-ocr page 1-

Vak 128

quot; r -é»

^ ^-oöo-c^c-—-o^gt;-oOo-lt;^c-

r

Sfe/S'

.

INVENTARIS

#v-v ;■

VAN HET

OUD ARCHIEF

DER GEMEENTE

P%; ■ : ■■

ROERMOND

I

cB '

4' S T ü K. l'x' AFLEVERING.

vfK 'rl I,

' Bijlage tot het verslag van den toestand der gem eenti: oTlt;;r het jaar 1881.

kV.

f-

. --r~quot;'—lt;^c-' 1-

i

76 üü

-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-
-ocr page 5-

Vak 128

Ugt;

J

INVENTARIS

VAN HET

OUD ARCHIEF

DER GEMEENTE

ROERMOND-

4° S T U K. 1quot;» AFLEVERING.

Bijlage tot liet verslag van den toestand der gemeente over het jaar 1881.

Bibliotiieca Conventus --=4^3=--jWrerdensi s

ROERMOND,

GEDRUKT BIJ J. J. KOMEN EN ZONEN.

-ocr page 6-
-ocr page 7-

TIJ DREK EN KUN DIG REGISTER. ----

OUD-GELDERSCH ARCHIEF.

1587, 9 Augustus. Joannes van Swolgen (1), priester der metropolitane kerk en vicaris-generaal des aartsbis-doms van Keulen, sticht een kollegie aldaar voor zes regts- of godgeleerden en voor twaalf philosophen, inboorlingen van liet land van Kessel in Gelderland, onder het bestier van den regent van het Bergsche kollegie.

Afschr. lal. in omslag 25, N0 22.

1607, 20 Januarij. De aartshertogen schrijven aan het hof van Gelder vernomen te hebben, dat de drosten aldaar zich veroorloven in regtszaken eene beslissing te nemen, waartoe zij geene bevoegdheid bezitten en die ook in strijd is met de brieven hunner aanstelling; zij gelasten het hof daarop een waakzaam oog te houden en dit met kracht tegen te gaan.

Gelijkt, afschr. fr. in omslag 25, N0 13.

1G23, 6 Maart. De Raad van State geeft eene verklaring af, waaruit blijkt dat het nooit de bedoeling der aartshertogin geveest is de bewoners van het platte land, die aan den koning contributie betalen, gevangen te doen nemen, omdat zij hunne paarden en wagens ten

(1) Zie over de stichting van Joannes van Swolgen Jos. Habets, de studiebeurzen in Neerlandscii Limburg, bladz. 95.

-ocr page 8-

dienste van den vijand gebruikt hebben, hetzij met of tegen hunnen wil. De Raad geeft tevens bevel om de personen, die nog daarvoor gevangen zitten, onmiddellijk op vrije voeten te stellen zonder rantsoen en dit, indien het reeds betaald of beloofd mogt wezen, terug te geven of te schenken; voorts om in het vervolg niemand meer deswegens te verontrusten, wel te verstaan wanneer de vijand op dezelfde wijze handelt.

Afschr. fr. gedagt. uit Brussel, in omslag 25, N0 15.

1624, 23 Februarij. De Raad van State berigt aan het hóf van Gelder vernomen te hebben, dat in de geschillen en moeijelijkheden gerezen tusschen de geestelijke en wereldlijke regters aangaande hun vermeend regts-gebied, de eersten gedurig de laatsten bedreigen en cen-suren tegen hen uitspreken, waaruit vele zwarigheden ontstaan; daar zulks vroeger in het graafschap Vlaanderen insgelijks heeft plaats gehad en daartegen de ordonnantie van 22 Augustus 1531 gemaakt werd, zendt de Raad daarvan een afschrift aan het hof met bevel die ordonnantie in het Overkwartier insgelijks in toepassing te brengen.

Twee afschr. fr. in omslag 25, N0 10; een dito in het register Lnytgens, II bladz. 68 \0, alwaar zich ook een afschr. van de ordonnantie van 1531 bevindt.

1632, 14 October. Lodewijk, graaf van Egmond, zich noemende hertog van Gelder, Gulik en Kleef, prins van Gavre, enz. geeft eene commissie aan Herman de Wypart tot het ligten van tien kompagniën kurassiers, elke kom-pagnie van 100 paarden, en benoemt hem tot kolonel van dit korps.

Afschrift, fr. in omslag 25, N0 14-.

-ocr page 9-

1632, 24 October. Op een schrijven van de aarts-hertogin, waarbij zij Lodewijk, graaf van Egmond, enz. verzocht had binnen acht dagen naar 's konings landen weder te keeren, antwoordt deze dat de aartshertogin nooit redenen had te klagen, dat hij den eerbied en de gehoorzaamheid, die hij aan den koning en aan haar verschuldigd is, niet heeft bewezen; hij is afwezig geweest tot eigen veiligheid doch heeft desalniettemin getracht den koning en de aartshertogin nuttig te zijn.

Afschr. fr. in omslag 25, N0 14.

1(333, 14 Augustus-. De markies d'Aiton schrijft uit het kamp van Lummence aan den prins van Oranje uit zijn schrijven vernomen te hebben dat partijgangers uit Breda, Gelder en elders zich veroorloofd hebben paarden op het platte land weg te nemen van personen, die gedwongen waren geworden daarmede de schepen van het prinsenleger te trekken; de markies zal voldoening daaromtrent geven aan allen, die zich daartoe tot hem zullen wenden en zal tevens zorg dragen dat zulks in het vervolg niet meer geschiede.

Afschrift, fr. in omslag 25, N0 16.

1635, 2 Junij. Het hof van Gelder te Arnhem schrijft aan de staten van het Overkwartier vernomen te hebben dat niettegenstaande het verbod van 5 Junij en 10 Julij 11. de steden Roermond, Venlo en Stralen nog verpligt worden hijlaegen te doen in des coninclcs van Spaignens hcdestuyr ofte contributie, die hierhevoorens aen denselven plachte hetaélt te tcordcn, alhoewel die steden onder de gehoorzaamheid der Stat en-Generaal gebragt zijn. Het hot' verzoekt nogmaals dit te doen ophouden.

Orig. gedagt. uit Arnhem cn get. Sluysken, in omslag 2'.), N° 10.

-ocr page 10-

1635. 27 Junij. De magistraat van Venlo berigt aan de gedeputeerden der staten van het O verkwartier dat hij zich ditmaal op hunne vergadering niet kan laten vertegenwoordigen, aangezien niemand paspoorten bezit, terwijl de konvooijen te duur uitvallen en ook niet zonder groot gevaar zijn; hij verzoekt derhalve een afschrift van het verhandelde te bekomen en zendt eene rekening-der uitgaven door de stad ten behoeve van het kwartier gedaan, ten bedrage van 148 gulden 17 stuiver.

Orig. get. Conrard Schenck, in omslag 29, N0 11.

1640, 21 February. De landvoogd geeft eene instructie aan den kanselier Hieronimus de Gaule, ten einde in de eerstkomende vergadering der staten van het Overkwar-tier een buitengewoon subsidie aan te vragen van 40000 gulden. Hij zal aan die staten te kennen geven dat het hem leed doet thans wederom een nieuw subsidie te moeten aanvragen, maar dat de nood hem daartoe dwingt; dat de Duitsche hulptroepen te veel kosten en hij in de plaats daarvan verschillende legerkorpsen moet aanwerven; dat, aangezien het oorlogvoeren op eene slechts verdedigende wijze met vele gevaren verbonden is en tot groote kosten aanleiding geeft, hij besloten heeft met Gods hulp aanvallenderwijze te handelen, waartoe hij buiten en behalve de groote sommen hem door den koning ter hand gesteld, nog groote subsidiën behoeft; dat het beter is een gedeelte zijner bezittingen vrijwillig tot dat doel af te staan dan door den vijand van het geheel beroofd te worden; de landvoogd koestert derhalve de hoop, dat het gevraagde subsidie in zijn geheel zal worden ingewilligd, opdat hij daardoor in staat gesteld worde niet alleen de ondernemingen der vijanden te verijdelen maar ook om den krijg in het hart hunner landen te kunnen voeren en hen daardoor tot den vrede

-ocr page 11-

te noodzaken, die aan 's konings onderdanen rust zal brengen en hen de vroegere rampspoeden zal doen vergeten.

Geauth. afschr. fr. get. N. Maen, in omslag 25, N0 18.

1642, 25 Maart. De Raad van State te Brussel geeft bevel aan alle gouverneurs en kommandanten in de grensplaatsen, niet te gedoogen dat de onderdanen, aan den koning contributie betalende, bemoeijelijkt worden wegens diensten, die zij aan den vijand bewezen, om 't even of zij daartoe gedwongen zijn geworden dan of zij dit gedaan hebben om den kost te verdienen.

Afschrift, in omslag 25, N0 17.

1G43, 12 Junij. Het bureau van Finantiën te Brussel verleent ten behoeve van Jan Willem van Cortenbach, erfvoogd van Roermond, vrijstelling van de bijdragen in de beden en subsidiën, die hij jaarlijks voor het leen van de veerpont over de Maas bij Roermond verschuldigd is, onder voorwaarde dat hij die veerpont ten allen tijde tot 's konings dienst beschikbaar stelle.

Afschr. fr. in kwartiersrecessen, deel XYI, bladz. 94.

1646, Januari], Februarij. Briefwisseling tusschen Goswinus Dulcken, secretaris van Roermond en een dei-afgevaardigden der staten van het Overkwartier naar Brussel, en de gedeputeerden dier staten aangaande het onderwerp vervat in zijne instructie dd. 9 December 11.

Orig. en minuten in omslag 26, N0 13.

1646, 9 Mei. De magistraat van Wassenberg geeft op verzoek van twee schepenen van Cruchten de verklaring af, dat volgens een oud gebruik de inwoners van Cruchten vrijdom van tol in het ambt Wassenberg genieten, mits zij telken jare als recognitie een goud-

-ocr page 12-

gulden aan den burgemeester en twee maten wijn aan iederen schepen verstrekken.

Geauth. afschrift, afgegeven door den secretaris van Cruchten en get. II. Bij 11, in omslag 26, N0 15.

1647—1657. Aanmerkingen der staten van het Over-kwartier in betrekking tot de rekeningen der onraads-penningen, die sedert 1647 tot en met 1657 over het land werden omgeslagen, met vermelding der betalingen, die daaruit aan placquillios en fouragiën voor bet krijgsvolk hebben plaats gehad.

Minuten, in omslag 40, N0 1.

1647, 11 Maart. De baron de Hoensbroeck zendt aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier een uittreksel uit een schrijven van den stadhouder de Ribaucourt aangaande de redemptie der Corvees-, hij berigt tevens'dat er goede vooruitzigten bestaan op het sluiten van eenen vrede met de staten der Vereenigde Provinciën; alhoewel de be-nedenkwartieren van Gelder de vereeniging van het ge-heele hertogdom verlangen, zoo wordt echter door die van Holland en Friesland niet sterk daarop aangedrongen.

Orig. fr. gedagt. uit Hoensbroeck en get. Le baron de Hoenshroeck, niet het vermelde uittreksel, in omslag 25, N0 46.

1647, 23 Maait. Stukken betrekking hebbende op een proces voor het hof van Gelder tusschen de schepenen der heerlijkheid Well ter eenre en de douairière van Limburg en Bronkhorst, vrouwe te Well, ter andere zijde. Hierbij het vonnis van dat hof aanwijzende welk gedeelte der eigendommen van de vrouwe van Well in de termen valt van adellijken vrijdom te genieten en derhalve bij het omslaan van beden en subsidiën niet mag belast worden.

Afschriften, in omslag 26, N0 19.

-ocr page 13-

1647, 25 Mei. De staten van het Overkwartier schrijven (■waarschijnlijk aan den magistraat van Maastricht) dat zekere Willem van Gist, schepen van Cruchten. dooiden overste luitenant Lsendorn gevankelijk naar Maastricht is gevoerd geworden. Nadat deze Willem van Oist door zekeren Jan Quint zonder redenen on met ongeoorloofde middelen tot eene geitcompositie gedwongen was geworden, werd Jan Quint eenigen tijd daarna door Herman Loe om het leven gebragt en daar deze van Oist als den dader aanwees, werd die gevangen genomen ; daar thans Herman Loe in de gevangenis te Roermond op de pijnbank de onschuld van van Oist en zijne eigene schuld bekend heeft, verzoeken de staten aan den magistraat bij den overste luitenant op de loslating van zijnen gevangene aan te dringen.

Minute, in omslag 25, N0 53.

1G4S, 16 Januarij. Het hof van Gelder te Roermond zendt een vertoog aan den keurvorst van Keulen, waardoor het tracht te bewijzen dat het sticht Thorn niet tot den Westphaalschen — maar tot den Bourgon-dischen kreits van het rijk behoort en derhalve niet behoort bij te dragen in de contributiën, die door den vrijheer van Lamboy, keizerlijken veldmaarschalk, van dezen laatsten kreits gevorderd wordt; het hof verzoekt derhalve den keurvorst den genoemden veldmaarschalk dit mede te deelen en hem te bevelen dat sticht ongemoeid te laten.

Minute en afschrift, in omslag 40, N0 5.

1648, 5 Februarij. De magistraat van Xieuwstad schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hem op 3 Januarij 11. bevel gegeven werd om gezamenlijk met die van Echt en in proportie de twee kompagniën rui-

-ocr page 14-

— 10 —

ters der Lotharitigsche troepen, die naar het eiland en het fort Stevensweert gezonden waren, te onderhouden. Alhoewel Nieuwstad steeds slechts een vierde gedeelte in alle lasten heeft moeten bijdragen van hetgeen Echt daarin droeg, zoo pogen thans die van Echt haar de juiste helft op te dringen ; daar deze groote ongelijkheid (Varme nabuyren van de Nieuwstadt tot vluchte endc verloop moet hedioinghen, verzoekt de magistraat dat dezelfde repartitie van vroeger tijd gevolgd worde.

Orig. in omslag 26, N0 7.

1648, 14 Maart. De gedeputeerden der staten van het Nijmeegsche kwartier brengen klagten in hij de staten van het Overkwartier over aanhaling van paarden toebehoorende aan personen uit hun kwartier, niettegenstaande zij van den landvoogd Leopold Guillaume paspoorten hadden verkregen om zich vrij in 's konings landen te mogen bewegen; zij verzoeken den staten de teruggave te bevelen.

Orig. gedagt. uit Nijmegen en get. v. Benthem, met verschillende stukken op de zaak betrekking hebbende, in omslag 25, N0 52.

1649, 21 Januarij. De magistraat van Stevensweert klaagt bij de staten van het Overkwartier over het groote garnizoen dat zich op het eiland bevindt en over de officieren, die eigenmagtig te werk gaan bij het aanwijzen de- logementen voor de soldaten, zoodat de eene inwoner te veel, de ander te min in kwartier heeft; de magistraat verzoekt met die verdeeling belast te worden opdat zulks meer naar evenredigheid geschiede en om dacrdoor soo lamjhe als het mogelijch is te verhoeden het verloopen der voorss. inwoonders.

Orig, get. Bosman, secr., in omslag 26, N0 6.

-ocr page 15-

— 11 —

1649, 30 Jamiarij. De staten van het Overkwartier bekennen sclmklig te zijn aan Agnes de la nativité genaamd Boesmans, eerwaardige moeder der Ursulinnen te Roermond de navolgende hoofdsommen als : 1° 100 gouden souvereinen, 2° 250 dukaten en 3° 1000 rijksdaalders, waarvan zij eenen jaarlijkschen interest beloven van 6'/^ goude souvereinen, 15 V, dukaten en 62)^ rijksdaalders. De staten verklaren deze hoofdsommen te hebben opgenomen om te furneren de heden ende subsidien a en syne ma1 ingeivillicht, als ooclc om te hetaelen de tronppen rem syne hooclieyt van Lorrainen daermede sy sieh beswaert syn vindende.

Orig. perk. get. Goss. üulcken, met twee zegels in groen was, in Doos 3, N0 15.

1649, na 5 April. De staten van het Overkwartier antwoorden op een schrijven van den landvoogd dd. 5 April dat zij wel uitdrukkelijk in den voorgaanden winter de placquillios en fouragiën aan de Lotharingsche regimenten hebben uitgekeerd en daartoe niet alleen de ingewilligde bede en subsidie aangewend hebben maar ook verschillende andere groote schattingen over het kwartier omgeslagen, en daarenboven nog veel geld op hun crediet geligt hebben; zij geven thans aan den landvoogd te kennen dat het kwartier daardoor geheel vuytgeputt en het crediet zoodanig verzwakt is dat zij daarop geen geld meer kunnen krijgen zoodat in sideke extremiteyt het zeer moeijelijk zijn zal binnen twee off drye volgende jaeren de beden en subsidiën te kunnen opbrengen.

Minute, in omslag 27, N0 1.

1649, 9 April. De staten van het Overkwartier antwoorden op een schrijven van de ridderschap van het

-ocr page 16-

— 12 —

vorstendom Gulik en Berg dd. 15 December 1648 dat zij in het geschil tusschen Willem, heer van Binsfelt, en wijlen Johan Willem van Cortenbach, erfvoogd van Roermond, op verzoek van dezen laatste brieven tot den koning en zijnen geheimen raad gerigt hebben; zij verklaren echter dat dit alleen geschied is tot handhaving van het privilegie de non evocando, maar dat zij nooit eene der beide partijen daarmede hebben willen begunstigen en dit thans ook niet kunnen doen, maer deselve hunne differenten acn de justitie laeten hevoolen syn.

Minute, in omslag 25, N0 48.

1649, 12 April. De staten van het Overkwartier rigten een schrijven tot den landvoogd, waarin zij klagen over de groote menigte krijgslieden zoo te paard als te voet, die gedurende den winter in het kwartier moeten onderhouden worden, en geven de onmogelijkheid te kennen dit langer vol te houden.

Minute, in omslag 25, N0 42.

1649, 10 April. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier verklaren, op verzoek van de geestelijkheid van 't bisdom en in tegenwoordigheid van den stadhouder, dat in de 100000 gulden, uitgeschreven ter betaling der placquillios en fouragiën aan de Lotharingsche troepen, die geestelijkheid niet hooger zal worden aangeslagen dan zulks sedert oude tijden ingevolge de bestaande schatcedulen heeft plaats gehad.

Minute, in omslag 25, N0 35.

1049, 30 April. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier antwoorden op een schrijven van den landvoogd dd. 10 Maart 11. dat het land zeer verarmd en in schulden geraakt is, zoodat het zelfs de aan den

-ocr page 17-

koning ingewilligde beden en subsidiën niet kan opbrengen en derhalve niet in staat is lasten op zich te nemen waartoe het niet gehouden is. Aldus moet de magistraat van Gelder de vergoeding van de geledene schade zoeken waar hij zulks geraden acht.

Minute, in omslag 25 N0 40 ; zie het hierboven aangehaalde schrijven van den landvoogd, Inventaris III bladz. 175.

1649, 8 Mei. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier dragen aan Gerard van Lom, schepen van Roermond, den last op zich ten spoedigste naar Keulen te begeven ten einde aldaar den vrijheer van Lamboy in naam van het kwartier eene vereering te doen van 300 rijksdaalders voor einen droncTc wvjns, hem dank toe te brengen voor allen faveur mitfe leste inquar-tieronge a en dit verdorven en verarmdt quartier bewezen en hem tevens te verzoeken dit ook voor het vervolg zooveel doenlijk te verschoonen.

Minute met een afschrift, in omslag 25, N0 28.

1649, 15 Mei. De gezamenlijke steden van het Overkwartier geven eene instructie aan Johan van Aefferden, schepen van Roermond, ten einde zich naar Brussel te begeven en onder anderen bij den landvoogd aldaar aan te dringen op het universeel privïlegimn perpetuitatis magistratuim; tevens zal hij bedenkingen opperen tegen het verleenen der vergunning aan Lambert de Bruyn, burger en schipper van Nijmegen, om een marktschip tusschen Maastricht en Mook te laten varen, hetgeen tot extreme ende onverivinnelijlce prejuditie der overige marktschippers uit Roermond en Venlo zoude strekken.

Minute, in omslag 25, N0 32.

-ocr page 18-

— 14 —

1649, 24 Mei. Johan van Aefferden, afgevaardigde der gezamenlijke steden van het Overkwartier, schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij bij den landvoogd op audiëntie geweest is en tot hem eene kleine aanspraak in liet latijn gehouden heeft; na hem daarin te hebben geluk gewenscht met het goede begin van den veldtogt ende d*expugnatie ende recuperatie van 't vierendeel van 't landt van Vlaanderen, heeft hij hem met de belangen van zijne lastgevers kenbaar gemaakt, waarop hij de belofte van een spoedig antwoord ontvangen heeft.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. J. v. Aefferden, met een afschrift der aanspraak, lat. in omslag 25, N0 3i.

1649, 26 Mei—23 Junij. Briefwisseling tusschen de gedeputeerden der staten van het Overkwartier en Johan van Aefferden, afgevaardigde der staten te Brussel, aangaande de onderwerpen vervat in zijne instructie dd. 15 Mei 11.

Orig. en minuten, in omslag 26, N0 3.

1649, 9 Junij. De magistraat en de inwoners van Stralen schrijven aan de staten van het Overkwartier dat de lasten veroorzaakt door de groote menigte ruiters en voetknechten in de stad aanwezig te swaer ende onverdraegelycli syn, jae gcscliaepen dat de suppleanten daerdoor te gront sullen gaen ende gans ende geheel geruyneert worden; zij verzoeken den staten bij den stadhouder op vermindering van die lasten aan te dringen.

Orig. in omslag 25, N0 51.

1649, 30 July. Arnold Schenck van Nydeggen en Dirk van Hyllen zenden aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier een schrijven van Arnold van Weyenhorst, heer te Walbeek, waarin deze zich beklaagt

-ocr page 19-

— 15 —

over buitensporige handelingen, die door zekeren kolonel van het Lamboysche regiment en eenige zijner soldaten, in Stralen garnizoen houdende, ten zijnen huize gepleegd zijn.

Orig. fr. gedagt. uit het kasteel Hillenraad en get. Arnoldl Schenck de Nydeken, Dirrick van Hyllen, met het vermelde klaagschrift in omslag 25, Nquot; 43.

1649, 19 Augustus. De staten van het Overkwartier rigten een schrijven tot den landvoogd, waarin het volgende verzocht wordt;

1° Dat in den aanstaanden winter het kwartier een matig garnizoen mag bekomen, aangezien het in de vorige jaren tot groote armoede gekomen is door de levering van placquillios en fouragiën aan de regimenten van Lamboy en Lotharingen;

2° Dat de magistraten van Eoermond en Venlo in / hunne perpetuiteit hersteld worden;

3° Dat de penningen voortkomende van de licenten en tollen in liet kwartier geheven uitsluitend tot betaling der soldaten daarin aangewend worden;

4° en 5quot; Dat het hof van Gelder geene zaken tot zich trekke, die volgens stad-, dijk- en waterregten bij den subalternen regter behooren;

6° tot 9° Dat aan den momboir verboden worde bij decisiën van fiscale zaken tegenwoordig te zijn en actiën in prima instantia voor het hof te brengen;

10° Dat commissarissen worden gezonden om met de staten te beraadslagen over het punt van groote revisie en een definitief reglement daarover te ontwerpen;

11° Dat wederom uit de ridderschap van het kwartier twee adellijke raden bij het hof van Gelder gevoegd worden, ter vervuiling der plaatsen, die elf jaren geleden door het overlijden van Johan van Wittenhorst en

-ocr page 20-

een jaar geleden door het overlijden van Johan van Cortenbacli openvielen;

12° Dat te gemoet gekomen worde aan de aanhoudende klagten van die van Stralen tegen den kolonel Crummel, door hem elders te plaatsen.

Minute in omslag 25 N0 19, vergelijk de kwartiersrecessen, deel X bladz. 95 en Doleantien en orders, deel VII, blad 75.

1649, September—November. Briefwisseling tusschen de gedeputeerden der staten van het Overkwartier en Adriaan van en tot Hoensbroeck, Arnold van Boeckholt, Johan Spee en Pieter Romer, afgevaardigden der staten naar Brussel, over de onderwerpen vervat in hunne instructie van 20 Augustus 1649.

Orig. en minuten, in omslag 26, Nü 17.

1649, 23 September. De baron van Hoensbroeck, afgevaardigde der staten te Brussel, meldt aan die staten dat de Franschen verleden zaturdag Condé verlaten hebben en zich thans met hunne geheele magt in de omstreken van Guise bevinden; wegens oneenigheden te Parijs voorgevallen hebben zij zich naar de grenzen begeven; de aartshertog is te Quièvrain eu de hertog van Lotharingen, met wien men nog een akkoord voor ééne maand gesloten heeft, volgt hem morgen derwaarts. Het vraagstuk omtrent de winterkwartieren zal op het einde der maand beslist worden; de aartshertog zit daarmede in verlegenheid en weet niet waar hij zijne groote menigte soldaten zal huisvesten; dit is geen gunstig voorteeken voor de onderhandelingen, die aan de afgevaardigden zijn opgedragen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. A. Bn. de Hoensbroeck, in omslag 26, N0 10.

-ocr page 21-

1649, 28 November. De staten van het Overkwar-tier antwoorden op de letteren van den landvoogd dd. 15 en 19 November 11. dat, hoe gaarne zij zulks ook deden, het hun onmogelijk is het gevraagde bedrag van 10000 gulden tot het verschaffen van soldatenbrood aan de garnizoenen van het kwartier voor te schieten, aangezien het krediet hun ontbreekt. Om evenwel den ijver te toonen, waarmede zij voor 's konings dienst bezield zijn, deelen zij den landvoogd mede dat een koopman uit Eoermond genegen is de gevraagde som te verstrekken, onder voorwaarde dat zij door den pagador-generaal op het einde der maand Januarij binnen Antwerpen terug betaald en hem eene acceptatie daarvan gegeven worde. De staten klagen tevens aan den landvoogd dat de soldaten zich niet met de placquillios en fouragiën tevreden stellen maar daarenboven nog het platte land afstroopen; zij verzoeken dat hierop orde gesteld worde.

Minute, fr. in oraslag 27, N0 6.

1G49, 5 December. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan den magistraat van Venray dat aangezien de som van 75000 gulden tot ontlasting van het platte land over het kwartier omgeslagen niet toereikt tot het onderhoud van het ingekwartierde krijgsvolk, zoodat eeu tweede bedrag ad 100000 gulden moest worden uitgeschreven; de quota van Venray daarin bedraagt 925 gulden, bij wijze van hoofdgeld te heffen; de gedeputeerden verzoeken den magistraat deze quota binnen 14 dagen te storten indien zij daervoor niet willen door deselve geinquarti er de worden heiast ende geexecuteert.

Minute, in omslag 27, N0 5.

-ocr page 22-

— 16 —

een jaar geleden door het overlijden van Johan van Cortenbach openvielen;

12quot; Dat te gemoet gekomen worde aan de aanhoudende klagten van die van Stralen tegen den kolonel Crummel, door hem elders te plaatsen.

Minule in omslag 25 N0 19, vergelijk de kwartiers-recessen, deel X bladz. 95 en Doleantien en orders, deel VII, blad 75.

1649, September—November. Briefwisseling tusschen de gedeputeerden der staten van het Overkwartier en Adriaan van en tot Hoeusbroeck, Arnold van Boeckholt, Johan Spee en Pieter Romer, afgevaardigden der staten naar Brussel, over de onderwerpen vervat in hunne instructie van 20 Augustus 1649.

Orig. en minuten, in omslag 26, Nu 17.

1649, 23 September. De baron van Hoensbroeck, afgevaardigde der staten te Brussel, meldt aan die staten dat de Franschen verleden zaturdag Condé verlaten hebben en zich thans met hunne geheele magt in de omstreken van Guise bevinden; wegens oneenigheden te Parijs voorgevallen hebben zij zich naar de grenzen begeven; de aartshertog is te Quièvrain en de hertog van Lotharingen, met wien men nog een akkoord voor ééne maand gesloten heeft, volgt hem morgen derwaarts. Het vraagstuk omtrent de winterkwartieren zal op het einde der maand beslist worden; de aartshertog zit daarmede in verlegenheid en weet niet waar hij zijne groote menigte soldaten zal huisvesten; dit is geen gunstig voorteeken voor de onderhandelingen, die aan de afgevaardigden zijn opgedragen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. A. Dn. de Hoensbroeck, in omslag 26, N0 10.

-ocr page 23-

— 17 —

1649, 28 November. De staten van het Overkwar-tier antwoorden op de letteren van den landvoogd dd. 15 en 19 November 11. dat, hoe gaarne zij zulks ook deden, het hun onmogelijk is het gevraagde bedrag van lOOOO gulden tot het verschaffen van soldatenbrood aan de garnizoenen van het kwartier voor te schieten, aangezien het krediet hun ontbreekt. Om evenwel den ijver te toonen, waarmede zij voor 's konings dienst bezield zijn, deelen zij den landvoogd mede dat een koopman uit Roermond genogen is de gevraagde som te verstrekken, onder voorwaarde dat zij door den pagador-generaal op het einde der maand Januarij binnen Antwerpen terug betaald en hem eene acceptatie daarvan gegeven worde. De staten klagen tevens aan den landvoogd dat de soldaten zich niet met de placquillios en fouragiën tevreden stellen maar daarenboven nog het platte land afstroopen; zij verzoeken dat hierop orde gesteld worde.

Minute, fr. in omslag 27, N0 6.

1G49, 5 December. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan den magistraat van Venray dat aangezien de som van 75000 gulden tot ontlasting van het platte land over het kwartier omgeslagen niet toereikt tot het onderhoud van het ingekwartierde krijgsvolk, zoodat een tweede bedrag ad 100000 gulden moest worden uitgeschreven; de quota van Venray daarin bedraagt 925 gulden, bij wijze van hoofdgeld te heffen; de gedeputeerden verzoeken den magistraat deze quota binnen 14 dagen te storten indien zij daervoor niet willen door deselve geinquartierde ivorden heiast cnde geexecuteert.

Minute, in omslag 27, N0 5.

2

-ocr page 24-

— 18 —

1G49, 23 December. Het hof van Gelder zendt tot advies der staten van het Overkwartier een verzoekschrift van Otto Willem Schenck van Nijdeggen; in dit verzoekschrift geeft Schenck aan den koning te kennen dat door eene deeling tusschen hem en de overige kinderen van wijlen zijnen vader Christoffel Schenck tot stand gekomen, hij een zeker goed te Nienwstad gelegen en Withem genaamd heeft verkregen; dat dit goed een adellijk leen van het hertogdom Gelder geweest is en achtereenvolgens heeft toebehoord aan de familiën van Withem, Haen, Vlodrop, Ghoer, Gulpen, Groesbeek, Ar-genteau, Huyn, Amstenraad en Bentinck, van welken laatste het in het bezit van zijnen vader is overgegaan. Daar deze eigenaren wegens hunne andere goederen als leden der ridderschap op de statenvergaderingen beschreven werden, is het vermelde goed, waarvan de gebouwen in de voorgaande onlusten geheel tot ondergang kwamen en gesloopt werden, buiten aanmerking gebleven, hij wil dat thans wederom opbouwen en verzoekt den koning hem brieven te willen doen uitvaardigen, ten gevolge waarvan het op nieuw als een adellijk goed erkend wordt.

Orig. get. iV. Maen, met een afschrift van het verzoek-•schrift, fr. in omslag 26, N0 11.

1649—1650. Verschillende brieven gerigt aan leden der ridderschap of aan gedeputeerden om op de vergaderingen te verschijnen.

Minuten, in omslag 26, N0 12.

1650, Januarij. Staat inhoudende hetgeen door de staten van het Overkwartier is betaald geworden voor placquillios en fouragiën gedurende twee maanden, aanvangende met den 10dequot; November 1649. Het totaal van

-ocr page 25-

de eerste maand bedraagt 80626 gulden 10 stuivers en dat van de tweede 64767 gulden 3 stuivers.

Minute, in omslag 25, N0 33.

1650, 6 Januari]. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier berigten aan de magistraten van Venlo en Gelder dat zij bij gelegenheid van de benoeming van Kinschot tot kanselier van Brabant en eersten staatsraad en Dennetieres tot tresorier-generaal het voornemen hebben aan elk der beide heeren een voeder Rijnwvjn te schenken en vragen of beide magistraten zich met dit voornemen vereenigen.

Minute, in omslag 25, N0 45.

1650, 26 Januari). De staten van liet Overkwartier berigten aan het hof van Gelder dat, alhoewel zij gehoopt hadden dit jaar met de ingewilligde bede en subsidie tot een gezamenlijk bedrag van 160000 gulden te kunnen volstaan, in dit kwartier echter zoovele krijgslieden te voet en te paard zijn gelegd geworden dat beide bedragen op verre na niet toereikend zijn om in de placquillios en fouragiën te voorzien; om de ongeregeldheden, die hieruit ontstaan kunnen, te vermijden, hebben de staten het besluit genomen ten platten lande een hoofdgeld te heffen tot een bedrag van 100000 gulden, ten einde daaruit in het ontbrekende te voorzien; zij verzoeken het hof dit besluit te willen bekrachtigen.

Minute, in omslag 26, N0 4; vergelijk de kwartiers-recessen, deel X, bladz. 104.

1650. 12 February. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan het bof van Gelder te Arnhem dat zij in geschil geraakt zijn met 's konings momboir, die beweert zitting in den raad te hebben en

-ocr page 26-

— 20 —

tegenwoordig te zijn bij het steramen in zaken, waarin hij zelf aanklager is; aangezien de gedeputeerden ver-meenen dat deze bewering allen grond mist en met de privilegiën des lands strijdig is, verzoeken zij het hof hun te willen mededeelen hoe te Arnhem in zulk eene zaak gehandeld wordt.

Minute, in omslag 25, N0 29; vergel. de kwartiers-recessen, deel X, blariz.. 108 v0.

1650, 23 Maart. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Marsilius van Gelder, heer te Arcen, raad-costumier en drost van het land van Kessel, ten einde zich naar Brussel te begeven en aldaar infor-matiën in te winnen voor hoevele wintermaanden door de overige provinciën de placquillios en fouragiën zijn ingewilligd; voorts bij den landvoogd aan te dringen om voor het Overkwartier met de betaling van vier maanden daarvoor tevreden te zijn; eindelijk zal hij den landvoogd berigten dat de twee adellijke raden, die hij onlangs op verzoek der staten benoemde, door de overige raden geweerd worden en hem tevens verzoeken het hof te gelasten deze costumiere raden toe te laten.

Minute, in omslag 25, N0 3t.

1650, April. De magistraten van Roermond en Venlo geven eene instructie aan Gerard van Lom, schepen van Roermond, en Peter Romer, schepen van Venlo, ten einde zich naar Brussel te begeven en aldaar ingevolge verlof van den geheimen raad een regtsgeding aan te vangen, tot het terugbekomen van de perpetuiteit van den magistraat; tevens znllen zij den landvoogd den be-droevenden staat bekend maken, waarin beide steden geraakt zijn door het logeeren der Lotharingsche en Lamboysche troepen in de beide voorgaande jaren en

-ocr page 27-

hem verzoeken dat zij derhalve vrijstelling krijgen van de betaling van hun contingent in de placquillios en fouragiën.

Minute, met een schrijven van Gerard van Lom, gedagt. uit Brussel den 9dcquot; Mei 1650, in omslag 25 Nquot; 38.

1650, 2—13 April. Briefwisseling tusschen de gedeputeerden der staten van het Overkwartier en Marsilius van Gelder, afgevaardigde naar Brussel, nopens aangelegenheden vervat in zijne instructie van 23 Maart 11.

Orig. en minuten, in omslag 25, N0 54.

1650, 5 Mei. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan den voogd van Cruchten, aan den schout van het ambt Montfort wegens Vlodrop en aan den schout en schepenen der heerlijkheid Dalenbroek dat op den aanstaanden feestdag van den H. Servatius volgens oude gewoonte in Melik het holfgedïngli (jclmldcn en de heseten sail werden, waartoe zij de brieven van den ambtman van Wassenberg reeds ontvangen hebben; zij verzoeken hun op den bestemden tijd aldaar te willen verschijnen of zich te laten vertegenwoordigen.

Minute, in omslag 25, N0 41.

1650, 16 Mei. De geërfden des honischaps Vernom in de voogdij Gelder gelegen klagen bij de gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat Herman Groteier, schepen van die houtschap, het daaraan opgelegde quota in het bedrag van 100000 gulden ter bestrijding der placquillios en fourages op de landerijen en pachthoeven heeft omgeslagen, niettegenstaande de recessen uitdrukkelijk inhouden dat die quota moet gevonden worden op de hoofden der huisgezinnen, knechten en meiden en voor het geval zulks niet genoegzaam is op het vee.

-ocr page 28-

— 22 —

wijn, brandewijn, bier, enz. De geërfden verzoeken dat deze handelwijze te keer gegaan en de contributie omgeslagen worde zoo als de recessen voorschrijven.

Orig. in omslag 20, N0 8.

1650, 16 Mei. De raad van finantiën zendt aan de staten van het O verkwartier ten fine van advies een verzoekschrift door de verschillende magistraten dei-steden van het kwartier aan den raad ingezonden en strekkende tot het bekomen van vrijstelling van het contingent dier steden in de placquillios en fouragiën.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. J. Gnosmans, in omslag 25, N0 50.

1650, (na 16 Mei.) De staten van het Overkwartier zenden aan den raad van finantiën het bij brief van 16 Mei gevraagde advies; daarin geven zij de vaste hoop te kennen dat, aangezien de steden en het platte land tijdens deze langdurige oorlogen zoodanig vuytge-mergelt ende geruineert syn dat niet alleen int regardt van de steden ma er oock ten opsien van den platten lande sulclcen favorabclen ende generalen quytslach oft verlichtinge verleend worde.

Minute, in omslag 25, N0 50.

1650, 29 September. De schepenbank van Sevenum verklaart dat de inwoners van dat kerspel in het jaar 1650 wegens inkwartiering een bedrag van 2433 gulden vier stuivers hebben uitgegeven.

Orig. niet het opgeplakte zegel der schepenbank, in omslag 25, N0 27.

1650, 29 September. De schepenbank van Swolgen geeft eene verklaring af, waaruit blijkt dat de uitgaven door de ingezetenen van dat kerspel wegens inkwartiering,

-ocr page 29-

— 23 —

in den zomer van het jaar 1650 de som van 675 gulden bedragen hebben.

Oriff. met het opeeplaktc zcffcl der schepenbank, in omslag 25, Nquot; 26.

1650, 3 October. De schepenbank van Helden geeft eene verklaring af waaruit blijkt dat de uitgaven dooide ingezetenen van dat kerspel wegens inkwartiering van ruiterij in den zomer van 1650 de som van 3097 gulden bedragen hebben.

Orig. met het opgeplakte srhepenzegel, en get. W. Knippenherfjh, secretaris, in omslag 25 jS'u 25.

1650. 5 October. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat hun door den vrijheer van Ribaucourt, stadhouder, en Arnold de Haen, eersten raad in het hof van Gelder, een voorstel gedaan werd tot liet inwilligen van eene bede van 60000 en een subsidie van 1C0000 gulden; de staten met hunnen gewonen ijver en affectie bezield hebben meer gelet op de groote kosten en benoodigdheden tot onderhoud van 's konings leger in de Fransche provinciën dan op dc extreme urmoct van deze landschaape, veroorzaakt dooide bezwarende winterkwartieringen; zij hebben derhalve besloten de bede in haar geheel en het subsidie tot een bedrag van 100000 gulden in te willigen; daarbij stellen zij echter de uitdrukkelijke voorwaarde dat aan die bede en subsidie gecort sail tvorden Y genige soo voor dato mekr aen chriechslastcn, fouragien ende placquillien bevonden sail worden hetaelt te syn, als het import van voorgaende inwilligongen is geweest.

Minute, in omslag 25, N0 36.

-ocr page 30-

1650, 5 October. Op een schrijven van het hof van

Gelder antwoorden de gedeputeerden der staten van het O verkwartier dat zij reeds langen tijd de bezwaren hebben opgemerkt, die uit den ongeregelden koers der munten ontstaan; zij hadden op 20 Augustus 1645 en 18 Augustus 1649 een reglement daaromtrent doen afkondigen, maar door de nalatigheid van den momboir is de uitvoering daarvan geschorst; sedert dien tijd is de koers zoodanig gestegen, dat de staten dien niet herstellen kunnen, tenzij men besluite het vermelde reglement behoorlijk te doen naleven.

Winute, in omslag 25, N0 37.

1650, 5 October. De magistraat van Nieuwstad in het land van Montfort geeft aan de staten van het Overkwartier te kennen dat de inwoners dier stad hunne eet- en drinkwaren, brandstoffen en andere behoeften steeds vrij van alle imposten en lasten in en uit de Nieuwstad, die in den vorstendomb Gulich rondts omme ge'amp;ndaveert ligt gebragt hebben; daar hun thans, onder het voorwendsel van zekere ordonnantie van den hertog van Gulik, niet alleen over die waren maar ook over de paarden, die deze vervoeren, tol wordt gevorderd, verzoekt de magistraat den staten om pogingen aan te wenden tot afschaffing van die vordering.

De staten antwoorden hierop aan den hertog van Gulik daarover te zullen schrijven, alsmede in het belang van die van Erkelens en Viersen, die in hetzelfde geval verkeeren.

Orig in omslag 25, N0 12 ; zie het antwoord der staten in kwartiersrecessen, deel X, bladz. 124.

1650, 5 October. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Marsilius van Gelder, heer te

-ocr page 31-

— 25 —

Arcen en raad costumier in 't hof van Gelder, Gerard van Lom, schepen van Roermond, en Peter Romer, schepen van Yenlo, ten einde aan den landvoogd te berigten dat de staten de bede ten bedrage van 60,000 en het subsidie ten bedrage van 100000 gulden hebben ingewilligd.

Voorts wordt hun bij die instructie nog opgelegd: 1quot; niet toe te stemmen wanneer de y, deelen dezer bede en subsidie bij voorschot gevraagd worden, aangezien zij voor niets anders mogen dienen dan tot betaling der placquillios en fouragiën; 2° eene grootere som als nieuw subsidie aan te bieden voor het geval het kwartier in den aanstaanden winter van buitengewone inkwartiering bevrijd blijft; 3quot; voor behoorlijke uitvaardiging van brieven van non-prejuditie te zorgen; 4° aan te dringen op de afschaffing der licenten en 5° te verzoeken dat op de klaagschriften der staten eene gunstige decisie genomen worde.

Minute niet twee ontwerpen, in omslag 26, i\0 1.

1650, 15 October. De staten van het Overkwartier schrijven aan den gouverneur van Maastricht dat twee kooplieden uit Roermond, uit Aken wedergekeerd, onder weg door personen zich voor Franschen uitgevende aangehouden en gerantsoeneerd zijn geworden; aangezien zij vermoeden dat die personen in Maastricht verblijf houden en van daar uit de wegen onveilig maken verzoeken de staten den gouverneur hen te doen opsporen, te straffen en tot teruggave van het afgevorderde te dwingen.

Onder dagteekening van 21 October antwoordt de gouverneur dat de aangewezene personen zich niet in Maastricht bevinden.

Minute, met het vermeide antwoord, gedagt. uit Maastricht en get. F. Rheingraeff, in omslag 25, M0 49.

-ocr page 32-

1650, 17 October. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier berigten aan quot;Willem van Bentinck, ambtman te Millen en Born, dat een tollieffer van Sittard van de inwoners van Nieuwstad tol vordert van hunne eigene producten, hetgeen in vroegere tijden nooit geschiedde en met de gebruiken strijdig is; zij verzoeken dit te doen ophouden.

Onder dagteekening van 21 October antwoordt de ambtman dat hij daaromtrent naar de bevoegde overheid zal schrijven en hun het antwoord mededeelen.

Minute en orig. hoogd. gedagt. uit Millen en get.

Wilhelm von Bentinck, in omslag 25, N0 37.

1650, 24 October—29 December. Briefwisseling tus-schen de gedeputeerden der staten van het overkwartier en de afgevaardigden der staten te Brussel nopens aangelegenheden vervat in de instructie van 5 October 11.

Orig. en minuten, in omslag 26, N0 2.

1650, 31 October. Marsilius van Gelder, heer te Arcen, afgevaardigde der staten van het Overkwartier te Brussel berigt aan zijne lastgevers dat zijn broeder, de heer van Turnich, in het midden der volgende maand in de Duitsche ridderorde geprofest wordt; daar hij bij deze plegtigheid moet tegenwoordig zijn verzoekt hij den staten eenen anderen afgevaardigde in zijne plaats te benoemen; mogt dit echter niet noodig geoordeeld worden, zoo zal hij na afloop dezer plegtigheid zich wederom naar zijnen post begeven.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. Marsilius von Gelder, omslag 25, N0 44.

1650, 10 December. De stadhouder schrijft aan Gerard van Lom, schepen van Roermond, dat hetgeen hij vreesde thans gebeurd is aangezien hij van den

-ocr page 33-

— 27 —

landvoogd bevel kreeg om in de provincie Gelder vier regimenten ruiterij te doen overwinteren; hij heeft medelijden met de arme provincie, heeft dit ook aan den landvoogd en den kwartiermeester-generaal te kennen gegeven en geeft den raad aan de staten insgelijks bij den landvoogd op vermindering aan te dringen.

Afschrift, fr. met een afschrift van het schrijven van den stadhouder aan den landvoogd en aan den kwartiermeester-generaal, in omslag 26, N0 0.

1650, 10 December. Het hof van Gelder schrijft aan den geheimen raad des konings te Brussel dat het eene maand geleden zijn tweede advies heeft ingezonden aangaande, het marktschip, dat zekere Hendrik Lamberts de Bruyn tusschen Maastricht en Mook wil laten varen, maar nog geene beslissing daaromtrent heeft vernomen; aangezien de Staten-Generaal der Vereenigde Provinciën zich insgelijks met die zaak hebben ingelaten en eene conferentie voorstellen geeft het hof het verlangen te kennen spoedig een antwoord te ontvangen ten einde zich daarnaar te gedragen.

Minute, fr. in omslag 25 N0 20.

1650, 14 December. De staten van het O verkwartier schrijven aan Malineus, lid van den Raad van State, vernomen te hebben dat de stukken betrekking hebbende op een geschil tusschen kanselier en raden van het hof van Gelder ter eenre, en de costumiere raden van dat hof ter andere zijde, ten fine van rapport in zijne handen gesteld zijn; aangezien de spoedige afdoening van dit geschil voor het kwartier van groot belang is verzoeken de staten hem zoodra mogelijk dat rapport te willen uitbrengen.

Minute, in omslag 25, N0 47.

-ocr page 34-

— 28 —

1650, 15 December. De staten van het O verkwartier schrijven aan de drosten van Gelder, Stralen, Kessel, Cruchten, Montfort, Wachtendonk en aan den magistraat van Erkelens van den landvoogd berigt te hebben ontvangen dat, niettegenstaande de ijverige pogingen door 's kwartiers afgevaardigden te Brussel daartegen aangewend, vier regimenten te paard benevens den kolonel Allemany met zijnen staf gedurende den winter in dit kwartier zullen gelegd worden en dat men daaraan de placquillios en fouragiën, even als zulks het vorige jaar geschiedde, zal moeten verschaffen. Ten einde te voorkomen dat dezs regimenten bij aankomst oorzaak vinden omme op 't platte landt te hlyven liggen, Hselve opeten ende verderuen hebben de staten den landrentmeester eene som van 100000 gulden opde bestialen, lieren ende wat dycn hy voorgaende recessen aencleeft, geivin ende gcwerff, tè heffen en zulks binnen de tien dagen in te vorderen; de staten verzoeken den drosten voor de betaling hunner quota's binnen den bepaalden tijd te zorgen.

Minute, in omslag 26, N0 5 ; vergelijk de kwartiersrecessen, deel X, bladz. 129.

1650, 20 December. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder dat alhoewel uit kracht van het vredestraktaat tusschen den koning en de staten der Vereenigde Provinciën de licentregten in alle andere provinciën zijn komen te vervallen, zij in deze provincie niet alleen nog op de Maas maar ook op het platte land, even als vroeger, geheven worden; de remonstranten beklagen zich hierover ten sterkste aangezien sy nyet cn hchooren te hlyven in ergere conditie dan de overige deelen des lands; weshalve zij verzoeken dat het licentregt ook hier afgeschaft worde.

Minute, in omslag 23, N0 2.

-ocr page 35-

— 29 —

1651, 26 Junij. G. van Schelberg, agent der staten van het Overkwartier te Brussel, berigt hun dat hij hij den kwartiermeester generaal pogingen heeft aangewend om te verhoeden dat de 4000 Duitschers door het Overkwartier komen; hij Iieeft tot antwoord bekomen dat het kwartier van hen geen hinder zal hebben aangezien zij tusschen Stevensweert en Maeseyck zullen trekken. Tevens meldt hij dat de bagaadje vau den landvoogd gisteren en hij zelf met een goed gevolg heden Brussel verlaten heeft; de Franschen zouden zich te Douai of omtrent Kamerijk bevinden.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. G. van Schelberg, in omslag 27, N0 3.

1651, 18 Augustus. De landvoogd verleent aan Hendrik Schenck van Nydeggen, ridder der Duitsche orde, de vergunning om bij testament over zijne goederen te beschikken.

Orig. hoogd. gedagt. uit Tervueren, get. Leopolde Guil-laume en voorzien van zijn opgedrukt zegel, in omslag 40, N° 12.

1651, 28 September. G. van Schelberg, agent der staten van het Overkwartier te Brussel, berigt hun vernomen te hebben dat op 11. maandag Winoxbergen met appointement aen den heer markies S'fendrati is overgegeven en dat men thans Duinkerken met geweld zal aanvallen; de landvoogd zal waarschijnlijk in Vlaanderen komen en misschien zijn hof te Brugge of Gent vestigen; men meldt ook dat don Astevan de Gamman en zijn volk zich bij het volk van den prins van Condé zoude gevoegd hebben.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. G. van. Schelberg, in omslag 27, N0 2.

-ocr page 36-

— 30 —

1651, 10 November. Gerard van Lom legt rekening af aan de staten van het Overkwartier van de 600 gulden hem door den landrentmeester ter hand gesteld ten behoeve der reis, die hij op last dier staten met Peter Romer op den eersten Mei van liet jaar 1650 naar Brussel heeft ondernomen.

Deze rekening bedraagt 435 gulden 17 stuivers zoodat hij 164 gulden 3 stuivers heeft teruggegeven.

Orig. ter goedkeuring get. Ar nol dl Schenck van Ntj-decken, Henr. Marden, in omslag 25, N0 29.

1651, 10 November. Marsilius van Gelder, heer te Arcen en drost van het land van Kessel, Gerard van Lom, schepen van Roermond, en Peter Romer schepen van Venlo, leggen rekening af aan de staten van het Overkwartier wegens de kosten veroorzaakt door hunne reis naar Brussel, die zij op 18 October 1650 op last dier staten ondernomen hebben.

Deze rekening bedraagt aan vereeringen te Brussel gedaan eene som van 3106 gulden 1 stuivers en aan vertering en andere kosten eene som van 2163 gulden 19 stuivers.

Ürig. ter goedkeuring get. Arnoldt Schenck van Ny-decken, Henr. Marden, in omslag 25, N0 30.

1652, 6 Maart. Aradmych, Helmych en Willem van Holthuysen, gebroeders. Karei Spee en zijne echtgenoote Margaretha van Holthuysen en Juliana van Holthuysen, weduwe van Harthwart Stael maken eene scheiding en deeling der goederen, hun door hunne ouders nagelaten.

Medebezegelaars waren: Everard van Brempt, drost te Stralen, Arnt van Bocholt, en Goetzen Boetzman, pastoor te Hinsbeek.

Geauth. afschrift afgegeven door den secretaris der staten van het Overkwartier en get. M. Joris, in omslag 25, Nu 21.

-ocr page 37-

1652, 31 Maart. Kekening en verantwoording van de buitengewone ontvangsten, die door den landrent-meester Albert Bouwens van der Boye gedaan werden tot betaling van de placquillios en fouragiën aan de in het kwartier gelegerde krijgslieden, van den lslon April 1G51 tot den 31slequot; Maart 1652.

Minute, in omslag 25, N0 8.

1652, 23 October. Het hof van Gelder zendt aan de staten van het O verkwartier afschrift van een schrijven van den landvoogd dd. 12 October over eene gevraagde vrijwillige contributie in het Overkwartier strekkende tot de remonte der ruiterij; het hof had de aanvraag voor deze contributie reeds den 12'10quot; Mei 11. aan de staten gedaan, maar tot dusverre geen ander antwoord bekomen als dat een ieder sich excuseert op de armoede ende onmoegelicldieijt; het verzoekt derhalve den staten deze zaak in rijpe overweging te nemen en hun antwoord zoo spoedig mogelijk mede te deelen.

Grig. get. N. Maen, met een afschrift van het schrijven van den landvoogd insgelijks get. N. Maen, in omslag 25, N0 11.

1652, 18 December. Andreas Creusen, bisschop van Roermond, schrijft aan den stadhouder van het Over-, kwartier dat hij aan het hof van Gelder geklaagd heeft over den schout van Venlo en andere koninklijke officieren van den wereldlijken arm, omdat deze zijne vonnissen en die van zijnen officiaal niet ten uitvoer leggen ; hij heeft te gelijker tijd de abuizen en schandalen te kennen gegeven, die in het dorp Aldekerk op het feit van religie plaats hebben, opdat de overtreders niet alleen door het opleggen van geld- en andere boeten maar ook door eeuwigdurende verbanning gestraft worden

-ocr page 38-

— 32 —

ingevolge de plakkaten der aartshertogen van het jaar 1609; tevens deelt lift mede dat te Capelle zich zekere Wijenhorst bevindt, die een verderfelijke afvaller van 't geloof is en niet geduld mag worden; eindelijk moet hij hem de arme pastoors van het land van Valkenburg aanbevelen, voor welke hij een nieuw verzoek tot de staten der Vereenigde Provinciën en tot den landvoogd heeft laten rigten, opdat zij eenige middelen mogen bekomen om te kunnen leven en hunne kudde bij te staan, aangezien het zeer te vreezen is dat bij gebrek aan pastoors de schapen verdwaald geraken en de zielen, door het kostbaar bloed van onzen Heiland teruggekocht, verloren gaan.

Orig. fr. gedagt. uit Roermond en get. Andreas Eves-que de Ruremonde, in omslag 32, N0 15.

1653, 4 April. De landvoogd geeft bevel aan den inomboir van het hof van Gelder te Roermond tot de onmiddellijke levering van het kasteel, grondgebied en heerlijkheid Montfort, zoo als ook van de gedeelten van Stevensweert, Ohe en Laak aan hen, die van den kant van den prins van Oranje daartoe zullen gelast worden, en zulks volgens hetgeen bij den vrede van Munster bepaald is.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Gml-laume, Coosmans, in omslag 40 N0 8.

1653—1654. Verschillende rekeningen van herstellingswerken aan het zoogenaamde Prinsenhof te Roermond, tot woning gebezigd van den stadhouder van het Overkwartier.

Orig. in omslag 40, N0 11.

-ocr page 39-

— 33 —

1654, 27 Januarij. Het bureau van finantiën te Brussel schrijft aan jde rekenkamer te Roermond vernomen te hebben dat zij moeijelijkheden maakt om in de rekening van den landrentmeester generaal Albert Bouwens van der Boye de bedragen op te nemen, die hij tot betaling van placquillios en fouragiën heeft uitgegeven. Namens den koning en den landvoogd geeft liet bureau bevel aan de kamer om die betalingen in de rekening toe te laten.

Afschr. met verschillende stukken daarop betrekking hebbende, in omslag 26 N0 16.

1654, 17 April. Testament van Filips d'Anneux, ridder markies van Wargnies, baron van Crevecoeur, en van zijne echtgenoote Ursula van Schellart van Obben-dorp.

Geauth. afschrift, fr. get. A. van Cleve, not. publ. met een geautii. afschrift van hun huwelijkscontract, opgemaakt 28 Maart 1632, in omslag 36 N0 4.

1654, 4 September. De stadhouder geeft bevel aan den magistraat van Roermond om de kompagnie van den kapitein Ferdinand Hiersem van de ligting van den markies de Gastel Rodrigo op de gewone wijze hun onderhoud te verschaffen.

Orig. fr. gedagt. uitVenloen get. Ysingien, par. ordonn. Goethals, in omslag 29, N0 5.

1654, 29 September. Johan van Cortenbach, erfvoogd der stad Roermond, schrijft aan de staten van het Over-kwartier vernomen te hebben dat de religieusen Ursu-linnen ouder zijne jurisdictie in de Steeg alhier een klooster willen bouwen en daartoe twee huizen hebben aangekocht; de overdragt dezer huizen is echter niet

3

-ocr page 40-

— 34 —

op haren naam geschied maar op naam van eenen derden persoon, denwélcken schijnt daerinne te dissimuleren. Daar de vereeniging van deze beide huizen met hun klooster zijne jurisdictie verzwakt terwijl ook de buren met het houden van wachten en het verrigten van andere stedelijke diensten grootere last opgelegd zal worden, verzoekt hij den staten het hof van Gelder van de zaak kennis te geven opdat hij in zijne jurisdictie niet benadeeld worde.

In margine beloven de staten hunne tusschenkomst bij het hof.

Orig. in margine get. Goss. Dulcken, niet de minute van den brief der staten aan het hof, in omslag 27 N0 11.

1654, 29 September. De steden Roermond, Venlo, Gelder, Erkelens en Stralen verzoeken aan de staten van het Overkwartier om vrijstelling van hun contingent in de omgeslagen som van 75000 gulden, en zulks uit hoofde zij in den voorgaanden winter tot ontlasting van tot platte land met zeer groote inkwartieringen zijn bezwaard geworden. In margine geven de staten hunne toestemming.

Orig. in margine get. Goss. Dulcken, in omslag 26 N0 14.

1655, 4 Januarij—15 Mei. Briefwisseling tusschen Arnold Adriaan van Hoensbroeck, afgevaardigde der staten van het Overkwartier naar Brussel, en zijne lastgevers aangaande de onderwerpen, vervat in de instructie, die hem en zijnen medeafgevaardigden op den SO816quot; September 11. gegeven werd.

Orig. gedagt. uit Brussel en get, A. A. Bon de Hoensbroeck en minuten, in omslag 29, N0 1.

-ocr page 41-

1655, 13 January—10 November. Verschillende brieven van de staten van het Overkwartier aan den stadhouder prins van Isenghien over de groote lasten door de winterkwartieren veroorzaakt, over de groote sommen, die voor beden en subsidiën worden aangevraagd en over de afschaffing der licenten.

Minuten, in omslag 28, N0 15.

1655, 19 Januarij. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven kennis aan de magistraten van Venlo, Erkelens en Stralen dat de generaal Marcyn en de auditeur-militair der troepen van den prins van Condé te Roermond zijn aangekomen ten einde een onderzoek in te stellen naar ongeregeldheden, die in de drie gemelde steden door de soldaten gepleegd zijn geworden; zij verzoeken den magistraten spoedig de punten en artikelen in te zenden, waarover dit onderzoek moet loopen.

Minute, in omslag 28, N0 12.

1655, 11 February—23 December. Briefwisseling tusschen de staten van het Overkwartier en G. van Schelberg, agent te Brussel, handelende voornamelijk over de afschaffing der licenten, het leveren van placquillios en fouragiën aan de soldaten, het bekomen van vrijdom van licenten voor de materialen benoodigd tot het herbouwen van het hof van den stadhouder te Roermond, het logeeren der recruten van den prins van Condé en den verkoop van eenige dorpen in het Overkwartier.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. G. van Schelberg, en minuten, in omslag 29, N0 G.

1655, 14 February. De graaf van Fenburg bedankt Gossuinus Dulcken, secretaris der staten van het Overkwartier voor de hem medegedeelde nieuwstijdingen

-ocr page 42-

— Se

en meldt met den laatsten koerier uit Duitscliland van den hertog d'Ainalfo liet berigt te hebben ontvangen dat de zaken van Polen als het getij voortgaan en dat volgens berigten door hem van den vice-kanselier ontvangen de vijanden van dit koningrijk weldra uitgeroeid zullen zijn.

Orig. fr. get. Ie conté de Fenburg, in omslag 25, Nü 24.

1G55, 19 Maart. De magistraat van Stralen schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de generaal-majoor Guldenlew hem meermalen eene verklaring gevraagd had, waaruit zoude blijken dat hij op 1 December 11. met zijn krijgsvolk te Stralen was aangekomen; de magistraat heeft dit geweigerd, maar werd op den 9,lcquot; dezer pet- force gedwongen die verklaring tegen beter weten af te geven. Hij geeft echter aan de staten te kennen dat de adjudant van dien geueraal-majoor hem eerst op den 13dequot;December 11. het bevel van den stadhouder vertoond heeft en het krijgsvolk eerst den 15d,:quot; daarna binnen Stralen getrokken is.

Orig. get. Udo Oidtman, met andere stukken daarop betrekking hebbende, in omslag 28, Nquot; 2.

1655, April. Gerard van Baexen schrijft aan de staten van het Overkwartier vernomen te hebben dat eenige van zijne vaderlijke kwartieren hier te lande onbekend zijn en verzoekt hun die door adellijke personen uit het vorstendom Gulik en uit het sticht Keulen te mogen laten opzweeren.

Orig. in omslag 28, N0 4; vergel. de hwarhersrecessen, deel XI, bladz. 52 v0 en 53.

1655, 1 April. De stadhouder zendt aan de staten van het Overkwartier afschrift van een bevel van den landvoogd dd. 18 Maart 11. om de zeventig rekruten,

-ocr page 43-

— 37 —

die de kolonel markies van Rochefort voor het regiment van den prins van Condé heeft aangeworven in het Overkwartier te logeeren en te onderhouden.

Orig. fr. get. Ysingien, met het vermelde afschrift, fr. in omslag 28, N0 11.

1655, 6 April. De magistraat van Stralen beklaagt zich bij de gedeputeerden der staten van het Overkwartier over den aldaar in garnizoen liggenden kolonel baron de Dossery; de behandeling, die de magistraat op 31 Januarij 11. van hem te verdragen had, werd aan den stadhouder en aan de gedeputeerden kenbaar gemaakt, waarop ook een onderzoek door den momboir en den auditeur heeft plaats gehad; de magistraat had nu gehoopt dat de kolonel hem ongemolesteert zoude laden) maar deze vordert thans een bedrag van 250 rijksdaalders, die de magistraat hem beloofd had oj) hope ende conditie van een goed volgende comportement ende ordre onder het gmrnisoen hy denselven te houden; de magistraat mag hem dit bedrag niet uitkeeren aangezien door de foulie nu onlancx begangcn desen conditionelen contract gehrohen is; in deze foulie werden Jan Gruythuysen en Adam de Bakker gedood en negen andere burgers gewond terwijl eene groote menigte glasvensters verbrijzeld werden, zoodat die som tot onderhoud der weduwen en weezen der verslagenen en tot schadevergoeding der burgers moet aangewend worden. De magistraat verzoekt dringend den gedeputeerden maatregelen te nemen om dergelijke losbandigheden te doen ophouden.

Orig. in omslag 27, N0 8.

1G55, 7 April. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder dat alhoewel zij_ reeds vroeger op het verzoek van den

-ocr page 44-

— 38 —

magistraat van Stralen over de ongehoorde buitensporigheden van den kolonel baron de Dossery en zijne soldaten aan het hof eene klagt hadden ingediend met het verzoek om de daders na onderzoek gestreng te doen straffen, dit echter tot heden niet geschied is. Daar de kolonel thans den magistraat tot de betaling van een niet verschuldigd bedrag wil dwingen en daardoor nieuwe redenen tot klagen geeft, verzoeken de gedeputeerden dat het hof op nieuw den landvoogd van het gebeurde in kennis stelle en daarbij alsulcke instancic te doen dat deze excesse mach anderen ten exempel effectivelick gecorrigeert werden.

Minute, in omslag 27, N0 9.

1655, 16 en 21 April. Twee brieven van de staten van het Overkwartier aan den landvoogd, klagten inhoudende over den grooten last, waaronder het kwartier gebukt gaat door de groote menigte soldaten, die daarin hun winterkwartier houden, en over het bevel om de recruten door den markies de Rochefort voor het regiment van den prins van Condé aangeworven daarin te onderhouden.

Minute, fr. in omslag 29, N0 3.

1655, 24 April. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven op het verlangen van den kolonel de Herisson de volgende verklaring af: dat de kolonel bij aankomst van zijn regiment aan de staten van het Overkwartier bekend gemaakt had dat eenige zijner soldaten weggeloopen waren daar zijne overeenkomst met 's konings ministers niet nagekomen was; dat de staten hem daarop geantwoord hadden geen ander bevel te hebben dan om het regiment in Roermond en Venlo te ontvangen maar dat zij uit ijver voor 's konings dienst

-ocr page 45-

— 39 —

eenige hulp zouden verstrekken, hetgeen ook geschied is; dat dit echter den soldaten niet belet heeft zich oproerig te gedragen en bij het overtrekken der Maas met luider stemme geit, géit, geit te roepen, terwijl zelfs twee officieren op den oever van de Maas den dienst verlaten hebben; dat aangezien het voorgevallene bij afwezigheid van den kolonel plaats had hij bij aankomst daarover eene verklaring van de gedeputeerden heeft gevorderd, die hem hierbij gegeven wordt; de gedeputeerden leggen daarenboven nog de getuigenis af dat vermelde kolonel tot het behoud zijner soldaten steeds gehandeld heeft zooals het aan iemand betaamt, die met ijver voor 's konings dienst bezield is.

Minute, fr. in omslag 27, N0 7..

1655, 1 Mei. De staten van het Overkwartier antwoorden op een schrijven van den stadhouder dd. 22 April, waarbij hun bevel gegeven wordt de rekruten van het regiment van den prins van Condé in het kwartier te ontvangen en hun placquillios en fouragiën te verstrekken; dat zij reeds aan den landvoogd berigt hebben hoe uiterst moeijelijk het hun valt de ingelegerde krijgslieden daarvan te voorzien; zij kunnen die derhalve nog veel minder aan later aankomende soldaten geven en verzoeken den stadhouder hen bij den landvoogd te ondersteunen om daarvan verschoond te blijven.

Minute, fr. in omslag 28, N0 9.

1655, 5 Mei. Jonker Godard van Nerpraet, vraagt schadevergoeding aan de staten van het Overkwartier voor eenige boomen, die door het garnizoen van Roermond in het bosch van zijn landgoed, genaamd klein Paarlo onder Odiliënberg, afgekapt en weggevoerd werden.

-ocr page 46-

Hierbij een afschrift van een plakkaat des konings dd. 28 December 1654 waarbij aan de soldaten het kappen van hout in de bosschen verboden wordt en eene verklaring der schepenbank van Odiliënberg aangaande de geledene schade.

Orig. in omslag 28, N0 10.

1655, 14 Mei. Arnold van Wachtendonck klaagt aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier over de soldaten van het garnizoen van Stralen en Gelder, die zich niet tevreden stellen met de placquillios en fouragiën, maar daarenboven hunne paarden in de omliggende weiden jagen, waardoor het gras geheel vernield wordt.

Orig. fr. get. Am. de Wachtendonck, in omslag 28, N0 6.

1655, 22 Mei. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier staan op aandrang van den stadhouder 600 rijksdaalders toe ten behoeve van de rekruten van den prins van Condé, ten einde hun vertrek uit het kwartier te bespoedigen; zij stellen daarbij echter tot voorwaarde dat voorss. volckeren in goede ordre het kwartier zullen verlaten en indien daarbij ongeregeldheden plaats hebben, de schade daarvan opgenomen en op de 600 rijksdaalders gekort zal worden.

Minute, in omslag 28, N0 7.

1655, Junij—December. Verschillende stukken betrekking hebbende op het akkoord door de staten van het Overkwartier op 23 Junij met de hooge regeering tot stand gekomen aangaande het voorkomen van den verkoop van eenige dorpen in het Overkwartier.

Minuten, in omslag 27, N0 12.

-ocr page 47-

— 41 —

1655, 7 Junij. De stadhouder geeft bevel aan den magistraat van Venray om den ruiters van zijn regiment, die door den luitenant Spee zullen gezonden worden, tot nader bevel hun onderhoud te verschaffen.

Orig. fr. gedagt. uit Roermond en get. Ysingien, in omslag 29, N0 4.

1655, 10 Junij—8 Julij. Briefwisseling tusschen de staten van het Overkwartier en Arnold van Bocholt, Arnold Adriaan vrijheer van en tot Hoensbroek en Johan Spee, burgemeester van Roermond, afgevaardigden der staten naar Brussel over het onderwerp hunner lastgeving, namelijk het onderhandelen met de hooge regering aangaande het voorkomen van den verkoop van eenige dorpen in het Overkwartier.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. Am. von und zu Bocholtz, A. A. B0quot; de Hoensbroeck, ,/. Spee, en minuten, in omslag 28, N0 16.

1655, 16 Junij. De staten van het Overkwartier antwoorden op een schrijven van den landvoogd dd. 15 Mei 11. dat zij aan het regiment van den graaf van Nassau, dat naar Luxemburg vertrok, de placquillios en fouragiën verschaft hebben even als aan de andere regimenten, die in het kwartier bleven; het regiment van Allemany was slechts aangewezen om in het kwartier gelogeerd te worden terwijl het zijne placquillios en fouragiën uit eene andere provincie zoude trekken. De staten verzoeken dus van de betaling daarvan verschoond te blijven, daar het niet aangaat den last van andere provinciën te dragen.

Minute, fr. in omslag 28, N0 8.

1655, 17 Julij. De staten van het Overkwartier be-rigten aan den stadhouder dat van hooger hand verbod

-ocr page 48-

gekomen is om met den voorgestelden bouw eener brug door de moerassen van den Peel voort te gaan en doen hem hunne dankbetuigingen toekomen voor de ijverige pogingen, die hij ter verkrijging van die uitkomst heeft aangewend. De staten wenschen hem tevens geluk met de geboorte van eenen prins.

Minute, fr. in omslag 28, N0 14.

1655, Augustus. Stukken betrekking hebbende op eene vordering van zekeren Jan Beeck van Asselt tot het bekomen van schadevergoeding voor een hem toe-behoorend huisje, gelegen over den Munster kerkhof te Roermond, dat bij het gouvernementsgebouw is getrokken geworden.

Orig. in omslag 28, N0 3.

1655, 7 September. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij geen twijfel koestert of zij zullen zich vereenigen met zijne pogingen om den vijand uit het midden dezer provinciën te verdrijven, waartoe hij het noodzakelijk heeft geacht eene ligting van den tienden man voor te schrijven; daar deze ligting slechts eenen korten tijd zal opkomen zal zij geenen grooten last veroorzaken in vergelijking met de nadeelen, die de onderdanen zouden lijden indien deze pogingen nagelaten werden. Hij vertrouwt dan ook dat de staten geene formaliteiten zullen opwerpen om dezen maatregel te verijdelen of de uitvoering daarvan te vertragen; hij zal de staten spoedig doen vergaderen ten einde met hunne medewerking het onderhoud voor deze manschappen te bekomen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guil-laume, Colbrant, in Doleantién en orders, deel X, blad 234; een afschrift in de kwartiersrecessen, deel XI, bl. 98.

-ocr page 49-

— 43 —

1655,10 September. Aangezien de staten van het Over-kwartier op eene aanvraag van den landvoogd dd. 13 April 11. tot het inwilligen eener bede van 100000 gulden en van eene subsidie van 150000 gulden slechts de bede tot een verminderd bedrag van GOOOO gulden hadden toegestemd, en de landvoogd op het geheele bedrag van de subsidie blijft aandringen, geven zij eene instructie aan Goswinus Dulcken, secretaris van Roermond en van het Over-kwartier, ten einde zich naar Brussel te begeven en den landvoogd over deze zaak te onderhouden; hij zal hem kenbaar maken dat de groote armoede der onderdanen, die tot hiertoe soo getromvelick ende onophoorlick in alle leden ende subsidiën bygelacht heiben niet toelaat grootere sommen van hen te vorderen sonder aen-sienelicke vreese van verloop van V mecstendeel; dat ook door de vele en overgroote sommen sedert 1646 door het kwartier op interest geligt, en de groote interesten, die zij niet betalen konden daarbij gevoegd werden, het crediet geheel is uitgeput, zoodat de staten thans tot hun leedwezen in die tegenwoordige extreme necessiteyt van den oorloch ende invasie der franschen onmogelijk het gevraagde subsidie kunnen toestaan; hij zal voor subsidie 35000 gulden aanbieden ly haere ma1 op gewoonelijJce interesse te lichten ende lij de ridder-sehappe ende steden te redimeren na er gclegentheift, echter onder voorwaarde dat daarmede sal gecxeuseert worden die lichtinge van den ban ende arriere ban, onlancx bij placcact vervatt, soo in dese landtschappe noynt maelen en is gesien off gepractiseert kan tvorden.

Minute, in omslag 28, N0 13; een afschrift bevindt zich in kwarliersrecessen, deol XI, bladz. 99 ; inliggcnd de briefwisseling van den afgevaardigde met zijne lastgevers, loopende van 7 October tot 18 December 1655.

-ocr page 50-

1655, 15 September. De stadhouder graaf d'Isenghien zendt aan den magistraat van Erkelens afschrift van het bevel van den landvoogd en geeft de hoop te kennen dat de magistraat in betrekking tot de ontvangst der koningin van Zweden andermaal een bewijs zal geven van den grooten ijver, waarmede hij voor 's konings dienst bezield is.

Orig. fr. gedagt. uit Roermond en get. Ysingien, in omslag 26, N0 18.

1655, 15 September. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier met genoegen vernomen te hebben de gunstige ontvangst van zijn voorstel tot lig-ting van den 10dequot; man, waaruit eene keuze van 300 manschappen zal geschieden, die het geschiktst bevonden worden tot de krijgsdienst; hij brengt den staten zijn dank toe voor hunne bereidwilligheid, even als voor het bedrag van 35000 gulden, dat zij tot onderhoud van die soldaten bepaald hebben.

Twee orig. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guil-laume, II. Croonendael, in Doleanliën en orders, deel X, blad. 236, 238.

1655, 17 September. De landvoogd geeft akte van aanneming eener som van 35000 gulden, door de staten van het Overkwartier voor de benoodigdheden van dezen veldtogt ingewilligd; hij verzoekt tevens dat de staten de waarde van deze inwilliging toillen vermeerderen met deselve somme promptelyjch te doen tellen in handen van den landrentmeester generaal.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Colbrant, in Doleanliën en orders, deel X, blad. 243; vergel. aldaar blad. 249, 253 en 262.

-ocr page 51-

— 45 —

1655, 20 September. Het bureau van finantiën dringt bij de staten van het Overkwartier aan op de onmiddellijke betaling der 35000 gulden, die zij aan den koning hebben toegestaan, daar anders de waarde daarvan zoude verminderen en de voordeelen, die men daarmede gedurende het nog overblijvende gunstige jaargetijde kan behalen, zouden verloren gaan.

Org. fr. gedagt. uit Brussel en get. Simon, in Dolean-tién en orders, deel X, blad. 240.

1655, 5 October. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij hun voorstel om de ligting van 300 man te vervangen door eene bijdrage van 4500 gulden gaarne had aangenomen, wanneer hij die manschappen niet zoo dringend ter uitvoering zijner plannen behoefde; hij vertrouwt dat de staten daaromtrent geene verdere moeijelijkheden zullen maken; aangezien nu de tijd dezer expeditie nadert gelast hij hun die manschappen gereed te houden eu hen van wapens en krijgsmunitiën te voorzien ten einde zij den dienst kunnen verrigten, waartoe zij eerstdaags zullen opgeroepen worden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Gnil-laume, H. Croonendael, in Doleantiën en orders, deel X, blad. 256; vergeiljk ook aldaar, blad. 257, 258.

1655, 7 October. De staten van het Overkwartier eene aanvraag van den landvoogd bekomen hebbende om zonder verwijl uit de steden Roermond, Venlo en Gelder 33000 ponden buskruid naar Diest op te zenden en daartoe karren uit het Overkwartier te bezigen, antwoorden dat het onmogelijk is in een kort tijdsbestek zoovele karren en paarden in huur te verkrijgen; zij geven den landvoogd in bedenking of het niet beter ware (omme in alsulcke absolute necessiteit den dienst

-ocr page 52-

van Z. M. niet te ver adder en) dat de stadhouder sonde seljfs die van den platten lande daertoe ordre geven.

Besluit in de kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 102 v0.

1655, 12 October. De landvoogd geeft bevel aan den stadhouder om de 400 man, die hij in het Over-kwartier heeft doen ligten, in zijn gouvernement of in Gulik te leggen, waartegen hij dan onmiddellijk 400 effectieve soldaten naar Mons zal zenden, alwaar zij nadere bevelen zullen afwachten.

Afschrift, fr. in Doleantién en orders, deel V, bl. 285.

1655, 13 October. De staten van het Overkwartier schrijven aan Albert Bouwens van der Boye, dat zij de op heden ingewilligde 50000 gulden niet zoo spoedig kunnen opbrengen als de dienst des konings vereischt, verzoeken hem die som op zijn crediet op te nemen en beloven hem die met den daarop te verloopen interest te zullen terugbetalen.

Minute, in omslag 28, N0 1.

1655, 14 October. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd de hoop te hebben gekoesterd dat hij in aanmerking nemende de armoede van het kwartier het bedrag van 35000 gulden zoude hebben aangenomen onder de daarbij bepaalde voorwaarden; thans vernemen zij dat de landvoogd dit bedrag alsof het door de staten toegestaan was op zijn crediet heeft genomen en een jaar tijd gelaten heeft om het terug te betalen; de staten hebben dit derhalve over het kwartier omgeslagen en de terugbetaling zal met de interesten van drie tot drie maanden geschieden, onder voorwaarde echter dat ook voor het bepaalde bedrag van 4500 gulden

-ocr page 53-

de redemptie van de ligting van 300 man behouden blijve en het kwartier verschoond worde van bovenmatige winterkwartieren, daar anders de inwoners verpligt zullen zijn het land te verlaten en hunnen akker onbebouwd te laten liggen, waardoor de betaling van beide bovengemelde bedragen onmogelijk zoude worden gemaakt.

Minute, fr. in kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 106 ; afschrift in omslag 29, N0 2.

1655, 16 October. De landvoogd geeft akte van aanneming eener som van 35000 gulden door de staten van het Overkwartier ingewilligd, mitsgaders eener som van 4500 gulden, die door die staten was aangeboden wegens redemptie van de ligting van 300 man, zoodat hij het kwartier proniptelyclc sal geexcuseert houden van de lichtinge en de leveringe van de voorss. dry hondert mannen ende van al 't gene daeraen sonde moghen eleven ende raecken directelyck off indirectelyck.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Golbrant, in Doleantiën en orders, deel X, blad. 266.

1655, 26 October. De geheime raad des konings verklaart een schrijven van de staten van het Overkwartier te hebben ontvangen, waarbij te kennen gegeven wordt dat de magistraat van Venray vijf scholen opgerigt heeft om onderwijs aan de jeugd te geven en haar tot toelating op de universiteiten voor te bereiden; tevens wordt daarbij verzocht die scholen te doen sluiten, aangezien de magistraat van Venray bij brieven van 2 Mei 1651 slechts de bevoegdheid bekwam om scholen op te rigten met het doel om daarin alleen onderrigt te doen geven in de Christelijke leer en in het lezen en schrijven; de geheime raad beslist dat gemelde scholen zullen

-ocr page 54-

— 48 —

blijven bestaan, maar dat bet onderwijs daarin gegeven zicb niet verder dan de syntaxis mag uitstrekken.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Routart, in Do-leantièn en orders, deel X, blad. 281.

1655, 27 October. René Charles de Bougy. heer van Bosquel en gouverneur van Thionville, noodigt den magistraat van Erkelens uit om over eene contributie die op de stad Erkelens en hare onderhoorige dorpen gelegd is, te komen onderhandelen; deze contributie aanvang nemende met den eersten October moet zes maanden vooruit worden aangezuiverd; de magistraat kan daaromtrent een aanbod doen bij den heer Brocart te Trier, waartoe hem tot den 6dequot; November uitstel vergund wordt, of anders zal hij bij gebreke van dien door inlegeringen tot betaling worden gedwongen.

Afschrift, fr. in Doleantiën en orders, deel X, blad. 314, 320.

1655, 1 November, Colbrant geeft namens den landvoogd last aan den stadhouder om de gevraagde krijgslieden onmiddellijk naar het leger te zenden opdat de voorgenomene operatiën niet onmogelijk gemaakt worden; daar echter door het vertrek dezer krijgslieden de plaatsen waarin zij zich bevinden niet voor de aanvallen van den vijand blootgesteld mogen worden, zal de stadhouder tot hunne wederkomst een getal landlieden daarin leggen, dat voldoende is om haar tijdelijk te verdedigen.

Geauth. afschrift, fr. get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel X, blad. 284.

*

1655, 3 November. De landvoogd verklaart dat hij wegens gegronde redenen en ten gevolge van het advies

-ocr page 55-

— 49 —

van den Raad van State liet Overkwartier vrijstelt van de levering van 300 man, die ten gevolge van het edict (de ban et arrière ban) in dat kwartier moesten geligt worden, en zulks omdat de staten een bedrag van 4500 gulden eu eene subsidie van 3500 gulden hebben toegestaan.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guil-laume, H. van Croonendael, in Doleanliën en orders, deel X, biad 288. Verg. aldaar, blad 290, 292, 294.

1655, G November. De landvoogd schrijft aan den stadhouder dat hij wel is waar aan de staten van het Overkwartier voor een bedrag van 4500 gulden de redemptie verleend had voor de ligting van 300 soldaten, maar aangezien hij ter uitvoering van zijne plannen volstrekt 400 soldaten noodig heeft, laat de dienst des konings niet toe dat de vermelde redemptie voortgang hebbe; de landvoogd gelast hem derhalve tot de ligting van 300 of meer manschappen over te gaan en hem de 400 soldaten te zenden zooals bij zijn eerste aanschrijving bepaald was.

Afschrift, fr. in Doleantié'n en orders, deel X, bl. 298.

1G55, 6 November. Het hof van Gelder schrijft aan de staten van het Overkwartier dat het brieven van den gouverneur van Thionville gezien heeft, waarbij de stad en het land van Erkelens gesommeerd worden zich onder de contributie van den vijand te stellen met bedreiging van executie te vuur en te zwaard in geval van weigering. Het hof mag niet toelaten dat plaatsen in het Overkwartier gelegen den vijand door betaling van contributie erkennen als daartoe regt hebbende, hetgeen ook bij de plakkaten verboden is, zoodat hij

4

-ocr page 56-

het noodig acht zich tegen zulke vorderingen en dreigementen te wapenen, voornamelijk thans, nu het leger des konings in Henegouwen, Brabant, Vlaanderen en elders op expeditie is; het hof verzoekt derhalve opgave te hekomen van alle weerbare mannen in ieder kerspel van dit kwartier, ten einde daaruit bij keuze van den tienden man of meer, naarmate de nood zulks zal eischen, een korps schutters te verkrijgen, dat tegen eene belooning van dry hlamuysers per man en per dag de dienst bij een inval van den vijand zal verrigten.

Afschrift, in Doleantiën en orders, deel X, blad 300.

1G55, 10 November. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier door den stadhouder in kennis gesteld met zijn bevel aan de drosten om, in plaats van de 400 soldaten, die hij naar het leger moet zenden, sooved Jmysluyden ten platten lande te ligten, ten einde in de steden Gulik, Gelder en andere plaatsen dienst te doen, antwoorden dat zij geenen last van de staten van hot kwartier ontvangen hebben om de voorgestelde ligting te beletten, noch om zonder hunne voorkennis eenige betaling aan die huislieden te verschaffen; zij geven voorts aan den stadhouder te kennen dat zij die staten op den 13'1quot;1 dezer hebben doen beschrijven om daarover te raadplegen.

Geauth. afschrift get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel X, blad SO^ ; niet het schrijven van denjstadhouder, fr. get. Ie prince comte d'hemjien, aldaar blad 300.

1655, 10 November. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd me-dedeeling ontvangen te hebben van een schrijven van den gouverneur van Thionville waarbij hij het land van Erkelens te vuur en te zwaard bedreigt als het hem geene

-ocr page 57-

— 51 —

contributie betaalt; zij verzoeken den landvoogd een besluit te nemen op hun schrijven, waarin zij hem aantoonden hoe het land zal worden prijs gegeven als men het weinige garnizoen uit de steden naar het leger doet oprukken en de verdediging van die steden aan landlieden opdraagt; deze maatregel zal ten gevolge hebben dat het platte land geheel verlaten wordt en de inwoners zich naar de naburige landen van Gulik, Kleef, Keulen en Luik gaan vestigen, waar zij rust en vrede vinden.

Afschrift, fr. in Doleantiën en orders, deel X, bi. 304.

1655, 14 November. De staten van het O verkwartier schenken aan die van Erkelens een bedrag van honderd rijksdaalders, sonder eenige consequentie ende dat in 't regard van hunnen tegenwoordigen perimleusen stacth.

Besluit in de kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 111.

1655, 14 November. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier van den stadhouder vernomen te hebben dat zij moeijelijkheden maken met de ligting van 300 manschappen, waardoor die stadhouder in de onmogelijkheid verkeerd heeft gevolg te kunnen geven aan het bevel om 400 soldaten naar het leger te zenden; hij geeft nogmaals bevel om tot die ligting onmiddellijk over te gaan niettegenstaande de verleende redemptie, daar de dienst des konings hem genoodzaakt heeft die redemptie in te trekken met teruggave dei-penningen die daarvoor betaald waren. Hij geeft derhalve nogmaals last aan den stadhouder om die 400 soldaten onverwijld te zenden zonder op verdere tegenstrevingen acht te geven.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guil-laume, Colbrant, en een geauth. afschrift get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel X, blad 308, 316.

-ocr page 58-

1655, 16 November. De staten van het Overkwartier sclu'ijvcn nogmaals aan den landvoogd over de bevolene ligting van 300 man; zij noemen dit eene tot hiertoe onyehoorde voorderingc waardoor de ridderschappe ende steden hun alsoo perplex ende henauwt gevonden hehlen, als oytmaelen hier te hevooren geschiet is; zij verzoeken derhalve dringend dat de twee bedragen, die zij voor de redemptie van deze ligting inwilligden, aangenomen en de twee vroegere besluiten van den landvoogd dienaangaande gehandhaafd blijven.

Geauth. afschrift, get. M. Joris, in Doleaatiën en orders, deel X, blad 310, 318.

1655, 1 December. De landvoogd schrijft aan den stadhouder dat niettegenstaande alle zijne voorzorgen en pogingen tot het verdrijven der vijanden uit de plaatsen, die hij nog in het midden dezer provinciën bezit en de groote neiging, die hij en zijne generaals gevoelden om zelfs gedurende dit strenge jaargetijde dit voornemen ten uitvoer te brengen, hij echter niet geslaagd is, voornamelijk door het onverhoedsche terugtrekken der Lotharingsche troepen, waardoor niet alleen 's konings leger verzwakt, maar ook dat van den vijand versterkt werd; hierdoor is men genoodzaakt geworden de krijgs-verrigtingen te staken tot dat het verlies door deze troepen geleden hersteld is; de stadhouder zal derhalve de in het Overkwartier geligte manschappen naar huis zenden ten einde groote kosten te voorkomen.

Geauth. afschrift, fr. get. N. Maen, in Doleantién en orders, deel X, blad 320.

1655, 2 December. Het hof van Gelder schrijft aan de staten van het Overkwartier dat ter oorsaeclce van de hrandtstichtinge ende invasie hij de Franschen geat-

-ocr page 59-

tenteert den 7dcquot; Odohris lestleden uit het land van Gulik op het ambt Erkelens, het nooclig geoordeeld is geworden niet gedeputeerden van de Guliksche regering eene conferentie te houden waartoe bepaald is 5 December; daar de magistraat van Erkelens echter verklaard heeft uit armoede de kosten niet te kunnen dragen van desa conferentie te verplegen en de zaak het geheele kwartier aangaat, zoo. oordeelt het hof dat die kosten uit de algemeene middelen of onraadspenningen dienen te worden bestreden, te meer daar deze conferentie tot instandhouding der concordaten van beide vorstendommen noodzakelijk is, en wanneer daarin mogt blijken dat die van Linnich aan schending van die concordaten schuldig bevonden worden, moeten zij gedwongen worden tot vergoeding van de geledene schade.

Orig. get. N. Maen, in Doleantiën en orden, deel X, blad 324. Vergelijk de kwartiersrecessen, deel XI, bl. 112.

1655, 2 December. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven eene verklaring af, waaruit blijkt dat de raad en landrentmeester generaal van dit kwartier, ingevolge bevel van den landvoogd, op het bedrag vroeger aan placquillios en fouragiën der krijgslieden betaald, twee ingewilligde subsidiën heeft laten korten, namelijk het eerste ten bedrage van 95000 gulden vervallen op ultimo Maart 1654 en het tweede ten bedrage van 90000 gulden vervallen op ultimo Maart 1655.

Minute, in omslag 27, N0 10.

1655, 4 December. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier in aanmerking nemende: dat die van Erkelens, Kriekenbeek, Greefraad, Lobberich, Leuth, Hinsbeek en andere kerspelen op de grenzen van de

-ocr page 60-

vorstendommen Kleef en Gulik en van het sticht Keulen gelegen gedurig klagen over de France partijen, loepers ende roevers, die hen in groote getale zoo te voet als te paard met hrandstichtinge, fangen, spannen ende dier-gelijchen viandtliclce extremiteyten bedreigen; dat de landvoogd bevel gegeven heeft om aangaande de brandschatting, die onlangs in het distrikt Erkelens heeft plaats gehad en hij die van Linnich gefomenteert zoude zijn, eene conferentie met die van Gulik te houden; dat het hof van Gelder beloofd heeft eene commissie daar toe te benoemen mits de klagende kerspellen de kosten daarvan dragen, hetgeen door deze uit onvermogen is geweigerd geworden. Aldus nemen de gedeputeerden het besluit tot dit doel eene som van 100 rijksdaalders beschikbaar te stellen onder voorwaarde, dat wanneer de kosten op die van Linnich of eene andere schuldige partij verhaald worden, gemeld bedrag in handen van den landrentmeester zal worden terugbetaald.

Minute, in omslag 28, N0 5; een afschrift bevindt zich in de kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 112.

1655, 6 December. De landvoogd berigt aan de staten van het O verkwartier dat 13 kompagniën kavalerie van de troepen van den prins van Condé naar het Over-kwartier zullen gezonden worden om daarin te overwinteren. Bij een schrijven van den volgenden dag meldt hij dat insgelijks 16 kompagniën kavalerie door den prins de Ligne aan te wijzen tot hetzelfde doel zullen gezonden worden.

Hij geeft bevel om die troepen van placquillios en fourages te voorzien.

Twee orig. fr. gedagteekend uit Brussel en get. Leo-polde Guillaume, Colbrant, in Doleantién en orders, deel X, blad 337 en 339.

-ocr page 61-

55 —

1655, 30 December. De landvoogd vaardigt een reglement uit aangaande het bedrag, dat aan officieren en soldaten, van welke natie zij ook zijn mogen, moet worden uitbetaald als zij op het platte land gelogeerd zijn.

Gedrukt exemplaar, fr. in Doleantién en orders, deel X, blad 332.

1G56. Algemeene lijst der soldaten, die voor iedere provincie zijn aangewezen om den winter van het jaar 1656 door te brengen, inet de verdeeling van die soldaten over de verschillende steden dier provinciën.

Afschrift, fr. in Doleantiën en orders, deel X, blad 462-470.

1656, Januarij. Lijsten inhoudende de regimenten ruiters en voetvolk aangewezen om in het kwartier te overwinteren en de verdeeling van dat krijgsvolk over de verschillende steden.

Afschriften, fr. in Doleantiën en orders, deel X, blad 345-351.

1656, 3 Januarij. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier brieven te hebben ontvangen van den luitenant kolonel van het regiment van den markies de Eochefort, in garnizoen te Weert, en van den sergeantmajoor van hetzelfde regiment in garnizoen te Stralen, die zich beklagen dat zij eene bezoldiging ontvangen als of zij kapitein waren; de landvoogd geeft bevel aan de staten hen te betalen naar den rang, dien zij be-kleeden, ingevolge de termen van het daarvoor bestaande reglement.

Orig. fr. gedagt. uit llrussel en get. Leopolde Gnil-laume, Colbrant, in Doleantién en orders, doel X, bl. 343.

-ocr page 62-

— 56 —

1656, 20 Januarij. De staten van het O verkwartier in aanmerking nemende dat in dese bedroeffde oirloch endc armzalige tijden, waarin het land tot het uiterste onvermogen geraakt is, jonge lieden en andere weldige geselschappen nyet naer en laeten foyen te eysschen ende hy te jaegen, vasfelavondts spelen mit dansen, springen ende diergélycke dertelheden voor te stellen alsof dese landtschappe was in volle overvloedieheyt, tot opspraeclc ende schandael van de gantsche werelt, nemen het besluit om alle ambtenaren aan te schrijven met het verzoek een streng verbod daartegen uit te vaardigen.

Besluit in de kwartiersrecessen, deel XI, bladz. H9.

1656, 21 Januarij. De staten van het Overkwartier, in aanmerking nemende dat de groote menigte soldaten aangewezen om in dit kwartier te overwinteren extreme reniedien ende middelen vorderen, zoodat de vroegere bepalingen op de heffing van 's lands lasten niet meer nagekomen kunnen worden, besluiten tot het omslaan van 200000 gulden, de helft op de erffschappen en de wederhelft bij wijze van hoofdgeld op de Ij est kd en, gewin ende gewerff-, zij bepalen tevens dat niemand hiervan zal zijn uitgezonderd dan alleen de riddermaetige Jmysen van die personen, die op de landdagen beschreven worden.

Hierbij het verzoek der staten aan het hof van Gelder tot bekrachtiging van dit besluit.

Minuten, in Doleantiën en orders, deel X, lil. 352-355.

Vergel. de kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 118.

1656, 5 Februarij. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat het kwartier bestaande uit slechts 60 zoo groote als kleine dorpen en 7 kleine steden steeds zonder eenige verhouding tot de andere provinciën in de lasten heeft moeten dragen, voornamelijk in

-ocr page 63-

— bi —

den tegenwoordigen winter; buiten en behalve het gewoon garnizoen moet thans daarin het onderhoud verschaft worden aan 31 kompagniën ruiters met 5 kolonels en twee adjudanten generaal van den prins van Condé en 16 kompagniën ruiters met drie regimenten infanterie van 's konings krijgsvolk, zoodat de uitgaven per maand ruim 120000 gulden bedragen; uit de rekening op 27 Jan narij 1653 gesloten bleek dat de staten aan placquiliios en fourages 557000 gulden meer hadden uitgegeven dan voor beden en subsidiën was ingewilligd; deze som is echter thans reeds tot 1500000 gulden gestegen. De armoede is daardoor algemeen en tot liet uiterste gekomen zoodat de bewoners niet meer in staat zijn iets te kunnen opbrengen, terwijl zij daarenboven nog dagelijks verontrust worden door Fransche soldaten uit het garnizoen van Thionville, die hen gevangen nemen en hunne huizen in brand steken. De staten vertrouwen dat de landvoogd medelijden met het arme kwartier zal hebben en het krijgsvolk zal verminderen, of indien zulks niet mogelijk is het eene ondersteuning uit 's konings schatkist zal geven.

Minute, fr. in Doleantiën en orders, deel X, blaii 398.

1C56, 10 Februari]. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij eene vergadering der staten bepaald heeft op den 2Sslquot; dezer en dat hij aan den prins graaf van Isenghien, stadhouder, en aan Joost vau Kerckhove, kanselier, last gegeven heeft daarin een voorstel te doen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolds Cuil-laume, Colhrant, in Doleantién en orders, deel X, bi. 358.

1656, 10 Februarij. De landvoogd geeft eene instructie aan den prins graaf van Isenghien, stadhouder, en

-ocr page 64-

Joost van Kerckhove, kanselier, tot het aanvragen in de vergadering der staten van het Overkwartier dd. 28 februari] e. k. van eene subsidie van 100000 gulden. Zij zullen den staten in herinnering brengen dat de desertie der Lotharingers juist toen de landvoogd alles in gereedheid gebragt had om de veroverde stellingen van den vijand te hernemen de voornaamste oorzaak geweest is waarom hij deze onderneming heeft moeten uitstellen; dat de vijand met deze nieuwe krijgsmagt versterkt het voornemen heeft zijne veroveringen uit te breiden, zoodat het meer dan ooit noodzakelijk is hem te keer te gaan en hem te dwingen aan het dringend verlangen om vrede door den heiligen vader geuit toe te geven; dat hij met leedwezen zich gedwongen gevoelt zulke groote sommen van deze landen te moeten vorderen, daar hij weet hoe zij door den langdurigen en bloedigen oorlog geleden hebben, maar dat zulks uit de volle overtuiging geschiedt daardoor het welzijn en het behoud des kwartiers te bevorderen; hij hoopt ' derhalve dat de staten van hunnen gewonen ijver zullen doen blijken en het gevraagde bedrag toestaan.

Geauth. afschrift, fr. get. M, Joris, in Doleantiën en orden, deel X, blad 361.

1656, 16 Februarij. De landvoogd antwoordt op het schrijven der staten van het Overkwartier dd. 5 en 12 Februarij 11. dat hij aan zijne vurige begeerte om de provincie Gelder te hulp te komen niet mag toegeven, eensdeels omdat 's konings* middelen uitgeput zijn, en anderdeels omdat de overige provinciën insgelijks onder zware lasten gebukt gaan; hij is derhalve genooodzaakt den staten te verzoeken een vernieuwd blijk van hunnen ijver te geven opdat de officieren en soldaten in staat gesteld

-ocr page 65-

— 59 —

worden hunnen dienst in den aanstaanden 'veldtogt naar behooren te verrigten.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guil-laume, Colbrant, in Doleantiën en orders, deel X, bl. 306.

165G, 16 Februarij. De landvoogd berigt aan de staten van het O ver kwartier een schrijven van 'den kapitein Kodrigo Castello, die zich met zijne lersche kompagnie in Roermond bevindt, te hebben ontvangen, waarin geklaagd wordt dat zijne soldaten sedert eenigen tijd niets hebben ontvangen; de landvoogd beveelt den staten, namens den koning, deze kompagnie eveneens te hulp te komen als alle andere krijgslieden, die in het kwartier aanwezig zijn.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guil-luume, Colbrant, in Doleantiën en orders, deel X, blad 368.

1656, 4 Maart. Het hof van Gelder zendt aan de staten van het Overkwartier afschrift van een schrijven van den geheimen raad des konings dd. 30 Januarij 11. waarin bevel gegeven wordt om het plakkaat op het stuk der munten op nieuw af te kondigen en te doen nakomen onder de straffen, die daarin bepaald zijn.

Orig. get. N. Maen, met het vermelde afschrift fr. inseeliiks eet. N. Maen, in Doleantiën en orders, deel X, blad 372 en 373.

1656, 5 Maart. De staten van het Overkwartier nemen het besluit om als riddermatige personen tot hunne vergaderingen toe te laten:

Jan van Bocholt, wegens zijn riddergoed te Geisteren; Wolfgang Willem vrijheer van Schaesberg wegens zijn goed ter Broeck te Wankum en Degenhard Bertram,

-ocr page 66-

vrijheer van Loe en heer te Wissen, wegens zijn goed Villar.

Besluit in de kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 125 v0.

1656, 6 Maart. Op het verzoekschrift van Degenhard van Eyll en nadat zijne wapenen waren opgezworen besluiten de staten van het Overkwartier hem als riddermatig persoon te erkennen en hem cVadclycJce praero-gativcn quoad honores te laten genieten.

