'W v. B
EN
.'ST
UIT HET FKANSCH VEETAA.T,D
DOOR T.T.S
^.:^0 Met KërkBlijkc Goedkeuring.
ZWOLLE,
P. J. VAN SPIJK.
1 8 7 3.
,:T
Kaalte, c- i:'as'
13 October 1872. Libr- 0611
'tis POUR waarheid, welke tegenwoordig dagelijks schitterend wordt bewezen, dat even als de vereering van het allerheiligst Hart van Jesus, in tijden van verdrukking en vervolging der Kerk, ook de vereering van onze hemelsche Moeder, de Onbevlekte Maagd Maria, levend is en toeneemt. Tegenwoordig geeft juist die vereering van des Heeren Moeder een krach-tigen en heilbrengenden stoot aan de herleving van het ongelukkig Frankrijk. — Lourdes met zijne verschijningen aan' Bernadette, met zijn heilige tot bidden stemmende grot en prachtig kerkgebouw, Lourdes met zijne wonderen zweeft thans op de lippen van een ieder, van ongeloovigen, om Maria te lasteren en te bespotten — van Katholieken om Haar de verhevene Onbevlekte, te prijzen en lof te' zingen.
Zoowel zij, die als pelgrims daarheen trekken als zij, die te huis gedwongen zijn hun lichamelijk ot geestelijk lijden te verduren, willen hulp en genezing uit die bron, welke binnen weinige jaren getuige was van ontelbare mirakelen.
Ook hier te lande wenscht en vraagt men allerwege naar het water uit die bron, om onder vurige gebeden zich door Maria's hulpe en voorspraak genezing te verwerven.
Om te gemoet te komen aan dat waarlijk godsdienstig streven, hebben wij dit werkje 'in het licht gegeven, waarin eene novene en eénige andere gebeden zijn gerangschik t ten gebruike der ggloovigen. die het heilig water van Lour-
des hebben en gebruiken. Wij hebben bij die eebeden, waarvan er eenigen door jgt;lons. den Bisschop van Tarbes zijn goedgekeurd eemge wonderen naar het oorspronkelyk Fransch verhaald, om zoo mogelijk het vertrouwen dei biddende geloovigen op te wekken en te verin oovderen. , n i • ^ „ Evenwel moeten wij hier de verklaring atleg-
gen om tegehoorzamen nuu do clopreten van rjaus
Urbanus VUI en van de H. Inquisitie, dat, wanneer we van wonderen spreken, wij het oordeel der H. Kerk niet willen vooruitloopen en wii dat woord ook niet anders gebruiken, dan in' den zin, der katholieke schrijvers, welke over die stot' gehandeld hebben; ook eischen wij niet, dat aan onze verhalen eenig ander dan natuuiiijk en menschelijk geloot' gehecht worde. Evenwel ontveinzen wij niet, dat de volgende woorden, door den II. \flder, luis IX gesproken, opzichtens de feiten die wij^ behandelen, ons bemoedigen: //Q.uae per mil a potentias ac benignitatis suffi s i g na undiqne frequentissime advenas accersit.quot; „vvelke cloo' de bewonderenswaardige teekenen harer macht en goedheid zeer vaak van heinde en vene komenden tot zich trekt.quot;
TER EEKE VAN
Het gebruik der Novenen is zeer oud in de H. Kerk, en eene der nuttigste oefeningen van Gódsvruclit jegens de Heiligen, wier liulpe men wil afsmeeken.
De oefeningen eener Novene zijn ten allen tijde goed, maar er wordt meer bijzonder gebruik van gemaakt als men zicb tot eene meer gewichtige handeling voorbereidt, zooals de eerste H. Communie, de intrede in een klooster, het aangaan van een huwelijk, enz. als men van God eere bijzondere gunst wil erlangen voor zich of voor iemand der zijnen, b. v, den gelukkigen uitslag eener reis,
eener ziekte, een er onderneming; als men eene openbare ramp, eene lands-ziekte, eeneu oorlog, de rampspoeden der Kerk wil afwenden, enz. Eene Novene ter eere Onzer L. Vrouw van Lourdes zou vooral eene uitmuntende voorbereiding zijn voor eene bedevaart, welke men naar de wondervolle grot wilde ondernemen.
Om deze Novene op eene waardige wijze te houden, zoude bet passen:
1°. Gedurende dien tijd zijn geweten te zuiveren en zich ver van alle doodzonde te houden, een meer geregeld levon te leiden en met meerder ijver zijne gebeden te verrichten;
2°. De H. Mis te hooren, zoo niet alle dagen, dan toch den eersten en laat-sten dag, zich bedienende van de bijzondere wijze, op blz. 13 aangegeven. Nog beter zou het zijn eene H. Mis ter eere der H. Maagd te laten lezen, als men dat zoude kunnen;
3°. Een goed werk te doen en zich eenige ontbering of zelfs eeuige vaste met dezelfde meening op te leggen;
4°. Te biechten en zich voor ts bereiden tol, het waardig ontvangen der H. Communie op den dag der sluiting.
(
5° Oplettend de oefening- te lezen welke hier achter voor iederen dag staat aangewezen;
0° Eiken dag eenige droppelen van het water der grot te Lourdes te drinken, als men zich dat gemakkelijk kan verschaffen;
7° Van tijd tot tijd gedurende den dag het schietgebed te herhalen : Ome Lieve V^ouw van Lourden, hid voor ons.
De volgende gebeden zijn zeer dienstig bij cle Novene.
BEK
Onbevlekte Onlvangenis iler II. Maaijd.
Heer, ontferm U onzer.
Jesns Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm ü onzer.
Jesus Christus, hoor ons.
Jesns Christus, verhoor ons.
Hemelsche Vader, die God zijt, heb medelijden met ons.
God de Zoon Verlosser de wereld, heb
medelijden met ons.
Heilig, Geest die God zijt, heb medelijden met ons.
Heilige Drievuldigheid, die één God zijt, heb medelijden met ons.
Heilige Maagd, Onbevlekt onder alle Maagden, bid voor ons.
Onbevlekte Maagd in uwe Ontvangenis, bid voor ons.
Onbevlekte Dochter van God den Vader, bid voor ons.
Onbevlekte Moeder van God den Zoon, bid voor ons.
Onbevlekte Bruid van den Heiligen Geest, bid voor ons.
Onbevlekte Tempel der Allerheiligste Drievuldigheid, bid voor ons.
Onbevlekt Beeld der wijsheid Gods, bid voor ons.
Onbevlekte Dageraad der Zon der Gerechtigheid, bid voor ons.
Onbevlekte Arke, waarin Jesus Christus gerust heeft, bid voor ons.
Onbevlekte Spruit van Davids stam, bid voor ons.
Onbevlekte Weg, die naar Jesus leidt, bid voor ons.
Onbevlekte Maagd, die over de erfzonde hebt gezegepraald, bid voor ons.
Onbevlekte Maagd, die den kop van het serpent hebt verplet, bid voor ons.
9
Onbevlekte Koningin des hemels en
der aarde, bid voor ons.
Onbevlekte Poort van het hemelsch Jerusalem, bid voor ons.
Onbevlekte Uitdeelster der genade Gods, bid voor ons.
Onbevlekte Sterre der Zee, bid voor ons.
Onbevlekte en allersterkste Toren der strijdende Kerk, bid voor ons.
Onbevlekte Roos onder de doornen, bid voor ons.
Onbevlekt Voorbeeld van alle volmaaktheden, bid voor ons.
Onbevlekte Bron der Goddelijke Liefde, bid voor ons.
Onbevlekt en zeker Teeken der Zaligheid. bid voor ons.
Onbevlekt Richtsnoer der volmaakte gehoorzaamheid, bid voor ons.
Onbevlekte Woonplaats der eerbaarheid en der kuischheid, bid voor ons.
Onbevlekt Licht der Engelen, bid voor ons.
Onbevlekte Kroon der Aartsvaders, bid voor ons.
Onbevlekte Glorie der Profeten, bid voor ons.
Onbevlekte Kracht der Martelaren, bid voor ons.
Onbevlekte Zuiverheid der Maagden, bid voor ous.
Onbevlekte Vreugde der op ü hopenden,
bid voor ons.
Onbevlekte Voorspreekster der Zondaars,
bid voor ons.
Onbevlekte Krijgslieldiune, Schrik der
ketters, bid voor ons.
Lam Gods, dat de zonden der wereld
wegneemt, vergeef ons, o Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld
wegneemt, verhoor ons, o Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, heb medelijden met ons, o Heer.
v. Bid voor ons, Onbevlekte Maagd. ]gt;. Opdat wij waardig worden de beloften van Jesus Christus.
O God, die door de Onbevlekte Ontvangenis der H. Maagd Maria voor uwen Goddelijken Zoon eene Hem waardige woonplaats bereid hebt, wij smeeken U, laat ons ü, in groote zuiverheid genaken, door de tusschenkomst van Haar, welke Gij voor alle smet bewaard hebt, dooi op Haar vooraf toe te passen de verdiensten des doods van dezen zeilden
11
Jesus Christus onzen Zaligmaker, die niet U leeft en laeerscht in de eenheid van den H. Geest in alle eeuwen dei-eeuwen. Amen.
O Onbevlekte Maagd, die, door Uwe allerhoogste waardigheid van Moeder Gods, verdiend hebt, van de eerste stonde uwer ontvangenis, eene volmaakte heiligheid te bezitten, en de zonde, alle oogenblikkenuwslevens, te vluchten,verkrijg ons, door uwe almogende voorspraak, de genade van ten allen tijd het kwaad te overwinnen en het goed te doen; opdat wij met een oneindigen schat van verdiensten verrekt, na de balling-schap dezer aarde, met ü mogen vereenigd zijn in den Hemel. Door onzen Heer Jesus Christus, die leelt en heerscht met den H. Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Dat de zielen der afgestorvene ge-loovigen iu vrede rusten! Amen.
Gedenk, O genadevolste Maagd Maria, dat men nooit heeft hooren zeggen, dat iemand die zijne toevlucht
tot uwe bescherming genomen, uwe gesmeekt en uwe voorspraak Slid heeft, verWe. is geworden. Bezield door een dusdani0
Moeder! loop Jt . ..„ ij.a.ts
■u'; ij een zondaar die ik ben, ]
des VVoords, wil mijne gebeden m
versmaden maar boor ze gunstig aan,
en gewaardig U dezelve te verhooien.
Amen.
Wees gegroet, Koningin, Moeder der barmhartigheid; ons leven, onze troost
en onze hoop, wees gegroc . . ,
Tot u roepen wij, ballingen, kinderen
^Tot'u zuchten wij, kermende en wee-
nende in dit dal der wanen
Welaan dan, onze middelaies, koer mve barmhartige oogen tot ons.
En toon ons na deze ballmgschap Jesus, de gezegende vrucht uws
^O^genadige, o meêdoogende, o geheide
quot;^EwtoroBS, heilige MoederGods.
1 0 IO
E. Opdat wi j der beloften van Christus waardig worden.
Almachtige, eeuwige God, die, door de medewerking van den heiligen Geest, het lichaam en de ziel der roemwaardige Maagd en Moeder Maria, tot een e waardige woonplaats van uwen Zoon bereid hebt, geef, dat wij, die ons in hare gedachtenis verblijden, door hare genadige voorspraak van alle aanstaande kwaad en van den eeuwigen dood bevrijd worden. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.
(Door B. S. bisschop van Tarbes met 40 dagen afl. verrijkt.)
O Onbevlekte Maagd, Moeder van barmhartigheid, heil der zieken, toevlucht der zondaren, troosteresse der bedroefden. Gij kent mijne behoeften, mijne pijnen en kwellingen; gewaardig ü eenen gnn-stigen blik op mij te werpen. Gij hebt, door het verschijnen in deze grot, gewild, dat het een bevoorrechte plaats zoude worden, van waar gij uwe gunsten verspreiden zoudet, en reeds vele ongeluk-
14
kigen hebben er het geneesmiddel voor hunne ziels- en lichaamskwalen gevonden. Ik kom vol vertrouwen uwe moederlijke gunsten afsmeeken; verhoor, o teedere Moeder, mijn ootmoedig gebed: en overladen van uwe weldaden zal ik mij inspannen om uwe deugden na te volgen, om eens deelachtig te worden aan uwe glorie. Amen.
Driemaal het Wees gegroet en achter ieder te herhalen : Onze Lieve Vrouw van Lourdes bid voor ons.
TOT
ONZE LIEVE TROl W VA\ LOURDES.
Wees gegroet, o zuiverste Maagd, die geheel schitterend van licht, van zoetheid en schoonheid, U gewaardigd hebt tot achttienmaal toe, in de grot van Lourdes te verschijnen en tot het nederige en eenvoudige kind. hetwelk Tj in geestvervoering aanstaarde, te zeggen:
Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis.
Wees geloofd om de buitengewone genaden, welke Gij onophoudelijk op deze plaats verspreidt.
15
Door uw moederlijk hart, o Maria, en om de glorie welke U de Heilige Kerk toegekend heeft, bezweren wij U, voor den Heiligen Vader en yoor Frankrijk te bidden, en de hoop op den vrede, welke de afkondiging van het leerstuk uwer Onbevlekte Ontvangenis heeft doen geboren worden, in vervulling te doen gaan.
GEBEDEN BIJ HET HOOREN DER HEILIGE M!S
TER EERE DER
ALLERHEILIGSTE MAAGD gedurende de dagen der \ovene.
Om ü, o mijn God, mijne smeekingen gedurende deze Novene des te aangenamer te maken, en met des te beter gevolg in uwe inzichten, mij betreffende, onder het aanbiddelijk offer dat gaat opgedragen worden, te treden, vereenig ik mij met de Allerheiligste Maagd, toen zij, bij het bloedige offer op Calvarië tegenwoordig, zoo volkomen met Jesus smarten zich vereenigde. Gewaardig U, o mijn God. ons door de kracht van dit
verheven Offer de genade te schenken, U uit geheel ons hart te beminnen, en U getrouw gedurende onze overige levensdagen te dienen. Gewaardig U ook U te ontfermen over de zielen des vagevuurs, en over allen, waarin wij belang stellen.
De Priester gaat het Altaar op.
O Mijn God, gewaardig U, om de verdiensten van Jesus Christus, die op het altaar gaat opgeofferd_ worden en door de voorspraak van Maria Onbevlekt. mii de genade te verleenen, meer en meer in deugden te groeien en tot de heiligheid te geraken welke mijnen slaat past.
Bij het Introïtus.
Veroorloof mij, o mijne goede entee-dere Moeder, mij met U te vereenigen, om aan de verhevene Drievuldigheid, den Vader, den Zoon en den H. Geest alle eer te geven, waartoe ik in slaat ben en met U te zeggen: eere zij den Vader, eere zij den Zoon, eere zij den H. Geest.
Bij het Kyrië Eleison.
O Maria, bid den Hemelschen Vader
17
medelijden met ons te hebben en ons te zegenen.
O Maria, bid Jesus, uwen geliefden Zoon, medelijden met ons te hebben en ons te zegenen.
O Maria, bid den H. Geest medelijden met ons te hebben en ons te zegenen.
Bij het Gloria in Excelsis.
O Maria, wat vreugde moet uw hart overstelpt hebben, toezi de engelen van het hemelsche Hof, om de geboorte van uwen Goddelijkeu Zoou te vereeren. de lucht deden weergalmen van deze be-wonderenswaardige woorden: »Glorie zi] God in den Hoogste en vrede op aarde den mensch van goeden wil!quot; 0, wij smeeken Ü, verwerf ons de genade in uwe wondervolle gemoedsstemming te treden; geef dat wij geheel ons leven, even als Gij, toewijden, om tot glorie van dien God, dien Grooten en Machtigen, te arbeiden, die op zoo vele gronden, onze hooge vereering en aanbidding verdient, Gewaardig U, 0 Maria, ons de onuitsprekelijke gunst van Zijne goedheid te verwerven. Hem alle onze levensdagen te verheerlijken, en vooral in de gelukzalige eeuwigheid!
18
Bij de Gebedeu.
Tk ■wend mij tot U, 0 Maria, Ü vurig smeekende mij onder Uwe machtige bescherming te willen nemen, en van Uwen Goddelijken Zoon de genade te willen verwerven Hem getrouw uit geheel mijn hart, met al mijne krachten, gedurende alle dagen myus levens te dienen.
Bij het Epistel.
Gij zijt het, O Maria, waarvan de H. Geest sprak, den menschen aankondigende, dat eene vrouw den kop van het serpent zoude verpletteren, namelijk, dat Zij het rijk van Satan, onzen vijand zoude verwoesten; Gij zijt de ware Eva, Moeder van alle levenden, dat is, van allen, die door hunne beantwoording aan de genade, verdienen eeuwig in den hemel te leven; Gij zijt door Esther afgebeeld, die van A ssuerir: het heil voor Israel, heeft verworven; Debora, die glansrijke overwinnigen op de vijanden van haar volk heeft behaald; Judith, die de plannen van den hoogmoedigen Holofernus verijdeld, en Israel van den ondergang gered heeft. Gij zijt de heilige Arke, de roem en het heil des
19
volks; 6i) zijt die zuivere en kuische Duif, die den olijftak der kope heeft aan-gebraclit; die Morgenster, welke de kcnist van den Bevrijder heeft aankondigd; ach! wij smeeken TT wees onze Moeder in onze ballingscli. p, onze slenn in dit tranendal; help ons alle dagen onzes levens, maar vooral in de ure van onzen dood. Amen.
Bij het Graduale.
O Maria, wat een geluk voor ons, ü tot Moeder te hebben, en op uwe goedheid en macht bij Jesus Christus uwen Zoon en onzen liefcierij ken Verlosser te kunnen vertrouwen! O, wij bezweren U, bid voor ons gedurende dit heilig Misoffer.
Bij het Evangelie.
Uwe jonge jaren, O Maria, werden doorgebracht in de overweging der Heilige Schriften, en later werd geheel uw leven gewijd aan het hooren naar de woorden des levens, welke van de lippen uws Goddelijker! Zoons vloeiden; Gij naamt ze op als de woorden der Waarheid zelve en gij kwaamt dezelve na niet eene volmaakte nauwkeurigheid. O, Goede
20
Moeder, wat heb ik Uwe voorbeelden weinig nagevolgd! Wat was mijn geloof zwak! wat was mijn gedrag tot heden toe weinig overeenstemmend met mijn geloof! Ik hooj), dat het in 't vervolg zoo niet blijven zal. ,k wil met behulp Uwer machtige tusschenkomst, het woord des Evangelies overdenken en het nemen tot richtsnoer van mijn gedrag. Ik wil Jesus Christus, mijn Zaligmaker liefhebben; ik wil Hem tot mijn toonbeeld nemen, en worden even als Hij, zachtmoedig, nederig, geduldig, liefderijk, ijverende voor Gods eer eu het heil des naasten. Ik wil mij hechten aan mijnen Goddelijken Meester, en in zijne voetstappen wandelen, want Hij is de weg, de waarheid, en het leven. 0 getrouwste Maagd, bid voor uwe kinderen, en voor mij in het bijzonder.
Bij het Credo.
Ik geloof, 0 mijn God, alle waarheden, welke Gij mij door uwe Heilige Kerk voorstelt; ik geloof, met eene diepe onderwerping van mijn verstand en hart alles, wat het Geloof mij leert aangaande de verhevenheden der roemrijke Maagd Maria. Ik geloof en belijd, dat Zij waar-
21
lijk Moeder van God is en tevens Maagd; dat Zij, ter oorzake van haar goddelijk-Moederscliap eene bijzondere vereering verdient, Haar alléén verschuldigd; ik geloof, dat Zij onbevlekt geweest is in hare ontvangenis, en seheel zuiver gedarende
O o ~
haar leven; ik geloof, dat God alléén is boven deze onvergelijkelijke Maagd, en dat alles, wat God niet is, aan Haar gebied is onderworpen; dat Zij is de Koningin der engelen en der menschen, de Meesteresse der wereld, de Uitdeelster van alle genaden, het Sieraad der H. Kerk, de Geessel der Ketters, de Schrik der duivelen. Ik geloof, dat in Haar aanwezig zijn, meer gaven, deugden en genaden, dan er ooit geschonken zijn of zullen worden, aan alle menschen samen. Ik geloof eindelijk, dat Maria is ons toonbeeld, onze glorie, onze toevlucht, onze vreugde in dit leven en onze hoop in de eeuwigheid.
Bij de offerande.
Allerheiligste en Onbevlekte Maagd tot U, de Moeder van mijnen God, de Koningin der wereld, de voorspreekster, de hoop, de schuilplaats der zondaren, neem ik mijne toevlucht; en ofschoon
22
ik de allerellendigste uwer dienaren ben, waag ik het toch ü mijne ootmoedigste hnldebewijzen te brengen, en onder Uwe machtige bescherming geheel mijne hoop en mijne zaligheid te stellen. Neem mij, o Moeder van barmhartigheid, onder het getal uwer kinderen op; en omdat Gij zooveel vermogend bij God zijt, verwerf mij de genade heilig te leven; verlaat mij niet. voordat Gij mij buiten alle gevaar gesteld en in het hemelsch vaderland hebt binnengeleid.
Ik offer mij aan U op, o Goddelijke Verlosser, die U zelve hebt opgedragen voor mij aan het Kruis. Om mijne onmacht aan te vullen, offer ik U op, al de opgetogenheden, al de verrukkingen en al de verdiensten uwer heilige Moeder. Ik offer ü op, o driemaal Heilige God ! het ofter van uwen eenigen Zoon, om U te bedanken voor de genade en d.e verhevene voorrechten, waarmede Gij Maria vereerd hebt. Ik breng ook hulde aan uwe goddelijke Majesteit voor alle trappen van glorie, waarmede Gij overheerlijk in den hemel beloond hebt uwe Welbeminde Dochter, de verhevene Bruid van den Heiligen Geest, de allerzuiverste
Moeder van Jesus Christus, onzen Zaligmaker, die niet ü leeft en heerscht in eeuwigheid.
O Maria, die zoo volmaakt beantwoord hebt aan de genade, Ü door den H. Geest, den Levendmaker, geschonken, verwerf ons eenig deel aan die getrouw-
O O
heid; maak dat wij naar de genadestem, die tot ons spreekt luisteren, en wij niet alleen de zonden vermijden, maar ook alles, wat den geest van uwen Godde-lijkon Zoon in ons zou kunnen tegenwerken ; leer ons die deugden beoefenen, welke ons heiligen en naar ons hemelsch geluk leiden moeten. Amen.
Bij het Lavabo.
Wat is het zoet voor mij, Maria, den glans uwer onschuld te beschouwen! Gelukkig hij, die, door uwe zegeningen voorkomen, nooit zijne deugd heeft bezoedeld gezien! Doch, Gy weet, o tee-dere Moeder, dat God een vermorseld en verootmoedigd hart niet versmaadt! Het is daarom, dat ik tot ü kom, om ü te bezweren mij een diepen afschuw voor de zonde te verkrijgen, een levendige smart dezelve bedreven te hebben, een vasten en onwrikbaren wil ze nooit meer
24
te bedrijven, een werkdadig voornemen de gelegen!1 quot;den te schuwen ein-
o O '
delijk een oprech' verlangenden smaad, dien ik mijnen God lieb aangedaan, en het ongelijk, hetwelk ik mijnen naaste kan veroorzaakt hebben, te herstellen.
Het is in den naam uwer allerheiligste en allerwaardigste Moeder, o mijn Goddelijke Jesus, dat ik met alle vuur, waartoe ik in staat ben, kom bidden, mij de genade te verleenen, U alle dagen mijns levens meer en meer te beminnen, en in den hemel te bezitten, om U gedurende de eeuwigheid te loven.
O Maria bid voor ons.
Bij de prefatie.
O Maria, die aan het hoofd staat der hemelsche Koren, sta ons toe, dat wij, onze zwakke stemmen voegende bij die der engelen en heiligen, ook de glorie der aanbiddelijke Drievuldigheid mogen zingen, aan wie toekomt eer, lof en zegen in de eeuwen der eeuwen; de glorie den Vader die heilig is ; de glorie den Zoon die heilig is; de glorie den H. Geest, die heilig is! Veroorloof. dat wij ook Ü zelve gelukwen-
schen. o teedere Moeder, omdat gij verdiend hebt door awe deugden, uwe zuiverheid, uwe ootmoedigheid, uwe Godsvrucht, Moeder te worden van Hem, die God zijnde van alle eeuwigheid, zich gewaardigd heeft ons in den tijd vrij te koopen en ons eene plaats in den hemel te bereiden, waar Hij regeert in de eeuwen der eeuwen.
Bij den Canon.
Terwijl de priester op nieuw aan God het brood en den wijn opoffert, welke veranderd moeten worden in het lichaam en bloed van Jesus Christus, veroorloof mij, o Maria, U onze geestelijke en tijdelijke behoeften te komen blootlegger., alsmede die der H. Kerk, van Franl en van alleu voor wie wij moeten idden. Verkrijg ons den diepen en heilzamen indruk van Jesus' bitter lijden, de kostbare toepassing van zijne oneindige verdiensten; verkrijg ons de onuitsprekelijke genade van te kennen, na te volgen, te beminnen tot onzen dood toe, Jesus, uwen Goddelijken Zoon. Ik beveel aan uwe liefde vooral de behoeften van........
26
O Maria, allerheiligste Maagd, ik ver-eeaig mij mot de hcmelsclie Geesten eu met alle zaligen welke U prijzen en vereeren in den Hemel, eu ik verzoek ü door hunne tnsschenkomst mij wel gt;
te willen nemen onder uwe machtige bescherming, vooral op het oogenblik,
waarop Jesus Christus uw Goddelijke Zoon zich gaat slachtofferen op het altaar. O, wij smeeken U, gewaardig ü voor ous te bidden eu ons alle genaden te verwerven, welke wij noodig hebben om onzen Goddelijken Verlosser alle eerbewijzen te geven, welke Hij van ons verwacht. En gij Engelen des Heeren,
heilige Apostelen, heilige Martelaren, gt;
heilige Belijders, heilige Maagden, en alle Heiligen des hemels, komt ü met ons vereenigen, om den God van alle heiligheid te aanbidden, die zich verwaardigt zich te vernederen en in het verheven Sacrament onzer altaren met ons te wonen.
Voor de Elevatie.
Jesus Christus, uw Goddelijke Zoon,
o:aat afdalen op dit altaar, o mijn God, -
om ons met zijne genaden te overladen en op ons de verdiensten van zijn lijden en dood toe te passen.
27
O, Heiligste en waardigste Moeder, sta ons toe, dat wij door uw Moederharte onze wensclien en eerbewijzen laten gaan. Verkrijg, dat ook wij, even als uw Goddelijke Zoon het brood gaat veranderen in Zijn geheiligd lichaam en den wijn in Zijn kostbaar bloed, veranderd mogen worden en omgevormd in Hem.
O Maria, dat Jesus door ü te alle tijde geloofd zij in den hemel en in het Allerheiligste Sacrament des Altaars!
Bij de Elevatie.
O goede en teedere Moeder, gewaardig U voor ons dezen Zaligmaker zoo vol van goedheid te aanbidden. Hem voor ons te bedanken, te verheerlijken en ons aan Hem aan te bevelen. Jesus ! om de liefde, welke Gij Maria uwe waardige en heilige Moeder toedraagt, pas de verdiensten van dit aanbiddelijk offer op ons toe.
Jesus, wees eeuwig geloofd, geprezen, aangebeden door Maria, uwe Heilige Moeder, en door Joseph, uwen voedstervader, door de engelen, hier tegenwoordig, en door geheel het 1 li inelscli Hof.
O, Heilig Hart van Jesus, ontferm U onzer.
28
Na de Elevatie.
O, Maria, vol van goedheid, geef ons eenig deel aan de vurigheid uwer gebeden. Gij hebt dezen Goddel ij ken Verlosser aangebeden, bij zijne geboorte; Gij hebt Hem bediend tijdens zijn sterfelijk leven; Gij hebt zijne smarten gelenigd; Gij hebt bitter geweend op den dag van zijn sterven; offer Hem nog uwe aanbiddin gen in het Allerheiligste Sacrament O]), vul, door de vurigheid uwer lofpsalmen, de zwakheid en de lauwheid der onzen aan. Heilige Maagd, het is vanU,dat Jesus het bloed ontvangen heeft, hetwelk op onze altaren stroomt; bid Hem, ons de verdiensten er van te schenken. Hij zal naar ü luisteren, omdat Gij zijne Moeder zijt. Hij zal ü verhooren, omdat Hij niets aan uwe smeekingen weigert. Hij zal ons de genade geven. Hem in dit leven te beminnen en in het andere leven te bezitten.
In den hemel, O Maria, zullen wij Hem waardiglijk verheerlijken, en het uitstekend geluk smaken Ü onze kronen te vertoonen als door uwe tusschenkomst verkregen van de Goddelijke barmhartigheid.
29
Dat door uw allerheiligst hart 0 Maria, Jesas bemind, geprezen, gezegend en verheerlijkt worde, in den hemel en in het Allerheiligste Sacrament des Altaars.
Bij het Memento der Overledenen.
O Maria, werp eenen blik van goedheid op de zielen, die in het vagevuur lijden; bid uwen Goddelijken Zoou de felheid der vlammen te verminderen, welke haar kwellen; reik eene behulpzame hand toe aan die geloovige zielen, welke vurig haken naar het Hemelsch Vaderland. Ik beveel U bijzonder......
j Bij het Nobis quoqus peccatoribus.
Heilige Maria, Koniuginne des hemels, die niemand verlaat, verwaardig U eenen blik van medelij ck te werpen op de zondaars en op mij in het bijzonder, en verkrijg van uwen geliefden Zoon, hier tegenwoodig ,de kwijtschelding van al onze zonden, opdat wij. na uit ganscher harte het Geheim der Menschwording vereerd te hebben, het eeuwige geluk .gt; mogen genieten, door onzen Heer Jesus
Christus, die leeft en regeert met den Vader en den H. Geest in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
A..
