-•——-
Geschenk aan de lieve Kinderen,
die zich waardig tut iiunne EKRSTE HEILIGE COMMUNIE lurnstljtn boor tc bcïtibtit,
vuu eenen
Geestelijken Kindervrie;nd.
VENLOO, WEU. II. II. UYTTENIlIlOKCK
1877.
---
. gt;
0
De fierste lieili
jESCHENK AAN DE LIEVE j^INDEREN,
die zirli waardig
tot ljunne eerste beilioe Cfommuuic
VAN EENEN
VENLOO, WED. H. H. UYTTENBROECK, 1877.
Typis maudari permittitur.
P. J. H. HUSSEL, Ca», et Trof.,
ad hoc delegatus.
Hi: K.KJiuN D K 'J Novembris 1876.
Liene Kinderen !
Weldra zal voor u de sclioonsic en gelukkigste dag van uw geheel leven aanbreken, de ouvergetelijke dag namelijk, waarop gij voor dc eerste maal aan de heilige tafel het vlecsch en bloed van onzen Heer Jezus Christus, uweu Goddclijkeu Heiland zult ontvangen. Op dezen dag van blijde verwachting gaat gij de heiligste eu gewichtigste handeling van uw leven verrichten, van welke handeling dan ook grooten-deels uw eeuwig geluk zul afhangen.
Daar uw jeugdige leeftijd tevens een tijd is van lichtzinnigheid eu onbezonnenheid, zoo dient gij terecht met uwe geestelijke Herders, uwe leermeesters en uwe goede ouders bezorgd te zijn eu alle moeiten aan te wenden, om u op eene waardige wijze tot uwe eerste h. Communie voor to bereiden. Immers, welke zuiverheid van geweten, welke diepe en oprechte droefheid over uwe zonden, welk levendig geloof, welke vurige liefde, in één woord, welke uitmunteude gesteltenissen vergt de Goddelijke Zaligmaker niet terecht van een hart, in hetwelk Hij zich zelf gowaardigt eene woonplaats te nemen ?
4
Het is uit warme belangstelling voor uwe zaligheid, uit innige liefde voor uwe zielen, aan welke eene zoo groote gunst van den God-delijken Kindervriend gaat te beurt vallen, dat ik ook dit boekje heb vervaardigd, om u vooral tot handleiding in het verheven en gewichtig werk uwer eerste h. Communie te dienen en teveus om u de verklaringen en vermaningeu uwer zielzorgers, ouders en leermeesters, door het dikwerf nalezen dezer bladzijden, in lateren tijd bij uwe voorbereiding tot de h. Communie, levendig te herinneren.
Moge de liefderijke Heiland dezen arbeid zegenen, opdat hij eenigermate bijdrage om uwe verstandelijke begrippen meer en meer nopens het allerheiligste Sacrament van Jezus liefde op te helderen, en uwe harten meer en meer te stemmen tot die gevoelens welke do Zaligmaker, bij Zijne komst, van u verlangt, opdat dusdoende, uwe eerste h. Communie eene waardige zij, en mitsdien voor u de aanvang worde van een heilig leven op deze aarde, alsmede het onderpand van de ousterfolijke vreugden des hemels! Dit is de hartelijke weasch van uwen welmeenenden vriend,
I.
Verklaring van het Allerheiligste Sacrament des Altaars.
Wij lezen ia bet vi. hoofdstuk van den h. evangelist Joannes, dat de Zaligmaker ons beloofd beeft dit h. Sacrament in te stellen, toen Hij zeido ; „ Ftel brood, dat Ik u geven zal, is Mijn vlee.tch voor het leven der wereld. Die Mijn vleetsch eet en Mijn bloed drinkt, heeft het eeuwig leven, en Ik zal hem ten jongden, dage opwekken'. Ook bokraebtigde Jezus de waar-beid Zijner belofte, toen Hij alsdan sprak: „Foorwaar, Ik zeg u, zoo gij het vleesch van den Zoon des mens eken niet eet en, Zijn bloed niet drinkt, zult gij het leven in u niet hebbenquot;. (') Deze belofte werd door den liefderijken Heiland vervuld op Wittea-Donderdag, den vooravond van Zijn lijden, nadat Hij liet laatste Avondmaal met Zijne leerlingen bad genomen. Dit goscbiedde op oone zeer plechtige wijze. Jezus nam brood in Zijne heilige en eerbiedwaardige handen, verhief Zijne oogon ton hemel, dankte God, zegende het brood, brak bet en gaf hot aan Zijne leerlingen, zeggende :
(') Jo. vi, 50 eu volgende v. v.
6
„Neemt en eet, dit is Mijn lichaamquot;. Insgelijks nam Hij den kelk, zegende hem en zeide: „Neemt en drinkt er allen uit, want dit is de kelk van Mijn bloed, van het nieuw en eeuwig testament, een geheim des geloofs, die voor u en voor velen zal vergoten worden tol vergiffenis der zo/idenquot;, en Jezus voegde nog hierbij:
„Doet dit ter Mijner gedachtenisquot;.
De apostelen ontvingen, aten en dronken U nu het waarachtig iichaam en het waarachtig bloed van hunnen Goddelijken Heer en Moester, Jezus Christus-
Door do woorden: „Doet dit ter Mijner gedachtenisquot;, ontvingen zij tevens de macht om te „consacreerenquot;, dat is: door het uitspreken der woorden van de Consecratie die de Zaligmaker in het laatste Avondmaal uitsprak, het ( brood en den wijn te veranderen in het lichaam en bloed van Chrntus; daarenboven ontvingen zij het gebod van de h. Offerande der Mis op te dragen ter gedachtenis van de liefde en het.
lijden dos Zaligmakers, alsook van de h. Communie aan de geloovigeu uit te doelen, welke op hunne beurt, door deze zelfde woorden opgewekt worden om don Heiland in de h. Communie te ontvangen. ,
7
Wat is nu, volgens deze instelling van Jezus Christus, liet allerheiligste Sacrament des Altaars ?
Eeu sacrament van de nieuwe wet, in hetwelk onder de gedaanten van brood cu wijn, Jezus Christus zelf tegenwoordig is met ziel en lichaam, met vleesch eu bloed, met Godheid en metisch-heid, gelijk H ij thans glorierijk in den hemel is. ,y Het allerh. Sacrament des Altaars is eeu
waarachtig sacrament, omdat het de drie stukken, die tot een sacrament gevorderd worden, bevat, namelijk; hel uitwemlig teeken, in de gedaanten van brood en wijn; de instelling door Jexus Christus, in liet laatste Avondmaal, en de heilig makende genade, liet geestelijk voedsel onzer zielen, onder de godaauten van brood t en wijn, ons lichamelijk voedsel betoekond, eu ons
in den persoon van Jezus Christus, den Gever zeiven van alle genade medegedeeld.
Jezus Christus heeft dit sacrament ingesteld tot eene gedachtenis aan Zijne liefde en aan Zijn lijden, tot eene waarachtige spijs onzer zielen en tot eene gedurige offerande der nieuwe wet in de h. Mis.
Wanneer nu de priester te halfmis de woor-t den der Consecratie uitspreekt, welke de Zalig-
8
maker het eerst bij de instelling vau dit h. Sacrameut iu hot laatste Avondmaal heeft uitgesproken, dan worden door de kracht dier goddelijke woorden het brood en de wijn veranderd iu het lichaam en blood van Christus. Dan bemerkt men, wel is waar, nog do gedaanten van brood eu wijn, dat is, alles wat men uitwendig van brood en wijn ziet, ruikt, smaakt of voelt; maar liet wezeu eu de zelfstandigheid van het brood en den wijn ziju geheel overgegaan en veranderd in het lichaam eu bloed van Christus, die thans onder de gedaantou van brood en wijn, waarlijk, wezenlijk eu zelfstandiglijk met ziel en lichaam, met vleesch en blond, met Godhoid eu menschheid, gelijk Hij nu onlijdelijk en onsterfelijk is iu den hemel, gelijkelijk en gelijktijdig op aarde in dit aanbiddelijk Sacrament tegenwoordig is.
Deze hier bedoelde verandering wordt dooide h. Kerk genoemd „Tramsuhstantiatiequot;.
Jezus Christus, het Woord dor waarheid, de Zoon des eeuwigen Vaders, God, gelijk de Vr.dei en de H.Geest, die ons niet kan bedriegen en voor wien niets onmogelijk is, heeft het duidelijkgezegd : „Dit i.v Mijn lichaam, dit is Mijn bloedquot;, zoodater na
9
de woorden van de Consecratie nocli brood, noch wijn meer aanwezig zijn. Echter noemt men dit h. Sacrament soms nog „brood'quot;, omdat het, na lirood te zijn geweest, door de woorden der Consecratie in het lichaam van Christus werd veranderd. Zoo wordt ook de rnensch dof genoemd, omdat iiij uit stof der aarde door God is geschapen. Dat overigens het geloof aan de wezenlijke tegenwoordigheid van onzen lieer Jezus Christus door deze uitdrukking niet wordt gekwetst, blijkt genoeg 1. uit den apostel l'aulus ('), als iiij zegt; „ Wie dit brood onwaardig eet (namelijk het lichaam en bloed des ileereu), zal schuldig zijn aan hel lichaam en bloed van Chrislusquot;; en 2. uit de llaudelingou der Apostolen (2) zi('u wij, dat de eerste christenen met de apostelen volhardden „in de gemeenschap van het breken des broodsquot;, dat is, in het iiutten van liet lichaam des Heeren.
Wanneer nu de h. Hostie wordt gebroken, dan wordt enkel de gedaante van brood gebroken en geenszins het lichaam van Christus,
t1) 1 Cor. x(. J7.
