-ocr page 1-
C7j)f! f JU
MEESTERBOEK,
BESTAANDE UIT
GEËXPERIMENTEERDE MIDDELEN^
VOOR ALLERHANDE
K W A A L E N,
ZOO INNERLYKE ALS UITTERLYKR
PAARDEN
HEBBENDE DE NAAM VAN
ALLE MANS GAADING;
DOOR
L J O N X I &
PI
■:
fev
MD<
-ocr page 2-
VOORBERICHT
VAN DEN
DRUKKE R.
J~\Jhoewel de Schryver van het navolgen*
de ffierktje reeds over lang dood is
, en dus
■ deze Copie reets langen tyd ter persfe ge-
reed geweest is: heeft het egter niemand
gelust, aan het algemeen gebruik dezelve
overtegeeven
, en in het licht te brengen;
dan eindelyk heb ikx van het zelve door
aankoop eigenaar geworden zynde, en in
aanmerking neemende de algemeens nuttig-
heid van dit IVerktje
, en de ziekte, die de -
ze winter onder de Paarden in ons Wal-
cheren geneerscht heeft, niet langer dit
IVerktje aan myne Landgenooten willen
onthouden
, vertrouwende, dut hun deze
myne moeite niet zal onaangenaam zynï
maar dat zy in het zelve, veele nuttige
middelen, zoo ter bewaaring en beveiliging^
als ter ge nee zing van hunne Paarden
, zul-
len yind
Mag dit IVerktje tot nut en voordeel
ftrekkeu, zal ik n:y grootelyks beloont reke*
mn voor myne moeite; VaartweU
-ocr page 3-
M E E S T E R B O E K
^                                                      IN
PAARDE N,
G E fT A A M T
ALLE MA^S GAADING,
Jp3eflaande in hondert en acht en twin-
tig Middelen voor allerhande zoorten van
Kwaaien der Paarden
, welke alle meenig-
maal geexperimenteert en best bevonden
zynde, zyn ingelast in een Manuftiptr
gefchreeven en nagelaaten door eene der
groptfte Meesters van Paarden van ons
geheel Nederland, en zynde de mees-
te door den Uitgeever, nu op nieuws,
hier en in Holland ook geexperimenteert
en best bevonden, heeft niet getwyflelt,.
ten hoogften reguard op de algemeene
nuttigheid neemende, deeze aan de
Drukpers over te geeven, om die aan
alle en een iegelyk bekend te maaken,
zynde die zeer dienftig en hoogst nood-
zakelyk voor alle Mentenen, die Paar-
den houden.
af
-ocr page 4-
MIDDELEN
voos.
ALLERHANDE KWAALËft
t) E A
P AA R DE N.
Een oogen pulver voor kivaade oa»
gen van een Paard.
Wanneer mert verneemt, dat «en Paard begint
kwnadc oogen te krygcn, of duisterder worden, als
zy oehoofen te zyn, zoo neemt zes eyren, kookt die
voor eerst hart, fnydtze met de fchaalen in fchyven,
die op een aslchop op het vuur gclegt, en tot pulver
gebrand: dit heel klein gemaakt zynde, neemt dart
een veder, maakt die nat in honing, en wentelt die.
in het pulver, en trekt die door het Paards oogen, de
oogleden wel opligtcnde, doet dat eenige reizen,
de oogen zuilen geneezen en goed worden, Probatisfi-
mum est.
Een oogen water voor de Paardettt
Neemt aluin, galh'cienftcen en baakelaar, Vart ie*
der een once, kookt dit in een fles witte wyn tot op
de heift, giet het af door een doek, en wascht het
Paard daar mede de oogen, het zal fchielyk geneezen»
en is ^icenigmaal geed bevonden.
                          .
' A                            fan
-ocr page 5-
2         MIDDELEN VOOR ALLERHANDE
Een dito oogwater van minder kosten ,
en dat lang kan duur en.
Neemt twee loot wit koperroot, vier loot aluin,
en zoo veel gallicienftcen, alles fyn geltooten , dit in
een kanne putwater gedaan, ca dat in een aarde pot
haten kooken, tot op twee derden, doet dan daar
in een half pond gefcheldë amandelen fyn gekneust,
en mengt die alvoorens met een weinig van dat heet
water, doet die alsdan met het andere in die pot,
en (topt hem digt toe, tot dat alles gezonken is, giet
het dan door een doek, en wascht de oogen daar me»
de, Loc ouder het wordt, hoe beter het is, dit mid-
del is onberispelyk bevonden.
3-
Remedie voor een Paard dat rotterich is. ,
Neemt daar toe een half pondboomoly, en doet
daarin het vierde deel van een loot kwikzilver, maakt
dat warm, en giet dat het Paard in de neusgaten 9
dit is meeuigmaal Probatum bevonden.
Of
Zoo iemant dit voorgaande middel niet durft ge-
bruiken om de kwikzilver, voeg ik hier nader eenan-
der middel, dog houdt langer aan.
Neemt een kwantiteit hoender drek, maakt dit
droog, en pulverifeert die, blaast hem dan van dat
pulver in de neusgaaten, doet dit twee a drie reizen,,
de rottcrichheid zal ook vergaan.
4.
Voor eet) Paard, dat een gcfwollen hooft
heeft
, en niet fikken kan.
■Neemt drie verfche eyren. mengt die met groene
geep ,
-ocr page 6-
KWAALËN ÖER PAARÖËtf.              3
Zeep, zout en wyn-azyn, zoo veel zeep, zout eit
azyn, als de drie cyren importeeren, neemt dan eetl
ftokje, bewint het endt wel met hennip of werk,
legt het Paard dan neder, of houdt hem het hooft
zeer hoog, en floot hem dien drank met den ftok in
den hals, het zal gencezeii, dit is dikwils gepro»
beert, en goed bevonden.
Voor eên Paard, dat het Watervtt heeft.
Deze kwaal kent men uit het druipen der neusgaa-»
ten, of dat een Paard zig opbloost, en de vier voe-
ten om hoog ftefikt, als mede de ooren koud heeft,
daar voor laat men de midden ader van den hals, en
men geeft het een goede kwantiteit firoop irl, het zal
geneezen, dit is Probatum*
6.
Voor ie hartfyan van een Paard,
Zulk een Paard moet men laaten in de fpeef, tUS*
fchen de oogen en ooren»
7'
Voor een Paard, dat vernagelt iV, in
de etter boven uitbreekt.
Neemt een half pint \vyti, een half pond f eufel eii
twee loot groene zeep, mengt dat onder malkanderen,
en kookt dit, doet het dan op een fehoone doek, ci«
legt het daarop, is Probatum»
Of
Men fnydze kruiswaarts tusfehea het tjprf ta éê
                            na*
-ocr page 7-
i
MIDDRLEtf VOOR ALLERHANDE
nageld dat bet een weinig biocdt, ca zet dan het
voorgaande daarop.
Of
Neemt een pint gort, lant die in oude Varkens reu-
fel wei feookeri,' doet het yzer dan ai", en bint die ge-
kookte gort op de voet, laat bet des anderen daags
weder beflaan , en rydt bet warm zonder vree£, dit
laaste middel heeft nog nooit gemankeert.
8.
Voor een Paard, dat gcfelioten of gewondt is,
NeemthoningendoxrerivatTeyren, maakt een plyster
dr i' va/i, en legt. dïc op de wonde, en.zoo het n:e>
fchielyk genoeg daar mede geneest, neemt een ge-
kookte Kreeft, en doet daar by Haafevet, floot lier.
wel door ipalkandercn, en bindt dat op de kwetzuur,
het zal zeer ipoedig geneezen.
9-
Voor de buikfpan.
K'eemt honing en 1 -Tonde bladeren, mengt dat door
jnaikanêfêrari, en iineert daar mede bet Paard de aders
aan o'e borst en onder den buik, dit is Prapatum be-
vonden.
          .
10.
Foor een wonde der Paarden.
Neemt honing, zoete melk en. meel, van elks evea
Ved, meng: dat onder nwlkandem:7 'en maakt daar
*-■ ■                                                                                                                                                                                                                           'VTwl
-ocr page 8-
X WAAL EN DER r AARD F.N.           'j
van wieken en pfysters op de wonde, het is Probm-
tum.
tl.
Voor een Paard', het welk onder de
zadel is gebroken.
Het moet niemand als zeldzaam voorkomen, dat
hier vyf remedien voor dezelve kwaal volgen, nade-
maal die alk geexperimentcert en goed bevonden zyn,
i.) Neemt Varkens beenen., tanden van een Snoek,.,
en witte alant, van elks even veel, brandt ieder in
het byzonder tot pulver, neemt daar toe fpaans groen
fyn geftopten, zoo veel als een van de andere drie
zoorten importeert, zift dan alles met malkandcren
gemengt zynde, door een zilte, en na dat gy de
wonde wel hebt uitgewasfeheu met loog, doet dan dar
pulver in de wonde", en continueert het, tot het ge~
neezen is, of
2.) Zoo liet nu gebeurt, dat gy aanftonts met dat
Paard moet ryden, en de zadel op het gekwetst
komt, maakt een koek van eyren en meel, en legt
die op de wonde, na dat gy die afgewasfehen, enal-
voorens wel hebt gefmeert met .oude reul'el, of
3.) Neemt Varkens beenderen, brandt die tot pul-
Ver, en ftrooit dit op de wonde, naait in de zadel
een Huk pargament, het gene de wonde bedekt, be-
rydt dan dat Paard, gy zult het geene de miaite-
lchade toebrengen, of
4.) Neemt Monde beenderen, Varkens beenderen ,
en oude fchocuzoolen, brandt die tot pulver, en,
doet dat in de wonde alle dagen, ha dat dezelve wel
is uitgewasfeheu, en gereinigt met loog, of
5.) Ook is goed bevonden leem uiteen oude muur?
klein gelrooten, en daar mede met azyn een deeg ge-
maakt , en dat op de wonde drie a viermaal gedaan ,
en indien de wonde open is, moet men daarin oud»
boter heet gemaakt gieten, en dan het deeg daar op
doen.
A 3                               iv
-ocr page 9-
5          MIDDELEN VOOR ALLERHANDE
12.
foor een Ireuk op de rug van een Paard»
Neemt oude fchoenzoolen, en brandtze, en onge-
bluste kalk, fyn geftooten, met de gebrande zooien,
benevens glas ook fyn geftooten, als mede alants
Wortel, ook fyn gemaakt, van elk even veel, en zift
dit door een zifte, doet dan daar bv een witte uyen,
fyn gekneust, en doet dan alle dagen tweemaal van
het voorgaande in de wonde, en legt daar op eea
plyster van pik, het zal fchielyk geneezen zyn.
13-
Om vtttl vleesch weg te usemtn.
Hier volgen vierderlei zoorten van deze kwaal,
tvelke alle zyn goed bevonden.
i.) Neemt kleine ryst, brandt die tot pulver,
zift die door een doek, en ftrooit het jn de wond» •
het vuil vleesch zal vergaan, of
2.) Neemt hollander bladeren of cladde blade-
ren , die jong uitfehieten, kneust die, en Vl'ingt het
nat daarvan uit, en waschtdc wonde daar mede eens
daags, het vuil vleesch zal ook weggaan, of
3.) Neemt gunfiaan, brandt die tot pulfer, en
doet die in de wonde, of
4.) Neemt fpaans groen gepulverifeert, doet die
in de wonde, en zuivert die des anderendaags met
witte wyn, daar netelen zaat in gekookt is, zoo zal
de wonde heel fchielyk zuiver worden.
14*
Voor een Paard, het welk hartflagtig is.
KefiBit twee pond gunfiaan klein gepulverifeert.
-ocr page 10-
KWAAIEN DER PAARDEN,                ?
een fles witte wyn en een hand vol zout, laat dit
wel met malkanderen kooken, en verdeelt het dan in
drie deelen, gcsft het Paard liet eerde deel aanftonts
warm in, drie dagen daar na hét tweede, en op der*
negenden dag het- derde, het zal geneezen zyn.
15.
Voor een Paard, dat kucht of zeer koetï.
