TER EEBE VAN
HET HEILIG-
bijzonder geschikt voor de Maand Junij en de eerste vrijdagen van elke maand.
DOOK
SNELPERSDRUK
's Hertogenbosc/t,
IMPRIMATUR.
Votum in Haren hue 3a Decsmbris 1^72. J. CÜYTEN,
Libr : Cens :
E I G E N 1) O 5.1.
De volgende kruiswegoejening is inzonderheid voor die zielen bestemd, die zich wensrhen te oefenen in de Meditatie of geestelijke over-weging. Onhoodig te zeggen, dat zij zich niet altoos aan het ioekje te houden hebben, maar beter nog, na etne aandachtige lezing, uit de diepte van haar eigen hart nieuice gedachten zullen putten. Mogt iemand de oefeningen te lang vinden, of reeds enkel in de plaatsvoorstelling stof genoeg ter overweging aantreffen, die kan steeds veilig het verdere overslaan en, met nog meer nut, alleen het hart tot het Hart laten spreken. Zij die zulks hegeeren, hunnen
telkens slechts één der drie punten ter overwg ging nemen, en alzoo in drie reizen deze gun sche kruiswegoefening houden.
Wat de ajlaten aangaat, zou is het lekend, dat verschillende Pausen al die ajlaten, welke men bij een werkelijk bezoek der heilige plaatsen te Jerusalem verdienen kan, aan de kruiswegoefening verbonden hebben, en dat ook dezelfde ajlaten aan de geloovige zielen in het vagevuur kunnen worden toegevoegd.
Wie dus veel wil verkrijgen en tevens veel wil leeren van de Oneindige Bron aller wijsheid en liefde, beschomce dikwijls dit goddelijk Hart vooral in zijn bitter lijden, volge het op den droevigen kruisweg en putte daarin met volle stroomen de zalige wateren, die springen ten eeuwigen leven.
O BFBNINQ-
VAN DEN
bijzonder geschikt voor de Maand Jnnij, en de eerste vrijdayen van elke maand.
VOORBEREIDING.
Verplaats u, in den geest, naar Jerusalem, om er Jesus van het Eegthuis van Pilatus tot op Golgotha te volgen. Wend u vooral tot Jesua beminnelijk Hart, en bid om eenig-zins in dat goddelijk Heiligdom te mogen binnengaan, en er de grenzeloozc smarten te gelijk met de eindelnoze liefde eenigermate van te mogen begrijpen. Vooral moet gij acht geven, op hetgeen dat goddelijk Hart lydt, iste cloor de vreeselijkste smarten in zijn H. ligohaam, welke vooral op het Hart werken, 2de wegens de ongehoordste versmading, welke dat H. Hart voortdurend wordt aangedaan, en 3de door de ondankbaarheid der menschen, die dat H. Hart nog niet willen eeren en liefhebben.
— 6 —
Gebed.
O allerbeminnelijkst, maar tevens aller-vreeselijkst gefolterd Hart van.Jesus! vergun my U fenige oogenblikken op uwen Kruisweg te volgen. Verleen mij bovenal de gruote gunst van hot heiligste aller harten steeds beter Ie leeren kannen, steeds vuriger lief (e hebben. Vertoon mij, wat Gij denkt, wat Gj gevoelt, wat Gij in het binnenste van uw Hart met zooveel goddelijke lie'de voor mij lijdt. Ach ! mogt ik een Engel zijn, niet om dc glorie, waarin die zalige geesten zich verhengen, maar alleen om U zoo volmaakt mogelijk te doorgronden ; een Seraphyn, om U voortaan met al de volheid van mijn hart lief te hebben en Ie dienen! —
.Tsus wordt ter dood veroordeeld.
vs Wy aanbidden U, Christus, en'oven U!
k. Omdat Gij door uw kruis de wereld verkst hebt.
I. Plaatsvoorstelling. De Burg Antonia, het prachtig paleis van Pilatus, in de nabijheid van den nog prachtiger en eenigen Tempel Gods. Daarvoor, de regterstoel, hoog verheven op eene met marmer geplaveide plaats. Daarop, Pilatus, de Komeinsche Landvoogd, en rondom duizenden toeschouwers uit de ge-heele wereld naar Jerusalem opgekomen om het Paaschfeest te vieren, — het ondankbare Joodsche volk, — de nijdige Overpriestejs en Schriftgeleerden, — eindelijk, in de nabijheid: Jesus zelf, de Zoon Gods en des menschen, de eeuwige Regter van hemel en aarde, die zijn vonnis hier afwacht van den onregtvaar-digen regter. — O Christelijke ziel, wat zegt u dit alles ! —
II. Overweging. Hoe edeler een hart is, hoe dieper het al het grievende der onregtvaar-digheid en ondankbaarheid gevoelt; maar hoe meer het ook in lietde uitmunt, hoe inniger het van lust klopt, zoodra het aan anderen die liefde bewyzen kan. Ziedaar de twee ge-
voelens: smart en liefde, die nu in Jesns Hart zijn. Uet Joodsche volk heeft duizenden weldaden van Hem ontvangen ; en toch roept het: kruisig Hem! Pilatus heeft vijfmaal plegtig Jesus' onschuld verklaard ; en toch veroordeelt bij Hem, uit menschenvrees, ter dood. Grie-vender Binart kon niet uitgedacht worden voor den eeuwig Hegtvaardige en de eindelooze Liefde. Nooit heeft een hart zulk eenen smaad ondervonden, zulke ondankbaarheid verduurd!
Maar het kruis is de sleutel des hemels, -—-de dood het bewijs zijner grootste liefde, — zijn kiuisdood het middel ter onzer zaligheid, — Jesns' Hart juicht dus te gelijk, en klopt tevens van smart en van blijdschap als een vrijwillig slagtoffer der liejde. — Bedenk dit, o raensch ! en laat een Godmenseh niet vruchleloos, op uw aardrijk en om uwentwil, ter dood veroordeeld zijn. Medelijden, en dankbare liefde verwacht Hy van n.
III. Gebed. O Hart! boven alle harten liefderijk en regtvaardig, ik weet wel, dat ik U in der eeuwigheid niet peilen kan; maar ik weet ook, dat ik de schuldige ben, niet Gij ! — Des doods schuldig! klinkt in uwe ooren; maar het Kmijn vonnis. — Ach ! mogt ook ik slagtoffer uwer liefde zijn ! Mogt ook ik van nu af alle onregt en ondankbaarheid om uwentwil met geduld verdragen! Geef
mij dit, o beminnelgkste aller harten! een
hart aan het uwe gelijk, en grootmoedig, onverschrokken, op den weg des kruises U volgend, en naar niets meer vragend, dan naar het oordeel van U, myn Verlosser en eeuwige Regter! —
„ Mijn Koning ik voir/ TI, waarheen Gij ook gaat.quot;
„Onze Vader! Wees gegroetquot;
fleer, ontferm U onzer 1 Christus, ontferm U onzer ! Heer, ontferm U onzer !