{a) Act, Ap, ir, 42,
10
dat thans onlijdelijk en onsterfelijk is in den hemel. Wanneer de h. Hostie wordt gebroken, dan is Christus ook geheel onder alle deelea eu stukken daarvan tegenwoordig, en zoo iemand éene h. Hostie ontvangt en een ander bij vergissing in de h.Comnmnietwce heilige Hostiën zoude ontvangeu, dan ontvangen beide evenveel, namelijk denzelfden Meer Jezus Christus, die niet meer gedeeld kan worden. De Zaligmaker blijft zoolang met Zijne ziel en lichaam, vleeseh en blued. Godheid en menschheid tegenwoordig, tot dat de gedaanten van brood en wijn zijn verdwenen, hetgeen gewoonlijk na een kwartier uurs het geval is (om welke reden men dan ook dezen tijd aan de dankzegging na de h. Communie dient te besteden), terwijl vervolgens Jezus mot Zijne genade in de ziel verblijft, zoolang tot zij Hem door eone doodzonde vergramt.
Daar Jezus Christus gezegd heeft: „T)it is Mijn, lichaamquot;, zoo is dan ook Zijn heilig bloed onder de gedaante van brood, want een lichaam zonder bloed zoude een dood lichaam wezen. Christus is echter thans onsterfelijk en ondeelbaar. Waar Zijn lichaam is, is ook Zijn bloed, waar Zijn bloed is, is ook Zijn lichaam. Vandaar dat de h. Kerk, als zij om gewichtige redenen
11
daartoe aangespoord, het drinken ran het h. bloed uit den kelk aan de goloovigeu heeft verboden, hun nochtans onder do enkele gedaante van brood en het lichaam èn hel bloed van den Zaligmaker toereikt. Onder de vele redenen, waarom de h. Kerk de Coramunie onder de gedaante van deu wijn hooft verboden, stippen wij hier slechts aan, dat vele menschen eenen walg zouden hebben uit oenen gemeenzamen kelk te drinken, dat er bij groo-ten aandrang van communiaaten al liclitelijk iets van het h. bloed zou kunnen gestort worden, eindelijk heeft dit de h. Kerk ook willen doen om tegen de ketters te verklaren, dat Jezus Christus, thans verrezen en verheerlijkt zijnde. Zijn lichaam en bloed niet meer gescheiden kunnen worden, en dat Hij gevolglijk onder elke gedaante geheel en al tegenwoordig is.
Men noemt dit h. Sacrament:
„ Het allerheiligste Sacrament des Altaarsquot;, omdat Jezus Cliristus op het altaar, onder de gedaanten van brood en wijn, dooi de woorden van de Consecratie, tegenwoordig komt.
Veelal „de h. Communiequot; of Gemeenschap, Vereeniging der ziel niet Jezus Christus.
12
„Be Tuf el des Heerenquot; omdat onze TIeer Jezus Christus a;m deze li. 1'afel de ziel spijst 6ii zeil' de spijs is.
„De h. Offerandequot; omdat ook het vleesch eu blond van don Zaligmaker iu het h. mis-ofter aan God don Vader voor ons worden opgedragen.
Kindolijk ,Ju't h. / ialiruiti\ teerspijs of reis|ionning op don moeielijken weg naar deu hemel. Inzoult;lorhcid wordt deze naam gebruikt, waunecr een zioke, die in slcrvonsgevaar ver-keeri, voor de laatste maal van zijn leven, zijnen lieer en (iod tot sterking ontvangt op de reis naar de eeuwigheid.
Uitwerkselen der heilige Communie.
De zalige uitwerkselen eener loaardige h. f'oniinuiue, zijn vooral deze vier :
1. '/ij vereenigt ons innig met Christus;
9. Zij vermeerdert de heiligmakende genade;
)i. /.ij zuivert ons van do dagelijksche zonden, en
l'. Zij geeft ons vele bijzondere genaden om de deugd te beoefonon en ons voor zoude te bewaren.
13
1. Be waardige h. Communie vereenigt ons op de nauwste en innigste wijze met Jezus Christus. Men kan met Jezus Christus verocnigd zijn door liet geloof, indien men Hem zijn verstand onderwerpt en aan alle waarheden, die Hij veropenbaard heelt en ons door de h. Kerk voorhoudt, gelooiquot; hecht; men kan met Jozus vereenigd zijn, zoo men Hem zijn hart schenkt en Hem boven al bemint, maar het is vooral door do wezenlijke tegenwoordigheid van Zijn heilig vleosch en kostbaar bloed, dat het nauwst mogelijk verbond op aarde van eene ziel met haren God ontstaat, zoodat de h. Cyrillus dit eng verbond terecht aan de ondereensmelting van twee stukken was vergelijkt. „ Die Mijn vleesch eet, blijft in Mij en Ik in heinquot; zegt de Zaligmaker. (') Gelijk de gewone voedingsmiddelen, welke wij tot ons nemen, mot ons lichaam vereenzelvigd worden, zoo worden ook het vleesch en bloed van Jezus Christus in do h. Communie met ons vereenzelvigd, met dit onderscheid, dat onze gewone spijzen in onze zelfstandigheid overgaan, terwijl wij door do h. Communie in Jezus Christus veranderd worden.
^1) Jo. vi, 57.
14
Wij, geringe en zondige menschen, schier één hart, ééne ziel, één lichaam meer te zijn met Jezus, ouzen God, onzen Schepper, en het waardigste voorwerp van onze liefde! Welk geluk, welke eer voor ous! Hoe zoet, hoe aangenaam is hot niet voor ous te kunnen zegge n: „.Tezus, de welbeminde mijner ziel, behoort aan mij eu ik aan Hem. Tk leef niet meer, maar Jezus Christus leeft iu mijquot;. Het hart van Jezus klopt in mijn hart, het h. bloed van Jezus doorstroomt mijne aderen, de ziel van Jezus woont in mijne ziel. Wij nemen deel aan de Godheid van Jezus, aan Zijnen roem, aan Zijn geluk, aan Zijn leven. Immers heeft Hij gezegd : „Die Mijn vleesch eet, heeft het eeuwig leven. Gelijk Mijn Vader leeft, en gelijk Ik leef door Mijnen Vader, zoo zal ook hij die Mij eet, door Mij levenquot;. (') Is het dan te verwonderen dat de vrome cliris-tenen zoozeer naar de h. Communie verlangen en met David uitroepen: „Mijne ziel, o Heer, versmacht naar U, als een dorstig hert, dat haakt uaar de wateren der fonteinen; wanneer zal ik het geluk hebben voor uw aanschijn te komen en ueder to zitten aan uwe h. Tafel ?quot; T*} .lo. yi, 58.
15
De brandende liefde van Jezus die het liefdevuur op aarde is komen ontsteken, doorgloeit hun hart, als zij in de h. Communie met Jezus zijn veroenigd ; ja, dan zelfs wordt dit ellendig tranendal voor hen een ware bemel, vooral, wanneer zij, iu hunneii levenswandel de voetstappen drukken van Jezus, die het leven, de ziel, ja, het wezen zelf des hemels is.
2. De waarditje h. Communie ver meerdert en versterkt in ons de heilig ma kende genade, die het sieraad en het leven onzer ziel is. Wanneer de Zaligmaker Zijne intrede hoeft genomen in de ziel, die Hij bemint, dan spreekt Hij gemeenzaam tot haar hart, Hij leert haar, troost haar en opent haar de hemclsche sehatkiat Zijner genaden en verlichtingen. Vaak, wel is waar, lieve Kinderen, zult gij wellicht dezen troost des Heeren niet op eene gevoelige wijze ondervinden ; dit kan zijn, maar dan leeft gij toch van het leven der genade, dat u iu de h. Communie is medegedeeld; gij groeit aan voor Gods oog, even ais de mensch lichanielijk aangroeit, zonder het te welen. En moet dan niet reeds de enkele gcdaclite, dat men Jezus in het hart bezit, het grootste geluk van oen christen, die gelooft, uitmakeu ?
16
Dikwerf ook berispt rle Zaligmaker onze ziel, Hij vernedert haar, ja. Hij vernietigt haar, dikwerf zwijgt J«zus en laat Hij zich niet vernemen, maar alles, zelts Z.ijue gestrengheid en Zijn stilzwijgen, brengt er toe hij om het geestelijk leven der lieiliginakciide genade in ons te onderhonden on te volmaken. Van daar de. onafgehroken heilighc.id en dc stielil.cnde levenswandel, welke wij bewonderen in do zielen, die dikwerf en waardig commnniccoren.
•i. De loiKii'diiji' h. Coiiniinide zuioert ou.s dr chiyelljkxche zonden. „Men kan niet twijiclenzegt dc Catechisniiis der Kerkvergadering van Trontc, „dat do h. Communio de diigelijksche zonden uitvvischtquot;, on „dit doet zij, zegt de h. Anihrosins, zooals liet dagelijksoh brood de dagclijksche zwakheden van ons lichaam herstelt.quot; Doze vergiffonis geschiedt door de eigen kracht van dit allerh. Sacrament, zoo men slechts niet aan deze dagclijksche louton gehecht zij. Do h. Communie verwekt in ons levendige govoclons van berouw cn van lieldc tot Jezus Christus, eu deze liefde, wanneer zij ook slechts onvolmaakt is, strekt tot vergiffenis onzer dagclijksche Ibutcn. „Zoo iemandquot;, zegt de h. LaurenUns Justinianus,
17
„verkwijnt van. uitputting; zoo iiij, afgemat door den strijd dus levens, verlangt wat uit te rusten en zich te versterken, o dat hij dan met geloof en vertrouwen het lichaam van Jezus Christus ontvange en oogenblikkelijk zal hij nieuwen moed en kracht gevuelcn.quot; „Neemt uwe toevlucht tot het h. Altaargeheim; gij zult door die bron van lichtquot;, zegt do h. Joannes Chrysostomus, „verlicht worden, ou in u zeiven keeren ; gij zult al uwe krachten terug krijgen en uw hart zal op nieuw in Helde tot God ontvlammen.quot;
-i. De waardige h. Communie geeft ons vele bijzondere genaden om de deugd te beoefenen en om can zonde te bewaren. Een zoo edelmoedige bruidegom als Jezus Christus blijft in zijne milddadigheden niet stil staan. Ja, in dezen hemelschen maaltijd, waarin Hij al Zijne goederen aan de vrome ziel mededeelt, spreekt Hij tot haar als do bruidegom tot zijue welbeminde bruid: „Wat wilt gij dat ik voor u doe P Al het mijne, is ook het uwe!quot; Vreest dan enkel, lieve Kinderen, geen genoegzaam gebruik te maken van do schatten dor genade, waarmede Jezus de zielen die Hem beminnen, wil verrijken. Vraagt hem dau,
18
wat voor uw geluk dienstig is, vraagt Hem wat u zalig is, vraagt Hem met liefde en vertrouwen en gij zult vau Hom verkrijgen. Lieve Kinderen ! vraagt Hem een rein hart, eeuen ootmoedigen en gehoorzamen zin, een onschuldig gemoed, een tong zonder vaischheid of veinzerij. Vraagt Hom zonder ophouden. Gij hebt wellicht weinig aanleg voor do studio, weinig zin tot den arbeid, groute hoofdfouten, hevige bekoringen, maar de alwijze, de algoe-de en almachtige God rust in uw hart. Hij zal u helpen en bijstaan op den weg van plichtbetrachting en deugd.