Dit is nu voor de ziekte die de Paarden heel fchie-
lyk krygen en zeer gemakkelyk daar van ftcrvcn,
indien aanftonts den imvendigcn brand niet werde
Iia buiten gejaagt, deze ziekte, (gelyk ik het wel
mcene te hebben) fchynt buiten alle gisfing te ont-
ftaan uit het overvloedig eeten van groen voeder by
zomer dag, als gras, claver &c. nu zal men moeten
bekennen, dat in dat gras, claver &c. gevonden wor-
den alle ontuchtigheid , ja zelfs vergiftige Infecten ,
die een Paard opgegeeten hebbende, (niet genoeg zyu-
de om aanftonts te moeten fterven) by zig vergas-
dert, en als dan tot zulke ziekte komt uit te bar-
ften: het waar myns bedunkens te wenfehen dat alle
luiden, welkers vee acht a veertien dagen met
groen voedzel gevoedt was, dat vee wel lieten ader-
laaten, een Paard voor op de borst, en een Os of
Koei in den hals, ik denkc, dat men zulke weder-*
waardigheden niet zou moeten afwagtcn, dog de;
remedie voor zulk een Paard is, alzo het nog nooit
na menigvuldige Experientien gemankcert heeft.
1.) Neemt rykelyk een halve lepel vol triakel, tweev
lepels vol honing en een wichtje fafleraan, alles ond^f
malkanderen, dog de fafferaan gepulvcrifeert, neemt
dan een ftok bewonden met hennip of werk, fteekt
die daarin, en ververst de geheele bek van hec
Paard, dit gedaan zynde, ftoot het overige in den
hals y dekt het dan wel toe, om wel te zweeten, en
laat het twee dagen daar na de borst ader flaan, en
in zyn voeder zult gy hem geduurende acht dagen
A 4-
                             gee*
-ocr page 11-
8 J^I-DDELEN VOOR ALLERHAMD3
geeven fienum gnscum, fwavel beide gepulverifeerr,
gemaale mostert en hennip zaat gekneust, van ieder
even veel, daar onder gedaan een weinig zout, en
het dagelyks daar van een kleine quantiteit ia zyn
Voeder gegeeven, het zal gezont worden.
l6,
Voor een "Paard, het welk een ordi-
naire hoest heeft.
1.5 Neemt rogge en klein, geeft dit tien dagen
lang het Paard in zyn voeder te ecten, of
2.) Neemt acht eyren, kookt die hart, en 'legt die
gefchelt vier en twintig uuren in azyn, geeft het
Paard vier daar van in , met een weinig ' azyn daars
zy mede getrokken zyn, en de de andere vier 00
den tierden dag, met de overichietende azyn, het paard
^aj gezont worden.
17.
Voor een Paard, dat winden heeft*
Neemt moerbezien, pulverifeert die, doet die in
ten beker wyri, en laat die warm worden, geeft die
liet Paard in, het zal op (laande voet geneezen zyn,
18,
Foor een Paard, dat vervangen />.
Het beste daar toe, is het ingewant van een Vis,
©p de zoete grond het ingewant van rivier Visfen,
op de eeltige grond, het ingewand van zoute zee
Visfen , als de Vis zeer groot is, alleenlyk een in-,
gewantj 200 Jiy klein is, van verfeheide, maakt
-ocr page 12-
KWAALEN DER BAARDRW.              fr
die droog, engeeftze het Paard in zyn voeder het ssi
gezont worden.
Hoe men een Paard de zooien za! afdotB.
De zooien worden afgebrandt met een gloeiend yzer,
en dat om her bloeden, men legt dan daar op ge-
ftoote fwavel heet gemaakt met een gloeiend yzer of
fchop , dog zoo, dat het niet brandt, neemt dan
Paarde mest, flaatdat om de voet twee maaien daags,
en dus acht dagen lang, dan is het genoeg, dit zal
nooit manke eren, dit is ook een middel, zoo de zooien
Tan'zeiis warea afgevallen.
20«
Zoo een Paard geftoken is, e» vntt-
buiten is toegewasfen.
'De (teek moet geopend worden, en men moet dasc
In doen eyren geklopt, geftooten fwavel, en ge»
fjnolten oude reuiel, van elk even veel.
ar.
Ah een Paard zwaarmoedig tt*
Deze kwaal word ook de bos genaamt, als zy aan
de achterfte becnen komt; de remedie voor de zwaar-
moedigheid is : bet vel van beide de voorite becnen
buitenwaars op te fpouwen met een mes, dog wel
öppaflen van geen bloedvaten nog peeien te geraa-
"ken, legt dan daarin wortelen van netelen, en be-
windtdiernet Iiiedeof werk, en bereidt dan dat Paard
hoe me4r hoe liever, de zwaarmoedigheid «al fchie*
A s                            lyk
-ocr page 13-
fO MIDDELEN VOOR ALLERHANDE
lyk ycrgaan, en tot de geneezing van de openfng
februikt niets anders als oude reufel, en fineert
et daar m&dc; nader zal men fpreeken van de bos.
Voor een Paard, het welk een over hoe f'heeft.
Brandt de huid rondom het overhoef open, en legt
daarin fpaans groen, geduurende drie dagen, zoo
tergast het overhoef.
Of
Neemt een (lok van een groene hafelnoot met fchel
£n al, maakt die warm op het vuur, zoo lang dat 'er
puisten op komen, vryf't daar mede dat overhoef p
bet zal ook vergaan.
*3-
Voor een Paard, dat van binnen befchadigt is.
Neemt ingewant van een hond, en geeft dit het
Paard in den bek, en maakt dat hy het door-
flikt , geeft hem dan wel te eeten, en weinig te drin-
ken , het zal fchitriyk geneezen.
24.
Voor een gezwalk gemacht van een Paard.
Neemt fmits (lof uit de fmittery, en maakt dat
gloeiend heet, doet het op een fchotel, en giet daar
in Geite melk en zout, houdt dan die fchotel het
Paard onder zyn gemacht, en dekt het wel toe, dat
-ocr page 14-
KTVAALEN DER. PAARDEN.              If
de damp en warmte daar op komt, doet ditverfchei»
de reizen, het zal geneezen.
Of
Neemt bycvoet fyn gehakt, en doet dit in oude
reuiel, en imeert het gemacht eenmaal daags daar
mede, doet het Paard dan een cingel om de buik, een
fpan van het gemachte af, dit middel is ook goed
bevonden.
»5-
Voor ruidigheid in het vkesch van een Paard1.
Neemt oud fmecr en fpek , fraelt het in een panne,
en imeert het daar mede.
Of
Neemt het witte van twee eyren, mengt dat met
boomoly, en roert daarin een weinig zout, fineert
het Paard daar mede tegen de haircn op» is ook
goed bevonden.
Indien de ruidigheid zo verre is gevordert, dat
zy met de voorgaande remedie niet geneest.
Neemt dan Hoender mist in een vat, en giet daar
op mistpoel, laat dit dan doorloopen als loog, en
wascht het Paard daar m'ïde, neemt dan weder versch
Hoender mist, en verfche mistpoel, doet dat in een
ketel, neemt vier handen vol cladde wortelen, fyn
gefneden, een half pond wagenfmeer, die niet be-
reid of toegemaakt is, een half pond lampoly, een
vierendeel Paarde vet, een vierendeel reufel,
een vierendeel lynoly, en een pond groene fwavel,
doet dit alles te zaamen in de ketel, en laat het wel
kooken, en afgenomen zynde, doet daarin een pond
-ocr page 15-
je middelen voor auerh.wbe
aluin, eïi fineert dan daar mede het Paard, dit midi»"
4el heeft nog nooit gemankeerj.
a6
Wanneer een Paard pojttief'fchorftlg is.
:Men moet het hair afTnyden, daar het iehorft is,'
-ïïeemt dan kalk w.-rtcr, zo warm als het Paard
Jyden kan, en wascht het fchoon met een ftroo-
wis, en neemt een kanne loopend water, en zet
die by het vuur, en doet daarin een hand vol em-
blat klein gehakt, inde meimaand geplukt, en. Iaat
dit op'de helft knoken, maar vooral niet oveiioopen,
neemt dan ruit fwavel, klein geftoóteö/ als meel, en
rejSfel een jaar oud of meer, laat het water een wei-
nig kout worden, en doet alles te zaamen, fineert
het paard daar mede, des anderen daags insgelyks,
om den zesden dag wederom, na rato dat het nog
veel iehorft heeft, als men nu ziet, ..dat liet heelt,
w'ascht men de oude rooven af, met warm kalk w&j
ter, en men ftneert het wederom als vooren.
■ «7»
""©tb hair te maakeo.
Neemt regen worm, en kookt die in lynzaad met
oly in een nieuwe pot, warm zynde, fineert hets
Paard daar mede, daar het geen hair heeft, het zal
hair krygen.
~Of
Neemt fwavel en lampoly gefmolten in een panne,
en fmeeit de plaats daar geen hair is, het zal wais-
feft.
a3,
-ocr page 16-
{
rWAALSN DER. PAARDEN,             ï'j
t
28.
V<,9r der grundigheid.
Neemt gebrande aluin, oude reufel, fpaans groen,
fwavel en wortelen van netelen, kneust dit alles, en
mengt het onder malkanderen, en fineert het Paard
daar mede , wafesbt het met warm water Gn wyn met
een wolle lap, tot dat het bloedt, laat liet dan droe-
gen , en fineert het met het voorfchreven, het zal ge-
Beezen.
t».
Voor grundigheid aan de beettett.
Neemt boomoly, gloriaet, oud fpek, fchapen on-
gel en mosterzaat, klein geftooten en gefmolten in
een ketel, giet het dan op het water, en fineert de
beenen daar mede, en laat het een weinig in het wa-
ter gaan, het geneest t, Probatum foplust
301
Vooreen Paard, dat niet ftaïïen kan.
Brengt dat Paard in een fchaapeftal, daar fchaape
mist is, of ftoot hem fchaape mi*t in het gefchrede,
zoo ftalt het van (londen aan.
Of '
Neemt coraale fteenen, ftoot die fyn, en geeft die
het Paard in met brood, ofmeuiclie luizen ia het voe-
der , is Pr vb at urn.
%U
-ocr page 17-
Ï4          MIDDELEN VOOR ALLERHANDE
Voor een Paard, *&tf zig gebeeten heeft»
Maakt de wonde, daar het zig gebeeten heeft,
fchoon met azyn, en legt daar in week brood en
«out, het zal Hinken en heelen.
3*.
Voor een gebrek in de maag*
Neemt de ton ge van een Wolf of grooten Hond*
droogt die hard en pulverii'èert/.e, doet dat puiver ia
het voeder, het geneest aanftonts.
33'
Voor een ziek Paard,
Dit moet gelaaten worden , aan beide zyden, et]
Bien moet het bloed vergaderen, neemt dan een half
pint azyn, zes eyren, "een halve lepel honing, een
fchotel met uyen, een halve pint witte vvyn, en twee
lepels vol boter, mitsgaders een fchotel vol van dat
vergadert bloed, mengt dit alles door malkanderen,
en vryft het Paard daar mede de fchinkels, en (laat
hem dat onder aan den voet, en des anderen daags
vryft het af met hiede of brandnetelen, en laat het
dan geworden, op den vierden dag neemt witte hef-
fe of wynmoer en walpinge te zaamert gekookt, en
flaat dat om de fchinkels en in de buigen, neemt des
anderen daags fcheclkruyd, en veegt het af, dan is
het genoeg; dit middel is van een wonderlyke uit-
werking bevonden, en heeft weinig of nooit geraan*
keert.