God, wees ons zondaren genadig.
Dat de zielen der overledenen, door Gods barmhartigheid, rusten in vrede. Amen.
Kq5f»8«ap=—
1*
— 10 —
TWEEDE STATIE.
Jesus wordt beladen met liet kruis.
Vs. Wij aanbidden U, Cliristus, en loven TJ: r. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
ƒ. 'Plaatsvoorstelling. Ongeveer 20 schreden van de plaats des regterstoels staat de met doornen gekroonde Eietde. De plek heet De plaats der rust, maar helaas! rust wordt aan den afgematten Jesusniet vergund. Vier gespierde heidensche soldaten komen aandragen met een vreeslyk zwaar kruis, en werpen het onmeedoogend op de doorwonde schouderen van Jesus. Pilatus staat verstomd, over Jesus' geduld; de Schriftgeleerden en Over-priesters jubelen in hun hart; Jesus omhelst met alle liefde zijn kruis, de Hoofdman opent den togt naar het 1320 schreden verwijderde üolgotha. — Wat gevoelt gij, Christelijke ziel?
II. Overweging. Het kruis is de schandelijkste aller straffen, de straf der slaven en moordenaars, zoo als er ook werkelijk twee beruchte met Jesus uitgaan. Het kruis is de vreeselijkste, smartvolste aller straffen, waarmede geen andere doodstraf kan vergeleken worden. Het Hart van Jesus is het edelste filler harten; wat moet het bij zulk eene schagt;n-
de niet gevoelen ? Het Hart van Jesa8 is het Hart van den ahoetenden Godmensclt; hoe onbegrijpelijk diep moet het al de smarten reeds vooraf' in zijn binnenste ondervinden!
En toch omhelst, kust, drukt Jesus dit vreeselijk kruis aan zijn Hart, neemt Hij het aan, niet zoozeer uit de handen der beulen als uit de hand zijns Vaders, en treedt Hij moedig voort, als een tweede Isaak, beladen met al het verpletterend gewigt van onze zonden, Beschouw Hem aandachtig, zie hoe Hij onder zijn zwaar kruis is nedergedrukt, en toch moedig voortgaat, dewijl zijn Hart u lief heeft Wat gevoelt uw hart ?
III. Gebed. Allerdierbaarste Verlosser! Wanneer ik denk aan zooveel smaad en zoo veel smart als uw Hart bij het omhelzen van uw kruis moet gevoeld hebben, wordt mijn hart tot in het binnenste getroffen. Ja, nu begrijp ik eerst voor goed met hoeveel regt Gij gezegd hebt: „ Die zijn kruis niet opneemt en mij niet navolgt, kan mijn leerling niet zijnquot;. Schande en smart, het zijn juist de twee gtoote kruisen, waarvoor mgn hart zoo ligt soms beeft. Maar voortaan wil ik anders handelen. Ja, uw liefdevolle ijver in het omhelzen van uw kruis zal mij aanmoedigen. Ik weet het, zonder U kan ik niets, derhalve vraag ik om uwe genade. AI wat Gy
— 12 —
my nog dezen dag, morgen, of eiken dag van myn leven wilt overzenden, neem ik aan uit uwe band. Zalig kruis, dat my zal gelijkvormig maken aan mijn goddelyk toonbeeld!
„0 goddelijk Hart, plant in mijn harl nw Kruis /quot;
„Onze Vader! Wees gegroetquot;.
Heer, ontferm U onzer ! Christus, ontferm U onzer! Heer, ontferm U onzer!
God, wees ons zondaren genadig !
Dat de zielen der overledenen, door Guds barmhartigheid, rusten in vrede. Amen.
— 13 —
DERDE STATIE.
Jesue valt voor de eerste maal onder liet kruis.
Vb. Wij aanbidden U, Christus, en loven U, u. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
1. Plaatsvoorstelling. Met het zware kruis beladen en te midden van twee moordenaren, ruwe krijgslieden en het spotziek volk, gaat Jesus moedig voort, van het Oosten naar het Westen, en onder den Eccehomo-boog door, over de onetfen en doorgaans steil opgaande straten. Tn het begin is de weg afbellend, van den Tempelberg door de straat (thans de Lijdens-teeg, of Straat der smarten), waarin Jesus een paar honderd schreden voortgaat, en daa plotseling onder den last van zijn kruis bezwijkt, en op den grond nedervalt. (Eene half in den grond gegraven zuil van rood marmer, wijst nog heden deze plaats aan ter linker-zgde der straat, ook Sitti Mariam, Mafia-slraat geheeten). Mediterende ziel, zulk een tafereel kunt gy nergens anders beschouwen.
II Overweging. Aanschouw hier uwen god-delijken Zaligmaker, onder zijn kruis uitgestrekt, en bedenk, wat zijn H Hart gevoelen moet. Door het nachtelijk bloedig zweet, door
— 14 —
de wreede geeseling en krooning met doornen, door de onophoudelijke mishandelingen, zijn de natuurlijke krachten uitgeput. Wie lijdt meer, dan een grootmoedig Hart, dat iets groots ondernomen heeft en zyne krachten voelt bezwijken ? — Door het schokken des kruises op de doorwonde schouders, door het stooten tegen de doornenkroon, worden al de wonden op nieuw opengereten. De altoos groeijende smarten worden voor Jesus onverdragelijk en doen zijn teergevoelig Hart gansch bezwijken. Doch wat Hem wreeder kwelt dan al de pijnen, zwaarder op Hem drukt dan het minstens 10 voet lange kruis, het zijn uwe zonden, o leerling van Jesus! de zonden der geheele wereld, die Hem verpletterend terneder slaan. O, het Hart van den Goddelijken kruisdrager voelt nu vooral het gewigt, dat onze harten op zijne schouderen gelegd hebben !
III. Gebed. O allergrootmoedigst Hart van mijn beminnelijken Jesus! ik gevoel althans eenigzins wat ü het meeste kwelt en drukt, als Gij onder uw kruis bezwijkt. Het is mijne laauwheid om U te dienen, om U te helpen, om uwen last te verligten. Het zijn vooral myne zonden en misslagen. ïTeen, beminnelijk Hart, dit mag voortaan zoo niet meer zijn. Sta op, en ga voort, om ons op Golgotha te verlossen; zie, ik ga met U, door uwe genade
rein gewassohen en geholpen. Maak echter mijn hart ouk grootmoedig, opdat ik niet onder mijn kruis bezwyke. Ik zal U ondersteunen, steun Gij mij! Nooit wil ik nog den moed verliezen; niinmer meer klagen over de zwaarte van mijn kruis, nu het uwe zoo zwaar blijkt te zijn.
„Sta op, o üeer ! opdat ik niet bezwijktquot;.
„Onze Vader! Wees gegroetquot;.
Heer, ontferm U onzer! Christus, ontferm U onzer ! Heer, ontferm U onzer !
God, wees ons zondaren genadig !
