OF
TEN GEBRUIKE VOOR RELIGIEUSEN.
ïU
BREDA.
EDUAIID VAN WEES,
ANTWERPEN.
HENDRIK SERMON,
op df ik m onzen Ik zii ge dra uifnoi goddt hoe i mij i en Ik
ii
I
Voorbereidend gebed aan den voet van het Hóóg-Altaar.
O mijn Jesus, alvorens ik uwe voetstappen op den weg naar Calvarie ga volgen, vereenig ik mij met de smarten en beproevingen van onzen opperherder uwen stedehouder op aarde. Ik zie hem zijn kruis dragen, gelijk Gij het gedragen hebt, en ik hoor zijne stem, die mij uilnoodigt om hem te volgen. Moge ik, mijn goddelijke Zaligmaker, van U en hem leeren, hoe ik dagelijks mijn kruis moet dragen, en mij zeiven slagtofferen voor de eer van God en het heil der zielen.
4
Onbevlekte Maagd, woud ook mijn hart met datzelfde zwaard van smarten, hetwelk het uwe doorstoken heeft, en doe mij toch, met TJ , het geluk smaken van te drinken uit den kelk van uiven goddel ij ken Zoon.
Heer ontferm U onzer.
Jesus ontferm U onzer.
Jesus hoor ons.
God, hemelsche Vader,
God, de Zoon, Verlosser der wereld, God, de H. Geest,
Heilige Drievuldigheid, één God,
Jesus, die het H. Sacrament des altaars hebt ingesteld tot gedachtenis van uw heilig lijden.
5
Jesus wordt ter dood veroordeeld.
Jesns, de onschuldige Jesus wordt Ier dood veroordeeld.
Hij ondergaat zijn vonnis zonder klagen, Hij levert zich aan zijne beulen over zonder eenigen weerstand te bieden,
Vanwaar die kalmte, van waar die gelatenheid in den Zaligmaker op het oogenblik dat Hij de wreedste marteling en den sehande-lijksten dood voor oogen heeft? Dat komt omdat zijn offer vrijwillig is ; omdat zijn dood de wereld gaat redden en de beleediging herstellen welke zijnen Vader door de zonde is aangedaan.
Geef mij, goddelijke Jesus, in dit geheim uwer oneindige liefde door te dringen, laat mij vooral begrijpen dat mijne roeping eene roeping van voortdurende zoen- en slagtoffer-anden is.
Ja het is om het lijden des Zaligmakers te doen voortduren het is om mij zeiven te slagt-offeren voor Gods eer en het heil der zielen, dat ik tot het kloosterleven geroepen ben. De H. Paulus leert het mij, en hij vreest niet tc zeggen, dat hij in zich vervult al hetgenc aan het lijden des Hceren ontbreekt.
6
Helaas! ofschoon Jesus Christus zijn bloed en zijn leven voor de verlossing der wereld gegeven heeft, wordt God nog onophoudelijk beleedigd , duizende zielen storten zich gedurig in het verderf. En zoo zal het gaan tot aan het einde der tijden.
Zoo tlan de misdaad niet ophoudt, moet ook het slagtoffer voortduren, en J. Chr. nu zelf onlijdelijk, zet zijne offerande door de zielen der kloosterlingen voort.
Ik dank U, o, goddelijke Jesus, dat Gij voor mij de eer van zulk eeue roeping hebt maar weggelegd. De wereld begrijpt ze niet, en En misschien heeft zij mij veroordeeld gelijk Pilatus U veroordeeld heeft. Maar ivat doet dat ter zake ! Ik voor mij, houd mijne oogen op Ü gevestigd; ik wil goene andere getuigen dan U omdat ik ook van U alleen mijne beloo-ning verwacht.
Jt
Jesus , de eetzaal verlatende om te gaan sterven , ontferm U onzer.
Jesus in den olijfhof, ontferm U onzer.
7
Jesus wordt met zijn kruis heiaden.
Nauwlijks is het doodvonnis tegen Jesus uitgespioken of zijne ongeduldige beulen brengen Hem het kruishout aan , waarop Hij moet geslagtofferd worden.
Jesus ontvangt het, niet uit hunne handen; maar uit die zijns Vaders.
En daarom, in plaats van het terug te stoeten , overlaadt Hij het met kussen en neemt het met blijdschap op zijne schouders. Terzelfder tijd roept Hij tot alle edelmoedige zielen: Indien iemand mij wil navolgen dat hij zich zeiven verzake en zijn kruis opneme.
Ziedaar, in twee woorden, geheel mijne roeping. Ik heb, O mijn goddelijke Jesus het kloosterleven slechts omhelsd om U te volgen, met U mijn kruis te dragen, en om met U mijne zonden en de zonden der wereld uit te wisschen.
Mijn kruis is: het offer, dat ik mij heb opgelegd , met de wereld te verlaten, en vooral met mij van mijne familie te scheiden. Mijn kruis beslaat in het gewigt der kloostergeloften en de stipte nakoming van al de punten van mijnen regel.
Mijn kruis zijn al de beproevingen des levens
)loed ereld lelijk lurig t aan
moet •. nu
t de
; Gij hebt en lat us t ter Dp Ü dan eloo-
ster-
hetzij zij van God of van de schepselen ko men ; hetzij zij mijn ligchaam raken door pijnen en ziekten, hetzij zij op mijne ziel drukken door tegenzin, ontmoediging en dorheid.
Mijn kruis bestaat eindelijk nog in de zon den der wereld, welke ik beweenen moet alsof ik ze zelf had bedreven; beweenen en uitboeten om den zondaar den terugweg ge- Yj makkelijk te maken. Alzoo wordt ieder klooster, ver van, gelijk de wereld zegt, eene plaats van rust en ledigheid te zijn, een kal-varieberg , waar men geroepen wordt om zich _ te slagtofferen, en om het lijden des Zalig-L]oost makers te doen voortduren. bctaa
O, mijn Jesus, wat schijnt mij dit kruis zwaar! Mijn natuur heeft er een ^keer van! g, '' Maar Gij schenkt mij het geheim om wel te dragen: en dat bestaat namelijk, in Qver[f het met U te omhelzen en met liefde voort m;s])al te dragen. Leve Jesus! Ik zal niet terug pj- m deinzen. De liefde maakt alles ligt, en geeft q vleugelen om voort te snellen. daar'
__armen
hadt j
Jesus, met droefheid overladen, door een en-verste gel getroost, en water en bloed zwetende lijden in doodstrijd verkeerende ontferm U onzer. Gp Jesus, verkocht en door Judas verraden, ^en'J Ontferm U onzer. bij
moeili tegenh
Na.
»zake lit;inal Hem
9
Jesus valt voor de eerste maal.