34»
-ocr page 18-
tWAALKN DER PAAROBK.              t$
34-
Jt Èen gewis/e konst voor de vaare» der 'Paarden*
Alzo dit een kwaal is, die weinig of niet genee-
ten kan worden, of zy komt wederom, om dat
tnen in het' algemeen giste, dat die kwaal haaren
oorfprong hadt in vervuiling van vleesch, zonder
te onderzoeken waar uit die vervuiling ontftondt, en
gevolgeiyk dat die uitwendig moeste worden gecu-
reert, en daarom tot hier toe die konst is duister
gebleven, heeft nogthans de ondervinding ons vol-
komen den oorfprong gelccrt, dat zy beltont in een
Worm, die zig voor eefst in de maag ophielt, en
daar na boorde na den hals in de maanitrang of bo-
ven de fchoft by de maanfteÉg» dat hy desgelyks
zyne correspondentie en fchuilhock bleef houden in
de maag, en dus als 'er fterkc rcfijcdien aan de maan-
ftrang gebruikt worden, hy zig na de maag begeeft,
dat insgelyks, al waar zulk een worm in den hals komt,
hy eene groote verrotting veroorzaakt, het gene men
zien kan uit de wonden en flank der zclver, die na
buiten vuilen (vinkenden etter en materie werpen * en
dat zulke kwaal niet komt te vallen op flegte krengen,
maar gemeenlyk op de beste Paarden , en dat zulke
Paarden dan dor en mager worden, en niets haar
helpen kan, zoo hebben wy dan de gewisfekonst
daar van uitgevonden, eerst geexperimenteert by
Monfr. Vergeer, ScheveningTe commisfaris en fchip-
per wonende in den Haag, en daar na by verfchei-
de andere, het welk ten allen tyde navraging lydea
tnag, deze gewisfe konst beftaat dan.
i.) De wonden in den hals of fchoft door de vaa-
ren veroorzaakt, moeten geduurende drie dagen al-
voorens worden uitgewasfehen en zuiver gemaakt, al-
eer men het regte middel gebruikt, om dien Worm af
te jagen, rpen gebruikt tot dit wasch goed, fterke
azyn, daarin geworpen twee handenvol zout opeen
kanne, of wen kan ui plaats van azyn en zout, nee-
taca
-ocr page 19-
I<5          tlIDDELEW VOOR ALLERrfANDfi
menfterke oude pekel van rundvleesch, hoe ouder hoe
beter, daar mede twee maal daags'wasfchen, f mor'
gens en f avonds, den tweeden dag f'avonds, na
dat men gëwasfchen heeft, zal men neemon een loot ter**
pentynoly, en de helft daar van gieten in de gaten
van de vaaren, en daar opzetten biedeofwerk, dan
moet de Wurm. die in den hals offchoft is, zynen
toevlngt nemen na de maag, daar hy zyn 1'chuil-
hoek heeft, daar wy hem wel zullen vinden,
2.) Op de vierden dag f' morgens zal zulk eert
Paard ingegeven worden een drank, beftaande uit
een hand vol woikens booms wortelen, een hand
vol zevenboom, en zoo het in de meimaand is, een
kleine hand vol, een goede hand vol negen krachts
wortelen, en een hand vol lubbeftruik, dit moet te
2aamen heel fyn gekerft worden , en gekookt in twen
kroezen azyn op de helft, na dat het gekookt is en
byna koud, moet men daarin doen een loot cam-
piier, heel fyn gepulverifeert, en een lepel vol pulver
van gebrande fchoenzoolen: deze drank zal men in
twee verdeden, de helft zal men s' morgens ten acht
imren het Paard ingecven, en de tweede helft ten
tien uuren, dit doet men gemakkelyk, wanneer men
het Paard met het hooft om hoog aan den reep bindt,
en men in de bek (leekt een koey hoorn, en men den
drank daarin giet, des anderen daags s'morgen*
moet men oppasfen, en men zal den Worm vinden h
den drek, hy is een groote vinger lang, en heefteen
kop.als een Slang, en een Haart als een Hagedis,
neemt hem op en eonferveert hem.
3. Houdt aan dagclyksjret wasfchen tweemaal te
doen, en maakt een wiek zalve, waar van gy alieda-
^en eenmaal wieken in de gaten, met hiede of hen-
rnp moet fteeken , uit het volgende: een vierde pond
beste was, drie loot hars, een loot terpentyn, en
een vierde pond bokken of harts vet, fmelt dit alles
te zaamen , en laat het op de kook komen, en doet
daarvan wieken in de gaten, eenmaal daags, zoolang
tot het geneezen is, bevvaswt de gateu voor de vlie-
gt
-ocr page 20-
I
XvWAAlBN DER PAARDE».             f^"
gen, dit is nu het eenigfte en beste middel ota de
vaaren van een Paard te geneezen, en het zelve wa-
der in zyn vorige ftaaï te brengen, en van groot©
waarde.
35"'
P'oor de Bot.
beze kwaal komt gemeenelyk aan de agterÜe feeei
Hen, van buiten of van binnen omtrent de fpat ader,
en men gist, dat zy wordt veroorzaakt door het zwaaf
forceereri van een Paard, zy wordt tot een buil, eÉ
zoo men ze lang laat zitten, wordt ze tot een beénge-
was, het Paard verliest zyn kragten in dat been, en
rnoet eindelyk hinken. Men moet het vel op de buit
met een mes openen, en daarop doen fpaans groen ,
en men moet wortelen van brandnetels fyn hakken.
en die kooken in fterke azyn, en als dan dat met een
doek binden op die bujl over het fpaans groen, laat
dit drie dagen zitten, dan zal de buil v/eek geworde*
zyn: dan zult gy nemen een loot terpentyn oly, een
loot dialthea, een loot laurier oly, twee loot pier oly,
en een loot peter oly, doet dit te zaamen, fineert a'lls
twee dagen de buil, en vryft het fterk in, tegen de
hairen op, en droogt het in, met een heet gemaakt
yzer, de bos zal wrgaaïu
3<5.
Voor ds opening der Paarden»
Deze kwaal is tweedcrlei, en wordt veroorzaakt
f'oor her fchielyk en kort omkeeren van een Paard,
als het heel warm is, de eerde is een halve opening,
en beftaat in een halve opfeheuring, van de fchoft en
het vlies, veel gemakkelyker om te geneezen dan de
tvvecde: de tweede ;g een gehede opening, of van een
-ocr page 21-
*8           MIDDELEN VOOR ALLERHANDE
fcheïdinge van liet vlies, het welk zig door gcwelt.
fcheidt van de fchoft, zeer ongemakkelyk om te ge-
neezen , ten zy men aanftonds de remecne appliceert:
die kwaal ontdekt men niet zot» zeer door het kreupel
gaan , ais door het omkecren en het ('ouwen met den
duim op de fehoft, het geen zink een Paard net lei-
den kan, zoo is het dan, dat men voor 'oeide aan-
ftonds dat Paard de ader flaat voor op cie borst, en
niet dat bloed de fchbft tegen de harren op wascht,
7.ot) dc opening aan beide kanten is, moeten de bei-
de fchoften met dat bloed worden gewasfehen, en
indien de opening geheel is, moet men de vooritebee-
uen vast omwinden met tlrooie banden, van boven
tot heneden, zes a zeven dagen lang, in welke tyd
liet Paard niet mag leggen , maar moet blyven ftaan ,
daarom moet: het met de half ter van boven worden
vast gemaakt, dat bet niet ïaager kan komen als in
de kribbe, om zvn voeder te eeten; 24 uuren daarna.
yryft men het bloed af, met hooi of ftroo , en men
rna.g geen water of' nettigheid daar toe gebruiken , tot
het (meeren van beide de openingen gebruikt men
twee loot populieroly, twee loot terpentyn oly, twee
loot peter oly, en een loot Sint Jans oly, alles on-
der malkanderen gemengt, en daar mede de fchoft,
van onder aan het Ivf, tot boven toe, tegen de hal-
ren op gefmeert, en met een heet yzer laaten intrek-
ken, doet dit alle dag eens, tot S a 9 dagen; in het
kort voeder zult gy het Paard geven fenegriek, en
een halve band vol heidens wonde kruid, fyn gefh.ee-
den, continueert dit ook, zoo als her. voorgaande,
zoo men dit wel doet, zal het Paard gehcelyk genee-
zen, daar het anderzints bedorven is, al was het van
nog zoo groote waarde.
37.
^*-Fbor tan vlei voor dc mgett van een Panrd.
Neemt fcheel kruid, en doet dat zap in de oogen,
het
-ocr page 22-
KWAAL EN PER r AARDEN.              Tfl
let geneest; of maakt pulver van gebrande eyer
fchaalen , en blaast dit het Paard in de oogen, is ook
goedj maar het fecuurfte middel is, een tak van lin-
tten hout, van binnen uitgcholt, en het wit van
vier eyren niet zout gemengt, in dat uitgebolt ge-
daan, en van beide kanten toegeilopt met boute
proppen , brandt dit alles tot pulver, maakt het klein,
en blaast daar van in de oogen van het Paard, con-
tinueert dat eens daags, de vlei zal verdvvynen.
38.
Ah een Paard de Jlrob hoef heeft*
Neemt een loot moerbeflen, een loot fwavel, pnl*
verifeert dit wel te zaamen, en mengt dit pulver met
honing, en fmeert dat boef daar mede, het zal ge-
neezen en goed worden, of gebruikt deze navolgen-
de , die nooit mankeert.
Neemt in de meimaand een nieuwe pot, en
doet daarin twee vingeren dik zout, vult de pot
verder met roode (lakken, ftopt die wel toe, en be-
graaft hem 3 a 4 weeken in de aarde, haalt hem dan
uit, en fmeert daar mede het hoef, het 2al zeer
fchielyk en wel geneezen.
39-
Voor het fpadt.
Opent de huid de lengte van een Gd van een vin-
ger, neemt mostert bladeren, of nefFe bladeren,
die groen zyn, kneust die, en maakt daar van als een
plyster, en doet het in de wonde, neemt twee loot
zenuwebladeten, en bindt die op de wonde, dan zal
het vel'zig openen, laat dit daar op leggen drie dagen
lang, en fmeert het dan wel met boom oly, en pier
oly, ouder malkandere»; dit is een remedie voor een
E a
                              fpudt
-ocr page 23-
»0         MIDDELEN VOOR ALLERHANDE
fpadt, hetwelk te terre is gevordert, on metl'meerea
niet kan geholpen worden: wanneer een fpadt begint,
neemt men een loot,terpentyn, een loot dialtea, een
loot laiuüeroly, en een loot Sint jans oiy, dit alle te
jeaamen gemengt, en daar by dagelyks eens wel ge-
jfmeert tegen de hairen op, en dan eindelyk wel om
laag itryken, doet dat geduurendè vier dagen het. zal
geneej.cn.
Of
Neemt zes of acht wortelen van groote netelen, en.
hakt die als moes, kookt die in wyn azyn, zoo lang
tot dat zy week worden als moes, en bindt die warm
met een doek op het fpadt, laat dic daar op drie da-
gen, en ververscht a(s dan wederom met het zelve
tot den zesden dag, en dan wederom tot den negen-
den dag, ftrykt I et ais dan ityf'na beneden toe, met
de hand, legt dan daarop een plyster van dialthea,
en fpaans groen, laat die vier dagen daar op, hst
fpadt zal vefdwynen'; ook zvn er wel, die 'net fpadt
pet een yzertje uittrekken, en afkorten, en als dan
Zout en roet in dat gat vryven , maar het is gevaarlyk
4at zulk een Paard Ityfaan dat been zal blyven.
40.
A\s een Paard de koege heeft.
Neemt vyf of zes fadyzen, en maakt die droog,
én half zoo veel zccloar, dit te zaameugepulverifeert,
en met wyn gemengt, giet dit het Paard in den hals,
Cn houdt hem de neusgaten toe, tot dat ze druipen,
of zoo lang, tot dat de etter of fluimen door de neus-
jratcu uitvloeien, als nu de neusgateu niet meer uit-
|eevcïj;, is het Paard gezond,
4ïï
-ocr page 24-
KWAALë* DE» PAARDEN,             Z\
41.
Om ten Paard vet te maken.
Neemt een tonge var. etn geftorvê Paard, brandt <tle
<_!n een por tot pulver, en geeft dit aan het Paard, in
&yn voeder te eeten, of gebruikt het middel, dat volgt,
die meeniginaal gebruikt is, en nog nuo it gemankeert
beeft.
J^Neemt geftooten fwavel, en fietmm gracum, van
elks een once, er, geeft dit het Paard in zyn voeder,
flaat dan dit gedaan zynde, het Paard in de {par
ader, verzamelt" daf.bloed in een vat, en doet haver
daarin, en geelt dat aan het Paard te eeten, en als
het gegeeten heeft, neemt droog roggen brood, en
maakt een ftuk nat, in menfehen water, en befmeert
het met honing en zont, en geeft dit het Paard te
tctcn. continueert dit acht dagen lang met liet brood.