Dat de zielen der overledenen door Gods barmhartigheid rusten in vrede. Amen.
VIERDE STATIE.
Jesus ontmoet zijne jEC. M-oerler.
Vs. Wij aanbidden U, Christus, en loven U;
k. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
I. Plaatsvoorstelling. Jesns staat weder op, en sleept zich met moeite weer voorwaarts. Een 40tal schreden verder loopt de Maria-straat in de Dalstraat uit. De ruimte is hier grooter, men kan ligter tot Jesus naderen; en de eerste, die er gebruik van maakt, is — Maria, Jesus Moeder, die nu vooral haar god-delijken Lieveling niet wil verlaten. Zij dringt door de opgeruide menigte, door den stoet der Overpriesters en krijgslieden, ziet Jesus, die haar aanziet, in de oogen, maar wordt weldra door de barbaarsche beulen teruggestooten. Wat Jesus Hart en wat Maria's hart gevoelden, wie zal het ons zeggen. Wat gevoelt gij, overwegende Christen ? Wat zoudt gij moeten gevoelen ?
II. Overweging. Het hart, dat opregt bemint, gevoelt in zich zelf al de pijlen, die het hart des geliefden treffen. Hoe vuriger het lief heeft, hoe inniger het gevoelt Bemint het op goddelijke wijze, dan lijdt het ondenkbare smarten. — Wiens hart beminde zoo zeer, als Jesus Maria lief had ? Welk hart heeft dat
— 17 —
van Maria ten opzigte van Jesus in liefde geevenaard? — Ziedaar dus twee harten, die tegenover elkander, als twee brandpunten van namelooze smarten zgn ! Ziedaar, als twee brandspiegels, waarvan de gloed des eenen den gloed des anderen steeds verdubbelt! Bij Jesus' triomf was Maria niet; hier is zij. Maar zij is er, om met Jesus te lijden, en om ons ten voorbeeld te zijn bij ons lijden met Jesus. — O Engelen des hemels ! wat heeft Jesus' Hart bij het medelijden van zulk een hart voor ons niet geleden! Een zevenvoudig zwaard doorboort het hart der Moe-der ; zevenmaal zevenvoudig snijdt het terug in het Hart des Zoons. Dat Hart is een Oceaan van liefde, het is nu daardoor zelf als een peillooze Oceaan met smarten vervuld. Zie! daar gaat Maria heen, en Jesus' Hart volgt haar en lijdt al de smarten, die een goddelijk Hart lijden kan.
Ill, Gebed. Goddelijke Zaligmaker! wat ben ik verwonderd, dat gij ook deze smart nog bij al de andere voor mij hebt willen lijden. Ik begrijp toch de beteekenis. Gij hebt ons ook in uwe dierbaie Moeder een voorbeeld willen geven, en Haar zelve tot Koningin der martelaren vormen. O mogt ik, gelijk zij, uwe smarten gevoelen ! Kon ik ten minste èn U en haar in die smarten vertroosten! Maar
dit kan ik. Ik wil, zoo als Maria, U op uwen lijdensweg volgen. Ik wil, vooral door Haar, uwe genade voor mij vragen. O geef my een hart, als dat uwer Moeder, om ook uw Hart door een waar medelijden te kunnen vertroosten. —
„ Aanschouw Haar, Heer ! en red om hare smarten /quot;
„Onze Vader ! Wees gegroetquot;.
Heer, ontferm U onzer! Christus, ontferm U onzer! Heer, ontferm U onzer !
God, wees ons zondaren genadig !
Dat de zielen der overledenen door Gods barmhartigheid rusten in vrede. Amen.
Simon, van Oyrene wordt gedwongen
het kruis met Jesus te dragen.
Vs. Wij aanbidden U, Christus, en loven U!
R. Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
I, Plaatsvoorstelling, Zestig schreden van de Vierde Statie begint de hellende weg die naar Golgotha leidt. Hier struikelde Jesus, volgens de overlevering, dewijl zyne naam-looze smarten Hem niet meer toelieten het zware kruis te dragen. De ruwe soldaten doen zeker, wat zij plagten met boosdoeners te doen, die zij naar de strafplaats voortstieten en met prikkels aandreven. Doch Jesus kan niet meer. Daar komt juist iemand van het veld, Simon van Cyrene genaamd, een opregt Israëliet, die misschien naar den Tempel opgaat om het Paaschfeest te vieren. Dezen dwingt aanstonds de balddadige bende om het kruis met Jesus te dragen. Zoo is men zekerder den Propheet van Nazareth levend op de strafplaats te brengen.
II. Overweging. Wat gevoelt hier het Hart van Jesus ? Droefheid, troost en moed. Droefheid ; omdat Hij zoo vurig wenscht zijn kruis voor ons te dragen ; en dit nu niet meer kan. Troost, — by de gedachte, dat later zoovele
Christenen hun kruis, en dus Jesus' kruis, met Jesus zullen dragen. — Moed, om nog altoos voor te gaan, terwijl Simon, en ieder ander later volgeling, slechts achter Hem volgt. Tracht dus voor een oogenblik door te dringen in het te gelijk bedroefde en bemoedigde Hart van Jesus. Let eens, om het wel te kunnen, op zijne Heilige Oogen, en beschouw hoe Hij u aanziet, terwijl Hij hulp noodig heeft tot het dragen van zijn kruis. Uw morren en klagen is gewis eene andere droefheid, dan die van Jesus; en zijn moed, wordt hy wel nagevolgd door u ? — Draagt gij met Jesus, als ware het werkelijk Jesus' kruis ? Tracht gij daardoor zijn goddelijk Hart te troosten, gelijk Simon het deed ? Ach ! hoe vaak moet gij gedwongen worden tot het omhelzen van Jesus' kruis. — En dan nog, hoe laauw en hoe traag sleept gij het voort!
III. Gebed. Beminnelijk Hart van mijn kruisdragenden Verlosser, ach ! hoezeer moet ik beschaamd zijn, om den kleinen moed, waarmede ik voortga op uw heiligen kruisweg. Gij zelf behoudt altoos voor ü het grootste gedeelte, en voor het klein gedeelte van uw heilig Kruis , dat Gij mij laat dragen, geeft Gij mij overvloedige kracht en genade om U moedig te volgen. En toch, wat doe ik ? O geef mij dan ook voortaan dat voor-
regt van dien gelukkigen Simon. Laat mij steeds met U, digt bij U, onmiddellijk achter U, een deel van uw zaligend kruishout dragen, Zoo ik anders niet wil, dwing my. Toon mij te dien einde uw goddelijk Hart, en leer mij wat het gevoelt, opdat ook mijn hart versterkt en bemoedigd worde, en ik steeds met waarheid zegge :
„Gezegend kruis, mijn honingzoete last.'quot;
„Onze Vader ! Wees gegroetquot;.
Heer, ontferm U onzer! Christus, ontferm ü onzer ! Heer, ontferm U onzer !
God, wees ons zondaren genadig !
