-ocr page 1-

mmmm

B

■ ■■■ É ' i

- m

i 1.

ISquot; i ^ 5 'i

-ocr page 2-
-ocr page 3-

Prijs 20 Cents.

DRIE KATHOLIEKEN,

OF

DE HEKKEN

F. TL WESTEEWOUDT, W. J. F. UUTEIS

J. A. ALBERDIMK THIJM.

BIBLIOTHEEK THEOLOGISCHE HOGESCHOOL

/3 ^

AMSTERDAM

-ocr page 4-
-ocr page 5-

DRIE KATHOLIEKEN,

OF

do Heeren

F. TL WESTEHWOUDT, W. J. F. ÏUTEÏTS,

J. A. ALBEEDIIGK THIJ1,

BIJ

DEN GEDENKDAG VAN 1 APRIL 1572.

ÜOOXÏ EE1V OPMERKER.

AMSTERDAM, F. X. MEYER. 1872.

-ocr page 6-

iiii

■ gt; ' :i-i' -rquot;'1 ' ' *' -«

iss

i

üfi I

fnrlriWffMfflTP

•v mm ■ * ■,-

t'i:-.,:/

I

K ■ ■ H ■

...

-ocr page 7-

M MAN VAN 'T MIDDENquot;.

Wat, wal heb je aan zoo'n middelman,

Zoo'n llaauwen vriend van alleman?

Wat maakt hij niet een gek figuur!

Hoe spot men met hem op den duur!

f s

Want de partij, die hij móét schragen,

Kan hem volstrekt maar niet verdragen.

in Kua rei

En de andre lui zien -va» aij-Hem slechts met wrevlend medelij. Of noemen zij hem soms hun vriend, 't Is omdat hij hun plannen dient.

Zoo'n lamme man,

Wat heb je er an?

Zoo'n weifelaar,

Zoo'n sukkelaar,

Zoo'n albedil,

-ocr page 8-

ti

Die zeil' aiel eens weet, wal hij wil!... Daarom hoe ook hel tij verloopt Zorg dal ge uw meening niet verkoopt. Wees niet inkonsekwent maar vrij En kies met de uwen flink partij.

Vrij gevolgd naar P. A. dl ütXESïET

-ocr page 9-

yilk geef ze voor wat ze zijnquot;.1)

I.

Gelukkig hij, die gelijk de Heer Westerwoudt, in het volle besef van zijn orlhodox Katholicisme; hoe nederig ook, toch ia het krachtige bewustzijn zijner waardigheid; beschenen door de zon der vriendschap van Hoeren leden der Amstcrdnmsche Commissie voor het Brielsche monument; (al hoewel zelf geen lid dier commissie en daardoor op zoo'n verheven, onzijdig standpunt geplaatst,) met bezadigdheid, in volle afgeronde termen, gelijk eertijds de Delfische orakels, den volke en zijn geloofsgenooten verkondigen kan, dat hij, ofschoon wars van het vele en zooveel bedervende geschrijf, het zich ten plicht maakt, toch niet jondoor-dachtquot; en op een «eersten indrukquot; af, de pen op te

1

Woorden van den lieer Westerwoudt, nit zijne onlangs verschenen brochure, bladz. 15.

-ocr page 10-

8

nemen, om zijne gevoelens, gedachten en denkbeelden , zoo maar vlosiveyquot;' ter neer te schrijven.

Gevoelens: hoe ontzeltend het hem gehinderd heeft, dat mannen als een Nuyens1) en Alberdingk Thijm, zich vermeten in hunne laatdunkendheid en overmoed, (die aan niets anders het ontslaan verschuldigd kunnen zijn, dan aan het jaren lang ver-waarloozen der beoefening van Nederl. Geschiedenis of letteren en aan hunne nietswaardige antecedenten) de slechte gewoonte te hehhen, van in alle zaken op maatschappelijk, politiek of godsdienstig gebied, de Katholieken te willen voorlichten, uitgelokt, o misbruikte verdraagzaamheid! door het steeds geduldige, verleidelijke, toegevende hooren en volgen van dezen.

Gedachten: dat ieder slechts van zich behoort te spreken.

Dat men alle opinie of individueele meeningen, zonder onderscheid, behoort te eerbiedigen.

Dat een nationaal feest behoort algemeen gevierd te worden.

Dat iedereen de verantwoordelijkheid van zijne handelingen, this ook van zijn geschriften, behoort te dragen.

1

Dr Nuyens, hoewel in de toepassing zich rekkelijk betoonende, blijft toch steeds tegen 1° April als den gedenkdag van een revolntionnair feit protesteeren.

