-ocr page 1-

w

HI

Vak 109

mssm

quot;.It J.

M I

Rl

I

m

ii'!i

! gt;09 iii m :i

264

quot;f-T-r-r-.....quot;—r;-^!

-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-

! l . m H

,

I

■ ■

[■aS™'™;'! KBWBmIWH H-I' !.I.-'-BH

v'-v -■ . .

-ocr page 5-

SI

-ocr page 6-

ililiii ^si

mmammm

jWBwS 3 :'!

iBÊWirM

■^MA

|r^;.vW

-ocr page 7-

J/j /3 J J

ij ) A xtfir--

/ J

f *£■ '2 -tT' '1 ^

geschiedenis

DER

K R UIS T 0 C H T E N.

-ocr page 8-
-ocr page 9-

No.

K R U I S ï O C II T E .N

VHM liKWKiiKT NAAI',

M I C H A U D

lui her i'hansc;hi; acaui;®®

Opgeluisterd met IOC) groote Platen

door

GUSTAVE DORÉ

cegravketin nf1quot;quot;

BELLENGEE, DOMS, Gi'SMAX, JONXARH, PAXXKMAKEB, PISAU, OUESNEL

UITGEVER

HENRI BOGAKRTS

's II E i; T 0 Cr E NB 0 S (' II — B UII S S E L — A M S T E R 0 A M

Mnccn.xxxi.

-ocr page 10-

IB- ■

m ^s

MmM H

fcsjws HHI '^wB BBR

H • ■ H

Hk ■ ^ ■ ■■ H ■•

I quot;™ •'. . . ■Hn MM v-aHH

■ H

ü mm iMMm

IH 11 HH| Igfe'ti.'jfe SBh| ■^JMbbBMS

■ , , I

1 I

' I '•

* -sMbtr

m I

■ 9

M:\:. ■;•■ ■ .

Wm .....................-.......... ...

^MHI gftv; --..vquot; •'► ■ H

Ê

'■'~t;j,P: i}^; -as ...

mSmS: ■..;..... WfflPffiTOBi

I

. ■ ' .. ■ . ^ _. ■ ■

•;■• -

«■ HHMHieil agÊÊBÊÊÊM ^^^^mÊÊm^BSSSmmsSË KmaKBÊSKab ' Ai JSP ^ HI ^Hi ■

^WW HU i^S Mw P^ i^i AM;

liU. mÊÊ h| H ■ ■ wD BwM'^'l^

■É :mm ^^8 mÊÈ w*

Ü ' --' H' ' ' ■ ■ ■ mamp;ï.* m f-J

M y[ ■ 4^$ e É

mm WÊÊÊÊÊ W JÊÊ l™l»WiMH MÊsmÊÊÊÊÊ .-Mi IMiSKsBaPSg^i-v/ri4•-

^PBtó ' I ' ■ 11 ,,i. ■gt;.'■

■■

uk-ju^mi i -M—

jBKjMMIFTiWW SB^fef;* ■ I

-g

:' |i - ■^; k*

-ylv. I I m

ai fSmÊmt ■■■■■■■■ HinffljkrfjgKJS , Jï^-. vVa .■. .v «f lt;. • - f *if*.. H wtfffilHE#

Wmmmm rnÊmmm '-f.^f.iigt; np*» .'/- ' f*vt -K -iquot;-' ■

. ' . 1 , ■ :■ ..'. B| HHB QM *'' '• '

.... I HHHHBHHHi -. «ami ffli f/V i 18™ ' : -, ,f 'nH

hffaWllBir iliilquot;'! ■Ba iMMIwigEHMHMyiW^ ■ ftj»* S » f'C » v '-A ^ , 1 t ' • VB

i ■

.V/ ' \quot;-'•' ® BWiiiiM

,

.'•• •■:/'r;V';V:''-v#f^l^l«!i

■ huBM BêBÊ S I I i l

•• ~^^...,y *gt;lt; ^f. ■ ,;■ amp;¥ tl

ff® _____________________ '___________________________- _____________________________ISgiaa i«S ^ • i

'V;:-: a«tó

-ocr page 11-

V O OR W OORD

JMki-w

J

ndor de wercldscliokkcnde gebeurtenissen, waaraan de middeleeuwen zoo rijk zijn, is er geen, die waardiger is de aandaclil tc boeien dan de kruislocbten. Geen enkel tijdperk uit de geschiedenis is dan ook bet onderwerp geweest van zulke ijverige navorscbingen en studiën als dat der kruis-tocblen en in alle landen van Europa hebben de vennaardste gescliiedvorsebers getracht ze in al hunne bijzonderheden na te gaan. Zonder te gewagen van de tallooze Oostersche en Weslersche documenten, welke omtrent die gedenkwaardige tochten tot ons gekomen zijn, zou men een reusachtige boekerij kunnen vullen alleen niet de geleerde verhandelingen, de academische verslagen en do bijzondere geschrillen, waartoe zij' in Frankrijk, Duitschland, Engeland en Italië aanleiding gegeven hebben, maar onder al die geschriften komt aan het groole werk van Michaud de eereplaats toe, zoowel uit het oogpunt der volledigheid als uit dat der gel rouwheid.

Wij hebben gemeend onze landgenooten een dienst Ie bewijzen door hen met het werk van dien grooten schrijver bekend te maken, dewijl het de vrucht is van de langdurigste en nauwgezelste navorscbingen en de schrijver zelfs heeft ondernomen, om ten einde zijn arbeid zoo volledig mogelijk te maken, eene reis naar Palestina op de plaatsen zelve de bewegingen der kruisvaarders na te gaan.

Aan eene voorrede, welke Michaud na zijn terugkeer uil het heilige land voor den vijfden druk schreef, ontleenen wij bet volgende, waarin de schrijver de redenen ontvouwt, die hem lot die reis genoopt hebben:

«Ik heb aan de bekende daadzaken en gebeurtenissen der kruistochten niets toegevoegd; ik had al de kronijken, aide documenten daarop betrekking hebbende, geraadpleegd en bestudeerd. Ik bob evenmin iets toegevoegd aan helgeen ik aanvankelijk omirent den oorsprong, bet karakter en de gevolgen der oorlogen van bet kruis gezegd heb. In de vorige eeuw heelt men die groote oorlogen van de middeleeuwen verschillend kunnen beoordeelen, dewijl zij niet genoegzaam bekend waren en een onwetende philosophie alles verward had ; in onze dagen, nu grondiger studie en de ondervinding der groole omwentelingen ons verlicht hebben, is men het algemeen eens omirent hetgeen de kruistochten geweest zijn en voort-gebraebt hebben.

«Evenwel bleef er iets onvolledigs in mijn arbeid overig; men moet niet uit het oog verliezen dat de kruistochlen een gewapende bedevaart waren. Het Westen, heelt men menigmaal gezegd, rukte zich van zijne grondvesten los om zich op Azië te werpen; ontelbare legerscharen, die als natiën waren, gordden het zwaard aan ter verlossing van Jerusalem, en de weg, dien zij volgden, is dikwijls een groot gedeelte van hunne geschiedenis. Voor ruim vijf en twintig jaren waren de meeste landstreken, waar de kruisvaarders doorgetrokken waren, nagenoeg onbekend. Verdiept in bet navorschen der sporen van de oudheid, had de wetenschap die van de middeleeuwen vergeten. Men kende al de wegen, welke do tienduizend gevolgd waren, men wist met juistheid al de plaatsen waar Alexander zijne overwinningen bevochten had; maar in Klein-Azië, waar een millioen kruisvaarders bun gral gevonden hadden, in die landstreken, waar de pelgrims van het Westen zooveel moeilijkheden ontmoet, zooveel gevaren getrotseerd, zooveel ellende verduurd hadden, vonden wij geen andere gidsen dan onze oude kronijkschrijvers, die bijna nooit de plaatsen beschrijven of er slechts een verward begrip van geven.

«Zonder dat ik in eenige bijzonderheid treed, moet het een ieder duidelijk wezen, hoeveel er nog op te helderen, boevei 1 er nog na te vorschen was om de geschiedenis te voltooien van die groote volksverplaatsingen, van die reusachtige gv-


-ocr page 12-

VOORWOORD.

beurtenisscn welke in Europa een begin namen om in liet Oosten te gaan eindigen. Gelijk ik reeds gc/.ogd heb, hadden de zekere aantcckeningen omtrent al hetgeen in het Westen voorgevallen was, mij niet ontbroken, maar omtrent hetgeen onder vreemde hemelen en in onbekende landen bad plaats gegrepen, kon ik slechts in hot duistere rondlasten en ontmoette ik, naar de waarheid zoekende, niets dan twijfelingen. Deze groote in mijn werk bestaande leemte heeft mij verscheidene jaren lang gehinderd en mijn geweten als historieschrijver werd niet eerder gerust gesteld, dan (oen ik de pelgrims van het kruis tot in het Oosten heb kunnen volgen. Na al de landen bezocht te hebben, die de kruisvaarders betraden, heb ik nog beier ingezien wat mij ontbrak, (oen ik mijn boek opstelde. Hetgeen mij duister en Iwijfelachlig in do kronijken voorkwam, werd voor mij helder en duidelijk; er zijn gebeurtenissen waarvan ik als hel ware de ooggetuige geworden ben; de belegeringen, de veldslagen schenen mij loc veel gemakkelijker Ie beschrijven. Ik heb de holdhafligheid der kruisvaarders beier leeren waardeeren en mij hunne gevaren, hunne ontberingen, hunne rampen beter verklaard. Ik moet hier doen opmerken, dat men in de landen, die ik bezocht heb, nog dezelfde volken, dezelfde zeden, dezelfde lalcn vindt als in den lijd der kruislochlen, hetgeen mij voortreffelijk gediend heeft om met meer nauwkeurigheid en waarheid niet alleen de oorlogen der kruislochlen, maar ook de volksplantingen en koloniën die zij in Azië stichtten, te beschrijven.

«Ziehier in weinige woorden, welke veranderingen en

verbeteringen in het eerste deel van deze nieuwe uilffavo » 0

van de Geschiedenis der Kruistochten (I) door mij zijn aange-

(1) De zeven achtervolgens vci^chenen eJHiën van dit werk bestonden uit vier deelen groot 8°, Tegelijk met deu laalsten of zevenden druk in dit formaat, versclieen ook de praclituilgave in twee foliodeelen met 100 platen van Gustave Doré, prijs 200 francs, welke wij thans in liet Nederlandsch overgezet, in één deel folio met do 100 platen aan het publiek aanbieden.

bracht: Het verhaal der pelgrimslochlen is herzien. De tochl van Godfried van Bouillon door Klein-Azië is uitvoeriger en nauwkeuriger geschetst, en in dit gedeelte moeten wij deu veldslag van Dorylea noemen als een geheel nieuw stuk. De belegeringen van Anliochie en Jerusalem zijn vollediger wal de nauwkeurigheid aangaat. In de vorige uilgaven was de noodloüige krijgstocht van HOI, die op de inname van Jerusalem volgde, in een zekeren nevel gehuld gebleven wegens onbekendheid met Klein-Azië; de lezer zal dien krijgstocht uu duidelijk beschreven vinden. De gewichtigste verbetering in het tweede deel betreft de geschiedenis van het koninkrijk Jerusalem. Ik had dat door de Lalijnsche wapenen gevestigde rijk niet onder al zijne gedaanten en in al de afwisselingen van zijn beslaan beschreven; de bekendheid met do plaalsen en een nauwlettender nalezing der kronijken hebben mij in slaat gesleid dit gedeelle van mijn arbeid belangwekkender en vollediger le maken. Onder de verbalen in het tweede deel die aanmerkelijke veranderingen ondergaan hebben, moet ik vooral den kruistocht van Lodewijk VII en keizer Koenraad I en de expeditie van keizer Frederik I vermelden.quot;

In een bericht aan het hoofd van het derde deel geplaatst wijst JMichaud nog op een aantal vermeerderingen en ver-beleringen, die in de beide laatste deelen zijn aangebracht, welke wij echler niet stilzwijgen willen voorbijgaan, dewijl wij inel het aanhalen van een gedeelle der voorrede van Michaud slechls de bedoeling gehad hebben den lezer aan le loonen, dal deze Geschiedenis der Kruislochlen op de meest mogelijke volledigheid aanspraak maken mag.

Het doel, dat wij met de overzelling van deze Geschiedenis der Kruislochlen, naar de zevende Fransche uitgave vrij bewerkt, hoofdzakelijk beoogen, is onze lezers bekend le maken niet de roemrijke daden hunner voorvaderen, die daarin een groote en schuierende rol vervulden, dewijl verreweg hel meeren-deel der geschriften daarover in het lichl verschenen, uit den aard dor zaak of te onvolledig ol le partijdig geschreven zijn om zich daaromlrent een juist oordeel le kunnen vormen.


-ocr page 13-

GESCHIEDENIS

HEK

K 11 U 1 S T O C H T li N

E E R S T E B O E K

ONTSTAAN EN ONTWIKKELING VAN DEN GKKST DER KRUISTOCHTKN

300—1095.

(rninlioopcn van Jerusalem; Conslapüjn bouwt den lenipel weder op; eerste pelgriraslocliien; Chosroës II maakt zich meesier van Jerusalem; zegepraal van JliTiielius; verhefllng van het JI. Kruis; do heilige Antoninus; Mahomed; veroveringen van zijne opvolgers; de kalif' Omar; llaroun-al-Raschid; boelpleging van Frotmond; Nicephorus-iMiocas neemt Auliochië in; veroveringen van Zimisees; Jerusalem valt weder in de handen der l'atimilrn; de kalif Hakem; nieuwe verwoesting van den tempel; dood van llakein; pelgrimstochlen van Kuleo, grual' van Anjou, van Robert van Nor;n..ndiii, van den bisschop van Kameryk; rampen der christenen; Peter de Kluizenaar te .Jerusalem; zijne predikatiën; Urbanus roept do conciliën van riaccnza en Clcrmout bijeen; do heilige oorlog wordt vastgesteld; vertrek der eerste kruisvaarders.)

ko voorzeggingen waren vervuld; van Jerusalem was de 'eene steen niet op den anderen gebleven. Doodsch en verlaten lag de verwoeste stad daar en sleelils eenige godvrnclilige cliristenen waagden liet dien gcscliuwden grond Ie betreden, om een in de i'ols uitgehouwen graf te bezoeken, hel gral van den Godmensch, ledig gebleven door hel mirakel der verrijzenis; binnen dien omtrek verhiel'zich ook de berg waar hel bloed van den Zaligmaker gevloeid bad, waar hel geheim der verlossing volbracht was; het was natuurlijk, dal hel gral'van .lesus en de Calvarieberg de voornaamste voorwerpen der vereering en der liefde van de christenen moeslen worden; in hunne oogen was Judea bet heiligste land der ganscbe aarde. Vanal' de eerste lijden der Kerk kwamen de geloovigen er dan ook de plaatsen vereeren, welke de Verlosser helreden had. lu het gevolg van keizer Elia-Adrianus hadden de valsche goden zich in de slad vertoond, waar hunne macbl overwonnen was: Jupiter bad bezil genomen van Golgotha; Adonis en Venus werden te Bethlehem vereerd. Maar de beiligschennen-de heerschappij van dien ziellogenden afgodendienst zou spoedig voorbij zijn: de godsvrucbl van Constantijn deed die beelden verdwijnen, welke hol oog der christenen smartelijk troiren; de heilige slad, die, beurlelings door Elia-Adrianus verwoest en weder opgebouwd, den naam van /Elia Capilolina bad gedragen, hernam zijn eersten naam van Jerusalem; een tempel overdekte hel graf van den Verlosser benevens eenige der voornaamste plaatsen van hel Lijden. Gouslantijn vierde bel eenendertigsle jaar van zijne regeering met de inwijding van die kerk en duizenden christenen snelden toe om die plechtigheid bij te wonen, waarbij de geleerde bisschop Kusehius eene rede uitsprak bijna geheel gewijd aan do verheerlijking van Jesus Christus.

De heilige Helena, wier naam als een der christelijke overleveringen van Palestina bewaard gebleven is, ondernam op ver gevorderden leellijd den pelgrimstocht naar Jerusalem; op hare bevelen en onder hare oogen groef men in de aarde, doorzocht men de grotten in den omtrek van Goïgolha om het ware kruis te vinden en toen hel heilig boni teruggevonden was, plaatste men hel in de nieuwe basiliek als hel kostbare toeken van de verlossing der mensehen. Bethlehem, Nazareth, de berg Thabor en de Carmel, do boorden van den Jordaan en het meer van Genczaretb, hel meerendeel der plaatsen door den Zaligmaker betreden, zagen kerken en kapellen verrijzen dooi* de heilige Helena in haren vurigen ijver gesliehl. Hel kon niet missen, of de bakermat van het christendom iu eere hersteld op de slem van Conslanlijn, die christen geworden was, en hel godvruchtige voorbeeld van eene vorstin, de moeder van een machtig keizer, moeslen de zucht der pelgrimstochlen naar Palestina opwekken en aanwakkeren.

Toen keizer Julianus, om bel gezag der voorzeggingen te verzwakken, het ondernam den lempel der Joden weder op Ie bouwen, verhaalde men de wonderen door welke God zijne plannen verijdeld bad, en allo jaren zag Jerusalem, nog dierbaarder geworden aan de volgelingen van Jesus Ghrisliis, nieuwe pelgrims loeslroomen om er den Verlosser, op de plaats zelve van zijn lijden, Ie aanbidden. Onder de pelgrims dier verwijderde lijden vermeldt de geschiedenis in hel bijzonder de namen van den heiligen Porphyrins en llieronymus: de eersle verliet op twinlig-jarigen leellijd Thessalonica, zijne geboorteplaats, bracht verscheidene jaren in de wildernissen van Tliehaide door en begaf zich naar Palestina; na langen tijd bet nederigste kluizenaarsleven geleid te hebben, werd bij bisschop van Gaba; vergezeld door zijn vriend Kusehius van Cremona, verliet de tweede Italië, doorreisde Egypte, bezocht verscheidene keeren Jerusalem en besloot zijne dagen te Bclhlehem te eindigen. Paula en hare dochter Eustocbia, van bet doorluchtige geslacht der Grachussen, door de banden eeuer heilige vriendseliap aan llieronymus verbonden, zeiden Home vaarwel en verzaakten aan de genietingen des levens, aan de menschelijkc grootheid, om de armoede van Jesus Christus Ie omhelzen en naast de kribbe te leven en Ie sterven. De heilige llieronymus zegt ons, dat de pelgrims destijds in menigte in Palestina aankwamen en men in onderscheidene talen den lol' van den Zoon Gods rondom hel heilig graf hoorde bezingen. Te dier tijde was de wereld ten prooi aan allerlei omwentelingen en beroeringen: hel oude Homeinschc rijk bezweek onder de slagen der barbaren; de oude wereld slortte ineen gelijk alles waarvan de tijd vervuld is; een groole onrust bad zich te midden dier rampen en puinhoopen van de gemoederen meester gemaakt; men spoedde zich naar bet land waar een nieuw gclool zich gevestigd bad en bloeide, de hoop bewoonde toen de wildernis, daar ging men baar zoeken. Dit deden ook llieronymus en andere kinderen van hel Westen, llieronymus bepaalde zich niel lol een eenvoudigen pelgrimslocht; want Home, met zijn bedorven beschaving en zijne eeuwigheid, die


-ocr page 14-

GKSCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

•i

een einde ging nemen, bezat niets wat zijn liart kon boeien: iiij werd een inwoner van Judea; hij bleél'daar, om vnor de Ijeiioeflen te waken der vrome reizigers en der arme christenen des lands; hij bleef in zijn geliela Retlilebem om zicli aan een grondige studie der heilige-boeken te wijden en, bedekt met bet haren kleed en de grove pij, zoovele eommentariën op te stellen, die de orakelen der Lalijnsche Kerk zouden worden. In onze dagen groet de reiziger, die in den slal van Belhli'hem al'idimt, in hel voorbijgaan de drie graven van den lieiligen Hicronymns, van Paula en Ensloehia.

Naarmate de volken van liet Westen zich lol. hel Evangelie jbekeerden, wendden zij hunne blikken naar liet Oosten. Uil hi t bitinenste van Galiië, uil de wouden van Gerinanië, uit alle oorden van Europa zag men nieuwe scharen christenen toesnellen, van begeerte brandende de bakermat te bezoeken van hel gelool', dal zij omhelsd hadden. Een reiswijzer ten gebruike der pelgrims diende bun tol gids vanaf de boorden der Rhone en de Dordogne tol aan de oevers der Jordaan en leidde hen bij hun terugkeer vanal Jerusalem tol aan de voornaamste sleden van Italië.

Terwijl Europa verwoest werd door de Gothen, de Hunnen cn de Vandalen, werden de bedevaarten naar hel heilige land niet onderbroken. De vrome pelgrims werden beschermd door de gastvrije deugden der barbaren, die hel kruis van Jesus Christus begonnen te eerbiedigen en de pelgrims soms naar Jerusalem volgden. In die tijden van beroering en verwoesting reisde de arme pelgrim, die zijn lierderstasch en zijn staf droeg, onbevreesd midden door de legers, die de rijken van hel Oosten en hel Westen bedreigden.

In de eerste jaren van de Vquot; eeuw vinden wij keizerin Eudoxia, gemalin van theodosius II, op den weg naar Jerusalem: de geschiedenis roemt haar versland en baar godsvrucht. Bij baar terugkeer in Constantinopel deden huiselijke oneenigheden haar het ijdele van de menschelijke grootheid inzien; zij sloeg den weg naar Palestina weder in en eindigde daar baar leven in oefeningen van godsvrucht. Omstreeks dienzelldcn lijd maakte Genseric zich van Carthago en de christensleden van Afrika meester; uil hunne woningen verdreven, verspreidde zich het ineerendeel der inwoners over verschillende streken van Azië en bel Westen; een groot aantal hunner ging een toevluchtsoord zoeken in hel heilig land. Toen Afrika door Belisarius beroverd was, vond men onder den op de barbaren behaalden hnit de sieraden van den tempel van Salomon, die door Tilus gerooid waren; deze kostbare buil, door de kansen van den oorlog eerst naar Home, toen naar Carthago gevoerd, werd aanvankelijk naar Constantinopel, vervolgens naar Jerusalem overgebracht, waar die kostbaarheden niet weinig bijhrachlen tot verbooging van den luister der kerk van hél Heilig Gral. Zoo droegen de oorlogen, dc omwentelingen, de wederwaardig-lieden van de christelijke wereld bel hunne er toe bij om den glans der stad van Jesus Christus te vermeerderen.

Onder de regeering van Hcraclius werd de rust, welke de bewoners van tiet heilige land genoten, verstoord door een oorlog, van Perzië. De legerbenden van Chosroës II overweldigden Syrië, Palestina en Egypte; de heilige stad viel in de macht der vuuraanbidders; Ue overwinnaars verwoestten de sleden, plunderden de kerken en voerden een groot aantal gevangenen mede. De rampen van Jerusalem wekten hel medelijden van de cbristenwereld op; al de geloovigen stortten tranen bij hel vernemen van de lijding, dat de koning van Perzië, onder den buit der overwonnenen het ware kruis medegenomen bad, dal iu de kerk van de Verrijzenis bewaard werd.

Intuamp;schen werd de Hemel geroerd dour de gebeden en de droelbeid der cbrislenen: na tien jaren onalgebroken strijds mocht bet Heraclius eindelijk gelukken over de vijanden van bel christendom en hel rijk le zegevieren; hij verbrak de ketenen der gevangen cbrislenen en voerde ze terug naar Jerusalem. Toen was men getuige van hel treilend schouwspel, dal een keizer van het Oosten bloolvoels door de straten der heilige stad trok, lot aan den Calvarieberg op zijne schouders bet hout van bel ware kruis dragende, dal hij als de roemrijkste tropee van zijne overwinningen beschouwde. Deze indrukwekkende plechliglieid was een waar feest voor de bevolking van Jerusalem en voor de christelijke Kerk, die nog telken jare de gedachtenis daaraan viert. Toen Heraclius in Constantinopel terugkeerde, werd hij als de bevrijder der christenen bigroet, terwijl de koningen van bet Westen gezanten zonden, om hem geluk' le wenscben.

De overwinningen van Heraclius hadden aan Palestina en Syrië eene vreedzame vrijheid, eene gelukkige veiligheid hergeven, jlie gunstig werkten op de pelgrinislochlen. In de laatste jarëfi van de VP eeuw, eenigen tijd voor den inval van Omar, verliet de heilige Antoninus met eenige metgezellen Piacenza en ging aan gene zijde der zeeën de plaatsen bezoeken, welke de goddelijke/alignuiker betreden had. Een merkwaardig relaas, dut duurvan tul ons yekomen is cn duur cun der reisyenuulcn van Antoninus geschreven is, zal ons in staal stellen in korte trekken den toclil dier pelgrims van Italië Le beschrijven. Zich naar Syrië begevende, namen onze vrome reizigers bun weg over Constanlinopel en bel eiland Cyprus. Zij bezochten de voornaamste punten der Syrische kusten, Galilea en de oevers van den Jordaan, voor zij te Jerusalem hel doel van hun pelgrimstocht bereikten. Na verscheidene dagen in bel gebed bij het heilig graf en den Calvarieberg doorgebracht te hebben, besloten zij bun reis te vervolgen, begaven zich naar de woestijn en zagen Ascalon en Gaza; lange, afmattende dagreizen door de wildernissen voerden hen naar de bergen Horeb en Sinaï; zij trokken Egypte door zonder aehl te slaan op de pyramiden, alleen beziggehouden door de herinneringen aan Maria, de moeder van Jesus; naar Jerusalem teruggekeerd, bezochten zij daarna bet noorden van Syrië, drongen door lol aan de boorden van den Euphraal om er de bakermat van Abraham le zoeken en sloegen daarna weer den weg naar het vaderland in. Onze pelgrims verloren ('en linnner gezellen, Joannes geheelen, in bel zuidelijk gedeelte van Galilra, op de plaats bekend onder den naam van Ihtilen van Elias. Het iris-verhaal van den heiligen Antoninus, waarvan wij hier slechts vluchtig kunnen spreken, is een kostbaar documenl voor de beoordeeling van den godsdiensligen en staatkundigen toestand van Syrië en Judea in de VP eeuw. Men ziet uil die beschrijving, dal hel heilige land destijds een bloeiend land was: die streken, hedén ten dage bijna allen zoo doodseh en woest, bloeiden door den godsdienst, de landbouw en den handel, overal verhieven zich kloosters, steden, dorpen ; terwijl Europa ter prooi was aan de verschrikkingen van don oorlóg en do omwentelingen, leefde Palestina gelukkig onder de schaduw van het kruis; bel was ten tweede male het land van belulte geworden.

Maar die zoete rust zou weldra verstoord worden door een geweldigen storm, die van de zijde van Arabië kwam opzetten. l)e volgelingen van hel Evangelie zouden welhaast een strijd moeten aanvaarden oneindig geduehler dan zij lol dusverre óóit gestreden hadden. Hel Oosten had toen een dier tijdperken van verwarring en verval bereikt, welke de verbreiding van nieuwe denkbeelden begunstigen, vooral wanneer deze denkbeelden door bel zwaard gesteund worden. De eeredienst der vuuraanbidders begon in minachting te geraken; do over gelieel Azië verspreide Joden waren vijanden van de Sabeërs en onderling verdeeld; de cliristenen, naar de namen van hunne voorgangers Eutychianen, Nestorianen en Jacobielon genaamd, leefden in vijandschap met elkander. Het rijk der Perzen, door burgeroorlogen uitgeput, bad zijn inaetit en zijn luister verloren; dal der Grieken, van binnen en van buiten ver-zwakt, naderde snel zijn ondergang. De over bel Arabische schiereiland verstrooide stammen, onderling door belangen en godsdienstige begrippen verdeeld, waren steeds met elkander in strijd en misten alle nationaal karakter. Alom ontmoclle men slechts zwakheid en verval. Daar stond plotseling le midden van die algomeeuc verbaslering een man op, met hel stoute plan tot hel stichten van een nieuwen godsdienst en een nieuw rijk.

Mahomed, zoon van Abdallah, van den slain der Koreïchilen, in ö69 to Mecca geboren, was aanvankelijk slechts een arme kameeldrijver geweest cn zijne eerslo levensjaren had bij in onbekendheid gesleten; misschien was bel gedurende de eentonige uren der lange tochten door de woesiijn, dal liet denkbeeld tol bel verkondigen van een nieuwe leer in hem rijpte. Abdallab's zoou bezat in booge mate do gaven, die hel sterkste op de Oostersche volken werken: bij bezat de verbeeldingskracht, die veiiilindt, de geestkracht, die inedesleept, den ernst, die eerbied afdwingt; zijn krachtige en werkzame geest wist den gunsligen tijd at le wachten, en God zelf, zeggen de Oosterlingen, ï.s' met de fieduldigcn Daar hij de Aziatische volken, die hel werktuig van zijne reusachtige plannen moesten worden, door en door kende, droeg hij zorg hunne oorlogzuchtige neigingen te slreelen, hun zucht naar overheersching le prikkelen: hij beloolde de heerschappij der wereld aan volgelingen, die bijna naakt de woestijn verlaten hadden en de overwinning was het eerste zijner wonderen. De Koran, die langzaam uil den hemel daalde, had een driedubbel karakter: Mahomed openbaarde zich daarin als dichter, zedeleeraar en staatsman: tabelachlige verbalen mol gretigheid aangeboord in een land, waar bet geloof aan het wonderbare zoo diep ingeworteld was, klonken betooverend in die Arabische taal, waarvan Mahomed, meer dan iemand anders, de machtige hulpmiddelen en den welluidenden overvloed kende; nl bet verleidelijke en aanlokkende wat een dichterlijk beeld kan bezitten, wérd aangewend tol schildering van een paradijs geschapen voor de zinnen en alles verwezenlijkende wal de hartstochlelijksle mensch kan droomen. Hoewel de Koran voor alles ton dóel bad op de menschelijke hartstochlen te werken, predikte bij toeli op vele plaatsen een verhevene en zuivere zedeleer; ie midden der algemeene verbastering van dien lijd bracht die zedeleer de rede lui miskende waarliedeu terug en droeg er iue bij um aan


-ocr page 15-
-ocr page 16-
-ocr page 17-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

Mahomed het karakter van een godsgezant te geven. De voor-schriften van den Koran waren in volkomen overeenstemming met de behoeften en de zeden der Arabische volkeren; haar leer van de onbeperkte macht van lid zwaard viel juisl in den geesl der stammen, die steeds gewoon waren alles door den strijd te beslissen. De zoon van Abdallah nam uit den Bijbel en hot Evangelie wat hel meeste niet den geest en de gewoonten van zijn land strookte, hij ontleende aan de andere in het Oosten verspreide eerediensten wat het beste tot zijne stoute plannen van hervorming kon dienen, en uit dat mengelmoes van verschillende leerstellingen ontwierp hij het duistere en verwarde boek, dat sinds meer dan duizend jaren liet orakel van de liellt der wereld is geworden.

Mahomed was veertig jaar oud, toen hij zijn apostolischen arbeid in Mecca begon. Na veertien jaren gepredikt te hebben, zag hij zich genoodzaakt naar Medina te vluchten om aan zijn suiin ie ontkomen, die hem vervolgde: met deze vlucht naar Medina, die den 16quot; Juli 622 plaats greep, vangt de muzel-mansche tijdrekening aan. Aan hel hoold van zijne dweepzieke, door zijne prediking begeesterde volgelingen overweldigde de proleet-apostel Gods, gelijk hij zich zei ven noemde, binnen weinige jaren geheel Arabic; hij was er op bedacht zijne veroveringen voort te zeilen, loen in 6;J2 bet vergil' plotseling te Medina een einde aan zijn leven maakte. Abu Beker, zijn schoonvader, die den titel aannam van plaatsbekleeder van Gods apostel, zette gedurende eene regeering van zeven en twintig maanden het werk der verovering voort; Omar, opvolger van Abu-Beker, die zich eerst plaatsbekleeder van den plaatsbekleeder van Gods apostel en later vorst der (/eloouifien deed noemen, maakte zich meester van Perzië. Syrië eii Egypte behoorden weldra eveneens tot bet islamisme door de macht van bet zwaard. De nieuwe godsdienst bedreigde alle natiën. De horden van bet islamisme drongen Afrika binnen, plantten de vaan van den proleet op de puinhoopen van Carthago en verbreidden den schrik hunner wapenen lol aan de kusten van den Atlaiilischen Oceaan. Vanaf indië tot, aan de straat van Cadix, vanal de Caspische zee tot aan den Oceaan, veranderde alles: taal, zeden, godsdienst. Wat van bet heidendom overbleef, werd evengoed uitgeroeid als de eeredienst der vuur-aanbidding; het christendom bestond nog lernauwernood. Constantinopel, dal bel bolwerk was van hel Westen, zag tallooze borden Sarracenen voor zijne muren; onderscheidene keeren te water en te land belegerd, had de stad van Conslan-tijn haar behoud alleen le danken aan bel Grieksche vuur, aan de ter barer hul|) toegesnelde Bulgaren en de onbedrevenheid der Arabieren in de zeevaartkunde.

Gedurende de eerste eeuw van de hegira werd aan de veroveringen der mu/elmaiinen alleen paal en perk gesteld door de zee, die ben van Europa scheidde, maar zoodra zij schepen gebouwd hadden, was geen enkel volk meer tegen liunne invallen bescbul; zij verwoestten de eilanden van de Middellandsehe Zee, do kusten van Italië en Griekenland; het geluk ol' het verraad maakte hen tot gebieders van Spanje, waar zij de heerschappij der Gotben vernietigden; zij maakten gebruik van de zwakheid der kinderen van Clovis om in de zuidelijke provinciën van Gallic door le dringen en werden eerst door de overwinningen van Karei-Martel in bun vreeselijken tocht gestuit.

Te midden van hunne eersle veroveringen hadden de Sarracenen al dadelijk limine oogen op Jerusalem geslagen. Naar de inuzelmanneii gcloo.en, had Mahomed de stad van David en Salomon met zijne tegenwoordigheid vereerd; van daar was hij vcrirokken om in zijn naeblelijken lochl naar den hemel op te siijgvn. De Sarracenen beschouwden Jerusalem als liet huis Gods, als de stad der heiligen en der mirakelen. Twee onderbevelhebbers van Omar, Amru en Serdjul, belegerden de licilige stad, die üich gedurende vier maanden hardnekkig verdedigde; iedereu dag bestormden de Sarracenen de benauwde stad onder bel aanbellen dezer woorden van den Koran: La U ons het heilii/e Umd binaeiKjaan, dat God ons beloofd heejl. In bun langdurigen tegenstand hoopten de christenen steeds op bijstand van lleraclius; maar de keizer van Byzantium durlde niets lol ontzet van Jerusalem le ondernemen. Kalif Omar kwam zeil naar l'alestinu, om de sleutels der veroverde slad in ontvangst te nemen. ..

De christenen moesten met droefheid lijdelijk aanschouwen, dal de kerk van het heilig graf door de tegenwoordigheid van deu Bebeerscher der geluovigen ontheiligd werd. De patriarch Sophronius, die den kalif moest vergezellen, kon zich niet onthouden deze woorden van Daniël le herbalen : uDe gruwel der verwoesting is in de heilige plaats.quot; Omar bad aan de inwoners eenè soort van godsdienstvrijheid gelalen, maar de luisler der plechtigbeden was hun ontzegd; de christenen verborgen hunne kruisen en buniie gewijde boeken; de klok riep niet meer lol hel gebed op: Jerusalem was in rouw gedompeld. Eene groole en prachtige moskee, die de reiziger op den huidigeu dag nog zien kan, werd door den kalif gebouwd op de plaats waar eertijds de tempel van Salomon stond. Het gezicht van dat aan den eeredienst der ongeloovigen gewijd gebouw vermeerderde niet weinig de droefheid der christenen. De gescbiedenis vermeldt, dal de patriarch don aanblik van die ontheiligingen niet verdragen kon en bij van vertwijfeling daarover stierf.

Tntusschen hield de tegenwoordigheid van Omar, wiens gematigdheid door het Oosten geprezen werd, de naijverige dweepzucht der muzelmannen in loom. Na zijn dood hadden de christenen veel meer te lijden; zij werden uil hunne woningen verdreven, in hunne heiligdommen gehoond; men verhoogde de schatting, die zij aan de nieuwe meesters van Palestina moesten betalen; het werd bun verboden wapens te dragen, te paard te rijden; een lederen gordelriem, dien zij nooit mochten afleggen, was bet teeken hunner dienstbaarheid; zelfs gingen de overwinnaars zoo ver van aan de christenen bel gebruik van de Arabische taal te verbieden, dewijl bet de taal van den Koran was; ja zelfs bad bet aan Jesus Cbrislus getrouw gebleven volk de vrijheid niet zijue herders te kiezen zonder tusscbenkomst van de Sarracenen.

De inval der muzelmannen had geen einde gemaakt aan de pelgrimsLochten. Omstreeks bel begin der Milquot; eeuw slak een bisschop van Gallië, de heilige Arculphus, de zeeën over en bleef'negen maanden te Jerusalem; het verhaal van zijn pelgrimstocht, door den abt van een klooster der Britsche eilanden opgesteld, bevat vele bijzonderheden omtrent de heilige plaatsen. Hij gewaagt van de moskee van Omar, zonder haar te noemen; bij bepaalt zich tot de vermelding, dat het onaanzienlijke sarra-ceenscJie gebouw drie duizend menscben kon bevallen. Arculphus is belangwekkender als bij de grafspelonk bespreekt waarin de Verlosser der wereld drie dagen lang den doodslaap sliep, en als bij spreekt van de verschillende kapellen van Golgotba en de vinding vau bel heilig kruis. Hoe vurig schittert zijn godsvrucht, wanneer hij ons de lijdenswerktuigen toont, die in een heiligdom bewaard worden, en die kerk zonder dak op den top van den Olijlberg beschrijft, die kerk waarvan de acht glasvensters elk een brandende lamp schenen en des nachts van de zijde van Jerusalem zich als gouden bollen vertoonden, die den berg omstraalden, van waar de Messias naar den beinel terugkeerde. Arculphus verhaalt ons, dal er alle jaren, op den 15quot; September, een groole jaarmarkt in de heilige stad gehouden werd: eene groole menigte menscben stroomden dan van alle zijden naar Jerusalem; de vrome bisschop maakt de bemerking, dat de talrijke kameelen, paarden en ossen de straten der heilige stad zeer verontreinigden, doch dal na de jaarmarkt een wonderdadige regen diu opeenhooping van vuilnis wegspoelde.

Twintig of dertig jaren na den pelgrimstocht van Arculphus zien wij een anderen bisschop, Willibald, nit hot land van Saksen, den grond van Syrië betreden; zijn bezoek aan do heilige plaatsen en zijlie lotgevallen zijn opgeteekend door eene religieuse van zijne lamilio. Te Eniesa gevangen genomen, had Willibald zijne invrijheidstelling te danken aan do tusscbenkomst van een Spaansch koopman, wiens broeder in dienst was bij don emir of gouverneur der stad. Toen hij voor den emir gevoerd werd om gevonnisd le worden, sprak deze ton aanhoore van al de aanwezigen deze merkwaardige woorden: «Ik heb hier reeds dikwijls lieden uit hun land gezien; zij bobben geen kwaad in denzin, maar wenschen alleen hun wet, te volbrengen.quot; Deze denkwijze, welke men destijds algemeen omtrent de uil Europa gekomen pelgrims voedde, verklaart ous hoe de reizigers door bel Oosten trokken zonder dat men bun eeuig geweld aandeed. Arculphus bad twaalf brandende lampen bij bet heilig graf gevonden, Willibald telde er vijllien. Ten tijde van Arculphus was over den Jordaan lor plaatse waar Cbrislus gedoopt werd een brug gelegd, waarvan do christenen, die zich in de gewijde wateren gingen baden, zich bedienden; Willibald maakl geen molding van de brug, maar spreekt van een koord, dat de boide oevers van den Jordaan verbond. Boide pelgrims maken echter gewag van een groot bouten kruis, dat in bet midden der rivier geplaatst was. De reisbeschrijvingen van Arculphus en Willibald zeggen niets van do veranderingen iu hol lol dor christenen van Palestina door den inval van hot islamisme.

De burgeroorlogen der muzelmannen schonken aan do christenen eenige tusschenpoozingen van rust en verademing. Do dynastie der Oiniaden, die den zetel van bot rijk naar Damascus overgebracht hadden, werd doodelijk gehaat door de steeds geducbler wordende partij der Abbassiden; zij hield zich minder bezig met de vervolging van bet christendom dan met de beveiliging van hare steeds bedreigde macbl. Merwan II, de laatste kalif van dat geslacht, betoonde zich het wreedaardigste legen de volgelingen van Jesus Cbrislus. Toen hij mot al zijne broeders onder de slagen zijner vijanden bezweek, vereénigden zich christcnen en ongeloovigen om God te danken hel Oosten van dien geesel verlost te hebben.


-ocr page 18-

CI'SCHltfDENIS DER KUIISTOCHTEN.

i;

De Abbassidon, die don zetel van het rijk in het door lica gestichte Bagdad overgehraehl hadden, ondervonden vele lotwisselingen, waarvan de gevolgen zich onder de christenen deden gevoelen: te midden der veranderingen, welke de grillen dei tortuin ol' die van do dwingelandij te voorschijn riepen, was het getrouwe volk, zegt NVilliehnus van Tyr, gelijk aan een zieke, wiens pijnen verniindercn ol' vermeerderen naai'-mate de hemel helder ol' met onweerswolken hezwangerd is. Steeds geplaatst tusschen de strengheid van de vervolging en het genot van een voorbijgaande rust, zagen de christeneii eindelijk kalmer dagen aanbreken onder de regeering van llaroen-al-ltaschid, den grootstcn der kalil's van de dynastie van Abbas. Op dal tijdstip beschenndo de roem van Karei den Groote, die zich lot in Azië verbreid had, de kerken van bet Oosten. Zijne vrome milde giften verlichtten de armoede der christenen van Alexandrië, Carthago en Jerusalem. De twee grootste vorsten van limine eeuw bewezen elkander hun wederzijdsche achting door menigvuldige gezanten en zonden elkander luisterrijke geschenken, liij die stollelijke bewijzen van vriendscluip tusschen twee machtige monareben ruiiden hel Westen en het Oosten de kostbaarste voortbrengselen van hun grond en hunne nijverheid. De kali!' zond een olirant, wierook, ivoor, een schaakspel, een klok, waarvan het vernullige raderwerk de geheele horhouding van Karei den Groote in verbazing bracht. De geschenken van den koning der Franken bestonden uit wit en groen laken van Friesland, in jachtlion-den uit Saksen. Karei de Groote schiep er behagen in den gezanten van den kalil' den luister der godsdienstige pleclnig-heden te doen aanschouwen. Get uigen te Aken van verscheidene procession, waarbij de geestelijkheid de kostbaarste gewaden en sieraden droeg, keerden de afgezanten naar bun land terug, waar zij vertelden dat zij mannm van (juud gezien hadden.

De staalkunde was ongetwijfeld niet vreemd aan de betuigingen van achting, waarmede Haroen den keizer van bet Westen overlaadde; de kalil voerde krijg met de meesters van Gonstantinopel en mocht met recht vreezen dat de Grieken bet dapperste onder de christenvolken zouden overhalen bun ie hulp te komen. De volksoverleveringen van Hyzantiuiu stelden de Latijnen als de toekomstige bevrijders van Griekenland voor; bij een der eerste belegeringen van Gonstantinopel bad enkel hel gerucht van de nadering der Franken den moed der belegerden verlevendigd en schrik in de gelederen der muzelmannen verspreid. Ten tijde van Haroen oefende de naam van Jerusalem reeds zulk een machtigen invloed op de christenen van bet Westen uit, dat het enkele noemen van dien vereerden naam voldoende was, om hun krijgshaftige geestdrilt op te wekken. Ten einde aan de Franken alle voorwendsel te ontnemen lot een godsdienstoorlog, die bun de partij der Grieken zou kunnen doen omhelzen en lien in Azië lokken, liet de kalif geen enkele gelegenheid voorbijgaan om zich de vriendschap van Karei den Groote te verzekeren en deed hem de sleutels van liet heilig gral en de heilige stad aanbieden. Deze aan den grootstcn monarcli der christenheid bewezen hulde, werd met geestdrift door de kronijken van zijn tijd vermeld en gaf later aanleiding tot de meening dat de Weslersche keizer in Jerusalem geweest was.

Ilaroen bad de ebristenen der balijnsche Kerk als zijn eigene onderdanen beschouwd : de zonen van den kalil volgden zijne gematigdheid na; onder hunne regeering was Bagdad 'het brandpunt der kunsten en wetenschappen. Den kalil Almanzor, zegt een Arabisch geschicdscbrijver, was liet bekend, dat degenen die aan de ontwikkeling van het verstand arbeiden, de uitverkorenen Gods zijn. De gedurige aanraking met de ebristenen verzachtte de zeden der hoofden van het islamisme en deed bun eene verdraagzaamheid in acht nemen, welke aan de metgezellen van Abu Beker en Omar onbekend was. Terwijl de Arabieren van Alrika hunne veroveringen naar het westen voortzetten en zich meester maakten van Sicilië, en Home zelfs zijne voorsteden en de Sint-Pauluskerk door de ongeloo-vigen zag overweldigen en plunderen, konden de christenen binnen de muren van Jerusalem rustig hunne gebeden verrichten. De pelgrims, die er uit alle oorden van Europa heentrokken, werden geherbergd in een gasthuis, waarvan men de stichting aan Karei den Groote toeschreef. Naar bet verhaal van den monnik Bernardus, een Franscbman van geboorte, die omstreeks bet einde van de IV' eeuw met twee andere religieuzen de reis naar het heilige land ondernam, bestond bet gasthuis der pelgrims van de Eatijnsche Kerk uit twaalf huizen of herbergen. Aan die vrome stichting behoorden akkers, wijngaarden en een tuin, die in het dal van Josaphat lagen. Evenals die welke de Weslersche keizer in hel noorden van Europa stichtte, bezat dal gasthuis een boekerij, voor de christenen en,de pelgrims toegankelijk. Reeds in de VIquot; eeuw zag men bij de lontein van Siloe een kerkhof waar de pelgrims begraven werden die te Jerusalem stierven. Tusschen de graven der geloovigen woonden de dienaren Gods. Dat oord, zegt een schrijver, beplant met vruchtboomen, doorzaaid met graven en nederige cellen, vereenigde de levenden en de dooden en bood een tegelijk lachend en somber tafereel aan.

Bij den aandrang om bet graf van Jesus Gbristus te bezoeken, voegde zich het verlangen om reliquieën te bekomen, destijds door de godsvrucht der geloovigen gretig gezocht. Allen die uil het Oosten terugkeerden, stelden er roem in naar hun vaderland eenige kostbare overblijlselen van de christelijke oudheid mede te brengen, en voornamelijk de gebeenten der heilige martelaren, bestemd om bet sieraad en de rijkdom der kerken uit te maken; de vorsten en koningen zwoeren op de relii|uieën dat zij de waarheid en de gerecbligheid zouden eerbiedigen. Ook de voortbrengselen van Azië trokken de aandacht van Europa. Wen leest in Gregorius van Tours, dat onder de regeering van Gontran de wijn van Gaza in Frankrijk beroemd was; dat de zijde en edelgesteenten van hel Oosten den tooi vormden der grooten van bet rijk, en dat de heilige Eligius het niet beneden zich achtte, zich aan bel hof van Dagobert in de rijke stollen van Azië te kleeden. Do koningen van Frankrijk hadden een joodseben koopman in hun dienst, die jaarlijks een reis naar het Oosten moest ondernemen, om overzeese lie voortbrengselen in te koopen. In de kronijken van dien tijd lezen wij, dat er onder de menigte van Europeesche christenen die in Egypte ol Syrië kwamen, zich een groot aantal bevonden, die enkel om handelsspeculatiën de reis ondernomen hadden. De Venetiërs, de Genueezen, de kooplieden van l'isa, Amalli, Marseille hadden huizen te Alexandrië, in de havensteden van Phenicië on in de heilige stad. Voor de kerk van de Heilige Maria to Jerusalem lag een groot marktveld: ieder koopman, dio daar oen standplaats wilde hebben, moest jaarlijks twee goudstukken aan het Eatijnsche klooster betalen. Wij hebben reeds vroeger gesproken van een groote jaarmarkt, die telken jare op den vijftienden dag van September geopend werd.

Er was geen misdaad, die niet door de reis naar Jerusalem en door godvruchtige oefeningen hij het graf van Jesus Christus geboet kon worden. In een oude kronijk, geschreven door een monnik van Redon, lezen wij dat in 868 een aanzienlijk edelman uit het hertogdom Brelagne, Frotmond genaamd, die zijn oom en den jougsten zijner broeders vermoord had, in een boetekleed voor den koning van Frankrijk en eene vergadering van bisschoppen verscheen. Na hem zwaar met ketenen geboeid te hebben, veroordeelden dc monarch en de prelaten hem om tot boete voor het door hem vergoten bloed naar het Oosten te vertrekken en dc heilige plaatsen te bezoeken, hot boold bestrooid met assche en bel lichaam met een haren kleed gedekt. Van zijne dienaren en de medeplicbli-gen aan zijne misdaad vergezeld, reisde Frotmond naar l'ales-tina. Na eenigen lijd in Jerusalem vertoeld te hebben, trok bij de woestijn door, bezocht de boorden van den Nijl, doorkruiste een gedeelte van Afrika, strekte zijn tocht zells uit lot Carthago en keerde naar Bome terug, waar paus lienedictus hem aanried een nieuwen polgrimstocbt te ondernemen, om zijn penitentie ten einde toe te volbrengen en de volkomene vergil-lënis zijner zonden te verwerven. Frotmond zag Palestina ten Uveede male terug, drong tot aan de kusten van de Boode Zee door, verbleef drie jaren op den berg Sinaï en bezocht daarna in Armenië den berg, op welken de ark van Noach na den zondvloed was blijven steken. Jn zijn vaderland teruggekeerd, werd hij als een heilige ontvangen, trad in het klooster van Bodon en stierl diep betreurd door de kloosterlingen, die hij door hot verbaal zijner pelgrimstochten geslicht had.

Verscheidene jaren na den dood van Frotmond, moest Censius, prefect van Bome, die den paus in de kerk van Santa-Maria-Maggiore gehoond had, door hem van het altaar te sleuren en in een kerkerhol le werpen, den pelgrimstocht ondernemen, om voor die gruwelijke beiligschennis vergeving le bekomen. De zwakke sekse werd zells niet weerhouden door de moeielijkheden en de gevaren van eene langdurige reis. Helena, uit eene adellijke lamilie van Zweden gesproten, verliet haar aan den afgodendienst overgegeven land en reisde te voet naar Palestina. Toen zij, na de heilige plaatsen bezocht te hebben, in haar vaderland terugkeerde, werd zij door hare bloedverwanten en landgenooten om het leven gebracht. Eenige door hare godsvrucht getrolïen geloovigen richtten ter barer gedachlenis op het eiland Seelaud eene kapel op, nabij eene fontein welke nog heden ten dage den naam draagt van fontein der heiluje Helena. De christenen van het Noorden begaven zich langen tijd in bedevaart naar die plaats, waar zij eene grot bezochten, welke Helena voor haar vertrek naar Jerusalem bewoond bad.

Alvorens met de IXquot; eeuw af te sluiten, moeten wij nog een gewichtig historisch document van 881 dagteekenende aanhalen, dat ons een juist denkbeeld geelt van den toestand der Eatijnsche Kerk van Jerusalem op dal tijdstip en ons een bewijs levert van de broederlijke betrekkingen, welke toen reeds plechtig aange-


-ocr page 19-

7

knoopt waren lusschen do clirisleiicn van hol Ousiun ou do clu'islonen van Europa. Bedoeld sink is een brief van ilelias, paU'iarcli van Jerusalem, gericlil aan Karei den Jonge, aan de allmloorliu'litigsle, allcruodvreezcnilslc, alleiroemrijkste prinsen van het doorlnchluie slamhuis van den t/ivolen heizer Karei, aan de konintjen van al de Innden van Gallië, aan de gratiën, aan de allerho()(jwaafdi(jnte aarlsbissclinpiwn, metropolilanen, bisschoppm, ahlen, prieslerx, tlialenen, nabdiaixnen en bedienaren van de heiliiie Kerk; aan de vrome zusters, aan al de aanbidders van Jesiis Christus, aan de doorluchline vrouwen, aan de vorsten, aan de hertofien, aan al de kathnliel;eii en rechtzinniye fieloovif/cn van de jieheele christelijke wereld. Na van de talrijke wederwaardigheden gesproken te 'lieblien, welke de clirislenen van Jerusalem te lijden gehad hebben en waarvan de peltjrinis in Knropa een getrouw veihaal hebben kunnen geven, zegt de patriarch, dat de vorst van Jerusalem, door de barmhartigheid van do goddelijke Voorzienigheid christen geworden, aan de gcloovigen vergund heell hunne kerken weder in bezit ie nemen en hunne verwoeste heiligdommen te herbouwen. Daar do geloovigen echter geen geld genoeg hadden om de onkosten van liet herstel tier heilige plaatsen te bestrijden, zijn zij in do noodzakelijkheid geweest hunne toevlucht tot de muzèlmaunen te nemen; daar deze echter niet zonder onderpand hebben willen loenen, hebben de christenen hnnne olijfboomen, hunne wijngaarden, hun gewijd vaatwerk in pand gegeven; maar bij gebrek aan geld kunnen zij die niet terug bekomen. Door dien staat van zaken zien de monniken en de armen zich bedreigd van honger te moeten sterven, kunnen de christen slaven niet vrijgekocht worden en ontbreekt do olie in de lampen van bet heiligdom. Daar, volgens bet woord van den goddelijken apostel, wanneer een lid lijdt, de overige ledematen insgelijks lijden, hebben de christenen van Jerusalem besloten een beroep te doen op het medelijden hunner broeders van Europa. Eermps boden de kinderen Israels uit eigen beweging buunc penningen aan om het tabernakel weder op te bouwen; men was verplicht door een openbaar omroeper te doen arkondigea dat de aangeboden gillen toereikend waren, en ondanks deze waarschuwing bleven zij toch nog van alle zijden toevloeien; de patriarch vraagt ot de Westersche geloovigen, opgeroepen tot ondersteuning dei-Kerk van Jesus Christus, een minder vurigen ijver aan den dag zullen leggen dan de Israëlieten. Dit is in korte trekken de zakelijke inhoud van dezen patriarchalen brict. Wij weten niet wat bet christelijk Europa antwoordde, maar het is niet te denken, dat de beide met den brief van Hellas belaste monniken met ledige handen teruggekeerd zullen zijn. Er ligt als een voorgevoel der kruistochten in die slem uit Jerusalem, welke zich tweehonderd vijftien jaren voor de prediking van Peter den Kluizenaar smeekende aan het Westen deed hooren.

De Grieksche en Syrische christenen hadden zicli tot in de stad Bagdad metterwoon nedergezet, waar zij handel dreven, de geneeskunst uitoefenden en zich op de studio der wetenschappen toelegden. Zij geraakten door hunne kunde tot de aanzienlijkste ambten en werden soms zelfs met bet bestuur van steden en provinciën belast. Een der kalilen van hot geslacht der Abbassiden had verklaard, dat, de volgelingen van Jesus Christus bet meeste vertrouwen verdienden voor het beheer van Perzië. Eindelijk schenen do christenen van Palestina en van de muzelmansclie provinciën, de uit Europa komende pelgrims en reizigers geen vervolgingen meer te duchten te zullen hebben, toen plotseling nieuwe stormen over het Oosten losbarstten. Het duurde niet lang of de afstammelingen van llaroen ondergingen het lot der nakomelingschap van Karei den Groote en werd iVzië, evenals het Westen, in een algrond van omwentelingen en burgeroorlogen geslingerd.

Aangezien het door Mahomed gestichte rijk den geest van verovering tot grondslag had en de Staat door geeu enkele beschermende instelling verdedigd werd, zoodat alles met het persoonlijk karakter der beheerschers in verband stond, kon men reeds verschijnselen van verval waarnemen, zoodra er niets meer te veroveren viel en de gebieders ophielden zich te doen vreezen en eerbied in te boezemen. Ontzenuwd door de weelde en verbasterd door een langdurigen voorspoed, bemoeiden de kalifs van Bagdad zich niet meer met liet bestuur van den Staat, sleten hunne dagen in hunne serails en schenen zich geen ander recht voorbehouden te hebben dan dat van in de openbare gebeden genoemd le worden. De Arabieren bezaten niet meer dien blakenden ijver, die vurige dweepzucht, welke hen bij het verlaten der woestijn vervulde. Even weekelijk geworden als hunne hooiden, hadden zij niets meer van hunne krijgshaftige voorouders, die tranen stortten wanneer zij een veldslag niet bijgewoond hadden. Het gezag der kalifs had zijne ware verdedigers verloren, en toen de dwingelandij zich met op de oevers van deu Uxus gekochte slaven omringde, verhaastte deze vreemde krijgsbende, geroepen om den troon te schragen, slechts zijn val. Nieuwe sectarissen, verlokt door hel voorbeeld van Mahomed en overtuigd, dat de wereld moest gehoorzamen aan degenen die iets aan hare zeden ol hare meeningen zouden veranderen, verhoogden het gevaar der staalkundige beroeringen nog met dat van godsdienstige onlusten. Tc midden der algemeene verwarring bewezen vele emirs of stadhouders, waarvan verscheidenen groote rijken bestierden, nog slechts een ij del betoon van hulde aan de opvolgers van den profeet en weigerden hun geld en troepen te zenden. Het reusachtige rijk der Abbassiden stortte aan alle zijden ineen, en de wereld behoorde, gelijk een Arabisch schrijver zich uitdrukt, aan dengene, die er zich van kon meester maken. De geestelijke macht zelve was verdeeld; bel islamisme aanschouwde tegelijkertijd vijf kalils, die den titel aannamen van beheerseher der geloovigen en plaalsbekleeder van Mahomed.