Dat de zielen der overledenen door Grods barmhartigheid rusten in vrede. Amen.
— 22
ZESDE STATIE.
Veronica droogt Jesus' gelaat met liaien zweetdoek af.
Vs. Wij aanbidden U, Christus, en loven U!
B. Omdat Gy door uw kruis de wereld verlost hebt.
I. Fln.ntsvoorstelliny. Door Simon geholpen gaat Jesus «0 schreden verder. De weg loopt nu westwaarts en wordt steiler, zoodat de goede Jesus, ofsehoon thans door Simon geholpen, moeijeliik verder kan, en nu en dan, naar het schijnt, een oogenblik moet uitrusten. v'an zulk een oogenblik maakt eene edele vrouw, Veronica geheeten, gebruik, om tot Jesus te gaan.
Zij dringt moedig door de rijen der vrouwen, door de menigte, door de soldaten, knielt eerbiedig voor Jesus neder en biedt Hem een zweetdoek, missehien haar hooldsluijer, aan, om zijn aangezigt af te droogen. Veelligt mag zij zelve met eigen hand die liefdedienst be-wijzen ; zeker ontvangt zij terstond eeu onschatbaar loon, daar de bloedige gelaatstrekken van den mishandelden Jesus in den doek achterbleven.
II. Overweging. De gevoelens van Jesus' H. Hart bij deze ontmoeting zijn ligt te ra-
— 23 —
den. Het zyn wederom, bij eene groote droefheid, bijzondere vertroosting, liefde en dank-haarheid Jesus is bedroefd, dewijl zoovele van die vrouwen Hem nog slechts bewee-nen uit eene al te natuurlijke liefde en medelijden. Ach! Jerusalem is nog altoos verblind, en kent nog haren Verlosser niet! Nog-thana is de goede Jesus volstrekt niet onge-gevoelig voor het medelijden. Hij ontvangt vooral Veronica met liefde, ziet haar ongetwijfeld, als het voorbeeld aller latere vertroosters op zijn kruisweg, liefdevol aan, en laat uit hartelijke dankbaarheid zijne aanbiddelijke gelaatstrekken in den doek gedrukt. Een groot hart is buitengewoon gevoelig voor elk lief-debewys. Bedenk dus, wat Jesus Hart gevoelt, ten aanzien dezer edele vrouw, en wat misschien ten uwen opzigte, zoo gij steeds zoo weinig troost voor Hem op zijn kruisweg over hebt. Wat Veronica deed, kuntgg ook doen, bij voorbeeld, aan de armen, Jesus broeders, aan de vervolgden om Jesus Naam, aan al diegenen die met en om Jesus lijden.
Ill, Gebed. Goddelijk aanschijn van mijn lijdenden en zoo grievend mishandelden Verlosser, hoe duidelijk zie ik uw Hart, als ik dit gelaat voor mij zoo misvormd aanschouw. O mogt ik U ook zulk een liefdeblijk als die goede Veronica geven I Ik wil het doen door
=
uw beminnelijk en goddelijk Hart zoo veel mogelijk te doen kennen en te doen lief hebben. Mijn gver zal de zweetdoek zijn, die uwe tranen en uw bloedig zweet afdroogt. Uw Hart, ik weet het, kan thaus niet meer weenen; maar zij, om wie Gij geweend hebt, zijn nog allen de uwen niet. Voor hen dus wil ik werken ; hunnen harten wil ik uw Hart doen kennen. Geef mij daartoe iiwe liefde en uwe genade, opdat allen TJ liefhebben.
„O goddelijk Hart, druk in mijn hart uw beeldquot; !
„Onze Vader! Wees gegroetquot;.
Heer, ontferm U onzer! Christus, ontferm ü onzer ! Heer, ontferm U onzer !
God, wees ons zondaren genadig!
Dat de zielen der overledenen door Gods barmhartigheid rusten in vrede. Amen.
ZEVENDE STATIE.
Jesus valt voor de tweede maal onder liet kruis.
Vs. Wij aanbidden U, Christus, en loven U!
u. Oindat Gy door uw kruis de wereld verlost hebt.
I. Plaatsvooralelling. Honderd schreden ver-der komt Jesus aan de Geregtspoort, alwaar Hij eindelijk voor goed de Heilige Stad verlaat. Ach! hier blijkt op nieuw, dat Hij als een boosdoener ter strafplaats geleid wordt, dewijl hier, zoo als men verhaalt, het uitgesproken vonnis aan de poort werd vastgehecht. Nog 80 schreden sleept Hy zich voort; maar dan valt Hij, van vermoeijenis uitgeput, voor de tweede maal onder het kruis. De soldaten worden woedender, de hoofdman staat al lan-p*r hoe meer verlegen, de Schriftgeleerden en Phariseën zijn razend van ongeduld, Simon is verbaasd over het onbezweken geduld van den goddelijken Lijder, Jesus zelf bezwijkt naar het ligchaam, maar zijn Hart blijft onbezweken,
II. Overweging. Een liefdevol Hart vindf nimmer zyn werk en zijn lijden te zwaar. Doch wanneer het gevoelt dat zijne krachten bezwijken, wanneer het kruis zóó verplette-
— 26 —
rend wordt dat de krachtigste wil door de , zwakheid des ligcbaams wordt verhinderd in zijn werk, dan gevoelt het zijn lijden dubbel, en zou, zoo bet hart niet onuitputtelijk aan , liefde was, bijna leed ontwaren zulk een kruis
te hebben opgenomen. Ziedaar het eerste gevoel, een gevoel van overstelpende droefheid,waX thans in Jesus' Hart heerscht. Een tweede is: liefde en medelijden jegens den mensch Hij wist 'P immers, de goede Verlosser, hoe wij allen meer dan eens onder ons kruis zouden zuchten — Hij liet dus voor zich zeiven een tweeden val onder het kruishout toe, om ons aan te moedigen, zoo ook wij meermalen onder ons kruis mogten vallen. Welk eene goedheid ! En wie zou nog weigeren zijn hart geheel te geven, om elk kruis, dat Jesus' schenken wil, met moed weder op te nemen, met kracht te dragen, tot op de hoogte van Golgotha toe !
III. Gebed. O Hart van den beminnelijk- l sten aller Leeraars, wat hebt Gij, om onzent- r wil, niet willen lijden ! Gij hadt magt genoeg om TJ zelf te ondersteunen; maar Gij wist welk een voorbeeld onze arme harten behoefden. Daarom valt Gij, om ons bet weder-opstaan te leeren. Mijn God, welk eene liefde!
Maar ook welk een schouwspel! DeEngelen des hemels zien er verbaasd op neder, — op U, die daar afgemat, uitgeput, als verplet oc- ■
der den zwaren en ondragelijken last onzer zouden ter neder ligt. O ik zie U, hoe Gry ook nu nog uw kruis vastknelt; boe Gij opziet naar mij, of ik U niet helpen wil; hoe Gij moedig weder opstaat, en mij toeroept; „Kom, laat ons gaan, opdat de wereld wete, dat ik den wil mijns Vaders doe.quot; Ik aanbid U, mijn Heiland, maar ik volgU, en ik vertrouw nu des te vaster op uwe genade.