Besluit in de kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 126 v0.

1656, 6 Maart. De staten van het Overkwartier verzoeken het hof van Gelder, in antwoord op een van dat hof ontvangen brief van 4 Maart 11. aan de hooge regering te berigten dat het in dese tegenwoirdige conjuncture onmogelijk is het muntplakkaat in train te brengen.

Kwariiersrecessen, deel XI, bladz. 120.

1656, 29 Maart. De landvoogd schrijft aan den stadhouder van den markies de Gastel Kodrigo het berigt te hebben ontyangen dat de soldaten namens den koning in Duitschland geworven binnen korten tijd van den kant van Keulen in het Overkwartier zullen aankomen; de stadhouder zal in overeenstemming met de staten van het kwartier maatregelen nemen om deze soldaten achtereenvolgens bij hun aankomen op het platte land te logeeren en hem van die aankomst door eenen afzonderlijken bode kennis geven, op dat hij tot den verderen marsch het bevel kan verstrekken; zij zullen in het kwartier niet langer vertoeven dan den volstrekt noodzakelijken tijd van het komen en terugkeeren van den bode.

Afschr. fr. in Doleantiën en orders, deel X, blad 376; een eensluidend schrijven aan de staten, orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopoldc Guillaume, Colbrant,, bevindt zich aldaar, blad 388.

-ocr page 67-

1056, 31 Maart. De landvoogd sclirijft aan de staten van het Overkwavtier dat verschillende officieren en soldaten te Roermond in gan^zoen hij gebrek van onderhoud den vijand gaan dienen; hij geeft den staten bevel onmiddellijk de verschuldigde placquillios uit te betalen ten einde daardoor grooteren ondienst te voorkomen, die uit het gebrek van betaling moet volgen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en ged. Leopolde Guil-laume, Colbrant, niet een afschrift van een gelijkluidend schrijven aan den stadhouder, in Doleantiën en orders, deel X, blad 392, 393.

1656, 2 April. De landvoogd schrijft aan den stadhouder dat de tijd nadert waarop de soldaten in het Overkwartier aanwezig naar de grensplaatsen zullen vertrekken en gelast hem te zorgen dat de officieren en soldaten geheel voldaan zullen worden voor den tijd van hun winterkwartier; wanneer deze betaling zal verstrekt zijn, zal hij den landvoogd daarvan in kennis stellen, waarop het bevel tot oprukken zal gegeven worden.

Afschr. fr. in Doleantién en orders, deel X, blad 395.

1656, 4 April. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat in hunne vergadering van den 3dequot; dezer namens den koning een subsidie van 100000 gulden werd aangevraagd; zij herhalen thans hetgeen zij reeds in hunne verzoekschriften van 5 February over het onvermogen van het kwartier aan den landvoogd te kennen gaven; het is letterlijk onmogelijk de placquillios en fourages voor het ingelegerde krijgsvolk te kunnen opbrengen; hoe zouden zij daarenboven nog zulke aanzienlijke som kunnen verkrijgen? de landelijke bevolking bezit geld noch krediet meer, al worden er overal militaire executiën in het betalen der quota's uitgezonden; reeds zijn uit twee

-ocr page 68-

dorpen 13 bewoners naar andere streken vertrokken en dit vertrek staat door anderen gevolgd te worden, aangezien er broodsgebrek begint te komen en de te velde staande vruchten thans reeds verkocht zijn; hierbij komt nog dat de keurvorst van Brandenburg op de grenzen van het land van Kleef plakkaten heeft doen uitvaardigen waarbij hij belooft aan iederen landbouwer, die zich in het mark Brandenburg, dat geheel ontvolkt is, wil komen vestigen, 12 pattacons in de hand, 25 pattacons bij zijne aankomst en zooveel akker als hij verlangt, te geven. De staten laten den landvoogd oordeelen wat hiervan te wachten staat, indien niet spoedig hulp komt opdagen.

Minute, fr. in Doleantién en orders, deel X, blad 401.

1656, 6 April. De staten van het O verkwartier schrijven aan den landvoogd dat zij eenige dagen geleden hunne afgevaardigden naar Brussel zonden met den last hem het groote onvermogen van het kwartier kenbaar te maken en hem dringend om vermindering van lasten te verzoeken; thans wederom is de groote menigte krijgsvolk in het kwartier aanwezig met 500 rekruten vermeerderd en wordt den staten het bevel gegeven om de in Duitschland aangeworven troepen te ontvangen. Met deze overbelasting bestaat er middel noch hoop om het geheel te gronde gaan en de vlucht der onderdanen te voorkomen, aangezien door het logeeren van zulk eene groote menigte krijgslieden en door de aanhoudende militaire executiën hun de laatste middelen worden afgepersd. De staten verzoeken den landvoogd dringend door het verminderen van het krijgsvolk of door eenig ander geschikter middel het kwartier te hulp te komen.

Minute, fr. in Doleantiën en orders, deel X, blad 400.

-ocr page 69-

— 63 —

165ö, 14 April. De landvoogd antwoordt op een schrijven der staten van het O verkwartier dat hij, gehoor gevende aan zijne neiging om de lasten van het Over-kwartier zooveel mogelijk te verminderen, bevel geven zal tot het vertrek der krijgslieden zoodra hij zal hebben vernomen dat hun de 4quot; maand van hun winterkwartier is uitbetaald; de troepen uit Duitschland komende kunnen echter niet anders dan door de provinciën Gelder en Limburg trekken maar hij zal zorgen dat zij daarin niet langer verblijven dan noodig is om hem van hunne aankomst te verwittigen en bet bevel terug te zenden tot hunnen verderen togt.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guil-laume, Colbrant, in Doleantiën en orders, deel X, bl. 403.

1656, 26 April. De landvoogd antwoordt op een schrijven der staten van het O verkwartier, waarin zij hem te kennen gegeven hebben dat zij onmogelijk vier maanden soldij aan het inlegerend krijgsvolk kunnen geven, dat hij zich met hetzelfde bedrag van het vorige jaar zal tevreden stellen; zoodra dit betaald is zal het krijgsvolk vertrekken, maar het is hem volstrekt onmogelijk van die betaling af te zien, aangezien 's konings schatkist ledig is.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Gtiil-laume, Colbrant, in Doleantiën en orders, deel X, bi. 405.

1656, 29 April. De landvoogd geeft namens den koning bevel aan de staten van het Overkwartier om onmiddellijk te voldoen hetgeen zij voor winterkwartieren van de officieren en soldaten der regimenten van de graven van Isemburg en Nassau en die van den kolonel

-ocr page 70-

Donate Allemany verschuldigd zijn en zulks zonder verderen uitstel.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get Leopolde Guil-laume, Verreyken, in Üoleanliën en orders, deel X, bi. 407.

165G, 12 Mei. De landvoogd geeft kennis aan de staten van het Overkwartier dat hij eene vergadering heeft bepaald op den 31slequot; dezer en aan den prins graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan Joost van Kerck-hove, kanselier, last gegeven heeft hun daarin namens den koning een voorstel te doen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel X, blad 418.

1656, 12 Mei. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier tot het doen van een voorstel in de vergadering der staten van het Overkwartier, door hem bepaald op 31 Mei e. k.; zij zullen den staten melden dat de landvoogd na zijne benoeming door den koning geen grooter genot had dan toen hij in het midden dezer volken is gekomen, wier trouw gedurende deze lange en bloedige oorlogen zoo overtuigend is bewezen; dat hij met leedwezen hunne rampspoeden vernomen heeft, zooals ook het mislukken van de pogingen om den vijand tot vrede te bewegen, in weerwil van den goeden wil des konings en het ijverig aandringen van den heiligen vader; dat de vijand door alle mogelijke kunstgrepen de aankomst der vloot heeft weten te beletten; dat de koning niet bij tijds in staat geweest is zich de noodige middelen te verschaffen om zijn leger in behoorlijken staat te stellen, maar binnen kort aanzienlijke sommen daartoe zal overzenden; dat hij echter vóór de aankomst daarvan genoodzaakt is een beroep op de staten te doen en aan die van het Over-

-ocr page 71-

kwartier de inwilliging eener som van 30000 gulden te vragen; hij geeft de hoop te kennen dat dit bedrag spoedig door de staten zal worden toegestaan.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleanüën en orders, deel X, blad 419.

1656, 19 Mei. De landvoogd geeft namens den koning bevel aan de staten van het O verkwartier om aan de regimenten van den graaf d'Isenburg, van den kolonel Donato Allemany en van den graaf van Nassau de derde levering van hunne placquillios te verstrekken, niettegenstaande hij hen vroeger deed oprukken.

Orig. fr. get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel X, blad 427.

1656, 22 Mei. De landvoogd geeft bevel aan de staten van het Overkwartier om aan het krijgsvolk van den prins van Condé, dat zich in het Overkwartier bevindt, ééne maand meer placquillios te verstrekken; dit krijgsvolk zal het kwartier niet verlaten voor dat het voldaan is.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel X, blad 430.

1656, 22 Mei. De prins van Condé antwoordt op een schrijven der staten van het Overkwartier, waarin zij de onmogelijkheid hadden te kennen gegeven om de derde maand van de placquillios aan zijne soldaten te voldoen, dat de officieren en soldaten bij gebreke van die betaling hunne kleederen, enz. in hunne kwartieren zullen moeten achterlaten, zoodat hij den staten verzoekt hen voor het vertrek deze maand te willen uitbetalen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Louis de Bourbon, in Doleantiën en orders, deel X, blad 429.

-ocr page 72-

1656, 23 Mei. Memode van het bedrag dat voor de derde maand van het jaar 1656 aan de verschillende kompagniën soldaten in het O verkwartier aanwezig aan placquillios verschuldigd is; deze memorie bedraagt in totaal 38752 gulden.

Afschrift, in Dolemtiën en orders, deel X, blad 499.

1656, 26 Mei. De landvoogd schrijft aan de staten van het O verkwartier dat het krijgsvolk in het kwartier aanwezig niet kan oprukken uit hoofde het de derde maand van de placquillios niet ontvangt; hij neemt in aanmerking dat de staten hem de volstrekte onmogelijkheid daartoe te kennen gaven en verzoekt in plaats van ééne maand 14 dagen te voldoen, opdat die soldaten hunne kleederen enz. kunnen inlossen, die, naar zij zeggen, verpand zijn.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Jtian, Ver-reyken, in Dolemtiën en orders, deel X, blad 432.

1656, 28 Mei. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier stellen het volgende in geschrift: Nadat zij meermalen aan den .landvoogd de volstrekte onmogelijkheid hadden te kennen gegeven om meer dan twee wintermaanden aan het ingelegerde krijgsvolk de placquillios te geven en de landvoogd daarop berigt had zich met 14 dagen boven die twee maanden te vergenoegen, zij deze uit hoofde van onvermogen niet hebben kunnen geven waarvan zij ook onmiddellijk aan de Oversten graaf van Colligny en graaf de la Suze kennis gaven. Dat zij echter aan die oversten voorstelden aan elk hunner een bedrag van 100 ducaten te zullen geven wanneer zij beloofden hunne onderhebbende soldaten mit alle civiliteyt en sonder cenige inconvenientpai te causeren het kwartier te doen verlaten; aangezien die oversten

-ocr page 73-

— 67 —

dit voorstel niet hebben aangenomen maar het op geschrift vorderden werd dit stuk aan hen afgegeven.

Geaulh. afschrift get. Goss. Dulcken, in Doleantiën en orders, deel X, blad 458, vergel. de kwarliersrecessen, deel XI, blad 136.

1656, 30 Mei. De graaf van Fuen Saldana berigt aan de staten van het O verkv. artier dat de koning hem tot het gouvernement van Milaan heeft benoemd en bij op het punt is derwaarts te vertrekken; hij verzekert den staten van zijne voortdurende genegenheid en zal den koning den ijver en de liefde kenbaar maken, waarmede zij steeds voor zijnen dienst bezield waren. Zoolang bij aan het bestuur deelnam werden dezen landen groote lasten opgelegd en niet de opbeuring geschonken, die zij noodig hadden; hij moet dit betreuren, alhoewel het tegen zijnen wil geschiedde en ten gevolge van de weinige geldmiddelen, die te zijner beschikking stonden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Ie C10 de Fuen Saldana, in Doleantiën en orders, deel X. blad 434.

1656, 3 Junij. De staten van het Overkwartier verzoeken de rekenkamer te Roermond een afschrift te mogen bekomen van het plakkaat, waarbij de koning aan de inwoners van het kwartier toestaat de granen op hunnen akker geteeld met vrijdom van de licenten over de rivier de Maas te verzenden. Tevens verzoeken zij toe te staan dat de koopers van die granen hetzelfde regt zullen genieten. De rekenkamer antwoordt dat het plakkaat zich in handen van den superintendent te Brussel bevindt, wien zij een afschrift kunnen vragen; aangaande het tweede punt geeft zij hare toestemming.

Orig. get. Goss. Dulcken, met liet vermelde antwoord, get. Fuiven, in Doleantiën en orders, deel X, blad 438.

-ocr page 74-

— 68 —

1656, 6 JuniJ. De landvoogd schrijft aan het hof van Gelder dat de aanhoudende klagten van het volk over de ongeregeldheden der soldaten in de winterkwartieren hem zeer leed doen; hij heeft zich voorgenomen deze ongeregeldheden met kracht te keer te gaan en verzoekt liet hof hem de doeltreffendste middelen daartoe aan te wijzen, aangezien hij aan het volk alle mogelijke voldoening wil geven, die' het door zijne onwrikbare trouw aan den koning verdient.

Geauth. afschr. fr. get. N. Maen, in Dol eau tién en orders, deel X, blad 440.

1656, 11 Junij. De graaf van Isenburg schrijft aan Goswinus Dulcken, secretaris der staten van het Over-kwartier, dat hij bij zijne stad Lintz het regiment van den kolonel Winterfeldt heeft ingescheept opdat het des te spoediger in 's konings landen zoude aankomen, naar hij meent binnen 4 of 5 dagen; hij heeft hen van brood en bier voorzien; de graaf van Nassau en Crevelly zullen zich over Sibrich en Keulen insgelijks naar die landen begeven.

Orig. fr. gedagt. uit Arrensfeld en get. Ie conté d'hen-burg, in Doleantièn en orders, deel X, blad 436.

1656, 13 Junij. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij hun berigt van den 3'lcquot; dezer ontving, inhoudende de toestemming van de gevraagde subsidie ten bedrage van 30000 gulden voor de toebereidselen en de behoeften van den oorlog onder de volgende voorwaarden: 1quot; dat de landvoogd de eerste helft van deze subsidie te Antwerpen of elders zal doen ligten onder belofte van de staten die binnen het jaar met de interesten te zullen terugbetalen, en 2° dat de overblijvende 15000 gulden vuytten aenstaenden nieuwen

-ocr page 75-

gewasse op gewoonelyclce termijnen zullen voldaan worden. De landvoogd geeft hiervan akte van aanneming, bedankt de staten voor de affectie en de miltheyt bij deze gelegenheid betoond en belooft het kwartier van de passage ende logeringe van het uit Duitschland verwacht wordende krijgsvolk zooveel mogelijk te excuseren en voor het vervolg de winterkwartieren zoodanig te modereren dat de staten alle redelyche satisfactie sullen hehhen.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verrey-ken, in Doleanliën en orders, deel X, blad 4-42. Zie het vermelde berigt van 3 Junij in de kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 142 v0.

1656, 19 Junij. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij de ingewilligde 30000 gulden ter beschikking van den proveador generaal gesteld had tot de levering van munitiebrood; dat deze hem echter de akte liet zien hem door de staten toegezonden, waarin vermeld staat dat de landvoogd die ingewilligde som zal doen ligten, terwijl de staten die binnen het jaar zullen terugbetalen, de eerste helft met, en de wederhelft zonder interest; dat de proveador hem daarop te kennen gaf geen geld zonder winst of interest te kunnen krijgen, zoodat hij den staten moet verzoeken de tweede helft dadelijk te voldoen of toe te stemmen dat daarvoor ook interest bedongen worde.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleanliën en orders, deel X, blad 444.

1656, 30 Junij. De staten, gezien het schrijven van den landvoogd dd. 19 Junij 11., geven last aan Albert TIouwens van der Boye, heer van Macken en Neerijsche, raad en commies van 's konings fiuantiën, op zijn crediet

-ocr page 76-

eene som van 30000 gulden te ligten, die zij hem met de interesten beloven terug te betalen.

Minute, in Doleantiën en orders, deel X, blad 445.

1656, 3 Julij. De Raad van State, in afwezigheid van den landvoogd, schrijft aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier vernomen te hebben dat de vijand een inval in het kwartier gedaan en daarin een dorp geplunderd en in brand gestoken heeft; de Raad berigt dat de landvoogd besloten heeft ten einde dit voor het vervolg te voorkomen, eene kompagnie van 100 ruiters ter verdediging van het kwartier te ligten, en vraagt welke middelen de staten tot het onderhoud van die kompagnie beschikbaar kunnen stellen.

ürig. fr. gedagt. uit Brussel en get. H. v. Croonen-dael, in Doleantién en orders, deel X, blad 448.

1656, 30 Julij. Het bureau van finantiën schrijft aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier van den landvoogd het bevel te hebben ontvangen om van hen eenen staat te vorderen, inhoudende de bedragen van de beden, subsidiën en andere hulpmiddelen hoe ook genaamd, die door de staten gedurende het jaar vóór de dagteekening van dit schrijven aan den koning werden ingewilligd. Het bureau verzoekt den staten dien staat zoodra mogelijk in te zenden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. P. C. Sinwn, in Doleantiën en orders, deel X, blad 450.

1656, Augustus. Verschillende stukken betrekking hebbende op het ten doop houden door een gedeputeerde der staten van het Overkwartier van den jongen zoon van den stadhouder prins graaf van Isenghien.

Orig. in omslag 40, N0 8bis.

-ocr page 77-

— 71 —

1656, 23 Augustus. De landvoogd schrijft aan den prins graaf van Isenghien, stadhouder, en aan Joost van Kerckhove, kanselier, dat liij eene vergadering der staten van het Overkwartier bepaald heeft op 11 September e. k. en dat zij daarin eene bede ten bedrage van 120000 gulden zullen aanvragen.

Afschrift, fr. in Doleantiën en orders, deel X, bl. 502.

1056, 2 September. In antwoord op het schrijven van het bureau van finantiën dd. 30 Julij 11. berigten de staten van het Overkwartier dat zij op 23 Junij 1655, ter redemptie van den verkoop van eenige dorpen, een bedrag van 100000 gulden en op 19 September daarna een bedrag van 35000 gulden aan den koning hebben ingewilligd en dat zij daarenboven voor placquillios en fouragiën een bedrag van 325000 gulden hebben uitgegeven.

Minute, fr. in Doleantiën en orders, deel X, bl. 452.

Vergelijk aldaar, blad 460.

1656, 17 September. Schepenen en gezworenen van Odiliënberg klagen aan de staten van het Overkwartier dat hun militaire executie gezonden is geworden wegens hunne nog verschuldigde quota in de coutributiën over het loopende jaar ten bedrage van 1400 gulden; zij zijn niet in staat dit bedrag onmiddellijk aan te zuiveren en verzoeken den staten dringend hun eenig uitstel te gunnen en de militairen te verwijderen.

Orlg. in omslag 30, N0 34.

1656, 19 September. De staten van het Overkwartier geven eeue instructie aan Frans Pollart, schepen van Roermond, ten einde zich ten spoedigste naar Brussel te begeven om een onderhoud te hebben met de ministers

-ocr page 78-

— 72 —

ten opzigte van de verdeeling der krijgslieden in de winterkwartieren.

Minute, in omslag 30, N0 23.

1656, 19 September. De staten van het Overkwar-tier beraadslagende over de aanvraag eener bede van 120000 gulden zijn van oordeel dat het thans onmogelijk is eene zoo groote nieuwe bede toe te staan, vermits men nog niet weet ivat laste van de winter-quartieren de landtschappe lean overcomen; om echter van hunnen gewonen ijver te doen blijken bewilligen zij tot een bedrag van 60000 gulden.

Besluit in de kwartiersrecessen, deel XI, blad 145 v0, vergel. aldaar, blad 147 ; een afschrift bevindt zich in omslag 29, N0 7.

1656, 29 September. De secretaris van het Over-kwartier verklaart dat de staten van het gewest aan de inwoners van Nieuwstad eene korting van 720 gulden hebben toegestaan op hunne quota in de bede van 100000 gulden, die op den 19dequot; Julij 1655 was ingewilligd.

Minute, in omslag 30, N0 21.

1656, 15 October. De staten van het Overkwartier benoemen Dederik Schenck van Nijdeggen, heer van Blyenbeek, Aefferden en Grubbenvorst, en Gerard van Lom, burgemeester van Roermond, tot hunne afgevaardigden naar Brussel en geven hun den last aldaar voornamelijk aan te dringen op vermindering van de winterkwartieren en op eene meer gelijkmatige verdeeling van 's lands lasten over de provinciën, opdat het Overkwartier in evenredigheid en niet meer clan andere provinciën belast worde; tevens zullen zij te kennen geven dat vijandelijke partijen het land afstroopen, een gedeelte

-ocr page 79-

— 73 —

van Aefferden uitgeplunderd, huizen te Erkelens en te Odiliënberg in brand gestoken, in het ressort van de stad Wachtendonk burgers en huislieden gevangen genomen en naar Thionville gevoerd te hebben; dat ook te Vlodrop en Posterholt eenige huislieden door de Franschen gevangen genomen, andere bij het vervolgen van dien vijand gedood werden. Eindelijk zullen zij het bezwaarschrift onlangs aan den landvoogd gezonden en hun in afschrift medegedeeld met alle kracht ondersteunen en hunne beste pogingen aanwenden daarop een gunstig besluit te krijgen.

Minute, in Doleanlien en orders, deel X, blad 472, met een afschrift van het vermelde bezwaarschrift, aldaar blad 476-480. Verg. de kwartiersrecesaen, deel XI, bladz. 148v0-152.

1656, 21 October. Het hof van Gelder hecht zijne goedkeuring aan een voorstel der staten van het Over-kwartier dd. 18 october 1656, waarin zij eene regeling voorstellen, strekkende om het platte land beter tegen de invallen en plunderingen van het fransche leger te beschermen.

Afschr. fr in omslag 39 Nu 5.

1656, 4 November. Het hof van Gelder berigt aan de staten van het Overkwartier dat het hun reglement om het kwartier tegen vijandelijke invallen en rooverijen te vrijwaren heeft doen afkondigen. Bij nadere inzage ontwaart echter het hof de bepaling dat ieder kerspel op zeker getal manschappen wordt aangeslagen vacr advenant H sclve in de gemcyne repartitie int duysent is uengeslacgen. Daar hierdoor verschil ontstaan kan en de uitvoering van het reglement vertraagd zou worden,

-ocr page 80-

— 74 —

stelt het hof voor de ambtenaren in eene te beleggen vergadering daarover te hooren en dan tot de regeling over te gaan.

Orig. get. N. Maen, in Doleantiën en orders, deel X, blad 558.

1656, 9 November. De landvoogd schrijft aan den prins graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan Joost van Kerckhove, kanselier, dat hij aan elke provincie een voorstel zal laten doen tot het onderhoud van het krijgsvolk in de winterkwartieren, ten einde het in goede krijgstucht te kunnen houden, zoo als de staten zulks tot herstel van landbouw en handel wenschen; zij zullen zorgen dat de staten niet uit elkander gaan voor dat zij een gunstig besluit genomen hebben, en indien zij onmogelijk een zoodanig besluit kunnen uitlokken, moeten zij hun te verstaan geven afgevaardigden naar Brussel te zenden ter bespreking en regeling van dit onderwerp. Zij zullen van dag tot dag aan den landvoogd berigt van hetgeen door de staten verhandeld is opzenden opdat men zich daarnaar ook in betrekking tot de verdeeling van het krijgsvolk in de winterkwartieren kan regelen.

Geauth. afschr. fr. get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel X, blad 497.

1656, 9 November. De landvoogd schrijft aan de staten van het O verkwartier bij ondervinding geleerd te hebben dat om de krijgstucht in zijnen ouden luister te herstellen de allengs ingeslopene ongeregeldheden moeten te keer gegaan worden; daardoor zullen de onderdanen de rust bekomen, die noodig is tot het doen herleven en bloeijen van den landbouw en koophandel in deze landen. Om echter daartoe te geraken en het

-ocr page 81-

klagen en morren van het krijgsvolk te beletten is het noodig dat men op eene matige en geregelde wijze in hun onderhoud voorziet; de landvoogd deed derhalve aan de staten van alle provinciën een voorstel indienen om gezamenlijk tot dat onderhoud sommen beschikbaar te stellen en bepaalde de som door het Overkwartier bij te dragen op 270000 gulden voor het geheele jaar. Mogten de staten echter niet in staat zijn om het eerste 12d'! gedeelte van die som onmiddellijk beschikbaar te stellen, dan staat hij hun toe aan het krijgsvolk in het kwartier den winter doorbrengende de dagelijksche por-tiën in geld en natura te verschaffen, volgens eene vei'deeling door den stadhouder met hunne medewerking vast te stellen. Hij hoopt dat de staten dit voorstel in ernstige overweging mogen nemen en zullen inzien dat daardoor het welzijn van het kwartier in hooge mate bevorderd wordt.

Orig fr. gedagt. uit Nivelles en get. Don Juan, Ver-reyken, met eene instructie aan den stadhouder en kanselier van dezelfde dagteekening en geiijkvormigen inhoud, fr. in Doleantiën en orders, deel X, blad 507-515; eene vertaling van dit laatste stuk bevindt zich in omslag 29, N0 8.

1656, 21 November. De landvoogd stelt een reglement op, waarnaar de officieren en soldaten zoo infanterie als kavalerie, van welke natie zij ook zijn mogen, zich zullen gedragen, wanneer zij in het Overkwartier ingelegerd zijn. Hierbij eene verklaring van het voorgaande reglement dd. 22 Januarij 1657.

Twee gedrukte exemplaren, fr. in Doleantiën en orders, deel X, blad 559 en 560.

1656, 22 November. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat het door den stad-

-ocr page 82-

— 76 —

houder en kanselier gedane voorstel aangaande het onderhoud van het krijgsvolk in de winterkwartieren spoed vereischt, ten einde de ongeregeldheden, die in vroegeren tijd zoo menigvuldig waren, te kunnen te keer gaan; een langer uitstel zou zeer gevaarlijk en zeer nadeelig voor het kwartier zijn, aangezien men niet in staat zoude zijn tijdig genoeg de fourages voor dat krijgsvolk te kunnen aanschaffen; hij spoort de staten aan tot eene spoedige inwilliging van het gevraagde opdat door de levering van die fourages volgens een te zenden reglement het kwartier van alle knevelarijen, verdrukkingen en verwoestingen moge bevrijd worden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleantiën en orders, deel X, blad 505.

1656, 24 November. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier besloten te hebben het leger in de winterkwartieren terug te doen trekken en ten gevolge van de plaats gehad hebbende repartitie boven en behalve de troepen van den koning 25 kompagniën kavalerie met vijf kolonels en twee adjudanten generaal der troepen van den prins van Condé naar het Overkwartier te zenden. Hij geeft den staten bevel hen alleen van fourages te voorzien, zullende hun de placquil-lios gezonden worden, tot tijd en wijle het akkoord met de provinciën over de wijze van onderhoud der troepen tot stand zal gekomen zijn.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reykcn, in Doleantiën en orders, deel X, blad 554.

1656, 27 November.. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier maken een akkoord met Jan Fostier over de levering van hooi en haver aan de in het kwartier overwinterende kavalerie; ieder ration zal

-ocr page 83-

— 77 —

bestaan uit 16 pond hooi en twee picotins haver per dag, waarvoor aan Fostier in de maand tien gulden en tien stuivers munt naar het plakkaat zal vergoed worden.

Orig. gel. Goss. Dulcken, in Doleanliïn en orders, deel X, blad 55G.

1656, 29 November. De staten van het Overkwar-tier, gehoord het voorstel van den landvoogd dd. 9 November 11., geven daarop te kennen dat zij gehoopt hadden na hunne daartoe gedane pogingen eindelijk in evenredigheid met de andere provinciën in de lasten te worden aangeslagen en dat gevolg zoude gegeven zijn aan de meermalen gedane belofte om hetgeen boven de toegestane beden en subsidiën aan placquillios werd uitgegeven, op de toekomende beden en subsidiën te laten korten; deze voorschotten zijn zoo aanzienlijk dat het kwartier daaronder gedrukt gaat en de quota's in de beden door zulke gestrenge militaire executiën moeten worden ingevorderd dat die executiën niet veel minder kosten dan de beden en subsidiën bedragen; het geheele vorstendom Gelder werd in vroegere tijden voor van Vlaanderen gerekend, zoodat het Overkwartier '/4 van dat vorstendom uitmakende voor '/^ gedeelte van Vlaanderen zoude moeten bijdragen; aangezien die van Vlaanderen aangenomen hebben, tot onderhoud van het krijgsvolk, dagelijks 22000 ratioenen ad 6 stuiver per ratioen te betalen zoude het aandeel van het Overkwartier op 1375 ratioenen per dag te staan komen. De staten geven daartoe hunne toestemming, onder voorwaarde dat daarop zullen .gekort worden 1° de bede van 60000 gulden op den 19',equot; September 11., ingewilligd; 2° de interesten van een millioen 300000 gulden door het kwartier voorgeschoten en 3° het be-

-ocr page 84-

— 78 —

drag voor brand en licht in de korps de gardes benoodigd.

Minute, in de kwartiersrecessen, deel XI, bl. 158v0-164.

1656, 29 November. De staten van het Overkwartier berigten aan den landvoogd dat Albert Bouwens van der Boye, tot dusverre landrentmeester-generaal van dit kwartier, zich naar Brussel moet begeven om aldaar zijne betrekking van raad en commies van 's konings finantiën te vervullen; dit brengt de staten in groote verlegenheid, aangezien zij door zijn persoonlijk krediet steeds groote bedragen op interest hebben kunnen bekomen, waarvan hij thans 18000 gulden terug vordert; de landvoogd zoude aan het kwartier een grooten dienst bewijzen wanneer hij aan dien landrentmeester bevel gaf van zijne vordering tot na afloop der winterkwartieren af te zien en hem te vergunnen tot zoolang zijne functiën in het kwartier waar te nemen. De staten weten anders geen raad hoe in de dringende behoefte te voorzien.

Geauth. afschrift, fr. get. Goss. Dulcken, in omslag 29 N° 9.

1656, 3 December. De landvoogd geeft akte van aanneming aan de staten der provincie Vlaanderen van hun aanbod tot de levering van 22000 ratioenen per dag gedurende een geheel jaar, elk ratioen tegen 6 stuiver gerekend als uitmakende de bijdrage van de provincie tot het onderhoud der krijgslieden.

Afschrift, fr. in ■ de kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 175-181 v0, met verschillende andere stukken tot dit onderwerp betrekking hebbende, in Doleanliën en orders, deel X, blad 517-543.

-ocr page 85-

— 79 —

1656, 7 December. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij bevel gegeven heeft aan de regimenten infanterie van den graaf van Isemburg, van den graaf van Nassau Salzburg en van den prins van Nassau om zich naar hunne winterkwartieren in de provincie Gelder te begeven; de staten zullen hun plac-quillios en fouragiën verschaffen, in afkorting van de reeds toegestane of nog toe te stane beden en subsidiën.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyke7i, in Doleanliën en orders, deel X, blad 570.

1656, 14 December. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij bevel gegeven heeft aan 25 kompagniën kavalerie, door den prins de Ligne aan te wijzen, om in het Overkwartier te overwinteren, en zulks boven en behalve het krijgsvolk van den prins van Condé, waarvan hij reeds vroeger het berigt ge-_ zonden heeft. De staten zullen hun alleen de fourages verschaffen terwijl hun de placquillios uit Brussel zullen gezonden worden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleantiën en orders, deel X, blad 572.

1656, 29 December. De landvoogd meldt aan de staten van het Overkwartier dat hij hun schrijven ontvangen heeft, waarbij zij onder zekere voorwaarden ter vervanging der beden en subsidiën en tot onderhoud van het krijgsvolk, aanbieden gedurende een jaar te leveren 372 ratioenen per dag, ad 6 stuiver per ratioen, uitmakende een totaal bedrag voor het jaar van 150672 gulden. De landvoogd verklaart hierop dat hij de welvaart der provincie Gelder zeer ter harte neemt, maar haar onder de tegenwoordige omstandigheden den troost niet

-ocr page 86-

— 80 —

kan schenken, dien zij verdient, zoodat hij het aanbod niet kan aannemen; hij wil echter dat het krijgsvolk in het kwartier den winter doorbrengende den minst mogelijken last zal veroorzaken en bepaalt dat in plaats van de beden en subsidiën de staten aan drie regimenten infanterie de placquillios voor den tijd van vier maanden ad vier stuivers per dag en aan 48 kompagniën ruiters de fourages in natura, zoolang zij in het kwartier blijven, zullen verstrekken; wel te verstaan dat dit alles moet geleverd worden boven en behalve de onlangs toegestane bede van 60000 gulden.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad i 7.

-ocr page 87-

TIJDREKENKUNDIG REGISTER.

----

OUD EOERMONDSCH ARCHIEF. --»lt;•'gt;»--

1309, November. De volgende personen bekennen ten overstaan der schepenbank van Roermond schuldig te zijn aan Beatrix, weduwe van Goswinus Buser, de volgende jaarlijksche cijnsen, als: Willem Pellifex, zeven schellingen brab., Willem Mome 4 schellingen en een halven kapoen, Lisa wed. Pape twee schellingen en vier kippen, Henricus Line twaalf grooten en eene kip en Henricus Sygeri twee schellingen. Vervolgens schenkt genoemde Beatrix met toestemming van hare beide zonen Johannes en Goswinus de vermelde cijnsen aan hare dochter Heilwigis, kloosterzuster te Roermond, tot bijdrage voor haar onderhoud gedurende haar leven, met de uitdrukkelijke bedinging dat vermelde cijnsen na haar overlijden op hare naastbestaande erfgenamen zullen vervallen met uitzondering van de zeven schellingen verschuldigd door Willem Pellifex, die genoemde Beatrix, met toestemming harer beide zonen na het overlijden harer dochter aan het klooster van Roermond schenkt, ten einde daarmede de kosten van een anniversarium voor haar te bestrijden.

Hierin komen de volgende schepenen voor:

6

-ocr page 88-

— 82 —

Goswinus de Roderburg, Henricus de Crughten, Til-mannus Verken, Johannes Conradi, Conrardus de Otenrade, Godefridus Thome en Mathias.

Orig. perk. lat. met het oudste zegel der stad ver-toonende een klimmende leeuw omgeven van blokjes, in doos XI, N0 48.

1310, 16 Augustus. In crastino assumptionis beate Marie virginis. Johannes genaamd van Sevenheym en zijne echtgenoote Aleidis verklaren ten overstaan der schepenbank van Melick (Melelce) schuldig te zijn aan hunne dochter Lisa, „meesteres van de arme zieken van het hospitaal te Roermond,quot; ten behoeve van dat hospitaal, een jaarlijkschen erfpacht van twee malder rogge gevestigd op vier morgen akkerland te Melick gelegen ter plaatse genaamd by Roytheim.

Orig. perk. lat. zegel verloren, in doos X, N0 35.

1322, 22 Julrj. Datum anno Domini Mquot; CCCquot; XXII, die beate Marie Magdalene. Engelbertus dictus Francoys, kanonik van Luik, gelast den pastoor der moederkerk van Roermond de begijnen aldaar te beschermen.

Afschr. op perk. lat. in het cartularium van het kapittel van den H. Geest.

1328, 15 Augustus. Tonser vrouwen messe in den Ousche. Beatrix van Besel, hare zuster Fredeswint en Arnold, echtgenoot van deze laatste, verkoopen aan Dederik Bake iyj march gelts en x scillinge, x levende curmeyden, xx hoenrc, 1 malder rogghen en ij sester rogghen geruyft, eyn half malder eitenen, v pont vlas geheJcelt ende xxx rischen geswengt, waarvoor zij tot onderpand stellen acht bunder land en eenen beemd gelegen te Besel; ende want dit onderpant manguet is

-ocr page 89-

— 83 —

heren Jans van Kessel, verzoeken zij dezen den verkoop met zijn zegel te willen bekrachtigen.

Orig. perk. met het zegel van Jan van Kessel in groen was, in doos XII, N0 30.

1338, 23 Junij. In vigilia nativitatis heati Joannis JBaptistae. Stephanus van Elmpt en zijne echtgenoote Catharina van Boyendonck schenken tot heil hunner zielen tien morgen akkerland genaamd den Trelenser kamp aan Rohinus Leuwe, zoon van Wolter, ten behoeve van het altaar van sint Nicolaas in de kerk van O. L. Vrouw te Roermond.

Geauth. afschr. get. J. van Hillen, in omslag 34, N0 36.

1359, 5 Mei. Des vijfden daechs in den Meye. De schepenbank van Roermond verklaart dat Godard van Vlodrop, ridder, het huis van wijlen Tilman Verken heliommerde (in beslag legde), het met drie jaargedingen opontbood en regtens in den eigendom daarvan gesteld werd; dat vervolgens genoemde Godard van Vlodrop met toestemming van Godard Scaffaerts, als naasten erfgenaam van dat huis, een gedeelte van den tuin aan Gerard Baken verkocht heeft.

Hierin komen voor: Johan Averecht, schout, Johan Heye en Goswijn van den Grijnde, schepenen.

Orig. perk. met drie zegels in groen was, in doos X, N0 49.

1381, 1403, 1425, 1429, 1452. Vijf schepenbrieven van Maasniel van onbelangrijken inhoud.

Vijf orig. perk. met zes zegels in groen was, in doos IX, 32.

1402, 1 Julij. Des eersten saterdaegs in den heumaent in latino genoemt Julius. Arnold Neutken verkoopt, ten

-ocr page 90-

— 84 —

overstaan der schepenbank van Roermond, aan Herman van der Necken, zoon van Hugo, een huis gelegen op den Oever.

Hierin komen voor: Dederik Bake, schout, Dederik van den Grijnde en Hendrik van den Sellenorde, schepenen.

Afschrift in het register der broederschap \an 0. L. Vrouw, biadz. 9-i.

1414, 21 Januarij. Op sent Agneten dach virginis. Johan Schelaert van Obhendorp, ten einde te voldoen aan het verlangen zijner overledene echtgenoote Agnes van Vlodrop, schenkt met zijne tegenwoordige echtgenoote Aleidis van Gronsvelt aan de kerk der begijnen te Roermond eenen jaarlijkschen erfpacht van vier sester rogge, Roermondsche maat, gevestigd op zijnen hof genaamd tghen Ouwen, gelegen in het land van Montfort; deze schenking is geschied op voorwaarde dat de pastoor dier kerk ieder jaar op donderdag vóór St. Remigius-dag voor de ziel van genoemde Agnes van Vlodrop een jaargetijde zal houden mit missen, vigilie, lemende wasskersen, commernoratie ende andere guede ivercJcen.

Afschrift, in omslag 41, N0 1.

1416, 4 November. Des neesten goedensdaghs nae sent Hnbrechts dach. Johan Hortmalye en zijn broeder Klaas Hortmalye gaan, ten overstaan der schepenbank van Vlodrop, eene ruiling aan van onroerende goederen onder die schepenbank gelegen.

Orig. perk. met het zegel van Wolter van Pardelar, schout van Vlodrop in groen was, in doos X, N0 53.

1431, 30 Maart. Des vrijdages na Onser Liever Vrouwen dach annuntiationis. Dirk Barendonck en zijne echtgenoote Christina van Wijenhorst doen, ten overstaan der schepenbank van Kapellen, myt hande, halme ende

-ocr page 91-

monde, afstand van alle goederen, die hun van wijlen Sophia en haren echtgenoot Johan van Wijenhorst ouders van gemelde Christina toegekomen zijn of na doode van Johan van Wijenhorst zullen toekomen ten behoeve van Hendrik van Wijenhorst, broeder van genoemde Christina.

Medebezegelaars waren: Daam van der Horst en Willem van Wijenhorst, oom van Christina.

ürig. perk. waaraan nog één beschadigd zegel hangt in groen was, in doos X, N0 55.

1435—1439. Drie schepenbrieven van Roermond van onbelangrijken inhoud, maar waarin de volgende schepenen worden aangetroffen, als:

In 1435. Gerard van Oederade, schout, Johan van Baexen en Vullink van Holtmoelen, schepenen.

In 1439. Gerard van Oederade, schout, Hendrik Thijs, zoon, Johan van den Grijnde en Johan van Baexen, schepenen.

Drie orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 11.

1439, 11 Junij. Op den elfften dach Junij des maendtz. Johan Kaldenhoff van Essen, pastoor te Echt, vestigt, ten overstaan der schepenbank van Roermond, op zijn huis gelegen achter der muyren op 't oever hy heren Wecrucrs thorne, dat hij op 14 Mei 1430 van Arnold Neutken gekocht heeft (zie Invent. Ill bl. 264.) eenen jaarlijkschen erfcijns van 10 overlandsche Rijnsche guldens tot behoeve eins rectoirs des altaers van Onze Lieve Vrouwe in Opp omme Onse Liever Vrouwen misse alle saterdags erfflieh ende cemvichlich daermede te doen ende te stedigen.

Hierin komen voor: Gerard van Oederade, schout, Hendrik Thijs, zoon, en Johan van der Craecken, schepenen.

Afschrift in het register der broederschap van 0. L. Vrouw, bladz. 95.

-ocr page 92-

1444, 5 Junij. Ben vrydach naer den heyligen pingstdaege. Johan Hillen bekent ten overstaan der laatbank van Leeuwen schuldig te zijn aan de broederschap van O. L. Vrouw in Opperhirchen te Roermond ten behoeve eener zaturdagsche zingende mis op het altaar der broederschap eenen jaarlijkschen erfcijns van twee overlandsche Rijnsche guldens gevestigd op 5 bunder akkerland onder Leeuwen gelegen.

Door een transfix van het jaar 1624 ten overstaan der schepenbank van Roermond worden deze vijf bunder akkerland van den daarop gevestigden last ontheven, terwijl de schuldenaren Hattard van Spee en zijne echt-genoote Elisabeth in der Horst den cijns vestigen op het hun toebehoorende huis gelegen op den Scheutenberch.

Hierin komen voor: Christoffel Braetz, schout, Gerard Greyarts en Renier Vorsterman, schepenen.

Afschriften in het register der broederschap van 0. L. Vrouw, bladz. 91 v0.

1444, 18 Juli). Anno a nativitate millesimo quadrin-gentesimo quadragesimo quarto, mensis July, die decima octava. Arnoldus Heym, wettige zoon van wijlen Henricus Heym, schenkt bij testament, aan de parochiekerk te Roosmalen tien Rijnsche guldens, aan het altaar van O. L. Vr. in de noordzijde van die kerk eene erfrente van vier mud rogge en aan het convent van de H. Brigitta, bij 's Hertogenbosch, tot het houden van een jaargetijde te zijnen behoeve, insgelijks eene erfrente van vier mud, rogge.

Geauth. afschrift, lat. get. Christian Schindelius, nota-rius, in omslag 41, N0 3.

1449, 25 Mei. Op sunte Urhaens daigh pape. Jacob Mathijs bekent, ten overstaan der schepenbank van

-ocr page 93-

Kessel en Helden, schuldig te zijn aan Hein van der Braiken eenen jaarlijkschen erfpacht van vijf malder rogge gevestigd op hun huis en hof gelegen te Helden genaamd Claes Bostguct.

Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos XI, N0 36.

1454, 3 Januarij. Des neesten donredages nae den heiligen nijen jairsdach. Loef van Dart belooft Aleph van Hoenslair, die voor een bedrag van honderd over-landsche Rijnsche guldens voor hem bij Dirk van Boet-bergh is borg gebleven, te vrijwaren voor alle schade, die hij deswegens zou mogen lijden.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, Nquot; 51.

1460, 5 Julij. Mensis Jtdij die quint a. Arnoldus van den Boeme genaamd Sloetmekers, Walterus van den Boeme genaamd Smeets en Henricus van den Boeme genaamd Oelsleghers, bestuurders van het hospitaal dat door wijlen Godefridus van den Boeme te Diest gesticht werd, geven volinagt aan hunnen medebestuurder Henricus Swinnen genaamd Coppijns om alle zaken te verrigten, die op het gemelde hospitaal betrekking hebben.

Orig. perk. lat. opgemaakt door den notaris Mathias Hane van Diest, get. Math. Hane en voorzien van zijn notarieel merk, in doos XII, Nquot; 15.

1465, 20 September. Op sent Mathys auent, des heiligen Apostels. De magistraat van Venlo bekent schuldig te zijn aen den gemeynen personen des hesloc-tenen jouffrouwen cloisters der regularissen oir den Onser Liever Vrouiven in den Wyngart hymen der vryheit van Wierdt gelegen eene hoofdsom van 275 enkele Rijnsche guldens; de magistraat heeft deze hoofdsom

-ocr page 94-

— 88 —

gebruikt tot aankoop van het huis en erf van wijlen Tilman Mereels gelegen acn den Cruitz op ten oirde van der Steynstraten, waarvan hij wederom een gedeelte met Jacob Vincken geruild en daarvoor in de plaats gekregen heeft een ander huis en erf op ten selven Cruytz gelegen dair die plaetsse tot eynre cieringe der statt Venle mede gemeerret ende gerumer gemaickt is.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 16.

1465, 29 November. Op sente Andriess auont des heiligen apostels. Johan van Arendaill, heer te Well, Herman van Bronckhorst en van Batenburg, heer te Stein, Dirk van Bronkhorst en van Batenburg, heer te Vroenbroek, Sander van den Eger en Johanna Speeden, Vrouwe te Mierlo, bekennen eene hoofdsom van 500 enkele keurvorstelijke Rijnsche guldens, rentende 60/o jaarlijks, schuldig te zijn aan Zweder Balderich.

Bij transfix van het jaar 1510 verklaart Hendrik Balderich, zoon van vermelden Zweder, deze hoofdsom als bruidsgeschenk gegeven te hebben aan zijne dochter bij haar huwelijk met Willem van der IJmpel.

Orig. perk. zegels verloren, in doos XI, N0 16.

1468, 16 Maart. Op sinte Gcrtruyden avont virginis. Hendrik van Osen bekent, ten overstaan der schepenbank van Roermond, schuldig te zijn aan Dirk Steinbitser eenen jaarlijkschen cijns van drie Rijnsche guldens gevestigd op zijn huis gelegen op de Markt henevens der schrijffcamere.

Hierin komen voor: Johan Hillen, schout, Dederik de Wilde van Mersen en Johan Pollart, schepenen.

Door een transfix van 1472 wordt dezen cijns overgedragen ten behoeve van Johan Hillen en door een tweede transfix van 1474 aan de broederschap van O. L. Vrouw Op der porten te Roermond.

-ocr page 95-

— 89 —

Hierin komen voor: in 1472 Johan Hillen, de jonge, schout, Hubrecht van Hushaven en Rabet van Dursdall, schepenen. In 1474 Dederik van Cruchten, schout, Johan der Haen en Arnold Neutkens, schepenen.

Afschriften in het register der broederschap van O. L. Vrouw, bladz. 36.

1470, 1 April. Opden yersten dach van den Aprille des maentz. De weduwe van Jelis Witleders doet opdragt ten overstaan der schepenbank van Odiliënberg (Ulen-herge) van haar regt op zekeren griend onder Odiliënberg gelegen aan Hein op 't Zant en Hendrik Gelden, meesters van de huisarmen te Roermond, ten behoeve van die armen.

Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos IX, N» 31.

1470, 15 Junij. Op Synte Vitus dach. De pastoor van het begijnhof te Roermond verklaart dat Gertrudis Duiken, meesterse van dat begijnhof, eene som van negentien Rijnsche guldens bijgedragen heeft in den aankoop eener erfrente van twee Rijnsche guldens door Johannes Sterts te Dieteren, in het gericht van Susteren verschuldigd; onder voorwaarde dat vermelde rente aan Gertrudis Duiken gedurende haar leven zal gegeven worden en na haren dood aan de kerk van het begijnhof zal vervallen te hulpen des sundacchs ter eeren gacdts ter hoemyssen te syngen.

Orig. perk. zegel verloren, in doos IX, N0 33.

1481, 1 April. Op den eersten dach van den Aprille des maentz. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Gerard van Rey eene jaarlijksche erfrente van negen overlandsche Rijnsche keur vorstelijke guldens-

-ocr page 96-

— 90 —

Door een transfix van het jaar 1488 draagt Gerard van Eey zes dezer guldens over aan Bela, weduwe van Hendrik van Dulcken. Hierin komen voor: Hendrik Geldoffz en Johan Tyertey, schepenen van Roermond.

Door een tweede transfix van het jaar 1499 draagt genoemde Bela de zes vermelde guldens over aan de broederschap van O. L. Vrouw op der poorten in de moederkerk alhier omme alle daegcn 't savants Onser Liever Vrouwen loff met schoolmeesteren ende der eken in der moederkircken te singen ind in organis te spelen.

Hierin komen voor: Dederik van Cruchten, schout, Lambrecht Pijll en Hendrik van der Craecken, schepenen van Roermond

Afschriften in het register der broederschap van 0. L.

Vrouw, bladz. 25-27.

1483, 12 Maart. Op sent Gregorius dach ppe. Thijs Puster verkoopt ten overstaan der schepenbank van Odiliënberg (Ulenberge) zijn erf aldaar gelegen en genaamd Kouven guet aan broeder Johannes Abroick, prior van het klooster en convent van de orde van het H. graf te Odiliënberg, ten behoeve van dat convent.

Orig. perk. zegel verloren, in doos IX, N0 36.

1488, 31 Maart. Des neesten daighz nae palmdach. Hein Portmans van Weert, verkoopt, ten overstaan dei-schepenbank van Roermond, aan Arnt Kretsemeker en zijne echtgenoote Catharina Neelen het derde gedeelte van een huis gelegen op der Hamniestraiten.

Hierin komen voor: Arnold Neutkens, schout, Hendrik Kellener en Thijs van den Grijnde. schepenen.

Bij transfix van het jaar 1507 verkoopt Arnt Kretsemeker het vermelde huis aan Thijs Severijns.

-ocr page 97-

Hierin komen voor: Dederik van Krachten, schout. Arnold Neutkens en Gerard van Rey, schepenen.

Geschonken door Mevr. de Wed. C. Ruys.

Twee orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 47.

1489, 18 December. Opten achtiensten dach der maent van Becembri. Schepenen, gezworen raadslieden die men noempt ledige lude, dekenen van den ambachten, een deell der goeden knapen ende alle die gcmeyn stadt van 's Hertogenbosch verkoopen aan Wolter Oems Jans zoon een zeker gedeelte van het erf genaamd den Mortel, onder voorwaarde dat de kooper noch zijne erfgenamen het verkochte erf mogen verkoopen of in gebruik geven ennigen geesteliclcen personen ende dat op die verbourte van den erve vurss., dat in zulk geval wederom in eigendom aan de stad zal temgkeeren.

Orig. perk. met het zegel en contrazegel der stad 's Hertogenbosch in groen was, in doos XII, N0 5.

1490, 31 Januarij. Die vero ultima dominica mensis January. Adam van Tefelen, priester en rector van het altaar van O. L. Vrouw in de parochiekerk te Roermond, ter eenre, Rabet van Dursdall en Dirk Hillen, meesters van de broederschap van dat altaar, sluiten eene overeenkomst aangaande het bouwen van een nieuw koor aan de zuidzijde van het hooge koor in gemelde kerk en over het plaatsen in dit nieuwe koor van het altaar van O. L. Vrouw , dat tot dusverre aan den ingang van het hooge koor gestaan heeft.

Afschrift, lat. in het register der broederschap van 0. L. Vrouw, bladz. 3.

1490 , 23 Februarij. Datum in oppido nostra Tra-jectensi sub anno , etc. mensis Februarij die vicesima tertia. Jan van Horn, bisschop van Luik, hecht zijne

-ocr page 98-

— 92 —

goedkeuring aan de overeenkomst, die op 31 Januarij II. aangaande het nieuwe koor en het altaar van onze lieve Vrouw in de parochiekerk te Roermond, tot stand gekomen is.

Afschrift, lat. in het register der broederschap van 0. L. Vrouw, bladz. 5 v0.

1491, 8 Maart. Mensis Martij die octava. Elisabeth, dochter van Gijsbert van den Broeck, schenkt aan Johannes de Peer, pater van het convent der Beggar-den van den derden regel van St. Franciscus te 's Hertogenbosch en ten behoeve van dat convent, eenen jaarlijkschen erfpacht van 2 X mud rogge, ten einde daarmede een eeuwigdurend jaargetijde te houden tot lafenis barer ziel.

Orig. perk. lat. opgemaakt door den notaris Henricus van der Loe van Oosterwijck, get. Henr. van der Loe en voorzien van zijn notarieel merk, in doos XII, N0 4.

1491, 29 Maart. Bes negen ende hvintichsten daegs in den Meerts des maendtz. Reinken Trippemeker bekent ten overstaan der schepenbank van Roermond schuldig te zijn aan Lambrecht Pijll, ten behoeve dei-broederschap van 0. L. Vrouw ojnter poorten. die men nu in der moederkercken heldt, eenen jaarlijkschen erf-cijns van drie enkele overlandsche Rijnsche guldens. De hoofdsom van dezen cijns is afkomstig van de 100 Rijnsche guldens, die geschonken werden aan de broederschap tot eene erfmis tot troost ende heyl Hcniers van Wachtendonch ind Margrijten sijnre Jmysvrouwen, Zanders van Assclt ende Barbaren sijnre huysfromven, lieniers van Tieehelen ind Annen sijnre huysfromven ind Seetzen van lireede ende Margrieten sijnre huysfromven.

-ocr page 99-

Hierin komen voor: Arnold Neutkens, schout, Hendrik Keilener en Johan Hill en, schepenen.

Afschrift in het register der broederschap van 0. L.

Vrouw, bladz. 89.

1491 , 22 Julij. Des vrydaeghs naer sinden Margrieten dack. Willem van Vlodrop , erfvoogd van Roermond, eu zijne echtgenoote Cecilia van Hamal en Elderen, nemen maatregelen om, overeenkomstig de huwelijksche voorwaarden aangegaan tusschen hunnen overledenen zoon Gerard van Vlodrop en Elisabeth van Haeften, aan de kinderen uit dit huwelijk gesproten de opvolging in de erfvoogdij van Roermond te verzekeren.

Afschrift, in omslag 40, N0 26.

1492, 1 Augustus. Op St. Petersdach ad Vincula. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan de broederschap van O. L. Vrouw in de parochiekerk aldaar eene jaarrente van 6 overlandsche Rijnsche keurvorstelijke guldens, die ten allen tijde met eene hoofdsom van 100 dergelijke guldens kan worden afgelost.

Afschrift in het register der broederschap van 0. L. Vrouw, bladz. 20.

1500, 9 Mei. Bes negenden daighz in den Mey des maendts. Johan van Bracht verbindt zich, ten overstaan van schepenen van Roermond, om het hem door Johan van Rey, deken van den H. Geest verkocht erf gelegen in der Lomhartstraten naest des dekens huys ind des Capittels erve niet zoodanig te verbouwen dat daardoor aan die naast gelegene erven hinder veroorzaakt wordt.

Hierin komen voor: Arnold Neutkens en Hendrik van der Kraicken , schepenen.

Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos X, N0 3.

-ocr page 100-

— 94 —

1500 , 20 Julij. Op sente Margareten dach virginis. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Peter Buydelmaecker eenen jaarlijkschen erfcijns van vier overlandsche Rijnsche keurvorstelijke guldens.

Door een transfix van 1504 wordt deze erfcijns overgedragen aan de broederschap van O. L. Vrouw op der poorten te Roermond, te weten: 3gt;fj gulden omme alle vrvjdaigen ten eicigen daegen eene erfmisse te doen en % gulden tot onderhoud der erflamp.

Hierin komen voor: Dederik van Cruchten, schout, Arnold Neutkens en Dederik Hillen, schepenen van Roermond.

Afschriften in het register der broederschap van 0. L. Vrouw, bladz. 31.

1505, 26 September. Philips, koning van Kastilië, schenkt aan den schildknaap Gerard van Vlodrop, erf-voogd van Roermond, een jaarlijksch pensioen van twee honderd ponden elk van 40 grooten vlaamsch, voor de diensten, die hij aan den koning bij het heroveren van het hertogdom Gelder verleend had.

Afschrift naar het origineel, zich bevindende in het archief van den graaf van Hoensbroek op het slot Haag bij Gelder en medegedeeld door Frederik Nettesheim, in omslag 34, Nquot; 34.

1506 , 31 Julij. Op sunte Feters avont ad vincula. Hendrik van Wijenhorst en zijn zoon Johan van Wijenhorst stellen ten overstaan der schepenbank van Kapelle tot verzekering eener som van 600 goudguldens, die door Willem van Eyll aan zijne dochter Mechtildis bij haar huwelijk met genoemden Johan van Wijenhorst was medegegeven en welke som door het huwelijks-contrakt was aangewezen om na het overlijden van beide echtgenooten naar de erfgenamen van Mechtildis

-ocr page 101-

terug te keeren , de volgende onroerende goederen tot onderpand, als: hun huis te Gheisbergh met de heerlijkheid en drie hoeven genaamd den hof te Engelsora, den hof aengen Waet en den hof aengen Voert; voorts nog drie hoeven genaamd Hussmansguet, den hof te Wijhem en den hof te Nuyenhuys.

Orig. perk. zegels verloren, in doos XII, N0 21.

1507, 24 Julij. Op sente Jacops aevent des hielgen apostels. Gerard Schienck doet ten overstaan der schepenbank van Helden en Kessel opdragt van een jaar-lijkschen erfpacht van 21 malder en een sommer rogge aan Willem van Lom, priester, en Hendrik Keespen-ninck, rectoren van de broederschap van het H. Sacrament in de moederkerk te Venlo, ten behoeve van die broederschap.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 8.

1508, 10 April. Des teenden dachs in den Aprill des maeyitz. Willem Slabbers bekent ten overstaan der schepenbank van Roermond schuldig te zijn aan Willem van Vrijmersum en zijne echtgenoote Elisabeth van Hoe-rugge eenen jaarlijkschen erfcijns van drie gouden enkele overlandsche Rijnsche guldens gevestigd op zijn huis in der Lombaerts straeten.

Hierin komen voor: Dederik van Cruchten , schout, Dederik Roffart en Hendrik van der Craicken, schepenen.

Door een transfix van 1516 wordt deze cijns door Willem van Vrijmersum overgedragen aan Johan van Lom en zijne echtgenoote Margaretha van Vernich.

Hierin komen voor: Dirk van Cruchten, schout, Rabet van Dursdall en Goddart van Nederhoven, schepenen.

Door een tweede transfix van 1524 draagt Johan van

-ocr page 102-

— 96 —

Lom dezen cijns op aan de broederschap van O. L. Vrouw , genaamd Op der poorten, omme ten eeuwigen daeyen toe tot allen vier quatertemper en ein erffspinde van hroede ind gelde vur die armen te halden tot troest ind heyl sijner ind seligen Margrieten van Vernich syjne huysvromven zeelen.

Hierin komen voor : Dirk van Grachten, schout, Rabet van Dursdall en Dirk van Zuchtelen , schepenen.

Afschriften in het register der broederschap van 0. L.

Vrouw, bladz. 51.

1511, 27 Maart. Bes seven ende twintichsten daighs in den lieert des maendts. Coen Zegers en Gadert Pelser, meesters der huisarmen van Roermond, verkoopen aan Leonard Smiets, deken in den H. Geest aldaar, twee huizen gelegen in der Monsterstraten.

Hierin komen voor: Dederik van Kruchten, schout, Gerard Kremer en Hendrik van der Kraicken, schepenen te Roermond.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 4.

1511, 21 Mei. Des eyn ende twijnticlisten dach in dem Mey des maintz. Klaas van Haeren bekent, ten overstaan van schepenen van Roermond, eenen jaarlijk-schen erfcijns schuldig te zijn van 2K Hornsche postulaat guldens, die selighe Johan van Home hisscop tot Luydiclc heefft doen monten, gevestigd op zijn huis gênant der Leive gelegen opther Zwalmcr straiten tus-schen den hnyse in den Wolff en het erf van Hendrik Scherres, aan en ten behoeve van de H. Sacraments broederschap inder moeder kirchen In Nopp.

Hierin komen voor; Dederik van Kruchten, schout, Rabet van Dursdall en Dederik van Zuchtelen, schepenen.

Orig. perk. zegels verloren, in doos VIII, N0 36.

-ocr page 103-

— 97 —

1511, 9 October. Op sent Dyonisius dach martyris. De magistraat van Roermond verkoopt eenen erfcijns

van elf hescheijden Hoernssche postulaetz gulden, die zelige hysschop Johan van Hoerne, bysschop tot Luydich, heeft doen mouten, aan Willem Gruyter en Goswinus van Dulcken, meesters van de broederschap van het Tl. Sacrament in de moederkerk, ten behoeve van die broederschap.

Orig. perk. met het beschadigde groote zegel der stad, in doos VII, N0 57.

1513, 5 September. Dess ersten maendachs na sant Remalcds dach dess hïligen hiseops. Hendrik van Her-tevelt bekent, ten overstaan der schepenbank van Maasniel, schuldig te zijn aan het gasthuis van Roermond 41 malder en een sester rogge, gevestigd op alle zijne goederen onder de schepenbank van Maasniel gelegen.

Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos X,

N° 50.

1514, 12 Junij. Johan Scheiffart van Merode, heer te Heimersbach, Johan van Vlodrop, heer te Eisen, Rabet van Dorsdale en Johan van Huckelhoven, de beide laatsten schepenen van Roermond, brengen eene minnelijke schikking tot stand tusschen de beide broeders Gerard en Willem van Vlodrop in betrekking tot de verdeeling der erfgoederen hun door hunnen overledenen vader Gerard van Vlodrop, erfvoogd van Roermond, nagelaten.

Afschrift, in omslag 40, N0 24.

1515, 9 Februarij. Op sent Appollonyen dach virginis. Leonard Kannegieter verkoopt, ten overstaan der schepenbank van Roermond, eenen jaarlijkschen cijns van

i

-ocr page 104-

— 98 —

twee Hornsche postulaat guldens gevestigd op zijn huis gelegen hij den mynrebruedercn tussclien het huis van Johan van Oell den hieldensnijder ind den huyse gênant die kaicke aan Johan van Eyck en zijne echtgenoote Barbara.

Hierin komen voor: Dederik van Cruchten, schout, Dederik Roffert en Dederik van Zuchtelen, schepenen.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 14.

1515, 23 November. Mensis Novembris die vicesima tertia. De deken en het kapittel van de H. Geestkerk te Eoermond, daartoe uitgenoodigd door de uitvoerders van het testament van wijlen Henricus Holtmolen, in zijn leven rector van het altaar der HH. Lucas evangelist en Sebastianus in de voornoemde kerk, dagvaarden de erfgenamen en schuldeischers van genoemden Henricus Holtmolen om op den 7dequot; December in het sterfhuis te vergaderen, ten einde de vorderingen van die schuldeischers aan een onderzoek te onderwerpen.

Orig. perk. lat. zegel verloren, in doos IX, N0 27.

1515, 5 December. Op sent Nycolaus avont episcopi. Johan Kneepken verkoopt ten overstaan der schepenbank van Melick eu Herkenbosch eenen jaarlijkschen erfpacht van een malder rogge, gevestigd op verschillende goederen onder die bank gelegen, aan Nesa Pruymen, meesterse van het begijnhof te Roermond ten behoeve der kerk van de H. Catharina.

Orig. perk. zegel verloren, in doos X, N0 2.

1517, 2 Februarij. Op onsser liever Vrouwen lyecU dach den tweesten dach in februario. De magistraten van Overweert en Nederweert bekennen schuldig te zijn aan Willem de Haene eene erfrente ten bedrage van

-ocr page 105-

veertig goudgulden keurvorstelijke munt, die zij beloven ieder jaar aan den scluildeischer te leveren binnen Roermond op het hooge altaar in de Munsterkerk.

Orig. perk. met het zegel van Overweert en het ge-schondene zegel van Nederweert in groen was, in doos XI, N0 10.

1517, 2 Maart. Des tiveedcn daighs in den Meert des maendts. Johannes Schrijver verkoopt ten overstaan der schepenbank van Roermond aan Hendrik Scotten, als rentmeester van het kapittel van den H. Geest aldaar, ten behoeve der presentiën van dat kapittel eenen jaarlijkschen erfcijns van twee Rijnsche guldens of twaalf oude vuurijzers voor eiken gulden, gevestigd op zijne twee huizen gelegen op den Steynwech beneuen den anderen op der Scomehersfraten oirt.

Hierin komen voor: Dederik van Cruchten, schout, Dederik Roffert en Gadert van Nederhoeven, schepenen.

Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos VIII, N» 53.

1519, 3 Februarij. Bes neesten daighs nae onser lieuer Vroutven dach purificationis. Herman Wevers verkoopt, ten overstaan der schepenbank van Roermond, aan Dirk van Osen en zijne echtgenoote Sara drie staal akkerland gelegen hnyten der Nyelre poirten.

Hierin komen voor: Dederik van Cruchten, schout, Johan van Huckelhoven en Arend Hoifft, schepenen.

Geschonken door Mevr. de Wed. C. Ruys.

Orig. perk. met nog twee zegels in groen was, in doos X, N0 46.

1519, 24 Julij. Op sunt Jacobs auont Apostels. Broeder Leonard Dalen, pater, en voorts het geheele convent der regulieren ingen weide te Venlo verklaren

-ocr page 106-

— 100 —

aan Meert Muntz en Hendrik Wytmeker eenen zekeren erfcijns te hebben kwijtgescholden, waarvoor deze twee personen een klein stuk land aan het convent schonken, dat het aan het convent van Mariagarde te Roermond verkocht heeft.

Orig. perk. met het zegel van het convent ingen Weide in groen was, in doos XI, N0 3i.

1519, 21 September. Op sent Matheus dach apostoli et evangeliste. Gerard, zoon van Daam Kaix, en zijne huisvrouw Elisabeth verkoopen, ten overstaan van rigter en laten der voogdij van Roermond huten nop, eenen Hornschen postulaat gulden gevestigd op hunnen schuur gelegen huten op aan Seger van Heze, priester, als rector van het H. Sacraments altaar in de moederkerk en ten behoeve van dat altaar.

Orig. perk. met drie zegels in groen was, in doos VIII, N° 24.

1520, 3 Februarij. Bes anderen daelis nae onser liever Vrouwen leechttacJi. Hendrik In der Hoerst verkoopt ten overstaan der schepenbank van Weert eenen jaarlijkschen erfcijns van zes hornsche guldens, iedere gulden gerekend tegen 12 brab. stuivers, aan het kapittel van den H. Geest te Roermond tot behoef der diaken ende subdiaken des hogen altaers in die kerk.

Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos X, N» 6.

1520, '25 Februarij. Op sente Mathias auont des heyligen apostels. Johan Meertz verkoopt ten overstaan der schepenbank van Haelen eenen jaarlijkschen erfcijns van zes enkele Rijnsche gouden keurvorstelijke guldens, gevestigd op acht bunders land gelegen onder het kerspel van Haelen ter plaatse genaamd in des greuen holt, aan

-ocr page 107-

Johan van Baerle alias Truijen, rector der vroegmis op het hooge altaar, die men ther stont nae der metten duet in de collegiale kerk van den H. Geest te Roermond.

Orig. perk. zegel verloren, in doos VIII, N0 48.

1520, 12 Maart. Des tweljfsten daigs in Her Meert. Johan van Lom de oude sticht op het koor van O. L. Vrouw in de parochiekerk te Roermond het onderhoud van drie erflampen naast de lamp van de broederschap, en stelt daartoe beschikbaar eenen jaarlijkschen erfcijns ten bedrage van 15 Hornsche guldens gevestigd op een huis achter die muyre.

Afschrift in het register der broederschap van O. L.

Vrouw, bladz. 10 verso.

1521, 5 October. Bes neesten daeghs nae sent Fran-ciseits dach. Leonard Smiets , deken van het kapittel van den H. Geest te Roermond, bekent ten overstaan van schepenen van Roermond schuldig te zijn aan Dirk Klompemeker , kanonik , ten behoeve van het kapittel, eene hoofdsom van 200 enkele gouden Rijnsche guldens, gevestigd op zijn huis in de Munsterstraat.

Hierin komen voor: Dederik van Cruchten, schout, Dederik Vereken en Johan Drijvener, schepenen.

Orig. perk. zegels verloren, in doos VIII, N0 35.

1521, 23 November. Op Sent dementis dach pape. Willem van der Laick, Gairt in den Keesskorff genaamd Pelser, Derick Kaix en Arnt Zelis, meesters van de huisarmen te Roermond, doen opdragt van eenen beemd, gelegen bij Melick tegenover Odiliënberg, aan Dirck Vereken en Johan van Lomme als gasthuismeesters van het Oude gasthuis te Roermond.

Orig. perk. zegels verloren, in doos VIII, Nu 56.

-ocr page 108-

— 102 —

1523, 24 Mei. Op den heyligen Pincxterdach. Johan van Lom de oude sticht met toestemming 1° van Dederik van Cruchten, schout te Roermond als echtgenoot zijner dochter Mechtildis van Lom en 2quot; van zijn zoon Johan van Lom op het altaar van O. L. Vrouw in de parochiekerk te Roermond zes wekelijksche missen, waartoe hij eenen jaarlijkschen erfcijns aanwijst ten bedrage van 48 Hornsche postulaat guldens, gevestigd op den hof genaamd ScoemecherJioff tot Bracht.

Afschrift in het register der broederschap van 0. L.

Vrouw, bladz. 6 v0.

1525, 24 Januarij. Op sinte Pauweïs avent conver-sionis des heylgen apostels. Jan Drijvener en zijne echtgenoote Elisabeth van Reyd, Christoffel van Dorsdael en zijne echtgenoote Catharina Drijvener bekennen, ten overstaan der schepenbank van Linne, schuldig te zijn eene jaarlijksche erfrente ten bedrage van vijf overland-sche Rijnsche guldens, gevestigd op hunnen griend te Osen, onder het gerigt van Linne gelegen en genaamd de Molengriend, aan Jan Drijvener, vicaris in de kerk van den H. Geest te Roermond en rector van het altaar van St. Mathijs voertijts gesticht ind fundiert van den eersaemen heem zéliger Jan Drijvener, Tcanonik in dersélver Icercken ind dat tot hehoeff des altaers om daer vier missen ind godtsdienst te doen nae vermogen der fundatie.

Geauth. afschrift in het register van het altaar van S'.

Mathijs, bladz. 16.

1527, 1 February. Op den y er sten dach vander Sproeckeïlen. Johan Dry essen verkoopt ten overstaan van schepenen van Heel eenen jaarlijkschen erfcijns van negen enkele goudguldens der vier Icoirfursten mouten by den Rijne gemunt ind geslaigen aan Hendrik Botz

-ocr page 109-

— 103 —

gênant indy Wolfflceele, rentmeester van het kapittel van den H. Geest te Roermond, te weten vier goudgulden tott hehucff dess degelixschen gaetsivyns der vurss hircken en de overige vijf goudguldens tott hehucff der tic eer officianten des heyligen Gheystz altairs.

Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos X N0 5.

1527, 9 Februarij. Op saterdach nae onser lieven Vrouwen dach purifieationis. Peter Arnoldt, pastoor van Vlodrop, doet opdragt aan Hendrik Gruyt, priester, ten behoeve van de broederschap van O. L. Vrouw in de moederkerk te Roermond, van eenen jaarlijkschen erfcijns ten bedrage van acht brab. guldens gevestigd op twee stukken akkerland buiten de Nijlre poort gelegen. Zes gulden daarvan moeten dienen tot het lezen eener erfmis en twee ten behoeve van een erfjaargetijde.

Hierin komen voor: Dirk van Cruchten, schout, Willem van der Laick en Gerard Cremer, schepenen.

Afschrift in het register der broederschap van 0. L. Vrouw, bladz. 82.

1527, 17 Februarij. Ben xvij dach mensis Fchruarij. Johan Stycker van Venlo, gardiaan, Willem van Zittart, jubileus en pater superintendens, Bruno van Ratynghen, leesmeester ende voert alle ander senioren endc gcmeyn hroders van het convent der orde van St. Franciscus te Roermond, verklaren dat Johan van Lom aan hun convent geschonken heeft 40 Hornsche guldens, waarvoor zij jaarlijks omtrent O. L. Vr. Hemelvaartsdag een erfjaargetijde zullen houden met vigiliën en missen voor de ziel van zijne overledene huisvrouw Margaretha van Vernighen ende vur hem als hee der zeden gedeghen is ende vur hunre heyder alder ende frunden zeden.

Orig. perk. niet het uithangend maar zeer beschadigde zegel van het convent in groen was, in doos VIII, N0 26.

-ocr page 110-

— 104 —

1528, 9 Junij. Op dynxdach na synte Vincenssus dach martiris. De magistraat der stad Gelre verkoopt omh sunderlingen oirsaicken ind gehreeken wille der stat ayngeJcomen syn, eene ledige plaats ind haestat gênant die geivandtstede, gelegen in der hremerstracten, aan Trijn Hoenen en hare erven voor eene som, die hij bekent ontvangen en ten behoeve der stad gebruikt te hebben.

Orig. perk. zegel verloren, in doos VIII, N0 20.

1529, 29 November. Op synt Andriess avent des hyllygen apostels. Klaas Smytzyng, stadhouder, en twee laten van Jonker Herman Honne herr zo der Hoensbroick verklaren dat Heyneman Woumans ten hunnen overstaan verkocht heeft aan Jonker Joris van Petersbeck genaamd van Laer en zijne echtgenoote Barbara van den Hoeff eene jaarlijksche rente van twee goudguldens.

Orig. perk. met nog twee zegels in groen was, in doos X, N° 17.

1530, 5 Mei. Op synt Jans anont apostell vur die latijnsehe port. Jacob Wolffs der sehroder, en Aleidis zijne huisvrouw schenken, ten overstaan van rigter en laten van den hof te Asselt, twee morgen lands, gelegen in het Hillenraderveld, aan Michael van Dillickraid, procurator der reguliere kanoniken geheiten synt Jliero-nymus doester te Roermond, ten behoeve van dat klooster, en zulks omdat hun zoon, broeder Christianus, in dat klooster geprofest is.

Orig. perk. zegels verloren, in doos VIII, N0 19.

1531, 14 October. Op Saterdach nae sent Dionisius dach. Aleidis, Weduwe van Hein Pytters, draagt op aan Hubrecht van den Velde, priester en pastoor te Zwolgen,

-ocr page 111-

— 105 —

alle schulden, die haar overledene echtgenoot van Gadert van Hayrve te Nederhoven te vorderen had.

Hierin komen voor: Dederik van Zuchtelen en Johan Drijvener, schepenen te Roermond.

Orig. perk. zegels verloren, in doos IX, N0 5.

1532, 20 Maart. Op gunsdach naeden sonnendaich Judica inder vasten. Hein Schuerkens verkoopt, ten overstaan der laatbaak van Posterholt, eenen jaarlijkschen erfcijns van 2gt;}4 Horenschen postulaitz giddcn ind eyn ordt van eynen Horenschen gulden, iedere gulden gerekend tegen 12 brab, stuivers aan Dederik Clompenmecker, deken van het kapittel van den H. Geest te Eoermond, tot behueff des gaitzwijns der collegiatcn hyrehen vurss.

Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos IX, N0 45.

1534, 4 September. De aartsdiaken van Kempenland benoemt, op voordragt van het kapittel van den H. Geest te Eoermond, Petrus de Ryndeman, priester, tot rector van de vicaria perpetua van Steynkirchen, na het overlijden van Johannes Cruyder van Wassenberg.

Orig. perk. lat. zegel verloren, in doos VIII, N0 47.

1535, 2 October. Des anderen dachs nae synte Bemcgius dach. Henrica Scutten, weduwe van Hugo Tolleners, schenkt ten overstaan der schepenbank van Vlodrop, op het uitdrukkelijke verlangen van haren overledenen echtgenoot een huis en erf onder Vlodrop gelegen genaamd Tolleners huis aan het gasthuis van Roermond den armen tott provenden.

Orig. perk. met het zegel der schepenbank, in groen was, in doos X, N0 13.

1536, 16 Maart. Op sente Gertruydcn auont der heyliger joufferen. Margaretha Daelen, weduwe van

-ocr page 112-

— 106 —

wijlen Herbert van den Poll, verkoopt ten overstaan der schepenbank van Maasniel (Nyell), een bunder land gelegen onder het gerigt van Maasniel hij der Sivalmer heggen aan Hubert van den Velde, priester.

Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos VIII, N» 25.

1538, 15 Februarij. De aartsdiaken van Kempenland benoemt, na het overlijden van Hendrik Biscop, Hendrik van den Haghe tot rector van het altaar der H. Drievuldigheid te Sambeek.

Orig. perk. lat. zegel verloren, in doos X, N0 21.

1538, 16 Maart. Cornelius van Berghe, bisschop van Luik en hertog van Bouillon, verklaart dat op heden door zijn wijbisschop Gedeon van der Gracht, episcopus Gastoriensis, Hendrik van den Haghe, rector van het altaar der H. Drievuldigheid te Sambeek, tot subdiaken gewijd werd.

Op den 20stequot; April van hetzelfde jaar verklaart de bisschop dat genoemde Hendrik van den Haghe tot priester gewijd werd.

Twee orig. perk. lat. met het geschondene zegel van den bisschop, in rood was, in doos X, N0 19.

1540. Gerard van Holtmoelen en zijne echtgenoote Elisabeth van Ympell bekennen schuldig te zijn eene jaarlijksche erfrente ten bedrage van 20 gouden over-landsche Kijnsche guldens gevestigd op hunnen hof genaamd den Bongairt, gelegen in het kerspel van Tegelen vucr der Munten, aan Jan Dryvener, Christoffel van Dursdall en Johan Goltstein als collatoren en ten behoeve van het altaar van St. Mathijs in de kollegiale kerk van den H. Geest te Roermond.

Geauth. afschrift, get. D. Verclincken, in het register van het altaar van St. Mathijs, hladz. 28.

-ocr page 113-

1540, 28 Februarij. Des dorden daigz nae sente Mathijs dach. Thijs Buelen bekent, ten overstaan van Dedevik Schommairtz, voogd van het land van Millen, en van de schepenbank der stat Vucht, schuldig te zijn aan Hubert van den Velde, priester en rector van het altaar van St. Jan Baptist en St. Jan evangelist in de kerk van den H. Geest te Roermond, eenen jaarlijkschen erfcijns van zes bescheiden Hornsche guldens of drie gouden Geldersche rijders, elke rijder gerekend voer 24 hescheyden brabants stuver, off twee beseheyden Hornsch gulden, den Hornsch gulden voer 12 beseheyden brabants stuver, en zulks ingevolge de Geldersche muntordonnantiën in den jaire van negen ende dortich gemaiclct.

Deze jaarlijksche cijns kan met eene som van 120 Hornsche guldens of met 60 gouden Geldersche rijders ten allen tijde afgelost worden.

Orig. perk. zegel verloren, in doos VIII, Nquot; 34.

1542, 26 Mei. Des anderen daechs nae sinte Ur-baensdach. Johannes Gryndt en Johannes Engelberch, bekennen ten overstaan der laatbank van de voogdij te Roermond schuldig te zijn aan het kapittel van den H. Geest te Roermond eenen jaarlijkschen erfcijns van een goudgulden gevestigd op een morgen akkerland gelegen buyten der Mortkensporten Janges der straeten daer die Cathuyssere by en huys a en steyet, vnytgaende op Noyen lant ter Mazeivert.

Hierin komen voor: Leonard Graess, rigter, Johan van Home en Gerrit van Wuijt, laten der voogdij.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 15.

1543, 8 October. Pieter Ernst, graaf van Mansfeit, bekent schuldig te zijn aan Wolf Halier, thesaurier-generaal van de landvoogdes Maria, de som van 600

-ocr page 114-

— 108 —

gouden Carolus, hem geleend om de uitgaven te bestrijden, die door zijn vertrek naar het leger veroorzaakt worden.

Orig. Ir. get. Pierre Ernst comte de Mansfeit, in omslag 31 N0 32.

1544, 8 Augustus. Op Vryedag vuer sent Laurentius daich, des heylgen marteleers. Willem van der Lypp, genaamd Hoen, proost, Mathias Vinck, deken, en Arnt Brunincx, oudste kanonik van het kapittel van den H. Geest te Roermond, verkoopen eenen jaarlijkschen cijns of erfpacht van vijf malder rogge min een sester, Roer-mondsche maat. gevestigd op dat gueth ingen Daele, onder Odiliënberg gelegen, aan Dederik van Cruchten en zijne huisvrouw Elisabeth; deze verkoop is geschied in onsen ind onser hjrcken noitsaich, om onser Icyrck Ttélcken ind monstrantien mit anderen cïenodien te beholden en onder voorwaarde dat zij of hunne opvolgers dezen erfpacht ten allen tijde tegen eene som van 75 golden zonnen eronen mogen terug koopen.

Orig. perk. met 3 zegels, een in rood en 2 in groen was, in doos VII, N0 54.

1547, 5 December. Op sente Niclaes auont den vijfften dach Decembris. Herman van den Broick, als man en momboir van Lijsken Heysen, Herman Kijpholt, als man en momboir van Aelken Heysen, en Hendrik Roeloffs van Mirlair, als man en momboir van Grietken Heysen, maken een kontrakt van verdeeling in betrekking tot de goederen, nagelaten door hunne schoonouders en ouders Peter' Heysen en zijne echtgenoote Mary.

Medebezegelaars waren Roelof van den Broick, prior van het klooster van St. Agatha, Peter Ploenes, rentmeester te Grave en van het land van Cuyck, en Gairt van den Broick.

Orig. perk. zegels verloren, in doos VIII, N0 45.

-ocr page 115-

— 109 —

1548, 21 January. Mensis vero January die vice-sima prima. Adam de Haetzfelt, decanus Christianitatis concilii Wassenbergensis, verklaart dat hem na het overlijden van Nico laas Humiesters, rector van het altaar van O. L. Vr. in de parochiekerk of quarta capella van Vlodrop, door het kapittel van Roermond tot rector is voorgedragen Willem Planenn van Roermond; hij gelast den bedienenden priester te Vlodrop daarvan afkondiging te doen op den stoel der waarheid op den eerstkomenden zondag en de personen, die iets daartegen mogten hebben in te brengen, op den 28sleu Januarij e. k. in zijne woning te dagvaarden.

Orig. perk. lat. met het zegel van den deken in groen was, in doos VIII, N0 52.

1548, 28 Januarij. Mensis Januarij die vicesima octava. Adam de Haetzfelt, decanus Christianitatis concilii Wassenbergensis benoemt op voordragt van het kapittel van den H. Geest te Roermond, als het patronaat regt bezittende van de parochiekerk of quarta capella te Vlodrop, Guiliehnus Planenn tot rector van het O. L. Vrouwe altaar in die kerk, na het overlijden van Nicolaas Humeisters, voorgaanden rector. Op den rug bevindt zich de instelling van den nieuw benoemden, gedagteekend op 7 Februarij 1548.

Orig. perk. lat. get. Adam de Haelzjelt, decanus Wassenbergensis, met het zegel van den deken, in groen was, in doos IX, N0 29.

1548, 14 Maart. Geschiet ende gegeven tot Arnhem den vierthienden dach Martij. Het hof van Gelder te Arnhem brengt eene minnelijke schikking tot stand tus-schen den deken der kerk van den H. Geest en den magistraat der stad Roermond als gezamenlijke provisoren

-ocr page 116-

— no —

van het kollegie van den H. Hieronimus te Keulen ter eenre, en Jaspar van Merwyck te Kessel ter andere zijde, aangaande het bedrag eener jaarlijksche rente door dezen laatste aan dat kollegie verschuldigd. Aangezien de provisoren beweerden dat deze rente 120 goudgulden bedroeg, terwijl Jaspar van Merwijck daartegen inbragt dat zijne voorouders slechts 80 goudgulden betaald hadden, zijn partijen overeengekomen dat de rente voortaan met 120 goudgulden zal betaald worden, maar dat de achterstallen zullen worden kwijtgescholden en bij het openvallen eener plaats in dat kollegie, die aan een zoon of kleinzoon van Jaspar zal gegeven worden.

Orig. perk. get. Derty, met het opgeplakte zegel van het hof, in doos XII, N0 10.

1549, 30 April. Opten lesten daich in den Aprill. Dirk van Meerssen bekent, ten overstaan der schepenbank van Stevensweert, schuldig te zijn aan Johan van Assden en zijne echtgenoote Elisabeth, burgers van Roermond, eene jaarlijksche rente van vijf Hornsche guldens, iedere gulden gerekend tegen twaalf brabantsche stuivers, gevestigd op landerijen onder Stevensweert gelegen.

Bij transfix van 1560 wordt deze rente aan Lins van der Heyden en bij een tweede transfix van 1566 aan Aletta Kocx overgedragen.

Drie orig. perk. met drie zegels in groen was, in doos XI, N° 23.

1549, 26 October. Den^sess ind tivyntichsten dach des maentz Odohris. Hendrik Graess bekent ten overstaan van schepenen schuldig te zijn eene jaarlijksche erfrente van vijf Hornsche guldens aan Mathias Vijnck, deken in den H. Geest te Roermond ten behoeve der presentiën in die kerk.

-ocr page 117-

— Ill —

Hierin komen voor; Jolian van Cruchten, schout, Johan van Lom en Jolian Segers, schepenen.

Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doosX, N0 7.

1550, 26 Junij. Op donresdach nae sinte Jans Baptisten dach der doeper. Ruth Vaetz bekent, ten overstaan der schepenbank van Maasniel, schuldig te zijn aan Willem Nobis eene jaarlijksche rente van een malder rogge, gevestigd op zijn huis en hof, gelegen in ghen Broick.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, Nquot; 32.

1552, 9 September. Elbert van Boedberg, Adriaan van Boedberg, erfmaarschalk van het land van Gelder, Johan van Erp, genaamd Warrenberg, Hendrik van Elswyck, Jacob Hyter, vicarius te Capelle en kapelaan op ghen Gheysshcrg, Rutger Spee, Evert van Heeckeren en Henrich van Druten, brengen een vergelijk tot stand tusschen Hendrik van Wijenhorst en Otto van Ellar, aangaande een tusschen beiden hangend geschil over het ontvangen van het leen genaamd Bruynnenguet, gelegen onder Capelle.

Orig. perk. zegels verloren, in doos VIII, N0 29.

1553, 6 Januarij. Op der heyliger drij huninghen daich. Aelet van den Cruytzberch, Aleth van Neer en Gebel van der Maesen, mecsterssen sinte Catherinen MrcJcen des nuiven hagynen hoiffs te Roermond verklaren hare toestemming gegeven te hebben tot de stichting in die kerk ten behoeve van eenen tweeden kapelaan, die door toedoen van den tegenwoordigen pastoor Peter Gheerlinx van Halen was tot stand gekomen; zij verklaren dientengevolge dat uit de vijf gouden Geldersche rijders door vermelden pastoor als jaarlijksche gift ver-

-ocr page 118-

— 112 —

maakt, de verplichting voor den tweeden kapelaan ontstaan is om eiken maandag mis te lezen op het St. Johans altaar unde des sondaichs helpen to singhen.

Orig. perk. zegel verloren, in doos VIII, N0 23.

1553, 15 Maart. Het hof van Gelder verklaart dat door bemiddeling van Arnt Pollarts, Ewalt van Caster, schrijver van Milendonck en Johan Op ten Bergh, als gevolmagtigden van Linne, Maasbracht, Roosteren, Besel, Vlodrop en Posterholt in het ambt Montfort, Reiner Hillen, burgemeester, Arnt van Dursdall, Willem van Hueshaven, Mathijs Severins, schepenen, en Mr. Peter Muers, secretaris van Roermond, handelende als gevol-magtigden van die stad, een vergelijk tot stand gebragt hebben in betrekking tot het brouwen en het verkoopen van bier in het ambt Montfort.

Orig. perk. zegel verloren, in doos IX, N0 2.

1553, 12 April. JJf den swelfften tagh des monaths Aprihs. Willem van Vlodrop, heer te Dalenbroek, Oden-kirchen. Biecht, Cruytsberg en Reckhem verklaart dat toen vroeger de schepenen van Herten bij het overlijden van eenigen hunner hem volgens oud gebruik (als hunnen landheer) Johan Hyllen, burgemeester van Roermond tot schepen van Herten hadden voorgedragen, hij dien ook als zu sollichen ampt yenoichsam hequeme zu zyn angestallt vund genoemen had; dat genoemde Johan Hyllen destijds evenwel die benoeming niet heeft aangenomen maar door veelvuldig aanhouden zich thans die heeft laten welgevallen, onder voorwaarde dat zulks geinen intrit machen sail was er oder seine erhen zu tuiehen zeiten hunnen darthun, dat sy myt recht dar zu nit gehaltenn noch des schuldich sind.

Orig. perk. zegel verloren, in doos X, N0 10.

-ocr page 119-

— 113 —

1553, 8 Mei. Den viij1*0 dach des maendtz May. Johan van Lom en Mathijs Severijns, schepenen van Roermond en provisoren van het gasthuis op den steenweg, doen afstand, ten overstaan der schepenbank aldaar, van eenen cijns ten bedrage van 2% malder rogge, verschuldigd door Emont van Baerle en gevestigd op zijn goed geheytcn der alder off ivuester sclmeren tl we Aeveren in sijnen leen gelegen, waartegen Emont van Baerle twee aan hem verschuldigde cijnsen van 3 malder rogge aan het vermelde gasthuis afstaat.

Hierin komen voor: Johan Segers en Johan Drijvener, schepenen.

Orig. perk. zegels verloren, in doos XII, N0 8.

1553, 29 Augustus. Ipsa die saneti Joannis decol-lationis den 29^ dach des maintz Augusti. Huwelijks-kontrakt tusschen Dirk van Wychen en Catharina Berck, medebezegeld door Walraven van Wijchen, Arnt van Buelen, Johan van Buelen, Gossen Beyer, Johan, Hendrik en Mathijs Berck en Frederik Valckenborch.

Orlg. perk. zegels verloren, in doos XII, N0 31.

1555, 13 Februarij. Memorie voor den kanselier van Gelderland over 'tgeen hij aan de landvoogdes zal rapporteren, ten gevolge van hare brieven aan den graaf van Hoogstraten, stadhouder op het stuk van de nieuwe beden, welke men van de staten dezer landen zou mogen eischen.

Afschrift, ia omslag, 31 N0 29.

1555, 3 October. Ben iijm dach des maendtz Octobris. Het convent van het regulieren klooster van den H. Hieronimus te Roermond bekent eene jaarlijksche rente schuldig te zijn van acht hescheyden inckele sylveren

8

-ocr page 120-

— 114 —

daler ten behoeve van het convent van St. Augustimis regell op sent Gcreoens straiten hynnen Coelne, Nazareth gênant. Het convent heeft de hoofdsom van deze rente moeten opnemen in zijnen ytziger aenligender noith soe vunss Goth betert durch den brandt overJcoemen ind opdat wir vunse Gaitzhuyss ind cloister etzelicher maiten dairmyt weder opbomven moegen; het behoudt zich voor deze rente ten allen tijde te mogen inlossen met eene som van 100 bescheiden enkele gouden oveiiandsche keurvorstelijke guldens.

Orig. perk. zegel verloren, in doos X, N0 18.

1556.15 October. Johan, heer te Elmpt en Borchauwen, Johan van Blomendael, ambtman te Wassenberg, en Johan van Overheyt brengen eene minnelijke schikking tot stand tusschen de kinderen en erfgenamen van Gerard van Vlodrop, erfvoogd van Roermond en zijne echtgenoote Elisabeth van Stamheim, in betrekking tot de verdeeling der ouderlijke nalatenschap.

Afschrift, in omslag iO N0 25.

1558, 10 Augustus. Ben thienden dach Augusü des macntz. Metta Benijns verkoopt ten overstaan van schepenen van Maasniel eene jaarlijksche erfrente van 5 Hornsche guldens gevestigd op hare helft in IK bunder land gelegen onder Maasniel, aan Peter Geerlincx van Halen, pastoor van het begijnhof te Roermond; te weten, vier Hornsche guldens om ein malder weitz alle iaer op sint Marien, Magdalenen auent te spinden vur die gemeyne sust er en en den overblij venden gulden tot ver-meronghe des loens die passion aldaer op den goeden vridach te predighen.

Orig. perk. met twee beschadigde zegels in groen was, in doos X, N0 1.

-ocr page 121-

1559, 26 December. Op sint Stephens dach protho-martiris. Willem van Vrimersum en zijne echtgenoote Anna van Efferen genaamd Hall verkoopen, ten overstaan der schepenbank van Echt, aan hun zwager Christoffel de Coquiel, ridder, en zijne echtgenoote Elisabeth van Vrimersum, de helft van verschillende cijnsen op goederen onder Echt gevestigd.

Orig. perk. met het beschadigde zegel van Echt, in groen was, in doos XI, N0 13.

1560, 10 Januarij. Dedcrik Repkens, priester en beneficiant van het altaar van St. Silvester in de kollegiale kerk van den H. Geest verkoopt, ten overstaan van schepenen van Roermond, in tegenwoordigheid en met toestemming van den deken en het kapittel, den halven hof genaamd op yhen Try est, gelegen in het kerspel Vlodrop onder het ambt Montfort, aan Otto van Gaelen, die ook de wederhelft van dien hof bezit.

Hierin komen voor: Johan van Lom en Dederik Haeft, schepenen.

Orig. perk. zegels verloren, in doos IX, N0 6.

1560, 13 September. Klaas van Egher en zijne echtgenoote Catharina van Calenbergh, bekennen schuldig te zijn aan Jonker Adolf van Bronckhorst en Batenburg, zoon, te Hunnepel eene jaarlijksche rente van 24 goede enkele zilveren daalders.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 24.

1560, 20 December. Ben twintichsten dach des maentz Becembris. De schepenbank van Echt geeft op verzoek van Christoifel de Coquiel, ridder, weduwenaar van Elisabeth van Vrimersum, een uittreksel van het sche-penboek waaruit blijkt dat jonker Jan van Elmpt in het jaar 1523 alle zijne goederen onder de schepenbank

-ocr page 122-

— 116 —

van Echt gelegen aan Willem van Vrimersum heeft afgestaan.

Orig. perk. met het beschadigde zegel van Echt, in groen was, in doos XI, N0 17.

1560, 20 December. Ben tivintichsten dach des maentz Decembris. De schepenbank van Echt geeft op verlangen van Christoffel de Coquiel, ridder, als momboir zijner overledene echtgenoote Elisabeth van Vrimersum een uittreksel uit het legerboek van Echt, waaruit blijkt dat men bij gebreke van betaling van renten en cijnsen, met rollen, cedulen endc legerboeclcen, de gestelde onderpanden in regten mag aanspreken.

Orig. perk. met het beschadigde zegel der schepenbank van Echt, in groen was, in doos X, N0 48.

1561, 8 September. Frans van Holtmoelen, stadhouder en ambtman te Bruggen, Joachim Hagk, voogd aldaar, alsmede de schepenen van Waldniel verklaren dat George Vilstorff verkocht en overgedragen heeft aan Otto van den Bijlandt, heer te Reidt en Brempt, stadhouder en ambtman te Heinsberg en zijne echtgenoote Marie van den Bomgarten eenen dijk van twee roeden breed, aanvang nemende bij den hroich aan beiden toebehoo-rende en loopende voorts langs de Swalm tot aan het erf van genoemden Vilstorff, genaamd Ghen Roede, umbtrint an die Vosshoull.

Orig. perk. met het zegel van Frans van Holtmoelen, in groen was, de beide overige verloren, in doos X, N» 29.

1561, 26 November. Dederik in den Leeuw verkoopt ten overstaan van schepenen van Roermond eenen jaar-lijkschen cijns van vier brabantsche guldens gevestigd op zijn huis gelegen aen gen Zwaertbroick aan Johan

-ocr page 123-

— 117 —

Buidels en Libert Roemers, priesters en officianten van het altaar van den H. Geest in de kerk van dien naam.

Hierin komen voor: Johan van Cruchten, schout, Johan Goltstein en Walraven van der Lijnden,^schepenen.

Orig. perk. met nog een zegel in groen was, in doos Vin, N0 57.

1562, 21 November. Op dach presentationis Maria: virginis. Jaspar Knippinck en zijne echtgenoote Digna van Wijenhorst bekennen, ten overstaan der schepenbank van Kapelle, schuldig te zijn aan Johan van Luttert te Nieuwkerk, onder de voogdij Gelder, eene hoofdsom van 150 enkele zilveren daalders, rentende jaarlijks 8 dergelijke daalders en gevestigd op een erf genaamd den roijen dricss, gelegen onder de schepenbank van Kapelle.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 37.

1564, 28 October. Desen xxvivj''quot; dach van Octobri. De prelaten, edelen en steden, representeerende de drie staten des lands van Brabant, bekennen schuldig te zijn aan Maria Borchgreve, weduwe van Berthout van Wyflet en aan hare kinderen Cornelis en Elisabeth, eene hoofdsom van 200 Carolus guldens, waarvan zij eene jaarlijksche rente beloven te betalen ten bedrage van 12)4 Carolus gulden.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XI, N0 32.

1564, 28 October. Prelaten, edelen en steden, representeerende de drie staten des lands van Brabant, bekennen schuldig te zijn aan Cornelis, zoon van Berthout van Wyflet eene hoofdsom van 80 Carolus guldens, waarvan zij beloven eene jaarlijksche rente te zullen voldoen ten bedrage van 5 dergelijke guldens.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XI, N0 33.

-ocr page 124-

— 118 —

1565, 11 September. Huwelijksche voorwaarden van Jonker Johan van Marnix, heer tho Marnix, Tlioidossen, enz. aldsten unci echten sohn icilner Jonck. Jacob van Marnix, titter, etc. und jouffer Marien van Hammer-court, met Catharina, oudste dochter van wijlen jonker Allart van Ghoer te Kaldenbroick en Ursula van Weijenhorst.

Afschr., in omslag 31 N0 30.

1566, 16 April. Den X VFquot;quot; dach des mandts Aprilis. Ruiling van landerijen tusschen den prior en procurator van het convent der kruisbroeders te Roermond en Johan Hillen, waarbij de eerste een stuk te Roer onder Roermond en de laatste een stuk aan den Offerhamp verkrijgt.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 12.

1566, 30 October. Den derttichsten dagh Octobris. Johan Lerman en zijne echtgenoote Merry, Mewis Senthen en zijne echtgenoote Hilla, Nesa Lennan, Peter van der Hattert, Theunis van Lith en zijne dochter Elisabeth van Lith staan, ten overstaan der schepenbank van Venlo, bij wijze van ruiling af aan Johan Verstiegen, een huis en erf gelegen te Venlo tipter Steynstraten, waartegen de laatstgenoemde aan Johan Lennan en zijne deelgenooten afstaat einen colhoff gelegen tegen der muelen nest der heliporten.

Hierin komen voor: Caspar van Stalbergen, schout, Johan Ingen Huyss en Johan van den Puth, schepenen.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 36.

1569, 9 April. Op den hilligen Paeschaevent. Hubert van Elmpt bekent ten overstaan van schepenen van Odiliënberg schuldig te zijn aan Dirk Rhoe van Opsin-nich en zijne echtgenoote Catharina eenen jaarlijkschen

-ocr page 125-

erfcijns van 7gt;^ daalder, elke daalder gerekend tegen dertig stuivers, gevestigd op 2y4 morgen akkerland gelegen onder Odiliënberg op Pass.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 9.