Nu schenen de Grieken uit hunne langdurige verdooving te ontwaken en trachtten zij luin voordeel te doen met de oneenigheden en de ontaarding der Sarraceuen. Nicephorns l'hocas stelde zich aan de spits van een machtig leger en heroverde Antiochië op de muzelmannen. Reeds jubelde de bevolking van Gonstanti-nopel over zijne zegepralen en gal hem de bijnamen van Ster van het Oosten, dood en geesel der ongeloovigen, cn hij zou die fraai klinkende titels verdiend hebben, iiidien de Grieksche geestelijkheid zijne pogingen ondersteund had.

Nicephorns wilde aan dien oorlog een godsdienstig karakter geven en allen in den rei der martelaren stellen die in den strijd den dood vonden, doch de prelaten van zijn rijk veroordeelden zijn plan als lielligsebennend. Verstoken van de machtige drijlveer der dweepzucht, vond Nicephorns onder do Grieken meer lofredenaars dan soldaten en kon hij zijne voordeden op de Sarraceuen niet voortzetten, wien, zelfs in hun verval, de godsdienst den tegenstand en de zegepraal voorschreet. Zijne overwinningen die men te Gonstanlinopel met zooveel ophef vierde, bepaalden zich tot de inneming van Antiochië cn dienden slechts om de christenen van Palestina te doen vervolgen. Beschuldigd van in verstandhouding le slaan met de Grieken, stierf de patriarch van Jerusalem op een brandstapel en vcr-seheidene kerken van de heilige stad werden aan de vlammen prijsgegeven.

Een Griekseh leger was, door Temelicus aangevoerd, lot aan de poorten van Amida, een stad aan do boorden van den Tigris gelegen, genaderd : dit leger werd te midden van een orkaan overvallen door tie Sarraceuen, die een groot aantal gevangenen maakten. De in de banden der ongeloovigen gevallen christen soldalen vernamen in do gevangenissen van Bragdad den dood van Nicephorns, en daar zijn opvolger Zimisces zich niet aan hunne invrijheidstelling liet gelegen liggen, schreef bun aanvoerder hem het volgende ; «U, die ons in een gevloekt land laat omkomen en ons niet waardig acht, volgens onze christelijke gebruiken in de graven onzer vaderen le iiisten, u kunnen wij niet als wetlig opperhoofd van het heilige Grieksche rijk erkennen. Als gij degenen niet wreekt, die voor Amida gevallen zijn zoowel al^ degenen, die op vreemden bodem in gevangenschap versmaehten, zal God u daarvan rekenschap afvorderen in den geduchten dag des oordeels.quot;

Toen Zimisces dien brief le Gonstanlinopel ontving, zegt een geschiedschrijver van Armenië, werd hij door droefheid bevangen en besloot hij den boon, den godsdienst en het rijk aangedaan, bloedig te wreken. Overal rustte men zich tot een nieuwen oorlog tegen do Sarraceuen uit. De Westersche volken I leven niet vreemd aan die onderneming, welke de Kruistochten meer dan een eeuw vooratging. Do Venetiërs, die hun handel in het Oosten uitgebreid hadden, verboden, op stralle des doods ot eene boete van honderd gouden livres, aan do Arabieren van Afrika en Azië ijzer, hout of eenig soort van wapen le verkoopen of te verschaffen. De christenen van Syrië en verscheidene Armenische vorsten schaarden zich onder de vanen van Zimisces, dio aan het hoofd van een aanzienlijk leger den oorlog op het grondgebied der Sarraceuen overbracht. Kr heerschte destijds zulk een groote verwarring in het muzehnansche rijk, de geslachten der Kalifs volgden elkander zoo snel op, dat de geschiedenis ternauwernood weet welke vorst de heerschappij over Jerusalem voerde. Na de muzelmannen aan de boorden van den Tigris overwonnen en den kalif van Bagdad gedwongen te hebben een schatting aan de opvolgers van Gonstanlijn te betalen, rukte Zimisces Syrië binnen, maakte zich meester van Damascus en onderwierp, den Libanon overtrekkende, al de steden van Judea. In een brief welken hij destijds aan den koning van Armenië schroei, betreurt hij het, dat de gebeurtenissen van den oorlog hem belet hebben do heilige stad te bezoeken, die door hem uit de macht der ongeloovigen vei lost en met een christen bezelting voorzien was.

Zimisces maakte zich gereed om den oorlog tegen de muzelmannen met kracht voort te zetten, daar hij voornemens was hun rd de provinciën van Syrië en Kgypte le ontweldigen, toen de dood hem verraste; hij stierf door vergitl. Deze dcod


-ocr page 20-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

8

was da redding van liet islamisme, dat aluin zijne lieerschappij 1 hernam. Hunne aandacht aan andere dingen wijdende, vergalen de Grieken hunne veroveringen; Jerusalem en al de van het juk der Sarracenen bevrijde landen vielen nu in de macht der 'kalils van de dynastie der Falimiden, die zich aan de oevers van den Nijl gevesligd hadden en van de onder de gebieders van het Oosten heerschende wanorde gebruik maakten om hunne heerschappij uit te breiden.

De nieuwe meesters van Judea behandelden de christenen aanvankelijk als bondgenooten; ia de hoop van limine schatten te vermeerderen en de rampen van den oorlog te herstellen begunstigden zij den handel der Europeanen en de pHgrimstochlen naar de heilige plaatsen. De markten der Eranken werden weder in de stad Jerusalem hersteld; de chrislenen bouwden de verwoeste gasthuizen der pelgrims en de kerken weder op; gelijk aan den slaat', die soms verlichting gevoelt als hij van meester verandert, schikten zij zich gedwee naar de wetten der heerschers van Gaïro; zij konden zich vooral met de gegronde hoop vleien, dat hunne rampen een einde gingen nemen, toen zij den troon van Egypte zagen bestijgen door den kalif Hakeni, die eene christin tot moeder bad en wiens oom van nioedcrszijde patriarch van de heilige stad was. Maar God, die, volgens de uitdrukking der geschiedschrijvers van dien tijd, de deugd der geloovigen wilde beproeven, deed alras al hunne blijde verwachtingen in rook opgaan en bezocht hen met nieuwe vervolgingen.

Hakem, de deide der Fatiinitische kalils, kenmerkte zijne regeering door al de buitensporigheden van de dweepzucht en den waanzin. Wankelbaar in zijne plannen en tusschen alle godsdiensten zwevende, vervolgde en beschermde hij het christendom bij afwisseling. Hij eerbiedigde noch de staatkunde van zijne voorgangers, noch de wetten die hij zeil gemaakt had. Ilij veranderde den volgenden dag wat bij daags te voren vastgesteld had en stichtte overal wanorde en verwarring. In de bedwelming van zijne macht dreef hij zelfs den waanzin zoover, dat hij geloofde een god te zijn. De s'chrik, dien hij inboezemde, deed hem aanbidders vinden : men richtte hem altaren op iu de nabijheid van Eostat (het oude Cairo), dat hij iu vlammen had doen opgaan. Zestig duizend zijner onderdanen bogen zich voor hein ter aarde en vereerden hem als den heer der levenden en der doodeu.

Hakem verachtte Mahomed, maar bij durfde de muzelmannen niet te vervolgen, dewijl zij al te talrijk in zijne staten waren. De God vreesde voor het gezag van den vorst en deed al het gewicht zijner gramschap nederkomen op de christenen, die hij aan de woede hunner vijanden prijsgaf. De ambten, wHke de christenen in bet bestuur bekleedden, de misbruiken ingeslopen bij de helling der belastingen, waarmede zij belast waren, hadden hun den haat van al de muzelmannen op den hals gebaald. Zoodra de kalif Hakem bet sein lot de vervolging gegeven had, vonden zij overal beulen. Men begon met degenen te vervolgen, die misbruik van liiiiine macht gemaakt hadden; daarna werd de christelijke godsdienst het doelwit en de gods-vruchtigsten onder de christenen waren de meest schuldigen. In alle steden van Egypte en Syrië stroomde het bloed der christenen; hun moed te midden der folteringen deed den haat hunner vervolgers slechts toenemen. De klachten, die bun ontsnapten- in hun lijden, de gebeden, die zij tot God richtten om het einde huiiner ranipen af te smeeken, weiden als verzet beschouwd en als de zwaarste misdaad gestraft.

Het is waarschijnlijk, dat staatkundige redenen zich destijds met die der dweepzucht vereenigden, om de chiisteueii te vervolgen. Gerbert, bisschop van Havenna, paus geworden onder den naam van Silvester II, was ooggetuige geweest van de verdrukking, waaronder de christenen gebukt gingen tijdens een pelgiimstocht, dien hij naar Jerusalem ondernam. Dij zijn terugkeer spoorde hij de Westersche volken aan, om de wapenen tegen de Sarracenen op te vatten. In zijne ver-inaningen lief hij Jesus zelf spreken, die zijne rampen betreurde eu zijne kinderen, de christenen, bezwoer zijne ketenen te komen verbreken. De volken werden geroerd door de jammei klachten van Sion. De I'izaners, de Geuuezenen de koning van Arles lioson, ondernamen een krijgstocht ter zee tegen de Sarracenen en deden eene landing op de kusten van Syrië. Die vijaude-lijkheden eu het met den dag aangroeiend aantal pelgrims waren wel geschikt den heerschers van het Oosten wantrouwen in te boezemen. Verontrust door onheilvolle voorspellingen en onvoorzichtige bedreigingen van de christenen, zagen de Sara-cenen in de volgelingen van Christus niets anders meer dan vijanden.

Hd is niet mogelijk, zegt Wilhelmus van Tyr, al de middelen op fe sommen, welke aangewend werden, om de vei volgïngs-woede legen de christenen nieuw voedsel te geven. Onder de vele der door de geschiedschrijvers aangehaalde trekken van barbaarschbeid, is er een, die aan Tasso de gedachte van zijne treilende episode van Ulinda en Sophroma heell ingegeven. Een der verwoedste vijanden van de christenen wierp op zekeren naelit, om den haat linnner vervolgers des te heviger op te wekken, een dooden hond in een der voornaamste moskeeën der stad; de eersten, die hun morgengebed kwamen verrichten, weiden bij het aanscbouwen van die ontheiliging door onfzetting aangegrepen; weldra laten zich in al de straten der stad dreigende kreten en wraakgeroep booren; een onafzienbare volksmenigte stroomt opgewonden rondom de moskee samen; men besciinldigt de volgelingen van Christus; men zweert den smaad, Mahomed aangedaan, in hun bloed te zullen afwasscben. Al de christenen waren op het punt aan de wraak der muzelinaniien opgeoll'erd te worden; reeds bereidden zij zich tot den dood, toen een jongeling, wiens naam de geschiedenis niet bewaard heelt, zich in hun midden vertooiido en hen aldus toesprak: «Er zou geen grooter ramp kunnen plaats hebben dan bet vergaan der Kerk van Jerusalem: liet voorbeeld van den Zaligmaker leert ons, dat een enkele zich voor bet heil van allen moet opollëren. Welaan! belooft mij elk jaar mijne gedachtenis te zullen vieren, mijne lainilie altijd te eereu, en ik ga, met Gods hulp, den dood afwenden, die de gansclie christen bevolking bedreigt.quot; De geloovigen namen het olVer van dien edelmoedigen martelaar van hel mensclidom aan, en zwoeren zijn naam steeds in zegenend aandenken fe zullen houden. Om zijn geslacht te eeren, werd in dienzelfden stond besloten, dat elk lid zijner familie bij de plechtige processie, die elk jaar met de paaschleesten gehouden werd, tusschen de palmtakken den olijftak zou dragen, die aan Jesus Christus toegewijd is. Verheugd over de eer, die hem in ruil voor zijn vergankelijk leven Ie beurt viel, verlaat de jongeling de m tranen smeltende vergadering en begeell zich naar de muzel-mansche rechters, voor wie hij zich van de misdaad beschuldigt, die men aan al de belijders van het Kvangelie ten laste legue; ongeroerd door die heldhaltigo! zelfopollering spraken de rechters het doodvonnis over hem uit. Hierdoor werd het dreigende zwaard van het hoofd der christenen afgewend en hij die zich voor ben opgeollerd had, ging in den hemel bel loon ontvangen, weggelegd voor degenen, die van het vuur der naas-tenliclde branden.

Intiisscben wachtten den christenen van Palestina andere rampen: allo godsdienstige plechtigheden werden verboden, het meerendeel der kerken in stallen veranderd; die van het Heilig Graf geheel verwoest. Lil Jerusalem verdreven, verspreidden de clirislenen zich over al de landen van het Oosten. De oude gescliiedschrijvers verhalen dal de wereld den rouw der heilige stad deelde en door schrik en ontroering bevangen werd. De winter vertoonde zich, met al zijne verschrikkingen, in streken, waar hij tol dusverre onbekend was. De Hospliorus en de Nijl voerden drijfijs mede. Eene aardbeving deed zich in Syrië en Klein-Azië gevoelen, en hare schokken, die zich gedurende twee maanden herhaalden, vernielden verscheidene groote steden. Toen de lijding der verwoesting van de heil ge plaatsen in het Westen bekend werd, ontlokte zij aan alle christenen beele tranen. Men leest in de kronijk van den uionnik Glaber, dat ook Europa do voorleekenen van een groote ramp gezien had: een regen van steenen was in Bourgogne gevallen; een komeet en dreigende meteoren hadden zich aan den hemel vertoond. De opgewondenheid onder de christen volken was groot; nochtans namen zij nog niet de wapenen legen de ongeloovigen op en hun wraak trof de Joden, die geheel Kuropa beschuldigde, de woede der iniizehnannen aangestookt te hebben.

De verdrukking, waaronder de heilige stad gebukt ging, maakte haar nog eerbiedwaardiger in de oogen der geloovigen ; de vervolging verdubbelde den vromen toevloed dergenen, die in Azië de met piiinhoopen vervulde heilige stad gingen aanschouwen. Het was in het in rouw gedompelde Jerusalem, dat God inzonderheid zijne genade uitdeelde en zijn wil kenbaar maakte. Hnn voordeel doende met dit gevoelen der chrislenen, maakten eerlooze bedriegers menigmaal op schandelijke wijze misbruik van de lichtgelooviglieid der cliristeuen. Om hunne beweringen geloof te doen vinden, was hel hnn voldoende brieven te ver-foonen, die, naar hun zeggen, te Jerusalem uit den hemel gevallen waren. Op dat tijdstip hield eene voorspelling, welke het einde der wereld en de ophanden zijnde verschijning van Jesus Christus in Palestina aankondigde, al de gemoederen in het christelijk Europa in een geweldige spanning en aller ge-dacliten warén op Jerusalem gericht. De kronijkschrijver Glaber deelt ons mede, dal de toevloed der pelgrims grooter was dan ooit te voren. Jlen trok naar de heilige plaatsen om er de komst van den oppersten Rechler te verbeiden ,• de armen en mannen uit de volksklasse bedekten eerst de wegen naar Jerusalem, toen kwam de beurt aan de baronnen, de graven en de prinsen. De drukkende beklemdheid des harten, die de geloovigen tol den pelgrimstocht aandreef, bewoog bet ook lol hel bouwen van godvruclifige sfiebtingen; de goederen dezer wereld voor niets meer tellende, waren de rijken er op bedacht zich schatlen in den hemel fe vergaderen. Meer dan eene schenkingsaele begint met dezen zonderlingen aanhef: Aangezien het einde der


-ocr page 21-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

wereld nabij is, den day den oordeels vreezende enz. Dat geloof aan hel vergaan der wereld Ls een zeer opmerkelijk verschijnsel : licl verraadt bij de volken van Europa in do X1, eeuw die geheime onrust, dio sombere gemoedsstemming, welke zich gewoonlijk van de geslacbten meester maakt die geroepen zijn om groote dingen (e vervullen ; zoo dikwijls een tijdvak bewogen wordt door het onhestoinde voorgevoel van eenige nieuwigheid, begint bet zich, daar hel onbekend is met hetgeen komen moet, bevreesd en bekommerd te maken, en al dadelijk verbeeldt het zich dat bot einde dor wereld ophanden is. De Xquot; eeuw was in zekeren zin ziek van de omwenteling welke zij in liaren schoot droeg, en welk eene omwenteling waren niet die Kruistochten, welke in de volgende eeuw zouden aanvangen!

Het lijden der christenen van Jerusalem werd eensklaps ver-zacht door den dood van den kalit' Hakem, bun verdrukker; «de booze kalit Hakem,quot; zegt Wilhelmus van Tyr, «verliet deze wereld.quot; Daher, die hem opvolgde, veroorloofdé den christenen de kerk van bet Heilig Graf' weder op te bouwen. Do keizer van Constantinopel, wiens liel'dadigheid de geloovigen ingeroepen hadden, schonk uit zijn eigen schatkist de voor dien opbouw benoodigde sommen. Zevenendertig jaren nadat de tempel der Verrijzenis verwoest was, verrees hij weder luisterrijk uit zijne puinen: een beeld van Jesus Christus zeiven, die, overwinnaar van den dood, glorierijk uit den nacht des grals opstond.

Uit de voorbeelden van Frolmond en Censius heelt men kunnen zien, dat de bedevaart naar Jerusalem soms als canonieke boete werd opgelegd; in de XI'' eeuw waren die voorbeelden menigvuldig. De reis naar de heilige plaatsen werd inzonderheid als boetpleging opgelegd aan hen die zich met het bloed hunner broeders bezoedeld hadden, aan ben die zich de goederen der Kerk toegeëigend hadden en aan ben die den Godsvrede geschonden hadden. De groote zondaren werden veroordeeld om voor eenigen tijd hun vaderland te verlaten en een zwervend leven te leiden gelijk Cain; die wijze van boel-pleging strookte beter met de bedrijvige en rnstelooze geaardheid der Westersche volken. Het zij bier opgemerkt dat het ondernemen van bedevaarten in alle oude en nipuwere godsdiensten gebruikelijk was, ja zelfs aangemoedigd werd, zoo nauw is dit in overeenstemming met de natuurlijkste gevoelens van den monsch. Wanneer enkel hel zieu van een land, dat door helden en wijzen bewoond is geweest, zells dan als hunue geschiedenis in niet het geringste verband met ouze godsdienstige overtuiging staat, reeds genoegzaam is om verhevene en trell'cnde gedachten in ons op te wekken; wanneer de geest van den wijsgeer getroffen wordt bij hel zien der ongewijde overblijfselen van Palmyra, Memphis ol Athene, welk eene diepe ontroering moest dan niet de christenen aangrijpen op de plaatsen zelve, geheiligd door de tegenwoordigheid van hun God, en die zoowel aan hunne oogen als aan hunne verbeelding de bakermat vertoonden van dat levendige gelooi, waarvan zij zelf doordrongen waren, is het buitendien niet le veronderstellen, dal die verre omzwervingen in de bedoeling lagen der Voorzienigheid, opdat de ver verwijderde volkeren met elkander in aanraking zouden komen, om de beschaving te bevorderen.

De christenen van hel Westen, die in hun vaderland nagenoeg allen ongelukkig waren en dikwijls hunne ellende vergaten in verre reizen, schenen zich te verbeelden, dat zij met meer vrucht de bescherming van God konden inroepen builen hun land dan daar binnen, en er was dan ook geene provincie, die een martelaar of een belijder telde, wiens bijstand zij niet gingen afsmeeken, geen stad of geen eenzame plek, die niet de overlevering van cenig mirakel in eere hield en een voor de pelgrims toegankelijke kapel bezat. De grootste der zondaren of de vurigste der geloovigen stelden zich aan meer gevaren bloot en begaven zich naar ver verwijderde plaatsen. Nu eens richtten zij liimne schreden naar Apulië en Calabrië, bestegen den Monle-Gargano, vermaard door de verschijning van den heiligen Micbaël, ol den Monte-Cassino, beroemd door de mirakelen van den beiligen Benedictns; dan weder trokken zij de Pyreneeën over en gingen, in een door de Sarracenen bezet land, voor dereliquieën van den heiligen Jacobus, patroon van Gaiicië, hunne gebeden verrichten. Eenigen begaven zich, gelijk koning Dagobert, naar Rome en knielden neder op de graven der heilige apostelen Petrus en Paulus; anderen togen zelfs naar Egypte, waar Jesus zijne kindsche jaren had doorgebracht, en doorkruisten de dooide discipelen van Paulus en Anlonius bewoonde wildernissen van Thebe en Memphis.

Een groot aantal pelgrims trokken naar Palestina: zijgingen Jerusalem door de poort vau Epbraim binnen, waar zij een schatting aan de Sarracenen betaalden. Na zich door de onthouding en het gebed voorbereid te hebben, verschenen zij in de kerk van het Heilig Graf, gehuld in een doodlaken, dat zij bun geheele leven lang met zorg bewaarden en waarin zij na hun dood begraven werden, /.ij betraden met een heiligen eerbied den berg Sion, dien der Olijven, het dal van Josaphat, waarna zij Jerusalem verlieten om Bethlehem le bezoeken, waar de Verlosser der wereld geboren, den berg Tbabor, waar bij verheerlijkt werd, en al de plaatsen die getuigen geweest waren van zijne mirakelen. Vervolgens gingen de pelgrims zich in de wateren van den Jordaan baden en plukten op het grondgebied van Jericho palmtakken, die zij naar bet Oosten medenamen.

Zoodanig waren do godsvrucht en de geest der Xquot; en XIquot; eeuw dat de meeste christenen gemeend zouden hebben eene strafwaardige onverschilligheid voor den godsdienst aan den dag te leggen, indien zij niet een ol andere bedevaart ondernomen hadden. Hij die aan een gevaar ontsnapt was of over zijne vijanden gezegevierd had, nam den pelgrimsstal op en toog naar de heilige plaatsen; hij die door zijne gebeden het behoud van een vader of een zoon had verkregen, ging den Hemel daarvoor danken ver van zijne haardstede op plaatsen door de godsdienstige overleveringen geheiligd. Dikwijls legde een vader door eene gelofte zijn in do wieg liggend kind de verplichting tol hel volbrengen van een bedevaart op, en bet was de eerste plicht van een zoon, zoodra hij den mannelijken leeftijd bereikt had, de gelofte zijner ouders te gaan volbrengen. Moer dan eens legde een droom, eene verschijning in den slaap oen christen de verplichting op een bedevaart te ondernemen. Zoo ontsproot de gedachte aan dio vrome reizen niet enkel uit godvruchtige gevoelens, zij was ook nauw saamgeweven met al de deugden zoowel als met al de zwakheden van het men-schelijke hart, met al de droefenissen zoowel als met al de vreugden dezer wereld.

Overal herbergde men do pelgrims, en tot toon van de gastvrijheid verzocht men slechts om hunne gebeden: dit was meestentijds de eenige schat, welken zij medegenomen hadden. Een hunner, die zich le Alexandrië naar Palestina wilde inschepen, betrad een schip met zijn herderstasch en zijn pelgrimsstaf, en bood ter betaling van zijn overtocht een Uvanyelieboek aan. De pelgrims hadden op hun pad geen andere verdediging tegen de aanvallen der boezen dan het kruis van Jesus Christus en geen andere gidsen dan die engelen, wien God bevolen heelt over zijne kinderen te waken en hen op al hunne paden te (jeleiden.

De vervolgingen, die de pelgrims op hunne reis te verduren hadden, verhoogden hun roem en waren eene aanbeveling voor hen in de vereering der christenen. Do overmaat hunner godsvrucht deed hen dikwijls de grootste gevaren trotseeron. Zoo vermeldt de geschiedenis een monnik, Richard genaamd, abt van Sint-Vitorius le Verdun, die, bel land der ongeloovigen betreden hebbende, voor de pooii der steden stilhield om het heilig misoffer op le dragen en, voortdurend aan den smaad, de mishandelingen der muzelmannen blootgesteld, er zijn roem in stelde het grootste lijden le verduren ter wille van Jesus Christus.

Er was geen verdienstelijker werk in hel oog der christenen, na dal van het ondernemen eener bedevaart, dan zicli aan den dienst der pelgrims te wijden. Er werden gasthuizen gebouwd aan de oevers der rivieren, op den top der bergen, te midden der steden, in wi este streken, om de vrome reizigers te herbergen. Reeds in de IV' eeuw werden de pelgrims, die zich van Bourgogne naar Italië begaven, opgenomen in een op den Alont-Cenis gebouwd klooster. In de volgende eeuw vervingen twee kloosters, waarin men verdwaalde reizigers opnam, de afgodentempels op de Mantes Jovis, die sedert den naam verloren dien zij van bot heidendom ontvangen hadden en dien aannamen vau den vromen stichter, den heiligen Bernardus van Mentane. De christenen, die naar Judea reisden, vonden op de grenzen van Hong.irije en in de provinciën van Klein-Azië een groot aantal van die door de liefdadigheid gebouwde gestichten.

Vele christenen, die in Jerusalem en andere steden van Palestina woonden, gingen de pelgrims te gemoet en stelden zich aan duizenden gevaren bloot, om hen op hun weg te geleiden. De heilige stad bezat gestichten om al de reizigers op te nemen. In een dier huizen werden vrouwen, die de reis naar Palestina maakten, bediend door religieuze zusters. De kooplieden van Amalli, Venetië, Genua, de rijksten onder de pelgrims, verscheidene vorsten van het Westen, voorzagen door limine giften in hel onderhoud van die voorde behoel'lige reizigers gastvrij openstaande buizen, terwijl ieder jaar monniken uil het Oosten bij de geloovigen in Europa aalmoezen voor dat doel kwamen inzamelen.

Een pelgrim werd onder de geloovigen als een bevoorrecht wezen beschouwd. Na bet volbrengen van zijne reis, bewees men hom de grootste achfiiig en behandelde hem bijna als een heilige. Zijn vertrek en zijn terugkeer werden met godsdienstige plechligheden gevierd. Als bij op het punt stond den tocht te aanvaarden, bood hem de priester met den herderstasch en den pelgrimsstaf met het kruis gemerkte doeken aan; men besprenkelde zijne kleederen met wijwater, en de geestelijkheid deed hem in processie uitgeleide tot aan de

2*


-ocr page 22-

•10

naaste parochie. In zijn vaderland wedergekeerd, ging de pel-grim God voor zijn behouden terugkeer danken on overhandigde den priester 'een palmtak, om op het altaar der kerk neder-gelegd te worden als een blijk van zijn gelukkig volbrachte

reis.

De armen waren verzekerd op hunne pelgrimstochten den noodigen onderstand te vinden, en in huil land teruggekeerd, overvloedige aalmoezen te ontvangen. Soms dreef de ijdelheid de rijken aan om die lange reizen te ondernemen, hetgeen den monnik Glaber doet zeggen, dat verscheidene christenen naar Jerusalem gingen om zich bij liiin terugkomst te doen bewonderen en wonderbare dingen te kunnen verhalen. Velen werden verlokt door de zucht naar lediggang of de begeerte naar verandering, anderen door het verlangen om vreemde landen te zien. Het was geen zeldzaamheid christenen te vinden, die bijkans hun geheele leven aan vrome pelgrimstochten besteed en herbaalde keeren Jerusalem gezien hadden.

Alle pelgrims waren verplicht een bric! van hun vorst ofliun bisschop mede te nemen. «In den naam van God,quot; wordt daarin gezegd, «doen wij uwe hoogwaardigheid (of uwe heiligheid) weten, dal de liou'der van ons tegenwoordig sclirijven, onze broeder, ons verlol beelt gevraagd om vreedzaam een pelgrimstocht te ondernemen naar (bier de naam van de plaats), met de intentie zijne misstappen uit te wisschen ol voor ons welzijn te bidden ; uit dien hooide hebben wij hem dit ons schrijven toegezonden, waarin wij u, onder aanbieding onzer groeten, om den wille van God en den heiligen Petrus, verzoeken hem als uw gast te ontvangen, en hem op zijn heen- en zijn terugreis van dienste te willen zijn, opdat hij behouden in zijne woonstede terugkeere. Laat hem, gelijk het uwe goede gewoonte is, gelukkige dagen beleven, en dat God, die eeuwig regeert, u in uw rijk bescherme en beware.quot; Deze voorzorg moest vele wanordelijkheden voorkomen; de geschiedenis vermeldt dan ook geen enkele daad van geweld door een van die talrijke reizigers gepleegd, die de wegen naar het Oosten bedekten.

Gelijk bekend is, was het ontzag der muzelmannen voor het ondernemen van pelgrimstochten nog grooter dan dat der christenen; vandaar die gevoelens van verdraagzaamheid voor de vrome pelgrims die uit het Westen kwamen. Menigmaal ontsloten de poorten van Jerusalem zich gelijktijdig voor de volgelingen van den Koran, die de moskee van Omar gingen bezoeken en voor die van het Evangelie, die Jesus Christus op zijn graf gingen aanbidden : de eenen en de anderen vonden iu de heilige stad gelijke bescherming, wanneer er vrede in het Oosten beerschte en de omwentelingen der rijken of de gebeurtenissen van den oorlog niet het wantrouwen der gebieders van Syrië en Palestina wakker maakten. Elk jaar kwamen, tegen bet Paaschfeest, tallooze scharen pelgrims in Judea aan om hel geheim der verlossing le vieren en bij hel mirakel van hel heilige vuur tegenwoordig te zijn, dat hel meerendeel der geloovigen alsdan uit den hemel op de lampen van hel heiligdom zageu nederdalen.

Onder de vermaarde pelgrims van de XI'' eeuw noemen wij in de eerste plaats den graaf van Anjou, Fulco, bijgenaamd Nerra ol de /wnrte. De geschiedenis beschuldigt hem zijne eerste echlgenoote te hebben doen ombrengen en zich verscheidene malen met onschuldig bloed te hebben bezoedeld. Vervolgd door den algemecnen baal en door de slem van zijn geweien, verbeeldde liij zich dat de talrijke aan zijne wraak ol zijne eerzucht opgeofferde slachtofCers uit iiunne graven opstonden om zijn slaap ie verontrusten en hem zijne gruwzaamheid te verwijten. Om aan de rollerende schimmen die hem overal vervolgden, te ontkomen, verliet Fulco zijne staten en loog in pelgrimsgewaad naar Palestina. De stormen, die zijn schip in de zeeën van Syrië beliepen, herinnerden hem aan de bedreigingen van tie goddelijke gramschap en verdubbelden bet vuur van zijne godvruchtige gevoelens. Toen hij in Jerusalem aangekomen was, doorliep hij de straten der heilige stad niet den strop om den hals, met roeden geslagen door zijne dienaren, en met luider stemme deze woorden herhalende : lieer, onlfeim t' over een oiilrouwen en meineediyen chrislen, over een zoiuluar, die ver vim zijn vaderland ronddoolt. Tijdens zijn verblijl in Palestina deelde hij milde aalmoezen uit, verlichlle de armoede der pelgrims en liét overal bewijzen van zijne godsvrucht en liefdadigheid achter.

In zijne stalen teruggekeerd, deed de graal van Anjou, om de herinnering aan de heilige |ilaalsen die hij bezocht had, levendig le houden, in de nabijheid van hel kasteel van Loches, eene kerk bouwen, geheel gelijk aan die van bet Heilig Graf. Daar smeekte bij eiken dag de goddelijke goedertierenheid af; maar zijne gebeden hadden den God van barmhartigheid nog niet vérmurwd. Weldra voelde hij weder in zijn hart de onrust ontwaken die hein zoolang gekweld had. Fulco trok ten tweede male naar Jerusalem, waar hij de geloovigen opnieuw slicbtle door de uitingen van zijn berouw en de geslrenglieid van zijne boete. Over Italië naar Europa teruggekeerd, verloste hij den Opperpriester van een gedachten vijand, die den Romeinschen Slaat verwoestte. De Paus beloonde zijn ijver, prees zijne godsvrucht en schonk hem de absolutie voor al zijne zonden. De aanzienlijke pelgrim kwam eindelijk in zijn graafschap terug, tal van reliquieën medebrengende, waarmede hij de kerken van Loches en Angers beschonk. Sinds hield hij zich, te midden van een ongesloorden vrede, bezig met het doen bouwen van kloosters en sleden, hetgeen hem den bijnaam van (/rooien sliehler verwierf, evenals hij door zijne menigvuldige pelgrimstochten den bijnaam van de Palmboom had ontvangen. Zijne diensten en zijne weldaden deden hem door de Kerk en zijne onderdanen zegenen, die den Hemel dankten hun vorst tol de gematigdheid en de deugd teruggebracht te hebben. Fulco scheen niets meer van de gerechtigheid Gods ol die der menschen te vreezen le hebben; maar zoo slerk was de slem van zijn geweien en de foltering van zijn verontrust gemoed, dat uiets hem voor zijn eigen wroegingen kon beschermen en hem dien zielevrede teruggeven, dien hij reeds tweemaal bij hel gral van Jesus Christus bad gezocht. De ongelukkige vorst besloot een derden pelgrimstocht naar Jerusalem te ondernemen. Palestina zag hem weldra weder, terwijl hij met nieuwe tranen hel graf van Jesus Ghrislus besproeide en de heilige plaatsen mei zijn geweeklaag vervulde. Na hel heilige land bezocht en zijne ziel aanbevolen te hebben in de gebeden der kluizenaars, belasl met de verzorging en de vertroosting der pelgrims, verliet hij Jerusalem, om naar zijn vaderland weder le keeren, dal hij echter niet zou wederzien; hij werd le Metz ziek en sliert aldaar in 1040. Zijn zielloos overschot werd overgebracht naar het klooster van bet Heilig Gral, dal hij in de nabijheid van Loches bad doen bouwen, en aldaar begraven. Men bewaarde zijn hart in eene kerk van Metz, waar men nog, verscheidene eeuwen na zijn dood, een praalgraf vond, dat men hel gral van Fulco, graaf van Anjou, noemde.

Omstreeks dienzeltden tijd begaf Robert, hertog van Nor-mandië, vader van Willem den Veroveraar, beschuldigd van zijn broeder Richard te hebben doen vergiftigen, zich naar bet heilige land. Rloolvoels en in een boetekleed trok hij voort, verhaalt een oude kronijk van Normandië, vergezeld door een groot aantal ridders, baronnen en andere lieden. Door Rome komende, deed Robert hel ruiterstandbeeld van Conslantijn, dal van metaal gemaakt was, met een kostbaren mantel bedekken, zeggende dat de Romeinen al zeer weinig eerbied beloonden voor hunnen heer, dewijl zij hem in een geheel jaar geen mantel konden geven. Te Cons'tantinopel aangekomen, versmaadde de hertog van Normandië de weelde en geschenken van den keizer en verscheen aan hel hol gekleed als de eenvoudigste pelgrim. Robert, die volgens zijne eigene woorden hooger prijs stelde op hetgeen hij voor Jesus Christus leed, dan op de schoonste stad van zijn hertogdom, verduurde de vermoeienissen en ongemakken van den pelgrimstocht met de grootste onderwerping. Toen hij in Klein-Azië ziek werd, weigerde hij de diensten der chrislcnen van zijn gevolg en liet zich door Sarracenen in een draagstoel verder vervoeren. Een pelgrim uil Normandië, hem op zijn weg ontmoetende, vroeg hem, of hij ook eenige bevelen voor zijn land bad mede le geven. «Ga,quot; antwoordde de hertog, «en zeg aan mijn volk, dat men een christen vorst door duivelen naar bel paradijs heelt zien dragen.quot; Voor de poort van Jerusalem vond Robert eene menigte pelgrims, die de door do ongeloovi-gen gevorderde schatting niet konden betalen, en op de komst van eenig aanzienlijk lieer wachtten, die hun, door zijne aalmoezen, den toegang lot de heilige stad zou willen verscbaHen. Robert betaalde voor ieder hunner een goudstuk. Tijdens zijn verblijf in Jerusalem onderscheidde bij zich door zijne gods-vruclit en vooral door zijne liefdadigheid, die zich zelfs lol de ongeloovigen uitstrekte. Op den terugweg naar Europa stierf hij te Nicea, slechts vervuld met de gedachte aan de relifpiieën, welke hij uil Palestina medebracht, en het betreurende, dal hij zijne dagen niet in de heilige stad geëindigd had.

De pelgrims beschouwden bel als hel grootste geluk, dal bun le beurt kon vallen lol loon voor de ontberingen van den langen locht, van le sterven in de stad, waar Jesus den kruisdood gestorven was. Wanneer zij hel heilig graf bezochten, waren zij gewoon het volgende gebed lol den Zaligmaker te richten ; «Gij, die voor ons gestorven zijl en in deze heilige plaats begraven werdl, onlfcrm IJ over onze ellende en neem ons beden uil dit tranendal weg.quot; De oude krouijken verhalen van een christen uil hel land van Aiitun, Lelhbald genaamd, die, te Jerusalem aangekomen, den dood zocht in de strengste vaste en verstervingen. Op zekeren dag bleef hij op

den Olijfberg langen lijd in hel gebed verzonken ligge.....iel

de oogen en de armen ten hemel geheven, waar God hem tot zich scheen te roepen, lu het gasllmis der pelgrims teruggekeerd, riep hij driemaal: Glorie zij li, o lleere! en zakte eensklaps levenloos ineen ten aanscbouwe van zijne melgezellen, die hel mirakel van zijn dood niet genoeg kouden bewonderen.


-ocr page 23-

F LLC O GEFOLTEIU) DOOR DE SCHIMMEN ZIJNER SLACHTOFFERS.

-ocr page 24-
-ocr page 25-

GKSflHlEDKNIS DEII KRUISTOCHTEN.

11

Do begeerte om zich door do reis naar Jerusalem to lieiligen, word ten laatste zoo algemeen, dat do scharen pelgrims door hunne talrijkheid in de landen die zij doortrokken, ongerustheid begonnen to verwekken. Hoewel zij den strijd nog niet zochten, duidde men hen toch roods aan onder deii naam van legerscharen des lleeren en verscheidene historische ^edonktco-kenen bewijzen ons, dat do christenen op hun pelgrimstocht naar Jerusaiem dikwijls een afbeelding van het kruis droegen, gelijk men hot later in de voor de bevrijding van het heilig grai' gevoerde oorlogen dood. In hot jaar 1054 vertrok Liot-bertus, bisschop van Kamorijk, door moor dan drie duizend pelgrims uit de provinciën l'icardië en Vlaanderen gevolgd, uaar hot heilige land. Toon hij zich op weg begaf, begeleidden hom de geestelijkheid en do bevolking tot op drie mijlen van do stad en smeekten mot tranen in de oogon van God den behouden terugkeer van hun bisschop en hunne broeders af. Do pelgrims trokken Duitschland door zonder vijandelijke ontmoeting, maar in Bulgarije gekomen, vondon zij slechts woeste menschen, die do wouden bewoonden en van roof looiden. Velen hunner werden door dat barbaarsche volk vermoord; anderen kwamen in do wildernissen van honger om. Liotbertus bereikte mot moeite Laodicea in Syrië, scheepte zich mot degenen die hem vergezelden in en werd door een storm op de kusten van Cyprus geworpen. Hij had hot grootste gedeelte van zijne metgezellen zien omkomen, de overigen waren op hot punt van ellende te bozwijkon. To Laodicea teruggekeerd, vernamen zij dat hen op don weg naar .lorusalom de grootste gevaren verbeidden. Bij die tijding voelde de bisschop van Kamorijk den moed zinkon on verbeeldde hij zich dat God zelf tegen zijn pelgrimstocht was. Door duizondon gevaren koerde bij naar zijn bisdom terug, waar hij eeno kerk bouwde tor oere van hol heilig grat, dat hij niet had mogen zien.

Tien jaren na den mislukten tocht van Lietbortus, vertrokken zeven duizend christenen, onder wie men den aartsbisschop van Mentz, de bissohoppen van Rogensburg, Bamberg en Utrecht tolde, gezamenlijk van de oevers van don Rijn, om zich naar Palestina te begeven. Doze talrijke karavaan, een voor-loopor der krnistoohton, reisde door Duitschland, Hongarije, Bulgarije en Thraeië en word te Constantinopel door keizer Constantijn Ducas wolwillond ontvangen. Na do kerken van Byzantium on do talrijke reliquieën, do voorworpen der vor-eering van de Griekon, bezichtigd te hebben, trokkon do pelgrims van hot Westen, zonder aan oenig gevaar blootgesteld to zijn geweest, Kloin-Azië en Syrië door, maar toen zij .leru-salem naderden, wekte hot gezicht hunnor rijkdommen de hebzucht dor Arabische Bedouïnen op, die dó vlakten van Saron en Ramla bewoonden. Aangovallen door eene woeste, op buit beluste menigte, verdedigden de pelgrims zich gedurende drie dagen in een vervallen sterkte; uitgeput door honger en afmatting, geen andere wapens bezittende dan de stoonen die hun tot toevluchtsoord dienden, stelden zij eindelijk voor om te ondorliandolen. Do ruwe handelwijzé echter van hot opperhoofd der Arabieren veroorzaakte plotseling een hevigen twist, en deze zou voor do christenen een noodlottigen afloop gehad hobben, toon de emir van Ramla, door eenigo vluclitoliugen verwittigd, hun te hulp kwam, hun leven beschermde, hunne bezittingen redde en hun voor oen matige schatting oen geleide medegaf, dat hen tot aan do poorten der hoiligo stad vergezelde. Hot gerucht van humio gevochten en hunne gevaren was hen naar Jerusalem vooruitgesneld. Zij werden er in zegepraal door don patriarch ontvangen, en onder het geluid der pauken en liet licht der flambouwen naar do kerk van hot Heilig Graf geleid. Do borg Sion, de Olijfberg, hot dal van Josaphat waren getuigen van de vervoering hunner godsvrucht, doch zij kondon de oevers van den Jordaan en de vermaardste plaatsén van Judea niet bo-zooken, dewijl die landstreken destijds blootstonden aan do in-vallen der Arabieren. Na meer dan drie duizend hunner motge-zollon verloren te hobben, kwamen zij in Europa terug, om er do treurige avonturen en gevaren te verbalen, aan een pelgrimstocht naar het hoiligo land verbondon.

Onder de pelgrimstochten van dien tijd vermeldt do geschiedenis ook dien van Robert den Fries, graal van Vlaanderen, en Beronger II, graaf van Barcelona. Boronger stierf in Azië, niet bestand tegen do gestrenge bootplogingen, die hij zich had opgelegd. Robert kwam in zijne staten torug, waar zijn bedevaart hem genade dood vinden bij de goestoiijkhoid, die hij had willen berooven. Die beide vorston waren in Palestina voorafgegaan geweest door Fredorik, graaf van Verdun. Ero-derik behoorde tot hot doorluchtige geslacht, hetwelk eenmaal Godlried van Bouillon onder zijno holden zoudo tollen. Bij zijn vertrok naar hot Oosten had Eroderik zijn graalschap aan dén bisschop van Verdun atgestaan. In Europa teruggekeerd, begat hij zich in een klooster en stierf als prior van Sint-Vaast in de nabijheid van Arras.

Vrooselijke rampen bodreigden destijds do christen wereld ;

eene barbaarsche natie, een goosel van de andere volken, een aambeeld, dal u]t de (jansehe aarde nnesl drukken, zou door do goddelijke gramschap opgewekt worden. Sinds verschoideno oeuweii waren do rijke gewesten van het Oosten voortdurend overweldigd geworden door uit Tartarijo gekomen horden: naarmate do zegevierende stammen door de woelde en do werkeloosheid van don vrede verzwakten, worden zij vervangen door andere, die nog al do ruwheid en barbaarsehheid der wildernis bezaten. Do Turken, van gene zijde van don Oxus gekomen, haddon zich moester gemaakt van Porzië, waar do zorgelooze staatkunde van sultan Malnnoud hunne zwervende stammen ontvangen en geduld had. Mahmouds zoon leverde hun een veldslag, waarin hij wonderen van dapperheid verrichtte: «.Maar do fortuin,quot; zegt Foristha, oen Indisch schrijver uit de XVIIquot; eeuw, «had zich togen zijno wapenen verklaard: hij zay gedurende den strijd om zich heen en met uitzonderinij van hel korps, dat hij aanvoerde, had zijn tjelieele leger de paden van de vlnclil verslonden.quot; Op do schouwplaats zelve van hunne overwinning gingen do Turken tot do verkiezing van oen koning over. Een aantal pijlen werden lot een bundel saamgobondon; op elkon dier pijlen was do naam van een stam, oen geslacht, oen krijger geschreven. Een kind trok drie pijlen in tegenwoordigheid van het geheele leger en hot loi besliste ten voordoelo van Togrul-Bol, kleinzoon van Soldschuk. Togrul-Bel, wiens eerzucht zijno dapperheid evenaarde, omholsdo mot zijne soldaten don godsdienst van .Mahomed on voegde woldra bij don titel van veroveraar van Porzië dien van beschermer van don mahomodaanschen godsdienst.

Do boorden van den Tigris en don Euphraat worden destijds verontrust door den opstand der emirs, die don Imit op don kalil van Bagdad gemaakt met elkander doolden. Do kalif Cayen riep do hulp van Togrul in en beloofde do verovering van Azië aan den nieuwen moestor van Porzië. Togrul, dien hij tot zijn woroldschon onderbovelhobber benoemd had, stelde zich aan het hoofd van oen logei', versloeg en verstrooide de opstandolingon en kwam zich te Bagdad nederwerpon aan do voeten van den kalif, die do wettige aanspraken van zijne bevrijders op hot rijk erkende. Mot buitengewone plechtigheid word Togrul daarna, ton aanschouwe van allen, achtervolgons met zeven eergowadon bekleed; men bood hem zeven slaven aan, geboren in do zeven klimaten van hot rijk dor Arabieren; tot zinnebeeld van zijne heerschappij over hot Oosten en hot Westen gordde men hem twee kiomzwaardon aan en zette hom twee kronen op hel hoold.

Hot rijk, dal do stodohondor van Mahomed aan de oerzucht dor nieuwe veroveraars als lokaas liet zien, werd alras door hunne wapenen overweldigd. Onder do rogeoring van Alp-Arslan en Malock-schah, opvolger van Togrul, doolden de zovou takken van hel geslacht van Soldschuk de uilgobroidsto koninkrijken van Azië onder elkander. Er waren ternauwernood dertig jaren vorloopon sedert do Turken Porzië veroverd hadden, en roods strekten hunne militaire en herderskolonion zich van don Oxus tol aan den Euphraat, en van den Indus tol aan den Hellespont uil.

Een onderhevelhobber van Maleck-schach drong aan hot hoofd zijner plundorzioko bonden lol aan de boorden van don Nijl door en veroverde Syrië, dal aan do Falimilische kalils ondorworpon was. Palestina viel in do macht dor Turken en de zwarte vaan dor Abbassiden werd op de wallen van Jerusalem geplant. Do overwinnaars spaarden noch de christenen noch do afstammelingen van Ali, die do kalif van Bagdad als vijanden Gods voorstelde; do Egyptische bozolling werd over de kling gejaagd, do moskeeën en do kerken aan do plundering prijsgegeven. De heilige stad zwom in hel bloed dor christenen en der muzelmannon.

Hier kan do goschicdonis met do H. Schrift zeggen, dal God zijne kinderen overtjeleverd had aan degenen die hen haatten. Daar dé overhcersching der veroveraars van Syrië en Judea nieuw on slecht gevestigd was, toonden zij zich wantrouwend, naijverig en gewelddadig. Do christenen gingen gehukt onder eene verdrukking, welke hunne vaderen niet gekend haddon onder de regeeringen der kalifs van Bagdad en van Cairo.

Als do pelgrims der Latijnscho Kerk, na vijandelijke landstreken doorgetrokken te zijn en' duizenden gevaren doorstaan te bobben, zoo gelukkig waren Palestina te bereiken, ontsloten zich de poorten dor heilige stad slochts voor degenen die oen goudstuk konden betalen ; en daar bel moorondoel arm was en men hen op hun tocht uitgeplunderd had, zwierven zij troosteloos rond in den omtrek van dal Jerusalem, voor hetwelk zij alles verlaten hadden. Do meoston hunnor kwamen ellendig om hol leven door honger, dorst, gebrek of hot zwaard dor barbaren. Dogonen wien hel gelukte binnen do stad te geraken, waren steeds blootgesteld aan do grootste gevaren ; do bedreigingen en bloedige smaadredenen dor muzelinannon vervolgden hen op den Calvarieberg, don berg Sion en op al do plaatsen die zij gingen bezoeken. Wanneer zij mol hunne broo-


-ocr page 26-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

12

ders van de lioilige stad in de kerken vergaderd waren, kwam eene dweepzieke menigte door hare woeste kreten hel heilig misofler verstoren, trad de gewijde vaten met voeten, klom zelfs op de altaren van den levenden God, hoonde en geeselde met roeden de geestelijkheid, bekleed met het plechtgewaad der hoogepriesters en de tunica der levieten. Hoe meer ijver het geloovige volk in zijn godsvrucht en zijne gebeden aan den dag legde, lioe meer de woede van de muzelmannen aangroeide; voornamelijk omtrent het tijdstip der hooge leestdagen vierden zij aan hunne duivelachtige boosaardigheid den vrijen teugel, eii elk jaar werden de in de ehrislelijke Kerk het plechtigst gevierde dagen, die waarop de Verlosser der wereld geboren werd, waarop Hij stierf' en waarop Hij verrees, gekenmerkt door do vervolging en den marteldood zijner volgelingen.

Do pelgrims, die in Europa terugkwamen, verhaalden hetgeen zij gezien, hetgeen zij geleden haddon. en hunne verhalen, door dé faam overdreven en van moud tot mond gaande, ontlokten heete tranen aan ai de goloovigen.

Terwijl do Turken, onder aanvoering van Toutousch en Ortock, Syrië en Palestina teisterden, waren andere stammen van die natie, aangevoerd door Soliman, een neef van Maleek-schah, in Klein-Aziö gevallen. Zij hadden al de gewesten overweldigd, die de pelgrims van liet Westen moesten doortrekken, om in Jerusalem te komen. Die landstreken, waar do apostelen van het Evangelie begonnen waren hunne stem te doen hoo-ren, waar de christelijke godsdienst zijn eerste licht verspreid had, het meerendeel dor Grioksche steden, wier namen roemvol in de geschiedrollon dor ontluikende Kerk aangetoekend stonden, waren in do macht dor ongoloovigen gevallen. Do vaan van den profeet van Mecca wapperde op de wallen van Edossa, Iconium, Tarsus, Antiochië. Nicea was do zetel van een niuselmansch rijk geworden ; men hoonde de godheid van Jesus Christus in dezelfde stad, waar het eerste oecumenische concilie haar tot een geloofsartikel had verklaard. Duizenden kinderen werdou besneden en overal verving de Koran de wetten van Griekenland on die van het Evangelie. Do zwarte of witte tenten der Turken overdekten de vlakten en do bergen van Rithynië en Capadocië en hunne kudden zwierven rond tusschen de piiinhoopcn dor kloosters en der kerken.

Nooit hadden de Grieken wreeder en geduchter vijanden gehad dan de Turken. Terwijl hot hof van Alp-Arslan en van IMaleck-scbach de grootste weelde tentoonspreidde en do verlichting der oude Perzen deelachtig werd, bleef het overige gedeelte der natie barbaarsch, en behield, te midden dor ovor-wonnen volken, de ruwe en wilde zoden van Tartarije. De alstammeliugen vau Seldschuk loofden liever onder de tent dan in de steden ; zij voedden zich met de melk hunner kudden en versmaadden den landbouw en den handel, overtuigd dat de oorlog in al liunne belioellcn moest voorzien. Voor hen was het vaderland overal, waar hunne wapens zegevierden, waar zij groene weiden vonden. Wanneer zij van het oono land naar het ander trokken, hielden do leden van een zelfde familie zich bij elkander; zij voerden alles met zich mede wal zij liefhadden, wat zij bozalen. Dal altijd zwervend loven, de menigvuldige twisten, die tusschen de op elkander naijverige horden uitbraken, onderhielden hun oorlogzuchligen geest, leder krijger droeg zijn naam op een werpspies gegrift, en zwoer dien door zijne vijanden te doen eerbiedigen. De Turken toonden zooveel vuur voor don strijd, dal oen opperhoofd slechts zijne pijlen ol zijn boog aaii de leden van zijn stam borioeldo te zenden, om hen tot den oorlog op (e roepen, /ij verduurden honger, dorst en vermoeienis mol oono volharding en een geduld, (lie hen onoverwinnelijk maakten. Geen enkel volk in Ih l Oosten overtrof hen in do kuusi om een paard le besturen eu ecu speer te werpen; niets evenaarde do onsluimigheid van bun aanval; geducht zells in de vlucht, toonden zij zich onmeedoogond in do overwinning. Zij werden op hunne krijgstochten niet geleid door den roem of de eer, maar door de zucht naar verwoesting eu plundering.

Het gerucht van hunne invallen had zich verbreid onder de volksslanimeii, die aan geue zijde van den Caucasus en de Caspische Zee woonden; nieuwe volksverhuizingen kwamen eiken dag hunne legerbenden versterken. Daar zij gedwee waren in oorlogstijd, woelig en oproerig in lijd van vrede, voerden de hevelhebbers hen steeds lot nieuwe gevechten aan. Meer om zich van zijne onderbevelhebhcrs te ontslaan, dan wel om hen to beloonon, had Maleck-schacli Imn verlot gegeven de landen der Grieken en der Egyptenaren le gaan veroveren. Het viel hun gemakkelijk aanzienlijke legerbenden op do been te brengen, daar zij hun de bezittingen dor vijanden van den profeet en zijn wettigen stedehouder belootdón. Al degenen die geen deel hadden gehad in don bij de vorige oorlogen behaalden buit, stroomden toe, om zich onder de vanen van den profeet te scharen, en al spoedig werden de rijkdommen van Griekenland de buil dor Turkscho ruiters, die men met een wollen muls en houten stijgbeugels hunne wildernissen had zien verlaten. Van al de aan hel geslacht van Seldschuk onderworpen stammen waren die, welke Syrië en Klein-Azic overweldigden, de armste, de onbesehaafdstè eu de onverschrokkensle.

In do overmaat hunner ellende durfden de Grieken der veroverde gewesten ternauwernood hunne smeokende blikken wenden naar de vorsten van Byzantium, die den moed niet gehad hadden om hen te verdedigen en hun niet de minste hoop gaven, dal hunne rampen spoedig een einde zonden nemen. Verscheurd door omwentelingen en burgeroorlogen snelde het Grioksche rijk zijn ondergang te gemoel. Sedert de regeering van Heraclius had Constanlinopel elf zijner keizers in hunne eigene paleizen tor dood zien brengen. Zes van die meesters der wereld hadden hunne dagen in kloosters geëindigd; verschoidenen waren verminkt, van hol gezicht beroofd, verbannen geworden; hel purper, bezoedeld door zoovele om-wontelingon, sierde nog slechls de slechte vorsten of mannen zonder karakter en zonder deugd. Zij waren enkel bedacht op hun eigen behoud en deelden hunne macht met do medeplichtigen van hunne misdaden, die zij steeds vreesdon; dikwerf zelfs offerden zij steden en provinciën op, om van hunne vijanden eenigo oogenblikken van veiligheid to koopen, en schenen niets anders le verlangen dan dat hel rijk ten minste nog zoo lang bestond als bun eigen leven.

Een snel verval liet zich in alles waarnemen. In hunne godgeleerde geschillen hadden de Grieken don waren geest van het Evangelie verloren en bij hen was alles, tol zells de godsdienst verbasterd. Al de deugden die do vaderlandsliefde aankweeken, waren verdwenen; list en trouweloosheid werden beleid genoemd en evenzeer geprezen als do dapperheid; de Grieken vonden hel oven roemvol hunne vijanden le bedriegen als hen te overwinnen. Hunne soldaten lieten zich in don oorlog volgen door lichte wagens, waarop hunne wapenen lagen. Zij hadden al de werktuigen, die bij belegeringen en veldslagen in de plaats kunnen treden van persoonlijke dapperheid, zooveel mogelijk volmaakt. Hunne legers maakten een groot vertoon van militaire macht, maar misten strijders. l»o Grieken hadden van hunne voorvaderen nagenoeg niets anders overgehouden dan een woelziek en oproerig karakter, dal zich in hunne verwijfde zeden kenbaar maakte en zich vooral le midden der gevaren van hel vaderland openbaarde. Tweedrachl verdeelde onophoudelijk hellegeren hel volk; men betwistte elkander nog mol hardnekkigheid oen rijk, dal van alle zijden bedreigd werd en waarvan men de verdediging overliet aan barbaren. Het Grioksche rijk was al dadelijk door de volgelingen van Mahomed bedreigd geworden; do inneming van Conslantinopel wasvoor do Arahieien als een der beloften van den Koran, en reeds in de eerste lijden der Hogira vielen Syrië, Egypte en verscheidene landstreken iu de macht der nieuwe veroveraars; later trokken de aanhangers van den Profeet den kelen van hol Tanrusgehorgte over en verspreidden zich in Klein-Azië, zonder dal men zich in de hoofdstad dos rijks daarover bezorgd maakte. Van toon af was liet gemakkelijk te voorzien dal Constanlinopel nooil een schulsmuur zou zijn tegen hel Islamisme en hel eenmaal de poort zou worden waarlangs de aanhangers van Mahomed hot christelijk Europa zouden binnendringen. Onder de opvolgers van Constantijn waren er eenigen, die beproefden aan hel voorldringen dor Muzelmannon paal en perk te stollen; maar zij werden niet door limine onderdanen ondersteund cn verschcidonen hunner moesten hunne vaderlandsliefde met don dood bekoopen.