■S Se-kloos-t eenc m kal-
izer. n ,
Nmlat Jesus ons gezegd heeft:»indien iemand «mij na wil komen, dat hij zich zei ven ver-»zake en zijn kruis drage,quot; voegt er de Zaligmaker bij: igt; Dat hij mij volge.quot; Laat ons in .a ' Hem dan volgen van het geregtshof tot aan ° ^1.01 liet graf. Hij gaat ons toonen waarin de 8 'oquot; kloosterlijke toewijding in hare gansche volheid , . bestaat.
, Maar wat zie ik! Nauwlijks is Jesus eenige v'!n ' stappen op den smartetijken weg voortgegaan ^ .e of zijn voorbeeld sehijnt zijne leer te loochenen. '^Overladen door den last des kruizes en de ^ mishandelingen die men Hem aandoet, valt
i o-eeft ^ lnet; 'let aanscl1ijn ter aarde. D O, goddelijke Jesus, waarom was ik niet daar, om U te ondersteunen en U in mijne armen te dragen 1 Acli! Gij zijt God, en Gij hadt geen vleesehelijken arm noodig om TJ te en en- versterken. Indien Gij valt, is het uit mede-etendejlijf'611 voor mijne eigene zwakheden.
Op den dag mijner kleeding, mijner geloften, gedurende den ijver van mijnen proeftijd of bij liet eindigen eener retraite viel niets moeilijk, en niets scheen in staat mij te zullen tegenhouden op het moeilijke pad dergeeste-
;n ko or pij-druk-rheid. e zon moet
10
lijke volmaaktheiil. Maar, er is een dag gekomen waarop ik minder waakzaam geweest ben,' waarop ik nagelaten heb de bewegingen der natuur te beveehten; van toen af aan hebben de kloosterpligten op mij gerust als een last, en ik ben gevallen.
Wat zou er van mij in dien toestand geworden zijn, O, mijn goddelijk voorbeeld,
indien Gij zonder wankelen Calvarie waart opgeklommen. De volmaaktheid waartoe Gij mij geroepen hebt zou mijne krachten te boven gegaan hebben.
.Door uwen val leert Gij mij niet ontmoedigd te worden ondanks mijne gebreken ^en onvolmaaktheden, ja zelfs niet ondanks mijne verlate verflauwing en mijne fouten : Want de wanhoop 'gevare is de verdelgster van alle deugden. ■ °or';
De ziel die zich vernedert, de ziel, die vhegt terwijl zij poost op te staan, over hare zwak- 00 gt; beden zuclit, is dikwijls digter bij uw hart, 'J 00 o, barmhartige Jesns. dan de ziel, die zich let m zelve behaagt en deugden denkt te bezitten c omdat zij geene bekoringen te bestrijden heeft. s Men zal verdoemd worden, niet omdat men ..k*8 zal gevallen zijn, maar wel omdat men nietmiJ a zal zijn opgestaan.
terug
__vver 1
Jesus gevangen en gebonden door de soldaten, L n ^ ontferm U onzer. ' eu zoc
Jesns verlaten door uwe discipelen, ontferm U onzer.
Je:
11
Jesus ontmoet zijne heilige Moeder.
1 ge-eeld, vaart e Gij roven
moe-n en mijne ihoop
Dat een kind valle , aanstonds zal zijne moeder toevliegen, om het op te helpen. Dit is ook het gevoelen dat Maria de teerliartigste en edelmoedigste der moeders voortjaagt om haren goddelijken Zoon te gemoet te snellen.
Al de leerlingen, slechts op hunne eigene zekerheid bedacht, hebben, laf genoeg, Jesus verlaten. Maria vergeet zich, om slechts de gevaren van haren Zoon te aanschouwen. Zij hoort niets dan de stem haars harten, en die jvliegt Hem ter hulp.
:wak- Zoo, o Maria, mijne teedere moeder! zijt hart, ook mij toegedaan. Dat de bekoring, dat zich i'let uur ^61quot; beproeving kome; dan zult Gij zitten taeer dan ooit, mij bijstaan, om mij te verheeft. ?ter'ceu en troostwoorden toe te spreken.
men Maar zoo ik reeds gevallen ware, zoudt Gij i niet mij dan, o goddelijke Moeder, niet met afkeer terug stooten ? Neen; dat mistrouwen doet •uwer barmhartige goedheid leed.
laten Indien ik slechts mijnen misslag beween , 'wan zult Gij mijne tranen komen afwissehen, tfermCU 7,00 0P 'lct ref^e Pad wensch terug te -en, zult Gij er mij op uwe armen heen-
g gefeest riffen lieb-5 een
12
dragen. Dus geenê vrees, geen droefheid meer mijne ziel! Maria is uw steun.
Maar wat doet Maria, terwijl zij aan d( voeten ligt van haren Zoon. Zij vereenigt ziel met zijn offer, en zij drinkt uit zijnen kelk Ziedaar twee smarten welke in elkander vloeijei om er slechts eene te vormen; maar eene smar onmetelijk als de zee.
Zoo toont Jesus zijne liefde aan zijne moeder door haar, meer dan eenig ander schepsel aan zijn lijden deelachtig te maken. Zoo han delt Hij met al zijne uitverkorenen. Hoe meeil Hij hen bemint des te meer laat Hij zijn krui: op hen wegen.
Zoolang ik deze waarheid niet zal begrepei hebben, zoolang ik het' bittere der tranen nie zal gesmaakt hebben, zoolang ook zal ik nie begrepen hebben, waarin de verdiensten en de zoetigheden van het kloosterleven bestaan »Of lijden of stervenquot; riep de H. ïheresiai Eene andere heilige nog heldhaftiger dan zij, vroeg: altijd te mogen leven, om altijd t6 lijden.
Jesus, door de ^aten van Jerusalem geleu en voor verschillende regterstoelen gesleurd ontferm U onzer.
Jesus, door valsche getuigen aangeklaagd , ont, ferm U onzer.
13
Simon van Cyrcnen helpt Jesus zijn hruis dragen.
Dat Jesus den Cyreneër toelaat Hem zijn kruis te helpen dragen, is nogmaals eene toegevendheid van zijnen kant, om zich naar onze zwakheid te voegen. Boven de goddelijke magt welke iu Hem is, en waarop Hij zou kunnen steunen, verkiest Jesus de hulp van eenen metisehelijken arm.
Om het kruis te dragen hetwelk ik op dag mijner kloostergeloften op mij genomen heb, zou ik geene andere hulp van r.oode moeten hebben, dan die van het gebed, van de sacramenten , en van mijne vereeniging met God.
