastelnau, benevens daarop genomen beslissing. Not. 18 Oct. i860. Nat. Tijds. N. I. XXIII. 5 S. III. 1861. 81. |
17745. Maatregelen in Indiö tot bevordering der belangen van het te Amsterdam op te rigten museum van koloniale produk-ten, onder medewerking der Ned. Ind. Maatschappij van Nijverheid, ten gevolge ecner missive, dd. 'sHagc 13 Junij 1854 L. A. No. 2/425 van den Min. van Kol. C. E. Pahud aan den Gouv. Gen. A. Duymaer van Twist. Zakelijke inhoud van den brief, dd. 2 Oct. 1854 No. 312 van de Generale Directie van Einanciën aan de Dircktie der Ncd. Ind. Maatseh. v. Nijv.; diseussicn hierover en antwoord, dd. 15 Dcc. 1854. Not. Maatseh. Nijv. 16 Nov. en 14 Dec. 1854. Tijds. Nijo. N. 1. II. 1855. O. B. 101,105.— Zakelijke inhoud van het Indisch besluit, dd. Batavia 14 Eeb. 1855, tot regeling der medewerking van de N. 1. Maatseh. v. Nijv. Aid. 199. — Circulaire, dd. Batavia 20 Maart 1855 van de Dircktie, met bijlagen, handleiding voor het verzamelen van gewenschte voorwerpen, goedgekeurd bij Indisch besluit dd. 29 Maart 1855 No. 7. Aid. 205.— Verzendingen voor dat museum. Aid. III. 1856. 486; IV. 1858. 327; V. 1859. 102. 17746. Zakelijke inhoud der Nota van E. Eraneis, ten betooge voor de oprigting door de N. I. Maatseh. v. Nijv. van een museum van Indische produkten van landbouw en nijverheid, met subsidie van het Indisch Gouvernement, benevens discussie en beslissing hierop. Not. 26 Mei 1857. Tijds. Nijv. N. I. VI. 1858. 321. 17747. Gedetailleerde opgave van het aantal bezoekers Nov. 1862 — Eebr. 1863, van het mineralen-kabinet bij het bureau van het mijnwezen te Buitenzorg. Uit de Jav. Cour. Nat. Tijds. N. /. XXV. 5 S. V. 1863. 471, 474, 475, 477. 17748. Mededceling, door W. E. Versteeg, nopens de toegankelijkheid ter raadpleging van het volledig mineralogisch kabinet in het bezit van het topographiseh bureau der genie te Batavia. Not. Nat. Vereen. 23 Junij 1859. Nat. Tijds. N. 1. XX. 4 S. VI. 1859—1860. 170. |
II. Genootschappen en Maatschappijen.
Europa. |
17749. Prijsvraag tegen 1784 van het Batav. Gen. van K. eu W., getiteld: Uit het beredeneerd plan van alle geleerde genootschappen in Europa, en do opgave van alle letterkundige en perodieke werken, op te ge- |
53Ö
INSTELLINGEN EN
ven het beste plun voor een geleerd genootschap en voor een letterk\indig nieuwspapier. If'erh. But. Gen. N. t. II. 3e dr. voorberigt 15; IV. 2e dr, 1824. Voorberigt 14. 17750. De geographische maatsehappijen van Europa. Overzigt daarvan en klagt over onze achterlijkheid in die tak van weienschap. Stoet, Tijds. XIII. 337. 17761. Bijzonderheden nopens de bijeenkomst van Dcc. 1835 der K. Aziatische Maatschappij. Letlerb. 1836. I. 290. 17. 52. Mededeeling betreflende de werkzaamheden van de Hakiuyt Society te London. Letlerb. 1854. 385. 17753. Medcdeelingen betreffende de za-menstelling en werkzaamheden van de /'Association tbr promoting the discovery of the interior parts of Africaquot;, te Londen in 1788 opgerigt. Letterb. V. 1790.134; VI. 17ü6. 211. 17754 Bijzonderheden nopens de oprig-ting in Engeland eener Maatschappij, met het doel oin Midden-Afrika voor de wetenschap, het handelsverkeer en het evangelie te openen. Letterb. 1854. 341. 17755. Medcdeelingen, dd. Parijs 7 Sept. 1800, betreffende de oprigting te Marseille van een //Sooieteit van het Binnenlandsch Afrikaquot;. Letterb. XIV. 1800. 89. Nederland. 1(756. Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned. Indië bij de Koninklijke Akademie te Delft. Aanbeveling van het ontworpen Instituut, en mededeeling van het Programma, dd. Delft, den 3 Febr. 1851, door J. C. Baud, ü. Simons en T. Roorda. T. v. N. I. 13e j. 1851. I. 189. 17757. Eerste programma en aanbeveling van het ontworpen Kon. Instituut voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Ncd. Indic. 2'. v. N. I. 1851. I. 189. 17758. Overzigt van hot verhandelde in de tweede algemcene vergadering, te Uclft op 24 April 1852, der Leden van het Kon. Inst. voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van N. I. Astrea, 11. 1852. 132. 17759. Het Kon. Inst. voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van N. 1. door W. Q,. Overzigt van het. doel, den staat eu de werkzaamheden, naar aanleiding van het daarover uitgebragt versl.ig over 1853 en 54. Letterb. 1854. 312. — Toelichting door W. Q,. dd. 7 Nov. 1854 van dit artikel. Letterb. 1854. 358. |
17760. Vragen van het Kon. Inst. voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van N, I., ter voldoening van Art. 27 en 28 van het Reglement. Bijdr. T. L. en V.kunde v. iV. I. I. 1853. bl. IXj — 'L v. A. I. 14e j. 1852. II. 75. III. 1855. bl. XXIII; IV. 1856. bl. XXIII. 17761. Het Kon. Inst. voor de Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, door **. — Splitsing in afdcclingen, voorgenomen uitbreiding der bibliotheek, inhuur van een lokaal te 'sHage, aanbeveling eener wijziging der wetten met het oog op het onvermijdelijke van staatkundige beschouwingen over Indische toestanden, in de afdeeling «Land- en Volkenkundequot; van dat Instituut. T. v. N. I. 1863. N. S. Ie j. I. 59. 17762. Verslag van den staat en de werkzaamheden van het Kon. Inst. voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandseh Indiö, gedurende het jaar 1864—65, dd. 'sHage 27 Mei 1865. T. v. iï. I. 1865. IS. S. 3e j. II.-I57. 17763. Vereen'ging van het Kon. Inst. voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van N. 1. en van het Indisch Genootschap. — a. Brief, dd. 24 Mei 1859, van Ür. C. Leemans, aan het Indisch Genootschap, inhoudende zijn voorstel daartoe. Rand. Ind. Gen. VII. 1860. 113. — b. Verslag der discus-siën hierover, in de verg. op 30 Sept. 1859. Aid. VI. 1859. 256. — c. Verslag der dis-cussiën tot adhaesie aan dit denkbeeld, in de verg. op 16 Pcbr. 1860; benevens Nota, gezonden aan al de leden, en bevattende de grondslagen, punten, beslissing en uitvoering tot dat einde. Aid. VII. 1860. 3. — d. Brieven, dd. 'sHage 20 Jb'ebr., 26 April en 23 Mei 1860 No. 100 en 101, van het Bestuur van het Ind. Gen. aan het Bestuur van het Kon. Instituut. Aid. 114, 118. —o. Besluit, door het Genootsehaps-Bestuur op 23 April 1860 genomen. Aid. 116. — /. Brieven, dd. Delft 17 April en 12 Mei 1860 No. 173 en 177, van het Bestuur van bet Kon. Inst. aan het Bestuur van het Indisch Genootschap. Aid. 115, 117- — Nader verslag be-reffende de vereeniging, en brieven, dd Delft 26 Junij, 15 Sept. en 10 Dec. 1860, van het lustituuts-bestuur, en dd. 'sllage 20 üec. 1860 No. 121 van het Genootschapsbestuuv. Aid. 229. |
540
17764. Eeu adres aan den Koning over Delft en 'sGravenhage. lieoorcleeling, mot mededeeling van den tekst, lo. van de circulaire van Dr. ü. Simons, W. L. de Sturler, Dr. J. Pijnappel Gz. en Dr. S. Keyzer, ge-dagteekeud Delft 15 Mei 1800, inhoudende hun protest tegen de voorgestelde vereeniging van het Kou. lust. v. T. L. enV.kundevan N. ludië, met het lud. Gen. to 'silage, cn 2o. van hun daarbij gevoegd verzoek aan den Kouing tot handhaving van het Instituut op de eenmaal vastgestelde grondslagen. T. v. N. I. 32e j. 1800. I. 384. — Karakterloosheid. Adhaesie, met mededeeling van den tekst van een gedrukt blaadje van Dr. C. Leemans, waarbij hij veroordeelt de wijze waarop deze voorgestelde vereeniging niet is tot stand gekomen. Aid. 3^e j. 18(10. 11. 125. 1776.'). Lofspraak op de stichting en bedoeling van hot Indisch Genootschap te'sHage. T. v. N. I. Kie j. 1854. 11. I'll. — Het Indisch Genootschap te 'sGravenhage opge-rigt in Mei 1854. Óógmerk dezer instelling. Lelterb. 1855. (J3, 88.— Idem, gevolgd door een beoordeelentl overzigt van de wijze, waarop het zijn werkkring vervult, door VV. Ci. dd. Sept. 1858. N. Ree. 1858. Boekh. 537. 17760. Verslag omtrent het ontstaan van het Indisch Genootschap cn deszeifs oogmerk. Met mededeeling der openingsrede van den Voorzitter J. P. Cornets de Groot van Kraaijenburg in dc vergadering op 26 Mei 1854 tc 'sHage gehouden. Hand. Ind. Gen. I. 1854. !). — Beschouwing der strekking van het Ind. Gen. onder de zinspreuk; „Onderzoek leidt tot waarheid.quot; Voorgedragen door eon dor leden bij don aanvang der de-liboratiën over het; Reglement, in de verg. op 32 Junij 1854. Aid. :i5. -- Nadere bo-boschouwiug over liet oogmerk cn de strekking van het Genootschap, door een der leden, in do vergadering op 34 Mei 1856. Ald.Wl. 1856, 132. — Nadere aanwijzing van het standpunt van het Indisch Genootschap. Aid. IV. 1857. 114; V. 1858. 104; Vl. 1S59. 247. 17767. Verslag van het Bestuur van het Ind. Gen. over het eerste werkjaar des Gc-nootschaps, gedaan in de alg. verg. op 26 Mei 1855. Hand. Ind. Gen. 11. 1855. 82. — Idem over dc volgende werkjaren. Aid. III. 1856. 127; IV. 1857. 101;' V. 1858. 101; Vl. 1859. Ill; VIL 1800. 1. — Overzigt der verrigtingen en den toestand van het Indisch Genootschap 1854—1860. Aid. 233. |
17708. Indisch Genootschap. Alg. Verg. van 20 April 1803. Het voorstel tot wijziging van art. 20 van het reglement, betreffende den tijd, bepaald tot het bijeenroepen van de alg. verg,, tekst van het rapport hierover nitgebrugt door de leden J. 11. Lanire, TV. 11. von Oven en Mart. Nijhoff, benevens het genomen besluit der vergadering. T. v. N. I. N, S. 1 j, 1. 338. 17709. Indisch Genootschap. Alg. Verg. van 30 Mei 1803. Verslag omtrent den staat en de werkzaamheden van het Genootschap over liet afgeioopen werkjaar 1802 ■ 1803. II. De rekening en verantwoording van den penningmeester 1 Mei 1802 tot uit0. April 1803, III, Het kiezen van leden voor hot bestuur, 1'. v. JV. 1. 1803, N. S. Ie j II. 43, — Idem van 30 Mei 1804. Aid. 1864. N. S, 2o j. 11, 190. — Idem van 28 Oct, 1864, Aid. 452, — Idem van 39 Mol 1805. Aid. 1805. N. S. 3 j, II. 138. 17770, Voorstel van W, A, Viruly-Ver-brugge in do alg, verg. van 3 Maart 1865 van het Ind. Gen. gedaan, tot het houden van ttlgemeene vergaderingen te Rotterdam, en genomen besluit hierop, T. v. N. I. 1805. N. S. 3o j, 348. - Mededeeling in de alg. verg. van 29 Mei 1865 der oorzaak, dat aan dit voorstel en besluit nog geen uitvoering is gegeven. Aid. II, 139 17771, Overzigt van den toestand der geldmiddelen van hot Ind, Gen., Mei 1854 tot uitquot;. Dcc. 1800, Hand. Ind. Oen. VII, 1800, 242, — Gouv. besluit van 4-Aug, 1860 No. 35, waarbij krachtens magtiging des Konings, aan het Genootschap wordt toegekend iu eens cone som van /' 18000, tot dekking van deszeifs achterstand, cn voor de jaren 1861 tot en met 1803 jaarlijks cone subsidie van f 8000, Tljds. Ind. T. L. V.-kunde, X. 4 S. I. 1801. 451. — Missive, dd. 3 Aug. 186ü No. 1722«. van den In Gouv. Seer., ter kennisgeving dat eene verdere subsidiëering na D03 afhankelijk is gemaakt vnn dc zamensmclting der wetenschappelijke instellingen in Ned, ludië. Aid. 452. 17772, Reglement voor het Ind. Gen. onder de zinspreuk; «Onderzoek leidt tot waarheid,quot; vastgesteld in de verg. van 22 Junij 1854. Hand. Ind. Gen. I. 1854. 21, — ïoelicliting daarvan door den tijdelijkeu Voorzitter J, P. Cornets de Groot van Kraaijenburg. Aid, 16. — Wijziging van art. 13, |
INSTELLINGEN EN GENOOTSCHAPPEN.
541
14, TS cu 23 van het Reglement. Vastgesteld in de verg. van 24 Mei 1856. Afd. 111. 1855. 136. 17773. Naamlijst der stichters van het Indisch Gonootachap te'sGravenhage. Hand. Ind. Oen. 11. 1855. 1. — Lijst der loden, op 22 Jnnij 1854 cn volg. jaren. Aid. 1. 1854. 5; 11. 3 1855; 111. 185(3; IV. 1857; v, 1858; VI. ]859: Vil. 1860. 17774. Franscho tekst van don brief, dd. Berlijn. 18 April 1857, van A. von Humboldt, o. a. zijne aanneming van het. eore-lidmaatschap van hot lud. Gen. te 'sllago. Hand. hid. Gen. IV. 1857. 102. 17775. Oordeel over dc wijze van bespreking van koloniale vraagstukken in de vergaderingen van het Ind. Genootschap. Econ. Bijblad. 1864. 196. Noot. 17776. Besluit genomen in dc verg. van hot Ind. Genootschap op Ü Juuij 1S57. om voortaan in het publiceren van diseussiëu en bijdragen, de namen der sprekers ol' schrijvers te noemen. Hand. Ind, Gen. IV. 1857. 117. 17777. Opgave der genootschappen waarmede, tot ruiling van werken, hetrekkingen bestaan met bet Ind. Genootschap Ie 'sGravenhage. Hand. Ind. Gen. IV. 1857; V. 1858; VI. 1859; Vil. 1860. 17778. Brief van J. P. Cornets do ü root van Kraaijenburg, aan de lledaotie der Verb, betreffende hot zeewezen, over het doel en de werking van het Ind. Gen. naar aanleiding van den wenseh in dat Tijds. nam. tot meer bekend maken van onze verdiensten in onze Ovcrzcescbe Bezittingen. Swurl, /erh. 1859. 1 aid. 4?8. 17779. Voorgenomen vereeniging van het Kon. Instituut van N. 1. te Dellt en het Indisch (Jenootschap te 'sHagc. Bijdr. T. //. y.-kunde N. I. IV. bl. IX. 17780. Prijsvragen uitgeschreven door het Zeeuwseh Genootschap der Wetenschappen te Vlissingen, op verzoek en op kosten van het Batav. Gen. van K. en W. N. Nederl. Jaarh. XIV. 1779. 2. 806. 17781. Prijsvragen uitgeschreven door de Ilollandscbc Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem, op verzoek en op kosten van het Batav. Gen. v. K. en W. N. Nederl. |
Jaarh. XVI. 1781. 2. 979,981 s XVII. 1783. 2. 9(59, 973. 17782. Prijsvragen voor UfiS uitgeschreven door do Hollandsehe Mkatschappij van Wetenscliappcn betrekkelijk Nederlandseh Indië. Nal. Tijds. N. I. Ie j 18.)0. 314. — Idem voor 1854. Aid. 3e j. ^853. 864. 17783. Prijsvragen uitgeschreven door de Ned. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, betrekkeiijk N. 1. Nat. Tijds. N. I. Ie j. 1850. 481. 177S4. Prijsvragen over koloniale onderwerpen. Tekst van die in ISR0, 1S6I, 1862 cn 1863 voorgesteld door het Prov. Ulirecht-sehc Genootschap van K. en W. T. v. N. I. 1863. N. S. Ie j. 11. IS9. 177S5. Verkiezing van den Gouv. Gen. van Ned. Indië W. A. Ailing tot bestuurder van het Zeeuwseh Genootschap dor wetenschappen te Vlissingen, Aug. 1782. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 1238. 17786. Aanstelling van H. Breton, eersten Raad van N. I. te Batavia, tot Directeur van de Ilollandsebe Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem. Jnnij 1783. N. Nederl. Janrb. XVI11. 1783. 2. 976. — Idem van H. N. la Clé, koopmat en secretaris van de weeskamer te liatavia, ca vau J. G. Mets-ler, Predikant te Batavia, tot leden AldSlb. Engelsci Indië. 17787. Bijzonderheden nopens do stichting door Bu' W. Jones van bet Aziatisch Genootschap te Calcilta, in 1784, en zijn werkkring. Medeg deeld door A. W. von Schlcgcl. T. v. N I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 624. 17788. Aanspraak bij de oprigtiug eener Maatschappij, tot bet onderzoeken van de geschiedenis, de natuurlijke historie, dc oudheden, de kunsten, de wetenschappen en letterkunde van Azië, gedaan te Calcutta, op den 15 Jan. 1784, door den voorzitter Sir W. Jones. Vad, Lelt. 1785. VII. 3 110. 17789. Verslag der verrigtingen van de Maatschappij der Wetenschappen te Calcutta, door den Voorzitter, Sir VV. Jones. Ontleend aan zijn aanspraak bij de tweede jaar-lijksche zamenkomst in 1785. Pad. Letty 179Ü, V. 2. 250. |
542
17790. Vrrkiezing van J. Sliovr tot voorzitter van do Maatschappij van Welenscimp-pcn te Calcutta, in plaats van W. Jones. Letterb. IV. 1795. 145. — Terugkeer van J. Shore naar Engeland, benevens verslag van den toestand en werkzaamheden van dit geleerd genootschap. Aid. XI. 1799. 196. 17791. Verkiezing van A. von Humboldt en A. W. v. Scblegel lot leden der Aziatische Maatschappij te Calcutta. Letterb. 182;}. II. J13. 17792. Berigten, dd. ïranquebar 20 Jan. 1790, nopens do werkzaamheden van het Genootschap ter bevordering van Indiasche kennis en industrie te Trar.quebar, alsmede beschrijving van het zinnebeeld van dat Genootschap. Letterb. VI. 1/91. 49. 17793. Stichting door Sir J. Mackintosh van het Aziatisch Genootschap te Bombay in 180I-. Medegedeeld door Prof. A. W. von Sehlegel. T. v. N. I. 4e j. 2e d.Batavia 1842. 6^5. 17794. Bijzonderheden nopens de oprig-ting te Madras van een Genootschap ter bevordering van wijsgeerige nasporingen, bc-treffende aardrijkskunde, land- cn volkenkunde, enz. Letterb. 1. 1/88. 89. Nederlandsch Lndië. 17795. Benoeming van Inlandschc Vorsten en Grooten in Nodcrl. Indic tot leden van wetenscbappelijkc instellingen Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IX. 3 S. III. 1860. 430; XII. 4 S. III. 18(12. 130, 550, 577; Nat. Tijds. N. I. XVI. 4 S. II. 1868- 59. 3^8, 419; XX. 4 S. VI. 1859—60. 197; XXIII. 5 S. 111. 1861. 163; Tijds. Nijv. N. I. II. 1855. Oorspr. Bijdr. 190. 17(90. Een zonderling verbod; door E. Du. Aanmerkingen op de voorschreven tus-sehenkomst van het Gouvernement in de aanbieding van geschenken uit Ned. lndië a;in Europesehe Vorsten of instellingen en genootschappen in het Buitenland bij Indisch besluit van 13 Mei 1859 No. 121, Ind. Staatsblad No. 30, van hetwelk de tekst wordt medegedeeld. T. v. A'. L 21c j. 1859. II. 184. |
17797. Voorstelling van do uitbreiding en verrigtingen der wetenschappelijke instellingen, die in Ned. Indiii bestaan, voorkomende in bet Verslag van den Secretaris van het Kon. Inst. voor de T. L. en V.-kunde v. N. 1., ingeleverd in dc bestuursvergaderingvan 18 April 1857. Bijdr. T L.en V.-kunde v. N. I. N.V. 1.1858. bl. XXXIV. — Uet oordeel van het Kon. Inst. voor do T. L. V.-kunde v. N. I. over dc wetenschappelijke instellingen aldaar; door J. M u n n i c h, dd. Balavia 1859. Wederlegging van bovengenoemde voorstelling, welke tevens woidt medegedeeld T. v. ii l. 21e j. 1859. II. 101. — Een brief van den heer J. Pijnappel Gz., dd. Delft 11 Aug. 18r)9, Ter zijner verantwoording on verdediging tegen bovengenoemde wederlegging; met verzoek tot opname van het beklag van den Javabodc van 8 Dcc. 1858 No. 98, en zijn antwoord daarop van de Nederlandsch lndië van 11 Eebr. 1859, hetwelk tloor de Redaktic wordt geweigerd en toegelicht. Aid. 191. — Brief van J. Munni c h, dd. Batavia 8 Beo. 1859. Toelichting van zijn wederlegging, in antwoord aan J. Pijnappel Gz. Aid. 22e j. ISOO. 1. 129. 17798. Een voorstel aan de wetenschappelijke vercenigingen, in Indic. Afkeuring van het voorstel van den Gouv. Gen. C. F. Pa-hud aan de Maatschappij van Nijverheid, het Natuurk, Genootschap, en het Latav. Genootschap van K. en W., tot hunne ver-ecnigiug tot een ligchaam, onder den titel van: //Koninklijk Bataviaasch Genootschap.quot; T. v. N. I. 20c ,j. 1858. II. 347. 17799. Brief, dd. 17 Jun\j 1858 No. 1005 van den Id. In Gouvts. Seer. J. W. C. Die-penheim, inhoudende het voorstel van den Gouv. Gen. O. F. Pahud aan het Bat. Gen. van K. en W., de Nat. Vereen, in Ned. lndië, en de Nederl. Indische Maatschappij van Nijverheid, tot hunne verecniging tot één ligchaam, onder den titel van //Koninklijk Bataviaasch Genootschapquot;, gevolgd door beraadslagingen hierover in de vergadering van 19 Junij 1858, Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VIII. 3 S. II. 1859. 97. — Inhoud van dezen brief, gevolgd door beraadslagingen hierover in de vergadering van 21 Junij j858, der Nat. Vereen. N. I. Nat. Tijds. N. I. XVI. 4 S. II. 1858—59. 255. - - Idem, en gevolgd door idem in de vergadering van 29 Junij 1858. Tijds Nijv. N. I. V. 1859. 107. — Benoeming vau gecommitteerden of gedelegeerden uit de Directiën van voornoemde wet. inrigtingen. Tijds. Ind. T. y.-kunde, VIII. 3 S. II. 1859. 282; Nat. Tijds. N. I. XVI. 4 S. II. 1858—59. 256, |
INSTELLINGEN EN GENOOTSCHAPPEN
54 ,'5
25S; Ttfds. Mjv. N. I. V. 1859. 108. -Proces-verbaal, dd. Batavia 20 Julij 1858 van de gedelegeerden uit. de Direetiën. ïijds. Ind. T. L. V.-kunde, VIII. 3 S. II. 1859. 285; Nat. Tijds. jV. I. XVI. 4 8. II. 1868 —59.281. • Ilapport van D. G. Wassink en P. Bleek er, gedelegeerden nit de Directie des Geuootschaps, over het al of niet wen-sohelijke eener zamensmelting van do ver-sekillende wetenseliappolijke instellingen te Batavia tot één ligchaam, uitgebragt in de vergadering van 2 Oct. 1858. Tijds. Ind. T. L. VAunde, VIII. 3 S. II 1859. 301. — Brief namens het. Bestuur der Nat. Ver. in Ned. ludir, van Dr. P. Blcekcr, en A. W. 1'. Weit zei aan den Gouv. Gen. tot toelichting van het bovengenoemde proces-verhaal, dd. 23 Julij 185S. Nat. Tijds. N. I. XVI. 4 S. II. 1858—59. 283. 17800. Oprigting te Batavia op 14 April 1778, van het Batav. Gen. van K. en W., en mededeeling van het Programma van het Genootschap. N, Nederl Jaurb. XIII. 1778. 2. 1314. — Do Resolutie, ter verzending van exemplaren van het Programma naar de Buiten-comptoiren en naar Nederland; verdeeling der werkzaamheden, uitschrijving van prijsvragen, verzoek om erkenning en mag-tiging door den Gouv. Gen. van Ned. Indië; alsmede om het Protectoraat van den Prins Erfstadhouder, dd. 1 Junij 1778. Aid. 1330. — Het extract uit de notulen van het resolveerde in Ilaade van Indië, op den 30 Junij 1778, ter erkenning van het Genootschap, en magtiging tot het doen drukken van zijn programma en andere papieren. Aid. 1334. 17801. Bijzonderheden nopens de oprigting van het Batav. Gen. van K. en W. 1778. Mnaudel. Ned. Merourius, XLVI. 1779. 207; XLVII. 1779. 33 j Bat. Gen. N. L. I. 3e dr. 1825. Voorherigt — Desiderata van dat Genootschap. Maandel. Ne l. Merourius, XLVII. 1779. 33, 55 ; Perh. Bat. Gen. N. I. I 3e dr. 1825. Voorb.: II. 3e dr. 1826. Voorb.; IV. 2e dr. 1824. Voorb. j V. Üedr. 1827. Voorb. 17802. Bijzonderheden nopens de stichting van het Batav. Gen. van K. en W. Oosterling, III, 1837. 7fl. 17803. Overzigt der geschiedenis van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen van 1778—1853, door Or. P. Bleeker, Secr. ïerh. Bal. Gen. N. LXXX. 1853. |
17804. Geschiedkundig overzigt van het Bat. Gen. van K. en W., voorgelezen in de algemeene vergadering van het Genootschap op den 14dcn Jan. 1841, door Dr. S. A. Buddingh. T. v.N.L 8o j. Batavia 184(5. 1 d. 259. 17805. Apcrgu historique sur la Société des Arts et des Sciences de Batavia. Mel-vill, Moniteur I. 1840—47. 123. 17806. Schets der geschiedenis van het Batav, Gen. van K. cn W., en van de ontwikkeling sedert 1838 van de wetenscliappe-lijke instellingen in Ncd, Indië. Hand. ind. Gen. II, 1855. 341. 17807. Het Batav. Gen. van K. en W., door Prof. P. J. Veth. Algemeen overzigt der geschiedenis van dat Genootschap. Gids, XXle j. N. S. 10e j. 1857. I. 217, 356; 11. 375. 17808. Overzigt van den staat van het Batav. Gen. van K. en W,, over de jaren 1853 tot 1801. Tijds. Ind. T. L. P.-kunde, XII. 4 S. III. Ib62. 155. — Dit verslag is grootendcels opgesteld door E. Netseher. Aid. 153. 17809. Brief, dd. 25 Ifebr. 1862 van X. Heusehling, chef de division au min. de 1'extérieur 1e Brussel, houdende verzoek ten behoeve van eene te Parijs uit te geven dictionnaire général de la politique te mogen ontvangen ecu beknopt overzigt. van de geschiedenis van het Batav. Gen., en beslissing hierop. Not. 3 Mei 1862. Tijds. Ind. T. Ij. V.-leunde, Xll. 4 S. 111. 1862. 546. — Idem van de Nat, Vereen. N. I. Not. ISiat. Vereen. 10 en 24 Mei en 13 .lunij XXAI.Nat. Tijds. N. L. XXIV. 5 S. IV. 1862. 461,469,477. 17810. Programma, Anuo 1778, van het Bat. Gen. ^crli. Bal. Gen. N. I. I, 3c dr. 1825. Voorberigt 9. — Naamlijst, der heeren, aan welke dit programma verzonden wordt. Aid. 75. 17811. Voorberigt. wegens den tcgenwoor-digen staat van het Bataviaasch Genootschap. Maart 1779. ^erh. Bat Gen. N. 1. 1. 3 dr. 1825. 17812. Aanspraak aan het Bat. Gen. door den voorzittenden directeur J. C. M. Iladcrmacher, inde eerste alg. verg. gehou- |
i
544
den dcu 8 Maait 1779. Verh. Bat. Gen. N. I. I. 3e dr. 1825. Voorberigt. 44. 17813. Verslag van den toestand en de lotgevallen var. het Batav. Gen. van K. en W., dd. Batavia uit. Junij 1780. yerh Hal. Gen. N. I. II. 3e dr. 18ü(). Voorberigt 3. —-Idem, dd. Batavia 31 Aug. 1781. Aid. 111. 3 dr. 1824. 5. — Idem van 18ÜÜ tot 1813. Aid. VII. 1814. Voorberigt. 17814. Verslag van het Batav. Gen, van K. en W. dd. Batavia 6 Sept. 1782, nopens de beoordeeling der ingekomen antwoorden op de respectieve pr.jsvragen. N. Nederl. Jaarh. XV1I1. 1583. 3. 21b3. 17815. A discourse delivered at a meeting of the Society of Arts and Sciences in Batavia, on the 34th day of April 1813, being ibe anniversary of tbc institution, by the Hon. Tb. St. Rallies. Pres. Geschiedkundig overzigt van het Genootschap sedert hare oprigting. Verh. Bat. Gen. N. I. Vll. 1814. — Idem. On the 11th Sept. 1815. Verslag der werkzaamheden sedert 1813, meer bepaald die van Dr. T. Horsüeld Aid. VUL 2e dr. 1826. 1. 17816. Nieuwe inrigtingen voor bet Bat. Gen. van K. en W., onder de zinspreuk «tot Nut van 't Algemeen.quot; Tekst dei reorganisatie door Th. St. Kaflles. Verh. Bat. Gen. N. I. VII. 1814. Voorberigt bl. VIII, XIV. 17817. Programma eu berigt van het Batav. Gen. v. K. en W. voor 1823. Verh. Bat. Ge». N. I. IX. 1823. bl. Vll. - Idem voor 1824. Aid. X. 1825. bl. XVII — Idem voor 1825. Aid. bl. XXXIX. — Idem voor 1826. Aid. XI. 18/6. bl. IX. — Idem door P. Meijer voor 1843. Aid. XIX. 1813. bl. III. — Idem voor 1845. Jld. XX. 1844. Voorb. 17818. Verslag van den staat des Genoot-sehaps gedaan in de alg. verg. van 7 Oct. 1823 door den Voorz. P. S. Maurissen. Verh. Bat. Oen. N. I. IX. 1823. bl. XXVII. — Idem van 24 April 1824. Aid. X. 1825 bl. XXIII. — Idem van 2 Eebr. 1825. Aid. bl. LUI. — Idem op 13 Jan. 1826. Aid. XI. 1826. bl. XV1L — Idem van 1 Maart 183(), door E. A. Pritze. Aid. XVI. 1835. Voorb. |
- Idem op 12 April 1842. Aid. XVIII. 1842. Voorb. — Idem op 5 üct 1843,0001-W. II. van Iloövell. Aid. XIX. 1843. bl. XIX. — Beoordeeling door E. de Waal van dit verslag. Ind. May. I. ïw. 1844. N. 4, 5, 6. bl. 255. — Idem op 5 üct. 1813. Verh. Bat. Gen. N. I. XIX. 1843. bl. XIX. — Idem op 4 Pebr. 1845. Aid. XX. 1844. — Idem op 8 Mei 1847. Aid. XXI. 18 16—47. Ie gcd. Idem op 8 Maart 1849, door S. A. Buddingh. Aid. XXII. 1849.— Idem op 13 Sept. 1S5U. Aid. XXIII. 185Ü. — Idem op 27 April 1852, door P. Bleeker. Aid. XXIV. 1852. 17819. Programma en kort verslag der alg. verg. van het Bat. Gen. v. K. en W. voor 1823, door den Seer. J. van der Vinne. Lelterb. 1824. I. 212. — Idem op 24 April 1824. Aid. II. 310. — Idem op 13 Jan. 1826. Aid. 1826. I. 404, — Idem op 6 Maart 1831'. Aid. 1834. II. 54. — Idem op 9 April 1^35. Aid. 1835. II. 161. — Idem op 21 Junij 1838. Aid. 1838. II. 337. — Idem op 27 April 1852. Aid. 1852. II. 65. 17820. Eerste openbare vergadering van bet Bat. Gen. v. K. eu W, op28Julij 1842. De Kopiist, le j. 2 d. Batavia 1S42. 94. — Mededecling van S. van Deventer J.S.z. be-treilende het bijwonen dezer algemcene vergaderingen. T. v. N. /. 5e j. le d, Batavia li43. 394. 17821. Over de noodzakelijkheid eener vereeniging van de Natuurkundige Commissie in Indiö en bet Bat. Gen. van K. en W. Be Kopiist, le j. le d. Batavia 1842. 682, 685. 17822. Overzigt van bet verhandelde te Batavia op 27 April 1853, in de alg. verg. van het Bat, Gen. van K. en W. Astrea, 11. 1852. 163. 17823. Verslag van den staat van het Bat. Gen. van K. en W., uitgebragt door den Voorzitter, in de alg. verg. op den 24 April 18)5. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IV. N. S. I. 1855. 197. — Idem op den 23 Julij 1866. Aid. VI. N. S. ill. 1857. 268. 17824. Het Bat. Gen. v. K. en W. Mc- dedeeling uit een brief, dd. Batavia 15 Dec. Ih62, van //een geachte handquot;, van bijzonderheden ter aantooning van de tegenwoordige werkzaamheid van clat Genootschap. T. v. N. I. 1863. N. S. le j. I. 113. 17825. Het Bat. Gen, van K, en W. Overzigt van bare werkzaamheden. Uittreksel uit bet verslag voorgelezen in de alg. verg. op 27 Maart 1863. T. v. N. I. 1863. N. S. le |
INSTELLINGEN EN
546
INSTELLINGEN EN
pogingen sedert ISji van het Bat. Gen. ter erlauging van een gesehkt lokaal, door E. ]Si e t s c li e r. Aid. \ 08. — Indiscli besluit, dd. 22 Junij ISG2 No. ^ü, iuboudende de magtiging des Konings bij Kabinetsreseript van 22 April 18(12 No. 44, tot liet stiebten voor üouvts. rekening, en het in gebruik geven aun het Hat. Gen., van een gebouw voor de bijeenkomsten en verzamelingen van dat Genootschap, en besehikbaarslelling van gelden tot inhuring inmiddels eener woning tot dat eiude. AU 570. — Dankbetuiging aan Z. M. Not. Bat. Gen. 5 Julij 18li2. Aid. 572. — Missive, dd. 10 July 18f)2 No. 1693 — 1991, van den Directeur der burgerlijke openbare werken, II. de liruyu, inhoudende de punten van overweging tot uitvoering van bovengenoemd besluit. Aid,. 5yt. — Verslag der gehouden conferentie op 8 Aug. 1862, met den Directeur de liruyn, over de boveugenoemde punten betrcfl'eudo de inngting van het te bouwen huis. Aid. 588. — Een nieuw gebouw voor een Museum in Nederlandsch Indidoor De Redaktie, dd. Maart 1863, Toejuiching van bovengenoemde magtiging en genomen maatregelen, gevolgd door opmerkingen over de wenschelijkbeid van de uoodige beschikbare ruimte in het te stichten gebouw, ouk voor de verzamelingen van de Nat. Vereen, in Ncd. Indië en de Maatsch. v. Nijverheid. T. v. N. 1.1803. N. S. Ie j. I. 250. 17813. Verspreiding der werken van het Kalav. Gen. van K. en W., door J. M u n-n i c h. Opgave der wetenschappelijke instellingen in liuropa, Amerika, liritsch Indië en China, aan welke deze worden gezonden. '1'ijds. Ind. T. L. -kunde, III. 1655. Jie-ngtcn bl. I. 17844. Nota, door den Bibliothekaris J. Munnich medegedeeld in de verg. van 14 Mei 1859, over de genomen maatregelen, en' verkregen resultaten, tot bevordering der ruiling van de werken van wetenschappelijke instellingen met het Datav. Gen. Tijds. Ind. ï. L. r.-kunde, IX. 3 S. III. 1860. 227; X. 4, S. I. 1861. 462. 17845. Brieven van de Consuls te Batavia, waarbij zij zich bereid verklaren tot verzending der brieven en werken van het Bat. Gen. naar de landen, wier belangen zij voorstaan. Not. 8 Dcc. 1860. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XI. 4 S. II. 1862. 405. |
1(840. Opgave der Indische besluiten, dd. 2,'{ Oct. I860 No. 11, en 22 April 1861 No. 7, betredende het verzenden en bezorgen door tusschcnkomst van het Ministerie van Koloniën, van brieven van het Batav. Gen. voor verschillende inrigtingen in Europa. 'tijds. ind. T. L. ï.-kunde, XI. 4 S. II. 1862. 396, 429. 17847. Bijzonderheden nopens de aanbieding aan de Japansche llegering van exemplaren der door het Batav. Gen. in N. 1. uitgegeven werken. Not. 2S Dec. 1857. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VIII. 3 S. II. 1859. 4. 17848. Aanbieding aan de Inlandsche leden en aan de Regenten op Java, van een exemplaar der overcompleete werken van het Bat. Gen. Not. 6 April ISfil. Tijds. Ind. T. L. y.-kunde, XI. 4 S. II. 1862. 427. — Dankbetuiging der verschillende Regenten. Aid. XII. 4 S. 111. 1862. 121. 17849. Prijsvragen, uitgeschreven door bet Batav. Gen. van K. en W. 1778. N. Nederl. Jaarb. XIII. 1778. 2. 1321, 1331 j Veih. Bat. (Sen. N. I. I. 3e dr. 1825. Voor-bcrigt 12, 30, 32. —Ingekomen antwoorden. Aid. I. 3e dr. 1825. Naberigt bl. II. — Prijsvragen, uitgeschreven dd. 25 Mei 1842. T. v. N. I. 4c j. 2 d. Batavia 1842. 310. 17850. Over gouden en zilveren medailles van het Batav. Gen., bestemd voor eventuele bekrooningen. Not. 2 Junij I860. Tijds. Ind. T. L. r.-kunde, X. 4 S. I. 1861. 304. 17851. Kritisch overzigt van het ontstaan, den werkkring en de uitbreiding van de Koninklijke Natuurkundige Vereeniging in N. Indië, alsmede van de pogingen tot hare zamensmelting met het Bat. Gen. van K. en W. in N. I., door P. Blceker, dd. 19. Julij 1803. T. v. N. I. 1863. N. S. Ie j II. 106. 17852. Inhoud van den brief, dd. 3 Aug. 1860 No. 1722fl van den In Gouv. Secr. over de wenschelijkbeid der vereeniging van de Nat. Vereen, in Ned. Indië met het Bat. Gen. van K. en W. Nat. Tijds. N./. XXII. 5 S. II. 1160. 410. Tijds. Ind. T. L. Y.-kunde, X. 4 S. I. 186l. 452. — Brief, dd. Batavia 18 Jan. 1861 No.10 namens de Direktie der Nat. Vereen, in Ned. Indië door P. J, |
548
Maicr en W. F. Versteeg nan den Gouv. Gen. in anlwoor.1, strekkende ten belooge van de niet-wcnsclielyklieid der verlangde zamen-smelling. Benevens inededeeling van dit schrijven aan het Bat. Gen van K. en W. Nat. Tijds. N. I. X.Klil, 5 S. 111. 18(U. li-V, 151. — Missive, dd. 14 Eebr. IMil No. 353 van den In Gouv. tjeer, aan de Directie der Nat. Vereeniging in antwoord hierop. JUl. 164. — Aantooning door G. A. de Lange, op 7 Maart i80i van deze niet-wenselielijkheid. Jtd. 202. — Verzoek dd. 14 Febr. Ibfil No. 354 van den In Secr. aan dc Birektio van het Bat. Gen. om mede-deeling van de voorstellen eventueel gedaan aan de Directie der Nat. Vereen tot zamen-smelling met het Bal. Geu. Tijds. Lnd. T. L. y-kunde, XI. 4 S. 11. 1802. 419. — Antwoord dd. 21 l?ebr. 18G1 van de Direk-tie van het Bat. Gen. aan het Gouv. dat reeds in beginsel is uitgemaakt, dat geene zamenstelling der beide ligebarneu zou plaats hebben. Aid. 420. — Gouv. besluit van il Sept. IhGl No. 22 genomen naar aanleiding dezer correspondent.e. Aid. XII. 4 S. 111. 18(52. - Opdragt. in de bestuursvergadering van het Bat. Gen. op 5 Uct. i801, van J. A. van der Chijs, 11. Roehussen en T. 11. dor Kinderen in commissie, om te beramen op welke wijze eene vereeniging van het Genootschap met de Kon. Nat. Vereen, in N. I. en de Ned. Ind. Maatschappij van Nijverheid en Landbouw zou kunnen worden tot stand gebragt. Aid. 145. — Nota dezer Commissie, houdende de grondslagen waarop zij de vereeniging mogelijk acht. Not. 4 J an. 18t)2. Aid. 227. — Toezending bij Miss. 15 April lb63, door het Bat. Gen. van de eon-ceptvoorw,-.arden van vereeniging der drie te Batavia gevestigde wetenschappelijke lig-chamen aan de Natuurk. Vereen. N. I. over haar advies. Nat. Tijds. JV. /. XXIV. 5 S. IV. 18(i2. 455, 471. 17853. Mededeeling van voorbeelden van dc verwarring door vreemde gcnoolsehiippcn van de Nat. Vereen, in N. I. met het iiat. Gen. van K. en W., benevens genomen maatregelen ter vcrmi|ding voor den vervolge. Nat. Tijds. N. I. 'XX. 4 S. VI. 185!)—1860. 473; XXI. 5 S. I. 1860. 326; XXVI. 0 S. I. 1864. 153. 17854. Beschouwingen over het wetenschappelijk standpunt door de Nat. Vereen, in N. 1. bereikt, zoo wel met betrekking tot haar verleden als van haar vermoedelijke toekomst, ecu cn ander in verband mot de wutwikkclingsperiode, in welke Java in het algemeen zich bevindt. Uitgesproken door P. BI eek er, op 22 Febr. 1558, in de achtste alg. verg. Nut. Tijds. N. I. XVI. 4 S. II. 1858- 1-5(1. 152. |
17855. Zakelijke inhoud van het Gouvts. besluit, dd. 21 üet. 1857 No. ö, waarbij aan de Nat. Vereen, in Ncd. Indiii wordt toegekend een subsidie van / 4000, en ier harer kennis wordt gebragt dat dc magtigingdes Konings zal worden gevraagd om de begrooting van Ned. Indie van 185S tol lh6I te vermeerderen met een vasten post van uitgave ten bedrage van / lOOO, 1oe te kennen aan die Vereeniging. Nal. ïijds. N. 1. XVI. 4 S. II. 1S58 1809 36, 42, 1'I8. — Gouvts. besluit, dd. 23 Maart IS -S, No 6, ter toekenning van dc bovenvermelde subsidie voor 1858 tot 1861, krachtens machtiging des Konings. Aid. 202,— Dankbetuiging vau het bestuur aan den Gouv. (jen. C. l'M'ahud, en aanbieding van het honorair lidmaatschap der Vereeniging aan den Min. van Kol, P. Mijer, welke door dezen laatste is aangenomen bij brief, dd, 'sllage 1 Sept. 1S58. Not. 25 April 1858. Aid. 204, 344. - Wijze van uitvoering van het Gouvts, besluit. Aid. 2öl, — Zakelijke inhoud van het Gouvts. besluit van 29 Sept. lS5b No. 10, regelende de verdere uitbetaling der subsidie, Aid. 335. — Gouv, besluit, dd. I 1 Sept. 1861 No, 22, o, a. inhoudende verlenging der subsidiccring tot 1803. Aid. XXIII. 5 S. III. 186). 52,. I7850. Oordeel van Prof. P. A. W, Mi quel, dd. Utrecht Aug. 1561-, over dc Kon. Nat. Vereen, in Ncd. Indir, hare werkzaamheden en de ondersteuning door de Indische Regering haar verleend. Uids, XXVIIIe j. 3 S. 2c j. 1864. IV. 311. -Overgenomen o. d. titel van: de Ucgecring en de Kon. Nat. Vereen, in Ncd. Indic, met opmerkingen over hare verhouding tot de Kegering inet het oog op de verlangde zamensmclting der wetenscliappclijke instellingen in Ncd. ludië. T. v. N. I. 1864. N. S. 2e j. II. 460. 1/857. Kon. Nat. Vereen, in Ncd. ludië. Dienstjaar 1861. Vergelijkende slaat tusschen de geraamde en werkelijke oulvangstcn en uitgaven. Nat. Tijds v. N. 1. XXIV. 5e S. IV. 108. — Begrooting voor het dienstjaar 1862. Aid. 109. 17858. Mededeeling van het algemeen verslag van de Nat Vereen, over 1864, omtrent de verandering der Bijks subsidie en den staat der geldmiddelen van de Vereeniging, Nat. Tijds. XXVIII, 123, 140, 141. |
649
G KNOOTSCHAPI'EN.
17859. Mededeeling betreffende de gemaakte beschikkingen der gelden, gelegateerd door Jereraias Selüü aan de Nat. Vereen. N. I. Aquot;. I85i. Nat. Tijds. A'. /. IV. N.S. I. lt»53. 20. — Gemotiveerd voorstel, dd. Batavia 18 Mei 1861, van P. J. M a i e r, omtrent het ,legaat tot aanmoediging van wetenschappelijke ouderisoekingcn, gesticht door Jeremias Schill en P. liaron Melvill van Carnbce. Aid. XXIV. 5 8. IV. lb02.iGl. 17800. Bijzonderheden nopens het legaat van wijlen P. Baron Melvill van Garnbée aan de Nat. Vereen, in Ned. Indie. Not. i9 Maart 1S57. Nat. Tijds. N. I. XUI. 3 S, 111. 1857. 2 )4. ]78fi]. Zakelijke inhoud van den brief, dd. ?, van Ür. J. E. de Vrij aan Dr. P. Blee-ker, betreffende zijne beschikking, dat de Nat. Vereen, in N. Indic, erfgenaam zij van zijne gansche bibliotheek; benevens mededeeling door Dr. P. BI eek er, dat ook hij bij uiterste wilsbeschikking de vereeniinng be-darht heelt. Not. Junij 1SG0. Nat, Tijds. N. I. XXII. 5 S. 11. lii6o. 372. 17862. Brief, dd. 's llage 10 Mei 1859, van den Dirokteur van het kabinet des Konings, Jhr. P. L. VV. de Koek, ter mededeeling van de aanvaarding van het beseherm-heersehap over de Nat. Vereen, in Ned. Indir door den Koning. Not. 8 Dec. 1859. Nat. Tijds. iM. 1. XX. 4 S. VI. 1859— 1860. 419. 17863. Bijzonderheden nopens den brief dd. 'sliage 20 Pebr. 1860, van den Direk-teur van het kabinet des Konings, Jhr. P. L. W. de Koek, houdende vergunning voor de titulatuur van: „Koninklijke Natuurkundige Vereeniging in Nederlandseh lndi';. Not. 12 April 1869. Nat. Tijds. N. I. XXll. 5 S. II. Ib60. 77. — liijzonderheden nopens het Indisch besluit dd. 14 Junij 1860 No. 32, tot weigering der erkenning dezer titw-latuur. Aid. 372. —- Genomen maatregelen dien ten gevolge .Not. 5 Julij 1860. Aid. 387. — Indiscn besluit dd. 11 Sept. 1861 No, 22, tot erkenning der verleende titulatuur. Aid. XX111. 5 S. 111. 1861. 528. 17564. Beschrijving van het zinnebeeld of zegel van de Nat. Vereen, in Ned. Indic. Not. 19 Julij 1 -50. Nat. Tijds. N. I. XI. 3 S. I. 1856. 478. 17565. Mededeeling betreffende een nieuwen stempel voor de Nat. Vereen, in Ncd. ludië. |
Not. 11 Jan. 1802. Nat. Tijds. N. /. XXIV. 5 S. IV. 1862. 293. 17806. Algemeen verslag der werkzaamheden van de Vereeniging, jaarlijks door den President uitgebragt. Notulen der Algemeene Vergaderingen. Uittreksels uit de aanteeke-ningen van de vergaderingen der besturende leden. Nat. Tijds. N. I. passim. 17867. Programma voor het jaar 1855. hut. Tijds. N. 1. 1855. 17. — idem voor 1(156. Aid. Is56. 30. — Idem voor 1857. 36 j 1858. 144. —• Idem voor lh58. Aid. 100, 181} 1859. 20. — Idem voor 1859. Aid. 39; 1860. 304. 17868. Toespraak gehouden op 19 Jan. 1858 in de bestuursvergadering der Nat. Vereen. N. 1. door den President Dr. P. Blocker, bij de installering van de adviserende leden Dr. VV. H. de Vriese, Dr. J. A. G. Oudemans en Dr. J. E. de Vry. Nat. Tijds. N. L. XVI. 4 S. II. 1858 — 1859. 90. 17869. Herinnering, door Dr. P. Bleeker aan de verngtingen en den voorspoed van de Nat. Vereen. N. I. gedurende de negen jaren van haar bestaan. Not. 28 Ju.ij 1859. Nat. Tijds. N. 1. XX. 4 S. VI. 1859— 1860. 1%. 17870. Toespraak, door Dr. P. Bleeker gehouden in de bestuursvergadering van de Nat. Vereen, in N. 1. op 24 Nov. 1859, tot J. Groll, bij zijn terugkomst na de voltooijing der telegralisclie gemeenschap tussehen Batavia en Singapore. Nat. Tijds. A'. /. XX. 4 S. VI. 1859-1800. 391. 17871. Bijzonderheden nopens de over-dragt in do vergadering van de Nat. Vereen, in N. I. op 19 Julij 1800, door Dr. P. Bleeker aan Dr. J. A. G. Uudemans, van het praesidimn der Vereeniging; benevens van de aanbieding van den titel van honorair president aan den aftredende. Nat. Tijds. N. I. XXII. 5 S. II. 1800. 390, 503. 17872. Over de werkzaamheden der Kon. Nat. Vereen, in .\. 1., en die der Ned. Ind. Maaisch. v. Nijv. en het naauwe verband daartussehen. Maatregelen dien ten gevolde. Nat. Tijds. N. 1. XXIII. 5 ö. III. 1861. 173, 227. 17873. Wetten van de Nat. Vereen, in Ned. Ind., opgerigt te Batavia den 19 Julij 1850, vastgesteld in de alg. vergadering, ge- |
55Ü
houden don 4 Eebr. 1852. Nat. Tijds. N. I 3 j. Ibö'i. 25. — Mededeeliug van bijzonderheden nopens de vervanging van hel voor-loopig reglement door bovengenoemde wetten. All IV. N. S. I. 1853. 9; V. N. S. 11. 1853. 540. — Nieuwe wetten, vastgesteld in de vierde alg. verg. op IC l)1ebr. 1854. Aid. VI. N. S. III. 1854. 35. — Nieuwe wetteu, vnstgesield in de zesde alg. verg. op 28 Fehr. 1850. Aid. XI. 3 S. 1. 185(5. 42; XX. 4 8. VI. 185!)—RU.47. — Zakelijke mededeeling der discussion over eene herziening dezer wetten. Not. 19 Dcc. 1860, 23 Tebr., 7 Maart I8.)l. Aid. XX1I1. 5 S. UI. 1861. Ill, 16S, 170, 161. — Nieuwe wetten, vastgesteld in de 11e alg. verg. op 7 Maart 1861. Aid. 205. — Aangenomen voorstel van W. E. Versteeg, in de bestuursvergadering van 1 Aug. Ibiil, betreffende de wijze van toepassing van art. 9 bij de benoeming tot leden der Vereeuiging. Aid. 491; XXIV. 5 S. IV. 1862. 437. 17874. Staat aantoonende het personeel der Nat. Vereen, in Ned. Indie, in elk der jaren 1854 tot 1859. jSat, Tijds. N. L. XX. 4 «. VI. 1859—1860. 27. 17875. Jaarlijksche naamlijst dor leden van de Nat. Ver. in Ned. Ind., opgerigt te Batavia den 19 Julij 1850. Nat. Tijdschr. N. /. Ie j, 1850. 1; 2e j. 1851. 21;»ej. 1852.21; IV. N. B. I. 1853. 35; VI. N. 8. III. 18,14. 41; IX. N. S. VI, 1855. 27; XI. 3 S. I. 1855. 49; XIII. 3 S. III. 18fgt;7. -Jö; XVl. 4 8. II. 1^8—1859. 170; XX. 4 S. VI. 1859—1860. 54; XXI. 5 8. I. 1860. 380. 17876. Mededeeling, door P. Bleek er van bijzonderheden nopens een plan voor een gebouw opgemaakt door den Luit. der genie 11. H. Borel, en geschikt voor een museum en boekerij der Nat. Vereen, in N. I. Not. 17 Julij 1854. Nut. Tijds. N. 1. VII. N. S. IV. 1 s54 112. — Overwegingen betreilbnde de uitvoering van dit plan van Borel. Not. Nat. Vereen. 17 Julij 1855. Aid. IX. N. S. VI. 1)555. 332. — Overwegingen over de uitvoering van het plan ontworpen door J. C. 11. Steinmetz. Not. Nat. Vereen. 4 en 23 Aug. 1855. Aid. 512, 517. 17877. Benoeming eener Commissie uit de Nat. Vereen, in N. 1. in hare vergadering van 17 Aug. 1854, om zich aan te sluiten bij de Commissie uit de Nederlandsch-Indische Maatschappij van Nijverheid, uit de |
Maatschappij van Toonkunst to Batavia en uit de iiataviasche Wodreuklub, omtrent het oprigteu van een gemeenschappelijk gebouw. Nat. Tijds. N. 1. VU. N. 8. IV. 1554. 1^7. — Mededeeling, door P. Blocker dor voorloopigo werkzaamheden. Not. 27 Sopt. 1854. Aid. 2U. — Zakelijke mededeeling van hel verslag door deze vereonigde Commissie uitgebragt, hare uitbreiding en ver-nieuwe pogingen tot het verkrijgen van een gehouw. Nol. 17 Julij 1855. Aid. IX. N. S. VI. 18j5. 332. 17878. Over den aankoop van een terrein te Batavia ter oprigting van oen gebouw voor do Nat. Vereen. Not. 8 Nov. 1855. Nat. Tijds. N. I. X. N. 8. VII. 1856. 421. - Bijzonderheden nopens het request, dd. Nov. 18j5, aan den Gouv. Gen. om oen geseliikt terrein. Not. 1 Doe. 1855. Aid. 428. — Idem nopens de afwijzende beschikking hierop bij Gouvts. boshut, dd. Buitenzorg 27 Jan. 1S56, alsmede nopens do voorgenomen geldloterij ten behoeve van liet verlangde terrein en gebouw. Not. 23 Pobr. 1866. Aid. 446. Zie ook XI. 3 S. 1. 1856. II. — Idem nopens hot request, dd. ? aan don Gouv. Gen. om een erl, gelegen op de westzijde van het Koningsplein voor het tc stichten gebouw. Not. 1 Mei en 19 Julij I,,'56. Aid. 239, 478. — Idem nopens de afwijzende beschikking bij Gouv. besluit van 9 Julij 1856, op het request dor diroktie, dd. 18 April 1856 voor een geldloterij, ton behoeve van een gebouw. Aid. XII. 3 8. II. 1856—1857. 243. — Dotatie van J. A. Krajenbrink ton behoeve der oprigting of aanschaffing van een gebouw voor do Vereeni-ging. Kot. 20 Aug. lt)5ö. Aid. 245. — Bijzonderheden nopens de afwijzende beschikking bij Gouvts. besluit van 12Aug. 185üop het request der Directie dd. ï om een erl op hot Koningsplein. Aid. 248. — Request dd. Batavia 27 Uet. 1856, van de Direktie, aan den Gouv. Gen. om een renteloos voorschot als tegemoetkoming in de erlangiug van een gebouw bestemd tol haar museum en boekerij, Aid. 209. — Bijzonderheden nopens don brief, dd. Batavia 2U Nov. 1856 No. 9216, van den Directeur gen., waarnemend Direk-tenr van finantion J. Jb1. Hora 8iocama om inlichting betreffende de wijze van restitutie van hot aangevraagde voorsouot. Aid. 487.— Bijzonderheden nopens een circulaire, te ontwerpen door A. W. P. Weitzol, om vrijwillige inschrijvingen ten behoeve van het verlangde gebouw, zulks naar aanleiding van het Indisch besluit, dd. 12 Maart IS56 No. 63. Not. 9 April 185/. Aid. XIII, 3 S. UI, |
INSTELLINGEN EN GENOOTSCHAPPEN.
551
1857 SG'k —- Vaststelling der circulaire, door A. W. P. Weitzel freconoiinëcrd. Not. 23 April 1857. Aid. 43!). — Tekst dezer circulaire, dd. liatavia 10 Mei 1857. Aid. 4.v2. — Bijzomlerhodon nopens de nd-vertcntie geplaatst in de Jav. Cour. van 2 !■ Junij 1857 No. 50, 2c bijv. tot toelichting der bovengenoemde circulaire, dd. Batavia 10 Mei 1857. Not. 11 Junij 1857. Aid. 452. — Resultaten dier circulaire. Aid. 452, 458; XIV. 3 S. IV. 1857. 18^, 202, 203; XVI. 4 S. 11, 1858- 1859. 57, 81, 88. 95, 116, 137, 138. — Mcdedeeling, door W. F. Versteeg van het project van een gebouw, opgemaakt door den Luit. der genie II. H. Borel, alsmede van het plan bij liet. Gouvernement, bet redende de oprigting van gebouwen op het Koningsplein te Batavia. Not. 20 Nov. 1857. Aid. XVI. 4 S. II. 185h— 1859. 71. — Mcdedeeling hij brief, dd. Soe-rabaja 2(1 Nov. 18 gt;7, door J. C. R. Stein-metz, dat hij geeu aanwijzing kan doen omtrent een project van een gebouw voor de Vereenigiug. Aid. 77. — Mcdedeeling, door W. È. Versteeg vun een schetsplan voor een gebouw bestemd tot museum der Vereeniging, alsmede conccpladres daarop betrekking hebbende, welke beide worden goedgekeurd. Not. 24 Dcc. 18.gt;7, II Febr. 1858. Aid. 89, 111. — Zakelijke inhoud van het Gouvts. besluit van 2 Dec. IS58 No. 14, tot afwijzing van het- verzoek om subsidie voor een terrein en gebouw, alsmede voorstel tot het doen cener nadere poging tot bereiking van het doel bij het üouv. Not. 13 Jan. 1859. Aid. 4 gt;7. — Overwegingen betreffende den conceptbrief aan den Gouv. Gen .cnop-dragt der redaktie hiervan aan den secr. G. A. de Lange. Not. 10 Febr. 1859. Aid. 448. — Vaststelling van het opgemaakt concept. Not. 24 Febr. 1859. Aid XX. 4 S. VI. 1859—1800. Sï. — Gouvts. besluit, dd. Buitenzorg 11 Sept. 1861 No. 22, o a, inhoudende afwijzing van het laatst gedaan verzoek. Aid. XXIH 5 S III. 1861. .rgt;28.— üverzigt der verrigtingen tot verkrijging van een gebouw gedurende 1858. Aid. XX. I S. VI. 1859 —1860. 15. - Mcdedeeling, door P. Bleeker nopens het ten gebruike afgestane gebouw, alsmede nopens het bepaalde uitzigt op de verwezenlijking van de oprigting van een gebouw voor de Vereeniging. Not. 28 Julij 1859. Aid. 208. l?^. Recistcr op de Notulen van de vergadering der Nat. Ver. in Ncd. Ind., vervat in Dl. I—XIV, van het Natuurkundig Tijdschrift voor Nedcrlandsch Indic. Hat. Tijds. N. I. XiV. 3 S. IV. 1857. |
53'*. — Te zamengesteld door W. F. Versteeg. Aid. XVI. 4 8.11.1858-1859.107. 17880. Genomen besluit door eene vergadering der besturende leden van de Nat. Vereen, in Ned. Ind. tot opname in het Tijdschrift der Vereen, van uittreksels uit do aanteekeningen dezer vergadcrintren. Nat. Tijds. N. I. V. N. S. II. 1853. 535. 17881. Voorstellen van A. C J. Edeling en Dr. L. W. G. de Roo, omtrent het uitgeven der notulen van de vergaderingen der Nat. Vereen. N.I. Not. 14 Nov, 1863. Nat. Tijds. N. I. XXVII. 0 S. 11. 1864. 389, 17882. Request, dd. Batavia Oct. 1856, namens de Direktie der Nat. Vereen in N. I. door Dr. P. Bleeker en J. J. Altheer aan den Gouv. Gen. v. N. I., dat voortaan de verzending van het Tijdschrift en van de werken der Vereenigiug aan wetenschappelijke akademi n en genootschappen in Nederland en in het Buitenland, geschiede door tus-schenkomst van hot Gouvernement. Nat. Tijds. N. I. XII. 3 S. II. 1855—1856. 263. — Bijzonderheden nopens de gunstige beschikking op dil, request, medegedeeld bij brief, dd. Batavia 30 Mei 1S57 No. 1392 van den In Gouv. Secr. //W XIII. 3 S. III. 1857. 419. — Bijzonderheden nopens de uitvoering. Aid. XIV. 3 S. IV. 1857. 197: XVI. 4 S. II. 1858-1859. 43. 17883. (Jpgave der Indische besluiten, dd. 8 Julij 1858 No 38 en 14 Nov. Is58 No. 20, betreffende het verzenden door tus-schenkomst der Ncd. Ind. Regering van brieven van de Nat. Vereen, aan geleerde Genootschappen in Europa. Nat. Tijds. N. I. XVI 4 S. II. 1858—1859. 260, 360. — Idem dd. 2 Febr. 1859 No. 6i), 24 Juny 1859 No. 44 en van 24 Aug. 18r.0 No. 29r. Aid. XX. 4 S. VI. 1859—1860. 89, 186; XXII. 5 S. II. 1800. 416. 17884. Opgave door Dr. P. Bleeker in de alg. verg. op 22 Febr. 1858, der Nat. Vereen. N. I , van de wetenschappelijke instellingen in Nederlandsch ludie. Europa, Amerika en Azië, aan welke de werken van de Vereeniging worden gezonden. Nat. 'iijds. N. I. XVI. 4 S. II. 1858-1859. 140. — Idom in 1859. Aid. XX. 4 S. VI. Iö59— 1860. 18. — Idem in 1860. Aid. XXI, 5 S. I. I860. 361. — Idem doorG. A. de Lauge op 7 Maart 1861. Aid. XXIII. 5 S. III. 1861. 191. 17885. Fransche tekst van dcu brief, |
552
dd. Parijs 7 Aug. 1860, van P. Mad in ie r aan do Nat. Vereen, in N. 1., inhoudende zijn voorstel lot ruiling van boekwerken enz., benevens genomen maatregelen dien ten gevolge. Not. 22 Nov. 18(10. Nat. l'ijds. N. 1. XXIII. 1861. 9'.). — Zakelijke inbond van den brief, dd. 26 April 1861, van idem, en gegeven antwoord. Not. 6 Juni 1861. Aid. 469. 17886. Mededeeling bij brief, dd. Leiden 27 Julij 1861, door Dr. P. lileekor van zijne bemceijingen ten nutte der Nat. Vereen, in Nederland en in Europa in 't algemeen. Nat. Tijds. N. I. XXIV. 5 S. IV. 1862. 223. 17887. Brief ontvangen uit Batavia van C. II. ü. Steuerwald en C. V. E. v. Rijne-veld, tot voordragt van leden van het Kou. Nedcrlandseli Instituut van Ingenieurs, eu tot oprigling in Nedcrlandseli Indiii van een onilerafdeeling van dat Instituut, welke voorstellen worden voorgelezen en aangenomen in de vergadering te Delft op Li Maart 1849. Jnst. v. Inqenieurs, Not. 1848—1849. 255, 265. — Uittreksel uit den brief, dd. Batavia, 27 Maart 1850, van C V. E. van R ij n e v e 1 d, wegens de bet rekking tussebon de leden in Oost-Indie en den Raad van bestuur. Aid. 1849—1850. 262. — Opmerkingen nopens de afdeeling, welke zich in ü. I. vormt, alsmede benoeming in de vergadering te Delft op 8 Junij IhjO, van gedelegeerden in O. I. van den Raad van Bestuur, Aid. 15, 2411 — Tekst van den brief, dd. Soerabaja, 16 Aug. 1850 van C. H. ü. Steuerwald, C. G, v o n D en t, z s c li en P. 1. G. Vroede, betreffende ballotage van nieuw voorgestelde leden in Indië, en de oprigting van eene afdeelinc van bet Instituut te Soerabaja. Aid. 1850—1851. 95. — Verslag van het verhandelde over dat voorstel in de vergadering te Delft, op 11 Febr. 1851, Aid. 91. 17888. De Ncderlandsch-lndisehe Maatschappij van Nijverheid. ïekst der bescheiden betreffende hare oprigting. Tijds. Aijv. N. I. I. 1854. Oorspr. Bijdr. I. — Deze bescheiden zijn; a. Missive, dd. Batavia 12 Oct. 1853 van Dr. P. BI eek er aan de Commissie tot beheer der Tentoonstelling te Batavia, houdende het voorstel tot oprigting. Aid. 1. — b. Ontwerp van wet, naar welke zij zou werken. Aid. 5. — c. Ontwerp van punten van oprigting. Aid. 9. — d. Adres, dd. Batavia 23 Dec. 1853 aan het Indisch Gouvernement, tot erkenning der instelling, en tot inroeping van de medewerking der Regering. Aid. 10. — e. Indisch Regeringsbesluit, dd. 29 Jan. 1854 No. 16, tot toekenning van het verlangde. Aid. 13. |
17889. Mededeeling, door E. N etsch c r en G. F. de Bru y n K op s, beide te Batavia, der stichting eener Ned. Indische Maatseh. van Nijv., en wenseb om zich in verband te stellen met de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid tc Haarlem. J'ijds. Nijv, XVII, 2 R. II. 1854. 5e en 6e stuk. 234. 17890. Bijzonderheden nopens de plaatsing in de Javasehe Courant van eenc alge-mcene uitnoodiging tot het inzenden van plannen voor een geschikt gebouw voor de Necl,-Indische Maatseh. van Nijverheid. Not. 16 Maart lS5t. Tijds. Nijv. N. 1. I. 1854. Oorspr. Bijdr 82. — Voorstel tot inkoop van het huis van J, A. Pattijn op het Koningsplein, alsmede tot het opmaken van een projekt voor een gebouw. Not. 15 Junij 1854. Aid. 95. — Mededeeling betrelTende plannen voor een gebouw, en aangenomen voorstel van G. P. Dceleman, om in vereeniging met de Maatschappij van Toonkunst en andere ligchainen zamen te werken tot verkrijging van het verlangde gebouw. Not. 13 Julij 1854, Aid. 158. — Verrigtingen van C. F. Dceleman en J. van Staveren in deze. Not, •/i Aug. 1854. A/d. 162. — Voorstellen van Lr. P. Meeker en J. Tromp, tot bevordering der spoedige voorziening in de behoefte van een gebouw. Not. 22 Mei en 21 Junij 1855. Aid. 11. 1855. O. B. 216, 222. — Zakelijke inhoud van het rapport van D. J. Uhlenbeck eu Krippendorff, over de ingekomen projek-ten tot het daarstellen van een gemeenschappelijk gebouw, en voorstel van U. P. de Bruyn Kops, tot aankoop van zijn huis op het Koningsplein door de Maatschappij. Not. 31 Julij 1855. Aid. II. 1855. O. B, 302. — Voorstel van 1). T. Pryee, ter verkrijging van een gebouw Not. 20 April en 25 Sept. 1856. Aid. 111. 1856. 303, 488. — Voorstel van Dr. P. Bleeker, tot aankoop van een huis op Goenong Sahari. Not. 2a Sept. 1850. Aid. lil. 1856. 489. — Zakelijke inhoud van het rapport van J. Tromp en C. E. Deele-man, omtrent hunne bevinding van dat gebouw; benevens benoeming eener Commissie tot onderzoek der financieele verpligtingen door dezen aankoop te ontstaan. Not. 16 Nov. 1856. Aid. III. 541, —Bijzonderheden |
INSTELLINGEN EN GENOOTSCHAPPEN.
nopens het verslag uitgebragt door deze Commissie, alsmede nopens de nota's van Dr. P. lileeker hierover, benevens de beslissing. Not. 29 Jan. 2(5 Mei 1857. Aid. IV. IhS'i. 183, 321. 17891. Ileglementaire bepalingen der Ned. Ind. Maatsch. van Nijverh., vastgesteld in de Bestnursverg. van 12 Febr. 18.)9. J'ijds. Niju. N. /. V, 1859. 211. — Benoeming eener Commissie tot het ontwerpen van eea reglement van orde en de wijziging der wetten. Not. 2 Maart 1859. Aid. V. 280. — Rondzending ter lezing en beoordeeling van de concepten. Not. 4 Mei, 7 Sept., 5 Oct., 25 Oct, 3 Nov. 1859. Aid. V. 291, 509, 512, 514, 51G, 17802. Bijdrage nopens de Ned. Ind. Maatsch. van Landbouw en Nijverheid, door J. II. toe Water, Secretaris dier Maatsch. dd. Batavia 8 Maart 1805. Geschiedkundig overzigt 1853 tot 1804. Verslag 1864 Kamer K. N. Batavia. 487. 17893. Verslag van de Ncd, Indische Maatsch. van Nijv. over het jaar 1855. Ttfds. Nijo. N. I. 111. 1856. 207. 17894. Notulen der vergaderingen van het Bestuur der Ned. Ind. Maatsch. van Nijv. gedurende 1854 en volg. jaren. Tijds. Nijv. N. I. I. 1854. Oorspr. liijdr. 81, 84,88,93, 150, 160; II. 1855. Oorspr. Liijdr. 97, 100, 1U4, 195, 198, 203, 201., 20% 298, 304; III. 1856. 94, 99, 202, ;iÜ0. 383, 4^3, 539; IV. 18,gt;8. 180, 314, 320, 324, 325; V. 1859. 94, 99, 105, 110, 190, 205, 2l)8, 279, 280, 289, 503, 511, 5l3, 615, 519. — Regeling dezer vergaderingen. Not. 19 Mei 1 857, en 12 Febr. 1859. Aid. IV. 1858. 318; V. 1859. 211. 17895. Verslag van de Ned. Ind. Maatsch. van Nijv. over de vijf jaren van haar bestaan, van lo. Jan. 1854 tot ulto. Dee. 1858. Uit-gebragt in de Alg. Verg. op 31 Maart 1859. Tijds. Mjv. N. I. V. 1859. 2 16. — Bijzonderheden nopens de zamenstelling door G. F. de Bruijn Kops van dit verslag. Aid. 211. 17896. Bijzonderheden nopens den toestand der Ned. Ind. Maatsch. v. Nijv. Not. Maatsch. Nijv. 30 Üee. 1858. Tijds. Nijv. N. I. V. 1859. 197. 17S97. Notulen der Algemeene Vergadering der Ncd. Ind. Maatsch. van Nijv. ge-III. |
houden op 31 Maart en 1 December 1859. Tijds. Nijv. N. 1. V. 1859. 283, 517. 17898. Vaststelling der werkzaamheden van de Ned. Ind. Maatsch. van Nijv., betreffende haar programma, de oprigting eener teeken-industrie-school voor Inlanders, het uitschrijven van prijsvragen, haar bibliotheek en museum. Not. 31 Maart 1859. Tijds. Nijv. N. I. V. 1859. 284. 17899. Leden der Ned. Ind. Maatsch. van Nijv, benoemd van Maart 1854 tot Mei 1854. Tijds. Mjv. N. I. I. 1854. Oorspr. Bijdr. 14, 16. — Lijst der leden. Aid. 164;; 111. 1856 105; VIII. N. S. III. 1862. 1. 17900. De Pangeran Ario ïjondro Negoro benoemd tot lid der Ned. Ind. Maatsch. van Nijv. Opname van dezen Regent van Demak als lid dier Maatschappij. T. v. N. I. i7e j. 1855. 11. 355. — Bijzonderheden nopens deze opname. Not. 18 Jan. 1855. Tijds. v. Nijv. II. 1855. O. B. 196. 17901. Benoemingen van Pres. en Bestuur der Ncd. Ind. Maatsch. van Nijv. Not, Maatsch. Nijv. 16 Maart 1854. Nal. Tijds. N. I. VI. N. S. III. 1854. 189. Tijds. Nijv. N. I. I. 1854. Oorspr. Bijdr. 81. 17902. Besluit tot hot blijven behouden van het eenmaal vastgestelde bedrag der jaarlijksche bijdrage voor de Ncd. Ind. Maatsch. van Nijv.; zulks naar aanleiding der opmerkingen hierover door den Hes. der Preanger Regentschappen, Mr. 11. C. van der Wijck, in zijn brief, dd. 11 Maart 1857 No. 890. Not. i9 Mei 1857. Tijds. Nijv. N. 1. IV. 1858. 317. 17903. Desiderata der Ncd. Ind. Maatsch. van Nijv. en Landbouw. Tijds. Nijv. N. I. VII. N. S. II. 1861. 17904. Bijzonderheden nopens het verzoek aan de Ned. Ind. Maatsch. van Nijv. betreffende de vesliging van afdeclingen op Java van de Maatschappij van Land- en Tuinbouw «de Warnequot; te VV'ebe ((ironingen), naar aanleiding der missives hierover van den in Gouv. Secr. dd. 16 Maart 1858 No. 720, alsmede van den Min van Kol. dd. 5 Jan. 1858 L, A. No. 14/10, benevens het gegeven antwoord hierop. Not. 2(1 Maart 1858. Tijds. Nijv. N. I. V. 1859. 102. — Bijzonderheden nopens een gelijk verzoek door Th. F Uilkens bij zijn brief, dd. Wehe 7 Junij 1858, benevens het gegeven ant- |
554
woord liicrop. Not. 7 Sept. 1858. Aid. 113. 1 — De Maatschappij van land- en tuinbouw //De Warnequot;. Zijnde cirenlaire, dd. Wehe 14 Jan. 1858, door het Hoofdbestuur dier Maatschappij afgezonden aan de verschillende gewestelijke autoriteiten iu Indië, als ook aan de Ne'd. Ind. Maatschappij van Kijv, Aid. 158. 17905. quot;Verzoek aan het Gouvernement om een jaarlijksch vast abonnement voor briefport met de Ned. Ind. Maatsch. van Nijv. aan te gaan. Not. 4 Mei 1859. Tijds. Nijv. N. I. V. 1859. 292. 17906. Correspondentie tussehcn de Ned. Ind. Maatsch. van Nijv. en de Hollandsche Maatsch. van Nijv. te Haarlem. Tijds. Nijv. N. I. I. 1854. üorspr. üijdr. 92j II. 1855. üorspr. Bijdr. 101. 17907. Aankondigend overzigt van bet ïijdschritt voor jN ij verheid in Ned. Indië I en II. Batavia 1854—55. Sloet, Tijds. XV. 250. 17908. Bijzonderheden nopens de aanbieding aan de Landhuishoudkundige Congressen in Nederland door de Ned. Ind. Maatsch. van Nijv. en Landbouw van een compleet exemplaar harer werken. Verslag Landhuis-houik. Congres XVII. Middelburg 156,;. 05. 17909. Notulen der Vcrecniging tot bevordering der Geneeskundige Wetenschappen in Nedcrlandsch Indië. Vergadering te Batavia, op 19 Maart 1851. Nadere bijeenkomst der heeren geneeskundigen en pharmaceufen, die wenschten toe te treden tot de vestiging eener Geneeskundige Vereeniging in Ncd. Indië, gehouden op den 15 April 1851 ten huize van den heer Dr. W. Bosch. Eerste gewone vergadering, op den In Mei 1851, ten huize van den Heer Dr. P, Bleeker. Gen. Tijds. N. 1.1.1852. 35. — Tweede idem, gebonden op den 5 Junij 1851, ten huize van den heer Göring Jr. Aid. 110. — Derde idem, gehouden op den 15 Junij 1851, ten huize van Dr. Maier. Aid. 122. — Idem gehouden te Batavia, op 7 Junij 1853. Aid. II. 1853, tegenover 216. Algemeene vergadering. gehouden den 28 October 1854, ten huize van den heer G. Wassink. Aid. IV 1855. 1. 17910. Bijzonderheden nopens de herzie' uing van het Reglement der Vereen, tot bc-vord. der Geneesk. Wetensch. in Ncd.-Indië, medegedeeld in de vergadering der Vereeniging op 7 Juuij 1853. Gen. Tijds. N. I. II. 1853, tegenover 217. |
17911. Reglement voor de Vereen, tot bevord. der Geneesk. Wetensch. in Ned. Ind. geiirresteerd in de verg. van 18 ïcbr. 1802. Gen. Tijds. N. I. IX. N. S. IV. 1862. 867. 17912. Naamlijst der leden van de Vereen, tot bevord. der Geneesk. Wetensch. in N. I. op den 15 Maart 1855. Gen. Tiids. iV. ƒ. IV. 1855. bl. VII; V. 1857. bl. 1. —Idem 1862. Aid. IX. N. S. IV. 1862. 872. 17913. Mededeeling betreffende het bestaan van een //Bataviaasch geneeskundig leesgezelschapquot;. Nat. Tijds. N. I. XXIV. 5 S. IV. 1862. 485. 17914. Over bet oprigten op Java van Departementen van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Meer speciaal over de op-rigting van ecne afzonderlijke Maatschappij voor bet Nut van 't algemeen in Indië, mee» bepaald voor de volksontwikkeling op Java. Uittreksel uit een brief van Batavia aan den Redakteur. T. v. N. I. 1850. II. 213. 17915. Het besluit der alg. verg. van de Maatsch. tot Nut van 'tAlg., te Amsterdam gehouden, omtrent het huishoudelijke Reglement van het Dep. Batavia. Bijzonderheden en beschouwingen nopens bet ontstaan verschil over de toelating van Javanen tot de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in Indië, met behoud van haar Christelijk karakter. T. v. N. I. 14 j. 1852. 11. 153. 17916. De Maatsch. tot Nut van't Algemeen op Java; door M., Batavia, Mei 1850. Wensch, dat deze Maatschappij, die te Soera-baja een Departement bezit, zich ook tot verdere hoofdplaatsen van Ned. Indië uitbreide cn zich bemocije met bet onderwijs der jeugd. T. v. N. I. 1850. II. 132. 17917. De Maatsch. tot Nut van 't Alg. in Oost-Indië gedurende de vijf eerste jaren van baar bestaan. Ingezonden. Het oogmerk en de werking dezer Maatschappij, ontleend aan het door haar uitgegeven overzigt van 2851—1856, gedrukt te Batavia. T. v.N.I. 19 j. 1857. I. 80. — Verhaal van hare zelfstandig-verklaring. Overgenomen uit het verslag over l!j53. Letlerb. 1856. 45, 46. 17918. De eerste vergad. van het Dept. der Maatsch. tot Nut van 't Alg. te Soera-baja, door G. N. DS. Verslag dezer ver- |
INSTELLINGEN EN GENOOTSCHAPPEN.
555
gad. op 4 Deo. 1851, benevens klagten over de laauwheid, vooral van de ambtenaren te Soerabaja bij de heropening van het Dept. aldaar. T. v. N. I. 11 j. 1852. 1. 242. 17919. Een merkwaardig woord van Dr. H J. Spijker, naar aanleiding van het besluit tot toelating der Javanen tot dc Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in Indiü, met behoud van haar Christelijk karakter. T. v. N. I. 17 j. 1855. II. 03. Afrika. 17920. Opgaven der werkzaamheden van het „Afriean Institutionquot; aan do Kaap dc üoede Hoop. N. Keur v. Meng. 1831. 109. |
17921. Bijzonderheden nopens het voorstel gedaan en aangenomen in de vergad. van 19 en 20 Junij 18(i2 van het XVII Nederl. Laudhuishoudk. Congres te Middelburg, tot toezending van een praclitcxemplaar van het Verslag van het Congres aan de twee Presidenten der Zuid-Afrikaansche Republieken. Verslag Landhuishoudk. Congres XVIIe. Middelburg 1802, 84, 106. — Tekst van den brief dd. Middelburg Deo. 1862 van het Bestuur van het XVII Nederl. Landhuishoudk. Congres aan dc beide Presidenten der Ilollandscho Afrikaansche llepublieken, waarbij een pracht» exemplaar van het verslag van dat congres wordt aangeboden. Aid. XVIII. Leeuw. 1803. 182. — Brief, Ud. Oranje-Vrijstaat, Bloemfontein, 21 Mei 1861 van den Staatspresident J. H. Brand, tot dankbetuiging XX. Assen 1805. 74. 17922. Bijzonderheden nopens de werkzaamheden van een geleerd genootschap op Isle de France voor de beoefening van de scheepvaart en de aanlrijkskunde. Letterb. 1810. I. 82. |
Algemeen. 17923. Over het katalogiseren van Ooster-sche handschriften in het algemeen, en dat der verzameling van den Heer Willmet, die thans het eigendom des Instituuts is, in het bijzonder, door H. B. W e ij e r s, dd. 27 Sept. 1841. Met opmerkingen over de in deze voorkomende Maleische en Javaansehe, Sanskritsehe en Chineesehe, Mnlabaarsehe, Singalesche en Bugische Mse. Instituut, IV. 1844. 60, 77. 17924. Verzoek, dd. 8 Mei 1847, van het Bat. Gen. in Ned. Indiö, «Om manuscripten in de talen van den Indischeu Archipel, zoo veel als er gevonden worden, waarbij het wenschelijk is te weten, wat er over den ouderdom, het oord, waar het geschreven is, den aard en inhoud van ieder manuscript, ter kennisse van den inzender is gekomen. Eene vertaling in het Nederduitsch of Maleisch of eenige andere bekende taal van het geheel of een gedeelte van het. manuscript zou al verder allerbelangrijkst zijn.quot; Verh. Bal. Gen. N. I. XXI. 1846—7. Ie ged. 15. 17925. Verzoek van het, Bat. Gen. in N. I., dd. 8 Mei 1847. »Om eene naauwkeu-rige opgave van al de sohrijfteckens, hij eenige der volkeren in den Indisehen Archipel in gebruik, en al die ophelderingen en racdcdceRngcn, welke kunnen dienen tot beter verstand dier schrijlteekenB en van het geheele orthographische systeem, waartoe zy behooren.quot; yerh. Bal. Gen. iV. I, XXI. 1840-7. 1c ged. 15. |
17920. Een woord over de snelling van Aziatische en dergelijke namen bij het uitdrukken derzclve in het Nederduitsch, door E. de Waal, dd. Eebr. 1844. Aantooning van de oorzaken der verscheidenheid, of verwarring in deze spelling. Ind. Mag, 1844. I. ïw. No. 4, 5 en 0. bi. 101. 17927. Verzoek, dd. 8 Mei 1847, van het Bat. Gen. in Ncd. Indiö, «om woordenlijsten, zoo volledig als die maar te verkrijgen zijn.quot; Daarbij dient zoo veel mogelijke juistheid en naauwkcurigheid van spelling in acht genomen, en zoo mogelijk, ecu opgaaf gevoegd te worden van het systeem van spelling dat daarbij gevolgd is. ^ark. Bal. Gen. N. I. 1846—7. 1 ged. 15. 17928. Liefhebberij voor Asiatischc letterkunde in Engeland. Overzigt der werkzaamheden van Dr. D. Mager, Majoor Ou-sely en Dr. Moody. Letterb. 1801. I. 3, 321 j 1802. I. 82. 17929. Klagten over do geringe belangstelling in Engeland in de beoefening van de Aziatische letterkunde. Letterb. 1803 I. 370. |
556
17930. Bijzonclcrliedcn nopens de voorgenomen briefwisseling vaa do ffAlaatscliap-pij van Naijverquot; op Isle de France, met de geleerden in Frankrijk, tot bevordering der kennis van de Indische talen. Sch. v. in- en uitl. Lett. 1808. Meng. 0. 370. 17931. Ucdcndaagselie kennis van het oude Indic, door Ue Redaktie. üvorzigt van de Letterkunde, te zaniengesteld uit: quot;Al-breclit Weber, Indische Skizzen, Berlin 1857,quot; en nit „Philibert Sunpé, Essai critique sur la litteraturo Indienne, Paris 1850.quot; i'ijdstr. Ie j. 1658. 1. 289. 17932. Hcrigt nopens 't geen do Engcl-schcn, alsmede de Hollanders en Denen in de drukkunst en letterkunde in de Indiën verrigt hebben. Uit het Pransch. Do beoefening van het ïamulsch, Alaleisch, Arabisch, Sankrilsch, Persisch enz. Lelierb. IV. 1795. 139. 17933. De la litlérature musulrnane de 1'Inde, par M. Th. Pavie. Aankondiging en overzigt door E. de Waal van dit artikel, geplaatst in de llevue des Revues 1813. No. 9. hid. May. I. Tw. 1844. No. 7, 8 en 9. bl. 163. 17934. Prijsvraag, dd. 1 Junij 1778, van het Bat. Gen. in N. I., getiteld; »Vour één of meerdere personen, die, op goede gronden geoordeeld zullen worden, den meesten lust en de grootste bekwaamte te hebben, om de hoog-Maleischc, Javaansche, Ghinecsche of andere op Java, nuttige üostcrsohe talen zich eigen te maken, in een meerdere volmaaktheid dan gemeenlijk geschiedt, en wel zoodanig, dat zij daardoor in staat gesteld zullen worden om gewigtige zaken, ten voor-declc van land en kerk, te kunnen verrig-tcn.'' Verh. Bat. Gen. N. I. 1. 3 dr. 18^5. Voorbcrigt 22. 17935. Opmerkingen van P. J. Voth, dd. Pranoker 1 Maart 1842, over de geringe studie van de talen van den Ned. ü. I. Archipel, meer bepaald het Maleisoh cn Javaanamp;ch. Gids, Vlo j. 18i2. I Boekb. 408. 17930. Aantooning door P. J. Velh van het gewigt der beoefening en konnis van de in-landsche talen in den Ned. U. 1. Archipel, speciaal van het Javaansch, uit het oogpunt van het belang dier kennis voor loden ambtenaar, 2° den wijsgeerigen taalkenner, en 3o den vriend van bijbel en christendom, gevolgd door een overzigt van hetgeen sedert 181 ö tot bevordering dier kennis is gedaan cn gesol, revcu, Gids, TIJ Ie j. 18 j4. I. |
Boekb. 431, 491, 555, 615, 079. — Zie ook Jaarboek Kon. Instituut, 1849. 75. 17937. Lofspraak, door E. de Waal, op de toezending aan de Akademie te Delft van handschriften in de Javaansche, Soeudasche cn Maleische taal, in alle residentiön op Java en op de Buitenbezittingen bijeengegaard, ten dienste der studie van de Indische talen. hid. Mag. I. Tw. 1841. No. 4, 5 en 0. bl. 201. 17938. Schets, door Prof. P. J. Veth, van den tegenwoordigen staat onzer kennis 1. van de Nederlandsch-Indische talen in het algemeen, en meer bepaald van de Javaansche taai- en letterkunde, naar aanleiding dor werken van J. ï. G. Gcrieke, Dr. T. lloorda, en J. J. Meinsma. Gids, XXVllle j. 3 S. 2e j. 180k I. 139. — II. van de linguïstiek van Celebes, naar aanleiding der werken van B. P. .Matthes. Aid. 399. — III. van de linguïstiek van Borneo, of de Dayakschc talen, en vervolgens die van Sumatra, en vooral de Batakschc cn Maleische, naar aanleiding dor werken van A. liardcland, 11. N. van dor Tunk, P. P. lloorda van Eysin-ga. Dr. J. J. do Hollander, E. Netseher, W. Robinson en Dr. J. Pijnappel Gz. Aid. 581. 17939. Toelichting, dd. 'sHagc 22 Maart 1842, van de wetenschappelijke zending naar Java voor de Sanskritsche cn Javaansche taalstudie en vooral het Kawi van W. A. van den Ham, die in December 1841 is vertrokken. Letterb. 1842. 1. 193. 17940. Koninklijk besluit van 82 Aug. 1841, zending van W. A. van don Ham, candidaat in de bespiegelende wijsbegeerte cn letteren, naar Java, in het belang der Indische taal- en letterkunde. De Kopiist, ie j. 1 d. Batavia 1842. 079. 17941. Vraag van het K. Inst. ï. L. en V.-Kunde v. N. 1., getiteld: '/Welke zijn de verschillende inheemsche talen en dialecten, op de eilanden buiten Java, behoorende tot hot Nedcriandsch gebied, in gebruik? Bijdr. T. Ij. en V.-kunde. 1. 1853. bl. IX; 111. 1855. bl. XXIII; IV. 1850. bl. XXIII.— Overge-nomen in T. v. N. I. 14e j. 1852. II. 75. 17942. IScrigt, van 11. Priederich nopens zijn jongste taal- cn oudheidkundige studiën in ,\ed. Indiö. Overgenomen uit: ,Zeitschrift dor Deutsohon morgenlandisehcn Gescllschaft VIII. 3.quot; Letterb. 1854. 230. 1(1)13. liet ontstaan vau de namen det |
557
kleuren bij Indische volkeren, door P. P. Roorda van Eysinga. Aantooning uitde Javaanselie en Maleisolie talen. Alrj. Lett. Maandsch. XIX. 1835. Meng. 353. J apansch. ITOi t. Bijdragen tot do kennis van Japan, door J. F van Over meer Fischer, 11. Taal- en Letterkunde. Bijzonderheden nopens de spraakkunst en de woordenboeken. Ree. o. d. Ree. XXV. 1832. Meng. 133. 17945. Over dc bij het Instituut berustende handschriften van Titsingh, en het Nederduitsch-Japanseli woordenboek van H. Doefï en van üvenneer Eisseher, naar aanleiding van hei onlangs door den Heer F. F. von Siebold daarover gezegde, door G. A. den Tex dd. 14 Febr. l8'l'2. Beoordee-lend verslag van liet hierover medegedeelde in //Ph. Fr. von Siebold, Isagogc in Biblio-thecam Japonicam et studium litcrarum Ja-ponicarum. L. li. 1841.quot; Instituut, I. 1841. 227; III. 1843. 21. 17940. Gouvernoments besluit van 19 April 1859 Mo. 4, waarbij een exemplaar van het Japansch-llollandsch woordenboek, zamengesteld door H. Doeff aan het Batav. Gen, wordt gezonden, alsmede ontvangst daarvan. Tijds. Ind. T. L. V.-kmde, IX. 3 S. 111. 18GÜ. 220, 238. 17947. Epitome linguae Japonicae. Autore Ph. Fr.de Siebold, Med, Doet. Cum tabu-lis IX xylographicis, in ipsa Japoniea incisis. Ferh. Bui. Oen. N. I. XI. 1826. 63. 17948. Lofspraak, dd. Leiden 14 Dec. 1846, op de benoeming van Dr. J. Hoffmann tot transluteur voor het Japansch bij onze regering. Letlerb. 1840. II. 417. 17949. De beproeving van Buddha. Ecnc legende uit het Japansch, door J. Hoffmann tc Leijdcn. Kist Sf Roy aards, Ned. Arch. II. 1842. 310. 17950. Eenige Japansche woorden. Medegedeeld door Mr. J. C. M. Badcmacher. 1781. Lijst van die in het algemeen gesproken woorden, met Nederduitsche vertaling. Verh. Bat. Gen. M. I. III. 2 Ur. 1824. lOi. 17951. Japansche snippers, door J, N. Grimraius. a. Do ontdekking der thee, volgeus een Japansche legende, b. Legende |
17952. Voorstel gedaan in de verg . __ _________, bevordering van de beoefening der Chineesche cn Japansche taal- en letterkunde. Kerst. Kon. Akad. d. Wet. Lett. I. 1850. 14. — Verslag en voorstel van T. Roorda, A. Rutgers en C, Leemans, omtrent dit voorstel, dd. 18 Junii 1855. Aid. 48. — Verslag der Commissie, bij monde van C. Leemans, nopens de uitvoering van het voorstel. Not. 8 Oct. 1855 Aid. 102. — Missive van den Min. van Bin. Zaken, tot goedkeuring cn bevordering der proefneming tot het vervaardigen van stempels, matrijzen en typen hier te lande. Hot, 10 Sept. 1855. Aid. 125. — Idem, dd. 5 Febr. 1850, tot goedkeuring van het voorstel, dat zoowel de werktuigen als dc letterstaven voor de Japansche boekdrukkerij, naar het voorschrift en onder toe-zigt, van Dr. J. Hoffmann zullen vervaardigd worden. Aid. 305. •— Zie ook II. 1857. 333. — Brief, dd. Dcsima 17 Nov. 1857 No. 68, van den Ned. Gommiss, in Japan Mr. J. H. Donker Curtius, ten geleide van Chineesche typen, aldaar gesneden. Missives van dc Min, van Bin, Zaken en van Kol. ten geleide van dezen brief. Oordeel van Dr. J. Hoffmann over deze typen, en mede-deeling van den aankoop van typen door C. F. M. dc Grijs, Ned. Vice-Consul tc Amoy. Not. 13 Sept. en 11 Oct, 1858. Aid. IV. 1859, 92, 89, 110. — Missive van den Min. van Bin. Zaken, betreffende het beschik-baar stellen van fondsen voor een stel Chi-neesclie druktypen met tocbehooren, en de regeling van het waarborgen van 's Rijks regt van eigendom cn bcschikkiug over deze typen. Not. 12 Sept. 1359. Aid. V. 1800. 9. — Mededeeling van J. H o ff in an n, aangaande de Chineesche matrijzen en drukletters, op last van den Min. van Kol. J. J. Roehusscn, vervaardigd. Aid. VI. 1802. 29. 17953. lets over hct Chincesch letterschrift. Letlerb, IX. 1798. 141, 146; 1801. I. 179. 17954. Karakters cn schrift van dc Chi-neezun in oude tijden, SclwuwO. v. in- en uitl. Lett. 1810. Meng. 1, 23. omlrent den oorsprong der Maatsubo, een zeer kostbaar porecleinen vaatwerk, tot het bewaren der thee, in Japan in gebruik. Biang Lala, 1 j, 1852. I. 188, 190. Chineesche talen. van Dr. J. Hoffmann, van 14 Mei 1855, tot |
558
17955. Ckineesch schrift met Romeinsolic lottcrs. Bijzonderheden nopens het onderwijs te Amoy door zendelingen in het lezen en schrijven met dit schrift. ¥ er. Chr. St. VI. 1852. GOG. 17956. De moeijelijkheid der Chineescha taal. Aantooning der verbazende moeite, welke het aanleeren dezer taal aan de Europeanen veroorzaakt, volgens berigt van den l'ranschen Missionaris Père Bourgeois. Rhaps. IV. 1775. 240. 17957. De Chinesche taal, door G. H. N. Aantooning der verbazende moeite, welke het aanleeren dezer taal aan de Europeanen veroorzaakt, volgens berigt van den Eransohen Missionaire Père Bourgeois. Alg. Lett. Maandfch. XXV. 1841. Meng. 413. — Dit berigt, van Père Bourgeois, ook medegedeeld in Keur. v. Meng. 1845. 245. 17958. Tafel van alle de woorden die de Chineesse laaie uitmaaken, volgens de Engelse, Portugeese eu Eransse uitspraak. Hist. Beschr. Reizen. IX. 1749. 219. 17959. Bijzonderheden nopens de zamen-stelling van een woordenboek in de Chineesche taal door Professor Bayer te St. Petersburg. Boekz. XL11. 1736. 402. 17960. Mededeeling van de voorwaarde waarop Dr. Hager te Parijs op kosten der Eranscho regeering een Chineesch woordenboek zal vervaardigen, alsmede vau de wijze waarop hij van dezen arbeid is ontslagen. Letterb. 1806. I. 17. J7961. Letterkundig geschil, bij gelegenheid van de vervaardiging van een Chineesch woordenboek. Geschiedkundig berigt van dezeu twist tusschen Montueci en dc Guignes, door von Zach. Overgenomeu uit de quot;Monat. Corr. zur Beforderuug der Erd- und Himmels-kunde.quot; Letterb. 1810. 11. 259. 1796-2. Bijzonderheden nopens de vervaardiging door Dr. Morrison van een Chineesch en Engelsch woordenboek, voor rekening van de Eng. ü. 1. Comp. Letterb. 1830. I. 179. 17963. Gedachten van Mr. N e e d h a m over de letters van zeker oud Chineesch opschrift op een oud borstbeeld te Turin, en wat anderen deswege gedacht hebben, bepaaldelijk E. VVortley Montagu. Letter. Hist. I. Amst. 1703. 303. |
17964. Bijzonderheden nopens het vermaard Chineesch Bijschrift Ta-Ya, door Pater Amiot met een Eranscho vertaling aan de Nationale Boekerij te Parijs gezonden. Letterb. 1802. I. 338. 179G5. Beknopt verslag aangaande de volks-literatuur der Chinezen, getrokken uit hunne eigene schriften door É. Morrison. Uit het Engelsch vertaald voor het Zeeuwseh Genootschap te Middelburg, door destelfs medelid J. Werninck, JS16. namelijk: 1quot;, San-Tsi-King, het bock der drie karakters; 2°, Ta-Hio, het eerste der vier boeken; 3°, Eoe; 4°, Ho-Kiang, een omschrijving van de Sun-Eu; 5quot;, Een berigt aangaande de Sekte Tao-Szu, getrokken uit: quot;de opkomst en voortgang der drie sektenquot;; 6°. Eenc redenering ter afrading van het eten van osscnvlcesch, in den mond gelegd aan eenen os; 7quot;, Proeven van briefwisselingen, getrokken uit eene geachte verzameling van Chineesche brieven. Muemos. V. 1818. 141. 17966. Chinecschc legenden. Verhaal van die getiteld »de twaalf paarlen van den halsband.quot; Kad. Lett. 1852. II. 166. 179G7. Bijzonderheden nopens een Chineesch handschrift, bevattende het Chineesch Staats-regt, in de Nationale Boekerij te Parijs. Letterb. VIII. 1797. 11. 179()8. Chinecschc handschriften. Bijzonderheden nopens die verzameld door den Archimaudriet Hyacinth. Letterb. 1829. II. 330. 179G9. Overzigt der Chineesche boeken van het kabinet van den baron von Hupsch te Keulen. Letterb. I. 1788. 177. 17970. Ni-Kou-Ssc-Ean. Chineesche ballade, door L. T. Gids, II. 1838. Meng. 194. 17971. De dochter soldaat. Chineesche ballade, door L. T. Gids, 11. 1838. Meng. 263. 17972. Het gelukkige voorteeken. Chineesch gedicht, door L. T. Gxds, III. 1839. Meng. 121. 17973. Elegie van Sou-Hioui, of klagt eencr, van haren man verwijderde vrouw. Door L. T. Navolging van een Chineesch gedicht, door Sou-Hioui zelve vervaardigd. Vriend Yad. Xlli. 1839. 687. |
559
ITOZd. Brief, dd. Eraoi 20 April 1859, van C. P. M. de Grys, houdende aanbod era eenige door liem uit liet, Clüneeseli vertaalde ot bewerkte stukken voor het Tijd-sclirift van bet liat. Gen. te bestemmen, alsmede antwoord hierop. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IX. 3 S. HI. J860. 237. 17975. Chineeseh Adres. Uit het lloog-duitseh. Overgenomen uit J. A. Ilildts, Mag. der Hand- u. Gewerbsk. April 1803 S. 37'1'. Cliineesehe tekst met Hollandsche vertaling. Oecon. Cour. VI. 1803. 350. 17970. Chineesche stellingen. Boe/ce. Febr. 1841. S18. 17977. Een zeveatal zegswijzen bij de Chinezen in zwang. N. Keur v. Meng. 1838. 255. 17978. Chineesehe spreekwoorden. Lett. Mag. 1823, 2 st. 217. 17979. Een en vijftig spreekwoorden der Chinezen. Oud en Nieuw, 1. Mei 1831. 289. 17980. Spreekwoord bij de Chinezen, ter kenschetsing van een goed bestuur. N. Keur v. Meng. 1831. 128. 17981. Chineesehe spreuken. Een viertal. Bijenk. II. 1822. 519. 17982. Chineesehe spreuken. Bociz.Ychr. 1838. 206. 17983. Chineesehe gedachten. Ar. Keur v. Meng. 1839. 192. 17984. Het getal vijf, zooals dit in China wordt geacht. Boekz. Oct. 1826. 502. 17985. Het getal vijf. Aantooning der groote achting van de Chinezen voor dit getal. Ree. o. d. Ree. XX. 1827. Meng. 435. 17986. Proeven uit een Chineesehe kronyk. Uit het Hoogduitseh. Door L. Eup/i. XIV 1827. 3. 517. Siamseh. 17987. Taal van 't gemeen en die der geletterden in Siam. Aanmerkingen, met mededeeling van het //Gebed des Heerenquot; en de , Groet des Engelsquot; in het Siamseh. üist. Beschr. Reiz. XIV. 1750. 281. 17988. Tekst van een //Siamseh deuntje.quot; |
Overgenomen uit; //Du royaume de Siam, par Mons. de la Laubere, Euvoyé extraordinaire du Roy auprès du Roy de Siam en 1687 et 1688. Amsterdam 1691.quot; Boekz. Juli—Dec. 1692. 451. Tibetaansch. 17989. Het eigenaardige der Tibetaanschc taal. Globe. 1841. I. 80. Tartaarscfi. 17990. Bijzonderheden nopens de vertaling in het Tartaarsch van het werk van Uionis over de ontleedkunde, op last van Cham-Hi, Keizer van China, verrigt door den Vader Parennin, zendeling der Jesuiten in China, van hetwelk een exemplaar door dien Vader in 1726 aan de Akademie der wetenseliappen te Parijs is vereerd. Boeh. XXXIV. Julij—Dcc. 1732. 642. Talen van Voor-lndië. Sanskrit. 17991. Mededeelingen, door Prof. A. W. von Sehlegel betrelfende de studie van het Sanskrit door Italiaansehe en Duitsche Jesuiten in 1611 — 1732. T. v. N. I. 4e j. 2c d. Batavia 1842. 629. 17992. Opmerkingen betrelfende de zamen-stelling der Saneritsche taal. Leüerh. IV. 1790. 155. Noot. 17993. De taal der Hindoes. Bijzonderheden nopens de Shanscrita-taal, met af beelding van het alphabet en een voorbeeld van de versmaat der vier Bedas. Oosterling, III. 1837. 10. 17994. Ontdekking door Wilford in Oost-Indiön van zeer oude Sankritsche alphabets. Letterb. 1801. I. 113. 17995. Braehmanen. De juiste spelling voor Bcaminen aangetoond, en voorafgegaan door mededeelingen nopens de studie van het Sanskritisch door A. W. von Sehlegel en E. Bopp. Lett. Mag. 1824. 2 st. 682. 17996. Betoog,door Dr. H. C. Millies,dd. Haarlem 14 Eebr. 1843 van liet onderscheid van schrijfwijze en het verschil in beteeke-nis der beide vormen lirahma (onzijdig) en Brahma (mannelijk) in de Indische schriften, en gerigt tegen Dr. P. P. Roorda van Ey- |
560
singa, met aanwijzing van den grond zijner dwaling om den eersten vorm Brnhina in Brahm te doen verbasteren. Letterb. 1S41. I. 135. 17997. Overeenkomst van bet Indisch met bet üriekscb en andere talen. Uit //Leipz. Litt. Zeit.quot; ,Ci. Review,quot; en ,lnd. Bibliotb.quot; Aantooning door voorbeelden van namen vun dieren en motalen, volgens A. W. von Scble-gel, voorafgegaan door een opgave van betgeen W. Hastings, VV. Jones, 1'. von öeble-gel, en F. Bopp bebben verrigt tot bevordering der kennis van de Sanskritscbe taal. Irene, I. No. 2. Aug. 1821. 133. 17998. Over de verwantscbap tusseben de Russiscbe en de Sanscritscbe taal. Aangeboden aan de keizerlijke Russiscbe Akade-mie door den beer Ado lung. Letterb.lamp;ii. 17999. Letterkunde der Hindo's. üvcr-zigt van het daarover voorkomende in de Fransebe vertaling vanA. Beaume der Asiatic llesearehes. Uitgegeven door Ad. Duques-noy. Paris 1s Ü7, door Sedillot, geheimschrijver bij de afzonderlijke school der Oostersehe talen en overgenomen uit den Moniteur van 1807. Letterb. 18üa. I. 38. 18000. Mededeeiingen nopens bet verzamelen en vertalen van oude Sanscritscbe en Tamulsche schriften door den Dcensehen zendeling John te Tranquebar. Letterb. VI. 1791. 9. 18001. Mcdedeeling, door W. Jones betreffende hot aantal Indische tooncelstukken door hem ontdekt. Letterb. V. 1790. 150; IX. 1792. 126. Noot. 18002. Bijzonderheden nopens de Indische studiën van den Deenscben zendeling te Tranquebar, Fuglsang. Letterb. 1802. 1. 209, 370. 18003. Mcdedeeling betreffende de vertaling van bet voornaamste Drama der Indianen, getiteld ^Sakoiitala/' of //de beslissende ringquot; van zekeren Kalidas een Bramin, door W. Jones uit het Saneritscb iu het Engelsch, alsmede voornemen van Prol', ü. Forster, te Mainz tot bet geven van een hoogduitsche vertaling met aanteekeningen en ophelderingen. Letterb. V. 1790. 150; IX. 1792. 126. Noot. |
18004. Berigt der voorlezing door den Hoogleeraar H. A. Hamaker van eene //Proeve over het drama Snkontala van den Indischen dichter Calidasquot; in de openbare vergadering op 4 Febr. 1820 der Maatschappij der Nederl. Letterkunde te Leijden. Letterb. 1820. 1. 98. 18005. Over de Sakontala van den Indischen dichter Calidas. Eene voorlezing van Prof. H. A. Hamaker. Zakelijke inhoud, met extract vertaling uit het Engelsch van W. Jones. Mnemos. II. 1823. 213. 18006. Kalidasas' ring van Cakuntala. Eene voorlezing van Dr. S, Keyzer. ^ad. Lett. 1849. II. 521. 18007. Verhaal van den llamayan. Volgens Rogerius. Lett. Mag. 1824. 2 st. 441. 18008. liet Raraayana, door P. A. S. van Limburg Brouwer. Overzigt, met aanteekeningen, naar aanleiding van „Eich-boff, Poésic lu'roiqiin des Indiens comparée a 1'épopée grecque et romaine. Paris 18(10quot; en van //Monier Williams, indian epic poetry. London 186:5.quot; Otds, XXVIIe j. 3 S. Ie j, J 863. IV. 369. 18009. Episoden uit het Ramayana, door P. A. S. van Limburg Brouwer. I. De eehuld van Dasbaratha; 11. De komst der Ganga; 111. De schaking van den kluizenaar. Gids, XXVIII. 3 S. 2 j. 1664. 1. 342. 18010. Bhagavad-Gita, door P. A. S. van Limburg Brouwer. Omschrijving vau het gedicht, gevolgd door eene vertaling van de belangrijkste gedeelten. Gids, XXXe j. N.S. I4c j. 1861. 1. 1. 323. 18011. Nitisastra, door P. A. S. van Limburg Brouwer. Geschiedenis der Indische fabel en vertelling, naar aanleiding van: //Theodor lienfey. Pantschatantra, Fünf Büeher indiscber Fabeln, Miircben und Er-ziihlungen. Leipzig. 1859.quot; Gids, XXIVe j. is. S. 12e j. Ib60. I. 22. 222. 18012. Nala en Damajanti, een tusschen-stuk uit het Sanskritsch diehlwerk Maha-bharata. Voornamelijk naar de Leipz. Litt. Zeit. door F. Bopp. li ene, I. No. 3. Oct. Ib21. 2.)9. 1801S. Katha Sarit Sagara. Eene verzameling van Indische vertallingen. Nadere vertaling van het werk door Dr. Hermanu Brockbaus in 1839 met eene Hoogduitsche |
vertaling «itgegoven: de vijf eerste boeken van de Katha Sarit Sagnra, of' vertellingen van Sri Somadeva Bhatta uil Kaschmir. T. v. N. I. 5e j. Ie d. Batavia 1813. 134, 218, 509, 027, '704; 2e d. 110, 217, 338, 483, 571, 670. 18014. Wijsheid der oude Indiërs. Medo-deeling volgens H. A. Seliultens eener fabel van Bidpay, dienende tot opheldering: «hoe een leugenachtig belager de vriendschap afsnijdt tussehen twee personen, die elkander beminnen, en hen vervoert tot haat en vijandschap tegen elkander.quot; Ree. o. d. liec. XXII. 1829. Meng. 231. 18015. Bijzonderheden nopens een Sans-krit-handsehrift »over het Buddhismus,quot; door Hodgson uit Nepal ingezonden bij do K. Aziatische Maatschappij. Lelltrh. 1836.1. 290. 18016. Aristoteles in het Sanskiit vertaald. Uit Neue Jahrbüeher für Philol. und Paedag. von Dr. G. Secbode, IV Jahrg. XII li. I H. 108. Mcdedeeling volgens Sir A. Johnstone, en wel van eene vertaling uit bet Perzisch in het Sanskrit. Ree. o. d. Ree. XXVIII. 1835. Meng. 557. 18017. Bijzonderheden nopens het Indisch handschrift van Timur Newa in Juli 1827 te Calcutta openlijk geveild. Lelterb. 1828. I. 337. 18018. De zelfsopoffering van Viravara. Getrokken uit de Hitapadésa. hid. May. 1 Tw. 1844. No 10, U en 12, bl. 8x 18019. Zedelessen, die in zeker zeldzaam tractaat, in de Grandonisehe, of Girandami-sche, ook wel genaamd Sankritze taal, vertaald, voorkomen. Kalentjn, V. St. I. 380. 18020. Eenige korte spreuken van Anna Pidavi. /aletUijn, V. St. 1. 395. 18021. Ontdekking door Dr. Cl. Buchanan in Maissour van een handschrift, bevattende een geschiedverhaal van de komst dei-Portugezen in Indië, door een Hindo van dien tijd geschreven. Letterb. 1806. II 291. 18022. La fille du bueheron, conté populaire de Pinde. Aankondiging cn overzigt door E. de Waal van dit artikel, geplaatst in de llevue .Brit. Mei 1843. Ind. Mag. I. Tw. 1844. No 7, 8 en 9. bl. 178. |
18023. De twee schelmen. Ingezonden. Getrokken uit »Vrihat-Katha,quot; en ook geplaatst in de „Quarterly oriental magazine of Calcutta,quot; Sept. en Dec. 1824. Ind. Mag. I. ïw. 1844. No 10, 11 en 12. bl. 81. 18024. Dc gestrafte huichelaar. Ingezonden. Getrokken uit »Vrihat-Katha,quot; cn ook geplaatst in de „Quarterly oriental magazine of Calcutta,quot; Sept. en Dec. 1824. ind. Mag. I. Tw. 1844. No 10, 11 en 12 bl. 78, 18025. Extract uit een brief van Prof. C. Lassen aan R. H. Th. Eriederich, over de immigratie der Braminen op Java, reeds van voor 400 jaren na Christus dagtee-kenende, en dat deze niet het Prakrit, maar het Sanskrit hebben gesproken. Tijds. Ind. T. L. /.-kunde, II. 1854. Jierigten 111. 18026. Aanbieding door Kapitein Ilamil-ton aan het collegio te Calcutta van een handschrift in de Maratsche taal met ophelderende aanteekeningen, bevattende een geschiedkundig verhaal der gebeurtenissen voorgevallen onder de voorgangers van den tegenwoordigen Poischwa, en geschreven door lluumunt Ilao J ug Deo. Lelterb. 1806. II. 290. Indostanisoh. 18027. Over de letterkunde en geleerde schriften van ludostan. Uit het le deel der Asiatic Researches or Transactions of the Society in Bengal. Letterb. IV. 1/90. 155. 18028. Toezegging aan Professor Bayer tc St. Petersburg van een .historic der koningen van Indostan, of van de bcheerschcrs van 'i gebied van den grooten Mogol, welke in de tale der Braminen is opgesteld, üudez. XLII. 1736. 462. 18029. Overleveringen der Indostanners, betrellende den oorsprong der verschillende melodiën in hunne muziek. 11. fad. Bibl. 1807. 2 St. 169. 18030. Bijzonderheden nopens de zamen-stelling van een woordenboek in de taal der liraminen door Professor Bayer te St. Petersburg. lloekz. XLII. 1736. 462. Bengaalseh. 18031. Homerus in 't Bengaalseh. Bijzon-derheden nopens eene vertaling door een Hindu, Babu Grischender Bose trcheeten Lelterb. 1839. 1. 143. |
71
562
18032. Medcdceling nopens hot toekennon eener gouden medaille door 'L. M. don Koning der Nederlanden aan Raja Kali Krischna Baliadur, wegens zijne aanbieding van oene Benpraalsehe vertaling der Engelscbe fabelen van Gay. Letterb. 1839. I. 338. Malabaarsoh. 18033. Korte Malabaersebc Lettor-konst. Baldaeus, Malabar. Amst. 1672. J90, 195. 18034. Het Vader onze in de Malabaorsebe lalo en letteren, 't Geloof in het Malabaersob. Baldaeus, Malabar. Amst. 167-'. Tegenover 191 en 197. 18035. Berieht van do boeken van do Malabaren, die zij hunne kinderen te loeren geven, en van de zedeloson, die zij hen instampen. Valentijn, V. St. I. 390. 18030. Korte lessen der Cingalcesen en Malabaren, uit hot Malabaarsclie Boek Coro-nevendam. Valentijn, V. St. 1. 394. 18037. Aantoekeningen over do spraak der Malabaren, opgesteld door J.A. Cellarius, onderkoopman en opperhoofd te Crangapoor. 1781. Verslag, niet mededecling van het alphabotb, de cijferletters en het. „Simbo-lum apostolorum.quot; Verh. Bal. Gen. N. /. III. 2e dr. 1824. 187. Singaleesch, 18038. Opgave van het groot, aantal Pali- en Cingaleesche geschriften in do bibliotheek te Kopenhagen voorhanden. Lellerb. 1828. I. 202. — Modedeeling omtrent die, door R. C. Ilask, voor deze bibliotheek medegebragt. Letterb. 1S33. II. 167. 18039. Eenige Singaleescbe spreuken, staande in 't boek Wessakare Satake, of de Bevlijt-redenen der geleerden. Valentijn, V. St, I. 391. 18040. Extract uit 't zesde Boek, der vijfde Decade van Diogo de Couto, pag. 121, handelende van Pico do Adam, en van de gevoelens der Inlanders van dezelve, op Ceylon. Valentijn, V. St. I. 379. 18041. Karakteristiek der Oostersche talen. Arabisch, Perziesch en Turksch, volgens Matthison. Vad. Lett. 1830. 11.356. Perzisch. |
18042. Over het Perzische spijkerschrift en de jongste ontdekkingen van den Majoor liawlinson, door L, Ph. O. B. Zijne bevindingen betreffende de toepassing van het alphabet door Rawlinson gevonden, op de ontcijfering van de inscriptiën medegedeeld door De Bruin, Chardin en Niebuhr, gevolgd door hunne latijnschc vertaling. Letterb. 1847. II. 50. 18043. Sir W. Ousely laat te London bewegelijke letters makon voor het Oud Perzisch schrift. Letterb. 1802. I. 82. 18044. Mededeoling belrofTendc een volledig woordenboek van Pehlvi en Parsi of hot Oud en Nieuw Perziaansch, door W. Ousely uit Perziö medegebragt. Letterb. 1813. I. 417. 18045. Porziaanscho spreuken, uit de reisbeschrijving van den ridder Chardin getrokken, die hij in de paleizen der grooten aan de muren gesehrevcn heeft gevonden. Vad. Bibl. II. 1790. 2 St. 606. 1S046. Spreuken dor Wijzen uit Perziön on het Oosten. Vad. Bihl. III. 1791. 2 St. 96, 144, 192, 240, 288. 18047. Perziaausche gedenkspreuken. N. Vad. Bibl. V. 1801. 2 St. 68. i 18048. Perziaansche gedenkspreuken. Sehomch. v. in- en uiil. Letterk. 1807. Meng. 293. 18049. Spreuken van Dsehamy, een Perzisch schrijver. Ree. o. d. Ree. MX. 182G. Meng. 228. 18050. Eene allegorie. Uit het Perzisch. Ree. o. d. Ree. 1847. Meng. 398. 18051. Iets over do mystieke dichtstukken der Porzianon en Hindus. Proeve van W. J o n e s, Voorzil ter der Bengaalscho Socie-teit. Getrokken uit de Asiatic Researches, or Transactions of a Society instituted in Bengal, Vol, III. Vad. Lett. 1794. 2. 422. I 18052. Bijzondorheden nopens de vertaling in het Eranscii van het Perziaansch heldendicht van Eerdusi, getiteld: ,Schuuame, het Koninklijke Boek,quot; met bevooging van geschied- en aardrijkskundige aanteekeningen en oudheidkundige nasporingen, als mede met platen tot opheldering van den tekst, door Jakob van Wa 1 lenbourg. Geheimen Staatsraad te Wcenen. Ao. \ Letlerh. 1806. U. 161. |
18053. Bijzonderheden nopens #Cha-Natné,quot; ouvrage de poésie Persaue, ma-nusent sur papier do soie de 1(103. Mede-gedoeld door Jhr. W. II, J. van West-reeneu v an Ti cl landt 1,c's Uage. Lellerb. 1817. I. 252. 180 jé. Medcdeeling betreifende een prachtig exemplaar der gedichten van den tegenwoordig regeerenden Koning van Perziii Fctli-Ali Schach, door W. Ouscly uit Perzic medegebragt. hetterh. 1813. I. 417. — Idem van een exemplaar door Jouanin medegebragt. Aid. 417. 18055. Bijzonderheden nopens het Perzisch gedicht ontdekt te Calcutta door Dr. öprenger, behelzende den roman van Ways en Ka mijn, waarvan de dichter is Eaehraddyn Asad Gorgany, en niet Nizami. Lellerh. 1854. 230. 18050. Bijzonderheden nopens een Perzisch manuscript bevattende de geschiedenis van deu beroemden Nadir Chan, in Europa beter bekend onder den naam van Thahmas Koeli Kban, geschreven door Myrza Mcdny-Khan in 17'1S, in de ksizerlijke boekerij te Parijs geplaatst. Lellerb. 1808. 11. 298. 18057. Mededeclingen door Kapitein S t e-wart, betreffende een historisch handschrift in de Perzische taal, behelzende de levens-gesehiedenis van Aurcng Zeb, en geschreven door Mahomet Saki, dienende tot vervolg op de historie van Katsouu. Lellerb. 1800. II. 290. I806S. Bijzonderheden nopens een Perzische vertaling van het groot Tarikh of kronijk van Tabari, van welke W. üusely een Ungelschc vertaling maakt. Zerteri. 1802. II. 49. 18059. Berigt wegens de letterkundige verrigtingen van Sir Gore üusely in 1'erzië sedert 1811. Lellerb. 1815. II. 257. 18000. Verhaal van de ontdekking door de Portugezen van oude manuscripten op het eiland Larecca in de golf van Perziii. Uur. Merourius, XLII. 1731. I. 159. 18061. Bijzonderheden nopens eene verzameling Perzische handsclirilten, door Poth in de Oost-Indien bijeenvergaderd, en bestemd voor de Universiteit tc Cambridge en de school tc Eton. Lellerb. V, 1790. 129. |
18062. Lijst van de Perzische handschriften door den Pruissischcn gezant bij de üttomanische Porte von Knobelsdorf op 7 Juni 1804 aan de Akademie der Wetenschappen tc Berlijn ten geschenke gegeven. Lellerb. 1804. II. 82. 18003. Mcdcdeelingcn betreffende de opschriften, gedenkpenningen en handschriften door William üusely uit Perziii medegebragt. Lellerb. 1813. I. 417. Arabisch, 18004. Verhandeling over de Arabische spraak. Naar het Hoogduitsch. Vad. Lett, 1796. 2. 145. 18005. Waarnemingen over de taal- cn letterkunde der Arabieren, door W. Jones, Voorzitter iu de Societeit te Bengalen. Vad. Lelt. 1792. 2. 005. 18006. Verhandeling over de Arabische cijfers, tot heden aan dc Indiërs toegekend, maar in een verder afgelegen land dan de IndiSn uitgevonden, door Br. Hager. Betoog van deze uitvinding door de Chmeczen. Lellerb. 1813. I. 219, 247, 260. 18007. Codicum manuscriptoruin Arabi-coruin, in Bibliotbeea Soeietatis Artium et Literarum, quae Bataviae floret, asservato-rum catalogi pars prima. Confeeit ttudol-phnsïriederieh Confluentinus, Bibliothccae orientalis Custos. Perh. Hal. Oen. N. I. XXV. 1853. 18008. Berigt nopens de vertaling van Arabische handschriften in de bibliotheek van het Eskuriaal door Syrische Priesters, en oordeel over hunne geschiktheid voor dit werk. Lellerb. I. 1788. 41. 18009. Bijzonderheden nopens de ontdekking in Bassora van een oud afschrift van de koran, met Chusische letters, door Ali, den neef en schoonzoon van Mohammed geschreven. Lelterb. Vill. 1797. 65. 18070. Kalilah en Daminah, door Dr. P. P. lloorda van Eysinga. Medcdeeling van den Arabischen tekst met vertaling van een der „fabelen van Bidpayquot; en getiteld: «Een verhaal van personen, die ia hunne getrouwheid volharddennaar een handschrift van C. P. J. Elout. 1'. v. i\. 1, 6e j. Ie d. Batavia 1S44. 435, 444, |
564