Iaat bet Paard zoo lang liaan, en dekt het warm toe,
het zal vet worden.
4a.
^^i-- jils een Paard Wormen in de vraag heeft.
Voor die kwaal volgen hier vier remcdien,- die alle
vier gcexperinieuteert zyn, en zyn goed. bevonden:
een Paard dat VVormen heeft, werpt zig neder ter
aarde, byt en flaat geweldig met zyn kop, tegen de
grond, van wegens de groote finerte, die het in den
buik Iydt, en komt dikwyis daar van tefterven, en
zyn doodelyk benaauvyt, als gy zulks verneemt, zoo
Neemt eyer fchaaleh, en brandt die tot puivcr, doet
daarin, een loot geftoote peper, een handvol zout,
en een halve pint edik of azyu, mengt dat door mal-
kanderén, laat het op koken in een pan, en giet bet
zelve warm het Paard in den hals, zoo ftervcn de
•Wurmen', of
Jseemt drje banden vol zevenboom, giet daar op/'
ft 3                              wie-
-ocr page 25-
*tó         MIDDELEN VOOR ALLERHANDE
witte wyn , en laat liet een halve dag ftaan, en perst
dan de wyn daar uit, geelt dan de wyn in eens liet
Paard in, en verdeelt.de zevenboom in driedeelen,
en geeft hem die in zyn voeder te eeten , of
Neemt zes a zeven eyer fchaalen , een loot roest
van yzer, twee loot gebrande peper, fyn geftooten,
mengt dit alles in azyn, en giet dit het Paard in den
hals, de Wormen fterven, of
Neemt twee loot hamerflag, en fchaalen van eyren
ïils boven, ftoot uit te zaamen , en mengt het in azyn,
alwaar het een halve pint, of meer, het kan geen
kwaad, maakt dan den azyn met het overige warm,
en geeft die hetJPaard in, de YVüixneu moeten fterven»
43-
Ats een Paard zig vertreedt.
Neemt ongebluste kalk, en wit van eyren, <-n
bindt dit her jPaard op de fchatlc, her zal gencezeo.
44-
Ah een Paard zig op de aderen fieot..
Neemt hooi, en vryft het Paard de rug daarmede,
neemt dan erntzewaan, en bindt dat onder dikke doe-
ken bloot op de fchaade.
Of
Neemt zaat van wegebladercn, twee handen vol,
vier handen vol hopzaat, en zwyne bloemen, ZOQ
Veel, dat het voorgaande vettig wordt, doet dit te
zaamen in een pot, doet daar op goeden azyn, ea
laat her te zaamen zoo huig kooken , tot dat al net zant
geboritenis, en dit het Paard met een doek om de
ichade geÜaagen, het zal gewisleiyk geocezcu.
45.
-ocr page 26-
KVVAALES DER PAARDEN.              £J
45-
Ah een Paard te hard gereden is'.
Neemt Koeiedrek, en beftrykt het Paard de beenen
daar mede,- tot aan den buik, neemt clan gort,
annys, zout, eyren en bagger aarde, doet dit in een
ketel met water, en kookt liet wel, giet liet dan af,
en geeft het Paard te drinken, en zoo er groene garst
op het veld is, geeft die geduurendeeenigetydhetPaaid
te eeten, het zai gezond worden.
46.
■^\Vof>r een jieengalle.
Neemt een loot fpaaas groen, en een lepel vol ho-
ning te zaamen geroert, en doet dat op de fteengalle,
geduurendetweemaal 24 uuren, laat het dan een wei-
nig werken ol'loopen, neemt dan, lyn oly, en maakt
die heet, en doet hem die zoo heet als lydcn kan, in
de hoef, is meenigmaal Proiatum bevonden.
47-
Om een goed hoef te maaken.
Daar voor gebruikt men niets anders, als boom oly,
en men fineert dat hóef twee a driemaal daags, het
Word goed.
48.
Voor de geelzucht.
Neemt het wit van vierentwintig eyren en twee loot
wierook, klein gcltooten, mengt dat door nvulkande-
B 4                              ren,
-ocr page 27-
ÜT4          Ï1IDDBLEN VOOR ALLERHANDE
ren, en giet dat hst Paard in den hals, en beryd(,
liet aanitoiKs wel zonder vrees, het zal geneezeiv
49-
Vbor een rleesch gaf.
Steekt die door meteen gloeiend yzer, en legt daar.
op roggen brood, zoo heet als het uit den oven komt,
en den derden dag neemt zuurdeeg, oude reutel,
boomoly en pik, van els evei; veel, mengt dat warm
aynde, door nialkaudereii, en fineert de wonde daar-
mede, het zal geneczen* en de vleesch gal zal wei*
zyn.
Voor ent vel btfk »
Neemt twee lepels honing, ea twee loot gattictcn-.
Qeeu, en een bakje witte wyu, kooltt dil te zaa
tot een zalve, en tmeeri: hel Paard de ctogen daar qgc-t
de» het zal geneezen,
5i.
Als een Paard de nervs heeft.
Neemt twee lepels honing, een bakje wyn en twe*
loot knuflook, kookt dat te zaamen, en verbindt het
«Jaar mede, is meest tyds goed bevonden,,
52,
AJs een T*av& de heenen verflagen heeft.
tfipeffltkoudvrater, ca .doet zout daarin, voert her.
\Vc\
-ocr page 28-
KW-AALEN BÏR. PAARDEN.              m$
y;el door nialkanderen, en laat het zinken, en neemt
dan dat water, en wascht liet Paard de beenejj , ent
vryftze op en nederwaarts, dat zy warm worden,
doet dat drie a viermaal daags, en geeft het Paard ai,
Wit van eyren en zout, is zeer Probatttm bevonden.
S3«
Pbét de rappeo*
Neemt groene ftvave] en oude reufel, door inalkan»
deren gemengt, en fineert het Paard daar mede.
54-
Pstr een Paard, het welk gebeettn wordt van Wor^
men
, die zig ttafihen vel en vleesck kouden*
Zulke Wormen zyn driederleii
De eerfte worden genaamt pyrtzelen, en neemei»
begin in de neuze, die boort men door met een heet
yzer, en men doet daarin fpaans groen en gebrande
Paarde beenen, .dan fterven die Wormen.
De tweede noemt men Bichantilehe', en honden zig
op tusfehen de knien en hoef, en daar dezelve legt ,.
daar word een buil, neemt daar voor boekenhast,
en vryft dat been zeer hard, brandt dan de bui! v»t>
het been, met een heet yzer kruiswys open, en bindt
dan die wonde toe, zoo fterft die Worm.
De derde houdt zig op aan het gemacht: en waar
die legt, daar wordt ook een buil, en dat Paard vryft
zig altyd, als men dat gewaar wordt, moet gy het
hair daar ïifl'cheeren, en de buile ook openen, en-
vryft daarin fpaans groen, en bindt dan daarop oude
reufel ,*fv/avel en pilfen zaat, van elks even veel, de
Worm zal ook moeten fterven.,
£ o                           &*
-ocr page 29-
Sé'          MICDÏLEJ' VOOR ALLERIIANÜS
55-
Ah een Paard wat kwaads gegeeten heeft.
Neemt Honds wortelen drie loot, een loot koper*
water, een loot fitlpeter- een once boom oly, een
loot gaUicien Reen, en twee loot honing, neemt een
Egel of Stekelvarken, brandt die tot palver, en neemt
twee loot van dat pulver, laat het Paard.de hals ader-
en neemt van dat bloed, en mengt dat onder al de
voorfchreve fpeeies, geeft daar van het Paard een
kleinen drank in , en het overige moet gy verdeelen
in benige deelen', ei: in liet voeder geeven, en in ge-
Valk het Paard komt te (wellen , rydt het in het water
tot aan de buik toe, en wanneer het hoofd he:n
fehrumpt, voelt in zyn fondement, zoo zult gy vin-
den, wat het gegeeten heeft, en dan is liet geneezea.
Ah een Paard een ellenboógc heeft.
Scheert het Paard dat hair van de ellenboógc af,
vlicmt het open met een vJieme, en vryft het wel uit
met zout, laat het dan (taan tot aan den derden dag,
neemt duin honing, maakt die heet in een panne, en
doet een wiek in den honing, en legt die heel warnj
op de wonde, doet dit alle dagen tweemaal, Pinor-
gens en Favonds, de ellenbooge zal verdwynen.
67-
**~A!t een Paard zig heeft overgegeeten.
Dit zal men merken, als het neervalt, cngle bee-
nen om hoog (leekt en wenteit, zoo dryft het op, eu
(leekt hem in het fondement zeep, en een vinger tang
fpeks en berydt het Paard, zoc zajhet wel haast zyn
mist
-ocr page 30-
K. WAALEN DER P A ARDE NT.                27
njïst maaken, dryft het nader alle reizen op, als het
wilt gaan leggen , en doet dit geduurendc de geheetó
dag, het zal geneesten zyn.
5».
Ah een Paard te veel gedronken heeft.
Dat zult gy zien , wanneer hem de neusgaten drui-
pen, daar voor laat men hem de hals ader liaan aan
bilde kanten, liet zal geneezeu zyn.
59«
Ais hei Paard ta- ree! bereden is, en
daar van een buik komt.
Laai In-m aanftoirs de Fesfel ader flaan, rteemtdan
Koeiedrek, a'zyn én zout, van ieder,na rato even
Veel, mengt dit onder malkanderen, en fineert het
Paard de kuien daar mede, doet dat drie dagen laög,
bindt dan van den azyn, Koeiedrek en zout op L;ie
buile, doet dat achta negen maaien daags eens, dit
is dikvvyls geexpedinenteeit, en goed bevonden.
60.
Ah een Paard een gefvel op de toom heeft.
Neemt kalk, twee handen vol zout, wit van eyren,
en twee ioot fpaans groen, doet dit alles in een panne,
en maakt daar van een zaive, bindt het PaaTd zeer
vast, e» doet dit daarop, en laat dit een etmaal zoo,
en voor die tyd moet het Paard niet veel eeten, om
3dat dit voorgaande affchuuren zou, wascht het dan
wel af met warme wyn, en neemt dan tot een plyster
bars, pik en ongeli van elks even veel, neemt dan
• een
-ocr page 31-
,28          StTDDKLEN VOOR ALIERHANBE-
een liane doek, trekt dié door die zafve, en legt die
••op hef'gelwei, doet dit ettejyke maaien: gyzult den
Schfyver^bedanken en zeggen, Het is van de tcv>'<
uftwwking,
6i.
Wanneer een Paard èle buik [welt.
Scheert hem het hair af, en neemt een flieme, eft
flaat het Paard voor in den buik, dat het bloedt, eo
laat het-dan ftaan tot nar. den derden dag, neemt dan
fwJom oly, Honde bloed en oude reufel, laat die met
mafkanderen koofcen, en fineert het Paard daar uaede
de buik, liet zal gelezen worden.
6fl.
Vovr ten gefwe! in de keel.
Dit verneemt men, wanneer een Paard een vniïe
ad.i'in heefi, en zeer rochelt, de remedie daar voor is.
Neemt drie eyren en een half pint azyn, mengt dit
te zaamen, en neemt een ftok, (plyt die open aan het
«ad, en bewint die wel met hennip of werk, dat het
hout niet beleedigen kan, wentelt ésn die ftok wel in
dceyren en azyn, en het Paard ter neder,geworpen
hebbende, fteekt hem die ftok in den hals, en geeft
hem tïm den azyn en eyers in, het zal geneearen.
Wanneer een Paard een koorne ,'t>st.0
Neemt hars en ongel, kookt het wel door rnalkan*
deren, doet daar van op een linne doek, en legt liet
op de wonde alle dagen nieuw, m bindt het wel toe „
hut m\ fchielyfc gëneezesu
-ocr page 32-
K>VAALEW DHR PA&B.V #&■*                S&
64.
Ah een Paard zig aangeraakt heeft.