Terwijl hot Ooslerschc keizerrijk aldus ton ondergang neigde en door den tijd en het bederf ondermijnd scheen, verkeerde het Westen in een slaat van volslagen maatschappelijke wanorde. De volken onderhielden nagenoeg geen onderlinge gemeenschap en naderden elkander slechls met het zwaard in de hand; or bleef niets meer over van hol rijk en de wellen van Karei den Groote; de Kerk, hel koningschap, de natiën, do rijken, alles was verbasterd; geene macht was sterk genoeg om de vorderingen dor regeeringloosheid en de misbruiken van hel leenheerlijk stelsel le sluiten. Hoewel Europa vol soldalen was en met versterkte kasteelen overdekt, waren de Staten dikwijls weerloos tegenover hunne vijanden en bezaten geen legers ter eigene verdediging. Te midden der algemeene verwarring bestond er geen veiligheid dan in de legerplaatsen on de sterkten, beurtelings de bescherming en de schrik der marktvlekken en der landbewoners. Do grootste steden boden zelfs geen zekere wijkplaats aan; het leven van een monsch werd voor zoo weinig getold, dat men vooreen handvol muntstukken slrall'elooshoid voor een moord kon koopen. Mot hol zwaard in de hand eischte men recht, door hot zwaard verschafte men zich voldoening voor aangedanen smaad of onrechtmatige behandeling. Do taal der baronnen eu der edelen bezat geen woorden om hel volkonrocht uil tc drukken ; de oorlog


-ocr page 27-

OESG HIE DENIS DER KRUISTOCHTEN.

was hunne gansclie wetenschap, het eenige richtsnoer dor vorsten en der Stalen.

Inlusschcii gelcok die barhaarschheid dor Woslorsche volken niet op (li(! der Turken, wier godsdienst en zeden alle hesclia-ving vijandig waren; noch op die der Grieken, die niets moor dan een verbasterd volk waren. Terwijl de eenen al do on-dengden bezaten van een bijna wilden staat en de anderen al de verdorvenheid van een staat, die in verval is, mengde zich onder do barbaarsclio zoden dor Eranken iets helilhartigs en grootmoedigs, hetwelk men vindt in do jongelingsjaren. De ruwe baruaarschhcid der Turken deed hen alles verachten wat groot en edel was; de Grieken bezaten een geleerde en gepolijste barbaarschheid, die hen de hcldbal'lig-lieid en do militaire deugden deed minachten. De Franken waren even dapper als de Turken en stelden meer prijs op roem dan andere volken. Het gevoel van eer, dat in Knropa de ridderschap in het leven riep, bestierde hunne dapperheid en nam soms bij hen de plaats in van gerechtiglieid en deugd.

De christelijke godsdienst, welken de Grieken tol kleingeestige formulieren en ijdele ocleningen van hijgelool beperkt hadden, gaf hun nimmer grootscho plannen en edele gedachten in. Hij de Westersche volken daarentegen, waar men de leerstellingen van hel christendom nog niet aan menigvuldigo geschillen onderworpen had, behield de loer van het Evangelie meer macht op de gemoederen; zij stemde de harten boter lot geestdrift en vormde te gelijk heiligen en helden. Hoewel de Kerk haar zedeleer niet altijd mol gunstig gevolg predikte en men haar invloed misbruikte, werkte zij toch weldadig op de zeden der barbaarscho volken, die Europa overweldigd hadden; aan den zwakke leende zij haar heilig gezag, aan hol gewold boezemde zij een heilzame vrees in en verbeterde dikwijls de ongerechtigheid der mcnschelijke wetten.

Te midden der duisternissen die Europa bedekten, bewaarde de christelijke godsdienst de Latijnsche taal; die taal welke reeds eenc beschaving gekend had, hield eigenlijk alleen de herinnering aan vervlogeue tijden levendig, en kon alleen tol regel en les dienen aan de ontkiemende maatschappijen. Terwijl willekeur en regeeringloosheid rijken en sleden verdeelden, riepen de volkoren don godsdienst in tegen de dwingelandij, riepen de vorsten hem in legen de bandeloosheid en don opstand. Dikwijls boezemde, in de beroering der Stalen, de titel van chrisloii meer eerbied in en wekte meer geestdrift op dan do titel van Romoinsch burger in hel oude Rome. In hunne grootste barbaarschheid schenen de natiën geen andere wetgevers dan de Vaders der Gonciliën, geen ander wetboek dan het Evangelie en de Heilige Schrilt te erkennen. Europa kon beschouwd worden als eene godsdienstige vereeniging, wier hoogste belang de instandhouding van hot geloot was, waarin de mensoben meer aan do Kerk dan aan liet vaderland behoorden. In dien staal van zaken moest hel niet moeielijk vallen den strijdlust der volkeren te doen ontvlammen door bun de verdediging van de zaak des gelools en der christenen voor te stellen.

Tien jaren vóór den inval der Turken in Klein-Azië bad Michaël Ducas, opvolger van Romanus Diogenes, den bijstand des Pausen en der vorsten van hel Westen ingeroepen. Hij had beloofd alle hinderpalen, die de Grieksche Kerk van de Roomsche scheidden, uil den weg Ie zullen ruimen, indien de Latijnen de wapenen tegen de ongeloovigen opnamen. Grego-rius VII bekleedde destijds den Stool van l'etrus; zijne taloiiten, zijne kundigheden, de stoutmoedigheid on standvastigheid van zijn karakter, maakten hem geschikt tot de grootste ondernemingen. De hoop van liet rijk van den godsdienst en de macht van den Heiligen Stoel in hel Oosten uit te breiden, deden hem aan de smeekbeden van Michaël Ducas een gunstig oor leenen : hij spoorde de geloovigen aan de wapenen tegen de Muzelmannen op te nemen eiv verbond zich hen zelf naar Azië te voeren. «De rampen der clirisleneu van het Oosten,quot; zeide bij in zijne brieven, «hadden hem zoo diep bewogen, dat hij naai' den dood verlangde; hij stelde liever zijn leven in gevaar om de heilige plaatsen te gaan bevrijden dan over de geheele aarde te heersclien.quot; Medegesloept 'door zijne vermaningen, zwoeren vijftig duizend christenen Gregbrins naar Gonstantinopel on Jerusalem to volgen. Maar de Paus kon zijn woord niet gestand doen : de verwikkelingen in Europa, die al zijne aandacht vereisebten, verhinderden de uilvoering van zijne plannen.

' Met den dag nam de macht der pausen toe door de vorderingen van het christendom en door de behoefte zelve, welke men gevoelde om uit den slaat van barbaarschheid te geraken. Rome was ten tweeden male de hoofdstad der wereld geworden en scheen, onder Gregorius, de heerschappij berkregen te hebben, die het onder de Gesars bezat.

Victor III, die na den dood van Gregorius den pauselijken troon besteeg, volgde de staatkunde van zijn voorganger, en hoewel hij te gelijk den keizer van Duilsehland en de partij van den anti-paus Gnibertus te bestrijden had, liet hij de gelegenheid niet ongebruikt voorbijgaan, om de Muzelmannen den oorlog aan ledoen. De Sarracenen, die Afrika bewoonden, verontrustten de scheepvaart op de Middelliindscbe /do en bedreigden de kusten van Italië. Victor noodigdo de christenen uil om de wapenen op te nemen en beloofde hun de vergillen is van al hunne zonden-strafleu, als zij de ongeloovigen gingen bestrijden. De inwoners van l'isn, Genua en verscheidene andere sleden, aangevuurd door den ijver voor den godsdienst en de begeerte om hun handel te beschormon, rustten vloten uil, wierven troepen aan en deden eene landing op do kusten van Afrika, waar zij, als men de kronijkscbrijvers van dien tijd geloovcn mag, een leger van honderd duizend Sarracenen in de pan hakten. Na twee steden, Al-Maliadia en Sibila, op hot voormalig grondgebied van Carthago gebouwd, in do asch gelegd en een koning van Mauritanië gedwongen te hebben een schatting aan den Heiligen Stoel te betalen, keerden de Genuezeu en Pisaners naar Italië terug, waar de op de ongeloovigen behaalde buit lol de versiering der kerken aangewend werd.

Inlusschen stierf paus Victor zonder het plan te hebben kunnen verwezenlijken om de ongeloovigen in Azië te gaan bestrijden. De roem Jerusalem ie verlossen was hel deel van een eenvoudig pelgrim, die zijne zending slechts ontleende aan zijn vnrigen geloofsijver, en die geen andere macht br/at dan zijn innige overtuiging en zijn genie. Eenigen selirijven aan Peter den Kluizenaar een nederige afkomst ioe, anderen doen hem afstammen van een voornaam geslacht in Picardië; allen stemmen echter hierin overeen, dat hij een onaanzienlijk voorkomen had. Na in verschillende standen hol geluk gezocht en niet gevonden te hebben, omhelsde Poter, van de wereld en de menschen afkeorig, hel kluizenaarsleven. Do onthondiiig, liet gebed, de overweging, de stille van de afzondering overprikkelden zijne verbeeldingskracht. In zijne visioenen vorkeerde hij steeds met den hemel, en beschouwde zich als het werktuig van Gods plannen, als de uilvoerder van diens raadsbesluiten. Zijn ijver kende geene hinderpalen en alles wat bij wenschte, scheen hem gemakkelijk toe. Hij bezat bel vuur van een apostel, den moed van oen martelaar. Wanneer hij • sprak, bezielde do geestdrift waarvan liij blaakte zijne woorden en gebaren zoodanig, dal zij zich aan zijne toehoorders mededeelde; niets weerstond aan de kracht van zijne welsprekendheid. Dit was do buitengewone man, die het sein tot de kruistochten gat en die, zonder fortuin en zonder beroemdheid, enkel door zijne tranen en predikatiën, er in slaagde bet Westen in beweging te brengen om het geheel op Azië to werpen.

Do mare der bedevaarten naar hel Oosten drong tot Peter door en bewoog hem zijne eenzame kluis te verlaten. Hij sloot zich bij do groote menigte christenen aan, die op weg waren naar Palestina en bereikte met bon do heilige stad. Rij den aanblik van Jerusalem was hij dieper ontroerd dan do overige pelgrims; duizendo tegenstrijdige gewaarwordingen bestormden zijn overspannen gemoed. In die stad, waar overal do blijken van Gods barmhartigheid en gramschap zichtbaar waren, ontvingen zijne godsvrucht en zijn ijver nieuw voedsel, vervulde alles wal hij zag hem alwisselend mét eerbied, afgrijzen en verontwaardiging, en overmeesterde hem diepe deernis niet het treurige lot der christenen. Na zijne broeders op den Calvarieberg en bij het graf van Jesus Christus vergezeld te hebben, begaf hij zieli tot don patriarch van Jerusalem. De grijze haren van Simoon, zijn eerbiedwaardig voorkomen en vooral de door hem verduurde vervolging deden hem al dadelijk het vertrouwen van Peter winnen; beiden weenden met elkander over de rampen der christenen. Trillende van verontwaardiging en onder een vlood van tranen, vroeg de kluizenaar, of er dan niet een middel kon bedacht worden om aan do gruwzame verdrukking der geloovigen een einde te maken. «Helaas! broeder,quot; antwoordde de patriarch, «ziet gij dan niet dat ter oorzake van onze ongerechtigheden de barmhartigheid Gods van ons afgewond is? Azië is in de macht der Muzelmannen; geheel het Oosten zucht in slavernij; geen enkele maeht dolaarde kan ons te hulp komen.quot; Dié woorden hoorendo, viel Peter Simeon in do rede en gaf hem te verstaan, dat er misscliion een dag zou aanbreken, waarop do krijgers van hot Westen de bevrijders van Jerusalem zonden w'ordcu. «Ja, ongetwijfeld,quot; hernam de patriarch, «wanneer onze nood ton top geslegen is, wanneer God vermurwd zal zijn door ons lijden, zal Hij liet hart dor Westersche vorston verteederen en hen lot verlossing der heilige stad uitzenden.quot; Rij die woorden ontsloten Peter on Simeon hunne harten voor de hoop en omhelsden elkander onder hel storten van vreugdetranen. De patriarch besloot door brieven den bijstand van den paus en de vorsten van Europa in te roepen, terwijl de Kluizenaar beloofde de tolk der christenen van hel Oosten te zullen wezen en liet Westen ter hunner bevrijding te wapenen.

Na dat onderhoud kende Péters geestdrilt geene grenzen meer; hij hield zich overtuigd, dal de Hemel zelf hem belosi


-ocr page 28-

GESCHIEDENIS PER KRUISTOCHTEN.

u

lind met do verdediging zijner zaak. Op zekeren dag, dat lilj voor liet heilig graf in aanhidding verzonken lag, meende hij de stem van Jesns Christus te hooren, die lot liem zeide: «Peter, sla op; ga de verdrukking van mijn volk verkondigen; hel is lijd, dal mijne dienaren hijgeslaan én de heilige plaatsen verlost worden.quot; Vervuld van die woorden, welke voortdurend in zijne ooren klonken, voorzien van de brieven des patriarchs, scheepte Peter zich in, landde in Italië en ging zich aan de voelen des pausen nederwerpen. De sloe 1 van den heiligen Petrus werd destijds hokleed door Urhanus II, die de leerling en vertrouweling geweest was van Gregorius en Victor. Urhanus omhelsde met vuur een plan, waarvan zijne voorgangers de eerste gedachte gehad hadden; hij ontving Peter als een proleet, prees zijn voornemen en machtigde hem de aanstaande verlossing van Jerusalem te gaan verkondigen.

Peter de Kluizenaar doorreisde met voorkennis des pausen Italië, Frankrijk en hel grootste gedeelte van Europa, om van oord tot oord de hem door den Heiland gedane oproeping he-kend te maken en zoo de gemoederen voor te bereiden lot datgene wal Urhanus besloten had zeil' lot een goed einde te brengen. De roep van den vromen pelgrim ging hem ver vooruil en overal waar hij verscheen, werd hij als een Godsgezant beschouwd. Zijn uiterlijk versterkte dén indruk, dien zijne predikatiën maakten. Uitgeleerd door strenge boetedoeningen en langdurige ontberingen, barrevoets en bloots-hoolds, in een grove pij gekleed, een koord om de lendenen en een crucitiks in de hand, trok hij op een muilezel zittende van stad lol stad, van provincie lot provincie, aller medelijden inroepende, aller moed opwekkende; nu eens beklom hij den kansel in de kerken, dan weder predikte hij op de wegen of de openbare pleinen. Zijne taal was levendig en aangrijpend, vol heilige beelden, die de menigte medesleepten. Hij scliilderde in gloeiende kleuren de ontlieiliging der heilige plaatsen en hel lijden der christenen, wier bloed met stroomen langs de straten van Jerusalem vloeide, liij riep beurtelings den Hemel, de heiligen, de engelen aan, die bij tot getuigen nam van de waarheid zijner mededeelingen; hij verplaatste zich met zijne toehoorders op den berg Siou, den Calvarie- en den Olijfberg, die hij van snikken en gejammer deed weergalmen. Als bij geen woorden meer vond om de rampen der geloovigen té schilderen, vertoonde hij aan de aanwezigen bel kruisbeeld, dal hij in de hand droeg, sloeg op zijne borst ot' brak in een vloed van tranen los.

Tallooze scharen volks volgden steeds de schreden van Peter; men achtte hel als een geluk zijne kleederen aan te raken; bet haar dal men uitrukte aan hel muildier, dat hij bereed, werd als eene kostbare reliquie bewaard. Op zijne vermaning werden de geschillen in de l'amiliën bijgelegd, de armen bijgestaan, schaamde de losbandigheid zich bare builensporiglicden; men sprak slechts van do deugden des welsprekemlon kluizenaars, van zijne gestrengheden, zijne mirakelen; men herbaalde zijne predikat ën aan degenen, die ze niet hadden kunnen verstaan ol' bijwonen.

Menigmaal ontmoelle hij op zijne omzwervingen Ooslersche christenen, die uil hun vaderland verbannen waren en door bedelen in hun onderhoud moesten voorzien. Peter de Kluizenaar vertoonde hen aan het volk als levende bewijzen van de barbaarschheid der ongeloovigen ; op de lompen wijzende, waarmede zij ternauwernood gedekt waren, verhief de redenaar zich met heiligheid legen hunne verdrukkers en hunne beulen. Rij dal schouwspel werden de geloovigen beurtelings door bel innigste medelijden en de bitterste wraakzucht aangegrepen; allen belreurden in hun hart de rampen en den smaad van Jerusalem. Hel volk smeekte God luide, onder tranen en zuchten, dal Hi,, zich mocht verwaardigen een blik te werpen op zijn uilvei kóren stad; de eenen droegen hunne rijkdommen, de anderen hunne gebeden op; allen beloofden bun leven te geven voor de verlossing der heilige plaatsen

Te midden van die algemeene beroering zond Alexis Comnena, door de Turken in het nauw gebracht, gezanten aan den Paus om den bijstand der Latijnen in te roepen. Eenigen tijd vóór hel alzendcn van dal gezantseliap had hij aan de vorsten van hel Westen brieven gericht, waarin hij in hartroerende bewoordingen de veroveringen der Turken in Klein-Azië verhaalde. «Die woeste horden, die in hnnne uitspattingen en de bedwelming der overwinning de naliiur en de menscbheid hadden gehoond, stonden voor de poorten van Ryzanlium, en zonder de spoedige hulp van al de christen volken geraakte de stad van Conslanlijn onder de gruwzaamste overheersching.quot; Alexis herinnerde dé vorsten der christenheid aan de heilige in Conslanlinopel bewaarde reliquieën en bezwoer ben dal gewijde onderpand voor de onlbeiliging der ongeloovigen Ie beveiligen. Na den luister en de rijkdommen van zijne hoofdstad vermeld Ie hebben, noodigde hij de ridders en dé baronnen uil om ze te komen verdedigen en bood hun zijne schatten aan lol loon voor hunne dapperheid. De inval der Turken was, in de oogen van Alexis, het grootste onheil, dal de gebieder van een christelijk lijk te duchten kon helilien, en om zulk een gevaar af te wenden was hij lol alle oll'ers in slaat. De gedachte aan het verlies van zijn kroon kon hij verdragen, maar niet die aan de schande van zijne staten aan de wellen van Mahomed onderworpen te zien; moest hij eenmaal hel rijk verliezen, dan troostte hij zich daarover bij voorbaat, mits Griekenland ontsnapte aan bet juk der Muzelmannen en hel deel werd der Latijnen.

Om te voldoen aan de smeekbeden van Alexis en de wen-schen der geloovigen, belegde de paus eene kerkvergadering te Piacensa, ten einde daarin de gevaren der Grieksche en der Lalijnsche Kerk in bel Oosten blool le leggen. De predikatiën van Peter hadden de gemoederen zoodanig voorbereid, dat meer dan twee duizend bisschoppen en aartsbisschoppen, vier duizend geestelijken en dertig duizend leeken aan de uil-noodiging van den Heiligen Stoel gehoor gaven. Het concilie was zoo talrijk, dat men verplicht was op eene vlakte in de nabijheid der stad le vergaderen.

Dé verschijning der gezanten van Alexis op een Latijnsch concilie baarde natuurlijk groot opzien en was een overtuigend bewijs van den benarden toestand waarin hel Oosten verkeerde. Nadat zij de vorsten en de krijgers aangespoord hadden Conslanlinopel en Jerusalem le hulp le snellen, nam Urhanus hel woord op en ondersteunde hunne beden met al de redenen, welke de belangen der christenheid en de zaak van den godsdienst hem in den mond konden geven. Inlusschcii nam de kerkvergadering geen enkel besluit omtrent den oorlog legen de ongeloovigen. Zij had de verlossing van het heilige land niet uilsluilend ten doel: de zware beschuldigingen, welke keizerin Adelheid openlijk tegen haren gemaal Hendrik IV kwam inbrengen, en andere zaken, die de belangen der Kerk zeer nauw raakten, hielden Urhanus en de Vaders van hel concilie verscheidene dagen bezig.

Maar wal in de lente van 1095 op hel concilie van l'iacenza begonnen was, zou in den herfst van dal zelfde jaar le Clermont voltooid worden. Om eene beslissing omtrent den heiligen oorlog uil le lokken en alle volken lol deelname daartoe op le wekken, besloot Urhanus eene tweede kerkvergadering le beleggen in den boezem van eene krijgshaftige natie, reeds in die verwijderde lijden gewoon aan Europa den spoorslag te geven. Hel nieuwe, le Clermont in Auvergne bijeengekomen concilie was niet minder talrijk of niet minder eerbiedwaardig dan dal van Piacenza: de beroemdste godgeleerden en de aanzienlijkste prelaten vereerden hel met limine legeiivvoordig-heid en lichtten hel voor met hunne raadgevingen. De stad Clermont kon al do vorston, gezanten en prelaten, die zich naar het concilie begeven hadden, niet in hare muren Devallen, «zoodat,quot; zegt een oude kronijk, «de omliggende steden en dorpen mol volk opgevuld waren en velen zich genoodzaakt zagen hunne tenten le midden dor akkers en weiden quot;op le slaan, hoewel hel in het midden van do maand November en hel weder zoor koud was.quot;

Alvorens zich mot den heiligen oorlog bezig le houden, wijdde hol concilie in do eerste plaats zijne aandacht aan de hervorming dor geestelijkheid en het herstel der kerkelijke tucht; daarna hield het zich bezig mei hel beteugelen der oorlogen tusscben bijzondere personen. In die onboschaalde lijden wreekten de eenvoudige ridders do hun aangedane beleodigingen floor hol geweld dor wapenen. Om do nietigste aanleiding zag men soms lamiliën elkander een oorlog verklaren, die onder verscheidene geslachten voortduurde; overal in Europa hadden oiiluslen plaats door die vijandelijkheden veroorzaakt. Rij de miichleloos-lieid dor wollen 'en dér rogeeringen oefende de Kerk menigmaal haren heilzamon invloed uit om do rust te herslellen: verscheidene kerkvergaderingen hadden oorlogen lussolien particulieren gedurende vier dagen van de week verboden en in hare decreten werd do wraak dos Hemels algeroepen over do verstoorders van de openbare rust.

Het concilie van Clermont hernieuwde hol Godsbostand: van af don eersten zondag in de vaslen lol aan maandagocblend na hel octaaf van Pinksteren, van af woensdagavond voor den Advent lot Driekoningen, was hel aan ieder verboden oen ander uil le dagen, hom te dooden, te verwonden, vee te rooven of op buil uil te gaan. Helzolfdo verbod gold voor al do weken van hot jaar van af don woensdagavond tol aan don maandagochtend,' en van al de leosldagon van hol jaar, de feestdagen van Maria en de Apostelen mol hunne vigiliën. Hel concilie bepaalde daarenboven, dat alle kerken en bare portalen, dn kruisen op de wogen, de monniken en do geestelijken, de religieiise zusters en de vrouwen, de pelgrims, do kooplieden met iiuniie dienaren, do ossen, de werkpaarden, de mannen aan do ploeg, de herders mot lumne kudden ten eeuwigen dage gevrijwaard zouden zijn legen gewold en roof. Ieder christen, die den leeftijd van twaalf jaren bereikt had, moest zweren zich aan den Godsvrede le onderwerpen en de wapenen op te nemen


-ocr page 29-
-ocr page 30-

lip quot; '• -

agsawKiHai

miÊm®

Wamp;cMMÏM.

mmmsm

I , - I ■ ■ ■

®5®a-

CiSflUi

m mmt i ■

I W-êè^ ■ ■■ ■ ■

i I

H

s g

!amp;fc:»ï ïl r.;': |i ft

- - i -4 I

M^^l Mi WÊÊmm

i

|W|||wf| HBHb;

Mi WMW ^Wamp;Siïtë'ïiSiX- H -J;., f • 1:

Mi' ..

i'/.iraWaurft.' H ■'■'jWa^^%«i¥*s'4Ï-i;SS! SlSSffiffi«ï#,quot; 3amp; ÜÜMHB t$s

I msmmmm

mÊÊÊBmÊÊÊmSSÊm

mmMÊÊIÊÊmÊmwBÊ

■if^w-y'V'1». 1gt; ■■ .y 'ivA w',

^Hn wI^hüüëI i--quot;-

i

•• ■V.'..-, v-s

mmm HP

-ocr page 31-

GESCHIEDENIS DER KlUilSTOCHTEN. 13

tegen hen, die weigeren zouden dien eed afteleggen. Allen die niet wilden zweren zich aan liel Godsbestand te onderworpeii, zouden in den ban gedaan worden.

Het concilie stelde een aantal regelen vast voor de geestelijke tucht, de hervorming der Kerk, maar al die decreten, het banvonnis zelfs tegen den koning van Frankrijk, i'liilippus I, uitgesproken, konden de algemeene aandacht niet alleiden van een onderwerp, dat men als veel gewiclitiger beschouwde: de gevangenschap en de verdrukking van Jerusalem.

De geestdrift, men zoude bijna zeggen, de dweepzucht, die onder talrijke bijeenkomsten altijd toeneemt, was ten lop geslegen. I'.ia-delijk bevredigde Urbanus het ongeduld van de geloovigen. Het concilie hield zijne tiende zitting op het groote marktveld van Clermont, dat weldra met een dicht opeengepakte menigte bezet was. Door zijne kardinalen gevolgd, besteeg de paus eene soort van troon, welken men voor hem opgericht had; aan zijne zijde zag men Peter den Kluizenaar met den pelgrimsstaf in de hand, en gekleed in de grove wollen pij, welke hem overal den eerhied ! van de menigte gewonnen had. De apostel van den heiligen oorlog nam bet eerste het woord op : hij schetste in gloeiende bewoordingen den smaad en den hoon, die het geloof van .lesus Christus aangedaan werden, verhaalde de ontwijdingen en heiligschendingen, waarvan hij getuige was geweest: de martelingen en de kwellingen, welke een volk zonder God deden lijden aan degenen, die de heilige plaatsen gingen bezoeken. ' Hij had gezien hoe christenen in slavernij gevangen, met ketenen beladen en in het juk gespannen waren gelijk lastdieren; hij had gezien hoede verdrukkers van Jerusalem aan do kinderen van Christus de vergunning verkochten om liet graf van hunnen God te gaan begroeten, hoe zij hun tot zelfs een schamel sink brood ontrukten, waarmede zij hunnen honger moesten stillen, hoe zij de armen misbandelden om hun schatting al te persen ; hij had gezien hoe de dienaren Gods, uit bet heiligdom gesleurd, met roeden gegeeseld en tot een smadelijken dood veroordeeld werden. Bij dit verhaal van bet lijden en de schande der christenen teekende het aangezicht van Peter de innigste droelheid en werd zijne stem verstikt door zijne snikken ; zijne levendige ontroering deelde zich onwederstaanbaar aan aller harten me.Ie.

Toen Peter de Kluizenaar geëindigd had, stond Urbanus op en sprak de vergaderde menigte aldus toe: «Gij hebt allen gehoord wat de afgezant dor christenen van het Oosten zoo even gezegd heeft: Hij heeft u het droevige lot van Jerusalem en hot volk Gods geschilderd ; hij heeft u verhaald hoe de stad van den Koning der koningen, die aan de overige steden de voorschriften van een zuivere leer overbracht, gedwongen is geworden de bijgeloovigheden der heidenen te dulden, hoe het miraculeuze graf, waarin de dood zijne prooi niet heelt kunnen behouden, dat graf, de bron van het toekomende leven, dat graf waarover de zon der verrijzenis is opgegaan, bezoedeld is door ben, die zelf slechts van den doode moeten opstaan om lal slrno Ie dienen voor het eeuwiye vuur. De zegevierende goddeloosheid heelt hare heerschappij uitgestrekt over de rijkste landstreken van Azië : Antiochië, Ephese, Nicea zijn Muzeimansche steden geworden ; de onbeschaalde horden der Turken hebben hunne standaards op de oevers van den Hellespont geplant en bedreigen van daar al de christen landen. Indien niet God zeil, zijne kinderen tegen hen wapenende, hen op hun zegepralenden tocht stuit, welke natie, welk rijk zal dan in staat wezen de poorten van het Westen voor hen gesloten te houden!quot;

De opperpriester richtte hel woord tot alle christen natiën, bij wendde zich echter inzonderheid tot de Franschen, want in hun moed stelde de Kerk al haar vertrouwen ; juist omdat de paus hunne dapperheid en hun godsvrucht kende, was bij de Alpen overgetrokken en bracht hij hun hel woord Cods. Naarmate Urbanus in zijne rede vorderde, werden zijne toehoorders vervuld met de gevoelens, waarvan hij zeil doordrongen was; hij poogde beurlelings in de harten der ridders en der edelen, die hem aanboorden, de begeerte naar room, de zucht naar overwinningen, de godsdienstige geesldrilt en voornamelijk het mededoogen met hunne broeders de christenen op le wekken. «Het lofwaardige volk,quot; dus sprak hij, «het volk, dat de Heer onze God gezegend heeft, verzucht en bezwijkt onderden last der schandelijkste verdrukkingen en afpersingen. Het geslacht der uitverkorenen verduurt hemeltergende vervolgingen; de goddelooze woede der Sarracenen heeft noch de maagden des llecren, noch het koninklijk colieye der priexlers geëerbiedigd. Zij hebben de handen der gebrekkigen en der grijsaards niet ketenen beladen; kinderen, aan de moederborst ontscheurd, loeren thans bij do barbaren den naam van den waren God vloeken; de gasthuizen, die de arme reizigers op den weg naar de heilige plaatsen herbergden, hebben de on-geloovigen onder hun ontwijd dak moeten huisvesten; de tempel des lleeren is belinndeld (lelijk een eerloos menseh, en de sieraden des heiliijdoms zijn weyijevoerd ijelijlc jievuitijencn. Wat zal ik hier nog bijvoegen? Wie zou te midden van zulke wreede verdrukkingen de inwoners van Jerusalem, de bewakers van den Calvarieberg, de dienaren en medeburgers van den God-mensch, in hunne uitgeplunderde woonhuizen hebhen kunnen terughouden, ware het niet, dat zij hel zich zeiven tot plicht gesteld hadden de pelgrims te herbergen en bij te staan, en 'niet gevreesd hadden den met hel bloed van Jesus Christus gedronkten grond zonder priesters, zonder altaren, zonder godsdienstige plechtigheden te laten!

«Wee onzer, mijne kinderen en mijne broeders, die in deze rampvolle dagen leven, en het rustig aanzien hoe de heilige stad smadelijk in de handen barer vijanden overgeleverd is. Beter is hei in den strijd het leven le verhezen, dan langer lijdelijk dal bedroevend schouwspel aan te zien! Beweenou wij allen onze zonden, die do goddelijke gramschap gewapend bobben; laat ons weenen, maar dat onze tranen niet gelijk zijn aan liet op den steengrond geworpen zaad, en Ue heilige oorlog zich ontsteke aan hel vuur van ons berouw; dat de liefde lol onze broeders ons beziele in den strijd legen de vijanden van bet christen volk en sterker zij don 'de dood zelf.

«Gij allen die mij aanhoort,quot; ging de welsprekende opperpriester voort, «gij, krijgers, die voorldurend naar ijdele voorwendsels tot oorlogvoeren zoekt, verheugt ulieden, want nu geldt het een wettigen oorlog: thans is hel oogenhlik gekomen om te bewijzen, of gij met den waren moed bezield zijl; thans is het oogenhlik daar om boete te doen voor zoovele geweldenarijen te midden des vredes gepleegd, voor zoovele overwinningen door ongerechtigheden bezoedeld. Gij, die zoo menigwerf de schrik waart uwer medeburgers en voor een verachtelijk loon uw arm verkoopt om eens anders wraak ol bant te bevredigen, gaal thans, gewapend met hel zwaard der Machabeeën, het huis van Israël, den wijngaurd van den lieer der heirscharen verdedigen. Hel geldt nu niet meer de beleedigingen der mcnschen le wreken, maar die van God ; hel geldt niet meer den aanval van een stad of een kasteel, maar de verovering der heilige plaatsen. Als gij zegepraalt, zullen de zegeningen des Hemels en de rijken van Azië uw deel zijn; als gij bezwijkt, zult gij de voldoening smaken op denzellden grond le sterven als Jesus Christus, en God zal niet vergeten, dat Hij u in de rijen zijner verdedigers heeft zien strijden. Dat niemand zich door ijdele genegenheden, door zorg voor tijdelijk welzijn late ternghonden ; soldaten van den levenden God, luistert slechts naar de jammerklachten van Sion; verbreekt alle aardsche banden, en gedenkt wal de Heer gezegd heelt: Hij die zijn vader o/ zijne moeder meer bemint dan mij, is mijner niet waardiy; al wie zijn huis, uf zijn vader, of zijne moeder, of zijne vrouw, of zijne kinderen, of zijn erfdeel om mijn naam zal verluien, zal honilerdromiiii beloond worden en hel eeuwiye leven bezitten.quot;

Deze toespraak van Urbanus doordrong, ontbrandde aller harten en geleek op de goddelijke vlam, die van den hemel gedaald is. Medegesleept door eene geestdrift welke de men-schelijke welsprekendheid nog nimnier in zulk eene male had opgewekt, stond de geheele vergadering op, en riep als uit één mend: God wil het! God wil het! Deze eenparige kreet werd verscheidene keeren herhaald; hij weerklonk tol in de stad Clermont en lot verre over do naburige bergen. Toen de rusl weder hersteld was, ging Urbanus voort: «Thans aanschouwt gij de vervulling der goddelijke beloften van Jesus Christus: Daar waar er slechts twee of drie vergaderen in mijnen naam, zal ik in hun midden wezen; ja, de Verlosser der wereld is thans in uw midden. Hij zelf heeft u allen hetzelfde woord in den mond gegeven. Dal deze woorden : God wil het! voorlaan uw strijdleus zijn en zij alom de tegenwoordigheid van den God der heerscharen verkondigen.quot; Dit gezegd hebbende, vertoonde Urbanus aan do vergadering der christenen het leeken hunner verlossing. «Jesus Christus zelf,quot; sprak hij, «verlaat zijn gral en biedt u zijn kruis aan: het zal het lusschen de natiën opgeheven leeken zijn, dat de verstrooide kinderen Israels vereenigen moet; draagt hel op uw schouder of op uwe horst, hel schittcre op uwe wapenen en op uwe banieren, het worde voor u het onderpand der overwinning of de palmtak van het martelaarschap; het berinnere n voorldurend dal Jesus Christus voor u gestorven is en gij voor Hem moet sterven.quot;

Nauwelijks had Urbanus opgehouden met spreken, ol de lucht weergalmde van het geroep van: God wil het! Gvd wil hel! dat als de slem van het gansche christenvolk len hemel steeg. Nu zeide de kardinaal Gregorius, die later onder den naam van Innocentius II den panselijken Stoel bekleedde, terwijl de aanwezigen diep Ier aarde i)Ogen en rouwmoedig op ! hunne borst klopten, met luider slem het (ornudier der algemeene biecht op, waarna de paus aan allen de absolutie schonk.

Adhemar van Monteil, bisschop van Puy, was de eerste die ürbanus naderde, ootmoedig om verlof smeekte aan den heiligen oorlog deel le nemen, en uit de handen van den pans het


-ocr page 32-

GESCHIEDENIS DER KHUISTOGHTEN.

It)

lu'iiis ontving; zijn vuorbeeld werd gevolgd door bisschop Willem van Oranje, benevens een aantal andere bisschoppen.

Raymond, graal'van Toulouse, liet zich door zijne algezanlen bij den paus verontschuldigen dat hij het concilie van Clermont niet bijgewoond had; hij had de Sarraceuen reeds in Spanje bestreden en beloofde ze nu in Azië Ie gaan bevechlcn, door zijne gctrouwste krijgers vergezeld. De baronnen en de ridders, die de redevoering van Urbanus aangehoord hadden, beloolVlen allen plechtig, dat zij de zaak van .lesus ('.hristus zouden gaan verdedigen ; zij vergaten hunne eigene twisten en zwoeren gemeenschappelijk de vijanden van hel clirislelijk geloof te zullen bestrijden; al de geloovigen heloolden de besluiten van liet concilie te eerbiedigen en hechUen een rood kruis, van laken ol zijde, op bmnien rechterschouder; zij namen van toen af den naam van Kruisvaarders aan, terwijl de naam van Kruisluchl gegeven werd aan den oorlog, dien zij tegen de Sarraceuen gingen ondernemen.

Do geloovigen verzochten Urbanus zich aan bun spits te stellen, maar de paus wees dit aanzoek van de band, en benoemde Adhemar van Puy tot zijn apostolisch legaat bij het leger der christenen.

Hij beloolde aan alle kruisvaarders volledige vergilfenis der stralien voor hunne zonden. Hunne personen, hunne lamiliën, hunne beziüingen werden onder de bescherming der Kerk en der apostelen Petrus en Panlus gesteld. Het concilie verklaarde dat elke daad van geweld jegens de soldaten van .lesus Christus gepleegd, met den banvloek moest gestraft worden, en beval zijne decreten len gunste der kruisvaarders in de hoede en de waakzaamheid der geestelijken en der bisschoppen aan. Het regelde de tucht en stelde het tijdstip vast van het vertrek dergenen die zich tot den heiligen oorlog verbonden hadden.

Weldra bad de faam heinde en verre het gerucht van den aan de ongeloovigen verklaarden oorlog verspreid. Urbanus zelf reisde na het sluiten der kerkvergadering in Frankrijk rond, om zijn zoo gelukkig begoimen werk te voltooien. In Jiouaau, Angers, Tours, Nimes, belegde hij vergaderingen, waar de adel, de geestelijkheid en het volk samenstroomden om den vader der geloovigen te hooren en met hem de rampen van Sion te beweenen. In alle bisdommen, in alle parochiën waren de bisschoppen en de eenvoudige leeraars vooii-durend bezig met het wijden der kruisen voor de geloovigen, die de gelofte allegden voor de verlossing van het heilige land de wapens op te nemen. De Kerk heelt, de formulieren der gebeden bij die plechtigheid gebruikt in hare gesehiedboeken bewaard. Na den bijstand aangeroepen te hebben van den God die hemel en aarde geschapen heeft, bad de priester den Heer het kruis der pelgrims in zijne goedheid te willen zegenen, gelijk Hij eertijds de roede van Aaron gezegend had; hij smeekte de goddelijke barmhartigheid degenen, die voor .lesus Ubrislus gingen strijden, in hunne gevaren niel te verlaten en hun den engel Gahriël te zenden, die eertijds de getrouwe metgezel van Tobias geweest was. Zich vervolgens tot eiken voor hem nederknielenden pelgrim wendende, sprak de pries-ter, na hem hel kruis op den schouder gehecht te hebben, de volgende woorden: «Ontvang dit teeken, het zinnebeeld van hel lijden en den dood van den Verlosser der wereld, opdat het onheil of de zonde u op uw tocht niel kunne bereiken, en gij gelukkiger doch vooral deugdzamer lol de uwen moogl wederkeeren.quot; De aanwezigen antwoordden: A.mi-n, en de heilige geestdrilt, welke deze plechtigheid opwekte, onlsiak, zich van den eenen aan den anderen mede-deelende, in aller harten een blakenden ijver.

Men zou gezegd hebben, dat de Franschen geen ander vaderland meer hadden dan hel heilige land, waaraan zij het oller van hunne rust, hunne bezittingen en hun leven verschuldigd waren. Deze geestdrilt, welke geene grenzen kende, deelde zich weldra aan de overige cliristenvolken mede; aan Engeland, kortelings door de Normandiërs overwonnen en nog lang niel van dien schok hersteld; aan Duitschland, door de twisten tusschen den keizer en den paus beroerd; aan Italië, door partijschappen verdeeld; aan Spanje zells, dat de Sarraceuen op zijn eigen grondgebied beoorloogde. Zoo groot was de invloed van den door (ie ongeloovigen gehoonden godsdienst, zoo onweerstaanbaar de macht van het door de Fransclien gegeven voorbeeld, dat al de christen natiën plotseling alles vergaten wat het voorwerp van hunne eerzucht of hunne bezorgdheid was, en zij aan den kruistocht de soldaten leverden, die zij noodig hadden om zich zeiven te verdedigen. Geheel het Westen weergalmde van deze woorden: .1/ wie zijn kruis niet dfaayl en mij niel Vi li/t, is mijner niel waardin.

De toestand, waarin Europa verkeerde, droeg er ontegenzeggelijk veel toe bij, om het aantal der pelgrims le vergrooteu. «Alles verkeerde in zulk een staal van verwarring,quot; zegt Wilhelmus van Tyr, «dat het scheen alsof de wereld haar einde nabij en de tweede komst van den Zoon Gods aanstaande was.quot; Uveral versmachtte het volk, gelijk wij reeds gezegd hebben.

in een knellende slavernij; eene vreeselijke schaarschte, welke Frankrijk en het mcerendeel der Westersche rijken sinds verscheidene jaren teisterde, was oorzaak van allerlei rampen, misdaden en rooverijeu. Gelieele dorpen, steden zelfs waren door de inwoners verlaten en vervielen in puin. De volken verlieten zonder leedwezen een grond, die hen niet meer kon voeden en hun geen rust of veiligheid aanbood; de vaan van het kruis scheen hun eene veilige bescherming toe tegen de ellende en de verdrukking. Volgens de decreten van het concilie van Clermont waren de kruisvaarders ontheven van hel opbrengen van belastingen; zij konden tijdens de reis wegens schulden niet vervolgd worden. Op den naam van het kruis schorsten do wetten hare bedreigingen, kon de dwingelandij hare slachlollers niet bemachtigen, mocht zelfs de gerechligheid de schuldigen niet grijpen onder degenen, die de Kerk tot hare verdedigers aannam. De zekerheid van slralieloosheid, de hoop op een beter lol, de begeerte om de heiligste banden le verbreken, het verlangen om vreemde landen le zien, deden de menigte onder de banieren van den kruistocht samenstroonien.

Vele edelen, die hel kruis aanvankelijk niet aangenomen hadden en humie vazalen zagen wegtrekken zonder hen le kunnen weerhouden, namen bel besluit hen als militaire aanvoerders te vergezellen, ten einde iets van hun gezag te behouden. Hel mcerendeel der graven en baronnen was overigens terstond bereid om Europa, door hel concilie van Clermont in staal van vrede verklaard, te verlaten, dewijl hel hun nu niel meer de gelegenheid kon aanbieden zich door hunne dapperheid te onderscheiden; zij hadden allen buitendien veel misdaden le boelen; zij namen derhalve het kruis en gordden hunne wapenen aan.

De geestelijkheid gaf zelve het voorbeeld. Het meerendeel der bisschoppen, die den titel van graaf of baron droegen en dikwijls de wapens inoeslen voeren om de rechten van humie bisdommen te handhaven, meenden zich voor de zaak van .lesus Christus le moeten wapenen. Om meer kracht aan hunne predikatiën bij le zeilen, namen de priesters zelve het kruis aan; een groot aantal zieleherders besloten hunne kudden naar Jerusalem te vergezellen.

Te midden van de regeeringloosheid en de onlusten, welke Europa sinds de regeermg van Karei den Groole beroerden, had zich een genootschap van ridders gevormd, die, avonturen zoekende, de wereld doorreisden: zij hadden gezworen de onschuld le beschermen, do verdrukte zwakken bij le staan en de ongeloovigen te bestrijden. De godsdienst, die hunne instelling goedgekeurd en hun zwaard gewijd had, riep hen ter zijner verdediging op; aan die roepstem gehoor gevende, zag de orde der ridderschap, die een groot deel van haren luister en waren bloei aan den heiligen oorlog te danken had, een aantal van hare strijders zich onder de vanen van bel Kruis scharen.

Misschien was de eerzucht niet geheel vreemd aan liuune toewijding aan de zaak van .lesus Christus. Beloofde de godsdienst zijne belooningeii aan ben, die voor het geloof gingen strijden, ook de fortuin beloofde hun de rijkdommen en de tronen der aarde. Degenen, die uit het Oosien terugkeerden, spraken met opgetogenheid van de wonderen, die zij gezien hadden, van de rijke provinciën, die zij doorgetrokken waren. Men wist, dat twee- of driehonderd Normaiidische pelgrims Apnlië en Sicilië op de Sarraceuen veroverd hadden. Al de door de ongeloovigen bezeile gewesten schenen aan die dappere ridders le moeten toevallen, wier eenige rijkdom hunne geboorte, hunne dapperheid en hun zwaard was.

Men moei evenwel niet uit hel oog verliezen, dat de gods-dienslijver de eerste en voornaamste drijfveer was, die de geheele Christenwereld in beweging bracht. In gewone lijden volgen de menselieu hunne natuurlijke neigingen; maar in den tijd waarvan wij spreken, was de begeerte tol deelneming aan den Kruistochl, welke levendiger werd naarmate zij zich meer verspreidde, een vurige en naijverige hartstocht, die luider sprak dan al do overigen. De vaderlandsliefde, de banden des bloeds, de teedersle genegenbeden des harten werden opgeolï'erd aan de denkbeelden en de gevoelens, welke geheel Europa destijds bezielden en medesleepten. Gematigdheid werd als lafhartigheid, onversebilligheid als verraad, tegenkanting als heilig-sebennende daad aangemerkt. De wetten hadden hoegenaamd geen kracht meer in liet oog dergenen, die voor de zaak van God gingen strijden. De onderdanen erkenden ternauwernood bet gezag der vorsten en der beeren in alles wal den heiligen oorlog betrof; de meester en de slaaf hadden geen anderen titel dan dien van christen, geen anderen plicht te vervullen dan den godsdienst met de wapens in de hand te verdedigen.

De verbeelding des volks zag elkeu dag zoovele woudertee-kenen, dal als hel ware de geheele natuur geroepen scheen om den wil des Hemels kenbaar le maken. «Ik neem God lot getuige,quot; zegt de abt Guibertus, «dat ik eens — ik woonde destijds te Beauvais — op hel midden van den dag, eenige wolken zag die


-ocr page 33-

WmS

mÊÊÊÊÊÊsm

Ill ■

«»§*

-ocr page 34-
-ocr page 35-
-ocr page 36-
-ocr page 37-
-ocr page 38-

E E N E ENIGE K R E E T W E E 11 G A L M 1) E : „G O I) W I L HE T

-ocr page 39-

GtiSCHlEnKNlS DER KRUISTOCHTEN.

cenigszins schuins over elkantlcr Ingen, zoodal uicii er ten hoogsle eenige overceakomsl iu liail kmuieii vinden mot tie gedaante van een ooievaar of eon kraanvogel, toon plotseling van alle kanten stemmen opgingen, die riepen, dat zicli eon kruis aan don hemel vertoonde!quot; Üezellde krouijkschrijver vermeldt nog een aantal feiten van gelijken aard, die duidelijk howijzon, welk een overspanning zioli van alle gemoederen h.ul moesier gemaakt.

Het werd als een schande aangemerkt, wanneer men geone hijzoudoro ingeving had gekregOu om aan don hoiligen oorlog doel te nomen, alsol'God eiken goloovige lol de verlossing van zijn graf geroepen had. Om aan een wonderdadige opwekking te doen goloovon, trok do een bloedige streopen op zijn lichaam in den vorm van eon kruis en vertoonde ze daarna aan aller oogon, gohruikle de andere hol sap van sommige planten ol' wol eenig gekleurd vocht om hot leekon der verlossing op zijn voorhoofd te schilderen en kleurden derden hun aangoziclit groen of rood, om zich als lovende hewijzon van do wonderwerken des Hemels te vertoonon. Het waren echter in don regel arme pelgrims, die zich aan zulk een vroom bodrog schuldig maakten, in de hoop, dal do liefdadigheid der geloo-vigen hen iu staal zon stellen ami don kruistochl dool te nomen.

Do handwerkslieden, de kooplui, de landbouwers verlieten hun arhoid en liuu hedrijf, zonder in het minste te denken aan de toekomst van zich zelvon of hunno gezinnen; de edelen en de heoren verkochten de grondbeziltingon, die hunue voorvaderen ton koste van zoo inenigen druppel hlood verworven hadden. Do gronden, do steden, de kasteelon, voor welker bezit men elkander beoorloogd had, verloren plotseling liuime waarde in de oogon hunner eigenaars, en gingen voor eon spotprijs over in de banden dorgenon, die, naar hun beweren, de genade Gods niet geraakt had, eu die derhalve niol geroepen waren om hot geluk doelnehtig te worden van de heilige plaatsou te be/ookon en hol Ooslen Ie helpen veroveren.

Mol concilie van Glermont, dat, gelijk wij roods gejogd bobben, iu de maand November van het jaar 1 ODa gehouden werd, had liet vertrek der kruisvaarders vaslgosteld op bet feest van O. Ij. Vrouw Hemelvaart vau hol volgende jaar. Gedurende tien winter hield men zich slechts bezig mot do toebereidselen voor den tocht naar het heilige land; elke andere zorg, elke andere aaiigelogouheid, elke andore arbeid word in do steden en op hel platteland lor zijde gesteld. Te midden der algeinooue opgewondenheid waakte do godsdienst, waarvan aller harten blaakten, voor de openbare orde. Eensklaps boorde men van goeue rooverijou ol aanrandingen moer, en Europa smaakte, gedurende eenige maaudon, een vrede, dien hot niet meer kende.

Onder do toobereidsolon tot don kruistocht behoorde vooral voor de kruisvaarders de zorg om hunne wapenen en hunne banieren te doen inzegenen. Nadat de wapenen iu de parochiekerken voor hel altaar nedergelogd waren, besproeide de priester zo mot wijwater, terwijl hij den almachtigen God bail, hem of hou, die zo in den strijd zouden hautooren, don moed en de kracht le vorleenen, die Hij eertijds aan David, don overwinnaar van den ongeloovigon Goliath, schonk. Terwijl de priester aan iedoron kruisridder hel zwaard oveiiiandigde, dat dooi' hom was go/ogend, sprak hij de volgende woorden; Onlvaiiii ihl zwaurd in den naam den Vilders, en des Xucms, en des lleilifien (leesles, (lebruik hel vuur de zegepraal des yeloul's, maar dnl hel nuuil iniseliiikiiij blued verifiele. De wijding dor vanen geschiedde met dezelfde plechtigheid: do dienaar van don Hoorder legerscharen smeekte don Hemel, dat dit toeken van don oorlog voor al de vijanden van hel christen volk een voorwerp van schrik on voor allen, die in Josus Christus geloofden, een onderpand dor overwinning zijn mocht. Na den standaard met wijwalor besprenkeld le hébben, stelde do priester dien aan den voor hom nederkmelondon krijger lor hand, terwijl hij sprak: «Ga voor do glorie Gods strijden en moge dit loekon u over allo gevaren doen zegevieren.quot; Deze tot dusverre in do Kerk ongekende plochtigheden lokten een onlelbare nienigio goloovigen aan, en allen vereonigden hunne gobedon mot die der uoeslelijklioid, om do goddelijke bescherming over de soldaten van Josus Christus af le smoeken.

Degenen, die hel kruis aangenomen hadden, moedigden elkander aan en zonden over en weer brieven en boodschappen om het vertrek te bespoedigen. Al do zegeningen dos Hemels schenen hel deel to moeten zijn van de kruisvaarders, die zich naar Jerusalem op weg zouden begeven Zij zells, die in den beginne de onbosuisJe deelneming aan den kruistocht gegispt haddon, beschuldigden zich rouwmoedig van bunne onverschilligheid voor do zaak van het geloof en betoonden niet minder ijver dan zij, die hun bol voorbeeld gegeven hadden. Allen waren verlangend om hunne bezittingen ie gelde le maken en vonden geen koopers moor. Voor de kruisvaarders had niets waarde dan hetgeen zij konden modenemon; do voortbrengselen vau den grond worden lol lagen prijs verkocht, lietgeon eensklaps den overvloed le midden dor schaarschte zelve te voorschijn riep.

Nauwelijks was do leute daar, of niets kou het ongeduld van de kruisvaarders meer beteugelen; zij begaven zich op weg naar de plaatsen, waar zij bijeen moesten komen. Het meereu-doel ging le voet; bier eu daar zag men oen ruiter ouder do. menigte; velen reisden op wagons door beslagen ossen getrokken, anderen volgden het zeestrand, terwijl wederom anderen do rivieren in booten afzakten, /ij waren verschillend gekleed, eu gewapend mot lansen, zwaarden, werpspiesen, ijzeren knotsen, enz. Over hot algemeen genomen, vertoonden deze eerste scharen pelgrims oeno zonderlinge en vreemdsoortige vermenging van alle slauden en rangen: men zag don grijsaard naast hol kind, de weelde naast do armoede, den riddorhelm naa-t de monnikskap, don mijter naast hol zwaard, den hoer met do lijfeigenen, don moester mot zijne dienaren. Rondom do steden, bij de sterkten, in de vlakten, op de bergen, zag men veld- eu legertenten verrijzon voor de ridders, en in der haast altarei opslaan voor hel opdragen van hol heilig misolfer. Allerwegen zag men de krijgsoefeningen met die van den godsdienst als bot ware gepaard. Hier onderrichtte een aanvoerder zijne sol-dalen in den wapenhandel, daar herinnerde een prediker zijnen toehoorders do waarheden van hel Evangelie: bier, het goschai dor klaroenen en der trompetten, gmds, het gezang der psalmen en lofzangen. Van den Tiber lot aan den Oceaan eu van den Rijn tot aan gene zijde dor Pyreneeën ontmoette men troepen met hel kruis bekloede mannen, die zwoeren do Sarraconen uit to roeien eu reeds bij voorbaat bunne overwinning bezongen; alom weergalmde de strijdleus dor kruisvaarders: Gud wil hel! (iiid wil hel!

De vaders begeleidden zelve hunno kinderen en deden hen zwoeren dat zij voor Josus Christus zou Ion overwinnen of sterven. De krijgers scbourden zich los uit de armen hunner vrouwen en kindoren en beloofden als overwinnaars te zullen woderkeeren. Do vrouwen, de grijsaards, die zonder steun achterbleven, vergezelden hunno zonen of echtgoiiooten naar de naburige stad, waar velen, zich niol van do voorworpen hunner genogeiihoid kunnende scheiden, hot besluit namen hen naar Jerusalem to volgen, /.ij, die iu Europa terugbleven, benijdden het lot dor kruisvaarders en konden hunno tranen niet weerhouden, zij, die in Azië don dood gingen zoeken, waren vol hoop eu blijdschap.

Onder do pelgrims, die van de kusten der zee gekomen waren, merkte men oen aantal lieden op, afkomstig van do eilanden in don Oceaan. Hun kloederdracht en hunne wapenen verwekten algemeen opzien en verwondering. Zij spraken eeue taal, die men niet verstond, eu om te beduiden, dat zij de holangon van hot kruis kwamen verdedigen, logden zij 'twee vingors van bunne banden kruiswijze over elkander. 'Mode-gesleept door hun voorbeeld en door do algemeene geestvervoering begaven goboele gezinnen, gansche dorpen zich op weg naar Palestina, alles modeiiemonde wat zij bezaten: levensmiddelen, gereedschappen, huisraad. De armsten namen hoegenaamd geeno voorzorgen: zij kondon niet gelooven, dat Hij, die de vogelen des voids spijzigt, de mot zijn kruis bekloede pelgrims van gebrek zon laten omkomen. Hunne onwetendhoid vermeerderdo hunno begoocheling en gaf aan alles wat zij zagen oen schijn van hetoovering en wonderdadigheid; zij ni'eeudou telkens hol doel van hun pelgrimstocht bereikt te hebben. Wanneer een stad of een kasteel zich aan hnnno blikken ver-loonde, vroegen do kinderen der dorpelingen 0/ dal Jerusalem was. Vele groote heeron, die hun leven in linnno landelijke burchten geslelon hadden, wisten er niet veel meer van dan hunne vazallen; zij voordon hun jacht- en vischtuig mode en werden voorafgegaan door hunno koppels houden,quot; terwijl zij hun valk op de hand droegen. Zij hoopten Jerusalem onder het maken van goeden sier le bereiken eu in Azië de boorscho woelde van hunue kasteolen ten toon te spreidon.

Te midden dor algemeene vervoering liet geen enkele verstandige de stem dor rede booreu; niemand verwonderde zich over helgoon heden ten dage onze verbazing opwekt. Die zoo vreomdsobrlige tooneolon, waarin ieder modospeelde, zouden slechts oen schouwspel opleveren voor de nakomolim^cbaij.


-ocr page 40-

TWEEDE BOEK

VEllTKEK EN TUCHT DER KRUISVAARDERS DOOR HET GRIEKSCHE RIJK EN KLEIN-AZ1Ë

101)6—10'J7,

(Veitrek der eerste kruisvaarders; hun tocht door Duilschlaiid, Hongarije en Bulgarije; hunne tengelloosheid, buitensporigheden en rampen; Peter de Kluizenaar en öotschall-; Volkmar en de graaf Emicon; beleg van Meseburg; de vourhoede bereikt Conslantiaope!; Alexis Cemnena luat haar over den Bosphorns zetten; eerste vijandelijkheden met de Turken; deze voorhoede wordt in de pan gehakt; Godfried van Bouillon; samenstelling van zijn leger; karakter der v.or-naamste bevelhebbers; de (jrieksche keizer maakt zich ongerust over het groote getal der kruisvaarders; de graaf van Vermandois; sluwe politiek van Alexis; de vorsten huldigen hem als hun leenheer; vrijgevigheid van Alexis.)

et gelal clirislonen, die in de mcesle landen van Europa liwtlicl kruis aangenomen hadden, \v;is groot, genoeg om verscheidene aan/ienlijke legers le vormen. Do vorsten en de hi Vu'llicbhers, die hen zonfh.'n aanvoeren, kwamen onder elkander overeen, dat zij niet allen tegelijkertijd zouden vertrekken, en verscliillende wegen volgen zouden om zich te Constan-tinojjel hij elkander aan te sluiten.