30
Bij het Pater Noster.
Onze Vader die in den hemel zijt, enz.
Daarna:
Bevrijd ons, o God, dooi' de tussclien-komst van Maria-Onbevlekt, van alle verledene, tegenwoordige en toekomstige kwellingen, die ons van alle kanten omringen. Geef ons den vrede van een goed geweten, de vreugde van een liart, dat alléén U wil liefhebben en dienen.
Sij het Agnus Dei.
O Jesus, door de tnsschenkomst van Maiia, heb medelijden met ons; geef ons Uwe heilige liefde, en de deugden, die ons ontbreken om U aangenaam te zijn.
O Maria, bid voor ons; verkrijg ons de vergiffenis onzer zonden.
Voor dj Uommunie.
Uw geluk was groot, o Maria, toen het Goddelijk Woord in uwen schoot de menscheliike natuur aannam. Uw geluk was groot, toen Gij, Jesus in uwe armen knellende. Hem aanbaadt als uwen God en Hem bemindet als uwen Zooquot; * uw geluk was groot, toen Gij, teg -woordig bij het breken des broods, dat is, bij de Heilige Mis, opgedragen door
31
de Apostelen, dien aan biddenswaardigeu Zoon door de H. Communie in uw hart ontvingt. Gij verdiendet die gunsten, o, mijne beste en alleiheiligste Moeder; maar ik, ik verdien niets; ik ben niet alleen onwaardig Jesus te naderen om Hem in mijn hart te ontvangen, maar zelfs om toegelaten ts worden aan den voet des altaars, om Hem te aanbidden en mijne hulde te bewijzen. Niettemin hoop ik van zijne goedheid, dat ik niet altijd van Hem zal verwijderd blijven, en ik door uwe machtige tusschenkomst weldra het geluk zal hebben mij met Hem in grootere vurigheid en liefde te vereenigen, dan ik tot dusverre gedaan heb. Dat gelukkig oogenblik verbeidende, smeek ik U, o, mijn goede en heilige Moeder, mij een levendig geloof aan zijne ■waarachtige tegenwoordigheid in het Allerheiligste Sacrament te verkrijgen, eene vaste hoop op zijne barmhartigheid, eene oprechte liefde, en een zeer groot verlangen om Hem te nuttigen, ofschoon ik slechts een arm zondaar ben.
Bij de abluties.
O Maria, goede en teedere Moeder,
32
wat waart Gij vurig, toen Gij. Jesus werkelijk in uw hart bezittende, als uwen God aanbaadt: en Hem bemindet, als uwen Zoon! Ach, wij bidden ü, verwerf voor ons eenig aandeel aan uwe heilige gemoedsgesteltenis. Maak, dat wij Jesus uit ganscher ziele beminnen. en wi] ons aan Hem Arast-heehten, in ons leven en bij onzen dood; dat wij niets zoozeeer ter harte nemen, dan Hem met alle getrouwheid, waartoe wij in staat zijn, te dienen.
O Maria, zonder zonde ontvangen, bid voor ons, die onze toevlucht tot U nemen.
Bij de Benedictie.
O Maria, neem de hand van üwen Goddelijken Zoon, strek dezelve over ons uit, en zegen ons.
Bij het laatste Evangelie.
Het groote Geheim der menschwor-ding des Woords, hetwelk ons de H. Joannes in het H. Evangelie verhaalt, werd in uwen zuiveren schoot vervuld, o, allerzaligste en duizendmaal onder alle vrouwen geprezene Maagd! Gij ontvingt in üwen kuischen schoot Hem, dien hemel en aarde niet kunnen omvatten.
33
Verwerf ons de genade, Hem ook te ontvangen als Bij zich aan ons geeft in de Heilige Eucharistie, of als Hij ons, door zijne genaden en inspraken bezoekt. Laat ons-niet zijn gelijk die ongelukkigen, welke weigeren Hem intrede in hunne harten te verleenen, en Hem schandelijk terugstooten. Geef integendeel dat wij Hem zeggen, zooals de getrouwe leerlingen: Blijf bi} ons, o Heer, gedurende ons leven, in den dood en in de eeuwigheid. Amen.
TER EERE DER
Gezegend zij de Heilige en Onbevlekte Ontvano-enis der allerzaligste Maao'd Maria! (of):
O Maagd Maria, Gij zijt onbevlekt geweest in uwe ontvangenis, bid voor ons den Vader, wiens Zoon Jesus Gij hebt ter wereld gebracht, ontvangen door de werking van den H. Geest. (100 dagen aflaat,)
zoo dikwijl 3 men godvruchtig en met een berouwvol hart een der genoemde
schietgebedjes bidt. — Pius \I. 21 Nov. 1794.°— Toepasselijk op de zielen in liet Vagevuur.)
Lezing.
Genezing van Pater Herman Carme-liet, beroemde pianist, van eene oogziekte, verhaald door hem zeiven.
Baonèiuos-de-Bigouhe, G Nov. 18G8.
»Ik heb zooeven een nieuw bewijs van de teederheid der Heilige Maagd jegens hare kinderen ontvangen ^ mijn hart vloeit over van vreugde. Sedert verleden jaar werd mijn gezicht, dooide werkzaamheden afgemat, dagelijks minder. Na de zes laatste maanden in de zoete eenzaamheid van onzen eenzamen Carmel te Terasteix in de Hooge-Pijreneën te hebben doorgebracht, werd ik' daar aangetast door eeue zoo zware oogontsteking, dat ik op gehoorzaamheid naar Bordeaux moest vertrekken om een beroemden oogarts te raadplegen. Reeds eene maand voor mijn vertrek had men mij allo lectuur moeten verbieden, zelts het bidden van mijn brevier. De ervaren oogarts onderzocht 1111,1110 oogen
35
met de meest ernstige oplettendheid en met ware zorg; hij bevond dezelve in eenen zeer verontrustenden toestand. Intusschen verergerde mijne kwaal hij den dag; ik verliet Bordeaux gewapend met geneesmiddelen, duhhelronde glazen, eenen groenen bril, en eenen hoop andere voorzorgsmiddelen. Het zienorgaan was zoo gevoelig geworden, dat ik het licht eener gewone lamp. of eener kaars niet meer koude verdragen. Zelfs niet eens meer het heldere daglicht.
» Men fluisterde mij de gedachte in, eene novene te houden ter eere van 0. L. Vrouw van Lourdes.
»l)it voorstel lachte mij zeer toe. Ik herinnerde mij, dat Maria, twintig jaren geleden, voor mij van den God der Eucharistie eene veel gewichtigere genezing dan die der vleeschelijke oogen had verworven, door mij te verlossen van de joodsche blindheid.
»De novene werd begonnen den 24 October, feest van den H. Raphael, welke ook Tobias van zijne blindheid had genezen. lederen dag bevochtigde ik mijne oogen met het heilzame water, geput in de wonderdadige Grot.
» Pen zesden dag der novene begaf ik
36
mij te voet uit ons klooster te Bagne-xes naar Lourdes, met liet verlangen deze bedevaart in dusdanige gesteldheid te doen, dat ik de meeste kans van o-oed o-evolg liebben koude.
»Den laatsten dag, zijnde liet feest van Allerheiligen, mij in de Grot zelve en bij de bron bevindende, gevoelde ik geen enkel verschijnsel meer mijner kwaal. Sedert dien schrijf en lees ik, zoo veel ik wil, zonder bril, zonder behoedmiddelen, zonder inspanning, zonder vermoeienis; ik vestig mijne blikken op de zonnestralen, op het gaslicht oi op de vlam eener kaars, zonder het minste letsel te gevoelen; ik heb verkregen, wat ik boven alles verlangde, namelijk mijn kluizenaarsleven in onze o-eliefde Eenzaamheid te kunnen voortzetten. In één woord, ik ben radikaal o-enezen, en — het is mijne volste overtuiging — deze genezing is een wonder, dat ik aan de voorspraak der H. Maagd te danken heb.quot;
0. L. Vroino van Lourdes, hid voor ons.
37
Lezing.
Mauritius Lagorsse genezen van doof-Iieicl.
Mauritius Lagorsse van Tourtoirac (Dordogne) had van af zijn zevende jaar aan zijn linker oor een gezwel, dat liem aan dien kant gelieel van het gelioor beroofde, en voor welks genezing Lij in 1870 naar de heilbronnen van Bagnères gevoerd werd. Een der doctoren dei-plaats, Dr. Vergez, vermeende, na de gehoorleiding onderzocht te hebben, dat het trommelvlies door de kwaal gescheurd was.
In de maand Juli 1871 duurde do etterachtige uitvloeing en de volslagene doofheid nog voort.
Er werd besloten, dat de jonge Mauritius een nieuw badsaizoen van warme minerale wateren houden zou. Bij zijnen doortocht werd het kind bij de Grot te Lourdes eensklaps genezen.
Zie hier het belangrijk verhaal, dat zijn Vader er van gezonden heeft aan de Missionarissen te Lourdes.
38
Totjetouiac bij Exciduil (Dobdoggt;e) den 20 Januari 1ö7ü.
»Eerwaarde Vader.
»In Juli van 1871 was ik vertrokken na-ir Barè^es, in liet belang der gezoncl-S van niijnen kleinen Mauritius toen ik Lourdes passeerende, den inval kreeg naar de Grot te gaan, om aan de ±1. Maagd deze badkuur aan te bevelen, en Haar te verzoeken ze mdeidaad
beilzaam te doen zijn.
»Het was op den 28 Juli, dat ik mij niet Mauritius, na in de ouderkerk de H Mis geboord en de Heilige Communie ontvangen te hebben, naar de Grot beo-af om ons rozeboedje te bidden. 0 Na ons gebed, verzocht ik ni de badkamer gelaten te worden om vri]elij v het hoofd van mijn kmd m het watei te dompelen. Ik deed daar rumie en veelvuldige indompelingen, hetwelk bi] zich met genoegen liet welgevallen. _
»Terstond daarna gingen wij naar het klooster om ons ontbijt te nemen, Ivfcwelk UE. ons liefderijk had aangeboden. Nauweliiks was het kind begonnen te eten. of het zeide mi) met nadruk Papa. ik hoor! Papa, ik hoor! - U
39
weet wel, dat gij lioort, lief kind, zeide ik, »maar het is aan liet goede oorquot; — »Papa, ik zeg ü, dat ik lioor aan liet kwade; eu daarbij gevoel ik een buitengewoon gekriewel in dit oor sedert wij uit de badkamer zijn gekomen.quot;
»Ik stond toen op, hoogst aangedaan, nader Mauritius, sluit het goede oor volkomen dicht, en ik stier hem zachtjes verscheidene vragen toe. Hij antwoordt mij met gemak en zonder de minste moeilijkheid. Ik stond verbaasd. Ik moet ü zeggen. Eerwaarde Vader, dat het kind gedurende twee en een halfjaar geen enkel geluid door dat oor vernomen had, en de doctoren mij geen hoop gaven, dat liet gehoor ooit zoude terug komen.
Dit is zoo waar, dat ik, naar Bareges mij begevende, in geenen deele hoop op de terugkomst van het gehoor had, maar alleen op do genezing van het gezwel. Ik had dus duizend goede redenen om verbaasd te staan.
»Het was op dat oogeublik, dat ik ü. Eerwaarde Vader, liet roepen, om (J mijne vreugde en mijn gelukte doendeelen.
»Ik vertrok denzelfden dag naar Bag-nères. Mijn eerste bezoek was bij Doctor Vergez, die het jaar te voren het kind
40
onder behandeling had gehad. Na het oor met zorg onderzocht te hebben, zeide hij mij: »wat onderscheid tegen het to-rige jaar! hij is veel beter.quot; »Doctor,quot; zeide ik hen'., »onderzoek of gij het trommelvlies kunt vinden.quot;
»Na met zijn oogwapen onderzocht te hebben, zeide hij mij:»Het is daarquot;.
»Mauritius hoort altijd goed. Het is ■waar, dat het gezwel en de nitvloeiing nog voortduren, maar dat belet hem niet de eerste klas met goed gevolg mede te maken op het kleine Seminarie te Versailles, en weldra zal hij, niettegenstaande zijne jeugdige jaren tot de eerste H. Communie worden toegelaten.
;gt;Wij danken de Onbevlekte Maagd, het hart van het kind te hebben geopend voor de inspraken der genade, en na het trommelvlies, dat geheel doorboord ■was. hersteld, een nieuw gehoororgaan gemaakt te hebben, dat menschelijker wijze voor altoos was verloren.
»Ziedaar, Eerwaarde Vader, de nauwkeurige en eenvoudige waarheid. ÜE. kan naar believen van dit verhaal gebruik maken.quot;
O. h. Vvouw van Lourdes, hul voor ons.
41
Lezing.
Mevrouw Maria, Labarcille van Aressy in Béan, heeft het volgende verhaald aan de missionarissen van Lonrdes, welke het opgeteekend hebben in het tweede deel hunner Annalen blz. 117.
In de lente van 1866, een harer kinderen, nog zeer jong, gevoelde eenigen hinder aan het oog; een kleine knobbel daagde op, werd grooter en verbreedde zich zeer spoedig; men ontwaarde dat het een vleeschgezwel was. Weldra werd liet oog gesloten, het uitwas kreeg de dikte van een kleine 'noot. Het gezicht verzwakte in het vri] gebleven oog. Het arme kind werd met volslagene blindheid bedreigd, en 't wekte medelijden op, dal schoone aangezich t door dat afschuwelijk vleeschgezwel misvormd te zien.
De droefheid was groot in de familie. Niets werd gespaard. Men raadpleegde vijf doctoren. Hun gevoelen was eenstemmig: eene operatie was dringend noodig, en geen ander middel konde de oogen redden. Zij gaven echter te kennen, vóór zij dezelve beproefden, dat zij zeer gevaarlijk was, en zij niet
42
voor liet leven ran het kind instonden. Dit woord quot;vras een doodsteek voor de ongelukkige moeder.
»Maar God bleef nog over voor deze sterke cliristinne; liare hoop op Hem was even groot ais het gevaar. Zij liet hare familie bidden; de religieuzen Dominicanessen van Nay, onder welke zich eene harer zusters bevond, begonnen eene novene. Op zekeren avond bad zij lang na de vermoeienissen van den dag; de droefheid en de hoop joegen den slaap weg. In eens, te middernacht, dreef haar eene sterke inspraak aan, het kind naar Lourdes te vergezellen.
»Zii komt er aan op H. Sacramentsdag. De processie van Laubajac was dien dag voor de Grot. Gedurende al den tijd der plechtigheden, bad de moeder met het kind op hare knieën en eene kaars in de hand. Eindelijk bevochtigde zij het gezwel met water uit de bron. Vóór het vertrekken van de Grot was het uitwas merkelijk geslonken.
»De moeder, gelukkig en bevende tegelijkertijd, eu daarbij geheel in verwarring gebracht, durfde het niet zeggen; Zij was bang vermetel te /.ijn. Onderweg vond zij geen zweem meer van
43
liet uitwas. Zij verborg haar geluk, en sprak er niet van.
»Te liuis gekomen, barste zij eindelijk los. Ik heb tot nu toe gezwegen riep zij uit tegen hare reisgezellen en de familie; ik durfde niet zeggen, wat ik zag; ik vreesde God op de proef te stellen; maar ik ga u een wonder verhalen, een groot wonder. Ziet......
en zij nam den zwachtel weg, welke de oogen van liet kind bedekte. Er was geen gezwel meer te erkennen, de oogen waren vrij en helder.
»Een soort van ontsteltenis overmeesterde de aanwezigen, zoo zeer gevoelden zij de hand Gods. Zij riepen een wonder ! een wonder! Het gerucht der genezing verspreidde zich spoedig door het dorp. Het gevaar van het kind was bekend, de raadpleging der doctoren had opzien veroorzaakt. De verbazing deelde zich aan de naburige parochiën mede en niemand twijfelde of de plotselinge en algeheele genezing van een zoo gevaarlijk gezwel was een mirakel onzer Lieve Vrouw van Lourdes.
Onze Lieve Vrouw ran Lourdes, bid voor ons.
Lezing.
Plotselinge genezing van den Heer Hanquet te Luik.
»Ik ondergeteekende, Davreux, doctor in de medicijnen, enz. -verklaar, dat hetgeen liier volgt volkomen overeenkomstig is met de waarlieicl.
»De lieer Pieter Joseph //«(/wei meester metselaar, oiid 49 jaren, woonachtig te Luik, straat Cheravoie, K0 17, was sedert het einde des jaars 1862 aangetast door eene ziekte, die weldra de verdooving van allo gevoel en van alle hewegelijkheid in de beenen alsmede in den endeldarm te weeg bracht en zeer hevige pijnen in al die deelen, gepaard met hevige roos. De eetlust was bijna geheel weg, de slapeloosheid was volkomen, het v/as hem onmogelijk het bed te verlaten, waarin hij voortdurend in eene zeer voor over gebogen houding lag (de zieke was inderdaad ineengezakt), hij vermagerde buitengewoon, voortgaande verzwakking had plaats, die tot uit-teering overging.
»Ik had Hanquet herhaalde malen bezocht: ik was zooals vele andere
45
doctoren, van meening, dat zijne kwaal ongeneeslijk was, en in 1866 gaf ik hem een schriftelijke verklaring stavende, dat hij lijdende was aan eene chronische rnggemerks-ontsteking (verweeking van 't ruggemerk).
» Volgens dat Certificaat, hetwelk eensluidend was met dat, wat een ander doctor had afgegeven, werd Haquet definitief afgekeurd voor den dienst der stedelijke schutterij (zitting van den Raad 5 April 1867).
»Van af dat tijdstip werd de toestand van den lijder erger en erger: daarbij tot een geraamte geworden, en ten prooi aan eene verregaande moedeloosheid, wachtte hij den dood als eene verlossing af.
»Het was op dat oogenLlik, en wel toen hij geen enkel geneesmiddel meer gebruikte, dat de zieke zich in eens genezen zag, op den 27 Nov. 1869, des avonds om half elf.
»Ik zal mij van alle aanmerkingen deze gebeurtenis betreffende onthouden, mij bepalende te zeggen, dat de zieke, die waarschijnelijk onherroepelijk verloren was zijne genezing schijnt te danken te hebben aan liet water van Lourdes
46
hetwelk hij tegelijk als drank en tot inwrijving van den nek, den rug, en de lenden gebruikt heeft.
Dat is een feit, inderdaad ongehoord in de geschiedenis der verweeking van het ruggemerk.
Ik bevestig bij dezen, terwijl ik eindig, dat de genezing stand houdt, en Hanquet tegenwoordig eene volmaakte gezondheid geniet.
Luik, Greteekend; M. Davreux, Andre-Dumont doctor, N0 12, den 24 Jan. 1870.
Onze Lieve Vrouw van Lour des, hid voor ons.
Lezing.
Een kind van kreupelheid genezen.
Het volgend verhaal is gezonden geweest aan den Bode van het H. Hart van Jesus, door een kweekeling der Jesuieten te Amiens;
»Zie hier een nieuw bewijs der welwillendheid van Maria jegens hare kinderen. Moge hetzelve in de harten der Christenen do dankbaarheid opwekken jegens deze goede Moeder!
47
»Miiiie zuster hoet Maria. In den ouderdom yan 4 jaren van een stoel gevallen, veroorzaakte zij zich eene kleine bezeering aan het heen. Doch zij werd erger, in weerwil van alle verpleging, en van alle martelingen, welke men haar onophoudelijk deed verduren, werd zij door de Faculteit veroordeeld geheel haar leven mank te gaan!
»Elf jaren gingen sedert dien voorbij. Bijna drie weken geleden, zijnde op de kostschool te Lambersart (bij Reissel), begon zij hevige pijnen meer en meer te gevoelen; mijne ouders gingen haar dadelijk ophalen. Verscheidene doctoren werden op nieuw geraadpleegd, maar na acht dagen behandeling begon zich een gezwel te vormen. Niets koude schadelijker wezen, ook begon men reeds de boop te verliezen. Mijne moeder van de kracht van het water van Lourdes gehoord hebbende, liet eene flesch komen van het wonderdadige water, dat onder de voeten van de goede Moedermaagd ontsprongen was. Hier schrijf ik letterlijk den brief af, welke mijne beste moeder mij gezonden heeft.
»Wij begonnen gister, Vrijdag, 15 ».Tuli, onze novene, welke bestond uit
48
»clrie rozelioedjes, drie litaniën cn drie »aanroepingen tot Onze Lieve Vrouw »van Lourdes. Des morgens eerste rozenhoedje en wrijving van het been. Ten »twee ure, tweede rozenhoedje; ik her-»nienwde de wrijving. Oh! mirakel; ik »voel het heen uwer zuster zich ver-»lengen; de pijn verdwijnt; zij maakt »beweging. Maria beweegt haar been »in alle richting, en wil van haar bed »opstaan. Ziende haar aanhouden, laat »ik haar begaan. Zij loopt zonder pi]ii, »haar been kan zich buigen. Zij gaat, »komt, en loopt hare kamer rond. Wij »weenen allen, en gij kunt begrijpen »met welke gevoelens wij Gód en de »H. Maagd, zoo goed voor ons, bedan-»ken; ik koude mijne oogen niet geloo-»ven; want wie kent beter clan ik het »wonder, dat God ten onzen gunste » uitwerkt?quot;
»Sommige personen zouden bewijsgronden wenschen. Ik bid hen te ge-looven, dat deze niet ontbreken, meer dan tien doctoren waarvan verscheidene van zeer uitgebreide vermaardheid, twee kostscholen, waarvan de eene mijne zuster vier jaren heeft gehuisvest, enz. enz. strekken tot getuigen.
49
»En wat kan ik nu anders doen, dan U, uit geheel mijn hart, geheel mijne ziel en al mijne krachten bedanken, o Onbevlekte Maagd, die alles van Uwen God-delijken Zoon verkrijgt, en van wie de goedheid uwe macht evenaart! Ja, ik zweer het U, o goede Moedermaagd, zoo lang ik leef', zal ik er groot op gaan mij te noemen
Uw zeer ootmoedige en zeer dankbare dienaar,
A. L.
»Kweekeling der school der Voorzienigheid.quot;
Onze Lieve Vrome van Lour des, hid voor ons.
Lezing.
Eene borstlijderes genezen.
Men las in het dagbland » Le Mondequot; in Augustus 1870:
»Mijnheer en Mevrouw De Rebourse-aux verkeerden onlangs in diepe droefheid. Hunne geliefde dochter Irene, was sedert drie jaren, door eene ziekte aangetast, die nooit vergeving schenkt, en eerst van maand tot maand, daarna van
4
50
week tot week, en eindelijk vau dag tot dag de snelste en bedroevenwaardigste vorderingen maakte.
In den bloei der jaren daalde de jeugdige lijderes, zij telde nauwelijks 21 jaren, allengs ten grave en geraakte zij in liet laatste tijdperk barer oiigeneeselijke ziekte. Zij bad den eetlust geheel verloren, en gevoelde een onverwinlijken afkeer van alle soort van voedsel. Hare verzwakte maag konde geen brood meer verduren. Zi] voedde zicb slecbts een weinigje om der wille, of liever krachtens de onderwerping aan hare bitter weenende familie, welke haar bezwoer zich zelve niet op te geven, en zich inspande, doch te vergeefs om eenig voedsel uit te deuken, licht genoeg, voor hare verzwakte ingewanden. De ongelukkige jonge dochter onderging, na iedere proefneming van voedsel,hevige pijnen, gevolgd van brakingen, welke zich, treurig genoeg, vaak herhaalden. Op dien aanhoudenden hoest, welke iede-ren oogenblik al hare leden deed schudden, en die holle en afgrijselijke eigenschap had verkregen, welke niemand, die het hartzeer heeft, den-zelven te hooren, bedriegt; bij dien heil-
loozeu hoest, zeg ik. had zich sedert een jaar eene bijna aanhoudende koorts gevoegd, die allengs de laatste overblijfselen des levens vernielde.
»M. H. de abhé Pichenot werd juist aan Zijne Heiligheid voorgedragen voor liet bisdom van Tarbes, en men ging in Kome het voorbereidend onderzoek doen, dat plaats heeft, bij iedere bevorderin-tot de bisschoppelijke waardigheid. Men kwam op de gedachte :len abbé Pichenot te verzoeken, in hoedanujheid van hisschop der plaats waar de verscldjnin-fjen hadden plaats gehad, deel te nemen aan eene novene ter aanroeping van O. L. Vrouw van Lourdes voor de genezing der zieke.
»De novene Ijegon den 25 Maart, feest Onzer Lieve-Vrouw-Boodschap. Dien dag was de arme zieke nog meer lijdend.
»Indien ik genees, zeide zij, beloof ik eene banier aan de H. Maagd, welke allen in deze landstreek verkonden zal, het groote wonder van Maria's goedheid; en indien de Moeder Gods mij de krachten geeft, zal ik zelve die banier op het H. Sacraments-feest in processie dragen.
52
»Was 't Geloof hetwelk haar dusda-uige woorden ingaf, of wel,_ lielaas! die illusie, zoo levendig bij borst-lijders, welke hen van de toekomst doet spreken als de tijd voor lien op liet punt staat te eindigen V Dat vroeg men zich rondom haar af.
»Men had naar Lourdes geschreven om water; Mej. Irene dronk er verscheidene malen van, van af den eersten oogenblik der novene, 's Zondags avond bleef de koorts, die gewoonlijk op zeker uur terug kwam, uit, en een diepe en verk-vikkende slaap overviel delijderes, die tien uren achtereen aanhield. Jaren lang was dat niet gebeurd. Sedert lang koiule het arme kind geen kwartier uurs achtereen slapen; de nacht was voor haar niets dan een onrustige slapeloosheid, iederen oogenblik door den hoest onderbroken, en soms door de hevigste brakingen.
»Bij het ontwaken, keek Mej. Irene, heel gelukkig hare moeder aan, en met oogen geheel schitterend van zekerheid, zeide zij haar:
»Moeder, ik ben genezen. » Een wondervolle omkeer had in haar plaats gehad. De hoest, het uitwerpen, de bra-
kingen hadden opgehouden. Nauwlijks bleven er nog eeaige pijnen over.
»Zaturdag 2 April, laatsten dag der novene, ontving zij do H. Communie, en van af dat oogenblik was de genezing volkomen: hare ziekte was voor altoos verdwenen; de ongeneeslijke borst-lijderes was genezen. De eetlust werkte op nieuw, en zij vond weer smaak in brood. Hare krachten kwamen dagelijks meer en meer terug, en het duurde niet lang of zij konde een uur te voet wandelen, zij, die weleer, te nauwer nood zich eenige schreden konde staande houden. Toen het feest van het H. Sacrament de aarde kwam verblijden, merkte men in het midden der processie der parochie op, Mej. Irene de Rebourseaax, triomfantelijk in hare handen dragende de zware banier, welke zij beloofd had aan de H. Maagd, die haar van haren hoogen glorietroon in hare barmhartigheid gezegd had op te staan en te wandelen.quot;
O. L. Vromv van Lourdes, bid voor ons.
54
Lezing.
Een werkman van 60 jaren genezen van etterbuilen en aderspatten.
Mh. de abbe Conx, kapellaan van Sint-Alanus tc Lavour (diocees Albi) adresseerde aan den Pater Overste der missionarissen te Lourdes het volgend verbaal, betwelk zich heel bijzonder den vrijdenkers aanbeveelt.
Eerwaarde Vader,
Franciscus Macarij, kastenmaker, te Lavour is 60 jaren oud. Gedurende de helft van zijn leven, omstreeks 30 jaren, had bij groote en wreedaardige aderspatten aan zijne beenen. De kwaal ontwikkelde zich vaak door breede en diepe etteringen. Do beenen, ingebakerd in menigvuldige zwachtels, waren daarenboven ingesloten in overkousen van hondenhuid. Franciscus, dikwijls genoodzaakt eene volkomene rust te nemen, heeft van de Vereeniging »Smt-Louisquot;, waarvan hij lid was, naar zi]n zeggen, meer dan duizend francs gebeurd voor
55
zijne gedurige en lange werkscliorsingen.
»Hij heeft alle gcueeslieeren van La-vonr geraadpleegd, eenigen van Toulouse, onder anderen doctor Viguerie; allen hebben hem verklaard: »uwe kwaal is ojir/eneeslijkquot;.
»Zijne ziel was niet minder ziek. De arme Macarij had alle beoefening van den Godsdienst ter zijde gezet; hij ging naar geene missen dan die, welke door de Vereeniging van Onderling Hulpbetoon waren voorgeschreven; en gedurende de lange slapelooze nachten, veroorzaakt door wreede pijnen, terwijl zijne godvruchtige vrouw weende en bad, vloekte de woedende Macarij.
»In Juli 11. genageld in zijn leuningstoel, verveelde hij zich tot den dood toe. Hij had hooren spreken van O. L. Vrouw van Lourdes, en het boek van den heer Henri Laserre. De gedachte kwam hem in, dat boek te lozen, om zich te verstrooien. Hij las het in twee dagen, vaak tot tranen toe bewogen.
»Zijne vrouw had gelukkige voorgevoelens ; hij zelf gevoelde zijn knagend hart zich openen voor de hoop.
»Den avond van 16 Juli greep hem
O x
een buitengewone onrust aan: hij kende
5G
niet meer in zijn leuningstoel blijven, en zeide! Vrouw, wij moeten er uit. — Dat is onvoorzichtigheid. — 't doet er niet toe, wij gaan uit; ik kan liet hier niet meer uithouden.
»Hij gaat naar buiten, steunende op den arm zijner vrouw, zonder te weten werwaarts hij gaat. In stede van naaide wandelplaats te gaan dicht bij zijn huis, sleurt hij zich voort de stad in, en gaat het huis eener zijner zusters binnen, nabij de kerk van de H. Ala-nus.
