P. Oct.
TOT
0638 5235
EN EEN GEDEELTE VRIESCHE WADDEN door Jer. WENMAEKERS
-Algemeen overziclit en nadere verlilaring van mijn voorloopig ontwerp aangeboden aan de JNTederlandsclie Ilegeering den juni 1Ö03 en lierliaald den 535 januari IST'Ö
Inleidiüg................bladz. 5
Beschouwing van het werk......................, 7
Technisch................................„ 7
Practisch................................. g
Geldelijk................................„ 9
Wijze van uitvoering..........................„ jq
Indijken................................„ u
Groote vaarten............................„ j j
Kleine vaarten..............................„
Grachten................................, 12
Wegen..........................„ ^
Stoompompwerktuigen........................, 13
Kosten van uitpompen........................„ 13
Bruggen....................................14
Sluizen................................„ 14
Duikers.................................., 14
Benoodigde manschappen tot het werk..............„ 15
Globale begrooting..........................„ 10
Tijdvakken van werken voor indijken en voor uitpompen. « 17 Staat van begrooting over het geheele werk en afzonderlijk
per bunder..............................„ jg
Staat volgens welken de Zuiderzee met het beste gevolg droog te maken is en de vermoedelijke opbrengst
Per jaar...........'..........„ 21
Overzicht, omtremt de vermoedelijke opbrengsten in ITjaren Beschouwing over het droog maken van slechts 195,000
bunders ............................„ 22
Vergelijking van Kosten en tijd in verhouding van andere
ontwerpen en de mijne......................« 23
Het groote belang dat Nederland heeft bij de droogmaking van de Zuiderzee, heeft sedert jaren mijne aandacht getrokken en mij op middelen bedacht doen zijn om op de beste en voor Nederland meest voordeelige wijze daartoe te geraken. Na een nauwgezet onderzoek der zaak en de overtuiging verkregen hebbende van de mogelijkheid om met welslagen deze grootsche onderneming tot stand te brengen, wendde ik mij reeds in 1863 (destijds te Maastricht woonachtig en Nederlander zijnde) tot de regeering met het voorstel om de Zuiderzee droog te maken en in cultuur te brengen.
Nederland zou dien tengevolge eene nieuwe provincie verkrijgen door aanwinning- eener oppervlakte ter grootte van 553,300 bunders, bestaande bijna geheel uit zeer kostbare en vruchtbare gronden, die in betrekkelijk korten tijd de bevolking met het best gevolg zoude doen toenemen.
Nieuwe landbouw, handel en nijverheid zouden hierdoor ontstaan, die in het alfjemeen 's lands welvaart zouden bevorderen en meer bijzonder eene nieuwe bron van rijkdom zouden worden voor de hoofdstad Amsterdam.
De toeneming- der bevolking- berekenende welke daaruit zoude kunnen voortvloeien, geloof ik g-eene gewaagde veronderstelling, of mij aan overdrijving schuldig- te maken, zoo ik die na een tijdverloop van 30 tot 40 jaren op ruim twee millioen zielen schat, welke in de nieuwe provincie en hare aangrenzende plaatsen, zooals Amsterdam, Harderwijk, Kampen. Zwol, Harlingen enz., enz. zullen gevonden worden en nog allengskens zouden vermeederen.
Dusdanige vermeerdering van bevolking, in de gevolgen veeltijds schadelijk voor 's lands welvaart, zou integendeel in dit geval den
algemeenen rijkdom vergrooteu, de bronnen van bestaan milder doen vloeien, aangezien de Staat hier een scliat van grond eigendommen vindt, die alle bestanddeelen in zicli bevatten om aan dergelijk aanzienlijk getal zielen ruime inkomsten en middelen van vooruitgang te verzekeren.
Bij vergelijking van de bevolking der provinciën, die voor het meerendeel of grootendeels uit zand of heidegronden bestaan, zoo als Noordbrabant, Gelderland, Overijssel, Drenthe, Groningen, Limburg en Utrecht met de vier overigen, wordt men terstond den invloed gewaar die het verschil van bodem daarop uitoefent.
Die invloed is even zoo merkbaar bij vergelijking van Nederland met Belgie, welk laatstgenoemd land eene oppervlakte heeft van 3,000,000 bunders tegen eene bevolking van ruim vijf millioen zielen, terwijl Nederland nagenoeg eene oppervlakte bezit van 3,500,000 bunders met eene bevolking van slechts 3,800,000 zielen.
Men moet dit hoofdzakelijk daaraan toeschrijven, dat Belgie slechts drie provinciën telt, te weten: Antwerpen, Limburg en Luxemburg, waar gezegd kan worden veele lichte, zand-en heidegronden te zijn, en de overige provinciën een vruchtbaren bodem bezitten, waarvan mede het gevolg is dat Brabant de beide Vlaanderen enz., ongeveer drie personen per bunder oppervlakte vertegenwoordigen, terwijl gelijk uit het bovengemelde blijkt, Nederland gemiddeld slechts ruim een persoon per bunder oppervlakte vertegenwoordigt.
Als echter de nieuwe provincie Zuiderzee zal daargesteld zijn, met ruim 553,000 bunders schier alle uit gronden der eerste klasse bestaande, dan verkrijgt Nederland eene oppervlakte van 4,053,300 bunders en zal het, in verhouding van de hoedanigheid van don aangewonnen grond zijne bevolking iu korten tijd minstens tot zes millioen zielen zien stijgen.
