fit

AARTSBROEDERSCHAP

HEILIGE FAMILIE

JESUS,MARIA, JOSEPH,

WETTIG OPGERIGT IN 1)E

Parochiale kerk van den H. Nlathias. te Maastricht Afdeeling der Vrouwen en Jonge dochters.

quot; Waar twee of drie in mijn naam vergaderd «zijn, daar ben Ik in hun midden.quot;

(Mattji. XVIII, 20.)

VV IJ C ri. E- ETS—

M AA.sTUK HT. 11 l'N'lll Uor.AKKTs.

xfiski)---

JAARSCHRIFTEN

LeVen WIJ geLUkkIg, sterVen WIJ getroost In De sChoone VereenIgIng

onzer

heILIge faMILIe.

JesUs, MarIa, Joseph,

zIet, WIJ aLLen Danken U gULhartIg Voor aLLe gUnsten,

YIJf en tWIntIg Jaren Lang Yan U ontYangen.

----------

GKBVOEIL.EIISrS

VAN DEN

Heiligen Alphonsus laria de Liguori,

OVBK DE

PHRISTELIJKE ƒ EREEN IGI N GEN ,

—CiCC^--

Ten tijde van Noë , — zoo schrijft deze heilige en geleerdfi Bisschop in zijne Ascetische werken , — verslond de zondvloed alle volkeren. Slechts acht personen , die in de ark vlugtten , ontkwamen aan de algemeene verwoesting.

Ook in onze dagen is de aarde overstroomd door een' vloed , niet van wateren , maar van zonden ; en hoe menige ziel vindt daarin den j eeuwigen dood !

Ten einde hare kinderen van zoo groot een onheil te vrijwaren , heeft de H. Kerk godvruchtige Vereenigingen of Broederschappen in het leven geroepen. Deze zijn als arken , waarin personen die in de wereld leven, een veilig toevlugts-oord vinden^ tegen de vijanden hunner zaligheid. De spoedige en algemeene verbreiding dezer Vereenigingen , het blijde onthaal dat haar aller-wege te beurt viel , en vooral de talrijke gunsten en aflaten, die de Pausen van Rome er aan schonken , zijn even zoo vele bewijzen van hare Iieil-aamo werking. Menigmaal, — zoo gaat de H. Al-phonsus voort, — heb ik in mijn' geestelijken werkkring de vruchten van zulke Vereenigingen meer van nabij leercn kennen en bewonderen. Nederigheid , godsvrucht en onschuld waren ,

4

over het algemeen, het kenmerk barer leden. Vraagt mij dus iemand in de wereld wat hem ie doen staat om zijne zaligheid te verzekeren, dan raad ^

ik hem am, lid te worden eener Vereeniging ,

waar een priester geesteliike conferentiën geeft.

Zulk eene Vereeniging immers, is als de toren van David... , waaraan duizend schilden hangen , met alle soorten van wapenen voor de dapperste krijgslieden ; (Hoogl. IV, 4.) dat wil zeggen, zij is een der gemakkelijkste en zekerste wegen , die ons ten Hemel leiden.

Onder de menigvuldige middelen die eene geestelijke vereeniging aanwendt om haar doel te hereiken , verdienen de drie volgende bijzonder onze aandacht:

lo het woord Gods. De H. Vaders beschouwen dit als een noodzakelijk voedsel voor de ziel. Volgens hun gevoelen , zal eene ziel, die het woord Gods versmaadt, het eeuwige verderf niet ontgaan. Demensch, zegt Christus , (Matth. IV , 14.) leeft niet van Irood alleen , maar van alle voord dat voorkomt vil Gods mond. Het vergeten dei-eeuwige waarheden is , volgens den ^i'ofeet Tere-mias , de oorzaak van den ondergang der zielen. In eene geestelijke vereeniging nu vindt men ruimschoots gelegenheid , om dat woord Gods te hooren verkondigen en zijne ziel met dat hemelsch voedsel te versterken.

2o het Gebed. Voor allen , die tot de jaren van verstand gekomen zijn, is het gebed noodzakelijk ter zaligheid. Wie bidt, wordt zalig; wie niet bidt,

gaat verloren. De uitverkorenen zijn in den He-

mei, omdat zij gebeden hebben ; de verworpelingen zijn m de Hel, omdat zij het gebed verzuimd hebben. Om den Hemel te verkrijgen , moet men dien vrageii. Vraagt e.i (jij zult verkrijgen , zegt Jesus-Christus. (Joan. XVI, 24.) Dit nu doen wederom de leden eener Vereeniging ; en God zal hun gebed des te spoediger verhooren , wijl Hij zelf beloofd heeft zijne genaden bij voorkeur aan hen te schenken , die vereenigd bidden. Indien twee van u op aarde zamenstemmen omtrent iets, vjat het ook zij , dat ze vragen, mogten , het zal hun geworden van mijn? Vader, die in den Hemel is. (Matth. XVIII, 19.) Velen , zegt de H. Ambro-sius, die , afzonderlijk genomen, zwak zijn , worden sterk , ja onverwinnelijk, als zij met ver-eenigde krachten strijden.

3° de Heilige Sacramenten. Niets ter wereld is meer geschikt om het gebruik der HH. Sacramenten te bevorderen , dan vastgestelde regels en goede voorbeelden. Een en ander nu vindt men in eene geestelijke vereeniging. De bestaande verordeningen brengen mede dat de leden, op gezette tijden , 't zij allen te z. men , 't zij bij af-deelingen, tot deKH. Sacramenten naderen. Wie zulke plegtigheid ooit van nabij inogt aanschouwen, gevoelde zich diep getroffen , en tevens gesticht door de godsvrucht die daarbij heerschte. Het zal overigens wel overbodig zijn op de noodzakelijkheid en het nnt der HH. Sacramenten te wijzen voor hem, die de zwakheid van 's men-schen hart kent en dagelijks ondervindt.

Behalve deze dkik ter zaligheid zoo noodzake-

6

lijke middelen , treft men in geestelijke vereeni-gingen nog eene menigte godvruchtige oefeningen aan , zoo als liefdewerken jegens arme , zieke of lijdende medebroeders , en deze nemen het hart van God in.

Ieder , die lid wordt eener Vereeniging , dient vooral op twee zaken ie letten : 1° Dat zij met geen ander doel in de Broederschap trede, dan om zich aan do dienst van God en de vereering van Maria toe te wijden , en daardoor hare ziel zalig te maken. 2° Dat zij de vergaderingen der Broederschap trouw bijwone , en ze niet verzuime om tijdelijke zaken. Immers, de zaak die daar behandeld wordt, is de gewigtigste van allen , namelijk onze eeuwige zaligheid.

Ieder lid zal er ook steeds naar streven , om anderen te stichten , door een geregeld en deugdzaam leven te leiden. Dit is het beste middel om de bestaande Vereenigingen te bevestigen , en haar, door het aanwinnen van nieuwe leden , te doen groeijen eu bloeijen. Gelukkig heet ik de getrouwe en voorbeeldige leden eener geestelijke Vereeniging. Want de geschiedenis , gestaafd door de dagelijksche ondervinding, leert, dat zij , die in de dienst van Jesus en Maria volharden , met geestelijke en dikwijls ook met tijdelijke weldaden, zigtbaar door God gezegend worden.

De H. Alphonsus , dien wij tot hiertoe lieten spreken, kon, met zijn' onvermoeiden zielenijver , geen werkeloos bewonderaar blijven van het groote goed,dat hij allerwoge uit de godvruchtige

vereenigingen zag geboren worden. Aanvankelijk als Missionaris, en later als Bisschop, beijverde hij zich om overal, waar het doenlijk was, geestelijke Vereenigingen of Broederschappen in te stellen, of de reeds bestaande in den geest van godsvrucht te verlevendigen. Ook zijne zonen, de Eerw. Paters van de Congregatie des Allerheiligsten Verlossers, zijn met dezelfde gevoelens bezield. Naar het voorbeeld van hun' stichter sparen ook zij geene moeite, om, nog ten huidigen dage, den bloei der christelijke Vereenigingen krachtdadig te bevorderen. Getuige daarvan de Aartsbroederschap der H. Familie, wier instelling en voortplanting wij nu in korte woorden gaan mededeelen.

f)

BEKNOPTE GESCHIEDENIS

VAN DE

Aartsbroederschap der E Familie,

In hare opkomst en uitbreiding draagt de Aartsbroe ierschap der H, Familie hetkenteeken, dat eigen is aan alle werken door de Voorzienigheid bestemd om de zegenrijkste vruchten voort te brengen. Allen zijn schijnbaar onbeduidend en nietig in hunnen oorsprong ; doch de inwendige kracht die zij al aanstond.; ontwikkelen, de heilzame invloed disn zij alom te weeg brengen,— zelfs in weerwil van tegenstand en menigvuldige bezwaren , — bewijzen zonneklaar dat zij het werk zijn van den almagtigen God, van Hem, die gewoon is de zwakste middelen aan te wenden om zijne uitstekendste wonderen te voltrekken.

Ook onze Aartsbroederschap, gering en onaanzienlijk in hare geboorte, was verstoken'van alles wat noodig schijnt om in de wereld grooten opgang te kunnen maken.

Een edelhartige zoon van Limburg, een officier der genie, met name ïïenricus Hubertus Bellelable, geboren te Venlo, en eenige brave werklieden der stad Luik , kwamen het eerst op het denkbeeld , waaraan deze Aartsbroederschap h i,ren oorsprong to danken heeft. Om elkander te stichten , vergaderden zij , op Pinkster-maandag in 'tjaar 1844, in de schamele woning van een' timmerman. Deze vereeniging was het mostaardzaadje, dat in de H. Kerk weldrh, tot een grooten

10

boom zou opschieten en zijne takken alom uitspreiden. Gods milde zegen rustte van toen af zigtbaar op deze Vereeniging. Zij bestond nog pas , en reeds kende, reeds beminde men haar. Het getal harer leden groeide buiten alle verwachting met den dag aan , en al spoedig voelde men ook behoefte aan eene ruimere {vergaderplaats. De Eerwaarde Paters Redemptoristen, die in de ontluikende Vereeniging een nieuw middel zagen , om de weldaden van het verlossingswerk in ruimeren kring te verspreiden, openden hunne kerk voor de wekelijksche bijeenkomsten.

Mgr. van Bommel, bisschop van Luik, wiens heldere blik de vruchten voorzag die sulk een werk onder zijn volk, — en vooral onder de arbeidende klas, — zou voortbrengen , verwelkomde deze Vereeniging met geestdrift en schonk haar eene toegenegenhei! die nimmer verflaauw-de. De vrome en ijvervolle Kerkvoogd, niet tevreden met hare statuten, — door een' herderlijken brief van 7 April 1845, — te hebben goedge-keur i, wil deze nog door het Pauselijk gezag doen bekrachtigen. Op Zijn verzoek keurde dan ook Zijne Heilig heul Fius IX de godvruchtige Vereeniging goed , begiftigde haar met rijke aflaten den 20 en verhief ze tot Aartsbroederschap, den 23 April 1847. — Het getal leden was toen reeds tot omstreeks duizend geklommen.

De goede vruchten , door de H, Familie in de bisschoppelijke stad Luik voortgebragt. voorspelden haar een' meer uitgebreiden werkkring.

Weldra zag men haar, gesteund door de hooge

11

aanbeveling van een aantal doorluchtige Kerkvoogden , onder de leiding van ijvervolle herders, op vele plaatsen opgerigt. Overal wist de 11. Familie de harten der geloovigen, en op de eerste plaats die der werklieden , te winnen. Geen wonder dan ook dat zij , na verloop van slechts eenige jaren , zoo menigvuldige vertakkingen mogt tellen in Belgie en Nederland, in Frankrijk en Engeland , ja zelfs in Amerika. Volgens een verslag , door de Revue Caiholiqm medegedeeld , (Julij 1853) waren reeds destijds , dat is acht jaren na de eerste oprigting, één en zeventig bijzondere Vereenigingen in steden en dorpen tot stand gekomen en in de Aartsbroederschap van Luik opgenomen. En wat ons vaderland betreft, ook hier is deze Vereeniging , met volle goedkeuring en dringende aanbeveling der Bisschoppen van de verschillende diocesen , gevestigd te Am sterdam, 's Hertogenbosch, Nijmegen, Roermond, Venlo, Wittem, Meerssen enz.

Wie zou , bij het zien eeuer zoo spoedige ontwikkeling , blind genoeg zijn om Gods bijzondere bescherming aan dit werk te ontzeggen ?

Ja , God zegent deze Vereeniging , die Hij , in onze dagen , kennelijk met een verheven doel in het leven riep. Het doel tocht en de Lestemmivg van de Aartsbroederschap der Heilige Familie zijn niets anders , dan middelen te verschaffen om als goede Christenen als voorbeeldige jonge lieden of als uitmuntende huisvaders te leven , —- en daardoor aan den Staat brave burgers, aan de Kerk volmaakte Christenen en aan den Hemel

12

uitverkorene zielen te schenken. — De krachtige ondersteuning door de Kerkvoogden aan deze Vereeniging steeds verleend, bewijst ten volle dat zij aan hare verhevene bestemming allezins beantwoordt.

De heilzame invloed der H. Familie op de geloovigen , ontging het waakzaam oog niet van den ij vervollen herder der St. Mathias-parochie, den Eerw. Heer ■/. van der Linden. Bekend met het wezen , bet doel en de zalige vruchten dezer Aartsbroederschap, was zijn vurigste wensch óók Maasf.richt, en bijzonder de aan zijne liefderijke zorgen toevertrouwde kudde , aan hare weldaden en zegeningen deelachtig te maken.

En gelijk Hij in alles , wat de eer van God of het heil der zielen betreft, met een scheppen-den geest bezield was , zoo wist hij , ook ten deze , zijn vroom verlangen al spoedig te verwezenlijken.

Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid Mgr. J. A. Paredis, Bisschop van Roermond, beschikte goedgunstig op het verzoekschrift om de Broe-derschap der H. Familie in de Parochiekerk van St. Matnias op te rigten. Deze plegtigheid werd voltrokken den 8 Augustus 1852.

Door den algemeenen Bestuurder der Aartquot;-broederschap te Luik , werd deze nieuwe Vereeniging volgaarne in de Aartsbroederschap opgenomen , en deelachtig verklaard aan alle aflaten en voordeelen aan de Hoofdvereeniging verbonden.

Tot zóó verre was dus gezorgd voor de Greloo -

13

vigen onzer Katholieke stad. Mannen en jongelingen was het middel aan de hand gedaan om, als leden dezer Vereeniging , voortaan met vasteren tred het pad der deugd te bewandelen , en beveiligd te blijven tegen de menigvuldige gevaren waaraan men in de wereld bloot staat, en zeker niet het minst in onze dagen.

En wie zou durven ontkennen , dat de nieuwe Vereeniging ook hier, in Limburgs hoofdplaats , haar doel volkomen wist te bereiken ? Hare op-rigting lag ons nog versch in het geheugen, en reeds deed zich algemeen de behoefte gevoelen aan eene 2^ie afdeeling, voor de vrouwen en jonge dochters dezer stad. In deze behoefte werd voorzien den 11 Junij 1854; en van toen af was het werk der H. Familie hier ter stede voltooid.

Geve God, dat, onder den weldadigen invloed dezer lofwaardige Vereeniging, — die in het ver-leclene zooveel goeds in ons midden stichte — de geest van ware godsvrucht en innige broederliefde steeds dieper in het familieleven doordrin-ge! Dan blijft zij ons sieraad en de kroon der !St. Mathias kerk.

14

REGELS amp; VERORDENINGEN

voor de

Aartsbroederschap der ^amilie.