»Ik, Kapelaan van die parochie, ik zelt ging ook dat zelfde huis binnen. »Morgen,quot; zeide ik aan de menschen, die daar waren, »ga ik naar O. L. Vrouw van Lourdes, en ik zal mij met genoegen belasten met uwe boodschappen.quot;
»— Gaat UEw. naar Lourdes?quot; riep Macary uit, »wel nu! ik bid u, zeg »aan de Maagd daar ginder, dat er »te Lavour een arme drommel van een »werkman is, welke zieke, verrotte bee-»nen heeft; dat ik de pijn niet meer »kan uithouden; dat zij mij geneze of »mij maar dood make!quot;
»— Beken, dat gij mij daar eene szonderlinge boodschap meegeeft: vra-
57
»geu aan de H. Maagd om u te dooden! »Zij zou mij niet willen verhooreu.quot;
»Macary verzocht mij toeji op eeuen ernstigen toon, wel voor hem te willen bidden en wat water van de Grot voor hem te willen medebrengen. Ik beloofde het hem; en drie dagen daarna liet ik hem een klein flesehje met water uit de mirakulenze bron ter baud stellen.
»Laat ons nu, Frans Macary hooren.
» Toen ik dat gezegende water in mijne handen had, haastte ik mij, mij naar mijne kamer te sleuren. Daar kniel ik neer, doe een kort maar vurig gebed tot de H. Maagd. Ik trek mijne overkousen uit, doe de zwachtels af, en het water gietende in de holte mijner hand, wasch ik mijne ongelukkige beenen er mede; ik drink hel water, dat in het fieschje was gebleven, uit; leg mij te bed en slaap in.
»Tegen middernacht, ontwaak ik; ik voel geen pijn meer aan mijne beenen; ik bevoel ze met mijne twee handen; de aderspatten waren verdwenen. Mijne vrouw Avas in een aangrenzend vertrek, door eene deur in het mijne uitkomende. — Vrouw, roep ik haar toe, ik ben
58
genezen. — Gij wordt gek; kom, slanp
maar.....
»Een slaap, zooals ik sedert lang niet genoten had, overviel mij. 's Anderendaags, bij mijn ontwaken haastte ik mij naar mijne beenente kijken; aderspatten, etterbuilen, alles was verdwenen. |)e huid was gladder dan die mijner handen, zooals gij ze op den oogenblik ziet.
» Twee dagen daarna, zeide Macary mij: »Nu behoor ik aan U; de H. Maagd »]ieeft mijne beenen genezen; de beurt »is aan u, om mijne ziel te heelen.quot;
»Den 18 Sept., dag der processie van Oastres, hebt gij. Eerwaarde Vader,Frans Macary, bij de Grot gezien, dragende als gelofte—geschenk zijne overkousen, nu bij de Grot neêrgehangen. Hij heeft UEw. zijne beenen, geheel genezen, vertoond, UE. heeft hem zien weenen bij de Grot en aan de H. Tafel, waar hij voor den vierden keer aanzat, na zijne cenezing. De parochianen hebben hem het H. Sacrament zien vergezellen, gelukkig en er groot opgaande den sacra-nients/tmeZ te mogen dragen.
»Zic hier nu drie doctoren welke voor het wonder getuigen TTEw. zal
50
vooral het onweerlegbaar betoog van den geleerden doctor Bernet opmerken. Wat ons betreft wij zeggen dank, met Macary, met de gebeelc bevolking van van Lavour en omstreken, aan de Onbevlekte Ontvangenis van Lonrdes, welke zich gewaardigd heeft dit nieuw bewijs harer macht en goedheid aan de wereld te geven. Moge hetzelve de oogen der blinden openen en de versteende harten ontroeren!
J. COÜX.
R. K. P. fa Kapellaan van ö.
Alan es te Lavour.
\otii, T wee andere doctoren hebben getuigschriften van deuzelfden aard afgegeven :
F. Macarij, GO jaren oud, kastenmaker te Lavour, lid van het genootschap »Sint-Louisquot; raadpleegde mij voor omtrent 20 jaren, over aderspatten, welke in de holte van den kniehoog, het inwendige gedeelte der kuie, en van het linkerbeen, aanwezig waren.
Men ontwaarde toen naar het derde gedeelte van bet been heen, eene ader-spattige zweer met een harden boord.
60
daarbij aanmerkelijke en pijnvolle verstopping der weefsels.
Bovendien bestonden er van buiten en van binnen aan bet bovenste gedeelte der kuit twee breede en oude likteekens, welke niets gemeens badden met de kwaal, waarvan wij spreken, eu die bet gevolg van een schot waren, dat de zieke 20 jaren te voren, bad ontvangen. De aderen waren zoo menigvuldig en in zoo boogen graad uitgezet, dat voor mij de heelkundige middelen, welke men tegen die ziekte aanwendt, klaarblijkelijk de tegenovergestelde uitwerking zouden hebben.
»Macarij scheen mij dus veroordeeld tot eene ongeneeslijke ziekte, en ik raadde slechts verzachtende middelen aan, welke overigens reeds verscheidene mijner confraters hadden aanbevolen.
»Achttien jaren later, nu twee jaren geleden, presenteerde zich Macarij wederom bij mij om raad. Do slechte toestand zijner beenen was merkelijk verergerd. Ik bevestigde mijne eerste voorspelling, en verklaarde hem, dat hij hoogst noodig, om den etterbuil tot heeling te brengen, zich van allen arbeid moest onthouden te bed moest blij-
(31
ven, en regelmatige verbindingen moest in 't werk stellen.
»Heden den 15 Aug. 1871, komt Macarij voor den derden keer bij mij. De etterbuil is volkomen genezen. Geen zwachtel, of wat ook, beklemt bet been, en toch bestaat er geen schaduw van verstopping. Wat mij vooral treft, is, dat de aderspattige ophoopingen geheel verdwenen zijn; dat in hare plaats men met de hand kleine, harde, bloedlcdige bandjes voelen kan, welke voor de vingeren wijken. De inwendige voetader heeft hare natuurlijke richting en om-vanlt;gt;'. Het nauwkeurigste onderzoek
o ~
toont niet de minste heelkundige operatie aan.
»Volgens verhalen van Macarij zou deze radikale genezing veroorzaakt zijn in den tijd van eenen nacht, en onder den eenigen invloed der aanwending van Compressen met water gehaald uit de Grot te Lourdes.
»Ik besluit hier uit, het verhaal van Macarij niet in aanmerking genomen, dat de Wetenschap niet in staat is dit feit te verklaren, want de schrijvers halen geen dusdanig of soortgelijk geval aan. Allen komen overeen, dat de
62
aderspatten aan zicli zelveu overgelaten, ongeneeslijk zijn; dat zij niethee-len door verzachtende middelen, en nog minder van zelf; dat zij aanhoudend erger worden; en eindelijk dat men geene radikale genezing verhopen kan, dan door de toepassing van chirurgische behandeling onder het bloot stellen van den lijder aan groote gevaren. En dus, ofschoon het geval met Macarij door geen authentieke getuigen, buiten liem, wordt bevestigd, zoude het toch voor mij een der buitengewoonste gevallen blijven, en, laat ik het woord uitspreken, een bovennatuurlijke gebeurtenis.
Tot bevestiging waarvan, enz.
Te Lavoue, 15 Aug. 1871. D. BERNET,
Doctor van be Faculteit van Pakijs.
Lezhuj.
Genezing van eenen slagboomwachter door hem zelvoi verhaald.
Wilhelmus Jaffard, slagboomwachter aan het station van Lespoueij-Laslades aan den spoorweg van Het Zuiden, in
bi;
de Hooge Pijreueëu, heelt het geluk gehad, wonderdadig genezen te zijn geworden door de H. Maagd van Lourdes, den 23 April 1869. Zie hier hoe hij zelf aan de missionarissen van Lourdes verhaalt, wat hem is wedervaren. Wij veranderen niets aan den stijl:
»Ik hen altijd sterk van inhoud geweest, maar werkzaamheden van langen duur bij kwaad weêr, veroorzaakten mij, nu zeven maanden geleden, pijnen, welke mij weldra helett'en, te arbeiden. De doctor zeide, dat het chronische rhumatiek was. Ik bleef te bed, gedurende drie volle maanden en kon geen vin verroeren. Als ik een been bewegen wilde, riep ik mijne vrouw, of een mijner kleine kinderen, die dan op het bed klommen. Mijne smarten waren wreedaardig. Eindelijk konde ik opstaan en gaan, niet behulp van krukken, maar toch slechts met groote moeite, ik sleurde mij voort, sloffende over den grond. Mijn toestand was hartverscheurend. Niets dan mijn arbeid om te leven, eji geen daggeld ! Mijne vrouw verdient tien francs per maand aan den slagboom; wij hadden drie heel kleine kinderen. Op zekeren dag, vroegen zij
04
om brood; er was geen brood..... Zoo
ver was liet mij gekomen! Ik voelde meer leed over hen, dan over mijne pijnen. De liefde is mij te linlp gekomen. Mh. de abbé verschafte mij bouillon, en van tijd tot tijd een tweefrancstuk, 't welk, altijd van pas kwam; het kasteel bezorgde mij 's winters hout, en de Chef van 't Station, sedert lang, brood, zonder dat, wat was er van ons geworden? Ach! ik heb wat geleden!
»Ik ging dus sedert drie maanden een weinig uit. Een hoofdcantonnier, die do Annalen leest, sprak mij over O. L. Vrouw van Lourdes, over eenen gendarme, die was genezen door zich te wasschen met het water der Grot; mijn barbier vertelde mij, dat zijne zuster, onderwijzeres, bij de Bron van hare oogziekte was afgekomen. Mijne gezellen, aan de lijn, zeiden mij: »Jaf-»fard er bestaat een Opperwezen; gij »zijt ongelukkig; gij moet bidden en »naar Lourdes gaan. Indien gij geen »vertrouwen hebt, ga er dan niet heen; »maar God kan alles; heb vertrouwen »en ga daarmeêquot;,
»Vroeger dacht ik niet aan God; ik bad niet. Maar als het ongeluk n op
65
liet dak valt, begint men er aan te denken. Dat alles deed mij in overweging treden; ik had hoop. en Legon tol God te bidden, en wij lieten onze kindertjes bidden. Soms ontviel mij den moed. »'t Is niet mogelijk,quot; dacht ik, »gij zult nooit genezen, gij zijt tot het ongeluk veroordeeld.quot; De goede gedachte echter kreeg meer de overhand, en ik zeide tot mij zei ven: »\Vij weten, dat er een Opperwezen bestaat, laat ons moed hebben.quot; Ik beskot te vertrekken ; iets zeide mij: gij zult genezen.
»Twee af drie dagen te voren, bleef ik aanhoudend het Wees Gegroet bidden. Ik vertrek eindelijk; aan 't Station te Lourdes wekte ik een ieders medelijden op. Men had mij een weinig geld gegeven; een rijtuig bracht mij naar de Grot.
»Ik bad, ik peinsde bij mij zei ven: »Dit klein meisje, dat de H. Maagd zag, is wel gelukkig; mij zou dat niet overkomen zijn; ik ben zoo veel niet waard!quot; Ik wilde mijue ongelukkige beenen in het water der Grot steken. Een man hielp mij; ik was niet in staat mijne schoenen uit te doen. Hij ondersteunde mij om mij in het vijver-
ÖG
ken te wasschen. O, wat ik toen bad! Ik geloofde vast mijne krukken daar te laten. Misschien gevoelde ik wel eenige verkwikking, maar 't was toeli niet veel. Dat ontmoedigde mij echter niet. Ik zeide: » \V el ini! ik zal terug komen. Mjine vrouw mijne krukken nog in mijn Lezit ziende, was neerslachtig.
»Ik had eene flesch water van Lomdes meêgebracht. Vóór 't slapengaan, deeden wij er van in een kommetje, eu mi]ne vrouw bevochtigde mijne voeten er mede. Ik bad, ge kunt me ge-looven! Toen dat gedaan was, trachtte ik mij op te tillen. Ik stond overeind. Toen waag ik te loopen; het lukte volkomen. Ik roep uit: »Vrouw ik ben genezen!quot; Mijne arme vrouw stond verbaasd; zij staarde mij aan, en zeide eindelijk: »A.ch! arme H. Maagd! daar zijn er, die er niet aan gelooven willen. O, Zij is goed! en ze begon te weenen van blijdschap.
»Ik zeide haar toen, zoo zeer was ik gelukkig; »Ik moet naar den buurman heenquot;. — Maar gij zult vallen! — Neen, ik kan zoo goed loopen als gij. »Ik nam mijne diénst-lantaarn, en ziedaar, wij trekken op. Mijne vrouw
67
zeide mij; »Eii gij wilt, dat wij onze kinderen alleen laten rquot; — » De H. Maagd zal ze bewaren!quot; Wij komen bij den buurman, 200 ellen ver, langs een slechten weg. Zij stonden op; oordeelt of' zij verwonderd waren! Ge moest hebben gezien! Die menschen zijn goed en godsdienstig; ik liet hen allen een weinig water drinken, dat ik had meê-gebraeht. 's Anderdaags kwam ik alléén zonder stok, aan het station van Lespou-ney; ik had twee mijlen afgelegd.
Mij ziende, riep de Jufvrouw van den chef uit: »Is het mogelijk? daar is Jaf-»fard; hij loopt! o, dat is een groot mirakel!quot; Iedereen stond verbaasd. Ik ging in de omstreken, aan de lijn gelegen. Mijne kameraden keken mij aan en konden niet gelooven, dat ik het was. Zij zeiden mij: »Gij hebt goed gedaan met naar Lourdes te trekken. Jaffard, men kan zeggen, wat men wil: er is eeii Opperwezen. Het vertrouwen is alles. Gij hebt vertrouwen gehad in de H. Maagd. Ziedaar een wonder!quot;
»Ik had beloofd mijne krukken hier heen te brengen; hier ben ik er mede.
»Mijne makkers langs de geheele baan hebben mij geluk gewenscht. Toen ze
68
mij in Lourdes met mijne krukken in
de hand zagen, riepen zij: Daar is Jaf-fard, die zijne krukken naar de Grot breno't.quot; Niemaiid liad een woord te smalen. Den eersten keer liad men mij gezegd, beter te doen naar het huspitaal van Valence-d'Agen, in miin land, te gaan. Ik luisterde er niet naar. Ik heb geloopen van af de stad, mijne krukken in de hand dragende.
»lk lijd nog een beetje, ben nog niet heel vlug, maar ik hoop. Mijne voeten waren verschrikkelijk gezwollen; en ziedaar, nu zijn ze geheel geslonken. Ik konde mij in 't geheel niet bukken; ik was stijf als een paal; zoo even heb ik mij in den waterkom gewasschen, en sedert kan ik mij buigen tot op den grond. Zie maar eens! ü, de H. Maagd zal mij in staat stellen mijn kost te verdienen en mijne arme kinderen ie onderhouden. Nu zal ik altijd bidden, en men zal mij en mijne vrouw niet meer behoeven te zeggen, ik sta er voor in, onze plichten als goede Christenen te moeten vervullen.quot;
O. L. Vrouw van Lourdes, hiel voor ons.
69
Lezincj.
Genezing van een Steenhouwer van Lonrdes.
Op Vrijdag den 26 Februari 1858 werkte het wondervolle water het eerste mirakel uit: een mirakel van den eersten rang, gestaafd, en als dusdanig bekend gemaakt, eerst door de Wetenschap, en daarna door het kerkelijk Gezag.
Er was te Lonrdes een arm werkman, steenhouwer, Bouriette geheeten, die 20 jaren geleden, bij de ontploffing eener mijn (in de steengroeve) zijn een oog vreeselijk verminkt had. Het scheelde niet veel, of hij had het leven er bij ingeboet, in weerwil der kundigste en volhardendste zorgen van doctor Dozous, denzelfden, die Bernardette in hare geestvervoering had gadegeslagen. Het gezicht van den armen mijnwerker was van jaar tot jaar minder geworden en wel dermate, dat hij op liet tijdstip, waarvan wij spreken, met zijn ivchter oog een' mensch van een' boom niet meer onderscheiden koude. Bouriette, gekend en bemind door geheel de stad.
70
was een man van geloof, een waardig
Christen. Hij was gehuwd en had
hinderen. , nl t
Hii had van de wondervolle dingen, die hij de Grot plaats grepen, hooren spreken, en wel hijzonder van de Bron, die water begon te geven »Ga mij van dat water halenquot; zeide hy tot ziine dochter, »de H. Maagd, als Zij liet is, behoeft zij slechts te willen, om
inii te genezen.quot; i
Een half uur later bracht het kind
een weinig van dat water, toen nog modderachtig. »Vader zeide zij, het is niets dan modderig water - »Uat doet er niet toe, antwoordde de goede Bouriette, die begon te bidden.
Hü wreef zijn oog met het wa-
tpr '......Hij slaakt een groo-
ten gil,'een gil van vreugde en geluk. Hii begint te beven, zoo hevig _ was hii aangedaan! De zwarte duisternissen welke gedurende 20 jaren, hem van t o-ezicht'beroofden, waren verdwenen; er bleef nog slechts een kleine nevel over, seliik aan een morgenmist.
0 Hii gaat voort met bulden, en zijn oog te wasschen; maar gelang van dien verdwijnen de nevels, en, ziedaar, ny
71
onderscheidt volkomen alle voorwerpen. Hij is genezen!
»lk ben genezenquot; roept hij nit, den volgemlen morgen doctor Dozons op het plein te Lonrdes aansprekende. — Onmogelijk! antwoordde de doctor, gij hebt een organische kwetsuur, welke uwe kwaal absoluut ongeneesbaar maakt. De behandeling, welke ik n laat ondergaan, heeft ten doel uwe pijnen te verzachten, maar kan ü het gezicht niet weder geven. — »CTij zijt het niet, die mij genezen hebtquot;, antwoordde de steenhouwer, nog geheel ontroerd: » het is de H. Maagd van de Grot.quot; — »Dat Bernadette onverklaarbare geestvervoeringen had, is zekerquot;, hernam de doctor, de schouders ophalende; »ik heb het zelf onderzocht, en van nabij. Maar dat het water hetwelk in de Grot, ik weet niet door welke onbekende oorzaak ontspringt,
X O '
plotseling ongeneesbare kwalen geneest, dat is niet mogelijk.quot;
Dat zeggende, haalt hij zijn zakboekje voor den dag, en schrijft eenige woorden met potlood. »Ziedaarquot; zeide hij tegen Bonnette hem de hand op het linker oog leggende, »indien gij dat lezen kunt, zal ik ü gelooven.quot; De voorbijgangers
72
liaddeu zich rondom hen geschaard.
Bouriette leest dadelijk zonder de minste aarzeling: tgt;Bouriette heeft een ongenees-»Ujke verduistering op zijn oog en zal »nooit genezen.quot;
De doctor stond verbaasd, verpletterd.
»Ik kan het niet ontkennen,quot; riep hij uit, »dat is een wonder, een paarsachtig wonder, niet verlof van mij »zeiven gezegd en van miine confrères »der Faculteit. Dat slaat mij geheel uit »het veld; maar het feit is zonneklaar; »het gaat hoven alles, wat de arme »menschelijke wetenschap vermag.quot;
De genezing van Louis Bouriette was des te wondervoller omdat het mirakel de lik teekenen en de diepe kwetsuren dei-wonde had laten bestaan. De steenhouwer bijna uitzinnig van blijdschap, verhaalde de bijzonderheden er van, aan wie ze wilden vernemen.
Van toen af overmeesterde de geestdrift, het levendig Geloof, de dankzegging, ah meer en meer de menigte. De zekerheid van het wonder blonk meer en meer uit. De werklieden dei-steengroeven, tot wier genootschap de gelukkige Bouriette behoorde, begaven zich tegen den avond in grooten getale naar
73
de rotsen Massabiella, en maakten, door de steile hollingen heen, een gemakkelijker voetpad voor de bedevaartgangers. Voor de monding der wonderbare Bron plaatsten zij een houten heining, en groeven, onder aan de zelve een soort van kleinen waterkom, hebbende ongeveer den vorm en de groote eener kin-derwieg.
De naam der H. Maagd zweefde op aller lippen. Niemand wist het, en toch waren allen zeker, dat Zij het was. Na zonnenondergang, zonder dat iemand afspraak gemaakt gehad, zonder dat eenig priester er zich mede had gemoeid, verlichtten honderden van kaarsen in eens het geïmproviseerde heiligdom, en duizenden van stemmen hieven met onbeschrijfelijk ijvervuur en ontroering de litanie der Allerheiligste Maagd aan.
De Grot bleef aldus den ganschen nacht verlicht.
(WoxDEKEN TAN LoUEDES, door Mgr. de Ségur.)
Wondervolle genezing van den jongen Hendrik Busquet.
Er woonde toen te Naij, in de Lage
74
Pyreneen een jongeling van 15 jaren Hendrik Busqnet genaamd, wiens gezondheid verloren en wiens bloed hoogst bedorven geraakt was, door een typheuze koorts, welke twee jaren te voren, hem bijna ten slachtoffer had gemaakt.
Een monsterachtig gezwel, van klier-achtigen, zeer boosaardigen aard, had zich gezet, aan zijnen hals aan de rechter zijde, en had allengskens de hoogte van de borst eu het onderste gedeelte der wang bereikt. Na vier maanden breidde zich, tengevolge eener noodzakelijk geachte operatie, eene af-grijsselijke, opene, een' vloed etter uitwerpende wond, over geheel het zieke gedeelte, uit. Daarenboven hadden zich twee nieuwe verstoppingen der klieren bij den etterbuil gevormd.
x\Jle behandeling was vruchteloos gebleven. De wateren van Cauterets hadden meer kwaad dan goed gedaan.
De toestand van den armen jongen werd erger van dag tot dag.
Hendrik was zeer godvruchtig. Hij hoorde vertellen van de wonderen van Lourdes en van de mirakuleuze Bron. Zelf niet derwaarts kunnende gaan, verzocht hij eene goede buurvrouw, die de bede-
75
vaart ging houden, hem een weinig van dat water mee te brengen.
Hij was overtuigd, dat de H. Maagd hem zoude genezen: een gewoon voorgevoel, bij hen allen, die de genade eens mirakels zullen ontvangen.
De 28 April, des avonds, bracht men hem het zoozeer verlangde water. Hij zette zich op de kniën met vader, moeder, zijn broeders en zusters, allen brave christenen, eenvoudig en vol vertrouwen.
Hendrik nam eene liffarende houding
O o o
aan om de wasschingen des te beter te verrichten. De geneesheer had sterk aanbevolen, dat koud water de wond zijner zweren nimmer mocht aanraken; » groote verwikkelingenquot;, zeide hij,»zouden het onfeilbaar gevolg daarvan zijn.quot; Doch bij den godvruchtigen jongen ging de goede Maagd boven den doctor.
Hij ontdoet zich dus van de zwachtels en het pluksel, welke zijne zweren en gezwellen bedekken, en hij bevochtigt m.et een linnendoekje, iu 't wondervolle water gedompeld, zijne afgrijslijke wonden. »Het is onmogelijkquot;, dacht hij »dat de H. Maagd mij niet geneestquot; en daarna sliep hij rustig in.
76
's Anderdaags, by zijn ontwaken, was hij genezen, volkomen genezen. Geen zweren meer, geen wonden meer, geen gezwellen meer, geen pijnen meer ; tot gedachtenis evenwel had de H. Maagd hem het likteeken zijner lange zweer laten houden; doch dat likteeken was dicht en klaar, eren gezond als of de hand des tijds het zelve langzaam had laten toegroeien. De genezing was radikaal geweest, plotseling en zonder langzaam voorafgaande beterschap.
Nog meer, het gestel zelf van den jongen Hendrik, tot nog toe klierachtig, in merg en been ondermijnd, werd in een eu denzelfden slag in zijn natuurlijken toestand terug gebracht. Sedert dien dag heeft Hendrik Busqnet zich inderdaad altijd best bevonden; hij is grooter geworden, vol van kracht en gezondheid.
»Thansquot;, zegt een ooggetuige, »is hij een schoone, flinke jongen van 28 jaren, even als zijn vader, gipswerker, den ganschen dag zingende, geene onzedige of dartele liedjes, maar zedige en vroolijke, of wel gezangen ter eere zijner Onbevlekte Weldoensterquot;.
Plet rapport der geneesmeesters heeft
77
zonder omwegen het volkomen bovennatuurlijke aanzien dezer genezing bevestigd. »Wij rangscliikken dit gevalquot;, zoo staat daar, »onder diegenen welke volkomen en op de klaarblijkelij kste Avijze den schijn van bovennatuurlijkheid bezittenquot;.
De geneesheer die tot dien tijd over den jeugdigen bevoorrechte van Maria gegaan had, verklaarde met niet minder oprechtheid, dat» deze plotselinge genezing wonderbaar en bovennatuurlijk was.quot;
O. L. Vrouw van Lourdes, hid voor ons.
(Wonderen van O. L. Vr. van Lourdes.)
JKlEINE pETIJDEN VAN DE
DEK ALLEKZAMGSTB MAAGD MARIA.
DE METTEN.
v. Zing, mijn tong! de zielevreugden
Van deze onbevlekte Maagd;
k. Zing den lofzang barer deugden,
Zing. hoezeer zij God behaagt.
Moeder, kom mijn ziel verblijden, Sterk mij door nw' groote kraebt.
Wapen mij, in mijne strijden,
Tegen alle belscbe macht.
Glorie zij den Vader, den Zoon, en den H. Geest. Gelijk het was in het begin, nu, en altijd, en in alle eeuwen der eeuwen. Amen. Alleluja.
(Van Septuagesima tot Paschen, zegt men, in plaats van Alleluja: Lof' zij Ü, Heer, Koning dei-eeuwige heerlijkheid.)
79
LOFZANG.
Wees gegroet, o Vrouw der wereld, 's Hemels eed'le Koningin,
Maagd met zuiverheid bepereld,
ÏToordster onzer zoete min.
Wees gegroet, vol van genaden. Vol van helder Godlijk licht,
Kom, in 's werelds duistre paden. Schijnen voor ons aangezicht.
Vóór 't begin van dag en jaren Heeft U God reeds aangesteld,
Om zijn Eenig Kind te baren,
't Eeuwig Woord, zoo lang voorspeld,
Dat eens hemel schiep en aarde,
Dat U noemde zijne Bruid,
Dat U voor de smet bewaarde Die uit Adams zonde spruit.
v. God heeft Haar uitverkoren en voorbeschikt.
it. En Haar in zijne woning doen wonen.
v. O Vrouwe, verhoor mijn gebed.
B. En mijn geroep kome tot ü.
GEBED.
Heilige Maria, Koningin der hemelen. Moeder van onzen Heer Jezus Christus, en Vrouwe der wereld, die niemand verlaat noch versmaadt! aanzie mij goedertierenlijk, o Lieve Vrouw! met de oogon uwer genade, en verkrijg van uwen lieven Zoon vergiffenis mijner zonden, opdat ik, die nu uwe H. Onbevlekte Ontvangenis mot een god-
80
vrachtig en toegedaan liart vereer, hierna moge verkrijgen voor loon de eeuwige zaligheid, door gunst en gift van dien Zoon, welken gij, zuivere Maagd, ter wereld gebracht hebt, onzen Heer, die mot den Vaderen den H. Geest leeit en heerscht in volmaakte Eenheid, God in alle eeuwen. Amen.
v. O Vrouwe, verhoor mijn gebed. ]i. En mijn geroep komo tot U.
v. Laat ons den Heer loven.
li. Amen.
v. Dat de zielen der overledene geloovigen, door Gods barmhartigheid, in vrede rusten, li. Amen.
DE PE1MEX.
Moeder, kom mij toch verblijden,
Sterk mij door uw groote kracht.
Wapen mij, in mijne strijden,
Tegen alle helsche macht.
Cilorie zij den Vader, enz.
LOFZANG.
Wijze Maagd, ik kom U groeten. Tempel Gods, daar Hij in woont, Grondsteen, daar we op steunen moeten, Tafel Gods in 't goud gekroond.
Uw almogeüde behoeder Heeft van zonden U bewaard;
Heilig waart Gij eer uw moeder U der wereld had gebaard.
81
Moeder van do liemellingen,
Koningimio, lioog geacht;
Vrouw, wier luister de Eng'lea zingen, Ster, door Jacobs kroest verwacht;
Sterke Maagd, die kloek en krachtig Dood en duivels beven doet,
Wees ons Christenen gedachtig.
Sterk ons in den tegenspoed.
v. Hij heeft Haar geschapen door den H. Geest.
k. Eu Haar verheven boven al zijne werken, v. O Vrouwe, verhoor mijn gebed, it. En mijn geroep kome tot ü.
Gebed. H. Maria, enz, bladz. 79.
Moeder, kom mij toch verblijden.
Sterk mij door uw' groote kracht.
Wapen mij, in mijne strijden.
Tegen alle belsche macht.
Glorie zij den Vader, enz.
lofzang.
Wees gegroet. Gij Saalmons-troone,
Arke van het nieuw Verbond,
Schoone boog aan 's hemelswone. Braambosch, dat het vuur niet schond.
Maagd, verbeeld door Samsoms honig, Gedeons vlies en Aarons staf,
Poort, die aan den Hemel-Koning Maar alleen den toegang gaf.
^ 't Godlijk Kind, dat gij moest baren. Kon niet lijden, dat de smet
6
82
Zijne Moeder zou bezwaren,
Ons van Adam aangezet.
ÏJoch, dat ooit uw' znivro leden Aan een zondig, helscli venijn,
Of aan satans listigheden.