11096.| Onderwijl de vorsten zich met de toebereidselen lot luiii veil ek hezighielden, toonde de menigte, die Peter de Kluizenaar hij zijne prediking vergezelde, hot grootste ongeduld om de andere kruisvaarders vooruit te gaan. Daar zij geen aanvoerder had, sloeg zij hare oogen op hem, dien zij als een gezant des Hemels beschouwdc, en koos Peter den Kluizenaar om haar naar Azië te voeren. Verhlind door do overmaat van zijn ijver, meende de kloosterling dat de geest-drill voldoende was om in deu strijd de zege le bevechten, en het hem gemakkelijk zou vallen een troep volks, ongewoon aan tucht ol' regel, die op zijn roepstem de wapens opgenomen had, aan te voeren. Hij gal' toe aan den wensch der menigte, en gekleed in zijne grove pij, met den kap over het hoofd, sandalen aan de voeten en gezeten op den ezel, waarmede hij Europa doorreisd had, nam bij het hevelbehbcrscbaj) op zich. Van do boorden van de Maas en den Moezel, waar het leger zich gevormd had, trok het naar Duitscbland en nam onderweg steeds in getalsterkte toe door de menigte pelgrims, die uit Champagne, Bourgogne en de naburige provinciën kwamen toesnellen. Peter telde weldra tachtig a honderd duizend manschappen onder zijne vanen. Deze eerste kruisvaarders, die vrutiwen, kinderen, grijsaards, ja zelfs zieken in hun gevolg mede-voerden, togen, blindelings vertrouwende op den bijstand der Voorzienigheid, blijmoedig naar het heilige land ; in de overtuiging dat God hen riep ter verdediging zijner zaak, hoopten zij dat de 11 vie ren zich voor hunne gelederen zouden ont-sluilen en bet manna uit den hemel zou vallen om hen te voeden.

Hel leger van Peter den Kluizenaar was in twee legerkorpsen verdei ld; de voorhoede stond onder de hevelen van Waller zonder Have, wiens naam, door de geschiedenis bewaard, het bewijs levert, dat de aanvoerders even armoedig waren als de soldalen. Deze voorhoede telde slechts acht ridders; al de overigen trokken bedelende ter verovering van het Oosten uit. Zoolang de kruisvaarders op Fransch grondgebied waren, voorzag de lieldadigheid der geloovigen in hunne behoeften. Zij wakkerden den ijver aan der Duitschers, onder wie de kruislocbl nog niet gepredikt was, zoodat zij geen vijanden vonden aan de boorden van den Rijn, daar men hen overal als bet volk van God beschouwde, maar nieuwe Amalecieten, de Hongaren en de Bulgaren, wachtten ben aan de oevers van de San en den Donau.

De Hongaren, die evenals al de Slavonische volken uit Scy-tbië afstamden, hadden een gemeenschapjielijken oorsprong met de Turken en zich evenals deze zeer geducht gemaakt voor de christenen. Tegen bet einde der negende eeuw hadden zij Daciö en Pannonië overweldigd, en aan die landen den naam gegevn van Ugria of Hongarije, van waar zij zelve Hongaren genoemd werden. Maar de Hongaren overschreden weldra de grenzen van bun nieuw vaderland en openden die lange reeks van veldtochten, die zoo noodlottig werden voor Europa. Hunne bar-baarsclie horden doorkruisten Italië, Duitschlana, Lotharingen, Zwitserland en Erankrijk, waar zij tot aan de Pyreneeën doordrongen, terwijl zij leefden van plundering en roof, en alles op hunnen weg verwoestten. Omstreeks het midden van de tiende eeuw omhelsden zij het christendom, dat zij tot dusverre vervolgd hadden. Aan de wet van het Evangelie onderworpen, hegoniien zij steden aan te leggen en den grond te bebouwen, kenden zij een vaderland en hielden zij op de schrik hunner naburen ié wezen. Ten tijde van den eersten kruistocht waren de Hongaren er trotseh op een heilige — den H. Slefanus — onder hunne monarchen te tellen. Zich bij zijn terugkeer uit Palestina eenige dagen in Hongarije opgehouden hebbende, bad Peter de Kluizenaar den koning Ladislas I diep geroerd door de schildering van hel lijden der christenen in het heilige land: die vorst logde de gelofte af bun in persoon hulp te gaan bieden, doch bij stierf in 1095 zonder tot zijn leedwezen zijn eed te hebben kunnen gestand doen. De Hongaarsche kionijken beweren, dat na het te Piacenza gehouden concilie afgevaardigden uit Frankrijk, Engeland en Spanje het opperbevel over den kruistocht aan Ladislas kwamen aanbieden. Deze bewering is zeer onwaarschijnlijk, en wij veronderstellen, dat de koning van Hongarije, wiens staten de kruisvaarders moesten doortrekken, enkel uitgenoodigd werd om aan den kruistocht deel te nemen. Coloman, de opvolger van Ladislas, onderhield met Urbanus H vriendschappelijke betrekkingen, evenwel toonde hij noch zijn volk de minste geesldrill voor den heiligen oorlog.

De Bulgaren, van de boorden der Volga of Bolga gekomen, hadden bet rijk van Constantinopel afwisselend ! esclicrmd of gebrandschat. Hunne strijders hadden Nicephorus in een gevecht gedood en langen tijd diende de in goud gevatte schedel van een keizer aan hunne opperhoofden lot drinkbeker bij hunne braspartijen. Zij werden daarna overwonnen door liasihus, die


-ocr page 41-

WÊmSm

mmmmm

WÊOmmml

i3St!amp;amp;S

-ocr page 42-
-ocr page 43-

GKSCIIIKDKMS DER KHUISTOCHTEIV.

■in

aan vijftien duizend gevangenen de oogen liel uitsteken en door deze gruwzame daad de gelieele natie tegen Griekenland deed opstaan. Ten tijde van den kruistocht was Bulgarije aan het Grieksclie rijk onderworpen, maar liet spotte met de wetten on de macht zijner meesters. Tc midden van ongenaakbare wouden, langs de zuidelijke oevers van den Donau verstrooid, bewaarde hel Bulgaarsclie volk zijne woeste onariiankelijkhoi I en erkende de keizers van het Oosten slechls bij hel zien van hunne legers. Hoewel de Bulgaren hel christendom omhelsd hadden, beschouwden zij do christenen niet als hunne broeders; zij eerbiedigden noch het volkenrecht noch de wetten der gastvrijheid, en waren gedurende de twee eeuwen, die de kruistochten voorafgingen, de schrik der pelgrims van hel Westen, die zich naar Jerusalem begaven.

Dit waren do volken, wier grondgebied de kruisvaarders moesten doortrekken. Toen de voorhoede van Peter Hongarije betrad, ontmoette zij op haren tocht slechts hier en daar een smadelijke bejegening, die Waller mei gelatenheid verdroeg en waarvan hij de straf overliet aan den God, dien hij diende; maar naarmalè de kruisvaarders dieper in die hun onbekende landen doordrongen, nam hel gebrek toe en hiermede ook do teugelloosheid cii de veronachtzaming der chrislelijke deugden. In Bulgarije aangekomen, ontbrak het den pelgrims geheel aan levensmiddelen, en toen de gouverneur van Bulgarije weigerde hun die te verschaU'en, verstrooiden zij zich over het platteland, roofden de kudden, staken de woningen in brand en vermoordden eenige bewoners, die zich legen hunne geweldenarijen verzetten. De verbitterde Bulgaren grepen naar de wapens en vielen op de mei buit beladen soldaten van Walter aan. Zestig kruisvaarders kwamen te midden der vlammen om in eene kerk, waar zij eene wijkplaats hadden meenen te vinden; de overigen zochten hun heil in de vlucht. Na die nederlaag, welke hij niet poogde te wreken, verhaastte Waller zijnen tocht door de wouden en de wildernissen, gefolterd door den honger, en hel rampzalig overschot van zijn leger met zich medevoerende. Onder de muren van Nissa gekomen, ging Walter ootmoedig den bijstand vm den gouverneur dier slad afsmeeken, die, getroffen door de ellende der kruisvaarders, levensmiddelen, wapens en kleederen aan hen liel uitdeelen.

Overtuigd, dal hunne rampen eene straf des Hemels waren, werden de soldaten van Walter door de vrees voor God tol de tucht teruggebracht. Zij trokken den berg Hemus over, kwamen door Philippopolis en Andrianopel zonder zich aan nieuwe wanordelijkheden schuldig te maken en zonder nieuwe vijandelijke aanvallen ondergaan le hebben. Na een afmattenden tocht van twee maanden bereikten zij eindelijk Gonstanlinopel, onder welks muren zij, met verlof van keizer Alexis, hel leger van Peter den Kluizenaar mochten afwachten.

Dit leger, hetwelk Beieren en Oostenrijk ongehinderd doorgetrokken was, zou weldra nog zwaarder getuchtigd worden dan de voorhoede. Hel hield slil voor de poorten der stad, door de Bomeinen Sempronius en door de Hongaren Soprony genoemd; de kronijkschrijvers hebben daarvan Gyperon gemaakt. Deze stad, tegenwoordig OKdenburg geheelen, de hoofdplaats van hel comiteil van dien naam, dat aan Oostenrijk grenst, ligt in eene vlakte door met wijngaarden beplante heuvelen omgeven, bij hel moer Neusiedler, 'na dal van Balaton hel grootste van Hongarije. Van daar zond Peler de Kluizenaar afgevaardigden naar koning Goloman om vrijen doortocht door Hongarije le verzoeken; deze werd loegestaan onder voorwaarde dal het cbrislen leger vreedzaam zijn weg zou vervolgen en de levensmiddelen koopen die hel noodig had. Het leger van Peter volgde de richting naar de westelijke piml van liet meer van Balaton, daalde in de vallei van de Urau af en bereikte, de oevers van den Donau volgende, zonder ongeval Semlin. De kronijk-sclirijvers hebben die slad Malle Villa (Ongeluksstad) genoemd, eensdeels oindal zij er den naam niet van wisten, anderdeels omdat /.ij noodlollig geweest was aan de kruisvaarders. Semlin is sinds het begin der vorige eeuw tot een bloei gestegen, die het ten tijde der kruistochten niet kende. Zijne ligging aan de samenvloeiing van den Donau en de Sau hebben haar lot de stapelplaats van den handel tusschen Oostenrijk, de Turken en de Serviërs gemaakt.

In plaats van le trachten in zijn leger een strenge tucht le bewaren, waarvan aller veiligheid afhing, schroomde Peler niet, daar hem verontrustende berichten ter oore gekomen waren van een legen hem en zijn leger gesmeed komplol, de hartslochlen van die menigte op le wekken; in zijn onbesuisden ijver om wraak le nemen over den dood van zestien kruisvaarders zijner voorhoede, wier wapens en kleedingstukken aan de poorten van Semlin len toon hingen, gaf hij hel sein cm de slad le bestormen. De trompetten schallen, de soldalen dringen reeds bij den eersten aanval de stad binnen, terwijl de beangstigde bevolking de vlucht neemt naar eenen heuvel, aan de eene zijde gedekt door bosschen en rotsen en aan de andere zijde door den Donau; zij wordt in die laatste wijkplaats door de woedende benden der kruisvaarders vervolgd en aangegrepen, zoodat meer dan vier duizend inwoners van Semlin onder de slagen der overwinnaars vallen; de door den stroom medegevoerde lijken gaan die ontzetlende overwinning lol in Belgrado verkondigen.

Op het bericht van die slachting snellen de verbitterde Hongaren le wapen; de kruisvaarders toefden nog in Semlin, waar zij zich aan de vreugde van bun zegepraal overgaven en zich van de rijkdommen der ingezetenen moester maakten, loen men hun dé nadering aankondigde van Goloman, den koning van Hongarije, en van lionderdduizend zijner onderdanen, die brandden van begeerte om de vermoording van een ongewapende bevolking le wreken. Den soldaten van het kruis, die aan limine Idinde woede genoorzaamd hadden, ontbrak het aan den waren moed, en hun aanvoerder bezat meer geestdrift dan krijgsbeleid. Hel leger van Goloman niet durvende afwachten, verlieten zij in allerijl Semlin, de ongeluksslad, slaagden er in de Sau, ondanks hare breedte, over te steken, en sloegen de richting in van Belgrado.

Het grondgebied van Bulgarije betredende, vonden de kruisvaarders de sleden en de dorpen verlaten; Belgrado, de hoofdstad, telde geen enkelen inwoner meer; allen waren naar hel gebergte gevlucht of hadden zich in de wouden verborgen. Nu een moeilevollen marsch, gebrek lijdende aan levensmiddelen en ternauwernood gidsen vindende om hun den weg le wijzen, kwamen de soldalen van Peter eindelijk onder de muren van Nissa, eene slad die genoegzaam versterkt was om een eersten aanval te kunnen afslaan. De Bulgaren, die zich op de wallen vertoonden en de goedgewapende kruisvaarders, die zich voor de poorten gelegerd hadden, boezemden elkander eene weder-keerige vrees in. Deze vrees voorkwam aanvankelijk de vijandelijkheden; maar de goede verstandhouding kon van geen langen duur zijn tusschen een leger zonder tucht en een volk dal door de gewelddadigheden der kruisvaarders verbitterd was.

Na levensmiddelen bekomen te hebben, hadden de kruisvaarders zich weder in beweging gesteld, toen een twist, tusschen eenige inwoners en soldaten ontstaan, den strijd deed ontbranden. Honderd Duitsche kruisvaarders, die Wilheimus van Tyr lieh-aiskinderen noemt, zich over eenige kooplieden te beklagen hebbende, wilden zich wreken en slaken zeven op de Nissava gebouwde molens in brand. Bij hel zien van dien brand stormden de inwoners van Nissa, gloeiende van wraakzucht, de poorten der slad uil, wierpen zich op de acliterhoede van Peters leger, hieuwen allen neder die wederstand boden, vermeesterden twee duizend wagens en maakten een groot aantal gevangenen. Van de nederlaag, die zijne achterhoede geleden had, verwittigd, keerde Peter, die het grondgebied van Nissa reeds verlaten had, met zijn legei op zijne schreden terug. Onder hun terugkeer naar de stad vernamen de kruisvaarders uit den mond dergenen, die aan het bloedbad ontkomen waren, de toedracht der zaak; overal vonden zij langs de wegen de lijken van hunne vrienden en broeders verspreid liggen, welk gezichi hen met woede en wraakzucht vervulde; maar dewijl Peter icrecht een nieuwe nederlaag vreesde, als hij aan die gevoelens gehoorzaamde, nam hij zijn toevlucht tol onderhandelingen: algevaardigden werden naar Nissa gezonden om de gevangenen en de bagagewagens van het leger terug te eischen, waarvan de Bulgaren zich meester gemaakt hadden. Deze algevaardigden brachten den gouverneur onder het oog, dat de pelgrims het kruis aangeiui-iuen hadden om de vijanden van Jesus Ghristus in het Oosten te gaan bestrijden. Toornig verweel de gouverneur hen daarop hun woordbreuk, hunne gewelddadigheden en vooral de slachting der inwoners van Semlin, en wees hun verzoek onverbiddelijk van de hand.

Bij den terugkeer der afgevaardigden in het kamp, waar zij verslag van hun wedervaren gaven, steeg de verontwaardiging der kruisvaarders ten lop. Tevergeefs beproeft de Kluizenaar de gemoederen tol bedaren te brengen en nieuwe middelen lol verzoening aan te wenden; de vurigslen snellen te wapen; van alle kanten hoort men wraakgeroep en bedreigingen; ieder kruisvaarder gaat slechts met zijn eigen gevoel te rade en stoort zich aan geene bevelen. Terwijl Peter den gouverneur van Nissa lot vredelievende gevoelens poogt te stemmen, naderen twee duizend pelgrims, met het zwaard gewapend, de wallen en pogen ze te beklimmen: zij worden door de Bulgaren algeslagen en door een groot aantal hunner metgezellen ondersteund. Het gevecht wordt algemeen en het bloed vloeit reeds bij stroomen, terwijl de bevelhebbers nog over de vredesvoorwaarden aan liel onderhandelen zijn. Vruchteloos smeekt de Kluizenaar zijne soldaten den strijd le slaken, vruchteloos stelt hij zich tusschen de strijdenden: zijne den kruisvaarders zoo welbekende slem verliest zich in het gedruis der wapenen. De pelgrims, die in wanorde streden, worden op de vlucht gedreven; de eenen vinden hun dood in de moerassen, de anderen vallen onder de slagen der Bulgaren. De vrouwen en kinderen die hen volgden, hunne paarden, hunne trekdieren, de legerkas, welke de talrijke


-ocr page 44-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

90

aalmoezen der Rcloovi^en bevatte, alles wordt de prooi van een door de behaalde overwinning bedwelmden vijand.

Peter nam niet bet overschot van zijn leser de wijk op een nabmigen heuvel, waar hij den nacht in voortdurende onrust doorbracht, zijn nederlaag én de noodlottige gewelddadigheden bcwecnende, waartoe bij zelf bij de Hongaren bet sein had gegeven. Hij had niet meer dan vijl'lionderd man om zich. De trompetten en de klaroenen werden gedurig geblazen om degenen te verzamelen die aan bel bloedbad ontkomen en op hunne vlucht verdwaald waren. Hetzij de kruisvaarders zich alleen veilig waanden onder bnnue vanen, hetzij zij hunnen eed getrouw wilden blijven, geen hunner dacht er aan om naar zijne haardstede terug te keeren. Daags na bun nederlaag beliep liet getal der vluchtelingen, die van alle zijden kwamen opdagen, meer dan zeven duizend en weinige dagen later telde Peter weder dertig duizend man onder zijne bevelen. Tien duizend waren er onder de muren van Nissa omgekomen. In eeu deerniswaardigen toestand naderde het leger der kruisvaarders, geheel ontmoedigd, de grenzen van Thracië; bet bezat geen levens- of verdedigingsmiddelen meer; bel had een wissen ondergang te vreezen als bel de Bulgaren ontmoette en was aan den hongerdood prijsgegeven als het geen gastvrij land vond. Nu hadden de soldaten van Peter berouw over b.uime buitensporigheden. De tegenspoed maakte ben volgzamer en stemde beu tol gematigde gevoelens. Het medelijden dat meu met hen bad, diende hen beter dan de schrik, dién zij hadden willen verspreiden. Toen men ophield hen te vreezen, kwam men hun te hulp. Zoodra zij het grondgebied van Thracië betraden, zond de Grieksche keizer bun afgevaardigden om zich over hunne wanordelijkheden te beklagen en hun te gelijk zijne goedertierenheid aan te kondigen. I'eter, die nieuwe wederwaardigheden duchtte, weende van blijdschap bij hel vernemen dat hij bij Alexis genade gevonden bad. Vol vertrouwen en hoop zette hij zijn tocht voort, en zonder eeuige hinderpaal te ontmoeten, kwamen de kruisvaarders, die bij aanvoerde, met palmtakken in hunne handen, onder de muren van Constan-tinopel aan.

De Grieken, die de Latijnen niet genegen waren, verheugden zich in bel geheim over den moed der Bulgaren en zagen met uiiiiachting op de haveloos gekleede krijgers van het Westen neder. De keizer wilde den builengewonen man zien, die de christen wereld door zijne welsprekendheid in rep en roer had gebracht. Peter werd door den keizer op audiëntie ontvangen en verhaalde zijne zending en zijne wederwaardigheden. lu tegenwoordigheid zijner geiieele holliouding prees de keizer den ijver des predikers van den kruistocht, en daar hij niets van de i erziicbl eens kloosterlings te duchten had, overlaadde hij hem met gesclienkeu, liet. aan zijn leger geld en levensmiddelen uildeelen en ried hem aan om de aankomst der vorsten en der doorluclitige bevelhebbers, die het kruis aangenomen hadden, at' te wachten, alvorens den oorlog legen de ongeloovigen te beginnen.

Deze raad was heilzaam; maar de vermaardste helden van den kruistocht waren nog niet gereed om Europa te verlaten; zij zouden voorafgegaan worden door nieuwe scharen kruisvaarders, die zonder voorzorgen zonder tucht de voetsporen van Peters leger volgende, dezelfde buitensporigheden gingen plegen eu zich daardoor dezellde wederwaardigheden berokkenden.

Een priester van den Rijnkant bad in verscheidene Duitsche provinciën den kruistocht gepredikt. Op zijne oproeping hadden vijtlien a twintig duizend mannen de gelofte gedaan de ongeloovigen te gaan bestrijden en hadden zich tot een legerkorps vereenigd. Evenals Peter de Kluizenaar, werd Gotschalk iol aanvoerder van die schaar verkozen. Tegen hel einde van den zomer kwam dit leger in Hongarije aan, waar het zich weldra aan de snoodste builensporigheden schuldig maakte. Plundering, moord, brandstichting kenmerkte den weg dien de Dnitscbers volgden. Coloinau, die in eeu zwak en mismaakt lichaam, onder terugstootende trekken, een kraebtigen geest verborg, verzamelde troepen om de teugelloosheid van de kruisvaarders te strallen en ben aan de grondstellingen der gerech-tiglieid en de wetten der gastvrijheid te herinneren. De soldaten van Gotschalk waren moedig en dapper; zij verdedigden zich aanvankelijk met zulk eeu gunstig gevolg, dal bun weerstand de Hongaren zelfs ernstig bekommerd maakte, waarop deze besloten list aan te wenden om ben onschadelijk te maken. De opperbevel-liebber van Colomans leger veinsde vrede le willen sluiten, eu zond eeuige aanvoerders naar bet kamp der kruisvaarders om daarover te onderhandelen. Zij kwamen daar niet als vijanden aiaar als broeders, en het mocht bun door vleierijen en vriend-schapsbetuigiuge.n gelukken de Dnitscbers te bewegen zich te laten ontwapenen. Zich verlatende op de beloften van een christen volk, legden deze de wapens af; maar nauwelijks hadden zij dil gedaan, of de bevelliebber der Hongaren gal liet sein tot de slachting. Noch de smeeklieden, noch de tranen der kruisvaarders, noch het vereerde leeken, dal zij op de borst droegen, konden de slagen van een trouweloozen en barbaarschen vijand afwenden. Hun lot was medelijdenswaardig, en de geschiedenis zou bun een traan gewijd hebben, hadden zij zelve de wellen der menschelijkheid geëerbiedigd.

Men zal zich ongetwijfeld minder verwonderen over de builen-spoigheden van die eerste kruisvaarders, als men in aanmerking neemt, dat zij tol de helle des volks behoorden, die altijd gereed is blindelings misbruik le maken van de heiligste zaken en zich alles toe te eigenen als zij met in loom gehouden wordt door bet gezag der wellen en der aanvoerders. De burgeroorlogen, welke Europa zoolang beroerden, hadden het aantal gelukzoekers en landloopers sterk doen aangroeien; vooral Dnitscbland was vol van dat slag van lieden, die de geesel der maatschappij waren. Bijna allen schaarden zich onder de vanen van bet kruis en bleven op dien nieuwen krijgstocht den geest van bandeloosheid en verzet behouden, waarmede zij altijd bezield waren geweest.

Aan de boorden van don Rijn en den Moezel hoopte zich een nieuwe schaar kruisvaarders op, nog oproeriger, nog leugel-loozer dan die van Peter en van Gotschalk. Zij verkeerden iu den waan, dat de kruistocht alle zonden deed vergeven en in die overtuiging pleegden zij met gerustheid de grootste misdaden. Met dweepzuebtigen hoogmoed vervuld, achtten zij zich gerechtigd allen te veraclilen en le misbaudelen, die niet aan den tocht deelnamen. Zij beeldden zich in, dal de oorlog, dien zij gingen ondernemen. Code zoo welgevallig was en zij der Kerk zulk een grooleu dienst bewezen, dat al de goederen der aarde ternauwernood toereikende waren, om hunne zellopolïeriug te betalen. Alles wat hun in banden viel, scheen huneene verovering op de ongeloovigen toe en moest de billijke belooning zijn van hun arbeid.

Niemand durfde zich aan bet hoofd stellen van deze woeste horde, die ordeloos rondzwierf eu slechts gehoorzaamde aan degenen, die zijn waanzin deelden. Een leekebroeder, Volkmar gelieeten, en een zekere graaf Kinieon, die de uilspattingen zijner jeugd meende le boeten door de hartslochten van de menigte aan ie prikkelen, wekten door hunne opruiingen de aandacht en het. vertrouwen der nieuwe kruisvaarders. Deze beide aanvoerders verwonderden er zich over, dal men de muzelmannen ging bestrijden, die bet gral van Jesus Christus in hunne maebl behielden, terwijl men eeu volk, dat zijn God gekruisigd had, ongemoeid liet. De menigte, voor wie de joden overal een voorwerp van haat en afschuw waren, toonde zich maar al le zeer geneigd om hen le vervolgen. De handel, die bijna uitsluitend in hunne handen was, had bun eeu groot gedeelte van bet goud doen toevloeien, dat in Europa in omloop was. Hel zien hunner rijkdommen moest de kruisvaarders verbitteren, die voor bet meereudeel de liefdadigheid der geloovigen moesten inroepen om bun pelgrimstocht te volbrengen. Het is ook niet onmogelijk dal de joden door hunne scliimpredenen op de geestdrill der christenen voor den kruistocht de gemoederen nog meer verbitterden; al deze oorzaken, gevoegd bij de zucht naar roof en plundering, ontslaken het vuur der vervolging, waartoe Emicon en Volkmar het sein en hel voorbeeld gaven. Op bun aanhitsen verstrooide zieh eene woedende menigte iu de bij den Rijn eu den Moezel liggende sleden, en vermoordde onmeedoogend al de joden, die zij op haren weg ontmoette. In hunne vertwijfeling verkozen een groot aantal van die slachtoffers liever zichzelven den dood te geven , dan dien van de hand hunner vijanden le ontvangen. Verscheid enen sloten zich in liunue huizen op en kwamen in de vlaininen om, die zij zelf aangestoken hadden; eenigen bonden groote steenen :i.in hunne kleederen en wierpen zich met liunne schatten in den Rijn of iu den Moezel. De moeders verslikten liniine kinderen aan de borst, zeggende dal zij ze liever in den school van Abraham zonden, dan ze aan de woesiheid der christenen prijsgegeven te zien. De vrouwen, de grijsaards smeekten hunne bloedverwanten of vrienden hun hei leven te benemen. Al die menschen baden om den dood gelijk andere menschen om het leven. Te midden van die gruwzame tooneelen vermeldt de geschiedenis met lof den veiiichlen ijver der bisschoppen van Worms, Trier, Maintz, Spiers, die de stem van den godsdienst en de menschelijkheid deden hooren en wier paleizen wijkplaatsen waren voor de joden, geopend tegen de vervolging der moordenaars en beulen.

Emicons soldaten waren trolsch op hunne heldendaden, en hunne slachtingen van weerlooze lieden vervulden hen met hoogmoed. Fier, als hadden zij de Sarracenen overwonnen, begaven zij zich, met buil beladen, op weg naar bel heilige land, onder het aanroepen van den Hemel, dien zij zoo snood gehoond hadden. Bij de nadering dier gevreesde kampvechters van hel kruis namen de bevolkingen de vlucht. De ciirislenen. die zij op hun weg ontmoetten, zagen zich gedwongen hun ijver te roemen en beefden, uit vrees er de slachtollërs van te zullen worden. Zonder de volken en de lauden le kennen, die zij moesten doortrekken, zonder zelfs iels te weten van bei lot, dal hunne voorgangers getrollën had, stroomde die onstuimige menigte als een geweldige stortvloed naar de vlakten van


-ocr page 45-
-ocr page 46-
-ocr page 47-

GESCHIEDENIS DEP, KRUISTOCHTEN.

21

Hongarije. Moseburg slnnt zijnn poorten voor lien en weigerde liun levensmiddelen. Woedend dat inon /.no vvoiiiig ontzag heloonde voor de soldaten van Jesus Christus, maakten zij zich gereed om de Hongaren te behandelen gelijk zij de joden behandeld hadden.

Moscbni'g ligt aan de uitvloeiing van de Leitba in den Donan, in de naoijheid van het groote eiland Sehütt; uitgestrekte, dooide beide rivieren gevormde moerassen, omringen en verdedigen de plaats. Aau du Romeinen onder den naam van Ad Ifexum hekend, boet het tegenwoordig in hel Duitsch Mlcnhuru, in het lloiigaarseh Ovnr, in het Slavisch SI are llradji. Menige FrauselK! kronijksehrijvers hebben die stad Movisson genoemd, een naam dien men iii de Hongaarsehe benaming van Mosums, aan Wiesel-burg, de voornaamste stad van het comitaat in de onmiddellijke nabijheid van Altenburg ol' Moseburg, gegeven, terugvindt. Met'telt tegenwoordig niet meer dan achttienhonderd inwoners. De kruisvaarders sloegen een brug over de Leitba, welke hen lot onder de wallen der stad voerde. Na de muren eenigen tijd met stormrammen te hebben doen beuken, gal' Emieon het sein tot den aanval: de ladders worden legen de wallen geplaatsten men beproeft de stad stormenderhand Ie nemen. De belegerden bieden een geduchten tegenweer, doen op de belegeraars een bui van pijlen en sleenen regenen, en slorten stroomen kokende olie over hen uit. Door dezen onverwaebten wederstand lot razernij aangevuurd, zijn de kruisvaarders, alle doodsgevaar verachtende, op het punt de overwinning te behalen, toen eensklaps eenige ladders, onder bet gewicht der aanvallers bezwijkende, in hun val een deel der torens medesleepten, die door bet aan de bestorming voorafgegane beuken met de stormrammen gescheurd waren. Het jammergeschrei der gekwetsten, het gedruis der instorting verspreiden een panischen schrik onder de kruisvaarders. Zij verlaten in allerijl de halt verwoeste wallen, waarachter hunne vijanden sidderen, en trekken in de grootste wanorde terug.

«God zelf,quot; zegt Wilhelmus van Tyr, «verbreidde den schrik in hunne gelederen om hunne misdaden te stralTcn en het woord van den Wijze te vervullen : «/gt;lt;? fioddclooze vliirhl zmulrr dal men hein vervolfit.quot; Verbaasd over hunne overwinning, wagen zich de inwoners van Moseburg eindelijk builen hunne wallen en vinden het veld bezaaid met vlnchtelirigen, die hunne wapens weggeworpen hadden. Ken groot aantal van die woeslaards, voor wie tot dusverre alles gezwicht had, laten zich dooden zonder zelfs tegenweer te bieden, terwijl vele anderen een jammervol einde vinden in de moerassen. De wateren van dc Leitba en den Donau werden rood gekleurd door het bloed der tallooze lijken, die men er in wierp. Emieon mocht het gelukken naar Duitschland te ontkomen, waar hij in kommer zijne dagen eindigde.

De voorhoede van dit leger onderging hetzelfde lot bij de Rulgaren, wier grondgebied zij betreden had. In de steden, op de wegen, in het veld, overal ontmoetten die onwaardige kruisvaarders mannen, die even bloeddorstig en oumeuschelijk waren als zij, en, gelijk de geschiedsclirijvers van dien tijd zich nildrukken, op het pad der pelgrims gesteld scbenen als werktuigen van de goddelijke gramschap. Van het kleine aantal dergeneu, die hun heil in de vlucht vonden, keerden de eenen naar hun vaderland terug en bereikten do anderen Conslanlinopel, waar de Grieken de nieuwe rampen der i atijnen met des te meer vreugde vernamen, daar zij veel te lijden gehad hadden van de door het leger van Peter den Kluizenaar gepleegde buitensporigheden.

Vereeingd met de schaar van Walter, had dit leger Pisaners, Venetiërs en Genueezen onder zijne vanen opgenomen; hel was ongeveer honderd duizend man sterk. De herinnering aan hunne doorgestane ellende deed hen eenigen tijd de bevelen des keizers en de rechten der gastvrijheid eerbiedigen; maar de overvloed, de werkeloosheid, het zien der rijkdommen van Constaiitinoiiel deden den ouden geest van teugelloosheid en roof-ziieht welhaast weder in het legerkamp der pelgrims ontwaken, lu hun ongeduld om de muzelmannen te gaan bestrijden en buit op hen te behalen, pluuderden zij de huizen, do paleizen en zelfs de kerken der voorsteden van Dyzantinm. Om zijne hoofdstad van die roofzieke gasten te bevrijden, verstrekte Alexis hun schepen en deed tien aan de overzijde van den Bosphorus aan land zetten.

Er was niets goeds te verwachten van eene schaar, die uit een verward mengelmoes van alle natiën en liet overschot van verseheideiie ongeregelde legerbenden bestond. Een groot aantal kruisvaarders waren bij bet verlaten van bun vaderland slechts bedacht geweest op hei vervullen hunner gelofte om het heilige graf uil de macht der ongeloovigen te gaan verlossen; maar onderweg was die godvruchtige gemoedsgesteldheid geheel geweken. Het is een erkend feit, dat, wat ook de aanleiding moge zijn, die een groot aantal menschen bijeenbrengt welke door geen enkelen band in bedwang gehouden worden, de verdorven-sten den grootsten invloed uiloelenen en de slechte voorbeelden gereede navolging vinden, /oodra de soldaten van Peter den Bosphorus overgestoken waren, beschouwden zij allen die zij op bun weg ontmoetten als vijanden, en de onderdanen van den Grieksehen keizer hadden van hunne eerste wapenfeiten meer te lijden dan de Turken. Weldra brak er oneenigbeid tusschen hen uit, die hun ondergang bespoedigd?.

De pelgrims sloegen hun kamp op aan de golf van Monn-dania, in de nabijheid van Civitot, bel oude Cins. Deze stad was kortelings door Alexis Comnena weder opgebouwd, om er de Angel-Saxers in op te nemen, die na de verovering van Engeland den annhlih van Willem niet lumden venlniiien, gelijk Orderic Vilalius zich uitdrukt, en tot zelfs naar hel Oosten vlnchtten. Civitot heeft in latere lijden plaats gemaakt voor het marktvlek Glieinlil;, door Grieken en Turken bewoond, en een der voornaamste werven der Turksche marine. Gliemlik ligt aan hel oostelijk uiteinde van het Arganlbongebergtc, dal zich langs de zee tot Nicomedië uitstrekt; achter de stad breidt zich op eene uitgestrektheid van twee mijlen eene vallei uit, welke door hot meer Ascanius begrensd wordt. In deze vruchtbare, met olijfboomen, steeneiken en oranjeboomen beplante vallei werden de legertenten der pelgrims opgeslagen. Men had hun aanbevolen de bezittingen der Grieken te eerbiedigen en vooral niet don strijd met de Turken aan te vangen, en gedurende eenige weken volgden zij dien welgemeenden raad op en gedroegen zich vreedzaam, maar de werkeloosheid van het kampleven en het gezicht van een vruchtbare landstreek deden hen langzamerhand de tucht vergeten en de raadgevingen van hunne bevelhebbers in den wind slaan. De stonlinordigsten begonnen strooptochten te ondernemen en keerden met buit beladen terug: de afgunst, de tweedracht, de teugelloosheid drongen te; gelijk met de geroofde kostbaarheden van de Grieken bet kamp binnen; elke dag werd gekenmerkt door nieuwe wanordelijkheden.

Het verdroot die laatdunkende menigte al spoedig, dat men de Turken zoo lang ongemoeid liet; drie duizend Dnilscbe, Lombardische en Ligurische kruisvaarders scheidden zich van het leger en rukten onder de aanvoering van een Italiaan, Reinier genaamd, regelrecht op hel kasteel /vtrm/m/e)) aan, dat zich op eenige mijlen afstauds van Civitot tegen de helling van den Argaiithon verhief, maakten er zich meesier van en joegen de bezetting over de kling, maar weldra zagen zij zich ingesloten door een Turkse,h legerkorps uil Nicea. Daar zij aan levensmiddelen gebrek hadden en de toevoer van water afgesneden was, waren zij aan al (Ie ijselijkheden van den honger eu den dorst prijsgegeven. Na zich tol bet uiterste verdedigd te hebben, moesten zij zich, ten gevolge van verraad, aan ecu meedoogenloozeu vijand overgeven; eenigen werden onthoofd, de overigen in gevangenschap weggevoerd. Hun aanvoerder kocht zijn leven door zijne metgezellen te verraden en het geloof van Jesus Christus af te zweren.

Toen deze treurmare in bet kamp der kruisvaarders bekend werd, grepen allen, door wraaklust bezield, naar de wapens en rukte het leger, in zes korpsen gesplitst, naar Nicea op, de priesters, vrouwen, grijsaards, zieken en kinderen in het kamp achterlatende. Hel leger bestond uit ongeveer vijf eu twintig duizend voetkneehleu en vijf honderd ruiters. Nagenoeg ter zelfder tijd verliet de sultan van Nicea, aan het hooid van een talrijk leger, die plaats, om de pelgrims in hun kamp aan te tasten, doch door verspieders van hunne nadering verwittigd, staakte hij zijn marscb en schaarde zijne troepen in slagorde in eene vlakte, welke de kruisvaarders over moesten, wilden zij Nicea bereiken. Onbewust van het dreigende gevaar, drongen deze door een dicht woud voort, toen zij, de vlakte bereikende, zich plotseling tegenover een zoo talrijk mnzelmansch leger bevonden, dat bet bijkans de gansche vlakte bedekte.

Het gemis aan een bekwaam opperbevelhebber zou ook thans weder de oorzaak van hun volslagen ondergang wezen. In plaats van op de aankomst der andere korpsen te wachten, vielen de twee voorste, zonder ondersteund te worden, met verwoedheid op den vijand am. Maar nauwelijks waren zij bandgemeeii geworden, of een groote schaar ruiters stormde op hen in en zaaide dood en verderf in hunne gelederen, zoodat zij uiteen stoven eu in verwarring in do richting van Nicea vloden ; doch zij keerden bijna onmiddellijk op hunne schreden terug en poogden zich met het zwaard door de dichte drommen der ongeloovigen een weg te banen. Hoe dapper zij echter ook streden, zij moesten toch voor de overmacht bet onderspit delven en werden allen afgemaakt,. Intusschen waren ook de overige korpsen met de ongeloovigen slaags geraakt, doch ook hier was bet krijgsgeluk den kruisvaarders ongunstig, te meer daar zij reeds bij den aanvang van hel gevecht hunne bevelhebbers verloren hadden; Walter zonder Have, onder anderen, viel door zeven pijlen doorboord. Al strijdende weken de soldaten van het kruis in bet woud terug, tot zij, door ecu panischen schrik bevangen, plotseling allen verderen tegenweer staakten en in overhaasting naar hun kamp vluchtten, waar de vijand hen met het zwaard in de lendenen


-ocr page 48-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

vervolgde en een vreeselijk bloedbad onder hen aanrichtte. Het gelieele kamp werd nilgemoord en alleen de knapen en jonge niiisjes in lii't leven gespaard om als slaven verkocht te worden. Van het geheele kortelings nog zoo gednchle christen leger hie 1'niets anders over dan ruim drie duizend man, die zich in een hall' vervallen kasteel, aan den oever der zee, verscbanst hadden, waarin zij weldra door do Turken belegerd werden; maar zij lieten zich liever door de pijlen des vijands dooden ol' verwonden dan zich over te geven. Hel overschot van deze schaar werd door eenige Grieksche bataljons, door den keizer ter hunner Indp afgezonden, ontzet en naar Constantinopel teruggevoerd. Zoo was een enkele veldslag voldoende geweest om liet geheele christen leger te verdelgen en van do honderd duizend menschen, waaruit het nog bestond op bet oogenlilik dal het den Bosphorns overstak, was niets meer overig dan boopen beenderen, welke de Turken in de vallei v an Civitol op den weg van Kicea opeenstapelden, nadat de bek der roolvogels en de tand der jakhalzen de lijken afgeknaagd hadden: een akelig gedenkteeken, hetwelk aan do volgende kruisvaarders den weg naar het heilige land moest loonen!

Zoodanig was het uiteinde van dat heirleger pelgrims, die Azië dachten te veroveren en zelfs de plaatsen niet mochten aansehouwen, ter wier verlossing zij hun land verlaten hadden. Zij hadden echter oneindig veel kwaad gesticht, want door hu me huilensporigbeden hadden zij geheel Griekenland tegen de kruisvaarders ingenomen en de Turken geleerd de wapens der christenen van hel Westen te minachten.

1'eler, die vóór den veldslag naar Constanlinopel teruggekeerd was en sinds lang zijn gezag onder de kruisvaarders verloren had, voer heftig uit over liuinie weerspannigheid en hoogmoed, en noemde hen roovers, die God onwaardig geacht had hel graf Zijns Zoons te aanschouwen en te vereeren. Hel werd nu ieder duidelijk, dal de van geestdrift blakende prediker van den heiligen oorlog geen der boedanighedeii bezat, die vereischt werden om er den aanvoerder van te wezen. Alleen door koelbloedigheid, vüorzichligheid, vastberadenheid kon eeue menigle in toom gehouden worden, die door zoovele hartstochten geleid werd en aanvankelijk slechts gehoor gaf aan de geestdrift van het oogenlilik. Na de groolsche gebeurtenissen van den kruistocht door zijne welsprekendheid voorbereid te hebben, speelde Peter de Kluizenaar, onder den vloed der pelgrims verloren, nog slechts een gewone rol en werd in hel vervolg tei nanwernood meer opgemerkt in een oorlog die zijn werk was.

Mei ontzetting vernam Europa het rampzalig uiteinde der driehonderd duizend kruisvaarders, die het had zien vertrekken; maar zij, die hen moesten volgen, werden daardoor niet ontmoedigd en besloten hun voordeel te doen met de lessen, welke de rampen hunner voorgangers hun gegeven hadden. Welhaast zag hel Westen legers op de heen, geregelder eu geduchter dan die, welke aan de oevers van den Donau en in de vlakten van liithynhï verstrooid en verdelgd waren.

Nu wij den tocht eu de krijgsbedrijven van deze nieuwe legers gaan verhalen, zullen wij edeler, grootscber lafereelen te schetsen hebben, want hier verloonl zich de heldhallige geest der ridderschap in zijn vollen luister, en begint hel schitterende tijdperk van den heiligen oorlog.

lie hevelhebbcrs der christen legers, die op hel punt stonden bet Weslen le verlaten, waren reeds vermaard door hunne dapperheid en hunne wapenleilen. Aan hun hoofd plaatst de geschie» denis Godfried van Bouillon, hertog van Neder- Lolharingen. Hij behoorde tot hel doorluchtige geslacht der graven van Bouillon en stamde door zijne moeder van Karei den Groole af. Reeds in zijne jeugd had hij zich onderscheiden in den oorlog Uissehen den Heiligen Slocl en den keizer van Duilschland. Up hel slagveld (!( o 'do hij met de lans van zijn vaandel Rodolfvan Rhinleld, hei log v in Zwaben, wien Gregórius de keizerlijke kroon had gezonden. Toen de oorlog in liaiië ontbrandde'voor de zaal; van den anli-paus Anae,lotus, drong Godlried het eerst de stad Home binnen, die door de troepen van Hendrik belegerd en ingenomen werd. Het berouwde hem later eene partij omhelsd te hebheu, die do overwinning zilfs niet kon doen zegevieren en door hel meerendeel der chrislenen als heiligschennend bescliouwd werd. Om boete te doen voor deze nullelooze krijgsbedrijven en die daarbij door den geest zijner eeuw veroordeeld weiden, deed Godfried de gelofte zich iiaar .lerusale.n te begeven, niet als eenvoudig pelgrim, maar als bevrijder.

Naar de beschrijving, die Wilhelmus van Tyr van hem geeft, vereenigde hij de dapperheid en de deugden'van een held met de eenvoudiglieid van een kloosterling. Zijne bekwaamheid in bet lianleei'en der wapens en zijne buitengewone lichaamskracht verwierven hem in de legerplaatsen ieders bewondering. De voorzichtigheid en de bezadigdheid matigden zijne onverschrokkenheid, en nooil bracht hij op hel slagveld zijne overwinning in gevaar of onteerde hij haar door een nutteloos bloedbad ol' een roekeloozen ijver. Oprecht godsdienstig en den roem slechts ziende in de zegepraal der gerecbtiglieid, toonde hij zich altijd bereid om de zaak van het ongeluk en de onschuld to verdedigen. De vorsten en de ridders beschouwden hem als hun toonbeeld, do soldalen als hun vader, de volken als hun steun. Al was hij de opperbevelhebber niet van den kruistocht, gelijk sommige geschiedschrijvers beweerd hebben, bij bezat toch den invloed, dien de deugd en de verdienste geven. In hunno oneenigheden en twisten riepen de vorsten en de baronnen dikwijls de beslissing van Godfried in, terwijl zij in gevaren, altijd naar zijne stem luisterende, aan zijne raadgevingen gehoorzaamden als waren het strikte bevelen.

Op het voorbeeld van den hertog van Lotharingen, besteedde do adel van Erankrijk en der oevers van den Rijn zijne schatten aan de toebereidselen lol den kruistocht. Alle dingen, die voor den oorlog dienen, stegen lol zulk een buitensporigen prijs, dal de opbrengst van een sink land ternauwernood toereikende was om de uitrusting van een ruiter te betalen. De vrouwen ontdeden zich van bare kostbaarste sieraden om de reis van hare zonen ol hare echlgenoolen te bekostigen. Zells degenen, die in andere lijden liever duizend dooden gestorven zonden zijn dan hunne grondbezillingen te; verkoopen, zeggen de geschiedschrijvers, stonden ze thans af voor een matige som, o! verruilden ze tegen wapenen. Het goud en hel ijzer schenen de eenige dingen le zijn, die men begeerde.

Men zag toen de rijkdommen, door vrees of gierigheid verborgen, weder te voorschijn komen. Gouden slaven, gemunt geld, zegt de abt Gniberlus, zag incn in de tenten der voornaamste kruisridders opeengestapeld liggen, gelijk gewone vruchten in de hutten der dorpelingen.

Verscheidene baronnen hadden geen gronden of kasteelen te verkoopen: zij riepen de liefdadigheid der geloovigen in, die hel kruis niet aannamen en aan de verdienste van den heiligen oorlog deelachtig meenden te worden door in het onderhoud der kruisvaarders le voorzien. Eenigen brachlen hunne vazallen tot den bedelstaf; anderen, gelijk Willem, burggraal van Mclun, plunderden de marktvlekken en de dorpen uit, om zich de noodige middelen le verschallen voor den oorlog tegen de ongeloovigen. Door een edeler godsvrucht geleid, vergenoegde zich Godlried van Bouillon z.ne grondbezittingen over te dragen. Men leest in Robert Gaguinus, dal bij de inwoners van Melz toestond hunne stad, waarvan bij leenheer was, voor de som van honderd duizend kronen vrij te koopen. Hij verkocht de kasteelen van Sleenay eu Mouzay aan den bisschop van Verdun en stond zijne reebten op het hertogdom Bouillon aan den bisschop van Luik al voor de geringe som vaa \ier duizend zilveren marken en een gouden mark. Daarna hield hij zich met verscheidene godvruchtige slichtingen bezig. Zoo srbonk hij aan de; kanunniken van het kapittel van Sint Servalius te Maaslricht het kasteel Ramioul, lussclien Huy en Luik aan de Maas gelegen, onder verplichting God voor zijne ziel te bidden, en slicblie in de kerk van den heiligen Micliaël le Antwerpen een zeker aantal prebenden, die hij aan een gelijk getal kanunniken overdroeg, onder voorwaarde, dat zij de bescherming des aartsengels, hun patroon en den patroon der ridders, voor hem zouden alsmeeken.

Acht maanden na hel concilie van Glermonl begonnen Godfried van Bouillon en de met hem vereenigde vorsten langs vcrsebil-lende wegen en met vorstelijke pracht bun tocht, terwijl onder hunne troepen een gestrenge krijgstucht in acht genomen werd. Hel heirleger van Godfried telde blO.ÜOÜ voetknechten en 10.000 niters, ongerekend bet gevolg van vrouwen en kinderen. Behalve door een groot aantal Eransche en Vlaamsche edelen en ridders, went Godfried vergezeld door zijne beide broeders, Eiistaehius en Boudew'ijn van Boulogne, en zijn neet Boudewijn van Bourges, zoon des graven van Rhetel. Deze beide laalsten, die eenmaal evenals Godfried van Bouillon koning van Jerusalem zouden worden, namen als eenvoudige ridders aan den kruislocbl deel. Zij werden minder gedreven door eene oprechte godsvrucht dan door de hoop om een groot tortuin in Azië te maken en verlielen zonder leedwezen de grondeigendommen, die zij in Europa bezaten, in het gevolg van den hertog van Lolharingen merkte men nog op: Boudewijn, graaf van Henegouwen (i), Garnier, graaf van Gray, Gonou van Moiitaigu en zijn zoon Lamberlus, graal van Clermont aan de Maas, den vermaarden Dudon van Conlz, Gerard van Gberisi, Reiuier en Petrus van Toul, Ingelrani, graat van Sint Pol, en diens zoon Euguerrand, Albert, zoon van graaf Albert 111 van Namen, Erederik, den neef van dezen

(1) Onder de groole schaar ridders uit Henegouwen, die door Boudewijn aangevoerd werd, verdienen vooral vei meld le worden Albert en Boudewijn van Ba.Heul, Gerard en Lambert van Avesnes, Anseluins van Bibaniiiont, KI ca sar van Castrc-s, Boudewijn van Grand pré, Gilbert van Flenrus, Conan, Engelberl, Kverhard, Boudewijn, Gijsbert, Lethold, quot;Willem en Kudoll van DoorniU, Kobert van Bcthune, Josserand van Quesnoy, Ingelram van Frésin, Komelin vanCivqni, Gilles van Tra zeg ui es, Gilles van C'hin en eeue menigle andere dapperen wier uauieu in lleucgouweu gunstig bekend wareui


-ocr page 49-

GESCIIIKOKNIS DER KnillSTOCHTKN.

vorst, Godevaert en Jan van Namen, Adalbert, zoon van den graal' van Luxemburg, Peter, graat' van Ardenne, Adelard van Strassen, Hendrik van Aei'schot, noudewijn en Gontran van Brussel, Hendrik en Godl'ried van Assclio, Walter van Nijvel, Reginald van Molembeek, Werner van Grez, Alberon en NVillem van Mctz, Tibout, graal van Bar, Odo rn Stelanus van liour-gondiö. De meesten dezer edelen voerden een menigle andere minder bekende ridders aan, maar die allen van begeerle brandden om in den aan de ongeloovigen verklaarden oorlog schaden te gaan vergaderen en hunne namen te vereeuwigen.

Met door den hertog van Lotharingen aangevoerde leger, dat uit soldaten gevormd was, gewend aan krijgstucht en beproeld in den strijd, bood Duitsebland een geheel ander schouwspel aan dan de scharen van Peter den Kluizenaar en herstelde lt;'e eer der kruisvaarders in al de landen waar het doortrok, liet vond overal bijstand en bondgenooten, waar de eerste kampiocm n van het Kruis slechts hinderpalen en vijanden gevonden hadden. Godlried betreurde hel lot dergencn, die hem vooralgegaan waren zonder le trachten hen te wreken. Te Tolionburg (tegenwoordig Bruck aan de Leilha) schrecl Godfried aan koning Goloman om hem een vrijen doortocht door zijne staten te verzoeken, en ontving van den Hongaarschen vorst een antwoord vol vriend-schapshetuigingen. Godlried en Goloman hadden zells te Gyperon (OKdenherg) een onderhoud met elkander. De Hongai'cn en Bulgaren vergaten op hunne beurt de rooverijen der soh'atm van Peter, Gots dialk en Emicon; zij bewonderden de gematigdheid van Godfried en wenschten hem oprecht de zegepraal op de ongeloovigen toe.

Terwijl dequot; hertog van Lotharingen op weg was naar Gonst,'tn-tinopel, bracht Frankrijk andere legers op de been voor den heiligen oorlog. Weinige maanden na de kerkvergadering van Clermont, kwamen de grooten ('es rijks bijeen om over de zaken van den kruistocht le beraadslagen. In die vergadering, welke in de tegenwoordigheid van Philips I gehouden werd, die kortelings door den paus in den ban gedaan was, verhiel niemand de stem tegen den onder begunstiging van den Heiligen Stoel gepred.ikten oorlog, dacht niemand er aan de godsdienstige en krijgszuchtige hartstochten lol bedaren te brengen, die 1'rank-rijk en Europa heheerschlen.

Tegen het midden van de Xquot; eeuw had het hoofd van de derde dynastie er lijdelijk in berust, dat zijne vazallen zich van hem losmaakten, eii om den titel van kon'ing te verwerven had hij nagenoeg alles wat er nog van de rechten der kroon overig bleef prijsgegeven, l'hilippus I, kleinzoon van Hugo Gapet, zag zijne kroonbezittingen ingekrompen lot zes voorname steden, namelijk Parijs, Orleans, Etampes, Meliin, Gompiègne en Bourges; hel overige gedeelte van Frankrijk werd geregeerd door de groote vazallen, waarvan verscheidenen den monarch in marhl over-lrollen.' Het koningschap, het eenige bolwerk der volken tegen de macht der grooten, was zoo zwak, dat men er zich heden ten dage over verwondert, dat het niet le midden der moeielijk-l'ieden en vijanden die het van alle zijden omringden, bezweken is. Daar de koning in den kerkdijken ban was, viel het gemakkelijk zijne onderdanen lot ongehoorzaamheid te verleiden, den opstand 'in zekeren zin le wettigen door er een godsdiensligeu glimp aan te geven.

De kruistoebt voerde allen, die partij hadden kunnen trekken van de benarde omstandigheden waarin hel rijk verkeerde, verre van Europa mede; hij redde het land van een burgeroorlog ni voorkwam de bloedige twisten, die men onder d(! regeering van Hendrik en het ponliticaat van Gregorius in Duitsebland Imd zien uitbarsten.

Dit waren de beschouwingen, welke zich aan den geest, der verlichtsle mannen hadden moeien voordoen. Maar hel is moeielijk te gelooven, dat de raadslieden des konings van Frankrijk destijds de heilzame uitwerkselen van den kruistocht in hunne volle uitgestrektheid voorzagen, die men eeist veel later erkend beeft, en slechts in de eeuw waarin wij leven op hunne wezenlijke waarde geschat zijn. Van den anderen kant dacht men niet aan de wanordelijkheden, aan de rampen onalseheidelijk van den oorlog, waarhij de machtigste harts-loehtcn een groote rol moesleu spelen. Men bedacht niet, dat de eerzucht, de bandeloosheid, de geest van opgewondenheid, voor een staat zoo gevaarlijk, ook den ondergang van de voor den heiligen oorlog op de been gebrachte legers na zich konden sleepen. Niemand van degenen die hel kruis aangenomen hadden ot hij hunne haardsteden bleven, dacht hieraan; men zag niets in het verschiet dan gevechten en overwinningen. De ■ ■Toote vazallen ondernamen een oorlog op grooten afstand zonder Te weten, dat die oorlog hunne macht moest verzwakken en hunne l'anüliën verarmen; de koningen en de volken waren er verre van af op die groote krijgstochten de hoop te bouwen, de eenen om hunne macht, de anderen om hunne vrijheid te vermeerderen; de aanhangers van den Heiligen Stoel zoowel als de aanhangers van het koningschap; zij, die van een bla-kquot;nden ijver voor de zaak der Kerk vervuld waren, zoowel

Hs het kleine aantal van hen, die eene ware liefde voor hel menschdom en het vaderland voedden, allen, in een woord, lieten zich door do gebeurtenissen medesleepen, zonder er de oorzaken, zonder er de uitwerkselen van te kennen. De vorsli n werden evengoed medegesleept als hel volk, en de verstaiKligsten gehoorzaamden blindelings aan dien oppersten wil, die de aan'-sche dingen schikt gelijk het Hem behaagt en zich van de hartstochten der meuschen bedient als van een werktuig o:n zijne raadsbesluiten te vervullen.

In eene bijgeloovigc eeuw had het zien van een wonderwerk, een buitengewoon natuurverschijnsel, meer invloed op de gemoederen dan de orakelen van het versland en ee rede. De geschiedschrijvers vermelden, dat tijdens do baronnen vergaderd waren, de maan, le midden van een eclips, als met een bloedigen sluier overtrokken was; dit akelige schouwspel duurde lol aan den morgen. Toen de dag aangebroken was , vertoonde zich de maan, welke reusachtige bloedvlekken nog vooralier oogen schonen te verbergen, zich eensklaps meteen ongekenden glans aan den hemel. Eenige weken later, zegt de abt Guibertus, zag men den hemel in vuur en vlam staan, en door ontsteltenis bevangen, verlieten de meuschen de huizen en de sleden, in de meening dat do vijand naderde, alles te vuur en le zwaard vernielende. Deze en een aantal andere natuurverschijnselen werden als openbaringen van den wil des Hemels beschouwd, als voerteekenen van den vreeselijken oorlog, dien men iu Zijn naam gin-' voeren: zij verdubbelden alom de geestdrift voor den 1 ruis'oeht. /ij, quot;die tol dusverre onverschillig gebleven waren, begonnen hel algemeene gevoelen te doelen. Het mee-reudeel cli r Franschen,quot; die lot den krijgsmansslaud geroepen waren en de gelofte nog niet afgelegd hadden om de ongeloovigen te gaan bestrijden , haastten zich het kruis aan le nemen.

Hel Fransche leger der kruisvaarders werd door graaf Hugo van Vermandois aangevoerd. Ouder de baronnen en edelen, die het kruis aangeiionvn hadden, waren er velen, die als militaire hevelhebbers meer vermaardheid bezaten, maar zijne hoedanigheid van broeder des konings van Frankrijk had zijn naam reeds bij de Grieken en iu do steden van het Oosten bekend gemaakt. De graal' van Vermandois onderscheidde zich door zijn praal en de kostbaarheid zijner uitrusting. Hij bezat een zorgeloos en lichtzinnig karakter, vocht met bewonderens-waardigen moed op het slagveld, maar mislede nood ige geestkracht'in den tegenspoed; tweemaal betrad hij aan despils zijner ridders den weg der pelgrims en toch stierf hij zonder Jerusalem gezien te hebben. Hoewel de fortuin hein karig bedeeld had, loonde geen der helden van den kruistocht edeler en oubaatzuehliger gevoelens. Had hij zich niet door zijne wapenleilen den bijnaam van de Croole waardig gemaakt, dien de geschiedenis hem gegeven heelt, hij zon dien verdiend hebben doordat hij slechts naar zijn ijver luisterde, en alleen den roem zocht in ècn oorlog, die koninkrijken aan de vorsten en eenvoudige ridders aanbood.

