\0. IT.
REULEMEff BIBLIOTHEEK %
No. AZj^f - J
rféé^^
quot; ' óer Ned.
VAN BEHEER EN TOEZK
OP DE
*)
DER
HERVORMDE GEMEENTE VAN
Classis Reusclen.
----------
----------
Stoomdruk van L. J. VEERMAN,
te heüSDEN.
Kerkvoogden en Notabelen der Hervormde Gemeente te Veen,
Overwegende :
Dat met primo October 1869 ophoudt van kracht te zijn het provinciaal reglement op'de Administratie der kerkelijke fondsen en kosten van den Eeredienst bij de Hervormde Gemeenten in Noord-Brabant van den 2en Julij 1820, No. 22.
Dat het raadzaam geacht wordt zelfstandig door het tegenwoordig reglement in het beheer en toezigt te voorzien, en zulks buiten dat van eenige andere kerkelijke autoriteit.
Dat de Gemeente uitdrukkelijk wil bestemmen en bestendigen de Leer der Vaderen, aangenomen in de Synode van Dordrecht van de jaren 1618 en 1619, naar welken grondslag zij zich constitueert bij deze.
Gehoord den Kerkeraad dezer Gemeente, zoomede de mansledematen derzelve, daartoe allen als eene wettige vergadering opgeroepen.
Hebben eenparig met stembevoegde mansledematen dezer Gemeente vastgesteld het navolgende :
4
Artikel 1.
Het beheer en toezigt van de goederen, eigendommen en fondsen dezer gemeente, wordt uitsluitend opgedragen aan Kerkvoogden, onder medewerking van Notabelen; zij moeten zijn stembevoegden der gemeente.
Kerkvoogden zijn belast met het beheer, en Notabelen met het toezigt daarop.
Artikel 2.
Het collegie van kerkvoogden bestaat uit 4 Kerkvoogden, en dat der Notabelen uit 6 leden.
Artikel 3.
Jaarlijks vöór den 15en December wordt door Kerkvoogden vastgesteld een lijst, vermeldende de stembevoegde mansledematen; deze lijst wordt na voorafgaande bekenmaking van den predikstoel, gedurende 2 dagen in de consistorie-kamer ter visie gelegd van de Gemeente; bezwaren daartegen moeten binnen 3 dagen daarna aan Kerkvoogden worden kenbaar gemaakt, die daarop binnen tweemaal 24 uren beschikken, welke beschikking den belanghèbbende schriftelijk wordt meedegedeeld.
Na verloop daarvan wordt die lijst vastgesteld.
5
Artikel 4.
Stembevoegden zijn :
Mansledematen der Gemeente, die den ouderdom van 23jaren hebben bereikt. Zij moeten van hun lidmaatschap der Hervormde kerk, desgevorderd, doen blijken en minstens gedurende het laatste jaar inwoner der Gemeente geweest zijn.
Van de stembevoegdheid zijn uitgesloten :
a. Kerkelijk gecensureerden.
b. Personen in staat van faillissement, of zij, welke als zoodanig nog niet gerehabiliteerd zijn.
c. Onder curateele gestelden.
d. Personen, die door de Diaconie of het Algemeen Armbestuur bedeeld worden.
e. Personen, bij regterlijk gewijsde tot eene ontee-rende straf veroordeeld.
De secretaris van Kerkvoogden zorgt voor de behoorlijke bijhouding der lijsten van de stembevoegden.
Tot stemmingen worden alleen zij toegelaten, die op de lijsten vermeld staan.
Artikel 5.
Notabelen worden door stembevoegde mansledematen jaarlijks voor den 24en November, met gesloten briefjes, bij volstrekte meerderheid der uitgebragte stemmen benoemd; die meerderheid bij de eerste be-
6
noerning niet verkregen wordende, heeft er onmidde-lijk eene herstemming plaats tusschen de twee can-didaten, die bij de eerste stemming de meeste stemmen op zich vereenigden ; diegene, welke alsdan de meeste stemmen erlangt, wordt geacht te zijn benoemd, terwijl, ingeval van staking der stemmen, de oudste in jaren wordt geacht benoemd te zijn.