Wij worden, helaas! allen geboren niet eene lievige neiging tot het kwaad ; deze neiging is als oen vergift, dat zich door de erfzonde iu onze gohcele natuur verspreid heeft. He h. Communie bevrijdt ons, wel is waar, niet geheel van dil, vergif!, maar zij vermindert toch de schadelijke hoedanigheden daarvan, en derhalve zegt de h. Kerkvergadering van Trente „dat do li. Commuuio een tegengift is voor de doodzonde en de genezing der ilage-gelijksche foutenquot;. (')
(!) Sess. 13, 2.
19
De heilige kerkvaders Cyrillus, Cyprianus eu Clirysosionms (') leggen cms uit, hoe door dit heilig Sacramcnt de ziel wordt afgetrokken van het kwaad eu tot het goed aangedreven. „Wanneer Jezus Christus tot ons komt dooide h. Communiequot;, zegt de eerste, „dan verzwakt Ilij de wreede driften, die in ons heer-schen, eu ons tot de zoude doen neigen, eu Hij geneest do wonden, die ons door de vorige zonden zijn toegebracht.quot; „Hijquot;, zoo spreekt de h. Cyprianus, „die door de Kerk niet is gewapend, is onbekwaam tot het martelaarschap, en de ziel, die het h. Sacrament des Altaars niet ontvangen heeft., bezwijkt.quot; Eindelijk voegt er de h. Chrysostomus nog bij: „Hot goddelijk bloed doet hot beeld van .lezus Christus in ons schitteren, het geeft do schoonheid en den adeldom aan onze ziel en belet haar, door haar te voeden, in kwijning te vervallen. Dit goddelijk bloed is de zaligheid der ziel, het zuivert haar, het versiert haar, het maakt haar vurig en glansrijk als het goud en het vuurquot;.
Zelfs zal de Zaligmaker niet dulden dat ook
{'; Apud P. F. Arch. Vendricx, Serm. t. iv, p. 267.
20
ous lichaam — wel is waar, het geringste dool van ous wezen, maar dat ccuo eerewoning is geweest voor don Koning van glorie — voor altoos onder het bederf van het graf verblijve, want de Christenen, die hot heilig Lichaam van hunnen Zaligmaker, don Overwinnaar van dood en graf, hebben ontvangen, mogen met alle gerustheid zeggen: „It weet dat mijn Verlosser leeft, dat ik op don jongston dag uit de aarde zal opstaan en Hem zien, die mijn God is, ia hetzelfde vloesch, dat met Zijn h. vleosch is gevoed geworden. Deze hoop is in mijnen boezem weggelegd en zal met mij slapen in hot graf tot den ilag dor opstanding voor het eeuwig loven en do gelukzalige aanschouwing van Godquot;. De h. Communie is immers, volgens de nitdrukkolijko belofte van Jezus, hot onderpand van do zalige verrijzenis en van hot eeuwig leven. Want Hij hoeft het gezegd : „Die Mijn vleesch eet en Mijn blood drinkt, hooft het eeuwig loven, en Ik zal hem op den jongston dag doen verrijzenquot;. (') „Jaquot;, zegt do h. Cyrillus, „omdat Jezus Christus door Zijn h. vleesch in ons is, zoo is het zokor dat wij eens verrijzen zullen.quot;
(') Jo. vi, 55,
21
Ziedaar, lieve Kinderen, de voortreffelijke en zalige uitwerkselen der h. Communie in do zielen van hen, die zo waardig ontvangen. Wat in daarentegen eene onwaardige Commwiie ?
Onwaardig en hoiligscliendend is de Communie van een kind, dat door gebrek aan go-noegzaam gewetensonderzoek of door vrijwillig verzwijgen van eene doodzonde, eene slechte , biecht heeft gesproken. Ook wanneer
een kind de h. absolutie ontvangt zonder rechtzinnig berouw over zijne zonden of zonder een vast voornemon vau zijn leven te beteren.
Eene zulke Communie is 1. De snoodste ondankbaarheid. Het rampzalig kind, dat eene onwaardige Communie doet, wordt een andere Judas; het verraadt gelijk Judas den Zoon Gods door eenen kus, het wordt een beul van Jezus Christus, het verheft in zijn hart eenen Calvarieberg, waarop het Jezus op nieuw kruisigt en doodt. En dat nog wol in don oogen-blik dat het van zijnen teedorhartigston God het grootste bewijs van liefde ontvangt 1... Is er wel schandiger ondank en grootere trouweloosheid denkbaar ?
De onwaardige Communie is 2. Het vree-
20
aelijkst ongeluk. Eeu kind, dat, onwaardig tot. de Tafel dos Heeren nadert, eet eu drinkt zijn eigen oordeel en verdoemenis, het wordt de vijand en verworpeling van (iod, de slaaf des duivels, verstokt dikwijls in de boosheid en geraakt in groot gevaar, gelijk de verrader Judas, in wanhoop te vallen en iu den afgrond der hel te storten. Ts er wel een beklagenswaardiger lot te vreezen? God behoede u allen, lieve kinderen, voor zulke boosheid en dusdanig ongeluk, die niet genoeg door eeuwige tranen zouden kunnen beweend worden. Besluit echter niet hieruit, lieve Kinderen, dat. iemand die eene onwaardige Communie zon hebben gedaan, moet wanhopen aan zijne zaligheid! De barmhartigheid Gods is immers oneindig. Wanneer gij met een waar berouw en een vermorzeld hart uwe zonde belijdt, dan zal bet dierbaar bloed van Jezus Christus nogmaals uwe groote boosheid afwassehen. Het blijft echter waar, dat iemand, die zich aan eene heiligsehendonde Communie heeft plich-tig gemaakt, dikwijls niet in zich keert, waarom gij dan ook de uiterste voorzichtigheid moet gebruiken om doze schrikkelijke euveldaad te
vermijden. Dit, zal het, best geschieden door eene goede voorbereiding tot, de h. Connnimie.
Voorbereiding tot de h. Communie.
Toen de koninklijke profeet David eenen tempel voor God wilde bouwen, zeide hij: „Groot is dit werk, want het is niet voor eeneu meusch, maar voor eenen God, dat wij eene woning gaan bereidenquot;. (')
De h. Communie is niet alleen een groot werk, maar zelfs het grootste en heiligste werk dat de menseh op aarde kan verrichten; er is dus ook geen werk, dat eene naarstiger voorbereiding vcreischt. Verder moet er ons zeer veel aan onze voorbereiding gelegen zijn, omdat de genaden, die wij door de h. Communie verkrijgen, met deze voorbereiding in evenredigheid staan.
Er is eene verwijderde, eene naaste en eene onmicldelUjke voorbereiding lot, dc h. Communie noodig.
De verwijderde voorbereiding omvat ons verstand en ons hart. Ten opzichte van het verstand bestaat deze voorbereiding hierin, dat
(l) l Paralip. 29, I.
20
ous lichaam —- wel is waar, het geringste deel van ons wezen, maar dat ecuc eerewoning is geweest voor den Koning van glorie — voor altoos onder het bederf van het graf verblijvc, want do Cliristcncn, die het heilig Lichaam van hunnen Zaligmaker, den Overwinnaar van dood en graf, hebben ontvangen, mogen met alle gerustheid zeggen: „Ik weet dat mijn Verlosser loeft, dat ik op don jongsten dag uit de aarde zal opstaan en Hem zien, die mijn God is, iu hetzelfde vleosch, dat met Zijn li. vleesch is gevoed geworden. Doze hoop is in mijnen boezem weggelegd en zal met mij slapen in het graf tot den dag der opstanding voor liet eeuwig leven en de gelukzalige aanschouwing van Godquot;. De h. Communie is immers, volgens de uitdrukkelijke belofte van Jezus, hot onderpand van de zalige verrijzenis en van het eeuwig leven. Want Hij heeft het gezegd : „Die Mijn vleesch eet en Mijn blood drinkt, heeft het eeuwig loven, en Ik zal hem op den jongsten dag doen verrijzenquot;. (') „Jaquot;, zegt de h. Cyrillus, „omdat Jezus Christus door Zijn h. vleesch in ons is, zoo is het zeker dat wij eens verrijzen zullen.quot;
(') Jo. vr, 55.
21
Ziedaar, lieve Kindereu, de voortreffelijke eu zalige uitwerkseleu der li. Communie in de zielen van hen, die ze waardig ontvangen. Wat is daarentegen enne onwaardige Communie ?