Onderworpen zouden zijn.
v. In het allerhoogste heb Ik mijne woonplaats.
u. En mijn troon is in eene wolkkolom, v. O Vrouwe, verhoor mij gebed.
ji. En mijn geroep kome tot U.
Gebed. li. Maria, enz. bladz. 79.
DE SEXTEN.
Moeder, kom mij toch verblijden.
Sterk mij door uw' groote kracht,
Wapen mij, in mijne strijden.
Tegen alle helschc macht.
Glorie aij den Vader, enz.
lofzakg.
Moeder-Maagd, ik kom ü groeten, Tempel der Drievuldigheid,
Op wie do Englen roemen moeten. Woonplaats van de zuiverheid.
Hulp in nood en angstig strijden. Wellust van het vroom gemoed.
Spiegel van 't verduldig lijden, Maagd'lijk vleescb en zuiver bloed.
Gods gewijde boeken noemen ü een priesterlijken grond;
Niet één duivel kan zich roemen. Dat liij hier ooit toegang vond.
£3
Stad des Heeren, vol van klaarheid, Ooster-poort, waar langs het licht Van Gods ongeschonda waarheid 't Mcnschelijk geslacht verlicht.
v. Gelijk eene lelio onder do doornen, Ji. Zoo is mijne Vriendin onder de dochters van Adam.
v. o Vrouwe, verhoor mijn gebed.
ii. En mijn geroep kome tot ü.
Gebed. H. Maria, enz. bladz. 79.
Moeder, kom mij toch verblijden.
Sterk mij door nw' groote kracht,
Wa! jen mij, in mijne strijden.
Tegen alle helsche macht.
Glorie zij den Vader, enz.
lofzaxg.
Stad van toevlucht. Hoop der meuschen, Davids toren, wees gegroet !
Kan ik sterker bolwerk wensclieu Voor mijn bang eu zwak gemoed?
Maagd, in liefde Gods ontvangen.
Sterk gemaakt door 's Heeren kracht, 't Voorrecht mochtet Gij erlangen Te verplett'ren Satans macht.
Dapp're Judith, sterke Vrouwe,
Schooner dan Abigail,
Gij, o Maagd, met moedertrouwe,
Warmdet Jezus liefd'rijk stil.
Eachel baarde den behoeder Voor Egijpten-land alleen;
84
Gij, Maria, Jezus Moeder,
Baart uw Kind voor iedereen.
v. Geheel schoon zijt Gij, mijne Vriendin! b. En nooit is do vlek der cri'zonle in
U geweest.
v. o Vrouwe, verhoor mijn gebed. e. En mij geroep home tot U.
Gebed. H. Maria, enz. bladz. (9. DE VESPEREN.
Moeder, hom mij toch verblijden.
Sterk mij door uw' groote hracht.
Wapen mij, in mijne strijden.
Tegen alle helsche macht.
Glorie zij den Vader, enz.
lofzang.
Zonnewijzer, die gestadig Ons den Eerstgeboor'nen wijst.
Door wiens hulpe wonderdadig Adams kroost uit 't graf verrijst. ^ Die ons schenkt èn glans èn glorie Nauw beneden de Eng'len Gods, Na 't behalen der victorie,
't Rijk des eeuw'gen zielsgenots.
Door den glans der Zon der zonnen Schittert Gij, o Moeder-Maagd,
Zijt Gij onbevlekt gewonnen.
Dageraad, ons opgedaagd.
Gij, o Lelie, onder doornen.
Hebt den drakenkop verplet; ^
Do, door Jezus' bloed herboor'nen. Van den dwaalweg mee gered.
85
v. In den hemel heb Ik een licht gesteld, dat nooit zal vergaan.
ii. En gelijk een nevel heb Ik geheel het aardrijk overdekt.
v. o Vrouwe, verhoor mijn gebed. E. En mijn geroep kome tot IJ.
Gebed. H. Maria, enz. bladz. 79.
DE COMPLETEN.
v. Moeder van barmhartigheden,
Keer toch 's Heeren gramschap af, K. Dat Hij, ons door irw gebeden.
Zegen geve in plaats van straf.
Moeder, kom mij toch verblijden,
Sterk mij door uw groote kracht.
Wapen mij, in mijne strijden.
Tegen alle helsche macht.
Glorie zij den Vader, enz.
LOFZANG.
Kuischheid schittert in uwe oogen.
Maagd! waarin geen smette woont, Koningin vol mededoogen.
Met een sterrenkrans omkroond.
Verre boven de Englen-zalen Praalt Go in 't Eeuwig Vaderland,
In een kleed van gouden stralen.
Aan des Konings rechterhand.
Zoete Moeder van genade.
Hoop der Zondaars, Ster der zee, Gij herstelt der zonden schade!
Zijt voor ons een veilge reê.
Deur des hemels, troost der kranken.
8G
Oeli! of ik door n verwierf Eeuwig uwen Zoon te danken,
Die voor mij aan 't kruisliout stierf!
y. Maria, uw naam is als eeno uitgestorte olie.
r. Uwe dienaars hebben J bovenmate
bemind.
v. Vrouw, verhoor mijn gebed.
it. En mijn geroep kome tot ü.
Gebed. H. Maria, enz. bladz. 79.
OPDRACHT.
Arol van eerbied, neêrgebogen
Off'ren wij U, Heil'ge Maagd,
Dit gebed, aan 't hart ontvlogen
In de hoop dat 't TJ behaagt.
Als nu onze levensdraden
Door den dood zijn afgesneên
Zoete Moeder, vol genaden!
Leid ons dan naar Jezus heen.
Sta ons bij in do angstige ure,
Als het vonnis wordt geveld;
Denk dan hoe 't Uw liefdevure
En het bloed van Jezus geldt. Amen.
Antiph. Deze is de roede, m welke noch noest der erfzonde, noch schors van dagelüksche schuld geweest is.
v. In uwe ontvangenis, H. Maagd, waart
Gil onbevlekt.
r. Bid voor ons den Vader, wiens Zoon
Gij gebaard hebt.
87
flEBED.
_ O Gcd, die door de onbevlekte Ontvangenis der B,. Maagd Maria cene waardige woonplaats voor uwen Zoon bereid hebt; wij bidden U, dat Gij ons, gelijk Gij Haar door den vooruit gezien en dood van denzelfden uwen Zoon, van alle vlek bewaard hebt, ook verleent, door hare voorspraak zuiver tot U te mogen komen; door onzen Heer Jezns Christus, nwen Zoon, die met U leeft en heerscht. God in eeuwigheid. Amen.
TER EERE VAN
êm fiere ITroiuu ran ïourrtcs.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm TJ onzer.
Heer, ontferm U onzer.
God, liemelsche Vader, ontferm Ü onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God, Heilige Geest, ontferm TJ onzer.
Heilige Drievuldigtieid, een God, ontferm U onzer.
Maria, allerheiligste en allerverhevenste Moeder Gods, bid voor ons.
Maria, minzame Koningin, wier glinsterende troon op de vleugelen der Se-raphijnen, aan de recliterhand vr.n den Koning der koningen, berust,
Maria, machtige Koningin, die heerscht over legioenen engelen, die eerbiedig-lijk uwe bevelen afwachten, om uwe getrouwe dienaars ter hulp te sr-ellen,
Maria, wonderlijke Koningin, die van het,
89
hoogste uwer uitmuntende grootheden, II gewaardigd hebt neder te zien op eene woeste plaats der aarde, om er een arm kind te zoeken.
Maria, die, schitterend van luister en hemelsche goedheid, verscheidene malen verschenen zijt, in de grot van Lourdes, aan een jong dochterken des velds,
Maria, die, tusschen uwe handen eenen paternoster houdende, en het teeken des H. Kruises makende, het verbaasd kind hebt aangezet om. den H. Eoze-krans te bidden,
Maria, die, met bedrukten blik, aan de kleine herderin bevolen hebt veel te . bidden voor de zondaren,
Maria, die het eenvoudig kind tot de Priesters gezonden hebt, om te zeggen: dat Gij wildet, dat men IJ eene kapel zou bouwen, op de rotsen waar Gij verschenen waart,
Maria, die aan het nederig kind gezegd hebt: dat Gij verlangdet, dat men de spelonk van Lourdes bezoeken, en er in processie komen zoude.
Maria, die eene bron van helder water hebt doen springen uit de rots, op welke uwe gezegende voeten hadden gerust,
Maria, die, onder alle uwe verhevene namen en glorierijke eertitels, dien
90
uwer Onbevlekte Ontvangenis' verkozen liebt, om in Lourdes geëerd to ■worden,
Maria, die al de pogingen dor weroldsclie quot;wijsheid, dio den stroom uwer goed-iieid en gunsten wilde tegenhouden, in do grot van Lourdes verstomd en verijdeld hebt, door uw alverbazend vermogen,
Maria, Oceaan van genaden, weldaden en zegeningen, die gedurig de wonderbare Bron van Lourdes onderhoudt en voedt.
Onbevlekte Maagd, uitnemende Bron van glorie, vreugd en zaligheid voor de gelukkige hemellingen,
Onbevlekte Maagd, hemelsche Bron van zoetigheid, vrede en volharding voor de rechtvaardige zielen.
Onbevlekte Maagd, onuitputtelijke Bron van medelijden, barmhartigheid en ver-giffenis voor de arme zondaars. Onbevlekte Maagd, levende Bron van vertroosting, batit en steun voor de bedrukte harten.
Onbevlekte Maagd, overvloedige Bron van bijstand, kracht en genezing voor de zieken en kranken.
Onbevlekte Maagd, zalige Bron van hulp, genade en hoop voor de stervenden. Onbevlekte Maagd, weldadige Bron van verzachting, licht en verlossing voor
91
de lijdende zielen des vagevuurs, bid voor ons.
Onbevlekte Maagd, vermaarde Bron van' heil, besclierming en welzijn voor liet mensclielijk geslacht.
Onbevlekte Maagd, die aan de blinden het gezicht, aan de stommen de spraak, aan do dooven hot gehoor en aan de verlamden hot gebruik hunner ledematen verschaft.
Onbevlekte Maagd, wier ontelbare wonderen en schitterende weldaden in alle gewesten der aarde verkondigd en bewonderd worden,
Onbevlekte Maagd, wier heilig Hart overstroomt van teederheid en goedheid voor ons.
Onbevlekte Maagd, wier liefde tot ons de liefde aller moeders voor hunne kinderen overtreft.
Onbevlekte Maagd, wie nooit iemand aangeroepen heeft, zonder verhoord te zijn.
Van uit den schoot der goddelijke glanzen, die ü in den hemel omringen, bewaak ons, Maria.
In de onderhouding der geboden Gods en en der Heilige Kerk, moedig ons aan, Maria.
Op don weg des hemels, ondersteun ons, Maria.
In den strijd tegen Satan, de wereld en liet vleeseli, beschut ons, Maria.
5quot;.
o
y
92
In de ware en standvastige godsvrucht,
bevestig ons, Maria.
In onheilen, armoede en ellenden, help
ons, Maria.
In ziekten, krankheden en smarten, vertroost
ons, Maria.
In het uur onzes doods, bescherm ons, Maria.
Als quot;vvij bevend voor onzen rechtvaardigen Rechter zullen staan, bid voor ons, Maria. Gedurende de zalige eeuwigheid, heersch
over ons, Maria.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden der
wereld, verhoor ons Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden dor wereld, ontferm u onzer. Heer.
Christus, hoor ons. Christus, verhoor ons. Onze Vader, enz. Wees gegroet, Maria, enz.
v. Bid voor ons, o heilige en onbevlekte Moeder Gods,
li. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
O Jezus, God van oneindige goedheid, die Maria, uwe onbevlekte Moedsr, hebt aangesteld tot Uitdeelster van die zee van genaden en barmhartigheid, waar uw goddelijk Hart het begin en de eeuwige Bron
98
van is, en welke liet die wonderlijke Maagd behaagt op 7AÜko verbazende wijze uit te storten over de gezegende rotsen van Lour-des, wij bidden U nederig, door hare verdiensten en gebeden, geef ons toch al wat ons heilzaam is, de gezondheid der ziel en des lichaams, maar bovenal de onschatbare genade van U altijd meer to kennen en te beminnen, opdat wij, na U op aarde getrouwelijk gediend te hebben, ons eens in den hemel, voor uwen troon mogen bevinden, aan de voeten van Maria, onze goede Moeder, en vereenigd met do koren dei-Engelen en der Heiligen, U men hen loven, danken en beminnen in alle eeuwigheid. Amen.
AAN MAEIA.
Wees eenwiglijk gezegend, bemind en aangeroepen, o Maria! die met zoo veel liefde eenen overvloed van genaden uitstort over do grot van Lourdes, welke Gij door uwe tegenwoordigheid geheiligd hebt. Wees toch altijd onze Moeder, onze Hoop, onze Troosteres op aarde en onze Koningin in de eeuwige zaligheid. Amen.
Gezegend zij dc heilige en Onbevlekte Ontvangenis van de aller-gelukzaligste Maagd Maria!
(100 dagen aflaat, ieder maal.)
94
Zoet Havt van Maria, wees mijiie behoudenis.
(oOO dagen aflaat, ieder maal.)
VIDI.
]■'. DE VOS. C. h. C.
.lliiiii! is iiaijveria; op haar Voorrecht.
Ten tijde van Pans Martinns V, gebeurde het in de stad Toulouse, dat een Eector der hoogeschool op zich nam te stellen en als een uitgemaakt leerstuk te bewijzen, dat do H. Maagd in erfzonde ontvangen was. Geheel do stad was er dermate over geërgerd, dat zij tegen hem opstond, zoodat zijn leven gevaar liep. Door dezen tegenstand nog hardnekkiger geworden, gaat hij zich te Eome bij den Paus beklagen, verzoekt toestemming zijn gevoelen in zijne tegenwoordigheid te verdedigen, en verkrijgt dezelve. Dag en uur worden bepaald; vele zeer beroemde Godgeleerden begeven zich ter plaatse om de zaak der Moeder Gods te verdedigen. Het uur komt; men wacht hem, maar bij komt niet. Men zendt iemand om te weten, wat hem wederhoudt, en schromelijk geval! men vindt hem morsdood liggen in het midden zijner kamer. Men onderzoekt zijn lijk, en men bevindt het zonder letsel en eenig teeken van aangedaan gewold.
TER EERE DEIl
twaaif Voorrecliteu tier allerzaligste
M A A C D MARIA.
(NB. Deze gebeden zijn door Z. 11. Paus Pius IX den 20 Juni 18C0, met veelvuldige aflaten verrijkt).
In den naam des Vaders, en des Zoons en des Heiligen Geestes. Amen.
v. O God, kom mij te hulp.
r. Heer, haast U mij te helpen.
Glorie zij den Vader, enz.
Wij groeten IJ, o allerzuiverste en allerheiligste Moeder van Jesus, wij smee-ken U ootmoedig door Uwe voorbeschikking tot de waardigheid van Moeder Gods; door Uwe Onbevlekte Ontvangenis, die U gevrijwaard heeft van de smet der erfzonde; door Uwe algeheelo onderwerping van geest aan den wil van God, welke altijd de
96
richtsnoer van quot;Uw gedrag was; door Uwe volmaakste heiligheid, welke nooit, gedurende den geheelen loop Uws levens, den minsten vlek ondergaan heeft, onze patrones bij God te worden, opdat Hij de menigte onzer zonden uitwissche, welke de oorzaak Zijner goddelijke gramschap zijn. En Gij, almachtige Vader, door de verdiensten dezer voorrechten, verhoor de gebeden Uwer welbeminde Dochter, en vergeef vol goedheid aan ons, hare beschermelingen.
Spaar, o Heer, spaar Uw volk.
Hier bidt men hot Onze Vader, vier maal het wees gegroet, eu eens Glorie zij den Vader enz.
v. Door Uwe Onbevlekte-Ontvangenis.
b. Bevrijd ons, o glorierijke Maagd Maria.
Wij groeten U, o allerzuiverste en allerheiligste Maagd Maria, en wij smee-ken U ootmoedig door Uwe heilige Boodschap, ten gevolge waarvan Gij in Uwen schoot het Woord Gods ontvangen hebt; door Uwe gelukkige baring, waardoor Gij geen smart verduurd hebt; door Uwe voortdurende maagdelijkheid, welke Gij met Uwe moederlijke vruchtbaarheid hebt vereenigd; door Uw hartverscheurend en toch grootmoedig martelaarschap bij den docd onzes Verlossers, onze verzoenster te worden, welke ons do vruchten van het kostbaar Bloed
97
üws Zoons zal laten ondervinden. En Gij, Zoon Gods, verhoor de gebeden onzer welbeminde Moeder, om de verdiensten van deze Hare voorrechten en vergeef vol goedheid aan ons, hare beschermelingen.
Spaar o Heer, spaar üw volk.
Hier bidt men liet onze Vader enz. zoo als boven.
III.
Wij groeten II, o allerzuiverste, allergoe-dertierenste en allerheiligste Moeder van Jesus, en wij smeeken U ootmoedig, dooide vreugden van Uw harquot; bij de verrijzenis en de hemelvaart van Jesus Christus; door Uwe opneming ten hemel boven alle, koren der Engelen; door de glorie, welke God ü geschonken heeft door U de Koningin van alle Engelen to maken; door Uwe zoo groote macht, welke ü alles, wat Gij begeerdet, heeft doen verkrijgen, ons ware liefde jegens God te verwerven. En Gij, Heilige Geest, verhoor de gebeden Uwer welbeminde Bruid om de verdiensten van deze hare voorrechten, en vergeef, vol goedheid, aan ons, hare beschermelingen.
Spaar o Heer, spaar Uw volk.
Hier bidt men liet Onze Vader enz. zoo als boven.
Hier kan men ook de litanie van de H. Jlaagd bidden om don allaat van 300 dagen te verdienen.
(Dekreet van Pius VII, 30 Sept. 1817).
Vervolgens voegt men er bij;
1
98
Ant. üwe Ontvangenis, o Maagd en Moeder Gods, heeft de vreugde gebracht aan geheel do wereld, want het is uit U, dat de Zon der Gerechtigheid, Jesus Christus, onze God, geboren is, welke, den vloek wegnemende, ons den zegen beeft geschonken, en den dood verwoestende, ons het eeuwige leven heeft gegeven.
v. O Maagd Maria, Gij zijt onbevlekt geweest in uwe Ontvangenis.
e. Bid voor ons den Vader, wiens Zoon Jesus, ontvangen van den heiligen Geest, Gij hebt ter wereld gebracht.
God van barmhartigheid. God van goedheid. God van mededoogen, die medelijden gehad hebt met de rampen üws volks en hebt gezegd tot den Engel, welke het kastijdde: houdt Uwe hand in; om de liefde dezer glorierijke Moeder, wier kostbare borst Gij gezogen hebt, strijdig met het gift onzer zielen; verleen ons de hulp Uwer genade, opdat wij in alle zekerheid verlost worden van alle kwaad en barm-hartiglijk worden gevrijwaard tegen allen aanval van verderf. Gij, die leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen.
99
OF
KROONTJE DER CNBEVLEKTE-3NTVANGENIS.
Wat wij hier over dit rozekransje zeggen is getrouw genomen óf uit de Breve van onzen heiligen Vader, Paus Pins IX, van 22 Juni 1855, óf uit een klein Ita-liaansch bericht, op nieuw gedrukt te Eome 16 October 1857 en voorzien van de goedkeuring Magistri Sacr:. Palatii.
I. Dit klein rozekransje. bestaat uit 15 koralen, in 3 deelen afgedeeld, ieder van 5 koralen. Men hecht aan dit rozekransje do medalje der Onbevlekte Ontvangenis.
II. Om de aflaten, daaraan verbonden te verdienen is het onder anderen noodig:
1. Dat het gewijd zij door den heiligen Vader of door eenen priester die er de macht toe heeft. De Paters Redemptoristen en Capucijnen kunnen de aflaten er aan hechten, krachtens cene dubbele concessie van Paus Pius IX van 11 Juni en 3 Augustus 1858.
2. Men moet het bidden op de volgende wijze:
Met begint met het teeken des heiligen kruises. Vervolgens bidt men de eerste afdeeling, zeggende: Gezegend zij de heilige en Onbevlekte Ontvangenis der allerzaligste Maagd Maria! —
100
waarna men een Onze Vader bidt, vier Wees Gegroeten en één Glorie zij den Vader.
De twee andere afdeelingen worden gebeden zooals de eerste.
Geene overweging van eenig Geheim is voorgeschreven. Nochtans hebben vele geloo-vigen de gewoonte de heilige Drievuldigheid te bedanken; namelijk bij de eerste afdeeling, God den Vader, omdat Hij Maria als Zijne Docht er heeft aangenomen; — bij de tweede. God den Zoon, omdat Maria tot Zijne Moeder heeft verkoren; — en bij de derde, den Heiligen Geest, omdat hij Maria, Zijne Bruid, voor de erfzonde heeft bewaard. — Doch deze zijn geene noodzakelijke ver-eischten. Zie nu hier de aflaten aan dit rozekransje gehecht.
Bejiekking. Zij zijn toepasselijk op de geloovige zielen. Pins IX, 22 Juni, 1 855.
1. Volle aflaat eens in de maand voor allen, welke met oprecht berouw biechten, communiceeren en godvruchtig het genoemde rozekransje alle dagen der maand zullen hebben gebeden.
2. 300 dagen aflaat iederen keer, dat men dit rozekransje met een rouwvol hart bidt. (Pius IX ibid.)
Bemerken wij ook nog, dat men 100 dagen aflaat verdient, iederen keer, dat men met een rouwvol hart het schiet-
101
gebedje bidt: Gezegend zij de Heilige en Onbevlekt e-0 ntvangenis der allerzaligste Maagd Maria. (Pius VI, 21 November 1793.)
Nota. Er bestaat een rozekransje van de Onbevlekte-Ontvangenis van 12 koralen, waarvan de aflaten valsch en onecht zijn verklaard door een decreet van de H. Congr. van 7 Maart 1678, dit is liet echter niet wat wij hier voorstellen.
TER EERE DER
Dczo Novene kan gehouden worden, óf om zicli voor te bereiden voor het feest van 8 December, öf ook op ieder anderen tijd om cene bijzondere gunst te verkrijgen.
Het zal goed zijn iederen dag der Novene de kleine getijden, of het rozekransje der Onbevlekte-üntvangenis te bidden, de H. Mis, zoo vaak men kan, bij te wonen en ten minste op den dag der sluiting ter H. Tafel te naderen. — Ook kan men, met toestemming zijns biechtvaders, eenige belofte aan de H. Maagd doen, voor 't geval, dat men zal zijn verhoord geweest.
Maria-Onbevlekt vormde de vreugde van God bij de Schepping.
I. Wat is dat vooreene, die daar te voor komt als de opgaande dageraad. (Cant. Cantic. VI, 9.) Het opkomen van Maria, dageraad van den morgen, is hare vorming in de gedachten Gods, van
103
vóór 't begin der eeuwen: van eeuwigheid had God besloten, dat het Woord, van de hemelen afdalende, de menschelijke natuur aannemen, en onder ons wonen zoude. Van eeuwigheid had ook God den tempel uitverkoren, welke aan 't Woord tot woonplaats zoude dienen, — luistervolle tempel! welke zoo veel mogelijk in do orde der schepping, der Godheid waardig moest wezen. Het is van deze eeuwige voorbereiding dor levende woonplaats van eenen God, dat Maria zelve spreekt, in hare woorden der H. Schrift: »Van eeuwigheid ben ik gevormd in het goddelijk plan. Toen de tijden vervuld waren, en Jezus de Zon der Gerechtigheid weldra ging verschijnen, aan de wereld, ontving de goddelijke dageraad, welke Hem ter wereld brengen moest het bestaan, en begon dezelve voor de oogen der menschen te schitteren, zóó als God Haar ontworpen had in zijne eeuwige plannen, versierd met al zijne gaven, meesterstuk zijner almacht en zijner liefde. Alles wat schoon is in het heelal is slechts eeu schadiiw van de volmaaktheden der onbevlekte Maagd.
Wensch Maria geluk met zoo vele gunsten.
II. Ofschoon al het geschapene slechts eene geringheid is in vergelijking met God — en alles is, als of het niet ware, — ofschoon gij zelf slechts een stoijen zijt in do schepping, heeft God zich toch mot
104
bezig gehouden yan eeuwigheid: I k heb Ü met eene eeuwige liefde bemind. Indien Hij er behagen in gehad heeft in Maria de levende trekken van Jesus te schetsen, opdat Zij op Hem gelijken zou, waarvan Zij de Moeder moest worden, heeft Hij ook u naar zijn beeld geschapen, cn voorbeschikt Hem van aanschijn tot aanschijn te aanschouwen en voor altijd to bezitten in den hemel. Ziedaar het einde, waartoe Hij u bestemd heeft, toen Hij u schiep tot zijne verheerlijking. Om n die bestemming, door de zonde verloren, terug te geven, heeft Hij zijnen eenigen Zoon gezonden, geboren uit de Onbevlekte Maagd, gestorven aan het kruis om n zalig te maken. Is deze bestemming het onderwerp van al uw streven ?
O Maria, volmaakste der maagden, verkrijg mij te leven in eene zoo groote zuiverheid, en eene zoo volmaakte liefde, dat ik waardig ben aanhoudend de oogen van den driemaal heiligen God op mij te trekken. Amen.
Besluit. Vermijd alles, wat God mishagen kan, en herhaal vaak door den dag het gebedje: O Maria zonder zonde ontvangen, bid voor ons, die onze toevlucht tot ü nemen.
105
De Goddelijke Dageraad verdrijft de duisternissen.
I. Wat is dat voor eene, die daar te voor komt als do opgaande dageraad?
De dageraad verdrijft het nachtelijke duister. Evenzoo heeft Maria, het werk der Zon der Gerechtigheid, de duisternissen der zonde verdreven, die onvergelijkelijk afzichtelijker en verschrikkelijker zijn, dan de duisternissen der natuur. Het zijn de duisternissen, welke de duivel over geheel de aarde en in de zielen verspreid had. Die duisternissen verblindden bijna allo menschen voor do komst van den Messias; zij kenden God niet noch hunne ziel, noch hunne plichten; gezeten in de duisternissen van dezen helschen nacht, verdwaalden zij, als ongelukkige reizigers, in hunne wegen, namen den verkeerden voor den goeden weg, de ondeugd voor de deugd, de val-sche voor de ware goederen, en liepen eindelijk van afgrond tot afgrond in het eetiwige verderf. Na vier duizend jaren, verscheen do Onbevlekte Maagd, als een schitterende dageraad, zachte stralen werpend, en het menschdom begon het licht te aanschouwen. Groet deze Dageraad, welke den nacht verdrijft.
106
II. Maria lieeft der wereld het licht, het leven, en den vrede terug gegeven, door ons eenen Zaligmaker te schenken. Zij ook is het, welke deze zelfde genaden den zondaar schenkt, met voor hem de terugkomst der Zon der Gerechtigheid te bewerken. De H. Geest zegt van hen, welke zich aan de zonden overgeven, dat hunne wegen duisternis zijn, en zij in de schaduwe des doods zitten. De zondaar is als met blindheid geslagen: hij kent, hij gelooft misschien nog do waarheden des Geloofs, maar hij heeft als 't ware, het gevoel er van verloren. De boosheid der zonde, de eeuwige wrake, bet lijden van den Zoon Gods en de verlossing der wereld, dat alles schijnt zich voor hem te niet te doen; zijn hart, gevoelig voor de zinnelijke dingen dezer aarde, is koud en zonder leven voor die des hemels. De zondaar roepo vol vertrouwen, in dien toestand, Maria, de goddelijke Dageraad, aan. Zij zal tot hem komen, zijne duisternissen verdrijven en hem, met baren Goddelijken Zoon, die zoete klaarheid teruggeven, welke zi^ne ziel van vrede, vreugde en geluk zal doen overstroomen.
GEBED. Onbevlekte Maagd, goddelijke Dageraad, die in nwen schoot het ongeschapen Licht gedragen hebt, verlicht mijnen geest, opdat ik, de ijdelheid der menschelijke dingen, en de waarde der
107
hemelsche inziende, mijn hart onthechte van alle geschapene goederen, die het verleiden, en ik het geheel aan Jesns geve. Amen.
Besluit. Leg er r. op toe, om al uwe handelingen en al uwe plannen te wegen in de schaal der eeuwigheid.
Het paste aan de goddelijke Dageraad zuiver en Onbevlekt te zijn.
Wat is dat voor eene die daar te voor komt als de opgaande dageraad? De dageraad kan de dochter der zonne geheeten worden, want hij, is gevormd van de eerste, zeer verre stralen, welke de zon naar de aarde schiet, om hare komste te verkondigen. En daar deze stralen voortkomen van do zon, de starre des dags zelve, zijn zij zuiver, zooals zij is, en deelen zij in hare schoonheid. Eveneens heeft Maria, de goddelijke Dageraad, die het Woord, vleesch geworden, moest ter wereld brengen, van het Eeuwig Woord, terstond voordat Zij ter wereld kwam, Zelve al hare zuiverheid overvloedig ontvangen. Maria is, door haar eenig voorrecht, zuiver en vol van genade geweest, van af den eersten oogen-blik hilars bestaans. Het paste inderdaad,
108
dat zij, die den oorsprong der genade, en den God aller heiligheid het daglicht moest schenken, zelve ook van af den beginne zalig was, en versierd met de gaven dei-liefde, reeds bij hare ontvangenis.