Tegen de opmerking, wanneer zij gemaakt werd, dat de meerdere bevolking en haar sterke aanwas in Belgie grootendeels het gevolg zijn van de aldaar in hooger mate bestaande nijverheid, kan men doen gelden, dat de nijverheid in Nederland in een tijdvak van ontwikkeling is en zich meer en meer zal uitbreiden en handel en scheepvaart in dit land van veel meer gewicht zijn dan in Belgie, zoo dat in dit opzicht het eene tegen het ander kan opwegen en de
bevolking in Nederland, tengevolge van de droogmaking der Zuiderzee, gemakkelijk een hooger cijfer kan bereiken dan die van Belgie.
Buiten en behalve de regtstreeksche winsten dewelke Nederland zal vinden bij liet vergrooten van zijn Rijk, zoo als hierboven gezegd is, is het ook van een groot gewicht de bevolking in het Moederland zoo veel mogelijk te doen stijgen ten opzichte van zijne overzeesche bezittingen.
Het te ondernemen werk kan uit vierderlei oogpunt beschouwd worden, namelijk : uit een technisch, uit een practisch, uit een geldelijk oogpunt en voor wat de wijze van uitvoeren betreft.
Onder het technische bedoel ik de indijkingen, de kanalen, de wegen enz., enz. aldus te regelen en te vervaardigen dat de belangen der aanliggende provinciën ongeschonden blijven; dat aan den gewonen loop der rivieren en stroomen, die in de Zuiderzee uitwa-teren niets ontbreekt; dat de vloed uit de Noordzee voortkomende geen nadeelige gevolgen kan uitoefenen, noch op den waterstand, noch op de vaart, noch op de aangrenzende landen enz.
De dijken zullen in hoogte, breedte en sterkte van dusdanigen omvang zijn, dat zij aan ontstuimig weder, stormen, buitengewoon hoogen vloed weerstand kunnen bieden, zonder eenig het minste) gevaar voor doorbraak op te leveren.
De richtingen van kanalen, dijken, wegen, verdeelihg der poltjers enz., enz. zoo als deze op mijne voorloopige kaart aangewezen 'zijn
- 8 —
kunnen natunrlijk naar omstandigheden gewijzigd worden. Volgens de thans aangeduide wijze van indeeling is de bedoeling de Zuiderzee in sectien of afdeelingcn te verdoelen en achtereenvolgend droog te maken.
Bij de sluizen bedoeld bij mijne aanvraag van concessie aan de Regeering, zoude nog tien hoofd afsluitingsluizen gevoegd worden voor rekening van den staat en ten doel hebbende de hoofdkanalen van af den Yssel en het zwarte water tot aan de Noordzee geheel af te sluiten van de overige kanalen die met de andere en polder kanalen in rechtstreeksche verbinding staan. Hierdoor zal tevens aan het water van den Yssel en het zwarte water zijn geregelden en onge-hinderden afloop tot de Noordzee gelaten, en de waters op de binnen kanalen naar welgevallen geregeld en op bepaalde hoogte gehouden kunnen worden.
De binnen en ringkanaleu, zoomede do polders zullen tevens uitsluitend voorzien zijn van zoet rivier water, dat bij hooge rivieren altoos gemakkelijk, en bij lagen rivierstand te verkrijgen is door het leggen van beweegbare barages in den Yssel op de hoogte van Kampen of daaromtrent zoo dat ten allen tijde de waterstand in de kanalen en in de polders steeds naar welgevallen zal kunnen geregeld worden.
Omtrent het practische bedoel ik iets daar te stellen, dat in tijd-gewin en mindere kostbaarheid alles in hooge mate overtreft wat tot dusverre in zaken van indijken bekendis, namelijk de dijken naar allo richtingen, daar waar noodig, in volle Zuiderzee in te leggen, zonder gevaar of hinder van weder, wind of wellen en met zoodanige snelheid dat gemiddeld jaar in en jaar uit op 100 strekkende meters per watorbouwtoestel en per dag kan gerekend worden. Yoor het indijken der Zuiderzee heb ik op vier zulke waterbouwtoestollen met toebehooren gerekend, te zamen alzoo 400 strekkende meters dijk van grooto en middelbare sectien per dag (van 10 uren werkens) kunnende maken.
Ieder polder zooals hij op mijne kaart is aangeduid, is daarenboven van binnen verdeeld door talrijke kanalen, wegen en grachten in dier voege, dat elk perceel van 10 bnnders per schip en per as toegankelijk zal zijn.
Uithoofde de bodem der zee als zeer gelijk en plat aangenomen kan worden, zijn de perceelen of kavelingen door mij op eene grootte van 10 bunders gesteld ten einde met stoomploegen bewerkt en beakkerd te kunnen worden.
De hier en daar liggende zandbanken zullen tijdens de inpolderingen verdwijnen en plaats maken tot betere cultuur gronden.
Mijn stelsel van werken kan voorts als practisch beschouwd worden, dewijl hot droogmaken enz. der Zuiderzee slechts secties-gewijze door mij ondernomen wordt. Het kan met een betrekkelijk klein kapitaal, in verhouding van andere ontwerpen, ten uitvoer gebracht worden.