18071. Mede,deeling met Ncderdnitsehe vertaling, door li. von De wall, van den tekst van een Arabisch vers vervaardigd en gedrukt op de inlandsehe steendrukkerij te Palembang van Keraas Hadji Moehammed Azhari, tijdens het bezoek aldaar van den Resident A. van der Ven. Tijds.v. Ind.T. L V.-kunde. VI. N. S. III. 1857. 197. — 18072. Djcida. Fragment van een Ara-biseh verhaal, Antar getiteld. T. v. N. L. 2e j. Ie d. Batavia 183(J. 50. 18073. Medcdeoling betrelTende de vertaling van //Emerson's Mechanics,quot; //Apoilo-nius, de Öectione Rationis, en van Newton's Prineipia,quot; in het Arabisch door Tufusool Hossein Khan, gezant; van den Nabob, vizier bij het Engelsch üouvern. te Calcutta. Letterb, V. 1790. 129. Polynesische talen. 1807'!. Over de Malcisehe cn Polynesische talen cn volkstammen, door J. Craw-furd. In uittreksel medegedeeld, dienende ter verklaring van de verspreiding van do Maleisclic taal van Madagascar tot het Paasch-eiland, en van Formosa tot Mcuw-Zeelaud. Lellerh. 1840. II. 43, CO, 74,90,138. Madaffascarsch, 18075. Aanmerkingen van Pla cour tover de taal en het schrift der Negers van Madagascar, benevens zijne medcdeoling van de gewone R. C. formulier-gebeden in de Ma-dagascarsche taal. tlist. Beschr. Reiz. \11I. 175ü, 259. 18076. Liederen der Madagaskers. Uit het Pransch van den ridder Parny. Tekst der vertaling van een twaalftal. Vad. Bibl. I. 1789. 2 St. 333, 371. 18077. Madagascische gezangen. Naar do vertaling van Parny. Uit het iloogduitsch. Tekst der vertaling van een tiental. Euph. I. 1814. 4. 749, 753, 780. Maleisch. 18078. Prijsvraag voor 1 Dec. 1SG3, uitgeschreven door het Prov. Utrechtsche Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, getiteld: «Een historiseh-kritiseh overzigt der Malcisehe letterkunde. Hierbij wordt niet slechts etnc beschouwing dor gedrukte, piaar ook zooveel mogelijk der uog ongedrukte |
Maleisehe werken verlangd.quot; T. v. N. I. 18(13. N. S. Ie j. II. 189. 18070. Opgave, door Dr. P. P. van Eysinga van de door hem vervaardigde en nog niet uitgegeven werken in de Maleisehe taal; ontleend aan zijn: „Algemeen Ncder-duitsch-Maleisch woordenboek 's Uagc 1855.quot; Astrea, V. 1855. 4. 18080. Berigt door Dr. W. R. van Hoövell der uitgaven door Or. P. P. Roorda van Eysinga van den tekst der Malcisehe manuscripten; Hikajat Sulthan Ibrahiem, — Isma Jatiem, —- Tadjoe Elsa-lathin, — en Srio Rama. yerh. Bat. Oen. N. I. XIX. Batavia 1843. bl. VI. der Inleiding op Sjaïr Bidasari. 18081. Lijst van handschriften aangaande Oost- en West-Sumatra, meest in het Maleisch, en vooral betrekking hebbende tot de taal-, letter-, land- en volkenkunde van dat gedeelte van Nederlandsch-Indië, in het bezit van J, A. W. van üphuyzen, ads. Res. van Benkoelcn. Mededeeling door Or. P. Blce-kor betreffende deze lijst, alsmede van de gezindheid van v. Ophuyzen tot afstand dezer verzameling aan het Bataviaasch Genootschap. '27 Juli 1857. Tijds. Ind. T. L. V.'kunde, Vil. 3 St. I. 1858. 458. — Advies van R. H.Th. Priederich nopens de waarde dezer verzameling voor het Genootschap. Not. 28 Oec. 1857. Aid. VIII. 3 St II. 1859. 8. — Onderhandelingen van Or. P. Bleeker met van üphuyzen over den afstand der Msta. Not. 7 Mei 1858. Aid. VIII. 3 St. II. 1859. 89. — Oeze verzameling is door v. Ophuyzen aangeboden aan den Min. van Kol., en in de bibliotheek van dat Departement gedeponeerd. Zie Ned. Staatscourant van 24 Pebr. 1864. No 4. 1S082. Kort verslag van de Maleisehe handschriften in het East India House te London, door II. Neubronnor van der Tuuk. T. v. N. /. 1849. Gron. Ie d. 385, 18083. Afstamming en litteratuur der Maleijers. De talen en oudheden op Java. Getrokken uit de *The Edinburgh Review,quot; 1813 No 45, zoo als het artikel is geplaatst in de Java Government Gazette van 11 en 18 Maart 1.815. Een geschiedkundig overzigt van het Maleisch, met aantooning van den invloed van het Javaanseh op deze taal, en dienende tot wederlegging van eenige stellingen, voorkomende in de inleiding van de Maleisehe spraakkunst door W, Marsctcu |
56b
1812 te Londen gedrukt. Tnd. Mag. I. Ito. 1844. No. 10, Ilea 12. bi. 250. — Bcoordee-ling door Dr. i). L. Mo u nier van dit artikel, voor zoo veel betreft de opmerkingen over de Javaansclie taal. Aid. 1845 Ko. 3 en 4. 204. 18084. Van welke taal moeten de zendelingen in de Molukken en In de Menaliasse zicii bij de verkondiging des Evangelies bedienen?, dd. iebr. 1S59. Historische aantooning van het verrigte sedert het begin der XVII eeuw, ten aanzien van de taal ter evangelie-verkondiging in ludië door vreemde en Nederl. zendelingen, van de bemoeijingen van het Earopeesch bestuur, en van do denkbeelden en verrigtingen in deze, gedurende de laatste jaren, ook met opzigt tot de invoering van het Nederlandsoh. Mcded. Ned. Zend. 11, 1S5S. 172, 279; 111.1859. 40. 18085. Laag-Maleiseh, door Dr. J. Pijnappel Gz., dd. Leiden Sept. 1805. Mede-deeiingen van zijne inzigten nopens dezen taalvorm, in tegenstelling met het Iloog-Maieiseh, en in verband met het onderwijs daarin Ie geven, tevens dienende tot bestrijding der denkbeelden van ür. J. J. de Hollander en 11. N. vander Tuuk. (Jids, XX IXe j. 3 tgt;. 3 j. 1805. I V. 148. 18ÜSG. Indiseli besluit, dd. 20 Junijl862 i\o. 17, dat ten aanzien van hot Maleiseh, waarin de van Gouvernementswege, ten behoeve van de inlandsehe seholen uit te geven schoolboekjes belioorcn te worden geschreven, noch geen beginsel wordt aangenomen, noch regelen worden vastgesteld. 'I'ijds. Ind. ï. L. V.-kunde, Xll. 4 S. 111. 1802. 509. 18087. Iets over de Hoog-Maleisolic bijbelvertaling door 11. N. van der Tuuk, die deze taal splitst in conventie-, centralisatie- en locaal-Maleiseh. Bijdr. Ind. T. L. P.-kunde, N. V. 1. 171. 18088. Over het Arabiseh-Maleische alphabet, door Dr. J. Pijnappel Gz., dd. Delft, Juni) 1869. Betoog om liet Maleiseh met Hollaudsehe lettors te schrijven. Bijdr. Ind. T. L. V.-kunde, N. V. LU. 18(50. 229. — Adhaesie aan dit betoog, doch onder zekere reserves, door A. B.CohenÖtuart, dd. Soerakarta, (Jet. 1S60. Aid. XII. 4 S. 111. 1802. 105. |
18089. Iels over het schrift der Malcijers, door li. ifnederich. Naar aanleiding der vraag, of de Maleijcrs, voor de omhelzing van den Islam, een schrift hadden of niet; met een bijvoegsel over de alphabetten van Sumatra in het algemeen. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, II. 1854. 471. 180 '0. De kindoren op de school te Me-nado schrijven het Maleiseh met Latijn-sche karakters; volgens mededccling van Mr. 1). P. VV. Pieterrnaat, gewezen Res. van Menado, en van den Kap. Luit. t/z L. J. de Vriese. G Julij 1810. T. v. N. I. 3i,' j. I d. Batavia 1840. 152. 18091. Voorstel ten aanzien van het geven van onderwijs in het schrijven van Maleiseh met Laüjusohe karakters in de residentie Japara en Joann, dd. 18 Dec. 1831, gedaan door eene inlandsehe Commissie, bestaande uit den regent van Patti, den hoofd-djaksa en den hoold-panghoeloe van Japara. Tijds. Ind. T. L. f.-kunde, XIV. 4 S. V. 1864. 234, 317. 1S092. Missive, dd. 8 Aug. 1861 No. 2055b, van den !e Gonv. Secr., over de te nemen maatregelen tot het verkrijgen cener gelijke spelling in geheel NoU. Indie, bij het schrijven der Maleiscue taal, in Latijnsche karakters, en antwoord hierop. Mot, 10 Aug. 1861. Tijds. Ind. T. L. Y.-kunde, Xll. 4 S. III. lbG2. 134. 18093. Proeve tot opheldering van de gronden der Maleische spelling door W. llobinson. Uit het Engclseh vertaald door E. Metseher, dd. Batavia 1855. Vertaling van een hoogst zeldzaam geworden werk in 1823 uitgegeven. AeWi. Bal. (Jen. N. I. XXVI. 1854—7. 18094. Eenige opmerkingen en bedenkingen naar aanleiding der «Proeven tot opheldering van do gronden der Maleische spelling, door W. llubinson, uit het En-gelsoh vertaald door E. Netseher, Batavia 1855quot; door A. B. Goh en Stuart, dd. Soerakarta April 18quot;)6. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VI. N. S. 111. 1857. 37. — Antwoord op deze opmerkingen, door E. Metschor. Aid. 156. 18095. Hoe de maan zich in tweeën verdeelde. Uit het Maleiseh vertaald door H. II a a t, kap. dor inf. Met den Maleischen tekst, overgenomen uit //Proeve tot opheldering door W. Robinson, vertaald door E. Metseher. Batavia 18j5. Tijds. Lid. T. L. l',-kunde, Vil, 3 S. I. 1858. /8, 85, |
566
18090. Mcdedeeling, dd. M., 2 Aug. 1821, van bijzonderheden nopens de vervaardiging door M. Lejdekker, doctor in de godgeleerdheid en geneeskunde en Predikant, te Batavia, van een //Lexieon Malaïoo-Belgicum, in quo vocum Malaicarutn vis et signifioatio ex prestantissimis eodieibus raanuser. conlirmatur additis exemplis.quot; Handselirift. LetterL. 182]. II. 153. 18097. Opgave van de leden der Commissie door het Ned. Ind. Gouvernement benoemd, tot zamenstelling van een Maleisch-Nederduitsoh en Nederduitsch-Maleisch woordenboek, uit de reeds bestaande bouwstoffen, meer bepaald de manuscript-woordenboeken van G. 11. Wcrndly en van Ds. Zomerdijk, gevolgd door eenige besehouwmgeu over dezeu arbeid, dd. Batavia. Letterb. 18^1. I, 305. 18098. Mcdedeeling der, aan P. P. Roorda van Eysinga, bij Indisch besluit van 21 April 1844, opgedragene vervaardiging van een M aleisch-lSederduitseh woordenboek, alsmede een historisch overzigt van de be-moeijingen sedert 1820 van de Indische He-gering voor de vervaardiging van zulk een woordenboek, naar aanleiding van den aankoop uit den boedel van Bs. Zomerdijk, van het Maleiseh-Nederduitsch woordenboek met Arabisch karakter van Leidekker. Leden der in J820 en later benoemde Commissie, de vertraging in den arbeid, enz. T. v. N. 1. 6e j. 2 d. Batavia 1841.. 4(1. 18099. Opgave van de leden der Commissie tot zamenstelling van een Maleiseh-Nedcrduitseb en IS'ederduitseh-Maleiseh woordenboek. 1S20. T. v. N. 1. 3c j. Batavia 1840. 2e d. 024. 18100. Een nieuw Nederduitsch-Maleisch woordenboek. Lof aan het Indisch besluit van 10 Junij 1850 No. 13, waarbij aan H. von Dewall is opgedragen de zamenstelling van een Mal.-Ned. en Ned.-Mal. woordenboek. T. v. N. I. 19e j. 1857. 1. 235. 18101. Brief, dd. Willem 1, 28 Junij 1858, van den le Luit. P. W. P. Nix, aanbiedende een manuscript woordenboek van de Maleische, taal, zooals die in de Padang-sche Bovenlanden gesproken wordt, alsmede verzoek aan A. J. W. van Ophuyzen le Benkoelen om advies. Tijds.Ind. T. L. V kunde, VIII. 3 S. 11. 1850. 291. — Brief, dd. Benkoelen 30 Dcc 1858 van van Ophuyzen, waarbij hij zich verontschuldigt van den opdragt, benevens uitnoodiging aan II. |
von Dewall te lliouw. Aid. IX. 3 S. III. 1860. 44. — Brief, dd. lliouw 7 Maart 185'.), van von l)ewal l,ter mcdedeeling zijnor beschouwingen en voorstellen betreffende de woordenlijst van Sumatraasch-Malciseh van Nix. ^4/«!. 221. — Genomen maatregelen betreffende eenc uitgave. Aid. 221, 237. 18102. Ontwerp van een Maleisch woordenboek en eene Maleische spraakkunst, door H. von Dewall, ads. Hes. Voorafgegaan door een geschiedkundig overzigt der pogingen van de Indische Regering, sedert 18^0, tot het erlangen daarvan. Tijds. Ind. '/'. L. V.-leunde. VI. N. 8.111.1857.535.— Errata Aid. Vil. 3 S. I. 1858. 178. — Eenige opmerkingen naar aanleiding van het ontwerp met. eene nieuwe proeve van bewerking door A. B. Cohen Stuart. Aid. 28/. — Errata in deze opmerkingen van A. B. Cohen Stuart. Aid. 447. — Antwoord op deze opmerkingen, met eene nieuwe proeve van bewerking voor het woordenboek door A. B. Cohen Stuart, door H. von Dewall, dd. Riouw, Junij 185^, gevolgd van eene proeve van bewerking va'i een Maleisch woordenboek. Aid. VIII. 3 S. II. IS59. 327. — Errata in dit antwoord. Aid. IX. 3 S. III. 18()0. 420. — Repliek aan H von Dewall, door A. 15. Cohen Stuart, dd. Soerakartn, Oef:. 180U. Aid. XII. 4 S. III. 1862. 1. — Verbeteringen van drukfouten. Aid. 354. 18103. Vergelijkende woordenlijst der Maleische, Sassaksehe, Soetnbawasche, Sangar-sche, Bimasehe, Bocgische, Makassarsche, Eudersche en Tamborasehc talen, door H. Zollinger, Anno 1847. Volgens de lijst in ; quot;T. S. Raffles, History of Java;quot; doch veranderd naar de resultaten zijner eigene nasporingen, en vermeerderd met de woorden in het. Maleisch en Sangareeseli, die dezelfde beleekenis hebben. Verh. Bat. Gen. N. I. XXIII. 1850. 179. 18104. Lijst van woorden uit de Maleische cn uit do Saniangsche taal. Getrokken uit «The Edinb. Review,quot; 1813 No. 45, zooals deze is geplaatst in de Java Government Gazetle, van 11 en 18 Maart 1815. [nd. May. I. Tw. 1844. No. 10,11 en 12, hl. 2T0. — Idem uit het Maleisch en uit de taal der Orang-laoet. Aid. 26b. 18105. Vergelijkende opgave der namen in het Nederlandseh, Singhaleesch, en Maleisch, van de voornaamste handelsartikelen van Ceylon cn den Indischen Archipel, door |
567
Jonathan Rigg, dd. Bat. 26 Febr. J844. T. v. N. I. Go j. 2 d. Batavia ISM. 214. 1810(gt;. Aanbieding door Mr. H. C. van der Wijek aun het Batav. Gen. vnn een Maleiseh Soendaseli manusci'ipt woordenboek, door den Regent van Tjiaudjoer, Kadhen Adhipati Aria Koesoema Ningrat. Not. 8 Dec. 1860. Tijds. Ind. T. L V.-kunde, XI. 4 S. If. 1862. 406. 18107. Listc des mots Mantras et leur traduction en Malais et en Branjais, par Borie, Missionaire apostolique. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, X. 4 S. I. 186J. 439, 18108. Vaststelling der betcekenis en afstamming van eeuige in 't Maleiseh gebruikelijke woorden, door II. von Dewa 11. Tijds. Ind. T. L. y.-kunde, XI. 4 S. 11.18G2. 197. 1810J. Verklaring van liet Maleiselie woord Pakaian, door H. von De wall, Iliouw, 6 April 1858. Tijds. Ind. T. L. -kunde, VII. 3 S. I. 1858. 526. 10110. Waarom heet de duif in het Maleiseh Marapati, lieer des doods, (Sanskrit), door 11. Eriederich. Verband met een gebruik bij de weduwen-verbranding op Bali, en gissing dat alzoo die verbranding vroeger ook bij de Maleijers heeft bestaan. Tijds. Ind. T. L. y..kunde, II. 1854. Berigten. II. 18111. Mededeelingen en beschouwingen over de wijze van zamenstelling der Malei-sche spraakkunst en woordenboeken, door Dr. W. 11. van IIoüveil. ^erh. Bat. Oen. y. /. XIX. Batavia 1843. Inleiding tot de Sjair Bidasari. 18112. Iets over de Maleiselie 1'oëzy, door Dr. J. J. de U oil and er. Aantooning van den aard van de Pantons en do öjaïrs, gevolgd door een overzigt van de Sjaïr Kin Tamboehan, en de Sjaïr Bidasari. Gids, Xle j. J847. II Meug. 193. — Vertaald o. d. tit, Coup d'ocil sur la porsie .Vlalaie, par M. lo Dr. J. J. de Hollander. Melvill, Moniteur. II. 1847—1848. 189. 18113. Opgave door Dr. W. R, van Hoe veil van zeven der onder de Maleijers meest, bekende en beroemde dichtstukken. ïerh. Bat. (Jeu. N. I. XIX, Batavia 1843, bl, VIII der Inleiding op de Sjaïr Bidasari. 18114. Oorspronkelijke Maleisohc poezy. |
Tekst in het Maleiseh, met eene Kederduit-sehe vertaling in poëzy. Deze titels zijn: ,Vriendsehapquot;; „Fragment uit een Minne-diolitquot;; »£en volmaakte vrouwquot;. T. v. N. I. 4e j. Ie d. Batavia 1842. 572. 18115. De Rijksbestierder. Tekst van een oud oorspronkelijk Maleiseh gedicht, met eene Nederduitsche vertaling in poezy. T. v. N. I. 4e j. Ie d. Batavia 1842. 490. 18116. Sjaïr Bidasari, een oorspronkelijk Maleiseh gedicht, uitgegeven en van eene vertaling en aanteekeningeu voorzien door W. R. van lloevell, Theol. Doet,, alsmede alphabetisehe lijst van de woorden, die in deze aanteekeningen worden behandeld. Verh. Bat. Gen. iV. /. XIX. Batavia 1843. — Uezc vertaling en aanteekeningen in derzel-ver waarde taalkundig beoordeeld door Dr. P, P, Roorda van Eysinga; Batavia 23 Oct. 184.'), Ind. Muff. II Tw. Batavia 1845. No. 9 en 10. bl. 167, — Antwoord hierop door Dr. W. R. van lloevell, Batavia 1 Dee. 1845. T. v. N. I. 7e j. Batavia 1845. 4e d. 270. — Repliek van Dr. P. 1'. Roorda van Eysingaopditant-woord. Ind. Mag. II Tw. 1845. No. 11 en 12. bl. Ml. — De Professor P. P. Roorda van Eysinga en het Sanskrit, door R. Eriederich. Antikritiek op zijne beoordeeling. T. v. N. I. Se j. Batavia 184C. 2e d. 135. 18117. Abdoel Moelock, Koning van Barbarije. Maleiselie tekst met Hollandscbe vertaling van het Maleiselie dichtstuk onder dezen titel vervaardigd door Radja Ali Hadji, Onderkoning van Iliouw. Anno 1846; uitgegeven door Dr. P. P. Roorda van Eysinga, en voorafgegaan door de medcdceling van een Maleischen tekst met ïïollandsehe vertaling van de geleverde correspondentie in 1846 en 1847 over de uitgave van dit dichtstuk. T, v. N. /. 9c j Batavia 1S47- 4e d. 285. 18118. Raadgeving, Maleiseh gedicht van Radja Ali, Uiiderkotiiug van Riouw, gengt aan oen zijner vrienden, ambtenaar te Batavia. Mot eene vertaling vau E. Netscher. Tijds. Ind. T. L. / .-kunde, VIL 3 S. I. 1858. 67. 18119. Een fragment uit: ,Kin Tamboehanquot;. Eene berijmde vertaling uit dat Maleiselie romantische gedicht, door Dulan-rier uitgegeven; met verwijzing tot het meerdere praktische nut der Maleiselie boven |
de Javaanscbe taal. T. v. N. I. 18o j. 185C. 11. 4G. 18120. De twaalf spreukgedichten. Een Maleisoh gedicht door Radja Ali Hadji van Riouw, uitgegeven, en van eene vertaling en aantcekeningen voorzien door 13. Net-scüer, Batavia, April 1S53. Ttjds. Ind. T. L. V.-kunde, II. 1854. 11. 18121. Tekst van een liedje, met Neder-duitsche vertaling, hetwelk gezongen wordt bij den topeng babakan in de Ommelanden van Balaviii. Hitler, Jara Leid. 1855. 128. 18122. Het Duifje. Naar het Grieksoh van Anacreon, in het klassiek Maleisch; door Dr. P. P. Roorda van Eysinga, Batavia 1825. Astrea, IV. 1854. 186. 181215, Proeven eene metrische navolging van het Maleiscbe gedicht Bidasari; door Dr, W, R, van Hoc veil, de Episoden, door hem genoemd; alouzyquot;; ^Bidasari**; ,Oudersmartquot;; ,Ifrietquot;. T. v. N. /. 6e j. 2e d. Batavia 1841. 37. 18124, Mededeeling door Dr, W. R. van Hoe veil, van de vertaling door Victor Hugo van een paar Maleische pautons. T v. N. I. 6e j. 2e d. Batavia 1844. 37 Noot. 18125. De Maleische proza-littcratuur, door Dr. J. J. de Hollander. Overzigt der literatuur in het algemeen en van iedere tak in het bijzondwi Gids, Xlllc j. N S. 2e j. 1849. I. 533. 18126. Verhandeling over het Maleische werk getiteld: ,Hhikajat Isma Jatiem, la itoe, sjarth segala radja-radja, dan mantrie, dan lioeloebalang dan sekaliennja; Terkarang óleh Isma el, Adapon depenksaio dan di-tsahhkan perkara, jang salali dalamnja, óleii P, P. Roorda van Eysinga. Ditra di Batawicjali pada pertara-an Karadja-an Wo-landa, pada hadjirat Nabie Mobhamed Mus-tbafa, tsala ilahoe aleihi wasalam 1,37, ' Dat is: Geschiedenis vau Isma Jatiem, bevattende inzettingen of instellingen voor alle Vorsten, Rijksgrooten, Legerhoofden en anderen; vervaardigd door Isma el. Nagezien en van fouten gezuiverd, door P. P. Roorda van Eysinga. Gedrukt te Batavia ter Landsdrukkerij in het jaar 1237, volgens de tijdrekening na den profeet Mohhamed Musthafa, op wien Gods zegen en vrede zij.'' Verh. Bat. Gen. N. I. X. 1825. 1. |
18127. Prijsvraag, dd, Batavia 7 Oct-18^3, van het Bat. Gen, in N. I,, getiteld: «Daar het Maleische werkje, in het Arabiesch getiteld: «Soelaletulsalathin, inliet Maleisch penoeronan segala radja, en in het Neder-duitseh, de stam of de afkomst der koningen, niet alleen aan prijzenswaardig is om den stijl en de laai, maar ook belangrijk is wegens het onderwerp, daarin vervat, als behelzende de afkomst der Maleische Koningen van Alexander den Groote, en de lotgeval-lou van het Maleische Rijk en Land, tot op de komst der Portugezen in die gewesten ; zoo wordt gevraagd: eene korte ontwikkeling van dat werkje, met een schets van deszells verdeeling, vergezeld van vertalingen, als proeven van deszelfs stijl, en uittreksels van merkwaardige plaatsen,quot; t^er/i. hut. Gen, A, /. IX, 1823. bl, XVIII. Lelterb. 1824,1.233. 18128. Verhaal wegens de eerste aankomst der Portugezen op Malakka, uit eeu Maleisch handschrift getiteld : eene geschiedenis van vorige tijden. Vertaling van een oorspronkelijk Maleisch verhaal, door Th, H, Raffles aan het Aziatisch Genootschap te London medegedeeld, en geplaatst in de Asiatic Researches ï. XI1, Éajph. Xll. 1825. 2. 257. 18129. Uittreksel uit de geschiedenis van Mahhmoed, Sulthan van Badar. Uit het Maleisch vertaald. Oosterling, I, 18'55. 348, 18130. Verhaal door A, W, P. Weitzel van de aanleiding tot het vervaardigen van een Maleisch manuscript, door den Regent van Karang-anjar, Raden Adipati Ario Djojo di Ningrat, en handelende over den oorlog op Java van 18^5—1830. Benevens verzoek om eene Nederduitsche vertaling aan F. BeyerincK, Kontroleur 3e kl, te Cheribon. Not. 16 Sept. 1858. Tijds. Ind. T. L. //,-kunie, VUL 3S.1I. 1859, 290. — Brief, dd, Soekabocmi 9 April 1859, van Beyerinck, wegens zijne mislukte poging in deze; alsmede verzoek aan J, Hageman Jr. te Soera-baja om de vertaling. Not. 14 Mei 1859. Aid. IX. 3 S. 111. 1860, 225, — Briif, van Hageman, ten geleide der verlangde vertaling. Not. 12 Mei 1860, Aid. X, 4 S, 1. 1861. 295. — 'Zie ook IX. 3 S, 111, 1860. 236. 18131. Taal- en letterkundige aanteeke- |
5r,o
ningen, door W. 11. van Hoëvell op het, Maleisch handschrift, door hem getiteld: ,Benige raededeeliugcri omirent het eiland Bali van Abdullah bin Mohamed al Mazrie.quot; T. v. iY. T. 7ej. Batavia 1845. ie d. 185, 189. 18132. Vermelding, door E. Nets c her, van eene Maleische vertaling van den Koran, met klankteekens, te Batavia geschreven. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VI. N ö. III. 1857. 160. — Opgave door H. v o n D e \v a 11, van eet Maleische vertaling van den Koran. Aid. XI. 4 S. II. 1802. 200. — Opmerkingen vanA. B. CohenStuart, dd. Batavia October 1803, van deze vertalingen. Aid. XIV. 4 S. V. 18G4. 190. 18133. Ecu Maleisch handschrift met klankteekens, door A. B. Cohen Stuart, dd. Batavia Oct. Ib63. Mcdedceling van zijne opmerkingen betreffende een Arabisehou Koran met doorloopend Maleische vertaling, door een Javaan geschreven, en in het. bezit van het Batav. Gen. v. K. en W.; met bijgevoegd facsimile eener: ,Schrift,proeve uit een Arabisoheu Koran met Maleische vertaling, Soera. IV. vs. 23—24.quot; Tijds. Ind. T. L. V..kunde, XIV. 4. S. V. 1861. 189. 18184. Uittreksel uit een verhaal van Chatam ïhaja. Uit het Maleisch vertaald. Oosterling, I. 1835. 852. 18135. Lijst van woorden in het Atchees, door Jacob van Heemskerk; medegedeeld door Mr. J. O. M. R a d e r m a c h e r. yerh. But. Gen. N. l. III. 2e dr. 18;! I. 282. Bataksch. 18136. Taal- en dichterlijke wijze van spreken bij de Bataks op Sumatra, met me-dedeeling van vier Pantoen's. Lelt. Mag. J832. 2st. 209, 212. 18137. Taal en letterkunde der Bataks, een volkstam op het eiland Sumatra. Boekz. Dee. 1832. 784. 18138. Overzigt, door Prof. P. J. Veth, van de loop en stand der beoefening van de Batasche en Boeginesche (alen. 2. v. iV. L. 18e j. 1856. II. 192. 18139. Batasche taalstudie, doorE. Net-scher. Mcdedeeling van bijzonderheden nopens de Battasche lettertypen, gegraveerd |
en gegoten door N. Tetterode te Rotterdam, en vervaardigd onder de leiding van Dr. H. C. Millies. Tijds. Lnd. T. L. K.-fiunde, V. N. b. II. 1856. 315. 18140. Mededcelingen,doorT. J. Wilier, betreffende het schrift cn de taal- e,n letterkunde van de Bataks in Mandhéling en Per-tibie, alsmede staaltjes van hot alphabet. 1845. T. igt;. IV. I. 8c j. Batavia 1846, II 389. 18141. Lijst van Batalische woorden, door J. van Heemskerk, medegedeeld door Mr. J. C. M. Ra der mac her. I'erh. But. Gen. N. [. Ill, 2e dr. 1824. 2S9. 18142 Tekst van een Bataschen brief, met Nederduitsche vertaling, medegedeeld door Mr. J. C. M. Rado r m ac h er, uit het verslag, dd. 13 April 1761, van J. L. Basel. I^erlu Bat. Gen. iV. I. III. 2e dr. 1824.11. 18143. Over schrift en uitspraak der Toba-sche taal, gesproken in ecu gcdeclln der Batak-lauden op Sumatra, als eerste hoofdstuk eener spraakkunst, door II. Neubron-ner van der Tuuk. Tijds. Ind. T. L. r.-kunde, IV. 1856. 1. — Bijzonderheden nopens de Battascho lettertypen voor deze verhandeling gebruikt. Aid. V. N. S. II. 1856. 3i5. Lamponqtch ens. 18144. Aanteekeningen door H. Zollinger, over dc taal van de Lampongsche districten, gevolgd door een woordenboek in het Maleisch, Nederduitsch en Lampongsch. T. v. /V. I. 'Je j. Bat. 1847. Ie d. 139,249. IS 145. Verhaal, omtrent den oorsprong van het woord , l ampongs,quot; door J. A. Du Bois, Resident der Lampongs, medegedeeld uit een geschrift, getiteld : ,Sadjara Madjapahit.quot; 7'. v. A'. L ISe j. 1S5Ü. II. 351. 181 (6. Lampongsch schrift, medegedeeld door II. Zollinger, llerbcr lith. Lith. der üeuie te Batavia. Brief van den waarn. Chinees en militair gezaghebber J. E. H. Jiich aan de Kampongshool'dcn. T. v. N. I. Üe j. Batavia 1847. Ie d. tegenover 308. 1S147. Lampongsch alphabet, medegedeeld door Jl. Zollinger, Hcrbcr lith. Lith. der Genie te Batavia. T. v. N. I, 9e j. Batavia I8'l7. 1c d. tegenover 307. 18148. Getallen der Lampongsche taal, medegedeeld door H. Zollinger. T. v. A. I. 9e j. Batavia 1847. Ie d. 308. |
79
570
18149. Verklaring van het Rcntjong-sclirift. Alphabeth, vorm, plaatsing en kracht dor klankteekens; verklaring der plaats en ge-daante-verandeiing der vijf vermelde wijzen van schrijven. Tabel. De Sturler, Palemlawj. Gron. 1843. 18150. Brief, dd. Benkoclen 27 Juni 185Ü, van J. A. W. van Ophuijsen, aanbiedende een Oeloe Seraway handschrift op bamboe, getiteld: ,Djoearijan Satimang Girieng,quot; cn twee wandelstokken met Hedjansch opschrift. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IX. :i. S. 111. I860. 2115. — Idem dd. lienkoelen 3 Febr. IfefiO, begeleidende een ücloe-handschrift. Aid. X. 4 S. I. 18(jl. 22. 18151. Advies van E. Nctscher, nopens een door A. J. W. van Ophuijsen aangeboden üeloe-handsehrift, getiteld: ,Srambat boré-minjak boedjang dengan gadis tjara oeloe,quot; met een Ncderduitsche transcriptie en vertaling voor eventuccle uitgave. Not. 2 Junij 18(50. Tijds. hul. T. L. V,-kunde, X. 4 S. I. 1861. 308. 18152. Lijst van woorden van de (aal der Orang Lom op Banka, Tiids. Ind. T. L. y-kunde, XI. 4 S. 11. 1862/393. 18153. Woordenlijst in het Ncderduitseh, Maleisch, Loeboesch cn üeloesch, met de reedcdeeliugen van A. II. de IloehcmontMuller en T. J. Wilier, door E. Nctscher. Tijds. Ind. T. L. $ F.-kunde, IV. N. S. I. 1855. 61. — Lijst van de Maleische woorden in Tanah-Datar in gebruik, die gelijkluidend zijn of eenige overeenkomst hebben met woorden van de zelfde beteekenis, in bovengenormd woordenbeek opgegeven. Medegedeeld door Mr. W. A. Henuy, dd. Singkarah, Padang-sche Bovenlanden Juni 1855. Aid. 405. 18154. Woordenlijst van de taal, die op het noordelijk gedeelte van Engano gesproken wordt, door J. Wal land. Iloogc en lage taal. Tijds. Ind. T. L. V.-kui.de, XIV. 4 tgt;. V. 1864. 116. 18155. Woordenlijst van de taal der En-ganezen, door ld. von llosenberg. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, 111. 1855, 381. 18156. Volledige woordenlijst van de taal der Enganezen, medegedeeld door J. v a n der Straaten en 1'. Severijn, in hun verslag, dd. 27 Juli 1854. Tijds. Ind. T. I. V.-kunde. 111. J855. 3ö2. |
18157. Lijst van woorden en telwoorden in de taal der Engano-eilanders, volgens den djocragan Bocwang, door A. S. Warmolts, Kontroleur le kl. W.-Kust. Tijds. Ind, T. L y.-kunde, II. 1854. 891. 18158. Woordenlijst van de taal der bevolking van do Mcntawei-eilanden, door 11. von llosenberg, volgens zijne waarnemingen in 1847 en 1849. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, I. 1853. 128. 18159. Vergelijkende tafel der getallen van een tot tien, in de talen der bewoners van Sumatra, met de langs deszelfs Westkust liggende eilanden, door 11. von Rosenberg. Maleisch, Lampongsch, Redjangseh, Battasch, Atjineesch, Niaseh, Mentaweyseb, Enganoosch. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, I. 1853. 434. 18160. Aanbieding door J. W.H. A der, van het handschrift van een klein Ncder-duitseh-Niaseh woordenboekje. Not. 1 Sept, 1860. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, X. 4 S. I. 1861. 456.— Verzoek aan den Gouverneur van Sumatra's Westkust, A. Meis, om beoordeeling cn aanvulling van dit woordenboekje. Not. 1 Sept. 1860 en 7 Juni 1862. Aid. X. 4 S. UI. 1862, 567. 18161. Vergelijkende tabel der in het Singkelsche, in Pak-Pak, Toba, en op de ISanjak-eilanrien gesproken wordende talen cn dialecten, door 11 von llosenberg. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, 111. 1855. 460. Soendaneesch. 18162. De Soendaselic letterkunde. Voor-loopig berigt van de uitkomsten der studiën en opsporingen van H. Neubronner van der Tuuk, afgevaardigde van het Nederl. Bijbel-Gen, in N. I., ten aanzien van de Soendaselic laai en letterkunde. T. v. N. I. 13e j. 1851. I. 340. 18163. Mededeclingen en opmerkingen, betreflende de Soendasche taal op Java, door W, K, van Ilocvell. T. v. i\. J. 4c j. 2e d, Batavia 1842, 139, 18164. Woordenlijst in het Soendaanseli, met Kromo- en Ngoko-bcteekenis, en Ja- |
vaanscli, met voorafgaande Ncdcrduitschc woorden; zijnde mededenling van de twee eerste letters van het Nederduitseli alpliabeth met Soendaselie en Javaansche vertaling, van een door W. R. van Hoi;vell vervaardigd woordenboek. T. v. N. I. 4o j. 2e d. Batavia 1842. 143. 18165. Prijsvraag, uitgeselireven door het Bat. Gen. van K. en W., naar een Neder-duitscli-Soendaseh woordenboek, waarin do Soendaselie woorden met Latijnsebe en Javaansche karakters moeten opgegeven zijn, waarbij tevens moet worden opgegeven, welke woorden lot de Kromo- en welke tot de Ngoko-taal behooren, in welk gedeelte der Soenda-eilanden ieder woord in gebruik is. en waarin de beteekenia der woorden niet voorbeelden van spreekwijzen uit bet dage-lijkscli leven moet worden opgehelderd. Let-terh. 1812. II. 353. T. v. iV. /. 4e j. 2e d. Batavia 1842,313. Verh. Bat. Gen. N. /.XIX. 1843. bl. X. — Verslag op het ingekomen antwoord. Aid. XXII. 1849. 9. — Herhaald dd. 27. April 1852. Aid. XXIV. 1852. 16,— Wenseh door *** dat het onvoldoend geachte antwoord wordl. gedrukt en uitgegeven. T. v. N. I. 15e j. 1853. 1. 60. 18106. A dictionary of the Sunda language of Java, by J o n a t h a n 11 i g g. Member of T.hc Batavian Society of Arts und Sciences, dd. Jasingn, 5 Aug. 1862. Perh. Bat. Gen. N. I. XXIX. 1862. — Advies van 11. H. Th. F r i e d e r i c h, nopens de uitgave. Tijds. Ind.T. L. V.-kunde, X. 4 S. I. 1861. 311. 18107. Honderd en een Soendaselie spreekwoorden, door K. F. II o 11 e, .Tavaansohe tekst, met Nederduitsche transcriptie, vertaling en verklaring. Tijds. Ind. T. L. 1^.-kunde, X. 4 S. 1. 1861. 02. 18108. Proeve van Soendaselie poëzie, Sindirs, door K. F. Holle. Javaansche tekst met Nederduitsche transcriptie en vertaling. Tijds. Ind. T. L. l7'.-kunde, VI. N. S. 111. 1807. 114. Kawi. 18169. Boma Kawja, Skt. Bbauma Kawja, dit is: Gedicht van Bhauma, den zoon van Wisjnoc en de aarde. (Skt. Prèlhiwi of Bhüint.) In bet oorspronkelijk Kawi, volgens 1 wee Ba-lineesebe manuscripten, uitgegeven door 11. Fr i ed r r i c h, adjt. Bibl. van het Bat. Gen. v. K. en W. Verh. Bat. Oen. iï. 1. XXIV. 1852. |
18170. Iets over eenige in de Preangcr-Regentschappen gevonden Kawi-bandscbriften, door E. Netscher, dd. Batavia, Maart 1853. Beschrijving van die, bewaard wordende door den Regent van Bandong, lladhen Toemenggoong, Soeria Kcrta Adlii Ningrat, en tekst van verslag Aquot;. 1852,door 11. Fric-derich over deze Msc. uitgebragt, alsmede bijzonderheden nopens hunne uitgave door hom. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, 1.1853. 469. 18171. Aankoop van kawi-handschriften op Bali. Sloet, Tijds. XVI. 238. 18172. Ardjoena-Wiwaba, een oorspronkelijk kawi-werk, volgens een Balineesch manuscript, met iuterlinearen commentarius, uitgegeven door R. F r i e der i ch. Verh. Bat. Gen. N. I. XXIII. 18:50. — Toelichting door R. Friederich. Tijds. Ind. T. V.-kunde, 1. 1853. 474. 1S173. Verslag van R. Friederich, be-trefFonde de Arabische en Kawi-handsehriften in het bezit van hot Bataviasche Genootschap van K. en W. Overgenoraen uit /Zeitscbrift der Dcutsclicn morgenlandischen Gesellschaft VIII. 3.quot; Letterb. 1854. 230. 18174. Beknopte en zakelijke inhoud van het Kawi-handschrift Pamentjangah Ngoerah Sidemen, door P. L. v a n B lo e m e n W a a n-ders. Tijds. Ind. T. L. y.-kunde, VIII. 3 S. 11. 1859. 61. 18175. Omschrijving van den inhoud van vijf stuks Javaansche handschriften in poëzie, kleine dichtmaten, door A. B. Cohen S1 nart. Tijds. Ind. T. L. -kunde, IX. 3 S. III. 1860. 138. 18176. Wrctta-Santiaja, eene optelling der Kawi-metra,door 11.Friederich,Anno L847. Gelithographeerd manuscript, met tekst en verklaring der Javaansche en Sanscritsche letters. Kerk. Bat. Oen. N. I. XXII. 1849. Javaansch. 18177. Prijsvraag, voor 1 Oct. 1825, van het Bat. Gen. in N. I., getiteld: ,Daar bet bekend is, dat de Javaansche letterkunde vele, en daaronder niet onbelangerijke geschriften bevat, zoo wordt ons gevraagd; een opgave van derzclver voornaamste werken, mot vermelding van den hoofdzakelijkeu inhoud daarvan, gevolgd door vertaalde uittreksels uit eenige der belangrijkste stukken.quot; kerk. Bat. Gen. N. i. IX. Ib23. bl. XXI. Leiterh. 1823. I. 234 |
572
18178. Jiivnanschc LcUerkunde, door C. J. van der Vlis, Theol. Doet. Opsomming van Jiivaansclie gedichten, zoowel oorspronkelijke als uit de Kawi en Arabisehe taal overgenomen, met opmerkingen over de Ja-vaans lie prozaschriften en in het bijzonder over den stijl der Javaansche welhoeken, alsmede opgaven der door O. I1. Winter zamen-gestelde Javaansehe prozawerken. De Kopiist, le j. 2e d. Batavia 1842. 91. J8179. Kort overzicht door L., van de beoefening der Javaansehe taal door ï. S. Raffles, J. Crawfurd, G. Briiekner, J. J. (J. Gerieke on A. D. Cornets de Groot, naar aanleiding van: „T. lloorda, Proeve van Javaansehe Poëzij «it het Javaansehe heldendicht: De Brê.ta Joeda of de strijd der Barftthas. Leeuwarden 1841.quot; Lclterb. 1841. II. 134. 18180. Iets over het Javaansch door Dr. ,1. J, de Holland et1, te Breda. Schets van de geschiedenis dezer taal, gevolgd door een betoog over het onderscheid tusschen de Biisa Krïma, Biisi'l Ngoko, Bamp;sil Madjü, en Basil Kraton, of de zoogenaamde Hooge, Lage, Midden- en Hoftaal. Stukken uit zijn: ,Handleiding bij de beoelening der Javaansehe taal en letterkunde. Breda 1848.'' Gids, XHe j. N. S. le j. 1848 II. 35, 55, 67. 18181. Proeve van Hoog-, Gemeen- en Berg-Javaansch. ISrieven met Nederduitsche vertaling. 1780. Verh, Beit, Gen. N, /. II. Se dr. 1820. Itii). 18182. Eenige woorden in het Javaansch. Gemeene taal en hoogdalems of hoftaal. 1780. Verh. Bat. Gen. N. 1. II. 3e dr. 182G. 171. 18183. Vraag van het K. Inst. ï. L. en V.-kunde v. N. I., getiteld: „Door welke bijzonderheden onderscheidt zich de spreektaal in de onderscheidene residentie's van Java, met uitzondering van de Soenda-landen, van de taal, zooals die gesproken wordt in het Soerakartaschcf Bij'lr. 1. /-• en P.-kunde v. N. I. I. 1853. hl. IX. Overgenomen in i'. v. N. /. 14e j. 1852. 11. 75. Bijdr. T. L. en V.-kunde v. N. 1. III. 1865. bl. XXIII. IV 1850. bl. XXIII. 18184. Zonderlinge Javaansehe schrijfwijze, door C. Mededeeling, met verklaring van den oorspronkelijken tekst. Tijds. hid. T. L. y.-kunde, IV. Ü. S. 1. J855. 205. |
18185. Aanprijzing van de gewone schryf-letter voor drukwerken, ten behoeve van den gcringen Javaan. Jansz, Java's Zendingsveld, Amst. 18G5. 59 Noot. 18186. Mededeeling, door E. de Waal, der genomen maatregelen tot onafgebroken voortzetting van de Bewerking van bet Ja-vaasch-Nederduitseh woordenboek, doorP. C. Winter Sr. en J. A. Wilkens. Ind. Mag. I. Tw. 1845. No. 4, 5 en 6. bl. 261. 18187. Beoordeeling van de letterkundige verdiensten van den Javaansehen geleerde in do Kawi-taal te Soerakarta, Radhen Ronggo Warsito, bewezen bij de zamenstelling van het Javaanseh-Nedorduitsch woordenboek door G. P. Winter en J. A. W ilkens. T. v.N.I, 6e j. 1 d. Bat. 1841'. 7. 18188. Proeve van een Javaanseh-Neder-duitsch woordenboek door C. P. W inter en J. A. Wilk ens, voorafgegaan door mede-deelingen omtrent den aard en de zamenstelling van het geheele werk. T. v. iV. 6e j. ie d. Batavia lh44. 1. — Zie ook 14e j. 1852.11,220.—Toelichting van deze„Proevequot;. Aid. Ge j. Ie d. Bat. 1844. 570. 18189. Gouvts. besluit, dd. 11 Maart 1861 Nquot;. 42, waarbij voor het Bat. Gen. wordt bestemd een der drie exemplaren van het afgewerkte gedeelte van het te Soerakarta bewerkt wordende Javaansch-Nederduitsch woordenboek. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XI. 4 S. 1862. 424. 18190. Naamlijst der Javaansehe woorden, eigennamen, enz., welke voorkomen in de verhandeling over de Regtpleging te Soerakarta, door C. P. Winter, met Javaansehe en Italiaansehe karakters, zijnde een bijdrage tot de lexicographie. T. v. N. I. 6e j. 2e d. Bat. 1844. 20. 18191. Aanbieding, door L. Rhemrev, van een door hem vervaardigd Kawi-Javaansch woordenboek, cn uitstel der uitgave tot de terugkomst uit Europa, van R. H Th. Prie-derich, wiens advies zal worden ingewonnen. Not. 4 Jan. en 5 April 1862. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XII, 4 S. III. 1862. 227, 512. 18192. Mededeclingen en opmerkingen van L. Horner, betrclIcndedetaalvandeNiassers en Batoeërs, gevolgd door een lijst van eenige woorden in Nederduitsch, Javaansch, Maleiscli, Nias Pay.ik Rmdjoe en Dayak Doesson. T. v. jV. I. 3e j le d. Batavia i840. 301, U65. |
573
18193. Spreuken van Maleijcrs en Javanen. Uit een handschrift. Oosterling, 1.1835. 256. 18194 Javaansche spraakkunst, door wijlen A. D. Cornets de Groot, uitgegeven in naam en op verzoek van het Bat. Uon. van K. en W., door J.f. 0. Geriekc, Dirocteur van het Javaanseh Instituut te Soerakarta, dd. Batavia 20 Mei 1838. Verh. Bal. Oen. N. 1. XV. 1833. 18195. Aanmerkingen op de Javaansche Spraakkunst, door wijlen A. D. Cornets de Groot, uitgegeven door J. F. C. Gcricke, op nieuw uitgegeven door Dr. T. Roorda, Amsterdam 1843, doorJ. A.Wilkens; gevolgd van taalkundige verhandelingen over de voortzetsels en aanhcchtsels door C. F. W inter en J. A. Winter. T. v. N. I. 6]. Batavia 1844 3c d. .1, 104, 219; 4c d. 1. 7e j. Batavia 1845 le d. 291 ; 8e i. Batavia 1846. le d. 1. 1819G. Vertaling in Javaanseh proza en poëzij, door C. F. Winter, voor den Soe-soehoenan van Soerakarta, van een groot gedeelte van de Arabische Nachtvertellingen. T. v. N. 1. 6e j. Batavia 1844, 3e 3. 4 Noot. 18197. Zede-spreuken uit het Javaanseh gedicht Niti Sastra Kawi. Vertaling. 7'. v. N. 1. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 435. 18198. Eenige Javaansche spreekwoorden. Bijdrage van den zendeling W. Hoe zoo. Nieuwe vertaling en verklaring van cenigen geplaatst in de Javaansche zamenspraken van Winter, deel II, Amsterdam 1S58, en van deze, zoowel als van die van Dr. S. Keyzcr onderscheiden. Meded. Zend. Oen. IX. 1865. 283. 18199. Een verzameling van Javaansche spreekwoorden en spreekwoordelijke uitdrukkingen, van Ur. S. Keyzer. Bijdr. hui. T. L. V.-kunde N. I. VI. 161, 221. 18200. Brütii-Jocda, Indisch-Javaansch heldendicht, voor de uitgave bewerkt door A. B. Cohen Stuart, uitgegeven door het Bat. Gen. van K. en W. Eerste deel. Voorrede, inleiding, vertaling, alphabetiseh register vau eigennamen, enz., met een kaartje van het werkelijke schier-eiland van Oud-Indië. Verh. Bat. Gen. 1W. 1. XXVII. 1860. — Tweede deel. Javaansche tekst en kritische auutcekeningcn. Aid. XXV11I. 1860. — |
Bijzonderheden nopens de uitgave Not. 23 Febr. 1857, 6 Aug. 1S59 en 7 Oct. 1852. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VII. 3 S. I. 1858. 182, 185; IX. 3 S. III. 1860.247,431. 18201. SéwSka. Een Javaanseh gedicht, met eene vertaling en woordenboek, uitgegeven door J. A. Wilkens. Javaansche tekst van de Séwüka. '1'. v. N. 1. 1850. II. 289. — Inleiding tot de vertaling. Aid. 383. — Woordenboek. Aid. 397. — Vertaling. Met aanteekeningen. Aid. 13e j. 1851, I. 464. — Drukfouten in den Javaan-scben tekst. Aid. 486. 18202. Hangling Darmo, bevattende de regering, wonderlijke lotgevallen en krygabc-drijven van den Vorst Hangling Darmo te Melowo Pati, tot de verheffing van zijnen kleinzoon Bambang Gondo Koesoemo tot Vorst van genoemd rijk Malowo Pati. Naar een oorspronkelijk Javaanseh handschrift, afkomstig van Soerakarta, in poëzie, ïembang Motjopat of kleine zangmaat, bewerkt door C. F. Winter Sr. a. Hoofdinhoud; b. Javaansche tekst. Verh. Bat. Oen. N. I. XXV. 1853. 18203. Geschiedenis van Baron Sakéndhèr, een Javaanseh verhaal, van vertaling, aanteekeningen en alphabetische woordenlijst voorzien, door A. 13. Cohen Stuart, dd. Soerakarta 26 Febr. 1850. Ind. Arch. 2e j. III. 1850. 369. — a. Voorrede en inleiding. Aid. III. 1850. 369. — 4. Javaansche tcksl. Aid. IV. 1851. — c. Vertaling. Aid. IV. 1851. 215. — d. Aanteekeningen. Aid. IV. 1851. 327. — e. Bijvoegsel op het; Javaansch-Nederduitsch woordenboek van J. T. C. Ge-rieke en T. Roorda, voor de geschiedenis van Baron Sakéndhèr. Aid. IV. 1851. 391. — Aankondigine, overzigt en beoordeeling, door J. J. B. Gaal, dd. Delft 1853. Bijdr, T. L. y.-kunde, I. 1853. 221. — Antwoord, dd. Soerakarta, Aug. IS53, door A. IJ. Cohen Stuart hierop. Aid. 111. 1855. 389. 18201. Homo. Een Javaanseh gedicht, naar de bewerking van Joso Dhipoero. Uitgegeven door C. F. Winter.a. Inleiding;4. Javaansehe tekst. Verh. Bat Gen. N. I. XXI. 1846—7. 2e ged. 18205. Mauik Majil, een Javaanseh gedicht, uitgegeven door Dr. J. J. de Hollander, dd. Breda, Mei 1851. a. Voorbrrigt; b. Javaan-| sehe tekst; c. Aanteekeningen Verh. But. Oen. 1 A'. /. XXIV. 185S. |
574.
18206. Wiwobo of Mintorogo, een Ja-vaanseh gedicht, uitgegeven en van eene vertaling en aanteekeningen voorzien, door J. E. C. Gericke. «. Inleiding; b. Javaansche tekst; c. Vertaling; t/. Aanteekeningen. Verh. Hat. Gen. N.I. XX. 1844. 18207. Mededeelingen, door J. A.Wil-kens, betreffende de Javaansche verhalen in versmaat: ,Tjentiniquot; en »Pranatjitra.quot; T.v. N. I. 1849. 2e d. 225. 18208. Ardjoeno-Sosro-Balioo, doorD. L. Mounier, dd, SoIor2(j November 1843. Hol-landsche vertp.üng naar het Javaanscb, Ind. Mag. I. Tw. lïatavia 1844. Nquot;. 1, 2, 3, bl. 300. — Verklaring van C. P. VV i n t e r, van zijn bewezen hulp bij deze vertaling, welke gevolgd is naar zijn proza-uittreksel uit de po zij. T. v. N. 1. Ge J. Batavia 1844. 3d, 17. — Berigt, door D. L. Mounier ter wederlegging. Zie Jnd. May. I. Tw. Batavia 1844. Nquot;. 10, 11 en 12, bl. 326. — Borigt, door C. P. Winter dd. Soerakarta 3 April 184quot;), tot antwoord. T. v. .V. /. 7(' j. Batavia 184G. 2e d. 137. 18209. Lotgevallen van Homo. Naar het Javaanseh, door D. L. M o ti n i o r, L. H. Dr., dd. Soerakarta 2.) Deo. 1843. //id. Maff. 1814. ]. Tw. N0. 4, 5 en 0. bl. 180. 18210. Ardjoeno-Sosro-Bahoe, door D. L. M o u ni e r, dd. Öolo ÜG Nov. 1813. Naar het Javaanscb. Iml, Mag. 1844. J, Tw. N0. 1, 2 en 3. bl. 300. 18211. Babadh. Naar betJavaanscb,door D. L. Mounier. Ind. Mag. I. Tw. 1844. N». 7, 8 en 9. bl. 33; N10, 11 en 12. bl. 14,'.; II. Tw. 1845, N«. 5 en 6 bl. 18G. 18212. Wajang voorstelling, Javaanscb tooneelspel. Inhoud: Inleiding, besoiirijving, — Lijst der voorkomende personen, — Het wajang-verhaal Prêgiwo, Javaansche tekst, met Nederduitsche vertaling en aanteekeningen. T. v. N. I. 8e j. Batavia 1846. 2e d. I. 18213. Brief, aan de Redactie vau het T, v. N. I., dd. Panggool, den 17den Aug. 1840, van J. Lipjes, ten geleide van eene vertaling van een Wajang, getiteld: //Kaden Bambang Soemitro's liuwelijk,'' alsmede de mededecling zijner opmerkingen, betreffende de spelling van cenige Javaansche woorden. T. v, N, 1. 4e j. Ie d. Batavia J842. 484. |
— Vertaling dezer Wajang, door J. L i p-j e s. Jld. 4s5. 18214. Het broeder gevecht uit de wajang Kerno Tandingan, d«orC. ï. Philips. Tijds. Ind. I. L. P.-kunde, XII. 3 S. I. 1858.33. 18215. Overzigt van het Javaanscb verhaal Sasi Kirono, door C. J. Philips. Ontleend aau een Wajang-voorstelling te Banjoemas, Tijds. Ind. T. L. f .-kunde, IV. N. S. I. 1855. 43. 182 Ifi. Oorspronk van de eerste heerschap-pye ofte de beginselen van de Javaanse Kegee-lingcn op hel eijlaud Groot Java. Opgesteld nyt de oude Javaanse schriften en de ver-haaien, ïextnec!c mededecling van een oud handsehrift Anno 1710. Bianq Lain, 4e j. 1S55. 1. 2G2. — Aanmerkingen door É. Netachcr hierop. Tijds. Ind. T. L. F.-kunde, IV. N. S. 1. 1855. 3S0. 18217. Tekst van een Juvaansch handschrift, getiteld: „Kandaaning, Kang Wawakon,quot; of verhaal dor werken, met Nederduitsche transcriptie en vertaling. Met plaat. Roorda van Eysinga, Handboek Ht. 1. Amst. J 841. 275. I8-2J8. Javaansche Mythologie,doorC.P. Winter, dd. Soerakarta 1842. Vertaling van ecu Javaanscb handschrift, waarvande schrijver wordt genaamd Kijahi Karto Moosodho', te Kartasoera, die het in bet jaar 1725 onzer jaartelling beeft samengesteld. Het handschrift ontvangen van Z. H. den Soesoehoenan Pakoe Boewono VI. 7'. v. N. I. i,e i. Ie d. Batavia 1843. 1. 18219. Beschrijving van het onlstnan der zon- en maan-eclips, door J. Lipjes. Vertaling uit de Manik-Mojo, bijbel-geschiedenis der Bocdistcn, door één Javaan beschreven. 1'. v. N. I. 3o j. Ie d. Batavia 1840. 67. — Verbetering van drukfeilen. Jld. 4e j. Ie d. Batavia 1842. 484. 18220. Bijna woordelijk translaat vaneen Javaansck geslacht-register van de vorsten van Java, volgens overlevering. Verh. Bat. Oen. N. I. Vlij. 2c d. 1820. 335. 18221. fragment uit de geschiedenis van Adji Saka, den invoerder der beschaving op Java, naar liet Oud Javaanseh, door P. P. Roorda van Eysinga, dd. Utrecht Julij 1854. Astreu, IV. 1854. 135, |
575
lS2Si2. Begin van eon Javaausclio historic, , genaamd Sadjara Iladja Djawa, mei de aanmerkingen van den Predikant van I per on. Uit liet oorspronkelijk Javaanseh door den gezworen transiateur (iordijn. Verh. Bnt. Got. iV. I. I. 3e dr. 1S25.94.;1I. 1826.149} III. 2e dr. 1824. 117. — Vluglige aanmerkingen ten papiere gesteld, onder het lozen der Javaansche geschiedenis, genaamd öadjara Radja Djawa, waarvan eene vertaling gevonden wordt in het eerste en tweede deel der verhandelingen van het Bat. Oen. v. K. en VV., medegedeeld door don hoer D. A. O v e r b e e k. Aid. X. 1825. 247. 18223. De Panniti Sastro, door D. L. Mounier, dd. Solo 12 Aug. 1843, vertaling met commentariën van; „Hel Boek der Panniti-Sastro, ol' hot keurig onderzoek der Geschriften inliet Djarwo, of taal der uitlegging, opgesteld door Radlien ïoemenggoong Sastro Negoro. 1710. (A. C. 1819.)quot;Met voor-berigt, gevende een kritiesch overzigt der bestaande handschriften en vertalingen van dit hoek. T. v. N. 1., 5e j. 28 d. Batavia IS^. 236. — NB, Deze vertaling is gegrond op do grammaticale explicatie, welke J. P. Winter te Soerakaita voor elk woord van den Javaanschen tekst gegeven heeft.y//rf.281,Noot 18224. Zakelijke inhoud der missiven, dd. 20 Maart 1862, N0. 88'J, van den Hes. van Bagelen, A. W. Kinder de Camerecq, betreffende een door hem aangeboden manuscript-verhaal van den laatsten Javaanschen oorlog (1825—1830). Tc zaniengosteld door don oud-regent van Poerworedjo, lladhon Adhipati Tjokro Negoro, met bijgevoegde Nederduitsche vertaling, door J. Heijting. Tijds. Ind.T. L. r.-kunde, Xll. 4 S. 111. 1862, 5(i8. J8225. Mededeelingdoor 1). L. Mounier, betreffende zijn wijze en doel van bewerking van het, Wetboek der Nawolo-Pradlioto, dd. Soeraknrfa 12 Dcc. 1843. T. v. N. /, 6e j. 1c d, Batavia 1844. 261. — Brief, dd, Soe-rakarta den J 5 Mei 1844, van C. P, Winter aan J. A. Wilkeus, tot toelicliling van de bewezen hulp in deze aan Dr, D L, Mounier. Aid. 3e d, 1/. — Bcoordccling van het werk van Mounier, door Dr. P, P,quot; Koord a van Ei-sin ga, lloogleeraar, dd. Koningsplein bij Batavia, 1 Junij 1844.^/rf, 07. —Berigt van D, L. M o u n i e r, ter wederlegging, Ind. Mag. \. Tw 18'14. No. 10, 11 en ) 2. hl. 326. — Berigt van O. P. Winter, dd Soerakarta 3 April 1845 tot antwoord, T. v. N. 1. 7c i. Batavia 1845, 2c d. 137. |
18220, Overzigt van hot Javaanseh verhaal Poethoet Gondbo Prono, door C, P, Ph ilips, Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VI. N. S. 111. 1857, 202, 18227. Lijst der Javaansche werken, sedert 1843, vervaardigd door C. P. Winter. Hand. Ind. Gen. Vl. 1859, ,j6, — Opgave van de Javaansche werken, sedert 1843, door C. P. Winter vervaardigd. T. v. N. L 14e j. 1852 II, 219, 18228. Vertaling in Javaanseh proza, door C. P. Win t cr, van een gedeelte deiArabischc Nachtvertellingen, van de Hadji Öoko, Broto jocdho, Romo, Hardjoeno Sosro, en een gedeelte van de Babadh. T. v. N. 1. 6e j. Batavia 18 tt, 3e d, ^. 18229. Bolooning door den Socsochoenan te Soerakarta geschonken aan C. P. Winter, vuor zijne Javaansche proza-werken. De Kopiist, lo j. 2e d. Batavia 1842. 93. 18230. Dc verdiensten van een groot taalkenner miskend. Vcrnieuwile aanbeveling van C. P. Winter, voor de benoeming tot Ridder der orde van den Kedcrlandsclicn Leeuw. T. v. N. I. 15e j, 1853. II, 207. - De benoeming van den heer G, P, Winter Sr. tot Ridder der Orde van den Nedcrlandschcu Leeuw. Lofspraak. Aid. 16e j. 1854. I. 151. 18231. Aantcckeningen betreffende de taal en poëzie der Badocinen, in het zniden der residentie Bantam, door W, R. van Hoëvell, en mededeeling door hem van den tekst: en de vertaling van cenige hunner pan-tons, onder leiding van D. II, Cannaarts, controleur der le kl, T. v. N. I. 7ej. Batavia 1845. 4c d, 409 en 341. 18232. Etymologische conjectures naar den oorsprong van den naam -iBadoeïnen'' doorW. R, van Hoëvell. 1855. e. .V, ƒ. 7e j. Batavia 1845. 4e dr. 359. Madureesch. 18233, Vraag van het K, Inst, ï, L, en V.-kimile v. N. I., getiteld; „Welke taal is het. Madureesch, zoo als dit gesproken wordt? Als proeve wcnscht men eenige gesprekken of zamenspraken in het Madurcosch overge- |
bragt. Ook zal de mededeeling van Madu-roesche geschriften in proza, zooals verhalen of legenden, brieven en dergelijke, zeer aangenaam zijn.quot; Bijdr. T. L. en -kunde v. N. I. 1. 1853. bl. X. — Overgenomen in T. v. N. /. Ue j. 1852 11. 75. — Bijdr. T. L. V.-kunde N. I. 111. 1855. bl. XXIV.; IV. 1856. bl. XXIV. Balisch, 18234. Berigten van R Eriederieh, gedurende zijn verblijf in 1846 op iiali, betreffende de taal en letterkunde op dat eiland, medegedeeld door W. R. van Hoëvell. T. v. N. I. 8e j. Batavia 1846. 3e d. 234, 240. 241; 4e d. 2Ü4. 18235. Mededeelingen van R. l1'riede-rieh, betreffende de taal en letterkunde op Bali. T. v. N. /. 1849. Gron. Ie d. 320. 18236. Voorloopig verslag van dc taaien letterkunde op het eiland Bali, door R. Friederich. Verh. Bat. Oen. N. 1. XXll. 1849. 4. 18237. Berigt van R. Eriedcrich, betreffende de resultaten zijner navorschingen naar den aard van het Balinecsch en cle onderliuge verhouding dezer taal met het Kawi en .la-vaanseh. Medegedeeld door W. R. van Hoëvell. T. v. N. I. 8e j. Batavia 184C. 4e d. 204. 18238. Aauteekeningen, betreffende de taal en letterkunde der Bahneezeu, door Dr. W. H. iledhurst. 1829. T. v. N. 1. 20e j. 1858. I. 217. 18239. Opsomming van Kawi-en Balische werken, door S. L. van Bloemen Waan-ders, adst. Res. te Boeleleng, in zijn rapport dd. Mei 1856. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VIII. 3 S. II. 1859. 148. 18240. Taalkundige opmerkingen en aan-teekeningen, door R. V riede rich, behoo-rende bij zijne vertaling van de Oesana iiali. T. v. N, /., 9e j. Batavia 1847 3c d. 247, 330. 18241. Inhoudsopgave en bcoordecling, door R. E r i e d e r i c h, van het Balineesche manuscript, getiteld: ^Oesana Djawa. I. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 3e d. 248 18242. Lithographic van een der lonthar-bladen der Uesana-Bali. T. v. N. I. Uc j. Batavia 1847. 3e d. tegenover 249. |
üajaksch, 18243. Lijst van ecnige woorden in het Biadjoos, volgens W. A. Palm, medegedeeld door J. C. M. Radermacher in 1780. Verh. Bat. Gen. N. 1., 3e d. 182G. 63. 18244. Lijst van woorden van de Dajakkers of Biajos, door W. M. S t u a rt. Res. van Pontianak. 1780. Medegedeeld door J. C. M. Radermacher. Verh. Bat. Gen. N. I. III. 2e d. 1824. 280. 18245. Mededeeling door W. R. va'n Hoëvell, betreffende de zamenstelling door J. P. Beiker en Aug. Hardeland, van eeu Hollandsch-Dayaksch en Üajaksch-Hollandsch woordenboek, dd. ^ Pebr. 1845. Verh. Bat. Oen. N. J. XX. 1844. 20. — Mededeelingen, door S. A. Buddingh, dd. 6 Maart 1849 en 13 Sept. 18)0, betreffende dit woordenboek. Aid. XXII. 1849. 5; en XXIIl. 1850. 3. 182t6. Bijzonderheden nopens de vervaardiging van eeu Dayaksch-Hollandsch en Hol-landscli-Dayaksch woordenboekje, door dc Duitsche zendelingen op Borneo, Becker en Hardeland. Tijds. dir. Zend. N. I. Icj.IlI. 1847. 141, 150. 18247. Mededeeling, door C. H n p e, van Dajaksche raadsels, tingkes, alsmede hunne verklaring. T. v. N. I. 8e j. Batavia 1846. 3e d. 252. 260. 18248. Eenigc voorbeelden van den Behasa Sangiang of Sangiangsche taal, ook Batang Danoem Marirai genaamd, onder de Dajakkers. door C. H upe, T v, N. 8e j. Batavia 1846. 3e d. 166. Banjareesch. )8249. Lijst van woorden, van dezelfde beleekenis, bij dc vijf verschillende hoofdrassen der bevolking van Borneo, door O. v o n Kessel. [nd. Arch. Ie j. 1850. 202. 18250. Lijst van de gemeenste woorden in het Banjarees, volgens W. A. Palm, medegedeeld dour J. C. M. Radermacher, in 1780. yerh. Bat. Oen. N. I. II. 3e d. 1826. 48. 18251. Afbeelding van een Djimat of Talisman, alsmede van '1 jap's of zegels van hoofden onder de Bandjerezen. v. Rees, Banderm. Krijg. II. Leid. 1865, tegenover 27. |
577
Formosaausoh. 18252. Letterkundige bijzonderheid. Me-dedeeling van het vinden in de arehievcn der Hervormde Gemeente te Batavia van een : „Woord-boek der Eavorlangsche taal, waarin het l'avorlangs voor, het Duits achter ge-stelt is, door G. Happartquot;; — en uitnoo-diging om inlichtingen aangaande de Eavor-langsche of ïormosaanache taal. 7'. v. N. [. 2e j. 2e d. Batavia 1839.143. —Antwoorden op deze uitnoodiging: J^avorlangsch Woor-dcnboekj geschiedkundige aanteekeningon betreffende Eavorlang, de favorlangsehe taal en het woord-boek, medegedeeld door W. L. Bitter. Aki. 428. — Idem door W\ H. M e d li u r s t, met een verslag over het werk en mededeeling van den tekst der eerste bladzijde van het ,Woord-boek.quot; Aid. 432. — Over een Woordenboek der Pormosaan-sche taal, door Dr. C. J. van der Vlis. Zijnde verslag over een manuscript * Vocabularium li'orrnosanumquot; in de Bibliotheek der Utreehtscbe Akademie aanwezig; en over de belangrijkheid der uitgaven van het//Woordboek.quot; Aid. 3e j. Ie d. Batavia 1840. 633. 18253. Woord-boek der l'avorlaugscho taal, waarin het Pavorlang voor, het Duits achter gestelt is, door Gilbertus Happart. Met inleiding en taalkundige en ophelderende aanmerkingen van W. R. vau Hoëvell. ^erh. Bal. Gen. A'. 1. XVI11. Batavia 1842. 31, 382. 18254. Eormosaansche Woorden-lijst, volgens een Utrechtsch handschrift. Voorafgegaan door eenige korte aanmerkingen betreffende de fc'ormosaansche taal, door C. J. van der Vlis. Ferh. Bat. Oen. N. I. XVIII. Batavia 1S42. 433. 18255. J. Klaproth, Vocabulaire i'or-mosan, et Phrases en Formosan. J. Klaproth, Mémoires relatifs a l'Asie. Paris 1826. I. 321—374. 18256. Favorlangsche leerredenen, enz.: door E. Netscher. Lijst der Favorlangsche handschriften, in de archieven van den Iver-keraad der Evangelische gemeente te Batavia gevonden; gevolgd door aanteekeningen, en Sen tekst van het „Onze Vaderquot; in het Fa-vorlangsch en het Nedcrduitsch. Tijds. v. Lnd. T. L. F .-kunde, VI, N. S. III. Batavia 1857. 103. |
Talen van Celebes. 18257. Over den staat onzer kennis van het eiland Celebes, sedert 1811, door Dr. P. J. Veth, dd. 8 Febr. 1847. Jaurb. Kon. Instituut 1847. 133. 18258. Brief, dd. 4 Nov. 1856, N0.2161, van den Ie Gouv. Secr., aanbiedende een klein Nedcrduitsch en Sangi-Manganitoesch woordenboek, vervaardigd door J. G. F. Riedel te Menado. Not. 23 Febr. 1857. Tijds. Ind. T. L. /.-kunde, VII. 3 S. I. 1858. 186. — Rapport of advies, Nov. 1857, vau R. Frie-derich en E. Netscher, omtrent de waarde van dit woordenboek, Not. 2b Dec. IS57 en 7 Mei 1858. Aid. VUL 3 S. II. 1859.8,89. — Nota van R. H. Th. F ri ede rich, betreffende de uitgave. Nut. 2 Juuij 1860. jld. X. 4 S. I. 1861.312. — Sangi-Manganituseli woordenlijstje,door J. G. F. Riedel. Tekst van bovengenoemd klein woordenboek. Aid X. 4 S. I. 1861. 375. 18259. Lijst van eenige Sangiresche, gesproken wordende op Tangulanda, öiamv quot;en Sangir, en Talautsche woorden, met Maleische vau dezelfde beteekenis vergeleken. Ift25. Ingezonden, lnd. May. I. Tw. 1814. Nquot; 7' 8 en 9, bl. 29. 18260. Vergelijkende woordenlijst van talen en dialekten in de res. Menado, door A. J. F. Jansen, Resident Tijds. Ind. T. L. F.-kunde, IV. N. S. I. 1855. 5, 521. 18261. Woordenlijst van de taal der oorspronkelijke bevolking op de Togean Eilanden. v. Rosenberg, Gorontalo, Amst. 1865. 121. 18262. Woordenlijst van de Gorontalosehe laai. Medegedeeld door J. Pijnappel Gz. lieinwardls Reis, Amst. 1858. 641. 18263. Woordenlijst van de Gorontalosehe taal. 0. Rosenberg, Gorontalo. Amst. lbG5. TO/; ' 18204. Woordenlijst van de taal, welke op Peling en Banggaai, op de O.kust van Celebes gesproken wordt, door C. Bosscher en P. A. Ma tl, hij ss en, dd. 20 Maart 18 3 Tijds. lnd. T. L. y.-kunde, II. 1854. lt;J5. 18265. Salibaboo's woordenboek, door A. de iSl uers, dd. Batavia April JS42. Nedcrduitsch en Salibaboo's. T. v. N. I. 4o j. 2e d. Batavia 1842. 406. |
73
578
18266. Woordenlijst der taal van de bevolking van liet rijk van Toiuboekan, op dc Oostkust van Celebes, door C. Bosschor en iJ. A. Mat thij ssen, dd. 20 Maart 1853. Tijds. Lid. T. /,. /.-kunde, II, 1854. 73 18267. Mededcelingon door W. R. van Hoc veil, bet rellen de: a. do studiën van W. C. H. toe Water van dc Boeginecsclie en Makassaarselie talen, 5 October 1843. /erh. Bat. Gen. N. I. XIV. 1843. bl. XX,\ VUL — b. zijne chrestomathie, woordenboek en gram-matiea in deze talen, benevens van dc voortzetting der bewerking door 3. C. Vetter, adjunct Secretaris van dc Inlandsclie zaken bij het Gouv. van Macassar, dd. 4 Oct. 184.). Aid. XX. 1844. 17, 19. —ü. de gedeeltelijke volvoering van dezen arbeid, dd. 8 Mei 1847. Aid. XXI. 1846-7, le gcd. 55. — Mede-deeling door S. A. Buddingli, dd. 8 Maart 184U van het resultaat der bewerking door J. C. Vletter; en de voorgenomen bewerking er van door Dr. il. i1. Matthes. Aid. XXII. 1849. 8. Zie ook Tijds, (.Ar. Zin. N. I. le j. III. 1847. 162. 18268. Woordenboek van Macassaars, Bo-nies en Balies. Medegedeeld door J. G. M. Radermaeher. 1784. /erh. Bal. Gen. N. I. IV. 2e d. 1824. 189. 18269. Mededeelingcn door W. C. H. toe Water, betreHcEdc zijne studiën in de Bocpineesche taal- cn letterkunde, T. v. N. I. 6e j. Batavia 1844. 3e d. 207. 18270. Opgave, door P. J. Veth, der redenen, welke het Ned, Indisch Gouvernement moesten doen besluiten tot eene openlijke erkenning der verdiensten van B, E. Matthes. Gids, XXVIIIc j. 3 S, 2e j, 1864. I. 419. 18271. Noodzakelijkheid eener herziening van een te Maeasser zamcngesteld Neder-duitseh-Macassaarseh woordenboek. Overgenomen uit het 11, verslag over 1853, Letterb. 1856. 46, 18272. Proeve eener Makassaarselie vertaling des Korans, vermoedelijk reeds aan Th. St. Raffles en Dr. J. Leijden bekend, met eene inleiding van Dr. II, C, Millies, en de letterlijke overzetting van een gedeelte door Dr,B, F. Matthes; met eenige berigtcn van den laatste nopens den toestand van den Islam in dat gedeelte van Celebes; zullende eerlang een spraakkunst, woordenboek en chrestomathie van bet Makassaarsch door B I1, Matthes bewerkt, het licht zien, door middel der door Tetterode vervaardigde letters, Bijdr. Ind. '1'. L. /.'kunde, N. V. I. 89. — Mededeelingen over Makassaarselie taaien letterkunde, door Dr. G, K, Niemann. Aid. VI, 58. |
18273, Boegineesche poëzij, Mededeeling van eene metrische vertaling door Dr, W. C. H, toe Water, van een Boegineesch minnedicht, T. v. .V, I. 6e j. Batavia 1844, 3e d, 207, 18274. Aanbieding door den MajoorJ.E. van Bloemen Waandors, van eenige handschriften gevonden in het verblijf van de gewezen Koningin van Boni te Pasempa, en bestaande iu een Koran in folio, een ander in 8°, met in bet Boegineesch vertaalde spreuken, een verklaring van den Koran in het Boegineesch en een Maleischen kalender. Not, 12 Mei 18()0. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, X, 4 S. I, 1861. 295, 18275. Mcdedeelingdoor N. Graafland, van eenige strophen uit de Morgenzangen der Mapaloes van Tanawangko, Meded. Zend. Gen. VIII, 1864, 14, 18276, Makassaarsche en Saleijereesche woordenlijst. Medegedeeld door den zendeling W. M. Don se laar, dd. Bont.hain Nov. 1856, Meded. Zend. Gen. I, 1857, 316. 18277. Aanteekeningen over de taal der Salcijerezen cn de Makassaarsche letterkunde, door den zendeling W, M, Donselaar, dd, lionthain Nov, 1856, Meded. Zend. Gen. I, 1857. 316, 18278, Beknopte woordenlijst van de op Boneruta en Kalao in gebruik zijnde taal, vergeleken met de Maleische, Makassaarsche en Boeginesche talen, door J. A. Bakkers, ads. Res. Ao, 1860. Tijds. Ind. T. L. /.-kunde, XI. 4 S. II, 1S62. 256, Alfoersch. 18270, Oud Alfoersch teekcnschrift, zijnde toelichting der bijgevoegde plaat, voorstellende 1. Afbeelding van een plankje met figuren besneden, afkomstig uit dc JVlenahassa van Menado; II. facsimile van een blad, met figuren bet eekend, afkomstig uit de Mena-hassa van Menado, Meded. Zend. Gen. VI, 1862. '107. — Oud Alfoersch tcekeuschrift. Brief dd. Rotterdam 12 Jan, 1862, van C. P, T ie 1 e, ter verklaring van bovengenoemde afbeeldingen, /lid. Vil, 1863, 93, |
579
18280. Taal der Alfoeren, gevolgd door een spraakkunst en woordenregister, alsmede een overzigt van de Alfoersche taal. Zie P. P. Roorda van Eysinga, Handboek II. Boek I. Amst. 1841. 227. — Aanmerkingen van J. F. G. Brumund hierop. T. v. N. I. Ce j. 2e d. Batavia 1844. 826. 18281. Proeven van het Alfoersoh, door den zendeling P. N. W i Iken. Liedjes, volksverhalen, fabelen, betéekenis der namen van eenige negerijen. Meded. Zend. Gen. VI11 18C3. 296, 302, 306, 312, 317, 371, 37'.), 384. — Verbetering van drukfouten. Aid. IX. 1865. 203, 372. 18282. Beoordeeling van „Liedjes der Alfoeren, die, tijdens den padi-oogst, des avonds door jongelingen en meisjes gezongen worden, uit vreugde wegens het binnenbrengen van liet gewas, en waarmede men begint in Augustus en voortgaat tot December.quot; Al-foersehe tekst in Latijnsch karakter mot vertaling in het Maleisch, doorS.A. de Lange, geoer. insenieur, dd. ïomohon,10 Uec. 1852. Tijds. Ind. T. L. V.-kund», VI. N. S. III. 1857. 268. 18283. Proeve van Alfoersche poëzie. Alfoersche tekst met Latijnsch karakter cn Wederduitsche vertaling, van „Gezangen van jongelingen en meisjes, die elkander beminnen;quot; door J. G. J. Riedel, Kommies op het res. kantoor te Menado, en toegezonden door den Bes. A. J. F. Jansen. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VI. N. S. 111.1857. 258. 18284. Alfoersche legenden. Medegedeeld door J. F. G. Brumund. Tijds. Chris. Leven N. I. He j. 1856. 1. 288. — Alfoersche legenden. Zijnde overname van bovengenoemde. Meded. Zend. Gen. VII. 1863. 114. 18285. Vergelijkende woordenlijst, zooals zij door de hoofden van Boeroe, Manipa en Alfoeren is opgegeven, tijdens ons verblijf aldaar in 1837, door J. B.J.van Doren. v. Doren, Boeroe en Manipa, Amst. 1859, tegenover 196. Moluksche lalen. 18286. Lijst van woorden in eenige (vijftien) dialecten van de Moluksche Eilanden; en wel van Amboina, Haroekoe, Boeroe, Ter-nate, Tidore, Halmaheira, Makian, en de Minahassa. v. d. Crab, Moluksche EU. Bat. 1862. |
1amp;287. Voeabulaer van de Javaensehe en de Maleysche woorden, die zelfs op Ter-nata van den onsen geschreven zijn. Hier-by ghevoeght tot behulp van alle de geene die derwaerts bcgeeren te varen, want de Maleysche sprake ghebruyekt, word door heel Oost-Indiön, principael in de Molucksche Eilanden. Begin en voortgang 1646. I. Reis van Neck on van Warwyck. 4-3. 18288. Lijst van Maleysche, Amboinee-sehe, Bandaneesche, Javaansehe, Portugeesehe en Ternataansche woorden, met hare bijgevoegde vertaling. P'alentijn, I, 1724. 18289. Lijst van eenige Ternataansche woorden. Medegedeeld door Dr. J. Pijnappel Gz. Reinwardi's Reis, Amst. 1858. 641. 18290. Woordenlijst van eenige dialecten dor landtaal op de Amboineesche eilanden: Ceram, Haroekoe, Saparoea cn Nocsalaut. Ingezonden door A. van Ekris, zendeling te Kamarian op Ceram. Meded. Zend. Gen. Vlll. 1S64. 61, 301, IX. 1865. 109. — Toelichting. Aid. IX. 1865. 135. — Verbetering Aid. 204. 18291. Over de bcteekenis van sommige benamingen en woorden, bij de bevolking van do eilanden Saparoea, llaroeka en Noes-salant, door van Schmid, dd. Passaroean 17 October 1843. T. v. A'. I, 5e j. 2e d. Batavia 1843. 615. 18292. Verzameling van eenige Amboi-ncsehe, voornamelijk Hitocsehc woorden. Reinwardi's Reis, Amst. 1858. 460. Bimaneesch. 18293. Alphabet van de verloren geraakte Bimancsehc taal „Er.gahia mantoiquot; genaamd ; medegedeeld doorH. Zollinger. 1847. Verh. Bal. ('en. iV. I. XXIII. 1850. tegenover 135. Timoreesch, enz. 18294. Bijdrage tot de kennis van do taal der Z. W. eilanden, benevens eene proeve van vergelijking dcrzelve rnet acht andere inlandsclic talen, door G. Keijmering dd. Timor Koepang, February 1846. Zijnde een spraakkunst, gevolgd door een proeve van den invloed der Maleische taal op de Lctti neesche; alsmede door uittn ksels uit het Lcttineesclie handschrift van Willem Meijer te Lettey, met woordelijke en zakelijke vertaling; en zes woordenlijsten in het Hol- |
680
landsch, Lcttineesch, Timoreesch, Koepang-nccsch, Beloneesch, Rottineesch, Savoncesch, Soloreesch, Endeneesoh, Soembaneesch. T. v. N. I. 8e j. Batavia 1864. 3e d. 1. 18295. Woordenlijst in het Nederduitscli en de talen van Timor, Ende en Soemba; gevolgd door eenige volzinnen in bet Nederduitscli en in de talen van Timor en Soemba. T. v. N. I. 17e j. 1855. I. 290, 295. 18296. Woordenlijst der talen op Timor en onderhoorigbeden in 1831 doorrrancisj als: Timoreesch, Koepangnoesoh, Billoncesoh, Savoneesch, llottineesch en Soloreesch. T. v. N. I. Ie j. 2e d. Batavia 1838. 26. 18297. Vergelijkende Woordenlijst van liet Maleisoh, Sawocneesch, Soloreesch, Rot-tinccseh en Timoreesch, door Dr. S. Müller. yerh. Nat. Comm. Leiden. L en ï'.-kunde, 1839 —1844. 311. — Muller, Reizen. Amst. 1857. II. 307. 18298. Verzameling van eenige Timoree-sche woorden, door Mr. W. van flog en-dorp. Anno 1780. Ferh. Bat. Gen. JV. I. 3e d. 1826. 432. 18299. Woordenlijst in hot Nederduitscli en in het dialect van Ende overgenomen van die van H. Zollinger 1847, door P. J. Veth. T. v. N. I. 17e j. 1845. II. 168. 18300. Verzameling van Sassaksche woorden, gerangschikt volgens het Maleiseh en Nederduitscli woordenboek van Koord a van Eysinga, door H. Zollinger, Malciscli en Sassaksoh. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 2e d. 361. 18301. Mededeelingen, door H. Zollinger betreffende de talen en letterkunde op het eiland Lombok. T. v. iV. I. 9e j. Batavia 1847. 2e d. 351. 18302. Spraakkunst van de taal der bevolking op de Zuid-Wester Eilanden, door C. Bosscher, ads. Res. ter beschikking van den Gouv. der Moluksebe Eilanden. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, U. 1854. 437. 18303. Proeve over de Aroe-taal, door J. F. G. Brumund. Gevolgd door een al-phabetische lijst der woorden van de negorij-talen, welke gesproken worden op de eilanden Wokkam, Wammer, Oedjier, Watelei, en Warkoi. T. v. N. /. 6e j. 2e d. Batavia 1844. 321. 328, 333. |
Nieuio-Guineesch. 18304. Over de algemecne vei wantschap van de talen der Zwarten van Oceanië; door J. Be ete J ukes. NB. onder Oceanië is gebracht de Indische Archipel, al de eilanden van Nieuw-Guinca en Australië, v. Iloévell Togten, Z. B. 1853, II. 263. 18305. Woordenlijst uit de landstaal ter Zuid-Westkust van Nieuw-Guinea; door H. von Rosenberg, te zmnen gesteld gedurende zijne reis in 1858 naar uie kust, met medewerking van den Radja van Aidoema. Nat. Tijds. N. I. XXII. 4e S. V. 1859. 420. 18306. Woordenlijst der bevolking van de Geelvinksbaai, W.-Guinea; door H. von Rosenberg, tezamengestcld gedurende zijne reis in 1858 naar die baai. Nat. Tijds. N. I. XXII. 5 S. II 1860. 34C, 308. 18307. Voorbeelden van telling bij verschillende Papoesehe stammen van Nieuw-Guinea, in en om de Geclvinksbaai, door G. J. Eabritius. Tijds, Ind. T. L. F.-kunde, IV. N. S, IL 1855. 211. 18308. Woordenlijst der bevolking van de Humboldt-baai, N.-Guinea, door H. von Rosenberg. Nat. Tijds. XXIV. 5e S. IV. 349 en 350. 18309. Lijst van eenige woorden, uit de verschillende talen, ter Zuid-Westkust van Nicuw-Guinea gesproken wordende, door Dr. S. Muller, A0. 1828. Vcrh. Nat. Comm. Leiden. L. en V.-kunde, 1839—1844. 77. — Muller, Reizen. I. Amst. 1857. 113. 18310. Idylle. Trouwe overzetting uit de Tonga-spraak. Uit: „Mariner's account of the Tonga-islands. Second edition, with additions. London 1818. V. 2. friend Vad. XIII. 18S9. 148. — Idem, door Mr. L. J. A. Tollens. Met Aanteekcningen. Btang Lala, 2e j. 1853. 221. 18311. Otaheitische spraakkunst. Tekst der vertaling van het voorberigt van het werk: quot;A Grammar of the Tahitian dialect, of the Polynesian language. Tahiti, printed at the missions-press, Burderspoiut 1823quot;, |
van hetwelk een exemplaar berust in het Kon. Kabinet van zeldzaamheden te 's Hage. Letlerh. 1826. I. 2G0.
Hottenlotsch.
18312. Lijst van Hottentotsohe woorden
Overleveringen en Legenden.
581
Hist. Beschr. Reu. quot;Vil. 1749. 246.
18313. Het //Onze Vaderquot; inde Hottentotsohe taal. Door K. Grumbaeh overgenomen uit een Duitsch Tijdsclirift. Met Ncderduitsehe vertaling. Bijenk. II. 1822. 517.
Indië. 18314. De bron der danseres, te Beder. Eene Indische overlevering; naar het Engelseh van den Majoor C. Campbell, Leeskab. 1838. II. 46. 18315. Een bed en een schaakbord. Een Indische legende. Biang Lala, 2e j. 1853. II. 1. 18316. De Ganges. Overleveringen betreffende zijn oorsprong en grootte. Rozenstruik, II. 1826. Meng. 219. 18317. De heiligheid van de rivier de Ganges. Overlevering uit den mond van den Bramin Padmanaba, volgens mededeeling van llogerius. lettervr. Sluis, VHe j. 1829. 214. 18318. Eene legende uit Decca, in Bengalen, betreflende een geleerden en vromen Brahman. T. v. N. /. 9e j. Batavia 1847. 3e d. 235, 18319. De Steen der wijzen in de rivier Soan. Overlevering omtrent deze meening des volks te Calcutta. Leeskab. 1838. 1. 191. 18320. Do Baddarèl Feerdaoes. De ster uit het Paradijs, of het Geloof aan God. Legende uit het Arabisch, met behoud van Oosterschen stijl, door A. A. Voorneman, dd. Soedimara, Mei 1854. Biang Lala, 3e i. 1854. 11.1 7. 18321. Zonderlinge sekte van Mahome-danen. Naar het Hoogduitsch; door B. Overlevering bel reilende het ontstaan der sekte van dc Alia Ullalms. Alg. Lett. Maandschr. XII. 1828. Meng. 34. 18322. Maleische overlevering betreffende den naam der stad Malakka; medegedeeld door P. Mei vi 11 van Cam bee. T. v, N. I. 7o j. Batavia 1845. 4e d. 130. Sumatra. 18323. Mededeeling door een Indisch ambtenaar, van de overlevering betreffende den oorsprong der bevolking op Sumatra. T. v. M. I. 13e j. 1851. 11. 5. |
18324. Legende van de afkomst der Su-matranen én van hunne instellingen, dd. Padang 1 Oct. 1858. T. v. N. I. 21e j. 1859.1. 379. — Verbetering van eene hierin voorkomende onjuistheid, door J. C. van Sch nij-lenburch, met opmerkingen van T. H. dor Kinderen. liegt in Ned. Indië, IXe j. XVIIe d. 1859. 243. 18325. Legende van de afkomst der Su-matranen en van hunne instellingen. T. v. N. I. 21e j. I. 379 — Verbetering der hierin voorkomende onjuistheden. Regt in Ned. Indië, 9e j. XVII. 243. 18326. Overlevering omtrent de eerste ontdekking der Loeboes in de vnllei van Groot-Mandaheling op Sumatra. Medegedeeld door A. P. Godon, dd. 's IRige 17 Oct. 1863. T. v. N. I. 1865. N. S. 2e j. I. 262. 183:.,7. Overleveringen der Malcische bevolking, gevestigd langs de strandea van het Nederlandsche grondgebied ter Westkust van Sumatra, en in de afdeeling Padangsche Bovenlanden. Medegedeeld door E. Francis in 1837. T. v. N. I. 2e j. led. Batavia 1839. 100. 18328. Legenden van Djambi. dd. Palem-bang, Aug. 1843. Inhoud: I. Oude Legenden omtrent Toean ïalanie. II. Oorsprong en lotgevallen van het tegenwoordig vorstelijk huis van Djambi. T. v. N, I. Se j. Batavia 1840. 4e d. 33. 18329. Overleveringen betreffende een oud volksgebruik in het Rijk van Djambi, bij de troonsbeklimmiug van den Vorst. Medegedeeld door J. W. Boers, Rembang 1 Maart 1840. T. v. N. I. Ie d. Batavia 1840. 372. 18330. Mededeeling van ecnige oude Pa-lembangsche legenden. T. v. N. I. 8e i. Batavia 1846. 3e d. 341. |
t
582
18331. Overleveringen omtrent, de herkomst der eerste bewoners in de Palembangsche bovenlanden, door C. F. E. Praetorius, Directeur der Kuituren. Uit zijn verslag in 1832 over de residentie falembang. Ind. Bij. I. 1843. 405. 18332. Overleveringen betreffende de afkomst der bevolking van Palembang, zijnde a. Verhaal van den Inlander Jago-Kcrsah, een orang-toea in de doeson Poelau Pangong, en b. Verhaal van den Pangeran Moaro Danoe, hoofd van de Lientang Kanan in de Ampat Lawang. de Starier, Falembang, Gron. 1843, 27, 34. 18333 Mededeeling, door Dr. P. W. K o r t-hals, dd. Padang Dec. 1833, van overleveringen betreflende den oorsprong van het rijk van Menang-Kabauw op Sumatra. Ree. o. d. Ree. XXVII. 1834. Meng. 365. 18334. Verzameling van overleveringen van het Rijk van Menangkübow, uit het oorspronkelijk Maleisch vertaald door E. N e t-seher, 15atavia, April 1850. Ind. Arch. 2e j. III. 1850. 33. — Zie S. Muller, Bijdr. Leid. 1846. 107. 18335. Overlevering van bet volk uit de Passumah Lebar betreffende hunne afstamming van de Javanen. Medegedeeld door J. W. Boers, dd. Batavia 27 Oct. 1839. T. v. N. I. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 560. 18336. Mededeeling van de legenden en fabelen der bevolking in de Lampongsche Distrikten, door J. A. du Bois, ads. Res. T. v. N. I. 14e j. 1852. I. 330. 18337. Mededeeling, door 11. D. Canne, van ovei leveringen betreffende de herkomst der Lampongers, en de wijze, waarop zij onder het gezag des Sultans van Bantam geraakten. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XI. 4 S. II. 1862. 507. 18338. Legende omtrent het riviertje Benkalis op het eiland van dien naam aan de Oostkust, van Sumatra. Medegedeeld door J. S. G. Gramberg, dd. Palembang, Junij 1863. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XIII. 4 S. IV. 1864. 509. 18339. Overleveringen betreffende de afkomst der Niassers; medegedeeld door L. Horner, dd. Padang 20 Jan. 1838. T. v. ;V, ƒ. 3e j. Ie d. Batavia 1840. 367. |
18340. Overlevering nopens de afkomst der Niassers; medegedeeld door L. F. Don-Ie ben, Luit. Anno 1846. T. v. N. I. Xej. N. S. Ie j. Batavia 181.8. Ie d. 175. — De afstamming der bewoners van Nias; doorH. von Rosenberg, dd. Padang December 1855. Rectificatie van bovengtnoemde. Tijds. Ind. T. L. r.-kvnde, V. N. S. II. 1856. 316. 18341. Overleveringen van de bevolking op de Mentawei-Eilandeu. Medegedeeld door H. von Rosenberg. Tijds. Ind. T. L. V.• kunde, I. 1853. 438. Borneo. 18342. Oorspronkelijke tekst, in het. Ita-liaansch alphabet overgebragt, van de historische overleveringen betreffende den oorsprong der split sing van Berow op de N. O. kust van Borneo. Medegedeeld door J. Ha-geman Jz. I, opgave van den Sultan, dd. Gocnang ïeboe 18 December 1848 ; en II, mededeeling van den Radja Moeda,dd ïandjing (Santilioeng) 28 Nov. 1848. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IV. N. S. I. 88. 18343. Mededeeling door J. Groll, Luit. ]e kl., eener overlevering van de Dajaks van Soenkoeng, die het Noorden van Sangouw bewonen, in het stroomgebied van de Kapoe-as, betreffende de wijze hunner bevestiging aldaar. Nat. Tijds. 2e j. 1851. 591. 18344. Overleveringen betreffende het ontstaan der Mohammedaansehe dynastie in het Rijk Landak op het westelijk gedeelte van Borneo. Medegedeeld door D. J. van Dungen Gronovius. Ao. 1822. T. v.N.I. 1849. Gron. Ie d, 339. 18345. Overleveringen betreffende den oorsprong van den naam Pontianak. Medegedeeld door W. L. Ritter. T. v. N. 1. 2e j. Ie d. Batavia 1839. 401. 18346. Overlevering betreifendedennaams-oorsprong van Pontianak. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 3e d. 392. 18347. Overleveringen betreffende de sup-prematie van Soekadana over Taijang, San-gouw, Sekadouw en Sintang op Borneo. Medegedeeld door D. J. van den Dungen Gronovius. Ao. 1822. T. v. N. 1. (iron. 1849. Ie d. 355. 18318. De namen der landen op de Zuid-Oostkust van Borneo; door *•*, Poeloe-Laut, |
583
Juni 1862. Mededeelingen en opmerkingen nopens de zonderlinge namen van plaatsen en personen, in Terbaud met. de legende en de geograpliische ligging. T. o. N. I. 24e j. 1862. ÏL 389. Java. 18349. Overlevering der Javanen betreffende het planten van den Waringieboom. T. v. iV. /. Ie j. 2e d. Batavia 1838. 312. 18350. Bijzonderheden nopens het geloof der Javanen aan spoken en hunne wijze van deze te weren. Medegedeeld door 13. ü. ï. v. N. I, le j. Ie d. Batavia 1838. 210. 18351. Godsdienstige Monumenten op Java, door B. G. Overleveringen betreffende Ar-tjadomas, Batoe-toelies beoosten Buitenzorg; Goenong-Kisot bij ïjipannas; Kotta-Preang bij Tjitrap; Benting-Tagal in het Tjipamin-kisehe. T. v. N. 1. le j. le d. Batavia 1838. 215. 18352. Overlevering betreffende den oorsprong van den Goenoeng Karang en Poe-losaharie in de res. Bantam. T. o. N. /. 7ej. Batavia 1845. 2e d. 426. 18353. Overleveringen betreffende Soema-dang, op de grenzen van het distrikt Lebak, in de res. Bantam. Medegedeeld door J. K. H a s s k a r 1, dd. Tjisoengsoeng den 1 Iden Oet. 184.1. T. v. N. I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 129. —Opmerking hierover, doorW. R. van Hoc veil. Md. 166. Noot. 18354. Overlevering van de Bantammers betreffende het monsterkanon bij Bantam. T. v. N. 1. 7e j. Batavia 1845. le d. 236. 18355. Overlevering onder de Inlanders betreffende de voetstappen gedrukt op den Batoe toelies nabij Buitenzorg op Java. Medegedeeld door H. P. T. v. N. I. 6e j. 2e d. Batavia 1844. 351. 18356. Overlevering betreffende den Batoe-toelis te Buitenzorg, volgens een handschrift van 1710. Biang Lala, iV. 1855. I. 268. -De Batoe-toelis nabij Buitenzorg door E. 1SI e t s c h e r. Beoordeeling van bovengenoemde overlevering. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IV. N. 8. I. 1855. 381. 18357. Mededeeling, door H. Zollinger betreffende overleveringen onder de Inlanders op Java van bewoners der kruin van den |
Salakh, dd. Pantar Peteh bij Buitenzorg den 8 December 1843. T. v. N. 1. 6e j. 3e d. Batavia 1844. 56. 18358. Overleveringen betreffende het ontstaan in de res. Krawang der bergen: Boe-kiet-Toengoel, Boekiet-Tjagak, Tankoebang-Prahoe, Koekuesan, Boerangrang, ïjienta Leich, Goenong Koedjong Koedjang en Goenoeng Wangle. T. v. N. I. 2e j. le d. Batavia 1839. 44ö. 18359. Mededeeling van legenden en overleveringen der bevolking van het distrikt Djampang-Tengah, regentschap Tji-andjoer, Preanger regentschappen; door W. F. Roo-geveen, kontroleur der land. ink. en kult. Tijds. Ind. T. L. /.-kunde, VII. 3 S. I. 1858. 509. 18360. Overlevering betreffende den oorsprong van den naam Cheribon. Medegedeeld door J. J. van Sevenhoven. v. N. I. 2e j. le d. Batavia 1839. 325. 18361. Overlevering betreffende Sella bla, bij Adjibarang, op de grenzen van Tagal en Banjoemaas; medegedeeld door W. B. van Hocvell. T. v. N. I. 3e j. le d. Batavia 1840. 169. 18362. Mededeeling,door J. E.Teysman dor legenden en verhalen betreffende de Wi-djojo Koesoemo.een boom op Noesakambangan, volgens J. A. Wilkens, C. A. Coenaes en H. C. van der Wyek. Nat. Tijds. N. /. IX. N. S. VI. 1855. 350. 18363. Mededeeling door A. van der Poel, dd. Maart 1847, van de overlevering betreffende de rivier Bogowonto, in de res. Bagelen. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. le d. 371. 18364. Legende omtrent den naam der res. Bagelen, op Java. Medegedeeld door A. van der Poel, dd. Poerwaredjo,Juni 1840. T. v. N. I. 8e j. Batavia 1846. 3e d. 174. 18365. Overlevering omtrent het graf van Raden Jamboe, in Bagelen. T. v. N.I. 6e j. Batavia 1844. 4e d. 383. 18366. Overlevering betreffende de lansschachten, door den Javaan gemaakt van den Waroe-Goenong-Wangie in de res. Bagelen. T. v. N. I. 6e j. Batavia 1844. 4e d. 385; 22e j. 1860. I. 206. |
584
18367. Oorsprong van de oudheden te Brambanan, door C. i1. W i n t e r. Mededeeling van mondelinge overleveringen. T. v. N. I. 2e j. Ie d, Batavia 1839. -159. 18368. Legende van Boro Boedoer, zoo als die verhaald werd in 1838. T. v. N. I. 21e j. 1859. I. 467. 18369. Overleveringen betreffende den tempel Gadong Bimo en negen andere tempels op hot Dieng-gebergte, medegedeeld door S. A. Budding. Aac?. Lelt. 1839. II. 752—754. 18370. Overlevering omtrent de reuzen van den berg Patiajam in Japara. Vertaald naar een Maleiseli verhaal, geschreven te Pati in 1850. Medegedeeld door J. Hage-man Jz, gevolgd door #Aantcekening van een verhaal door den nu overleden oud regent van Pati, Radhen Ario Pemeg. t Sari, in 1814 gedaanquot;, over hetzelfde onderwerp. Tijds. Ind. T. L. y.-kunde, VI. N. S. III. 1857. 275. 18371. De moskee van Demak, door P. P. lloorda vanEysinga. Uit de Bat. Court, v. 18 Oct. 1826. Overlevering van hare stichting en haren geheiligden oorsprong, ontleend uit een oud Javaansch handschrift. Ind. Mag. II. Tw. 1845. No. 5 en 6. bl. 47. 18372. Overlevering van den Javaan betreffende de moddcrwellen van Koewoe-Ble-doek-Koewoe. Medegedeeld door J. Mun-nich. yad. Lett. 1842. II. 744. 18373. Overleveringen betrekkelijk de oude Javaausche geschiedenis, en den val van het Modjopaitsche Rijk. T. v. N. I. Ie j. 2e d. Batavia 1838. 263. 18374. Overlevering betreffende de stichting op Java van de Rijken van Padjadjaran en van Madjapaldt. Medegedeeld door W. R. van Hoövell. T. v. A. I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 146. 18375. Over den oorsprong van den naam Soerabaja; door J. Ha ge man JCz., Soe-rabaja 29 Aug. 1849. Historisch onderzoek in verband met een voor die stad aangenomen wapen. Ind. Arch. Ie j. I. 1849. 533. 18376. Mededeeling van de legende van Watoe Goenoeng, betreffende den oorsprong van de tijdrekening van dertig woekoe's, in- |
gesteld door Batara Goeroe; door A. D. Iornets de Groot. Uit zijn residentie-verslag van Grissee in 1822.esteld door Batara Goeroe; door A. D. Iornets de Groot. Uit zijn residentie-verslag van Grissee in 1822. T. v. N. /. 14e j. 1852. II. 352. — Aanteekeningen hierop, door G. Aid. 430. 18377. Oorsprong van het zoogenaamde Kalangs-Volk, door J. ï. Winter. Overlevering. T. v. H. I. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 578. 18378. Verhaal, zoo als de oudsten der volken van Brama, ïinggers, en verdere aangrenzende gebergten, tegenwoordig van hunne aloude al komst opgeven, en ook dc reden waarom thans daar wel uijen zijn, doch geene padi-planten. Uit een brief van Adri-a a n van R ij c k, Commandant van Passou-rouang, dd. 26 .Mei 1785. ^erh. Mat. Gen. N. I. VII. 1814 N. II. 6. 18379. Overleveringen betreffende den berg Wedon, in de residentie Passaroeang. T. v. N. /. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 46. 18380. Javaansche legende omtrent het beeldje Poetrie Dedes genaamd, afkomstig uit dp ruïnen van Singo-Ciari in Pasoeroean. Medegedeeld door C. J. C. R e u v e n s. Uittreksel der Missive, dd. Mei 1819 .van Monnereau, ads. Res. te Malang aan C. G. O. Reinwardt, alsmede vertaliug van het berigt van den Radhen Bopati, door Monnereau overgezonden, hut. /erh. 111. kl. Hl. 1826. 180. 18381. Ranoe Klindoengan. Mededeeling van de overlevering, betreffende »het meer te Gratie,quot; in de residentie Pasoeroean, H. J. L. Kussendruyer, /ei zameling van oudheden in Fasaaroeang. Rott. 1843. 19. 18382. Overlevering betreffend ede bergen Smeroe en Bromo op Java, medegedeeld door G. 1?. Glignett. T. v. N. I. lè j. 2e d. Batavia 1838. 447. 18383. Overlevering betreffende den oorsprong van den naam van Malang. Medegedeeld door L. Buren. Bianq Lala, lej. 1852. II. 16. 18384. Oorsprong van den naam Banjoe-wangie. Door B. B. C. Overlevering. T. v. N. I. Ie j. Ie d. Batavia 1838. 204. 18385. Mededeeling door Dr. ï. E p p, van de inlandsohe overlevering betreffende den naam Banjoewangi. T. v. N, I. 2e d. 1849. 26U. |
1838G. Javaansch-Mobammedaansclie overleveringen omt.ren'; de gesoliiedeuis van Mo-zds en Koning Pharao, door J. J. d e Hollander. Mededeeling van eenige vertaalde uittreksels uit een Javaansch handschrift, onder den Hollandsehen titel van: //Het boek RSdja Piraugon, of de geschiedenis van Nabi MoesS, een Javaansche legende uitge-■jeven door T. Iloorda in 1844 te 's Hage.quot; T. v. N. 1. 1849. 2e d. 93. 18387. Nog iets over den naam van Jezus, door G. Bruckner. Mededeeling van eene legende van lesa, voorkomende in een Javaansch boek, getiteld: //Ambiaquot;, of de geschiedenis van alle profeten. T. v. N. I, ■Jo j. 2e d. Batavia 1839. 540. 18388. Over den naam Jezus, in de Ma-leische, Javaansche en Arabische taal. Door W. H. Medhurst. 2'. v. N. I. 2e j. led. liatavia 1839. 474. Verdere Archipel. 18389. Overleveringen betreffende groote schatten in het Dongonesche gebergte verborgen, in Biraa op Sumbawa. Medegedeeld door W. C. H. toe Water. T. v. N. /. (ïe j. Ie d. Batavia 1844. 562, Noot. 18390. Overlevering omtrent den naams-oorsprong van het eiland Timor. Medegedeeld door G. Hey mering, dd. Timor-koe-nung April 1847. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 3e d. 15. |
18391. Uverlevering op Timor-koepang betreffende do kaai-mannen. Medegedeeld door B. G T. v. N. 1. 1c j. Ie d. Batavia 1838. 21G. 18392. Overleveringen der bevolking van het landschap Bolaiing-Mongondouw, res. Mo-nado. Medegedeeld door J. G. F. Riedel. Tylds. Ind. T. L. V.-kunde, X111. 4 S, IV. 1864. 267. 18393. Legende betrekking hebbende op den vermeenden oorsprong der Bantikkers in de Minahassa op Celebes. Medegedeeld door A. F. van Spreeuwenberg. 2'. v. N. I. 8e j. Batavia 1S4G. Ie d. 25. 18394. De legende van den eersten vorst van Goronlalo. v. Doren, Fragm. 1.1854. 401. 18395. Mededeeling, door J. S. van Coe-verden, dd. Ternate Deo. 1843, betreffende overleveringen onder de bevolking van Ternate, de stad Tobana, — naamsoorsprong van Ternate, vroeger Liemau Gapie genoemd. T. v. N. 1. Ge j 2e d. Batavia 184-4. 196, 20Ü. 1839G. Dc Draak van Saparoea. Overlevering medegedeeld door van Sc hm id, dd. Passoerowan 17 Oct.1843. T.v.N. I. 5e j. 2e d. Batavia 1848. 619. 18397. Overlevering betreffende de aardbevingen op de Sandwich- of Havai-eilan-deu. T. v. Ar. /. 4c j, le d. Batavia 1842. 5 37, N oot. |
Inscripties.
18398. Beschrijving van de ,beschreven koperen plaat of liever van twee platen van rood-plaat-koperquot;, geplaatst in de synagoge der Blanke Joden te Gochim, met afbeelding naar het oorspronkelijke, benevens Ncdcr-duitsche en Portugeschc vertaling, zijnde het patent of de privilegiën van Keizer Gherom Peroemaal, verleend aan Joseph Rabby, en geschreven in de Malabaarsche, Tatnulscbe en Tülengensche talen. Volgens mededeeling van den Gouverneur en Directeur der kust van Malabar, A. Moens, met aanteeke-ningen uitgegeven door A. 'sGravezande, Pred. te Middelburg. Verh. Z. Gen. VI. 1778. 534, 540. — Vergelijkende beoordee-ling, door A. 'sGravezande, van de mede- |
doeling over bovengenoemde platen, hare inscripiio en dc vertalingen van P. J. Bruns en Anquetil dn Perron. Aid. IX. 1782. 520. — Nadere bijzonderheden nopens do platen on hare inscription, benevens tekst der vertalingen door Ezechiol Rabby, Baront Deventer, Simon van Tongeren en Calicoetil Al ja, volgens mededeeling van A. Moens, door A. 's Gravc-zaudc. Aid. IX. 1782. 519. 18399. Verklaring van ccn opschrift op cene rots in Nepanl, door Q. Z. Naar aanleiding van het daarover voorkomende in de beschrijving van het Koningrijk Nepaul door Kolonel Kirkpatrick. Letterb 1818.11.173. 74 |
586
18400. Brief, 14 April 1859 No. 6458, van den Gouv. Secret., om advies op het voorstel van het. Bestuur van bet Kon. Instituut voor de taal-, land- en volkenkunde van Ned. Indic, ter benoeming eener commissie tot zamenstelling van een corpus inscriptionum der oudheden van Java en Sumatra. Ttfds. Ind. T. L. F.-kunde, IX. 3 S. III. 1860. 226. — Bijzonderheden nopens dit voorstel Bijdr. Ind. 1. L. V.-kunde, N. V. III. 1860. bl. VIII. — Advies der Directie van het Bat. Gen. hierop, dd. 6 Aug 1859. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IX. 3 S. III. I860. 241. -Indisch Besluit, dd. Batavia 22 Oct. 1859 No. 6, ter uitvoering van dit plan. Aid. 440. — Circulaire, dd. 20 Nov. 1859, No. 6, der Directie van het Batuv. Gen. aan de hoofden van gewestelijk bestuur op Java en Madura, enz. Aid. X, 4 S. I. 1861. 10. — Ontvangen antwoorden hierop. Aid. X. 4 S. I. 1861. 13, 21, 295,297, 298,307,317,318, 459; XI. 4 S.II. 1862. 398; III. 1862.125. 18401. Over inscription van Java en Sumatra, voor het eerst ontcijferd, door R H. Th. ïriederich. I. van Malang, met plaat; II. van Batoe BerSgong (Menang-Karbau) met plaat, en van Pager Ruijong (Menang-Karbau) met plaat; III. mededeelingen uit eenige andere inseripti'-n van Java: a. van Jedoong in Soerabaja, b. van die in het Museum van het Bat. Gen. in N.I. c. van Djala ïunda. Verh. Bat. Oen. N.I. XXVI. 1854. 1. 18402. Bijzonderheden nopens het Indisch besluit, dd. 24 Mei 1862 No. 2, betreffende de vervaardiging van afdrukken of afgietsels van de aanwezige inscription in de verzameling van het Batav. Gen., ton behoeve van het Rijks Museum van oudheden te Leiden. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XII. 4 S. III. 1862. 534, 553, 56.', 557. 18403. Twee Sanserit-inscriptvn, gevonden op godenbeelden in het Museum van het Hataviaasch Genootschap, doorR. Frie-dcrich. Met platen. Tekst en verklarino;. Verh. Bat. Gen. N. I. XXI111. 850 No 11.1. 18401. Mededeeling, door Dr. C. Leemans in de vergadering van 11 Mei lb63 van den zakelijken inhoud eener Hoogduit-sche verhandeling van Dr. R. H. Th. Erie-derich over twee oud-Indische opschriften op een beeld van Mandjupri, uit Java afkomstig en bewaard wordende in het Nieuw Museum te Berlijn, l' crst. Kon. Akad. d. Wet. Lelt. VII. 1803. 262. |
18405. Verzoek aan F. Molman, ten behoeve van bet uittegeven corpus inscriptio-num van afteekecingen van oudbeden, welke zich bevinden op het land Tjampca, in dc ads. residentie Buitenzorg. Not. 10 Aug. 1861. Tijds. Ind. L. V.-kunde, XII. 4 S. III. 1862. 137. — Missive, dd. 9 Sept. 1S61, van Molman in antwoord hierop. Aid. 146. 18406. Geschenk van J. P. Cornets de Groot, fungd Sccret. Gen. bij bet Dept. van Koloniën aan het Museum van oudbeden te Leiden, van eene afteekening in natuurlijke grootte van een Kawi-opscbnft op de zoogenaamde Batoe-toelies te Buitenzorg. Lettert. 1844. I. 172. 18407. Verklaring van den Batoe-toelis van Buitenzorg, door R. ïri ede rich, dd. Bandong, Febr. 1853, met een facsimile der inscriptie. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, I. 1853. 441. — l)e Batoe-toelis nabij Buitenzorg, door E. Netscher. Nader bewijs voor dc juistheid van bovengenoemde verklaring. Aid. IV. N. 8. 1835. 380. 18408. Inscriptie op steen op het land Djamboe in de ads.-res. Buitenzorg. Medegedeeld door Jonathan Rigg. Tijds. Ind T. L. V.-kunde, II. 1854. Berigten I. 18409. Over de inscriptie van Djamboe, door R. Friederieh. Waarnemingen en opmerkingen, gevolgd door de beschrijving van de loealiteit dezer steen-inscriptie door J onathan Rigg, dd. Jasinga 12 Nov. 1853. Tijds Ind. T. L. V.-kunde, III. 1855. 183. 18410. Arabische inscriptie hij het Kede-boes-spcl te Tjandjor in de Preanger-Regtn.; benevens beschrijving van dit opschrift, door P. J. V et h. v. Hoëvell, Reis. 1. 1849, 25. 184-11. Ontcijfering der ineriptien te Ka-wali, res. Cberibon, door R. Fried erch. Met platen. Zijnde de afteekeningen van lladhen Saleh. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, III. 1855. 149. 18412. Inscriptie te Kawali, in de afdee-ling Galoe, ros. Cberibon, door E. N etsch er. Verklaring door R. Friederieh dezer in-scriplie, volgens afteekeningen van Radhen Saleh. Tijds. ' Ind. T. L. r.-tanrfe, 1854. Berigten bl. VII. 18413. Mededeeling, door C. L e e m a n s, nopens een oud Kawi-opschrift, door F. J u n g-huhn, in 1845 op eene rots te Djeng ont- |
587
dekt. Letterb. 1861 No 258. — Toelichting door C. Leemans, mot medcdeeling van een brief, uit Ujeng van 21 Febr. 1864 hierover, van 11. H. Th. ITriederich. Versl. Kon. Akad. d. Ifet. Lett. VIII, 1805. 295. 18414. Opschrift op een steen, welke zich te Salotigo, in den tuin van H. J. Domis, bevindt. Met afbeelding, op het '/s van des-zelfs ware grootte, door J. Bik. 1824. Oorspronkelijke tekst met Nederduitsche vertaling door den Panumbahan, later Sultan Pakoe Nata Nmgrat van Suinanap. Medegedeeld door H. J. Domis, Res. van Sumanap. ^erh. Bat. Oen. N. I. X. 1825. 129. — Insorip-tiiin nabij Salatiga, door B. Netscher, Mededeeling van de waarnemingen van H. H. Haase, en zijne verbetering van bovengenoem-den tekst, Tijds. T. L. en V.-kunde v. N. I. II. 1854. Berigten X. 18415. Toelichting van een artikel in het Kunstblatt van het Morgenblatt Deo. 1839 No. 100 : Eino Steinschrift in lirambanan auf Java, mitgetheilt vou Dr. Ed. Selberg, door T. R o o r d a. Beoordeeling. Instituut, I. 1841. 69. 18410. Tekst der Nederdnitsche overzetting door P. P. Roorda van Eysinga, van de Javaansche vertaling door den Sultan van Sumanap naar het oorspronkelijke vervaardigd van een in Brambanan op groote steenen gevonden opschrift, li. v. Eysinga, Handboek III. B. I. 1841. 248. 18417. Proeve eener beschrijving en verklaring en afbeelding der opschriften op Soekoe en Tjetto, door Ur. C. J. van der Vlis, dd. Soerakarta 20 April 1842. Met platen. yerh. Bat. Gen. N. I. 1843. 1. 1 vll8. Inscriptie van Sineh, Ngawi, in Madioen, door R. Friederich. Met facsimile door Dr. W. V o g 1 e r. Verklaring. Tijds. bid. T. L. /.-kunde, II. 1854. 335. 1S419. Inscriptie te Ponorogo, door E. Netscher. Toegezegde verklaring van twee facsimile's, toegezonden door L. W, v a u d e r Ven. Tijds. Ind. T. L. V-kunde, II. 1854. Berigten VIII. 18420. Inscription te Socrabaja. door E. Netscher. Bijzonderheden nopens drie in de ruïnen van Modjopahit gevonden steenen met inscription, van welke op kosten van het Ned.-Indisch Gouv. afgietsels worden vervaardigd ; alsmede over de verdiensten iu deze van H. J. Domis, J. HagemanJCzu en C. Q. van Deutzsch. Tijds. Ind. T. L. y.-kundt, II. 1854. Berigten IX. |
18421. Javaansche inscription op een monument op do begraafplaats te Grissee, benevens Ncaerduitscho vertaling, t). Hoi veil, lieis. 1. 1849. 157. 18422. Levensschetsen en geschiedenissen omtrent de oudheden der residentie Grissee. Medegedeeld door A. D. Cornets de Groot, getrokken uit zijn residentie-verslag vau 1822. 1'. o. iV. I. 14e j. 1852. II. 403. — Aanteekeningen hierop, door G. Aid. 431. 18123. Arabische inscripties van het monument van Malik Ibrahim te Grissee, benevens Nederduitsche vertaling, v. Ho'évell, Reis. I. 1849. 104. 18424. Inscriptie op een koperen plaat uit Soerabaja, door E. Ne.tscher. Opgedolven en toegezonden door J. llageman JCz. Beschrijving van deze plaat en van de plaats van herkomst, benevens overzigt der recda bekende en beschreven koperen platen met inscriptiën in deze residentie. Tijds. Ind. T. L. /.-kunde, III. 1855. bl. XX. — Koperen platen uit Socrabaja, door E. Netscher. Bijzonderheden nopens de afgietsels in ijzer van drie platen in het bezit van .1. S. vun Coevorden, Secretaris dier residentie en toegezonden door J. Ilagemau JCz. Aid. IV. N. 8. I. 1855. 207. 18425. Copies of two of (he ancient inscriptions on copper plates, dug up in the vicinity of Soerabaya, and now deposited in the Museum of the Society at Batavia, rendered from the ancient Kawi-eharacter into the Roman, and communicated by the President Th. St. Rallies. 1810. terh. Bat. Gen. N. I. VIII. 2e d. 1820. 329. 18426. Vertaling met aanteekeningen van een oud Javaansch schrift op een koperen plaat aan beide zijden gesneden, dewelke in den grond is gevonden, in den jare 1815, by de Dessa Bettro in het district van Jangollo, res. Socrabaja, bij gelegenheid dat men aldaar aan eene waterleiding arbeidde. Letterb. 1819. I, 52. 18427. An inscription from the Kawi or ancient Javanese language, taken from a stone found in the District of Soerabaja on Java, translated into the modern idiom bj |
688
Nata Kusuma, Panumbahan of Sumanap (Madura; rendered into English by Mr. Craw-furd, and submitted to the Society by the President, the Honorable Th. St. K a files. 181G. Verh. Bat. Gen. N. I. VIII. 2e d. 1826. 315. 18428. Verklaring der inscriptie van een ouden pilaar van Modjopahit door R. tl. Th. Friederich. Met plaat. Tijds. Ind. T. L. f.-kunde, VI. N. S. III. 1857. alO. —Toelichting door J. H a gem au J C z n. Aid. VII. 3 S. 1. 1858. 173. 18429. Insoriptiën, manuecripten enz. afkomstig uit Midden-Java, door E. N e t-schor. Mcdedeelingen omtrent die, toegezonden door A. W. Kinder, ads. Res. te Sumadang. Tijds. bid. T. L. -kunde, III. 1855. Rerigten XIV. 18430. Over ecnigo inscription op ringen en gesneden steenen, meest afkomstig van Sumatra, door 11. H. Th. Eriederich. Met plaat. Beschrijving van die ontvangen van Wener te Soerakarta, opgedolven bij Baros en ontvangen van II. J. J. Gout, kontroleur ter W.-kust van Sumatra. Tijds. Ind.T. L. V.-kunde, VII. 3 S. I. 1858. 141. |
18431. Mededceling,door E. Netscher, van bijzonderheden nopens inscriptiën van Pagerroejong en Soeroeassa, alsmede van Batoe-beragoong, Sumatra's W.-kust, volgens de afteekeningen, door B. Vitzhum von Eckstaedt gemaakt, en toegezonden door den Luit. Kol. J. A. Waleson j alsmede toezegging eener verklaring daarvan met litho-grapluen, te geven door R. H. Th. Erie-derieh. Tijds. Ind. T. L. F.-kunde, lil. 1855. Berigteu XV. — Inscriptiën van Pagerroejong en Batoc-beragoong op Sumatra's W.-kust, door E. Netscher. Redenen, waardoor aan genoemde toezegging niet kan worden voldaan. Aid. IV. N. S. 1.1855.107. 18432. Brieven, dd. 22 Maart 18G1 No. 750, en 20 April L861 No. 1110, van den Res. der Z. amp; O. Afd. v. Borneo, ü. M. Ver-speyok, betreffende de verzending voor het Museum van het Bat. Gen., van met letterschrift uitgehouwen lolderbulken, afkomstig van den zoogenaamden troonzaal in den gewezen kraton te Martapoera. Tijds. Ind. T. L V.-kunde, XI. 4 S. II. 18G2. 430, 435. |
Nederlandsch in Azië.