O goddelijke Jesus met de dienst van den Cyreneër te aanvaarden, staat Oij mij toe, ook den bijstand en de vertroostingen aan te nemen welke mij van mijne naasten geworden; Gij leert mij dat de leden van eene gemeente nauw aan elkander gehecht zich onderling in hun werk moeten helpen en in hunne weder-zijdsclie beproevingen aanmoedigen.
Dank zij U, mijn Jesus, voor deze inschikkelijkheid. Ach, ik herinner mij zoo wel, dat ik te kampen heb gehad met droogheden en dorheden, met vermoeinissen en ontmoe-
14
digingen, waarin de ziel van duisternissen ornlmld, haren weg schijnt verloven te hebben,
waarin de ziel geene veerkracht meer bezit om zich tot God te verheffen.
Wat zou er toen van mij geworden zijn ,
zoo ik geen hart gevonden had, waarin ik het mijne kon uitstorten! indien ik met het licht van een bestierder, met de aanmoedigingen vau een overste het pad niet had terug ge- yeron vonden dat ik verloren had, en tevens den :
smaak en de minnelijkheid der godvruchtige oefeningen welke ik reeds had verlaten.
Voortaan wil ik, om mij van mijne dankbaarheid te kwijten, de Cyreneër zijn van allen die wankelen, van allen die lijden en weenen.
Ieder onzer gemeente, welke meer bijzonder den Calvarieberg beklimt, ieder welke met eene ongeneeslijke kwaal geslagen is, zal ik geheel ten diensten staan, dat zal het dienstambt zijn waarnaar ik streven zal.
Jesns beleedigd, geslagen en uitgescholden gedurende den nacht, ontferm ü onzer.
Jesus door Petrus verloochend, ontferm U onzer.
15
Eene godvruchtige vrouw droogt het aanschijn van Jesus af.
Ik bewonrler den moed en de ojioffering van Veronica! Gelijk zij, en met haar zou ik, goddelijke Jesus, u hebben willen te gemoet vliegen om uw aanschijn te zuiveren , en aan uwe gelaatstrekken hunnen goddelijken glans terug te schenken.
Maar wordt Gij in deze dagen niet uitgescholden en beleedigd gelijk in den tijd van uw lijden. De godcleloozen werpen U (luizende vloekwoorden en verwenschingen in hot aangezigt, zij ontkennen uwe godheid en leveren haar aan den spotlust van het volk over.
Goddelijke Zaligmaker, zie mij hier op mijne knieën voor ü, en ontvang de hulde van mijne liefde en van mijn geloof tot herstel van zoovele beleedigingen. Gij zijt mijn Heer en mijn God. Dit tabernakel is uw troon! Ik ben beter van uwe tegenwoordigheid aldaar verzekerd, dan ik dit zijn zou als ik U slechts met mijne oogen gezien had. Wat zou ik mij gelukkig achten voor uwe voeten te sterven. Sommige ketten nemen den schijn aan van U voor hunnen God te erkennen, maar zij mismaken uwe leer en uwe lessen. Z'.j be-
16
leedigen de Kerk, uwe Bruid, en zij betwisten haar het regt van uw woord te vertolken.
Als een leerzaam kind, herken ik de Koomsch Katholieke en apostolieke Kerk voor de eenige bewaarster van uwe leer en uw gezag, van Haar heb ik mijne konstitutiën en regels; en het is door Haar dat ik zeker ben van, door het nakomen der evangelische raden, den waren weg te zijn ingeslagen.
Maar het is in het Sacrament van uwe liefde dat Gij vooral gewond wordt mijn goddelijke Jesus. Dezen ontloopen uwe heilige Tafel, genen naderen haar, doch slechts om haar te ontheiligen. O goddelijk liefdemaal wees meer dan ooit mijne vreugd en wellust! Het hart der maagden is uw uitverkoren heiligdom! Kom rust in de schaduw der lelieën. Woon in mij, en laat mij in U woonen. En dat ik niet meer leve, maar dat Gij levet in mij.
ker
genat wei ii i
Jesus door de joden voor Pilatus geleid en
beschuldigd, ontferm U onzer.
Jesus door Herodes veracht, ontferm U onzer.
17
Jesus valt voor de tweede maal.
liefde elijke 'afel, lar te meer hart lom!
Zal ik U, o mijn Jesus! vragen waarom Gij nogmaals neerzinkt? Ik zou beter doen met mij zei ven te vragen waarom ik toch ondanks zoovele verzekeringen van getrouwheid, in mijnen eersten ijver verflauwd ben? Waarom ik mij in mijne biechten telkens van dezelfde fouteu te beschuldigen heb.
Ik zou beter doen van aan zoovele zondaars in de boosheid verhard, te vragen hoe het Voon komt dat zij zoo gemakkelijk in de zonden dat hervallen, en waarom zij door er dikwijls in mij. te hervallen, deze als zonder knaging bedrijven?
Het is dan om mijne onstandvastigheden in uwe dienst, mijn vallen en mijn hervallen, en het vallen en hervallen van alle zondaren der aarde, dat Gij voor de tweede maal onder nzer- het gewigt van uw kruis neerzijgt.
Deze tweede val was ernstiger en smartelijker dan de eerste, omdat mijn nieuwe val ook een bijzonder verzwarend merkteeken heeft en van eene grootere ongetrouwheid aan uwe genade getuigt. En nogthans sla ik er zoo weinig acht op! Ik beschuldig er mij met
letwis-alken. dcqscIi ;enige , van ■Is; en , door ivaren
18
zoo weinig leedwezen van, en ik vergeef ze mi, zoo gemakkelijk!
Zoo handelt Gij er niet mede, mijn Jesns Gij hebt er u mede belast om mijne dagelijk sclie zonden uit te wisschen, en naar mate Gi op den smart vollen weg voorttreedt, voelt Gij er den last steeds van verzwaren; Gij telt ze'alvari een voor een, en Gij beweent ze met steeds J niet bitterder tranen.
Dat ik dan, ziende hoe Gij overladen zijt eer door het getal mijner fouten dan door het gewigt van uw kruis, een meerlevendigen afkeer der zonden opvatte en dat ik mij zelfs van den schijn des kwaads leere onthouden Voortaan, O mijn Jesus, wil ik niet meer de straf aan de zonde verbonden beschouiven.fan zij maar wel den opstand die deze tegen uwe heilig- igt; We heid insluit, maar wel de wond welke zij ü leilige in 't harte slaat. Alle fouten hoe ligt zij ookmijn d zijn, zijn beleedigingen tegen God, en daar-mijncn door reeds eene kwaal dio kaars gelijken opkoopen aarde niet heeft. offers )
fnene in pla tvankd
Jesus die door het volk achter Barabas gesteld j,, ^ zijt, onferm TJ onzer. biquot; le^
Jesus vreeseliik se^eesold, ontferm U onzer. ••
J 0 n ' mijnen
peantw
--pina;.