Het slechts in het begin voor te schieten kapitaal zal nauwelijks de zes millioen gulden te boven gaan waarmede de geheele Zuiderzee drooggemaakt en in cultuur kan gebracht worden. En hoewel in mijn ontwerp de geheele Zuiderzee met eeu gedeelte wadden begrepen is, behoeft men evenwel niet verder te gaan dan men wil, en kan men des uoods bij afwerking van elke sectie, zoo als op mijne kaart aangewezen is, den arbeid staken of daarmede ophouden, of wel onmid-delijk voortgaan en achtereenvolgend eiken polder afmaken en voltooien, al naar men wil, zonder aan geheele voltooijing verbonden te zijn. Van daar ook dat alles naar omstandigheden kan geregeld en nimmer buiten de perken van een uit te trokken begrooting behoeft gegaan te worden.
Uit een geldelijk oogpunt stel ik mij voor een werk te ondernemen, dat den Staat in alle opzichten baton en interesten opbrengt. Het is ook tevens daarom dat ik de Zuiderzee, bij gedeelten voor en na, tot cultuur wensch te brengen, zoodanig dat men na twee jaren of daaromtrent roods in do gelegenheid gesteld wordt van hot
— 10 —
afgedane werk vrucht te trekken. Do kosten van indijking en droogmaking van eiken polder, naar aanleiding van de op mijne voor-loopige kaart gemaakte verdeeling zijn niet alle dezelfde, doch ik vermeen nu reeds te kunnen verzekeren dat de kosten van indijken, kanalen, wegen, grachten, verkaveling enz., alles inbegrepen gemiddeld de som van f. 217 per bunder niet te boven zullen gaan.
Aannemende nu., dat de Zuiderzee sectiesgewijze bij gedeelten drooggemaakt en in kaveling gebracht wordt zal men spoedig ontwaren dat de geldelijke questie niet het minst gevaar of eenig achterdenken voor den Staat kan opleveren.
Het groote bezwaar zou natuurlijk zijn, om jaarlijks 20 tot 30 duizend bunders die gereed zoude kunnen zijn aan den man te brengen, b. v. niet beneden den prijs van f. 1300, gemiddeld per bunder, doch zoo de Staat slechts 2000 bunders per jaar verkocht zoude dit voldoende zijn om kosteloos te kunnen voort werken, te meer daar het zeer gemakkelijk zou zijn, de overige drooggemaakte gronden met vrucht, voorloopig tegen f. 50, later tegen f. 100, en zelfs f. 150, per bunder in het jaar te verpachten aan particulieren of aan maatschappijen die zich al spoedig aldaar zouden komen vestigen, waaromtrent ik nog nader zal uitweiden ofschoon een ieder gereedelijk de voordeelen daaraan verbonden zal kunnen berekenen.
Men zal lichtelijk begrijpen, dat ik voor alsnog omtrent de wijze van uitvoering niet in bijzonderheden kan treden,
Ik heb mij aan de Regeering gewend met aanbod van mijn stelsel van werken onder redelijke en aannemelijke voorwaarden bekend te maken of aftestaan en over te geven, en durf de hoop koesteren, dat zij dit aanbod zal aannemen, aangezien tusschen mijn stelsel van werken en dat hetwelk tot dus ver bekend is, een belangrijk verschil bestaat, en het mijne, naar ik meen, de voorkeur verdient.
Geene beloning wordt door mij verlangd zoo men dit stelsel, dat ik behoorlijk zal uitleggenen duidelijk maken, verwerpt, niet uitvoerbaar acht en niet volgt of laat volgen, maar zoo het zelfs met verbeteringen of wijzingen in toepassing werd gebracht, zoodanig dat de
— 11 —
beginselen waarop het steunt dezelfde zijn, dan zou mij naar recht en billijkheid eene belooning toekomen die ik gaarne tusschen de Eegeering voor af bepaald zag, aangezien deze toch zeker niet om niet van een anders denkbeelden zou willen gebruik maken en daarmede haar voordeel doen en geen bezwaar kan hebben daaromtrent te voren overeen te ' omen.
VERDERE BESCHRIJVING VAN HET VOORGAANDE.
Indijken, vaarten, grachten, yerceelen, stoompompwerktuigen,
Inden ran uitpompen, roegen, bruggen, sluizen en duikers.
Het indijken der zuiderzee met een gedeelte wadden geschiedt zoo als mijne voorloopige kaart en de hier navolgende staten aanwijzen namelijk secties-gewijze door de dijken van groote, middelbare en ringkanalen, welke zoo noodig te specificeeren zijn bij de wijze van uitvoering.
De verdeeling der indijkingen geschiedt in 16 sectien.
De verdeeling der sectien zal plaats hebben in 39 polders door het aanleggen van groote vaarten. Ook is elke polder nog omringd van eene dergelijke groote vaart, en is dan wederom ingedeeld door kieine vaarten en grachten die de perceelen of kavelingen daar-stellen.