Onwaardig en heiligsclieudeud is de Communie van een kind, dat door gebrek aan ge-noegz!uim gewetensonderzoek of door vrijwillig verzwijgen vau eene doodzonde, eeue slechte biecht heeft gesproken. Ook wauneer een kind de h. absolutie ontvangt, zonder rechtzinnig berouw over zijne zonden of zonder een vast voornemen van zijn leven te betereu.
Eene zulke Communie is 1. Be snoodste ondankbaarheid. Het rampzalig kind, dat eene onwaardige Communie doet, wordt een andere Judas; het verraadt gelijk Judas den Zoon Gods door eeueu kus, het wordt ecu beul van Jezus Christus, het verheft in zijn hart eeueu Calvarieberg, waarop liet Jezus op uieuw kruisigt en doodt. En dat nog wel in den oogen-blik dat het van zijnen teederhartigstcn God het grootste bewijs van liefde ontvangt !... Is er wel sehandiger ondank en grootere trouweloosheid denkbaar ?
Üe onwaardige Communie is 2. üet vree-
23
selijkst ongeluk. Een kind, dat. onwaardig tot, de 'l'afel des Heeren nadert, eet en drinkt zijn eigen oordeel en verdoemenis, het wordt de vijand en verworpeling van God, de slaaf des duivels, verstokt dikwijls in de boosheid en geraakt in groot gevaar, gelijk de verrader Judas, in wanhoop te vallen eu in den afgrond der hel te storten. Ts er wel een beklagenswaardiger lot te vreezen? God behoede n allen, lieve kinderen, voor zulke boosheid en dusdanig ongeluk, die niet genoeg door eeuwige tranen zonden kunnen beweend worden. Besluit echter niet hieruit, lieve Kinderen, dat iemand die eene onwaardige Communie zon hebben gedaan, moet wanhopen aan zijne zaligheid! De barmhartigheid Gods is immers oneindig. Wanneer gij met een waar berouw en een vermorzeld hart uwe zonde belijdt, dan zal het dierbaar bloed van Jezus Christus nogmaals uwe groote boosheid afwasschen. Het blijft echter waar, dat iemand, die zich aan eene heiligscliendende Commuuie heeft plich-tig gemaakt, dikwijls niet in zich keert, waarom gij dan ook de uiterste voorzichtigheid moet gebruiken om deze schrikkelijke euveldaad te
23
vermijden. Dit zal het. best gescliieden door eeno goede voorbereiding tot de b. Communie.
Voorbereiding tot de h. Communie.
Toen de koninklijke profeet David oenen tempel voor God wilde bouwen, zeide bij: „Groot is dit werk, want bet is niet voor eenen menscb, maar voor eeueii God, dat wij eene woning gaan bereidenquot;. (')
De b. Communie is niet alleen een groot werk, maar zelfs bet grootste en beiligste werk dat de menscb op aarde kan verriebteu; er is dus ook geen werk, dat eene naarstiger voorbereiding veroisebt. Verder moet er ons zeer veel aan onze voorbereiding gelegen zijn, omdat de genaden, die wij door de b. Communie verkrijgen, met doze voorbereiding in evenredigheid staan.
Er is eene verwijderde, eene naaste en eene onmiddellijke voorbereiding tot de b. Communie noodig.
De verwijderde voorhereidiny omvat ons versland en ons hart. Ten opziebte van het verstand bestaat deze voorbereiding hierin, dat
(l) l Paralip. 29, 1.
men goed zijnen catechismus kenne eu vooral de lessen van do h. Biecht en van de h. Communie grondig bozitte; eu ten opzichte vau het /tart, dat men zich geheel tot God bekcere, veel en vurig bidde en do oneindige liefde des Zaligmakers, die zich geheel en al aan zijne zondige schepseleu wil geven, met wederliefde trachte te vergelden. (')
])e naaste voorbereiding moet geschieden naar de ziel en naar het lichaam.
De naaste voorbereiding naar de ziel bestaat hierin ; 1. Dat men vrij weze van doodzonde. (-) 2. Dat men geheel doordrongen zij van een levendig geloof aan de wezenlijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in het allcrh. Sacrament, onder de gedaanten van brood en wijn. En om aan de heilzame uitwerkselen der h. Communie meer en meer deelachtig te
(') Meu kan in de negen voorafgaande dagen tot de 1. h. Communie, met veel geestelijk voordeel de bij de uitgeefster dezes gedrukte en alom verspreide „Novene voor kindereu die zieh waardig tot hunne eerste h. Conirannie wensehen voor te bereiden, door G. H. Leus, Dir. der Normaalschool te Rolducquot;, 8. druk, gebruiken.
(») Zie rniju werkje „De h. Biechtquot;, bij de uitgeefster dezes herdrukt.
25
Wonion, moot men zich 3. Ook trachten to miii'jjen van do gohool vrijwilliga dagelijkscho zoiidon cu zij no ziel met ilougtlon versiereu.
Do naaste voorbereiding volgens het lichaam is hierin gelegen, dat men 1. Nuchter zij van alquot; middomaeht, dat heet: men mag van af middernacht noch spijs, noch drank genoten hebben. Men breekt echter den nuchtereu niet door spoeksclinhaliug, door het inhalen van iets met ademschopping, of wanneer men onvrijwillig do overblijfselen der spijs, die in don mond of in de tanden zijn verbleven, doorslikt, of enkele na de mondspoeling overgebleven druppels water mot het speeksel vermengd, inneemt.
Ton 2. moot men, volyens zijnen slaat, rein en eerbaar gekleed zijn.
De onmiddellijke voorbereiding tot de h. Com-munie bestaat hierin: 1. üat men zich 's avonds van te voren en des morgens vóór de h. Communie inc/etogen godrage; dat men alsdan slechts bozig zij met de verhevene han-doling die men gaat verrichteu en met inwendige vreugde hot bezoek van den zielenbruide-gom verbeide.
2. 0/3 den dag selven dor heilige Coinmunie,
lioude men zich bezig met betrachtiugeu eu oefeuiageu vau goiot)f, hoop, liefde, verlangon en ootmoed, welke wij hier lateu volgeu.
Overweging vóór de h. Communie.
1. H ie n ya ik ontvangen? Het is mij a God, do ydicppcr vuu liet heelal, dieu hemol eu aarde uiet kuuueu bevatten, de oueiaditr Heilige, de oneindig Zuivere, do Almachtige, voor wiens aanschijn de hemclsche Geesten zicli diep neerbuigeu eu sidderen; hot is mijn Verlosser eu Zaligmaker, die voor mij is gekruisigd, die Ziju bloed voor mij vergoten lieeft en mij zoo zeer heeft bemind, dat Hij heeft willen sterven om mij vau de hel, die ik verdieud had, te bevrijden!....
Mot wolken eerbied, met welke liefde moot ik Hem dan niet ontvangen?
2. Wie ben ik, die een zoo yrouten en zoo t/oeden God ga ontvangen ? Eeu zwak kind, eeu ellendig schepsel, een arme zondaar, die den goeden God reeds zoo dikwijls heeft beleedigd. Nochtans wil de liefderijke Jezus zich uiet vau mij verwijderen, maar mij bezoeken, iu mijn hart wonen eu mijne ziel met Zijue weldaden overladen!....
Met wolke dankbaarheid, met welke ooimoe-digheid moot ik Hem. dan niet oul,vangen?
3. Waarom hond die goede God tot mij? Om mij te heiligen, om mij met Zijne hemelscho gavftii te verrijken, om mij te troosten in de ramjicn dei levens, om mij te sterken in de bekoringen en do gevaren van mijne ziol. Ik boliool' sleclita te vragen en Hij zal mij alles geven, daar Hij zich zelven aan mij geeft, zal Hij mij ook niets meer knimou weigeren.
Hou onrig moeten mijne verlangens en gebeden dau niet zijn?
(Leos uii laugzaain, met aandacht eu god-vluchtigheid de volgende)
Oefeningen vóór de heilige Communie.
OEFENING VAN GELOOF.
Thans is het eeuwig gezegende uur geslagen, dat ik zoolang verwacht heb, waarop ik (voor do eerste maal) tot de h. Tafel dos Hoeren mag naderen, waarop ik het levend brood, dat uit den hemel is nedergedaald, het allerh. lichaam en bloed van inijiien Verlosser Jezus Christus, zal ontvangen. O beminnenswaardige Jezus! Hoe kan ik U genoegzaam danken voor de oneindige en onbegrijpelijke
liefde, waarmede Gij mij bemind licht.. Gij /.ijl oui mijnentwille op do wereld gekomen en meiisch geworden; Gij licbf. de iasteii gedragen van een inociolijk eu komnioryol leven; (Jij lu-,bt den smaiielijkea dood ondergaan, opdat ik eeuwig zonde leven en eeuwig zoude zalig zijn. Gij hebt mij bemind en U voor mij gegeven, niet sloelils tot bet lijden en den dood, maar ook tot spijs mijner /.iel en ojn tot liet einde der wereld bij ons te verblijven. Met een levendig geloof berdenk ik Uwe oneindige en tiedere liefde, vooivil toon do vooravond van Uw lijden en Uw afscheid van deze wereld was ; angebroken. Ik /.ie U in den geest met Uwe leerünj-en aan tafel
O O
zitten om met bon het laatste Avondmaal lo vieiei); toen naamt Gij brood, dauktet God, zegendet het brood, gaaft het aan Uwe leerlingen en zeidet ; „Neemt en eet, dit is mijn lichaamquot;, ook 7,00 naamt {Jij don kelk en spraakt: „Drinkt er allen uit, dit is mijn bloedquot;, en Gij geboodt tevens aan Uwe leerlingen dit te doen te Uwer gedachtenis!... Wie kan de diepte Uwer wijsheid en de verbeveuheid Uwer almacht begrijpen? Wie kan do afgronden Uwer oneindige liefde peilen?
29
Geen monscli op aarde; inmiddels geloof ik vastelijk aan Uwe goddelijke en onfeilbare woorden.
Ik geloof dat (gt;lj waarlijk Gods Zoon en ons levcv.d hcmelsbrood zijt.