18433. Berichten uit Japan nopens het aanleeren der llollandsche taal aldaar door de Japanners, alsmede nopens do vertaling in hot Japansch van Martinet, Catechismus der Natuur. Maandel. Ned. Mercurius, LV11. 1784. 221. 18434. Bekendheid onzer letterkunde in Japan. Zijnde mededeeling uit het algemeen verslag der Maatschappij rTot Nut van 't algemeenquot; van de vertaling in Japan vau het Natuurkundig schoolboek van J. Buys en andere natuur- en geneeskundige werken uit het Nederduitsch in het Japansch. Lelterb. 1832. I. 15. 18435. üver de beoefening der Nederlaud-schetaai in Japan. Mededeeling van J. Hoffmann in de vergadering van 14 September 1863. Overziet, sedert het begin der XVllc eeuw. kersl. Kon. Akad. d. IVct. Lett. VII. 863. 283, 289. 18436. Of in Japan het Nederduitsch de geleerde en handelstaal zal blyven ? Sloet, Tijds. XVl. 108. 4 |
18437. Aanbeveling der oprigting vau een Nederduitsche school te Nagasaki, en der verspreiding in Japan van lijsten onzer beste boekwerken. Sloet, Tijds. XVII. 358. 18438. Gesprek van den zendeling Weisz-kopf, met den Koning van Siam, over Duit-scbe letterkunde. H. Pud. Bibl, 1805. 1 st. 690. 18439. //Plakaat over 't invoeren van de Neder-Duitze taal onder de inwoonders dezes eylands Ceylon, gedaan en gearresteerd in 't Gasteel Colombo, den 13 Nov. A. 1059. Geaffigeerd en aangeslagen den 21 dito door 11. van Goens.quot; kalentijn, V. St. 1. 441. Meded. Ned. Zend. 11. 1858. 289, 307. 184'l0. Prijsvraag, uitgeschreven voor 1781, en later, door de llollandsclie Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem, op verzoek en op kosten van het Bat. Gen. van K. en W. in N. 1., getiteld: welke zyn de beste en vaardigste midt'cleti, om het gebruik |
589
der Nedcrcluitsche spraak onder do Malaijers, | Javaauen, Cingaleezen cn Malabaarcu in te voeren, en racer en meer algemeen gebruikelijk tc maken f IIoll. Maatsck. d. Wet. Versl. XXI. 17S't. N. Nederl. Jaarb. XVI. 1781. 2. 979; XVII. 17S3. 2. 970; XXVI. 1791. 1. 010; XXVII. 1792. 1. 546; XXVIII. 179:5. I. 047 ; XXIX. 1791. I. 730 ; XXX. 1795. 4. 3137. 18141. Advies nopens do proeve eener Nederduitsohe Spraakkunst voor den Inlander, speciaal in de Molukken, door den zendeling |
van Ekria, te Kamarian. Not. Bat. Gen. 111.2. Batavia ISüfi. 120. 18142. Voorstel van ü. H. van Soest iu de algem. verg. van 6 Mei 18G4 van het Ind. Gen. tot magtiging van het Bestuur ora do aandacht der Uedaetie van het Nieuw Nederhmdsch Woordenboek tc vestigen op de bijzonderheden omtrent woorden en uitdrukkingen aan het Javaansch cu Malciseh ontleend. '1. v. iV. I. 18G4. N. S. 2e j. 1. 433. |
1. Gedichten.
1S443. Iets omtrent de beoefening der poüzie in Neerlands Indiii, door J. M u n-n i e h, dd. Batavia. Nov. 1842. Naar aanleiding van een opmerking van Ds. N. Beets. T.v.N. L 6e j. Ie d. Batavia 1843. 237. — Nog iets omtrent do beoefening der poëzie in Neêrlands Indië, door S. van Deventer J.Sz., dd. Batavia Jan. 1S43. Wederlegging der denkbeelden van J, Munnich. Aid. 389. — Mijn Helikon. Luimig antwoord in dichtmaat op het «Iets omtrent de beoefening der poüzie iu Nederlandsch Indiii van J. Munnichquot; door W. L. Hitter, dd. Batavia, Jan. 1843. Aid. 523. 18444. Prijsvraag, dd. 1 Junij 1778, van het Bat. Gen. in N. 1.,getiteld : ,Voor die het beste Ncderduitsche vers maakt; cn daarin vertoont den invloed der wetenschappen op de zeden.quot; Verh. Bat. Gen. iV. /. 1. 3e d. 1825. 33. 18445. Fragment uit deu vierden zang van het dichtstuk getiteld: ^Nederlands roem in Oost-Indien, in acht zangen, door P. P. Roorda vanEysinga, voormaals belast met het Dep. van inlandsclio zaken op Java, thans als secr. der res. Bantam met verlof in Nederland.quot; Ree. o. d. Ree. XIII. 1820. Meng. 367. 1844G. Holland cn Japan. Lofdicht op G. JFabius en Mr. J. H. Donker Curtius. ï. v. N. L 19e j. 1S57. II. 32. 18447. Choang en Hansy. Chincesche vertelling. Vrij naar het Engelseh proza van |
Goldsmith, door A. Hoexum van Dijk. 18-29. Vad. Lett, 1830. II. 445. 181.48. De geest van Plorian op Java herrezen, door A. B. Cohen St nart, dd. Soerakarta Febr. 1853. Aantooning van een plagiaat, door vergelijkende mededeeling van den tekst van het dichtstukje van 11. getiteld: Aan Java, geplaatst in de Warnasari voor 1853. 59, en fi'lorian, vertaald door de vriendin van Peith.quot; Biang Lala, 2e i 1853. I. 180. J 18449. Prijsvraag voor 1813 van de Maat-schappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, getiteld: Een dichtstuk #hct eiland Java.' Lettcrk. Lluud. 1842. 56. lioekz, Sept. 1843. 369. 1S450. Java, door Mr. G. J. Sieburgh, dd. Batavia Aug. 184.'). Mot Prausehc vertaling door A. Clavareau, dd. Maastricht 19 Oct. 1S55. Asirea, V. 1855. ^65. Letterb 1856. 49. 18451. Java's Bloemhof. Aau Biiing Lala, door Mr. L. J. A. Tollens. Biana Lala, 2e j. 1853. 1.1. 18452. Mijn togtje van Ma lang, naar het Zuiderstrand van Java, door J. L. Burer, dd. Malang, 2 Junij 1837. '1. tgt;. N. I. 4e j! 2e d. Batavia 1842. 479. — Aan Lawang, tusscheu Passaroeang en Malang gelegen, door J. L. Burcr, dd. Lawang, 12 April 1837. Aid. 3c j. 2e d. Batavia 1810. 343, |
ÜÜO
18153. Mijn uitstapje door Tenger. Van Probolingo naar i'assarocang. Door Ci. d. K. Keisverhaaltje, yad. Lett. 1829. II. Ö58. 18454. Een storm in den Indisclien Oceaan, nabij de eilanden St. Paulns en Amsterdam, doorS.van DevenI,er JSz. Voorgedragen in het Bat. Gen. van K. en VV., den 8 Mei 1847. T. o. N. 1. Xe j. N. S, lej. Batavia 1848. Ie d. 147. 18455. Kadoe, door P. G. Wit sen Geysbeek. Zijnde een dichtstukje oji Kadoe, een bewoner der Carolines, die op do ontdekkingsreis van O. von Kotzebue bij dezen aan boord gekomen, en zich zeer aan hem gehecht had. Ree. o. d. Ree, XV. 1822. Meng. 300. 18456. Dichterlijke beschrijving van den regen-moussun, op de kusten van Malabaar en Coromandei; van eone droogte, of dor jaar j en van een vreeselijken hongersnood in Bengalen, door J. Haai'uer. Vad. Lelt. 1801. 2. ü5ö. i84d7. De Indiaansche weduw. Eene ver-telling, door J. W. IJntema. Vad. Lelt. 1829. II. 132. 18458. Mededeeling, door O. G. He 1-dring van de liederen der jeugdige kolo-uisten aan de Kaap de Goede Hoop, getiteld Reisliederen, a. Bede, b. Groete aan de Kaap, ü. Uemmfcnng, d. Zangstukje, — benevens i-Welkomsl groet aan de Hollandscho emigranten binuen de Kaap Kolonie aangekomen per Zalt-Bommel, gevoerd door kapitein Juta; door J. Öuasso de Lima, te Kaapstad.quot; ker. Chr. St. XIII. 1859. 178. 18459. California, door Lüdeking, Batavia 29 Aug. 1852. Biang Lala, Je j. 1852. II. 130. I84C0. Op de beeldtenis des Konings, geschilderd door Paelinck, en naar Batavia gezonden, door H. Tollens Cz. A0. 1819. Biuny Lala, le j. ]852. 1. 1G7. 18401. Welkomstgroet aan Z. K. H. Hendrik, Prins der Nederlanden. Overgenomeu uit the Meditator of Cape of Good Hope, Impartial Ubserver. 15 May 1838. Btang Lala, ie j. i852. II. 52. 18402. Stollenbossche welkomstgroet aan |
Z. K. II. Hendrik, Prins der Nederlanden, bij Hoogstdeszelfs aankomst aldaar. Uverge-noraen uit The Meditator of Cape of Good Hope, Impartial Observer. Thursday May 22 1838. Biang Lala, le j. 1852. II. 58. 18463. Do Baudiade. Vrij gevolgd naar de Hollandsehe Natie van Helmers. li esp. II. 1848. 69. — Toelichting nopens het succes van dit dichtstuk. Aid. 116. 18404. Bij den dood van Z.E. den heete Mr. George Isaac Bruce; door Dr. J. Th. Biiser, dd. 0 Jan. 1851. Voorafgegaan door eene toelichting, dd. Zwolle 25 Junij 1861. N. itec. 1861. Meng. 475. 18405. Ook aan den dood. Bij gelegenheid van het smartelijk afsterven van den Hoog Welgeboren heer Johan Derk Baron van de Capellen, Heer van den Poll, Appeltern, enz. beschreven in de Ridderschap Overijssel, door Trajectino Batavus. Fosl . R/iyu, Bijl, VI. 1784. 40. — Afschetsing der dankbi.re nakomelingschap, alsmede bij do lijkbusse van J. D. Baron van dor Capellen van den Poll, door Trajectino Batavus, Utrecht 20 Aug. 1784. Aid. 50. 18406. Aan de Nederlandsche vrijheid, ter gelegenheid van bet afsterven van den Hoog WelGeboren Heor Johan Derk Baron van der Capellen tot den Poll, door H a r-manus Assohenberg. iW iV. RAy/i, Bijl. VI. 1784. 51. 1»407. Grafschrift voor den Hoog Welgeboren Heer Johan Derk van der Capellen tot den Poll. Extempore door VV. J. D., dd. Amst. 5 Oct. 1784. i'ost N. Rhyn, Bijl. VI. 1784. 53. 1846S. Ontworpen regels voor een gedenkzuil, ter eere van den vriend van volk en vrijheid J. D. Capellen tot den Poll, door G e 1 r u s, dd. Amst. 1784. Rost iV. Rhyn, Bijl. XI. 1784. 53. 18409. Jonkheer Johan Derk van der Capellen tot den Poll, door li. P., Weesp 1784. Post. N. Rhyn, Bijl. VI. 1784. 54. 184,0. Een portret, dat van zijn vriend Aug. Clavareau, door Mr. G. J. Siebu r gh, Maastricht. Aug. 1845. Jslrea, V. 1855. 185. 18471. Aan Zijne Hoogwaardigheid J. Grootf, Bisschop van Cauea, i. p. i.. Apostolisch |
5lt;ll
Vicaris van Nederlandsch Indiö enz., hij zijn jongst vertrek naar Suriname. Katholiek, 1852. XXII. 61. 18472. Hambroek. In het oogenblik, dat hij van twee zijner dochters, in het fort Zepland, op het eiland Formosa, afscheid neemt, en tot den Chinesclien zeeroover Coxinga wederkeert. Door P. 1881. Euph. 1. 1814. 2. 374. 18473. Antonins Hambroek, door V. D. M. Al(j. Lett. Maandschr. VIII. 1845. Meng. 37. 18474. Antonius Hambroek, door M. Alq. Lett. Maandschr. IX. 1825. Meng. 389. 18476. Bij den dood van Mr. Gijsbert Karei Grave van Hogendorp, door A. Lettert. 1834. II. 115. 18476. Prijsvraag voor 1840 uitgeschreven door het Letteroefenend Genootschap lot Nut en Beschaving, dd. Amsterdam 15 Maart 1839. getiteld: //Een lofdicht op Gijsbert Karei van Hogendorp.quot; Lelterb. 1839. I. 198. — Herhaald .voor 1842. Aid. 1842.1. 18. — Verslag van de daarop ingekomen antwoorden. Aid. 1843. I. 36. 18477. Nagalm van eenigc uit het hart gesproken woorden bij het graf van Mr. Dirk Grave van Hogendorp, den S?2n Maart 1845, door Mr. Is. da Co sta. Poëzij. Alg. Lett. Maandschr. XXIX. 1845. N. S. 1. Meng. 301. 18478. Cornelis Houtman doet als Nederlander den eersten togt naar de Oost-Indien in 1595, door 1'. deLooij A z. l'hilopaedion. VIII. ]829. 30. 18479. Bij Let afsterven van den Hoogleeraar Nicolaas Godfried van Kampen, door Joh. Hilman, dd. 20 Maart 1839. ZfiWerfc. 1839. 1. 210. I84S0. Op het vernemen van bet overlijden des Hoogleeraars N. G. van Kampen. Vad. Lett. 1839. II. 263. 18481. Bij het aanschouwen der becld-tenis van Prof. 'Nicolaas Godfr. van Kampen, voor zijne levensbeschrijving, door K. Extempore. Alg. Lett. Maandschr. XXIV'. 1840. Meng. 680. 18482. Jan Pietersz. Koen. llomance door S. Ilondeau Jr. Dec. 1817. Pad. Lett. 1818. 2. 523. |
184h3. Aan den WclEd. Gestrengen Lieer J. C. Koopmans, Luit. bij de Kon. Marine, gekwetst in de overwinning bij Palcmbang, in de maand Jnnij 1821, cn overbrenger van de tijding dier zege; en ter zijner verwelkoming in den vriendenkring, vergaderende //Onder de Hoosquot;, dd. Amsterdam 17 Nov. 1821. Ree. o. d. Ree. XIV. 1821. Meng. 329. 18484. Mahomed, duor W. L. Bitter. Biang Jjala, le j. 1852. II. 47. 18485. Bij gelegenheid eener revue in 1811 der Eransche troepen, op de Amers-foortsche heide, door Keizer Napoleon. Biang Lala, le j. 1852. I. 104. 18486. Ter nagedachtenis van mijn vriend Arend Syriër, officier van gezondheid der 2e klasse bij Z. M. Zeemagt, door Mr. L. J. A. Tollens, dd. Buitenzorg Mei 1851. Biang Lala, ie j. 1852. 1. 197. 18487. Na de behaalde overwinning op de rivier Palembang, door J. B. Az. dd. Nov. J821. Alq. Lelt. Maandschr. VI. 1822. 159. 18488. Bij het ontvangen der tijding van dc overwinning te Palembang, door J. H. Tobias, dd. Ceram den 27n Julij 1821. Letterb. 1822. 1. 3. 18480. Beoordeeling van den //Zegezang op do overwinning te Palembang van Mr. Jan de Kmyff Jr.quot; Letterb. 1822. I. 3, — llecti-lieatie. Aid. 18. 18490. Bevel van Salrijo. Naar het Ja-vaansch door P. P. lloorda vanEysinga. Ilea. v. d. Ree. XXVI. 1833. Meng. 420. 18491. Batoc Loro Kidul. Javaansehe legende, door Mr. P. A. Schill. T.v.N.1. 4e j. 1 d. Batavia 1812. 51)8. 18492. De grijze Colocolo bedaart de gemoederen der cariques van Araucana, die zich onderling hot opperste gezag betwisten. Fragment uit het Spaansche heldendicht Araucana van Don Alonzo de Ercilla, door Mr. L. J. A. Tollens. Biang Lala, quot;le j. 1852. I. 249. 18493. Leonora de Brito. Dichtstuk op hetgeen is voorgevallen bij do verovering van |
592
Punte Gale, op Ceilon, door de Hollandsche oorlogsrnagt, onder bevel van don Generaal Coster, J640. Lett. May. 1824. 2 st. 5 8. 18494. Barakotta. Door J. Munuieh, dd. Samaranp 1841.. Ind. Maq. II. Tw, Batavia 1845. No. 1 en 2. bl. 11)3; No. 9 en 10. hl. 140. — Errata. Zie No. 3 en 4, achter de inhoudsopgave. Bijzonderheid nopens de vervaardiging van dit. stuk, medegedeeld door Dr. W. Bi. van Hoëvell. T. v. N. I. 1849. Gron. 1 d. 23. Noot. 18495. 'J'jogrek. Den Heer L. Weber toe-geeigend, door Mr. L. J. A. Tollens, dd. Buitenzorg, 17 Aug. 1852. Biang Lala, Ie j. 1852. 11. 135. 18490. De Lawoe. Ben fragment. Neder-landsohe Muzen-Almanak van 1844; door J. Munnich, dd. Samarang, Mei 1842. T. v. N. /. Ce j. 2 d. Batavia 1844. 439. — Te-regtwijzing, door .1. Munnich van eenige veranderingen in dit zijn dichtstuk gemaakt. Aid. 7c j. Batavia 1845. 4 d. 1, 59. 18497. llodolfus en Mahyna, door Mr. L. J. A. Tollens. Vrij naar het Eransch. Biang Lakt, 4e j. 1855. I. 132. 18498. De eeuwige dansers. Legende. Door A. C. van Santen, dd. Buitenzorg, April 1852. Biang Lala, le j. 1852. I. 168. 18499. De Tractementsdag van een kommies op Batavia, door G. H. Nagel. Overgenomen uit zijne //Schetsen uit mijne Ja-vaansehe Portefeuillequot;. Vad. Lett. 1829. I. 324. 18500. Leeuwenjagt der veeboeren aan de Kaap de Goede Hoop. Pringle verhol-landseht doorE. J. Potgieter. Gids, Vllle j. 1844. 11. Meng. 127. 18501. Een jagtavontuur op den Kloet, door L. Burer, dd. Soerabaja 1S4S. Biang Lala, 3e j. 1854. 1. 268. 18502. De Pisang-boom. Een Bntaviasehe vertelling. Door VV. L. Bitter. Overgenomen uit dc „Java Government Gazette, Nov. 1812quot;. De Kopiist, le j. 1 d. Bat. 1842. 340, 18503. Ann een boom, door Mr. L. J. A. Tollens. Niiar het Portugecsch van Luis de Camoes. Hiany Lala, le j. 1852. II. 249. |
18504. Het Roosje verdedigd (Zie Lak-schmi. Jaarboekje voor 1842. 152), door J. van Soest, dd. Batavia, Maart 1842. T.v. N. I. Ie j. 2e d. Batavia 1842. 63. 18505. Lof der koflij, door J. B.....a dd. L)cc. 1814. Vad. Lett. 1815. 11. 179. 18506. Muskieten-vesten, door A. C. van Santen. Biang Lala, 3e j. 1854. I. 78, 18507. Klagt van een onderwijzer der jeugd, die eenige maanden in Nederlandsch Indiü werkzaam is. Biang Lala, 3c j, 1854. II, 192. 18508. Do geitedicf. 'L. v. N. I. 7e j, Batavia 1845. 4 d, 152. 18509. De leugenaar, Biang Lala, le j. 1852. 1. 104. 18510. Hoe men sehuitenvoerder worden kan, door A. C. vau Santen. Biang Lala, le j. 1852. I. 64. 18511. Stoffel, dc held van K.....• Episode uit een onvoltooid ironisch comisch heldendicht. Door Mr. L. J. A. Tollens, dd. Krawang, Mei 1850. Biang Lala, 3e j. 1854. I. 80. 18512. Mondig, door A. 11. We ijs, dd. Herwijncn 1853. Biang Lala. 2c j. 1853. II. 13. 18513. Het lucht-stoomschip, door J. van Soest, dd. Batavia, Jan. 1843. T. v N. L, 5c j. 1 d. Batavia 1843. Ö54. 18514. De uitvinding van het. schaakspel, door C. G. Withuys, dd. Oct. 1840. Fad. Lett. 1840. II. 753. 18515. Historia morbi, door A. C. van Santen. Biang Lala, 2e j. 1858. II. 133. 18510. De Cholera morbus te Batavia, door P. P. Hoorda van Eysinga. A0. 1821. Ree. o. iicc. XXV. 1832. Meng. 442. 18517. De pleegzuster, door H. Tollens Cz. Biang Lala, 2e j. 1853. II. 159. J8518. Klagt van een apotheears provisor te 's Gravenhagc, gezonden aan zijn broeder in Indië, door A. M. v. V. Biang Lala, 3e j. 1854. I. 266. |
593
18519. Apothccars grafschrift. Biang Lala, 4e j. 1855. II. 92. 18520. De sleutel van den grafkelder. Naar eene van Jean Paul's gedichten door A. J. B ik P z. dd. Poerwakarta (Kravvang) 25 Dec. 1852. Jiiang Lala, 2e j. 1853. 1. 224. 18521. Verzen van Dr. P. P. Roorda v an Eysinga, uit zijne: Oostersche en Westersche harptoonen aan godsdienst, deugd cu min gewijd. Utrecht 18.)5.quot; als: Naar liet Sanskrit, Volmaaktheid, — Lentevreugde, — de Verlatene. Naar het Perzisch, Lierzang. — Naar liet Kawi, Spreuk. — Naar het Ma-leisch. Gesprek tussehen A. en 13. — Naar het Javaansch, Zinspeling van Hoentoran. Astrea, V. 1865. 198. 18522. Zijn Vader, door Dr. P. P. E oor d a van Eys in ga, dd. Batavia I hiH, uit zijne: //Oostersche en Westersche harptoonen, aan godsdienst, deugd en mia gewijd. Utrecht 1856.'' Astrea, V. Ih8j. 201. 18523. Aan God; door Dr. P. P. Roorda van Eysinga, dd. Indische Oceaan, i810. Uil zijne: //Oostersche en Westersche harptoonen, aan godsdienst, deugd en min gewijd. Utrecht 1855.quot; As/rea, V. iSfl5. 201. —Udo ii Dien. Traduite librement de P P. Roorda van Eysinga, par A. Clavarcau, dd. Maastricht, Juin I85fi. Aid. VI. 105«. 15. 18.124. Het woord en de geest van God. Uit de Christelijke liederen vau 11. J. Koenen. Tijds. Chr. Leven. N. I. 2ej. 1850.1. 72. 18525. Het Paradijs. Naar hot Hoog-duitsch van Kirsch; door L. J. vanRhijn. dd. Dec. 1846. Tyds. Chr. Zin N. I. Ie j. 18620. Kersavond; door R. Bennink Janssonius. Tijds. Chr. Lee en N. ƒ. Jei 18.-)6. II. 383. 18527. Goede Vrijdags-gezang. Tijds. Chr. Leven. N. /. 1855. J. 189. 18528. Op den Goeden Vrijdag; door J. P. Uasebroek. Uit het Maandschritt ter bevord. van Bijbelkennis en Christelijk Leven J854. No 4. Tijds. Chr. Leven N. I. 2e j. 1856. I 225. 18i)29. Het Christen Pinksterfeest; door W. H. Warnsinek Bz., uit hel Maands. |
voor Bijb. en Chr. Leven. Tijds. Chr. Leven N. r. Ib55. I. 302. 18530. Do open kerkdeur. Uit Altijdd. Alm. Tijds. Chr. Leven. N. 1. Ie j. 1855. 11. 81. 18531. Bevestiging van ledematen. Tijds. Chr. Leven N. I. le j. l855. I. 187. 18532. Zang; door A. J. Bik Pz. Naar het Engelsch van Ch. Mackay. Biang Lala, Je j. Iöj2. II. 252. 18)33. Uerwijnseh-liedj door A. R. W cy s. Biang Lala, 3o j. 1854. I. 77. 18534. Morgengedachten, dd. Serang, 22 Juni 1853. Biang Lula, 2c j. J853. H. 218. 185.35. Mijmering, dd. Serang, 6 Dec. 1853. Biang Lala, 2e j. 1853. II. 222. 1853G. Avondlied; door L. van der Bor, Buitenzorg 1863. Biang Lala, 2e j. 1863. 11. 12. 18537. Welkom! Welkom Avondwinden! door S. van Deventer J. Sz. T. ». N. L. 4e j. Je d. Batavia 1812. 319. .8538. Nacht; door A. R. Wejs. Biang Lala, 2e j. 1853. II. 223. 18,i39. Middernacht; door L. Batavia 28 Aug. 1852. Biang Lala, Je j. 1852. II. 251. 18j JO. Bid voor mij. Aan •**; door J. P. C. van der Mark, dd. Serang, 24 Oct. J853. Biang Lala, 3e j. 18.54. 1. 71). 18541. Leven; door J. Brester Az. Tijds. Chr. Leven. N. L. 2e j. 185G. II. 244. 18542. De belemmeringen, treurgezang en toezang aan het Bat. Genootschap, door Josua van Iperen. 17MI. ! erh. Bat. Gen. y. I. 11. 3e dr. 182(1. 73, 79. 18543. Waarschuwing; door A. R. Wey s te Herwynen. Biang 2ej. 185a. II. 223' 18544. Toen ik was, en nu ik ben. Biang Lala, 4e j. 1855. J. J39. 1854 j. Mijn uitzigt; door Mr. L. J. A. Tollens. Biang Lata, 3e j. 1864. II. 63. |
694
18646. Myn levenshulkje; door L. J. Burer, dd. Grissee Maart lb39. Bimiq Lala, le j. 1852. I. U. 18547. Mijn utopie; door Dr. S. A. Buddingh. dd. Batavia Sept. 18il, T. v. N. I. 4e j. le d. Batavia 1.843. 237. 18548. Aan de hoop; door Mr. L. J. A. Tollens. Biang Lala, 4e j. 1854. II. Ib3. 18549. Vooruitgang j door A. M. v. V. Biang Lala, 4e j. 1855. I. 134. 18550. Nieuwjaarswensoh op den Isten Jan. 1S44; door W. L. Ritter. T. v. N.[. 5e j. 2e d. Batavia 1813. 675. 18r)51. Bloemlezing uit deNederlmidscln; jaarboekjes. Uit dc Aurora voor 1854. 1. Eliza's vlugt. Tal'erecl ontleend aan ,Uncle Tom's Cabinquot;, door B. ter Haar. Biang LuUi. 3e j. 1854.1.1 fogcuover 289. - 2. Dc ter duod veroordeelde; door W. H. W a r n m u c k B z. Aid 6. -3. Des Konings vrijspraak; door U. ïoilens Cz. Aid. 10. — 4. Kind en grijsaard; door P.A. de Genestet. Aid. 1^.— 5, Videldeimtje bij de wieg; door N icolaas Be ets. Aid. 13. 18552. Dc lof der liefde. Biang Lala, 4e j. 1855. I. 137. 18553. De vrouw-lelie. Biunq Lal», 3e j. 1854. II. 19:?. 18564. Aan Haar; door L., Batavia 25 Mei 1852. Biang l.ulu, 1c j. 1852. I. 254. 18555. Aan Hem. Antwoord op //Aan Haarquot;, geplaatst door 11., in de Warnasaria voor 1849; door H. d. B. dd. Batavia 1 Febr. 1849. hid. Arch, le j. I. 1849. 122. 18556. Dc raad van Amor. Door A. J. Bik Pz. dd. Poerwakarta (Krawang), April 1852. Biang Xr//./, Ie j 1852. I. 251. 18557. Dc drie Kusjes; door A. J. Bik Pz. Biang Lala, 3c j. 1854. I. 118. 18558. Ik weet het niet. Aau Celine. Biang Lala, le j. 1852. I. 44. 18559. Aan Conradina; door H. E. F. S. dd.Cheribon, Febr. 1852, Biang Lala, le i 1852. I. 185. 18560. Aan Blanche; door Mr L, J. A. Tollens. Biung Lala, lej. 1852. I. 184. |
18561. Aan M....; door v. D. Biang Lala, le j. 1852. II. 250. 18562. Van Java's Westkust, aan mijn meisje, in het Vaderland. Door S. M. P.... Amst. Lett. Maandschr. III. 18.9. Meng. 89. 18563. Aan mijne oudste zuster; door Mr. L. J. A. Tollens, dd. Buitenzorg, 3 Julij 1853. Biang Lala, 2e j. 1853. II. 14. 18561-. Blond of Bruin; duor A. J. Bik Pz. dd. Poerwakarta Dec. 1852. Biang Lala, 2e j. 1853. 1. 24. 18565. Zonder tooi; door Mr. L. J. A. Tollens, dd. Batavia 25 Jan. 1852. Biang Lala, le j. 1852. I. 43. 18566. Klagt eener verlatene schoone ; door L. Burer, dd. Socrabaja 1850. Biang Lala, le j. 1852. I. 183. 18567. Zij is ontrouw. Aan een vriend; door S. van Deventer Jz. Biang Lala, le j. 1852. 1. 45. 18568. Gadeslaan en gade slaan. Biang Lala, 3e j. 1854. II. 192. 18569. Eene Indische bruid in Nederland. T. o. N. 1. 1865. N. S. 3e j. I. 52. 18570. Huwelijksgroet; door A. Barkey, dd. Glentingan (Rembang) 1853. Biang Lala, 2e j. 1853. II. 219. 18571. Aan mijne vriendin, bij de geboorte van haar eerste kind; door Jeanne. Biang Lala, 2c j. 1853. I. 225. 18572. Wiegelied. Zangstukje door Mr. L J. A. Tollens, dd. Batavia 14Febr. 1852. Biang Lala, le j. 1852. I. 59. 18573. Ouderdom en jeugd; door A. J. Bik Pz. Biang Lala, le j. 1852. II. 253. !85?4, Aan een éénjarig meisje; door S. van Deventer J. Sz. Batavia 1840. T. v. A. /. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 77. 18575. Het stokpaardje. Elegie aan een spelend kind; door A. B a r k e y, dd. Glentingan tRenibang) 1853. Biang Lala, 2e i. 1853. II. 221. 18576. Moedei liefde; door h. Biang Lala, 2e j. 1853. I. 226. |
595
18577. Sarie-Woelan, de krankzinnige moeder. Een waar verhaal door L. Bur er, dd. Soerabaya, Mei 1853. Biang Lala, 3e j. 185-k II. 56. 1S57S, Vadersmart. Bij den dood van miju jongste zoontje, dd. Batavia, 7 Jan. 1854. Biang Lala, 3e j. 1854. I. 74. IS579. Bloemen op bet kerkhof; door v. H. Tijds. Chr. Zin. N. I. Ie j. 1840.176. 18580. Onsterfelijkheid; door W. L. Hitter. Biang Lala, le j. 1852. I. 61. 18581. Vriendschap; door Lüdeking, dd. Batavia, 27 Aug. 1852. Biang Lala, 2e j. 1853. I. 26. 18582. Vaarwel. Aan mijnen jongen vriend S....... reeds aan boord van hot schip de Hoop, naar Batavia bestemd. Lett. Mag. 1817. 9 St. 141. 18583. Aan mijnen vriend P. T). K., bij zijn vertrek naar de Oost-lndiën; door J. J. F. W., dd. Gent, 2 Julij 1820. Maandblad Sluis, 1825. 197. 18584. Aan eenen vriend, bij zijn vertrek naar Java; door J. B. Christemeijer.dd. 5 Oct. 1821. Euph. XII. 1825. I. 173; 1826. I. 82. 18585. Aan mijnen vriend H. J. Iluem-pol, bij zijn vertrék als predikant naar de üost-lndiën, in zijn album. Uoor T, dd. Utrecht,Nov. 1825. Euph.XWV. 1820.2.301. 18586. Vaarwel aan de afdeeling Infanterie bij haar vertrek naar Batavia; door den Luit. v. d. Eynde, dd. Uendermonde 1826. Vriend Vad. I. 1829. 72. 18587- Bij het uitzeilen van het handelsfregat jZuid-Hollandquot;, langs het nieuwe Voomschc Kanaal, naar Batavia, door H. Kuyper Gz. dd. Rotterdam 3 Dcc. 1830, fad. Lelt. 1831. II. 391. 18588. Zeemans afscheid; door A. C. van Santen. Biang Lala, 3e j. 1854. I. 122. 18589. Vaarwel; door E. H. Böoscker. Biang Lala, 2e j. 1853. .1. 157. 18590. Afscheidsgroet aan mijne vrienden, bij mijn vertrek naar de Oost-lndiën; |
door B. Air/. Lett. Maand'chr. XIV, 1830. Meng. 376. 18591. Afscheid aan mijn vaderland; door Dr. S. A. B.iddingh. Buddingh, Allerlei. Bat. 184i). 18592. Afscheidsgroet bij mijn vertrek naar de Salibabo- of Talautsche eilanden door P. (iunther. Christen werkman, dd. Ilenkum 22 Nov. i^j7. ^Vr. Chr. St. XII. 1858. 489. 18593. Heimwee; door Mr. L. J. A, Tollens, dd. Batavia, 1845. Uit ,Vergeetimj Nietquot;, Jaarboekje voor 1846 en 1847. 'J'. quot;• N. I. 9e j. Batavia 1817. le d 347. 18594. Bertha's Heimwee; door S. van Deventer J Öz. dd. Batavia 1840. T. v. N. I. 3e j. 2e d. Batavia J840. 580. 1859a. Heimwee. Geertruide's mijmering, dd. Java, residentie — Aug. ] 84*; door VV. 1)—s. Gids. Vle j. 1842. II. Meng. 319. 18596. Aan Nederland ; door E. W. A. L. dd. Batavia, 1 Mei 1852. Binny Lain, le j. 1832. II. 45. 18597. Herinnering aan de Kaag; door Dr. S. A. Buddinii h. dd. Clieribou, in een slapeloozen nacht van Doe. 18:J8. Buddingh Allerlei. Bat. 1»40. 18598. Aan mijn vriend J. A. K..... in Nederland. Door J. van Es. dd. Japara. Febr. 1854. Biang Lala, 3e j. 18 )4. 1. 121. 18599. Aan een vriend in Indië; door D. Zwolle Dcc. 18-iü. T. v. N. I. 4e j. le d. Batavia 1842. 316. 18600. Welkomstgroet ann mijn vriend L. P., bij zljue terugkomst van Batavia; door J. van der 6cha Ik, dd. Rotterdam 1821. Alg. Lett. Maandschr. VI. 1822. 38. 18601. Vnarwel aan Java; door H. A. Meyer, autheur van „de Bookamer.quot; 1842, Uit de Aurora, Jaarboekje voor 1843. T. v. N, I. 5e j. 2e d. Batavia 1843. 348. 18602. Zijn er zooP Door A. R. Weijs. Biang Lala, 3e j. 1854. II. 182. 18603. Tekst van het Latijnsche earmen, vervaardigd door G. J. Siehurgh, getiteld: |
596
«carmen, quod, annuente summo numino I5ac- 1 clio, neonon ex Hucloritate lleoturia Mag-nitici Joli. Frederioi Walraven van Nes, ju-rium omnium Doctoris gravissiini uugarumque socialium fautoris praestantissimi, jooosissimi, Ïilacidissirai, studiosorum vetcranorura so-emne in eoet-u, habitü in Academia Bataviana, nocte secunda Augusti, Anno 1844, hora septiina ad lioram septimam, pro gradu doc-toratüs summisque in Romana et Hodierna insania hononbus ac privilegiis rite et legitime conscquendis, uonseeravit, dcdicavit, cantavit auctor inaximae apci adoles ens quot; — Met, tVansclie vertaling door Aug. Clava-reau, dd. Maestriclit, Avnl 1S5 gt;, overgenomen uit het quot;Gedenkboek der feestelijke verce-niging van oudstudenten der vaderlandsche hoogescbolen, gehouden te Batavia, den 2 Aug. 1844. Batavia 1844.quot;ilacidissirai, studiosorum vetcranorura so-emne in eoet-u, habitü in Academia Bataviana, nocte secunda Augusti, Anno 1844, hora septiina ad lioram septimam, pro gradu doc-toratüs summisque in Romana et Hodierna insania hononbus ac privilegiis rite et legitime conscquendis, uonseeravit, dcdicavit, cantavit auctor inaximae apci adoles ens quot; — Met, tVansclie vertaling door Aug. Clava-reau, dd. Maestriclit, Avnl 1S5 gt;, overgenomen uit het quot;Gedenkboek der feestelijke verce-niging van oudstudenten der vaderlandsche hoogescbolen, gehouden te Batavia, den 2 Aug. 1844. Batavia 1844.quot; Jstrea, V. 1855. 99. lSfi04. De vier geleerden. Naar het Pnmsch van Leon Gozlan; door Mr L. J. A, Tollens. dd Batavia 15 Oct. ISbb, JSiuny l.alu, 4e j. 1855. II. 144. 18605. Mahomethaansche zachtmoedigheid en vergeeflijkheid. Vad. Lelt. 1813. II. 395. 18606 Ferdinand en Henriette, of schijn bedriegt; door P. A. Wouters, dd. liatavia 18 Oct. 1853. Biany Lala, 2e j. J853. 11 224. 18607. Liefde en opoffering: door N. de Rooy, dd. W.. ., Maart 1853. Romantisch verhaal van August van Meervoort. en Theodore Vervliet. Biang Lala, 2e j. 1853. II. 15. 18608. Vreemde annonce. Het verlies van een tiouwring. Biang Lola, 2e j. 1853.1. 201. 18609. Briefstijl, /liung Lala, 3e j. 1854. II. 291. 18610. Reden van verschooning, vooreen meisje voor haar schrift. Biang Lala, 2e j. 1853. I. 201. 18611. Hoe men de tanden vaneen mooi meisje te zien krijgt. Biang Lala, 3e j 1854. II. 95. 18612. Drie voorschriften, hoe men het |
daartoe kan brengen om van zijne vrouw een standje te krijgen. Biang Lala, 3e j. 1854. II. 191. 18613. De sprekende tafels. Brief uit de ludépendaace Beige, dd. Belgorod 27 Aug. (8 Sept.) 1853, van eenc Russische dame. Biang Lala, 3e j. 1854. I. 90. 18614. De mooiste droom; door F. N., dd. Payakombo (Sumatra's Westkust) 1852. Biang Lala, ie j. 1853. I. 21. 18615. II luogo d'asilo. Batavia, .lulij 184^. T. v. N. l. 4e j. 2e d Batavia 1812. 471. 1amp;()16. Veertien dagen; door Jcroni-mus. T v N. 1. 4e j. Ie d. Batavia 1842. 2S9. — Ook geplaatst in: »Dr. W. R. van Hoi'vell, uit het Indische leven. Zalt-Bommel 1860.quot; 67. Overgenomen in: Leeskab. 1842. III. 80. 18617. Anecdoten eu bladvullingen. Misverstand van een haarsnijder. Biang Lala, le j. 1852. I. 204. — Onderscheid tusschen de officieren van de land- en zeemagt. Aid. 206. — üe Bigge-kost; gevatheid van een onderwijzer. Aid. iOü. — Nieuwsgierigheid, van kapitein F. en een' schildwacht. Aid. II. 104. — Een gesprek aan een table d' hóte; onder het diner niet gestoord te worden. AU. 193. — Bijzondere wijze van afrekening, door een debiteur in gijzeling. Aid. 1U4. — Een nieuwe invoerder van het christendom; bel reft een zeker school examen. Aid. 195. — Nieuwe bekentenis. AU 196. — Zonderling boekhouden, door eene dame van al hare danspartijen en dansers Aid. 199. — Die had goed met krijt gemerkt; een schilder en zijn vader did. 199. — Schouwburg en kerkhof; betreffende D. met de mail in 1846 van Engeland naar Java teruggekeerd. Aid. 316. — Ken eerste kijkje in den spiegel. .-lid. 317. — Soortgelijk gebrek van een zeer mager man. Aid. 317. — De lelieblanke handen, van Louisa. Aid. 317. —Verleden, tegenwoordig en toekomend; de eetlust van een aankomenden jongen. Aid. 318. — Deftige titulatuur ; gelijkheid van een parvenu. Aid. 319. — Goede wensch, van een man aan zijn vrouw. Aid. 319. 18618. Anecdoten, enz. Schadelijke kerkgang, van een landman, Hiang Lala, 2e j, 1853.1. 98. - Vreemdsoortige slaap, van een man met één oog. Aid. 98. — Graden van fatsoen; in- |
597
slructie voor den imisknecht van een professor. Aid 98. — Een gebrek dal vaii zelt geneest; hoogmoed zonder fo.tuin. Aid. 98. — De open en gesloten oogen, van een huiskneolit en een commies bij de belastingen. Aid. 99. — De man meester in huis; het tegenovergestelde. Aid. 99. — Gesprek tussehen vader en zoontje, over het nut van het kerk-gaan. Aid. 99. — Bevindingen van doctor Sue; de gewaarwordingen van doode men-schen en beesten. Aid. 100. — Nieuwe Ma-leisehe spreekwoorden, door letterlijke vertaling ia het Maleisch van Nederlandsche. Aid. I'JO. — Onnoodig; betreffende een bediende en zijn heer. Aid. 200. — Kwarten en zestienden ; een muziekmeester en zijn leerling. Aid. 201. — Doodberigt. Aid. 201.— üe naauwgezette drinker. Aid. 201. — Goedkoope waar. Aid. 202. — Onmogelijk, voor eeu reiziger iu de diligence. Aid. 2u2. — De koniuKlijke kaas; advertentie van een tokohouder. Aid. 202. — Op hoop leven; hoop op kinderen van een bejaard man. Aid. 295. — De koopman op het bal. Aid. 295. -Buitengewone schaamte, van een winkelier tegenover een doctor. Aid. 290. — Het üu-zigtbare boven het zigtbare; een schilder en een doctor. Aid 2ii6. — De scürandere huiseigenaar. Aid 290. — ïegenstrijdige handeling op het examen van doofstommen. Aid. 29 /. — Üe openhartige leerling, die niet alles kau onthouden. Aid. 2j7 —Zigtbare wenteling der aarde, voor een drinker. Aid. 297. — Een slimme udvokaat, met een scbreijeud kind. ,Ud. 298. — Het volk en zijne representanten; verschil van opvatting. Aid. 298. - Vreemde bekendmaking, van den dood van een tot den strop veroordeelde. Aid. II. 97. — Dapperheid. Aid. 97. — Goede omschrijving van het zout, door een schoolmeester. Aid, 98. — De schobbejakken. Aid. 98. — De kolommen van een courant doorgelezen. Aid. 98. — Zonderlinge aankondiging van een ijzerverkooper. Aid. 199. — Gevaarlijke onkunde, van een doctor. Aid 199. - Gemakkelijk antwoord, van een leerling aan zijn onderwijzer. Aid. 200. — Bijtende scherts, betreffende een doctor. Aid. 200. — Kort antwoord, van een leerling aan zijn onderwijzer. Aid 2u0. — Probate waar; aanprijzing door een jood. Aid. 313. — Gepast antwoord, van een vrouw aan haren zwager. Aid. 313. — Verloren moeite, bij de overzending van eene inscriptie. M. 814. — Wel aangemerkt, door een soldaat aan zijn Luitenant. Aid. SU — Eigenhandig doodberigt, van een koopman. Aid. 314. — Het gaat meer zoo; betreffende een horloge. Aid. 314. |
18019. Aneedoten, enz. Goed geredeneerd, van een jongen tegen zijn vader. Biang Lala, 3e j. 18 j4. I. 95. — Een brief naar het rijk der dooden. Aid. 95. — Vreemdsoortige pillen. Aid. 90. — Bastaarden van menschen en beesten. Aid. 96. Heilige eenvoudigheid. Aid. 96. — De bedrogen roover, met een valsch vijffranksstuk. Aid. 90. - Moeder en zoon; door N. de Rooy. Aid 124. — Beleefdheid, van den chef van een Luitenant. Aid. 190. — Slim bedacht. Aid. 191. —• Aardig verspreken, van een tooneelspeler. Aid. 191. — Letterlijke vertaling, van ecu Latijnsch opschrift. Aid. 191. — Nieuwe wijze ter aanleering der Hoogduitsehe taal, door een Engelschman. Aid. 192. — Elink geantwoord, door een getuige aan een der regters. Aid. 287 — Philosophie der warmte, van een aankomend natuurkundige. Aid. '2s7. — Doctor tgt;harp, en zijn stopwoord. Aid. 288. - Copie van een bord, der onderwijzers Vrijman en Streelt. Aid. 288. — Een harde naam, Steen en Harder. Aid. 94. — Meer waar dan onaangenaam, voor een modegek. Aid. 95. — Lang haar. Aid. 95. — Onderscheid tussehen tooneelstukken en leer-redenen, acteurs en predikanten. Aid. 190. — Eeu misverstand, van een vrouw en haar man. Aid. 291. — Ken goed echtgenoot, vraag van een geestelijke. Aid. 291. 18020. Aneedoten,enz.Dronkemanswijsheid. Biang Lala, 4ej. 1855.1. 283. — Opregte belijdenis, van een heer die niets, volstrekt niets had. Aid. 2s3.— Gepaste teregtwijzing, van een schoenmaker. Aid. 283. — Do vischsoep. Aid. 284 — De leer des hijbeis toegepast, door een dronkaard. Aid. 92. — De oorzaak achteraan, bij een lijkstatie. Aid. 92. — Scherpe oogen van een reisbebesehrijver. Aid. IbS. — Drie dagen zigt. Aid. 300. 18621. Impromptu's. Blano Lala, 2e i. 1853. L 193. 18622. Hollandsche spreekwoorden. Nol. Het zijn niet allen koks, die lange messen dragen; door L. van der Vinne. T. v. N. 1. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 177. 18623. Allerlei. Verzameling van spreuken. T. v. N. I. 4e j. Ie d. Batavia 1842. 415. 18624. Spreuken, wenken, gedichten. Tijda. Chr. Zin N. I. Ie j. HL 1847. 170. 18625. Bij den aanvang des jaars; door C. S. Adama van Scheltema. Uit het |
598
Amst. Maands. Tijds. Chr. Leven N. I. Ie j. 1555. I. 71. Europa- 18626. Volle heirvaart in 1396; door A. R. Weys, te Her wijnen. Romantische voorstelling eener episode uit de vaderland-sche gesehiedenis. Jiiang Lala, 2e j. 1853. II. 86. 18627. Korte notitie van de begrafenis van üerrit Dirkzoon de Uil, herbergier te Sloten, den 21 Mei 1681). Jiiang l,ala, 2e j. 1853. II. 96. 18628. Onbetwistbare waarheid. Anekdote betreffende een gerucht in Bergen-op-Zoom nopens de inneming door de Erau-schen van Tienen, Brugge en Namen, in 1815. Biang Lala, 2e j. 1853. II. 9j. J8629. Bevoegde regters, van den Abt Bellegarde. Biang Lala, 2c j. 1853. 1. 297. 18630. Vergelijking t.usschen Washington en Napoleon Bonaparte; door J. G. üroe-newald, dd. Batavia, Julij 185 !•, Biang Lala. 3e j. 1854. II. 49. 18631. Gezegde van Despreaux betreffende 'l'avernier. Alg. Lett. Maandschr. XII. 1828. Meng. 436. 18632. Do wandeling vdór het ontbijt; betreffende Bougainville en zijne reis rondom de wereld. Pad. Lett, li'26. II. 95. 1863:i. De hemelglobe en de ongeloo-vige Kircher, door Theophilus. Tijds. Chr. Leven, N. I. Ie j. 1855. I. 290. 18634. Politieke naamsverwisseling, bij de Februarij-revoiiitie te Parijs. Biang Lala, le j. 18a2. II, 1Ö7. 18635. Twee helden van het keizerrijk, ia het. Hotel der Invaliden. Biang Lala, le j. 1852, II. 197. 18636. Een voordeelig abonnement, op een muzikaal blad in 1854 te Parijs. Biang Lala, 3e j. 18j4. I. 191. — Het duidelijke adres, aan Dr. Veron te Parijs. Aid. 4e j. 1855. II. 187. — Verregaande bedaardheid, van een tentoonstelier te Parijs. ALd. 18b.— Beroepsinvloed, op een mairc bij Parijs. Aid. 298. — Een puft'. Artesische putboring van Parys tot Peking. Aid, J e j. 1852.1. 208. |
18637. Een Londensche aankondiging. Biang Lala, 2o j. 1853. 1. 97. — Korte advertentie en beknopt antwoord, van een winkelier te Londen. Aid. 3e j. 1854. II. 94. — Een klein misverstand, van een Eranschman met een Londensehen koetsier. Aid. 2e j. 1853. II. 96. 18638. Therèse of de Gazelle van Cataro. Ecne ware gebeurtenis. T. v. N. /. 2e d. Batavia 1842. 477. 18639. Het Amenkaansche karakter, beschreven door een Amerikaan. Biang Lala, 3e j 1854, I. 288. —Noord-Ainerikaansche vrijheid, ten aanzien der kleurlingen. Aid. 2e j. 1853. II. 94. — Een droom van Californie. door L. Aid. 188. — Uitlokkend birigt, va» een Noord-Amerikaansch geneesheer. . , ld. 313. Japan. 18640. Japanache snippers, door J. N. Grim mins. a. Japansche naïveteit, betreffende een Japanschen tolk, bij gelegenheid van de XXVjarige huwelijksvereenigiug van het opperhoofd bij de factory van den Nederl. handel te Japan, J. H. Levyssohn in 1848. b. Japansche hebzucht; betreffende de bezoeken van Japansche ambtenaren bij de Nederlandsche. Biang Lala, le j. 1852 I. 193. 18641. Eene avondbespiegeling aan de baai van Nagasakie. Fragment uit de aan-teekeningen, gehouden gedurende mijn verblijf te Japan in 1818; door J. N. Grim-mius. Biang Lala, 2e j. 1853. II. 124. 18642. Kwalijk bestierde doch bij de uitkomst zeer voordeelige liefde van drie kinderen omtrent hunne moeder. Uit //Pater de Charlevoix, Histoirc du Japon.quot; Ned. Bibl. IV. 1776. 2 St. 190. 18643. Voorbeeld van kinderlyke liefde, in Japan. Boekz. Julij 1834. 72. 18644. De Japansche steenhouwer; door Jeronimus. T. v. N. I. 4e j. le d. Batavia 1842. 401). — Ook geplaatst in: Dr. W. R,. van Hocvell, Uit het Indische Leven. Zalt Bommel 1860.quot; bl. 11. 18645. Staaltjes van nationalen hoogmoed, bij de Japanezen en Chinezen. Lett. Mag. 18i7. 2 St. 381. |
599
China. 18646. Chincesoii vernuft; van een Keizer van het stamhuis Sung. Rec. o. d. Rec. XXVI. 183:5. Meng. 328. 18647. De Chineesohe Keizer Soung-Tay-Tsou en de wijze Ouaug-ïohao-Soti. Vad. Lett. 1803. 183. 18648. De Patriotsehe Chineesche Keizer Yao. Vad. Lett. 17b9. IV. 2fi8. 18619. Schoone dienst van eenen Chinee-schen monarch, den Keizer Kam-Hi. H. Vad. Bibl. 1810, 9 St. 525. 18650. De Keizer Kam-Hi, zijn voornemen om zich nimmer dronken te drinken. Gezellige Schied. I. No 1. 1810. 6. — Een Keizer van China, Kam-Hi, van dronkenschap terug gebragt; door J. Mulder. Fhitopae-diou, VIII. 1839. 268, 18651. De Chineesche Keizer Kam-Hi, zijn karakter , door L. Euph. XI. 1824,1.142. — KangHi; door D. Sluyter, Fhilopaedion, V. 1826. 241. 18652. Chineesche zeden; betreffende den Keizer Taist-song. Biaug Lala, 3e i. 1854. 11. 290. 18653. Chineesche etiquette; de weigering van de koets door den Keizer van China, hem ten geschenke gezonden door George III. Rec. u. d. Rec. XXXIV. 1841. Meng. 180. 18654. Kien-Loug en Sir Staunton, het oordeel van dezen Keizer van China over de wijze van betalen der geneesheeren in Engeland en in China. Rec. o. d. Rec. XXXIII. 1840. Meng. 333. 18655. Wijze daad en gezegden van den teeenwoordigen Keizer van China. N. Ned. Bibl. III. 1783. 2 St. 256. 18656. Staats-misdrijf gestraft, en lijdende braafheid bekroond. Eene ware geschiedenis van den tegenwoordigen Keizer van China. Uit //Capt. Mackintosh, Supplementary chapter to Mr. Anderson's Narrative of the British Embassy to China, 1792 -1794.quot; Vad. Lett. 1796. 2. 465. |
18657. De Keizer van China en de Prinses Jihanika. Ilomantisch verhaal van hot overlijden in 1837 van deze Prinses en van haren neef Tunsing-Pi. Iris, XVI. 1845. III. 234. 18658. Een trek van de liefde tot ge-regtigheid des tegenwoordigen Keizers van China. Gezellige Schied. I. No 33.1810. 232. 18659. Anekdote betreffende het geheimhouden van den naam des regerenden Keizers van China. Keur o. Meng. 1842. 192. 18660. Chineesch portfolio. Tekst van het satijnen briefje door Eanny Elsler ontvangen van den Keizer van China. Leeskab. 1844. I. 279. 18661. Brief van Oud-oom Jacob aan den Keizer van China, betreffende zijn opium-verbod. Rand. III. 1840. 240. 18662. De magt der gewoonte, betref-fend-e een ontslagene uit een Rijks gevangenis in China en den Keizer Chin-Vang, de Kuiache. Euph. IV. 1817. 2. 277. 18663. Chineesche anekdote; betreffende de benoeming van een paadje tot de koninklijke waardigheid. Yad. Lett. 1803. 2. 520. 18664. Merkwaardige trekken van eenige staatsdienaren: Eong-Eao, Tchao-Pon, Yen-Tse, en Koan-Tchong. Medegedeeld door J. J. G. Klop man Lemmers. Uit ,Cu-riosités do la Chine, par Ant. Gaillat.quot; Alg. Lett. Maandschr. VII1.1824. Meug. 611. 18665. Een Chineesch geval, handhaving der regtvaardigheid door een Keizer van China. Pad. Lett. 1767. VII. 2. 325. 18666. Aanmerkelijk voorbeeld vau rechtvaardigheid, in den Keizer van China. /ad. Bibl. VUL 1796. 2 St. 381. 18667. Merkwaardig vonnis van eenen regter in Peking, üoekz. January 1819. 67. 18668. Kegtsgeding tegen eene ten ou-regte ingevoerde Godheid. Eene Chineesche geschiedenis, /ad. Lett. 1796. 2. 5U4, 1S669. Zonderling regtsgediug tegen een afgodsbeeld, in China. Mimersbron I. I8 i4. 336. 18G70. Eene Chineesche vertelling. De geschiedkundige regtbank. Vad. Lett. 1782. IV. 2. 215. 18671. Schoone trek van eenen jongen |
600
Chinees; door D. Sluijter. Philopaedion, V. 1826. 57. 1S672. Eerlijkheid van Kiera-Lu. Lees-kah. 1851. 111. Ü74. 18673. De dankbare Chinees, Tschim-Kua een koopman te Canton jegens eenen Engelsoh koopman C*** aldaar, his, XVe j. 1844. IV. 76. 18674. Een zonderlinge dankzegging, Chineesehe anekdote. Schouwb. v. in en uitl. Letterk. 1807. Meng. 424. 18675. Voorbeelden van liefde omtrent, ouders, ia China. Mimersbron, I. 1834. 3 )7. 18676. Kinderlijke liefde bij heidenen; voorbeelden bij de Chineezen. Lett. Mag. 1821. 2 St. 477. 18677. De stiefmoeder. Eene Chineesehe vertelling. Ree. o. d. Ree. XIX. ia26. Meng. 451. 1867S. Twee vrouwen. Eene Chineesehe vertelling. Uit Abel Kemusat, Conté»Chinois. Ind. Mag. 1 Tw. 1844, No. 7, 8 en 9. bl. 3U2. 18679. De zevende vrouw of Ho-Ei van den Gelen Gordel. Eene Chineesehe vertellins. Iris, Ml j. iamp;41. IV. 47.— Ho-Ei van den Gelen Gordel of de Chineesehe bliiauwbuiird. T. v. N. 1. 4t j. ie d. Batavia JS42. 552. — lilaauwbaard, de Chinees. Chineesehe geschiedenis van deu gruwzamen Ho-Ei Vrij naar het Engeiseh. I'aU. Lelt. 1849. 11. 585. 186^0. De vriend. Eene Chineesehe geschiedenis, van Eoug en Kiang. A'. Aerf, IV. 1784. 2 St. 471. 18681. Eenige Chineesehe anekdoten en historische trekken. Medegedeeld door J. J. G. KI op m au Lemmers. De wijsgeer Mencius Li-Pè en Eau Chuu-Gin, en de trouw eencr Chineesehe weduwe, /lig, Lett. Maandschr. XI. 1827. Meng. 629. 18682. Tiobang. Eene Chineesehe geschiedenis. yad. Lelt. 18U7. 2. y;i2. 18683. De wegen der Voorzienigheid. Een Chincesch verhaal. Medeg.dceid door .). J. G. K1 o p m a u Lemmers. Alg. J.elt. Maand-tchr. XIX. 1828. Meng. 2UU, 255. |
18684. Kin-Tsong en Yan-Tsi. Een Chi-neesch verhaal. Leenkab. J8.)4. I. 75. 18685. De jonge Ei-Kew; door D. Sluy-ter. Philopaedion, V. 1826. 28. 18686. Kin-Lwan. Schets van een Chi-neesehen Roman. «Kin-Lwan, een Chineesch verhaal; uit het (Jliineesch in het Engelsch vertaald rfoor K. Thom, gedrukt to Canton, en versierd met teekeningen van de band eens Chineeschen kunsteuaars.quot; ^ad. Lett. 1843. II. 286. 18687. De factor van Kanton. Naar liet Eransch vau Emile Souvcstre. Let.ikub. 1854. 1. 10j. 18688. China. Bene bijdrage tot de kennis van China en de Chinezen; betieffende de afguüsdienst, schurkerij en wellust van dit volk, volgens een zendeling; door van St., dd. Hurlingen Eebr. \Mi.Boekz. April 1844. 46 . 18689. Anekdote; betreffende de gebarentaal, ontstaan bij het, verkeer tusschen de Engelsehen cn Chinezen, gedurende den oorlog met China. Ree. o. d. Ree. 184^. 40. Meug. 18690. Chineesehe anekdote, betreffende het dansen der officieren op een bal gegeven aan boord van den Centurion, tijdeus het verblijf van den Admiraal Ansou te Canton. hec. o. d. Hee. XV111. 1825. Meng. 399. 18691. De thee-nimf. Eene Chineesehe legende. T. v. A. I. 8e j. Katavia is47. Ie d. 232. 18092. De nachtegaal. Ecu Chineesch sprookje naar het Eransch door 3. S. H. JJoeki. Jan. 1841. 69; Eebr. 1849. i02. 18693. Trekken uit het leven van Chineesehe dichfers: Tao-Yveu-Ming, Mong-Kiao, Kia-Tao, vau C. A. Sem I er, uit «die Musequot; van E. Kind J821. /jett. Mag. 1»24. 2 St. 159. - Idem van Ly Pé, Ton-Eou, Pe-Kin-Y. Aid. 334. 18604. Chineesehe spreekwoorden. Roekz. April 1822. 45(). — Idem hetreffende den voorspoed van eeu staat. Vad. Lett. 1842. 11. 712. |
(501
1809.). Wijze lessen van Confucius; gastronomische voorschriften. Biang Lala, le j. 1852. II. 320. — Nieuwe gezegden van Confucius. Aid. 2e j. 1853. I. 100. 18690. Tsow-y, of de wijsgeer. Eene Chi-ncesche geschiedenis. Uit het Engelsch. ! ad. Lett. 1785. VII. 2. G39. — Tsouy, of de ware wijsgeer, door H. Mr.; Chineesch verhaal. Philopaedion, II. 1823.8. 18697. Chineesch probatum. De beloo-ning dor geneesheeren in China. ^ad. Lett. 186é. II. 443. 18698. De Chineesche natuuronderzoeker; zijn gulzigheid. N. Keur v. Meng. 1841. 63. 18699. Chineesche goochelaars; hunne behendigheid. Iris, XIVc J. 1813. IV. 238. 18700. Zonderlinge vcrgoding, van het portret van Napole 'i in oen Cliinecsch huis te Buitenzorg. Boekt. Mei 1827. 605; Sept. 1830. 347. 18701. Proeven van Chineesche bekendmakingen, zoo als aangeplakt waren in de stralen van Canton. Reu. o. d. liec. XXVII. 1834. Meng. 216. 18702. Ter navolging; gedwongen abonnement in China op het dagblad King Pao. Biang Lala, 2e j. 1853. I. 201. 18703. De kostbare proseliet in China. Werkeloosheid van een Engelsch zendeling in China. Lelterb. 1830. I. 15. 18704. Een Chineesche priester te Batavia; door W. L. Hitter. Met plant. Hitter, Java, Leiden, 1855. 133. — Idem,De Chineesche smid te Batavia. Met plaat. Beschrijving, alsmede van den toestand van den Chineescheu landverhi.izcr of den Sinkcc Chinees in Nederlandsch Indic. Aid. 227- Tartar ije. 18705. Trekken uit het leven van Tamer-lan; zijn karakter. Boekz. Nov. 1821. 031. 18706. De veroveraar van China; betreffende den Tartaarschen Chan Xuviapom, in 1544 en den Portugees Mendez Pinto. Tijds. v. Ned. Lett. 1835. II. Meng. 366. 18707. Tartaarsehe staatsgrondregelen. Wreedheid van den Keizer der Mogols |
Tschingis. Tijds. v. Ned. Lett. 1835. li-Meng. 380. 1.8708. Dyrne. Een tooneel uit de Mo-golsche geschiedenis. Uit het Engelsch van Grosse. N. Alg. Mag. V. 1799. 138. Aühter-Indïé. 18709. Checguza, of de zinnen. Eene Indiaansche geschiedenis, van hot rijk der Birmans, door don Ridder de Murvillc. I ad. Lelt. 1S09. II. 519. 18710. Hoe ik mijn been verloor. Uit het loven van oen Engelsch officier, bij het leger iu Britsch-Indië, tegen de Burmezen in 182* Leeskah. 1840. IV. 144. 18711. Anecdote betreffende do oorzaak van don oorlog in 1558 tusschen de Koningen van Pegu en Siam. Pad. Lett. 1793. 2. 292. 18712. De waardige onderkoning ;Siamsehe vertelling. Bijdr. M. G. VI. 1791. 627. 1S713. Siatnescho beoordceling van Euro-peesche gewoonten. Het tabakpruimen en de kleeding. Overgenomen uit Dr. W o o d's Eank-wei. /ad. Lett. 1859. II. 577. 18714. De dankbare olifant; tusschen Siam en Porcelona. Boekz. Sept. 1822. 315. I87I5. Het London-hotel te Singapore. Fragment uit mijn reis-journaal, door Mr. C. van Hcerdt. T. v. N, I. Xe j. N. S. le j. Batavia 1818. le d. 389. 1S716. Mijn gastheer op Poeloe Pinang. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. le d. 380. yoor-Indië. 18717. Nourmahall, of do Koningin der Indiën. — Een Turksch verhaal. Uit het Engelsch. Oud en Nieuw, I. 3 St. January 1831. 127. 18718. Kegtsoefening van Sultan Marnood. Uit Dow's History of Hindostan. /ad. Lett. 1771. V. 2. 182. 18719. De boekerij eens Indisohen Ko-nings. Eene üostersche vertelling, /ad. |
76
602
18720. De bibliotheek van den Koning üabslielira van Indië. Uit het Arabiseh. h. XIV. 1827. 3. 470. 18721. De Sultan Schrechrara en de Bra-min Sissa. Boekz. Juny 18'4S. 739. 18722. Vorsten-geluk. Een Indisoli verhaal. Lett. Mag. 1816. 2 St. 569. 18723. Naïf gezegde van een Indisehe vrouw, tot den vorst Dsehangiskhan. N. Vad. Bibl. VI. 1802. 2 St. 176. 18724. De vizier van een der Koningen van Indostan; zijn kunde en deugd, liijdr. M. G. VI. 1791. 444. 18725. Nederigheid van den Koning van Pegu en A.va. Philopaedion, I. 1822. 206. 1S726. Vorsten-graven. Verhaal van de lotgevallen van den (iuebev-Priester üum-sajee-Mersee en zijne dochter, en hun verblijf in het vorstengraf bij Shajehannbad, bij Delhi. Vad. Lett. 1852. II. 648. — Vorsten-graven. Biang Lala, 3e j. 1854. 11. 1. 18727. Niet zeer koninklijk. Anekdote betreffende den voormaligen Koning van Oude, Wuziet-Alie. iV. Ree. i860. Meng. 54. 18728. De theekooper. Een ware gebeurtenis, voorgevallen te Lucknow. Leeskab. 18a6. 1. 271. 18729. De onvolmaaktheid der teederste liefde. Eenc Indiaanseho gesehiedenis te Agta. Uit. hel Eransch van Jen Heer d'Ar-naud. Vad. Lelt. 1772. I. 2. 36. 18730. Rana en Padmani. Komauiiseh verhaal van de verovering van Chitor. Boekz. Eebr. 1827. 196. 18731. Een onsclmldigo terdoodgebragt; William Towm, Engelseh soldaat in Indir. Biang Lala, le j. 1852. II. Ï00. 18732. ïafereelen uit Engelsch-Indië. De worstelstrijd niet de Tughs. Komanlisch verhaal. Vad. Lelt. 1851. 11. 65, 185, 239,282. 18733. De Thugs. Verhaal vau eene mislukte onderneming van hen in lbl7. T. v. iV. I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 652. 18734. De ongelukkige gered. Eene Oos-tersehe vertelling van Visapoer, door C. V, D. ü. y-t?» VIL 2. 645. |
18735. Edelmoedigheid van eenen Mo« hamedaan in Indië, Ahmud Bukseh-Khan, Nabob van Eerospole. Boekz, January 1827. 65. 1S7B6. Op den volgenden dag. Indische novelle uit het Russische, medegedeeld door H. Lange, betreffende Narud, Nabob van Bahar. iioefe. Aug. 1824. 192; Sept. 1824.311. 18737. Aanspraak van een Bramin aan ecnige Nabobs en Soebabs in Bengalen, ter gelegenheid van een geschil over 26 tniilioen ropijen. Staatsman, II. 1779. I St. 152. 18738. Uit Britsch-Indië. Door Sir Ers-kine Perry. Verhaal van het verdwijnencn den terugkeer van een Inlandsch policicagent te Benares. Leeskab. 1858. III. 157. 18739. De stoomboot te Calcutta; ket begrip van den Inlander over deze uitvinding. Fad. Lett. 1827. 11. 392. 18740. Heidensehe gruwelen. Zelfmoord van een Hindoe-koopman te Guzerat, na vooral' zijne kinderen te hebben gedood. Tijds. dir. Leven N. I. 2o j. 1858. 1. 389. 18741. Singum, de Kanfara. Een verhaal uit liajast'han. T. v. N. 1. 4e j. 2c d. Batavia 1842. 52. 18742. Herinueringen uit Hindostan. II De wraak eens Maleijcrs, jegens een Euro-peesch geziu te Madras, lieu. o. d. Hoe. 1844. Meng. 512. 1874;?. Oostersche jalouzy, van den Rajah te ïravancore. Travancorc 4 Maart 1810. Letterb. 1812. i. 224. 1S744. Mulika. Romantisch verhaal uit ïravancore. I ad. Lett. 1855. 1. 413. 18745. De vrouwelijke Phidias, en een verlicht Indiaansch vorst. Verhalen omtrent don Koning van Tanjore. Boekz. Maart 1827. 330. 18746. Zeer merkwaardige redding. Ver-liaal door A. B. Erazer, kapitein op het schip Valetta, van de redding op 14 July 1822 van een matroos van het schip Aram bij Penang op het eiland P'inee of Wales, overgenomen uit Ann.d. Voyages, Eevr. 1824. Boekz. Juny 1824. 695. J8747. Timur en Zadib. Eenc Oostersche vertelling uit Hindostan. Vad. Lelt. 1799,2. |
377. — Eene Incliaansclie vertelling. Ontmoeting van Zadib met Timur. N. I'ad. Bibl. III. J799. 2 St. 41 a. 18748. Ranaen Padmani. Indisch verhaal. Rozenstruik, II. 1820. Meug. '2?7. 18749. Do vier hnrdhoorigen. Eene oorspronkelijke Indische vertelling, voorkomende bij A, W. von Schlegcl, Indische üihlio-thoek. lier Th. 259. T. v. A'. /. 4o j. 2e d. Batavia 1842. 059. 18750. Herinneringen uit ilindostan. I. Panische schrik, moed, tegenwoordigheid van geest en plotselinge schrik van Charles G. en Thomas Philan. Jtec. o. d. liec. 1844. Meng. 508. 18751. Het dal der Bramincn. Een Indische gelijkenis van F. A. K r u m m a e h e r. Lett. Mag. 1820. 2 St. 522. 18752. Het geschenk des Brumins. Parabel van Krummacher. Lelt. Mag. 1827. 2 St. 318. 18753. De waarheid. Een Indische vertelling. N. I'ad. Bill, V. J801. 2 St. 050. 18754. De eikel. Een Indische parabel. LM. Mag. 1821. 2 St. 181. 18755. Een Hindocsch vertelsel. De schrandere dief. !' ad. Lett. 1828. II. 015. 18756. De schenker, in Uindostan. Eene Indiaansehe vertelling. Uit hot Engelsch. Vad. Lelt. 1799. 2. 34. 18757. De Hindoesche moeder. Met plaat. Haar verlies van eene dochter. Uit het Engelsch. Gids, I. 1837. Meng. 22. 18758. Tooneelen in ludië. De Katseh-poetsehe hruid. Bomantiseh verhaal van het einde van een der veeten tusschen de Hara's« en de Rathores. Leeskab. 1835. 11. 105. 18759. Het lijden van trouwe echtgenoo-ten. Eene Indische geschiedenis van Uyrne en Gango. li. I'ad. Bibl. 1808. 2 St. 328. 18760. Een trek van overdreven eergevoel bij de Hindous, hij het fusilcren van eenigen, wegens oproer ia Engelsche dienst. Uit ,/Forhes' Oriental Memoirsquot; ; door J. S. V. D. Amst. Lett. Maanrisrhr. 11.1818. Meng. 97. |
1S7G1. Zelfopoffering van den Indiaan Aghar, voor zijn moester, een Engelschman, te Berhampore. Iris, XlVe j. 1843. IV. 225 . 18702. Getrouwheid eener negerin; zelf-opoffering eener slavin bij eene aardbeving in Oost-Indiün. IT. fad. Bibl. 1805. 2 St. 478- 18703. Goed vertrouwen; anekdote uit The oriental Herald van Aug. 1839, betref' fende het gedrag van kettingarbeiders bij den aanleg van den weg door een digt boseh Ilec. o. d. Ree. XXXIII. 1840. Meng. 48. 18704. Aardig beet gehad. Een Engelsch officier te Bojapore in Oost-Indië en een Inlatmsche paardendief. Bianq Lala, 2e j. 1853. 1. 94. 18765. De verbrande bedrieger. Ingezonden. Uit: quot;Pantelia Tantraquot;, waarvan de analyse door M. Wilson is geplaatst in Deel I van de Transactions of the royal Asiatic Society of Great Britain and Ireland London 1827. Ind. Mug. I Tw. 1841. Uo. 10, II, en 12. bl. 74. 18700. Hindoesche dankbaarheid. T. v. N. I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 62. 18707. Niluphar. Een tafereel van Hindoesche zeden. 1'. v. N. /. 4e j. 1c d. Batavia 1842. 305. 18768. Bijgeloof der Hindoes. Kaste-geest cn het godsdienstig bijgeloof van een Hindoe, zijne vrouw en een Mongoolsch edelman. Boekz. September 1822. 312. ]87ii9. Het koffijhuis van Surat. Een Oostersch vertelsel. Over de voortreilelijkheid der verschillende godsdiensten op aarde. Uit de Etudes de la Nature, par M. de St. Pierre. Vad. Lelt. 1793. 2. 247. — Het koffijhuis van Suratte, eene vertelling van Bernardin de Saint-Pierre, met eenige opmerkingen medegedeeld door Mr. A. E. Sifflé. Over de voortreilelijkheid der verschillende godsdiensten. Aid. 1849. II. 141. 18770. De Indiaansehe wijsgeereu. Het vernuft en de geestkracht der Braminen, IVeekbl. jeugd, 18U8 (?) 45. 18771. De dwaasheid van onredelijke begeerten. Eene Oostersche vertelling. Vad, Lelt. 1799. 2. 554. |
flo4
18772. Een aandachlig toehoorder in de kerk. Vruclitelooze evantrelicprediking in Hin-dostau. Buitenman, 111. 18^4. 3.'6. 1877:-i. Anekdote betrellcnde de uitoefening van liet regt door kaarsen, bij een volkstam in Üost-Indië. N. Keur v. Meng. 1828. 63. 10771'. Het godsgcregt te ïoka, door 3. Ilaillie Eraser. Uit de: ïorget me nut lor 1832; door N. V. B. li. Alg. Lett. Maandschr. XVII. 1S33. Meng. 212, 281. 1877.''. Uittreksels uit de brieven van een Hindoo Rajah, Zaarmilla, Maandaiira enden liramin Sheermaal, over de zeden der Europeanen, door Eliza Hamilton. I ad. Lett. 1798. 2. 189, 270, 313. 18776. Oordeel van een' der Hindoes, in Engeland verblijf liouJende, betreffende de opera en de kerkhoven. I'ad. Lett. 181-1. 11. 775. 18777. Voyages de Kerim-kan, in Engeland. Overzigt door E. de Waal van dit artikel in de llevue lirit. Dec, 1843. Ind. Mag. I T\v. 184é. No. 7, 8 en 9. bi. 199. 18778. Enropesehe en Aziatische redenering. Beoordeeling van de bloedige represailles, die de Engelschen over de opstandelingen in Indië hebben genomen. Pad. I.ell. 1858, 11, 52. 18779. Miss Melwil cn Uyder-Aly Uit den oorlog tussehen de Engelschen cn llyder-Aly, Boekz. April 1822. 450. 18780. Schclsen uit Hindoslan, De etiquette onder de Europeanen in gebruik. liec, o. d. Ree. 1843, Meng. 30. 187S1. Bewijs dat de dieren geene werktuigen zijn; schranderheid van olicfanten. Boekz. Eebr. 1827. 191. 18782. Verstand van den olicfant; betreffende een toebehoorende aan Hoddam, ambtenaar der Eng. ü. 1. Comp, te Guyat, Letterb. 1825. II. 413, 18783. Voorbeeld van een ongemeen sterk geheugen iu een olifant, laatstelijk in het Bezit van den Gouverneur Hastings in Bengalen. A. Ned. Bibl. V. 1786. 2 St. 311. 18784. Voonigtiglifid van ceneu olifant, fioekr July 184b. Ot. |
18785, Scherpzinnigheid van den olifant, behoorende aan een Eagelsch officier in Indië, liec. o. d. Ree, 1847. Meng. 80. 1S780, De olifant; door kapt. Marryat, De' leerzaamheid, schranderheid en zachtaardigheid van den olifant in Indic, Reu. o. d. Ree. 1814. Meug. 441, 18787. Merkwaardig voorbeeld van het vernuft der olifanten; door 11, *G. Hunne plundering van een korenhuis in Britsch-Indiü. Alg. Lelt. Maandschr, XIX. 1835. Meng. 302. 18788. Een nieuwe laarzenknecht, Jagt-avontuur vau een Engelsch ofüeier in Britsch-ludic met een olifant. Leeskab. 1840. III, 279. 18789. Een jngtavontuur in Indië, in Juny 1833 met een leeuw. Regenh. 1839. LIL 155, 18790. Een jagtavontuur in Indië met een leeuw. Uiltreksel uit een' brief vun den Luitenant Clarke, te Bombay, 23 Juni 1833. Ree. o. d. Ree. XXIX, 1830, Meug, 274, 18791. De omzigtige baviaan; met een kind te Calcutta, Bund. 1839. 55. 18792. Gevaarlijk vermaak ; de tijgerjagt in Bengalen, Boekz. Nov, 1823. 025. , 18793. Het zonderlinge tweegevecht, llo-mantisch verhaal van een tijgerjagt bij Bombay door den Graaf Hor ace de Bcuzc-val. Iris, IXej. 1S38, III. 03. 18794. Gevecht met eene slang. Uit eencn brief uit Kirku bij I'urooh, 8 July 1830, Uit het Hoogduitsch. Ree. o. d. Ree. XXX. 1837. Meng. 200. 18;95. Dc Cobra Capella, Naar het Engelsch. Voorval met den Engelschen officier Maxey in Hindostan. Glo'te, 1842. 1. 75. 18796. Voorval met eene slang. Boa constrictor. Uit Oriental Annual. Vod. Lett. 1831. II. 755. 18797. De schildpad cn de schorpioen. Een Indisch vertelsel. N. Keur v. Meng. 1841, 58. F er zié. 18798. Geestige antwoorden van «en Per- |
605
zisch gezant, te Petersburg, onder Keizerin Katharina de Eerste. N. Vad. Bill. V. 1801. 2 St. 398. 1S799. De wellevendheid der Perziaüen ondervonden door den eersten Franscheu ge-zantsehaps-seorelaris Gardane in 1807. H. Vad. Bibl. 1811. 2 St. 22. 18800. Misverstand. Geschiedkundige anekdote; het verblijf te Parijs in 1808 van den Perzisehen ambassadeur, door V. I). V. Amst. Lelt. Maandschr. IV. 1820 Meng. 508. — Het misverstand. Dezelfde anekdote. Keur v. Meng. 1823. 311. 18801. Anekdote betreffende de terugreis van Mirza Abdul Hussein Chan, afgezant van don Koning van Perziquot; uit Engeland. Ree. o. d. Re-:. XIX. lb2C. Meng. 141 De Perziaansche Barbier. Kaar het Engelseh. Betreft hel verblijf van het laatste Perzisehe gezantschai) in Engeland, Leeskab. 1839. 11J. 84. 18802. Anekdoten betreffende de jaloersheid vau den opper-hof-fourier van Sehah-Abbas Koning van J'crzië. VI. Indie. VII. 1782. 327. 18803 De wandeling van Seha-Abbas, Koning van Përskn. Bijdr. M. ü. VI. 1791. 371. 18804, Shah Aga-Mahomed, despoot in Perzië. Vad. Lett. 1849. II. 605. 18805. Ongewone standvasiigheid. Perzisch verhaal, betreffende den Koning Cosrocs en zijn vizier. Lelt. Mag. 1821. 2 St. 742. 1880C. Oostcrsche pracht vau Kosru, Koning van Perzië. Letterb. 1S15. I. 127. 18807. Petli All, Schnh van Perzië, en zijne zonen; betrellende zijne troonopvolging. Vad. Lett 1827. II, 742. 18808. De verstandige keus. Porziscli verhaal nopens don Koning Isdegard en een zijner slaven, Lett. Mag. 1821. 2 St. 187. 18809. Openbare rekenschap van Koning Nushirvan bij zijn sterven. Perzische anekdote. Bijdr. M. G. I. 176«. 670. 18810. Anekdote van Nushirvan, vorst van Perzië; uit Meissner's Skizzen, 111e Deel. Ree. o. d. Ree. X. 1817. Meng, 273. |
18811. Slcgte raad aan een vorst. Twee Oostcrsche vertellingen uit dc Perzische aarboeken naar het Engelseh. Vad. Lett. 1780, 1. 2, 620. 18812. De kunst van regeeren; of raadgevingen van een Perziaanschen Prins aan zijnen zoon. Vad. Lett. 1773. II. 2. 237, 18813. De teregt, gebragte Koning. Een Perziaanscli vertelsel. I'ad. Lett. 1786. I, 2. 124. 18814. De proef. Betreffende het verlicht bestuur van den vizier van een' Sehah van Perziö. Vad. Lett. 1829. II. 138. 18815. Scha-Abas. Eene staatkundige Perzische vertelling. Staatsman, IV. 1781. 2 St. 266. 18816. Isaj een verhaal uit Khorassan. Naar het, Engelseh; door L. v a n der V i n n e. T. v, N. l. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 170. 18817. De rijkaard en de wijsgeer Sadi, in Perziö. Anekdote. Zert. 1811. II. 360. 18818. Geschiedenis van Dsjelaleddin, een Perzisch geleerde. N. Ned. Bibl. I. 1781. 2 St. 354. 18819. Opmerkenswaardig zeggen vaneen beroemd Perzisch Godgeleerde. Uit Schott's History of Dekkan. Vad. Lelt. 1802. 2. 4l2. 18820. Opmerkenswaardig zeggen van een beroemd Perzisch Godgeleerde, Molana Ghe-ans ad dien. Zon, 18zo. 567. 18821. Over dc sekten van Muhamed en Ali. Gevatheid van een jood in Perziö. Boekz. Sopt. 1820. 322. 18822. Oostcrsche anekdote, betreffende de Dorvischcu in Perzië. II. Vad. Bibl. 1S09. 2 St. 431. 18823. Verzinning van een Dervis, in Perzië. H. Vad. Bibl. 1809. 2 St. 3j6; Vad. Let. 1809. II. 356. 18824. De zwijgende Akademie te llama-dan in Perzië. De toetrediug en aanneming als lid van Doctor Said. Biung Lala, 2e j. 1853. I. 9«. 18825. Perzische poezy. Eenigc spreuken, '1. v. I. Ie j. 1808. 1. 53. |
18820. Een spreuk van Sadi, een Per- i ] 8S43. Zalim Kiian. Een nieuw Perzisch zische wijze. Vad. Lett. 1856. II. fi52. verhaal, N. Keur c. Meng. 18li0. 295.
18827. Spreuken en gezegden. Uit het Perzisch. Lett. Mag. 1818. 2 St. 56Ü. 18828. Schimpdichten van Ferdusi op Mahmud, Koning van Persien. Vad. Lett. 1802. 2. 594. 18829. De bloem Gulmikek. Een Perzische parabel. Lelt. Mag. Ib22. 2 St. 315. 18830. Perzische fabel. De Indische papegaai. Leeskab. 1852. 1. 92. 18831. De twee slangen. Een Oostersch d.i. Perzisch vertelsel. Vad. Lelt. 1798. 2. 167. 18832. Een oude Perzische label; door J. De regtvaardigheid Gods. Amst. Lett. Maandschr. IV. 18^0. Meng. 450. 18833. Middel om de dooden op te wekken. Een Perzisch verhaal. Door C. H. H. Bijenk. 11. 1822. 36. 18834. Iets uit Sir Robert Ker Porter's reize door Perziën. Anekdoten betreffende een zonderling bol, insekten en Mirza Scheffi. Boekz. Juny 1822. 712. 18835. De kleermaker. Perzische anekdote. Lnd. Ma/j. I Tw. 1844. No 7, 8 en 9. bl. 302. 18836 De paarlcnbank. Lotgevallen van een Perziaan. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1S47. 4e d. 255. 18837. Abdallah. Een Perzisch verhaal. Zon. 1824. 322. 18838. Abukasetu ; of het is altijd goed dat men iets geleerd heeft. Een Perzische vertelling. Bijdr. M. G. 11. 1789. 636. 18839. Asmolan. Eene Perziaansche vertelling. Vad. Lett. 1807. 2. 288. 188-40. Ibrahim. Een Perziaansch vertelsel. Vad. Lett. 1803. 2. 614. 18841. Osmin en Zambri. Een Perzisch verhaal. L,elt. Mag. 1814. 2 St. 130. 18842. Sadik-Beg's remedie. Een Per-zinanseh verhaal. Leeskab. 1855. III. 165. |
18844. Het tooverhorlogie, of do haarlokken eener deugdzame vrouw. Een Oostersch sprookje, vrij naar het Perzische van den wijzen Abu Ben Hadschi gevolgd. Uit den »Satyrischer Zeitspiegelquot; van T. H. Eriedrich. Keur v. Meng. Ie j. 1818. 369. 18845. Schrandere verdediging. Perzisch verhaal. Uit Cardonne, Mélange de Littéra-tute oriëntale. Lett. Mag. 1821. 2 St. 520. 18846. Wat wint men, als men vroeg opstaat ? Een Perzisch verhaal, Lett. Mag. 1817. 2 St. 331. 18847. Geen ongeluk is zoo groot of het kan nog grooler worden. Een Perzisch verhaal. Lett. Mag. 1818. 2 St. 188. 18S48. Alexander en de bron der onsterflijkheid. Een Perzisch vertelsel, N. Alg. Mag. III. 1796, 485, 1S849. De edele schuldcischer en de niet minder edele schuldenaar. Een klein Perzisch verhaal. Naar het Hoogduitsch, uit „Dor Pachter Martin undjsein Vater,quot; liec. o. d. Ree. XXI11, 1830, Meng. 107. 18850. De weldadigheid; een Perziaansch vertelsel, Uit het Engelsch. Vad. Lett. 1770. IV. 2, 484; 1771, V. 2. 515; 1790. 2. 138. 18851. Perzische gierigheid, Alg. Lett. Maandschr. XIII. 1829. Meng. 30. 18852. Nuttelooze verkwisting is verachtelijk, Een verhaal uit het Perzisch, Lett. Mag. 1817. 2 St. 376. 18853. Perzische dapperheid. Alg. Lett. Maandschr. XIII. 1829. Meng. 30. 18854. De drie vrienden. Een Perzisch verhaal. Boekz. Aug. 1822. 176. — De drie vrienden. Eene Perzische geschiedenis uit Mirchond's gesohiedboeken. Euph. XI. 1824. 2. 280. 18855. Mourad en Euxabeet. Een verhaal uit Koordistan. T. v. N. 1. 4e j. Ie d. Batavia 1842. 383, Arable- 18850. De Johasmie, of de parelduiker van Bahrein. Verhaal voorgevallen te Mus-cate aan de oostkust van Arabic, digt bij |
dun ingaue der Perzische golf. Ree. o. d. Reu. 1547. Meng. 280. 18857. Het Paradijs vau Schedad. Eeno Arabische vertelling. I ad. Lett. iViÜ.'i. 368. 18858. Alimek, ot' de geluksbejaging. Eene Arabische vertelling, uit het Engelsch. Vad. Lett 1795. 2. 586. 18859. Aisha. Verhaal uit Arabic. T. v. N. 1. 4e j. Ie d. Batavia 1842. 297. 18860. Dessar. Episoden uit een' Ara-bischen roman. T. v. N. I. 4e j. 2 d. Batavia 1842. 298. 18861. Antar. Arabisch verhaal. '1'. v. N. I. 4e j. Ie d. Batavia J842. 490. 18862. De leeuwen van Loristan. Verhaal van de ontmoeting van Sheikh Ali Jlossein. T. v. N. I. 9c j. Batavia 1847. 8e d. 37«, Neder landsch- L udi'é. 18863. Kapitein Jonker. Eene episode uit de Indische geschiedenis in de XVlleecuw; door W. L. Bitter, dd. Batavia, Dec. 1853. Romantisch verhaal van zijn opstand, tevens schets van de gevoeligheid cn wraakzucht van den inlander voor cn wegens beleedi-gingen. Biang Lala, 2e j. 1853. II, 248. 18864. Haar edelheid Elisabeth Abberaa Mevrouw Maatsuiker. Historisch romantische schets uit dc XVIIe eeuw: door A. R. Weys, dd. Hcrwijnen 1855 JSiaug Lala, 4e i. 1855. 1. 119. l!-865. Maatsuiker en zijn droom. Historisch verhaal door G. H. N. De dood van Arnold dc Vlaming van Üutshoorn op 11 Febr. 1662; gevolgd door het verhaal van de voorspelling van den dood van Gerard Huift. Leeskab. 1SB3. I. 192.— Maatsuyker en zijn droom. Historisch verhaal (als boven omschreven). Biumj Lula, 3c j. 1854. 1. 278. 18866. Het hemd met ééne mouw. Uit het leven van den Gouv. Gen. Jonn Maatsuiker. Overgenomen uit Valentijn, Dl. IV. fol. 303. Biang Lala, le j 1852. I. 308. — Het hemd met ééne mouw. Valentijn, naverteld. T. v. jV. 1. ISe j. 1856. II. 249. 18867. Neef en Oom. Een verhaal uit het leven van den Gouverneur Generaal |
Abraham van Iliebeek; door VV. L. Bitter. Batavia Dcc. 1839. Bomantische levensschets van Leendert Reinolds. T. v. N. 1. 3e j. 2(; d. Batavia 18t0. 6:i7. RiUtr Ind. Her inn. Amst. 18 1-3.1. 18868. Chincsche schrijfwijze, van den naam van den Gouv. Gen. Baron van Im-holl Bianq Lala, 2e j. 1853. U. 200. 18869. De naamsgelijkheid; of het neefje van G. VV. Baron van Imholf. Een anekdote uit het leven van den laatstgcmelden; door Justus Gunst. Huph. VIL 1820. 2. 365. 18870. Anekdote betreffende de benoeming van den korporaal A. B. Kellens tot Eersten Luit. kwartiermeester door den Gouv. Gen, H. W. Dacndcls in Maart 1811. T. r. N. I. 14e j. 1852. I. 246. 18871. Kraspoekol. Een zedekundige vertelling. Naar een in 1780 te Batavia gedrukt werkje van Mr. W. van Hogendorp, getiteld ; Kraspoekol of de droevige gevolgen van een tc verregaande strengheid jegens de slaven. Biang Lala, 2c j. 1853. I. 205. 18872. üe tuin aan de rivier. Romantische schets van de gevolgen van hot monopoliestelsel der O. I. Comp., meer bepaald op Ceilon, T. v. iV. f. 17e j. 1855. II. 26. 18873. De noodlottige schoener; door W. L. Rittcr, Batavia Eebr. 1853. Romantisch verhaal der lotgevallen in Ned. Indiü van Erancois Piqué. Biang Lala, 2e i 1853. I. 48. J 18874. Herinneringen uit vroegere jaren mijns levens; door W. L. Rit ter. Batavia 1839. Romantisch verhaal van dc lotgevallen van Kapitein Hendrik H......d in Ned. O. Indic van 1815—1819. T. v. N. I. 2ej. 2e d. Batavia 1839. 509. Rit Ier, hid. tl er inn. Amst. 18-^3. 74. 18875. Een nieuwe Baron von Munch-hauseu; door B. .. t. Verhaal van den lo Luitenant S. . dt, in 1847. Bianq Lala, le j. 1852. II 96. 18876. Geographische kennis, van een Eranschman betreflende Ned. Oost-lndic. Biang Lala, 2e j. 1853. II. 313. 1B877. Om te lagehen; geologische kennis van cea Siujo. Biong Lala, 3o j. 1854. 1. 193. |
608
18878. Het voorrcgt eener Europesche opvoeding door Dr. W. R. van Hoëvell. 1847. llomnntiscli verhaal ter aantooning van de verderfelijkheid van den maatregel om de ouders in Ncd. Indië te noodzaken, hunne kinderen in Nederland door vreemden te laten opvoeden, v. Hoëvell, Beichuldiging Z. B. 1850. 60. — Idem, doch met plaat. v. Hoëvell, Iral. Leven. Z. B. 1860. 81. 18879. Dclftsch product. Gebrekkige kennis der Maleische taal van te Delft gestudeerden. Biang Lala, 3e j. ISS l. I. 189. 18880. Oudrensmart; door A. H. Weys te ilerwijnen. Romantische schets van de gevolgen der verpligte opvoeding in Nederland der Indische kinderen. Biunq Lala, 3e i. 1854. I. 83. 18881. Eene bespieding; door een Indisch kind, te Soerabaja. Aantooning van het go-mis aan belangstelling in de opvoeding der Indische kinderen bij hunne ouders. Biang Lala, SJe j. 1853. 1. 290. 18882. Schets van ecne //Indische specialiteitquot;; door Prof. P. J. Veth. Gids, XXVIIIe j. 3e S. 2c j. 1864. I. 134. 18883. Eene curiositeit. Letterlijke mc-dedeeling van een brief, gedateerd Batavia ül Oct. 1844, en geteckend: Z. Z. van een Hollander, die in Nederland een Akademi-sche opvoeding heeft genoten. Als wederga van dien van den Sinjo. T. v. N. [. 6c j. Batavia 1844. 4e d. 255. 18884. Bekest van een Liplap. Letterlijk naar het origineel gevolgd. Geteekend J. Ë. C. Blumc, dd. öamarang den 29 July 1816. Medegedeeld door G. H. N. als een staaltje van de zonderlinge manier van schrijven, aan den zoogenaamden Sinjo eigen, üe Oosterling, I. 1835. 258. 18886. ïekst van een minnebrief, dd. Batavia 10 Mei 1822, van den Portugeschcn Sinjo, II. J. Oswalie. v. Doren, Fragm. II. 1856 240. 18886. Zamenspraak tussehen den Heer R. en Mevrouw M. te A. Karikatuur van eene klasse van mensehon in de Indische Maatschappij. Bian/) Lala, le j. 1852. I. 100. — Overname en beoordeeling hiervan. T. v. N. /. 14e j. 1852. II. 315. |
18887. Aiissa; door Mr. G. G. Kool. Warnasarie, 1849. 45. Veroordeeling, door H. D. A. Smits van dit verhaal. Ind.Arch. le j. 1. 1849. 108. — De eer dezer Indisehc dames, tegen de Warnasarie, gehandhaafd; door VV. dd. Batavia 28 January 1849, ter veroordeeling van bovengenoemd verhaal. Tijdsp. 1849. I. 304. — Wedcrleggitg, door S. van Deventer J. Sz. dd. Batavia 25 Eebr. 1849, van deze veroordeeling. hid. Arch, le j. I. 1849. 260. 18888. Praktische mensclien. Eene bijdrage tot de kennis der zeden en usantiön van de Europeesche Maatschappij in Mcder-landsch Indio. Novelle door Jan van Houten, dd. Goeuoeng Sahari April 1863. Nederland, 3 S. 4c j. 1863.111. 152,194, 273. 18889. Typen. Een Baar; door G. N. W. 1)., dd. Soerabaja 15 Mei 1852. Biang Lala, le j. 1852. II. 7«. 18890. Een ontbijt, bij den Heer Notenkraker, of hot ongeluk van Baar te zijn; door Moestaöl, dd. Batavia, Mei 1841. T.v. N. I. 3e j. 2e d. Batavia 1840. 396. 18891. Indische Typen, door VV. A.van Rees. I. Een Resident-Oudgast. Tijdsp. 1863. 11 71. — II. Een modern-Resident. AM. 216. — Explicatie van W. A. v an Rees, van deze beide beschrijvingen. Aid. 1864. 1. 96. Noot. — III. Een Sinjo-klerk. Aid. 96, 313. — IV. Een Inlaudsch Luitenant. Aid. 1865. 1. 108, 362 — V. Een Oud-Indisch ollicicr; teckcning of portret van Theodorus Poland, in dc wandeling Toontje Poland genoemd, gedeeltelijk volgens een handschrift door hem nagelaten en behelzende zijne lotgevallen tot l834. Aid. 655; II. 78, 231,234,406,498. 18892. De koopman; en zijn ongeloof aan djin's. T. v. N. £. 9e j. Batavia 1847. 4c d. 130. 18893. Type van een Oudgast; G. N. D., dd. Soerabaja 6 July 1852. Biang Lala, lej. 1852. II. 161. 1889 k De keerzijde van de medaille. Een pendant voor Droogstoppel. Door Jan van Houten, Batavia, Mei 1861. Tijdsp. 1861. II. 225. 18895. Brieven medegedeeld door Mul-tatuli. II. Max Havelaar aan Multatuli. Kenschetsing van zijn gemoedstoestand. Tijdsp. 1860, II. 394. |
609
i8t)9C.- De At'rikaanschc soldaat bij liet leger in Nederlandsoli Indie; door W. L. Kitter. Met plaat. Hitter Java, Loydeu 1855. 43. 18897. Kolonialen; door .1. C. Hopman. Schetsen uit hun leven. Tijdslr. 3e i. 1S()Ü. HL i. 18898. Hen lastige slaapkameraad. Een Europeesch militair in Oost Indië en een brilslang. Leeskab. 1863. I. 120. 18899. Eonige bijzonderheden van de apen. a. Do MabaLo zoude de zou aanbidden op Madagascar, b. Een orang-oetang wordt als bediende gebruikt op .lava en iu de Moluk-ken. c. Wedstrijd der apen in Oost Indiü. (iron. Maundschr. N. v. 'I A. 1815. 83. 189Ü0. Geschiedenis en reizen van Sindbad, den zeeman. Naar Sumatra, Ccilon, Selahath, deEiiaudcn van Straat Suuda. XII. 1825. 4, Cöl, 693, 715, 757, 789; XIII. 1820. I. 43, 49. 18901. Intji Sidin, de Zeeschuimer. Een verhaal uit den Indischen Archipel. T. v. xV. I. X j. N. S. Ie j. Batavia 1818. Ie d. 259. 18902. Het vrijuietselaarsreckcu ; door A. Glinimei'v een. VVederwaardigliedcn aan reizigers overkomen aau boord van het Hol-laudsche koopvaardijschip Helena, Kapitein II., op de reis uil Indic naar Nederland in 1823. Tijdslr. (iu j. 1803. 111. 291. 18903. Schetsen uit het dagboek van con reiziger. Driedaagsche storm in de Indische 'Zee, nabij het Kaapschc rif, door S. E. Groen, dd. Straat Sunda, 0 Julij 18r)9. Tijdslr. Tiej. 1800. I. 20. 18904. Schelsen uit het dagboek vaneen reiziger. Een bezoek aan boord van den Cortgene, op de reede van Batavia; door 5. E. ürocn. Tijdslr. 4e j. 1861. II. 257. 18905. Goede partijen, iu Oost Indiü. Eene Novelle door J. S. va n W er me. Biuntj Lala, 3e j lb51. II. 13.'. 18906. De Pedattie j door Jeronimus. T. v. N. L, 4e j. Ie d. Batavia 1842. 047. — Ook geplaatst in: »Uit het Indische Leven; door Dr. VV. K. van Hoc veil. Zalt-Bommel 1860.quot; 1. |
18907. Kwajongens streken van Pietje Eorel; door S. E. Groen, dd. Batavia 14 .lunij 1864. Tijdsp. 1864. 11. 327. 18908. Weigering door E. de W aal tot. plaatsing der stukjes van B., getiteld: //De Smokkelaarquot; en ^Huiselijk gesprok.quot; Lnd. May. //. Tw. 1845. No. 1 en 2. bl. 205. Sumatra. 18909. Ken koopje, gesnapt door een kontroleur 2e kl. ter Sumatra's Westkust. Door X. dd. K. 1854. Biany Lala, 3e j. 1854. II. 184. 18910. Was dat toevali' door W. L. Batter. Het sneuvelen van den Luitenant K.... bij een aanval op Bonjol. De Kopiist, le j. Ie d. Batavia 1842. 333. 18911. Daaraan heb ik nooit gedacht! Gebed van een soldaat te Padang, wiens beide beenen waren afgosehotcn. Biany Lala, 2e j. 1853. I. 200. 18912. Eene Inlandsche vrouw uit het binnenland van Palembang; door W. L. Hitter. Met plaat. Verhaal vau de huwc-lijksinstelliugeu aldaar. Hitter, Java. Leijdeu 1855. 161. 18913. Hollandsche spreekwoorden. No. 2. Wee den wolf, welke in een kwaad gerucht staat, l'.enkoeleu. zoo als het is, en de Bcnkoelezen, zooals zij zijn, in 1843; door L. van dor Vinne. T. v. N. I. 5e j. 2c d. Batavia 1843. 550. 18914. Een naive gevolgtrekking; voorgenomen schuldovcrdragt der slecht werkende mijnen op de goede mijnen op Banoa, door een voormalig Militair Resident aldaar. Biang Lala, le j, 1852. 1. 310. Borneo. 1S915. De Diamant, een Borneosche overlevering uit de XVlIIde eeuw; door W. L. Kitt er, dd. Batavia, April 1840. Romantisch verhaal van het vinden van den grooten diamant, en zijne gevolgen. T. v. A'. ƒ. 3e j. le d. Batavia IBIO. 595. Hitter, Lnd. Uer-inn. Arast. 1843. 147 — Toelichting van dit verhaal. Overgenomen uit de Indiër 1852 No. 90. — Zie ^eth, Borneo's W. Ajd. I. Z. B. 1851'. 140 Noot en 229 Noot. 18910. Garnalen-vangst. Vondst van ro-pijen door een visseher te Sambas in 1830, 77 |
610
bij het huis van den Boeginees Oewe Siiusé, dat in i5l dour de Engelschen was verhrand. Biany Lala, le j. 1852. I. 203. 18917. Hoe men soms al heel aardig vrijen kan; door W. L. Ril ter. Verhaal van het huwelijk van Pangcran Anom te Sambas met de dochter van Radja Toewa, in ditzelfde Rijk, in 't begin dezer eeuw. Biany Lala, le j. 1852. 1. 47. 1S918.' De plaatpoetsers te Ponlianak in 1826. Biany Lala, le j. 1852. II. 103, 18919. Herinneringen uit vroegere jaren mijns levens; door W. L. Ritter, dd. Batavia, Febr. 1810. De kanonneerboot. Romantisch verhaal van hare bekruising van Borneo's Westkust in 1826, onder bevel van J. H. H. Rhijnvlas, en vau hare schipbreuk. De Kopiist, le j. 2e d Batavia 1S42. 320 , Ritter, Ind. Her inn. Amst. 1843. 103. 18920. Een kat, geen verboden waar. De invoer van 12 katties was op Borneo's quot;Westkust. Biang Lala, le j. 1852. II, 102, 18921. Herinneringen uit vroegere jaren mijns levens; door VV. L. Ritter, Batavia, Sept. 1845. Het Amok, Romantische beschrijving van de aanleiding hiervan voor een Dai-jaksche vrouw op Borneo's W,-kust, in Lan-dak van de üaijaksche Kampong Tagonie, in 1S34, (?) '1'. v. iV, I. 7e j, Batavia 1845. 3e d. 419. Jaca. 18922. Javaansehe wraakzucht, van don siricdrager van den Keizer van Mataram, Kad-janar, in lüll tegen zijn vorst. Keur v. Mewj. 1843. 374, 18923. De wraak eens Keizers, Romantische beschrijving van den moord van lladen Agong en Toemenggong Wira Goena in 1645. T. v. N. I. 22c j. 18ö0, 278. 18924. Javaansehe tafereelen. I, Helena. Een oorspronkelijke vertelling uit,dcXVilde eeuw. Door H, P, T. v. N. I. le j 2c d. Batavia 1838. 130 — H, P. is C. S. VV. Graat' van flogendorp. Hand, hid. Gen. IV, 1857. 205, 18925. Een oorlog op Java in 1700, Romantische voorstolling eener episode uit don oorlog dor O. I. (Jomp, tegen l'angerang Dipati Anom en Soerapati tot handhaving van den Soe.soehoenan Pakoeboewono I, Pan-goran Poeger, in zijn gezag, '1'. v. N. /, 22e j. I. 231. |
18926, Soesoehoenan Mangkoerat Mas. Pangoran Dcpati Anom. Java 17U8, Door Joh, C, Zimmerman, Romantisch tafercel van zijne onderwerping en ballingschap op Ceylon, Biany Lala, le j, 1852. 174. 18927. Pieter Erberveld j door W. L. Ritter, Romantisch verhaal van zijn zamen-zwering in 1721 te Batavia. Ritter, ind. llerinn. Amst, 1843. 51. lb92S. De arme Rosetta; door W. L, Ritter, Romantisch verhaal betreffende den toestand der slaven op Java in de eerste helft der XVIIle eeuw, Biang Lala, 1c j, 1852. 8. — Herdrukt o. d. tit. De badende slavin; nret plaat. Romantisch verhaal, Ritter, Jaca, Leijden 1855. 71. 18929. Radeen Ningrat, Tweede Tafereel van Javaansehe zeden. Een verhaal door C, S, VV, Grave van Hogendorp, volgens een Maleisch handschrift, bohoorende aan Kadeen Djalan te Tjitrap. Gebeurtenis plaats gehad gedeeltelijk onder Rijklof van Goens en gedeeltelijk onder zijn opvolger C. Jansz. Speelman, Uec. o. d. Rev. XXVI, 1833, Meng, 16.3, 216. 18930, Wanhoop en moed; door W. L. Ritter. Romantisch verhaal van den opstand van Javaansehe rekruten in 1808 aan boord van 's Konings korvet Mandarijn, en van het heldhaftig gedrag daarbij van de Luitenants A. Bezemer, W, A. Geesterauus, W, E. 'tHooft, H, W. E, Veldhuizen, den Eersten Chirurgijn G, Bensing en den Hol-landschen Matroos Barend Kokkery, voornamelijk ontleend aan het: «omstandig verhaalquot; van L, M, R, Ver-Huell. Biang Lala, le j, 1852, I, 209, — Herinnering aan dit romantisch verhaal; door een der leden vaa het te 's Gravenhage gevestigde Ind, Genootschap, 's Hage 31 Mei 1855. Hand. hid. Gen. II. 1855, 202, 18931. Eergierigheid der Javanen. Een anekdote betreffende de vestiging van het Maleisehe rijk door Prins öangsa-Burba op Sumatra, uit HalHos' History ol'Java. London 1817, Ree. o. tl. Uec. X, Iamp;17, Meng. 442. 18932, Alioman en Norina; door L. Bu-rer. Romantische schets dor uitputting en |
611
mishandeling van den Javaan door zijne Hoofden, zelfs tot zijne pijniginp; toe. Jiiang Lala, 2e j. 1853. 11. 101. 18983. Lucy; door P. v, II. dd. li ... a, 1853. Romantisch tafereel uit hot leven van den Europeaan op Java. Bianq Lala, 2e j. 1853. I. 159. 18934. Maria. Eone Indiseho novelle, op Java; door J. C. Hopman. Tijd sir. :je j. 1860. 1. 44. 18935. Het zilveren doosje. Een ware ce-beurtenis, liefdesgescliicdenis van de dochter van een hoofd-ambtenaar op Java met den zoon van een regent, l'ud. Lelt. 1SÖ3. N. S. II. 81. 18930, Gedenkschriften van een afgestorven advocaat in Nederlandsch Indie; door Mr. L J. A. Tollens. Verhalen uit de lijfstraffelijke regtspleging op Java. I, Houw-Teksoe of de valsohe njstmaat. II, De kindermoord. Jiiang Lala, iej. 18.)2.11. 84, 265. 18937. Een togtje 10.000 voeten hoog; door Jeronimus. T. v. N. I. 6e j. Batavia 1844. 3e d. 325. — Ook geplaatst in: «Uit het Indische leven; door i)r. W. 11. van Hoi;veil. Zalt-Bommel ISCü.quot; 48. 18938. Anekdote omtrent den aanleg van den weg van Bandong naar Soemedang, op last van den üouv. tien. 11. W. Daendels. Karakteristiek ten aanzien van den Javaan. ». Uoëvell, Reis, I. Amst, 1849. 51 ; Schultze, Onderwijs Ainst. 1850.10 Noot. 189:59. Garsia, de Rongging; door J. P. G. Brumund. Romantisch tafereel uit het volksleven der Javanen. Indiana, 1.1853. 242. 18940. De Rongging of Ronggien. Met platen. Door W. L. Ritter. Beschrijving zoo van den man als do vrouw, benevens verhaal van Tompel en Nicng, de rongging. Bitter, Jam. Leijdcn 1855. 211. -—De Njei. Inlandsche huishoudster. Aid. 17. — De amlioenkit. Aid. 27. — Do Javaan. Aid. 95. _ De Arabier op Java. Aid. 50. De Ja- vaansche vrouw. Aid. 103 - De Javaansche priester. Aid. 107. — De Kong-a-hmn speler. Aid. 111. — Een regent np het eiland Java. Aid. 113. — De Topcng babakan. Dans op Java en de omliggende eilanden van Uatavia. Aid. 125. — Koclie's.'^/rf. 137. — EenJa-vaansch hoofd op de hortenjagt. Aid. 145. — Dc Soendaneschc bruidegom. V erhaal van bet sluiten van een huwelijk en zijn festiviteiten onder den Wester-Javaan. Ala. 14!l.— IJan-seressen aan de Javaansche hoven. 109. — De hoender-verkooper. ïoekang Djoewal Ajatn. Aid. 181. — De Javaansche matroos Aid. 189. — De kettingganger. Orang pe-rantej, Aid. 203. |
lv941. De aankomst van de mail op Java; door S. F. ü r o e n, dd, Batavia 14 Dee. 1860. Schets der indrukken en gewaarwordingen hij sommige typen der Indische Maatschappy, als gevolg der aankomst van de mail op Java. Gids, XXVe j. N, S. lie j. 1861. I. 411. 18942. Soolatrie. Tafercel van Javaansche zeden. Een verhaal door C. S. W. van Hogcndorp. Jlec. o. d. Liec. XXVX1833. Meng. 118. 18943. Natuurtafereelen van Java; door Dr. W. 11. van Hoe veil. I. in Kadoe; II. in dc Brcanger regentschappen, Hl. in Bagelen. Gids, XIVc j. N. S. 3e j. 1850. I. 181. 18944. De Chinesehe mail; door J. P. G. Brumund. Romantisch verhaal betrekkelijk dc levenswijze en zeden der Chinezen en Parnakans, ook ter aantooning van de gevolgen van het misbruik van amfioen op Java. Indiana, II. 1854. 136. 18945. De atnfioen-schuivcrs; door Leonard us. Romantisch verhaal betreffende de gevolgen van het. amüoenschuiven onder de Parnakan Chinezen op Java. Jiiang Lala, Ie j. 1S52. 68.— De amtioenkit, door W. L. Ritter. Met plaat. Beschrijving, benevens bovengenoemd verhaal. Bitter, Java, Leijdcn 1855. 27. 18940. Korporaal Rampok, een slachtoiTer van de drift tot het heulsap; of een dag in de bovenlanden van Uatavia. Een fragment. Derde Tafereel van Javaansche zeden; door C. S. W. van Eogendorp. Ree. o. d. Jlec. XXVI. 1833. Meng. 313, 350. 18947. Mijne wederwaardigheden op mijne eerste zeereis naar Java in 1826, met de kruisbark Alida; door T. H. Kleij|n. liiang Lala, 4e j. 1855. II. 189. 1894S. Uit het soldaten-leven op Java. Tafereelen vol van bittere ironie. T. v. N. I. 22e j. 1860. I. 107. |
612
G.....s. Schets van den Europeaan bij zijn komst op Java, Biavq Lala, Ie i. 1852. 1. 198, 20], 18950. Schetsen uit Oost-Indii'; door J. C. Hopman. I. Eene aankomst van Nederland schc troepen op Java. II. Eenc geheurtenis op Bnitenzorfr. Vergiftiftinc; uit wraakzucht. UI. De Hadji, eene lietdesgesohiedenis uit de binnenlanden van Java. IV. Eene rechtspleging in de Lampongs. Tijd sir. 2e j. Ih50. II. 253. 18951. De dochter van den Bekel; door J. F. G. Brumund. Romantisch verhaal betreffende de huwelijksgebruiken dor Javanen. Indiana, II. 1854. 115. 18952. Een huwelijk met den handschoen, van een Europeaan op Java. Ilonianliseh tafereel. Biang Lala, 3e j. 1854. II. 193. 18953. Het koopje; doorD. V.B. dd October 1852. Een liefdeshistorie in de Eu-ropeesche maatschappij op Java. Biang Lala, 4e j. I8j5. 1. 235. 18954. Javaansehe volksverlichting. Beweerde bevalling eener Javaansehe vrouw van een kaaiman, en aangifte hij het Policie-kantoor tc Meester Cornells bij Batavia. T. v. N. I. 2e j, le d. Batavia 1839. 129. 18955. Hét huisgezin van Si-Drono; door D. H. Ilomantiseh verhaal, waarin de Javaan wordt voorgesteld als het slagtoffer van sluwheid en misbruik van magt. Gids, XXIXe j. 3. S 3e j. 1865. III. 59. 18956. Iets over landleven. Het etablissement. Door J. Ha ge man JCz. te Soe-rabaja. Schets van het loven der Europeanen op de onderscheidene etablissementen van landbouw op Java. Biang Lala, ie j 1852. II. 165. 18957. Een vendutie in de bovenlanden; door IJ, dd. Binnenlanden van Java, 185Ü. Biang Lala, le j. 1852. TI. 00. 18 )58. Een gulden koper. Novelle, door Ambrosius. Betreffende de hedendaagsehe (1852) Europeesche Mnatschapp.j op Java. Biang Lala, ie j. 1852. I. 255. 18959. Spoed igverkrogen,spoedig verdwenen, door quot;W. H., dd. Banjoemas, Maart 1853. Yerhaal betreffende den Javaanschen ondermeester Brodjo Seno, zich titulcrendc Raden Mas Pandji. Biang Lala, 2e j. 1853. 1.283. |
18960. De tijger op Java; door Dr. W. R. van Hoëvell. Schels van I. de tijger en de bosschen. II. de tijger en de dieren ; en III. de tijger cn de meuschen. Gids, XVIe j. N. S. 5e j. 1852- I. 489. 18961. De zonderlinge tijgervahgst; door Ambrosius. Verhaal van het dooden van een tijger in het gebergte van Java's Oosthoek door drie Mad'jresche knapen: Tahier, Arsa cn Sambo. Biang Lala, le j. 1852. II. 254. 18962. Anecdoten van Java. Bok en Geit, betreffende dc benaming: ,/Embok,quot; waarmede op Java de vrouwen worden aangesproken. biang Lala, le j. 18.j2. I. 200. — Wie had gelijk 'i Ontslag van een ambtenaar in een der strandresidenti n. Aid. 207. — Een klein misverstand. Het verzenden van apen naar Amsterdam. Aid. 310. — Het dagelijksche brood, van een leerling in een der kostscholen. Aid. II. 102, — In Indië mogelijk, üeinis aan beschaving vau een Resident. Aid. 104. — Een nieuwe wijze om crediet te verwerven. Door J. E. K r c 1 i s s e n, geboren van U. Aid. 196. — Een nieuwe titulatuur, voor ecu omgannden regter, Aid. 197. — Het geweten bedriegen. Het gebruik van varkcnsvlecseh en wijn door Mohamedanen. Aid. 319. — De gevolgen der duisternis voor een onderwijzer. Aid. 2o j. 1853. i. 200. — De bescheiden leerling, bij een examen inde scheikunde van Javanen cn Maleijers. Aid. 202. — Waarlijk onbegrijpelijk, bij de landopne-ming. Jld 296. — Heerendiensten. Begrip van eene J avaansche Christin over het bijwonen der godsdienstige bijeenkomsten. Aid. 11.97. - De taalmeester. Ben Gouv. Gen. en zijn Javaansehe taalmeester, tevens schets van den eerbied van den Javaan voor den Europeaan. Aid. J97. — Biologie, van een agent der Handelmaatschappij op Midden Java door een suikerfabrijkant. Aid. 198. — Verklaring, dd. Batavia, Decemb. 18.quot;)3,der Redactie nopens deze anekdote. Alcl. 316. — Een voorwerp van smaak, volgens het begrip van een In-landsch hoofd op Java. Aid. 3.3. — De medicinerende varkens. Betreft de kwikwoede van een hospitaaldoctor tc S. Aid. 3e j, 1854. I. 189. — Snuggerheid van een lampenjongen. Aid. 190. Verkeerd verstaan, betreffende de reis over Java vau een Gouverneur Generaal, Aid. H. 96 — De schroef vau Avcbiiuedcs; betreft een suikerfabrijkant van Java's Oostkust. Aid. 292. — Waarheidsliefde, van een Engclsch reiziger op Java. Aid. 4e j. 1855. I. 282. — De snuggere notaris en een Chinees. Aid. 284. — |
613
Pedantisrae, in oen advertentie in de Ja-vasclie Courant. Aid. 11. 300. — De overledene politie. Aid. 300. 18963. Brief van den Ambassadeur van Bantam, te Londen, geschreven gedurende de regering van Karei den l]den, over de Eu-ropeeselie plichtplegingen. Pud. Le.U. 18 i '2. II. 766; Tijds. li. amp;■ W. 1818. ]I. Meng. 766. 189G4. Anekdote betreffende de regtsple-ging door een Koning van Bantam van een Chinees, die na vrouwen en kinderen te hebben verkocht, wilde repatrieren. /quot;7. India, II. 1779. 280. 18965. Een gevecht met een kaaiman. Verhaal van den Inlander Agoes Aliem in Bantam. T. v. A. I. 7e j. Batavia 18'15. 2e d. 5(17. 18966. Sara Specx. Batavia in 1629 ; door W. L. Bitter, dd. Batavia Nov. 1842. T.v. N. I. 4c j. 2c d. Batavia 1854. 84, 196. 1S967. De Bataviaschc bruid; door W. L. Rit ter. Met plaat. Hitler, Java, Leijden 1853. 53. — Do Inlandsche huisbediende te Batavia. Aid. 1. 18968. De dubbele moord ; door W. L. Rit ter. Romantisch verhaal van dien op bet landgoed van een Chinees in do Wester-Ommclandon van Batavia. Binng Lak, 4e j. 1855. J. 162. 18969. Een begravenis Ie Batavia; door P. v. H. Scnets uit het leven der Europeanen op Java. Bianq Lain, le j. 1852. 11. 143. 18970. Anekdote, betreffende het gevecht van den inlander Amar met een tijger, in de omstreken van Batavia. Nieuwsverz. 1830. 20. 18971. Venduties te Batavia. Romantische bescbrijving. T. v. N. I. 7e j. Batavia 1845. le d. 402. 18972. Eene slaven-vendutie. Met eene plaat. Romantische beschrijving van eene te Batavia in 1847 gehouden, ter aantooning barer onzedelijkheid. T. v. N.I. 15e i. 1853. II. 184. 18973. Een boeken-vendutic te Batavia; door IJ. liianq Lala, 2c j. 1853. II. 201. |
18974. Een merkwaardige dag. Schets der laatste pleglige reis vanden Gouv. Gen. C. P. Pahud, van Buitenzorg naar Batavia op 19 Aug. 1861. '1'. v. N. 1. 23e j. 1861.11.299. 18975. Anekdoten van Batavia. Pluim en veder. Betreft V., vau de Bataviasche schutterij-cavallerie en den koloniaal W., een Duitsoher. Biancj Lala, le j. 1852.1.205.— Gepaste vraag. Onervarenheid van den schutter V. H. Aid. 207. — Kapitein Jas. Explicatie van deze uitdrukking naar een Bataviasche overlevering. Aid. 308. — De voortreffelijke toonkunstenaars. Eene bijzondere manier van hombren. Aid. :ili. — Probaat middel om bij onvoorziene regenvlagen niet nat te worden. Het gebruik van het bad te Kotta-Batoe, nabij Buitenzorg. Aid. 31J. — Pransche taalkennis, van een Engelschman in den klee-dermakeiswinkel van Gebroeders üger. Aid. 312. - Zonderlinge verzoeken, van een slagter. Het weiden van hoornvee, en hot verkoopen van vlecsoh. Aid. II. 101. — Bedrogen zuinigheid. De voordeelige koop van een aantal lemmetjes (djoeroek nipies) op de bazar van Tanabang door eene dame in 1847. Aid. 103. — Teleurstelling. Het bouwen van de kerk op het Koningsplein. Aid. M15. - Opregt antwoord, van een In-landschcu dief aan den Schout N... .s. Aid. 316. - Snugger begrip, van een zieke getrouw in het opvolgen van het, voorschrift van den doctor. Aid. 318. -- Naive vraag, van een kind aan zijne ouders bij een ouweder. Aid. 2e j. 1853. li. 198. — Vreemdsoortig aanbod, van een kamer. Aid. 3e j. 1854. 1. (92. — Eigen schuld, op den bazar. Aid. ia j. 1855. 1. 2^4. Gepast antwoord, op ecu bal. Aid. jI. 299. 189(6. Si-ïjonat, de landroover; door W. L. Ritter,-dd. Batavia Deo. 1855. Romantisch verhaal van zijn leven inde VVester-ommelanden van Batavia, 1830—1855. Biang Lala, 4e j. 185j. 11. 210. 18977. Een vreemd voorval te Sumadang in de Preanger Begentschappen geschied. Relaas van J. J. Dornseiff teIndramaijoe van het zonderlinge werpen ia Aug. 1830 van steenen tegen en in het buis van K. G. E. von Kcssinger, kontroleur bij de kofllj-kultuur der le klasse. Hiantj Lala, 2e j. 1853. I. 183. 18978. Mijmeringen in het koepeltje van Kcdoeng Badak. 6° 34' Z.B. 106quot; 47'5 ü. L v. Greenwich. Uoor S. P. Groen, dd. Batavia |
614
April 1861. Over en naar aanleiding van dit lustoord. Gids, XXVe j. N. S 14c j. 1861. II. 350. 18979. Het Doodendal; door W. L. Hitter. Batavia 15 Mei 1S45. Romantiseli verbaal van de aanleidinp; tot den dood van den Javaan Ario Kasoemo in 1817 in dat dal. T. v. N. I. 7e j. Batavia 1845. 2e d. Ü38. 18980. Teregtwijzing, door J, Munnieh, van veranderingen gemaakt in zijn prozastuk over het Prahoe gebergte, en geplaatst iu het Leeskabinet van 1844. T. v. N. /. 7e j. Batavia 1845. 4e d. 169. ]8981. Een dorp cn een berg. Verhaal van de lotgevallen van het dorpshoofd van Krandogan in de res. Bagelen van J810— 1845, ter aantooning van de noodzakelijkheid van de bescherming der Javaansohe bevolking tegen hare hoofden. Dr. JV. li v. Hoëvell, Schetsen Z. B. 1860. 158. — Ook geplaatst in de Gids, XIXe j. N. S. 8e j. 1855. II. 468. 18982. Oordeel van den Sultan van Djok-jokarta aan den Resident W. H. van Ysel-dijk over de magt cn de goede trouw der O. 1. Comp. T. ik N. I. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 213. 1S9S3 Een dag te Grissee; door W. L. Ritter. H aritasaric, 1855. 227.— De Heeren Mr. L. J. A. Tollens, W. L. Ritter cn C. M. Damwijk; door H. J. Lion, dd. July 1855. Opmerkingen betreffende de letterdieverij, hiermede gepleegd door beide eerstgenoemden, tegen den laatsten. T. v. A'. I. 17e j. 1855. 11. 130. — Bcrigt aan den Heer W. L. Ritter te Batavia, inhoudende weigering van de opname van zijn brief, Batavia 6 Deo. 1855, tegen fl. J. Lion, ter explicatie van de plaatsing van bovengenoemd stuk in de Warnasaric, oorspronkelijk ingediend voorde //Biang-Lalaquot; door O. jy. Damwijk te Soe-rabaja, onder den titel «Haantjes- en Eendjesbierquot; ; zijnde deze brief geplaatst in de 'fNederlandseh Indicquot; van 22 Maart 1856. Aid. 18e j. 1856. I. 229. |
18984. ïijger-aneedoten. Uit de Bat. Cour. v. 2 Oct. 1824, dd. Tjanjor 24 Sept. 1824 voorgevallen op de station Tjibcurum, en op het land Tjipoctri. fnd. Mac], 11. ï\v. 1845. No. 3 amp; 4. bl. 98. — Idem. Uit de Bat. Court, v. 30 Maart. 1825. dd. Batavia 29 Maart 1825, voorvallen in de res. Samarang. Aid. 119. 1S985. Tekst van het rekest van zekeren Sinjo, G. J. E. aan den Resident van Samarang, voor de verbanning van zijn zoon naar Amboina of Banda. Oosterling, l[. 1836. 2e ged. 52. 18986. Leven cn daden van den rocm-ruchtigen sergeant J. E. H. C. Mores, van het korps Pradjocrits te K., in de res. S. op Java. Naar eene schets van A. A. Voor-neman; door \V. L. Ritter, dd. Januari 1854. Biang Lala, 3e j. J854. I. 26. 189S7. Een waarachtige ui; over de reis van den Gouv, Gen. D. J. de Kerens, met zijn vrouw en dochters in de binncn-residentie R. Biang Lala, le j. 1852. 1. 205. 18988. Opmerkelijke ontmoeting van ecu hond met een tijger. Beschrijving van het gevecht, waarin de tijger gedood wordt, dd. Rembang 7 Dcc. 1839. T, v. N. 1. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 601. 189S9. Een oproer in Probolingo. Romantische beschrijving cn voorstelling der wijze, waarop de Inlandsche bevolking op Java.dc zwermen W alang-Saugit beletten op het rijstgewas te vallen en le vernielen. T. v. N. /. 2;ie j. 1858. 1. 27. — Een brief aan De Redactie; door van Aalst. Toelichting van dit verhaal. T. v. N. /. 20c j. 1858. I. 128. 18990. Een tijger en een moeder. Uit de Bat. Court, v. 22 Jan. 1820 No. 4. Verdediging door een Madurcsche vrouw van baar kind tegen een tijger. Ind. Mag. 11. Tw. IS^ö. No. 1 amp; 2. hl. 4/. Verdere Archipel. 18991. De drie broeders Karei, Hendrik cn Cornelis v. E. Een ware gebeurtenis; voorgevallen bij de derde halisehc expeditie, in 1849: door W. L. Ritter, dd. Jiatavia April 1853. Biang Lain, 2e j. 1853. I. 187. 18992. De twee gevangen Balinezen, door een niet als zeer dapper bekend staand soldaat. Hiang ÏMla, 1c j. 18b2. II. 317. 18993. Balische gierigheid. T.v.N. L. 9e j. Batavia 1847. 3e d. 249. |
ITTEHKUNDE.