GROOTE VAARTEN 16 M. BRSEDT 2 M- DIEP-
De groote vaarten hebben niet alleen ten doel zoo als hierboven gezegd is om de sectien in de polderste verdeelen, maar dienen tevens
om het verkeer, voornamelijk het vervoer ten dienste van ontginningen gemakkelijk en min kostbaar te maken, zoo als mede om den handel, landbouw en nijverheid te bevorderen. Tevens zijn het de aanvoerkanalen vanhet overtollige water tot de stoompomp werktuigen.
Zij hebben eene gezamenlijke lengte van 9o2 kilometers en zijn geraamd op f. 4,760,000
Het doel dezer is om elk perceel ofkaveling gemakkelijk te kunnen naderen per schuit en per as en dient tevens om de perceelen aan de koppen te scheiden en zullende steeds met doorstroomend water voor zien zijn.
Hunne gezamenlijke lengte zijn is -1,533 kilometers en wordt beraamd opf. 5,o33,008.
De grachten hebben tevens ten doel om den toegang van elk perceel ofkaveling groot 10 bunders gemakkelijk te maken voor kleine schuiten en dienen tevens tot het ontginnen en verfrisscheu der landen. Zij hebben eene gezamenlijke uitgestrektheid van 53.830 kilometers zijn mede beraamd op f. •t,ijS3,300.
t
Dezen hebben ten doel even als de kanalen en vaarten om den toegang van alle perceelen gemakkelijk te kunnen naderen tot den spoedigen vooruitgang der ontginningen enz. Zij zijn verdeeld in vijf klassen en bebben de navolgende uitgestrektheid en breedte, als :
Wegen der isto klasse -1Ö2 kilometer lang 12 meters breed. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
De kosten van deze wegen zijn begrepen in hot maken der kanalen dijken en vaarten, behoudens het begrinden wat nader of voor rekening van den staat of voor rekening van de polder besturen zal komen.
— 13 —
J^lke polder zal voorzien worden van een dubbel stoompompwerktuig hebbende eene gezamenlijke nominale kracht van 240 paarden (polder 1 en 2 zullen slechts ieder oen enkel pompwerktuig noodig hebben van 120 paarden kracht welke stoomwerktuigen hunne vaste plaats zullen behouden en blijven, terwijl achtereen volgend van den eenen polder in den anderen oen zeker aantal stoompompwerk-tuigen zullen geplaatst en verplaatst worden zoo als het een der navolgende staten aanwijst. Deze stoompompwertuigen kunnen door middel van zes centrifugaal pompen, gemiddeld op eene diepte van ■! tot 6 meters 230,000 kubiek meters water in de 24 uren uitpompen.
De waarde van zulk een stoompompwerktuig met toebehoor eu plaatsen kan geschat worden aan f, 150,000.
De kosten van uitpompen bedragen per 24 uren (20 uren te rekenen) zijn als volgt:
in de 24 uren.
240 paarden kracht verbruiken 3 kilog. steenkolen per paardenkracht in de 24 uren, zijnde 240X3 =
720x20 = 14400 kilog. steenkolen (55 cents de 0/0
kilogrammen........... . . f. 93,60
4 machinisten (2 per dag 2 per nacht) aan f. ;j . . » 20,00 4 stokers (2 per dag 2 per nacht aan f. 4. . . . » 16,00 4 jongens (2 per dag 2 per nacht) aan f. 2 . . . » 8,00
Olie vet enz,, enz...... .... « 16,00
Renten en onderhoud..........» 30,00
te zamen f. 183,60
Het welk gemiddeld aan uitpompen van 100 kubiek meter water maakt 8 centen terwijl ik in de hiervolgende rekeningen 10 centen per 100 kubiek meter water gerekend heb.
Ik voor mij, geloof niet, dat men zijne berekening kan gronden op de reeds bestaande stoompompwerktuigen in Nederland, vooral niet, op die van het Haarlemmeermeer, sedert het plaatsen van die werktr.'gen zijn er stellig schreden in den vooruitgang gemaakt en heb ik dus getracht van de laatste verbeteringen hieromtremt gedaan de opgaven te krijgen, waar mijne berekening op steunt.
— 14 —
Er zijn noodig 52 bruggen om de polders te zamen te verbinden Dit is voorloopig, nader zullen nog honderde bruggen noodig zijn, (zoo als zich voor en na de behoefte doet gevoelen) als mede om eene vrije communicatie daar te stellen met de aagrenzende provinciën. De v,-aarde hiervan kan gemiddeld genomen worden tegenf. 25,000X52= f. 1,300,000.
14 Binnevaart sluizen zijn er noodig om de ringkanalen te verbinden met de polder vaarten,, dewelke gemiddeld met inbegrip der sluiswachters woningen kunnen geschat worden aan f. 50,000x14= 700,000 f.
Op 6 hoofdsluizen is gerekend als : eene voor Harlingen, Twee aan het groot bassin tusschen Medenblik en Stavoren, ééne voor Amsterdam en Twee aan het groot bassin bij Urk, beraamd op f. 2,500,000.
Er zijn 4 hoofdringkanaalsluizen noodig geacht als: eene tegenover Ameland, eene bij het zwarte water eene aan den Yssel onder Kampen en eene boven Nieuwdiep, zijnde gemiddeld beraamd op f. 100,000 met woningen, dus te zamen f. 400,000.
Elke sluis zal tevens voorzien zijn van twee duikers in de zijmuren dewelke dienen zullen om de hoogte en laagte van den waterstand in de kanalen en vaarten te regelen, waarvan de kosten in de beramingen der sluizen berekend zijn.