— lt;3$Sgt;—

Abt. 1. Het doel der Vereeniging is ; de vereering van de Heilige Familie Jesus , Maria , Joseph , die drie personen zoo dierbaar aan het hart van Grod ; — en aan de Katholieken van beide geslachten, van eiken ouderdom, van iedere betrekking, en biizondei' aan de arbeidende klas, gelegenheid te verschaffen om met zekerheid deu weg der zaligheid te bewandelen.

Art. 2. De middelen door de Vereenigini»^-gebezigd , ten einde haar edel en nuttig doel te be ■ reiken, zijn : hel Gebed, de verkondiging van Gods woord , en hei dikwijls ontvangen der heilige Sacramenten.

Art. 3. De Vereeniging staat onder het gezag en de bescherming van Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid Mgr. J. A. Paredis, Bisschop van Eoermond.

Art. 4. Do Vereeniging wordt in het algemeen bestuurd door den tijdelijken Pastoor der St. Mathias-kerk of door een' der Kapelanen.

Art. 5. Zij wordt verdeeld in afdcelingen, bestaande uit een onbepaald getal leden. — Elke afdieling wordt onder de bescherming gesteld van een' heiligen Patroon. — Aan het hoofd van elke afdeeling staat eene Directrice , door den Bestuurder gekozen. De pligten, door de Directrice te vervullen , worden haar, bij hare aanstelling,

15

door den Bestuurder bekend gemaakt. — Aan

de Directrice wordt eene onder-Directrice toegevoegd , uit dezelfde afdeeling gekozen. Deze is verpligt de Directrice bij te staan , en haar, in geval van afwezigheid, te vervangen.

Art. 6. De Bestuurder kiest daarenboven , onder de leden der Vereeniging, één of meer Secretarissen en verdere beambten. Hij kan deze, naar goedvinden, door anderen doen vervangen.

Art. 7. De Vereeniging der Heilige Familie vergadert ééns in de week, op dag en uur door den Bestuurder bepaald. Deze vergadering heeft ten doel: door godsdicusiiye gezangen de gemoederen tot God te verheffen en Zijn' lof te verkondigen ; — door gemeenschappelijk gebed Gods zegen over de leden der Veretniging af te smeeken ; — en door het aanhoor en van hods woord den weg der zaligheid beter te leeren kennen en standvastiger te leeren bewandelen.

Abt. 8. Elke afdeeling moet, in de kerk der Vereeniging , de plaats innemen die haar is aangewezen ; en ieder lid blijft in de afdeeling waarin zij geplaatst is , tenzij de Bestuurder haar eene andere plaats aanwijze.

Art. 9. De leden der Vereeniging houden zich innig overtuigd dat zij allen kinderen zijn van de Congregatie der Heilige Familie; zusters dus in Jesus- Christus , die door de banden der hartelijkste liefde moeten vereenigd zijn. Zij weten dus wel, dat er geen onderscheid bestaat tusschen de verschillende afdeelingen : de laatste staat allezins gelijk met de eerste.

16

Deze rangschikking, waaraan men veel gewigt moethechten, is eenenootlzikeli/jke voorwaarde tot instandhouding der goede orde in eene talrijke Congregatie, die , zonder dat middel, in eene groote verwarring zou ontaarden.

Art. 10. De gewone oefeningen van godsvrucht , die in de bijeenkomsten plaats hebben , zijn : het Rozenhoedje; de aanroeping van den II. Geest ; de aanroeping der Heilige Patronen van het jaar en van de af deelingen ; de Litanie van de heilige Familie ; /^Memorare tot de H. Maagd ; het onderzoek van geweten en de geestelijke Communie. De Vergaderingen worden gesloten met het geven van den Zégen.

Akt. 11. Kan een lid de Vergadering niet bijwonen, dan is zij gehouden de Directrice of Onderdirectrice der afdeeling daarvan te verwittigen.

Akt. 12. Iedere Directrice, vergezeld van hare Onderdirectrics , moet op een' daartoe bepaalden dag , aan den Bestuurder verslag geven over de afdeeling, die aan hare liefderijke zorgen is toevertrouwd. Zij zal hem bekend maken , hoe dikwijls iemand , zonder reden en zonder voorkennis , de Vergadering niet heeft bijgewoond. Het wordt vervolgens aan het oordeel van den Bestuurder overgelaten, of men de in gebreke blijvende leden buiten de Vergadering moet sluiten. — De Secretarissen vereenigen zich insgelijks met den Bestuurder op een door hem bepaalden dag. — Daarenboven vergaderen alle beambten der Congregatie op dagen uur door den

17

Bestuurder te bepalen , ten einde gezamenlijk te bidden en van den Bestuurder onderrigtingen te ontvangen, geschikt om den ijver van de ge-heele Congregatie gaande te houden.

Art. 13. Iemand die bij de Vereeniging met eene bediening beiast is, zal zich uit dien hoofde, niet boven hare medezusters verheffen ; integendeel , indien zij hare pligten wèl beseft, zal zij zich des te meer gehouden achten. haar te stichten door een voorbeeldig leven, en vooral door het stiptelijk onderhouden der regels en verordeningen van de Congregatie.

Art. 14. Verlangt iemand in de Broederschap der Heilige Familie opgenomen te worden , dan dient zij zich door een lid der Vereeniging , of door een ander aanbevelingswaardig persoon te laten aanbieden bij den Bestuurder. Deze zal haar tot de beproeving kunnen toelaten , na bevorens de noodige inlichting omtrent hare zeden, hare woonplaats en betrekking te hebben ingewonnen.

Art. 15. De proeftijd duurt onbepaald , volgens het goed gedrag en de vlijt van haar, die verlangt aangenomen te worden. Na verloop van den proeftijd , doet men zijne plegtige intrede in de Aartsbroederschap, door het ontvangen der HE. Sacramenten en de acte van opoffering aan Je-su», Maria, Joseph.— Bij die gelegenheid ontvangt men eene acte van aanstelling als lid der Aartsbroederschap en krijgt men regt, tot het dragen van het onderscheidingsteeken , dat aan de Con-gregatie eigen is.

18

[jt Art. IG. De verpligtingen , die de leden der

en Vereeniging op zich nemen , zijn verpligtingen re geheel van liefde. In het algemeen moeten zij ah goede Christenen, als voortrejj'dijke jonge lieden iet of ah uitmuntende huismoeders leven. De gevaarlijke le, gezelschappen , het lezen van slechte boeken of te. dagbladen, verdachte vermakelijkheden en speel-_ia| plaatsen, en alles wat haar tot zonde zou kunnen te leiden , moeten zii altoos vermijden. — Buiten en ral behalve het vervullen der pligten van een' goed en christen , moeten zij nog in het bijzonder 1° eiken morgen hare werken aan Jesus, Maria, Joseph opof-_er. feren, en deze opoffering van tijd tot tijd door den n ₎ dag vernieuwen ; 2° eiken avond haar geweten onder-g ^ zoeken en de geestelijke Communie houden, on Aet. 17. Wordt een der leden ziek , dan moet

jal de Bestuurder daarvan verwittigd worden , opdat )_e. hij zulks in de eerstvolgende vergadering bekend make aan de Medezusters, die allen en altijd in _n. elkanders lijden moeten deelen , slechts één hart en ééne ziel uitmakende, gelijk de eerste geloovigen van het christendom. De liefde zal hun kenmerk lie zijn , liefde die ook na dit leven voortduurt; im-₀p mers de Vereeniging laat een Zielemis lezen voor de elk lid, dat tot den dood toe in de Congregatie r_eT blijft volharden

\_e. Art. 18. De Heilige Patronen van het jaar wor

gt den door elk lid bij loting gekozen, in de laatste _;s. bijeenkomst vóór 1 Januarij.

_3n Akt. 19. Het feest van den Titel der Heilige

_n. Familie, — dat ook het Patroonfeest is der Aartsbroederschap, — is bepaald op den tweeden Zondag

19

vanJulij.— Opdat feest zal eene algemeene Commu-nie alsmede Aeplec/dige aanneming der nieuwe leden plaats hebben , door de acte van toewijding aan Je sus, Maria, Joseph.

Art. 20. Be overige Feesten der Aartsbroederschap zijn : Pinkstermaandag, (feest van de oprig-ting dér Congregatie;) — het feest der Onbevlekte Ontvangenis ; — (*e Zondag na den 1 April, (dag van de kerkelijke oprigting der Vereeniging door Z. D. H. den Bisschop van Luik , in 1845.) — De feesten van Kerstmis en Driekoningen ; — de Op-dragt van Christus in den Tempel en de Vlugt naar Egypte , (49 Zondag van April.) — Pascheu , — 0. H. Hemelvaart, — Heilig Sacramentsdag , — het Heilig Hart, — de Allerheiligste Verlosser , (3° Zondag van Julij.) — H. Kruisterhejfing , Maria's Geboorte en Opneming ten Hemel j —- O. L. J'rouw der 7 Smarten , ('s Vrijdags na Passie-Zondag en 3^e Zondag van September) — de H. Joseph , (19 Maart) en de Bescherming van den H. Joseph, (3« Zondag na Paschen) — de H. Michaël, de II. Gabriel, de ü. Engelen-Bewaarders. — de 1111. Apost. Petrus en Paulus, — de 11 Alphonsus Maria de Lignori, — de H. Carolus Borromeus, — de H. Teresia , — de H. Juliana van Cornillon,— Allerheiligen en Allerzielen.

De leden der Vereeniging zullen met ijver de Maand van Maria, vieren.

Eindelijk is de dag van den Heiligen Patroon des jaars een feestdag voor ieder lid in het bijzonder , zoowel als de dag van den Beschermheilige der af dealing, een feest is voor de afdeeling in het algemeen.

20

Art. 21. Op de verschillende feestdagen zullen de leden der Congregatie de gebruikelijke oefeningen verrigten, zonder evenwel verpligt te zijn, zich deswege van haar gewoon werk te onthouden. — Wanneer bovengenoemde feesten op een' werkdag invallen , worden zij altoos tot den naastvolgenden Zondag uitgesteld.

Art. 22. Ieder lid , wiens gedrag ontstichtend is en dat zich niet verbetert, of dat ondanks herhaalde vermaningen, de vergaderingen niet trouw bijwoont, zal buiten de Congregatie gesloten worden.

Art. 23. Ieder lid dat, zonder verlof van den Bestuurder, zich aansluit bij andere Congregatiën die hetzelfde doel hebben en die wekelijks vergaderen, kan niet meer lid van de H. Familie blijven.

GOEDKEURING.

Bovenstaande Eegels worden door Ons bij deze goedgekeurd en bekraclitigd ; zoo' nogthans dat wij Ons en onzen opvolgers voorbehouden daarin wijzigingen ot bijvoegingen te verordenen, zooals Ons, naar bevind van omstandigheden, doelmatig zal schijnen om het doel der Broederschap beter te bereiken.

De getrouwe naleving dezer Regels wordt den leden door Ons ten zeerste aanbevolen.

Gegeven te Roermond, op St-Joseph'sfeest 1878.

4. A, PARKDIS,

Bisschojj van Roermond.

21

LIJST DER AFLATEN

VERLEEND DOOR ZIJNE HEILIGHEID PIUS IX,

AAK BE

Aartsbroederschap der fi, J^amilie,

Alsinrde «an ®lle Vereenlgingen . *anieiiges*lt;ellt;l uit gc-loovlgen van beide geslachten, die in bovengenoemde Aartsbroederschap *yn opgenoinen.

A.) VOLLE AFLATEN.

lo Op den dag dat men lid wordt van de Aartsbroederschap, door de acte van Opoffering aan J. M. J. ; mits men rouwmoedig zijne zonden biechte en de H. Communie ontvange. (Regels en Verordeningen Art. 15.)

2° In het uur des doods, voor de leden die ten minste rouwmoedig, met den mond of althans met het hart, den H. Naam Jesus aanroepen.

3° Op den Hoogen Feestdag dc-r allerhfiligste Familie , vastgesteld op den tweeden Zondag van Julij. (Reg. en Verord. Art. 10.)

4° Pinkster-maandag, zijnde het instellingsfeest der Brooderschap. (Art. 20.)

b⁰ Op den feestdag der Onb vlekte Ontvangenis (8 December), dag waarop de Broederschap is overgebragt naar de kerk van O. L. Vr. der Onbevlekte Ontvangenis te Luik.

6° 's Zondags na den 7 April, feest van de kerkelijke oprigting der Broederschap.

7° Kerstdag, waarop het kind Jesus door het gezang der engelen begroet, en door de arme herders bezocht werd.

S'¹ Driekoningendag, waarop de goddelijke

22

Verlosser aan de wereld bekend gemaakt, en door de Wijzen uit het Oosten vereerd werd.

9° Op het feest der opdragt O. H. J. Oh. in den tempel, waarop het Kind Jesus zoo hoog geprezen werd door den H. Simeon. (2Februarij.)

10° De vlugt naar Egijpte, toen de H. Familie vervolgd werd en naar een vreemd land vlugtte, (4quot; Zondag van April.)

llo De hoogtijden van Paschen , — O. H. Hemelvaart. — H. Sacraments-dag , en het feest van het 11. Hart van Jesns.

12° Op het feest des Alh rheiligsteh Verlossers , (3'-' Zondag van Jul ij) en op H. Kruisverheffing , (14 September.)

13quot; Op de feesten van O. L. V. Geboorte, (8 Sept.), — O. L. V. van medelijden, ('s Vrijdags na Passie-Zondag), — O. L. V. der zeven Smarten, (3« Zondag van Sept.) en O. L. V. Hemelvaart, (15 Aug )

14» Het feest van den H. Joseph, eerbiedwaardig hoofd der H. Familie (19 Maart), alsmede het Beschermfeest van den H. Joseph (3^e Zondag na Paschen.)

15quot; Op het feest van den H. Aartsengel Mi-chaël, bijzonderen Patroon der Aartsbroederschap, (29 Sept.) ; — van den H. Aartsengel Gabriël, die met de H. Familie in zoo innige betrekking stond, (18 Maart) ; — der H. Engelen-Bewaarders, (l^e Zondag van Sept.) ; — der H. Apostelen Petrus en Paulus , (29 Junij) ; — der H. Juliana van Cornillon, (5 April) ; — op Allerheiligen- en Allerzielendag.

23

16° Voor het vieren der maand van Maria.

17o Op den feestdag van den heiligen Fa troon des jnars , voor ieder lid in het bijzonder ; en van den heiligen Patroon der af deeling, voor de afdee-ling in hel algemeen. (Art. 5 en Art 20.)

Aanmerkingen.

I. Om deze aflaten te verdienen , wordt ver-eischt: a.) dat de leden der Vereeniging rouwmoedig hunne zonden biechten en de H. Communie waardig ontvangen ; — h.) dat zij de kerk, kapel of bidplaats bezoeken , waarin de Aarsbroederschap is opgerigt, tusschen de l^e Vespers en zonsondergang der feestdagen , en daar godvruchtig bidden voor de eendragt der christene vorsten , voor de uitroeijing der ketterijen en voor de verheffing onzer Moeder de H. Kerk.

II. quot;Wanneer bovenstaande feesten op een' werkdag invallen , kan men den naastvolgenden Zondag de aflaten verdienen , mits vervulling der twee zoo even gemelde voorwaarden. (Art. 21.)

III. Al deze volle Aflaten, — even als de gedeeltelijke , hieronder vermeld, — kunnen ook aan de geloovige zielen in het Vagevuur toegevoegd worden.

B.) GEDEELTELIJKE AFLATEN VAN 100 DAGEN.

1° Zoo dikwijls men de vergaderingen der Aartsbroederschap bijwoont.

2° Zoo dikwijls men eenig ander goed werk verrigt, bij de Vereeniging in gebruik.