Bezoedeld door de smet der erfzonde, zijt gij als kind van gramschap, veroordeeld om voor altijd als balling buiten den hemel, nw vaderland, te zwerven, en Gods aanschijn nimmer te aanschouwen, indien God zelf U niet met Hem verzoende. Deze verzoening heeft Hij zich verwaardigd in het H. Doopsel tot stand te brengen. Op het oogenblik, dat het heilig Water gevloeid heeft op uw voorhoofd, is uwe ziel van de zonde tot de glorie, van de duisternis tot het licht, van den dood tot het leven, van kind des duivels tot kind Gods en prins van zijn rijk overgegaan. Jesus heeft op dat oogenblik u aan zijn leven deelachtig gemaakt, en U doen deelen in zijne Goddelijke natuur. Hebt gij deze weldaden ongeschonden bewaard ? Maria, zonder erfzonde ontvangen, heeft later nooit de minste smet verduurd; en gij, na de genade in het sacrament van herboring terug ontvangen te hebben, hebt dezelve geheel door de zonde verloren, of ten minste grootelijks verzwakt door veelvuldige dagelijksche fouten. Heb berouw.
GEBED. Gezuiverd van de erfzonde,
109
en geplaatst onder de aangenomen kinderen Gods, door het heilig Doopsel, werp ik mij aan uwe voeten, o gezegende Maagd, en bezweer U met alle kracht, mij de noodige hulp te verwerven om niet meer te zondigen. Amen.
Besluit. Leg u heden op de versterving uwer zinnen toe, voornamelijk van uwe oogen en van uwen smaak.
De Goddelijke Dageraad jaagt de duivelen op de vlucht.
I Wat is dat voor een e, die daar te voor komt, als de opgaande dageraad? Als de dageraad verschijnt stuiven de wilde dieren naar hunne holen; de nachtuilen, vijanden van het licht, keeron naar hunne duistere schuilplaatsen terug; op hun akelig en wild gekras volgen do liefelijke gezangen der vogelen, welke op hunne wijzen des Scheppers glorie zingen. Even zoo vluchten de duivelen, door schrik geslagen, naar hunne diepe afgronden, bij de verschijning van Maria, die goddelijke Dageraad, welke den menschen het licht, het leven en de vreugde bracht. De naam van Maria, naam, zoo zoet voor hare dienaren, is voor den vijand onzer zaligheid zoo ver-
110
schrikkend, als een leger in slagorde geschaard. »Als ik den naam van Maria uitspreek,quot; zeide do H. Franciscus van AssisiU, tooit zich de hemel, verheugt zich de aarde, verblijden zich de Engelen, de duivelen alleen, door schrik bevangen, nemen de vlucht, en verdwijnen lichter en spoediger dan het stof door den wind weggeslingerd.quot;
II Onderzoek over do wijze, waarop gij de bekoringen beschouwt, en aan dezelve weerstand biedt. Maar al te vaak verliezen de zielen, die aan God zouden willen toebehooren, den moed, ten overstaan der herhaalde strijden, welke zij te verduren hebben. Zij verliezen uit het oog, dat deze aarde het land van beproeving is, en dat alleen hij gekroond zal worden, die wettig zal hebben gestreden. Het leven van den mensch op aarde, zegt de H. Geest, is een strijd. De wijl gij aan God welgevallig waart was 't noodig, dat de bekoring U op de proef stelde. Hij, die eene groote glorie in den hemel verdienen wil, zonder vele en zware beproevingen te verduren, is gelijk aan een soldaat, die den roem der overwinning eischen, maar den strijd vluchten zoude. Als gij u voelt wankelen, en u allo wederstand overbodig toeschijnt, omdat gij tl reeds overwonnen waant, wees dan op uwe hoede uwe wapenen neer te
leggen; vertrouw dan op de hulp van Jezus en van Maria, die voor u en met u strijden.
GEBED. Onbevlekte Maagd, gij ziet mij door duisternissen omringd, blootgesteld aan ontelbare gevaren; verleen mij uw licht en uwe sterkte, opdat ik aan de hinderlagen des vijands moge ontsnappen. Amen.
Besluit. Oefen u aanhoudend in het bewaken uwer zinnen.
Hoe de Goddelijke Dageraad verrukkend is in luister.
I. Wat is dat voor eene die daar te voor komt als de opgaande dageraad? Niets is bekoorlijker in de natuur dan de opkomende dageraad. Eveneens is niets lieflijker dan de verschijning der Beminnenswaardigste en der Zuiverste der maagden. Toen deze goddelijke Dageraad hare eerste stralen over do aarde, welke bijna van alle kanten door duisternis omgeven was, verspreidde, sprongen de engelen van blijdschap op, en zeiden, als in liefde-vervoering, tot elkander: wat is dat voor eene, die daar te voor komt als de opgaande dageraad! en
112
hun eigon luister scheen voor hun eigen oogen zich als uit tc wisschen, gelijk dü glans dor sterren verdwijnt bij het opkomen van den dageraad. De verhevenste dor serafijnen zag zich op grooteren afstand van de Koninginne dor Engelen, dan hij zelf verwijderd is van de minst gouadenrijke ziel. Eu welk hart zoude niet vervoerd zijn door de aanminnigheid van het Hart van Maria ?
II. De ziel van den rechtvaardige, welke de genade on vriendschap Gods bezit, heeft ook, ofschoon zij, wat de schoonheid betreft, met Maria niet vergeleken kan worden, zooveel schoons en bekoorlijks, dat zij de Engelen, God en de menschen in verrukking brengt. De starren, welke aan het uitspansel schitteren, zijn door dou H. Geest zeiven aangewezen om de schoonheid er van af te beelden. De Engel-Bewaarder wordt ook niet moede deze ziel aan te staren, alsof hij een levend beeld der genade en der heiligheid in haar zag, van de genade en heiligheid, waarmede hij zelf versierd is. De ziel des rechtvaardigen is de levende tempel der H. Drievuldigheid; zij is de troon waarop de drie Aanbiddelijke Personen gezeten zijn; de troon, stralen schietend van al het vuur van den Geest der liefde, welke hot hart, waarin Hij woont, bezit, het doordringt, en een voorwerp, het Goddelijk welbehagen waardig, ervan maakt.
113
Kunt gij zoggeu, dat uwe ziel eene dusdanige is ?
GEBED. Verhevene Maagd, door de milddadigheid des Allerhoógsten, met zoo groote heiligheid begunstigd, dat zij die der Engelen en der menschen verre overtreft, verwerf voor mij, die zoo zwak ben, de genade, mij van alle gebreken en onvolmaaktheden te zuiveren, en ik mij voortaan ernstig moge bestreven om alle ware deugden te verkrijgen. Amen.
Besluit. Onderzoek u over uwe beroepsplichten, en bijzonder over die plichten, welke gij gewoonlijk verzuimt.
Hoe Maria, de goddelijke Dageraad, Haren glans mededeelt.
I. ^\'at is dat voor cene die daar te voor komt als de opgaande dageraad?
Vóór dat de zon boven den gezichteinder verschijnt, is er geen schoonheid en geen glans in de natuur te bespeuren; alles is dan met den eentoonigen sluier der duisternis omtogen. Doch nauwlijks is de dageraad verschenen, of hij verspreidt een bekoorlijken glans over geheel do natuur, en hij doet duizendc verschillende kleuren
8
114
schitteren. Eveneens verspreidde Maria, de goddelijke Dageraad, liet liolit van de Zon der Gerechtigheid ontvangen, over de geestelijke wereld, op het oogenblik dat zij verscheen. Daarom is het, dat de Heilige Kerkleeraars haar voorstellen als liet kanaal, langs hetwelk alle genaden vloeien, komende uit den schoot Gods, tot heiligmaking der menschen. Daarom is het, dat de Kerk op haar de woorden der H. Scheift toepast: In mij is alle genade des levens en der waarheid: in mij is alle hope der deugd. Zij is de Moeder aller uitverkorenen, aan welke Zij het geestelijke leven van haren Goddelijken Zoon mededeelt.
II. Onze Zaligmaker heeft tot de apostelen gezegd: Gij zijt het licht dei-wereld; en er bijgevoegd: Zoo schittere uw licht voor de menschen, dat zij uwe goede werken ziende, uwen Vader loven, die in de hemelen is. Het eigenaardige van het licht is, dat het zijn glans verspreidt zonder dien zelf to verliezen. Evenzoo verspreidt eene waarlijk rechtvaardige ziel, over alles wat haar omgeeft, het licht der genade en het vuur der liefde. Welken invloed bezit eene heilige ziel niet! Zie, wat de apostelen gedaan hebben ; zie, wat in 't vervolg der eeuwen die heiligen hebben uitgewerkt, welke wij op onze altaren vereeren; breng u die en die personen, die gij gekend hebt, voor den
115
geest, welke, gelijk aan engelen op aarde, slechts schenen te leven om God te beminnen en Zijn heiligen naam te verheerlijken. Het zien alleen van zulke personen is eenc zalvende prediking die; doordringt tot het harte. Deze zielen worden even als Maria, in verhouding harer krachten, moeders van uitverkorenen, het leven aan Jezus schenkende in de harten, welke zij bekeeren.
GEBED. O bewonderenswaardige Moedor, die mijne ziel, zoo arm aan goede werken, aanschouwt, verwerf voor mij, door uw maagdelijk Moederhart, een vasten wil, slechts voor het goede te werken. Amen.
Besluit. Overdenk of er niet eene ziel is, welke gij voor God kunt winnen, door uwe gebeden, uwe raadgevingen, uwe liefde, en bepaal de middelen die gij er toe zult aanwenden.
Hoe de goddelijke Dageraad altijd stijgt in luister.
I. Wat is dat voor eene die daar te voor komt als de opgaande dageraad.
Als de dageraad boven den gezichteinder zich begiut te verheften, werpt hij nog slechts een flaauw licht af; doch van oogen-
116
blik tot oogenblik neemt hij nieuwen glans aan, en scliittort hij meer en meer.
Eveneens verhief zich Maria aanhoudend iederen oogenblik van haar leven tot hoo-geren trap van genade en tot hoogere volmaaktheid, nadat Zij eenmaal bij hare Onbevlekte Ontvangenis boven de Engelen en Heiligen geplaatst was. Verheel n, zoo gij kunt, wat Maria moet geweest zijn, na een leven van twee en zeventig jaren, waarvan ieder oogenblik eene onmeetelijke vermeerdering van genade geweest is; Zij, die bij den eersten oogenblik haars bestaans reeds zoo verre boven do Engelen en de Heiligen was verheven. Stort uw harte, aan de voeten van Maria in gevoelens van lof, bewondering en liefde uit, voor zulk eene schitterende verheerlijking.
II. Keer hier eens in u zeiven, en ga eens na, of gij naar het voorbeeld van Maria aanhoudend vooruitgaat op den weg dei-zaligheid en der volmaaktheid. Hij, die geen krachten inspant om den sterken stro om op te varen, zal door de wateren worden medegesleept. Evenzoo gaat hij achteruit, die niet vooruit gaat in de deugd.
Hebt gij dit jaar minder vallen dan de ■quot;orige jaren te betreuren? Waakt gij met meer zorg over de zuiverheid van uw hart? Hebt gij een meer levendigen afschuw van de zonde en van de gelegenheden der zonde? Gevoelt gij u minder getrokken tot
117
de genoegens en vermaken der wereld? Bewaart gij meer do ingetogenheid des harten eu de vereeniging met God? Gevoelt gij een meer ernstig en meer standvastig verlangen voor de geestelijke dingen, voor het gebed, voor de H. Communie? Doet gy nwe werken met eene grootere en meer zuivere goede-meening, enz. ? Breng aan tiwen Goddelijken Verlosser, door tusschen-komst van Maria, de volkomenste en do edelmoedigste offerande van u zeiven.
GEBED. Onbevlekte Maagd, die geen enkel oogenblik uws levens opgehouden hebt, de schatten uwer verdiensten en uwer genaden te vermeerderen, verwerf voor uwen dienaar (dienares) zoo zwak en onstandvastig) zijne onstandvastigheid te overwinnen en altijd voortgang te maken in do ware deugd. Amen.
Besluit. Beoefen getrouw do meditatie en het onderzoek des gewetens, die zoo krachtige middelen om in de deugd aan te groeien.
De goddelijke Dageraad verlicht en vertroost den balling in het ballingschap dezer aarde.
I. Wat is dat voor eene die daaï
voor komt als de opgaande dageraad? Als de dageraad zich begint te vertoonen, liervat de reiziger, ■vvelke met angst en verveling te midden der nachtelijke duisternis zijn weg vervolgt, wederom moed. Arme ballingen die wij zijn, verre van ons zalig vaderland gebannen, gescliei-den van onzen Vader, die in de hemelen is, wandelen wij door dit tranendal heen; en maar al te vaak, helaas! is het pad, dat wij begaan, donker en vol gevaren, door den vijand onzer zaligheid in den weg geworpen. Gelukkig hij, voor wien de goddelijke Dageraad schittert! Gelukkig hij, die Maria bemint en haar getrouwelijk dient? Onder den invloed van dit weldadige licht, ziet hij het doelwit zijner reis, dat hy wil bereiken, namelijk den hemel, zijn gezegend vaderland, en hij haast derwaarts zijne schreden. Hij gevoelt veel minder do vermoeidheid; en de verleidende vermaken, welke hem van het pad aflokken, verliezen alle bekoorlijkheid voor hem. Hij streeft vooruit, vooruit, met het harte vol zalige vreugde.
II. Onderzoek u over uwe houding, welke gij aanneemt ten tijde van kruissen, tegenzin, verwarring, dorheid. Do zielen, nog nieuwelingen in den dienst des Heeren, verliezen alsdan den moed en worden nalatig. Bijna geheel, terwijl zij God zoeken met zich zeiven bezig, en God veel meer om
119
zich zeiven clan om God zoekende, zonder dat goed in te zien — laten zij liet werk achter, waar zij sleelits last sn tegenzin in vinden; zij treden een tijd lang in dienst van een anderen meester, welke haar voordeeligere toezeggingen schijnt ï,c doen, doch niet in staat is die na te komen. Indien gij aldus te werk gaat, weet dan wel, dat gij altijd zeer weinig beteekenen znlt in Gods oog, want dan znlt gij altijd een huurling blijven, en een huurling heeft niets van die grootmoedigheid, welke alléén de uitstekende gunsten des hemels verovert. Hij, die verflauwt, zoodra de troosteloosheid hem mismoedig maakt, toont, dat hij zich zeiven meer dan God in de godsvrucht zoekt.
GEBED. Moeder van barmliartighei:!, ik keer mijne smeekende oogslagen naar U, en bid U, door de standvastigheid, die Gij getoond hebt aan den voet des krui-ses, mij den geest van standvastigheid in 's Heeren dienst te verwerven, zelfs in het midden der beproevingen. Amen.
Besluit. Getrouw te zijn in do oefeningen van Godsvrucht, en de toevlucht totquot; Maria te nemen, ton tijde van inwendige troosteloosheid.
120
De goddelijke Dageraad opent het Eeuwige Licht.
I. W a t i s d a t v o o r c e u o die d a a r t c voor komt a 1 s d e opgaande dageraad? De dageraad schijnt bij zijn opkomen liet boek der natuur te openen., te gelijk den liemel en de aarde verlichtende, tot dat de zon, welke hen opvolgt, dezelve mot haar helder schitterend licht vervult. De Zon der Gerechtigheid schitterend in dit land van ballingschap niet voor onze oogen. Het licht van het Lam is het licht des Para-dijsses. Edoch wie zal ons die Goddelijke Zon toonen, indien dat de allerzaligste Maagd Maria niet doet; Maria! zoo vaak als Deure des hemels aangeroepen? Maria is het, die Jezus aan do wereld geschonken heeft, en het is ook door Haar, dat Jesus eenc geestelijke geboorte in de harten ontvangt, en bijgevolg, dat wij zeiven tot het leven der genaden geboren worden. Het is in dien zin, dat Maria genoemd wordt, en waarlijk onze Moeder is. Gelijk de dageraad de zon voortbrengt, zoo deelt Maria in dit ballingsoord het lever., dei-genade aan de zielen mede, en het leven der verheerlijking in ons Eeuwig Vaderland.
II. Overweeg het vertrouwen en den
121
vrede, ja, somtijds de blijdschap, welke hem in het zoo vervaarlijke uur des doods, te beurt vallen, die gedurende zijn leven eene standvastige en oprechte Godsvrucht voor Maria bezeten heeft. Zij bevindt zich aan zijn leger van smarte om de booze geesten af te weren, welke zich daar op dat beslissend oogenblik bevinden, om door eene uiterste en gevoelige poging zijne ziel te rooven. Het kind van Maria, zonder twijfel, ziet, ten minste gewoonlijk, zijne Moeder niet; maar het gevoelt de uitwerking harer tegenwoordigheid. Zijn hart is veranderd. Hij was ontstemd, de vrede is in zijne ziel teruggekeerd; hij konde slechts vreezen — en zie, op eens konde zijn hart slechts liefhebben; . hij begrijpt van waar hem die zoo zoete tranen komen, welke hij laat nederbiggelen op het kruisbeeld, terwijl hij het aan zijne lippen klemt. Hij lijdt, edoch zijn lijden is hem zoo zoet geworden, dat hij nog meer uit liefde voor zijnen lijdenden Jezus, zoude verduren willen. Hij is geheel verbaasd, dat het zoet is te sterven, en hij slaapt zacht-jens in, in de armen van Maria, de aangename Dageraad, welke hem den toegang tot het Eeuwige Licht opent.
GEBED. O Onbevlekte Maagd, sta mij in mijne laatste stonde bij, en geef, dat ik, na waardig de Heilige Sacramenten ontvangen te hebben, den slaap der rechtvaardigen slapen moge.
122
Besluit. Indien gij nog niet tot do broederschap van den zaligen dood behoort, haast u dan, n daarin te laten opnemen.
ter voorbereiding voor liet Feest der Onbevlekte Ontvangenis.
(Doze Novene begint 23 November. Zij is zoo letterlijk mogelijk vertaald uit de „Raccolta di orazioni e pie opere per le q nali sono state coneedute dai Som mi P o n-tefici le S. In duigen ze.quot; Dertiende Uitgaaf. Rome 1855.)
Aangaande de aflaten aan deze Novene verhonden, zegt de »Raccoltaquot;: Faus Pins VII heeft lij Rescripten, uitgevaardigd door zijne Eminentie den Car-dinaai Fro- Vicaris, van 4 Aug. en 24 Nov. 1808, alsmede van 11 Jan. 1809, (loelke bewaard worden op de secretarie van het Vicariaat) op dringend verzoek van verschillende godvruchtige geloovigen, 300 dagen aflaat vvrleend op lederen dag der Novene, aan alle geloovige Christenen, welke óf afzonderlijk, óf in vereeniging met anderen, óf ivel in de kerk, óf in hun eigen woning, deze Novene zonden
124
hidden. Tevens een vollen aflaat op het feest, of op eenen day der Octave, aan allen, ivelke deze gebeden ieder en dag der Novene zullen volbracht hebben; — na gebiecht en de 11. Communie ontvangen te hebben God en de IJ. Maagd volgens de intentie van Z. II. den Paus,
sullen hebben gebeden.
---
Gebeden voor iederen dag der Novene.
Kom, H. Geest, vervul do harten uwer geloovigcn, en ontstook in hen liet vuur uwer liefde.
v. Zond uwen Geest, en zij zullen geboren worden.
R. En gij zult do gedaante der aarde vernieuwen..
GEBED. O God, die de bartender ge-loovigen door de verlichting van den H. Geest onderricht bobt, geef, dat wij in dienzelfden Geest bot rechte mogen smaken, en ons in zijne vertroosting altijd mogen verblijden. Door Christus onzen Heer
E. Amen.
125
Allerzuiverste Maagd, zonder zonde ont-vangen, en van af dat oogonblik geheel schoon en zonder vlek, glorierijke Maria, vol van genade en Moeder van mijnen God, Koningin der Engelen en der menschen; ik vereer U ootmoedig als do Moeder mijns Zaligmakers, die ofschoon God zijnde, door zijne achting, zijnen eerbied, en zijne onderdanigheid ten uwen opzichte, mij geleerd heeft welke eerbewijzen en Imldebetoo-ningen ik U brengen moet: gewaardig U bid ik IJ, dat aan te nemen, wat ik in deze Novene ü toewijd. Gij zijt de veilige schuilplaats der boetvaardige zondaars, derhalve heb ik redenen mijne toevlucht tot U te nemen; Gij zijt Moeder der barmhartigheid, daarom kimt Gij niet ongeroerd blijven bij mijne ellenden; Gij zijt na Jezus Christus, geheel mijne hoop, en mijn teeder vertrouwen, dat ik op U stel, kunt Gij niet dan met welbehagen aannemen; maak mij waardig uw kind genoemd te worden, opdat ik U, met vertrouwen, toevoegen kan: Monstra te esse Matrem, — Toon, dat Gij Moeder zijt.
Hierworden 9Wees Gegroetenen 1 Glorie zij den Vader gebeden, en daarna het volgende
126
(29 XOVEMBEH.)
Zie mij hier aan iiwe allorhoiligste voeten, o, Onbevlekte Maagd: ik verbeug mij grootelijks met U, dat Gij van eeuwigheid af de uitverkorene Moeder des Eeuwigen Woords, en van do erfzonde gevrijwaard geweest zijt. Ik dank en loof de Allerbei-ligste Drievuldigheid, welke U met die voorrechten bij uwe O.itvangenis verrijkt heeft; en smeek U ootmoedig, mij de genade te verwerven, om de droevige gevolgen te overwinnen, welke de erfzonde in mij beeft voortgebracht; o! maak, dat ik dezelve te bovenkome en nooit nalate mijnen God te beminnen.
Hier bidde men de litanie der H. Maagd, of wel den volgenden
LOFZANG.
v. Gij zijt geheel schoon, Maria.
r. Gij zijt geheel schoon, Maria,
v. Eu de smet der erfzonde is niet in U.
b. En de smet der erfzonde is niet in U.
v. Gij, de glorie van Jerusalem.
h. Gij, de vreugde van Israël.
v. Gij, de roem van ons volk.
e. Gij, de voorspreekster der zondaars,
v. O Maria.
li. O Maria.
v. Allervoorzichtigste Maagd.
127
it. Meödoogendsto Moeder.
v. Bid voor ons.
b. Verleen ons Uwe tussahenkomst bij den Heer, Jezus Christus.
JVa de litanie of ivel, na genoemden lofzang sal men zeggen:
v. In uwe Ontvangenis, o Maagd, waart Gij onbevlekt.
ii. Bid voor ons den Vader, wiens Zoon Gi) gebaard hebt.
LAAT ONS BIDDEN.
O God, die door do Onbevlekte Ontvangenis der Heilige Maagd, eene waardige woonplaats voor uwen Zoon bereid hebt: wij smeeken TJ, die, om den vooruitgezienen dood van dezen haren zelfden Zoon, Haar van alle vlek bewaard hebt, ook verleent, dat wij door Hare voorspraak ook zuiver tot U genaken.
O God, Herder en Bestierder aller geloo-vigen, zie gunstig neer op uwen dienaar N., dien Gij gewild hebt, dat aan 't hoofd uwer Kerk zoude gesteld zijn: geef hem, bidden wij IJ, allen, waarover hij gesteld is, door woord en voorbeeld in het goede te doen vorderen, zoodat hij met de hem toevertrouwde schapen tot het eeuwige leven gerake.
O God, onze toevlucht en onze sterkte, verhoor dc godvruchtige gebeden Uwer
128
Kerk, Gij, zelf de schenker der Godsvrucht, en geef, dat wij werkelijk verkrijgen wat wij zoo getrouw van U afsmeeken. Door Christus, onzen Heer. Amen.
Op de andere dagen lidde men alles zoo als hierboven, behalve de volgende ge-heden.
Gebed voor den tweeden Dag,
(30 NOVEMBER.)
O Onbevlekte Lelie van zuiverheid, Maria, ik acht mij gelukkig met U, dat Gij van af het eerste oogenblik Uwer Ontvangenis, met genade zijt overladen, en U daarenboven het volmaakte gebruik Uwer rede is verleend. Ik dank en aanbid de Allerheiligste Drievuldigheid, welke U zulke verhevene voorrechten geschonken heeft; ik sta geheel beschaamd voor U, mij zoo arm aan genade ziende; Gij, die zoo geheel en al met de hemelsche genade overladen zijt, o! schenk er van mede aan mijne ziel, en maak mij deelachtig aan de schatten Uwer Onbevlekte Ontvangenis.
Men bidde de litanie, of den lofzang enz. zoo als boven op blz. 126.
129
(1 December.)
O Maria, geheinmisvolle Eoos van zuiverheid, ik verblijd mij met U, die roemvol gezegevierd hebt in vrwe Onbevlekte Ontvangenis over de helsche slang, en zonder smet der erfzonde ontvangen zijt. Ik dank en loof uit geheel mijn hart do Allerheiligste Drievuldigheid, welke U zulk een voorrecht geschonken heeft; ik bid U, mij de noodige kracht te verwerven, om alle hinderlaag van den helschen vijand te overwinnen, en mijne ziel niet met zondo te besmeuren. O Gij! help mij altijd, en maak dat ik onder uwe bescherming altoos de overwinning over de vijanden onzer zaligheid behalen moge.
Men hidde hier de litanie, of den lofzang zoo als boven op hlz. 120.
(2 December.)
O Onbevlekte Maagd Maria, Spiegel van zuiverheid, ik verblijd mij ten hoogste bij het zien, dat TJ van af uwe Ontvangenis de verhevenste en volmaaktste deugden, en tevens alle gaven des Heiligen Geestes, zijn ingestort.
Ik dank en loof de Allerheiligste Drio-
9
130
vuldigheid, dat Zij U met die vooiTecliten Tsecrunstigd heeft; ik smeek U, o goeder-tierene Moeder, wij de beoefening der deugd te verwerven, en mij alzoo waardig te maken, de gaven en de genade des Heiligen Geestes te ontvangen. _ „ 7 ; ,
Men hielde hier de litanie, of den lofzang zoo als boven bh. 126.
Gebed voor den vijfden Dag.
(3 December.)
O Maria, lielderscbijnende Maan van Zuiverheid, ik verblijd mij met U, terwijl het geheim uwer Onbevlekte Ontvangenis het beoin is geweest van het heil des menschelijken geslachts, en de blijdschap der geheele wereld. Ik dank en looi de Allerheiligste Drievuldigheid, welke U zoo lioog verheven en verheerlijkt heeft, en ik smeek U mij de genade te verwerven, dat ik het Lijden en den Dood van uwen God-delijken Jezus mij te nutte make; en dat het Bloed niet vruchteloos voor mij aan het kruis vergoten zij, maar, ik heilig leve, en mijne ziel zalig moge maken.
Men bidde hier de litanie, of den lof-zang zoo als boven blz. 126.
131
(4 Decembeb.)
O allerscHtterendste Sterre van ztiiver-lieid, Onbevlekte Maria, ik verblijd mij mot ü, dat uwe Onbevlekte Ontvangenis eene allergrootste vreugde aan alle Engelen des hemels verscliaft heeft. Ik dank euloof do Allerheiligste Drievuldigheid, welke U mot zoo een schoon voorrecht heeft, verrijkt O! maak, dat ik eenmaal deelgenoot worde van deze vreugde er,., dat ik ü in het gezelschap der Engelen kunne loven en prijzen in eeuwigheid.
Men hidde de litanie of den lofzang enz. zoo als hoven ojj hlz. 120.
(5 December.)
O opkomende Dageraad van Zuiverheid, Onbevlekte Maria, ik verblijd mij met U, en bewonder, dat Gij op liet oogenblik U-wer Ontvangenis in de genade bevestigd zijt geworden on verkregen hebt, nooit te zondigen. Ik dank cn verhef de Allerheiligste Drievuldigheid, welke U alleen boven allo vrouwen met dit bijzonder voorrecht heeft doen uitschijnen. O, verkrijg mij. Heilige Maagd, een volkomen en voortdurendon afschuw van de zonde, meer dan van alle
132
ander kwaad en, dat ik liever sterve, dan dezelve nog ooit te bedrijven.
Men hidde de litanie, of den lofzang enz. 'zoo als hoven op hlz. 126.
(6 December.)
O Maagd Maria, Zonne zonder vlek, ik aclit mij gelukkig metTJ, dat U in nwe Ontvangenis grootere en overvloedigere genade door God geschonken is, dan alle Engelen en alle Heiligen bezitten op het toppunt hunner verdiensten. Ik dank en bewonder do hooge weldadigheid der Allerheiligste Drievuldigheid, welke IT dat voorrecht heeft toegedeeld. O! maak, dat ik aan de goddelijke genade beantwoord, en er nooit misbruik van make. Verander mijn hart, en geef, dat van stonde af aan mijne oprechte bekeering beginne.
Men hidde de litanie, of den lojzanrj enz. zoo als hoven op hlz. 12lt;).
(7 December.)
O Schitterend Licht van heiligheid, en voorbeeld van zuiverheid. Onbevlekte Maagd en Moeder Maria, nauwlijks waart Gij ont-
133
vangen of, diep gebogen, aanbaadt Gij God, en bedanktet Hem, omdat door uwetnsschen-komst de oude vloek werd opgeheven en de volle zegen over do kinderen van Adam nederdaalde. O! maak, dat door dezen zegen mijn hart van liefde voor God ontvlamme; ja, ontvlam het, opdat ik Hem onwankelbare liefde toedrage en Hem daarna in den hemel eeuwig bezitte, waar ik Hem met meer vuur voor de voorrechten, U toegestaan, danken, en ü, met zooveel glorie omstraald, vol genot aanschouwen kan.
Men hidde de litanie, of den lofzang enz. zoo als hoven op blz. 126.
VAN
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God hemelsche Vader, ontferm u onzer. God Zoon, verlosser der wereld, ontferm ix onzer.
God H. Geest, ontferm u onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm
u onzer.