1569, 10 November, Joost Jaekers verkoopt ten overstaan der laatbank van Leeuwen eene jaarlijksche rente van eenen Philips daalder, gevestigd op zijne landerijen onder Leeuwen gelegen aan Peter van Halen, pastoor, Ummel Posters en Nees van den Cmitzbergh, meestersen van het begijnhof te Roermond.

Orig. perk. zegel verloren, in doos IX, N0 24

1570, 6 April. Huweliiksche voorwaarden tusschen Ivo Hoen van Kartijls, zoon van wijlen Hendrik Hoen van Kartijls en van Anna van Horion met Anna van Ghoer, dochter van Alart van Ghoer en van Ursula van Weijenhorst.

Afschrift, in omslag 31 N0 31.

1571, 18 April. Den acktcenclen dach de* mandz Aprüis. Gerard van Horst bekent ten overstaan der schepenbank van Roermond schuldig te zijn aan Joanna Dreijers eene jaarlijksche rente van 1X zilveren daalder, gevestigd op een huis gelegen inder Sty eg en en op een ander huis gelegen opder Swalnierstraeten.

Hierin komen voor: Johan van Cruchten, schout, Dederik Kaick en Johan Vynck, schepenen.

Orig. perk. met drie zegels in groen was, in doos X, N° 33.

1573, 22 Februarij. Op dach cathedra Petri. De deken eu het kapittel der kathedrale kerk van den H. Geest te Roermond bekennen om sicckeren nootwendigen saichen und helastungen tcill van schattungen opgeno-

-ocr page 126-

men en ontvangen te hebben van Dederik Haen, pastoor der moederkerk en Dederik van den Berghe, rector van O. L. Vrouwen altaar in die kerk, als tijdelijke meesters van dat altaar, eene som van 80 bescheiden brab. guldens, waarvoor zij eenen jaarlijkschen interest van 4 brab. guldens betalen zullen.

Orlg. perk. zegel verloren, in doos VIII, N0 22.

1573, 22 Maart. Den 22ilcquot; Martij. Jan Eealt bekent, ten overstaan der schepenbank van Maasniel, schuldig te zijn aan Godard van Meissenborgh en zijne huisvrouw Bella, eene hoofdsom van 25 daalders, dertig stuivers brab. voor iederen daalder; van deze hoofdsom gevestigd op zijn kinds gedeelte in het goed gelegen onder Maasniel ter plaatse genaamd op der Speekken, belooft hij eenen jaarlijkschen erfpacht van 5 malder rogge te zullen voldoen.

Door een tweede charter dd. 3 November van hetzelfde jaar bekent Jan Realt een tweede hoofdsom van 100 daalders aan dezelfde personen schuldig te zijn, waarvan hij eenen jaarlijkschen erfpacht van 4 malder rogge zal voldoen.

Twee orlg. perk. met vier beschadigde zegels in groen was, in doos XII, N0 6.

1573, 14 Augustus. Lindanus, bisschop van Roermond en het kapittel aldaar stellen de oude statuten van dat kapittel in geschrift, en hechten daaraan hunne goedkeuring.

Orig. lat inhoudende 12 bladen papier in f0. get. Wilhel. Damasi Lindanus, Theodoricus Haen, decanus, Joannes Lomme, Wilhelmus Squaede, alias Weert, Joannes Cruch-ten, Hubertus Platvoet, Gerardus de Meer, Buscoducensis, in omslag 31 N0 41.

1576, 2 Januarij. Het hof van Gelder te Arnhem, schrijft aan den magistraat van Roermond, dat niette-

-ocr page 127-

— 121 —

genstaande zijne vroegere bevelen aan de schatbuerders om de kwijtingen der gelden, die zij aan de kapiteins f of aan het krijgsvolk uit de vierjarige schattingen

betaald hebben, in originali aan den landrentmeester over te leggen vele schatheffers en ook die van Eoer-raond zulks tot nog toe niet gedaan hebben. Het hof beveelt dat dit onmiddellijk geschiede.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. T. Roos, in omslag 33, N° 24.

1576, 14 April. Jacob Biell en Fenneken Uwenss, echtelieden, verklaren ten behoeve van hunne stiefouders Johan Verheijden en Elisabeth Kangs afstand gedaan te hebben van vier morgen land genaamd den Marien--i borchschen hampp, gelegen in het Hollander broek in

het ambt van Overbetuwe.

^ Getuigen waren Gerrit en Gijsbert Kanijs, gebroeders.

Orig. perk. zegels verloren, in doos VIII, N0 50.

1576, 5 November. Peter Geerlinx van Halen, pastoor, „ Stijnken van der Eyck«nn en Oetgen Pagennss, begijnen

des nyenn hegynen hoffs te Roermond stichten eene tweede kapelanij in de kerk van dat hof, en schenken daaraan verschillende renten en cijnsen.

Orig. perk. beschadigd, opgemaakt door den notaris Libertus Roemer, alias Pictoris, en voorzien van zijn „p notarieel merk, in doos VII, N0 28.

1577, 31 Maart. Op Falmtag. Jan Realt en zijne echtgenoote Agnes bekennen ten overstaan der schepenbank van Maasniel eene hoofdsom ten bedrage van 350 daalders, iedere daalder tegen 30 brab. stuivers gerekend, schuldig te zijn aan Klaas Spe en zijne echtgenoote Maria. Van deze hoofdsom, gevestigd op het

-ocr page 128-

hun toekomend kindsgedeelte op der SpeekJcen, zullen zij jaarlijks 10 malder rogge aan genoemden Spe leveren.

Orig. perk. met eea zegel in groen was, in doos X, N0 30.

1577, 27 December. Op sint Joans dach apostoli. Schepenen, geërfden en inwoners van Asselt en Swalmen verklaren dat zij tot underhaldonge Ico. mats, IcriegsvolcJc binnen Ruremunde monatlicJcen ein gereume tijtt contribueren moiten ind solcken gelde jedertijtt in der eyll nitt geliadt hebben, eene som van 52 daalders hebben opgenomen van Jan Puill, burger van Roermond, waarvoor zij hem jaarlijks tot aflossing zullen leveren twee malder rogge.

Orig. perk. zegel verloren, in doos IX, Nu 38.

i

1579, 1 Julij. Am erstenn tag July. Peter Truyen, gerigtsbode te Heringen verkoopt ten overstaan der schepenbank van Heringen aan Mr. Gerard Bijll en zijne echtgenoote Anna van Lom, zeker erf gelegen aan de Heringer hegh.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XII, N0 2.

1580, 18 Maart. Bernardus Dulcken, apostolisch en keizerlijk notaris in het Keulsche diocees, verklaart dat voor hem verschenen is Adam van Haetzfeldt zum Bruch, Wilhelmus Gruter, schout der stad Nuis, Adam Gruter, burger van Keulen en Konrad Gruter, ambtman te Kerpen, gebroeders, handelende zoo in eigen naam als gevolmag-tigden van Sophia van Haetzfeldt, weduwe Wilderaetz en hare kinderen en van Adam van Eefflinckhausen, schout te Euskirchen en cellerarius te Vernick. Hij verklaart voorts dat deze personen het patronaatregt bezitten van de parochiekerk of het personaat van Dilckraidt in het hertogdom Gulik en dat zij bij de thans bestaande

-ocr page 129-

— 123 —

vacatuur daarvan Georgius Wendelen, kanonik der kollegiale kerk van St. Quirinus te Nuis ter bediening daarvan aan den deken en het kapittel van Wassenberg voordragen.

Orig. perk. met het merk van den notaris Dulcken, in doos IX, N0 8.

1580, 20 Mei. Den zwantzigsten Ma ij. Godart van Harff, heer te Harff, en zijne echtgenoote Martina van Rossum verkoopen, ten overstaan der schepenbank van Bedbur, voor eene som gelds die zij bekennen ontvangen te hebben aan Goddart Frincken eenen kamp gelegen achter het tolhuis vóór Caster.

Orig. perk. zegels verloren, in doos XI, N0 37.

1580, 2 Julij. Den tweeden July des maentz. Maria van Bree, weduwe van -wijlen Hendrik van Bree, doet afstand, ten overstaan der laatbank van de voogdij te Roermond, ten behoeve harer minderjarige dochter, van het vruchtgebruik op een huis gelegen in der Styegen uitkomende op den gemeynen wal; daarna, verkoopt zij, daartoe bijgestaan door Daniel van Bree als voogd over hare minderjarige dochter, dit huis aan Mathijs Maroyen.

Hierin komen voor: Nicolaas Spee, schout. Peter Joesten en Korst Ramecker, laten der voogdij.

Geschonken door Mevr. de Wed. C. Ruys.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 45.

1580, 16 December. Schepenen, geërfden en inwoners van het kerspel Asselt en Swalmen bekennen in hunnen hoogen nood eene hoofdsom opgenomen te hebben van Geurt Klercx ten bedrage van 41 }4 rijksdaalder, 40)4 koning Filips daalder, een pistolet, een halve dukaat tien betzelen, zeven Deventer snaphanen, twee Luiker snaphanen, drie Metzer blanken en 14gt;£ kleine stuivers.

-ocr page 130-

— 124 —

waarvan zij eenen jaarlijkschen interest beloven te voldoen van GHVo-

Bij transfix van 1594 wordt deze hoofdsom ter eheren Gotz und unser liever frouwen door Geurt en Lisa Klercx overgedragen tot onderhalt der armen van Roermond.

Twee orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos XI, N0 35.

1581, 26 Mei Johan van Mombeech, provinciaal en prior te Odiliënberg der orde van het H. Graf bekent, ten overstaan der schepenbank van Melick en Herkenbosch, dat, vermits hij unlanghst hiehevoren gefencldich niddergeworffen und sich schwierlich rantionicren und qiiijten mussen, hij van Everhard Daemen van Schwa-nenbergh, burger van Roermond, eene hoofdsom heeft opgenomen ten bedrage van 100 daalders, elke daalder gerekend tegen 52 albus. Voor deze hoofdsom belooft hij jaarlijks te zullen leveren drie malder en 2 vat rogge en stelt tot onderpand twee pachthoeven gelegen onder het kerspel van Melick en genaamd den BcicJcerslioff und den hoff zu Baetheim.

Orig. perk. met een zegel in rood en drie zegels in groen was, in doos VIII, N0 60.

1581, 26 Mei. De schepenbank van Melick en Herkenbosch verklaart dat Johan van Mombeech, provinciaal der orde Van het H. Graf en prior te Odiliënberg voor haar verscheen, en voor zich en de hem opvolgende priors en conventualen van dat klooster verklaard en bekend heeft dat de voorgaande provinciaal en prior Richardus van dem Cruitz im diesen vurewigen krieghs emporungen, geferliehen leuffen und zeitten, wegens voorgeschotene gelden, opgelegde contributiën, zoo ge-

-ocr page 131-

wone als buitengewone, noch allerley schuldigh gebleven is aan Johannes Znyrss, voogd en rentmeester van het ambt Wassenberg, welke schuld wegens de tijdsomstandigheden tot dusverre niet heeft kunnen vereffend worden; ten einde deze schuld te delgen verkoopt de genoemde provinciaal en prior aan vermelden voogd en zijne huisvrouw Anna van Nidderhoven genaamd Schluich, eene weide groot XA morgen, gelegen in de weide van het vermelde klooster ter plaatse genaamd Op dem Pass.

Orig. perk. zegels verloren, in doos VII, N0 30.

1583, 24 Augustus. Den vier und twintichsten dach Augusti. De deken en het kapittel der kathedrale kerk van den H. Geest te Roermond verklaren ten overstaan der schepenbank van Swalmen dat Daam Schellart van Obbendorp, heer te Gurtzenich, Schinne, Geisteren, enz., vorstelijke raad van Gulik, hun verschillende cijnsen gevestigd op zijnen hof te Asselt ten gezamenlijke- bedrage van honderd goudgulden jaarlijks, heeft terugbetaald.

Orig. perk. met nog twee zegels in groen was, in doos VIII, Nquot; 49.

1583, 2 September. De geestelijkheid van Roermond geeft aan den magistraat het verlangen te kennen om op eene meer billijke wijze met de burgers in de gemeenschappelijke contributiën, waarin zij tot dusverre voor een vierde gedeelte heeft moeten bijdragen, belast te worden: immers de goederen der geestelijkheid buiten de stad gelegen worden van dag tot dag zoo belast en verminderd dat zij niet meer tot hun onderhoud toereikend zijn, en men genoodzaakt wordt ze met groote jaarrenten te bezwaren; om echter niet te hard en onbarmhartig tegen hunne medeburgers te schijnen is zij bereid voor een zesde gedeelte in de contributiën

-ocr page 132-

bij te dragen, die aan den koning moeten betaald worden (alhoewel zij daartoe niet regtens gehouden is) maar zij zal protest aanteekenen wanneer zij in het vervolg tegen den inhoud der privilegiën tot een hooger bedrag wordt aangeslagen, zooals dit in het vorige jaar geschiedde.

Orig. lat. get. Wilhelm Lindanus de Rnremunde indignus episcopus; Theodericus Haen, ijecanus; fr. Christophorus a Desell, prior cruciferorum; fr. Matheus Craen, pater sororum insula Dei; fr. Leonardus a Leodio, prior car-thusianorum, Gregorius Gherinx, in omslag 34, N0 28.

1584, 5 Januari], Op avent trium regum. Dederik Haen, deken van 't kapittel van den H, Geest te Koer-mond, bekent schuldig te zijn aan Mr. Gerard van Braickelen, als rector en provisor van de broederschap van O. L, Vrouw in de kerk van den H. Christoffel te Koermond eene hoofdsom van 220 brabantsche guldens rentende jaarlijks 13 dergelijke guldens.

In dorso staat dat deze hoofdsom den 5dequot; Januarij 1620 werd afgelost.

Orig. perk. beschadigd, zegels verloren in doos XI, N0 12.

1584, 29 April. Dm negen en twintichsten Aprilis. Hieronimus van Megen, burger van Roermond, doet afstand ten overstaan der schepenbank van Echt, ten behoeve van Evert van Swalemberch en zijne echtgenoote Margaretha ïielen van vier morgen akkerland gelegen onder Bracht henieden Ohhicker hoe ff en schietende tegen die Roede heieh.

Orig. perk. zegels verloren, in doos XI, N0 39.

1585, 10 Januarij. De deken en het kapittel van de kathedrale kerk van den H. Geest te Roermond verklaren dat ten gevolge deser langiveriger Icrieghe, oreloge, van d'inleigerunge dess kriegssvolckz het platte land geheel

-ocr page 133-

bedorven is en de ingezetenen tot armoede gekomen zijn, zoodat de landerijen onbebouwd blijven en de tienden, pachten en renten zeer verminderen en zelfs niet gekweten worden. Aangezien door deze oorzaken en door de groote contributiën, die door de ruiters en knechten in de stad verordent, geëxecutiert ende aiffge-drongen worden het kapittel, zonder van zijne renten te verlmipen, ver sett en oft veralieneren, het niet langer kan volhouden, heeft het met Willem van Baixen, op ger hoeuen, een akkoord getroffen. Tengevolge daarvan zal deze in handen van den rentmeester van het kapittel een bedrag van 225 daalders storten, elke daalder gerekend tegen 30 brab. stuivers, waarvoor hij in rechter pandtschapp jairlichs inJialden ende niet hetailen sail zoodanige rente als hij uit zijne erfgoederen aan het H. Kruis altaar verschuldigd is, en zulks tot dat de voorgeschoten som hem zal terugbetaald zijn.

Orig. perk. get. Derich Haen, decanus, Wyllem Baexen, zegels verloren, in doos VII, N0 31.

1585, 15 Mei. Everhard van Swanenbergh, gasthuis-meester van het stadsgasthuis op den steenweg vermaakt bij testament alle zijne goederen aan dat gasthuis.

Getuigen waren Steven Hertenfeit en Jacob Strangen, schepenen van Roermond.

Afschrift, in omslag 31, N0 33.

1586, 17 April. Opten seventienden dach Aprilis. Maria van Amstenrade, weduwe te Hillenraad en pand-vrouw van Asselt en Swalmen, voorts schepenen, geërfden en inwoners van dat kerspel bekennen dat zij in diesen geferlicken hriechstiden vund ten tide alss Y vurss. Icirspel genslich verloupen und uitgeweeeJcen was im hoichsten noeden tot bethalongen der hy den fiant uns

-ocr page 134-

— 128 —

operlachter contribution, van Dirk van Hees, pastoor opgen Nouwenhoff te Roennond eene hoofdsom van 64 brab. guldens hebben opgenomen, waarvan zij beloven hem eene jaarlijksche rente van vier brab. guldens te zullen voldoen.

Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos XI, N» 25.

1586, 14 Junij. Adama en Gilkens, raden in 't hof van Gelder, Johan Haen, auditeur van Z. M. rekenkamer, Jacob van Lom, burgemeester en Mathijs Maroen, schepen van Roermond brengen een vergelijk tot stand in een geschil ontstaan tusschen quot;Willem Damasus Lindanus, bisschop van Roermond ter eenre en den deken en het kapittel van den H. Geest ter andere zijde in betrekking tot de betaling der schulden van het voormalige klooster der reguliere kanoniken te Roermond, welke schulden vóór de incorporatie van dat klooster bij het kapittel gemaakt waren.

Orig. perk. get. Wilhelm Damasi Lindanus, Theodorus, Haen, decamis, G. Gilkens, J. Hanius, Jacob van Lom, Matijs Mar oen, in doos IX, N0 1.

1586, 28 Junij. Capitulatie of verdrag van overgave der stad Venlo aan Alexander Farnese, hertog van Parma.

Geauth. afschrift, afgegeven den 8 Julij 1586 door den magistaat van Venlo en voorzien van het opgedrukte zegel dier stad, in omslag 31, N0 40; uitgegeven in Keuller, Geschiedenis van Venlo, bladz. 261.

1586, 10 October. Opten thienden dacli Ocfobris. Schepenen, geërfden en inwoners van Asselt en Swalmen bekennen tot redemptie und wederloese van alsulcke penningen als sy hierheforen in hunnen voirss. kerspels hoiehsten nooden und uit demselven verjagt wesende

-ocr page 135-

— 129 —

hebben moeten opnemen, schuldig te zijn aan het smids-gild te Roermond eene hoofdsom van 70 daalders, iedere daalder gerekend tegen 30 Roermondsche stuivers; van welke hoofdsom zij beloven eenen jaarlijkschen interest te zullen voldoen van een daalder voor iedere 16 daalder der hoofdsom.

Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos XI, N0 27.

1587, 3 April. Den derden daeh in den maendt van April. De magistraat van Roermond gedurende eeuigen tijd in verschil geweest zijnde met Johan van Lom en zijne echtgenoote Margaretha Pollart aangaande de waarde eener rente ten bedrage van 77K overlandsche Rijnsche goudgulden, die de stad aan beide echtelieden ingevolge charters van 1472 en 1492 verschuldigd is, verklaart thans met genoemde echtelieden eene minnelijke schikking gemaakt te hebben, tengevolge waarvan in plaats van de 77gt;£ vermelde goudgulden, voortaan 139X brabantsche gulden, elk van 20 bb. stuivers, zullen voldaan worden; tevens wordt bepaald dat deze rente ten allen tijde met eene hoofdsom van 2790 brab. guldens zal kunnen afgelost worden.

Geschenk van Mevrouw de Wed. C. Ruys.

Orig. perk. met het beschadigde zegel der stad, in doos X, N0 39.

1588, 12 Maart. Op den twelften daeh in den Mert, des

saterdaehs off op S. Gregorius daeh. Hendrik van Bergen,

vicarius van het altaar van St. Martinus te Horst, schenkt

zijn huis, schuur, moestuin en 5 morgen akkerland aldaar

tot de volgende stichting, waarvan hij den pastoor, den

eersten schepen en den provisor van het gasthuis tot

bestuurders aanstelt. Zij zullen eenen fronten, eerlichen,

9

-ocr page 136-

— 130 —

geleerden und in syncn sanclc ervaren catholischen priester aanstelleu tot eenen opsichter der schoeien ende schoelmcisters en hem in het genot van de geschonkene goederen stellen; deze zal daarvoor gehouden zijn alle zaturdagen, zon- en feestdagen in de school te komen en de jeugd onderrigt te geven in den zang en christelijke leer en tevens alle zon- en feestdagen in den choer den schoelmeister helpen singen, soewael metten als missen ende vesper en.

Geautli. afschrift, get. van Echt, scheepen, in omslag 32, N0 35.

1588, 23 Junij. Op avent Johannis Baptists. De deken en het kapittel der kathedrale kerk van den H. Geest te Roermond bekennen dat zij nootz halven, van wegen allerley daiglichz eynvallenden hesiverenisse van contributien und anderen onraitz penninghen, van de meesters der broederschap van St. Jacob in de moederkerk hebben opgenomen eene som van 64 bescheiden brabantsche guldens, iedere gulden gerekend tegen 20 brab. stuivers, waarvoor zij jaarlijks eene rente van vier brab. guldens zullen betalen. Op den rug staat: Dit capitael is wedergelacht ende daermede dese hrief gelocst aquot; 1619 den 10° Me ij. Des to orhu ndt hefft dit de tegenwoirdige meister onderteickent (get.) Wilhem van Basel.

Orig. perk. zegel verloren, in doos VIII, Nquot; 21.

1588, 27 October. Den sevenentwintichsten dach der maent Octobris. Johan Ingen Hoiff bekent, ten overstaan van schepenen van Roermond, schuldig te zijn aan de broederschap van O. L. Vrouw in de parochiekerk aldaar, eene hoofdsom van 150 daalders, rentende 9 daalder 11 stuiver en 1 oort brab.

-ocr page 137-

— 131 —

Hierin komen voor Steven van Hertevelt en Johan Hillen, schepenen.

Afschrift in het register der broederschap van 0. L. Vrouw, bladz. 56.

1590, 30 Junij. Peter Boed en Reyn aan den Put, beiden wonende te Heel, verkoopen voor schepenen van Beegden in het graafschap Horn verschillende landerijen gelegen onder Beegden aan Jacob van Lom en Elisabeth Vorstermans, zijne echtgenoote, voor eene som die beide verkoopers bekennen op verleenden eerde te Roermond te hebben ontvangen.

Orig. perk. get. D. Petrus Carpentarius, pastor Beg-danus, met het schepenzegel van Beegden in groen was, in doos Vil, N0 32.

1590, 11 Julij. De magistraten van Roermond en Venlo stellen een verzoekschrift op aan het bureau van finantiën te Brussel om verlenging te bekomen van het octrooi tot ontvangst van het licentregt in de beide steden, dat hun was afgestaan ten einde daaruit in het onderhoud van hunne garnizoenen te voorzien.

Minute, in omslag 34, N0 27.

1590, 20 Augustus. Op maendag nae onser liever Vrouwe hemelfaertsdacli. De magistraat van Roermond in aanmerking nemende dat na den grooten brand van 1554 und daerop alsbaldt ervolgte vielerhande ivieder-werdicheyt, gemeene trouhlen und heruerten ouch den alnoch ivczende inlandiss hriegswesen, de broederschap van O. L. Vrouw in de parochiekerk dreigde onder te gaan maakt een reglement ten einde die broederschap op nieuw in te stellen.

Afschrift in het register der broederschap van 0. L. Vrouw, bladz. 14.

-ocr page 138-

— 132 —

1592, 26 Januarij. Lutter van Vlodrop, erfvoogd van Koermond, en zijne echtgenoote Wilhelma de Reuter verdeelen met ingang van hun beider overlijden hunne bezittingen onder hunne beide kinderen. Jan en Marga-retha van Vlodrop, deze laatste gehuwd met Herman van Cortenbach. Door deze verdeeling zal Jan van Vlodrop de erfvoogdij vau Roermond met alle daartoe behoorende goederen en geregtigheden zooals ook de heerlijkheid Leeuwen in eigendom verkrijgen, terwijl aan Herman van Cortenbach verschillende andere goederen worden toebedeeld, waaronder ook de veren op de Roermondsche en Hornsche Maas. Er is echter tot voorwaarde gesteld dat Jan van Vlodrop, mits betalende aan van Cortenbach eene som van 3250 brabandsche guldens, die veren ten allen tijde in eigendom zal kunnen verkrijgen.

Afschrift, in omslag 34, N0 29.

1592, 10 November. Gregorius Gherinx, vicaris-ge-neraal en deken, Lambert Marselbroick, Hendrik von Harttenfeldt en Wijnand Kirckroede, kanoniken, handelende uit naam van het geheele kapittel der kathedrale kerk van den H. Geest te Roermond, verklaren ten overstaan van rigter en laten van Leeuwen en van de schepenbank van Vlodrop en Posterholt in het ambt Montfort, dat zij wegens die sen langhwerenden schedlichen kriech und dairdorch opgedrongenen contribution, schattingen, Ihenongen und extorsicn soivol von Co. ma1' vianden alss anderen gcschehcn, eene kapitale hoofdsom hebben opgenomen ten bedrage van 800 brab. guldens, iedere gulden tegen 20 brab. stuivers gerekend, van Jacob van Lom, Gerhart Maessen en Hendrik Hompesch als provisoren van het kollegie van den H. Hieronimus te Keulen; van deze hoofdsom beloven zij eene jaarlijksche

-ocr page 139-

rente te voldoen ten bedrage van 50 brab. guldens, en stellen tot zekerheid daarvan ten onderpand 1° den hof en het goed gelegen te Leeuwen naast Nunhems goed, zooals het kapittel dien hof van het Regulieren-klooster van St. Hieronimus te Roermond verkregen heeft ouer-mits incorporatie desscluen conuentz und allen synen goederen dorch consent van Pabstlicher Heiligheid und besonderen octroy Co. Ma1* zu Hispanien als hertzogen van Gelre, etc. en 2° hunne tienden in het kerspel van Vlodrop.

Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos VIII, Nquot; 51. Het stuk is doorgesneden, ten blijke van aflossing dezer hoofdsom.

1503, 23 April. Opten dry und twintigsten dach des maentz Aprilis. De geërfden, schepenen en inwoners van het kerspel Asselt en Swalmen verklaren dat zij in hunnen hoichsten meden ter onderhalt der reutteren hynnen der vleclc Montfort liggende, sunst tot h et along e der contribution tot Euremunde, Venlo en Geiler van de weduwe van Johan Bylien eene som van 130 daalders hebben opgenomen, iedere daalder gerekend tegen 30 Roermondsche stuivers, waarvoor zij haar jaarlijks zullen leveren vier malder rogge.

Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos IX, N° 39.

1593, 16 December. Den sesthiensten Decembris. Het kapittel der kathedrale kerk van den H. Geest te Roermond bekent schuldig te zijn aan het altaar van St. Mathijs in die kerk eene hoofdsom van 95 daalders, afkomstig van de kooppenningen van een huis in de hegstraat aan dat altaar toebehoorende en door het kapittel in het jaar 1590 wegens zijnen bouwvalligen staat verkocht.

-ocr page 140-

Aangezien het kapittel in zijnen aenliggendcn nooden van wegen der incorporierter gueder van de Regulieren, deze hoofdsom thans niet kan teruggeven belooft het daarvan eene jaarlijksche rente ten bedrage van acht brabandsche guldens te zullen voldoen.

Geauth. afschrift in het register van het altaar van St.

Mathijs, bladz. 44.

1594, 4 Junij. Alianora van Lynden, weduwe van Johan van Stalbergen thans echtgenoote van Arend van Brempt, en haar zoon Adam van Stalbergen verkoopen ten overstaan der schepenbank van Heringen aan Gadert Bijll het lijfgewinsregt, de erfcijnsrenten en alle gereg-tigheden, die zij bezitten op hun beider goederen genaamd dat guet a eng en eindt en het Pinartsguet te Heringen gelegen.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XI, N0 29.

1595. Verschillende stukken strekkende om het bewijs te leveren dat de steden Roermond en Venlo gedurende lange jaren in het bezit geweest zijn van vrijdom op den tol van Lith.

Orig. en afschrift, in omslag 33, N0 1.

1595, 21 Junij. De deken en het kapittel der kathedrale kerk van den H. Geest te Roermond verklaren dat zij vith dragcnder noet vund van tvegen allerley ontz daichlix aenvallenden heswehrnissen, so van con-tributien und andere onraitzpenningen, opgenomen hebben van Fredericus Janssen, pastoor, en van Marie Spietz, meesterse van het Begijnhof te Roermond, eene hoofdsom van 208 brab. guldens, iedere gulden tegen 20 brab. stuivers gerekend; zij beloven voorts van deze hoofdsom eene jaarlijksche rente te zullen voldoen van 13 brab. guldens.

Orig. perk. zegels verloren, in doos VIII, N0 54.

-ocr page 141-

1595, 13 October. De magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder dat sedert de reductie van Venlo aldaar licentregten op de rivier de Maas geheven worden, waardoor de handel van Roermond groot nadeel lijdt en met geheelen ondergang bedreigd wordt; de magistraat verzoekt den stadhouder bij het bureau van finantiën aan te dringen om den burgers der stad vrijdom van dat licentregt te geven.

Minute, in omslag 34, N0 23.

1595, 19 October. De stadhouder antwoordt op het schrijven van den magistraat van Roermond dd. 13 October, waarbij hem gevraagd wordt aan het bureau van finantiën vrijdom van licenten voor de burgers van Roermond te verzoeken voor de waren, die aldaar gelost worden; reeds vroeger heeft hij zulks gedaan maar het antwoord ontvangen dat hij, bekend zijnde met de geringe middelen des konings om in alle zwarigheden te voorzien ensonderlych int hetaclen der crychsluyden te remedicren, niet op vermindering der inkomsten maar liever op vermeerdering daarvan moet aandringen.

Orig. gedagt. uit Rijnberk cn get. Herman grave zu dem Bergh, in omslag 34, N0 24.

1595, 25 October. De magistraat van Roermond dringt nogmaals bij den stadhouder aan om ondersteuning en medewerking tot verkrijging van vrijdom van het licentregt te Venlo voor de waren, die door de burgers van Roermond in hunne stad gelost worden; hij geeft daarbij te kennen dat van het bekomen van dezen vrijdom de gantse tcederopcomjiste of titer contra by verifcygerongh derselver de gehele mine der stad afhangt.

Minute, in omslag 34, N0 25.

-ocr page 142-

1595, 3 November. De stadhouder antwoordt op het schrijven van den magistraat van Roermond dd. 25 October 11. dat hij niet ongenegen is om de stad sooviele menschelich ende moegeliclc is voir te staen endc hunnen oirhaer ende ivelvaeren te vervoerdcren ende helpen advanchieren, maar hij heeft vernomen dat de aartshertog Albertus van Oostenrijk reeds in Savoije is aangekomen om op het laatst van deze maand in de Nederlanden te zijn en dat alle zaken tot zijne aankomst uitgesteld worden; de stadhouder zal zich alsdan noodzakelijk met eenige afgevaardigden uit het Overkwartier naar Brussel moeten begeven ten einde hem te verwelkomen, bij welke gelegenheid hij in deze en meer andere zaken alle moegelieJce hulpe ende bevorderongh doen sal.

Orig. gedagt. uit Rijnberk en get. Herman grave zu dem Bergh, in omslag 34, N0 26.

1597, 12 Januarij. Die duodecima mensis Jannarij. De bisschop Hendrik Cuyck geeft zijne toestemming tot de inlijving van het klooster van reguliere zusters van den H. Augustinus te Well met dat van dezelfde orde te Oostrum, gemeente Venray, daar de inkomsten van het eerste klooster tot onderhoud der zusters niet toereikend zijn en het door de gedurige oorlogen en de strooperijen van de in den omtrek zich bevindende ketters aan verschillende ongemakken en gevaren is blootgesteld.

Geschenk van Mevr. de Wed. C. Ruys.

Orig. perk. lat. get. Henricus Episcopus Ruroemun-densis; Flor. Tsionqhen, secretaris, zegel verloren, in doos X, N» 41.

1597, 11 February. Karei de Berloo, bijgestaan door zijne moeder Johanna de Locquengien, douairière de Berloo, Philips Locquengien en Jean de Berloo, heer aldaar, ter eenre, en Agatha de Merode, dochter van

-ocr page 143-

— 137 —

IJsbrand de Merode en van Maria de Kulenborgh, bijgestaan door Jan van Berloo, graaf van Hozemont en door Willem van Merode, heer van Bar, van de andere zijde, stellen de voorwaarden vast, waaronder zij voornemens zijn een huwelijk aan te gaan.

Geauth. afschrift fr. afgegeven op 4 Mei 1669, door Godfried Everhart, stadhouder van Stein, get. G. Everhart en voorzien van zijn opgeplakt zegel, in omslag 32, N0 31.

1597, 11 Julij. Filips II schenkt aan de stad Roermond een octrooi waarbij de kermis, die tot dnsverre op pinksterdag een aanvang nam, verlegd wordt op den dag der H. Drievuldigheid; deze verlegging heeft plaats ten wille van veélderley overtredinge ende irreverentic, die soe op 't hoochtijt van Pinxtcn als sonderling op den dinsdag]i in de sclve iveecke plach te geschieden van wegen der voirss. liermisse ende j air nier cht ende noch meer om die overtredinge van den quatertemper vast end ach, doer het overcommen van vrunden totter hermisse, wacrdeur veel oersaehen gegeven ivorden tot Icettersche disputatien doer die ommeliggende Gulische ende andere neutrale provinciën, daer tot noch toe groote vrijheyt van sulex toegelaten is geweest, soedat die vremdelingen daer doer soe tegen d'insettinge der heyligen ende vasteldaegen, qiiestien waeren voortbrengende, als oeek tegen H gehot van seJcere verbode spijsen te derven, ende aerheyden alsoe om die simpele nienschen ende borgers der voorn, stadt tot verscheyde overtredinge der geboden der heyliger hereken ende tot vele dwalinghen te verlegden.

Op den omgeslagen rand staat: JBij den Coninch get. S. de Grimaldi.

Orig. perk. met het majesteits zegel van Filips II, in rood was, in doos IX, N0 3.

-ocr page 144-

— 138 —

1599, 29 Januarij. Henricus Cuyckius, bisschop van Eoermond. geeft volmagt aan Johan van Grootvelt tc Grave ten einde voor hem en in zijnen naam de goederen te bestieren afkomstig van de priorij van St. Walrijck, gelegen in het kerspel van Overasselt onder het bisdom van Roermond, welke priorij voor eenige jaren op verzoek en met octrooi van den koning van Spanje dooiden paus bij het bisdom gcincorporiert, toeghcvuccht ende geannexecrt is.

Orig. gedagt. uit Grave en get. Hcnricus Cuyckius, episcopus Rurcemundensis, met het opgeplakte zegel van den bisschop, in omslag 34, N0 17.

1599, 30 Junij. Johan van Vlodrop, erfvoogd van Roermond, verheft, ten overstaan van stadhouder en leenmannen der leenkamer te Roermond, het leen der erfvoogdij aldaar.

Afschrift, in omslag 40, N0 22.

1600, 23 Junij. Henricus Cuyckius, bisschop van Roermond, in aanmerking nemende dat de cantor tot dusverre als kanonik slechts eene stem in het kapittel en een koorstoel had maar geene gemeenschappelijke prebende en ook niet tot persoonlijke residentie gehouden was, verklaart in overeenstemming met het kapittel en Renier van Hillen, tegenwoordigen patroon van die cantorie, dat de cantor in 't vervolg met de overige kanoniken in alles zal gelijk gesteld worden en persoonlijke residentie zal houden; dat ook tot cantor ten allen tijde door den voornoemden patroon of door zijne wettige erfgenamen een persoon kan worden voorgedragen, die in de zangkunst ervaren en priester is of zulks binnen het jaar na de benoeming kan worden.

Orig. perk. lat. zegels verloren, in doos IX, N0 21.

-ocr page 145-

1601. 1 Mei. De deken en het kapittel der kathedrale kerk van Roermond, verklaren in desen hoochbestvccr-licken tijden dcses langduerigen inlandigen kriechs, uit hoger noot opgenomen en ontvangen te hebben van Gerard van Braeckel, priester en rector van het altaar van den H. Petrus in de parochiekerk te Roermond, eene hoofdsom van 550 gulden Brab. rentende jaarlijks 34 gulden 7% stuiver Brab. en gevestigd op een perceel akkerland genaamd S' Veters acker gelegen in de Oeler O.

In dorso staat: afgelost den Sden Mei 1C15.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XI, N0 3.

1601,'17 Mei. Henricus Cuyckius , bisschop van Roermond, hecht zijne goedkeuring aan de stichting van twee beneficiën, die door het legioen soldaten, bestaande uit Spanjaarden, Italianen, Franschen, Nederlanders en andere natiën, en welk legioen onder den naam van Unie van Weert bekend is, in de parochie kerk aldaar gedaan werd.

Geauth. afschr. lat. get. J. Lochen auctoritate regia notarius publicus, in omslag 34, Nquot; 35.

1601, 12 November. Livinus Botter, secretaris der stad Amersfoort, en Gijsbert van Langevelt, ter eenre, Mathijs van Mierlo en Mr Hendrik van Zijll, raad in het hof van Utrecht, ter andere zijde, maken als bloedverwanten een huwelijkscontract tusschen Evert Bottelen Ida van Mierlo.

Twee eensluidende orig. perk. get. Evert Doütr, Livinus Boller, Gysbert van Langevelt, M. van Mierlo, Henricus van Zijll, II. van Croonenberch, notaris, met twee zegels in rood en twee in groen was, in doos X, N0 27.

-ocr page 146-

— 140 —

1601, 15 November. De magistraat van Roermond geeft, bij vernieuwing, een gildebrief aan het gild der bakkers aldaar.

Minute, in omslag 36, N0 27; een geauth. afschrift bevindt zich in het gildeboek bladz. 559.

1603, 16 Mei. De aartshertogen verklaren een verzoekschrift ontvangen te hebben van Nay de Rouwe van den volgenden inhoud: Hij had sedert het jaar 1567 zijne geboorteplaats Zaltbommel verlaten om officieren en vasallen van wijlen koning Filips II te 'dienen, onder anderen de overledene heeren de Billy, Warluzel, Hel-mont, enz. Toen in 1586 Grave onder de gehoorzaamheid des konings gebragt was, werd hij wegens zijne verdiensten tot controleur der licenten aldaar benoemd en heeft die fnnctiën tot het verloren gaan der stad (1) uitgeoefend; daarna moest hij met verlies van woning en goederen, zonder middelen van bestaan met zijne vrouw en vier kinderen de stad verlaten ; hij verzoekt daarom tot controleur der licenten te Venlo benoemd of op eene andere wijze ondersteund te worden.

De aartshertogen kennen daarop gemelden Nay de Rouwe eene jaarwedde toe van 400 ponden van 40 grooten vlaamsche munt, de helft te betalen door Laurens Portmans, collecteur der licenten te Venlo en de wederhelft door IJdo Grammaye, landrentineester van het vorstendom Gelder en zulks tot zoolang hij wederom, hetzij door het hernemen van Grave in zijne vroegere betrekking geplaatst, hetzij in eene andere aangesteld worde.

Orig. perk. fr. zegel verloren, in doos IX, N0 28.

(I) Grave werd den 19 Sep»ember 1602 dour Maurits, prins van Oranje, ingenumen.

-ocr page 147-

— 141 —

1604, 31 Januarij. De staten van het land van Utrecht bekennen schuldig te zijn aan Evert Botter en zijne echtgenoote Ida, dochter van Mathys van Mierloe, eene jaarlijksche rente ten bedrage van 25 Carolus guldens, iedere gulden tegen twintig stuivers gerekend. De staten bekennen de hoofdsom van die rente ontvangen en aangewend te hebben tot de verdiepinge van den Rhyn tusschen Utrecht ende die vaert.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XII, N0 13.

1604, 10 April. Het hof van Gelder verleent kwijtschelding vau straf aan Jacob Ingenhof te Lobberich wegens het in staat van dronkenschap toebrengen van verwondingen aan zijne schoonzuster Johanna van Boickholt. ürig. perk. zegel verloren, in doos X, N0 25.

1604, 16 Junij. Johan Copper als gevolmagtigde van Anna van Lijnden, vrouwe te Hhnmen, Blitterswijk en Zinderen, verheft ten overstaan van het leenhof van Cuyck, het leen van het huis Blitterswijk met al zijne toebehooren, zoo alsook den hof op Tongerlo, gelegen onder de dingbank van Sevenum.

Orig. perk. get. Hendrik van der Locht, landtschriver des ampts Kessels, zegels verloren, in doos X, N0 23.

1604, 15 September. Het kapittel van den H. Geest te Roermond bekent opgenomen te hebben van Johan van Baexen van Uffelt eene som van zes honderd brab. guldens waarvan het eenen jaarlijkschen interest van 31)4 brab. gulden zal voldoen; het kapittel heeft deze som moeten opnemen uth groter mot tot betalinghc der sweren und alle jair toenemenden contributien, schulden und andere lasten des vergangen jairs die in tegenwerdige lozyringhe der gealtereerden soldaten up andere maniere uns niet muegclich gewest te verrichten.

Orig. perk. zegel verloren, in doos IX, N0 41.

-ocr page 148-

— 142 —

1604, 9 November. Bisschop Hendrik Cuyck schrijft aan den eletto en zijn raad te Koermond dat hij nog geen antwoord op zijn laatsten brief gekregen heeft en dat de nood der Roermondsche burgers, die zijne tus-schenkomst verzocht hebben op het hoogst gekomen is. De burgers zijn, zegt de bisschop, in de onmogelijkheid het vuur en licht in de wachthuizen te verschaffen, te meer daar hun handel geheel verloopen is, weshalve hij hun verzoekt barmhartig te wezen en zich de apostolische woorden te herinneren dat het oordeel zonder barmhartigheid hem te wachten staat die geene barmhartigheid uitoefent.

Orig. lat. gedagt. uit Gelder en get. Henricus, episcopus Ruraemundensis, in omslag 31, N0 36.

1605, 16 Julij. Winand van Oeijen en zijne echtge-noote Maria van Vogelsanck verkoopen ten overstaan van schepenen van Venlo aan Mathys van Litt en zijne echtgenoote Maria Bijll twee stukken akkerland gelegen op Reuniifzcamp.

Hierin komen voor: Johan Romer, schout, Michiel van den Hergraeff en Adam Damen van Lentholt, schepenen.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 31.

1605, 3 Augustus. Nicolaas Spe doet, ten overstaan der schepenbank van Maasniel, afstand van zijn vruchtgebruik op verschillende landerijen onder die schepenbank gelegen ten behoeve van zijne kinderen Hatard Spe en zijne echtgenoote Elisabeth in der Horst, Conrad van Velrad te Paarlo en zijne echtgenoote Anna Spe, die vervolgens deze landerijen aan Dirk van Leven overdragen.

Geschenk van Mevrouw de Wed. C. Ruys.

Orig. perk. waaraan nog hangt het schepenzegel van Maasniel, in groen was, in doos X, N0 38.

-ocr page 149-

— 143 —

1605, 10 September. De magistraat van Roermond en Johan van Vlodrop, erfvoogd aldaar, maken eene minnelijke overeenkomst in een geschil over eenen aanwas, die langs beider eigendommen uit de Maas ontstaan was.

Ong. get. Johan van flodorp, erffbegh; Geraydt Creyarts, tydtlicke burg1', in omslag 41, Nquot; 2.

1605, December. De magistraat van Roermond verzoekt aan het bureau van finantiën te Brussel om gelijken vrijdom van tol op de rivier de Maas te verkrijgen als door de stad Venlo genoten wordt; daar deze laatste stad zoo bevoordeeld is heeft Roermond menig verlies geleden vermits een groot gedeelte van hare inwoners zich te Venlo is gaan vestigen. De magistraat vermeent dat Roermond evenveel, zoo niet meer regt op dien vrijdom heeft, aangezien zij door het logeren ende accommoderen van de gemutincerde soldaten buitengewoon veel heeft te lijden gehad.

Orig. in omslag 33, N0 18.

1606. Rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven van het kollegie genaamd het Roermondsche huis te Keulen over de jaren 1601 tot en met 160G.

Minute, in omslag 37, N0 4.

1606, 9 Februarij. Ranuce Farneze schrijft aan den aartshertog Albert dat hij van den terugkeer van Alberto Strulli naar Brussel gebruik maakt om zijne hoogheid de hand te kussen en zijn onvoorwaardelijken wensch te kennen te geven van steeds haar trouwen dienaar te willen zijn. Tevens beveelt hij gemelden Strulli in de gunst van zijne hoogheid aan, haar verzekerende dat hij voor iedere welwillendheid van haar kant zich zeer verpligt zal achten.

Orig. Italiaansch, gedagt. uit Parma en get. Ranuccio Farnese, in omslag 31, Ne 25.

-ocr page 150-

— 144 —

1606, 8 Junij. Het kapittel der kathedrale kerk van den H. Geest te Roermond bekent schuldig te zijn aan het convent genaamd In gen ivey te Venlo eene hoofdsom van 1000 brahantsche guldens rentende jaarlps 62gt;£ brab. gulden en gevestigd op den aan het kapittel toebehoorenden pachthof genaamd Graet onder de gemeente Swalmen gelegen.

Orig. perk. zegel verloren, in doos X, N0 59.

1606, 18 Julij. Mathias Boener schrift aan Henricus Cuyckius, bisschop van Roermond, dat hij de voorwaarden der school aan den bewusten persoon heeft gezonden en verklaard; dat deze wel verlangt naar Roermond te komen, maar wegens onveiligheid der wegen uitstel verzoekt.

Hierbij een brief van dezelfde dagteekening van Guiliel-mus Melart, den in het vorige schrijven bedoelden persoon, waarbij hij een uitstel van zes weken verlangt.

Twee orig. lat. gedagt. uit Leuven het eerste get. Mathias Boener en liet tweede Guilielmus Melart, in omslag 34, N0 30.

1606, 15 September. Johan van Vorst en zijne echt-genoote Agnes Middelmans dragen, ten overstaan der schepenbank van Roermond, over aan Gerard Willem van Braeckelen eene jaarlijksche rente van 16 Horn-sche guldens, verschuldigd door de stad Roermond.

Hierin komen voor: Gerard Heyster, schout, Gerard Kochs Janszoon en Arnold van Horpusch, schepenen.

Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos XI, N° 30.

1606, 22 December. De bisschop Hendrik Cuyck geeft, op verzoek van het kapittel van den H. Geest, zijne toestemming tot de inlijving bij dat kapittel van

-ocr page 151-

de landerijen afkomstig van de stichting van verschillende wekelijksche missen, die door Hubertus de Campo gedaan werd; tevens geeft hij de vergunning om uit de inkomsten dier landerijen voortaan slechts ééne wekelijksche mis te leze nen zulks omdat die landerijen, langs de rivier gelegen zijnde, veel grond verloren hebben en de inkomsten daarvan niet meer voldoende zijn om de stichting hare volle uitvoering te geven.

Orig. perk. lat. get. Henricus episeopus Ruremundensis, voorzien van het uithangend zegel des bisschops op papier gedrukt, in doos XI, N0 2.

1606—1608. Corst van Berkelaer en Jan Boen, kerkmeesters der parochiekerk van Roermond, leggen rekening af van de inkomsten en uitgaven dier kerk over de jaren 1606, 1607 en 1608.

Drie orig. ter goedkeuring get. door Johan van Hillen, Gerardt Creijarts, J. van Ryckenroy, in omslag 34, N0 14.

1607, 15 September. De aartshertogen verleenen ten behoeve van Walram van Wittenhorst, heer van Horst, opschorting van alle regtsgedingen tegen hem ingesteld door Walraven van Erp, Engelbert van Holt-meulen en Johan van Leeraerdt, en geven hem een uitstel vau drie maanden om zijne genoemde schuld-eischers te betalen.

Orig. perk. fr. get. S. de Grimaldi en voorzien van het opgeplakte zegel der aartshertogen, in doos X, N0 22.

1608, 17 Mei. Johan van Vlodrop, erfvoogd van Roermond, benoemt ten overstaan van stadhouder en leenmannen der leenkamer te Roermond, zijne echtgenoote Elisabeth van Hanxler tot vruchtgebruikster van alle goederen, die hij bij zijn overlijden zal nalaten; tevens

40

-ocr page 152-

— 146 —

bepaalt hij het gedeelte, dat aan Lucia van Vlodrop, hun beider eenig kind, zal moeten gegeven worden, wanneer zij met toestemming harer moeder in het. huwelijk zal treden.

Afschrift, in omslag 40, N0 23.

1608, 10 Augustus. Ranuce Farneze verzoekt aan Alberto Strulli hem eene opgave te zenden van al de diensten door den kapitein Alexander Ceredolo aan den koning bewezen. Hij belast hem tevens een authentiek uittreksel te zenden van de aanstelling van dien Ceredolo, en zoo het hem toeschijnt dat daarin iets ontbreekt er getrouwe mededeeling van te doen.

Orig. Italiaansch, gedagteekend uit Parma en get. Ranuccio Farnese, in omslag 31, N0 26.

1609, 8 April. Het hof van Gelder te Arnhem doet uitspraak in een geschil tusschen de stad Iloermond en Sabina van Egmont, princes van Gaveren, weduwe van den graaf van Solms, waarbij de stad Roermond in haren vrijdom op den Moerschen tol te Tiel gehandhaafd wordt.

Afschrift met verschillende stukken daarop betrekking hebbende, in omslag 32, N0 36.

1609, 22 Mei. Henricus Cuyckius, bisschop van Roermond, schrijft aan zijn rentmeester Johan van Grootvelt te Venlo ten einde hem te verzoeken thans bij gelegenheid van het bestand werk te maken van de priorij van Walrijck te Nederasselt in het land van Maas en Waal, waarvan hij hem als administrateur heeft aangesteld. De ontvanger zal daartoe de hulp en bijstand inroepen van den ambtman van Maas en Waal 's bisschops geaffection-nerden vrundt.

Orig. gedagt. uit Roermond en get. Henricus, episcopus Rurcemundensis, in omslag 34, N0 16.

-ocr page 153-

1609, 22 Julij. Henricus Cuyckius, bisschop van Roermond schrijft aan Grootvelt te Middelaar dat hij het van hem ontvangene schrijven aan zijn broeder te 's Gravenhage zal zenden, die onlangs bij hem was en zich met de zaak van de priorij van Walrijck heeft belast; deze priorij werd omstreeks 50 jaren geleden op verzoek van den koning van Spanje door den paus bij het bisdom ingelijfd; hij vertrekt heden tot reconciliatie der kercken ende wydinge der altaren door zijn bisdom en weet niet of hij daarvoor ook te Middelaar moet komen.

Oi'ig. get. Henricus, episcopus Ruroemmidensis, in omslag 34, IS0 15.

1610, 27 Julij. De aartshertogen hechten hunne goedkeuring aan een besluit der schouten van de vier kwartieren der Meijerij van 's Hertogenbosch, strekkende om aan het kollegie der Societeit Jesu, in die stad op te rigten, eene bijdrage te verleenen van 10000 Carolus guldens; zij doen zulks opdat die oprigting niet alleen ten voordeele der stad 's Hertogenbosch maar ook tot nut en welvaart van de inwoners der Meijerij strekke.

Gelijktijdig afschrift, in omslag 31, N0 38, met een geauth. afschrift get. van Leeuwen, notarius publicus, in omslag 3-i, N0 20.

1611, 29 Maart. Michiel Goetsen van Oil verkoopt ten overstaan der schepenbank van Beegden aan Hiero-nimus van den Kerckhove en zijne echtgenoote Beatrix van Eyl verschillende perceelen akkerland en grasgewas onder die schepenbank gelegen.

Orig. perk. zegel verloren, in doos X, N0 63.

1613, 29 November. Elisabeth Heufft, weduwe van Mathis van Lom, bekent ten overstaan der laatbank

-ocr page 154-

van Leeuwen schuldig te zijn aan Elisabeth Heufft, weduwe Puitlinck, eene hoofdsom van 400 zilveren Filips daalders, gevestigd op haren hof onder die laat-bank gelegen en gênant Heuffts hoff.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 20.

1614. Peter Tusschen van Thorn herroept, ten overstaan van twee schepenen van Roermond, hetgeen hij te Wessem in tegenwoordigheid van eenige personen gezegd had, namelijk als zoude Geert Pelssers, wonende aan 't Zwartbroek te Roermond, wegens tooverij in hechtenis genomen zijn om den volgenden dag met het vuur geexecuteerd te worden; hij verklaart dat dit gezegde op een misverstand berust en hij Geert van Melick bedoeld heeft die wezenlijk als toovenaar verbrand werd.

Minute, in omslag 37, N0 5.

1614, 16 Junij. De paters Jesuieten te 's Hertogenbosch geven aan de rekenkamer van Brabant te kennen dat het plein vóór de school van hun kollegie gelegen te klein is voor de 800 studenten, die daarin onderrigt ontvangen, en zij dit op eigene kosten wenschen te vergrooten ten einde daarover tevens den toegang te maken tot eene kerk; zij worden evenwel in beide zaken verhinderd door zeker loopend water ter breedte van 15 voet. De kamer schenkt hun de vergunning om het bedoelde water te laten overwelven en tot het verlangde oogmerk inrigten.

Orig. perk. fr. get. L. Boxhorn, met het opgeplakte zegel der kamer in doos X, N0 26.

1615, 12 November. Johanna de Haen verkoopt ten overstaan der laatbank van de erfvoogdij van Roermond een perceel akkerland, gelegen buiten de Nielre poirte aan Peregrinus Vogels.

-ocr page 155-

Hierin komen voor: Nicolaas Spe, schout, Dirk van Lieven en Jan van Nuinhem, laten der erfvoogdij.

Oiig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 58.

1016, 13 Maart. Leonard Tolhuyss van Heinsberg bekent, ten overstaan der schepenbank van Roermond, schuldig te zijn aan Jacob van Berck, raad-ordinaris in het hof van Gelder te Roermond, en zijne echtgenoote Gerbrecht Brandts eene jaarlijksche . erfrente van 18 gulden 15 stuiver Roermondsche munt, gevestigd op een huis gelegen achter de meeïwage.

Hierin komen voor: Christofi'el Braetz, schout, Arnold Heufftz en Willem Moeits, schepenen.

Door een transfix van het jaar 1684 draagt Joannes Gregorius Wilhelmi, pastoor van Maasniel, krachtens testament van den kanonik Huberti, deze erfrente op aan de parochiekerk te Roermond, ten behoeve van de gemeyne ende generaéle presentiën van den parochialen choor tot een jaerlicx anniversarium van wijlen den horgemccster ende schepen Peter Claessen ende Johanna Bisschops chduijden.

Hierin komen voor: Bernard Albert van Lom, schout, Martijn van de Velde en Arnold van Aefferden, schepenen.

Twee orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos XI, N0 14.

1616, 1 April. Schepenen, geërfden en inwoners van het kerspel Linne bekennen dat zij, als hebbende hie-hevoren in hunnen no eden tot vuytlossinge der ge ex ecu-tierden so dat vors. herspel van tv eg en achterstediger contrihution tinnen sgravenweert tmd anderswoe sittende gehat, van wijlen Herman van Botzeler, in leven pastoor van Montfort, eene hoofdsom van 500 Roermondsche guldens hebben opgenomen; zij geven voorts te kennen

-ocr page 156-

— 150 —

dat vermelde som thans door Peter Roijen, raadsverwant van Roermond, aan de erfgenamen van dien pastoor werd terugbetaald, die ook daarenboven nog 100 daalders aan het kerspel heeft voorgeschoten. Zij verklaren derhalve aan Peter Royen schuldig te zijn eene hoofdsom van 650 Roermondsche guldens, waarvan zij eenen jaarlijkschen interest beloven ten bedrage van 40 gulden 12)4 stuiver.

Twee orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos XI, N0 7.

1616, 10 Junij. De schepenbank van Swalmen verklaart dat Gerardus Schenck van Nydeggen, domheer te Luik, verschillende kapitalen, ten laste van het kerspel staande, heeft ingelost, weshalve zij bekent hem eene jaarlijksche rente schuldig te zijn ten bedrage van 78 gulden en een oort stuiver, Roermondsche munt.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XI, N0 26.

1616, 25 Junij. Tusschen de provisoren van het gasthuis te Roermond en den rector van het Eeidts dltaer in de kerk van O. L. Vrouw Munster aldaar, is het volgende akkoord getroffen:

De provisoren hadden den hof gelegen te Melick genaamd Beekerhof op 16 Maart 1583 van Johan van Moubeek, prior van het convent en godshuis van de orde van het H. Graf te Odiliënberg, aangekocht, maar moesten dien hof, overmidts den groeten jaemerlicJcen verderff, desolatie ende heroevinge van heesten ends andersins gecauseert deur die leste oirlogen onbebouwd laten en ten gevolge daarvan konden zij den daarop gevestigden last niet voldoen. Johan Crompvoets, pastoor op het begijnhof en rector van het vermelde altaar, bezitter van dien last verpachtte daarop den hof, maar staat hem thans wederom aan de provisoren van het

-ocr page 157-

gasthuis af, mits zij hem dien last jaarlijks wederom zullen voldoen en voor geledene schade eene som van twintig gulden zullen uitkeeren.

Orig. perk. get. P. Bossman, in doos IX, N0 25

1616, 16 Julij. Ruth Maessen van St. Joost verklaart

ten overstaan der schepenbank van Echt eene jaarrente

van zes gulden vijf stuivers Eurcinundsche tverunghe verkocht te hebben aan Olivier van Houthem, priester te Roermond.

Orig. perk. met het zegel en contra zegel van Echt, in groen was, in doos IX, N0 35.

1616, 8 September. Jan van Ryckenroy, secretaris der stad Roermond, verklaart dat gedurende de kermisdagen van dit jaar de kanonik Kueckhoven met de meesters van het brouwersambt de bediening van het brouwersaltaar in de moederkerk alhier aan Bernardus van Aecken hebben opgedragen

Orig. get. J. van Ryckenroy, Peter Roen, Dirck in den Maen, Thomas Bordels, in omslag 33, Nquot; 21.

1616, 6 October. Jacobus a Castro, bisschop van Roermond, schrijft aan het hof van Gelder dat zich te Aldekerk in de voogdij van Gelder eenige ketters bevinden, die schandalen plegen tegen de Roomsch katholieke religie; hij verzoekt het hof, ingevolge daaromtrent bestaande ordonnantie, die personen van daar te doen vertrekken daar hij zich anders genoodzaakt vindt daarover aan de aartshertogen eene klagt in te dienen.

Onder dezelfde dagteekening schrijft het hof aan Duycker, waarnemenden voogd van Gelder, om onmiddellijk aan het verlangen van den bisschop te voldoen.

Orig. lat. get. Jacobus, episcopus Rurcemundensis, en minute, in omslag 34, N0 31.

-ocr page 158-

— 152 —

1617, 5 Februaiij. Paus Paulus V bevestigt de overdragt van het bisschoppelijk paleis te Roermond aan de Jesuieten aldaar.

Orig. perk. lat. zegel verloren, in doos IX, N0 34.

1617, 7 Julij. Marcus van Doorne schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij zijn brief ontvangen heeft, waarin hem zijn medeburger Odenhoven, die kweekeling is van het Germaansch kollegie te Rome, wordt aanbevolen; van Doorne verzekert don magistraat dat hij het jonge mensch zal voorthelpen, maar dat het kanonikaat van Thorn reeds vergeven is; ondertusschen zal hij hem ondersteunen, om zijne verdiensten en om de verpligtingen, die hij aan den magistraat heeft.

Orig. lat. gedagt. uit Rome en get. Marcus van Doorne, in omslag 33, N0 10.

1618, 18 Januarij. Jacob Berch, Stoven van Opspringen, Klaas Beerten en Hilla Graus, als erfgenamen van Ger-trudis, dochter van Johan van den Berg, bekennen ten overstaan der schepenbank van Linne, schuldig te zijn aan de parochiekerk te Roermond eene hoofdsom van 50 Roermondsche guldens, rentende jaarlijks drie gulden 2 gt;3 stuiver en gevestigd op een perceel akkerland onder die schepenbank gelegen.

Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos X, N0 54.

1618, 30 Januarij. Anthonis, zoon van wijlen Michiel Daniels te Tilburg bekent schuldig te zijn aan Geerling Ruys, ten behoeve der reguliere zusters van het convent van den St. Annenborch te 's Hertogenbosch eenen jaarlijkschen erfcijns ten bedrage van twaalf Carolus guldens, gevestigd op zijn huis en erf gelegen te Tilburg ter plaatse genaamd de StocMmssélt.

-ocr page 159-

Als getuigen komen hierin voor Tilman Jan Thielmans en Jacob Vercuylen, schepenen te 's Hertogenbosch.

Orig. perk. met de zegels der twee getuigen, in groen was, in doos X, N0 52.

1618, 2 November. Adriaan Wyflet, ridder, verkoopt ten overstaan der schepenbank van Doornik aan Nicolaas Zous, bisschop van 's Hertogenbosch, twee renten verschuldigd door de staten van Brabant, de eerste ten bedrage van 12% Carolus gulden, met de achterstallige rente sedert 1600, en de tweede ten bedrage van 5 Carolus gulden met de achterstallige rente sedert 1606, en zulks voor eene hoofdsom van 470 Carolus guldens, die genoemde Adriaans verklaart van den bisschop ontvangen te hebben.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XI, N0 34.

1619, 5 February. Jan van Bracht en zijne echtge-noote Catharina Winckens bekennen, ten overstaan der schepenbank van Koermond, schuldig te zijn aan het altaar van St. Mathijs in de H. Geestkerk alhier eenen jaarlijkschen cijns ten bedrage van zes rijders, elke rijder gerekend tegen 24 Koermondsche stuivers, gevestigd op hun huis gelegen op den Steeicegh (Steenweg?).

Geauth. afschrift get. D. Verclincken, in het register van het altaar van St. Mathijs, hladz. 56.

1619, 16 Julij. Margaretha de Groot, echtgenoote van Geurt Fabri, en haar zoon Sybert de Groot ver-koopen ten overstaan van schepenen van Roermond eene rente van 12 gulden 10 stuivers, iedere gulden tegen 20 bb. stuivers gerekend, aan Johan Crompvoets, pastoor, en zijne zuster Catharina, matersse opt Nyenhoff te Roermond ten behoeve der kerk van het begijnhof.

-ocr page 160-

Hierin komen voor: Christoffel Braets, schout, Gerard Creyarts en Arnold van Horpusch, schepenen van Roermond.

Orig. perk. get. J. v. Ryckenroy, met drie beschadigde zegels, in groen was, in doos IX, N0 12.

1619, 20 Julij. De aartshertogen verleenen aan Johan Verhaegh, wegens diensten bewezen bij de toezigt op den tol te Lith, een jaarlijksch pensioen van 100 ponden vlaamsch, ieder pond gerekend tot 40 grooten, betaalbaar uit de opbrengst der licenten te 's Hertogenbosch.

Orig. perk. fr. get. Verreyken, zegel verloren, in doos X, N» 34.

1619, 12 Augustus. Nicolaas Spee von Vorst, schout, en de schepenen der dingbank van Herten, Merum en Ooi houden een onderzoek door getuigen, strekkende om het bewijs te leveren dat de burgers van Eoermond steeds vrijdom genoten hebben op den tol te Batenburg, te Herwarden of den Meurschen tol.

Orig. met de opgeplakte zegels van den schout en van de schepenbank, in omslag 33, N0 16.

1619, 22 Augustus. Schepenen en geërfden van het kerspel Asselt en Swalmen verkoopen aan Koenraad Haecken, deken der collegiale kerk te Heinsberg, eene jaarrente van 60 Roermondsche guldens, waarvan hun de hoofdsom is uitbetaald geworden.

Deze verkoop heeft plaats gehad omdat de schepenen meermalen van de rekenkamer te Roermond vernamen dat de heer van Hillenraad bij de aartshertogen pogingen aanwendde om de pandschap van Asselt en Swalmen, die hij van eenen vroegeren hertog van Gelder bekomen had, erfelijk te maken en alzoo souverein heer van dat kerspel te worden; dat de aartshertogen echter genegen

-ocr page 161-

— 155 —

waren het pandschap van den heer van Hillenraad in te lossen en groote voordeelen aan het kerspel beloofden wanneer het daartoe eene geldelijke ondersteuning schonk, zoodat het dan ook daartoe eene som van 1000 goudgulden beschikbaar gesteld heeft.

Bij een tweede charter van dezelfde dagteekening bekennen schepenen en geërfden tot hetzelfde doel eene hoofdsom te hebben opgenomen van den pastoor en meesterse van het Begijnhof te Roermond, ten bedrage van 300 gulden terwijl zij bij een derde charter van 24 Augustus 1619 nogmaals tot hetzelfde doel aan Maria Puitlincx verkoopen eene jaarrente van 12 dubbele Spaansche dukaten, waarvan hun de hoofdsom insgelijks werd uitbetaald.

Drie orig. perk. het eerste met één zegel en liet tweede met twee zegels in groen was, in doos IX, N0 17.

-ocr page 162-
-ocr page 163-

INVENTARIS

VAN HET

OUD ARCHIEF

DEE. GEMEENTE

ROERMOND

ROERMOND,

GEDRUKT BU J. J. ROMEN EN ZONEN.

4» STUK. 2d,gt; AFLKVBR1NG.

Bijlage tot het verslag van den toestand der gemeente over het jaar 1882.

-ocr page 164-

'

iis

-ocr page 165-

TIJDREKENKUNDIG REGISTER.

--^-«4--

OUD-GELDERSCH ARCHIEF.

---

1G57, Januarij—December. Eene menigte brieven van G. van Schelberg, agent der staten van het Overkwar-tier te Brussel, over de loopende zaken van het kwartier aan die staten geschreven.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. G. van Schelberg, in omslag 39, N0 1.

1G57. Verschillende stukken betrekking hebbende op een geschil tusschen de staten van het Overkwartier en den graaf van Huyn en Geleen aangaande de militaire inkwartieringen in Wachtendonck. Volgens deze stukken had gemelde graaf bij akte van 29 Januarij 1650 de stad, het land en de heerlijkheid Wachtendonk van den koning aangekocht; bij dezen verkoop was bepaald dat die stad het beneficie van neutraliteit zou blijven genieten, waarvan zij gedurende de onlusten en het bestand in bezit was en tengevolge waarvan zij niet met militaire inkwartieringen zoude bezwaard worden dan op den voet als zulks op het platte land en in de omliggende heerlijkheden geschiedt. De staten komen tegen deze pretentie van den graaf van Huyn op en geven aan den landvoogd hunne bezwaren daartegen te kennen.

Orig. en geauth. afschriften, fr. zooals ook een afschrift van den vermelden verkoop, in Doleantièn en orders, deel XI, bladz. 109—129.

-ocr page 166-

— 158 —

1657, January—Februarij. Briefwisseling tusschen de staten van het Overkwartier en Dederik Schenk van Nljdeggen en Gerard van Lom, afgevaardigden dier staten te Brussel, aangaande het doel hunner zending hun bij instructie van 15 October 11. medegedeeld.

Minuten en orig. in omslag 30, N0 35, en in Doleantiën en orders, deel XI, blad 19 en 28.

1657, Januarij—December. Verschillende brieven door den magistraat van Roermond geschreven aan de leden der staten om te verschijnen op de vergaderingen.

Minuten, in omslag 30, N0 15.

1657, 2 Januarij. De landvoogd geeft bevel aan de staten van het Overkwartier om alle betalingen aan het krijgsvolk te staken.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Coos-mans, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 31 en 61.

1657, 9 Januarij. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den stadhouder bevel gegeven heeft om de troepen van den prins van Condé in zijn gouvernement te logeeren.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 35.

1657, 31 Januarij. De staten van het Overkwartier berigten aan den bevelhebber van Erkelens dat zij van den magistraat aldaar klagten ontvingen over ongeregeldheden van zijne onderhebbende soldaten en verzoeken hem die te doen ophouden.

Orig. fr. in omslag 30, N0 18.

-ocr page 167-

— 159 —

1657, 1 Febr.—8 November. Verrchillende brieven van N. Cole, agent der staten van het Overkwartier te Brussel, waarin hij zijnen lastgevers van zijne werkzaamheden in het belang van het kwartier kennis geeft.

Orig. get. N. Cole, in omslag 39, N0 3.

1657, 13 Februarij. De magistraat van Venlo klaagt aan de staten van het Overkwartier dat de in Stralen geinkwartierde ruiters de huys- ende merclctluyden, die naar Venlo komen, aentasten, plunderen ende vuyt-schudden; verleden zaturdag nog hebben die soldaten eenigen lieden uit Kriekenbeek naar Venlo komende op de heide 20 steen vlas, 20 malder koren en andere waren afgenomen. Alhoewel de magistraat bij de overheid te Stralen eene klagt indiende ziet hij dat daaraan geen gevolg wordt gegeven, zoodat de dievervje ende roovervje ongestraft blijven; hij verzoekt derhalve den staten maatregelen te beramen om deze daden te keer te gaan en te vergunnen dat, wanneer iemand geplunderd wordt en hulp roept, da er op de huysluyden metten cloc-henslaeh ofte anders mogen vergaderen, te hulpe comen ende den patiënten secoureren.

Orig. get. Arssen, in omslag 30, N0 16.

1657, 14 Febr.—25 Mei. Briefwisseling tusschen de staten van het Overkwartier en den stadhouder, die zich te Brussel bevindt, voornamelijk over het te leveren onderhoud aan het krijgsvolk.

Orig. en minuten, in omslag 39, N0 2.

1657, Maart. Koning Filips benoemt Johan Vincent Schellart van Obbendorp tot drost van het ambt Kessel, ter vervanging van wijlen Marcelis van Gelder, heer te Arcen.

Afschrift in Doleantién en orders, deel XI, blad 39.

-ocr page 168-

— 160 —

1657, 3 Maart. De staten van het Overkwartier schrijven aan Hovines, chef president van den Raad van State te Brussel, vernomen te hebben dat de landvoogd, die eerst hot drostambt van Kessel aan den heer van Boeckholt beloofde, het thans dienstig acht dit ambt aan den meestbiedende te gunnen en het op die wijze aan den zoon van den heer van Geisteren zoude gegeven hebben. Deze handelwijs strookt niet met de belofte door den koning in 1655 gedaan orn geene steden, ambten of dorpen te verkoopen, te verpanden of op andere wijze te vervreemden; aangezien de staten tot het verkrijgen van deze koninklijke belofte hem eene som van 100000 gulden geschonken hebben, verzoeken zij den chef president dit onder het oog van den landvoogd te willen brengen, wien zij reeds een verzoekschrift toezonden, en hem te vragen de zoo plegtige belofte des konings niet te verijdelen en den haer van Boeckholt tot bovengemeld ambt te benoemen of ten minste aan de staten den weg van justitie open te laten.

Minute, fr. in omslag 30, N0 13.

1657, 3 Maart. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat zij de benoeming van den heer van Bocholt, lid der staten, tot het ambt van drost te Kessel verwacht hadden, waartoe de belofte gegeven was. Zij vernemen thans met leedwezen dat tot het bekomen van dit drostambt verschillende geld-aanbiedingen gedaan werden ; aangezien zij niet gelooven kunnen dat de landvoogd bij zijne aankomst aan de wereld eenen indruk zou willen geven . die nadeelig op 's konings dienst zoude 'werken, smeeken zij hem op dergelijke aanbiedingen geen acht te slaan en in het vroeger genomene besluit te volharden; de staten bekennen verpligt te zijn hunne goederen en hun leven

-ocr page 169-

— 161 —

voor 's koningsdienst veil te hebben, maar hunne eer was liua steeds zoo dierbaar dat de vorsten nooit eenigen inbreuk daarop hebben kunnen of willen maken. De staten hopen derhalve dat de landvoogd bij zijn eerste voornemen moge blijven en beloven in den ijver, dien zij steeds toonden, te volharden; welke ijver voorzeker seer sterk verflauwen zal zoodra de onderdanen zullen zien dat er voor verdienstelijke mannen geene belooning meer bestaat maar die belooning alleen kan verkregen worden door hen, die door hunne goederen en hun geld in staat zijn ze te koopen.

Gelijkt, afschrift, fr. in omslag 30, N0 9; afschrift in kwartiersrecessen, dee! XI, hladz. 185.

1657, 5 Maart. Koning Filips bekent van Johan Vincent Schellart van Obbendorp eene som van 70000 ponden van veertig grooten vlaamsche munt te hebben opgenomen tegen eenen interest van G'l, ten honderd; voor de zekerheid van deze som en hare interessen verpandt de koning aan Johan Vincent de beden, sub-sidiën, licenten, en andere regten en inkomsten van het Overkwartier.

Afschrift, fr. in Doleanliën en orders, deel XI, blad 41.

1657, 7 Maart. De landvoogd don Juan van Oostenrijk antwoordt op het schrijven der staten van het Overkwartier dd. 3 Maart 11. dat de zaak niet is zoo als zij door hen wordt voorgesteld; dat de vergeving van het drostambt van Kessel niet bij wijze van verpanding (d tiltre d'engagere ou oppignoration) geschiedde, maar bij eenvoudige benoeming, die slechts voor het leven van den benoemde geschiedde; dat deze eene som golds tegen betaiing van rente aan den koning heeft

-ocr page 170-

— 162 —

voorgeschoten is een feit, dat met de benoeming in geen verband staat, maar, in deze tijdsomstandigheden als een uitstekende dienst aan den koning bewezen, moet beschouwd worden.

Afschrift, fr. in kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 186.

1657, 9 Maart. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Gerard van Lom, burgemeester en schepen van Roermond, ten einde zich naar Brussel te begeven en bij den landvoogd aan te dringen zich met het aanbod der staten dd. 29 November 11. te ver-genoegen,of hem te verzoeken commissarissen te benoemen, waarmede de staten in nadere conferentie kunnen treden.

Minute, in omslag 30, N0 H.

1657, 10 Maart. De staten van het Overkwartier rigten een schrijven aan den landvoogd en aan den Raad van State te Brussel, inhoudende het verzoek om tot het ambt van raad in het hof van Gelder te Roermond, door het overlijden van Gerard Cox opengevallen, een bekwaam inboorling te benoemen.

Minute, fr. in omslag 30, N0 7.

1657, 10 Maart. De staten van het Overkwartier gelasten den landrentmeester generaal van het kwartier uit de onraadspenningen aan Johan van Cortenbach, erfvoogd van Roermond, te voldoen de som van 1805 gulden 10 st. Roermondsche munt wegens zijne presentiegelden bij de vergaderingen dier staten van 12 Junij 1651 tot 23 November 1656.

Minute, in omslag 30, N0 33.

-ocr page 171-

— 163 —

1657, 19 Maart—17 Mei. Briefwisseling tusschen de staten van het Overkwartier en Gerard van Lom, hunnen afgevaardigde te Brussel, over het doel zijner zending.

Minuten en orig. in omslag 30, N0 12.

1657, 23 Maart. De staten van het Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder dat de troepen van Condé onder het bevel van den overste Ravenal endc schier romtomme onder het canon van dese stad gelogeert alle straten en wegen uit de naburige landen herwaarts voerende bezetten ende den gacnden en reysenden man spalieren ende heroeffen, terwijl zij ook de schippers, die hunne waren over de Maas vervoeren, dwingen geld of waren te geven, hetgeen zeer groote schade aan de inwoners van Roermond berokkent; de staten verzoeken dat hieraan een einde gemaakt worde opdat die stad niet de noodighe lijftochte ende alle ververschinge sail affge-trocken worden.

Minute, in omslag 30, N0 10.

1657, 26 Maart. De landvoogd geeft bevel aan de staten van het Overkwartier om aan de recruten der troepen van den prins van Condé hetzelfde onderhoud te verschaffen als alle andere troepen genieten die in het Overkwartier gelogeerd zijn.

Orig. gedagt. uit Mons en get. Don Juan, Verreyken, en andere stukken daarop betrekking hebbende, in Dole-antiën en orders, deel XI, blad •43—50.

1657, 28 Maart. De staten van het Overkwartier schrijven aan den Raad van State bij geruchte vernomen te hebben dat sommige personen het aanbod gedaan hadden geld aan den koning voor te schieten om tot de betrekking van raad in het hof van Gelder te Roermond, door het overlijden van Gerard Cox opengevallen.

-ocr page 172-

— 164 —

benoemd te worden; de staten geven de hoop te kennen dat op dergelijk aanbod geen acht geslagen zal worden, maar dat tot het opengevallene ambt een persoon moge benoemd worden, die in liet kwartier geboren is en alle vereischten tot de waarneming daarvan bezit.

Minule, fr. met andere stukken tut die zaak betrekkin™ hebbende, in omslag 30, Nu 8.

1(357, 8 April. De landvoogd berigt aan de staten van het O verkwartier dat hij de bede, die zij, volgens hunne kennisgeving van 19 September 11. tot een bedrag van 60000 gulden hadden ingewilligd, heeft aangenomen.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 53.

1057, 9 April. De staten van het Overkwartier geven last aan Goswinus Dulcken, hunnen secretaris, om zich ten spoedigste naar Keulen te begeven en aldaar met den kolonel Lamp te onderhandelen; aangezien die kolonel van den landvoogd de aanwijzing hekomen hoeft omme mit syne ondergchoorige volclceren in des en quartier gerefrescheert te worden, zal hij trachten dit refreschement mit eenen lijdelicken penninclc aff te maeckcn soo ende gdijch hj in discretie cnde conscientie sal bevinden te hchoorcn.

Besluit in kivartiersrecessen, deel XI, bladz. 180 v0.

1657, 16, 18 April. De landvoogd geeft bevel aan den stadhouder en bij afzonderlijk schrijven ook aan de staten van het Overkwartier om aan de recruten van den prins van Condé onmiddellijk en zonder tegenkanting hetzelfde onderhoud te verschaffen als aan de overige troepen, die in het Overkwartier aanwezig zijn.

Twee orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 65, 67.

-ocr page 173-

1657, 18 April. De staten van het Overkwartier schrijven aan den eersten minister te Brussel dat het garnizoen van Wachtendonck zich van het stadhuis, den krijgsvoorraad en do poorten meester gemaakt en de burgers ontwapend heeft ; niemand kan meer de stad verlaten en alles bevindt zich onder den druk der soldaten; de staten verzoeken den minister den landvoogd hiervan in kennis te stellen opdat onmiddellijk maatregelen genomen worden om dezen staat van zaken te doen ophouden, die het land ten verderve moet brengen en dien zij niet in staat zijn te bedwingen.

Minute, fr. in omslag 30, Nquot; 17.

1657, 25 April. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwavtier dat aan de drie regimenten infanterie, die in het kwartier overwinterd hebben, tot dusverre nog niets gegeven is en geeft hun bevel onmiddellijk aan de officieren en soldaten drie maanden placquillios te verschaffen; wanneer zij daartoe moeijelijkheden opwerpen zullen deze soldaten op het platte land verdeeld worden in plaats van hen te laten oprukken.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en gel. Don Juan, Ver-reyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad GO.

1657, 20 April. De landvoogd antwoordt op een schrijven der staten van het Overkwartier dd. 10 Maart 11. dat hij bij het benoemen van een raadslid in het hof van Gelder, ter vervanging van wijlen Gerard Cox. acht zal slaan op het verzoek der staten, namenlijk om tot de opengevallene betrekking een geschikt inboorling te benoemen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 71.

-ocr page 174-

— 166 —

1657, 26 April. De staten van het Overkwartier berigten aan Gabriel Knorren, pastoor te Wankum, dat zij, alvorens den brief van den graaf van Suza aan den prins van Condé aangaande de klagten over het garnizoen van Wachtendonk geschreven aan zijn adres te verzenden, gaarne met hem daarover een onderhoud zouden willen hebben en hem verzoeken aanstaanden zaturdag daartoe naar Roermond te komen.

Minute, in omslag 30, N0 14.

1657, 1 Mei. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij kort geleden noodig geacht heeft de korapagnie van den luitenant kolonel d'Anguien uit de provincie Gelder naar Rocroy te verplaatsen; daar het echter niet billijk zijn zoude dat deze soldaten deswegens van hun winteronderhoud verstoken waren, geeft hij bevel hen van placquillios en fouragiën te voorzien, evenals de anderen, die in de provincie zijn gebleven.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleantièn en orders, deel XI, blad 73.

1657, 1 Mei. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier vernomen te hebben dat zij achterlijk blijven in het betalen der recruten van den prins van Condé niettegenstaande hij zulks uitdrukkelijk had bevolen; hij herhaalt nogmaals zijn bevel om zonder verwijl tot de betaling over te gaan.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleantièn en orders, deel XI, blad 75.

1657, 1 Mei. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de kompagnie van den graaf de Marchin, die zich in het kwartier bevindt, veel later het geld voor zijne recruten en remontepaarden heeft

-ocr page 175-

bekomen dan de overige troepen en uit dien hoofde niet te gelijk met die troepen kan oprukken; hij geeft derhalve bevel aan de staten deze kompagnie nog acht of tien dagen te logeeren nadat de anderen vertrokken zijn.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 77.

1657, 2 Mei. De staten van het Overkwartier schrijven aan den koinmandant van Erkelens vernomen te hebben dat hij aan den magistraat van Cruchten bevel gegeven heeft spoedig GO man naar Erkelens te zenden ten einde aldaar tegen den vijand te waken; zij moeten hem mededeelen dat zij dit bevel vreemd vinden aangezien hij daartoe niet bevoegd is; zij verzoeken hem zulks na te laten en indien zijn garnizoen niet sterk genoeg is om de stad te bewaren kan hij de hulp der naburige steden inroepen, daar de dorpelingen in den tegenwoordigen tijd werk genoeg hebben om nacht en dag hunne bezittingen tegen de aanvallen der Franschen te bewaken.

Orig. fr. in omslag 30, N0 19.

1657, 4 Mei. De bevelhebber van Erkelens antwoordt op het schrijven der staten van 2 Mei 11. dat zijn bevel aan den magistraat van Cruchten en Wegberg om 60 man naar Erkelens te zenden geschiedde op den uit-drukkelijken last van den stadhouder; hij had zulks verlangd aangezien hij redenen had eenen aanval te duchten voornamelijk op den 3dlt;!n dezer, zijnde de dag waarop de jaarmarkt moest gehouden worden, hetgeen aanleiding kon geven om eenen aanval op de stad te wagen.

Orig. fr. gedagt. uit Erkelens en get. Colins, in omslag 30, N0 20.

-ocr page 176-

— 166 —

1657, 7 Mei. De staten van het Overkwartier aangezocht door den graaf de la Suze om de fouragiën te leveren aan de remontepaarden van den prins van Condé, verklaren allen ijver en goeden wil te bezitten maar dat de mogelijkheid daartoe niet bestaat, zooals zij zulks reeds aan den landvoogd te kennen gaven.

Besluit in kwarliersrecessen, deel XI, bladz. 192.

1657, 8 Mei. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier vernomen te hebben dat zij, niettegenstaande zijne uitdrukkelijke bevelen, de drie maanden placquillios aan de regimenten van den graaf d'Isembourg nog niet betaald hebben; aangezien deze regimenten bevel gekregen hebben om op te rukken en zij dit zonder betaling te erlangen niet kunnen opvolgen gelast de landvoogd nogmaals den staten hun ten spoedigste en zonder verdere tegenspraak voldoening te geven.

Orig. fr. gedagt. uit Amiens en get. Don Juan, Ver-reijhen, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 81.

1657, 11 Mei. De landvoogd geeft aan de staten van het Overkwartier zijn ongenoegen te kennen om reden zij de recruten van den graaf van Condé nog geene voldoening gaven, niettegenstaande zijne herhaalde bevelen; hij geeft op nieuw bevel die betaling ten spoedigste te doen plaats hebben.

Orig. fr. gedagt. uit Amiens en get. Don Jnan, yer-reyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 83.

1657, 16 Mei. De staten van het Overkwartier rigten een schrijven aan den president van den Raad van State strekkende tot aanbeveling van hunnen syndicus Bossman ter benoeming tot de schepenplaats van Roer-

-ocr page 177-

— 169 —

mond, die door de bevordering van den licentiaat Lom tot raad in liet hof van Gelder opengevallen is.

Minute en een afschrift, fr. in omslag 30, Ne 0.

1G57, 20 Mei. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de luitenant kolonels en officieren der regimenten hoogduitsche infanterie van den prins van Nassau, van graaf d'Isembourg en Nassau Sarbruck hem andermaal geklaagd hebben geene betaling te erlangen; hij beveelt den staten aan die regimenten dadelijk te voldoen en hem niet te noodzaken dit bevel te moeten herhalen, terwijl hij hen tevens verwittigt dat zij de schade zullen te vergoeden hebben, die door de vertraging van die betaling zal ontstaan.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad. 85.

1057, 23 Mei. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat de officieren der troepen van den prins van Condé bij hun vertrek betaling verlangd hebben van de fouragiën voor hunne recruten, niettegenstaande het getal rations door hen gedurende vier in plaats van drie maanden genoten het vierdubbeld der werkelijk aanwezige soldaten bedraagt; dat ook de fouragiën aan de koninklijke troepen gegeven het bedrag van 150000 gulden voor bede en subsidie toegestaan, verre overschrijdt, terwijl de overlast in vroegere jaren op het kwartier gelegd het krediet der staten zeer verzwakt heeft en oorzaak is dat de arme onderdanen dit jaar niets meer kunnen opbrengen.

In margine geeft de landvoogd bevel aan de staten om aan de troepen van den prins van Condé de fouragiën te voldoen zoo als dit in zijn vroeger bevel was voorgeschreven.

Orig. fr. in inargine gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 90.

-ocr page 178-

— 170 —

1657, 26 Mei. De landvoogd beveelt aan den kolonel Lamp zich met de 500 in Duitschland geworvene en met de zich in het Overkwartier bevindende soldaten naar Doornik te begeven en schrijft hem den weg voor, dien hij zal hemen.

Afschrift, fr. in omslag 30, N0 22.

1657, 28 Mei. De landvoogd geeft bevel aan den stadhouder tot het beschrijven eener vergadering der staten van het Overkwartier in de eerste dagen van Junij aanstaande.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verre ijken, in Doleanüën en orders, deel XI, blad 100.

1657, 28 Mei. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat, alhoewel de koning door eenen zoo langdurigen en bloedigen oorlog op zoovele plaatsen en tegen zoo magtige vijanden gevoerd zijne middelen heeft uitgeput, hij echter alle de penningen uit zijne overige staten getrokken heeft overgezonden om deze volken te steunen in de verdienstelijke pogingen, die zij reeds langen tijd hebben aangewend ten einde zich onder zijne zachte en wettige heerschappij staande te houden; daar echter deze remisen niet spoedig kunnen ten gelde gemaakt worden en de tegenwoordige staat van zaken ook nog grootere sommen eischt tot het voortzetten van den oorlog, waarvan de aanvang door het nemen van St. Ghislain zoo voordeelig is, moet de landvoogd daarenboven nog een buitengewoon subsidie ten bedrage van 150000 gulden aan de staten vragen; hij hoopt dat zij dit zonder vertraging en zonder korting zullen inwilligen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleanüën en orders, deel XI, blad 98.

-ocr page 179-

— 171 —

1657, 28 Mei. De stadhouder meldt aan dc staten van liet Overkwartier uit hun schrijven te hebben vernomen dat 800 man van het regiment van Lamb spoedig in het kwartier zullen aankomen; de landvoogd, hem de dringende noodzakelijkheid kenbaar gemaakt hebbende om infanterie te bezitten op het oogenblik dat de vijand van alle kanten dreigt, en gewezen hebbende de moeiielijkheid om die in Duitschland te bekomen, gelastte hem tevensden staten te verzoeken voor het onderhoud van deze soldaten gedurende hunnen doortogt te zorgen. Hij zendt tevens een bevel van den landvoogd om deze soldaten bij hunne aankomst onmiddellijk naar Doornik te doen oprukken.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Ysinghien, met liet bevel van den landvoogd insgelijks gedagt. uil Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantieu en orders,

deel XI, blad 91—93.

1057, 1 .Tunij. De staten van het Overkwartier antwoorden op het schrijven van den landvoogd dd. 20 Mei 11. dat zij niets inniger verlangen dan in den ijver en den goeden wil, die hen ten allen tijde voor 's konings

dienst bezielde, te volharden, maar tot hun leedwezen

'

zijn zij thans in de volstrekte onmogelijkheid alles te doen wat hun gevraagd wordt; zij hebben aan de regimenten van den prins van Nassau en der graven d'Isembourg en Nassau Sarbruck reeds twee maanden placquillios verstrekt tot een bedrag van 23100 gulden en hopen derhalve van de betaling van den derden maand ontslagen te worden.

Minute, fr. in Doleautiën en orders, deel XI, blad 86.

: • i- •)

1657, 19 Julij. De ridderschap van het Overkwartier, vertegenwoordigende het eerste lid der staten, gedelibereerd hebbende over de aanvraag van een buitengewoon

12

(r

-ocr page 180-

— 172 —

subsidie van 150000 gulden en gelet op de redenen bij die aanvraag vermeld, als zijnde de groote forcc ends geivaldt ivaermede die fransche op dese landen van alle kanten aendringen, 'ticclch quaelych gek eert soude eonnen worden tenzij 's konings onderdanen daartoe bijdragen, voornamelijk daar de middelen ende secourssen van Spaignien door differente ongelucken schijnen te falieren, geeft hare toestemming tot een subsidie van 100000 gulden; zij stelt daarbij tot voorwaarde dat deze som volgens oude gewoonte over het land zal worden omgeslagen en dat het aan het hof van Gelder niet veroorloofd zal worden daertegen cenige surceantie van executie oft heleth te geven, onder welk voorwendsel zulks ook zijn moge.

Afschrift, in omslag 30, N0 27 ; een geaulh. afschrift, get. Verreyken, bevindt zich in Doleantiën en orders, deel XI, blad 225.

1657, 19 Julij. De steden van het Overkwartier, vertegenwoordigende het tweede lid der staten, geven insgelijks hunne toestemming tot het buitengewoon subsidie van 100000 gulden onder dezelfde voorwaarde als door de ridderschap gesteld werd, waarbij zij nog de uitdrukkelijke voorwaarde voegen dat het ambt van kanselier, thans vacerende, mag worden bekleed mit eene gegradueerde ende in reeht ende practicque ervaerenc persoone van den langen tabhaert, sonder dat dien aengaende eenige tot nochtoe ongeploegene ende ongehoirde nieuwicheyt sal worden ingevuert.

Afschrift, in omslag 30, N0 28; een geauth. afschrift, get. Verreyken, bevindt zich in Doleantiën en orders, deel XI, blad 227.

1657, 20 Julij. De schepenen ende regierders des kerspels Helden beklagen zich bij de staten van het

-ocr page 181-

— 173 —

Overkwartier over den Overste Mansauw, die met elf kompagniën ruiters van den prins van Condé op den lldcquot; Mei 11. in het kerspel gekomen is; deze soldaten deden zich niet alleen overvloedig^ onderhoudt voor hun ende die peerden geven, maar dwongen ook mit slaen, stootcn ende affhrechen der huyser merckeliche sommen van pennongen af zoodat zij als vijand niet erger zouden kunnen handelen. Zij hebben zich zelfs niet ontzien de kapel te plunderen ende die hcsluytinge offt caste van V H. Sacrament onchristeiicher tvyse op te slaen. Schepenen en regierders verzoeken dat de daardoor veroorzaakte schade door de generaliteit moge gedragen worden.

Orig. ia margine get. M. Joris, met eene bijliggende verklaring der schepenbank van Helden, get. Wilhelm, van Knippenberg, secret., in omslag 30, N0 1.

1657, 20 Julij. De schepenen en regeerders van Besel zenden aan de staten van het Overkwartier eene rekening ten bedrage van 984 gulden 17 stuivers Roermondsche munt, zijnde het bedrag der schade aan de inwoners van het kerspel veroorzaakt door het garnizoen van Wachtendonck onder aanvoering van den graaf de la Suze op 11 en 12 Mei 11.; zij verzoeken dit bedrag op hunne verschuldigde quota in de contributiën te mogen korten.

In margine geven de staten te kennen dit verzoek bij hooger hand te zullen ondersteunen.

Orig. in margine get. M. Joris, met de rekening gei. Henr. Crebbers, in omslag 36, N0 2.

1657, 20 Julij. De baron d'Ossery, kolonel van een regiment kavalerie in garnizoen te Roermond, geeft aan de staten van het Overkwartier te kennen dat de

-ocr page 182-

— 174 —

soldaten van zijn regiment noch brood, noch placquillios, noch fouragiën bekomen en liet hun ook verboden is te fourageeren. Hij verzoekt hun eenig onderhoud te verschaffen aangezien zij (zoo schrijft de kolonel) noch hunne paarden hunne voeten en handen niet eten kunnen.

In margine staat: Hier inne en can om de consequentie niet (jetreden worden.

Orig. fr. in margine get. M. Joris, in omslag 30, Nquot; 3.

1657, 21 Jiilij. Op het verzoek van Jonker Baexen om als lid der ridderschap tot de vergaderingen der staten beschreven te worden verklaren de staten tot nochtoe niet genoechsaem bericht te zijn ofte 't huys tot Nieuwerhroech (te Beesel) van aldts een adelycl; gcsee.s is.

Kwartiersrecessen, deel XI, biadz. 198.

1657, 1 Augustus. De staten van het Overkwartier in consideratie nemende de hesoignes, de dchvoiren ende hosten door den licentiaat Lom van 14 Maart tot 27 Mei van dit jaar ten dienste van het kwartier te Brussel aangewend, besluiten hem in plaetse van dachgclden de som van 540 brab. guldens toe te leggen.

Kwarliersrecessen, deel XI, bladz. 199 v0.

1657, 3 Augustus. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier door den stadhouder onderrigt dat de franschen eenen aanslag op de stad Gelder zouden kunnen wagen en het derhalve noodzakelijk is die stad met suffisante wachte van huysluyden ten platten lande te voorzien, bepalen dat daartoe het ambt Gelder dagelijks zal leveren 45 man, het ambt Kriekenbeek 35 man voor drie dagen, het ambt Kessel 35 man voor zes opvolgende dagen en het drostambt van Stralen 35 man op den 10d',quot; dag, insgelijks voor zes dagen.

Besluit in kwarliersrecessen, deel XI, bladz. 200.

-ocr page 183-

— 175 —

1657, 6 Augustus. De Raad van State te Brussel schrijft, bij afwezigheid van den landvoogd, aan de staten van het Overkwartier dat, aangezien volgens de ontvangene berigten de vijanden voornemens zijn op eenige plaats in het land van Gelder eenen aanslag te , wagen, hij aan den stadhouder prins graaf d'Isenghien gelast heeft 500 soldaten tot veiligheid der provincie te ligten. De Raad vertrouwt dat de staten daartoe hunne medewerking zullen verleenen en het onderhoud voor deze soldaten op de gewone wijze zullen bezorgen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Croonendall, in omslag 30, N0 4; een eensluidende brief aan den stadhouder bevindt zich in Doleantièn en orders, deel XI, blad 104.

1057, 8 Augustus. De landvoogd geeft akte van aanneming van het buitengewone subsidie ten bedrage van 100000 gulden door beide leden der staten van het Overkwartier ingewilligd. Hij beveelt beiden afzonderlijk hunne meening omtrent de benoeming van eenen kanselier in geschrift te brengen en hem die toe te zenden; hij hoopt dat zij de oude eensgezindheid onderling zullen bewaren, daar deze zoo noodzakelijk is voor 's lands welvaart, en dat zij zich met vereenigde krachten zullen beijveren om de ingewilligde som ten spoedigste beschikbaar te stellen.

Afschrift, fr. in omslag 30, N® 20. Het orig. gedagt. uit het leger te Féron, get. Don Ju an, Verreijken, bevindt zich in Lloleantiën en orders, deel XI, blad 224.

1 (i57, 11 Augustus. De staten van het Overkwartier antwoorden op het schrijven van den Raad van State dd. G Augustus 11. dat de gevraagde ligting in het kwartier, dat toch slechts een vierde gedeelte eener provincie uitmaakt, niet mogelijk is, en dat het kwartier nog

-ocr page 184-

veel minder in staat is het onderhoud voor die soldaten te bekostigen. Om echter voor de veiligheid te zorgen hebben zij op het platte land last gegeven dagelijks 80 man te leveren, ten einde de stad Gelder te verdedigen; dit nu valt den armen lieden reeds zeer zwaar in den tegenwoordigen oogst, waaruit zij hun onderhoud en het noodige ter betaling der beden en subsidiën moeten trekken.

Minute, fr. in omslag 30, N0 5.

1657, 18 Augustus. De Raad van State antwoordt op het schrijven der staten van het Overkwartier dd. 11 Augustus 11. dat hij om de redenen in dat schrijven vervat niet verder aandringen wil op de gevraagde ligting van 500 man; de raad heeft echter met genoegen vernomen dat de staten op het platte land last gegeven hebben dagelijks 80 gewapende mannen voor de veiligheid en de verdediging der stad Gelder te leveren.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Finia, in Dole-antiën en orders, deel XI, blad 130.

1857, 18 Augustus. De landvoogd geeft aan de staten van het Overkwartier akte van aanneming van eene ingewilligde bede ten bedrage van COOOO gulden voor een jaar aanvang nemende op den eersten Maart 1656. Hij geeft daarbij te kennen dat de staten ten opzigte van den gevraagden vrijdom van licenten op de granen, afkomstig van het eigen gewas der onderdanen, bij hem een afzonderlijk verzoekschrift kunnen inleveren daar deze zaak niets gemeen heeft met de inwilliging der bede; tevens belooft hij bij de verdeeling van de soldaten voor de aanstaande winterkwartieren het kwartier zoo min te zullen belasten als de dienst des konings toelaat.

Orig. fr. get. Don Juan, Verreyken, in Doleantièn en orders, deel XI, blad 132.

-ocr page 185-

1657, 26 Augustus. De ridderschap van het Over-kwartier, de akte van aanneming dd. 8 Aug. 11. gezien hebbende, verklaart met de conditiën cndc pretensiën der steden aangaande het vergeven van het kanseliersambt geen genoegen te nemen; zij wil daarover met die steden niet in vernere contcstatien treden, maar verzoekt den landvoogd dc voorss. practensiën door haere conquot; author it eyt genaedich te slichten ofte hj soodaenigh middel ende expedient faccommoderen als deselve in tjoede justitie ende politic sal vinden te heiveren.

Afscliril't, in omslag 30, N0 30.

1G57, 26 Augustus. De steden van het Overkwartier geven aan den landvoogd te kennen dat zij hunne toestemming tot het buitengewone subsidie gegeven hebben onder de uitdrukkelijke voorwaarde aangaande het ambt van kanselier, zoo als deze in hun schrijven van 19 Julij 11. te kennen werd gegeven; zij zijn echter tevreden als hun verschil van gevoelen met de ridderschap dooiden geheimen raad des konings of door het parlement van Mechelen beslist worde. De bovengemelde toestemming hebben zij van de benoeming van een kanselier afhankelijk gemaakt omdat de leden der ridderschap hun oepentlych vermeten ende vanteren te hebben derselver handt ende segel (van den landvoogd) dat het vacerende ambt van kanselier a en een van hunne litmaat, met vuytsluytinge van, die van den langen tabhaert sonde worden gegeven soo haest de 100000 gulden souden syn gefurneert, hetgeen eene nieuwigheid is waartegen zij moeten opkomen.

Afschrift, in omslag 30, Nquot; 31. Een geauth. afschrift gel. Joris, bevindt zich in Doleantiën en orden, deel XI, blad 236.