Onder de goede werken , die door de leden der Vereeniging kunnen verrigt worden , willen wij

24

de volgende aanstippen , waardoor men bovengenoemde gedeeltelijke aflaten kan verdienen :

I. f oor alle leden der Vei eeniging in het algemeen ;

1° Eiken morgen de werken van den dag aan Jesus, Maria, Joseph opdragen. (Reg. en Verord. Art. 16.)

2^ 's Morgens en 's avonds S maal het „ IFees gegroetquot; bidden, oefening die ons door den H. Al-phofisus de Liguoriten zeerste wordt aanbevolen.

3° 's Morgens en 's avonds het „Onze Faderquot; en het „ Wees gegroetquot; bidden , ter eere den Heiligen Patroon des jaars. (Reg. en Verord. Art. 18.)

4° De geestelijke Communie doen. (Art. 16.)

5quot; 's Avonds , alvorens men zich ter ruste begeeft, zijn geweten onderzoeken. (Art. 16.)

6° Op de werkdagen in de H. Mis tegenwoordig zijn.

7° Zieken, arme kranken , gevangenen of hospitalen bezoeken. ( ^.rt. 17.)

8° De zielemissen voor de afgestorvene leden der Yereeniging bijwonen.

9° Zich bereidvaardig toon en om hen te vergezellen, die verlangen in de Broederschap te worden opgenomen. (Art. 14.)

10gt; Vermijden het lezen van slechte boeken en dagbladen ; vlugten de gevaarlijke gezelschappen, vermaken en bijeenkomsten ; anderen aansporen om die te vlugten (Art. 16.)

11° Vijanden verzoenen ; — vernedering, be» leediging en verachting verdragen ; de lijken der geloovigen ter begraafplaats vergezellen ; —

25

eenig liefdewerk jegens de Broederschap verrig-ten ; — godvruchtig bijeenkomen , ten einde lof zangen en geestelijke liederen aan te leeren , enz.

12° Het Allerheiligste Sacrament vergezellen, wanneer het den zieken gehragt of in Processie rondgedragen wordt.

13» Het H. Sacrament bezoeken, bijzonder tijdens het 40-uren gebed.

14° De godslastering helpen uitroegen ; — Preêken , Octaven of Novenen bijwonen ; — een' armen zondaar van den dwaalweg terug brengen enz.

II. Voor de Bïreclricen , Onderdireclrxcen, Secretarissen en anderen die met eenige lediening lij de Aartsbroederschap heiast zijn :

1» Zoo dikwijls zij de bijeenkomsten bijwonen, waarvan de Regels, Art. 12, spreken.

2° Wanneer zij de liefdepligten vervullen , die hunne bediening medebrengt; — de zieken hunner afdeeling bezoeken ; — de leden hunner af-deeling aanmoedigen tot het ontvangen der HH. Sacramenten, op de feestdagen der Broederschap.

- Gegeven te Eome, bij de H. Maria de Meerdere, onder den Vibschersring, den 20 April 1847.

Voor Zijne Emin. den Kardinaal Lambktjschini,

A. Picchioni , Substituut.

26

c.) andere volle aflaten.

Op den feestdag 1° van het Allerheiligsle en on-hevlekt Hart vau Maria , ('s Zondags na het Octaaf van O. L. V. Hemelvaart) ; — 2« van den 11. Joachim, ('s Zondags onder het Octaaf van 0. L, V. Hemelvaart) ; •— 3» van de 11. Anna , (26 Julij) ;

— 4^q van den heiligen Patroon der plaats (H. Ser-vatius, 13 Mei) waar de Broederschap is opgerigt;

— van den 11. Alphonsm de Lir/uori, (2 Augustus);

— en 6° den dag waarop de Vereeniging tot Aartsbroederschap is verheven (23 April).

Verder een volle aflaat voor allen die op den dag der Processie het Allerheiligste Sacrament vergezellen.

Deze aflaten worden vergunt', niet alléén aan de leden der H. Familie, maar ook aan alle geloo-vigen , van beide geslachten , die biechten , com-municeeren en de kerk, openbare bidplaats of kapel der Vereeniging bezoeken,—vanaf de l^e Vespers tot zons-ondergang van den feestdag,— en daar eenigen tijd bidden tot de gewone intentie.

Al deze aflaten kunnen ook toegevoegd worden aan de zielen in het Vagevuur.

Gegeven te Rome , in het Secretariaat van de H. Vergadering der aflaten, den 13 Julij 1850.

F. Cakd. Asquinius , Pref.

A. Akchip. Prinzivalli, Subst.

D.) aflaten der statiën van rome ,

te verdienen door de leden der H. Familie , op voorwaarde dat zij, met de vereiscbte gesteltenis , de kerk , kapel of openbare bidplaats der Vereeniging bezo ken endaar eenigen tijd bidden

27

volgens de intentie van Zijne Heiligheid , —- van af de 1⁶ Vespers tot Zonsondergang van den volgenden dag, — op de hieronder aangewezene dagen. Deze aflaten zijn ook toevoegelijk aan de ge-loovige zielen, (Breve van 24 Julij 1850.) a. Volle aflaten,

1. Op Witten Donderdag.

2. 's Zondags na Paschen.

3. Op O. H. Hemelvaartdag.

4. Op Kerstdag.

h. Gedeeltelijke aflaten.

1° Op Aschwoensdag cn den 4quot; Zondag van de Vasten, 15 jaren en 15 quadragenen.

2o Op Palmzondag, 25 jaren en 25 quadr.

3° Op Goeden Vrijdag en 's Zaturdags vóór Paschen, 30 jaren en 30 quadr.

4° Op de overige zon- en werkdagen van de Vasten, 10 jaren en 10 quadr.

5° Op alle dagen , van Paasoh-maan dag , inbegrepen , tot en met Beloken Paschen, telkens 30 jaren en 30 quadr.

6quot; Op de Vigilie van Pinksteren , 10 jaren en 10 quadr,

7° Op Pinkster-zondag, en de zes daaraanvolgende dagen, telkens 30 jaren en 30 quadr.

8⁰ Den lⁿ, 2¹¹ en 4ⁿ Zondag van den Advent, 10 jaren en 10 quadr,

Ó³ Den 3ⁿ Zondag van den A.dvent, 15 jaren en 15 quadr.

10° De Vigilie van Kerstmis, — kerstnacht en de herdersmis, 15 jaren en lo quadr

lie Op de drie eerstvolgende dagen na Kerst-

28

mis, — op den feestdag der Besnijdenis O. H. J. Ch., — Driekoningendag — de Zondagen van Septuagesima , Sexagesima en Quinquagesima , telkens 30 jaren en 30 quadr.

12° Op alle Quatertemperdagen , 10 jaren en 10 quadr.

13° Op St-Marcus en de drie Kruisdagen , telkens 30 jaren en 30 quadr.

E.) Be leden der U. familie vereenïgd met de Congregatie des Allerheiligsten Verlossers.

Alle geJoovigen van beide geslachten , ingeschreven of in te schrijven , zoowel in de Aarts broederschap der H. Familie te Luik , als ook in andere godvruchtige Vereenigingen van den zelfden naam , die in voormelde Aartsbroederschap wettig opgenomen zijn of opgenomen zullen worden — „ zijn deelachtig gemaakt aan alle „ goede werken die , bij Gods genade , in de Con „ gregatie des Allerheiligsten Verlossers ge-„ schieden ; aan alle verdiensten voortspruitende „ uit de Missiën en andere apostolische werk-„ zaamheden ; aan de vruchten der H. Commu-„ niën, gebeden, overwegingen, boetplegingen en „ andere godvruchtige oefeningen quot;

Gegeven te Eome, in ons klooster des Allerheiligsten Verlossers en ter eere den H. Alphon-sus, den 17 Februarij van het jaar O. H. 1874.

Nic. Maueon, Congregationis Sanctissimi Redemptoris Sup. gen. amp; Eect. Maj.

LfS. MlCHAëL Haringeu, Consultor a Secretis.

29

p.quot;) Nieuwe vergunning. Ter audieniie van Z. 11. dtn 1 Juni 1877.

Onze Allerheiligste Heer Pius LX door Gods voorzienigheid Paus, heeft op voordracht van mij ondergeteekende , Secretaris van de H Congregatie voor de buitengewone Kerkelijke zaken , goedgunstig één vollen aflaat verleend, aan de Congregatie der H. Familie in de provinciën van Nederland , éénmaal, in het jaar te verdienen , door alle leden van genoemde Congregatie, die tot de H. Communie genaderd zijn en de gewone voorwaarden vervuld hebben, op den dag, dat de Mis van Requiem voor de overledene Broeders en Zusters wordt opgedragen en een aflaat van zeven jaar voor die leden , welke bij de voornoemde Mis tegenwoordig zullen zijn.

Zijne Heiligheid vergunt ook barmhartig in den Heer, dat de voornoemde H, Aflaten kunnen worden toegevoegd , bij wijze van voorbede aan de zielen der Christengeloovigen , die in de liefde Gods uit deze wereld gescheiden zijn niettegenstaande al hetgeen er mede in strijd zou kunnen zijn.

Gegeven te Rome, uit het Secretariaat van dezelfde H. Congregatie , dag , maand en jaar als boven.

f Zegel. Wladimirus Craeki ,

Secretaris.

Gezien en voor echt erkend.

Haarlem, 26 Juni 1877.

P. M. Snickers ,

Vicar. Cop.

30

FEESTLIED

bij gelegenhtid der instelling van de Broederachap der H. Familie

JESUS—MARIA—JOSEPH ,

in lt;ie I'arorJitakerk van St. Matlilas,

TE MAASTRICHT,

1

Gezin , liet heiligst', wat tot heden Ooit heeft op het ondermaansch bestaan! Wij rigtten Uwaarts onze schreden , Wij klopten bij Uw' woning aan ;

En Grij naamt Limburgs lievelingen Als huisgenooten bij U op ; En Maastrichts Jeugd en Ouderlingen Verheffen blij Uw naam ten top. (Bis.)

2

Wij zijn bereid U na te streven :

Met U t' ontvlieden zond' en kwaad , Met U in matigheid te leven ,

Met U te zwoegen vroeg en laat,

Met U ons zweet den Heer te wijden ; Met U te trotsen leed en pijn ,

Met U te zwijgen en te lijden,

En in Gods hand gerust te zijn. [Bis.)

3

Sa mannen ! klampen wij als braven, Met Joseph, het gereedschap vast !

't Zij spade of spoel of zaag of schaven , Kortom een ieder wat hem past.

O Jesus ! kroon der jongelingen ,

Maria! toonbeeld van de vrouw, O Joseph! steun der ouderlingen ,

Voor eeuwig blijven we Uw getrouw. {Bis.*)

31

4.

Getrouw, wij tuigen 't duizendwerven , Getrouw, tot onzen jongsten snik!

O laat ons nooit Uw' liefde derven ,

Verlaat ons niet een oogenblik ,

En eeuwig zullen we U beminnen !

Ach, of de dag dra voor ons schijn'.

Dat wij , o bloem der huisgezinnen , Verheugd met U ten hemel zijn. {bis.)

5.

Laat ons den Kerkvoogd dank bewijzen , Wiens hart aan Limburgs werkman denkt, En ons, tot steun van jong en grijzen, D«- Heilige Familie schenkt.

Dank, waarde Bisschop, goede Leider, Voor 't goed, door U, ons voorbereid ! Onz' vuur'ge been zijn steeds voor beider Geluk, in tijd — en eeuwigheid, (his.)

31

32

GODVRUCHTIGE OEFENINGEN bij de Rroederscliap in gebruik.

I. Oefeningen hij deplegtige Opdragt der nieuwe Leden (Keg. en Verord. Art. 15.)

1. Het Eozenhoedje , geheel of gedeeltelijk.

2. Het lied „Kom, Heil'ge Geestquot; met de daaropvolgende gebeden.

3. De Litanie der H. Familie.

4. Gezang van een geestelijk lied.

5. Korte toespraak , waarna de plegtige op-dragt en aanneming der leden.

Acte van Opopfering.

NB. Deze acte van opoffering wordt door den Beslnnrder langzaam voorgelezen, en, na ieder rustteeken, door de leden herhaald.

O J esus ! Maria! Joseph!

Ik {Anlonius of Maria) in de tegenwoordigheid

— van geheel het hemelsch Hof, —kies Ü op dezen dag — tot mijne Patronen en Beschermers.

— Ik offer U op , — en heilig U plegtig — in deze Congregatie toe, — mijn ligc/aant m mijne ziel j — alles wat ik hel, — en alles wat ik len. — Ik maak het vaste besluit— als een goed cnristen te zullen leven , — om als een uitverkoren — te kunnen sterven. — Welk een gelnk voor mij , — eens uit de armen — van Jesus, Maria, Joseph,— op deze aarde , — overgebragt te worden — in de armen van den Vader — den Zoon en den heiligen Geest, — in den hemel, — en dat vooreene eeu wigheid! — Dit hoop ik. — Amen, zoo zij het!

33

leest of zingt de Bestuurder de

vau aannemiug ;

En ik, in naam der allerheiligste Drieëenheid en door de mij verleende magt, neem u allen aan in de Aartsbroederschap (of Broederschap) der Heilige Familie Jesus, Maria, Joseph, in deze onze kerk wettig opgerigt, en verklaar u deelachtig aan alle gunsten en aflaten , door Zijne Heiligheid Paus Pius IX verleend aan de Aartsbroederschap der H. Familie te Luik, door den Heiligen Aposto-lischen Stoel, in de kerk der heilige en Onbevlekte Maagd Maria, insgelijks opgerigt : onzen Heer en God Jesus Christus vurig smee-kende, dat Hij gelieve u in de heilige dienst van God te slerken, onderling in vrede en liefde te bewaren , en u de volharding in het geloof en in de goede werken te verleenen.

ledeu met wijwater , zeggende.

In den naam des Vaders en des Zoons ^ en des Heiligen Geestes. Amen.

34

35

Daarna wurdeu de Jledaljes met wijwater besproeid, en gelijktijdig mei de Diplomen uitgedeeld. — Eu de bestuurder bidt als volgt;

Aceipe , frater, hoe nu- Broeder,ontvaugdezege-misma benedictum , singu-zegende Medalje, het onder-lare signum Archisodalita- scheidingsteeken der Aarts-tis Sacra; Familiie Jesu , broederschap van de Heilige Maria?, Joseph,utitaindu- Familie Jesus, Maria, Jo-tus, sub eorum patrocinio seph , opdat gij, haar dra-perpetuo vivas. ; gende , voortdurend onder

Benedictio Dei omnipo-hunne bescherming levet. tentis , Patris et Filii ^ et De zogen van den Almag-Spiritus Sancti , descendat tigen God , den Vader en

den Zoon en den Heiligen Geest, dale over u neder en verblijve immer met u. Amen.

8. Ken woordje vo.n gelukwensclang, zoo de i jd het toelaat.

0. Ten dolte toorilt, dtor den Bestuurder , dezegen

(ji'.giiixn.

36

II. oefeningen vooll de wkkelijksche bijeenkomst dek b koe de us chap.

(Regels en Verovd. Art. 7 enz.)

1.

Het hidden van let Rozenhoedje.

Na liet eerste Onze Vader en Wees gegroet zejrt men •/ Heilige franciscus Xaverius, bici voor ons, ■■ om te voldoen aan de gebeden der Vereeniging tot voortplanting des Geloofs, waarvan velen lid zijn.

Geheimen van d,eii II. Rozenkrans.