H. Maria, hid voor ons.
H. Moeder Gods, bid voor ons.
135
H. Maagd der Maagdeu,
Moeder van Christus,
Moeder der goddelijke genade, Allerreinste Moeder, Allerzuiverste Moeder, Ongeschoudeue Moeder, Onbevlekte Moeder,
Minnelijke Moeder,
Wonderbare Moeder,
Moeder des Scheppers,
Moeder der Zaligmakers, Allervoorzichtigste Maagd, Eerwaardige Maagd,
Lofwaardige Maagd,
Machtige Maagd,
Goedertierene Maagd,
Getrouwe Maagd,
Spiegel der rechtvaardigheid. Zetel der wijsheid,
Oorzaak onzer blijdschap, Geestelijk vat.
Eerwaardig vat.
Schoon vat van godvruchtigheid.
Geestelijke roos,
Toren van David,
Ivoren toren.
Gulden huis.
Ark des verbonds,
Deur des Hemels,
136
Morgenster,
Behoudenis der kranken,
Toevlucht der zondaren,
Troosteres der bedrukten,
Koningin der Martelaren,
Koningin der Belijders,
Koningin der Maagden,
Koningin van alle Heiligen,
Koningin zonder erfzonde ontvangen.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-
wereld, spaar ous, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-
wereld, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-
wereld, ontferm n onzer, Heer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor enz.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer ontferm u onzer.
Onze Vader.
Sub Tuum Prsesidium.
Antih. Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlucht, o H. Moeder Gods,
verstoot ouze gebeden niet in onzen nood, maar verlos ons altijd van alle gevaren, o glorierijke en gezegende Maagd onze Vrouw, onze Middelares, ouze Voorspreekster, verzoen ons met uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon, beveel ons aan uwen Zoon
v. Bid voor ons H. Moeder Gods, a. Opdat wij der beloften van Christus waardig worden.
Laat ons Bidden.
O Heer en God! wij bidden ü, verleen ons, uwe dienaren en dienaressen, de voortdurende gezondheid naar ziel en lichaam, opdat wij door de zalige voorspraak der glorierijke Maagd Maria mogen verlost worden van de tegen-woordige droefheid en genieten de
o O
eeuwige blijdschap, door Christus onzen Heer. Amen.
ÏEK EERE VAK HET pNBEYLEKT j-ï A R T VAN /AARÏA.
(Uit de Raccolta lilz. 215).
Opdat de geloovigen meer en meer zouden ontvlammen in de Godsvrucht tot het Heilig en Onbevlekt Hart van Maria heeft Z. H. Paus Pius IX het versoek toestemmende van den bisschop van Verona, 300 dagen aflaat verleend., aan iedereen, welke met een rouwmoedig hart het volgende rozekransjen bidt, eiken dag eens te verdienen; aan hen, welke de gewoonte zullen hebben het alle dagen te hidden, verleent Hij een vollen aflaat eens in de maand te verdienen, namelijk op den dag, waarop zij gebiecht en gecommuniceerd hebben, eene Kerk of openbare Kapel zullen bezoeken, en daar eenigen tijd bidden, volgens de intentie van Z. H. Aldus het decreet der Congregatie der aflaten van 11 Dec. 1854.
139
Men begint dit Eozekransje:
v. O God, kom mij te hulp.
E. Heer, baast ü my te belpen.
v. Glorie zij den Vader, enz.
i!. Gelijk het was in den beginne, enz.
I. Onbevlekte Maagd die zonder zonde ontvangen, alle bewegingen van nw allerzuiverst Hart, tot God, die het aanhoudende voorwerp uwer liefde was, gestiord hebt, altijd onderworpen als Gij waart aan zijnen Goddelijken wil: verwerf voor mij, dat ik uit geheel mijn hart de zonde verafschuwend, van U leeren moge met volkomen overgeving aan den wil Gods te leven.
1 Onze Vader en 7 Wees gegroet.
Hart, dat eens de smart doorgriefde, Geef, dat 't mijne gloei' van liefde.
II. Ik bewonder, o Maria, die diepe ootmoedigheid, toen uw gezegend Hart zich ontstelde bij de zoo eervolle boodschap, welke de aartsengel Gabriel U bracht, van verkozen te zijn tot Moeder van den Zoon des Allerhoogsten, en U Zijne nederige dienstmaagd verklaarde; beschaamd bij het zien mijner hoovaardigheid, vraag ik U de genade van een vermorseld en verootmoedigd hart, opdat ik, mijne ellende kennende, in staat moge zijn de glorie te verwerven, welke aan de ware ootmoedigen van harte beloofd is.
1 Onze Vader enz. 7 Wees gegroet. Hart, dat eens de smart doorgriefde, Geef, dat 't mijne gloei' van liefde.
III. O Allerzoetst Hart van Maria, kostbare sehatplaats, waarin de gezegende Maagd de woorden bewaarde, en de verhevene gelieinien overwoog, welke Zij over liaren Zoon Jezus vernam, waardoor het slechts voor God konde leven; wat maakt do koudheid mijns harten mij beschaamd! o dierbare Moeder, verwerf mij, dat ik do heilige wet Gods in mijn harte overwege en U in de vurige beoefening der christelijke deugden zoeke na te volgen.
1 Onze Vader, 7 quot;Wees gegroet.
Hart, dat eens de smart doorgriefde,
Geef, dat 't mijne gloei' van liefde.
IV. O Roemvolle Koniuginne der Martelaren, wier Hart bij het lijden uws Zoons zoo wreedaardig met het zwaard, door den grijzen Simeon voorspeld, is doorstoken geworden, verwerf voor mijn hart eene ware kracht en een heilig geduld bij het verduren der ongevallen en wederwaardigheden van dit ellendig leven, en toon mij uwen waarachtigen Zoon bij het kruissi-gen des vleessches met deszelfs begeerlijkheden en het navolgen der verstervingen van het Kruis.
1 Onze Vader, 7 Wees gegroet. _
Hart, dat eens dc smart doorgriefde,
Geef, dat 't mijne gloei' van liefde.
V. O Maria, geheimnisvolle Roos, wier allerbeminnenswaardigst Hart, brandende
141
van de levendigste liefde, ons tot kinderen heeft aangenomen aan den voet des krui-ses, die alzoo onze teêrhartigste Moeder geworden zijt, o! laat mij de zoetheid van mv moederliik Hart smaken, cn den invloed van uwe macht bij Jezus in allo gevaren mijns levens ondervinden, voornamelijk in do verschrikkelijke uro des doods ; en mijn hart, aldus met het Uwe vereenigd, heminne altijd Jozus, nu en in do eeuwen der eeuwen. Amen.
Wenden ivij ons thans tot het Allerheiligste Hart van Jezus, opdat Hij ons ontvlamme van zijne heilige liefde.
O Goddelijk Hart van mijnen Jezus, ik wijd mij aan 11 toe, vol van dankbaarheid voor zoo groote weldaden, welke ik ontvangen heb, en nog van uwe oneindige liefde ontvang.
Ik dank ü uit geheel mijn hart, dat Gij mij nog uwe allerheiligste Moeder gegeven hebt, door mij in den persoon uws geliefden leerlings aan Haar als zoon aan te wijzen, o! Maak, dat mijn hart altijd van liefde voor U brande, cn het in uw allerzoetst Hart altijd zijn vrede, zijn toevluchtsoord en zijn geluk moge vinden. Amen.
hek
van het
In liet jaar 1859, vijf jaren na de verklaring van het leerstuk der Onbevlekte Ontvangenis, vatte een priester van het Seminarie der diocese van Valence, in Spanje, de gedachte op — doordrongen als hij was van de verhevenheid dier gebeurtenis — eene Vereeniging op te richten, die de gedachtenis er van zonde vereeuwigen. Hij onderwierp zijn plan aan den aartsbisschop van Valence, die het goedkeurde, en er aflaten aan verleende. De nieuwe Vereeniging verspreide zich spoedig door de naburige provinciën en in de meeste bisdommen van Spanje.
Vijf maanden na de oprichting te Valence onderwierp dezelfde priester zijn werk aau de goedkeuring van Pius IX. Zijne Heiligheid keurde de Felicitatie bij Breve van
143
2 Aug. 1859, goed en opende voor dezelfde de aflaatsschatten oer H. Kerk.
De priester, oprichtter der Felicitatie, was naar Eome gegaan, om mondelings den vooruitgang der Vereeniging aan Z. H. uit te leggen. »Ik wilquot; zeide de Heilige Vader, dat do Felicitatie zich alom verspreidequot;.
Den 15 Maart, 1866, gewaardigde zich de Heilige Vader aan alle leden der Vereeniging, tegenwoordige en toekomende, schriftelijk dezen bijzonderen zegen teverleenen; «Dat God, do Vader, TT zegene met eenen eeuwigen zegenquot;. Hij verleende tevens aan alle voortplanters van de Vereeniging dezen bijzonderen zegen: «Dat God het vuur zijner liefde in uwe hai'ten ontsteke.quot;
In de maand November, van hetzelfde jaar, begaf zich de insteller, de Felicitatie ziende bloeien in Spanje, ook naar Frankrijk met inzicht, dezelve aldaar op te richten. Welwillend werd hij door Mgr. Laurence, bisschop van Tarbes, .ontvangen. Deze prelaat stelde do Broederschap in de kerk der Onbevlekte Ontvangenis te Lourdes kerkelijk in, en verleende er aflaten aan. Zij werd plechtig opgericht den 31n Mei 1867, en weldra telde zij dnizende van leden.
Een jaar later, in Juni 1868, knielde dezelfde priester aan do voeten van Zijne Heiligheid. Hij reikte den H. Vader eenen brief over van den bisschop van Tarbes, waarbij hij verzocht, dat liet Hem mochte
144
behagen, de Vereeniging der Felicitaïit: opgericht in do Kerk der Onbevlekte Ontvangenis te Lourdes, tot aartsbroederschap te verheffen; dat toegestaan werd.
,
Inrichting der Koren; verplichtingen der Felicitauten.
1. Do Felicitatie is zameugesteld uit koren, bevattende elk vijf en twintig leden.
2. De Felicitanten van elk koor, in vijf en vijf afgedeeld, volgens do letters van Maria's zoeten naam, verdoelen onder elkander, quot;bij loting de vijf Saturdagen der maand elk jaar op nieuw. In dier voege wordt de Onbevlekte Maagd, eiken Saturdag door vijf Felicitanten gefeliciteerd.
3. Indien het getal der Felicitanten minder dan vijf-en-twintig is, voegen zij zicli in kleine koren van vijf personen bij een, waarvan ieder een Saturdag der maand de Felicitatie doet.
4. In de maanden welke slechts vier Saturdagen bevatten, feliciteert het lid van den vijfden op den vierden Saturdag.
5. De hoofdzaak der Saturdagsche Felicitatie is dierhalve, dat elk lid een Saturdag in iedere maand feliciteert. — Evenwel is het wenschelijk, dat hij meer-
10
140
malen feliciteert, vooral op de feesten dei-Heilige Maagd, en zelfs alle Satnrdageu des jaars: hij verkrijgt daar door een grooteren overvloed van genaden, en loopt geen gevaar zijn bijzonderen Satardag van Felicitatie achter te laten.
6. Op den dag, dat een Koor wordt opgericht, zal ieder lid een bijzondere Felicitatie doen, tot teeken van toewijding aan Maria-Onbevlekt.
7. Do Felicitatie kan altijd in 't bijzonder gedaan worden. Evenwel zou het nuttig, doch niet noodzakelijk zijn, dat de leden zich ver-eenigden om gezamelijk te feliciteeren, of wel op den dag der oprichting van het Koor of op oenen Saturdag der maand, zoo als op de feestdagen der Heilige Maagd, vooral op 8 December, feest der Onbevlekte Ontvangenis. Zij zullen zich gelukkig achten, op die dagen, aan Maria toegewijd, tot de heilige Sacramenten te naderen.
1quot; Het is eene zeer nuttige oefening als de klok slaat, vooral bij het opstaan en slapen gaan, te zeggen:
» Wij wemclien U, o zuiverste Maria duizendmaal geluk. Toon., dat Gij onze Moeder zijtquot;.
2° Dagelijksche F elicitati e. — Godvruchtige zielen, gedreven door da behoefte
147
Maria-Onbevlekt, dikwijls te feliciteereu, hebben de gedachte gekregen, onder elkander de 24: uren van den dag en nacht te verdoelen en iedereen op zijn nnr al hunne gezamelijke werken aan Maria op te dragon, zeggende van tijd tot tijd, ten minste mot het hart, zonder zijne bezigheid te onderbreken, eene verznohting zooals deze: »Duizendmaal wenschen ivij U geluk, o zuiverste Maria; toon dat Gij onze Moeder zijt. — Maria-Onbevlekt, ivees overal gefeliciteerd! ■— O mijne Moeder, dat allen U beminnen en zalig worden!quot;
Deze uitmuntende gedachten konden in oefening gebracht worden, in die Koren welke dat verlangen, en de Directeur tonde onder de leden de verschillende uren verdoelen. Zij die do uren van den nacht hebben, offeren h innen slaap aan de Onbevlekte Maagd op, zeggende vóór zij ter ruste gaan:
»Duizendmaal wenschen ivij U geluk, o zuiverste Maria toon dat Gij onze Moeder zijf'.
De Directeur van het Koor- feliciteert in nller naam, des morgens bij zijn opstaan, door een of andere godvruchtige verzuchting.
Geokoet, zuiverste Mama !
Ontvangen zondek zonde.
Na het kruistecken gemaakt en eene akte van Berouw yeheden te hebben, Indt men het Rozekransjen der Onhevlekte-Ontvangenis op de volgende Wijze:
Gezegend zij do Heilige en Onbevlekte Ontvangenis der cillerzaligstc Maagd Maria.
Eén Onze Vader, 4 maal liet Wees gegroet, 1 Glorie zij den ader enz. en men herbale: Gezegend zij de heilige en Onbevlekte Ontvangenis der allerzaligste Maagd Maria.
Zoo gaat men voort met de tweede en de derde reeks van het rozekransjen.
SCHIETGEBEDEN.
Gezegend zij uwo zuiverheid! ja, eeuwig gezegend, omdat een God al zijn vermaak in uwe aanlokkende schoonheid vindt.
149
U o Vorstinne der hemelen, Heilige Maagd, Maria, cffer ik van stonde af aan, mijn hart, mijne ziel, mijn leven, op.
Aanschouw mij met een oog van medelijden, en verlaat mij nooit, o mijne Moeder!
Ik groet ü, zuiverste Lelie der Heilige Drievuldigheid, afbeeldsel Haars glansvollen en rustigen luisters! schitterende Eoos der hemelsche schoonheid, Maagd, waarvan de Koning der hemelen hoeft willen ter wereld gebracht worden en het moederlijke voedsel heeft willen ontvangen, hetwelk Hem het onderhoud verschaft heeft, voed onze zielen met de goddelijke mededeelingen uwer genade. Amen.
O Onbevlekte Maria! ik wensch U duizendmaal geluk met het groote voorrecht uwer Ontvangenis zonder vlek, en ik vereenig mijnen lof mot dien van alle hemelsche geesten en alle rechtvaardigen dei-aarde.
Ik breng dank aan de gelukzaligste Drievuldigheid voor do blijdschap welke Zij in de heilige Kerk verspreid heeft door de uitspraak van het leerstuk dezes wondervollen gebeims.
150
Door liet hooge welbehagen, liet welk Hij, die zicli gewaarcligd heeft U tot zulke hooge verlievenlieid te verheffen, van den eersten oogenblik nws bestaans, in U heeft gesteld, smeek ik U, aanvaar deze nietige eerbewijzen, tot herstel der dagelijkscho beleedigingen, welke de menschen tegen uwen Goddelijkeu Zoon eu tegen L plegen.
Met een volkomen vertrouwen, stel ik in uwe handen do noodwendigheden dei Kerk en der Rijken.
Ik roep ü aan voor den Opperpriester der Kerk, voor de verheffing des Geloofs, de vernietiging der dwalingen, de bekee-ring der zondaren, do hervorming der zeden, den voorspoed aller katholieke Missies, en bijzonder voor het doopsel der kinderen, zoowel der geloovigen als der ongeloovigen welke in gevaar verkeeren zonder doopsel te sterven, alsmede nog voor do uitbreiding dezer godvruchtige oefening.
Ik bezweer U ook, allen, en ons vooral, die uit geheel ons hart ü dezen geluk-wensch aanbieden, eenc vurige liefde voor Jezus te verleenen; eenc kinderlijke toegenegenheid voor U, eene volkomcne zuiverheid van ziel en lichaam, en de onschatbare crave der volharding tot den dood toe.
Ik stel alles in uwe handen en wijdmij geheel en al aan U toe.
Eindelijk smeek ik U, dat Gij voor dit mijn bezoek, op uwe beurt U verwaardigt
151
ons te bezoeken in onze stervensure. Ik vraag U, dat in het bijzonder voor die, welke zich in deze maand in het uur dier laatste gevaren bevinden zullen.
Bezoek ook, en vertroost de geliefde zielen des vagevuurs, en voor al die welke op aarde deze Felicitatie beoefend hebben.
En wij allen, die ons bier vereenigen om U geluk te wenscheu, och! konden wij ons ook in den hemel eenmaal vereenigen, om het groote geheim uwer Onbevlekte Ontvangenis eeuwig te vieren. Amen.
der
ONBEVLEKTE ONTVANGENIS,
OPGERICHT IN HET HEILIGDOM DER GROT TE LOURDES.
UITTREKSEL, uit den Rondgaanden brief van Mgr. den bisschop van Tarbes, aan de geestelijken en de geloovigen van zijn Bisdom.
Zeer beminde Medeakbeiders, Dierbare Broeders,
____Komt het ü niet zeer billijk en
natuurlijk voor, dat de Grot der Verschijningen (Onzer Lieve Vrouw, to Lom des) de bakermat worde van een waarlijk katholieke Vereeniging, bestemd om de gedachtenis aan die groote gunsten te vereeuwigen, de allerheiligste Maagd te bedanken, en alle veelsoortige genaden in te oogsten,
153
welke er van voortepruiten voor de diocese, voor Frankrijk en voor de geheele wereld? Allen die herwaarts komen (het is bij duizenden en wederom duizenden dat wij ze kunnen tellen) en oenige gunst voor ziel of lichaam ontvangen, gevoelen de behoefte hunne dankbaarheid er voor aan de Moeder-Gods te betuigen, door een of ander gezamelijk gebed, of door zich te Harer eer in eene nieuwe broederschap te laten opteekenen.
.....De tijd is gekomen om iets duurzaams tot stand te brengen, en de verwezenlijking te beginnen van eene gedachte, welke zich als van zelf voordoet, en welke de verdienstelijkste en de christelijkste zielen ons vaak als zeer wenschenswaard hebben voorgesteld, eene Broederschap namelijk, welke allen, die nog goed zijn op aarde, past, en bijdraagt tot de glorie van God en zijner allerheiligste Moeder, tot den vrede der Kerk en tot onze zaligheid.
.....Altijd was het de hoop der Christenheid, dat het tijdstip der verklaring van het leerstuk der Onbevlekte Ontvangenis — een nieuw tijdperk van voorspoed en geluk zoude doen geboren worden.
Tot nog toe, helaas! is onze hoop verijdeld. De Hemel heeft vermeend de verwezenlijking Zijner beloften te moeten verdagen. Zonder twijfel, wij waren niet genoeg voorbereid, niet genoeg geauiverd.
154
Groote straten, groote beproevingen waren er nog noodig, die als doopsel des bloeds dienen moesten, om ons voor tc bereiden en
te lonteren...... ■
Het is de rots Massabiella, welke het uitgangspunt wezen moet van den Heiligen Kruistocbt, die wij ons voornemen, even als zij het ook is van die nieuwe bron, wier zuivere en vrucbtbare wateren, in zekeren zin, de gebeele wereld reeds besproeien. Toen de Moeder-Gods bare gezegende voeten op deze rots drukte, gaf Zij ons de duidelijkste bewijzen barer voorliefde en der ontelbare gunsten welke Zij beloofde......
.... De poorten der bel znllon nimmer iets vermogen noch tegen de Kerk noch tegen de rots, waarop Gods-Zoon haar gebouwd beeft. Evenwel zullen wij slecnts oen wapenstilstand verwerven, wij moeten altijd op den voet van oorlog verblijven; de strijd zal slechts bij de voleinding dei eeuwen een einde nemen. De wereld ligt in het kwaad bedolven en de aartsvijand onzer zaligheid zal niet bekeeren.. . .
Wij maken deel uit van de strijdende Kerk, welke altijd baren naam bewaarbei-den zal. Het is daarom voor a. 1, dat wij allen een heilig verbond voorstellen ter eere der Onbevlekte Maagd; het gebed zal ons zwaard en ons schild wezen; de bcscberming van Maria onze hoop.
155
Wij stellen dat verbond voor aan de mannen en de vronwen, aan de jongelieden en de grijsaards, aan de religiensen en de leeken, aan de priesters en eenvoudige geloovigen, aan de Franschen en de vreemden. Laat ons derhalve allen veree-nigd zijn, als een leger in slagorde gescliaard, en wij zullen de overwinning behalen.
Om deze redenen,
na het aaneoep1n, van den heiligen naam Gods,
hebben wij vastgesteld on bevolen, stellen wij vast en bevelen wij, zoo als volgt:
Aetikel 1. Eene Broederschap ter eero der Onbevlekte Ontvangenis is opgericht in de Kapel der Grot te Lourdes, (Hooge Pyreneën, Frankrijk).
Artikel 2. Een afzonderlijk reglement met de goedkeuring der Kerkelijke Overheid voorzien, zal opgesteld en openbaar gemaakt worden ten vervolge van ons herderlijk schrijven.
Artikel 3. Deze nieuwe Broederschap zal de hooge goedkeuring van onzen H. Vader, den Paus der Onbevlekte Ontvangenis, verzoeken, alsmede bijzondere aflaten, en de verheffing er van tot aartsbroeder-
156
scliap, om de affiliaties, te kuunen. aanvaarden, welke gevraagd zullen worden.
En zal enz. enz. . ,
Gegeven te Lourdes op den feestdag zelvequot; der Onbevlekte Ontvangenis, 8 üec i»^.
Bisschop van Tarbes (en van Lourdes).
VAN DE BROEDERSCHAP DER
OPGERICHT IN DE KAPEL DER GROT TE LOURDES.
Eekste Areikel.
Eene Broederschap ter cere der Onbevlekte Ontvangenis is ingesteld in het heiligdom onzer Lieve Vrouw te Lonrdes, nabij do Grot, waar de Moeder-Gods, vier jaren na do afkondiging van het leerstuk Harer Ontvangenis zonder smet, zich verwaardigd heeft achttienmaal aan een arm kind te verschijnen, en Zelve er aan te zeggen, op 25 Maart 1858: Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis.
Tweede Artikel.
Deze Broederschap heeft ten doel:
1. De Onbevlekte Ontvangenis van Maria te vereeren;
158
2. De gedachtenis te vereeuwigen aau de leerstellige verklaring van 8 Deo. 1854;
3. De heilige Moeder-Gods te bedanken, voor hare verschijningen en voor alle weldaden, welke Zij niet ophoudt op deze plaats te verspreiden;
4. Eindelijk Haar te bidden voor do intenties, welke Zij zelve in de Grot heeft bekend gemaakt, en onze Moeder de H. Kerk aanbeveelt.
Derde Aktikel.
Do leden dezer Broederschap nemen op zich, — echter op geenerlei zonde. — de lessen, door de Onbevlekte Maagd bij hare verschillende verschijningen gegeven, in oefening te brengen;
1. Zij zullen de medalje van Lourdes bij zich dragen, of beter nog, zullen zij het blauwe scapulier, door den Paus met ontelbare aflaten verreikt, omhangen;
2. Zij zullen zich er op toeleggen het teeken des heiligen kruises goed, naar hot voorbeeld der Moeder-Gods, te maken, en alle dagen minstens een tientjen van den rozekrans bidden.
De H. Maagd verscheen altijd in dc Grot met den rozekrans in do hand en liet hem door Bernadette bidden na een knüsteeken zoo als men dat in den hemel
159
moet makeu. Zij, die de scliooue gewoonte hebben alle dagen eenige tientjens van het rozehoedjcn te bidden, knnnen volstaan met een dier tientjens tot intentie van do Broederschap op te offeren.
3. Zij zullen nauwkeurig de vaste en do onthoudingen door de Kerk voorgeschreven nakomen; zij zullen alle dagen den grond kussen in den geest van ootmoed en versterving, zoo als de H. Maagd het aan 't jeiidige dochterken te kennen gaf: alle weken op Woensdag of Saturdag, zullen zij eene kleine versterving doen; alle jaren, een vastedag houden op 7 December, den dag vóór hot groote feest, om te beantwoorden aan de zoo dringende uitnoodiging, welke in de Grot gehoord werd: Boetvaardigheid! Boetvaardigheid! Boetvaardigheid! Het spreekt van zelf, dat zij, die niet kuunen vasten, volstaan met op dien vastedag eenig ander werk van boete te verrichten.
Vierde Artikel.
De Broederschap heeft haar middelpunt in de Kerk der Onbevlekte Ontvangenis van do Grot te Lourdes. Zij heeft een Algemeenen Directeur, bijgestaan door eenen Raad, ter benoeming van den bisschop
160
van Tarbes, die het eerste hoofd der Broederschap is.
Directeuren en Bijzondere Raden Kunnen verder in iedere diocese ingesteld worden, met toestemming der betrokkene Kerkelijke Overheid.
Vijfde Autikel.
Voordeelen.
Behalve de zoo veelvuldige aflaten, gehecht aan de verschillende _ hier boven vermelde, godvruchtige oefeningen, en die, welke de H. Stoel nog zal gelieven te verkenen, zal er alle dagen eenc H. Mis, in de, door de H. Maagd gevraagde kapel, voor den Paus en voor Frankrijk worden opgedragen, alsmede voor alle nitgediukte intenties en voor de leden der Broederschap; tevens worden de leden deelacntig aan alle gebeden en goede werken welke aldaar geschieden.
Zesde Aiitikel.
Opname.
Do geloovigen, welke verlangen in de Broederschap opgenomen te worden, schrijven hunne namen en voornamen in, 01 laten die inschrijven, in het bijzonder
register der particuliere Directeuren of van den algemeenen Directeur, en op het briefjen van opname, dat hun zal uitgereikt worden.
Do kinderen kunnen ingeschreven worden, ouder voorwaarde, dat men voor hen verrichte. wat zij zeiven niet doen kunnen.
11
Gebed en Belofte van Frankrijk
AAN DE
te Lourdes.
OP G OCTOBER 1872.
(Dit gebed kan óf letterlijk óf met verandering van een paar woorden met veel nut door een ieder gebeden worden.)
O Maria, Onbevlekte Maagd, Onze Lieve Vrouw van Lourdes, Gij ziet uwe kinderen aan uwe voeten.
Wijn zijn uit alle oorden van Frankrijk toegestroomd, om U te herinneren, dat ons volk uw volk is, en dat liet «•elioorzaam aan Uwe stem, op nieuw verklaart op U zijn Geloof en zijne Hoop te bouwen.
Wij komen U bedanken voor uwe mirakuleuze verschijningen — wij komen
163
LT smeken ons tot uwen geliefden Zoon, onzen Heer, terug te voeren, — wij komen, opdat Gij voor Frankrijk vergeving en barmhartigheid zoudt verwerven.
Wij helooven wederom getrouwe Christenen te worden, wij willen openlijk en plechtig herstel van eere doen voor den smaad der Godheid van onzen beminden Zaligmaker, Jezus Christus aangedaan, wij betuigen het Geloof van Frankrijk, wij hebben vertrouwen! Geef ons de Liefde en wij zullen leven; leenig de smarten van ons vaderland, herschep Frankrijk door ons onze ongelukkige broeders terug te geven. Frankrijk is altijd nog de oudste dochter der Kerk, het gelooft, het bidt en Gij zijt zijne Koningin! het is zeker van zijne redding, zeker, dat het door U nog eens de oude en machtige katholieke natie zal worden. Amen. Amen.
TOEJUICHINGEN,
ftczoiiü'cu tot Onze Lieve ^ rouw
te Lotjedes,
DEN 0 EÏT 7 OCTOBER 1872.
A. Aan de Allerheiligste eu Ondeelbare Drievuldiglieid, den Vader,_ den Zoon en den Heiligen Geest, zij eer, maclit en glorie in de eeuwen der eeuwen.
R. Amen. Amen. Dank zij den aller-besten God, die ons op onze godvruchtige bedevaart zijne blijdschap op nieuw geschonken en hoog heeft doen stijgen in onze harten.
A. Aan de allerzaligste Onbevlekte Maagd, Maria, Godsmoeder, zij eeuwige lof, eeuwige liefde.
R. Amen. Amen. Aan onze allerzoetste Moeder zij eeuwig dank, aan Haar, die op deze bergen het treurende Frankrijk vol blijdschap te genioet komt.
A. Aan ons ongelukkig Vaderland, vol rouw over de gepleegde zonden, zij genade, en vrede, en algeheele wederherstelling in Christus.
R. Amen. Amen. God herneme Het als zijne Oudste Dochter; verheffe Het boven alle volken der aarde, en stelle zijn
165
vijaudeu tot eeue reet bank zijner voeten.
A. Aan den ruemrijksten Opperpriester en onzen Heer, Pans Pius, Vader vol zaclitmoedigheid, door ondankbare kinderen aan het kruis gehecht, zij vrede, overwinning en vertroosting des Heiligen Geestes.
R. Amen. Amen. God vermeerdere den onverschrokken Wachter der Kerk zijne krachten, zijne jaren, zoodat Hij eindelijk alle dwallende zie terug keeren, en geheel de aarde in voortdurenden vrede aanschouwe.
A. Aan onze hoogst welwillende Vaderen in Christus, aan onze opperherders, roemrijke aanvoeders in den strijd voor Christus, zij de hoogste dank, eeuwige gedachtenis.