-ocr page 186-

— 178 —

1657, 27 Augustus. De staten van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder dat het kwartier door de gedurige invallen der Franschen veel geleden heeft en geheel te gronde zoude gegaan zijn indien niet alle wegen door zijne zorg met troepen waren afgezet geworden om den toegang te versperren en daardoor het land te beveiligen. Sedert het verlies echter der stad Montmedy naderen de vijanden dagelijks meer en meer en zijn onlangs tot in het ambt Montfort gedrongen, niettegenstaande de uiterste pogingen der landlieden om zulks te beletten; zoo hebben zij te Odiliënberg en te Roosteren geplunderd en wreedheden bedreven; zij hebben zich niet slechts vergenoegd het grootste gedeelte van het vee mede te nemen, maar zelfs eenige personen gevankelijk naar Thionville mede gevoerd ten einde van hen groote ransoenen te bekomen. Daarenboven hebben zij gedreigd spoedig met een grooter getal terug te komen om alles te vuur en te zwaard te vernielen, tot dat het kwartier gedrongen is voor hunne magt te bukken en zich aan hunne contributiën te onderwerpen. De staten verzoeken den stadhouder den landvoogd hiervan te verwittigen opdat hij maatregelen daartegen neme, aangezien het regiment ruiters van den kolonel Dossery en de kompagnie van den kapitein Egeren, als te weinig voltallig zijnde, niet in staat zijn het kwartier van deze invallen te vrijwaren.

Minute, met een afschrift, fr. in omslag 30, N0 25.

1657, 5 September. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier de ontvangst van het schrijven der ridderschap en der steden, beiden onder dagteekening van 26 Aug. 11. Hij hoopt de zaak aangaande het ambt van kanselier tot genoegen der beide leden van de staten te zullen regelen en kan tot grootere

-ocr page 187-

voldoening van beiden melden dat hij alvorens eene benoeming te doen liet advies van den geheimen en van den grooten raad zal inwinnen; er bestaan dus geene redenen meer om de uitvoering der akte van aanneming te vertragen en verzoekt beiden de toegestane som van 100000 gulden ten spoedigste op hun krediet te ligten.

Afschrift, fr. in omslag 30, N0 32. Het orig. gedagt. uit het leger te Steenvorde en get. Don Juan, Verrcyken, in Doleanlién en orders, deel XI, blad 234.

1657, 15 October. De landvoogd berigt aan de staten van het üverkwartier dat hij den stadhouder last gegeven heeft eene vergadering der staten te beschrijven en daarop namens den koning een voorstel te doen.

Orig. fr. gedagt. uit Duinkerken en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 13-i.

1C57, 15 October. De landvoogd geeft eene instructie aan den prins graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan den eersten raad in het hof van Gelder, ten einde in de eerstkomende vergadering der staten van het Over-kwartier namens den koning een buitengewoon subsidie ten bedrage van 150000 gulden en de verlenging dei-bede voor een jaar ten bedrage van (iOOOO gulden aan te vragen. Zij zullen aan de staten melden dat de landvoogd om den vijand uit het binnenste van het land te verwijderen eerst St. Ghislain hernomen en daarna Kamerijk ontzet heeft, dat door de Franschen en hunne Engelsche bondgenooten belegerd was; dat de remises, die uit Spanje moesten komen, door verschillende oorzaken , zooals door den oorlog, dien de monarchie tegen Engeland en Portugal moest voeren, en door de aangelegenheden van het keizerrijk zijn achtergebleven. De provinciën moeten daarom eene uiterste poging

-ocr page 188-

— 180 —

wagen om door het inwilligen van geldmiddelen in de kosten der winterkwartieren te voorzien, opdat de soldaten door eenige rust te genieten wederom te beter in staat zullen zijn de vermoeijenissen van een volgenden veldtogt te doorstaan, indien de vijanden de voorslagen tot vrede niet aannemen, die hun zoo dikwijls tot heil van het christendom gedaan werden.

Orig. gedagt. uit Duinkerken en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleantièn en orders, deel XI, blad 135, niet een afschrift aldaar, blad 244.

1657, 21 November. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier maken een akkoord met Jan Fostier over de levering van hooi en haver voor de paarden der soldaten, die in het kwartier zullen overwinteren.

Orig. get. Goss. Dukken, Jan Fostier, met het opgeplakte zegel ad causas dor stad Roermond, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 138.

1657, 18 December. De staten van het Overkwartier geven aan den landvoogd te kennen dat aangezien het kwartier van alle zijden door neutrale landen is ingesloten en verwijderd van de overige onder 's konings gehoorzaamheid staande provinciën, het meer dan andere gewesten aen den aenstoet der vijanden onderhevig is, voornamelijk aan dien der fransche garnizoenen van Thionville en Montmedy, die van langer handt ende voor eenige jao.ren hcrwaerts de bewoners van het kwartier mit branden, fang en ende spannen seer viandt-lyck hebben commen infest er en tea einde hen onder hunne contributie te brengen; alhoewel de staten mett alle moegelyeke diligentie bevoirdert hebben dat alle advenuen ende ingaende straeten ende wegen mit slaegh-boomen. landtwehren ende borstgraeven versien, oock

-ocr page 189-

— 181 —

mit doch- endc nachtwachten beicacrt syn worden, zijn die Franschen evenwel aan andere kanten het land binnengedrongen, hebben de wachten doodgeschoten of gevangen genomen en in de ambten Montfort en Erkeleus, in de heerlijkheden Blijenbeek, Wachtendonck, enz. de huizen en schuren in brand gestoken, meubelen en andere bezittingen geroofd en verschillende personen gevankelijk naar Thionville gevoerd, met het doel van hen een groot rantsoen te bekomen. Daar deze staat van zaken het kwartier geheel ten verderve moet brengen, wijzen de staten aan den landvoogd de middelen aan om hierin te voorzien met het dringend verzoek die ten spoedigste te willen aanwenden.

Minute, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 140.

1657, 22 December. De afgevaardigden der steden bij de staten van het Overkwartier geven aan den landvoogd te kennen dat de heer van Hoensbroek, drost te Gelder, onlangs zonder voorkennis van den stadhouder en in strijd met het voorschrift der aartshertogen, met slechts vier andere adellijke leden der staten eene vergadering gehouden heeft; alhoewel deze vergadering geen doel van algemeen landsbelang had maar tot hun eigen belang moest strekken, terwijl de overige adellijken en de afgevaardigden der steden niet opgeroepen waren, zijn daarin de gemelde drost en de heer van Hillenraad naar Brussel afgevaardigd op kosten van het kwartier, waartegen zij hierbij protest aanteekenen.

Minute, fr. met het protest get. A. van der Smitzen, in omslag 30, N0 26.

1G57, 26 December. De landvoogd geeft akte van aanneming van het door de staten van] het Overkwartier ingewilligde subsidie ten bedrage van 150000 gulden

-ocr page 190-

— 182 —

zooals ook der ingewilligde bede, ten bedrage van 55000 gulden.

Orig. gedagt. uit Gend en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 144.

1657, 31 December. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij volgens de generale repartitie van liet leger vijf „statenquot; kolonels en 25 kompagniën kavallerie der troepen van den prins van Condé naar het kwartier gezonden heeft om daarin te overwinteren; de staten zullen hen van placquillios en fouragiën voorzien op korting van de toegestane of nog in te willigen beden en subsidiën.

Bij schrijven van dezelfde dagteekening geeft hij berigt daarenboven nog 25 kompagniën kavalerie met 5 „statenquot; kolonels te hebben gezonden, die de staten op dezelfde wijze zullen onderhouden.

Twee orig. gedagt. uit Gend en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 146, 148.

1658, 1 Januarij. Reglement, waarnaar de officieren en soldaten, zoo kavalerie als infanterie, in de winterkwartieren hun onderhoud zullen bekomen.

Drie gedrukte exemplaren in Doleantiën en orders, deel XI, blad 150.

1658, 31 January. De landvoogd antwoordt op een schrijven der staten van het Overkwartier dd. 24 Januarij 11. dat aangezien in alle provinciën gedurende den winter de krijgslieden opgehoopt zijn, het onmogelijk is het Overkwartier minder te belasten; ook kan hij hun den last om de troepen in Gulik aanwezig te onderhouden niet kwijtschelden en geeft hun bevel die even als in de voorgaande jaren van het noodige te voorzien.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 161.

-ocr page 191-

— 183 —

1C58, February—April. Verschillende stukken handelende over de invordering der laatst toegestane bede van 100000 gulden en over de wijze, waarop de wanbetalers door militaire executie mogen gedwongen worden.

Ürig. en minuten, in Doleanliën en orders, deel XI, blad 179—197.

1G58, 9 February. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den stadhouder en aan Willem van Blitterswijck. eersten raad in het hof van Gelder, den last heeft opgedragen in hunne eerstkomende vergadering namens den koning een voorstel te doen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleanliën en orders, deel XI, blad 165.

1G58, 9 February. De landvoogd schrijft aan den stadhouder dat hij hem in het afgeloopene jaar gelast had bij de staten van het Overkwartier een buitengewoon subsidie van 120000 gulden aan te vragen om in de dringende behoeften te voorzien, maar dat de inwilliging der staten wegens gerezene bezwaren is achtergebleven; daar deze behoeften aanzienlijk grooter werden sedert de Engelschen in de provincie Vlaanderen zijn gevallen, het fort Mardijk en de stad Bourbourg bezet houden en met de Franschen eene overeenkomst gesloten hebben om deze provinciën te bemagtigen ten einde ze tusschen hen te verdeelen; daaruit toch zou een zeer groot nadeel voor de R. K. religie ontstaan. De landvoogd is daarom genoodzaakt buitengewone toebereidselen te maken en alle mogelijke middelen te zoeken, die geschikt zijn, om zoodra het jaargetijde zulks toelaat, den vijand uit die plaatsen te verdrijven; de stadhouder zal derhalve den staten de noodzakelijkheid van dit buitengewoon

-ocr page 192-

— 184 —

subsidie voor oogen stellen en er op aandringen dat zij het spoedig en zonder voorwaarden inwilligen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyhen, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 163.

1658, 1 Maart. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij reeds eenigen tijd geleden last gegeven heeft om hen te doen vergaderen ten einde over de aanvraag van een buitengewoon subsidie te beraadslagen; vermits hij daaromtrent tot dusverre geen berigt ontving, gelast hij den staten nogmaals spoed daarmede te maken want de tijd nadert om den veldtogt te beginnen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver--reyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 167.

1658, 3 Maart. De staten van het Overkwartier nemen Renier van Stepraedt tot lid der staten van 't Overkwartier aan, nadat de heer van Blijenbeek de echtheid van zijne vaderlijke, en de heer van Merwick van Kessel van zijne moederlijke kwartieren hadden bezworen.

Besluit in kivartiersrecessen, deel XI, bladz. 217.

1658, 6 Maart. De landvoogd aan de staten van het Overkwartier de ontvangst berigtende van hun schrijven dd. 6 February 11. zegt hen van de levering der placquillios en fouragiën voor de kavalerie te Gulik niet te kunnen ontslaan; zij moeten die op denzelfden voet als in vroegere jaren verstrekken.

Orig fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 169.

1658, 21 Maart. De landvoogd geeft akte van aanneming aan de staten van het Overkwartier van het

-ocr page 193-

— 185 —

door hen ingewilligde buitengewoon subsidie van 100000 gulden.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 171 ; met drie geauth. afschr. get. M. Joris, in omslag 30, Nu 36.

1658, 24 Maart. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier vernomen te hebben dat zij aan de troepen in het kwartier aanwezig nog geene plac-quillios gegeven hebben, waaruit de vrees ontstaat dat de soldaten zouden verloopen; hij gelast hun namens den koning deze betaling onmiddellijk te doen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 173.

1658, 28 Maart. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij, bevel gegeven hebbende om de recruten en remonten van den prins van Condé in het kwartier te ontvangen en te logeeren, den staten gelast hun insgelijks placquillios en fouragiën te verstrekken.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 175.

1658, 6 April. De staten van het Overkwartier besluiten Albert van de Winckele, raad in het hof van Gelder, een gelukwensch te schrijven wegens zijne bevordering tot kanselier van dat hof, waartoe hij onlangs door den koning benoemd werd.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 222.

1658, 15 en 29 April, 12 Mei. Drie brieven van den landvoogd aan de staten van liet Overkwartier, waarin hij hun verzoekt zijn vroeger bevel op te volgen en aan het krijgsvolk in het kwartier aanwezig ten

-ocr page 194-

— 186 —

spoedigste twee maanden placquillios en vier maanden fouragiën te verstrekken, aangezien hij anders genoodzaakt is andere maatregelen daaromtrent te nemen.

Drie orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Veneyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 190, 201 en 205.

1658, 1 Mei. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier een berigt ontvangen te hebben van den graaf van Grobbendonck, waarin hij meldt dat zijn tercio in het kwartier aanwezig zeer verzwakt is en hij dit voltallig wenscht te maken; hij geeft dientengevolge bevel aan de staten omquot; de door hem te werven recruten te logeeren in de plaats van de soldaten, die naar 't leger zijn vertrokken.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleanlién en orders, deel XI, blad 203.

1658, 17 Junij. De Raad van State schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de vijand het leger des konings heeft aangevallen en eenig voordeel op een gedeelte der infanterie behaald heeft, doch dat er hoop bestaat haar spoedig wederom te verzamelen ten einde dan met de kavalerie, die bijna niets geleden heeft en met den artillerietrein, die nog in zijn geheel is, hem op nieuw het hoofd te kunnen bieden; de Raad doet deze mededeeling namens den landvoogd ten einde bij de staten tevens aan te dringen om onder deze omstandigheden een buitengewonen dienst aan den koning te bewijzen, waartoe het voorstel binnen kort in hunne vergadering zal inkomen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Finia, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 209.

-ocr page 195-

— 187 —

1658, 18 Junij. De landvoogd maakt eene ordonnantie op het ligten van den ban en arrière-ban door alle provinciën onder het gebied des konings.

Gedrukt exemplaar, in Doleanliën en orders, deel XI, blad 213.

1658, 26 Junij. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de ontmoeting van 's konings leger met de vijandelijke troepen tusschen Duinkerken en Veurne deze landen aan een groot gevaar zal blootstellen, indien de moed der goede onderdanen van den koning zich niet met kracht verzet tegen de plannen, die Frankrijk door zijnen blinden hartstogt voor den oorlog en zijnen grooten afkeer van den vrede ontworpen heeft om deze provinciën in handen der Engelschen, de erfvijanden van ons H. Geloof, te leveren. Hij vindt zich derhalve genoodzaakt tot een middel zijne toevlugt te nemen, dat hij vroeger reeds met vrucht bezigde, namelijk het ligten van den ban en arrière-ban door alle provinciën, zoodat uit het Overkwartier driehonderd manschappen, met degens en geweren gewapend, zullen moeten oprukken. Hij vertrouwt dat de staten door de inwilliging van de middelen tot onderhoud voor deze manschappen op nieuw een bewijs zullen leveren van den ijver en de verknochtheid, die zij steeds tot behoud van het H. Geloof en 's konings dienst aan den dag legden.

Orig. fr. gedagt. uit het leger bij Veurne, en get. Don Jtian, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 211.

1658, 7 Augustus. De staten van het Overkwartier schrijven aan den prins van Condé dat zij, met zijne troepen na hen gedurende vier maanden in het Overkwartier

43

-ocr page 196-

— 188 —

te hebben onderhouden, bij hun vertrek nog eene overeenkomst sloten, waarin zij beloofden hun nog 1 }4 maand placquillios te zullen voldoen, te weten % maand onmiddellijk en het overige na tijdsverloop van twee maanden; dit geschiedde onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat, indien zij zich bij dat vertrek ongeregeldheden en afpersingen veroorloofden, de daardoor veroorzaakte schade van dien laatsten maand zou worden afgetrokken. Daar deze troepen in de verschillende dorpen, die zij doortrokken eene schade veroorzaakten ten bedrage van 1177% pattacon, verzoeken de staten den prins het bevel te willen verstrekken om dit bedrag van de placquillios van de laatste maand te mogen inhouden.

Minute, fr. in Doleanliën en orders, deel XI, blad 220 ; een afschrift bevindt zich in de kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 233 v».

1658, 16 Augustus. Lodewijk van Bourbon, prins van Condé, antwoordt op het schrijven der staten van het Overkwartier dd. 7 Aug. 11. en zendt tevens verklaringen, waaruit de gedeeltelijke onschuld zijner troepen in de veroorzaakte schade bij hun vertrek uit het kwartier zoude blijken. Hij verzoekt den staten van hunne vordering om het bedrag dier schade op deze soldaten te verhalen af te zien, aangezien zij het geld dringend noodig hebben na de groote verliezen, die zij in 's konings dienst geleden hebben.

Afschr. fr. in kwartiersrecessen, deel XI, blad 234 v0.

1658, 28 Augustus. De staten van het Overkwartier schrijven aan den prins van Condé dat zij, na kennis genomen te hebben van zijn schrijven van 16 Augustus 11., het besluit genomen hebben om de placquillios van

-ocr page 197-

— 189 —

de geheele maand aan zijne troepen te doen uitbetalen zonder korting der door hen veroorzaakte schade. De staten doen zulks in de hoop dat de prins zal zorgen om voortaan het arme kwartier voor dergelijke schade te behoeden.

Minute, fr. in Doleantiën en orders, deel XI, blad 221.

1658, 25 September. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij den stadhouder, graaf d'Isenghien, en den kanselier Albert van de Winckele, den last opgedragen heeft tot het aanvragen eener bede van 100000 gulden in hunne eerstkomende vergadering.

Orig. fr. gedagteekend uit Doornik, en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XI, blad 241, met een geauth. afschrift van den lastbrief, fr. aldaar, blad 240.

1658, 19 October. De landvoogd geeft eene instructie aan den prins graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan Albert van de Winckele, kanselier, tot het doen van een voorstel in de eerstkomende vergadering der staten van het Overkwartier. Zij zullen daarin den staten te kennen geven dat het bij de tot stand gekomen vereeniging van twee magtige vijandelijke legers het onmogelijk was hunne eerste pogingen te verijdelen, te meer daar de voornaamste krijgsmagt werkzaam was en ook de koning zijne zorgen voornamelijk gewijd heeft om aan het Christendom een Roomsch keizer te bezorgen, den oorlog tegen Portugal voort te zetten en de aankomst der Indische vloot te verzekeren; dat thans de vijanden zich op de behaalde voordeden verhoovaardigen en nog verder willen doordringen, zoodat het noodzakelijk is hun krachtigen wederstand te bieden en hunne pogingen

-ocr page 198-

— 190 —

te verijdelen; zij zullen daartoe in die vergadering eene bede aanvragen ten bedrage van 150000 gulden en den staten tevens kenbaar maken dat zij, voor het geval dat dit bedrag niet toereikend is tot het verschaffen van placquillios en fouragiën aan de krijgslieden in het kwartier, zij dit later zullen moeten aanvullen.

Bij een schrijven van dezelfde dagteekening geeft de landvoogd aan de staten kennis van deze lastgeving.

Afschr. fr. in Doleantiën en orders, deel XI, blad 247; met de vermelde kennisgeving, fr. gedagt. uit Dender-monde en get. Don Juan, Verreyken, aldaar, blad 249.

1658, 14 December De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij, besloten hebbende om het leger naar de winterkwartieren te doen vertrekken, het Overkwartier heeft aangewezen aan de regimenten infanterie van den graaf van Isenbourg en van den prins van Nassau; voorts geeft hij bevel hun placquillios en fouragiën te leveren en die op de beden en subsidiën te korten.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 1.

1658, 24 December. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat, behalve de reeds gezondene troepen, nog 28 kompagniën kavalerie van de troepen van den prins van Condé in het kwartier zullen overwinteren en gelast hun die insgelijks van placquillios en fouragiën te voorzien.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 3.

1659, 13 Februarij. De landvoogd schrijft aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat hij hunne klagten aangaande den armoedigen toestand,

-ocr page 199-

— 191 —

waarin de steden Stralen, Erkelens en Echt met hare onderhoorigheden door het geweld en de afpersingen van het aldaar gelegerde krijgsvolk gehragt zijn, vernomen heeft; hij gaf dientengevolge last aan den graaf d'Isenghien naar zijn gouvernement terug te keeren, ten einde alle redenen tot klagen weg te nemen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Ver-reyken, in Doleanliën en orders, deel XII, blad 10.

1659, 24 February. De landvoogd geeft akte van aanneming eener bede van 60000 gulden door de staten van het Overkwartier voor één jaar toegestaan, aanvang nemende op den 13dlquot;quot; Februarij 1658.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 12.

1659, 6 Maart. Don Louis de Benavides, Carillo en Toledo, markies van Fromista en Carazena, graaf van Pinto, geeft berigt aan de staten van het Overkwartier van zijne benoeming tot landvoogd der landen van herwaarts over en van Bourgondië. Hij zal zijn persoon en zijne bezittingen aan den dienst van God en den koning tot welzijn dezer landen wijden; hij rekent daartoe op de medewerking der staten en op den ijver en liefde, die hen steeds bezielde.

Orig. fr. gedagt. uit Carabrai en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XII, Wad 14.

1659, 15 Maart. De landvoogd meldt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den prins graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan Albert van de Winckele, kanselier, last gegeven heeft om in hunne eerstkomende vergadering namens den koning een voorstel te doen.

-ocr page 200-

— 192 —

Hij verzoekt den staten daarop een kort en krachtig besluit te nemen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en gel. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 18.

1659, 15 Maart. De landvoogd geeft eene instructie aan den prins graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan Albert van de Winckele, kanselier, ten einde aan de staten van het Overkwartier in hunne eerstkomende vergadering namens den koning het voorstel te doen tot inwilliging van een voldoend bedrag tot onderhoud van 1000 voetknechten, die gebezigd zullen worden ter verdediging van hun eigen kwartier. Zij zullen den staten onder het oog brengen dat de tegenwoordige tijdsomstandigheden, nu de ware godsdienst en de staat te gelijker tijd aan een dringend gevaar zijn blootgesteld, grootere opofferingen vergen dan die zij tot nog toe met zooveel ijver en liefde gebragt hebben. Aangezien men thans over den vrede onderhandelt en de koning om deze weldaad aan zijne onderdanen en de rust aan het Christendom te bezorgen veel van zijne regten en belangen wil prijs geven, is het juist te noodzakelijker zich tot den oorlog voor te bereiden, opdat de vijanden door eenen krachtigen tegenstand de noodzakelijkheid inzien om de aangevangene onderhandelingen te doen slagen.

Geauth. afschrift, fr. get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 19.

1659, 15 Maart. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier vernomen te hebben dat zij moeije-lijkheden opwerpen om aan de officieren en soldaten, die in de stad Gulik liggen hetzelfde onderhoud te geven

-ocr page 201-

— 193 —

als aan hen, die in het Overkwartier tegenwoordig zijn. Hij geeft bevel oin die soldaten op denzelfden voet te behandelen, ten einde te vermijden dat zij dienst nemen bij het keizerrijk, waarvoor thans soldaten geligt worden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pin to, Verreyken, in Dol can tién en orders, deel

XII, blad 24.

1(559, 28 Maart. De landvoogd geeft bevel aan de staten van het Overkwartier tot het ontvangen, logeeren en onderhouden der rekruten die geligt worden voor de kavallerie van den prins van Condé, die zich in het Overkwartier bevindt.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleanlicn en orders, deel XII, blad 26.

1659, 3 April. De abdis van het klooster van O. L. Vrouw te Roermond schrijft aan de staten van het Overkwartier dat zij bij het aenveerden van dcselvc qualiteyt het klooster in groote schulden en de goederen tot het onderhoud der zusters bestemd in antichrisin uitgegeven of verschreven heeft bevonden; dat de te betalen renten en de sommen in de schattingen bij te dragen jaarlijks grooter worden en de inkomsten niet meer toereikend zijn om zoovele personen te onderhouden als nootsaechelyck syn totten dienste die den regel en de institutie van de voorschreve ordre vereyschen. De abdis wordt door deze omstandigheden gedwongen, aangezien zich geene adellijke personen aanbieden, andere eerlijehe van goede familie te aenveerden, ten einde den godsdienst naar behooren te kunnen verrigten ende mette dote dersclver den totalen onderganck van 't clooster te voorcomen. Zij verzoekt den staten haar in dese he-

-ocr page 202-

— 194 —

nauwtheyt alsulcken secours ende hystandt te verleenen als noodig is tot maintcnue ende conservatie van 't gemclte Godeshuys, ofte met goeden oogen aen te sien, datte vrouwe remonstrante haer metten voorss. middel sal moeten behelpen.

Afschrift, in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 12 v0.

1659, 10 April De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier vernomen te hebben wat zij aan den stadhouder schreven; hij kent de ellende, die de soldaten door gebrek aan onderstand lijden, en deelt hun mede aan den stadhouder bevolen te hebben dat, wanneer de placquillios en fouragiën niet onmiddellijk voldaan worden, alle soldaten uit de steden naar het platte land zullen worden gezonden; het is niet billijk dat zij in het Overkwartier bij gebrek van betaling verloopen, wanneer in andere provinciën, die nog meer belast zijn, geene tegenkanting ondervonden wordt.

Orig. fr. gedagteekend uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantién en orders, deel XII, blad 28.

1659, 19 April. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den stadhouder bevel zond om de in het kwartier overgeblevene kavalerie te doen oprukken, zoowel die van 's konings leger als die van den prins van Condé, met uitzondering echter van de kompagnie van den stadhouder, die van Egeren en de twee kompagniën van het regiment van du Magny, die in het Overkwartier en in Gulik zullen verblijven. Hij gelast den staten aan die vertrekkende troepen 1)4 maand placquillios te verstrekken.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantién en orders, deel XII, blad 30.

-ocr page 203-

1659, 3 Mei. De landvoogd meldt aan de staten van het Overkwartier dat hij met groote tevredenheid den voortdurenden ijver en genegenheid waarneemt, waarmede de staten voor den dienst des konings bezield zijn en waarvan zij thans wederom een blijk geven door aan de soldaten in het kwartier aanwezig % maand placquil-lios toe te staan boven en behalve de maand, die zij inwilligden; het daaromtrent gesloten akkoord draagt zijne goedkeuring weg en hij verzekert hun bij voorkomende gelegenheden dit te zullen vergelden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel Xir, blad 32.

1659, 11 Mei. De landvoogd schrijft aan den stadhouder dat niettegenstaande zijne bevelen van den vorigen dag om de in het kwartier overgeblevene kavalerie te doen oprukken hij thans bevel geeft die daarin tot nader bevel te laten verblijven omdat tusschen de beide kroon en een wapenstilstand van twee maanden tot stand gekomen is; de stadhouder zal zorg dragen dat geene vijandelijkheden gepleegd worden en bij voortduring de kavalerie naar de grensplaatsen laten oprukken volgens den daartoe verstrekten last.

Geauth. afschrift get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 38.

1659, 27 Mei. De landvoogd gelast den staten van het Overkwartier tot nader bevel de fouragiën te leveren aan de kompagnie kavalerie van den stadhouder, aan die van René Egeren en aan de beide kompagniën van den kolonel du Magny, die allen in het Overkwartier en in Gulik moeten blijven.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinlo, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 40,

-ocr page 204-

1659, 1 Julij. De landvoogd geeft last aan den graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan Albert van de quot;Winckele, kanselier, in de eerstkomende vergadering der staten van het Overkwartier namens den koning eene bede aan te vragen van 100000 gulden. Ten einde de staten te spoediger te bewegen om deze bede toe te staan zullen zij hun melden dat de bede zan 60000 gulden, die zij in 't vorige jaar toestonden niet toereikend was om in de uitgaven van het kwartier te voorzien, aangezien de kosten van vuur en licht bijna de helft daarvan wegnamen ; voorts zullen zij hun te kennen geven dat er hoop bestaat op eenen spoedigen vrede, waardoor alle klagten, bezwaren en ongeregeldheden zullen vervallen.

Onder dezelfde dagteekening geeft de landvoogd berigt aan de staten van deze lastgeving.

Geauth. afschrift, fr. get. M. Joris, in Doleantién en orders, deel Xfl, blad 50; met de kennisgeving aan de staten, orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, aldaar, blad 48.

1659, 1 Augustus. De staten van het Overkwartier nemen het besluit om den onlangs benoemden bisschop van Roermond, Eugenius Albertus d'Allamont, met eene hienvenne te vereeren van 1000 pattacons, sonder sulcx in toecomende tijden te trechen in consequentie.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 41.

1659, 1 Augustus. Aangezien Renier van Gelder, ridder der Duitsche orde, verklaard heeft voortaan niet meer de vergaderingen der staten van het Overkwartier te kunnen bijwonen en zijn adellijk goed Bree aan zijn neef Johan Godfried van Gelder heeft overgedragen, wordt deze laatste tot lid van de ridderschap aangenomen, ten einde op de vergaderingen beschreven te wor

-ocr page 205-

den, nadat de erfmaarschalk van Hoensbroeck, zijne vaderlijke, en de vrijheer van Wachtendonck zijne moederlijke kwartieren hadden opgezworen.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 42.

1659, 16 Augustus. De landvoogd geeft bevel aan de staten van het Overkwartier om aan de twee kom-pagniën kavalerie, die in het kwartier aanwezig zijn, de fouragiën te leveren en zulks ten einde de verwoestingen te voorkomen, die de soldaten zouden kunnen aan-rigten als zij zeiven gingen fourageeren.

Orig. fr gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantién en orders, deel XII, blad 52.

1659, 28 Augustus. De landvoogd geeft akte van aanneming eener bede van 70000 gulden door de staten van het Overkwartier voor één jaar toegestaan. Tevens belooft hij het kwartier van de inkwartieringen te zullen bevrijden, zoodra de dienst des konings het zal toelaten, geeft zijne toestemming om het bedrag der bede tot niets anders dan tot de behoeften van het kwartier te gebruiken en hoopt dat door den aanstaanden vrede het kwartier eene groote verligting van lasten zal verkrijgen, waardoor de staten hun sullen konnen ivederstellen in hunnen iersten staet ende oude ruste.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 54; met een geauth. afschr. get. M. Joris, in omslag 31, N0 2.

1659, 7 October. De landvoogd schrijft aan den stadhouder, dat het leger te velde niet meer in stand kan blijven, aangezien de provinciën, waarin het geweest is. geheel tot verval geraakt zijn, zoodat het noodzakelijk is het in de steden te verdeelen; hij zal dientengevolge

-ocr page 206-

zeven of acht tercios en regimenten naar zijn gouvernement zenden en gelast hem tevens met de staten van het kwartier maatregelen te beramen om hun gedurende eene maand de benoodigde fouragiën te leveren.

Door een tweede schrijven dd. 9 October geeft de landvoogd aan den stadhouder kennis dat hij de regimenten kavalerie van de graven de Marchin, de la Suze en de Ravenel en het tercio van den graaf van Roeulx naar zijn gouvernement gezonden heeft.

Twee afschr. fr. in Doleantiën en orders, deel XII, blad 56 en 58.

1659, 13 November. Het hof van Gelder besluit dat gedurende de afwezigheid van den kanselier in plaats van het guoote - het zegel ad causas zal gebruikt worden, maar legt voor het vervolg den kanselier de verpligting op om volgens oude gewoonte, wanneer hij de stad voor een kort tijdsbestek verlaat, het groote zegel in handen van het oudste raadslid te laten.

Orig. get. N. Maen, in omslag 36, N0 5.

1659, 25 November. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier de ontvangst van hun schrijven dd. 22 Nov. 11., waarin zij te kennen geven besloten te hebben om aan de vier regimenten kavalerie de fouragiën te leveren van den dag af waarop zij de steden zijn binnengetrokken; de vordering der officieren van de regimenten der graven de Marchin en Ravenel om vergoeding voor die fouragiën te bekomen van den dag dat zij het bevel tot vertrek jontvingen, kan hij niet goedkeuren, en zij zullen zich moeten tevreden stellen met die te ontvangen zooals de staten bepaald hebben.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 66.

-ocr page 207-

— 199 —

1659, 7 December. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij de kompagnie kava-lerie van den stadhouder en die van den kolonel Egereu gedurende den afgeloopen zomer in het Overkwartier heeft gelaten ten einde de vijandelijke aanvallen af te weren en het thans niet billijk zijn zoude, na het voordeel daarvan te hebben genoten, haar in eene der andere provinciën te leggen, die allen evenzeer bezwaard zijn als het Overkwartier. Hij gelast den staten derhalve hun de fouragiën zooals aan de overige troepen te leveren, opdat zij niet verloopen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantién en orders, deel XII, blad 68.

1659, 10 December. De landvoogd zendt aan de staten van het Overkwartier eene lijst waarnaar zij zich zullen regelen ter verstrekking der rations aan de ka-valerie in het kwartier aanwezig.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 70, met het vermelde relaas, Spaansch, aldaar, blad 71.

1659, 31 December. De landvoogd berigt aan den stadhouder en het hof van Gelder dat van deze zijde aan de Fransche ministers geklaagd werd over de afpersingen, die door hunne gouverneurs en kommandan-ten in de grensplaatsen tegen 's konings onderdanen gedaan worden in strijd met het traktaat van wapenschorsing, dat tusschen de beide kroonen tot stand kwam; dat de Fransche koning daarop aan alle gouverneurs en kommandanten verboden heeft aan hunne soldaten toe te staan in de landen vanquot; Z. M. te vallen, of aldaar geld en eetwaren af te persen onder welk voorwendsel ook, met uitzondering van hetgeen nog verschuldigd mogt

-ocr page 208-

— 200 —

zijn van de contributie tot aan het vredesverdrag dat op 7 November 11. gesloten en geteekend werd. Hij gelast den stadhouder en het hof te zorgen dat van deze zijde hetzelfde gedaan worde.

Geauth. afschr. fr. get. N. Maen, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 73.

1660. Staat van de kompagniën kavalerie en infanterie die in het jaar 1660 in het O verkwartier gelegen hebben.

Afschr. in omslag 40, N0 9.

1660. De gezamenlijke schepenen en inwoners van het ambt Kriekenbeek klagen aan de staten van het Overkwartier dat hun ambt door de buitengewoon zware lasten geheel tot armoede vervallen is; zij kunnen die lasten onmogelijk langer dragen, daar zij hunne bezittingen zoodanig hebben moeten bezwaren dat niemand hun meer eenig geld daarop wil geven; zij verzoeken derhalve voortaan niet hooger belast te worden dan hunne macht can draegen, aangezien zij anders het land zullen moeten verlaten en zich in het land van Gulik, Keulen of elders zullen vestigen, waar die lasten minder drukkend zijn.

Orig. in omslag 38, N0 4.

1660. De geërfden van het kerspel Wetten geven aan de staten van bet Overkwartier te kennen dat vele inwoners wegens de groote lasten hunne landerijen als Voogelweij laten liggen en hunne quota's in de beden, enz. niet voldoen, zoodat zij door een vonnis der schepenbank daartoe moeten gedwongen worden. De veroordeelden brengen echter hunne zaak in revisie voor het hof van Gelder, zoo als onlangs nog geschiedde voor eene som van 19 daalders. Deza revisie strijdt

-ocr page 209-

— 201 —

met het landregt, weshalve zij den staten verzoeken bij het hof daartegen op te komen omdat geene vordering beneden de 200 gulden aan revisie onderworpen is.

Orig. in omslag 38, N0 5.

1660. De magistraat van Roermond klaagt aan de staten van het Overkwartier dat de burgers hunner stad gedwongen worden voor ieder malder koren, dat zij op Guliksch grondgebied geteeld hebben, een schelling te betalen alvorens dit naar het Geldersche grondgebied te mogen vervoeren. De magistraat verzoekt den staten middelen te beramen tot prompte affstellinge van dese nieuwicheyt.

Orig. in omslag 37, N0 23.

1660. Eenige stukken aangaande de ongeregeldheden, die op het punt van de jagt in het Overkwartier plaats hebben.

Orig. en minuten, in omslag 37, N0 33.

1660, Januarii—December. Briefwisseling tusschen de staten van het Overkwartier en P. van Schelberg, hunnen agent te Brussel, over de loopende zaken van het kwartier.

Orig. get. 6'. van Schelberg en minuten, in omslag 36, N° 1.

1660. Verschillende stukken strekkende om het bewijs te leveren dat het huis genaamd Nieuwenbroek te Beesel, toebehoorende aan Johan Wilhelm van Baexen, steeds een riddermatig huis geweest is, waarvan de eigenaars als leden der ridderschap op de vergaderingen der staten van het Overkwartier beschreven werden.

Orig. en afschr. in omslag 31, N0 i.

-ocr page 210-

— 202 —

1660, Jan.—Febr. Vier brieven van den landvoogd en vier van den stadhouder aan de staten van het Over-kwartier over het te verschaffen onderhoud aan het in het kwartier aanwezige kriigsvolk.

Acht orig. fr. gedagt. uit Brussel; de vier eersten get. El marques conde de Pinto, Verreyken, de overigen get. Ysenghien, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 75, 76, 81, 83, 87, 93, 94 en 97.

1660, 10 Januarij. De landvoogd geeft berigt aan den stadhouder van zijn besluit om de troepen van den prins van Condé af te danken en gelast hem te waken dat aan die troepen niets voldaan worde boven hetgeen hun tot op den dag van hun vertrek verschuldigd is.

Orig fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinio, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 84.

1660, 20 Januarij. De stadhouder schrijft aan de staten van het O verkwartier vernomen te hebben dat zij eene statenvergadering op 29 Januarij bepaald hebben; hij geeft zijne verwondering daarover te kennen aangezien zij wel weten dat zulks zonder uitdrukkelijk bevel van den landvoogd of van den stadhouder niet mag geschieden.

Onder dagteekening van 22 Januarij antwoorden de staten dat hunne oude privilegiën hun steeds het regt tot het beleggen eener algemeene vergadering hebben toegekend.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. Ysenghien, met de minute van het antwoord der staten en andere daarop betrekking hebbende stukken, in omslag 40, N0 3.

1660, 13 February. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat volgens de verdeeling

-ocr page 211-

der krijgslieden tot het betrekken der winterkwartieren het overkwartier aangewezen is voor de regimenten van den graaf van Isenbourg en van den prins van Nassau ; hij geeft hun derhalve bevel voor de placquillios en fou-ragiën van die troepen te zorgen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pin to, Verreyken, in Doleantién en orders, deel XII, blad 89 en 91.

1660, 26 February. Jan Fostier sluit eene overeenkomst met de staten van het Overkwartier wegens het verstrekken van fouragiën aan de ruiterij in het kwartier gedurende eene maand; hij zal dagelijks voor ieder paard leveren 16 ponden hooi en twee picotins haver, terwijl de staten hem voor elk maandelijksch ratioen dertien gulden, munt volgens het plakkaat, voldoen zullen.

Orig. get. Jan Fostier, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 99.

1660, 28 February. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd gehoopt te hebben dat de vrede eenige vermindering van lasten aan de ingezetenen van het kwartier zou gebragt hebben, maar dat zijn schrijven van 13 February 11. die hoop verijdelde; zij kunnen aan de vordering in dat schrijven vervat niet voldoen aangezien door de al te groote lasten, die op de ingezetenen gelegd werden, hunne geldmiddelen en hun krediet uitgeput en zij in groote schulden geraakt zijn, zoodat de staten geene middelen meer kunnen vinden om hen tot betaling te dwingen; zij verzoeken derhalve dat de landvoogd de volslagen armoede van het kwartier in overweging nemende den last der tegenwoordige winterkwartieren moge verminderen, opdat het gewest na

14

-ocr page 212-

— 204 —

zoo vele stormen te hebben doorstaan het gevaar moge ontkomen van schipbreuk te lijden in de haven van den vrede.

Afschr. fr. in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 80.

1660, 11 Maart. De landvoogd schrijft aan den stadhouder dat overeenkomstig het vredestraktaat tus-schen Spanje en Frankrijk het gewoon garnizoen van Gulik van daar moet vertrekken en onder zijne bevelen zal komen; hij gelast hem dit krijgsvolk in de stad Gelder te brengen en aldaar voor hun onderhoud te zorgen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in omslag 30, N0 38.

1660, 11—18 Maart. Verschillende stukken betrekking hebbende op eene weigering van den magistraat van Gelder om eenige derwaarts gezondene soldaten in die stad te ontvangen.

Orig. en minuten, in omslag 36, N0 3.

1660, 13 Maart. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij den prins graaf van Isenghien, stadhouder, en Albert van de Winckele, kanselier, den last heeft opgedragen in hunne eerstkomende vergadering namens den koning een voorstel te doen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantièn en orders, deel XII, blad 103.

1660, 13 Maart. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier om in de eerstkomende vergadering der staten van het Overkwartier de levering der placquillios en fouragiën aan te vragen voor de buitengewone garnizoenen, die in 't kwartier zullen gelegd worden. Zij zullen den staten te

-ocr page 213-

— 205 —

kennen geven dat na de langdurige pogingen des konings het eindelijk de Goddelijke Voorzienigheid behaagd heeft den door het geheele christendom zoo vurig gewenschten vrede met Frankrijk te vergunnen, waarvan de afkondiging, die reeds in Spanje en Frankrijk plaats had, binnen kort in de landen van herwaarts over zal geschieden; hierdoor zullen 's konings onderdanen weldra niet alleen van alle contributiën maar ook. van de buitengewone lasten ontslagen worden; dat de landvoogd tot zijnen grooten spijt echter niet reeds dadelijk daartoe kan overgaan en hen de vruchten van dezen vrede kan laten genieten omdat de koning nog steeds met de Engelschen moet blijven krijg voeren, die nog de stad Duinkerken in Vlaanderen bezet houden; dat het derhalve noodzakelijk blijft groote legers op de been te houden, ten einde die tot het herwinnen dier belangrijke stad aan te wenden tenzij de Engelschen haar bij minnelijke overeenkomst verlaten.

Afschr. fr. get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 106.

1GG0, 15 Maart. De landvoogd berigt aan den stadhouder dat hij aan den heer Traisignyes, kapitein eener kompagnie kavalerie van het regiment van den graaf Caprara, last heeft gegeven in Duitschland eenige officieren en soldaten te verzamelen van hen, die aldaar bij het laatste gevecht met de Zweden verstrooid waren geraakt; de landvoogd geeft bevel aan den stadhouder die officieren en soldaten in het Overkwartier te ontvangen en op de gewone wijze voor eenen termijn van twintig dagen daarin te logeeren.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques con de de Prnto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 110.

-ocr page 214-

— 206 —

1660, 15 Maart. De magistraten van Roermond, Venlo, Gelder, Erkelens, Stralen en Weert zenden aan de staten van het Overkwartier verklaringen, inhoudende het ware aantal kavalerie paarden, dat op 15 Maart 1600 in hunne respectieve steden aanwezig was.

Grig, in omslag 36, N0 2.

1660, 29 Maart. De landvoogd zendt aan den stadhouder gedrukte exemplaren van een reglement aangaande het logeeren der troepen in het Overkwartier.

Geauth. afschr. fr. get. M. Joris, met een exemplaar van het vermelde reglement, in Doleanliën en orders, deel XII, blad 113, 115.

1660, 2 April. De landvoogd schrijft aan den stadhouder dat hij op 13 Maart hem den last gaf aan de staten van het Overkwartier de placquillios en fouragiën voor de buitengewone garnizoenen aan te vragen; daar het echter te vreezen staat dat, terwijl de staten daarover raadplegen, de krijgslieden bij gebrek aan onderhoud zullen verloopen, gelast hij den stadhouder op eene spoedige afdoening aan te dringen en de staten te bewegen een voorschot op het in te willigen bedrag aan die soldaten tot hun onderhoud te verstrekken.

Geauth. afschr. get. M. Joris, in Doleanliën en orders, deel XII, blad 119.

1660, 9 April. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven aan den landvoogd te kennen dat zij zich bezwaard vinden om het reglement nopens het onderhoud van het krijgsvolk af te kondigen, aangezien dit reglement door de onderdanen niet kan opgevolgd worden omdat het meer van hen verlangt dan ooit in oorlogstijden gevorderd is geworden.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 88 en 92 v0.

-ocr page 215-

— 207 —

1660, 9 April. De stadhouder schrijft aan de staten van het Overkwartier dat, aangezien de markies van Carazena hem vergund heeft zich binnen kort voor eenige maanden naar Spanje te mogen begeven, hij zich gedurende die afwezigheid zal laten vervangen door twee gedeputeerden uit de ridderschap, die door de thans vergaderde staten zullen worden gekozen.

Orig. gedagt. uit Roermond en get. Ysenghien, in Doleartién en orders, deel XII, blad 123.

16G0, 14 April. De magistraten der steden Roermond, Venlo, Gelder, Erkelens, Stralen en Weert zenden aan de staten van het Overkwartier eenen geauthentiseerden staat van het getal kavaleriepaarden, dat op 14 April 1660 in hunne respectieve steden aanwezig was.

Zes orig. in omslag 36, N0 18.

1660, 14 April. De landvoogd schrijft aan het hof van Gelder dat de rooverijen en straatschenderijen gepaard met moord en doodslag nog steeds bij dag en nacht op de openbare wegen tot zelfs vóór de poorten der steden geschieden, waardoor de vrijheid van den koophandel belemmerd en een groot nadeel aan deze landen toegebragt wordt. Hij gelast het hof te waken dat de plakkaten en ordonnantiën des konings, gemaeckt tegen die moordenaers, dieven, wechlagers, straefschenders, rabauwen, ledichgangers ende andere quaetdoenders tezi strengste worden nageleefd.

Geaulh. afschrift get. A. van der Smitzen, in omslag 31, N0 6.

1660, 23 April. De staten van het Overkwartier, in overweging genomen hebbende de aangelegenheden voortspruitende uit de aanhoudende oneenigheden tusschen de ridderschap en de steden, besluiten het voorgevallene

-ocr page 216-

— 208 —

te vergeten en de oude eensgezindheid te handhaven

belovende elck een den anderen ter goeder trouwen alle rechten, gerechticJieden, privilegiën, indulten ende aide hercomen van de landtschappe, soo int generael als particulier, mit gemeene lasten ende costen te sullen helpen deffenderen.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 93 v0.

1660, April—Mei. Vier brieven van den landvoogd inhoudende bevelen aan de staten van het Overkwartier tot het verschaffen van placquillios en fouragiën aan de krijgslieden in het kwartier aanwezig.

Vier orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleanliën en orders, blad 126, 129, 132, en 135.

1660, 2 Junij. De staten van het Overkwartier be-rigten aan het bureau van finantiën te Brussel de ontvangst van het hun onder dagteekening van 4 Mei 11. ter fine van advies toegezonden verzoekschrift van den deken en kapitularissen der kathedrale kerk te Roermond, waarin dezen vrijdom verlangen voor hunne tienden in dit kwartier. De staten beschouwen den inhoud van dit verzoekschrift van groot gewigt en geven als hunne meening te kennen dat wanneer daarin wordt toegestemd zulks tot groote bewegingen, twisten en velerhande processen aanleiding zal geven, terwijl men ook daardoor de algemeene verdeeling, die men tot dusverre in het kollecteeren der beden en subsidiën volgde, zal omverwerpen. Zij verzoeken derhalve dat de beslissing in deze zaak aan het hof van Gelder gelaten worde, dat zich reeds sedert het jaar 1650 daarmede bezig houdt.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 99 v0.

-ocr page 217-

— 209 —

1660, 11 Junij. De staten van het Overkwartier stellen eene lijst op van het bedrag, dat aan de kavalerie in het kwartier aanwezig elke acht dagen ter vergoeding van de fouragiën in natura tegen den prijs van 4 st. brah. per ratioen, moet worden uitgekeerd; hieruit blijkt dat per dag 1093 ratioenen moesten uitgereikt worden waarvoor in de acht dagen een bedrag van 1748 gulden 16 st. brab. noodig was.

Minute, in omslag 37, N0 20.

1660, 12 Junij. De inwoners van Twistede geven aan de staten van het Overkwartier te kennen dat zij in het jaar 1659 een totaal misgewas geleden hebben en den 27sttn Mei van dit jaar door eenen hagelslag alle hunne veldvruchten vernield zijn geworden; dientengevolge bevinden zij zich in de onmogelijkheid om hunne quota in de bede van het loopende jaar te voldoen en verzoeken zij kwijtschelding.

Orig. met eene verklaring van de schepenbank van Arcen, in omslag 32, N0 7.

1660, 14 Junij. De staten van het Overkwartier nemen het besluit dat, wanneer voortaan iemand als riddermatig persoon tot de vergaderingen der staten wenscht toegelaten te worden, hij vooreerst op eenen landdag zijnen kwartiersstaat moet overleggen; deze zal behoorlijk in kleuren geschilderd zijn en vier vaderlijke en vier moederlijke kwartieren bevatten, die vervolgens door twee leden der ridderschap onder eede bevestigd zullen worden.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XII, blad. 104 vquot;.

1660, 14 Junij. Formulier van den eed, die door iquot;der nieuw aangenomen lid van de ridderschap zal moeten worden afgelegd.

Kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 105.

-ocr page 218-

— 210 —

1660, 20 Junij. De landvoogd schrijft aan Albert van de Winckele, kanselier, dat op zijn verzoek aan de staten van het Overkwartier tot levering der placquillios en fouragiën aan de in het kwartier aanwezige krijgslieden, de staten slechts de levering der fouragiën aan de kavalerie voor ééne maand hebben ingewilligd; daar deze inwilliging niet in evenredigheid is met de tegenwoordige behoeften gelast de landvoogd hem op nieuw aan de staten een buitengewoon subsidie ten bedrage van 150000 gulden aan te vragen.

Geauth. afschr. fr. get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 139.

1660, 5 Julij. De landvoogd geeft eene instructie aan den markies d'Yennes, sergeant général de bataille en kolonel van een regiment kavalerie en aan Rogier van de Wouwere, ridder, heer van Quenaste en raad van finantiën, ten einde zich naar Roermond te begeven om met de staten van het Overkwartier over de levering van placquillios en fouragiën aan het krijgsvolk te onderhandelen ; mogten deze onderhandelingen niet met eenen gunstigen uitslag bekroond worden, dan zullen zij de krijgslieden uit de steden van het kwartier wegnemen en op het platte land huisvesten.

Geauth. afschrift, fr. get. M. Joris, in üoleanliéu en orders, deel XII, blad 147.

1660, 7 Julij. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder vernomen te hebben dat het aan alle steden en ambten bevelschriften gezonden heeft tot het afkondigen van het muntplakkaat op den 9dcquot; Julij aanstaande. Aangezien dit kwartier ten oosten begrensd wordt door de vorstendommen Kleef en Gulik en het sticht Keulen, ten zuiden

-ocr page 219-

— 211 —

door het sticht Luik en ten westen en ten noorden door de meijerij van 's Hertogenboseh en de ingezetenen van dit kwartier in alle die omliggende landen hunnen kleinen handel drijven, hetgeen in geene andere dan ligte munt geschiedt, kan dit plakkaat onmogelijk nagekomen worden; de gedeputeerden verzoeken derhalve het hof deze afkondiging te willen uitstellen tot dat zij den landvoogd daaromtrent onderrigt en daarin eene beslissing bekomen hebben.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 10Ü v0.

1660, 18 Julij. Eugenius Albertus, bisschop van Roermond, schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij sedert eenigen tijd tot meerdere eere Gods ende tot ciraet des hcrtochdoms van Gelderland getracht heeft in zijne kathedrale kerk op eigene horse f onderhouden mit eenich musieck, op hoepe dat die devoete gemoederen door die soete stemmen ende aengename instrumenten tot eene liberale contributie solden beweeght worden. Aangezien echter op den duur zijne eigene middelen te kort schieten verzoekt hij den staten hem daartoe eenige geldelijke ondersteuning te schenken.

Orig. get. Eugenius Albertus Discop van Ruremunde, in omslag 30, N0 39.

1660, 20 Julij. De staten van het Overkwartier nemen Johan van Wijlich tot lid der ridderschap aan wegens zijn adellijk goed te Paddenbergh in het ambt Gelder gelegen en zulks nadat zijne adellijke kwartieren door de heeren van Bocholt en van Hillenrade onder eede bevestigd waren.

Besluit in kivartiersrecessen, deel XII, bladz. lil.

1660, 24 Julij. De staten van het Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder vernomen te hebben

-ocr page 220-

— 212 —

dat de secrete raad in eene voor het hof hangende zaak main levée gegeven heeft ten einde haar voor dien raad te trekken; aangezien zulks strijdig is met het privilegie de non evocando, dat hun door keizer Hendrik geschonken en door keizer Karei V bevestigd is, verzoeken zij het hof aan hunnen eed te gedenken die hun voorschrijft tegen het vernielde privilegie niet te doen ofte laten geschieden.

Minute, in omslag 37, N0 22.

1660, 25 Augustus. De landvoogd geeft last aan den kanselier Albert van de Winckele tot het aanvragen in de vergadering der staten van het Overkwartier van eene bede voor een jaar ten bedrage van 100000 gulden.

Geauth. afschr. fr. get. M. Joris, in Doleanüën en orders, deel XII, blad 149.

1660, 25 Augustus. De landvoogd geeft akte van aanneming van een buitengewoon subsidie ten bedrage van 56290 gulden door de staten van het Overkwartier ingewilligd; op zijne aanvraag van een subsidie van 150000 gulden, stelt de landvoogd zich met het toegestane bedrag tevrede, aangezien de staten reeds in den voorgaanden winter een bedrag van 32426 gulden voor fouragiën aan de troepen van den prins van Condé en een bedrag van 60605 gulden aan 's konings ruiterij van 1 Maart tot 10 Junij 11. hadden gegeven.

Orig. gedagt. uit Namen en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, dee! XII, blad 154..

1660, 30 Augustus. De geërfden, schepenen en gezworenen van het kerspel Beesel geven aan de staten van het Overkwartier te kennen dat het landgoed, onder hun kerspel gelegen, vroeger genaamd den hoff tot

-ocr page 221-

— 213 —

Broeck, toebehoorende aan Jonker Hans Willem van Baexen, volgens hunne meening geen adellijk goed is, dat den bezitter het regt kan verschaffen om als lid der ridderschap te worden aangenomen.

Afschrift, in omslag 30, N0 40.

1660, 27 September. De staten van het Overkwartier geven eene verklaring af waaruit blijkt dat, aangezien het Overkwartier ingesloten is door Kuik, Kleef, Gulik, Luik en andere landen, waarin de ligte munt koers heeft en de dukaat tegen twee en de goude souverein tegen zes rijksdaalders wordt uitgegeven, zij den dukaat en den gouden souverein, in strijd met den inhoud van 's konings plakkaten, insgelijks tegen dezelfde waarde hebben moeten ontvangen en ter voldoening der beden en subsidiën bij den landrentineester Albert Bouwens van der Boije hebben moeten storten.

Minute, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 160.

1660, 28 September. De staten van het Overkwartier nemen Willem Vinceus, vrijheer van Wittenhorst, wegens zijn adellijk goed ter Horst tot lid der ridderschap aan nadat zijne adellijke kwartieren door de heeren van Merwick en van Aerssen onder eede bevestigd waren.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 112 v0 en 121 vquot;.

1660, 1 October. Dé conventualen van het Gods-weerder klooster te Roermond geven aan de staten van het Overkwartier te kennen dat zij bezig zijn het oxsal in hare kerk te veranderen om alsoo het musielc des te heter gehoordt te icorden. Daar dit echter tot grootere kosten aanleiding geeft dan zij aanvankelijk meenden en het oxaal niet op eigen kosten kunnen voltooijen verzoeken zij daartoe eenigen bijstand te bekomen.

Orig. in omslag 38, N0 6.

-ocr page 222-

— 214 —

16C0, 4 October. De landvoogd gelast den kanselier Albert van de Winckele aan de staten van het Over-kwartier kenbaar te maken dat het noodzakelijk is om de krijgs- en andere voorraden, aan den koning toebe-hoorende en in de magazijnen der stad en van het kasteel Gulik aanwezig, herwaarts te vervoeren; dat het jaargetijde thans daartoe zeer geschikt is en de zaak ook geen uitstel kan lijden, weshalve hij aan de staten het voorstel zal doen dit vervoer bij wijze van heerendienst door de inwoners van het kwartier te laten verrigten; dat ook in het kwartier eenige wagens van den artille-rietrein aanwezig zijn, die tot een getal van zestig insgelijks daartoe kunnen gebezigd worden, mits de staten voor de commissarissen van dien trein eene som van 15000 gulden beschikbaar stellen, die zij op de ingewilligde of nog toe te stane beden kunnen korten.

Geauth. afschrift, fr. get. M. Joris, in Doleantién en orders, deel XII, blad 163. Zie ook over dit onderwerp een brief van den stadhouder dd. 16 Dec. 1660, in omslag 39, N0 4.

1660, 12 October. De raad van finantiën te Brussel zendt tot advies der staten van het Overkwartier een verzoekschrift van magistraat en inwoners van Nieuw-stadt, inhoudende dat zij zich beklagen over den nood-lottigen toestand, waarin zij ten gevolge van de aanhoudende oorlogen geraakt zijn. Zij verzoeken derhalve vrijdom in de beden en subsidiën van het loopende jaar.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Reynegom, met het verzoekschrift en de minute van het gunstige advies der staten, in omslag 37, N0 21.

1660, 21 October. De staten van het Overkwartier stellen eenen staat van kosten op, veroorzaakt door het logeren ende defroyeren oock ten deele redimeren van

-ocr page 223-

twee kompagniën kavalerie, die door den stadhouder zonder voorkennis der staten in de ambten Montfort, Gelder, Stralen, Kessel eh Kriekenbeek en in de heerlijkheden Swalmen, Elmpt, Arcen, Wachtendonk, Afferden, Walbeek en Middelaar van 1 Augustus 1G59 tot in Januarij 1660 zijn gelegd geworden.

Orig. in kivartiersrecessen, deel XII, bladz. 133.

1660, 29 October. Alhoewel de staten van het Over-kwartier op den gedanen eisch van eene bede ten bedrage van 100000 gulden slechts een bedrag van 60000 gulden voor één jaar toestonden, zoo geeft de landvoogd echter akte van aanneming van dit toegestane bedrag in het vaste vertrouwen dat de staten in toekomende tijden als hunne middelen sullen vermeerdert ■wesen door het welvaeren van desen jegemvoordighen pcys grootere sommen zullen toestaan.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleanlién en orders, deel XII, blad 168.

1660, 15 November. De landvoogd geeft akte van aanneming van een bedrag van 15000 gulden, dat dooide staten van het Overkwartier toegestaan was, ten einde aan de kommissarissen van de artillerie te worden voorgeschoten.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XII, blad 171.

1660, 13 December, De staten van het Overkwartier benoemen Christoffel Schenck van Nijdeggen, heer van Hillenrade, Swalmen en Asselt en adellijken raad in het hof van Gelder, en Francois Pollart, schepen van Eoer-mond, tot hunne afgevaardigde naar Brussel, ten einde

-ocr page 224-

— 216 —

bij den landvoogd aan te dringen op de vergoeding der kosten veroorzaakt door het logeeren van twee kompagniën kavallerie op het platte land, waartoe door den stadhouder het bevel verstrekt was zonder de toestemming der staten van het kwartier verkregen te hebben.

Minute, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad i.

1660, 13 December. De landvoogd schrijft aan de staten van het Dverkwartier dat ieder oogenblik aan den een of den ander militair persoon ten dienste des konings eene taak moet worden opgedragen, waaruit soms gevaren en nadeelen kunnen komen, wanneer die opdragt niet met den meesten spoed wordt uitgevoerd; daar het nu gebeurt dat die personen uit gebrek aan onmiddellijke geldelijke tegemoetkoming zich aan die taak onttrekken of haar niet met den gevorderden spoed kunnen volbrengen, heeft de landvoogd besloten tot dat doel een fonds ten bedrage van 12000 gulden beschikbaar te houden; hij verzoekt derhalve den staten voor hun aandeel in dat fonds 1000 gulden in handen van den ontvanger generaal der finantiën te storten en dit bedrag op de toegestane of nog in te willigen bede te korten.

Orig. fr. gedagteekend uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 2.

1660, 23 December. Filips IV, koning van Spanje, bevestigt, ten behoeve van Jan van Cortenbach, erfvoogd van Roermond, de vrijstelling in de beden en subsidiën, die op 23 September 1643 door het bureau van Finantiën te Brussel aan zijn vader Jan Willem van Cortenbach verleend werd.

Afschr. fr. in kwartiersrecessen, deel XVI, bladz. 94 vquot;.

-ocr page 225-

— 217 —

1660, 24 December, De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat volgens de algemeene verdeeling der troepen in de winterkwartieren de regimenten infanterie van den graaf van Isenburg en den prins van Nassau aangewezen zijn om zich naar het Overkwartier te begeven en daarin te verblijven met de kompagniën kavalerie, die zich thans daarin bevinden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleanliën en orders, deel XIII, blad 6.

1661, 1 Januarij. De staten van het Overkwartier antwoorden op het schrijven van den landvoogd dd. 13 December 11. dat, alhoewel zij bij de toestemming der laatste bede ten bedrage van G0000 gulden de voorwaarde gesteld hadden dat die uitsluitend tot betaling der krijgslieden in het kwartier aanwezig, die groot gebrek leden, moest aangewend worden, zij evenwel om aan het verlangen van den landvoogd te voldoen de gevraagde 1000 gulden in handen van dien ontvanger hebben doen overstorten.

Minute, fr. in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 3.

1661, 4 February. De landvoogd geeft bevel aan den stadhouder en aan den kanselier tot het aanvragen aan de staten van het Overkwartier van de benoodigde gelden tot het betalen der placquillios en fouragiën gedurende twee maanden aan het in het kwartier aanwezige krijgsvolk.

Geauth. afschr. fr. get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 10.

1661, 8 February. De landvoogd, in aanmerking nemende de groote lasten, die gedurende de langdurige oorlogen aan het Overkwartier zijn opgelegd geworden

-ocr page 226-

— 218 —

en den goeden wil, die het steeds tot 's konings dienst betoonde, geeft zijne toestemming dat aan de twee laatst ingewilligde beden een bedrag van 12000 gulden gekort worde. Hij schenkt deze gunst aan het kwartier onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat het overblijvende bedrag dier beden onmiddellijk voldaan worde even als de 7500 gulden aan de commissarissen, die de krijgs-en andere voorraden uit Gulik vervoerd hebben.

Geauth. afschr. fr. get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 11.

1C61, 15 Februari. Verdediging uit Weenen gedag-teekend, ten behoeve van zekeren pater Valerianus, kapucijner monnik, die geschriften tegen de Jesuïeten had uitgegeven en deswegens te Weenen gevangen was genomen.

Afschr. lat. in omslag 37, N0 42.

1661, 5 Maart. De magistraat en de inwoners van Roosteren rigten een verzoekschrift tot de staten van het Overkwartier strekkende tot het bekomen van vriidom voor een jaar van de door hen verschuldigde contributiën, ten einde uit dit bedrag de dijken te herstellen, die over het grondgebied van hun kerspel langs de rivier de Maas zijn aangelegd en in voorgaande jaren op verschillende plaatsen bezweken zijn, waardoor een zeer groot nadeel aan de aangrenzende landerijen is veroorzaakt.

Orig. in omslag 31, N0 8.

1661. 5 Maart. De staten van het Overkwartier vernomen hebbende dat er stemmingen worden openbaar gemaakt, nemen het besluit dat zij, die zich daaraan schuldig maken ten eeuwigen dacgen vuyt de vergaedc-ringen verwesen en niet meer beschreven zullen worden; tevens besluiten zij dat bij den aanvang van iederen

-ocr page 227-

— 219 —

landdag de leden aan hunnen eed de non revelando zullen herinnerd worden en dat de ridderschap het con-clusum per majora vota genomen zal helpen ten uitvoer leggen, al waer 't selve tegen haere opinie.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 157 v0.

1661, 6 Maart. De staten van het Overkwartier sluiten een akkoord met Jan Fostier over de levering van fouragiën aan de ruiterij in de steden van het kwartier en te Weert aanwezig; aan ieder ruiter zal hij tot wederopzeggens toe dagelijks leveren een ration van 16 pond hooi en twee picotins haver, waarvoor hem voor elk maandelijksch ration een bedrag van 10% gulden, munt naar het plakkaat, zal betaald worden.

Orig. get. Jan Fostier, M. Joris, in Doleantién en orders, deel XIII, blad 15. '

1661, 8 Maart. De staten van het Overkwartier schrijven aan alle drosten, onderheeren, schouten en voogden van het kwartier door den momboir van het hof van Gelder ondèrrigt te zijn dat de bisschop van Roermond aan voorname inwoners van deze landen wegens hunne delicten ende mishmychen geldelijke boeten opgelegd heeft, niettegenstaande dit niet in zijne magt is en strijdt met den wil des konings en met de concordaten , die vele jaren geleden met de geestelijkheid gemaakt zijn; de staten geven hun derhalve te kennen dat zij in hunne vergadering van 4 Maart 11. het besluit genomen hebben om tot uffweeringe van de voorss. nieuwigheyt den voornoemden mombour de handt te houden en geven het bevel zulks ter openbare bekendheid te brengen.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 163, atschr. in omslag 31, N0 4.

18

-ocr page 228-

— 220 —

1661, 19 Maart. Eugenius Albertus d'Allamont, bisschop van Roermond, schrijft aan den koning dat de momboir van het hof van Gelder en de staten van het Overkwartier dagelijks op eene buitensporige wijze de kerkelijke jurisdictie, onafscheidbaar van de koninklijke, aanranden en pogen te vernietigen, zoo als blijkt uit een schrijven dat zij onlangs door de geheele provincie verspreid hebben; in dat schrijven hebben zij niet alleen den bisschop in zijne eer en getrouwheid aan den koning te kort gedaan maar hem ook met den naam van wederregtelijk aanmatiger en weerspannige aan 's konings bevelen bestempeld, terwijl zij daarenboven getracht hebben de onderdanen tegen God en zijne kerk oproerig te maken. Daar zulks in strijd is met de godvruchtige bedoelingen van keizer Karei V en koning Filips II, die dit bisdom hebben opgerigt als een laatste bolwerk tegen de ketterij, en het te voorzien is dat, wanneer zij er in slagen de kerkelijke jurisdictie met voeten te treden, zij weldra met die van hunnen vorst eveneens doen zullen, heeft de bisschop aan do vertegenwoordigers van den koning in deze landen zijne klagten doen hooren maar daarvan geene genoegdoening bekomen, zoodat hij genoodzaakt is de bemiddeling van den koning zeiven in te roepen.

Afschr. fr. in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 1G8.

1661, 22 Maart. De landvoogd schrijft aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier vernomen te hebben dat de garnizoenen bij gebrek van betaling armoede lijden; hij geeft bevel onmiddellijk de benoodigde gelden tot hunne betaling in handen van den ontvanger-generaal te stellen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantièn en orders, deel XIII, blad 16.

-ocr page 229-

— 221 —

1G61, 23 Maart. De staten van het Overkwartier geven kennis aan den kanselier en momboir van het hof van Gelder dat de bisschop in alle kerken eene publicatie heeft laten aflezen tegen hun schrijven dd. 8 Maart aan de drosten, enz. over de onbevoegdheid van den bisschop om absque placeto principis geldelijke boeten op te leggen. Zij hopen dat de kanselier den bisschop zal verzoeken zich te tvülen onthouden met sulche publicatien den Staet van 't landt t'indigiteren ende beschuldigen als geschiet.

Minute in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 16G. De hierin vermelde gedrukte publicatie van den bisschop gedagt. op 17 Maart IGöl bevindt zich in omslag 32, N0 10.

1061, 30 Maart. De staten van het Overkwartier doen aan den koning een schrijven toekomen ter wederlegging van den brief des bisschops dd. 19 Maart 11. Zij geven daarin te kennen dat van alle kwalen gedurende de langdurige oorlogen doorgestaan hen niets meer verdriet heeft gedaan dan het vermelde schrijven van den bisschop, waarvan de uitdrukkingen niet overeenstemmen met de voorzichtigheid en de bescheidenheid, onafscheidbaar van een persoon van zijne waardigheid; in het hertogdom Gelder heeft de geestelijkheid nooit jurisdictie gehad dan in drie punten, namelijk: in testament-is presbiterorum, matrimonialibus et hencficialihiis, in welke gevallen men haar hoegenaamd niets betwist, maar wel is zulks het geval wanneer zij hare bevoegdheid overschrijdt en zoo als thans geldelijke boeten aan de onderdanen wil opleggen. De staten willen hierover niet verder uitweiden aangezien de momboir van het hof van Gelder wel een uitgebreid verslag zal zenden, maar zij verzoeken den koning het bevel aan den bisschop te geven om aangaande zijne aanspraken tot het

-ocr page 230-

— 222 —

opleggen van geldelijke boeten een regterlijk geding met de staten aanhangig te maken.

Afschr. fr. in de kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 169 v0.

1661, 31 Maart. De landvoogd geeft eene instructie aan den prins graaf d'Isengliien, stadhouder, en aan Albert van de Winckele, kanselier, ten einde in de eerstkomende vergadering aan de staten van het O verkwartier mede te deelen dat, in aanmerking van den grooten ijver, dien zij steeds tot den dienst des konings betoond hebben, het niet meer dan redelijk en regtvaardig zoude zijn hun de weldaden van den door God geschonken vrede te laten genieten en hen met geene aanvragen om subsidie lastig te vallen; aangezien echter de koning, zich genoodzaakt ziende om de opstandelingen in zijn koningrijk Portugal tot onderwerping te brengen, thans geene hulp in geld naar deze landen kan zenden, zooais hij vroeger gedaan heeft, en het derhalve niet mogelijk is om het krijgsvolk in het kwartier aanwezig in goede orde en tucht te houden wanneer men het geeue plac-quillios en fouragiën verstrekt zoo zullen zij daartoe den staten de inwilliging van eene subsidie ten bedrage van 150000 gulden verzoeken.

Geauth. afschr. fr. get. M. Joris, in Doleanliën en orders, deel XIII, blad 20.

1661, 4 April. De landvoogd geeft bevel aan de staten van het Overkwartier om uit de ingewilligde of nog intewilligen subsidiën onmiddellijk een bedrag van 1000 gulden in handen van den ontvanger-generaal der financiën te storten, welk bedrag bestemd is om voor de eene of andere militaire dienst gebruikt te worden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleanliën en orders, deel XIII, blad 23.

-ocr page 231-

1661, 28 April. De landvoogd schrijft aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat de laatste akte van inwilliging der staten aan den stadhouder en aan den kanselier werd overgegeven door een burgemeester van Roermond alleen, waarover deze heeren zich beleedigd gevoeld en beklaagd hebben. Hij beveelt derhalve, namens den koning, voortaan alle inwilligingen van beden of subsidiën aan de commissarissen, die met de aanvraag belast worden, te doen overleveren door twee gedeputeerden, een uit de ridderschap en een uit de steden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 24.

1661, 4 Mei. De staten van het Overkwartier de door Jonker Hans Willem van Baexen overgelegde stukken, strekkende om als lid van de ridderschap te worden aangenomen, onderzocht hebbende wijzen het verzoek van de hand om reden het tot dusverre nog' niet bewezen is dat het huis te Besel, waarvoor de toelating verzocht wordt, een adelvjck gesees is.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 176.

1661, 4 Mei. Op het verzoekschrift van den heer van Lottum en nadat de heeren van Bocholt en van Wittenhorst zijne wapens onder eede hadden bevestigd worden hem door de staten de voordeden ende digniteyten als andere riddermessige persoonen toegestaen.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XII, blad 176.

1661, 5 Mei. Op de klacht van den pastoor van St. Tonisberg dat Jonker Bertram van Semont met betrekking tot biechten en te communie gaan zich niet als Roomsch katholiek gedraagt besluiten de staten dat vermelde jonker

-ocr page 232-

— 224 —

sal doen blycJcen by attestatie van den pastoor als een goet Mooms Catliolicl', allen jaeren omtrent l'aescJien eens gehicht ende gecommuniceert te heihen ende en sal tot daeraen nyet meer tvorden verschreven.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XII, blad 17G v0.

1661, 5 Mei. De staten van het Overkwartier, in aanmerking nemende dat de bisschop van Roermond hoe langer hoe meer zijne geestelijke jurisdictie hij nieuwigheden ende attentaeten met hoeten, censureren ende calengeren van persoenen die immediatelycke ende van oudts onder de judicature van den wereldlycken rechter staen, tracht V extender en, geven eene instructie aan Martin de Werimont, momboir van het hof van Gelder, die zich thans te Brussel bevindt, ten einde aldaar door alle mogelijke middelen te bemerken dat deze nieuwigheden te keer gegaan worden.

Minute in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 178.

1661, 22 Mei. De landvoogd geeft akte van aanneming eener som van 80000 gulden, die door de staten van het Overkwartier op de aanvraag van een subsidie ten bedrage van 150000 gulden werd toegestaan; tevens hecht hij zijne goedkeuring aan de door de staten gestelde voorwaarde dat alle geestelijken, wereldlijken, adellijken en niet adellijken, zonder onderscheid daaraan zullen moeten bijdragen.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 27.

1661, 24 Mei. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder den prins graaf van Ysenghien, en aan den kanselier Albert van de Winckele, tot het aanvragen eener bede ten bedrage van 100000 gulden

-ocr page 233-

— 225 —

in de eerstkomende vergadering der staten van het O verkwartier; opdat die staten dit bedrag te gereeder inwilligen zullen zij hun te kennen geven dat het uitsluitend besterad is om in de gewone en onvermijdelijke behoeften van het kwartier te voorzien, welke behoeften hun zeer goed bekend zijn en die hij voor het vervolg, zooveel hem mogelijk is, zal trachten te verminderen.

Afschrift, fr. in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 29.

1661 , 24 Mei. Dc staten van het Overkwartier schrijven aan den secreten raad des konings te Brussel dat, aangezien do bisschop van Roermond zich beroemt in de zaak aangaande de geestelijke jurisdictie in het gelijk gesteld te zullen worden al moest hij daartoe naar Spanje reizen en zich voor 's konings voeten werpen, zij nogmaals hun verzoek herhalen om in het bezit hunner privilegiën, die door 's konings voorzaten zoo dikwijls bekrachtigd werden, gehandhaafd te worden.

Minute in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 181 v0; een afschr. in omslag 31, N0 5.

1661, 25 Mei. De kamer my-partie schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de landvoogd tot haar onderhoud een bedrag van 16250 gulden heeft aangewezen en aan alle provinciën eene evenredige verdeeling daarvan heeft gezonden ; dc kamer verzoekt den staten daarop eene spoedige en gunstige beslissing te nemen opdat zij voortga tot den dienst des konings en van zijne onderdanen werkzaam ts zijn.

Orig. fr. gedagt. uit Mechelen en get. ,1. B. Doccabella, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 30, met een schrijven van den landvoogd aan de staten over hetzelfde onderwerp, fr. gedagt. uit Brussel en geteekend El marines conde de Pin to, E. De Bie, aldaar, hl. 31.

-ocr page 234-

— 226 —

1661, 13 Augustus. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd vernomen te hebben dat onder de mededingers naar de opengevallen betrekking van drost te Stralen zich ook militairen bevinden, hetgeen niet met hunne privilegiën strookt, aangezien met het drostambt steeds leden bekleed waren van hunne ridderschap ; zij verzoeken hem derhalve dit ambt ook thans aan een lid van die ridderschap op te dragen.

Onder dagteekening van 22 Aug. herhalen de gedeputeerden hun verzoek aan den landvoogd.

Twee minuten, fr. in omslag 31, N0 9.

1661, 5 October. De landvoogd schrijft aan het hof van Gelder door de administratie van in- en uitgaande regten op de Maas onderrigt te zijn dat zij genoodzaakt is voor dat hof proces te voeren tegen eenige kooplieden van Doornik, waarvan zij verschillende koopwaren in beslag genomen heeft; hij gelast het hof aan die administratie goede en korte justitie te doen.

Bij een tweede schrijven dd. 23 November 1661, schrijft hij nogmaals over dezelfde aangelegenheid en gelast het hof geene definitieve sententie in die zaak uit te spreken, alvorens het ontwerp daarvan aan den koning opgezonden en zijne goedkeuring verkregen te hebben en zulks op straf van nietigverklaring.

Geauth. afschriften, get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 40, 41.

1661, 25 November. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd en aan den Raad van State te Brussel vernomen te hebben dat de magistraat van Venlo onder het drietal schepenen dat hij tot de benoeming van een burgemeester heeft

-ocr page 235-

— 227 —

voorgedragen, cok zekeren Elie Oort, schepen, armen-meester en geestelijke vader van liet klooster der Ursulinnen aldaar, geplaatst heeft. De staten bevelen dezen persoon ten zeerste aan en geven den wensch te kennen dat hij tot burgemeester moge benoemd werden en dat wel met het oog op de verdiensten van zijn oud oom Frederik Oliemeulen, die in 1597 bij het afslaan van een aanslag op Yenlo zich verdienstelijk had gemaakt.

Minute, fr. in omslag 31, N0 11.

1661, 1 December. De staten van het O verkwartier geven, op de herhaalde aanvraag eener bede van 100000 gulden voor het loopende jaar, hunne toestemming tot een bedrag van 50000 gulden, echter onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat zij in de zaak der geestelijke jurisdictie bij hun privilegie de non evocando zullen gehandhaafd worden.

Besluit in kwarliersrecessen, deel XII, bladz. 199 v0 en 201.

1661, 3 December. De staten van het O verkwartier schrijven aan den stadhouder dat de bisschop van Roermond de zaak aangaande de geestelijke jurisdictie voor den secreten raad des konings aanhangig maken wil, hetgeen strijdig is met de privilegiën, die door keizer Karei V aan het land geschonken en door alle zijne opvolgers bevestigd werden; aangezien de stadhouder bij het aanvaarden zijner bediening den eed heeft afgelegd alle de landsprivilegiën getrouw na te leven en voor hunne instandhouding te waken, vertrouwen de staten dat hij alle pogingen bij den landvoogd zal aanwenden om dit te verhoeden en te zorgen dat de zaak voor het hof van Gelder gebragt worde. Mogt echter

-ocr page 236-

de landvoogd eenige raadsleden van dat hof wraken dan zijn de staten tevreden als hij hun getal uit raadsleden van andere hoven naar verkiezen aanvulle.

Afschr. fr. in kivurticrsrecessen, deel XII, bladz. 203.

1661—1663. Eene menigte stukken betrekking hebbende op het geschil tusschen de staten van het Over-kwartier en den bisschop van Roermond aangaande de geestelijke jurisdictie.

Orig. minuten en afschriften, in omslag 34 en 35.

-ocr page 237-

TIJDREKENKUNDIG REGISTER.

--

OÜD EOERMONDSCH ARCHIEF.

----

1620, 16 Julij Nicolaas Spee von Vorst, schout, en de schepenen van Herten, Merum en Ooi lioudcii een onderzoek door getuigen nopens hetgeen van ouds door de burgers van Roermond op den tol te Eysden moest betaald worden.

Orig. met de opgeplakte zegels van den schout en van de schepenbank, in omslag 33 N0 17.

1620, 29 December. Johannes van den Steen, pastoor der moederkerk te Roermond, en Johannes Verlinden, kapelaan, verklaren dat Daniel van Elmpt, heer aldaar, hun eene som van 300 gulden heeft ter hand gesteld, ten einde voor wijlen Maria van Munnichuysen, zijne echtgenoote, die in de Minderbroederskerk alhier begraven is, zooals ook voor zich zeiven na zijnen dood in de parochiekerk een jaargetijde ten eeuwigen dage te houden.

Afschrift, in. omslag 34, N0 4.

1621, 7 Januarij. Johan Kromfoet, pastoor van liet begijnhof en rector van het altaar van de II. Catharina in de kerk van O. L. Vr. Munster, ter eenre en de provisoren van het gasthuis te Roermond ter andere zijde, komen overeen dat de twee jaarrenten ten behoeve

-ocr page 238-

— 230 —

van dat altaar en ten laste van het gasthuis op den hof te Melick genaamd Beekerhof gevestigd, met 800 daalders jRuremundtsche iverungh zullen worden afgelost.

Door een transfix dd. 17 Februarij , wordt deze overeenkomst door Jacobus a Castro, bisschop van Roermond goedgekeurd, terwijl door een volgende transfix dd. 16 Februarij de magistraat van Roermond insgelijks zijne goedkeuring daaraan hecht.

Orig. perk. get. Joannes Kromfoet, pastor, Gerard Creyarts, Christolfcl Braetz en Willem Moeits, provisoren; liet eerste transfix, perk. lat. get. Jacobus, episcopus Rurcemundensis, Henricus Er (ft, secr. en het andere, perk. get. J. van Ryckenroy, met het zegel ad causas en kleiner contrazegel der stad in groen was, in doos IX, N0 30.

1621 , 13 Februarij. Jonker Gerard van Baexen bekent ten overstaan der schepenbank van Asselt en Swalmen in zijn naam alsook namens zijne broeders en zusters van Petrus Pollius, deken der kathedrale kerk van den H. Geest te Roermond, aflossing te hebben ontvangen van een kapitaal ten bedrage van 225 bra-bantsche daalders, welk kapitaal wijlen zijn grootvader Willem van Baexen aan het kapittel der vermelde kerk, ten behoeve van het altaar van het H. Kruis, had voorgeschoten.

Orig. perk. zegel verloren, in doos X, Nquot; 62.

1621, 14 Mei. De rekenkamer van Gelderland meldt aan den magistraat van Roermond van het bureau van finantiën ten fine van advies een schrijven ontvangen te hebben waarin de tegenwoordige pachters van de tollen en licenten op den Rijn en de Maas klagen dat de staten der Vereenigde Provinciën die licenten voor meer dan twee derde gedeelten zouden verhoogd hebben; aangezien daardoor de schippers niet langer en derfven

-ocr page 239-

— 231 —

continueren heur traficq cnde navigatie en dientengevolge een groot nadeel zoo voor die pachters als voor de aartshertogen moet ontstaan verzoekt de kamer daarover inlichtingen te bekomen, welk verzoek zij bij een tweede schrijven van 24 Mei daarna herhaalt.

Twee orig. gedagt. uit Roermond cn get. C. van der Meeren^ met het antwoord van den magistraat, in omslag 40, N° 19.

1623, 12 Januarij. De magistraat van Roermond maakt eene ordonnantie aangaande het loon, dat dooiden koster der parochiekerk zal genoten worden wegens het luiden der klokken bij gelegenheid van begrafenissen, uitvaarten en patroondagen der gilden.

Minute, in omslag 35, N0 20.

1623, 27 September. De stadhoudel' schrijft aan de drosten en andere officieren in het Overkwartier vernomen te hebben dat zij zich weigerachtig betooneu in het ten uitvoer leggen van vonnissen van den bisschop en van zijnen officiaal, niettegenstaande de daaromtrent door den koning uitgevaardigde plakkaten; hij vermaant die drosten om wanneer de bisschop of zijn officiaal het ten uitvoer brengen van vonnissen vorderen daaraan te voldoen.

Orig. gedagt. uit Annendaal en gel. Henrich graff' zu den Bergh, in omslag 34, N0 13.

1623 , 1 October. Johan van Huckelhoven gevol-magtigd door zijne huisvrouw Agnes Vaegts bekent, ten overstaan der schepenbank van Odiliënberg, schuldig te zijn aan Petrus Pollius, deken der kathedrale kerk van den H. Geest te Roermond, eene hoofdsom van 300 daalders Koermondsche munt (iedere daalder tegen 30 stuiver gerekend) rentende jaarlijks 18 daalders 22gt;£

-ocr page 240-

— 232 —

stuiver en gevestigd op zes morgen akkerland gelegen op den Pass heneven het hroeclc onder Odiliënberg.

Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos XI, N0 5.

1624, 30 Maart. De gezamenlijke schepenen, geërfden en inwoners van het kerspel Asselt en Swalmen bekennen schuldig te zijn eene hoofdsom van 1029 gulden Roer-mondsche munt aan Petrus Pollius, deken der kathedrale kerk van Roermond, ten behoeve van het altaar van den H. Geest in die kerk; deze hoofdsom, waarvan zij eene jaarlijksche rente ten bedrage van 51 gulden 9 stuiver zullen voldoen, heeft gestrekt om eene dergelijke hoofdsom door het kerspel aan Gerard Schenck van Nijdeggen, domheer te Luik, tegen eenen interest van 6i/4 quot;/„ verschuldigd, af te lossen.

Orig. perk. zegel verloren, in doos IX, N0 22.

1624, 13 Augustus. Johannes van den Steen, pastoor der moederkerk te Roermond, verklaart dat Anna van Baerle in die kerk ten eeuwigen dage een jaargetijde en 12 missen gesticht heeft tot troost van hare ziel en die van hare ouders Jonker Emont van Baerle en Agnes van Eyll, waarvoor genoemde Anna van Baerle een stuk land gelegen in den Hornschen Weert aan die kerk gegeven heeft.

Orig. get. Johan van den Steen pastor Rur. met het opgeplakte zegel der kerk, in omslag 34, N0 18.

1624, 14 November. De magistraat van Roermond verklaart dat Frans Ruyter, licentiaat in de regten te Leuven, een zoon is van Stefanus Ruyter, schout dei-heerlijkheid Asselt en landschrijver van het ambt Mont-fort, en van Elisabeth van Loevenich.

Orig. perk. get. P. Bossman, zegel verloren, in doos XI, N0 46.

-ocr page 241-

— 233 —

1625, 10 April. Peter van Inckenraad en Nelis Bauten verkoopen ten overstaan der schepenbank van Asselt en Swalmen, aan Petrus Pollius, deken der kathedrale kerk van den H. Geest te Roermond, ten behoeve van het altaar van St. Silvester in die kerk. twee jaarrenten verschuldigd door de geërfden, schepenen en inwoners van Asselt en Swalmen, de eerste ten bedrage van zes gulden 17 K stuiver en de tweede van 3'/4 daalder.

Orig. perk. met 3 zegels in groen was, in doos IX, N0 42.

1625, 12 April. Peter In 't Raetgen, brouwer, bekent ten overstaan der schepenbank van Roermond schuldig te zijn eene jaarlijksche rente van 13)4 Roer-mondsche guldens, gevestigd op zijn huis gelegen in de Beggartstraat, aan Johan Dingens, priester, ten behoeve van het altaar van St. Mathijs in de kathedrale kerk van den H. Geest alhier.

Hierin komen voor: Matheus van Dulcken, waarnemend schout, Reinier Vorsterman en Mathis Maroijen, schepenen.

Orig. perk. met drie zegels in groen was, in doos X, N0 60. Een afschrift bevindt zich in het register van het altaar van St. Mathijs, hladz. 46 v0.

1625, 18 Junij. Willem van Randenraedt, officiaal des bisdoms van Roermond en kanonik der kathedrale kerk aldaar, schenkt vui/t' sunderlingen ïjffer die hij is draegende tot Godcs cere ende dienst ende tot salicheyt sijncr sielen aan Petrus Pollius, deken dier kerk, ten behoeve van het daarin gevestigde altaar van den H. Rumoldus, twee hoofdsommen, de eerste van 1200, de andere van 1000 gulden, die de stad Roermond hem verschuldigd is.

Orig. perk. met nog twee zegels in groen was, in doos IX, N° 43.

-ocr page 242-

— 234 —

1625, 7 Julij. Laurens Meyer, kwartier- en ritmeester in dienst des konings, en zijne echtgenoote Anna van Wissem verkoopen ten overstaan van schepenen van Roermond eenen jaarcijns van 25 rijksdaalders of pattacons gevestigd op hun huis op der minrébrmder straete gelegen aan Willem Herle en' zijne echtgenoote Joanna Bordels.

Hierin komen voor: Mathias Puteanus, schout, Arnold Heufts en Peter Bosman, schepenen.

Orig. perk. get. J. v. Ryckenmj, niet nog twee zegels in groen was, in doos IX, N0 13.

1625, 9 October. Elisabeth van Erclents, weduwe van Andries Quicken, bekent ten overstaan der schepenbank van Roermond schuldig te zijn aan Hubert Brellinger en zijne echtgenoote Magdalena Willems eene jaarlijksche rente ten bedrage van 18 Roermondsche guldens, gevestigd op haar huis gelegen achter de Leuffe en op vier staal akkerland gelegen huyten het Swarthroeck.

Hierin komen voor: Mathias Puteanus, schout, Dederik Stijns It. en Renier Vorstermans, schepenen.

Orig. perk. met 2 zegels in groen was, in doos X, N0 56.

1625, 20 October. Goswijn Keilener en zijne echtgenoote Maria van Haren bekennen voor schepenen van Odiliënberg opgenomen te hebben van Petrus Pollius, deken der kathedrale kerk van Roermond, eene hoofdsom van 200 gulden, Roermondsche munt, welke som Jacobus a Castro, bisschop van Roermond tot I choc ff der coralen van der voerss. Cathedrael Mrclcen verordoniert vund liberalicken gegeven hefft; van welke som zij eene jaar-ijksche rente van 10 gulden zullen voldoen.

Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos IX, Nü 23.

-ocr page 243-

— 235 —

1626, 18 Junij. De raad en rentmeester generaal der koninklijke domeinen te Mechelen bekent van het kollegie der Jesuieten te Roermond eene hoofdsom te hebben ontvangen van 1200 gulden, waarvoor dat kollegie eene jaarlijksche rente zal genieten ten bedrage van 66 gulden 13 stuiver en 4 grooten, terwijl de hoofdsom op de inkomsten van dat domein, tot de aflossing daarvan, zal gevestigd blijven.

Orig. perk. zegels verloren, in doos X, N0 28.

1626 , 2 October. Jacobus a Castro , bisschop van Roermond, geeft een mandement in betrekking tot het houden van het door paus Urbanus VIII vergunde jubilé van het jaar 1625.

Gedrukt exemplaar, in omslag 31, N0 19.

1627 , 16 Januarij. Gerard Inder Voert en zijne huisvrouw Catharina de Laer bekennen, ten overstaan der laatbank Ingen huyshoff te Elmpt, schuldig te zyn aan Petrus van Kueckhoven, deken der kathedrale kerk van Roermond, eene hoofdsom van 1000 Roermondsche guldens, rentende jaarlijks 50 dergelijke guldens, en gevestigd op acht morgen akkerland onder Elmpt gelegen. Deze hoofdsom werd door Jacobus a Castro, bisschop van Roermond, aan die kathedr. kerk geschonken ten behoeve van een organist.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XI, N0 11.

1627, 16 Januarij. Lutter aengen Cruys, gerigts-bode te Elmpt bekent, ten overstaan der laatbank ingen huyshoff te Elmpt, schuldig te zijn aan Petrus van Kueckhoven, licenciaat in de H. Schrift en deken der kathedrale kerk van Roermond, ten behoeve dier

16

-ocr page 244-

— 236 —

kerk eene jaarlijksche rente ten bedrage van 5 gulden 5 stuiver en 3 oort Roermondsche munt, gevestigd op eenen morgen akkerland onder Elmpt gelegen.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XI, N0 1.

1027, 1 Maart. Maas Maeskens bekent ten overstaan der schepenbank van Elmpt opgenomen en ontvangen te hebben van Petrus van Kueckhoven, lic' in de H. Schrift en deken der kathedrale kerkquot; to Roermond, eene hoofdsom van 250 Eoermondsche guldens rentende jaarlijks 12)4 Koerm. gulden en gevestigd op twee morgen akkerland te Elmpt gelegen.

Orig. perk. zegel verloren, in doos X, N0 Gi.

1627, 23 Maart. Peter Bartthoff, burger van Keulen , schenkt, ten overstaan der schepenbank aldaar, tot troost zijner ziel aan den prior en het convent van het gasthuis van S' Jozef van de orde der ongeschoeide karmeliten op de S' Severiusstraat aldaar, zijne patri-monieele goederen gelegen te quot;VVassenberg.

Orig. perk. met nog een beschadigd zegel, in groen was, in doos XII, N0 18.

1627, 1 Junij. Johan van Ryckenroy, secretaris der stad Roermond en zijne echtgenoote Anna Bouw-mans bekennen, ten overstaan van schepenen aldaar, eene jaarlijksche rente verschuldigd te zijn van 25 gulden , Roermondsche munt, gevestigd op hun huis gelegen ojiter leeger heckstraet, aan Petrus van Keuckhoven, deken der kathedrale kerk te Roermond, en Johannes Versseveldt, pastoor te Odiliënberg, als uitvoerders van het testament van Petrus Pollins, in zijn leven insgelijks deken dier kathedrale kerk, en zulks ten behoeve van eene eeuwige fundatie door laatstgenoem-

-ocr page 245-

— 237 —

den deken op het altaar van O. L. vrouw in die kath. kerk gesticht.

Hierin komen voor: Matthias Puteanus, schout, Matheus van Dulcken en Dederik Stijns, schepenen.

Orig. perk. zegels verloren, in doos IX, N0 18.

1627, 23 Augustus. Johan ingen Otis bekent ten overstaan der laathank ingen huyshoff te Elmpt, schuldig te zijn aan Petrus van Kueckhoven, deken dei-kathedrale kerk te Roermond en Johan Versseveldt, pastoor te Odiliënberg, als executeuren van het testament van wijlen Petrus Pollius. in leven insgelijks deken der gemelde kathedr. kerk, en ten behoeve eener fundatie door laatstgemelden deken op het altaar van O. L. Vrouw in die kerk gesticht, eene hoofdsom van 200 Roermondsche guldens rentende 5% en gevestigd op twee morgen akkerland gelegen te Elmpt aen der leymcoulen.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XI, N0 8.

1628, 13 Januarij. Jonker Gedeon van der Hoeven en zijne echtgenoote Margaretha van Greyn, als gevol-magtigden van hunnen zoon jonker Willem van Erp genaamd Werenberch en van diens zuster Catharina bekennen ten overstaan der.laatbank van de abdis van Munsterbilsen schuldig te zijn aan jonker Dederik Roost, genaamd Ensebroick , eene hoofdsom van 1500 gulden Roermondsche munt, rentende 5% en gevestigd op den hof genaamd Aide beissen, gelegen te Halen.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XII, N0 3.

1628 , 7 Julij. Het kollegie der Jesuiten te Roermond rigt een verzoekschrift aan den koning tot het bekomen eener gift uit de opbrengst van het gedeelte

-ocr page 246-

— 238 —

der goederen aan Z. M. toekomende uit verschillende aanhalingen, als van pistolen en andere wapenen in de maand September 11. te Gulik, van 15 wagens met Hol-landsche koopwaren in de maand December te Gelder, van 4 a 5 wagens in Januarij bij Venlo en van 19 wagens koopwaren door het garnizoen van Stralen. De koning neemt hierop het besluit aan dat kollegie eene gift te schenken ten bedrage van 394 ponden van 40 groeten vlaamsche munt, te voldoen te weten: 144 ponden door den officier van 's konings regten te Stralen en de overige 250 ponden door Pieter van Valcken-bourg, ontvanger der licenten te Venlo.

Orig. perk. fr. gedagt. uit Brussel en get. Verreyken, zegel verloren, in doos IX, N0 15.

1628 , 7 September. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Jacobus Carisius , pastoor van Montfort en administrator van het seminarie te Roermond, ten behoeve van dat seminarie, eene hoofdsom van 1000 Roermondsche guldens, rentende jaarlijks 4a dergelijke guldens.

Orig. perk. get. J. van Ryckenroy en voorzien van het groote zegel der stad, in groen was, in doos X, N0 66.

1628 , 18 September. Koning Filips IV benoemt M1 Jan de Hergraeff, licentiaat in de beide regten, tot de door 't overlijden van Mr Tilman Bree opengevallene betrekking van raad in het hof van Gelder te Roermond.

Op den omgeslagen rand staat: Bij den Coninck, get. Verreyken.

In dorso staat: Den vierden Novembris 1628 heeft Johan van Hergraeff in H witte van dese commissie genaenipt den helioorlijcken eedt gedaen van wel ende

-ocr page 247-

— 239 —

getromvelijck den staet van Baedt van Sijne Co0 Ma1 in den vorstendom!) Gelre, graefschappe Zutphen etc. te bedienen vólgende den inhalt der voorss. commissie ende dat in handen van heere Hicronimus de Gaule , ridder ende eancellier des vaars, vorstendomhs ende graefschaps. Mij present, get. N. Ma en.

Orig. perk. gedagt. uit Brussel met het uithangende majesteitszegel van den koning, in rood was, in doos XI, N° 18.

1G29 , 23 Maart. Ruiling teu overstaan der schepenbank van Roermond tusschen Gerard Graus, raad en ordinaris rekenmeester der rekenkamer in Gelderland, ter eenre , en Francis Cremers, ter andere zijde. Deze laatste bekomt eene timmerplaats met kelder gelegen op de Swaemerstraete terwijl hij daartegen aan Gerard Graus eenen moeshof afstaat gelegen achter dat cruytz.

Hierin komen voor: Mathias Puteanus , schout, Matheus van Dulcken en Johan Holtbecker, schepenen.

Orig. perk. get. /. van Ryckenroy, met twee zegels in groen was, in doos XI, N0 4.

1029, 13 September. Henricus Lauren tins van Bever, abt van Aldencamp en commissaris generaal van de Cistercienser orde, geeft zijne toestemming aan Clara van Baexen, abdis van het adellijke klooster te Dalheim, tot bet verkoopen van een huis gelegen te Roermond op de lage hegstraat tegenover het bisschopshof. Deze toestemming werd gegeven niet alleen wegens bet groot onderhoud dat dit huis vordert maar voornamelijk omdat het klooster grosse summe von penningen su he-zhalung der Urandenburgischen Unrechmastig ahgepre-ster Contributionen, (angesehen ohgem. closter vor vier

-ocr page 248-

— 240 —

idhren ungeféhr von denselben überfallen, geplündert und ihre persohnen gefengklich hinweg geflirt) op zwa-ren interest opgenomen heeft, welke sommen uit de opbrengst van dezen verkoop zullen terug betaald worden. Ten gevolge van deze toestemming verkoopt genoemde abdis het gemelde huis voor een bedrag van 2400 Brabantsche guldens aan Nicolaas Maen, licentiaat in de regten en griffier van den souvereinen raad te Roermond.

Orig. perk. hoogd. zegel verloren, in doos X, N0 61.

1629—1640. Johan Hompes, rentmeester van het kollegie van S1 Hieronimus. genaamd het Roermondsche huis te Keulen , legt in handen van de provisoren van dat kollegie rekening af van de ontvangsten en uitgaven door hem gedaan van 1629 tot 1640.

Orig. get. Petrus d Kueckhoven, decanus, Theodoru.i Coix, Henr. Maroen, Pet. Bossman, Matts. Maroyen, Johannes Hompes, in omslag 40, Nu 20.

1630, 23 Jan narij. Jacob Koenen, burgemeester van Wachtendonk, en Hendrik van Stralen , als gevolmag-tigden van Johan van Eyll, verkoopen, ten overstaan der schepenbank van Wachtendonk, aan Johannes to Poell twee stukken akkerland, gelegen ouder die schepenbank; het eerste groot 1)4 morgen genaamd JBur-gerlandt en het andere groot l'/j morgen genaamd den langen morgen.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XI, N0 44.

1630, 3 October. Johan Albertsen en zijne echtge-noote Mechtildis Reuten doen ten overstaan der schepenbank van Sevenum mit handt, halm ende monde overdragt van de regten, die zij bezitten op eenen bouwhof genaamd opden Aldenvorst, gelegen onder

-ocr page 249-

— 241 —

Sevenum, ten behoeve van Elisabeth van Hergraeff, weduwe van den licentiaat Hendrik Boener.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XI, N0 38.

1630, 3 October. Johan Muerens, schout te Middelaar, zoo voor zich als gevolmagtigde van zijne echtge-noote Catharina Pleuniss , Arnold Pleuniss en zijne echtgenoote Barbara Syllen dragen viit handt, halm ende mond ten overstaan der schepenbank van Sevenum over aan Elisabeth van Hergraeff, weduwe van den licentiaat Henricus Boener, het vierde gedeelte van eenen bouw-hof gelegen te Sevenum op den aldenvorst.

Orig. perk. zegel verloren, in doos X, N0 57.