A. de blijde geheimen.

1. De boodschap des Engels aan Maria.

2. Hut bezoek van Maria aan hare nicht Elisabeth.

3. De geboorte van Jesus, in den stal te Bethlehem.

4. De opdragt van Jesns in den tempel.

ó. De wedervinding van Jesns in den tempel. B. de droevige geheimen,

1. Het bloedzweet van Jesus in den hof der olijven.

2. De geeseling van Jesus.

3. De doornen-krooning van Jesus.

4. De kruisdraging van Jesus

5. De kruisiging van Jesus.

C. de gloriekijke geheimen.

1. De verrijzenis van Jesus.

2. De hemelvaart van Jesus.

3. De nederdaling van den H.Geestoverde Apostelen.

4. Do opneming van Maria ten hemel.

5. De krooning van Maria in den hemel.

2.

Aanroeping van den II. Geest.

Allen. Kom, Heü'ge Geest, daal in dit uur {bis) In onze harten neêr, ontsteek ze in lief-

[devuur.

37

I.

Komt gij onze oogen niet verlichten , Dan dwalen wij van 't ware pad ;

Geen mensch zoo wijs die niet moet zwichten, Als gij aan zijn verstand uw licht onttrokken hadt. Allen. Kom, Heil'ge Geest, enz.

II.

De hel alleen kon niet ons hart vermannen , Zij riep om hulp de list der wereld aan , En meer dan duizend strikken zijn gespannen : Ach God ! help ons opdat wij. niet vergaan. Allen. Kom, Heil'ge Geest, enz.

III.

Verlicht ons hart door uwer wijsheid stralen , Dan missen wij het ware welzijn niet, Dan nimmer doet de blinde jeugd ons dwalen En de oude dag kent peen verdriet.

Allen. Kom, Heil'ge Geest, enz.

v. Zend uwen Geest uit , en zij zullen geschapen worden.

k. En gij zult het aanschijn der aarde vernieuwen. Oremus. haten wij bidden.

Deus, qui corda fidelium O God, die de harten der Sancti Spiritus illustratione geioovigen door de verlich-docuisti, da nobis in eodemj ting van den HeiligenGeest Spiritu recta sapere et de hebt onderwezen, geef ons ejus semper conso]atione|dat wij in dcnzelfden Geest gaudere. Per Christum Do-'de ware wijsheid bezitten, minum nostrum. R. Amen. en ons altijd over zijne vertroostingmogen verblijden. 'jDoor Christus onzen Heer. !r. Amen.

38

3.

Tot de lleilifje Patronen der leden ai der afdeeUngcn.

v. Orate pro nobis, sancti v. Bid voor ons heilige Patroni nostra? Congrega- Patronen onzerCongregatie. tionis.

R. Ut digni efficiamur b. Opdat wij waardig proraissionibus Cliristi. worden de beloften van

Christus.

Laten wi] hidden. O God, die ons ieder jaar eenige van uwe hemellingen tot Patronen schenkt, geef genadig, dat wy en al onze naastbestaanden , vrienden en vijanden—door de voorspraak der Heiligen die wij dit jaar van uwe goedertierenheid tot Patronen ontvangen hebben, — den bijstand uwer genade mogen gevoelen, en door do hulp (lierzelfde genade versterkt, de deugden mogen beoefenen. die zij ons door hunne voorbeelden geleerd hebben. Wij smeeken Ü, o Heer , laat al uwe Heiligen ons overal bijstaan ; opdat wy hunne voorbidding mogen gevoelen, terwijl wij hunne verdiensten vereeren. Door Christus onzen Heer. r. Am.

v. Heilige Patronen onzer Congregatie.

Ji. Bidt voor ons.

39 4.

LITANIE VAN BE H FAMILIE-

Heer-, ontferm U onzer.

Christus, ontferm TJ onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God heiiielsehe Vader, ontferm U onzer.

God Zoon , Verlosser der wereld , ontferm ü onzer.

God heilige Geest, ontferm ü onzer.

Heilige Drievuldigheid, één God , ontferm ü onzer.

Jesus, Maria, Joseph, ■wij nemen allen onze toe-vlugt tot U.

Jesus, Maria, Joseph . waardige voorwerpen \ ^ van liefde en godsvrucht, r—

Jesus , Maria, Joseph , die door alle Christe-1 ? nen de Heilige Familie genoemd wordt, | ?

Jesus, Maria. Joseph, voor altijd gezegende/ namen van den Voedstervader, van del ^ Moeder en van het Kind , welke de heilige gt; § Tamilie uitmaken , / ro

Jesus , Maria, Joseph , die de familie ,1 g welke vervallen was, voor hot christendoml lt;, hersteld heht, l ^

Heilige Familie, wier zuiverheid ons allen 1 S-steeds toe voorbeeld moet strekken. ■ fn

40

Heilige Familie , beproefd door de grootste dérwaardigheden, Wij nemen allen onze vlugttot U.

Heilige Familie, beproefd op uwe reis naar

Bethlehem,

Heilige Familie, van iedereen verstooten en genoodzaakt in een' stal te gaan herbergen ,

Heilige Familie , wier Kind begroet werd

door het gezang der Engelen ,

Heilige Familie, wier Kind bezocht werd

door arme herders,

Heilige Familie , wier Kind vereerd werd

door de drie Koningen ,

Heilige Familie , wier Kind hooggeprezen

werd door den heiligen grijsaard Simeon , Heilige Familie, vervolgd en naar een vreemd

land gevlugt,

Heilige Familie , verborgen en onbekend te Nazareth, j

Heilige Familie, zeer getrouw aan de wet

des Heeren ,

Heilige Familie , voorbeeld van de christelijke familie,

Heilige Familie , waarin vrede en eendragt heerschen,

Heilige Familie, waarvan het Hoofd een voorbeeld is van vaderlijke waakzaamheid , Heilige Familie, waarvan de Bruid is een voorbeeld van moederlijke zorgvuldigheid, Heilige Familie, waarvan het Kind is een voorbeeld van gehoorzaamheid en kinderlijke liefde,

41

Heilige Familie, die een arm, werkzaam en boetvaardig leven hebt geleid, Wij nemen allen onze toevlugt tot U.

Heilige Familie, die uw brood hebt gewonnen in het zweet uws aanschijns. Wij nemen allen onze toevlugt tot U.

Heilige Familie, arm in aardsche, maar rijk in hemelscbe goederen , Wij nemen allen onze toevlugt tot U.

Heilige Familie, versmaad bij de menschen, maar groot in de oogen van God , Wij nemen allen onze toevlugt tot U.

Heiiige Familie, onze steun gedurende het leven en onze hoop in het uur des doods , Wij nemen ailen onze toevlugt tot U.

Heilige Familie , patrones en beschermster van onze Vergadering, Wij nemen allen onze toevlugt tot U.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld ,

Spaar ons Heer!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld ,

Verhoor ons Heer !

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld ,

Ontferm U onzer.

Christus , hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

G E 15 JS D.

God van goedheid en barmhartigheid, die U gewaardigd hebt ons te roepen tot deze godvruchtige Vergadering der Heilige Familie , verleen

42

ons de genade Jesus, Maria en Joseph altijd te vereeren en na te volgen : opdat wij , na hun aangenaam geweest te zijn op aarde, hunne tegenwoordigheid mogen genieten in den hemel. Door den-zelfden Jesus-Cnristus, onzen Heer. Amen.

5.

MEMORARE TOT DE H. MAAGD.

Gedenk, o goedertierens'ce Maagd, dat het nooit gehoord is , dat iemand , die tot U zijne toe-vlugt nam, uwen hijstand verzocht, of uwe voorspraak inriep , door U is verlaten geworden. Bemoedigd door dit betrouwen , snel ik tot U , o Maagd der Maagden, en zuchtende onder het gewicht mijner zonden , werp ik mij rouwmoedig voor uwe voeten neder. O Moeder des eeuwigen Woords , versmaad mijne gebeden niet, maar neem die gunstig aan, en ge waardig U die te verhoeren. Amen.

MEMORARE TOT DEN H. JOSEPH.

Herinner TJ , o heste , beminnelijkste , zoetste en barmhartigste vader , heilige Joseph , dat de groote heilige Teresia verzekert, dat zij nooit hare toevlugt tot uwe bescherming genomen heeft, zonder verhoord te zijn geweest. Aangemoedigd door datzelfde betrouwen , o mijn zeer beminde heilige Joseph , kom ik en neem ik tot U mijne toevlugt, en zuchtende onder het zwaar gewigt mijner menigvuldige zonden, werp ik mij voor uwe voeten neder. 0 allermededoogendste Vader! verwerp mijne arme en zwakke gebeden niet, maar hoor dezelve gunstig aan , en gewaardig U ze te verhoeren. Amen.

43

6.

a. Gebed voor de leden der Vereeniging , die ziek ol'overleden zijn.

I. Een Wees gegroet om vruchten te trekken uit de Conferentie.

7,

u Gezang van een geestelijk lied , door deu Bestuurder aan te wijzen.

h. Aflezing der Heilige Patronen , die in de week gevierd worden.

c. Aankondiging van kerkelijke diensten , of' lijkmüsen voor afgestorvene leden.

cl. Aflaten door de leden in de week te verdienen.

Bijzondere aanmerkingen.

8.

De Conferentie.

De Conferentiën hebben tot onderwerp de Godsdienst beschouwd in hare Geloofs- en Zede-leer ; — de feesten en plegtigheden van het kerkelijke jaar ; — het leven en de deugden van Jesus-Christus ; — het leven en de voorbeelden van Gods lieve Heiligen , bijzonder van de aller heiligste Maagd Maria en van den H. Joseph.

9.

Gewetens-onderzoek.

Onderzoeken wij ons- geweten , ten einde de fouten te ontdekken waarin wij heden gevallen zijn — en vragen wij er God vergiffenis over , uit den grond onzes harte.

44

10.

Aanroeping tot Jesus , Maria , Joseph.

Jesus, Maria, Joseph, ik geef IJ mijn hart, mijn' geest en mijn leven.

Jesus , Maria , Joseph , staat mij bij in mijnen doodstrijd.

Jesus, Maria, Joseph, geeft dat ik in Uw gezelschap zacht sterve.

(Telken j 300 dagen aflaat, ook toevoegelijk aan de geloovige zielen )

11.

Geestelijke Communie.

Kom , Heer Jesus! ik bemin U, ik verlang U ; kom in mijn hart, ik bind mij aan U, ik vereenig mij met U , scheid TJ nooit van mij af! (H. Alph. de Lig.)

12.

Lofzang ter eere van het aUerheiligste Sacrament.

Tantum ergo Sacramen-tum

Veneremur cernui;

Et antiquum documen-tum

Novo cedat ritui:

Prfcstet fides supplemen-tum

Sensuum defectui.

Ten slotte geeft de Bestuurder den zegen.

45

III. DARELIJKSCHE OEFENINGEN , DIE DEN LEDEN BIJZONDER AANBEVOLEN WOEDEN.

i.

Na kei morgenifehed : Opdragt der iverkzaauheden ran den dag aan God

O mijn G-od , U draag ik al mijne werken van dezen dag op; om U te eeren, wil ik ze ver-rigten ; om te voldoen voor mijne menigvuldige zonden , wil ik mij heden alle moeijelijklieden en kruisjes van mijnen staat getroosten. Bevrijd mij, nu en altijd , van alle ongelukken , naar ziel en ligchaam , en geet' mij de genade U van daag te dienen, zonder U te vergrammen.

Alles ter eere en in navolging van Jesus, Maria en Joseph.

2.

Na het avondgebed: Tot dankzegging.

Mijn Heer en God, ik bedank U uit geheel mijn hart voor alle weldaden , die ik in mijn leven en bijzonder op dezen dag van Uwe goedheid ontvangen heb. Bevrijd mij en allemensehen van alle ongelukken naar ziel en ligchaam, opdat wij allen in uwe genade mogen leven en sterven. Amen.

Jesus , Maria , Joseph , ik geef U mijn hart, mijn' geest en mijn leven.

Jesus , Maria , Joseph , staat mij bij in mijnen doodstrijd.

Jesus, Maria, Joseph, geeft dat ik in uw gezelschap zacht sterve-

(Telkens 300 dagen aflaat, ook toevoegelijk aan de geloovige zielen.)

46

IV. Bijzondere Oefeningen.

LitaniQ der Allerheiligste quot;vlaRgd en Moedor Gods Maria.

47

i

48

49

Litanie van den H. Joseph,

BESCHERMHEILIGE. DER KATHOLIEKE KERK.

Heer, ontferm ü onzer.

Christus , ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm u onzer.

G-od Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer.

Grod H, Geest, ontferm u onzer.

H. Drievuldigheid één God, ontferm n onzer.

H. Maria, Joseph's Bruid, bid voor ons.

H. Joseph, Maria's Bruidegom,

₍Beschermer en voedstervader van Jesus ,

I Man naar Gods hart,

I Getrouwe en vrome dienaar,

j Bewaarder der zuivere Maagd Maria , 1 Geleider en troost van Maria ,

l Zeer zuiver in maagdom ,

IZeer diep in ootmoedigheid ,

IZeer vurig in liefde ,

IZeer verheven in beschouwing ,

2quot;' ƒ Door den H. Geest zei ven „ een liegtvaardige quot; o ( genoemd ,

. \ln de H. geheimen boven alle anderen ingewijd, W jOver het H. geheim der Menschwording door de I Engelen ingelicht,

■ Die.met Maria, toen zy , uwe getrouwe Bniid , f bevrucht was , naar Bethlehem ziit heenn-e-f reisd,

Die , geene plaats in de herberg vindende , in een' stal zijt gaan vernachten \ Die bij Christus geweest zijt, toen Hij in de

■ kribbe werd gelegd , ,

50

, Die Christus, bij zijne besnijdenis, Jesus hebt

¹ genoemd,

Die ,iinet Maria, het kind Jesus in den tempel

des Hoeren hebt opgeofferd ,

Die, door een' Engel vermaand, met het land Jesus en zijne Moeder naar Egypte zijt gevlugt, 1 Die, na Herodes dood , met het Kind en zgnej Moeder naar het land van Israël zijn wêerge-j keerd, ,

,Diehetkind Jesus, toen Hij in Jerusalem ge-, bleven was , met Maria zijne moeder, inl droefheid gezocht hebt, • n 1

Die hem, na drie dagen, zittende in het nuddon der Leeraren, bl ijde hebt wedergevonden , 1 Wieu de Heer der Heeren hier op aarde is on-| derdanig geweest,

Tot wiens lof het H. Evangelie zegt; „ Joseph, de man van Maria , uit welke Jesus yeboreu is ,

Onze voorspreker , hoor ons, U. Joseph.

Onze beschermer, verhoor ons, H. Joseph.

Ln al onze bekommeringen, help ons , H. Joseph.

In al onze wederwaardigheden ,

In het uur van onzen dood ,

Door uwe vaderlijke zorg en trouw ,

Door uwen allerzuiversten echt,

Door uwen arbeid en zweet,

Door al uwe deugden , . I ^

Door uwe zeer hooge verheerlijking en eeuwige ge-ij lukzaligheid, ]%-

Door uwe medewarige tusschenkomst,

Wij, uwe beschermelingen , Wij bidden ü, verhoor ons. Dat gij uwen beminden voedsterzoon Jesus om yergute-nis onzer zonden gelievet te smeeken , Wij bidden n , verhoor ons.

Dat gij ons altoos uwen goddelijken Pleegzoon en uwer allerliefste Bruid gelievet aan te bevelen, W y bidden u, verhoor ons.