De stemming of benoeming geschiedt in de consistorie-kamer onder leiding van den Voorzitter van het Collegie van Kerkvoogden bij gesloten biljetten, in eene daartoe te bestemmen bus.
Onraiddelijk na den afloop der stemming wordt de bus geopend en luide de namen der gekozenen voorgelezen, waarvan een verbaal door den Voorzitter wordt opgemaakt.
De stemhebbende ledematen blijven tot den afloop daarvan in het lokaal, ten einde, zoo noodig, onmid-delijk tot herstemming over te gaan.
Jaarlijks, op ultimo December, treedt een vierde van het College van Notabelen af; de eerste aftreding heeft plaats : ultimo December van het jaar achttien honderd en zeventig.
Artikel 6
Kerkvoogden worden door notabelen benoemd bij volstrekte meerderheid van stemmen; die meerder-
7
heid bij de eerste stemming niet verkregen wordende, heeft er onmiddelijk eene herstemming plaats tusschen de 2 candidaten, die bij de eerste stemming de meeste stemmen op zich vereenigden ; diegene, welke alsdan de meeste stemmen erlangt, wordt geacht te zijn benoemd, terwijl, ingeval van staking der stemmen de oudste in jaren is benoemd.
Van hunne benoeming wordt openlijk van den predikstoel door den predikant aan de gemeente mede-deeling gedaan.
Kerkvoogden worden verkozen voor 6jaren;omde 2 jaren treedt een derde met ultimo December af, daarvan wordt een behoorlijk rooster gemaakt; de eerste maal wordt de aftreding door het lot geregeld.
De eerste aftreding heeft plaats uilimo December van het jaar achttien honderd een en zeventig; aftredende Kerkvoogden en Notabelen zijn terstond weder benoembaar.
Kerkvoogden zullen elkander niet mogen bestaan in den eersten of tweeden graad van bloedverwantschap of zwagerschap; tusschtijds opkomende zwagerschap blijft tot het tijdstip der eerstvolgende aftreding buiten aanmerking. De verkozen Kerkvoogden en Notabelen ontvangen van hunne benoeming eene schriftelijke kennisgeving, en verklaren schriftelijk binnen acht dagen na die benoeming of zij de
8
hen opgedragen betrekking aannemen; bij gebreke van kennisgeving worden zij geacht die betrekking niet aan te nemen.
Kerkvoogden en Notabelen benoemen ieder in hun Collegie eenen Voorzitter en Secretaris.
Bij vereenigde Vergadering van Kerkvoogden en Notabelen, zoo ook in vereeniging met stembevoegde ledematen, ia de Voorzitter van het Collegie van Kerkvoogden belast met de leiding der Vergadering.
Bij overlijden van een Kerkvoogd of Notabel treedt de opvolger af, op het tijdstip dat de overledene had moeten aftreden; — in de ontstane vacature wordt binnen 3 maanden na dat overlijden voorzien.
leder Kerkvoogd en Notabel is ten allen tijde bevoegd, als zoodanig zijn ontslag te nemen, en geeft daarvan aan den Voorzitter van het respectief Collegie schriftelijk kennis.
De Secretaris-Kerkvoogd, mitsgaders de Secretaris van het Collegie van Notabelen, houden ieder een register van notulen, waarin het verhandelde in de vergaderingen wordt vermeld; deze notulen worden in eene volgende vergadering geresumeerd en gearresteerd.
Stembevoegden hebben het regt daarvan uittreksel te vragen tegen betaling van een gulden voor ieder extract of afschrift, ten profijte van den betrokken Secretaris.
9
Artikel 7.
Stembevoegden zullen, wanneer zulks wordt noodig geacht, worden bijeengeroepen in de daartoe bestemde vergaderzaal of consistorie-kamer.
De oproeping van stembevoegden en bekendmakingen geschieden regelmatig van den predikstoel des Zondags door den Predikant, en zullen door den Voorzitter-Kerkvoogd moeten zijn onderteekend.