-ocr page 11-

9

Dat men, hool'dzakelijk, alleen dan wanneer men gevraagd wordt rond voor zijne meening moei uitlvo-men, zonder gelijk hij, van zijn geloof een uithangbord te maken.

Dat God dank de schimmen zijner voorvaderen hem niet zullen komen verontrusten, als wij onze nationale dankbaarheid betoonen.

Gedachten: dat zeker ieder Katholiek zich wel mag rekenen afgevaardigd te zijn, om alleen in dit eene geval uit naam van ALLEN te spreken, als zij de minderheid in den Staat uitmaken, daarom meenen de verongelijkte partij te zijn cn dus niet zwijgen; in plaats van zoo als de Heer Thijm gelijk een eerste vechtersbaas, (te recht aldus door den Zeer Eerwaarden Hoog Geleerden Heer Professor de Bruyn genoemd) nooit geen kamp te geven en van zich af te bijten, als hij in zijn ernst het zich diets maakt, dat de Katholieken of hunne belangen aangevallen worden.

Denkbeelden. Hoe hij (de HeerW.) liever bijv. in eenzame heidenstreken, als dequot; herdershond om de kudde heen loopt, dan als de keffert, bijv. in onze gevaarlijke steden en op het erf, tegen alles wat hem verdacht is of voorkomt aan te slaan, en dat wanneer men eenmaal deze onvoorzichtigheid begaan heeft, het zaak is, om het vaste voornemen temaken zulks nooit, nooit meer te doen, zonder nogthands op blaam of

-ocr page 12-

10

nllennmst op lol' van dezen of genen partijman of onbe-vooroordcelde te lellen.

Dal lafheid (wel te verslaan) gebrek aan moed is.

Dal men niel moet veronderstellen, dal hij, of de Katholieken der commissie, dom, laf of onverschillig zijn; o! verre van daar, want qui s'excuserait, s'ac-cuserait, alleen, deze ellendige epilheta's vous donnent F cm barras du choix.

Dal iemand, die eene wetenschappelijke opleiding heefl ontvangen, derhalve —per se —■ knap is, en de vaderland-sche geschiedenis, allhands die bladzijde, grondig kent.

Dat die strijd onzer vaderen, hoe bloedig ook, zoo heerlijk mei den Munslerschen vrede geëindigd, ons Katholieken, vooral in dc eerste honderd vijftig jaren daarna, zooveel zegen en vrijheid bezorgd heeft; of wil men den veldslag ruim twee honderd jaren lang, laten voortduren, ons het gelukkige jaar 1813 en de brillante zege van Waterloo heelt verschaft, die ons eindelijk van alle verdrukking vrij maakten, hetgeen wij reeds in 1863 met zoo veel waarachtige eensgezindheid medevierden.

Denkbeelden: dat de Heer Alb. Thijmniet denken moei, dat hij voor ons eene autoriteit is boven de Brielsche en Amsterdamsche onpartijdige en onbevoordeelde commissiën.

Dal hel punt van kwestie of de spil waarom alle

-ocr page 13-

-11

opiniën in deze zich bewegen, eigenlijk niet de gebeurtenis van 4 April 1572 enz. is, want, dit historisch feit kan door Jan, Piet of Klaas naar goedvinden uitgelegd en beoordeeld worden.

Dat men de bevrijding van het spaansche juk als Katholiek gerust mede kan en moet vieren; immers, het drukte juist zoo zwaar op ons , omdat Philips aan zijn duur gezworen eeden getrouw moest zijn en de Nederlanders, die noch Katholiek, noch zijn onderdanen blijven wilden, daarom met geweld lol zijn ellendig begrip van hetgeen hun plicht was, wilde terug brengen, hoewel zij overigens, reeds onder do zoo gezegende regering van Karei V en in 't begin van de zijne, geheel naar Nederlandsche wellen en slatulen geregeerd werden.

Dat de tweede Paaschdag, ofschoon hel feest der opstanding en wedergeboorte, niet geschikt is om des Hecren Westerwoudts feest van het herboren worden des Vaderlands te vieren of daarover Gods mil-den zegen af te smeeken en Hem voor die enorme groote weldaden der laatste drie honderd jaren le bedanken.