Robert H, hertog van Nor mandie, die zijne vazallen tot den heiligen oorlog aanvoerde, was de oudste zuon van Willem den Veroveraar. Hij vereenigde met de edelste hoedauighedeii de grofste gebreken. In zijne jeugd wilde hij zich niet aan het vaderlijk gezag onderwerpen, en beoorloogde zijn vader zelfs om in'het bezit van hel hertogdom Normandië te geraken, doch dat dit minder uil heersebzueht dan wel uit dorst naar onafhankelijkheid geschiedde, bewees hij later, toen bij bij den dood van Willem de gelegenheid ongebruikt liet voorbijgaan, om deu troon van Engeland le beklimmen.

Niet de begeerte om in Azië een koninkrijk le gaan veroveren deed hem het kruis aannemen eu naar de wapens grijpen. De Nonnandiërs, een woelig eu krijgszuchlig volk, hadden van al de natiën van Europa steeds hel meeste aan de pelgi imstoeh-len naar Jerusalem deelgenomen; vau alle kanten stroomden zij ouder de vanen van het kruis bijeen. Daar hel Itobert aan het noodige geld ontbrak om een leger 10 onderbnuden, verpande hij Nonnandië aan zijn 1 roeder \Nillem den Hosse. Willem, dié door zijne lijdgeiioolen van goddeloosheid beschuldigd werd eu den spot dreel met de dolende ridderschap der kruisvaarders, greep mei gretigheid de gelegenheid aan om een gewest te besturen, dal hij eenmaal met zijn koninkrijk hoopte le verreuigen. Hij hief schallingen van de geestelijkheid, die hij kwalijk gezind was, eu liet het zilverwerk der kerken smelten om lie som van tien duizend marken aan zijn broeder Itobert te betalen, die naar het heilige land vertrok, door bijkans den geheelen adel van zijn hertogdom gevolgd.

'Boberl II, graaf van Vlaanderen, had zich als vazal van Frankrijk bij het Frausebe leger gevoegd, en voerde de Vlamingen'eu de Friezen aan (1). Hij was een zoon van llobert.

(1) liet meeremloel flor ridders, die hij aanvoerde, had zich reeds in n.eer dan een oorlog ondeischeiden, onder anderen: Filips, graaf van Yperen, en Robert zijn broeder, D.iniél van Dendermonde, Volkert, bnrclilluer van Berg-hen, Theodoor van Dixmnyden, Erembald, buichiheer van Brugge, Bondewijn, Gijsbert


-ocr page 50-

GESCHIKDENIS DER KRUISTOCHTEN.

'li

l)i,igenaamd de Fries, die het vorstendom Vlaanderen aan zijne eigene neven ontweldigd luid en die, om voor zijne overwinningen boete te doen, ecnigen tijd vóór den kruistoelit een bedevaart naar Jerusalem ondernomen bad. De jonge Robert vond gemakkelijk soldaten in een land, waar iedereen tijdens do burgeroorlogea de wapens gedragen bad en bet volk opgewonden was door de verhalen van een groot aantal nil bel bollige land teruggekeerde pelgrims. Hij voltooide den ondergang van zijn vader door een krijgstocht, welke hem als een onversaagd ridder moest doen kennen en den bijnaam verwerven van Luuk en /wannl der chrislenen. Vijlbonderd ruiters, door Itobert den Fries aan keizer Alexis gezonden, waren hem reeds naar Constantinopel voorafgegaan.

Stet'anus, graal vaa Rlois en Chartres, bad eveneens bet kruis aangenomen; bij ging door voor den rijksten edelman van zijn tijd. Om eeu denkbeeld te geven van zijne rijkdommen, zéide men dat het getal zijner kasteelen dat van de dagen des jaars evenaarde. Hildebertns, bisschop van Mans, vergeleek hem met (lesar voor den oorlog, en met Virgilius voor de dichtkunst. De goscbiedenis vermeldt weinig van de krijgsverrichtingen van Stelanns. Er zijn slechts twee brieven van hem tot ons gekomen, tijdens den heiligen oorlog aan zijne vrouw Adelbeid gesebreven. Men weet dat bij zeer uitgebreide kundigheden bezat en zelfs de dichtkunst beoefende, hetgeen destijds in een ridder \iij wat zeldzamer was dau groote heldenmoed. In den aanvang der kruistochten was bij de ziel der beraadslagingen door zijne kennis en zijne scherpzinnigheid; later besebuldigden hem zijne krijgsmakkers hen In het gevaar verlaten te hebben, en de dood, dien bij in den strijd tegen de ongeloovigen vond, kon ternauwernood dien blaam in de oogen zijner tljdgenoqten uilwlsseben. Die aanvoerders waren vergezeld door eeue menigte edelen en beereu, waaronder de geschiedenis noemt; Robert van Darijs, Everlmrd van l'uysaye, Achard van Mont merle, Isouard van Muson, Stelanns, graaf van Albermale, Walter van Sint-Valery, Rogier van Rarneville, Fergant en Conan, twee dooiinehtige liretanjers, Guldo van Trnsselle, Miles van Rraiës, Rudolf van Reangeney, Rotru, zoon van den graaf van Dercbe, Odo, bisschop van Bayenx, neef des bertogs van Normandie, Rudolf van Gader, S'vo en Alberic, 'zonen van Hugo van Grandmenll. De meeste graven en baronnen voerden hunne vrouwen en kinderen en al bun oorlogsmaterieel mede. Zij trokken de Alpen over en namen hunne ricbtlug naar de kusten van Italië, met li^t doel om zleb naar Griekenland In te schepen, in de nabijheid van Lucea vonden zij paus Urbanus, «lu; bun zijn zegen gaf, bun Ijver prees en voor bet welslagen buimer oiiderneniing bad. Na den standaard der Kerk uil de banden des Opperpriesters ontvangen Ie hebben, begaf zich Hugo van Vermandols met de andere vorsten naar Rome om de graven van de heilige apostelen Petrus en 1'anlus te bezoeken, waarna zij hun tocht naar Apulië voortzetten; maar toen zij Rarl héreiklen, oegon de winter de scheepvaart gevaarlijk temaken: zij zagen zich derhalve genoodzaakt verscbeldene maanden op bel gunstige oogenblik te wachten om zich le kunnen inschepen.

Inlussehen had de doortocht der Franscbe kruisvaarders den Ijver der volken van Italië opgewekt. Robemond, vorst van 'i'arenle, was de eerste, die het besluit nam zich bij hen aan le sluiten en den roem van den heiligen krijgstocht le deelen. Dij behoonle lol bel geslacht dier Normandische ridders, die Apulië en Ca abrië veroverd hadden. Vijftig jaren voorden kruistocht bad zijn vader, fobert Gniscard (de Listige), aan de spits van dertig voetknechten en vijf ruiters hel kasteel llaule-ville in Normamlië verlaten. Rijgestaan door eenigen zijner bloedverwanten en landgenooten, die evenals bij door de hoop om zich 'e verrijken naar Italië gelokt waren, bestreed bij met gunstig gevolg dé Grieken, Lombarden en Sarracenen, de meesters van Sicilië on het land van Napels. Weldra werd bij machtig genoeg om Ijenrtellngs de vijand en de beschermer der pausen le zijn. Hij versloeg de legers der keizers van bet Oosten en het Westen, en alleen de dood verhinderde hem in de uilvoering van zijn plan om Griekenland le veroveren.

Robemond bezat niel minder moed en niet minder genie dan zijn vader Robert Guiscard. ,De schrijvers van dien lijd, die

on Rudolf van Aalst, üomiluirj van Comines, Graliaan van Eecloo Arnold van (Jmleimardeu, Funnold van Yperen, Sigw van Korlrijk, Arnold, üonilewijn, bigiir, (iijsbert en Stcijjiu van Gent, Knslachins van Therouaiuie, Walter van Berghen, Drogon van Neslc, Tliemar van Brugge, Albon van Rodenburg, Annilphns van Ardres, Iternt'.rd de Fries, Fulco van Guinea, Walter van Soltegliem, Hugo van Valkenburg, Moraiu van Uonds. I oten, Raymond en Gerard van Uijssel, Walter van Sinl-Om. r, Rudolf en Godlried van Cassel, Vainer van Oudenburg, Rasse van Gaveren, Vagou van Anas, Gery van Vlaandereu, Walter van Douai, Salomon van Maldegnein, Willem en Hugo van Sint-Omer, Hugo van Sint-Pol, Servaas van Praet en Hugo van Rebecq. Vele dier ridders kenden reeds de sebouwplaats, waar zij gingen strijden, en hadden met eigen oogen de sclian-delijke verdruiiking der ihristeueii van het Oosten gezien; want zij badden tien jaar te voren met graaf' Robert deu Fries, vaier van Robert 11, Jerusalem eu Jeu berg Sinai bezoehl.

nooit In gebreke blijven van de lichamelijke boedanigheden der belden le spreken, vermelden, dal bij een elleboogslengte grooler was dan iemand van een gewone gestalte; zijne oogen waren blauw en verrieden een Here en vurige ziel. Zijne verschijning, zegt Anna Comnena, trof evenzeer hel oog als zijne vermaard beid den geest verbaasde. Wanneer bij sprak, zou men gezegd hebben, dat bij de welsprekendheid bestudeerd had; wanneer bij zich in zijne wapenrusting vertoonde, zou men geneigd geweest zijn te gelooven, dal hij nooit anders dan de lans en bel zwaard gehanteerd bad. Opgevoed in de school der Normandiselie belden, verborg bij do koele berekeningen van de staatkunde onder den niterlijkén schijn van barseblieid, en hoewel bij zeer trolsch en hooghartig was, wist hij voorlrelfelijk eene beleediging onopgemerkt te laten, wanneer de wraak hem niet voordeellg was. Zijn vader bad hem geleerd allen als vijanden le besebon-wen op wier staten en rijkdommen bij belust was; noeh de vreeze Gods, noch de meening der mensclien, noch de heiligheid der eeden konden hem van de verwezenlijking zijner plannen terughonden. Hij had Robert In den oorlog tegen keizer Alexis vergezeld en zich In de gevechten bij Dnrazzo en Larlssa onderscheiden; maar door een leslamenl onterfd, bleef hem bij den dood zijns vaders niets over dan de lierinnering aan zijne wapenlelten en het voorbeeld zijner liimille. Hij had aan zijn broeder Rogier den oorlog verklaard en zich hel vorslendoin Tarente doen alstaan, toen men in Europa tol den krijgsloehl besloot. De verlossing van bel graf van .lesns Cbrislus was niet het doel dat zijn ijver ontvlamde of hem deed beslnilen bet kruis aan le nemen: daar bij aan de Grleksche keizers een eeuwigen haal gezworen had, laeble hem de gedachte toe hun rijk aan bel hoofd van een leger dooi' le trekken, en hoopte bij, vol vertrouwen in zijn geslcrnle, zich een koninkrijk te sebeppen, vóór bij nog .lernsalein bereikte.

Hel kleine vorslendoin Tarente kon hem geen leger leveren, maar in naam van den godsdienst had een aanvoerder destijds de bevoegdheid In alle Staten troepen aan le werven. Re geestdrift voor den krnistoelil werkte zijne plannen uitmnn-lend In de hand, en hel duurde niel lang, of hij had een groot aantal krijgers onder zijne vanen verzameld.

Robemond had zijn broeder en zijn oom Rogier vergezeld bij de belegering van Amalll, eene bloeiende stad, welke met minachting de beselienning der nieuwe meesiers van Apulië en Sicilië van de hand wees. Niemand kon heler van pas dan Robemond de opwekkende taal der geestdrift voeren en zijne eerzuchl onder den dekmantel van den godsdienstijver verbergen ; hij zelf predikte den krulstocliL In de gelederen der belegeraars. De godvruchtige krijgers wees hij op bet verdienstelijke der verdediging van den godsdienst, terwijl bij bij de anderen den gouddorst on de eerzucht wisl op le wekken door zijn verlokkende voorstelling van den heiligen oorlog. Hel leger leende een gretig oor aan zijne toespraken en weldra weergalmde hel kamp van de woorden : Cod wil hel! C.od wil hel! Inwendig verheugd over hel gunstig gevolg van zijne welsprekendheid, verscheurt Robemond zijn wapenrok om er kruisen van te maken, die hij aan de ollieieren en de soldaten uitdeelt. Er ontbrak nog slechts een bevelhebber voor deu heiligen kruistocht; de nieuwe kruisvaarders komen lot den vorst van Tarente en verzoeken hem zich aan bun hoofd te plaatsen. Robemond neemt den sebijii aan alsol hij weifelt en wijst van de band wal hij zoo vurig wensebt, doch de zich om hem verdringende soldaten blijven aanhouden. Eindelijk schijnt hij voor hun aandrang te bezwijken en neemt het hem aangeboden opperbevelbebberschap aan. Nu wordt de geestdrilt en de opgewondenheid nog grooler en algemeener; In een omzien heeft het gebeele leger gezworen hem naar Palestina te zullen volgen. Rogier ziel zich genoodzaakt het beleg van Amalli op te breken en de overgelukkige Robemond houdt zich nog slechts bezig met de toebereidselen lot zijn tocht.

Kort daarna scheepte bij zich mei tien duizend paarden en twintig duizend voetknechten naar Griekenland in. De bloem der ridderschap van Galabrlë, Apulië en Sieilië vergezelde den vorst van Tarente, onder amieren Richard, prins van Salerno, en Ranulfus zijn broeder. Herman van Gani, Robert van Ranse, Robert van Sonrdevid, Robert, zoon van Tristan, Roile van Chartres, Homfrey van Monlaigu. Al die ridders waren reeds vermaard door hunne krijgsverrichtingen; maar geen hunner verdiende meer de blikken der nakomelingschap op zich le doen vestigen dau de dappere Tancredo. Hoewel hij tol een geslacht behoorde, waarin de eerzuchl erfelijk was, bezielde hem geen andere harlstochl dan die van de ongeloovigen te gaan bestrijden. De godsvrucht, de roem en misschien zijn vriendschap voor Robemond konden hem alleen naar Azië voeren; aardsche grootheid beoogde bij niet.

De kruisvaarders uit de zuidelijke provinciën van Frankrijk badden zich In beweging gesteld onder de bevelen van Adbemar van Monteil en Raymond, graaf van Saint-Gilles en Toulouse. De bisschop Adbemar was als de geestelijke bevelhebber van


-ocr page 51-

iÜSCHlKüKNlS DEK KKUlSTOCrtTKN.

den kruistocht: zijn titel van apostoiiscli legaat en zi|ne persoon-lijke hoedanigheden verwierven hem in don heiligen oorlog het vertrouwen en den eerbied der pelgrims. Zijne vermaningon en raadgevingen droegen veel tot de handhaving van de orde en de tucht bij. Hij vertroostte de kruisvaarders in hunne tegenspoeden, bemoedigde hen in de gevaren. Te gelijk met do onderscheidingsteekenen van een doorluchtig kerkvorst en de wapenrusting der ridders bekleed, was hij in de legerplaats het toonbeeld der christelijke deugden en gal in de gevechten dikwijls het voorbeeld van 'de grootste onversaagdheid.

Ilayraond, de metgezel van Adhemar, had in Spanje roemrijk aan de zijde van den Cid gestreden en de Mooren verscheidene malen verslagen onder Alphonsus den Groote, die hem zijne dochter Elvira ten huwelijk gal'. Zijne uitgestrekte bezittingen aan de boorden van de Rhone en de Dordogne, en vooral zijne krijgsverrichtingen tegen de Sarracenen, deden hem onder de voornaamste bevelhebbers van den kruistocht rangschikken. De rijpere leeltijd had het vuur en de hartstochten der jeugd in den graal' van Toulouse niet uitgeblusclit; opvliegend en onstuimig, van een trotsch en onbuigzaam karakter, stelde hij zijne eerzucht minder in het veroveren van koninkrijken dan in het buigen van aller wil onder den zijnen. De Grieken en de Sarracenen hebi en zijne dapperheid geroemd, doch zijne onderdanen en zijne wapenmakkers haatten hem om zijne halsstarrigheid en hertigheid.

De geheele adel van Languedoc, Gascogne, Provence, Limousin en Auvergne vergezelde Raymond en Adhemar. De schrijvers van dien tijd noemen onder de edelen en ridders, die het kruis aangenomen hadden: Heraclius, graal' van Polignac, Pons van Balazun, Willem van Sabran, Eleasar van Montredon, Petrus Bernardus van Montagnac, Petrus Raymond van Hautpoul. Goulliers van Lastours, Willem V, beer van Montpellier, Rogier, graal' van Foix, Raymond Pelet, heer van Alais, Isard, graat' van Die, Haimboud, graaf van Oranje, Willem, graaf van Foreest, Willem, graaf van Clermont, Gerard, zoon van Guillabert, graat van Roussillon, Gaston, burggraaf van Bearn, Willem Amanjen van Albret, Raymond, burggraaf van Turenne, Raymond, burggraaf van Castillon, Willem van Urgcl, graaf van Forcalquier. Naar bet voorbeeld van Adhemar, hadden de bisschoppen van Apt, Lodèvc, Oranje en de aartsbisschop van Toledo iiei kruis aangenomen en voerden een gedeelte hunner vazallen naar den heiligen oorlog.

Vergezeld door zijn zoon en zijne vrouw Elvira, stelde Raymond, quot;raaf van Toulouse, zich aan de spits van een leger van honderd duizend kruisvaarders, stak bij Lyon de Rhone over. en trok over de Alpen door Lombardije, Friuli, midden door de volken en gebergten van Sclavonic, op het grondgebied van den Griek-schen keizer aan. Waarschijnlijk hebben de kronijkschrijvers onder de algemeene benaming van Sclavonic de door Slavische volksstammen bewoonde landen aangeduid. Raymond van Agiles, de bijzondere geschiedschrijver van den tocht des graven van Toulouse, verhaalt ons, dat de christenen drie weken lang niets aantroffen dan bergachtige wildernissen, zonder dieren, zonder vogels. Daarbij moesten zij zich legen voortdurende aanvallen verdedigen. Graaf Raymond maakte zich meester van Scodra, Uisschcn de beide rivieren de Clausula en de Barbana gelegen. De Petscbeneyes, dooi' de Fransche kronijksclirijvers Pincenaten genoemd, en die tot de groote Slavische familie hehooren, overvielen den bisschop Adhemar van Monteil, waarbij hij groot gevaar liep in hunne handen te vallen. Tegenwoordig vormt Sclavonië, in het Hongaarsch Tolh-Orszaci geheeten, een klein koninkrijk, samengesteld uit de drie cbmitaten Posega, Velöcze en Syrmia en drie regiment-districten; het maakt een deel uit van de staten der kroon van Hongarije, waarin hel besloten ligt. Croatië, de Drau en de Donau vormen zijne grenzen.

Alexis, die de Latijnen ter zijner verdediging geroepen had, werd beangstigd door bet groot aantal zijner bevrijders. Do bevelhebbers van den kruistocht waren slechts vorsten van den tweeden rang, maar zij voerden al de strijdkrachten van liet Westen aan. Anna Comnena vergelijkt de menigie dor kruisvaarders bij het zand der zee, do sterren van bet uitspansel, eu hunne tallooze benden bij bergstroomen, die zich vereenigen om een groote rivier te vormen. Alexis had Bohemond leeren duchten in do vlakten van Durazzo en Larissa. Ofschoon hij den moed en do bekwaamhoid der overige Latijnsche vorsten minder kende, gevoelde bij berouw hun hel geheim zijner zwakheid te hebben verraden door hun bijstand in te roepen. Zijn angst, noquot; vormeerderd door de voorspellingen der sterrewichelaars, nam toe naarmate do kruisvaarders zijne hoofdstad naderden.

Gezeten op een troon, waarvan hij zijn meester en weldoener oewelddadig verdreven had, kon hij niet aan deugd gelooven en wist hij beier dan ieder ander waartoe de eerzucht iemand voeren kan. Hij bad oenigon moed aan don dag gelegd om bot purper machtig te worden en regeerde slechts door geveinsd-li id, de gewone gedragslijn van de Grieken en van de zwakke Staten. Zijne dochter Anna Comnena heeft hem als een volmaakt vorst geschilderd; de Latijnen hebben hom als een trouweloos

en wreed vorst afgemaald. De onpartijdige geschiedenis, ilio zoowel de overdrijvingen van den lol' als van de hokolziicht verwerpt, ziet in Alexis slechts oen zwak monarch, van con bijgeloovigo geaardheid, veeleer beheerscht door de zucht naar ijdel vertoon dan wel naar roem. Door met do Latijnen naar Jerusalem op te trekken, zou hij zich aan de spits van don ki'uislochl hebben kunnen stellen en Klein-Azio heroveren, maar deze grootsche onderneming joeg zijne zwakheiu vrees aan. In zijne schroomvallige voorzichtigheid achtte hij liet voldoende de kruisvaarders te misleiden om niets van iien tc vreozon te hebben, en een ijdele hulde van ben te ontvangen om mot hunno overwinningen zijn voordeel Ie doen. Alles scheen hem goed en gerechtvaardigd toe om uit een toestand te geraken, waarvan zijne gedragslijn de gevaren vermeerderde, terwijl de onvaslheid zijner plannen dien met den dag moeiolijker maakte. Hoe meer moeite hij zich gaf om vertrouwen te wekken, des te moer verdacht men zijne oprechtheid. Door zijne pogingen om vrees in Ie boezemen, verried hij dos te duidelijker don angst die hem zelf vervulde. Zoodra hij van don aantocht der Westersche vorsten verwittigd was, zond hij hun afgezanten te gemoet, die in last hadden om hen Ie verwelkomen en hunne plannen te doorgronden, terwijl hij terzelfder lijd overal troepen deed post vatten om hen op hun tocht te verontrusten.

Door een storm op de kusten van den Epirus geworpen, werd de graaf van Vermandois door den gouverneur van Durazzo met de grootste eorbewijzingen ontvangen, doch op last van Alexis met den burggraaf van Melun, Clerembault van Vendouil en do voornaamste hoeren van zijn gevolg als gevangene naar Constan-tiuopel gevoerd. De Griekscho keizer hoopte dat do broeder dos konings van Frankrijk een gijzelaar voor hem zou worden, die hem zou kunnen beveiligen voor de aanslagen der Latijnen, maar juist deze trouwelooze handelwijze, waarvan hij zijn heil verwachtte, wekte het wantrouwen en den wrok der bevelhebbers van den kruistocht op. Godfried van nouillon had Philippopolis bereikt, toen hem de gevangenschap des graven van Vermandois bekend werd; hij deed den keizer onmiddellijk om herstel van dezen boon vragen, en daar de afgevaardigden een ongunstig antwoord terugbrachten, kon bij zijne verontwaardiging en de woede van zijn leger niet bedwingen. Do streken welke hij doortrok werden als vijandelijk grondgebied behandeld, en gedurende acht dagen waren de vruchtbare velden van Thracië hot toonool van cle verwoestingen des oorlogs. De menigte Grieken, die naar do hoofdstad de wijk namen, maakten den keizer alras mot do geduchte wraakneming der Latijnen bekend. Verschrikt door deze vreesolijke mare, riep Alexis de goedertierenheid van zijn gevangene in en beloofde hem de vrijheid te zullen hergovèn, zoodra do Franschen voor de poorten van Coiistanliiiopel genaderd zouden zijn. Deze belofte bevredigde Godfried, zoodat hij de verwoesting deed ophouden on zijn tocht voortzette, terwijl hij de Grieken overal als vrienden en bondgonooten bobandolde.

In dien tusscbontijd stelde Alexis rille mogelijke middelen in het werk om den graaf van Vermandois tot het atleggon van den eed van trouw en gehoorzaamheid te bewegen; hij voedde daarbij de hoop, dat do onderwerping van don Franschen prins do overige vorsten, die het kruis aangenomen hadden, zou nopen diens voorbeeld le volgen, en hij hunne eerzucht minder te vreezen zou hebben, wanneer bij iien onder zijne vazallen kon rekenen. De broeder des konings van Frankrijk, die, toeu hij hot grondgebied van bet Grieksche rijk betrad, zeer hooghartige en aainnatigendo brieven bad geschreven, was niet bestand tegen de vleierijen en de geschenken des keizers en legde allo oeden af, die men van hem vorderde. Bij do aankomst van Godfried verschoon hij in het kamp dor kruisvaarders, die zich over zijne invrijlieidstelling verheugden, maar hem niet kouden vergeven aan een vreemden monarch den eed van trouw le hebben gezworen. Van allo zijdon gingen kreten van verontwaardiging tegen hem op, loou hij Godfried van Bouillon wilde overhalen zijn' voorbeeld te volgen. Hoe meer zaebtzinnig-heid en onderwerping bij in zijne gevangenschap betoond bad, hoe meer verzet tegen hot verlangen dos keizers zijne krijgsmakkers betoonden, die het zwaard getrokken hadden om den hem aangedanen boon te wreken.

Alexis weigerde bun levensmiddelen, denkende hen door dou honger te zullen dwingen, maar de Latijnen waren g.'Wi o.i zich alles door hot geweld van het zwaard te versclialVen. Op last van hunne aanvoerders verspreiddi n zij zich in de velden, plunderden do dorpen on do in de nabijheid der hoofdstad liggende paleizen, en met den oorlog koerde do overvloed in hunne legerplaats terug. Die plunderingen hielden verscheidene dagen aan, maar dewijl het Kerstfeest naderde, boezemde bet tijdstip der geboorte van Jesus Christus den christen soldaten eli den godvruchtigon Godfried liefderijker gevoelens in. Men maakte van die gunstige stemming gebruik om vrede te sluiten: do keizer verschafte lovensmiddeleii en de kruisvaarders staakten de vijandolijkbedeu.


-ocr page 52-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

26

Er kon echter lusscliea de Grieken en de Latijnen niet lang eene Roede verstandhouding blijven bestaan. De Franken beroemden er zich op het keizerrijk te hulp gekomen te zijn, spraken in alle omstandigheden als overwinnaars en gedroegen zich als meesters. De Grieken minachüen den ruwen moed der Latijnen, waren trotsch op de beschaalclheid hunner manieren en meenden do Grieksche taal schande aan te doen door de namen der helden van liet Westen te noemen. De scheuring, die sinds lang tussclien de geestelijkheid van Rome en die van Constantinopel beslond, vermeerderde nog den afkeer, dien het verschil van zeden en gebruiken had doen ontstaan. Van weerszijden sprak men hot banvonnis over elkander uit en de godgeleerden van Griekenland en Italië verfoeiden elkander meer dan zij het de Sarracenen deden. De Grieken die zich slechts met ijdele spitsvondigheden bezighielden, luidden hen, die in den strijd tegen de ongeloovigen het leven lieten, nooit onder het gelal der martelaren willen rangschikken. Zij verafschuwden de krijgszuchtige geaardheid der Latijnsche geestelijkheid, roemden er op in hunne hoofdstad al de reliquieën van het üoslen te bezitten en konden niet begrijpen wat men le Jerusalem ging zoeken. Van hunnen kam konden de Franken het den onderdanen van Alexis niet vergeven, dat zij hunne geestdrift voor den kruistocht niet deelden en verwelen hun eene strafbare onverschilligheid voor de zaak Gods. Al die redenen van haat en tweedracht gaven veelvuldig aanleiding tot twisten en bloedige ontmoetingen, waarbij de Grieken meer trouweloosheid dan moed, en de Latijnen meer onverschrokkenheid dan gematigdheid aan den dag logden.

Te midden van die onoenighedon stelde Alexis nog steeds al hol mogelijke in het werk om Godfried tot don eed van trouw en gehoorzaamheid le bewogen. Nu eens beproefde hij het met vriendschapsbetuigingen, dan weder dreigde hij hom er mei geweld van wapenen loe te zullen dwingen, hoewel hij zeer wel wist dat zijne krijgsmacht daartoe veel le gering was.'Godfried trotseerde zijne bedreigingen en wilde geen geloof hechten aan zijne beloften. Do keizerlijke troepen en die der Latijnen werden tweemaal geroepen om de wapens tegen elkander op ïe vatten, en telkenmale vreesde Constantinopel, sleehi door zijne soldalen verdedigd, de vanen der kruisvaarders op zijne wallen le zien planten.

Het gerucht van die bloedige twislen vervulde hel gemoed van Bohemond, die inlussehen le Durazzo aangekomen was, mol onuitsprekelijke vreugde. Hij meende dal hel oogenblik'daar was om het Grieksche rijk aan te vallen en hel onder de overwinnaars le verdeelen. Hij zond vertrouwden naar Godfried om hem uit le noodigen zich van Byzantium meesier le maken, onder belofte zich met zijne geheele strijdmaclil lol het volvoeren van die onderneming bij hem aan le sluiten; maar Godfried verloor niet uit het oog, dat hij de wapens opgevat had voor de verdediging van het heilig graf: hij verwierp de voorstellen van Bohemond, lervVjjl hij hem aan den eed herinnerde, dien zij gezworen hadden van de ongeloovigen le zullen bestrijden.

Hel gezanlschap van Bohemond, waarvan het doel niel onbekend kon blijven, verdubbelde de ongeruslhoid van Alexis en deed hom het uiterste wagen om Godfried van Bouillon te verbidden. Hij zond zijn eigen zoon als gijzelaar naar hel leger dor kruisvaarders'. Nu week alle wantrouwen; de vorslen van hel Westen zwoeren de wollen der gastvrijheid le zullen eorhiodigen en begaven zich naar het paleis van Alexis. Het is onmogelijk een 'denkbeeld ie geven van den luisler der ontvangst,' welke don kruisvaarders bereid was. OodlViod en zijne wapenmakkers verschenen voor den keizer mot al de woelde der hoeren van hel Westen. Zij droegen prachtige purperen gewaden, beslikl mei goud en met hermelijn en marlerbonl geboord. De keizer zal op een verheven troon en was omstuwd door de groolen van zijn rijk, allen buitengewoon rijk gekleed. De keizer rees voor niemand op, zelfs niet voor den hertog. De kruisvaarders naderden hem, bogen do knie en kusten hem de hand. Na dit ceremonieel, waaraan hot hof van Byzantium des le strenger vasthield daar hel de zwakheid van bét rijk onder het uilerlijk van een bedriegelijke weelde en onder ijdele vormen poogde le verbergen, sprak de keizer ieder zijner gaslen in do vleiend,sle bewoordingen loe en prees inzonderheid Godfried van Bouillon, Ier wijl hij breed uilweiddo over de vermaardheid, welke do hertog zich door zijne dapperheid, zijne wijsheid en zijne rechtvaardigheid had verworven. Eindelijk wilde hij liem tol zoon aannemen. Dit was de grootste eer welke een Byzanlijnsch monarch aan een mensch kon bewijzen. Godfried had de kracht niet nog langer aan het verlangen des keizers weerstand te bieden en logde den eed van hulde en gehoorzaamheid aan Alexis af. Zijne strijdmakkers volgden zijn voorbeeld. De kruisvaarders verbonden zich om de sleden, 'die lot hel rijk behoord hadden, aan den keizer terug te geven en hom als léenheer le huldigen van de ande;e veroveringen die zij mochten bevechten. Van zijnen ! kant beloofde Alexis, hen te land en te water le zullen bijstaan, | hun levensmiddelen te vorschafTen en de gevaren en den roem ! van huiinen kriigstocht te doelen.

Alexis Comnena beschouwde deze huldiging der Latijnsche vorsten als eene overwinning. De bevelhebbers der kruisvaarders keerden in hunne tenten terug, waar de erkentelijkheid des keizers hen met geschenken overlaadde. Terwijl Godfried onder trompetgeschal in zijn leger hel bevel liet afkondigen, dal men den groolsten eerbied voor den keizer en do wollen van Gon-slantinopel in acht zou nomen, gelastte Alexis aan al zijne onderdanen de Franken van levensmiddelen te voorzien en de voorschriften der gastvrijheid te eerbiedigen. Hel gesloten verbond scheen van weerszijden bezworen te zijn ; maar Alexis kon de vooroordeelen der Grieken legen de Latijnen niet uitroeien; van don anderen kant stond hel niet in de macht van den vromen Godfried de woelzieke menigte der soldaten in loom le houden. Hierbij kwam nog, dat de keizer, hoewel gerustgesteld omtrent de inzichten van den hertog van Lotharingen, toch ten hoogste bevreesd was voor de aankomst van Bohemond en de veroeniging van verscheidene groole legers in de nabijheid zijnor hoofdstad. Hij spoorde Godfried aan naar den Azialischen dover van den Bosphorus over te stoken en was verder slechts op middelen bedacht om den trots te vernederen der overige Latijnsche vorsten, die op Constantinopel aanrukten; hij ging zelfs zoo ver van hun hinderlagen te leggen, om hunne slrijdkrachten le verzwakken.

11097.1 De vorst van Tarente naderde door Macedonië, terwijl hij bij afwisseling de aanspraken der afgevaardigden van Alexis aanhoorde of de troepen bestreed, welke zich legen zijn doortocht verzeilen. Verscheidene provinciën en lal van steden waren reeds door de llaliaansche en Normandische kruisvaarders verwoest geworden, toen hun aanvoerder van den keizer de uitnoodiging ontving om zijn leger vooruit le reizen en zich naar Constantinopel le begeven. Alexis liet aan Bohemond de Iraaiste vriendschapsbetuigingen overbrengen, waaraan deze niet kon golooven, maar waarvan hij nochtans eenig voor-doel meende te kunnen trekken, zoodat hij Alexis wederkeerig zijne vriendschapsbetuigingen deed aanbieden en terstond naar Constantinopel reisde. De keizer ontving hem met een luister geëvenredigd aan de vrees, welke de komst vim Bohemond hem inboezemde. Deze beide vorslen waren gelijkelijk volleerd in de kunst van le verleiden en te bedriegen. Hoo meer redenen zij meenden te hebben om zich over elkander te beklagen, hóe meer vriendschap zij wederzijds betoonden. Zij zwaaiden elkander in het openbaar lof too over hunne overwinningen, en verborgen hun argwaan, en misschien hunne verachting, ouder den nilwondigon schijn van eene wederkeerige bewondering, reiden even weinig nauwgezet omtrent het verbindende van eeden, beloofde Alexis uitgestrekte grondbezittingen aan Bohemond, en zwoer do Normandische held zonder aarzelen dal hij de gelrouwste van des keizers vazallen zon wezen.

Robert, graaf van Vlaanderen, do hertog van Normandië, Stefanus, graaf van Chartros en Blois, huldigden, naarmate zij le Constantinopel aankwamen, ieder op zijne beurt den Griekschen keizer, en ontvingen, evenals do andéren, het loon van hunne onderwerping. De graaf van Toulouse, die liet laatste aankwam, gaf aanvankelijk aan do algezanten van Alexis ten antwoord, dal hij niet naar het Oosten gekomen was om oen moester le zoeken; hij dreigde zelfs Constantinopel le zullen verwoesten. Om den trots van Raymond en zijne Provencalen Ie buigen, zag de keizer zich verplicht zich voor hen te vernederen. Hij vleide heurlolings hunne ijdelheid en hunne hebzucht en was er meer op uil hun zijne schallen dan zijne legerbenden le loonen. In deSiaten, die in verval zijn, beschouwt men gemeenlijk den rijkdom voor macht en meent de vorst nog altijd over de harten le regeeren, zoolang hij do middelen tot omkooping bezit. Aan het hof van Constantinopel was het ceremonieel, huilendien. eene zaak van het hoogste gewicht, waarop geen inbreuk mocht gemaakt worden; maar hoe groot ook do waarde zij welke men aan ijdele vormen hecht, baart het toch verwondering zulke fiere krijgers, die rijken gingen veroveren, te zien nederknielen vooreen vorst, die sidderde hel zijne le verliezen. Het is waar, zij deden hem hunne onzekere en voorbijgaande huldiging zeer duur betalen, en menigmaal lieten zij in hunne schijnbare betuigingen van eerbied hunne minachting doorschemerén.

Bij gelegenheid dal Alexis de hulde van verscheidene Fransche vorsten ontving, nam een zekere graaf Robert van Parijs aan de zijde des keizers plaats. Boudewijn van Henegouwen trok hem daarop bij den mouw en tUiislerde hem loe: «Gij moot niel vergeten, dal wanneer men in een vreemd land is, men er de gebruiken van moet eerbiedigen.quot; «Gij hebt volkomen gelijk,quot; antwoordde Robert, «maar deze boerenkinkel blijft zitten, terwijl zoo vele doorluchtige veldhceren slaan!quot; Alexis dood zich deze woorden vertolken en toen do edelen vertrokken, verzocht hij Robert te blijven en vroeg hem naar zijn afkomst en zijn vaderland, «ik ben een Franschman,quot; gaf Robert hem ten antwoord, «en behoor lot den doorluchligsten adel. Ik wil u mededeelen, dat men in mijne geboorteplaats bij eene kerk


-ocr page 53-

mmÊSsm i —1

-ocr page 54-
-ocr page 55-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

27

een plek vindt werwaarts zich allen begeven die van begeerte branden zich door bunne dapperheid te onderscheiden. Ik heb er mij dikwijls vertoond zonder dal iemand zich aan mij tegenover heeft durven stellen.quot; De keizer wachtte zich wel (loze verbloemde uitdaging aan te nemen en poogde zijne verrassing en zijn spijt te verbergen onder het geven van benige nuttige wenken aan den vermetelen krijger. «Wanneer gij destijds vijanden afwachttet zonder dal er zich opdeden,quot; sprak hij tol hem, «zult gij uw verlangen nu ruimschoots bevredigd zien. Maar stel u nooit aan bel hoofd ol aan den staart van hel leger; blijf in hel midden. Ik weel bij ondervinding lioe men legen de Turken moet vechten; het is de beste plaats die gij kunt kiezen.quot;

Inlusschen bleven de sluwe kunstgrepen van den keizer niet zonder uilwerking. De lierheid van een groot aantal graven en baronnen was niet bestand tegen zijne vleierijen en zijne geschenken. Er is een brief lol ons gekomen van Stefaiuis van Blois aan zijne vrouw Adellieid, waarin hij boog opgeell van de ontvangst, welke hem aan het hof van Byzantium was bereid. Na al de gunstbewijzen opgesomd te hebben waarmede hij overladen werd, roept hij, van Alexis sprekende, uil: «Waarlijk, een dergelijk mensch ieel'l er niet onder de zon.quot; Bobemohd moet niet minder getroffen geweest zijn door de vrijgevigheid van den keizer. Bij hel zien van eene met sclialten opgevulde zaal, riep hij uil; «Daar ligt genoeg om gansche rijken mede te veroveren.quot; Zoodra Alexis dit vernam, liet hij die schatten onmiddellijk den eerzuchligen Bohemond aanbieden, die ze aanvankelijk uil een soort van schaamtegevoel weigerde, doch eindigde met ze met blijdschap aan te nemen. Bohemond ging nu zelfs zoo ver dat bij aanzoek deed om den lilel van groot-bediende of generaal van liet Ooslersche rijk, doch Alexis, die deze waardigheid bekleed had en wist dat zij de weg naar den troon was, had den moed ze hem te weigeren en vergenoegde zich met haar den vorst van Tarente tot loon voor zijne toekomstige diensten toe te zeggen.

Op die wijze weerhielden de beloften des keizers do Latijnsche vorsten eene wijl onder zijne wetten. Door zijne behendig uitgedeelde gunstbewijzen en toegezwaaide lodLiitingen was hel hem gelukt onder de bevelhebbers der kruisvaarders naijver te verwekken. Baymond van Saint-Gilles had zich tegen Bohemond verklaard en verried diens plannen aaii Alexis, en terwijl die vorst zich zoodanig tegenover een vreemden monarch vernederde, verhieven de hovelingen van Byzantium hom tot aan de wolken en zeiden dal hij boven al do hevelhebbers van den kruistocht schitterde gelijk de zon boven de sterren.

De Franken, zoo geducht op het slagveld, waren niet opgewassen tegen de geslepenheid en de sluwheid van Alexis en kondon hunne voordeolen niet behouden te midden van een losbandig bof. Het verblijf in Byzantium kon daarbij voordo kruisvaarders gevaarlijk worden, daar hot schouwspel der Ooslersche weelde, dat zij voor bel eerst zagen, wel geschikt was om hen te bederven. Volgens de geschiedschrijvers van dien lijd konden de kruisridders zich niet verzadigen aan den aanblik dor prachtige paleizen, der schoono gebouwen en der ongehoorde rijkdommen van de hoofdstad. ' Tancrodo alleen bleef ongevoelig voor allo aanzoeken en wilde zijne deugd niel le midden der

verleidingen van Byzantium in gevaar brengen. Hij betreurde de zwakheid zijner wapenbroeders en haastte zich, door een klein getal ridders vergezeld, Constanlinopol te verlaten zonder don keizer don eed van trouw te hebben gezworen.

Alexis was evenzeer beducht voor de teugelloosheid en de slechte krijgstucht der pelgrims als voor de eerzuchtige plannen hunner bevelhebbers. Naarmate nieuwe kruisvaarders aankwamen, dood men hen kampeeren op den ooslelijken oever van den Bosphorus; hunne tenten bedekten hel bergvlak dat zich van Pera uitstrekt tot aan de dorpen, welke beden ten dage de namen van Belgrado en Pyrgos dragon; zij waren ook gehuisvest in de woningen en gebouwen die de zeeéngle zoomden, leder bevelhebber had een afzonderlijke legerplaats; die van Godfried was opgeslagen in de vallei van Buyuk-Dere, bij hel dorp van dien naam, vier uren ten noorden van Constanlinopol. Bij Buyuk-Dere wandelende, hebben wij ons menigmaal nedergezet onder den ouden plataanboom, welke door de volksoverlevering de boom van Godfried van Bouillon genoemd wordt.

De Grioksche keizer betoonde zich tegenover de menigte der pelgrims even vrijgevig als tegenover de vorston, maar hij verwierf niet denzelfden gunstigen uilslag. Iedere week verlieten vier stevig gespierde dienaren liet paleis van Blaquernes, beladen met goudstukken en verscheidene schepels zilvergeld, welke onder de soldaten van Godfried van Bouillon uitgedeeld werden; soortgelijke uitdeelingen hadden ook in de legerplaats van verscheidene andere bevelhebbers plaats. Het fraaiste van de zaak is echter, zegt Albert van Aix hieromtrent, dat al hel op die wijze weggeschonken gold onmiddellijk in de keizerlijke schatkist wederkeerde, want in bel gansche rijk mocht niemand anders dan Alexis do levensmiddelen verkoopon, die de kruisvaarders noodig hadden: do olio, hol koren, de wijn, alle eetwaren werden tol zulk een boogen prijs verkocht, dal het aan do pelgrims uitgedeelde geld niel eens toereikend was en zij zich menigmaal verplicht zagen hol uil bun vaderland medegebrachte geld bij te passou. Deze bodriegelijko cdelmoe-digii'Bid van don keizer gal aanleiding lot hevige klachten, en toen deze niet haatten, moest de geheole omliggende landstreek bet misgelden; de pelgrims plunderden alles uit en spaarden zelfs de keizerlijke gebouwen niet, en iederen dag mocht de hooldslad, ondanks bare wallen, vreezen zich insgelijks aan de plundering prijsgegeven te zien.

Het bedroevendste bij dit alles was dat iedereen de Turken scheen vei gelen te bobben. De Lalijnsche krijgers zouden liever, ter wille van den buit, deu oorlog aan de Grieken verklaard hebben. Alexis was er slechts op bedacht de vorsten, die hel kruis aangeiiomon hadden, aan zich lo verbinden en scheen er niet aan te deuken, dal de nmelmansche vanen van de wallen van Nicoa wapperden. Gelukkig echter verloren Godfried en de verslandigslen der bevelhebbers hel doel van don tocht niet uit hel oog; zij zelve verzochten dat men hun schepen zoude verstrekken om den Bosphorus over le steken opdat zij don weg naar Jerusalem zouden kunnen inslaan. Godfried gaf het. i voorbeeld ou scheepte zich mei zijne ridders in de golf van ; Buyuk-Dere in; do overige kruisvaarders braken insgelijks hunm i legerplaatsen op en slaken naar de Aziatische kust over.


-ocr page 56-

VEEVOLG VAN HET TWEEDE BOEK

(Het christen Ipofpr^ in Klein-Azië; het rukt voort tot Nii'ea en belegert ileze plaats; bloedige veldslag; de stad geeft zich over aan Alexis; de kruisvaarders trekken naar Syrië; een gedeelte van het door de Tnrkeu omsingelde christen leger wordt door Godfried van Bouillon ontzet; vermoeiende marschen; Tancredo, meester van Tarsus, ondenverut Ciiicië' de kruisvaarders te Heraclea; zii dringen Syrië binnen; Boudewijn verovert Armenië en sticht een onafhankelijken staat.) i j o ^ j

rgFoodra de lu'uisvaarders den Bosphorus overgestoken waren, JOmaakten zij de noodigc toebereidselen tol den oorlog tegen do muzelmannen. Men zal zich herinneren, dat de Seldschukisclie Turken, onder de regeering van Michael Ducas, Klein-Azië veroverd hadden; het rijk, dat zij er vestigden, strekte zich van den Orontes en den Euphraat tot iNicea uit. Deze natie was do meest barbaarsche onder al do muzelmannen; zij achtte het niet der moeite waardig de zeekusten te veroveren dewijl zij geen schepen bezat; maar zij had de rijkste provinciën in hare macht, waarvan zij de bebouwing overliet aan de Grieken, hare slaven en hare schatplicbtigen.

De Turken van Klein-Azië leefden oiider de tent, kenden geen andere bezigheid dan den oorlog, geen anderen rijkdom dan den buit. Hun gebieder was David, zoon van Soliman, die door zijne overwinningen op de christenen den bijnaam van (jewijclenkampwen had verkregen. David, bijgenaamd Kilidsch-Arslau ót Leeuwenzwaard, opgevoed in de beroeringen van de burgeroorlogen en lang op bevel van Maleck-schach in eene sterkte van Korasan opgesloten geweest, had den troon zijns vaders beklommen en wist dien door zijn dapperheid te behouden. Bij de nadering der kruisvaarders riep hij zijne onderdanen en zijne bondgenooten ter zijner verdediging op, en op die roepstem stroomden uit alle provinciën van Klein-Azië, zelfs uit Perzië, de heldhaftigste verdedigers van het islamisme toe, om zich onder zijne vanen te scharen.

Niet tevreden met een leger bijeen te brengen, iiad hij al dadelijk al zijne zorgen besteed aan de versterking der stad Kicea, die het eerst aan de aanvallen der christenen blootstond. Deze plaats, de hoofdstad van Bithymë, vermaard door de twee conciliën, welke daar gehouden werden, was de zetel van het rijk of hel land van Houm, daar wachtten de Turken, als op een vooruitgeschoven wachtpost, sinds lang op eene gunstige gelegenheid om Constar.linopel aan te vallen en zich op het Westen te werpen.

Nadat het christen leger te Cbalcedonië bijeengekomen was, verzamelden de aanvoerders hunne bataljons en trokken op Nicea aan. Het kruisleger had de zee van Marmora en de Prinsen-eilanden aan zijne rechter-, dicht met hout begroeide bergen, waarop zich tegenwoordig eenige Turksche dorpen venoonen, aan zijne linkerzijde. Na eenige dagen gemarcheerd te hebben, bereikten de kruisvaarders Nicomedië, waar zij drie dagen hall hielden. Aan liet uiteinde der goll, waaraan hel zijn naam gegeven heeft, gebouwd, bezat Nicomedië destijds nog iets van zijn vroegeren luister; heden ten dage is het nog slecht^ een vlek, dooi de Turken Ismid genoemd. Bij liet verlaten van Nicomedië trok het kruisleger in de richting van llenelopolis voort in de vlakte, die ten westen door de golf, ten oosten door den kelen van den Arganthon begrensd wordt. Ilenelopolis, dat den naam van llcrsel; aangenomen heeft, ligt elf uren van Nicomedië en vier ii vijl'uren van Civitot oï Ghemlik. In de nabijheid van Henelopolis zagen de kruisvaarders verscheidene soldaten van hel leger van Peter den Kluizenaar in hun kamp verschijnen, die, aan hel bloedbad ontkomen, tot dusverre in hel naburige gebergte en de omliggende wouden verborgen geleefd hadden. Ëenigen waren gekleed in lompen, anderen naakt, verscheidenen gewond. Aan de vreeselijkste ontberingen ten prooi, hadden zij nog zoolang hun ellendig leven gerekt, gesterkt door de hoop, dat er spoedig nieuwe legers zouden komen opdagen, bij wie zij redding en bescherming zouden vinden. De aanblik van die rampzalige vluchielingen, het verhaal van hun lijden verwekte algemeene deernis in hel christen leger, en tranen ontsprongen aan aller oogen bij het vernemen van het treurig uileinde der eerste soldaten van het kruis. In het oosten toonden zij de sterkte, waar de metgezellen van Reinier, door honger en dorst daartoe genoodzaakt, zich aan de Turken moesten overgeven, die hen allen afgemaakt hadden, aan de andere zijde wezen zij de bergen aan, aan wier voet het leger van Walter met zijn aanvoerder was gebleven. In doodsche stilte trokken de kruisvaarders voort, overal menschenbeenderen, stukken van standaards, gebroken lansen, met aarde en roesi bedekte wapenen ontmoetende, de droevige overblijfselen van een verslagen leger. Onbeschrijfelijk was de ontroering der kruisvaarders bij het betreden van de legerplaats, waar Walter de vrouwen en de zieken achtergelaten had, toen zijne soldaten hem dwongen tegen Nicea op te trekken: daar waren de christenen door de muzelmannen verrast geworden in het oogenblik zelf, dat hunne priesters hel misoffer opdroegen; de vrouwen, de kinderen, de grijsaards, allen die door zwakte of ziekte in het kamp moesten achterblijven, waren, lot aan den voet der altaren vervolgd, door een wreeden vijand óf afgemaakt, óf in slavernij weggevoerd. De talrijke op die plek vermoorde christenen waren onbegraven gebleven; hunne geraamten lagen op hoopen bijeen; men zag nog de rondom hel kamp gegraven grachten, den steen die aan den priester tot altaar gediend had.

De gedachte aan die ontzettende nederlaag verstikte de tweedracht, bracht de eerzucht tot zwijgen en vuurde den ijver aan voor de bevrijding der heilige plaatsen. De aanvoerders deden hun voordeel met die vreeselijke les en stelden nuttige bepalingen vast voor de handhaving van de lucht. Men was toen in de eerste dagen van de lente: de met groen en bloemen bedekte


-ocr page 57-

GUI) I'll I ED ONTMOET HET OVERSCHOT VAN PETERS LEGER.

-ocr page 58-
-ocr page 59-
-ocr page 60-

VJV.amp;tei1 ^ SAM ' 'V

y''5rY;aiiaaj ;.W.;V.-.M

^■JtS .Zamp;iamp;if t- { aXs*S»« ifï,-.^,.' ^ gt;,:■,. lHvi;

BmW

ssmmMm

-ocr page 61-

wt^^' ;

ai^^mi

MMaMHi^BMWwiiM^ aiaitfeM

mamp;S^SsMmmSSSS

i»M

-ocr page 62-
-ocr page 63-

29

velden, het schoon opschietende graan, het vmchlbare klimaat en dc heldere hemel van Bithyine, de zekerheid van aan niets gebrek te zullen lijden, de overeciislcinniing lusschen de bevelhebbers, de moed der soldaten, alles voorspelde aan de kruisvaarders dat God hunne wapenen zou zegenen en zij gelukkiger zouden zijn dan hunne voorgangers, wier overblijfselen zij onwillens onder de voeten traden.

Hersek verlatende, moesten do kruisvaarders herhaalde keeren de onder dc pelgrims zoo vermaarde Draco doorwaden, welke rivier haar naam Draco (de Slang) te danken heen aan hare talrijke kronkelingen. Niet ver van den oorsprong der Draco, aan den voel van het Argentliongebergte, vonden de pelgrims geen andere wegen nicer dan smalle voetpaden, gezoomd door algronden en loodrechte rotsen. Godfried zond vier duizend werklieden met bijlen gewapend aan het leger vooruit, om wegen te banen, langs welke van afstand tot alsland houten kruisen geplant worden, om den weg der soldaten van .lesus Christus aan te duiden. Na dezen moeilevollen marsch kwamen de kruisvaarders in de vlakte van Nicea.

Het christen leger trok voort vol vertrouwen op zijne ge-duebte strijdkrachten en zonder die te kennen, welke men liet zou kunnen tegenover stellen. Nooit hadden de velden van Bithynië een indrukwekkender en vreeselijker aanblik vertoond: het aantal pelgrims overtrof do bevolking van verscheidene groote steden van het Westen en zij bedekten een onmetelijke uitgestrektheid gronds: van dc hoogten waar zij gelegerd waren, moeten de Turken met ontzetting een leger hebben zien naderen, samengesteld uit honderd duizend ruiters en ontelbare voel-kneehlen, de keur der krijgshaftige volken van Europa, die hun het bezit van Azié kwamen betwisten.

Wilhelmus van Tyr geeft cene sclioone beschrijving van Nicea en zijne wallen. Do reizigers, welke in onze dagen die stad bezoeken, kunnen die versterkingen nog bewonderen; gelijk zij nu zijn, kunnen zij een denkbeeld geven van hetgeen zij ten tijde van den eersten kruistocht waren. Wij zullen ons vergenoegen met te besclirijven hetgeen wij gezien hebben.

Nicea ligt aan het oostelijk uiteinde van bet meer Ascanius, aan den voet van een met hout begroeiden berg, die den vorm van een halven cirkel beeft. De wallen van de oude stad hebben een omtrek van anderhall uur; op de muren verheffen zicb ronde, langwerpige en vierkante, zeer dicht bij elkander staande torens, die eerlijds driehonderd zeventig in getal waren. De muren ziju tien voet dik; Wilhelmus van Tyr zegt, dat men met ecu wagen er op zou hebben kunnen rijden; zij zijn dertig voel hoog en overal in volmaakt goeden staat, uitgezonderd aan de zijde van bel meer. Door hel klimop heen, dat ze bedekt, kan men huiine gedaante zien en over hunne hechtheid oortleelen. Nicea heefl drie poorten : die van hel zuiden is geheel vervallen; die van bel oosten wordt gevormd door drie marineren bogen en vertoont op den builcninuur een hats-rclief, Roineinsclic soldalen voorstellende, gewapend met lansen en gedekt met hunne schilden. Buiten die poort vindt men op een kleinen afstand de overblijlselon van eone waterleiding, welke hel water van bel gebergte naar de stad voerde. De noorderpoorl is groot en schoon; zij beslaat, evenals de beide anderen, uil drie bogen van grijs marmer. Half gedempte grachten omringen de plaats. Wanneer men Nicea langs den weg van Civitol nadert, treedt men de stad binnen door eene wijde bres in een groolen steenen toren gemaakt. Wie beschrijfi echter de verrassing van den reiziger, wanneer bij in de plaats van Nicea, waarvan de torens nog staan, van alle zijden bebouwde velden, beplantingen van moerbeziën- en olijlboomen vindt! Na lange dreven van cypressen en plalaanboomen doorgegaan te zijn, komt men aan een armoedig en nederig dorp; bel is Imid, dat door Grieken en Turken bewoond wordt.

Zoodra de kruisvaarders voor de stad gekomen waren, nam ieder bevelhebber de stelling in, welke bij tijdens de belegering moest bezetten. Godfried en zijne beide broeders vesligden hun kamp aan de oostzijde; aan dien kant schijnen de wallen nog onneembaar. Bobemond, Robert, graaf van Vlaanderen, Bobert, hcrlog van Normandië, de graaf van Blois, sloegen hunne tenten aan de west- en de noordzijde op, terwijl de zuidzijde aangewezen werd aan den bisschop Adbemar en den graaf llayinond van Toulouse, die hel laalste aankwamen; aan de zijde van bet meer bleef de stad vrij.

Godfried en Baymond hadden de bergen in den rug; aan alle andere zijden van de legerplaats der cbristenen breidde zich een groote, met beken doorsneden vlakte uit. Reeds bij den aanvang van hel beleg brachten de uil Griekenland en Italië gekomen vloten levensmiddelen en allerlei krijgsbehoeften voor de belegeraars aan.

De geschiedschrijver Foulcher van Cbartres telt in hel kamp der christenen negenlien natiën, van elkander verscheiden in zeden en taal. «Wanneer een Engclschman of een Duitscber met mij wilde spreken,quot; voegt bij er bij, «kon ik hem geen antwoord geven, maar, hoewel gesclieiden door taal, schenen wij toch

één volk uil te maken door onze lielde tot God.quot; Iedere natie had zijn kwartier, dal men met muren en palissaden omringde, en daar men boul en steenen le k )rl kwam voor de verschansingen, gebruikte men daartoe de beenderen der kruisvaarders, die onbegraven op de vlakte waren blijven liggen; zoodat, zegt Anna Comnena, men tegelijkertijd een graf voor de dooden en een woning voor de levenden gemaakt had. In ieder kwartier had men ijlings prachtige tenten opgeslagen, welke de plaals van kerken vervingen en waar de bevelhebbers en de soMjUmi do godsdienstplechliglieden kwamen bijwonen. Verscliillcnde krijgsleuzen, irommen, waarvan de Sarracenen bet gebruik in Europa ingevoerd hadden, luidklinkende horens mei vele gaatjes doorboord, riepen de kruisvaarders lot de militaire oelëinngen op.