De bemoeijenissen van stembevoegden zijn : a. De benoeming van Notabelen, zooals die hiervoor
in Artikel 5 is omschreven.
b Inzage te nemen der administratie-rekening en staat van begrooting voor ieder dienstjaar; door Kerkvoogden alvorens te ontwerpen.
c. Het beslissen omtrent voorstellen tot geldleening, en, zoo noodig, gevolgelijke onderzetting der kerkelijke eigendommen.
d. Toestemming te geven tot het doen van uitgaven buiten de begrooting.
e. Magtiging te verleenen tot het voeren van processen, en
f. Toestemming te geven tot het vervreemden van kerkelijke eigendommen of goederen.
Artikel 8.
Alle stemmingen geschieden met volstrekte meer-
10
derheid der opgekomen stembevoegden, met verklaring vóór of tegen.
Ingeval van verkiezingen wordt met gesloten onge-teekende briefjes gestemd.
Bemoeijenissen der verschillende Oollegiën.
Artikel 9.
A. VAN KERKVOOGDEN.
a. Het opmaken der jaarlijksche begrooting.
b. Het uitvoeren der besluiten van de Vergadering der stembevoegde leden.
c. Het voeren van het beheer over de kerkelijke eigendommen en fondsen der Gemeente, daaronder begrepen het verhuren en verpachten der onroerende goederen en van de zitplaatsen in de kerk.
d. Het doen der jaarlijksche rekening aan Notabelen, na die vooraf gedurende drie dagen ter visie van de stembevoegden in consistorie-kamer te hebben neêrgelegd.
e. Na daartoe door Notabelen en stembevoegden te zijn gemagtigd, zoo eischende als verweerende
11
op te treden in alle gedingen, waartoe de Kerke-fondsen of goederen betrekking hebben of aanleiding geven.
ƒ. Het houden van een rooster van aftreding der Notabelen.
g. Ingeval van aftreding, hetzij van het geheele Col-legie gezamenlijk, hetzij van ieder lid afzonderlijk, het doen van onmiddellijke afgifte aan de daartoe bevoegden, van de archieven en gelden onder onder hen of hem, als zoodanig berustende.
h. Het aan Notabelen ter goedkeuring voordragen der borgtogt die door den administreerenden Kerkvoogd zal moeten worden gesteld.
i. Het opnemen van gelden, na verhoor van- en met goedkeuring der stembevoegden.
Het is hun verboden aannemingen of leverantiën te doen ten bate der kerk of hare goederen.
De administrerende Kerkvoogd zal steeds zijn Secretaris, onder den titel van Secretaris-Penningneester.
B. VAN NOTABELEN-
а. Het opnemen der jaarlijksche administratie-rekening en der begrooting, die te bekrachtigen of wel, wijzigingen daarin voor te stellen.
б. Zoo dikwijls zulks door Kerkvoogden wordt verlangd, een vereenigde vergadering met laatstgenoemden te houden.
12
c. Het houden van een rooster van aftreding der Kerkvoogden.
Artikel 10.
Aan het vereenigd Collegia van Kerkvoogden en Notabelen is opgedragen de bepaling van de hoegrootheid van het tractement van den Predikant.
Artikel 11.
Tot het nemen van een besluit, hetzij in eene ver-eenigde, hetzij in eene afzonderlijke vergadering van Kerkvoogden en Notabelen, wordt de tegenwoordigheid van minstens twee derden der leden vereischt; bij gemis daarvan wordt bij eene volgende te beleggen vergadering besloten, hoe gering het getal der tegenwoordig zijnde leden dan ook zijn moge.
Artikel 12.
Een vereenigde vergadering van Kerkvoogden en Notabelen beslist over de geschillen omtrent de al dan niet bevoegdheid der stembevoegden, bedoeld in Artikel 4 van dit Reglement.
13
Artikel 13.
In zoodanige vergadering van Kerkvoogden en Notabelen geschiedt de stemming hoofdelijk.
Artikel 14.
Indien Notabelen in de jaar-rekening van Kerkvoogden, of in eenige andere handeling blijken van ontrouw ontdekken, zijn zij verpligt zulks ter kennis van stembevoegden te brengen, door hen daartoe in eene opzettelijk te beleggen vergadering op te roepen ; stembevoegden oordeelen of zoodanig Kerkvoogd, behoudens hooger beroep, naar het volgende Artikel, moet worden ontslagen.
Alvorens daartoe over te gaan moet van dezen te nemen maatregel aan het Collegie van Kerkvoogden schriftelijk kennis worden gegeven.