Dit zal men wetten, als het zeer gefwollen is ovcf
die wortel, zoo fnydt de wortel open, en laat het wel
bloeden, neemt daarna het wit van drie eyrén, vryft
die met werk of hiede op de buil, neemt daarna Koeie
drek, zout en azyu, kookt dit te zaamen, laat. het
zoo koud worden, dal: men het lyden kan, en bindt
het over de wortel en buil, Prcbatum est.
P'oor e6n Paard', dat tfempig is,
Geeft het Paard in acht dagen niet, dan gekookte
haver, en laat geen ftroo omtrent hem komen, daar
het van eeten kan, doet daarna een levendige Vorfche
in een ketel met koud water, hangt dat over het vuur,
en terwyl de Vorfche nog byt is, geeft het Paard at
meer gekookte haf er te eeten, en geeft het van dat
warm water te drinken, doet zoo ettelyke maaien,
en neemt altyd levendige Vosfen, en doet die in het
koud water, en laat dat op het vuur warm "worden,
met de Vosfen daarin, om het Paard te drinken, na
expiratie van acht dagen, geeft drooge haver, maag
voor eerst niet veel, het zal geneezen.
- Of
Neemt fanum gr-acum, lunikwart, het welk op de
boomen wast, nieuwe appelen', die on de luttclboo-
men wasfen, en medefaan of" marienbloemen metiiet
kruid en wortelen, de eerde drie fpecies moeten fyn
geltooten worden, en de medefaan fyn gefneden en
gebalkt, dit geeft men het Paard in de haver te eeten,
dit is ook F rob at urn.
<$.
-ocr page 33-
,;■: MIDDELEN VOOR ALLERHANDE
66,
Voor egelhairi&heicl.
Wast het Paard de voeten met loog, en Iaat het
hair droDg worden, neemt pik, en unelt het, en
flOwt het op het hair, en des au ]eren daags trekt het
hair uit met een tange, neemt een 8ym, en Slaat in
de plaats, daar de hairen geftaan hebben, en druk:
dat kwaad Moed daar uit, braadt dan een il'uk rog'
gen bro»d, en legt het in water en zout daarin, dat
het eeu bckwaame bry zy, bindt dat op de plaats,
daar de bovenite hairen uit zyn , en Iaat het twee et-
maaien zitten^ en wascht dan de plaatfe af met water,
en {meert de zeerheid niet oude reulel en lehaapen on-
gel gemengt, van elks even veel, de egeihairigheid
aal vergaan, en het zal geneezen.
6?.
Voor een Paard, dat veeder en heeft gegecie».
Men moet zulk een Paard ingeeven de krop van een
Hoen, daar het koren nog in is, is het best bevonden,
en de veder blyft aan die krop hangen.
Zoo een krop is ook extraordinair goed voor een
Paard, het welk zeer ïlerk hoest.
6$.
Voor fchorftise Paarden.
Raat zulk een Paard wasrChen, over zyn geheel;
lyt', en laat het dan weder opdroogen, neemt een
goede kwantiteit witbladeren, een loot zwavel, en
roet uit de i'eiioordeen, hakt de bladeren heel klein',
pulveriieert de andere {pecies, en neemt dan twei
pond reuiel, ea doet die niet de andere {pecies, in
-ocr page 34-
K WA AI. EN DER PAARDEN»              $1
in een ichoone pot, en laat het wel met maikancieren
kóoken, maar men moet het alryd roeren , anders zou
'Je zwavel op de grond, gaan en bederven, legt het
Paard by de kookende pot, en neemt een kwast, daar
gy liet Paard mede wilt!meeren, en fineert het uit
de koekende pot, over zyn geheel lighaarn, daar het
bairen heeft, ende en zyt.uiet bevreesï, dat het ver-
brande'.] zal, alzoo dit niet zyn zal, dit moet maar
eenmaal gedaan worden, en de 1'chorfthcid zal ge»
neezen.
6g.                                   »
Voor een Paard? dat verflopt is.
Neemt een (hik fpek, een vinger dik, en een vin-
ger lang, wenteld dat in fiote sdmuente, dat men het
fpek nier en ziet, en fteekt dat liet Paard iu zyn fon-
dement.
70.
Voor de raspen der Paarden.
Neemt kajtgattcn en l'nydze, en maaktze warm»
met een weinig water, en waseht de raspen daar
mede, dat zy rein worden, neemt dan een loot ter-
pentyn, vernis, en een weinig zout, mengt het wel
onder maikaaderen, en ftrykt wel de raspen daar
mede.
71.
Voor zen Paard, dat zeer vervangen is.
Neent een pond zwarte zeep, en het wit van drïe
of vier cyren, en ai boerbefien, dit wel by malkan-
deren gemengt, en dat in drie deelen gedaan, en in
ieder deel te doen een roode kooi blad, en het Paard
in
-ocr page 35-
2&        JMIDCEIEW VOOR AltERHANDlj
in drie vcrfchöïde reizen in den hals gegeeyen, dog met
oen tüsfchen pöozing ten niinften van'vier uuren, en
ieder rcize na {poelen met water, dit gedaan zyflde,
Jaar het gaan, dat het warm wordt en zvVcet^' dail
Warm toe dekken, en aoo laatsn ftaan,
fft.
P~oor de friók.
Neemt kalk van leer, en giet wyn daarop, dat het
'§verfiedet, laat het dan liaan fykelyk een nalve dag<
legt het dan in een vuile doek, en doet die om het
Paaru zvn voet, zoo üat van die ipecks Sis het kan,
laat die een efmaal daarop legger,, en daar het ha;r
nog niet af is, legt weder liet vonrfehreeve daar op,
rot dat het hfltl" er af'is, neemt dan wyn en honing<
van ieder even veel, mengt het te zaamen, en fineert
het Paard daarmede, totdat het hair weder wast 4
dan is de mok gedaan.. -
73-
feor een Paard', het welk droest.
Neemt een kroes witte wyn, vier dooiren van cv*
ren, en een loot bever kallen, wel gepu'verileert erl
gemengt, maakt dir alles warm, en geeft het Paard
in, en half zoo veel aan een Veulen, het is Proba*-
turn
bevonden,
74-
■Foor een Paard, het we ik zoodanig droes f, dat
de keel ge (woüeu is
, en naauwelyks eet en kan.
.Neemt een pond oude reufel, en wentelt daarin
,,zeyen a-acht uyeri? bindt die dan in een bos garste
ilioo,
-ocr page 36-
K W A A t Ê N D-E R P A A R. b Ê fT»            §f
ïrróo, wel met banden toegebonden, (leekt het vuur
daarin, en verbrandt het ftroo, en neemt die ge-
brande liyen drtnr uit, kneust die en legfze heel
Warm op (ie droesjèm, een dag en twee nagten ,
neemt daar na een vliem, en Haat de droesfem door,
fmeert die, met oude reufel en pier oiy, en verbindt
hem met werk, bewaart het wel, op dat de etter e ft.
materie daar wel uitloopt, geeft het Paard in zyn
kort voeder1 te eeten fenegriek, en verbindt het des
anderen daags wederom, het zal geneczen.
75- '
Foor een maan ecg.
Neemt een hand vol eykc bladeren, klein gdiöo*
ten, een weinig azvn, zout, en een lepel honing;
daarin gedaan, en wel door malkanderen geflaagen^
doet iiet dan in ecu doek, neemt een veer, enilrykr.
met 'Jat nat zyn oog of oogen, continueert, dat
drie a Vier maaien-, neemt dan een ftukje boter zoo
groot als een noot, doet hem dit in die oor,.daar de
bog is, en bindt/e van boven toe, op dat de
boter niet uitvalt, laat het Paard in geen vier dageti
in de windt gaan, en laat hem de oog aderen ia dia
ryd, dit is Probatmn bevonden.
76.
•». Foor een witte fiip op het oog»
Neemt een ey, doet het wit daar uit, en laat heï
Pood daarin, en vult de doppe weder met zout,
laat dit ey dan braaden in heeten asch, en dat zoo
lang to't dat alles in pulver kan gaan, vryft het tot
pulver, en neemt een. veedere pype, en blaast het in
tic oog, het zal beteren.
                                ,
C                         ffi
-ocr page 37-
34          MIDDELEN VOOR A L L F. R. H AN"D E
77-                        , •
Als een Paard de beermi onder de koo-
ien gefwoden zyn.
Neemt zemelen ra oude^batgc rcófel, kookt dié
tezamen in eea panae, en luat de zemejen bniaderi
in het vet, bindt dan een gedeelte daarvan warm
over het been, duet dat drie a viermaal, het zal go-
vvisieiyk beLeren.
Pooi' ds klêoven onder aan de vosten der Paardert.
Neemt een loot dialtea, een loot o!y van baayë,
een loot peter oly, een loot pier oly, en twee loot
narts vet, doet dit alles te zamen, en IVneert bet
daar mede, en laat bet intrekken mot een heet yzer,
cu continueert dit vier a vyf dagen , neemt dan oude
reufe'1, en Schaapen ongel, van ejks even vee!, fmelt
dit te zamen*, en fineert hét dan daar mede, dit bo-
venflaande is menigmaal geexperimentceft, en zee'r
goed bevonden»
79-
PoSf een Paard, dat niet groeien wilt.
Bit moet men hiaten in de fpoor aderen, aan bei*
iïs kanten, dit zal Wel gezont worden* «•
8o.
Voor een Paard, dat fchiehk ziek wordt,
en niet eet ai wilt.
£\eerat aiants wortelen, twee huislooken, cenige
hooï"
-ocr page 38-
KWAAL EN i>ER VAARDEN»              j$
nööfdeh van negen kragt, ecu geheel ey, en een
Weinig ZQüt, alles gemengt onder malkanderen, en
dat het Paard mgcgeeveü, is buiten geineen goed,
in meest goed bevonden.
hi
^watmeet ten Paard niet pisfen wilti
. Neemt het geele van fleder hout, dat onder de
bast is, en kookt dit in melk, en geeft dit het Paard
in , het zal Hanftonts pisi'en.
. Zoo het een ruin of hengst is, is het gemakkclyker
on! te doen p'isfen: dan neemt men een Seharrebyter
leevendig, of twee, en men fteekt die voor hl de
opening, daar het gernacht is, zy z-ulien aanftonta
bisfen, maar voor een merrie moet men altyd Ml
eerde middel gebruiken, die zonder mankement is*
0
UU
Wanneer de voeten van een Paard hetftg zyn.
, Neemt het witte van een ey, en Schaapen ongel±
doet dit onder de voet, doét dan Zwynen drek daar
op , de hitte zal uit de voeten trekken, en alwaar hei;
leever- nog zoo hoog opgetrokken was, het zal weder
in zyn behooriyke plaats komen; Probatu-m faspius.
Warneer, een Paard geen haver ofgarst eetén wlÏL'
Neemt pekel vau Haring enlaatze kóoken tot op dé
helft in een fehoone pot,"en fchuiint die wel fchooii
af, Isatze koud worden, en gictze het Paard m, en
iydt hem een weinig, en laat hem dan nog' een wei-
nig tyds vasten, hy zal dan wel eeten.'
C s                               84*
-ocr page 39-
3J5 ftiïnnET,en voor alt,tariANoa'
—f~ Otn kopende gaien te geneezen.
Neemt groene Ganxen drek en roode verfche lioMr..
laat het met malkanderen (nteltcn, en maakt daar eeil
zalve van, die is buiten gemeen goed*
Een onverheterJyke zalve, iVanfieer een
Paard den etter doorbreekt
Neemt een oncc gezuiverde honing, een half loof
grynfpan, een- vierde loot koperroot, een half loot
terpentyn , en een loot gebranden aktingcpulveriieerti
das ie üauierj gekookt, dag niagniet ovtrioopen met
kooken, neemt het af, en verbindt het Paard daar
mede., maar niet Le neet, is Probatum.
86,
Voor hariflaglighiia.
Neemt kiek; vaaren zaai , en ztne vwrctefen, nui-
vcri;evi( die, en geeft dit iiet Paard onder Zyn voe«
der, is aJtyd góéd bevondeii.
87.
>-j~ Om gelederen water te ftiUeïï.