Moe
Jesii Trail
an do jen mi martci Maai roeligh :en. t ruchli
19
Jesus troost de dochters van Israël.
gelijk ate Gr
ïlt Gij Tranen vlocijen, snikken laten zich op den telt zc üalvariehera; hooren! O mijn Jesus, als ik steeds J niet kan verdedigen noch U ontrukken an de handen uwer beulen, dan zie ik U :n zij'ten minste gevolgd door zielen die in uwe imarten doelen en die met U weten te lijden.
Maar wat hoor ik? Jesus werkt die ge-roeligheid, waarvan Hij het voorwerp is, te-;en. Jesus weigert die schatting van god -ruchtig modelijden; Hij wil onder de vervulling uwen,ran zijn offer niet door tranen verweekt worden, leilig- «Ween niet over mijquot; zegt Hij aan de zij Upeilige vrouwen. Door mijn lijden en door ;ij ookmijn dood ga ik aan de regtvaardigheid van daar-mijncn Vader voldoen, en de wereld terug sn opkoopen. Elke groote zending brengt groote offers met zich mede. Versterkt deze volko-mene overweging liever en moedig ze aan in plaats van ze door uwe tranen te doen . ., Wankelen.
es e Ik begrijp U, o mijn goddelijk voorbeeld!
Rij leert mij met welke kracht ik mij aan Hizer. Ljjnen pligt moot slagtüfferen hoe ik moet beantwoorden aan de genade van mijne roeping.
Moot een missionaris, wanneer God hom
or het ren af-j zelfs mden i meer
'20
aan gene zijde der zeen roept, zich door de tranen eener moeder laten verbidden? Mag een hospitaalzuster liet bed der zieken door de pest besmet verlaten: omdat zij zelve liet slagtoffer der plaag worden kan ?
uWeen over U en over uwe kinderenquot;' voegt er de goddelijke stem bij. Daar gij toch tranen in uwe oogen hebt en zuchten aan uwe borst ontsnappen, ween dan over wczentlijke kwalen, ween over uwe zonden, en over die van uwe kinderen.
Waa Hij is komen zijne s Hetj een ge wat E lijden,
Gij herinnert mij, o mijn Jesus, aan de innige pligt mijner roeping. Ik moet mij metO^'^ U een slagtoffer maken voor het heil der zon-ivoor t daren. Men kan niet ten allen tijde en op )ie
En welke uit tre der zie om zii zelfopo moet haar o Zijn het he hebbei schoon dat w( tegens] blootst Hel
alle plaatsen het apostelambt uitoefenen van de hoogte des predikstoels of aan het bed der zieken; noch in het midden der armen en der kinderen. Maar het apostelschap des ge-beds, is dat van alle orders en van alle dagen.
Mij dus voegt het te weenen over de zonden der wereld! Ik moet ze uitboeten door eene steeds meer verstorvene levenswijs, Mij is het toegestaan de zondaren tot God terug te brengen door hun losgeld te betalen.
Jesus die met purpergekleed met doornen gekroond , een riet in de hand droeg en als een spotkoning behandeld zijt ontferm U onzer Jesus aan het volk voorgesteld, ontf. U onzer
21
KEGENDE STATIE
Waarom die derde val van den Zaligmaker? Hij is op den top van den Kalvarieberg gekomen en reeds weegt het kruis niet meer op zijne schouders.
Hetgeen Hem ontstelt en ter neer slaat is een gevoel zeer droevig voor zijn hart. Alles wat Hij geleden heeft en wat Hij nog gaat lijden, heeft Hij uit genade gedaan, in volmaakte vergetelheid van Zich zeiven, en alleen voor de verheerlijking zijns Vaders en voor het heil der zondaren.
En is het nu groot het getal dier zielen welke zijn offer begrepen hebben en er voordeel uit trekken. Is het groot, vooral het aantal der zielen welke ïjch zeiven weten te verzaken om zich voor hun pligt op te offeren? wier zelfopoffering vuriger is omdat zij onbekend moet blijven, en dat niemand ter aarde er haar ooit iets te meer voor achten zal?
Zijn zij talrijk die weten dat Gods eer en het heil van den naasten ergens belang bij hebben, en er zich daarom aan toewijden, schoon zij voorzien dat duizende hinderpalen dat werk in den weg staan, dat het hen aan tegenspraak en misschien aan vervolging gaat blootstellen ?
Helaas! in de eeuw des eigenbelang®, in
or de Mag door e liet
voegt I] tra-[ uwe itlijke ;r die
in de ij met r zon-jn op m de 1 der ïn en s ge-agen. zon-door , Mij terug
n gels een )nzer. )nzer.
22
ons veiflauwJ en verslapt Christendom word de leer van zelftoewijding en van opofferiii' aan zijne plinten minder en minder begrepei en uitgeoefend.
Tracht de anli ehristelijke grondregel: elk voor zich zelfs niet in de klooslergemeenten door te dringen? Ieder zoekt de posten en bedieningen die hij het liefst heeft, ieder neemt iets van de pligt van zelfopoffering af, om den kring zijner vrijheid uit te breiden. Men vindt schrandere middelen om de streiHieid der kloostergebruiken te matigen en ze^naar zijn gestel te regelen; men zou als een boetvaardige willen leven, doch tevens zijne levens wijze zoo gemakkelijk maken als men kan.
Ziedaar, o mijn Jesus, de lafheden die U ter neer drukken die U met schaamte bedekken, en die u met liet aanschijn ter aarde doen vallen. Ach! sta op; bid ik U; verberg mij uw aangezigt niet langer ; ik wil niet meer dat Gij U over mij te schameu hebbet. Ik heb het begrepen en ik zal bet in beoefening brengen. 0
Het ordersleven is eene blinde zelftoewijding het is het een gedurig slagtoffer, het is de gehoorzaamheid tot aan de dood.
Jesus door Pilatus ter dood veroordeeld , ontferm U onzer.
Jesus met het kruis beladen naar den Kal va-rit: berg gevoerd, ontferm U onzer.
Je si is
Van iteeds i naar ' log ee De i lompen egen Maar . jeroofc tij n er God waarsc wilde en U roofd moetei Ja, drnkk' gelofte kloost mij ai De de bt verlat niets dom
23
)fferirirt
grepen Jews wordt van zijne Ideederen beroofd. 1: elk
eenten Van Bethleëm tot Calvarie is de armoede en en teeds de getrouwe gezellin van Jesus geweest; neemt f, om Men iglieid naar boet-ivens-an.
lie U edek-aarde
meer Ik ining
ding is de
ont-ilca-
roofd moeten worden en aan dit kruis gehecht moeten worden gelijk Gij ?