„Ga voor, mijn God! ik volg met heel uw kruisquot;
„Onze Vader ! Wees gegroetquot;.
Heer, ontferm U onzer! Christus, ontferm U onzer! Heer, ontferm U onzer!
God, wees ons zondaren genadig !
Dat de zielen der overledenen door Gods barmhartigheid rusten in vrede. Amen.
— 28 —
Jesus oataioet de weenende vrouwen..
Vs. Wij aanbidden U, Christus, en loven U:
k. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
I. Vlaalsvoorstelling. De achtste statie is heden nog te erkennen aan eene dikke zuil, welke voor eeneonaanzienlijke,nu toegemetselde poort geplaatst is. Zij is niet verre van de voorgaande verwijderd en laat ons derhalve denken, hoe de vrouwen van Jerusalem, die zich hier buiten de stad op dén lydensweg begaven, ook vooral wegens dien tweeden val onder het kruis, den gioo-ten Wondeidoener van Nazareth zoo luidop beklaagden en beweenden. Welk een tooneel ! jammerende vrouwen te miuden dezer woedende krijgslieden, weenende echtgenooten tegenover hare tierende en wraakschreeuwende mannen, klagende en treurende moeders tusschen hare snoode en godmoordende kinderen 1
II, Overweging. Een grootmoedig hart versmaadt het medelijden niet; maar een eindeloos heilig en lieldevol hart denkt verder dan het slechts natuurlijk verteederde ; en daarom spreekt Jesus, die tot nu toe zoo wondervol heeft gezwegen, thans even wondervol: „o
vromcen van ■Ternsalem ! Weenl niet over mij ; maar weent over u zeiven en over nice kinde' ren. — Want ziet! er zullen dagen komen waarin men zegrjen zal: Gelukiig de onvrucht-haren en de scliooten die niet gebaard en de horsten die niet gezoogd hebben. Alsdan zal men beginnen lot de bergen te zeggen: valt op ons ! en tot de heuvelen : bedekt ons ! Want als zij dit doen aan het groene, hout, wat zal dan aan het dorre geschieden /quot; — Hier lee-ren wij Jesus' Hart uit zijne woorden kennen. Hij lijdt, ja ; maar het meest wegens de ondankbaarheid van zijn bevoorregt volk. Hij vraagt geene ijdele tranen, maar boetvaardigheid en opregte bekeering. Hij offert zich op als het groene hout, ais het leven» gevend Hart, voor het dorre ; maar, o mensch 1 bedenk het wèl: uw hart mag aan Jesus Hart geene nuttelooze tranen, maar alleen opregte boetetranen aanbieden.
III. Gebed 0 alleiteederst, allerbarmhar-tigst en allerliefelijkst Hart van Jesus, hoe dikwijls moet Gij ook nu nug dergelijke klaag-toonen doen hooren ! Wij weenen soms, ja; maar hoe zelden uit waarachtige, vurige en brandende liefde! En dan nog, wat zijn onze tranen, waar onze daden ontbreken ? Eén traan ovfer uw heilig lijden geschreid, zeiden reeds onze Vaderen, is meer waard, dan een pel-grimstogt naar Jerusalem. Dock waar is hij,
die traan uit het hart en voor TJw Hart gestort, die traan, door volhardenden yver waarachtig bewezen? Help mij, o goddelijk Hart! voortaan wil ik tranen van opregt berouw en vurige liefde weenen.
„ Ontferming, goddelijk Hart! barmhartigheid, genade!quot;
„Onze Vader: Wees gegroetquot;.
Heer, ontterm U onzer ! Christus, ontferm U onzer! Heer, ontferm U onzer!
God, wees ons zondaren genadig !
Dat de zielen der overledenen door Gods barmhartigheid rusten in vrede. Amen.
— 31 —
NEGENDE STATIE.
Jesus valt voor de derde maal onder het kruis.
Vs Wij aanbidden U, Christus, en loven U !
r. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt,
I, Plaatsvoorstelling. De negende statie wordt aangewezen door eene dikke kolom, welke in een afgelegen hoek van het nieuw Jerusalem geplaatst is. Het is de plek, waar de afgematte Zaligmaker voor de derde maal onder het kruis nederviel. Welk eene gedachte! Zoo digt reeds bij de Kalvariekrnin genaderd, en nogmaals ten derdon male onder het kruis te moeten bezwijken. DeOverpries-ters en Schriftgeleerden worden hoe langer hoe ongeduldiger ; de Heidensebe soldaten woedend; de gansche menigte nu nog meer opgeruid tegen God en zijnen Gezalfde. En toch kan de goede Jesus niet meer voort, en ligt Hy plat ter aarde onder zijn kruis gebogen.
IL O eer weging. Hoe is het mogelijk! den almagtigen Godmensch, en onder een kruis met zulk eene liefde omhelsd, en zoo digt reeds bij het einde van zijn lijdensweg, ten derde male te zien bezwijken ! — Maar be-
— 32 —
denk eens -wel, o Christen ! — welk een verplettend gewigt op dat geliefde kruis drukt; gij 7,ult er tevens uit leeren, wat op dit oogenblik in Jesus Hart omgaat. Het is: het gewigt der millioeHen zonden, die tot nu toe bedreven zijn, en nog tegen den oneindig goeden God zullen bedreven worden. Het js het gewigt van al dat nameloos lijden door Jesus tot nu toe reeds doorgestaan. Het is eindelijk vooral, de gedachte aan de ondankbaarheid van zoo velen, — misschien ook van U, — die zoo roekeloos al de folteringen van den Godmensch minachten. En wat doet niet uwe kleinmoedigheid onder uw kruis? wat niet, uw niet drie, maar honderdmaal hervallen ? Ach! Jesus weet dit; en daarom valt Hij ten derde male, zoowel om u aan te pporen tot moed, als om u aide smarten, die Hij voor a geleden heeft, tot in het hart te doen gevoelen. Aanschouw! en word ver-teederd van liefde.
UI. Gebed. Vallen, hervallen, ten derden male vallen, en dit onder het kruis, dat Gy zoo zeer liefhebt, goddelijk Hart, wat zegt dit niet voor ons! Wat moet er in uw binnenste zijn omgegaan, toen Gij daar ten derden male nedervielt! Wat denkt. Gij thans, in uwe glorie, als Gg mij voor dit schouwspel ziet neergeknield? O, lag hier een Vorst,
een Koning, een Keizer dezer aarde, — wat moest ik gevoelen! En nu, — o Koning der Koningen! o Heer aller Heeren 1 — nu zie ik u — bebloed, van krachten uitgeput, bovendien bespot, uitgejouwd, voortgestuwd voor mij, — onder den vreeselijken last van een gevloekt schandhout nederliggen Goddelijk Hart! o Hart van mijn hart, vergeef mij de ongevoeligheid van mijn hart, en laat mij van nu af ten minste 6f lijden óf met U sterven, uf liever beide, met moed mijn kruis dragen en er op sterven voor U.