ü 15
616
Ï9014. Schetsen uit do Stille Ziiidzee-eilandea duor D. Wetun. Het gezi'llige en publieke leven op ütaheiti. Nederland, N. S. II. 1855. II. 318; III. 51. IÜU15. Eeu scliets uit de Stille Zuidzee-eilanden; door D. Wetan. Van do trumaïa-vaanscbe, dat is, do hemelende, naar boven stijgende, godzalige rigüng, m bet maat-scbappelijkc leven op Otaheiti. Gids, XX.VII le j. 3 S. Sie j. IS'ié. III. 98. 19010. Bijzondere buwelijkskcuze, op Otaheiti van don Noord-Amerikaan C, Spou-ncr. Buekz. Oct. Ih34. 485. 19017. Naïveteit van oenen jongen Ota-heiter, door Bougainville te Parijs medege-bragt. Anekdote. Hec. o. d. Ree. XIX. 1826. Meng. 500. 19018. Zuidzee-oilandeu. Verlangen naar het woord Gods, van oen Heiden op Lil'oe. Ver. Chr. St. XIX. 1865. 550. 19019. I)e opperpriesters van Cathai en doctor Richardson op Nieuw-Zeoland. Boekz. quot;Nov. 1848. 587. 19020. Nieuw-Zooland. Ontmoetingen van den beroemden componist Vincent Wallace aldaar. Uit bet Russisch, door i'. ü. ü. llomantisch verhaal. Leeskab. 1853. IV. Kil. 19021. Eon hoopvolle gemeente. De Engelsehe zendeling Erederik Dodstono op bet zendelings-station llarnodatreu op Nieuw-Zceland. Leeskab. 1864. I. 159. Afrika. 19022. Ismaël. Een Kgyptiseh verhaal. liiiinq Lala, 2e j. 18j3. 11. 164. 19023. Anekdote betrekkelijk oenen Koning van Abyssinië, Bahufla. Uit Bruce, Reis naar Abyssinië, I. 485. Aij. Lelt. Muandschi, XIV. 1830. Meng. 364. 19024. Allegorie, dd. 18 Mei 1782, van de klachten vau don Eranschon Ambassadeur aan 11. H, Mog. over den üouvernour van do Kaap de Goede Hoop, Plettenberg. O. Ned. Patriot, III. 1782. 207. 19025. Slechte doding, üe in bezit name van de Kaap de Goede Hoop. Biamj Lala, 2e j. 1853. I. 296. |
19026. Gelukwensching aan het volk van Nederland, vervaardigd en uitgesproken in eene vergadering van de Maatschappij van 't Nut van 't Algemeen aan do Kaap de Goede Hoop, door den tijdelijken voorzitter G. Beolaerts van Blokland, Raad en Secretaris van Justitie aldaar, bij de tijding op 2 April 1S14, van do gelukkige verandering van zaken hier te lande. Uit do Courant van de Kaap de Goede Hoop van 4 Juny 1814. Letterb. II. 258. 19027. Ware onafhankelijkheid. Uitdoe-ling van Bijbels aan oen rogemont Bergschotten, aan do Kaap de Goede Hoop in bezetting, door don zendeling Campbell. Olij/tak, I. 1836. 671. 19028. Twee uren bij een buitel; door Majoor liellasis, op jagt aan de Kaapstad. Leeskab. 1857. II. 221. 19029. Do zonderlinge ontmoeting. Dankbaarheid der kaffers jegens G. R., een Euro-pocsch bewoner der Kaapstad, en hot wodcr-vinden door dezen van zijn broeders onder hen, in het midden der vorige eeuw. Euph. I. 1814. 2. 208. 19030. Het Kalfersch opperhoofd Euno. Indruk van Europesche muziek op hem. fad. Lelt. 1835. II. 508. 19031. Uitwerking van de olie van tabak, op slangen in de binnenlanden van de Kaap de Goede Hoop. Boekz. Juny 1820. 692. 19032. Een dag tegenover een leeuw, in Znid-Afrika. Ue Heer Hulton, een Britscb Kolonist, cn zijne redding door den Hottentot Apollo. Naar het Eranscb. Vad. Lelt. 1853. II. 18. 19033. Anekdote betroli'ende don zendeling J. J. Kiohcrer, en zijne drie llottontot-ten, le London in 1804. Hunne geheebthoid aan het Obristendom. Jl. k ad. Bibl. 1806. 2 St. 45. 19031'. Anekdote bclrell'ende eene ontmoeting van vau der Heel en de Hottentot-ton aan do Kaap de Goede Hoop. Aiy. Letl. MaanUschr. XI. 1827. Meng. 42. 19035. Een Hottentotscho jongen, van Sir Jahlecl Brcnton. Olijftak, li. 1837. 92. 19036. Het wekken van don leeuw. Jagt-avontuur van oen Bosjesman, volgens het |
617
verhaal door kapitein Alexander. Iris, XIV j. 1S43. 11. 155. 19037. Voorbeeld van liefdadigheid, van het volk van Madagascar. Boekz. Maart 1830. 323. |
19038. Do lotgevallen eener Russische Prinsesse op het eiland Mauritius. Uit Baron Grant's History of Isle de France. fud. Lelt. 1801. 2. 524. 19039. liet bankroetmaken, Donkbeeldoi» hierover van den neger op Mauritius. /ad LM. 183S. 11. 842. |
Buiten Nederland. 19040. Poging le Madrid en te Lissabon tot het verkrijgen van histoiisehe doenmen-ten betreffende Nederlandseh Indic, uit het tijdvak vóór onze vestiging aldaar. ISol 10 Aug. 1861. Tijds. hut. '1'. L. ^.-kunde, XII. 4 S. III. 1862. 137. 19041. Stukken betrekkelijk onze Oost-Indisehe Bezittingen, berustende op de bibliotheek te 'f'urin; door J. H. Boueker Andre a e, dd. Leeuwarden 1842. Beredeneerde lijst van de papieren, afkomstig van den graaf Carlo de Vidua, voor een groot gedeelte Hollandsche raamiscripten door do llesidenten zelve aan den Graal' medegedeeld, zoowel den legenwoordigen als voonnaligen toestand onzer Overzeesehe Bczittingeu betreffende. Lettcrb. 1842. II. 130. In Nederland. ik- po-3r-ler ■oh. no. im. ak, lap in sch licit. ide-tot-icid gt;01). 19042. Over het Indisch Archief; door G. Lauts. De onvolledigheid van het Koloniaal Archief te Amsterdam, dienende tot bctootr voor de overplaatsing van het Oosten West-Indisch Archief van de kamer van Zeeland te Middelburg naar dit Archief te Amsterdam in plaats van naar's Gravenhage. Lettcrb. 1851. 11. 124. nit-toti-'jett. van 19043. Het Oost- en West-Indische Ar-92. chief te Amsterdam en zijne verplaatsing, door Dr. II. O. Bakhuizen van don aSlquot; Brink, Rijks Archivaris. Toestand, locgan-het |
kelijkheid, openbaarheid en bruikbaarheid van dat Arehief. Letterb. 1853. 10, 34, GO. — Beoordeeling, met overname van deu tekst dezer artikelen. T. v. N. 1. 17e j. 1805, I. 177. — Het Koloniaal Archief te Amsterdam; dooc G. Lauts. Tegen bovengenoemde artikelen. Letterb. 1855. 83. — Antwoord van Dr. II C. Bakhuizen van den Brink op deze tcregtwijzing van G. Lauts. Ijetterb. 1855. 84. I. Archiefwezc n. 19014. Bijzonderheden nopens de overplaatsing van het Koloniaal Archief naar 's Hage, en de genomen maatregelen tot dat einde. Medegedeeld door den Min. van Binn. Zaken Mr. G. C. J. van Keencn, in zijne Memorie van beantwoording, dd. 'sHage 31 Oct. 1855 op het Voorl. Verslag der Staats-begrooting voor 1856. üedr. Stukk. 1855 — 56. 11. Xo. 104. 20. — Toelichting van de noodzakelijkheid der vereeniging van liet Koloniaal met het Ilijks Archief. Medegedeeld door den Min. van Kol. C. F. Pahud, in zijne Memorie van beantwoording op Let Voorl. Verslag op de Staatsbegrooting voor 1856. Aid. No. Ill, I. — Berigt van deze overplaatsing, hieraan ontleend. Letterb. lüoh. 365. ijuij. .wijzonaemeucn nopens ae^ „zustand en toegankelijkheid van het Archief der O. I. Comp. te Amsterdam. Medegedeeld door Dr. H. C. Millies in dc verg. van 12 Mei 1862. yerst. Kon. Akad. d. Hist. LettA'i. |
78
618
1904G. Tekst der redevoeringen door Dr. W. 11. v ii n H o c v e 11 in do Tweede Kamer op fi Dec. ISH gehouden, ten be-tooge der noodzakelijkheid van de overplaatsing der Koloniale Archieven naar het, Rijks Archief. Z/7. R. v. Hocvcll. Pari liedev. II. Z. B. 1803. 211. 19017. Het Koloniaal Archief en de Minister van Koloniën C. 1'. Pahud. — Over* zigt van den gevoerden strijdj sedert 1853 in de Tweede Kamer en daarbuiten, wegens den overgang van de Koloniale Archieven bij het Rijks-Archief, naar aanleiding van deze verplaatsing bepaald bij Kon. besluit van 28 Fcbr. 1856 No. 68. T. v. N. I. 18e j. 1856. II. 111. 19048. Mededceling van het Kon. besluit, dd. 20 Junij 1856 No. 79, houdende bepalingen nopens het toegankelijk stellen van de Arcliicven des Rijks. T. v. N.I. 18cj,18.',0. II. 118. Nederlandsch Indi'é. 19049. Resolutie van den Gouv. Gen. van IM. Indië in Kadoe, dd. 10 Dcc. 1823 No. 19, waarbij de Predikant te Batavia G. de Sericrc wordt geeomniitlecid tot, het opnemen van den loesland van 'sLands Aril. A re hi Neder landstiJi Indië. 19055. Het dagregister des Kasteels Batavia. Geraadpleegd door Dr. W. R. Baron van Uoiivcll. T. v. iV. I. ;ie j. 1c d. Batavia 1840. 449 Noot. 19050. Dc Generale originele resolution des Kasteels Batavia. Geraadpleegd door Dr. W. K. van Hoëvell. T. v. N. I. 3c j. Ie d. Batavia 1840. 449 Noot ; 8ej.l81C. 3c d, 115. — Idem het dagregister. Aid. 115. 19057- Indisch Plakaat-Boek. Aangehaald door den biograaf van J. 1'. Koen. T. v. N. I. tie j. Ie d. Batavia 1814. 168 Noot, enz. 19058. Mededeelingen en opmerkingen betreffende den Eersten Gouvcrnementsbuu-del Indische plakalcn, lOl'J—1652; door Mr. van Alp hen, dd. Batavia Julij I8li. T. v. N. I. 4e j. 1c d. Batavia 1842. 80 Noot. |
chicf en tot het doen eener gemotiveerde voordragt voor de noodig bevonden verbeteringen, zoowel wat de plaatsing als wat dc rangschikking en toegankelijkheid betreft. De Serière, Mijn loopbaan. Zwolle 1849. 14. 19050. Mededeelingen en opmerkingen be-1 rellende den toestand der Gouvernements Archieven te Batavia; door Mr. van Alphen, dd. Batavia, Julij 1841. T. v. N. 1. 4e j. Ie d. Batavia 1842. S0 Noot, 19051. Klagten van Dr. W. R. van Hoëv ell, over den droevigentoestand, waarin de archieven van den tijd der ü. 1. Comp. zich tc Batavia bevinden. T. v. N. 1. 8c j. Batavia 1840. 4 d. 30. 19052. Klagten over den toestand vandc oude archieven te Batavia. T. v. N. I. 1849. Gron. I d. 246 Noot. 19053. Uver den toestand van dc archieven te Batavia cn tc Padang. T. v. A. I. 10e j. 1854. 1. 130. 19054. Mededceling door O., dd. Amsterdam 31 Maait 1854, van dc lotgevallen van //hel gehcele archief van den Javaschcn oorlog 1825—1830 in originali.quot; T. v. N. L 10e j. 1854. 1. 287. ;f stukken. I(,i059. Recueil van placaten, enz. onder Koen tot Mossel, 1020—1701. Geraadpleegd door .). P G. Brumund. Tijds. Ind. T. L. t'-.-kunde, Xlll. 4 8. IV. 1864. 22 Noot. 19060. Verzameling van stukken meest betreffende de ü. 1. O. volgens opgave van Mr. H. VV. Tadama — Verslag van Mr. 11. J. Koenen nopens deze Mse. Hist. Gen. Kron. XI. 1855. 112, 185. 19001. Mededceling, door P. A. Lcnpc van den tekst van het register op een handschrift, bestaande nii: //Diversehe beschrijvingen, ordonnantiën, instrueticn, zeynbrieven, rapporten, journalen, missiven, enz., conccr-nerende Ue stant, zeylagie en negotie van cte Vereeniehde gcoctroijecrdc O. 1. C., in eigendom behoorende aan P. Melvill van Carnbee. Hist. Gen Kron. VIII. 1852. 208. 19002. Opgave van. //Compendieuse te samentrekking van den principalen inhoud der coulraclcn, ürmans, couls cn verbonden, |
619
succbssiveiijk gt)slut,eu eu uaugcgaau met verscheiden Keizers, Koningen, Potentaten, Landshecren, Gouverneurs enz., eerstelijk bij de respective Admiraals en vervolgens door oft uit niinic der Wei-Edele Hoeren üouvor-neur-Generaals en Raden vnn Nederlnndsch Indië, representerende de generale Neder-landsche üeoetroyeerde O. 1. C, Twee deelen in folio, loopende zamen vim 1596 tot 1742. T. v. N. I. 1805. N. S. 3e j. 457. 19063. Register of Index op de Rosolu-tien van de Kamer van XV] In. van 1602— 1705. Geraadpleegd door F, A. van Rap-pard. Letterb. lt)3lt;J. I. 259. 19064. Charters der generale O. I. G. 1606 en 171)7. Aangehaald in het T.v.N.T. Oe j. 2e d. Batavia 181-4. 178 Noot. 19065. Lettro écrile de Hollande sur 1'arrivée de 1'amtiassadeur des Indes vors lo Prince d'Orange. J6Ü7. Opgave, üist. Uen. lier. III. Ie st. 1850. 160. 19066. Ordonnanees et privileges aceor-dés par les Hollandais a la Compagnie des Indes Orientales. Opgave. Hisl. Gen. Jkr. III. Ie st. 1850. 181. 19067. Memoire des Etats Généranx des Provinces Unies pour maintonir leur eom-meree dans los Indes. Opgave. Rist. Oen. lier. III. Ie st. lfgt;50. 180. 19068. Missive van de vergadering van XVIIn van 31 Oet. 1617, over de keuze van een „generaal rendez-vousquot; in üost-lndic. Aangehaald dooi- den biograaf van J. P. Koon. T. v. M. I. 6o j. 1c d. Batavia 1844. 139 Noot. 19069. Verscheidene stukken hetrelTendo de geschiedenis onzor Overzeescho Bezittingen in hot begin dor XVIIe eeuw. Medegedeeld en kortelijk ter vergadering van 4 Sopt. 1852 toegelicht, door P. A. Loupe. 1. Instructie voor alle plaetson ende oomptoiron in Indiën, waor naer haer int administreren van de justitie sullen hebben tc roguleeren. 1618 j II. Stukken betrekkelijk don handel enz. in Indien, door J. P. Coon. 1622— 1623; III. Stukken betrekkelijk Pietor Nuyts, gewezen Gouv. van Tayowan. 1631—1634; |
IV. Voor den handel op Perzië en de golf van Bengalen, enz. 1633 1631; V. Belangrijke onderschepte Portugescho brieven van den onderkoning van Goa. 1634, door Pieter Vlak, llaad van Indiü; VI. Journaal gehouden door don Directeur vnn den handel to Batavia, Philippus Luoasz 1636; VII. Zeilaunwijzingen dor Nederlanders naar on in Oost-Indië. 1600 1610. Rist. Gen. Kron. VIII. 1852. 334. — Verslag van Prof P. J. Voth, over de bolangrijklioid dezer stukken. Aid. 448. 19070. Een band met losse stukken van gemengden inhoud, meest handelende over zaken betreffende de O. I. C. Vrede en bondgenootschap tussehen de Engolsche en Ne-dorlandsche O. I. Comp. in 1019 enz. — Verslag van Prof. P. J. Voth over de belangrijkheid van deze stukken. Rist. Gen. Kron. X. 1854. 125; XI. 1855. 158. 19071. Instructie voor de eerste Baak van Schepen en, in 't fort Jaecatra, dd. 24 Junij 1620. Aangehaald door Mr. van Alphen. T. v. JV. I. 4o j. ie d. Batavia 1842.85.— Idem. Resolutie 15 Aug., op hot stuk van politie. Aid, 85. — Idem. Placoaet van den G.-G. v. Ned. Indie J. P. Koon, dd. 4 Mei 1622, tegen het verkoopen van slaven aan Chinezen; alsmede renovatie dd. 18 Maart 1623. Aid. 94, 95. — Idem //Ordro op de Burgerwachtenquot; gearresteerd in 't fort Batavia op den 4den Dec. 1622. Aid. 95. 19072. Modedoeling, met toelichting door J. E. G. Brumund, van do aantockening Ao. 1070 van J. H. Zas, betreffende de zamonstolling en inhoud van het Resolutieboek van don Bataviasehon Kerkeraad 1620 —1615. Tijds. Ind. T. L. f .-kunde, XIII. 4 S. IV. 1864. I. 19073. Bundel, welke het opschrilt draagt: „Een gedeelte der iiataviasche Kerkenorderon origineel, versclüjde instruction en oommissiën voor Predieanton, proponenten en sieken-troosters, attestaties, requesten en extracten ; geloofsbelijdenis en vertoog des Kerkeraads wegens de Waijmigs.quot; Geraadpleegd door Dr. W. R. van Hoëvell. T. v. A'. I. Se j. Batavia 1846. 4e d. 230. 19074. Onderzoek in de Indisehe Gou-vernements archieven naar het Journaal van Abel Tasman's tweede reis in lGi.4 gedaan, te verrigten door Mr. J. A. van der Chijs en Mr. H. I). Lovyssohn Norman, naar aanleiding van het verzoek daartoe van Jacob Swart in zijn brief, dd. Arasterdam 15 Julij 1861 No. 193. Not. 3 Mei 1862. Tijds. Ud. T. L. r.-kunde, XII. 4 S. III. 1862. 544. 19075. Cort verhacl van den generalen |
620
toestant in üricnten oudcrt gebiedt wide frcquentatic der Nedeilanders, om te dienen tot een prae-advys aen de E. Hceren Be-winthebberen van de O. I. O., wanneer niet lieff omtrent do havenen onzes vaderlandts sullen geeomen syn. Int retourseliip den Tijger 15 Junij 1641, door M. Le Maire. Opgave door Mr. J. A. Grotho. Hist. Oen. Kr on. X. 1854. 471. 1907G. Artikelen on ordonnantiën, op welke aangcuomeu en beëedigt zullen worden alle personen, die hun voortaan in den dienst van de Gen. Nederl. Gooetr. ü. I. C. zullen begeven, van 8 Maart 1058. Geraadpleegd door ])r. W. 11. van Hoëvoll. 7'. v. N. 1. aarg. 1849. Groningen, le d. 3. 19077. Opgave van: ^Aanmerkingen over de kolonie Java, door den Raad van Indië Chastolein, 1705.quot; 2'. v. N. 1. I8i)5. IS. b. 3e j. I. 400. 19078. Memorie van don Dirceteur Generaal Prancois Chastelein van den 30 .hmij 1705. Geraadpleegd door H. Vceckens. 1'. v. N. I, 1849. Gron. le d. 245. 19079. Lijkstatie of de begraffenisse van Abraham van lliebeeek, in leven Gouv. Gen. van Ned. Indir. Nov. 1713. Opgave door Jhr. C. A. Rethaan Macaré. Rist. Gen. Kron. XV. 1859. 63. 19080. Batavia's beroerte ofte oorlog dor Chineezen, met de Europeezen, waarin vertoond wordt, hoe d' Hollanders als op hot point stonden om gedestrueord te worden. Alles naar het origineelo geeopieert door N. N. In Lamsnist. Anno 1741. Geraadpleegd door Dr. W. R. van Hoëvell. T. v. N. 1. 3e j. le d. Batavia 1840. 455. Noot. — Idem. Originele aparte resolution rakende den opstand dor Chineezen, beginnende met den 26sten Sopt. 1740 en eindigende den laatsten Deo. 1741. Aid. 465. 19081. Kort relaas van hot, gepasseerde in de Chineeseho revolte in de maand October 1740. Verslag van Prol. P. J. Veth nopens dit Msc. Uist. Gr.n. Kron. X. 1854. 325; XI. 1855. 101. 19082. Handschrift behelzende stukkon do gesehiedenis onzer Overzoesche Bezittingen betreffende. Bepaald van Java, van .741— 1758. Verslag, met inhoudsopgave; door P. A. Leupe. Uist. (Jew. AV»«. IX. 1853.55. |
19083. Tekst van bet rapport van Prof. P. J.V et h, over de papieren van Joan Gideon Loten. 1744—1750. Uist. Gen. Kron. XVI. 1800. 107. 19054. Aankomende brieven van 1745. In hot Gouvts. Archief te liatavia. Geraadpleegd door Dr. W. R. van Hoëvoll. '1'. v. N. I. jaarg. 1849. Groningen le d. 4 Noot. — Idem „Generale Resolutiën van 1745.quot; Aid. 4 Noot. 19055. Aanmerkingen van don Gouv. Gen. Jacob Mossol over do Jakatrasehe landen, van den 1 Dcc. 1751. Geraadpleegd door 11. Veeekens. 7'. v. N. 1. 1849. Gron. le d. 245. 19080. Opgave van: ,Diverse Memoriën over de suikermolens in de Jacatrasche en Preangor Regentschappen, bevordering van den landbouw en over do oorzaken der to Batavia heerscliendo groote sterfte, om de middelen daartegen aan te wenden te vinden, allen door 16.Exc. den Gouv. Gen. J. Mossel, mot do daarop door den Baad van Indiö genomen besluiten. 1753.quot; T. v. N. I. 1805. N. S. 3o j. 1. 400. 19087. Memorie van don Gouv.-Gen. J. Mossel, dd. 31 Mei 1755. Geraadpleegd door H. J. van do Graalf en G. J. Meljlan. T. v. Ar. I. 18o j. 1850. 1. 244. Noot. — Idem. Memorie van menage van J. Mossel op 9 Mei 1755 in Rade van Indië ingeleverd. Aid. 201. 190S8. Opgave van : „Commissoriaal Rapport van de Baden extra-ordinair de Klerk en van Mylondonck, benevens den Eersten Secret. Alting, over 'sComp. regt om den grooten Oost, dato den 23 Nov. 1761.quot; 2'. v. JS. I. 1805. N. S. 3e j. I. 460. 19089. „Memorie van L. Taillefert, dd. 17 Nov. 1763.quot; Geraadpleegd door J. C. Baud. Bijdr. 1'. L. f.-kunde N. I. 1. 1853. 134 Noot. 19090. Tekst der //Memorie, opgcstelt door den Raad extra ord. van Nederl. Indic en afgaande Gouverneur en Directeur van Java's Noord-Oost Kust W. H. van Ossen-bereh, om te strekken tot narigt van zijnen successeur, den Hoor Johannes Vos, dd. Sa-marang 13 Mei 1705. Medegedeeld door Mr. R. W. T a d a m a. Uist. Gen. lier. V. 2e st. 1857.-178. — Verslag van Mr. II. J. Koe- |
621
nen, over de belangrijkheid dezer Memorie. Hist. Gen. Kr on. XI. i(lt;55. 185. 19091. Opgave van: '/Aanmerkingen over den tegenwoordigen staat van de arakhran-derijen, suikermolens en van de Bovenlanden, door den üonv. Generaal de Klerk, 1777.quot; T. v. N. /. 1805. N. S. 3e j. 1. 160. 1909-2. Opgave van: «Memorie van den Raad extra-ordinair .). R. van der Burgh, algaanden Gouverneur en Directeur van Java's Noord-Oostkust, voor derzelver aankomende Gouv. en Dir. .1. Sibera, 19 Sept. 17S0.quot; r. V. N. l. 1865. N. S. :ie j. I. 458. -Idem geraadpleegd door J. C. Baud. Bijdr. T. L. -kunde N. IA. 1853. J30 Noot. 19093. Rapport van Smith en van Stoc-kum, dd. 2S iJeo. 17s0. Geraadpleegd door J. C. Baud. Bijdr. T. L. P.-kunde N. I. 1. 1833. 1 2 Noot. 19094. Opgave van: „Memorie van den Raad extra ord. J. Siberg, afgaanden Gouverneur eu Directeur van Java's Noord-Oostkust, voor den aankomenden Gouv. en Dir. Groeve, 1787.quot; T. v. N. I. 1865. N. S. 3c j. I. 458. 19095. Opgave van „Memorie van den tegenwoordigeu staat van de Comp. vergeleken met haren staat vóór en gedurende den jongsten oorlog met Engeland, en de middelen welke zouden kunnen dienen tot haar grondig en bestendig herstel, door üecom-milteerden uit do Vergadering van Zeventienen, 1788.quot; T. v. JV. I. 1805. N. S. 3e j. I. 457. 19090. , Verhandeling van W. Crane, oud-Secretaris dor Hooge Regering en voormalig Kassier van de Amfloen-Societeit, 179l.quot; Geraadpleegd door J. C. Baud. Bijdr. T. L. Vrkunde N. L. I. 1853. 132 Noot, 142 Noot, 152. 19097. Opgave van: „Memorie van aan-teekeningen op Consideratiën over de oorzaken der vorachtcring en middelen tot verbetering der O. 1. Comp. door Mr. J)1. W. Boers, 1791.quot; T. v. N. /. 1865. N. S. 3e j. I. 456. |
19098. Opgave van: „Missive van den Adv. Consulent F. V/. Boers in dato 29 Maart 1791, houdende refleotiën omtrent de tegenwoordige gesteldheid der Maatschappij, alsmede consideratiën op de Memorie van den Adv. Nederburgh, nopens de middelen, welke zouden moeten worden aangewend om allo confusie te vermijden, die van den tegenwoordigen hopeloozcn toestand van 'sComp. zaken moeten worden geapprehendccrd.quot; 7'. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. 1. 456. 19099. Opgave van: //Memorie van den Baad extra-ord. Groeve, algaanden Gouverneur en Directeur van Java's Noord-Oostkust voor dcu aankomenden Gouv. en Dir. Mr. P. G. van Overstraten, 1791.quot; T. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. 1. 459. 19100. Opgave van: //Missive van den oud-Secretaris der Hooge Regering Crane, in dato 5 April 1791, nevens aanmorkingen op de consideratiën van den Adv. Nederburgh.quot;. T. v. M. 1. 1805. N. S. 3c j. 1.457. 19101. Opgave van: „Memorie van den oud-Secretaris der Hooge Regering Crane, betrekkelijk den handel in Indien, in dato 9 April 1791.quot; T. v. N. J. 1865. N. S. 3e j. 1. 457. 19102. Opgave van: „Korte schets van het Hof en de familie des Sultans en derzelver betrekkingen tot de O, I. C,, de ec-remoniën met de Regenten in gebruik, enz., alsook aanmerkingen over de peperpiantagicn, indigomakerijen, door don Opperkoopman W. H. van Ysseldijk, Eersten Res. aan het Hof des gezegden Sultans, !793.quot; T. v. iV. 1. 1865. N. S. 3e j. I. 4,,9. 19103. Opgave van; „Consideratiën over de Jaeatrasche en Proanger Regentschappen, en over de vraag, of daaruit meerder voordcelen voor de Comp. te trekkon zijn dan thans geschiedt, 1790.quot; T. v. N. /. JSfió. N. S. 3e j. 1. 400. 19104. Opgave van: „Consideration over de Jaeatrasche en Preanger Regentschappen, door Mr. S. C. Nederburgh.quot; 7'. v. A'. I. 1865. N. S. 3o j, I. 459. 19105. Opgave van: /gt;Iets aangaande de O. I. Comp., het vernietigen van het vorig bewind en de gehouden directie door Bewind-hebbers en C.C. G.G., door Mr. II. Nederburgh.quot; T. v. N. 1. Ib65. N. S. 3e j. I. 457. 19106. Handschriften over Nederlandscli Indië, nagelaten door den Kommissaris-Gene-raal S. C. Nederburgh. Inventaris dezer hd» |
622
in het be/,it, vuu Mr. J. C. de I'Vemery, oud-liiu'£);emeestcr to 'sGravesande. Uit de Hand en Meded. van de Maatseli. der Nederl. Letterkunde te Leiden uver het jaar Ifsöt. /. v. N. 1. 1865. N. S. 3c j. 1. 454. I'll07. Verbaal van Commissarissen Generaal, dd. y2 JAibr. 1/94. Geraadpleegd door J. G. Baud. IHjdr. T. /,. /.-kunde N. I. 1. 1853. 143 Noot, 144 Noot. 19108. Memorie door Mr. P. G. van Overstralen, overgegeven aan J. 1?. Baron van Rheede tot de Parkeier, aankomend Guiiverneur en Directeur van Java's Moord-Oostkust, dd. 13 Oct. 179G. Geraadpleegd door Mr. P. jNlijer. T. v. N. I. 3e j. le d. Batavia 1840. 210 Noot. 1910S). Bundel adviesen van den Gouv. Gen. van Ned. lndii; Mr. P. G. van Overstralen. 1796. Geraadpleegd door Mr. P. Mijer. '1'. v. N. I. 3e j. Ie d. Batavia 1840. 228 Noot. 19110. Instruetic voor den Directeur der fortificatiën op Java van 23 Mei 1798. Geraadpleegd door Mr. P. Mijer, T. v. N. /. 3e j. le d. Batavia 1840. 248 Noot. 19111. Opgave van: ./Consideration van den Baad extra-ord. VV. H. van Ysseldijk, op het berigl. van den tegenwoordigeu toestand der Bataafsche bezittingen in Oost-Indië en den handel op dezelve, door den lieer D. van Hogendorp, voornamelijk echter over Java.quot; -— ,Antwoord van den Gouv. en Dir. vau Java's Noordoostkust Engelhard, op de voormelde eonsideratiën.quot; „Gedeeltelijke gedachten van den opperkoopman, Eersten Res. aan het Hof van den Keizer van Java, van den Berg, over gezegd antwoord.quot; T. v. AT. 1 1865. N. S. 3e j. 1. 458. 19112. Opgave vnn : ^Dispositiëii van de Hooge Regering op de afrekening tnsschen den Opperkoopman, Gecommitteerden tot de zaken van den Inlander P. Engelhard en de Bovenlandsche Regenten, 1800—1804, alsmede de gehoudene afrekeningen met. de Regenten in 1805, met papieren daartoe betrekkelijk. T. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. 1. 460. 19113. Extract uit het Journaal, gehouden aan boord van het Breemer schip Visur-gus, Cpt. G. Herklots, op cene reis van Batavia naar Japan 1806. Geraadpleegd door |
Fh. Er. von Siebold. Ph. Fr. von Sieiold, Nippon. 1. 38 Noot. 19114. Mededeeling betreffende de Archieven der Eransehe Regering op Java; door Mr. P. Mijer, cld. 21 September 1839. T. v. N. 1. 2e j. 2o d. Batavia 1839. 415 Noot. 19115. «Verhaal van voorloopige Besognesquot; door de Kommissarissen Generaal van Ned. Indië C. T. Elout en A. A. Buyskes, afzonderlijk gehouden tot 11 Mei 1816. Aangehaald door Mr. P. Mijer. T. igt;. A'. /. Xe j. N. S. le j. Batavia lb48. Ie d. 274. 19116. Rapport van den Raad van Pi-nantiën, cld. 11 April 1817. Geraadpleegd door II. J. van de Graaf en G. J. Mey-lan. 'J'. v. X 1. 18e j. 1850. I. 178 Noot. 19117. Verslag van den Kommissaris J. A. van Braam, dd. Chinsurah, 29 Aug. 1817. Geraadpleegd door J. C. Baud. Bijdr. T. L. I' .-kunde N. I. I. 1853. 140 Noot. Buiten den Ind. Archipel. 19118. Opgave van: «Memorie van het afgaand Opperhoofd te Japan Titsingh voor het aankomend opperhoofd Romberg, 1783.quot; T. v. N. I. 1865, N. S. 3e j. I. 461. 19119 Aanteekeningen uit het Daghre-gister van 't voornaeniste voorgevallene ende gepasseerde in 't Legattscbap aen de Key-serl. Maijest. des Rijcx van Japan, gedaeu wegens de E. Heeren Majores der O. 1. C. door P. Blockhovius, ende vermits des-zelfs ontijdigh all'stervcn bij den coopman Andries Ërisius (als sijn E. saliger bijgevoegde tweede persoon ende Secretaris) bij Instructie daartoe gequalilieecrt, vervolght. ende volvoert.quot; Geraadpleegd door Mr. l)av. H. Levyssohn. Themis, XIV. 1803. 587. 19120. Twee rapporten omtrent den Per-zischen en Japanseheu handel, opgesteld in het laatst der 17e, en in het begin der 18e eeuw. Opgave dooi Mr.J.C. de Jonge,als hebbende behoord tot de verzameling van Handschriften van Jhr. C. A. van Sypesteyn. Mnemos. Vil. 1827. 363. 19121. Het verhaal van J. J. Ketelaer, afgezant van wege de Nederl. O. 1. Maatschappij aan liet Hof van den Mogolschen Keijser Sja Alem Badur, in de jaren 1711 |
623
en 1712, injhctwelk hij van zijn wedervaren verslag doet, en eene beschrijving geeft van de zeden cn gewoonten aan dat Hot', vergelijkende hetzelve in vele opzigten met hot Pransche Huf onder Lodewijk XIV. Opgave door Mr. J. O. de Jonge, als hebbende behoord tot de verzameling van Handschriften van Jhr. C. A, van Öypersteyn. Mnemos. VI]. 1827. 303. 1(JI22. Opgave van: //Memorie van den afgaanden Gouverneur cn Directeur van Malacca Crans voor den aankomenden Gouv. en Dir. de Bruin, 17/7.quot; T. v. N. I. 1805. N. S. 3c j. 1. 401. 19.12'5. Opgave van : ,/Gonsidcratiën over de verbetering van den handel op Malacca, 1785.quot; T. v. A. 1. 1SG5. N. S. 3e j. 1.461. 19124. Sommier verhael vant belegh ende bemachtigen der wijde vermaerde stereke stadt Malakka, onder dc regeringh van An-tonic van Diemen, Gouv. Gen. van dc Ne-derlantsche stadt Orienten.quot; Opgave door P A. Le»pc. Hist. (Jen. Kron. iX. 1853. 247. 19125. instructie of onderwijzingc der Uindostansche en Persiaanfiche talen door J. J. Kctclaer. Opgave door J. C. de Jonge, als bobbende behoord tot de verzameling van Handschriften van Jhr. C. A. van bypesteyn. Mnemos. VIL 1827. 303. 19126. Beschrijving der steden Brodera en Brotcba in Hindostan. Opgave door P. A. Leupe. Hist. Oen. Kron. X. 1854. 3.j4; Vlll. 1852. 27 1. 19127. Opgave van: //Memorie en aparte Memorie van den afgaanden Directeur van Bengalen J. Bacheracht voor zijn opvolger Ross. 1777.quot; T. v. JU. I. 1865. N. S. 3e j. I. 461. 1912S. Memorie van J. Bacheracht, Di-recteur van den liandel in Bengalen, 12 Pebr. 1777. Gcraadplecard door J. G. Baud. Bijdr. T. L. y.-leunde N. I. 1. 1853. 135 Koot. 19129. Opgave van: «liapport van de Kooplieden cn leden van den raad tc Sinsura, Pilbraeht cn van Gittcrs, over hunne Gommis-sic naar Calcutta in Julij '^bó. T. v. N. /. 1875. N. 6. 3e J. 1. lüU. 19130. Opgave van: ,Mcmorie van den llaad ordinair llukslcen, afgaanden Gouv. |
en Dir. van Coromandel, voor den aankomenden Gouv. en Dir. van Vlissingen. 1777.quot; T. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. 1. 461. 191.,il. Opgave van: /'Memorie van den afgaanden Directeur van Souratta A. J. Sluijsken voor den aankomenden Dir. P. Sluyskcn. 1794.quot; T. v. N. I. 18C5. N. S. 3e j. I. 461. 19 32. Memorie nagelaten door den heer Commandeur van dc Malabaarsehe kust 11. A. van Uhoede, aan den heer Jacob Lobs, dd. 17 Maart 1677. Geraadpleegd door A. Moens, Gouverneur en Directeur der kust van Malabar. yerh. '/i. Gen. XI. 177f5. 558. 19133. Opgaven van: „Memorie van don Raad oxtra-ord. A. Moons, afgaanden Gouverneur en Directeur van Mallabar voor don aankomenden Gouv. Dir. J. G. van Angel-boek, 1781.quot; T. v. N. L. 1865. N. S. 3e j. I. 461. 19131. Consideration over hot eiland Ceylon ende de onderhoorige comptoiren, vervaardigd Ao. 1658 door Kijklol van Goeus. Opgave door Mr. J. C. do Jonge, als hebbende behoord tot de verzameling van Handschriften van J br G. A. van Sypesleyn. Mnemos. VII. 1827. 30o. 19135. Opgave van; «Memorie van der. benoemden iJircoteur Generaal van Indi(; van do Graalf, afgaanden Gouverneur en Directeur van Ceylon, voor don Raad-ordinair J. G. van Angelbock, aankomenden Gouverneur en Directeur, 1 lt; T. v. N. I. 11gt;05. N. S. 3c j. I. 461. 19136. Bijzonderheden nopens bet terugvindon vau bet handschrift van de ofliciëelc berigten van Lord Cl ivo, bel rellende de vor-ovoring van liritsch Indie. l.etler'j. 1857. 57. Sumatra. 19137. Van Loun en Ritter, Memorie over den tegonwoordigen toestand van hot rijk van Atjin, 1S;gt;7. Manuscript. Geraadpleegd dour den schrijver van://Sebetscn van liet Noordelijk gedeelte van Sumatra.quot; T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 4e d. 158, Noot. 19138. ii. van Basel, Itadicalc beschrijving van Sumatra's Westkust, dd. Li April 1761, in manuscript. Geraadpleegd door den schrijver |
der «Schetsen van het Noorclelijk gedeelte van Sumatra.quot; T. u. iV./. 9o j. Batnvia 1817. 4e dr. 156 Noot. 19139. Verslag van den kommandcur van Sumatra's Westkust C. H. von Erath aan den Gouv. Gen. en dc Raden van lndii;, 21 Dec. 1790. Geraadpleegd door den schrijver van het «Vervolg op liet geschiedkundig over-zigt van onzen handel cn bezittingen op Sumatra's Westkust, door J. L. van Basel.quot; T. v. N. /. 9e j. Batavia ISW. 4e d. 37. 19140. 11. Mac üiliavnj, rapport omtrent den handel van Sumatra's Westkust 1830. Manuscript. Geraadpleegd door den schrijver der ,Schetsen van het N. gedeelte van Sumatra.quot; T. v. N. 1. 9e j. Batavia 1817. 4c d. 157 Noot. 19141. ïrancis, Algemeen verslag over Sumatra's Westkust van 1837. Manuscript. Geraadpleegd door den schrijver der ,Schetsen van het Noordelijk gedeelte van Sumatra.quot; 2'. v. N. I. 9c j. Batavia 1847. 4e d. 150 Noot. 19] 42. Memorie van den Kommissaris van Palemhang J. 1. van Sevenhoven, Ao. 1823, bevattende onderscheidene voorstellen, rakende het bestuur cn de uitvoering van een nieuw stelsel in het rijk van Palemhang met een statistieke beschrijving van dit rijk. Geraadpleegd door Mr. P. Meijer. T. v. N. /. 4c j. Batavia 1S42. 1 d. 134. 19143. Rapporten van den Kommissaris van Palemhang Mr. H. W. Mungtinghe, en besohrijvingvan de hoofdplaats van Palembang, met de aauteekeningen van hem Commissaris gehouden op ecne reis van de hoofdplaats langs dc benedenrivieren van het rijk. Geraadpleegd door Mr. P. Meijer. T. v N. L. 4e j. Batavia 1842. Ie d. 1^4. 19144. Opgave van : , Memorie van den afgaanden Ros. van Palembang de Vries, voor den aankomenden Res. Hemray, 1780.quot; T v. N. I 1865. N. S. 3c j. 1. 461. 19145. Rapport over de Lampongsche Districten van 28 Dcc 1817 aan Kommis. Gen. over Ned. Indic, ingediend door J. D. Kruseman, toenmalig ads. Res. voor de Lampongsche zaken. Geraadpleegd door S. van Deventer JSz. T. v. N. 1. 1864. N. S. 2e j. 11. 282 Noot; S. v. Deventer JSz. Bijdragen 1. Z. B. 18(15. 211 Uoot. |
19146. Rapport van J. H. '/.orn, dd. 23 Sept. 1836, over dc Batoo Eilanden, ten westen van Sumatra gelegen. Oordeel van L. Horner, Lid der Natuurk. Komm. en citaten. 'I'. v. N. I. 3e j. Je d. Batavia 1840. 315, 330, 332. — Zie ook 1849. 1c d. 203. 19147. Rapport van den gecommitteerde in 1825 voor de Wester Eilanden van Sumatra, Christie, dd Padang 20 Jan. 1826. Oordeel van L. Horner, Lid der Nat. Komm. T. v. N. I. 3e j. Ie d. Batavia 1840. 315. 19148. Opgave van: //Rapport van den Majoor der Infanterie La Motte Berlin, over het eiland Banca, en het koningrijk Palembang.quot; T. v. N. I. 1865. N. ö. 3c j. I. 463. 19149. Algemeen verslag der res, Banka over 1823. Geraadpleegd door Ph. Fr. von Siebold. Ph. Fr. vou SiebolU, Nippon. 1. 20 Noot. • 19150. Rapport van A dc la Fontaine, Pres. en Milit. Kommandant van Banka, omtrent de tinmijnen van Banka, 1824. Geraadpleegd door Ph. Fr. von Siebold. T. v. N. I. 185Ü. I. 225 Noot; l'/t. Fr. von Siebold, Nippun. I. 10 Noot. Borneo. 19151. Journaal, dd. 5 Mei 1819 van Kommissaris van Borneo J. van Boekholtz. Geraadpleegd door Mr. D. J. W. D. Baron van Lijnden, ads. Res. van Pontianak. 7'. o. N. I. 15c j. 1853. I. 172. — Idem. Rapport van den Kommissaris van Borneo E. J. Rocslcr, dd. 15 Dcc. 1819. Aid. 174. 19153. Verslagen van den Kommissaris van Borneo Mr. J. II. Tobias, Anno lb22 en 1823. Geraadpleegd door .Mr. P. Mijcr. T. v. A'. /. 4c j. Batavia 1842. 1c d. 179. 19153. Dagregister van den Kommissaris-Inspceteur op Borneo's Westkust Donker van Mei tot September 1841. Geraadpleegd door Mr. D. J. W. C. Baron van Lijnden, ads. Res. van Pontianak. T. v. N. I. Ijc j. 1853. 1. 185. 19154. Rapport aau den Gouv. Gen. Mr. W. A. Alting, vandenres.J. J. Klagman, dd. Pontianak 18 Nov. 1789. Geraadpleegd door G. Müllcr. hid. Bij, 1. 1843. 215, 348 — i /eth, Borneo's W. Jfd. I. Z. B. 1854,280. |
625
19155. Verslag van de res. Pontianak over 1824. Ueraadpleegd door Mr. D. J. Baron van Lijnden, ads.-Res. van Pontianak. T. v. N. I. 15e j. 1853. 1. 180. — Idem van de res. Sambas over 1823. Aid. 180. Idem over 1833, 183ö en 1839. Aid. 185. Java. 19156. Statistiek der res. Bantam in 1820; door Mr. J. H. Tobias. Geraadpleegd door ür. W. R. van Hocvell. T. v, N. I. 7e j. Batavia 1815. 4e d. 337. 19157. Opgave van: ,Korte historie van de l'reanger, Sundasche, Padjagarangsehe, Jacatrasche en Clieribonsebe landen, door van Boeokholtz.quot; 2'. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. I. 460. 19158. De statistiek der Preanger Regentschappen, door den Hes. dor Preanger llegentseliappen in 1824. Geraadpleegd door J. H. Knoerle. Oosterling, I. 1835. 93. 19159. Lotgevallen van hot archief van Djocjocarta. Medegedeeld door Mr. C. li1. Walraven van Nes — lees J. 1'. W. van Nes. T. v. iV. ƒ. 06 j. Batavia 1844. 4e d. 132 Noot; 1845. Ie d. 120. 19160. Memoriën van de llesidentcn bij het Hof van Djokjokarta : J. M. van Rhijn, W. H. van Usseldijk, J. G. van den Bergh en M. Waterloo. Geraadpleegd door Mr. J. E. W. van Nes. T. v. N. I. 6e j. Batavia 1844. 4o d. 117. 19161. Statistiek van de res. Grissee over 1822; door den Res. A. D. Cornets de Groot. Geraadpleegd door ür. W. R. van Iloëvell. T. v. ;V. /. 3e j. lel d. Batavia 1840. 299 Noot. 19162. Mcdedeelingen dd. 30 Maart 1848, betreffende de werkzaamheden der Kommissie tot onderzoek van het Archief van het voormalig Gouvernement van Java's Noord Oost-kust, te Samarang. 2'. v. N. /. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. Ie d. 168. 19163. Opgave van verslagen en memoriën van Gouverneurs van Java's N. O. kust; door J. Hageman JCzn., 31 Juni 1862. Tijd*. Ind. T. L. r.-kunde, XII. 4 S. III. 1862. 510. Verdere Archipel. 19161. Lotgevallen van de Nederlandsche II. |
Archieven te Koepang op Timor. Medegedeeld door G. H e y m e r i n g, dd. Timor Koe • pang. April 1847. T. v. A. i. 9e j. Batavia 1847. 3e d. 58, 203, 204. 19165. Uitvoerig betoog over de herhaald vijandige handelingen der Portugezen op Timor, en hunne aanvallen op de Nederlanders en derzelver bondgenooten te Koepang, door het opperhoofd E. J. Beijnon den I5den Junij 1753 aan de Hooge Regering te Batavia ingediend. Geraadpleegd door G. Heymering. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 3e d. 128. 19166. Correspondentiën tusschen het opperhoofd te Koepang en de Indische Regee-ring te Batavia van ultimo 1753 tot ultimo 1755. Geraadpleegd door G. Heyinering. T. v. iV. I. 9e j. Batavia 1847. 3e d. 169. 19167. Opgave van: ,Memorie van het afgaand Opperhoofd van Timor, Fockens aan liet aankomend Opperhoofd van Este, 1777.' * T. v. N. l. 1565. N. S. 3e j. I. 461. 1910S. Opgave van: //Memorie van den afgaanden Gouverneur en Direct, van Macassar, Sinkelaar voor den aankomenden Gouv. en Dir. Boelen, 1767.quot; 3'. tgt;. A'. I. 1865. N. S. 3e j. I. 461. 19169. Gedenkschriften van den Gouverneur vau Macassar A. Smout. Geraadpleegd door Dr. W. C. H. toe Water. T. o. N. I. 6e j. 1c d. Batavia 1844. 409 Noot. 19170. Brieven en rapporten door den Militairen Kommandant van Makassar, den Luit. Kol. A. Hendriks bij hel Militair Departement te Batavia ingezonden. Geraadpleegd door Dr. S. A. Buddingh. T. v. N. L 5e j. Ie d. Batavia 1843. 411. Noot. 19171. Nieuwe Instructie door de Indische Regering bij ISesluit van 21 Dec. 1824. No. 5 voor Kommissarissen tot de zaken van Alakasscr opgemaakt. Aangehaald door Dr. S. A. Buddingh. T. v. N. 1. ac j. Ie d. Batavia 1843. 558. 19172. Memorie door den Gen. Majoor Gouverneur dor Molukkos de Koek, aan zijn vervanger den Gouverneur H. Tilenius Kruyt-hoff, dd. 7 Jan. 1819 nagelaten. Geraadpleegd door H. J. van de Graaft' en G. J. Meylan. T. v. N. /. 18e j. 1856. I. 341. 19173. Rapport dd. 31 Mei 1818, v«u |
79
626
den Kommissaris tot; do ovorname dor Mo-luksohe Eilanden, N. Engelliardt. Geraadpleegd door H. J. van de Graaft' en G. tl. Meylau. T. v. N. I. 18e i. 185G. I. 196 Noot. lOl?!. Memorie van overgave van liet gouvernement der Molukken, opgemaakt in 1855 door C. M- Visser, bij liet overdragen van zijn bestuur op Jlir. C.P.Goldman. Geraadpleegd door Dr. 1'. lileeker. Bieekcr, Moltiksche Arch. IJ. Batavia 185G. 210. 19175. Wieling, Precise staat van ïer-nate, uit' Junij 1807. Geraadpleegd door H. J. van de Graaft en G. J. Moylan. T. v. N. 1. 18e j. 1850. I. 255 Noot. 19170. Jnstruktie voor de Residenten van Boeroo en anderen. Geraadpleegd door 11, J. van de Graaft' en G. J. Meylan. T. v. N. I. 18e j. 1850. I. i95 Noot. 10177. Geseliiodeuis van Amboina, gedurende den vrede en den oorlog, sedert do bezitneming door de O. 1. Comp., geschreven door Evcrliard llumphius. Opgave van J. 11. Beueker Andreae, dd. Leeuwarden 1842. Letlerh. 1842. II. 132. 19178. De wijze van leven en zamenzijn met de landskinderen, door Acrn. do Vlanungli van Oudshoorn. Amboyne 1(148. Opgave van J. H. Beueker Andreae, dd. Leeuwarden 1842. Letterb. 1842. JI 135. 19179. Opgave van: ,Memorie van den llaad extra ord. Admiraal en Veldoverste van Pleuren, afgaanden Gouverneur en Directeur van Amboina, voor den aankomenden 19180. Verschil der tijdrekening bij de Arabische volken; en derzelver vergelijking, voor de jaren 1779 en 1780; door Mr. J. C. M. Radcrmaeher. Maliumedanen, Persen, Jentivcn, Siammers, Chinezen, Japanners, en Javanen. Ferh. Bat. Gen. N. I. 1. 3e dr. 1825. 85. 19187. Iels over do Japansehe uurrckc-nine. Fragment uit een brief; door G. j Opheldering van bet hierover voorkomende |
Gouv. en Dir. de Bock, 1785.quot; T. v. N. 1. 1865. N. S. 3e j. 1. 401. 19180. Historie van Banda, door R ei u ier de Klerck, Raadsheer van NeêrlandsIndië, van den 9 Nov. 1750. Opgave van J. H. Beueker Andreae, dd. Leeuwarden, 1842. Letterb. 1842. II, 132. 19181. De Klerk, lladikale beschrijving van Banda, 1750. Geraadpleegd door H. J, van de Graaff en G. J. Moylan. '1'. v. N. l. 18e j. 1850. 1. 108 Noot; 194 Noot. 191S2. Heukevlugt, Consideration over do speoerljperken en de notenmuskaatkuituur te Banda, dd. Mei 1S00. Geraadpleegd door H. J. van de Graaft' en G. J. Meylan. T. v. N. 1. 18c j. 1850. 1. 182 Noot; 249. Kaap de Goede Houp, 19183. Mcdedeeliug door P, A. Leupe, nopens den toestand der Arehievcn in de Kaapstad in 1850. Uist. Gen. Kron. VU. 1851. 455. 19184. Nadere bescheiden betreffende onze vestiging aan de Kaap de Goede Hoop. Opgave door P. A. Leupe. Uist. Gen. Kron. IK. 1853. 400. 19185. Mededeeling met toelichting door P. A. Leupe van de Engelsche vertaling van t wee brieven van J. A. van Riebeeek, dd. 5 ' Maart 1059 en 10 Maart 1660, voorkomende j in: ,Moodic, lleeord or a series of oflicial j papers relative to the condition and treat-; ment of the native tribes of South-Africa.quot; Uist. Gen. Kron. Vlll. 1852. 275. in; »G. E. Meylan, Japan, voortresteld in schetsen, Amsterdam 1830. Lett. Man. 1832. 2c st. 36. 19188. Tafel der tijdrekeningen bij do Chinezen. Anno 1784. Peih. Bal. Gen. IS'. 1. IV. 2o d. 1824. 200. 19189. Vragen over Indische tijdrekenkunde. In eenen brief aan de Rcdaktie van hot Tijdschrift voor Ind. T. L. en V.-kunde. |
627
Aantooning der wijze, waarop moeten worden ingericht tableaux, of tafelen van vergelijk der .1 a vaan soli e en Ciünecsehe tijdroke-kening met de Cliristclijke ; alsmede wenseh dat deze werden opgenomen in den Almanak en naamregister voor Ned. Indiü. Tijds. Ind. T. L. en /kleunde, I. 1853, ü72. — Opname dezer verlangde kalenders. Zie Almanak N.!. 1854—(55.— Eenige antwoorden op de vragen over Indisehe Tijdrekenkunde; door J. Hageman JGz., dd.Soerabaja November 1853. Berekening en opgave van de verlangde tableaux of tafelen van vergelijk. '1'. [nd. T. L. en Y -kunde, II. 18,)4. 318. — Aanvulling der antwoorden enz. dd. Soerabaja 20 Mei 1864. Aid. III. 1S55. 104. — Tweede aanvulling. Hierin «Vergelijkende tafel tussehen de Hedjira en de Ju-liaansohe en Gregoriaansobe Kalenders van Europa, aantoonende den eersten dag van elk jaar des Hedjira's kalender, te beginnen van voor liet tijdstip der waarschijnlijke invoering van het Islamisinus op Java. Aid. 279. — Iets over de tijdsberekening bij de Cliiuezcn. Derde aanvulling. Aid. LV. '6 S. III. I8fi0. 07. 19190. Chineesehe tijdrekening en jaartelling, volgens J. Hageman JCzn. Almanak N. I. 1855—1859. 19191. Chineesehe tijdrekening. Naar ,fideler, Ueber die Zeitrechnung der Chinesen.quot; Almanak N. I. 18110—1865. 19192. Iets over de tijdrekening der Hindoestaners. Uit Capt. F. Wilford's Verhandeling over dit onderwerp in de Asiatic Researches Vol. V. en overgenomen uit tbc Monthly Review, for Aug. 1800. Lelterb. XIV. 1800. 147. 19193. Hindosche Tijdrekening. Overzigt van bet daarover voorkomende in de Erunsche vertaling van A. licaume der Asiatic Resear-ehes. Uitgegeven door Ad. Duquesnoy, Parijs 1807,quot; door Scdillot, nit den Moniteur Vcan 1807. Letterb. 1807. II. 374, 1808. II. 174. 19194. Beschrijving van do Arabische jaartelling, overgenomen uit den Almanak en Naamregister van Nederlandsch Indië voor 1829. Weegsch. 1830. 530. 19195. Arabische tijdrekening; door A. B. Cohen Stuart, Ambtenaar voor de .In-vaansche taal te Soerakarta. Almanak N. I. 18(10—1805. |
1919C). Iets over de tijdrekening dor Ma-homedancn; door J. ülivier Jz.Handleiding tot vereffening van bet verschil tussehen deze tijdrekening en die der Christenen. T. v. N. I. 3e j 2e d. Batavia 1840. 322. — Beoordeeling van deze handleiding door P. Mel-vill van Carnbée. Aid. 5e j. 2e d. Batavia 1843. 600 Noot. 19197. Iets over de Mabomedaansche tijdrekening ; door P. M e 1 v i 11 v a n C a r n b é e, Luit. ter zee. Tabel, waarin de dagteekening der Christelijke jaartelling, volgens de Juliaansche en üregoriaansche tijdrekening, wordt opgegeven, zooals zij met het begin van elk Ma-homedaansch jaar, van af liet tijdstip der waarschijnlijke invoering van het Islamisinus op Java, overeenstemt; met aanwijzing van het gebruik der tabel, en voorafgegaan door eenige opmerkingen en beschouwingen. 888 of 9 Eebr. 1483 tot en met 1261 of 29 Dcc. 18*4. T. v. N. I. 5c j. 2o d. 1843. 059. 19198. Iets over de Mabomedaansche tijdrekening op Java; door P. M el vil 1 van Carnbée, Luitenant ter zee. Opgave en vergelijking der Mabomedaansche tijdrekening, volgens de Turksclie en Soerakartasche rekening; naar aanleiding der hem gegeven mededeelingen van C. E. Winter, Transla-tenr in de Javaansche talen te Soerakarta. T. v. N. I. 5c j. 2e d. Batavia 1843. 147. 19199. Nog iets over de Moliaraincdaan-sclie tijdrekening op Java; door A. 13. Co-hen Ötuart, dd. Soerakarta, Nov. 1849. Met Naschrift yan l)r. J. Pij nap pel Gz, dd. Delft 24 Jan. 1850. Tegen de beschrijving van P. Melvill van Carnbée, en mei hel. oog op die van J. Crawfurd, T. 8. Rallies, P. P. Roorda van Eysinga en J. E. C. üerieke. Uitvoerige besclmjving van den Javaanschen kalender; met mededeeling der opgaven van den geleerden Javaan Raden Mgabelu Rangga Warsita, aan C. E. Winter Sr. in 1813. T. v. N. I. 18j0. I. 315. 19200. Verdeeling en benaming der verschillende tijden van den dag in de Lam-pong. Medegedeeld door II. Zelling e r. 1845. T. v. N. L 9e j. Batavia 1847. Ie d. 310. 19201. Beschrijving van de tijdrekening bij de Battahs in Mandhéling en Pertibie; door T, J. Wilier. 1845. T. v. N. I. 8e j. Batavia 181-6. 2r d. 397. |
19202. Javaansch-Mohammedaansche tijd- i rekening; door A. B. Cohen Stuart te Soerakarta. Almanak N. /. 1860—1865. 19203. Iets over de Javaansehe tijdrekening, door J. ï. C. G e r i c k e, Afgevaardigde van het Nederl. Bijbelgenootschap, Direeleur van het Javaansch Instituut te Soerakarta, dd. Soerakarla Julij 1833. Beschrijving, gevolgd door de mededeeling van eene bijzondere wijze, op welke de Javanen soms gewoon zijn in het begin hunner schriften een jaarlal uit te drukken. Perh. Bat. Gen. N. 1. XVI. 1836. 03, 73. 19204. Javaansehe tijdrekening, door J. Lipjes, 0 Maart 1840. Beschrijving, met een Tafel van eene Javaansehe Vt iendoe of van eenen vasten tijdkring van acht jaren. T. v. N. I. 3e j. ie d. Eatavia 1840. 69. 19205. Beschrijving van de tijdrekening der Javanen. Uittreksel uit het verslag in 1822 door den Res. van Urissee, A. D. Cornets de Groot van zijne residentie vervaardigd, cn medegedeeld door E. G. Valek, in leven Res. van Djokjokarta. Hierbij een «Tabel, waarin wordt aangetoond met welke dagen en pasardagen, de maanden der onderscheidene jaren een aanvang nemen, met opgave der woekoe's, welke op die tijdstippen bestaan, en vervolgens alle Vrijdagen of om de zeven dagen naar hun afloopend nummer omwisselen.quot; T. v. N. I, 1 Ie j. 18j2. II. 346. — Aanteekeningen hierop; door G. Aid. 429. 19206. Javaansehe tijdrekening en jaartelling volgens J. Hageman JCzn. Al-manak N. 1. 1845—1849. |
19207. Iets over de Javaansehe tijdrekening en jaartelling, door J. Hageman JCzn., Soerabaja Junij 1849. Historisch onderzoek, gevolgd door een herleiding der Javaansehe in onze jaren. Ind. Arch. Ie j. II. 1850. 318. 19208. Vraag van het K. Inst. T. L. en V.-kunde v. N. I., getiteld : «Waaraan schrijft men het toe, dat in de res. Bagelen voor pasardagen ongewone dagen worden genomen, terwijl men daar anders een eigen week van vijt dagen voor heeft!1 Heeft dit ook elders op Java plaats?quot; Bij Ar. T. L. en l'.-kunde v. N. I. I. 1853. bl. XIII; III. 1855. bl. XXXII; IV. 1856. bl. XXVII. — Overgenomen in T. v. N. /. 15e j. 1852. II. 77. 19209. Beschrijving van de Balinesche tijdrekening; door R. Friederich. Anno 1847. Verh. Bat. Oen. N. I. XXIIIe j. 1850. 49. 19210. Berichten van Dr. R. Friederich betreffende de Balinesche tijdrekening. Medegedeeld door Dr. W. R. van Hoëvell. T. v. N. 1. 8e j. Batavia 1846. 4e d. 210. 19211. Verandering in den kalender te Manilla, met 1 Jan. 1845, en vermelding der aanleiding. T. v. A'. I. be j. Batavia 1846. 2e d. 133. 19212. Beschrijving van de Inlandsche tijdverdeeling op de Z. W. eilanden; door G. Heijm ering; dd. Timor Koepang, Febr. 1846. T. v. jY, I. 8e j. Batavia 1844. 3c 1 d. 49. |
Algemeen. 19213. Beschrijving van oude gedenkstukken en merkwaardige overblijfsels in alle waerelddeelen, welker stichters en tijd van opriehting onbekend, of onzeker zijn. Uit het Hoogduitsch van C. Meiners, Hoogleer, te Gottingen. — H. Afrika De oude grafplaatsen of graftcekens der Hottentot ten, miar A. Sparman. N, Ned. Bill. VII. 1787. 2e st. 180. — V, Persië, oudheden van Perse-polis; onderaardsche gangen en graven. Aid. |
226. — VI. Indië, naar C. Niebuhr cn Anquetil. Aid. 259. — Vil. Ceilon en het Paasch-eiland in de groote Zuidzee, naar Knox en Wolf. Aid. 266. — IX. Mongolië, naar Pallas en Muller. Aid. 224. — X. Mongolische opschriften en beeltenissen in rotsen enz. ingehouwen, of daarop geschilderd, naar Strahlenberg, Gmelin, Spangenberg, La Croix en Pallas. Aid. 368. — XI. Mongolische graven en grafteekens, naar Gmelin, Pallas en Rytschkow. Aid. 416. — XH. Steden, tempels, vestingwerken en andere |
639
werken van kunst in liet land dor Mongolen, naar IJsbrand Ides, Pallas, Muller, Gerbillon, Uraelin en liytsclikow, Aid. 4(14. China. |
19214. liet. gedenkteeken van Siganl'u ia China. Gedeeltelijke mededeeiing der opseliril-ten. Med. Stemm. 1834. No. 20. 7 sclio tempel te Maliabalipoeram,quot; volgens teekening van Danioll. Steendr. v. 11. J. Backer te Dordt. Leeska/j. 1834. 11. tegenover 32. 19223. Aanstelling te Bombay van kunstenaars, voor het al'teekenen van de uilge-dolven tempels van het westelijk Indië. Ash ca, I. 1851. 136. |
Indië, 19 215. Korte geschiedenis der beoefening van Indjseln; oudbeden; door O. J. C. Re livens. (KjSl—1824). Inst. Verh. 111. KI. 111. 1826. 3. 19^16. Bijzonderheden nopens de gekleurde afbeeldingen van Oost-Indische tempels en bouwvallen door Hodges, en uitgegeven te Londen. Lellerh. IX. 1798. 123. 19217. Bijzondei heden nopens de platen gegraveerd door Daniells naar ufteekeningen van den grottempel nevens de gedenktoekens te Ellora, omstreeks Poonah. Lelterb. 1804. II. 306. 19218. Bouwvallen vnn een oude stad in Hindostan, ontdekt bij het. reinigen van een kanaal. Brief aan de Aziatische Maatschappij van Kapitein Cantley, oppertoezigter over het kanaal van Douab, inhoudende zijne ontdekkingen met toezending van gevonden muntstukken; gevolgd door bet advies van den Secretaris dier Maatschappij, nopens dezen brief met beschrijving der overgezonden munten. letterb. 1835. I, 251. 19219. Ontdekkingen van J. Prineep te Calcutta. Onderzoek naar de inseriptiën op de munten en oude gedenkstukken van Indiii. T, v. N. I. 3e j. Ie d. Batavia 1840. 441. 19220. Oude ruïnen op de kust van Co-roraandel. Overzigt der verhandeling van W, Chambers, over de bouwvallen van Ma-balipourarn. Getrokken uit. de Eransche vertaling van A. Beaumc der Asiatic Ilesearches, uitgegeven door Ad. Duquesnoy. Parijs 1807, door Sedillot, uit den Moniteur van 1807. letlerb. 1S08. I. 6; 11. 174. 19221. Tooneelen in Indië. Uc zeven Pagoden. Gebeitelde rotsen, te Maliabalipoeram, met plaat, heeskab. 1834. 11. 24 en 28. 19222. Plaat, voorstellende dc «Hindoe- |
19224. //Korte beschrijving der beelden en liguuren, welke op den Berg van Moekere-gelle, anders Adams Berg genaamd, en op Ceijlon gelegen, te zien zijn, met aanwijzing van de lengte der lichamen, leden, cn dc gestalte der kamers, waarin dezelve leggen.quot; ï 'alentijn, V. St. I. 376. 19225. Bijzonderheden nopens het vinden op Ceylon van een ring, toebehoorende aan Anuius Plocanius, pachter der regten op de Roede Zee in de eerste eeuw na Christua. Uit het Athen. van 1843, door E. de Waal. Intl. Mag. 1. ïw. 1844 No.7,8 en 9. bl. l)99.' Indische Archipel. 19226. Verzoek, dd. 8 Mei 1847, van hot Baf:. Gen. in N. I., om aan do Directie iu te zenden antiquarische voorwerpen in steen of metaal, die van tijd tot tijd op Java of elders in den Archipel gevonden worden, met opgaven van de plaats waar, en, do omstandigheden, waaronder zij zijn apngetroffep, benevens legenden en verhalen over godenbeelden, verzameld bij de bcschaafdstc en minst bevooroordeelde inboorlingen. Verh. Bal. dm. N. I. XXI. 1816—47. Ie ged. 23. 19227. Verzoek, dd. 8 Mei 1847, van het Bat. Gen. in N. I., om aan de Directie in te zenden beschrijvingen, opmetingen of afbeeldingen van groote gebouwen en tempels in N. Incliö, cn do legenden, die daaromtrent iu omloop zijn. Verh. Bal. Gen. N. I. XXL 1846—47. Ie ged. 24. — Herhaald dd. 27 April 1852. Aid. XXIV. 1852. 16, 19228. Vraag van het K. Inst. T. L. en V.-kunde v.N. 1. naarop Java en elders, uit verschillende steensoorten bewerkte voorwerpen gevonden, als wapenen, werktuigen of erecdscbappen, hunne afmeting, oorsprong, eriebten omtrent hun gebruik cuz. Bijdr. T. L. en l''-kunde v. N. 1. I. 1853. hl. XVI; III. 1855. bl, XXXI; IV. 1856. bl. XXXI. -- Overgenomen in T. v. i\. 1. 14e i. 185.2.11.79. |
630
19229. Vraag van bet K. Inst. T. L. en V.-kunde v. N. 1., getiteld: *Ten einde in zijn gebeele uitgestrektheid den invloed te beooraeelen, die/ waarscbijnlijk door de uitgebreide magt van het vroegere Javnansehe vorstendom Madjapait, de Hindoesche godsdienst. ook op de andere eilanden van den O. I. Archipel gehad heeft, wenscht men de aandacht te rigten op de godsdienstige monumenten van Hindoeschen oorsprong, welke op onderscheidene plaatsen buiten Java en Bali gevonden worden. Men zoude daarom gaarne iets naders te weten komen van die te Djambi, Kwantam, Boetar, in Deli, op de Oostkust van Sumatra, b;j de Kapoeas, te Margasari, aan de liahaw, te Lamoeroe, in 't Zuiden van Celebes; en alle berigten en beschrijvingen verzamelen van wat reeds van zulke overblijfselen van Hindoesche bouwen beeldhouwkunst bekend is. Bijdr, T. L. en V.-kunde v. JV. I. I, 1853. bl. XVU; 111. 1855. bi. XXXII; IV. 1856. hi. XXXII. Overgenomen in T. v. N. I. He j. 1852. II. 79. 19230. Verzoek aan de hoofden van gewestelijk bestuur, om de kennisgave van gevonden wordende oudheden, die voorschreven is bij het gouv. besluit van 19 April 1855 No. 3, niet te bepalen tot voorwerpen van edele metalen, maar ook van het vinden van alle andere soorten van oudheden kennis te geven aan het Bataviaasch Genootschap. Not. 2 Eebr. 18G1. fljds. Ind. T. I, ^.-kunde, XL 4e S. II. 1802. 4)6. 19231. Missive, dd. Batavia 22 April 1862 No. 87, aan den Gouv. Gen. van Ned. Indië Mr. L. A. J. W. Sloet van de Beele, van de Directie van het Bat. Gen. v. K. en W., inhoudende hare beschouwingen en voorstellen, gevraagd namens de Regering op twee Nota's van Dr. C. Leemans, Directeur van het Museum van oudheden te Leijden, en Dr. L. J. ]?. Janssen, Conservator bij diezelfde inrigting, aangaande de conservatie en beschrijving der Indische oudheden, met bet oog op lo. het zamenstellcn van eene oudheidkundige statistiek; 2o. het verzamelen en overbrengen naar 's Rijks Museum vun oudheden te Leijden van voorwerpen van archaeologisehe en ethnologischo waarde; en 3o. het afteekenen van niet vervoerbare monumenten, bet afdrukken van opschriften en wat dies meer zij. Tijds. Ind. T. L. en V.-kunde, XII. 4e S. III. 1862. 514. — Gou-vernements besluit, dd. Buitenzorg 24 Mei 1802 No. 2, vaststellende de beschikkingen op bovengenoemde voorstellen, de opdragt der beschrijving aan J. F. ü. Brumund enz. Aid. 552. — Idem, doch met weglating der slotbepalingen en een gedeelte van den considerans. Bijblad Ind. Staatsblad, VI. 1862. 127 No II UI. — Oudheidkundig onderzoek op Java, door ***, dd. Maart 1863, zijnde tekst van bovengemeld besluit, doch met. weglating van den geheelcn considerans, en gevolgd door eenige opmerkingen over dc uitvoering. T. v. N. I. 1803. N. S. Ie j. I. 247. — Medcdeelingen betreflende de aanvankelijke uitvoering van dit besluit. Not. Bat. Gen. 7 Junij 1862. Tijds. hid. T. L. en V.-kunde, Xll. 4e S. III. 1862. 557, 505. Kort overzigt der reis van J.l1. G. Brumuud tot op zijn overlijden in Maart 1803, en van het gedeelte zijner ingediende beschrijving. T. v. N. /. 1803. N. S. 1c j. I. 392. |
Sumatra. 19232. Hindoe-oudheden op de Oostkust van Sumatra. Uittreksel uit. „J. Anderson's Mission to the East-Coastof Sumatra in 1823. London 1826.quot; Medegedeeld door E. Net-schor. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XII. 4e S. III. 1862. 14S, '224, 230. 19233. Plaat voorstellende: «Tempelruïne te Batang Bocrocmon, Sumatra's Westkust. H. van Rosenberg del. Lith. der genie Seguin Lith. Tijds. I:id. L. y.-kunde, III. 1855, tegenover 58. - Idem der „Tempel-ruïne tusschen de rivieren Pany en Boeroc-mon. (Sumatra's Westkust). Aid. tegenover 58. 19234. Hindoe-bouwvallen in het landschap Padang-Lawas, binnenlanden van Sumatra; door H. von Rosenberg. Met platen. Besehrijving. Tijds. Ind. T. L. V. kunde, UI, 1855. 58. 19235. Plaat voorstellende «De Batar Ber-Tikam, in Tanah-Datar.quot; P. van Oort ad nat. del. A. Arnz en Co. impr. 6'. Muller, Bijdr. 1846, tegenover 82. 19236. Oudheden ter Westkust van Sumatra; door E. N etseher. Medcdeelingen en opmerkingen over het uiterlijk voorkomen en de localiteit van die te Pagorroejoug, te Soeroeasso en te Batoe-beragoong. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, III. 1855. Berigten bl.XV. 19237. Kota Tjandi, Sumatra's Westkust, door Corns, de Groot Met eene plaat. Besehrijving der ruïnen aldaar in Aug. 1858. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IX. 3c S. III. 1860. 531. — Errata. Aid. X. 4e S. I. |
631
19238. Oudheden ter Westkust van Sumatra, welke eene vroegere heerschappij van Javanen in Menangkabai bevestigen. Beschrijving, getrokken uit aanteekeningen van K. Francis. Tijds. Ind. T. L. F.-kunde, IV. N. S. I. 1S55. 549. 19239. Ilindoc-beeldeu in de binnenlanden van Palembang. Beschrijving met af heelding, volgens mcdedeeling van den 2n Luit. der Int. L. Ullmann, dd. Lahat üec. 1849. Ind. Arch. Ie j. II. 1850. 493. 19240. üudc kris uit de res. Palembang. Mededoeling van den brief, dd. Palembang 12 Jnlij 1854 van den Iles.j Kolonel C. A. de Bra uw hierover, en beschrijving er van door E. Netscher. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, 111. 1855. Berigtcn bl. IX. 19241. Afgodsbeeld uit Bcnkoelcn. Beschrijving van dit genaamd pemanoean, en gevonden in het landschap Liwa, en gezonden door den Kontroleur le kl. te Kroehi, C. M. G. A. M. Eooma Verstege. Tijds. Ind. T. L. F.-kunde, X. 4e S. I. 1861. 80, 312. 19242. üud beeld in Benkoelen; door Mr. J. A. van der C li y s. Mededeeling betreilendc dat, ontdekt door A. Pruys van der Hoeven, aan den rand van den N. Krater van den berg Kabah. Tijds. Ind. T. L. F.-kunde, XIX. 4e S. V. 1S64.188. 10243. Mededeeling door G. P.deBruyn Kops, Luit. ter Zee, van bijzonderheden nopens de liindoe-oudheden in 1847 en 1849 gevonden op eilandjes onder Riouw, nabij Bintang. Nat. Tijds. N. I. IV. N. S. 1. 1853. 73. Borneo. 19244. liindoe-oudheden op do Noordkust van Borneo, door Mr. J. A. van der O h y a. Overname der bijzonderheden nopens die gevonden in de nabijheid van Serawak, voorkomende in hot werk van Spenser St. John, Life in the forest of the far east. Londen 18()2. vol. 1. 227. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XIV. 4e S. V. 1864. 91. 19245. Mededeeling door Dr. C. L. Blume, van de vertaling door J. Gilde-meis ter, der opschriften van de voornaamste graftomben op de begraafplaats der Sullans van Pontianak, afgeschreven door G. Muller in Jan. 1824. Ina. lij, I. 1843. 153 Noot; 195 Noot. |
19246. Mededeeling door Dr. E. Miiller van een kopij van het opschrift in de rotsen aan de rivier Sangouw of Segaijam, zooals het in het oorspronkelijke, kawie-taal? is afgeschreven door G. Miiller op 14 Pebruarij 1824. Ind. Bij, I. 1843, tegenover 194. Zie ook 156, 196. 19247. Plaat, voorstellende «Oudheden te Sangouw,quot; zijnde een beeld met eenolifants-kop, op de hurken zittende, en een liggende koe, geheel in den stijl der Braminen; volgens afteekening van G. Miiller op 12 l'ebr. 1824. Ind. Bij, 1. 1843, tegenover 196. Zie ook 155. Java. 19248. Voorstel van E. Nctscliertot het vervaardigen eener oudheidkundige kaart van Java, speciaal ten aanzien der verspreiding van het Hindoeïsme, in verband met den invloed daarvan op de Javaansche maatschappij. Not. 1 Sept. I860. Tijds. Ind. T. L. 'leunde, X. 4c S. 1. 1861. 457. — Schets daarvoor door W. P. Versteeg en E. Netscher, alsmede circulaire dd. 20 Dec. 1860 aan de hoofden van gewestelijk bestuur, om bijdragon voor die kaart. Not. 3 Nov. 1860. Aid. 401. — Ontvangen antwoorden hierop in 1860 en 1861 van do verschillende llesidenten. Aid. XI. 4e S, II. 1862. 408, 413, 420, 426; XII. 4e S. III. 1862. 134, 147, 215, 223. — Verslag der bespreking in de bestuursvergadering van 7 Junij 1862, met J. E. G. Brumund, over de inrigting dezer kaart, en hare zamenstelling door W. E'. Versteeg. Aid. 565. 19249. Aanbeveling van cenige leden der Tweede Kamer om zorg te dragen voor de bewaring van de oudheden op Java. Nov. 1853. 6edr. Stukk. 1853—54. II. No. 86 § 45. — Brief dd. 20 April 18:)4 No. 769 van den Algemeenen Secretaris der Indische regering, om advies van den Direct, van het Bat. Gen. N. I. hieromtrent, waarop is gewezen bij brief van den Min. van Kol. C. E. Pahud, dd. 25 Nov. 1853. Lett. A, No. 2/884. Not. 23 Eebr. 1857. Tijds. Ind. T. L. V -kunde, VU. 3e S. I. 1858. 182. — Brief, dd. 21 Maart 1857 No. 707 van den In üouv. Seer., met bijlagen, houdende toezending der verlangde bescheiden over deze bewaring. Not. 6 April 1857. Aid. 248. — Advies en voorstel dienaangaande aan het Indisch Gouverneraent. Not. 18 Mei 1857. Aid. 258. |
19250. Wat wordt, er tot behoud der oudliedcn van Javagedaau? Ingezouden. Opgave van de leden der „Kommissie tot het opsporen, verzamelen en bewaren van oudheidkundige voorwerpenquot; op Java. ISiiS—34, hare werkzaamheden; en aanbeveling tot het nemen van maatregelen door de Indische Regering lot conservatie der oudheden. T.v. N. £. 17e j. 1855. 1. 191. 1925J. Tekst van de Indische besluiten van: lo. dd. 24: Julij 1823 No. 7, vaststellende voorschriften voor de Residenten op Java, met opzi.gt tot de goede bewaring der Javaansche oudheden; 2o. dd. Buitenzorg, 29 üec. 1840 No. 13, tot voorwaardelijk verbod van den uitvoer van oudheden van Java, en tot last aan do plaatselijke autoriteiten tot het inzenden van beschrijvende lijsten van alle oudbeden in hunne residen-tiën aanwezig; en 3o. dd. Batavia J7 Ang. 1842 No. II, ter herinnering aan de toelichting \ an bovengenoemde besluiten. Bij-blad Ind. Staat.ibl. L 1S57. 430 No. 21-8. 19252. Brief van A. \V. Kinder de Cama-recq, mededcclende de gevraagde beschou-wingeu over de beste middelen om te doen zorgen voor de instandblijving van de over Java verspreide oudheden. Not. 2 Junij 1860. Tijds. Ind P. L.y.-kunde, X. 4o S. I. ] 801.300. 1925:'). Wetenschappelijk onderzoek naar de op Java aanwezige oudheden en insorip-tiën, door Dr. C. J. van der VIis. /te Kopiist, le j. Ie d. Batavia 18'i2. 678. Zterf. Ind. Gen. II. 1855. 275. 19251. Prijsvraag uitgeschreven door het Bat. Gen. in N. L, getiteld; ,Eene volledige zamenstelling en kritische bearbeiding van de tegenwoordig bestaande kennis der Hin-doesche tempels, beelden, beschreven stcenen, huisraad, werktuigen, versierselen, enz. van Java, met opgave van de juiste plaats waar ze voorkomen, of van waar zij afkomstig zijn.quot; T. v. N. I. 15e j. 1853. 1. 07. 19255. Prijsvraag uitgeschreven door het Bat. Gen. in N. 1., getiteld: //Eene opgave en beschrijving van de op Java gevonden wordende oudheden uit den Hindoetijd, van welke tot nog toe gccne beschrijvingen bestaan of publiek zijn geworden.quot; ï'. o. N. I. 15e j. 1853. I. 67. |
19260. Benige bijdragen tot de kennis der oudheden op Java; door J. Munnich, te Samaraug. Beschrijving van 1. Tempels van Grozal in Kadoe; 2. Tempelruïue Brod-jongalan; 3. Steenen beeld op den top van den heuvel Daghi bij Boro Bodoer; 4. Tempels in Djokjokarta, als van de Tjandi: dsingo, bener, segawon, assoe, andjing, pala-óssan; 5. Tjoepoe Watoe in Djokjokarta. Gids, Xle j. 18i:7. II. Meng 489. — O. d. titel: Eenige Bijdragen tot. het onderzoek der oudheden op Java; door J. Munnich, dd, Samarang, Eebr. 1845. Ind. Mag. II. Tw. 1. 181-5 No. 1 en 2. bl. 173. 19257. Opmerkingen nopens het geschenk aan het Museum van oudheden te Leijden in 1855, uit de nalatenschap van den Hoog-lecraar C. G. C. Reinwardt, van de manuscripten: lo. Beschrijving der ruïnen van tempels op het eiland Java, welke men sup-poneert aan de Bramiensche of Boedasche leer te zijn toegewijd; 2o. Beschrijving van de ruinen van Borro Boedoor; 3o, Naams-oorsprong en korte geschiedenis van de Staat Brambanam; 4o. Beschrijving der steenen kegel, bij Toegoe, in liet district Caliewocn-goe; en 5o. Beschrijving van een landrcize naar Goenong-Prouw en Goenong Die-Eng, ter onderzoek van de Bramiensche antiquiteiten. Lelterh. 1856. 108. 19258. (Jedachten over de ruïnen van de Hindoesche godsdieuat, welke op Java gevonden worden; door F. G. Va lok, d.d. Djokjokarta, 11 Mei 1840. Hierbij ook eene beschrijving der tempels van Brambanan ou Boro Boedoor. T. v. N. I. 3e j. le d. Batavia 1810. 177; 2e d. 311, 312. 19259. De Hindoe oudheden op Java; door J. F. G. Brumnnd. Overzigt van hetgeen tot bevordering der kennis van de Hindoeperiode en hare overblijfselen is gedaan, gevolgd door eene beschrijving van: a. Tjandi, Kali-bening, b. Tjandi 6ari, c. Tjandi Loro-Djongrang, d. ïjondi Loem-boeng, ff. Tjandi öcwoe, f. Tjandi Plaossaw, g. Tiandi Kalongan. h. Tjandi Somo Poero, i. Tjandis van Djoboiin, enz. Met platen. Indiana, I. 1853. le j. II. 1854. 1, 25. ] 9:.'60. Ruïnen van Java. Korte ontleding der steenen gedenktcekenen, welke de Hindoes op Java hebben achtergelaten; door Dr. F. J u n g h u h n, dd. op den berg Salak Junij 1844. T. v. N. I. fic j. 2e d. Batavia 1844. 341. 19261. Lijst der door H. N. Sieburgh in olieverw geschilderde af bccldingeu van dc voornaamste op Java aanwezige, zno Brah- |
633
miensche als Boedhaschc tempels; zamecge-steld door J. van der Viune en A. J. Bik; alsmede hun verslag over deze schetsen en over de teekeningen van H. N. Sieburgh, van Hindoesche of andere aan de tempels gebezigde architectuur, van fragmenten tot opheldering van bas-reliefs, afbeeldingen van afgoden met hunne attributen, van ornamenten en inscription, van huisgoden, lampen, klokken, enz., door hem vervaardigd gedurende 1837 —IWl. lgt;e Kopiist, Ie j. Ie d. Batavia 1842. 383. — Beheer van deze verzameling door Mr. G. J. Sieburgh. Aid. 489. — Mededeelingen en opmerkingen nopens deze verzameling, door Dr. C. Leemans, dd. Museum van oudheden. Leiden, 1846. Lelterb. 1846. II. 309. — Rectilicaticn, Hand. Ind. Oen. II. 1852. 269, 282. 19262. H. N. Sieburgh en zijne oudheidkundige onderzoekingen in de binnenlanden van Java, door Dr. C. Leemans, dd. Museum van oudheden. Leiden 1846. Verslag van zijne verrigtingen ten deze als kunstschilder. Letterb. 1846. II. 275, 290, 306. 19263. Voorgenomen onderzoek door W. A. van den Ham, Gaud, in de letteren, naar de op Java aanwezige oudheden en inscription. De Kopiist, )e j. Ie d. Batavia 1842. 679. 19264. Klagt over het. gemis aan overeenstemming bij de oudheidkundigen op Java. De Kopiist, Ie j. 1c d. Batavia 18 IC. 680. 19265. Beredeneerde beschrijving der Ja-vaansehe monumenten van het Kabinet van oudheden van het Bataviaasch Genootschap van kunsten en wetenschappen; door I r. W. 11. van Hoévell, Pres., en R. Priede-rich, Biblioth. des Genootschaps. Eerste gedeelte. Met platen. Voorafgegaan door een overzigt der studiën van de Javaansche Archaeologie, sedert het begin dezer eeuw. Verh. But. G-en. N. L. XXI. 1846—47. Ie ged., en XXIII. 1850. 10. 19266. Iets over steeien voorwerpen van verschillend gebruik uit den Hindoe-tijd, op Java gevonden; door J. l1. G. lirumund. Opmerkingen over stecnen wiggen en wapenen, gevolgd dour eene beschrijving en beschouwing van watervaten, waterbakken, urnen, loemboeng's of rijstschuren, van steen vervaardigd en uit do Hindoe-periode al-komstig. Indiana, II. 1854. 101. |
19267. Inhoud der verslagen van Mr. H. J. Koenen en Dr. L. J. P. Janssen, op uit-noodiging di,r Tweede klasse van het Kon. Ned. Instituut ingediend, over eenige Javaansche donderbeitels of steenen wiggen, toeerezonden door Dr. C. Swaving uit Oost-Indië. Jaarh. Kou. [nstituut, 1S50. 101. —-lierigt, en afteekening van eenige steenon wiggen en wapenen, door Dr. G. Swaving. Met plaat. Allen afkomstig van Java, voornamelijk uit Buitenzorg, en gevonden of toegezonden door H. Rochussen, J. E. Teysman, J. Tromp eu anderen. Nat. Tijds. N, 1. Icj. 1850. 81. 19268. Dr. C. Leemans, Over steenen wiggen op Java, en eenige andere steenen voorwerpen op Borneo gevonden. Inlichtingen nopens die, toegezonden door de Eerste klasse van het Kon. Ned. Instituut aan het Museum van oudheden te Leijden, en afkomstig van Dr. C. Swaving, A. de Wilde, Dr. P. Junghuhn en Dr. C. A. L. M. Schwaner. dd, Leijden 28 Oct. 1851. Met platen, tnst. Tijds. en N. Wet. V. 1852. 106. 19269. Aanbieding doorDr. C. Swaving van een drietal steenen bijtels,, zoogenaamde dondersteenen, voor het Museum der Nat. Vereen. N. I. Not, Nat. Vereen. 40ct. 1861. Nat Tijds. N. /.XXIV. 5e S. IV. 1862.227. 19270. Toelichting der plaatsing door de Derde klasse van het Kon. Ned. Instituut in het Archaeologiseh Museum te Leijden van de drie oud-Javaansehe beelden in J819 naar Nederland overgezonden, en behoord hebbende aan N. Engelhardt, oud-Gouverneur van Java's Oosthoek. Instituut, I. Iö41. 175 19271. Over metalen beeldjes uit Java; door Dr. C. Leemans, dd. Leiden Nov. 1857. Beschrijving van eene verzameling, afkomstig uit de fabrijk van Boeddha-beeldjes, van zekeren Javaan So Semito genaamd, te Parahan, in de res. Kadoe, dienende ter aantooning van bijzonderheden en kenmerken om de nagemaakte of verzonnen voorstellingen van de echte overblijfsels der Javaansche oudheid te leeren ouderscheiden. Met plaat. / Rrsl. Kor». Akad. d. IVel. Lett. III. 1858. 187, 231. 19272. Navraag naar oude riugen met inskriptiën, door E. Netseher. Verzoek om afteekening en verklaring van zoodanige, afkomstic: van don voór-Mohamedaansehen lijd, op Java. Tijds Ind. T. L. V.-kunde,1\. Ibj4. Berigten bl. 1. 80 |
634
19273. Verklaring van inscriptiën op gouden ringen van Java; doorE. H. Th. Trie-d e r i e h, en van eenige symbolen op de ringen. Met platen. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, V. N. S. II. 1856. 471. 19274'. Aanbieding, door den Qouv. Gen. Mr. L. A. J. W. Sloet van dc Beele aan het Batav. Genootschap, van een aantal Javasche oudheden. Not. 2 Aug. 1862. Tijds. Ind. T. I. kunde, XII. 4 S. III. 1862. 586. 19275. Beschrijving, door Dr. C. L. B1 u m e van de heilige graven der Badoeis in het Zuid-Oostelijk gedeelte der res. Bantam, 1822. Uit de Bataviasohe couranten van 16 Febr. tot 30 Nov. 1822. hid. Mag. II Tw. Batavia 1845. Nquot; 3 en 4. bl. 32. — Eeoor-deeling door Dr. W. E. van Hoëvell van deze beschrijving. T. v. N. I. 7e j. Batavia 1845. 4e d. 337. 19276. Plaat voorstellende: „Euïne van de dalam der gewezen Sultans van Bantamquot; K. Steendr. v. O. VV. Mieling. Buddingh, N. O. In die, I. Eott. 1859. tegenover bl. 77. 19277. Bijzonderheden nopens Hindoe-oudheden gevonden in de res. Bantam; door J. P. G. Brumund, dd. 14 Julij 1S4I. T. v. N. I. 3e j. 2e d. Batavia 1840. 701. — Overgenomen in de Pad. lelt. 1842. II. 251. 19278. Oudheden opgedolven iu Bantam; door E. Netscher. Beschrijving van eenig goudwerk, opgegraven in de afdeeling Lebak, en in het bezit van den regent aldaar. Tijds. Ind. T. Ij. y.-kunde, III. 1855. Borigten. bl. VIL 19279. Hindoc-oudheden aan de grens van Banten, in het distrikt Sadjira, afdeeling Lebak; door E. Priederich. Tijds. Ind. T. L y.-kunde, III. 1855. 32. 19280. Indrukken van voeten op steenen, door E. Netscher. Explicatie van die I, op een steen voor den Batoe-toelis bij Buitenzorg; 11, op den steen met inscriptie te Djamboe, op de grens van Buitenzorg en Bantam; III, op een steen te Kawali in Gheribon. Tijds. Ind. T. L. y.-kunde. IV. N. S. I. 1855. 460. — Beschrijving met at-beeldiag van den steen te Kawali, door de Inlanders genoemd Sang 11 jang Dampal; door P. C. Wilsen. Aid. VI. N. S. Hl. 1857. 57. 19281. Pac simile der Batoe ïoelis te Buitenzorg. F. P.; Iloorda van Eysingu, |
Handboek. Boek III, dl. II. Amst. 1842, tegenover bl. 389. — Opmerkingen van Dr. F. Jnnghuhn, dd. op de berg Salak, Junij 1841. — T. v. N. I. 6e j. 2 d. Batavia 1844. 350. 19282. Afbeelding van //Artja üomasquot; bij Buitenzorg. K. Steendr. v. C. W. Mieling. Buddingh, N. O. Iridië. 1. Eott. 1859, tegenover bl. 40. 19283. Hindoc-oudheden in de Preanger Regentschappen; door Dr. F. Junghuhn, dd. Negara-Wangie, 20 Aug. 1843. Beschrijving der oudheden, door hem ontdekt op den 18den Aug. 1843, aan de zuidelijke helling der noordelijke bergketen te Bandong. Ind. Mag. I Tw. Batavia 1844, No. 1, 2 en 3. bl. 228. — Zijn oordeel over deze beschrijving, dd. op den berg Salak, Junij 1844. T. v. N. 1. (ie j. 2 d. Batavia 1844. 347 Noot. 19284. Hindoe-oud lieden in de Preanger-Eegentschappen. Mededeeling, met toelichting, van de beschrijving, dd. Negara Wangie, 20 Augustus 1843, van Dr. F. Jnnghuhn der oud lieden, door hem ontdekt op dea 18 Aug. 1843, aan de zuidelijke helling der noordelijke bergketen van Bandong. Ind. Mag. 1. Tw. No. 1, 2, 3. bl. 228. 19285. Oude ringen in de Preanger Ee-gentschappen, door E. Netscher. Beschrijving, met mededeeling door Jhr. Mr. H. O. van der Wijck, Ees, aldaar, van het zonderling verhaal nopens hun vondst, volgens afgelegde verklaring der vinders voor den regent van Bandong. Tijds. Ind. T. L. y kunde, VI. N. S. III. 1857. 464. 192S6. Oudheden in Gheribon; door E. Netscher. Mededcelingen van F. C. Wilsen, betreffende door hem ontdekte oude bewerkte steenen, op de goenong Lingga-Eeja, afd. Koeningan. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, II. 1854. Borigten bl. XV. 19287. Oudheden in Gheribon door F. C. Wilsen, dd. Jan. 1853. Met platen. Beschrijving van I, Sang Iljang Tjomot en de steenen beelden op den pasir (heuvel) Aki-aki, in het regentschap Koeningan; II, de poesaka (erfstukken) van Talaga, in het regentschap Madjalengka, afkomstig van Pa-djadjaran; lil. De Sang Hiang naast den pasir (heuvel) Poerna Djiewa, iu het regent- |
635
schap Koonintran, distrikt Kadoc Gedee. Tijds. Ind. T. L. / .-kunde, IV. N. S. I. i85j. iiü. 19288. Oudheden in Cheribon, door E.G. Wil sen, dd. ïjiawi Gebang, Junij 1835. Met platen. Beschrijving van een koperen lamp en van een bel van gegoten rood koper, beide bewaard wordende in do dessa Kawali; alsmede van metalen klokken ot' bellen in de Kampong ïjandana, aan den voet van den pasir Illah. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IV. N. S. I. 1855. ■1'88. — Oudheden in Cheribon; door E. Netsoher. Toezegging door F. G. Wilsen, van bovengenoemde platen en beschrijving. Aid. 208. 19289. Sieraden opgedolven in Cheribon; door B. Netscher. Beschrijving van gouden ringen en gouden schakels van een keten, opgedolven op den heuvel Pasir-poetih, nabij Kocningan, volgens mededeeling van F. C. Wilscn. Tijds. Ind. T. L. K.-kunde, V. N. S. II. 1856. ISO. 19290. Oudheden in Cheribon; door E. C. Wilsen. Met platen. Beschrijving van I, Dc Batoe-toclies bij Tjitapeu (Galoe, Rantja); II, Koperen beelden in Rantja; III, Oudheden in de desa Radja-desa, vaatwerken en een oud ijzeren wapentuig of schaar; IV, Oudheden in de desa Kawali, zijnde bewerkte steenen en altaren. Tijds. Ind. 7'. L. V.-kunde, VI. N, S. III. 1857. 57. 19291. Oudheden in Cheribon. Brief van den kapitein der infanterie R. E. de Sey'ff. Met platen. Nasporingen in die res., dienende tot aanvulling van de beschrijvingen van E. G. Wilsen. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VII. 3 S. I. 1858. 379, 19292. Steenen armbanden; door E. Netscher. Opgedolven in het regentschap Ma-djalengka, res. Cheribon, en in het bezit van den schilder Radhen Saleh. Tijds. Ind. T. L. V-.kunde, IV. N. S. I. 1855.' '159. 19293. Gouden sieraden uit de res. Ban-joemas; door E. Netscher. Mededeeling van H. D. J. van der Pant, nopens gouden ringen, oorsieraden en een gouden haak aan een buikband dienende, opgegraven in het distrikt Karla-Negara, afd. Poerbolinggo. Tijds. Ind. T. L. Vrkunde, II. 1854. Be-rigten. bl. V. 19294. Oude ring uit de res. Banjoeraas; door E. Netscher. Opgegraven in het distrikt Batoer, en toegezonden door H. A. |
Steyn l'arvé. Tijd Ind. T. T. V.-kundei II. 1854. Borigteu bl. XIII. 19295. Aanteekeuingen betreffende de heilige graven in de res. Banjoemas, Bagelen en Djokjokarta. A» 1839. T. v. N. I. 22e j. 1860. 1. 178, 203, 205, 207 en 227. 19296. Opgave van heilige graven in de res. Bagelen. T. v. A*. I. 6e j. Batavia 1844. 4e d. 3S3, 3s4. 19297. Opgave van de oudheden in dei res. Bagelen. T. v. N. I. 24e j. 1862. II. 139. 19298. De tempelgrotten van Koeto-Ardjd in de res. Bagelen, met een woord over haren ouderdom en hare vermoedelijke bestemming; door A. W. Kinder, Controleur van de le kl. bij de Landelijke Inkomsten en Kul-tures. Met platen. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, I. 1853. 89. 19299. Oudheden uit de res. Bagelen; door E. Netscher, Een koperen lamp en metalen bel, in die res. opgegraven, en toegezonden door den Res. van Pekalongan G. J. P. van der Poel. Tijds. Ind. T. L. ^.-kunde, III. 1855. Berigten bl. V. 19300. Oudheidkundige aanteekeningen belt;-treffende de res. Bagelen, door E. C. W i 1-sen, dd. Magelang 15 Julij 1860. Met platen. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XI. 4 S. II. 1862. 448. 19301. De vorstelijke graven van Imó-giri, nabij Djokjokarta; door 3. E. G. Bru-raund. Indiana, I. 1853. 223. 19302. Beschrijving der oudheden en ruïnen van Poetrie Djawi, Djoeloek Tondo, Modjopahit en Djedong, door J. E. G. Bruin und. In zijn reisverhaal: //Naar Trawas en omstreken.quot; Indiana, II. 1864. 204, 217, 247, 256, 260. 19303. Afbeeldingen van ïjandi Pasar, Tjandi Brawoe, Tjandi Moeteran. Ruïnen van Modjopahit. Wardenaar del. Kon. Steendr. van C. W. Mieling, 'sHage. v. Uoevell, Reis, I. 1849. tegenover 174, 176, 184. 19304. Afbeelding van een ouden pilaar van Modjopahit. Naar een afteekening vaa J. W. B. Wardenaar, met toelichting. Tijds. Ind. 1. L. V.-kunde, VI. N. S. III. 1857, |
636
509. — Toelichting over den ouden pilaar van Modjopalüt, Medegedeeld door J. Ha-genian J. Gz. Herkomst en oorspronkelijke bezitter. Aid. VIL 3 S. I. 1858. 172.— Over de Toelichting, door de lledactic, van haar regt tot opname in het Tijdschrift van de bovengenoemde afteekening. Aid. 170. 19306. Plaat voorstellende //Tjandi Kali Bening van de westzijde. Kon. lith. v. C. W. Mieling te 'sHage.quot; Indiana, J. 1863 tegenover 38. — idem van de oostzijde. Aid. tegenover 38. 19306. Narrative of a journey to examine the remains of an ancient city and temples at Brambana in Java. Extracted from a journal kept by Lieutenant colonel C. Mackenzie. 19—ilt;2 Jan. .1812. ^erh. Dat. Oen. N. 1. VIl. 1814. Mo. IX. 19307. Beschrijving der ruïnen van Pram-banan in Mei 1839. 'J'. v. N. I. 22ej. 18G0. 1. 214, 221, 1930S. Mededeelingen door Dr. P. B1 e c-ker nopens zijn bezoek van de ruïnen van Prambanan, in de res. Djokjokarta. T. v.N. 1. 1850. II. 3. 19309. Ruïne van een der tempels van Prambanan bij Djokjokarta voorkomende op de Titelplaat van /Javasclie oudheden, 's Hage 1852.quot; Verkleind in '1'. v. N. /.14e j. 1852. I. tegenover 288. 19310. Afbeelding van een „Wachter bij Prambanan.quot; E. Junghuhn ad nat. del. T. v. JU. 1. (ie j. 2e d. Baiavia 1844 tegenover 359. 19311. Plaat voorstellende ,Ruïnen van Prambanan, Tjandi Sewoe.quot; K. Steendr. v. C. W. Mieling. liuddingh, N. O. Indië, I, Rett. 1859 tegenover 244. 19312. Plaat voorstellende //Bas-relief der kleinere tempels, welke don middentempel van Tjandie-Sewoe omringen.quot; Indiana, II. 1854. tegenover 13. — Idem. Bas-relief op den regterwand van Tiandi-Plaossan, en zittend beeldje in de vestibules van Tjandi-Sewoe. Aid. 28. 10313. Plaat'voorstellende ,Loro Djong-rang (Doerga), in de noorder-kamer van de Tjandi Loro Djongrangquot; Indiana, l. 1853 tegenover 58. — Idem. Siva als boeleling in de zuider-kamer, Aid. fil. — Idem. Beelden daarbij behoorende. Aid. 54. |
19314. Afbeelding van het «üezigt van Rodjo Winangon.quot; Aug 1S36. P.Junghuhn ad. nat del. T. v. N. I. 0e j. 2e d. Batavia 1544 tegenover 357. 19315. Pasar-Gedé; door Dr. S. A. Bud- dingh. Beschrijving van den steen aldaar te Djokjokarta. Met afbidding. T. v. N. 1. 2e j. ie d. Batavia 1839. 45, en in Bud-dingk Allerlei, Bat. 1840. — Rectificatie door J. H. Hofmeijer, — met opmerking van de Redactie. Aid. 201. 19310. Bijzonderheden nopens de verzameling van oudheidkundige voorwerpen door den Kes. van Djokjokarta P. G. Valek bij-eengebragt, en aangekocht door het. Bat. Gen. v. K. en W. in N. I. T. v, M. I. 22e j. 1860. I. 2^5. 19317. Beschrijving der ruinen van den Diëng, in Mei 1831». T. v. N. I. 22e j. I860. I. 182, 184.. 19318. Beschrijving van den tempel üa-doug liimo en van negen andere tempels op den Diëng door S. A. Buddingh, Predikant te Batavia 1S38. Vad. Lelt. 1839. 11. 752—754 en in Buddingh, Allerlei Bat. 181.0. — Idem van beelden op den Diëng. Aid. 751—756. en in Buddingh, Allerlei Bat. 1840. 19319. Aanbieding door E. de Waal, 31 Oct. 1814, van eene plaat van den tempel Werkodoero in het Diëng-gebergte, ge-teekend door E. Junghuhn, en op steen ge-bragt door Sehnell te Batavia. Ind. Mag. I. Tw. 1844. No. 7, 8 en 9, bl. 329. Zie ook No. 4, 5 en 6. bl. 78. 19320. Oudheidkundige onderzoekingen en ontdekkingen op Java. Mededeeling van Dr. C. Leemans, in de Verg. van 14 Nov. 1864. Onderzoekingen van Dr. R. H. Th. Eriederich, in Djcng, uit zijne brieven van 21 Eebr. en van 13 Sept. 1861.; gevolgd door een overzigt van de overblijfsels der oxide bouwwerken nog aanwezig in, of van andere voortbrengsels der Hindoe-beschaving afkomstig van de Dieng-vlakte, en van de be-riglen daarover sedert 1814. Versl. Kon. Akad. d. Wet. Uit. VIII. 1865, 292, 294, 314. 19321. Herinneringen van Boro-Boedoer. v. Baren, Fragm. I. 1854. 10j. |
19322. Boro-lioeduer, door F. C. VV i 1-sen. Beschouwinïen over deze ruïae in het algemeen, hare legendenj benevens eenige speciale beschrijvingen. Tijda. Jnd. T. L. P.-kunde, I. 1853. 235, 2G1, i)84.. —Eenige aanteekeningen op dit stuk; door R. Frie-derich. Aid. II. 1854. 1. 19323. De ternpel van Boro-Boedoer in de res. Kadoe. Uit een reisjournal van Mei 1840. T. v. N. I. 2üe j. 1858. II. 105. 19324. Beoordeeling door Dr. P. Blee-ker van de beschrijving en van Boro-Boedoer in de res. Kadoe, gegeven door ï. S. Baffles, J. Crawfurd en F. G. Valek. T. v. I. 1850. II. 226. 19325. Te Boro Boedoer; door J. F. G. Brumund. Geschiedenis van zijne stichting en beschrijving van den tempel. Ingekleed als reisverhaal. T. v. N. I. 20e j. 1858. 11. 252, 273, 353. 19326. Zakelijke inhoud van het besluit, 31 Maart 1849 No. 4, van den Gouv. Gen. v. N. Indii; J. J. lloohusscn, ter vervaardiging van afteekeningen van al de bas-reiiets en beelden van den tempel te Boro Boedoer, in de res. Kadoe, en tot opdragt daarvan aan F. C. Wilsen en Schönberg Miiller. Tijds. Ind. T. L. V.-kmde, I. 1853. 235, Noot. 19327. Mededecling door Dr. S. A. Bud-dingh, 13 Sept. 1850, van de door den Gouv. Gen. J. J. Roehussen bevolen aftee-kening, met bestemming voor de uitgave met besehrijvenden en verklarenden tekst, van de oudbeden van Boro-Boedoer in Kadoe. Ferh. Bat. Gen. N. I. XXIII. 1850. 9. 19328. Mededeelingen, door Dr. P. Blee-ker betreffende de afbeeldingen van de oudheden te Boro-Boedoer, in de res. Kadoe, ge-teekend op last van het Ind. Gouv. door F. C. Wilsen. teckenaar der genie, en ter uitgave bestemd. 1. v. N. I. 1850. II. 226. 19329. Overzigt der bij Indisch besluit van 31 Maart 1849 No. 4 bevolen afteeke-ning van al de bas-reliefs en beelden van den tempel te Boro-Boedoer in de res. Kadoe, door F. C. Wilsen en Schönberg Miiller, waarbij J. F. G. Brumund een beschrijving zou leveren. T. v. N. I. 20ej. 1858. II. 105. 19330. Mededecling betrcfl'ende den voortgang in de afteekening van den tempel van |
Boro-Hoedoer door de daarmede belaste ambtenaren. Letterb. 1854. 319; 1857. 2. — Besluit tot de uitgave van de «Afteekeningen der basreliefs en beelden van den tempel te Boro Boedoerquot; in Nederland en de genomen maatregelen tot dat einde. Overgenomen uil het R. verslag over 1853 en 1854. Aid. 1857. 11. 1856. 40. 19331. Plaat voorstellende „Toegang tot den tempel van Horo-Boedoer.quot; C. C. A. Last. Steendr v. P. W. M. Trap. Leeskab. 1855. IV. tegenover bl. 4. 19332. Ringen met inscription; door E. Netscher. Mededecling nopens afteekeningen door F. C. Wilsen, van die, mee-rendeels gevonden in de nabijheid der ruïnen van Boro-Boedoer. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, II. 1854. Berigten bl. VlU, 19333. Beschrijving van Gendagie of Toe-kang bij Boro-Boedoer; door F. C. Wilsen. Tijds. Ind. T. L. -kunde, I. 1853. 302. 19331. Nieuw opgegraven oudheden iu de res. Kadoe, door den Hes. C. L. Hart-raann; opname en beknopte beschrijving van den tempel Djandi Mundut, en der daarin gevonden beelden. Met plaat. T. v. N. I. Ie j. 2c d. Batavia 1838. 70 — Overgenomen in dc Vad. Lelt. 1830. 11. 539. 19335. Djandi Mundut in 1839; door S. A. Buddingh, Predikant te Batavia,dd. Batavia 183!). Uitvoerige beschrijving van den tempel en de beelden, fad. Lelt. 1839. II. 539. Ook geplaatst in het T. v. iV. I. 1c j. 2c d. Batavia 1838. 39Sen in Buddinqh, Allerlei. Bat. 1840. 19336. Plaat, voorstellende ,/Standbeeld van Buddha, uit één stuk gehouwen, veertien voet hoog, in den tempel Djandi Mundut. Junij 183S.quot; T. v. N I. Ic j. 2e d. Batavia 1838. 19337. Beschrijving van «Tjandi-Mun-dut,quot; door .1. F. G, Brumund. T. v N 1 20c j. 1858. II. 379. 19338. Beschrijving van Tjandie Pawon No. 13, door dc Inlanders ook Dapor (keuken) genoemd; door F. C. Wilsen. Tijds. Ind. T. L. P.-kunde, 1. 1853. 300. 19339. De tempel Selo Grio, in het district Bandongan, rcs. Kadoe; beschrijving |
638
door S. A. Buddingh, Predikant te Batavia, dd. Batavia, 1S39. furf. Lett. ligt;3U. 11. üGu Ook geplaatst in het T. v. N. I. Ie j. '2e d. Batavia 1838. 407 en in Buidingh, Allerlei. Bat. 1840. Il,l340. Afbeelding van den tempel /i-Selo Grioquot; April 1840. F. Junghuhn ad nat. del. A. van Pers sculps. T. v. N. 1. 6e j. 2e d. Batavia 1844, tegenover 35ö. 1(.)341. Beschrijving door H. J. Uomis, Res. van Samarang, van de zeven tempels op het gebergte Oengaran. Ferh. Bat. Gen. N.I. X. 1825. 107, 124. 19142. Oud-Javaanscli versiersel; door E. N e t s c h e r. Beschryving van een gouden priem, uitmakende een gedeelte van een halssieraad, gevonden op het land Getas, nabij Salatiga, in de res. Samarang, en toegezonden door C. Hamar de la Brethonière. Tijds. Ird. T. L. V.-kunde, V. N. S. II. 1856. 314. 19343. Beschrijving van een metalen Civabeeld; door 11. H. Th. Priederieh. Met eene plaat. In Oct. 1855 gevonden bij de desamp;a ïekarrau in de res. Soerakarta. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VIII. 3eS.II. 1859. 72. 19344. Bijzonderheden nopens de Hindo-schc oudheden van Soekoeh op don berg Lawoe in Soerakarta, volgens de bezigtiging in Aug. 1818 door van Prehn en Majoor Nahuis. Letterb. 1819. I. 184. 19345. Proeve eener beschrijving en verklaring en afbeelding der oudheden en opschriften op Soekoe en ïjet.to; door C. J. van der V I i s, dd. Soerakarta, 30 April 1842. Met platen. Verh. Bat. Gen. N. 1. XIX. 1843. 1. 19346. Afbeelding van het ./Altaar te Jetto,quot; op den berg Lawoe op Java. F. Junghuhn ad nat. del. A. van Pers sculps. T. v. N. I. 6e j. 2e d. Batavia 1844. tegenover 372. 19347. Photographi^che afbeeldsels van oudheden; door E. N e t s c h e r. Mededee-ling der welgeslaagde proeven door den photographist A. Leconteux van de rianen, der tempels, beelden en basreliefs van Singosari, Toempang en Kidal, in de res. Soerabaja en Pasoetfoè'an. Tijds. Ind. '1'. L. y.-kunde, V. | W. S. II. 1856. 314, 486. |
19348. Oudheden, zoo men zegt uit de tiende eeuw, op Java gevonden. Uit de Bat. Court, v. 11 Julij 1818 en van Febr. 1819 No. 7. Vertaling van oude Javaansche opschriften, op twee koperen platen, gevonden in 1815 bij de dessa Bettro, distriet Jangollo, res. Soerabaja. Medegedeeld, met toelichting, door den Res. A. M. Th. AeSaMs. Ind. Mag. II. Tw. 1845. No. 1 en 2. bl. 17. 19349. Tjandi Pari; door J. Hageman J.Czn. Beschrijving der ruïnen aldaar in het delta van Soerabaja. Tijds. Ind. T. L. K.-kunde, II. 1854. 394. 19350. Oude martavanen met inscriptiën; door E. Netscher. Beschrijving door J. Hageman J.Czn. van die in het bezit van J. W. B. Wardenaar te Soerabaja, en afkomstig van den Oosthoek en uit de Hindoeperiode op Java. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, V. N. S. II. 1856. 151. 19351. Geschenk van J. P. Cornets de Groot, fung. Secretaris Gen. bij het Dept. van Kol., aan het Museum van Oudheden te Leiden, van eene afteekening, op verkleinden maatstaf, van een beeld, gevonden nabij ïami-adjing, in de binnenlanden van Soerabaja. Letterb. 1844. I. 172. 19352. Djelok Toendo in Soerabaja. Afbeelding met beschrijving, v. Ilo'évell, Reis. II. 1851, tegenover 107. 19353. Afbeelding van het Monument te Trawas, in Soerabaja. v. üoëvell, Reis. II. 185J, tegenover 113. 19354. Afbeelding van de voorwerpen op de begraafplaats te Grissee. Steendr. v. T. Hooiberg. Leiden, v. Hoivell, Reis. I. 1849, tegenover 157. — Idem van een Monument. Met Javaansche inscripties, Aid. iogenoverl58. 19355. Ruïnen van Panataran nabij Blitar in Kediri, door E. Netscher. Bijzonderheden volgens mededeeling van H. Kleyn van do Poll. Met plaat. Tijds. Ind. T. L. y.-kunde, ^. N. S. II 1856. 487; VI. N. S. III. 1S57. 492. Noot. 19366. De ruïne Panampikkan in Kediri; door D. C. Noord ziek, ads. Res. van Ngrowo. Tijds. Ind. T. Ij. V -kunde, V. N. S. II. 1856. 425. 19357. Opgave der oudheden in de af- |
639
deeling Malang res. Passaroean; door W, J. M. van Schraid. Not. 6 Nov.1858. Tijds. Ind. 'F. L. r.-kunde, IX. 3 S. III. 1860.14. 193r)8. Medodeclingcn betrcfFende drie groote steenen beelden uit de ruïnen van Malang afkomstig, en door N. Engelhardt afgestaan ter vermeerdering van 's Rijks verzamelingen in Nederland, welke reeds zijn afgezonden van Java. dd. Batavia 28 .lan. 1819. I.etlerh. 1819. II. 15. 19)59. Verhandeling over drie groote steenen beelden, in den jare 1S19 uit Java naar de Nederlanden overgezonden; door C. J. C. Reuvens, IS2lt;1-. Met platen. Uit de ruïnen van Singossarie in Passaroean, en afkomstig van N. Engelhardt. Insl. Verh. Ill kl. III. 1826. 19360. Beschrijving van den tempel, ïj oenkoop geheeten, bij Singo Sarie, in de res. Pasoeroeang; door II. J. üomis. Res. van Soerabaja, enz. 11. ,1. Dotuis, de residentie Pasoeroeanq, 's Hage 1830. ISO. — Plaat van den tempel. Aid. tegenover 120. — Oordeel van Junghuhn over deze plaat. T. v. N. I. 6e j. 9e d. Batavia 1844. 379. 19361. Plaat voorstellende de ruïnen van Öiugo Sarie. II. J. üomis, de res. Fassaroeau tegenover 23. 19362. Plaat voorstellende een der retis-aohtige wacliterbeelden van den tempel, Tjoemkoop gnheeteu, bij Öingo Sarie, in de res. Passaroean; alsmede een der handen vau dit beeld. Geteekend door Mr. P. A. Sehill. Lithographic van W. II. Mcdlmrst. üp steen gebragt door J. Schnell. T. v. N. I. 4c j. Se d. Batavia 1842. — Zie eene afbeelding dezer wachters op de plaat //Singo Sariequot; in; H. J. üomis, de res. Passaroean, 's Hage 1836quot; tegenover 23. 19363. Beschrijving van de twee reusachtige wachtcrbeclden van den tempel, Tjoemkoop geheeten, bij Singo Sarie, in de res. Passaroean; door Mr. P. A. Sehill. T. v. N. I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 50. 19364. Mededeelingen door Dr. P. Blee-ker nopens zijn bezoek van de oudheden van Singossarie, in de res. Passaroean; alsmede nopens de afmetingen door hem genomen van de beelden aldaar, o. a. van die van ecu der kolossale wachters. T. v. N. 1. 1849. 2e d. 36. |
19365. Beschrijving der oudheden van Singossarie in de res. Passaroean. Biang Lala, 4e j. 1855. II. 42. 19366. Brief, dd. I Maart 1855 No. 345, vau den In ttouv. Secr. om consideratie en advies op het denkbeeld van het Kon. Instituut voor N. I. tc Delft, om ook de ruïnen van Singossarie, Passaroean, te doen onderzoeken en beschrijven, even als met de Boro Boedocr is geschied. Verzoek om advies aan J. P. G. Brumund. Not. 23 Pebr. J8j7. Tijds. Ind. T. L. f'.-kunde, VII. 3 S. I. .1858. 183. — Advies en handelingen van J. P. G. Brumund in deze. Not. v. 18 Mei, 27 Julij en 28 Deo. 1857. Aid. 236, 455; VIII 3 S. II. 1859. 6. 19367. Ardjoeno en Endrokila. Uit de Jav. Courant v. 5 Eebr. 1831 No. 16. Mede-deeling door li. J. Dom is, van zijn dagboek gehouden op een reisje van 21—ï5 Oct. 1830, inhoudende beschrijving der oudheden in dit gedeelte van Passaroean. Ind. May. ii. Tw. 1845. JSo. 11 en 12. bl. 119. 19368. Afbeelding van de ruïne van Djaboeng, Probolingo. Kon. lith. v. C. W. Mieling. v. llo'évell. Reis, 11. 1851. tegenover 157. 19369. Rudera Pradjajarana propeBogor. C. L. Blume, Humphia. 11. Leyden ls3'gt;. 14. — Ueoordcelingdoor Dr. P. J uughuhn. T. v. N. I. fie j. 2o d. Batavia 1844. 343. 349, 350. 19370. Afbeelding van Matjan-Poctih; ecu tempel in Banjoewangie. Kon. lith. v. C. \V. Mieling. v. Hoi;veil, Reis, II. 18jl. tegenover 195. — Idem van een Kala-hoofd. Aid. 196. 19371. Berigt van P. S. van Bloemen Waanders betredende een steen met afdruk-sclen te Kojodjampi, afd. Banjoewangie. Not. Nat. Vereen. 17 Jan. 185/. Nat. Tijds. H. I. XII. 3 S, II, 1856—1857. 498. A'erdere Archipel. 19372. Zeven platen, voorstellende de vereerde goden en godinnen van Bali volgens het volksgeloof aldaar; en geteekend door een Balinees. Sveend. J. H. v.d. Weijer, |
(5)0
Groningen. Met verklaring door R. Frie-derich. T. v. N. I. 1849. Gron. lo d. tegenover 336. 19373. Hindoebeelden van Soembawa; door A. J. F Jansen. Mededeelingen betreflende twee exemplaren, toegezonden door deu Gezaghebber van üima, H. Holtz. Tijils. Ind. T. L. V'-kunde, X. 4 S. I. I06I. 374. — üudlieden op Soembawa, brief van |
H. Holtz, ten vervolge. Aid. XI. 4 S. II. 1862. 157. Kaap de Goede Hoop. 19374. Overblijfselen van een Phenicisch schip. Bijzonderheden nopens die gevonden in de omstreken van de Kaap de Goede Hoop. Lelterb. 182Ü. II. 239. |
Igt;. HISTORIE-PENNINGEN, ZEGELS.
1. Gedenkpenningen, enz.
Ned. Indie. 19375. Chronologisehe lijst van gedenken legpenningen, eereteekens, vrijmetselaars-, toegangs-, begrafenis-, brandspuit-. bruilofts-en andere penningen, betrekking hebbende op de voormalige en tegenwoordige bezittingen der Nederlanders, beoosten de Kaap (le Goede Hoop, door J. S. van Goevorden, 1580—1861. '£yds. Ind. T. L. -kunde, XIV. 4 6. V. 1864. 24. 19376. Lijst van penningen, opgemaakt door de Tweede klasse van het Kon. Ned. Instituut, om te dienen ter voortzetting van het Vervolg op van Loon's penningwerk. Hierop; Ter eere van J. Mossel, Gouv. Gen. van N. I. 1760; één ex. van der Parra, Gouv. Gen. v. N. Indic 1763, en een ex. van der Parra, Gouv. Gen. v. N. Indië met het jaartal 1768 door Holtzhey. Lelttrh. 1846.1.126. 49377. Gedenkpenningen voor Neder-landseh Indiö. Ingezonden. Aanwijzing van eenige belangrijke gebeurtenissen en personen met betrekking tot onze koloniön ; met den wenseh, dat daarop gedenkpenningen mogen worden eeslagen. T. v. N. I. l?e j. 1855. I. 337. 19378. Gedenkpenningen voorNederlandseh Indiö; door E. Netseher. Beschrijving van dien I. ter gedachtenis van do overwinning van Palembang in 1821; en II. ter gedachtenis van het 75jarig bestaan der vrijmetselaarsloge. «De ster in het oostenquot; te Batavia, Beide toegezonden door J. S. van Goevorden, Secretaris der rcs. Socrabaja. |
Tijds. Ind. ï. L. F.-kunde, VI. N. S. III, 1857. 459. 19879. Gedenkpenningen voor Ned. Indië; door E. Netseher. Beschrijving van den gedenkpenning ter nagedachtenis van den gewezen Gouv. Gen. J Graaf van den Bosch, volgens het galvano-plastisch afgietsel, toegezonden door den Kolonel der artillerie G. G. van Dentzseh. Tijds. Ind. '1'. L. F.-kunde, VI. N. S. III. 1857. 273. 19380. Gedenkpenningen voor Ned. Indié, door E. Netseher. Opgaven van die geschonken door H. von Rosenberg, zijnde: de medaille voor den Javaanschen oorlog, groot model, gedragen door wijlen den Generaal V. A. Michicls, alsmede de bronzen medaille voor Moed en Trouw, die voor inlandsche militairen, liet kruis der Militaire Willemsorde vervangt; gevolgd door het verzoek om een exemplaar der ruitvormige medaille, die, vóór dc instelling der medaille voor Moid en Trouw in 1839, aan inlandsche militairen voor uitstekende daden werd toegekend. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VII. 3 S. I. 1858. 93. 19381. Nederlandscb-Indische gedenkpenningen ; door E. Netseher. Beschrijving van die, toegezonden door J. S. van Goevorden, zijnde: I. de zilveren medaille op de verdediging van Ternate in 1799; II. een zilveren op den Gouverneur Generaal van Ned. Indië G. W. Baron van Imliofl', cn Itl. eene bronzen medaille op wijlen den Resident van Bezoeki, J. F. T. Maijor. Tijds. Ind. T. L. F.-kunde, VU. 3 S. 1.1858,262. |
HTSTC )R IK P E N N l NO EN, ZEGELS.
19382. Opgave der gedenkpenningen, tegen gereede betaling der bijgevoegde prijzen verkrijgbaar in het Rijks Depót van Neder-landsehe medailles te Leiden, Haarlemmerstraat wijk VI No. 396, op de vermeestering vati Palembang 1821; Javaansebe oorlog 1825— 1830; dood van G. K. Graaf van Kogen-dorp (1834) in 1845 geslagen; Kon. Akade-mie voor de burgerlijke ingenieurs, den bandel enz. te Delft opgerigt 1843; overlijden van Jobamies Graat van den Boseb 1844; vijf-en-zeventig jarig feest der Loge: //L'astre de 1'orientquot; te Batavia 1845. Letlerh. 1845. II. 250 ; 1846. I. 367. 19383. Uosebrijving door Mr. P. Mij er van den gedenkpenning op de overwinning van Palembang in 1821. T. v. .V. I. 4o j. Batavia 1842. Ie d. 33. 19384. Medaille van den Heer Braems, ter vereering der overwinning te Palembang. Letlerb. 1882. II. 205. 19385. Mededeeling van do aankondiging door den bewaarder van 's Lands medaille-stempels, P. J. van Heeekeren van Brand-senburg, gedaan wegens de verkrijgbaarstelling voor het publiek, o. a. van do medaille op do verovering van Palembang. Letlerh. 1830. I. 346, 386. 19386. Beschrijving van den gedenkpenning op den oorlog op Java 1825 —1830. Astreu, VI, 1856. 187. 19387. Beschrijving, door P. O. van der Chijs, dd. Leiden Mei 1848 van de bronzen medaille op het 75jarig feest der vrijmetselaarsloge te Batavia in 1844. Letlerb. 1848. 1. 362. 19388. Do medaille der Samarangsche schutterij. Ingezonden. Beschrijving van deze medaille in 1S27 uitgereikt voor haar heldhaftig gedrag bij Dcmak in 182.); alsmede, beschrijving van bet wapen der stad Sama-rang bij besluit Ao. 1827 vastgesteld. T. v. N. I. 17e j. 1855. II. 414. 19389. Afbeelding en beschrijving van den gouden penning door Cornelis Speelman geschonken aan de negen Orang-Kaja's van Amboina, die hem op zijn togt naai Makassar vergezelden, ^alenlijn. It. 225. 19390. Gouden medaille Ao. 1675, vereerd aan den Sulthan van Ternate, door Mr. |
J. A. van der Chijs. Beschrijving van die door de Indische Regering geschonken aan Kaïtjil Sibori Amsterdam, bij resolutie van bet kasteel Batavia van 8 Jan. I('i76. Tijds. hul. T. L. y.-kunde, XIV. 4 S. V. 1864.187. 19391. Beschrijving door P. ü. van der Chijs, dd. Leiden Mei 1848, van de groote zilveren medaille, geslagen ter vereeuwiging van de heldhaftige verdediging van bet eiland Ternate in i799 tegen de vereenigde magt van Engelschen en Moeren. Letlerb. 1848. II. 85. 19392. Afbeelding en beschrijving van de gouden medaille, door don Raad der Asiatische bezittingen en etablissementen van de Bataal'sche Republiek, geschonken, aan den (louverneur en Directeur van Ternate, Johan Godfried Budach. Muaudcl. Ned. Mercurius, 4c j. LXXXII. 1802. 92. 19393. Beschrijving en opgave van het getal exemplaren van den zilveren penning in 1801 geslagen ter gedachtenis van de verdediging van Ternate door den Gouverneur en Directeur J. G. Budach, tegen de Britten en Mooren in 17Ö9; door J. S. van Goeverden, dd. Ternate December 1843. T. v. N. I. 6e j. 2e d. Batavia 1844. 219. — lieschrijving door P. A. Leupe, van bet, exemplaar dezer zilveren medaille, berustende in het Kon. Munt- en Penningkabinet te 's II age. Hij dr. '1'. L. en F'-kunde v. N. L. N. V. VIII. 350. Noot. 19394.' Beschrijving van een eerepenning in 1817, geschonken aan Mohamed Ali, öul-than van Ternate, door Mr, A. van der C h ij s. Tijds, Ind. T. L. K-kunde, XI. 4 S, II. 1862. 528. Zie: XII. 4 S, UI. 1862. 118. 19395. Afbeelding van vier begrafenispenningen ter gedachtenis van a. Gerbrant Schaghen, overleden 29 July 1C92 ; b. Air. Nicolaas Schaghen, overleden 7 July 1696; e. Jbr. Jan Constantijn Cuyett, overleden 3] Jan. 1705; d. Hillegonda Cranendonk, gr-malin van Adriaan van der Stel, overleden 18 Nov. 1708. falenlijn, II. 22,i, 270. 19396. Opmerkingen over de noodzakelijkheid tot het openen door den lloogleer-aar P. O. van der Chijs van een intecke-ninglijst op een gedenkpenning ter eerc van den Graaf J. van den Bosch, en bet. twistgeschrijf hierover. Il^esp. 1. 1846. 56, 204, 263, 350, |
642
19397. Een Ncdcrlandschegedenkpenninc;, gestempeld ter cere ran wijlen den Grant' J. van den Bosch. Beoordceling van het werk, de beeldtenisj en het opschrift. Ned. Kunstsp. Ie j. IS 15. 219. — D une médaille contemporaine, frappée en l'honneur de feu le comte J. van den Bosch. Zijnde Fransche vertaling van bovengenoemde beoordeeling. Mtss. d. Arts. I. J8l5. 110. 19898. Beschrijving van den zilveren gedenkpenning geslagen ter cere van Johannes Graaf van den Bosch. Uand. Ind. Gen. 1. 1851. 363. 19399. Vermelding doorJ. F. G. Meijer, dd. 's Hage 34 Oct. 185 I, en 23 Jan. 1855, van den gov.den gedenkpenning op den Gouv. Gen. v. N.-Indië Joannes Camphuis, behoorende tot het Penningkabinet van Gerrit van Orden. Lel terb. 185.1. 351; 1855. 35. 19400. Vermelding door J. F. G. Me ij er, dd. 's Hage 33 Jan. 1855, van den gouden gedenkpenning op den dood van Ant. Hurt, Directeur-Generaal van N. Indië, behoorende tot het Penningkabinet van Gerrit. van Orden. Letterh. 1855. 35. 19401. Beschrijving van drie gedenkpenningen bij den dood van Gijsbert Ka'-cl Grave van Hogendorp, 1834. Astrea, VI. 185Ö. 191. 19402. Beschrijving van den gedenkpenning vervaardigd door van der Keilen te Utrecht ter nagedachtenis van (J. K. van Hogendorp. Letterh. 1836. I. 173. 19403. Beschrijving van den gedenkpenning in 1836 tc ütrechl geslagen ter nage 19410. Naauwkeurige afbeelding door J. II. [lingmnn, beambte bij 's Rijks Archief tc 's Hage, van het zegel op den brief. Anno 1601 (?) aan Prins JVIanritfl door don Sultan van A chin gesteld. IFap, But. Gezantschap in 1603. Rolt. 1869. 86 19411. Beschrijving van liet wapen van Batavia, zoo als het is vastgesteld bij besluit, 15 Augustus 1625. van Dijk, Mededeel. Amst. 1859. 60. Noot. 19412. licschrijving van het wapen en zegel van Batavia, vast,gesteld bij de resolu-dachtenis van Gijsbert Karei van Hogendorp. Hand. Ind. Gen. III. 1856. 145. |
19404. Vermelding doorJ. F.G.Meijer, dd. 's Hage 23 Jan. Ib55. van den gouden gedenkpenning op G. W. van Imhoft', Gouv. Gen. v. N.-lndië, behoorende tot het Penningkabinet van Gerrit van Orden. Letterh. 1855. 35. 19405. Beschrijving der zilveren medaille als eerbewijs den Hoogleeraar C. G. C. Reinwardt aangeboden door de Maatschappij van Landbouw en Plantkunde te Gent in 1823. Letterh. 1823. I. 114. 19406. Beschrijving van do gouden medaille geslagen ter eere van het vijftigjarig professoraat van Dr. C. G. O. Reinwardt. Letterh. 1851. I. 3S0. — Idem van een zilveren exemplaar dier medaille. Aid. 1852. 1. 413. Buitenland. it.)407. Beschrijving van een gedenkpenning, vervaardigd tot gedagtenisse van den grootcn zeeman James Cook. fad. Lelt. 184. VI. 2. 610, 511. 19408. Beschrijving der medaille, geslagen ter gelegenheid van de reis van J. F. G. de la Pérouse. 1785. Kad. Lelt. 1801. 2. 263, 19409, .Bijzonderheden nopens do verzameling medailles uit het kabinet van den Sultan Tippoo, van Peryngapatnan te London aangebragt en in het O. 1. Compagnichuis geborgen. Letterh. 1801. I. 114. ; n Wapens. tie van J, F, Koen, 15 Aug. 1620, Ollici-eele tekst. T. v. N. /. 6c ]. Ie d. Batavia 1814, 168. 19413. Oorsprong van het wapen van Batavia; door li. Net se hor. Tekst van een extract uit do resolutie des kastecls Batavia, dd. 15 Aug. 1620. Tijds. Ind. T. L. V.-/ciinde, IV. N. S I. 1855. 284. 19414. Beschrijving van hot wapen der stad Batavia. Ind. Arch. 2e j. IV. 1850. 88. 19415. Beschrijving door Dr. F. Epp |
GESCEHEDBNIS IN IIËT ALGEMEEN.
643
mis. Uen. du Bus. Tijüs. hid. T. L. F-kunde, XI. 'l S, II, 1862. d'éO.
19417. Atbcelding en beschrijving van den gouden zegelring en van den gouden hoedband, door den Landvoogd van A mbima, lierman van Speult aan sommige Orang 1 Kaya's gegeven. I'alenlijn, ] I. 39. 225.
van hot wapen van Bnnjocwangic. T. v. N. 1. 181.9. ie (1. 261.
:94i6. Di: oorsprong van het, stcdclijko wapen van Samarangj door J. ilage man JCzu. dd. Jan. 1861. Besehrijving van het wapen en het, vaandel, on tekst, van het besluit, dd. 29 Mei 1827 No. 20. van den Oom- |
Blt;:. GESCHIEDENIS IN HET ALGEMEEN.
19418. Verhandeling over de historieken- I nis; door Josua van leperen. Voorname inhoud van twee openbare lessen te Batavia, door den schrijver op 21 Aug. en 11 Sept. 1779 gegeven. Verh. Bat. Gen. N. 1. II. 3e dr. 1826. 3. Japan. 19419. Chronologische aanteekeningen der merkwaardigste gebeurtenissen, in en met bclrckking tot Japan voorgevallen 1610— 1847; door J. N. Grim mi us, Batavia 1849. Ind. Arch. Ie j. II. 1850. 325. — Overgenomen in Levyssohn, Bladen 's Ilage 1852.1. 19420. Beknopt geschiedkundig overzigt van den Nedorlandsclion handel met Japan; door Dr. W. Bosch. (1611—1858.) Staalk. en Staathuishoudk. Jaarboekje 1859. Xle j. 3e S. Ie j. 322. — Beoordeeling, dd. Maart 1860, door Mr. J. K. W. Quarles van Ufford, van dit overzigt, met beschuldiging van plagiaat. Economist, Bijblad 18(10. 143.—■ Antwoord van Dr. W. B o s e h. Aid. 1861. 108. 19421. //Bericht van Francois Caron, wegens den staat, van Indien, voor haar Hoog Mogende, als commandeur der retourvloot Ao. 1642, gedaan, meest in 't, korte, doeh wegens Japan uitvoerig voorgesteld.quot; ■. Valenti/jn, V. St. 11. 33. 19422. Geschiedkundig overzigt van den handel der Europezen op Japan, door G. l'. Meylan, opperhoofd van don Nederlandsehen handel op Japan, besturend lid van het Batav, Gen. van K. en W,, dd. Desima, 20 Dee. 1827. nrh. Bat. Oen. N. /.XIV. 1833. — Verbetering. Aid. XV. 1833. voorberigt. 19423. Het gedrag der Ilollanderen, in Japan, met betrekking tot den Christelijken |
Godsdienst, onderzogt. Door O. Z. va n Haren. Fad. Lett. 1760. VI. 2. 273, 316. China, 19424. Verhaal van //de verwoestinge der Tartaren in Chinaquot; 1640—1651. Rolt. Mer-curius, V. 1654. 91. 19425. Tekst van den brief, in 't comp-toir Tonkin, 31 Ooi. 1063, van Ilcudrick Baron aan Hermanns Busehhof, bedienaar des H, Evangeliums der gereformeerde kerke ter stede Batavia, ter mededeeliug van het resultaat, zijner onderzoekingen betreffende de geschiedenis van China, /alentijn, IV. St. II. 18. 19426. Aanmerkingen over de geschiedenis, en het llijksbestunr van China. Oorzaken van den onverander! ijken toestand van het Rijk. Fad. Lelt. 1715. IV. 2. Jiij. 19427. Testament, van Kang-Hy, Keizer van China, Noord- en Oost-Tartarijen enz. Fad. Lelt. 1S00. 2. 451. 19128. Buskruid. Uitvinding door Chinezen, gebruik door Perzen en Arabieren. '1'. v. N. I. iej. Ie d. Batavia 1838. 3l0. 19429. Tekst der missive »aan de éd. Heeren Bcwinthebberen ter earner tot Amsterdam, ady M, Oet. 1632, door 11. Put-mansquot;. Gouverneur te Tayouau op Formosa, belangende deu staet ende gelegentlieit deser cpiaitieren. Medegedeeld door P. A. Loupe. Jlist. Gen. Kron. IX. 1853. 205. 19130. Do verovering van hot fort La Sanetissima Trinidade op Formosa in 1642, |
liuoi- 1'. A. Lcupe. Zijudü do iustrucücn vnn Hendrik Haroesé enz., het. rapport over bet bemagtigen van het fort, en de artikelen van liet aangegaan akkoord. Bijdr. Ind. T. ].. y.-kmde, N. V. II. 72. JOtSl. Hamp;moroek'a zolfsnpoffering; door G. Lauts, dd. Hooimaand 1861. Betoogdat dit verhaal op geschiedkundige gronden rust. tettcrb. 1851. 11. 119. — Antonius Uam-hroek; door G. L. Vissolior. Toelichting van zijn betoog en in antwoord aan Prol'. G. Lnnts. Astreu, I. 1851. 195. Tibet. 19132. Oveizetting eens briefs van den Tayshoo Lama (Thibet) nan den Heer Hastings, Gouverneur van Bengale; den negen-en-lwiutigsten van Maart des jaars 1774 ontvangen, om den vrede voor den Dab Terria of den Del Rajah tfi verzoeken. l'ad. l.ett 1778. Vil. 2. 559. Achler-lndü. 1943IJ. Uitlrekseis uit het »Relaesquot; van den Opperkoopman Gideon Tnr.t, dd. 2U Maart 1705, door hem na zijne aftreding als Opperhoofd in Siam aan de llooge Regering in Ned. Indië aangeboden. Medegedeeld door Mr. J. K. J. de Jonge in zijne memorie, dd. 'JS l'ebr. 1S5S. Tijds. Ind. T. L. f .-kunde, XIII. 4 S. II. Iö64. 424. 19134. Bericht wegens het Rijk derPon-thiamas, onlangs in Azia opgericht, door Kiang-lzé, tusschen Malakka en Kambodia, door M. t'ad. LM. 1770. lil. 2. 118. 19135. Geschiedenis dor verovering van Malakka, en der oorlogen tusschen de Portugezen en Maleijers; door J. li age m a n JCz. 1511—15:6. yerh. Bal. Gen. N. 1. XXIV. 1852. 1. 19436. Tekst van het extract uit het j ournaal van den Gouverneur Johan van Twist, inhoudende de verandering van bet reeds bestaande wapen oi' zegel van Malakka, dat op 13 Maart 1G41 plaats vond. Medegedeeld door P. A. Leupe. Hist. (Jen. Ber. VII. 1 St. 1861. 131. 19437. Mededeeling,door P. A. Leupe, vim het rapport van den Kommissaris J. Schouten over den verleden en tegenwoordi-gen toestand der stad Malakka. Beschreven in bet oorlogsjacht l'raneknr, op de reize van Malakka naar Batavia door J. Schoutcu. Gcpreseuteert ter vergadering des Raads van India, den 7 Sept. Ao. J04I. llisl. Gen. Ber. VIL le St. 1861. 258. |
19438. Eijzonderhedcn nopens do geschiedenis van Malakka sedert het laatst der vorige eeuw, de voorbereiding der Britsehe expedition met Java, en de Engelsobe inbezitneming van Singapore en vestiging aldaar. Medegedeeld door G. N. uit het werk getiteld; Hikajat Abdallab, in 1843 voltooid en in 18 iÜ te Singapore gelithographeerd. T. v. N. I. 16c j. 1854. I. 73, 297, 314. 19439. Overname van Malakka door den Nederlandschen Kommissaris in 1818 uit Britsehe handen. Sioart, t'erh. VI. 39,i. Zie ook T. v. N. I. 3e j. II. 370. 194 tO. De Britsehe kolonie Singapore (Singhapoera). Geschiedenis volgens J. C raw-furd en anderen. Fad. Lett. 1847. II. 267,311. 19441. Bijdrage tot de geschiedenis der Karimon-Eilanden. Uit het Engelseh, met cenige verkortingen en enkele wijzigingen en veranderingen overgenomen. Zijnde een over-zigt der geschiedenis van bet Djohorsche Rijk sedert het begin der XIX eeuw en der Eugclsche bcmoeijenis met de Karimons, en : bezitname van Singapore tot aan de oplossing daarvan, en de splitsing van het Rijk van Djohor bij het Londensch Traktaat van 17 Maart 1824; van de daarop gevolgde handhaving van het JMcderlandsch gezag op do Karimon-Eilanden door den Resident van Riouw C. P. J. Elout, en van bet verval van den Engelschen tak van hot Djohorsche vorstengeslacht tot op den jongsten tijd. T. v. A. /. 21e j. 1862. II. 225. Voor-lndië. 19112. Geschied-en aardrijkskundige aanmerkingen op het verhaal van Plinius, weens den oorsprong en do oudheid dor lu-iancn, en de aardrijksbeschrijving hunner landen; met nasporingen over de voornaamste omwentelingen in Indië; door den Heer de Guignes, voorgelezen in de Acad. des Inscript. Vad Lett. 17b9. IV. 2. 285. 19413. Oude geschiedenis van Azia. Overzigt van het daarover voorkomende in de Eranscbe vertaling van A. Beaume der Asiatio liesearches. Uitgegeven door Ad. Duquesnoy. Parijs 1807, door Sedillot, uit |
GESCHIEDENIS IN HET A.LGEMEBN.