Behalve bovengemelde duikers zullen er nog 112 stuks aangelegd worden staande in rechtstreeksch verband met de polders om naar believen de landen te kunnen besproeien, zij zijn gemiddeld geschat op f. 5000, tezamen f. 360,000.
— 15 —
Benoodigde manschappen tot het droogmaken der Zuiderzee met indijken en verdere voltooijing der kanalen, wegen, sluizen, enz., enz., zoo als hiervoor verder omschreven is, als :
Manschappen. Voor een waterbouwtoestel met toebehoor benoodigt men 240 X 4 toestellen = 960
POMPWERKTÜIGEN.
Benoodigen gemiddeld met plaatsen en verplaatsen 400 man daags == 400
GROOTE VAARTEN.
Ter vervaardiging dezer benoodigt men daags 200
KLEINE VAARTEN-
Ter vervaardiging dezer benoodigt men daags 400
Het groote werk bij het maken dezer vaarten zal ook merendeels door stoomwerktuigen geschieden.
GRACHTEN.
Hiervoor zal men benoodigen 800
Metselaren, timmerlieden, smeden, hnlpmannen enz. 240
Te zamen 3000
— 16 —
Globale begrooting der kosten, als kunnende die nu niet gespecificeerd opgeven (men net blad%. 10), te weten :
Manschappen, 3000 man gemiddeld aan f. 2,-iO daags (van 10 ure werk ens), maakt f. 7,500 aan 300 werkdagen van 10 ure zijnde f. 2,250,000 per jaar X 16 jaar == f. 36,000,000
Divers, nader te specificeeren. » 50,068,000
Steenkolen, olie, vet, enz. „ 15,463,000
Tot eigendom van de droogmaking zijn noo-dig 4 waterbouw toestellen met toebeliooren aan
f. 454,000 X 4 = „ 1,804,000
Idem stoom-pompwerktuigen aan f. 150.000 » 5,700,000
Administratie kosten en risico voor de aannemers ruim 10 % » 10,961,900
Te zamen f. 119,998,900
— 17 —
Tijdvakken tot het indijken der sectien en polders, het droogmaken derzelvc en verdere voltooij'mj der kanalen, vaarten, wegen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N. B. Aangezien het indijken veel minder tijd vordert als het uitpompen zoo wordt die tijd gebezigd tot het herstellen der gereedschappen en het volk wordt elders ter hulp gestuurd waar men het noodig acht. |
— 18 —
Veer deeling der Zuiderzee in 16 af deelingen 39 polders zoo als de voorloopige kaart aanwijst met de hegrooting der hosten per af deeling en gemiddeld per bunder.
GETAL
POLDERS.
BUNDEE.
KOSTEN
TOTALE KOSTEN.
BUNDERS.
700 1,200 22,000 36,000 26,200 30,000 51,000 43,000 7,000 5,200 16,000 4-0,000 42,000 57,500 73,000 102,500
1,811 1,206 27]
212 261 246 » 196 50 279 50 400 » 400 » 350 » 192 50 214 « 237 quot; 216 50 136 50
50
50
Nr 1
» 12, 13, 14, 15
.. 22, 23, 24
» 25,26,31,32
.. 27,29,30,28,33
» 3-1,35,30,37,3^ en 39
Tezamen f. 119,998,900
Zijnde gemiddeld nagenoeg f. 217 per bunder.
Uit bovestaande omschrijving valt af te leiden dat de nieu we provincie zuiderzee in zestien jaren geheel voltooid en geexploiteerd kan worden en, voorwat het laatste gedeelte land betreft reeds het zeventiende jaar in cultuur gebracht zal zijn, dat de kosten middelbaar gerekend slechts f. 217 per bunder zullen beloopen; en, gelijk de volgende staat zal aantoonen, reeds te rekenen van het derde jaar, aanzienlijke voordeelen zullen verkregen worden.
Mischien zal men de tegenwerping maken, dat het bezwaarlijk zal zijn eene zoo groote uitgestrektheid lands, zoo zij in dusdanigen korten tijd beschikbaar wordt gesteld, gemakkelijk, en tegen den gel-digen prijs van de hand te zetten en te verkoopen. Doch dat bezwaar
553,300
bunders
— 19 —
moet niet afschrikken en zal in wenzenlijkheid niet bestaan. Men kan gelijk reeds gezegd is, veilig en op goede gronden aannemen dat nagenoeg het gansche bed der zuiderzee met een gedeelte der Vriesche Wadden, in de droogmaking begrepen, uit land der lste en 2de klasse gevormd zal zijn, dat men gemiddeld op f. 1,500 waarde per bunder kan schatten. De regeering kan dus vooruit bepalen dat het land gemiddeld aan geen minderen prijs zal toegewezen worden en mochten zich aanvankelijk geene gegadigden opdoen om aan dien prijs tekoopen, dan zal het middel wel te vinden zijn om de ter beschikking komende gronden de renten van gezegd kapitaal te doen opbrengen. Bij evengemelde vooraf gemaakte bepaling zullen er even wel altijd liefhebbers gevonden worden, die gedeelten koopen. Wanneer men nu het jaarlijks verkochte gedeelte op 2000 bunders of minder schat, ja zelfs aanneemt dat niets verkocht wordt, dan nog zou de onderneming der Eegeering dezelfde blijven in hare resultaten bij gevolg van tijd niets minder opleveren, en na verloop van het zeventiende jaar aan Nederland kosteloos eene nieuwe provincie schenken met goede kanalen, wegen enz. en 533,300 bunders in eigendom aan den Staat toebehoorende en daarenboven nog een batig slot vinden ten voordeele van de schatkist van milliocnen onverminderd de directe en indirecte belastingen die er jaarlijks stijgende uit voort zullen vloei jen, zoo als uit den navolgenden Staat blijkt.