„ Ik volg U Heer! ga voor, mijn Koning en mijn God P'
„Onze Vader! Wees gegroetquot;
Heer, ontferm TJ onzer! Christus, ontferm U onzer! Heer, ontferm U onzer !
God, wees ons zondaren genadig!
Dat de zielen der overledenen door Gods barmhartigheid rusten in vrede. Amen.
— 34 —
TIENDE STATIE.
Jesus wordt van zijne kleederen beroofd en met sral gelaafd.
Vs. Wij aanbidden ü, Christus, en loven U:
li Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
I. Plaatsvoorstelling. De laatste weinige schreden heeft Jesus, byna meer voortgesleept dan zich voortslepend, onder zijn kruis afgelegd. Nu is Hij op Golgotha 's kruin, en zinkt daar, gansch afgemat, naast het offerhout als slagtoffer neder. Denk aan het Paradijs-gebergte, waar de eerste Adam tot Koning werd aangesteld; aan den Moria, waarheen Isaak het offerhout heeft gedragen ; aan Sion, waarop David als Koning heerschte. Dit alles, en nog veel meer is hier. Doch zie nu vooral het Lam Gods voor zijn offer gereed gemaakt.
De kleederen worden Hem van liet ligchaam gerukt, al zyne wonden op nieuw geopend, en Hy, die de leliën des velds met al hare pracht bekleedt, wordt du op de smadelijkste wijze door de ruwe krijgsknechten mishandeld.
Ach ! de gal, die men Hem te drinken geeft, is slechts een zwak afbeeldsel van hetgeen men zijn Hart doet verduren.
II. Ovenceginrj. Wat Jesus op dit oogen-blik in zijn goddelijk Hart gevoelde, kan geen menschenhart in al zijn volkomenheid beseffen. Bedenk toch, om het eenigzina te waarderen, de teergevoeligheid van zijn aller-volmaakst ligohaara, de (nbeschrijfelijke heiligheid van zijn meer dan maagdelijk Hart, zijne onbegrijpelyke liefde voor den driewerf heiligen Vader zoowel als voor alle menschen, die Hij in alles ten toon- en voorbeeld wilde zijn. Daarbij komt, dat Hij op de ruwste wijze, en als door woedende honden en balddadige leeuwen, gelyk Hij zelf klaagt bij den Propheet, wordt mishandeld ; dat geheel zijn ligchaam, van het hoofd tot de voeten, reeds ééne wond is geworden door de bloedige geeseling; dat striemen, kwetsuren en bloed, behalve de vreeselij ke kroon van doornen zijn eenige bekleeding blijven; en o! wie zal niet verstomd staan, niet huiveren van eerbied, bij het gezigt van zulk eeneu God en Bruidegom onzer zielen!
III. Gebed. Beminnelykst Hart onder alle harten van de kinderen der menschen! allerzuiverst, allerheiligst en allergevoeligst Hart onder alle harten ter wereld! wat is er, dat Gij niet hebt willen verduren voor ons en onze zonden! Uw kruis draagt Gij, en Gij siddert niet; uw Golgotha beklimt Gy, en Gy
— 36 —
deinst niet terug; maar thans, thans beeft Gij, a!s van eene heilige verontwaardiging, en rilt over al uwe ledematen om zooveel boosheid der menschen. O, Heilige der Heiligen! wie had dit kunnen verwachten? O Licht van Licht, wie durft U zóó mishandelen! Ach! wat mag mij nog zwaar vallen, als ik ü dus zie bejegenen ! Hulp dan, o beminnelijke Jesus! Mijn voornemen staat vast: voortaan veracht ik de wereld met al haar vergankelijk tooisel, wijl ik uw voorbeeld wil volgen. Neen, niets zal mij meer bitter, alles zoet zijn, wat mij uw kruis en bittere gal herinnert. „ O maagdelijk Hart, bekleed mij met uw Geesf\ „Onze Vader! Wees gegroetquot;.
Heer, ontferm U onzer! Christus, ontferm U onzer! Heer, ontferm U onzer!
God, wees ons zondaren genadig !
Dat de zielen der geloovigen door Gods barmhartigheid rusten in vrede. Amen.
— 37 —
ELFDE STATIE,
Jesus wordt aan. liet kruis genageld.
Vs. Wij aanbidden TJ, Christus, en loven U :
K. Omdat gij 'door uw kruis de wereld verlost hebt.
1. Flaatsvoorstelling. Nog een twaalftal schreden wordt Jesus weer voortgesleurd, om aan het kruis te worden vastgeklonken. Daar ligt het kruis, door Hem zei ven gedragen ; het hout, dat een elk, die er aan hangt, ten vloek moet maken; het vreeselykst werktuig der allervernederendste straf; het schandhout der slaven, roovers en moordenaars. De goede Jesus legt zich zelve gewillig daarop neder. Als een lam, dat ter slagtbank geleid wordt, doet Hij den mond niet open. Maar zelf reikt Hg zgne armen den beulen toe, sluit Hij de voeten zamen en met een meer dan Engelen-geduld ontvangt Hij de scherpe nagelen in zijne heilige handen en voeten, terwijl het gedruisoh der zware hamerslagen van Golgotha tot in de Heilige Stad en zelfs tot in Gethsemane weerklinkt. Alleen, dat zij zoo diep nedervallen in Maria's hart, kwelt vreeselijk het beminnelijk Hart van den be-minnenden Jesus.
— 38 —
II. Overweginff. Ten einie u eenigzins te binnen te brengen, wat Jesus heilig Hart bij de vreeselijke foltering der kruisiging gevoelde, kunt gij vooral beschouwen : Wie lijdt? voor wie? en waarom? Hij, die lijdt is de Zoon Gods zelf, de eindeloos als God gelukzalige, maar die nu zijn Paradijs van zaligheid opoffert voor eene wereld van smarten. Hij lijdt echter die pijnen niet voor zich zeiven; want Hij is onschuldig; maar Hij lijdt ze voor den mensch, — voor u, —om den mensch, om u te verlossen. Hij lijdt dus te gelijk : uit gehoorzaamheid en uit liefde. Zijn hemelsche Vader wil het; uw zondestaat eischt het; en daarom doorklieven die puntige spykers de gevoeligste deelen zijns lig-chaams; daarom wordt Hij als een booswicht, uitgespannen en vastgenageld op het kruis, daarom trillen al zijne ledematen bij die nij-pendste aller folteringen, voor u. Gevoelt gij daar niets van ? Geregte hemel ! waar is dan uw hart?