51

Dat gij alle maagden en gehuwden de hunnen staat

betimende zuiverheid wilt verwerven, \

Dat gij alle katholieke Vereenigingen volmaakte !

liefde en eendragt wilt verkrijgen. :

Dat gij alle vorsten en geestelijke overheden in het I lt; bestuur hunner onderhoorigen wilt bijstaan , f ^ Dat gij alle vaders en moeders in het christelijk! £ opvoeden hunner kinderen wilt behulpzaam zijn ,f g' Dat gij allen, die zich op uwe bescherming verlaten,^{1 3} gelieft te hoeden, ; ■?

Dat gij alle vereenigingen, U ter eere bestaande , lt; gelieft gunstig te wezen , I ^

Dat gij, met Jesus en Maria, ons in het uur des doodsi § bijstand en troost gelieft te verkenen, 1 ^

Dat gij alle geloovige zielen door uw gebed en uwe 1 g

voorspraak wilt helpen,

Eerbare bruidegom van Maria, (

Getrouwe voedstervader van Jesus,

H. Joseph,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld , ontferm

u onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Heer, ontferm u onzer.

Christus, ontferm u onzer.

Heer, ontterm u onzer.

Onze Vader, enz.

v. Bid voor ons, H.Joseph,

K. Opdat wij de beloften van Christus mogen waardig worden.

52

GEBEI).

God, die den 11. Joseph tot bruidegom der heilige , altijd onhivlekte Maagd Maria en tot beschermer en voedstervader van iiwen beminden Zoon , onzen Heer Jesus Christus hebt uitverkoren, — wij smeeken u ootmoedig, dat gij ons, onder zijne hoede, genadig wilt verleenen zuiverheid naar ziel en ligchaam, — opdat wij , vrij van alle smet en met het bruiloftskleed der onschuld getooid , tot den hemelschen feestdisch mogen worden toegelaten. Door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer, uwen beminden Zoon, die met u leeft en heerscht van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Gcled om den II. Joseph te verliezen tot leidsman in dit leoen.

o H. Joseph, die Jesus Christus, in zijne kindsch heid, als vader aan de hand gevoerd, en Hem, in zijne teedere jeugd , op alle paden der aardsche pelgrimschap trouw gehoed en geleid hebt, — 3, wees ook mij een gids en een leidsman op de vreemdelingsreize door dit leven, en duld niet dat ik ooit van den weg der H Geboden Gods afwijke. Wees mijn schild in den strijd , mijn steun in het gevaar, mijn troost in de wederwaardigheden, tot dat ik het land der levenden eenmaal bereikt hebbe , waar ik mij , met U en uwe allerheiligste bruid Maria en alle Heiligen , voor eeuwig in Je sus , mijnen God , Verlosser en Zaligmaker , verheugen moge. Amen.

53

Geljed tol den 11. Joseph voor eeu zalig sterfuur. ö H. Josepli, die in de liefdevolle omhelzing van uwen Voedsterzoon Jesus, en van uwe allerheiligste bruid , de Moedermaagd Maria, dit aardsche leven verlaten hebt,—kom mij , met Jesus en Maria, in mijn sterfuur voornamelijk ter hulpe , en verwerf mij dan de genade en de zoete t roost, dat ook ik in de teedere omarming van Jesus en Maria , mijne ziel aan God moge teruggeven. In uwe handen beveel ik,bii leven en sterven , mijn geest, o Jesus , Maria, Joseph, Amen.

V. Gebeden voou de afgestorvene leden de n Aartsbroederschap.

Simeta... et salubris est cogitatio pro defunclis exorare, ut peccatis solvantur. (IJ, Machab. XII, 46.)

ilct is eene heilige en heilzame gedachte voor de overledenen te bidden, opdat zij van hunne zonden ontslagen worden.

V salvias 129. | Psalm 129.

De profundis clamavij Uit de diepte mijiLer ad te Domine : * Domine i ellende heb ik tot U ge-exaudi vocem meam. roepen , o Heer , Heer

verhoor mijne stem.

Fiantaures tufcinten- Laat uwe ooren luis-dentes, * in vocem de- teren naar de stem mij -

54

heb ik op u vertrouwd , o Heer.

Mijne -ziel beeft op zijn woord vertrouwd, mijne ziel heeft op den Heer gehoopt.

Van den morgenstond af tot den nacht toe, hope Israël op den Heer.

Want bij den Heer is barmhartigheid en bij Hem is overvloedige verlossing.

En Hij zal Israël verlossen , uit al zijne onge-regtigheden.

Heer, geef hun de eeuwige rust.

En het eeuwige licht verschijne hun.

v. Van de poort der hel. r Heer verlos hunne zielen.

v. Dat zij rusten in vrede.

r. Amen

v. Heer, verhoor mijn gebed.

r. En mijn geroep kome tot U.

v. De Heer zij met ü. r. En met uwen geest.

55

5fi

57

VERZAMELING VAN GEZANGEN

hij de Aartsbroederschap in gebruik. Nquot; 1. Lauuate pueim. (Ps. 112.)

58

Looft den Heer, enz.

Die den behoeftige op-rigt uit het stof , en den arme uit het dijk ver-iheft.

Looft den Heer, enz.

Om hem te plaatsen naast de vorsten, naast de vorsten van zijn volk. Looft den Heer, enz.

Die aan de onvruchtbare de vreugde schenkt I moeder te worden van :vele kinderen,

Choor. Laudate pueri, Looft den Heer, enz. etc. '

Gloria Patri, et Filio, Eere zij den Vader, en et Spiritui sancto. den Zoon , en den heili

gen Geest.

Sicut erat inprincipioi Gelijk het was in den et nunc et semper, etbeginne, en nu, en altijd, in sajcula sseculorum. en in de eeuwen der eeu • Amen. ,wen. Amen.

N⁰ 2. Magnificat. (Luc I. 46.)

Magnificat -— anima: Mijne ziel verheft den meaDominum: Heer.

Et exultavit spiritus! En verheugd heeftzich meus, — in Deo salutari mijn geest over God, mij-meo. nen Zaligmaker !

59

€0

ham et semini ejus in aan Abiaham en diens ssecula. kroost in eeuwigheid.

Gloria Patri, et Filio, Eere zij den Vader, — et Spiritui Sancto. en den Zoon, en den Heiligen Geest.

Sicut erat in principio Gelijk liet was in den et nunc et semper , et in beginne, en nu, en altijd, sajcula Secculorum. en in alle eeuwigheid.

Amen Amen.

JÜ⁰ 3. TOEWIJDING AAN DEN HEEB.

].

o Groote God, wat zijn uwe tabernakels

Voor mijne ziel verrukkelijk en schoon ! Gij openbaart ons daar uw heil-orakels.

Daar heft geloof en liefde zich ten troon ! (bis)

O

Gelukkig hij, die (J daar mag beschouwen , En aan den voet van uwe altaren smacht! Een eeuw getoefd in aardsche praalgebouwen , Heeft niets bij 't stip, bij U hier doorgebragt.

•5. (bis

Ik baad als in een' zee van zaligheden En mijne ziel bezit al 't hemel heil.

o Goede God ! hoe voeren zwakke beden

Voor mij den stroom van gunsten boven peil!

4. (bis)

Ja, d Almagt tart door duizend zegeningen ,

Die zij mij schenkt, de wenschen mijner ziel; Ik voel mijn hart van liefdevuur doordringen , Terwijl ik hier in zuchten nederkniel. (bis)

61

Een talloos heer van Eng'leu die me omringen,

Bewondert stil de onmeetb're majesteit; Benijdt mijn lit il en knielt, o hemellingen , Aanbiddend r.eér in Gods aanwezigheid, (bis.)

fi.

En kou een goed dat vlngt, mijn liart bekoren , Mijn hart, waarin de Godheid zelf verblijft ? Neen, neen, mijn God! ik zal TJ heel behooren , Zoo uwe kracht in nood mijn zwakheid stijft.

(bis.)

Heersch over mij, als Heer van dood en leven, Heersch over mij, vooral door ^:t liefderegt; Wijk, wereld, wijk, d,'e mij geen heil kunt geven. Mijn hart blijft steeds aan Jesus vastgehecht.

(bis.)

N⁰ 4. DAT JESUS LEVE!

1.

Dat Jesus leev'!

Dit is de kreet des harten ;

Dat Jesus leev', de leeraar aller deugd ! Noemt men zijn naam , en gedenkt men zijn'

wonden,

Dan wordt het hart door de liefde verslonden.

Dat Jesus leev'! (bis.)

2.

Dat Jesus leev'!

Dit is do kreet der braven ,

Die 't dapper heer tot zijne vanen roept.

62

Ja bij die vaan willen wij ons begeven,

Zege bevechten en strijdende sneven.

Dat Jesus leev'! (bis.)

3.

Dat Jesus leev' !

Dit is de kreet van bope Voor 't schuldig bart, dat zijne misdaad voelt. Die kreet ontwringt aan de bronnen des levens , Steun en gena voor den boeteling tevens.

Dat Jesus leev' ! (bis.)

4.

Dat Jesus leev'!

Dit is de kreet der sterkte :

Vlugt op dien kreet, ver van ons satans beer ! Jesus, uw naam. uwen kind'ren zoo teeder ,

Ploft in de hel al de duivelen neder.

Dat Jesus leev'! (bis.)

5.

Dat Jesus leev'!

Dit is de kreet der liefde.

Jesus, onz' borst gloei', adem', sla voor U, Wil steeds dit bart in uw liefdeband klemmen ; o Mog' het stang in die zaligheid zwemmen.

Dat Jesus leev'! (bis )

6.

Dat Jesus leev' !

Zijn liefste Moeder leve !

Zij, die ook wil onz' goede Moeder zijn ,

Onder het Kruis werd ze in smart onze Moeder , En Jesus, haar zoon, werd ons ook ten broeder. Dat Jesus leev'! (bis.)

63

Dat Jesus leev'!

Triomf! dat zegepralend ,

Die naam verwinn' al wat ooit ondeugd heet. Doe ons, o Naam! uw' troost toch nimmer derven; Neen , neen ! voor U laat ons leven en sterven Dat Jesus leev ! (bis.)

No 5. VOOS DE H. COMMUNIE.

1.

o Bron van leven,

Wat is uw liefde groot!

Grij wilt U geven Aan mij in schijn van brood.

Ik kniel aanbiddend neer ,

Grij zijt mijn Opperheer ;

Maar door 't geloof gesteven ,

Rijs ik met hope weêr.

o Bron van leven !

2.

o Teedre Vader !

Mijn' zonde baart mij smart ;

Ik treed U nader ,

Met rouw en leed in 't hart. Verteer, o Godlijk Lam,

Mij door uw' liefdevlam;

Strem eer mijn levensader,

Dan dat ik U vergram,

o Teedre Vader !

5.

64

3.

Heil aller menschen , o Eustpunt mijner ziel !

Ach, of mijn' wenschen Uw gunst ten erfdeel viel !

Mijn hart vol liefdegloed Smacht naar U, naar een goed Dat d'eeiwen niet begrenzen ;

Ach , nader dan met spoed , Heil aller menschen !

Nquot; 6. NA DE H. COMMUNIE.

1.

Welkom geheeten,

Mijn Jesus, in ons hart!

o Kein geweten ,

Gij lenigt druk en smart. Ja , Jesus , eeuwig goed , Die met uw vleesch ons voedt , Herhalen wij die kreten:

Wees welkom, Jesus zoet! Welkom geheeten.

2.

Dank zal ik zingen ,

Zijn bloed was mij ten drank.

o Hemellingen !

Zegt gij met mij Hem dank Die 's hemels oppermagt Een eeuwig loflied bragt,

Griï , Jesus' zendelingen ,

Die op mijn danklied wacht. Dank zal ik zingen.

65

Aan Jesus geven Zal ik mijn hart en ziel,

Voor heel mijn leven.

Wat mij ten deele viel

Is meer dan goud en land ,

Kan door geen menschenhand Ooit worden neêrgeschreven ;

k Wil ziel en hart ten pand Aan Jesus geven.

N⁰ 7- VOOR DE H. COMMUNIE

Jesus : Mijn gastmaal is bereid ,

'k Wensch feest met u te houên , Vergeet raiin majesteit,

En nader met vertrouwen.

Ik wacht met ongeduld : kom mijn geliefde, kom !

Beminnen wij elkander als bruid en bruidegom.

De ziel ; Ac/e van verlangen.

o Kostelijke disch !

Waar 't Vleesch en Bloed mijns Heeren Der zielen feestmaal is ,

Wie zou u niet begeer en ?

'k Ben arm en hongerig , mijn ziel vergaat van

dorst,

Ach spijs haar, lesch haar toch! en druk haar aan

uw' borst.

66

Acle van geloof.

Versterk mijn zwak geloof!

Wat ook de zinnen tuigen ,

'k Blijf voor hun stemme doof;

'k Moet voor Uw' waarheid buigen. Mijn Grod is waarlijk spijs, in 't Heilig Sacrament: o Liefde niet bemind, o liefde niet gekend!

Acte van hoop en liefde.

Welaan het uur is daar,

Mijn bruidegom gaat komen ;

Hij wacht mij op 't altaar,

De hand vol zegenstroomen.

Hier ben ik, kom mijn God, Maria sta mij bij Ontvlam me in liefdevuur! o Eng'len schut

mijn zij !

Nquot; 8- NA DE H. COMMUNIE-1.

De Grod-mensch woont in mij : mijn ziel besef uw'

waarde,

Aanbid uw' bruidegom , verhef u boven de aarde. Keer ganschelijk in u zelv', verzamel hart en geest Dank Jesus,die voor u (zoo lieflijk is geweest {hls). 2.

Een God met mij ! kan 't zijn ? zoo niet ^rt geloof

mij 't leerde; Met mij , die vroeger hem zoo stout den rugge

keerde !

o Godheid zonder peil, verheven boven smaad , Gij haat den zondaar niet: (de zonde is 't die gij

haat (bis).

67

3.

Ik bid u need'rig aan , vernietigd en verlegen Mijn God , mijn bruidegom, vervul mij met uw'

zegen !

Gij gaaft me u eigen zelv' ! het meerdere, hoe dan Is 't mooglijk, dat uw hart (mij 't mind're weig'ren

kan ? (bis.)

4.

Wijk wereld , zonde wijk ! vergeefs komt gij bekoren.

Ik had om u helaas ! mijn' goeden God verloren ; Doch van deez' stond at' aan, ben ik voor eeuwigheid

Geheel en onverdeeld (aan Jesus toegewijd) (bis). H» 9. TER BBKE VAN JBSUS.

1.

Ik heb mijn Jesus op mijn lippen ,

Die lieve Naam werd mij geleerd ;

En met hem mag geen woord ontglippen Dat zijnen heilgen zin onteert;

Want. wie dien Naam in liefde vreest. )j. Die spreke door den Heiligen Geest. )

2.

Ik heb'mijn Jesus in het harte , .

Ik heb Hem onuitsprekelijk lief;

Zijn woord is mij iu schuld en smarte , Een' teedre troost — een liefdebrief.

En breekt mij eigen hart van een , )

Dan leef ik in zijn hart alleen. )

68

3.

Ik heb mijn Jesus in mijn leven ,

Zijn Kruis is mi] ten veldbannier ;

Hier is geen tijd van rust gegeven ,

De ware cbrist'nen strijden hier ;

De dag der aarde heeft een' nacht, ) ^

Ons werk moet voor dien tijd vclbragt. ) '

4.

Ik heb mijn Jesus in den hemel ,

Eens mint mijn ziel Hem eeuwig daar.

Daar rukt geen nietig aardsch gewemel Ooit onze harten van elkaar ;

Daar zie ik eeuwig!ijk het woord ) , Dat in 't geloof hier wordt gehoord. )

N⁰ lO. VOOR JESUS' H. HART.

BEDBZANG.

1.

Voor Jesus harte zinge Mijn' ziel in iningeneugt :

Door alle wolken dringe De luide toon der vreugd.