Neemt fcheeikmid, aluin, cri van de beste wVo
jtzyn, na mate gy iclieclkruid en ahtin, daarin
öoen, het welk heide in gewigt even veel moet zyn,
kookt dit met malkanderen, ei; legt hët v/urm daarop*
JVfct z«d geneczeïH»
-ocr page 40-
fi W A A I. E tV D ER PA AR D E K,             .37
. 88.
Voor fpekhalHghe';d.
Neemt oude reufbl en Pwave] klein geftooten, en
een half pond lynoly, dit re zamën gekookt, c.u
.«en hals daar mede gefmeeit, zal fchielyk geheczeri,
89,
Foor een Paard^ dat gehóel Wint r's.
. Opent hem het opgen vues zes vingeren af van de
pogen, gy zulr aldaar een ader vinden, trekt hem die
uit, en fnydt die in tween, bindt een riem in elke
Opening, en doet daarin het wit van een ey, brengt
het Paard in liet donker, en tóat het een weinig bloe-
den, bindt dan de riem los, en geneest hem diewon-
de met een zalve, die nader zal worden uitgedrukt 9
en aaugewcezen.
90.
Voor een gejwel onder aan deft Intik.
Neemt raauwe ftrenge hennip garefc van den haspel
kook' die in houtasfche met water, en legt dit twee*
eiags warm op het gefwel, dit geneest goed.
0*«
AU ca: Paard fchrikt op alk vuuren.
Neemt knoflook en azyn, de knoflook geftooten,
Vry'V het Paard ';a beencn daar mede twee a driemaal,
doet het'fchielyk Foopen, en trekt het fchielyk om,
dat het warm vvordt', dekt het wel toe. het betert.
-ocr page 41-
%$          J&flÖDEtEN VOOR. ALÏ,E1\HANB$
pa.
foor hinken.
Neemt werk, en maakt dat nat met cyrcn alleen,
flaat dat het Paard in de hoef van de voet, da^ir hy
gjin hinkt, het zal beterea.
93-
Van de angehoef.
Neemt zuiver was, en 1'melt het met pik, flaat het
nog warmzyudc, het Paard om de voet, en over drie
dagen neemt het weder af, en neemt glei en zout,
van clks even veel, mengt het met fterken azyn, en,
yryft hem de voet daar mede, het zal geneezen,
94-
foor de gagenhoef of rappigheid.
Zoo oen Paard rappig is, zoo neemt glas fyn ge*
ftóoten, en mengt dat met geimolten hars, en doet
daarin vers Varkens vleesch, het welk twee vingeren
dik is, bindt het Paard alzo warm bp den voet, en
als het koud is, doet het dan weder af, en febrabt
de plaats met een mes, tot dat het bloedt, doet dan
daar over pulver van gallicien fleen en glas fyn gepul-
verifeert, laat het daarin leggen, tot dat het van zig
zelveu uitvak, is Probatum.
95-
Zoo een Paard de hoefdyvang heeft.
Kookt weiten it:el a?et oiy, dat het weck wordt,
dan
-ocr page 42-
K W AAL»?; DE II PAARDE N.             g$
dun geflaagen, en het P-iard op de hoef gebonden
met een linnen doek,
96,
foor het voor/lal of gedwang.
Neemt adamant, en (toot die tot pulver, neeii.it
dan ipek , en wentelt dat in dat pulver, en itoot he$
dan het Paard ia den hals.
97'
Ah een Paard zig gebrand! hc#ft.
Neemt haver en kookt die ir; een nieuwe pot, dn
een weinig regenwater, tor dat ze week is, ftootze
dan ineen vwzel, en drukt loor een doek het fapdaaf
ujt, en fijieèJK het Paard daar raêde, is i'robaniw.
p8,
foor een beengewas.
Neemt zemelen, maakt ecu koek daar van , rnet
flappen azyn, bindt die drie dagen lang op het been,
eu zoo de huid de vierde dag, boven op het been.
niet open is, zoo zal men dezelve openen, bindt dan
daar op Zogen drek, en zemelen met michteren fpeeK-
zel of fpuie gemeugt, driea vierdagen, zoo fcheidt;
dat overheen van zig zeiven van dat fcheen been,
dit haak men uit, en men meestert het ZOO als wy
van de bos gefproken hebben, alzo de bos, dieaan-»
ftonts niet geholpen wordt, tot een beengewas ook
komt te worden, ja hst is my wel gebeurt, dat ik
dat beengewas met gewélt heb laaten aiïlaaa, en el-
te;- my gereusfeejt is.
C 4                               n*
-ocr page 43-
^O         1IIDDELÏN VOOR ALLERIIANÖt
99-
Voor een Paard, dat wagenbeetig is.
Neemt Paarde tonge, zeeker kruid, fnydt dat
klein, en geeft dit het Paard te eeten, onder het
kort voeder, het zal beteren.
ioo.
Foor verkrompe aderen*
Neemt Dasfen vet, boemoiy, enHondevet, on-.
ëcr nialkanderen gefmoltèn, en de aderen daar mede
gdmeert, is zeer Probatum bevonden.
IOI,
Een purgatie voor een Paard.
Neemt mangel bladeren, kookt die wel in melk,
en neemtze dan daar uit, enftootzewei, bindt het;
Paard om boog, en giet hem dat dan in, en iaat liet
in vier uuren niet eeten óf drinken, neemt nader ba*
ielen knoppen en loof van jonge halelen, mengt dat
met ilegte wyn, en laat het wel kookenen laanw wor-
den, en geelt dat weder het Paard in, dekt riet warm
toe, en rydt het in het veld, het zal zig reinigen,
dog geeft hem dan tamelyk voeder, is vceimaalen ge-
<;xperimenteert,
102.
Een opdroogende zaht.
Neemt gebrande Visgraaten, die de goildfmits ge-
bruiken , blyvvit en genever bcsfen , van elks twee
lbod., gallicien fteeneen lood, dit alle:; gepulverrfeerfe
neemt
-ocr page 44-
KWAAIEN DER PAARDEN,             4*
een half pond Dasfe vet, een vierendeel boomoly,
een half pond Varkens reufel, dit alles met malkan-
deren gekookt in een kopere pot, en als het koud is,
zoo fineert het Paard daarmede, het geneest en droogt
de Wonde op»
103,
ite» trek en heeleitde zalve.
Neemt twee loot Veneetfché weierannfche cam«
pher, een !oot Garge fpek, een vierendeel Harten
ongel, een loot gedroogt en gepulvcrifecrt ruwi»
bus, zyndeien kruid, dit alles moet te zinnen ge«
kookt worden, neemt dan een vierendeel was, en
een vierendeel wit hars tezamen gefmolten, en ais
de eerde fpecies, die gekookt moeten worden, by-
na kond zyn, roert men het was en hars daar onder,
wel door malkanderen, dezelve trekt en geneest binv.
ten gemeen.
I                   104.
Voor weeën der Paarden.
Wanneer de weeën voortkomen nit een overvloed
yan vogtighcid des bloeas, kent men die daaraan,
wanneer h«t gepynigt wordt, worden zyne lendenen
bewogen , dóg [wellen niet, het Paard valt neder op
de aarde, en wilt altyd leggen, en de aderen wor-
den groot, als of zy gefwollen waaren, zoo laat das
zöo een Paard de aderen op beide zyden, genaamt
de gordel aderen, en elders ook zoo veel bloed,. dsÉ
het flaauw wordt, leidt het dan niet de band zocte-
Jyk, en laat gaan, en geeft hém geen eeten of
drinken, ten zy de weeën heel gebetert zyn.
De wei         1 Ie winden kentmen , als zyn lende»
jjen jin zyn geheel ivf zyn opgeblaazen, zoo heelt
C 5                               het
-ocr page 45-
42         MIDDELEN VOOR ALLERHANDE
het de pyne \vn binnen, daar voor neemt een ito Ie
Van fleder', van binnen hol gemaakt, een fpan lang
en van de dikihe en grootfte van. holte, fmeert die
wel met oly, en fteekt die fiem in !jet fondement,
en bindt dien met het buitenfte end aan de ftaart vast,
op dat hy niet ukyalle, laat het Paard iang draaveg
heen en weder, en 2oo het koudis, bedekt het met,
een wolie deken, en bewhidt uwe handen in oly, en
ftrykt tlerk zyne lendenen, dan zal het warm wor-,
den, en de winden zullen van agteren uitgaan door
die (tok, daarna zai men hem te drinken geeven, ge-
kookt water met camyn en vinkei, gemengt met'wei-
ten mee? in grootc meenigte, en zoo het niet wilt
drinken , moet men hem zoo lang laaten dorst lyden,
tot dat het dien drank drinkt, ftrooit hem dan op
zyn voeder gentiaan of geuoott; iayelbqbm} en houdt
het Paard warm.
De weeën , veroorzaakt door te vee] voeder en ha-
ver, of ander koren, kent men, dat zyïi buik hard
wordt, en zyne lendenen zwellen, neemt daartoe
malue, feheid kruid, Meere klauwen, en vióletten
kruid, kookt het in water, en doet daarin honing,
oly, zout en zemelen,, van het eerst gemelde van
elks een loot, het water en het laaste, is,na rato
van het eerlt.e, giet het laauw zynde in een clifteer
P5rp of zak, daar een riet of holle pyp in fteekt, en
giet hem aiie die dingen, in zyn fondement, van ag-
teren hooger ftaande dan van vooren, maakt hem
van agteren vast toe, óp dat het niet uitloopt, laat
daar op twee knegts met het Paard ryden, van ieder
zyde een, en een ieder met een ronde ftok, en het
Paard zyn buik liaan, van alle kanten, dog alvorens
Wel met lamp -oly gefmeert, men zal daarna afdoen
het gene men on: het fondement te floppen heeft aan-
gebonden , en men zal hét om, en wederom ryden,
en zoo het wel ftalt, zal net geneezen.
Wanneer de weeert komen , om dat het niet pisfèn
kan, zoo fwelt zyn buik by zyn gemacht, en val»
t>ok ncdet op de aarde, dan moet men neemen water
kers, pensum en ptf/jgoguf, van ieder even veel,
en
-ocr page 46-
"■
KWAAL EN DER PAARDEN.              43
■-;: dit kooken in zout water, en des nachts by zyq
geroacht binden, m>t breede banden, en dat dikwyls
doen, als het koud is, al weder warm daarop, zo»
net dan nier pisl'en wilt, gebruikt het 8ifte nüadel^
dikwyls geëxperimenteerd en goed bevonden,
105.
Voor dz longen zrwht.
Die ziekte komt voort uit hitte, dewelke komt u;ï
Vettigheid, dewelke verftopt de krop derlonge, en
makt, dat een Paard een naauwc adem heeft, en
wordt daar by gekent, wanneer de neusgaten opblaa-
zen en de lenden flaan, dan moet men maaken een
drank van aoote muscaat, gengber, galigaan camyn „
en vinkei van eiks even veel en gepulverifeert, doet
daar toe een wichtje faffraan, mengt dit bovenftaan-»
de in wyn, en doet daarin nog drie dooiren van ey-
ren , en giet dit alles het Paard in , na dat gy hem
dat hebt ingegeeven, moet het nog een uur lang hoog
met het'hooit gebonden blyven ïlaatt, op dat dieftot-
fe in zyn darmen nedergaai, dan moet het met de
hand geleidt worden, oi'een weinig bereden, op dat
het de (lofie cioor zyn muil niet uitwerpt, daarna
moet het blyven vasten een dagen nagt, en ook zou-
der drinken,'en den dag daarna moet men hem gra$
te eeteji 'gce-vcn, of 1'chellen van weit, is PnbatUMU
106.
Pbor een ziekte genaamt infestuci.
De Paarden overkomt een ziekte, wanneer zy ge-
heel vermoeit zynde en zwaar zweetende, gezet wor-
den in een kouae winderige ftal, want door de opene
Cvveetgaten , en door de muil ontfangt een Paard wind
of koude, waar van daan komt éea kriaipinge van de
ze-.