Deze Staat is gedeeltelijk gegrond op de veronderstelling dat jaarlijks 2000 bunders verkocht worden, doch al kwam deze veronderstelling te falen, de uitkomsten^ gelijk zoo even gezegd is, zouden niet minder gunstig zijn.
De doormij gemaakte berekening rust vooral op het uitzicht, dat zich veele pachters der landerijen zullen opdoen, die met zekerheid met honderden tegen een kooper zullen kunnen geschat worden. Mocht er echter geen genoegzaam getal afzonderlijke pachters gevonden worden om de jaarlijksche droogvallende gronden te exploi-teeren dan zullen al spoedig groote maatschappijen oprijzen om het doel te bereiken. En zou dit aanvankelijk ook het geval niet zijn om dat elk begin moeielijk is, dan heeft de Regeering middelen en krachten genoeg aan do hand om, althans voorloopig. do zaak voor
— 20 —
eigen rekening te doen, hetgeen bij goed overleg en regelmatig beheer even gunstige uitkomsten zou opleveren.
Zoo als gewoonlijk wordt elke nieuwe zaak opverschillende wijze beschouwd en ziet men terstond allerlei opmerkingen en bedenkingen in het midden brengen. Aan hen, die het misschien vreemd of zonderling zullen vinden dat eene regeering zich rechtstreeks met het exploiteeren van boerderijen inlaat of bemoeit, vraag ik waarom? Kan de Regering daarin niet even goed haar steun en medewerking verleenen als in het doen van transporten en expedition, zoo als dit het geval is met de staats-spoorwegen, en in meer andere zaken, onnoodig alhier aan te halen ?
Doch men stelle dat de Regeering niet in beginsel, doch slechts tijdelijk het beheer der boerderijen op zich neemt om de zaak aan den gang te helpen, dan zullen particulieren tijd en gelegenheid hebben de exploitatie gade te slaan en zich te beraden en te overleggen, en daar eeniegelijk kan koopen en pachten, spoedig liefhebbers gevonden worden om de onderneming te aanvaarden, vooral wanneer de goede gevolgen daarvan bespeurd worden. Duizende landverhuizers die men gewoonlijk jaarlijks van Europa naar Amerika ziet ver trekken, zullen zich dan bedenken en in plaats van in verre gewesten geluk en heil te gaan zoeken aan eene nederzetting in de nieuwe provincie Zuiderzee de voorkeur geven. Immers, een bunder gronds aldaar gemiddeld aan den prijs van f. 1,500, gesteld, dan nog is er met vlijt en behoorlijk overleg meer te verdienen dan in honderde streken van Amerika. Wel is waar zijn er de gronden goedkoop te verkrijgen, doch daar waar ze goedkoop verkregen kunnen worden, zijn ze voorniets nog te duur en kan men met recht zeggen dat goedkoop duurkoop is, aangezien zij te ver van alle geregelde middelen van gemeenschap of van goede markten gelegen zijn om de opbrengsten daarvan aan redelijke prijzen te kunnen verkoopen. Buitendien ontmoeten de landverhuizers eene meenigte andere hinderpalen waarop te voren niet, of niet genoeg gerekend is. Zoo kunnen de meeste bezwaarlijk de gronden ontginnen omdat de daartoe vereischte middelen te kostbaar zijn, en zien anderen die deze middelen bezitten en eenigzins beduidende uitgestrektheid gronds in cultuur hebben weten te brengen, soms op eenmaal hunne hoop op de toekomst verdwijnen en allo hunne pogingen verijdelen door onverwachte
omstandigheden, zooals vernielen door wilde dieren, insecten, roo-verijen enz.
Anderen zijn wederom niet bestand tegen het vreemd en hun ongewoon climaat en zoo bezwijken de meesten in armoede en ellende.
In de Provincie Zuiderzee kan zich dat alles niet voordoen. De middelen van ontginning zullen gemakkelijk en niet duur zijn, alle daartoe benoodigde gereedschappen zijn dagelijks aan betrekkelijk billijke prijzen te verkrijgen, de opbrengsten, het een jaar wat meer het andere wat minder, zijn verzekerd, de markten liggen nabij, en de prijzen zullen, naar omstandigheden rijzende of dalende, wel altijd van dien aard zijn dat iedereen behoorlijk bestaan kan vinden, waarbij zich dan voor de Noord-Europesche landverhuizers het voordeel paart dat zij in een climaat blijven waaraan zij gewoon zijn.