(Refrein) 'Geëerd ten allen tijde Zij Jesus' heilig hart ;

Dat aller hart zich wijde )

Aan 't hart vol liefde en smart. )

69

2.

o Hart, voor mij gebroken Uit louter liefdepijn,

Om mijne schuld doorstoken , Mogt gij mijn iledder zijn. (Refrein) Greëerd , enz.

3.

Uit breede hartskwetsure Sprong water, heilig bloed. Hoe rijk stroomt sinds die ure Ons uw genadevloed !

(Refrein) Geëerd, enz.

4.

Heer Jesus, ééne bede Slechts ééne, gun ze mij ;

Ruim mij een zoete stede In uw doorboorde zij.

(Refrein) Geëerd, enz.

5.

Dan word ik, naar de trekken Die 'k in uw beeld bemin, Zachtmoedig, rein van vlekken En nederig van zin.

(Refrein) Geëerd, enz.

6.

Verschuilend in uw wonde Vind ik mijn zielerust, In zoete en bittre stonde Veracht ik 's werelds lust. (Refrein) Geëerd , enz.

70

7

En als mij d' oogen breken ,

Zich sluiten voor den schijn ,

Wil ik nog stervend spreken;

Heer Jesus, eeuwig mijn !

(Refrein) Greëerd, enz.

M⁰ 11. LIEFDEZANG EN EEBEBOIÜTE•

1.

Wie kan uw Hart genaken,

o Jesus , eindloos zoet,

En voelt zich niet doorblaken Van goddelijken gloed ?

o Heersch in ziel en zinnen , En leer ons vurig minnen ,

Beminnen ^

Beminnen gt; bis.

Uw beminnelijk Hart. i

2.

Och ! veler ondank griefde o Jesus zoet, uw Hart,

En bood , in plaats van liefde , Miskenning, hoon en smart.

Leer ons dan tot U snellen , En liefdevol herstellen ,

Herstellen l

Herstellen | bis.

De oneer van uw Hart. '

71

3.

o Vuurr.lam nooit te dooven In 't Harte , godlijk goed , Wie zal Grods Hart niet loven Als gij hem tintien doet ? o Heersch in ziel en zinnen, enz.

4.

Gij biedt in de open' wonde , o Hart, een toevlugtsoord , Ofschoon de schicht der zonde Nog immer U doorboort.

Leer ons dan lot TJ snellen. enz.

5.

Door 't h im in glories tralen Verkondigt G-e ons, wat prijs Ge in liefde kwaamt betalen Op goddelijke wijs.

o Heersch in ziel en zinnen, enz.

6.

Gij blijft van liefde spreken , Vergetend smaad en hoon , Al blijft om 't Harts steken Der zonden scherpe kroon.

Leer ons dan tot IJ snellen, enz.

72

Nquot; 12. O MOEDER GODS.

1.

o Moeder Gods !

o Reinste Maagd !

Naar 't voorbeeld onzer vad'ren Vertrouwen wij ,

Nooit vruchteloos , U smeekende te nad'ren. (bis.)

2.

Wij bidden u,

o Koningin !

Wend minzaam toch uwe oogen. Van 't glorielicht Waarin gij troont,

Op ons , in 't stof gebogen, (bis.)

3.

Wij zuchten in Dit tranendal, Van noodgevaar omgeven , En moeten vaak In druk en smart En bange zorgen leven, (bis.) Maar Gij , o troost,

o Hulp in nood ,

Wil onzer u erbarmen ;

En berg Ons , voor 't Gevaar beschut,

Tn uwe moederarmen, (bis.)

73

De duivel zoekt Ons , ten verderf,

Zijn' strikken uit te zatten ;

Maar gij , o kom ,

Wil met uw' voet Zijn' helschen kop verpletten, (bis).

6.

De wereld tracht Door schijngeluk Ons aan de deugd te onttrekken ; Maar geef, dat wij Nooit onze ziel Door 't aardsche slijk bevlekken, (bis.)

7.

Het vleesch is zwak En steeds geneigd Bedrogheil na te jagen ;

Maar bid , dat wij als 't hoogst' geluk God zoeken te behagen, (bis.)

8.

Maria bid,

Bid uwen Zoon ,

Dat wij , hoezeer omgeven

Van zonde en kwaad ,

Toch immer rein Voor G-odes aanschijn leven, (bis.)

74

!)•

o Bid, dat wij Aan 'slevens eind, In Jesus' liefde sterven ,

En na den dood,

Met u vereend,

Het rijk des hemels erven, (bis.)

Nquot; 13. LOFLIED TOT MARIA-

o Hemels Koningin ,

'k Zing U met hart en zin : Gregroet zijt gij , Maria, (bis.)

Als d'ochtendklok mij wekt, Straks zing ik opgeregt; Gegroet, enz.

Wat vreugd heeft niet op aard De zegengroet gehaard :

Gegroet, enz.

De helsche slang vlood voort Gepraamd door 't magtig woord : Gegroet, enz.

De zonde-keten brak Zoodra de Aartsengel sprak : Gegroet, enz.

Daarom, ten allen tijd ,

Zong heel de Christenheid : Gegroet, enz.

75

Geen grijsaard, man , noch kind, Die niet het woord bemint: Gegroet, enz.

In vreugd zoo als in smart Zingt elk godvruchtig hart: Gegroet, enz.

Ja , Moeder van Gods Zoon , Wie juicht niet in dien toon ; Gegroet, enz.

De Hemel gaat ons voor ,

Want daar zingt 't Eng'lenkoor : Gegroet, enz.

J a, zelfs die vreugdetoon Verheugt uw' lieven Zoon: Gegroet, enz.

Want als die groet U eert, Wordt ook Zijn naam vereerd : Gegroet, enz.

Die groet verzoent Zijn hart, Hoe ook door 't kwaad gesmart: Gegroet, enz.

Ja, druk en smart verdwijnt Zoo haast dit woord verschijnt: Gegroet, enz.

Gij hielpt op 's levöns pad Gestaag de ziel die bad : , ' Gegroet, enz.

76

Wat ook bekoring prang', Verligting baart de zang : G-egroet, enz.

In angst en schrik en leed , Vertroosting brengt de kreet; Gegroet, enz.

Ja, 't helsche woest geweld , Wordt door dien groet ontsteld Gegroet, enz.

De dood wordt zacht en zoet, Voor 't hart dat stadig groet: Gegroet, enz.

Dat, als ik eens verschei',

Mijn laatste woord dan zij : Gegroet, enz.

Geef, Moeder, in dien stond , Mij in den bleeken mond ; Gegroet, enz.

Die groet zij dan een straal , Van hoop op zegepraal : Gegroet, enz.

Tot dan in 't eeuwig goed , Mijn geest herhaal' den groet: Gegroet, enz.

o Toon mij Jesus aan ,

Dan is mijn wensch voldaan : Gegroet, enz.

77

N» 14. TER EERE VAN MARIA.

1.

o Beeld der schoon e liefde ,

Maria , Joseph's bruid !

Gij vraagt mij wederliefde, En stort uw' gunsten uit.

Ik zal U steeds beminnen o Hemelkoningin !

Gegrift in mijne zinnen ,

Wees altijd miin vorstin.

2.

o Joseph's bruid, mijn' Moeder! Mijn troost, mijn toevlugtsoord ,

Uw zoon is miin behoeder.

Die ü voor mij verhoort.

Ik zal U steeds, enz.

3.

o Had ik zooveel monden Als sterren in de lucht,

Ik zou uw' lof verkonden quot;Voor geen gevaar beducht.

Ik zal U steeds, enz.

4.

o Had ik zooveel zielen Als korrels op het strand,

Als er ooit druppels vielen ,

'k Schonk z' U met milde hand.

Ik zal U steeds, enz.

78

5.

Hoe moet ik mij beklagen Dat ik, ellendig menssh U zoo niet kan behagen,

Gelijk ik dit wel wensch. Ik zal U steeds , enz.

6,

Ik zal mij alle dagen ,

Tot Uwe vreugd en eer Grodvruchtiger gedragen

En dienen mijnen Heer. Ik zal U steeds, enz.

N» 15. MEILIED,

Solo. Maria wees gegroet,

Maria wees gegroet.

Duo. Kom nog een tweede maal,

Kom nog een honderd maal;

Allen. Maria wees gegroet.

Welaan nog duizend maal

Neen zonder eind of paal ; (1)

Van eiken Serafijn ,

Van eiken Cherubijn;

Van gansch het Eng'lenkoor,

't Klink' heel den hemel door :

Van ieder steen hoe klein,

Van ieder korengrein:

Van 't bloempje langs den stroom,

Van 't blaadjen op den boom :

(1) Na elke twee verzen herhalen alk'u : Maria Wees gegroet.

79

Van't kleinste spiertje gras, Van 't diertje uit kleinste ras ;

» Van heel liet vog'len heer ,

Van 't kleinste vischje in 't meer : Kortom van al wat leeft, Van alles wat er zweeft: Van ieder aardsche vrucht, Van water , vuur en lucht; 'k Laat U ook kiezen vrij ,

Wat U behaagt in mi] :

Dan hoop ik na mijn dood , Te zingen in uw' schoot:

^laria wees gegroet,

Allen Maria wees gegroet.

N⁰ 16. TBR EEBE VAN MARIA-

1.

Ik werp mij met vertrouwen In uwen moederschoot,

G-ezegendste der vrouwen Die nooit onz' beê verstoot o Moeder der genade !

Om troost in onze smart,

Bevrijding van den kwade, Om zuiv'ring van ons hart,

Werp ik mij met vertrouwen In uwen moederschoot,

Gezegendste der vrouwen Die nooit onz' beê verstoot.

G

80

2.

^!k Wil, met de hemellingen Om uwen troon geschaard , U hier mijn loflied zingen Op deze droev'ge aard: Hoe hoog zie 'k ü verheven, Hoe glaust uw heerlijkheid ! Hoe zalig is uw leven In 't rijk der zaligheid.

o Met de hemellingen Om uwen troon geschaard , Moog 'k u mijn loflied zingen Op deze droev'ge aard !

3.

Ik wil mijn hart onthoeijen Van al wat U mishaagt, Van reine liefde ontgloeijen Voor U , o zoete Maagd. Hoe zalig zijn uw banden Voor hem , die U bemint! Hoe mild uw moederhanden Voor wie uw' liefde wint. _

Help mij mijn hart onthoeijen Van al 'wat U mishaagt;

Doe 't steeds van liefde gloeijen Voor TT , o zoete Maagd.

4.

Oij ziit de schrik des hoozen Die Ü ons hart benijdt;

81

Gij zijt de steun des broozen En sterkt hem in den strijd. Bescherm mijn angstig streven , Maria wees mijn kracht;

En wil mij niet begeven Als 't stervensuur mij wacht. quot;Wees dan de schrik des boozeu, Die U mijn hart benijdt,

Wees dan de steun des broozen En sterk mij in den strijd

W 17. HULDE AAN MARIA.

1.

Wonderschoon prachtige, Wondergroot magtige,

Lieflijk volzalige , hemelsche Vrouw ! Wie 'k mij als teeder kind , Liefdevol toeverbind,

Ja mij met ziel en ligchaam vertrouw! G-oed , bloed en leven Wil ik n geven ;

Alles , ja, wat ik ben , van at' nu ,

G-eef ik met vreugde Maria aan u.

2.

Sterren omglanzen u,

Zonnen omkransen u ,

Troostende ster in de nachtlijke vaart! Voor de betreurende,

't Menschdom besmeurende, Zondesmet heeft u Grods almagt bewaard.

82

Zalige Moeder ,

Jesus, onz' Broeder,

Heiland en Kedder van Adams geslacht, Hebt gij als Maagd hier op aarde gebragt.

3.

Heinelsche Koningin,

's Eeuwigen Voedsterin,

Wonderbaar Moeder en Maagd te gelijk! Sterkte der strijdenden ,

Zalving der lijdenden ,

Levende bron in vertroostingen rijk ! U , o getrouwe ,

Magtige Vrouwe ,

Schouwen wij hopend en rouwmoedig aan. Moeder, och ! voer ons op zekere baan !

4.

(iij zijt en heil en troost,

Yoor 't u steeds minnend kroost , Vorstin des hemels en Moeder van G-od ! Spiegel der zuiverheid,

Bijstand der Christenheid ,

Ark des verbonds , en geleidster tot God ! Werp op mij neder ,

Moeder zoo teeder,

Moeder! ja werp toch uwe oogen op mij ! Leer mij in ootmoed zoo wand'len als gij.

5.

In lijden geoefende ,

Kent gij bedroevende Rampen , en pijnen , en innige smavt. Niemand verlaat gij ooit;

Kind'ren verstoot gij nooit;

83

Niemand veracht ooit uw moederlijk hart. Troost ons in 't lijden,

vSterk ons in 't scheiden ,

Bid ook voor ons uwen god'lijken Zoon, Als Hij ons roept voor zijn' eeuwigen troon.

Nquot; 18 AVE MARIS STELLA

1.

U, Zee-Ster , zing ik lof,

U Moeder van God blijde ,

En Maagd ten allen tijde ,

TJ , deur van 't hemelhof. (Jiis)

2.

Hoor (rabriël zijn groet Van 't AVE tot u rigten;

Blijf om in vrede stichten,

Wend EVA's naam ten goed', (hts.)

3.

Verbreek ons zondenjuk ,

Doe 't licht den blinden stralen ,

Verdrijf al onze kwalen.

Verkrijg ons al 't geluk. (Liquot;.)

4.

Toon dat gij Moeder sijt;

Hij will' door u ons hooren Die voor ons is geboren ,

Den moedernaam u wijdt. (/As.)

5.

Maagd bij uitstekendheid ,

Zacht boven medestreven ,

iSier ons , van 't kwaad ontheven,

Met zacht- en reinigheid. (Lis.)

84

6.

Schenk ons der eng'len deugd,

Blijf onzen weg bewaren ,

Opdat we uw' Zoon aanstaren ,

Steeds deelende iu uw vreugd, {bis.)

7.

U Vader, Zoon en'G-eest Zij door alle eeuwigheden,

En glorie, en gebeden ,

En lof om 't allermeest- {his.)

N. 19 MARIA ONBEVLEKT ONTVANGEN.

1.

Laat ons, Moeder van den Heer,

Laat ons om uw' zetel dringen ;

Laat uw' kinderen u ter eer quot;t Zielverrukkend feestlied zingen.

't Moet weerklinken luid en blij : Moeder onbevlekt zijt gij! {bis.)

't Heeft reeds 't wijde wereldrond En herscheppend overklonken

't Woord door Pius' mond verkond; En uw kind'ren vreugdedronken Jub'len op uw feesfgetij :

Moeder , onbevlekt zijt gij ! {hts)

85

3.

Neen , dat loflied zwijgt niet meer Tot aan 's werelds verste palen

Zullen , met het hemelsch heer , Al uw kinderen 't luid herhalen 't Woord van 't zalig Jubeltij : Moeder , onbevlekt zijt gij ! bis.

4.

En we voegen dank en heê Aan de blijde feestgezangen ;

Wie, wie dankt niet met ons meê , Voor al 't heil door u ontvangen , In het zalig Jubeltij ;

Moeder , onbevlekt zijt gij ! bis

5.

Zonnezuiv're Moedermaagd ! Om de glorie u gegeven ,

Hoor ook wat ons hart u vraagt : Dat we na eeu schuldloos leven Eeuwig jub'len aan uw zij' : Moeder , onbevlekt zijt gij ! hls.

N⁰ 20. MARIA BEMINNEN IS EEN GELUK.