Ja, zulks moet gebeuren. Dit is het uitdrukkelijk verbond dat ik op den dag mijner geloften heb aangegaan. Wat zijn de drie kloostergeloften anders dan drie spijkers welke mij aan mijn kruis moeten hechten.
De eerste en wel de minst stekende, is de belofte van armoede, waardoor ik alles verlaten heb, waardoor ik Gode beloofd heb niets aan te werven over niets als mijn eigen-dom te beschikken.
naar voor dat Hij gaat sterven, wil Hij ze log eens naauwer omhelzen.
De arme onder de armste behoudt ten minste ompen om zich te dekken en zich te beschutten egen de ongestadigheden der jaargetijden. Maar Jesus ziet zich , reeds voor zijnen dood, jeroofd van zijne klecderen welke het eigendom iijner beulen geworden zijn.
Goddelijk voorbeeld, Gij hadt mij wel gewaarschuwd dat als ik een volmaakte leerling wilde zijn, ik mijn kruis zou moeten opnemen rberg P11 U volgen; maar zal ik ook van alles be
Maar die kloostergelofte zal mij ten mips i!»
niet van mijne kleederen. berooven ? Ik. h ze in gebruik maar niet in bezit. De ; hoorzaamheid kan ze mij ontnemen, en d x Jc, andere versletene verplaatsen.
De arme kan aan een anderen armen, i ^^j]e stukje brood geven dat hij ontvangen heet i ^ De kloosterling, kan over zijn brood niet schikken om het aan een ander te geven, a i hij daartoe eerst geen verlof ontvangen hee i', ^^
O mijn Jesus, ik ben dus arm gelijk G Leg U neer op uw kruis, ik kan er U i gen; niets houdt mij meer aan de aarde ^ .9a liccht. , j v'er'
Ja ik heb alles verlaten, maar allés is inf ^ . honderdvoudig terug gegeven. Hoe armer ii • ^ ben, des te vrijer en ongebonden gevoel ij ^ mij op het pad der deugd voort te gaan; hoj ^ armer ik ben, des te meer bezit ik Jesus H ,, het gebed en in de H. Communie. Neer ;f ^ de kloosterlijke armoede is geene ontblootinL j ^ het is een rijkdom, een overvloedige oogb1 esquot;' van verdiensten. Ik verwissel de aardselu goederen tegen de schatten des hemels!
men; n V;
teg, Slaat n al mper de o d is de d 3 mi
Jesus aan het kruis gehecht, ontferm U onzer Jesus aan het kruis opgeheven, ontferm U onzer
25
mins jU [k, h '
De ■ h
n d :v Jesus wordt aan het kruis gehecht.
ïD 'i ' •
heet f A1'es is öeree(1 voor de laatste daad die het iietb'ri!^er moe*; voltooien. Het slachtoffer is ont-en a i 'ee^] kf11'8 is bereid, de beulen zijn met i hee4'\'lnne niar'e^u'oen gewapend; wat gaat er quot;kG i:^eureI1^
IJ i ^Men beveelt Jesus zich op het kruis uit te rde
3 is m •mer
Jesus heeft onze ongeregtigheden op zich ge-men; Hij moet ze met zijn bloed uitwasschen. n Vader, in plaats van de woede der beu-i tegen te houden, schijnt hun te zeggen: Slaat, slaat dien grooten misdadiger! Doet n al de onmatigheden, uitspattingen en tnperijen uitwisschen, laat hem boeten voor de onzuiverheden waarmede de aarde bezoe-d is en ooit bezoedeld zal worden tot het de der eeuwen.
^^^^csu^^^be^mp de smarte
„ekken, en Hij legt zich op dit smartbed ter, alsof het voor Hem een rustbed was na n, ' vermoeienis van eenen langen weg. Men z'jne lian('eti en voeten, en Hij reikt voel ij naar de. spiers en de hamers welke ze n. ]10j ''st kruis moeten hechten.
esus i^ ® God zult Gij uwen engel niet zenden , Neer i eer''li('s den arm van Abraham tegen ge-Dotint -uden heeft!
3 OOgb irdscln
i!
J onzer J onzer
26
ziel en van uwen doodstrijd in den olijfhof. Mtar waarom uw onschuldig en maagdelijk vleofch aan de scherpe punten der spijkers orergelevad?
Indien de ziel de zetel geweest is van de zonde, het ligchaam toch heeft er de misca-dige genieting van gesmaakt; zoo de ziel tegen God is opgestaan, is toch het ligchaim het werktuig van den opstand geweest: ziediar waarom Jesua de uiterste pijnen gevoelt soo in de ziel als in het ligchaam.
Maar goddelijke Zaligmaker indien ik mij met U vereenigd heb voor het boetwerk, dan moet ik mij ook met uw lijden vereeai-gen door zelfversterving. En omdat Gij vooral geleden hebt in uw vleesch onl de onzuiverheden der zondaren uit te wisschen, wilt Gij dat ik een onnoozel en maagdelijk vleesch aan de versterving overlevere. De onschuld van het slachtoffer bepaalt de waarde van de offerande.
De kloosterlijke zuiverheid , een boetvaardig en gekruizigd leven ziedaar de tweede spijker die mij aan het kruis moeten hechten. De armoede heeft mij van de uitwendige goederen beroofd, de zuiverheid schrijft mij voor in een ligchaam te leven alsof ik er geen had.
Jesus die voor uwe vijanden gebeden hebt'
ontferm U onzer.
Jesus die den goeden moordenaar het Paradijs beloofd hebt, ontferm U onzer.
Van de drie spijkers die dsn kloosterling aan het kruis moeten hechten, dringt die der gehoorzaamheid het diepste in het hart van het slachtoffer door, en deze brengt het den dood toe.
Ja, de armoede ontrooft mij van alle uiterlijke goederen , een offer dat ligt valt; de zuiverheid verpligt mij gelijk een engel te leven in een sterfelijk ligchaam, een edelmoediger offer; de gehoorzaamheid doodt mijn eigenwil en doet mij aan mijzelven sterven , en dit is een heldhaftig offer.
De gehoorzaamheid ziedaar dan wat den aard en de volmaaktheid van dnn ordestaat uitmaakt. Ziedaar de groote les welke Jesus mij gegeven heeft, met zich gehoorzaam te maken tot den dood des kruizes!
Pilatus spreekt tegen Hem de doodstraf uit en Hij spreekt geen woord tegen; zijne beulen sleuren Hem naar de strafplaats langs eenen langen etx moeielijken weg, en even als het lam dat men ter slachtplaats heen voert, opent Hij zijnen mond niet om zijne klagten te uiten; Hij strekt zich met dezelfde onderwerping op het kruis uit, en niet voor dat Hij de getuigenis kan afleggen van alles volvoerd te hebben wat Hem was bevolen, geeft Jesus den geest, uitroepende; Alles is volbragt.