De baronnen en de ridders droegen een pantserhcind, een soorl van kleed, vervaardigd uit kleine ijzeren ofslalen ringeljes. Over den wapenrok van eiken schildknaap golfde een blauwe, roode, groene of wille sjerp, leder krijger droeg een helm, verzilverd voor de vorsten, van staal voor de edellieden en van ijzer voor de overigen. De ruiters hadden ronde of vierkante schilden en de voetknechten dekten zich met lange schilden. Voor den strijd bedienden zicb de kruisvaarders van de lans, bet zwaard, een soort van mes ol dolk, Miséricurde geheeten, van de knots, den strijdkolf waarmede een krijger mei een slag zijn vijand kon vellen, van den slinger, waarmede men steenen of looden kogels wierp, van den boog en den kruisboog, het laatste een moorddadig wapen lol dusverre aan de Oosterschen onbekend. De krijgers van bel Westen waren toen nog niet bedekt met die zware ijzeren wapenrusling, bij ue schrijvers der middeleeuwen beschreven, en die zij later aan de Sarracenen ontleenden.

De vorslen en de ridders hadden op bunne banieren beeltenissen en teekenen van verschillende kleuren, die lol verzamelpunt voor hunne soldalen dienden. Uier zag men op de schilden en de vanen luipaarden, leeuwen geschilderd, daar slerren, torens, kruisen, booinen. Velen hadden op liumie wapens trekvogels doen afbeelden, welke zij op hun weg onlmoclten, en die, elk jaar van luehlslreek verwisselende, den kruisvaarders een zinnebeeld van hun pelgrimstocht vertoonden. Die ondersclieidingsleekenen wakkerden op bel slagveld den moed aan en zouden eenmaal bij de volken van hel Westen een der allribulen van den adel worden.

In gewichtige oinslandigheden bestuurde de raad der bevelhebbers de onderneiningeii, in gewone omslandigbcden daarentegen ging elke graaf, elke edele slechts met zicb zeiven le rade. Het christen leger was bet beeld eener republirk onder de wapens. Deze geduchte republiek, waarin alle goederen gemeen schenen, erkende geen andere wel dan de eer, geen anderen band dan den godsdienst. De ijver was zoo groot, dal de bevelhebbers den dienst der soldaten doden en deze nooit aan de lucht te kort deden. De priesters doorliepen voortdmvnd de gelederen om de kruisvaarders aan de voorschriften der christelijke zedelccr le herinneren. Ilunne predikingen waren niet vruchteloos, en als men de schrijvers van dien tijd, die de kampvechters van hel kruis in hunne verbalen niet spareu, gelooven mag, was het gedrag der cbristenen, tijdens hel beleg van Nicea, allerslicbtiiiids en voorbeeldig. «Die heilige legerschaar,quot; zegt de kronijkscbrijver Brandsi, «was het beeld dei-Kerk Gods, en Salomon zou, haar ziende, hebben kunnen uitroepen; 11'«/ zijl (jij schoon, mijne vriendin! Gij zijl (lelijk ami hel tabernakel van Cedar!quot; «Ü Frankrijk!quot; vervolgt dézellde schrijver, «o land, dal boven alle andere landen gesteld moet worden, wal waren de legertenien van uwe soldaten in Romanic schoon!.....quot;

In de eerste dagen van hel beleg oudernamen de christenen verscbeidene bestormingen, waarbij zij vruchteloos wonderen van dapperheid verrichllen. Kilidsch-Arslan, die zijn gezin en zijne schatten in Nicea gelalen had, vuurde door zijne boodschappers den moed van de bezetting aan en verzamelde al de krijgers, die hij in Bomanië kon vinden, om den belegerden le hulp te komen. Tien duizend muzehnansche ruiters, gewapend met hunne hoornen bogen en gedekt met ijzeren wapenrustingen, stortten zich plotseling als een stormwind van hel gebergte in de vallei van Kicea endrongen door lol de plek, waar de graaf van Toulouse, hel laatst in do legerplaats aangekomen, pas zijne tenten opgeslagen had. Van hunne nadering verwittigd, wachtten de kruisvaarders hen onder de wapens af. Al de bevelhebbers stonden aan hel hoofd hunner bataljons; op zijn strijdros gezeten, vertoonde de bisschop van l'uy zich in de gelederen, de bescherming des Hemels over de pelgrims al'smeekende en de krijgshaftige godsvrucht van dezen aanwakkerende. Nauwelijks was liet gevecht begonnen of vijftig duizend muzelmansche ruiters kwamen liunne voorhoede ondersteunen, die op de vluclil dreigde te slaan. De sultan van Nicea voerde hen aan en zocht hun moed door zijn voorbeeld aan le wakkeren. «De beide legers vielen elkander met gelijke woede aan,quot; zegt Mallheus van Edessa, «overal zag men de helmen, de schilden, de blanke zwaarden i flikkeren; van verre hoorde men den sloot der lansen op de


-ocr page 64-

GESCHIEDENIS DEI! KRUISTOCHTEN.

no

harnassen in hel gewoel vnn den strijd; de lucht weergalmde van een vreeselijk geschrei; de paarden deinsden achteruit bij het kletteren der wapenen, hel Huilen der pijlen; de grond dreunde onder hel getrappel der strijders en de vlakte was bedekt niet werpspiesan en gehi oken wapenen.quot; Nu eens sloriten de Turken zich in blinde woede op de gelederen der kruisvaarders, dan weder streden /.ij uil de verte en wierpen oen hagelbui van pijlen; soms veinsden zij le vluchten en hernieuwden dan plotseling den aanval. Godfried, zijn broeder Roudevvijn, Robert, graaf van Vlaanderen, de hertog van Kormandië, Bohemond en de dappere Tancredo vertoonden zich overal, waar het [gevaar het grootste was, en overal viel de vijand onder liiinne slagen ol' vluchtle bij hun aanblik. Al dadelijk, bij den aanvang van hel gevechl, moesten de Turken bespeuren, dat zij gedudiler vijanden voor zich hadden dan de tougellooze scharen van l'eter den Kluizenaar en Waller zonder Have. Deze slag, waarin de Turken den moed der vertwijleling aan denj dag legden, vereenigd mei al de krijgslisten van den oorlog, duurde van den ochtend lot hel invallen van den nachl. De overwinning kostte hel leven aan twee duizend christenen. De ongeloovigen vluchtten in hel gebergte en lieten vier duizend dooden achter in de vlakte waar zij gestreden liadilcn.

De kruisvaarders volgden bij die gelegenheid hel barbaarsche gebruik der niuzclniansclie krijgers na. Zij hieuwen de hooiden van de op hel slagveld achlei gebleven vijanden al', bonden ze aan den zadelknop en namen ze mede naar iiel kamp, hetwelk op dal gezicht van hel vreugdegejuich der christenen weergalmde. Met daartoe ingerichte werktuigen werden meer dan duizend van die hooiden in de slad geworpen, waar zij ajgeraeene verslagenheid veroorzaakten. Duizend anderen werden in zakken gedaan, om deu keizer, die zich over de overwinning der 1'ran ken verheugde, aangeboden te worden; dil geschenk was Alexis zeer welgevallig, want hel was de eerste schattiiig welke de vorsten en baronnen, die zich lol zijne vazallen hadden verklaard, hem brachten.

Nu de kruisvaarders niet meer voor de nabijheid van een vijandelijk leger te vreezen hadden, konden zij al liuiiue krachten aan de voortzetting van hel beleg wijden. Zij vervaardigden galeiijen, gedekt mul een dubbel dak van dikke planken en teeiien horden, bekleed mei huiden, onder welker besclmlting men de muren naderde om ze met den stormram le beuken. Men limmerde torens van zware eiken balken, uil wier bovenverdieping de boogschutters hunne pijlen afscliolen en die, op raderen voortrollende, van valbruggen voorzien waren, gereed om op het eerste teeken op de wallen neer le dalen en een overtoclil le verleenen aan de krijgers, die den vijand moesten overrompelen, en eindelijk balisla's en calapullen, die bleenen, pijlen en brandfakkels onder de belegerden wierpen. Men zag de aanzienlijkste heeren als eenvoudige werklieden aan deu bouw van die geduchte machines arbeiden. De Rrabanlers bouwden zich een reusachtigen loren, wiens wanden uil eiken stammen bestonden. Hij was ruim genoeg om een veilige beschutting le verleenen aan twintig soldalen en stevig genoeg om deu schok van tie zwaarste steenen le doorslaan. Mei veel krachlsinspannhig rolde men dil gevaarte naar de wallen; maar juist toen men den voel van den muur bereikt had, slortle het door zijn eigen gewicht in en verpletterde allen die er zich in bevonden. Under hel getal dier dapperen lelde nien Roudewijn van Gent, Willem van Eoreest en verscheidene andere Relgische edelen, die, zeggen de kronijkschrijvers, door hel volk Gods begraven werden met die gevoelens van godsdienst en liefde, welke men doorluchtige en edele mannen moet toedragen.

Deze ramp verdubbelde den moed van de kruisvaarders, die zwoeren deu dood hunner wapenbroeders le zullen wreken, en hel beleg werd mei meer kracht dan ooit voortgezet; elke dag was getuige van nieuwe besiormingen, die echter steeds afgeslagen werden, terwijl geregeld de schade, die over dag aan de muren was toegebracht, gedurende den nachl hersteld werd. De reden echter, dal de kruisvaarders zoo weinig vorderingen maakten, moet wel eenigszins daaraan le wijlen zijn, dal hoewel hel christen leger, gelijk wij reeds gezegd hebben, Nicea nagenoeg geheel ingesloten iiield, iedere natie slechts een enkel, haar aangewezen punl van aanval had en zich niet met hel overige gedeelte van hel leger bemoeide. Hetzij de ruimte of wei de noodige macliines voor eene gelijklijdige bestorming van al de troepen ontbraken, men zag allijd slechts een betrekkelijk gering aantal strijders de muren naderen, en elke tegen de slad gerichte aanval was als hel ware eene looneelverlooiiing, welke de op de omliggende hoogten en heuvelen verspreide pelgrims werkeloos bijwoonden. Waren de belegeraars onvermoeid, de belegerden waren bel niet minder. Uil de torens, die hunne wallen bezetten, goten zij stroomen kokende olie, vlammend pek en andere brandende stollen op de aanvallers, lu hunne gelederen onderscheidde zich boven allen een muzelman van oen reusachtige lengte en buitengewone kracht. Roven op de muren slaande sarde hij de chrislenen en vertoonde zich overal waar hel gevaar hel dreigendste was. Het dikke harnas, waarmede hij hekleed was, spotte mei al de pijlen, waarvan hij, om zoo le zeggen, hel eenige mikpunt was; hij scheen onkwetsbaar. Op zekeren dag dal Godfried van Rouillon een aanval ondernam, wierp de muzelmansclie reus, na de christenen op allerlei wijze gehoond en bescliiinpl le hebben, zijn schild en zijn zwaard weg, onlbloolle zijne borst en begon groote rolsbiokken neder te werpen op de kruisvaarders, welke in diehtgesloten gelederen aan den voet der wallen stonden. Gansehe groepen soldalen werden door die sleenkloinpen vermorzeld. Daar wordt Godfried van Rouillon die vreeselijke slachting gewaar; hij treedt terstond vooruit, gewapend mei een kruisboog en voorafgegaan door Iwee schildknapen, die hunne schilden voor hem opgeheven hielden; weldra snort een met kracht afgesclioten pijl door de lucht en de in hel hart gelrollen reus slori levenloos op den muur neder, onder hel luide gejuich der kruisvaarders eu lol groolen schrik van de belegerden, waarvan er zich geen enkele meer op de wallen durfde verlooneu.

De invallende duisternis noodzaakte Godfried, die van de oiitslelleins der belegerden gebruik had gemaakt om bressen in de muren le beuken, de beslorming lol den volgenden ochtend uil te stellen, doch bij hel aanbreken van den dag waren de kruisvaarders niet weinig verbaasd, al de daags le voren gemaakte bressen hersteld le zien en nieuwe wallen achter de ten deele ingestorte le zien verrijzen. De uiltariende houding linnner vijanden en de nieuwe geduchte verdedigingsmiddelen ziende, waarover zij beschikten, voelden de kruisvaarders hun moed verllauwen, en ieder wachtte op het voorbeeld van zijn nevenman, zegi Albert van Aix, om den aanval weder le hervatten. Een enkele Normandische ridder durfde de gelederen verlaten en de gracliien doorwaden; hij werd door een hagelbui van speeren en steenworpen ontvangen, en slechl beschut door zijn panlserhemd en zijn helm, zonk hij weldra, uil tallooze wonden bloedende, Ier aarde en gaf den geest, ten aanschouwe van zijne strijdmakkers, die zich vergenoegden met den bijstand van God voor hem in te roepen. Zijn ontzield llchiiam met ijzeren haken opgehaald hebbende, stelden de belegerden hel als een tropee op den muur ten loon, en wierpen hel daarna, met behulp eener machine, in de legerplaats der clirislenen, waar zijne krijgsmakkers hem de laatsle eer bewezen, hel zelfverwijt dal hen pijnigde van hem te hebben lalen omkomen zonder eenige poging tol zijne redding aan te wenden, trachtende le smoren met de gedachte, dal hij de martelaarskroon verworven had en hel eeuwige leven ingegaan was.

Eerst nadal hel beleg reeds zeven weken geduurd had, kwamen de kruisvaarders lol de ontdekking, dal de belegerden voortdurend levensmiddelen en versche troepen, lol aanvulling van hunne verliezen, over hel meer Ascanius ontvingen, dal liiinne wallen bespoelde. In eene vergadering der bevelhebbers werd terstond besloten aan keizer Alexis een aantal schepen le lalen verzoeken, mei wier behulp zij allen toevoer aan de belegerden konden afsnijden. Verheugd over die gelegenheid om aan hel beleg deel le nemen, haastte Alexis zich om de gevraagde schepen naar de haven van Civilol te doen vertrekken. Deze schepen, waarvan verscheidenen lol honderd strijders konden bevallen, werden op aaneen gebonden wagens gezet, welke door paarden en kruisvaarders getrokken werden. In een enkelen nachl werden zij van de zee naar hel meer van Ascanius vervoerd en le water gelaten. Rij het aanbreken van den dag was hel meer overdekt mei vaartuigen, bemand mol koene soldaten; de vanen der chrislenen waren ontrold en wapperden stallg boven de wateren, terwijl de gansehe oever van ooiiogzucbtige kreten en hel geschal der horens weergalmde. Deze aanblik van de Grieksche vloot vervulde de belegerden met bange oni-zelling eu sloeg hun moed geheel lei neder.

Met meer nadruk dan ooit hervatten de kruisvaarders de belegering der stad nu zij van de gemeenschap met de zee afgesneden was, zoodal haar overgave spoedig te gemoel kon gezien worden. Een door een Lombardiseben kruisvaarder uilgedachle galerij, welke legen de werking van hel vuur en den schok der steenen bestand was, kwam dat tijdstip verhaasten. Men rolde haar lol aan den voel van een geduchten toren, welke reeds sinds verscheidene dagen hel uitsluitend doel van de aanvallen der krijgers van Raymond van Toulouse geweest was en waarin hel hun gelukt was een kleine bres te maken; de werklieden, welke de galerij beschutte, groeven de aarde onder de muren weg, zoodat de reusachtige steenklomp op zijne grondveslen waggelde en in hel holle van den nachl met zulk een ontzettend gedruis inslorlle, dat de belegeraars en belegerden, plotseling uit den slaap wakker geschrikt, zich verbeeldden, dal er eene aardbeving plaats had. Onder begun-sliging der duisternis poogde de echtgenoote van den sultan mei twee zeer jeugdige kinderen langs hel meer le onlvluchten, doch zij viel in de handen der ehrislenen. De tijding hiervan,


-ocr page 65-

1

b.___ i

-ocr page 66-

MraMH ■ WÊÊsÊmmÊÊÊÊÊÊ

WÊÊSÊÊMÊMÊSMfÊmÊÊ

V

8

ss® ^quot;f - v4lt;'

. ■ •

. :

» - J4- ggMMHMSffl TOMB^WWMMa

- ■ ■•- w:' ^[-quot;J

4*^' '' quot;-^V- '.quot;■

Sèa.

pstV-quot;quot; J

WMMSM iBMwmflroBH

IMa^B

HbI

K;

mmWMI

Hgssaasir-

iii;'.. - :r-lt;^r}

m ^ mmmsmsmmm i

ïïz isi

r' ' '-j -• quot;quot; , '»'■*

wijftrJ's''''i'f'^i.V'iff'iMMwWf^iquot;''-. if' tTt,-X*'.$amp;■,;y i'-

1; .mm iMil

£wï^w^r*ml^^^ÊÊÊiBSÊÊÊÊmSm^BSK^ | 1


MM

miïSmsMsM ■ H

'■Mm

Wm^ mim ^ msfimssmmmzf ■ .........................

afl

?;f 1 ft ï

fe È ' ■ V . É '■

/; i/:i

K^B

' . vj ; • jifiwi) . , 'JX lt;■ t.i' • - .» • i gt; iS^iA-i 'g 2* tt- ^^-quot;r, ' . ,» t. ^ i, |I . ^S-'g ' B^hg. -1. .'V' * Vtquot; . l. 'ïamp;J'SES^'* * A'aLt

Wfe^N'quot;'-'j.-^ '--^ - --aBBi 'ëÊikk

I I ■•' I 1

. ^ ' I ^ 'I- 'l ' i , 7 r t - ' i' '' ■

pS; as •.

sip:^;; .:.^v;

-'■ïj-;

P

-ocr page 67-

E R \Y E R 1) E N M E E R Ü AN D L' I Z E N I) H O O F I) E N I N

-ocr page 68-
-ocr page 69-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

31

welke spootliy in de slad ruchlbaar werd, vcnvekle cene nl^o-mcenc verslageiilicid, en de Turken verloren alle hoop om Nicea mei ^iiiislig gevolg 1c blijven verdedigen, toen, door de sluwe slaalkunde van Alexis, deze verovering aan tie kruisvaarders omging.

Deze vorst, dien mon vergeleken lieell met den vogel, die in de nalnjhcid van den leeuw blijl'l, omzijn voedsel te vinden, was aan de spits eenergroote troejicinnaclu tot Pelecane vooiigerukt. Hij bad aan hel leger van de kruisvaarders een zwakke aldeeliug Grieksclie troepen gezonden met twee veldbeeron, die zijn geheele verlrouwen bezaten, minder met het doel om aan den strijd tegen de Turken deel te nemen dan om te onderhandelen en de gelegenheid aan te grijpen zieh door list van Nicea meester te maken. Een zijner oilicieren, Bulumites genaamd, die de stad had weten binnen te dringen, maakte de inwoners bevreesd voor de meedoogenlooze wraak der Latijnen, en spoorde hen aan zich aan den keizer van Constantinopel over te geven. Men gaf gehoor aan zijnen raad, en toen de kruisvaarders zich gereed maakten tot een laatste bestorming, zagen zij plotseling de vanen van Alexis van de wallen en de torens wapperen.

Onbescbrijrelijk was de verbazing welke bij dat gezicht het christen leger overmeesterde: luide kreten van verontwaardiging lieten zich overal hooron en het scheelde weinig ol' men had lol geweld zijne toevlucht, genomen, om aan de keizerlijke troepen de prooi te ontrukken, waarvan zij zich door zulk een verfoeilijken lisl beniachligd hadden; met moeite gelukte het den aanvoerders de strijdvaardige soldaten in buiiiie tenten te doen binnengaan. Hun recht mal ige toorn nam nog toe, toen men hun verbood met meer dan lien man te gelijk cene slad binnen Ie komen, die zij ten koste van bun bloed veroverd hadden en die rijkdommen bevatte, welke men hun toegezegd had. Tevergeefs beriepen de Grieken zich op de mei Alexis gesloten verdragen en op de diensten, welke zij de Lalijnen, tijdens het beleg, bewezen hadden: het gemor bleef aanhouden en werd slechts voor een oogenblik gestild door hel goud van den keizer.

Deze vorst ontving bet meerendeel d( r hevelhebbers van den kruistocht te Pelecane, prees bnnue dapperheid en overlaadde ben met gesi henken. Na zich van Nicea meester gemaakt Ie hebben, wilde bij over den trots van Tancredo zegevieren, die den eed van trouw en gehoorzaamheid nog niet had willen alleggen. Toegevende aan den wensch van Hohemoml en do overige bevelhebbers, beloofde Tancredo eindelijk zoo lang aan den keizer getrouw te zullen blijven, als deze zeil aan de kruisvaarders getrouw zou wezen; met deze huldiging, welke Ie gelijk een onderwerping en een bedreiging was, moest Alexis zich tevreden stellen, en zij bewees genoegzaam dat hij noch de achting noch het vertrouwen der pelgrims van het Westen bezat. De invrijheidstelling van de echtgenoote en de kinderen des sultans, de grootmoedige wijze waarop bij de Turkscbc gevangenen behandelde, vestigde bij de Latijnen de overluiging, dat hij de vijanden der clii isteuen wilde ontzien. Meer was er niet noodig om bet vuur van den haat aan te wakkeren: sindsdien tijd hield men niet op elkander wederkeerig te beschuldigen en te bedreigen, en het geringste voorwendsel ware voldoende geweest om den oorlog tusschen de Grieken en de kruisvaarders te doen ontbranden.

Er was ongeveer een jaar verstreken sedert de kruisvaarders het Westen verlaten hadden. Na eenigen tijd in do omstreken van Nicea uitgerust te hebben, maakten zij aanslallen om zich naar Syrië en Palestina op weg te begeven. De provinciën van Klciu-Azië, die zij mocslen doortrek ken, waren nog bezet door de '1 urken, die van dweepzucht en haat blaakten en minder eenc natie dan een leger vormden, steeds gereed om van de cene plaats naar de andere te snellen. In dat zoo lang door den oorlog geteisterd land waren de wegen nagenoeg onbruikbaar en was alle verkeer tusschen de steden afgebroken. In het gebergte moest het talrijke leger der christenen voortdurend opgehouden worden door de nauwe passen, de stroomen en de afgronden, terwijl bet in de vlakten, voor het meerendeel onbebouwd en verlaten, door schaarschte, gebrek aan water en de brandende zonnehitte, aan nameloos lijden zou blootgesteld zijn. De kruisvaarders meenden al hunne vijanden in Nicea overwonnen te hebben en drongen, zonder eeuige voorzorg te nemen, zonder andere gidsen dan de Grieken, over wie zij zich te beklagen hadden, dieper door in een land dal zij niet keuden. Zij hadden volstrekt geen denkbeeld van de hinderpalen, die zij op hun verderen toeht zouden ontmoeten, en hunne onwelend-heid was oorzaak van hunne gerustheid.

Hel christen leger bad Nicea den 23. Juni verlaten. Twee dagen marcheerde het door; tegen den avond van den tweeden dag kwam bel bij een brug en sloeg daar zijne legerplaats op. Deze brug, welke men heden ten dage nog ziel, is gebouwd ter plaatse waar de Gallus zich in de Sangarius stort, in bel Turkscb Sakariyah gebcelen. De kruisvaarders stonden toen bij bel oude Leuca, thans vervangen door hot dorp Lefke,

Nicea ligt slechts zes uren gaans \an Lefke, maar de wegen waren moeielijk, vooral voor eene groote menigte menscben, die tallooze wagens medevoerden, en het moet ons derhalve niet verwonderen, dat bel leger twee dagen aan hel alleggen van dien afstand besleed heeft. Verlokt door den overvloed van water en van grazige weilanden, bleven de kruisvaarders twee dagen aan de samenvloeiing van den Gallus en de Sangarius hall houden. Daar zij nu op het punt waren een woeste land-slreek te betreden, waar zulk een verbazende massa mensclien en dieren onmogelijk genoegzaam drinkwater zoude kunnen vinden, achtten de christenen het geraden zich in twee afdee-lingen te splitsen. Het aanzienlijkste der beide legerkorpsen werd aangevoerd door Godfried, Raymond, Adhemar, Hugo van Vermandois en den graaf van Vlaanderen; aan de spits van hel andere korps stonden Rohemond, Tancredo en de hertog van Normandië. De beide aldeeliugen moesten, zooveel mogelijk, op tamelijk korlen afstand van elkander voortrukken. Het korps van Godfried hield rechtsaf, dat van Rohemond links. Na een marsch van drie dagen en tegen hel begin van den vierden, bereikte deze laatste de vallei welke alwisselend Dniiori/diihi, Coifioni en Ozcllin genoemd wordt. De vallei van Gorgoni ligt twiiitig uren van Lefke, hetgeen goed strookt met de marscb-dagen, welke wij opgeven naar den monnik Robert, een ooggetuige; dit bewijst insgelijks de dwaling van eeuige kro-n ijk schrijvers, onder anderen Wilhehniis van Tyr, die een enkelen marsebdag opgeeft; deze laatste kronijkscbrijvers zijn niet ter plaatse geweest. Rij bet verlaten der brug, waar hel christen leger gekampeerd had, moest bel korps van Robemoiid omstreeks drie uren lang de Sangarius volgen; de stroom vervolgens aan zijn linkerhand latende liggen, trok hij voort in eene vallei welke hem tol Gorgoni voerde; de vallei, door de Turken Visir-Kaa genoemd, welke do vorst van Tarente hel eerst volgde, wordt gezoomd door eene kleine rivier, tegenwoordig Kara-Sdii geheelen. Do vallei van Gorgoni, waarvan de naam aan de lieriniiering van een grooten veldslag verbonden is, loopt uil in de vlakte van Dorylea, door de Turken Eskt-Cher genoemd; zij ligt vier uren ten noord-westen van die stad. Eene rivier Snreli-Sou (geel water) genaamd, hel Bcthis der ouden, besproeit deze vallei, welke mot weilanden bedekt is. en mondt uil in den Tymbrius. Aan de noordzijde ligt het Turksche dorp /Jw/ lt;rlt;janiehy klaarblijkelijk een verbastering van Doijonjtnihi, den ouden door onze kronijkscbrijvers gebczigden naam. De vallei, welke getuige was van die krijgskundige gehenrtenis, waarvan de uitslag over bel lol van den eersten kruislocht besliste, heet tegenwoordig Viwu-Nu (de rotsholen), zoo genoemd naar de talrijke grafspelonken in de zijde der naburige heuvelen uilgegraven. Wij achten ons gelukkig met zooveel nauwkeurigheid en Ju zulke bijzouderheden de plaatsen te kunnen beschrijven, die zoo vermaard geworden zijn in de geschiedenis van den eersten krijgstocht van het kruis.

Nauwelijks was dc aldeeliug van Rohemond in den vroegen ochtend iu de vallei van Gorgoni aangekomen, of zij zag eensklaps eene tallooze iiienigle muzelmannen verschijnen. Na zijn geleden nederlaag bij Nicea had Kilidscb-Arslan nieuwe Iroepèn bijeengebracht. Aan bet boidd van een leger, dat de Latijnsche kronijksclirijvers op driemaal honderd duizend man sciiatleu, volgde de sultan van Nicea de kruisvaarders, het oogenblik bespiedende om ben te overvallen en hen de verovering van zijne hooldslad duur te doen betalen. Do splitsing van het ciirisleu leger in twee korpsen achtte hij gunstig voor een aanval; hij bad het minst talrijke korps uitgekozen, als liet gemakkelijkst te;overwinnen zijnde. Hel leger van Kilidsch-Arslnn ontplooide zich dreigend op de hoogten van Gorgoni. Op dal gezicht blijven de verraste christenen aanvankelijk ontbulst slaan; maar Rohemond en de hertog van Normandie bevelen aan al de ridders om af te stijgen en de tenten op le slaan. In korten tijd is bei kamp gevestigd aan de oevers van do kleine rivier, welke door de vallei stroomt; het werd zoodoende aan de cene zijde door de rivier, aan de andere door een met riet begroeid moeras gedekt. Wagens, palissaden gemaakt van de palen die tot bet opslaan der tenten dienden, omringden hel kamp. Rohemond laat de vrouwen, de kinderen, dc zieken iu het midden plaatsen en wijst aan de voetknechten en dc ruiters de le verdedigen posten aan. In drie korpsen verdeeld, verlaat de ruiterij bel kamp en bereidt zich voor om den ovorlocbl over de rivier te betwisten, lien dier korpsen werd aangevoerd door Tancredo en zijn broeder Willem, het andere door den hertog van Normandië en don graaf van Chartres. Rohomoud, die bel reservekorps aanvoerde, bezette met zijne ruiters eene hoogte, van waar hij alles overzien en den loop van den strijd volgen kon.

Nog voor de tenten opgeslagen werden, had een troep muzelmannen, van de bergen afdalende, een hagelbui van pijlen op do kruisvaarders afgeschoten. Deze eerste aanval werd moedig doorstaan. Door de Latijnsi he ruiters vervolgd, konden de Turken niet in een overhaaste vlucht hun gewoon redmiddel


-ocr page 70-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

zoeken. Zij moesten hoogten beklimmen, en de christenen achtei-haalden lien zonder moeite; dit detacliement kwam dan ook gelicel door de lans en lid zwaard om; de hogen en de pijlen waren oimullo wapenen geworden in dc handen van die aan den voet der bergen saamgedrongen vluchtelingen. Maar terwijl de ridders met hen slaags waren, stormden andere Turksclie benden de hoogten al', doorwaadden in een oogwenk de rivier en drongen, onder een vervaarlijk geschreeuw, in het kamp dor ehristenen, waar zij een vreeselijk bloedbad aanrichtten onder dc vrouwen, grijsaards, kindeien en weerloozc mannen.

Zoodra Dohemond het gevaar bemerkte, was hij lot ontzet van het kamp toegesneld, doch hij kwam te laat om de overrompeling te verijdelen; hot mochl hem echter na een hevig gevecht spoedig gelukken den sultan, dio in persoon deze troepen aanvoerde, te noodzaken, met achterlating van de reeds gemaakte vrouwelijke gevangenen, naar hel gros zijns legers de wijk te nemen. «Igt;ij het zien van zooveel op den grónd uitgestrekte lijken,quot; verhaalt ons eene kronijk, «begon de vorst van Tarente te weeklagen en God voor het lieil der levenden en der dooden te bidden.quot; Na een genoegzaam aantal ridders tot. bewaking en bescherming van de legerplaats achtergelaten Ie hebben, snelde Robemond de cbris-tenen Ie hulp, die met den vijand in een heeten strijd waren gewikkeld. Ontsteld door hot steeds aangroeiende getal hunner vijanden, begonnen de chrislonen te wijken. De hertog van Normandië verscheen vóór Uohemond op het tooneel van den strijd; zijn wit, mot goud gehordunrd vaandel ontrukkende aan derigene die het droeg, zwaaide bij het hoven zijn hoofd ni wierp zich in het dichtste gewoel onder den kreet van : God wil hel! volfi wij, Nonnamlie! De verschijning dier beide aanvoerders, de heldendaden van Tancredo, van liichard, vorst van Salerno, van Stel'anus, graal' van lilois, bezielen de Latijnsche krijgers met nieuwen moed; onwrikbaar als oen muur weerstaan dc kampvechters van het kruis het talrijke en machtige leger van Kilidsch-Arslan. Dc pijlen der Turken, die als een dichte regen op de christonon neervielen, stuitlen moerendeels machteloos al' op bet pantserhomd, het schild ol den helm van de ridders; maar zij trollen de paaiden en dit veroorzaakte wanorde in de gelederen der christenen. Dc manier van strijden der mnzohnannen was golioel nieuw voor dc kruisvaarders. De kronijkschrijvers veihalen ons van de trillende droel'licid der ridders, die onmachtig waren om zich tegen een vijand te verdedigen, die slechts uit dc verte en al viuchtende streed; de Latijnen poogden dan ook de Turken nabij te komen, ten einde zich van hunne lansen en zwaarden te kunnen bedienen, terwijl dc taktiek van den vijand juist daarin bestond den strijd van man tegen man te vermijden en wolken van pijlen al'te schieten. Naarmate de kruisvaarders op hen indrongen, ontbonden zij de gelederen en verstrooiden zich, om op eenigen alsland zich weder 'c verzamelen en nieuwe hagelbuien van pijlen at' te zenden De vlugheid liunner paarden diende hun voortrellelijk bij die zwenkingen en onttrok hen aan de vervolging der christenen.

Dc metgezellen van Bohemond verrichtten wonderen van dapperheid in dien strijd, waarin de getalsterkte zoo ongelijk was. Men had dc vóór den slag vastgestelde schikkingen moeten laten varen; ieder aanvoerder, ieder krijger ging slechts met zich zeiven te rade en streed naar goedvinden. De vrouwen, uil de handen dor muzelmannen bevrijd, doorliepen dc gelederen, reikten vciTrisschingen aan de soldaten, die door de brandende zonnestralen bijna versmachtten, en spoorden hen aan hun moed te verdubbelen, ten einde haar voor de slavernij te bewaren. Niemand bleet' werkeloos, zegt ons oene kronijk: de ridders en allen die geschikt waren om de wapenen tc voeren, namen deel aan den strijd; de priesters en do diakenen baden ; de vrouwen, die niet bezig waren met de strijders lafenis tc brengen, droegen de stervenden en de dooden onder de tenten. Hoe holdhallig de kruisvaarders ook streden, toch had de tallooze menigte muzelmannen de gedunde christenschaar langzamerhand zoodanig ingCF'oJ.pn, dat er aan geen ontkomen te denken was en werd de slriju met verwoedheid voortgezet; van weerskanten was het verlies van menschenlevens ontzettend. Robert van Parijs, dezelfde die op den troon van Alexis had durven plaats nemen, werd doodelijk gekwetst, nadat hij veertig zijner metgezellen rondom zich had zien vallen. Willem, Tancredo's broeder, een jonkman van ongeëvenaarde dapperheid en zeldzame selioonlicid, zonk met pijlen doorboord neder. Tancredo zelf, wiens lans gebroken was en die alleen zijn zwaard ter verdediging had, zou zijn loopbaan in de vallei van Gorgoni geëindigd hebben, ware Hohemond hem niet te hulp gekomen.

De bewonderenswaardige moed der soldaten van het kruis, die tegen zulk eene groote overmacht moesten strijden, kon de overwinning der Turken nog wel eene wijl vertragen, doch het was zonneklaar dat dc kruisvaarders, uitgeput van vermoeienis, het niet lang meer zouden volhouden tegen de zich aanhoudend vervangende drommen van Kilidsch-Arslan. Plotseling kondigt oen luid vreugdegeschreeuw de komst van Godfried aan, die mot liet tweede korps van bet kruisleger naderde. Heeds vóór den aanvang van den slag had Bohemond hem van hot dreigende gevaar doen onderrichten. Op een vlug paard gezeten, was Arnold, de kapelaan van den hertog van Normandië, Godfried gaan zoeken cn de bode had dezen op een afstand van twee mijlen ten zuiden der vallei van Gorgoni aangetroffen. De geioovigen snelden ten strijde, zegt Albert van Aix, als waren zij tot het heerlijkste feestmaal uitgenoodigd. Toen Godlried, de graaf van Vormandois, de graaf van Vlaanderen, aan de spits van hun legerkorps op de bergen verschenen, was dc zon omstreeks in het midden van haar loop en verblindend weerkaatste haar licht op de schilden, dc helmen cn de bloote zwaarden; de vanen waren ontrold, heinde en verre weerklonk liet gerolfel dor trommen en het geschetter der klaroenen; veertig duizend goed gewapende krijgers naderden in slagorde. Dit gezicht hernieuwde den moed der strijders van Bohemond en verwekte ontsteltenis onder de ongeloovigen. Vijf uren lang hadden do soldalen van het kruis den ongehjken strijd volgehouden.

Godfried, Hugo, Boudewijn cn Eustachius, de broeders des hertogs van Lotharingen, rennen, door hun keurkorps van veertig duizend ruiters gevolgd, naar de door vijanden omsingelde legerplaats der christenen. Robert dc monnik vergelijkt hen bij den arend, die zich op zijne prooi werpt, aangevuurd door hot geschreeuw zijner liongerige jongen. Do muzelmansche scharen, die den eersten aanval van den hertog van Lotharingen te doorstaan hadden, moesten wanen dat het vuur des hemels onder hen neergeslagen was; de lijken hoopten zich op onder de slagen der Eranken; de vallei en de bergen weergalmden van het gekerm der stervenden en gekwetsten en de vreugdekreten der Latijnen. »\Vcc dengenen, die do Eranken het eerst ontmoet hebben!quot; zegt de ooggetuige Robert, «zooeven men-schen, zijn het thans lijken; het harnas en bet schild hebben ben niet kunnen beschernioii, terwijl de bogen cn de pijlen hun tot niets dienen. Kermend kronnncii de stervenden zich op den grond en woelen met hunne liielen de aarde om, ol' bijten, op hun aangezicht liggende, niet hunne tanden het gras af.quot; Terwijl de troepen van Godfried, met die van Bohemond ver-eenigd, verwarring en dood in de gelederen der Turken zaaien, worden deze door nieuwe ontzetting aangegrepen bij het zien dor tien duizend man van de achterhoede, die van de bergen afdaalden, aangevoerd door liayniond en den bisschop Adhemar; «een huivering doortintelt die menigte,quot; zegt een kronijkschi ijver, dien wij dikwijls aanhalen, dewijl hij den veldslag bijwoonde, «de ongeloovigen meenden, dat de krijgers uit hel hemclsche verblijf op hen neerregeiiden ol' dat zij geheel gewapend uit de wanden der bergen te voorschijn kwamen, om hen tc verslaan.quot; De sultan Kilidsch-Arslan had zich mol zijn leger op dc hoogten teruggetrokken, hopende, dat de kruisvaarders hem daar niet zouden durven vervolgen. IJdele hoop! Godfried, Hugo, Raymond, Adhemar, Tancredo, Bohemond en de beide Boberls omsingelen dc hoogten, op welke de sultan een wijkplaats heelt gezocht. Niet enkel in de vlakte stroomt het bloed der Turken, dc zijden en de toppen der heuvels worden er mede geverfd. De grond was zoo dicht bedekt met lijken, dat een rennend paard ternauwernood een open plekje zon gevonden hebben oin den voet neder te zetten.

Hel gevecht duurde tot don avond en de laatste tooneelen van dien dag waren een vreeselijk bloedbad. In de legerplaats door de muzelmannen verlaten vonden de kruisvaarders een grooten overvloed van levensmiddelen, prachtvolle tenten, allerlei soort van lastdieren en vooral een groot aantal kameclen. Het gezicht van die dieren, welke in luit Westen onbekend waren, verwekte bij hen evenveel verrassing als blijdschap. De christenen bestegen de paarden der vijanden om bet overschot van het overwonnen leger achterna te zetten, en de duisternis begon zich reeds over de heuvelen en de vallei uit te breiden, toen dc christenen, met buit beladen, in hunne legerplaats wederkeerden, voorafgegaan door priesters die lof-cii dankliederen zongen. Op dien gedenkwaardigen dag van den i. Juli 1097 hadden de aanvoerders en de soldaten van het kruis zich met roem overladen. Wij hebben de voornaamste bevelhebbers van het leger genoemd. De kronijkschrijvers vermelden nog vele anderen, zooals Boudewijn van Beauvais, Galon van Calmon, Gaston van Beam, Gerard van Gherisi; «allen onderscheidden zich door daden van dapperheid, die hun een onsterlelijkcn roem hebben doen verwerven,quot; zegt Wilhelmus van Tyr. Het getal muzelmannen in den slag of op de vlucht gedood wordt in de kronijken op meer dan twintig duizend gesteld; de kruisvaarders verloren vier duizend hunner wapenbroeders.

Daags na de overwinning begaven de christenen zich naar het slagveld om hunne dooden te begraven; het treurgezang der priesters en der diakenen begeleidde die lijkplechtigheden; men vernam hot weeklagen der moeders om hare zonen, der vrienden om hunne vrienden. Het duurde echter niet lang, lt; f men ging van dat rouwbetoon tot de dolzinnigste vreugde over.


-ocr page 71-
-ocr page 72-
-ocr page 73-
-ocr page 74-
-ocr page 75-

GfiSCHIEDENrS DER KRUISTOCHTEN.

Rij hol onlklccden van flo lijken der Turken, botwisllc men eik.'indor iuinne hchloedc kleeilingslukkcn. In den zwijmel luinner zegepraal bedeklen de clirislen soldaten zieli nu eens mei do wapenrusting liunncr vijanden ol' tooiden zieh mol de wijde gewaden der muzelmamicn, dan weder gingen zij in de tenten der overwonnenen nedcrluirken en dreven den spot met do Ooslersehe weelde en gebruiken. Zij die geen wapens bezalen, nanion de kromzwaarden der Turken, terwijl de boogselintters hunne kokers vulden met de pijlen, waarmede de grond als bezaaid was.

De bedwelming der overwinning belette de cbristenen niet, gereebtigheid te doen wedervaren aan de dapperheid der overwonnenen ; hel bewijs daarvan is, dat zij hunue overwinning aan een mirakel toeschreven. «Hij, die deze overwinning met bel oog der rede zal willen beschouwen,quot; zegt Robert, «zal daarin, met den verscbuldigden lol', de band Gods erkennen, altijd bewonderenswaardig in Zijne werken.quot; «Twee dagen ua den slag,quot; zegt Albert van Aix, «vluchtten de ongeloovigen nog steeds zonder dal iemand ben vervolgde als Cod zelf.quot; «Men bad Sint-George en Sint-Demetrius in de gelederen der chrisUüien zien strijden,quot; zegl een ander kronijkscbrijver. Van bunnen kant waren de muzelmannen niet minder getrollen door den beloonden moed der Lalijnen. «Gij kent de Franken niet,quot; antwoordde sultan Kilidseb-Arslan aan de Arabieren, die bem zijn vluehl verweten, «gij zijl niet met ben bandgemeen geweest: ImniK! kiaehl is niet inensclielijk, maar bemelseh ol' helsch.quot;

Middelerwijl de; kruisvaarders zich verblijdden met eene overwinning, wélke de wegen van Klein-Azié voor ben opende, begon de sultan van Nicea, die zich niet meer met de cbris-tenen durlde melen, bet land te verwoesten, dat bij niet kon verdedigen. Aan bet boold van bel overschot zijns legers en gevolgd door tien duizend Arabieren, die zich bij bem hadden aangeslolen, Irok bij bet kruisleger vooruit en verwoestte zijne eigene provinciën. De Turken slaken de buizen in brand, plunderden de steden, de dorpen en de kerken, terwijl zij de vrouwen en de kinderen der Grieken als gijzelaars medevoerden. Alles werd platgebrand en iu eene woestenij herschapen.

Den 3. Juli, loen liet leger zich weder in beweging stelde, besloten de kruisvaarders zieh niet meer le splitsen. Dit besluit beveiligde bon tegen alle overrompeling, maar stelde een zoo lal-rijke menigte bloot aan het gevaar in een land, dal door de Turken verwoest was, van honger en gebrek om le komen. Uit bet dal van Gorgoni kwamen de kruisvaarders in de vlakte van Dorylea, tegenwoordig Esliji-C.lwr (Oude Stad) geheelen. Zij vonden slecbls kale akkers en vélden, en hadden al spoedig geen ander voedsel meer dan de wortels van wilde planten en do weinige graanhalmen, die aan de vernieling der vijanden ontkomen waren. Het gebrek aan water en voeder deed' de meeste paarden van hel leger omkomen, zoodat bel meerendeel der ruiters, die de voetknechten minachtten, zich gedwongen zagen te loopen en zeil hunne wapens te dragen, onder welker gewicht zij schier bezweken. Het clirislen leger bood toen een zonderling schouwspel aan: men zag ridders, op ezels en ossen gezeten, aan de spits hunner soldalen rijden, terwijl rammen, geiten, varkens, bonden, alle dieren, die men slechts machtig kon worden, beladen werden met bagage, welke men loch van lieverlede grootendeels op de wegen moest acliterlaten.

Iie krouijkeu zijn opgevuld met bijzonderheden omtrenl het lijden en de onlbcringen der kruisvaarders van al' Dorylea lot Antiocbetta. De christenen ondervonden op dien loebl al de ijselijkheden van den dorst; de krachtigste soldaten bezweken onder die vreeselijke Ibltering. Wilhelmus van Tyr verhaalt, dal vijriionderd menscben in een enkelen dag omkwamen.

Midden in dal verschroeide land deden de cbristenen eene onldekking, welke hel leger redde van de verschrikkingen van den dorst maar evenwel zeer treurige gevolgen had. De bonden, die door de kruisvaarders medegenomen waren, hadden hunne meesiers verlaten en doolden in de vlakten en bel gebergte rond om water le zoeken. Eens zag men er verscheidenen in bel kamp terugkeeren, wier haar met een vochtig slot bedekt was; men vermoedde dat zij water gevonden hadden, waarop eenige soldalen bon volgden en eene rivier ontdekten. Het gansche leger snelde er heen, terwijl vele kruisvaarders, hall' uitzinnig van de liille en den dorst, in het water sprongen en zich met volle teugen laaiden. Meer dan honderd hunner bleven plotseling dood; verscheidene anderen werden ernstig ziek en konden hun weg niet vervolgen.

Eindelijk kwam liet leger voor Antiochclla, dat zijne poorten voor hen opende. Deze slad lag in eene streek, doorsneden met weiden, beken en wouden. De aanblik van zulk een vrucblbaar en verkwikkend oord noopte de christenen ei' eenige dagen nil le rusten en deed hen weldra al bet doorgestane lijden vergelen. Hel land van Ak-Cher (dit is de Turksche naam van het vroegere Antiocliella) is nog op den huidigen dag bedekt met wouden gelijk ten lijde der kruistochlen.

Tijdens hun verblijf le Antiocbetta werd de vreugde over hunne verovering een oogenblik verstoord door de vrees van twee hunner doorlncbligste bevelhebbers le verliezen. Raymond van Toulouse werd gevaarlijk ziek. Daar men aan zijn behoud wanhoopte, had men hem reeds op de assche uitgestrekt en bad de bisschop van Oranje de litanie der stervenden, loen een Saksische graat kwam aankondigen, dal Raymond niet aan die ziekte zou sterven dewijl de voorbede van den U. Aegidius ecu venlrnfi mei den dood voor hem verworven bad. Deze woorden, zegt Wilhelmus van Tyr, deden de hoop van alle aanwezigen herleven, en kort daarop vertoonde Raymond zich aan de oogen van liet leger, dat zijn herstel als een mirakel beschouwde.

Omstreeks dieuzeliden lijd had Godl'ried van Bouillon, op zekeren dag in een woud ronddolende, hel grootste gevaar ge-loopen doordien hij een soldaat, die door een beer aangevallen was, Ier hulp snelde. Hij doodde liet ondier, maar aan de dij gewond en ontzeltend veel bloed verliezende, werd hij bijkans slervonde op eene baar in hel kamp der kruisvaarders lerug-gebracht. Het verlies van een veldslag zou minder verslagenheid verwekt hebben dan het droevige schouwspel, dat zich toon aan de oogen der cbristenen vertoonde. Al dc kruisvaarders stortten tranen en zonden gebeden voor hel behoud van Godl'rieds leven ten hemel op. De wonde bleek gelukkig niel gevaarlijk te zijn, maar daar hij verzwakt was door bel groote bloedverlies, duurde het lang voor de hertog van IJonilloii zijne krachten had teruggekregen. De beterschap van den graat van Toulouse, evenals de zijne, vorderde slechts zeer langzaam, en beiden zagen zich genoodzaakt, gedurende verscheidene weken, het leger in een draagstoel te volgen.

Grootere rampen bedreigden intusscben het leger der kruisvaarders. Tot dusverre had er vrede onder ben gebeerscht en hunne eendracbl maakte hunne macht uit. Plotseling ontstond er oneenigbeid lussehen eenige aanvoerders, waarvan bet gansche leger de gevolgen zoude ondervinden. Roudewijn, Godlrieds broeder, en Tancredo, de eerste een schaar Vlaamsche krijgers, de tweede een troep Italiaansche soldaten aanvoerende, werden op verkenning uitgezonden , hetzij om vijandelijke benden te verstrooien, hetzij om de christenen van hol land te besebermen en levensmiddelen van hen te bekomen. Zij trokken eerst voort tol aan de slad Iconium, maar dewijl zij geen vijanden ontmoetlen en het land verlaten vonden, veranderden zij van ricliting en sloegen door bet Taurusgebergle den weg naar de zeekust in. Tancredo, die een anderen weg dan IJoudewijn volgde, verscheen, na een langen inarsch, zonder eenigen tegenstand ontmoet te hebben, onder de wallen van Tarsus, de vaderstad van den H. Paulus, op drie uren al'stands van de zee, in eene vlakte aan de oevers van den Cydnus gebouwd. Hij verliet liet Taurusgebergle waarschijnlijk langs den pas, die, onder den naam van Gealek-Hogaz- bekend, zes uren van Tarsus ligt. Albert van Aix noemt dien pas lt;lc poort van Judas; bij geelt den naam van liulreiile aan de vallei, welke naar die poort van den Taurus voert. De Turken, die met de verdediging van Tarsus belast waren, stemden er ui loc hel vaandel der chrislenen op limine wallen te planten en beloolden zich le zullen overgeven, indien er geen ontzei voor ben kwam opdagen. Tancredo nam genoegen met deze voorwaarden en sloeg zijne legerplaats bij de poorten der stad op, toon hij de door lioude-wijn aangevoerde aldeeling zag verschijnen. Godl'rieds broeder en zijne soldaten waren in hel gebergte verdwaald geraakt en na eén moeitevollen en onzekeren marsch van drie dagen had bet toeval hen op den top van een borg gevoerd, van waar de krijgers de onder de wallen van Tarsus opgeslagen tenten ontwaarden (deze berg kan slechts de zijtak van den Taurus zijn, welke met verre ten noorden van Tarsus van hel oosten naar bel westen loopt). De beide troepen kruisvaarders verblijdden zich over hunne liereeniging en omhelsden elkander des te har-lelijker daar zij elkander uil de verte wodorkeorig voor vijanden aangezien haddon.

Dc Vlaamsche kruisvaarders hersteldon luiinie krachten door oen oenvoudigen maaltijd on brachten den nacht rustig door; maar toen de dag aangebroken was, wekte liet gezicht van Tancredo's vaan, die van den toren der stad wapperde, den naijver van Boudewijn en diens soldaten op. Roudewijn beweert dal zijne aldeoling (ie talrijkste is en de stad hem toobehooren moet. Daar men zijne aanspraken niet wil erkennen, ontsleekl hij in woede en schimpt in grove bewoordingen op Tancrodo, Bobemond en hel ras der Norinaiiiliselie ridders. Na een lange woordenwisseling wordt ten laatste ovoroongekomen, dat or afgevaardigden aan de inwoners zuilon gezonden worden, om hen zelve te laten beslissen aan wolkon dor beide vorsten zij zich willen onderwerpen: zij kiezen Tancredo. Op dal antwoord bedreigt Roudewijn de Turken en de Armeniërs mol zijne wraak en die van Godfried: hij belooft hun torzollder tijd zijne bo-scberming on die der christen vorsten, indien de banier van Tancredo plaats maakt voor do zijne. Revrocsd geworden door zijne bedreigingen on verleid door zijne beloften, besluiten de inwoners eindelijk hem le gehoorzamen en zijne banier vei vangt


-ocr page 76-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

op den loron die van Taucredo, welke men smaadvol over de muren naai- beneden werpt.

De Ilaliaanselie en Normandische kruisvaarders grepen naar de wapenen, om dezen iioon in bloed al' te wassehen ; maar Tancredo wist Iien tot bedaren te brengen, en naar de stem der genialigdlieid luisloreiide, verlieten zij eene slad, die men liLin betwistte, om andere veroveringen le gaan zoeken. Door kradii, van vriendsdiapsbetuigingen gelukle bet Roudewijn de lioorlcn der stad voor zicb te doen ontsluiten, hoewel bet kasteel en versdieideue torens nog in liet bezit der Turken bleven. Op die wijze meesier geworden van de slad en steeds bevreesd voor mededingers, wees bij driebonderd kruisvaarders al', door Dohemoiul aan Taneredo Ier versterking nagezonden, en die een onderkomen voor den nacht verzoeblen. Tevergeefs riepen de soldaten van Roudewijn zeiven zijn mededoogen in met de pelgrims, die van vermoeidheid £ii honger uitgeput waren; hij bleet dool' voor alle smeekingen. Dienlengevolge waren Rohemonds soldalen genoodzaakt in het open veld te kampeeren, en werden zij in bet holle van den nacht overrónipeld en vermoord door Turken, die van liet oogenblik, dat alle christenen in diepe rust lagen, gebruik maaklen om Tarsus le verlaten, dat zij geen hoop meer hadden met gunslig gevolg aan de chrislenen te betwisten. Hen volgenden ochtend verspreidt de omzettende treurmare zich door de slad; de kruisvaarders stroomen naar builen om hunne broeders, die levenloos en van hinme wapenen en kleederen berooid uitgestrekt liggen, le gaan herkennen. De slad en de vlakte weergalmen van het geween en bet gejammer; de beetlioordigsien vatten de wapenen op en bedreigen de Turken, die nog in gering aantal in de stad achtergebleven zijn, en willen zells bun aanvoerder te lijf, dien zij van den gewdddadigen dood hunner makkers beschuldigen. Óm aan de pijlen en het zwaard zijner soldaten te ontkomen, ziet Boude wijn zicb verplicht in een toren eene wijkplaats te zoeken. Kort daarop verschijnt bij echter weder onder zijne soldaten, jammert met hen over de gepleegde gruweldaad en verontschuldigt zicb door een beroep op de overeenkomst, die hij met de inwoners en de bezetting aangegaan beeft. Zoo sprekende wijst hij zijne soldalen op de torens die door de Turken bezet zijn. De opgewondeuheid der kruisvaarders kent geene grenzen meer bij de verscbijumg op dat oogenblik van eenige christen vrouwen, aan wie de muzelmannen den neus en de ooren afgesneden hadden. Eensklaps de grieven vergetende, die zij tegen bun aanvoerder hadden, zweren de soldaten de Turken tot den laatsten man te zullen afmaken; zij bestormen de torens, waar de vanen der ongeloo-vigen nog uitstaken, en weldra zijn al de Turksche soldaten als zo.Miotl'er gevallen voor den op de soldaten van Rohrmond gepleegden moord.

Na op deze bloedige wijze den dood hunner broeders gewroken te bobben, kweten de kruisvaarders zicb van den treurigen plicht ben te begraven, en terwijl zij hiermede bezig waren, ontwaarden zij plotseling- in zee eene vloot, die met volle zeilen naderde en de rivier opkwam. In de meening met ongdoovigen le doen te hebben, wapenen Roudewijns soldaten zich ijlings en scharen zich langs den oever van den Cydnus. Maar zoodra hel voorste schip dicht genoeg genaderd was oin aangeroepen te kunnen worden, boorde men met verbazing dat de bemanning in de taal der l'ranken antwoordde. Het was inderdaad een vloot van Hollandse he, Eriescbe en Vlaamsche zeeroovers, die sedert adit jaren de Middellandsche Zee onveilig maakten en zoowel op de kusten van bet keizerrijk als in de havens van Syrië angst en schrik verspreidden. Op de uitnoodiging der soldaten van het kruis zeilden de zeeroovers de haven van Tarsus biniieu. Hun aanvoerder Guinenier, een Bonlonees van geboorte, herkent in Roudewijn en diens broeder Eustadnus de zonen zijns vroegeren meesters en belooft hen met zijne metgezellen te dienen. Zij iieinen allen het kruis aan en zweren den roem en de gevaren van den heiligen oorlog le zullen deden.

Vergezeld door die nieuwe versterking en in Tarsus eene bezet ling acbterlatcnde, begal Roudewijn zich weder op weg, dezelfde richting volgende, welke Tancredo ingeslagen was. Deze laatste was naar Adaua getrokken, eene stad welke adit ui en westelijk van Tarsus ligt; daar bij de stad Adana bezet vond door een liourgondiscb ridder, G nel ie genaamd, was hij tot Malmistra voortgerukt en bad de muzelmannen daaruit verdréven. Malmistra, bet voormalige Mopsuestia, thans .J/mm-e, lag zes uren zuidoostelijk van Adana, op drie uren afslands van de zee, aan den oever van den l'iramus, tegenwoordig Djiban. Taneredo en zijne getrouwe krijgers waren de heleedigingen van Roudewijn niet vergeten en treurden nog over de slaehling hunner broeders, die zoo onmeedoogend aan het zwaard der muzelmannen waren prijsgegeven, toen men bun kwam berichten, dat de troep van Roudewijn zijne tenten op een weiland in de nabijheid der stad opgeslagen had. Rij die tijding geeft linu diepe wrok zich in dreigende bewoordingen lucht; allen zijn vast overtuigd, dat üoudewijn wederom bun vaandel komt honen eu hun het bezit der stad betwisten. De ridders, die Tancredo vergezellen, herinneren hem met warmte aai', den smaad, die hem aangedaan is en verklaren dat de eer der ridderschap, zijn goede naam en die zijner wapenbroeders een schitterende voldoening eischen. Toen hij van zijn bezwalkten goeden naam hoorde spreken, kon Taneredo zijn toorn niet langer bedwingen; hij verzamelt zijne krijgers en trekt, aan hun spits, tegen den troep van Boudewijn op. Een moorddadig gevecht vangt aan tusschen de christen soldaten: noch de aanblik van 'bet kruis, dat zij op hunne borst droegen, noch de herinnering aan de rampen die zij te zamen verduurd hadden, kunnen aan de wederzijdsehe verbittering een einde maken. Eindelijk ziet de troep van Tancredo, die geringer in aantal is, zich genoodzaakt het slagveld te ruimen, en keert, met achterlating van verscheidene gevangenen in de banden der overwinnaars, in wanorde naar de stad terug. De nacht bracht de opgewonden gemoederen echter tot bedaren. Tancredo's soldaten hadden thans de meerderheid der Vlamingen erkend en meenden dat de hun aangedane smaad genoegzaam gewroken was, dewijl het bloed gevloeid had, terwijl de krijgers van Roudewijn indachtig werden, dat degenen, die zij overwon tien hadden, christenen waren. Den volgenden dag luisterde men, bij de beide partijen, slechts naar de stem van den godsdienst, én der menschelijkheid. De twee aanvoerders zonden elkander gelijktijdig afgevaardigden, en om den schijn niet op zich te laden van den vrede af te smeeken, schreven beiden hun sta]) toe aan eene ingeving des Hemels. Zij zwoeren hunne twisten te vergeten en omhelsden elkander in het bijzijn hunner soldaten, die zich de heillooze uitwerkselen van hunne vijandschap verweten en van verlangen brandden den moord hunner broeders te boeten door nieuwe overwinningen op de Turken.