045
den Moniteur van 1S07. Lttierh. 1807. 11. 357, 37:i; 1808. II. 174. 19144. Iets over den ouden handel van Venetién. en deszelfs verbazende voordcelen in do XVo en XVle eeuw. Uit «Roljurt-son's geschiedkiuulige nasporingen van de kennis der ouden, aan Indie.quot; Leiterh. X. 1793. f)2. 19145. Britseh-lndiö. Afglianistan. Vertaling van liet artikel: A. d e J a n c i g n y, Jfitat actuel des indes Anglaises; getrokken uit de Revue des Deux Mondes vim 1840, en mede te vinden in de Revue Universelle en Revue des Revues van dat jaar. Geschiedkundig overzigt van de beweegredenen, omstandigheden en gevolgen van den togt der Engeisehen in Al'ghanistan, en beschrijving van de tegenwoordige zamenstclling en de hulpbronnen van Britsch-lndii'. De Kopiist, le j. Ie d. Batavia 1842. 241., 317. 19416. Berigt wegens de veroveringen, die de Engelsche en Pransehc Compaguicn in de Indien gemaakt Lebben. Korl lusto-risch verhaal tot 1703, uil een Engelsch werk: /'Ue historie der oorlogen van do Indiën, sedert hot jaar 1745.'' fad. Lett. 1773. II. 2. 23, 73, 175, G )5, 023. 19447. Opgave der verhandeling van Wilson, uit Oxford, bevattende (ene geschiedkundige schets van het Koningrijk Pandya, verzameld uit de beroemde Aiaekeuzieamp;che handschriften en voorgedragen in de bijeenkomst van Dcc. 1835 vun de K. Aziatische Maatschappij. Lellerb. 1830. I. 290. 19443. Berigt wegens de geschiedenis der Hindoos. ï)oor Eliza Hamilton. ïad. Lett. 1798. 2. 150. 19449. Verhaal van den oorlog van den grooten Mogol Aurengzeb tegen Ram-Raja, koning van Visiapour, volgens medcdeeling uit brieven van Suratte, dd. 20 Aug. 1093. Eur. Mercurius, V. 1094. II. 251. 19450. Berigt nopens de lezingon in het Athenée te Parijs //over don staatkundigen, statistieken en koophandclkundigon staat van Britseh-Indië,quot; te Londen door den Bngel-selien reiziger J. S. Buckingham, oud-redacteur van het 'I ijdschril't van Calcutta. Letterb. lb3Ü. 11. 305. 19451. Ontsnapping van een Engelsehman uit den moord te Delhi. Verhaal van S. H. |
Bat son, Chirurgijn-Majoor van het ex-74e Reg. inl. Inf. dd. Delhi, 11.1 uly 1857. Bijdrage tot de kennis van de verhouding der Indische stammen en volken, zoowel tot de Eu-gelschen als onderling. Vad. Lelt. 18j7. II. 070. 19452. Verhaal van de bedrijven dor Portugezen in Oost-lndie. 1503—J545. Hist. Beschr. Hei:. I. 1747. 98. enz, 19453. Mathijs Ilendriksz. (iuast voor Uoa, 1641, door 1J. A. L eu pe, zijnde een kort overzigt van zijn leven, en beschrijving van zijn laatste togt, waarbij als bijlagen zijn opgenomen, zijne instructie,dd. 11 July 1641, zijn rapport aan den Couv. Gen. dd. 24 Sept. 1641. liijdr. T. L. K.-kunde N. I. II. 313. 19454. Belangrijke Portugeseiie brieven van den Onderkoning van Goa Don Miguel de Noronha, Conde de Linhares, onderschept door Pieter Vlack, Raad vanN.-Indic, 163 !•. Medegedeeld door P. A. Leupe. Zijn toestand niet opzigt tot de Engelsclien en de Nederlanders .Hist. (Jen. Kr on. i\. 1S5.3, 27. — Toelichting door P. A. Leupe vun deze brieven. Aid. VIII. IS52. 337. 19455. Bijdrage tot de geschiedguis van den Deensch-Aziatischen handel. 1670-1731. Meerendeels uit Hoijer's levensgeschiedenis van Prederik IV. L'etteih. Vi. 1791. 142, 150, 155. 19156. Verhaal van den eersten aanleg der Deensehe volkplanting te Tranquebar in Oost-Indië. 1632—1705. Eur, Mercurius, XLVI. 1735. II. 149. 19457. Iets over het eiland Ceilon. Door J. Haafncr. Geschiedkundig overzigt tot 1790. Fad. Lelt. 1801. 2. 535, 506, 620; 1802, 2. 36. 19458. Beknopte historie van de voornaamste gebeurtenissen op Ceilon, sedert de komste van de eerste Nederlanders aldaar in den |arc 1602, en vervolgens van het etablissement der Edele Maatschappij ter zelvcr eilande tot den jare 1757, Medegedeeld door P, A. Leupe, dd.'s Ilage lfe62. Tekst van het overzigt, zoo uit de gedrukte als gesclirevene papieren ter Sceretarye van Politie op Colombo berustende, geëxtraheerd door W. van Damast Liinberger iu 1760, en in 1762 naar bet vaderland gezonden. Rist, |
646
Gen. Ber. VII. 2e St. 18G3. 330. Zie Hist, Oen. Kron. XVlIl. 1862. 4G7. 19459. Tekst der »korte vertooning, hoe onze bedienden van tijd tot. tijd voet op Ceylon bekomen, en den Portugezen dat eiland afgenomen hebben. Mitsgaders hoe llaja Singa zig middelerwijl tegen ons en de Portugezen gedroeg, en wat profyt, tot vergoeding der groote bij ons gedane onkosten (behalve de caneel die geschild wierd) daar al valt, als anderzints meer, aan den Édelen Heer Gouverneur Generaal, en de Ed. Hee-ren Raden van Nederlands India overgeleverd; door Adriaan van der Meyden, dd. in 't kasteel Üatavia, den 20 Sept. 1GC0.quot; Valentijn, V. St. I. 141. 19460. Tekst der f memorie voor den Ed. Heeren Jacob Ilustaert, Raad-extra-ordinair van India, Gouverneur en Directeur over de steden, kasteden, sterkten, en VorsTclijke Landen van de E. Compagnie gelegen op 't vermaard Eiland Ceylon, mitsgaders de steden en landen op de zee-kusten van Malabar, en Madure, om zijn B. tot een intrede zijns Gouvernements te kunnen dienen; door Rijk lof van Goens, in 't kasteel Colombo, den 26 Dec. l(i()3.quot; Valentijn, V. St. 1. 160. 19461. Tekst van het »rapport nopende don staat der Vereenigde Ned. Ü. J. C. op 't Eiland Ceylon, de kust van Malabar, en Madure, overgeleverd aan den Heer Joan Maatsuyker, Gouverneur Generaal, endcEd. Heeren Raden van India,door Jacob Ilustaert, extra ord. Raad van India, en do gewezen Gouverneur, als ook Directeur der opgemelde plaatsen, te zijner wederkomst op Batavia, dd. in 't sehip Mars, tien 16 Dec. 1664.quot; Valentijn, V. St. I. 183. 19462. Tekst van het //Extract uyt de beschrijving van den staat en gelegenheid van het Eiland Ceylon, de landen van Madure, Zuyder-Choromandel, Malabar en Canara, opgesteld door Rijklof van Goens, ordi-naris Raad van Indiön, om te dienen tot rapport aan Joan Maatsuyker, Gouv. Gen. enz., met zijn advys, hoe deze landen tot groot voordeel der E. Maatschappij zouden kunnen bestierd worden, dd in't kasteel Batavia dezen 24 Sept. overgeleverd in Rade van India den... Oct. 167.).quot; Valentijn, V. St. I. 204. — Opmerkingen van Prof P. J. Veth nopens deze memorie. Hist. Gen. Kron. X. 1854. 41, 353. |
19463. Tekst van het „extract uyt de consideratiün van den Heer Hendrik Adriaan van Rh eed e, over Ceylon, overgegeven aan don Heer Joan Maatsuyker enz., dd. Batavia 23 Nov. 1677.quot; Gerigt tegen de memorie van van Goens, dd. 24 Sept. 1(175. Valentijn, V. St. I. 247. 19464. Memoriën betrekkelijk hel Eiland Ceylon, door den Heer Bijklof van Goens, den Jonge, Gouverneur van dat Eiland, overgegeven aan zijn opvolger, den Heer Laurens Pyl, dd. 3 Dee. 1679. Medegedeeld door Jhr. C. A. Rethaan Macaré. Mcdedeeling van den tekst van I. Memorie voor den Kd. Heer Laurens Pyl; eerste commandeur en provisioneel Gebieder van Ceylon, Madure, Nagapatnam en Inchiado, mitsgaders den Raat, om tot nader ordrc van d'Ed. Heer Gouverneur Generaal cn d'Ed. Heeren lladun van India, in agtinge genomen en na de voorvallende zaken en intressen van d'Ed. Comp. zoo veel mogelijk gevolgt te worden. II. Memorie voor den opperkoopman d'Ed. Ruthgaert de Heyde, ende de verdere leden van den Raad, om haar Ed. daar naar provisioneelijk en tot nader ordre 1e reguleren. 111. Memorie voor den opperkoopman Pieter Verwer, Commandant over de stad en jurisdictie van Nagapatnam, mitsgaders Comp. dorpen en de eomptoiren Careal, Trimelevaas en Adrangepatnam, strekkende van de rivier Colderon in 't noorden tot het Eylant Rammanacoil in 't zuyden, om zig met don Raat daar na tot nader ordrc van den Ed. Heer Gouverneur Generaal cn d'Ed. Heeren Raden van India te reguleren. Uhl. Gen. Ber. V. 2e St. 1857. 49, 69,'107. — Verslag van Prof. P. J. Veth, over de belangrijkheid dezer memoriën. Hist. den. Kron. X. 1854. 41, 353, 415. 19465. Tekst der memorie, Colombo 16 Dcc. 1707, door don Gouverneur van Ceylon C. J. Simons, aan zijn opvolger Hendrik Bekker. Valentijn, V. St. I. 341. Arabië, Persiö enz. 19466. Bijzonderheden nopens de zamen-stelling door Prof. Kehr to St. Petersburg van een „liistorir der Arabieren, Persianen, Turken, Tartaren en Indianen, welke hij met do afbeeldingen van meer dan 5000 daartoe beboerende penningen zal ophelderen.quot; Boekz. XLII. 1736. 463. 19467. Beschrijving van do verdelging der Joden in Pcrzië. Vod. Lelt. 17/9. 1. 2.236. |
647
Nedcrlandsch Indïé. 19168. Prijsvraag van het Prov. Utrecliiscli Gcuootsolmp van K. on W. getiteld: „Welken invloed hebben de volkplantingen en andere, hetzij land- of handelsbezittingen der Nederlanders buiten Europa, tot heden toe, op hunnen handel, nijverheid, volkswelvaart en staatkundigen betrekkingen gehad ?quot; Let-terh. 1827. 11. 121. — Herhaald voor 1834. Jld. 1883. II. 94. — Verslag der ingekomen antwoorden. Aid. 1835. II. 199. — Herhaald voor 1836. Aid. 22Ü. — Verslag der ingekomen antwoorden. Aid. 1837. II. 350. — Herhaald voor 1838. Aid. 381. — Herhaald voor 1840. Aid. 1839. II. 286. — Herhaald voor 1842. Aid. 1841. II. 215. 19469. Mededeeling der prijsvraag voor 1842 van Teyler's Tweede Genootsehap, naar de geschiedenis dezer volkplantingen, sedert 1781 tot op onzen tijd, en haren tegenwoor-digen staat, zoo met betrekking tot nijverheid en handel, als tot de wetenschappen, do letteren, hot onderwijs en de godsdienst.quot; Letterb. 1840. I. 27. 19470. Ponooming van den Predikant G. de Serièrc te Batavia tot geschiedschrijver van Neder!. Indiöu, tevens belast met het schrijven eener staatkundige geschiedenis over die gewesten. Letterb. 1829. 1. JOL 19471. Benoeming van Dr. W. 11. van Hoövell tot geschiedschijijver van Nodcrl. Indic, met mededeeling der wijze waarop. letterb. 1839. I. 280. 19472. Opdragt door den Gouv. Gen. v. Ned. Indië, i). J. de Eerens aan Dr. W. 11. van Hoilvell, Predikant te Batavia, van het schrijven van do geschiedenis van Nedcrlandsch Indië. '1\ v. N. /. 3e j. Ie d. Batavia 1840. 97. 19473. Mededeeling, Leiden 13 September 1843, van bet voornemen van den Hoogleeraar G. Lants tot bot houden te Leiden van openbare voorlezingen over do geschiedenis der Nederlandsche Bezittingen in üost-Indic. Letterb. 1843. II. 161. |
19474. Ontwikkeling van het Malcische werk Soelaleto 'S-salathina, bohclzcnde de afkomst dor Malcische Koningen van Alexander den Groote, en de lotgevallen van het Malcische Bijk tot op dc komst der Portugezen in die gewesten; vergezeld van vertalingen, als proeven van deszeifs stijl, en uittreksels van merkwaardige plaatsen, door Prof. P P. Roorda van Ey si n ga. ï'.w. N. I. 6e j. Batavia 1844. 3e d. 244; 4e d. 17. 257. Lc uittreksels, met Maleischen tekst en Hollandsehe vertaling, zijn de volgende: Hot huwelijk van Alexander de Groote. Aid. 6c j. 4e d. 17, 20. Bloei en val van Malaka. Aid. Ge j. 4e d. 257, 2G3. 19475. Gedachten over don handel van den Indischen Archipel voor de komst der Europeanen; door M. H. Jansen. Goscbied-kundig overzigt. T. v. N. I. 1849. Gron. Ie d. 184. 19476. Korte kronijk der voornaamste gebeurtenissen in Indië, mot betrekking tot de handelingen dor Europeanen aldaar sedert 1 W8 tot heden. Almanak N. 1. 1843 tot 1865. 19477. Vraag van het K. Inst. T. L. en V.-kunde v, N. I., naar eene geschiedenis der Portugezen in den ü. I, Aretiipel. liijdr. T. L. en l .-kunde v. N. I. I. 1853 hl. XVIII; III. 1855. bl. XXXII; IV 1856. bl. XXXIH. - T. v. V. 1. 14e i 1852. II. 80. 19478. Tekst van het „extract uyt de resolution door de vergaderingen der Hoeren Soventhiene, genomen binnen Amsterdam op Donderdagh, den 9 July 1693,quot; tot opdragt aan Mr. Pieter van Dam van hot schrijven eener geschiedenis van de opkomst, zarnon-slelling en bloei der Ned. Ü.-I. Oomp. van 1695—1700. Medegedeeld door M. H. Jansen, Luit. tor zee. Ilist. Gen. Kr on. IX. 1853. 499.—Brief, dd. Amsterdam 10 Maart 1701, aan H. H. XVII, waarbij hij verslag geeft van zijn volbragten arbeid. Medegedeeld door M. H. Jansen, Luit. ter zoo. Aid. 501. 19479. Vestiging der Hollanders in üost-Indië, door X. Marinier in do Revue dos Deux Mondes Oct. 1841. Teregtwijzing ten aanzien van den dood van Cornelis Houtman, door J. J. A. Santhagens. Tindal en Swart, Verh. III. 299. 19480. Verhaal van de oprigting der O.-I. Maatschappij. Leoensbeschr. v. Ier. en gel, Mann. 1. 1730. 255. |
648
19481. Coup d'ooil sur quot;origine et les progrcs de la puissance Neerlandaise dans les Indes ürientales, d'après l'int.roduction historique de 1'ouvragO: Neerlands üost-lndii; of beschrijving dor Ncderlandsche bczittingeu in Oost-lndic par A. J. van dor A a. Mel-vilt, Monileur. 1. 1S46 —1847. 1 o partie, J. 55. 19452. Verhaal van het voorgevallene omtrent de vaart en handel op Üost-Indio 1595—1002, benevens van dc oprigting der U. 1. Compagnie. Staatk. Hist. Holland, XXVII. 17ü9. 165 J XXV111. 1770. 1. 19453. üverzigt der Oost-Indische ge-henrtenissen in 1003 en 1604. Staatk, thsl. UMand, XXIX. 1770. 56, 81, 157.—Idem in lOOquot;) en 1600. Aid. XXX. 1771. 50. —• Idem in 1607. Aid. XXXI. 1771. 65. — In 10U8. Aid. XXXll. 1772. 4b. — Jn 1009 cn 1610. Aid. XXXI11. 1772. 1—15, 150. — In 1614—1016. Aid. XXXIV. 1773. 155 ; XXXV. 17/3. x38. — In 1017. Aid. XXXVI. 1774. S8. ■— In 1018 en 1019. Aid. XXXVII. 1774. 83; XXXV1I1, 1775. 45. — Van 1019—1629. Aid. XLI11. 1777. 138. — Van 1629—1034. Aid. XLV. 1778. j. _ Van 1635. Aid 74. — Van 1036. Aid. XLV1, 1779. 83. — Van 1637. Aid. 9. __ Van 1638 cn 1639. Aid. 45. — Van 1640. Aid. 88. •— Van 1641. Aid. 169; XLVI1. 1779 9, — Van 1612. Aid. XLV1II. 1780. 100, 52. — Van 1643—45. Aid. XLIX. 1780. 1, 31. — Van J645— 1650. Aid. LU. 1782. 52-07. — Van 1651—1654. Aid. LIV. 1783. 11—37. 19481. Beknopt berigt van de opkomst, cn den gelukkigen voortgang der Nederland-sche Oost-lndisohc Compagnie, sedert dc eerste pogingen onzer Landzaal.cn, met betrekking lot den Uost-lndischen handel, in 't jaar 1594 tot op het Jaar 1631. Nvd. Reizen. 1. Amst. Very. I' ad. LM. 17-vl. VI. 1. 164. 19485. Geschiedkundig ovcrüigt van dc opkomst der Nod. U.-l. Kaal schappij tot 1063. iV. Neder I. Juurh. XXV. 1790. II. 1650. 19486. Bloei cu welvaart des Holland-schen handels in de Indien; door van Noord Borsky. Cesehiedkundig overzigt van 1594 tot 1795. T. v. A'. /. Ie j. 2e d. Batavia 1838. 306. |
19487. Geschiedkundig onderzoek naar den handel en het bestuur der Nederland-sche üost-lndische bezittingen. Inleiding. Algemeen staatkundig overzigt. 1602—1830. y'riend Kud. VII. 1833. 193. 194SS. Lijst der Gouverneurs Generaal van JN'ed. Indë, van 1011 tot 1761; met opgave van den datum hunner aanstellingen aftreding of overlijden. Z7-ad. Lelt. 1706. VI. 1. 107. 19489. Prijsvraag uitgeschreven voor 1804 door hot Prov. Utrechtsche Genootschap van K. en W., getiteld: «Een onderzoek naar de oorzaken van hot verval en den ondergang dor Oost-Indische Compagniequot;. T. v. l\. I. 1803. N. S. 1c j. II. 189. 194'JO. Tekst der //Corte remonstrantie van den tegenwoordigen staat, ecuiger plaatsen in Indien endo wat reraediëu vooreerst daartoe dienen gebruyekt, overgeleverd in de vergadcringo van de SevcntJiicncn, tot Amsterdam den 20 Augustus 1612, bij.Jacob 1'liermite, do Jonglie.quot; de Jonne, Opkomst, III. 1665. 380. 19191. Sommier verhaal van den Gouv. Gen. v. Ncd. ludlë J. P. Coen, uit O.-l. teraggekomen, over den toestand van zaken aldaar, lies. Holt. 22 September 1623. 2e dr. 118. 19492. Tekst van het »vertoogh van de Staot der Verccnichde Nederlanden in de quarticron van Oost-Indiënquot; door d'hcer Generaal Coen aen hacre Ho: Mo: overgc-levert 1023. Mcdegedocld door P. A. Lcupe. Hist. Ge.i. Kt on. IX. 1853. 95. — Zie ook VUL 1052. 269. 19193. Jan Pietersz. Coen, door Lants. Zijnde ophelderingen nopens zijn karakter en lotgeval.en; zijne denkbeelden over den toe-Mand on het verlies van Indië, en zijn verblijf in Nederland van 1623—1627, on vernieuwd vort,rek naar Indië. llijdr. lud. T. L. /.-kmde, N. V. II. 282. 19494. Tekst van hot //journaal gehouden (jp Batavia bij den Directeur Generaal Ph. Luoasz. van 5 Jan. tot' 27 Mei 1636. Medegedeeld door P. A. Leupe. Hist. Oen. Krun. IX. 1553. 24b. — Zie ook VIII. 1852. 270, 339, |
649
19495. Instructie of lastbrief voor den schippor-commandeur Abel Jansen Tasman in i644, medegedeeld door Jaeob Swart. Tindal en Swart, Perlt. IV. 05. 19496. Vergelijking der magt van Portugal en Nederland in 1648. Uit de redevoering van den Portngesehen J eznit V i c y r a in eene kabinetsvergadering van Keizer Jan IV, over de vraag, of men Brazilir af zou staan. Bij //Southey, History of Brasil, vol. II. '225.quot; Cad. l.ett. 1834. II. 41. 19497'. Bewering, dat onze Oost-Indische bezittingen niet zouden zijn wingewesten, maar verkregen door verdragen en overeenkomsten ; door D. C. Steyn Parvé, dd. 's Hage Oct. 1851. T. i*. N. 1. 13e j. 1851. II. 243. 19498. Gesclüedkundig verbaal van de wijze waarop de ü. I. Comp. in bet bezit barer landen op Java is gekomen. 1644— 1755. S. C. Nederburgh, Verhandeling, 's Hage 1802. 32, 100. — Hoe is de Compagnie in 't bezit barer landen op Java gekomen V Ingezonden. Betoog, gerigt tegen den Minister van Oorlog H. F. C. Porstner van Dambcnoy, en met mededecling van bovengenoemd verhaal, dat dit niet is geschied door de kracht der wapenen. 1'. v. N. I. 18e j. 1856. II. 39. 19499. Overzigt van „den standt dei-Nederlanders in Oost-Indiënquot; gedurende 1053. Uoll. Mercurius, V. 1654. 90. — Idem in 1654. Aid. VI. J655. 8, 05. — Idem in 1057 en volg. jaren. Aid. IX. IOüS. 126; XIV. 1663. 93; XV. 1604. 11, 22, 152, 155, 176, 132; XVI. 1065. 134; XVII. 1666. 156 ; XV11I. 1667. 162 ; XIX. 1668. 81, 144; XXIII. 1672—73. 148, 149; XXV. 1674—75. 175; XXVI. 1675—76. 111,158; XXVII. 1676—77. 176. Siaaik. Bist. Hol-land, L1V. 17S3. 93; LV11. 1784. 114; LX. 1786. 95; LXI. 1786. 34; LX III. 1787. 108; LXVI. 1789.75; LXX. 1791.93. 19500. Dankbetuiging en aanneming voor notificatie van het rapport ter vergadering gedaan door den Commandeur der 0. I. retourvloot Simon Pietcrsz,, over den toestand der zaken in Oost-Indië. lies. Uoll. 31 Aug. 16 J9. 2e dr. 254. — Idem van Gerrit Dem-mer. Aid. 14 Nov. 1653. 2e dr. 660. — Idem van Pieter Kemp. Aid. 18 Sept. 1654. 2e dr. 611. — Idem van Matthijs Crab. Aid. 31 July 1057. 2e dr. 3l5. -Idem van Joban Cunaeus. Aid. 3 Aug. |
1658. 2e dr. 296. — Idem van Isaac Coe-dyk. Aid. 10 July 1659. 2c dr. 186. — Idem van Pieter Sterthemius. Aid. 16 July 1660. 2e dr. 654. — Idem van Jan van der Laen. Aid. 26 Sept. 1662. 2e dr. 697. — Idem van Mr Herman Klencke. Aid. 28 July 1063. 2e dr. 361. — Idem, na het overlijden van den Commandeur Dirk Steur, door den Advocaat der O. T. Comp. P. van Dam. Aid. 23 Oct. 1664. 2e dr. 442. — Idem van Pieter de Bitter. Ahl, 20 Oct. 1665. 2e dr. 745. — Idem van Mr. Johan van Dam. Aid. 27 Oct. 1007. 2c dr. 386,— Idem van Jan Tlüjsz. Aid. 22 July 1669. 3c dr. 295. — Idem van Mattheus van den Brouck. Aid. 19 July 1070. 2e dr. 340. — Idem van Isbrant Gotskcns. Aid. 24 July 1671. 2e dr. 375. — Idem van Nicolaes do Boy. Aid. 14 Deo. 1674. 2e dr. 687. — Idem van Cornelis Valckenicr. 'lid. 16 July 1675. Ie dr. 43. — Idem van Nicolaes Verburg. Aid. 29 July 1676. 2e dr. 322. — Idem van Constantinus Ranst. Aid. 27 July 1678. 2e dr. 355, 259. — Idem, door den Advocaat van Dam. Aid. 22 Dec. 1083. 3e dr. 582. Idem van Jerefaes Vos. Aid. 18 Nov. 1684. 2e dr. 607. — Idem van Mattheus van Luchtenbnrgh, Aid. 11 Aug. 1685, 2o dr. 436. — Idem van Willem Card Hartsingh. Aid. 17 Sept. 1686. 2c dr. 589. — Idem van Jacob Couper. Ald.W Dec. 16S8. 2e dr. 757. — Idem van Jan Parvée. Aid. 21 Dec. 1690, 2e dr. 682 — Idem van Jan Bernard de Keux en van Mr. P. van Dam. lies. St. Gen. 5 Jan 1692. 15. lies, lloll. 11 Jan. 1692. 2e dr. 19. — Idem van den Advocaat P. van Dam, wegens het overlijden van de Commandeurs van beide de retourvlooten, lies. St. Oen. 23 Dec. 1693. 831; 23 Dec. 1693. 854. Res. Uoll. 9 Jan. 1694. 2e dr. 8. — Idem van Hendrik Pronck, alsmede door den Advocaat P. van Dam. Res. St. Gen. 25 Oct. 1694. 710, 26 Oct. 1694. 712. Res. Hall. 27 Oct. 1694. 2c dr. 481. — Idem van Reynier do Vos, alsmede door don Advocaat P. van Dam. Res. St. Gen. 12 Oct. 1695. 669. Jies. lloll. 12 Oct. 1695. 2e dr'. 467. — Idem van de Wit, alsmede door den Advocaat P. van Dam. Res. Holt. 19 Dec. 1690. 2e dr, 686. — Idem van Willem Burchaert, alsmede dooi- den Advocaat P. van Dam. Res. St. Gen. 10 Mei 16',)8, 264. Res. Holt. 14 Mei 1698, 2e dr. 274. —Idem van Claes Byong, Res, lloll. 7 Aug. 1698 2edr. 394,— Idem van Daniël Heinsius. Aid. 23 July 1699, 2e dr. 1076. — Idem van Wouter Valkenier. Aid. 22 Oct. 170Ü. 2e dr. 491.— Idem van Cornelis Keelcman. Aid. 21 Oct. |
650
1701. 2e dr. 45(5. — Idem van Harmen Voet. Aid. 23 Sept. 1702. 2e dr. 482. — Idem van Jacob Bloegh. Aid. 28 Sept. 1703. 2e dr. (550. — Idem van Adolph Winckler. Aid. 17 Deo. 1704. 2e dr. 712. — Idem van Joan van Hoorn, gewezen Gouv. Gen. van Ned. Indië. Aid. 18 Oct. 1710. 2e dr. 42(i. 10501. ïekst van het «rapport dd. 21 Oct. 1064, door de Gecommitteerde Bewint-hebberen van de O I. C., mondeling aen Haer Ho. Mog. gedaen, ende vervolgens bij geschriften (in den jare 1664) overgclevert, wegens den toestant der saeken in Oost-Indii;n, so als deselve op het vertrek van de retourvloot, jongst in dese landen gearri-veert, volgens de brieven en advysen van daer bekomen, zijn geweest,quot; door P. van Dam Luzac, tJoll. Rijkdom, II. 17!)1. Bijl. ü. 40. 19502. Tekst van het //rapport, door Pieter de Bitter, Commandeur van de retourvloot van de O. I. C.3 deses jaers (1665), aen Haer Ho. Mog. mondeling ge-daen, en schriftelijk overgclevert, wegens den toestant der saeken in Oost-Indii'n, en 't voornaemste 't gene op de reysen is komen voor te vallen.quot; Luzac, Hall. Rijkdom, II. 1781. Bijl. D. 61. 19503. Tekst van het ,rapport, dd. Oct. 1666, door den Commandeur over de retourschepen uit Oost-Indiën, Jacob Cauw, aan Hunne Hoog Mogenden overgeleverd, wegens den staat van 's Lands bezittingen in dat werelddeel gedurende 1665.quot; Staalk. Hist, üollund, LXVI 1789. 75. 19504. Tekst van het » rapport, dd. 's Hage 22 Dcc. 1666, door Jacob Cauw. Commandeur van de retourvloot van de O. I. C. in den jare 1666, aen Haer Ho. Mog. mondeling gedaen, en schriftelijk overgelevcrt, wegens den toestant der saeken in Oost-Indiën, en 't. voornaemste 't gene op de reyse is komen voor te vallen.quot; Luzac, Hall. Rijkdom, II. 1781. Bijl. D. 70. 19505. Tekst van het //rapport mondeling gedaen, en schriftelijk overgelevert aan de Ho. Mo. Heeren Staten Generaal der Ver-cenigdeNedcrlanden,doorJohan Thyssen, gewesene llaet Extra-ord., en voor Commandeur der retourvloot, in Dec. van Batavia vertrocken. Relatie van den staat van Oost-Indienquot; in 1668. lloll. Mercurius, XX. 1669. 87. |
19506. Zakelijke inhoud van liet rapport, overgeleverd „door Matthijs van don Broeck, Commandeur der retourvloot op 24 Juny 1670 iu 't Patria gearriveerd, lle-laes van den staet van geheel Oost-Indiënquot; in 1669. Hall. Mercurius, XXI. 1670. 75. 195i7. Gevecht van den Commandeur Cornelis van Quaelbergen tegen de Engelschen in Oost-Indiën op 1 Sept. 1673. Medegedeeld door P. A. Lcupe. Swart, /erh. 1856. 2 afd. 182. 19508. Omstandig verhaal van het gevangen nemen van Taroena Djaja door Kapitein Jonker, in December 1679. Valentijn, IV Stuk I. 116. 19509. Schriftelijk rapport van Gecommitteerden uit de vergadering van XVII, wegens den toestand van zaken in Oost-Indiën, op het vertrek van de jongste vloot, daar van daan johgst in deze landen gearriveerd. Res. St. Gen. 11 Nov. 1694. 742. 19510. Brief, dd. Batavia 2 Aug. 1745, ter mededeeling van het //Oostindisch Nieus.quot; Uur. Mercurius, LV1L 1746. II. 151. 19511. Verslag van hetgeen in de landen van de O. I. Maatschappij van )1 Jan. 1782 tot Sept. 178S. N. Nederl. Jaarh. XV1I1. 1783. bl. 2010. XIX. 1784. bl. 1175, 1660, 1813; XXI. 1786. bl. 1G55; XXIV. 1789. bl. 300, 437, 647. 19512. Proeve eener beknopte algeincene geschiedenis van het vaderland, ter opleiding van krijgslieden voor 's Konings zee- en land-magt; door Prof. L. G. Visscher. Hierin: Oorlog met Engeland. Groote verliezen in de Indiën. Ontbinding der O. I. Comp. 1795—1797. Java. Kaden voor de Aziatische bezittingen, 1798—1800. Neêrlandsch Indië, 1806—1810. Bestuur van Daendels, 1808—1811. Astrea, IV. 1854. 402, 406, 411, 412. Idem, vervolg. Hierin : Java verloren, 1811. Oost-Indische koloniën, 1815— 1816. Oost,-Indië; van der Capellen, Gouverneur Generaal. Java, Decima, 1810. Oorlogen op Sumatra enz. Palembang, Borneo, 1819—1824. Geschillen en beëindiging met Engeland. Ruiling van koloniën, 1824. De Molukken, 1824. Oorlog op Celebes. Du-Bus de Ghisignies. Van den Bosch. Oorlog met Diepo Negoro. De Koek, 1826—1880. De koloniën, 1833—1838. De Indien. Aid. V. 1855. 41, 46, 52, 54, 127, 129. |
651
19513. Bijdrafre tot dc geschiedenis en de kennis van Nederlandsch Indic in het jaar 1807; door Dr. P. Bleek er. Mede-doeling van den zakelijken inhoud van het rapport van W. C. van Braam, dd. Zwolle uit0, i'ehr. 18(18, nopens zijne zending als Commissaris naar Üost-Indië, daartoe benoemd bij Ministerieel besluit te 's Hage 8 July 1806, o. a. voor een speciaal onderzoek van den staatkundigen, commercieelen en (inan-tieelen toestand van Ned. Indië. T. v. N. /. 1SGS. N. S. Ie j. II. 13, 91, 140. 19514. Geschiedenis der Nederlandsche O. I. bezittingen onder de Eranscbe heerschappij; door Mr. P. Mij er, dd. 21 Sept. 1839. T. v. N. /. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 229. 19515. Nederlandsch Indië in 1817. Me-dedeeling van een uit officieele bronuen bij dc Algemeenr Secretarie te Batavia vervaardigd overzigt, onder toevoeging ccner korte inleiding. T. v. N. I. 23e j. 1861. 1. 271, 339. 19516. Kronyk van Nederlandsch Indië, loopende van al' liet jaar 1816 tot 1826. T. v. N. I. 3e j. 2e d, Batavia 1840. 265,345, 477, 589; 4e j. Ie d. 1842. 1, 129 ; 7e j. 2e d. .1845. 429; 3e d. 1845. 43, 171. — De schrijver dezer kronyk is //Mr. P. M ij e r.quot; Zie P. J. Veth, Borneo's Wester Afdeeling, deel I. Zalt-Bommel 1854. bl. XV en XVI.— Teregtwyzing van T. E,. (Taco Roorda), wegens zijne veronderstelling in de Gids, Vile jaarg. 719, dat Dr. W. ft. Baron van Hoc-vell. Predikant te Batavia, de schrijver dezer kronyk zou zijn; en berigt dat de redacteur er van is Mr. P. Mij er, lid van de beide Hooge Regentshoven in Nêerland's Indië, en Secretaris van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. '1\ v. JV. I. 6e j. Batavia 1844. 2e d. 320. 19517. Mededeeling met toelichting door L). C. Steyn Parvé van den tekst van het administratief verslag, of van hot Algemeen overzigt der Indische Administratie over 1836.quot; Steyn 1'arvé, Beheer en Veruntw. Z. B. 1852. 63, 96. — Toelichting door J. P. Cornets deGroot, van de zamenstelling dezer administratieve verslagen. Cornets de Groot, Beheer, 's Hage 1862. 154. |
manak en naamregister.quot; 2'. ». A. ƒ. 17e j. 1855. I. 24, 119, 19519. Algemeen overzigt van den toestand van Nedeilandsch Indië, gedurende het jaar 1816, getrokken uit de verslagen der Residenten. T. v. N. 1. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 1848. Ie d. 78, 200 en 347. 19520. Tekst van het «.verslag der Commissie, bij bosluit der Tweede Kamer van den 20 Sept. 1855 benoemd tot onderzoek van het verslag van het beheer en den staat der Oost-Indische bezittingen over 1853.quot; Vastgesteld door de Commissie den 25 Sept. 1856. GeJr. Slukk., 1856 -57. XXXI. No. 1. -De geringe belangrijkheid der verslagen van den Minister van Koloniën aangetoond uit bovengenoemd verslag, dd. 25 Sopt. 1856. T. v. N. I. 18e j. 1856. II. 342. 19521. Oordeel van Prof. P. J. Veth, over de jaarlijksche Koloniale Regeringsver-slagen. Oidgt;, XXIIIe j. N. S. 12c j. 1859. I. 587. 19522. Inhoud van de circulaire, dd. 18 Dec. 1858 van den Kommandant van het Indische leger, J. van Swieten, ter bevordering van de zamenstelling van //de geschiedverhalen der afzonderlijke korpsen.quot; T. v. N. A 21e j. 1859. I. 438. Sumatra. 19523. De geschiedenis van Sumatra; door Prof. P. J. Veth. Gids, Xllle j. N. S. 2e j. 1849. II. 437, 529, 677; XlVe j. N. S. 3e j, 1850. I. 19, 150. — Iets over de aanleiding tot den moord der Hollanders te Palembaug op 14 Sept. 1811 ; door H. T. Krabbe, Kommies bij het Dep. van Kol. te 's Gravenhagc. Geschiedkundige toelichting ter rectificatie van het hierover voorkomende in bovengenoemde geschiedenis, door mededeeling van een exlraet uit het protest van Comm. Gen. van Ned. Indië, dd. 5 Oct. 1818, gerigt tegen de jongste handelingen van T. S. Rallies, betrekkelijk Padang, de Lampongs en Palembaug, en bij hunnen brief van gelijke dagteekening aan Lord Hastings beteekend. Gids, Xllle j. N. S. 2e j.1849. II. Bijblad. — Zie ook Oosterling, I. 1835. 145. |
19518. Geloofwaardigheid van de //korte 19524. Aanteekeningen, dd. Menado 7
kronyk der voornaamste gebeurtenissen in Junij 1824, van den G.-G. v. N.-Indi ■, G. A.
Nederlandsch Indiëquot; sedert 1843 opgenomen G. P. van der Capellen, botreirende den
in iederen jaargang van den //Javaschen al- briet door T. S. Rallies in 1811 geschreveu
652
aan den Sultan van Palcmbang, Badaroedin, om zich van de Hollanders te outdoun. T. v. N. I. llo j. 1855. II. 357. 19525. Verhaal van den moord dor Hollanders in 1811 te Palembang. T. v. N. I. 8e j. üatavia 184(). 3e d. 327. 1952G. Geschiedenis van Sumatra; door 1'. J. Veth. Antwoord op eenige aanmerkingen van Mr. J. K. W. Quarles van Uï-l'ord, rn anderen; met. mededeeling van eenige door hem gemaakte verbeteringen in het 4c en 5e artikel zijner geschiedenis voorkomende in Jan. en Pebr. 1850 van ,de Gids.quot; T. v. N. I. 13e j. 1851. I. 178. 19527. De eerste Nederlanders op Sumatra; door K. Historische schets van het verblijf van Paul van Caerden te Atjeh in iGOÜ—1G01, met ceno beschrijving van eene mislukte togt van Prederik de Houtman in 1599, tot inleiding. T. v. N. L 22ej. 18GÜ.1. 13. 19528. De vestiging der Nederlanders ter Westkust van Sumatra door K. Prancis, voormalig Resident aldaar. 1595 tot 1833, volgens een geschiedkundig verslag der voornaamste gebeurtenissen, in een kronykmatigc ordo uit oöicieele bescheiden te zamengesteld door W. L. Hitter. Tijds. Ind. T. /,. Z7.-kunde, V. N. S. 11. 1856. 8. — Francis, Levensloop. III. Bat. 18GÜ. 94. 19529. Begin en voortgang van onzen handel en bezittingen op Sumatra's Westkust. Tekst van liet geschiedkundig overziet, rot 1759, zoo als dit den 13 April 1701 door J. L. van Basel aan de Hoogc Regering van Ned. Indië is ingediend; alsmede uitnoodi-ging der redactiën tot het leveren van een vervolg hierop. 2'. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 2e d. 1. — Vervolg (van 1700 - 1833). Aid. 4e d. 27, 213. — llectilicalie. De Sluers, Kestiginy, I. Amst. 1849. 38 Noot.— Bijzonderheden uit de Nederlandsche krijgsbedrijven op Sumatra; door H. M. Lange, dd. Samarang, April 1848. Aantooning en verbetering van de onnaauwkeurigheden, voorkomende in het vervolg op de verhandeling „Begin en voortgang van onzen handel en bezittingen op Sumatra's Westkustquot; geplaatst in het T. v. N. I. 9e j. 1847. 4e d. 213. T. v. N. I. 1849. 2e d. '191. 19530. Korte historische, aanduiding van de bemoeijingen der Engelschen, sedert het einde der XVIe eeuw, op Sumatra, Poeloe Pinang, en ïanah Malayoe, met aaustipping voor Java, alleen voor zooveel bet tijdvak 1811—1816 betreft. Millies, Munten, Amst. 1852. 3. |
19531. Staats- en krijgsgeschiedkundige schetsen der Nederlandsche bezittingen op Sumatra, in de Jaren 1837 en 1838; door J. C. van Rijn eve ld, dd. Breda 1 Dee. 1840 en 15 Maart 1841, ter aantooning van het verband der krijgskundige verrigtingen met de staalkundige bedoeling ten opzigte dor Westkust van Sumatra. Mot Plaat. Milit. Sped. IX. 1841. 116, 150, 159, 181. 19532. Oorsprong van het. Rijk Taroemon op Sumatra's Westkust. Medegedeeld door W. L. Hitter. T. v. N. 1. 2e j. Ie d. Batavia 183 9. 8. 19533. De residentie Tapanoeli, Sumatra's Westkust, in 1852. Medegedeeld door P.Th. Couperus, gewezen Resident aldaar. Tekst van zijn verslag, dd. Nov. I8ö2. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IV. N. S. I. 1855. 21G. 19534. De assistent-res. Mandaheling en Ankola, op Sumatra's Westkust, van 1847 tot 1857, door A. P. Godon, oud-ads.Res. Schets van hetgeen gedurende dien tijd aldaar is voorgevallen, mot ontvouwing der redenen, waarom en op welke wijze de verschillende maatregelen des bestuurs, genomen zijn. Voorafgegaan door een inleidenden brief van Mr. Th. van Stolk, Advocaat te 's Hage. '1. ». N. I. 24e j. 1862. I. I. — Aanvulling van deze seBets, door D.derKinderen, oud-le Luit. der infanterie enz. Aid. II. 354. 19535. Geschiedenis van Mandhéling en Pertibie, door T. J. Will er, 1845. T. v.N. I. 8e j. Batavia 184G. 2e d. 400. 19536. Eenige bijzonderheden omtrent de afdeoling Padaug en hare inlandsche hoofden; door Sal. Muller, lid der Natuurk. Comm. in Ned. Indië. Historische schets, getrokken uit het oflieieele verslag, dd. 13 April 1761 van J. L. van Basel. S. Muller. Bijdr. Leid. 1846. 148. 19537. Geschiedkundige schets van de Sekte der Padries op Sumatra en van hun bestuur, op de plaats zelve en in den tijd van onzen oorlog met ben, opgesteld; door Een Indisch Ambtenaar. T. v. N. I. 13c j. 1851. II. 10. 19538. Een Nederlandsch etablissement te Sagoendi; zijnde een geschiedkundig over- |
653
zigt, grootelijks uit de verslagen van Heyli-gers en den Gouverneur van Sumatra's Westkust. T. N. /. 32e j, I. 331. — Reotili-eatie van dit artikel. Kol. Jaarb. 1S61 — 1862. 193. 19639. Gesehiedenis van I'alembang. Schets, van ló44—1813. T. v. N. J. 8e j. Batavia 1ö4G. 3e d. 3ó6. — Aanmerkingen hieroj) door P. J. Vetii. Aid. 1850. I. 358 Noot. 19540. Naamlijst der bekende Palembang-sche vorsten. 1544—1823. T. v. N. 1. 8e j. Batavia 1846. oe d. 375. — Verbeteringen. Aid. 4e d. 394. 19541. Aanteekeningen en sekctsen over i'alembang. U. a. Beschrijving, met historisch overzigt, van de Vorstelijko begraafplaatsen te Lamabang, 171i —1843; Beschrijving van den val van de Djambische Vor-stcnlieerschappij. T. v. A. I. üe j. Batavia 1844. 3e d. 198; 4e d. 107. 19542. Ecnige bijzonderheden omtrent Palembang, door O. P. E. Practorius, Ned. U. 1. Hoofdambtenaar, laatst Directeur over dc Cultures. Gedeelte van zijn Verslag van 1832 over de res. Palembang, hetwelk, wat den inhoud betreft, niet wordt gevonden in het werk: //Proeve eener beschrijving van het gebied van Palembang, door W. L. de Sturler. Groningen 1843.quot; Ind. Bij, 1. Lcy-den 1843. 376. — Aankondiging tioor E. üe Waal van dit artikel, lm. Mag. I. Tw. 1844. No. 10, 11 en 12. bl. 95. 19543. Bijdrage tot de gcsehiedeuiE der Lampongs, door 11. U. Can no. Schets. 1483—I8(i0. Ti/jds. Ind. T. L. ^.-kunde, XI. 4e S. II. 1862. 507. 19544. Overzigt der geschiedenis van de Latnpongsche districten. T. v. 'N. 1. 24c j. 1862. I. 169. 19545. De uitroeijing der Orang Aboeng in de Lampongs op Sumatra. Expeditie tegen hen door Anachoda Moeda in het laatst der vorige eeuw. T. v. iV. I. 4e j, 2c d. Batavia 1842. 35. 19546. Gesehiedenis van het grondgebied van het eigenlijke lliouw en Lingga, sedert, 1511—1845; door E. N c t s c h e r. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IL 1854. 146, 181.'— Bijdragen tot do geschiedenis van het rijk van |
Lingga en lliouw; door E. Ne'se her. Aid. IV. N. S. I. 1855. 411. 19547. Inhoud van een beschreven oorkonde, getiteld: //Geschiedenis der verhouding tusschen de Maleisehe en Boeginesoho vorsten, ot' tusschen de sulthans (van Lingga) en de onderkoningen van Rio.quot; T. v. N. I. 17e j. 1855. 1. 248. 19648. Oorsprong der Boeginesche vestiging op Riouw. Maleisehe tekst. Mcursinge, Mal. Leesb. 111. Leijden 1817. 62. 19549. Bijzonderheden nopens de expeditie tegen den onderkoning van Riouw en de vorming van liet eiland Mars in 1784, door van li ra am. Tindal en Swart, y erh. II. 270 19550. Verhaal van de oneenigheden in Dec. 1819 met de üoeginezen, gevestigd te Rio, en van de maatregelen in deze van den Res. en kommandant Koenigsdoriler; door J. C. Baud in de Tweede Kamer op 24 July 1864. Handel. R. li. Utrecht 1857. III. 299. — Kritische beschouwing van dit verhaal; door //Een lid van het Indisch Genootschap.quot; Hand. en Oeschr. Ind. Gen. 1c j. 18.)4. 218. — Eene verminking der gesehiedenis; door Z. Toelichting van dit verhaal door mededeeling van die voorkomende in de Bataviasclie Courant van 18 Maart en 17 July 1820 No. 12 en 27 ; voorafgegaan door beide bovengenoemde artikelen. T. v. N. I. 18e j. 1856. 1. 20 ). 19551. Geschiedenis van Banka en Palembang. Uitmakende de inleiding van het verslag van Thomas Horsiield. \ ertaald en met aanteekeningen voorzien door Dr. P. J. Veth. ï. v. N. I. 1850. 1. 196; 358 Noot. Borneo. 19552. Historische aanteekeningen betreffende lioeloengan en Berou op de N. O. kust van Borneo; bijeenverzameld door J. 11 a-geman JCz. Tijds. Ind. T. L. I .-kunde, IV. N. S. 1. 1865. 79, 87, 101, 424. 19553. Proeve eener geschiedenis vaneen gedeelte der Westkust van het eiland Borneo, door G. Muller, Inspecteur der Nedcrl. O. I. bezitt. op Borneo, etc. Overzigt, 1600—1818. Met aanteekeningen van Ur. C. L. Blume. Ind. Bij, 1. 1843. 197, 201-. 19554. Geschiedenis van Matan, op de Westkust van Borneo, door G. Miiller, |
654
Zaakgelastigde en Inspecteur der Nederl. O. 1. bezitt. op Borneo, etc. Met aanteekeningen van Dr. C. L. Blume, Ind. Bij, I. 1843. 321. 19555. Iets over de vorsten van Sarabas. Hun afkomst. T. v. N. /.9e j. Batavia 1847, 3e d. 233. 19556. Kronyk van Sambas en van Soe-kadana; in het oorspronkelijk Maleisch, voorzien van de vertaling en aanteekeningen door E. Netschcr. lijds. Ind. T. L. L'.-kunde, I. 1853. 1. — Opmerkingen door P. J. Veth hierover. Zie Veih, Borneo's W. Afd. I. Z. B. 1854. 215 Noot. Antwoord door E. Netsoher hierop. Aid. III. 1855. Be-rigten bl. XI. 19557. De oorsprong van Pontianak op do Westkust van Borneo. Historisch over-zigt tot 1840. Hitter, Ind. Herinn. Ainst. 1843. 183. 19558. De oorsprong van Pontianak, door W. L. Ritter. T. v. N. I. 2e j. Ie d. Batavia 1839. 401. 19559. Aanteekeningen betreffende Borneo's Westkust door H. C. van Prehn, dd. Deo. 1853. Oorsprong van Pontianak, van de grafplaats Batoelajang, enz. Overeenkomst tusschen de bevolking van Pontianak en den stichter dier plaats. Tijds. Ind. T. L. .-kunde, VII. 3. S. I. 1858. 486. 19560. Eerste proeve eener kronyk van Mampawa en Pontianak, door T.J. Wilier, voormalig Hes. der Wester afdeeling van Borneo. 1734—1819. Tezamen gesteld uit officieele stukken en Inlandsche Msc. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, lil. 1855. 516. — Vervolg tot 1828. ^.,1857.69. — Geschiedenis der eerste Al-Quadris. Met eene Nederduit-sche vertaling door E. Netscher. Maleische tekst van die geschreven door Ahmad, zoon van Abd'oel-rahman Al quadie, dd. Pontianak in lii61. Aid. IV. N. S. 1.1865.285. 19561. Geschiedkundige aanteekeningen omtrent zuidelijk Borneo; door J. Ha ge-man J.Cz. dd. Soerabaja Aug. 1860. Van de XlVe eeuw tot op den jongsten tijd. T.v. N. I. 2„e j. 1861, I. 199. |
19562. Historische aanteekeningen betreffende Tanah Boemboe, bestaande uit de rijkjes Tjantoeng met Uoentar-laut, Bangkala-an. Sampanahan, Menoenggoel, en ïjengal op de O.kust van Borneo ; aangetroffen onder de bij het Gouvernement van N. Indic betreffende papieren van C. M. Schwaner, lid der Nat. Comm. in N. Indië, bewerkt door E. Netschcr en H. von Dewall. Tijds. Ind. T. L. T'.-kunde, I. 1853. 335. 19563. Bijdrage tot de geschiedenis van Borneo; door .1. Ha ge man JCz. Aloude geschiedenis tot het begin der XVIIe eeuw, meer bepaald van Bandjermasin, volgens inlandsche bronnen. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VI. N. S. III. 1857. 220. 19564. Het Rijk Bandjermasin en zijne hoofdplaats van dien naam. Historisch over-zigt. 1600—1817. v. Doren, Bijdr. I. 1860. 188. 19565. Historisch overzigt tot op de regeling der troonsopvolging in 1852, van het rijk Bandjermasin; door wijlen A. van der Ven, Res. der Z. en O. afdeeling van Borneo, dd. Bandjermasin Mei 1855. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IX. 3 S. III. 1860. 93. 19566. Over de geschiedenis van Bandjermasin, in de laatste jaren 1857—1860; door J. Hageraan J.Cz. dd. Soerabaja,September 1860. Uitvoerig verhaal van de gebeurtenissen gedurende die jaren. T. v. N. I. 23e j. 1861. J. 69. 19567. De Bandjcrmasinsche afschuwelijkheid, door J. C. Baud. Nauwkeurige geschiedenis van het etablissement van don berueh-ten A. Hare, getrokken uit olliciecle stukken. Bijdr. Ind. T. L. V..kunde, N, V. III. 1. Java. 19568. Prijsvraag voor 1825, van het Bat. Gen. van Kunst en Wet. in Ned. Ind. io. Naar een aangeschakelde geschiedkundige beschrijving; uit de schriften der inboorlingen of Javanen van dien tijd bijeenverzameld, van de eerste aankomst, handel, gedragingen, en verdere omstandigheden der Nederlanders, gedurende den tijd, welke hunne eindelijke vestiging op Java is voorafgegaan; en 2o. of men de zekere voorzegging van de verovering door vreemden in eenige Javaansche geschriften vindt aangeteekend; en, zoo neen, of uit dezelve blijkt, dat zoodanige voorspelling bij de Inlanders als verhaal bestond; en eindelijk, door wien en op welke wijze die voorzegging aan lien bekend is geworden. Kerh. Bat. Gen. N. I. IX. 1823. bl. XIX. Letterb. 1824. I. 231. |
655
19569. Overzigt der geschiedenis van Java, grootendeels uit oorspronkelijke inlandscbe bronnen geput; door J. A. W ilk ens. T, v. N. I. 1849. 2e d. 205. 19570. Algemcene geschiedenis van Java, van de vroegste tijden at' aan tot op onze dagen, door J. Hageman JCz. I. Tot de invoering van het Mohammedanisme. Ind. Anh. Ie j. I. J849. 586; 11. 1850. 4t, 115, 205, 277, 305. 11. tot 1646. Aid. Ie j. II. 1850. 352, 484; 2e j. UI. 1850. 1, 107, 268; en 2e j. I V. 1851. 1, 77, 147, 463. -III. J646—1682. Tijds. Ind. T. L. Y.-kunde, N. S. 1. 1853. 173, 383; II. 1854. 33. 19571. Iets over de oudste geschiedenis der Javanen; door J. J. de Hollander, te Breda. Schets tot op de invoering van het Islamisme, getrokken uit zijn «Handboek bij de beoefening der Javaansche taal en letterkunde. Breda 1848.quot; Gids, XUe j. N. S. Ie j. 1848. II. 35, 37. 19572. Nieuwe belangrijke bronnen voor de oude geschiedenis van Java, door Dr. W. R. van II|oövell, dd. Batavia Maart. 1841. T. v. N. I. 3e j. Batavia 1810. 2e d. 307.— Toelichting door Dr. F. Junghuhn, dd. op den berg Salak, Juny 1844. Aid. 345. 19573. Opmerkingen van Dr. W. R. v. Hoc veil, betreflende de godsdienstoorlogen tussehen de Brahmans en Budhisten en de stichting hunner sekten op Java; naar aanleiding van een verslag over de reisbeschrijving van Shi Fa Hian, vertaald door Remu-aat en J. Klaproth, en uitgegeven door Lan-dresse. T. v. N. L. 3e j. 2e d. Batavia 1840. 311, 310. 19574. Iets over het Rijk en de Vorsten van Padjajaran, door U. P. dat is C. 8. quot;VV. Graaf van Hogendorp. T. v. N. I. Ie j ie d. Batavia 18^8. 339. — Zie Hand. Ind. Oen. IV. 1857. 205. 19575. De Engelschen op Java, door J. Hageman J.Cz. Hunne geschiedenis van 1588—1623, van 1623—1682 en van 1811 — 1816. Tijds. Ind. T. 1. P -kunde, VI. N. S. III. 1857. 290. 19576. Bijdragen tot de geschiedenis der Soendalanden. Uit het Maleiseh vertaald door C. W. Walbeehm. Naar een hand-schiift van Soemadang, cn betreffende de Preanger, Cheribon en Krawang, en hunne verhouding tot Mataram. 1623—1709. Tijds. |
Ind. T. L. V.-kunde, VI. N. S. III. 1857. 247. 19577. Kort verhaal van de Javasehe oorlogen, welke met onderscheidene Prinsen gevoerd zijn, sedert don jare 174], tot den algemeenen vrede, gesloten in den jare 1757. yerh. Bal. Oen. N. I. XII. 1830. 75. — Opmerkingen van Prof. P J. Veth nopens dit verhaal. Hisl. Oen. Krom. IX. 1853. 58, 317, 349. — De schrijver zou zijn G. E. Munnik Zie Aid. Voorberigt. Medcdee-ling door J. Hageman J.Uz. Zie Tijds. Ind. T. I. V.-kunde, IX. S. 111. 1860. 416. — Verklaring van eenige eigennamen, voorkomende in het, kort verhaal der Javasehe oorlogen sedert den jare 1741—1758. Aid. 3b5. 19578. Geschiedkundig overzigt van Java, op het einde dor achttiende eeuw, door J. Hageman J.Cz. Tijds. Ind. T. L. P.-kunde, IX. 3 8. III. Ift60. 261. 19579. Bijdragen tot de geschiedenis van de Vorstenlanden op Java. Een kronijkmatig overzigt van het begin der XVIIic eeuw tot aan den opstand van Dipo Negoro. T. v. N. 1. 23e j. 1861. II. 129. 19580. Geschiedenis van het Bataafsch Hollandsch Gouvernement op Java. 1802— 1810. Door J. Hageman J.Cz. Tijds. Ind. T. L. r.-kunde, IV. N. 8. I. 1855. 333. V. N. 8. II. 1856. 164. 19581. Verhandeling over de waarschijnlijke oorzaken, die aanleiding tot de onlusten van 1825 en de volgende jaren in de Vorstenlanden gegeven hebben; door Mr. J. F. W. van Nes. Beschrijving van de gesteldheid van het Rijk van lijokjokarla onder 8ultan. I en volgende regeringen; gevolgd door een korte zakelijke inhoud van het voorgaande met de daaruit voortvloeijende opmerkingen en gevolgtrekkingen. T. v. iV. I. 6o j. Batavia 1844. ie d. 113; 1845. Ie d. 120. 19582. Over de oorzaken van den oorlog met Diepo Negoro op Java van 1825—ISiiG, door A. F. 8ifflé, dd. Middelburg, l'ebr. 1848. Fad. Lelt. 1848. I. 281. 19583. Verhaal van den oorsprong en het begin van den opstand van Diepo Negoro volgens een Javaansch handschrift door Dr. T. Roorda. Met aanteckeniugen. Bijdr. Ind. T. L. V.-kunde. N. V. III. 137. |
656
19584. Aanteekeningen van den Güuv. üen. ü. A. G. I3. van der Capellen, over den opstand van Diepo ISegoro in IbW. Mededeeling van den tekst hiervan, bij wijze van dagboek prelioiiden, dd. Buitenzorg July 1825 lot, 4 Jan. 1826. T. v. N. 1. 22e j. 1860. II 360. 19585. De oorzaken van den oorlog op Java, van 1825 tot 1830. Doof J. I. van Sevenhoven, dd. Aug. lgt;i3S. Dealgemeene toestand des volks en dos Prinsen, en dor be-leodigingon door Eiiropeeseiie amhteuaron aan Diepo Negoro aangedaan. T. v. N. I. Ie j. 2o d. Batavia 1838, 102. 19586. llectilieatio, dd. 's Ilage Maart 1864, door Mr. W. T. Gevers Ueynoot van zijne voorstelling der gevangenneiniug van Diepo Negoro, door liem gegeven in zijne * Herinneringen eener reis naar Neder-landseb Jndiö 'sliage 1804.quot; Milit. Spi.cl. 3 S. IX. 1861. 210. 19587. Algemeene toestand van het eiland Java in 1847. Residentie's gewijze aangetoond. Ind. Arch. 2e j. III. 1850. 122, 290, 355, 415; IV. 1851. 22, 100, 195. 19588. Beschrijving van de eerste ter-neorzettinge dor Engelsehen op Bantam. Met een daghverhaal van de gebeurtenissen aldaar, bijzonderlijk aangaande 't geone voorgevallen is tusschon hen en den Hollanderen, zoo wel als met don inboorlingen; van 1602 tot, 1605 ingesloten. Door don opper-Eaktoor Edmund Scot. Hist. Beschr. lieiz. II. 1747. 37. — Voorvallen te Bantam, en in andere doelen van üost-lndii;n, 1605—1609. Door John Sa ris. Aid. 387. 19589. Optelling van de Vorstelijke graven in Bantam. T. v. iV. 2. 7e j. Batavia 1845. Ie d. 232. 19590. Hot Koningrijk Jacatra, door don Hoer Gouv. Gen. Jan Pieterszoon Koen, veroverd, en aan het gebied van den Staat, dor Vereenigde Nederlanden gehegt, den 30 May 1619. Bosehrovon. en uit verseheidene oude papieren bij malkander getrokken door Joannes Camphuis, toon Koopman, en eerste klerk ter generale Seoretarye tot Batavia, in de jare 1667. En naderhand Gouverneur Generaal van Nedorlaudseh Indic. Geschiedenis van de grondvesting van Batavia tot 1621. /-'alenlyti, IV. St. 1. 42i. |
19591. Tekst dor missive van de Heoron XVII, dd. Amsterdam 24 Maart. 1620, aan J. P. Koen, in antwoord op zijn verhaal van de belegering en verovering van Jaccatra ; waarbij wordt vastgesteld dat, Jacatra eene generale verblijfplaats zal bevatten. T. v. N. 1. 6e j. Ie d. Batavia 1814. 165. 19592. Jacatra en Batavia, medegedeeld door K. J. v. ï. Geschiedenis der stichting. 161? —1619. Tijds. aank. oud. VII. 1842. 299. 19593. Tekst der resolutie van J. P. Koon en zijnon Ilaad, dd. 29 Maart 1620, inhoudende de eerste aanstelling van oen magistraatspersoon voor de stad Jaccatra, en ontwikkeling van zijne oogmerken met deze stad, benevens omschrijving van de grenzen der door hem gemaakte verovering. T. ». N. I. 6e J. Ie d. Batavia 1844. 169. 1959!.. Publicatie van J. P. Koen, dd. 28 Aug. 1621, »dat men de stad zou nomineren Batavia, en de sterkte, het fort of kasteel van Batavia, in 't Koningrijk van Jaccatra gelegen.'' T. v. N. I. 6e j. 1c d. Batavia 1844. 167 en iGS. 19595. lots over het Koningrijk Jaccatra door B. B. G. Aantooning dat dit Hijk nimmer hoeft bestaan. T. v. N. 1. 1838. I. 38. — Wederlegging hiervan door H P. Zie Aid. Ie j. ie d. Batavia 1838. 340 Noot. en 352. 19596. Chronologische geschiedenis van Batavia, geschrevon door een Chinees. 1610—• 1800 Uit het Chineeseh vertaald door Dr. W. II. Medhurst, afgevaardigde van het Loud. Zend. Gen. T. d. N. I. 3e j. 2e d. Batavia 1840. 1. — Losse aanteekeningen ter opheldering door Mr. P. Mij er, en I)r. W. li. van Hoëvell, dd. Batavia Jan. 1841. Aid. 114. 19597. Beschrijving der kaart voorstellende de belegering van de stad Batavia 1628. Medegedeeld door P. A. Loupe Jiijdr. Ind. T. L. IS.-kunde, N. V. II. 30.j. 19598. Graven; door Jeronimus. Opgave der opschriften van giafsteenen te Batavia, van 1640 tot 1762; gevolgd door mededeelingeu en opmerkingen. T. v. N. /. 4o j. 2 d. Batavia 18)2. 181. 19599. Hoc men in de XlXo eeuw de geschiedenis schrijft,, door W. L. Rit,ter, |
«57
dd. Batavia Mei 1852. Aanduiding van den opstand van Jan Pekel in 1(144 te Batavia, ter rectificatie van het daarover voorkomende in quot;.I. Hageman J.Cz. Geschiedenis, aardrijkskunde, fabelleer en tijdrekenkunde van Java. I. Batavia 1852.quot; Biaug Lala, 'le j. 1852. 1. 194. 19600. Batavia in 1740; door W. R. van Hoëvell, dd. Batavia, 9 Oct. 1840. Verslag van den moord dor Chinezen en van de gevankelijke opzending naar Nederland van de drie Raden van Indiö, G. W. van ImholT, E. de Haeze, en Mr. J. van Schinne. T. v. N. I. 3e j. le d. Batavia 1840. 447. 19601. De moord der Chinezen te Batavia. Een woord aan den lieer A. J. van der Aa; door Dr. W, R. van Hoëvell. Reotifiea-tie van het verhaal voorkomende op pag. 91 van «Ncderlandsch Oost-[ndii;, door A. J. van der Aa, I. Amsterdam lb46.quot; T. v. N. I. 8e j. Batavia 1846. 3e d. 113. 19602. Brief van den Gouv. Gen. van Ned. Indiö A. Valkenier, over den moord, in Oet. 1710, op Batavia voorgevallen, aan den Chineeschen Keizer. Uit „A. Iluysers Loeven van li. de Klerk. Utrecht 1788 bijlage.quot; Vad. Lelt. 1788. III. 1. 68. 19603. Overzigt dor criminele procedures voor den Raad van Justitie te Batavia, gevoerd tegen den gewezen Gouv, Gen. A. Valckenier eum suis; door H. ï. Krabbe, adjunct commies bij het Min. van Kol. dd. Mei 1846. Met naschrift van Dr. W. R. van lloëvell. T. v. iV. 1. 8e j. Batavia 1846. 4c d. 1. 19604. Dagverhaal van het voorgevallene te Batavia gedurende het jaar 1781. A. Ae-derl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 12s2. 19605. Tekst van het Latijnseh opschrift op het monument van Waterloo te Batavia. Money, Java, Zutphen 1861.159. Brendonck, Mijne reize. Dordr. 1859. 34. 19606. Geschiedenis van het landschap Krawang. Uit lialllos en Valontijn, en aan-teekeningen, die dienaangaande bij den Regent en Aria van Krawang berusten, alsmede uit mondelinge opgave van oude inlanders. T. v. N. I. 2e j. Je d. Batavia 1839. 432. |
19607. Beschrijving van zilveren presenteerbladen, met verschillende inscriptiën tei gedachtenis van Noderlandsehe Hoofd-amh-tenaren voorzien, en nog in het bezit van inlandsche Hoofden in de Preanger Regentschappen. 1714, 1718, 1734; door J. S. van Coevordeu, dd. Tjiandjoer, Mei 1842. T. v. N. I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 403. 19608. Vertaling van een Javaansch handschrift, behelzende eene geschiedkundige schets der splitsing van het Rijk van Soerakarta en dor stichting van het Rijk van Djokjokarta. (1750—1760). T. v. iV. I. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 204. 19609. Overzigt van de voornaamste gebeurtenissen in het Djokjokartasche Rijk, sedert deszelfs stichting in 17^5, tot aan hot einde van het Engelsche tusschenbestuur in 1815. T. v. N. I. Ge j. Batavia 1844. 3e d. 122, 262; 4c d. 25. — Djokjokarta van ISldtot 1830. Vervolg, afkomstig van dezelfde hand en geschreven in 1833. Met mededee-lingon betreflende don anonymen schrijver. Aid. 13e j. 1851. II. 73, 88 Noot. 19610. Overzigt van de gebeurtenissen te Djokjokarta, die den Javasehen oorlog dadelijk zijn voorafgegaan, sedert 1822, volgens mededeelingen van den Res. J. G. Valck; door J. Steyn Parvé. T. v. N. I. 1850.11.37. 19611. De res. Madioon in het jaar 1846. Verslag van den Ros. J. D. van Ilerwerdon aan het Gouvernement ingediend. '1\ v. N. L l; 49. Groningen le d. 169. 19612. De res. Rembang in het jaar 1845. Uittreksel uit hot algemeen verslag van den Ros. Keuehenius. T. v. N. 1. 1849. Groningen le d. 405. 19613. liet heilige graf van Girie. Verhaal van zijn oorsprong: zijnde een fragment uit de geschiedenis van Java, speciaal het landschap Grissee betreffende. o. N. I. 2e j. le d. Batavia 183'.). 60. — Rcclilioatie, door J. H. Kof me ij er. Aid. 'JOi. 196!4. De res. Soorabaja in 1S46. Uittreksel uit het, algemeen verslag van den Res. Mr, D, i\ W. Pietennaat. T. v. V. /. 1849. Groningen lo d. 411. 19615. Aanteekeningen over de afd. Bos-dowoso, res. Uczoeki; door C. J. Cosch, dd. Bondowoso, Nov. 1848. Betreffende de geschiedenis van don Oosthoek van Java, zijne betrekkingen mot Bali, en onderwerping |
II,
658
aan de Ned. O. I. Comp.; voorafgegaan door opmerkingen over de vroegere bevolking, hare verwijdering en vernieling, en den oorsprong der tegenwoordige. 1757 —1847. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VI. N. S. III. 1857. 469. 1961C. Gesehiedenis van de ads. res. Ban-joewangie; door Dr. P. Epp. T. v. N. I. 1849. 2e d. 257. 19G17. Gesehicdkundige aanteekening omtrent Banjoewangie, door B. B. C. Betreffende de vestiging der O. I. Comp. en hare inbezitname van het land; wraakneming van Strophoff. T. v. N. I. Ie j. Ie d. Batavia 1888.205. — Iets over Banjoewangie. Medegedeeld door J. Hageman J.Cz. dd. Soera-baja 1S49. Historische aanteekeningen sedert 1791. Ind. Arch, 2e j. III. 1850. 317. 19618. Geschiedenis van het eiland IS'oc-sakambangan. Ind. Arch. Ie j. 2e d. Batavia 1838. 54. |
neur dc la possessionAffonsode Gastro, dd. Dilly, 28 A out 1860. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XI. 4 S. II. IS62. 465. 19624. Het eiland Timor; door Prof. P. J. Veth. Geschiedenis. Gids, XlXe j. N. S. 8c j. 1855. I. 545, 695; II. 55. — Beoordeeling van ,Het Eiland Timor; door P. J. Vethquot; in de Gids van 1855. Letterb. 1855. 217. 19625. Bijdragen tot de gesehiedenis van het eiland Timor; door G. Heijmcring, dd. Timor-Koepang, April 18-17. Met kaart. Gesehiedkundic verhaal, zamengesteld uit inlandsche overleveringen en uit brokstukken der aloude Nederl. archieven te Koepang. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 3e d. 1 en 121. — Oordeel van Dr. J. Pijnappel Gz. over dit verhaal. Reinwardl's Reis, Amat. 1858, 338 Noot. |
19619. Geschiedkundig overzigt van Ma-doera, van den vroegsten tijd tot 1854; door J. Ha geman J.Cz. T. v. N. 1. 20e i. 1858. II. 6. Verdere Archipel. 196.'0. Eenige mededeelingen omtrent het eiland Bali van Abdullah bin Mohamad el Mazries; tekst van het Malciseh handschrift met eene Nederduitsohe vertaling en aanteekeningen; door Dr. W. R. van Hocvell. Voorafgegaan door een kritiseh overzigt van het werk. Het behandelt de afkomst en de oude geschiedenis dor Paliers, de gebeurtenissen die in den laatsten tijd hebben plaats gehad, en eene opgave van de verschillende rijken, die in 1820—1827 aldaar bestonden, benevens de namen hunner vorsten. T. v. A. /. 7c j. Batavia 1845. 2e d. 139. 19621. Aanteekeningen betreffende de lotgevallen der vorsten van Bolilingj door Dr. W. 11. Medhurst. 1829. T. v. N. I. 2üe j, 1858. I. 195. Timor; door N. [. 14c i. 19622. Geschiedenis van 1). 15. (1613—1820.) T. v. Is52. I. 214. 19623. Résumé historiqne de l'établisse-ment Portugais a Timor, depnis 1719, des us et coutumes do ses habitants par le Gouver |
19626. Verhaal van de oorlogen op Lombok, medegedeeld door G. P. King. v. Hocvell, Reis. II, 1851. 223. 19627. Overzigt van de geschiedenis van het eiland Sumbawa; door H. Zollinger. Chronologische tabel, 1619 — 1847. I'erh. Bat. Gen. N. I. XXIII. 1S50, 210. 16928. Vestiging der Hollanders op Celebes. Oorlogen met den Koning van Makassar. Het fort Rotterdam aldaar. Door .1. J. L. de Gliatcloux, gepens Kap. Ned. Ind. art., dd. Maastricht, April 1S52. Historisch overzigt 1607—1679. Milit. Speet. 2 Ser. IV. 1852. 481. 19629. liet Nederlandsche Gonvernemeut van Makasser op het eiland Celebes; door Dr. S. A. Buddingh, dd. Batavia April 1843. Gesohiedknndig overzigt van 1660—1842, zamengesteld uit de verschillende brieven en rapporten, welke door den Militairen Kom-mandant van Makasser, den Luit. Kol. A. Hendriks, b;j het Mil. Dep. zijn ingezonden. T. v. N. I. 15e j. le d. Batavia 1843. 411, 531. 663, 18630. Beknopte geschiedenis van het Makassaarschc Celebes en onderhoorigheden, tot 1760, vervaardigd door Roelof Blok, voorafgegaan door een inhoudsopgave zijner voorrede voor deze verhandeling, dd. in 't kasteel Rotterdam 31 Dee. 1759. Met korte aanteekeningen door Dr. W. R. van Hoe- |
HET ALGEMEEN.
659
veil. T. v. N. I. Xc j. N. S. 1c j. Batavia 184'8. Ie d. 3. — Vooruomnn der Redactie tot het leveren van een vervolg hierop. Aid. 5. — Deze geschiedenis is medegedeeld met vergunning van den Gouv. Gen. v. N. I. J. J. Rochusson. Aid. 16c j. J 854. II. 161 Noot. 196151. Memorie van den Gouv. Gen. Jo-han Gideon Loten, betreffende Makassar, dd. Makassar in 't kasteel Rotterdam, den 17 October 1750.quot; Medegedeeld door Mr. J. A. Grot.he. Voorafgegaan door toelichting van P. J. Veth. Hist. Gen. lier. V. Ie st. 1853. 3. Hist. Gen. Kr oh. IX. 1853. 172, 217. 19632. Makasaarsche historiën. Mededee-ling met aantcekeningen van de Hollandsehe vertaling van een inlandscli handschrift van ongeveer 1795, getiteld: „Een kort en beknopt verhaal of opgave van den ouden Ba-taviaaschen Moor, die alhier te Maros woonachtig is, met name Intjeh Timor, thans bereikt, hebbonde, volgens eigen zeggen, het 87c jaar zijns levens; uit cenige oude in-landsche apokryphe historiën.quot; Tijds. Lnd. '1'. L. -kunde, IV. N. S. I. 1855. 111. — Makassaarsche historiën II. Mededeeling in hedendaagschc spelling van een handschrift vau 1750. AU. VII. 3. S. I. 1858. 14.7. — Dagregister uit de aantcekeningen, gehouden door verscheidene Koningen van Gon, op Celebes. 1602—1747. Aid. IV. N. S. 1.1855. 120. 19633. Bijdragen tot de geschiedenis van Celebes. T. v. N. 1. 16e j. 1854. 149 en 221. — I. Aantcekeningen over de geschiedenis van Makasser, hoofdzakelijk getrokken, tot 1760 uit de /,Beknopte geschiedenis van van het Makassaarsche Celebes en onderh. van R. Blok, en sedert 1760 tot 183S uit do dagregisters van Makasscr, enz. Aid. 149. Rectiiicatic door J. B. Osten cn J. Penning N ieuwland, dd. Oct. 1854. Aid. 340. — Idem door H. dcStuers, Aid.'67'i. II. Aanteekeningcn over de rijken van Boni, Soping, Locwoc, Tcllo en andere kleine Staten, zoo als Sandraboni, Toeraja, Enrekan en Lettha, Kajeli, Tanette, Mandar, Wadjo, Tocrongan, cn Bima, alsmede Pasjir en Koetie op Borneo's O.-kust. 1590—1759. Aid. 211. III. Verspreide aaninerkingcn omtrent de landen, omniddelijk aan het Neerlandsch bestuur onderworpen. Aid. 235. v. Uittreksels uit de memorie, door den landvoogd A. H. 8 m out zijnen opvolger J. G. Loten nagelaten Ao. 1744, bctrcllende Boni, Makasser, Wadjo, Adja Tamparang, ïanette, Mandar, Toeral,tea, Glissong. Aid. 235. V. Uittreksels uit de dagregisters omtrent Hakassanrschc zaken 1733—1768, betrcllende Boni, Tanette cn Wadjo. Aid. 246 — VII. Beknopte geschiedenis van Wadjo, vertaald uit een Boegiach handschrift. 2. Aid. 249. |
19634. Vcldtogt der Nedcrlandsche troepen op het eiland Celebes in de jaren 1824 en 1825, onder aanvoering van Luit. Gen. Baron van Geen. Zijnde geschiedenis van het gouv. van Makkassar tot 1824, zooals het wordt raedegcdccld door J. C. van Rij nevoid, in zijn verh. onder bovengenoeraden titel in 1840 uitgegeven. Milit. Sped. VUL 1840.133,142. 19635. Bijzonderheden nopens de vroegere geschiedenis der Sangir eilanden sedert 1761 tud. Maq. Ie Tw. 1844. N0. 7, 8, 9, bl. 24. 19536. Geschiedkundige aantcekeningen omtrent het Noorder schiereiland van Halma-héra; door T. J. Wilier, TernateOct. 1847. Ind. Arch. Ie j. I. 1839, 352. — Ook geplaatst in Wilier, Booroe, Amst. 1858. 39. 19637. Geschiedkundig overzigt der Mo-lukschc eilanden. Eerste gedeelte, tot 1021; uittreksel uit het: ,/Rappoi't. van 11. J. van de Graaff en G. J. Meylan. Hoofdinspecteur en Inspecteur van financiën in do Ba-taviasche afdeeling, belast met, een commissie naar de Mol uk koe, ingediend aan don Gouv. Gen. van Ned.-lndië, den 5den Junij 1821.quot; T. v. N. I. Xe j. Batavia 1848. Ie d. 291. — Verbetorde overdruk van dit gedeelte. Aid. 18e j. 1856. 1. 74. — Aanteekeningcn dd. Amboina, 8 Maart 1824 viui G. A. G. P.van der Capellen op dit rapport. Aid. 17e j. 1856. II. 282. 19638. Verhaal van do Mollucse Eilanden, hoe ende in wat manieren de selvige in 't jacr 1627 bevonden hebben, onder de Rc-goringhc van de Heer Gouv. Jacques le Fe-bure, ghcstelt door G. Zeyst, Actum int schip ürangie, den 16 Sept. 1627. Begin c:i ■oooriyang 1646. II. Reis Verhocir, 162. 19639. Iets over de Molukko's; door Jhr. de Stuers, dd. Batavia April 1842. Geschiedkundige aanteekeningeu botreilendo de eerste bevolking van Amboina; alsmede be-troflende de aankomst, de vestiging en het bestuur der Portugezen op dit eiland tot hunne verdrijving iu 1605. T. v. iY. I. 4c i. 2e d. Batavia 1842. 356, |
660
19()40. Beknopt geschiedkundig overzigt van ïernate en zijn beslunr. !95()—ISfia. v. Doren, Uer inn. II. 18G0. 226. 196 U. Overzigt der vroegere gebeurtenissen op Boeroc en deszelfs verhouding tot | de O. I, Comp. Tegenwoordige bezetting, en de opvolging der ambtenaren sedert 181 i; door T. J. Wilier dd. Ambon, April 1847. Ind. Arch. Ie j. 1. 1849. 180. -- Uok geplaatst in Wilier, Boerue, Amst. 1858. 90. ;9()42. Verhael van de ware gelegentheyt ende geschiedenissen van 't ghene, zich nu onlangs, ende tc vooren, inde Eylanden van Banda heeft toegedraghen. 1GÜ9—iOül. Wassenaar, Hist. Peih. II. 1G22. 81. 19043. Beknopt geschiedkundig overzigt vau de eilanden Boeroe, Amblaauw, Manipa, Kelang en Bonoa, sedert lfi05 tot 1680. v. Doren, Herinn. II. 18GU.103. van Doren, Boeroe en Manipa. Amst. 1859. 113. 19644. Berigt van dc verdrijving der Portugezen, zoo uit Amboina als Tidor. 1605. /ad. Lett. 1785. VII. 1. 179. 19G45. Het gebeurde in Amboina 1623. Extract uit een brief van den Gouv. Gen. en Baden van Indiü, dd. 3 Jan. 1624, inhoudende hun gevoelen over deze zaak; medegedeeld door 1J. A. L e u p e. Bijdr. ind. T. L. A'.-kundc, N. V. II. 23. 19646. Verhaal van den Amboinschen moord ten jarc 1623, dienende ter verdediging van het gedrag der Hollanders tegen de beschuldigingen der Engelsehen en Eranschen. Staalk. Hist. Holland, Lil. 1782. 93 Noot. 19G47. Verhaal van den tegeuwoordigen staat in de quarticren van Amboina, ende omliggende plaatsen, sorteerende onder de ghehoorsaemheyt van dc Hoog Moog. Hee-ren Staten, syn Princelyekc Exccllcntie, mitsgaders de licwintbebberen van de ü. I. C.; in 't schip ürangie 17 May Anno 1G27. Begin en voortgang, 1656. II. Ileis Verhocff. 130. 19648. Uitvoerig verslag van hot innemen der eiianden Amboina, Ternate, Banda en Isle dc Erancc in 1809 tn 1810 op de Nederlanders en de Eranschen. Uit: „C. A. Eischer Levensgeschiedenis vac John Harriott. Breda.quot; Fad. Lelt. 1821. 1. 260. |
19G49. Beknopt verhaal van den opstand op Amboina, in 1829. Tijd*. Ind. T. L. V.-kunde, XI. 4 8. II. 1862. 374. 19650. De Aroe-Eilanden, in vroeger tijd en tegenwoordig. Geschiedkundig overzigt sedert 1623. T. v. N. I. 20e j. 1858.1.267. 19651. De zonderlinge lotgevallen des Koniugs van Holo. Ontleend uit ,M Son-ncrat. Voyage dc la Nouvelle Guinee.quot; Zijn gebied, verblijf te Batavia, oorlogen met de Hollanders en Spanjaarden, /ad. Lelt. 1777. VI. 2. 77. Australië. 19652. Mcdedeeling betreffende de ontdekking van Nicuw-Holland, volgens welke deze door de Portugezen zou zijn geschied. Staart, Verh. 1861, 1ste afd. 426. Econ. 1861. 276. 19653. Opmerking van Jacob Swart dat Nicuw-Zeeland op 13 Deo. 1643 is ontdekt door A. J. Tasman. Naar aanleiding van een artikel in het Colonial Magazine voor Nov. 1840. Tindal en Swart, Verh. III. 694. 19654. Overzigt der geschiedenis en tegenwoordige gesteldheid van Nieuw-Zeeland. Uit een rapport in het Engelsch Parlement uitgebracht, en uit: //.1. S. Polack, Nieuw-Zeeland, een verhaal van reizen en ontmoetingen, gedurende het verblijf in dat land, van hot jaar 1831 tot 1837.quot; Olobe, 1841. I. 81. Africa, 19655. Prijsvraag voor 1854 van het Prov. Utrechtsch Genootschap van K. en W., getiteld: //Ecne geschiedenis van de volkplanting aan dc Kaap de Goede Hoop, onder het oppergezag der Hollanders.quot; Asirea, II. 1852. 167. Letterb. 1852. II. 273. — Herhaald voor 1864. T. v. N. I. 1863. N. S. Ie j. LI. 189. 19656. Eerste algcmeeac, en eerste bijzondere brief, van de Kaap de Goede Hoop aan do Bewindhebbers der O. I. C. geschreven door den Commandeur J. A. van llic-beeck. Ao. 1652. Medegedeeld door P. A. Leupc. Tekst van beide, over den toestand aldaar. Hist. Gen. Kron. XII. 1856. 247. |
661
dc Goede Hoop in 1657, medegedeeld door P. A. Leupc, met velerlei bijzonderheden nopens van Riebeeck. BMr. T. L. V.-leunde N. I. III. 27. 19058. Eenige bijzonderheden nopens onze vroegere bezittingen aan dc Kaap de Goede Hoop, voor zooveel de geschiedenis betreft. Swart, Verh. VII. 586. 19659. Tekst van het # Extract uit de Memorie, Kaap de goede Hoop 19 April 1708, van den Commissaris C. J. Simons, aan den gouv. L. van Assenburg gelaaten.quot; Valentijn, V. St. II. 136. 19660 Verslag van het voorgevallene aan de Kaap de Goede Hoop, van 29 Maart 17S1 tot den 7 AynWiSi. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2, 1312. |
19661. Tegenwoordige staat van de Kaap dc Goede Hoop. Gcsehiedkundig ove.zigt tot 1798. Uit; rAn Account of Travels into the Interior of Southern Africa, in the years 1797 and 1798. By John Barrow, late Secretary to the Earl of Macartney, and Auditor General of the public accounts of Good Hope. 1801.quot; fad. Lett. 1802. i. 19. 19662. Korte schets der pogingen tot vestiging der Franschen op Madagascar. Swart, yerh. 1858. Ie afd. 168. 19663. De vestiging der Hollanders op Mauritius in 16:58, door P. A. Loupe; met bijzonderheden nopens de voorafgegane bezoeken onzer schepen aldaar en den naam van Mauritius. Stoarl, Verh. 1854, 2e afd. 265. 393. |
Levensbijzonderheden, Schetsen, Portretten enz.
Algemeen. 19661. Aanwijzing van eenige reeds bestaande levensschetsen. Hand. bid. Gen. I. 1854. 393. 19665. Voorstel cn beskit van het Bestuur van het Indisch Genootschap, in zijne verg. op 13 Oct. 1854, tot het verzamelen van biographien, portretten en autographen van belangrijke personen in betrekking tot onze ovcrzeesche bezittingen. Hand. Ind. Gen. I. 1854. 123. 19666. Lijst der levensschetsen, geplaatst in de Handelingen en geschriften van het Indisch Genootschap. 1854—1860. Hand. Ind. Gen. VII. 1860. 235. 19667. Lijst der portretten en autographen van het Indisch Genootschap. Iland-Ind. Gen. VII. I860. 239. 19668. Mededcclingen betreffende het aanleggen ecner verzameling van portretten van al de bestuursleden der Natuurk. Vereen, in Ned. Indië. Nat. Tijds. N. I. XXII. 5 S. II. 1860. 401; XX111. 5 S. 111. 1861. 75 ; XXIV. 5 S. IV. 1862. 444; XXVI. 6 S. I, 1864. 154, 412. |
19669. Berigt nopens dc voorgenomen uitgave en plaatsing in het T. v. N, I. van dc portretten der Gouverneurs-Generaal en Commissarissen Generaal van Ned. Indië, met facsimile van de handtcekening, en vergezeld van de levensbeschrijving. T. v. N. L. 5e j. Ie d. Batavia 1843. 783. 19670. Oordeel van Groen, dd.Batavia, 16 April 1861, over de geringe kunstwaarde van de volledige reeks geschilderde portretten van alle Gouv. Gen. in het palcis te Buitenzorg. O ids, XXVe j. N. 8. 14e j. 1861. 11. 360. Geslachtslijsten. 19671. Genealogie van eenige hoofdpersonen uit de Brótó-Joedó. Vergelijkend over-zigt door A. B. Cohen Stuart, dd. Soe-rakarta Nov. 1850, van deze, volgens Hage-mnn's Algcmeene geschiedenis, zijne aantee-keningen op zijne geschiedenis, en hot Dichtwerk Broto-Jocdó en andere Javaansehe geschriften van erkend gezag. T, v. N. J. 13e j. 1851. 1. 335. 19672. Genealogische tafel der Vorsten van Badong, door A. Erie de rie h, 1847. PerA, Bat. Gen. N. S. XXIII. 1850. 41. |
662
19673. Inlandsche oorspronkelijke geslachtslijsten van de Vorsten van Baiidjermasin, van de XiVe eeuw tot 18()0. Medegedeeld door J. Hageman JCz., dd. Soerabaja Aug. 1860. T. v. N. I. 23o j. 1861. I. 199. 19674. Genealogische schets van de afstamming van den regent van Bankalan; door J. 3ageman J.Cz. '1\ v. N. I. 2üej. 1858. 1. 319. 19675. Geslachtregister van Boni, volgens handschrift van 1750. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VII. 3 S. I. 1858. 160. 19676. Opgaven betreilcndc de afstamming vau de Chcribonscho Vorsten sedert 1406. 1\ v. iV. I. 1849. Gron. Ie d. 430. 19677. Geslachtregister waaruit men de ware oorspronkelijke geslachten der Koningen van Goa zien kan; volgens een handschrift van 1750. Tijds. lud, rl\ L, \:',-L'Uïide, VII. 3 S. I. 1858. 147. 19678. Stamboom der hoofden van Kotta Siantar, in Mandhéling, door T. J. quot;Wilier. 1845. T. v. N. I. 8e j. Batavia 1846. 2c d. tegenover 419. 19679. Levensbeschrijving der Vorsten van Matan; door Geor g Muller, zaakgelastigde en inspecteur der fJcd. O. 1. bczitt. op Borneo enz. van Prawi Djaya tot Mahomet Djamaloedin. Ind, Bij. I. 1843. 324. 19680. Geslachtlijst, der grooto Mogols. Valeuijn, IV. St. II. 308. — Hist. Bcschr. Rek. XV, 1757. 353. 19681. Stamboom der Vorsten van Mam-pawa, naar dc opgaven van Pancmbahan Adi Nata Krama, opgemaakt door T. J. Wilier, voormalig Res. der wester afdee-ling van Borneo. Tijds. Ind. T. L, V..•kunde, III. 1855. 517 en Bijl. A. 19682. Levensbijzonderheden van de Koningin van Oude, op 24 Jan. 1858 te Parijs overleden. iV. Ree. 1858. Meng. 143. 19683. Stamboom der Vorsten van Pon-tianak en der voornaamste neventakken, geëxtraheerd uit het Maleisch origineel van Pan-ceran Achmat Bin Sultan Abd'oel llachman Al-Kadri, in 1853, door T. J. Wilier, voormalig Bes. der wcster-afdeeling vau Borneo. Tijds. Ind. T. L. y.-kunde, 111, 1855. 517 en Bijl. B; IV. N. S. I. 1855. 285. |
19684. Stamboom \an de Onderkoningen van Riouw, opgemaakt in Jan 1855, naar de opgave van den regerenden Vorst Radja Ali, door den Res. T. J. Wilier. Tijds. Ind. T. L. r.-kunde, IV. N. S. I. 1855. 412. 19685. Afstamming der Siaksche vorsten; door H. von Dewall. Tijds. Ind. T. L. V..kunde, XI. 4 S. II. 1862. 112, 130. 19686. Stamboom der hoofden van Sime-nabon, in Pcrtibie; door T. J. Wilier. 1845. T. v. N. I. 8e j. Batavia 1846. 2e d. tegenover 401. 196S7. Opgave van een stamboom der Vorsten van Simpang; door II. von Dewall. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XI. 4 S. II. 1862. 99. 19688. Opgave van een stamboom der Vorsten van Soekadana, Matan, Kajoeng; door II. von Dewall. Tijds. Ind. T. L. P.-kunde, XI. 4 S. 11. 1862. 49. 19689. Genealogische schets van de afstamming van den regent van Soemenap; door J. Hageman J.Cz. T. v. N. I. 20e j. 1858. I. 334. 19690. Stamboom van hot huis Soengei Ham, Benkoelen; door J. A. W. van O p-huysen. Maleische tekst. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XI. 4 S. II. 1862. tegenover 197. Idem van hot huis Soengei Lemaoe, Ben-koelen. Maleische tekst. Aid. tegenover 196. 19691. Geslachtregister van Sopeng; volgens een handschrift van 1750. Tijds. Ind. T. L. y.-kunde, VII. 3 S. I. 1858. 164. 19692. Geslachtregister van de presente Koningin van Tanette, waaruit blijkt dat Hare Hoogheid uit het geslacht van den ouden Palaka is; volgens en handschrift van 1750. Tijds. Lid. T. I. y.-kunde, VII. 3 S. I. 1858. 171. 19693. Geslachtregister der Koningen van Tello ; ■ volgens een handschrift van 1750. Tijds. Ind. T. L. y -kunde, VII. 3 S. I. 1858. 157. A. 19694. Levensbijzonderheden van Jonkheer |
LEVENSBESCimiJVINGEN : Aa. — Al.
663
Francois Cornelis Baron van Aarssen, Bewindhebber van de O. 1. Comp, ter kamer Delft. N. Nederl. Jaarh. XXVII l. 1793. 2. 1999. 19695. Ijcvensbeschrijving van Abas don Grootc, Koning van Perzië. Boekz. XXI. 1725. 736. 19696. Overlijden van Mr. Floris Abbe-kerk, oud-Bewindhebber der O. 1. C. voor de kamer Hoorn. Jan. 1748 Nederl. Jaarh. II. 1748. 1. 136; zie ook 1. 1747. 2. 505. 19697. Geschiedenis van Abdallah; door G. N. Autobiogruphie ontleend aan het. werk: //Hikajat Abdallahquot; in 18t3 voltooid en in 1849 te Singapore gelithographeerd. T. v. N. I. 16e j. 1854. I. 73, 297 en 314. 19698. Levensschets van A bdul Rachman, stichter van Pontianak, door W. L. Rit ter. T. v. N. 1. 3e j. Ie d. Batavia 1839. 413. 19699. Latijnschc tekst; met Nederduitsche vertaling, van hot grafschrift te Middelburg van den Atsjicnschen gezant Abdul Zamet. Eist. Verh. O. I. C. I. 1768. 84. — Tekst van het Latijnschc opschrift, met Ilollandsche vertaling, op het graf te Middelburg van Abdoe'lhamid, hoofd van het gezantschap des Sulthans van Achin in 1602. Wap, Het gezantschap in 1602. Rott. 1862. 19. 19700. Levensbijzonderheden van Abdullah bin Mohamad el Mnzrie. Medegedeeld door Dr. W. R. van Hoëvell. '1\ v. N. I. 7e j, Batavia 1845. 2c d. 139. 19701. Levensbeschrijving van Jacobus op den Acker, predikant te Batavia, enz. Boekz. XXXIV. Juli — Dcc. 1732. 120. 19702. Pangeran Adi Widjqjo, Majoor te Soerakarta. Levensschets, in het JPranseh vertaald, overgenomen uit een door don oud-Raad van Indie, Mr. H. G. Nahuys van Burgst, ingezonden stuk, dd. Burgst 22 Sopt. 1851, in het dagblad ,De Indiörquot; van 2 Oct. 1851. L'Astrée, I. 1851. 85. Handel, en Geschr. Ind. Gen. 5c j. 1858. 202. 19703. De goede Sonverain, of het voor-bceldlijk huislijk leven van Keizer Akbar. Beschrijving van het karakter, de levenswijze en het bestuur van Akbar VI, Keizer van Indostan gedurende 1556—1605; overgenomen uit de Engelsehe overzetting door Glad-win van de levensbeschrijving van (Jien vorst door zijn vizier AbulFazel, getiteld: ,Ayeen Akbory, of de instellingen van Keizer Akberquot;; met voorafgaande mcdcdeeling van het oordeel van W. Robertson, over Akbar. Vad. Lelt. 1795. 2. 203. |
19704. Lovensbijzonderhcdon van Mr. Cornelis Christofl'el van Akerlaken, Bewindhebber der O. I. C., ter kamer Hoorn. N. Nederl. Jaarh. IV. 1769. 1. 518. 19705. Levensschets en karakterbeschrijving van Radja Akil. Veth, Borneo's IV. Afd, II. Z. B. 1856. 150. 19706. Levensbijzonderheden van Lode-wijk Alberti, Majoor bij den generalen staf der Armee, enz. Vad. Lelt. 1810. I. 659. 19707. Levensbijzonderheden van Mr. Joan Carol van Alderwcrolt, Bewindhebber dor O. 1. C. N. Nederl. Jaarh. XXVI. 1791. 1. 822. 19708. Levensbijzonderheden van Dirk Alcwyn, Bewindhebber van de O. I. C., tor kamer Amsterdam. Nederl. Jaarh. XI. 1757. 2. 1121. 19709. Levensschets van J. Alewijn, Luitenant der 1c klasse. Uit dc Bataviasclie Courant van den 25stcn Mei 1825. Handel, en Geschr. Ind. Gen. 7e j. 's Hagc 1860. 86. 19710. Levensbijzonderheden van don Onderkoning van Rio, Radja-moeda Ali. T. v N. I. 15o j. 1853. I. 417. 19711. Levensbijzonderheden van Ali Boy El Abbassi, volgens medodeeling van von Hammer. IVaakz. v. 20 I'ebr. 1816. No. 43. 19712. Beschrijving van dc afkomst on amiliobetrekkingen van den Sultan van Koeti, Ali Hoedicn; door JohnDalto n, dd. 24 J ulv 1828. T. v. N. I. 18e j. 1856. II. 276. 1961'!. Levensbijzonderheden van Allan Cunningham, Officier van den Koninklijken botaniseheu tuin te Sydney in Australië. Letlerb. 1842. II. 417. 19614. Overlijden van Dr. Allen, die met Lord Anson do reis rondom de wereld gedaan heeft. Letterh. V. 1796. 57. 19715. Merkwaardige bedrijven van Fran-ciscus en Laurens d'Almoyda; door Dirk Sluytcr te Amsterdam. P/iilopaedion, IX. 1830. 305. |
664
19716. Biographisclie schets van Jhr. Mr. Daniël .Francois van Alphnn. de Waal, Ned. Indïè in de St. Oen. 1. 's Hage 1860. 47. 19717. Levensschets van Jhr. D. ï. van Alphen, door M. Siegonbeek. Letlerk. Hand. 1841. 16. 19718. Jhr. Daniël Francois van Alphen, Lid der Tweede Kamer van de Stateu-Gcue-raal. Levensschets. Hand. Lid. Gen. II. 1855. 41. 19719. Levcnsberigt van J. J. Altheer; door Dr. P. Bleeker,dd. Maart 1863. T.v. A. /. 1863. N. S. Ie j. I. 244. 19720. Levensbijzonderheden van Mr. Will. Am. Alting, üouv. Gen. van N. I. Maandel. Ned. Merourius, LIL 1782. 10 en II. 19721. Frederik Hendrik Arapt, Kapt. Luit. ter zee. Levensbeschrijving, overgenomen uit de Oude Amsterdamsche Courant. Milit. Speet. VII. 1839. 26 19722. Frederik Hendrik Ampt, Kapt. Luit. ter zee. Levensschetst. Hand. Ind. Gen. II. 1855. 400. 19723. Levensbijzonderheden van Ander-nee, bekend onder den naam van Hyder A li Kan. Maandel. Ned. Mercnrius, X XVil. 1769. 175. 19724. Jörgen Andersen; door G.Lauts, einde Wintermaand 1846. Levensschets van dezen man in dienst der Ned. O. I. C. en geheeten Georg. Andriesz. Letterb. 1847. 1. 98. 19723. Dood van den zendeling W. Anderson in Zuid Afrika. Bijzonderheden, alsmede nopens zijn leven. \cr. Chr. St. Vlli. 1854. 553. 19726. Levensbijzonderheden van C. van Angelbeek. Vevh. Bat. Gen. N. !• X. 1825. voorberigt; XI. 1826. voorberigt. 19727. Levensbijzonderheden van C. van Angelbeek. Letlerb. 1826. I. 405. 19728. Gliristiaan van Angelbeek, ambtenaar en letterkundige op Java. Levensschets. Hand. Ind. Gen. II. 1865. 257. 19729. Levcnsbijionderheden van Joh. Ger. |
van ADgclbeek, ordin. Ilaad van Ned. Ind., üouv. en Dir. van Malabaar. Lelterh. III, 1795. 91. 19730. Levensschets van Johan Gerard van Angelbeek, Gouv. van Ceilou. Hand, Ind. Oen. II. 1855. 261. 19731. Kort levcnsberigt van den beroemden reiziger Abraiiam Hyacinthe Anquetil du Perron. Veelal gevolgd naar A. L. Millins, Mag. Ene. T. 1. 310—419. Ree. o. d. Ree. I. 1806. Meng. 538. 19732. Anquetill. Een voorbeeld om stoutmoedige ondernemingen met kracht door te zetten. Levensbeschrijving. N. Alq. Mat). V. 1799. 261. 19733. Kort berigt van het leven enden geleerden arbeid des Franschen taalkenners A. H. Anquetil du Perron. Door dcszelfs oudsten broeder, den heer Anquetil, lid van het Nationaal Instituut en van hot Eer Legioen. Letterb. 1805. II. 20. 19731-. Geschiedkundig berigt wegens hel leven en de werken van den heer A. II. Anquetil du Perron, oud lid van de Akademie der opschriften en fraaie lettoren, en van de klasse der geschiedkunde en oude letteren; door den heer D a e i e r, perpetuelen secretaris. Letterb. 1808. II. 301, 315, 348. 19735. De voornaamste levensbijzonderheden van den beroemden commandeur George Lord Anson. Uit het Engelsch. Vad. Lett. 1779. 1. 2. 614. 19736. Bijzonderheden van den Persiaan-schen dichter Anvari. Uit Herbelot's Bibl. Orientale. Pad. Lelt. 1785. VII. 2. 139. 1lt;i737. Overlijden op 10 Maart 1788 te Batavia van den Kapitein-Militair A. F. J. Arehdckin. A'. Neder I. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 441. 19738. Overlijden op 4 Fcbr. 1788 te Batavia van den Ritmeester Ardenne, N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1?89. 1. 440. 19739. Levensbijzonderheden van Jacobus Arcnds, oud-kapitein-luit,enant ter zee eu carga op de Oost-Indië. Letlerb. 1812. I, ü. 19740. Pangeran llongo Ario Prawiro di Ningrat, Hoofd-regent te Madioen. Levensschets. Hand. Ind. Oen, VII, 1860, 340. |
LEVENSBESCHRIJVINGEN: Al. — Ba.
665
197«. Dood van Ür. Armstrong op do Sandwiohs-eilanden. Lcvcusbijzondcrhedcn. Verh. Christ. St. XV. 18G1. 870. 197J!2. De levensgeschiedenis van Aroe Pnlaka. T. v. N. I. 19e j. ISS7. II. 86. 19743. Berigt wegens As-sing, een der twee Chinezen, thans te lialle verblijf houdende. Zijn lotgevallen cn studirn. Lelterb. 1823. II, 114. 197I4-. Levonsbijzondcrheden van Cornelis Auwerda, predikaat te Amboina. Boeks. Sept. 1829. 421. 19745. Overlijden van Mr. Pieter van Avenhorn, Bewindhebber van de ü. 1. G, ter. kamer Hoorn. April 1772. N. Nederl. Jaarb. VII. 1772. 1. 552. B. 19746. J. C. Baane, Kapitein-Luitenant ter zee. Levensschets. Hand. Ind. Gen. V. 1858. 252. 19747. Over den eersten grooten Mogol Baber-Khan, Keizer van Indië, en deszelfs geschriften. Zie 's mans memoricn door Leijdeu en Erskine in 1826 te Londen uitgcfeveu. Fad. Lett. 1828. II. 383. 19718. Levensbijzonderheden van Johannes Bacheracht, Directeur van Bengalen. N. Nederl. Jaarb. VIL 1772. 2. ()Ü3. 19749. Jan Hendrik Bagelaar, Kapitein ter zee. Levensschets. Hand. hid. Gen. .IV. 1867. 3S9. 19750. Overlijden te Batavia op 5 April 1786 van E. Bagman, Cornet onder de ca-vallerie, de lijfwacht van Zijn Hoog Edelheid. N. Nederl. Jaarb. XXL 1786. 2. 1659. 19751. Kort overzigt der regterlijke loopbaan van Mr. A. J. Bake in Ned. Indie. liegt N. I. 7e j. XIII. 308. 19762. Overlijden van Willem Cornells Bakker, Bewindhebber van de O. I. C. ter kamer Amsterdam. Aedetl. Jaurb. X. 1756. 1. 130. 19753. Ph'lippuB Baldaeus, door Prof. P. J Veth, Levensbeschrijving. Gids, 31e j. 111. a. 5c j. 1867. 11 93. |
19754. Levensbijzonderheden van Philip-pus Baldaeus, predikant in Indie; door Prof. A. W. von Se hl egel. Medegedeeld door Dr. W. R. van Hoëvell. T. v. N. I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 580. 19755. Portret van: //Philippus Baldaeus, Delphensis, V. D. M. primo annum in Punte Gale, postea in regno Jiill'anapatnara in insula Ceylon 8 annos, jam in Geervliet 2. Aetatis 38. A. 1671. v. Suydervelt. J. v. D.A.BIoo-teling, sculp. Baldeus, Malabar, Amst. 1672. 19756. Levensbijzonderheden van J. M. Baljée, Raad extra ord. van Ned. Indië. Lelterb. 1803. I. 33^. 19757. Jacobus Martinus Baljée. Raad van Ned. Indië. Levensschets, getrokken uit; ,Het leven cn de lotcevallen van J. M. Baljée. Leeuw. 1835./«rf. V. 1858. 245. 19758. Levensbijzonderheden van Sir Joseph Banks. Letterb. 1820. I. 401; 1821. I. I. — Inschrijving te Londen ter oprigting van een marmeren standbeeld ter cere van wijlen Sir Joseph Banks. Aid. 1^22. I. 2. 19759. De tweede Luitenant J. B. Banger; door J. C. J. K. Verhaal van zijn ,schitterend wapenfeit,quot; als kommandant te Goegoe Malintang in Eebr. 1841. Overgenomen uit; .Het Nederl. O. I. Leger ter W.-kust van Sumatra (1819—181-5) door H. M. Lange, 's Bosch 1852.quot; Milil. Speet. 3. S. I. 1856. 52. 19760. Iets, betreflende den Nederland-schen zeereiziger Willem Barentz; door W. C. A. Zijn geboorteplaats. Vad. Lelt. 1823. II. 133. 19761. Levensbijzonderheden van Robert Barker, opperbevelhebber der krijgsmagt van de Eng. O. I. C. Lelterb. III. 105. 19762. Dood van J. 11. Barnstein op Borneo. Levensbijzonderheden. Ver. Chr. SI. XVIII. 1195. 503. 19763. Levensbijzonderheden van Dr. Heinricli Barth. Vud. Lelt. 1858. II. 180. 19764. Beschrijving van het gedecktee-ken opgerigt in de Groote of St. Jacobskerk 84 |
066
te Vlissingen, voor don schipbreukeling Da-uii'l üctavins Bnrwell, van liet O. 1. retour-schip Woestduin. N. Nedert. Jaarb. XVII. 1782. 1. Ü67. 19765. LevcnsbijzondcrLeden van J. C. Baud, Directeur voor de zaken der Koloniën in 's Hage. Letterb. 1830. II. 187. 10706. Levonsbyzonderlieden van J. C. Baud. Ini. Matj. 1. ïw. 1844. No. 4, 5, 6. bl. 108. 10767. De dood van den lieer J. C. Baud, en hulde aan zijne nagedachlcnis. T. v. N. I. 21e j. 1850. 11. 62; 22o j. 1860. 1. 34; 1804. N. S. 2e j. 1. 335; Overgenomen in IV. R. van Hoïvcll, Parlem. Redev. UI, Z. B. 1864. Vl. 10708. Jean Chretien Kaud. Door Prof. P. J, Veth. Levensbeschrijving, 1789—1810, naar aanleiding van: ,Jean Clirétien Baud, door l'hilalethes. 'b Gravenhage 1S59.quot; Gids, XXIVo j. N. S. 12o j. 1800. I. 297. 19769. Levensberigt van J. C. Baron Baud door Mr. P. Mij er, dd. 's Hage January 1860. Letterk. Uand. 1860. 28. 19770. Afkeurend oordeel, dd. 's Hage 26 l'ebr. 1864, van Dr. W. B. van Jfoë ve 1!, over de levensbeschrijvingen van J. C. Ban'd. W. R. van Hocuell, Ri'iiem. Redev. 111. Z. B. 1864. XII. — Overgenomen in het ï. v. N. 1. 1864. N. S. 2e j. 1. 310. 19771. Overlijden op Isle de Prance van kapitein Baudin. Letterb. 18!;4. I. 194. 19772. Charles Mathieu von Baumliauer, Dir. Gen. van tin. in Ked Indiö. Levensschets. Hand. Ind. Gen. 11. 1855. 24S. 19773. Levensbijzonderheden van Mr. Corn. Joan van Beaumont, Bewindhebber der O. I. O. ter kamer Amsterdam. N. JSederl. Jaarb. XXVI. 1791. 1. 484. 19774. Levensschets van C. F rieautemps-Beauprc, oud-Ingenieur-hydrogiaphe en chef bij de Pransciie marine. Letterb. U 54. 136, 93. 19775. Levensbijzonderheden van Timon van de Beek, Predikant te Araboina. Boekt. Julij 1838. 127. |
Marten Adriaan Beels, Bewindhebber der O. 1. C. ter kamer Amsterdam. N. Nedert. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 469. 19777 Levensbijzonderheden van Mr. Willem van der Beke, Koopman cn President te Japara, N. Nedert. Jaarb. XI. 1776. 2. 903, 19778. Brief, dd. Batavia 9 Julij 1856, van G. D. W. te Niet, inhoudende verslag van het overlijden en de begrafenis van J. L, Bekker. Ver. Chr. St. XI. 1857. 338. 19779. Levensbijzonderheden van Jonkheer Willem Graaf van Beulink, liewindheb-ber der O. I. C. ter kamer op de Maze. A'. Nederl. Jaarb. IX. 1774. 2. 1039. 19780. Beschrijving van het karakter van den Graaf van Benyowsky, door W. N icho 1-son, en bijzonderheden uit zijn leven. Vad. Lett. 1783, 1. 404, 405. 19781. Oordeel van Roehon over den Graaf van Benyowsky en zijne handelingen op Madagascar. ^ad. Lett. 1795, 1, 620, 19782. Iets over Wemberieh van Ber-ehem, vice Admiraal van Holland en West-Priesiand; door Mr. J. L. G. Gregory, dd. 13 Aug. 1852, met afbeelding van zijn wapen en mei: het gedicht van Ds. A. Moonen, Nijhoff, Bijdr. VIII. 1852. 273. — Nog iets over Wemberieh van Berehena, door J, P. Oltmans, dd. Steenderea 5 Maart 1853. Aid. IX, 1854. 54. — Nadere bcrigten om-trent de heldendaad van Wemberieh van Berehem, door Mr. J. L. G. Gregory, dd. 's Hage 5 Sept. 1854. /.ld. X. 185ü. 71. 19783. Verhaal van het verblijf en de verrigtingen van Wemmer van Berehem in Oost-Indii;, 1010—KI 16, te zamcngesteld uit oude oorkonden, in het archief onzer voormalige 0. 1. C. berustende; door Mr, L. C. 1). van Dijk. Met afbeelding van zijn wapen en facsimile van zijn schrift en hand-teekening. van Dijk, Zes jaren, Amst. 1858. 19784. Johannes Rudolphus van den Berg, Bes. te Saparoea. Levensschets. Uand. Ind. Gen. V. 1858. 200. 19785. Levensbijzonderheden van Olof Martini Bergh, koopman, lid en secreUiris van politie aan de Kaap de üoede Hoop, N. Nedert. Jaarb. XXI. 1786. 1. 108, |
LEVENSBESC HULT VINGEN! Ba. — Bl. 667
10786. Lovenshijzonderliedcu van Mr. rompejus Bei-kj E^wiiidhebber van de 0.1. C. ter kamer var. Amsterdam. Nederl. Jaarb. XII. 1758. 1. 327. 19787. Levensbijzondcrlieden van Mr. Herman Berkhout, Bewindhebber van de O. I. C. ter kamer Hoorn. Nederl. Jaarb. XV. 1761. 2. 880. 19788. Levensbijzonderheden van Mr. Jan ïeding van Berkhout, Bewindhebber van de O. I. C. ter kamer Delft,. .V. Nederl. Jaarb. I. 1766. 2, 1060. 19789. Levensbijzonderheden van Mr. Paulus ïeding van Berkhout, Bewindhebber der ü. 1. C. ter kamer DeU't. Nederl. Jaarb. XI. 1757. 2. 424. 19790. Levensbijzonderheden van J. C. Berrangé, Predikant aan de Kaapstad. ^ad. Lelt. 1827. 1. 4S5. 19791. Mr. Bernard Hendrik Alexander Besier, Resident op Java. Levensschets. Hand. Ind. Gen. 1, lb54. 386. 19792. Levensbijzonderheden van Willem Beth Jacobsz., llaad ürd. van Ned. Indic. Letterb. 1802. I. 332. 19793. Vertrek van den zendeling Dr. Bettelheim naar de Lieu-Kieu-eilauden. Le-vensbsjzonderheden. I^er. Chr. St. IX. 1855. 644. 19794. Levensbijzonderheden van Mr. Jean Biohon, Heer van Usselmonde, bewindhebber van de O. 1. C. ter kamer Rotterdam. Letterb. V. 1790. 51. 19795. Levensbijzonderheden van J. G. G. Bierhaus, Predikant in Oost-lndie. Boekz. Julij 1839. 94. 19796. Levensbeschrijving van Petrus Bierman, Predikant op Amboina, enz, Boekz. XXI. 1723. 505. 19797. Benjamin Bischoif, Gen. Maj. Kommandant van het Indisch leger. Levensschets. Hand. Ind. Gen. II. 1855. 239. 19798. Levensbijzonderheden van Wilhelmus de Bitter, Predikant te Banda. Boekz. XLI1. 1736. 231. |
19999. Tijding te Batavia op 22 Maart 1788, nopens bet overlijden van Blaauwka-iner. Gezaghebber in het. couv. Chonnaudel. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 441,649. 19800. Levensbijzonderheden van Dr. P. Blecker. Letterb. 1845. II. 266; L853. II. 79, 145; 1855. 118. 19801. Bijzonderheden nopens een autobiographic van Dr. P. Bleeker. Not. Nat. Vereen. 2 Aug. 1860. Nat. Tijds. N. I. XXII. 5 S. II. 1860. 401. 19802. Levensbijzonderheden van Dr. P. Hleckcr. Nat. Tijcis. N. £. XXIII. 5 S. III. 1861. 160. 19803. Levensbijzondcrlieden van Dr. Abraham van Bleiswijk, Bewindhebber der 0. I. O. ter kamer Delft. Nederl. Jaarb. XV. 1761. 1. 123. 19804. Levensbijzonderheden van Mr. Adriaen van Bleiswijk, Bewindhebber der O. 1. C. ter kamer Enkhuizen. Nederl. J, arb. XI. 1757. 1. 67. 19S05. Overlijden van Mr. Adriaen van Bleiswijk, Bewindhebber der Ü. 1. 0. ter kamer Enkhuizen, September 1779. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1779. 2. 1036. 198C6. Levensbijzonderheden van Mr. Gulielmus van Bleiswijk, Bewindhebber van de O. 1. C. ter kamer Deltt. Nederl. Jaarb. XVI. IJ 62. 2. 1309. 19807. Mededceling door Mr. David H. Levyssohn, van levensbijzonderheden van den legaat Pieter Blockhovius; met verzoek om nadere berigten omtrent dezen rcglsgc-lecrde. Themis, XIV. 1Sj3. 587. 19808. Mr. Gerard Theodoor Blom, Proc. Gen. in Ned. Indië. Levensschets. Overgenomen uit de Jav. Cour. van l Mei 1828. Hand. Ind. Gen. V. 1868. 92. 19809. Levensbeschrijving van Mr. A. R. Blom, in leven lid in den Raad van Justitie, te Batavia. Regt N. I. 10e j. XX. 364. 19810. Jan Cock Blomhoil' herdacht door G. Lauts, dd. Wijnmaand lb53. Levensbeschrijving. Letterb. 1853. II. 375. — Overgenomen in Hand. Ind. Gen. IV. 1857. 286. 19811. Levensbijzonderheden van Dr. Willem van Bloinmcstcin, Bewindhebber der O. I. C. ter kamer Delft. N. Nederl. Jaarb, XXIV. 1789. 1. 170. |
668
19812. Levensbijzonderheden van Mr. Valentijn Jan Blondeel, benoemd voorzitter van den Raad van Justitie te Batavia. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 1. 2ü8j XVII. 1781. 2. 1283, 1284. 19813. Levensbijzonderheden van Mr. Valentijn Jan Blondeel, geölipeerd Raad extra ord. van Ned. Indië. Maandel. Ncd. Mercu-rius, LUI. 1782. 37, 38. 10814. Levensbijzonderheden van Jules de Blosseville. Letterb. 1855. 49. 19815. Levensbijzonderheden van Dr. C. L. Blume, Commissaris van de Burgerlijke Geneeskundige dienst in Ned. Indië, Directeur van 's lands plantentuin te Buitenzorg. Letterb. 1827. II- 137; 1829. I. 227; 1831. I. 60, 359; 1833. 1. 429; 1838. II. 290. 1851. I. 257; 1S53. I. 193, 305; 1855. 118; 185G. 57. 19816. Over de verdiensten van Dr. C. L. Blume met opzigt tot het Bataviaaseh Genootschap, naar aanleiding vau zijn overlijden, medegedeeld door zijn zoon Mr. C. L. Blume, bij brief dd. Rembang 2^ Maart 1862. Not. 3 Mei 186^. Tijds. bid. T. L. V.-kunde, XII. 4 Ö. III. 1862. 51-2. 19817. Sara Boardman Judson, uit Bir-niah. Levensbeschrijving. Tijds. Chr. Leven, N. I. 2e. j. 1850. I. 333. 19818. Levensbijzonderheden van Adriaan de Bock. Raad extra ord. van Ncd. Indië. N. Nederl. Jaarb. XXX,. 1795. 4, 3141. Letterb. III. 1795. J78. 19819. Levensbijzonderheden van Mr. Phoenix Izaak Buddaert, Bewindhebber der 0. I. C. ter kamer Zeeland. N. Nederl. Jaarb. XXIX. 1794. I. 232. 198:20. Levensbijzonderheden van F. van Boekholtz, Gouverneur en oud-Gezaghebber van Banda. Letterb. XII. 1799, 85; 1802. 1. 332. 19821. Tekst van verklaring, Batavia den le Oct. 1799, van den Gouv. Gen. van Ncd. Indië, Mr. P. G. vau Overstratcn, betrefi'emlc de blijken van kunde, activiteit en trouw van den Gouverneur titulair, gewezen Gezaghebber van Banaa, .Francois van Boekholtz. T. v. N. I. le d. Batavia 1840. 241. Noot. 19822. Tekst der verklaring van den Gouv. |
Gen. van Ned. Tndië J. Siberg, in de vergadering der Indische Regering van den 15 Maart 1803, bcfreflende de kunde en activiteit van deu gewezen Gouverneur titulair Francois van Boekholtz. T. v. N. I. 3c j. le d. Batavia 1840. 244 Noot. 19823. Levensbijzonderheden van Evcr-hardus Boers, oud-Fiskaal van de Nederl. retourvloot; en carga der O. I. O. Letterb. 1818. II. 64. 19824. Levensbijzonderheden van Mr. F. W. Boers, Advokaat van de O. I. C. N. Nederl. Jaarb. XXVIII. 1793. 1. 1061. Letterb. 1816. 1. 4. 18925. Levensbijzonderheden van Mr. Bartholomeus Bogert, boekhouder vau de O. I. C. te Delft. Boekz. XLI. 1735. 102. 19826. Levensbijzonderheden van Boie, lid der Natuurk. Comm. in Ncd. Indië. Lettetb. 1828. I. 33; 1837, II. 146. 19827. Hendrik Boie, natuuronderzoeker op Java. Levensschets. Overgenomen uit het Biographisch Woordenboek der Nederlanden van A. J. van der Aa; gevolgd door do be-rigten nopens zijn dood en begrafenis, overgenomen uit de Bataviasche Courant van 8 Sept. 1827. Hand. Ind. Gen. V. 1858. 81, 86. 19828. Levensschets en hulde aan de deugden en verdiensten van Hendrik Boie; door J. A. Susanna, admin, van 's Rijks Mus. van Nat. Hist, te Leyden. Met Portret. v. Kampen, Mag. X. 1830. 203. 19829. Levensbijzonderheden van Dr. Henricus Boie; medegedeeld door Dr. W. R. van Hoëvell. T. v. N. 1. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 96. 19830. Levensbijzonderheden van J. A. du Bois, ads. Res. van de Lampongsche distrikten. T. w. N. I. 14c j. 1852. I. 245. 19831. Levensbijzonderheden vanAdriaen Bommend, bewindhebber der O. I. C., met facsimile zijner handteekening, Wup, Het gezantschap in 1603. Roti 1862. 58. J9832. Levensbijzonderheden van Charles Lucian Bonaparte, Prins van Caaino. Medegedeeld door Dr. P. Bic oker. Nat. Tijds, N. 1. XVI. 4 S. II. 1858—1859. 150. |
LEVENSBESCHRIJVINGEN: Rl. — Bn.