1G30, 4 December. Johan Berger bekent, ten overstaan der laatbank in den hmjshoff te Elmpt, schuldig te zijn aan Johan van Weerdt van Kymegen, cantor en kanonik der kathedrale kerk van Roermond, eene hoofdsom van 300 Roermondsche guldens, rentende 18 dergelijke guldens en gevestigd op vier morgen land met huis, moestuin en boomgaard gelegen te Elmpt.

Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos XI, N0 6.

1632 , 5 Maart. De president en raden der rekenkamer van den bisschop te Luik klagen aan den magistraat van Roermond over Michiel Beys, schout te Nederweert, die eene som gelds vorderende van den rentmeester van Horn te Roermond op eenen scJmlde-nacr der tafele sijne hoochcvjt beslag heeft doen leggen. De kamer komt hiertegen op als behoorende die vordering voor haar te geschieden en verzoekt den magistraat de behandeling dezer zaak te staken en die naar haar op te zenden.

-ocr page 250-

Bij een schrijven van 9 Maart antwoordt de magistraat aan de kamer dat hij over die zaak nog niet kan oordeelen, maar daarover een onderzoek zal instellen en bij de behandeling nauwkeurig op alles letten, ten einde niemand in zijn goed regt benadeeld worde.

Orig. gedagt. uit Luik en get. Henr. de Borre, en minute, in omslag 31, Ne 43.

1632, 8 Junij. De magistraat van Roermond geeft eene instructie aan den guardiaan Franciscus Pratanus ten einde zich naar Brussel te begeven en den aartshertogin mede te deelen dat de stad op den 6dün Junij genoodzaakt werd zich in handen van den vijand over te geven, aangezien zij te weinig garnizoen en geene munitie had, zoodat zij zich niet lang kon verdedigen; hij zal voorts paspoorten vragen, waarmede de burgers zich vrij zullen kunnen bewegen en hij zal tevens verzoeken dat de magistraat van zijnen eed aan den koning ontslagen worde.

Minute, in omslag 34, N0 6.

1632, 11 Junij. Jacobus a Castro, bisschop van Roermond, schrijft aan de aartshertogin dat in zijne droefheid (veroorzaakt door de overgave der stad) hem de troost gebleven is dat de Roomsche religie publiek mag worden uitgeoefend; er doet zich evenwel de moeijelijkheid voor dat de magistraat die geheel uit roomsch katholieken bestaat, om in zijne betrekking te kunnen blijven den eed van getrouwheid aan de staten der Vereenigde Provinciën moet afleggen, terwijl zij die dit weigeren, door ketters zullen vervangen worden. Hieruit is nu ook te verwachten dat de Roomsche godsdienst geheel zal verboden worden, want indien de magistraat, die aan het hoofd dier stad staat weigert

-ocr page 251-

— 243 —

dien eed af te leggen, die door de capitulatie is voorgeschreven, zullen de Staten-Generaal ook weigeren die kapitulatie met betrekking tot het uitoefenen van den Koomschen Godsdienst na te komen. De magistraat heeft den bisschop derhalve verzocht om bij de aartshertogin aan te dringen dat hy van zijnen eed aan den koning ontslagen en hem de vergunning geschonken worde den gevorderden eed aan de Staten-Generaal temogen afleggen.

Geaulh. afschr. lat. get. P. Bossman, in omslag 33, N0 25; uitgegeven in Nettksheim, kroniek van Roermond, bladz. 366.

1632, 27 Junij. Frederik Hendrik, prins van Oranje, schrijft aan van Randwyck, kommandant van Roermond, dat het bedrag der onkosten van de te Roermond uit te voeren werken door den Raad van State zullen voldaan worden; hij verzoekt hem zich onmiddelijk tot dat kollege te wenden terwijl bij den tresorier insgelijks daarvan kennis zal geven.

Orig. gedagt. uit het leger voor Maastricht en get. Frederik Hendrik, in omslag 31, N0 27.

1632, 3 Julij. Franciscus Pratanus, gardiaan der Minderbroeders, verklaart dat door de capitulatie van overgave der stad Roermond aan de inwoners de vergunning verleend werd om de Roomsche religie openlijk te mogen belijden en dat de magistraat in de bediening van zijn ambt mogt blijven mits hij den eed van getrouwheid aan de Staten-Generaal der Vereenigde Provinciën aflegde; hij verklaart voorts door den magistraat naar de aartshertogin te zijn gezonden om haar te verzoeken hem van den eed aan den koning gedaan te ontslaan en hem te vergunnen den gevorderden eed af te leggen; dat daartegen door den Raad van State groote moeijelijkheden werden opgeworpen maar dat hem

-ocr page 252-

— 244 —

eindelijk door de aartshertogin en den aartsbisschop van Mechelen tot antwoord gegeyen werd dat, indien de leden van den magistraat dien eed aflegden zonder den koning van Spanje daarbij af te zweren zij niet en souden aen haere Con. Mat. misdoen.

Geauth. afschrift, get. P Bossman, in omslag 33, N0 26.

1032, 15 Julij. Jacobus a Castro, bisschop van Roermond, schrijft namens den magistraat een brief van dankbetuiging aan den aartsbisschop van Mechelen wegens de diensten, die hij onlangs bij de aartshertogin aan den magistraat bewezen heeft.

Geauth. afschr. lat. get. P. Bossman, in omslag 33, Nu 27 ; vermeld in Nettesheim, kroniek van Roermond, Liadz. 377.

1G32, 16 Augustus. Frederik Hendrik, prins van Oranje, antwoordt op een schrijven van van Randwijk, kom-mandant van Roermond, dd. 14 Augustus, vernomen te hebben dat de ritmeester Quat uit Venlo vertrokken is, zoodat hij waarschijnlijk thans te Roermond zal zijn aangekomen; wanneer dit het geval mogt zijn zal hij daar tot den 18dcn dezer moeten blijven ten einde de wagens te vergezellen, die met buskruid uit Roermond naar het leger zullen gezonden worden; indien echter ritm, Quat niet te Roermond komt zal de nieuwe kom-pagnie kavallerie of eene troep arquebusiers dit buskruid vergezellen. Hij gelast den kommandant goede bespannen wagens te vorderen en met buskruid te laden en die des avonds onder de vermelde begeleiding uit Roermond te laten vertrekken, opdat die in den nacht in het dorp Gruitrode aankomen, alwaar hij een geleide zal te gemoet zenden om dat buskruid zonder gevaar in het leger te doeu brengen; wel te verstaan dat, voor het

-ocr page 253-

— 245 —

geval cle ritm. Quat met de wagens naar Gruitrode komt, hij die dan met het tegenkomende geleide, dat waarschijnlijk onder hevel van den ritm. van Sonnen zal staan, naar het leger vergezellen moet, maar wanneer de nieuwe kompagnie of de arquebusiers begeleiden, moeten zij, na de wagens aan het andere geleide te hebben afgeleverd, onmiddellijk naar Roermond wederkeeren. Mogt de kommandant eenige vertraging ondervinden met het afzenden van dit buskruid, dan zal hij eenen bode naar Gruitrode afvaardigen opdat het gezondene geleide zich spoedig naar het leger terugtrekke; en daar dit eene zaak is van groot aanbelang, vertrouwt hij op de voorzigtigheid van den kommandant opdat geene zwarigheden ontstaan mogen.

Bij postscriptum gelast hij dat 30 wagens, elk geladen met 1000 pond buskruid, zoo als gezegd is op den 18den dezer 's avonds uit Roermond verzonden worden, opdat die omstreeks middernacht te Gruitrode aankomen, waar zij door den ritm. Someren in ontvang genomen en veilig naar het leger gebragt kunnen worden.

Orig. Ir. eigenhandig geschreven en onderteekend door den prins, in omslag 31, N0 28. Het stuk is zoo gevouwen dat het klaarblijkelijk bij het overbrengen in eenen geweerloop is verborgen geweest.

1G32, 13 September. De magistraat van Venlo klaagt aan dien van Roermond dat die van Gelder niet nalaten dagelijks in de nabijheid van Venlo te stroopen en de landlieden, die hun koren derwaarts brengen aanhouden en rantsoeneeren; dat zelfs don Juan Verdugo verklaard heeft de voerlieden, die koren naar de steden brengen, van goede pryjse te houden en de paspoorten alleen door de la Faille geteekend van geene waarde te houden. De magistraat verzoekt daarover naar Brussel te schrijven.

-ocr page 254-

want indien dat zoo blijven moet is liet onmogelijk de contributiën te kunnen opbrengen.

Inliggend het antwoord van den magistraat van Roermond, gedagteekend op 14 September.

Orig. gedagt. uit Venlo en get. Conr. Schenck, en minute, in omslag 31, N0 42.

1632, 29 November. Op een verzoekschrift van den magistraat van Roermond en na overlegging van zijne tolprivilegiën erkent de rekenkamer van Gelder en Zutfen dat de stad in het bezit van vrijdom op de Geldersche tollen is, te weten: voor het geheele bedrag op den tol van Bommel en voor de helft op dien van Nijmegen, als zijnde van Lobede aldaar verplaatst, en insgelijks voor de helft op dien van Tiel. Dientengevolge geeft de kamer bevel aan de tolheffers van die plaatsen om de burgers in het genot van dien vrijdom te herstellen.

Afschrift, in omslag 34, N0 8.

1632, 23 December. Mathias Puteanus, schout van Roermond, legt voor den magistraat dier stad de verklaring af dat toen hij onlangs zekeren vreemden persoon, die tegen de oude privilegiën een winkel van tabak en brandewijn had opgerigt, executeerde, de kapitein Car-pentier hem heeft gezegd dat bij aldien de magistraat de geexecuteerde goederen niet teruggaf, hij die op het stadhuis zou laten weghalen en wanneer hij eenigen van den magistraat bij die executie had aangetroifen dat hij capitein dicselve mit svjnen stock solde hebhen afgesmecrt.

Orig. get. J. van Ryckenmj, met het opgeplakte zegel ad causas der stad, in omslag 33, N0 23.

1633, 11 Januarij. Het hof van Gelder te Arnhem geeft bevel aan den magistraat van Roermond om de

-ocr page 255-

— 247 —

opbrengst der stedelijke middelen aan den hoogstbiedende te verpachten voor een tijdvak van drie maanden, aanvangende met 31 dezer, en zulks onder dezelfde voorwaarden als de verpachting van het afgeloopene jaar.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, niet verschillende stukken op die verpachting betrekking hebbende, in omslag 32, N0 32.

1633, 22 Januarij. Arnold van Lamarsell klaagt aan den magistraat van Roermond dat de burgers van die stad rnet hunne schepen zijnen tol te Eysden zonder betaling van het verschuldigde tolgeld voorbijvaren; het door hen aangevoerde voorwendsel als zouden zij dit doen nyt vreese van door des conincx volck achterhaelt, gevanghen en geplundert te tvorden, kan hij niet aannemen.

Orig. gedagt. uit Eysden en get. Arnoldt van Lamarsell, in omslag 33, N0 9.

1633 , 9 Februarij. Het hof van Gelder te Arnhem geeft bevel aan den magistraat van Roermond om aan de armen van de gereformeerde religie de helft van de oortgens op den pachtgulden van de generale middelen der stad te geven, aangezien zij geene andere inkomsten bezitten dan de opbrengt der kollecte in hunne kerk, die niet toereikend is.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 32, N» 6.

1633, 10 April. Het hof van Gelder te Arnhem zendt aan den magistraat van Roermond exemplaren van een plakkaat der Staten Generaal dd. 4 April 1633, opt uytloopen , logeeren ende foulen van de soldaten in den lande van Overmaese.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, met een gedrukt exemplaar van het plakkaat, in omslag 31, N0 46.

-ocr page 256-

1633 , IS April. Hot hof van G-elder te Arnhem zondt aan den magistraat van Roermond exemplaren van een plakkaat der Staten Generaal dd. 10 April 1633 tegen het ligten en gebruik maken van paspoorten door den vijand afgegeven, met bevel dat plakkaat als gebruikelijk te doen afkondigen.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, met een gedrukt exemplaar van het plakkaat, in omslag 31, N0 45.

1633, 27 Mei. Het hof van Gelder te Arnhem schrijft aan den magistraat van Roermond dat aangezien het den Ahnagtige behaagd heeft uyt sync oneyndeliche genaede cnde harmherticheyt tc continuieren synen ge-nadigen scgen en de stad met de forten van Rijnberk in handen van de Staten Generaal gebragt heeft, het hierbij bevel geeft om op vrijdag den 31stcu dezer, eene publieke dankzegging in de kerken te doen plaats hebben en daarna overal door het lossen van geschut teekenen van blijdschap te betoonen. De magistraat zal daartoe de noodige bevelen geven.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 31, Nquot; 44.

1633, De Staten Generaal zenden aan den

7 July.

magistraat van Roermond exemplaren van een plakkaat dd. 3 Julij tegen het verloopen der soldaten uit het leger naar de garnizoenen en van een plakkaat dd. 18 Junij, inhoudende verbod om in de Vereenigde Provinciën aan te brengen of te verkoopen vreemde of gemengde Calmijnen of daarvan gemaakte werken.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, met een gedrukt exemplaar van elk der vernielde plakkaten, in omslag 32, N0 37.

-ocr page 257-

— 249 —

1G33, 13 Julij. Het hof van Gelder te Arnhem zendt aan den magistraat van Roermond exemplaren van een plakkaat der Staten Generaal dd. 6 Julij tegen het lichten en gebruyclcen van de paspoorten des vijants onbe-hoorlieh geclausidiert wesende.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, mot een gedrukt exemplaar van het plakkaat, in omslag 31, Nu 48.

1G33, ü September. Het hof van Gelder te Arnhem zendt aan den magistraat van Roermond exemplaren van een plakkaat door besluit van de landschap vastgesteld op 5 September 1633, fegejis '£ veelvoudich loepen van heerloesen vagebonden, heydenen endc andere deiighnieten in desen vorstendomb endc graefschap.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, met een gedrukt exemplaar van het plakkaat, in omslag 31, N0 47, uitgegeven in het Groot Geldersch Pl.vcaet-bouk, IIe deel, bladz. 2ü4.

1G33, December. Jacobus de Hollander. prior der Karthuizers te Roermond klaagt aan den magistraat aldaar over de langdurige en aanhoudende inkwartieringen, waarmede zijn klooster bezwaard wordt, als ojt men van meinungh is 't doester te verstoeren, die hee-ren te verdrijven ende den Goedesdienst aldaer te ver-nichtigen. De prior heeft hiervan aan den koning van Frankrijk, als de beschermer van de orde des Karthuizers, kennis gegeven , die ook door zijnen ambassadeur te 's Gravenhage de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden heeft laten verzoeken het klooster te Roermond te beschermen en de gegronde klagten te doen wegnemen; hij legt hierbij een afschrift van 's konings brief aan zijnen ambassadeur dd. 13 Julij 11. over eu

-ocr page 258-

f

7

— 250 —

verzoekt dringend om tot behoud van zijn klooster van deze inkwartieringen te worden ontslagen.

Orig. met een afschrift, fr. \an den brief des konings van Frankrijk, in omslag 31, N0 50.

1634, 2 April. De gecommitteerden van stadhouder en raden des vorstendoms Gelder en graafschaps Zut-fen zenden aan den magistraat van Roermond een verzoekschrift van het kapittel der kathedrale kerk aldaar, waarin om vrijdom van lületterunge en stadts-accijsen gevraagd wordt; zij verzoeken den magistraat het kapittel daarin te gemoet te komen opdat het zich niet beklage loven oer oude gebruyck ende possessie beswaert to syn. t

Orig. gedagt. uit Venlo en get. Dibbets, met het vermeide verzoekschrift, in omslag 32, Nu 7.

1634, 27 April. De magistraat van Roermond be-rigt aan de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden dat hij een klaagschrift ontving van de schippers en voerlieden, die sedert de reductie dezer stad de zieke soldaten uit het leger voor Maastricht herwaarts gebragt hebbende, niet betaald zijn; hij verzoekt den Staten een bevel tot betaling dezer personen uit te vaardigen.

Orig. in omslag 33, N0 6.

I I

1634—1640. Zes brieven van den magistraat van Venlo aan dien van Roermond van onbelangrijken inhoud. Grig, in omslag 39, N0 9.

IB

1634—1670. Verschillende stukken betrekking hebbende op den eigendom der stad Roermond genaamd Mijnweg.

Orig. en minuten, in omslag 39, N0 19.

I

1:

-ocr page 259-

— 251 —

1635. De magistraat van Roermond schrijft aan liet hof van Gelder te Arnhem alle pogingen aangewend te hebben om bij de verpachting der generale middelen ook de belasting op het hoornvee en op de bezaaide akkerlanden te verpachten; hij is hierin echter niet geslaagd overmidts die continuele doortochten, inlegerongen, passayien ende repassagiën van beydersijfs legers, waardoor de landerijen en weiden geheel bedorven zijn; uit dien hoofde werd in het vorige jaar kwijtslag van die twee belastingen verleend, en aangezien de toestand dezelfde is gebleven verzoekt de magistraat ook voor dit jaar kwijtslag daarvan te bekomen.

Onder dagteekening van 29 December 1635 geeft het hof zijne toestemming.

Orig. in margine, get. Sluysken, in omslag 36, N0 38.

1635, 16 Januarij. De magistraat van Roermond geeft kwijting aan den ontvanger Dirk van Ommeren van 15168 ponden 6 schellingen, wegens de logiesgelden van de garnisoenen over zes maanden, vervallen op 27 February 1633.

Bij eene tweede kwijting dd. 29 Augustus daarna erkent hij nogmaals 21549 ponden 4 schellingen en 11 penningen wegens logiesgelden ontvangen te hebben voor zes volgende maanden.

Minute, in omslag 31, N0 22.

1635, 31 Januarii. De kerkeraad der gemeente in 't fort 's Gravenweert genaamd Schenkenschans berigt aan den magistraat van Roermond dat hij voornemens is eene nieuwe kerk te bouwen en daartoe reeds de toestemming van de Staten Generaal en van den prins van Oranje bekomen heeft; dat tot dien bouw reeds door

n

-ocr page 260-

— 252 —

die Staten geschonken werd eene subsidie van 1000 gulden en 300 gulden voor een glasvenster, door den prins 600 gulden en 100 gulden voor een glasvenster, door het kwartier van Nijmegen 1000 gulden en een glasvenster, door de stad Nijmegen 100 daalders en 50 gulden voor een glasvenster. De raad verzoekt den magistraat van Roermond insgelijks een zeker bedrag daartoe te willen afzonderen.

Orig. get. Jeremias Lincius, pastor, Lambert Lamberts, ouderling, In omslag 32, N0 2.

1635, 9 Februarij. De magistraat van Roermond schrijft aan den heer van Elmpt dat bij de tegenwoordige vorst en ijsgang der rivier de Maas groot gebrek aan brandstoffen in de stad bestaat en verzoekt hem tegen betaling zooveel turf en brandhout als mogelijk is herwaarts te zenden opdat de soldaten geen voorwendsel hebben om in het Elmpterbosch hout te gaan kappen.

Minute, in omslag 33, N0 7.

17

1635, j-- Februarij. Het hof van Gelder te Arn-

Z I

hem berigt aan den magistraat van Roermond vernomen te hebben dat door overlijden in de schepenbank aldaar eenige plaatsen vakant zijn geworden en geeft in bedenking daarvoor personen te kiezen die van de gereformeerde religie, van eerhaer levenswandel ende vreedtlievich sijn; de magistraat zou zich daardoor son-derling recommandabel maecken soo bij desen staat, syjne vorstelijche genaede den heere prince van Oraignien als voornaemelijck hij den heeren staaten desen vorst endoms.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 32, N0 5.

-ocr page 261-

1635, — February. Het hof van Gelder te Arnhem berigt aan den magistraat van Roermond dat het Gode behaagd heeft de stad Pariba met hare drie forten gelegen in de Capitanie van Parnabuc in de magt der Staten Generaal te brengen ; het hof geeft bevel om deswegens op aanstaanden zondag God almagtig in de kerken te danken voor deze overwinning en daarna door het luiden der klokken en op andere wijze vreugde te betoonen.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 32, Nquot; 4.

1635, 1 Maart. Hendrik, heer van Elmpt, en Daniel van Elmpt schrijven aan den magistraat van Roermond dat alhoewel zij op het verlangen van den magistraat dagelijks hunne onderdanen met groote hoeveelheden brandhout naar de Roermondsche markt zenden de burgers en soldaten evenwel niet nalaten in het bosch te kappen, waardoor het geheel vernield en het hun onmogelijk gemaakt zal worden de stad bij voortduring te gerieven; zij verzoeken strenge maatregelen te nemen om dit kappen te beletten.

Orig. get. Henrich her zu Elmpt, Daniel von Elmpt, in omslag 32, N0 27.

1635, 13 Maart. De magistraat van Roermond antwoordt op het schrijven van den kerkeraad van Schenkenschans dd. 31 Januarij 11. dat alhoewel door die continuelc inlegeringe ende andersints de middelen der stad teenemael comen te ondergaen hij evenwel om de goede nabuerlicke correspondentie te onderhalden een glasvenster zal vereeren met het wapen der stad en hare spreuk 7EQVITAS IVDICIA TVA DOMINE.

Minute, in omslag 32, N0 3.

-ocr page 262-

— 254 —

1635, 17 April. Jacobus a Castro, bisschop van Koer-mond, benoemt, op cle voordragt van Jan Willem van Cortenbach, erfvoogd van Eoermond, na het overlijden van Joannes a Lapide (van der Steen), ïheodoor Brouwers tot pastoor der parochiekerk van den H. Christoffel te Roermond.

Orig. perk. lat. get. Jacobus, episcopus Ruraimundensis, de mandata Rmi get. Henricus Erft, zegel verloren, in doos IX, N0 11.

1035, 23 April en 4 Mei. Twee brieven van den magistraat van Venlo aan dien van Roermond, waarin gemeld wordt dat eenige personen uit de onmiddellijke omstreken der stad Venlo door die van Gelder gehaald en aldaar in de gevangenis gehouden worden. De magistraat verzoekt eene vergadering der staten van het kwartier te beleggen ten einde maatregelen te beramen om de vrijstelling van die personen te bekomen.

Twee orig. gedagt. uit Venlo en get. Conr. Schenck, in omslag 32, N0 38.

1635, Mei. Dirk Schutten klaagt aan het hof van Gelder te Arnhem over zekere personen in de stad Gelder residerende en zich den titel gevende van raden, griffier en advokaten van Gelderland, zoo als ook over Arnold de Haen, die zich momboir van Gelderland noemt; hij geeft te kennen dat deze personen niet alleen de ingezetenen van het Overkwartier afschrikken om hunne processen voor het hof te Arnhem aanhangig te maken en te vervolgen maar zich ook veroorloven door penale mandementen die ingezetenen te dwingen te hunnen overstaan in de stad Gelder hunne processen te voeren.

Bij een schrijven van 5 Mei gelast het hof den magistraat van Roermond op de goederen, die gemelde

-ocr page 263-

— 255 —

de Haen in het O verkwartier bezit, beslag te leggen en de inkomsten daarvan in te vorderen.

Afschr. en orig, gedagt. uit Arnhem en get. Engelen, in omslag 32, N0 16.

1635, 12 Mei. Het hof van Gelder te Arnhem schrijft aan den magistraat van Roermond dat de Staten Generaal alle mogelijke middelen bij de hand nemen om den staat van deze landen te verzekeren tegen het geweld van den vijand en zijne listige practiquen, strekkende niet alleen om mjt te roevjen den tvaeren godtsdienst, de rechten ende privilegien van de landen, maer ooch de goede ingesetenen van dien te herooven ende H ont-setten van alle H geene dat een ieder van dien lieff endc aengenaem is; dat men tot voorkoming van dergelijke onheilen, als ook tot het beschadigen en vervolgen van den vijand, besloten heeft een goed leger van ruiters en voetknechten onder aanvoering van den prins van Oranje op de been te brengen. Opdat het echter Gode moge behagen, uit syne grondeloose harmharticheyt voor het goet voornemen van desen staet genaedelich sal gelieven te continuieren synen godtlyeJcen segen ende helpen met synen starclcen arm, hebben de Staten Generaal eenen vast- en bededag bepaald op den 30sllt;quot;n dezer, ten einde alle goede ingezetenen ende patriotten Hem met een nederig gemoed vuriglijk bidden om bij voortduring zijne genade en zegen aan den staat, aan het leger en voornamelijk aan den persoon van den prins van Oranje te schenken, hem te bewaren tegen alle openbaar geweld, onheil en listige pratijken van den vijand en hem tevens den geest der wijsheid en kloekmoedigheid te geven om deze landen voor de ware christelijke gereformeerde religie te behouden.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, met een gedrukt exemplaar, in omslag 32, N0 8.

-ocr page 264-

— 256 —

1635, 16 Mei. De magistraat van Erkelens geeft aan dien van Eoermond te kennen dat hij met de benoeming van Dirk van Ommeren tot ontvanger der onraadspen-ningen volkomen instemt.

Orig. in omslag 36, N0 36.

1635, 16 Mei. De Kaad van State der Vereenigde Nederlanden zendt aan den magistraat van Roermond het volgende extract uit de resolutiën der Staten Generaal:

Aangezien de prins van Oranje in de vergadering van den 4de° Mei 1635 eene klagt der Fransche officieren had medegedeeld inhoudende dat de paepsche fransche soldaten wanneer zij te biechten gaan geene absolutie kunnen bekomen dan nadat zij de belofte hebben afgelegd om den dienst te verlaten, waarin zij tegen den koning van Spanje gebruikt worden, nemen zij in hunne vergadering van 14 Mei daaropvolgend het besluit overal bevel te geven om tegen deze handelingen te waken en de papen, die zich daaraan schuldig maken, met verbanning te straffen.

Inliggend een schrijven van het hof van Gelder te Arnhem dd. 11 Junij 1635, waarbij dit bevel aan den magistraat van Roermond gegeven wordt.

Orig. gedagt. uit 's Gravenhage en get. J. van Berchem, ter ordonnantie M. Hnygens, met het schrijven van het hof gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 32, N0 1.

1635, 11 Junij. Het hof van Gelder te Arnhem schrijft aan den magistraat van Roermond dat, aangezien de prins van Oranje met het leger het vijandelijke land is binnengetrokken, de Staten Generaal goedgevonden hebben dat de dienaeren des Godlvjclcen woorts op woensdag 17 Junij eenen predigdach zullen houden en in hunne predicatie voorstellen sullen soodanige texten

-ocr page 265-

— 257 —

vuyt God es heylige xvoort als geschikt zijn om de gemeente te bewegen vurig voor het welslagen der ondernemingen van den prins te bidden.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 32, N» 9.

1635, 13 Junij. Johan Sluysken, griffier van het hof van Gelder te Arnhem, schrijft een brief van dankbetuiging aan den magistraat van Roermond voor een aan hem geschonken okshoofd wijn.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Johan Sluysken, in omslag 34, N0 1.

1635, 5 Augustus. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond dat de laatste troepen van 't leger des konings op den voorgaanden dag naar beneden zijn getrokken; hij weet niet hoever zij gaan zullen maar waarschijnlijk tot Rijnberk; Stralen en Arcen zouden in 't bezit van 's konings troepen zijn; wat de brug aanbelangt kan hij melden dat zij halverwege de Maas gelegd was maar dat men haar naar Stralen heeft terug gebragt.

Orig. gedagt. uit Venlo en get. Conr. Schenck, in omslag 32, N0 39.

1635, 6 Augustus. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond dat bij de kranke soldaten door den magistraat van Roermond gezonden er dagelijks nog velen uit het leger gebragt worden, die zi] wegens dew tcgenwoirdiyen toicht van des conincks volck niet zoo spoedig naar beneden kunnen brengen; deze groote menigte kranke soldaten veroorzaken niet alleen groote kosten maer mede stanch, quaede loichte ende andere miserien; de magistraat heeft tot hun onderhoud eene kollecte in de stad gehouden, maar de opbrengst daarvan

-ocr page 266-

— 258 —

is niet toereikend aangezien hun getal 13 a 1400 sterk is zonder nog de dagelijks bijkomenden te rekenen; hij verzoekt ook te Eoermond eene kollekte tot dat doel te houden en hem daarmede te hulp te komen. Ook is men voor eene belegering der stad bevreesd, in welk geval men nog grooteren last zal hebben daer men alsdan heter gezonde als dusdanige miserable personen soli van doen hebben.

Orig. gedagt. uit Venlo en get. Conr. Schenck, in omslag 32, N0 40.

1635, 8 Augustus. De magistraat van Roermond antwoordt op het schrijven van dien van Venlo dd. 6 dezer dat niet op zijn gezag maar op uitdrukkelijk bevel van den prins van Oranje de kranken naar Venlo gezonden werden; er is nog eene groote menigte kranke Fransche soldaten in Roermond overgebleven, zoodat niet alleen het. gasthuis tnaer alle straeten alnoch voll liggen, der g est alt dat door stanch ende infeetie de burgers jonde ende alt voor den voet eranck ende bed-legerieh tvorden; alhoewel nu de magistraat een vrindt-nabuerlich medelijden met Venlo heeft zoo kan hij die stad echter onder de tegenwoordige omstandigheden niet te hulp komen, te meer daar er in de laatste dagen twee groote legers om de stad gelegerd waren, die alle vruchten vernield hebben, zoodat de burgers tegens den aenstaenden winter van alle noetdurft onversehen sijn.

Minute, in omslag 32, N0 41.

1635, 22 Augustus. De magistraat van Roermond hecht zijne goedkeuring aan eene rekening der betaalde serviesgelden sedert 1 Augustus 1632 tot den 19d'?,, Augustus 1633, opgemaakt door den licentiaat van der Smitsen, Mathijs Dencken en Geurt Graus, die door

-ocr page 267-

— 259 —

den magistraat met de ontvangst en uitgave van die g'elden belast waven.

Orig. get. J. van Ryckenroy, in omslag 33, N0 13.

1635, 25 Augustus. De magistraat van Roermond schrijft aan het hof van Gelder te Arnhem dat de pachters van den impost op 't gemaal en het bier in deze stad bij hem sedert 2 jaren aanhouden om de geestelijkheid door executie tot betaling van dien impost te dwingen; daar die geestelijkheid zich echter op hare oude privilegiën van vrijdom beroept, die, naaizij beweert, door den prins van Oranje bij de capitulatie der stad zijn geconfirmeerd geworden, terwijl de gecommitteerden van den Raad van State bij de tegenwoordige verpachting zich vergenoegden met het gebruik dier geestelijkheid alleen voor memorie te doen opschrijven, zoo durft de magistraat de gevraagde executie niet inwilligen maar heeft aan de pachters den raad gegeven zich tot het hof te Arnhem te wenden.

Minute, in omslag 32, N0 42.

1635, 16 September. Het hof van Gelder te Arnhem schrijft aan den magistraat van Roermond over de nieuwe verpachting der generale middelen van de stad, waartoe de Raad van State den kommissaris Hogenbeck heeft aangewezen.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 32, N° 28.

1635, 10 October. Het hof van Gelder te Arnhem schrijft aan den magistraat van Roermond dat de sieclcte van pestilentie dagelijks meer en meer toeneemt en zich verspreidt, terwijl de oorlog insgelijks veel kommer en ellende veroorzaakt; ook blijkt uit de ervaring dat de regtvaardige hand Gods opgeheven is om de grove en

-ocr page 268-

menigvuldige zonden te straffen, die overal met overtreding van Gods geboden, met verachting van zijn woord en ontheiliging van den Sahhat bedreven worden; dat om deze redenen de Staten-Generaal op woensdag 31 dezer eenen vast- en bededag hebben uitgeschreven, ten einde een ieder zich met God verzoene en tot afwending van de welverdiende straffen demoedig bidde.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 32, Nquot; 17.

1635, 18 October. De gouverneur van Stevensweert schrijft aan den magistraat van Roermond dat aangezien de gouverneur van Roermond de paspoorten van den prins van Oranje en der Vereenigde Staten, zijne meesters, niet eerbiedigt, hij zich verpligt gevoelt ook de paspoorten, die de magistraat van den landvoogd en zijne generaals verkregen heeft, niet te eerbiedigen; zijne betrekking noodzaakt hem daartoe tot zoo lang de gouverneur van Roermond het rantsoen zal hebben terug gegeven dat hij zonder redenen aan den collecteur en den controleur van 's konings licenten heeft doen betalen.

Orig. fr. met de onleesbare handteekening van den gouverneur, in omslag 34, N0 43.

1635—1636. Verschillende stukken behoorende tot een geschil tusschen den magistraat van Roermond en den erfmaarschalk de Raville, heer van Dalenbroek, in betrekking tot de betaling van renten en cijnsen door de stad aan die heerlijkheid verschuldigd.

Orig. en minuten, in omslag 36, N0 37.

1636, 25 February. De Raad van State zendt aan den magistraat van Roermond een schrijven van Hendrik Jonger, edelman, en van de constabels der artillerie te

-ocr page 269-

— 261 —

Roermond in garnizoen, klagten inhoudende over niet betaling van hun servies ; de Raad verwondert zich daarover aangezien er in geene steden moeiielijkheden over die betaling gemaakt worden en gelast den magistraat aan de supplianten logement of servies te verschaffen volgens het oude gebruik ende d'ordre van H landt.

Orig. gedagt. uit 's Gravenhage cn get. Clergylders, M. Huijgens, met het vermelde schrijven, in omslag 32, N° 18.

1(536, 1 Maart. Christiaan en Celis Maessen bekennen ten overstaan der schepenbank van Swalmen en Asselt schuldig te zijn aan de meesterse en conventualen van het klooster van Maria Gaard te Roermond eene hoofdsom van 100 gulden Roermondsche munt, rentende jaarlijks 5 34 gulden en gevestigd op eene hofstadt, beplant met fruitboomen en gelegen te Swalmen recht tegens dess cloesters ingen weyde hoff.

Ürig. perk. met een zegel in groen was, in doos XI, N0 21.

1636, 5 Maart. Het hof van Gelder te Arnhem schrijft aan den magistraat van Roermond dat, alhoewel hij twee jaren geleden beloofd had bij het overlijden van raadsleden eenige personen van de gereformeerde religie te zullen kiezen, zulks tot dusverre niet geschied is; het hof verzoekt nogmaals den magistraat te willen zorgen dat bij de aanstaande verkiezing zulke personen van die religie in aanmerking komen, die eerbaer van leven, handel ende ivandel sijnde, d'eer ende icélstandt van de stadt moegen helpen bevorderen.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Engelen, in omslag 32, N» 10.

-ocr page 270-

— 262 —

1G36, 5 April. De magistraat van Eoerraond geeft eene verklaring af dat de omliggende dorpen Swalraen. Asselt, Vlodrop, Posterholt en Odiliënberg sedert de reductie der stad door de inleg cringe van heyder sijdts legeren, op en neenvaerts treckende convoy en ende cyyjchs-luyden aan hunne goederen, renten, inkomsten, bosschen, enz., groot nadeel geleden hebben, jae voor eenige jaeren tenemaell bedorven ende vernielt sijn.

Minute, in omslag 33, N0 4.

1636, 10 April. De magistraat van Roermond schrijft aan het quot;thans vergaderde kapittel van recollecten dat de guardiaan Franciscus Pratanus in het afgeloopene jaar aan de stad en hare burgers gewigtige diensten bewezen heeft, weshalve hij verzoekt hem in de tegenwoordige omstandigheden niet uit Roermond te verwijderen.

Minute, in omslag 34, N0 2.

1636, 17 April. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond dat bij de afwezigheid van den kommandant der stad de kapitein majoor Johan de Jeger het bevel voert en aan de burgers niet wil toestaan hunne landerijen, onder het geschut liggende, te beak-keren; hij verzoekt van den magistraat van Roermond te vernemen hoe de kommandant Rantwyck daarmede handelt.

Orig. get. P. Heujftz, in omslag 33, N0 5.

1636, 26 April. Het hof van Gelder te Arnhem schrijft aan den magistraat van Roermond dat het Gode behaagd heeft de wapenen der Vereenigde Nederlanden zoodanig te zegenen dat daardoor in korten tijd de Schenkenschans op den vijand veroverd is, die hij in

-ocr page 271-

— 263 —

den voorgaanden zomer bij verrassing had ingenomen. Aangezien men hierin Gods hulp handtastelijk heeft kunnen bespeuren hebben de Staten Generaal bepaald dat op den 10dequot; Mei aanstaande in alle Duitsche, Fransche en Engelsche kerken dezer Vereenigde Nederlanden vurige dankgebeden zullen worden ten hemel gezonden.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 32, Nquot; 11.

1636, 28 April. De magistraat van Weert antwoordt op een schrijven van dien van Roermond dat de gouverneur van Weert den toevoer van turf naar Roermond niet zal beletten zoo lang hij daartoe geene uitdrukkelijke bevelen ontvangt maar dat hij den toevoer van 't gewas der Imjsluydens van de eene plaats naar de andere niet mag veroorloven als zijnde tegen den inhoud van 's konings plakkaten; de magistraat zal echter toezien hoe die van Stevensweert en Montfort zich te dien opzigte gedragen eu daarna verdere pogingen bij den gouverneur in 't werk stellen.

Orig. get. J. Sonneman, secret., in omslag 34, N0 22.

1636, 21 Mei. Op eene klagt van den magistraat van Roermond aan den Raad van State der Vereenigde Nederlanden over de soldaten van het garnizoen die zich veroorloven het gras op de stadsweiden af te snijden of die door hunne paarden te laten afweiden, geeft de Raad bevel aan den kolonel van Ghameren dit door alle mogelijke middelen te keer te gaan.

Orig. gedagt. uit 's Gravenhage en get. A. Bruyningh, M. Huygens, in omslag 34, N0 3.

1636, 28 Mei. A. Olimart zendt aan den magistraat van Roermond een verzoekschrift van de inwoners van Swalmen, Asselt, Vlodrop, Posterholt en Odiliënberg,

-ocr page 272-

waarbij gevoegd is de ordonnantie van den Raad van State, verbiedende aan den ontvanger van Ommeren om in gemelde plaatsen binnen den tijd van zes maanden eenige executie te doen; aangezien deze ordonnantie eenigen troost aan de verarmde inwoners kan brengen verzoekt hij den magistraat bij dien ontvanger op de nakoming daarvan aan te dringen.

Orig. gedagt. uit Montfort en get. A. Olimart, met een afschrift van gemeld verzoekschrift en ordonnantie, in omslag 32, N0 13.

1636, 6 Junij. De Raad van State schrijft aan den magistraat van Roermond van den kommandant van Rantwijck aldaar vernomen te hebben dat zijn verzoek om eenige rosmolens in de stad te bouwen niet wordt nagekomen en geeft bevel om daaraan onmiddellijk te voldoen ten einde die in tijd van nood te kunnen gebruiken.

Orig. gedagt. uit 's Gravenhage en get. A. Bruyningh, M. Huygens, in omslag 32, N0 12.

1636, 16 Junij. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Gelder dat de soldaten uit die laatste stad dagelijks grooten hinder veroorzaken aan de personen, die waren naar Roermond voeren, de voerlieden vnyt-spannende ende mcrckelich groote geldboete affdringende. Daar nu de gouverneur van Roermond dergelijke handelingen jegens Gelder niet pleegt verzoekt hij den magistraat van Gelder ijverige pogingen bij zijnen gouverneur aan te wenden en hem tot gelycke conniventie te disponeren.

Minute, in omslag 32, Nquot; 43.

1636, 18 Junij. Het hof van Gelder te Arnhem geeft bevel aan den magistraat van Roermond om bij den rosmolen, die zich in de stad bevindt nog twee te

-ocr page 273-

doen bouwen opdat de burgerij en het garnizoen bij belegering der stad geriefd kunnen worden; ook zal hij de burgers aansporen zich eenen voorraad brood voor twee maanden aan te schaffen. Tevens heeft het hof vernomen dat men te Roermond zwarigheid gemaakt heeft vreugde te betoenen en de klokken te doen luiden bij gelegenheid van het hernemen van het fort Schenkenschans en vermaant den magistraat dat sulex niet meer en geschiede ende die doeken voortaen op aen-schrijvens te doen treJclcen.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Engelen, in omslag 32, N° 14.

1636, 19 Junij. De magistraat van Roermond schrijft aan den Raad van State der Vereenigde Nederlanden dat het huis genaamd de kanselarij sedert het overgaan der stad tot landsmagazijn gebruikt wordt; daar hij echter voor huur van dat huis jaarlijks 100 rijksdaalder betaien moet en tot reparatiën daarvan gehouden is, verzoekt hij dat het ontruimd worde ten einde van die betaling ontslagen te zijn. In margine geeft de Raad van State daartoe zijne toestemming mits een ander gebouw tot magazijn beschikbaar gesteld worde.

Orig. in margine get. M. Huygens, in omslag 32, N0 45.

1636, 9 Julij. De Raad van State der Vereenigde Nederlanden zendt aan den magistraat van Roermond een verzoekschrift van de constabels in garnizoen aldaar, strekkende tot het bekomen van hunne serviesgelden: de Raad verzoekt den magistraat daaraan zoo veel mogelijk te willen voldoen.

Orig. gedagt. uit 's Gravenhage, in omslag 38 N0 22.

1636, 12 Julij. Het hof van Gelder te Arnhem schrijft aan den magistraat van Roermond dat de hevige oorlogen

-ocr page 274-

den vergangen jaer ontsta en in 't binnenste van dese provincie gevolgd zijn geworden door eene felle vierige pestilentie, die zich over alle steden en landen heeft uitgestrekt; het hof heeft om deze reden eenen algemeenen vast- en bededag uitgeschreven op den 30slequot; dezer en gelast den magistraat daartoe de noodige bevelen te geven.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 32, Nquot; 19.

163G, 22 Julij. De magistraat van Yenlo schrijft aan dien van Roermond dat niettegenstaande de prins van Oranje bij de capitulatie der stad uitdrukkelijk beloofde haar evenals de overige steden van Gelderland te zullen behandelen, de ontvanger te Grave thans van de burgers van Venlo licenten vordert even als dit met vijandelijke steden geschiedt. De magistraat heeft daarover aan het hof te Arnhem geklaagd en verzoekt dien van Roermond dit insgelijks te doen opdat het hof de zaak des te beter moge behartigen.

Orig. get. P. Heufft, in omslag 32, N0 44.

1636, 30 Julij. De Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden bepalen eenen algemeenen vast- en bededag op den 20stc'1 Augustus aanstaande ten einde met vurigen aandrang te bidden tot afwering der pest, die verschillende steden en plaatsen in eenen hedroeffden en jani-merlicJcen staet gestelt hellen en tevens tot het welslagen der aanstaande ondernemingen van het veldleger.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 32, N° 15.

1636, 21 October. Het hof van Gelder te Arnhem schrijft aan den magistraat van Roermond dat het de

-ocr page 275-

zaak van eenige inwoners, die in de heerlijkheid van Dalenbroek geërfd zijn, nog niet heeft kunnen behandelen, wegens eene plotselinge en hevige ziekte van den momboir; het geeft echter den raad aan den magistraat naauwkeurige informatiën in te winnen over het gedeelte van die heerlijkheid dat tot dit vorstendom en over het gedeelte dat van oudsher tot Gulik behoort.

Orig. get. Sluysken, in omslag 40, N0 16.

15

1636 , —November. Het hof van Gelder te Arnhem

Jh D

schrijft aan den magistraat van Roermond dat aangezien God almagtig uit grondelooze genade en barmhartigheid ook dit jaar de Vereenigde Nederlanden bewaard heeft tegen het openbaar geweld van den vijand ende sijne listige practiquen, tvaervan eenige den verleden soomer syn ontdeckt, hebben de Staten Generaal goedgevonden op den 13dcquot; December aanstaande eenen vast- en bededag te doen houden om Godt almachtich ootmoedelich met gevouwen handen ende geboegen Tcnyen te danken voor de genotene weldaden en onverdiende genade, te bidden voor het behoud dezer landen zoo als ook voor het behoud der ware gereformeerde religie en eindelijk om aff te wenden die ivel verdiende straffe der pestilentie ende andere swaere ende perieuleuse siechten, daermede hij nu eenige wijl herrewardts het landt hardt aengetast ende veel duysent sielen wech gerucht heeft.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 34, N» 49.

1636, 17 November. Het hof van Gelder te Arnhem schrijft aan den magistraat van Roermond dat niettegenstaande zijne beloften en het herhaalde verzoek van het

18

-ocr page 276-

— 268 —

hof, onlangs nog op 5 Maart 11., tot dusverre nog geene personen van de gereformeerde religie in den stedelijken raad zitting hebben; het hof spoort den magistraat aan de thans onbezette zetels door personen van die religie aan te vullen en niet langer daarmede uit te stellen,

want zulks occasie solde cunnen geven aen haer Ed. Mag:

daerinne te doen ijveren naer behoor en, hehvelch het hof •

om goede intelligentie liever vermydet sag.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 32, Nquot; 20.

1636, 10 December. Het hof van Gelder te Arnhem zendt aan den magistraat van Roermond exemplaren van een plakkaat van retorsie tegen de onredelijcke pretensiën van den honing van Spaniën op het kwartier en de meyerij van 's Hertogenbosch door de Staten Generaal op 2 December 11. vastgesteld, met bevel dit op de gewone plaatsen te doen afkondigen.

Orig. gedag, uit Arnhem en get. Sluysken, met een gedrukt exemplaar van het plakkaat, in omslag 33, N® 15.

1637. Aanteekening van de kompagniën soldaten,

die sedert 31 Mei 1633 Roermond zijn binnengekomen, met vermelding van den dag wanneer zij de stad hebben verlaten.

Orig. in omslag 33, N0 8.

1637, Januarij. De magistraten van Gelder en Stralen melden aan dien van Roermond dat door de gedurige oorlogen en de besmettelijke ziekten ten platten lande vele landen onbebouwd blijven, terwijl 't merendeel getimmeren ende gehuchten off affgebroken ende verb rant off ander sins tecnemael vernyelt ende verwuyst syn;

dat zij evenwel in de beden en contributiën moeten bijdragen als of alles nog in esse ende in den goeden

-ocr page 277-

— 269 —

vorigen standi verhieven were. Aangezien deze landen voor het grootste gedeelte aan personen uit de vermelde steden toebehooren, die ze gaarne zouden herbouwen maar zulks wegens het gevaar van vangen en spannen niet durven, was het verzoek van de magistraten aan dien van Roermond om te bewerken dat beide steden neutraal verklaard worden, opdat hare inwoners vry, franck ende ongemolesteert met hunne Jiuysvrouwen ende familien, beesten, haeven ende goederen mogen gaen ende staen, handelen ende wandelen om de voorss. goederen wederomme in esse te brengen, te doen timmeren, 6e-woonen ende heaclceren.

Orig. get. J. Lindtgen, secret, van Gelder, A. v. Locht, secret, van Stralen, in omslag 32, N0 21.

1637, January. De magistraat van Roermond schrijft aan de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden dat sedert eenigen tijd te 's Hertogenbosch, Nijmegen en Grave ontvangers aangesteld zijn tot het innen van licenten en konvooigelden op waren, die van daar naar Roermond en Venlo gebragt worden, waardoor aan beide steden groot nadeel wordt toegebragt; bij de kapitulatie van Roermond werd beloofd dat de stad in betrekking tot de lasten even als de drie overige hoofdsteden van Gelderland zoude behandeld worden en ook moet in consideratie genomen worden dat nu sedert vier jaren niet alleen de Maas gesloten is, maar ook alle toevoer over land van des vijands zijde verboden is, zoodat weinig victuaille daarin gebragt wordt, waardoor eene onspreeckelicke dyerte ende armoede onder de borgers als ooch soldaten van '£ guarnison aldaer wert gecau-seert; derhalve verzoekt de magistraat den Staten Generaal de vermelde licenten en konvooi gelden af te schaffen opdat de stad dycnacngaende nyet en blyve van

-ocr page 278-

— 270 —

arger conditie als andere des voorss. furstendoms steden.

In margine staat: Het versouck in desen wert a.ff geslagen. actum 5 Januari) 1637.

Orig. in omslag 32, Nquot; 23.

1637, 3 Januarij. Het hof van Gelder te Arnhem deelt aan den magistraat van Roermond afschrift mede van een brief van den Raad van State dd. 2 Januarij van den volgenden inhoud: de Raad heeft vernomen dat eene menigte papen ende gaepsche geestelickheyt, wien bij plakkaat van retorsie verboden is op het platte land te vertoeven, zich thans in de steden komen vestigen en geeft bevel aan het hof om hen te doen vertrekken. Dientengevolge beveelt het hof den magistraat, indien zoodanige geestelijken in de stad aanwezig zijn mogten, hen aan te manen haar binnen twee maal 24 uren te verlaten van te syn van goeden prinse

ende getractiert te worden nae den inhout vati 't selve placcaet.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, met het vermelde afschrift, in omslag 32, Nquot; 22.

1637, 28 Januarij. Het hof van Gelder te Arnhem berigt aan den magistraat van Roermond uit zijn schrijven van 21 December vernomen te hebben dat er drie personen van de gereformeerde religie in den raad der stad zijn gekozen waarvoor het zijnen dank aan den magistraat doet toekomen; daar echter Hendrik Kindt, een dezer nieuw benoemden, zijn mandaat niet kan aannemen verzoekt het hof dat aan een ander persoon van die religie op te dragen.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 32, N0 24.

-ocr page 279-

— 271 —

1637, 29 Januarij. De opzienderen der gereformeerde kerk te Roermond geven aan den magistraat te kennen dat die kerk noodzakelijk herstel vordert en de middelen daartoe geheel ontbreken; zij venneenen dat vroeger zekere inkomsten tot haar onderhoud bestaan hebben en verzoeken den magistraat hun die te willen aanwijzen of door andere middelen daarin te willen voorzien.

Orig. in omslag 32, N0 25.

1637, 1 Februarij. Het hof van Gelder te Arnhem meldt aan den magistraat van Roermond dat het eenen vast- en bededag bepaald heeft op woensdag 25 dezer, ten einde God te danken voor de vermindering der straffe van pestilentie en voor het geheele ophouden daarvan te bidden.

Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 32, N0 29.

1637, 7 Maart. De magistraat van Gelder schrijft aan dien van Roermond dat de rekenkamer in de stad tegen de oude gebruiken en gewoonten eene ongehoorde nieuwigheid wil invoeren; zij wil namelijk boven en behalve den molfter, die men gewoonlijk aan den koning moet geven en voor tarwe het 12quot; deel en voor andere granen het 16quot; deel bedraagt, nog eene zekere som van ieder malder vorderen met tvelcJce nieuwe indrenginghe ende subiectie de magistraat zich niet kan vereenigen ; hij verzoekt derhalve om inlichtingen hoe te Roermond daarmede gehandeld wordt ten einde zich daarnaar te gedragen.

Orig. gedagt. uit Gelder en get. ,/. Lindtgen. in omslag 32, N° 30.

1037, 9 Maart. De Raad van State zendt aan den magistraat van Roermond een rekwest van van Rantwijck,

-ocr page 280-

— 272 —

kommandant der stad, waarin hij zich over het niet betalen van zijn servies beklaagt; de Raad verzoekt daarop het advies van den magistraat te ontvangen.

Orig. gedagt. uit 's Gravenhage en get. M. Huygens, met het vermelde rekwest en het antwoord van den magistraat, in omslag 32, Nquot; 33.

1637, 13 en 16 Maart. De magistraat van Luik en de griffier van het schippersgild aldaar klagen aan den magistraat van Roermond dat hunne schippers, koopwaren naar de Vereenigde Nederlanden brengende, door 't schippersgild te Venlo genoodzaakt worden varensgezellen bekend onder den naam van huerverders in te nemen hetgeen eene nieuwigheid is daar hunne schepen tot dusverre behalve met Luiksche ook met Roermondsche varensgezellen bemand waren. Zij verzoeken derhalve den magistraat de noodige maatregelen te nemen.

Twee orig. fr. met het antwoord van den magistraat van Roermond, in omslag 39, Nquot; 2.

1637, 15 Mei. De magistraat van Roermond klaagt aan de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden dat sedert de reductie der stad in de omliggende dorpen Maasniel, Merum en Ooi, behoorende tot de heerlijkheid Dalenbroek verschillende brouwerijen zijn opgerigt, waarin zoo veel bier gebrouwd en vertapt wordt dat deser stadt nahringhe gantz ende toemahl compt te vervallen ende te nyeten te geraecken: vroeger bestonden in die heerlijkheid ten hoogste twee brouwerijen, thans is het getal tot elf gestegen, terwijl het te voorzien is dat er nog meer zullen opgerigt worden, weshalve de magistraat verzoekt dat er maatregelen genomen worden om dit misbruik te keer te gaan.

Minute en afschrift, in omslag 3i, N0 21.

-ocr page 281-

— 273 —

1637, October. De magistraat van Roermond schrijft aan het hof van Gelder dat de Overste Portiers, kom-mandant van het garnizoen aldaar, bij trommelslag zeker mandement heeft doen afkondigen waarbij aan alle ingezetenen der stad, die den vijand gediend hebben, bevel gegeven wordt zich te laden enrolleren ten dienste van de Con. ma1 of anders de stadt te ruymen binnen 24 uren.

Aangezien de stad hierdoor zeer benadeeld wordt, en deze toch reeds zoo weinig inwoners telt, terwijl ook door art. 7 der akte van capitulatie alles, wat sedert 1632 tegen den koning misdaan werd, vergeven is geworden, verzoekt de magistraat het hof de uitvoering van dit mandement te beletten.

Minute, in omslag 34, N0 7.

1637, na 2 October. De magistraat van Roermond door Gerard Graus, superintendant der rekenkamer van Gelderland, en Cornells de Randenraedt, oudsten raad in den souvereinen raad te Roermond, op den 2dlt;'quot; October 11. aangezocht zijnde tot het afleggen van den eed aan Z. M. met den aenhanch dat den magittraet 's jaers verandert, verzoekt uitstel daartoe te bekomen ten einde pogingen in 't werk te stellen om in 't bezit van hun oud privilegie van perpetuiteit gehandhaafd te worden.

Minute, in omslag 37, N0 26.

1637, 8 October. De katholieke leden van den magistraat van Roermond schrijven aan de staten van het O verkwartier dat bij het overgaan der stad op 6 Junij 1632 door eene capitulatie werd bepaald dat alle kerken met uitzondering van ééne voor de uitoefening van den Roomschen Godsdienst zouden bestemd blijven; dat de burgers en inwoners dien Godsdienst mogten blijven belijden ;

-ocr page 282-

— 274 —

dat de geestelijken en de kloosters hunne goederen mog-ten behouden en dat de magistraat in functie kon blijven mits hij den eed van getrouwheid aan de Staten Generaal aflegde. Toen nu op den Junij daarna van hen gevorderd werd dien eed af te leggen vonden zij zich bezwaard en vroegen een uitstel van zes weken dat hun vergund werd. Alhoewel nu de bisschop van Roermond, de guardiaan Franciscus Pratanus en de aartsbisschop van Mechelen van oordeel waren dat zij dien eed doen mogten mits zij niet verpligt werden den koning af te zweren, zoo weigerden zij evenwel toen zij in Augustus van dat jaar op nieuw daartoe aangezocht werden. Dit duurde tot in 1634, omtrent 22 maanden na de overgave der stad, toen men hen vermaande den eed te doen onder bedreiging dat bij gebreke daarvan de kerken en kloosters gesloten, de Roomsche religie verboden en de kerkelijke en kloostergoederen verbeurd verklaard zouden worden, terwijl zij zich zeiven de schending der capitulatie te wiiten zouden hebben doordien zij aan de daarin vervatte bepaling niet voldaan hadden. Daar hun ter bedenking slechts vier uren gelaten werden hebben zij gemeend, ten einde het onheil waarmede zij bedreigd werden af te weren, den eed te moeten afleggen. Daar nu de stad op 3 Sept. 11. voor den koning hernomen is geworden en bij de overgave alle begane fouten vergeven werden zoo zijn zij echter door den president Ross op den 5dcn September daarna van hunne functiën ontslagen geworden. Derhalve verzoeken zij den staten bij den landvoogd als bemiddelaars voor hen te willen optreden opdat zij in hunne bedieningen hersteld worden.

Het antwoord der staten was: Ridderschap ende Steden draghen hedenclcen sich deser saeclcen aen te nemen.

Geauth. afschrift, get. P. Dossman, in omslag 32, N0 46.

-ocr page 283-

— 275 —

1637, 13 December. A. Spenraey schrijft uit Brussel aan den magistraat van Roermond vernomen te hebben dat de baron de Balangon de voornaamste klok van Roermond vordert of eene som van 500 pattacons verlangt tot afkoop van die vordering; hij heeft dit aan den landvoogd kenbaar gemaakt die van eene dergelijke vordering niets wil weten en dientengevolge een bevelschrift gegeven heeft, waarbij hij de stad ontheffing daarvan verleent.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. A. Spenraey, met een geauth. afschrift van het bevel van den landvoogd, Spaansch, get. A. Kieffel, not. publ., in omslag 34, N0 5.

1637—1670. Verschillende stukken betrekking hebbende op het subsidie, dat jaarlijks door de hooge regeering aan de steden Roermond en Venlo onder de benaming van Wachtbrandt werd toegestaan en waaruit het vuur en licht voor het garnizoen moest geleverd worden.

Orig. en afschr. in omslag 38, N0 26.

1638, 28 Junij. Jan Baptiste d'Espieres, ridder, heer van Morslede, bekent, ten overstaan der leenkamer te Morslede schuldig te zijn aan Remaclus Simon, griffier van de rekenkamer te Rijssel eene hoofdsom van 800 gulden, voor wier zekerheid hij de hem toebehoorende heerlijkheid van Roleghem Cappelle tot onderpand stelt.

Orig. perk. get. M. du Bois, in doos XIII N0 19. (Geschenk van Dr Joseph Schreurs.)

1638, 31 Augustus. De magistraat van Roermond schrijft aan het bureau van finantiën te Brussel dat volgens 's konings reglement, uitgevaardigd vóór de stad onder 's konings gebied was teruggebragt, de koopwaren.

-ocr page 284-

— 276 —

die van Aken, Limburg en andere plaatsen over land naar het kwartier van de Maas gebragt worden, geen anderen weg mogen nemen dan over Erkelens, Gulik, Stevensweert of Navagne (1), terwijl men die waren niet mag laten voorbijgaan zonder bewijs van de betaling der licenten, afgegeven door de te Aken resideerende beambten; de magistraat vermeent dat de eene plaats niet boven de andere mag voorgetrokken of bevoordeeld worden en verzoekt derhalve dat aan de beambten te Aken last gegeven worde insgelijks licentbriefjes af te geven voor het vervoer van waren langs Roermond.

Orig. fr. in omslag 39, N0 8.

1638, 25 September. De afgedankte leden van den magistraat van Roermond schrijven aan den bisschop vernomen te hebben dat nieuwe leden van dien magistraat den bisschop bij den landvoogd beschuldigd hebben den eed, die in 1634 tot behoud van het katholiek geloof door hen is afgelegd, te hebben ontworpen of goed-keurd. Daar dit niet met de waarheid overeenstemt en zij vermeenen den bisschop van dezen blaam te moeten zuiveren, verklaren zij dat in 1632 de bisschop op hun verzoek pogingen bij de aartshertogin heeft aangewend om van hunnen eed aan den koning ontslagen te worden en den van hun gevorderden eed door de Staten Generaal te mogen afleggen in het belang van den godsdienst, hetgeen ook onder de voorwaarde van daarbij den koning niet af te zweren hun toegestaan is geworden.

Geauth. afschrift, lat. get. P. Bossman, in omslag 34, N» 14.

(1) Navagne, ook wel Elve genaamd, was een fort dat in 1631 op de Maas, boven Ejsden door de Spanjaarden gebouwd werd, om van daaruit de stad Maastricht te hernemen.

-ocr page 285-

— 277 —

1638, 13 December. De magistraten van Roermond en Venlo schrijven aan den landvoogd dat zij God danken voor het terugbrengen der beide steden onder 's konings gehoorzaamheid en geene zaak meer ter harte nemen dan om het arme volk tot gehoorzaamheid en trouw aan te moedigen; zij moesten echter thans hunne afgevaardigden naar Brussel zenden met het verzoek om de ongeregeldheden en het geweld door de soldaten gepleegd, te doen ophouden; de inwoners worden daardoor tot wanhoop gebragt en genoodzaakt die steden te verlaten, zooals reeds door eenigen geschied is; er bevinden zich thans zoovele soldaten daarin dat de arme burgers er 4 a 5 en de meergegoeden 15 in hunne huizen hebben; bij de minste tegenspraak mishandelen zij de burgers en zij stelen in 't openbaar de veldgewassen, vruchten en brandstoffen. De magistraten verzoeken dringend dat hierin verandering gebragt worde; zij hebben daartoe een ontwerp van reglement ontworpen met de strekking om vriendschap en overeenstemming tusschen soldaten en burgers te verwekken, welk reglement zij ter goedkeuring aan den landvoogd onderwerpen.

Orig. fr. in omslag 34, N0 10.

1639, 20 Januarij. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond dat de landvoogd een uitdrukkelijk bevel aan den schout heeft gezonden om den nieuw benoemden leden in den magistraat den eed af te nemen.

22 Januarij. Bij een tweede schrijven meldt de magistraat dat op dien dag 's morgens de vier oude en zes nieuwe leden van den magistraat op het stadhuis ontboden zijn geworden om den eed conform de reformatie af te leggen en daar zulks eenigen tijd duurde liet de kommandant der stad aan den schout vragen of alles gedaen were, und soo nyet, soude hij hmi sulcx

-ocr page 286-

— 278 —

wel doen doen; dit heeft ten gevolge gehad dat de beide burgemeesters in den namiddag insgelijks den eed onder protest hebben afgelegd; het schijnt dat den wille hierinne met danch oft onwil moet volbracht icerden, ende alle ons tegendoen, dehtioircn ende versoecken soo aen den heere cancelier als elders nyet en helpt, ende het zijne ma1 alsoo belieft.

Twee orig. get. F. van Aerssen, in omslag 34, N0 9.

1639, 7 Maart. De magistraat van Roermond bekent aan Peter Bossman, secretaris der stad, schuldig te zijn eene jaarlijksche rente van 50 gulden, gevestigd op alle stedelijke inkomsten en zulks omdat genoemde secretaris in het voorgaande jaar eene som van 1000 gulden voorgeschoten had tot aanvulling der stads quota in de bede en onraadspenningen, welke som de magistraat thans niet bij magte is terug te betalen.

Orig. perk. zegel verloren, in doos IX, N0 16.

1639, 16 Mei. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Henricus Ooms, mëdicinae doctor en schepen der stad, eene hoofdsom van 3000 gulden Roermondsche munt, die hij gebruikt heeft tot reparatie des dycx, hrugghe boven den douvenbaendt, ende batten, wie gelijckfals om den nieuwen vleugel aen H smaetbroecJc, en waarvoor hij belooft eene jaarlijksche rente te voldoen ten bedrage van 150 gulden.

Bij transfix van 1665 wordt deze hoofdsom overgedragen ten behoeve van Jan Baptist van Tulden.

Hierin komen voor: Filips Ferdinand Dirix, schout, Caspar du Pree en Gerard van Baerll, schepenen.

Op den brief is vermeld dat de hoofdsom in 1710 werd afgelost.

Twee orig. perk. met drie zegels in groen was, in doos XI, Nu 40.

-ocr page 287-

1639, 7 Julij. Pater Bertrandus de Monte, viceprior van het klooster der orde van het H. graf te Odiliënberg, daartoe bijgestaan door pater Jacobus a Crahea, prior van die orde, verkoopt aan het kapittel van den H. Geest te Roermond voor een bedrag van 3000 gulden, alle de bezittingen aan het klooster te Odiliënberg toebehoorende. Deze verkoop heeft plaats omdat de goederen van St. Odiliënberg voor het grootste gedeelte in handen van leeken zijn overgegaan, terwijl de overgeblevene ten gevolge van deze langdurige oorlogen onbeakkerd bleven, en de gebouwen deels vernield deels eene prooi der vlammen werden, zoodat het klooster niets of zeer weinig tot zijn onderhoud daarvan konde bekomen.

Orig. perk. lat. get. fr. Jacobus Crahea prior montis Oliueti in Chanea, frater Bertrandus de Monte, prior (?) montis sancloe Odilice, Petrus a Keuckhoven Cath. ecclesice Rurcem. decanus, zegels verloren, in doos IX, N0 9. Uitgegeven in Alb. Wolters, de HH. Wiro, Plechelmus en Olgerus, enz. bladz. 137, N0 12.

1639, 10 September. Het souvereine hof te Roermond benoemt Gerard Bordels, eersten klerk op de griffie van dat hof, tot de door bet overlijden van Gerard Sweyns opengevallene betrekking van landschrijver of secretaris der landen tusschen Maas en Waal.

Orig. perk. met het beschadigde zegel van 't hof, in rood was, in doos XIII, N0 6. (Geschenk van Dr Joseph Schreurs.)

1639, 15 November. De magistraat van Roermond verpandt voor een tijdvak van acht jaren aan Peter Wolters, gewezen peiburgemeester der stad, vier bunders akkerland gelegen op den achtersten griend, wegens door hem voor-geschotene gelden op zijne rekening van 1638 en zulks

-ocr page 288-

— 280 —

aangezien der stadt gelegentheit in die tegenwoordige conjuncture nyet toe en laet hem die tachterheit in haer-schap te restitueren. Deze verpanding is geschied onder voorwaarde dat de magistraat dit land na afloop van den gestelden termijn met een bedrag van 3000 Roermond-sche guldens kan inlossen. In dorso is aangeteekend dat de inlossing op 16 Julij 1664 is geschied.

Geschonken door Mevr. de Wed. C. Ruys.

Orig. get. P. Bossman, zegel verloren, in doos X, N0 44.

1640, 19 Januarij. De landvoogd te Brussel, vernemende dat de kolonels en kapiteins, die zich thans te Venlo bevinden, hunne bevoegdheid te buiten gaan door afzonderlijke cantinen aldaar op te rigten, waarin bier en wijn, zonder betaling der stedelijke accijnsen, verkocht wordt, verbiedt deze handelwijze en geeft bevel aan die kolonels en kapiteins niet meer cantinen toe te laten dan in vroegeren tijd bestaan hebben.

Geauth. afschr. fr. get. A. F. Boenen, in omslag 34, N° 44.

1640, 19 Januarij. Op het verzoekschrift van den magistraat van Roermond verbiedt de landvoogd aan de in Roermond in garnizoen liggende kolonels en kapiteins om vergunning te verleenen tot het oprigten van militaire tapperijen boven het vroeger bestaan hebbende getal, aangezien de stad daardoor aan hare inkomsten te kort gedaan wordt.

Geanth. afschr. fr. get. ƒ. R. Wanssum, in omslag 32, N» 34.

1640, 19 October. N. Maen, griffier van het hof van Gelder verklaart dat de magistraat van Roermond, collegialiter vergaderd, volmagt gegeven heeft aan Mr Peter Bossman, licentiaat in de regten en schepen der stad,

-ocr page 289-

— 281 —

om zich te verzetten tegen het arrest, dat Jacob van Rantwijck, gewezen gouverneur van Roermond, wegens eene vordering ten laste der stad op genoemden Bossman te Arnhem gelegd heeft met magtiging om in deze zaak alles te doen wat hij zal geraden achten; onder belofte van schadeloosstelling.

Orig. get. N. Maen, in omslag 33 N0 22.

1640, 15 November. De magistraat van Roermond verpandt voor een tijdvak van acht jaren aan Peter Wolters, gewezen peiburgemeester der stad, drie bunders akkerland gelegen op den achtersten griend, wegens voorgeschotene gelden op zijne rekening van 1639 en de stad in die tegemvoordiye coniuncture hem de voorgeschotene som niet kan terugbetalen. Deze verpanding is geschied onder voorwaarde dat de magistraat dit land na afloop van den gestelden termijn met een bedrag van drie duizend Roermondsche guldens kan inlossen. In dorso is vermeld dat de inlossing op 29 Augustus 1664 is geschied.

Geschonken door Mevr. de Wed. C. Ruys.

Orig. perk. get. P. Bossman, zegel verloren, in doos X, N» 43.

1640, 19 December- Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond afschrift van een schrijven van den landvoogd, bevel inhoudende om zijn besluit bekend te maken, waarbij vergunning verleend wordt fransche wijnen in het Overkwartier in te voeren, bij wijze van ruiling tegen manufacturen en andere waren, mits de personen, die zulks verlangen, zich daartoe bij het bureau van finantiën aanmelden, die last gekregen heeft de paspoorten af te geven.

Orig. met een afschr. van het vermelde bevel, beiden get. N. Maen, in omslag 37, N0 32.

-ocr page 290-

— 282 —

1641, 5 Augustus. Helwigis van Wessem, weduwe van Matheus van Dulcken, daartoe bijgestaan door haren gekozenen momboir, Johan Spee, schepen van Roermond, verkoopt, ten overstaan van den schout te Montfort en van schepenen van Odiliënberg, aan Johan Engelen twee morgen akkerland gelegen te Lirop heneven die veer-stadt, voor een bedrag van 420 gulden, licop, ermegelt naer landtscostuim en gotspenninck enen schillingh.

Orig. perk met nog één zegel in groen was, in doos X N° 65.

1641, 10 October. De magistraat van Roermond verpandt voor een tijdvak van acht jaren aan Jan van Rey, gewezen peiburgemeester der stad, twee bunders land gelegen op den achtersten griend, wegens voorgeschotene gelden op zijne rekening van 1640; deze verpanding is geschied onder voorwaarde dat de magistraat dit land na afloop van den bovengemelden termijn met een bedrag van 1400 Roermondsche guldens kan inlossen.

Geschonken door Mevr. de Wed. C. Ruys.

Orig. perk. get. Goss. Dukken, met het zegel ad causas der stad, in doos X, N0 42.

1642. Verschillende rekeningen van wijnkoopers te Roermond wegens de levering van wijn ten behoeve van den magistraat aldaar in 't jaar 1642.

Orig. in omslag 37, N0 11.

1642, 3 April. De rekenkamer te Roermond waarschuwt den magistraat aldaar dat voor de verlenging der ontvangst van het superplus een nieuw octrooi dient aangevraagd te worden, verzoekt om een afschrift van het privilegie, krachtens hetwelk de burgers vrijdom op

-ocr page 291-

— 283 —

de drie Geldersche tollen beweren te hebben en om toezending van de rekening der munten, die sedert eenigen tijd krachtens octrooi door de stad zijn geslagen.

Orig. gedagt. uit Roerrnoijd en get. E. Crieckelman, in omslag 33, N0 3.

1642, 14 November. Op eene klagt van den magistraat van Roermond over den last waaronder de burgers en inwoners gebukt gaan door het groote garnizoen in de stad aanwezig, zendt de landvoogd een reglement waarin eene nauwkeurige omschrijving gedaan wordt van hetgeen aan de soldaten moet geleverd worden en waarin de bepaling wordt aangetroffen dat de geestelijkheid en de kloosters geenen vrijdom van inkwartiering mogen genieten voor het geval dat de stad zoo als thans overbelast is.

Geauth. afschrift, fr. afgegeven door den secretaris van Roermond en get. A. Pollart, in omslag 33, N0 2.

1642, 25 December. De magistraat stelt de voorwaarden vast, waarop de stedelijke accijnsen voor het jaar 1643 zullen verpacht worden en gaat over tot die verpachting.

Orig. in omslag 32, N0 35.

1643, 31 Januarij. Immel Dirichs verkoopt, ten overstaaan der schepenbank van St. Odiliënberg, aan Conrardus van Haften, als gevolmagtigde van Andries Hellin, rector van het kollegie der societeit Jesu te Roermond, en ten behoeve van dat kollegie, twee stukken akkerland onder die schepenbank gelegen.

Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos XI jV0 4:1.

19

-ocr page 292-

1643, 3 April. Franciscus van der Burch, bisschop van Kamerijk, geeft een bewijs af waaruit blijkt dat Philippus Simon door hem tot subdiaken gewijd werd.

Orig. perk. lat. get. Foulon, secret, met het opgedrukte zegel des blsschops, in doos XIII N0 14. (Geschenk van Dr. Joseph Schreurs.)

1643, 4 Augustus. Balduinus de Gaule, vicaris-generaal van het bisdom Roermond (sede vacante) schrijft aan den magistraat aldaar dat het onwaardig en onver-dragelijk is hoe de burgers liiet alleen tegen de leeken maar zelfs tegen de geestelijken en kloosters ongehoorde baldadigheden durven plegen. In de voorgaande nacht (zoo schrijft de vicaris-generaal) hebben zij niet alleen voor de deuren van het Munsterklooster met steenen geworpen maar ook de kreten mimiek, papen en andere die de pen weigert te schrijven doen hooren, terwijl zij zelfs den biechtvader op de openbare straat gestompt en met steenen geworpen hebben. Bijaldien gij deze en dergelijke daden tegen de eer van God en zijne kerk, tegen de geestelijke onschendbaarheid en tegen den uitdrukke-lijken wil van den koning en van den landvoogd toelaat durf ik u verzekeren dat de grootste wraak Gods over uwe hoofden zal komen en indien gij het oproer van deze muitende burgers niet door uw gezag bedwingt, zult gij mij noodzaken den banbloek die deze muiters zal treffen ook over u uit te spreken.

Orig. lat. get. Balduinus de Gaule, V. G. S. V. in omslag 32, N0 26.

1644, 28 Januarij. De stad Roermond bekent schuldig te zijn eene hoofdsom van 7569 gulden 2 stuiver en 3 oord, ten behoeve van Godart van Mulbracht, als zijnde het slot zijner rekening als peiburgemeester der stad, over het

-ocr page 293-

jaar 1642, welke som zij in de tegenwoordige tijdsomstandigheden niet kan teruggeven. Afgelost 12 Februarij 1700.

Orig. perk. get. P. Bossman, zegel verloren, in doos IV, N» 23.

1744, 2 Junij. Op het verzoekschrift van de paters Recollecten te Roermond stemt de magistraat er in toe dat de toren hunner kerk wegens bouwvalligheid worde afgebroken, ten einde meerdere schade en ongelukken te voorkomen.

Dond. prot. deel II, bladz. 197.

1644, 13 Junij. Jan Hennissen, Leonard Wolfs, Jan Cremers en Nelis Driessen, muntgezellen van het land van Thorn, geven aan den magistraat van Roermond te kennen dat zij voorheen steeds aan de munt van die stad gebezigd werden en verzoeken om ook thans wederom aangesteld te worden.

Orig. in omslag 10, N0 37.

1644, 6 October. Het hof van Gelder te Roermond verleent een octrooi aan Johan graaf van Huyn, vrijheer te Horst om de helft zijner leengoederen onder Horst gelegen ten behoeve van vrouwe Agnes van Merode, vrijvrouw te Asten, voor eenen termijn van 6 jaren te mogen belasten en zulks tot meerdere zekerheid eener kapitale som van 6000 rijksdaalders, die reeds op de andere helft gevestigd was.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XI N0 47.

1645, 22 April. Koning Filips in aanmerking nemende dat door den tegenwoordigen oorlog tegen den vijand en de rebellen de noodzakelijkheid ontstaan is om de grensplaatsen te versterken, nieuwe vestingen te bouwen

-ocr page 294-

— 286 —

en eene groote krijgsmagt te onderhouden waartoe de inkomsten van den staat niet toereikend zijn, magtigt den landvoogd 's konings domeinen te verkoopen of te verpanden. Dientengevolge bekent de landvoogd van Albert Bouwens van der Boye, rentmeester van het vorstendom Gelder eene som van 4000 ponden, ieder pond tegen 40 grooten Vlaamsche munt gerekend, te hebben opgenomen, waarvoor hem de inkomsten van dat vorstendom verpand worden en van welke som hem een interest tegen 6% zal betaald worden.

Afschrift, in omslag 33, N0 14.

1645, 1 Juny. De jonkers Henricus en Hans Gerard van Haften, beide cornetten in dienst des konings, daartoe bijgestaan door hunnen vader den ritmeester Frans van Haften en door hunne voogden Gielis van Haften en Godfried van Stein, bekennen, ten overstaan der schepenbank van Beesel, opgenomen te hebben van Gerard Graus, superintendent van Z. M. rekenkamer in Gelderland, eene hoofdsom van 500 specie kruisrijks-daalders, om dieselve te gebruycken tot hunne monteringe ende avanchement. Van deze hoofdsom, gevestigd op hunnen bouwhof gelegen te Leeuwen onder Beesel, beloven zij eenen jaarlijkschen interest van 6gt;£ % te zullen voldoen.

Bij transfix van 5 Januarij 1711 wordt deze hoofdsom afgelost.

Twee orig. perk. met nog één zegel in groen was, in doos XII Nquot; i6.

1645, 9 November. De magistraat van Roermond verklaart dat uit de rekening, die Peter van Wessem als peiburgemeester over de jaren 1643 en 1644 aan den magistraat ten overstaan der tienmannen en met

-ocr page 295-

opene deuren heeft gedaan, gebleken is dat hij een bedrag van 8900 Roermondsche guldens aan de stad heeft voorgeschoten, waarop hem op 18 Februarij 1845 een schuldbrief van 4500 gulden gegeven werd. Aangezien thans de magistraat niet bij magte is het overblijvende bedrag ad 4400 gulden terug te betalen geeft hij in mindering daarvan een tweeden schuldbrief aan boven-gemelden Peter van Wessem en zijne echtgenoote Catharina Theelen ten bedrage van 1000 Roermondsche guldens en staat hem daarbij drie morgen akkerland in het Hatenboer gelegen in borgtogt af.

Daarbij is gevoegd de schuldbrief hierboven vermeld dd. 18 Februarij 1645.

In dorso van beide brieven bevindt zich de aflossing op 18 September 1664.

Geschonken door Mevr. de Wed. C. Ruys.

Twee orig. perk. met het zegel ad causas der stad, in doos X N0 40.

1646. Rekening van den rendant der penningen, afkomstig van het superplus over het jaar 1646, bedragende in ontvangst 7878 gulden 1778 st. en in uitgaaf 8206 gulden 3 stuiver zoodat de stad aan den rendant schuldig blijft 327 gulden vijf en zeven achtste stuiver.

Orig. get. P. Bossman, in omslag 37, N0 12.

1646, 12 Februarij. Uittreksel uit een brief van den benoemden Roermondschen bisschop Henricus Galenus geschreven aan Anthonius Bossman, vicaris-generaal van het bisdom. Calenus meldt daarin dat hij op het verlangen van Bossman de zaak van het continueeren van den magistraat heeft trachten af te doen; hij heeft daarenboven gesproken met den aartsbisschop die veel

-ocr page 296-

— 288 —

invloed bij den landvoogd heeft; deze herinnert zich dat de landvoogd hem geraadpleegd heeft of een katholiek magistraat den eed van getrouwheid aan ketters kon afleggen. Hij zal den uitslag naderhand mededeelen.

Geauth. extract lat. get. Fabri, in omslag 34, N0 12.

1646, 14 Maart. De burgemeester en schepenen der stad Roermond schrijven aan den benoemden bisschop Henricus Calenus te Brussel dat zij van groote misdaden worden beschuldigd; vermits zij niet in de gelegenheid gesteld werden zich daartegen te verdedigen verzoeken zij zijne tusschenkomst om gehoord te worden.

Minute, lat. in omslag 33, N0 11.

1646, 11 Mei. Verzoekschrift van zuster Agnes de la nativité genaamd Bossman aan den magistraat van Roermond om in die stad een klooster van ürsulinen te mogen vestigen.

16 Junij. Accoord van den magistraat met zuster Agnes tot vestiging van zulk een klooster.

Origineelen in omslag 6, N0 39, vergel. dond. pret. deel II bladz. 213.

1646, 11 Mei. Op het verzoekschrift van zuster Agnes de la nativité genaamd Bossman, superieure der religieusen Ürsulinen te Sittard, en de voorwaarden daarin gesteld ten eynde van schoolhoudinge ende onder-tvysinghe der docMerhens dezer stad, besluit de magistraat, na daaromtrent de geestelijke overheid te hebben geraadpleegd, gemelde superieure met hare religieusen toe te laten zich in de stad tot het vermelde doel te mogen vestigen.

Dond. prot. deel II bladz. 213.

-ocr page 297-

— 289 —

1046, 16 Mei. De magistraat van Roermond legt aan het bureau van finantiën te Brussel rekening over van de kosten der gemaakte werken ter voorziening van den Maasoever nabij de stad, waartoe het bureau onder dagteekening van 4 November 1643 eene som van 2000 gulden had toegestaan.

Minute met andere daarop betrekking hebbende stukken, in omslag 34, N0 45.

1646, 30 Augustus. De stadhouder Baron de Ribau-court schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij van den commissaris-generaal der orde van St. Franciscus een schrijven ontvangen heeft waarbij deze te kennen geeft dat de kloosters van die orde steeds vrijheid genoten hebben van militaire inkwartieringen; hij zendt dit schrijven tot onderzoek en verzoekt, indien die kloosters tot dusverre daarvan vrijgebleven zijn, hun ook voor 't vervolg die vrijheid te laten genieten.

Orig. get. Ribaucoiirt, in omslag 10, N0 51.

1646—1689. Verschillende stukken, inhoudende bevelen tot het logeeren van soldaten en klagten van den magistraat over te groote garnizoenen.

Orig. en minuten, in omslag 40, N0 1.

1647, 21 Maart. De magistraat van Roermond geeft eene verklaring af, waaruit blijkt dat het van oudsher de gewoonte in het Overkwartier was de verjaring eener vordering te doen invallen wanneer gedurende 33 jaren en vier maanden geene geregtelijke vervolging plaats gegrepen heeft.

Orig. geteekend Goss. Dulcken, in omslag 19, N0 13.

1647, 13 Mei. De landvoogd Leopold Willem verleent een sauvegarde brief aan de Karthuizerkloosters in de

-ocr page 298-

Nederlanden, neemt ail hunne bezittingen onder zijne en des konings bescherming en vergunt hun om ten bewijze daarvan 's konings wapenschild op hunne kloosters, huizen en hoeven te plaatsen.

Afschrift, fr. in omslag 29, N0 18.

1647, 10 October. Richardus Paulus Stravius, bisschop van Dionys, suffragant van Ferdinand van Beijeren, bisschop van Luik, wijdt het hoofdaltaar in de kerk der Jesuiten te Roermond.

Orig, perk. lat. met het uithangend zegel van den bisschop, tusschen papier gedrukt, in doos 3, N0 7.

1648, 28 Januarij. Huwelijks-contract gesloten tusschen Dederik vrijheer van Linden heer te Hemmen en Blitterswijk, zoon van Dederik, vrijheer van Linden, en van wijlen vrouwe Helvich Vijgh ter eenre en Agnes Catharine, gravin van Limburg en Bronkhorst, dochter van wijlen Bernard Albert, graaf van Limburg en Bronkhorst en van Vrouwe Anna Maria gravin van den Bergh, ter andere zijde.

Orig. perk. zegels verloren, in doos XI, N0 43.

1648, 28 Maart. Henricus Calenus, benoemd bisschop van Roermond, verklaart het formulier van den eed gezien te hebbeu dat hem op verzoek van den abt van St. Anastase door den landvoogd werd voorgelegd; zonder tegen de waarheid te zondigen, het gezag des konings en de landsprivilegiën te schenken kan|hij dien eed niet afleggen. Hij heeft noch het bisdom van Roermond noch een ander gevraagd of verlangd maar heeft zich de benoeming laten welgevallen op het dringend verzoek van 's konings ministers omdat het bisdom van Roermond reeds eenige jaren vacant was en het gevaarlijk zijn zoude het langer onvervuld te laten; hij is

-ocr page 299-

— 291 —

echter bereid, onder het uitbrengen van zijne nederige dankbetuigingen aan den koning, daarvan afstand te doen. Daar hij echter zijnen goeden naam en faam niet mag verwaarloozen, die onvermijdelijk zwaar zal lijden indien men gelooft dat het bisdom hem met regt ontnomen is terwijl de abt van St. Anastase hem niet alleen als een rebel tegen den paus maar ook als verdacht van ketterij, ja als ketter heeft aangewezen, waarover hij zich heeft beklaagd zónder audiëntie of protectie van den koning te kunnen verwerven, zoo wenscht hij dat hem brieven gegeven worden, die geschikt zijn om die vermoedens weg te nemen.

Afschr. lat. in omslag 33, N0 19.

1648, 5 April. De geheime raad des konings geeft op het schrijven van Henricus Calenus dd. 28 Maart 11. als zijne meening te kennen dat, tengevolge van de weigering van dezen persoon om den gevorderden eed af te leggen, de landvoogd tot eene nieuwe benoeming kan overgaan. De benoemde heeft zelfs het voorleggen van dezen tweeden eed veroorzaakt doordien hij na den eersten in handen van den abt van St. Anastase te hebben afgelegd, een protest heeft doen drukken en verspreiden, waarin hij zich met weinig betamelijkheid en weinig vertrouwen heeft uitgedrukt, zoodat het noodig geoordeeld werd hem door de sterkere bepalingen in het formulier van den tweeden eed te binden.

Afschr. fr. in omslag 33, N0 20.

1648, 16 April. Peter Bossman schrijft uit Brussel aan den magistraat van Roermond dat hij wegens de feesten van Paschen nog weinig heeft kunnen doen maar dat de landvoogd, die zich te Tervueren bevindt den volgenden dag naar Brussel zal terugkeeren; de aarts-

-ocr page 300-

bisschop van Mechelen heeft hem medegedeeld dat de benoemde bisschop van Roermond, Henricus Calenus, voor die betrekking definitief bedankt heeft; de aartsbisschop spoorde hem aan bij den landvoogd op de spoedige benoeming van eenen bisschop aan te dringen maar aangezien hij en zijne medeafgevaardigden daartoe geene magt hebben, zullen zij zulks eerst doen als zij nieuwe instructiën ontvangen hebben; hij verzoekt den magistraat over deze aangelegenheid met het kapittel, den vicaris generaal en den officiaal te raadplegen.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. Pet. Bossman, in omslag 33, Nu 12.

1648, 10 Juni]. N. Stijl. De magistraat van Nijmegen uit het schrijven van dien van Roermond dd. 6 Junij 11. vernomen hebbende dat de licenten van Z. M. te 's Hertogenbosch reeds zijn opgeheven en hij alle pogingen blijft aanwenden om de opheffing of ten minste eenige vermindering van licenten op de rivier de Maas te bekomen, geeft daarover zijne tevredenheid te kennen en zal zich insgelijks beijveren deze zaak van zijnen kant te behartigen en daarin alles doen wat tot behoud van den ouderlingen handel en welvaart zal strekken.

Orig. get. W. Klercks, in omslag 37, N0 13.

1648, 3 Augustus. De magistraat van Venlo verzoekt dien van Roermond, aangezien in een onderhavig regts-geding de schepenstoel van Venlo wegens verschillende oorzaken niet voltallig zijn kan, om op vrijdag aanstaande vier schepenen van Roermond derwaarts af te vaardigen om het gericht te helpen becleyden, om d'acten van den processe te verlesen ende volgens met derselver toestemminge partijen vonnis ende recht te laeten tveder-vaeren.

Orig. get. Aerssen, in omslag 39, N0 10.

-ocr page 301-

1648, 1 October. Nelis Smiets, schepen te Montfort, verklaart ten overstaan van schepenen aldaar verkocht te hebben eene jaarrente van zeven gulden 18 stuivers gevestigd op twee morgen land gelegen Opgen Overt aldaar aan het kapittel van den H. Geest te Roermond.

Orig. perk. get. P. Qui ten, secret., met een zegel in rood was, in doos IX, N0 40.

1648, 22 November. Het hof van Gelder te Roermond verklaart dat Philips, graaf van Croy en van Roeulx, baron van Milan, Milendonk, enz. en zijne echtgenoote Johanna Catharina Elisabeth, gravin van Bronkhorst, het huis Milendonk ingevolge octrooi van dat hof verbonden hebben voor eene som van 3000 gulden brab., voor welk bedrag zij zich cautionarissen ende fideiusscnrs hehhen gestelt voor alsulclcen recht als het hof vermeent te hebben aende Meurschc pandt-schap, hij d'actie van extinctie ende lossinge derselver.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XII, N0 17.

1649, 3 Augustus. Stukken betrekking hebbende op de stichting van verschillende studiebeurzen door Pere-grinus Vogels.

Afschriften in Jura et privilegia II, bladz. 573—593.

1649, 9 December. Gossen Dulcken, secretaris dei-stad Roermond en zijne echtgenoote Maria Spee stichten aldaar een weeshuis voor zes arme meisjes.

Den 23quot;equot; Junij 1650 verleent de magistraat aan dit weeshuis vrijdom van alle persoonlijke burgerlijke lasten.

Geauth. afschriften, get. A. G. van Laer, in Jura et privilegia, II, bladz. 593. Zie Verdrachboeck bladz. 318, enz.

-ocr page 302-

— 294 —

1650, 4 April. Leopold Filips Karei, vorat van Salm, bannerheer van Gelre en Zutfen, beleent Bruno van Hoen met eenige goederen leenroerig van het huis te Anholt.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XIII, N0 13. (Geschenk van Dr. Joseph Schreurs.)

1650, 7 April. Koning Filips vergunt aan de stad Roermond om gedurende 12 jaren eenen stuiver te mogen heffen voor ieder bereden of aangespannen paard, dat de stadspoorten uitgaat, en wanneer meer paarden aangespannen zijn, voor ieder paard daarenboven eenen halven stuiver, zullende de opbrengst daarvan strekken tot den bouw en onderhond der brug en van den dijk leidende naar den Boonenberg.

Geauthentiseerd afschrift, get. T. Winckel, in omslag 9, N0 H.

1650, 2 Augustus. Hendrik graaf de Rivière, Hendrik Ogier graaf de Rivière, Jean Francois d'Argenteau, Godefroid de Seraing, Raes d'Ans, Jean de Seraing, Jean d'Ans en Jean de Bourgogne rigten een protest aan den prins bisschop van Luik, waarin zij te kennen geven dat, om aan de pligten te voldoen welke zij als onderdanen, burgers en edellieden te vervullen hebben, zij zich verpligt achten bekend te maken dat zij geen deel genomen hebben aan den bouw der citadel; dat dientengevolge zonder te kort te willen doen aan het ontzag, dat zij den prins verschuldigd zijn, maar om aan hunnen eed, aan de eer en het vaderland getrouw te blijven, zij protesteeren tegen alles wat tegen de neutraliteit en de constitutie verrigt is.

Afschrift fr. in omslag 5, N0 iO.

-ocr page 303-

— 295 —

1650, 5 Augustus. De magistraat van Roermond vaardigt eene ordonnantie uit tot betere verzekering der inkomsten van den bieraccijns.

Minute, in omslag 38, N0 23.

1651, 10 Januarij. Arend Struetzen, burgemeester van St. Odiliënberg, ende alle de naebueren ende gent eynt en binnen de vier vaerens geven ten overstaan van den schout van Montfort en schepenen van St. Odiliënberg de vergunning aan Antonius Meerhoudts, rector der societeit Jesu te Roermond, om het water uit het broek door den herclcenhaent tot in de Roer te mogen brengen, mits zulks geschiede door eene afvoerbuis onder den weg, die ten alle tijde op zijne kosten zal onderhouden worden.

Grig. perk. met een beschadigd zegel in groen was, in doos XI, N0 45.

1651, 25 Februarij. De schepenbank van Roermond houdt een getuigenverhoor aangaande het voorgevallene tusschen den erfvoogd van Roermond en de pachters der stedelijke visscherij; twee getuigen verklaren den voogd tegen de pachters te hebben hooren zeggen: blijft hier vnyt en compt mij nyet te nae off ick sal u door den cop schieten off den duyvel sal mij haelen.

Grig, in omslag 37, N0 9.

1651, 27 Februarij. Antonius Triest, bisschop van Gent, benoemt den priester Philips Simon, zijn secretaris, tot het kanonikaat in de kathedrale kerk van St. Bavo te Gent, dat door het overlijden van Michiel Vilain is opengevallen.

Grig. perk. lat. met het zegel van den bisschop in rood was, in doos XIII, N0 4. (Geschenk van Dr. Jos. Schreurs.)

-ocr page 304-

1651, 15 April. De Ribaucourt door den Raad van finantiën te Brussel gelast tot het geven van een advies aangaande het herstellen van een omgevallen stadsmuur te Roermond, geeft te kennen dat deze herstelling wel een bedrag van 5000 franken zal eischen en noodzakelijk moet geschieden; hij geeft in bedenking die op lands kosten te doen plaats hebben, aangezien de stad arm is en zeer achteruit gaat door de groote lasten die zij heeft moeten dragen zoo wel door de gedurige inkwartieringen als door hare groote bijdragen in de beden en subsidiën.

Afschr. fr. in omslag 35, N0 22.

1651, 2 Mei. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Margaretha van Berckelaar, weduwe van Renier van Meissenborch, eene hoofdsom van 100 dukaten, waarvan hij belooft eene jaarlijksche rente van 5 dukaten te voldoen.

Bij een transfix van 12 Junij 1711 wordt deze hoofdsom overgedragen aan Judocus van der Vooren, kanonik en scholaster in de kathedrale kerk te Roermond, ten behoeve der prelenben gefondeert door tvijlen Peregrinus Vogels, gedenomineerden bisschop deser diocese.

Twee perkam. met drie zegels in groen was, in doos XII, Nquot; 39.

1651, 24 November. Boudewijn van der Piet, kanselier van Gelderland en stadhouder der leenen. verklaart dat het leen van de tienden van Pey genaamd de poorters tienden, onder het gerigt van Echt, door het overlijden van den licentiaat Cornelis Randenraedt opengevallen, ten behoeve van het kapittel van den H. Geest te Roermond verheven is, in de tegenwoordigheid der leenmannen Hendrik Bijll en Johan Hillen.

Orig. perk. get. B. van der Piet, Ewalt Ridder, zegel verloren, in doos IX, N0 10.

-ocr page 305-

1651—1652. Vier brieven van den magistraat van Venlo aan dien van Roermond, handelende over het zenden van gedeputeerden naar Brussel, de bezwaren tegen het muntplakkaat, de licenten en de perpetuiteit der beide magistraten.

Vier orig. get. Aerssen, in omslag 39, N0 11.

1651—1662. Briefwisseling tusschen den magistraat van Roermond en P. van Schelberg, zijnen agent te Brussel, handelende voornamelijk over het bekomen van schadevergoeding voor vuur en licht in de wachthuizen van het garnizoen.

Orig. get. P. van Schelberg en minuten in omslag 40, N0 2.

1652, 8 February. De tienmannen der ambachten van Roermond geven aan den magistraat van Roermond een schrijven over, inhoudende de voorwaarden, volgens welke zij hunne toestemming geven tot de verhooging der accijnsen en der geregtigdheid in de meelwaag.

Geauth. afschrift, get. /4. C. van Laer, in Jura el privilegia II, bladz. 621.

1652, 24 Februarij. De rekenkamer van Gelderland te Roermond schrijft aan den magistraat aldaar dat zij hem meermalen verzocht de rekening over de munt met de bewijsstukken over te leggen, hetgeen tot dusverre niet geschied is ; de kamer verzoekt die rekening binnen acht dagen te willen inzenden opdat zij niet in de noodzakelijkheid gebragt worde daaromtrent aan het bureau van finantiën te Brussel te moeten klagen.

Orig. get. Schouten, in omslag 35, N0 29.

-ocr page 306-

— 298 —

1652, 8 April. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een bevel van den landvoogd tot het op nieuw doen afkondigen van de koninklijke ordonnantie dd. 14 December 1616 op het draegen van waejpenen, timbren ende titulen ende andere teeckenen van eere ende adeldom.

Orig. met een translaat van het vermelde bevel, get. N. Maen, in omslag 38, N0 25. Zie de vermelde ordonnantie in de placcaet boecken, I, bladz. 189.

1652, 17 Mei. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Jan Coffers, burger van Venlo, en zijne echtgenoote Magdalena Wijiers eeae jaarlijksche rente van 187 gulden 10 stuiver brabantsch, waarvan hij het kapitaal ten bedrage van 3000 gulden brab. gebruikt heeft omme te hetaelen alle alsulcke assignatie van den raedt ende landtrentmeester general deses vorsten-doms Gelre als hij voor sijne quota in de placquïlles ende fouragien, aen het volck van oorloge in dit quartier gehyverneert hebbende, schuldig teas.

Door een transfix van 1673 wordt deze rente, ten overstaan der schepenbank van Roermond, overgedragen ten behoeve van Arnold Smeets, schepen te Maaseyk en zijne echtgenoote Gertrudis Grol.

Hierin komen voor Philips Ferdinand Dirix, schout, Hendrik Maroen en Peter Claessen, schepenen.

In dorso staat aangeteekend dat deze hoofdsom in 1705 werd afgelost.

Twee orig. perk. met drie zegels in groen was, in doos XI, N° 22.

-ocr page 307-

INVENTARIS

VAN HET

OUD ARCHIEF

DER GEMEENTE

ROERMOND.

4« S T U K. 3*' AFLEVERING.

Bijlage tot het verslag van den toestand der

gemeente over het jaar 1883. ---

ROERMOND,

GEDRUKT BIJ J. J. ROMEN EN ZONEN.

-ocr page 308-
-ocr page 309-

TIJDREKENKUNDIG REGISTER.

——•«=#=---

OUD-GELDERSCH ARCHIEF.

1662. De abdis van het Munsterklooster te Roermond rigt een vertoog tot de gedeputeerden der staten van het Overkwartier, waarin zij te kennen geeft dat het regt van collatie steeds door alle vorsten van Gelderland gehandhaafd is geworden; dat wel is waar in het concilie van ïrente bepaald werd dat men int regarde van de geestélijche beneficiën soudf gehouden sijn te houden een examen ofte concurs, waervuyt de geestelijcke patronen geobligeert souden sijn te presenteren eenen van de ghene die int voorss. examen den bequaemstcn sonde worden gehouden, zoo heeft de paus echter dit dekreet van het concilie als niet wesende necessitatis aan den koning gezonden met het verzoek dezen maatregel aan zijne onderdanen aan te bevelen. Daar de bisschop van Roermond thans deze nieuwigheid wil invoeren, komt de abdis daartegen op en verzoekt in haar oud regt van collatie gehandhaafd te worden.

Orig. inhoudende 16 bladz. in omslag 32, Nquot; 12.

1662. Rogier van Gelder, ontvanger der tol- en andere regten in het kwartier van Duinkerken, zendt aan 's konings raad van finantiën te Brussel een vertoog, waarin hij de middelen aantoont geschikt om de Neder-

-ocr page 310-

— 300 —

landsche provinciën, die door de langdurige oorlogen in kwijnenden toestand verkeeren en hunnen handel geheel verloren hebben, bij den thans tot stand gekomen alge-meenen vrede wederom op te beuren en tot hun voor-gaende florissance, in der sclver commercie, opulentie, fleur ende lustre terug te brengen.

Afschrift, inhoudende 31 bladz. met verschillende daarop betrekking hebbende stukken, in omslag 3*2, N0 3.

1G62, 18 Januarij. De landvoogd Louis de Benavides benoemt Johan van Cortenbach, heer van Leeuwen en erfvoogd van Roermond, tot drost te Stralen, onder voorwaarde dat hij, binnen den door de rekenkamer van Roermond te bepalen termijn, aan de erfgenamen van Willem Engelbert van Breinpt de som zal teruggeven, waarvoor dat drostambt in vroegeren tijd aan de familie van Brempt beleend werd.

Afschrift, in omslag 45, N0 7.

1662, 20 Februarij. De landvoogd schrijft aan den stadhouder dat hij de akte van inwilliging eener bede door de staten van het Overkwartier niet kan aannemen omdat zij daarin eene zaak bij de justitie aanhangig betrokken hebben en ook de ingewilligde som te klein is om in de gewone lasten van het kwartier te kunnen voorzien; hij gelast den stadhouder de staten met aandrang te verzoeken een aanzienlijker bedrag, meer overeenstemmende met den eisch, toe te staan en zulks van geene voorwaarden hoegenaamd afhankelijk te maken.