Ik geloof dat. Gij in het allerheiligste Sacrament dos Altaars met lichaam en ziol, met vlocsch en blood, met Godheid en mcnschhcid waarlijk en wo/.oulijk tegenwoordig zijt.
Ik geloof dat uw lichaam waarlijk spijs en Uw bloed waarlijk drank is.
Ik geloof, o lieer Jezus Christus, dat ik (heden, voor den eersten keer) Uw lichaam rn bloed aan de h. Tafel zal ontvangen.
l)il alles geloof ik, omdat Gij, die de eeuwige waarheid en wijsheid zijt, zulks gezegd hebt; Gij hebt de woorden des eeuwigen levens; Uw woord is oneindige waarheid, het kan mij niet bedriegen en derhalve geloof ik aan Uw woord. O Jezus! Gelief mijn geloof te vermeerdereu !
OEFENING VAN HOOP.
Met dit va:-t geloof nader ik tot uwe h. Tafel, o Heer, waar Gij mij met Uwe genade wilt vervullen, hetgeen ik dan ook met een onwrikbaar vertrouwen van U verwacht. Toen
30
Gij nog op deze aarde vertoefdet, waart gij zoo vrioudelijk cn goedig jegens do kinderen; Gij liet hen tot U komen en hebt hen gezegend ; Gij waart do liefderijkste Kindervriend en wilt het ook nog heden voor mij zijn. Ik hoop dan ook op Uwe goedheid en Uwe beloften. Ik mag ook alles van U hopen, want Gij zijt de Almachtige; Gij zijt ook de Allergetrouw-sfe, want Gij vervnlt steeds nvve beloften ; Gij zijt ook de Allerbeste, want Gij geeft gaarne en met vreugde wat Gij otis beloofd hebt.
O Jezus ! bevestig mijne hoop !
Gij hebt gezegd : „Mijn vlecsch is waarlijk spijs eu mijn blood is waarlijk drankquot;. Ik hoop dat Gij door Uw vleeseh en bloed mijne ziel tot de uitoefening van liet goede znlt versterken !
Gij hebt gezegd : „ Wie Mijn vlecsch eet on Mijn bloed drinkt, blijft iu Mij en Ik in homquot;; ik hoop dat Gij in mij ou ik in U zal verblijven !
Gij hebt gezegd : „Wie Mijn vlecsch eet cn Mijn bloed drinkt, heeft het ecu wig leven on Ik zal hom in den jongsten dag opwekkenquot;, ü Jezus, ik hoop aan do vervulling dezer belofte deelachtig te worden !
31
Gij hebt gelegd ; ,, 1 gt;io Mij eet, zal otn mij-nentwille leven ; die dit brood eet, zal leven in eeuwigheidquot;. Tk zal steeds deze hoop in mijn hart bewaren, o mijn Heer en God, ik vertrouw op Uwe almacht, getrouwheid en goedheid, en ik zal in eeuwigheid niet beschaamd worden. O Jezus! gelief mijno hoop te bevestigen !
OEFENING VAN LIKFDK.
C) Jezus, vermeerder mijn geloof, bevestig mijne hoop, maar ontvlam ook mijn hart met Uwe liefde, opdat ik liefdevol tot TI nadere, II hoven alles nit geheel mijn hart en uit al mijne krachten beminne; IJ, die uit liefde tot mij, het bitter lijden en den schandelijksteu dood hebt verdragen. Ik verkondig Uw lijden en dood wanneer ik tot Uwe h. Tafel nader. Gij hebt het h. Sacrament van Uw vleesoh en bloed tot herinnering vanUw lijden en sterven ingesteld en ons vermaand, dat wij het tot Uwe gedachtenis zonden ontvangen. O, mocht ik mij dan op dit oogenhlik Uwe liefde en Uw lijden dankbaar herinneren ! Gij hebt mij bemind en U voor mij overgeleverd, ja, overgeleverd aan deu doodangst in den hof van Ulijven, aan uwe verbitterdsto vijanden, aan
.
82
fie gcvooligsto sjjoltornijon, nan d i bloedige geoseliiig, fmu do wrcede krouiiiir met doornen. Ik zie TJ, minnelijke Jezus, voor mij geslagen, bespol, gewond, verscheurd, met bloed bevlekt, als een ellendige ivonn voiplctterd en vertreden, — nog is dit alles voor Uwe liefde niet genoeg; (iij licht U nog vernederd toi den smaad- en snui rlvo'lcti kruisdood; boladen met üw zwaar kruis, gaat Gij als ecu onschuldig lam t. r siaclilbank ; Gij wordt mot handen en voeten aan het kruis genageld, tusscheu hemel on aarde te midden van twee moordenaars opgeheven, met versmaadheden overladeu; Gij sterft eindelijk uit liefde tot mij, van God en de menschen verlaten! En zoude ik U op mijne bourt geeno wcdcrliefle sehenkon ?.. ..
O Jezus! mijn God. mijn Iteilaud ou mijn alles! Ja, ik bemin U uit geheel mijn hart, uit geheel mijne ziel en uit al mijne krachtco.
Ik bemin IJ, omdat (iij uit liefde tot mij gestorven zijl, en omdat Gij U uit liefde tol mij in het allerh. Sacrament des altaars t-it spijs mijner ziel hebt gegeven.
Ik bemin U, omdat (iij uit liefde lot mij altoos in dit heilig Sacrament wilt verblijven.
Ik bemin U, omdat (iij mij, door liet
33
waardig otitvangou van Uw vlecsch en bloed het eeuwig Jovcu verzekert.
Ik bomiu U, omdat Gij mij hot oerst hebt bonnud, omdat (lij louter liofde, omdat Gij oneindige liefde zijt.
O, Heer Jezus, ontvlam meer eu meer mijne liefde tot U!
OEF RN ING VAN VKRI.ANGF.N.
O fiv.us! mijn Heiland eu mijn Zaligmaker! Hoe groot en onbegrijpelijk is de genade, welke Gij mij lieden verleent, daar Gij zelf mij komt bezoeken en Uwe woning in mijne ziel gelieft to nemen. Wel is waar, komt Gij tot mij, verborgen voor mijne oogen, maar zichtbaar voor mijn geloof; Gij geeft U aan mijne ziel tot spijs en drank. Gij wilt in mij wonen en verblijven; Gij komt tot mij gelijk Gij eertijds, deu glans Uwer majesleil verbergende, Uwe intrede naamt in de hutten der armen en zieken. Gij komt om aan mijne ziel, die naar hulp en troost versmacht, genade en lafenis te bieden. Ik verheng mij, o Jezus! over Uw genahmrijk bezoek ; ik verheug mij, dat Gij onder mijn dak wilt inkeeren; ik verlang vurig naar Ihvn tegenwoordigheid en naar Uw bezit. Zoo ik slechts U bezit, heb ik alles; buiten U
34
kan ik op aarde en in den licmol niets verlangen; Gij zijt mijn God en mijn alles, mijn Verlosser en Zaligmaker, mijne kracht, mijne hulp en mijn troost. Kom dan tot mij, levond brood dat uit den hemel is nedergedaald! Voed en sterk mijne hongerige ziel! Heel hare wonden! Wasch hare smetten af! Neem de zwak lieden mijner ziel weg! Help mij en maak mij zalig! Amen.
OEFENING VAN OOTMOED.
Hoe durf ik het wagen, o mijn God en Heiland, tot U te naderen? Uw allerwaardigste Voorbode, de h. Joannes de Doopor, achtte zich niet eens waardig Uwe schoenriemen te ontbinden; de Engelen zeiven bedekken uit eerbied tot U hunne aangezichten met hunne vleugels, en ik wil U in mijne ziel opnemen!...
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt! Ja, ik ben niet waardig, ik zou nimmer tot Uwe h. Tafel durven naderen, ware het niet dat Gij het mij beveelt, ja, dat Gij mij van het eeuwig leven wilt uitsluiten, indien ik Uw h. vlecseh niet eet en Uw h. bloed niet drink. Ik kom dan tot U, gehoor-
35
zaam aan Uw borel, godrons^n door de zucht, naar liet eeuwig leven; ik nader echter tot lr, met liet, diepste bewustzijn mijner sjroole (m-waardiglieid.
Heer, ik ben niet waardig, dat (iij tot mij komt! Gij zijt immers mijn God, ik ben Uw scliepsol; Gij zijt de Hoer en ik Uw dienst-knecht; (iij zijt de Allerreinste, de Allerheiligste, de Zuiverheid en Heiligheid zelf, en ik ben een zondig mensch, een strafwaard!ere boosdoener; Gij zijt mijn Heiland, die mij tof den dood toe bemind heeft, eu ik ben een ondankbaar wezen, dat U geene wederliefde heeft betoond, maar dikwijls en groololijks heeft beleedigd.
(Verwek nu nop: een Akte van Hcromv.)
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt ! Wil echter, o Heer, niet neder/ien op mijne groote onwaardigheid, maar slechts letten op Uwe oneindige goedheid eu barmhartigheid. Ik nader tot U met een kinderlijk vertrouwen, omdat Gij do boetende zondaars in genade opneemt.
Ik kom, daar Gij mij gebiedt te komen en ik zonder U niet zalig wezen kan. Neem mij dan liefderijk op, o Jezus, en wil Uwe beloften.
jegens mij vervullen. Tk geloof aan IJ, ik lioop oj) U, ik iKsniiu U! Het lichaam van onzen ll(!or Jezus Cliristus beware mijne ziel tot hol eeuwig levtn. Amen. (')
0 lieer! ik ben niet waardig Tot Uwou clisi'li te gaan,
Maar, Gij, Heer, maak mij waardig Uu hoor mijn sniceking aan!
() stil tooh mij a verlangeu üij, zielen-bruidegom.
Om waardig U te ontvangen! Lam Gods, o wees welkom ! ! !