669
19833. Levonsbijzonderlieden van Hendrik Booms, Commandeur van de reede Batavia. N. Nederl. Jaarb. II 1767. 2. 890, 19834. Lcvcnsscliete van J. ]?. Bormeis-ter, zendeling, v. Rhijit, Reis Ind. Arch. Rett. 1SBI. 285 Noot, 288 Noot. 19835. Levensbijzonderheden van Jonkheer Jan van Borselen, liewindhebber van de O. I. C. Nederl. Jaarb. XVIII. 1774. 1. 318 19830. Levensschets van Lueas Bosch, Predikant op Ceylon, enz. Boekz. XVI. 1723. 630. 19837. Korte beschrijving van het eervol ontslagen lid in den Raad van Justitie te Batavia, P. E. Bosch. Real N. I. 7c j. XIII. 310. 19838. Levensbijzonderheden van Dr. W. Bosch. Gen. Tijds. N. /. IV. L855. bl. III. 19839. Levensbijzonderheden van E. B. van den Bosch, Schout bij Nacht, Komman-dant van Z. M. Zeemagt in Ned. Indië. T. v. N. 1. 10c j. N. ö. Ie j. Batavia 1848. Ie d. 284. 19810. Levensbijzonderheden van den Schout bij Nacht E. B, van den Bosch. T. v. M. 1. 1849. 2c d. 81. 19841. Engclbertus Batavus van den Bosch, vice-Admiraal. Levensschets. Hand. Ind. Gen. UI. 1856. 355. 19842. Bijzonderheden, nopens dc voorgenomen oprigting in Ned. U. Indië, van een grat'gedenktccken voor wijlen den vice-admiraal E. B. van den Bosch. Astrea, I. 1851. 259. 19843. Levensbijzonderheden van Js. van den Bosch. Lelt. Mag. 1819. 1 st. 33. 19844. Levensbijzonderheden van J. van den Bosch, üouv. lien, van N, Indië. Let-terh. 1833. 11. 92; 1834. II. 137; 1835.11. 3; lb3S. II. 370. 19845. Levensbijzonderheden van J. Graaf van den Bosch, oud-Gouv. Gen. enz. Boekz. Maart. 1844. 398. 19846. Levensschets van Johannes Graaf van den Boseli; door M. S i c g e n b e c k. Lelterk. Hand. 1814. 13. |
19817. Levensschets van Jobaunes van den Bosch ; door C, G. C. R c i n wa r d t, dd. Maart 1815. histiluul, V. 1845. 179. 1984S. Johannes Graaf van den Bosch, Gouv. Gen. v. N. Indië, Min. van Kol. Le-vonsschets. Hand. Ind. Gen. 1. 1854. 343. 19849. Bijzonderheden nopens het grafmonument, ter nagedachtenis van den Graaf J. van den liosch, op hot burger-kerkhof te 's llage. Ned. Kunstsp. Ie j. 1845. 287. 19850. Mr. Johannes Hendrik Graaf van den Bosch, landbouwkundige op Java. Levensschets. Hand. Ind. Gen. II. 1855. 169. 19851. Biographic van den üouv. Gen. P. Both. 1609—1614, Meloill, Moniteur, 1. 191. 19852. Beschryving van het leven van den Opperlaudvoogd van Ned. Indië Pieter Both. Met portret en familiewapen. Yalen-tijn, IV. St. I. 2(ii. Du Bois, Kies. La Ilaye 1763. II. Hist. Beschr. Reiz, XX. 1765. 10. 19853. Levensbeschrijving van Pictcr Both, Gouv. Gen. van N. Indië. Overgenomen uit: „J. A. de Chalmot, Biographisch Woordenboek der Nederlanden. IVe Dl. Amst. 1798.quot; 58. A. Fad. Bibl. III. 1799. I St. 708, 19854 Levensbeschrijving van Pieter Both, Gouverneur Gen. van Ned. Indië. 1609—1614. Met portret, en afbeelding van zijn familiewapen. T. v. N. I. 5c j. 2e d. Batavia lb43. 73; l ie j. 2c d. 254. 19855. Levensbijzonderheden van Pieter Both, Gouv. Gen. v. N. Indië, met geslachtwapen en facsimile zijner handtcekcning. Ifap, Het gezantschap in 1602. Rolt. iBiiü. 60. 19856. Tekst van het Latijnsche bijschrift door Marron, Predikant, gemaakt bij het portret van Pieter Both, Gouv. Gen. van Ned. Indië, in het. bezit van den vicomte Both de Tauzia te Parijs. Letterh. 1818. I, 307. — Tekst der vertaling in Pranscho verzen door A. Coquerel, Proponent. Aid, 308. 19857. Overlijden van Mr. Gualterus Petrus Bondaen, Bewindhebber der O. I. C, ter kamer Amsterdam. Jan. 1781. I. 289, |
670
L9S58. Levensbijzon fierheden van Mr. Gnaltems Petrus iioudnan, J3ewindliel)bcr van de O. I. C. ter kamer Amsterdam. Maande!. Ned. Mercurius, L. 17S1. 2.'. 19859. Levensbijzonderheden van den zeereiziger Bougainville. Lelterb. III. 1795. 129; 1813. I. 3'lt;56, 3il. 198G0. Hot leven van J. F. D. Bourieius, door (i. M R. Verheuell. Met vele bijzonderheden nopens de laatste Balisehe expeditie. Stcart, Perh. 1859, 2e afd. 167,233. 19861. Levensbijzonderheden van Mr. J. Bousquel, Raad van ladië. T. v. iV. I. 1865. N. I. 3b j. II. 334 198G2. Levensbijzonderheden van Mr. Jan Bon wens, Bewindhebber der ü. 1. C. ter kamer Delft. N. Nederl. Juarb. XX11I. 1788. 2. 19*16. 198C3. Levensbijzonderheden van Mr. Jan Bouwens, Bewindhebber der O. I. C. Maan-del. Ned. Mercurius, LXVI. 1789. 18. 19804; Levcnsbijzondorheden van Mr. Ueinier Bouwens, Bewindhebber der O. I. C. ter kluner Amsterdam. Nederl. Jaarb. X. 1756. 2. 927. 19865. Levensbijzonderheden van J. Bo-wier, Med. Doet. tc Batavia. Lctteri. 1817. 1. 56. 19S66. Levensbijzonderheden van J. A van Braam, Haad van Ned. Indië. T. v. N. 1. 3e j. Batavia 1840. 2e d. 610. 19867. Lcvensbijzonderbeden van den zeekapitein J. P. van Braam. N. Nederl. Jaarb. XV1I1. 1783. 1. 88; XIX. 1784. 1. 995. 19868. Jacob Pieter van Braam, viee-Admiraal. Uit de ,Geschiedenis v h. Nederl. zeewezen, door Mr. J. C. de Jonge. VI. Ie st. 1845.'' Levensschets. Hand. hid. Gen. VII. 1860. 183. 19869. Levensberigt van W. O. van Braam; door Br P. lileeker. T. v. N. /. 1863. Ie j. 11. 157. 19870. Levensbijzonderheden nopens A. E. van Braam Houekgeest, Opperhoofd der Nederlandschc Directie in China, enz. ïad. Uit. 1805. 1. 69. |
1987!. Levensschets van A. E. van Braam Houekgeest; door Dr. W. R. van Hoëvell. T. v. N. I. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 56. 19872. Andreas Everard van Braam Houekgeest, Gezant in China. Levensschets. lland. Lnd. Gen. V. 1858. 243. 19873. Levensbijzonderheden van Gijs-bertus Brake!, Predikant (?) in Oost-Indië. Boekz. XLVI. 1738. 335. 19871. Levensbijzonderheden van Mr. Eran^ois van Bredehoff, Bewindhebber der O. I. C. ter kamer Hoorn. Nederl. Jaarb. III. 1749. 2. 651. XV; 1761. 2. 1247. 19874*. Britzing. Zie Titzing. 19S75. Pieter van den Broecke. Bene voorlezing door W. P. van Stookum. Levensbeschrijving. Oef. kweekt kennis, Meng. 1843. 1. 19876. Portret, van: ,Pieter van den Broecke, eerste Directeur van Suratte, Per-siën en Arabiën. Met de zinspreuk ,Ben uur betaalt het al.quot; E. Hals pinx. J. Le-deboer del. et fecit. ^alentijn, IV. 2. tegen-over 224. — Oordeel van G. Lauts over dit portret. Lelterb. 1846. I. 297 Noot. 19877. Levensbijzonderheden van Ber-nardus ten Broeke, gezegd Pahidanus, met geslachtwapen en facsimile zijnol' hnndteeke-ning. Wap, Het qc zant schap in 1602, llott. 1862. 74. 19878. Joseph lo Bron de Vcxela, Gcne-raal Majoor bij liet Ned. Ind. leger. Levensschets. Hand. Ind. Gen. III. 1856. 376. 19879. Levensbijzonderheden van S. A. Bronsveld, Predikant in Indië. Medegedeeld door Dr. W. B. van Hoëvell. T. v. N. I. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 39. 19880. De Engelsche Radjah in Sarawak. Naar liet Engelsch van Horace St. John. Schets van bet bestuur en de levensmanier van Sir James Brooke. Biang Lala, 3e j. 1854. II. 120. 18881. Levensbijzonderheden van Mat-theus van den Broucke, Directeur in Bengalen en Baad ord. van Ned. Indië. Boekz. XXIV. 1727. 320. 19882. Beschrijving van het leven van deu Opperlandvoogd van Ned. Indië Henrik Brouwer. Met portret en familiewapen. |
LEVENSBESCHRTJVTNGEN : Bo. — Bu.
071
Valentijn, IV. St. I. 202. Du Hois, l^iex, La llayo. J763. 103. Hist. Besohr. Rciz. XX. 1765. 111. 19883. Levensbeschrijving vim Hendrik Brouwer. Zie Levensbeschr, v. Nederl. mannen eu vrouwen VII, Amst. 17SÜ. Vacl. Lelt. 1780. II. I. 400. 19884. Mr. George Isaiic Bruce, (iouv. Gen. van Ned. Indië. Levensschets, tlund. hul. Gen. I. 1854. 137. 19885. Beschrijving van het monument te Deventer op het graf van wijlen Mr. G. 3. Bnice, eu mcdedeeling van de inschrijvingen op elk der zijden. Astrea, 11. i852. 133. 19880. Biographisch verslag, betreffende James Bruce, Schildknaap, den Abyssiuischen reiziger, door O. R. iV. Vud. Bibl. VIII. 1804, 2 St. 77, 129. 198^7. Levensbijzonderheden vanG. Bruckner, Predikant Ie Samaraug. Boeta. Auc. 1817. 214. 19888. Levensbijzonderheden vanG. Bruckner, zeudcling. '1'. o. U. I. 15c j. 1S55. 11. 207. — De zendeling G. Bruckner, luroo-ping der weldadigheid voor hem, die in ye-nrek te Samarang ieeft. Ahl. i'OS. 19589. Levensbijzonderheden van den kaartentcekenaar Adrien Brué. Tetterb. Ib32. II. ^57. 19590. Levensschets van den zendeling 11. Ie Bruyn; door Prof. P. J.Veth. Gids, XIXo j. N. S. 8e j. Js55. 1. 733. — Reint le Bruyn, zendeling. Zijnde bovengenoemde levensschets. Uand. /tó. Gew. Vil. 1800.101. 19891. Levensschets van R. le Bruin, zendeling, v. lihijn, Reis, Ind. Arch. Roti. 1851. 517. 19S92. Petrus Draining, Kap. Luit. ter zee, door P. M. Netscher. Levensbeschrijving, Letlerb. lS5(j. 3. — Overgenomen in Uand. hul. Gen. IV. 1857. 278. 198'.I3. Levensbijzonderheden van J. F. G. Brumund. Boekz. April 1830. 477; Oct. 1830. 493; April 1831. 464; üet. 1831. £03; April 1832. 482; Aug. 1839. 260. 19894. Levensbijzonderheden van l'. G. Brumund. Lelierb. 1855. 133 ; 1850. 61. |
19895. Uittreksel uit het openbaar te maken verslag van de jongste werkzaamheden van het Bat. Gen. v. K. en W., waarin J, li1. G. Brumund wordt herdacht. Voorgelezen in de alg. verg. van het Gen. op 27 Maart 1803. T. v. .V. I. 1868. N. S. le j. 1. .91. 19896. Levensschets van J. F. G. Brumund. 7'. v. N, [. 1863. N. S. le j. I. 390. 19897. Levensberigt van J. F. G. Brumund, door Dr. P. J. V e I. h, dd. Amsterdam Jau. 1864, Leltark. Hand. 1861-. 1. !9-gt;98. Dood van don leeraar P. le Brun op Mauritius. Bijzonderheden. Ver. Chr. St. XIX. 1805. 836. 19890. Levensbijzonderheden van Claudius Buchanan ïh. Dr. Letlerb. 1815. 1. 227. 19900. Merkwaardig levensberigt van den WelEerw. lieer Claudius Buchanan, Th. Dr. onder-Provoost op het kollegie van Fort William in Bengalen. Uit het Londonscho Evangelisch Magazijn voor Juli cn Aug. 1815. Letlerb. 1815. 111. 195, '211. 19901. Lfvensbijzonderhedfen van l)r. 8. A. Bnddii gh. Letlerb. 1834. I. 213; 1835. I. 234; 18 !1. 1. 424. 19902. Portret van Dr S A. Buddingh, met facsimile zijner handteekening. Buddingh, A'. ü. Indië, lil. Rott. 1861. 19903. Levensbyzonderheden van Jan Elias Buis Bewindhebber der Ü. 1. Comp. ter kamer Arasterdam. Nederl. Jaarb. XVII. 1763. 2. 946. 19901. Levensbijzonderheden van Picter Buis, Eqnipagieineester van de O. 1. Comp. ter kamer Hoorn. jScefe. XXXIII. 1731. 242. 19905. Overlijden van Mr. Johan van der Burch, Bewindhebber van de Ü. 1. C. ter kamer Amsterdam. Febr. 1771. Ü. Nederl. Jaarh. VI. 1771. 1. 267. 19905. Levensbijzonderheden van Mr. Di-derik van Buren, Bewindhebber der O. 1. C. ter kamer Amsterdam, enz. Nederl. Jaarb. X. 1756. 1. 500. 19907. Levensbijzonderheden van Mr. Isaak van Buren, Bewindhebber van de O. 1. C. ter kamer Delft. N. Nederl. Jaurh, VI1L 1773. 2. 1097, |
672
19908. Levensbijzonderheden van Daniel van der Burgli, opperkoopman en opperhoofd te Timor; door G, Heymering. T.v.N.L 9e j. Batavia J 8é7. 3e d. 1G6. 19909. Levensschets van Sir Alexander Burnes, Liiit.-Kolonel van het Bombaysche leper. De Kopiist, le j. le d. Batavia ISIS. 519. 19910. Leonard Petrus Joseph, burggraaf du Bus du üisignies, Kommissaris Generaal in Ned. Indio. Levensschets. Hand. Tnd. Gen. I. 1854. 132. 19911. Levensschets van den Kommissaris Generaal van Ned. Indië l)u 13us. tSloet, Tijds. Vil. 39, 1'. v. JV. I. 113c j. II. 59. 1991-2. Levensbijzonderheden van L. P. J . Burggraaf du Bus de Gisignies. Medegedeeld door G. de Serière, in de alg. verg. van 13 Oct. 1865 van het Indisch üeno:)tschap. T. v. N. 1. 1865. N. S. 3e j. 11. 518. 19913. Levensbijzonderheden van Mr. Pieter Buteux, Bewindhebber der ü. I. C. ter kamer Zeeland. N. Aederl. Jüüïh, X1J1. 1778. 1. 118. 19914. Arnoldt Adriaan Buyskes, Vice-Admiraal, Kommissaris Generaal van Ned. Indiü. Levensschets. Hand. Ind. (jen. 11. 1855. 369. 19915. Overlijden van Mr. Adriacn do Bije, Bewindhebber van de U. I. C. te- kamer helft. Fcbr. 1752. Nederl. Jaarb. VI. 1752. 1. 179. 19916. Levensbijzonderlieden van G. van den BijUaard, predikant te Batavia. Boekz. Julij 1822. 10.'. C. 19917. Levensbijzonderheden van Minne Willemsz. Caertekoe. Medegedeeld door P. A Leupe. Hist. Oen, lier. VIL Je st. 18j9. 256, 379. 130. 19918. Levensbijzonderheden van Jan Calkoen, liewindhebber van de O. 1. C. ter kamer Amsterdam. Af. Nederl. Jaarb. 111. 1768. 1. 185. 19919. Besehrijving van hel. leven van den Opperlandvoogd van Ned Indië Joannes |
Gamphuis. Met portret en familiewapen. ^alentijn, IV. St. 1. 310. Du Bois, kies La Ilaye 1762. 213. lust. Beschr. lieiz, XX. 1765. 273. 19920. Het verdienstelijke leven van Jan Gamphuis, Gouverneur Generaal van Neerland» Indiü. Medegedeeld. Levensbeschrijving. Opvoeder, I 1830. 28ï, 375. 19921. Portret van de „Koningin van Candy.quot; Steendr. van H. J. Backer te Dordt. Leeskab. 1834. III. tegenover 3. 19922. Karakter des Konings van Cochin-China, Cang-Shung,volgens John Barrow. AW. Lett. 1807. 2. 285. 19923. Levensbijzonderheden van Adri-anus Canter Visser, Bewindhebber van de O, I. C. te Amsterdam. Nederl. Jaarb. XII. 1708. 1. 552. 19924. Levensbijzonderheden van Mr. Adriamis Cantor Visser, Bewindhebber van de Ü. I. O. N. Nederl. Jaarb. XVII. 17f2. 2. 1326. 19925. Levensbijzonderheden van Mr. Cornelis Adrianus Canter Visser, ordinair Lid in den Raad van Justitie des kasteels Batavia. Letterb. IX. 1792. 179. 1:626. Levensbijzonderheden van G. A. G. P. Baron van der 'Capellen. letterb. 1S14. 1. 397 j 1817. I. 55; 11. 22; 1829. I. 353; 1839. II. 5. 191)27. Levensbijzonderheden van G. A. G. P. Baron van der Capellen. Uiü. Gen. Kron. IV. 181S. 54. 19928. Levensschets van G. A. G. P. Baron van der Capellen; door N. C. Kist. letterk. Hand. 1848. 59. 19929. Korte biographie van den Baron van der Capellen. Melvill, Moniteur. 1848 — 49. 2 part. 21. 19 )30. Govert Alexander Gerard Philip Baron van der Capellen van Berkenwoude, Gouverneur Generaal van Ned. Indië. Levensschets. Hand. hid. Gen. I. 18.j4. 129. 19931. Toelichting van ecnige bijzonderheden voorkomende in de levens-en karakter schets van Mr. G. A. G P. Baron van der C apellen, Gouv. Gen. v. N. Indiü, voorko- |
LEVENSBESCHRIJVINGEN: Bu. — Ch.
678
monde in ,/Onzc Tijdquot; Amst. 1848 I. 305 ; door J. G. Hinlopen, dd. Middelburg, 14 Augustus. Lellerb. 1819. II. 113. 19932. Bijzonderheden, nopens de vervaardiging door don Ned. kunstschilder Cols, van het portret van G. A. G. P. Baron van der Capellen, Gouv. Gen. van Ned. Indië. Waaki. v. 22 Febr. 1810. No. 45. — Oordeel over dit portret. Aid. 2G i'ebr. IS 16. No. 48. 19933. Ellekom en de Preanger Regentschappen. Een blik op het leven van R. L. J. Baron van der Capellen, oud-lies. der Preanger Regentschappen. T. v. N. /. 23e j. 1800, II. 3ü3. 19934. Overlijden van Mr. Hendrik Car-basius. Bewindhebber van dc O. I. O. ter kamer Hoorn. Maart 1748. Nederl. Jaarh. II. 1748. 1. 191. 19935. William Carey. Levensgeschiedenis. Overgenomen uit de Semeur, Tome IV. N. 4. 31, 32. N. Chr. Maandschr. IX. i835. 360. 19936. Levensschets van den zendeling William Carey. Olijftak, I. 1836. 151. 19937. Levensbijzonderheden van den Hoogleeraar in het Sanskrit, Carey. Medegedeeld door Prof. A. W. vonSchlegel. T. v. N. I. 4e j. 2e d. Batavia 1812. 627, 640. 199^8. Beschrijving van het loven van den Opperlandvoogd van Ned. Indiü, Pieter de Carpentier. Met portret en familiewapen. Valentijh, IV. St. I. 275. Du Buis, l ies, La Haye 1763. 73. Hist. Beschr. Reiz. XX. 1765. 76. 19939. Levensbeschrijving van P. dc Carpentier, Gouv -Gen. van Ned. Ihdii;. Overgenomen uit: ui. A. de Chalmot, Biographisch Woordenboek der Nedeilandcn, VI. dl. Amst. 1799.quot; 170. N. Pad. Bibl. IV. 1800. I St. 342. 19940. Levensbeschrijving van P. de Carpentier. Gouv. Gen. van Ned, Indiö, 1623— 1627. Met portret, en afbeelding van zijn familiewapen, T. v. N. I. 7e j Batavia 1845. Ie d, 237. 19941. Biographic van den Gouv. Gen, P. de Carpentier, 1623—1627. Met portret, Melvill, Moniteur. II, 233. |
19912. Facsimile van het schrift en de handteekening van Jan Carstensz. 1623, ven Dijk, Mededeel. Amst. ]8j9, tegenover 60. 19943, Jan Carstensz. op Nieuw Guinea. Medegedeeld door P. A.Leupe. Bjdr. Ind. T. L. V.-kunde, N. V. II. 43. 19944, Terugkomst van den zendeling Casalis, uit Zuid-Afrika, Levensbijzonderheden, rerh. dir. St. IV. 1850, 203, 491. 19945, Beschrijving van het monument bij Anjer, van den Engelsehen vlootvoogd Karei Catheart, overleden 10 Junij 1788 ; door J, F, G. Brumund, dd. 14 July 1841, 7'. v. N. I. 3c j. 2o d, Batavia 1830, 099,— Overgenomen in de Vad. Lelt. 1842,11.249, 15940. Beschrijving van het gedenktccken van Karei Calhcart, bij Anjer. T. v. N. 1. 7e j. Batavia 1845, lo d, 370, 19917. View of Lord Catheart's monument at Anjir, Memoir of Sir Thomas Stamford liajjles, b)j his Widow. Loudon 1830, tegenover 148. 19948, August Chambry, tweede Luit, bij het leger in Ned Indii', Levensschets, Hand. Ind. Oen. I, 1854. 380. 19949, Chao-Kang;door A. ter Gunnc, Deventer 1824, Levensschets. Philopaedion, 1824, 387. 19950, Overlijden te Batavia op 23 Febr. J786 van J. B. J. de Chappclli, kapt. van de Inf. op dc recruten-waeht. N. Nederl Jaarh. XXI. 1786, 2. 1657, 19051. Levensbijzonderheden van Chardin, schrijver van ccne „ Keize door Perzic en O. Indiën.quot; Lellerb. 1812, I. 35. 19952, Levensbijzonderheden van den verinaarden reiziger, den ridder Chardin. Overgenomen uit een nieuwe prachtuitgave van deszelfs reizen door den heer Langlès, Hoogleeraar in de Perzische taal aan de Keizerlijke Boekerij. Tijds. K. fy W 1812. II. Meug. 356. 19953, Levensbijzonderheden van Petrm Theodorus CUassé, Raad extra-ord. van Ned Indiö. Letterb. 1802. I. 332, 19954, Overlijden van Willem Jan de Chastelain, Bewindhebber der O. I, C. Julij 83 |
674.
1778. N. Nederl. Jaarb. XIII. 1778. 2. 796. 19955. Levensbijzondcrlicden vun den hoor de Chezy, Hoogleoraar in liet Perziseh, van de bijzondere school der üostersohe talen en in het Sanskritiseh bij het Collége de France. Letterh. 1832. II. 2Ü9. 19956. Over een jongen Chinees te Parijs. Uit het Ifransch. Verslag van zijne lotgevallen. Letterh. XIV. 1800. 116. 19957. De Kroonprins van Siam. Schets van Chow Paw Noi, den vermoedelijkcu troonopvolger. Ontleend aan ,Howard Malcolm, Travels in South-eastern Asiaquot;. N. Keur v. Meng. 1839. 336. 19958. Treffend zeggen van den Chinec-schen Keizer Chun, over de wetten en straffen. Vud. Lett. 1803. 2. 136. 19959. Overlijden van Mr. Arnout van Citters, Wz., beëedigd Hoofd-participant der O. 1. C. ter kamer Middelburg. Oct. 1752. Nederl. Jaarb. VI. 1752. 2. 1262. 19960. Levensbijzonderheden van Mr. Cornells Kien van Citters, Bewindhebber der O. I. C. ter kamer Middelburg. i\, Nederl. Jaarb. IX. 1774. 1. 559. 19961. Levensbijzonderheden van Mr. Jacob van Citters, beredigd Hoofd-participant der O. I. C. ter kamer Zeeland. N. Nederl. Jaarb. XXVII. 1792. 1. 426. 19962. Levensbijzonderiieden van Mr. Willem van Citters, Bewindhebber der Ü. I. C. ter kamer Zeeland. Nederl. Jaarb. XI. 1757. 2. 707; Xll. 1758. 2. 1175. 19963. De laatste levensdagen van den beroemden Engelschen reiziger Jingo Clap-nerton. Alg. Lett. Maandschr. XVI. 1832. Meng. 4. 19964. Levensbijzonderheden van Pran-ciseus Cict, 11. C. Missionaris in China. li. C. Bibl. I. 1821. 2c afd. 31. 19965. Mr. Gerard George Clifford, Minister van Koloniën. Levensschets. Hand. Ind. Gen- VII. 1800. 299. 19966. Overlijden van Jan Clifford, Bewindhebber der O. 1. C. ter kamer Amsterdam. Sept. 1772. JV. Nederl. Jaarb. Vil. 1772. 2. 815. |
19967. Levensbijzonderheden van Mr. Pie-ter Clifford, Bewindhebber van de O. I. C. ter kamer Amsterdam. N. Nederl. Jaarb. VIII. 1773. 1. ! 20. 19968. Levensbijzonderheden van Mr. Pie-ter Clifford, Bewindhebber der Oost-Indische Maatschappij ter kamer Amsterdam. N. Ned. Jaarb. XXI. 1786. 1. 169. 19969. Robbert Clive, de grondlegger van de Britsche rijksmagt in Indiö. Naar het Engelsch. Vad. Lett. 1841. II. 282, 330 19970. Lord Clive, do grondvester der Britsche Staatsmogendheid in Indië. Eene karakterstudie naar het Engelsch van Thomas Babington Macaulay, door G. Kuvper Hz. Ree. 1853. Meng. 449, 513, 581. quot; 19971. Levensbijzonderheden van J. C. Clockner, Mod. Doet., Diiecteur van bet Na-turaliën-kabinct van het Genootschap te Batavia. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1788. 1. 1090. 19972. Beschrijving van het leven van den Gouv. Gen. van Ned. Indië Dirk van Cloon. Met portret en familiewapen. Du Bots, Vies, La Haye, 1763, 304. Hist. Besuhr. lick. XX. 1765. 343. 19973. Levensbeschrijving van Dirk van Cloon, Gouv. Gen. van Ned. Indië. Overgenomen uit; //J. A. de Chalmot, Biographisoh Woordenboek der Nederlanden, VII Dl. Amst. 1801',quot; 16. N. l 'ad. Bibl. V. 1801. Ie st. 139. 19974. Overlijden van Dr, Johannes Coe-qiielle. Bewindhebber der O. I. Comp. ter kamer Middelburg Nov. 1750. Nederl. Jaarb. IV. 1750. 2. 1398. 19975. De Majoor M. G. C. van Coehoorn vau Houwerda. Herinneringen uit Oost-lndië, uit het Dagboek van een Belgisch oflieier. Uvcrgenomen uit de Belgische Précurseur van 14 en 17 Sept. 1847. Hulde aan zijne verdiensten als hoofd-ollieier, zijn dood en gedenkteekeu. Milil. Speel. XVI. 1848. 101. 19976. Menno Gideon Casimir Baron van Coehoorn vaa Houwerda, Majoor van het leger in Ned. Indië. Levensschets. Hand. Ind. Gen. IV. 185/. 301. 19976* Coen. Zie Koen. 1,.)977. Levensbijzonderheden van Cole-brooke, kenner der Oud-Indische talen en |
LEVENSBESCHRIJVINGEN: Cli. — Co.
675
litteratuur. Medegedeeld door A. W. von Schlegel. T. v. N. /. 4e j. 3 d. Batavia 1842. 625, 040. 19978. Levensbijzonderheden nopens David Collins, regter en scerctaris in Nieuw-Zuid-Wales. 1787—1S0G. fad. Lett. 1807. 2: 581. 19979. Kon-Pu-Tze, of Konfuzius, wetgever der Chinezen. Levensbeschrijving, fad. liibl. IV. 1792. 3c St. 541. 19980. Korte levensschets van den grooten Chinesehen wijsgeer Confucius. Oud en Nieuw, 1. Mei 1831. 286. 19981. Confucius. Overgenomen uit the SaturdayMagazine,door J. van der Schalk. Levensbeschrijving. Alg. Lell.Maandschr. XXI. 1837. Men;/. 082. 19982. Medcdceling hctrellcndc het karakter en de bekwaamheden van den Pran-schen Generaal Conway, aan de Kaap de Goede Hoop. Anno 1783. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1783. 2. 1320. 19983 Cuok. Naar het Engelsch uit the Colonial Magazine, door 11. M. Martin, met bijvoeging van den Nederlandschen ontdekker Abel Janszoon Tasman, doorJ. Swart, Tindal en Swart, ferh. 111. 210. 227, 237. 19984. Eene korte opgave van de ontdekking van Cook. Zijne levensschets, door G. N. K. Tijds. Aank. Ond. 1. 1830. 421. 19985. Breedvoerig verslag van het uiteinde des grooten zeemans en landontdekkers, Kapitein James Cook 1?. 11. S., nevens eenige bijzonderheden, zijn loven en character betreïfende. Door Kapitein King. Vad. Lett. 1784. VI. 2. 497. 19980. Bijzonderheden, betreffende het uiteinde van Kapitein Cook, en de vereering, hem na zijnen dood op de Sandwich-Eilanden toegebragt. Medegedeeld door W. Ellis. Vad. Lett. 1827. H. 20. 199S7. Authentiek berigt omtrent het treurig uiteinde van den vermaarden zeevaarder James Cook en diens vergoding op de Sandwich-Eilanden. Vad. Lett. 1838. II. 289. 19988. Over de eigenlijke oorzaak van Kapitein Cook's dood, op het eiland Owyhee; wegens heiligschennis. Letterb. 1818. 1. 4. |
199S9. Bijzonderheden nopens den moord aan Kapitein Cook gepleegd. Ontleend aan „Life in Sandwich Island by Rev. Henry E. Cheever. London 1851.quot; Rec. 1853. Meng. 93. 19990. De dood van James Cook. Uit eenen brief van Genua, ter medcdceling van dc oorzaak. Keur v. Meng. 1c j. 1818, 16. 19991. He dood van James Cook. Verklaring van een inboorling, ontleend aan: ,History of the Havaiian or Sandwich-Islands, by Jackson Jarves. Boston 1843.quot; Leeikab. 1844. II. 280. 19993. Kapitein Cook's dood. Oorzaak volgens het verslag van den N. Amerikaan-schen zendeling Ceevcr. Leeskab. 1852, III. 188. 19993. Dc dood van den Kapitein J. Cook, met opgave der vermoedelijke oorzaken. VI. Indie. III. 1780. 217. 19994. Prijs voor een lofspraak op Kapitein James Cook, toegewezen aan den Ad-vokaat Montey door de Akademie der Fraaije Letteren, Wetenschappen en Konsten te Marseille. Letterb. IV. 1790. 113. 19995. Persoons- en karakter-beschrijving van Kapitein James Cook, door-H. Zimmerman. Vad. Lelt. 1785, VII, 1. 38. 19990. Het leeven en karakter van den beroemden scheepskapitein James Cook, groo-tendeels uit schliftelijke berichten van sommigen zijner bekenden getrokken door den heer George Christoph Lichtenberg, Hoogleeraar te Göttingen. N. Ned. Bilt. v. 1785. 2 St. 197, 233. 19997. Lcvensberigt van den beroemden zeeman en landontdekker Kapitein James Cook, P. R. S. Uit het Engelsch, naar de beste berigtcn. Vad. Lett. 1780. II. 3. 357. 19998. Levensschets van James Cook. Oud en Nieuw, I. 2e st. 1830. 87. 19999. Korte schets van het leven en dc daden van James Cook; door T. Philopaed. X. 1831. 107. 20000. Plan van een gedenkteeken voor Kapitein James Cook, nabij zijne geboorteplaats, Letterb. VII. 1791. 25. 20001. Aankondiging van een portret van |
676
LEVENSBESCHRIJVfNGEN: Co. — Di.
677
geschilderd door E. Maaskamp en in 't koper gebragt door G. H. Hoges. Amsterdam. Letlerh. IV. 1795. 199. 20025. Portret van den Generaal Daendels. J. A. Swalm exnudit. Maatidel. Nederl. Mercurius, LXXVIII. 1798. tegenover S96. 2002C. Portret van H. W. Daendels, met facsimile zijner handleekening. Impr. litli. de S. Lankliout a la Haye. Gerlach, t'astes milit. Z. B. 1859 tegenover 175. 20027. Mr. Pieter van Dam, ilaad en Advokaat der O. I. C. Levensschets. Hand. Ind. Gen. VII. 1S60. 300. 20028. Opgave van een portret van Kapitein William Dampier, gegraveerd door John Keyse Sherwin. Letterb. VII. 1791. 42. 20029. Levensbijzonderheden van William Daniell, Esq. Letterb. 1835. I. 1. 29030. Levensbijzonderheden van Adolf van Dankelman, onderkoopman te Batavia. Letlerh. ISOé. I. 435; 1806. II. 163; 1812. 11. 3. 20031. Levensbijzonderheden van Dr. M. Dassen. Letterb. 1840. I. 413; 1841.11.250. 20032. Dood van den zendeling John Davies op Tahiti. Bijzonderheden, alsmede nopens zijn leven. Ver. dir. St. X. 185G. 666. 20033. Dood van Jhr. S. Dedel, ads. Res. van Soerakarta. Uit de Jav. Cour. van 16 en 27 Maart 1830 No. 31 en 36. Hulde aan zijne verdiensten, door N. N. dd. Soerakarta 4 Maart 1830; door de Redactie der Jav. Cour. en door Kolonel H. G. N a h u y s, Kes. van Soerakarta en Kommissaris van het Gouv. aan beide hoven, dd. Soerakarta 16 Maart 1830. Ind. Mag. II. ïw. 1835 No, 11 en 12. bl. 112. 20034. Karakterschets van Salomon Dédel, ads. Res. te Soerakarta, door Mr. H. G. Baron Wahuys van Bnrgst. Nahuys, lierint:. 's Bosch 1848. 153, 154. 2C035. Levensbijzonderheden van J. G. Dekker, Bewindhebber der O. I. C. A. Ntderl. Jaarb. XXI1. 1787. 5. 4375. 20036. Levensbijzonderheden van Mr. William Dekker, Bewindhebber der ü. 1. C. N. Nederl, Jaarb. II. 1748. 2. 972; VIII. 1754. |
I. 543. — Idem als Gouverneur en Directeur van Malakka, enz. Aid. XVII. 1763. 1. 70. Noot. 20037. Overlijden op 26 Pebr. 1788 te Batavia van den Hoofd-participant en weesmeester J. H. Delicot. N. Nederl. Jaarb. XXTV. 1789. 1. 440. 20038. Levensbijzonderheden van S. van Deventer J.S.z., Resident enz. Letterb. 1848. I. 386. 20039. Levensbijzonderheden van P. Diard, dirigerend lid van de Natuurkundige Commissie op Java. Letttrl. 1839. I. 418. 20040. Levensbijzonderheden van P. Diard. Peth, Borneo's W. Afd. II Z. B. 1866.437. 2(1041. Levensschets van P. Diard. T, v. N. I. 1863. N. S. Ie j. I. 389. 20042. Beschrijving van het leven van den Opperlandvoogd in Ned. Indië Antoni van Diemen. Met portrei, en familiewapen. Valenlijn, IV. St. 1. 293. Du Jiois, Kies, La Haye 1763. 116. Hist. Beschr. lieiz. XX. 1766. 127. 20043. Antecedenten van den Gouv. Gen. Antonio van Diemen, eertijds als koopman te Amsterdam gefailleerd, en onder den bedekten naam van //Thonis Meeusen van Utrechtquot;, als soldaat naar Indië gestevend. Medegedeeld door Mr. L. C. D. van Dijk, volgens gedane nasnoringen in het archief der voormalige O. 1. Comp. van Dijk, Ned. Betrekk. Amst. 1862. 87 Noot. 358.— Tekst van den brief, dd. Jacatra 1 Aug. 1619, van Antonio van Diemen aan Bewindhebberen, inhoudende zijn eigen verhaal van dat voorval in zijn leven. Aid. i-7 Noot. 20044. Biographic du Gouv. Gen. Antonio van Diemen, 1635- 1645. Melvill, Moni-teur, 1848—49. 378. 20045. Bezoek in de vervallen Dalem van Dicpó Negórö te Tegal Redjó, door J. i'. G. Brumund. Karakter-beschrijving van dezen ■/rebelquot;. Indiana, I. 1853. lal. 20046. Beoordeeling door L. van het portret van Diepo Negoro, voorkomende in: »F. V. A. de Stuers, Gedenkschrift van den oorlog op Java, vertaald door H. M. L ange, Amst. 1847.quot; Vad. Lett. 1849. L 526, |
678
20047. Levensbijzonderheden van H. Dik-staal, Majoor van een bataillon Oost,-Indische pioniers. Boekz. Fcbr. 1817. 224. 20048. Dood van Kapitein Peter Dillon. Bijzonderheden. Pilaar en Obrecn, Tüds VII. 1847. 218. 20019. Levensbijzonderheden van Mv. Anthony Pieter van Dishoek, geboren op üuclv in Bengalen. N. Sederl. Jaarb. II. 1767. I. 248. 20050. Mededeeling betreflende de verdiensten van J. van Dissel Jz. oud-officier van gezondheid tor zee, bij do lijkopeningen van aan cholera morbus gestorvenen te Ma-lakka en op Java. Vad. Lett. 1824. II. 000. Noot. 20051. Portret van Sultan Djamaloe'd-dm van Matan. Beschrijving. Velh, Borneo's r. Afd. II. Z. B 1850. 155. 20052. Levensbijzonderheden van den Rijksbestuurder van Bleling op Bali, den goeslie Djelantik. Karakter eu persoonsbeschrijving. T. v. N. I. 1849. 2e d. 91. 20053. Levensbijzonderheden van Hendrik Docff, oud-Opperhoofd van Japan. Lel-terb. 1834. II. 136; 1835. 11. 307; 1836. II. 187. 20054. Levensbijzonderheden van Gerlaeh Jan Doys Baron van der Does. Bockz. CXCI. 1810. 209, 210, 211. 20055. Overlijden van Mr. Johan Hendrik van der Does, Bewindhebber van de O. I. C. ter kamer Rotterdam. September 1781. N. Nederl. Jaarh. XVI. 1781.3. 1873. 20050. Levensbijzonderheden van Jonkheer Wigbold Jan Theodoor Baron van dei-Does, Bewindhebber van de O. I. C. ter kamer op deMaazc. N. Nederl. Jaarb. XXII. 1787. 1. 017, 647. 20057. Van der Does (Glabbeek) Zie Glabbeek. 20058. Levensbijzonderheden van C. L. Dolesehall Verzoek aan Dr. O. G. J. Moh-nike, tot zamenstelling van een levensbericht ▼an hem. Nat. Tijds. N. I. XX. 4 S. VI. 1859—1860. 97. — Voorgenomen, toezending door Mohnike van het verzochte opstel. Not. fJat. Vereen. 24 Aug. 1859. Aid. 242. |
50059, Levensbijzondcrbeden van Dr. L. Dolesehall. Gids, XXIXc j. 3 S. 3e j, 1805. I. 133. 20000. Levensbijzonderheden van H. J. Domis, oud-Resident van Passaroeang enz. Lellerh. 181-2. 33. 20001. Hendrik Jacob Domis, Resident op Java. Levensseiiets, te zamengesteld groo-tendeels uit bouwstoffen geleverd door zijn broeder A. J. Domis te Leiden. Hand. Ind. Oen. III. 1856. 226. 20062. Levensschets van A, Dommers, zendeling, van lihijn, Reis Ind. Arch. Rott. 1151 519. Noot 20063. Levensschets van W. M. Donselaar, zendeling, v. Rhijn, Reis Ind. Arch. Rott. 1851. 528. 20004. Levensschets van D. Douwcs, zendeling. ». Rhtfn, Reis Ind. Arch. Rott. 1851. 521. Noot. 20065. Sir Francis Drake, Levensschets. Vad. Lelt. 1845, II. 330, 374. 20066. Levensbijzonderheden van Jacob Anthonisz Dubbeltrijck, tweede Predikant te Batavia, en levens eerste der Maleische gemeente. Medegedeeld door J. F. G, Bru-mund. Tijds. Ind. 1'. i. -kunde, Xlll. 4 S. IV, 1854. 4, 7, 17, 25, 29, 77, 112, 20067. Hoe men zendeling wordt. Verhaal door den Schotscheu zendeling Duff van Calcutta, van zijn eigen levenservaring. Chr. l'en. VI. 1857. 208, 21068. Ben zendeling afgewerkt. Levensbijzonderheden van Dr. Duff, te Calcutta. Ver. Chr. St. XVIII. 18Ö1-. 502. 20069. Levensbijzondcrhedeii van Korne-lis Eranjois Duivensz., Bewindhebber van de gcoctroijeerde O. I. C. tor kamer Enkhuizen. Nederl. Jarab. V. 1751. 1. 217. N, Nederl. Jaarb. II. 1707. 2, 1467. 20070. Levensbijzouderhcden van Ed. Dulaurier, Hoogleeraar in de Maleische en Javaansche taal en voornamelijk in de levende Oostersche talen, aan de Kon. Akademie te Parijs. Leilcrb. 1843. I. 420. 20071. Levensbijzonderheden van Dumazel missionaris der Congregatie van Si. Loz in China, R. C. Uibl. I, 1821, 2c afd. 30. |
— En.
679
20072. Lcvcnsscliets vnn clou vice-Admi-raal J. Dumout d'Uvville. J.etterb. 1842. 1. 385. 20073. Bcsolmjving van het leven van den Gouv. tien. van Ned. Jndiö Diedorik Durven. Met portret en familiewapen. Du Bots, Vies, La Jiayo 1703. 302. Rist. Beschr. Reis. XX. 1705. 341. 20074. Overlijden van Mr. Hendrik van der Dussen, Bewindhebber der O. I. (J. der kamer Delft. Julij 1705; en levensbijzonderheden. Nederl. Jaarb. XIX. 1705. 2. 444, 512. 20075. Overlijden van Mr. Pieter Duve-laer van Campen, Jiewindhebber der O. I. C. ter karner Middelburg. Julij 1770. N. Nederl. Jaarb. V. 1770, 2. 930. 20070. Levensbijzonderheden van Mr. A. J. JJuymaer van Twist. Lellerh. 1852. I. 402; 1855. 381. 200(7. Levensbijzonderheden van Mr. A. J. Unvinaer van Twist. Boekz. l'ebr. Ih31. 20y. Ti. 20078. Overlijden van den Gouv. Dir. van Ccilon Lubbert Jakob Baron van Eek. Maart 1765. N. Nederl. Jaarb. I. 1700. 1. 488. 20079. De Redactie van het Tijdsehrift van Neêrland's Indië aan de nagedachtenis vau 'L. Exe. den Luit. üen. D. J. de Eerens, Gouv. üeu. van Neêrland's Indii-, Levens-geschiedenis. T. v. N. I. 3e i. Ie d. Batavia 1840. 73. 20080. Bijdrage lot de kennis der loopbaan van wijlen '/ Exe. den Luit. Gen. D. J. de Eerens, overleden op Java, den 30 Mei 1810, als üouv. Geu. over Ncêrl. Indië. Ingezonden. Levensbeschrijving. Milil. Speet. XL 1843. 111. ' 20081. Hulde aan de verdiensten van den Luit. Ucn. D. J. do Eerens, bij zijn vertrek naar Java, uls Luit. Gouv. Gen. van Nod. Indië. Milit. Speel. UI. 1835. 09. 20082. Dominique Jacques de Eerens, |
Gouv. Gen. van Ned. Indië. Levensschets. Hand. Ind. Gen. I. 1854. 133. 20083. Overlijden van Mr. Gerbrand Elias, Bewindhebber dor O. I. Comp. ter kamer Amsterdam. Eebruari 1709. N. Nederl. Jaarb. IV. 1709. 1. 251. 20084. Do Nestoriaanschc bisschop Mar Elias in Perzië. Levensbijzonderheden. Ver. dir. AV. XIX. 1865. 129. 20085. Cornells Pieter Jacob Elout, Gene-raal-Majoor, Raad van Nederl. Indië, ook als beoefenaar der Maleische taal. Levensschets. Hand. Ind. Gen. Hl. 1856. 339. 20080. Brief, dd. Brussel, 21 Oct. 1820, van Z. M. Koning Willem I, aan den Staatsraad, oud-Commissaris Gen. over Ned. Indië Mr. C. T. Elout, inhoudende de voorwaardelijke aanneming van het aanbod van zijn pensioen ten behoeve der schatkist af te staan. Elout, Bijdr. 1851. 228. 200S7. Brief, dd. Brussel, 1 Mei 1S21, van Z. M. Koning Willem I aan den Staatsraad oud-Commissaris Generaal Mr. C. T. Elout, inhoudende kennisgeving van zijne benoeming tot Minister van Financiën. Elout, Bijdr. 1851. 229. 20088. Levensschets van Mr. C. T. Elout, door M. Si ogen beek. Lellerk. Handel. 1841. 43. 20089. Mr. Cornelis Theodorus Elout, Commissaris-Generaal van Ned. Indië, Mi-nistor van Koloniën. Levensschets. Gevolgd door een opgave der daarvoor gebruikte bouwstollen. Hand. Ind. Gen. Hl. Ib50. 265. 20090. Johannes Einde, in lovon horo-logiemaker to Soerabuya. Levensbeschrijving. Chr. Verz. IX. Ib60. 5 i. 20091. Overlijden to Batavia op I Jan. 1788 van don burger Engelbert. iV. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 439. 20092. Levensschets van den Eersten Luitenant W. E. Eugolbort van Bevervoorden ; door H. M. Lange. Milit. Speel. VIII. 1849. 53. — Ook geplaatst in Milit. Speet. Meng. Hl. 1858. 181. 20093. Engelbert van Bevervoorden, le luitenant bij het Ned. Ind. Leger. Rand. Ind. Gen. V. 1858. 277. |
«80
20094. Levensbijzonderheden van Nico-laas Engelhard, Directeur Generaal van Ned. Indië. Letlerb. l80ü. 1. 332. 20095. Levensbijzonderheden van J. van Es. Medegedeeld door Dr. P. UI eek er. Nat. Tijds. N. 1. XVI. 4 S. II. 1858— 1859. 151. 20096. Levensbijzonderheden van Mr. P. H. Esser, Procureur Generaal van liet Kon. Geregtshof van Ned. Indic te Batavia. Leiter b. 1823. II. 89. 20097. Levensbijzonderheden van P. H. Esser, Advokaat-Piskaal voor de land- en zeemagt in Ned. Indië. Lelterb. 1825. II. 402. 20098. Levensbijzonderheden van A. Everaars, Predikant te Soerabaya. Boekz. Janu-arij 1820. 96. 20099. Bijzonderheden nopens het standbeeld van Eyre Coote, geplaatst in het Oost-Indisch huis te Londen, en zijne bestemming ■voor de Abtdy te Westminster. Letlerb. L 1788. 89; IV. 1790. 193. 20100. Levensbijzonderheden van Mr. Nicolaas Faas, Bewindhebber der ü, I. C. A'. Nederl. Jaarb, XXIII. 1788. 2. 1516; XXIX. 1794. 1. 675. 20101. Een woord over A. R. Ealck. Levensbeschrijving door Baron P.A. de Re if-fenberg. Vad. Lett. 1846. II. 71, 119. 20102. Brief van Mr. M. C. v a n H a 11 aan de Red. der Vadcrlandschc Letteroefeningen Amsterdam, 20 Maart 1846. Wederwoord tegen het „woord over A. R. Palck door Baron de Reifl'enbergquot; tot teregtwijzing. Vad. Lett. 1846. II. 241. 20103. Nog een woord over A. R. Falck, door R. Zijne dichtelijke bekwaamheden. Vad. Lelt. 18l6. II. 147. 20104. Mr. Anton Reinhard Ealck, Minister van Koloniën. Levensschets. Hand. Ind. Gen. II. 1835. 35. 201Ü5. Levensbijzonderheden van Mr. J. W. Falck, Raad-ordinair van Indië mitsgaders Gouverneur en Directeur van Ceilon. iV. Nederl. Jaarb. XX. 1785. 2. 1507. |
20106. Levensbijzonderheden en karakterbeschrijving van Farquhar, Res. van Ma-lakka, door G. N. Overgenomen uit het werk: quot;Hikajat Abda'lahquot; in 1843 voltooid en in 1849 te Singapore gelithograplüeerd. T. v. N. I. 16e j. 1854. I. 75, 92, 297, 314. 20107. Dood van den zendeling Fast in China. Ver, Chr. St. V. 1851. 726. 20108. Bijzonderheden wegens den thans regerenden Koning van Perzii1, Fatahh-Aly-Chah. Door den heer Langlès. Vad. Lelt. 1808. 2. 506. 20109. Kort verslag van het leven en de dichtstukken van den Persiaansehen dichter Ferdusi. Uit de voorrede van Jos. Champion, voor zijne Engelsche vertaling dier vaersen. Letlerb. VII. 1791. 98. 20110. Over den Perzischen dichter Fer-dousi, door H. A Hamaker, Hoogleeraar te Leijden. Schets van zijn leven en werken. v. Kampen, Mag. IV. 1825. 249. 20111. Levensschets van Joh. Fr. Fiedler, zendeling, v. Rhijn, Reis Ind. Arch. Rott. 1851. 521. Noot. 20112. Levensbijzonderheden van J. P. N. Filtz, Kolonel, Commandant van Ambcina. Nahuyt, Herin, 's Bosch 1858. 50. 20113. Fisscher, Zie Overmeer. 20114. Levensbijzonderheden van den zeekapitein Mattheus Flinders. Letterb. 1814. 11. 290. 20115. Berigt wegens den overleden reiziger M. Flinders, door Maltebrun. Lellerb. 1815, I. 5. — bijzonderheden nopens de onwaardige behandeling, welke M. Flinders van de Franschen heeft ondervonden, door N. ter aanvulling van bovengenoemd ,/Berigtquot;. Aid. 83. 20116. Overlijden te Batavia op 5 April 1786, van J. Florijn, oud-kapt. luit. ter zee. N. Nederl. Jaarb. XXI. 1786. 2. 1659. 20117. Levensbijzonderheden van N. P. Foersch, Opper-L'hirurgijn. Vad. Lett. 1789. IV. 2. 106. 20118. Alfred Uesiré Gregoirc de la Fontaine, Kolonel, Resident van lianka. Levensschets. Hand. Ind. Gen. IV. 1857. 92, |
LEVEN1
20119. Levenbijzonderheden von Jhr. Mr. Kornelis van Eoreost, 15(;wi\Ki'iquot;l)blt;.T van de 0. 1. C. ter Kamer Jioorn. Nedsrl. Jaarb. XV. 1761. 2. 881. 20120. Levensschets van Georg Forster, Hoogleeraar te Mainz. Lellerh. I. 1791. 105; 1791. vil. 129; 1801. 11. 387. 20121. Johan Reinheid Forster. Naar het lloogduitsch van K. Sprengel, dd. In den kruidtuin bij Halle, den 17 Uee. 1798. N. I/ad. Bibl. III. 1799. 2 st. 142. 20122. Levensschets van J. Jft. Forster, reisgenoot van Kapitein J. Cook. Letlerb. XI. 1799. 10; 1802. 1. 49. 20123. Levensbijzonderheden van E. Francis, President der Javasche bank, oud-hoofd-ambtenaar. E. Francis, Leveasloo/). I. Batavia 1856. 76. — Overgenomen in T. v. N. 1. 20e j. 1858. II. 191. — Zijn dienststaat. 1815—1851. Aid. 18. Noot.— Overgenomen n T. o. N. 1. t. a. pl. 20124. Levensbijzonderheden van W. C. Frank. Fad. Lelt. 1824. I. 390. 20125. Portret van Sir John Franklin. C. C. A. Last. Steendr. van P. Blommers te 's Hage. Leeskab. 1852. II. tegenover 8. 20126. Dood van den Eenv. J. .1. Freeman. Bijzonderheden alsmede nopens zijn leven. Eer. Chr. S(. VI. 1852. 330. 20127. Levensbijzonderheden van den Zeekapitein Louis de Freyciuet. Letlerb. 1826. 1. 33. 20128. Levensbijzonderheden van 11. Friederieh. P'erh. Bat. Gen. N. I. XXI. 1846-7. Ie ged. 101. 20129. Levensbijzonderheden van Dr. A. Fritze, Chef over den geneeskundigen dienst in Ned. Indiö. Medegedeeld door den Hoogleeraar C. L. BI unie. Letlerb. 1837. II. 277 Noot. 20130. Levensbijzonderheden van Dr. A. Fritze. Medegedeeld door Dr. F. J u nghuhn. T. v. N. I. 5e j. ie d. Batavia 1843. 200, 760. 20131. Ernst Albert Fritze, Med. Dr. Chef der geneeskundige dienst in Ncd. Indic. |
Levensschets. Hand. Ind. Gen, VII. 18C0. 295. 20132. Levensbijzonderheder. van Dr. P. F. H. Fromberg. T. v. N. I. 16e j. 1854. 1. 410. 20135. Levensbijzonderheden van Dr. P. F. H. Fromberg, agricultuur-cliemist. Verzoek aan D. W. Host van Tonningen tot het zamenstcllen zijner biographie, die zich daartoe bereid verklaart, bij brief, dd. 8 Sept. 1S58. Not. Nat. Vereen. 9 Oct. 1858. Nut. Tijds. N. /. XVI. 4 S. II. 1858—1850. 30?, 331. — Levensberigt van Dr. P. F. H. Fromberg; door 1). W. Host van ïon-ningen, dd. Buitenzorg, 12 Deo. 1858. Aid. 393. — Bijzonderheden nopens de uitgave. Aid. 381. — Peter Frederik Hendrik Fromberg, agricultuur-chemist in Ned. Indië. Dezelfde als boven, doch overgenomen uit het Bataviaasch Handelsblad van 7 Febr. 1859. Hand. Ind. Gen. VI. 1859. 71. 20134. Leveusbijzonderhedcn van Simon Hendrik Frykeuius, Kapitein ter zee enz. Medegedeeld door Mr. P. M ij e r. '1'. v. N. I. 3e j. 1c d. Batavia 1840. 260. G. 20133. Levensbijzonderheden van J. J. B. Gaal. Letlerb. f8 j4. 81. 20136. Het overlijden van J. J. B. Gaal. Zijn lof, als beoefenaar der Indisütie, en speciaal Javaansebe taal en letterkunde. '£. v. N. 1. 16c j. 1854. I. 232. 20137. Levensbijzonderheden van Mr. Jacob Gael, Bewindhebber der O. I. C. ter kamer Delft. iV. Nederl. jaarb. XV. 1780. 2. 718. 20138. Levensschets van Friedrich Balduin von Gagern. Letlerb. 1855. 381; 1857. 140. 20139. Frederik Boudewijn Baron vaa Gagern, Generaal Majoor. Levensschets. Hand. Ind. Gen. V. 1858. 37. 20140. Bijzonderheden nopens het voornemen in fortugal tot oprichting van een standbeeld voor Vasco de Gama, als ontdekker van de Kaap de Goede Hoop. Letlerb. 1856. 183. |
86
682
20141. Levensbijzonderheden van Mr. Nicolaas Geelvinek, lloofddeelgenoot van de ü. I. Maatschappij jV. Nederl. Jaarh. XXII. 1787. 7. 6055. 20142. Joseph Jacobus Baron van üecn, Generaal dor infanterie. Levensschets. Hand. Ind. Oen. I. 1854. 142. 20143. Dood van den zendeling Ferdinand Geniihr in China. Bijzonderheden alsmede nopens zijn leven. Per. Chr. St. XIX. 1SG5. 408. 20144. Levensschets van G. F. A. Ge-ricke, zendeling, v. Rhijn, Reis Ind. Ant. Rott. 1851. 447 Noot. 20145. Levensbijzonderheden van Dr. J. F. C. Gcrickc, al'gcvaardigde van het Ncd. Bijbelgenootschap. Lelterb. 185;. 25. 20146. Dood van J. F. C. Gcricke. Bijzonderheden alsmede nopens zijn leven, Per. Chr. St. XL 1857. 550. 20147. Levensbijzonderheden van Mr. Simon van Gcrwen, Bewindhebber van de O. I. O. ter kamer Amsterdam, wegens Leiden. Nederl. Jaarb. XIV. 1760. 2. 964. 20148. Levensbijzonderheden van Mr. O. Gevaerts, Bewindhebber der O. I. G. ter kamer Amsterdam N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 1. 666. 2014fl. Overlijden van Mr. Jacob van Glie-scl, Bewindhebber van de O. I. C. ter kamer Arasterdam. Julij 1773. N. Nederl. Jaurb. Y11L 1773. 9. 857. 20150. Levensbijzonderheden van Philips van der Ghicssen, Hoofdparticipant in de O. I. C. bij do kamer Amsterdam, enz. Nederl. Jaarb. XL 1757. 1. 212. 20151. Levensbijzonderheden van Gho-lam-Mahmond, zoon van Tippoc Saib. Letterb. 1854. 126. 20152. Overlijden van Jakob AIcwijn trhij-ren, beëedigd Iloofdparticipant van de O. I. C. ter kamer Amsterdam. February ITC.O. Nederl. Jaarb. XiV. 1760. i. J 0. 20153. Mededeeling betreffende de work-«aamheid en ijver van den Majoor Ginquin, Directeur der fortifieatiewerkon en Chef der artillerie aan de Kaap de Goede Hoop. |
Anno 1782. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1320. 20154. Levensbijzonderheden van H. Glab-boek van der Does, Luit. t. z. Ie kl. Nat. Tijds. N. I. IV N. S. I. 1853. 23. 20155. Levensbcrigt van Leopold Gmolin Uit de Alg. Kunst- en Lcttcrboae van 1853. No. 37 en 38. Nal. Tijds. N. I. VI. N. S. III. 1854. 178. 20156. Levensbijzonderheden van Isaak Jan Werner Gobius, Luitenant Kolonel cn Kapitein ter zee bij de Admiraliteit te Amsterdam. A'. Nederl. Jaarb. XXVI. 1791. 2. 1961. 20157. Levensbijzonderheden van God-tried Card Gockinga, Opperkoopman en lies. te Clieribon. Letlerb. Vil. 1791. 204 j 1S03. I. 377. 20158. Beschrijving van het leven van den üpperlandvoogd iu Ned. Indiö Rljklof van Goens, Met portret en familiewapen. Valentijn, IV. St. 1. 307. Hist. Beschrijving Rein. XX. i7ö5. 246. üu Jiois, Pies. La Haye 1768. 220. 20159. Levensbeschrijving van llijklof van Goens. Zie Levensbeschrijving van Nederl. Mannen en Vrouwen, dl. VII. Amst. 1780. Vad. Lett. 1780. II. i. 400. 20160. Mededeeling van bijzonderheden nopens het portretstuk, voorstellende den Gouv. Gen. van Ned. Indie, Rijklof van Uoens, zijn vrouw tn twee zonen, geschilderd door Bertholomeus van der Helst. Letterb. 1S57.31. 20161. Rijklof van Goens, Gouv. Gen. van Ked. Ind. 1678—1681. Medegedeeld door P. A. L( upe. Mededeeling mot aanteeke-ningen van de Memorie, door hem zelvcn ten behoeve van zijn zoon Rijklof opgesteld, loopeade van 1619—1655, en door dezen geschreven en vervolgd lot 1680, bevattende o. a. een korte opgave van hetgeen door beiden, vader eu zoon, ten dienste der O. I. C. is verrigt. Hist. Gen. lier. V. 2e st. 1857. 28. 20162. Levensbijzonderheden van Mr. Daniël Adriaen Meerman van der Goes, tweede Advocaat der Ed. O. I. C. N. Nederl. Jaarb. XVI. 1781. 4. 2230. 201G3. Levensbijzonderheden van Philip |
LEVENSBJSSCHKIJ VINGEN : Ge,. — Gu.
68;i
Jacob van der Goes, Bcwindliebber van de | ü, 1. ter kamer Rotterdam. Nedert. Jaarb. XXIV. 17S9. 1. 173. iü'G4. Dood vau den oudsten zendeling üogerly, op Ceilon. Levensbijzonderlicden. fer. Chr. St. XVII. 1863. 461. 2016). Levensbeschrijving van Jhr. Jolian Christiaan Goldman, oud-vioe-President van den Raad van Neêrlands Indië; door , Dr. S. A. Bnddingh. T. v. N. I. 3e j. Ie d. Batavia IBIO. 397. 20160. Jhr. Jolian Christiaan Goldman, vicc-President van don Raad van Ned. Indii;. Levensschets. Hand. Ind. Gen. I. 1851. 149. 20167. Vermoording van den zendeling Gordon, te Erromanga in Australië. Acr. Chr. St. XVi. 1862. 273. 2016S. Mededecling, betreffende het karakter en de bekwaamheden van den Kolonel R. J. Gordon aan de Kaap de Goede lioop. Anno 1782. N. iïederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1320. 20169. Levensbijüonderheden van den Kapitein John Gore. Lellerh. V. 1790. 65. 20170. Levensbijzonderheden van C. J. van de Graalf, Gouverneur van (;abo de Goede Hoop. Rcs. lloll. 2'J' Aug. 1787. VI. Ie dr. 5102. 20171. Levensbijzonderheden van H. J. van de Graafi, Raad van Inditi. .Medegedeeld door S. van Deventer J.Sü. T. v. N. /. 1S05. N. S. 3e j. 1. 3^8. Noot. 201(2. Levensbijzonderheden van Willem Jacob van de Graail', Raad ord, van Ned. Indiü, Gouverneur en Directeur van Ceilon. N. Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 4. 3141. Lelterb. III. 1795. 91, 178. ■i0l73. Levensbijzonderheden van Mr. Kor-nelis Qraefland Jansz., Bewindhebber der (J. I, C. ter kamer Amsterdam. N. Nederl. Jaarb. IV. 1769. 2. 1080. 20174. Maximiliaan Baron van Grave, Res. van Sambas. Uil, de Bataviasche Courant van 29 Junij 1825. Levensschets. Hciud. Ind. (jen, V. 1858. 91. 24175. Dood van J. Grim. Hulde, aan zijne nagedachtenis. For. Chr. SI, XII. 1858. 487. |
20176. Levensbijzonderheden v.m Mr. Otto Groeninx van Zooien, Heer van Ridderkerk, Bewindhebber der ü. I. O. ter kamer Rotterdam. Nederl, Jaarb. XII. 1758. 2. 985. ■-'0177. Karakterbeschrijving van J. Grooff, bij zijn vertrek naar Java, als Vicarius Apos-tolicus der Ned. O. 1. bezitt. Bijdr. Ned. en Cr. Kolon. 1844. 131 en 132. - Gedeeltelijke overname door E. de Waal van deze schets. Ind. Maq, Ie Tw. 1844. No. 10, 11 en 12. bl. 123. 20178. Jacob Grooll, K. C. Priester. Levensschets. Hand. hid. Gen. V. 1858. 288. 20179. Overlijden van Arent Groot, Bewindhebber der O. I. C. ter kamer Hoorn. April 1750. Nederl. Jaarb. IV. 1750.1.543. 20180. Overlijden van Matthijs Groot, Bewindhebber van de ü. 1. C. ter kamer Hoorn. Maart 1753. Nederl. Jaarb. VII. 1753. 1. 354. 20180* Groot (Cornets de). Zie Cornets. 20181. Levensgeschiedenis van den zendeling K. F. Gützlaff. Uit do Allg. Kircben-Zeit. van 26 Aug. 18'i2. No. 135. 6. 1097— 1131, en uit Archives du Christianisme d'Aoüt 1832. 375. N, Chr. Maands, VII. 1833. 170 201S2. Dichtregelen op den Wel Eerw. Heer Dr. C. F. A. Gützlaff; door W. II. dd. 12 April. 1850. Boeh. Mei 1850. 597. 20183. Levcnsbijzonderhed(yi van Dr. C. F. A. Gützlaff. Aslrea, I. 1851. 259. 20'84. Over Gülzlalf, bij de treurmare van zijnen dood, door P. Hotstede de Groot, Biographisehe schets zijner beginselen, handelwijze cu bedoelingen, ter zijner rechtvaardiging. JVaarhnl in Liefde, 1852. 163. - -Nogeen woord bij Gützlafl'sontslapen ; door C. li. van Herwerden C. Hz. Mededecling van uittreksels uit de lijkrede door Dr. F. W. Krummacher te 15orlijn, gehouden op 19 Oct. 1851. Aid. 407. 20185. 1'e dood van Dr. Kurel Gützlaff. Bijzonderheden nopens zijn overlijden en begrafenis; volgens Moncricl'f. ( hr, Ccrz, I. 1852. 140. Nog iels over het afsterven van Dr. K. Gützlaff. Vervolg op het voorgaande. Aid 164. |
684
^ 2018G. Dood vim Dr. Karei Gutzlall' in China. JBijzonderlicdcn nopens zijn ziekte en dood, volgens Dr, Monerieff. Medegedeeld door P. M. Looman. Ver, Chr. St. XI. J852. 332. — Nog iets over het afsterven van Dr. Gützlaflquot;. Nadere berichten. Medegedeeld door T. M. Looman. Jld. 402. 20187. Levensberigt van Dr. Karl Frie-drioh August üützlaff; door Dr. 11. O. Millies, dd. Amsterdam Mei 1852. Iluiii. Maatsoh. v. Ned. Lelt. i8,)2. 44. 20188. lets van J. Haafner's leven, overleden te Amsterdam, den 3 Sept. 1809, in zijn 545te jaar. Vail. Lett. 1811. I. amp;0. 20189. Levensbijzonderheden van den heer Jacob Ilaafner. Letterh. 1809. II. 212. 20190. Levensbijzonderheden van Simon Haak, Bewindhebber van de O. I. C. ter kamer Enkhuizen. Levensbeschr. v. her. en gel. Mann. IV. 1731. 526. 20191. Levensbijzonderheden van den üp-perlandvoogd van Ned. Indië Mattheua de Haan. Met portret en familiewapen, t'alen-tijti, IV. St. I. 351. Du Buis, Vies, La Haye 1763. 299. Hist. Jieschr. Reiz. XX. 1765. 338. 20192. Levensbijzonderheden van Mattheus de liaan, Gouv. Gen. van Ned. Indië. Boekt. XXX. 1730. 232. 20193. Levensschets van Mattheus de Haan, Gouv. Gen. van Ned. Indië. Levens-hesohr. v. her. en gel. Man. 1.1730.253,261. 20194. Portret van Mattheus de Haan, Gouv. Gen. van Ned. Indië. Vaientijn, IV. '1726. tegenover 35!. — Mededeeling door do uitgevers Joannes van Braem en de Wed. Gerard Ünder de Linden te Dordrecht- en Amsterdam, van de herkomst van dit portret, en de wijze van zijne aflevering aan de inteekenaren op het werk van Valeu-tijn. Boekz. XXV. 1727. 728. 20195. Levensbijzonderheden van P. de Haan Pz. lelteib. 1833. 11. 178 20196. Levensbijzonderheden van Pieter de Haan Pz., Chef der divisie voor de alge-meene handelszaken bij het Ministerie van Marine en Koloniën. Medegedeeld dour S. |
van Deventer J.Sz.; met opgave van de verschillende biographiën nopens hem. 1'. v. N. I. 186:,. N. S. 3e j. I. 221. Noot. 20197. Levensschets van Pieter de Haan Pz.; door M. Siegenbeek. Lelterk. Hand. 1833. 33. 20198. Pieter de Haan. Levensschets. Hand. Ind. Gen. VII. 1860. 301. 20199. Levensbijzonderheden van Willem de liaan, Phil. Nat. Doet. i855.121. 20200. Willem de Haan; door S. v. V. Letterh. 1855. 170. 20201. Levensberigt van Willem de Haan, lid der Kon. Akad. v. Wet.; door W. Vrolik, Secret, der Afd. van de Wis- eu Natuurk. Wet. Verst, Kon. Akad, d. Wet, Nat. 111. 1855. 39U. 20202. Overlijden van Dirk Hack, Bewindhebber der (_). I. C. ter kamer Bnkhui-zen. November 1747. Nedert. Jaarb. I. 1747. 2. 878, 953. 20203. Berigt wegens Ha-Ho, een dor twee Chinezen, thans te Halle verblijf houdende; zijne lotgevallen en studiën. Letterh. 1823. 11. 114. 20201-. Levensbijzonderheden van W. A. van der Ham, candidaat in de bespiegelende wijsbegeerte en letteren. De Kopiist, le j. Ie d. Batavia 18 (■2. (179. T. v. N, I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 605. 20205. Karakter en lotgevallen van den Sultan van Djokjokarta Hamangkoe Boeono 11. T, v. A.'L. 6e j. 1844. III. 134. 20200. Zeldzaam kloek- en edelmoedigheid van den Predikant Antonius Hambroek, vergeleeken met de berugte daad van den Romeinschen Burgemeester Attilius llegulus. Ned. Bibl. III. 1775. 2 St. 14. 20207. Alen noemt Antonius Hambroek wel den Hollandsehen Regulns; in welk opzicht zijn echter hunne daden van elkander verschillend? Beantwoord door K. K. Vermeulen. Tijds. Aank. Ond. V. 1840. 171. 20208. Antonius Hambroek; door J. Berkhout te Naaldwijk. Schets van zijn roemrijk feit. l'lulojiaedion, Vil. 1528. 3b(j. 20200. Iets over de zelfopoffering van |
LEVENSBESCHRIJVINGEN; Gu. — Ha.
685
Antonius Hambroek; door G. Lnuts, dd. 4 July 1853. Aantooning der geschiedkundige waarheid van dit roemrijk feit, naar aanleiding van het medegedeelde uierover in het «Memorandum der geschiedenis van het vaderland, door J. Goudriaan. ftrorincliera 1S52.quot; N. Bijdr. Suhoolto. 1S53. 7(1.1. 20210. Antonius Hambroek; door Mr. W. Terpstra. Geschiedverhaal, met aanteeke-ningen. Mnemos. V. 181S. 2G9. 20211. Levensbijzonderheden van Ch. Hamilton, hoofd der nieuwelings opgerigte Letterkundige Asiatisehe Maatschappij in Bengalen, Lcllerb. VIII 1792. 177. 20212. Dood van den zendeling Hamilton in Zuid-Afrika. / er. Chr. St. VII. 1853. 48. 20213. Kapitein Hammond. Karakterbeschrijving. Chr. I erz. VIII. 1859. (')9. 20214. Levensbijzonderheden van den door zijne reizen beroemden Jonas Hanway, Esq. Uit the Remarkable Occurences in the Life of Jonas Hanway Esq., van den heer Pugh. I-ud. Lett. 1787. 2. 539, 590; 1788. 111. 2. 33, 74. 30215. Levensbijzonderheden van den zendeling Dr. Hardeland. fer. Ckr. St. XIX. 1865. 402. 20216. Alexander van der Hart, Kolonel, waarnemend civiel en militair Gouverneur van Celebes en onderhoorigheden. Levensschets, overgenomen uit het Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage van 26, 27 en 28 Aug 1850. Hand. Ind. Oen. UI. 1856. 383. 20217. De Kolonel A. van der Hart; door A. J E. Diemont, Kapitein van het O. I. leger, dd. Zutphen Juny 1856. Levensbeschrijving. Milil. Speet. 3 S. 1. 1856. 326. 20218. Overlijden van Mr. Nicolnes Hartman, eerste Advokaat van de O. I. C. Nov. 1754. Nerlerl. Jaari. VIII. 17-4. 2. 1324, 1422. 20219. Christiaan Lodewijk Hartmann, Res. op Java. Levensschets, overgenomen uit de Javabode van 11 Oct. 1856. Hand. Ind. Gen. III. 1856. 351, |
20220. Levensbijzonderheden van Hendrik de Hartog, Examinateur bij de O. I. Comp. N. Nederl. Jaarb. XXVIII. 1793. 2. 1841. 20221. Overlijden van Mr. Johan Leonard de Hartog, ordinaris Raadsheer in den Raad van Justitie des kasteels Batavia. Nederl. Jaarb. IX. 1755. 2, 836. 20222. Levensbijzonderheden van Mr. P. Hartsing, Bewindhebber der O, I, C, ter kamer Amsterdam. N. Nederl. Jaarb. X, 1775. 2, 1234. 20223. Hassan Ebn Sabah. Do eerste Oude der bergen, een stichter der Moordenaars-Orde in Perzië. Levensbeschrijving. T. v. N. 1. 4o j. 2e d. Batavia 1842. 390. 20224. Levensbijzonderheden van Mr. Gerard Arnout Hasselaer. Bewindhebber der 0. I, G. ter kamer Amsterdam, Nederl. Jaarb. II 1748. 1. 356. 20225. Levensschets van Pieter Dirksz. Hasselaer, met geslachtwapen en facsimile zijner handteekening. Bewindhebber der O. 1, G, iyan, Het yesanlsehap in 1602. Rott. 1862. 59. 20226. Levensbijzonderheden van Dr. J. G. van Hasselt. Lelterb. 1824. I. 34, — Opgave van de schets van zijn leven, door Prof. Th. van S \t i n d e r e n uitgesproken, op 31 Maart 1824 in bet Natuur- en Scheikundig Genootschap te Groningen; alsmede hulde aan zijne nagedachtenis in dat Genootschan. Aid. 225. 20227. Levensschets van Dr, Johan Goen-raad van Hasselt, lid der Nat, Comm. in Ned. Indië. Ontleend aan de schets van den Hoogleeraar Th. van Swinderen, geplaatst in den Almanak der Akadcmie te Groningen letterb. 1825, 1, 198, 212, 230, - Overgenomen in TTund. Ind. Gen. V, IS58, 66. _ Idem overgenomen uit de Üatav, Cour, v, 18 Jan. 1826 No, 3, en v. 25 Jan, 1826| No, 4 bijvoegsel, Ind. Man lie Tw. 1845 No. 5 en 6, bl. 28. 2Ö228. Lovensbijzonderhedcn van Dr. Johan Cocnraad van Hasselt; medegedeeld door Dr. W. 11. van tloëvell. T. v.N.I. 2e j. 2c d. Batavia 1839. 87. — Idem door Mr. P. Mij er. Aid. 4e j, Batavia 1842, 1c d, 227. |
686
20220. Levensbijzonderheden van J. K. Hasskarl, te Batavia. Lelterb. 1855.118, 39U. 20230. Generaal Havelock. Karakterbeschrijving. Chr. Verz, XII. 1858. 261. — Nog iets omtrent Generaal tlavclock. Vervolg. Aid. 289. 20231. üe prediktent van Generaal Havelock in Britsch Indiii. /er. Chr. St. XU. 1868. 397. 20232. Levensgeschiedenis van Dr. John Hawkesworth, Directeur van de O. I. C. Uit het Engelsch. Vad. Lelt. 1803. 2. 00. 20233. Levensbijzonderheden van zeker Fransch heer, de la Haye genaamd, reiziger in Egypte, Perzië, Indië en China. È. Nederl. Jaarb. IX. 1774. 1. 85. 20234. Levensbijzonderheden van J. A. Hazaart, lies, op Timor; door G. He ij roering. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 3e d. 230. 20235. Levensschets van J. A. Hazaart; door Prof. P. J. Veth. Gids, XIX. N. b. VIII. 1855. I. 711; II. 56. — Jacobus Ar-noldus Hazaart, Hes. van Timor. Hand. lr.d. Oen. V. 1858. 47. 20230. Levensbijzonderheden van Ur. Dirk van Heeroskerk, Bewindhebber der Ü. 1. C. ter kamer Delft. N. Nederl. Jaarb. XVIJI. 1783. 1. 147. 20237. Levensbijzonderheden van Jacob van Heemskerk, Opperkoopman en ^Vendumeester te Batavia. Letterb. III. 1/95. 91. 20238. Avontuurlijke lotgevallen van den Hollandschcn Admiraal Jakob van Heemskerk. Schets van zijn leven van 1596—1007. N. Keur v. Meng. 1833. C5. 20239. Levensschets van J aeob van Heemskerk, met geslachtwapen en facsimile zijner handtcekening. Wap, Hel gezantschap in 1602. Rott. 1802. 69. 20240. Levensbijzonderheden van Willem van Heemskerk, bewindhebber van dc O. I. C. N. Nederl. Jaarb. XIX. 17S4, 2.1574. 20241. Levensbijzonderheden van G. J. Helicndoorn, zendeling, v. Rhijn, Reis Ind. Arch. Rott. 1851. 289. |
20242. Levensbijzonderheden van Lam-bertus Hellingman, Bewindhebber van de O I C. ter kamer Hoorn. N. Nederl. Jaarb. XVI. 1781. 3. 1874. 20243. Overlijden te Batavia op 7 April 1786 van A. A. Henstenreuther, lid in liet Collegie van heeren Schepcnen en üpper-braudspuitmeester buiten de stad. N. Nederl. Jaarb. XXI. 1780. 2. 1059. 20244. Plaat, voorstellende het: ,Gedenk-teeken, ter cere van Sir John Herschel, aan de Kaap de Goede Hoop opgerichtquot;. Stcendr. de Vries Jr. Met toelichting. Leeskab. 1847. III. tegenover 161. 20245. Levensbijzonderheden van de Hes-sele, 11. C zendeling. Ver. Chr. St. X. 1856. 594, 597. 20246. Levensschets van G. Heijmering, zendeling. Rhijn, /leis Ind. Arch. Kott. 1851. 524. 20247. Levensbijzonderheden van Dr. Benjamin Heyne, kruidkundige op de kust van Coromandel. Letterb. 1814. li. 33. 20248. Levensberigt van J. van Heynin-gen, scheikundige en natuuronderzoeker in Ned. Indie, dd. Dee. 1850. Nat. Tijds. N.I. Ie j. 1850. 316. 20249. Jacob van Heyningen, scheikundige en natuuronderzoeker in Nederl. Indië. Levensschets. Hand. Ind. Gen. 11. 1855. 1S7. 20250. Portret van Pangerang Hidaijat üellah. Hoofdopstandeling. Stcendr. P. W. v. d. Weijcr, Utrecht, v. Ree*, Bandjerm. Krijg, II. Arnh. 1865. 20251. Anthony van Hoboken, Heer van Rhoon en Pendrecht en Cortgene, chef van het te Rotterdam gevestigd handelshuis A. vau Hoboken en Zonen. Levensschets. Uand. Ind. Gen. VII. 1860. 72. 20252. Levensbijzonderheden van Mr. Alexander Willem van Hoeckc, Kassier van de O. I. C. Ier kamer Delft. Delft Mei 1794. N. Nederl. Jaarb. XXIX. 1794. 1. 716. 20253. Levensbijzonderheden van W.van Hoesen, Raad extra ord. van Ned.Indië. Letterb. 1802. I. 332. |
LEVENSBESCHRIJVINGEN : Ha. — Ho.
687
20254. Lcvensbijzonclerhedcn van Dr. W. R. Baron van Hoiivell. Ree. o. d. Ree. XX Vi. 1833. Bockb. 3(). Alq. Lelt. Maandschr. XIV. 1830. Meng. 188, 5(i9; XVI. 1832, Meng. 451 ; XXI. 1837. Bockb. 389. 20256. Levensbijzonderheden van Dr. VV. R. Baron van Hoëvell. Boekz. Aug. 1835. 2(13. 20256. Levensbijzonderheden van Dr. W. R. Baron van Hoëvell. Lelterh. 1835.1. 226; 1841. I. 424; 1848. 1. 322. 20257. Levensbijzonderheden van Dr. W. R. Baron van Hoiivell. Minerva. 1835—6. Akad. Nieuws 190, 223, 244. 20258. Levensbijzonderheden van Dr. W. R. Baron van Hoëvell. Verh. Bat. Gen. XIX. 1843. bl. LXXW. Ind. Mag. Ie Tw. 1844. No. 4. 5 en 6. bl. 259. Noot. 20259. Levensbijzonderheden van Cliris-toffel Hoffman. • Medegedeeld door P. A. Leupe. Eist. Oen. Kr on. XX. 1861. 332. 90260. Verslag van eene gebeurtenis voorgevallen bij Let doen eener expeditie tegen de Marga-Binawang, in de Samangka- of Keizers-baai, op de zuidkust van de Lampongs, op het eiland Sumatra, op den (in September 1832. Ingezonden. Verhaal van den moed en de tegenwoordigheid van geest van den Ka- Êitein der inf. van het. ü. I. leger C. F. [ofïraan.itein der inf. van het. ü. I. leger C. F. [ofïraan. Miiit. Speel. XII. 1844. 197. 20261. Levensbijzonderheden van J. Hoffman. Utterb. 1855. 70, 197 ; 1856. 65. 20162. Levensbijzonderheden van Carel Sirardus Willem Graaf van Hogondorp. Lelterh. 1833. II. 130. 20263. Carol Sirardus Willem Graaf van Hogendorp, Raad van Ned. Indië; door Jhr. J. P. Cornets de Groot. Levensschets. Hana. Ind Gen. IV. 1857. 194. 20204. Levensbijzonderheden van Mr. D. Grave van Hogendorp. Ata. Lett, Maandschr. XXV. 1841. Boekb. 87. 20265. Mr. Dirk Grave van Hogendorp. Overleden op 18 Maart 1845. Hulde aan zijne nagedachtenis. Reformatie, 2e S. VIII. 1845. 241. 202G6. Dirk van Hogendorp, Resident op |
Java, lid van deu Raad van State, Minister van Oorlog, Luitenant Generaal, Ambassadeur aan de Hoven van Rusland, Oostenrijk, Pruissea en Spanje. Levensbeschrijving, met mededeeling van den tekst van eenige offieiëele bescheiden. Hand. Ind. Gen. III. 1856. 33. — rezamengesteld uit bouwstoffen, in 's Rijks archief aanwezig, door Jhr. J. P. Cornets de Groot vanKraaijenburg. Aid. IV. 1857. 113. de Groot, Beheer, 's Llage 1862. 17 Noot. 20267. Een monument voor Hogendorp ; door Prof. J. ï. Buys, naar aanleidiugvan: /'Redevoering ter gedachtenis van Gijsbert Karol Graaf van Hogendorp, door Mr. P. A. liarou van Hall, Min. vau Staat. 'sHage 1864.quot; Gids, XXVIIle J. 3 S. 2e j. 1864. II. 87. 2Ü26S. Levensbijzonderheden van G. K. van Hogendorp. N. Ned. Bibl. VII. 1787. 1 St. 133. 20269. Levensschets van Mr. Gijsbert Karcl Grave van Hogendorp. Letterb. 1834. II. 97. 20270. Levensberigt van G. K. Graaf' van Hogendorp. Letterb. 1835. II. 171. 20271. Biographische schets van Mr. Gijsbert Karcl Graaf van Hogendorp. Da Waal, Ned. Indië in de St. Gen. 1, 's Hage 1861J. 44. 20272. Gijsbert Karcl van Hogendorp, door Prof. S. Vissering, dd. Zeist July 1855. Naar aanleidiug van: „Verhandeling over de verdiensten van Gijsbert Karol van Hogendorp, als Staathuishoudkundige ten aanzien van Nederland, door Mr. O. van Rccs, Utr. 1854.quot; Gids, XIXe j. N. S. 8ej. 1855. II. 257. 20273. Mr. Gijsbert Karei Graaf van Hogendorp en zijne goschriften over de beginselen vau bestuur van Ncderlandseh India. Bijdrage van oen der leden van het Indisch Genoulscbap, Jhr. J, P. Cornets de Groot vau Kraaijenburg. Hand. bid. Gen. III. 1856. 139. 20274. Levensbijzonderheden van Willem Grave vau Hogendorp. Medegedeeld door W. D. C. Ned. Stemm. VI. 1838. 240. 20275. Levensbijzonderheden van Willem van Hogendorp, medegedeeld door Jhr. J. P. |
688
Cornets de Groot van K r iui ij en b urg. ( Hand. Ind. Gen. III. 185G. 34. 20276. Lcvensbijzonderlicden van Ernst Hogenlioeck, Opperhoofd in Japan, enz. lies. Holt. 9 Aug. 1674. 2e dr. 476. 20277. Levensbijzondorheden van J. J. de Hollander. Boekz. Nov. 1834. 629. 20278. Levensbijzonderheden van Dr. J. J. de Hollander. Astrea, 1. 1851. 344. 20279 Levensbijzonderheden van Dr. J. J. de Hollander. Medegedeeld door Dr. W a p, dd. Utrecht, 21 December 185G. Hand. Alaatsch. Ned. Lelt. 1857. 24. 20280. Levensbijzonderheden van Jan Hendrik Holle, llaad ex.tr. van Ned. Indië. Letierb. 1802. 1. 332. 20281. Moord van den zendeling Holmes in China. Ver. Chr. St. XVI. 1862. 557. 202S2. Levensschets van ï. W. Holtz, zendeling, v. Rhjn, Reis Ind. Arch, liott. 1851. 521 Noot. 20283. Overlijden van Mr. Gerrit Hooft Gcrritsz., Bewindhebber der O. I. C. ter kamer Amsterdam, September 1780. N. Nederl. Juarh. XV. 17^0. 2. 782. 20284. Levensbijzonderheden van Hendrik Johannes Hoogeveen. Boekz. January 1839. 79. 20285. Levensbijzonderheden van Mr. H. J. Hoogeveen; door de Redactie, dd. Jan. 1850. Regt N. I. Ie j. II. 1850. 445. 20286. Levensbijzonderheden van Jacob Hoogkamer, afgevaardigde der O. 1. O. aan het hof van Perziü, enz. Veth, liorheo't IV. Afd. I. Z. B. 1854. Inleiding bl. XLIX. 80287. Levensbijzonderheden van Mr. Adriaan Salomon van der Hoop, Bewindhebber van de O. 1. C. ter kamer Amsterdam, K. Nederl. Jaarb. XXVIII. J793. 1. 941. 20288. Pieter Willem van der Hoop, Res. op Java. Levensschets. Band. Ind. Gen. II. 1855. 166. 20289. Besehrijvipg van het leven van den Opperlandvoogd van Ned. Indië Johan van Hoorn. Met portret en familiewapen. |
Valentijn, IV. St. 1 335 Du Bois, Vies, La liaye, i762. 2öt). llist. Beschr, Reiz. XX. 1765. 3U2. 20290. Levensbijzonderheden van Mr. J. C. van Hoorn, Heer van Burgh, Bewindhebber der O. I. C. ter kamer Zeeland. N. Nederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 1991; XXI. 1786. 1. 289. 20291. Levensbijzonderheden van Johannes llooijman. Predikant bij de Luthersehe Gemeente te Batavia. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 859. Lelterb. V. 179U. 35; I. 1794. 187. 20292. Levensbijzonderheden van Mr. Kor-nelis Hop, Bewindhebber der O. I. C. ter kamer van Amsterdam. N. Nederl. Jaarb. XVI. 1762. 2. 841. 20293. Levensbijzonderheden van Thomas Hope, Representant van den Prins Erfstadhouder bij de O. I. O. N. Nederl. Jaarb. XIV. 1759. 2. 1465. 20894 Levensbijzonderheden van Jhr. J. ti. Hora Siceama, Dir. Gen. van Financiën. '1\ v. N. I. i5e j. 1853. 1. 315. 20295. Het leven van Horam, den zoon van Asmar; door Charles Morell. Overgenomen uit: The Novelists Magazine. Ree. o. d. Reo. VIII. 1^15. Meng. 2o6. 20296. Mededeeling, dd. Batavia 11 Jan. 1839, van levensbijzonderheden van Dr. L. Hornor. Lelterb, 1839. I. 353. 20297. Levensschets van Kapitein James Horsburgh. T. v. N. 1, 2e d. Batavia 1838. 261. 20298. Levensbijzonderheden van Gode-fridus von Houten, Predikant in Oost-Indië. Boekz. XL1I. 1736. 228. 20299. Levensschets van Prederick do Houtman, met geslachtwapen en facsimile zijner handteekening. IVap, LI el gezanlschap in 1602, Rolt. 18(j2. 67. 20300. Over het leven en do letterkundige verdiensten van Frederick de Hontman, door Mr. J T. Jiodcl Nijenhuis. Leüetk. N. Werk. III. 1834. 301. 20301. Genealogische opmerkingen van G. Moll, Hoogleeraar te Utrecht, dd. 24 Dcc. 1835, |
G89
nopens Frederick de Houtman, van Gouda. Naar aanleiding van liet vorige. Letterb, 183ü. I. 10. 20302. Nog iets over Frederick Houtman; door Gr. L autSjdd. Zomermaand 18 i6. Resultaten van zijn genealogiseh onderzoek naar Frederick Houtman van Alkmaar, Gouverneur van Amboina en Raad van indic. Medegedeeld naar aanleiding van liet vorige. Letterb. 1836. 11. 98. 20303. Eenigo bijzonderheden over Frede-rik Houraiiin, voorgedragen door Dr. N. P. Vis seller, in de verg. van 2 Oct. 1852. Tot aanvulling, toelichting en verbetering van de drie voorgaande. Hist. Gen. Kron. VUL 1852. 3G2. 20304. Overlijden van Gilles van Hoven, Bewindhebber van de O. I. C. ter kamer Amsterdam, Sept. 1753. Nederl. Jaarb. XII. 1753. 2. 845. 20305. Levensbijzonderheden van Gillis van Hoven, Bewindhebber der ü. I. C. Xe-vensbeschr. v. her. en (tel. Mann. III. 1731, 299. 20306. Overlijden van Mr. Johan Hiero-nimus Iluissen, Bewindhebber der O. 1. C. ter kamer Zeeland. Al aart 175 4-. Nederl. Jaarb. VUL 1754. 1. 3i6. 20307. Levensbijzouderheden van Adriaau Jacobsz. Hulsebos, eerste Predikant te Batavia. Medegedeeld door J. F. G. Brumnnd. Tijds. hul. T. L. y-kunde, XIH. 4 S. IV. 1861. 1, 26. 20308. Bijzonderheden, betreffende het leven en den ambtelijken loopbaan van Mr. C. Huitman. Re.gt N. 1. 9c J. XVI11. 470, 472, 473, 474. 20309. Portret van //dc Ed. Hr. Gerard Hulst, eerste Raad eu Üirec. Gen. van Indië, Oppcr-Bcvelhebber over de krijgsmacht, zoo te water als te lande, afgezonden na Ccylon en de kuste van Indië.quot; Met bijschrift van J. v. Vondel, G. Flink pinx. A. Blooteling, sculp, haldaeus, Malabar, Arast. 1672. tegenover 108. 20310. De Keizer-Profcet van China. Uit het Hoogduitseb, van Corvin, door B. J. S. hi. Levensbeschrijving van Hung-Siu-tsehueu, voor dat lüj T'luu-ping-wang werd. 1813—1853. Vad. Lelt. 1862. N. S. I. 81. |
20311. Levensbijzonderheden van Mr. Jacob Hurgronjo, Bewindhebber van de 0. I. C. ter kamer van Zeeland. Nederl. Jaarb. XIII. 1759. 1. 657. 20312. Levensbijzonderheden van Mr. Willem Huijgbens, Bewindhebber van de O. 1. C. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782.1.573. 20313. Levensbijzonderheden van Mr. Willem Huijghens, Bewindhebber der O. 1. C. iV. Sederl. Jaarb. XVIII. 1783. 3. 1933; XXI. 1786. 2. 753. 2' 314. Levensbi|zonderheden van Mr. Willem Hnijghens, Bewindhebber van de O. 1. (J. Maandel. Ned. Mereurius, LXI. 1786. 20. 20315. Beknopt levensberigt van den vermaarden Hyder-Aly. Vad. Lett. 1783. V. 2. 167. 20310. Eenige voornaame trekken der lee-vensgeschiedenisse van Hyder-Ali-Khan. Uit het Fransch. Vad. Lelt. 1788. V. 2. 34. -Edelmoedigheid van Hyder-Aly. Uit de Cen-seur Universel Anglois. Aid. 1790. V. 2. 35. — Uesehrijving van het karakter van Hyder-Ally; door Majoor Rennèll. Aid. 1792. 2. 346. 20 U7. Afbeelding en beschrijving van het praalgraf van Hyder Ali, te Seringapatnam. Maandel. Ned. Mereurius, LXXXIl. 1802. 224. 20318. Levensbijzonderheden van G. W. Baron vim Imhoö. Uur. Mereurius, LX.II. 1751. 1. 292, 20319. Levensbijzonderheden van G. W. Baron van Imfioll', Gonv. Gen. van Ned. Indië. Medegedeeld door Dr. W. R. van Hoëvell. T. v. N. /. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 30. 20320 Overlijden op 1 Nov. 1750 van Gustaaf Willem liaron van Imhoff van Lier, Gouv. Gen. van Ned. Indië. Nederl. Jaarb. V. 1751. 1. 385. 20321. Beschrijving van bet leven van den Gouv. Gen. van Ned. Indië Gustaaf van Imhoff Met portret en familiewapen. Du Bois, fies, La Haye 17''3. 336. Hint. liesciir. lleii. XX. 1765. 379. |
87
690
20322. Levensbijzonderheden van J, van Iporen, O. I. C. Kapitein. Maandel. A'ed. Mercurius, LI. 1781, 148. 20323. Levensbijzonderheden van Josna van Iperon, Predikant. Maandel. Ned. Mer-curius, II. 1781. 148. 20324. Levensschets van Josna van Ipe-ren, Predikant te Batavia. Boekz. Aug. 1818. 194. 20325. Karakterbeschrijving van Radja Israacl, Sulthan van Siaic Sri Indrapoera; door J. S. G. Uram berg, dd. Palembang, Juni 1803. Tijds. Ind. T. L. V-kunde, XIII. 4 S. IV. 1804. 515, 517, 525. J. 20320. Kloekmocdiglieid en ongchikkon eener vrouw, Cornelia Jacobson, te Socrabaja. 1813. Uit het Dagboek van den Majoor Krieger, Koinmandant van Malacca.». Kampen, Mag. IV. 1825. 237. 20327. Karakterbeschrijving van J. I. L. L. Jacobson, Inspecteur der theekuituur op Java. T. v. N. I. IGe j. 1854, II. 140. 20328. Beschuldiging tegen J. 1. L. L. Jacobson, Inspecteur der theekuituur op Java, li. IV. J. C. Bake, KuHmrstehel. Utrecht 1855. 42. — Sterke afkeuring van deze besehuldiging. T. v. N. I. Kie j. 1854, I[. H0. — Brief van Mr. R. W. J. C. Bake, dd. Java 20 Oct. 1854, o, a. tot toelichting van zijne beschuldigingj gevolgd door eene opmerking van »Uc Redaktiequot;. Aid. 17c j. 1855. I. 61. 20329. Jacob Isidorus Lodewijk Levie Jacobson, Inspecteur der theekuituur op Java. Levensschets. Hand. Ind. Gen. 1. 1854, 155. 20330. Levensbijzonderheden vim den Fransehen reiziger Victor Jacquemont. Lel-ierb. 1833. I. 337. 20S31. Levensbijzonderheden van P. Jak-les, Oil', v. üez, 2e kl. Nat. Tijds. K. L. IV. N. S. I. 1853. 23. 20332. Levensbijzonderheden van Basti-aan Jansen, Predikant. Medegedeeld door J. O. Metzlar, Predikant, dd. Harlingen 14 Juni 1802. N. Vad. Bibl. VI. 1S02. 2 St. 412. |
20333. Levensbijzonderheden van J. J ans-sen, gecligeerd Gouverneur van de Kaap de Goede Hoop. Lellerb. 1802. I. 332. 20334. Levensbijzonderheden van Jhr. J. W. Janssens. Vad. Lett. 18IU. I. 003. • 20335. Levensbijzonderheden van Jan Willem Janssens, üuuv. Gen. in Ncd. Indië. Medegedeeld door Mr. P. Mij er, dd. 21 September 1839. T. v. N. L 2e j. 2e d. Batavia 1839. 272. 20336. Oordeel van Koning Lodewijk Napoleon over den Generaal Jan Willem Janssens, dd. December 18(16. Uit de Documents historiques et reflexions sur le gou-vernement do la Hollande, par Louis liona-parte, ex-Roi de Hollande. Tom. I. 298. T. v. N. I. 2ej. 2o d. Batavia 1839. 273 Noot. 20:i37. Jonkheer Jan Willem Janssens, Generaal der Infanterie. Levensschets, Hand. Ind. Gen. II. 1855. 364. 20338. Een zendeling vermoord, in Britsch Indië, L. Janvier. Ver. Chr. St. 'XIX. 1865. 131. 20339. Bijzonderheden nopens Hadjie Jat te Atjin. Medegedeeld door W. L. Rit tor. 7'. v. N. I. Ie j; 2e d. Batavia 1838. 468, 472. 20340. Portret van Hadjie Jat te Atjin. T. v. N. I. 2e j. Je d. Batavia 1839. 20341. Een belangrijk maar eenvoudig man. Levensschets van den zendeling J. E. Jellesma. Ver. dir. St. XIII. 1839. 184. 20342. J. E. Jellesma, zendeling op Java. Uit het „Zondagsbladquot; overgenomen in de Indië v. 21 Aug. 1858. Levensschets. Hand. Ind. Gen. VIL 1860. 305. 20343. Character van wijlen Sir William Jones, in leven Voorzitter van de Asiatische Maatschappij in Calcutta; getrokken uit eene redevoering, in de zanienkoinst dier Maatschappij gehouden, op den 22 May 1794, door Sir John Shore, Bart, die Sir William in bet voorzitterschap van die Maatschappij opvolgde. Fad. Lelt. 1796. 2. 404. 20344. IjO vensbij zonderheden van Sir William Jones, stichter van het Aziatisch Genootschap to Calcutta. Medegedeeld |
LEVENSBESC [TUTJVTNGEN : Tp. — Ka.
door Prot'. A. W. von Schlegel. T. v. N. 1. ie j. 2e d. Baiavia ib-i-S. Oü. 20345. Lnvcusbijzonderhedeu van William Jones. Letterh. III. 1795. iéS. 20;i46. Levensverslap: van William Jones, stichter van het geleerd Gezelschap te Calcutta. Tjelterb 1801. II. 5. 20347. Bcrigt wegens het leven en de schriften van den beroemden Oosterling William Jones, een dor stichters en voorzitter van de Aziatische Maatschappij te Calcutta. Lelterb. 1SÖ4. 1. 06. 20348. William Jones, een groot Bijbelvereerder. Benevens een paar woorden met betrekking tot de Bijbelgenootschappen van onze dagen. Naar het Hoogduitsch; door J. van der Schalk. Levensschets. Alq. Lett. Muandschr. VI. li.22. Meng. 51. 20319. William Jones. Naar een Hoogd. weekblad, door Novalis. Karakterschets. Mentor 'k. en O. 1827. 340. 20350. Gebed van Sir William Jones, en diens grafschrift, door hemzelven vervaardigd. Vent. Lett. 1805. 2. 084. 20351. Beschrijving van het praalgraf opgericht in do ukademie-kapel te Oxford ter gedachtenis van wijlen Sir AVillia.ci .lo-nes; met. medcdeeling van de plaatsing van een gedenkteeken ter zijner eer in de Maria-kerk te London. Lelterb. 1802. II. 417. 20352. Tekst van het: «Grafseiirift op den lieer William Jones, toegewijd aan zijne gedachtenis, door den Heer VVilliam Dunkinquot;. Lelterb. 1804. I. 74. 20353. Beschrijving van de grafnaald of gedeakteekeu, opgericht in het uiiiversiteits-eollegie te Oxford, voor Sir William Jones, vervaardigd door John ïlaxman. Met medcdeeling van de oprichting van een grafnaald voor hem in de Engelsehe kerk te Calcutta benevens een standbeeld aldaar. Lelterb. 1806. I. 108. 20334. Elegie op William Joncs; door Maurice. Lelterb. iV. iv95. 145. 20355. Levensbijzonderheden van Cornelius de Jong. H. ^ad. Bibt. 1805. 1 St. 591; 1807. 63, 227; 1808. 1 St. 488, 524 ; 1809. 1. St. 180. |
20356. Levensbijzonderheden van Mr. Joan de Jong van Persiju, Bewindhebber dei'O. L C. ter kamer Enkhuizen. Nederl. Jaarh. X. mo. 2. 928. 20357. Levensschets van Cornelius de Jong van Rodenburgh. Ontleend uit de aanspraak, in de vergadering van de Maatschappij der Ncderlandsche Letterkunde te Leiden door Prol'. M. Siegenbcek. Letterb. 1839 I. 30, 52. 20358. Levensschets van C. de Jong van Rodenburgh, door M. Siegenbcek. Letterk. Hand. 1838. 35. 20359. Levensbijzonderheden vanJhr. Mr. J. K. de Jonge. lioekz. Dec. 1841-. 783. ïebr. 1848. 216, 217. 20360. Dood van A. Judson, in Birman. Levensbijzonderheden van dezen zendeling. ^er. C/ir. 6'lt;. V. 1851. 589. 20351. Levensschets van J. C. Jüng-michel, zendeling, v. Mij», Mis lad. Arch. Rott. 1851. 42.) Noot. 20362. Mcdedeeliugen, betreffende de onvermoeide werkzaamheid van Dr. E. Jung-huhn als natuuronderzoeker op Sumatra. De Kopiist, le j. Ie d. Batavia 1842. 688. 2u363. Levensbijzonderheden van Dr. E. Junghuhn. Letlerb. 1838. 11. 323; 1855. 113. 118. 20364. Levensbijzonderheden van Erans Junghuhn. Medegedeeld door den Hoogleer-aar C. L. Bi unie. lelterb. 1837. 11. 277 Noot. 20365. Zakelijke mededeeling der miss. dd. 19 Junij 1864, van Mr. H. Rochussen, over zijn voorgenomen zaïnenstelliug cencr biogtalie van wijlen Dr. E. Junghuhn. Nut. ïijds. N. I. XXVII. 6 S. II. 1864. 447. 20366. Levensbijzonderheden van den Kapitein van der Kaai Medegedeeld door Mr. P. Mij er, dd. 21 Sept. 1839. '1'. v. N. I. 2o d. Batavia 1839. 349. Noot, 315. 20367. Levensbeschrijving van Engelbert Kaempfer, M. 1). geneesheer van het Hol-landsche Gezantschap uaar het Hof van den Keizer van Japan, lioekz. XXIX. 1?29. 587, |
692
20368. Levensbijzonderheden van Engel-bert Kaempfer; medegedeeld door Dr. W. li. van Hoevell. Tijds. N. I. 2e j. 2e d. Batavia ISli9. 22. 20369. Levensbijzondorlieden van E. Kaempfer. Medegedeeld door Dr. ütt.o Mohnike. Gen. Tijds N. I. I. 1852. 212. 20370. Levensschets van J. Kam, zendeling. v. llhijn, Reis Ind. Arch. Rott. 185 L 443 Noot. 20371. Jozef Kam, Predikant te Ambolna. Levensschets. Hand. Ind. Gen. IV. 1857. 294. 20372. Levensbeschrijving van S. Kam, Predikant enz. Boekt. Mei 1828. 610. 20373 Enkele bijzonderheden uit de jeugd van N. Q. van Kampen. Medegedeeld ineen brief, dd. G 5 April 1839, door G. V. S. Lelterb. 1839. I. 274. 20374. Lcvensbijzouderhcdcn van N. (i. van Kampen. Lette h. 1800. II. 203; 1S18. II. 47; 1829. I. 424 j II. 166, 243; 1829. II. 372; 1S30. I. 89; 1834. II 263. 20375. Levensbijzonderheden van N. G. van Kampen. Medegedeeld door P. U. van der Ghijs, dd. Leiden Dcc. 1853. Hand. Maatsoh. v. Aed. Lett. 1854. 8. 20370. Levensschets van N. G. van Kampen. Lettert. 1839. I. 178, 195. 20377- Levensschets van N. G. van Kampen; door M. Siegenbeek. Letterk. Hand. 1839. 33. 20378. Levensschels van N. G. van Kampen; door W. S. Swart. Inst. Froeesoerb. XXXII. 1839. 16. 20379. Mededeclingen, betreffende Je nalatenschap van Kamper, Predikant in Oost-Indië. Maart 1749. iStderl. Jaarb III. 1749. 1. 257. Ï0380. Levensbcsehrijving van Dr. E. K. Kane. Letterh. 1S57. 10» 20381. Zonderling verslag van Kang-Hi, Keizer van China. Overgenomen uit //Anec-dotcs of distinguished Persons.quot; Levenshij-londerheden en karaktorbcschrijvmg. ƒƒ. I'ad. Sibl. 1809. 2e st. 354, |
2U382. Levensschets van E. W. Karbe, zendeling, v. Rhijn, Reiz. Ind. Arch. Rott. 1851. 519 Noot. 20H83. Levensbijzonderheden van D. H. ten Kate van Loo, te Batavia. Letterb. 1828. II. 241 20384. Levensschets van Kapitein Henry Kaler. Letterb. 1835. II. 337. 20385. Willem Jan Keer, Kolonel, Resident op Bauka en te Palcmhang. Levensschets. Hand. Ind. Gen. IV. 1857- 89. 20380. Levensbcrigt van Mr. Johannes Cornells van der Kemp, Lid van den Raad van Koophandel en Koloniën, enz. Getrokken uit de aanspraak, der Alg. Verg. van de Maatsch. van Ned. Letterk. te Leijüen, door Prof. M. Siegenbeek. Letterb. 1825. 1.83. 20387. Verdediging van het karakter van wijlen Dr. J. T. van der Kemp, tegen de besobuldigingen, tegen hem ingebragt in : «H. Liehtenstein's Reizen in het zuidelijk gideelte van Afrika, Iste deel. bl. 469 enzquot;, door Albert Goedkoop, Predikant te Zonnemeer, lid en medebestuurder van het Zcndeling-Genoolschap te Rotterdam, dd. 30 Julij 1813. I'ad. Lelt. 1813, 11. 510; zie ook iöl5. I. 453. 20388. Levensbijzonderheden van Dr. .1. T. van der Kemp, N. l ad. Bibl. III. 1799. 1c st. 398; IV. 1800. Ie st. 1, 622; V. 1801. Ie st. I, 5, 283, 425, 426, 472 j VI. 18U2. Ie st. 113, 739. 20389. Dr. J. T. van der Kemp en zijne zonding. Ingezonden levensbeschrijving. Ver. Chr. St. XI. 1857. 157. 20390. Bckeering van ïhcodorus van der Kemp. Chr. Perz. VI. 18a7. 180. 20331. Biographische aanteekeningen over den regent van Soemadang, Pangcran Ke-soemoe Adi Natla, overleden don ^9 Julij 18^8. Uit de Jav. Cour. v. 7 Aug. 1828, No. 94. Ind. Mag. He Tw. 1845. No. il en 10. bl. 99. Hand. Ind. Oen. II. 18a5. 283. 20392. Bijzonderheden nopens W. A. Keuchenius, Res. van Rembang; door C. Y r e e d e, tabakskomraetant, dd. Toeban 31 Aug. 1849. T. v. A. /. 1850. I. 125. |
LEVPiNSBFjSCHRr.TVtNGBN: Ka. — Ko.
20:i93. Lcvcüissclicts van P. Keijzei', zeiidoliag. v. Hhijn, Reis hid. Arch, llott. 1S51. 4l7 Noot. 201594. Lovensbijzonderhedeu nopens Kiang-tzé, stichter van liet Rijk der Ponthiamas; door M. Kad. Lett. 1770. 111. 2. 1,9, 123, 124. 20395. Beoordeeling door L. van het portret van Kiay-Modjo, voorkomende in: »F. V. A. de Stuers, Gedenkschrift van den oorlog op Java, vertaald door 11. M. Lange. Amst. 1817quot;. Vad. lelt. 1849. [. 520. 20396. Levensbijzonderheden van E. W. King. ^er. Chr. St. XIII. i!559. 545. 20.597. Dood van deu zendeling Klein-schmidt, in Zuid-Alïika. Z7er. Chr. Si. XIX. 1805. 410. 20398. Levensbijzonderheden van Reinicr de Klerk, Golv. ben. van Ned. Indie. N. Neclerl. Jaarb. XIII. 1778. 2. 7bl. 20399. Levensbijzonderheden van Hei nier de Klerk. Gonv. Gen. v. N. 1. Muandel. Ned. Mercurius, LU. 1782. 10. 20100. Overlijden van Joannes Mattheus Kluizenaar, oudste Raad van Ned. Indië. Jan. 1753. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 1. 326. 20401. De zendeling Knaner, in Zuid-Al'rika. Levensbijzonderheden Ver. Chr. Si. XIX. 1865. 616, 760. 20402. Hendrik Merkus Baron de Koek, Luit. Gouv. Gen. van Ned. Indië. Levensschets. hand. hid. Gen. 11. 1855. 381. 20403. Bijzonderheden nopens de ontvangst van den Luit. Gen. 11. M. Baron de Kook in de geleerde kringen in Duitsehland. Milit. Speet.'lil. 1835. ^08. 20104. Levensbijzonderheden van II. M. de Koek, Luit. Gonv. Gen. van .Ned. Indië, door Mr. H. G. Baron Nahujs van Burgst. Nakuys, Herinn. 's Bosch 1858. 179. 20405, Beoordeeling door L. van het portret van den Generaal de Kook, voorko-inendo in ,/F. V. A. do ütuers. Gedenkschrift van den oorlog öp Java, vertaald door H, M. Lange. Amst. 184Jquot;. Pad. Lett. 1849. 1. 526. |
20406. Portrait du General de Koek, 1838, met facsimile zijner handteekening. Impr. Lil.li S. Lankhont, la Haye. Oerlaah, fusies milit. Z. B. 1859. tegenover 235. 20407. Beschrijving van het leven van den Upperlandvoogd van Ned. Indië, Jan Pieterszoon Koen. Met portret en familiewapen. yalentijn, IV. St. 1. 271, 277. — Du Buis, Fies, La Haye 1763. 33, 83. Hist. Beschr. Rr.iz. XX. 1/65. 33, 89. 20408. Lofrede op Jan Pieterszoon Koen, Gouverneur Generaal over Ned. Indië van den jare 1618 tot 1629. Eene voorlezing, gehouden door G. de Scrière, dd. 24 April 182' . Kerk. Hat. Oen. N. /.XI. 1826. 247. 20400. De konstapclsmaat Koen, door L. M. J. van Wijk van lloogeveen. Verhaal van het geheim vertrek naar Indië van den Gouv. Gen. J. P. Koen in 1627. dig. Lelt. Maandschr. XXV. 1841. Meng. 815. 20410. Iets over Jan Pieterszoon Koon. Rectillcatio van eenige punten in de lofrede, van U. de Serièrc uit echte familiebcrigten, zooals zijn afkomst en voorouders, zijn geheim vertrok naar Indir in 1627 enz. Weeqsch. 1828. 525. 20411. Jan Pietorsz. Koen; door P. la Seur. Levensschets. Oe/enschoot, Ie j. 1839. 112. 20412. Jan Pietersz. Koen, door Lauts. Ophelderingen nopens zijn karakter en lotgevallen; zijne denkbeelden over den toestand en het redres van Indie, 011 zijn verblijf in Nederland van 16iJ3—27, en vernieuwd vertrek naar Indië. Bijdr. bid. T. L. V.-kunde, N. V. II. 282. 20413. Jan Pietersz. Koen, 1623—1627. Medegedeeld door P. A. Leupe. Hijilr, Ind. /quot;. L. V.-leunde, N. V. II. I. 2^411. Biographic van den Gouv. Gen, J. P. Koen 1618—1623 en van 1627—1629. Mot portret. T. v. N. ƒ. 60 j. I. 130. Melvill, Monileur, II. 1, 157, 239, 20415. Iets over het tweede huwelijk vatl Kocu. iXauarsoher, 6e j. No. 7. |
694
20416. Portrait do Jan Pieterszoon Koen. Mi t facsimile zijner handteekening. Impr. litli. de S. Lankbout la Haye. Gerlach, Pastes milil. Z. B, 1859. tegenover 1. 20417. Dood van den zendoling Koster in China. Ver. Chr. St. III. 1849. 203. 20418. Levensloop van Johanu Philip Kohrbiimmer, zendeling onder de Hotlentot-ten. Itonujhy Ch. I. 1815. 64. 20419. Dirk Hendrik Kolft' Jr., Kapitein ter zee, door Jhr. J. P. Cornets de üroot. Levensschets. Rand. Lid. Gen. V. 1858.180. 20420. Jan Coenraad Koopman, vice Admiraal. Levensschets. Lelterb. v. 5 Mei 1855. No. 18. Mand. Ind. Gen. III. 1856. 357. 20421. Korte biographic van wijlen den vice Admiraal Koopman, door Voorduin, speciaal ook bctreifende zijne dienst in O, I. Swart, Verh. 1855. 2e aid. 319. 20422. Levensbijzonderheden van P. W. Korthals, lid der Nat. Comm in O. L Letterh. 1837. II. 145; 1839. 1. 418. 20423. Levensbijzonderheden van F. A. Kortz, gepensioneerd Majoor der genie in Ned. Indiii. T. v. N. I, 16e j. 1854. I. 114; 11. 80. 20424. Biographic van wijlen den Majoor van het Ind. leger C. M. H. Kroescn, gesneuveld in den laatsten veldtogt tegen Boni; door W. A. vanllees. N.Milit. Speet. 1861. Ko. 4. 20425. Levensbijzonderheden van J. ü. W. Krol, Predikant in Ned. Indië. N. Reo. 1858. Boekb. 90. 20420. Levensbijzonderheden van A. J. von Krusenstern, Kap. der Keiz. Marine van Rusland. Vad. Letl. 1812. I. 205. 20427. Levensschets van A. J. Ridder von Krusenstern. Admiraal, enz, Letterb. 1846. U. 337. |
20428. Levensbyzonderhcden van Dr. H. Kuhl, medegedeeld door den Hoogleeraar Th. van Swinderen, dd. Groningen 20 l'cbr. 1822. Letterb. 1822. I. 152. — Opgave van liet verslag van het leven en de lotgevalion van Dr. H. Kuhl, door Prof. Th. van S winde ren uitgesproken op 27 Maart 1822 in het Nat. en Scheik. Gen. te Groningen; alsmede hulde aan zijne nagedachtenis in dat Genootschap, /lid. 210. — Levensbijzonderheden van Ur. H. Kuhl, ontleend aan de schets van den Hoogleeraar Th. van S winde ren, geplaatst in den Almanak dor Akademie te Groningen, Aid. 1825. I. 198, 212, 230. — Overgenomen in Hand. Ind. Gen. V. 1858.66. 20129. Levensbijzonderheden van Dr. Henrieus Kuhl; medegedeeld door Dr. W. II. van Hoëvell. T. v. N. /. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 86. 20430. Levensbijzonderheden van Dr. H. Kuhl, Lelterb. 1821. I. 301. 20431. Levensbijzonderheden van H. Kuhl. Lett. May. 1821. 1 St. 556. 20432. Bijzonderheden nopens het monument te Buitenzorg opgericht ter eere van wijlen Dr. H. Kuhl, met mededeoliug van de Latijnsche inscriptie door 1'rof. C. G. C. Reinwardt daarop gesteld. Letterb. 1823. 11. 321. ■— Latijnsche inscriptie op twee marmcron platen aan dit godenkteeken voor Dr. H. Kuhl en Dr. J. C. van Hasselt. Aid, 1829. I. 369. L. 20433. Levensbijzonderheden van La Bil-lardiere. Letterb. 1801. I. 84. 20434. Lovensberigt van J. J. La Bil-lardierc. Getrokken uit de Eloge historique van den Heer ïlourens, Letterb. Ih39. I. 148. — Teregtwijzing door L. Aid. 191. 20435. De zendeling Alphonse Lacroix. Levensschets, dir. t^erz. I. 1852. 117. 20436. De zendeling A. F. Lacroix. Levensschets. Maands. li. Chr. 1859. 631. 20437. Doods van den zendeling Lacroix to Calcutta. Bijzonderheden, alsmede nopens zijn leven. f^er. Chr. St. XIV. 1860. 268. 20438. Levensbijzonderheden van Henii-cus a Laer, Predikant iu Oost-Indie. Boela. XXXIIl. 1731. 614. 20439. Levensbijzonderheden van Mr. Anthony Pieter Lambrcohtsen, llckcumeestor |
LEVENSBESCHRIJVINGEN: Ko. — Li.
695
van de ü. I. Comp. ter kamer Zeeland. N. Neder I. Jaarh. XXVI1. 1792. 2. IKiO. 20440. Levcnsbijzonderhcdea vau Louis Lainiot, R. C. Missionaris in China. R. C. Jiibl. I. 1821. 2o aid. 32. 20141. Levensbij zonderheden van C. P. Lammers van Toorenburg, Predikant te Ma-kasser, enz. Boe/cz. Maart 1834. 4)0, 412; Mei 1842. GG2. 20442. Verzoek aan G. A. de Lange tot het vervaardigen van een levensberigt van wijlen zijn broeder S. H. de Lange. Not. Nat. Vereen. 1 Dcc. 1855. Nat. Tijds. iY. I. X. N. S. VII, 185G. 428. — Levensberigt van S. H. de Lange; door Dr P. Jilee-ker. Aid. XI. 3 S. I. 1856. 21. — Sjoerd Hendrik de Lange, Geographisoh Ingenieur in Ned. Indiö. Zijnde bovengenoemd levensberigt. Hand. bul. Oen. VII. 1860. 108. 20443. Levensbijzonderheden van S. II. de Lange. Nat. Tijds. N. 1. IX. N. S. VI. 1855. 140. 2044 I. Levensbijzonderheden van den heer Langlès, Hoogleeraar in do Perzische, taal bij het college de France, enz. Letleri. 1821. I. 82. — Opgave der lofrede op Langlès door 11 o ii x in de vergadering van 2 April 1824 der Maatschappij ter bevordering van de aardrijkskunde te Parijs. Aid. II. 33. 20145. Overlijden van Mr. Johan Alexander van Lansehot, Bewindhebber van de O. I. Comp , ter kamer Amsterdam. Jan. 1771. II. Nederl. Jaarh VI. 1751. 1. 62. 20446. Bijzonderheden nopens het overlijden van Jan Hendrik Lappe, Kapitein Ingenieur te ïrinconomale. Colombo 12 Juli) 1770. N. Nederl. Jaarh. VI. 1771. 1. 498. 20447. Levensbijzonderheden van Piet er van Laren, Predikant. Boekz. Sept. 1S29. 421; Maait 1842. 396. 20148. Lodewijk Launy, Directeur Generaal der Financiën in Ned. Indiü. Levensschets. Hand. hid. Gen. III. 1856. 301. 20449. Levensbijzonderheden en karakterbeschrijving van Lodewijk Launy, Directeur Generaal van Financiën te Batavia; door ,l)c Redaktie'. T. v. A. I. 1839. 2e d. 363. — Lofspraak door M, op L. Launy. Aid. 1850. 11. 130. |
20450. Levensbeschrijving van Leang-A-Fa, den eersten Chineeschon zendeling, uit het land zelf geboortig. OWz/tó, 11.1837. 54. 20451. Portret van Demang Lehman. Steeudr. P. W. v. d. Weijer, Utrecht, v. Rees, Ba'tdjerm. Krijg II. Arnh. 1865. tegenover 52. 20452. Levensbijzonderheden van Dr. Dirk Lcnting, Predikant bij de Hervormde gemeente te Batavia. Lellerb. 1838. 239. 2Ü453. Levensbijzonderheden van ü. Lcnting, Predikant te Batavia. Boekz. Junij 1839. 757. 20154, Levensbijzonderheden van Lentz, Goszncrsch zendeling. /zer. Chr. Si. XI. li47. 341); XII. 1858. 331. 20155, Levensbijzonderheden nopens Le-schenanlt de la Tour, natuurkundige en reiziger. Letterb. 1815. I. 130; 1826. I. 193. 20456. Levensbijzonderheden van Rudolph Leusden, Bewindhebber der O. I. Comp. ter kamer van Amsterdam. Nederl. Jaarh. XVIII. 1761. 2. 935. 20457. Mcdedeeling, dd. M. 2 Aug. 1821, van levensbijzonderheden van Melcliior Ley-dekker. Doctor in de godgeleerdheid en geneeskunde en Predikant te Batavia. Lellerb. 1821, II. 154. 20458. John Lcyden, geschetst in zijn leven, lotgevallen en karakter; door Dr. W. R. van Hoëvell. ï'. v. N. L. Oe j. Batavia 1847. Ie d. 43, — Zijn monument to Batavia, met de opschriften. Aid. 102. 20459. Leveusbijzondcrhoden van H. Lich-tenstein. Vad. Lelt. 1813. 1. 450; 1815. I. 453. 20460. Levensbijzonderheden van F. E. H. Liebert, Ingenieur 3e kl. voor de mijnen in Ned. Indiö. Nal. Tijds. N. I. VU. N. S. IV. 1854. 487. 20161. Levensschets van J. C. ter Linden, zendeling, v. Rhijn, Reis bid. Arch. Rott. 1851. 5i9 Noot. 20462. Het leven van Jan Huygen van Linschoten. Wijngaardr. 1. 1833. 23, |
20 l-6li. Jan Hiiygon van Linschoten; door ï. 1'. liopcke, dd. Zwolle 1828. Levens-schels. Philopaedion, Vil. 182b. 31^. 20464. Beantwoording door H. S c li r o-ven, der vraag: v Wie was Jan Huygen van liinselioton ?quot; Levonsscliets. Tijds. uank.ond. X. Iil5. 356. 2UJ'65. Levensbijzonderheden van Jan Huygen van Llnsohoten; met geslaehtwapon en facsimile zijner handteekening. Hel gezantschap in 1602. ISott. 18(13. 4, 07. 20466. Terugkomst van Dr. Livingstone in Engeland. Levensbijzonderheden. Ver. dir. St. XI. 1857. 550; XVI. 1863. 295. 20167. Levensbijzonderheden van Jan Janszoon Lodensteijn, Bewindhebber der ü. 1. C. met geslachtwapen en facsimile zijner handteekening. Wap, Het gezantschap in 1602. Kolt. 1852. 59. 2046^. Moord van don zendeling Löwen-thal in Britseh-lndië. Per. Chr. St. XIX. 1865. 182. 20169. Levensbijzonderheden van Ur. Loug-Kiewa. LetlerL. 1841. I. 209. 20170. Overlijden van Adriaen van Loon, Bewindhebber van de O. 1. C. ter kamer Amsterdam. Mei 1751.. Nederl. Jaarb. VI11. 1754. 1. 538. 2fM71. Overlijden van Jacob van Loosen, beëdigd Hoofd-partieipant der O I. C. ter kamer Enkhuizen, tiederl. Jaarb 111. 1749. 2 750. 20472. Levensbijzonderheden van Dirk Scmein van Loozen, Bewindhebber van de O. 1. C. ter kamer Enkhnizen. Nederl. Jaarb. XI. 1757. 2. 639. 20173. Mededeeling door Prof. P. J. Vetb, van bijzonderheden, betreffende de loopbaan van J. ü. Loten, als ambtenaar der O. 1. C. zijn reizen naar, in en van üost-lndiö, zijne verriglingen en lotgevallen. Uisl. Gen. Kron. XVI. li60. 108. 20171. Levensbijzonderheden van Joan Gideon Loten, oud-Raad van Ned. Indiii en Gouverneur van Ceylon. Leiter'j. V. 1190.34. 204(5. Dood van den zendeling Louwric in China, her. dir. St. 111. 1849. 2u3. |
20;7G. Theodoor Lucassen, Kolonel en Chef der militaire administratie bij het leger in Ned. Indië. Levensschets. Hand. bid. Gen. II. 1855. 174 90477. Philip Lncasz, Raad en Directeur van Nederlandseh Indië; door P. A. Leupc. Levensbeschrijving. Zeeland, 1855. 28. — Extract uitde Missivie van den Gouv. Gen. aan de Bewindhebbers van den 9 September 10 lO, ter kennisgeving van het overlijden en begraven van Philip Lucasz. Ald.h^. 20478. Levensbijzonderheden van Pliilip-pus Lucasz, Raad van Indië enz. Medegedeeld door P. A. Leupc. Hisl. Gen. Kron. VUL 1852. 339. 20479 Beschrijving van het leven van den Opperlandvoogd van Ned. Indië Cornells van der Lijn. Met portret en familiewapen. yalcntijn, IV. St. 1. 296. Du Hois, Vies. La llaye 1763. 135. Hisl. Beschr. Reiz. XX. 1765. 149. 20480. Levensschets van Cornells van der Lijn, Gouv. Gen. van N. Indië. Slaatk. Hist. Holland, LIL 1782. 52, 53, 07. 2ÜI81. Leveusberigt van Mr. D. W. J. C. Baron van Lijnden, overleden als Res. van Timor. Nat. Tijds. N. I. 3e j. 1852. 493. 20482. De voornaamste levensbijzonderheden van Lord G. Macartney, Hoofd des Engelschen Gezantschaps. naar China en Gouverneur aan de Kaap de Goede Hoop. Vad. Lelt. 1806. 2. 590. 20183. Levensbijzonderheden van Sir John Maedouald Kiuneir, Afgezant van Z. M. den Koning van Gr. Brittannië aan het Perzische hof. Lelterb. 1S31. 1 97. — Levensberigt van John Macdonald Kinneir. Aid. 1832. II. 134. 2048 1. Beschrijving van het leven van Maehmoed Badaroedin, laatste alleenheer-schende Sultau van Palembang. T. v. A'. I. Batavia 1844. 4e d. 99. 20485. Levensbijzonderheden van Macklot, ! lid der Natuurk. Commissie in Ned. Indië. Lelterb. 1823. II. ^09; 1837. II 140. 20480 Beschrijving van het leven van |
LEVENSBESCHRIJVINGEN ; Li. — Ma.