K. Amen. Amen. God vergelde het, en toone hun zijne overgroote barmhartigheid.
A. Aan ous allen, ter bedevaart gekomen, en aan geheel het Christenvolk, zij vermeerdering van Geloof, Hoop en Liefde en eeuwige blijdschap.
R. Amen. Amen. Heer, red uw volk en zegen uw erfdeel; bestier hen en verhef hen tot in eeuwigheid.
Het zij zoo! Hetzij zoo! Amen. Amen.
TEB BERE
ONZER LIEVE VROUW VAN LOURDES. TEN GEBRU1KE DER ZIEKEN,
(Deze Novene is verkort, en vertaald uit een klein boekje, door een R. K. Priester van de diocese van Doornik uitgegeven bij Devaux te Brussel 1872, met het Imnnmatur van J B. Lau-webs, Vic. Gen. Meclielen, 13 • 1871.')
Eerste Dag1.
Over den Invloed van Maria in den hemel, en over hare Liefde voor de mensehen.
Maria, de Moeder van God, geniet iii den hemel een groot aanzien: Zii is eene smeekende almacht, gelijk de H. Bernardus heeft gezegd. Wat God kan door zijne almacht, kan
167
Maria iu zekeren zin, door hare gebeden bij God.
II. Maria beeft bij haren invloed bij God, ook een waarlijk moedei hart voor de menschen. Godszoon heeft Haar aan ons tot moeder gegeven, toen Zij aan den voet des kruises stond, en in haar hart de gevoelens der teederste dei-moeders geprent. Zij bemint ons oneindig meer dan onze moeder volgens de natuur.
III. Wij moeten daarom het grootste en volkomen ste vertrouwen in Maria stellen. Welaan dan! schep moed! vraag Haar gedurende deze novene alle genaden en gunsten, welke gij noodig hebt, en bijzonderlijk het herstel uwer gezondheid, die U zeker geworden zal als zij strekt tot glorie van God en tot heil uwer ziel; anders zal door uwe ziekte uwe kroon opgeluisterd worden in den hemel.
Gebed tot 0. L, Vr. van Lourdes.
Onze Lieve Vrouw van Lourdes, o Gij, die in den hemel zoo een groot aanzien geniet, en ons allen waarlijk als uwe kinderen liefhebt, verwerf voor mij, smeek ik U, alle genaden,
168
die ik nootlig heb, om mij te heiligen. Verwerf vooral voor mij de genade van geduld, opdat ik moge gebruik maken van mijn lijden, ten einde veel bij Uod te verdienen. Wend uwen oneindigen invloed aan, om mij het herstel mijuer gezondheid te verkrijgen. Amen.
0 Wees gegroetcn, niet acliter ieder te herhalen: Onze Lieve Vróuw van Lour des, bid voor mij, en daarna het gebed op blz. 186.
Over de zonde, de oorzaak van ons lijden.
1. God had den mensch geschapen, opdat deze Hem dienen zoude in het geluk van het aardsche paradijs, in afwachting van dat van het Hemelsch Vaderland. Adam heeft echter door zijne ongehoorzaamheid het goddelijk plan verstoord. De mensch werd er door onderworpen aan duizende kwalen, veroordeeld te sterven en verloor zijne rechten op zijne hemelsche erfenis. God heeft hem vergeving en zelfs den hemel nog toegezegd; edoch hij kan daartoe niet, dan langs den weg van smart en lijden geraken.
169
II. Overweeg, dat gij bij de eerste oorzaak uws lij den h. door Adam gesteld, eene menigte andere oorzaken gevoegd hebt. Waarlijk! hoe vele zouden hebt gij met der daad bedreven! doodzonden en dagelijksche zonden! Welke boete hebt gij voor die zonden gedaan? Hebt gij alle straf betaald, welke gij daardoor bij de Goddelijke Rechtvaardigheid hebt ingeloopen ? IN iets wat bezoedeld is gaat den hemel binnen.
III. Aanvaardt gij de smarten uwer ziekte met geduld, overgeving aan Gods wil, met moed en dankbaarheid V Hoe groot uwe smarten ook zijn, zij hebben geene evenredigheid met de pijnen des Vagevuurs, welke gij ongetwijfeld, meermalen verdiend licht; en nog veel minder evenredigheid hebben zij met de pijnen der hel, waaraan gij ook waarschijnlijk schuldig geweest zijt.
Vergeet niet, dat Maria die nooit gezondigd heeft, toch de Koninginne der martelaren heeft willen worden.
Gebed tot O. L, Vr. van Lourdes.
Onze Lieve Vrouw van Lourdes, uwe schoone ziel is nooit door de erfzonde bezoedeld geweest, noch door eenige
170
dadeliike zonde, nochtans hebt gij altijd, gedurende uw sterfelijk leven, geleden, ia, geleden met een heldhaftig gedu . Verwerf mij de genade, voortaan de zonde te vermijden, en mijne smarten aan te nemen tot voldoening voor de zonden die ik bedreven heb. Amen. 9 Wees gegroeten enz. als boven.
Onbevlekte Ontvangenis van Maria.
I. God koude Maria scheppen zonder Haar de smet der erfzonde te doen dragen. Hij koude Haar daarvan uitzonderen, zooals een koning dezer aarde de straffe des doods, aan een ten dood veroordeelde, kwijtschelden kan.
II. Het was ten allerhoogste beta-meliik, dat God van zijn recht gebruik makend, Maria van de algemeene wet uitzonderde. Hoe kon het inderdaad bestaan, dat Zij, die de Moeder van God moest worden, slechts een oogen-blik de slavin des duivels ware, en vijandinne van God? Voor de eer van God, kan er nooit, wat Maria betieft,
171
vrage van zonde zijn, zegt de H. Augus-tinus.
III. Maria if? om der wille der toekomstige verdiensten des Goddelijken Verlossers van de smet der erfzonde vrij gebleven, üat is een punt van het katholiek Geloof. Dien ten gevolge had Zij geene bekoringen, en pleegde Zij nimmer eenige onvolmaaktheid of zonde. Hoe vaak hebben wij het door 't H. Doopsels herkregen kleed der onschuld op nieuw bezoedeld?
Gebed tot O. L. Vr. van Lourdes.
Onze Lieve Vrouw van Lourdes, Gij stelt het voorrecht uwer Onbevlekte Ontvangenis bijzonder op hoogen prijs; het is ook onder dien naam, dat Gij U hebt doen kennen aan Bernadette bij de wondervolle bron. Verkrijg mij de genade dat glorierijk voorrecht te vereeren, vooral door eene groote onschuld van zeden. Gewaardig U ook mij het herstel mijner gezondheid te verwerven, en tevens de genade, die alleen tot uwen dienst en dien van uwen Goddelijken Zoon te besteden.
9 Wees gegroeten enz. als boven.
172
Om aan Maria te behagen moet men zijn hest doen hare deugden na te volgen.
I. De H. Augusbinus zegt, dat men, om zekerder en overvloediger de gunst der heiligen te verwerven, lien navolgen moet. Zien wij niet zelfs op deze aarde dat ware vrienden zich beijveren dezelfde wijzen van zien en van handelen te verkrijgen? De heiligen in den hemel zien met genoegen, dat de leden der strijdende Kerk hun best doen, aan hen gelijkvormig te worden; zij zijn genegen meer te bidden voor die, waar in zij zich zei ven, als het ware, weder vin den.
II. Het is daarom, dat de H. Hiero-nijmus zegt: »indien wij Maria liefhebben, moeten wij trachten Haar na te volgen, omdat wij daardoor Haar het grootst mogelijk eerbewijs geven, en alleen aanspraak krijgen om ware kinderen van Maria te heetenquot;.
III. Welaan dan, aan 't werk! De H. Schrift noemt Maria vol van genade — zij noemde zich de nederige dienstmaagd des Heeren, — Zij bewaarde alle woorden in haar harte — Zij was
1 70 L I o
Jezus getrouw tot onder het kruis. — Hare liefde voor ons deed Haar onze Moeder worden. »Beminquot;, op haar voorbeeld, »en doe dan wat gij wiltquot;, zegt de H. Aug.
Gebed tot 0. L. Vr. van Lourdes.
O, Lieve Vrouw van Lourdes, Gij hebt alle deugden heldhaftig beoefend,
O O
en Gij verlangt, dat ik mij bei]vere uwe voetstappen te volgen, ik verlang het ook, om te verdienen een uwer geliefde kinderen te worden. Maar ik ben zoo zwak! Help mij dierhalve, smeek ik U, door uwe gebeden. God verwerpt die nooit. Verkrijg mij ook het herstel mijner gezondheid, en de genade die alleen te gebruiken om goed te doen, en daardoor te geraken tot de eeuwige zaligheid. Amen.
9 Wees gegroeten enz. als boven.
liet lijden is ons voortdurend aandeel: Op het voorbeeld van Maria moet men het geduldig dragen.
De aarde wordt met recht een tranendal geheeten: altijd en overal vindt
174
men kruisen, zegt Thomas a Kempis. Niemand kan dezelve ontloopeu. En trachten wij er een te ontloopen, komen er ons tien te gemoet.
II. Overweeg, dat de H. Maagd zelve niet van 't lijden gevrijwaard was. Hare hooge waardigheid van Moeder van God en hare hooge deugden onttrokken haar geenszins aan het lijden. Zij had het lijden niet verdiend, zoo als wij het door Adam en door ons zeiven verdiend hebben. Maar Zij kende de kracht en de verdiensten van het liïden; Zij wist, dat haar Goddelijk Kind door zijn lijden deu mensch kwatn verlossen; tot die verlossing wilde zy medewerken. Daarom onderwierp zij zich aan de zeven zwaarden van droefheid, waarmede haar hart doorboord werd, toen Zij zeide: »mij geschiede naar uw woordquot;.
III. Maria verduurde tiaar lijden altijd met een heldhaftig ged uld. »Indien wij dan kinderen van Maria zijn willen, zegt de H. Alfonsus, is het noodig haar geduld na te volgenquot;. Het geduld is de deugd die heiligen maakt, en hunne kroonen onophoudelijk versierd; de H. Paulus zegt: »ons tegenwoordig
175
kortstondig en licht, lijden hewerkt in ons een bovenmate uitnemend eeuwiy gewicht van gloriequot;. 11 Con. IV ; 17.
Gebed tot 0. L. Vr. van Lourdes,
Onze Lieve Vrouw van Lourdes, o Gij, die gedurende uw sterfelijk leven, zoo veel geleden hebt, en met zoo veel geduld; verkrijg mij die deugd in het lijden. Ik offer al mijn lijden aan God op tot uitwissching mijner zonden en voor de behoeften der H. Kerk. Ge-waardig U, o Lieve Vrouw van Lourdes, mij de genezing te verwerven, of indien die gunst mij nadeelig zonde zijn, verwerf dan voor mij een onverstoorbaar geduld. Amen.
9 Wees gegroeten enz. als boven.
Over het Geduld dat men in de ziekte moet oefenen.
I. Men moet zijne ziel in lijdzaamheid bezitten, zegt de H. Schrift. In de ziekte echter wordt de lijdzaamheid moeilijker en daarom ook noodzakelijker. Onze natuur gevoelt afschrik voor
17G
liet lijden. De ware Clinsten laat zich niet afschrikken, maar bedenkt, dat hij nog in zijn ballingschap is, en het ware geluk slechts in den hemel kan vinden, lutusschen moet hij door zijn lijden zijne schulden bij de Goddelijke Rechtvaardigheid betalen, vele verdiensten zien te vergaderen door Gods IT. Wil vervullen.
TI. Met zulk een geest van geloof aanvaarden en verduren do heiligen alle ziekten en kruisen, en verkrijgen daardoor groot gemak tot het beoefenen van 't geduld. »Indien wij denkostba-»reii scbat welke in de ziekten gelegen »is, kenden, zegt de IT. A inc. a Paulo, »zouden wij dezelven met evenveel blijd-»schap, als de grootste weldaden, aanvaardenquot;.
ITT. Wees op uwe hoede bij uw ziek zijn, tegen sommige gedachten. Zeg niet: ik zou deze ziekte met liefde aanvaarden, als zij geen hinderpaal voor mijn vooruitgang in de deugd was; was ik niet ziek, koude ik ter kerke gaan — de H. Communie ontvangen — meer bidden — mijn huiswerk doen — mijne taak volbrengen. Veroorloof mij u te vragen; Waarom wilt gij ter
177
kerke gaan enz. enz. Gij antwoordt: om aan God te behagen. O, wees dan gerust; God wil, dat gij ziek zijt, onderwerp n aan zijnen H. Wil. Bekreun u niet om de rest. ,
Gebed tot 0. L. Vr. van Lourdes.
O Lieve Vrouw van Lourdes, Gij geniet bij God een onmeetbaren invloed, en Gij zijt vol van goedheid voor de menschen; verwerf mij een groot geloof. Laat ik mij eindelijk wat boven de aarde weten te verheffen! Verkrijg voor mij herstel mijner gezondheid, en geduld in al mijn lijden. Amen.
9 Wees gegroeten enz. als boven.
Wtj moeten ons voegen naar den Goddelijken Wil.
I. Niets gebeurt er op aarde zonder medemerking, of toelating van God. God laat de boosheid der menschen de elementen der natuur, den loop der-dingen toe, tot uw welzijn. Al die tegen-heden leeren u immers de ij delheid dei-wereld, de kortheid des levens, de
12
178
waarde der liefde en vriendschap Crods, het geluk des hemels, de verschnkke-liikheid der eeuwige straffen, beseften.
II. Het leven der H. Maagd was eene voortdurende beproeving. Zij leefde aanhoudend, volgens dat een Engel aan de H. Brigitta geopenbaard heeft, m smarten, welke aangroeiden ü1 . e doornen met de rozen welke zij omringen. Altijd voegde zij zich naar den
Goddolijken Wil. . ,
IIT. Volg de H. Maagd na, m de beoefening dier deugd; gij zult Lw «Teluk er in vinden. »Indien wi] , zegt de H. Alfonsns, »altijd in onze tegen-»heden met den Goddeliiken wil ver-jeenio-d bleven, zouden wij zeker heilig ^ea de gelukkigste der stervelingen »wezenquot;. En Vader Avila zeide: »eeu »God zij geoorloofd! m tegenspoed, »heeft meer waarde dan duizend dan s.-»zeggingen in voorspoed .
Gebed tot 0. L. Vr. van Lourdes.
O Lieve Vrouw van Lourdes, Gij hebt altijd, te midden uwer grootste smarten, eene volkomene geli]kvormig-heid aan den Goddelijken wil bezeten; verwerf mij die schoone deugd, ik
179
smeek er U dringend om. Maak, dat ik den vrede des harten weet te bewaren, te midden der beproevingen des levens. Verkrijg mij de genezing, indien dat Gods H. Wil is. Amen.
9 Wees gegrocten enz. als boven.
Wij moeten, op Maria's voorbeeld trachten ons kuiscJi te bewaren.
I. De H. Alfonsus zegt, dat de deugd van kuiscliheid, sedert Adam's val, het moeilijkste voor de menschen te beoefenen is. Maria heeft die deugd, even als alle anderen, in do hoogste volmaaktheid in oefening gebracht. »Het is met redenenquot;, zegt de zalige Albertus de Groote, »dat men Maria, Maagd der »Maagd der Maagden noemt, omdat Zij »de eerste geweest is, die zonder den »raad of het voorbeeld van iemand »anders, aan God haren maagdom heeft »toegewijd, en Hem aldus alle maag-»den geschonken heeft, welke Haar » nagevolgd hebbenquot;.
II. Helaas! wat zijn er weinigen die Maria in liefde voor die schoone
180
deugd navolgen. De H. Remigius verzekert, dat het grootste gedeelte der volwassenen om de onkuischheid verloren gaat. Een andere Heilige zegt, dat ora zoo te spreken, alle verdoemden, met of om de zonde van ontucht, in de hel zijn begraven.
UI. Welke zij a de middelen om van het kleine getal der uitverkorenen te zijn?
1° Dc Versterving, welke de matigheid in spijs en drank, en de zedigheid der oogen bevat. Kent men deze schoone deugden in de wereld? Helaas! neen. En toch zijn zij zoo noodzakelijk, sedert een heidensche weelde en opschik de wereld overstroomen, en de kleederen niet meer dienen om het lichaam te bedekken maar om de oogen tot zich te trekken en de harten te vergiftigen.
2° De Vlucht der gelegenheden: als zyn, het lezen van slechte boeken en geschriften, het bezoeken der schouwburg, der bals, en de vrije omgang met personen van het andere geslacht.
3° Het Gebed en 't gebruik der TL Sacramenten: Het is onmogelijk zonder de genade Gods kuisch is leven, en deze genade wordt slechts door het
181
gebed en de H. Communie verworven. De Godsvrucht tot Maria zal ü ook krachtig steunen in de beoefening der heilige kuischheid.
Gebed tot 0. L. Vr. van Lourdes.
Onze Lieve Vrouw van Lourdes, zuivere Maagd en zonder vlek, verkrijg mij de genade kuisch te leven, en mijne toevlucht tot U te nemen in den strijd. Verwerf mij ook de gezondheid, en de genade dezelve te gebruiken voor het goede en in den hemel te komen. Amen.
9 Wees gegroeten enz. als boven,
Men moet de H. Maagd door eenige godvruchtige oefeningen eereeren.
I. Zorg eenige godvruchtige oefeningen te verrichten om Maria te eeren en Haar uwe liefde te bewijzen. Edoch, opdat Zij uwe eerbewijzen en liefdebe-tuigingen gunstig aannemen, moet gij Haar dezelven aanbieden met een zuiver hart. Maria verfoeit de zonde, even als haar Goddelijke Zoon en Zij kan niet anders dan de oefeningen van
182
o'odsvruclit, versmaden, welke de aan de
zonde gehechte zondaar, Haar opdi aagt.
II. Die godvruchtige oefeningen moeten met volharding verricht worden. »De volharding, verdient alleen de kroonquot;, zegt de H. Bernardus. Op de vraag wat men zoude kunnen doen om aan Maria te behagen, antwoordt de L. Bergmans: »Het minste is genoeg-, »mits men het met standvastigheid
»vervullequot;.
111. Zie hier eemge Maria aangename oefeningen:
1« Bidt dikwijls het Wees gegroet, bid het vooral des morgens en des avonds driemaal, met driemaal het schietgebedjen: vDoot moe heilige en Onbevlekte Ontvangenis, o Maria, maak mij zuiver en heilig Me dagen mijns levens', om de heilige deugd van zuiverheid te verwerven.
2° Houd dikwijls eene novene om u voor hare feesten voor te bereiden. 30 Bid den rozekrans en de getijden
der H. Maagd.
40 Vast ie harer eer, of oefen eemge
inwendige versterving.
50 Bezoek hare altaren en bee den.
6° Draag het scapulier en haremedaye.
183
7° Laat u opnemen in eene Congregatie.
8° Geef een aalmoes Haar ter eere.
9° Neem uwe toevlucht tot Haar in alle moeilijke omstandigheden des levens; en dadelijk bij iedere bekoring. Dit doende zult gij leven en zalig worden.
Gebed tot 0. L. Vr. van Lourdes.
o-, O Lieve Vrouw ^an Loudes, ik bid
id U mij eene groote godsvrucht jegens U
te verwerven. Geef mij, wat Gij verlangt e- dat ik doe om ü te vereeren, en maak,
dat ik daaraan getrouw blijf tot aan t; het einde mijns levens. Verwerf mij de
es gunst mijne gezondheid te verkrijgen,
et en die slechts te uwer en ter eere uws
en Goddelijken Zoons te besteden. Amen.
ah 9 Wees gegroeten enz. als boven.
ns li-
im
en
ge
311.
Ije.
VAN
^ i ^ i
(Deze litanie heeft de goedkeuring ontvangen van Mgr. J. B. LauwerSj Vicaris Gen. van Meclielen, 4 Sept. 1872.)
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Hemelsche Vader, die C4od zijt, ontferm U onzer.
God Zoon, verlosser der wereld, ontferm ü onzer.
H. Geest, die God zijt, ontf. U onzer.
H. Maagd, die geheel schitterend van eene hemelsche schoonheid, raeerma-
185
len versclieuen zrjt in de Grot te Lourdes, bid voor ons.
O. L. Vrouw, die aanbevolen hebt voor de zondaars te bidden, bid voor ons.
O. L. Vrouw, die hebt doen kennen, dat het U aangenaam zijn zoude, als men de wonderbare Grot ging bezoeken. bid voor ons.
O. L. Vrouw, die eene bron van helder water hebt doen springen, als een middel van wonderen, bid voor ons.
O. L. Vrouw, die onder al uwe voorrechten, dat uwer Onbevlekte Ontvangenis verkozen hebt, opdat deze aldaar bijzonder zoude vereerd worden, bid voor ons.
O. L. Vrouw, die U hebt doen kennen, zeggende: Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis, bid voor ons.
O. L. Vrouw, die de versteendste zondaren de genade der bekeering verwerft, bid voor ons.
O. L. Vrouw van Lourdes, die de rechtvaardigen op den weg der deugd bevestigt, bid voor ons.
O. L. Vrouw, die den blinden het gezicht, den zieken de gezondheid, den lammen het gebruik hunner leden terug geeft, bid voor ons.
186
O. L. Vrouw, die den dood, reeds bezig quot;zijn slacktoffer te treffen, menigmaal hebt doen terugdeinzen, bid voor ons. O. L. Vrouw, hoop en steun der stervenden, bid voor ons.
(j jj. Vrouw, Koningin des hemels, open ons bij onzen dood de poorten van het Hemelsche Jeruzalem, bid voor ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld; vergeef ons, o Heei. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld; verhoor ons, o Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld; ontferm U onzei, o Heer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
v. Bid voor ons. Heilige en Onbevlekte Maagd,
k. Dat wii waardig worden de beloften van Jezus Christus.
LAAT ONS BIDDEN.
O God, die door de Onbevlekte Ontvangenis der allerzaligste Maagd uwen Goddelijken Zoon eene waardige woon-
187
plaats bereid hebt, Haar vrijwarend van alle smet door liet vooruitgeziene lijden dezes zelfden Zoons; Gij, die de Grot van Lonrdes hebt willen uitkiezen om daar in 't bijzonder het glorievolle voorrecht uwer Moeder te laten vereeren en de kracht harer gebeden te laten uitkomen, gewaardig U, ons van al onze vlekken te zuiveren, en ons in uw rijk te doen komen, wij bidden er IJ om, door de verdiensten harer tusschen-komst. Door denzelfden Jezus Christus, onzen Heer. Amen.
OVER
(DusC %lm trouiu ran Sour des.
DOOR EEN MISSIONARIS.
GOEDGEKEURD DOOR MGR. DEN BISSCHOP VAN TARBE8.
EERSTE HOOFDSTUK.
BEGIN.
Eerste Verschijning. — Hernadette. — 2de Verschijning. — 3de Verschijning.
Op Donderdag 11 Februari 1858 gingen drie arme jonge doehterkens van Lourdes, (1) dor hout zoeken voor den huisselijken haard. Zij kwamen
(1) Lourdes is een stadje der Hooge-Pyre-neën, niet ver van Pan, van Tarbes, van Bagnères-de Bigorre en ligt aan den voet der bergen aan de spoorlijn van Bayonne naar Toulouse. Men passeert het, om naar Ccuterets, St. Sau-veur, Barrèges te gaan.
189
langs deu oever der Gave, tegenover eene kleine, eenzame grot, wier opening ouder aan den voet der Massa-biella-rots was. Twee van haar waadden door een beekjen en begonnen de takken bij een te rapen, waarmede de grond bedekt was. Het derde, een ziekelijk kind, aarzelde eenige oogenblikken voor de koude van 't water; eindelijk besloot liet er door te gaan.
Voorovergebukt, ontdeed zij zich van hare schoenen, toen een plotselinge rukwind haar het hoofd deed opheffen. De lucht was kalm, de boomen zonder beweging. Zij buigt zich wederom, om haren schoei: uit te doen. De wind doet zich andermaal hooren en slaat tegen de holte der rots. Het kleine dochterken ziet derwaarts niet verwondering: een wilde rozelaar van de rots neerhangende, bewoog zich een weinig heen en weer.
Eensklaps werd eene donkere opening, als een venster geboord tot in het hart der rots, en zich bevindende boven de grot, niet een heerlijk licht vervuld, en hi dien glans, schooner dan de zon, verscheen eene dame, jong, zacht, goddelijk schoon. Haar kleedsel
190
was aanmmnig en eenvoudig: eeu wit do, kleed; een lange, witte sluier, van het
hoofd in groote plooien afdalend; een gü blauwe gordel wapperend tot beneden
de kniën; op iederen voet eene schoone, 11i(
gele, ontloken roos. Het kind, aan den c|0
grond genageld van verbazing en bewon- on
dering, onzeker, wrijft de oogen, ziet Tr
nog eens..... de Dame lacht haar liefe-
lijk toe, van uit het midden des lichts. ee
Op de kniën gevallen, neemt zij haren sa rozekrans, en brengt het kruisje er van aan het voorhoofd om het kruisteeken er mede te maken, doch hare hand valt wederom neer, alsof zij verlamd was.
Spoedig daarna neemt de Verschijning 1lt;
het gouden kruisbeeld van een rozekrans te
dien Zij droeg, eu maakt er mede over ai Haar zelve een groot kruisteeken. Toen . ii
koude ook het kind hét kruisteeken ma- IJ
ken. De Dame kruist de handen eu laat zj
de witte koralen van H aren langen ro- r:
zekrans, terwijl de gouden schakels er a
vau schitteren, door Hare vingeren rol- b
len; Hare lippen bewogen zich niet. d
Het ;ind doet die houding eu die bewe- o
gi • na, en bidt de »Wees-gegroeten': 1
De geheimvolle Vrouw noodigt haar 1
191
W1^ door eeu teekeu uit, nader te komen,
^ doch zij waagde liet niet. Eindelijk, al
2en glimlachende verdwijnt het Gezicht,
len Verbaasd in hare ziel, opgetoogen en
ne' niet weteude wat te gelooven, gaat het
'ei1 dochterken het heekjen door en komt
3.n' onder de overhelling der rots, onder-
'iet vraagt hare gezellinnetjes, waarvan eene haar jongste zuster was en de andere
its. een vriendinnetjen, die op dat oogenblik
L'en samen aan het spelen waren.
■al1 Zij hadden niets gezien.
ren
alt * *
as. Dat kind, Bernadette Soubirous telde 14 jaren. Geboren van arme ouders,
1US tenger, lijdend aan aamborstigheid van
vei' af hare geboorte, nog geheel onwetend )eu . in den catechismus, had zij hare eerste
ia- H. Communie nog niet gedaan. Daar
aat zij langzaam van begrip bij de onder-
ro- richting, van zachten en innemenden
ei' aard, eenvoudig en openhartig, niets
ol- buitengewoons, misschien wat meer dan
iet. de kinderen van haren leeftijd, tot
ve- godsvrucht genegen was, koude niets in
■nquot; haar de roemvolle bestemming doen vermoeden, welke op dat oogenblik voor
iar haar een aanvang nam.
192
Bernadette vertrouwde liare moeder toe wat zij zoo even gezien liad. De moeder ontstelde; onheilspellende gedachten. overmeesterden haren geest. Zij was vooral bevreesd voor een boosaardig zinsbedrog van den duivel, en zij verbood ten strengste aan hare dochter naar den oever van Massabiella terug te keeren.
*
* *
Het gerucht der Verschijning verspreidde zich in de buurt. Zondag den 14n Februari, tegen den middag, persten eenige jonge dochterkens, door nieuwsgierigheid geprikkeld, van vrouw Soubi-rous de permissie af, Bernadette te mogen medenemen naar de Grot. Zij gaan naaide kerk en vullen een fleschjeu met Avij-water, om zich tegen de Verschijning te verdedigen, en ze weg te drijven, als zij een kwade geest zoude zijn.
De Dame verschijnt in de nis der rots. Bernadette deelt het hare vrien-dinnetjens mede, en werpt vervolgens herhaalde malen haar wijwater naar de Verschijning heen, haar zeggende te naderen als Zij van Godswege kwam. De Dame met den glimlach reeds op
193
hare lippen lacht, nog liefelijker terwijl de droppelen wij vat er opstijgen naar hare voeten, nadert, buigt zich met eene kalmte van gelaat en eene goedwilligheid, onmogelijk om uit fce spreken.
Bernadette valt op hare kniën neemt haar rozekransjen, en met starend oog, het aangezicht van gedaante veranderd, bidt zi], aanschouwt met liefde.......
's Avonds, hoorde bijna de geheele stad het wondervolle schouwspel van Massabiella verhalen.
Donderdag, 18 Februrri. gingen twee volwassen personen met Bernadette in het geheim grotwaarts, vóór den opgang der zon. Het kind kwam er het eerste en de Minzame, welke zij kwam zoeken, stond reeds voor haar in den glans barer glorie, toen hare gezellinnen bij haar kwamen. Eene van haar. vermoedende, dat dat onbekende wezen eene ziel uit het Vagevuur zijn konde, had papier en inkt medegebracht, om aan hetzelve middel te verschaffen zich te doen kennen. Xa een gebed op de kniën gesproken te hebben, zendt zij Bernadette om te verzotken, dat Zij haren
13
194
naam eu de redenen harer komst zoude opschrijven. De Verschijning glimlacht en antwoordt: »Wat ik u te zeggen heb is niet noodig op te schrijven.....quot; Doe mi] de gunst gedurende veertien dagen te komen. Het kind verbindt zich. De Dame hervat: »En ik, ik wil u niet gelukkig maken in deze wereld, maar in de andere, ik beloof het uquot;. Bernadette komt bij hare gezellinnen teruo-, en herhaalt aan haar wat zy zoo quot;even, vernomen had. Zij lieten haar nog eens tot nabij de nis terug keeren, om te weet te komen of het haar ook o-eoorloofd zou zijn, mede te komen. »Ik wil het, antwoordt de Dame, en ik verlang, dat er meer menschen aanwezig zijn.quot; . v j j. De derde verschijning eindigde met
deze woorden.