1.

o Ja, ik min Maria veel en teeder ,

Ook zij mint mij ; mijn hart, is van haar vol. Ze is rein en schoon gelijk het schoonste weder. Och! dat mijn borst steeds meer van liefde zwol. o Moeder on zes Heeren ,

Gelukkig die u eeren !

Gelukkig hij die u zijn' liefde wijdt,

Hij leeft voortaan van smart en leed bevrijd !

86

'k Veracht het schijngeluk der wereldlingen, 'k Benijd hun geld en hun vermaken niet, Maria's hart heeft reiner zegeningen ,

Gelukkig hij, die hare gunst geniet!

o Moeder, enz.

3.

Gelukkig uur , wanneer 't mij werd gegeven ,

Het teeder hart Maria's ga te slaan.

Alsdan ontving mijn hart een beter leven ,

't Kan in haar dienst onmooglijk kwalijk gaan. o Moeder, enz.

4.

Wanneer ik zucht, wijl eenig kruis mij hindert,.

Dan spreek ik ras Maria's heilnaam uit, En aanstonds wijkt mijn droefheid of vermindert, o Zoete naam, die al mijn' tranen stuit! o Moeder, enz.

5.

Leen aan mijn' beê Maria gunstig de ooren , ^ Dan zal mijn' ziel voortaan aan niemand meer. Na Jesus , dan Maria toebehooren ,

Tot dat ik eens haar in den Hemel eer. o Moeder, enz.

, No 21. MABIA LEVE !

J.

Maria leev' ! wat glans en luister meng'len Zich in dit hart van alle vlekken vrij !

I

87

Maria ]eev'! de koningin der eng'len ,

De Moedermaagd , het hoofd der raaagdenrij. Maria leve!

Met God haar kind!

Leve Maria !

Die ons als Moeder mint.

Maria leev' ! de dochter van den Yader ,

De moeder Gods , ook Grodes heil'ge Bruid , Maria leev'! der zielen levensader ,

Naar 's hemels wil en eeuwig raadsbesluit. Maria leve ! enz. (Lu.)

3.

Maria leev'! zou ik haar ooit verlaten ?

'k Was liever dood , en ]ag in 't duister graf. Wat, zonder haar , zou mij liet leven baten ? Neen, God breek' eer den draad mijns levens af. Maria leve ! enz. (bis.)

4.

Maria leev' ! laat me in haar liefde leven ,

Met haar vereend, vrees ik noch dood noch pijn; De laatste zucht die op mijn lip zal zweven , Zal liefdezucht voor u , Maria , zijn.

Maria leve ! enz. (hi.i.)

W. 22. MARIA. TROOST ONS

1.

Moeder des Heeren , 't Wil U vereeren , ó Troost voor 't hart In smart.

88

Beste der moed'ren ,

Schenk me alle goed'ren.

Wat zijt Gij goed j ^ En zoet! \ '

Gij schenkt troost aan 't bedroefd geweten , Gij komt tot ons in angst en nood. Gij slaakt des zondaars ijz'ren keten , En redt hem van den esuw'gen dood. Moeder des Heeren , enz.

2.

Uw zoete hand droogt af onz' tranen , Uw naam , zoo zacht, geneest ons wee ; Ja zelfs nw ijv'rige onderdanen.

Doen blij op 't kerkhof hunne beê ,

Moeder des Heeren , enz.

3.

Uw teed're ziel kan 'tgeenzzins lijden Dat iemand ooit ellendig zij ;

Gij komt met ons in 't sterfuur strijden , En voert tot God ons naast uw' zij.

Moeder des Heeren , enz.

4.

U wijd ik dus wat me ooit mogt kwellen , U draag ik al mijn kruisen op ;

'k Weet dat mij niets dan kan ontstellen , Wijl 'k zóó de bron van weemoed stop. Moeder des Heeren . enz.

N- 23. DE MEIMAAND

1.

Juicht nu blijde Sion's chooren ,

Laat uw jubelzangen hooren ,

89

Door het ruim der hemelwoon !

Meimaand stijgt ten bloementroon ; Om de heil'ge Maagd te tooijen ,

Wil ze blad en hlosm ontplooijen ;

Gansch natuur vereert de Maagd, Die het kleed der onschuld draagt, (bis.)

2.

Gulden zonne , doe uw stralen Van 't azuur des hemels dalen : Bloemengeur doorzweev' den hof, Tot Maria's eer en lof.

't Heilig kind , heur roem en eere ,

Nu haar zoon nog , eens haar Heere ,

Drukt zij aan haar vroom gemoed... Moeder Grods , o Wees gegroet! (bis.)

3.

Voorbeeld van de moederliefde ,

Zelfs nog toen zijn kruis u griefde , Op u staren wij met vreugd,

Leidsvrouw op het pad der deugd. Ja , uw vlekloos heilig leven Is ten gids aan ons gegeven ;

't Zij in vrede of hangen strijd ,

Uwer zij ons hart gewijd. (bis.)

4.

Laat ons met een zoet verrukken , 't Schoonst gebloemt der Meimaand plukken, En u met verheugden geest,

De offers biên van 'fc lentefeest!

Zie . wij nad'ren om te toonen ,

Hoe we u, 'sHeilands moeder, kroonen. Gij , die de uitverkoorne waart,

En den Redder schonkt aan de aard', (bis.)

90

N- 24- MEIIiIED

Heuvels , dalen , bosschen , velden , Vloeden , wilt den lof vermelden , Doet den prijs der deugden gelden , Van Maria morgenschoon. {bin).

Beekjes , met het lief geklater Van uw zilverkleurig water, Vogeltjes, met zoet geschater,

Zingt Maria 't loflied toe. {bis).

Zingt ; o Moeder-koninginne , Schoonste Maagd en rijksvorstinne, Maak dat ik U steeds berainne ; Eer aan God , wijl hij U schiep! (ils).

Gij zijt door uw liefdestralen,

Eene zon der hemelzalen ,

Bi] uw reinheid kan niets halen, o Gij maan van 't hemelrijk! (Juk).

Geur verspreidt gij als de rozen , 't Hoogste schoon moet voor u blozen ; Lelie onder vlekkeloozen ,

Voorbeeld van lieftalligheid ! (his).

God ziet onder duizendtallen U d'ootmoedigste van allen ;

Daarom heeft hij welgevallen ,

Als hij op uw schoonheid ziet. (bis).

Heilige Maria ! moeder ,

Dochter van den Albehoeder,

Wees uw' kinderen steeds goeder Bij uw' Jesus , bij uw' Zoon. (bis).

91

25. AVONDGROET TOT MARIA

1.

Maria's beeld , te midden Van vrolijk schitt'rend licht -Noodt ons te komen bidden Bij 'L altaar, haar gesticht. Komt, iaat ons tot haar ijlen, Een' kleine poos daar wijlen; Maria , Maria,

• Moeder zegen ons!

2,

Wij vallen aan uw' voeten , Neem ons genadig aan;

Ontvang onz' laatste groeten Voor dat wij huiswaarts gaan; Dan gaan we blij te moede, Vertrouwend op uw hoede. Maria, enz.

3.

Wij wijden U onz' harten ,

Voor 't goede dat ge ons doet; In blijdschap en in smarten, In voor en tegenspoed ,

Steeds willen we u vereeren, En uwen roem vermeeren ,

Maria, enz.

4.

o Stort met moederhanden , Uw' zegen op ons neêr ;

Verbreek des zondaars banden, En breng tot God hem wéér ; Dan ziet ge ons morgen weder, ó Moeder goed en teeder.

Maria, enz.

92

N^a 26. LOPZA.WG ÉN OPDKAGT AAN HET HEILIG HART VAN MARTA-

1.

o Maagd , o schoonheid nooit volprezen , o Moeder van 't oneindig Wezen,

Wat luister schittert van uw' troon ! De Seraph, aan zich zelv' onttogen , Juicht, voor uw grootheid neergebogen : o Koningin, wat zijt gij schoon ! (bis).

2.

Al mist, Maria, 't aardsche duister Het schouwspel van uw' grootschen luister,

Ons koestert toch uw liefdegloed.

Ja, de Engel roeme uw heerlijkheden , Wij juichen, jub'len hier beneden:

o Moedermaagd wat zijt gij goed! (fc),

3-

Dank , dank voor zoo veel liefdedaden , Voor zoo veel duizende genaden ,

Gevloeid door uwe liefde hand !

Ontvang, voor al die zegeningen,

Maria , van uw' lievelingen

Hun hart tot eeuwig onderpand

4.

o Moeder, altoos even teeder,

o Zie met welbehagen neder

Op 't offer van uw dierbaar kroost! Schrijf in uw hand ons aller namen ,

Neem in uw hart onz' harten zamen ; Dan, Moeder lief, zijn wij getroost! (bis).

93

5.

Dan mogen vrij de winden tieren , De bliksems door het luchtruim gieren,

En monsters jagen door de zee :

Vergeefsch hun razen, hunne woede, Wij zeilen , onder uwe hoed3

Beveiligd , naar de hemelreê (pis).

6.

Daar zal geen vrees ons hart meer klemmen , Daar dingen wij met blijde stemmen,

Geschaard om uwen zegentroon,

Uw' naam tot lof en God ter eere ;

Maria moeder van den Heere ,

Wat zijt gij goed! wat zijt gij schoon ! (bis.)

Nquot; 27- HULDE AAN DEN H. JOSEPH-

1.

Dat Joseph leve ! vader Van Jesus , onzen Heer!

Wij treden biddend nader En knielen voor U neêr!

Gij draagt op vaderarmen Het god'lijk Jesus-Kind;

Wil onzer steeds erbarmen ) ^ o Waarde zielen vriend ! ) quot;

2.

Rigt, Joseph , onze dagen ,

En schik ons verder lot,

Naar Jesus, welbéhagen En Godes heilgebod.

Wil door uw zorg ons geven, o Zeker toeverlaat!

Dat w' onzen roep beleven ) ^ En heil'gen onzen staat. )

3.

Leev' Joseph ! goede vader , Patroon van Nederland ;

Blijf, blijf uw volk tot vader, Bewaak uw liefdepand.

Blijf altiid onz' behoeder En toevlugt in den nood , Met Jesus en zijn' Moeder, ) ^ Van nu tot in den dood. )

N° 28 DAT JOSEPH LEVE !

1.

Dal Joseph leve !

Dit is mijn hartekreet.

Dat Joseph leve !

In voorspoed en in leed.

Wees Joseph , trouw' behoeder Van Jesus en zijn' moeder ,

Mijn leidsman ook in voorspoed en in leed. (bis.) 2.

Dat Joseph leve !

Dit is mijn dankend lied.

Dat Joseph leve !

In vreugde en in verdriet.

Zijn leven liter op aarde ,

Bij God zoo hoog in waarde,

Is mij ten toets, in vreugde en in verdriet, (hit.)

95

3.

Dat Joseph leve!

Zing ik als d'ochtend schijnt.

Dat Joseph leve!

Zing 'k als de dag verdwijnt. Hem wijd ik al mijn dagen ;

Moog' ik hem steeds behagen Van 's ochtends- rood tot dat de dag verdwijntfèw. )

4.

Dat Joseph leve !

De minnaar van de jeugd.

Dat Joseph leve!

De steun van 's grijsaards deugd. Wel hun ! die hem beminnen,

Wel I die zijne liefde winnen ;

Zijn' hand dient hun het heil genot der deugd.(ij«)

5.

Dat Joseph leve !

Zóó zingt de hemelling ;

Dat Joseph leve!

Zóó zingt de sterveling. In 't hemelrijk daar boven ,

Waar de engelen hem loven, Gedenkt hij steeds den vromen sterveling, (bis.')

6.

Dat Joseph leve!

Deez' groet zij hem gebragt;

Dat Joseph leve!

Als 't stervensuur mij wacht.

Patroon van 't zalig sterven ,

Laat mij deez' troost verwerven, Rijk mij uw hand,als 't stervensuur mij wacht(iw.)

7.

96

Nquot; 29. DE HEILIGE FAMILIE.

i.

U , Joseph , wijd ik mijnen zang ,

Maria zing ik levenslang;

U , dierb're Jesus , U veel meer ,

Loof ik als mijn' God en Heer.

o Heilig huisgezin !

Daar eer ik Joseph in ,

Ik eer Maria , Moeder-Maagd ,

Met het Grodd'lijk Kind ,

Dat ons teeder mint,

En niets van ons dan liefde vraagt.

2.

Was ooit een Imisgezin zóó groot ? Zuchtt' ooit een mensch in dieper' nood Dan 't allerheiligste Huisgezin!

Daar vindt ik troost bij lijden in. o Heilig , enz.

3.

Was ooit een huisgezin op aard', Zóó heilig , zoo veel achting waard ? Ter neer gebogen in het stof,

Zing ik dit heilig drietal lof.

o Heilig, enz.

4.

Was ooit op aard' een huisgezin Zóó mild, zóó rijk aan menschen min?. Ik werp daarom voor U, o Heer! Mij zelv' als dankbaar offer neêr. o Heilig , enz.

97

N⁰ 30. DE VREDE ZTJ MET CWS ALLEN.

Vreedzaam wandelt ster bij ster ,

Langs den blaauwen hemel;

Twist en tweedragt zijn daar ver ,

Ver het krijgs-gewemel.

Vreedzaam vloeit het beekje hier Door de groene dalen,

En 't gesternte blinkt er in Met zijn' gouden stralen.

Aard' en hemel roept ons toe :

„ Menschtn, leeft in vrede !

„ Och, dat niemand rust en heil „ Met den voet vertrede!quot;

Vreedzaam willen wij dus zijn En als broeders leven ;

Steeds met eendragt vrolijk zijn ,

Leed aan niemand geven.

Dan zal, als het beekje , hier Stil ons leven loepen ,

Tot dat God in 't sterrenrijk Ons den hemel open' !

No 31. KERSTTIJD.

o Held're nacht! die ver de schoonste dagen

In hoogen roem en luister overstraalt, o Schoone nacht, waar heil en rein behagen Met zoete vreugd in onze harten daalt {bis).

98

Een' Moeder-Maagd, uit Juda's stam verkoren ,

Vereert ons met een' goddelijken schat:

Gods eeuwig Woord, uit haar als mensch geboren, Verschijnt voor ons in David's oude stad (bui).

Welaan ! o Jacob's twaalftal geslachten ,

o Israël, welaan schep vreugd en moed ! De Heiland, dien uw vaderen lang verwachtten , Is opgestaan uit Jesse's edel bloed (bis).

Maar neen, de held tot koning ons geschonken

Is niet vergund aan Jacob's zaad alléén ; Zóó ver als ooit de zon en sterren blonken

Wordt haast zijn rijk aan alle volk gemeen (bis).

o Vredevorst, o koning aller vorsten ,

Dat satan's rijk voor Uw vermogen zwicht'! o Heiland ! laat ons hart niet langer dorsten Naar 't zoet genot van uw genade-licht (bis).

o Ja, Gods Zoon, laat de oude boosheid wijken

Voor godsdienst en voor ware zaligheid. Dus staat uw rijk tot heil van alle rijken

En groeit èn bloeit èn praalt in eeuwigheid (bis).

Tï⁰ 32. HULDE AAN HET KRUIS-

1.

Jesus stierf voor ons, welk een vrind !

Is hij dan onz' liefde niet waardig ?

Meer dan zich heeft hij ons bemind ,

Daarom stierf hij zoo bereidvaardig.

Ohrist'nen, zingt luid hier in Gods huis : Leve Jesus , leve zijn kruis !

99

2.

Aan dit goddelijk kruis zij eer !

Sedert Jesus 't zich heeft verkozen ,

Is het kruis niet meer , als weleer ,

Iets dat ons doet huiv'ren en blozen. Christ'nen , enz.

3,

Aan dit goddelijk kruis zij eer !