De ongehoorzaamheid liad onze eerste ouders
uit het Paratlijs gejaagd, de gehoorzaamheid van Jesus heeft er ons de deur weer van ontsloten. De ongehoorzaamheid heeft de zonde doen ontataan welke den Hemel tegen de aarde gewapend heeft, de gehoorzaamheid brengt de deugd voort welker verdiensten de aarde met den hemel verzoent.
O goddelijke gehoorzaamheid, wat wordt Gij aangenaam aan mijne ziel! Wat zal ik doen ora mijnen Jesus na te volgen en mij gohooraaatn te maken tot den dood gelijk Hij? Jesu3 is zoo vast aan het kruis gehecht, dat Hij niet vrij is om een stap te verzetten. Zoo wil ik voortaan geene enkele beweging meer maken buiten mijnen regel.
Indien ik mijne regels nakom, dan zullen zij mij bewaren. Zij zijn voor mij den regten weg der volmaaktheid omdat zij mij den weg van Calvarie doen volgen.
Gelukkig als ik op het einde mijns levens mij overtuigd kan houden steeds gehandeld te hebben volgens rie letter en den geest van mijne regels; de Apostel verzekert mij dat ik in den vrede des Heeren zal inslapen en dat zijne barmhartigheid op mij zal rusten.
Jesus die uwe Moeder aan den H. Joannes aanbevolen hebt, ontferm ü onzer.
Jesus die tot uwen Vader gezegd hebt: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten , ontferm U onzer.
29
Jesus wordt van het kruis afgedaan.
Jesus is gestorven op het kruis tusschen de armen der gehoorzaamheid. «Mijn Vader, heelt hij uitgeroepen, in uwe handen beveel ik mijnen geest. Zoo ook offeren de kloosterlingen eaarnc hnn laatste oogenblik, hun laatste zacht op.
O mijne ziel, beschouw nu het ligehaam van Jesus van het kruis afgedaan en op den schoot zijner Moeder neergelegd. Hoe drukt zij Hem tegen haar hart? Met wat liefde? Hoe besproeit zij Hem met hare tranen! Eu nogthans troost zij zich met de gedachte dat Hij roemrijk zijne zending volbracht heeft, en dat de woede der beulen hem niet het minste leed meer kan doen.
Ter zelfder tijd naderen de H. Joannes, Joseph van Armithea en de H. vrouwen tot bij Jesus en vol liefdevuur brengen zij hunne lippen op zijne gezegende wonden. Zij zien in Hem geen lijk hetivelk de dood afziïtelijk heeft gemaakt, maar een altijd goddelijk ligehaam. Zij overdekken het met geurige kruiden en reukwerken en zij begraven het met eerbewijzen.
Na zijn dood wordt de kloosterling ook aan zijne moeder de 11. Kerk overgegeven. Deze bezorgt hem een cenvoudisc doch treffende
30
lijkdienst en op zijn graf stort zij gebeden met tranen doormengeld.
Maar de Kerk verheugt zich meer dan zij weent. De soldaat, de apostel dien zij verloren heeft, is gevallen, ja, maar met lauwren bekroond. Zij heft geen treurlied aan, maar liever een vreugdezang: Want hoor, mijne ziel, hoor wat de Kerk zingt:
. b Dat de engelen ö in het hemelsch Paradijs Bgeleiden. Dat Jesus bloedgetuigen U op den «drempel der eeuwigheid ontvangen, en de s poorten der heilige stad voor U ontsluiten. xGa met Lazarus, eertijds zoo arm en nu zoo quot; rijk, uwe eeuwige rust genieten.quot;
Hoe schoon is die martelaar der vrijwillige zelfopoffering in zijn open graf uitgestrekt. Zijne trekken dragen nog het kenmerk van een boetvaardig en verstorven leven; maar reeds is zijn voorhoofd met bloemen gekroond en door de zuivere gerustheid van zijn dood als het ware van gedaante verwisseld.
O , mijn Jesus, hoe bewonderenswaardig zijt Gij in uwe heiligen ! Meer dan ooit wil ik mij met U slachtofferen opdat mijn dood den uwen gelijke.
Jesus dorst lijdende met gal gelaafd, ontferm U onzer,
Jesus die gezegd hebt: Alles is volbragt, ontferm U onzer.
31
Jesns wordt m het graf neergelegd.
Het graf van Jesus was voor Hem slechts de snelle overgang van den dood tot eene roemrijke opstanding. Beschouw, o mijuc ziel uw verrezen Jesus, Hij springt op van vreugde. Hij is opgestaan om niet meer te lijden, Hij is verrezen om niet meer te sterven.
Gods woord kan niet liegen. Na gezegd te hebben: Indien iemand mijn leerling wil zijn, dat hij zijn kruis opneme, heeft er de Zaligmaker bijgevoegd: En dat hij mij dan volge. Daardoor heeft Hij beloofd dat Hij diegenen, welke Hem op den weg des kruizes en des offers gevolgd zullen hebben, niet in het graf zal laten , maar even als Hij verrezen is, zal doen opstaan.
De Heer roept zijne leerlingen in zijn gevolg en tot in den echoot zijner glorie. Hij is ons opperhoofd en wij zijn zijne ledematen. Als het opperhoofd opstaat, is het dan niet een bewijs dat Hij wil dat zijne ledematen met Hem verrijzen.
O troostende hoop ! O glansrijk vooruitzigt! O dood wat toeft gij lang! O, liefdevolle Theresia, nu weet ik waarom gij stierft omdat gij niet vroeg genoeg sterven kondet.
Na den dood komt de verrijzenis; na een
32
llgchaam door het werk ende bofitvaanli^heid versleten , eene eeuwige jeugd; na de opoffering de zegenliederen, de hemelvreugde en het bezit van God.
Jesus noodigt mij aan zijn roemvollen feest-disch, aan zijne eeuwige bruiloft.! Aide regt-vaardigen worden er uifgenoodigd, maar de eerste plaats is bestemd voor de maagden, die het Lam zullen volgen overal waar het gaan zal.
Neen de regels en de gebruiken van het klooster zijn niet moeielijk te onderhouden. Neen, de armoede is geene beroovirig! De zuiverheid is geen strijd! De gehoorzaamheid is geene slavernij. De zelfopoffering is geen Sacrificie!
In de voetstappen van Jesus is niets moeielijk; in de voetstappen van Jesus maakt de genade alle moeielijkheden overkomelijk; het lijden baart u vreugd , en de dood geeft de onsterfelijkheid.
Jesus die uwen geest aan uwen Vader bevolen
hebt, ontferm U onzer.
Jesus aan het kruis gestorven , ontferm U onzer.
Bij de weerkomst aan iiet altaar.