Eindelijk, dat men nooit vooruit loopen moet, want ofschoon de viering van \ April 1572, eenige jaren geleden reeds, als een nationaal feest besproken werd, en de Brielsche commissie nu, alom in den lande, ter-

-ocr page 14-

12

slond hare circulaires tol deelneming van allen, aan dit nationale leest had rondgezonden, «scheenquot; het dat zoolang de vrienden van den heer W. niet in de Am-sterdamsche commissie hadden zitting genomen, het mouvement zich slechts tot den Briel zou bepalen en geen algemeen karakter zou krijgen.

Gelukkig daarom de heer Westerwoudt, en welk een dank zijn de Katholieken hem niet verschuldigd voor zijne belangelooze, geheel vrijwillige, onpartijdige voorlichting, voor zijne wijze lessen en herhalingen van hetgeen zij zoo gaarne van den kansel en in den biechtstoel vernemen, en hoe, naar zijn voorbeeld, een Christen leek eigenlijk zijn moet.

Warmen, haiielijken dank, dat ■hij zich, zooals aan bet hoofd van zijne ontboezeming, uit de door hem aangehaalde regelen van Vondels «Oranje Meiliedquot; blijkt, du haul de son piëdestal gewaardigd heeft, als een andere Leus ex machina tusschen beiden te treden, de ontstelde, aan bet wankelen gebrachte gemoederen door zijne ridderlijke eindbeslissing tot rust te brengen, en dien heer Alberdingk ïhijm zoo gevoelig te kastijden.

Heer, vergeef hem,, want hij wist niet, wat hij deed.

-ocr page 15-

II.

Welk eene ellendige, armzalige figuur maken hier tegenover de Heeren Nuyens en Thijm!

Door tegenstelling blijkt het teeds uil het vooral-gaande, hoe deze laatste met zijne domperige, midden-eeuwsche, verouderde begrippen van welvoegelijkheid, recht en billijkheid, geheel in strijd is met de moderne, bijv. reeds in Duitschland, met zooveel glans en kracht doorgevoerde opvattingen, en hoe hij niet schijnt te willen begrijpen, dat ook deze vooruitgaan en veranderen, alsof wat toen, in en voor drie-honderd jaren recht en billijk was, het nog kon zijn,

Hoe kibbelen zij niet zamen, omdat de strijdlustige Alberdingk, die er maar absoluut op staat van één

-ocr page 16-

u

stuk te zijn, met zijn uitramontaansche koppigheid den Heer Nuyens niet toe wil geven, om met staatsmanswijsheid in volgends hen (nota bene) principiële kwes-tiën, water in den wijn te gieten, of halfbakken, twee aangezichten te vertoonen. Hoe gelukkig, dat nu juist de Heer Westerwoudt vlocutus estquot; en zijn «possu-musquot; heeft uitgesproken.

Wat een domheid en een verwaandheid!

Hoe durven die Heercn nog met hun plakkaten, hunne geschiedkundige betoogen , hun doorslaande redeneringen aankomen, van den eenen kant zooveel vasthoudendheid, van den anderen, zooveel lafheid vertoonen!

Zou men er haast niet aan gaan twijfelen of zij wel katholiek zijn! In plaats van met beleid en met de meest mogelijke kort... pardon! voorzichtigheid, langzaam voort le gaan. — Zien zij dan niet, dal zij hunne carrière in den weg staan! En moet men niet verbroedering tot eiken prijs trachten te bereiken!

Ten slotte:

Wat den steller van dit vlugschrift zoo ontzettend gehinderd heeft, is het »ikquot; waarmede de Heer Alber-dingk Thijm in zijn * Misver standquot; van de eerste bladzijde af, tot bijna aan de laatste halve toe en de Heer Nuyens ongeveer altijd, hunne autoriteit willen doen gelden.

-ocr page 17-

Goddank, dat hij uitroepen kan, dal er nog »Man-nenquot; (gelijk de Heer Westerwoudt) gevonden worden.

Mochten er zijn, die de in deze regelen uitgesproken zienswijzé deelen, ik Lid hen, zij prijzen deze, of den Heer Westerwoudt niet. Zij is waarachtig niet lei-neer geschreven, om van wie ook, eenige de minste loftuitingen te erlangen, maar alleen om het bewijs te geven, dat er ook zijn onder de streng orthodoxe Roomschen (hoe onwaardig, behoor ik nogthands lot dezulken), die zoo gaarne zouden willen, dat daar zij allen dezelfde antecedenten hebben in godsdienst en geschiedenis, zij ook steeds eendrachtig, met ter zijdestelling van alle persoonlijke opvattingen, hetzelfde doel beoogden en hun een eenige, op den duur slechts mogelijke liefde verbond.

10 Feb.

-ocr page 18-
-ocr page 19-
-ocr page 20-