III. Gkbed. Bij dit tafereel, o Hart der eeuwige liefde! sta ik geheel verstomd en verslagen. Uwe heilige handen bloeden, uwe zalige voeten bloeden, uw Goddelijk hoofd is druipend van bloed, geheel uw heilig ligchaam met bloed overdekt; en Gij lijdt, en Gij zwijgt, en Gij voelt slechts uw minnend Hart
al heviger en heviger kloppen door den aandrang uwer goddelijke liefde. Wat zal ik vragen ? Met U aan het kruis te worden geklonken 1 Uwe heilige wonden te mogen omhelzen? Mij vast te klemmen aan ü, om van ü nooit meer gescheiden te worden ? Ja, minnelijke Jesus ! door de liefde van uw god-delijk Hart vraag ik dat alles : maar ontferming in de eerste plaats, barmhartigheid, genade!
„Gekruisigd Hart! ik ben aan U, weesmyn.quot;
„Onze Vader! Wees gegroetquot;.
Heer, ontferm U onzer! Christus, ontferm U onzer ! Heer, ontferm U onzer!
God, wees ons zondaren genadig !
Dat de zielen der overledenen door Gods barmhartigheid rusten in vrede, Amen.
TWAALFDE STATIE.
Jesus sterft aan h.et kruis. Vs. Wy aanbidden ü, Christus, en loven D : li. Omdat Gij door uw kruia de wereld verlost hebt.
I. Plaatsvoorstelling. Veertien schreden van de plaats der aannageling is de plek der. verheffing van Jesas op het kruis. Welk een tooneel! Vier sterke krijgslieden heffen het kruis ia de hoogte; plotseling laten zy het nedervallen in het hol, in de rots. Al de wonden van Jesus scheuren open, het bloed vloeit uit al zyne wonden. Naast Hem hangen twee moordenaars, Jesus in het midden; onder het kruis staan zijne dierbare Moeder, Joannes, Magdalena en eenige bevoorregte vrouwen; rondom de soldaten, hun hoofdman, de spottende Overpriesters, en het al meer en meer Jesus lasterende volk. Nog eens, welk een tooneel! de Koning der glorie als het hoold aller booswichten, maar ook als het Lam Gods voor ons geslagtofferd, tusschen heinel en aarde hangend! Zijn Hart wordt beklemd, een vreeselijke dorst is het gevolg, alle smarten overvallen Hem tegelyk, zyn ure is gekomen, Hij neigt het hoofd, — en sterft.
II. Overweging. Gehoorzaamheid, smart en liefde zijn op dit oogenblik, in de eerste plaats, in Jesus Hart. Zoo als gij Hem hier ziet.
maakte Hem de zonde, maakte Hem de onderwerping aan den wil zyns Vaders, maakte Hem zijne grenzelooze liefde. En waarom ? Omdat zyn Hart eens voor goed alle harten tot zich wilde trekken. Omdat zyn Hart geen lust vond, dan in den wil te doen van Hem, die Hem gezonden heeft. Eindelijk , omdat Hij ons allen eens vooral op de treffendste wgze wilde leeren de waarheid zijner woorden : Komt allen tot Mij die belast en beladen zijt. — Leert van Mij, omdat ik zachtmoedig en nederig van harte hen. Overweeg dus vooral, 1. De onbeschrijfelijke smart zijns Harten wegens de ondragelykste ligchaamspijnen, 2. de nog grooter smart van zyn Hart wegens de schande en den smaad Hem aangedaan, 3. de doorboring van zijn H. Hart, juist dan als Hg het grootste bewgs zijner liefde heeft gegeven, om u voor eeuwig eene veilige rustplaats te verschaffen. Grondelooze geheimen eener eeuwige, eindelooze liefde!
111. Gebed. Het is, o ondoorgrondelijkst aller Harten, of Gg de harten aller mensehen op alle mogelijke wijze hebt willen dwingen om TJ te beminnen. Mijn God! wat hebt Gg toch niet voor ons gedaan en geleden ! Daar hangt Gy nu tnsFchen hemel en aarde, om den hemelschen Vader met ons te verzoenen. Uwe voeten zgn vastgenageld, om
— 42 —
ons niet te kunnen ontvlugten, uwe handen uitgestrekt, om ons allen te ontvangen, Uw Hart Iaat Gij nog doorboren, om ons eene bron van alle genaden en tevens een veilig toevlugtsoord tegen alle gevaren te openen. Ik nader, o goddelijk Hart! ik kom, ik vlugt tot ü. Uwe liefde begrijpen, kan ik nooit; maar wat Gij vraagt, dat geef ik; mijn hart zal voor eeuwig in uw Hart wonen.
„ O toonden, doornen, bloed, wat trekt ge in 't Hart van God /quot;
„Onze Vader ! Wees gegroet5'.
Heer, ontferm U onzer ! Christus, ontferm U onzer ! Heer, ontferm tl onzer !
God, wees ons zondaren genadig 1 Dat de zielen der overledenen door Gods barmhartigheid rusten in vrede. Amen.
DERTIENDE STATIE.
Jesus wordt van liet kruis genomen en gelegd, op den sclioot zijner Heilige Moeder.
Vs. Wy aanbidden U, Christus, en loven U: u Omdat gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
I. 'Plaatsvoorstelling. De eene rijke man, dien gij bij het kruis ziet, is Joseph van Arimathea; de tweede is de Eaadsheer Nico-demus; de jonge Apostel is Joannes, de leerling der liefde; Maria Magdalena en eenige
— 43 —
andere vrome vrouwen vergezellen hen; en Maria, de Moeder des Heeren, ontvangt eindelijk het heilig ligchaam van Jesus in hare armen, en verschijnt zoo, aan den voet des kruises, als de Moeder der smarten en de Koningin der martelaren. Aanschouw ook de doorboorde handen en voeten van Jesus, en vooral zijne geopende zijde, en de wonde in zijn H. Hart, als eene rozeroode roze op zijn boezem bloeijend. In de straks genoemden hebt gij de eerste vereerders van Jesus H. Hart.
II. Overwerjimj. Jesus1 Hart gevoelt nu geen smarten meer; maar zijne zalige ziel is tegenwoordig bij hen, en zyn goddelijk oog is gerigt op hen, die nu de eersten zyn, welke zijn goddelgk Hart vereeren. In het Paradijs was op zinnebeeldige wijze, door de vorming van Eva uit Adams zijde, voorspeld, in later tijd was door den propheet met duidelyke woorden voorzegd, dat Jesus' Hart zou geopend worden en allen zouden opzien tot Hem, dien de menschen doorstoken hebben. Nu is de voorspelling vervuld, en Maria, Jesus Moeder, en Joannes, die aan zijn Hart heeft gerust, en Joseph en Nicodemus en Magda-lena en de vrome vrouwen, —- o, wat moeten zij niet gevoelen, nu zij Jesus' zyde van zoo naby mogen zien, de wonde in zijn beminnelijk Hart mogen peilen, de eerste bewijzen van aan-
bidding en liefde aan dit goddelijk Heiligdom rao-gen geven! Aanbid ook gg Jesus Hart aanMa-via's boezem, en vergeet nooit de eerste vereerders van Jesus Hart in uwe devotie na te volgen.