-ocr page 47-
44         WIDDELEiV VOOR AL1ERHANPE
ssenuwen met weinig gczwels, en veroorzaakt kisge»
ïyks weeca, en het Paard wordtin den gang belenv
inert, en uaar om zulke Paarden infestucf genaairif
worden : ook heeft men dit teekon , wanneer de huid
van het Paard alzo gcftrekt ftaat:, dat men se naan-
welyks grypen kan, en zoo gedrongen, dat hem de,
oogen druipen ofafloopèn: zet zulk een Paard ter-
ftont in een warme ftal, en maakt eenige vloerfteencn
heet, dat zy gloeien, en legtze op de aarde onder de
buik van het Paard» en dekt het wel toe met een lan-
ge woiie deken, die tot beneden toe komt van beide
kanten, de zyden van het Paard moeten gehouden
worden door twee mannen, en de ftcenen moeten
dikwyls begoten worden niet warm water, op dat al-
zo door de deken en damp van het warm water en
fteenen dat Paard zweetende wordt, en dan zal men
de deken geheel toeflaan, en met eiugqlen toebinden,
en alzo zal het blyven ftaan, tot dat 'het zweet gehce-
ïyk geftilt is, en men zal hem met warm gemaakte
oly, boter en reufel dikwyls de fqhenkeien vrvven en
Jmeeren, of in plaats van dien kan men ook neemeu
cyren van tarwe ftroo look én rnaliie by maHcanderen
jkooken in waater, en zoo warm als het lyden kan,
om de henkeien (laan, en die zoo vee! mpgelykis,
warm houden, men gecve dit Paard ook verwarmen-.
dedpyze, als fenegriek onder zyn voeder of dierge-
•iyks, tot dat het weder gezond is,
107.
1
Vost ecv Pófsrd-, het welk verhoud is in het hooft.
De koude in liet hooft der Paarden maakt hen zon-
derlinge weeën , en,maakt dïkwils bytyden, dat zy
veel niesten, hoesten, en verdikken by wylcn in ('e
keele, dat komt Ügielyk, als een Paard uit een war.
me ftal tCrftont in g'roote koude of wind komt, als
ook van zwaaren arbeid of hitte, als zy komen ineen
tonde ftal of wind, daar door worden zy gedwongen
GUI-
-ocr page 48-
ttWAALEJJ D££. PAARDEW.             45
Diïi te hoesten , en hebben daarna geen lust om te ee-
teiï ofte drinken, en dat ziet men wel aan de oogen
der Paarden ,. als zy opgepruist liaan en loopen, en
rit- ooren hen koud zyn, en den adem, die uit de
neusgaten komt, ook kond is, en mede de lendenen
zeer (laan : dog wanneer zy zoo wel niet eeïeivnls vo-
ren, en nog weihiger drinken, veel hoesten en dik-
wyls pruisiert, is een klïiar teeken, dat zy verkond
zyn in bet hooft, dan zal men branden de kieren tas-
fcheri hals en hooft, met. een yzer ondef de kinne-
bakken, ook ziet men wel, dat zommige die bran-
den voor op de fterre van liet hooft, op dat de kou-
de Vogt verwarmt worde en dus vergaat; dog aan bet
fecuurftc moet men zig houden; maar voor al bedekt;
net Paard met een wolle dekzel, en vryft het tus-
fchen de 00: en met warme boter; men neemt ook wel
eefl linnen doe!;, die men nat maakt in oly Van hake-
laar-, en naait over het gèbid van den room, en doet
die het Paard in de bek, om aldus de vogtea, die
koud zyn te verwarmen en weg te krygen.
Het fecuurfte middel is, te neemen een oude doek
van linnen, daafirthtt vuur te lïecken, en dat onder de
neusgaten van het Paard te houden, op dat den rook
daarin gaat, en te neemen goede tarwe, die met een
weinig Water kuiten kookeu, en heel warm in een zak
te doen, en dien bet Paard over het hooft te trekken,
dog zoo , dat het Paard daar van eeten kan, dat du»
de warmte opklimme in het hooft, en neemt daarna
een dunne itok , bewindt die van boven met eenlinne;
doek, en befmeert die wel met Venetiaanfehe zeep,
en {leekt hem die voorzigtelyk in de neusgaten, zoö
diep als het lyden kan, trekt die dan weder uit, dan
zal dat Paard pruisfen , en veele kwaade vogteu , die
koud zyn als water, uitwerpen: indien men zulks
vreest te doen , kan men in deszelfs plaats boter ge*
mengt met bakelaar zonder ftok fteeken, men ïjboet
zulk een Paard pfasferveeren voor alle koude, eu"n*eiii
«atuurlyk verwarmende kost gecven , en in zyn drin-
ken warm gekookt water, het zal geneezen."
I0ti
-ocr page 49-
         ilIJDDELKN VÓÓR ALT. E it H,i ND &
ioS.
Vóór em gefwel in de fthenkektt.
Daar voor moet inert haten, de ader bövéri .':i
knieri, binnen beens, en men zal gereed oiakei) en
hemen fenegriek, lynzaat, uyen, terpentyn, en
malue, van elks even vee!, en ryn geftooten, en dat
in oude reüfcl laaten kookcfn, daar van een plyster"
inaakèUj en warm op het gezwel tlotfn, en binden met
een brecde baridj en alle dag tweemaal vernicu*
wen, dog zoo bet een oud Paard is, moet men 1 em
in plaats van boven de knicn ónder de knieh binnen
beens ader Iaaten, tusfehen de.voet én enkelen, en
rlan die plystèrs zoo als gezegt is,, en men moet liet
hair kort aflelieeren, dit is Prèèatum bevonden»
109;                               <.
Ais de énkelen uit hei lid zyn.
Neemt weiten zemelen, en fchérpe azyri, en' SèM*
pen ongel, roert dit wel te zamen, en 'kookt het iri
een panne, en legt het warm 6'p de enkelen, ver-
Hieuwt het alle dagen , en laat het i^nvd niet arbeiden ,
en zoo het eene been des enkeis vd geweeken is uit
zyn plaats, zoo zal men het goede opnoemen en kin-
den, en dat Paard met gewei t een weinig doen gaan,
dan gebeurt het meest tyds, dat het heen weder iri
zyn plaats komt, dog zoo het gebeurt, dat dit been
geenfints aldus tot zyn plaats kan gebragt worden,
ea de enkel daar door komt te zwellen, zoo fhoet
Hicu dit met binden helpen.
no«
—f~ Èen gtede kitnÈt •> walitièéï eert Paard de
huik kernen zwellen.
Keemt een goed gedeelte knufiook, jonge Hofi(fó%
, bla.
-ocr page 50-
ihdcreri, oude zuivere renfel, en zout, "klein ge*
ftooten , eert hand vul, mengt dit wel onder malkan-
deretl, en geeft het Paard tic helft in, en twee uuren
daarna, dé andere helft; (beert het gezwel met war-
me Schaapfeh ongel, is meest tyds, Prsbatum beM
vonden»
ïïli
\LÖm een zwart Paard witte bksfén té maafté&i
Neemt een Vleermuis, en kookt die in een wcï-
ing water, zoo lang zy geheel verkóokt is, neemt ^
dat vet, eri fineert het Paard daarmede, daar gy dé
üieslen wilt hebben, het is Probatum.
112.
» Öm wit hair zwart ie itiaaksik
Ncerht vaaren wortelen, en kooktze in fterkeioog',
en befmeevr het Prard het hair daar mede, liet zal
jSWfflft worden, Probatuun
il3.
Zoo men jlerk ryden wilt, om andere
Paarde/: afteryden.
Neemt pimpernel, en wortelen van byvoet, én
feeeft dit het Paard in den bek, als hy het gebidt aan
heeft, en geeft hem daar over, een weinig voeder,
en rydt dan den geheelen dag niet het Paard, het
zal niet moede worden, en men zal «ronde* zien.
Of
-J^Men neemt ook wel verbena, en die het Paard in
de
-ocr page 51-
\ 48        fa IO t> E L E K' VOOR. Alï. E R 1 f A Tv D B
de haver te eeten gegeevcn, hy zal ook niet moed*
worden.
Of
Eiildeiyk, neemt een ihede warm bröpd^ doet
daarin goede fafferaan, en go Cs lit ;i«,u: Paard te ee-
tcn , is ook goad.
114.
Ëen goede knust voor flr'a'm&Agheii.
Neemt fenegriek iri de meimaand geplukt, en Scgr
dat in dezelve maand in het water ^ en laat het daarin^
neemt dan in het vervolg van tyd dat water, en bc-»
iprengt daar mede het voeder van het Paard, is goed.
TT 5.
Om hei bloed te filllcn.
K'cemt eenHaaze vel, wefke in de maand maart ge-
vangen is, en brandt dat tot pulver, en doet dit pul*
ver in de i'chade, het bloed zal {lillen.
116.
Voor een Paard, wiens kaaken gezwollen zyn.
Neemt een Hokje of rysje, maakt het wél warm,
én vryit het gezwel daar mede, neemt dan een flüfe
Toggen brood, wel hard gebraadert, en 'egt het heet
daarop, en bindt het ityf', liet zal geiieezen.
Of
Snydt het hair af, neemt oud menfehen water, daf
eeui-
-ocr page 52-
KWAALEN DER 1'AARDBK.              49
ccnige dagen oud is, daarin fpaans groen-i zout,
goede wyii azyn enkalk, dit alles beet daarop'gebon-
den eenigé dagen, het zal ook geneezem
117.
ƒ Voor eèn Paard, dat wet langen tyd
""■"V
                    vervangen is geweest*
Neemt bcvergeel en triakel, van ieder een half loot.,
een kïcïne hand vol zevenboom, en een Adders huid,
en toeuftrigafil: die vyf ipecies moeten niet gekookt
Worden, maar heel fyn gemaakt; neemt dan fene-
griek, holwortelen, zwarte wortelen, calinus en
raauwe laris, van ieder een loot, en kookt die met
een kanne Wyn op de hrfft, en doet dan die andere
vyf facies daarin, verdeelt dien drank in tween, en
geeft her Paard de eene helft in, en flaat hem de buik
ader, en laat het dien dag overflaan, geeft hem des
anderen daage de andere helft in, en flaat hem de
buik aderen fpoor ader, laat hein verders alle dagen,
geduurende eenige dagen, een uur (laan in loopend
Water, en zomtyxis een weinig zwemmen * ciït is Pro-
ha turn
bevonden aan twee Paarden, die reets eert
zeer langen tyd bevangen waren geweest, en zyn h|
den grond gcueezen.
____f. Zoo een Paard de zooien afgaaiï door
vervangentheid.
Neemt brandewyn en ferruis, flaat dat onder otn
& zooien, dit zal het in zeer korten tyd opdroogen,
ft                            t'itK
-ocr page 53-
jjfc         MIDDEJ-EN VOOR ALJIEXKA'SDB
ï IQ.
/Pööj» eèn fchit;yelbeen ^ daar een Paard aar. hinkt.
Neemt tuilfen bast, die een iaaroudis, kookt die
in roode wyn, 'en wascht het daar mede heel warm,
het zal geneezen.
I20i
dh Ven Paard hét h;f uit gaat, of een breuk heeft.
Neemt een willigeflok, maakt die hard in het vuur,
yryft bet gebrek daarmede, neemt dan twee erven*
tjaj-d gcbraaHeti ui het vuur, en duet die van malkan-
deren, en legt het Paard A\<: daarop, zoo heet als gy
kunt, on bincit cc:: iedere lap daarop, het geneest*
lilt
Vo^r één egelhoef.
Neemt ongebluste kalte en lynoly, van elks even
va'., kookt het met malkandercn, en bindt dat op
de egcHiocf, het is Probatitm*
111.
__* "Voor een Paard, dat traag is.
Neemt (leen motten, flopt die, en geeft die het
Paard te éteten oridef hetroeder, liet zal (nel werden,
Tegen de vit Warmem
pe Paarden hebben de vit Wormen inwendig, orti
dis-
-ocr page 54-
KWAMEN 1) E R 1' A AR D F. *.             51
dfc weg te helpen, zoo gebruikt een loot campher,
iyn gevreeyen, een loot boiis en een lepel voï v;ü
gebrande oiide gooien, geeft dit fiet Paard in möc
drie a vier handen vol haver, na dat liet een etmaal
gevast heeft, laat iiet na het ingeeven een dag vas-
ten, en da:1 zal toen builkens ontdekken, die moei
ten 'worden döorgedaan, en daar zal irrem worai.
kens vinden, die uitgefchrapt moeten worden, en
tvascht men die opening tegen het haiï op, mei;
ivnnder pcRel uit, dit middel is Probah-m,
124.