Stnat volgens welke de Zuiderzee met het leste gevolg in te dijken en droog temaken is en de gronden op de voordecligste wijze tot geld te Ir eng en zijn alsm ede de xermopdelijke opbrengsten per jaar, namelijk:
JAAR van OPBRENGSTEN nu don AANVANG. GETAL o § W n gt; — 3 O |
OPP.RENOSTEN' van den verkoop oil l.SOO f. PER BUNDER. I — 2 quot;5 -a |
OPBRENGSTEN van verpachting ad 75 f., HET BUNDER. |
TOTALE opbrengsten met renten en renten van renten ad 4 %• |
22,000 2G,000 51,000 1,900 36,000 30,000 43,000 12,200 10,000 40,000 4-2,000 57,500 73,000 102,500
3'le iaar
4 id.
5 id.
6 id. 7 id.
2,000 2,000 2,000 2,000 2,000 2,000 2,000 2,000 2,000 2,000 2,000 2,000 2,000 2,000 2,000
20,000 44,000 93,200 93,100 127,100 155,000 196,000 206,300 220,300 258,300 298,300 353,800 424,800 525,300 523,300
id.
id.
10 id.
id. id. id.
11
12 13
14 id.
15 id.
id. id.
16 117
in het geheel verkocht.
30,000 j bunders
f. 289,450,040
3,000,000 3,000,000 3,000,000 3,000,000 3,000,000, 3,000,000 3,000,000' 3,000,060 3,000,000 3,000,000, 3,000,000 3,000,000: 3,000,000 3,000,000 3,000,000
F. 1,500,000
■ 3,210,000
i 6,990,000
gt; 6,982,500
. 9,532,500
- 11,632,500
. 12,707,500
quot; 15,472,500
. 16,522,500
. 21,692,500
I) 22,372,500
. 26,535,000
. 31,860,000
I) 39,339.500
. 39,224,500
Te zamen
1,562,400 3,468,336 7,651,185 7,647,372 10,426,252 12,740,412 13,984,982 16,888,756 18,208,236 23,756,108 24,551,196 29,012,656 34,682,976 42,658,836 42,211,388
— 22 —
Kort overzicht der vermoedelijke zuivere minst in 17 jaren tijds ten voordede van liet rijk te maken, als volgt:
De totale opbrengsten volgens voorgaanden
staat beloopen..........f. 289,430,040
Voor de overblijvende 323,300 bnnders land kan men na verloop van 17 jaren de gemiddelde
waarde van f. 2000 den bunder schatten . . » 1,046,600,000
Kanalen, wegen, sluizen, bruggen enz., enz.
kunnen ruim geschat worden...... 300,000,000
f. 1,636,030,040
Hiervan gaat af de staat van kosten hiervoor vermeld............. 119,998,900
Blijft zuiver winst f. 1,316,051,140
Beschouwing omtrent het droogmaken enz. van slechts een gedeelte der Zuiderzee, h. v. h. 195,000 hunders.
Wanneer ik zeg 193,000 bunders en niet bij het getal bunders blijf door andere ontwerpen bedoeld, dan is dit om dat ik zoo veel mogelijk op mijne eerste beginselen aandring om nader het werk tot het volledig droogmaken der zuiderzee beter te kunnen vervolgen.
Dat ik mijn hoofd kanaal gericht heb op het Eiland Urk, dit eiland mede in de afsluiting begrypende en van daar in rechte lijn naar Enkhuizen en Kampen (van daar het verschil 19000 bunders met andere ontwerpen) dat is niet alleen om door liet werk in twee te willen splitsen waardoor men in elk geval de helft veel eer droog en in cultuur kan brengen om daar door vroeger de uitgaven te kunnen dekken, maar het is ook om dat mijn doel is Nederlansch grondgebied niet slechts in landerijen maar ook in bevolking te vergrooten
— 23 —
zoo als men bij de inleiding van dit werk heeft kunnen opmerken. Zoo het doel is om de bevolking te vermeerderen dan behooren, wil men die vermeerderde bevolking althans grootendeels in de nieuwe Zuiderzee vestigen, daartoe geschikte plaatsen aangewezen te quot;worden.
Ik zou derhalve op het eiland Urk de hoofdstad van de provincie aangelegd wenschen te zien daar is voldoende plaats om op hooge en gezonde gronden te bouwen, het ligt het beste om als middelpunt der hoofd communicatien, te kunnen dienen, en als hoofdplaats der provincie zal zij vooral aan de hoofdcommunicatien van Amsterdam verbonden moeten zijn, temeer daar de kanaaldijken zoo ingericht zullen worden om nader langs de conterdijken spoorwegen aan te leggen. Het is uit hoofde van een en ander dat ik de voorkeur aan bovengemelde richting van het hoofdkanaal geef.