Jesus die na uwen dood uwe magt hebi doen uitschijnen door eene menigte wonderen, ontferm U onzer.
Jesus die begraven zijt., ontferm U onzer.
v. De Heer Jcsus Christus heeft zie'u zclvcn vernederd.
k. Hij heeft zich gehoorzaam gemaakt tot den dood, ja tot den dood des kruizes.
GEBED.
Heer, Jesus Christus Zoon van den levenden God die aan het kruis gehecht zijt voor de verlossing der wereld, en die U iv kostbaar bloed voor de vergiffenis der zonden gestort hebt, wij smeeken ü nederig ons dn genade te schenken dat wij na onzen dood verheugd mogen ingaan in het Paradijs. Gij die leeft en regeert in al de eeuwen der eeuwen. Amen.
VAN
Heer ontferm u onzer,
Jesus Christus, ontferm u onzer.
Heer ontferm u onzer.
Jesus Christus, hoor ons.
Jesus'Christus, verhoor ons.
God Vader, die in de hemelen zijt, ontferm u onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld.
God Heilige Geest,
Heilige Drievuldigheid, één God,
Jesus, Zoon van den levenden God Jesus, Zoon van de maagd Maria,
Jesus, onze God,
Jesus, onze Schepper,
Jesus, onze Verlosser,
Jesus, Koning der Engelen,
Jesus, zegen der Aartsvaders,
Jesus, wetenschap der Profeten,
Jesus, sterkte der Martelaren, -
Jesus, godsvrucht der Belijders,
Jesus, tarwe die maagden voortbrengt,
Jesus, eeuwige Zoenofferande,
Jesus, ^slachtoffer der verzoening,
Jesus, slachtoffer van verkrijging,
Jesus, Opperpriester der nieuwe wet,
Jesus, onze Middelaar,
Jesus, ons Slachtoffer,
Jesus, onze Koning,
Jesus, ons Hoofd,
B
35
Jesus, onze Meester,
Jesus, onze Herder,
Jesus, onze Vader,
Jesus, Bruidegom onzer zielen,
Jesus, onze Broeder,
Jesus, ouze Vriend,
Jesus, onze Leidsman,
Jesus, onze gast en ons voedsel,
Jesus, onze Hechter,
Jesus, onze hoop,
Jesus, onze schat
Jesus, ons leven,
Jesus, ons geluk,
Jesus, aanbiddelijk voorwerp van ons ge-? e loof, van onze hoop en van onze liefde, o Jesus, ons voorbeeld,
Jesus, onze wijsheid,
Jesus, ons licht,
Jesus onze sterkte,
Jesus, ons vermogen,
Jesus, onze goedheid,
Jesus, onze zoetheid,
Jesus, onze zuiverheid,
Jesus, onze al,
Jesus, verootmoedigd,
Jesus, vernietigd,
Jesus miskend,
Jesus, verlaten,
Jesus, beleedigd.
36
Jesus, geduldig,
Jesus, boelvaardig,
Jesus, leedwczig,
Jesus, stilzwijgend,
Jesus, eenzaam,
Jesus, gebannen,
Jesus, gevangen,
Jesus, arm,
Jesus, zachtmoedig en ootmoedig van hart, I ^ Jesus, onze eenisje liefde, | g
Jesus, heilige offerande voor ons en door! 5
Jesus, heilige offerande beleedigd door de
lasten der menschen.
Jesus, heilige offerande, verwaarloosd en verlaten in uwe tempels,
Jesus, wees genadig, vergeef ons Heer. Jesus, wees genadig, verhoor ons Heer.
Over het onregtvaardig ontvangen van uw ligchaam en bloed, verzuchten wij Heer. Over de oneerbiedigheden der christenen,
verzucliten wij, Heer.
Over de gedurige lasteringen der goddeloo-
zen, verzuchten wij, Heer.
Wij zondaars, wij bidden TJ, hoor ons. Opdat Gij ons vergiffenis schenkt, wij bidden
U, hoor ons.
Opdat Gij het Sacrament van uwe liefde doet
kennen, wij bidden U, hoor ons.
Opdat U aangenaam zij de eerherstelling
O
O/
welke wij doen in den geest van ootmoedigheid. wij bidden U, hoor ons. Lam Gods, dat uitwischt de zonden der wereld , verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat uitwischt de zonden der wereld, ontferm u onzer, Heer.
Gij die dorst hebt, komt tot de waters. En gij zult volkomen gelaafd worden.
O God van liefde, Gij, die niet ophoudt om uit te noodigen tot den maaltijd van het heilig Sacrament des Altaars, geef, smeeken wij U, dat wij altijd tot dezen naderen, met zoo volmaakte gesteltenissen, dat wij daar de volmaaktheid putten van al de deugden, van welke Gij ons het voorbeeld gegeven hebt. Amen
VOOR
BIJZONDERLIJK NA HET ONTVANGEN
DER
Mijn allerliefste JEJjÜS! uitgestrekt voor uwe voeten , bid ik uwe oneindige goedheid van mij toe te laten, dat ik een voornemeu met U make, mot al de begeerten en vragen, welke ik alnu doe , en die ik gaarne zoude herhalen , zoo dikwijls als ik ademen zal, bij dag en nacht, tot den laasten oogenblik van mijn leven: 1. Ik vraag dat Gij bemind, geëerd en verheven
39
2. Ik vraag, dat uw Wil gcscliicdc op aarde als in den Hemel.
3. Ik vraag voor alle zondaren, en bijzonder voor mij, een waarachtig volmaakt berouw.
4. Ik vraag uwe waaraehtige zuivere liefde.
5. Ik wensch al mijne werken ter uwer lisfde. te doen.
6. Ik wensch verslonden te zijn in uwe zuivere liefde, opdat Gij altijd in mij de overhand hebben moget.
7. Ik schik mij naar de begeerte van uwe heilige Liefde: zoo om te leven als om te sterven.
8. Ik wensch , mits in staat van genade zijnde , geestelijk, zoo dikwijls als ik adem baal, te ontvangen het H. Sacrament des Autaars.
9. Ik wensch tot de tafel des Heeren gaande, al de liefde te zamen, welke de Heiligen gehad hebben en zullen hebben.
10. Nuttigende het H. Sacrament des Autaars, vereenig ik mij met de liefde welke Gij gehad hebt, toen Gij hetzelve insteldet.
11. Heer Jezüs! het is mij uit den grond des harten leed, dat ik uwe goddelijke goedheid en groote Majesteit ooit vergramd heb.
12. Ach ! mijn Jescs! in het spreken van mijne biecht, wensch ik te hebben het allergroot ste berouw, omdat ik uw oneindige goed heid en liefde vergramd heli.