697
den Opperlandvoogd in Ned. Indië Joan Maetsuyker. Met portret cn familiewapen. Valenlijn, IV. St. I. 297. üu Bois, Pies, La Haye, 1703. 153. Uist. Beschr. Reiz. XX. 1765. 169. 20487. Levensbijzonderheden van den Gouv. Gen. Maetsuyker. Tijds. Ind. T. L. P.-kunde, XIV. 4 S. V. 1864.. 377. 20i88. Bijzonderlieden wegens den dood van den eersten Europischen wereld-omzeiler Ferdinand Magalhaens of Magellan; mot eene cliaraoterseliets van dien Portugeeschen edelman. Vad. lelt. 1804. 2. 647. 20489. Stamboom van Mabmoed Sjah IV, Sulthan van Lingga. Medegedeeld door E. Netseher. Tijds. Ind. T. L. V.-kun de, II. 1854. 153. 20490. Lovensbijzonderbedcn van P. J. Maier. isat. Tijds. N. 1. XXII. 6 S. II. 1864. 419. 20491. Isaak Le Maire. Een voorlezing door wijlen Dr. R. C. Baklinizen van den Brink. Bijdrage tot de wordingen eerste gesebiedenis onzer O. I. Compagnie. Gids. XXIXe j. 3 S. 3 j. 1865. IV. 1. 20492. Zonderling grafschrift in de kerk te Egmond-Binnen. Inscriptie op het graf van Isaac le Maire en van zijne huisvrouw Maria Walraven. Ree. o. d. Ree. XII. 1' 1'J, Meng. 564. 20493. Levensbijzonderheden van Lc Maïtre, Resident van Erankrijk in de Oost Indien. N. Nederl. Jaarh. XVII. 1/82. 1. 165. 20494. Levensbijzonderheden van Sir John Malcolm. Lelterb. 1833. II. 177. 20495. Graftombe van Malik Ibrahim t,e Qrissee. Afbeelding met de inscripties. Stecudr. van T. Hooiberg, Leiden, v. Ho'évell, Reis. I. 1849, tegenover 154. 20496. Iets over den onlangs overledenen aardrijkskundige Malle Brun. Uit de An-nales des Voyages, Dcc. 1826. Vertaalddoor J. van Wijk Koeldz. Redevoering door Eyries, bij zijn graf uitgesproken. Letterb. 1827. I. 149. 20497. Soesochoenan Mangkoerat Mas. Pangerang Depati Anom. Java 1708. Door |
J o h a n. C. Z i m m c|r m a n Episode getrokken uit Valentijn. Gids, XVIe i. N. S. 5e j. 1852. I. 453. 20498. Levensbijzonderheden van 1). A. Marnstra, Predikant te Samarang. Boekz. April 1828. 527. 201-99. Levensberigt van Dr. James Marsh-man, zendeling, in dienst van de Baptist Missionary Society. Letterb. 1838. II. 149. 20500. De zendeling Martig in China. Ker. Chr. St. XVII. 1863. 252. 20501. Raden Mas Kareta. 1778. Medegedeeld door P. A. Leupe, Tijds. T. L. en -kunde N. I. N. V. 441. 20502. Levensbijzonderheden van Cornells Matelief do Jonge, met geslachtwapen en facsimile zijner iiandteekening. Wap, Het gezantschap in 1C02. Rott. 1862. '10, 65. 20503. Iets, betreffende den Nederland-schen zeereiziger Cornelis Matelief, den Jongen, doorW. C. A.; over een door hem geschonken Arabisch handschrift vun den Koran aan de librairie van de St. Laurens-kerk te Rotterdam, ^ad. Lelt. 1828. II. 133, 135. 20504. Levensschets van E. Matthews, Ünder-Regler van het eerste geregtshof op Ceylon. Letterb. 1829. 257. 20505. Levensbijzonderheden van Mr. Johan Constantijn Matthias, Bewindhebber der ü. I. C. ter kamer van Zeeland. Nederl. Jaarh. XIX. 1765. 1. 261. 20506. Levensbijzonderheden van John Constantijn Matthias, J. U. D., Bewindhebber van de U. I. C. Letter. Hist. III. Amst. 1764. 101. 20507. Levensbijzonderheden van don Arabier Maulana Malik Ibrahim, den eersten verkondiger van het Mohammedanisme in het oosten van Java; door Dr. W. li. van Hoc veil. ly. /{. van Hoëoell, Reis over Java, Amst. 1849. I. 153. — Idem door P. J. Voth. T. v. N. 1. 1850. 1. 199 Noot. 20508. Levensbijzonderheden van Mr. Daniël Pieter de Maurignault, gecommitteerde wegens Zeeland, tot herstel der zaken van de O. I. Maatschappij. N. Nederl. Jaurb. XXVII. 1792. II. 1327 ; XXVIII. 1793. 1. 92. |
88
698
20509. Lcvensbijznnderlicdcn van Mr. P. S. Maurisse, President van liet Hoog ücrc^ts-hof van Ncd. Indiü te Batavia. Letterb. 1827. II. 179. 20510. Levensschets van J. F. T, Mayor, laatst Res. van Bozoeki en Kommissaris van Bali. 2'. ». N. I. Xe j. N. S. Ie j. Batavia 184.8. Ie d. 161. 20511. Jean Predcrie Theodore Mnyor, Gouverneur van Celebes, Res. op Java. Lo-venssehets. Hand. Ind. Gen. I. 1854.148.—• Nadere aanteekeningen. Jld. 395. 20512. Levensbeschrijving van Dr. W. EL. Medhurst; door Dr. 11. C. Millies. Let-terh. 1857. 100. 20513. Dood van Dr. W. H. Medhurst. Levensbijzonderheden. !' er. Chr. S(. XI. 1857. 027. 20513*. Meerman. Zie van der Goes. 20514. Mehemed All Pacha van Egypte. Levensbeschrijving. Batavia, Uov. 1841. T. v. iV. I. 4e j. 1c d. Batavia 184-2. 321. 20515. Levensbeschrijving van Pieter Baron Melvili van Carnbóe; door P. M. Net-seher. Letterb. 1857. 2G, 36. 20516. Pieter Baron Melvili van Carnbóe; door J. B. te 's Gravenhage. Levensbeschrijving. Astrea, XI. 1856. 128. 20517. Levensschets van P. Baron Melvili van Carnbcc; door Dr. P. B1 e e k o r. Nat. Tijds. N. 1. XIII. 3 S. III. 1857. 23, — Pieter Baron Melvili van Carnbee, Kapitein-Luitenant ter zee in Ncd. Indi ; door Jhr. J. P. Cornets d e G r o o t. Levensbeschrij -ving. Hand. Ind. Oen. IV. 1857. 239. 20518. Levensbijzonderheden v: -. P. Baron Melvili van Carnbee, Luit. ter zee. I.Merh. 1848. I. 63; 1857. 9. 20519. P. Baron Melvili van Carnbee; door Jacob Swart, Amsterdam Pebruarij 1857. Lcvensberigt, benevens circulaire, Batavia 12 Nov. 1856, der commissie tot oprigting van een monument voor hem. tiwarl, L^erh. 1837, leafd. 142.-— Opgave van de leden der Commissie te Batavia, tot oprigting door alge-mccnc bijdragen van een monument ter ecre van wijlen P. Baron Melvili van Carnbóe, en aanbeveling door Jacob Swart. Overgenomen |
uit de Amst. Cour. Astrea, VI. 1856. 132. 20.quot;)20. Mededeeling door G. P. de IImi ijn Kops van bijzonderheden nopens het gieten door de heeren Enthoven te 's Hage van het monument, ter e.ere van P. Baron Melvili van Carnbee, naar het plan door Kapitein J. P. Ermeling ontworpen. Not. Nat. Vereen. 22 Dcc 18j9. Nat. Tijds. N. r. XX. 4 S. VI. 1859—1860. 463. 20321. Bijzonderheden nopens een gedicht vanJ. J. Sc line 11, te Batavia, ter herinnering aan P. iiaron Melvili van Carnbee. Not. Nat. Vereen. 23 Dcc. 1858. Nat. Tijds. N. I. XVI. 4 S. 11. 185Vi—1859. 383. 20522. Bijzonderheden nopens het portret van P. Baron Melvili van Carnbee. Nat. Tijds. A. I. XII. 3 S. II. 1850—1857. 477. 205v'3. Mr. Pieter Merkus, Gouv. Gen. van Ncd. Indië. Levensschets. Hand. Jnd. Gen. I. 1854. Pij. 20524. Biographic de Mr. P. Merkus, Gouv. Gen. des Indes ürientales Nêerlandaises. Melvili, Moniteur, 1848 —18-19. 190, et 2 partie 69. 20525. Levensbijzonderheden van J. C. Metzlar. Boekz. Maart 1818. 381; Sept. 1820. 397; Jan. 1821. .114. 20526. Levensbijzonderheden van A. Meursinge. Letterb. 1839. I. 178, 436. 20527. Overlijden op 7 Pcbr. 1788 te Batavia van den prov. Kapt. van dc brik de Pijl, Meijer. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1589. 1. -140. 20528. Levensbijzonderheden van A, J. Meijer, Majoor O. 1, leger. v. Doren, Matu-lesia, Amst. 1857. 122. 20529. Levensbijzonderheden van .Tan Arend Meijer, Raad extra-ordinair van Indic. Maandel. Ned. Mtrcurius, XXXVI. 1774. 3. 20530. Levensbijzonderheden van J. J. Meijer, Theol. Doet. en Predikant in Indië. Medegedeeld door W. R. van Hoc veil. T. v. N. I. 2e j. 2c d. Batavia 1839. 39. .0531. Levensbijzonderheden van Mr. Jacob dc Meijer, Advokaat-üskaal van Ned. Indiü. Maandel. Ned. Mercurius, LX. 1?8C. •224. |
LK YENS BESCHRIJVINGEN: Ma. — Mi.
non
20532. De Generaal Mieliiels ; door .'Do Reduktiequot;. Levensschets van A. V. Mieliiels, Generaal Majoor, Opperbevelhebbor der derde Balischo expeditie. T. v. N. L 1850. II. 874. 20533. ' Levensscliets door L.3 van A. V. Mieliiels, civiel en militair Gouverneur van Sumatra's Westkust, Generaal Majoor cnn. Vad. Lett. IS52. I. 221. 20534. Staat van dienst van Andreas Victor Mieliiels, zoon van Joseph Mieliiels en Anna Elisabeth Gilis, geboren te Maasstrieht don 3üu April 1797, gehuwd niet Ciiarlotto le Ccrf. Lanye, Sumatra's IF.-kast, 's Bosch 1852, II. 555. 20535. Bali en do Generaal-Majoor A. V. Michicls. Hulde aan zijn nagedachtenis, voorafgegaan door ceuigolevensbijzonderheden. Mi Ut. Speel. 2 8. 11. 1850. 85. —Do Generaal A. V. Mieliiels; door A. van der Hart, Luit. Kol. der O. 1. Infautorie, dd. Padang I Jan. Is50. Ter verdediging zijner krijgsmanseer, voor zoover betreft de inneming van Batipoe in 1841. Aid. 425. 2053fi. Andreas Victor Mieliiels, Generaal-Majoor bij het leger van Ned. Indië, Levensschets. Hand. Ind. Gen. 1. IS.H. 3(14. — Beschrijving van het monument, geplaatst, te Weltevreden, ter nagedachtenis van A. V. Mieliiels. Aid. 371. 20537. Rectificatie van do levcnsscliets van den Generaal-Majoor Michicls, voorkomende in de Hand. en Gesolii'. Ind. Gon. De j. J 855. le afl. T. v. N. /.170 j, 1853. 1. 335. 20538. Karaktertrekken en levensbijzonderheden van den Generaal-Majoor A. V. Mieliiels. A. A. Brendonck, Mijne reize, enz. Dord. 1859. GO. 20539. Hot gedonktceken ter cere van den gesneuvelden Generaal-Majoor A. V. Mieliiels, op te richten te Padang, op Sumatra's Westkust, door G, G. van dor Hoeven, le Luit, Ingenieur, Breda 19 Mei iS52. Bosehryving met twee afbeeldingen. Milit. Speet. 2 S. IV. 1852. 524. 20540. Afbeelding van het gedenkteekon (er cere van den Generaal-Majoor A. V. Mieliiels, te Padang, op Sumatra's Westkust. Slandgezioht op '/25 der ware grootte. H. La-gerwoy. Excud. Steenrtr. van F. Bögor. Met de inscriptie. A. A. Brendonck, Mijne reize, enz. Dordt. 1859. |
20511. Het leger in Nederlandsch Indië. Bijzonderheden nopens de oprigting en onthulling van de monumenten voor den Generaal A. V. Michicls, te Padang en te Batavia, tevens voor de sedert 1816 gesneuvelden. Hand. Ind. Gen. VII, 18(i0, 174. 20542. Portret van A. V. Mieliiels. Met facsimile. Kon. lith. van C. W. Mieling te 's Uage. T. v. A. I. 1850. 11. tegenover 374. 20543. Ter nagedachtenis van wijlen den Generaal-Majoor A. V. Michicls; door A. Bar key, dd. Glentingan, Rembang, Febr. 1854. Poëzy. Biang Lala, 2e j 1835. I. 82. 20544. Andreas Victor Michicls. Herin-nerin5- bij de oprigting van deszelfs eerzuil te Padang; door E. W, A. Lüdeking, dd. Padang, Maart. 1854. Poëzy. Biang Lala, 3e j. 1854. I. 152. 20545. De strijd met Bali. Aan de nagedachtenis van den Generaal-Majoor A. V. Miohiols toegewijd; door IJsbrand 01111e-kes, Fuselier, garnizoens bataillon te Weltevreden, Depót, Stamboek No. 34323, dd. Weltevreden, Deo. 1854. Poëzy. Biang Lala, 3e j. 1854. 11. 275. 20546. Levensbijzondorhodon van Dr. H. C. Millies, Hoogleeraar. Letterh. JS41. II. '447; 1840. II. 441); 1S48. II. 306; 1850. 11. 15, 319; 1856 165. 1S57. 89. Hnekz. Julij 1835. !46; Mei 1 S37. 67I-; Aug. 1837. '286; Sept. 1837. 429 ; Deo. 1838.586 ; Pebr. 1839. 255; Mei 1839. 6IS; Doe 1844.715; Oct. 1845. 560, 561; Mei 1846. 628; Juni] 1848. 786 ; Julij 1848. 3. 20547. Levensbijzonderheden nopens Dr. 11. C. Millies, lice. 0. d. Ree. 1844. Boekb. 366. 20548. Levensbijzonderheden van Dr. H. C. Millies. Eist. Oen. Kron. III. 1847. 33, 164; 11. 1846. 52, 53. 20549. Levensbijzonderheden van den zendeling Milne te Malakka; door G. N. Medegedeeld uil, het werk //llikajat Abdal-lahquot;, in 1843 voltooid en in 1849 to Singapore gelithografeerd. T. 0. N. I. I6ej. 1854, 1. 89, 314. |
700
20550. LevensbijzonderhedcD van J. A. de Mist, Lid van den Aziatisclien Ilaad, Commissaris van wege het Staatsbewind voor de Kaap de Goede Uoop. Letterb. 1. 332. 20 )51. Levensbijzonderheden van Adriaan Moens, Directeur Generaal van Ncd. Indië. N. iïeterl. Jaarb. XIX, 1784. 1. 1089. 20352. Huwelijk van den zendeling Frc-doux inet \nne Moffat. Levenslüjzonderheden en karakterbeschrijving van laatstgenoemde. Per. Chr. Si. V, 1851. 657. 20553. Levensbijzonderheden vau Raden Moohamed Tahier. MedegeHceld door zijn zoon, den Regent van Lebak. 1845. 2'. v. N. I. 7e j. Batavia 1845. 2e d. 484. 20554. Een kort berigt wegens het karakter van Mahometh, zijnen godsdienst on heerschappij. Getrokken uit een Memorie van den heer de Brequigny; voorgelezen in een vergadering van de Academie Royale des Inscriptions et Belles Lettres, 15 Avril 1760, door S. Vad. lelt. 1762. II. 2. 880, 20555. Mohamed; door Dr. W. R, van Hoëvell. Levensbeschrijving. T. v. N. 1. 2e j. 1c d, Batavia 1839. 365. 20556. Mahomed of Muhamed. Levensbeschrijving, Boeamp;z. Oct. 1820. 478, 20 j37, Korte schets van het leven en do leer van Mohamed. Overgenomen uit «kort begrip der algemeene geschiedenis voor jonge lieden. Door J. G. Sehr'öck. UithetHoog-duitsch. Tweede deel. Amst. 1796quot;. Lctlerb. VIII. 1797. 125. 20558. Voorlezing over Mahomed; door S. E. Wieling, Lceraar bij de Doopsgezinde Gemeente te Zaandam, gehouden in het Da-partement Zaandam der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, in Mei 1828. /ad. Lett. 1828. II. 565. 20559. Vergelijking van Mohammed en Gregorius VII. Door den schrijver der ,Vergelijking tusschen Hannibal en Marlboroughquot; Pad. Lett. 1836. 11. 1. 20560. Portret van Hadji Mohamed Se-«mn. Steendruk van P. W. v. d. Weijer, Utrecht, v. Rees, lianjerm. Krijg, I. Aruh. 1865. tegenover 208. |
20561. Iets over den Nederlandsehen sterrekundige Johan Maurits Mohr, te Batavia; door P. Mclvill van Carnbee. Bijzonderheden nopens zijn levensloop, getrokken uit het Begrafenisboek van Batavia, en uit het recueil Personalia ter residentie-kantore van Batavia berustende; en mede-deeling van een paar citaten, voorkomende in; ./Batavia in deszelfs opkomst, voortreffelijke gebouwen enz. Amst. 1799. Deel I. 141quot;. en in «Oost-Indische kerkzaken, zoo oude als nieuwe, door Petrus Hofstede. Rotterdam 1780. Deel T. 57.quot; 2'. v. N. 1. (ie j. Batavia 1844. 4e d. 175, 178. 20562. Nog iets over den Nederlandschen sterrekundige Johan Maurits Mohr, te Batavia; door J. S. van Goevorden, dd. Ternate Mei 1845. Zijne verdiensten als zoodanig, getrokken uit het werk van Bougainville's reis rondom de wereld in 1766— 1769. Dordrecht 1772, dl. 2. 3.H3, T. v. N. I. 7e j. Batavia 1845, 3e d, 270 20563. Levensbijzonderheden van Johan Maurits Mohr, medegedeeld door J, Ha ge-ma n JGzn, Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, IX, 3 S. 111. 1860, 416. 20564. Karakterschets van Johan Maurits Mohr, Predikant te Batavia; door ïhe-odorus Vermeer, Predikant te Baiavia. Ned. Bibl. V. 1777. 1 St. 441. 20565. De dood van Sir W. Molesworth. Toezegging eener hiographie van hem, als grondvester van het liberale stelsel van self-government voor de Britsche koloniën. T. v. N. I. 17e j. 1855. II. 356. 20566. Extract van de missive van den Gouv. Gen. aan de Bewindhebbers, van den 9 Sept. 1640, ter kennisgeving van het overlijden en begraven van den Predikant Nico-laes Molineus, Medegedeeld door P. A, Leupe. Zeeland, 1855, 50. 20567. Levensschets van Gerard Moll, Hoogleeraar der Natuur- en Sterrekunde te Utrecht enz, Letterb. 1838, II, 216, 20568. Berigt aangaande het leven en de wetenschappelijke verniensten van wijlen den Hoogleeraar Gerrit Moll, door Dr. R, van Rees, Hoogleeraar te Utrecht. Letterb. 1838, 11. 83,'98, 20j69, Levensbijzonderheden van Or, G, |
LEVENSBESCHRIJVINGEN. Mi. — Mu.
701
Moll, Hoügleoraar te Utrecht. Letterb. 183S. 1. 49. • 20570. Levensschets van J. H. Baron Mollerns, lid van den Aziatischen Raad; door M, Siegenbeek. Letterk. Hand. 1835. li, 26. 20571. Levenshijzonderheden van F. Mon-tanus, emeritus Predikant te Samarang. Boekz. Aug. 1817. 243. 20572. Levensbijzonderheden van Manuel Morgappa, Predikant. Medegedeeld door J. C. Metzlar, Predikant, dd. Harlingen 14 Juni 1802. N. Vad. Bibl. VI. 1802. 2 St. 412. 20573. Levensschets van Dr. Robert Morrison. Olijf lak, I. 1830. 157. ■^0574. Levensbijzonderheden van Dr. E. Morrison, zendeling in China. Medegedeeld door B. Led eb oer, dd. Rotterdam 12 Maart 1830. Letterb. 1830. 1. 179. 50575. Levensbijzonderheden van den zendeling Morrison te Malakka; door G. N. medegedeeld uit het werk „Hikajat Abdal-lahquot;, in 1843 voltooid en in 1849 te Singapore gelithografeerd. T. v. N. 1. 16e j. 1854. I. 90, 314. 20576. Overlijden van Dr. 11. Morrison. Levensberigt. Overgenomen uit Ac Semeur T. IV.quot; N. Chr. Maands. X. 1835. 538. 20577. Beschrijving van het leven van den Gouverneur Generaal van Ned. Indië Jacob Mossel. Met portret en familiewapen. Du Bois, nes, La liaye, 1763. 346. Hist. Beschr. Ren. XX. 1765. 398. 20578. Levensbijzonderheden van Jacob Mossel, Gouverneur Generaal van Ned. Indië; alsmede zijn overlijden te Batavia op 15 Mei 1761. Nederl. Jaarb. XVI. 1762. 1. 461. 20579. Levensbijzonderheden van J. Motley. Nat. Tijds. A'. I. XX. 4 S. VI. 1859—1860. 157. 20580. Particulariteiten van hel leven en den dood van den beruchten Portugeeschen Pater Jesuit Mourao, zooala deze zijn medegedeeld in een brief van Canton, in China. Kur. Mercurius, XL. 1729. 1. 37. |
20581. Overlijden van Mr. Gerard Muiier ordinaris Raad van Justitie des kasteels Batavia October 1766. N. Nederl. Jaarb. II. 1767, 3. 1212. 20582. Levensberigt van Georg Miiller, Zaakgelastigde en Inspecteur der Nederl. O. I. Bezitt. op Borneo, enz.; door Dr. Ernst Miiller, Kon. Beijersch Opperhoutvester, lid der Stcndenvergadering enz. Ind. Bij, I. 1843. 177. — Overgenomen in het T. v. N. I. 18e i. 1856. II. 287. — Berigten van John Dalton, dd. 10 Mei tot 99 Augustus 1828 over den moord aan Georg Miiller, in Koetei gepleegd in 1825. Uitvoerig verhaal van al de omstandigheden, welke dat voorval voorafgingen en volgden. Met naschrift van de Redaktie. Aid. 18e j. 1856. II. 290, 313. 20583. George Miiller, Zaakgelastigde voor Borneo. Levensschets. Hand. Ind. Oen. I. 1854. 153. 20584. Levensschets en karakterbeschrijving van George Miiller. 1790—1825. Veth, Borneo's JV. Afd. II. Z. B. 1856. 12, 145, 362. 20585. De dood van George Miiller in 1825: medegedeeld volgens de berigten vaa Dr. C. A. L. \1. Schwaner. T. v. iV. I, 1849. Gron. Ie d. 139. 20586. Verbaal van den dood van George Miiller; ontleend aan het gerechtelijk verhoor van den Javaan Pa-Rasïma, den 8 Junv 1826 door den ads. Res. van Pontianak en Marapauwa, J. Duiters afgenomen. Ind. Bij, I. 1813. 167. 20587. Uittreksel uit den brief, dd. 30 Augustus 1828, van den Engelsehen natuuronderzoeker John Dalton, over den moord aan George Miiller gepleegd. Ind. Bij, I. 1843. 189. •20588. Iets over het vermoorden van den heer G. Miiller; door O. von Kessel. Ind. Arch. Ie j. II. 1850. 200. 20589. Aanteekeningen in 1846 en 1847 van H. von De wall, betreffende het vermoorden van G. Miiller. Ind. Arch. Ie j. I. 1849. 86. 92. 20590. Iets over den dood van George Miiller, door J. Ha ge man J.Cz Mededeeling der onuitgegevene aanteekeningen in 1843 |
7Ü2
van H. von Dewall hierover, gevolgd door eone beoordeelende vergelijking van al de uitgegevene berigten nopens dien moord. Tijds. lud. T. L. en K.-kunde, J1I. 1855. 487. 20591. Levensbijzonderheden van S. Muller, lid der Nat. Comm. in N. I. Letierl. J837. II. 145; 1839. 1. 418. 20592. Korte levensbeschrijving van Mr. W. H. Mulock Houwer, in leven lid in den liaad van Justitie te Soerabaya. liegt N. I. 9e j. XVII. 493. 20i93. Bijzonderheden nopens L. W. H. de Muunick, Directeur van de kuituren op Java; door C. Vree de, tabakskontractaut, dd. Toekan 31 Aug. 1849. T. v. N. 1.1850. I. 125. 20594. Lovensbijzonderheden van Geor-gius Everhardus Munnik, medegedeeld door J. Hageman J.Czn. Tijds. hid. T. L. V.-kunde, IX. 3 S. III. 1860. 416. 20596. Levensschets van .Mr. H. W. Mun-tinghe. T. v. N. I. 24e j. 1862. II. 101. 20396. Levensbijzonderheden van Mr, H W. Muntinghe, President van den Raad van Pinanciën op Java. I.etterb. 1818. I. 470. 20597. Mr. Herman Warner Muntinghe, Kaad van Ned. Indië. Levensschets. Hand. Ind. Oen. II. 1855. 127. ' 20598. Oordeel van J. Hageman J.Czn. over de bekwaamheid en het karakter van H. W. Muntinghe. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, VI. N. S. III. 1857. 388. Noot. 20599. Levensbijzonderheden van Everard Adriaan van Muydeu, Bewindhebber der O. I. C. ter kamer Amsterdam. N. Ned tri. Jaarb. XXV. 1790. 3. 2598. 20600. Levensbijzonderheden van Mr. P. Mijer. Lelterh. 1841. 1. 424. 20001. Levensbijzonderheden van Mr. P. Mijer, Minister van Koloniën, enz. Ned. iïegtspraak, LV. 1857. 29. 20602. Oordeel, dd. 20 Aug. 1856, van den Generaal J. Penning Nieuw land, over Mr. P. Mijer, Minister van Koloniën. T. v. N. I. 21e j. 1859. II. 29. |
20603 Levensschets van den Schach van Perzië, Nadir, voorheen Kouli Kan genaamd. Eur. Mercurius, XLVJII. 1737. I. 82. — Idem volgens V o u 11 o n, Chirurgijn aan het hof van den grooten Mogol, in een brief aan het Pransehe hof. Aid. LI. 17-iO. II. 204. — Bijzonderheden nopens den dood van dezen Schach. Aid. LVIII. 1747. II. 251. 20G04. Berigt wegens de verdiensten van den loots van de O. I. C. ter kamer Zeeland, Frans Naerebout, bij gelegenheid van de hulde, hem onlungs door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Middelburg bewezen. Letterh. 18 Ui. 1. 210, 256. — Verdere levensbijzonderheden. Aid. 1816. II. 225; 1817. I. 195; 1818. II. 177, 194,211. 20605. H. G. Baron Nahuys van Bnrgst, Generaal-Majoor, Raad van Ned. Indië. Levensschets. Overgenomen uiiL, het Algemeen Handelsblad van 1 en 8 Pebr. 1851 Hand. Ind. Oen. VI. 1859. 91. 20606. Portret van Mr. H. G. Earon Nahuijs van Bnrgst, met facsimile zijner hand-teekening. Nahuijs, Rerinn. 's Bosch 1858. 20607. Leveusbesehrijving van NanTjer-dik, hoofd van het landschap Narras op Sumatra's Westkust. Ontleend aan ,H. J. J. L. de Stuers, De Nederlanders ter Westkust van Sumatra. Amst. 1849quot;. T. v. N. I. 23e j. 1861. II. 269. 20608. Levensbeschrijving van Mr. B. O. Rinia van Nauta. Re//l N. /. 9e j. XVIII. 84. 20609. Mr. Sebastiaan Cornelis Neder-burgh, Kominissaris-Generaal in i\ed. Indië. Levensschets. Hand. Ind. Gen. I. 1854, 323. 20610. Levensbijzonderheden van Mr, S. C. Nederburgh, lid van den Aziatischen Raad in 's Hage. Letterh. 1805. II. 14. 20611. Overzigt der buitengewone bevorderingen en eervolle beoordeelingen aan den oud-Resident op Java, E. H. J. Netscher, ten deel gevallen, gedurende zijn ganschen amb-telijken loopbaan in Indië. Netscher, liegt en Onrejt, 's Hage 1864. 47. 20612. Levensschets van Dr. Robert Neumann. Overgenomen uit de Amsterdam- |
LEVENSBESCHRIJVINGEN: Mu. — On.
703
sohe Cour. Tijds. dir. Leven N. I. 2c j. 185G. 11. 2G3. 20013. Bijzomkrhcdcn nopens den dood van de zendeling-zuster Mevrouw Augusüna Neustadt, in Cliina, eelitgenoüt van Dr. Lecliler. Ver. Chr. SI. IX. 1855. 347. 20614. Portret van Nieodemus, ïommon-gong van Poeloe-petak. Suhwaner, Borneo, I. Amst. 1853. 20015. Levensbijzonderheden van L)r. ü. K. Niemann, lioekz. Nov. 1841. 648; Oct. 1848. 496. 20616. Levensschets van ]?. N.Nieuwen-huyzcn, laatst Res. van Socrakarta; door S. E. W. Roorda van Eysinga, dd. residentie Solo 13 Juny 1865. Medegedeeld in de Javabode van 25 Juny 1864 No. 51. S. E, IF. Roorda van Eysinga, Mijne verbanning. 's Hage, 1865. 19. 20617. Korte levensbeschrijving van Mr. ]l. 11. Tutein Nolthenius, in leven lid van hot Hoog Gerechtshof van N. Indiö. Heyt N. I. 10c j. XX. 163. 20618. Levensschets van Gt. II. Noord-hofl'j zendeling, v. lihijn. Reis Ind. Arch. llott. 1851. 523 Noot. 20619. Levensbijzonderheden van Olivier van Noordt, met gesiaehtwapen en facsimile zijner liandteckening. Wap, Hel Qcsanlsehap in 16Ü2. Rott. 1862. 70. 20()20. Levensbijzonderheden van Olivier van Noort. I^assenaar, Hist. Verh. XII. 1627. 105. 20621. ïekst der resolutie, dd. 23 Aug. 1602, van de Staten Generaal, waarbij aan Olivier van Noort eeue vercering wordt toegekend. De Jonge, Opkomst, I. 1862. 244. 20622. Iets betrekkelijk Olivier van Noort. Beschrijving van zijn grafzerk, en van liet gebruik, gemaakt van de twee stukjes geschut, welke met hem de toer om de aarde gemaakt hadden.quot; Vad. Lett. 1821. 1. 89. 20623. Levensbij zonder lirden van Sebasti-aan van Nooten Jansz., Bewindhebber van do O. I. Comp. N. Nederl. Jaarh. XXV111. 1793. 2. 1774. 20624. Hendrik VVillciu Nooy. Geboren 21 Aug. 1825, gestorven 21 Dcc 1854. |
Met portret. Levensschets door de Rcdak-tie. Meded. Ned. Zend. II. 1858. 195. — Portret van H. W. Nooy. Met facsimile zijner handteekening. Steendr. van P. Blom-mers te 's Hage. Aid. 195. 20625. Levensbijzonderheden van J. Nu-poort. Predikant te Batavia. /-W. Hik. VIL 1795. 1 St. 301. 20626. Levensbijzonderheden van Picter Nuyts, buitengewone Raad van Indië, enz. Medegedeeld door P. A. Leupe. Hiit. Gen. Kron. VUL 1852. 335 ; 1854. 337. 20627. Levensbijzonderheden van VV. A. Ockerse, lid der Commissie dor Protestant-schc kerk in Ned. Oost en West Indië. Boekz. Eebr. 1826. 256. 20628. Overlijden van Mr. Jan Steven Odé, President in den Raad van Justitie te Batavia. Batavia Jan. 1755. Nederl. Jaarb. IX. 1755. 2. 836. 20629. Levensbijzonderheden van den Perziaanschen dichter Olah Pheleïr. Letterh. 1825. II. 209. 20630. Kort berigt wegens Omai, een inwoonder van Otaheiti, door Kapitein Cook in zijn vaderland weder overgevoerd. Fad. Lett. 1784. VI. 2. 401, 547, 555 en 639; 1785. VIL 2. 2110. 20631. O-Meer-Sing, de plunderaar van een Britsch convooi. Uit //Life in India, or the English in Calcutta.quot; Levensbijzonderlic-den. Echo, 1829. 33. 20632. Levensschets van P. P. C. O. ündaatje. Majoor der genie. T. v. iV. I. 14e j. J852. II. 2l3. 20633. Picter Philip Christiaan Oortman Ondaatje, Majoor der genie bij het Ned. Ind. Leger. Uit de Jav. Coui. v. 22 Dec. 1848. No. 102. Levensschets. Uutid. Ind, Oen. V. 1858. 24?. 20634. Levensbijzonderheden van den Chinees Ong-Hor-Hoc, letterkundige en onderwijzer. 1'. o. N. I. 14c j. 1852. II. 2. 20635. Levensbijzonderheden van Dr. P. L. ünnen. I.cllerb. 1835. I. 418. |
704
20636. Levensbijzonderheden van P. van Oort, teekenaar toegevoegd aan de Natuurkundige Commissie van Ned. Indië. Leüerb. 1835. 1. 66; 1837. II. 146. 20637. Pieter van Oort. Levensschets. Band. Ind. Gen. Vil. 1860 106. 20638. Orangzeb, de Napoleon derXVUle eeuw. Karakterbeschrijving. Ree. o. d. Ree. VIII. 1815. Meng. 36. 20639. Overlijden te Colombo, van den Kapitein en Ritmeester Joan Cornelis van Ossenberg, Mei 1700. N. Nederl. Jaarh. VI. 1771. 1. 497, 498. 20640. Levensbijzonderheden van Cornelis van der Oudermeulen, Bewindhebber der 0. I. Comp. N. Nederl. Jaarb. XXIX. 1794. 1. 380. 20641. Levensbijzonderheden van Sir Gore Ousley. Letterb. 1815. II. 257. 20642. Beschrijving van het leven van den Opperlandvoogd van Ned. Indië Mr. Willem van Out hoorn. Met portret en familiewapen, yalentijn, IV. St. I. 324. Du Bois, Vies, La Haye 1763. 253. Hist. Beschr. Reiz. XX. 1765. 284. 20643. Levensbijzonderheden van J. P van Overmeer Pisscher, Ambtenaar van Ned. Indië, laatst te Java. Lelterb. 1834. II. 210. 20644. Mr. Pieter Gerardus van üver-straten, Kommissaris en Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië, door Mr. P. Mij er. dd. 12 Aug. 1840. T. v. N. I. 3c j. Ie d. Batavia 1840. 204. 20645. Levensbijzonderheden van Mr. Pieter Gerardus van Overstraten, Raad extraordinair van Ned. Indië; Gouverneur en Directeur van Java's N. O. kust. JV, Nederl, Jaarb. XXX. 1795, 4. 3142. Lelterb. III. 1795. 91, 178. 20646. Levensbijzonderheden van R. d'Ozy, Raad van Indië. Medegedeeld door S. van Deventer J.Sz. T. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. I. 388 Noot. 20647. Levensgeschiedenis van Pa-Dasima, een tot. liet Christendom belteerden Moham-medaanschen Priester in de dessa Wioen, bjj |
Soerabaya; door Dr. W. R. van HoëvelL Junij 1817. Tjdschr. t. b. v. Christel, zit in N. I. Ie j. 4e st. 1817. 169. — Overgenomen door J. Munnich in het T. v. N. I. 1849. 2e d. 403. 20648. Levensschets van Padinggaloan, Rijksbestierder van Makasser. T. v. A'. /. 4e j. Ie d. Batavia 1842. 493. — Kritiek hierop. Aid. 6e j. Ie d. Batavia 1844. 564. 20649. Eene curiositeit. Overgenomen uit de Indische Schoolbode voor 1859, No. 5. Verwondering over de weinige sympathie door den Gouv. Gen. van Ned. Indië G. P. Pahud betoond voor het onderwijs in Ned. Indië, zijnde zijn primitieve loopbaan die van onderwijzer geweest. T. v. N. /. 21e j. 1859. II. 128. 20650. Eenige bijzonderheden omtrent Javaansche vorsten, 1820—1858. Zijnde; 1. Dood van den Soesoehoenan van Soerakarta Pakoe Boewono IV. (Bagoes), in 1820. 2. Uitroeping en dood van Pakoc-Boewono V. (Soegih), 1820 en 1823. 3. Uitroeping en afzetting van Pakoe-Boewono VI. (Saperdan), 1S23 en 18 :0. 4. Uitroeping en dood van Pakoe-Boewono VII. (Poerbojo otPoerobojo), 1830 en 1858. 5. Uitroeping van Pakoe-Boewono VIII. (Ngabèhi) in 1858. Hand. Ind. Oen. VI. 1859. 359, 20651. Pakoe Natta Ningrat, Sultan van Suraanap; zijne beschaafdheid en wetenschappelijke kennis. T. v. N. I. 4e j. Ie d. Batavia 1842. 493. 20652. Levensbeschrijving van Pakoe-Nata-Ningrat, Sultan van Sumanap. W. R. van lloëvell, Reis, II, Anist. 1851. 50. — De Sultan van Sumanap. Zijn overlijden, met vermelding van eenige bijzonderheden uit zijn leven, en nopens zijn karakter en wetenschappelijke verdiensten. T. v. N. I. 16e j. 1854. II. 72. 20653. Pakoe Nata Ningrat, Sultan van Sumanap. Levensschets, Hand. Ind. Gen. II, 1855. 189, 20054. Levensbijzonderheden van Pakoe Nata Ningrat, Sultan van Sumanap, Lotterb. 1854. 214. 20055. Levensbijzonderheden van Mr. Everhard Pan, Bewindhebber der O. I.' Comp, ter kamer Enkhuizen. N. Nederl. Jaarb. XXIX. 1794. 1. 381. |
705
20656. Overlijden op 18 Maart. 17iS8 to Batavia van den ouderkoopraau Mr. J. M. van Panbuys. N. Mederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1.411. 20657. Levensberigt van l'1. D. J. van der Pant, door Dr. P. li iee kcr. Nat. Tijds. N. I. XI. 3 8. I. 1856. 24. Rand. Ind. Gen. VII. 1860. 111. 20058. Oordcel over het portret van Paravieini, aide de camp, Chef van den staf van den Gouv. Gen. ü. A. G. P. van der Capellen, gcscliilderd door Gels. Ifaakü. v. 26 Pebr. 18I6. No. 48. 20659. Moord van den zendeling Parker in China. /^er. Chr. St. XVI. 1862. 557. 20r;60. Levensbijzonderheden van Mr. Johan Willem Parker, Bewindhebber der Ü. I. Comp. ter kamer Zeeland, AT. Nederl. Jaorb. XV. 1780. 1. 290. 20661. Autobiographie van den Gouv. Gen van Nederlandsch hidic l'. A. van der Parra, en beschrijving der gedenkpenningen ter zijner eere geslagen. Medegedeeld door Jhr C. A. Retliaan '1 aoaré. Zijnde tekst van dio, door hem eigenhandig geschreven in 1766 of 1767 en toegezonden aan J. A. van de Perre, heer van Nieuwerve enz. Hist. Oen. Kron. XII. 1856. 223. 20662. Karakterschets van P A. van der Parra, Gouv. Gen. van N. Indië; door The-odorns Vermeer, Predikant te Batavia. Ned. Bill. V. 1777. 1 st. 4:lt;9. 20663. Overlijden van Petrus Albertns van dor Parra, Gouverneur Generaal van Ned. Indië. Dccenibor 1775. N. Nederl. Joarb. XI. 1776. 1. 690. 20664. Treurzang over Petrus Albertns van dor Parra. Lofrede op wijlen dezen Gouv, Gen. van N. Indië. Vadert III. 1778. 9, 17. 20665. Korte levens- cn oharaktersohots van wijlen den heer S. 1). Pasteur; door A. J. Verbeek, dd. 's Ilagc Februari 18U4. Letterb. 1804. 1. 145. 20666. Stamboom van Patoean Moksa. stiehter van de Marga Nasoetian Dahoelet, in Mandhéling; door T. J. Wilier, 1845. T. v. N. I. 8e j, Batavia 1846, 2e d. tegenover 415. |
20667. Beschrijving van het levon van den Gouverneur (jenoraal van Ned. Indië Abraham Patras. Met portret en familiewapen. üu Bois, ^iesy La Haye 1763. 807. Hist. Besc/ir. Reiz. XX. 1765. 346. 20668. Lovensbijzondorhcden van Mr. Franco Pauw, Bewindhebber der O. I. G. ter kamer Delft. N. Nederl. /«ari. XI. 1776. 2. 840. 20669. Levensschets van Peeters, eigenaar van het land Goenong Pati, in do bovenlanden van Samarang. v. Doren, Moluk-ko's, 's Hage 1853. 16 Noot. 20670. Georg Joseph Peitsch, Glief der geneeskundige dienst in Ned. Indië. Levensschets. Hand. Ind. Gen. VII. 1860. 65. 20671. Levensbijzonderheden van Jacob Pollers, gewoon Raad van Ned. Indii;. N. Nederl. Jaarb. XXI. 1786. 1. 168. 20672. Overlijden te Batavia op 91 Maart 1785 van Mr. P. VV. Pelters, onder-koopman, mitsgaders Boekhouder, Secretaris en Pand-Bewaarder in hel CoUegio van Commissarissen der Bank Courant en Bank van Loening, on Diaken van de Gereformeerde Gemeente. N. Nederl. Jaarb. XXI. 1786. 2, 1659. 20673. Aanteekeningen van den Generaal J. Penning Nieuwland, over zijn loven. Autobiographie. T. v. N. I. 21c j. 1859. II. 1. 20674. Levensbijzonderheden van J. Penning Nieuwland, Generaal-Majoor, door N. N., dd. 's Hage 20 Maart 1855. 1'. v.N.I. 17c j. 1855. I. 267. 20675. Levensbijzonderheden van Mr. Pie-ter Boudewiju Peny, Rekenmeester ter kamer Middelburg van de O. I. O. Nederl. Jaarb, XIV. 1760 2. 1107. 20676. Levensbijzonderheden van P. J. B. dc Perez, vice-President van den Baad van Ned. Indië. Tijds. hid. T. L. V.-kunde, IX.. 3. S. III. I860. 22.). 20677. Johan Jacob Pórie,Generaal-Majoor bij hot leger in Ned. Indië. Levensschets. Hand. hid. Gen. IV. 1857. 299. 20678 Levensberigt van Jean Francois Galanp de la Pêrouse. ^ad. Lelt. 1801. 2. 202, 259. |
89
70Ö
20679. Levensbijzonderheden van Mr, P. E. van der Perre, Bewindhebber der O. I. Maatschappij. N. Nederl. Jaarb. XIX. 1784. 2. 1^15; XXI. 1786. 2. 873. 20680. Louis du Perron, Kolonel. Levensschets, ovcrgenomoD nit de N. Rolt,. Cour. van 13 Pebr. 1856. Uand. Ind. Oen. IV. 1857. 97. 20681. Levensbijzonderheden van Ghristi-aan Hendrik Persoon. leiterb. 1S30. II. 353. 20682. Levensbijzonderheden van E. S. J. Petit, Med. Doel. te Batavia. Letterb. 1817. I. 56. 20683. Levensschets van Ida Pfeiffer; door D-D. Vad. Lett. 1839. II. 101. 20681.. Portret van Ida Pfeiffer. C. O. A. Last. Steendr. v. P. Blommers tc 's Jlage. Leeskab. 1856. II. tegenover 161. 20685. Dood van den eerwaarden Dr. Philip in Zuid-Afrika. Ver. Chr. St. VI. 1852. 606. 20686. Levensbijzonderheden van den Kapitein Richard Philips, Resident en Kom-mandant te Makasser. T. v. N. I. 16e j. 1854. II. 172. 20687. Levensberigt van wijlen Mr. ü. F. W. Pietermaat; dooi II. 1. Severijn Hacsebroeck, dd. Batavia 2 Jumj 1849. Ind. Jrch. Ie j. 1819. 408. 20688. Mr Daniel Franjois Willem Pietermaat, Resident op Java. Levensschets. Hand. Ind. Gen. 11. 1855. 45. — Rcctilieatie van de levensschets van den Resident Pietermaat, voorkomende in dc Hand. en Geseiir. Ind. Gen. lie j. 1855, le aü. T. v. N. /. 17e j. 1855. I. 335. 20689. Levensbijzonderheden van Mr. ü. P. W. Pietermaat. Meded. Zend. Ge/.. VII1. ' 1864. 204 Noot. 20690. Portret van Mr. D. E. W. Pietermaat, met facsimile zijner handteekeniiig. Kon lith. van C. W. Mieling. v. Hoèvell, lieis, II. 1851. tegenover 116. 20691. Bijzonderheden nopens de betrekking en verhouding van Isaac de Pinto, tot de Engelsche O. I. C. 1763—1787. X. Nederl. Jaarb. XXU, 1787. 4. ■1326. |
20692. Levensschots van Petrus Plancius. Boekz. XV. 1722. 813. 20693. Levensbijzonderheden van Petrus Plancius, met geslachtswapen, en facsimile zijner handteekening. IPap, UeC gezantschap in 1602. Rott. 1862. 73. 20694. Levensbijzonderheden van Mr. Joachim Baron van Plettenberg, Oud-Gouverneur en Directeur van do Kaap dc Goede Hoop, Oud-Raad extraordinair an N. 1. N. Sederl. Jaarb. \XVI1I 179.). 2. la 19. 20695. Levensbijzonderheden van N. Fluim Mcntz, Predikant in N. Indiö. Medegedeeld door Theo phi lus. Tijds. Chr. Leven N. I. le j. 1855. I. 22'J. '20696. Levensschets van den Kolonel der infanterie Thcodorus Poland. T. v. N. l. 20e j. 1858. I. 35h. 20697. Thcodorus Poland, Kolonel bij het leger in Ned. Indië. Levensschets. Hand. Ind. Oen. VU. 1860. 77. 20698. Mr. Rogier Gerard van Polanen, benoemd Raad van Ned. Indië. Levensschets. Overgenomen uit de Jav. Cour. J Junij 1834. Hand. Ind. Gen. VII. 1860. 62. 20699. Iets, rakende Jonkheer Rogier Gerard van Polanen. Uit do New-York Evening Post, No. 969 , van 16 Sept. 1833. ^ad. Lett. 183 !■. 11. 116. 20700. Lcvensbyzondcrheden van Joh. Isac. Pontanus. Letter. Hist. 11. Amst. 1763. 863 Noot, 868 Noot. 20701. Bijzonderheden nopens den dood van de zendeling-zuster, Julie Poter in China. Per. dir. St. IX. 1855. 347. 20702. Levensschets van Hebelius Potter, Predikant te Soerabaya, enz. Letterb. IS24. II. 273. 20703. Levensschets van Hebelius Potter, Predikant te Soerabaya. Hoekz. October 1824. 543. 20701. Levensbijzonderheden van H. Potter, beroepen Predikant naar de Kaap de Goede Hoop. II. l ad. Bibl. 1807. 1 St. 150; 1808. 1 st. 4; 1S09. 1 st. 226; IS 10. 1 st. 130, 731, (,96, 729. Lett. Mag. 1814. 1 st. 421; 1816. 1 st. 546; 1818. 1 st, 561; 1S20. 1 st. 5CS. |
LEVENSBESCHRIJVINGEN ; Pe. — Ra.
707
20705. Levensl)ijzondorlicdon van Bonifa-cius Mattliias Pous, Bewindhebber van de O. I Maatschappij ter kamer Zeeland. N. Nederl. Janrb. XX. 1785. I. 858. 170(1. Cliristiaan Frederik Eduard Prae-toriua. Directeur der kultures op Java. Levensschets. Hand. Ind. Gen. II. 1855. 51. 20707. Herinnering aan een vroeger gestorven Indischen krijgsmakker P. T. Prager. Milit. Speet. 3 S, 111. 185S. 88. ^0708 Bcoordeeling door L. van het portret van Prawiro-Dirdjo, voorkomende in: «F. V. A. de Stuers, gedenkschrift van den ooricn; op Java, vertaald door H. M. Lange. Amsl. 1817.quot; Vad. Lelt. Ibl9, I. 526. 20709. Levensbijzonderheden van Predi-ger. Res. te Mampawn. Z7cth, Borneo's iV. Afd. 11. Z. B. 1850, 70 Noot. 20710. Andries Wilhelmus Jacobus Pre-torius, de held van Zuid-Afrika, door G. Lauts. fad. Lelt 1854. 11. 2(55. 20711. Levensbijzonderheden van Mr. Adriaen Prins, Bewindhebber der O. I. C. ter' kamer Rotterdam. A'. Nederl. Jaarb. XV. 1780. I. 287. 207! i. Levensbijzonderliedcn van Nicolaes Prins, Gouverneur over de forten Nassau en Beigica op Banda. van Dijk, Zes jaren. Arast. 1858. 16, 75. 20713. Levensbijzonderheden van Mr. Theodore Lambert 1'rins, Hoofdparticipant der Gener. Gcoctr U. 1. Comp a. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 470. 20714. Levensbijzonderheden van -lames Prinsep, Secretaris der Aziatische Maatschappij van Bengalen enz. LeUerb. 1840. II. . Ie'. 20715. De Indiaansche Fakir of Heilige, Purrum Soatuntre genaamd. Zijne levensbeschrijving volgens den zendeling Duncan. Irad. Lett. 1821. 2. 716. 207 ■ 6. De Indiaansche Fakir, Purrum Soatuntre, te Benares 1/9.'. Levensbeschrijving volgens mededeeling van den Britsehen zendeling Duncan. Hoeh. Oct. 1821. 435. 2ii717. Levensschets van Mr. Samuel van de Putte, vermaard reiziger in de Oostersche landen. Medegedeeld volgens brief, dd. Batavia 30 September 1745. Uur. Mercurim, LVII. 1746. II. 152. |
20718. Samuel van de Putte. Levensschets van dezen reiziger, 1718—1745. Ree. 0. d. Ree. 1848. Meng. 360. 20719. Mededeeling omtrent den landrei-ziger Samuel van de Putte, geboren te Vlis-siugen in 1690, overleden te Batavia 27 September 1745; door Mr. S. de Wind. Arch. /j. Oen. I. 1856. 21. 20720. Levensbijzonderheden van Jhr. Mr. J. R. W. Uuarles van Uflord. Boekz. Oct. 1838. 483. 20721. Mathijs Hendricksz Quast voor üoa 16U, door P. A. Leupe Overzigtvan zijn leven, en beschrijving van zijn laatste togt, waarbij als bijlagen zijn opgenoiuen zijn instructie, dd. 11 Julij 1641, zijn rapport aan de Gecommitteerden, dd. 21 Sept. 16 H. Bijdr. Ind. '1'. L. -kunde, N. S. 11. 313. R. 20722. Antoine Theodore Raafl, Luit. Kol. cn Resident van Padang. Levensschets. Hand. Ind. Oen. II. Ib55. 255. 20723. Gerrit van Raalton, Administrateur cn Teekenaar der Commissie voor het natnurkundig onderzoek in Aed. Indië. Levensschets. Hani. Ind. Oen. V. 1858. 88. 20721. Bijzonderheden nopens het ongeluk in April 182? aan het Lid der Natuurkundige ( otnmissic in Ned. Indiü, G. van Raalten overkomen niet een rhinoceros op Java, alsmede de jagt op zoo'n dier. Letterb. 1827. II. 257. Hand. Ind. Gen. V. 18,.8. 88. 20725. Levensbijzonderheden van G. van Raalten, Lid der Natuurk. Commissie van Ned. Indië. LeUerb. 1829. II. 321; 1837. 11.146. '0726. Levensschets van Ezechiel Rabby, tc Cochiin, volgens mededeelingen van A. Moens, Gouverneur cn Directeur dor kust van Malabar; door A. 's Gravezande. Perk. '/j. Oen. VI, 1778. 063. 20727. Raden Saleh. Levensschets. Met portret. T. v. N. I. 13c j. 1851, II. 274. -- |
708
Lcvcusbijzondorheden. Aid. 1 te j. 1S52. I. 82. 207^8. Levensschets van Radon Salch Sarif Jiastaraan. T. v. jV. I. ae j. Batavia 1846. 1 d. 276. 20729. Levensbijzonderhoden vau Kaden Saleli. NeU, lümstsp. 1c j. ISló. 128. — Vertaald overgenomen in Mir. d. Arts. I. 1845. 64. 20730. Portret van Raden Saloh. Mot facsimile. Konl. lith. v. C. W. Mieling. T. v. N. I. 13r, j. 1851. II. tegenover 274. 20731. Levensbij zonderheden van Mr. Daniël Radermaoher, Bewindhebber van de O. I. Corap. ter Kamer van Zeeland Sederl. Jaarb. XVII. 1763. I. 263; XII 1777. 2. 1007; XXI. 1786. 3. 666. 20732. Levensschets van Mr. Jacob Oor-nelis Mattliens Hadermaeher. 7' v. N. I. 18o j. 1856. II. 161. 20733. Mr. Jacob Oornelis Mattliens Radermaeher, Raad van Nederlandseh Indie. Levensschets. Hand. hul. ffê». II. 1855. 337. 20734. Mr. Jacob Cornelis Mattliens Ra-dermaobor. Uit de archieven der voormalige Oost Indische Compagnie, door P. A. Lenpe. Levensschets. Tijds. 1ml. T, L. I''.kunde, VIII. 3 S. II. 1859. 75. 20735. Levensbijzonderheden van Jacob Cornelis Mattliens Radermaeher, medegedeeld door J. Ha ge man J.Czn. Tijds. hul. T. L. y.kunde, IX. 3 8. III. 1860. 416. 207ii6. Levensbijzonderheden van den Vico-Admiraal Mr. Jacob Cornelis Mattliens Radermaeher, gewoon Raad van Neêrlands Indië. N. Nederl. Jaarb. XlII. 1778. 2. /62; XIX. 1781.. 1. 990. 20737. Levensbijzonderheden van Samuel Radermaeher, Bewindhebber van de U. 1. Coinp. tor Kamer van Zeeland. Nederl. Jaarb. XV. 1761. 2. 1177. 20''88. liijzonderlieden betrell'ende Sir Thomas Stamford Rallies, Lnit.-Gouv. van Java, Benkoolen enz. Levensbesehrijving. Oosterling, I. 1835, 1, 140. 20739. Persoons- en karakterbeschrijving van ï. S. Raffles en van zijne vrouw, door ü. N. overgenomen uil het werk: //tlikajat |
Abdallah in 1843 voltooid en in 1849 te Singapore golithographeerd. T. v. N. 1. 16e j. 1854. I. 78, 81, 297. -'0740, Levensbijzonderheden van T. S. Raffles; medegedeeld door Dr. W. R. van llorvell. T. v. N. I. 2e j. 2 d. Batavia 1839. 66. 20741. Levensbijzonderheden van Sir Thomas Stamford Kaffles. 1828.1.49. 20742. Levensbyzondcrheden van Th. St. Rallies, medegedeeld door Dr. C. L Blume. lui. Bij, I. 1843. '04, Noot. 20743, Oordeel van Dr. H. C. Millies over ï S. Raffles, vooral met betrekking tot zijne handelingen op Sumatra, II. C. Millies, de Munten, Amst. 1852, 14. — Overgenomen in T. v. N. I. llie j. 1854. 1. Iii6. — Verdediging, door l)r. 11. C. Millies, dd. Haarlem 14 Pebruarij 1843, van do vor-diensteu van T. S. Raffles, en gerigt tegen Dr. P. P. Roorda van Eysiuga. heller It. 1843, I, 134. 20744, Karakterbeschrijving van Th, St. Rallies. Levysiohn Morman, Br. lleersch. 's llago 1857. 45, 20745 Albert Jan Leonard Ram, President van de factorij dor Nederlandsche Handelmaatschappij to Batavia. Levensschets. Hand. ir.d. Oen VI. 18/J. 385. 2 716. Joannes Rambaldo, Kapitein ter zee. Levensschets. Oveigcuoinen uit dc Indiër van 10 en 21 Nov. 1855. Hand. Ind. Gen. III. 1856. 366. 207'! 7 Levensschets van Rajah Rammo-hun Roy. Ree. u. d. Uec. X.VVIII. lt)35. Meng. 91. 20748. Levensschets van Rammohun-Roy. Mot portret. Oosterling, III. 1837. 141. — Portret van Raimnohun-Roy Mot facsimile zijner liaudteekeuing. Stcendr. van U. J. Backer. Aid. tegenover 141. 20749. Kort lovensberigt van don Uoun-schon Taalkenner R. C. Rask lelterb. 1833. II, 166. 20750. Levensbijzonderheden van R. C. Rask, Hoogleeraar det letterkunde en tweede bibliotbekaris bij de Universiteit te Koppenhagen, medegedeeld door M. Sic gen beek. I Letterk. lland. 1833. 25. |
LEVENSBESCHRIJVINGEN ; Ka. — lie.
709
20751. Korte schets van hot leven en don gelemleu arbeid des overledenen Abts ti. T. Ilaynal. Letterb. VI. 1790. 155. 20752. Levensbijzouderhcden van Raynal. Maandel. Ned. Mtrcurius, LXXVI. 1790. !o5. 20/53. Levensbeselirijving van Laurens Reaelj Gouverneur Generaal van Ned. Indic. 1610—IBIS, Met portret en afbeelding van zijn familiewapen. T. v. .V. I. 5e j. 2 d. Batavia 1843. 139. Melvill, Moniteur. 1.203. 2075'1. Bescbrijving van bet leven van don opperlandvoogd tan Ned. lndi'; Laurens Roael, niet portret en familiewapen. Kalcn-tijn, IV. St. I. 268; üu iïois, La Haye 1703. 28; üist. Beschr. Ren. XX. 1765. 28. 20755. Redevoering over do verdiensten en lotgevallen van Laurens Hcael. Uitgesproken in de Maatsehappij Folix Meritis te Amsterdam in 1810. Scheltevw, Mengclw. 1. 2e st. 1S17. 57. 20756. Levensbijzouderbeden van Laurens Reael, üouv. Gen. van Ned. Indië, niet ge-slacbtswapen en facsimile zijner bandtocki'-uing. ttap, Hel yezantschap in 1002. Kott. 1862. 63. 20757. Laurens Reael, Gouverneur Gene-raal van Neêrlauds indië, in zijne verdiensten als dieliter beschouwd, door W. R. van Hoëvell. T. v. N. 1. Ie j. J d. Batavia 1S3S. 103. 2ü758. Nog iets over Laurens Reael, door P. Mz. dd. Batavia 7 Mei 18 i8. T. v. N. I. Ie j. 1 d. Batavia 1838. 20'!. 20759. Dood van den zendeling J. Read in Zuid-Afrika. / ar. Chr. St. Vil. 1853.401. 20760. Dood van den zendeling M. Read in Zuid-Ai'rika. /'er. dir. SI. Vlll. 1854. 553. 20761. Levensbijzonderheden van Mat-theus Rees, Bewindhebber der ü. 1. Comp. ter kamer van Rotterdam. N. Nederl. Jactrh. XX. 1785. 2. 1505. 20762. Levensbijzonderheden van Mat-theus Rees, Bewindhebber der ü. 1. Comp. ter kamer Rotterdam. Maandel. Ned. Mer-curius, L1X. 1585. 170. i07ó3. Levensbijzonderheden van B. van |
Rees, Lid van de Commissie der Protes-tantscbe Kerken in Ned. Oost- en West. Indië. Boekz. Mei 1825. 02^, 748. ■20764. Levensbijzonderheden van P. van Rees. '/'. v. N. I. 1865. N. S. 'ie j 11.157. 20765. Beschrijving van een pronkvaas door eenige leden van den baudelsstand, en van een beker door de Vrijmetselaarsloge, te Batavia, aan den afgetreden Resident P. van Rees aangeboden bij geleircnheid van zijn vertrek naar Nederland. Letlcrh. 1855. 174, 175. 20766. Korte levensbeselirijving van Mr. VV. a Brakel Reiger en van Mr. P. D. C. V. Arriens. Rcyt N. I. Ie j. XIX. 216, 218. 20767. Levensbijzonderheden van Jakob van Reigersberg, Bewindhebber van do O. I. Comp. ter kamer van Middelburg. Nederl. Jaarb. XVI. 1762. 2. 1381. 20768. Beschrijving van het leven van den Opperlandvoogd in Ned. Indië Karei Reinierszoon, met portret eu familiewapen. Valer,tijn, IV. St. 1. 297; üu Bois, Vies, La Ilaye 1763, 144; lli.il. Beschr. Reiz. XX. 1765. 159. 20769. Reinwardt's leven en werken, eeno bijdrage tot de geschiedenis der uatuur-kundigc wetenschappen, inzonderheid in betrekking tot. Nederlandsch Oost-lndië, en als inleiding tot de uitgave zijner reizen naar de Uosler-eilandcn van den ludiseben Archipel; door Dr. \\. H. de Vriese. Reinwardt's Reize Amst 1S58. 20570. Leveusbcrigt van C. G. C. Rein-wardt, rustend lid der Akadcmie; door W. Vrolik, Secret, der Akad. Verst. Kon. Ahad. d. Jf-'et. Nat. II. 1854. 214. 20; 71. Levensborigt van Casper Georg Carl Reinwardt; door J. Geel, dd. Mei 1854. Hand. Maatsch. Ned. Lett. 1854. 87. 20772. Casper George Carel Reinwardt, Hoogleeraar. Levensbeschrijving door Dr. P. .i. Veth. Gevolgd door oen opgave der daarvoor gebruikte bouwstoffen. Hand. Ind. Gen. 111. 1856. 18 ). IV. 1857- 113. 20773. Tekst van bet Lntijnsch opschrift ter cere van den Hoogleeraar C. G. C. Reinwardt op een olijfboom geplaatst inden Plantentuin te Gent; met bijzonderheden nopens de aanleiding. Letterb. 1822, 11.436, |
710
20774. Bij de terugkomst van den Hoogleeraar (3. (i. C. Reinwardt, uit de Indien, door Prof. Jan ten Brink, dd. Groningen 4 Nov. 182;?. Latijnsehe en Nederduitsclie dichtregelen. Lellerb. J822. II. 339. 20775. Levensbijzonderheden van den Hoogleeraar C. G. C Reinwardt; medegedeeld door Dr. W. R. van Hoeve 11. T. v N. I. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 74 20770. Levensbijzonderheden van C. G. C. Reinwardt. VaU. Mag. 11. 1803. 817; HI. 1805. 185. 20777. Levensbijzonderheden van den Hoogleeraar C. G. C. Reinwardt. Aslrea, I. 1851. 135. 20778. Levensbijzonderheden van den Hoogleeraar C. G. C. Reinwardt. Boekz. Febr. 18-23. 19fi; Mei 182* 579; Eebr. 18 43. 245. Lellerb. 1801.11.1, 409; 1802.1. 402. II; 6. 1803; II. 3; 1804. II. 2; 1805.1; 387. H. 15; 1809. I. 1.') i; 1810. I. 18; II. 309; 1812.11. 388; 1814. II. 179, 164; 1815. I. 50. II. 210; 1816. I. 99; 1818. 1.324; 1819. II. 406; 1820. I. 061. II. 178; 1823. I. 114, 290; II. 305; i827. I. 340; 1828. I. 296; 1832. I. 98. 11. 227; 1833. I. 114; 1834. I. 105, 186; 1835. I. 118; 1838 11. 323; 1811. I. 275; 1851. 1. 385; 1854. 73. — Berigt door J B. nopens het overlijden van den Hoogleeraar C. G. G. Reinwardt. Met naschrift van de Redaktie. y/W. 1854. 81. 20779. Latijnsehe diehlregelon aan C G. 0. Reinwardt; door den Hoogleeraar M. Siegenbeek, met vermelding der gelegenheid waarbij deze zijn uitgesproken. Letterb. 1823. I 306, 290. 20780. Pangeran Aria Reksa Negara, Regent van Tagal. Levenssehots, uit een door den oud-Raad van Indië, Mr H. G. Nahuys van Burgst, ingezonden stuk, dd. Burgst 22 September 1851, in het Dagblad „De Indiërquot; van 1 October 1851. Hand. Sf Ge chr. Ind. Gen. 5e j. 1855. 97. — Idem in het Fransch vertaald. L'.htrée, I. 1851.85. 20781. Levensbijzonderheden van Abel Rerausat, Med. Ur. Hoogleeraar in het Clii-ne.seh en Ïartaarsch-Mantsjoe bij hel Collége de Prance. Lellerb. 1832. I. 385. 20782. Levensschets van Joachim Ren-dorp, heer van Marquette; door J. W. te Water. Letterk. Hand. 1793. 5. |
20783. Levensbijzonderheden van Mr. Joachim Rendorp, heer van Marquette, Gecommitteerde wegens Holland en VVeslfries-land tot de zaken der ü. 1. Maatschappij. A'. Kederl. Jaarh. XXV11 1792.2 1345.— Bijzonderheden aangaande zijn karakter en letteroefeningen. Letterb. IX. 1793. 114. 207i'i4. Karakterschets van den Heer Mr. Joachim Rendorp, heer van Marquette, Burgemeester der stad Amsterdam, Gecommitteerde tot de zaken der O. I. Maatschappij, enz. Schouwb. v. in- en uitl. Lellerk. 1808. Meng. 4. 258. 20785. Korte levensbeschrijving van Jhr. Mr. W. P. Rendorp. liegt N. I. Se j. XV. 252. 20786. Levensschets van den Majoor James Rennel. Letterb. ISJIO. I. 337. 2078/ Overlijden op 25 January 1788 te Batavia van den onder-koopman Rosen. N. Neilerl. Jaarb. XXIV. 178'J. 1. '139. 20788. Levensberigt van C. J. O. Reu-vens, Hoogleeraar iu de bespiegelende wijsbegeerte en fraaije letteren, speciaal belast met het vak der Archacologie, te Leiden. Lellerb. 1835. 11. 09, 115, 131. 20789. Levensschets van C. J. G. Ilen-vens; door A, 11. 11. ü., dd, Leyden 15 Aug 1835. Mintrva, 1835—(i. Meng. It. 20790. Beschrijving van het leven van deu Opperlandvoogd van Ned. Indie, Gerrit Reyust. Met portret en familiewapen. Kulentijn, IV. St. 1. 166. Üu Bois, y 'ies, La Haye, 17(13. 25. Hist licschr. Reis. XX. 1765. 25 20701. Levensbeschrijving van Gerard Reynst, Gouverneur-Generaal van Ned. Indie, 1614—1615. Met portret en afbeelding van zijn familiewapen. '1. v. N. 1. 5e j. 2 d. Batavia 18 fó. p. 18(i; Melvill Moniteur, 1. 227. 20792. Levensbeschrijving van Gerard Reynst, Gouverneur van Neêrlandsch Indie. Overgenomen uit «Levensbeseh. v. Nederl. Mannen en Vrouwen, deel VII. Amst. 1780. Vad Lelt. 1780. II. 1. 400. 20793. Levensbijzonderheden van den Gouv.-Gcn. Gerrit Reynst, opgespoord in het Archief der voormalige Ned. 0 I. Gomp. van Dijk, Zen jaren. Amst. 1858. 63. Noot. |
LEVENSBESCHRIJVINGEN: He. — Hu.
711
20794. Lcvensbijzouderlicden van Gerard Reynst, Gouv.-Gcn. van Nod ludië niRt geslachtwapen on facsimile zijner handtcekening. Wap, 11 et gezantschap in 1602. Rott. 1862 207!)B. LevonsbijzonderlKdon van Dethard van Rheden, gewoon Raadsheer in den Raad van Noderlandsch lndi;. Neder I. Jaurb XiV. 171-0. 2. 620. 20796. Lovensbijzonderhoden van H. A. van Rheede, Commandeur van do Malabaar-sohe Kust, later Algemeen Commissaris op Negapatnam. Medegedeeld door A. 's Gra-vezande. k'erh. Z. Oen. VI. J77^. 557. 20797. Levensbijzonderheden van Henrik Adriaaa van Khedc, Bevelbebber van Malabar, door Prof A. W. von Schlegel. Medegedeeld door VV, R. van Hoëvell. T. v. N. 1. 4 j. 2, Batavia 1842. 586. 20798. Overlijden van Pieter Baron van Rheede van Oudshoorn tot Nederhorst, benoemd Gouverneur en Directeur van do Kaap de Goede Hoop. January 177■). A. Nederl. Jaarb. VHI. 1773. 2. 800. 20799. Levcnsbijzonderhedon van Pietor van Rheede van Ondshoorn, gecligcerd Goc-verneur en Directeur van de Kaap de Goede Hoop. MaandH. Nederl, Mercurius, XXXVI. 1774. 208; XXXV11. 1574. 2. 20S00. Levensbijzonderheden van J, M. van Rliyn, Tweede Resident aan het Hol'dos Keizers te Soerakarta, enz. Vad. Lelt. 1789. IV. 2 JÜ5. SOiOl. Levensbijzonderheden van Ds. L. J. van Rhyn, Inspecteur dor Ned. Eviing. Zending in Öost-Iiulië. liockz. Mei lh45. 64.), Oct. 1845. 5o8. Junij 1846. 736; Aug. 1849. 219; Sopt. 1849. 362. 363. Nov. 1849. 618. 20802. Levensbijzonderheden van L. J. van llhyn. N. Ree. 1861. Bookb. 141. 20803. Beschrijving van hot leven van den Üpperlandvoogd van Ned. Indi ■ Mr. Abraham van Riebeeok. Mot portret en familiewapen. Valenlijn, IV I. Du Bois Fies, La llaye 1763. 279;//1.?/ Besf/ir. Reis. XV. 176quot;). 315. 20804. Levensbijzondorl'.cden van .1- A van Rieboock. Medegedeeld door P. A. |
Loupe. Ilisl. Oen. Kron. VII. 1851. 4(13; IX. 1853. 400, 454. 2080,j. Lovensbijzonderhoden van Jere-mias vau Riemsdijk, Gouv. Gen. van N, Indië. N. Nederl. Jaarb. XIII. 1778. 2. 761. 20806. Overlijden van Jeremias van Riemsdijk, Gouv. Gen van N. Indiö. October 1777. N. Nederl. Jaarb. XIII. 1778. 1. 296, 620. 20807. Levensbijzonderheden van V, H. van Riemsdijk. Raad van Ned. Indië. T. v. N. I. 3e j. Batavia 184 1. 2 d. 395. 20s08. Levensbijzonderheden van W. V. H. van Riemsdijk, medegedeeld door den zendeling J. C. Supper, dd. Batavia 14 Febr. 1815. Honigbij Chr. IV. i8i7. i03. 2üi0!). Karei Jan Riesz, Generaal Majoor bij het leger in Ned. Indië. Levensschets. Hand. hid. Oen. III. 1856. 345. 20810. Karei Rietveld, Eerste Luit. bij het Nod. Ind. Leger. Levensschets. Milit. Speet. VII. 1839. 142. Overgenomen in /Iai,d. Ind. Oen. VII. IbOO. 85. 20811. Levensbijzonderheden van W. L. Ritter. Velh, Borneo's If. Afd. II. Z. B. 1856. 433. 20812. Levensschets van Z. Exc. den heer J. J Rociiussen, Minister van Staat, Gouv. Gen. van Ned. Indië; door Adriaan van Bevervoorde, dd. Mei 1845. Overgenomen uit het Tijdschrift ,Do Tijdquot;. T. v. N. I. 7e j. Batavia 1845. 3 d. 461 MelviU, Moniteur, I. 5. 20S1:. Levensbijzonderheden van J. J. Roohusson. Lellerh. 1829. 11. 50; 1841. II. 30, 217. 20814. Portret, van J. J. Rochussen, afgetreden Gouverneur Generaal van Neder-landsch Indië; met laosimile zijner handtee-kening. Bestuur, enz. Z. B. 1851. 2081,'). Korte levensschets van don ver-dionstolijkon op bet veld van eer sesnouvelden Luitenant Kolonel van het Oost, Indische leger Johan Jacob Roeps. Overgenomen uit do Javasche Courant van 4 Juli] 1840, No. 54. Milit. Sped. X. 1842. 32. |
712
20816. Johan Jacob Rocps, Luit. Kol. bij het N. Ind. Leger. Levensschets. Hand. Jnri. Gen. 1. 1S54. 372. 20817. Levensbijzonderheden van Abraham Roger lus, Predikant in Indië; door Prof. A. W. von Schlegel. Medegedeeld door Dr. W. R. van Hocvcll. T. v. N. /.4ej. 2 d. Batavia 18'i!2. 570. 20818. Portret van Arent Roggeveen. Overl. te Middelburg, in 1070. Naar zijn portret op den titel van het eerste deel van het Brandende Veen Amsterdam, l)ij P. Goos (1075) lol J. Koole sc. Lith. Koole amp; Roest, Middelburg. -V Werken van hel Zeeuwsch Gen. do' IVetensoh. 1 d. 3 st. Middelburg 1838. tegenover bl. XII. 20819. Levensberigt van den Nederland-sehiin reiziger Mr. Jacob Roggeveen, door Mr. S. d e W i n d. N. Werken van hel Zeeuwsch Gen. der Wetensch. 1 d. 3 st. Middelburg 1838. 1. —Aanvitlliug van dit levensberigt, door P A. van Rappard, dd. 's Hage 10 April 1^39. Letterb. 1839. I. 258 208'20. Mededeeling van ecnige nog onbekende bijzonderlieden aangaande Mr. J acob Roggeveen, inzonderheid met betrekking tot zijne godsdienstige denkwijze. Pene bijdrage tot de geschiedenis van het godsdienstig separatisme in Nederland; door J. Borsius, Theol. Doet. cu Predikant te Middelburg. Kist en Raj/uurds, Ned. Arch. I. 1841. 205. — Naschrilt tot de Verhandeling over Mr. Jacob Roggeveen, door J. Borsius, AU. 11. 1842. 42b. 20821. Geslachtlijst van Roggeveen. N. Werken van het Zeeuwsch Gen. der Welensch. I d. 3 st. Middelburg 1838. 1. 20822. Pacaiinile dor handteekening van Mr. Jacob Roggeveen, dd. 8 Junij J728. N. Werken van het Zeeuwsch Gen. der Welensch. I d 3 st. Middelburg 1838. tegenover hl. XXVII. 20823. Overlijden op 17 Januarij 1788 te Batavia van G. Roclii, Resident van Japara. N. Nedcd. Jaarh. XXIV. 1789. 1. 439. 20824. Lofspraak van Dr. W. R. van lloëvell op de Indische taalstudiën van Prof. Taco Roorda. T. v. N. I. 4e j. 2 d. Batavia 1842. 604. |
20825. Levensbljronderheden van ï. Roorda, Hoogleeraar enz, Letlerb. 1828. I. 276; 1833. 1. 371; 1834. 11, 2. 273; 1S35. II. 222; 1840. 11. 50; 1841. 1. 219; 1842. 11. 322, 369; 1843. 1. 68; II. 92, 107; 1855. 70. Boekt. Pebr, 1823. 196; Junij 1825. 743. 20826. Levensbijzonderheden van Dr, T. Roorda. Ree. o. d. Ree. XV1I1. 1825. iioekb. 154, 164; Lett. May. 1835. 1 st. 503; Alq. Lelt. Muandsch. Xlll. 1829. Boekb. 33. 20827. Levensberigt van Ui. Philippus Pieter Roorda van Eysinga; door Lr. J. J. P. Wap, dd. Utrecht- '2, Üecember 1856, Hand. Maatsch. A'ed. Lett. Ib55. 9. 20828. Dr. Philippus Pieter Roorda van Eysinga, Levensschets. Hand. Ind. Gen. VI. 1859. 402. 208 .9. Levensbijzonderheden van Dr. P. P. Roorda van Eysinga. letterh. I83j. 11. 386; 1836. 11. 14. 20830. Levensbijzonderheden van P. ,P. Roorda van Eysinga, Indisch ambtenaar. Lett. May. 1832. 1 st. 541; 1833. 1 st. 198; 1834. 1 st. 206. 20831. Levensbijzonderheden van P. P. Roorda van Eysinga. Minerva, 1835—36. Akad. nieuws 09. 20832. Levensbijzonderheden van S. Roorda van Eysinga, Predikant, Boekz. Sept. 1829. 420. 20S33. Levensbijtonderheden van Johannes Matthias Ros, Directeur van Bengalen. N. Nederl. Jaarb. XIII. 1778. 2. 762; Letterb. III. 1789. 61. 20834. Levensbijzonderheden van Chris-tiaan Rose, Oud-Commandeur van Jallana-patnam. N. Nederl. Jaarh. XV. 1780.1. 490. 20835. Lovensbijzonderhedcn van Mr. Simon Hendrik Rose, Raad extra-ordinair van Ned. Indië. Letterb. 1S02. I. 332. 20836. Levensbijzonderheden van Johan ïheodoor Ross, Secretaris van het Batav. Gen. v. K. amp; W., Predikant enz. Letterb. 1824. 11. 145. |
LEVEN SBE8CH11IJVINGEN : Ro. — Sa.
713
20837. John Ross. Afteekening ecner karikatuur van dezen reiziger, met vertaling van het daarbijgevoegde artikel, in het /'Eraser's Magazine No. XLIX voor January 1834.quot; Leeskab. 1834. 1. tegenover 211. 20138. Levensbijzonderheden van Prof. Ross te Batavia. Boekz. Nov. 1820. 472. 20139. Levensbijzonderheden van van Rossem, Predikant in Ned. Oost-Indië. Boekz. Oct. 1849. 476, 498. 20840. Levensbijzonderheden van O. A. Roulet, Predikant bij de Maleisehe gemeente te Batavia. Boekz. Maart 1834. 414. 20841. Levensbijzonderheden van Roxburgh, kruidkundige op de kust van Coro-mandel. Letterb. 1814. II. 33. 20S42. Levensbijzonderheden van Gerard de Roy. Wap, Het gezantschap in 1602. Rott. 1S62. 58. 20843. Levensschets van C. L. lludon, zendeling. ». Rhjn, Reis Ind, Arch. Rott . 1851. 447 Noot. 20844. Levensbijzonderheden van Geor-gius Everhardus Rumphius; medegedeeld door Dr. W. R. van Hoëveil. T. v. N. 1. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 21, 22, 25. — Zie ook : J. Olivier Jz., Reizen in den Molukschen Archipel, enz. dl. 1. Amst, 1834. 142. 20S45. Oprichting van een monument te Amboina, ter eere van G. E. Rumphius door den Gouv. Gen. G. A. G. P. van der Ca-pellen. T. v. N. I. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 30, 628. Muller, Reizen, Amst. Is57. II. 43, 73. Zie ook : J. Olivier Jz., Reizen in den Molukschen Archipel, enz. dl. I. Amst. 1834. 141. — ïekst van het Latijnschc opschrift op dit Monument gesteld, en vertaling. T. v. N. I. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 30 Noot. Letterl). 1829. 1. 370 Noot. Muller, Reizen, Amst. 1857. II. 44. — Portret van G. E. Rumphius, alsmede afbeelding van het monument, onder den titel: »G. E. Rumphii sepulcrum in ipsius horto Ambonae instau-ratumquot;. Van Oort del. Imp. do Simonau. Lauters lith. Zie Rumphia, scripsit C. L. Blume II. Lugduni-Batavorum. 1836. 20846. Het leven van Jonkheer Hendrik Alexander Ruysch, vice-Admiraal, beschreven door Q. M. R. Ver-Hue 11, Kapitein ter zee. Tindal Sr Swart, Verh. N. V, II. 1841. 257. |
— Jonkheer Hendrik Alexander Ruysch, vice-Admiraal 1767—1839. Zakelijke mede-deeling van bovengenoemd levensberigt. Hand, Ind. Gen. VII. 1860. 319. 20847. Levensbericht van Julius Constan-tijn Rijk; door D. J. V ee gen s, dd. Amsterdam 12 Aug. 1854. Hand. Maatsch. Ned. Lett. 1854. 114. 20848. Julius Constantijn Rijk; door P, M. N. Letterb. 1854. 176, 182. 20849. Julius Constantinus Rijk. Levensschets. Hand. Ind. Gen. 1. 1851. 138. 20850. Biographic van den viee-Adiniraal Rijk, handelende ook over de diensten in O. I. en zijne hydrographische bemoeijingen aldaar. Mdvill, Mom leur, 1848/1849. 80, 120. 20851. Levensberigt van Jacob Cornelis van Rijneveld; door W. J. K noop, dd. Breda 10 Jan. 1852. Hand. Maatsch. v. Ned. Lett. 1852. 9. 20852. De kolonel J. C. van Rijneveld. Hulde aan zijne verdiensten als Hoofdrednk-teur van den Militaire Spectator, door de Redactie; gevolgd door een levensschets, dd. Vlissingen Dcc. 1851. Mi lit. Speet. 2 S. IV. 1852. 267, 273. 20S53. Mededeeling, dd. Eraneker, 6 Julij 1805, door H. W. Tydeman, Prof. Jur. van levensbijzonderheden van W. S. van Rijneveld, oud-flskaal aan de Kaap de Goede Hoop. Schouwh. v. in- en uitl. Letterk. 1805. Meng. 3. 53. 20854. Levensbijzonderheden van Isaac Rijnst, Raad extra ordinair van Ned. India. Maandel. Ned. Mercurius, XL. 1776. 1. S. 20855. Herman Johan August Sack, President der Algemeene Rekenkamer van Ned. Indië. Uit de Jav. Courant v. 20 Sept. 1834. Levensschets. Hand. Ind. Gen. VIL 1860. 76. 20856. Florentia Lady Sale. Levensschets. Keur v. Meng. 1854. S55. 20857. Adriaan Mauritius Thcodorus Baron de Salis, Raad van Ned. Indië. Levensschets. Hand. Ind. Gen. II. 1855. 252. _ Rectificatie. Aid. 405. |
90
714
20858. Jean Bapliste Raron de Salis, Resident op Java. Levensschets. Hand. Ind. Gen. II. 1855. 79. 20859. Iets wegens den Esquimaux John Sauheous, als tolk gevoegd geweest bij den zeetogt der schepen Isabella en Alexander, in het jaar 1818, tot het doen van ontdekkingen in dc Noordpoollanden. Getrokken uit de Quarterly Review, 1819. No. XL1. .Levensschets, btar, I. 1819. Iü52. 208(50. Levensbijzonderheden van Radhen Tocmmengoeng Sastro Negoro. Medegedeeld door Lr. D. L. Mounier T. v. N. 1. 5e j. 2e d. Batavia 1813. 241 Noot. 208G1. Overlijden van Mr. Jan Sautijn, Bewindhebber der O. I. C., May 1750. Ne-derl. Jaurh. IV. 1750. 1. 719. 20862. Levensbijzonderheden van Mr. Willem Sautijn, Bewindhebber van dc O. I. C. ter kamer Amsterdam. Lcvensleschr. v. her. en gel. Mam. IV. 1731. 525. 90863. Levensbijzonderheden van Mr. Card Saxe, Raad ordinair in den Raad van Justitie en pro interim Advokaat Fiskaal van Ncd. Indii'. N. Nederl. Jaurb XXX. 1795. 4. 3142. Leiterl. VII. 1791. 204; III. 1795. 178. 20864. Z. D. H. de Hertog Karei Bern-hard van Saxen-Wcimar-Eisenach; door H. M. P. Landolt, dd. 20 Aug. 1H62. Levensschets. Mil it. Sjicct. 3 S. VII. 1S62. 507. 20865. De Hertog Bomhard van Saxen-Wciinar-Eisenach; door O. Met Portret. Zijn lof en zijn aftreding als Komninndant van het Ned. Ind. Leger betreurd, en hulde aan hem. T. v. N. I. 15c j. 185 !. 11.411. 20866. Portret van den Hertog i't rnhard van Saxen-Weimar-Eisenach. Mei facsimile. C. C. A. Last del. Steendr. van P. Blom-mers te 's Hage. T. v. li. 1. 15c j. 1S5.J. II. tegenover 411. 20867. Over dc verdiensten van den Chirurgijn Majoor der Ned. Marine Scelet, bij dc lijkopeningen van aan cholera-morbus gestorvenen op Java. I'ad. Lett. 1824. II. 660 Noot. 20868. Overlijden van Nicolaes van Si'haeck, Opper-Bevelhebber van de O. I. C. |
ter kamer Enkhuizen. Juny 1778. N. Nederl. Jaarb. XIII. 1778. 1. 731. 20869. Levensbijzonderheden van Mr. Joan Allard Behagen, Bewindhebber van de 0. I. C. ter kamer Hoorn. N. Nederl. Jaarb. III. 176S. 1. 768. 20870. Levensbijzonderheden van Mr. Picter Schagen, Bewindhebber der O. I. C. ter kamer Hooru. N. Nederl. Jaarb. XXVI. 1791. 1. 824. 20871. Levensbijzonderheden van Mr. Elias Schellinger, Bewindhebber van de O. 1. Maatschappij ter kamer Amsterdam. N. Nederl. Jaarb. VIL 1772. 2. 1179. 20S72. Levensbijzonderheden van Paulus Schepers, Hoofd-Partieipant van de O. I. C. ter kamer Rotterdam. Nederl. Jaarb. XI. 1757. 1. 361. 20873. Overlijden van Jan Scherenberg, Bewindhebber der O. I. C. ter kamer Amsterdam. Jan. 1753. Nederl. Jaarb.VYl.VJfö. 1. 65. 20874. Levenbijzonderheden van Hendrik Herman Schiff, Predikant te Samarang. Boekz. Jau. 1845. 122. 20875. Ernst August Schill, ambtenaar in Ned. Indii'; door Jhr. J. P. Cornets de Groot. Levensschets. Hand. Ind. Gen. V. 1858. 44. 20S76. Levensbijzonderheden van Jeremias Schill, oud-Hoofdambtenaar; benevens opgave zijner necrologie, geplaatst in de Javabode van 20 Oct. 1852 No. 21. Nat. Tijds. N. I. IV. N. S. I. 1853. 20. 20877. Levensschets van August Wilhelm von Schlegel. Letterb. 1845. 11. 33. 20878. Levensbeschrijving van G. Schmidt, eerste zendeling, onder de Hottentotten, in 1737. Berichten Missions-Socieleit te Zeist. 1798. No. 2; fad. Lett. 1799. 1. 17. 20879. Jonkheer Johan George Otto Stuart von Schmidt auf Altenstadt. Levensschets. Hand. Ind. Gen. XII. 1860. 57. 20880. Levensbijzonderheden nopens den dood van J. Schneider, Goszncrsch zendeling. Fer. Chr. St. X. 1856. 192. |
LEYENSBESCHRIJVTNGEN : Sa — Se.
715
20SS1. Overlijden van Jau Agquot;;e9 Scliol-ten, Heor van Aschat, Bewindiiebber van de Oost Indische Maatschappij ter kamer Amsterdam, Mei 1772. Ar. Aederl. Jaarb. Vil. 1772. I. 620. 20882. Levensberigt van Mr. C. J. Schol ten van Oud-Haarlem; door de Redactie. dd. Jan. 1850. Regt N. I. 1c j. II. 1S50. 447. 20883. Mr. Christiaau Jacobus Scholtcn van Oud-Haarlem, President van het Hoog Gerechtshof in Ned. Indië. Levensschets. Hand. Ind. Gen. IL 1855. 221. 20884. Levensbijzonderheden van Dide-rick Schoock, de jonge, Eiskaal van de Retourvloot des jaars 1755. Nederl. Jaarb. X. 1756. 2. 851, 1219 Noot. 20885. Overlijden van Joan Schooff, Bewindhebber der O. I. Comp. ter kamer Hoorn. Sept. 1754. Nederl. Jaarb. VIII. 1754. 2. 1128, 1397. 20886. Levensbijzonderheden van Daniël Steven Schorer, ïiewindhebber der O. I. Corap. ter kamer Zeeland. N. Nederl. Jaarh. XXV. 1790. 3. 2000. 20S87. Overlijden van Mr. Johan Guil-jelmus Schorer, Bewindhebbei der O, I. Compagnie voor de kamer Middelburg. April 1747. Nederl. Jaurb. I. 1747. 1. 266. 20888. Willem Korneliszoon Schouten, van Hooru; door J. P. Arend. Levensbeschrijving. /1 ilt;j. Lelt. Maandschr, VII. 1S23. Meng. 333. 20889. Bijzonderheden van Johannes Schroder, Gouv. van Ceylon, ordinaris-Kaad van Indii'. Uit Enkels-Kroon, lieschreibung. Letterb. V. 1796. 51. 20890. Overlijden van Mr. Willem van Schuilenburg, Bewindhebber der O. I. C. ter kamer Delft. Jan. 1745. Nederl. Jaarb. IX. 1755. 1. 128. 20891. Overlijden te Batavia op 18 April 1786 van D. E. G. W. A. van Schuier, Adjunct gezworene klerk van het Collegie van Heeren Schepenen. N. Nederl. Jaarb. XXI. 1786. 2. 1659. |
20892. Levensbijzonderheden van J. C. van Schuylenburgh, Secretaris der Padang-sche Bovenlanden ; door N. N., dd. Sumatra's Westkust, October 1859. T. v. N, 1. 22e j. 1860. I. 131. 20893. Levensberigt van H. W.Schwane-feld, oft. v. gez.; door Dr. P. Bleeker. Nat. Tijds. N. I. XIII. 3 S. III. 1857. 30. 20894. Levensberigt van Dr. C. A. L. M. Schwaner. Nat. Tijds. N. 1. 2c j. 1851. 189. — Gedeeltelijk overgenomen door Dr. J. Pijnappel Gz. Schmner, Borneo I. Amst. 1853. Voorrede. 20895. Levensschets van Dr. C. A. L. M. Schwaner, natuurkundige. Hand. Ind. Gen. Ie j. 1854. 154. — Aanr.eekeningen omtrent deze levensschets. Aid. 395. 20896. Levensbijzoaderheden van Dr. Cl A. L. M. Schwaner, T. v. N. I. 13ej. 1851. II. 19. 20897. Levensschets van den zendeling Christiaan Frederik Schwaitz. Olijftak, I, 1836. 328, 424. 20898. Levensbijzonderheden van Dr, Seetzen, reiziger in Afrika en in Azic. Vad. Lett. 1810. II, 240. 20899. Levensbijzonderheden van Dr. Eduard Selberg. Lelterb. Iti42. II. 369. 20900. Stamboom van het huis van Pan-geran Selebar (Benkoelen); door J. A. W. van üphuijsen. Maleische tekst. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde, XI. 4. S. II. 1862. tegenover 197. 20901. Levensbijzonderheden van Walter Senserf, Bewindhebber van de O. 1. Comp. ter kamer Rotterdam. Nederl. Jaarb. II. 1748. 2. 1158. 2U902. Overlijden van Walter Senserf, Bewindhebber der O. I. Comp. ter kamer Rotterdam. Aug. 1752. Nederl. Jaarb. VI, 1752. 2. 912. 2U903. Overlijden van Servacs Havart, Bewindhebber der O. 1. Comp. ter kamer op den Maze. Jan. 1767. N. Nederl. Jaarb. II. 1767. 1. 58. 20904. Levensbijzonderheden van Mr. Servacs van de Coppello, Med. Doet. en eerste |
tie
examinateur der Chirurgijns der O. I. Comp. ter kamer Zeeland. TV. Nederl. Jaarh. XI. 1776. 2. 903. 20905. Jan Isaak van Sevenhoven, Kaad van Ned. Indië. Levensschets. Hand. Ind. Oen. III. 18GG. 280. 20906. Levensschets, karakter- en persoonsbeschrijving van den Arabier Pangeran Seyid Hasan. Feth, Borne's W. Afd. II. Z. B. 1856. 186 20907. Dood van den zendeling Shan in Zuid'Afrika. Ver. Chr. St.- XII. 1858. 328. 20908. Levensbijzonderheden van J. Si-berg, Gouv. Gen. van Ned. Indië. T. v. N. /. 3e j. Batavia 1840. 2e d. 394. '20909. Levensbijzonderheden van Johannes Siberg, Raad ordinair van Ncd. Indië. N. Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 4. 3141. Lelterb. III. 1795. 91, 178. 20910. Siceama. Zie Hora. 20911. Levensbijzonderheden van Dr. Ph. Pr. von Siebold. Letlerh. 1831. I. 358, 375, 37(1} 1844. I. 193. 20012. Leveasbijzontlerheden van Jhr. P. F. von Siebold. Astrea, II. 1852. 67. 20913. Levensbijzonderheden van Ph. Fr. von Siebold. Medcdceling door L)r. Otto Mohnike. Oen. Tijds. iV. /. I. 1852. 213. 20914. Levensbijzonderheden van Mr. Q. J. Sieburgh, oud-President van den Raad van Justitie te Samarang. Letterb, 1856. 49. 20915. Levensschets van H. N. Sieburgh, kunstschilder op Java. De Kopiist, le j. Ie d. Batavia 1842. 380, 4S9, 078. — Idem door Dr. C. Leemans, dd. Museum van Oudheden, Leiden 1S46. Mede ter verbetering van bovenstaande schets. Letterb. 1846. II. 278, 2!J0, 306. — Hubertus Nicolaas Sieburgh, beoefenaar der Javaschc geschied- en oudheidkunde. Zijnde overname, met aanmerkingen, door N. N. van de bovengenoemde door Leemans. Hand. Ind. Gen. II. 1855. 267. 20916. Levensbijzonderheden van Pasqual dc Silva, proponent. Medegedeeld door J. O. Metzlar, Predikant, dd. Harlingen 14Junij 1802. N. Fad. Bihl. VI. 1802. 2 st. 412. |
20917. Levensbijzonderheden van Willem Silvester, Commandant van het Hollandsche esquadcr te Malakka, enz. Maandel. Ned. Mercurius, LXVI. 1789. 83. 20918. Tijding te Batavia op 3 Maart 1788 van het overlijden van Kapitein Silvester op Malakka. N. Nederl. Jaarb. XXIV. 1789. 1. 441. 20919. Overlijden van Mr. Pieter Six, Bewindhebber van de O. I. Comp. ter kamer Amsterdam. Nov. 1755. Nederl. Jaarb. IX. 1755. 2. 1114. 20920. Pangeran Sjarif Hamid al kadri. Uit dc Javabode Julij 1858. Levensschets. Hand. Ind. Gen. VII. 1860. 316. 20921. Levensbijzonderheden van Pangeran Sjèrif Hamid, zoon van den eersten Sultan van Pontianak. T. v. N. I. 13e j. 1851. I. 421. 20922. Levensbijzonderheden van Mr.Jan Baptista Slicher, Bewindhebber van de O. I. C. ter kamer Amsterdam. N. Nederl. Jaarb. 1. 1760. 1. 51. 20923. Lcvensbijzonderhedon van Mr. Da-mas van Slingeland, Bewindhebber der O. I. Comp. ter kamer Rotterdam. N. .\ederl, Jaarb. VI. 1771. 1. 640. 20924. Levensschets van Isaac Sluiter, Lid van de Commissie tot de zaken der Pro-testantsche kerken in Ned. Oost- en Wcst-ludië. lioekz. Junij 1836. 784. 20923. Levensschets van H. D.A.Smits, Luit. t. z. le kl. Nut. Tijds. N. I. IV. N. S. 1. 1853. 24. 20926. Levensbijzonderheden van H. D. A. Smits. Medegedeeld door Dr. P. Blee-ker. Nat. Tijds. N. I. V. N. II. 1853.251. 20027. Hendrik Dirk Arnoldus Smits, Luit. t. z. le kl. in Ned. Indië, door Jhr. J. P. Cornets de Groot. Levensschets, met beschrijving van liet op zijn graf geplaatste monument. Hand. Did. Oen. IV. 1857. 269. 20928. Bijzonderheden nopens de voorgenomen onthulling van het monument» voor wijlen H. D. A. Smits. Not. Nat. Vereen. 8 Nov. 1855. Nat. Tijds. N. 1. X. N. S. VII. 1856. 420. |
LEVENSBESCHRTJVINGEN : Se — Sp.
717
20929. Bijzonderhoden nopens de vervaardiging cn uitgave van het portret van H. D. A. Smits. Not. Nat. Vereen. '28 Maart 1855. Nat. Tijds. N. I. IX. N. S. VI. 1856. 139. 20930. Kort levensberigt van Mr. A. E. Smulders, laatst President van den llaad van Justitie te Samarang. Regt N. I. 7ej.XIIL 485. 20931. Levensbijzonderheden van Mr. Steven Matthijs Suouck Hurgronje, Bewindhebber van de O. I. Comp. ter kamer Zeeland. N. Nederl. Jnarb. XXIII. 1/88. 1. 389. 20932. Stamboom van Soelthan jang di Pertoean, veroveraar van Kotta Siantar, in Mandhéling; door T. J. Wilier. 1845, T.v. N. /. 8e j. Batavia 1840. 2e d. tegenover 417. 20933. Geschiedenis van Soerapati en van zijne standhouding in den Oosthoek van Java gedurende het laatst der XVIIe en het begin der XVIlIc eeuw; door J. F. G. Bruin und. Indiana, II, J854. 2J0. — Zie ook v. Doren, Fraym. II. !856. 308. 20934. Portret, van Panembahan Soeria-ning-rat van Simpang. ^cth, Borneo's IV. A/d. II. Z. B. 1850. 150. 20935. Portret van ^Pangerang Soeria Winata, Hoofd-Djaksa.quot; Steendr. P. W. v. d. Weijer. Utrecht, v. Rees, Bandjerm. Krijt), I. Arnh. 1805. tegenover 208. 20930. Overzigt van de afstamming van den Regent van Bczoeki, Kjai ailipatti Soe-rio Adiningrat, met mededeeling van levensbijzonderheden; door J. Hageman J.Cz., dd. Soerabaya Febr. 1804. T. v. N. I. 1865. N. S. 3e j. I. 445. 20937. Portret van Soeta Ono. Steendr. P. W. v. d. Weijer Utrecht, v. Hees, Bandjerm. Krijg, II. Arnh. 1805. tegenover 52. 20938. Overlijden van Thomas van Son, Bewindhebber der O. I. Comp. ter kamer Amsterdam. November 1774. N. Nederl. Jaarb. IX. 1774. 2. 1226. 20939. Levensbijzonderheden van Pierre Sonnerat, schrijver eeuer reis naar Oost-Tmlië. Lelierb. 1814. I. 339. 20940. De Luitenant-Kolonel F. J. Sorg; |
door van Kienseuot. Levensbeschrijving. mm. Speet. 2 S. III. 1851. 375. - Over-geuomen in Hand Ind. Oen. II. 1859. 179. 20941. De held van Pamangkat. Met portret. Huldo aan den Luit. Kon. F. J. Sorg. T. v. N. 1. 13e j. 1851. I. 67. — Zakelijke inhoud van deze hulde. Zie Milit. Speet. 2 Ser. III. 1851. 330. 20912. Portret van Frederic Jan Sorg, Luitenant Kolonel, kommanderende bet 13e bataillon Infanterie van het Oost-Indische leger. Kon. lith. v. C. VV. Mieling. T.v.N.l. 13e j. 1851. I. tegenover 67. 20943. Johannes Martinus Sorg, Kapitein bij het leger in Ned. Indië. Uit de Javaan-sehe Couranten van 1853. Levensschets. Uund. Ind. Gen. V. 1858. 95. 20914. Schipbreuk van Emanuel Sosa dc Sepulveda op de oostelijke kusten van Afrika; door W. A, Poeschman, dd. Arasterdam 1831. Verhaal van zijn dood. Philopaedion, X. 1831. 392. 20945. Johan Baptist Spanoghe. Resident van Timor. Levensschets. Hand. Ind. Uen. 11. 11555. 393. 2u940. Levensbijzonderheden van J. B. Spanoghe, medegedeeld door den Hoogleeraar C. L. BI urne. Lelierb. 1832. I. 3.)6. 21)947. Üverlijdeu van Jurgen van der Spar, ordinair Raad van Nederlandsch Indië, Batavia Febr. 1700. N. Nederl. Jaarb. I. 1766. 2. 867. 20948. Levensbijzonderheden van And. Sparmann. Lelierb. 1821. I. 65. 20949. Beschrijving van bet leven van den Opperlandvoogd van Ned. Indië, Jacques Specx. Met portret en familiewapen. /alenlijn, IV. St. 1. 287. Du Buis, Kies, la Haye, 1703. 1U0. Hint. liesc/ir. lieiz. XX, 1765. 108. 20950 Biographic du üouv. Gen. Jacques Specx, 1029—1032 et de Hendrick Brouwer, 1632—1635. Melvill, lloniteur, 1848/49. 287, 292. 20l,)51. Beschrijving van het leven van dcu Opperlandvoogd van Ned. Indië, Cornells Speelman. Met portret en familiewapen. |
718
Falenlijn, IV. SI.. I. 310. Du Bois, fies, la Have 1763. 235. Hist. Beschr. Reiz. XX. 1765. 263. 20952. Jan Carcl Josephus van Speyk, Luit. ter zee. Levensschets. Hand. Ind, Gen. V. 1858. 286. 20953. Levensbijzonderheden van Isaacus Spiljardus, Predikant in OosHndië. Boekz. XLVL 1738. 334. 20954. Levensschets van Sir George Leonard Staunton. Letterb. 1801, I. 209. 20955. Levensbijzonderheden van Mr. Reinier Erederik van Staveren, Bewindhebber der O. I. Comp. Boekz. CLXXXIX. 1809. 342. 20956. Levensbijzonderheden van Mr. Willem van Staveren, Opper-Boekhouder van de O. I. Comp. ter kamer Delft. N. Nederl. Jaarb. XXII. 1787. 2. 1584. 20957. Levensbijzonderheden van J. W. C. van Steeden, Predikant in Ned. Üost-In-die. Boekz. July 1850. 81. 20958. Levensbijzonderheden van Dr. Jacobus van der Steege. Letterb. V. 1790. 34, 52. 20959. Levensbijzonderheden van Dr. Pybo Steenstra, examinateur der zeeoflieieren van de O. I. Comp. te Amsterdam. N. Nederl. Jaarb. XXIII. 1788. 2. 1212, 20960. Overlijden van J. A. Steenweg, geheimschrijver van den Gouv. Gen. van Ned. Indie. N. Nederl. Jaarb. XVII. 1782. 2. 1283. 20961. Overlijden van Julius Valentijn Stein van Gollenesse, eerste Raad en Directeur-Generaal van JN'cd. Indië. Batavia 1755. Nederl. Jaarb. IX. 1755. 2. 836. 20963. Levensbijzonderheden van den kunstschilder Stephani, genaamd Zofani, in de Oost-Indiën overleden. Letterb. II. 1789. 129 20963. Overlijden te Batavia, op 14 Maart 1786, van P. Storle, keurmeester van het Beestiaal. N. Nederl. Jaarb. XXI. 1786. 2. 1658. 20964. Dood van den Superintendent der Gosznersche zendelingen, Sternberg in Hin-dostan, Ker, Ckr. St. XIX. 1865. 617. |
20965. Levensbijzonderheden van Hendrik van Stockum, eerste Raad en Directeur Generaal van Ned. Indië. Medegedeeld door Mr. P. Mij er. T. v. N. I. 3e j. Ie d. Batavia 1840. 260. 20966. Levensbijzonderheden van Hendrik van Stockum, Directeur .Generaal van Ned. Indië. N. Nederl. Jaarb. XXV. 1790. 2. 1547: XXIX. 1794. I. 72, 107. Letterb. V. 1790. 21, 147. 20967. Brief, van A. v. d. B. uit Batavia, 23 Juny 1786, over het onbehoorlijk gedrag van den Raad van Indie van Stockum. Karakterbeschrijving. Pol. Krwjer, IX. 1787. 590. 20968. Het sneuvelen van den Kapitein ter zee Stout. Uit de Bataviasche Courant van 12 Juny 1819 No. 21 medegedeeld door door P. Baron Melvill van Carnbée. Zijnde tekst der missive, dd. Batavia 6 Juny 1819 van den Schout bij Nacht, Komman-dant van Z. M. eskader in Oost-Indië C. J. Wolterbeek aan den Gouv. Gen., inhoudende bovengenoemd verhaal. Pilaar Sf Obreen, Tijds. VII. 1847. 107. 20969. Levensbijzonderheden van Mr. Abraham van Stralen, Bewindhebber van de O. 1. Comp, N. Nederl. Jaarb. XXV1I1. 1793. i. 1776. 20970. Overlijden van Erans van Stralen, oud-Bewindhebber der O. I. Comp. Maart Nederl, Jaarb. Vil. 1753. 1. 206. 20971. Levensbijzonderheden van Geor-gius Wijnandus Strommenger, Leeraar in de iMederduitsche gemeente te Batavia. Boekz. XLVI. 1738. 737. 20972. Verhandeling over den Nederland-schen reiziger Jan Jansen Struys; door Mr. C. A. Verslag zijner drie reizen, 161-8— 1673, alsmede wederlegging der beschuldigingen ten zijnen laste, Pukkel, II. 18:26. 91. 20973. Levensbijzonderheden van Jacob van Strijen, Bewindhebber der O. I. Comp. ter kamer Amsterdam enz. Nederl, Jaarb. X. 1756. 1. 566. 20974. Biographic van den Luit. Gen. Jhr. F. V. A. Ridder de Stuers, benoemd Kommandant van het Ned. O. I. leger; door W. 6. Kleinmann, dd. Java, 22 Deo. 1853. T. v. N. 1. 16e j. 1854. 1, 289. 20975. Levcnebijzonderheden van Jhi. P, |
LEVENSBESCHRIJVINGEN : Sp. — Te.
719
V. A. Ridder de Stucrs, Generaal Majoor; door N. N. dd. 's Hage 20 Maart 1855. T. v. N. I. 17e j. 1855. 1. 2G7. 20976. Levensbijzonderheden van F. V. A. de Stuers, Luit. Kon. bij het Ind. leger. Letlerh. 1834. II. 419; IS5S. II. 79; 1855. 381. 20977. Do Generaal Majoor Jhr. Hubert Ridder de Stuers; door A. W. P. W e i t z e 1. Levensbesohrijviug. Milit. Speet. 3 S. VII. 1862. 314, 259. 20978. Karakterbeschrijving van H. J. J. L. Ridder de Stuers; door Mr. J. H. ïobias. yeth, Borneo's If. Afd. II. Z. B. 1850. 115. 20979. Levensbijzonderheden van W. L. de Sturler, Majoor van het O. I. leeer. Letterb. 1851. II. 2. 20980. Levensbijzonderheden van J. C, Supper, gewoon Predikant bij de Inlandsebe gemeente te Batavia, lioekz. Aug. 1817. 244. 20981. Levensbij zonderheden van Jacob Swart. Leltcrb. 1839. I. 65. 20982. Levensbijzonderheden van Dr. C, Swaving. Nat. Tijds. N. I. XXV. 5 S. V. 1863. 397. 20983. Levensbijzonderheden van O. Swaving, Med. Dr. te Batavia. Letterb. 1852. 1. 402; 1855. 70. 20984. Levensbijzonderheden van Mr. Isaac Sweers, Bewindhebber der O. I. Cotnp. ter kamer Amsterdam. N. Nederl. Jaarb. XII. 1777. 1. 798. 20985. Levensbijzonderheden van Claes Jacobsz. Sijms, Bewindhebber van do ü. I. Coinp., met geslachtwapen en facsimile zijner handteekening. IPap, Het gezantschap iu 1602, Rott. 1862. 59. 20986. Overlijden van Louis Taillefert, extra-ordinaris Raad van Ned. Indië. Nov. 1766. N. Nederl. Jaarb. 11. 1767. 2. 1212. 20987. ïai-ping-wang, de Chinesche Pretendent Levensschets, Tijds. Chr. Leven N. /. 2e j. 1856. II. 107, |
20988. Tai-Ping-VVang, de Chinesche Tre-tendent. Levensschets. Maands. B. Chr. 1855. 476. 20989. Berigt nopens den togonwoordigen Koning dor Sandwich Eilanden. Karakterbeschrijving van Tamahama, volgens Young. H. /ad. Bibl. 1806. 2 st. 538. 20990. De Keizer van China. Karakterbeschrijving van Tao Kwang. Overgenomen uit //the Canton Registerquot;, ftec. o. d. Ree. XXXII. 1839. Meng. 184. 20991. Tao-Kwang, Keizer van China. Levensschets. N. Keur v. Meng. 1841. 23. 20992. Portret van Tao Kwang, Keizer van China, overleden te Peking, 25 Pebr. 1850. E. Verveer. W. H. Stam. Tijdsp. 1850. II. tegenover 80. 20993. Portret van „de gids Taras.quot; Steendr. P. W. v. d. Weijer, Utrecht, v. Rees, liandjerm. Krijg. 1, Arnh. 1865, tegenover 2U8. 20994. Levensbijzonderheden van Abel Tasman, van. Dijk, Ned. Belrekk. Amst. 1862. 301 Noot. 20995. Geboorteplaats van Abel Jansz. Tasman; door G. Lauts, dd. Leiden, Louwmaand 1846. Ovorzigt van zijne pogingen tot ontdekking van dien naam, zijnde Lutkegast. Letterb. 1846, 1. 66. 20996. Karakterschets van Ilormanus Teeringh, Predikant te Batavia ; door T h e o-dorus Vermeer, Predikant te Batavia. Ned. Bibl. V. 1777. 1 st. 444. 20997. Levensschets van Lord Teignmouth, President van het Engolsche en Buitenland-sche Bijbelgenootschap, Oud Gouv.-Gen. van Britsch Indië. Boekz. Maart 1835. 34l'. 20998. Levensberigt van C. J, Temminck, lid der Kon. Akad. van Wetensch., door W. Vrolik, Secr. dd. 27 Pebr. 1858. Jaarb. Kou. Instituut, 1857/8. 65, — Overgenomen in Nal. Tijds. N. 1. XX. 4 S. VI. 1859 — 1860. 63, 121. 20999. Coenraad Jacob Temminck ; door S. v. V. Levensschets, overgenomen uit de Algem. Kunst en Letterbode, 27 Pcbr. 1858. Hand. Ind, Gen. VI. 1859. 63. |
720
21000. Levensschets van C. J. Tem-minckj door J. A. Susanna, dd. Leiden Maart 1858. Letterk. Rand. 1858. 47. 21001. Levensberigt van wijlen Mr. Matthias Temminck, Bewindhebber der O. I. C. enz.; door den Hoogleeraar J. W. te Water. Medegedeeld in de Alg. Verg. van de Maatschappij der Nederl. Letterkunde te Leiden, den 7 Julij 1815. Mnemos. VIII. 1820. 129. — Ecnige aanteekoningen hierbij van Mr. H. W. Tydeman. Aid. 113. 21002. Levensbeschrijving van een inboorling van Santa Christina, een der Har-quesas-Éilanden, Témoteitéi, ook genaamd Jolin Butterworth, in het jaar 17U9 naar Engeland overgebragt. Letterb. 1807. II. 81, 100, 115. 21003. Levensbijzonderheden van Mr. Is. van ïcylingen, Bewindhebber der O. I. C. N. Nederl. Jaarh. XXII. 1787. 0. 5454; 7. 5901. 21004. Beschrijving van het leven van den Gouverneur Generaal van Ned. Indië Johannes Thedens. Met portret en familiewapen. Du Bois, Vies, la Haye, 17 63. 333. Hist. Beschr. Reis, XX. 17C5. 376. 21005. Jean Baptiste Thcunissen, Majoor der Artillerie bij het Leger in Ned. Indië. Levensschets. Overgenomen uit de Milit. Speet. X. 1842. Rand. Ind. Gen. IV. 1857. 96. 21006. Levensbijzonderheden van S. van Thiel, Luit. Kol. te Batavia Boekz. Ecbr. 1819. 218. 21007. Vermoording van den zendeling James Stewart Thomas in Zuid-Afrika. Ver. Chr. St. XI. 1857. 552. 21008. Levensbijzonderheden van Dr. K. P. ïhiinberg. Letterb. 1838. II. 151. 21009. Levensbijzonderheden van C. P. Thanberg. Medegedeeld door Lr. ütto Mohnike. Oen, Tijd». N. I. 1852. 212. 21010. Levensbijzonderheden van Mr. J. P. Tile, oud-Raad van Ned. Indië. N. Nederl. Jaarh. XXIII. 1788. 2. 1699. 21011. Oordeel van ï. J. Npwbold.ovor |
J. S. Timmermann Thijssen, Gouverneur van Malakka en onderh. Newbold's British setl-ment iu Mulakka. London 1839. I. 142, en II. 52. — Idem van Abdallah, medegedeeld door G. N. uit het werk: vHikajat Abdallahquot; in 1813 voltooid en in 1849 te Singapore gelithografieerd. T. v. N. I. 16e j. 1854. I. 94, 315. 21012. Levensbijzonderheden van Jhr. G. A. Tindal. Letterb. 1839. I. 147. 21013. Over Tippo Saib, Sultan van Mysore, deszelfs persoon, karakter, levenswijze, inkomsten en krijgsmagt. Uit het Engelscli, naar het verhaal van een zijner officieren, volgens het tweede stuk van het Oriental Repertory, vergeleken met hetgeen men over doe ze stoife vindt by //J. Rennel, Memoir of a Mnp of Hindostan, London 1788.quot; N. Alg. Mag. I. 1792. 927. 21014. Beschrijving van het karakter van Tippoo Sultan, door Majoor Ren nel 1. Vud, Lett. 1792. 2. 347. 21015. Levensbijzonderheden van Guil-liclmus Titsingh. Nederl. Juarb. IX. 1755. 2. 981. 21016. Isaac Titsingh. Levensschets. Hand. Ind. Gen. VII. 1860. 303. 21017. Levensbijzonderheden van Isaac Titsingh, oud-Raad van Hollandseh Indië. Letterb. 1812. I. 162. 21018. Levensbijzonderheden van Britzing (lees: Isaac Titsingh), Raad van Indië te Batavia. Vad. Lett. 1789. IV. 2. 391, 393, 488. 21019. Levensbijzonderheden van Mr. Isaac Titsingh, Raad extra-ordinair van Ned. Indië. iV. Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 4. 3142. Letterb. III. 1795. 178. 21020. Levensbijzonderheden van I. Titsingh, Opperhoofd in Japan. Vad. Lett. 1825. I. 374. 21021. Levensbijzonderheden van Mr. Isaac Titsingh, den Japanner. Letterb. 1802. I. 371. 21022. Nakomelingschap van Tjakra-Adi-Ningrat, overleden Sultan van Madura. |
LEVENSBESCHRIJVINGEN : Te. — Va. 7Ü1
Opgemaakt in 1847. v. Hoëvell, Reis, II. 1851,. 219. 21023. Levensschets van Radhen Adhi-pati ïjokro Nigoro, oud-Regent van Poerwo-redjo. Medegedeeld door A. VV. Kinder de Camarecq, Resident van Bagelen, in zijne missive, ad. 20 Maart ISGs! No. 880. Tijds. Tnd. T. /.. V-kunde, XII. 4 S. 111. 1862. 509. 21024. Portret van ïoewankoe Imam, Opperhoofd van Bondjol, de Stuers, Vestiging, 1. Amst. 1849. tegenover lt)3. 21025. VV. C. H. toe Water, Theol. Doet. en Predikant te Samarang. Uit de nagelaten leerredenen van W. C. H. toe Water, uitgegeven met een levenssehet» door VV. R. van Hoëvell, Kampen 1846. Hand. Ind. Gen. VIL 1860. 87. 21026. Levensbijzonderheden van W. C. H. toe Water. Minerva, 1835/6. Akademiiin. 206, 21027. Levensbijzonderheden van Willem Carel Herman Toe Water, Th. Dr. en tweede Predikant te Samarang. Boekz. J ulij 1841.120. 21028. Levensbijzonderheden van L. .1. A. Tollens Hz. Boekz. Get. 18:14. 499 j Maart 1835. 3L6; April 1836. 508; Nov. 1836. 651; Nov. 1839 667. 21029. Levensbijzonderheden van Pieter Trip, Bewindhebber der O. I. Maatsehappij ter kamer Amsterdam. N. Xederl. Jaarb. XXI. 1786. 2. 874. 21030. Levensbijzonderheden van Ploris Abbekerk Tromp, Bewindhebber der ü. 1. Maatsehappij ter kamer Hoorn. N. Ncderl. Jaarb. XIX'. 1784. 1. 235. aiOii Levensbijzonderheden van ïloris Abbekerk Tromp, bewindhebber van de O. I. Comp. ter kamer Hoorn. Maardel. Ned. Mcrcurius, LXl. 1784. 1?. 21032. Tsehin-Gis Khan; door J. H Sonstral, Ree. 1854. Meng. 1, 49, 97. 21033. Overlijden van Rijk Tulbaeh, Raad ordinaris van Nederlands Indië en Gouverneur van de Kaap de Goede Hoop, Augustus 1771. N. Nederl. Jaarh. VIL 1772. 1. 312. 21034. Levensbijzonderheden van Rijk II. |
Tulbaeh, gewoon Raad van Ned. Indië en Gouverneur van de Kaap de Goede Hoop. N. Nederl. Jaarh. VIII. 1773. 1. 370. 21031*. v. Twist. Zie Duymaer, U. 21035. De lieer G. H. Uhienbeek keert naar Nederland terug. Aantooning van zijne groote verdiensten gedurende zijnen diensttijd en van de achteruitzetting door hem ondervonden. T, v. N. I. 23e j. 1861. II. 59. Overgenomen in dc 24e j. 1862. I. 134. 21036. Levensbijzonderheden van J. Lubbert Umbgrove, oud-Opperkoopman en Resident te Cheribon. Boekz. Sept. 1821. 393. 21037. Levensbijzonderheden van Mr. Christiarn Joannis Vaillant, Bewindhebber der O. 1. Comp, ter kamer Bukhuizen. N. Nederl. Jaarb. XVI. 1781. 1. 723. 21038. Bijzonderheden nopens de be-kvvaambeden van Le Vaillant in het opzetten van vogels, l.elterh. IV. 1798. 82. 21039. Korte levensschets van Frans Gerard us Valek, oud-Resident. Biang Lala, le j. 1852. 11. 138. 21040. Brans Gerard Valck, Resident op Java. Levensschets. Hand. Ind. Gen. 11. 1855. 7.i. Uvorgcnomen met eenige aantee-keningen uit Biang Lala, lej. 185i. 11. 128. 21041. Beschrijving van liet leven van den Gouverneur Generaal van Ned. Indie Adriaan Valekenier. Met portret en familiewapen. Bu Bois, Vies, La Haye, 1762. 308. Hist. Besehr. Reiz. XX. 1765. 347. 21042. Karakterbeschrijving van denGouv. Gen. van Ned. Indie, A. Valekenier. T. v. N. I. 8e j, Batavia 1816. 3 d. 118 Noot. 21043. Levensbeschrijving van Eranyois Valentijn. Boekz. XXV. 1727. 613. 21014. Levensbijzonderheden van 1°. Valentijn. Botkz. XXII. 1726. 501. 20145. Levensbijzonderheden van Franjois Valentijn; medegedeeld door Br. W. R.van Iloëvell. T. v. N. I. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 31. |
91
21046. Portret van „Franciscus Valcnti-nus, Dordracensis, nuper Verbi Divini Minister Amhoinensis, actat. 58. A. H(niV)raken, inv. A. Boonen effipiem pinx., J. Houbraken elfipem sc\ilp., G. v. d. Gouwen fecit aqua forti, J. v. Braam amp; G. o. d. Linden cxeud. Palentijn, 1. 21047. Dirk Anthonio Varkevisser, Resident op Java. Levensschets. Overgenomen uit dc Java Bode van 94 Jan. 1857. Hand. Ind. Oen. IV. 1857. 283. 21048. Levensbijzonderheden van J. A. Veekmans, Predikant te Amboina. Boekz. Januari 1838. 121, 122; Nov. 1838. 662. 21040. Levensbijzonderheden van Cornelis Veen, Bewindhebber der O. I. Comp., met geslachtwapen en facsimile zijner liandtceke-ning. IVaf. Het gezantschap in 1602. llott. 1862. 59. 21050. Levensschets van Anpenieta van der Veer, zendelinpzustcr. «. Rhijn, Reis Ind. Arch. Rott. 1851. 522 Noot. 21051. Cornelis Symonsz. van der Veer; door P. A. Leupe. Levensbeschrijving. Zeeland, 1856. 1. Zie ook llist. Gen. lier. VIL le st. 1859. 376. 21052. Levensbijzonderheden van C. W. M. van der Velde, Luit. ter zee enz. Lel-terb. 1848. I. 3^6. 21053. De zendeling S. D. van do Velde van Capellen; door H Hicbink, dd. Rotterdam 21 Maan 1857. Levensschets. Medrd. Ind. Gen. I. 1857. 7. — Portret, van S. D. van de Velde van Capellen. Met facsimile zijner handteekening. Steendr. van P. Blom-l ers te 'sllage. y//rf, 7. 21054. Herinneringen uit de militaire loopbaan van den Kapitein T. B. Veltman ; door H. M. Lange, Kapitein bij den gene-ralen staf van het Oost-Indische leper. Levensbeschrijving. Milit. Sped. VII 1839. 135. — Overgenomen onder den titel van: »Tette Baukes Veltman, Kapitein bij het Ned. Ind. leger.quot;' in Iland. Ind. Gen. V. 1858. 254. 21055. Autobiographie van D. Verbeek Rz. Wie is berispelijk!' 'sHage 1852. 21. 21056. Levensbeschrijving van üerardus |
Verbeet, laatst geweest Predikant van Banda. t ad. Lelt. 1763. III. 1. 183. 21057. Levensbeschrijving van Dquot;us Ge-rardns Verbeet, gewezen Predikant te Banda. Sedert. Jaurb. XVI. 1562. 2. 785. 21058. Overlijden van Mr. L. J. J. Ve-renet, ommegaand regter van dc eerste af-deeling op Java, en korte levensbeschrijving van hem. Regt N. I. 10e j. XIX. 130. 21059. Levensschets van J. Verhaag, zendeling, v. Rhijn, Reis Ind. Arch. Rott. 1851. 519 Noot. 21060. Levcnsberigt van Q. M. R. Ver-Huell; door K. J. R. van Harderwijk, dd. Noordwijk Binnen Sept. 1860. Letterk. Hand. 1S60. 453. 21061. Een bladzijde voor de vaderland-schc historie ; medcdceling uit de //Herinneringen van eene reis naar de Oost-Indiön van den Kolonel en Kapitein Q. M. B. Ver Huell. I, Haarlem 1835.quot; Bevat het verhaal van het gedrag van den adelborst 2e kl. van Zr. Ms. schip Evertzen, E. X. R. 't Hooft; bij de expeditie op Honimoa in 1817; gevolgd door de dichterlijke hulde door E....a Dordrecht op 16 i'ehr. j836 van den heldendood van 't Hooft. Milil. Speel. IV. 1836. 1S3. 21062. Levensbijzonderheden van Arnold Verhoeven, Bewindhebber der O. I. Comp. Wap, Het gezantschap in 1602. Rott. 1862.58 21063. Levensbijzonderheden van Theod. Vermeer, Pred. te Batavia. N, Nederl.Jaarb, XXV. 1790. 2. 1548. Letterb. V. 1790. 21. 21064. Levenshijzonderlieden van Herbert Vermeulen, Opperhoofd van Japan, enz. Maanddt. Ned. Mercurius, LV1I. 1784. 190. 21065. Levensbijzonderheden van Jan Vermeulen, in leven Raad cxtra-oidinair van Nedcrlandscli Indiö. iV. Nederl. Jaurb. XXIV. 1789. 1. 438. 21066. De oversle P. F. Vermeulen Kricger. Hulde aan zijne nagedachtenis, en inededceling van cenige levensbijzonderhedea. Milil. Speet. 3 S. X. 1865. 653. 21067. Levensschets van J. D. Vermaa-•sen, zcndeline. v. Rhijn, Reis Ind. Arch. Rott. 1851. 523 Noot. |
LEVENSBESCHRTJVTNGEN: Va. — VI.
72S
2I06S. Leveiisbyssonclevlitidea van quot;vlr. Adriaan Verschuur, Bewiudliebbcr van do Oost-Indiscbe Compngnio ter kamer Hoorn. /V. Aederl. Jaarh. VI. 1771. 1. 971. 21()Gt), Luiteuani-Kolunel ü. M. Ver-snyck. Door S. Hulde aan zijne verdiensten als offieier, en meer bepaald als Chef der Banjermasinsche expeditie, vooral'^ecaan door eenige levensbijzonderheden. Tijdsp. 1865. I. 245. 21070. Portret van ü. M. Verspyek, Cliet' der Bandjermasinsebe expeditie; met facsimile zijner handteekening. c. Hees, Bund-jerm. Krijg, I. Arnh. 1865. — Dit portret is ook geplaatst in Tijdsp. 1865. 1. tegenover 245, 21071. Levensschets van den Luit. Kolonel bij het N. O. Ind. leger J. Vertholen; door «Een oud-Officier van hot Indische legerquot;. T. v. N. I. 22o j. 1860. I. 57. 21072. Levenshijzonderheden van Mr. David Verwout Noiret, Bewindhebber der Oost-Indische Compagnie ter kamer van Zeeland. X. Nederl. Jaarh. IV. 1769. 2.1206, 1471. 21073. Overlijden van Mr. David Qronier Verwout Noiret, Bewindhebber der ü. I. Comp. ter kamer Zioeland. Oct. 1778. .V. Nederl. Jaarh. XIII. 1778. 2. 1339. 21074. Levensbijzonderheden van Mr. Martinus Johan Veth, Bewindhebber der O. I. Comp., enz. Nederl. Jaarh. IX. 1755. 2. 1116. 21075. Levensbijzonderheden van Dr. P. J. Vcth, Hooglocraar enz. Lelterb. 1841. I. 194; II. 4; 1842. II. 114, 322; 1843. 1. 305 ; 1845. II. 3; 1847. 1. 344; 1855. 110, 137, 70. Boekz. Juny 1829. 734; Juny 1830. 720; Doe. 1830. 736; .Tuny 1811.713; Dec. 1831. 760. 21076. Levensbijzonderheden nopens P. J. Veth. Ree. o. d. Ree. XXXIV. 1841. Boekb. ;*60; 1842. Boekb. :-26; 1817. Boekb. 509. 21077. Levensbijzonderheden van Mr. Kran^is de Vieq, Bewindhebber dor O. I. Comp. ter kamer Hoorn. N. Nederl. Jaarh XV. 1780. 1. 288. |
21078. Levensschets van den Graaf Carlo di Vidua; door J. U. Beueker Androae, dd. Leeuwarden, 1812. Lelterh. 184? 11.130. 21079. Graaf Carlo Vidua. Levensschets. Ontleend aan de : „Lettre del Conto Carlo Vidua in 1834 door Cosare Bal bo uitgegeven. T. v. N. /. 5e j. Ie d. Batavia 1843. 231. — Tekst van het proces-verbaal van het afzenden van zijn lyk van Amboinu, 26 Sept. 1832. Aid. 3^6. 21080. Levensbijzonderheden van C. de Vidua, medegedeeld door Ur. L. J. F. Janssen, uit liet dagboek geschrevèn gedurende een verblijf op Java, van l8lt;!7—1830, door L. 11. VV. Baron van Aylva Ilcngers. Bijdr. N. yr. Kol. 1845. 163. 21081. Levensbijzonderheden van J. van der Vinne. Lelterb. 1835. 1. 445 j 11. 222 ; 18,57. 1. 459; 1840. II. 281. 210^2. Levensbijzonderheden van Mr. C. Vissclior, Algemeen Secretaris. Medegedeeld door Dr. W. K. van Hoe veil. T. v. N. [. jaarg. 184'.). Ie d. 11 en 12. 21083. Overlijden van Johannes Theodo-rus Visseher van Glasbeek, eerste Administrateur in 't kleine pakhuis. N. Nederl. Jaarh. XV11. 1782. 2. ivi83. 21084. Levensbijzonderheden van Mr. Pieter van Visvliet, Bewindhebber der O. 1. Maatschappij ter kamer Zeeland. N. Nederl. Jaarh. XXli. 1787. 1. 370. 21085. Levensbijzonderheden van Mr. Pieter van Visvliet, Bewindhebber van de U. I. Comp. Maundel. Ned, Mercurius, LX11. 1787. 74. 21086. Levensbijzonderheden van C. J. van der V lis, Theol. Doet. te Soerakarta. De Kopiist, le j. Ie d. Batavia 1842. 678, 680. T. o. N. I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 605. Hand. Ind. den. 11. 1855. 275. 21087. Herinnering aan Dr. C. J. van der Vlis, door Dr. W. R van Hoevell in zijn Verslag over den staat der werkzaamhe-don van het Bataviaaseb Genootschap v. K. en W. in N, Indië, uilgebragt inde alge-mcene vergadering van 5 (Jet. 1843 van dat Genootschap. I^'erh. Bal. Gen. v. N. Indië, XIX. 1843. bl. LXXXV. 21088. Levensbijzonderheden van Dr. C. J. van der V)is, Lelterh. 1829. II. 97, |
210S9. Leveasbijzondcrlieden van Clir. Jao. van der Vlis. Minerva, 1835—0. Akad. nieuws, 187. 21090. Schets van de militaire en ambtelijke loopbaan van F. 11. vau Vlissingen, in Ned. O. ludiü; door J. li. J. van Doren. v. Doren, Bijdr. 1. 1S60. 295 Nuot. 21091. Overlijden op 20 Febr. 17SS te Batavia van den Kapitein Ier zee Volmer. jV. Nederl. Jaarb. XX.1V. 1789. 1. 440. 21092. Levensseliets van J. C. Vonk, zendeling. v. Rhijn, Reis Ind. ArcU. Rolt. 1851. 416 Soot. 21093. Levensbijzonderheden van den Gouverneur van Makasser van der Voort. T. v. I. 1850. 1. 427. 21094. Lovensberigt van J. N. Vosmaer, dd. Batavia 30 Junij 183(5. Letterb. 1836. IL 321. 21095. Korte levensbeschrijving van Mr. J. Voute, in leven Raadsheer in het Hoog Geregtshol' van Ned. Indië, levens lid van het Hoog Militair Geregtshof. lieijt N. /. 10 j. X.V. 72. 2109(1. Levensbijzonderheden van Mr. Adriaen van Vredeburch, Bewindhebber van de ü. 1, Gonip. ter kamer Delft. .Sedvl. Jaarb. XIII. 1759. 2. 10b3. 21097. Overlijden van Mr. Adriaen van Vredenburch, Bewindlicbber der O. I. Coinp. ter kamer Delft. Junij 17S1. N. Nederl. Jaarb. XVL 17M. 2. 1321. 21098. Levensbijzonderheden van Mr. Gerard van Vredenbureh, oud-Bewindhebber der O. I. Gomp. ter kamer Dellt. N. Nederl. Jaarb. XIX. 17h4. 1. 232. 21098*. de Vries. Zie Oores. 21099. Levensbijzonderheden van Dr. W. H. de Vriese. Nat. TijUs. N. I. XX111. 5 S. lil. 1861. 129. 2110^. Levensbijzonderheden van Dr. W. H. de Vriese. Lelterb. 1834. II. 2, 137, 322; 1835. II. 386; 1836. 1. 479; 1837.11. II; 1838. I. 17, 212; 11. 3,0; 183'.). 11. 92, 300; 1840. 1. 155; 11. 281; 1841. 11. 31; 1842. I. 319, 337; 1813. I. 420; 1845. II. 49, 225; 1860. 11. 396; 1855. 229. |
21101. Levensbijzonderheden van W. H. de Vriese. Mtneiva, 1835—6, Akad. nieuws 69. 21102. Levensbijzonderheden van Dr. J. B. de Vrij. Lelterb. 1856. 1. 21103. Levensbijzonderheden van Dr. J. E. de Vrij. Astrea, 11. 1852. 88. 21101. Levensbijzonderheden van Mr. Eg-bert de Vry Temminek, Bewindhebber van de ü. I. Maatschappij tor kamer Amsterdam. N. Nederl. Jaarb. XX. 1785. I. 907. 21105. Iets omtrent Zacharias Wagenaer. Medegedeeld door P. A. Leupe. Levensbijzonderheden. Hist. Gen. Kron. X. 1854. 126. 21106. Levensschets van Luitenant Wag-norn, Lellerb. 1850. I. 129. 21107. Levensbijzonderheden van Dr. F. A. 0. Waitz. Lellerb. 1835. 11. 3. 21108. Levensbijzonderheden van Dr. Georg Wailz. Letterh. Ia39. I. 82. 21109. Antonius Walacus, in zijn leven en zijne verdiensten geschetst, door J. B o r-sius, ïheol. Doet. en Fred, by de Ned. Hcrv. Gemeente te Middelburg. Kist en Royaards, Ned. Arch. Vlll. 1818. 1. 21110. Levensbijzonderheden van Mr. Pie-ter Hendrik van de Wall. Uit de aanspraak van J. W. te Water, in de Alg, Verg. van de Maatschappij der Nederl. Letterkunde te Leiden, den 5 Aug. 1808. Sahouwb. v. in-en uill. LtlUrk. 1809. Meng. 9.538. — Beoordeeling van dit artikel. Ree. o. d. Reo. IV. 1809. 430, 746. 21111. Levensschets van Mr. Picter Hendrik van de Wall; door J. W. te Water. Letterk. Hand. 1808. 8. 21112. Levensbijzonderheden van Jonkheer Unico Wilhelm Graaf van VVassenaer. Bewindhebber der O. I. Maatschappij. N. Nederl. Jaarb. I. 170(). 2. 1258. 21113. Levensberigt van Dr. G. Wassink, Generaal Majoor, Chef der geneeskundige dienst in Nedei'landsch Indië. T. v. N. ƒ. 1805. N. S. 3e j. 1. 58. 21114. Levensbijzonderheden van Dr. G. |
LEVENSBESOHEIJVTNGEN : VI. — Wi.