Boom, wiens vrucht vol zoetheid en sterkte

't Kwaad verhielp dat 't menschdom weleer De eerste vader Adam bewerkte.

Christ'nen. enz.

4,

Aan dit goddelijk kruis zij eer !

Vruchtbre bron van alle genaden ,

Waarin 't bloed van Grod, onzen Heer, Afwiesch 's werelds zonden en kwaden. Christ'nen, enz.

5,

Aan dit goddelijk kruis zij eer !

Leerstoel tot beschaming der wijzen ,

Waar ik hem zijn' godd'lijke leer Zonder spreken hoor onderwijzen.

Christ'nen, enz.

⁶-

Aan dit goddelijk kruis zij eer !

'k Wil de eer aan 't hout zelf niet betoonen

Maar 'k aanbid mijn' Heiland en Heer , Dien ik op dat kruishout zie troonen. Christ'nen, enz.

100

N⁰ 34. TOEWIJDING AAN JESÜS H- HART.

1.

Komt de Herder heeft gesproken , Zeet'lend op St, Petrus' rots ;

„ Wijdt u aan het wreed doorstoken , 't Zoet geopend Harte Gods.quot; (lis.)

3.

Hart van Jesus , hier waarachtig In uw heilig Sacrament,

Zie ! wij komen, stil aandachtig ,

Waar ons de Opperherder zendt, (bis.')

3.

Met uw Moeder , met uw Ecglen , Met geheel uw hemslsch hof,

Om hier 't offerlied te menglen U tot dank, en U tot lof! {pis.)

4.

Hart van Jesus , liefde en leven ,

Ziel en ligchaam, goed en bloed ,

Zie wij komen alles geven ,

U ter eere , ons hoogste Goed. (bis.)

5.

G-oddlijk Harte ! lust en lijden ,

Heel ons harte, heel ons lot,

Alles , alles U te wijden ,

Is ons zaligst zielsgenot. {bis.)

101

Ocli! vermogten we ook te geven ,

Aller harten Heer en Grod !

Alle harten die nog leven

Vreemd aan zulk een hemellot! {lis.)

7.

Och ! begrepen alle harten ,

Kindren van uw reine Bruid ,

Welk een zegen zonder smarten Zulk een oö'er in zich sluit! {bis.)

8.

Hart van Jesus ! hoog in glorie ,

Hoor ons , neem ons offer aan ,

En verleen ons uw victorie ,

Daar voor LT wij strijden gaan. (Lis.)

9.

Hart van Jesus , Grloriezonne !

Licht ons voor , stort zegen neer ,

Tot wij eens ter Liefdehronne

Rusten aan uw Hart, o Heer ! (bis.)

N⁰ 35. JESUS HART , ONS HEIL.

1.

Wie kan uw Hart aanschouwen

Zoo goddlijk mild en teer, En roemt niet vol vertrouwen

De liefde van zijn Heer ?

Als de uitgestorte regen

Stroomt ons irw liefde tegen. O Jesus , o Jesus , Jesus zegen mij. (bis.)

102

2.

Bij d' aanblik van de zonde In eigen hart ontsteld,

Spoed ik naar de open Wonde Waar 't godd'lijk heilbad welt,

Daar in nw purperplassen

Zal ik mijn vlekken wasschen, O Jesus , o Jesus , Jesus reinig mij. (hs.)

3.

Als de afgejaagde hinde

Versmacht mijn ziel van dorst;

Geef dat ik laafnis vinde Aan uw doorstoken borst;

Laat me aan uw boezem zinken En liefde uit liefde drinken. O Jesus, o Jesus, Jesus laaf gij mij. (bis.)

4.

Bedreigd van alle zijden,

Door satans heir benard,

Zoek ik bij 't moeizaam strijden Een rustplaats voor mijn hart,

Och dat ik vlugten kende In Jesus boezemwonde!

O Jesus, o Jesus, Jesus veilig mij, (bis.)

5.

In Jesus Harte wonen

Is 't hoogst begeerlijk lot;

Mij zij de troon der tronen De liefde van mijn God!

Daar, van uw glans omblonken , Van uwe vreugde dronken, O Jesus , o Jesus , Jesus zalig mij. (bis.)

103

N* 36- TER BERE VAN O- L V. VAN HET H. HART.

1.

Zaligst verkorene , — Heiligst geborene,

Vleklooze Moeder van 't goddelyk Hart !

Leidster der zwervenden , — Hope der stervenden, Toevlngt en liedster in allerlei smart!

Hoor onze beden - Ginds in Gods Eden,

Hef er uwe oogen voor ons naar Gods troon, ).. Toon er nw Hart aan liet Hart van uw Zoon.) ^IS'

2.

Opperst weldadige , — Altoos genadige,

Vleklooze Moeder van 't goddelijk Hart!

Wondervol krachtige — Door den Almagtige, Die ons door U tot een broeder een werd!

Hoor onze zangen, — Zie ons verlangen,

't Harte Gods te erven tot eeuwig genot, ) .. 't Harte te geven aan 't Harte van God. )

3.

Liefdevol gloeijende , — Zegenrijk bloeijende , Vleklooze Moeder van 't goddelijk Hart!

Hemelzoet minnende , — Allesverwinnende,

Wat ooit vijandig uw kinderen fcirt!

Hoor, hoe wc geven — Goed , bloed en leven, Moedig en zalig met ü in den strijd , ) ,. 't Harte van Jezus voor eeuwig gewijd )

4.

Hemelsch verhevene , — Vlekloos geblevene , Magtige Moeder van 't goddelijk Hart!

Toevlngt der lijdenden — Sterkte der strijdenden, Troost der bedrukten door satan gesard!

Lenig de smarten , — Rcof onze harten,

Voer ze ten hemel in onschuld en deugd, ) U en uw' Jesus tot eeuwige vreugd. )

104

Nquot; 37 KLAAGZANG

1.

Naast het kruis met schreiende oogen , Stond de Moeder , diep bewogen ,

Daar de Zoon te sterven hing. (è«.)

2.

O hoe droef, hoe vol van rouwe Was die zegenrijkste vrouwe

Om Gods ééngeboren Zoon ! (i/.v.)

3.

Wie kan, zonder meê tc weenen ,

Christus' Moeder liooren stenen ,

Daar zij met haar Zoon hier treurt ? (bin.)

4.

Voor de zonden van de zijnen Zag zij Jesus zoo in pijnen

En in wreede geeselstraf ; (iw.)

5.

Zag haar lieven Zoon zoo lijden,

Heel alleen den doodkamp strijden ,

Tot Hij Zijnen geest hergaf, (bis.)

6.

Geef, o Moeder ! bron van liefde ,

Dat ik voele wat u griefde ,

Dat ik met u mede klaag, (bis.)

7.

Dat mij 't hart ontgloei van binnen In mijn God en Heer te minnen ,

Dat ik Hem alleen behaag, (his.)

105

8.

Ach , dat ik de pijn gevoelde ,

Die uw lieven Zoon doorwoelde

Toen Hij stervend voor mij streed, (bis.)

9.

Met u onder 't Kruis te weenen ,

Met uw rouwe mij vereenen ,

Dat verlangt mijn weenend hart. (bis.)

10.

Maagd der maagden ! nooit volprezen , Wil nu niet mij tegen wezen ,

Laat mij treuren aan uw zij ;

U.

Laat mij al de wreede plagen En den dood van Christus dragen ,

Laat mij sterven zooals Hij ! (/jLi.)

12.

Laat mij , in Zijn Kruis verslonden ,

Laat Zijn wonden mij doorwonden,

Om de liefde van uw Zoon. (/As.)

13.

Dan, in wederliefde ontstoken ,

VVorde ik door u voorgesproken ,

Moeder ! voor Zijn rechtertroon.

14.

Maak , dat mij het kruis beware Dat dan Christus' dood mij spare ,

Dat Hij mij gena bewijs, (bis.)

15.

En als 't lichaam eens zal sterven ,

Doe mij dan de glorie erven

Van het hemelsch Paradijs, (bis )

106

Tïquot; 38. TER BERE DER MENSCHWORDING-1.

Gij die de zonne hebt gesticht Der zielen eeuwig koestrend licht, O Christus , die de wereld redt,

Aanhoor ons nederig gebed.

2.

Gij zaagt het menschdo'n in den nood , Ter prooi van satan en den dood :

En , met zijn droevig lot begaan ,

Bracht Gij den zondaar redding aan.

3.

üit 't heiligdom der zuivre Maagd Zijt Gij , Verlosser , opgedaagd ,

Om aan het Kruis , als ons rantsoen , Aan Uwen Vader te voldoen.

4.

Voor Uwe sterkte , voor Uw macht Buigt thans de knieën elk geslacht In aarde en Heemlen buigt het al Wat is , en was en komen zal.

5.

Gij , die met vreeselijk gezag Zult komen in den jongsten dag ,

O keer aan deze zij van 't graf Des duivels pijlen van ons af.

6.

Lof, kracht en glorie, te allen tijd Den Vader en den Zoon gewijd !

En ook den Trooster . hun gelijk , In 's Heeren Gods oneindig rijk.

107

N⁰ 39. TER ELRE VAN HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.

1. 2.

O Christen ! sterk Daar in dien krans

't Geloof, eu merk Der llemonstrans

Dit Liefdewerk , Is Christus gansch :

Waar God algoed Van brood eu wijn

Met Vleesch en Bloed Daar enkel zijn

Hij zelf n voedt. Gedaante en schijn.

(h'efrcm) Wees, o Jesu !

Die ons steeds nu Hier in 't vleesch U Bezitten doet,

O Jesu zoet Wees gegroet.

-trnzzsr-

108

JXTBELXjIEID

DEK

H. FAMILIE IN S. MATHIASKERK

TE MAASTRICHT,

bij haar XXVjarig beslaan.

18S2-1877.

i.

Laat de nieuwe zangen galmen ,

Die van dankb're liefde walmen ! Klinkt, o zilvren jubelpsalmen ,

Sint Mathias ruimten door !

Waar sinds vijf-en-twintig jaren , Christen leden zich vergaren ,

En hun lied met de Eng'len paren, ) ^ Als een heilig kinderkoor. )

(Koon.)

Nazareth ! o Nazareth !

Huis van arbeid en gebed,

Waar de Maagd met Joseph woonde , Waar zich Jesus' liefde toonde ,

Voor die uitverkoren Twee , ) ^

Deel ons Jesus' liefde mêe ! )

109

n

0 Maria ! Joseph ! Beiden Mocht gij Jesus' kindsheid leiden ! Heilig drietal nooit te scheiden ! Uwen naam , en beeld , sn leer Houden wij omhoog geheven Als het vaandel van ons leven ; öij blijft in ons hart geschreven ) Als der huisgezinnen eer ! ) (Koor). Nazareth ! o Nazareth !

III.

Joseph ! in wien de arbeid zegen Door uw Jesus heeft verkregen , U heeft God , door Pius Negen , Kèrkbeschermer ons gesteld ! Tot ons aller troost verheven , Parel van het huwlijksleven , Bruidegom der Maagd gebleven , ) Hoor het lied , dat ons ontwelt! ) (Kooii). Nazareth ! o Nazareth !

IV.

Schat van Christus' uitverkoor'nen Blanke lelie tusschen doornen ! Zondenvrij van de geboor'nen ! U , ontvangen zonder smet,

Zij ons feestlied opgedragen , Om uw harte te behagen En den Heer door ü te vragen , ) Dat Hij onze zielen redd'! )

(Koon). Nazareth ! o Nazareth !

110

V.

Jesus' Hart, vol zalig lijden ,

Wil in deze droeve tijden Ons van 't ongeloof bevrijden,

Griet Uw vlam in ons gemoed! Wil ons in dit aardsche leven , Trouw aan onze vaan gtbleven! Ware Christendeugdeu geven , ) ^ Stralend als een zonnegloed ! ) * (Koor ) Nazareth ! o Nazareth !

VI.

Wij , die 't schoonst Gezin vereeren, Met Paus Pius jubileeren ,

Vragen aan den Heer der Heeren : „Schenk uwe Bruid de zegepraal! Blijf ook Limburgs Bisschop sparen; Schenk hem nog een reeks van jaren! quot; Smeeken deze Christen scharen,) , In der liefde dankbre taal. ) ^M' (Kook.) Nazareth ! o Nazareth !

VIL

Drietal! U klinkt jubel tegen : Vijf-en-twintig jaren zegen Hebben wij van U verkregen ! Schitter voor ons hart en geest ! Dat uw heil vaan blijve zwieven, Opdat wij U steeds versieren En met Englen vreugde vieren)

Eens het gouden Jubelfeest ! ) ¹ ' (Koor.) Nazareth ! o Nazareth!

Ill

BLADWIJ ZE R.

J aarschriften..................2

Grevoelens van den H. Alphonsus, over de

christelijke Vereenigingen..... ^

Beknopte geschiedenis van de Aartsbroederschap der H Familie.......

Regels en verordeningen voor de Aartsbroederschap der H. Familie..... 24

Aflaten door Z. H. Pius IX aan de Aartsbroederschap der H. Familie verleend. . 21 Feestlied voor de Kerkelijke insielling'der

Broederschap................-.q

Beschermheiligen........ 31

I. Plegtige opiragt der nieuwe leden . . 32 II Oefeningen voor de wekelijkscht' bijeenkomst......'.....3,3

III. Barjelijhohe oefeningen voor de leden. 45

IV. Litanie der Allerh. Maagd en Moeder

Gods Maria ........

Litanie van den H. .1 oseph, beschermheilige der katholieke Kerk. ... 49 V. Gebeden voor de afgestorvene leden der Aartsbroederschap.........

---lt;x^,o

112

VERZAMELING VAN GEZANGEN.

Bladz-

N⁰ 1 Laudatepueri........57

2. Magnificat . . ,......58

3. o Groote God........60

4. Dat Jesus leev'........61

5. o Bron van leven , . .... 63

6. Welkom geheeten.......64

7. Mij n gastmaal is bereid.....65

8. De God-Mensch woont in mij . . . 66

9. Ik heb mijn' Jesus op mijn lippen.. . 67

10. Voor Jesus'Harte zinge. . . , . 68

11. Wie kan uw Hart genaken . , . . 70

12. o Moeder Gods !.......'lt;2

13. o Hemels Koningin.......74

14. o Beeld der schoone liefde .... 77

15. Maria , wees gegroet......78

16. Ik werp mij met vertrouwen ... 79

17. Wonderschoon prachtige .... 81

18. U , Zee Ster , zing ik lof. .... 83

19. Laat ons , Moeder van den Heer. . , 84

20. o Ja, ik min Maria veel en teeder . . 85

21. Maria leev'! wat glans en luister . . 86

22. Moeder des Heeren, 'k wilU \erecren. 87

23. Juicht nu blijde Sion's chooren.. . . 88

24. Heuvels, dalen, bosschen, velden.

25 Manas' beeld., te midden .... 90 26. o Maagd, o schoonheid nooit volprezen..... ......92

113

Bladz.

N⁰ 27. Dat Joseph leve ! vader van Jesus ,

onzen Heer....... . 93

-H. Dat Joseph leve ! dit is mijn harte-

kreet..........94

29. U, Joseph, wijd ik mijn zang. . . 96

30. Vreedzaam wandelt ster bij ster . . 97

31. Kerstlied, o Held re nacht. ... 97

32. Hulde aan het Kruis......98

3o-34. Toewijding aan Jesus H. Hart . . 100

35. Jesus Hart, ons Heil......101

36. Ter eere van O. L. V. van het

H. Hart. . ......103

37. Klaagzang.........104

38. Ter eere der Menschwording . . . 106

39. Ter eere van het Allerh. Sacrament. 107

40. Jubellied.........108