In korten tijd was Cilieiö aan de wapenen van Taneredo' onderworpen. Onder de sterkten, door Uobemonds neef bezel, noemt Albert van Aix Iwt kaslwl der llenlers, hel hasUrl der JomjeHitj/cii of hasleel van Hal,der, in het Amauusgebergte gelegen; hel hasleel der Jan ge Meisjes: dit laatste kasteel moet ll.renc zijn, tegenwoordig door de Arabieren Kiiliz-litilessi genoemd. De sterkte llarcnc, op eene hoogte gebouwd, ligt bijna twee uren van de IJzeren Rrug, die over den Oroides geslagen is. Tancredo maakte zich insgelijks aan de zeekust meester van Alexandrette, door de Arabieren Scaiiileiven genoemd. Al de Turken die hij in de slad vond, werden over de kling gejaagd. De Ilaliaanselie held werd slechts vergezeld door twee- a driehonderd ridders en bad, om zoo te zeggen, onder liet voortgaan geheel Cilieië veroverd. De dapperheid van den aanvoerder en zijne metgezellen kan echter niet genoegzaam de snelheid van die veroveringen verklaren; was er iets machtigers dan de wapenen van Tancredo: het was de onbeschrijfelijke schrik, welken de overwinning bij Dorylea en de nadering van het groote leger der Franken verbreid hadden. '

Dat leger, hetwelk wij voor Antiochctta hebben gelaten, had zijn inarseh naar de stad leoninm, nn Kouiah genoemd, voortgezet; de kronijkschijvers spreken van een l;oniiil;lijl;eii wen, welken de kruisvaarders volgden: het land van Koniah wordt inderdaad door een onden, breeden en geniakkehjken weg doorsneden. Onze oude schrijvers zijn in geen uitvoerige bijzonderheden omtrent de hoofdstad van Lycaonië getreden: volgens eenigen was de stad verlaten en vond het leger er volstrekt geen levensmiddelen; volgens anderen werd er hel lener, door eene inijeviiuj des lleeren, viel alle (joederen der narde yereyend. Toen de kruisvaarders leoninm verlieten, namen zij,'op raad der inwoners, kannen en lederen zakken met water mede, dewijl zij een gebeden dag marcheeren moesten zonder eene rivier of heek te ontmoeten. Tegen den avond van den volgenden dag kwamen zij aan eene rivier: het leger hield er acht en veertig uren hall. De veldontdekkers, die de legerbenden van het kruis voorafgingen, waien intusschen in de stad li ree li aangekomen, die ongeveer dertig uren van Koniah gelegen is en door do kronijksdirijvers van den eersten kruistocht Heraclea genoemd wordt. De in die stad aanwezige Tnrken namen de vlucht bij hel zien van de vanen der franken. De pelgrims veitod'den vier dagen te Erecli. Door het Taurnsgebergte bereikte het christen leger na eenige dagen (ïasar of (jie.iou, het oude Gucusus, vermaard door de ballingschap van den II. Joannes Cbrysostomus. Daar de kruisvaarders le Cocson overvloed van levensmiddelen vonden, verwijlden zij er drie dagen. Zware vermoeienissen wachtten hen op den tochl van Cocson naar Marcsia, dat acht a lien uren van daar in het znidweslen ligt: zij hadden de sleilste hellingen van den Taurus voor zich. I)è kronijksdirijvers schilderen ons het lijden van het leger in die bergen, waar men geen anderen weg vond dan alleen voor wilde beesten en kruipdieren, waar de passen ternauwernood breed genoeg waren om er den voet op te zetten, waar de rotsen, de kreupdhosehjes, de dorenstruiken de pelgrims telkens het voortgaan heleüen. De ridders hadden hunne wapenen om den hals hangen; uitgeput van vermoeienis wierpen velen ze in de algronden. De paarden konden met hunne vrachten niet op de been blijven, zoodat


-ocr page 77-
-ocr page 78-
-ocr page 79-

GKS(111!KDENIS I)KU Ki!lilSTOCUIEN.

de inuiischnppcn zirh dikwijls vcrpliclil zagen /.cll clo pakkage l(j (Iragcn. «iNicinaud kon blijven sülslaan ol'gaan zillen, /.lt;^1 Uobcit, «niemaiid kon zijn makker bijslaan; alloon kon hij die achter liep hulp verleenen aan hem, die voor hem uilging; wal dezen aangaal hij kon zich ternauwernood wenden lol dengene die hem volgde.quot; Onze schrijvers noemen dal gedeelte den (luivelxlkry, een naam dien zij dikwerf aan de moeielijk te bestijgen bergen geven.

De stad Maresia was de eindpaal van dal vreesebjke lijden. De landouwen van Syrië, die zich voor hel leger uitbreidden, waren wel geschikt óm den moed Ie doen herleven. Maresia, hel oude üermanicië, werd bewoond door chrisleneu; de Turken, die de citadel bezeilen, waren bij de nadering der kruisvaarders gevlucbl. De stad bezal overvloed van mondvoorraad en in baren omtrek vond men prachtige weiden; men kampeerde rondom de p aals. Uoudewijns ecblgenoole slieii in deze stad en werd er begraven. Uier ook kwam Boudewijn zich weder met de zijnen bij hel christen leger aansluiten. Mij bad hel gevaar vernomen, waarin zijn broeder Godl'ried in den omtrek van Aulioehelta verkeerd bad en wilde zich, in zijne broederlijke bezorgdheid, in persoon van zijne genezing vergewissen, l'oiuiewijns gedrag onder de muren van Tarsus werd door al de bevelhebbers en de. ridders gelaakt. In de geheele legerplaats hoorde hij slechts gemor tegen zich. «Godlried, de ut'liouwe dinidiir (ïixIkquot; zegt. Wilhelmus van Tyr, «deed hem ernstige verwijlingen;quot; dezelfde geschiedsehiijvci' voegt er bij, dal Doudcwijn zijn vergrijp in alle oolnwciliijlieid erkende; maar hetzij de algemeene al keuring zijner daad cu de koelheid waarmede men hem bejegende, hem verhillerdeu, hetzij de verlossing van hel lieilige graf niet. ziju nilsluitend doel was, bij bleef niet getrouw aan de geloften en de plichten der kruisridders, liet Oosten, waai' de overwinning rijken medebracht, scheen aan zijne eerzucht verkieselijker veroveringen aan Ie bieden dan die van Jerusalem.

Dc ómwentelingen, die het aanzien der Sinten veranderen, volgden hel zegevierende leger der kruisvaarders op den voel. Dioimnen fortuinzoekers slroomden nil alle oorden toe om hun aandeel in den buil le bemacbligen. Een zekere Simeon bekwam Rlein-Armenië; eene rijke stad van Gilicië werd aan Petrus van de Alpen, een eenvoudig ridder, gegeven ; een aanlal landstreken werden op die wijze liet deel van pelgrims die de geschiedenis niet noeml, alleen onder voorwaarde, dal zij ze tegen de Turken zouden verdedigen. Ouder hen, die de hoop om forluiu li; maken onder de vanen van hel christen leger gelokt had, behoorde een Armenisch vorst, mei name 1'ancratins. Deze had in zijne jeugd over noordelijk Iberië geregeerd; maar door zijne eigen onderdanen uil zijn klein rijk verjaagd, bad bij zich naar Conslanlinopel begeven, waar hij ten gevolge zijner kuiperijen gevangen gezel werd. Knrl nadat de kruisvaarders de strijdkrachten des sultans van ISieea verstrooid hadden, ontsnapte hij uil de gevangenis en kwam aan de bevelhebbers van het leger der Franken zijne diensten aanbieden, overtuigd dat. de schrik voor de wapenen der christenen hem in zijne Stalen zon terugvoeren of hem nieuwe beziilingen zou doen verwerven, l'ancralius had zich inzonderheid bij Boudewijn aangesloten, wiens ondernemend karakter hij kende. Aan de groolsle armoede ten prooi, kon bij zijnen beschermer niets aanbieden, maar hij wakkerde in hel hart van Godfrieds broeder de begeerte' aan om rijken le veroveren. Gelijk aan den engel der duisternis, waarvan bel Evangelie spreekt., die den Zoon Gods op een boogeu berg voerde en Hem op de aan zijne voeten liggende rijken wijzende, lol Mem gezegd had; IHl alles behoort u loc, indien (jij mij wdl mnihid'icn, toonde Paucralius, steeds er op bedacbi Boudewijn le verlokken, liem van de toppen van bel Taurusgehergle de rijksle provinciën van Azië; en beloofde ze aan zijne eerzucht. «Daar ten zuiden ziel gij de vruchtbare velden'van Cilicië,quot; zeide hij lot hem, «en verderop de scboone streken van Syrië en Palestina, ten oosten de welvarende gewesten door den Eupbraal en den 'IVris besproeid en, lussclien de heide rivieren, Mesopotainië, waar de overlevering hel aardsch paradijs plaatst; Armenië, geheel bevolkt mol christenen, wacht slechts op een leeken om zich aan u over le geven; al die rijke landen van Azië, die mei ongeduld bel juk'der Turken dragen, zijn uw deel, indien gij hunne boeien verbreekt.quot;

Boudewijn, wiens lievelingsdenkbeeld hel bezit van een ko ninkrijk was, leende een gretig oor aan de inblazingen van den Iberischeu fortuinzoeker. Om zijne eerzuchtige plannen echter le kunnen verwezenlijken, had bij een groot aanlal soldalen noodig; hij wendde zich in bel gele am lol cenige baronnen en ridders van hel christen leger en Iraehtte hen over te halen om hem le volgen. Geen hunner echter wilde de vanen van den kruislocbt verlaten en van den weg naar Jci usalem alwijken. Hij richtte zich uu lolde soldaten, wien bij een rijken buil beloofde, maar dewijl hij niel bemind was eu men hem zijne handelwijze jegens Tancredo nog niet vergeven bad, verwierpen de mees'le krijgers, die hij wilde verleiden, zijne

voorstellen en sloten het oor voor zijne aanbiedingen; velen zijner eigen soldalen weigerden zelfs hem le vergezellen; hel mocht hem slechts gelukken ongeveer duizend voelknechten en tweehonderd ruiters, door hoop op buit bezield, voor zich te winnen.

Zoodra zijn plan om bel leger le verlaten aan de voornaamste bevelhebbers hekend werd, vereenigden dezen al hunne pogingen om hem van zijn voornemen af le brengen, doch Boudewijn bleel doof voor de smeekbeden zijner wapenbroeders. In eene raadsvergadering werd besloten hel gezag der bisschoppen en der vorsten, die hel leger der pelgrims aanvoerden, aan te wenden om hem onder de vanen van liet. kruis le weerhouden; ook dit mocht niel balen, bel strekte slechts om Boudewijns vertrek le verhaasten. Hij maakte gebruik van de duisternis van den nacht om met den troep, dien hij geworven bad, de legerplaats te verlaten. Aan de spits van zijn kleiu leger drong bij Armenië binnen en ontmoette geen vijanden, die bij machte waren hem iu zijn loop te stuiten. Verslagenheid bad de Turken overmeesterd, terwijl overal de chrisleneu, blijde het juk vau de muzelmannen le kunnen alschuddeii, machtige bondgenooten voor de kruisvaarders werden.

Maresia verlatende, trok Boudewijn in oostelijke richting voorl. Over een sleilen berg daalde hij af iu eene groole vlakte, tegenwoordig bewoond door Tureomannen, een herdersvolk, dal er waarschijnlijk ten tijde van Boudewijn eveneens zijne woonlenten opgeslagen bad. Zoodra Boudewijn die vlakte aelder den rug had, trok bij met zijn leger door de sombere bergpassen waaraan de Turken den naam van Kara-cajiounsi (Zwarte poorten) hebben gegeven, en vervolgde ziju loclil door een kaal land met kleine rivieren doorsneden, die zieb in bel groole meer van Anliochië verliezen. Alvorens de vlakte van Turhessel (ibans lel-Bescher) le bereiken, inoesl de Frankische prins nog een steile bergketen overtrekken, die tegenwoordig door Kurden bewoond wordt.

De steden Turbessel en Bavenel, op den rechteroever van den Eupbraal, waren de eersten, die bare poorten voor den gelukkigen veroveraar ontsloten. Deze verovering verwekte weldra oneenigheid lussclien Boudewijn en Paucralius, die heiden dezelfde eerzucblige plannen voedden; maar Godfrieds broeder maakte spoedig een einde aan de kuiperijen van Paucralius, door dezen le dreigen hem als vijand le zullen behandelen, en zoo gelukte bet hem zijn mededinger van bel tooueel zijner overwinning le verwijderen.

Paucralius, die eerst zooveel invloed had uitgeoefend op de besluiten van Boudewijn, verzamelde eenige avonturiers rondom zich en maakte de noodige aaiistallen om van de gesteldheid der gemoederen partij le trekken, ten einde zich voorgoed le vesligen in een land, waar elke provincie, elke stad een veroveraar of een meester scheen te wachten. De geschiedenis van dien lijd heeft het niet der moeite waardig geaebl zijne schreden te volgen; zijne krijgsverricblingeu zijn, evenals die van eene menigte andere avonturiers, die van de algemeene wanorde gebruik maakten, uil bet gebeugen der menseben quot;■ewiseht, evenals die bruisende bergstroomen, welke eensklaps uil den orkaan geboren, in woeste vaart, van de boogleu der bergen naar beneden schieten, groole verwoestingen iu de vreedzame dalen aanrichten eu verdwijnen zonder een naam in de aardrijkskunde te bezitten.

Hel ontbrak Boudewijn niel aan gidsen en hulp in een land, welks bewoners hem overal te gemoel kwamen. Hij kon zieb in tien uren lijds van Turbessel naar hel voormalige Birlba begeven, door lie Arabieren Kl-llir genoemd, en daar slak de veroveraar den Eupbraal over; dit is de weg dien de karavanen volgen en de kortste. Een afstand van zestien uren scheidde Boudewijn nog van Edessa; hij kwam door streken die er altijd kaal en'doodsch uitzien. Alvorens Edessa te bereiken, volgde hij gedurende vier uren een Bomeinschen weg door naakte en ouvrnebtbare bergen aangelegd en uitgehouwen. Het gerucht zijner overwinningen was hem aan gene zijde van den Eupbraal vooruitgesneld en zijn naam had reeds in de metropool van Mesopoïamië weerklonken.

Edessa, hetwelk volgens de Talmudisten een even Imogen ouderdom bezit als Ninive en waarvan zij de stiebting aan Nimrod toeschrijven, heelle Antiocbië, Ier eere van Antioebus; om hel van de hoofdstad vau Syrië le onderscheiden, bad men er den naam van Callirhoë aan toegevoegd. Onze kromjk-scbrijvers noemen het Itoha: eene verbaslering van hel Griekselie woord rlwe, hetwelk fonlein beleekenl. Edessa heel legenwoo; ebg Orfa. Volgens het algemeen gevoelen der geleerden werd hel door Seleucus den Groole geslicht, omstreeks vierhonderd jaren voor Christus. Orfa ligl in een groot dal, lusseheii twee rolsacblige kale heuvels, die geheel afgescheiden zijn van de kelen van hel Taurusgebergle. De stad heeft vier mijlen in omtrek; zij wordt omringd door muren bezet met ronde ol vierkante torens, terwijl diepe gracblen baar van alle zijden omgaven. Eene citadel verhief zich op de zuidelijke spits van


-ocr page 80-

GESCHIEDENIS DEK KRUISTOCHTEN.

den heuvel, die Oil'a aan de westzijde bclieerscht. De reiziger vindt hok de muren, de torens, de grachten. Hel kasteel ligt in puin en binnen zijn omtrek vertoonen zich schamele woningen en een verlaten moskee. Die citadel was eertijds als ecne tweede stad, met bazars, kerken en paleizen, Orla, de rustplaats der karavanen, die van Syrië naar Perzië reizen, heelt cone bevolking van vijltien duizend inwoners, allen muzelmannen, met uitzondering van een duizendtal Armeniërs en een honderdtal Jacobielen. Midden in do stad verheit zich oen oude kerk met een klokkentoren, die van do kruistochten dagtoekent en sinds lang in eene moskee herschapen is. Do muzelmaniien hebben vijllien heiligdommen, de christenen twee. Ton westen van Orla is het landschap zeer vruchtbaar en schoon ; hij liet zien van die prachtige boomgaarden beplant met olijl-, amandel-, oranje-, moerbeziën- en granaatboomen, herinneri men zich de overleveringen, welke de genietingen van hot aardsche paradijs daar geplaatst hebben.

Orla was aan do overweldiging der Turken ontsnapt en al de christenen uit de nabuurschap hadden er met lumne rijkdommen eene schuilplaats gevonden. Een Grieksoh vorst, Thoros of Thoodorus gehoeten, door den keizer van Conslantinopel gezonden, was de gouverneur van die slad en handhaardc er zich door aan de Sarracenon schatting te betalen. De nadering en de overwinningen der kruisvaarders hadden een algonieone opschudding in do stad Edossa teweeggebracht. Hol volk en de gouverneur haddon zich veroenigd om Boudewijn te hulp le roepen en werden diontengovolge de bisschop 'en twaall der aanzienlijkste ingezetenen naar den rranschen prins al'ge-vaardigd. Zij verhaalden hem van de rijkdommen van Meso-potamië, van de gehechtheid hunner medeburgers aan do zaak van .lesus Christus ca bezwoeren hem eene christelijke stad voor do overhoersching dor Turken le beveiligen. Boudewijn liet zich gemakkelijk overhalen, te meer dewijl dit volkomen met zijne plannen strookte.

Hij had bot geluk de Turken le vermijden, die liem aan de oevers van don Eupbraat opwachtten en zonder slag geleverd te hebben, was bij op hel grondgebied van Edessa verschenen. Daar hij eene bezetting achtergelaten had in al de door hem ingenomen steden, had hij nog slechts een honderdtal ruiters bij zich. Zoodra zij de stad naderden, kwam hen de gelieole bevolking le gemoel mei palmtakken in de hand en lolzangon zingende. Hol was een zonderling schouwspel zulk ecu handvol strijders' omringd le zien door eene talloozo menigte, die hun steun inriep en bon hunne bevrijders noemde. Zij werden mot zooveel goestdritl ontvangen, dal de vorst cl' gduvernour van Edessa. die niet bij bel volk bemind was, er argwaan door opvatte en in hen vijanden begon le zien, die voor hem meer le vree zen waren dan do Turken. Om lum aanvoerder aan zich te verbinden en hom Ie bewegen zijn gezag te verdedigen, bood Inj Boudewijn groole rijkdommen aan. Maar heizij de eerzuchtige Boudewijn meer hoopte le verkrijgen van de gunst van hel volk en hel geluk zijner wapenen, hetzij hij hel als onleorend beschouwde om in de soldij van een vreemden vorst te gaan, hij wees de aanbiedingen des gouverneurs mei minachling van de band en dreigde zells zich te verwijderen en de stad aan haar lol over le laten. De inwoners, bevreesd dat hij zijne bedreiging zou uitvoeren, schoolden in de hevigste opgewon-denbeid samen en smeekten hem met luide kreten bij bon le blijven, terwijl de gouverneur zeil'nieuwe pogingen in bolwerk stelde om de kruisvaarders lenig le houden en hen voor zijne zaak le winnen. Daar Boudewijn niet onduidelijk te verstaan gal', dal hij nooit Staten zou verdedigen, die niet eenmaal do zijnen moesten worden, besloot de vorst van Edessa. die oiui en kinderloos was, hem als zoon aan le nemen en lol zijn opvolger le benoemen. De plechtigheid der aanneming had plaats in tegenwoordigheid der kruisvaarders en der inwoners, eerst dooi' den gouverneur en daarop dooi' zijne bejaarde echtgenoote, en van dal oogenblik slelde Boudewijn, als liuu zoon en eiige-naain beschouwd, alles in het werk om de stad le verdedigen, die hem zou loebebooren.

Een vorst van Armenië, Constanlijn, die eene provincie in de nabijheid van don berg Taurus bestuurde, was Edessa insgelijks le hulp gekomen. Bij den aanblik der soldalen van bel kruis was de gansehe bevolking van de streek oorlogzuchtig geworden, en de cbrislenen, die er lol dusverre slechls op bedacht geweest waren de Turken le vleien, maakten toebereidselen om hen le gaan bestrijden. Twaalf mijlen ten noordwesten van Edessa lag op den rechteroever van den Eupbraat de stad Samosale, thans Semisal, door muzebnannen bewoond. De emir, die bet bestuur over de slad voerde, richtte voortdurend verwoestingen aan op de gronden der Edessers en had hun schattingen opgelegd, voor welker getrouwe belaling iiij hunne kinderen tol onderpand vorderde. Sinds lang betoonden de Edessers slechts de gelatenheid der overwonnenen; nu bezielt hen de zucht naar wraak. Zij nomen de wapens op en weten Boudewijn over le halen hun aanvoerder te worden. Weldra ziel Samosale ben voor zijne poorten; zij plunderen de voorsteden en de omliggende woningen ; maar de stad zelve bood dapperen weerstand. Bevreesd een kostbaren lijd in vruchlelooze pogingen te verspillen, keerde Boudewijn naar Edessa terug, waar zijne afwezigheid zijne belangen kón schaden. Bij zijn terugkomst kwamen er onheilspellende geruchten bij de inwoners in omloop. Men rekende hel Thoros als eene misdaad aan, dal hij werkeloos in zijn paleis bleef, terwijl de ehristenen de imtzehnannen bevochten; men beschuldigde bom van geheime vorstandhouding met de Turken. Men smeedde, als men Matthias van Edessa mag gelooven, een komplot tegen ziju leven, waarvan Boudewijn niet onkundig was. Vorwiltigd van hel gevaar, waarin hij verkeerde, nam Thoros de wijk naar de citadel, welke de stad bestreek, en riep beurlclings de hulp der kruisvaarders en de barmhartigheid van bel volk in. Inlusschen noemt de opschudding loc, eene woedende menigte verspreidt zich door de stralen en plundert de buizen der aanhangers van Thoros. Hel volk stroomt naar de citadel; eenigen loepen de poorten open, anderen beklimmen de muren. Thoros, zich bijna van allen verlaten ziende, doet goene pogingen om zich te verdedigen en slell voor om le onderhandelen; bij bolooll de stad te verlaten, liet bestuur over Edessa neder le leggen en vraagt verlof zich mol zijn gezin naar de stad Meliteiia, tegenwoordig Malatia, te begeven. Dit voorstel wordt mol blijdschap aangenomen; de vrede wordt geteekend en de inwoners van Edessa zweren op het kruis en het evangelie, er de voorwaarden van le zullen eerbiedigen.

Den volgenden dag, terwijl de gouverneur met de toebereidselen lot zijn vertrek bezig was, breekt er een nieuw oproer iu de stad uil. Hel berouwt de aanleggers van het komplot, dat zij den vorst, jegens wien zij zoo zwaar misdeden, in hot leven gelalen hebben. Nieuwe beschuldigingen worden tegen hom uitgestrooid. Men beweert, dal hij den vrede slechls geteekend heeft om den noodigen lijd le winnen lot hol voorbereiden van den oorlog en het vèrzekeren van zijne wraakoefening. Weldra kent de woede van hel volk goene grenzen meer; duizenden stemmen verbenen zich en cischen den dood van Thoros. Do vurigston dringen woest de citadel binnen, grijpen den gouverneur le midden zijner verschrikte dienaren aan en werpen hem boven van de wallen. Zijn bloedend lichaam wordt onder jubelkreten door de straten gesleurd, en het volk verheugt zich over de vernioording van een grijsaard als gold hel een op do ongeloovigon behaalde overwinning.

Na de volvoering dezer lafhartige daad stroomde het volk naar hol verblijf van Boudewijn, dien men ten minste kan beschuldigen zijn pleegvader niet verdedigd te hebben, en bood hem hel bestuur over de slad aan. Hij weigerde aanvankelijk; maar eindelijk, toegevende aan do dringende beden van de ongeduldige menigte en ongetwijfeld ook aan de inblazingen van een kwalijk verbloemde eerzucht, werd bij tol vorst van Edessa uitgeroepen. Gezeten op een bebloeden troon en de ongestadigheid van de volksgunst duchtende, duurde bet niel lang, of bij boezemde zijnen onderdanen evenveel vrees in als zijnen vijanden. Terwijl de kwalijk geziiiden voor hem sidderden, breidde hij de grenzen van zijn grondgebied uil: met, de schatten van zijn voorganger kocht hij Samosale en verscheidene andere steden, die hij niel met do wapenen bad kunnen veroveren. Daar de fortuin hem in alles diende, begunstigde zelfs het verlies van zijne vrouw Gundescbilda zijne plannen. Hij huwde de nicht van een Armenisch vorst en breidde, doordien iiiouwen echt, zijne bezittingen lol aan den Taurus uil. Een gedeelte van Mosopolainië, de beide oevers van don Eupbraat erkenden zijn gezag, en Azië zag toen een Eransch ridder zonder verhindering regoeren over de rijkste provinciën van hel voormalige Assyrischo rijk.

Boudewijn dacht niet meer aan de verlossing van Jerusalem; zijn eenig streven was do verdediging en de vergrooting zijner Siaten. Verlokt door de fahelachlige verhalen van Boudewijns rijkdommen, kwamen vele ridders naar Edessa om in hel leger van den nieuwen vorst dienst le nemen en zijne hofhouding le verg rooien.

De voordooien, welke de kruisvaarders uit do vestiging van dien nieuwen staal trokken, hebben hunne gesehiedsebrij-vers doen vergelen, dal zij de vrucht waren van onrecht en geweld. Hel vorstendom Edessa diende tol beteugeling der Turken en der Sarracenon en was tol aan den tweeden kruistocht een dor goduchtste bolwerken van bet rijk der Eranken aan den kant van den Eupbraat,


-ocr page 81-

DERDE BOEK

TOCHT DER KRUISVAARDERS NAAI! ANTIOCMIË m HUNNE RELEGERING VAN DIE STAD

1007- 101)8.

(Krijffsvorriiilitiiifrnn in Syrië; Tïolwrt van Vlaanderen bezet Artesia; op weg naar Anlinehië; liet leger voor Anlindiiii; zijne geestilrift; wanlielmoediglieid der bevelhotr Ijrrs; tot lint beleg wordt besloten; blind vertrouwen der kruisvaarders; ojieenvolgende nederlagen; ontmoediging; desenie; Iieldendaden van Tanerudo; koude, honger, ziektun rapen de belegeraars weg; vertwijl'eling; wreedheid van lioheinoiid; ile orde herstelt zieh en de boop berleel't; gessantsebap van den kalil' van rlgypte; voordcelen op de Turken behaald; de angst, overmeestert do belegerden; de christenen zija meesler van de omgeving der stad, waarin gebrek bnnrscht; wapenstilstand aan den gouverneur toegestaan; er ontstaat, oneeuiglieid tussehen de kruisvaarders; de Arinenier l'liirous; lioliemoml haalt de bnve.lbnbbers over om den wapnnstilstalld te snhenden; 1'birous levert hun een dor torens over; weil'cling der soldaten om de wallen te beklimuieu; de kruisvaarders binnen Antioebië; plundering', moordnn, wreedheden van allerlei aard.)

Taurus wns ovor^cl rokken on Syrië laR opon voor lid iivclirisiiMi lej^or. Mnrcsin vniatoiidc, ruklcii lt;lo kmisviiarflcrs op Arlcsia, het voorinalici! (llialsis aan, vijl'a /os inijlen van daar in hot znidon ^('logon. G(!Voli;d door oonigc riddors on dni/oiid voiiknoolilon was Rohoii, uraal'van Vlaandoron, liol lo^cr voor-nil^ï^aan on had /ioh mooslor Romaakl van Arlosia, waarvan do rhriston itovoikiiig hom lioinilp/aatn j^owoosl was in hol vordrijven dor Turkon. Toon hol loj;or dor kruisvaardors ondor do imiron dior slatl aankwam, haddon de inuzeliiiannon van Antiooliiö, toegesneld om do stad te helegoron en weder te hoinaohlij;on, in ovcaiiaaslinj;' do vlnehl genonieii; /.ij haddon hoslolon hnnni' slrijdkraohlon iiij do over don OronUvs gebouwde l.l/oron lirug te voroonigon ten einde den kruisvaaitiers don weg naar Antiochio te Ijolwisltai. Te Arlosia sloot Taneredo /ioh weder hij hel christen leger aan en oogstte aller lol' in voor do onhaat/tiehlighoid en geiiiatii;dhoid, die hij onder de ninren van Tarsus aan don dag gelegd had. De aanvoerders van hot leger noodiydon den graaf van Vlaanderen, heer van Arlosia, uit, eene he/elling in de slad te laten on /ioh weder bij de kruisvaarders aan te sluiten. De verschillende in hol land verspreide detaoheinenton ontvingen insgelijks hevel zioh weder met hot leger te vereenigen. Men ging togen de lioold-stad van Syrië oprukken en do strijders van liet kruis moesten slechts één korps vormen. Er word eene verordening aCgokon-digd, waarhij hel een ieder vorhodon werd zich van hot leger al' lo zonderen. Zoo waren derhalve, hij hol vertrek uil Arlosia, alle aanvoerders en ridders bijeen, tnlgenoinen Roudevvijn, wiens alwe/ighoid opgemerkt en gegispt word.

De bisschop van Puy, Adhemar van Monleil, nam hij do nadering dor gevaren en vermoeienissen, die hel christen leger verbeidden, hel woord op, om de kruisvaardors te waarschuwen on moed in le sproken. «Zeer gelielde broeders en kinderen,quot; dus sprak de prelaat lol de pelgrims, «nu wij Antiocliiö /oo dicht genaderd /ijti, is hol tijd, om n mede te doelen, dal het verdedigd wordt door ongemoen hechte muren, uit reusachtige blokken steen gebouwd, welke aan elkander verbonden /ijn door een onverbreekbaar, onbekend cenionl. Wij welen daarbij ml /ekero bronnen, aan wier echtheid niet gelwij leid kan wonion, dat al de vijanden van Ghrislus, Turken, Sarracenon, Arabieren, die uil de gebergten van Romanic on van overal elders voor ons aanschijn de vlucht namen, /ich in Anliochiö ver/ameld hebben. VVij moeten dientengevolge op on/o hoede /ijn, ons niet van elkander scheiden, ons niet le roekeloos vooruit begeven en hebben dus wijselijk besloten morgenochtend, ge/a men hj k en mol al on/e strijdkrachten, tiaar de IJzeren Rrtig op te rukken.quot;

Onder aanvooring van Robert van Normimdië verschoon voorhoede, van hot ebrislen leger hel oorsle vooi do l.l/oron Rrtig, doch moehl er niet in slagen /.ioh oom (loortnohl le lianen. Twee mol ij/er btikloeile torens vordodigdon dohodldoii van de brug; die lorens waren door Tnrksche krijgers be/.ol, terwijl do vijandelijke balaljous den gehoeh^u liukoniovor van den stroom bodoklen. Do aldeobng van liobort van Normandié wordt handgonioon mot do niti/.ohnaiinon, (li(^ de brug bowaaklon; de uilslag van de worsloling is on/.okor. Daar nadorl hel gros van hel ebrislen leger. Gedokt door lunmo liohnoii, hunne schilden en hunne maliënkolders, vonnni tie kruisvaarders, volgens do mililaire tnldrukking \ aii Albert van Aix, een ncliildiiiid, slormon do brug op en drijven do vijanden oimodorslaanbaar terug. Woldra ho/ollon de vtirschillontie korpsen van hel kruisleger /ogeviorond de boide oevers van don (ironies, en vliodon de mu/ohiiaiinon, die aan hol /waard ontkonien /ijn, in wilde overbaasling. De brug, die de schon\v|ilaals was van die ge-wiehlige /egopraal, draagt nog op don htiidigon dag /ijn outlen naam: de Arahieron noonien haar (Icshr-il-llndilir (l.l/i'rcn lirug).

De kruisvaarders waren nog vier uren van Anlioohië verwijderd. «Laat ons mot oni/iohlighoid on in goede orde on/on inarsolt voorl/etlen,quot; vermaande de bisschop Adhemar; «gelijk gij woel, hebbon wij gisleron nog zeer huil moeien sirijdon ; wij zijn vermoeid en de krachten van onze paarden uitgopiit.quot; Voorts wees de bisschop aan de vorston en de ridders do volgorde aan, die /ij bij hun vorderen marsclt in acid moosloii nomen. Do kruisvaarders schreden door eene vlaklo, liohbondo don Oroiitos, en iels verder hel meer van Anliochië, llians Rahr-el-Abbiad (Wille zee) goheoKin, aan hunne rechtor/ijdo; eene kleine houvelenrij, die op do borgen van de Syrische hooldstad uitliep, vorhior /.ioh aan litinne linkerzijde. Do/o vlakte, tegenwoordig slechts door don Turcoinanisohon ruilor ot de karavaan van Aleppo belrodon, diounde loon onder tlo schreden der macbligsto logorscharen van bol Westen. Don weg van Aleppo noniende (do/on volgde hol christen loger), ontvvaarl men Anliochië eerst, als men or dicht bij is; slochls op een alstand van drie kwarliertiurs zagen do christonon don top der torens en don kruin der wallen, die zich op do borgen dor slad verhellen. Hel gezicht van Anlioohië, /.oo vermaard in do annalen van hol ohrislondom, vorlevonüigde do godsdienstige geesldrill dor kruisvaarders. Datir hadden do volgelingen van het Evangelie voor hol oorsl don litol van chrislonon aangenomen en werd do apostel Petrus tot eersten opporhordor van de ontluikende Kerk bonoonid. Godtirendo voisohoidono, eeuwen waren de geloovigon daar in oen der voorsloden komen


-ocr page 82-

g i:sr,! 11ki) em s i n; 11 k u u i stocüten .

hidden op lid van ilon liciligoii Hidtylns, dio, onder de r(!ge('iiiig van Juliaan, de orakels van Apollo lol zwijgen ge-lirachl, had. Anlioehië had eenigen tijd den naam van Tln'opolis (Slad (jods) jfedragcMi; hel was een, (lei' sleden, die de pelgrims nicl den inreslen eerhied helraden. Anlioehië was even vermaard in do annalen van hel Komeinsehc rijk als in die der Kerk. De luisier zijner gehouwen en hel veihlijl' van verschei-dene keizers hadden de stad den naam van Koningin van hel Uoslen verworven. Hare ligging te midden eener vruehlharo landstreek en aan den oever eener rivier had ten allen tijde de vreemdelingen aangelokt, üp korten alsland strekt zich ten ooslen een visehrijk meer uit; ten westen vindt men de voorslad, de Ibnlein en tuinen van hapime, du; hij het heiden-doni zoo vermaard waren. Tegenover Anlioehië verhell zich tic l'iëriusherg, hedekt met wouden en waar men tal van hronnen en weiden vindt. De i'iërius, door onze kronijksehrijvers Zwiirlc Hein genoemd, was in de eerste lijden van het ehrislendom en in de middeleeuwen hevolkt met lieremielen imi monniken; onder de kluizenaars van die hergen bekleedt de heilige Joannes Uirysoslomus, de grootste redenaar der Kerk, een eerste plaats.

De wallen van Anlioehië omvatten, aan de zuidzijde, vier alleenslaande kegelvormige hergen, welke ver hoven tie ommuring der slad niisteken. Kene eitadel mei veertien torens verhiel zich op den derden bergtop aan de oostzijde. Aan den zuidelijken kant was de slad onneembaar. Aan de noordzijde vormde de (ironies de natuurlijke verdediging van Anlioehië; in die richliiig hadden de wallen dan ook niet zulke geduehla verhoudingen als aan de oost- en westzijde. De omlrek der wallen omvatte een ruimte van drie mijlen en vormde als een groot ovaal. «Die plaals,quot; zegt Wilhelmus van Tyr, «boezemde vrees in aan degenen die haar beschouwden, door het aantal ruiiue en sterke torens; men lelde er tol driehonderd en zestig.quot;

Den lijd, de oniwentelingen en de aardbevingen ten Intls, slaan de wallen van Anlioehië nog overeind, voornamelijk aan de zuidzijde. -Men lelt twee en vijllig torens in lamehjk goeden slaat. Op ei'iiige tier lorens van de noordelijke linie, aan de zijde, van den Ürontes, ziet men Latijnsche kruizen, eciu; her-inneriiig aan onze heilige oorlogen. Het oostelijk gedeelte binnen de muren van Anlioehië is bezel mei vijgen-, jujubes-, moerbeziën- en notenboomen. De nieuwe slad, Anlaki geheeten, beslaat ternanweniood aan de westzijde een zesde deel van de voo/malige uilgeslrektheid. /ij heel't eene bevolking van vier dnizcntl inwoners, Turken, (lliristenen en Vnsariërs. He ebristcacn van dalzellile Antoehië, dal driehonderd zestig kloosters en de schoonste kerken der wereld bezat, hebben zelfs geen kerk en moeten hunne heilige geheimen in een oude gralspelouk vieren.

In de eersle eeuw der hegira was Anlioehië in de maelil der Sarracenen gevallen, tiocli door de tjneken, dinh'r .\ieephorus l'hoeiis, hernomen, en toen de kruisvaarders voor zijne wallen versehenen, was het veertien jaren geleden dal de Turken er zich meester van gemaakt hadeen. Hij de Mmlentig der christenen hadden de meeste inuzelniannen uil de nabiingi' sleden en proviiH'iën met huune ge/.mi en en buniK! schallen in Anlioehië een wijkplaats gezocht, liagli s am of Aeeianus, ten Tureomanseh emir, 'ilie hel opperhestuur over de stad aanvaard had, had er zich met zeven dui/.end ruiters en iwmlig duizend voctkneehlen in opgesloten.

liet beleg van Anlioehië hood vele moeielijklieden en gevaren aan. De hevelhebbers van hel kruisleger Imraadslaagden daarom met elkander, of zij hel al dan niet zouden ondernenien. De eersten, die in de raadsvergadering het woord voerden, verklaarden, dat het onvoorziehlig zoude zijn hij de nadering van den winter een beleg te beginnen. Zij waren niet beducht voor dlt;'. wapens der vijanden, maar voor de regens, de koude, de zieklen en den hongersnood, /.ij gaven den raad in de naburige sleden en provinciën de aankomst der door Alexis beloolde levensmiddelen en den terugkeer van de lente al te waehten, hel tijdstip waarop hel leger zijne verliezen hersteld en de nieuwe uil hel Westen gekomen verslerkingen onder zijne vanen opgenomen zou hebben. Deze raad werd door hel meeren-deèl der bevelhebbers, waaronder zich de legaat Adhemar en de hertog van Lolhai ingen oiiderseheidden, met wrevel aangehoord. «Moest uien niet zijn voordeel doen met den schrik, dien de vjanden om hel hail geslagen was?quot; voerden zij aan. «Moest men bun den led laten versterking te hekomen? Men wist immers, dal zij hulp verzocht hadden aan den kaiil van Dagdad en den sultan van 1'erzie. Alle uitstel kon de legerbenden der mii/elmiimien versterken en aan de christenen de vrucht van buiiee overwinningen doen verhezen. Men sprak van de komst der Gi eken; maar had men hunne hulp nootlig om reeds heihaatdelijk overwonnen vijanden aan te vallen? Was het nootlig op de nieuwe kruisvaarders van hel Westen ie wachten, die den roem en de veroveringen van hel christen leger zouden komen deelen, zonder zijne gevaren en vennoeie-nissen gedeeld te hebben? Wal de gestrengheid van den winter betrof, waarvoor men scheen te vreezen, rnen zou do soldalen van Jesus Christus beleedigen met ben niel in staal te aehten koude of regen te doorstaan. Door zoo te spreken stelde men hen als bet ware gelijk met trekvogels, die do vlnehl nemen en warmer streken opzoeken bij tie nadering van bel slechte jaargetijde. Hel was overigens met geen mogelijklieid le veronderstellen, dal de belegering van langen duur kon wezen met zulk een vurig en dapper leger. De kruisvaarders behoefden slechts aan bet beleg van Nicea, deu slag van Dorylea en lal van andere wapenlcilen le denken. Waardoor eindelijk scheen men zich le laten afschrikken: door de vrees voor schaarscble en hongersnood? Had men lol dusverre niel in den oorlog de luilpbroniieii voor den oorlog gevonden. Men moest niel uil het oog verliezen, dal de overwinaing altijd in al de behoeften der kruisvaarders voorzien had. In een woord, overvloed, zekerheid, roem wachtten hen binnen de muren van Anlioehië, overal elders gebrek en vooral schande, de grootste ramp die ridders en baronnen kan treilen.quot;

Deze toespraak sleepte de vurigsten en de dappersten mede. Zij, die van een legonovergestelde meening wareu, vreesden van angstvalligheid besebuldigd te worden en bewaarden bel zwijgen. De vergadering nam hel besluit dat men hel beleg voor Anlioehië zou slaan, ümniddellijk naderde het leger de wallen der stad. Volgons liet verhaal van Albert van Aix, waren de kruisvaarders gedekt met limine vergulde, groene, roode, verschillend gekleurde schilden en bekleed met hunne pantsers, waarvan iiion de stalen en ijzeren schubjes in de zon zag flikkeren. Aan de spits der bataljons golfden de van goud en purper schitterende banieren; hel geschal der klaroenen en hel geroffel der Ir-mmen, hel gehinnik der paarden, bet juhelgeschreeuw der soldaten weergalmde heinde en verre. De oevers van den ürontes aanscbouw-tlt'ii toen zeshonderd duizend mol hel kruis heklede pelgrims: driehonderd dni/.entl huniier droegen de wapenen.

Heeds den eersten dag van zijne aankomst bakende bel christen leger zijn kamp af en sloeg zijne tenten op. Hohemond en Tancredo vatten post ten ooslen, tegenover de Siiil-l'aulus-poorl, op heuvelen zonder hoonien en zonder groen ; rechts van de Italianen, op liet vlakke terrein, dal den linkeroever van den ürontes lot aan de Hondspoorl begrenst, kampeerden tic beide Hoberts, Slefanus en Hugo, met hunne Normandiërs, bunne Vlamingen en hunne Hrelanjers; dan volgden de graal van Toulonse en de bisschop van l'uy, met hunne 1'rovenealen, terwijl de soldaten van llayinond de geheele ruimte bozetien vanaf de Hondspoorl lol aan de volgende, later de Hertogspoorl genoemd. Daar begon de linie van Godfried, tlie aan de Brugpoort eindigde. De stad was hierdoor op drie punlen ingesloten: len oosten, ten noord-oosten en ten noorden; de kruisvaarders konden baar niet aan dc zuidzijde aanvallen, dewijl die zijde ongenaakbaar is door tie bergen, de steilteii en de afgronden. Ken post tegenover eene poort ten westen van Aniiorliië, waarlangs de Turken uitvallen konden doen of ondersland omvangen, ware tien belegeraars van veel nul geweest, want de westelijke muren en torens waren tie minst geduchte en in die richliiig leent het terrein zich uitiniintend lol een kamp, maar een stelling op dal punt zou ie veel aan tic aanvallen der belegerden blootgestaan bebbon.

De Turken hadden zich hinnen hunne muren opgeslolen; niemand vertoonde zich op de wallen; men hoorde zelfs niel bet minste gedruis in de slad. De kruisvaarders meenden in die sehijnhare werkeloosheid en die doodsche stille moedeloosheid en angst le zien. Verblind door het vertrouwen op eene gemakkelijke verovering, namen zij volstrekt geen voorzorgen en verspreidden zich ordeloos over de naburige velden. De boomen waren nog met vruchten beladen en de wijnstokken prijkten met. heerlijke druiventrossen; kuilen in het midden tier akkers gegraven waren gevuld met de voorthrengselen van den oogst; talrijke kudden, die de inwoners niel hadden kunnen nietleneinen, graasden in tie malsche weiden.

Dc blinde geruslheid en laaltlunkende werkeloosheid van de kruisvaarders hergaven al spoedig den moed en de hoop aan tie verdedigers van Anlioehië. De Turken deden een uitval en verrasten bunne vijanden, zoowel (iegenen die met tie bewaking van bet kamp belast waren, doch geen tie minste acht gaven op de bewegingen der 'lurken, als zij, tlie, in dc omstreken veistiooid, zich met plundering bezig hielden of op de jaehl waren. Allen die tie 1 egeerte naar buit ol andere redenen builen het kamp gelokt hadden, vonden den dood of werden als slaven weggevoerd.

In tie slad leriiggckeerd, wierpen de Turken met werpgeschul eenige algehouwen hooiden vim chrislenen iu tie legerplaats. Hij dit schouwspel betreurden de kruisvaarders Imnne zorgeloosheid en zwoeren den dood bunner door de Turken verraste en vermoortlo wapenbroeders te zullen wreken. Maar hel ontbrak den belegeraars aan ladders en ooiiogswerktuigen om een storm le ondernenien. Men vergenoegde zich derhalve, mei vooreerst eene schipbrug over den Ürontes le slaan om de strooptochten der Turken op den legenovergestelden oever


-ocr page 83-

GKSCIlll'DKMS DKR KlUJISTOCIITKN,

Ic vcrliindercn, on sleldo al het tnogclijko in lid work om do uilgahgon voor do belcgoi'den alquot; to slnilon cn hen lo 1): li'llon builen do pooi ton dor slad lo konion. Do Turken dodon dikwijls bloedige uitvallen langs ecu steonen brug over oen moi'riis lo^oi'ovor do llondspoort gebouwd; sowapend met liouwoolen, hainors on alk; ijzeren werk tuisen, d:o in hot kaïnp

10 vindon waren, poogden de kruisvaarders vrnchteloos die li.ng te vernielen; men pinalsle er nu een reusa.diH^en lionlon loi'cn op, waarin de pelgrims als bijen in lininwii Lorf huisdcii, z- ;4i do monnik Robert: doeli door de vlammen verleerd, storllo

11 i gevaarte mot donderend gekraak in. Eindelijk wisten de briogoraars geen ander middel nit te denken oin do uitvallen van don vijand op dat punt le holotlon, dan mol inspanning van alle kraehlen groolo lotsblokken aan to sloepen on do dikste boonien uil de naburigo wouden le balen en deze voor do poort opeen lo stapelen.

Terwijl men op die wijze een dor poorten van Anlioehië alslool, waakten do dapperste ridders voorldnrend rondom do stad. Op zekeren dag dal Tanerrdo in do bergen van hel westen in hinderlaag lag, overviel hij oen Iroep Turken, die de stad verlaten hadden om Iburrage (o balen: bij doodde allen die onder hel bereik van zijn arm kwamen, en zond zovonlig hooldon van ongeloovigon, als blijk zijner ovorwiiining, aan don hissehop van l'uy. Igt;ij oone andere gologonhoid ontmoette dezollde Tancredo, slocbis door oen sebildknaap gevolgd, terwijl hij hot veld doorkruiste, verseboidone muzelmannen; allen, die hom durtden arwachlon, moeslen deze koenheid mol don dood bokoopen. Na hol eindigen van dal roemrijke gevoohl dood de held zijn schildknaap stilstaan en beval hom voor üod te zweien, dal hij nooit bol wapenfeit zon verhalen waarvan bij geinige was geweest: oene zedigheid zonder weergade onder do krijgers, waarvan de oude kronijksehrijvors mot verbazing molding maken en de goscbiedonis onder de wonderbaarlijkste feiten van de cliriston riddorsebap moot stellen.

Van nu afweiden de uilvallon dor b( legerden minder menigvuldig ; van den anderen kant daaronlegen konden de belegeraars, bij gebreke aan oorlogsworktuigen, do vonhsdigors der stad niet in hunne onbeklinibare wallen aantasten. Mr bleet'deiiialvo don bovolhrbhors van het cliriston leger geen ander middel over dan de stad zooveel mogelijk in to sluiten en te wachten lol de ontmoediging dor Turken of de gunst dos Ueinels de pooiion van Anlioehië voor bon opende. Do trage giing van oene belegering strookte weinig met de blakende strijdlust der kruisvaarders; die wijze van oorlogvoeren voegde niet aan de ridders en de baronnon, die slechts mol hel zwaard in do vuist over hunne vijanden wisten le zegevieren en zich alleen op hel slagveld goduolit betoonden.

Gedurende de eerste cliigen van hot beleg bad hot chrislen leger do leveusmiddelon van vorsebeidene maanden verspild, en zoo worden degenen, die do vijanden door hongersnood tol de overgave wilden noodzaken, zelve ten prooi aan hot nijpendste gebrek. Toon de winter ingevallen was, viel do regen alle dagen niet stroomen uit don hemel; do vlakten, welke voor de soldaten van bol kruis zooveel verkwikkelijks hadden opgelovoid, stonden bijkans geheel onder water; de legerplaats (Ier christenen, vooral inde dalen, word verscheidene malen ovorslroonul; de storm en bol water voerden paviljoens en lenton mode, de voch-ligheid ontspande do bogen, terwijl de roost do lansen en de zwaarden verteerde. Het inoorendeol der soldaten ontbrak hel aan do iKKidigo kleeding; de arnislon der pelgrims hadden boonien gekapt om er bullen van le bouwen gelijk aan die der houthakkers; maar hel water en de wind drongen met onweder-staanbaar geweld door de reten van die gebrekkige woningen binnen, zoodal hel volk aan al de guurheid van hot jaargetijde was blootgesteld. Met den dag word de loosland der kruisvaarders bedroevonder; vereenigd in honden van twee- h driehonderd man, doorkruisten de pelgrims de vlakten en hel gebergte, alles hemachtigemle wat hou voor koude of bongor kou beveiligen, maar ieder behield hetgeon bij gevonden had voor zich, en het leger bleef aan hel onlzelloiidsle gebrek prijsgegeven. bewogen door deze algemeone ellende, besloten do logerhoofden, in oene raadsvergadering, een krijgstocht te ondor-nenion naar de naburige provinciën om zich ievonsmiddelon te vorsebaHen. Na de Kerstmis bijgewoond le hebben en vergezeld van de zegeuwenschen van hel gansche leger, verlieten vijflion ii twintig duizend pelgrims, onder aanvoering van den prins van Tarente en den graaf van Vlaanderen, hol kamp on !gt; gaven zich naar hel grondgebied van Harene. Deze keurbende vei sloeg verscheidene afdeolingon Turken, die zij ontmoello, en koenio mei een groot aantal mei leeftoohl beladen paarden eu muilezels onder de muren van Anlioehië terug. Tijdens die expeditie van de kruisvaarders hadden do belegerden een uitval gedaan en aan de soldalen, die in het kamp achtergebleven waren, een hardnekkig gevocht geleverd, waarin de bisschop vau l'uy zijn stand aid verloor. Do gescliiedsehrijver Uaymond van Agile's, gelui..e Nan de gevoelige verliezen, welke de belegeraars loden.

vorontschuldigt zich bij ilc iliciiaren van God over de bedroevende getrouwheid van zijn verhaal en roehlvaardigl zieli door te zeggen dal God de eliristonen tol berouw wilde opwekken door oene nederlaag, welke tot hunne vorbetoring moesl slrokkon, en hun te gelijk' zijne goedheid toonde door oene overwinning, welke bon van den hongersnood verloste.

lutusschen konden de door den graaf van Vlaanderen en nohoinond modegebraehle levensmiddelen niet lang in do be-lioofloii dor pelgrims voorzien, lederen dag ondernam men nieuwe strooptoidilen; maar deze leverden gestadig minder op. Al de akkers on velden van Opper-Syrië waren door de Turken cn do eliristonen verwoest; de troepen die op verkenning uit-gozoiideu worden, sloegen de Turken wol steeds op de vlucht, maar do overwinning, hun eemg en laatste redmiddel, kon do overvloed niet meer in do legerplaats tcrugbrengen. Tot overmaat van rampen was alle genieouschap met Gonsiantinopol algobrokon, terwijl do vloten der l'isanors en Gennoezi ii de door kruisvaarders bezette landslrekon niet meer bezoohlen. De haven van Sint-Siineon, tegenwoordig Simcilic, zes uren van Anlioehië gelegen, zag ge n onkel schip uit Griekenland ol' liet. Westen hinnenvallen. l)o Vlaaiusidie zeernuvers, die le Tarsus hel kruis aangenomen hadden, waren, na zich van Landieea meesier gemaakt le hebhon, door (I(! (Iriekmi ovorrompold on sinds verscheidene weken gevangen gebonden. Do kruisvaarders ondoi hielden zich in hun kamp over niets anders dan over de verliezen, die zij geleden hadden en de rampen, waarmede zij bedreigd worden.

De aaitsdiakon van Toni, die, vergezeld door drielionderd pelgrims, zieh in een dal, op drie mijlen van Anlioehië, nedergezet had, werd door de Turken ovei vallen en kwam met al zijne melgozellen ellendig om het leven. Tegelijkertijd vormmi men den rampspoedigen dood van Suenonins, zoon van den koning van Denoniarken. Die jonge vorst had hel kruis ann-geiiomon ef: voorde vijdienhondmd Deensolio pelgrims naar het heilige land. Terwijl hij zijne tenten opgeslagen had te midden van hot riet, dat do oevers van het meer van Salines, op den wog van l'liilomolion, hel tegenwoordige Ak-sjehr, hedekl, daalden de Turken, door Ironwolooze Grieken liiervan verwilligd, van do bergen al en overrompelden zijn legerplaats in het midden van don naclil. Met leeuwemnood verdedigde Irj zich langen lijd en lal van vijanden violen onder zijne vroeselijko slagen; m-mr iiij zonk eindelijk, hozwijkendo onder do vermoeienis en do ovei inaohl, der barbaren, met vele wonden hedekl neder.

kronijkon voegen er hij, dat oene dochter van den hertog van Ijonrgondië, l'hirine gonaaiiid, den rampzaligen Suononius op zijn pelgrinistoehl vergezelde. D(;zlt;! prinses was mol den Deen-schen held verloofd en zon na do verlossing van .lorusaloni met hom huwen. Maar de Hemel l el niet toe, dal zulk een zoete hoop vervuld word en de wroedo dood alleen kon die boido goliclden vercojiigon, (li(! zamen hol kruis aangenomen haddon en zieh zanion naar do, heilige stad begaven: bezield door dozeliih! godsvrucht en dezelfde gevaren trolseerende, waren zij op bol-z(d:lt;;(! slagveld gevallen, na al hunne ridders aan humie ziji'o lo hohben zien sneven en zelfs geen enkelen dienaar moer bij zich licbbondc, die hun laatste woorden kou opvangen en linn een cln islolijke hogralbnis bezorgen.

«Deze tronrige en sinaiiolijko tijdingen, welke spoedig in do legerplaats der kruisvaarders hekend werden,quot; zegt Willu Inms van Tyr, «verzwaarden nog den ontzotlonden druk dor rampen, waarnnder men gehukt ging.quot; Kikmi dag richtte da koude, de liongor, In^l gohrek, de besmollidijke ziekleu nieuvvo verwoestingen in het kamp dor eliristonen aan. Als men een geschied-sclirijvor gelooven mag, die hunne ontlioringen deelde, ont-loklo do overmaat van lijden hun zelfs verwensehingon en godslasteringen. Bohemoiul, die hij hol volk om zijne welsprekendheid in hoog aanzien stond, poogde hen tol geduld en ovangolisehe onderwerping terug le voeren. «Kleingeestige eliristonen,quot; dus sprak hij ben toe, «waarom mort gij zoo? Wanneer God n do hand toesteekt, zijl gij vol hoogmoed; als Hij die terugtrekt, verlaat n allo ziolskraeht! Derhalve is hot niet de Hoer, maar do fortuin en de overwinning, welke gij aanbidt, daar de Hoer, dien gij in de dagen van voorspoed uw Vader noemt, voor u als een vreemdeling wordt ten tijde van tegenspoed.quot; Hoe zonderling die taal van roheniond ons boden teu dage ook tooschijne, mag men loch aanuemon, dal zij volkomen in overeenslomming was met den goest van don lijd en do gevoelens der kruisvaarders. Maar wat vermoebten do welsprokendste redevoeringen tegenover honger, ziekte, onl-moodiging? De sterfte was zoo groot in de legerplaats, dat, volgens do verklaring van ooggetuigen, er priesters te kort kwamen om de stervenden hij te staan en er plaats onlhrak om de lijken tor aarde le bestellen.

De om Anlioehië gelegerde scharen haddon niets moor van oen leger. Ternauwernood zag men eenige soldaten onder de waponon; oene menigle kruisvaarders, die ge,en kloeding, geen hescliuUing meer haddon, lagen, aan al do guurheid van hel


-ocr page 84-

OKSnillEDRNlS DER KRUISTOCHTEN,

id

wodci' prijsgegeven, maclileloos op tien nanklen grond uilgostrekt ni vervnldcn (l(! luclil mei Imn geweeklaag. Bleek en uilgemer-gclil, hedckl mei ellendige lompen, doolden anderen als spoken en sclnnnnen in de velden om, ndUen mei een punlig ijzer de worlds der planten nil den grond, belwisllen aan de lasldieren de wilde kruiden, die zij zonder zonl alen, en verslonden zells dislclen, die hiiinir lomj opcnrclcn. ilnrijl zij (jeen IkhiI luidde:! hui ze i/nnr Ie Men. Hoode honden, kruipende inseclen, do walgelijksle dieren stilden den honger van hen, die nog kort gideden hel brood der volken van Syrië versmaadden on hij hnnne reeslniaallijden deslnkken, die niet lol hel lljnslc vleescli van ossen ol lannneren hehoorden, met al'kecr wegwierpen. Een niel minder hedroevend schouwspel was hel voor de haronncn en de ridders hunne strijdpaarden door gebrek aan voedsel te zien omkomen, lüj hel begin van liet beleg lelde men in hel leger tol zelfs zeventig duizend paarden; van dal aantal waren er ternauwernood nog twee duizend in leven, die zieb mei moeite voortsleepten en geen diensl in den strijd meer konden doen.