Afschr. fr. In kwartiersrecessen, deel XII, bladz, 208 v0.

1662, 3 Maart. De landvoogd meldt aan de staten van het Overkwartier dat hij tot dusverre de verdeeling van het krijgsvolk in de winterkwartieren heeft moeten

-ocr page 311-

— 301 —

uitstellen daar het noodzakelijk was vooraf de infanterie en kavalerie voor Gallicië bestemd derwaarts te doen vertrekken; dat die verdeeling thans heeft plaats gehad en de regimenten van den graaf van Isenburg en van den prins van Nassau aangewezen worden om in het Overkwartier te verbliiven. De landvoogd verzoekt den staten hun het onderhoud te verschaffen, er bijvoegende dat hij den stadhouder bevel heeft gegeven deze regimenten op het platte land te brengen in geval de staten weigeren in hun onderhoud te voorzien.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verrenken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 44.

1G62, 25 Maart. De staten van het Overkwartier stemmen toe de bede over het jaar 1661, die zij vroeger tot een bedrag van 50000 gulden inwilligden, thans te brengen op 70000 gulden, doch onder dese expresse conditie ende oock anders nyet dat aan den bisschop bevolen worde, indyen hy eenich recht ofte possessie, hoven de drye cassen, die den geestelijclcen van onts sijn toegestaen, vermcynt te hebben om de laicale personen over haere misdaden met pecuniaire amenden te straffen, dat hij alsidcke actie voor het hof van Gelder en nergens anders zal aanhangig maken.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 209; een afschrift get. M. Joris, in omslag 31, N0 13.

1662, 29 Maart. Extrakt uit de rol van het hof van Gelder, waarin namens Jan Willem van Baexen verzocht wordt dat de staten van het Overkwartier, als voor de derde maal voor dat hof gedaagd en niet verschenen, per defaut veroordeeld worden om genoemden van Baexen als lid der ridderschap toe te laten.

Orig. in omslag 38, N0 7.

-ocr page 312-

— 302 —

1662, 5 April. De staten van het Overkwartier antwoorden op het schrijven van den landvoogd dd. 3 Maart 11. dat zij in weerwil van het onvermogen van het kwartier steeds met goet ende hloet getracht helhen den peys te Icoopen, om eens de vruchten daarvan te genieten; dat zij daartoe in de voorgaande 18 jaren een bedrag van 4gt;£ millioen gulden in de beden en subsi-diën hebben bijgedragen, buiten en behalve alle de concussicn, exactiën ende hrantschatting en, die het kwartier gedurende drie jaren niet alleen van de keyser-schc. fransche, sweetsche, hollantsche ende hessensche armeen, maar ook van 's konings krijgsvolk en de daarmede verbondene Lotharingsche en Condésche troepen heeft moeten verduren; dat zij om dit alles op te brengen zich in groote schulden hebben moeten steken, zoodat de te betalen interessen thans meer bedragen dan hetgeen zij in vroegere tijden moesten opbrengen. Uit het vermelde schrijven van den landvoogd blijkt zijn voornemen om, bijaldien de staten geen onderhoud aan het krijgsvolk verschaffen, het naar het platte land te zenden, hctwelck niet anders als een desperaet verloop van de getrouwe ende vuytgepntte landsaeten lean lij brengen, die reeds door den miswas van den voorgaanden oogst genoodzaakt zijn huyten lants draff ende seinden van graenen te hoopten, omme haer ende luiere beesten met eene ende deselve spijse te voeden. Niettegenstaande dit alles hebben de staten op 25 Maart 11. eene bede van 70000 gulden toegestaan en verzoeken zij den landvoogd met dit bedrag genoegen te nemen en te bevelen daaruit het onderhoud van het krijgsvolk te bestrijden.

Minute, in kwarliersrecessen, deel XII, bladz. 217 v0; afschrift, ia omslag 31, N0 14.

-ocr page 313-

— 303 —

1662, 2 Mei. De landvoogd geeft akte van aanneming van een bedrag van 70000 gulden, waarop de staten de bede voor het jaar 1661 thans hebben bepaald in de plaats van 50000 gulden, zooals zij op 1 December 11. hadden toegestaan.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. El marqués conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 46.

1662, 13 Junij. De staten van het Overkwartier rigten een vertoog tot den landvoogd, waarin zij trachten te bewijzen dat het privilegie de non evocando steeds door alle vorsten van Gelderland gehandhaafd is geworden en de staten steeds voldoening kregen wanneer zij klagten over inbreuken daartegen indienden; ook kunnen zij niet toegeven dat de secretc raad ooit als opperste regter in het Overkwartier is opgetreden. Dat zij het toestaan van beden en subsidiën afhankelijk maakten van de handhaving van dit privilegie in de zaak van de geestelijke jurisdictie is een regt, waaraan zij ten allen tijde gebruik gemaakt hebben.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 225—229 v0.

1662, 21 Junij. De staten van het Overkwartier danken den stadhouder voor zijne genegenheid jegens het kwartier en zijne privilegiën; zij geven hem kennis van het plotselinge vertrek van den bisschop naar Brussel, waarschijnlijk om zijne belangen in betrekking-tot de geestelijke jurisdictie te bevorderen. De staten vernemen dat de landvoogd deze zaak voor den secreten raad wil brengen, hetgeen met hunne privilegiën strijdig is; zij kunnen dit echter van zijne gewone regtvaardig-heid niet denken, maar mogt zulks het geval zijn, dan geschiedt dit tegen hunnen uitdrukkelijken wil; liever

-ocr page 314-

— 304 —

willen zij alle hunne regten en privilegiën door dwang dan met hunne toestemming verliezen.

Minute, fr. in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 230.

1662, 28 Junij. De staten van het Overkwartier gelasten Goswinus Dulcken, hunnen sindicus, zich ten spoedigste naar Brussel te begeven ten einde aldaar een onderhoud met den landvoogd te verzoeken aangaande het geschil der staten met den bisschop van Roermond; tevens zal hij remonstreren de groote overlastinge van de militie waarmede desen quartier soo lange jueren heswaert blijft en op vermindering aandringen.

Orig. get. M. Joris, in omslag 31, N0 16.

1662, 29 Augustus. De staten van het Overkwartier stellen een journaal op van al hetgeen tusschen den 13dequot; en 29slen Augustus 1662 heeft plaats gehad, in de zaak aangaande de geestelijke jurisdictie, tusschen de staten van het Overkwartier en de heeren Blondel, J. B. Stalins en B. de Robiano, die als commissarissen door den landvoogd naar Roermond gezonden waren ten einde eene minnelijke schikking tusschen de partijen te bewerken.

Afschrift, in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 243—255.

Een tweede afschrift bevindt zich in omslag 31, N0 12.

1662, 29 Augustus. De commissarissen P. Blondel, J. B. Stalins en B. de Robiano brengen een vergelijk tot stand tusschen den bisschop van Roermond ter eenre en de staten van het Overkwartier ter andere zijde; volgens dit vergelijk dragen de partijen de beslissing in de hangende zaak aangaande de geestelijke jurisdictie op aan Pieter Blondel, raadslid in den secreten raad, Jan Baptist Stalins, raadslid in den grooten raad en

-ocr page 315-

— 305 —

aan drie andere leden uit den laatsten raad, door den landvoogd daartoe aan te wijzen. Deze raadsleden zullen alle stukken in Roermond onderzoeken en binnen den tijd van eene maand volgens hun geweten daarover beslissen, terwijl de partijen deze beslissing als een eindoordeel zullen aannemen en van alle hooger beroep afzien.

Afschr. in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 253; en in omslag 31, N0 7.

1662, September. De bisschop van Roermond rigt een schrijven aan den landvoogd en de leden van het bureau van finantiën te Brussel, waarin hij meldt dat de koning uit den secreten en uit den grooten raad commissarissen naar Roermond heeft gezonden tot het onderzoeken der buitensporigheden en het afschaffen van misbruiken voornamelijk in betrekking tot de schattingen, waarin de geestelijkheid niet op eene matige wijze maar boven het verschuldigde belast wordt; dat hij aan die commissarissen een verzoekschrift heeft overhandigd, waarin zijne bezwaren vervat zijn en dat deze commissarissen hem beloofden zijne bezwaren door het koninklijk gezag en dat van den landvoogd uit den weg te zullen ruimen; de bisschop geeft den landvoogd van deze belofte kennis en zendt Laurentius Baur, pastoor van Stralen, naar Brussel ten einde den landvoogd beter te onderrigten.

Afschr. lat. met een afschrift van het vermelde verzoekschrift, lat. in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 274—277 v0.

1662, 24 September. De staten van het Overkwartier zenden aan den landvoogd een vertoog vervat in 64 hoofdstukken, waarin zij het bewijs trachten te leveren van de ongegrondheid van hetgeen door den bisschop

-ocr page 316-

— 306 —

in zijn overgelegd verzoekschrift, dat zij als eerroovend (diffamatoir) bestempelen, te hunnen laste wordt aangevoerd.

Minute, fr. in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 263 v0 —274.

1662, 27 September—1663, 13 October. Verschillende brieven van G. van Schelberg, agent te Brussel, aan de staten van het Overkwartier aangaande zijne bemoeijingen te Brussel in de loopende zaken van het kwartier.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. G. van Schelberg, in omslag 31, Nu 22.

1662, 30 September. De landvoogd geeft eene instructie aan den prins graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan Albert van de Winckele, kanselier, om in de eerstkomende vergadering der staten van het Overkwartier eene bede van 100000 eu een subsidie van 150000 gulden aan te vragen. Zij zullen den staten te kennen geven dat de koning gedurende deze langdurige oorlogen alle zijne domeinen heeft moeten te gelde maken en daarenboven zeer aanmerkelijke sommen uit Spanje heeft moeten zenden; dat hij niets gespaard heeft om eindelijk tot den zoo zeer gewenschten vrede te geraken, zelfs zijne gezondheid heeft blootgesteld door zich in een gevaarlijk jaargetijde naar de grenzen te begeven, terwijl hij eene koningin aan Frankrijk schonk tot bevestiging van den vrede; dat hij thans om de oproerige Portugezen te onderwerpen nog een oorlog moet voeren, waarin hij reeds groote voordeelen behaalde, die hem de hoop doen koesteren weldra rust en vrede aan het land te verzekeren; dat de koning om de provinciën van herwaarts over te beschermen het noodig oordeelde daarin nog

-ocr page 317-

— 307 —

een groot leger te onderhouden ten einde aan de magtige naburen den lust te benemen eenigen aanval te wagen; dat het onderhoud van het leger groote geldsommen vereischt, zoodat de landvoogd vertrouwt dat de staten het voorstel in ernstige overweging zullen nemen en de gevraagde sommen ten spoedigste zullen inwilligen.

Geauth. afschr. fr. get. M. Joris, in Doleantién en orders, deel XIII, blad 38.

1662, 26 October. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat zij met allen eerbied het hun gedane voorstel ter verhooging der bede van 70000 tot 100000 en tot inwilliging van een subsidie van 150000 gulden hebben aangehoord; zij moeten daarop te kennen geven dat zij gedurende vele jaren steeds met alle kracht en ijver door inwilliging van aanzienlijke sommen den koning in ziine behoeften zijn te hulp gekomen. Daartoe zijn zij ook thans nog bereid en zullen afgevaardigden naar Brussel zenden om aldaar over eene matige som te onderhandelen; maar tevens verzoeken zij ook dat hun eenige genoegdoening geschonken worde in hunne zoo dikwijls te vergeefs herhaalde grieven met betrekking tot de geestelijke jurisdictie, hetzij door de justitie, öf door overeenkomst, of door ieder ander middel; voornamelijk wenschen zij voldoening over de aanklagt, die de bisschop in zijn laatste verzoekschrift aan dun landvoogd tegen het beheer der staten heeft ingeleverd, waarvan zij de ongegrondheid in hun vertoog dd. 24 Sept. 11. wel hebben bewezen, maar waardoor zij in het oog van het volk van hunnen goeden naam beroofd zijn geworden.

Minute, fr. in kwarliersrecessen, deel XII, bladz. 280; afschr. in omslag 37, Nquot; 24.

-ocr page 318-

— 308 —

1662, 27 October. De staten van het Overkwavtier nemen Gillis Werner van Bocholt tot lid der ridderschap aan, nadat hij het bewijs van eigendom van het huis zum Hoeue onder Lobberich gelegen, geleverd had en zijne kwartieren door de heeren Johan van Cortenbach, erfvoogd van Roermond, en Hans Hendrik, heer van Elmpt, onder eede bevestigd waren.

Besluit in kivartiersrecessen, deel XII, bladz. 282.

1662, 27 October. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Arnold Adriaan van en tot Hoensbroeck, adelliiken raad en drost van het ambt Gelder, quot;Vincent Schellart, heer van Obbendorp en drost van het ambt Kessel, Peter Claessens, burgemeester van Roermond, en Elias Oort, burgemeester van Venlo, ten einde zich naar Brussel te begeven en aldaar aan te dringen op eene spoedige en wettelijke afdoening van het geschil met den bisschop en tevens te onderhandelen over het bedrag der bede en subsidie.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 282 vu; het orig. in omslag 3ö, N0 7.

1662, 3 November. Filips IV, koning van Spanje,

schenkt legitimatie brieven ten behoeve van Louisa,

natuurlijke dochter van Louis Vincent Siceram, schepen van Roermond, en van Lucretia Gerards.

Orig. perk. met het beschadigde majesteitszegel in rood was, in doos 3, N0 16.

1662, 9 November. De landvoogd meldt aan het hof van Gelder dat hij aan de rekenkamer te Roermond opgedragen heeft de rekeningen der staten van het Overkwartier over de penningen bekend onder den naam van Onraetspenningen, na te zien en de abuizen, die

-ocr page 319-

— 309 —

daarin mogten geslopen zijn te herstellen; het hof zal zorgen dat alle daarop betrekking hebbende stukken en bescheiden in handen der rekenkamer gesteld worden.

Afschrift, fr. met eene groote menigte stukken op deze zaak betrekking hebbende, in omslag 33.

1662, 14 November. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat zij besloten hebben afgevaardigden naar Brussel te zenden, waarvan hem kennisgeving door den stadhouder gedaan werd; daar zij echter geen antwoord bekwamen en niet weten of de Landvoogd dit besluit goedkeurt en de afgevaardigden kan ontvangen, verzoeken zij daaromtrent ingelicht te worden.

Minute, fr. in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 285 v0.

1662, 20 November. Het hof van Gelder zendt aan de staten van het Overkwartier een uittreksel uit een schrijven van den landvoogd dd. 26 October 11., waarin deze aan het hof te kennen geeft: 1quot; dat de staten in betrekking tot het beheer der publieke geldmiddelen de op dat punt bestaande bevelen en reglementen overschrijden; 2quot; dat zij in hunne vergaderingen adellijke personen toelaten onverschillig of die onderdanen des konings zijn of niet, zelfs officieren van andere prinsen en naburige staten; 3° dat zij een kollegie hebben zamengesteld uit gewone en buitengewone gedeputeerden bestaande met een sindicus en twee secretarissen, die allen eene vaste belooning genieten; 4quot; dat zij aan hunne vergaderingen laten deelnemen door vader, zoon, broeder, schoonbroeder, oom en neef en aan elk van hen eene raadgevende en beslissende stem toekennen; 5° dat zij jaarlijks onder den naam van onraadspenningen groote sommen omslaan zonder toestemming des konings of

-ocr page 320-

— 310 —

van het hof van Gelder en over die sommen beschikken zonder rekening daarvan af te leggen dan alleen in hun midden; 6quot; dat hunne vergaderingen zoo algemeene als bijzondere te talrijk zijn en daarop te veel personen beschreven worden. Voorts geeft de landvoogd last aan het hof de staten over alle deze punten mondeling te onderhouden en hun af te vragen waarom zij zich zulke zaken aanmatigen in strijd met de daarover bestaande besluiten en bevelen.

Al'schr. fr. in kwarliersrecessen, deel XII, bladz. 288 v0.

1662, 22 November. In antwoord op het door het hof van Gelder aan de staten medegedeeld uittreksel uit den brief van den landvoogd dd. 26 October 11. verklaren de gedeputeerden dier staten uit den inhoud van dat schrijven niets anders begrepen te hebben dan dat zij, die deze valsche aantijgingen aan den landvoogd mededeelden zonder kennis van zaken en zelfs tot ondienst van syne mogt; ende disreputatie van den voorss. staeth hebben gesproken, en dat ook het rapport van de herwaarts gezondene commissarissen aan den landvoogd gegrond zal zijn op verdraeydc persuasien van persoonen, deivelcke suspect sijn ende als vianden ende columniateurs van den staeth gehouden, onhequaem syn van sulclce materien te deponeren en dit alleen gedaan hebben tot eigen voordeel ende om de wetten ende fundamenten van de landtschappe ende staeten funditus over hoop te werpen. De gedeputeerden der staten achten zich niet gemagtigd om op de vermelde missive mondeling en nog minder schriftelijk te antwoorden; zij protesteeren echter, ook uit naam van hunne lastgevers, en verlangen dat hun den weg van justitie geopend worde om zich tegen dergelijke calumnien te verdedigen.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 290 v0.

-ocr page 321-

— 311 —

1662, 22 November. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier de ontvangst hunner besluiten van 26 October en 14 November 11. aangaande de aanvraag eener bede van 100000 en van een subsidie van 150000 gulden; hij heeft die onderzocht maar in plaats van eene inwilliging slechts daarin een verzoek tot herstel hunner grieven en voldoening in hunne geschillen aangaande de jurisdictie gevonden; aangezien deze zaken met het toestaan van beden en subsidiën niets gemeen hebben gelast hij den staten deze hunne grieven daarvan te scheiden en onmiddellijk over de gevraagde sommen eene beslissing te nemen; inmiddels is het arme krijgsvolk in het kwartier aanwezig op het punt van honger en ellende om te komen; hij vertrouwt dus dat de staten hunnen ijver voor 's konings dienst zullen toonen door eene spoedige inwilliging der gevraagde sommen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 47.

1662, December. De staten van het Overkwartier rigten aan den landvoogd een brief van aanbeveling voor hunnen sindicus Goswinus Dulcken om hem tot de opengevallen betrekking van schepen van Roermond te benoemen.

Minute, fr. in omslag 31, N0 17.

1662, 3 December. De staten van het Overkwartier besluiten, aangezien zij daartoe de magtiging van den landvoogd hebben bekomen, hunne op 27 October 11. benoemde afgevaardigden onmiddellijk naar Brussel te doen vertrekken.

Besluit in de kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 293 v0.

-ocr page 322-

— 312 —

1662, 15 December. Op het verlangen der staten van het Overkwartier geeft de Guliksche en Bergsche ridderschap, te Dusseldorf vergaderd, de verklaring af, dat zy vader en zoon, oom en neef, enz. steeds te zamen in hunne vergaderingen toegelaten en hun eene raadgevende en beslissende stem toegekend hebben, wanneer elk van hun in het bezit was van een adellijk goed onder Gulik of Berg gelegen, waaraan dat regt behoorde; dat zij ook aan adellijke personen, die een dergelijk goed bezaten en onderdanen van eenen naburigen vorst waren, ook wanneer zij buiten het land woonden, steeds dezelfde bevoegdheid hebben toegekend.

Geauth. afschr. get. M. Joris, in kwartiersrecessen, deel XII, bladz. 300; een tweede geauth. afschr. get. M. Joris, in omslag 31, N0 15.

1663. Voorwaarden, waarop de in- en uitgaande regten op de rivier de Maas in het Overkwartier zullen verpacht worden.

Afschr. fr. in omslag 47, N0 10.

1663. Verschillende stukken betrekking hebbende op eene oppositie van de schepenen en inwoners van Gelder, Montfort, Swalmen en Asselt tegen het betalen der uitgeschrevene contributie penningen.

Orig. en afschriften, in omslag 32, N0 16; vergelijk ook de kwarliersrecessen, deel XIII, bladz. 15 v0, 16 v0, 18, 19, 20, 22.

Zonder dagt. Waarschijnlijk 1663. Eugenius Albertus, bisschop van Roermond, schrijft aan schout en schepenen van Nieuwstad vernomen te hebben dat zij de hand gelegd hebben op geestelijke goederen, namelijk op die van hunnen pastoor, onder voorwendsel van invordering van belastingen, die daarop zouden verschuldigd zijn.

-ocr page 323-

— 313 —

Daar eene dergelijke handelwijze met het kanonieke regt strijdig en aan ieder verboden is zonder voorafgaand verlof van de geestelijke overheid beveelt hij uitdrukkelijk, onder straf van excommunicatie, dit beslag op te heffen en het in hunne registers te schrappen indien het reeds daarin mogt zijn overgeschreven, zullende zij in het tegenovergestelde geval gevoelen waaraan zij getornd hebben. Tevens verneemt de bisschop dat hunne parochiekerk van twee kanten bouwvallig zijnde, dreigt in te storten en vermaant hen die ten spoedigste op kosten van de gemeente, zoo als overal elders geschiedt en geenszins uit de kerkelijke inkomsten, te doen herstellen.

Alschr. fr. in omslag 32, N0 11.

1663, Januarij—9 Mei. Verschillende brieven van Arnold Adriaan van en tot Hoensbroeck, Vincent Schel-lart van Obbendorp, Peter Claessens en Elias Oort, gedeputeerden der staten van het Overkwartier te Brussel, over het doel hunner zending.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. A. A. Bquot;n de Hoensbroeck, Johan van Schellart, P. Claessens, Elias Oort, in omslag 31, N0 20.

1663, 16 Februarij. Filips IV, koning van Spanje, schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij ten allen tijde erkend heeft den ijver en de volharding, waarmede zij voor zijnen dienst, het welzijn en het behoud zijner landen bezield waren, door zoo vrijgevig bij te dragen niet alleen persoonlijk maar ook door de inwilliging der beden en subsidiën; hij zou meenen niet geheel en al aan de achting, die hij voor de staten koestert, voldaan te hebben indien hij er niet ziju bijzonder gevoel van dankbaarheid bijvoegde, openlijk

30

-ocr page 324-

— 314 —

het groote aandeel erkennende, dat zij in de lasten zijner landen hebben gedragen; hij is overtuigd dat de staten met liefde en ijver steeds zullen voortgaan om hunnen bijstand tot het welzijn van zijnen dienst en tot behoud van zijne getrouwe provinciën te verleenen, die niet in volle zekerheid en rust gehandhaafd kunnen worden dan door daarin en in de grensplaatsen een legerkorps te onderhouden, zoo als hun door den landvoogd nader ontwikkeld zal worden.

Afschr. fr. in hvartiersrecessen, deel XIII, bladz. 26. Een gelijkluidende brief van dezelfde dagteekening, maar gerigt tot de geestelijkheid, ridderschap en steden van het hertogdom Limburg, Valkenburg, Daelhem en 's Herto-genrade, bevindt zich in afschrift in omslag 31, Nquot; 10.

1663, 28 Maart. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat 'skonings dienst vordert eene opgave te bezitten der verwoestingen, nadeelen, afpersingen, en diefstallen, die door de troepen van den hertog van Lotharingen gedurende hun verblijf in deze landen, alsmede door hunne herhaalde doortogten gepleegd werden; daar deze verklaring moet dienen om over de belangrijkheid van de geledene schade te kunnen oor-deelen en aan de regtmatige klagten daarover een einde te maken, gelast hij den staten de naauwkeurigste inlichtingen dienaangaande bij de magistraten in te winnen.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 48.

1663, 19 April. De landvoogd geeft akte van aanneming van een bedrag van 70000 gulden, dat de staten van het Overkwartier tot verhooging der bede van het jaar 1662, en van een bedrag van 25000 gulden, dat

-ocr page 325-

— 315 —

zij als subsidie hebben toegestaan; deze beide toestemmingen geschiedden op de herhaalde aanvragen tot het verhoogen der bede met 100000 en tot een subsidie van 150000 gulden.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 49; een afschrift in omslag 31, Nu 34.

1663, 1 Mei. De staten van het O verkwartier zenden aan den landvoogd de doorzijn schrijven dd. 28 Maart 11. verlangde opgave der schade aan de inwoners van het Overkwartier veroorzaakt door de verwoestingen, afpersingen en diefstallen der troepen van den hertog van Lotharingen in de jaren 1646, 47 en 48.

Deze opgave bedraagt;

voor

het ambt Montfort ....

23612 patt. 42

st.

n

„ „ Kessel.....

1983

„ 16

))

T)

„ „ Gelder.....

94

« 31

5)

»

„ „ Stralen.....

500

„ 00

n

))

de heerlijkh. Stevensweert, Olie

Laak........

6643

„ 04

n

de steden Roermond, Venlo, Gel

der, Erkelens en Stralen .

20031

„ 26

Y)

Totaal . .52865 patt. 23 st.

Inliggend bevinden zich de originele opgaven dier ambten, heerlijkheid en steden.

Minute en orig. in omslag 30, N0 41.

1663, 4 Mei. De staten van het Overkwartier geven aan den koning te kennen dat biddende religieuse orders zich hoe langer hoe meer in hun kwartier vestigen, nieuwe kloosters bouwen en de bestaande uitbreiden,

-ocr page 326-

waardoor de huizen, die aan wachten, tochten ende servietien van soldaeten ende andere publicque ende hurgerlijcke lasten onderworpen zijn, in getal afnemen; dat ook buitenlandsche kloosters in het voorss. kwartier hunne aelmoesen komen eischen, waardoor de bijdragen tot het onderhoud der binnenlandsche afnemen; aangezien de paters predikheeren thans wederom zoo als vóór negen jaren, in Koermond een klooster wenschen te stichten en daartoe alle pogingen in het werk stellen, verzoeken de staten dat wegens den verarmden toestand der onderdanen strenge orders worden uitgevaardigd ten einde die vestiging te verhinderen.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 7 vu.

1663, 10 Mei. De landvoogd geeft eene instructie aan den prins graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan Albert van de Winckele, kanselier, tot het aanvragen in de eerst komende vergadering der staten van het Over-kwartier van eene bede van 100000 gulden en van een subsidie van 150000 gulden. Zij zullen daartoe den staten onder het oog brengen dat de voordeden door den koning in het voorgaande jaar op de rebellen van Portugal behaald hem aanmoedigen den oorlog voort te zetten ten einde hen tot onderwerping te brengen; dat de koning echter hierdoor onmogelijk groote sommen naar zijne Nederlanden kan zenden en daarom ver-pligt is nogmaals een aanzienlijk bedrag tot onderhoud zijner legers in deze landen te moeten vorderen; dat de landvoogd op de vorige aanvrage van een subsidie ten bedrage van 150000 gulden met de inwilliging van slechts 25000 gulden genoegen genomen heeft maar deswegens ook vertrouwt dat de staten thans het ge-heele bedrag zullen toestaan, waartegen hij dan óok

-ocr page 327-

— 317 —

verklaart geene verdere bede noch subsidie gedurende den loop van het jaar te zullen aanvragen.

Geauth. afschr. get. M. Joris, in Doleuntién en orders, deel XIII, blad 59*

1663, 26 Mei. Specificatie van de bevelen, die door de landvoogden der Spaansche Nederlanden aan de staten van het Overkwartier gegeven werden tot het logeeren en betalen van de krijgslieden in het kwartier aanwezig van het jaar 1646 af tot den 26sten Mei 1663.

Minuten, fr. in omslag 32, N0 4.

1663, 2 Junij. De staten van het Overkwartier van den voogd van Erkelens berigt ontvangen hebbende dat de bisschoppelijke officiaal een burger van die stad, genaamd Jacob Swolden, voor het geestelijk hof gedagvaard heeft, uyt oorsaecke, dat hy syne eygene schoenen op een sonnendach soude hebben geflickt, geven aan dien voogd last om dien burger te verbieden voor dat hof te verschijnen en hem vervolgens ten voordeele van Zijne Ma1 ingevolge het stad- en landregt te straffen.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. H v0.

1663, 6 Julij. De secreete raad des konings, zitting houdende te Brussel, versterkt door de raadsleden de Baillencourt, Stalins en van Zype uit den grooten raad en de raadsheeren Proost en Leemputte uit den raad van Brabant, doet uitspraak in het hangende geschil tusschen den bisschop van Roermond en de staten van het Overkwartier in betrekking tot de geestelijke jurisdictie. Door deze uitspraak . wordt de bisschop in het regt bevestigd om kennis te nemen van de door leeken bedreven misdaden en overtredingen, die van geestelijken

-ocr page 328-

— 318 —

aard zijn en van alle andere genaamd mixti fori,; hij mag die door de geestelijke regtbanken doen straffen ook met oplegging van geldboeten ten voordeele van de armen of van weldadige gestichten, bij de vonnissen aan te wijzen, echter met de vereischte gematigdheid; de staten worden veroordeeld in de kosten van het geschil ingevolge de schatting, die daarvan door den secreeten raad zal worden vastgesteld.

Geauth. afschr. get. G. van Evervel, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 67. Een afschrift in omslag 31, N° 26.

1663, 7 Augustus. De landvoogd schrijft uit Ostende aan den stadhouder prins graaf van Isenghien en aan het hof van Gelder, vernomen te hebben dat een groot aantal Egiptenaren het land doorloopen en groote ongeregeldheden bedrijven tot nadeel van 's konings onderdanen; hij geeft bevel eene nieuwe afkondiging te doen plaats hebben van de plakkaten, die den 15den February 1535, den 2lt;len September 1560 en den 31stequot; October 1623 ten hunnen opzigte werden uitgevaardigd en tegen hen te procederen sender verdrach, gunste of oochluychinge.

Geauth. afschrift, get. N- Maen, in omslag 25, N0 23.

1663, 11 Augustus. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier in overweging nemende de abuizen, die in het kwartier hebben plaats gehad in het ligten op interest van kapitalen door de verschillende kerspellen van 't kwartier, gelasten aan alle magistraten en ambt-lieden om binnen vier weken eenen staat in te zenden van alle kapitale sommen, die zij sedert het jaar 1621 op interest geligt hebben.

Besluit in de hvartiersrecessen, deel XIII, bladz. 24.

-ocr page 329-

— 319 —

1663, 19 Augustus. De staten van het Overkwartier bepalen dat ieder lid hunner vergadering op nieuw den eed de non revelando zal afleggen en stellen het formulier daarvan op.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 27 v0. Zie ook het formulier, deel XIV, bladz. 1.

1663, 19 Augustus. De staten van het Overkwartier benoemen Jan Bapt. Michel tot hunnen agent te Brussel en bepalen zijne jaarwedde op 400 gulden.

Besluit in kwartiersrecessen, dee! XIII, bladz. 28, met het daartoe betrekkelijke verzoekschrift van Michel, in omslag 32, N0 2.

1663, 23 Augustus. De baron A. van Hoensbroeck, erfmaarschalk van het hertogdom Gelder, berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij besloten heeft wegens hoogen ouderdom niet langer aan hunne beraadslagingen ten dienste van het vaderland te kunnen deelnemen en dat hij derhalve de door hem vervulde betrekking aan zijn eonigen zoon afstaat, die met Gods hulp beter in staat is zijne taak naar behooren te vervullen.

Afschr. fr. in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 29 v0.

1663, 24 Augustus. De staten van het Overkwartier vernomen hebbende dat de magistraat van Roermond weigert te Asselt kalk en andere materialen, tot herstelling der adellijke huizen benoodigd, tegen behoorlijke voldoening der regten te laten lossen, besluiten vooreerst te beproeven om deze aangelegenheid in der minne te regelen en dat men bij weigering met formeel recht daertegen sal claghen en het contrarie gebruyck mainteneren.

Orig. in omslag 4-0, N0 4.

-ocr page 330-

— 320 —

1663, 24 Augustus. Arnold van Bocholt, adellijke raad, Caspar Schenck van Nydeggen, kommandeur te Ordingen en de burgemeesters van Roermond en Venlo, door de staten van het Overkwartier benoemd om zich bij den erfmaarschalk te begeven ten einde hem te verzoeken thans nog niet af te treden, verklaren in de vergadering hunne taak te hebben volbragt met het gevolg dat de maarschalk zich bereid verklaard heeft nog eenigen tijd mede te werken.

Kwartiersrecessen, deel XIII, blad 30 v0.

1663, 24 Augustus. Aangezien Renier van Gelder, ridder der duitsche orde, staande de vergadering der staten van het Overkwartier een verzoekschrift heeft ingezonden om als drost van Stralen te worden toegelaten, terwijl Johan van Cortenbach, erfvoogd van Roermond, daarop zijne koninklijke benoeming tot dat drostambt vertoonde besluiten de staten niemand toe te laten tot dat het geschil in regten vereffend zij.

Besluit in kwartiérsrecessen, deel XIII, bladz. 31.

1663, 25 Augustus. De staten van het Overkwartier verleenen een subsidie van 200 pattacons tot de herstelling van den toren der St. Christolielskerk te Roermond en zulks in aanmerking van de groote schade, die de stad het voorgaande jaar int ophoopeji van graenen ten heste van H lant geleden heeft.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 37 vu.

1663, 25 Augustus. De schepenbank der vrijheer-lijkheid van Well en Bergen geeft op verlangen der staten van het Overkwartier eene verklaring af, waaruit

-ocr page 331-

blijkt dat de heerlijkheid sedert 1621 ter betaling der beden, subsidiën en voorschotten, zoo als ook tot redem-tie van de inlogeringen, passagien ende repassagien soo van heysersche, Condeesche, Lottrinsche ende fransche trouppen eene som van 20618 guldens Venlosche munt, makende 15709 brab. guld. heeft moeten opnemen, waarvan zij eenen jaarlijkschen interest van 785 guld. 9 st. br. moet voldoen.

Inliggende dergelijke verklaringen van de schepenbanken van:

Afferden ten bedrage van 5081 gl. Venl. munt.

Arcen „ „ „ 5462 „ Geld. „

Velden „ „ „ 4125 „ » n

Walbeek „ Middelaar „

„ 51000 „ „ 10855 „

Venl.

Zes orig. in omslag 32, N0 9.

1663, 25 Augustus. De staten van het Overkwartier schrijven een brief van aanbeveling aan den kardinaal de Hesse, groot prior der orde van Malta, ten be-behoeve van den zoon van Claude de Culz, heer van Magny, ten einde hem in die orde op te nemen. Aangezien die opname op het laatste kapittel te Worms gehouden geweigerd was op grond dat het Overkwartier niet tot het duitsche rijk zoude behooren, moeten de staten tegen deze weigering opkomen, omdat dit kwartier wel uitdrukkelijk van dat Eijk deel uitmaakt.

Minute, fr. met andere daarop betrekkelijke stukken, in omslag 32, N0 1.

1663, 30 Augustus—24 December. Verschillende brieven van J. B. Michel, agent te Brussel, aan de staten van het Overkwartier, mededeelingen inhoudende

-ocr page 332-

aangaande de loopende zaken van het kwartier zoo als ook van de benoeming van den markies Gastel Rodrigo tot landvoogd der Nederlanden, ter vervanging van den markies graaf de Pinto.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. J. B. Michel, in omslag 31, N0 21.

1663, 10 September. De schepenbank van Middelaar legt aan de staten van het Overkwartier eenen staat over, inhoudende de bedragen, die hunne kleine heerlijkheid (bestaande slechts uit 295 morgen grond met 25 of 30 inwoners) sedert 1621 tot heden in de beden, subsidiën en onraadspenningen heeft moeten bijdragen. Deze staat bedraagt in totaal 51664 gulden 19 stuiver en 8 denier.

Orig. get. Herman van Beckum secr. met het opgeplakte zegel der heerlijkheid, in omslag 31, Nquot; 25.

1663, 19 September. De landvoogd betuigt zijnen dank aan de staten van het Overkwartier wegens de hem gedane vereering van 20000 gulden; hij kan niet nalaten te erkennen dat zij daardoor in zijne hoogachting zijn gestegen en geeft de verzekering dat de provincie er bij voorkomende gelegenheden de uitwerking van zal ondervinden.

Bij een schrijven van 24 September geeft de landvoogd te kennen dat hij deze vereering heeft aangenomen om bij de algemeene ontvangsten der finantiën gevoegd ende tot dienst van syne ma} geemployeert te worden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinlo, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 68, 69 en aanteekening in kwartiersrecessen deel XIII, bladz. 27 v0.

-ocr page 333-

— 323 —

1663, 27 September. De landvoogd geeft akte van aanneming eener bede van 60000 en van een subsidie van 40000 gulden, welke bedragen door de staten van bet Overkwartier waren toegestaan voor het jaar 1662/63 op den eisch aan hen gedaan van eene bede ten bedrage van 100000 en van een subsidie ten bedrage van 150000 gulden.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 71. Een afschrift, aldaar blad 72. Zie ook de aanbieding van de bovenvermelde bedragen door de staten in kwartiersrecessen, deel XIII, bl. 32 v0.

1663, 9 October. De kardinaal de Hesse antwoordt op het schrijven der staten van het Overkwartier dd. 25 Aug. 11. dat men het hertogdom Gelder steeds als lid van het H. Keizerrijk beschouwd heeft zoolang het daaraan zijn aandeel betaald heeft, even als andere leden doen; zulks heeft echter na het overlijden van Karei V, toen de Nederlanden omstreeks 1564 den oorlog tegen Filips II hebben aangevangen, niet meer plaats gehad. Deze omstandigheid is echter niet alleen de oorzaak waarom de zoon van den heer van Magny niet toegelaten werd; dit moet voornamelijk worden toegeschreven aan de gewoonte van de orde om niemand toe te laten uit een land waarin geene kommanderijen noch goederen van de orde aanwezig zijn.

Orig. fr. gedagt. uit Heiterseym en get. Le Cardinal de Hesse, in omslag 32, N0 6.

1663, 23 October. De landvoogd geeft eene instructie aan den prins graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan Albert van de Winckele, kanselier, tot het aanvragen in de eerstkomende vergadering der staten van het Over-

-ocr page 334-

kwartier van eene nieuwe bede ten bedrage van 120000 gulden voor één jaar aanvangende met 1quot; Maart 11. en eindigende op hetzelfde tijdstip in 1664.

Geauth. afschrift, fr. get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 73.

1663, 27 October. J. B. Michel, agent te Brussel, meldt aan de staten van het Overkwartier dat de auditeur Jan Bapt. Lintjens heden tot raadslid in het hof van Gelder benoemd werd.

Orig. fr. get. J. B. Michel, in omslag 31, N0 18.

1663, 4 November. De voogd van het ambt Gelder schrijft aan den schout van Kriekenbeek dat de ambten Montfort, Kessel en Gelder het voornemen hebben ge-volmagtigden naar Brussel te zenden, ten einde bij den landvoogd protest in te dienen tegen de staten van het Overkwartier aangaande de betaling der kosten van het proces met den bisschop over de jurisdictie. Aangezien deze zaak de algemeene welvaart van het land niet aangaat zullen zij op 7 November aanstaande afgevaardigden naar Roermond zenden ten einde over het protest te raadplegen; zij verzoeken den voogd insgelijks uit Kriekenbeek eenige personen op den bestemden dag naar Roermond af te vaardigen.

Orig. en afsch., in omslag 31, N» 23.

1663, 19 November. De staten van het Overkwartier nemen Otto Willem Schenck van Nydeggen, wegens zijn adellijk goed genaamd Aldenborg gelegen onder Swalmen, tot lid der ridderschap aan.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XIII, hladz. 31 vn en 45 v0.

-ocr page 335-

1663, 19 November. De staten van het Overkwartier laten Johan Daniel de Geloes, lieer te Elmpt, wegens zijn adellijk goed Dilborn, tot lid der ridderschap toe, nadat hij een schrijven had overgelegd, afgegeven door Frans Filips d'Yve, baron de Tanier en eerste gedeputeerde der ridderschap van Namen, Gilles Charles baron de Hosden, Guillaume baron de Kerchem, Pierre Adrien de Havré, heer van Walheyn en Werner de Glines van Brabant, heer van Falisse, waarin deze gezamenlijk verklaarden dat zijne moederlijke wapens van ouden adel waren.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 45 v0.

1663, 1 December. De bisschop van Roermond legt aan den secreten raad des konings te Brussel eenen gedetailleerden staat over van zijne kosten en voorschotten in het proces, dat hij tegen de staten van het Overkwartier in betrekking tot de geestelijke jurisdictie heeft moeten voeren, en tot de betaling van welke kosten die staten bij vonnis van den secreten raad te Brussel dd. 6 Julij 1663 veroordeeld werden. Deze staat bedraagt in totaal 10204 gulden 5 stuiver.

Inliggend het antwoord van de staten.

Alschr. fr. beslaande 22 bladz. met het antwoord, beslaande 18 bladz. in omslag 32, N0 13.

1663, 20 December. De ontvanger-generaal van 's konings domeinen verklaart van Louisa Siceram wegens het verschuldigde regt van hare legitimatiebrieven eene som van 60 gulden ontvangen te hebben.

Orig. perk. in doos 3, N0 17.

1663, 29 December. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan den opperintendent

-ocr page 336-

der militaire justitie te Brussel dat Antoon de Spenray, opperintendent van 's konings rekenkamer te Roermond overleden is, nalatende vier onverzorgde kinderen in behoeftige omstandigheden; aangezien onder die kinderen zich een zoon bevindt, die gepromoveerd is en thans te Regensburg bij het raadslid de Stockmans verblijf houdt, verzoeken zij den opperintendent, in aanmerking van de getrouwe diensten door zijn vader bewezen, dezen jongman tot de thans, door de benoeming van J. B. Lintgens tot raadslid in het hof van Gelder, opengevallen betrekking van auditeur te benoemen.

Minute, fr. in omslag 31, N0 19.

1664. De staten van het Overkwartier stellen een vertoog op van al hetgeen voorgevallen is in hun geschil met den bisschop van Roermond aangaande de geestelijke jurisdictie, zoo als ook over de moeijelijk-heden, die zij van den markies de Caracena, landvoogd der Nederlanden, hebben ondervonden in betrekking tot de onraadspenningen en zenden dit vertoog aan den nieuwen landvoogd, den markies van Gastel Rodrigo.

Minute en een afschr. fr. in omslag 32, N0 5.

1664, 5 Januarij. De staten van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder een brief om Frans Pollart, schepen van Roermond, aan te bevelen, en verzoeken hem dien persoon, die ook onder het drietal door den magistraat voorgesteld, voorkomt, voor het loopende jaar tot burgemeester te doen benoemen.

Minute, in omslag 42, N0 19.

1664, 11 February. De staten van het Overkwartier vernomen hebbende dat te Leuven indracM geschiedt int confereren van beursen, die oorspronkelijk voor Gelder-

-ocr page 337-

— 327 —

schen gesticht zijn, verstrekken den last aan den burgemeester van Roermond om namens de staten daartegen op te komen en te bewerken dat de oogmerken der stichters stipt worden nagekomen.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 56 v0.

1664, Maart. De secrete raad te Brussel den dooiden bisschop van Roermond overgelegden staat van kosten en voorschotten in het proces over de geestelijke jurisdictie gezien en onderzocht hebbende even als het daarop ingekomen antwoord der staten van het Overkwartier met de van weerszijde bijgevoegde bewijsstukken, vermindert de vordering van den bisschop en stelt die bij arrest vast op eene som van 2815 gulden 3 stuivers Vlaamsche munt, den gulden gerekend tegen 40 grooten.

Afschrift, fr. in omslag 32, N0 14.

1664, 5 Maart. De staten van het Overkwartier schenken aan pater Bernardinus Surius eene almoesse van 200 brabantsche guldens tottet sólemniseren van sijn Juhïlé.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 57 v0.

1664, 8 Maart. De landvoogd schrijft aan den stadhouder en den kanselier dat de staten van het Overkwartier tot dusverre op den eisch eener bede ten bedrage van 120000 gulden geene beslissing genomen hebben, terwijl intusschen het in het kwartier aanwezige krijgsvolk honger en gebrek moet lijden; de landvoogd gelast hun den eisch te herhalen en op eene onmiddellijke afdoening aan te dringen.

Afschr. fr. in Doleanliën en orders, deel XIII, blad 75, 76.

-ocr page 338-

— 328 —

1664, 15 Maart. De landvoogd geeft eene instructie aan Egidius Mottet, raad en commies van het bureau van finantiën te Brussel, ten einde zich naar Roermond te begeven en aldaar met medewerking der rekenkamer van Gelderland een onderzoek in te stellen nopens dê rekeningen en verantwoording der staten van het Over-kwartier aangaande de sommen door hen onder de benaming van onraadspenningen, placquillios en fouragiën over het kwartier omgeslagen.

Afschr. fr. in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 69.

1664, 17 Maart. Commissarissen door den landvoogd en den geheimen raad te Brussel gelast met het onderzoek der rekeningen van den ontvanger generaal van het Overkwartier stellen eenen staat op van de voornaamste verkwistingen (excès) die de staten zich hebben veroorloofd in de uitgaven der bedragen die op de onderdanen werden omgeslagen of op interest geligt zijn; sedert 1 April 1645 tot ultimo Maart 1664.

Afschr. fr. in omslag 44, Nquot; H.

1664, 7 April. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat het dreigende gevaar, waaraan de geheele Christenheid is blootgesteld sedert de ongeloovigen het keizerrijk hebben aangevallen, alle monarchen, prinsen en christelijke staten noodzaakt met manschappen en geld te hulp te komen. Hieruit ontstaat insgelijks de verpligting voor deze provinciën daartoe hunne bijdragen te leveren, aangezien volgens het traktaat door Keizer Karei V op den Rijksdag te Augsburg in het jaar 1548 met het keizerrijk gesloten, deze Nederlanden en Bourgondië aan dat rijk gehecht bleven onder de wederkeerige verpligting zich bij voorkomende

-ocr page 339-

— 329 —

nood te hulp te komen. Derhalve meldt de landvoogd dat hij aan den prins graaf dlsenghien, stadhouder, den last verstrekt heeft om in de eerstkomende vergadering der staten daartoe eene som van 30000 gulden aan te vragen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiên en orders, deel XIIl, blad 77.

1664, 28 April. De staten van het O verkwartier geven hunne toestemming tot eene bede van 60000 gulden voor één jaar, en zulks op den eisch, die hun namens deu landvoogd tot een bedrag van 120000 gulden gedaan was.

Op de aanvrage van een subsidie aan het Eoomsche Rijk ter bestrijding der Turken geven zij te kennen hierover nader een besluit te zullen nemen wanneer het bedrag hun zal bekend zijn, dat door de andere provinciën daarvoor toegestaan is.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 74.

1664, 5 Mei. De staten van het Overkwartier stellen, in overeenstemming met het hof van Gelder, een provisioneel regiement vast, naar hetwelk eens in 't jaar de bijdragen in de beden, subsidiën en onraadspenningen op het platte land zullen ingevorderd worden.

Gedrukt exemplaar, in Doleantiên en orden, deel XIII, blad 78; een tweede exemplaar in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 73.

1664, 13 Mei. De landvoogd schrijft aan den stadhouder aangaande de te verleenen hulp aan het keizerrijk tegen de Turken. Vermits hij in zijn schrijven aan

21

-ocr page 340-

— 330 —

de staten van het 0verkwartier dd. 7 April 11. melding maakte van het traktaat van Augsburg van het jaar 1548, zoo zendt hij hem een gedrukt exemplaar daarvan ten einde hij dat aan die staten kan mededeelen en hen daardoor te meer aansporen zoo spoedig mogelijk de gevraagde hulp te verleenen.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. El marqués conde de Pinto, Verreyken, met liet vermelde gedrukte exemplaar, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 79 en 80, met een afschrift van het eerste stuk in omslag 36, N0 9.

1664, 19 Mei. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier de ontvangst hunner letteren van 28 April 11., waarin zij hem te kennen geven bereid te zijn om in evenredigheid met de andere provinciën bij te dragen tot hulp van het keizerrijk tegen de Turken. Aangezien deze hulp geen uitstel kan lijden heeft de landvoogd last gegeven aan den stadhouder nogmaals in hunne vergadering op het nemen van een spoedig besluit en het inwilligen van het gevraagde bedrag aan te dringen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 93, 94; een afschrift in de kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 82 v».

1664, 19 Mei. Christoiïel Schenck van Mjdeggen, Gerard Bordels, burgemeester van Roermond, en Peter Claessens, schepen aldaar, leggen, namens de staten van het Overkwartier, den eersten steen van het op te richten gebouw tot uitbreiding van het ïlecolletten klooster te Roermond, waartoe die staten 300 gulden brab. schenken.

Kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 80, 90.

-ocr page 341-

— 331 —

1G64, 20 Mei. Le Roy, commies der finantiën te Brussel, antwoordt op een schrijven der staten van het O verkwartier dd. 18 April 11. dat de raad van Finantiën, op het door een „zéleuxquot; overgelegde ontwerp tot verbinding van den Rijn met de Maas, geen besluit zal nemen dan na het advies der staten daarover gehoord te hebben.

Orig. fr. get. Jn' Le Roy, S'' de Brouchem, met een afschrift van dat ontwerp, fr. in Doleantién en orders, deel XIII, blad 88 en 89. Zie het schrijven der staten dd. 18 April, in omslag 37, N0 32.

1664, Junij. De schepenen en geërfden van de voogdij Gelder, die van het ambt Kessel en die van het kerspel Venray geven aan de staten van het O verkwartier kennis dat het hun onmogelijk is het door hen op 5 Mei 11. uitgevaardigde reglement tot inning dei-beden enz. in toepassing te brengen.

Drie orig. met een gedrukt exemplaar van dat reglement, in omslag 40, N0 2.

1664, 4 Junij. Maximiliaan Hendrik, aartsbisschop van Keulen en bisschop van Luik, stelt een reglement vast, waarnaar ieder inwoner van het aartsbisdom Keulen zal bijdragen in het hoofdgeld, dat door de staten van dat bisdom tot ondersteuning aan het Roomsche Rijk in den oorlog tegen de Turken werd ingewilligd.

Bijliggend een dergelijk reglement voor het bisdom Luik.

Gedrukt exempl. hoogd. met het laatste reglement, fr. get. J. de Hodaige, in origin, kwurliersrecessen, deel V, bladz. 499 en 500.

1664, 4 Junij. De staten van het Overkwartier in overweging nemende den eisch van 30000 gulden tot

een seeours acn theylich Roomsche Ryjclc tegen den

-ocr page 342-

— 332 —

erffviandt den. Turck nemen liet besluit ten aensien run de tegenwoordige hoock aendringende noot daartoe een bedrag van 12000 gulden toe te stemmen.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 85 v0.

1664, 8 Junij. De landvoogd geeft akte van aanneming van een bedrag van 00000 gulden, dat door de staten van het Overkwartier op de aanvraag eener bede van 100000 gulden was toegestaan.

Orig gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, dee! XIII, blad 95.

1664, 26 Junij. De landvoogd geeft akte van aanneming eener som van 12000 gulden, die de staten op den eisch van 30000 gulden tot een secours van H heylich Rootnsche Itycke teghen den Turck hebben ingewilligd.

Orig gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in origin, kwartiersrecessen, deel II, bladz. 550.

1664, 1 Julij. De landvoogd geeft eene instructie aan den prins graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan Albert van de Winckele, kanselier, tot het aanvragen in de eerste vergadering der staten van het Overkwartier van een subsidie ten bedrage van 150000 gulden; zij zullen den staten kenbaar maken dat de koning om den „opstandquot; in Portugal te bedwingen, alle zijne krachten moet inspannen tegen vele vreemde mogendheden, die dien opstand ondersteunen; dat de koning daartoe alle de middelen van de monarchie moet aanwenden en voor de behoeften van deze landen niets meer kan afzonderen, zoo als hij vroeger deed; derhalve rekent de landvoogd op de bekende trouw en iiver der

-ocr page 343-

— 333 —

staten van het Overkwartier en vertrouwt dat zij spoedig een besluit nemen en de gevraagde som zullen toestaan, die alleen gebezigd zal worden tot onderhoud van de in het kwartier aanwezige krijgslieden.

Afschr. fr. met de kennisgeving van den landvoogd aan de staten; orig. fr. gedagl. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verrei/ken, in Doleantiën en orden, deel XIII, blad 07 en 99. De origineele instructie gedagt. uit Brussel en get. als boven bevindt zich in omslag 36, N0 8.

1664, 19 Julij. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij zich hun besluit herinnert van het jaar 1663, waarbij hem 20000 gulden geschonken werd, die hij destijds heeft aangenomen onder voorwaarde dat zij bij de generale ontvangsten der finantiën zouden gestort en tot den dienst des konings zouden gebezigd worden, hetgeen ook geschiedde. Hij verneemt echter dat van deze voorwaarde in de registers der staten geene aanteekening gehouden is en verzoekt dit alsnog te doen en hem daarvan kennis te geven. Tevens verlangt hij te weten in wiens handen de 4000 gulden gestort zijn, die zij tegelijkertijd toestemden om onder zijne dienstboden verdeeld te worden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pinto, Verreyken, in Voleantiën en orders, deel XIII, blad 400. — Zie voorts aangaande deze aangelegenheid, aldaar bl. 101 en 102 en hel antwoord der staten in omslag 37, N0 38.

1664, 22 Julij. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat zij den eisch tot een subsidie ten bedrage van 150000 gulden met allen eerbied hebben aangehoord; zij moeten daarop echter verklaren dat zij steeds nog denzelfden ijver bezitten, waarmede zij den koning tot voorbeeld van de overige

-ocr page 344-

— 334 —

provinciën in de verledene oorlogen zoo tegen Frankrijk als tegen de Vereenigde Provinciën bijgestaan hebben; sedert Maart 1645 hebben zij daartoe een bedrag van circa 5 gt;2 millioen gulden, gedeeltelijk over de ingezetenen omgeslagen en gedeeltelijk op interest moeten nemen, en hadden thans verwacht door den vrede eenigzins adem te kunnen scheppen om daernaer in alle voorvallende gelegentheden Z. M. wederom te kannen hvjstaen. Door de herziening hunner rekeningen, die thans op last van den landvoogd geschiedt, worden zij in een verkeerd daglicht gesteld, alsof zij de middelen ten hunnen paiiiculier proffijt hadden geappliceert twelck hun hutjten allen respect ende credyt is stellende ende de geheele landtschappe in alsidcke onruste dat d'onder-saeten hun oepentlvjch, jae en corps tegen hunne gedaene inwilliginghen syn opponerende. Hierbij komt nog dat de granen, het eenige betaalmiddel in dit kwartier, thans zeer goedkoop zijn en nog door groote licentgelden belast worden zoodat het reeds moeijelijk zal vallen de laatst ingewilligde bede van 60000 gulden en de 12000 gulden, die voor het keizerrijk werden toegestaan, te kunnen invorderen. De staten hidden derhalve in alle submissie ende vuyterste ootmodicheyt dat Z. M. hen van den voorss. eysch gelieve texcuseren.

Minute in hvartiersrecessen, deel XIII, bladz. 94 vu; vergelijk ook aldaar bladz. 112.

1664, 30 Julij. De magistraat van Erkelens zendt aan de staten van het Overkwartier eenen staat van de vrijstellingen van betaling, die de stad sedert 1654 tot 1660 in de beden en subsidiën genoten heeft.

Orig. met het opgeplakte zegel van Erkelens en get. Jo. Pet. Vogels, secret, in omslag 37, N0 31.

-ocr page 345-

— 335 —

1664, 1 Augustus. De magistraat van Gelder verklaart dat de stad verschillende malen vrijstelling bekomen heeft van de betaling barer quota in de beden en subsidiën en zulks omdat de steden in de bedroeffelijcke krieqstijden altijt seer sivaerlichen heiast en vele ellenden uytgestaen hebben, waaraan het is toe te schrijven dat het platte land van de inlegering van vreemde hulptroepen verschoond bleef en niet geheel ten verderve is gebragt.

Orig. get. J. Lindlgen, in omslag 37, Nu 30.

1664, 2 Augustus. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier met groote verwondering vernomen te hebben dat de staten op de aanvraag van een subsidie ten bedrage van 150000 gulden de onmogelijkheid daartoe doen gelden onder het voorwendsel dat zij niet goed te vertrouwen zijn zoo als zou blijken uit de herziening hunner rekeningen, alsof men het vermoeden koesterde dat zij gelden te hunnen bate aangewend hebben; de landvoogd moet hierop antwoorden dat hij die herziening niet met dat doel gelastte en alle vertrouwen in de staten stelt, maar dat zulks alleen geschied is om het vermogen van het kwartier te kennen en te weten hoever de middelen reiken. De gezondene commissarissen moeten thans voldoende daarvan onder-rigt zijn zoodat hij last gaf de herziening te doen ophouden en de rekeningen te sluiten; hij vertrouwt dan ook dat de staten het gevraagde bedrag ten spoedigste zullen inwilligen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marqués conde de Pinto, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 103.

-ocr page 346-

— 336 —

1664, 4 Augustus. De staten van het Overkwartier maken eenen staat op van alle penningen, die sedert 3 Februarij 1645 tot en met 24 Augustus 1663 over het kwartier omgeslagen of tegen interest opgenomen zijn.

Orig. get. Christophle Bquot;n Schenck, Bon von und zu Bocholt-z, G. Bordels, P. Claessens, in omslag 32, N0 8.

1664, 11 Augustus. De landvoogd berigt aan den stadhouder vernomen te hebben dat de staten van het Overkwartier voor onraadspenningen eene som van 30000 gulden hebben omgeslagen; hij gelast derhalve den stadhouder dezen omslag niet te laten voortgaan en hun ook geene andere schattingen te veroorloven, zoo lang zij het subsidie aan den koning blijven weigeren.

Afschrift, fr. in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 105, met een afschrift in omslag 36, N0 6.

1664, 8 September. De stadhouder deelt aan de staten van het Overkwartier een te Brussel ontvangen berigt mede, vermeldende dat de markies de Gastel Rodrigo, de nieuwe landvoogd, in Bourgondië is aangekomen en van daar op Bazel is vertrokken om zich over den Rijn herwaarts te begeven; hij kan derhalve binnen 14 dagen te Roermond aankomen met zijne familie en geheel gevolg bestaande uit meer dan 200 personen, zoodat hi] den staten verzoekt hem eene plegtige ontvangst voor te bereiden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Isenghien, in origin, kwartiersrecessen, deel II, bladz. 586.

1664, 14 September. De staten van het Overkwartier maken, in overleg met den stadhouder, toebereidselen om den nieuwen landvoogd, den markies van Gastel Rodrigo, die naar het schijnt zich over Roermond naar Brussel zal begeven, op eene waardige wijze te ontvangen.

Besluit in hvartiersrecessen, deel XIII, bladz. 110.

-ocr page 347-

— 337 —

I (if)4. 15 September. De landvoogd geeft last aan den prins graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan Engelbert de Bree, eersten raad in het hof van Gelder, om in de eerstkomende vergadering der staten van het Overkwar-tier eene bede aan te vragen ten bedrage van 150000 gulden voor één jaar, aanvang nemende 1 Maart 11.

Afschrift, fr. met de kennisgeving van den landvoogd aan de staten ; orlg. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pin to, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 106 en 107.

1664, 2 October. De landvoogd in aanmerking nemende dat het krijgsvolk in het hertogdom Gelder aanwezig, wegens vertraging der staten, geen onderhoud bekomt, gelast den stadhouder dit krijgsvolk onmiddellijk uit de steden naar het platte land te doen vertrekken.

Orig. fr. gedagt. uil Brussel en get. El marques conde de Pin to, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 108.

1664, 8 October. De landvoogd benoemt den licentiaat Godfried Lindtgens tot auditeur van het krijgsvolk in het Overkwartier, ter vervanging van zijn broeder Jan Baptist, die onlangs tot raadslid in het hof van Gelder te Roermond werd aangesteld.

Orig. perk. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques conde de Pin to, Verreyken, in doos III, N0 18.

1664, 14 October. De staten van het Overkwartier verzoeken den landvoogd aan den magistraat van Roermond te gelasten om, ingevolge de ordonnantiën van 7 Mei 1654, 15 Maart 1655 en 24 December 1657, de vestiging der PP. Dominikanen in Roermond niet toe te laten.

Minute, fr. In kwartiersrecessen, deel XIII, blad/,. 118. Vergelijk ook Doleantiën en orders, deel XIII, blad 111.

-ocr page 348-

— 338 —

1664, 17 October. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Adriaan van en tot Hoens-broeck, erfmaarschalk, Gaspar vrijheer van Schenck van Nijdeggen, Gerard Bordels, burgemeester van Roermond, en Marsilius Duycker, burgemeester van Venlo, ten einde zich ten spoedigste naar Brussel te begeven om aldaar 1° den nieuwen landvoogd bij de aanvaarding van zijn ambt geluk te wenschen; 2° hem in evenredigheid met de andere provinciën eene vereering aan te bieden; 3° met hem aangaande het gevraagde subsidie van 150000 gulden te onderhandelen, en eindelijk 4° hem te verzoeken zijne inwilliging te onthouden aan de vestiging in de stad Roermond der patres predikheeren.

Minute in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 119, 120.

1664, 24 October. Don Francisco de Moura en Gortereal markies van Gastel Rodrigo, enz. berigt aan de staten van het Overkwartier zijne benoeming tot landvoogd der Nederlanden en van Bourgondië; de gehoorzaamheid aan den koning verschuldigd heeft hem genoopt alle beschouwingen tegen de aanvaarding van dit zware ambt ter zijde te stellen; hij is besloten zijne beste pogingen aan te wenden om 's konings vertrouwen waardig te worden en hoopt daartoe de ondersteuning der staten te genieten door hunne volharding in den ijver waarvan zij steeds deden blijken.

Grig. fr. gedagl. uit Terveuren en get. El marques de Gastel Rodrigo, Veneyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 109. Zie het antwoord der staten gedagt. op 30 October 1664- in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 126.

1664, 26 November. Ghristiaan Manen, landrent-meester van het Overkwartier, legt aan de staten zijne

-ocr page 349-

— 339 —

rekening over van het jaar 1664 bedragende in ontvangsten 158262 gulden 9 stuiver en in uitgaven 169589 gulden 11 stuiver 6 penningen, zoodat er een nadeelig saldo bestaat ten bedrage van 11327 gulden 2 st. 6 penningen.

Geauth. afschr. get. M. Joris, in Doleantièn en orders, deel XIII, blad 1U tot 124.

1664, 29 November. De staten van het Overkwartier melden aan den landvoogd dat de patres Dominikanen zich in Roermond willende vestigen, een kontrakt met den bisschop gesloten hebben waarbij hun tegen betaling van 5000 pattacons de H. Geestkerk aldaar zoude worden afgestaan. Aangezien de stad te klein en te arm is en reeds twee derde gedeelten daarvan door kloosters bezet zijn, verzoeken de staten den landvoogd zijne toestemming 'tot die vestiging te weigeren en aan den magistraat te bevelen hen niet toe te laten.

Orig. fr. in Doleantièn en orders, deel XIII, blad 111; zie ook omslag 36, N0 13.

1664, 8 December. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat sedert zijne benoeming en zijne aankomst in deze landen, waarin hij onderdanen gevonden heeft, die door hunnen ijver en getrouwheid de genegenheid des konings verdienen, zijne eerste be-moeijingen gestrekt hebben om hun lot te verbeteren en het regt te doen eerbiedigen, zoo als de andere volkeren, aan wier hoofd hij door zijne Maj' gesteld was, ondervonden hebben; hij wil in deze landen de rust herstellen en den rijkdom doen terugkeeren, die ze vroeger zoo aanzienlijk en bloeijend maakte; het zekerste middel om daartoe te geraken is onmiddellijk in een meer geregeld en verzekerd onderhoud der krijgs-

-ocr page 350-

— 340 —

lieden te voorzien, waardoor de krijgstucht zeer bevorderd zal worden; hiertoe is echter geld noodig, dat door den koning niet kan worden verstrekt, aangezien zijne schatkist door den langdurigen en bloedigen oorlog met Portugal geheel is uitgeput, zoodat de landvoogd genoodzaakt is aan de staten eene bede en subsidie te doen aanvragen tot een gezamentlijk bedrag van 300000 gulden; hij hoopt dat zijne eerste aanvraag, waartoe hij aan den stadhouder en aan den kanselier den last verstrekte, door de staten in gunstige overweging zal genomen worden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Castel Rodrigo, Verreyken, met stukken daarop betrekking hebbende, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 125— 129.

1664, 31 December. De staten van het Overkwartier nemen Hendrik van Raesfelt als lid der ridderschap aan, nadat de baron van Bocholt, adellijke raad, en van Wittenhorst zijne adellijke wapens hadden opgezworen.

Besluit in kivartiersrecessen, deel XIII, bladz. 137.

1665, 5 Januari]. De staten van het Overkwartier geven kennis aan den landvoogd dat zij de gevraagde som van 300000 gulden voor bede en subsidie in haar geheel hebben toegestaan onder de volgende voorwaarden: dat alle geestelijke en wereldlijke, adellijke en niet adellijke ingezetenen daarin zullen bijdragen; dat de staten volle voldoening bekomen over het onderzoek hunner rekeningen en voortaan de sommen benoodigd tot betaling der verschenen interessen en andere behoeften mogen omslaan zoo als zij vroeger deden; dat aan den momboir van het hof van Gelder de vergunning verleend worde zich bij de staten aan te sluiten in zake de

-ocr page 351-

— 341 —

resumptie van het proces met den bisschop; dat de stedelijke gouverneurs worden afgeschaft; dat het bedrag dezer bede uitsluitend tot de behoeften van het kwartier worde aangewend en eindelijk dat in overeenstennning met 's konings plakkaten in het kwartier geen grooter getal biddende orders of religieusen worde toegelaten dan zich thans daarin bevindt.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 142—146.

1665, 9 Januarij. De staten van het Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder vernomen te hebben dat het raadslid Guillaunie van Blitterswijck (1) op 18 Augustus 1663 aan de acht steden van het Overkwartier afschriften heeft gezonden van een door hem geschreven boek, waarin bevonden worden veele materiën ende intriguen van staeth, te teere omme gedivulgeert te worden, boven onlijdelijcke imposturen ende injurien tot naedeel der remonstranten eere ende derselver reputatie; zij verzoeken het hof derhalve deze boeken onmiddellijk te doen intrekken en den schrijver in regten te vervolgen.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 1-47 v0; zie ook aldaar bi. 140 en in Doleanlién en orders, deel XIII, blad 130, 131.

1665, 10 Januari]. De staten van het Overkwartier berigten aan den landvoogd dat zij, aangezien het gevraagde bedrag voor bede en subsidie in zijn geheel werd ingewilligd, de hoop koesteren dat aan de provincie de rust wordt teruggegeven, die zoo noodzakelijk is voor de dienst des konings en tot welvaart der onderdanen, als ook voor het behoud van de eer en goeden naam der staten en welke rust tot nadeel der privilegiën en oude gewoonten door de moeijelijkheden, die aan de

(I) Hij was lid van den grooten raad te Mechelen,

-ocr page 352-

— 342 —

staten berokkend werden, en door de uitbreiding der geestelijke jurisdictie in zoo groote mate verstoord is geworden. Tevens verzoeken de staten den landvoogd hun te willen mededeelen waar ter plaatse de som van 30000 gulden moet gestort worden, die hunne gedeputeerden hem aangeboden hebben en door hem werd aangenomen.

Minute, fr. in kwarliersrecessen, deel XIII, bladz. 149.

1665, 14 Januarij. De staten van het Overkwartier benoemen Caspar Schenck van Nijdeggen, baron van Brempt, ridder der Duitsche orde en kommandeur van Ordingen, tot hunnen afgevaardigde ten einde zich naar Brussel te begeven en bij den landvoogd op de toestemming van de punten, die zij in hun schrijven van 5 Januarij breedvoerig te kennen gaven, aan te dringen.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 153.

1665, 5 Februarij. De landvoogd geeft akte van aanneming aan de staten van het Overkwartier van een bedrag van 300000 gulden, dat door de staten als bede en subsidie voor het jaar 1665 werd toegestaan. Bij deze akte geeft de landvoogd tevens aan die staten te kennen dat hij na onderzoek der rekeningen over hunne administratie voldaan is, en de vergunning verleent dat de staten zullen moghen practiseren voor de hetaelinghe van hunne renten als andere onexeuseerbare lasten deselve middelen als hiervoor en gepractiseert sijn geweest; dat zij bij afzonderlijke rekwesten zullen mogen verzoeken tot resumptie van hun proces tegen de geeste-lijclcen en tot afschaffing van de bijzondere gouverneurs in de steden; en eindelijk belooft hij dat de provincie niet voorders en sal worden beswaert met religieusen ende biddende orders ende dat hij sal belasten aen de

-ocr page 353-

magistraeten van de steden van aldaer de predickheeren niet te admitteren oft te ontfanghen.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 133

1665, 9 February. De staten van het Overkwartier schenken aan pater Bernardinus Surius 200 rijksdaalders omdat hij zijn boek van syne gedaene reijsen naer t Heylighe landt aan de staten heeft opgedragen; daarenboven had hij verzocht dat het op hunne kosten zou gedrukt worden.

Besluit in kwarliersrecessen, deel XIII, bladz. 159.

1665, 13 Februarij. De geheime raad des konings zendt aan de staten van het Overkwartier, ten fine van advies, afschrift van een verzoekschrift door de geestelijken, eenige adellijken en geërfden van het kwartier ingezonden, en verbiedt hun tevens gevolg te geven aan hun voornemen om een bedrag van 50000 gulden als onraadspenningen om te slaan.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. de Gottignies, met het vermelde afschrift, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 139, 140.

1665, 17 Februarij. De staten van het Overkwartier nemen het besluit eene felicitatie aan den stadhouder den prins graaf Isenghien te rigten wegens het huwelijk, dat tusschen zijne oudste dochter en den markies van Risbourg tot stand gekomen is.

Besluit in hvartiersrecessen, deel XIII, bladz. 160.

1665, 28 Februarij. De inwoners van Aldekerk en Nieuwkerk in de voogdij van Gelder zenden een ver-

-ocr page 354-

— 344 —

zoekschrift aan het hof van Gelder, waarin zij tegen het reglement opkomen dat op 5 Mei 1664 door de staten van het Overkwartier, ter inning der heden en subsidiën op het platte land, werd vastgesteld.

Afschr. met daarop betrekking hebbende stukken, in omslag 37, N0 35.

1665, 2 Maart. De staten van het Overkwartier, vergaderd zijnde om te beraadslagen over een verzoekschrift door de geestelijkheid, eenige adellijken en geërfden van 't platte land in dat kwartier aan den landvoogd ingezonden en vervult met handtastelyjcke calumniën, omvacrhedcn ende valsche position, zoowel tegen de staten als tegen het hof van Gelder, benoemen Johan Vincent Schellart van Obbendorp, heer van Geisteren, Frans Pollart, burgemeester van Roermond, en Dulcken, syndicus der staten, ten einde aangaande dit verzoekschrift met het hof van Gelder in overleg te treden. Nadat genoemde heeren hunnen last ten uitvoer hadden gelegd, besluiten de staten een schrijven tot den landvoogd te rigten, waarin hem verzocht wordt het meergemeld verzoekschrift ter onderteekening aan de inzenders terug te zenden ten einde daarna die claegende partije voor haeren competenten richter te renvoyeren.

Besluit in hvarliersrecessen, deel XIII, bladz. 162; met afschriften van het gemelde verzoekschrift en het daarop ingezonden antwoord der staten, fr. aldaar bladz. 163 vquot;, 166 v0, 171 v0—174 v0.

1665, 2 April, 11 en 16 Mei. Drie brieven van J. B. Michel, agent der staten van het Overkwartier te Brussel, aan die staten over loopende zaken van het kwartier.

Orig. fr. get. J. B. Michel, in omslag 37, N0 44.

-ocr page 355-

— 345 —

1665, 9 April. De staten van het Overkwartier verzoeken den landvoogd tot de, door het overlijden van Engelbert van Bree, opgevallene betrekking van raadslid in het hof van Gelder, een inlander te benoemen, die de duitsche taal magtig is.

Minute, fr. in omslag 36, N0 16.

1665, 9 April. De staten van het Overkwartier geven aan den landvoogd te kennen dat sedert eenigen tijd allerhande personen op de betrekking van schepen in de geregten van Roermond en Venlo aanspraak maken en het gebeurd is dat vreemdelingen boven inwoners werden voorgetrokken. Wanneer de koning den magistraat in beide steden nog niet in zijne vroegere perpetuiteit wil herstellen, dan verlangen zij toch dat voor de openvallende betrekkingen inlandsche personen benoemd worden.

Minute, fr. in omslag 36, N0 17.

1665, 15 April. De landvoogd vergunt aan de staten van het Overkwartier dat Z. Ms momboir in Gelderland tot resumptie van de saecke aengaende de extensie van de geestelijcke jurisdictie zich bij hen mag aansluiten, ten einde tegen den bisschop van Roermond of tegen andere geestelijken wien dit mogt aangaan hunne actie te intenteren int petitorio voor den Raede van Gelderlandt.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verreijken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 135.

1665, 28 April. De gedeputeerden der staten van

het Overkwartier geven op verlangen van Christoffel

Schenck van Nydeggen, adellijken raad in het hof van

Gelder, eene verklaring af waaruit blijkt dat de goederen

ii

-ocr page 356-

in dit kwartier gelegen aan inwoners van de drie overige kwartieren toebehoorende in de beden, subsidiën of andere lasten hier te lande niet hooger worden aangeslagen dan de goederen der personen, die in dit kwartier wonen.

Minute, in omslag 37, IS'0 20.

1GC5, 20 April. De staten van het Overkwartier danken den landvoogd voor zijn genomen besluit op hunne akte van kennisgeving der laatste toestemming eener bede en subsidie, waardoor zij alle voldoening en tevens de vergunning kregen tot het ligten van onraads-penningen, om daarmede, zoo als vroeger, de verschuldigde interessen en andere behoeften van het kwartier te voldoen. Alhoewel dit besluit door den landvoogd onderteekend en door de handen van den staatsraad en die van de finantiën gegaan is, zoo handelt de geheime raad echter in strijd daarmede, want aan een ongeteekend verzoekschrift, dat van laster en valschheden wemelt, geloof hechtende heeft deze raad een verbod uitgevaardigd om onraadspenningen te ligten.

In margine antwoordt de landvoogd dat hij zijn besluit bevestigt en nietig zal verklaren al hetgeen daartegen door eenigen raad des konings zal worden ingebragt of verrigt.

Orig. fr. in margine gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verreijkcn, in üoleanlién en orders, deel XIII, blad 136 ; een geauth. afschr. get. J. van den Bossche, in omslag 37, N0 2G.

1GG5, 30 April. De staten van het Overkwartier geven aan het hof van Gelder te kennen dat zij het noodig geacht hebben het huis te Roermond gelegen en toebehoorende aan de erven van Jan Beeck ten be-

-ocr page 357-

— 347 —

hoeve van het land aan te koopen, ten einde het als woning voor den stadhouder te gebruiken; daar echter daarvoor een te hoogen prijs gevorderd wordt verzoeken zij het hof H voorss. huijs met sijn toebeliooren op sodanigen prijs tc stellen, als hetselvc in redenen sail meijncn te hchooren.

Minute, in omslag 37, N0 34.

1G65, 5 Mei. De landvoogd brengt zijnen dank aan de staten van het Overkwartier voor de hem geschonkene 30000 galden, die hij namens den koning aanneemt onder de voorwaarde dat de staten dit bedrag in hunne recesboeken zullen vermelden als penningen gebruikt voor den dienst des konings en die zullen uitbetalen in handen van Jean d'Ordenez, opdat deze ze gebruike ingevolge de bevelen, die hem zullen gegeven worden.

Bijliggend de kwijting van Jean d'Ordenez.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Caslel Rodriyo, Verre ijken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 146.

IGGö, 13 Mei. De staten van het Overkwartier rigten een brief van dankbetuiging aan den prins de Ligne wegens zijne krachtige ondersteuning bij den landvoogd van de belangen van het kwartier.

Minute, fr. in omslag 37, N0 39.

16G5, 1G Mei. Op het verzoekschrift der staten van het Overkwartier geeft het hof van Gelder bevel aan allo drosten, voogden en onderheeren van het kwartier om de 150000 gulden, die thans worden omgeslagen op geene andere wijze te heffen dan in overeenstemming met het op ó Mei 1G64 uitgevaardigde reglement.

Afschr. in omslag 37, N0 36.

-ocr page 358-

— 348 —

1665, 6 Junij. Nadat de burgemeester van Roermond, in de vergadering der staten van het Overkwartier den bedroefden staat te kennen gaf, waarin de stad door den verschrikkelijken brand van den SI8'011 Mei gebragt is, besluiten die staten dien burgemeester naar Brussel af te vaardigen omme aldaar hij syne Ex1'» uyttewerchen alsulcke assistentie tot weder opbouwinge van de huysen ende troost van de verarmde, als hij het beste te raede sal vinden.

Besluit in kwartiersrectssen, deel XIII, bladz. 192.

1665, 10 Junij. De stadhouder geeft aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier zijne tevredenheid te kennen over de woning, die zij in de arme en beklagenswaardige stad Roermond voor hem inruimden; hierdoor wordt hij in staat gesteld bij dezen grooten rampspoed zijne hulp te kunnen verleenen.

Orig. fr. gedagt. uit Stevensweert en get. Isenghien, in omslag 37 N0 37.

1665, 18 Junij. Do staten van het Overkwartier, in aanmerking nemende dat Godt almachtich belieft heeft op den 31ea dach May de stadt Ruremunde deur soo een snéllen brandt te hesoecken dat sij bijnae geheel in roach ende asschen is vergaen, schrijven een rond-gaanden brief aan de steden en ambten van het kwartier om de stad met wagens en paarden te hulp te komen ten einde het puin uit de straten en uit de verbrande huizen te verwijderen, waervan niet als een vuylen stanch ende sterfte is te verwachten.

Kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 195.

1665, 3 Julij. De stadhouder het verzoek aan gedeputeerden der staten gerigt hebbende tot herbouwing zijner afgebrande woning, besluiten die gedeputeerden

-ocr page 359-

— 349 —

dit verzoek in de eerstkomende algemeene vergadering der staten ter tafel te brengen.

5 Augustus. De staten van het Overkwartier besluiten de woning van den stadhouder volgens het plan van den architect Bertolet te doen herbouwen, maar aangezien het jaargetijde te ver gevorderd is daarmede tot het volgende jaar te wachten en inmiddels kalk, leijen, hout en steenen daartoe te doen aanvoeren.

Besluiten in kwartiersrecessen, deel XIII, bladz. 199, 200, 201, 202.

1665, 6—18 Julij. Verschillende brieven door de staten van het Overkwartier aan de omliggende landen geschreven, met het doel om tolvrijheid te bekomen voor de materialiën, die tot herbouwing van de afgebrande stad Eoermond zullen aangevoerd worden.

Minute fr. in omslag 36, N0 11.

1665, 18 Julij. De staten van het Overkwartier schrijven een brief van dankbetuiging aan den baron van Lijnden, hoofdbaljuw van Franchimont en grootmeijer van Luik voor hetgeen hij tot leniging der arme inwoners van Roermond heeft bijgedragen.

Minute fr. in omslag 37, N0 27.

1665, 5 Augustus. De staten van het Overkwartier geven op het verzoek van de barones van Schellart en Opsinnich de twee volgende verklaringen af;

1° Dat de personen, die tot de vergaderingen der staten worden toegelaten verpligt zijn hunne kwartieren door twee leden der ridderschap te laten opzweren naar het formulier, dat de staten hierbij in afschrift mededeelen.

2° Dat Johan Vincent Schellart van Obbendorp, heer van Geisteren en drost van het ambt Kessel, op 10

-ocr page 360-

— 350 —

November 1658, en quot;Willem Vincent, vrijheer van Wit-tenhorst op 28 September 1660 als leden der ridderschap zijn aangenomen geworden.

Twee minuten, in omslag 38, N0 2.

1G65, 17 September. De landvoogd geeft eene instructie aan den prins graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan Albert van de Winckele, kanselier, ten einde in de eerstkomende vergadering der staten van het Overkwar-tier namens den koning eene bede van 100000 gulden en een subsidie van 200000 gulden aan te vragen.

Geauth. afschrift, fr. in Doleanlièn en orders, deel XIII, blad 149.

1665, 26 September. De staten van het Overkwartier rigten een brief van dankbetuiging tot de staten van Namen wegens de 250 pattacons, die zij aan de stad Roermond, in plaats van den gevraagden vrijdom van tol, geschonken hebben.

Minute, fr. in omslag 36, N0 14.

1665, 3 October. De licentiaat Gerard Bordels geeft aan de staten van het Overkwartier te kennen dat hij eenige jaren geleden, op hunnen last, uit de charters, archieven en registers op het kasteel te Vilvorden een uittreksel (1) gemaakt heeft van de documenten, die op het vorstendom Gelder betrekking hebben en verzoekt de daarvoor beloofde belooning te mogen ontvangen.

Orig. in omslag 41, N0 5.

1665, !) October. De landvoogd kennis gevende aan de staten van het Overkwartier van het overlijden van koning Filips IV meldt dat de laatste wil des konings (1) Deze inventaris is nog op het archief aanwezig.

-ocr page 361-

geweest is dat de staten van Vlaanderen, de Nederlanden, Bourgondië en eenige andere, zoo als die door de aartshertogin bezeten waren en na haar overlijden aan de Spaansche kroon teruggekeerd zijn, steeds aan die kroon gehecht zullen blijven.

Origf. fr. gediigt. uit Brussel en gel. El marques de

Gastel Rodrigo, Verre ijken, met het antwoord der staten,

Ir. in omslag 30 Nu 10 ; zie ook de kwmiiersrecessen, deel XIH, bladz. 208.

1605, 9 October. De landvoogd meldt aan het hof van Gelder te Roermond dat door het overlijden des konings het gebruik van zijn zegel komt te vervallen en gelast nieuwe te doen maken met den naam en beeltenis van Karei II en het halssnoer van de Vliesorde; het hof kan echter zoo lang het nieuwe zegel niet gesneden is het oude gebruiken, mits daarvan aan het slot der uit te vaardigen stukken melding gemaakt worde.

Bij een tweede schrijven dd. 28 October geeft hij bevelen aan het hof nopens het houden van uitvaarten voor den overledenen koning, zoo als ook om op 0 November, zijnde de geboortedag van koning Karei II, in alle steden van het Overkwartier saluutschoten te doen plaats hebben.

Twee orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verreyken, in omslag 42, N0 32.

1065, 27 October. De staten van het Overkwartier berigten aan den landvoogd dat zij op de aanvraag van eene bede en subsidie tot een gezamenlijk bedrag van oüüOOG gulden, eene bede van 60000 en eene subsidie van 40000 gulden hebben ingewilligd; aangezien zij in het vorige jaar 300000 gulden hebben toegestemd hadden zij ditmaal de hoop gekoesterd eenigzins gespaard te

-ocr page 362-

— 352 —

worden, te meer daar de helft van dit groote bedrag nog niet heeft kunnen ingevorderd worden, terwijl de wederhelft, die men op interest meende te verkrijgen nog niet kon gevonden worden wegens het onvermogen van het kwartier, want de coopliedcns verclaeren oepentlycke haer geit liever in cassa sonder interest te hewaeren als aen ons eenigc penningen te tellen, al waar 7 tegen meer dan gewoonlycke pensioenen. De staten geven derhalve de hoop te kennen dat de landvoogd met de ingewilligde bedragen genoegen zal nemen.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XIV, hladz. 6.

1665, 30 October. De staten van het Overkwartier schrijven aan Ferdinand, baron van Bocholtz, domdeken te Luik, met genoegen vernomen te hebben dat hij het voornemen heeft te Koermond een kollegie op te rigten ter opvoeding van 12 riddermatige personen; met aandrang verzoeken zij hem dit voornemen ten spoedigste ten uitvoer te brengen.

Onder dagteekening van 20 November daarna antwoordt de domdeken aan de staten dat hem door de steden Mentz en Keulen voor de bedoelde oprigting schitterende voorstellen gedaan werden; dat hij echter aan Roermond de voorkeur zal geven voor het geval dat aldaar dezelfde voordeelen te verkrijgen zijn, die hem in 't buitenland worden aangeboden.

Minute, fr. en orig. fr. gedagt. uit Luik en get. Ferdinand, grand doyen de Liége, baron de Bocholtz, in omslag 36, Nü 12.

1665, November. De staten van het Overkwartier schrijven aan den raad van finantiën te Brussel door aankondigingsbiljetten vernomen te hebben dat het bosch genaamd Littart aan Z. M. toebehoorende en in de

-ocr page 363-

nabijheid van Gelder gelegen op 16 November aanstaande zal geveild worden; zij moeten hierop te kennen geven dat de personen, die tot het overgaan van deze veiling den raad gaven, meer hun eigen dan 's konings belang op 't oog hebben, weshalve zij verzoeken de veiling uit te stellen tot dat hunne afgevaardigden den raad zullen hebben ingelicht aangaande de bezwaren, die zij tegen dezen verkoop hebben. '

Afschrift, fr. in omslag 37, N0 18.

1065, 5 November. De staten van liet Overkwartier geven aan het hof van Gelder te kennen dat het reglement op 5 Mei 1664 met medewerking van 't hof vastgesteld van verschillende kanten tegenwerking ondervindt; zij verzoeken derhalve dat het hof aan alle officieren en onderheeren den uitdrukkelijken last geeft dit reglement puntelijk in acht te nemen.

In margine geeft het hof bevel om aan dit verzoek te voldoen.

Orig. get. M. Joris, in margine get. P. de Glein, in omslag 43, N0 4.

1665, 5 November. Op het voorstel van het hof van Gelder nemen de staten van het Overkwartier het besluit om 200 rijksdaalders beschikbaar te stellen tot het houden eener uitvaart voor den overleden koning Filips IV, mits men aan de staten in de kerk de hun toekomende plaats inruime, naast den stadhouder, den kanselier en de overige leden van 't hof.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 10. Vergel. aldaar bladz. 18.

1665, 6 November. Marie Anne, koningin weduwe, vaardigt een manifest uit, waarbij zij verklaart dat de

-ocr page 364-

Spaansche kroon door liet overlijden van den koning aan haren zoon Karei II vervallen is, maar dat gedurende zijne minderjarigheid het bestuur der landen tot die kroon behoorende volgens testament des konings haar is opgedragen; daar zij niet naar de Nederlanden kan komen tot het afleggen en ontvangen der gebruikelijke eeden, heeft zij den markies de Gastel Rodrigo, landvoogd der Spaansche Nederlanden die taak opgedragen.

Geaulh. afschr. fr. get. M. Joris, in origin, kwartiersrecessen, deel III, bladz. 222.

1G65, (i November. Verschillende rekeningen inhoudende het bedrag der voorschotten en verteringen gedaan door den baron van Hoensbroek op verschillende reizen, die hij in 1GC3, 1004 en 1GG5 op last der staten van het Overkwartier heeft ondernomen.

Orig. in omslag 38, N0 8.

1665, 16 November. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier vernomen te hebben dat zij, op de aanvraag eener som van 300000 gulden voor bede en subsidie, slechts eene bede ten bedrage van 60000 en een subsidie van 40000 gulden hebben toegestaan ; hij berigt daarop aan de staten dat hij de bede tot dat bedrag heeft aangenomen maar het subsidie weigert; hij zal nader daaromtrent zijn gevoelen bij geslotene brieven mededeelen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIII, blad 112, 113.

16G5, 2 December. De staten van het Overkwartier rigten een schrijven tot den tresorier-generaal d'Ennetières te Brussel, strekkende tot aanbeveling van J. B. Michel, hunnen agent te Brussel, tot de opengevallene betrekking

-ocr page 365-

— 355 —

van Gommis des messagers dc Vescnrie de sa Ma}'', die door den raad van financiën moet vergeven worden; daar deze persoon steeds met bekwaamheid en stiptheid in het belang van het kwartier werkzaam was, zullen de staten het als eene bijzondere gunst beschouwen, wanneer bij voorkeur boven alle anderen tot die betrekking benoemd wordt.

Minute, fr. in omslag 37, N0 28.

KiGu, 5 December, De gedeputeerden der staten van het Overkwartier verklaren op het verzoek van Jan Lambert baron van Dobbelsteen, heer van Eynerburgh, dat de familie van Eyll naar hun weten van adellijke afkomst is en dat hare kwartieren steeds in alle hooge kollegiën, zoo in Duitschlaud als in deze streken, voor echt erkend en aangenomen zijn.

Minute, in omslag 37, N0 25.

1665, 5 December. De staten van het Overkwartier berigten aan den landvoogd in antwoord op zijn schrijven van 16 November 11., dat zij met de toestemming dei-bede ad 60000 gulden en het subsidie ad 40000 reeds meer hebben gedaan dan in hunne magt was en verzoeken hem derhalve nogmaals het subsidie tot het ingewilligde bedrag aan te nemen, zooals hij met de bede gedaan heeft.

Minute, fr. in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 12 vquot;.

1666, 11 February. De landvoogd schrijft aan den stadhouder prins graaf d'Isenghien en aan den kanselier Albert van de Winckele dat de eedsafleggingen ten gevolge van de troonsbeklimming van koning Karei II in eene vergadering der staten van het Overkwartier op den 24°quot; dezer maand te houden, zullen plaats hebben

-ocr page 366-

— 356 —

tevens gelast hij hun in die vergadering een subsidie vau 150000 gulden aan te vragen.

Geauth. afschr. fr. get. Joris, met de origineeie kennisgeving fr. van den landvoogd aan de staten, gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Ver-reyken, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 3 en 4.-Een tweede afschrift van het eerste stuk in omslag 36, N0 20.

1666, 27 Februarij. Op het verzoek van Arnold Adriaan van Hoensbroeck benoemen de staten van het Overkwartier hem tot erfmaarschalk van het hertogdom Gelder, tegen welke benoeming Johan van Cortenbach, erfvoogd van Eoermond, zijn protest doet aanteekenen.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 27 v0, 29, 30 v» XV, bl. 125.

1666, 2 Maart. De staten van het Overkwartier nemen het besluit om bij de 6000 gulden, die vroeger reeds tot den herbouw van de stadhouderlijke woning waren aangewezen, nog 12000 gulden te voegen.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 29; zie verder over dezen herbouw, aldaar bladz. 34, 35, 37, 38, 39 v0, 40 en 44, en in omslag 48, N0 18.

1666, 18 Maart. De landvoogd geeft akte van aanneming van een subsidie, dat door de staten van het Overkwartier tot een bedrag van 100000 gulden toegestaan werd onder voorwaarde dat in dit bedrag zal begrepen worden het subsidie van 40000 gulden, dat die staten op den 27sien October 1665 hebben ingewilligd.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 5. Zie ook kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 28 en 31.

-ocr page 367-

1660, 10 Mei. Op een verzoekschrift door de patres Karthuizers te Roermond aan het bureau van finantiën ingezonden, waarin zij beweren, ingevolge hunne privilegiën, voor al hunne goederen en tienden, in het Over-kwartier gelegen, vrijdom in beden en subsidiën te bezitten, geven de gedeputeerden der staten van het Overkwartier het volgende advies: de bijdrage door de Karthuizers te Roermond in de beden en subsidiën verschuldigd is zeer aanzienlijk, aangezien zij zeer uitgestrekte bezittingen in dit kwartier hebben; wanneer hun deze vrijdom verleend werd zouden de arme inwoners nog hooger moeten worden aangeslagen, terwijl ook alle andere kloosters en de geestelijkheid dit voorbeeld zouden volgen en hetzelfde vorderen, waardoor de oude verdeeling der bijdragen in die beden en subsidiën geheel in de war zoude geraken en eene menigte processen zoude ontstaan; de staten zich derhalve houdende aan hun antwoord van 2 Junij 1660 op een dergelijk verzoek van den deken en het kapittel van Roermond gegeven zijn van oordeel dat op gemeld verzoekschrift eene afwijzende beschikking moet genomen worden.

Minute, fr. in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 38 v0.

1666, 12 Mei. De staten van het Overkwartier maken een akkoord met Mr Gelis Dircx, metselaar, tot het bouwen van het paleis voor den stadhouder.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 40, 41.

1666, 20, 23 Mei. Twee brieven van den stadhouder aan de staten van het Overkwartier handelende over het onderhoud van soldaten, die naar het kwartier zijn gezonden.

Twee orig. fr. gedagt. uit Weert en get. Isenghien, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 6 en 7.

-ocr page 368-

166(3, 9 Augustus. J. B. van Steenbergen, raadslid en fiskaal des konings in den grooten raad te Mechelen geeft een advies tot het bekomen van de vernietiging van liet arrest gewezen tusschen de staten van het Overkwartier en den bisschop van Roermond ten opzichte van de geestelijke jurisdictie.

Afschr. fr. inhoudende 15 bladen, in omslag 37, N0 41.

1666, 6 September. De landvoogd geeft last aan den stadhouder en den kanselier tot het aanvragen in de eerste vergadering der staten van het Overkwartier van eene bede ten bedrage van 100000 gulden.

Geauth. afschr. fr. get. M. Joris, met de kennisgeving van den landvoogd aan de staten, orig. fr. gedagt. uit Condé en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verre ijken, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 9, 10.

1666, 13 October. De landvoogd geeft akte van aanneming eener bede, die op de aanvraag van 100000 gulden tot een bedrag van 60000 gulden door de staten van het Overkwartier werd ingewilligd, en bepaalt daarbij dat het bedrag in vier gelijke termijnen van drie tot drie maanden zal worden betaald, waarvan de eerste termijn zal aanvangen op 1 Januarij 1667.

Orig. gedagt. uit Charleroi en get. El marques de CAislel Rodrigo, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 11.

1666, 16 December. De raad van finantiën te Brussel geeft bevel aan de rekenkamer te Roermond om het bedrag van 17000 gulden, dat zij uit de rekening van den landrentmeester van het Overkwartier had geligt, daarin, als voldoende verantwoord, wederom op te nemen.

-ocr page 369-

Op den 7',en February 1G67 geeft die kamer een dergelijk besluit wegens eene in die rekening geligte som van 25000 gulden.

Twee geaulh. afschr. fr. het 1° get. M. Joris, en hel 2° Fuiven, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 12 en 15, met eene menigte daarop betrekking hebbende stukken, in omslag 38, N0 1.

1G67. Staat der bedragen, die door de staten van het Overkwartier van 31 Julij 1659 tot 27 September 16G7 zoo voor beden en subsidiën als voor het onderhoud der krijgslieden in het kwartier werden ingewilligd. Deze staat bedraagt een millioen zes honderd vijf en veertig duizend gulden.

Minute, in omslag 37, N0 40.

16G7, 10 Januarij. De staten van het Overkwartier geven aan den landvoogd den wensch te kennen dat tot vervulling van de door het overlijden van Gerard van Lom opengevallene betrekking van raadslid in het hof van Gelder, ingevolge het traktaat van Venlo, een inlandsch persoon benoemd worde, die de landstaal magtig is.

Minute, fr. in omslag 30, N0 15. Zie ook de kwartier srecessen, deel XIV, bladz. 05— 6Ü v0.

1GG7, 15 Januarij. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den prins graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan Albert van de Winckele, kanselier, den last heeft opgedragen in hunne eerste vergadering een subsidie ten bedrage van 150000 gulden aan te vragen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Casiel Rodrigo, Verreyken, met een geauth. afschr. van de lastgeving, fr. get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 13 en 14.

-ocr page 370-

360 —

1667, 3 Maart. Op het schrijven van den landvoogd dd. 25 Mei II. besluiten de staten van het Overkwartier ter verdediging van het kwartier drie vrije kompagniën op te rigten; elke kompagnie zal aldus zamengesteld zijn en de volgende maandelijksche belooning genieten:

1 kapitein.......

. f 100.—

1 luitenant.......

, - 50.—

1 vaandrig.......

. - 40.—

2 sergeanten, ieder ƒ 15.— .

. - 30.—

2 tamboers, ieder f 10.—. .

. - 20.—

1 pijper........

. - 10.—

8 korporaals, ieder / 10.— .

. - 80.—

185 soldaten, ieder f 7.10 st. .

. - 1387.10

f 1717.10 st. eene jaarlijksche uitgave vorderen van 61830 gulden en aangezien zulks niet uit de gewone middelen kan worden bekostigd, besluiten de staten dat daartoe een hoofdgeld over het geheele kwartier zal worden geheven, waaraan ieder verpligt is bij te dragen.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 81.

1667, 7 Maart. De staten van het Overkwartier nemen Otto Hendrik van Blanckaert tot lid der ridderschap aan, nadat de vrijheer van Bocholt zijne vaderlijke en de vrijheer van Hillenraad zijne moederlijke kwartieren hadden opgezworen.

Besluit in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 70 \0.

Zie ook omslag 41, N0 4.

1667, 7 Maart. De staten van het Overkwartier geven aan den landvoogd berigt dat zij op de aanvraag van een subsidie van 150000 gulden 70000 hebben ingewilligd; zij hadden gewenscht dit jaar eenigszins

Totaal

Dit zal voor de drie kompagniën

.L

-ocr page 371-

— 361 —

verschoond te zijn gebleven wegens de groote schade, die het kwartier in het vorige jaar geleden heeft, ten eerste door de inlegeringc, passaglen, repassagicn, extorsien ende concussien van geldt van de hisschoppe-lyjcke Munsterste vólekeren, welke schade ruim 10Ö000 rijksdaalders heeft bedragen en ten tweede door een hagelslag, die een gedeelte van den oogst vernielde. Zij koesteren de hoop dat de landvoogd met deze inwilliging genoegen zal nemen.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 09 v0.

1667, 26 Maart. Het hof van Gelder te Roermond benoemt Jacob van Saenen tot ■waarnemenden kanselarijbode zonder vaste jaarwedde.

Orig. get. P. de Glein, in omslag 43, N0 14.

1667, 26 Maart. Eenige leden van de ridderschap van het Overkwartier van Gelderland leggen aan het hof van Gelder te Roermond een rescript over tegen Arnold Adriaan van Hoensbroeck in betrekking tot het ambt van erfmaarschalk van het vorstendom en de praerogativen daaraan verbonden.

Orig. in omslag 41, N0 9.

1667, 31 Maart. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd vernomen te hebben dat de prins van Salm hem een rekwest zoude hebben aangeboden met het doel om tot de staten van het kwartier te worden toegelaten in kwaliteit van baanderheer, welke kwaliteit hem wegens zekere bezitting in het graafschap Zutfen gelegen toekomt. De staten komen hiertegen op, aangezien het nog nooit gebeurde, zelfs niet toen de vier kwartieren nog vereenigd waren, dat iemand

23

-ocr page 372-

— 302 —

tot de staten van een kwartier werd toegelaten wegens bezittingen in andere kwartieren gelegen.

Minute, fr. in hwartiersrecessen, deel XIV, Lladz. 75.

1667, 4 April. De landvoogd geeft akte van aanneming van een bedrag van 70000 gulden, dat door de staten van het Overkwartier op den eisch van een subsidie van 150000 gulden werd ingewilligd.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. EL marques de Gastel Rodrigo, Yerreyken, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 17.

1667, 23 Mei. De staten van het Overkwartier geven aan den landvoogd te kennen dat de baron van Hoens-broeck door de groote meerderheid der ridderschap in zijne hoedanigheid van erfmaarschalk van het hertogdom Gelder is bevestigd geworden, maar dat de heer van Geleen en Schenck van Hillenraad hem deze hoedanigheid blijven betwisten; zij verzoeken den landvoogd op het door die heeren ingezonden verzoekschrift een afwijzend besluit te nemen.

Minute, niet verdere stukken op die zaak betrekking hebbende, in omslag 37, N0 19.