13. Ik vraag ootmoedig vergiffenis van al mijne zonden, ook van do allerverborgenste, en
14. Te dien einde draagt ik God den Vader
40
met een vurig hart, al detraneo en de droppelen bloeds op, die Gij Ier mijner liefde vergoten hebt, en al hetgeen uwe H. Moeder ter uwer liefde, ooit onderstaan heeft.
15. Ik vraag, dat al mijne begeerten en verzuchtingen vereenigd zijn met het brandend hart van Jezüs , en dat al mijne gedachten, woorden en werkenlevendigdoorZijnezuivere inzigten en Zijne heilige liefde geleid worden.
1G. Ik aanroep Jezus en Mahia, om te beletten dat ik in zonden valle.
17. Ik wensch, boven al, in tijds te ontvangen het H. Sacrament des Autaars, en dat Jezus! mijne ziel in Zijne arme ontvange.
18. Ik vraag U in tijds de H. Olie te ontvaa-gen, om in mijne bekoringen versterkt en van al mijne zonden ten eenemale gezuiverd te worden.
19. Mijn Jezus! ik wensch arm te sterven gelijk Gij, en niets anders te bezitten dan hetgeen voorkomt van uwé heilige liefde.
20. H. Maagd Moeder van Jezus! wees mij altijd genadig-; maar vooral in het ure des doods.
21. H. MtcHAËL, Prins der hemelsche legeren, ik verzoekUmijne vijanden te doen vlugten.
32. Mijn goede Engel! ik dank u duizendmaal, vbor de zorg, welke gij tot heden voor mij liadt, en bid u, dat gij mij nimmer willet verlaten.
23. Eindelijk verzoek ik den II. Joseph,
41
den H. Ignatius, dcu 11. 1,1iianciccs-Xa-vekius, de H. Barbara, al mijne Patronen en Patronessen NN., en alle Heiligen van het Paradijs, bij mijnen laatsten uitgana;.
24. Nu leg ik af alle gedaehten en begeerten tegenstrijdig aan het Geloof, de Hoop en de Liefde, welke ik door ingeven des duivels of door eenige hartstogt zou kunnen hebben.
Ik herroep, breek en zweer ten eeneinale af, en verklaar, dat ik wil leven en sterven als een waarachtig kind van de H. Katholieke, Apostelieke en lloomsche Kerk, en dat het mij van harte leed is , dat ik tegen God heb gezondigd.
25. Ik geloof en stel mijne hoop tot het einde toe, op de barmhartigheid Gods, en wil Hem altijd en overal beminnen.
2(5. Ik vraag ook, te leven en te sterven met mijnen naaste in eene waarachtige broederlijke liefde, en allen haat, gramschap en afkeer uit mijn hart te bannen.
27. Ik vergeef van harte, aan allen die mij vergramd hebben, en ik vraag ook vergiffenis aan allen, die ik ooii vergramd of verergerd heb.
28. Ik vraag om alle aflaten en gratiën te winnen, welke ik kan bekomen in de ure des doods, op welke wijze het mag wezen, maar bovenal in het uitspreken van de namen van Jesus en Maria.
29. Met één woord, mijn Jezus ik vraag U
42
eenc zaak- maak mij zalig, zij mij Jezüs in der eeuwigheid.
30. Maak ook zalig de Zielen van jSTN. die ü bekend zijn, mijn Zaligmaker! en van NNquot;. .dio mij dit gebed heeft gegeven.
31. Maak zalig mijne Ouders, Vrienden en TVeldoenera.
32. Maak zalig onzen allerheiligsteu Vader N2i. den Paus onzen Vorst, en al mijne geestelijke en tijdelijke Oversten.
33. Maak zalig en heilig al de Priesters NN. mijn Biechtvader, Ileligieusen en de Christenen.
34. Vereenig, door uwe liefde, alle harten, die door vijandschap van elkander gescheiden zijn; boven al vereenig de Christenen vorsten, en geef vrede aan de H. Kerk.
за. Doe groeien en voorspoedig worden uwe H.Kerk in alle deugden, daaruit bannende alle dolingen, ketterijen en de bedorven zeden.
зб. Doe alle zondaren en hen, die buiten het waar geloof zijn, tot U terugkeeren.
37. Breng, oHeer! tot uwe eeuwige rustplaats de zielen des vagevuurs, en opdat Gij dit eerder zoudet doen, zoo offer ik U op, elke herhaling des adems, zoo veel het mij mogelijk is, al de verdiensten van nw Heilig Lijden, van uwe H. Moeder, en van al de Heiligen, die geweest hebben, zijn en zullen wezen, opdat .Gij dit als een waarachtig Middelaar zoudet gelieven op te offeren aan
43
uwen hemelschen Vader, — en bijzonder voor die Zielen, waaraan ik meest verbonden ben: NN., voor die U de aangenaamste is; voor die de allergodvruchtigste is geweest tot uwe H. Moeder; voor die meest verlaten is, en voor die veroordeeld is, om het allerlangste te lijden. Barmhartigheid! Heer, barmhartigheid! en dat ik uwe barmhartigheid in eeuwigheid moge Amen zingen!
Ziel van Maria, door uwe verdiensten: maak mij zalig!
Hart van Maria, ontsteek mij in de liefde tot Jesus!
Voeten van Maria, bestiert mij!
Handen van Maria, ontvangt mij!
Oogen van Maria, aanziet mij!
Ooren van Maria, aanhoort mij!
Mond van Maria, bid voor mij!
Zijde van Maria, versterk mij'
In uw maagdelijk Hart., verberg mij en laat mij van U niet scheiden!
Van den boozen vijand, bescherm mij!
Verwerf van uwen Zoon, dat ik tot ü moge komen, opdat ik mijnen God, met U en alle Heiligen, moge loven, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
IMPRIMATUR Hoeven 17a Augusti 1869.
0. van dee Veeken Vic.-gcn.
Jl I ■ i
I
II quot;
ii i'
il
i li t, in i lil i I -
■ i
I
d'
1
.^. tfquot;**
/- . -t p-~^-ir*- '^ ^
7 V lu I. y ^
: lt;: ;y^.! quot;-V gt;w ;}■-
Jgt;-^^ / V-vquot;*.^, gt; rquot;^ -^y.
V- '.■ T v- -■•'^i-«' ;sL^ v 'V-
V vquot; . gt; -r-yJ^Jé^
lt;* ' ■ ^ ^K- gt;' *
^ * r 1- V
-H ,.r f
-'•:r^ A-
..yJ l ) UT
^ . , ..f x_*' gt;- . «►'•T'-
O^quot; ' ^ lt; ft-
' gt; lt; » . / ' •'quot; V , dLr * 'l ^
gt;- , .-t:/. - quot; vt- ï 1 't-
1 -• . 1