725
Wussink, Cliol dor geneeslt. dienst in Ned. Indic. Letlerb. 1857. 81. 21115. Levensbijzonderheden van Bona-ventura Oelgens van Waveren, Bewindhebber van de O. I. Comp. ter kamer Amsterdam. Ncdcrl. Jaarb. XV 1761. 1. OG. 21110. Overlijden van Mr. Gerard Bors van Waveren, Bewindhebber van de ü 1. Comp. ter kamer van Amsterdam. Januarij 1769. N. Nederl. Jamb. IV. 1709. 1. 250. 21117. Levensbijzonderheden van Ph. Wedding, Pastoor en Directeur van het Bat. Gen. v. K. amp; W. Letlerb. 1825.11.402; 1820. 1. 406. 21118. Philippus Wedding, Roomseh-Katholiek Pastoor te Batavia. Levensschets. Overgenomen uit de Bataviasohe Courant van 0 Julij 1825. Uand. Intl. Gen. VIL liöü. 103. 21119. Levensbijzonderheden van Pieter van de Weert, eerste Secretaris van de Hoope Indische Regering. N. Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 4. 3142. Letlerb. lil. 1795. 178. 21120. De lieer van der Weide, tweede Luit. der artill. in Ned. Indië. Brief, dd. Songi Poa, 12 Nov. 1832, van den Resident en Militairen Kommandant ter W.-kust van Sumatra, O. P. J, El out, over de verdiensten van dezen officier, medegedeeld naar aanleiding van zijn sneuvelen op 31 Oct. 1832. Overgenomen uit de Jav. Cour. van lö Deo. 1S32. Hund. Ind. Oen. VU. 1861. 314. 21121. Dood van den zendeling J. Weit-brecht in Hindostan. Ver. Chr. St. Vil. 1853. 47. 21122. Levensbijzonderheden van A. W. P. Weitzel. Nat. Tijds. .v. /. XVI. 4 S. II. 1858—1859. 440. 21123. Levensbijzonderheden van Gijsb. Jac. Welgevare, extra-ordin. Raad van Ned. Indië te Batavia. Letterb. 111. 1795. 91. 21124. Levensberigt aangaande den Wel Eervv. Zeer Geleerden Heer Jan Werninek, S. S. Theol. Doet., in leven predikant bij de Kederlandsehc Ambassade in Groot Brittania en emeritus Predikant der Nederduitsche Hervormde Gemeente te London. Jiockz. J ulij 1834. 122. |
21125. Michiel Westpalm; door J. S. van Coevorden, dd. Tjiandj oer. Mei 1842. Levensbijzonderheden. T. v. N. /. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 403. 21 126, Jhr. Mr. Hendrik Ludolf Wichers, lid in den liaad van State. Levensschets. Uand. Ind. Gen. I. 1854. 151. 21127. Vertrek van den Staatsraad Jhr. Mr. H. L. Wichers, dd. 28 Pebr. 184'.). Real N. 1. Ie j. I. 1849. 107. 21128. Herinnering aan den Heere Jhr. Mr. H. L. Wichers, Staatsraad, gewezen President der beide Hooge Gerechtshoven in Ncderlandsch Indië; door do Redaktie, dd. Batavia 20 April 1853. Real N. I. 4e j. Vlll. 1853. 326. 21129. Levensbijzonderheden van Jan Hendrik Wiegerman, Raad extra-ordinair van Ned. Indië. N. Nederl. Jaarb. XXX. 1795. 4. 3142. Lelter'j. 111. 1795. 91, 178. 21130. Levensschets van Wienkotter, zendeling. v. lihi/jn. Reis Ind. Aruh. Rott. Is5l. 519 Noot, 21131. Levensbijzonderheden van Alber-tus Hcnrieus Wiese, Raad ordinaris van Ned. Indië. Letlerb. 1802. I. 332. 21132. Levensbijzonderheden van A. de Wilde, Super-inteudent te Batavia. Letterb 1818. I. 4.76. 21133. Leveusberigt van Dr. P. W. B. de Wilde, geneesheer te Batavia, enz. door P. ü. van dor Chijs. dd. Leiden 13 Mei lb56. Lellerk. [land. 1856. 69. 21134. Overlijden van M. David de VVil-hem. Bewindhebber der O. 1. Comp. ter kamer Amsterdam. Oct. 1768. y/. Nederl. Jaarb. 111. 1768. 2. 1267. 21135. Levensbijzonderheden van J. A. Wilkens, gewezen onderwijzer bij het Instituut der Jiivaansehe taal te Soerakarta. 2'. v. N. 1. 6e j. Ie d. Batavia 1844. 2. 21130. Mcdedeelingen bel,rollende de letterkundige verdiensten van Karei Wilkens. Letterb. IV. 1795. 139. 21137. Opgave van het bedrag dor opbrengsten in de Ned. O. I. Hezitt. gedaan, |
72«
tot oprigting van een standbeeld in Nederland ter nagedachtenis van wijlen Koning Willem II. Jstrea, II. 1852. 181. 21138. Levensbijzonderheden van ï. J. Wilier. T. v. N. I. 18f)5. N. S. 3e j. 11. 167, 158. 21139. Bijzonderheden nopens den moord van den zendeling. J olm Williams op de Niemve Hebriden. yer. Chr. St. IX. 1855. i;70, 347. 21140. Dood van den Angliknansehen Bisschop van Calcutta Dr. Daniel Wilson. Ver. Chr. St. XII. 1858. 684; XV. 1801. 380. 21141. Dr. Daniel Wilson, in leven Bisschop van Calcutta. Uit het Verslag van het Anisterdamsche en Utrechtsche Vrouwcn-llulpgenootsehap tot ondersteuning der zendingen in de Britsche en Nederlandsehe Koloniën, van W. Jamicson. Medegedeeld door T. M. Looman. Hulde aan zijne nagedachtenis. Ver. Chr. SI. XII, 1858. 750. 21142. Dood van den zendeling Wilson in Zuid-Afrika. Ver. Chr. W. XIII. 1859. 43. 21143. Levensbijzonderheden van Caspar Willens, Predikant in do Moluccos. Medegedeeld door Dr. W. R. van ilocvell T. v. N. I. 4e j. 3e d. Batavia 1812. 573. 21144. Hulde door Dr. C. J. van dor Vlis aan C. J. Winter, wegens zijne verdiensten als Javaansehe taal- en letterkundige. De Kopiist, le j. 2e d. Batavia 1842. 94. 21145. Levensschets van C. F. VVinter. Met portret. T. v. N. I. !4c j. 1852. II. 215. 21146. Mededcelingen door J. A. Wil-kens, betreffende de Javaansehe taalstudiën van O. P. Winter. T. v. N. 1. Oe j. Batavia 1844. 3e d. 3. 21147. Carel Fredcrik Winter, letterkundige in de Javaansehe taal. Levensschets. Hand. Ind. Gen. VI. 1859. al. 211-18. Portret van C. F. Winter. Met facsimile. J. A. Wilkens, fee. Kon. Lith. van G. W. Mieling. T. v. JV, 1. 14e j. 1852. II. tegenover 221. |
21149. Levensbijzonderheden van Pieter van Winter, Nic. Simonsz., Bewindhebber van O. I. Comp. Telterb. 1803. I. 377. 21150. Mr. Samuel Iperuszoon Wiselius; door Jhr. J. P. Cornets de Groot. Levensschets. Hand. Ind. Gen. V. 1858. 233. 21151. Levensbijzonderheden van Mr. Samuel Iperuszoon Wiselius. Letterb. 1845. I. 353. 21152. Levensbijzonderheden vanJoaude Witt. Bewindhebber van de O. I. Maatschappij. Letter. Hist. 11. Amst, J763. 515. 21153. Levensbijzonderheden van Wol-tcmadc of Woltemale, opzigter van het vee van den Gouverneur aan de Kaap de Goede Hoop, en zijne redding van schipbreukelingen van het Ü. 1. Comp. schip de Jonge Thomas, in 1773. N. Nederl. Jaarh. X. 1775. 2. 1121. '21154. Overlijden te Batavia op 18 April 1780 van D. VVolter, Cornet onder de ca-vallery, de lijfwacht van zijn Hoog Edelheid. JV, Nederl. Jaarh. XXI. 1780. 2. 16./J. 21155. Levensbijzonderheden van Con-stantijn Johan Wolterbeek, vice-Admiraal, beschreven door D. G. Muller, commies bij het Min. van Mar. Met portret en plaat. Tindal Sf Swart, I'erh. VI. l!)46. 26'J.— Overgenomen in Hand. Ind. Gen. V. 1858. 319. — Portret van C. J. Wolterbeek, met facsimile zijner handteekening. Lith. Waan-ders 's Hage, naar het portret in olieverf van de Lely. Herd. G. Hulst van Keulen, Amst. Md. 305. 21156. Een nieuwe zendeling-geneesheer in China, Wong-Fhu, gepromoveerd aan de Hoogeschool te Edinburg. Ver. Chr. St. XI, 1857. 51. 21157. Levensbijzonderheden van Fredrik Baron van Wormb, lid en Secretaris van het Genootschap der Kunsten en Wetenschappen te Batavia. A. Nederl. Jaarh. XVII. 1782. 2. 850. 21158. Karakterbeschrijving van J. Wtte-waal, Opperhoofd van Gorontalo, medegedeeld door Mr. J. li. Thorbecke uit een brief var. J. Vos aan H. A. Wttewaal van 17 September 1763. Letterb. 1835. II. 421. 21159. De Generaai-Majoor Carel Jhr. van der Wijek. Door A. W. P. Weitzel. |
Levensbeschrijving. Milit. Speet. 2 S. V. 1K53. 70. Tijds. Ind. T. L. /.-kunde, I. 1853. 480, 21160. De Geiieraal-Mojoor Jhr. Curel van dor Wtjek. Mol, portret. Mudedeeling zijner levensbeschrijving dcjor l1'. A. Kortz, gepens. Majoor v. h. Ö. I. leger, dd.'s li age 2t January 185-1. T. v. N. I. 26e j. 1854. 1. 114. 21161. Karakterbeschrijving van dun Ge-ncraal-Majoor Jhr. C. van der Wijck; door J. B. J. van Do reu. «. Doren, Fragm. II. 1856. 214 Noot. 21162. Portret van Jhr. C. van der Wijck. Met facsimile. C. C. A. Last del. Steend. v. P. W. M. Trap. T. ». iV. I. 16e j. 1854. I. tegenover 114. 21163. Overlijden op 17 Maart 1788 te Batavia van Mr. A. ttcgnerns van Wykel, Raad van Justitie. N. Acderl. JaarL. XXIV. 1789. 1. 441. 21164. Een zendeling afgewerkt. Levensbijzonderheden van Wylie, te Calcutta. A'er. Chr. St. XVIII. 1864. a02. 21165. Getuigenissen ter eere van den H. Pranciscus Xaverius, Apostel van Indië. Mededeeling van die van Luther, Bou-hours, Ph. Baklaeus, 11. Hackluyt, Ta-vernicr en J. L. Mosheim. De KuUwlyke, 1823. Meng. 242. 21166. Levensbeschrijving van //Prancis-cus Xaverius, do Apostel van Indiëquot;. Door ür. W. 11. van Hoëvell. T. v. N. 1. 2e j. Ie d. Batavia 1839. 297. 21167. Oordeel van Prof. A. W. von Sehlegel over Pranciscus Xaverius, den Apostel van Indië, en zijne werkzaamheden. Medegedeeld door Dr. W. K. van Hoëvell. T. o. N. 1. 4o j. 2e d. Batavia 1842. 526. Y. 21168. Do Ghincesche Onderkoning. Levensbijzonderheden van Yell. Onderkoning van Canton. N. Reu. 1S58. Meng. 202. 21169. Levensbijzonderheden van W. H. van Ysseldijk, laatstelijk fungerend Resident aan het. Hof van Soerakarta. 2'. v. N. I. 3e j. Batavia 1840. 2e d. 394. |
21170. Levensbijzonderheden van Wouter Hendrik van Ysseldijk, Raad extra-ordinair van Ned. Indic. Letterb. 1802. I. 332. 21171. Een nieuw getuige van het Evangelie. Levensbijzonderheden van den Ghris-ten-Chinees en zendeling Yung-Wing. /er. Chr. St. X. 1856. 323. 21172. Levensbijzonderheden van Mr. Jakob van Zander, Bewindhebber der geoc-troyeerdc O. 1. Maatschappij, ter kamer Hoorn. Jioclcz. July—Dec. 1696. 4. 21173. Levensbijzonderheden nopens Bar-tholomeus Ziegenbalg, Deonsch zendeling te Tranquebar. Eur. Meraurius, XLV1. 1735. II. 151, 152. 31174. Levensbijzonderheden van Zip-pelius. Lid der Natuurk. Commissie in Ned. Indië. Letterb. 1829. II. 321; 1837. II. 146. 21175. Levensbijzonderheden van H. Zollinger. Verzoek aan Dr. J. J. van Limburg Brouwer tot zamenstclling van een levensbe-rigt van hem. Not. Nat. Vereen. 26 Mei 1859. Nat. Tijds. N. I. XX. 4 S. VI. 18.j0—IsOO. 1 „6, 163. — Toezending bij brief dd 'i door v. L. Brouwer van een levensberigt, opgesteld door zijne echtgenoote. Not Nat. Vereen. 2s July 18 ^9. 212.— Oordcel over dit levousberigt, en voorgenomen zamenstelling er van door Dr. P. Blee-kor. Not. Nat. Vereen. 24 Aug. 1859. Aid. 225. — Overdragt door Dr. P. Bicoker dezer zamenstelling aan D. W. Rosl. van Tonningen. Not. Nat. Vereen. 20 Sopt. en 3 Oct. 1S6Ü. Aid. XXII. ó ö. II. 1661). 431; XXIII. 5 S. III. 1861. 70. — Bijzonderheden nopens de zamenstelling der biographic van 11. Zollinger. Aid. 377, 96, 421. — Levensberigt van Hoinrich Zollinger; door D. W. Host van Tonningen, dd. Buitenzorg 21 November I860. Aid. XXX. 5. S. 111. 1861. 1. 211J6. Bijzonderheden nopens de begrafenis en begraafplaats van H. Zollinger, medegedeeld door J. Hageman J.Cz. bij brief, dd. 8oerabaya 3 Nov. 1861, Nat. Tijds. iV. /. XXIV. 5 S. IV. 1862. 254. 21177. Beschrijving van het leven van den Opperlaudvoogd van Ncd. Indië, Hcnrik |
72S
Zwaardekroon. Met portret en familiewapen. Valentijn, IV. St. I. 349 Du Dois, Yies, La llayc 1763. 292. Rist. Beschr. Reiz. XX. 1765. 330. 21178. LevnnsbLjzontlerhoden van Mr. Iza,:k Zweers, beëedigd Hoofdpartioipant der ü. 1. Comp. ter kamer Amsterdam. Nederl. Jaarb. XIV. 1760. 2. 087. |
21179. Beschrijving van het leven van den üpperlandvoogd viin Ned. Indiö, Chris-toffel van Zwol. Met portret cn familiewapen. Valentijn, IV. St. I. 347. Du Bois, Fies, La Haye 1763. 288. Rist. Beschr. lieiz. XX. 1765. 326. |
1. Onder de O. I. Comp.
21180. Geschiedkundig overzigt van den toestand der drukpers in Ned. Indiö van de oudste tijden, en van de ten deze gevolgde regeringsoeginselen. T. v. N. I. jaarg. 1849. Groningen. Je d. 2. 21181. Onze vaderen in Indiö en de drukpers. Voorbeeld der vrijheid van drukpers te Batavia onder het bestuur onzer O. 1. Comp. T. v. N. I. 16e j. 1854. II. 76. 21182. Mededeelingen, betreflende de handhaving van het stolsel van geheimhouding door de O. I. Comp. in 1606 en 1707. T. v. N. I. 6e j. 2e d. Batavia 1844. 177 Noot. 21183. Bijzonderheden nopens de resolutie van XVlIn, dd. 29 Jan. 1619, iuboudende het verzoek aan de Staten Generaal tot hot verbieden bij Plaeaat, vau de uitgave zonder consent der ü. I. Comp., van kaarten en geschriften, vervaardigd door dienaren der O. I. Comp., haar vaart en handel betreffende. vai Dijk, Ned. Belrekk. Amst. 1862. 224 Noot. 21184. Bijzonderheden nopens do resohitic van XVlIn, dd. 15 Mei 1(119, tot bet doen ophouden van zeker boekwerk, kort te voren onder den titel van „Oost, Indische Spiegel, der twee laatste Navigation by Joris van Spilbergenquot; uitgegeven, van Dijk, Ned. Be-irekk. Amst. 1862. 224 Noot. |
21185. Opgave van het Plaeaat, dd. 18 Aug. 162r der Staten Generanl, waarbij voor fameus ende ondienstich wordt verklaart sec-eker libel, geïntituleerd: Waerachtieh verhael van de tüdiuge, gekomen uyt Uost-lndién met het jacht genaemt do Base, in Tunio 1624 in Texel ingekomen, aengaende de conspiratie, ontdeckt in de Eylanden van Amboyna enz,,quot; mot verbod tegen de uitgave of verspreiding. Gr. Placaetboek, I. 451. — Bijzonderheden. Hist. i erh. O. L II. 1772. 359. 211S6. Mededecling door l)r. W. R. van Hoe veil, betreftende het systema van geheimhouding der O. 1. Comp. in 1707. T. v. N. 1. jaarg. 1849. Groningen. Ie d. 3 Noot. 21187. Oordeel van het lid in den Raad van Indiö, G. W. van Imhoff in 1741 over de drukpers te Batavia. T. v. N. I. 9c j. Batavia 1847. 'ie d. 120. 211S8. Mededeeling door ür. W. R. van H o c v e 11, betreffende het systema van geheimhouding der O. 1. Comp in 1753—1755. T. v. JV. L 2c j. 2c d. Batavia 1839. 47. 21189. Consideratie en advies verzocht op het Request van de Austraalsche Compagnie om octrooi voor het drukken en uitgeven van haar journaal, lies. Roll. 24 Junij 1019. 2e dr. 1012. |
729
ze eeuw.
Vrijheid van drukpers, yeheimhoudinq. 21190. Opmerking van Mr. G. W. Vr eed e over de beginselen nopens de drukpers in Ned, Indië, overeenkomstig art. 225 der Grondwet, lietweik de vrijheid van drukpers waarborgt, volgens Mr. J. K.. Tliorbeeke in zijn „Aanteekening op de grondwet. Amst. 1841 en 1843.quot; Bijdr. Ned. en ^r. kolon. IS44. 78. — Opgave door E. de Waal van deze opmerking. Ind. Mag. I Tw. 1844. No. 10, 11 en 12. bl. 120. 21191. Klagt over de zucht tot geheimhouding bij de Regering in Ned. Indië. Vad. Lelt. 1820. 1. 307. •^1192. De Heer J. O. Reynst en de drukpers. Over het doelmatige eener kritiek over hooggeplaatste personen in dagbladen en tijdschriften, met mededeeling van die door ;/Bemoei-alquot; betreffende den Direkteur van 's lands produkten en civiele magazijnen, over zijne wijze van overvoer van zout op Java, voorkomende in de Javaansohe Courant van 19 Juny 1828 No. 74. T. v. N. I. 1849. 2e d. 235. 21193. Mededeeling, door S. van D e vcn-tcr, J.Sz., van bijzonderheden nopens bet onderzoek, en de genomen maatregelen door de Indische Regering in Nov. en Dec. 1829, naar het vervaardigen, drukken en aanplakken van Maleische en Chinceschc boeken en geschriften door den zendeling Dr. W. H. Medhurst te Meester Cornclis, ter verspreiding onder de Inlanders cn Chinezen te Batavia. T. v. N. I. 18G5. N. S. 3e j. 1. 209, 21194. Medcdeelingen nopens de ondervonden ongenade vau de Regering door den Generaal-Majoor J. Penning Nieuwland, wegens de uitgave door hem eener anonyme brochure in 1834 te Breda. T. v. N. /. 17e j. 1855. J. 222 Noot, 270. — Medcdeelingen door den Gen.-Majoor J. Penning Nieuwland over deze ongenade. Aid. 21e j. 1859. II. 16. 21195. Bijzonderheden nopens het onderzoek in 1835 door den Gouv. Gen. a. i. J. C. Baud naar den schrijver van twee vlugschriften te Kampen in 1835 over de linancieele resultaten en over het kidtuur-stelsel verschenen, en uitgegeven door de Rcdaktic van den Oosterling. Medegedeeld door O., dd, Amsterdam 31 Maart 1854. T. v N. I. Ifie j. 1854. I. 285. — Zie ook : De Stuers, de vestiging enz. der Ncderl. ter Westkust van Sumatra. 11. Amst. 1800. 150. |
21196. Bijzonderheden nopens de onge-genade bij de Regering van den Raad van Indië Mr. P. Mcrkus, wegens de uitgave iu 1835 eener brochure. T. v. iV. I. 16e j. 1854. 1. 405, — Zie ook: De Stucrs, do vestiging enz. der Nederl. ter W.-kust v. Sumatra. II, Amst. 1850. 149. 21197. Hoe handelen zij, die de drukpers in Indië willen weren, met die drukpers ? Mededeeling van de circulaire dd. Batavia II Nov. 1835 No. 918, van don Alg. Secr. H. J. Hoogeveen, uitgevaardigd door den Gouv. Gen. a. i. J. C. Baud, op last van den Min. van Kol. J. van den Bosch, inhoudende strafbedreiging, naar aanleiding der brochures van Mr. P. Merkus cn N. van Elten, D.Jz.. tegen openbaarmakingen door de ambtenaren uit de Gouvernements-archie-ven; gevolgd door beschouwingen hierover en over de stilzwijgende terzijdestelling der publicatie op dat stuk van 19 Mei 1844, en wel sints 1849. T. v. N. L. 15e j. 1853. I. 370. — De tekst dezer circulaire ook geplaatst in: Lion, Drukpersproces 'L. B. 1854. 36. 21198. Oogcn om niet to zien, ooren om niet te hooren; door S. Opmerkingen over hot Indisch besluit van 17 Mei 1837 No. 38, Ind. Stbl. No. 20, voor zoo veel betreft de wijze waarop de Controleurs hun dagboek moeten houden, ter aantooning van de zeer betrekkelijke geloofwaardigheid der ofücieele berigten in tegenstelling van de particulieren, T. v. N. ƒ. 23e j. 1801. II. 255. 21199. Mededeeling, door J. C. van Rijneveld, van den zakclijken inhoud van het Kon. besluit, in den aanvang van 1839 genomen, tot raagtiging van de Gouv. Gen. in de O. en W .-Indische bezittingen om de in dezelve dienende officieren uit te noodigen, tot het leveren van bijdragen tot de krijgsgeschiedenis, o, a. van Neêrl. Indië aan do Redaktie van „de Militaire Spectatorquot; door tusschenkomst van het Gouvernement; benevens mededeeling der reeds ondervonden medewerking en ondersteuning. Milit, Speet. VIII. 1810. 53. — Bijzonderheden nopens 92 |
II.
730
de censuur van de te plaatsen artikelen in dat. 1 ijdsclirift. üe Stuers, VesliqinnAmst. 1849. hl. XXIV, XXVI en 179 Neot. 21200. llequest, dd. Buitenzorg 23 Nov. 18'13, van L. van Vliet, aan het Indisch Gouvernement, om inzage to mogen nemen vau zoodanige authentieke beseheiden van het Indiseh Archief, welke zouden kunnen dienen tot het zamenstellen van eene polili-que, eommercieele en statistique beschrijving van Java. v. Vlut, Ind. belang, III.'sHage 1850. 152. v. Vliet, liijdr. Rolt. 1846. 1. 328. — Afwijzende disposilie, dd. Buitenzorg, 13 Dee. 1843 No. III. Aid. 330 en in v. Vliet, Ind. belang, III. 'sHage 1850. 154.— Tweede request, dd. Buitenzorg, 14 Die. ]8l3, van L. van Vliet, aan het Indisch Gouv. als boven. v. Vliet, Ind. belang, III. 's Hage 1850. 154. v. Vliet, Bijdr. Holt. 184ö. I. 331. — Afwijzende dispositie, dd. Buitenzorg, 23 Dec. 1843. No. VI. Aid. 332 en in v. Vliet, Ind. belang. 111. 's Hage 1850. 150. — Request, dd. Batavia, 31 Mei 1844, van L. van Vliet aan het Indisch Gouvernement, om zekere bij dat request aangewezen ambtenaren te autoriseren, den schrijver ccnigc geschiedkundige en wetensehappclijke vragen tn beantwoorden, om tc strekken tot bet zamenstellen van eene politique, eom-mereieoli' en statistique beschrijving van Java. v. Vliet, Ind. hp lang, 111. 's llage 1: 50. 157. v. Vliet, Bijdr. liott. 1840 1.' 333 — Afwijzende dispositie, dd. 9 Juny 1844 No. 10. Aid. 335. v. Vliet, Ind. belang, 111. 'silage 1850. 159. 21201. Belang der openbaarheid in koloniale aangelegenheden. Aantooning hiervan; benevens opnoeming van de nadeelcn, welke uit de bestaande geheimhouding noodwendig zijn voortgesproten. Bijdr. N. Vr. kol. 1844. 115. 21202. Stilzwijgendheid van ambtenaren. Klagten uit Indië over de Indische publiea-tie, dd. Batavia 19 Mei 1844, Ind. rft. No. 15, ter voorziening tegen het openbaarwor-den van stukken behoorende tot de Gouver-nements-arehieven, met. het oog op de verlangde medewerking voor het T. v. N. 1. T. v, N. 1. 1849. Gron. Ie d. 444. — Wensch tot intrekking ol wijziging van dit besluit. Aid. 2e d. 296. |
21203. Beschouwingen van Dr. W. K van Hoëvell over de Indische publicatie, dd. Batavia 19 Mei 1844, Ind. St.. No. 15, ter voorziening tegen het openbaarworden van stukken behoorende tot de Gonvernc-ments-archieven, naar aanleiding van dc verklaring van den oud-Resident J. W. H. Smissaert betreffende de wijze waarop hij was nagekomen de bepalingen vervat, in artikel 2 van die publicatie. T. v. N. I. 1850. 1. 145. — Deze verklaring van J. W. H. Smissaert, is geplaatst in zijne brochure; //Een woord over de Nota van den Heer Sloet tot Oldhuis, enz. Leiden 1850quot; bl. 4. 21204. Do Redaktie van het T. v. N. I. aan bare Lezers. Mededeeling van hot adres, dd. Batavia 36 Nov. 1844, van die Redaktie aan den vice-Pres. van den Raad, waarnemend Gouv. Gen. van N, I., inhoudende verzoek om inlichting betreffende de bedoeling van de publicatie van 19 Mei 1844, Ind. Staatsbl. No. 15, ter voorziening tegen het openbaar worden van stukken behoorende tot de Gou-verncments-archieven. Idem van den tekst, van het besluit hierop, dd. Buitenzorg, 15 Jan. 1845 No. 9, inhoudende: //Vrijzinnige uitlegging van deze publicatie, ten behoeve van bet Tijdschrift.quot; T. v. N. T. 7e j. Batavia 1845. 1c d. 115. -■ Dc tekst dezer stukken alsmede van deze publicatie ook geplaatst in het T. v. N. 1. iaarg. 1849. Gron. ie d. 23, 26, 27. 2:1'! 5. Ovcrzigt van de briefwisseling van rebr tol April 1845, tusschen den Min. van Kol. J. C. Baud en den gewezen Dir.-Gen. van Tin. in Ned Indiö J. D. Kruscman over het dreigement van openbaarmaking door laatstgenoemde van zekere: //Besehou-wingen over het Opperbestuur der Neder-landsehe overzcesche bezittingen, het bestuur in Oost-Indiiquot;, en andere Indische aangelegenheden. Ao, 1844 voor de drukpers gereed. J. D. Kruseman, Zijn ontslag, 's Hage 1848. 47, 4Ü, 56, 70. — Zie ook: ./. D. Kruseman, Beschouw, en 'sHage 1848. 101. — Mededeeling door O. dd. Amsterdam, ; 1 Maart 1854, van de. aanleiding lot, de aantijging, dat J. D. Kruscman zijne papieren aan het Indiseh Gouvernement zou hebben verkocht voor een pensioen en een suikerkontrakt. T. v. N. 1. 16e j. 1854. 1. 280 — klem van ccnc ongeteekende verklaring tot ontkenning hiervan, gedagtcckcnd 's Gravenliagc 2 July 1846. Aid. 280. — Brieven hierover geschreven door den Min. van Kol. J. C. Baud, dd, 's Hage 23 Oct. 1845 aan .1, 1). Kruscman, en 's Hage 27 Oct. 1845 aan den Gouv. Gen. van N. Indiü. J. C. Baul, liet ontslag van J. D. Kruscman, enz. 's Hage 184S. 83, 86. |
21206. Dc openbaarheid in koloniale aangelegen lieden ; cloor P. J. Vetl\, Ifi Junij 18'iS. Betoog voor meerdere openbaarlieid, zoo door ruimere mededeeling van Gouverne-raentswege, als door oabeperktü werking dor drukpers, naar aanleiding van het Ontwerp tot wijziging der Grondwet aangeboden aan de Tweede Kamer der Staten Generaal, gevolgd door een kort historisch en statistisch overzigt van den toestand der drukpers in Ned. Indië, naar aanleiding der uitgave van de eerste aflev. der Nieuwe Serie van het ïijdsehr. van Ned. Indië. Peth, Bijdr. 1. Amst. I. Isl8. Gids, Xlle J. N. S. Ie i. 1818 II. 72. 21207. Mededeeling van dc Regeringsbe-sehikkingen betreffende de toestemming tot, en de ondersteuning van de uitgave eener verzameling van licgerings Instruetiën door Mr. P. Mijer. Mijer, i'e.rz. XXll 1.«. Besluit van den Gouv. Gen. J. J. Rocliussen, dd. Buitenzorg 5 Junij 1848. No. 25. h. Idem, dd. Batavia 20 Julij 1848 No. 10. c. Apostil-laire Dispositie, van den Gouv. Gen. J. .1. Rochussen, van 2 Augustus lol'-. No iV. 21208. De vrijheid van drukpers in Ned. Indië naar aanleiding der brochures van vlr. J. P. W. van Nes, getiteld : jEcnigc beschouwingen over koloniale aangelegenheden 's Hatre 1848quot; en „Vervolg op eenige beschouwingen enz. 's liage 18 19quot;. T. v. iV. I. 13e j. 1851. II. 053. 91209. Gebrek aan publiciteit omtrent Borneo, met het oog op de vele Verslagen en Mcmoriën, welke de Gouverneur van Borneo, A. L. Weddik, van zijn gouvernement maakt, en welke gedeponeerd worden in de Archieven. 2'. v. N. I. 1849. Grou. Ie d. 446. 21210. Openbaarheid van Indische aangelegenheden; door J. B. N. 1?., dd. Batavia 29 Maart 1849. Aantooning van hare noodzakelijkheid. '1'. v. N. 1. 1849. Gron. lo d. 4 6. 21211. Diefstal van papieren. Toespeling, als zou de Regering zich in Junij 1S49 door middel van een diefstal in het bezit hebben gesleld van de papieren van den van oppositie verdachten ambtenaar M. de Leon, tweede kommies bij dc Gen. Dir. van Fin. tc Batavia. r. V. N. I. lt.49. 2e d. 239. |
21212. Publiciteit, vau Indische aangelegenheden. Over de door de Grondwet voorgeschreven jaarlijksche Verslagen van den toestand der Indische Bezittingen ; met den weusch dat de jaarlijkscbc verslagen der verschillende Gouverneurs en Residenten mogen worden gedrukt. T. v. N. /. 1849. 2e d. 85. 21213. Waarom heeft de heer J. Mun-nich zich van de Indische pers teruggetrokken? Verklaring, dd. Batavia, Aug. 1849, van J. M u n n i c li, dat hij uit dc iledactic van het tc Batavia uitgegeven jaarboekje »Warua-sariequot; is getreden wegens onvrijheid der drukpers. T. v. N. I. 1849. 2e d. 421. 31'214. Over ons koloniaal stelsel in verband met dc vrijheid van drukpers, zooals die iu dc Singapore Pree Press behandeld zijn; door A. X. T. v. N. /. 1849. 2cd. 171. 21215. Mededeclmgcn en opmerkingen be-treilende de gunstige werking van de openbaarheid in Indische aangelegenheden, met het op het besluit der Tweede Kamer in lh50 lot het drukken vau het Rapport, dd. Buitenzorg I Mei 18-27 L. P.'J*, met bijlagen san deu Kommissaris-Gencraal du Bus over het stelsel vau kolonisatie T. v. -V. I. 13e j. lS5i. 11. 447. — Mcdedceling door D. O. Steia Parvé van bijzonderheden nopens dit besluit der Tweede Kamer eu de uitgave van dit Rapport. S/ein . aroc, Kolon. monopoliestelsel loegcUoht. 'L. B. 185!. 54. 21216. Koloniaal-stelsel. Openbaarheid. Hoe de Regering zoo iu Nederland als in Indië, sedert 1848, door publiciteit uitgelokt eu gedwongen wordt tot publiciteit. Cornels de Groot, Aamcrk. 's ilago 1853. 113. 21217. De vrijheid van drukpers in Ned. Indië. Tegenstelling der uitspraken van Lord Beutiuck en Dr. IC. Giitzlalf, tegenover dien van Mr. A. A. van Vloten en P. vanSwieten. T. o. N. I. 1850. I. 395. 21218. Toelichtende aanmerkingen betrekkelijk de vrijheid van drukpers in Nedcrlandsch Indië, naar aanleiding van 1. nMr. h. A. van Vloten, Proeve vau een ontwerp van wet op het beleid der regering in Ned. indië, enz. 's Hertogenbosch 1849quot;; II. ,/1'. van Swictcn, Proeve van eeu ontwerp van wet op de uitoefening van hot gezag in Ned. Indië. 's Hage 1850quot;; door J. iVluunich, dd. Batavia 1850. Ten bctooge der noodzakelijkheid en bestaanbaarheid in Indië eener gematigde drukpersvrijheid. T. v. iV. 1. 13e j. 1851. I. 110. — Oordeel hierover. Md. I o j. 1854. I. 390, |
21219. De drukpers en de Javanen. Aan den lieer Mr. U. Groen van Prinsterer ; door Dr. W. R,. van Hoëvell. Wederlegging van zijn oordeel over de argumenten, welke voor de vrijheid van drukpers in Ned. Indië zijn bijgebragt.. 2quot;. p. iV. i. 13e j. 1851. I. 149. 21220. Publiciteit en Lervorniing. Wenseli tot toepassing van Mr. J. 11. Tliorbecke's gevoelen over publiciteit ook op de Koloniën. T. v. N. I. 13e j. 1851. II. 72. 21221. Do Minister van Koloniën, do heer van Nes en de heer J. C. Baud over de vrijheid van drukpers in Indië. Over de beginselen van Mr. J. E. W. van Nes in zijne brochures nopens dit onderwerp, waarop van wege de Regering door zijne benoeming tot vice-President van den llüad van Indië het zegel zou zijn gedrukt, en tegenspraak daarmede in het coneept-Regerings-Reglement voor N. 1. T. v. W. I. 14e j. 1855'. 1. 83. 21222. Wat het helpt, dat de Regering de vrijheid van drukpers in Indië weert. Aanbeveling van meerdere vrijheid van drukpers in Indië, naar aanleiding van een klagt van den scheepskapitein Esehauzier tegen den Directeur der produkten en civile magazijnen P. B. J. de Veer, wegens willekeurige onthouding van golden. T. v. i\. I. 14e j. 1852. 11. 81. 21223. Waar zijn waarachtige berigtcn omtrent den toestand van Nederlandsch Indië te zoeken ? Tegenstelling tussehen de particuliere en officiële, ter wederlegging van de beschuldiging van don Min. van Kol. C. F. Pahud, dat de schrijverij over koloniale zaken weinig te vertrouwen is en met bijoogmerken geschiedt. T. v. N. /. ]4e j. 1SÜ2. I. 129. 212^4. De Gouverneur-Generaal Mr. A. J. Duymner van Twist zou het gevoelen dealen van Jhr. J. P. Cornets de üroot nopens de drukpers in iNed. Indië, zooals hij dit heeft voorgesteld in zijne brochure: „Aanmerkingen op het ontwerp van wet tot vaststelling van een 11. R. 's llage 1853quot;. T. v. N. [. 15e j. 1853. II. 72. 212i!5. Over de kracht van openbaarheid en drukpers, naar aanleiding van de brochure «Toelichting en verdediging van eenigc daden van mijn bestuur in Indië, in antwoord op sommige vragen van Jhr. J. P. Cornets de Groot, door J. J. Rochussen, oud Gouv.-Gen. |
van N. I. enz. 's Hage 1853quot;. T. v. iV. I. 15e j. 1853. II. 208. 21226. Een nieuwe aanslag op Dr. W. Bosch. Verdediging van de openbaarmaking van officiële bescheiden door ambtenaren. T. v. Af. I. 15e j. 1853. 11. 268. 21227. Betoog tegen het stelsel van geheimhouding en onderdrukking der publieke opinie, naar aanleiding van het door 11. Stol-te beweerd isolement van den Gouv. Gen. Mr. A. J. Duymaer van Twist. 2'. v. N. 1. 15e j. 1853. II. 243. 21228. De drukpersvrijheid in N. I., het middel tot bevordering van rust en vrede aldaar. T. v. N. I. löe j. II. 270 Noot. 21229. Denkbeeld om een ambtenaar te Batavia te belasten met het opsporen en publiekmaken vau belangrijke stukken uit de Archieven. T. v. N. /. 15e j.,1853. I. 48. 21230. Voornemens tot openbaarmaking van de officiële bescheiden, betreffende onze vestiging en ontruiming van Sumatra's Oostkust. r. V. N. L. 16e j. 1853. II. 77. — De «onwettigequot; openbaarmaking van Gou-verncmoutsstukkeu. Verdediging dier openbaarmaking, gcrigt tegen de artikelen van de Amsterd. Courant van 2 en 5 Sept. 1853, welke ceue uitwerking zijn van het thema door J. C. Baud in de Tweede Kamer op 9 Dcc. 1851 behandeld en verdedigd. Aid, 206. — Is het publiceren van officiële stukken door het T. v. N. 1. niet geoorloofd ? .Nadere toelichting en verdediging dier openbaarmakingen, met het oog op de handelingen in deze van J. C. Baud, J. J. Rochussen, Jhr. H. J. J. L. Ridder de Stuers en anderen. Aid. 266. 21231. De heer E. de Waal over de vrijheid van drukpers. Ingezonden. Verwijzing tot het „Indisch Magazijn van E. de Waal,quot; als te Batavia uitgegeven zonder censuur, en tot de Gouv. Gen. 11. W. Dacndels, L. P. J. Burggraaf du Bus de Gisignics en Mr. P. Merkns, ais voorstanders van publiciteit. T. v. N. 1. 16e j. 1854. 406. 21232. Kon. besluit van 13 Jan. 1854 No. 64, nopens het eigendomsregt van den Staat op de Gouvernements-archieveu en tegen de opeubaarniiiking daarvan, zonder voorafgaande vergunning. Mededeeling der inlichting van wege net Indisch Gouvernement |
733
fegeven aan den Griffier bij den Raad van ustitie tc Batavia Jhr. Mr. J. (iranilnnd, betreffende de toepassing van dit besluit op liet openbaarmaken van in bet Archief van dien Raad berustende stukken in bet Tijdschrift //Het recht in Ned. Indië.quot; Overgenomen uit het Verslag over 1854.egeven aan den Griffier bij den Raad van ustitie tc Batavia Jhr. Mr. J. (iranilnnd, betreffende de toepassing van dit besluit op liet openbaarmaken van in bet Archief van dien Raad berustende stukken in bet Tijdschrift //Het recht in Ned. Indië.quot; Overgenomen uit het Verslag over 1854. Letterb. 1857. 3. 21233. Een noodkreet van den Min. van Kol. C. F. Pahud. Mededeeling van het besluit van 13 Jan. 185-t No. 04, nopens het eigendomsregt van den Staat op de Qouver-nements-archieven, en tegen de openbaar-raaking van officiële stukken zonder voorafgaande vergunning; gevolgd door opmerkingen van de Redaktie nopens dc strekking en vermoedelijke uitwerking van dit besluit. T. \i. N. I. 16e j. 1854. I. 148. — Het ,beruchtequot; besluit van den heer C. E. Palmd; door ü. dd. Amsterdam 31 Maart 1854. Aantoouing van do reden, om welke juist nu zoodanig besluit in de wereld is gekomen. Aid. 285. — Tekst van hot Kon. besluit van 13 Jan. 1854 No. 04, nopens de handhaving van het eigendomsregt van don Staat op dc koloniale Archieven, en tegen de openbaarmaking van offleiiile stukken zonder voorafgaande vergunning, ook omschreven als „Verbod tegen het geven van inzage, openbaar maken en onder zich houden van tot de Gouvememcnts-arehievon behoorende stukken. Indisch Staatsblad, 185 L No. 18. Maandel. Kronijk, 2c j. 1851'. I. 19^. Couperus, Art. 110 li. li. 's Hage 1803. 131. — Beredeneerde zaïneutrekking van do door do Neder-landsche pers uitgesprokene voroordeoling van dit besluit. Maandel. Kronijk, 2c j. 1854. F. 120. — Waarom heeft de heer J. J. Rochussen het besluit van 13 Jan. 1854 No. 04 nog niet ingetrokken!' Opmerkingen nopens de noodzakelijkheid van deze intrekking. T. v. N. I. 20e j. 1858. 11. 00. 21234. Toelichting op de redevoering van den Min. van Kol. J. J. Rochussen over het adres van Dr. W. Bosch, Zitting van de Tweede Kamer van 17 Maart 1859. Door Dr. W. Bosch, dd. Vclp Maart 1S59. Toelichting op deze redevoering over zijn adres tegen de toepassing ten zijnen aanzien van het Kon. besluit van 13 Jan. 1854 No. Ot nopens het eigendomsregt van don Staat op de Ind. Gouvernoments-archievcn. T. v. N. /. 21e j, 1859. 1. 390. — Heeft Dr. W. Bosch nu zijne stukken reeds ? Opmerkingen nopens de door de Tweede Kamer op 27 July 1859 op voorstel van J. R. Thorbecke aangenomen conclusie in deze j met een beroep op den Min. van Kol. J. J. Rochussen tot inwilliging van het verzoek van Dr. W. Bosch. Aid. II. 188. |
21235. Oordeel van Dr. P. J. Ve t. h, over het Kon. besluit van 13 Jan. 1854 No. 04 nopens het eigendomsregt van den Staat op de Gouvernemeuts-arehieven, en tegen de openbaarmaking daarvan, zonder voorafgaande vergunning. Gids, XVllle j. N. S. 7e j. 1854. 1. 570. 21230. Oordeel over het besluit van 13 Jan. 1854 op do Gouverncments-archicven uitgesproken door Dr. H. C. Millies in de vergadering van 12 Mei 1802. Versl. Kon. Akad. d. Wot. Lett. VIL 18G3. 43. 21237. De Heer Jhr. C. Hartsen en het besluit van 13 Jan. 185i. Opmerkingen over zijne verdediging van dat besluit, uitgesproken in de Eerste kamer op 30 Mei 1801. T. v. N. 1. 23o j. 1801. 11. 57. 21238. Woord tot afscheid aan onze Lezers. Blijkens hetwelk de uitgave van het //Tijdschrift voor hot U. I. Legerquot; wordt ge-staakt, en de niet slaging daarvan vooral geweten wordt aan het Kon. besluit van 13 Jan. 1854 tot handhaving van het regt van don Staat op de Gouvernemonts-arehievcn. Tijds. A. 1. Leger, 2e j, 12e of laatste aflevering. 21239. Tegenstelling, door L. van het publiek maken van geheime stukken uit de Archieven vau don staat door Dr. W. R. van Hoüvoll on J. J. Rochussen, Min. van Staat. enz. yad. Lett. 1854. 1. 312. 21240. Argument van Mr. J. R. Thorbecke voor de vrijheid van Drukpers in Ned. Indië, gebezigd in dc Tweede Kamer dor Stat. Gen, in Aug. 1851-, en wederlegging door J. C. Baud. T. v. N. I. 17e j. 1855. 1. 308. 21241. Lof over de tegenwoordige vrijheid in Ned. Indië; dat P. D. J, van der Pant zijne veroordeeling der indigokuituur heeft kunnen publiekmaken. T. v. N. 1. i7c i 1855. II. 355. 21249. Lofspraak op den Gonv. Gen. Mr. A. J. Duymaer van Twist, als voorstander der publiciteit en met aanwijzing van het verschil van inzigt tusschon Dr. ü. Wassink en Dr. W. Bosch, ten aanzien van het dieost-baarmaken dier publiciteit ook op genees- |
734
kundig gebied aan het staatsbelang. 1. v, N. 1. 18e j. 1856. I. U5. Drukpersreglement, 21243. rDe Drukpers in Indiëquot;. I. Het Regcungs-Reglement en do drukpers. Historische toelichting vim art. 110 van dat II. 11., uit de gewisselde stukken en openbare beraadslagingen in de Tweede Kamer, zulks in verband met geruchten nopens de regeling van de drukpers in Indie bij Kon. besluit van 8 April lb5G. No. 51-. ï\ v. N. I. 19e j. 1857. I. 50. 21214. De verordening tot regeling der drukpers. Geruststellende beschouwingen over het Indisch drukpersreglement vóór de afkondiging daarvan, op grond van het R. R., de persoon van Mr. P. Mijer, en het vertrouwen op de vertegenwoordiging. T. v. N. I. 18e j. 1856. II. 408. 21245. Reglement op de drukwerken in Ncdcrlandsch Indiö, vastgesteld bij Kon. besluit van 8 April IbSli No. 54, lud. btbl. 1856 No. 74. (Jedr. Stukk. 1856—57- XC. No. 2. Couperus, Art. 110 li. II. 's Hage 1863. 137. — Besluit van den Gouv. Gen. van Ned. Indiö, dd. 10 Nov. 1806. No. I, tot vaststelling der „Bepalingen ter verzekering der regelmatige werking van het bij Kon. besluit van S April 1850 No. 54, Ind. Staatsblad No. 74, gearresteerd Reglement op de drukwerken in Ncdcrlandsch Indiü. Gedr. Stukk. 1856—57. XC. No. 3. Couperus, Art. 110 11. R. 's Hage 1863. 148.— Verslag der Commissie uit de Tweede Kamer, dd. 6 Maart 1857, inhoudende de negatieve resultaten Tan haar onderzoek of bovengenoemd Reglement in overeenstemming is met art. 110 van het R. R. Oedr. Stukk. 1856— 57. XC. No. 4. Couperus, Art. 110 li. R. 's Hage 1863. 152. — Nota van inlichtingen van den Min. van Kol. Mi*. P. Mijer, dd. 's Hage 27 Maart 1857, ter wederlegging van bovengenoemd uitgebragt verslag m de Tweede Kamer. Gedr. Stukk. 1856—57. XC. No. 6. Couperus, Art. 110 li. li. 's Hage 1863. 184. — Tegenstelling lusseliou deze //Nota van inlichtingenquot; en de „Nota van toelichtingenquot; welke naar Indiö is gezonden. I. v. N. I. 19e j. 1857. I. 347. — Nader verslag der Commissie uit de Tweede Kamer, dd. 15 April 1857, in antwoord op bovengenoemde ,Nota van inlichtingenquot; en ten betooge dat het Reglement een herziening behoort te ondergaan. Oedr. Stukk. 1856— 57. XC. No. 7. Couperus, Art. 110 R. li. |
's Hage 1863. 214. — De leden van deze Commissie waren dezelfde als die, voor het verslag dd. 6 Maart 1857. 21246. Reglement op de drukwerken in Ncdcrlandsch Indiö, vastgesteld bij Kon. besluit van 8 April 18.quot;)6 No. 54. Indisch Staatsilnd 1856 No. 74. — NB. Letterlijk overeenstemmende met dit voorkomende in: Ontw. liegl. Drukt». N. I. Rott. 1S57. — De heer Keuehenius over het Reglement op de drukwerken. Berichten nopens de alge-meene verontwaardiging over het thans in Indië afgekondigd en uitgevaardigd Reglement op de drukwerken, en refutatie der gronden, waarop Mr. L. \V, C. Keuehenius dat Reglement heeft willen verdedigen of daaromtrent geruststellen, in zijn brief, dd. 's Hage 8 Ecbr. 1857, geplaatst in do N. Rott. Cour. van 11 Eebr. 1857 No. 42. '1'. v. A. 1.19e j. 1857. I. 233. 21217. Mcdedeeling dat het Reglement op de drukwerken in Ncd. Indiö, vastgesteld bij Kon. besluit van 8 April 1856 No. 54, Ind. Staatsbl. No. 74, letterlijk overeenstemt met dat voorkomende in de brochure //Ontw. Regl. Drukw. N. I. Rott. ISr^/' Gids, XXIe j. N. S. lüc j. 1857. I. 373 Noot. 21248. liet Reglement op de drukwerken in Nedcrlandseh Indiö parlementair behandeld, dd. i8 Aug. 1857- Beoordeelend over-zigt van de discussion, verslagen en memo-riön tusschen den Min. von Kol. Mr. P. Mijer en de leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal, van 17 Pebr. tot 2 Mei 1857. Gids, XXIe j. N. S. 10e j. 1857. II. 214, 331. 21249. Het Reglement op de drukwerken in Nedcrlandseh Indiö. Schets cn beoordee-ling, dd. 10 Febr. 1857. Gids, XXIe j. N. S. 10c j. 1857. I. 373. 21250. Brief, dd. den Haag 12 Jan 1857 van Mr. J. R. Thorbcckc aan den uitgever H. Nijgh te Rotterdam, inhoudende zijn oordeel over het ontwerp-Reglement op de drukwerken in Ncd. Indiö, hetwelk door den Min. van Kol. Mr. P. Mijer naar N. Indië zou zijn gezonden. Oniw.-Reql. Drukw. N. I. Rott. 1857. bi. VI. — Advys vanMr. J. R. Thorbecke over bovengenoemd ont-werp-reglement, door hem ter plaatsing in het T. v. N. I. toegezonden bij brief van 21 Jan 1857. T. v. N. 1. 19e j. 1857. I. 160. |
735
21251. Scherpe veroordeeling van het nieuwe drukpers-reglement voor Nod. Indiö, uitgesproken in de vergadering van het Indisch Genootschap op 28 ll'ebr. 1857. Hand. Ind. Gen. IV. 1857. 50, 58. 21252. Adhaesie aan het adres, dd. 7 ITebr. 1857 van het bestuur der Vcrceniging tot bevordering der belangen van don bockhandel hier te lande aan den Koning, inhoudende hunne bezwaren tegen het .Reglement op de drukwerken in Nederlandsch Indii;, vastgesteld bij Kou. besluit van 8 April 1856, alsmede hun betoog voor do regeling der zaak bij de wet. Letterb. 1857. 49. 21253. Denkbeelden van C. I)1. Pahud, Mr. P. Mijer en Mr. A. A. J. Duymalt; r van Twist, over het drukpers-reglement in Ned. Indië, met mcdcdccling van het hierover tusschen hen verhandelde. '1. v. N. I. 19ej. 1857. II. 25. 21254. Vragen van Z. dd. lïatavia, Eebr. 1857, betreffende een onderzoek in Indii; naar don schuldigen publiekmaker van de //Nota van toclichling van het Reglement op de drukpers in Ned, Indie.quot; 'J'. v. N. f. 19e j. ls57. I. 42S. — De tekst van deze „Nota van toelichtingquot; is publick gemaakt in: Ontw. Regl. Drukw. N. I. Rott. 1857. 23. Couperus, Art. 110 li. li. 's Hage 1803. 102. 2125j. Bloemkransen voor 't. Reglement op de drukwerkeu in Indië. 7'. v. N. I. 19e j. 1^57. I. 345. Vervolg: Zijnde overname uit dc Nederlandsche Spectator van 14 Sept. 1857 No. H7 van een //Brief van do iirina Smits on Co. aan hunne correspondenten te Batavia,quot; mot mededeoling van het antwoord daarop van Mijcr on Co., dd. Batavia 10 Oot. 185?. Alsmede mededeoling van een gedicht, getiteld «Hot zwarte Beestquot; waarvan de plaatsing in de Warnasario van 1S,47 is geweigerd door den üen. v. N. 1. ,). J Rocliussen. A hl. II. '242. 21256 Bcrigtcn en beschouwingen nopons dc drukpers in Ned. Indië, en dc nict-be-lemmerende werking van het Roglomont daarop. T. v. N. I. 19e j, 1857. II. 23. 21257. Over do toepasselijkheid van het Indisch drukpers-reglement op zendcling-leeraren. liegt X /. 8e j. XV. 482. |
21258. Hoe men het drukpers-reglement ten uitvoer legr. Opmerkingen over de willekeurige wijze waarop de Indische regering de borgtogten van de boekhandelaren volgens art. 3 van dat R. vordert; met mededccling van den tekst der circulaire, dd. Soerabaja 14 Mei 1857, van de boekhandelaren E. Fuhri en amp; Co., inhoudende de gunstige beschikkingen in deze ten hunnen opzigte genomen. T. v. N. I. 19e j 1857. II. 180. 21259. Zelfstandigheid cn onafhankelijkheid van den Raad van Justitie te Batavia; door Z., dd. Batavia, Pebr. 1857. Bijzonderheden nopens het conflict met deze regtback over de uitvoering van het Indische drukpers-reglement. T. v. N. £. 19e j. 1857. I. 427. 21260. De cenige lofredenaar van liet drukpersreglemont. Tegenstelling van de redeneringen van //De Nederlandsch Indiequot; met de bedenkingen van den boekhandel in Indië op dit Reglement, door den üouv. Gen. daartoe uitgenoodigd, ter gebruikmaking bij de herziening van dat Reglement. T. v. N. 1. 20e j. 1858. I. 383. 21201. De vaststelling van het drukpers-reglement. Opmerkingen nopens het uitgesproken beginsel van den Minister van Koloniën J. J. Rochusscn nopens de vaststelling van het Reglement bij de wet. T. v. N. I. 20e j. 1857. II. 415. 21202. Wat dc heer Mr. P. Mijer geleverd heeft on wat men van don hoer J. J. Rocliussen vorwacht in de drukpersaangele-genlieid. Tekst mot beoordeeling dor in Indië bij ordonnantie van 12 Junij 1858, Indisch Staatsblad No. 73, uitgevHardigde interpretatie cn ampliatio op liet Indisch drukpersro-glement, cn verwachting van den Min. van Kol. J. J. Rochusscn van con wetsvoordragt op de drukpers in Ned. Indiö. T. v. N. L. 20e j. 1858. II. 200. 21263. Een Raadsheorlijke beschouwing over art. 110 van het Reglement; doorAeg... Zijnde een afkeurende aankondiging van /,De geest van art 110 van het Ned. Ind. Rcg. Regl., beschouwd als wettelijke grondslag voor de aanstaande Indische drukperswet. Door Mr. J. R. Couperus, 's Hage 1803.quot; Kol. Jaarb. 3e j. 1863. iSl. 21264. Mededeoling, uit een adres, dd. 28 Mei 1857 aan de Tweede Kamer, door A. üalborstadt, oud-W. I. Ambtenaar ingezonden, van bijzonderheden nopens zijne onderhandeling met den Refer, bij het Depart. |
736
van Kol. J. W. C. Diepenheim, tot bot niet publicoeren eener brocluire, getiteld : „J. C. Baud, gewezen Minister van Koloniënquot;. T. v. N. 1. 20e j. 1838. 11. 267 Noot. — Uitvoerige beschrijving van deze onderhandeling te Leyden gevoerd. A. üalberstadt, Een Standbeeld, Leiden 1862. 66. 21265. De beoefenaars der wetenschap en het Gouvernement. Indisch besluit, (ld. 16 Junij 1857 No. 16, (Staatsblad No al) ter verzekering van het Gouvernementsregt van eigendom van de uitkomsten der onderzoekingen ol' werkzaamheden van wetensclmppe-lijken aard door personen in dienst en bezoldiging van den lande; met mededeeling van het oordeel over dit besluit in de Alg. Kunst- en Letterbode; gevolgd door beschouwingen over deze maatregel. X. v. N. I. 1'Je i. 1857.11. 262. — Gouvernementsbesluit, dd. 16 Junij :i8r.7 No. 16, Ind. Staatsbl. No. 51, omtrent handschriften en verzamelingen van ambtenaren belast met wetenschappelijke onderzoekingen. Tekst. A at. Tijds. N. 1. Xlll. 3 S. 1857. 481. 21266. De officiële waarheid van den Min. van Kol. in de Staatscourant. Speciaal in die van 3 Febr. 1858; zijnde opmerkingen over de onvolledigheid van de daarin voorkomende mailoverzigten in tegenstelling van dc partikuliere beriglen, ter aantooning van dpn büzonderen aard der offieiclc mededce-ingen. T. v. N. 1. 20e j. 18.J8. 1. 150. 21267. Bijzonderheden nopens de wijze van uitgave in Dee. ISa'J van eenJavaansch traktaatje door den zendeling Jansz. in Japan, alsmede nopens dc gevonden correspondentie over de verspreiding onder de inlanders. Brief, Amst. 1860. 0. Ver. Chr. .Si. XV. 1861. 327. 21268. Brief aan den lledakteur over Jonkheer K. G. B. de Vaynes van Brakell. Betreffende eene beweerde oftteieele betuiging van ontevredenheid i\an hem door den Minister van Koloniën J. J. Roehussen wegens de uitgave van zijn werk, getiteld: //De verdediging van Ned. Indië, gevolgd door eene proeve van een stelsel van verdediging voor onze bezittingen in de Indische archipel. Eerste stuk. Amsterdam 1859.quot; T. v. N. I. 21e j. 1859. I. 509. |
212('i9. Explicatie van Jhr. Mr. J. K. VV. Quarles van Ufford, nopens de wijze waarop hij als ambtenaar zijn eed van geheimhouding kan houden, en tevens publicist kan zijn, in tegenstelling van Dr. W. B.. van Hoëvell, en ziju polemiek zoo in als buiten dc Tweede Kamer. Economist, Bijblad, 1860. 145. — De Heer Jhr. Mr. J. K. W. Quarles van Ufford als ambtenaar en publicist. Antwoord door Dr. VV. K.. vau Hoëvell op deze insinuatie. T. v. N. I. 22e j. 1860. 11. 143. — Aan den Heer Jhr. Mr. J. K. W. Quarles van Ufford over insinuatie. Antwoord door Dr. VV. 11. van Hoëvell aan hem, op zijue verontschuldiging geplaatst in de N. Rolt. Cour. van 26 Aug. I860. Aid. 22c j. 18(;0. 11. 273. — De verdachtmaking van den Heer Jhr. Mr. J. K. W. tiuarles van Ufford. Opmerkingen op zijne dupliek en zijne aanwijzing van door Dr. W. 11. van Iloëvell openbaar gemaakte geheime stukken in de N. Rott. Cour. van 29 üct. 1860. Aid. 396. 21270. Do lieer Jhr. T, A. M. A. van Andringa de Kempenuer over de drukpers en ,dc verkeerde denkbeelden in Ncd. Indië. Vragen aan hem betreffende deze punten, zoo als hij die beeft ontwikkeld op 30 Mei 1861 in de Eerste Kamer. T. v. iV. I. 23e j. 1861. II. 58. 21271. Opmerkingen en mededcelingen van P. J. Veth, betreflende de werking der bestaande drukpersverordening in Ned. Indië. T. v. N. /. 23e j. 1861. 1. 372 en 373 Noot. 21272. Een antwoord aan den Min. van Oorlog J. W. Blanken, betreffende diens uitlating in de Tweede Kamer omtrent de bevoegdheid van militairen, om hunne gedachten cn heschouwingen door dc drukpers te openbaren, naar aanleiding van een artikel van den Gen. Maj. W. J. Knoop in de Gids, 1862. I. 365. Gids, XXVlic j. Gids, XXVllej. 3 S. Ie j. 1863. I. Bijblad. 21273. Afkeuring door A. VV; P. Weit-zel van de uitgave van geschriften «met voorkennis van het Ministerie van Koloniën j. 3 S. Ie j. 1863. IV. i87. 21274. De eerste drukpersvervolging volgens het drukpersreglemcnt. Verhaal van die tegen den liataviaschen boekdrukker W. Bruining in I 807, waarbij de inbeslagneming van een drukwerk zonder regterlijke magti-ging onwettig is geoordeeld. T. v. N. I. 20e j. 1858. I. 255. — Mededeeling van |
de vonnissen en niemoriën in deze, 4 Dec. IS57 tot 11 ïebr. 1858 ; door Mr. T. H. der Kinderen. Reut in N. I. Vllle j. XVIe d. 1859. 77. 21275. Stukken betreffende het drukpers-delict van H. J. Lion, wegens hoon en laster jegens den üouv. tien. J. J. lloehus-sen, ter zake van de strenge beoordeeling van zijn bestuur, in een brief dd. Samarang 23 Nov. 18üÜ, en geplaatst in de N. Roti. (jour., editie voor üost-lndiö van 23 ïebr. Is51. No. 2. Lion, ürukpersproces, Z. 15. 1854. 15, 37, 41, 47, 53. liegt N. I. 3e j. VI. 1851. 379, 385, 393, 469, 475. 2127'). Een drukpers-proees in Indië; door 'L. P. Mededeeling van den tekst, der processtukken dd. 3 Jan. tot 2i l^ebr. 18(10, wegens drukpersdelict van II. J. Lion, hoofdredacteur van het liataviaasch ilandolsblad, gevolgd door opmerkingen wegens zijne ver-oordeeling, en voorafgegaan door een historisch overzigt van het verhandelde zoo in als buiten de Tweede Kamer over het Indisch drukpersreglement, en de toezegging tot herziening door den Min. van Kol. J. J. Ilochusscu in 1859. T. v. iV. /. 2Je j. 1860. II. 21. — Het slagtoffer van het drukpers-reglement de martelaar der vrijheid. Opmerkingen over de wijze waarop 11. J. Lion is gevangen gehouden, waardoor zijn ligcliamclijk lijden zoo zeer is verergerd, dat hij in levensgevaar zou verkeeren. Md. 211. — De heer H. J. Lion uit den kerker ontslagen. Mededeeling van den tekst van zijn rekwest, dd. ? om remissie van straf, en den inhoud van het daarop genomen besluit, dd. 5 Juli] 1860 No. I, van het Gouvernement, gevolgd door ecnige opmerkingen van , De Itedaktie.quot; Aid. 276. 21277. Het arrest van 't Hoog-Geregts-hof te Batavia. Opgave der namen van den President en van de leden, die hebben ge-teekend het arrest, dd. 21 Eebr. 1860, tot bevestiging van het vonnis van den Raad van Justitie te Batavia over H. J. Lion, wegens drukpersovertreding. T. v. „V. /. 22e j. 1860. I. 329. 21278. Demonstratie van de Natuurkundige Vereemging in N. I., tegenover het Gouvernement, met opzigt tot hot drukpersdelict van 11 J. Lion. Not. Nat. Vereen. 8 Maart IS60. xYat. Tijds. N. /. XXI. 5 S. I. Ib60. 434. 21-)79. Een adres van ingezetenen van |
Batavia. Tekst van dit adres, dd. 4 Maart I860 (?) aan den Gouv. Gen. C. F. Pahud, om remissie van gevangenisstraf van H. J. Lion, daartoe veroordeeld wegens drukpers-overtreding; alsmede bijzonderheden der op Java betoonde belangstelling in liet lot van den veroordeelde. 1'. v. N. 1. 22e j. 1860. 1. 328. 21280. Afkeuring der drukpersvervolging in Ned. Indië, ingesteld tegen H J. Lion, hool'drcdakteur van het Bataviaasch Handelsblad. 2'. v. M. I. 22e j. 1860. I. 202. 21281. De werking van het gewrocht der duisternis. Betoog voor eene herziening van het drukpers-reglement, naar aanleiding van de veroordeeling wegens drnkpers-delict van H. J. Lion, hool'dredaktcur van het Bataviaasch Handelsblad. T. v. iV. I. 22e j. 1860. I. 321. 21282. Het drukpersdclict van S. E. W. Roorda van Eysiuga ei) van J. J. Nossc. Verhaal en betrekkelijke stukkcu. S. E. W. lioofda van Eysiuiia, Mijne verbanning, 's Hage 1865. J. J. Nosse, Ue werkelijkheid, 's Hage 1865. Periodieke Pers. 21283. Geschiedkundig overzigt van de periodieke pers in Nederl. Indië. T. v. N. I. 6e j. 2e d. Batavia 1844. 177. 21284. Vergunning door de Indische Regering in 1854 tot het drukken en uitgeven van een Nieuwsblad in de Javaansehe taal aan de Gebroeders Hartevelt amp; Cie., op hunne te Soerakarta opgerigte drukkerij, voornamelijk voorde Javaansehe taal bestemd. Overgenomen uit het Regeringsverslag over 1854. Letlerb. 1857. 4. 21285. De journalistiek in Ncderlandsch Indië; door X., dd. Batavia 9 Sept. IS.'iö. Over het stilzwijgen der Dagbladen in Ncd. Indië, ten aanzien van de Staten Generaal, doch de voorziening daarin door do Ncder-laudsche Couranten. T. v. N. I. 18e j. 1856. II. 407. 21286. Waarom deelt de Javasche Courant niet mede wat er in de Staten Generaal wordt verhandeld? Aanmerkingen nopens de niet-opname in de olüciele Javasche Courant der Handelingen van de Staten Generaal 93 |
voor zooveel de Kolouuiu betreft. T. v. N. I. 18c j. 1856. I. 225. 21287. Zal er to üatavia een liberaal dagblad worden opgcrigtf dd. Batavia .Funij 1857. Opmerkingen over dit gerucht; alsmede over de beweerde meer vrijzinnige beginselen van de Indische Regering bij de toepassing van het drukpersrcglement. T. v. A. I. 19e j. 1857. II. 182. 21288. Het nieuwe ,Bataviaasch Handelsbladquot; en het drukpersreglement. Beschouwingen over het Prospectus der uitgave door 11. Jquot;. Lion; in verhand met dat Reglement. T. v. JV. I. 20e j. 1858 I. 12G. 21289. Vooruitgang in Indië. Over de ii iet-toepassing van hei; drukpersreglement op het ,Bataviaasch Handelsbladquot;, in verband met de liberale staatkundige ontwikkeling in Ned. Indië. T. v. N. 1. 20e j, 185S. I. 318. 21290. Do journalistiek in Nederlandsoh Indië. Aantooning van hare ontwikkeling sedert en uictlegcnsiaando het drukpersreglement van 185G. T. v. N. I. 20e j. 1858. 1. 27G. 21291. Overname uit het Bataviasclie Handelsblad van don maatregel, om de Ja-vasche Courant weder uit te geven als vroeger, vóór het vertrek vau de post. Econ. 1802. 218. Tijdschriften. 21292. Gouvern. besluit dd. Buitenzorg, 10 Jan. 1838 No. 1, inhoudende de voorwaardelijke vergunniug aau Dr. W. li. vau Hocvell, Dr. S. A. Buddingh en Mr. J J. lirest van Kempen lot de uitgave van een Maandschrift in Nedcrlandsch Indii;, alsmede de ondersteuning der uitgave door liet Gouvernement. T. v. A'. /. jaarg. 1 SlO, Groningen. Ie d. 8. 21293. Gcdoeltclijko inhoud van hel besluit van ID Jan. 1838 No. 1, alsmede van dat van 27 Mei IS'M No. 35, inhoudende bepalingen omtrent den aard der stukken, in bet T. v. N. I. op te nemen; alsmede omtrent de censuur. ï. v. iV. /. 7c j. Batavia 1844. Ie cl. 118 Noot. 21294. Inhoud van het Indisch besluit, dd. 4 April 1838 No. 3, ter. bepaling van het drukloon ter Lands Drukkerij te betalen voor het Tijdschr. v. N. I. T, w. A./ . jaarg. 1849, Groningen. Ie d. 9. |
21295. Indisch besluit, dd. Buitenzorg 23 Oct. 1839 No. 4, inhoudende aanschrijviug van de plaatselijke autoriteiten op en buiten Java om behulpzaam Ie zijn bij de invordering der inteekeningpenningen op het ï. v. N. I. T. v. X. /. iaarg. 1849, Gronincren. Ie d. 10 Noot. 2129G. Gewisselde schrifturen in 1844 tussehen de Redactie van het T. v. N. I. en het Indisch Gouvernement over het verbod tot plaatsing cn uitgave in haar Tijdschrift, Ge j. Ie d. 247 -2G0, vau een artikel, getiteld: »De Redactie van het Tijdschrift voor Nefirlandsch Indië aan hare lezers bij het begin van den zesden jaargang van haren arbeid.quot; T. v. N, /. 1849, Gron. i e d. 15-20. 21297. Brief van den Alg. Secret., dd. Buitenzorg 19 .lan. 1845 No. 107, aan den Redakteur van het T. v. N. ]., inhoudende afkeuring van beleedigcnde uitdrukkingen ten opzigte van de Inlandsehe Regenten in de Preanger Regentschappen door P. Junghuhn gebezigd in zijne quot;ïwecde Schets ontworpen op eene nieuwe reis over Java op het einde van 1844quot;; alsmede verbod tot plaatsing en uitgave van deze schets. T. v. N. I. 1849. Gron. Ie d. 28 Noot. 21298. Gouv.-besluit dd. Batavia, 4 Julij 1845. No. 10, inhoudende afkeuiini,' van heleedigendc uitdrukkingen ten opzichte van do Inlandsehe Regenten in de Preanger Re-geul schappen, en van den Keizer en de Prinsen te Soerakarta, door P. Junghuhn gebezigd in ziju «Tweede en Tiende Schets, ontworpen op een nieuwe reis over Jaia op 't einde van 18 4quot; j alsmede bepaling eener strengere handhaving van de censuur op het T. v. N. I. T. v. iV. I. 1819. Gron. Ie d. 28, 41 en 4G. 21299. Adres, dd. Batavia 10 Oct. 1S45, van den Redacteur van het T. v. N. I. aan ileu Gouv. Oen., inhoudende bezwaren tegen liet Gouv.-besluit, dd. 4 Julij 1845 No. 10, alsmede verzoek om mildere toepassing van de censuur op het Tijdschrift. T. v. N. I. 1849. Gron. Ie d. 31. 31300. Gewisselde schrifturen in 1847, tussehen deu liedaeteur vau het T. v. N. I. cn het Indisch Gouvernement over de plaatsing en uitgave iu haar Tijdschrift van dc |
739
Verhandeling van H. Zollinger, getiteld: „Het eiland Lombokquot;. T. v. N. I. 1849. üron. Ie d. 85—41. Ook geplaatst in P. J. Veth, Bijdragen, II. Amst. 1848. Bijlage A. bl. 30. 21 '01. Besluit van den Minister van Staat, Cjouv. Gen. van Ned. Indië, dd. 29 Jan. 1847 No. H, vaststellende nadere bepalingen cm voorwaarden voor het gebruik van de drukkerij van her. Bat. Gen, in N. I. Verh. Bat. Gen. in N. 1. XXIe j, Batavia IS Ki—47, le ged. 101-. — Klagten over dit besluit. T. v. N. I. 9e j. Batavia 1847. 3o d. 119. 2130.'. Besluit, dd. Buitenzorg 8 Fehr. 1848 No. 3J, op het adres van Or. VV. R. van Hoövell, dd. 23 Jan. 1848 No. 2, over den aard en inhoud, verdeeling en inrigting van hel ï. v. N. I., en over do medewerking te vericonen door het Indiseh Gouvernement; tot toezegging aan hem Redacteur voor zijn Tijdschrift van mededeeling van stukken uit de Gouv.-archieven; en tot lastgeving aan den Hoofdkommies ter Alg. Seer. A. J. E. Jansen tot uitvoering van dit besluit. T. v. N. 1. 1849. Gron. le d. 48. — Ook geplaatst in P. J. Veth, Bijdragen, 11, Amst. 1848, als bijlage B, bl. 41. 21303. Besluit, dd. Buitenzorg- 8 Junij 1848 No. 2, tot strenge afkeuring der handelingen van den lledakleur van het T. v. N. 1. ten opzigte van don Xe jaarg. all. 1 en 2 van zijn Tijdschrift. T. v. N. I. 1849. Gron. le d. 51. — üok geplaatst in F. J. Veth, Bijdragen, II. Amst. 1848, als Bijlage C. bl. 45. 21304. Berigt van Dr. P. B l e c k e r in liet «Journal of the Indian Archipelago and Eastern Asiaquot;, door A. X. Nummer van Sept. 184S, nopens de illiberalitcit van het Nod. Ind. Bestuur ten aanzien der drukpers, en toelichting hoe daardoor alle wetenschappelijke tijdschriften in Ned. hidiö zijn vernietigd. T. v. N. I. 1849. Gron. led. 163. — Afkeuring door den G. G. v. N. I. aan Dr. 1'. Bleeker hierover. Aid. 297. — Aanmerkingen van l)r. C. S waving op dit berigt van Dr. P. Bleeker. Ind. Arch, le j. le d. Batavia 1849. 116. — Beoordeeling door Dr. W. R. | van Iloövell van deze aanmerkingen. T.v. i N. I. 1849. Gron. le d. 383. 21305. Mededeelingen, betreffende dc censuur in Ned. indiö op liet Tijdschrift vau |
Ned. Indie, T. v. N. 1. 1849. Gron. le d 282 Noot. 21306. Dankbetuiging door ;/Dc Re-dak ticquot; aan den Min. van Kol. O. E. Pa-hud, voor zijne mededeeling aan het T. v. N. I. van belangrijke beseheiden omtrent de opium in den Ned. Ind. Archipel. ï.v.N.I. 14e j. 1852. I. 53 Noot. 21307. Zijn dezelfde voorregten aan alle gegund ? Besehuldiging, dat dc verslagen van Dr. H. Croockcwit Cz. van 1849 en 1850, over het tin op Banka, Malakka en Billiton, dour den Min. van Kol. C. E. Pahud aan het T. v. N. I. toegezegd, doch in weerwil dier belofte aan het Kon. Inst. v. T. L. en V,-kunde te Delft afgestaan zijn; zoo mede over de mededinging van de Bijdragen van dat Instituut met andere Tijdschriften. T. v. .V. /. 150 j. 1853. II. 264, — en I. 362. Noot. 21308. Dc Heer A. J. P. Jansen, Refer, bij het Gouv. van Ned. Indië tegen het „Goudsch Kronykskcquot;, dd. Arnhem 15 Oct. 1851. Mededeeling van een' brief door hem geschreven tot ontkenning van geheime stuk-lïen uit de Indische Archieven aau Dr. W. R. Baron van lloëvell vooi- het T. v. N. I. te hebben verstrekt. Met Naschrift van „De Redaktiequot;. T. v. N. L 13e j. 1851. II. 356. 21309. Eene vruehtelooze inkwisitie te Batavia. Over een in Indië gehouden onderzoek naar de wijze, hoe het Rapport over tie tinmijnen van Malakka van Dr. H. Croockcwit Gz. van 1850, in handen is gekomen van den Redakteur van het T. v, N. 1. T o. N. 1. 14e j. 1852. I. 435. 21310. Het onderzoek naar een misdadi-. ger gestaakt. Over een in ludië gehouden onderzoek naar de wijze, hoe het rapport van Dr. H. Croockewit Cz. over de tiumij-nen van Malakka in handen is gekomen van de Redaktie vau het T. v. N. 1. 14ej. 1832. II. 391. 21311. Bijzonderheden nopens het Indisch besluit, dd. 25 Junij 1853, lot tegemoetkoming in de kosten voor het drukken van stukken, afkomstig uit het Gouv. archief, in het Nat. Tijdschrift van Ned. Indië. Nat. Tijds. A. 1. IV. N. S. I. 1853. 630. 21312. De suspekten in Indië. Schets van het beweerde intimidatiestelsel der Regering |
740
tegouover tie uiot-welgczinclcu, en speciaal onder de ambtenaren. T. v. N. I. J9e i. 1857. X. 132. SJ1313. De tegenwoordige verhouding van het T\jdschiift van Nederl. Indië tot de Re-ring. Voorwaardelijke toezegging door «De Rcdaktiequot; tot ondersteuning van den Min. van Kol. J. Loudon. T. v. N. I. 23e i. 1S61, 11. 394. 21314. Do medewerkers van het Tijdschrift van INederlandsch Indië geen suspec-ten moer. Aantooning van dezen veranderden toestand. T. v. N. I. 23e j. 1SG1. II. 395. 21315. Over de verhouding van de rcdaktie der Koloniale Jaarboeken tot die van liet Tijdschrift van Ned. Indië. Kolon. Jaarb. 3e j. 1863. 23 Noot. 21316. Liberaliteit der Regering ten op-zigl.e der drukpers in Indië. Over de handelingen dor Regering ton aanzien der drukpers in Ned, Indië in verhand met de nieuwe Tijdschriften aldaar. T. v. N. I. 1849. üron. Ie d. 296. 21317. Bijzonderheden nopens de ccnsmir op hel; «Indisch Magazijnquot;. T. v, N. I. 1849. üron. 1 d. 23. Noot, en 164 Noot; en Kle J. 1354. II. 407. 213IS. De wJava-Bodequot; cnde»Biang-Lalaquot;. Lof wegens meeider vrijheid in de censuur over dit dagblad en niaaudwerk, beide onder redactie van W. L. Hitter en Mr. L. J. A. Tollen». T. v. N. 1. 14e j. 1852. II. p. 392. 21319. Zal de Indische Regering voor allen even vrijgevig zijn in haru censuurP Opmerking nopens de censuur in Ind'ë, die do opname eener zekere karikatuur in de fBiang-Lalaquot; heeft toegelaten, en zulks wel zou beletten, wanneer zij hoog-geplaatste ambtenaren betrof. /'. v. N. 1. 14e j. 1852. 11. 315. 21320. Lofspraak op de censuur onder den Gouv.-Qen, Mr. A. J. Duymaer van Twist, vermits zij zelfs de tegenspraken eeuer bewering van den Minister van Koloniën C. F. Puhud ten nadcele der inlandsche Christenen, heeft toegelaten in eene bijdrage van J. N. ürimmius, geplaatst in de »Warnasariequot; voor 1853. T. v. iV. I. 15e j. 1853. I. 214. |
21321. Toestemming door de Indische Regering aan G. E. J. van den Bossche van de uitgave van een Tijdschrift voor landbouw, handel en nijverheid, bijzonder toegewijd aan de belangen van N. Indië, onder den titel van quot;De Landbouwerquot;. Overgenomen uit de Javabode. Lellerb. 1854. 82. 21322. Ovar de denkbeelden van Dr. H. O. Millies, in de Gids van Aug. 1853, nopens de censuur, in verband met de beschaving en evangelisatie in Ned. Indië, de verspreiding van den bijbel en het denkbeeld van wijlen J. A. Palm, afgevaardigde van het. Ned. Bijbelgen., om ten dienste van den Javaan, een periodiek geschrift uit te geven. T. v. N. I. 15e j. 1853. II. 205. 21323. Beschouwingen over de teregtwij-zing en berisping van den Gouv.-Gen. van Ned. Indië Mr. A. J. Duymaer van Twist aan den predikant A. A. T. Mounier, wegens de plaatsing in het //Tijdschrift tot bevordering van Cliristelijk loven in Ned. Indiequot;, van een artikel van den predikant 1'. H. van Hengel, waarin gehandeld wordt over deu verwaarloosden zedelijken en godsdienstigen toestand van de Europesche soldaten in Nëd. IndiT. v. N. 1. 17c j. 1855. II. 347; 18c j. 1856. 1. 386. —Idem dom***. Aid. I8e j. 1856. 1. 442. 21324. Indisch besluit, dd. Aug. 1856. No. 24, tot toezending aan bet Bat. Gen. N. I. voor de uitgave in zijne Verlmndelingen of in zijn Tijdschrift van ceue Memorie van den gecommitteerde J. T. Nieuwcnhuisen, over het land en den toestand der bevolking van het eiland Nias ; alsmede van eene ge-ographische en natuurkundige beschrijving van dat eiland van den mede-gecommilleerden li. von Rosenberg. Not. 23 Eebr. 1857. Tijds. Ind. T. L. V.-kunde. Vil. 3 S. 1. i!558. 1S4. — Advies van Mr. A. J. Swart en Dr P. Bleeker, tot. plaatsing in de Verhandelingen. Not. 18 Mci 18,gt;7. Aid. 256. — Bijzonderheden nopens de voorgenomen uitgaven. Not. 23 Julij 1857, 3 Dcc. 1859, 28 Jan. 3 Maart en 2 Junij 1860. yftó. 450; X. 4 S. I. 1861. 8, 17, 22, 306. 21325. Indisch besluit, dd. 8 Sopt. 1856, No. 5, op het rekwest, dd. I gt; Mei te voren van den Directeur van het Bat. Uen. in N. 1. tot tegemoetkoming in de kosten van uitgave van stukken uit het Gouvernements-archief ter |
741
plaatsing aangeboden in de vier eerste deelen van 's öenootsohaps Tijdsehrift voor Taal-, Laud- en Volkenkunde. Not. 'i'i Feb. IS57. 'J'ijds. Jnd. T. L. ^-kunde, VIL 3 S. I. 1»58. 181-. 213^6. Indisch besluit, dd. 11 April 1857, No. 4, houdende aanteekening, dat telken drie maanden zullen worden opgemaakt twee nota's, aanduidende stukken van 's üouver-nements-arcliiel': a. om aan het, liataviaaseh Genootschap van Kunsten en Wetenschappen te worden toegezonden, met magtiging om daarvan gebruik te maken voor zijne Verhandelingen ot voor zijn Tijdschrift,; b. om naar .Nederland te worden gezonden voor het Kon. Instituut voor de Taal-, Land-en Volkenkunde van Ned. Indiö, ten behoeve van zijn Tijdschrift. Not. 18 Mei lb5/. Tijds. Ind. T. L. V.kimde, VU. 3 S. 1. 1858 255. 21327. Mededecling van de schikkingen van regeringswege gemaakt, voor de voorgenomen publiekaiaking van gewigtige historische bescheiden uit de Indische archieven door middel van bet Bat. Genootschap van Kunsten en Wetenschappen te Batavia en van hel. Kon. Instituut voor de Taal-, Landen Volkenkunde van JMed. ludië te Uellt. üvorgcuomcn uit de Staatseouruut van 3 Junij 1857. Letlerh. Ib57. 1?8. '21328. Indisch besluit, dd. 11 Sept. 1860, No. 17, tot opname iu het Tijdschrift van het, Hat. üen. der Nota's, dd. 9, 23 en 8 Oct. 1853, van A. Li. Cohen btuart, 11. il. Th. ïriederich en L. Netscher, over het stollen van vaste regelen op het voeren of toekennen van adclijke titels ouder de Javanen. Tijds. Ind. T. L. ^.-kunde, XL é S. 11. 1862. 41ö. 21329. Missiven, dd. 23 Mei 1862, No. 1266, van den üouv. Secretaris tot opname in het Tijdschrift van het Bat. üen. van het rapport, dd. 6 April 1M)2, No. 242, van den ads. Res. van Sintang, O. Kater, handelende over ei n op de Boven Kapoeas plaats gehad hebbende sneltogt, ondernomen door een bende Uajaks. 'lïjds. Ind. T. L. I' .-kunde, Xll. 4 S. 111. 1862. 058. |
21J3U. Apostlllaire dispositie van den Gouv. Gen. van N. L, dü. 13 April 1854, No. 9, tot tegemoetkoming in de kosten en uitgave der stukken, voorkomende inhetlVe en Ve deel van het Natuuik. Tijdschrilt voor Ned. Indië, en afkomstig uit 's Gouverne-ments-Arehief. Nat. Tijds. A'. I. VI. N. S* UI. 1851. 349. — Idem, dd. 29 Maart 1855, van die voorkomende in het. Vie en Vile deel. Aid. IX. N. S. VI. 1855. 142. — Gouv. besluit, dd. 18 Pebr. 1856, ter tegemoetkoming in de kosten van de in bet Nat. Tijds. van Ned. Indië geplaatste Gouv.-stukken, gedurende 1855. Aid. XI. 3 S. 1.1856.221. — Idem, dd. 6 Sept. 1836, No. 12, ter ge-moetkoming in de kosten van uitgave der Gouv.-stukken, voorkomende in het Xe deel. Aid. XII. 3 S. II. 1856 -1857. 259,248. — Bijzonderheden nopens de missiven,dd. 6 Sept. 1856, No. 17 en 18, van den Gouv. Secretaris, houdende bezwaren tegen de bestaande wijze van tegemoetkoming in de kosten van nitgave van het Tijdschrift der Vereeniging. Not. Nat. Vereen. 23 Sept. 1856. Aid. 248. — Tekst van het rekwest, dd. Batavia Oct. 1856, namens de Direktie, door Dr. P. Blee-ker en J. J. Altheer, tot verkrijging van een jaarlijksche subsidie voor het beoogde doel. Md. 239. Zie ook XIII. 3 S. III. 1857. 262. 21331. De Redaktie van de Koloniale Jaarboeken aan bare lezers. Hieruit blijkt het doel en strekking van dit nieuwe tijdschrift. Kolon. Jaarb. 1861—62. 1, 5, 11. Oouvernements-ondersteuning. 21302. Mcdedeeling nopens do ondersteuning van Rijkswege der uitgave van de werken van Ur. Ph. Pr. von Siebold getiteld: „Nippon-Archiefquot;, //Panna Japonicaquot; en ,Bibliotheca Japonica.quot; Letlerb. 1838. I. 17. 21333. Mcdedeeling der wijze van ondersteuning van Rijkswege dor werken van C. L. Blume, getiteld »Plora Javae etc.quot;, en ,Rumpliiaquot;. Letterh. 1838. IL 322, 401. 21334. Klagten over het terughouden van de uitgave van de wetenschappelijke nasporingen en van de rapporten van Dr. C. A L. M. Sehwaner, H. von Gallron, O. van Kessel, Baron van Lijnden en van A. L. Weddik. T. v. N. I. 13e j. 1851. II. ]8. 21335. Pransche tekst van den brief, dd. Berlijn 18 April 1857, van A. von Humboldt, die o. a. hoogen lof geeft aan do wetenschappelijke publicatiën van wege de Ncderlandsche Regering, betreffende de Ned. üverzeesche Bezittingen. Hand. Ind. Gen. IV. 1857. 102. |
Drukkerijen. 213S6. Mededoeling door Ur. W. R. van H o ë v c 11, betreffende drukkerijen van par-tikulicren te Batavia sedert 1668. T. v. N. I. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 19 Noot. 21337. Mededeelingen, betreflende don toestand van de Landsdrnkkerij, eu van de drukkerij van het Bataviaaseh Genootschap. T. v. -V. I. 6e j. 2e d. Batavia 1844. 187; 7e j. Batavia 1845. Ie d. 112. 213:i8. Verhaal, door G. Lauts, dd. Slagtinaand 1842, van de oprigting eener drukkerij op Java met Javaansohe sehrift-letters en de verdiensten in deze van Paul van Vlissingen en A. D. Cornets de Groot Jr. 1822 -1825. Letterb. 1843. I. 82. — Overgenomen in Hand. Ind. Gen. VI. 1859. 43. 21339. Aantooniug door Paul van Vlissingen, dd. Amsternam 7 Pebr. 1827, dat aan hem de eer toekomt van op Java een drukkerij met Javaansohe schriftletters tot stand te hebben gebragt. Letterb. 1827. 1. 100, 117. — Tekst van den brief, dd. Amsterdam 25 Mei 18,)9, van Paul va'n Vlissingen, waarin hij voor zich rcolameert de eer, dat op Java eonc drukkerij met Ja-vaansche schriftletters is tot stand gekomen. Hand. Ind. Gen. XI. 1859. 413. 21340. Oprigting vau vier partikuliere drukkerijen, waarvan twee te Batavia, een te Passaroewan en een te Makassar. Overgenomen uit de Ned. Staatscourant van 3 Junij 1857. Letterb. 1857. 178. 21341. Bijzonderheden nopens het voorstel van J. Groll, tot het oprigten eener eigene drukkerij door de Ned. Ind. AJaat-sehappij van Nijverheid. Not. Maatsch. Nijv. 26 Maart 1858. Tijds. Nijv. N. I. V. 1859. 103. — Berigt van Dr. P. Bleeker nopens do kosten van vestiging cn onderhoud. Not. Maatsch. Nijv. 29 Junij 1858. Aid. 109. |
21342. Een Inlandsche drukkerij tc Pa-lombang; door H. von Dewall. Mcdededing van de inlichtingen nopens deze drukkerij van den Inlander Kemas Hadji Mohammed Adchari, gegeven door den Resident aldaar A. van der Ven. Tijdseh. v. Ind. T. L. en y.-kunde, VI. N. S. 111. 1857 190. —Eeu Inlandsche drukkerij tc Palembang. Overname van deze mcdcdeeling. T. v. N. I. 19e j. 1857. I. 171. Letterb. 1857. 1. 59,— Volgens vermoeden van den Res. van l'a-lembang, A. van der Ven, zou te Soerabaja eeu dergelijke Inlandsche steendrukkerij bestaan als te Palembang. Tijdschr. v. Ind. T. L. en V.-leurde, VI. N. S. III. 1857.197.— Ook volgens Dr. W. K. Baron van Moëvcll. 2'. v. N. I. 19c j 1857. I. 471. Letterb. 1857. 59. 21343. Mededeelingen, betreflende den toestand der lithographic op Java. T. v. N. I. 2e j. 2e d. Batavia 1839. 171 ; 7e j. Batavia 1845. 4e d. 80. 21344. Lithographic. Overzicht der genomen proeven op Java, zoo van het druk-kcu van letterschrift als van teckeningen, met opgave der verdiensten in deze van den Directeur der Genie Jhr. O. van der Wyck, en van den tcekeuaar J. Schnell. T. v. A'. I. Ie d. Batavia 1843. 782. — Zie ook over de verdiensten vau Jhr. C. van der Wyck in deze. Aid. Ce j. 2e d. Batavia 1844. 186. 21345. Mcdcdeeling, door E. de Waal, der resultaten opgeleverd door de steendrukkerij bij het Topographisch Bureau der Genie tc Batavia, gedurende haar eerste proefjaar. Ind. May. Ie Tw. 1^44. No. 4, 5 en 6. bl. 203. 21346. Opmerking nopens de ontwikkeling der drukpers in Ned. Indië. T. v. i\. 1. 19e j. 1857. I. 139. 21347. Opmerkingen nopens do opvolgende cijfers van den invoer sedert 1825 van boeken enz., en van schrijfbehoeften op Java, meer bijzonder vóór en na li4S, naar aanleiding van: //Statistiek van den handel en scheepvaart op Java on Madura, sedert 1825, door G. P. de Bruyn Kops. Batavia 1858.quot; T. v. N. I. 21e j. 1859. 11. 182. 21348. Verbazende vermeerdering van den invoer van boeken op Java. Merkwaardige toename van den uitvoer van boeken van Nederland naar Java, en beschouwingen daarover en over publiciteit in het algemeen. T. v. N. I. 13e j. 1851. II. 211. |
743
China. 21349. Bij/.ntidcrliedon nopens dc verzameling van Ohinescho letters of woordt.eekens te Parijs, welke uit de Nationale lioekerij naar do Drukkerij zijn overgebragt en aldaar gerangseliikt. Leiterh. 1804. 1. 33. 21350. üelooning van den Keizer van Rusland aan Dr. D. Hager, voor zijne «Verklaring der Uoofdkaraklers van de Cliiuesehe taal.quot; letterb. 1802. II. 130. 21351. Het boekdrukken en do boeklian-del in China. Goschiedkuudiy; ovorzigt. Fad. Lell. 1830. 11, G70. 21352. Chinoscho letterkundige dwang.Voor-boold van censuur in Cliina, volgens mede-deeling van een zendeling. Keur v. Meng. 1819. 190. 21353. Do Cliincsolie boekverkooper. Bijzonderheden nopens de boekdrukkunst eu de censuur bij do Cliiuezeu. Letlerb. 1801. 1. 178. 21354'. Mododeolingen door J. van der quot;Vinne, betreffende den goringen prijs, waarvoor de boeken in Chiua te bekomen zijn. T. v. N. I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 273. 2lli55. Litkograpliie geen nieuwe kunst. Volgens Gérard sedert onheugelijke tijden ia Tibet beoefend. Leeskub. 1857. 11. 240. Engelsch India. 21356. Bijzonderheden nopens de oensuur to Calcutta uitgeoefend door de O. I. Gomp. Letterb. VI. 1796. 84. 21357. Subsidie verleend door het Collegie to Calcutta, benevens de Aziatische Maatschappij aan dc Protestantsche zendelingen van Bengalen voor de uitgave van de oudste Sanskritsehe boeken, bijzonder van de Vedas, in het oorspronkelijke, met een daarbij gevoegde Engelsclie vertaling. Letterb. ISUG. II. 290. 21358. Mededeelingou door Prof. A. W. vou Sc hl egel, betreffende do stichting en werking van dc polyglottische drukkerij te |
Serampore, nabij Calcutta. T. v. N. I. 4e j. 2e d. Batavia 1842. 427. 21359. Do drukpers ouder de inboorlingen van Britsoh Indië; door A. X. üverzigt luirer ontwikkeling sedert 1837, volgons Trof. H. H. Wilson, in quot;zijne voorlezing, dd. 2 Dcc, 1S48, medegedeeld in »the Athenaeumquot; van 24 Dcc. 1848. T.v. N. I. 1819. Gron, le 281. 21360. Do drukpers in Britsch Indië en in Neêrlandsch ludic. Schets van hare hervorming in Britsch Indië sedert 18 i3 en de invoering van den //Talfourd's Aotquot;; en tegenstelling van haren toestand in Ned. Indic. T. v. N. /. 9c j. Batavia 1S47. 3o d. 116. 21361. De drukpers in Britsch Indiii en hare bestrijders. Medodceliug van den zake-lijkeu inhoud van ecu artikel in de Calcutta Review van Maart 181-6, ook tot verdediging van de vrijheid der pers tegen den aanval van E. Thornton, onder vermelding van het betoog van Sir C. Metcalfe. T. v. N. I. 17c j. 1855. I. 368. 21362. Opgaaf van het honorarium dooide Eugelsche U. I. Comp. betaald aan Kolonel Mackenzie voor zijne verzamelingen omtrent do goschiodcuis dor Hindoes van liet zuidelijk schiereiland. T. v. . I. 18quot;)0. I. 327. - Idem van dat aan Dr. Rob. Morrison voor zijn Chineeseh woordenboek. Aid. 327. 21363. De drukpers in Britsch Indië. Naar aanleiding dor discussiën nopens dat punt in cle Tweede Kamer bij de behande-liug van het li. R. niet mededeeling van hot oordeel over de working dor drukpers in Britsch Indiii, van Mr. J. K. Baron van Goltstein, J. J. Kochussen en J. (J. Baud, alsmede van dat van Sir C. E. Trevelyan. T. v. N. 1. 16e j. 1854. 11. 281. 213 4. De Hooglecraar H. II. Wilson en de heenm Mr. J. K, Baron van Goltstein, J. J. Roehussen en J. C. Baud over de drukpers in Britsch Indië. Hare gunstige werking volgons eerstgenoerade iu tegenstelling van het oordeel van dc drie anderen. T. v. N. I. 17e j. 1805. 1 127. 21365. Publieitoit in Britsch Indië en in Nederlandsch ludicj door C. V. te Batavia. Tegenstelling tussehen de regeringsbeginselen |
744
in Ned. Iudir on in Britseh Indiii, waar thans het publiek bij de zittingen van den wetgevenden Raad wordt toegelaten en de Gouvernements-arehioven voor de dagbladschrijvers openstaan. T. v. iV. J. 1/e j. 1850. II. 140. 2136rgt;. De drukpers in Britsch Indië en in Nederl. Indië. Tegenstelling van de onbelemmerde drukpersvrijheid in Britsch Indië tegenover hetgeen in dit opzigt in Ned. Indië plaats heeft. T. v. N. I. 19e j. 1S57. I. 300. 21307. De drukpers in Britsch Indirj door Vijase, dd. Java, April 18j7. De gunstige werking van de vrije pers aldaar aangetoond door citaten van Lord C. Jlet» ealfe, dd. Junij 1 Soquot;), en van Lord Dal-housie, dd, ïebruarij 1856. T. v. N. /. 19c j. 1857. [1. 54. 21368. De gebeurtenissen in Britsch Indië en de drukpers in Nederlandsch Indië. Invloed dor eerste op de vrijheid der laatste, medegedeeld met een brief, door '/een der kundigste, meest helderziende en achtenswaardigste personen van Javaquot; geschreven. T. v. N. I. 20e j. 1858. I. 5(). |
21369. De indigospiegel, een drukpers-proces in üritsch Indië. Kolun. Jaarh. 18G1 — 1862. 641. 21370. Bengalen. De zendeling, beschermer van den inlander. Bijzonderheden nopens de vcroordceling te Calcutta van den zendoling James Long tot gevangenis en geldboete wegens de uitgave en vorsprei-diog in het Bngelsch en Bengaalseh van een tooneelstuk botreitende do misbruiken bij de indigoteelt in Britseh Indië. F er. Chr. St. XVII. 1863. 184. 21371. Getal periodieke geschriften in Britseh Indië uitgegeven in 184U. De Kopiist, le j. 2c d. Batavia 1S42. 86. 21372. Wat het zegt, in Engelsch Indië eene courant uit. te geven. Opgave der bezwaren en moeijelijkheden daaraan verbonden in 1845 en 1846. 1S54. III. i 06. Africa. 21373. Bijzonderheden nopens de vrijheid van invoer van nadrukken aan de Kaap de Goede Hoop. Lelterb. 1555. 2. |
VAN DE
B.
NB. Het cijfer, dat achter elk woord in dit Register staat, is liet eerste der groep titels, die daarover Landelen.
Aardbevingen, 2807. Abyssiniii. 988. Actiiin van ü. I. Compagniün. 9498. - (Belastingen op de) 14:i:S4. Afrika. 1333, 15 15, 1972, 21 Lfi, 2322, 2353, 2510, 2803, 2945, :U45, 3475, 4678, 5629, 5696, 5889, 6063, 6241-, 10294, 12654, 12972, 16284, 17058.17526, 17666,17920, 19022, 19655, 21373. Alfoersch. 18279. Aluin. 3226. Ambtenaren onder de O. I. C. 12976 - in deze eeuw. 13515. Ambtgeld. 14400. Amerika. 11311. Amerikanen (Handel van) 9905. Amphibia. 4053. Aneodoten. 18604 Anthropologie. 4686. Antimonium. 3267. A rabië. 105, 1403, 1755, 5292, 18856,10466. Arabisch. 18064. Arbeiders. 7352. Archiefstukken. i9055. Archiefwezen. 1911.0. Archieven. 19040 Archipel. Zie Indische Archipel. Arthropoda. 4382. Artikelbrieven. 10501. Artillerie. 15680. Astronomie. 1141. Astronomische plaatsbepaling. 1185. Austraiië. 1033, 1326, 1709, 1959, 2130, 2326, 2357, 2Ü52, 2797, 3472,4673,5591, 5859, 6061, 6227, 10290, 12648, 12970, 16276, 16995, 17519, 17663,19007,19652. Aves. 3852. Azië. 108, 263, 1197, 1357, 2011, 2175, 2336, 2389, 2609, 2658, 2807,2984,3165, 3417, 4456, 4774, 5187, 5651, 5787, 5910, 6071, 11653, 12665, 12767, 13009.18433. |
Balisch. 18234. Banjareesch. 18249. Banken en Maatschappijen. 9262. Bataksch. 18136. Batavia. 13160, 17426. Bazaarpacht. 14608. Ucambten. 12976. Bedrijven. 9250. Bedrijf belasting. 14741. Beeldende Kunsten. 17536. Begrafenis, 63;?. Megrooting bij de Wet. 14526. Beheer van financiën. 14514. Belasting en Verpachting. 14553. Belastingen. 14834. Belooningen. 15841; Bemesting. 8420. Bengaalsch. 18031. Bengalen. 13015. Benoemingen. 13515. Bergvallen en Verheffingen. 2946. Beri-Bcri. 4927. Beschaving. 5187. Bestuur der Koloniën in Europa. 10501. - (Buropcesch) 12665. - (Gewestelijk) 12665. --(Inlandsch) 12/67. - (Plaatselijk) 12665. - (Stelsel van) li310. Betrekkingen met Oostersche Vorsten en Volken. 11653. - met vreemde Mogendheden. 10807 Bevolking. 4456. Bevolkingsstatistiek. 4456. Bewindhebbers dor O. I. C. 10528. Bezoldiging. 13579. Bimaneesch. 18293. Boeddhisten. 16145. Borneo (Eilandengroep van) 574, 1245, 1500, 1778, 2071, 2228, 2433, 3002 3308, 3437, 4500, 4798, 5404, 5960', |
94
746
6152, 10190, 12145, 13158, 14798, 16839, 18342, 18915, 19151. 192M, 19552. Bosschen (Plaatsen der) 6949. Botanie. 3367. Bouwkunde. 14951. Brievenpost in Indië. 9812. Buitenbezittingen. 13824. Burgerlijk liegt,. 13773. Burgerlijke Zaken. 13663. Bijbelgenootschappen. 17121. Bijbelverspreiding. 17151. Bijbelvertaling. 17121. Bijgeloof. 16323. Ceilon. 13090. Celebes (Eilandengroep van) 796, 1316, 1664, 1859, 2094, 2293, 2494,2766,2911, 4636, 5548, 6032, 10249, 12457, 13385, 18257. Ceram (Eilandengroep van) 857, 4642, 5565, 6047, 10268, 12590. Ceremonieel. 6515. China. 298, 1374, 1731, 2178, 2336, 5199, 5913, 6075, 9874, 11305, 11718, 13927, 14847, 15366, 16067,16189,17286,17587 18646, 19214, 19424, 21349. Chineesche Nederzettingen. 5744. Chineesch Regt. 13927. Chineesche Talen. 17952. Chineezen. 16022. Cholera. 4898. Chororaandel. 13055. Christendom. 16366. Chronologie. 19186. Cochenille. 8025. Coelenterata. 4451. Communicatiemiddelen. 9750. gnie. (Engelsclie O. 1.) 10790. (Hollandsche O. I.) 9641,10501,12076, 13604, 14039, 14219,15185,15818,17325, 21180. — (Achteruitgang der) 10618. jagniën (Buitenlandsche) 9344. (Hollandsche) 9309. - (Oost Indische) 9306. Concessie (Spoorweg) 15076. Contracten (Suiker) ?703. Dajaksch. 18243. Deenen (Handel van) 9946. Denemarken. 11232. Diamant. 3338, 6694. Diemensland (van) 1097, 5612. Dieren (Gelede) 4382. - (Kruipende) 3926. |
Dieren (Stekelhuidige) 4448. - (Tweeslachtige) 4053. Discipline. 15644. Distilleerderijen. 9198. Dividenden der O. I. Comp. 9520. Drainage. 8416. Drank. 6311. Druk van Heerendiensten. 14900. Drukkerijen. 21336. Drukpers. 21180. Drukpers-Reglement. 21243. - Vervolging. 212 M. Duitschers (Handel van) 9955. Duitschland. 11256, 17189. Dweeperij (Indische) 16153. Dysenterie. 4891. E. Echinodermata. 4418. Egypte. 988. Eilanden beoosten Afrika. 1011, 5648, - bewesten Afrika. 1029. Emancipatie. 5701. Engeland. 10790, 10868, 17190. Engelsclie Dienaren in Indië. J 8490, Engelschen (Handel van) 9918, 10042. Erfprins Stadhouder. 10587. Ethnographische Platen. 5010. Europa. 17184, 17607, 17749, 186:20, Expedities. 15712. F. Eabricknijverlieid. 9060. Feesten. 6157. Feestvieringen. 6497. Financiën. 14219. Formosaansch. 18252. Fossielen. 3342. Frankrijk. 11173, 17194. Franschen (Handel van) 9064. Gambier. 8854. Gasfabrieken. 9181. Gebouwen. 14960. Gedenkpenningen. 19375. Gedichten. 18443. Geldcirculatie. 9659. Geld verzending. 9726. Geneeskunde. 15170. Geneeskundig Onderwijs. 17461. Geneeskundige Dienst. 15170. - Plaatsbeschrijving. 4774. - Werking van Geneesmiddelen. 15290. Geneeskundigen. 15185. |
747
Geneesmiddelen. 15244. Genootschappen. 17697, 17749. Geodesie. 1185. Geographic. 1185. Geographische Platen. 1726. Geologie. 2606. Geschiedenis. 19010. - in het algemeen. 19418. - van het Ëegtswezen. 13675. Gestichten (Geneeskundige) 15331. Geslachtslijsten. 19671. Gcwichten. 9573. Gewoonten. 6071. Gezelschaps Eilanden. 1119. Gezondheidstoestaud. 4760. Gift in O. I. (Liberale) 14382. Godsdienst (Christelijke) 16366. - (Niet Christelijke) 16064. Godsdienstwetenschap. 16064. Gom. 8775. Goud. 3285, 6681. Gouverneur Generaal. 11432. Gutta Percha. 8775. Hagel. 2547. Halmaheira (Eilandengroep van) 840, 4635, 5562, 6043, 12549. Handel. 7806, 7884, 7053, 8012, 9262,9854. - der Hollanders op Oost-Indi'i. 9976. - van verschillende volken. 9905. Handelmaatschappij (Nedcrlandsche) 9534. Handelscijfers. 10149. Handelspolitiek na 1815. 10103. Handelsregt. 13795. Handwerksnijverheid. 9060. Hars. 8775.' Havens. 15013. Heelkunde. 5082. Heerendiensten. 14880. Heflingen. 14334. Heidenen. 16064. Hindoes. 16064, 16105. Hindocsch Regt. 13925. Hindostanisch. 18027. Historiepenningen. 19375. Hongersnood. 8437. Hoozen. 2565. Hottentotsch. 18312. Houtsoorten. 6927. Houttcelt. 6927, 6979. Huidziekten. 4953. Huur van Woeste Gronden. 7153. Huwelijk. 6325. Hydrographie. 1985. Hydrographischc Kaarten. 2165. -Platen. 2336. Hypsometric. 1185. |
Imposten. (Verschillende) 14435. Indic (Achter) 350, 1747,6237,5927,11769, 13028, 14853, 16099,16573,18709,19433. -(Britsch) 1 11647, 14009,14856,16012, -(Engelseh) 17300, 17692, 17787,21356. - (Ncdorlandsch) 14943, 1B170, 16708, 17324, 17605, 17676,17595,18863,19049, 19055, 19468, 21180. - (Voor) 364, 1391, 1749, 2017, 2187, 2395, 5250, 5928, 6094, 11807, 13045, 15381, 16599, 17595,17991,18314,18717, 19215, 19442. Indiërs. 16036. Indigo. 7817. Indische Archipel, 18, 423, 1211, 1412, 1756, 2020, 2190, 2337, 2397, 2659, 2816, 2948, 2987, 3168, 3928, 4467,4779, 5302, 5654, 5791, 5941, 6113,9750,9976,10149, 11910, 12676, 12787, 16232, 19226. - (Oostelijke) 3460, 4863, 6200, 14833, 16933, 17496, 18389, 18964, 18991, 19372, 19620. Indische Kinderen. 17402. Inkomsten (Verschillende) 14792. Inlanders (Regtswezen van) 13829. Inlandsch Regt. 13923. Inlandsehc Soldaten. 15587. Inscripties. 18398. Insecten. 6990. Instellingen (Wetenschappelijke) 17697. Instructies van Bestuur, 11380. Irrigatie. 8412. Italianen (Handel van) 9975. Italië. 17196. Jagt. 6437, 6839, Japan. 286, 1357, 1730, 2011, 2175, 2389, 5191, 5910, 6071, 9860, 11290, 11653, 13009, 15361,16064,16470,17284,17574, 18640, 19419. Japansch. 17944. Java (Eilandengroep v.) 628,1249,1542, 1801, 2074, 2229, 2444, 2677, 2S49, 3004, 3319, 3439, 4522, 4814, 5426, 5986,6169, 10196, 12281, 13160, 14802,14918,16314, 16858, 17417, 17467,18349,18922, 19156,19248, 19568. Javaansch. 18177. - Regt. 13942. Joden. 16288. Kaap dc Goede Hoop. 988, 5642, 12759, 13495, 19183, 19374. |
Kaarten. 1338. Kafl'erland. 993, 5037. Kalk. 3199. Kalkbergen. 3358. Kamer van Koophandel. 10098. Kamfer. 8775. Kanaal van Suez. 15 Kanalen. 15129. Kaneel, 8274. Kaolin. 3230. Kapiteins. 15888. Karakter. 5187. Katholieke Zending. 16386. Katoen. 8078. Katoenen Goederen. 8125. Kavallcrie. 15080. Kawi. 18109. Kina. 8311. Kleeding. 6283, 15618. Klei en Klei-eters. 3229. Klimaat. 4760. Koffij. 7358. Kolonisatie. 5735. - in Afrika. 5889. - in Australië. 5859. - in Azië. 5787. Kommandanten. 15482. Koorts. 4877. Koper. 3209, 6673. Koraalbergen. 3358. Krankzinnigheid. 5071. Kruidlabrieken. 9172. Kruidnagelen. 8234. Krijgswezen. 15392. - van andere volken 16022. - ter zee. 15848. Kultures. 7194. Kultuurregcling. 7323. Kultuurstelsel en Vrije Arbeid. 7235. Kunsten. 1753i. Kwikzilver. 3283. Lampongseh. 18144. Landbezit. 6999. - (Particulier) 0999. - van Inlanders. 7101. Landbouw. 0999, 7194, 8337. Landelijk Stelsel. 14079. Landhuur 0999 Landrente. 14679. Landverhuizing. 5735. Landverhuur in de Vorstenlanden. 7073. Leeningen der O. i. C. 14226. Leesboeken. 17388. Leger. 15416, 15531. Letteren (ïraaije) 18443. Letterkunde. 17923. |
Legenden. 18314. Levensbesehrijvingen. 19604. Linnen. 8872. Lood. 3280. Loonen. 14S99. Maaltijden. 6201. Maatsehappolijke Toestand. 5187. Maatschappijen '.)^62, 17749. Madagascarsoh. 18075. Madureescli. 18233. Mahoinedaansch liegt. 13942. Mahomedanen. 16290. Makassar. 13385. Malabar. 13131. Malakka (Eilandengroep van) 468, 1448, 17511, 4472, 10157, 11920, 13028. Malcisch. 18078. - Regt. 13967. - Schiereiland. 2204, 2408. Mammalia. 3691. Malabaarsch. 18033. Marianen (De) 1110. Markten in Indië. 100S2. Marquesas Eilanden. 1115. Maten. 9573. Materieel der Marine 15945. Mclkkoeijcn. 9030. Menschen-eters. 6306. Metaalbewerking. 9153. Meteorologie. 2359. Middelen in Indië (Verpachte) 14452. Militair Regt. 13808. Mineralen. 3195. Minerale en Warme Wellen. 2984. Mineralogie. 3165. Ministerie van Koloniën. 10097. Misbruiken van Heercndiensten. 14906. Misgewas. 8157. Modderwelleu. 2971. Mollusea. 434S. Molukken. 1322, 1085, 1892, 2103, 2309, 3502, 2771, 2910, 10201, 13403, 18280. Mongolië. 16097. Monopolie cn Particuliere Handel. 10005. Muitelingen. 10414, Munten. 95S5. Munten voor do O. I. O. (Het) 9641. Muntregeling. 9659. Musea. 17697. Mijn-ontginning. 6008. Natuurkundige Aardrijksbeschrijving. 1141. Natuurlijke Historie 2006. Natuurverschijnselen. 2514, - (Buitengewone) 2595. |
749
Nederland. 17107, 17756, 1904.2. Nederlandsch in Aziii. 18433. Nicuw-Guinea (Eilandengroep van) 908, 1324, 1707, 193.i, 2111, 2318, 5587,0054, 12641. Nieuw-Guineesch. 1830 k Nicuw-Holland. 1000, 5592. Nieuw-Zeeland. 1124, 0626. Notenmuskaat. 8203. Nijverheid. 6608. Oetrooijen. 10501. üiïleicren. 154o7, 15482. Olie. 8697. Onderstand. 142i?6. Ondersteuning (Gouvernements) 21332. Onderwijs (Geneeskundig) 174(11. - (Middelbaar) 17441. - in Europa. 17184. - in Indiii. 17284. Onderwijzers. 17395. Onweders. 2552. Oogheelkunde. 5133. Opbrengst der Landrente. 14724. -der In- en Uitgaande Kegten. 14777. - der quot;Verpachtingen. 14058. Opium. 6318. Opiumpacht. 14565. Orkanen. 25()5. Oudheden. 19213. Over land naar Indië. 9767. Overleveringen. 18314. Overstroomingen. 2531. Paalwormen. 6990. Paarden. 9043 Paardenposterij in Indië. 9824. Pakketvaart op Indië. 9750. Palaeöntolorie. 3297. Pandelingsenap. 5726. Papier. 8872. Papierengeld. 9709. Papierfabrieken. 9240. Parsis. 16221. Participanteu der O. I. C. 10611. Pelew Eilanden. 1105. Pelgrims. 16317. Penningen. 19375. Pensioen. 13579, 15654. Peper. 8171. Periodieke pers. 21213. Personalia van Ambtenaren. 13551. Personeel van de Marine. 15933. - van den Waterstaat. 14943. Perzië. 405, 1408, 2391, 5292, 5938, 6087, 9901, 11278, 11892, 13142, 15387,16702, 17322, 18798, 19466. |
Perziseh. 18042. Pest. 4946. , Petroleuinbronnen. 3146. Philippijnschc Eilanden. 830, 1682, 1888, 2100, 230S, 2771, 5561, 10269, 12547, 14876. Pisees. 4062. Plakaten. i 3604. Planten (Soorten of Geslachten van) 3583. Plantenfamilies. 3478. Plantenlijsten. 3373. Plantenrijk (Verschillende voortbrengselen van het) 8561. Plantentuinen. 3407, 8441. Planton (Verzamelen en Verzenden van), 3367. Platen (Ethnographische) 5910. - (Hydrographische) 2336. Platina. 3294. Plegtigheden. 16332. - (Indische) 16163. Pokken. 4967. Polynesische Talen. 18074. Poreeleinfabrieken. 9141. Portretten. 19664. Portugal. 10814. Portugcesche Dienaren in Indië. 13488. Portugcezen (Handel van) 9967. Priesters. 16347. Protestantsehe Zending. 16401. Protozoa. 4453. Putten (Artesische) 14981. Prijzen van Koflij. 7523. llaad van Koloniën. 10742. Raden van Indië. 11516. Radikaal van Ambtenaren. 13533, 17407. Rang. 6570. Rassen. 4686. Redres der O. I. C. 10618. Regeling van Kuituur van Indigo. 7847. - Kofflj. 7400. - Rijst. 8522. --Suiker. 7647. - Tabak. 79S8. - Thee. 7933. Regen 2511. Regering in Indië (Dc llooge) 11316. Reglementen van Bestuur. 11880. Regten. 14334. - (In- en uitgaande) 14404, 14745. Regterlijke Magt (Leden van de) 14039. - Organisatie. 13710. Regtspraak in Nederland. 13857. Regtsvordering. 13800. Regtswezcn in deze eeuw. 13675. - onder de O. I. O. 13604. - op de Buitenbezittingen. 13824, - van de Inlanders. 13829, |
750
Ucizen. 1. Reizen door cirbcschrijvingcn van Afrika. 927. - van Australië. 1033, - van Azië. 263. - naar cn door vcrscbillcnde Werclddce- - naar de Noordpoolgewesten. 21é. - naar de Znidpoolstreken. 1197. - om de Wereld en door het Zuid-Westen naar Oost-Indië. 18. - van Europa naar Azië en van Azië naar Europa. 108. Resoluties. 13601. Retourvloot (O. I.) 10045. Rusland. 17184. Rijstbouw. 8470. Sandwichs Eilanden. 1112. Sanskrit. 17901. Schapen. 9036. Schedels. 4709. Seheopsbouw. 10449. Scheepsrampen. 10335. Scheepsvolk. 10396, 15888. Scheepvaart. 9854, 10299. Scheikundig Onderzoek van Geneesmiddelen. Siamseh. 17987. Singaleesch. 18038. Slavernij. 5651. Sunda Eilanden (Kleine) 772, 1312, 1654, 1846, 2087, 2282, 2491, 2753,2908,4621, 5537, 6091 lees 6019, 10242, 12428, 13379. Soendaneeseh. 18162. Soldaten (Inlandsehe) 15587. - (Ncderlandsche) 15556. - (Vreemde) 15577. Spanjaarden (Handel van) 9972. Spanje. 10849. Speeerijcn. 8145. Spel. 6446. Spoorplanten. 3478. Spoorwegen. 15044, 15159. Spoorweg-Concessies. 15076. Staatkunde (Koloniale) 10748. Stadhouder (Erfprins) 10587. Staten Generaal. 10666. Statistiek (De) 17671. Statistieken van Bevolking. 4456. - Handel. 10149. - Indigo. 7864. - Koffij. 7474. - Kultures. 7212. - Regtswezen. 13881. — Rijst. 8538. |
Statistieken van Scheepvaart. 10488. - Suiker. 7769. - Tabak. 8012. - Thee. 7938. - Veeteelt, 8968. Stututcn. 13604. Steenfabrieken. 9141. Steenkolen. 3297, 6720. Sterfte van het Seheopsvolk. 10426. Stoomvaart in Indië. 9782. - op Indië. 9750. Stormen. 2565. Straf-koloniën. 14009. Strafregt. 13805. Strafzaken. 13641. Successie-bclasting. 14389. Suez (Kanaal van) 15134. Suiker. 7545. Suiker-contracten. 7703. Sumatra (Eilandengroep van) 478, 1235, 1450, 1759, 2061, 2205, 2409,2672, 2831, 2992, 3305, 3424, 4475, 4787,5369,5947, 6118, 10166, 11967, 13144, 14792,16310, 16826, 18323, 18909,19137, 19232,19523. Suratte. 13137. Taal. 17923. Tabak. 7974. Talen van Voor-Indië. 17991. Tarieven. 14745. Tartaarsch. 17990. Tartarije. 841, 18705. Teelt van Indigo. 7817. - Koffij. 7358. - Rijst. 8470. -Suiker. 7B45. - Tabak, 7974. _ Thee 7890 Telegraphen. 15099, 15164. Tempels (Indische) 16211. Tentoonstellingen. 9100. Thee. 7890. Tibet. 16095, 16571, 19432. Tibetaanseh. 17989 ïimoreesch. 18294. Tin. 3256, 6623. Titel. 6570. Tooneel. 17561. Toonkunst. 17549. Touw. 8872. Tractaatjes. 17177. Tractement. 15654. Transport in Indië. 9829. Transportmiddelen. 9750. Turkije 11270. Tijdschriften. 21292. Typhus. 4946. |
751
Uitbarstingen van Vulkanen. 2656. Uitbesteding van Transport. 9841. Vaart (Gewapende) 10299. •- (Versnelde) 10326. Vaccine. 4967. Vanille. 8303. Veeteelt. 8954. Veevoeder. 9023. Veeziekte. 9015. Vegetatie. 3379, Vennootschappen. 9262. Verantwoording van Financiën. 14514. Verfstoffen. 8834. Vergiftiging. 5150. Vertalen. 18604 '), Verkoop der O. I. goederen. 10061. Verlof. 15654. Verloskunde. 5141, Vermaken, 6473. Vermes. 4416, Verpachtingen, 14452, 14553, 146S8. Verslagen van Kultures, 7212. - van Eegtswezen. 13881. Verwerijen. 9220. Verzamelaars van Planten. 3387. Verzamelingen (Wetensehappelijke) 17697. Vet. 8697. Vezelstoffen. 8872. Vissehen. 4062. Visscherij. 6891, Vlaggen. 10475. Voedsel van het Scheepsvolk. 10432. Voeding. 6291, 15618. Voedingstoffen. 8562. Vogelnesten. 6882. Vogels. 3852, Vorstenlanden (Landhuur in de) 7073, Vviendsehaps Eilanden. 1121, Vrije arbeid, 7235, 14880. Vrijheid van drukpers, 21190. Vulkanen. 2656. Vulkanische en Minerale Wellen. 29? 1, Vuur (Natuurlijk) 2804. |
Wachtgeld. 13579. Wapens, 19410. Was, 8697. Waterstaat. 14943. Waterwerken, 14988. Weekdieren. 4348. Wegen, 15030. Wellen (Minerale) 2971, 2984. Welvaart. 5187. Werken (Publieke) 14943. Werktuigen, 8397, 9130. Werving. 15618. Wetenschappen. 17569. Weverijen, 9228, Winden. 2556. Wissel. 9726. Woeste Gronden. 7153. Woning. 6252. Wormen. 4446, Ijsfabrieken. 9190. IJzer. 3238. Zaadplanten. 3503, Zeden. 6071. Zee (Krijgswezen ter) 15848 Zeeroovers. 15900, 15968. Zegels. 19410, Zendelinggenootschappen. 16411. Zending, ] 6366, Ziekten. 4877. Zoogdieren. 3691. Zoölogie, 3665. Zoutaanmaak. 6807, Zuidpoollanden. 2143, 2358. Zuidpoolgewesten, 2333, Zuidzee Eilanden. 5613. Zuidzeelanden. 2143. Zweden. 11253. Zweden (Handel van) 9942. Zijde, 8050. |
') v£lLt ^l- II is lïoven 18604 het opschrift Verhalen en Anecdoten uitgevallen.
DEB
WELKE, BEHOUDENS BENIGE UITZONDBRINGEN, IN DIT WEIIK GEVOLGD IS.
Japan. China. Tartarije. Achter-Indië. Voor-Indic. Perzië. Arabië. Indische Archipel. Eilandengroep van Malakku. a „ Sumatra. ii ii Borneo. ii n Java. Kleine Soenda-eilanden. Eilandengroep van Celebes. ii der Philippijnen. ii van Halmaheira. ii ii Ceram. ii a Nieuw Guinea. |
Nieuw Holland. Van Diemensland. Pelew-eilanden. Marianen. Sandwiehs-eilanden. Marquesas- „ Gezelschaps- „ Vriendsehaps- „ Nieuw Zeeland. Binnenlanden. Egypte. Abyssinië. Kafferland. Kaap de Goede Hoop.. Eilanden beoosten Afrika. |
/ O — i ^ J ^ t) '