^>          Om een overhoefte gewezen.
Neerat wrange kruid' afvuur kruid-, ftcekt het
Paard hoven liet hoef met een ei:, in den overhoeff,
een vinger breed van iiïaJkaiuïercn, en fieekt in ieder
öcek eau dat yuurkruid, en L.:x. het alzo ftaan, be-
waart heuPaaÈd vooral, dat het is geen nattigheid
komt, dan fweltde overhoef af, en het Paard byt de.
pyerhocf zelfs af, en veijzagt weder yaa zelfs.
12.5.
Ah een Paard b$na Hint is.
Neemt een loot groen koperrood, enlcgf het ineen
weinig regenwater, en iaat het daarin [meltcn, neenit
dan dat water, en bedt dat Paard het blinde oogfwe'é-
maal daags, zes dagen lang, het >:al gcwisfelvk bac-
ren: en Let oog zal klaar worden.
ir. 6'.
Voor. een Paard, dat ziek in de heit hi' "*
Neemt wyn azvni zonren |cmaale ïjiostert, we'
D %
                                 (ft
-ocr page 55-
teü        MIDDELEN VOOS AL LEP. HAND E
te zomen geroert, neemt een Hok, windt ecu. doefe
daarom, doet het voorfchreeve daarop, en vryft bet
Paard de- bek daar mede, en de tonge, is zeer goed.
127.
A/s een Paafd het Jyf in ftukken is gedreeven,
Als een Paard het Jyf in (hikken is gedreevcn , zal
men dezen drank roaaken : een hand vol groote nete-
len, een hand vol wi;de wang, of bruin wortel, an-i
ders genaamt zwyne kruid, een hand vol nacht fcha-
de , een goede hand vol kruis "wortelen, een handvol
edera terrestris, een hand vol confy'ti, dat iS millifche,
een hand vol eyloofs biaden, een goede hand vol
fchoorvvortel, met zyn bladeren, dit alles klein ge-
hakt, en gekookt in goed oud bier, oi'azyn, ineen
ïleene of aarde pot, digt toegedekt op de helft, geeft
het paard daar van in, wel een kroes ieder reis, eerst
alle dagen , daar na, over anderen dag, zoo lang tOl
dat het Paard gezond is, fepius Probatum.
—7 0;n een wonde gering te geneezen.
Neemt onderhaavc, en "Hoender drek, van elk*
even veel, kneust het^P en drukt daf nat daar uit, en
ïaat dat nat inde wonde loopen, en dat zoo lang,
tot dat de*wonde begint te draagen, wascht dan de,
wonde met brandewyn, en neemt een koste grof
brood, hraadze zoo hard, dat gyze in een peper-
molen klein kunt maaien, als gy dan het Paard oe
wonde met brandewyn gewasfehen hebt, zoo ftrooit
dan van dat brood in de wonde, tweemaal daags,
200 zal het Paard fchielyk geneezen, -qwtd fapisfiwe
Probatim,
EIND E.
BLAD-
-ocr page 56-
E L A D W HER
DER
M I D D E L E N,
I, T^en oogen puiver voor kwaade oogcn
*-* van een Paard.                                   Pag. 1
.2. Ecu oogcn water voor de Paarden.                     i
5, Remedie voor een Paard dat rotterich is.            o.
4.  Voor een Paard, dat een gefwollen hooft
heeft, en niet (likken kan.                               a
5.  Voor een Paard, die het watervet heelt.            3
6.  Voor de hartrpaii van een Paard.                        5
7.  Voor een Paard, dat vernagelt is, enne
etter boven uitbreekt.                                       3
8.  Voor een Paard, dat gcfchoten of gewondt is, 4
9.  Voor de buikfpan.                                              4
10.   Voor een wonde der Paarden.                             4
11.  Voor een Paard, het welk onder de zadel
is gebroken.                                                     5
12.  Voor een breuk op de rug van een Paard.           6
13.   Om vuil vleesch weg te neemeri.                        6
14.  Voor een Paard, het welk hartflagtig is.            ó
15.  Voor een Paard, dat kucht of zeer hoest.,         7
16.   Voor een Paard, het welk een ordinaire
hoest heeft.                                                      8
17.  Voor een Paard, dat winden heeft.                     8
18; Voor een Paard, dat vervangen is.
                     8
19. Hoe men een Paard de zooien zal afdoen.
           9
go. Zoo een Paard gellokeu is, en van bui-
ten is toegewasfen.
                                           9
2.1. Als een Paard zwaarmoedig is.                           .9
3.1. Vo< reen Paard, het welkeen overhoef
heeft; nog zynde uitgedrukt met een
ander middel, No, F&4.                              10
D 3                             M.
-ocr page 57-
54'                     HAD W Y* Z E R
*3- Voor een Paard, van binnen befchatügt. Paf, :io
-4- Yoor een gefwollc g^macht van een Paard. *' 10
C5. Voor ruidiglïcid m het Vieescii van ten Paard, u
»ö. Wanneer een Paard, p^liuéfichojitigi^.           ia
27. Om hair te niaaken.                                          I2
<s$v Voój de gnindigneid.                                        jg
-29. Voor'gruiïdrgheid aan defoeenen.                     13
30. Voor een Paard, darniet ftallcn kan.                13
3!. Voor een Paard, dat zig gebeêien heeft» /        14
3a. Voor een gebrek in de maag,                            14
33. Voor een ziek Paarde                                        14
;-,4. Kei; gewislè konst voor de vaaren der Paarden. 15
35. Voor de bos                                                     '17
30. Voor de opening der Paarden,                           17
$7, Voor een vïd over de o^gen 1 an een Paard.      18
38.   Als c«ii Paard de ftrob li.;cf beeft,                     19'
39.  Voor liet ipaüt.                                                 jy
40.  Als een Paard de koege heeft.                          20
41.  Om een Paard vet te niaaken.                           ai
42.  Als een Paard 'Wormen in de maag heeft.         21
43.   Als een Paard zig vertreedt.                              22
44.  Als een Paard zig op de aderen floot.               22
45.  Als een Paard te hard gereeden is.                     <£>
46.  Voor een lieengalie.                                          23
47.  Om een goed hoef te maaken.                           23
48.  Vóór de geelzucht.                                           23
49.   Voor een vleescb gal,                                        24
50.   Voor een vel bal.                                               24
.51. Als een Paard de nervc heeft,
                           24
52. Als een, Paard de beenen verilaagen heeft.
         24
$3. Voor de rappen.
                                                25
£4. Voor een Paard , het \\ elk gebeten wordt
van Wormen, die zig tusfehen velen
vlcesch houden.                                              25
55.  Als een Paard wat kwaads gegeetcn heeft.        26
56.  Als een Paard een 1 Hei :eft,                  26
57.  Als een Paard zig ii: :fi rergcgi I 11.               26
5«. Al's een P-ard te Veel gcdjouJfecn heeft.
             27
©•
-ocr page 58-
DER U 1 O O E L E N".
&p. Als het Paard te veel bereden is, en daar
van een buile komt.                            Pag.
60.  Als een Paard een gefwel op de toom heelt.
61.   Wanneer een Paard de buik fwdt»
62.  Voor een !^e!\\'c' in de keel.
63.  Wanneer een Paard een boome lost,
64-, Als een-Paard'zig aangeraakt heelt.
65.   Voor een Paard, dat öempig is.
66.  Voor egelhairigheidi
67.  Voor een Paard , dat veederen heeft gegeeten
68.  Voor fchörftige Paarden.
69.  Voor een Paard , dat vcrflopt is
7c. Voor de raspen der Paarden.
71.  Voor een Paard, dat zeer vervangen ïsi
72.  Voor de mok.
73.  Voor cen Paard, 'het welk drocst.
74.  Voor een Paard, het welk zoodanig
dï'ot'st, dat de keel gefwollen is, en
naauwelyks eeten kan.
75.  Voor een maan oog»
76.  Voor een witte ftip op het oog.
77.  Als een Paard de bcenen onder de koo-
tcii gefwollen zyn.
78.  Voor "de klooven onder aan de voeten
der Paarden.
79.  Vooreen Paard, dat niet groeien wilt.
80.  Voor een Paard, dat ichielyk ziek wordt,
en niet eeten wilt.
Si. Wanneer een Paard niet pisfen wilt.
82.   Wanneer de voeten van een Paard hetfig zyn
83.  Wanneer.een Paard geen haver of garst
eeten wilt.
84.  Om loopendc garen te geneczen.
85.  Een on 'erbeterlyke zalve, wanneer een
Paard den etter doorbreekt*
86.  Voor hartflagtigheid.
87.  Om gelederen water te ffillcn.
88.  Voor fpekhalfigheid.
«o. Voor een Paard, tlat geheel blint I§«
-ocr page 59-
                          BLAD W Y S E fl.
90. Voor een gefwel onder aan den bnik. Pag
'91. Als een Paard fchrila op alle vuUrem
92.  Voor hinken.
93.  Van: de angehoef.
94.  Voorde gagenhoefofrappfgheid»
95.  Zoo een Paard de hoefdwnng heeftj
96.  Voor het voórftal of gedwang*
■97. Als eeri Paard-zig gebi
          .eft.
98.  Voor een beengewas.
99.  Voor'een Paard, dat wagenbeetig ié«
200. Voor verkfompé ader
ïoi.  Een purgatie voor een Paard,,
io2.  Een opdroogende zalve.
103.  Een trek en heelende zalven
104.   Voor weeën der Paarden.'
105.  Voor longen zucht.
■106. Voor een ziekte genaamt infestiicJj
107* Voor een Paard, het welke verkoud is
in het hooft.
108.   Voor een gefwel in de' féherikeleiia
109.  Als de énkelen uit het lid zyu.
Ho. Een goede kunst, wanneer een Paard
de buik kernen zwellen.
in. Om een zwart paard witte Mesfelfté maaken»
il2. Om wit hair zwart te maaken.
Ï13. Zoo men fterk ryden wilt, om andere
Paarden «tteryden.
114. Een goede kunst voor ftramtnigheid.
ti 5. Om het bloed te ftillen.
iió'. Voor een Paard, wiens kaaken gezwol-
len zyn.
117.  Voor een Paard, dat zeer langen tyd
vervangen is geweest.
118.  Zoo een Paard de zooien afgaan door
vervangentheid.
Ï19. Voor een fchievelbeen, daar een Paard
van hinkt.
lao. Als een Paard het lyf uitgaat, of een
breuk heeft.
-ocr page 60-
OER. MIDDELEN.
I2i Voer een cgelhoef.                               Pag
122.  Voor een Paard, dat traag is.
123.  Tegen de vit Wonnen.
124.  Om een cverhoefte geneezen.
125.   Als een Paard byna blind is.
126.  Voor een Paard, dat ziek in de bek Is.
127.  Als een Paard het !yf in (tukken is gedreeven.
taè* Ora een wonde gering te geneezen.
-ocr page 61-
f\ ijh U»»
ty den Drukker dezes, zyn ook de volgen-
de Werken in getallen te bekomen.
1». eoddaArt. Nagelatene Mengeldichten,
grööt 8vo. en .-ito. -            - f—: t*
Groot Papier. -           -           —:i8
)» moorman Gedigten, groot Svö.         - —: 8
j. w. paris too Jaarige Gedachtenis vaiï
het overgaan van Hulst, gr. 8vo. - —: 3
G; w. schilling over de Jaws en Sidder-
vis, groot Svo.          " -            -           —: 4
xv. s wakke Nagelaatene Gedigten, gr. 8vo. —: 10
g. vrolykheiit Viislingfche Kerkhemel,
groot i'vo,            -           -           - —: 10
J. willemsen Gekroonde Stcenen, 41.0. - —: 8
«_-----i--------,----- Lykrede op d'Heer j. scho-
RF.i4, 4tO.            .            -            -          *«j #