Artikel 15,
Kerkvoogden en Notabelen zullen zich bij verschil onderling, hetzij van de uitlegging en opvatting van dit Reglement, hetzij van het beheer der Kerkegoe-deren, te wenden hebben tot het Collegie van Kerkvoogden der Hervormde gemeente te Utrecht, ten einde van deze eene beslissing te erlangen aan welke uitspraak zij zich zullen onderwerpen.
14
Artikel 16.
Schriftelijke voorstellen van stembevoegde leden der gemeente, bij Kerkvoogden ingezonden, worden steeds aan het oordeel van Notabelen onderworpen, die van hunne meening schriftelijk aan Kerkvoogden moeten doen blijken.
Artikel 17.
De betrekking van Kerkvoogd en Notabel is on-vereenigbaar.
Een Notabel de betrekking van Kerkvoogd aanvaardende, verliest van dat oogenblik die van Notabel.
Artikel 18.
De predikant is bij iedere vergadering van Kerkvoogden, en die, vereenigd met Notabelen, tegenwoordig ; hij heeft alleen een adviseerende stem.
Artikel 19.
Jaarlijks maken Kerkvoogden eene begrooting op van al de uitgaven der gemeente, alsmede van de middelen om die te bestrijden, loopende over het
15
geheele volgende jaar, van primo Januarij tot Ultimo December.
Artikel 20.
Als posten van uitgaaf kunnen daarop worden gebracht:
a. Het onderhoud van de kerk, pastorie, tuin en kerkhof.
h. De behoeften tot uitoefening van de eeredienst, daaronder begrepen: wijn en brood bij het Heilig Avondmaal.
c. Het tractement en toelage van den predikant, voorzanger, koster, organist en orgeltrapper.
d. De kosten der Kerkelijke administratie, die van lands- en polderlasten, reparatie en onderhoud van eigendommen.
e. Classicaal quota.
ƒ. Vuur en licht bij de avondgodsdienst, zoo ook voor de vergaderingen van Kerkeraad, Kerkvoogden en Notabelen.
g. Intressen en aflossingen van opgenomen gelden.
h. Beroepings-kosten.
i. Onvoorziene uitgaven.
Artikel 21.
De uitgaven zullen moeten worden gevonden uit: a. Het batig slot der voorgaande rekening.
16
b. De collecte in de kerk.
c. De opbrengsten der landerijen.
d. De huur der zitplaatsen in de kerk,
e. Renten en thijnsen.
Vèèr primo November van elk jaar wordt de begrooting voor het volgend dienstjaar door Kerkvoogden aan Notabelen medegedeeld; na dit tijdstip wordt zij gedurende 3 dagen ter visie van stembevoegden in de consistorie kamer neêrgelegd, en hiervan wordt door den predikant van den predikstoel kennis gegeven ; eindelijk wordt zij in eene vereenigde vergadering van Kerkvoogden en Notabelen aan de goedkeuring van laatsgenoemden onderworpen.
Artikel 22.
Geene uitgaven mogen de posten der begrooting overschrijden ; in zulk een onvoorzien geval wordt eene suppletoire begrooting, op dezelfde wijze als bij de drie voorgaande artikelen is bepaald, ontworpen, en gehandeld als daarbij is voorgeschreven.
Artikel 23.
Er zal steeds voorhanden zijn en bijgehouden moeten worden:
17
a. Een register, van ontvangst en Uitgaaf door den Voorzittenden Kerkvoogd gequoteerd en gepara-pheerd.
b. Een register, aanwijzende de roerende en onroerende eigendommen van de kerkelijke gemeente
c. Een register van Correspondentie.
Artikel 24.
De Secretaris-Penningmeester, bedoeld in Artikel 9 hiervoor, wordt uit den boezem van de Kerkvoogden benoemd, en is verplicht, ten genoegen van Kerkvoogden en Notabelen, te stellen eene borgtogt tot zekerheid van zijn geldelijk beheer.
Artikel 25.
De Secretaris penningmeester geniet eene jaarwedde van f. 75.00.
Artikel 26.
Geene betalingen mogen plaats hebben, dan op eene ordonnantie door den Voorzittenden Kerkvoogd ge-teekend.