Heilige Moeder Gods, alle Engelen des hemels, mijn goede, l'mgelbcwaarder, mijn h. Patroon (Patrones) en alle Gods lieve Heiligen, bidt voor mij, opdat ik waardig nadere tot du h. Ta Inl.
A an'sikrkin'g. I i i) iid i ii g der kinderen aan de communiebank. Men nadert met neer-gesliigen oogen en gevouwen handen eu knielt op den voet der commnniebauk; dau neemt men den oonimuuiedoek op de handen, dien men een weinig uil'rnvouwt. Vervolgens houdt men het hoofd recht en sli), men opent tamelijk den mond, rotu
37
legt de tong op de onderste lip, ontvangt vol eerbied de h. Hostie; men haalt de tong met de h. Hostie langzaam terug ca sluit den mond. Man waehte zich te spuwen of de h. Hostie tegen de landen te stooteu; blijft de h. Hostie soms tegen het verhemelte van den rnoud plakkeu, dan make men ze langzaam met de tong los. Men zal de h. Hostie doorslikken, eer ze geheel is vochtig geworden.
Op eenige plaatsen geeft men een teug wijns, na de le h. Communie, om de nutting te be-vorderen.
Wanneer meu nu de h. Communie heeft ontvangen, keert men eerbiediglijk naar zijne plaats terug, alwaar men de dankzegging gaat verrichten.
IV.
Oefeninyen van dankzegging na de h. Communie.
Nadat men oeiiigc oogoublikken vau aanbidding ou stille bclrachtiiig aan den liefderijken Jezus, die meu heeft oi)t;vaugeu, gewijd hooft, kan men gevoeglijk de volgende oefeningen tot dankzegging na de h. Communie, met aandachtigheid en godsvrucht lezen.
OEFENING VAN AANBIDDING.
Het lichaam van onzen Heer Jezus Christus beware mijne ziel tot het eeuwig leven !
Ja, thans bezit ik in mij don Gever en Hersteller vau het eeuwig leven; dit geloof ik vastelijk, o Jezus, want Gij hebt de woorden
38
des eeuwigen levens. Uw vleosch, dat ik ontvangen lieh, is waarlijk eone s)iijs. Mijn Heer, mijn (ioii en mijn alles, Gij zijt wezenlijk iti mij tegenwoordig, (iij zijt innig mot mij vereenigd. Hoe kau ik mij diep genoeg voor U in het stof nederbuigeu ! Hoe zal ik U oerbiediglijk genoeg aanbidden !
ORPBNING VAN OOTMOKD.
Heer, ik ben niet waardig dat ik mijne oogen tot IJ vcrbeffe. (lij zijt mijn Heer en God en ik ben Uw onwaardig sdiopscl; (üj zijt mijn Heiland on mijn liemelscbe Vader en ik ben Uw zwak en zondig kind. (üj bemint mij nochtans en erbarmt IJ over mij, omdat Glij vreugde er in sehept in mijn hart te wonen. Heden is het hnis mijner ziel heil wedervaren.
OEFENING VAN DANK.
Hoe zal ik U, mijn Jezus, voor de onuitsprekelijke genade van Uw heilaanbrengend bezoek, naar behooren danken; hoe kan ik U alles vergelden, wat Gij aan mij gedaan hebt? Looft den Heer alle volkeren en alle geslachten ; loof den Hoer, o mijne ziel en vergeet nimmer het goede, dat Hij U heeft
30
gedaan. O edelmoedigste Heiland, neem niet een genadig welbehagen mijn geringen en onvoldoenden dank aan, dien ik U uit do volheid van mijn diepbewogen hart breng.
Gij hebt mij. Uw ongehoorzaam on zondig kind, in weerwil van al mijne zonden en trouweloosheden met goedertierenheid aangenomen. Gij hebt U gewaardigd Uwe intrede in mijne ziel te nemen. Gij hebt mij aan Uwe h. Tafel met Uw vleesch en bloed verzadigd. Gij hebt mij Uw vleesch en bloed tot onderpand der zalige verrijzenis geschonken en mij daardoor het eeuwig leven verzekerd.
En daar ik U voor zoo vele en zoo groote genaden niet genoegzaam kan bedanken, zoo verzoek ik alle Engelen en Heiligen des hemels, dat zij U, in mijne plaats, loven en danken in fille eeuwigheid. liefdevolle Heiland! Gij hebt mij heden het grootsteen beste, wat (jij mij geven kondt, gegeven, gij woont in mij en wilt eeuwig bij mij verblijven. Wat zal ik dan op mijne beurt aan U schenken !J Ik bezit niets dan mij zeiven, niets dan mijn hart ; ik geef mij dan ook aan U met alles wat ik ben en vermag, met geheel mijn hart en mijne zintuigen, met ziel en lichaam, zonder eenig
40
voorbehoud; bezit mij, o Jezus, in alle eeuwigheid !
Geeu zinlijke lust, geen aardsch goed, geoti schepsel ter wereld zal mij ooit vau U scheideu.
In geluk en ongeluk, in vreugde en lijden, in voor- en tegenspoed, in leven en sterven, wil ik U alleen toebehooren. Voor U leef' ik, o Jezus, voor U sterf ik. Ameu.
OEFENING VAN GEJ5ED.
O edelmoedigste Jezus! G!ij hebt mij geleerd in mijne noodwendigheden mij tot U te wenden, bij TJ hulp te zoeken, aan te kloppen, en op U te roepen; Gij verzekert mij dat ik door ü /;vl verhoord worden. Gij zult mij dan ook vooral heden (op den dag mijner eerste h. Gommunie) dat Gij tot mij zijt gekomen, om mij met Uwe overvloedige genaden on allerrijkste zegeningen te vervullen, gewis ver-hooren. Zonder U ben ik niets en kan ik niets ter zaligheid; blijf dan bij mij,ogoede Jezus, met Uwe genade; doe mij getrouw blijven aan de goede voornemens, die ik heden heb gemaakt; steun mijne zwakheid, neem mijne lichtzinnigheid eu mijnen wankelmoed weg, opdat steeds
41
mijn geloof vermeerdere, mijne hoop in kraclit en mijne liefde in vurigheid toencine.
Bewaar mij voor de zonden, verwijder de bekoringen; g(;of mij en bewaar in mij een rein, schuldeloos hart; laat mij liever alles lijden, ja, zelfs eerder den dood sterven dan mijne onschuld en Uwe genade door eene doodzonde verliezen. Laat mij (ocli nimmer iu mijn leven onvoorbereid of onwaardig tot Uwe h. Tafel naderen en Uw h. Vleosch en Bloed tot mijn oordeel en verdoemenis ontvangen. Dat deze (le) li. Communie mij bestendig aanspore om U nooit te vergeten, om U altoos boven alles tc bom innen. Vernietig in mij alle kwade driften, opdat ik door U verzadigd, naar niets anders meer verlange, dan naar wat Itemdscli is.
Vervul in mij, o Heer, Uwe beloften; dat Gij in mij blijft en ik iu U; dat ik Uw getrouwe leerling eu ware navolger moge worden; dat ik door Uwen h. Cieest van liefde bezield, U bovenal en mijnen evennaaste gelijk mij zeiven om U moge beminnen.
Met een vast voltrouwen beveel ik IJ, o liefderijke en barmhartige Jezus, allo aangelegenheden van mijne ziel en lichaam, mijne
43
li nop on vrees, mijne vrengden en smarten; regel en beschik alles naar Uwe al wij ze voorzienigheid en Uw goddelijk welbehagen, ten beste mijner zaligheid. Vooral beveel ik mij aan IJ in het nnr van mijnen dood; laat mij deze wereld toch niet verlaten, zonder U nog als teerspijs O]) mijnen tocht naar de eeuwigheid te hebben ontvangen; o levend llemelsbrood, reinig en sterk dan mijne ziel, opdat zij niet bezwijke onder de laatste geweldige bekoringen van den boozen geest, maar binnentrede in Uw rijk. Dat ook mijn stolTeiijk overblijfsel ruste in vrede en eews met allo uitverkoorneu heerlijk uit het graf verrijze, om U vervolgens in al Uwe volmaaktheid, van aanschijn tot aanschijn te zien, te bezitten, te loven en te danken in alle eeuwigheden der eeuwigheden. Amen.
Verhoor en zeiden mij, o Jezus !
Dat ook Uw goddelijke zegen in de ruimste maat nederdale over mijne lieve ouders, familie en weldoeners; over mijne vrienden en vijanden, over de h. Kerk, onzen h. Vader den paus, onzen bisschop, onze geestelijke herders en leermeesters, over alle menschen, zoo levenden als afgestorvenen; zegen hen allen en begenadig hen!
43
Moge uw goddelijke zegen over ons allen
komen en hij ons verblijven, nu en in eeuwigheid! Amen.
Litanie van het allerh. Sacrament,
ten gebruikc van een kind, lt;lat zich tot zijn eerste h. Communie voorbereidt.
TIcor, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons !
God, henielsehe Vader, mijn Schepper en Bewaarder, verleen mij do genade eene goede eerste h. Communie te doen.
God, de Zoon, mijn Verlosser en Zaligmaker, verleen mij de genade eene goede eerste h. Communio te doen.
God, de h. Geest, mijn Heiligmaker, verleen mij do genade eene goede eerste h. Communie te doen.
H. Drievuldigheid één God, verleen mij de genade eene goede eerste h. Communie te doen.
O Jezus, ons slachtoffer op het kruis, ons voedsel in de h. Communie, geel, dat ik U in een rein hart ontvango.
44
O Jezus, waaraclitig tegenwoordig in bet allerheiligste Sacrament, geel' dat ik U in een rein hart ontvaugo.
O Jezus, die liet levende brood zijt, dat van den hemel is gedaald, geef dat ik U iu een rein hart ontvange.
O Jezus, die hot voedsel onzer ziel geworden zijt, geel dat ik U iu een reiu iiart ontvange.