III. Gebed, Allerbeminnelijkst en voor ons, arme menschcn, geopend Hart van onzen god-delijken Verlosser ! wat zullen wij u wedergeven voor zulk eene overmaat van liefde ! Uwe heilige voeten en handen zijn met scherpe nagelen doorboord, uw goddelijk hoofd is met doornen gekroond, geheel uw heilig ligohaam is met, striemen en wonden bedekt, en nu hebt Gij ook nog uw goddelijk Hart laten openen, om ons, als in een kortbegrip, al de geheimen uwer liefde te veitoonen. Dan, ik weet nu ook hierdoor op de duidelijkste wijze, wat Gij het eerst en het dringendst van mij vraagt. Mijn hart wilt Gij ; mijn hart geef ik U, vooral hier in tegenwoordigheid uwer smartvolle Moeder, en ik bid IJ en ik smeek U bij uw en haar hart, vereenig het van nu af onafscheidbaar met het uwe. „ Uw Hart is 't mijn, mijn hart is 't uwe, o God T'
„Onze Vader! Wees gegroetquot;.
Heer, ontferm U onzer ! Christus, ontferm U onzer ! tleer, ontferm U onzer !
God, wees ons zondaren genadig !
Dat de zielen der geloovigen door Gods barmhartigheid rusten in vrede. Amen,
Jesus wordt in een nieuw steenen graf begraven.
Vs. Wij aanbidden U-, Christus, en loven U:
k. Omdat Gij door uw kruis de wereld verlost hebt.
I. Vlaatsvoorstelling. .Toseph van Arima-thea brengt het fijnste lijnwaad mede wat hy vinden kon, Nicodemus honderd pond balsem, Myrrhe en Aloë. Beiden wikkelen het lig-chaam van Jesus in het lijnwaad en leggen het in een nieuw steenen graf, slechts weinige schreden van de plaats der kruisiging verwijderd, Dit graf is in een tuin aan Joseph toebehoorende, en wordt nog bovendien met een grooten steen toegesloten. Maria Mag-dalena, eene andere Maria, en nog andere vrome vrouwen volgen het ligchaam van Jesus, en zien oplettend toe, waar men het neder-legt, om het insgelijks na den Sabbath te komen balsemen. Maria's hart, zoo als zij zelve aan de H. Birgitta zeide, wordt als 't ware, met Jesus Hart vereenigd, in het graf opgesloten. Zij vergeet haren Jesus nooit. Haar hart en Jesus' Hart zijn voor eeuwig op het naauwst vereenigd.
II. Overweging. „Gij zijt gestorven, zegt de H. Paulus, en uw leven is verlorgen met
— 46 —
Christus in God.quot; Ziedaar, hoe de begrafenis van Jesus het beeld is van het leven dei-Christenen, Jesus' leerlingen. Op het lijden volgt de rust, op het strijden de glorie. Alleen moet Jesus' Hart nog eenige dagen, als het ware uitrusten, en vooral ook in dit opzigt ons voorbeeld zijn, om weldra met alle volheid der goddelijke geneugten vervuld te worden. Beschouw dus dat Hart, ook in het graf, om zoo te zeggen, voor u werkend ; want zijne Godheid verlaat het nooit. Beschouw het in zijne diepe, maar zalige rust, die een voorbeeld der uwe moge zijn. Plaats u te dien einde voor het Allerheiligst Sacrament, waar Jesus eenigermate op gelijke wijze voor u schgnt te rusten. Verdiep u in de gedachte, dat voor u een Godmensch heeft geleden, is gestorven en begraven Vraag eindelijk van dat goddelijk Hart, dat ook eenmaal uwe rust in het graf slechts een overgang tot uwe eeuwige heerlijkheid moge zijn.
III. Gebed. Onbegrijpelijkst en heiligst Hart onder alle harten ter wereld, daar rust Gij dan eindelijk, gelijk de vruchtbare graankorrel in den schoot der aarde, om weldra in volle glorie uwe honderd- en duizendvoudige vruchten voort te brengen. O mogt eene der eerste de vereeniging van mijn hart met het uwe zijn. Mogt ook ik, in den geest,
1
bij U wonen in die heilige spelonk, rusten aan uw goddelijk Hart, vergeten van de wereld, met U en in U, leven voor mijn God! Geef mij nog, allerbeminnelijkst Hart van mijn God ! de eerste vereerders van dit heilig Hart gestadig na te volgen, en met hen in uwe heilige wonden en vooral in uw Hart zelf veilig te wonen en zalig te zijn, „Ja, goddelijk Hart! Gij zijl mijn FaradijsP
„Onze Vader ! Wees gegroet'1.
Heer, ontferm U onzer ! Christus, ontferm U ontferm ! Heer, ontferm ü onzer !
God, wees ons zondaren genadig !
Dat de zielen der geloovigen door Gods barmhartigheid rusten in vrede. Amen.
NA DEN KRUISWEG.
Bid zesmaal het Onze Vader en IFees gegroet en Glorie zij den Vader, ten einde de Aflaten te verdienen, en daarna het volgende GEBED.
Allerdierbaarst en goddelyk Hart van mijn gezegenden Verlosser, hier, in dit H. Sacrament op zulk eene wondervolle en waarachtige wijze tegenwoordig, ik dank U van gan-scher harte, dat Gy mij wederom vergund hebt, U, op uwen heiligen lijdensweg, van het Regthuis van Pilatus af tot op Golgotha, te volgen. Neem nu deze oefening goedgunstig
aan — tot dankzegging voor uw bitter lijden en sterven, tot vergiffenis mijner zonden en kwijtschelding der verdiende straffen, ter erlanging van nieuwe genade, ter bekeuring- vaa alle versteende harten, tot troost en verlossing der arme zielen, dis in het vagevuur lijden. — Verleen mij verder, U nooit weer te vergeten, maar altoos zooveel mogelijk de grenzelooze liefde, die Gij ons op den quot;kruis-weg getoond hebt, te herdenken, en mede door dit middel mijn hart met uw Hart steeds inniger en standvastiger vereenigd te houden.
Aan U ook, smartvolle Moeder en aller martelaren Koningin, beveel ik in dit opzigt mijn hart. Al wat ik goeds gedaan heb leg ik in uwe moederlijke handen, in uw maagdelijk hart, opdat gij u gewaardigt dat alles aan het eindeloos beminnelijk Hart van uwen Goddelijken Zoon aan te bevelen. Al wat ik voor mij vraag is liefde, Jesus' liefde; al wat ik geven kan is mijn klein en nietig hart; maar indien ik voor dit hart, dat ik geheel door uwe hand aan Jesus offer, het Hart van uwen en mijnen Jesus verkrijg, dan ben ik rijk genoeg en vraag niets meer, dan met Hem te werken, te lijden en te sterven, tot dat ik eens, door de ware beoefening van den heiligen Kruisweg, tot de aanschouwing van zijn goddelijk Hart moge komen, Amen.