Eene onderneming van dusdanigen aard zoude volgens mijn stelsel de navolgende kosten veroorzaken :
190 kilometer afsluitdijk en hoofdkanaal . . f. 19,000,000
149 idem ringkanalen......» 7,250,000
222 idem van 16 m. breedte binnen vaarten » 2,220,000
4 groote sluizen en 6 polder sluizen . ...» 1,800,000
20 bruggen...........» 300,000
1950 groote grachten........» d,950,000
19500 kleine grachten of verkaveling . . . » 1,950,000
50 stoompompwertuigen.......» 4,500,000
Kosten van uitpompen........» (gt;,188,000
Reiuen der kapitalen........»__! ,857,900
Te zamen f. 47,015,900
Vergelijking van hegrooiingen in kosten en tijd, zoo als die van de Herren Beyerink, Stieltjes en de Staats commissie tegen over de mijne, als:
Jaren van begrootiugen
In 1866 De Heer Beyerink voor 176,000 bunder f. '119,697,000
j» 18 ü7 » Stieltjes » 176,000 » » 1'13^900,000
» 1873 Staats commissie » 176^000 » » '123,454,000
» 1863/1876 Mijne begrooting 195,000 » » 4:7,01S,tf00 iCj
— 24 —
Zog dat de gemiddelde begrootingskosten van de Heeren Beyerink
btieltjes en de Staats commissie f. 675 per bunder beloopen
terwijl hunne tijds opgaven is van 12 tot 16 jaren om het werk te voltooijen.
Mijne begrootingskosten voor gemeld gedeelte zijn echter maar 1. 2i2 per bunder en volgens mij kan dit werk in 6 jaren tijd afgewerkt en gereed zijn.
/■ ///#/
Yoorloopitf plcii^ ciaii^eliocleij aa)]^ Kei GonuememenL der
NederU][cle)| dey 30 Jujiu ïSóS.
Door Jerome Wenmaekers.
—7.'
enter Ai
s:
in
t)jt clt cUoo^nxc^in^ VÖ $e^zey.t\x fydL zlaLa/i^Ct(^(i\i -van 3^ yodclamp;to mc^L )^aixlt;A/P«i^
vaiv ^ett)c^il?cucle^ Z^ax/ vtt:
dtcPd nu dtie : ^jcc^tjvai-u é;o» cLicjo -ntidcUij^Ltt^
c^ioctt/tk- mtfa-M dxijj} mi I^Peinc/, ^cc aamp; cA^ti^l^anafct'^
vaiv 2 HTiyt 3
-O*- ^c-^tefd/ ojvjjeKv^faKjTi cid-i ^Zlii X. aJu
amp;ccL^iX^tw S^3'300 jf)itwckttss . ^.Od.
walct ^eclzaa^ if.ooö. OOO. ooo rnd^cib Culji/^ , afftt) ^
'■'l lt;1V''^(!^ VUQ/ttl' utvt ^4^ filV iiv l5^Q,Zt)V
eifj^oo )wccii£, iix/ nviiuAtzeiUsïtjd/. yamp;fdct irgt; ^a^Tttivv
n^J vve^UtToi^ vctclge^ct d^cc ^cac^tSi^
vactx^Tei^ -
va-v^ des l^anecamp;y^ ^ijcfooodijl^luo-i * vaiv' c^)l?l^iy1^ tiv J(öiiï
nci-u- ^t2gt; ^OiTtclct^' 'gt;rdc.cl/3 dcyö'ï' ^ ^iv ' wcvftf «^öinêndt/ d.cc«/ clti| - lj,gt;t3e.€ ^cüii^cctcL
wc^clen .
yamp;eóroolfieici der ffifyerz njgt;
ySimcferf.
'1 _ 2_
3-
4-
5-5_
i?-ir -
ii_
12— 15— l4_
it ^ —
io_
7i'
II »1 II i)
•I II li
2'
1.5c
[00 . 00 i? »0 1(gt;.^0d l^.ïoo iJ.ÖOO
Ij.OOQ H.OöO
f-OOO
5. 5oo
/6 0 90
S-OOO
ifcflOO
O-ioo
3^33 12_) J o ib.eoo iV.ooo 16.000
15.000
•I •I
•I •«
igt;
M if If •I il il I# il •l
0 •I •i n •1
36
1L
utlitdot Sectie'. dl
if
_J_
1«
-u
J»»!!
^ iTus^tr.^ccd/ 5b mc/tc-ii , taug. cl tea- i6oK%f.
vcii-L 5 a- 3 ditjOj
^ tee cl 3o cv 5o c i quot;lccv 3li-o K^ivcnx-Ibinnt ƒ elfder atac^ciu «it vaai»tfiiv. i^rön^nxcvc^ic nct^ -
c^pe'c'-!.. 'H jicldttt cl\\iclegt;\ cU JUcjvfc Aaiv
der' feeh^tij~.
^cutale^'vait Q£.cc?Ct, quot;óccltt, dxtjp o
«il^ccdL v-aiflOO'Ib^.ioo rnjtett —'faitq cvtcjv/:
at; lo-Pcv ■
i^anaifcti vaiv
TC!'21— ^.000
??._ jÓ.OOO
ii _ 10.000 lif-_ 10.000 if.ooo 36_ i^.ooo ÏJ— io.Sco iS— i!.5oo 2Q_ 7é.ioo
3a__11.^00
31_ iS-ooo
5t— il.föo
ii__i2 oco
2o.ofto K_ !5. ö»0
-vail/ dtXliiclctZCt Mpirfet.j
SO if it 900 •Hfrttt».
I I I
l^cboal;
IA. OOO 11- «00 lêo*»
SSi-5oo
cp
'oeTocêJ^viidt*.*—
_ i/.y*o f f«. Joo
ill llllillll
15 16 17 18 19 20_ii_Ï2_22_2i_25 26_27_28_29_30 J
01
3456
6 9 'O '1
12 1
I
1A