16G7, 25 Mei. De landvoogd schrijft aan den stadhouder en mutatis mutandis aan de staten van het Overkwartier dat de tegenwoordige omstandigheden ver-eischen alles in orde te brengen wat tot 's lands verdediging kan strekken; hij hoopt dat de gewone ijver van den stadhouder en de staten zich ook bij deze gelegenheid zal openbaren en dat zij tot die verdediging een tercio in het kwartier zullen ligten ten einde wederstand te bieden aan de Franschen, die zich voorbereiden om met al hunne magt in deze landen te

-ocr page 373-

— 363 —

vallen; het komt er thans niet op aan slechts mede te

werken tot den dienst des konings en tot behoud van

het grondgebied, maar ook tot behoud van hunne persoonlijke bezittingen.

Twee orig. fr. gedagteekend uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verreijken, in Doleantien en orders, deel XIV, blad 18 en 19.

1G67, 3 Junij. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat aangezien het in deze tijdsomstandigheden noodzakelijk is de steden en plaatsen in het kwartier in staat van verdediging te stellen en ze tegen overrompeling te vrijwaren, hij last gegeven heeft onmiddellijk de noodzakelijkste herstellingen daaraan te doen verrigten; hij geeft derhalve den staten bevel spoedig in handen van den ontvanger der beden en subsidiën een bedrag van zes duizend gulden te storten, dat op de ingewilligde of nog in te willigen beden of subsidiën kan gekort worden, ten einde daaruit de herstellingen plaats hebben, die door den stadhouder zullen bevolen worden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verreijken, in Doleanliën en or dors, deel XIV, blad 20.

16G7, 5 Junij. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat, terwijl zij reeds besloten hadden drie vrije kompagniën op te rigten en zich bezig hielden met middelen tot hun onderhoud bij elkander te brengen, zij op eens de aankomst van den prins van Salm vernemen met het bevel om in dit kwartier vijf kompagniën kavalerie aan te werven, en dat de aangeworven manschappen met hunne paarden op kosten van het kwartier moeten onderhouden worden, terwijl ook

-ocr page 374-

— 3(i4 —

nog aan anderen dergelijke bevelen zouden verstrekt zijn. De staten hierover zeer ontsteld zijn verpligt geweest hun besluit tot oprigting der drie kompagniën te verdagen; zij zijn bedroefd te moeten zien dat een volk 't welk zich durft vleijen steeds een voorbeeld van trouw en ijver geweest te zijn, dat nooit goed of bloed gespaard heeft om den koning bij voorkomende gelegenheden te ondersteunen, thans ongetwijfeld tot de grootste onmagt zal gebragt worden; zij verzoeken derhalve den landvoogd de verklaring te willen afgeven dat al hetgeen aan deze kompagniën geleverd zal worden op de loopende bede en subsidie zal worden gekort.

Minute, fr. in kivarliersrecessen, deel XIV, bladz. 83 V.

1GG7, 15 Junij. De stadhouder en de kanselier doen in de vergadering der staten van het Overkwartier, namens den landvoogd, het voorstel tot de oprigting op kwartierskosten van een regiment infanterie, dat uit tien kompagniën en 1000 voetknechten zal bestaan en het regiment van Gelderland genoemd zal worden. Op dit voorstel besluiten de staten dat zij een dergelijk regiment zullen oprigten, waarvan de officieren uit Geldersche edelen en andere personen zullen worden gekozen; zij stellen daarbij echter de volgende voorwaarden, als: r dat het verbod om granen uit te voeren zal worden opgeheven, 2° dat de ingezetenen van de logeeringen op het platte land, van de levering van palissaden en van alle andere lasten bevrijd blijven, en 3° dat het onderhoud van dit regiment als eene geanticipeerde bede en subsidie voor het jaar 1668 zal dienen. Tevens gelasten de staten hunnen agent te Brussel dit besluit aan den landvoogd bekend te maken.

Kwartieni'ecessen, deel XIV, bladz. 86—88.

-ocr page 375-

— 365 —

1667, 27 Junij. De landvoogd berigt aan den stadhouder vernomen te hebben dat de Franschen reeds in het O verkwartier zijn gedrongen, daarin groote schade aanrigten en de werving voor de kompagniën kavalerie van de regimenten van den prins van Salm en van den Rijngraaf, waarvoor het platte land aldaar was aangewezen, beletten. Hij beveelt derhalve die kompagniën in de steden te brengen en aan de officieren en manschappen hetzelfde onderhoud te verschaffen als de overige aanwezige troepen genieten.

Afschrift, van de hand van den stadhouder, in Doleau-tiën en orders, deel XIV, blad 23. Bijliggend een schrijven van den landvoogd aan de staten tot hetzelfde doel, orig. Ir. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Castcl Rodrigo, Verreyken, aldaar, blad 24.

1667, 29 Junij. De landvoogd berigt aan den stadhouder en aan den kanselier dat hij op het verzoek der staten van het Overkwartier besloten heeft de kavalerie der regimenten van den prins van Salm en van den Rijngraaf uit het kwartier te verwijderen, mits dan de staten ook ernstig aan 't werk gaan om duizend voetknechten aan te werven, ten einde het land daarmede te verdedigen. Om de kosten te sparen van eenen kolonel en zijn état-major, zouden er van die duizend manschappen tien vrije kompagniën moeten gemaakt worden, die in de steden verdeeld en onder het bevel der gouverneurs gesteld worden.

Geauth. afschr. fr. get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 28.

1G67, Julij. Op de authentieke verklaringen door de bestuurders van het platte land aan de staten van het Overkwartier ingezonden stellen deze .eenen staat op

-ocr page 376-

van de onkosten, die dat platte land door de nieuwe wervingen van den prins van Salm in dit jaar gehad heeft.

Minute en orig. in omslag 36, N0 19.

1067, 4 Julij. De landvoogd vernomen hebbende dat de ontvanger generaal in het Overkwartier zich verontschuldigt verschillende betalingen niet te kunnen doen, die tot bevestiging in het kwartier ondernomen worden, verzoekt den staten zich nauwkeurig te gedragen naar de voorwaarden der akte van aanneming van het laatste subsidie, volgens welke de laatste termijn daarvan op ultimo December aanstaande moet voldaan zijn. De landvoogd geeft de hoop te kennen dat de staten deze betalingen met allen spoed op de vervaldagen zullen doen, aangezien het noodzakelijk is door liet in orde brengen der vestingswerken en het werven van soldaten den vijand wederstand te kunnen bieden en de ondervonden beleedigingen te doen ophouden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodriqo, Yerreyken, in IMeantiën en orders, deel XIV, blad 20.

1G67, 11 Julij. Schout en schepenen van Middelaar verklaren dat de ritmeester Egeren met eenige officieren en geworven soldaten in hun arm onnoscl dorphen zijn quartier heeft commen nemen, hetgeen eene uitgave veroorzaakt heeft van 99 rijksdaalders of 237 gulden 12 stuiver brab.

Orig. met liet opgeplakte zegel van den schout Goedert Boddinchuysen, in omslag 37, N0 15.

16G7, 12 Julij. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Goswinus Duleken, hunnen syndicus, ten einde zich ten spoedigste naar Brussel te

-ocr page 377-

begeven en aldaar met den landvoogd of met 's konings ministers te onderhandelen over de werving van 1000 man ter oprigting van een regiment, zooals de staten ten dienste des konings besloten hadden.

Minute, in kwartiersrecessen, dee! XIV, bladz. 06.

1667, 17 Julij—5 September. Verschillende brieven door den landvoogd en den stadhouder aan de staten van het Overkwartier gerigt, inhoudende bevelen tot betaling der krijgslieden in het kwartier.

Grig, en afschr. in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 30—Ai en 52.

1667, 2 September. De staten van het Overkwartier besluiten op het voorstel van den stadhouder den tienden man uit het Overkwartier te ligten, ten einde die gedurende twee maanden te bezigen tot beivaernisse van de steden deses quarticrs tcgcns den acnvcdl ende geivelt der frangoisen.

Den volgenden dag rigten de staten aan alle drosten, heeren en onderheeren van het kwartier een rondgaand schrijven, om hun van dit besluit kennis te geven en hun te gelasten onmiddellijk eene lijst zamen te stellen van alle huizen, waarin men gewoonlijk diensten deed; zij zullen voorts uit ieder huis één man nemen, waaruit dan de tiende man tot het beoogde doel zal aangewezen worden, ivelverstaende dat de thisnden daerinne siju thiende deel van onderhoudt sal draegen.

Minute, in kivarliersrecessen, deel XIV, bladz. 110.

1667, 3 September. De staten van het Overkwartier schenken aan den kanselier van het hot' van Gelder te Roermond eene schadeloosstelling ten bedrage van 12000

-ocr page 378-

— 368 —

gulden en zulks omdat hij op 6 Junij 1662 ter oorsaecke van den Staeth, naar Brussel geroepen zijnde, aldaar tot den 30slen December 1664 heeft moeten verblijven.

Bijliggend het daartoe overgelegde verzoekschrift van den kanselier.

Besluit, in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 107, 108.

1667, 24 September. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den stadhouder en aan den kanselier last gegeven heeft in hunne eerstkomende vergadering namens den koning een voorstel te doen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 43.

1667, 24 September. De landvoogd geeft eene instructie aan den prins graaf d'Isenghien, stadhouder, en aan Albert van de Winckele, kanselier, ten einde in de eerstkomende vergadering der staten van het Overkwartier eene bede van 100000 gulden aan te vragen. Zij zullen in die vergadering den staten melden dat de koning van Frankrijk in weerwil van zijn gegeven woord eenen vijandelijken inval in deze landen gedaan heeft en ondanks zijne herhaalde verzekeringen aan den ambassadeur van Z. M. in de maand Mei 11. dat het zijn voornemen niet is het zoo plegtig in de Pyreneën bezworen vredesverdrag te breken. Dat deze plotselinge en ongehoorde inval en de verwarring in Portugal, die insgelijks door den franschen koning wordt aangestookt aan de koningin regentes den tijd niet gelaten hebben om in tijds hare toebereidselen tot den oorlog te maken; dat zij echter zooveel penningen als haar mogelijk was naar deze landen heeft gezonden, tot dat de aankomst

-ocr page 379-

— 369 —

der Indische vloot haar zal veroorloven een groot leger op de been te brengen en den vijand uit het land te verdrijven.

Geauth. afschr. tr. get. M. Joris, in Doleanlicn en orders, deel XIV, blad 55.

16G7, 26 September. Op een schrijven van de staten van het Overkwartier dd. 10 Sept. 11., waarin zij verzochten verschoond te worden van de betaling van zes stuivers dagelijks aan de soldaten van het regiment van kolonel Smitsbourg en van de levering van brood en bier aan die van het regiment van Starenbergh, antwoordt de landvoogd dat de staten daaromtrent de bevelen, die hij hun heeft gegeven, hebben op te volgen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad

1667, 1 October. De staten van het Overkwartier zenden een vertoog aan den koning, waarin zij te kennen geven dat de vonnissen der schepengeregten nooit aan appel of revise onderworpen geweest zijn; dat wel is waar door de plakkaten van 17 November 1612 en 16 September 1613 hieraan in betrekking tot de civiele vonnissen eene wijziging gebragt is, maar dat de crimi-neele vonnissen steeds kracht van gewijsde behouden hebben. Daar thans in de zaak van den moord van den schout van Echt, die voor de schepenbank van Roermond gebragt is, de beklaagden verzochten gebruik te mogen maken van art. 3 bladz. 373 en art. 5 bladz. 376 van het landregt van het Overkwartier en door de schepenbank in dien zin beslist was, ontkent het hof de bevoegdheid daartoe en gelast aan die bank de stukken ter revisie in te zenden. Aangezien dit met het landregt

-ocr page 380-

— 370 —

strijdig is, verzoeken de staten den koning aan het hof te willen bevelen van dergelijke nieuwicheden cnde attentaten af te zien.

Minute, in omslag 38, N0 3.

16G7, 4 October. De secrete raad te Brussel berigt aan de staten van het Overkwartier uit hun besluit van 3 September 11. gezien te hebben dat zij aan den kanselier van het hof van Gelder, wegens zijn verblijf te Brussel van G Junij 1662 tot 30 December 1064, eene schadevergoeding van 12000 gulden geschonken hebben, niettegenstaande dit door zijn schrijven van 26 April 11. ten strengste verboden was. De raad begrijpt niet hoe de staten zich zoover kunnen te buiten gaan om ten nadeele van het publiek over eene dergelijke som te beschikken zonder daartoe eenige verpligting te hebben en zonder den raad te raadplegen. De staten zullen aan den ontvanger der onraadspenningen last geven de uitvoering van dat besluit te staken en aan den kanselier, noch de som van 12000 gulden, noch een gedeelte daarvan uit te betalen, daar zij in het tegenovergestelde geval persoonlijk aansprakelijk gesteld zullen worden.

Orig. fr. gedagteekend uit Brussel en get. P. van Achten, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 47 en 218. Een afschr. in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 123.

1667, 4 October. De staten van het Overkwartier rigten een verzoekschrift aan den koning, waarin zij den magistraat van Roermond handhaven in een geschil met het hof van Gelder dat aan den magistraat de bevoegdheid ontzegt om aan een 'misdadiger een vrijgeleide te verleenen. Hierbij de volgende twee verklaringen onder dezelfde dagteekening, als-;

-ocr page 381-

— 371 —

1° De magistraat van Nijmegen verklaart dat wanneer in de stad een manslag begaan is ende den delinquent daerover is fugitiff ende lat it eert het aan den magistraat volgens de oude gewoonten vrijstaat dezen delinquent op zijn verzoek een vrijgeleide te geven, ten einde zich te komen verdedigen, mits echter, dat hij eene suffisante cautie de se sistendo toties quoties stelle, en zulks zonder dat het provinciaal hof, soo ten principale als in cas van revisie in desen een/ge erlcentenisse heeft.

2'' De magistraat van Roermond geeft eene woordelijk gelijkluidende verklaring af.

Orig. fr. met de verklaring van Nijmegen, orig. get. In gen donck Ss en een geauth. afschr. tier verklaring van Roermond get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 48—51.

1667, October—November. Verschillende brieven van den stadhouder aan het hof van Gelder, betrekking hebbende op de benoeming van Jean Nicolas Wijhers tot lantschryjver der voogdij van Gelder, welke benoeming de stadhouder ingevolge zijn regt van collatie gedaan had en waartegen de heer van Hoensbroeck protesteert als zoude die benoeming hem, in zijne hoedanigheid van drost dier voogdij, toekomen.

Orig. fr. gedagt. uit Venlo en gel. Isenghien, in omslag 44, N0 19.

1667, 3 November. De maarschalk van Crequy zendt aan den magistraat van Venlo afschrift van een schrijven door den Franschen koning Lodewijk XIV op IS October 11. te Sl Germain sur Laye uitgevaardigd. Door dit schrijven wordt het geheele Overkwartier onder de contributie van dien koning gesteld en het gedeelte door de stad Venlo daarin bij te dragen bepaald op 1000 pistolen,

-ocr page 382-

— 372 —

waarvan de helft op 15 November en de wederhelft op 1 Januarij aanstaande in handen van den ontvanger der contributiën te Thiouville moeten voldaan worden.

Afschr. fr. in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 141.

1667, 4 November. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij in de maand September eene bede van 100000 gulden deed aanvragen waarop hij tot dusverre geene inwilliging heeft ontvangen, niettegenstaande hij hun twee brieven ter herinnering heeft doen toekomen; aangezien de dienst des konings, liet openbaar welzijn en het behoud zelf der staten vorderen dat spoedig aan dien eisch voldaan worde, gelast hij hun nogmaals ten spoedigste hunne akte van inwilliging in te zenden en eene goede som vooruit beschikbaar te stellen, ten einde tot het onderhoud te dienen der troepen, die naar het kwartier zullen gezonden worden om den winter daarin door te brengen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verreyken, in Doleantién en orders, deel XIV, blad 56.

1667, 9 November. De staten van het Overkwartier zenden een vertoog aan den landvoogd, waarin zij hunne bezwaren te kennen geven tegen de benoeming van zekeren Henri Bertram tot visüateur general der regten op de rivier de Maas en de heerwegen, en waarin zij tevens verzoeken dat de ontvangst der licenten op den ouden voet blijve voortgaan en daarin geen veranderingen of nieuwigheden gebragt worden.

Minute, fr. in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. '135.

1667, 21 November. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier tot het aanvragen in de eerste vergadering der staten van

-ocr page 383-

— 373 —

het Overkwartier van eene subsidie ten bedrage van 150000 gulden.

Geauth. afschr. fr. get. M. Joris, met de kennisgeying van den laadv. aan de staten, orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verte ijken, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 57—59.

1667, 22 November. De secrete raad te Brussel schrijft nogmaals aan de staten van het Overkwartier over de schadeloosstelling, die aan den kanselier is verleend; hij gelast hun aan den ontvanger der onraads-penningen te bevelen het daaromtrent genomen besluit buiten werking te stellen en voor het geval dat daaraan reeds eene gedeeltelijke uitvoering gegeven werd en eenige betaling aan den kanselier zoude geschied zijn, zullen zij het betaalde bedrag onmiddellijk terug vorderen.

Minute, fr. in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. Ml.

1667, 23 November. De landvoogd geeft akte van aanneming aan de staten van het Overkwartier van eene bede, die zij op de aanvraag van 100000 gulden tot een bedrag van 70000 gulden hadden ingewilligd; tevens stemt de landvoogd toe dat de voorgeschotene sommen aan de krijgsoversten zoo als ook die aan den stadhouder wegens de fortificatiewerken van deze bede kunnen worden afgetrokken; ook vergunt hij dat de staten hem een afzonderlijk en gedetailleerd rekwest doen toekomen over de aanmatigingen van den kanselier aangaande het vernieuwen van den eed der leenmannen en eindelijk verklaart hij het getal raadsheeren en griffiers van den souvereinen raad in 't Overkwartier niet boven het vroeger bepaalde te zullen brengen.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 60.

-ocr page 384-

1667, 24 November. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat zij in de verledene oorlogen, zoowel tegen de Hollanders als tegen Frankrijk, den koning met een goed hart hebben bijgestaan, zelfs in die mate dat daardoor hunne bezittingen met meer schulden bezwaard zijn dan de wezenlijke waarde bedraagt en slechts hun leven overblijft om aan zijnen koninklijken dienst te wijden, en dat thans de Franschen alle steden en plaatsen van het kwartier tot betaling van contributiën hebben aangemaand. Aangezien door de weigering van betaling dezer contributiën de onderdanen ieder oogenblik kunnen aangevallen en gevangen genomen worden, terwijl ook steden en dorpen aan vernieling en verbranding zijn blootgesteld, verzoeken de staten den landvoogd middelen te beramen om de onderdanen van deze betaling te vrijwaren, of ten minste de staten te magtigen met de Franschen in onderhandeling te treden ten einde daarmede eene gunstige overeenkomst nopens die betaling te treffen.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 142.

1667, 24 November. De staten van het Overkwartier schrijven aan alle drosten, onderheeren en schouten van het kwartier dat alle steden en plaatsen door de Franschen tot betaling van contributie werden aangemaand; aangezien het niet geoorloofd is zonder speciale vergunning met de vijanden des konings te onderhandelen, hebben zij de biljetten, die van de franschen ontvangen werden aan den landvoogd ingezonden, ten einde zijne meening daaromtrent te vernemen; inmiddels vermanen de staten alle drosten, enz. op hunne hoede te ivesen ende met goede so rye ende toesicht van wachten alle onhei/jlen van vangen ende brandtschatten voor te hamen.

Minute, in kwartiersrecessen, deel XIV, bladz. 144.

-ocr page 385-

1G67, 28 November. De landvoogd schrijft aan de staten van liet O verkwartier dat alhoewel het land van Gelder tot betaling van contributiën aan Frankrijk aangemaand wordt, zoo als hij uit het schrijven der staten van 24 dezer verneemt, hij zich niet kan verbeelden dat het daartoe zal kunnen gedwongen worden wanneer de ingezetenen het besluit nemen zulks met gewapende magt te keer te gaan, te meer aangezien hij hoopt dat, ingevolge zijn verzoek, de vorsten der naburige staten den doortocht der vijandelijke troepen, niet zullen vergunnen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Hodrigo, de Gottignies, in Doleanliën en orders, deel XIV, blad 62.

1667, 18 December. Op het verzoekschrift van Filips Willem, vrijheer van Nesselraedt, om wegens het huis Wegberg als lid van de ridderschap te worden toegelaten, besluiten de staten daartoe, nadat de vrijheeren van Schaesbergh en van Berentzau zijne vaderlijke en moederlijke kwartieren hadden opgezworen.

Besluit in hvarliersrecessen, deel XIV, bladz. 160.

1667, 26 December. De landvoogd geeft akte van aanneming van eene subsidie, die tot een bedrag van 100000 gulden door de staten van het Overkwartier was ingewilligd; tevens verklaart hij dat het kwartier door de betaling van die subsidie vrij zal blijven van alle verdere belastingen, tsij van pionniers, ceurlinghen, veltwaeghens, thiendenman, fouragiën, placquillen, oft hoe die genoemt souden moghen wesen, terwijl ook het bedrag, dat aan de overwinterende troepen meer zou moeten betaald worden dan die subsidie beloopt, van de volgende bede zal worden afgetrokken. Aangaande de

-ocr page 386-

— 376 —

voorwaarde door de staten gesteld dat de betaling van die subsidie zal ophouden wanneer de Franschen in het kwartier trekken of het onder contributie stellen, verklaart de landvoogd dat de staten in dit geval hem een afzonderlijk rekwest zullen mogen aanbieden, waarop hij dan sul nemen alsulclce consideratie alst hchooren sal.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Gastel Rodrigo, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel XIV, blad 63.

1668, 16 Januarij. De raad van finantiën te Brussel zendt tot advies der staten van het Overkwartier een verzoekschrift van de magistraten der steden Roermond, Venlo, Gelder, Stralen en Erkelens, waarin zij zich beklagen over de groote lasten van garnizoenen, die zij tot verzachting van den overlast van het platte land te dragen hebben en tevens verzoeken uit dien hoofde kwijtslag van hunne quota's in de laatst ingewilligde bede van 100000 gulden te bekomen, zoo als hun dit in 1609, ten tijde der aartshertogen, insgelijks vergund werd.

Orig. fr. get. W. Reynegom, met het verzoekschrift en verdere daarop betrekking hebbende stukken, in omslag 37, N0

1668, 16 Januarij. De stadhouder rigt aan het hof van Gelder te Roermond een brief van aanbeveling voor Frans van Linne, om hem tot ontvanger der exploiten aan dat hof te benoemen.

Orig. fr. gedagt. uit Venlo en get. henghien, in omslag 44, N0 20.

-ocr page 387-

TIJDREKENKUNDIG REGISTER.

OUD ROERMONDSCH ARCHIEF.

--

1652, 28 November. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Ruth Scheyven, raadsver-want, wegens voorgeschotene gelden gedurende zijn peiburgemeesters jaar in 1650, eene hoofdsom van 3000 gulden Roermondsche munt, die hij uit hoofde van 't tegenwoordich verder ff' ende miserie van Y landt niet kan terug betalen; hij belooft derhalve aan genoemden Scheyven uit de opbrengst van de meelwaag eene jaarrente van 150 gulden te zullen voldoen.

Bij transfix van 1694 wordt deze hoofdsom overgedragen aan Jan Baptist Cruysancker, schepen der stad en zijne echtgenoote Elisabeth Maroen. Bij transfix van 1732 dragen de erfgenamen Cruysancker gemelde hoofdsom over aan Theresia Maroen, echtgenoote van Ernest Frederik vrijheer van Linsingen, die in 1733 haar overdraagt aan Maria Anna Sijben.

Hierin komen voor:

in 1694, Christoffel Jacob Dirix, schout, Martin van de Veldt en Leonard Baenen, schepenen;

in 1732, Antoon Adriaan Dirix, schout, Johan Gooien en Arnold Joseph van den Bergh, schepenen;

in 1733, Antoon Adriaan Dirix, schout, Lodewijk Jozef de Provens en Gerard Jacob van Lom, schepenen.

Vier orig. perk. met 10 zegels in groen was, in doos XI, N» 28. 24

-ocr page 388-

— 378 —

1GÖ2, 28 November. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Ruth Scheyven, raadsver-want der stad, wegens voorgeschoten gelden gedurende het jaar van zijn peiburgemeesterschap in 1650, eene hoofdsom van 21)84 gulden 2 stuiver Roermondsche munt, waarvan hij belooft eene jaarrente ten bedrage van 149 gulden 4 stuiver te voldoen.

Orig. perk. get. Goss. Dulcken, met het zegel ad causas der stad, in groen was, in doos XI, N0 24.

1G52, 29 November. Het hof van Gelder deelt aan den magistraat van Roermond een uittreksel mede uit een schrijven van den bisschop van Roermond, waarin deze den magistraat ten laste legt dat hij niet alleen alles toelaat wat de -magistraat van Venlo doet maar ook dagelijks nieuwe geusen ontfancht, hun gevende 't recht van horgerschap, zonder dat die geusen eenig privilegie of permissie kunnen toonen om in zijner Majesteits landen te mogen wonen. Het hof beveelt den magistraat gecommiteerden uit zijn midden te benoemen om op 7 December ten huize van den kanselier te verschijnen, alwaar de gedeputeerden van den bisschop zich insgelijks zullen bevinden ten einde over die klagt gehoord te worden.

Orig. get. N. Maen, raet een uittreksel uit het bisschoppelijk schrijven in omslag 34, N0 38.

1653. De magistraat van Roermond schrijft een brief van dankbetuiging aan de weduwe barones van Ribaucourt, wegens eene op verzoek van den burgemeester der stad geschonken kaart van Roermond.

Minute, in omslag 36, N0 19.

-ocr page 389-

— 379 —

1653, 19 Februarij. De magistraat van Arnhem schrijft aan dien van Eoermoncl dat hij, aangezien men thans vrede met den koning van Spanje geniet, het herstel ondernomen heeft der kerk van de kommanderie van Sl Jan in die stad, so in den voorleden oorloch door inleg eronge van H crychsvolck seer bedorven en vervallen ivas; hij meldt tevens die kerk te hebben versierd met de glaesen van de vier quartieren van Gelderlandt waaronder ook Roermond behoort, zendt tevens de rekening van den glasmaker Abraham van Deepsel, die dit laatste glas gemaakt heeft, en verzoekt bevel tot betaling daarvan te willen geven.

Orig. ter ord. get. van Ham, met de rekening ten bedrage van 150 gulden, in omslag 31, N0 39.

1653, 21 April. Andreas Creusen, bisschop van Roermond, in aanmerking nemende dat de kapel van S1 Joris aldaar geheel bouwvallig is geeft zijne toestemming om de beneficiën dier kapel naar de kathedrale kerk en de goederen afkomstig van het gasthuis dier kapel naar het groote gasthuis over te brengen.

Orig. lat. get. Andreas episeopus Ruremundensis, met het opgeplakte zegel des bisschops, in omslag 34, N0 32; een afschrift bevindt zich in het Verdrachsboeck, bl. 321.

1653, 9 Augustus. De magistraten der steden Roermond en Venlo rigten een verzoekschrift aan den koning tot het terug bekomen van hunne perpetuiteit.

Minute met daarop betrekking hebbende stukken, in omslag 37, N0 16.

1653, 14 Augustus. De landvoogd te Brussel geeft aan de magistraten van Roermond en Venlo de perpetuiteit terug, die hun door hertog Reinald III in 1371 geschonken maar in 1637 bij het herwinnen der stad

-ocr page 390-

— 380 —

Roermond ontnomen was; hij bepaalt daarbij tevens dat de koning jaarlijks een lid van den magistraat tot burgemeester zal benoemen en een opengevallen schepenplaats zal aanvullen.

Geauth. afschr. fr. get. J. R. Wanssum, in het Ver-drachsboeck, bladz. 303.

1653, 19 Augustus. Op een schrijven van den magistraat van Venlo dd. 16 Aug. 11. waarin hij aan den magistraat van Roermond kennis geeft van zijn besluit om iemand naar Brussel en Mechelen af te vaardigen, ten einde aldaar over de vermindering der licenten op de Maas en de perpetuiteit der magistraten van beide steden te onderhandelen, antwoordt de magistraat van Roermond dat hij insgelijks uit zijn midden een persoon daartoe zal aanwijzen, maar dat hij het noodig oordeelt dat beide afgevaardigden vooraf te Roermond eene conferentie houden.

Minute, in omslag 30, N0 28.

1653, na 19 Augustus. De magistraat van Roermond schrijft een brief van dankbetuiging aan den landvoogd over het terugbekomen van de perpetuiteit der magistraten van Roermond en Venlo, verzoekt hem de stad, bij de aanstaande verdeeling der krijgslieden in de winterkwartieren, niet te zeer te bezwaren en tevens Petrus Bossman, die gedurende 30 jaren schepen der stad en in die tijdsruimte vier maal burgemeester is geweest maar bedankt en door Louis Siceram vervangen is geworden, op nieuw tot schepen te benoemen.

Minute, lat. in omslag 37 N0 21.

1653, 27 Augustus. De koning vergunt aan de magistraten van Roermond en Venlo om hem telken

-ocr page 391-

— 381 —

jare drie personen voor te dragen, die zij het geschiktst achten om tot burgemeester benoemd te worden. Wat betreft het aanvullen der opengevallene schepenplaatsen in beide steden, behoudt Z. M. zich de benoeming voor, zoo als het decreet van 14 Augustus 1653 zulks voorschrijft.

Orig. i'r. get. de Gottignies, in omslag 9, Nu 20, twee afschriften en een geauth. afschr. van het decreet van \i Aug. 1653, get. A. Pollart, in omslag 1, N0 56.

1053, 5 September. De magistraat van Roermond, een bevel ontvangen hebbende van den nieuw benoemden stadhouder, den prins Isenghien, om vóór zijne aankomst voor het noodige servies te zijnen behoeve te willen zorg dragen, antwoordt daarop dat bij vonnis van het hof van Gelder dd. 4 December 1652 de magistraat van de levering van het servies aan den stadhouder ontslagen is geworden aangezien die levering door de staten van het Overkwartier moet geschieden. Daar evenwel de staten dit vonnis nog onuitgevoerd lieten en de aankomst van den stadhouder op handen is verklaart de magistraat eenige meubelen te willen afstaan, die later terug gegeven of tegen schatting der waarde overgenomen kunnen worden.

Orig. met het opgeplakte zegel ad causas der stad en get. P. Bossman, met een geauth. afschr. van het vermelde vonnis, get. N. Maen, in oraslag 35, N0 5.

1653, 11 September. Johan Solemeker, Peter Wouters en Christiaan van Berckelaer, commissarissen der Roer-mondsche munt, leggen aan den magistraat rekening af van de aanmunting van koperen duiten sedert 3 November 1649 tot 11 September 1653.

-ocr page 392-

Uit deze rekening blijkt dat 1470K pond koperen plaatjes tot duiten verwerkt werd, ter waarde van 2579 gulden 8% stuiver; de onkosten bedroegen 1726 gulden 2 stuiver, zoodat er eene zuivere winst overbleef van 853 gulden 6% stuiver.

Orig. in omslag 45, N0 6.

1653, 10 October. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Andries Bordels en zijne echtgenoote Francisca de Vehr eene hoofdsom van 6000 gulden, munt naar 't plakkaat, rentende 50/o jaarlijks; deze hoofdsom, door genoemden Bordels aan den land-rentmeester voorgeschoten in mindering der quota in de beden en subsidiën, kan de magistraat in deze tijdsomstandigheden niet terug betalen.

Door een transfix van het jaar 1670 wordt zij ten behoeve van Anna Bormans, weduwe van den burgemeester Hendrik Becx, overgedragen.

In dorso is vermeld dat de aflossing op 18 October 1704 geschiedde.

Orig. perk. met 3 zegels in groen was, in doos XII, N011.

1653, 14 October. De magistraat van Roermond verklaart van Jonker Jean van der Velde, kapitein in Spaanschen dienst, en van zijne echtgenoote Elisabeth Spee een huis gelegen op den Scheutenherch gekocht te hebben; hij bekent dientengevolge aan genoemde echtelieden schuldig te zijn eene jaarrente van 20 rijksdaalders tot acht schellingen het stuk, welke rente ten allen tijde tegen betaling eener hoofdsom van vier honderd rijksdaalders mag worden afgelost.

In dorso staat dat deze aflossing op den 9't,!n October 1600 heeft plaats gehad.

Orig. perk. gel. 6'oss. Dulcken, zegel verloren, in doos XI, N0 20.

-ocr page 393-

— 383 —

1653, 30 November. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Ruth Scheyven, gewezen peiburgemeester der stad, eene hoofdsom van 2069 gulden 4 stuiver en een oort Roermondsche munt, waarvan hij belooft eene jaarrente te zullen voldoen van 103 gulden 9 stuiver daar het wegens het tegenwoordich verderfj' van H lant, veroorsaeclct ten deele deur die sivaere inquartieringen van sijne maf crychsvoleh ende andere aenwassende hesivaernissen, thans ongelegen is die som in ha er schap te vergoeden.

Orig. perk. get. 6'os.s, Didcken, met het zegel ad causas der stad, in groen was, in doos XI, N0 19.

1(353—1664. Verschillende rekeningen van wijnkoo-pers te Roermond wegens wijnen gedurende deze jaren ten behoeve van den magistraat geleverd.

Grig, in omslag 43, N0 92.

1654, 26 February. De prior en het convent der predikheeren van Maastricht, geven aan den magistraat te kennen, dat zij vóór 150 en meer jaren reeds eene statie in Roermond hadden, en verzoeken aldaar eene geschikte plaats te mogen aankoopen, ten einde een convent te vestigen, waarin zij de Philosophie en Theologie gratis zullen onderwijzen, en waardoor zij beter in staat zullen zijn om de devotie van de oude en vermaarde aartsbroederschap van deu H. Rozenkrans van Maria te bevorderen.

De magistraat antwoordt, dat sedert eenigen tijd de geestelijkheid vele plaatsen en huizen geïncorporeerd heeft, waarover de arme burgers murmureeren zoodat hij het verzoek vooreerst niet kan toestaan, hun evenwel vrijlatende hunne vorige residentie te hernemen.

-ocr page 394-

ten einde de harten der burgerij te winnen, terwijl dan later hierop teruggekomen kan worden.

Orig. in omslag 5 N0 7, met verschillende bijlagen, tot deze aanvraag betrekking hebbende.

1654, 18 Maart. De landvoogd benoemt Frans Pollart op nieuw tot burgemeester van Roermond voor één jaar eindigende op 22 February 1655.

Orig. fr. gedagt. uit Brusse! en get. Leopolds Guil-laume, Finia, in omslag 37, N0 3.

1654, 14 April. De magistraat van Roermond treft eene overeenkomst met Antoon Schawbergh, publiek notaris, pedel der Keulsche universiteit en rector van het Roermondsche huis aldaar, waarbij de vorderingen van dezen laatste en van zijne echtgenoote ten laste van de provisoren en studenten van dat huis met de betaling van 21X imperialen vergoed worden.

Orig. lat. geteekend Theodorus ab Elmpt, Henr. Goris, P. Claessens, Theodorus Engelbergh, Antonius Schawberyh, Notarhis et Pedellus, hactenus Collegij Ruraemmdani rector, in omslag 37, N0 7.

1654, 17 April. De magistraat van Roermond verklaart dat Frans Pollart, burgemeester aldaar, zich voor de som van zes honderd gulden borg heeft gesteld ten behoeve van Jan de Romer, die bij opene brieven des konings dd. 13 Januari] 11. tot schout van Venlo benoemd is, ter vervanging van zijn vader Jasper de Romer, die vrijwillig afstand van dat schoutambt gedaan had; deze borgstelling geschiedde om aan den inhoud der vermelde brieven van benoeming te voldoen.

Minute, in omslag 41, N0 30.

-ocr page 395-

— 385 —

1654, 1 Mei. De stad Roermond bekent eene hoofdsom van 300 rijksdaalders, welke zij heeft moeten opnemen tot opbouwing van den ingestorten stadsmuur aan het Zwartbroek, den Bressche genaempt, ten behoeve van Lucretia Boncamp; afgelost 5 Mei 1708.

Orig. perk. waaraan hangt het zegel ad causas der stad, in groen was, in doos 4, N0 3.

1654, 3 Julij. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Willem van Oijen, als rector van het altaar van O. L. Vrouw in de kathedrale kerk aldaar, eene hoofdsom van drie honderd gulden rentende jaarlijks 5quot;/(l.

Deze hoofdsom werd opgenomen tot redres ende wederopmaeckinge van de nedergevallcn muyrc deser stadt, den hres gênant.

Orig. perk. met het zegel ad causas der stad in groen was, in doos XII, N0 7.

1654, 18 November. Paus Innocentius X benoemt den aartsbisschop van Keulen en de bisschoppen van Roermond en Namen tot het instellen van een onderzoek en het doen eener uitspraak in een geschil ontstaan tusschen den deken en het kapittel der kollegiale kerk van den H. Petrus te Sittard ter eenre, en Dionisius ab Heeze, kanonik in die kerk, ter andere zijde.

Orig. perk. lat. gedagt. uit Rome, in doos XIII, N0 27.

1655, 18 Januarij. Filips IV verkoopt het regt van hooge, middelbare en lage jurisdictie der dorpen Swalmen en Asselt aan Christoffel Schenck van Nijdeggen, heer van Hillenrade, voor de som van 18600 ponden, elk pond van 40 grooten, munt van Vlaanderen.

Orig. perkam. zegel ontbreekt, in doos 2, Nü 1.

-ocr page 396-

— 386 —

1655, 4 Augustus. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Eoennond een translaat van een bevel van den landvoogd dd. 23 Julij 11. waarin bevolen wordt onmiddellijk op de gewone plaatsen te doen afkondigen dat alle soldaten, van welke natie zij ook zijn mogen, die hunne vaandels verlaten hebben, zich binnen zes dagen wederom daarbij moeten aangeven, zullende hun hij standi oft hchiilp tot hun onderhalt verstrekt worden en dat zij die in gebreke blijven op den hals vutte doodt strafbaar zijn zullen.

Onder dagteekening van 28 Sept. daarna zendt het hof een tweede bevel van nagenoeg denzelfden inhoud.

Twee orig. gel. A'. Maen, niet twee translaten, in omslag 37, N0 31.

1655, 11 Augustus. Het hof van Gelder verleent octrooi aan het kapittel der kathedrale kerk van Roermond tot het verkoopen van een huis en tuin gelegen in de Lombardstraat aldaar aan de patres Jesuieten te Roermond voor eene hoofdsom van 1000 gulden.

Op den omgeslagen rand staat: Bij den Coninclc in si/jnen Itaede des vorstendoms Gelre, mij present, get. JV. Maen.

Orig. perk. zegel verloren, in doos IX, N0 20.

1655, 19 Augustus. Bisschop Andreas Creusen schenkt zijne goedkeuring aan den verkoop van eenen tuin gelegen te Roermond in de Lombaerts straete, die op 16 Augustus 11. door het kapittel der kathedrale kerk ten behoeve van het kollegie der societeit Jesu gedaan werd.

Orig. perk. lat. get. Andreas, episcopus Rurasmundensis, niet liet opgeplakte zegel van den bisschop, in doos XI, Nu 42.

-ocr page 397-

— 387 —

1655, 28 Augustus. Het hof van Gelder verleent octrooi aan het kapittel der kathedrale kerk te Roermond tot het aangaan eener ruiling van landerijen met Frangois Bitot, kolonel en gouverneur van Roermond.

Orig. perk. raet het groot zegel van het hof, eenigszins beschadigd, in rood was, in doos IX, N0 37.

1655, 18 September. Het hof van Gelder te Roermond stelt Gerard Bordels en zijne echtgenoote Catharina Isabella Fleminck in het bezit van het riddergoed te Vlodrop, dat zij ten overstaan van dat hof van Johan Frederik Schellart van Obbendorp, heer te Schinnen, gekocht hebben.

Orig. perk. met het groot zegel van 't hof in rood was, in doos XIII, N0 11. (Geschenk van Dr Joseph Schreurs.)

1655, 23 October. De magistraat van Roermond benoemt Jonker Gerard van Soutelande, schepen, en Goswinus Dulcken, secretaris aldaar tot zijne afgevaardigden naar Brussel, ten einde aldaar over de licenten op de Maas te onderhandelen.

Orig. met het opgeplakte zegel ad causas der stad en get. ./. Spee, in omslag 36, N0 13.

1655, November—December. Verschillende stukken handelende over de licenten, die op de rivier de Maas geheven worden en waarin de magistraat van Roermond aan de hooge regeering zich beklaagt dat Venlo tegenover hare hoofdstad zeer begunstigd wordt.

Minuten en afschriften, in omslag 44, N0 26.

1055, 13 December. Het bureau van tinantiën neemt, ten gevolge van een verzoekschrift der magistraten van Roermond en Venlo, een besluit waarbij bepaald wordt dat van de in- en uitgaande regten op koopwaren de

-ocr page 398-

— 388 —

rivier de Maas opkomende uit de Vereenigde Provinciën te Venlo twee derde gedeelten en te Roermond het overblijvende derde gedeelte zullen voldaan worden, terwijl van de afkomende goederen de helft dier regten te Roermond en de wederhelft te Venlo invorderbaar zijn zal. Deze maatregel, bij wijze van proefneming, zal met 20 December ingaan en tot nader bevel gevolgd worden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Dennetieres, J. B. Maes, Fr. de Kinschot, A. de Harsc.amp, J. D. de Broechoven, in omslag 40, N0 21.

165G, 26 Januarij. De magistraat van Roermond schrijft aan het bureau van finantiën te Brussel dat in de steden van het Overkwartier sedert 1640 verschillende regimenten kavalerie en infanterie van verscheidene natiën als Lotharingers, Hoogduitschen, Walen en andere overwinterd hebben; dat niet alleen door de levering van het gewoon servies aan deze soldaten maar ook door hunnen moedwil en ongeregeldheden groot nadeel aan de burgers berokkend werd; niet alleen moesten zij hun de voeding leveren maar insgelijks van hunne landerijen bijdragen in de placquilliën en fouragiën in dezelfde mate als de bewoners van het platte land, die van de voeding en de ongeregeldheden vrij bleven; de magistraat verzoekt derhalve dat de steden vrijstelling bekomen van hunne quota's in den omslag voor die placquilliën en fouragiën, zoo niet geheel dan toch ten minste voor twee derde gedeelten.

Minute met daarop betrekking hebbende stukken, in omslag 37, N0 1.

1G56, 22 February. De magistraat van Roermond verpacht voor één jaar aan Peter Hendricx de bieraccijns

-ocr page 399-

— 38.9 —

te Besel, Belfelt en Ryckel in het ambt Montfort voor eenen pachtprijs van vier Roermondsche stuivers per aam.

Minute, in omslag 37, N0 2. Verg. de donderd. protocollen, III, bladz.' 101 v0.

1656, 30 October. Gerard van Lom, burgemeester, en Frans Pollart, schepen van Roermond, schrijven uit Brussel aan den magistraat dat zij zich vereenigen met het besluit hunner medeschepenen om het ambt van raadsverwant, dat door het overlijden van Jan van Nunhem is opengevallen, ter besparing van kosten, onvervuld te laten.

Orig. get. 6'. van Lom, F. Pollart, in omslag 38, N0 20.

1656, l December. De magistraat van Roermond op 22 December 1651 een besluit genomen hebbende om vreemde en welgestelde koop- en ambachtslieden tot burgers aan te nemen en hen gedurende twee jaren van inkwartiering en andere diensten vrij te stellen met het doel om door dezen maatregel de exercitie van H Catho-lyck gelooff als ooclc de manufacturen van wolle laJcenen wederom in dese stadt te brengen; herroept dit besluit omdat het in seer scliaedelicke consequentie ende preiuditie van andere horgeren getrochen icordt, zoodat voortaan de nieuw aangenomene burgers wederom met de overige in alle algemeene lasten zullen moeten bijdragen.

Minute, in omslag 36, N0 42; verg. de donderdagsdie protocollen, deel III, bladz. 28.

1657. Verschillende stukken betreffende een protest van de steden van het Overkwartier, tegen de benoeming van een niet in de regten gegradueerd persoon, tot kanselier, bij het overlijden van den kanselier N. Kerkhoven.

Origineelen en minuten, in omslag 8, N0 48.

-ocr page 400-

— 390 —

1657, 4 January. De Raad van State zendt tot advies aan het hof van Gelder een verzoekschrift van Johan van Cortembach, erfvoogd van Roermond, strekkende om tot costumieren raad in dat hof benoemd te worden, na het overlijden van Marcelis van Gelder, heer te Arcen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Finia, met een afschrift van het verzoekschrift en de minute van het advies van 't hof, in omslag 38, N0 3.

1657, 13 Januarij. De magistraat van Roermond stelt FranQois Pollart, Johan van de Winde en Jan Baptist de Haen, schepenen, aan den koning voor om daaruit één hunner als burgemeester voor het loopende jaar aan te wijzen.

Minute, in omslag 45, N0 14.

1657, 24 Januarij. Het hof van Gelderland zendt eene koninklijke ordonnantie op het stuk der leenen in het hertogdom Gelre.

Inliggend een gedrukt exemplaar dier ordonnantie.

Orig. in omslag 7, N0 5.

1657, 16 Februari]. De magistraat van Roermond antwoordt op een schrijven van dien van Brussel dat te Roermond, even als te Brussel, niemand hetzij vreemdeling of inwoner eenighe functie van ambachten in particuliere huizen of kerken mag verrigten, die niet in het gild van het ambacht dat hij uitoefent ingeschreven is.

Minute met den brief van Brussel, get. A. van den Broeck, in omslag 37, N0 33.

1657, 28 Maart. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Venlo, dat een burger van Roermond geene kans ziende door den magistraat tot raadslid gekozen te worden zich tot den koning gewend heeft om van hem eene benoeming te verkrijgen; daar dit met

-ocr page 401-

— 391 —

de privilegiën en oude gewoonten strijdig is en beide steden in deze zaak belang hebben verzoekt hij den magistraat van Venlo een afgevaardigde uit zijn midden naar Roermond te zenden ten einde onderling over deze aangelegenheid te raadplegen.

Minute, in omslag 34, N0 40.

1657, 11 April De magistraat van Roermond schrijft aan den schepen Gerard van Lom, die zich voor de belangen der stad te Brussel bevindt, verwacht te hebben dat, de stad na het overgaan van Wachtendonck eenige verlichtinge van de in ende rondom liggende ende strooiende militie zoude bekomen hebben, maar dat inderdaad dagelijks nog meer soldaten ter logeering herwaarts gezonden worden; het zoude te wenschen zijn dat de Condésche ende liavenelsche volckeren, die zich te Niel, Asenraai, Herten, Merum en Ooi bevinden en waardoor de stad erger als belegert ende gehlockeert is, weldra naar elders vertrokken; men mag de stad niet uitgaan noch binnenkomen zonder door die soldaten geplundert, geqiietst ja gemassacreert te worden. Ook is eene Fransche vijandelijke partij den vorigen dag zoo digt gekomen dat zij eenige brabantsche karren, op weg van Roermond naar Keulen omtrent de Giet stap (bij Vlodrop) aengetroffen ende geplundert, die voerlmjden ten deel doet geslagen ende ten deel totter doet verwont hebben, terwijl zij omtrent 70 of 80 duizend pattacons, bestemd tot het aanwerven van krijgslieden voor zijn katholieke majesteit met de twee kolonels, die deze zending vergezelden, hebben medegenomen. De magistraat verzoekt den schepen van Lom den ondragelijken toestand der stad te Brussel kenbaar te maken en op onmiddellijke verbetering aan te dringen.

Minute, in omslag 40, N0 17.

-ocr page 402-

— 392 —

1657, 5 Mei. De magistraat van Roermond rigt een brief van felicitatie tot hunnen medeschepen Gerard van Lom, die zich ter bevordering der stedelijke belangen te Brussel bevindt, wegens zijne benoeming tot raadslid in het hof van Gelder.

Minute, in omslag 36, N0 1.

1657, 9 Julij. Jacobus van Oeveren, licentiaat in de theologie, deken der kathedraal en vicaris-generaal van den vakanten bisschopsstoel van Roermond, hecht zijne goedkeuring aan eene stichting, die door Joannes van Lith en zijne zuster Anna in het klooster te Oistrum onder Venraai gemaakt werd. Aangezien dit klooster wegens zijne geringe middelen geen rector kon onderhouden stichtten deze beide personen daarin een eeuwigdurend beneficie onder den titel en inroeping van de H. Maagd Maria; voor welke stichting en het onderhoud van een rector zij een kapitaal bestemmen van drie duizend gulden Venlosche munt. Dit kapitaal zal bestaan uit de volgende goederen en renten, als: 1° Een huis te Venlo op het Schriksel; 2° Een kapitaal van 40 holl. gulden op de stad Zaltbommel; 3quot; Een kapitaal van twee honderd gulden op de tienden, genaamd die Sachticndeu in Velden, toebehoorende aan den heer van Bocholt; 4° Twee morgen (jurnalia) akkerland te Blerik nabij het huis de Staat; 5° Een halve morgen akkerland te Tegelen; 6° Een halve morgen akkerland te Holtblerick en 7° het kapitaal van eene jaarrente van een daalder, gevestigd op het huis gelegen te Venlo op het schriksel toebehoorende aan Helena Overdijck.

Orig. lat. get. ffer. Piesters rnet een geauth. afschr. get. G. Geelen notarius puUicus, in omslag 36, N0 32.

-ocr page 403-

— 393 —

1G57. 16 October. Huwelijkskontrakt tusschen Charles de Varodz, kapitein der kavallerie van Z. Kath. Ma1, zoon van Jacques Simon de Varodz, heer van Magny, enz. en Jeanne Sophie de Crummell, dochter van Arnold de Crummell, in leven gouverneur der stad en van het land van Stralen.

Orig. perk. met twee opgeplakte zegels, in doos XII, Nu 14.

1(357, 3 December. De magistraat van Roermond benoemt den schepen Peter Claessens tot zijnen afgevaardigde naar Brussel, ten einde aldaar te onderhandelen over het regt van benoeming van raadsverwanten, over het bekomen eener ordonnantie tot vergoeding der brandstoffen in de militaire wachthuizen en eenige ondersteuning tot voorziening der Maasoevers.

Inliggend de briefwisseling van den magistraat en genoemden Claessens over de onderwerpen zijner zending.

Minuten en orig. gedagt. uit Brussel en get. P. Claessens, in omslag 30, N0 24.

1657, 12 December. De magistraat van Roermond zendt aan den vroegeren secretaris der stad Goswinus Dulcken, die zich te 's Gravenhage bevindt, afschrift van de capitulatie bij de overgave van Roermond aan den prins van Oranje in 1632 en verzoekt hem al het mogelijke te doen opdat dezr. verschiilde stadt ten langen leste van de resterende serviesgelderen mach worden vóldaen.

Minute, in omslag 40, Nu 4.

1657—1658. Eenige stukken betrekking hebbende op de verpachting van den bieraccijns in het ambt Montfort.

Orig. en minuten, in omslag 40, \0 3.

2rgt;

-ocr page 404-

— 394 —

1657—1664. Verschillende brieven van den magistraat van Venlo aan dien van Roermond, handelende voornamelijk over het bekomen van vermindering in de lasten, van schadevergoeding voor de levering van vuur en licht in de wachthuizen en over het terug bekomen der perpetuiteit van de beide magistraten.

Orig. in omslag 39, N0 12.

1657—1669. Verschillende brieven door kanselier en raden van Z. M. souvereinen raad in het vorstendom Gelre aan de stad Roermond, met toezending van plakkaten, inhoudende:

Maatregelen tegen de concussiën en exactiën van de gouverneurs, kommandanten, enz.

Bepalingen aangaande de betaling van het regt van mediannaten.

Verbod op het vernielen der vestingwerken; om lakens en andere stoffen buitenlands te doen verwen; tot invoer van voorwerpen van koper en kalamijn; om vuile tractaten en boeken te drukken, te verkoopen of te verspreiden; om de Fransche contributie te voldoen.

Bevel tot vervolging der Munstersche soldaten die den schippers op de rivier de Maas stoornis en overlast aandoen.

Reglement op het stuk van suspectatie en wederlegging der regters.

Maatregelen aangaande de duels.

Orig. in omslag 9, N0 28.

1658, 17 Januarij. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan den peiburgemeester Dede-rik Smiets en zijne echtgenoote Catharina Spee eene hoofdsom van 2000 gulden, uitmakende het bedrag dat door dien peiburgemeester op zijne rekening van 1650

-ocr page 405-

meer werd uitgegeven dan ontvangen. De magistraat heeft deze schuldbekentenis afgegeven dewyle hij om het tegenwoordich vcrderff vant landt gecauseert door de swaere inkwartieringe van syne ma's criechsvolck, dit bedrag thans niet kan voldoen.

Orig. perk. met hel zegel ad causas der stad, in doos XIV, N° 5.

1658, 28 Januarij. De landvoogd een geschil in overweging nemende, ontstaan tusschen den momboir van het hof van Gelder te Roermond en den magistraat aldaar, over de aanstelling der mindere magistraatspersonen, genaamd Baedtsverwanten, beslist dat de magistraat voortaan die raadsverwanten zal blijven aanstellen, zoo als hij zulks ten allen tijde ingevolge zijne privilegiën gedaan heeft.

Geauth. ai'schr. fr. get. A. Pollart, in omslag 35, N0 19; het orig. fr. gel. de Goltignies bevindt zich in omslag 9, N0 19.

1658, 26 Maart. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Yenlo dat de vordering van beide steden wegens schadevergoeding voor vuur en licht in de wachthuizen gedurende het jaar 1651 na vele moeite en kosten te hebben aangewend eindelijk tot het volle bedrag is toegestaan. Deze kosten met die ter verkrijging van het vonnis in den geheimen raad aangaande het regt van aanstelling der raadsverwanten bedragen voor beide steden 600 gulden brab. De magistraat verzoekt de door Venlo te dragen helft ten spoedigste te mogen ontvangen.

Minute, in omslag 39, N0 16.

1658, 20 Mei. De landvoogd meldt aan den magistraat van Roermond dat hij met Jan Butenaken eene

-ocr page 406-

— 390 —

overeenkomst heeft gesloten, ten doel hebbende de verpachting der in- en uitgaande regten, die op de rivier de Maas geheven worden; hij geeft bevel om genoemden Butenaken, zijn deelgenoot Godfried Smackers en den door hen aangestelden of aan te stellen officieren alles te laten uitoefenen wat met die verpachting in verband staat en hun de noodigo hulp te verleenen.

ürig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don Juan, Verre ijken, in omslag 35, Nquot; 20.

1G58, 17 Junij. De raad van state schrijft aan den magistraat van Roermond dat de vijand (de Franschen) zijne stellingen verlaten, het leger des konings aangevallen en daarbij op een gedeelte der infanterie eenig voordeel behaald heeft; de hoop bestaat echter deze infanterie spoedig te kunnen verzamelen en daarmede zoo als ook met de kavallerie, die bijna niets geleden heeft en de artillerie, die nog in haar geheel is, den vijand het hoofd te kunnen bieden; de raad is door den landvoogd gelast dit aan den magistraat bekend te maken en hem aan te sporen, uit naam des konings, onder deze omstandigheden aan den landvoogd zijnen bijstand te blijven schenken en dit door eene buitengewone ondersteuning te bewijzen, waartoe binnen kort het voorstel zal gedaan worden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Finia, in omslag 35, N° 21.

1658, 26 October. De magistraat van Eoermond schrijft aan den provinciaal van de orde der minderbroeders dat pater Gonzales, procurator van het minderbroedersklooster te Erkelens, verschillende soorten van bouwmaterialen per schip uit Luik naar Roermond heeft doen brengen om van daar met karren naar

-ocr page 407-

Erkelens tot den bouw van het klooster aldaar vervoerd te worden. Daar de magistraat van de groote hoeveelheid dier materialen kennis gekregen had en oordeelde dat niet alles voor het klooster zoude gebruikt worden, nam hij het besluit daarvan de stedelijke regten te vorderen, waartegen dan naderhand eene vergoeding aan het klooster zou geschonken worden; toen dit besluit echter door den regerenden burgemeester aan pater Gonzales werd medegedeeld, uitte deze op de openbare straat onbetamelijke woorden, zoo in de Latijnsche als in de volkstaal tegen dezen burgemeester en sprak do excommunicatie niet alleen tegen hem maar tegen den geheelen magistraat uit; de magistraat maakt dit gedrag aan den provinciaal bekend en verzoekt hem den schuldige naar bevinding te straffen.

Minute, lat. in omslag 37, Nu ü.

IGaS, 9 December. Het hof van Gelder te Roermond verklaart dat Jan Rauwertz als gevolmagtigde van Hendrik van den Rouwenoort de twee volgende leenen ontvangen heeft als; 1u het huis Vlasraad met alsulcken mannen als daertoe ghehoorcn, sampt de la eten van den Aid en Hove in Gnelderlant, item heer Goderts hof te Velden tcrjens Kempen gelegen; en 2quot; het goed ten BroecI:. met alsulclcen onderleenen, laeten, lijffgeivins-goederen, enz. gelegen in het kerspel van Lobbrich.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XII, N0 20.

KióS, 21 December. De magistraat van Roermond geeft volmagt aan Johan van Winde, burgemeester en-schepen van Roermond, om benevens den gevolmagtigde uit den magistraat van Venlo te Brussel, bij de hooge regering, alle pogingen aan te wenden tot de suppressie

-ocr page 408-

— 398 —

van de twee gepretendeerde plaetsen van supernumeraire raeden costumiers in 't hof van Gelder.

Orig. get. A. van der Smitzen, met andere stukken daarop betrekking hebbende, in omslag 35, N0 H.

1659. Verschillende rekeningen van geleverden wijn, bier, enz. aan den magistraat van Roermond, gedurende de jaren 1650 tot 1659.

Orig. in omslag 37, N0 25.

1659, 9 Januarij. De magistraat van Roermond draagt Francois Pollart, Jan Baptiste de Haen en Hendrik Goris aan den koning voor om uit dit drietal één tot burgemeester voor het loopende jaar te benoemen.

Minute, in omslag 45, N0 15.

1659, 23 Januarij. De magistraat van Roermond maakt eene ordonnantie waarbij verboden wordt om na negen uren 's avonds zich in de herbergen te bevinden of zonder licht over straat te gaan, om bruidegoms en bruiden te schutten oft vangen, om 's avonds of 's nachts vuren op de straten aan te steken en eindelijk om iets te geven aan de voy jaegers.

Orig. zijnde opgeplakt geweest, get. A. van der Smitzen, in omslag 35, N0 14.

1659, 30 Januarij. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Francisca de Vere, weduwe van Andries Bordels, eene hoofdsom van 4000 gulden, door haar voorgeschoten ter betaling van de stads quota in de beden en subsidiën. Van deze hoofdsom, die de stad thans onmogelijk kan terugbetalen ter oorsaecke van de groote schulden, in de welcke sij door den langh-duyrigen oorlog geraect is belooft de magistraat eene

-ocr page 409-

— 399 —

jaarlijksche rente ten bedrage van 200 gulden te zullen voldoen.

Bij transfix van 't jaar 1681 draagt Ida Swaeck, weduwe van den wachtmeester Andries Bordels en haar zoon Leonard Bordels de helft dezer rente over aan Mathijs de Bruyn en zijne echtgenoote Anna Maria Goris.

Hierin komen voor: Arnold de Wijckersloot, schout, Jacob van Breughel en Gerard Francois Bossman, schepenen.

Bij een tweede transfix van het jaar 1711 wordt de geheele hoofdsom overgedragen aan Joannes Cox en zijne echtgenoote Elisabeth Segers van Loon.

Hierin komen voor: Christoffel Jacob Dirix, schout, Godefridus Caop en Johan Martijn Bossman, schepenen.

In dorso staat vermeld dat de hoofdsom op den October 1737 werd afgelost.

Drie orig. perk. met zes zegels in groen was, in doos XII, N° 22.

1059, 1 February. De magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder prins graaf van Isenghien dat hij van de kooplieden te Aken en van de voerlieden der omliggende Guliksche plaatsen gedurig klagten ontvangt over de groote excussiën ende strooperijcn, die de kavallerie der kompagnie van den stadhouder, te Echt liggende, met eenig voetvolk van Montfort, dagelijks sijn doende met slaen, stoot en, vuytplunderen, ende andersints geit aff te persen, zoodat de gemelde kooplieden verpligt zijn hunne waren langs eenen anderen kant te vervoeren, waardoor de stad groot nadeel lijdt. De magistraat verzoekt den stadhouder de noodige maatregelen te willen nemen om deze verkeerde handelingen te doen ophouden.

Minute, in omslag 40, Nquot; 4.

-ocr page 410-

— 400 —

1659, G April. Het kapittel en de magistraat van Roermond benoemen Bernard Huyster tot rentmeester van het kollegie van den H. Hieronimus, genaamd liet Roermondsche huis te Keulen, en stellen tevens zijne instructie vast.

Twee orig. get. J. van Lilh, cuth. cap. Secret., A. van der Smitzen, met de opgeplakte zegels van het kapittel en de stad, in omslag 7, N0 29.

1659, 31 Julij. Overeenkomst tusschen het kathedrale kapittel, den magistraat en verdere belanghebbenden te Roermond aangaande het overbrengen van dat kapittel van de kerk van den H. Geest naar dien van den H. Christoffel.

Orig. perk. lat. get. Eugenivs Albertus, episcopus Rurcemundensis. Jo. van Winde, J. Cox, G. de Bliüers-wijck, de Werimont, H. van Dihsen, Joé's Gerardus Brantz, van Brenghel, Pollart, Goss. Dulcken, in doos XIII, Nquot; 42; een afschrift met eene vertaling in de Nederl. taal bevindt zich in omslag 10, N0 35.

1659, 21 October. Dirk van Triecht, brouwer te Roermond, verklaart ten overstaan der schepenbank van Maasniel dat ten gevolge van wanbetaling eener rente van 25 Roermondsche guldens, gevestigd op een perceel akkerland gelegen te Maasniel in het kerkeveld en behoorende tot den hof genaamd Mareels speek, het vermelde land aan den meestbiedende verkocht is geworden en verbleven aan Cornells van Besel, halfman op den Wijerhof. die het thans overdraagt aan de paters der societeit Jesu te Roermond.

Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos XII, N0 1.

-ocr page 411-

— 401 —

1659, 28 November. De licentiaat Honricus Diester verheft ten overstaan van stadhouder en leenmannen van Koermond het leen van den hof genaamd Ingen Schcydel, gelegen in het kerspel van Beesel en leenroerig aan den hertog van Gelre, ten Gelclcrschen rechten met 15 goudguldens te verheergeivaeden.

Orig. perk. get. Bierens, zegel verloren, in doos XII, N° 23.

1659, 18 December. De stad Koermond bekent eene hoofdsom van 3613 gulden negen stuiver en één duit Roermondsche munt, ten behoeve van Johan Reypkens, als zijnde het slot zijner rekening als peiburgemeester der stad over het jaar 1658, welke hoofdsom is aangewend tot het maken van batten en andere noodzakelijke en niet uit te stellen reparatiën aan de stedelijke erven y dewijjlc onse tegemooordighe gelegentheyt en de hoorhsten noot niet toe en la et de voorss. verschotene penningen in haersehap iceder te geven.quot;

3 orig. perk. waaraan nog hangen zes zegels in groen was, in doos IV, N0 26.

1659—1671. Rekeningen over de jaren 1659 tot en met 1671 van het huis van den H. Hieronimus te Keulen, gedaan door den rentmeester van dat huis Bernard Huyster.

Origineelen, in omslag 7, N0 51.

1660, 24 Januarij. De stadhouder der leenen van het vorstendom Gelder schrijft aan den magistraat van Roermond dat het leen van het gewanthuis aldaar, aan de stad toebehoorende en aan den koning leenroerig, sedert vele jaren en wel na het overlijden van Thijs Blox, laatsten leenman, niet meer verheven is geworden:

-ocr page 412-

— 402 —

mm

fFn

hij geeft in naam des konings bevel aan den magistraat om dit leen binnen de acht dagen te verheffen.

Orig. gedagt. uit Roermond en get. J. Bi er ens, met verschillende stukken op diezelfde zaak betrekking hebbende, in omslag 40, N0 15.

1660, 11 Mei. Paus Alexander VII verleent 100 dagen aflaat aan allen, die eens in de week de Litanie van O. L. Vrouw in de kerk van het begijnhof te Roermond bijwonen.

Orig. perk. lat. zegel verloren, in doos XIV, N» 13,

li l| It

1660, 5 Junij. De magistraat van Roermond schrijft een brief van gelukwensching aan Bruno Charmans, bij gelegenheid van zijne benoeming tot abt van het klooster der orde van den H. Benedictus te Gladbach.

Minute, lat. in omslag 34, N0 37.

1660, 7 Junij. Keizer Leopold I bevestigt, ten behoeve van Maximiliaan Hendrik, aartsbisschop van Keulen en bisschop van Luik, enz. het privilegie den 31s'en Maart 1653 door zijn vader Keizer Ferdinand IV geschonken, waarbij de vergunning gegeven wordt tot het heffen van den 60slcn penning op alle waren, die in het land van Luik gesleten worden, ten einde uit de opbrengst daarvan het garnizoen te onderhouden op de citadel, die aldaar tot behoud van de rust en vrede van het land gebouwd werd.

Afschrift, fr. in omslag 25, N0 7.

1660, 9 Julij. Provisioneele reductie van het loopend Roermondsch geld in munt naar het plakkaat van zijne Ma1 van 9 Julij 1660, vastgesteld door den magistraat der stad.

Gedrukt exemplaar, in omslag 9, N0 27.

1

m

I saJ

1 W

Iffl 1

-ocr page 413-

— 403 —

1660, 10 November—4 December. Briefwisseling tusschen den magistraat van Roermond en den schepen Gerard Bordels, die door hem naar Brussel was afgevaardigd, voornamelijk om aldaar ijverige pogingen in 't werk te stellen tot het terugbekomen der perpetuiteit voor de magistraten van Roermond en Venlo.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. G. Bordels, en minuten in omslag 40, N0 13.

1660, 12 November. Koning Filips IV, in aanmerking nemende de schade, die de steden Roermond en Venlo in vroegere tijden door de menigvuldige inkwartieringen van soldaten geleden hebben, verleent aan elk der beide steden eene vermindering van 4000 gulden op de nog verschuldigde quota's in de beden en subsidiën.

Afschr. fr. in omslag 35, N0 27.

1660, 23 December. Filips IV, koning van Spanje, ontslaat J1' Johan van Cortembach, erfvoogd van Roermond, van alle betalingen tot bijdrage in de beden en subsidiën, die door de staten van het Overkwartier worden toegestemd, en zulks omdat hij zijn veer over de Maas te Roermond ter vrije beschikking van Z. M. gesteld heeft tot het overbrengen van krijgslieden en krijgsbehoeften.

Afschrift, in omslag 38, N0 19.

1661, 8 Maart. Verschillende stukken betrekking hebbende op een geschil tusschen den bisschop van Roermond en den momboir van het hof van Gelder aldaar over het opleggen van geldelijke boeten door den bisschop wegens het schenden der zon- en feestdagen.

Grig. fr. in omslag 41, Nquot; 17.

-ocr page 414-

— 404 —

]GG1. 30 Junij. Sellout, schepenen en gezworenen der heerlijkheid Asselt en Swahnen verkoopen aan Willem Cuypers eene jaarlijksche erfrente van 31'/4 rijksdaalder, waarvan zij de hoofdsom ad 500 rijksdaalder tot afice-ringe van de executie van de voorss. heerlicheyt hebben moeten opnemen.

Door een transfix van het jaar 1716 wordt deze erfrente overgedragen aan Matthias Vogels, kapelaan in de kathedrale kerk te Roermond, ten behoeve van het altaar van S' Matthias, dat door wijlen Johannes Drijvener, kanonik in de H. Geestkerk gesticht was en waervan den tijd dijden collator is den hesitter van H Imys Oosen.

Orig. perk. met zeven zegels in groen was, in doos XIII, No 1.

1601, Augustus—December. Twee brieven van de rekenkamer van Gelderland aan den magistraat van Iloermond over de afschaffing van het superplus.

Twee orig. gedagt. uit Roermond en gel. G. huiren, met verschillende andere stukken op hetzelfde onderwerp betrekking hebbende, in omslag 40, N0 18.

1661, 20 September. M. de Werimont, momboir van het hof van Gelder, stelt een protest op en weigert de onderteekening van het gedrukte exemplaar der overeenkomst, die in Julij 1651) in betrekking tot het overbrengen van het kapittel uit de kerk van den li. Geest naar die van den H. Christoffel gesloten was; hij doet zulks omdat in dit exemplaar het 14'le artikel van het ontwerp niet is opgenomen waarin de bepaling wordt aangetroffen dat gemelde kerk van den H. Geest niet en soude mocgen gedivertcert. worden tot eenigh (Rooster.

Geaulh. alschr. get. /1. Polluit, in omslag 44, N0 li.

-ocr page 415-

Ifiöl, 27 September. Eugenius Albertus d'Allamont, bisschop van Roermond, maakt eene ordonnantie in betrekking tot de diensten, die bij begrafenissen in de kerk van den H. Christoffel en voorts in alle. andere kerken te Roermond plaats hebben.

Gedrukt exemplaar, in omslag 35, N0 9.

1661, 28 November. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Theodorus de T'uytlinck. kanonik der kathedrale kerk van S1 Lambert te Luik, proost der kollegiale kerk te Maeseyck en rector van liet altaar van Sl Anna in de kerk der stad Brede (1), en Ch. Wessens, pastoor te Brede, beide in hunne hoedanigheid van collatorcs off gifters van seecltere Beurssen, die door wijlen Gerard van Meuwen in zijn leven domheer der vermelde kathedrale kerk te Luik gesticht zijn, eene hoofdsom van 755 rijksdaalders, rentende 6quot;/,, 's jaars.

Op de rugzijde bevindt zich de vermelding der aflossing van het kapitaal.

Orig. perk. met het zegel ad causas der stad Roermond, in doos XII, N0 34.

1661—1662. Drie brieven van den schepen Hendrik Goris aan den magistraat uit Brussel geschreven, wer-waarts hij was afgevaardigd ten einde bij de hooge regeering de aanvraag tot het bekomen van vergoeding voor vuur en licht in de wachthuizen te bevorderen.

Drie orig. in omslag 43, N0 \.

1662. Bewijsstukken behoorende bi) de rekening van den rentmeester van het Roermondsche huis te Keulen over het jaar 1662.

Orig. in omslag 45, N0 5.

1

Waarschijnlijk Bnh in Belgisch Limburg.

-ocr page 416-

— 406 —

1662. De magistraat van Roermond rigt een schrijven aan den koning om Frans Pollart, schepen te Roermond, tot de benoeming van schout aldaar aan te bevelen, welk ambt door het overlijden van Willem Hendrik van Randenraedt is open gevallen. (1)

Minute, fr. in omslag 36, N0 34.

1662, 6 Februarij. De magistraat van Erpel bij Keulen schrijft aan dien van Roermond een brief van aanbeveling voor Joannes Steinman, ten einde als alumnus in het kollegie van St. Hieronimus te Keulen, genaamd het Roermondsche huis, geplaatst te worden. Orig. Hoogd. in omslag 42, N0 27.

1662, 18 Februarij. Jeuxken van Ass, weduwe van Gerling Verheggen, bekent ten overstaan van schout en schepenen van Halen schuldig te zijn aan Martinus Puteanus, proost te Keizerbosch, ten behoeve van 't convent aldaar eene hoofdsom van 100 rijksdaalders, waarvan zij eene jaarlijksche rente van 5 rijksdaalders belooft te voldoen.

Orig. perk. get. Leon Tobben secret., in doos XIII, N0 30.

1662, 26 Februarij. Op een schrijven van de geheime raden van het land van Kleef dd. 13 Febr., waarin verzocht wordt een persoon te citeren, die zich in deze stad bevindt, antwoordt de magistraat van Roermond dat die persoon zich in het klooster der ürsulinen begeven heeft, waarin hij niet bevoegd is eene citatie te doen; dat overigens de zaak matrimonieel is en dus de kennisneming daarvan in deze landen tot den geestelijken regter behoort.

Minute, met het schrijven van den geheimen raad van Kleef, get. Joh. van Diest, in omslag 36, N0 9.

(1) Deze aanbeveling hart geen gunstig gevolg aangezien Filips Ferdinand Dim in den aanvang van het volgende jaar tot die betrekking henoem werd.

-ocr page 417-

— 407 —

1G62, 2 Maart. Het hof van Gelder te Roermond verleent octrooi aan het kapittel der kathedrale kerk van den H. Christoffel aldaar tot het verkoopen van eenige aan dat kapittel toebehoorende landerijen genaamd het papenhoffken, gelegen onder Posterholt.

Orig. perk. met het groot zegel en contrazegel van het hof in rood was, in doos IX, N0 44.

1662, 23 Jnnij. De magistraat van Roermond berigt aan de officieren van Z. Ms licenten te Venlo, dat hij om in den grooten hongersnoot der borgervje ende guar-nisoens deser stadt ende van Sl Stevensweerdt te voorzien, te Dordrecht ongeveer 30 last rogge heeft doen aankoopen en met het schip van Lambert Vermaesen herwaarts laat voeren; de magistraat verzoekt dit schip vrij van licentregten te laten voorbijgaan.

Minute, in omslag 36, N® 3.

1662, 4 Julij. De magistraat van Roermond aan Frederik Borman te Grathem te kennen gevende dat het besluit genomen is om alle ten laste der stad uitstaande kapitalen tot eenen interest ad vier percent te herleiden, verzoekt ingelicht te worden of hij met de herleiding van zijn kapitaal ad 755 rijksdaalders tevreden is, dan of hij liever de hoofdsom met de interesten van een jaar terug wil ontvangen.

Minute, in omslag 36, N0 41.

1662, 28 Julij. De magistraat van Roermond maakt eene instructie voor de onderwijzers der scholen, welke instructie tevens als reglement voor de jeught en de scholieren zal dienen.

Gedrukt exemplaar, met andere stukken op de scholen betrekking hebbende, in omslag 44, Nquot; 13. Zie Nettf.s-heim, Geschichle der Schulen, S. 301.

-ocr page 418-

— 408 —

1GG2, 19 Augustus. De magistraat van Roermond schrijft aan den gardiaan van het Minderbroedersklooster aldaar dat de spits van den toren der parochiekerk door ouderdom bouwvallig geworden is en besloten heeft eene nieuwe spits daarop te doen brengen; daar echter ia de stad geen bekwaam architect gevonden wordt dan alleen een broeder van dat klooster genaamd Joseph ab Halle, verzoekt de magistraat vergunning om de leiding van deze werkzaamheden aan hem te mogen opdragen en om tevens het benoodigde hout op de plaats bij het klooster te mogen leggen en doen bewerken.

Minute, lat. in omslag 36, Nquot; 20; zie ook aangaande het bouwen van de spits in Jura et privil. civit. Ruretn. deel IV, bladz. 44 v, 45 vquot;, 47, 40, 51, 53, 57 vquot;, 60, 62.

1662, 20 September. De magistraat van Roermond zendt aan liet hof van Gelder te Arnhem eene klagt tegen den tolheffer te Zalt-Bommel, die van een burger van Roermond in strijd met de stedelijke privilegiën tolregten gevorderd heeft.

Minute, in omslag 38, N0 2.

1663. Stukken betrekking hebbende op eene nieuwe aanvraag van de predikheeren van de orde van S' Do-minicus te Maastricht om zich in de stad Roermond te mogen vestigen.

Orig. en minuten, in omslag 5, N0 8. Zie voor de vroegere aanvraag onder het jaar 1654.

1663, 7 Februarij. De magistraat van Roermond schrijft een brief van dankbetuiging aan Johannes Francken Sierstorf, doctor in de beide regten, domheer, kanonik in S' Severinus en regent der Laurentiaansche beurzen te Keulen wegens zijn streven om den bloei

-ocr page 419-

— 409 —

van het kollegie van den H. Hieronimus, genaamd liet Eoermondsche huis te Keulen te bevorderen en geeft hem tevens te kennen dat tegen paschen aanstaande Hartgens Sterck tot rector van dat kollegie benoemd is.

t Minute met andere stukken op dat kollegie betrekking hebbende, in omslag 39, N0 5.

1663, 3 Maart. P. Claessens, schepen van Roermond en afgevaardigde van den magistraat, berigt dat de landvoogd den schepen Gerard Bordels voor het loopende jaar tot burgemeester der stad heeft benoemd.

Orig. gedagt. uit Brussel en get. P. Claessens, in omslag 36, N0 4.

1663, 13 April. Inventaris van de meubelen enz. zich bevindende. in het kollegie van den H. Hieronymus te Keulen, opgemaakt door den notaris Gerard Vinck.

Origineel, boogd. in omslag 8, N0 9.

1663, 20 Augustus. Brief van stadhouder en raadsleden van den souvereinen raad van Gelderland te Roermond, aan schout, burgemeesters, schepenen en raad dier stad, waarbij zij hun een afschrift zenden van een brief van zijne Exlie den markies de Caracena, betreffende het op nieuw publiceeren der plakkaten, vroeger uitgegeven tegen landloopers en heidenen.

Orig. get. N. Maen, in omslag 1, N0 13.

1663, 5 September. Willemina Willems, weduwe van Dirk Otten, verkoopt aan Maria van den Bronkhorst, weduwe van Everard van Gemert, een stuk akkerland genaamd den hoy camp, gelegen in het kerspel Wychen int WoesicJcsche hroech. onder 't rijk van Nijmegen.

Orig. perk. met vier zegels in groen was, in doos XII, N» 24. ' , ay

-ocr page 420-

1G63, 23 October. Filips IV, koning van Spanje, vaardigt een eeuwig edict uit aangaande de goederen, regten of penningen hier voormaels gesequestreert, ge-nantiseert, gedcpositeert ofte gebleven in handen van sync officieren soo als prevoosten, hailluien, amptmans, yieijers, depositarissen,greffiers, secretar issen ofte andere persoonen.

Geauth. afschr. gel. A. G. van Laer, in Jura el pri-vilegia, etc. III, bladz. 28—41. Zie ook aldaar bladz. 24.

1663, 14 December—1664, 19 October. Briefwisseling tusschen den magistraat van Roermond en de Gel-dersche rekenkamer te Arnhem over de afschaffing dei-misbruiken, die bij de Geldersche tollen op de rivier de Maas ontstaan zijn.

Orig. en minuten, in omslag 37, N0 17.

1664, 18 Januarij. Stadhouder en schepenen der laatbank van het huis te Vlodrop verklaren dat binnen Roermond op grant ende aerde hy den heere scholtis derselve stat daertoe verleent voor hen verschenen zijn Otto Grommen en Peter van Bruynsray, echtgenoot van Ootjen Grommen en dat deze aan Gerard Bordels, regerende burgemeester van Roermond, en zijne echtgenoote Gatharina Isabella Fleminck verkocht hebben de helft van zekere tienden. Grommen thienden genoempt, die in het kerspel Vlodrop op het Geytstappen veldjen gelegen zijn, voor eene zekere som door hen ontvangen.

Orig. perk. met het zegel der laatbank van het huis te Vlodrop, in doos IX, N» 14.

1664, 21 February. De ordinaris raden van den souvereinen hove des vorstendoms Gelre verbieden den uitvoer van riviervisch buiten dit vorstendom, gedurende de aanstaande vasten.

Orig. get. N. Maen, iu omslag 10, N® 26.

-ocr page 421-

— 411 —

16G4, 22 Maart. Wijnand van Kerckhoven en zijne eehtgenoote Anna Aelmans bekennen schuldig te zijn aan Antonius Sartorius, pastoor te Horst, ten behoeve der parochiekerk aldaar, eene hoofdsom van drie honderd gulden Roermondsche munt, rentende jaarlijks ö0/,, en gevestigd op een huis in de schoenmakerstraat.

Hierin komen voor: Philips Ferdinand Dirix, schout, Peter Claessen en Johan Stijns, schepenen van Roermond.

Orig. perk. met drie beschadigde zegels in groen was, in doos XII, Nü 12.

1G64, 9 Mei. De deken en het kapittel der kathedrale kerk van Roermond benoemen met toestemming van den magistraat aldaar Sebastianus du Besche tot rector van het altaar van den H. Geest in die kerk, na het overlijden van den rector Wilhelmus Beeck.

Minute, lat. in omslag 37, N0 23.

16G4, 10 Julij. De magistraat van Roermond verbiedt maaltijden te houden bij het aftreden en aankomen van gildemeesters, en laat bij die gelegenheid alleen toe het gebruik van een, twee of meer amen bier, naar gelang der vergaderde personen en zulks onder verbeurte van tien goudgulden voor iederen overtreder.

Orig. get. A. Pollarl. Het verbod werd op 23 Oct. 1673 vernieuwd. In omslag 3, N0 59.

1664, 24 Augustus. De magistraat van Roermond schriift aan den president van het kollegie van S1 Michiel te Leuven over het beleggen der gelden afkomstig van de beurzenstichting van Peregrinus Vogels.

Minute, in omslag 30, N0 22.

1664, 2 December. De magistraat van Roermond verzoekt dien van Nijmegen een geauthentiseerd afschrift

-ocr page 422-

412

te willen zenden van liet testament en codicil van wijlen vrouwe Barbara van der Lippe genaamd Hoen, wed6 Hnchtenbroeck, voor de schepenbank aldaar opgemaakt den licn April en lldea Augustus 1646; in welke beide testamenten zij ten behoeve van het weeshuis van Roermond een legaat geschonken heeft.

Minute, in omslag 36, Nquot; 5.

iul

1665, 5 February. De landvoogd spoort den magistraat van Roermond aan tot het oprigten in de stad van één of meer fabrieken van buskruid, zoo voor eigen gebruik als tot verkoop bestemd; de magistraat kan daartoe een octrooi ontwerpen, waarin de vrijdommen aan ondernemers en werklieden te verleenen omschreven worden, welk ontwerp vervolgens tot onderzoek en goedkeuring aan den landvoogd zal worden gezonden.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El marques de Castel Rodrigo, Verreyken, in omslag 35, IV0 24.

1665, 12 Maart. Het kapittel der kathedrale kerk en de magistraat van Roermond besluiten dat voortaan de gewone muzikanten, wanneer zij eene zingende mis met muziek uitvoeren, daarvoor eene vereering zullen genieten van twee rijksdaalders, waarvan de zangmeester en de organist elk drie schellingen zullen bekomen, terwijl het overblijvende bedrag onder de muzikanten zal worden verdeeld.

Orig. get. J. van Lith, A. van der Smitzen, in omslag 44, N0 5.

1665, 20 Maart. De magistraat van Venlo berigt aan dien van Roermond dat hij van den landvoogd en van den stadhouder brieven heeft ontvangen, waarin hij aangespoord wordt om eene polvermuellen te doen

S I ih'

|

11 ir!

.

li

:|j!j : fl 1

pi il

i

l

f

-ocr page 423-

— 413 —

maechen; daar Roermond dergelijke brieven zal ontvangen hebben geeft hij den wensch te kennen met den magistraat dier stad daaromtrent in overleg te treden.

Orig. get. Aerssen, in omslag 39, N0 13.

1065, 24 April. Jan Maessen verkoopt, ten overstaan der laatbank van de erfvoogdij te Roermond, aan Mr Peter Paulssen, een huis gelegen op de schwahnekcrsstraetc.

Hierin komen voor; Arnold van den Bergh, licentiaat in de regten, schout. Jan Claessen en Wynand Cuyck-hoven, laten der erfvoogdij.

Orig. perk. zegels verloren, in doos XI, IS'U 9.

1(j()5, a Mei. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Venlo berigt uit Brussel ontvangen te hebben dat na groote moeite eindelijk een bedrag van 28000 gulden aan de vijf lastdraegcnde steden is toegestaan voor het vuur en licht in de wachthuizen gedurende de twee laatste jaren; hij kan daarvan echter de repartitie nog niet maken zoo lang hem niet gebleken is onder welke voorwaarden die som toegestaan wordt.

Minute, in omslag 39, Nn 15.

UiGü, 2 Junij. De magistraat van Venlo geeft aan dien van Roermond zijne deelneming te kennen over den ongelukkigen brand en meldt dat hij even als den vorigen dag nog 300 brooden naar Roermond gezonden heeft tot laeffcnissc van dcgecne die Y mochten van noodc hebhen.

Orig. get. Aerssen, in omslag 30, N0 10.

1005, 2 Junij. De magistraat van Aken geeft aan dien van Roermond zijn medelijden te kennen over den schrikkelijken brand, die Roermond op 31 Mei 11. ge-

-ocr page 424-

— 414 —

teisterd heeft en zendt ter verdeeling onder de arme burgers 4000 pond brood en 300 pond spek.

Inliggend een brief van dankbetuiging van den magistraat van Roermond.

Orig. hoogd. en minute, in omslag 36, iV0 2.

1G65, 4 Junij. De landvoogd schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij uit zijn schrijven van 2 Junij 11. den treurigen toestand vernomen heeft, waarin de stad door den grooten brand op den 315len Mei 11. gekomen is; hij zal daarom trachten de burgers zooveel mogelijk te ondersteunen, en om daartoe te beter in staat te zijn verzoekt hij.den magistraat hem de wijze en de middelen daartoe aan te wijzen.

Geauth. afschr. fr. get. Goss. Dulcken, met de minute van den brief van den magistraat, in omslag 35, N0 6.

1G65, 5 Junij. De magistraat van Wassenberg berigt aan dien van Roermond drie karren brood afgezonden te hebben om onder de arme burgers van Roermond te verdeelen.

Orig. hoogd. in omslag 36, N0 15.

1665, 9 Junij. Brief van den magistraat van Gelder aan dien van Roermond, waarbij hij 320 brooden en 300 pond drocgh speek zendt, ten einde verdeeld te worden onder de behoeftige inwoners van Roermond, wier woningen op 31 Mei door den brand vernield zijn.

Orig. in omslag 1, N0 73.

1665, 15 Junij. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Venlo met genoegen te hebben vernomen dat deze de 51 malder rogge en de hoeveelheid spek, die door den baron van Hoensbroek van wege het ambt

-ocr page 425-

— 415 —

Gelder voor de arme burgers van Roermond gezonden werden, in eene goede bewaarplaats bezorgd heeft; de magistraat verzoekt de rogge en spek met het marktschip herwaarts te willen zenden.

Minute, in omslag 36, N0 11.

1665, 30 Junij. De landvoogd geeft, in naam des konings, bevel aan Christiaan Maenen, ontvanger-generaal van het Overkwartier om aan den magistraat van Eoer-mond uit te betalen de som van 12000 gulden, boven en behalve die van 5000 gulden, waarover reeds door eene ordonnantie van 5 Junij 11. beschikt was, opdat de magistraat beide sommen onder de armste burgers der stad verdeelende hen bij het opbouwen hunner afgebrande huizen zou kunnen helpen.

Al'schr. fr. in omslag 35, N0 16. Een geauthentisecrd afschrift, fr. get. A. van der Smitzen, bevindt zich in omslag 5, N0 1.

1065, 30 Junij. De landvoogd schenkt vrijdom van inlegering van krijgslieden gedurende tien jaren aan de inwoners van Roermond en aan vreemde personen, die zich aldaar komen vestigen en een huis bouwen, om daardoor den opbouw der afgebrande stad te bevorderen.

Orig. fr. in omslag 8, N0 25.

1665, 10 Julij. Filips IV, koning van Spanje, zendt aan den stadhouder van het Overkwartier afschrift van een verzoekschrift van den provinciaal der predikheerenorde van Vlaanderen, strekkende om een klooster van die orde in Roermond te mogen stichten en verzoekt hem zijn advies daarover in te zenden.

Orig. fr. gedagt. uit Madrid en get. Philippe, met het vermelde afschrift, Spaansch, in omslag 41, IV 7.

-ocr page 426-

— 416 —

1665, 14 Julij. Resolutie van de staten generaal der Vereenigde Nederlanden, genomen op het verzoek van den ambassadeur van den koning van Spanje, houdende vrijdom van tol ten behoeve van die van Roermond voor alle materialen, tot opbouw der afgebrande stad benoodigd.

Orig. in omslag N0 70.

1665, 15 Julij. De magistraat van Roermond rigt een verzoek tot Philips Wilhelm, palsgraaf, hertog van Beijeren, Kleef, Gulik, enz. strekkende tot het bekomen van vrijdom op de hem toebehoorende tollen te Urmond en te Ravenstein voor de bouwmaterialen, die tot wederopbouw der afgebrande stad worden aangevoerd.

Minute, in omslag 36, N0 14.

1665, 19 Julij. Ordonnantie van de raden en meesters van de rekeningen der domeinen van de staten van Holland en Westvriesland, verleenende aan die van Roermond vrijdom van tol, voor het vervoer van materialen, ter opbouw der afgebrande stad benoodigd, mits vooraf cautie is gesteld.

Orig. get. Dedel, met het opgeplakte zegel der kamer, in omslag 1, Nquot; 77.

1665, 20 Julij. Ordonnantie van de rekenkamer te Arnhem, vrijdom verleenende op de tollen der rivieren de Rijn, de Maas, de Waal en de IJssel aan die van Roermond, voor de materialen ter opbouw der op den 31 Mei verbrande stad, en zulks gedurende het loopende en volgende jaar.

Orig. met het opgepl. zegel der kamer en get. Jacob Everwijn, in omslag 1, N0 72.

-ocr page 427-

1665, 28 Augustus. De raden en meesters van de rekeningen der domeinen van de staten van Holland en West-Vriesland herhalen hunne ordie van 19 Julij nadat de cautie gesteld was.

Bijliggend een afschrift van het verzoek van den ambassadeur van Spanje dd. 16 Julij 1665 tot bekoming van dezen vrijdom.

Orig. geteekend Buys, met het opgeplakte zegel der kamer, in omslag 3, N0 60.

1665, IS September. De magistraat van Roermond verzoekt dien van Venlo om eenige materialen, die hij tusschen Venlo en Well heeft aangekocht tot herbouw der stad, zonder gebruik te maken vau het regt van opslag te willen laten voorbijgaan.

Minute, in omslag 38, N0 4-.

1665, '26 September. De magistraat van Venlo geeft kennis aan dien van Roermond dat hij, aangezien de pestilentiele smettende sieckte te Nijmegen seer grasscert het verbod had doen uitvaardigen geene koopwaren uit die stad herwaarts te vervoeren; hij ontvangt echter berigt dat de Roermondsche marktschipper zich aan dat verbod niet stoort; weshalve hij den magistraat verzoekt orde daarop te stellen.

Orig. get. Aerssen, met de minute van het antwoord van den magistraat van Roermond, in omslag 39, N0 14.

1665, 9 October. De landvoogd berigt aan de stad Roermond het overlijden van Koning Filips IV, en schrijft de plegtigheden voor waarmede de diensten in alle kerken van het Overkwartier zullen gehouden worden.

-ocr page 428-

— 418 —

luliggend een uittreksel uit het protocol der kathedrale kerk in betrekking tot de vermelde diensten.

Orig. fr. get. markies de Gastel Rodrigo, in omslag 5, Nquot; 4.

1665, 20 October. De magistraat van Koermond bekent schuldig te zijn aan de broederschap van O. L. Vrouw in de parochiekerk te Roermond eene hoofdsom van 590 Roermondsche guldens en 5 stuiver, rentende jaarlijks 25 dergelijke guldens 19 stuiver en een oort.

Afschrift in het register der broederschap van 0. L. Vrouw, bladz. 49; eengeauth. afschr. in omslag 37, N0 29.

1665, 29 October. De landvoogd schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij besloten heeft het bisschoppelijk paleis te Roermond, onlangs door brand vernield, wederom te doen opbouwen, aangezien het voor den H. Godsdienst noodig is dat de bisschop bij zijne kudde resideert. Daar tot dien opbouw echter eenige aangrenzende kleine plaatsen noodig zijn, waarvoor de eigenaars eenen bovenmatigen prijs vorderen, verzoekt hij den magistraat in deze zaak tusschenbeiden te komen en te trachten deze plaatsen tegen eenen redelijken prijs te verkrijgen.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en gel. El marques de Gastel Rodrigo, Verreyken, in omslag 41, N0 4.

1665, 1 November. Twee brieven van den magistraat van Roermond aan quot;Willem Cann, voogd van het ambt Wassenberg, over 80 koeijen, die in het bosch van Mijnweg in beslag genomen zijn en aan de inwoners van Cruchten toebehooren.

Twee minuten, in omslag 44, N0 24.

-ocr page 429-

— 419 —

1665, 10 December. Op het verzoek van den magistraat van Roermond magtigt het hof van Gelder de drosten der ambten Kessel en Kriekenbeek om de inwoners hunner ambten, die nalatig gebleven zijn tot het wegvoeren van het puin, afkomstig van den brand op 31 Mei 11., door alle regtsmiddelen daartoe te dwingen.

Orig. get. A. Pollart, in margine get. P. de Glein, in omslag 35, N0 23.

16G5—16G6. Verschillende stukken betrekking hebbende op den brand van Iloermonfl van 31 Mei 1665.

Orig. minuten en afschr. in omslag 39, N0 4.

1666. Verschillende stukken betrekking hebbende op den aankoop van eenige panden, die bij herbouw van het bisschoppelijk paleis te Roermond daarbij zijn ingelijfd geworden.

Zes orig. in omslag 41, Nquot; 5.

1666. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Maeseyck dat hij, goed gevonden hebbende op nieuw munt te doen slaan, daartoe Johan Bisschops, burger aldaar, die vroeger deze werkzaamheden te Roermond verrigtte, verzocht heeft herwaarts te willen komen; daar deze echter uit vrees voor de besmettelijke ziekte tot dusverre nog niet gekomen is, verzoekt de magistraat dien van Maeseyck Bisschops tot overkomst aan te sporen daar die ziekte nog slechts in één huis aanwezig is, terwijl hij op het stadhuis kan werken en hem een kosthuis in eene buurt, waarin de besmetting niet geweest is, zal aangewezen worden.

Minute, in omslag 37, N0 li.

1666. Rekening van ontvangsten en uitgaven van de Roermondsche munt in 1666.

Orig. in omslag 39, Nu 1.

-ocr page 430-

1

— 420 —

1G6G, 23 Januaiij. De schepenbank van Linne bekent schuldig te zijn aan Henricus van Thorn, pastoor van Odiliënberg en administrator van het seminarie te Roermond, ten behoeve van dat seminarie eene hoofdsom van 815 rijksdaalders, rentende 50/o.

Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos XII, N° 9.

'i

ilii

16G(), 24 Januarij. Formulier van den eed der staten van het Overkwartier aan Karei II.

Afschrift in Code des principaux traités etc. biadz. 122.

1G6G, G Februarij. De gedeputeerden der staten van de provincie Namen geven bevel aan de la Rue, heer van Hulplancke, ontvanger van het zestigste gedeelte dat in die provincie geheven wordt om aan Jan Dencken, burgemeester van Roermond, te betalen eene som van 300 gulden, zijnde de helft van het bedrag ad 600 gulden, dat door die staten bij besluit van 4 Julij 16G5, in plaats van den gevraagden vrijdom van tollen, als bijdrage in den herbouw der afgebrande stad Roermond geschonken werd.

Geauth. afschr. fr. get. A. van der Smitzen, in omslag 37, N0 27.

16G0, Maart. Peter Claessens, schepen en wijnkooper te Roermond, legt eene rekening over van geleverde wijnen aan den magistraat, loopende van 1 Maart 1665 tot ultimo Februarij 1666 ten bedrage van 1081 gulden 10 stuiver Roermondsche munt.

Orig. in omslag 43, N0 15.

1666, 19 Maart. Eugenius Albertus d'Allamont, bisschop van Roermond, sluit eene overeenkomst met Jan

-ocr page 431-

van den Saiult, metselaar te Deurne, wegens het lier-bouwen van zijn bisschoppelijk paleis.

Geauth. afschr. niet andere stukken op die zaak betrekking hebbende, in omslag 41, N0 15.

1666, 20 Maart. Eugenius Albertus d'Allamont, bisschop van Roermond, in aanmerking nemende dat de inkomsten van de drie kanoniksprebenden, die door Peregrinus Vogels, in leven deken van het kapittel van den H. Geest te Roermond, gesticht werden, niet toereikend zijn om aan drie kanoniken een genoegzaam onderhoud te verschaffen, geeft zijne toestemming tot het opheffen eener prebende en vereenigt de inkomsten daarvan met de beide overige.

Orig. perk. lat. get. Eugenius Alberlus Episcopus Rurasmundensis, F. van Werchler, secret, niet het zegel van den bisschop, in rood was in eene blikken doos, in doos IX, N0 26.

1666, 5 April. De magistraat van Roermond stelt de voorwaarden vast, waarop hij aan de religieusen penitenten van Stockhem de vergunning schenkt zich in de kerk van den H. Geest te Roermond en de daarbij gelegene gebouwen te vestigen.

Bij octrooi van 4 Augustus 1666 bevestigt Karei 11, koning van Spanje deze vergunning.

Twee geauth. afschriften, get. A. G. van Laer, in Jura el privilegia, etc. Ill, bladz. 11 en 15.

1666, 5 April. De magistraat van Roermond benoemt den schepen Frans Pollart tot zijn afgevaardigde naar Brussel ten einde aldaar den landvoogd en de hooge ministers met den armoedigen toestand der inwoners van de afgebrande stad bekend te maken en de zoo noodzakelijke ondersteuning te verzoeken.

Minute, in omslag 37, N0 10.

-ocr page 432-

1666, 21 April. De magistraat van Roermond schrijft een brief van dankbetuiging aan den secretaris van de ambassade van Spanje te 's Gravenhage wegens zijne ijverige pogingen na den grooten brand ten voordeele van de stad aangewend, en verzoekt hem die nogmaals bij den prins van Oranje te willen aanwenden ten einde de magistraat van den prins tegen eenen redelijken prijs de stedelijke waag in pacht moge verkrijgen.

Minute, in omslag 39, N0 3.

1666, 22 April. De magistraat van Roermond schrijft aan de drosten van Horn, Wassenberg en Bruggen en aan den ambtman van Millen en Born, vernomen te hebben dat zij alle communicatie met Roermond verboden hebben omdat in hunne respectieve ambten het gerucht verspreid werd als zoude de besmettelijke ziekte in Roermond hevig woeden; de magistraat verklaart dat slechts één huis en één kelder van besmetting verdacht worden, waarin 5 personen gestorven en nog twee lijdende zijn; hij heeft echter huis en kelder doen he-tvaeren cnde separeren van de gemeynsdiappe van andere borgers, en hoopt dat de ziekte geen verderen voortgang zal hebben.

Drie minuten, in omslag 36, Nquot; 12.

1666, Junij. De magistraat van Roermond berigt aan den koning dat hij het verzoek der religieusen penitenten recollectinnen te Stockhem om zich te Roermond in de kerk van den H. Geest te mogen vestigen heeft ingewilligd onder de voorwaarden, die door Z. M. na bevestiging dezer inwilliging haar zullen opgelegd worden.

Minute, in omslag 37, Nc' 30.

-ocr page 433-

— 423 —

1066, 9 Julij. De magistraat van Roermond maakt een akkoord met Leonard Dullens en Hieronimus van Langen, cellebroeders te Maastricht, tot het verplegen der besmettelijke zieken te Roermond.

Orig. en geauth. afschrift, in omslag 35, N0 4.

1666, 20 Julij. De magistraat van Roermond schrijft aan den landvoogd dat de vroeger aan de stad geschon-kene sommen, even als een bedrag van 15000 gulden, door den magistraat op interest geligt, hebben gediend tot het aankoopen van bouwmaterialen, die aan de behoeftige burgers, tot opbouw hunner huizen geschonken en aan de minder behoeftigen tegen de helft of % der waarde verschaft werden; dit heeft een zoo gunstigen uitslag gehad dat reeds 400 huizen sedert den brand herbouwd werden. Daar de magistraat echter thans geene middelen meer heeft om den verderen opbouw te kunnen ondersteunen verzoekt hij den landvoogd nogmaals met eene aanzienlijke som te hulp te komen.