O Jezus, die hot hrood der Engelen en de tarwe der uitverkorenen zijt, geef dat ik U in een rein hart ontvange.
O Jezus, die ons, in uw vleesch en Moed, hot onderpand van hot eeuwige leven en van eene glorierijke verrijzenis verleent, geef dat ik U in een rein hart ontvange.
O Jezus, die, in dit verheven Sacrament, de bron van alle genaden en hemelsche zegeningen zijt, gocf dat ik TJ in een rein hart ontvange.
O Jezus, die U door do li. Communie op hot allernauwst met ous wilt vereenigon, geef dat ik U in een rein hart ontvange.
O Jezus, die iu liet li. Sacrament, eene eeuwigdurende offerande zijt, geel' dat ik U iu ecu rein hart ontvange.
O Jezus, die in dit goddelijk Sacrament, de
scliat der Kerk ca vreugde dor brave iiicu-schou zijt, goof dat ik U in oou rein hart oiitvauge.
O Jezus, die IJ weldra gelioul aan mij wilt schenken, gocf dat ik U in ecu rein hart out va ngo.
Goede Jezus, door do smarten, die Gij voor ouzo zaligheid hebt willen ondergaan, verleen mij de genade eenc goede eerste Comimaiie te doen.
Goede Jezus, door uwe wondervolle hemelvaart, verleen mij de genade eene goede eerste Communie te doen.
Goede Jezus, door de heerlijkheid, waarmede uwe heilige menschheid in den hemel is omgeven, verleen mij de genade eene goede eerste Communie te doen.
Goede Jezus, door uwe oneindige barmhartigheid, verlos mij van alle zonden, maar voornamelijk van de doodzonden en verleen mij do genade eene goede eerste Communie to doen.
GEBED.
Beminnelijke Jezus, mijn Schepper en Zaligmaker, ik wenseh vurig U met zulk eene groote liefde, diepen eerbied en oprechte gods-
4u
vrucht tu ontvangen, als mij maar mogelijk is. Aanvaard mijnen goeden wil en verleen mij (lts genade, dat ik mij lot deze beslissende daad zoodanig voorbereide, dat ik daarin vinde de bron van mijne volharding in uwe liefde, tot aan den laatsten snik mijns levens. Ja, lieve Jezus, verhoor mijne bede, dan mag ik met vortrou-wen hopen, dat ik U, dien ik weldra ouder do nederige gedaante van brood zal ontvangen, eens in al uwen glans en al uwe becr-lijkheid onbedekt in den hemel moge aanschouwen. ü Maria, Moedor van Jezns, mijn heilige Bewaar-Engel, mijne heilige Patroueu, bidt voor mij en bekomt mij de genade eeuer goede eerste Coimnunie. Amen.
GEBED VAN DEN' H. CAJETASUS VAN TR1ENA, TOT MET ALLEKir. SACKAMEXT.
Zie, Heer! uit Uw heiligdom en uit Uwe verhevene hemelwoning neder, en aanschouw deze allerheiligste Hostie, die onze Opperpriester, uw welbeminde Zoon, ouzo Heer Jezus, U voorde zonden zijner broeders opdraagt: wees ons genadig en wisch onze veelvuldige boosheden uit. Zie, de stem van het bloed van Jezus, die ouze broeder geworden is, roept tot
47
(J vim het hout des kruises ; verhoor die, lieer ! eu laat IJ verzoenen; beschouw met aaudaelit dat bloed eu haudel met ons naar Uwe barmhartigheid. Vertoef niet, o mijn God, Uw eigen glorie vraagt het van U, want men heeft Uwen naam over deze stad en over Uw volk aangeroepen. (100 da gen aftaal.)
VEitzucirriNi; tot hkt ali.erei. hajit van
JEZUS IN UKT llooij U A A KUIUSTK SACKAMKXT DKS ALTAARS.
O allerzoetste Jezus! hoe verre heeft zich dau Uwe onuitsprekelijke liefde tot mij uitgestrekt ? Om U geheel aan mij ti geven, hebt gij Uw eigen Vleesch eu dierbaar liloed tot eeueu goddelijken maaltijd voor mij bereid. Doeh wie heeft U tot zulke overvloedige betuigingen van liefde bewogen ! Inderdaad, niemand anders dan Uw heilig Hart, dat mij zoo teederlijk bemint.
O aanbiddelijk Mart van mijnen miulijkeu Jezus ! gloeiend fornuis van goddelijke liefde ! ontvang, bid ik U, mijne ziel in Uwe heilige VV ondeu, opdat ik in deze school van liefde moge leeren beantwoorden aau de liefde vau U, mijn God ! die mij, door zoo vele wonderbare bewijzen Uwer liefde overtuigd hebt. Amen.
48
SOUtRTGEBKI) TOT IT ET ALLER1TETCTGSTE SACK \MENT.
Geloofd cu gcdaukt zij te ;illeii t.ijde het alleriioiligsto cu goddelijke Sacrameut dos Altaars. (100 duijPd all aal.)
Nadat men op deze wijze gedurende minstens een kwartier nurs zijne dankzeggiuir heeft \erricht eu zich uitsluitend nu t Jezus heeft bezig gehouden, mag men de kerk verlaten, maar men zal ook nog verder zorg dragen den dag der li. Communie te heiligen en in bijzondere godsvrucht door te brengen.
Hernieuwing der doopgeloften. — Opdracht arsn 0. L. Vrouw.
lugovolgc do Diocesaan-Statuten van hut bisdom Koennoud, moeteu de kinderen op den namiddag hunner le h. Communie hunne doopgeloften, die zij bij het h. Doopsel door den mond van Peter eu Meter hebben afgelegd, zclveii plechtig hernieuwen, en vervolgens zich aan de tcedere Moedermaagd aanbevelen eu opdragen. Wij laten ton gerieve dei-kinderen de voorgeschrevenfonnulen hier volgen:
49
HERXTKUWr.VG DEK DOOrGELOFTEN.
,,Aaii uwe voelen neergeknield, o mijn aan-bidtlelijko Verlosser, wil ik op dezen sehooneu dag mijner eerste h. Communie den gelukkigen stond gedenken, waarop mij liet li. Doopsel werd toegediend. Bij het ontvangen van dat h. Sacrament, heb ik mij verbonden om hot geloof iu cénen God in drie Personen te belijden; om don duivel te verzaken; om mij aan Uwe heilige wet te onderwerpen; om Uwe heilige, katholieke, apostolische, roomsche Kerk als mijne moeder te eeren, en ijverig de middelen van zaligheid aan te wenden, die zij alleen bozit. En Cij, mijn God, Gij hebt mij de erfzonde vergeven; Gij hebt mijne ziel met Uwe kostbaarste gaven verrijkt; Gij hebt mij ouder het getal Uwor kinderfin en der erfgenamen van Uw rijk aangonomen.
Verheven oogenblik! „Onschatbare gebeurtenis! De oueiiidig volmaakte, driewerf heilige God sloot toen een verbond met mij, ellendig schepsel. En Gij, dierbare Zaligmaker, waart daarvan de Middelaar; met Uw eigen kostbaar bloed werd het bezegeld, en tot ecuwig bewijs ontving mijne ziel een onuitwischbaar merktee-
keu, dat in Uwe uitverkorenen niet onsterfelij-ken luister zul schitteren. In liet h. Doopsel is mij wmi nieuw leven ingestort; ik werd Christen, kind Gods, broeder van mijn Verlosser, tempel van den h. Geest, lidmaat dei-Kerk, orl'^enaam (iods en mede-erfgeuaam vau Jezus Christus.
„Groote God, welken dank zal ik U voor zoo vele weldaden bewijzen, vooral op dezen dag, waarop Gij U zelveu voor de eerste maal aan mij gelieft te geven! Loof, mijne ziel, den Heer, en al wat in mij is Zijn heiligen naam; loof, mijne ziel, den Heer en wil al Zijue weldaden niet vergeten. Hemelsebe geesten, ver-eenigt U met mij, om Hem de verschuldigde dankbaarheid te betuigen. Ach ware ik altijd erkentelijk geweest, ten minste niet ondankbaar! Met droefheid en schaamte zie ik thans op mijne vroegere levensjaren, waarin ik mij aan zooveel ongetrouwheden plichtig maakte. Ja, mijn God, monigwerf heb ik de beloften van mnn li. Doopsel geschonden; ik erken het, en ik vraag U daarvoor ootmoedig vergeving. Gevoed met het brood der sterken, neem ik het besluit om voortaan meer getrouwheid te betoouen, en tegen de vijanden mijner zaligheid
51
dapperder dea goeden strijd des geloofs te voeren. Jlet is in Uwe tegenwoordigheid, o God, die iu liet allerheiligste Sacrament des Altaars rust; iu do tegenwoordigheid Uwer heilige Moeder, de onbevlekte Maagd Maria, van mijnen Engel-He waarder, van mijne h. h. Patronen en van geheel het hemelseh hof, dat ik de heilige verliintonissen a o vestig, bekrachtig en vernieuw, dio weleer iu mijnen naam door Peter en Meter bij mijn h. Doopsel zijn aangegaan. Ik. verzaak op nieuw den duivel: Heer, Gij alleen zijt mijn Koning, en Ü alleen zal ik dienen. — Ik verzaak de ijdelheden dos duivels ; weg mot de ijdelo praal, de valsche vermaken, de schijngoederen en de grondbo-ginselen dor wereld ! Uwe genade. Heer, Uwe liefde is mij genoeg. — fk verzaak de werken des duivels, dat is, allo zonden : ik wil liever sterven, lieer, dan nog eens vrijwillig eene zonde, vooral eene doodzonde te bedrijven. Uwe heilige wet zal voortaan hot eenige richtsnoer van mijn gedrag zijn; met de hulp Uwer genade zal ik die nakomen, zonder het oordeel der menschen te schromen; ik zal mij nimmer, noch over U, noch over mijne Moeder, Uwe h. Kerk schamen; ik zal er mijnen roem in
52
stellen U te dienen en de Kerk te golioorza-inen. Zegen deze heilige voornemens, opdat ik ze tot mijnen dood toe getrouw blij ve. Amen.quot;
OPDBACHT AAN O. L. VROUW.