TWEEDE HOOFDSTUK. be veertiendagen.
19 Februari. — De menigte hij de Grot. — De Geestvervoering. ■—- f)c Dame. — Eene Kapel gevraagd. — De bron. — Verschillende Meeningen. —■ Een Oog genezen. - Een stervend Kind. — 4 Maart.
De nieuwe verhalen van Bernadette veranderden de gedachten der moeder. Zij vermeende thans zich niet tegen de belofte aan de Dame, van naar dé Grot te komen, gedaan, te moeten verzetten, 's Anderendags vergezelde zij naar en zag de ongewone schoonheid van hare dochter, en liet buitengewoon geluk, hetwelk uit dien blik aan de nis gekluisterd, straalde. Een hoop vrouwen van Lourdes, ten tamelijken getale, hadden zien vóór de rots vereenigd, en sloegen het kind quot;ade.
O
Sedert dien werd de menigte nieuws-
196
eierigen icderen morgen grooter. Alle omstreken waren reeds' met de wondervolle gebeurtenissen, welke Lourdes in verbazing brachten, bekend; Bigorre en Béarn stelden zich in beweging op deze vreemde geruchten, de reizigers spraken er van in de verafgelegene steden, de dagbladen leenden hunne duizendvoudige stemmen, ter verspreiding van het nieuws. Van alle kanten stroomde men te zamen om Bernadette te zien.
. De volijverigsten namen eene plaats in onder de overhelling der rots, lang voor de morgenschemering. Verscheidene duizend menschen van allen stand hoopten zich spoedig op een m den omtrek der Grot en verspreidden zich
op den anderen oever der Gave.
*
De zon was nog niet opgegaan, of' het kind kwam ter plaatse, vergezeld van de moeder, of vaker nog door eene barer moeien. Zij knielde neer, met eene kaars in de eene hand, nam haren rozekrans in de andere en badt bij iedere koraal een Wees gegroet, altijd hare oogen gevestigd houdende, op de ovale opening boven de Grot. Eens-
197
klaps ontstond er eene kleine beweging in haar, geheel haar wezen scheen omhoog te rijzen; zij verbleekte, haar oog begon te staren.
Men heeft haar in de eerste oogen-blikken lieftallige begroetingen zien doen, vervolgens teekende zij zich met het kruisbeeld van haren rozekrans, met zulken adel bij hare bewegingen, met zuik eene eerbiedvolle godsvrucht en met zulk verteederend gevoel, dat iemand zich aldus eens uitdrukte: Slechts in den hemel maakt men zóó het kruis. Zij vouwde hare handen samen, en badt het rozehoedjen.
De menigte, stilzwijgend en ontroerd, vestigde de blikken op liet kind, in zijne aangrijpende schoonheid. Berna-dette, in geestvervoering, scheen zich zelve niet meer te gelijken. Haar wit gelaat was als glanzend door eene af kaatsing der glorie; hare blikken ontvlamd, begeerig, werden niet moei, zij verdiepten zich onverzadigbaar in de liolte der rots; somtijds bleven twee tranen aan hare oogen ontsnapt, hangen op hare wangen. Men zag niets dan haar; maar men zeide : Zy ziet.......
198
Zij zag, en van alles wat haar omringde, bemerkte zij niets, niets dan de Dame. En de Dame vertoonde zich zoo als den eer 'ten keer, met- haar wit kleed, en witten sluier, hare blauwe ceinture, de gele rozen op hare ont-bloote voeten, en met de aanlokkelijkheid van haar jeugdig en glanzend gelaat, onder de toestraling eener onuitsprekelijke teederheid. Zij groette met het hoofd en den glimlach, maakte vervolgens een kruisteeken, het kruisbeeld van haren rozekrans vasthoudend, vouwde zij hare handen kruis wijs te zamen: de goude schakels en de blanke alsdan onder hare vin-De Dame sprak tot het dochterken in de volkstaal, en het kind antwoordde met luider stem. Niemand echter zag de bewegingen, of hoorde de klanken van deze wondervolle samenspraak. Bernadette heeft drie geheimen daarbij ontvangen, welke echter haar alleen aangaan.
Eindelijk verdwijnt de Dame, en na Haar de lichtglans. En Bernadette terugkomend van de geneugten dei-geestvervoering eu hare bovennatuurlijke schoonheid van een' oogeublik wederom
koralen gleden geren heen.
190
verliezeud, herratte haar gewoon uitzicht en leven, bemerkte op nieuw de menschen en keerde naar huis terug om geheel den dag ten prooi te blij ren
aan de algemeene nieuwsgierigheid. * *
*
Op zekeren dag gaf de Dame een bevel aan Bernadette: Ga aan de priesters seggen, dat er eene kapel gebouwd moet worden en dat men in processie er naar toe moet komen.
Het kind ging die woorden overbrengen aan den heer pastoor van Lourdes;
later ontving zij nog eens hetzelfde bevel. •}*
Op de helft der veertien dagen, zeide de Verschijning, op den achtergrond der Grot wijzende: Ga drinken aan die hron en er u ivasschen: gij zult van dat kruid eten dat zich daar bevindt. Bernadette gehoorzaamt. Edoch op de aangewezen plaats bevond zich geen bron, te nauwernood zag zij er eenige vochtigheid. Op een teeken der Dame, maakt zij een klein gaatje in het zand, en er komt op zijn bodem een weinig modderig water. Met de holte der hand
200
brengt zij, tot driemaal toe, er van aan hare lippen, zonder er aan te durven raken.
Eindelijk, na een nieuwen oogslag naar de nis, drinkt zij dat walgend mengsel op, bevochtigt vervolgens haar aangezicht er mede. en gaat eenige blaadjes eten, van een kruid, dat daar aan den kant groeide.
* * •f»
Omtrent dienzelfden tijd, ' zeide de Dame nog aan Bernadette:
Gij zult voor de hekeering der zondaars bidden... Gij zult den grond kussen voor de hekeering der zondaars.
En men zag het kind op de kniën de helling opkruipen welke zich onder de nis verhief, de woorden herhalende: Boetvaardigheid! boetvaardigheid! boetvaardigheid! Men zag haar hare lippen op den grond drukken.
Sedert dien moest zij meermalen de helling der Grot opstijgen tot boete voor de zondaars, en dikwijls den grond kussen; nog werd haar bevolen te gaan drinken; het water echter was aangegroeid, zij nam in de holte der hand
201
herhaalde malen er van eu slorpte het
zonder moeite op.
* *
Deze vreemde handelingen van Ber-nadette bevreemden de menigte, welke slechts later en langzaam den uitleg-er van verkreeg, en zelfs godsdienstige harten hinderden. Eenigen zagen er niets dan zinsbedrog of streeken in; vele anderen, beheerscht door dat herhaalde buitengewoon schouwspel, geloofden aan eene goddelijke verschijning en bevestigden openlijk, dat die vrouwe, zoo schoon, zoo glansrijk, zoo goed, niemand anders zijn konde, dan de Maagd en Moeder Gods, en dat inderdaad Zij het was. Een grooter getal misschien, twijfelde en wachtte de gebeurtenissen af. .Er heerscbte een groote strijd van gevoelen.
ijc Jgt;:
Intusschen begonnen de geloovigen onder een te beweren, dat het water, waarvan het jonge dochterken gedronken had, eene bovennatuurlijke kracht bezat.
Geen enkele bron had tot dan toe,
202
zich bij de Grot geopenbaard, en ziedaar, nu vloeide er eene juist op de plaats en van af het oogenblik, dat de handen van Bernadette het zaud hadden los gekrabd. Men ging water putten aan de opkomende bron.
Een werkman, Louis Bouriette ge-heeten, die bi] de ontploffing eener mijn een oog onherstelbaar had verloren, wiesch zich met dat water, riep de H. Maagd aan en herkreeg plotseling de volheid van zijn gezicht.
Een kind, nog zuigeling, dat de voetjes nog niet gekend had, lag op den dood. Croisine Ducoute, zijne moeder, bracht het tegen allen regel van voorzichtigheid;en alle menschelijke hoop in, naar de Grot, en dompelde het in den kleinen waterkom der bron. Het kind herleefde, verliet den tweeden dag daarna geheel alleen de wieg en liep zonder eenige hulp. Vele andere kwalen werden aldus genezen. De mare, dat er wonderen gebeurde, verspreidde zich alom.
❖
Bernardette was getrouw ter aangegeven plaatse geweest bij de Grot; slechts
203
twee keeren wachtte zij te vergeefs op de Dame; deze vertooade zich niet.
Den 4n Maart eindigden de opgege-vene 14 dagen. Nooit had de stad Lour-des zoo een uitgebreiden samenloop van menschen gezien. Duizenden en duizenden van nieuwsgierigen verdrongen zich in den omtrek der Massahiella-rots, hoogst begeerig als zij waren, om bij de ontknooping dezer ongehoorde gebeurtenissen tegenwoordig te zijn. Niets buitengewoons kenmerkte de laatste komst der geheimvolle Dame. Het kind aanstaarde in de volle schoonheid barer geestvervoering, bad, dronk aan de fontein, kroop op de knieën de hoogte op, kuste den grond; men gevoelde even als de vorige dagen 's hemels onzichtbare tegenwoordigheid.
DERDE HOOFDSTUK.
MOEILIJKHEDEN EN NIEUWE VERSCHIJNINGEN.
De Politie. — De vijardige meening. — 25 Maart. — 5 April. —- De Grot gesloten. — Laatste Verschijning. — Eerste mandement van den bisschop van Tarhes. — De Grot heropend. — Ber-nadette bezocht.
De Verschijning had zich niefc genoemd, en men moest gelooven, dat zij verdwenen was, om nooit meer terug te komen.
Het geloof groeide aan. Meer en meer bevestigde de stemme des volks, dat de Dame der Grot, zonder twijfel Maria was. Men vereerde Bernadette als het bevoorrechte kind der H. Maagd en de menigten gingen voort met het bidden bij Massabiella.
Edoch deze godvruchtige meening werd hartstochtelijk tegengewerkt.
205
Van af de eerste Terscliijinngen beproefde de politie Bernadette door bang-making te beletten langer naar de rots te gaan. Men dreigde haar en hare ouders met de gevangenis, men onderwierp hen aan een strenge bewaking. Bernadette, het arme en zwakkelijk kind, van 14 jaren, kalm en vol moed, verijdelde de sluwheden en telde al het schrik aanjagen niets. Zij ging, in weerwil der menschen, waarheen God haar riep.
* *
*
De vijandige meening beschuldigde haar eene heiligschennende commedie te spelen, om geld af te knevelen of om gerucht te maken; men beproefde haar, voor iemand door zinvang getroffen, of ann zinsbegoocheling lijdend, te laten doorgaan, en later wilde de politie haar onder dat voorwendsel oplichten.
Het waren allen even zoo vele lasteringen. Het kind openhartig en eenvoudig. was tot geene veinzer ei in staat, nooit nam zij geld aan noch geschenken, niet tegenstaande de bekoringen harer armoede: en men moest
206
quot;
f
erkennen dat liaar verstand gezond was, en hare verbeelding volmaakt geregeld en helder.
De fontein werd langzaam rijker aan water en bewerkte verbazende genezingen. Om het wonderdadige er van te ontkennen beweerde men, dat het water mineraal-water was. Belachelijke verklaring der plotselinge genezingen, tevens zoo verschillend als de mensehelyke kwalen! Het is echter door allen erkend, dat de fontein van Massabiella niets anders is dan gewoon bronwater.
Bernadette ging dikwijls naar de Grot. Op 25 Maart, feest van Maria-Boodschap, vond zij daar een groote menigte volks. De Dame verscheen haar in denzelfden glorieglans en met dezelfde goedertierenheid. Tegen het einde der extase vroeg het kind haren naam tot tweemaal toe; doch tweemaal glimlachte Zij tegen haar ten antwoord. Zij hield aan. Op dat derde verzoek, glimlacht de Dame wederom, scheidt daarna hare gekruiste handen ter hoogte der ceinture, van elkander, heft dezelve omhoog, voegt, ze voor hare borst te
207
zamen met eene beweging vol goddelijke majesteit en aanvalligheid, en de oogen hemelwaarts geslagen, zeide zij: Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis,
daarna verdween Zij.
Het kind bewaarde deze herinnering van eene andere wereld, doch begreep het woord Onbevlekte Ontvangenis
niet; zij hoorde het voor den eersten keer.
* *
*
Maandag 5 April, daags na Paschen kwam Zij, die zich onlangs had bekend gemaakt, wederom terug. De menigte zag op dien dag een schouwspel, dat de verwondering van vroeger deed ten toppunt stijgen. Bernadette, in geheel haar wezen, gekluisterd aan de schoonheid vau het Visioen, vouwde hare beide handen te zamen, zonder het te merken, boven de kaars, welke zij bij zich had, brandende was en tegen deu grond stond. Gedurende langer dan een kwartier uurs, brandde de vlam tusschen de palmen barer teedere kinderhanden, en sloeg tusschen de vingeren door. Bernadette, beweegloos, bleef glimlachen tegen het Visioen. Een geneeskundige was er bij tegenwoordig. Dadelijk na
208
de extase, nam hij de handen van Ber-
nadette, en vond ze blank en ongedeerd.
* *
*
Voortdurend stroomde een toeloop van menschen naar de Grot; men bad er aanlioudead; doch het burgerlijk gezag, in de weer om te beletten, dat eene bijgeloovigheid zoude wortel schieten, sloot den toegang der Rots, na advies van den minister van eeredieust gevraagd te hebben, met een planken beschot, en verbood den toegang op stiaffe van geldboete. Men trotseerde zijn verbod. Er werden processen-verbaal gemaakt en gerechtelijke veroordeelingen hadden plaats.
^ *
*
Op 16 Juli, feest Van Onze Lieve Vrouw van den Berg-Carmel, ging Bernadette bidden, tegenover de.Rots, aan den overkant der Gave, en genoot toen nogmaals, maar voor den laatsten keer, het Visioen der hen elsche Dame, luisterijker dan ooit.
209
De kerkelijke Overheid was tot dien tijd toe aan alles vreemd gebleven. Edoch ten overstaan van zoo vele wondere gebeurtenissen, die bleven voortduren, besloot Mgr. Laurence, bisschop vau Tarbes, zich in de zaak te mengen. De gebeurtenissen bij de Grot behoorden in de hoogste mate tot het gods-diènstig gebied: het kwam den bisschop toe er over te oordeelen. Op het einde - van Juli 1858 stelde Zijne doorl. Hoogwaardigheid, bij Mandement eene commissie in van geestelijken en geleerden om de gebeurtenissen nauwkeurig te onderzoeken.
❖
^ *
De afsluiting voor de Massabiella-rots was gehandhaafd geworden, in weerwil der tegenkantingen des volks; in het begin van October werd op bevel des Keizers de Grot wederom geopend en de bedevaart van alle belemmering bevrijd.
^ *
Bernadette had hare Eerste H. Communie gedaan in datzelfde jaar. Sedert de verschijningen, is zij door duizende
14
210
van mensclien bezocht'geworden en lieett dat kind, met geene buitengewone verstandsvermogens begaafd, en alle glanzende hoedanigbeid missend, een onai-metelyk grooten, goeden, invloed uitgeoefend, nergens anders door, dan door hare eenvoudigheid, en ^ dank zij ook, zonder twyfel, den geheimnisyollen invloed, welken God haar toedeelde. Mj gevoelde zich tot het inwendige leven van den religieuzen staat geroepen. Nadat hare zending te Lourdes geheel was afgeloopen en zij bij de opening der kapel was tegenwoordig geweest, vertrok zij in Juli 1860 naar het klooster. Thans is zij zuster van Liefde van Nevers, altijd even eenvoudig en godvruchtig; zij bekleedt te Nevers den post van ziekezuster bij zieke rehgieu-sen in het moeder-huis der Congregatie.
VIERDE HOOFDSTUK.
ONZE LIEVE VROUW VAN LOURDES VERHEERLIJKT.
Kerkelijke ^ uitspraak. — Vijf genezingen in 1858. — De kapel en het standbeeld. — Inwijding der onderaardsche kapel. — Tegenwoordige toestand, genezingen, M. Hanqnet. — Bekeeringen.
Eene protestante. — Bedevaarten.
Do Grot werd lt;il nu:1 nT en meer be» roemd, en trok aanhondend nieuwe stroomen van pelgrims. Dikwijls zag men hier en daar een nieuw mirakel gebeuren. Eindelijk, na lange nauwkeurige onderzoekingen, waarbij de Godgeleerdheid en de Weieaschap alles na-vorschte, vooral de verschijningen en de genezingen, acn hec water der Grot toegeschreven ~ spra.k Zijne doorl. Hoogwaardigheid de bisschop van Tar-bes zin oordeel uit. Hij kondigde ia
212
een Mandement van 18 Januari 1862
af; _ dat de DAME, aan Bernadette verschenen, daadwerkelijk was de ONBEVLEKTE MARIA, GODS MOEDER, en wettigde de vereering van ONZE
LIEVE VROUW VAN LOURDES. * *
*
De Kerkvoogd liet te gelijker tijd het verhaal van zeven genezingen openbaar maken, allen van het jaar 1858, welke, door de doctoren der Commissie, onder vele anderen, als volstrekt wonderdadig erkend, hem gediend hadden, tot het uitvaardigen van zijn kerkelijke verklaring.
Wij hebben er reeds twee aangestipt: het gezicht teruggegeven aan een werkman, — een stervend kind tot het leven teruggeroepen.
Zie hier de vijf anderen:
Blaisette Soupenne, van Lourdes, had eene verouderde kwaal aan hare oogen, welke reeds drie jaren alle geneesmiddelen en het gebruik der warme minerale wateren trotseerde. Eene chirurgische operatie werd volstrekt noodzake-lijk geoordeeld. Blaisette wiesch zich twee achtereenvolgende dagen bij de
213
Grot en liare oogen werden volmaakt gezond.
Catharine Latapie-Chouat. uit Lon-bajac (Hooge-Pyreneën), had haren arm ontwricht, en was deze, dien ten gevolge, zeer zwak gebleven, twee vingers waren styf en gesloten. Toegevend aan eene dringende inspraak, gaat zij hare hand in het water der fontein dompelen. Eensklaps openen zich de vingers en blijven bewegelijk, en de arm herkrijgt al zijne kracht.
Hendrik Busquet uit Nay (Lage-Py-reneën) had, na eene typhuskoorts reeds gedurende twee jaren ter hoogte der borst, gezwellen en wonden, welke soms een wijltjen genezen, altijd wederom terugkwamen, en eindelijk van veront-rustenden aard werden. Hij bidt op zekeren avond, vóór het slapen gaan, tot Onze Lieve Vrouw van Lourdes, drinkt van het water uit de Grot en bevochtigt zijne gezwellen en wonden er mede. 's Anderendags was alles verdwenen.
Mevr. de Wed. Magdalena Rizan, uit Nay, ontkwam in 1834 aan eenen aanval van cholera, doch haar lichaam werd er door ontwricht. Zij ging mank, zij had pijn in hare linkerhand, en hare
214
ledematen waren altijd iiskoud; zij gebruikte nauwelijks iets, laad geene spijs-verteering, braakte aanhoudend, en viel vaak in oiv gt;acht. In 1868 meende men dat zij ging sterven. Zij gaf bloed op, hare gezwollen ledematen krompen te zamen, alle verroering in haar bed was haar onmogelijk.
Zij drinkt van 't water der Grot; op denzelfden oogeublik voelt zij hare hand genezen; men wascht met het water heen en weer de zieke deelen van haar lichaam. De kwaal verdwijnt overal, achtervolgens en eensklaps, als het ware verdreven, door het naderende wondervolle vocht. De zieke staat op, eet met volkomen smaak en leeft voort als met een nieuw leven.
De jonge jufvrouw Marie Moreau van Tartas (Landes) was sedert tien maanden lijdend aan oogpijn, en noch de ervarenste behandeling, noch de zeebaden stremden den voortgang. De jonge dochter moest onvermijdelijk en weldra blind worden. Hare familie verneemt de wondervolle genezing van Mevrouw Ri-zan en begint eene novene tot Onze Lieve Vrouw van Lourdes.
Den eersten avond legde de jonge
215
zieke bij het slapen gaan, compressen met water van Massabiella op hare oogen. 's Anderendags, bij haar ontwaken had zij geheel haar gezicht terug gekregen.
* *:•
*
Mgr. Laurence kondigde den bouw der kapel aan, weiken de H. Maagd zelve op de plaats der verschijningen verzocht had. Hii deed een beroep op de milddadigheid van hen allen, die de glorie der -Hemelkoningin hoogschatten. De werkzaamheden begonnen half-October 1862. Het gebouw is geplaatst op de kruin van de rots der Verschijning en de Grot blijft ongedekt voor de opene ruimte.
Den 11 April 1864, wijdde Mgr. de bisschop van Tarbes, te midden van eenen heerlijken toeloop volks, plechtig by de Grot een wit marmeren standbeeld, dè H. Maagd voorstellende, op het oogenblik dat zij zeide. »Ik ben de Onbevlekte Ontvangenisquot;, dat opgericht werd ter plaatse zelve waar hare voeten rustten.
216
De ouderaarsclie Kerk, of Crypte der Basiliek werd ingewijd en het Heilige Sacrificie voor den eersten keer bij de Grot opgedragen op 21 Mei 1866, met een luisterijk feest, waarbij 200 priesters en eeue ontelbare menigte van • geloovigen toegesneld waren. Sedert dien zijn er missionarissen bi] de kapel gevestigd voor dc geestelijke bediening der pelgrims.
❖ ^
*
De werkzaamheden aan de bovenkerk worden voort gezet, (thans zijn zij voltooid). De toeloop duurt onophoudelijk voort bij de Grot. Maria moedigt denzei ven- aan, door het vermenigvuldigen der wonderen voor lichaam en ziel. Het water wordt gevraagd door zieken in alle richtingen en op alle afstanden. Geen week gaat voorbij, waarin men niet verscheidene gunsten uit ver afgelegene oorden aankondigt, als verkregen door het gebruik van dit water, waarin geen natuurlijke kracht gelegen is, maar dat door de aanroeping Onzer Lieve Vrouw van Lourdes eene kracht ontvangt, hooger dan eenig ander menschelijk geneesmiddel.
217
Zie hier eeue genezing in België voorgeyallen, den 27 November 1869, waarvan de weêrklank groot is geweest in dat Koningrijk.
Pieter Hanquet uit Luik, aangetast voor 10 jaren, door eene verweeking van het ruggemerg, had langzaam aan, al zijne krachten verloren. Van quot;af 1864, gedurende vijf jaren, verkwijnde bij op zijn legerstede, konde zich niet bewegen en gebruikte niets.
Bij de kwaal van het ruggemerg voegden zich de teering, etterbuilen en eene hardnekkige ontsteking. Zijn lichaam verschroeide, terwijl zijne beenen koud waren als ijs. Het was hem onmogelijk te kunnen rusten. Men bekende, dat hij tegen heb einde van het jaar 1869 zoude sterven. Hij wendt zich tot Onze Lieve Vrouw van Lour-des; 's avonds op den 27u November dronk hij water van Massabiella, zijn broeder wascht de zieke plaatsen er mede, beiden roepen de H. Maagd dei-Grot aan. Op dat oogenblik ondergaat Hanquet ondragelijke folteringen; zijn laatste uur scheen gekomen.
Bij.uiterste inspanning om zijn lijden te verzachte}!, zet hij zijn voet op den
218
grond; zich Tast klemmende aan den w
beddeplank buigt hij, onder -het slaken zs
van smartekreten, zijnen rug wederom li
recht, die sedert twee jare i krom was h
als de hoepel eener ton. Anderhalf mi- k
nuut later loopt liij ongehinderd, geheel v
genezen, vol van kracht. Al zijne lede- h
maten hadden hunne werking en kracht v
herkregen. Hanqnet geniet het geluk }]
Twee doctoren hebben openlijk ver- cl
klaard, dat deze gent zing bovennatuur- 1
Het water is voor de Onbevlekte (
Maagd het middel om de genade tot lt;
het ïiart te laten doordringen; geheime 1
en openlijke bekeeringen zijn aan Haar i
toe te schrijven. De alleenige aanroeping van Onze Lieve Vrouw van Lour-des beeft vele zielen tot bekeering gebracht. Laat ons een feit aanhalen van het jaar 1870.
Eene oude protestantsche dame uit eene ver afgelegene stad, had altijd
(1) Zie het getuigschrift vaii Dr. Davreux ble. 44,
219
wederstand * geboden aan de eerbiedige zachtaardige pogingen welke hare katholieke familie aanwendde om haar tot het ware Geloof te brengen. Zij verkeerde in stervensgevaar, en de hoop was verdwenen. Hare dochters namen hare toevlucht tot Onze Lieve Vrouw van Lourdes. Eene van haar doet de bedevaart en eene novene wordt begonnen. Eenige teekenen van verandering deden de hoop in de dagen der novene herleven. Eensklaps wordt de stervende getroffen, door esn straal der genade en vraagt om katholiek te worden. Op denzelfden dag doet zij hare afzwering, ontvangt (onder conditie) het H. Doopsel en in hare Eerste H. Communie tevens de Teerspijs op hare reis naar de eeuwigheid, 's Anderendags, 2 Juli, feest Onzer L. Vrouw-Visitatie, ontsliep zij in den Heer.
* * *
Geheele omliggende parochiën komen bijna alle jaren, te voet, naar de Grot, en vormen dan schoone en indrukwekkende processiën. Alle jaren voert de spoorweg in veelvuldige afzonderlijke treinen bij duizenden de verko-
220
mende bevolking van liet platte land en der kleinere steden derwaarts, Ba-ijonne, Bordeaux, ' Toulouse, Tarbes, Montoban, Aucli, Agen hebben schitterende bedevaarten gehouden.
Onze Lieve Vrouw van Lour des, biedt voor de plechtigheden der processiën, eene bijzondere aanlokkelijkheid aan.
De H. Mis, Generale Communie, Vespers, Lof, alles heeft plaats voor de Grot der Verschijningen, en bij schoon weder, in de open lucht. De rots leent eene frissche schaduw, de voorbij kronkelende Gave mengt met de godsdienstige gezangen, de harmonie harer bruisende wateren, het omliggende landschap ontvouwt de prachtvolste schildering van boomen, grasvelden en groene heuvelen.
De aanminnigheid der ligging doet
~ Oo O
de hemelsclie herinneringen der Grot nog bewonderenswaardiger en zoeter
gevoel opwekken.
* *
Achttien verschijningen der H. Maagd op hel lichten dag, onder den blooten hemel, bijna allen ouder de oogen eener onafzienbare menigte, die de terugkaat-
221
sing aanschouwde op het gelaat van het Kind — en de H. Maagd, vier jaren na de glorie, waarmede Pius IX Haar door de afkondiging van het leerstuk Harer Onbevlekte Ünt/angenis omkroond heeft, zeggende in de Grot: Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis,
Ziedaar de opkomst Onzer Lieve Vrouw van Lodrdes.
De bedevaart naar de Grot knoopt zich derhalve aan, aan de grootste en meest beminde gebeurtenis onzer eeuw. De menschelijke wetenschap wilde baar bij hare geboorte smoren. De oneindige Barmhartigheid 'heeft gezegevierd.
Ea thans regeert ONZE LIEVE VROUW VAN LOURDES,
haar rijk verbreidt zich dagelijks meer en meer uit over het vertrouwen dei-volkeren, door glansrijke wonderen, en door de ontelbare menigte van verborgene genaden. In het aanminnige heiligdom ?rot broost Zij, geneest Zij, zuivert Zij, verovert Zij onze liefde.
De zielen gevoelen aldaar, dat de Hemelkoningin derwaarts gekomen is,
222
om met ruime hand hare'rijkdommen
uit te deelen, en de goddelijke schoonheden te openbaren der •
S. JoÊS DE MATHA,
Ho'
Gel r
Gel Gel c
Bldz.
Voorwoord.......- . . . 3
Novene ter eere van O. L. Vrouw van
Lourdes........, . . . 5
Litanie der Onbevlekte Ontvangenis . . 7
Salve Regina........... 12
Gebed door den Bisschop van Tarbes
met 40 dagen aflaat verrijkt .... 13 Gebed tot O. L. Vrouw van Lourdes . 14 Gebeden bij het hoeven der H. Mis ter eere der H. Maagd, gedurende de novene ............. 15
Schietgebedjes ter eere der Onbevlekte
Litanie ter eere van O. L. Vrouw van
Kozekransje of Kroofttje der Onbevlekte
Tweede Novene ter eere der Onbevlekte
Novene ter voorbereiding voor het feest der Onbevlekt# Ontvangenis .... 128
i
Litanie vati O- L. Vrouw van Lorette , 134
Rozekransje ter eere van het Onbevlekte Hart van Maria. . *. ••••••
Vertenieing der Saturdagsche Felicitatie |
van het Onbevlekte Hart van Maria . 143 De Koren der Felicitanten • . . . . 145 Gebeden der Felicitatie ••••••• ■L18
Broederschap der Onbevlekte Ontvange-
nis opgericht in het Heiligdom Lourdes 15,4
Reglement van de Broederschap der Onbevlekte Ontvangenis, Opgericht te Lourdes. , . • • ■ • • • ■
Gebed en Belofte van Frankrijk aan de Onbevlekte Ontvangenis te Lourdes . Toejuichingen gezongen tot O. L. Vrouw j
té Lourdes. •lD4 f
Kleine Novene ter eere van O. L. Vrouw
van Lourdes ten gebruike voor zieken. l()b Litanie van O. L. vrouw van Lourdes. lo4 Kort verhaal over O. L. Vrouw van
Lourdes door een missionaris. ... lot)