Onder dagteekening van 30 Julij 1666 schenkt de landvoogd andermaal een bedrag van 10000 Vlaatnsche ponden tot hetzelfde doel.

Afschrift, fr. in omslag 35, N0 17.

1666, 31 Julij. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Aken vernomen te hebben dat het gerucht zich verspreid heeft als zoude de besmettelijke ziekte in Roermond zoodanig heerschen dat weldra alle communicatie en toevoer daarmede zou verboden worden; het is waar dat de ziekte door een vreemden arbeider uit 's Hertogenbosch daarin gebragt werd en men vermoedt dat in den tijd van 5 maanden tusschen de 30 a 40 personen daaraan bezweken zijn; de magistraat

-ocr page 434-

— 424 —

heeft echter onmiddellijk zoodanige maatregelen genomen, dat spoedig het einde der ziekte kan verwacht worden.

Minute, in omslag 36, N0 8.

1666, 10 Augustus. De magistraat van Maastricht meldt aan dien van Roermond dat Maastricht tot dusverre van de besmettelijke ziekte verschoond is gebleven, maar dat hij nu deze ziekte in vele omliggende steden is uitgebroken, den maatregel genomen heeft niemand meer in de stad toe te laten, die niet voorzien is van een schriftelijk bewijs dat zijne woning onbesmet is.

Orig. in omslag 37, N0 8.

1666, 14 Augustus. De magistraat van Roermond schrijft aan den drost van het graafschap Horn dat de besmettelijke ziekte in Roermond geen voortgang gehad heeft daar in de laatste twee en twintig dagen slechts 3 a 4 kinderen daaraan bezweken; hij hoopt derhalve dat de drost thans het verbod aan de inwoners van het graafschap om de stad te bezoeken, zal intrekken.

Minute, in omslag 37, N0 -15.

1666, 11 September. De Staten Generaal der Ver-eenigde Nederlanden verleenen aan den magistraat van Roermond vrijdom van tol te Lith en Lithoyen voor de materialen benoodigd tot den herbouw der afgebrande stad, onder voorwaarde dat de schippers aan de tolheffers eenen door dien magistraat afgegeven staat vertoonen, waarop de hoeveelheid en hoedanigheid dier materialen en de namen der personen, waaraan die geadresseerd zijn, vermeld staan, terwijl ook die materialen afgezonderd moeten zijn van alle andere voorwerpen, die met hetzelfde schip vervoerd worden.

Orig. in omslag 37, N0 24.

-ocr page 435-

— 425 —

1666, 4 November. J. B. van Holkint, rector van 't kollegie der societeit Jesu te Roermond, geeft aan den magistraat aldaar te kennen dat de middelen hem ontbreken om den aangevangen herbouw zijner kloosterkerk te voltooijen en verzoekt eene bijdrage daartoe te bekomen.

In margine schenkt de magistraat 100 rijksdaalders.

Orig. in margine get. A. van der Smitzen, in omslag 35, N» 18.

16G7. Stukken betrekking hebbende op een geschil tusschen den magistraat van Roermond en het hof van Gelder, dat de bevoegdheid tot het verleenen van vrijgeleide aan een misdadiger betwist.

Minuten en afschriften in omslag 39, N0 0.

1667, 10 Februarij. Drie rekeningen van materialen, die door den magistraat tot het herbouwen der afgebrande stad werden aangekocht.

Orig. in omslag 37, Nquot; 18.

1667, 7 Maart. De stadhouder der leenen van het vorstendom Gelder berigt aan den magistraat van Roermond dat na het overlijden van koning Filips IV alle leenmannen verpligt zijn hunnen leeneed te vernieuwen; hij verzoekt den magistraat binnen acht dagen voor het leen van den bieraccijns en voor alle andere leenen, die hij van den koning in leen houdt, den nieuwen eed te komen afleggen.

Orig. get. C. Bier ens, in omslag 35, N0 3.

37

-ocr page 436-

— 426 —

1667, 10 Maart. J. B. Michel, agent der staten van het Overkwartier, meldt aan den magistraat van Roermond dat de landvoogd Dr Johan van Winde voor het loopende jaar tot burgemeester der stad heeft benoemd.

Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. J. B. Michel, in omslag 36, N0 6.

1667, 14 April. Rekening van verantwoording van den magistraat van Roermond over de 12000 gulden, die door den koning van Spanje aan de burgers en inwoners der stad tot opbouw hunner afgebrande huizen in Mei 1665 geschonken werden.

Minute, in omslag 35, N0 10.

1667, 17 Mei. Het hof van Gelder te Roermond zendt aan den magistraat aldaar afschrift van een plakkaat dd. 30 April 1667, waarbij het drukken van

manifesten, testamenten, pasqnillen en andere injurieuse schriften selfs theses sondcr approbatie verboden wordt.

Geauth. afschr. gat. .4. G. van Laer, in Jura et pri-vilegia, etc, III, blad/.. 19.

1667, 17 Mei. De magistraat van Roermond geeft aan den stadhouder zijn bezwaar te kennen over het bevel aan den burgemeester van Roermond gegeven tot het beschrijven eener vergadering der staten van het Overkwartier binnen Venlo; daar Roermond de hoofdstad van het kwartier is en die staten daar ten allen tijde hunne vergaderingen gehouden hebben verzoekt de magistraat hem zijn bevel te wijzigen, te meer daar thans in de stad Roermond geene infectie van eenige sieckte meer te bespeuren is.

Minute, in omslag 40, N0 5.

-ocr page 437-

— 427 —

1007, 10 Juiiij. De markies van Gastel Rodrigo berigt aan den stadhouder dat de Franschen den vrede, in de Pyreneën en te Munster gesloten, verbroken hebben, de stad Armentières ingenomen, den gouverneur gevangen genomen en vele soldaten gedood hebben; dat zij ook door geweld van wapenen S1 Wijnoksbergen, het fort van Luikes en Charleroi overrompeld hebben, enz.

Orig. fr. geteekend: marquis dc Gastel Rodrigo, in omslag 8, N0 6.

1067, 15 Junij. Jacobus Oeveren, deken der kathedrale kerk te Roermond en vicaris generaal van het bisdom sede vacante, geeft zijne toestemming aan Joannes van Lith, kanonik en cantor van het kapittel, om bij het nederleggen van het beneficie dat hij in de kapel van Ham onder de parochie van Capelle verkregen had, eene jaarlijksche rente van 25 imperialen uit dat beneficie gedurende zijn leven te mogen behouden.

Orig. lat. get. Jac. Oeveren dec. et vic. (jeuer. Rurwm. Ant. Meo secret, in omslag 4-4, Nquot; 15.

1007, 21 Junij. De magistraat van Roermond schrijft aan de rekenkamer te Arnhem dat hij na den grooten brand in 1005 de vergunning van die kamer bekomen heeft om gedurende twee jaren de bcnoodigde materialen, bestemd tot wederopbouw der stad, tolvrij langs de Geldersche tollen te mogen vervoeren. Daar echter wegens de veelvuldige swacre troubelen en de contagieuse si echte zij op verre na niet herbouwd is, verzoekt de magistraat die vergunning voor twee jaren te verlengen.

-ocr page 438-

— 428 —

Bij een schrijven van 28 Junij 1GG7 geeft de kamer aan den magistraat te kennen dat zij den bedoelden vrijdom voor het loopende en volgende jaar verlengd heeft.

Minute, mei een afschr, van liet antwoord der kamer in omslag 36, Nquot; 40.

1GG7. 10 December. Joannes van Gelder, procureur van het hoofdgeregt te Roermond, en zijne echtgenoote Margaretha Janssen bekennen ten overstaan der schepenbank van Roermond schuldig te zijn aan Balduinus de Gaule, licentiaat in de regten, eene jaarlijksche rente van een en dertig gulden Roermondsche munt gevestigd op hunne huizen gelegen op dc Swalmaeclcersstraete.

Hierin komen voor: Philips Ferdinand Dirix, schout, Hendrik Maröen en Caspar du Tree, schepenen.

Orig. perk. met drie zegels in groen was, in doos XI, N0 15.

1GG8, 3 January. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond dat terwijl de ridderschap ongenegen is aan de lastdragende steden exemptie in de bede van honderd duizend gulden te verleenen, het noodzakelijk is die bij de hooge regeering aan te vragen, daar toch die lastdragende steden het logeeren dei-overwinterende krijgslieden tot een seer groot solaes ende hevrijdinge van Y platte landt alleen moeten lijden.

Orig. get. Aerssen, met de minute van het antw. van den magistraat van Roermond, in omslag 39, N0 17.

1G68, 10 Februarij. N. F. de ïieff, minister van den Franschen koning Lodewijk XIV, zendt aan den magistraat van Roermond afschrift van een schrijven van dien koning dd. 18 October 1G67, waarbij het ge-heele Overkwartier onder contributie gesteld en het

-ocr page 439-

— 429 —

aandeel daarin door de stad Roermond bij te dragen bepaald wordt op 2000 pistolen, waarvan de eerste helft op 15 November en de andere helft op 1 Januari) aanstaande in, handen van den ontvanger der coutributiën te Thionville moeten voldaan worden.

Alschr. fr. met een afschrift van het schrijven des konings, in omslag 30, N0 33.

1G68, fi April. Het hof van Gelder te Roermond verleent octrooi aan Christoffel Schenck van Nijdeggen, heer van Hillenraad, Asselt en Swalmen om zijnen tol te Kessel met eene hoofdsom van zes duizend pattacons voor een tijdvak van zes jaren te mogen belasten.

Orig. perk. zegel verloren, in doos XII, N0 19.

1G6S, 12 April. De magistraat van Roermond maakt een reglement in betrekking tot den accijns op brandewijn. gedistilleerde wateren en Spaanschen wijn.

Gedrukt exemplaar, in omslag 36, K0 ^1.

1008, Ki Mei. 1669, 1 April. Twee brieven van den magistraat van Keulen aan de magistraten van Roermond en Yenlo in betrekking tot de Hanzezaken.

Grig, lioogd. in omslag 36, IN» 39.

1668, 12 Julij. De geheime raad van den bisschop van Luik schrijft aan den magistraat van Roermond dat ile magistraat en vele inwoners van Maeseyck meermalen vruchteloos bij het hof van Gelder en de staten van het Overkwartier geklaagd hebben over de zware ccn-tributiën die van hunne bezittingen te Echt, Roosteren, Stevensweert, ühe en Laak, enz. gevergd worden; de raad verzoekt den magistraat middelen te beramen opdat de inwoners van Maeseyck in die coutributiën niet

-ocr page 440-

hooger aangeslagen worden dan de inwoners van het Overkwartier in het prinsdom Luik betalen voor hunne bezittingen, die daarin gelegen zijn, daar hij anders genoodzaakt is repressailles te moeten nemen.

Orig. fr. get. J. L. Creft, in omslag 35, N0 28.

1668, 13 Julij. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Johan van Lith, kanonik en cantor der kathedrale kerk aldaar ten behoeve der broederschap van O. L. Vrouw in de parochiekerk eene hoofdsom van 500 Eoermondsche guldens rentende 25 dergelijke gulden.

Deze hoofdsom bestaat uit: 1° 300 gulden uit het legaat van Maria Gielis om van de rente de twee priesters te betalen, die als diaken en subdiaken op hoogtijden Onser L. Vr. feesten, requiems ende spindt-daeghen de misse dienende het epistel ende evangelie sidlen singhen, en 2° 200 gulden uit eene schenking om jaarlijks aan den armen kolen te spinden.

Afschrift in het register der broederschap van 0. L. Vrouw, bladz. 61, een geauth. afschr. get. A. Poll art, in omslag 37, Nquot; 29.

1668, 25 Julij. Karei II maakt een reglement en maatstaf aangaande de betaling en het onderhoud der militie.

Gedrukt exemplaar in omslag 12, N0 3.

1668, 31 Julij. De magistraat van Maeseyck schrijft aan dien van Roermond van den burgemeester van Hasselt het berigt ontvangen te hebben dat nu de besmettelijke ziekte in de omstreken dier stad uitgebroken is het verboden is haar in te komen of uit te gaan zonder behoorlijke attestatie of gezondheidsbrief.

Orig. get. van Meuwen, secr. met de minute van het antwoord van den mag. van Roermond, in omslag 36, N0 23.

-ocr page 441-

— 431 —

1008, 27 September. De magistraat van Roermond zendt aan de hooge regering te Brussel een vertoog tegen een schrijven, dat onder dagteekening van den 14dcquot; September 1608 door de arme clarissen en hare abdis aan den landvoogd was gezonden, en waarin de magistraat beschuldigd wordt deze clarissen te vervolgen ; de magistraat zich hierop verdedigende meldt dat door gemelde abdis een huis, naast haar klooster gelegen, was aangekocht met het doel om afgebroken en bij haren tuin gevoegd te worden, waardoor de lastdragende huizen wederom met één zouden verminderd worden; de magistraat had zich daartegen verzet en daar men toch met het afbreken voortging het bevel gegeven om het op dezelfde of eene andere plaats wederom op te bouwen.

Minute, in omslag -iö, N0 17.

1008—1069. Eenige brieven van den schepen Peter Claessens. die door den magistraat van Roermond naar Brussel was afgevaardigd ten einde bij de hooge regeering te solliciteeren om het octrooi tot de ontvangst van het straat- en weggeld en de vergunning van tolvrijheid voor de materialen, die tot herbouw der stad moeten dienen, te verlengen.

Orig. get. P. Claessens, in omslag 40, Nquot; ITi.

1069, 6 Januari]. De raad van state te Brussel berigt aan den magistraat van Roermond dat de steden Roermond en Venlo tot heden niet voldaan hebben aan het bevel van den landvoogd dd. 10 Juli] 1608, strekkende om aan de rekenmeesters Van den Plassche en Van Aeiferdeu hunne bescheiden te vertoonen, waarop zij den 10'lcn penning, genaamd Superplus der licenten op de Maas mogen heffen, terwijl zij ook nog geene

-ocr page 442-

— 432 —

rekening aangaande het gebruik van de daarvan komende gelden hebben overgelegd; de Raad besluit derhave dat voortaan de ambtenaren der kantoren Roermond en Venlo de opbrengst van het superplus zullen in handen houden tot dat daarover een nadere beschikking genomen zij.

Afschr. fr. in omslag 45, N0 20.

1669, 28 Januarij. De magistraat van Roermond verzoekt J. Beeren, griffier van de adellijke leenkamer van het graafschap Horn, hem te willen opgeven de vroegere leenhouders van den aan de stad toebehoorenden Hansummertol, die aan Horn leenroerig is.

Minute, met andere stukken op dien tol betrekking hebbende, in omslag 37, N0 30.

1669, 7 February. Reglement aangaande het heffen van regten op koopwaren, manufacturen, enz. vervoerd wordende langs de rivier de Maas, met eene alphabe-tische lijst van de koopwaren aan die regten onderhevig en het bedrag daarvan.

Gedrukt exemplaar, in omslag 30, N0 16.

1669, 27 Maart. De magistraat van Roermond schrijft aan Reinier in de Betouwe, ontvanger van Z. M. tollen te Venlo, vernomen te hebben dat hij voornemens is alle Roermondsche schippers op de Maas te noodzaken den tol te Middelaar te voldoen: daar deze schippers ten allen tijde vrij langs dezen tol gevaren hebben, verzoekt de magistraat hem daarin geenc belemmering te brengen tenzij hij van hooger hand bevel daartoe bekomen hebbe; in dit geval wenscht hij daaromtrent ingelicht te worden opdat hij het oude privilegie waar dit noodig mogt zijn kan doen gelden.

Minute, in omslag 40, N0 14.

-ocr page 443-

— 433 —

1669, 19 April. De magistraat van Erkelens klaagt aan dien van Roermond over het nadeel dat hij van de aldaar aanwezige ruiterij te lijden heeft, uit hoofde zij noch fouragiën noch betaling erlangt.

Orig. get. Cun. Vogel, in omslag 38, Nu

1669, 22 Mei. Het hof van Gelder te Roermond verleent octrooi aan de regeerders der heerlijkheid Elmpt tot het verkoopen van 100 morgen heide en twee morgen turi'broek om uit de opbrengst van dien verkoop de vervallen interesten te voldoen der hoofdsommen, die zij hebben moeten opnemen wegens de opbrenginge van hacre quote in de gctneene landtslasten ende contrihutien.

Orig. perk. zegel verloren in doos XII, N0 45.

1669, 9 Julij. De magistraat van Maastricht antwoordende op een schrijven van dien van Roermond berigt dat de toestand der besmettelijke ziekte te Maastricht niet zoo erg is dat deswegens het stadhuys sonde gesloten of de magistrale vergaderingen souden geschorst sijn; de waarheid is dat van 16 April tot 30 Junij 256 personen, en van 1 tot 8 Julij 49 personen daaraan bezweken zijn, zoodat er geene redenen bestaan om de communicatie met do stad af te snijden, hetgeen ook niet tusschen Maastricht en Luik geschied is.

Orig. get. Marl. de Qnade, in omslag 36, IN'0 7.

1669, 31 Julij. Gerard van Kessel en zijne echtge-noote Maria Coenckens verkoopen, ten overstaan van stadhouder en leenmannen van het huis en heerlijkheid Dalenbroek, eene erfrente van 15 gulden Roermondsche munt, gevestigd op hun huis, schuur, stal en boomgaard gelegen te Maasniel ontrent de Brockhenne in Coenc-kensleen, aan Joannes Tilmans en Jacobus Jacobi, vica-

-ocr page 444-

rissen der kathedrale kerk te Roermond, ten behoeve van liet altaar van St. Mathijs en St. Ilunioldus in die kerk.

Orig, perk. met een zegel in groen was, in floos XII, N0 44.

1669, Augustus. De magistraat van Roermond rigt een vertoog aan het bureau van finantiën te Brussel, waarin hij te kennen geeft dat de stad Venlo gedurende lange jaren ten opzigte van het superplus meer begunstigd is geworden dan Roermond, en waarbij hij het bewijs tracht te leveren dat bijaldien Roermond tot die begunstiging niet meer regt heeft, het toch op gelijken voet met Venlo moest behandeld worden.

Afschr. fr. met verschillende daarop betrekking hebbende stukken, in omslag 45, N0 21.

1670, 18 Maart. De ambtman van Wassenberg klaagt aan den magistraat van Roermond dat de personen uit zijn ambt. die zich op de marktdagen naar Roermond begeven tusschen die stad en de kapel in 't zand geplunderd worden. Onder dagteekening van 20 Maart daaropvolgende antwoordt de magistraat dat voortaan op woensdag en zaterdag des morgens ten 8 ure een konvooi van burgers en soldaten aan die kapel zal aanwezig zijn om de Guliksche onderdanen naar de stad en in den namiddag ook wederom naar de Guliksche grenzen te vergezellen.

Orig. hoogd. get. W. Gam, en minute in omslag 36, Nquot; 18.

1670, April. De magistraat van Roermond schrijft aan den heer van Dalenbroek dat de stadhouder op zijne klagt over de soldaten der garnisoenen in 't Over-

-ocr page 445-

kwartier, die zich veroorloven de wegen onveilig te maken en de kooplieden te plunderen, hem bevolen heeft zulks door alle middelen te keer te gaan; de magistraat heeft derhalve besloten tot aficeringc van alsulcke verdrucJcinge ende straetschenderijcn zipe beste pogingen aan te wenden en spoort den heer van Dalenbroek aan gelijrJce dehvoiren in sijn district te doen.

Minute, in omslag 37, N0 15.

1670, 20 April. K. van de Bethouwe, ontvanger der tollen te Lith en te Middelaar, verzoekt den magistraat hem afschrift te zenden der akte, waardoor aan de stad vrijdom van betaling der tolregten geschonken werd voor de materialen, die tot opbouw der stad moesten dienen, ten einde daarmede den tot dusverre genoten vrijdom in zijne rekening te kunnen staven.

Orig. gedagt. uit Venlo en get. R. v. d. Bethouwe, in omslag 46, N0 H.

1670, 27 Augustus. De bestuurders van het begijnhof te Roermond stellen eene verklaring op, waaruit blijkt dat het gerucht, als zouden zij van plan zijn het begijnhof ten behoeve eener geestelijke inrigting van manspersonen af te staan, van allen grond ontbloot is.

Afschr. in omslag 4G, N0 20.

1670, 29 September. Koning Karei II benoemt Gerard Bordels, licentiaat in de regten, tot raadslid in het souvereine hof van Gelder te Roermond na het overlijden van Jan van Beeckant.

Orig. perk. met het beschadigde majesteitszegel in rood was in doos XIII, Nquot; 15. (Geschenk van Dr. Joseph Sch reu rs.)

-ocr page 446-

1671, 2 Januarij. De magistraat van Roermond benoemt Godefridus van Berckeler tot ontvanger der stedelijke accijnsen en andere middelen, met eene jaarwedde van 400 gulden en de emolumenten tot dusverre aan dat ambt verbonden. Deze benoeming geschiedde op verzoek van zijn vader Christiaan van Berckeler in aanmerking van de groote diensten, die deze gedurende 34 jaren in de uitoefening van dat ambt aan de stad bewezen heeft.

Afschrift in liet Verdrachsboek, Lladz. 357.

1C71, 1G Januarij. Johan van Hillen als voogd van het minderjarige kind van wijlen Hendrik Goris, schepen en burgemeester van Roermond, bekent schuldig te zijn aan Michiel Hergraff ten behoeve van het altaar van O. L. Vrouw in de parochiekerk eene hoofdsom van 100 rijksdaalders, rentende ad 5'/,,.

Hierin komen voor: Filips Ferdinand Dirix, schout, Hendrik Crucken en Dirk Woestiugh, schepenen.

ürig. perk. met drie zegels in groen was, in doos XIII, N» 29.

1671, 'J Februarij. Lancelot de Gottignies geeft kennis aan den magistraat van Roermond' van zijne benoeming tot bisschop dier stad.

Orig. fi'. geteekend: de Gotlignies, in omslag 5, Nquot; 21.

1671, 14 Februarij. De magistraat van Roermond feliciteert Lancelot de Gottignies met zijne benoeming tot bisschop van Roermond.

Minute, in omslag 5, N0 2.

1671, 30 April. De magistraat van Roermond geeft een getuigschrift aan Joannes Gerardus lirants, pastoor

-ocr page 447-

— 437 —

(lor stad, inhoudeiule dat hij sedert zijne benoeming in het jaar 1652 steeds als geestelijke en als burger niet ijver zijne pligten vervuld heeft; dat hij bij gelegenheid van den brand in 16G5 en ten tijde van het heerschen der pest in 1GGC, met gevaar van zijn leven, niet alleen aan zijne gemeente maar ook aan de militairen allen bijstand verleend en troost aangebragt heeft, waardoor hij ook de harten van de geheele gemeente voor zich ingenomen heeft.

Minute, in omslag 8, N0 20.

1671, Mei—Julij. Stukken betrekking hebbende op een geschil tusschen het kramersgild der stad Roermond en eenige kooplieden uit Savoie, die hunne waren langs de straten te koop aangeboden hadden, waarin zij door dat gild volgens de bestaande ordonnantiën verhinderd waren geworden.

Orig. en minuten, in omslag 39, N0 7.

1G71, 21 Junij. De graaf van Monterey, landvoogd, maakt eene ordonnantie in betrekking tot het betalen der regten bij het in- en uitvoeren van koopwaren.

Afschr. fr. in Code des principaux traités etc. bladz. 123.

1671, 24 Junij. De magistraat van Roermond rigt een felicitatieschrijven aan Jacob van Gutschoven, bij gelegenheid van zijne benoeming tot kanselier in het hof van Gelder.

Minute, fr. in omslag 35, N0

1671, 30 Junij. Reglement vastgesteld door Karei II aangaande de leenen.

Afschrift in Code des principaux traités etc. bladz. 120.

-ocr page 448-

— 438 —

1671, 4 Julij. De magistraat van Roermond antwoordt op twee brieven van het bureau van finantiën te Brussel dd. IC en 25 Junij 11. dat in Roermond zich slechts één buskruidmolen bevindt, die dagelijks 18 pond kan afleveren. De meester van dien molen heeft aan den magistraat verklaard dat men, om 100 pond buskruid te vervaardigen 100 pond salpeter, 17 pond kool en 17 pond zwavel noodig heeft, welke twee laatste bestand-deelen zich in het eerste oplossen; hij verklaarde voorts dat het buskruid voor de musketten gedurende twee uren en het fijnere voor de geweren drie uren moet „geslagenquot; worden en dat hij het op dergelijke wijze bereide als deugdelijk buskruid kan afleveren tegen den prijs van 25 pattacons de 100 pond.

Minute, fr. in omslag N0 2.

1671, 6 Julij. Op een verzoekschrift van den heer van Hillenraad vergunt de magistraat van Roermond hem te Asselt zooveel kalk en steenkolen te lossen als hij voor zijnen bouw en provisie noodig heeft, mits daarvan do regten van het kolendragersgilde voldaan worden.

Orig. get. .4. van der Smitzen, in omslag 37, N0 28.

1671, 14 November. De stadhouder gelast den magistraat van Roermond aan den kolonel baron de Junghen het gewoon servies te leveren.

Orig. fr. gedagt. uit Venlo en get. Ysenghien, met het antwoord van den magistraat, in omslag 44, N0 18.

1671, 19 December. Het hof van Gelder te Roermond verleent octrooi aan Gerard Bordels, raadslid in dat hof, tot aflossing eener eeuwigdurende rente van

-ocr page 449-

— 439 —

15 mud rogge, gevestigd op het hem toebehoorende adellijke huis te Vlodrop.

Hierbij de akte van aflossing.

Orig. perk. met het groote zegel van het hof, in doos XIII, N0 7 en 8. (Geschenk van Dr. Joseph Schreurs.)

1072, 2 Januarij. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Venlo dat zekere breuksnijder zich thans te Venlo bevindt en eene attestatie vertoont, die door den schout van Roermond onder zijn zegel en handteekening is afgegeven, op welke attestatie zich het stedelijke wapen of dat van het kwartier zoude bevinden; daar de magistraat die aanmatiging van den schout niet mag dulden verzoekt hij dien man op het raadhuis te ontbieden en op zijne attestatie de voors. waepenen ende alletgeene op ome naeme daerop bevonden kan worden door te halen.

Minute in omslag 38, ÏN0 1.

1072, 25 Januarij. De magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder dat hij zijn bevel om 500 soldaten der infanterie in de stad te logeeren zal opvolgen; daar echter de stadhouder goed weet dat daarin thans reeds vier kompagniën kavallerie en andere soldaten aanwezig zijn, verzoekt de magistraat de te wachten soldaten ook bij de geestelijkheid en vrijdom genietende leeken te mogen huisvesten, daar anders de overige burgers te zwaar belast zouden worden.

Minute, fr. in omslag 35, N0 8.

1673, 27 October. De landvoogd te Brussel stelt op het verzoek van den magistraat van Roermond een reglement vast in betrekking tot het logeeren der soldaten van het garnizoen.

Afschr. fr. in Jura et privilegia, etc. 111, bladz. 63.

-ocr page 450-

— 440 —

1672, 12 December. De rekenkamer te Roermond geeft kennis aan den magistraat aldaar dat het bureau van finantiën te Brussel, alvorens te beschikken op zijn verzoekschrift strekkende tot het bekomen van kwijtslag of vermindering in het aandeel der stad in de ingewilligde bede en subsidie van het afgeloopen jaar, inlichtingen wenscht te bekomen van het bedrag dat de magistraat reeds op dat aandeel van de ingezetenen ontvangen heeft; de kamer verzoekt die inlichtingen te ontvangen.

Orig. get. Ftiiren, niet het antwoord van den magistraat in omslag 4-6, N0 5.

1673, 15 February. Gerard van Zoutelandt, burgemeester van Roermond, stelt een relaas op van de tegenkantingen, die hij van de leden van den magistraat ondervonden heeft, toen hij in eene vergadering het voorstel deed om tot verhooging der stedelijke accijnsen over te gaan ten einde het contingent der stad te vinden in de 100000 rijksdaalders, die door de staten van het Overkwartier aan den koning waren ingewilligd.

Orig. get. G. v. Zoutelandt, in omslag 4-5, Nquot; 2; zie ook het Donderd. prothocol, IV, bladz. 293 en 293 v0.

1673, 27 Februarij. De raad van state te Brussel geeft bevel aan het hof van Gelder te Roermond om de aldaar bestaande tienmannen met hun hoofd, den vrouwenbroeder genaamd, voor het hof te doen verschijnen en hun te verbieden voortaan zonder voorkennis en toestemming van den magistraat vergaderingen te beleggen of te houden, op pene van exemplaire correctie.

Geauth. translaat uit het Fransch, get. P. Daniëls, in omslag 35, IS'0 1; een geauth. afschr. fr. bevindt zich in Jura et privilegia, etc. III. bladz. 58, 59.

-ocr page 451-

— 441 —

1673, 17 April. De magistraat van Roermond zendt aan het hof van Gelder de noodige stukken tot levering van liet bewijs dat de landvoogd hem de vergunning verleend heeft tot het invoeren van zoodanige belastingen op de consumtie van wijn, bier en andere accijnsen, als hij zou goedvinden, ten einde daaruit de quota's dei-stad in de door de staten van het Overkwartier ingewilligde beden te kunnen voldoen en waaruit tevens blijkt dat zoowel de geestelijke als burgerlijke en militaire personen in die belastingen zullen moeten bijdragen.

Minute, in omslag 36, N0 26.

1673, 27 Junij. Isabella barones van Golstein, weduwe van Hendrik Willem Emont van Bentinck, in zijn leven heer van Biecht, Papenhoven en Overbroek, verheft, ten overstaan van stadhouder en leenmannen van het leenhof te Roermond, het leen van Obbicht met alles wat daartoe behoort.

Orig. perk. get. Bierens, zegel verloren, in doos XII, N0 4.1.

1673, 30 Julij. De magistraat van Roermond stelt de voorwaarden vast waarop aan den minstbiedende zal worden aanbesteed het bouwen eener houten brug op den dijk achter de voorstad S1 Jacob en gaat tot die aanbesteding over.

Orig. in omslag 46, N0 1.

1673, 12 September. De landvoogd graaf van Monterey geeft eene ordonnantie om de soldaten. die het land afstroopen, bij klokslag en met geweldige hand te verdrijven.

Gerirukt exemplaar in omslag 7, N0 42.

28

-ocr page 452-

Hl73, 1(gt; September. De magistraat van Roermond berigt aan Michel, agent der staten van liet Over-kwartier te Brussel, dat door het overlijden van Hendrik Maroen eene vacatuur in de schepenbank te Roermond ontstaan is. Aangezien de stad zeer ontvolkt en verarmd is draagt de magistraat hem op de hooge regering te verzoeken deze en de eerstvolgende vacatuur niet aan te vullen, waardoor de schepenbank van 11 op 9 schepenen gebragt wordt, welk getal voldoende is om de thans weinig voorkomende zaken te behandelen.

Minute, fr. in omslag 42, N0 4,

1G73, 25 September. Koning Karei II benoemt Joseph Ignatius Simon, licentiaat in de regten, tot supcrnumé-r ai ren raad en ordinaris rekenmeester in de rekenkamer te Roermond.

Orig. perk. met het beschadigde majesteitszegel in rood was, in doos XIII, N0 9. (Geschenk van Dr. Joseph Schreurs.)

1673, 25 September. Alexander de Baillencourt Courcol, raad, commies en ontvanger generaal van 's konings finantiën, geeft kwijting aan den licentiaat Joseph Ignatius Simon eener som van 6000 ponden ieder pond gerekend tegen 20 grooten Vlaamsche munt; dit bedrag was door genoemden Simon aan den koning geschonken ter bekoming eener aanstelling als raad en gewoon rekenmeester surnumérair van de rekenkamer van Gelder en in handen van den landrentmeester generaal van dat vorstendom gestort om door hem aangewend te worden tot de versterkingswerken van Stevens-weert en van het koninklijk fort van S' MichieL

Orig. perk. fr. get. A. de Courcol, Dennetiéres, de Villegas, in doos IX, N0 19.

-ocr page 453-

1673, 6 October. De magistraat van Maoseyck geeft aan dien van Roermond zijn leedwezen te kennen over liet besluit, waarbij aan de inwoners van Maeseyck, wegens de besmettelijke ziekte, die aldaar zou heerschen, de toegang tot Roermond verboden wordt; daar de toestand niet zoo erg is dat deze maatregel, die nog door geene andere naburige plaats genomen werd, noodzakelijk is geeft de magistraat de hoop te kennen dat dit verbod zal worden ingetrokken.

Orig. get. B. van Memven, secr. in omslag 36, N017.

1673, 9 December. De magistraat van Roermond berigt aan den baron van Brouckhoven, raad van finan-tiën en 's konings intendant in bet Overkwartier, de ontvangst van zijn schrijven dd. 5 December 11., waarin den magistraat verzocht wordt een afgevaardigde uit zijn raidden naar Venlo te zenden, ten einde aldaar te beraadslagen over een ontwerp van reglement in betrekking tot het verbruik en de soort van waren, die men zou kunnen laten wegvoeren ten gerieve der bewoners, die aan de Fransche contributie onderworpen zijn. De magistraat berigt hierop dat het zenden van een afgevaardigde niet met zijne privilegiën overeenstemt als zijnde Roermond de plaats waar dergelijke vergaderingen moeten gehouden worden, maar dat hij ook behalve deze reden in de tegenwoordige tijdsomstandigheden geen afgevaardigde naar Venlo durft zenden.

Minute, fr. in omslag 44, N0 1-i.

1674. Verschillende stukken betrekking hebbende tot den eisch der geestelijkheid en andere geprivilegieerde personen tot het niet bijdragen in de stedelijke accijnsen van Roermond, in het logeeren van soldaten en het betrekken der wachten.

Al'schril'ten, in omslag 38, Nn 21.

-ocr page 454-

_ 444 —

1G74, 28 Januarij. Het kerspel van Odiliënberg bekent schuldig te zijn aan het kapittel der kathedrale kerk te Roermond de volgende hoofdsommen als: 1° 1000 Roermondsche guldens, die Andreas Creusen. bisschop van Roermond en daarna aartsbisschop van Mechelen, aan het kapittel gelegateerd heeft tot een anniversarmm voor syne ziele; 2quot; 200 dito guldens afkomstig van het altaar van Sl Jan Baptist, welke beide altaren zich in de kathedrale kerk bevinden. Het kerspel belooft van deze hoofdsommen eenen jaarlijkschen interest ad 5% te zullen voldoen.

Orig. perk. get. Henr. Crebber, met twee zegels in groen was, in doos XIII, N0 32.

1G74, 15 Maart. De magistraat van Roermond bekent schuldig te zijn aan Jacobus Jacobi, succentor in de kathedrale kerk aldaar, ten behoeve van het altaar van S' Rumoldus eene jaarlijksche rente van 12 gulden 2 stuiver Roermondsche munt. De hoofdsom ten bedrage van 242 gulden werd door gemelden Jacobi aan den magistraat verstrekt, die haar heeft aangewend totten aencoop van het holt (jeemployeert tot het maeclcen van deser stadts nieuwe brugge op den Dijde.

Orig. perk. get. A, Poll art, met het uithangende zegel ad causas der stad in doos XII, N0 38.

1674, 25 Maart. De magistraat van Roermond geeft aan den baron van Brouckhoven, intendant van het Overkwartier, zijne verwondering te kennen over de bij hem ingebragte klagt door den markies de Monbecq en den kolonel Bellerose, wegens weigering van hun logies te bezorgen, aangezien de magistraat aan den eersten het Munsterklooster en aan den anderen het klooster van Mariagarde tot logies had aangewezen;

-ocr page 455-

— 445 —

daar deze beide kloosters ook in gewone tijden tot liet logeeren verpligt zijn, had de magistraat ingevolge het reglement van den landvoogd hun die plaatsen aangewezen; zij weigerden echter de billetten daartoe aan te nemen, zoodat hij den intendant moet verzoeken daarin op eene andere wijze te voorzien.

Minute, Ir. in omslag 4G, N0 IS.

1(574, 2G Maart. De magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder dat hij genoegzaam bekend is met het groot aantal soldaten, zoo kavalerie als infanterie, dat in de stad aanwezigis, zoo als ook met de omstandigheid dat de kloosters, geestelijken, leden van het hof en van de rekenkamer volstrekt weigeren de billetten van logeering door den magistraat ingevolge besluit van den stadhouder van 27 Oct. 1G72, op hen afgegeven aan te nemen en te eerbiedigen; daar de magistraat thans bevel ontving om bij dit groote garnizoen nog 500 keizerlijke soldaten en twee kompagniën van den prins van Vandemont te logeren bevindt hij zich in geene geringe verlegenheid en verklaart hij daaraan niet te kunnen voldoen; tenzij de stadhouder de vermelde kloosters, geestelijken, enz. noodzaakt de door den magistraat afgegevene billetten aan te nemen.

Minute, fr. in omslag 40, N0 12.

1(174, 2 April. De magistraat van Weert bekent schuldig te zijn aan de matersse rnclc semjiïelijcJce con-rrntiicdcn der conceptionisscn aldaar eene jaarlijksche rente van (i() gulden waarvan de hoofdsom ten bedrage van 1200 gulden door die conventualen in handen van den burgemeester (iielis Straven gestort en door hem gebezigd is tot hetalinyhe ran de F ranse!te contributie.

Uiig. perk. zegel verloren, in iloos Xlif, Nquot; 10. ((Jr-sclienk van Dr. Joseph Schreurs.)

-ocr page 456-

— 44(3 —

1674. 1(3 April. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond van de eerwaarde moeder en religieusen van het convent van Maria Wee aldaar klagten ontvangen te hebben over inkwartieringen van soldaten, waarmede zij bezwaard zijn geworden niettegenstaande haar convent tot eene bedelende orde behoort en door de aartshertogen van dergelijke lasten vrij werd verklaard; hij verzoekt dit convent op dezelfde wijze te behandelen als de overige aldaar bestaande bedelende orden.

Orig. fr. gedagt. uit Venlo en get. Isenghien, in omslag 40, N0 9.

1674. 20 April. Op een verzoekschrift waarin de magistraat van Roermond de oorzaken van den treurigen finantieelen toestand der stad opnoemt en de onmogelijkheid te kennen geeft om bij voortduring het aandeel der stad in de beden en subsidiën en de renten der opgenomene kapitalen te kunnen voldoen, zoo als ook om de noodzakelijkste herstellingen aan bruggen en batten te kunnen bestrijden, verleent de landvoogd een subsidie aan de stad ten bedrage van 2000 gulden.

Afschr. fr. in liet Yerdrachshoek, blailz. 2952 vquot;.

1074, 24 April. Jacobus Oeveren, deken van het kapittel en vicaris generaal van het bisdom Roermond, sede vacante, en Henricus Dilsen, kanonik en officiaal van dat bisdom, ter eenre, en Gislenus Perduyn, rector, en Theodorus Maen, procurator van het kollegie der Jesuieten te Roermond, ter andere zijde brengen eene minnelijke schikking tot stand in een geschil dat tus-schen dat kapittel en het kollegie der Jesuieten ontstaan

-ocr page 457-

was in betrekking tot de tienden hunner goederen gelegen onder St. Odiliënberg, Vlodrop en Posterholt.

Orig. perk. get. Jac. Oever en, H. van Dilsen, Laurtn-üus van Schoore prepositus prov. societ. Jesu, Gidenus Perdtiyn, Theodorus Maen, in doos XII, N0 35.

107-1, 25 April. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond dat hij vele klagten ontvangt over de vreemde munt, die door de Iccysersche hilogc-rende soldaten in omloop gebragt wordt terwijl zij ook de in het land geslagene munt veel hooger dan de waarde opdringen; hij verzoekt ingelicht te worden hoe te Roermond daarmede gehandeld wordt.

De magistraat van Roermond antwoordt dat die munten aldaar niet hooger ontvangen worden dan zij aan de Keulsche kooplieden in betaling kunnen worden gegeven.

Orig. get. Aerssen, en minute, in omslag 30, N0 18.

1074, 31 Mei. De magistraat van Roermond berigt aan den stadhouder dat, alhoewel de stad overladen is met kavalerie en infanterie, gediend hebbende om de naburige plaatsen te verdedigen, thans na het verlies van het fort van Navagne, ook dat garnizoen met zijnen kommandant te Roermond is aangekomen. Het bestaat uit meer dan 350 soldaten, die nagenoeg allen gehuwd zijn en eene menigte kinderen hebben, zoodat men allen bij elkander op meer dan 1000 zielen kan schatten; de magistraat geeft de volstrekte onmogelijkheid te kennen om dit getal te kunnen verzorgen en verzoekt den stadhouder dat garnizoen van Navagne naar Stevensweert of elders te zenden.

Minute, t'r. in omslag 40, N0 lt;s.

-ocr page 458-

1674, 31 Mei. De stadhouder meldt aan den magistraat van Roermond de ontvangst van zijn schrijven waarin hem kennis gegeven wordt van de aankomst te Roermond van het garnizoen van Navagne, zooals ook van de moeijelijkheden, die door deze vermeerdering van krijgsvolk in de stad ontstaan zijn; hij heeft daarover aan den landvoogd geschreven en liem gevraagd waar dit nieuw aangekomen garnizoen moet geplaatst worden; hierop wacht hij antwoord en zal dit onmiddellijk aan den magistraat mededeelen.

Orig. fr. gedagt. uit Venlo en get. Isenghien, in omslag 40, N® 7.

1674, 6 Julij. De momboir van het hof van Gelder houdt een onderzoek door getuigen naar eene akte opgemaakt door schepenen van Besel en Swalmen waarin de schade, die door de inwoners van Asselt en Swalmen in het jaar 1673 werd geleden tengevolge van het heen en weertrekken der Fransche troepen en van de logeering der troepen zoowel die des konings als die van den prins van Oranje, op een bedrag van 7322 rijksdaalders begroot was; deze getuigen verklaren volkomene kennis van die akte te hebben zoo als ook dat zij door den gerigtschrijver Crebbers in handen van Christoffel Schenck van Nydeggen, heer van Hillenraad, enz. gesteld werd. welke laatste haar wederom aan Albert Meuters, scholtis van Asselt en Swalmen heeft overgeleverd; zij verklaren eindelijk dat die akte, toen de Franschen op imdie SS. Petri ct Favli (28 Junij) het dorp Swalmen in den brand gestoken hebben, met het huis van genoemden scholtis eene prooi der vlammen geworden is.

ürig. met een afschrift, in omslag 31, N0

-ocr page 459-

— 44y —

1()74. 13 Augustus. De schepenbank van Besel bekent schuldig te zijn aan de meesters van de broederschap van O. L. Vrouw in de kathedrale kerk te Roermond eene hoofdsom van '200 rijksdaalders, rentende jaarlijks 10 rijksdaalders.

De schepenbank heeft deze hoofdsom opgenomen met consent van de principaclste gecrfden in haren hooyen noot tot affwerinye der scherpe militaire executie der france. tot hefaclinge derselver contrihutien.

Afschrift in het register der broederschap van U. L. Vrouw, bladz. (56 verso.

1074, 9 October. Hendrik Schatters en zijne echtge-noote Maria van Swamen bekennen schuldig te zijn aan Gerard Clemens Clant, heer van Westerdaal, Langewolt, la Motte en Agenbroek, en zijne echtgenoote Anna Louisa de Beaufort, eene erfrente van negen rijksdaalders, waarvan de hoofdsom ten bedrage van 150 rijksdaalders gevestigd is op hun huis gelegen te Roermond in de Stege.

Hierin komen voor: Filips Ferdinand Dirix, schout, Henricus Crucken en Peter van Lom, schepenen.

Orig. perk. met drie zegels in groen was, in doos XII, N» 47.

1 (gt;74, 12 November. Het bureau van finantiën te Brussel berigt aan den magistraat van Roermond dat het noodzakelijk is het provisioneele hospitaal in die stad gevestigd na de oorlogsverklaring ten behoeve dei-zieke soldaten der garnizoenen van de provincie Gelderland, aldaar in stand te houden: dat het dientengevolge noodig is de administratie daarvan aan een paar geschikte personen op te dragen waartoe het bureau den

-ocr page 460-

pater rector van het kollegie der Jesuieten eu deri sur-intendant der rekenkamer te Roermond benoemt.

Orig. fr. get. El conde de Monteren, D'Ennetièies, D'Oynalc, J. de Bromhoven, in omslag 34, Nquot; 41.

Iü74, 12 November. Het bureau van finantiën te Ilrussel geeft bevel aan Jan Renier Bouwens van der Boven, ontvanger generaal der provincie Gelderland, om telken jare aan Louis Provens, ontvanger van liet hospitaal te Roermond, uit te betalen eene som van 4000 ponden van 40 grooten vlaamsche munt, om besteed te worden tot onderhoud der zieke soldaten en andere benoodigdheden van dat hospitaal onder het bestuur van den pater rector van het kollegie der Jesuïeten en van den surintendant der rekenkamer aldaar.

Geauth. afschr. fr. get. Fueren, in omslag 34, N0 -li.

1G74, 15 November. De magistraat van Roermond geeft aan den stadhouder te kennen dat het garnizoen der stad zeer weinig infanterie telt zoodat de burgers met de soldaten de wachten moeten betrekken en toch niet alle posten naar behooren kunnen bezet worden om de stad voor eene overrompeling te vrijwaren; de magistraat verzoekt hem derhalve tot betere verdediging drie a vier kompagniën kavalerie door drie a vier kompagniën infanterie te doen vervangen.

Minute, fr. in omslag 40, i\0 10.

1074, 19 November. De magistraat van Roermond schrijft nogmaals aan den stadhouder over het onvoldoend aantal soldaten der infanterie in de stad aanwezig om haar tegen eenen aanval te kunnen beschermen; hij dankt voor de toezending van meer kavalerie. daar er reeds meer dan genoeg aanwezig is en hij ze niet kan-

-ocr page 461-

— 451 —

logeeren; er zijn in de stad niet meer dan 150 voet-knechten geschikt om den dienst te verrigten en wanneer geene infanterie kan gezonden worden, verzoekt hij dat de kloosters, geestelijken en andere van het betrekken der wachten vrijgestelde personen, verpligt worden onder deze omstandigheden tot de verdediging bij te dragen, te meer omdat daarbij hun belang nog meer betrokken is dan dat der overige verarmde burgers; de magistraat geeft den stadhouder in bedenking spoedig daarop een besluit te nemen opdat het oude spreekwoord dum Romae dis-putatnr Saguntum per it hier niet van toepassing zij.

Minute, Ir. in omslag iO, Nquot; 11.

1()74. '29 November. De magistraat van Roermond verzoekt den stadhouder aan de officieren, zoetelaars en soldaten in de stad aanwezig te bevelen van hun bier, wijn en andere benoodigdheden de accijnsregten te voldoen, zooals de geestelijkheid, de leden van het hof en der rekenkamer, zonder tegenspraak reeds gedaan hebben; vermits de landvoogd daartoe magtiging gaf en het-zonder deze betaling onmogelijk wordt om de quota's der stad in de beden en subsidiën te voldoen, hoopt de magistraat, bij terugkomst van zijnen bode, de bevelen van den stadhouder daaromtrent te ontvangen.

Minute, in omslag 35, N0 7.

li;74, 15 December. De magistraat van Iloermond staat aan den koning een gebouw af ter oprigting van een hospitaal tot (jerieff van Sijncr Ma'' volrkcren van oorloge; dit gebouw, genaamd dc Beijer, vroeger gesticht tot hospitaliteyt van passerende persoonen i.s gelegen naast het oudmannenhuis op den Schuitenberg.

Geautii. afschr. get. dellano Velasco. in omslag 35.

Nquot; 12.

-ocr page 462-

— 452 —

1674—1077. Uittreksel uit de stedelijke rekeningen van Roermond van 1674 tot en met 1677, met betrekking tot de sommen, die gedurende die jaren tot het bouwen en onderhouden der stallingen voor de paarden van het garnizoen besteed weiden.

Minuten, in omslag 36, N0 25.

-ocr page 463-

ALPH A B ETISCH liEOIST K R

OP HET

VIERDE STUK

van dezen

INVENTARIS.

A.

Abroick, Johannes, 90.

Accijns en, -420, 441, 443.

Adama, Araeliiis, 128.

Adei.lhke vrijdom, 8.

Aeckex (van) Bernardus 151.

Aefferden , 73, 215, 321. (van-) 431. Arnold 149. Jo-han, 13, 14.

Aelmans, Anna, 411.

Aengencrcys, Lntter, 235.

Agatha (S') klooster, 108.

Aiton (d') markies, 5.

Aken, 399, 413, 423.

Albert, aartsh. 136.

Albertsex, Johan, 240.

Aldekerk, 31, 151, 3i3.

Ai.henboiu;, 324.

Aldenhove, 397.

Alexander VII, paus, 402.

Allamont (d') bisschop, 196, 211 , 219, 220, 221, 224, 225, 227, 228, 312, 400, 405, 420, 421.

Allemany , kolonel, 28, 41, 64, 05.

Altaar der brouwers, 151 -van S. Cath. 229 - van den H. Geest 103, 117 - van S. Jan Bapt. 107, 444 - van het H. Kruis, 127 - van S. Matthijs, 102, 106, 133. 153, 233, 404, 434 - van S. Nicoiaas, 83 - van 0. L. Vr. 102, 120, 385, 436 -Reidts - 150 - van den H. Petrus, 139 - van S, Rn-moldus, 434, 444 - van het II. Sacram. 100. Amersfoort, 139.

Amstenraad (van) 18 , Maria , 127.

Anguien (d') 166.

Axnenborch, convent, 152. Annei x (d ) Filips, 33.

Arcen, 20, 25, 26, 159, 215,

257, 321.

Arendaill (van) Johan, 88. Argenteau (van) 18.

Arnhem, 19, 109, 120, 379 Arxoldt, Peter, 103. Asenraai, 391.

Ass (van) Jenxken, 406.


-ocr page 464-

Assren (van) Johan, HO.

Asselt, lOi, 12-2, 123, 125, 127, 128, 133, 154, 230, 232, 202, 263, 312, 319, 404, 448, Zander van-, 92.

Aucsbuhg, traktaat van- 330.

Averecht, Jolmn, 83.

B.

BIenen, Leonard, 377.

Baerle (van) Anna, 232, Kmont, 113, 232 Johan, 101.

Baexen (van) Jonker, 174, Clara, 239 , Gerard , 3ö , 230, Johan, 85, 141, Jan Willem. 213, 223, 301, Willem, 127, 230.

Baillencoirt (de) Alex. 317, 442.

Bake, Dederik, 82, 84 - Go-dard, 83.

Bakker (de) Adam, 37.

Balant.on (de) Baron, 275.

Balderich, Sweder, 88.

Bartthoff, Peter, 236.

Basel (van) Willem, 130.

Baur, Laurentius, 304.

Beaufort (de) Anna Louisa, 440.

Becx, Hendrik 382.

Beduur, 123.

Beeck, Jan, 42, 346 - Wilhelmus, 411.

Beeck ant (van) Jan, 435.

Beecden, 131, 147.

Beeren, J. 432.

Becuniiof, 80, 98, 111, 114, 121, 139, 150, 153, 155, 402, 435.

Belfeld, 389.

Bellerose (de) 444.

Benthem (van) J. 10.

Bentinck (van) 18, 26, Hondr. Willem Emont, 441.

Benijns, Metta, 114.

Berck, Catha 113, Jacob, 149, Johan, 113, Hendrik, 113, Matthijs, 113.

Berckelaer (van) Christiaan , 381, 436, Corst, 145, Go-defridus, 430.

Bergen, 321, (van) Hendrik, 129.

Berger, Johan, 241.

Berci! (van den) Arnold, 413, Arnold Joseph, 377.

Berghe (van den) Cornelius, 106, Dederik, 120, fopten) Johan, 112.

Berloo (van) Jan, 137, Karel, 136.

Bertram , Degenhard , 59 , Henri, 372.

Besche (dn) Sehast. 411.

Besel, 82, 112, 173, 174, 201, 212, 223, 389, 401, 448, 449, Beatrix van- 82. Cornelis van- 400.

Besell (a) Christopli. 126.

Betouwe (in do) Renier, 432, 435.

BEVER(van) Henr. Laurent, 239.


-ocr page 465-

— Ill —

Hkijeu, Gossen, llli

Heus, Michiel, 241.

Biell. Jacob, 121.

Bierens, J. 402.

Bi.nsfelt (van) Willem, 12.

Biscoi', Heiidr. 100.

Bisschoi'peij.ik paleis, 418,410.

Bisschoi's, Jan, 419.

Bitot, Francois, 387.

Blankaart (van den) CUto Hen-dnk, 360.

Bmtterswuk, 121. Willem van-183, 341, 400.

Blomexdael (van) Johan, 114.

Blondel, Pieter, 304.

Blox, Thijs, 401.

Blijenbeek, 181.

Bocholt (van) 160, 340. Arnold van- 10, 30, 41, 320, Ferdinand van- 352 , Gillis Werner van- 308, 360, Jan van- 50, Johanna van- 141.

Boed, Peter, 131.

Boedbergh (van) Adriaan 111. Dirk, 87, Elbert 111.

BiOeme (van den) Arnoldus, 87. Godefridus,87, Henricus, 87, Walterus, 87.

Boen, Jan, 145.

Boener, Hendrik, 241. Matthias, 144.

Boesmans, Agnes, 11.

Boetzman, Goetzen, 30.

Bomgarten (vanden)Maria, 116.

Boncamp, Lucrelia, 385.

Borchgreve, Maria, 117.

Bordels, Andries, 382, 398, 399, Gerard, 279, 330, 338, 350, 387, 403, 409, 410, 435, 438, Joanna, 234.

Borman, Frederik, 407.

Bormans, Anna, 382.

Born, 26.

Bossman, 10, 108, Antoaius, 287 , Agnes 288 , Gerard Frans, 399, Peter, 278, 280.

Botter, Evert. 139, 141, Livinus, 139.

Botz, Hendrik, 102.

Botzei.er (van) Herman, 149.

Bour.v (de) Rene Charles , 48.

Bourbon (de) Louis, 65.

Bouwens van der Boye, Albert, 31, 33, 46, 69, 78, 286, Jan Renier, 450.

Bouwmans, Anna, 236.

Boyendonck (van) Catha 83.

Bracht (van) Jan, 93, 153.

Braetz, Christolfel, 86, 149, 154.

Braicken (van derj Hein, 87.

Brakel (van) Gerard), 126, 139, 144.

Brand in 1554, 131, in 1665, 348, 319, 413 - 427.

Brandenburg, keurvorst van-62.

Brants, Gerbrecht, 149, Joannes Gerardus 50(gt;, 436.

Breda, 5.

Bree, 405, Daniel van- 123, Engelbert van- 337, 345. Hendrik van- 123, Maria van-123, Tilman van- 238.

Breede (van) Seetze, 92.


-ocr page 466-

IV —

T

Brellinger, Hubert, 234-.

Brem Pt, H6. Arend van- 134. Kverard van- 30. Willem En-gelbrecht van- 300, 342

Breughel (van) Jacob, 30i), 400.

Brocart, 48.

Brockhewe, -433.

Broeck (van den) Elisabeth, 92.

Broederschap van 0. L. Vr., 418, 430, 449.

Broick (van den) Gadert, 108, Herman -108, Roelof, 108.

Bronckhorst (van) Adolf, 115, Dirk, 88, Herman, 88 Maria, 409.

Brouckhoven (van) baron, 4i3, 444.

Brouwers, Theodoor, 254.

Bruggen, 116

Brumncx, Arnt, 108.

Bruyn (de) Lambert, 13, 27. Matthijs 399.

Bruynsrav (van) Peter, 410.

Büelen (van) Arnt, 113, Johan, 113, Thijs, 107.

Buidels, Johan, 117.

Burch (van der) Francisc. 284.

Buser, Wedc Goswinus, 81.

Buskruid, fabr. van- 412, 438.

Butenakex, Jan, 395.

Buvdelmaecker, Peter 94.

Bylandt (van den) Otto, 116.

Bylien, Johan, 133.

Bull, Gadert, 134, Gerard, 122, Maria, 142.

i g,

m

f amp;

ffl;;

ilii-

■fii' ■■»

(til

il ■ ■

mmm

IcS- quot;

Galexberg (van) Catharina, 115.

Galenüs, Henricus, 287, 288.

Gampo (de) Hubertus, 145.

Gax.n, Willem, 418.

Gapelle, 32, 84, 94, 111, 117, 427.

Gaprara (graaf) 205.

Garisius, Jacob, 238.

Garpentarius, Petrus, 131.

Gastel Bodrigo, 59, 00, 322, 33Ü, 338, 354, 427.

Gaster (van) Ewalt, 112.

Gastro (a) Jacobus, 151, 234, 235, 242, 244, 254.

Geredolo, Alexander, 140.

Gharmans, Bruno, 402.

Glaessens, Jan, 413, Peter, 313, 330, 393, 409, 411, 420, 431.

Glant, Gerard Glemens, 449.

Gleve (van) 33

Goenckens , Maria, 433.

Golbrant, 48.

Gole, N. 159.

Gollatie (regt van-) 299.

Golligny, graaf van- 06.

Gondé, prins van- 35, 37, 38, 39, 40, 54, 57, 65, 70, 79, 158, 163, 164, 166, 167 , 168, 169, 173, 182, 185 , 187, 188 , 193, 194, 202, 212.

Gonradi, Joannes, 82.

Goolen, Johan, 377.

Coosmans, J. 22.


i'iöj? 1 jfi# ■.

-ocr page 467-

Copper, Johan, 141.

Coquiel (de) Christoffel, 115, HG.

Cortenbach (van) Herman, 132. Johan, 16, 33, 162, 216, 300, 308, 320, 356, 390, 403, Jan Willem, 7, 12, 216, 254.

Cox, Gerard, 162, 163, 165, Joannes 399, 400.

Craecken (van der) Hendrik, 90, 95, Johan, 85.

Craen, Mattheus. 126.

Crahea (a) Jacobus, 279.

Crept, J. L. 430.

Cremer, Gerard, 103.

Crequy, maarschalk van- 371.

Creusen , Andreas, 31, 379 , 386, 444.

Crevelly, 68.

Creijarts, Gerard, 86, 145, 154.

Crompvoets, Johan, 150, 153.

Grommen, Otto, 410, Ootjen, 410.

Cruchten, 7, 9, 21, 28, 167, 418. Dederik van- 89, 90, 91 , 94, 95, 96 , 98 , 99, 101, 102, 103, 108, Hen-ricus van- 82. Joannes van-Ill, 117, 119, 120.

Crücken, Hendrik, 436 , 449.

Crummel (de) Arnold, 393, Jeanne Sophie, 393 , kolonel, 16.

Cruyder, Joannes, 105.

Cruysancker, Jan Bapt. 377.

Cruytzberch (van den) Aleth

111, Nesa, 119.

Culz (de) Claude, 321, 323. Cuyck, 141. Hendrik van- 136, 138,139,142,144,146,147. Cuyckhoven, Wynand, 413. Cuypers, Willem, 404

D.

Daelen, Margaretha, 105. Daemen, Everard, 124.

Dalen (van) Leonard, 99. Dalenbroek, 21 , 260, 267,

272, 433, 434.

Dalheim, 239.

Dart (van) Loef, 87.

Deepsel (van) Abraham, 379. Dencken, Jan, 420. Dennetières, 19, 354.

Diest, 87.

Diester, Henricus, 401. Dilborn, 325.

Dilckraedt, 122, Michael van-104.

Dilsen, Henricus, 446.

Dilssen (van) H. 400.

Dingens, Johan, 233.

Dircx, Gelis, 357.

Dirichs, Immel, 283.

Dirix , Antoon Adriaan , 377 , Christoffel Jacob, 377, Filips Ferd. 406, 411, 428, 430, 449.

Dobbelsteen, baron de- 355. Dominikanen te Maastricht, 337, 338, 339, 408.


-ocr page 468-

Doon.ne (van) Marcus, 152.

Doornik, 153.

Dossery, baron de- 37, 38.

Dreijers, Joanna, 119.

Drosten, regtsbevoegdheid, 3.

Druten (van) Hendrik, 111.

Dryessen, Johan, 102.

Dryvener , Catharina, 102, Johan, 101,102,104,106,113.

Dulcken, Bernardus, 122, Ger-trudis, 89, Goswinus, 7, 34, 35, 43, G8, 78, 79, 1G4, 304, 311, 3i4, 3CG, 387, 393, 400, Hendrik van- 90, Mattheus van- 282.

Dullens, Leonard, 423.

Dursdall (van) Arndt, 112, Christoffel, 102, 106, Rabet, 89, 91, 95, 96, 97.

Dusseldorf, 312.

Duycker, Marsilius, 338.

E.

Echt, 9, 10, 85, 115, 116, 126, 151, 191, 369, 399, 429.

Efferen (van) Anna, 115.

Eoer (van den) Sander, 88.

Egeren, Réné, 194, 195, 199, 366.

Egher (van) Klaas, 115.

Egyptenaren, 318.

Egmond (van) Lodewijk, 4, 5, Sabina, 146.

Ellar (van) Otto, 111.

Elmpt, 215, 235, 237, 241,

252, 433, Daniel van- 229,

253, Hans Hendrik van- 308, Hendrik van- 253, Hubert van- 118, Johan van- 114, 115, Stephanas van- 83.

Elswucx (van) Hendrik, 111.

Engelbergh, Johannes, 107.

Ensebroick, zie Roost.

Erclents (van) Elisab. 234.

Erfmaarschalkambt, 361, 362.

Erkelens, 24, 28, 34, 35, 44, 48, 49, 50, 51, 53, 54, 73, 158, 167, 181 , 191, 206, 207 , 256, 276, 315, 317, 334, 376, 396.

Erp (van) Catharina, 237, Johan, 111, Walraven, 145, Willem, 237.

Erpel, 406.

Espières (d') Jan Bapt. 275.

Ever vel (van) C. 318.

Eyck (van) Johan, 98.

Èvcken (van der) Stijnken, 121.

Eyll (van) familie 355, Agnes, 232, Beatrix, 147, Degen-hard, 60, Johan, 240, Willem, 94.

F.

Fabri, Geurt, 153.

Farnese, Alex. 128, Ranuee, 143, 146.

Fenburg, graaf van- 35.

Filips If, 137.

Filips IV, overlijden van- 350,

351, 353, 417.


-ocr page 469-

— VII —

Ki.eminck, Calha Isabella, 387, 410.

Fostier , Jan , 76 , 77 , 180, 203, 219.

Francoys, Engelbert, 82.

Fhincken, Goddard, 123.

Füensaldana, graaf van- 67.

G.

Gaelen (vanj Olto, 115.

Gaüle(de) Balduinus, 284, 428, Ilieronira. 6.

Geestelijkheid, 12, 208.

Geestelijke jurisdictie, 219, 220,221,224,225, 227, 228.

Gelden, Hendrik, 89.

Gelder, ambt, 215, 315, 324, stad, 5, 13, 19, 28, 34, 40, 45, 50, 104, 133, 174, 176, 204, 206, 207, 245, 254, 264, 312, 315, 335, 352, 376, 414, voogdij, 21, 151, 331, 371, Joannes van-428, Johan Godfried van- 196, Marsilius van- 20, 21, 24, 26, 30, 159 , 390, Renier van- 196, 320, Rogier van-299, Hof van- 15, 27, 238, 254.

Geldoffz, Hendrik, 90.

Gemert (van) Everard, 409.

Geleen, heer van- 362.

Geloes (de) Johan Daniel, 325.

Gerards, Lucretia, 308.

Gewanthuis, 401.

Giiameren (van) 263. Gheerlinx, Peter, 111, 114, 121

Gherinx, Gregorius, 126, 132. Ghoer (van) 18, Alart, 118,

Anna 119, Gathquot; 118.

Gielis, Maria, 430.

Gild der bakkers, 140, der

kramers, 437.

Gilkens, Godfried, 128. Gladbach, 402.

Glines (de) Werner, 325. Goetse.n, Michiel, 147. Goltstein, Johan, 106, 117,

Isabella van- 441.

Gonzales, pater- 396.

Goris, Anna Maria, 399, Hendrik, 398, 405, 436. Gottignies (de) Lancelot, 436. Gracht (van der) Gedeon, 106. Graes , Hendrik, 110, Leonard, 107.

Grammate, Ido, 140.

Graus, Gerard, 239, 273, 286. Grave, 140.

Gravenweert ('s) 251. Greefraad, 53.

Greijn (van) Maria, 237. Grobbendonck, graaf van- 186. Groesbeek (van) 18.

Gronsvelt (van) Aleidis, 84. Groot (de) Margaretha, 153. Grootvelt (van) Johan, 138,

146, 147.

Groteler, Herman, 21.

Gruter , Adam, 122, Willem 122.


-ocr page 470-

— VIII —

Gruyt, Hendrik 103.

Gruyter, Willem, 97, 122.

Gruythuysen, Jan, 37.

Grunde (van den) Dederik, 8i, Goswijn , 83, Johan, 85, Thijs, 90.

Grijndts, Johannes 107.

Güldenlew, 30.

Gulik, 40, 50, 51, 54, 184, 192, 214, 270.

Gulpen fvan) 18.

Gutschoven (van) Jacob , 437.

11.

Haecken, Coenraad, 154.

Haefft, Dederik, 115.

Haeften (van) Elisab. 93.

Haen, Dederik, 120, 120, 128, Johan, 128 , Arnold de- 23, Johan der- 89, Johanna de-148, Jan Bapt. de- 390, 398

Haene (de) Willem, 98.

Haetzfelt (van) Adam, 109, 122, Sophia, 122.

Haften (van) Gonrardus 283, Frans, 280, Gielis, 280, Hans Gerard, 280, Henricus, 286.

Haghe (van den) Hendr. 106.

Hack, Joachim, 110.

Halen , 100 , 400, Peter van-119.

Halle (ab) Joseph, 408.

Haller, Wolf, 107.

Ham, 427.

Hamal (van) Cecilia, 93.

Hammercourt (van) Maria, 118.

Hanxler, Elisab., 145. Hanzeverbond, 429.

Haren (van) Claes, 90, Maria, 234.

Harff (van) Godard, 123. Hasselt, 430.

Hattert (van der) Peter, 118. Havré (de) Pierre Adrien, 325. Hayrve (van) Gadert, 105. Heeckeren (van) Evert, 111. Heel, 102.

Hees (van) Dirk, 128.

Heeze (ab) Dionisius, 385. Heinsberg, 110, 154.

Helden, 23, 87, 95, 172. Hendrix, Peter, 388. Hergraff, Michiel, 430, Elisab. de- 241 , Jan de- 238, Michiel van den- 142. Heringen, 122, 134.

Herisson (de) kolonel, 38. Herkenboscii, 98, 127.

Herlé, Willem, 234. Uertefelt (van) Hendrik, 97,

132, Steven, 127, 131. Herten, 112, 154, 229, 391. Hkrtogf.nbosch ('s) , 80 , 91 ,

92, 147, 152, 153, 208. Hessen, kardinaal van- 321,323. Heüfft, Arnold, 149, Elisab.

147, 148.

Heyden (van der) Lins, 110. Heije, Johan, 83.

Heijm, Arnoldus, 80.

Heysen, Aelken, 108, Grietken , 108, Lijsken , 108, Peter, 108.


-ocr page 471-

- IX -

Heyster, Gerard, 144.

Heze (van) Seger, 100.

Hiebsem, Ferdinand, 33.

Hillen, Dcderik, 04, Johan, 86, 88, 89, 93, 112, 118, 131, 145, Renier, 112, Dirk van-14, 15, 91, Johan van- 436, Renier van- 138.

Hillenraad, 127, 154, 155.

Himmen, 141.

Hinsbeek, 53.

Hoeff (van den) Barbara, 104.

Hoen, zie Lippe.

Hoen van Cartils, Hend., 119, Ivo, 119.

Hoenen, Trijn, 104.

Hoensbroeck (de) 8, 354, 414, Adriaan van- 10, 34, 41, 338, Arnold van- 308, 313, 319, 356, 361, 362, 363.

Hoenslair (van) Aleph, 87.

Hoerst (inder) Hendrik, 100.

Hoerugge (van) Elisab. 95.

Hoeven (van der) Gedeon, 237.

Hok, geestelijk- 317.

Hoifft, Arend, 99.

Hollander (de) Jacobus, 249.

Hollant (van) J. 15. 425.

Holthuisen (van) Aradmicli, 30, Juliana, 30, Margaretha 30, Willem, 30

HoLTMOLEN(vanj Engelbert, 145, Frans, 116, Gerard, 100, Henricus, 98, Vnllink, 85.

Hojipes, Johan, 210.

Hompesgh, Hendrik, 13-2.

Honj:e, Herman, 104.

Hoofdgeld, 19.

Horion (van) Anna, 119.

Horn (van) Jan, 91, 107.

Horpusch (van) Arnold ,144, 154.

Horst, 129 , 145, 285, 411, Gerard van- 119, Daam van der- 85, Elisabeth in der-86, 142.

Hortjialue, Johan, 84, Klaas, 84.

HosDEx(de) Gilles Charles, 325.

Hospitaal, 449, 450 , 451.

Houthem (van) Olivier, 151.

Hovines, 160.

IIuchtenbroek, weduwe 412.

Huckelhoven (van) Johan, 97, 99, 231.

Humiesters, Nicolaus, 109.

Hushaven (van) Hubrecht, 89, Willem, 112.

HuvN(van) 18, Johan van- 285, van Geleen, 157.

Huvster , Bernard, 401, 402.

Hvtfr, Jacob, 111.

I.

Indervoert, Gerard, 235.

Incenhoiff, Johan, 130.

Int.enhof, Jacob, 141.

Ingenhuyss, Johan, 118.

Ingenotis, Johan, 237.

Innocentiüs X, pans, 385.

Isembübo , graaf van- 03, 65, 08, 79, 108, 169, 171, 190, 217, 301.


-ocr page 472-

Ise.ndokx, overste luit. 9.

Isenghien, Stadh. 33, 35, 37, 41 , 44, 70, 71, 74, 30G, 316, 323, 337, 343, 350, 355, 359, 308, 381, 399.

J.

Jackers, Joost, 119.

Jacobi, Jacobus, 433, 444.

Jvgt, 201.

Janssen, Frederik, 134, Mar-garetha 428.

Jeüer (de) Johan, 262.

Jesuieten te 's Hertogenb. 147, 148, te Roermond, 152 , 235, 237 , 283, 290, 386, 400, 425.

Joesten, Peter, 123.

Jonger, Hendrik, 260.

Joris , M. 30, 51 , 52, 58 , 74, 317.

Junghen (de) baron, 438.

Jurisdictie, geestel. en wereldl. 4, 301, 303, 304, 307, 317, 324, 325, 326, 327, 345, 358.

K.

Kaix, Dirk, 101, 119, Gerard, 100, 144.

Kaldenhoff, Johan, 85.

Kangs, Elisabeth, 121.

Kannegieter, Leonard, 97.

Kanys, Gerrit, 121, Gijsbert, 121.

Kapel van St. Joris, 379.

Kapittel van den H. Geest, 98, 99, 100, 101, 103, 105, 107, 108, 109, 110, 119, 120, 125, 126 , 128, 130, 132 , 133, 134, 139, 141, 144 , 250 , 386, 387, 400, 404, 407, 411, 412.

Karel II, 351, 355, 420.

Keespenninck, Hendrik, 95.

Keizerbosch, 406.

Kellener, Hendrik, 90, 93, Goswijn, 234

Kerchem (van) Guill. 325.

Kergkhove (van) Hieroniinus , 147, Joost, 57, 58, 64, 71, 74, 389, Wijnand, 411.

Kerk van St. ChristoHel, 101, 103, 139 , 145 , 149, 152, 211, 231, 254, 320, 400, 404, 405, 408, - van den H. Geest, 339, 400, 404, 421 , Kathedrale- 400 , gereformeerde- 271.

Kermis te Roermond, 137.

Kessel , 95, land van- 3, 20, 28, 87, 159, 160, 161, 174, 215, 315, 324, 331, Gerard van- 433, Jan van- 83.

Keulen, 53, HO, 159, 174, 236.

Kindt, Hendrik, 270.

Kinschot, 19.

Kirckroede, Wijnand, 152.

Kleef, 51.

Klercx, Geurt, 123.

Klokken, 231, 275.


-ocr page 473-

— XI —

Klompemeker, Dirk, 101, 105.

Klooster van biddende orden, 315, Godsweerd- 213 , Hie-ronimus- 101, 113, 128, 133, 134 , Karlhuizer- 249, 289, 357, - der Klarissen, 431, Kruisbroeders- 118, Mariagaard- 261, Maria Wee-446,-^Minderbroeders- 103, 285, 289,. 330, Munsler-' 2^1' 193, 284, 299, Predikhee-2/3*7?j zuS, ren~ 315, Ursulinnen- 11, ƒ7 / o 33, 288^ - ^ /

, Kneepkens, Johan, 98. -^2/2 1 r Kmppinck, Jaspar, 117. . Knokken, Gabriel, 166.

Kocx, AleLta, 110.

Koenen, Jacob, 240.

Kkaicken (van der) Hendrik, 93, 96.

Kkemek, Gerard, 96.

Kretsemeker, Arnt, 90.

Kriekenbeek, 53, 159, 174, 200, 215, 324.

Kromfoet, Johan, 229.

Kueckhoven , kanonik , 151 , Petrus van- 235, 236, 237, 279.

Kulenborgh (van) Maria, 137.

Kypholt, Herman, 108.

L.

Laer, Gath3 de- 235, A. G.

van- 426.

Luck (van der) Willem, 101, 103.

Lamarsell (van) Arnold, 247. Lamboy, vrijheer van- 9, 13,

15, troepen van- 20.

Lamp, kolonel, 164, 1.70, 171. Langen (van) Hieronimus, 423. Langevelt (van) Gysbert, 139. Lapide (a) Johannes, 254. Leempctte, 317.

Leenzaken, 425, 437. Leekaerdt (van) Johan, 145. Leeuw (in den) Dirk, 116. Leeuwen, 86,119, 132, 148, 300.

, Lentholt (van) Adam, 142. Leodio (a) Leonardus, 126. Leopold I, keizer, 402. Lerman, Johan, 118, Nesa, 118. Leuth, 53.

Leuven, 326, 411.

Leuwe, Robinus, 83.

Leven (van) Dirk, 142, 149. Licenten , 15, 28, 67, 131,

135, 143, 269, 387.

Lignk (de) prins, 54, 79, 348. Lindanus , Wilhelmus, 120 , 126, 128.

Line, Henricus, 81.

Linne , 102, 112, 149, 152,

420, Frans van- 376. Linnich, 53, 54.

Linsingen (van) Ernest Frede-

rik, 377.

Lintjens, Godfried, 337, J. B.

324, 326, 337.

Lippe (van der) Barbara, 412,

Willem, 108.

Lith , 134 , Anna van- 392 ,


-ocr page 474-

— XII —

r :-r.

i

•:ii

M

Elisabeth van- 118, Joannes van- 392 , 400, 412, 427, 430, Mathijs van- 142, Theu-nis van- 118,

Littart (bosch) 352.

Lobberich, 53, 308, 397.

LocQUENGHiEN(de) Johanna, 136.

Lodewuk XIV. 371, 428.

Loe, Herman, 9, vrijheer van-60.

Loevemch (van) Elisabeth, 232.

Lom (van) Anna 122, Bernard Albert, 149, Gerard, 13, 20, 25, 26, 30, 72, 158, 162, 163, 169, 359, 389, Gerard Jacob, 377, 391, 302, Jacob, 128, 131, 132, Johan, 95,96, 101, 102, 103, 111, 113,115,120, 129, Mathis, 147, Mechtildis, 102, Peter, 449, Willem, 95.

Lotharingen, hertog van- 16, 52 , 314, 315, regimenten van den- H, 12, 15, 20, 52.

Luik, 51. 82, 241, 272,402, 405, 429.

Luttert (van) Johan, 117.

Lijnden (van) Alianora , 134, Anna, 141, baron- 349, Walraven van der- 117.

M.

Maas, (de), 372, veerpont op de- 7, 403.

Maasbracht, 112, 126.

Maasniel, 83, 97, 106, 111, 114, 120, 121 , 142, 149, 272, 391, 400.

|i

;iïf fv

$mm ||

99

ï §

SMJI l:l

i

'1 ■ m

i

lil

m

ll

fïl

I

ii Wi ISi*

Maastricht, 9, 13, 25, 27, 383, 424, 433.

Maen, N. 18, 31, 52, 53, 59, 68 , 240 , 280 , Theodoras, 446.

Maesen (van der) Gebel, 111.

Maeseyck, 29, 405, 429, 430, 443.

Maeskens, Maes, 236.

Maessen , Gerhard , 132, Jan, 413.

Magistraat , perpetuiteit van den- 13, 15, 20, 345, 379, 380, 394, 403.

Magny (du) 194, 195, 321, 323.

Malineus, 27.

Maltha, orde van- 321.

Manen, Christiaan, 338, 415.

Mansaw, 173.

Mansfelt (van) Peter Ernst, 107.

Marchin (de-) 35, 166, 198.

Marktschip, 13, 27.

Marnix (van) Johan, 118.

Maroen, Elisabeth, 377, Hendrik, 30, 428, Mathijs, 123, 128, Theresia, 377.

Marselbroick , Lambert, 132.

Max. Hendr. bisschop van Luik, 331, 402.

Mediannaten, regt van- 394.

Meer (de) Gerardus, 120.

Meerssen (van) Dirk, 110.

Meertz, Johan, 100.

Megen (van) Hieronimus, 126.


-ocr page 475-

— XIII —

Meissexborgh (van)Godard, 120.

Melart, Guilieliiius, 1M.

Melr;k, 21, 82, 08, 101, 12i, 150, 230.

Meo, Ant. 427.

Merkels, Tilman, 88.

Mekem, 220, 272, 391.

Merode, (de) Agatha, 130, Agnes, 285, Willem, 137, IJsbrand, 137.

Merwick (van) Jasper, 110.

Meuters, Albert, 448.

Meuwen (van)430, Gerard, 405.

Meijer, Laurens, 234.

Michel, J. B. 319, 322, 324, 344, 354, 420, 442.

Michiel, fort S', 442.

Middelaar, 147, 215, 321, 322, 306.

Middelmans, Agnes, 144.

Mierlo, 88, Ida van- 130, 141, Mathijs van- 139, 141.

Millen, 26, 107.

Mirlair (van) Roelof, 108.

Mokits, Willem, 149.

Momheech (van) Johan, 24,150.

Moiiboir van 't liof, 15, 19.

Mome, Willem, 81.

Monbecq (de) markies, 447.

Monte (de) Peter Bertrandus, 270.

Montfort, 133,140,312, ambt-21, 24, 28, 84, 112, 115, 132, 178, 181, 215, 315, 324, 380, 393, slot- 32, 390.

Müok, 13, 27.

Mottet, Egidius, 328.

Muehens, Johan, 241.

Miiers, Peter, 112.

Mulbracht (van) Godard, 284. Munnichuvsen (van) Maria, 229. Munster, vredestraktaat van- 32. Munt van Roerm., 285,381,410. Muntz, Meert, IOC).

Muntzaken, 24, 50, 60, 210.

213, 402, 447.

Munweg, 250, 418.

N.

Namen, Staten van- 350, 420. Nassau, graaf van- 41, 63, 68, 70, 301, - Sarbruck, 160, 171, - Salzburg, 70. Nativité (de la) Agnes, 288. Navagne, fort, 276, 447, 448. Necken (van der) Herman, 84. Nederasselt, 146.

Nederhoven (van) Anna, 125,

Godard, 05, 00. Nederweert, 98.

Neelex, Catharina, 90.

Neer (van) Aleth, 111. Nerpraedt (van) Godard, 30. Nesselraedt (van) Filips Willem, 375.

Neutken, Arnold, 83, 85, 80,

90, 91, 03, 04. Nieuwenbroek, huis, 201. Nieuwkerk, 117, 343.

Nieuwst ad, 9,10, 18, 24, 312. Nobis, Willem, 111.

Nuiniiem (van) Jan, 140, 380. Nuis, 123.


-ocr page 476-

XIV

li

Nijmegen, 13, 371, 417, kwartier van- 10, 400'

0.

Obbicht, -441.

Odiliënberg, 30, 40, 73, 80, 101, 108, 118, 124, 150, 178, 232, 202, 263, 270, 420, 444, 447.

Oederade (van) Gerard, 85.

Oems, Wolter, 01.

Oeveren (van) Jacobus, 302, 427, 446.

üeijen (van) Wijnand, 142.

Ohe en Laak, 32, 315, 420.

oldtman, Udo, 30.

Oist (van) Willem, 0.

Oliemeulen, Frederik, 227.

Olimart, A. 263.

Ommeren (van) Dirk, 251, 256.

Onraadspenningen, 8, 308,300, 336, 343, 346, 373.

Ool, 220, 272, 391.

Ooms, Henricus, 278.

Oort, Elias, 227, 313.

Oostrum, 130.

Oranje (prins van-) Frederik Hendrik, 5, 243, 244, 303, Willem III, 32.

Ordenez (d') Jean 347.

Osen, 102, 404, Dirk van- 00, Hendrik van- 88.

Ossery, baron d'- 173.

Otenrade (de) Conrardus, 82.

Otten, Dirk, 409.

Overasselt, 138j/'^6/ /yy.

v|

ijl

li ■..quot;■-J

'11 5f,

,f ■

lii

i

Overduck, Helena, 392.

Oeveren, 113.

Ovehheyt (van) Johan, 114.

Oijen (van) Willem, 385.

1gt;.

Paarlo, 30.

Pagens, Oetgen, 121.

Pape, Wed., 81.

Paülssen, Peter, 413.

Peer (de) Johannes, 02.

Pellifex, Willem, 81.

Pelser, Godart, 06, 101.

Penitenten, 421, 422.

Perduyn, Gislenus, 446.

Pestziekte, 250, te Nijmegen, 417.

Pesters, Umrael, 119.

Petersbeck (van) Joris, 104.

Planenn, Guillielmus, 109.

Plassche (van den), 431.

Platvoet, Hubertus, 120.

Pleumss, Arnold, 241, Cathquot;, 241.

Ploenes, Peter, 108.

Poll (van den) Herbert, 106.

Pollart, A., 430, Arnt, 112, Frans 71, 215, 326, 344, 384, 389, 390, 398, 400, 400, 421, Johan, 88, Mar-garetha, 129.

Polliüs, Petrus, 230, 231, 232, 233, 234, 236, 237.

Portiers, overste, 273.

Portmans, Hein, 90, Laurens, 140.


aBi

amp;

-ocr page 477-

Posïerholt, 73, 105,11quot;2, 132,

202, 263, -i07, 447. Pratanüs, Franciscus, 242,

243, 262.

Predikiieeren te Maastricht, 383.

Pree (du) Caspar, 428. Prinsenhof te Roermond, 32, 35, 42.

Privilegie de non evoeando, 303. Proost, 317.

Provens (de) Josef, 377, Louis, 450.

Prüvmen, Nesa, 98.

Puill, Jan, 122.

Puster, Thijs, 90.

Put (aan den) Rein, 131. Püteanus, Martinus, 406, Mat-

theus, 246.

Puth (van den) Johan, 118. Püvtlinck, Maria, 155, Theo-dorus de- 405, Wed- 148. Pull, Lambreeht, 90, 92. Pytters, Aleidis, 104.

Q.

Qüat, 244.

Qüicquen, Andries, 234.

Quint, Jan, 9.

R.

Raad Costumier, 20, 27. raadsverwanten, 393, 395. Raesfelt (van) Hendrik, 340. Ramecker, Korst, 123.

Randenraetii (van) Cornelis, 273, Willem, 233, 400.

Rantwijck (van), 2i-3, 244, 264, 271, 281.

Ratingiien (van) Rruno, 103.

Rauwertz, Jan, 397.

Raven al (de) overste, 163,198.

Raville (de) 260.

Realt, Jan, 120, 121.

Refflinckhausen (van) Adam, 122.

Reidt, 116.

Rekenkamer, 33.

Rfi'KENS, Dederik, 115.

Reuten, Mechtildis, 240.

Reuter (de) Wilhelma, 132.

Revisie (groote) 15.

Rev (van) Gerard, 89, 90, 91, Johan, 93.

Revd (van) Elisabeth, 102.

Revpkexs, Johan, 401.

Rheingraeff, F., 25.

Rhoe van Opsmnich, Dirk, 118.

Ribaucourt (de) 8, 23, 289, Wed- 378.

Rigkel, 389.

Risbourg, markies van- 343.

Robiano (de) R., 304.

Rochefort (van) 37, 38, 55.

Rogroy, 166.

Roderburg (de) Goswinus, 82.

Roemers, Libert, 117.

Roermond, 5, 9, 13, 14, 15, 20, 30, 34, 38, 45, 59, 61, 315, 320, 345, 376, 379, 380, 403, 426, 429, 431, .446.


-ocr page 478-

- XVI -

Roermond's huis le Keulen, 3, HO, 132, 143, 240, 384, 400, 401, 405, 406, 409.

Roeul (van) 198.

Roffart, Dederik, 95, 98, 99.

Romkm (de) Jan, 142, 384, Jasper, 384, Pieter, 1G, 20, 25, 30.

Roosmalen, 86.

Roost, Dederik, 237.

Roosteren, 112, 178, 218.

Rossi;m (van) Martina, 123.

Rouwe (de) Nay, 140.

Rouwenoort (van den) Hendrik, 397.

Roy (le) 331.

Royen, Peter, 150.

Rue (de ia) 420.

Ruyteu, Frans, 232, Stcplianus, 232.

Ryckenrov (van) Jan, 145, 151, 236.

Rijnberk, 248, 257.

Ri.indeman (de) Petrus, 105.

S.

Saenen (van) Jacob, 301.

Salm, prins van- 361, 363, 365, 366.

Sambeek, 106.

Sandt (van den) Jan, 421.

Sautorèus, Anlonius, 411.

Scaffaerts, Godard, 83.

Schaesberg (van) Wolfgang Willem, 59.

Schaffers, Hendrik, 449.

Scuawbergh, Antoon, 384.

Scheiffart van Merode, Johan, 97.

Schelberg (van) G., 29, 35, 157, 201, 306.

Schellart van Obbendorp, barones, 349, Daem 125, Johan, 84, Johan Vincent, 159, 161, 350, 387, Ursula, 33, Vincent, 308, 315, 344.

Scbenck, Conrard, 6.

Schenck van Nydeggen, Arnold, 14, 15, 30, Caspar, 320, 338, 342, Christoflel, 215, 330, 345, 385, 429, 448, Dederik, 72, 158, Gerard, 150, 232, Hendrik 29, Otto Willem 18, 324.

Schenkenschans, 251,253,262.

Schepenen, benoeming van-381.

Scheijven, Ruth, 377, 378,383.

Schienck, Gerard, 95.

SciiiNüELius, Chrisliaan, 86.

Schommairtz, Dederik, 107.

Schoolreglement, 407.

Schrijver, Joannes, 99.

Schuerkens, Hein, 105.

Scotten, Hendrik, 99.

Scltten, Henrica, 105.

Segers, Johan, 141, 113, -van Loon, Elisab. 399.

Sellenorüe (van den) Hendrik, 84.

Seminarie, 238, 420.

Semont (van) Johan Bertram, 223.

Senthen, Mewis, 118.


-ocr page 479-

— XVII —

Sevexheym (van) Johannes, 82.

Seven™, 22, 141, 240, 241.

Severins, Mathijs, 90,112,113.

Sfendrati, markies, 29.

Siceram, Louis Vincent, 308, Louisa, 308, 325.

Sierstorf, Joannes Francken, 408.

Simon, Josef Ignatius, 442, Phi-lippus, 284, Remaclus, 275.

Sittard, 26, 288, 385.

Slaqrers, Willem, 95.

Sluijsken, 5, Willem, 257.

Smackers, Godfried, 390.

Smiets, Dederik, 394, Leonard, 9G, 101.

Smitsbourg, kolonel, 369.

Smitsen (van der) A., 400, 412, 425.

Smijtzijng, Klaas, 104.

Sousmeker. Johan, 381.

Solms, graaf van- 146.

Someren, ritmeester, 245.

Soutelande (van) Gerard, 387, 440.

Si'ee, 41, Anna, 142, Catharina, 394, Elisabeth, 382, Johan, 16, 41, 282, Karel, 30, Nicolaas, 121,123,142,149, 154, 229, Rutger, 111, Hat-tard van- 86, 142.

Speeden, Johanna, 88.

Spenray, Antoon, 326.

Spietz, Maria, 134.

Squaede, Wilhelmus, 120.

Stadhouderswoning le Roerin., 346, 348, 349, 356, 357.

Stael, Harthwart, 30.

Stalbergen (van) Adam, 134, Caspar, 118, Johan, 134.

Stalins, J. B., 304, 317.

Stamheim (van) Elisabeth, 114.

Steen (van den) Johannes, 229, 232.

Steenbergen (van) J. B., 358.

Stein, 88, Godfried van- 286.

Steinbitser, Dirk, 88.

Steinkerken, 105.

Steinman, Joannes, 406.

Stepraedt (van) Renier, 184.

Sterck, Hartgens, 409.

Stevensweert, 10, 29, 32, 110, 276, 315, 407, 429, 442 , 447.

Stralen, 5, 14, 15, 16, 28, 34, 35, 36, 37, 38, 40, 55, 159, 174, 191, 206, 207, 215, 226, 257, 315, 376, 393, drostambt, 300, 315, 320.

Stra^gen, Jacob, 127.

Straven, Gielis, 455.

Stravius, Richardus Paulas, 290.

Strulli, Albertus, 143, 146.

Studiebeurzen te Leuven, 326.

Stycker, Johan, 411.

Stuns, Johan, 103.

Superplus, 282, 404, 431, 434.

Surius, Bernardinus, 327, 343.

Suze, graaf de la- 66, 166, 168, 173, 198.

Swaeck, Ida, 399.

Swalemberg (van) Evert, 126, 127.


-ocr page 480-

— XVIII —

Swalme.n, 122, 123, 125, 127, 128, 133, 144, 150, 154, 215, 230, 232, 262, 203, 312, 324, 385, 404, 448.

Swamen (van) Maria, 440.

Sweyns, Gerard, 279.

Swinnen, Hendrik, 87.

Swolden, Jacob, 317.

Swolgen, 22, 104, Joannes van- 3.

Sygeri, Henricus, 81.

T.

Tefelen (van) Adam, 91.

Tegelen, 10G.

Thome, Godefried, 82.

Thorn, 9, 152, Henricus van-420.

Thijs, Hendrik, 85.

Tiechelen (van) Renier, 92.

Tieff (de) N. F., 428.

Tielen, Margaretha, 126.

Tienmannen, 440.

Tilmans, Johan, 433.

Tol te Batenburg, 154, te Bommel, 246, te Eysden, 247, Hansummer- 432, te Herwarden, 154, te Lith, 424, 435, te Lithoyen, 424, te Lobede, 246, Meursche- 146, 154, te Middelaar, 432, 435, te Nijmegen, 246, te Raven-stein, 416, te Tiel, 146, 246, te Urmond, 416, op de Maas, 410.

Tolleners, Hugo, 105.

Tooverij, 148.

Traisignyes, kapitein, 205. Trieght (van) Dirk, 400. Trippemeker, Reinken, 92. Truijen, Peter, 122.

Tulden (van) Jan Bapt., 278. Turken, subsidie ter bestrijding

der- 329, 330, 331, 332. Turnich (van) 26.

Turstede, 209.

Tyertev, Johan, 90.

U.

Utrecht, 139, 141.

Uwens, Fenneken, 121.

V.

Vaegts, Agues, 231.

Vaetz, Ruth, 111. Valkenborch, Frederik, 113. Valkenburg, land van- 32,

Pieter van- 238.

Varodz (de) Charles, 393,

Jacques Simon, 393. Vaudemont (van) prins, 445. Veerpont op de Maas, 7.

Vehh (de) Francisca, 382, 398, Velde (van de) Hubrecht, 104, 106, 107, Jean, 382, Marlijn. 149, 377.

Velden, 321.

Velrad (van) Gonrad, 142. Venlo, 5, 6, 13, 15, 19, 20, 31, 34, 35, 38, 45, 87, 95, 99, 103, 128, 131, 133,


-ocr page 481-

— XIX —

134, 135, 140, 142, 143, 144, 150, 206, 207, 220, 245, 250, 254, 257, 262, 266, 277, 280, 315, 345, 371, 376, 379, 380, 384, 387, 390, 394, 395, 397, 403, 412, 413, 426, 428, 431, 434, 439, 447. Venrau, 17, 41, 47, 136, 331. Verckkn, Dederik, 101, Tilraan,

82, 83.

Verdugo, Don Juan, 245. Verhaegh, Johan, 154. Verheggen, Geding, 406. Verheijden, Johan, 121. Verlinden, Johannes, 229. Vermaesen, Lambert, 407. Vernich (van) Margaretha, 95,

96, 103.

Vernum, 21.

Versseveldt, Johannes, 236, 237.

Verstiegen, Johan, 118. Viersex, 24.

Vilstorff, George, 116. Vilvoorden, archief te- 350. ViNcii, Gerard, 409, Johan, 119,

Matthias, 108, 110. Vlasraed, huis, 397.

Vlodrop, 21, 73, 84, 103, 105, 109, 112, 115, 132, 262, 263, 287, 447, huis te- 439, laathank te- 410, Agnes van- 84, Gerard van-93, 94, 97,114, Godard van-

83, Jan van- 97, 132, 138, 143, 145, Lucia van • 140,

Lutter van- 132, Margaretha van- 132, Willem van- 93, 97, 112.

Vogel, Conrard, 433.

Vogels, Matthias, 404, 1'erc-grinus, 148, 411, 421.

Vogelsanck (van) Maria, 142.

Voogdij vanRoerra.,33,93,138.

Vorst (van) Johan, 144.

Vorsterman, Renier, 80.

Vorstermans, Elisabeth, 131.

Vrimersüm (de) Elisab., 115, 116, Willem, 95, 115, 110.

Vroenbroek, 88.

Vrouwenbroeder, 440.

W.

Waag (prinsen-) 422.

Wachtendoxck, 28, 73, 157, 105, 100, 173, 181, 240, 391, Arnold van- 40, Renier van- 92.

Walbeek, 2, 14, 15, 321.

Walüniel, 116.

Waldvucht, 107.

Walrijck, priorij van Sl- 138, 146, 147.

Wankum, 100.

Warrenberg, zie Erp.

Wassenberg, 7, 21, 109, 114, 123, 125, 414, 418, 434.

Weert, 55, 87, 98, 100, 139, 200, 207, 219, 203, 445, Johan van- 241.

Weeshuis te Roermond, 412.

Wegberg, 107, huis te- 375.


-ocr page 482-

- XX -

Well, 8, 88, 130, vrijheer-lijkheid- 321.

Wendelen, Georgius, 123.

Werimont (de) Martin, 224, 400, 404.

Wessem (van) Anna, 234, Ilel-wigis, 282, Peter, 28().

Wevers, Herman, 99.

Wetten, 200.

Wilde (de) Dederik, 88.

Wilhelmi, Joannes Gregorins, 149.

Willems, Magdalena, 234, Wil-lemina, 409.

Winckele (van de) Albert, 185, 189, 191, 192, 196, 204, 210, 212, 214, 306, 323, 350, 355, 359, 367, 308, 370, 373.

Winckens, Calharina, 153.

Winde (van) Johan, 390, 397, 400, 420.

WlNOKSBERCEN, 29.

Winterfeldt, kolonel, 08.

Withem, 18, van- 18.

Witleders, Jelis, 89.

Wittenhorst (van) 340, Jolian, 15, Walram, 145, Willem Vincent, 213, 350.

Woestingh, Dirk, 436.

Wolffs, Jacob, 104.

Wolters of Wouters, Peter, 279, 281, 381.

Woumans, Heineman, 104.

Wouwere (van de) 210.

Wuvt (van) Gerrit, 107.

Wychen (van) Dirk, 113, Wal-

/ raven, 113.

Wijenhorst (van) 32, Arnold, 14, Christiaan, 84, Digna, 117, Hendrik, 85, 94, 111, Johan, 85, 94, Willem, 85, Ursula, 118, 119.

Wijers, Jean Nicolas, 371.

Wliflet (van) Adriaan, 153, Berthout, 117, Cornelis 117, Elisabeth, 117.

Wiikersloot (de) Arnold, 399.

Wulich (van) Johan, 211.

Wijpert (de) Herman, 4.

Wytmeker, Hendrik, 100.

IJ.

IJennes (de) markies, 210.

UiMPEL (van der) Elisabeth, 100, Willem, 88.

IJve (d') Frans Filips, 325.

Z.

Zant (op 't) llein, 89.

Zegers, Goen, 90.

Zelis, Arnt, 101.

Ziekte, besmettelijke- te Pioerm., 422, 423, 424, 430, 433.

Zinderen, 141.

Zittart (van) Willem, 103.

Zous, Nicolaas, 153.

Zuchtelen (van) Dirk, 96, 98, 105.

Zuyrs, Johannes, 125.

Zweden, koningin van- (Christina) 44.

Zijll (van) Hendrik, 139.

Zijpe (van) 317.


-ocr page 483-

ERRATA.

Squot; Stuk.

Bladz. 35 reg. 9 v. b. staat Valkenberg, lees : Valkenburg.

tt

72

)gt;

14

V.

b.

»

29 Febr.

»

Febr.

tt

74

»

18

V.

b.

»

Neubourg

»

Neuburg.

»

8-2

»

15

V.

b.

»

van het jaar 1641, lees : in het jaar 1641

ingevoerd.

»

105

»

25

V.

b.

»

het licentregt, lees: te water en het

licentregt.

I)

125

»

7

V,

b.

»

1628,

» 1627.

))

»

w

8

»

van

» van het.

))

131

»

1

V.

Ü.

)gt;

des

» den.

))

155

»

1

V.

b.

»

Jul ij

» (19) Julij.

))

142

»

5

V.

0.

)gt;

vast-

» vasten-.

»

156

»

10

V.

0.

»

verbiedende

» gebiedende.

))

180

»

15

V.

b.

)gt;

inwoners

i) bewoners.

))

201

»

1

V.

0.

»

Innocentius

lil

» Innocentius IV.

))

216

»

16

V.

b.

»

schenken

» schenkt.

220

w

14

V.

b.

i)

slaan

» staan tijdelijk.

))

255

»

11

V.

0.

»

waarborgt voeg bij: ten overstaan van

schepenen van Wetten.

»

»

)gt;

9

V.

0.

»

het goed lees :

zeker goed.

281

»

9

V.

0.

»

Overbetuwe

»

de Overbetuwe.

»

285

»

18

V.

b.

»

E wants

»

Ewauts te Roermond.

))

295

»

17

V.

b.

»

zijnen

»

hunnen.

»

547

»

4

V.

b.

»

in Gulik

»

in garnizoen te Gulik.

»

582

»

4

V.

b.

»

Zybrecht

»

Sibrecht.

))

»

»

6 v.

0.

»

verkoopen

voeg

bij : voor de schepenbank

van Uoermond.

»

584

»

16

V.

b.

»

H. Geest

lees

H. Geest, ten behoeve

van 't kapittel.

))

596

))

14

V.

b.

»

1451

Hól.

»

402

))

5

V.

0.

»

Alemani

»

Almuniani.

))

414

»

7

V.

b.

»

conveni

»

convent.

))

))

»

1

V.

0.

»

zijnen

»

hunnen.

))

415

5

V.

b.

»

1480

»

l-i87 (het woord Septimo

is ii

het afschrift uitgebleven).

))

421

»

5

Wassenberg, bij te voegen : en kanonik in HAH H ripp^t

-ocr page 484-

-----: -

r

I

-ocr page 485-
-ocr page 486-
-ocr page 487-
-ocr page 488-