Artikel 27.
De Secretaris-Penningmeester, bedoeld in artikel 9, is belast met de invordering van alle baten, tot de kerkefondsen behoorende ; bij wanbetaling geschiedt
18
die invordering geregterlijk door den Voorzittenden Kerkvoogd, na daartoe door het vereenigd Collegie van Kerkvoogden en Notabelen te zijn gemagtigd.
Aetikfl 28.
Kerkvoogden zorgen dat het kerkgebouw steeds in behoorlijken staat is, en toegankelijk op alle tijden, die de kerkeraad voor de openbare godsdienst-oefening of ander godsdienstig gebruik aanwijst.
Zij zijn met de handhaving der orde in het kerkgebouw belast.
De kerkeraad is bevoegd, des noodig, daartoe de noodige maatregeling te nemen.
Artikel 29.
Kerkvoogden en Notabelen hebben vrije zitplaats in de kerk, in de daartoe bestemde bank.
Artikel 30.
De kerkelijke bedienden worden door Kerkvoogden en Kerkeraad in eene gecombineerde vergadering benoemd en ontslagen, en hunne bezoldigingen vastgesteld.
De benoemingen geschieden tot wederopzeggens toe.
Artikel 31.
Jaarlijks wordt in de maand Junij door de Kerkvoogden rekening en verantwoording opgemaakt van de door hen gevoerde administratie over het afge-loopen dienstjaar, en deze aan Notabelen medegedeeld.
Die rekening wordt in eene vereenigde Vergadering van Kerkvoogden en Notabelen opgenomen, en daarna voor den tijd van 3 dagen ter visie van stembevoegden in de consistorie-kamer aangebracht, waarvan openlijk van den predikstoel door den Predikant zal worden kennis gegeven.
De aanmerkingen van stembevoegden worden binnen 2 dagen na het ter visie liggen der rekening aan het Collegia van Kerkvoogden medegedeeld, die ze met Notabelen overwegen, en daarna de rekening vaststellen.
Bij die rekening moeten alle stukken van uitgaaf, zonder onderscheid, worden overgelegd.
De Notabelen mogen alleen hunne goedkeuring aan de aangeboden rekening en verantwoording weigeren, in zoo verre;
a. Uitgaven niet door behoorlijk kwitantiën zijn ge dekt.
20
b. Uitgaven, buiten de begrooting, door Kerkvoogden zijn geschied.
c. De toestemming ontbreekt, in de gevallen waarin de Wet het vordert.
Zulke uitgaven zullen alsdan van de rekening moeten worden weggelaten, en blijven ten laste van hem, die ze gedaan heeft.
Artikel 32.
Kerkelijke censuur of uitsluiting, vrijwillige afscheiding van het Kerkgenootschap, of verandering van woonplaats, doen terstond het lidmaatschap van het Collegie van Kerkvoogden en van Notabelen vervallen.
Kerkelijke bedienden zijn daardoor terstond en regtens ontslagen.
artikel 33.
Veranderingen in dit Reglement kunnen alleen gemaakt worden op voorstel van Kerkvoogden en Notabelen, en bij aanneming door drie vierden der in de vergadering aanwezige stembevoegden.
21
Artikel 34.
Het tegenwoordig Reglement treedt in werking op den eersten October achttien honderd negen en zestig.
Het tegenwoordig Reglement, nadat hetzelve ter visie van stembevoegden in de consistorie-kamer was nedergelegd van af Maandag den 23en tot en met Donderdag den 26en Augustus lfc69, blijkens bekendmaking van den 18en Aug. 1869, aan deze geannexeerd — met eenparige stemmen vastgesteld en aangenomen door de ondergeteekende mansledematen, heden den zeven en twintigsten Augustus achttien honderd negen en zestig.
(Was geteekend;)
H. JiSKOOT, Ouderling en Kerkvoogd.
W. AMBROS1US, Kerkvoogd.
A. BLANKERS, Kerkvoogd.
C. W. du BOEÜFF, Notabel.
J. B. BRANDERHORST, Ouderling en Notabel.
J. J. KOOLHAAS, Notabel.
G. VERBEEK, Diaken.
J. van DULST.