Heilige Maagd, Moeder van mijnen God en ook mijne Moeder, Koningin van hemel eu aarde, op dezen pleehtigen dag mijner eerste h. Communie kom ik ü de hulde van mijnen eerbied, liefdeen erkentelijkheid aanbieden. Vele, ontelbare gunsten en genaden heb ik sedert mijn heilig Doopsel, door uwe vermogende eu barmhartige voorspraak, van don goeden God verkregen. Met moederlijke bezorgheid hebt (iij mij steeds bewaakt eu besehonnd. Hoezeer ondervond ik nog, in de dagen der voorbereiding tot mijne eerste h. Comnumie, uwe krachtige hulp en bijstand. Lieve Moeder, wat beu ik heden een gelukkig kind, nu ik voor de eerste maal van mijn loven het dierbaar Lichaam en Bloed van uwen aanbidde-lijken Zoon heb mogen ontvangen! En hoeveel hebt gij daartoe bijgedragen ! Wat zal ik U, o minnelijke Moedor, voor zoovele weldaden wedergeven ! Gedoog; dat ik mij zelven daar-
53
voor ann U geof, aan U toewijd. Tk verkies U heden O]) enne aciliecl liijzondere wijze voor mijne Moeder, voor inijrie Patrones. Ik stol mijne ziel met al liare krachten, mijn lichaam met al zijne zintuigen onder uwe bescherming. Verwerf voor mij, dat ik mijne zic.I en mijn lichaam iu zuiverheid beware, opdat lüi, dien ik vandaag heb ontvangen, steeds door Zijne genade in mij moge verblijven. Bescherm mij in alle voorvallen des levens, zoo in voor- als in tegenspoed, en maak, dat ik getrouw blijve aan de beloften van mijn U. Doopsel. Zen-en mij, o heilige Maagd, zegen nw kind op dezen schoonen dag, zegen mij al de dagen iiiijns levens, en bid voor mij, vooral in het uur van mijnen dood.
NB. Alle geloovigou welke de plechtigheid van liet Lof op den dag der lquot;1 h. Conirnnnie bijwonen, kunnen 40 dagen aflaat verdienen. (Statut. Dioec. caput x, p. 48.)
VI.
De h. Kerkvergadering van Trente Ozegt:
(') Sess. 13, cap. 8.
„dat ook zij, die met een vurig verlangen en een leveudig geloof, dat door de liefde werkzaam is, ho) iicmelsch brlt;K)d eten, de vrucliteu en voordooien ervan verkrijgenquot;. Deze wijze van den Heiland te ontvangen, noemt men „de Geestelijke Communié'.
Deze Geestelijke Communie, lieve kinderen, beveel ik n dringend aan, vooral ten tijde van ziekte of ander beletsel wezenlijk te commu-nieeeren, on n tevens met den priester te vereenigen, wanneer gij do h. Mis bijwoont.
Om eene. waardige Geestelijke Communie te doen, moet men een geweten hebben, dat zuiver is van doodzonde en tevens mot geloof, liefde en verlangen jegens den goddelijken Zaligmaker bezield zijn.
Ziehier eene
OEFENING VOOR OF. GFESTF.M-IKE COMMUNIE.
„Almachtige God! Liefdevolle Jezus! Ik geloof dat (Uj in het aanbiddelijk Sacrament des altaars wezenlijk tegenwoordig zijt! Ik aanbid U, ik bemin U met geheel mijne ziel. Ik wenseh vurig U in mijn hart te ontvangen, maar ik kan dit geluk thans
55
wezenlijk niet hebben; gelief dan, o Jezus, ten miiutp geeste!ijkertoijze met Uwe liefde, met Uwe genaden en zegeningen tot mij te komen; zuiver mijn hart van alles wat U mishaagt: doe mij dagelijks meer en meer in Uwe liefde toenemen, opdat ik in loven en dood altoos mot U vereenigd blijve! Amen.quot;
Het Goddelijk en Kerkelijk Gebod der h. Communie. — De Paaschplicht.
Jezus Christus zegt uitdrukkelijk: „Zoo gij het Vleesch van den Zoon des menschen niet eet en zijn Bloed niet drink-t, zult gij het leven in u niet hebbenquot;. (')
Wanneer nu iemand hot hier bedoelde bovennatuurlijk leven der genade niet in zich heeft noch bewaart, zoo kan hij geen aanspraak op het eeuwig loven, op het hemelrijk hebben, maar hij gaat den eeuwigen dood en de hel-sche verdoemenis te gemoet.
God heeft ons gevolgelijk op de zwaarste straf geboden de h. Communie te ontvangen.
(!) Jo. vi, 54.
56
Dit gebod is editor ülloen voor hen verplichtend, die tot dou oulerdom zijn gekou'en, dat zij onderscheid kunnen maken tussciien deze hemel-sche spijs en hot gewoonlijk brood ; hot verplicht dezulken omtrent dien ouderdom, tevens meermalen iu hot loven en in hot gevaar dos doods.
De vervulling van dit goddelijk gebod werd nader bepaald door onze Moeder de h. Ivork, iu de Korkvergadering van Latoranen, in lic.t jaar 1215, ouder paus InnoeeuHus m. Canon 21 zegt : „dat elke Christengeloovige van beider kunne, nadat hij de jaren van onderscheiding bereikt heeft, ten min -te eens in hot jaar aau zijnon priester, zijne biecht spreke, en in deu Paascbtijd hot lichaam des Heeren met eerbied ontvangequot;.
Dit gebod verplicht OTider zeer strenge kerkelijke straffen (') en is door do Kerkvergadering van Trente C) nogmaals uitdrukkelijk bevestigd.
De Paaschtijd loopt in onze diocees vau Pahn-Zondag tot Beloken Paschen.
Men moet zijnen Paschen houden in zijne eigene parochiekerk.
{') Jus Can. Lib. 5, Decret. Tit. 38, cap. 12, (2) Sess. 13, 9.
57
Men voldoet, niet aan den Paaschplicht door eene onwaardige Communie.
Een laatste woord over het dikwerf communiceeren.
Onwaardig tot do h. Tafel naderen is een zeer groot kwaad en eou verschrikkelijk ongeluk ; maar niet coininuuiceoren, wanueer het gebod daartoe verplicht, is ook eeue doodzonde; liet oen zooals liet ander berokkent ons den eeuwigen dood. De Zaligmaker hoeft het iinmers gezegd: „Zoo gij liet Vleesch van den Zoon des mcuschen niet zult eten en Zijn Bloed niet zult drinken, zult gij hot leven in u uiet hebbenquot;. (') Gelijk nu brood en wijn iu eenige landstreken hel gewoonlijk voedsel van het lichaam zijn, zoo hoeft ook Jezus ons onder do gedaanten van brood en wijn, een gewoon, ja dagelijks voedsel gegeven om onze ziel in haar geestelijk leveu te bewaren en te versterken.
De eersto Ohristenon begrepen difc zeer wel; velen hunner genoten dagelijks dit hemolsch voedsel en vreesden niets zoozeer dan er van beroofd te worden.
Jo. vi, 54,
58
Zoo het thans anders is, dan is het niet door verandering ia de kerkelijke tucht, maar omdat de ijver der geloovigcn is verflauwd.
Do b. Kerkvergadering van Tronte wenscht niets vuriger da a dat de Christenen, zoo dikwerf zij de h. Mis bijwonen, niet enkel gees-tel ij leerwijze, maar ook door het werkelijk ontvangen der li. Communie, aan het Olfer der Nieuwe wet deelnemen, „(iecii heter middel, dau de h. Communie dikwerf te ontvangen, is er, zegt de Kerkvergadering van Rheims, om do heerlijke eerste dagen der Kerk wederom onder ons te doen herloven.quot; Men kan mot lociii zf^on van hen, die slechts eens in het jw tot Ie h. Tafel na-Wen, dat zij lijden aan geestelrrs kwijning der ziel en zich in groot gevaar 'ocvindon hot leven der heiligmakende genade te verliezen.
Wanneer gij dns den Zaligmaker werkelijk oprecht bemint en prijs stolt op uwe eeuwige zaligheid, dan liove Kiudorra! zult gij n in verdere jaren ook geenszins '.opalen tot do enkele vervulling van uwen Piaschplicht volgons het uildrnkkelijk gebod der h. Kerk, maar gij zult dan ook, om meer en meer aan de liefde van Jezus te oeantwoorden en meer
59
en racer vooruitgang te doen in liet geestelijk leven, volgens dat hot uw bioclitvader zal goedvinden, dikwijls tot de h. Tafel des Heereu naderen.
De h. Frauciscus van Sales zegt „dal oen persoon, dia godvruchtig wil leven, maandelijks zal conimuMiceereuquot;. (')
„Komt allen tot mijquot;, zegt Jezus, „die belast en beladen zijt, en Ik zal u verkwikken.quot; Geeft dan ouk, lieve Kinderen, dikwerf en gaarne gehoor aan die teedere roepstem van uweu edelmoedigcn Heiland! Jk ben uw Vader, zoo zegt Hij in andere woorden, komt dan tot Mij met vertrouwen en zouder vrees; Ik wil u immers de roerendsle bewijzen mijner teeder-heid geven. Ik ben uw God en wil u met de kostelijkste hemelgaven verrijken ! komt dan allen tot Mij ! Hoeden wij ons dan wel de minzame uitnoodiging van Jezus te minachten, maar beijveren wij ouj om dikwerf het genadenrijk bezoek van den Menschgeworden God, onder de gedaanten van brood en wijn, tot vermcerdeiing van liet geestelijk leven der genade op deze aarde en tot verkrijging van hel eeuwig leven der glorie in den schoonen hemel waardig te worden. Amen.