Weldra paaide de desertie zieb aan al de andere rampen. Hot meerendeel der kruisvaarders had alle hoop opgegeven Anlioeliic in te nemen en het heilige land te bereiken. Eenigen zoclilen een toevliirhlsoord in Mesopolaniic, dal aan Roudewijn onderworpen was, anderen begaven zieli naar de sleden in (libe.ië, die in de macht der ebristeiien gevallen waren. I)(! Iicrlog van Norniandië wrlrok naar Eaodicea en keerd(! eersl terug na drie aaiiniaiiiiigen, die in den naam van den godsdienst en Jesus Chrislus door bel leger tol hem geriehl werden. Talie,ins, een bevelhehbcr van Alexis, verliel hel kamp dm'kruisvaarders met d(! troepen die bij aanvoerde, onder bclol'le van mei versterking en levensmiddelen le zullen wederkeeren. /ajn vertrek werd niel belreurd, en zijne helollen, waarin nieu ze,(!r weinig verlrouwen slelde, hadden hoegmiaamd geen uilwerking op de vcrlwijlëliug der kruisvaarders. Deze verlwijlëliiig sleeg ten top, toen de pelgrims degenen zagen beengaan, die hun hel voorbeeld van verduldigheid en moed moesten geven, Willem, burggraal' v.ni iVlehm, wieu iiien om de vaardigheid waarmede hij de sein dels zijner vijanden klooide, den bijnaam van Timinci man gegeven had, kon de onlberingen van hel beleg ni(^t langer verduren en onlvlncblle de vanen van Jesus (Ihristus. «Was hel, le verwonderen,quot; roept Uoherl de iiioiniik uil, «dat den aruien , den zwakken de moed ontzonk, daar zij, die als de steunpilaren der onderiieuiing waren, hen lalbarlig vcrlielen?quot; De prediker van den kruislochl, l'eler de Klni/.enaar, wien de kruisvaarders ougelwijlëld den rampvolien loesland verwelen, waarin zij verkeerden, wilde niel langer hunne klachleu a;iii-booren ol' hninie onlberingen dee.len : hij wanhoopte aan het welslagen der onderneming en vlood, in hel geheim, uit liet kamp der clirislenen. Zijne vluchl vm'oorzaakle groolc ergm nis ouder de pelgrims, «en baarde hun niel minder Ncrwoudering,quot; zegt de aln (jniberlus, «dan alsol' de sterren van den hemel gevallen waren.quot; Achtervolgd en ingehaald door Tancredo, werd inj mei Willem den Tinimerinan smadelijk teruggevoerd, liet leger verweet hem zijne lal'liarlige vluchl en deed hein op hel Evangelie zweren, dal hij de zaak, die hij zeil' gepredikl had, niel. meer zou veiialen. Alen bedreigde niel de doodslral al (legenen, die hel voorbeeld zonden volgen, hetwelk bij aan ziju wapenmakkers en broeders gegeven had.

Hel wemelde dagelijks in hel kamp der clirislenen van Syriërs, die dan in de stad een getrouw verslag gingen geven van de plannen, het lijden en de vcrlwijlëliug der belegeraars. Teneinde hel leger van ben le bevrijden wendde Ijohemond een middel aan, dal /ell's barbaren algrijzen zou inboezeincn. Mijne pen weigert zulke looneelen le beschrijven en ik laai liever Wilhelmus van Tyr spreken: « liobeinond,quot; zegt bij, « gelaslle dal eeuigi! Turken, (li(^ hij ouder goede bewaking gevangen hield, voor hem zouden gebracht worden. Hij liet hen op slaaiiden voet door zijne scherprccblers Ier dood brengen, en ze, na ecu groot vuur te hebben doen aanleggen, aan bel spil siekcn en roosteren als ware hel vleescli geweest, dal voor den niaaltijd van hem en de zijnen heslemd was, zijnen dienaren bevelende, dal als bun gevraagd werd, wal. zulks le bcleckeneu bad, zij hel volgende! antwoord moesteii geven: De vorsten en bevellteiiheis hehhen heden in hunne, radd.svenjaderinn heshilen, ilnl al de Tnrhen en hnnne spionnen, die vnoiliinn in hel lainp zullen lunujelyojjen worden, op die wijze (/e nood zaak I zullen worden nan de vorslen en hel ijeheele te jet hei vleesch van hunne lichamen lat spijs te neren.quot;

De dienaren van liobemond volgden slipt de bevelen op, die hij Imn gegeven had. Weldra stroomden de vreemdelingen, die zich in hel kamp bevonden,op bel vernemen dier mare, van alle zijden naar bel kwailier van den prins van Tarenle., «en toen zij zagen hetgeen er plaats bad,quot; gaat Wilhelmus van Tyr voort, «werden allen door groolen schrik bevangen, daar zij vooreen dergelijk lot vreesden. Zij baasltcn zich (ie legerplaats der clirislenen te verlaten, overal op liuu weg verhalende, lielgeen zij gezien hadden.quot; Hunne verhalen vlogen van mond lol mond lol in de verwijderdste streken: de inwoners van Aniiochiëen al de muzelmannen van Syrië werden door schrik bevangen en durfden het kamp der clirislenen niel meer naderen. «Door dit middel,quot; zegt do hierboven aangehaalde geschiedschrijver, «gebeurde het, dat hel kamp, door de slimheid en do handelwijze van heer Hobemond, verlost werd van de pest der spionnen, en de plannen dor christenen minder aan de vijanden werden geopenbaard.quot; De kroiiijkschrijver Boudri vergenoegt zich mol le zeggen, dal Rohemond strenge maatregelen nam om zich van de spionnen te ontslaan, maar gewaagt niel van hel barbaarsclie middel, dal Wilhelmus van Tyr vermeldt. Men bemerke echter wel, dal dit middel, hoe goed ook om de spionnen te verwijderen, eveneens de lieden verwijderd moest houden, die aan de christenen levensmiddelen hrachien.

De bisschop van 1'uy wendde omstreeks dienzelfden tijd een onscbuldigen list aan en meer overeenkomstig den geest van zijne bediening en zijn ambt: hij deed de in de nabijheid van Antiochië liggende akkers omploegen en bezaaien, om hel leger der christenen tegen den hongerdood te beveiligen en den belegerden le loonen, dal uiels in staal was de volharding der christenen te verlammen.

IiUnssehen begonnen de koude en de gestrengheid van den winter af te nemen en de regonbnieii zeldzamer te worden ; bel aantal zieken veriiiinderde en hel kamp der ehrisleiien kreeg een levendiger aanzien, GodlVied, die lol dusverre door eeu pijnlijke wonde in zijne leut weêrhouden werd, vertoonde zich aan bel leger, en zijne verscliijning deed de hoop en de geesl-drifl opnieuw in do barlen berleveii. De graaf van Kdessa, de vorsten en de kloosters van Armenië zonden geld en mondbehoeften aan de christenen, terwijl ook van de eilanden Cyprus, Chio en Rhodes levensmiddelen aangevoerd werden, zoodal hel leger weder van alle gebrek bevrijd was. Kort daarna zagen de kruisvaarders de gezanten van den kalif van Egypte in hun kamp verschijnen. In hel bijdjn der ongeloovigen poogden (le soldaten van hel kruis zooveel mogelijk de spoien ie verbergen van do langdurige ellende, waaraan zij ten prooi geweest waren; zij looiden zich mei liuiine kostbaarste kleederen en praalden met iiunne scliitterendsle wapenen; de ridders en de baronnen belwistlen elkander den prijs van de kracht en de beliendigheid in steekspelen; men zag slechts dansen en feesl-maallijden, waarbij overvloed en vreugde beerschlen. De Egy[i-tische algezanlen werdmi in een luislerrijke tent oiilvangen, waar de vooriiaamste bevelhebbers van hel leger vergaderd waren. Zij verheelden iu hnnne aanspraak geenszins den groolen afkeer dien linu meester allijd voor een verbond met de clirislenen gevoed had; maar de overwinningen door de christenen op de Turken, die erfvijanden van het geslacht van Ali, behaald, deden ben gelooven, dal Cod zelfben naar Azië gezonden had lot werktuigen van zijne wraak en zijne gerechtiglieid. De Egyptische kalif was genegen zich met de zegevierende pelgrims te verstaan en maakle loehereidselen om l'alesiina en Syrië met zijne legerscharen weder binnen te rukken. Daar hij vernomeii had, dat hel eenige doel van de komst der kruisvaarders bet bezoeken van Jerusalem was, beloofde hij de kerken der ehrislciien op te bouwen, bun godsdienst le hesehermen en de poorlen der heilige-stad voor al de pelgrims te ontsluiten, ouder voorwaarde, dat zij er zonder wapens verschijnen en niet langer dau ecne maand vertoeven zouden. Indien de kruisvaarders zich aan die voorwaarde, onderwierpen, zou de kalif Imn grootmoedige sleun zijn, wezen zij echler de weldaad zijner vriend-se,hap van de hand, dan zouden de volken van Egypte en Ethiopië, allen die Azië en Afrika bewoonden, vanaf de straat van Cades tol aan de poorten van Dagdad, op de roepstem van den wettigen sledehouder van den proleet opstaan en aan de krijgers van hel Westen de kracht hunner wapenen loonen.

Deze rede verwekle ecu hevig gemor in de raadsvergadering der christenen. Eeu der bevelhebbers stond op om te antwoorden, en zich tot de afgevaardigden van den kalif wendende, sprak hij: «De godsdienst, dien wij belijden, heeft ons het plan ingegeven om zijn heerschappij le herstellen op de plaatsen, waar bij geboren is. Om onze geloften te volbrengen, hebben wij do medehulp der machten van deze aarde niet noodig. Wij zijii niet naar Azië gekomen om de weldaden der muzeliuanneu te ontvangen of ons door hen de wellen le laten voorschrijven. Wij bobben buitendien niel den smaad en de bescliimpingcn vergeten, die den pelgrims van het Westen door do Egyptenaren zijn aangedaan: men herinnert zich nog, dat de christenen, onder dé regeering van den kalif llakcm, aan de beulen overgeleverd zijn en hunne kerken, vooral die van bel heilige Craf, geheel zijn verwoest. Voorzeker, wij hebben ons voorgesteld Jerusalem le bezoeken, maar wij hebben ook gezworen bet van bet juk der ongeloovigen te zullen bevrijden. Cod, die het geëerd beeft door zijn lijden, wil er door zijn volk gediend zijn; de christeuen willen er de bewakers en de meesters van zijn, Caat, keert weder tul dengene, die u zendt, en zegt hem, dal hij do


-ocr page 85-
-ocr page 86-

SLAG VAN ANT IOC HI E.

-ocr page 87-

GESCHIEDENIS DER KRÖlSTOCHTEiN.

41

makkers gedood werden. Een groot aantal Turken violen bijna ; zonder weerstand onder hol slaal der christenen; over de ; twee duizend, die poogden te ontvluchlon, verdronken in den Oronles. Hel bloedbad hield don ganschon dag aan, en eerst tegen den avond deed Accianus de poorten der stad voor het overschot der door de christenen vervolgde troepen ontsluilen.

De aanvoerders en de; soldalon van het kruisleger hadden wonderen van dapperheid verricht. Bohemond, Raymond, Tan-credo, Adhemar, Boudewijn van Bourges, Euslachius hadden zich overal aau de spits hunner troepen vertoond. Het geheele leger had den mond vol van de lanssteken en de aan het wonderdadige grenzende wapenfeiten van den graaf van Vermandois en de beide Roberts. De hertog van Normandië valle alleen den strijd op legen een opperhoofd der ongeloovigen, die in hot midden der zijnen op hem afkwam; mot één sabelhouw kloofde hij hom bol hoofd lol aan do schouders en strekte hom levenloos aan zijne voelen uil, mot den uitroep: «Ik wijd uwe onreine ziel aan do machton dor hol.quot; Godl'ried, die bij dal treilen de bekwaamheid van een groot veldhoer gotoond luid, onderscheidde zich door daden, dio de geschiedenis en do dichtkunst geroemd bobben. Goen wapenrusling was bestand logon hol scherp van zijn zwaard; helmen en kurassen deed hij in stukken uilcen springen. Een Turk, die al de anderen door zijne lengte overtrof, viol in hol boelste van den strijd op hem aan en verbrijzelde mot een slag, dien hij hem toebracht, zijn schild. Vertoornd over die vormelelhoid, richt Godfried zich in zijne stijgbeugels op, rent op zijn tegenstander in en brengt hem zulk een vroosolijkon houw loe, dal hij zijn lichaam m tweeën deelde. Hot bovengedeelte, zeggen do geschiedschrijvers, viel op don grond, terwijl hot andere, aan den zadel vastgehecht, op hol paard bleef zitten, heiwolk in de slad terugkeerde, waar dil schouwspel do ontzetting der belegerden vorduhboldo.

De ongeloovigen maakten gebruik van do duisternis van don nacht om diogonen hunner strijders le begraven, dio onder de muren dor stad gesneuveld waren, /ij bogrooven ze bij eene moskee, gelegen aan de overzijde van de brug over don Oronles. Na hol volbrengen van die lijkplechügheid koorden zij in Anliochië terug, waar stilte en rouw iieorschten. Daar do doodon, naar het gebruik dor muzelmannen, met hunne waponon, kostbaarheden en kleederen tor aarde besteld waren, wekte deze omstandigheid de hebzucht op van hel ruwe gepeupel, dal hol leger der kruisvaarders volgde, liet giug den Urontes over, verspreidde zich over de begraafplaats dor muzohnaiiiieii, groef do lijkei ^p en ontnam deze hunne wapenen en kleediiigstukkon. Toen er niets moor te rooven viel, koorde do woeste horde naar het kamp terug, beladen mot de zijden stollen, do schilden, do sporen, de rijke zwaarden, dio zij aau de dooden onlnomen hadden. De baronnen en do ridders ergerden zich, naar hol schijnt, volstrekt niet aau dil s houwspol. Mot welgevallen staarden zij integondeol op de vijUienhonderd van hunne romp goschoidon hooiden, die daags na don slag in de legerplaats werden rondgedragen en hen herinnorden aan hunne overwinning on aan do nederlaag welke zij don ongeloovigen hadden loegebraclit.

Al die in den üroutes geworpen hoofden en de lijkon der muzelmannen, die daags te voren in de rivier verdronken warou, brachten de tijding van de overwinning der christenen over aan do Gonuozen en do Pisaners, die met hunne schepen in do haven van Saiul-Simeon lagen. Diogeiion onder de kruisvaarders die bij het begin van den slag naar de zeekust of het gebergte gevlucht waren en wier dood men beweend had, kwamen in liet kamp terug, dal van vreugdegejuich weergalmde. Het oonig streven dor bevelhebbers was nu zooveel mogelijk buil voordeel te doen melden schrik, dien zij den vijand ingeboezemd hadden. Moester van de begraafplaats dor imizolinannen, braken do kruisvaarders do daarop slaande moskoe al, en bouwden mei de daarvan afkomstige stoeiion en do zerken der grafsteden eene sterkte voor de Brugpoort, door welke de belegerden gewoonlijk de slad veiiielon om de in het veld verstrooide pelgrims le overvallen eu af te maken.

Raymond, graaf van Toulouse, wien men verweet lot dusverre weinig ijver voor den heiligen oorlog betoond lo liobbon, nam op zich het fort met zijne l'rovem,salon te verdedigen, die men tijdens den ganschon duur van hel beleg boschnldigd had van lui (jcvi'dil h' vcrniijden om zich aan de levensmiddelen Ie vergasten. Kr word voorgesteld een nieuw fort te bouwen aan de westzijde tegenover de Sint-George-poorl. Geen enkele kruisvaarder had nog don voel gezel op dal punt des linkeroevers van don Uroules. Het was van voel gewicht dien weg voor de niuzolinaniien af te sluiten, maar de onderneming was gevaarlijk; goen enkele vorst durfde er zich mode belasten. Tancredo bood zich aan: daar hij zoor milddadig was, restte hem echter niets dan zijn zwaard en zijne vormaardboid; hij vroeg derhalve geld aan zijne wapenbroeders om zijn plan lo kunnen verwezenlijken. Kon klooster, hel klooster van Sinl-Goorge gehoeton, verhief zich op eene hoogte, opkorten afstand van de poort van dien naam; Tancredo deed het geducht versterken en wist zich, bijgestaan

keuze licel'L tusschon vrede of oorlog; zegt ticin, dat de voor Antlochië gelegerde clirislenon nocli do volken van Egypte, i uocli die van Elliiopië, noch die van Bagdad vreezen en zij geen verbond kunnen sluiten dan mol vorslen, die de wetten der gerechtigheid en de banieren van Jesus Christus eerbiedigen.quot;

De redenaar, die zoo sprak, was de tolk van de niecinng en de gevoelens der vergadering. Intusschen werd hel verbond met do Egyptenaren niet beslist verworpen; er worden al-gevaardigden uit het clirislen leger benoemd om de al^ezanlon bij bun terugkeer naar Cairo le vergezellen en aan den kalil' de laatste vredesvoorstellen der kruisvaarders over le brengen.

Pas hadden de algezanlen hel kamp dor chrislenen verlaten, toon deze een nieuwe overwinning op de Turken behaalden. De vorsten van Aleppo, Damascus, do emirs van Schaizar, Edessa, Hiëropolis hadden een leger van twintig duizend ruiters bijeengebracht om Anliochië bij le slaan. Reeds hadden de muzelmansche krijgers zich op weg begeven en naderden zij de slad, toen een uiigelezen korps kruisvaarders uil de legerplaats te voorschijn kwam en hen te gemoet trok, onder aanvoering van den onvermoeiden Bohemond en Robert, graal' van Vlaanderen. In den slag, die bij bet meer van Anliochië werd geleverd, werden de Turken up de vlucht gedreven en verloren zij twee duizend strijders en duizend paarden. De sterkte llarenc, waarin de vijand na zijn nederlaag vruchteloos eene wijkplaats gezocht had, viel in handen der christenen.

De kruisvaarders bleven niet in gebreke onmiddellijk hunne nieuwe overwinning te laten welen aan de gezanten uit Cairo, die op het punt stonden zich in de haven van Saint-Simeon in te schepen en zonden hun de hoofden en de kleedingslukken van tweehonderd muzelmansche krijgers, op vier kamedeii geladen. De overwinnaars wierpen tweehonderd andere hoorden in Anliochië, welks bezetting nog de hulp verwachtte, die haar toegezegd was, terwijl zij nog een groot aaulal algehouwen hooiden rondom de wallen op slaken in den grond plaiillen; zij stelden op die wijze de bloedige zegeteekeuen hunner overwinning len toon, zegt Wilhelmus van Tyr, opdat dit schouwspel zou zijn als een doorn in de ooficn litiinicr vijanden.

Weldra zouden de kruisvaarders hunne dapperheid toonen in een gevaarlijker en moorddadiger slag. Een vloot van Genua en l'isa was de haven van Samt-Simeon binuengeloopen. Do tijding van hare aankomst verwekte een groole vreugde in het ciirislen leger; eene menigte soldalen verlieten de legerplaats en spoedden zich naar de haven, de eenen om lijdingen uit Europa te vernemen, de anderen om de levensmiddelen in le koopen waaraan zij behoelle hadden. Toen zij met voorraad beladen en voor hét meerendeel ongewapend terugkeerden, weiden zij onverhoeds aangevallen en uiteen gedreven door een korps van vier duizend muzelmannen, dal hen opwachtte. Bohemond en Raymond van Saint-Gilles, die de pelgrims vergezelden, konden hen niet tegen zulk een overmachtigen vijand verdedigen en zagen zich genoodzaakt zeil' hun heil in een overhaasten terugtocht le zoeken.

Als een loopend vuur verspreidde zich de tijding van (Hen overval door hel kamp der kruisvaarders. Terstond gat Coiilried, in dezen oogenblik des gevaars bet opperbevel op zich nemende, aan de aanvoerders en de soldaten lasl om le wapen te snellen. Gevolgd door zijn broeder Kuslachius, de beide Roberts en de graal' van Vermandois, sleekt hij den üronles over en werpt zich op den vijand, die bezig is met zijn eerste voordeel voort le zetten en de onder zijne slagen gevallen chrislenen hel hoold al' te houwen. Gewoon om van verre le strijden en zich van pijl en boog te bedienen, kunnen de Turken geen weerstand bieden aan hel zwaard en de lans der kruisvaarders, /.ij slaan op de vlucht, gedeeltelijk naar bet gebergte en gedeellehjk naaide stad. Accianus, die van de torens van zijn paleis den zegevierenden aanval der kruisvaarders gezien had, zendt in allerijl een keurkorps uit de slad om de vluchtelingen bij te slaan eu le verzamelen ; hij vergezelt zijne soldaten tot aan de Brugpoort, die hij achter hen doet sluiten, na hen verwittigd te hebben, dal zij zich niet meer voor ben zal ontsluiten dan na de overwinning.

Deze liulptroepen kunnen evenmin don aanval der kruisvaarders weerstaan. De eenige kaus op behoud der Turken was hun terugkeer in de stad, maar Godtried, die alles voorzien had, had reeds post geval op eene hoogte lusschen de vluclilelingen en de poorl van Anliochië. Daar begon hel bloedbad opnieuw: de christenen werdirti aangevuurd door huruie overwinning, de muzelmaunen door hunne wanhoop en de kreten dor op de wallen saaingeslroomde inwoners der slad. liet is onmogelijk het ontzettend gewoel van dit nieuwe gevecht te beschrijven. Het gekletter der wapenen, de kielen der strijders veroorloolden den'soldalen niet meer de stem van hunne aanvoerders te vernemen. Men vocht man tegen man eu zonder orde; wolkeu stol bedekten hel slagveld; hel toeval bestuurde de slagen vau overwinnaars en overwonuenen; de Turken verdrongen, ver-traden elkander in hunne vlucht. De verwarring was zoo groot, dat verscheidene kruisvaarders door hunne eigene wapen

-ocr page 88-

42 GESCHIED KNFS

KRUISTOCHTEN.

dour een trouwe schaar van dapperen, op dien gevaarvollen post te liandliavcn.

Torwijl de moed der belegerden dagelijks meer en meer zonk, namen de ijver en de opgewekllieid der soldaten van het kruis meer en liieer toe. De hooiden gaven overal het voorbeeld van werkzaamheid en bedrijvigheid; de volmaaklste eendracht verbond al de pelgrims: de lucht werd hersteld en liet leger won daarmede in krachl. De bedelaars zeüs en de vagebonden, wier groot aantal lot allerlei ongeregeldheden aanleiding gal'en de gevaren van den oorlog vermeerderde, werden nu aan de belegeringswerken gebruikt en dienden onder de bevelen van een iiool'dman, die den titel voerde van konhuj der bedelaars. Zij ontvingen soldij uit de algemeene kas der kruisvaarders en zoodra zij in staat waren wapens en kleederen te koopen, erkende de koning hen niet langer als zijne onderdanen en deed hen bij een korps van het leger inlijven. Deze maatregel, die de vagebonden aan een gevaarlijke werkeloosheid onttrok, maakte tegelijk nuttige hulplroepen van lien. Daar zij beschuldigd werden van de graven te schenden en zich met menschenvleesch ie voeden, boezemden zij den ongeloovigen een grooten al'schuw in, en hun enkele aanblik was genoeg om de verdedigers van Antiochiö, uit vrees van in liunne handen te vallen, op de vlucht te drijven.

De kruisvaarders waren thans meester van het geheele terrein rondom do belegerde stad; zij konden zich met gerustheid door den geheelen omtrek verspreiden. Dewijl al de poorten van de stad versperd ol' afgezet waren, hadden er geen gevechten meer plaats; maar van weerszijden zette men den strijd voort door daden van barbaarschheid.

Zoo was de zoon eens emirs in de handen der christenen gevallen, waarop deze eischten, dat zijne familie hun een toren van Antiochië als losprijs zou overleveren. Toen deze eisch van de hand gewezen werd, deden zij hun jeugdigen gevangene de wreedste mishandelingen ondergaan. Een maand lang werd zijne marteling eiken dag hernieuwd; eindelijk voerde men hem tót aan den voet der wallen, waar hij, onder de oogen zijner bloedverwanten en medeburgers, gedood werd.

Van hunnen kant hielden de Turken niet op de christenen, die Antiochië bewoonden, te vervolgen. Meer dan eens werd de eerbiedwaardige patriarch der Grieken, met ketenen beladen, onder slagen en stooten op de muren gesleurd en aan de belegeraars vertoond als een aan den dood gewijd slachtoffer. Voornamelijk tegen de gevangenen vierden de Turken hunne woede bot. Op zekeren dag voerden zij een christen ridder, met r.ame Raymond Porcher, op de wallen en dreigden hem met den dood, indien hij de kruisvaarders niet aanmaande hem voor een som gelds los te koopen. Veinzende te gehoorzamen, wendde de ridder zich tot de belegeraars en riep hun toe: «Beschouwl mij als dood en brengt geen enkel oller voor mijne vrijheid. Alles wat ik u vraag, mijne broeders! is, dat gij uwe aanvallen tegen deze ongeloovige stad voortzet, die niet lang meer weerstand kan bieden, en dat gij standvastig blij vet in het geloof aan Christus, want God is en zal altijd met u wezen.quot; Zich de beteekenis van die woorden hebbende doen verklaren, eischte Accianus dat Raymond Porcher terstond het islamisme zou omhelzen, hem als hij er in bewilligde, rijkdom en aanzien belovende, en hem met den dood dreigende, als hij weigerde. Bij het vernemen van dal voorstel zonk de vrome ridder op de knieën, en bad, mei de oogen naar hel oosten gericht en de handen gevouwen, dal hel den Heer der heir-scharen mocht behagen hem bij te slaan en zijne ziel in Abrahams school te ontvangen. Dit hoorende, beveelt Accianus, ziedende van toorn, den gevangene hel hoofd af te slaan; de Turken gehoorzamen met barbaarsche vreugde. Inlusschen worden al de andere christen gevangenen, die zich in Antiochië bevonden, voor den auizelmanschen vorst gevoerd, die zijne soldalen beveelt hen te ontkleeden, met kooi den te binden en in de vlammen van een brandstapel te werpen.

Middelerwijl was Antiochië ten prooi geworden aan hel gebrek dal zoolang de christenen geteisterd had en zag hel met den dag het getal zijner verdedigers afnemen. Accianus verzocht om een wapenstilstand en beloolde zich le zullen overgeven als hij niet spoedig hulp kreeg. Altijd vol blind vertrouwen, bewilligden de kruisvaarders in een verdrag, dal hun al de behaalde voor-deelen moest doen verliezen en den vijand de gelegenheid ver-schaliën om tijd le winnen en zijne krachten te versterken.

Zoodra de wapenstilstand gesloten was, sloop de tweedrachl hel kamp der christcncn binnen en dit was een der eerste uilwi rkselen van een onvoorzichtigen vrede. Boudewijii, de vorst van Edessa, had aan Godfried, de beide Roberts, den graaf van Vermandois, de graven van IJlois en van Chartres, kostbare geschenken gezonden; hij had daarbij sommen geld aan tiet geheele leger doen uil koeren en bij de verdeeling dier giften mei opzet IJohemond en diens soldaten vergeten. Meer was er niet noodig om onoenigheid le doen geboren worden. Terwijl hel christen leger de mildheid van Boudewijn roemde, morden en klaagden de prins van Tarenle en zijne krijgers.

Omstreeks dienzelfden tijd werd eene rijk versierde tent, welke een Armenisch vorst voor Godlried bestemde, doch dooi1 Pancratius, in wiens handen zij gevallen was, aan Bohemond gezonden, een nieuwe aanleiding lol twist en tweedracht. Godfried vorderde op boegen toon hel voor hem bestemde geschenk terug, doch Bohemond weigerde hel af le geven; van weerszijden kwam hel lol smaadredenen en bedreigingen; men stond op hel punt naar de wapens le grijpen en bet bloed der christenen ging voor eene beuzelachtige twist vloeien, toen eindelijk de vorst van Tarenle, door hel grootste gedeelte van het leger verlaten, overwonnen door de verloogen ^zijner vrienden, zijn mededinger de tont terugzond, zich in zij u's pijl trooslende met de hoop, dat de oorlogskansen hem spoedig een veel rijker buit zouden aanbieden.

Sinds de wapenstilstand afgekondigd was, kwamen de christenen vrijelijk binnen Antiochië en de muzelmannen desgelijks in hel kamp; maar de onverzoenlijke haal der beide partijen tegen elkander leefde sterker dan ooit in aller harten. Een ridder, met name Walton, door de Turken op een afgelegen plek overvallen, werd vermoord en in stukken gesneden. Toen de tijding van deze afschuwelijke misdaad in hel leger bekend werd, worden alle kruisvaarders door afgrijzen en verontwaardiging aangegrepen. Te midden der saamgeslroomde christenen, die een bloedige wraak eischten, merkte men met aandoening de jeugdige gade van Wallen op, die de lucht van haar hartverscheurend gejammer deed weergalmen: hel schouwspel van hare droefheid voerde de woede der soldalen Ion top en werd hel sein tot nieuwe gevechten.

De belegerden hadden van den wapenstilstand gebruik gemaakt om zich de noodige levensmiddelen en verslerkingslroepen te verschallen. De christonen spreidden aan den voel der muren een maehlelooze dapperheid Ion loon, en na een belegering van zeven maanden bad de stad nog lang de krachl hunner wapenen kunnen irolsoeren, indien niet de eerzucht en de list datgene voor de zaak der kruisvaarders bewerkt hadden, wat hel geduld en de heldhaftigheid niet vermochten. Bohemond, wien de begeerte om zijne fortuin le vermeerderen, bewogen had om aan den kruislociit deel le nemen, zocht steeds naar de gelegenheid om zijne oogmerken le verwezenlijken. Hel geluk van Boudewijn bad zijn algunsl opgewekt en verontrustte zelfs zijn slaap. Hij durfde zijne blikken werpen op Antiochië, en de omslandighoden waren hem in zooverre gunstig, dal zij hem een man deden ontmoeten, die hem de stad in handen kon leveren. Deze man, Phirous genaamd, was, wat ook verscheidene geschiedschrijvers mogen beweren, die hem een adellijke afkomst toedichten, de zoon van een kurassenmaker. Van een onrustige en woelzieke inborst, haakte hij steeds naar verandering van slaat en bedrijf. Hij had den christclijkon godsdienst afgezworen uil geest van wispelturigheid en in de hoop van fortuin le maken; hij bezat een bewonderenswaardige koelbloedigheid, een weergalooze vermetelheid en was altijd bereid voor geld datgene te doen, wal men ternauwernood van de vurigste dweepzucht kon verwachten. Wanneer bet de bevrediging van zijn eer- en geldzucht gold, kwam hom niets onrechtvaardig of onmogelijk voor. Scherpzinnig, geslepen en indringend zijnde, had hij het vertrouwen van Accianus welen te winnen, die hein aan de vergaderingen van zijn raad liet deelnomen. De vorst van Antiochië had hem het opperbevel over drie der voornaamste torens van de stad loe-vertrouvvd, en aanvankelijk verdedigde hij deze met ijver, doch zonder vermeerdering van inkomsten ; zoodra hij berekenen kon dat hel verraad hem meer zou opbrengen, was hij er de man niet naar de gelegenheid ongebruikt te laten voorbijgaan.

Tijdons den wapenstilstand was hij verscheidene keeron in de gelegenheid geweest den vorst van Tarente te spreken. Bij eene dergelijke gelegenheid had Phirous, volgens don monnik Robert, aan Bohemond gevraagd, wat dat voor een legerkorps was, belvvelk in gewaden en mot schilden zoo wil als sneeuw met de christenen aan den strijd deelnam. Aanvankelijk poogde Bohemond zelf die geheimzinnige hulp van do hemelsche strijdmacht te verklaren; maar dewijl bij zich weldra door de strikvragen van Phirous in het nauw gebracht zag, liet hij zijn kapelaan roepen, die een geloord man was. Bohemond en Phirous doorgrondden elkander op hel eerste gezicht en waren weldra mol elkander op vertrouwelijken voet. Phirous beklaagde zich over do beschimpingen en vernederingen, die hij van de muzelmannen had moeten verduren; hij had berouw over zijn afval van den godsdienst van Jesus Christus en bedroefde zich over de vervolgingen waaraan de clirislonon van Antiochië ten doel stonden. Meer was er voor don vorst van Tarenle niet noodig om de geheime gedachten van Phirous te raden; bij prees zijne wroeging en zijne gevoelens en deed hem de schitterendste beloflon. Nu ontsloot hem de renegaat zijn hart, ten volle. Zij zwoeren elkander een onverbroekbare gehechlheid en beloofden eene drukke briefwisseling le zullen onderhouden. Zij zagen elkander daarna verscheidene malen weder, en altijd in tiet grootste geheim. Bij elke samenkomst verzekerde Bohemond


-ocr page 89-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

aan Pliirous, dat liet. lot der kruisvaarders in zijne handen lag en liet slechts van liom zeiven al'liing om rijk door hen beloond te worden. Van zijn kant betuigde Pliirous zijn begeerte om de kruisvaarders te dienen, die hij als zijne broeders beschouwde, en om den prins van Tarente van zijn trouw te overtuigen ol' om zijn verraad te verontschuldigen, zeide hij dat Jesus Christus hem in een visioen aangeraden had om Antiochië aan de kruisvaarders over te leveren. Volgens Eoulcher van Cbartres, was de Heer herhaalde malen aan Pliirous verschenen om hem te bevelen de plaats over te leveren; de laatste maal werd Hij boos en zeide: «Waarom hebt gij niet uitgevoerd, hetgeen ik u bevolen heb?quot; Pliirous bad zijn visioen aan den gouverneur van Antiochië geopenbaard, doch deze bad hem toegevoegd: «Dwaas, wilt gij aan een hersenschim gehoorzamen?quot;

Het was niet noodig voor Bohemond, dat die betuigingen door bovennatuurlijke verschijningen versterkt waren. Hel kostte hem geen moeite om te gelooven wat hij met vuur wenschte, en toen bij met Pliirous overeengekomen was omtrent de middelen ter uitvoering der plannen, die zij sinds lang beraamd hadden, deed hij een raad der voornaamste bevelhebbers van hel christen leger beleggen. Hij wees hun op de rampen die de kruisvaarders tot dusverre geteisterd hadden en op de nog veel grootere waarmede zij bedreigd werden. Hij voegde er bij, dat een groot leger lot ontzet van Antiochië aanrukte, dat de terugtocht niet zonder schande en gevaar kon geschieden, dal er voor de cbristenen geen andere uitkomst was dan de verovering der stad. liet is waar, zij werd door onneembare wallen verdedigd; maar men moest iii liet uog houden, dat niet alle overwinningen door de wapens en op bet slagveld bevocblen werden, dat die welke men door bebendigheid en list behaalde, niet de minst gewichtige en roemrijke waren. Men moest derhalve degenen, die men niet kon overwinnen, trachten om Ie koopen, en de vijanden voorkomen door een stout en moedig waagstuk. Onder de inwoners van Antiochië, die verscheiden van zeden en godsdienst waren en tegenstrijdige belangen hadden, moesten er zeker gevonden worden, die vatbaar waren voor omkooping en schitterende belol'len. Het gold hier een dienst, die van zooveel gewicht voor hel christen leger was, dat het loll'elijk mocht heeten dergelijke pogingen aan te moedigen. Het bezit zelfvan Antiochië scbeen hem geen te hoogen prijs toe om den ijver te beloonen van hem, die behendig ol'gelukkig genoeg zou wezen de poorten der stad voor de kruisvaarders te doen ontsluiten.

Bohemond verklaarde zich uiet duidelijker, maar bij werd door eenige bevelhebbers doorgrond die misschien dezelide plannen koesterden als hij. Raymond vooral kwam met nadruk tegen de toespelingen van den vorst van Tarente op. «Wij ziju allen broeders en wapenmakkers,quot; zeide bij, «bet zou onréchivaardig wezen, dat, nadat wij allen dezelfde gevaren doorslaan hebhen, een enkele onder ons do vrucht van onzen arbeid zou plukken. Ik voor mij ten minste,quot; voegde hij er bij, terwijl bij een blik vol toorn en minachting op Bohemond wierp, «héb niet zoovele landen doorgetrokken, zoovele gevaren getrotseerd, mijn bloed, mijne soldaten, mijne rijkdommen opgeoilërd, om een óf andere lage list, een ol andere kunstgreep, waarvan men de vinding aan vrouwen rnoet overlaten, mei dien prijs te betalen.quot; Deze heilige woorden misten hunne uitwerking niet op krijgers, die gewoon waren door de wapens te overwinnen en eene verovering slechts dan hoogschatten als zij de prijs was van betoonden moed. Het meerendeel der bevelhebbers verwierp bel voorstel van den vorst van Tarente en dreven, in navolging van liaymond, den spot met zijne aanmatiging. Hel mocht Bohemond, wien de geschiedenis den bijnaam heeft gegeven van Ulysses dor Latijnen, met veel moeite gelukken zijne kalmte te bewaren en zijn spijt tc verbergen te midden van die stekelige aanmerkingen én gezegden. Glimlachend verliet hij de raadsvergadering, overtuigd, dat de noodzakelijkheid de kruisvaarders spoedig zou dwingen de door hem gestelde voorwaarden goed te keuren.

In zijne tent teruggekeerd, was zijn eerste werk naar alle kwartieren vertrouwden te zenden, die in last hadden de onrusl-barendste gerucluen uit te strooien. Gelijk hij voorzien had, ontstond er eene algeineene ontslellenis hi hei christen leger, en het gevolg hiervan was, dat er terstond eenige verspieders uitgezonden werden, om naar de gegrondheid dezer geruchten onderzoek te doen. Zij keerden weldra terug met het bericht, dat Kerboga, de vorst van Mossul, op Antiochië aanrukte mol een leger van tweehonderd duizend man, op de oevers van den Eupbraat en den Tigris bijeengebracht. Dat leger, hetwelk de stad Edcssa bedreigd en Mesopotamië verwoest had, was nog slechts zeven dagmarschen verwijderd. Bij die tijding sloeg de kruisvaarders de schrik om het hart. Bohemond doorkruist liet kamp in alle richtingen, hij vergroot bet gevaar en legt meer treurigheid en onrust aan den dag dan iemand anders; maar inwendig verheugt hij zich en jubelt bij bet denkbeeld al zijne verwachtingen spoedig vervuld le zullen zien. De bevelhebbers vergaderen opnieuw om le beraadslagen over de in deze gevaarvolle oinslandiglieden le nemen maatregelen. Twee meerlingen

verdoelen den raad: eonigen willen, dal men het beleg opbreke en den vijand tegemoet trekke; anderen, dat men het leger in twee korpsen spliise, waarvan hel eene tegen Kerboga oprukke, terwijl het andere tor bewaking van de legerplaats achlerblijve. Deze laatste meening zou de overhand behalen, toen Bohemond hot woord vraagt, liet kost hem weinig moeite do nadoelen van de beide voorgestelde middelen aan leloonen: brak men hol beleg op, dan zou inon zich tusschen het garnizoen van Aniiocliië en een macblig leger bevinden; zette men de insluiting der slad voort en trok slechls de helft van hel kruisleger Kerboga tegemoet, dan leed men onverniijdelijk eene dubbele nederlaag. «De grootste gevaren omringen ons,quot; sprak do vorst van Tarente ten slotte. «De tijd dringt; morgen zal liet misschien te laat zijn om le handolon; morgen zullen wij do vrucht van onze inspanningen onze overwinningen verloren hebben. Maar neen, zulks kan ik niet denken; God, die ons tot dusverre bij do hand geleid heelt, zal niet toelaten, dat wij vruchteloos voor zijne zaak gestreden hebben. Hij wil het christen leger redden. Hij wil ons lol aan bet graf Zijns Zoons voeren. Indien gij bel voorstel aanneemt, dal ik u zal doen, zal morgen de vaan van het kruis op de muren van Antiochië wapperen en zullen wij in zegepraal naar Jerusalem trekken.quot;

Dit gezegd hebbende, vertoonde Bohemond de brieven van Pliirous, die beloofd tiad de drie torens, waarover hij bevel voerde, le zullen overleveren. Pliirous verklaarde, dat hij bereid was zijne belofte te vervullen, maar alleen met den vorst van Tarente te doen wilde hebben. Tot loon voor zijne dienslen vorderde hij, dal Bohemond gebieder van Antiochië zou worden. Do llaliaansche vorst voegde er bij, dat hij bereids aanzienlijke sommen aan Pliirous gegeven had, dat hij aileen zijn vertrouwen had gewonnon, en een wederkeerig vertrouwen de zekerste waarborg van bel welslagen eener zoo moeitevolle onderneniing was. «Overigens,quot; voegde hij er bij, «ben ik, als men oen beier middel weet om hol leger te redden, dadelijk bereid om hol goed te keuren en zal ik volgaarne alstand doen van mijn aandeel in eene verovering, waarvan hel heil van al do kruisvaarders afhangt.quot;

liet gevaar werd met den dag dringender: het was schandelijk om te vluchten, onvoorzichtig om le strijden, gevaarlijk om te talmen. De vrees bracht alle tegenspraak der benijders lot zwijgen. Hoe meer bedenkingen de bevolhehbers in den beginne tegen het plan van Bohemond ingebracht hadden, boe meer gegronde redenen zij nu aanvoerden om hei. aan te nemen. Eene verdeelde verovering was geen verovering meer. De verdeeling van Antiochië kon daarbij de grootste tweedracht in het leger in het leven roepen en hot ten verdorve voeren. Men gaf slechls weg, wal men nog niet bezat; men gaf hel weg om het leven der christenen le beveiligen. Hel was heler een eenige voordeel te laten plukken van den arbeid van allen, dan allen om te komen uit afgunst op het geluk van een enkelen, liuilendicn, de inneming van Antiochië was uiet het eenige doel van den kruistocht; men had de wapens alleen opgenomen om Jerusalem le verlossen; elke vertraging was in strijd met hetgeen de godsdienst van zijne soldalen hoopte, met hetgeen hel Westen van zijne dapperste ridders verwachtte. Alle bevelhebbers, uitgenomen de onbuigzame liaymond, waren het met elkander eens aan Bohemond het vorstendom Antiochië af le slaan.

Onmiddellijk na het verlaten der raadsvergadering, liet de vorst van Tarente Pliirous verwittigen, die hem zijn eigen zoon tol gijzelaar zond. De uitvoering van het komplot werd op den volgenden dag vastgesleld. Om de belegerden in de grootste gerustheid te laten, werd er besloten, dat het christen leger liet kamp zou verlaten, dat het eerst do richting zou inslaan naar den kant, vanwaar de vorst van Mossul moest naderen en na het invallen van den nacht weder onder de muren van Antiochië zou lerugkoeren. Den volgenden ochtend, bij het krieken van den dag, ontvingen do troepen bevel zich voor het vertrek gereed te maken; de kruisvaarders verlaten het kamp eenige uren voor het ondergaan der zon; zij verwijderen zich met schetterende trompetten en vliegende vaandels. Na eenigen tijd gemarcheerd te hebben, keerden zij op hunne schreden terug, naderden Antiochië in de grootste slilte en hielden halt in eene vallei, aan de westzijde der stad, in de nabijheid van den toren der Drie Zustei's, waar Pliirous hel bevel voerde. Daar werd aan het christen leger liet geheim van de groote onderneming medegedeeld, welke hel de poorten der stad zou ontsluiten.

Intusscben waren do plannen van Pliirous en IJoliemond bijna verijdeld geworden. Op bel oogenblik, dal het christen leger zijn kamp had verlaten en alles voor de uitvoering van het komplot werd voorbereid, verbreidt zich eensklaps in Antiochië bet gerucht van een verraad. Men verdtüikt de christenen en nieuwbekeerde muzelmannen, men noemt den naam van Pliirous, men beschuldigt hem zijdelings met de kruisvaarders in ver-I standhouding le slaan. H'J moet voor Acciaims verschijnen, | die hem ondervraagt en zijne oogen strak op hem gevestigd


-ocr page 90-

GKSCH1EDEN1S J)Eli KRUISTOCHTEN.

lioudl om zijne gedachten te doorgronden ; maar Pliirons verdrijft ! alle vermoedens door zijne houding; hij stelt zell's maatregelen tegen de verraders voor, en raadt zijii meester aan de hevel-liehhcrs der voornaamste torens Ie verwisselen. Men keurt dezen raad goed en Aecianus verklaart dien reeds den volgenden dag te zullen volgen. Tegelijkertijd wordt bevel gegeven om de christenen, die zich in de slad bevinden, gedurende de duisternis van den nacht te hoeien en ter dood te brengen. De renegaat wordt naar zijn post teruggezonden, overladen met lol-tuitiiigen over zijne getrouwheid en zijne plichlsbetraehting. Hij het vallen van den nacht scheen alles ruslig in Anliochië en verbeidde Phirous, aan het grootste gevaar onlsnapt, de versehijiiing der kruisvaarders in den toren, dien hij hun zou overleveren.

Daar zijn broeder over den naasten toren liet bevel voerde, ging hij 'dezen bezoeken en poogde hem tot deelneming aan bet koiiiplot over te halen. «Broeder,quot; sprak hij, «gelijk gij weet hebben de kruisvaarders hun kamp verlaten en gaan zij liet leger van Kerhoga tegemoet. Als ik aan de ellende en de ontberingen denk diequot; zij geleden hebben, en aan den dood die hen bedreigt, wordt mijn hart met medelijden vervuld. Het is u ook niet onbekend, dat nog dezen nacht al de christenen, die Autiocbië bewonen, na allerlei mishandelingen en beschiiu-pingen verduurd te hebben, op last van Aecianus omgebracht zuilen worden. Ik kan mij'niet onthouden hen te beklagen; ik kan niet vergeten, dat wij in denzellden godsdienst weiden geboren en wij eertijds hunne broeders waren.quot; Deze woorden van Phirous hadden de uitwerking niet, die hij er van verwacht bad. «Het verwondert mij,quot; antwoordde hem zijn broeder, «u menschen te zien beklagen, die voor ons een voorwerp van algrijzen moeien wezen. Vóór de kruisvaarders onder de muren van 'Anliochië verschenen, baadden wij ons in weelde en genot. Sinds zij de stad belegeren, leven wij in voortdurende onrust en gevaar! Wat de christenen hetreli., die onder ons wonen, weet gij dan niet dat het meerendeel hunner verraders zijn en zij er slechts op bedacht zijn ons aan het staal onzer vijanden over te leveren?quot; Zoo sprekende, werpt hij Phirous een dreigenden blik toe. De renegaat ziet, dat hij doorgrond is; hij erkent iu dengene, die weigert zijn medeplichtige te worden, niet langer zijn broeder, en stoot hem lot eenig antwoord zijn dolk in het hart.

Eindelijk is men het beslissend oogenblik nabij. De nacht was donker; een opgekomen onweder had de duisternis nog vermeerderd; de gierende stormwind, de ratelende donderslagen verhinderen de schildwachten eenig gerucht rondom de wallen te hooren. De lucht scheen in het westen in vuur te staan, en een komeet, die men toen aan den horizon waarnam, scheen aan den bijgeloovigen geest der kruisvaarders het teeken, dat de tijd van dén ondergang en de verdelging der ongeloovigen gekomen was.

Met ongeduld wachtten zij op het sein. liet garnizoen van Antiochië lag in diepe rust: Phirous alleen waakte en berekende wat zijn verraad hem kon opleveren. Een vertrouwde van Hohe-mond, Payen geheeten, klimt langs een van den toren al'gelaten lederen ladder naar boven, waar Phirous hem ontvangt en verzekert dat alles gereed is, en om hem een bewijs te geven van zijne trouw, toont bij hem hel lijk zijns eigen broeders, dien liij gedood heelt. Terwijl zij met elkander slonden te spreken, koint een ollicier van het garnizoen de posten visiteeren; hij vertoon! zich met een lantaren voor den toreu van Phirous. Zonder de geringste ontroering te laten blijken, verbergt deze ijlings den bode van Bobemond en gaat den ollicier tegemoet. Deze prijst hem over zijne waakzaamheid en gaat verder, waarna Phirous zich haast Payen terug te zenden met het dringende verzoek aan Bobemond om geen minuut meer te dralen.

Maar eeasklaps bekruipt de soldaten de vrees: op het oogenblik van de uitvoering hebben zij de gausche uitgestrektheid vau bel gevaar overzien : geen iinnner biedt zicli aan om de wallen te beklimmen. Tevergeefs wenden (iodfried en de vorst van Tarente beurtelings beloften en bedreigingen aan; aanvoerders en soldaten blijven roerloos staan, iiohemond klimt zeil' laugs de lederen ladder naar boven, in de hoop, dat hij door de dappersten gevolgd zal worden: niemand toont biertoe ochter eenigen lust; bij verschijnt derhalve alleen in den toren van Phirous, die hem levendige verwijten doet over zijn talmen. Iiohemond keert in allerijl lot zijne soldalen terug, wien hij verzekert, dat alles gereed is om hen te ontvangen. Zijne woorden en vooral zijn voorbeeld doen eindelijk aan eenigen weder moed vatten. Zestig kruisvaarders bieden zich voor het waagstuk aan. Zij klimmen langs de lederen ladder naar boveu, aangemoedigd door een ridder, Covel genaamd, dien de geschiedschrijver van Tancredo vergelijkt mei den arend, die zijne jongen vergezelt en vooruil vliegt om ze te bemoedigen. Under die zestig dapperen bevinden zich de graaf

van Vlaanderen en verscheidenen der voornaamste bevelhebbers. Weldra volgen zestig andere kruisvaarders de eersten op den voet, zij worden gevolgd door anderen, die in zulk een groot aantal én met zooveel overhaasting naar boven klommen, dat de kanteel, waaraan de ladder vastgemaakt is, losscheurt en met groot gedruis in de gracht plonst. Degenen, die op de ladder stonden, storten neder op de lansen en de hloote zwaarden van hunne wapenmakkers: verwarring en ontsteltenis heerschen onder do aanvallers. De hoofden van het komplot blijven echter hunne bedaardheid behouden. Over het lijk zijns broeders omhelst Phirous zijne nieuwe wapenmakkers; hij levert nog een anderen broeder aan hen over, die hij hem was eu stelt hen in liet bezit van de drie torens die aan zijne hoede waren toevertrouwd. Zeven andere torens zijn weldra eveneens in hunne macht. Phirous roept nu het geheele christen leger te hulp; hij maakt een nieuwe ladder aan de wallen vast, waarlangs dé ongednldigsten naar boven komen, en wijst aan c'e anderen een poort aan, die zij openloopen en door welke zij de stad binnendringen.

Godfried, Raymond, de graaf van Normandië zijn weldra aan het hoofd hunner troepen in do straten van Antiochië. Men laat de trompetten steken en op hare vier heuvelen weergalmt de stad van de gevreesde leus: God wil hel! God wil het! Rij hel eerste gerucht van dien onstuimigen aanval meenden al de christenen, die Anliochië bewoonden, dal hun laatste uur geslagen liad en de muzelmannen hen kwamen vermoorden. Hall' slapende komen deze builen hunne woningen om naar de oorzaak van liet gedruis te vernemen en sterven zonder te weten wie de verraders zijn en welke hand ben getroH'en heeft. Verwittigd van bet gevaar,'nemen eenigen de wijk naar den berg, waarop de citadel zich verhief, anderen vlieden door de poorten der stad; allen, die niet vluchten kunnen, vallen onder de slagen van den overwinnaar.

Te midden van die bloedige overwinning verzuimde Bohemond niet van Antiochië bezit te nemen, en toen de dag aanbrak, zag men zijn roode vlag van een der hoogste torens der stad wapperen. Op dat gezicht spoeden zich de ter bewaking der legerplaats achtergelaten kruisvaarders naar de overrompelde stad en nemen deel aan de moordtooneeleu. Verreweg de meeste christen inwoners van Antiochië, die gedurende het beleg ontzettend veel van de dwingelandij der ongeloovigen te lijden hadden gehad, sloten zich bij limine bevrijders aan; verscheidene hunner toonden de ketenen, waarmede zij door de Turken heiaden waren geworden, en de aanblik hiervan deed de woede van bet zegevierende leger nog stijgen. De openbare pleinen waren bedekt met lijken; het bloed vloeide met stroomen dooide straten. Men dringt de huizen binnen; godsdienstige teekeus duiden aan de kruisvaarders die der christenen aan; gewijde lofzangen doen hun hunne broeders kennen. Alles wal niet met een kruis geleekeud is, wordt het voorwerp hunner woede, allen die den naam van Jesus Christus niet uitspreken, worden zonder mededoogeti omgebracht.

In een enkelen nacht bad Antiochië meer dan tien duizend inwoners zien omkomen. Velen dergenen, die naar liet vrije veld gevlucht waren, werden achterhaald eu in de stad terug-j'evoerd, waar hen de slavernij of de dood wachtte. Ziende dat j11j verraden was on zich aan geen zijner officieren durvende toevertrouwen, vatte Accianus het plan' op naar Mesopotamië te vluchten eu zich onder de bescherming van Kerboga te stellen, (iebrnik makende van de eerste verwarring, verliet hij laugs een shiippoorlje de stad eu ging, zonder geleide, door het gebergte en de wonden op zijn doel af, torn hij door Armenische houthakkers ontmoet werd. Deze herkenden den vorst van Antiocliië, en daar hij geen gevolg hij zich had en zijn gelaal de onmiskcuhare sporen van neerslachtigheid en angst vertoonde, begrepen zij dat de stad ingenomen was. Een hunner naderde hem, ontrukte hem zijn zwaard en stiet het hem in de borst. Zijn hoofd werd aan dé nieuwe meesters vau Antiocliië gebracht eii Phirous kon thans zonder vrees de trekken beschouwen van den man, die hem daags te voren het hoofd voor de voeten had kunnen leggen. Na groote rijkdommen tot loon voor zijn verraad onlvaugén te hebben, omhelsde die renegaat het christendom', dat hij afgezworen had eu volgde de kruisvaarders naar Jerusalem. Twee jaar later keerde hij, daar zijn eerzucht niet bevredigd werd, tót den godsdienst van Mahomed terug en stierf verafschuwd door de muzelmannen en de christenen, wier zaak hij beurtelings omhelsd en verraden had.

Toen de cliristeuen het moorden moede waren, maakten zij zich gereed om do citadel vau Antiochië aan te vallen; daar zij echter onneembaar was, bleven al hunne pogingen vruchteloos, eu vergenoegden zij zich derhalve met haar in te sluiten om de bezetting in bedwang te houden.


-ocr page 91-
-ocr page 92-
-ocr page 93-
-ocr page 94-

■ :■ 11

.

• .lt;iv

hhH

4;' ■-ramp; .'-r.!-:, ■ i-.'/.lt; '.^ v5,^.,:', S^^BMBH 1 ■/-i*..! ■■ ■■■ ■: ■, quot;■ .quot;■■ ./

■ ■

■ ■

BHBBK

I

|

S - :

'5 1

.

'.i .,

Ifïv ïj?

:0

y..J.

::g

;quot;:^ Él

I

Bn|

H H

11 11

-ocr page 95-

VERVOLO VAN HEÏ DERDE BOEK

(Kcrboga, vorst van Mossul, beleert kruisvaarders in Antiocliië; hongersnood; desertie; Alexis staakt, te Pliilomelium aangekomen, zijn venleren marscli; een gedeelte der voorsteden van Antiocliië wordt aan de vlammen prijsgegeven; moedeloosheid der kruisvaarders; een vroom bedrog verlevendigt hun moed; Peter de Kluizenaar wordt naar Kerboga afgevaardigd; algemeene uitval; miraculeuze overwinning; een gezantschap wordt aan den Griokschen keizer gezonden; het leger vertoeft in Antiocliië; groote sterfte; do emir van Hazart wil een verbond sluiten; inname van Marrab; eiscbeu van Raymoml; de Kgyptenaren verdrijven de Turken uit Jerusalem; vertrek uit Antiocliië; aankomst te Laodicea; bedrog van Buhemond; beleg van Archas; sluwe gedragslijn vaii den kalif van (Jaïro; voorbereiding tot liet vertrek naar het heilige land.)

do eerste tlngen der maand Juni van liet jaar 1008 was .StAiiliocliiö in de mac.lit der kruisvaarders gevallen. Het beleg had in de maand October van bet vorige jaar een aanvang genomen. Na do inname der stad brachten dc christen soldaten eenige dagen in vreugdebedrijven door; maar weldra volgden oatsteltenis en rouw op die' leest- en drinkgelagen, want een aan/ienlijk leger van muzelmannen naderde Antiocliië. liceds in de eerste dagen van het beleg hadden Accianus en de nalmrige vorsten, die door de christenen van hunne staten beroul'd waren, zich tot do muzelmansclie lioerschers gewend om hunne liiilp in le roepen tegen dc krijgers van het Westen. l)c opperheerscher der Seldschucken, de sultan jvan Perziö, had beloul'd hen te zullen helpen. Op zijne stem, zegt Matthias van Edessa, had geiieel Korassan, Mcdië, Babylon, een gedeelte van Klein-Azië en het gansche land lusschen Damascus en de zeekust tot aan Jerusalem en Arabië zich ia beweging gesteld om de christenen te gaan bevechten. Kerboga, prins van Mossul, voerde het leger der muzelmannen aan. beze vorst was een ervaren krijger , want iiij had langen tijd, nu eens voor den sullaii van i'orzië (Barkiarok), dan weder voor dc andere prinsen der dynastie van Maleck-schab, die elkander het rijk bclwistten, het zwaard gevoerd. Dikwijls geslagen, tweemaal gevangen genomen, was hij in het gewoel der burgeroorlogen vergrijsd. Vol minachting voor de christenen en vol vertrouwen op zich-zelven, beschouwde hij zich reeds als dc bevrijder van Azië en trok door Mesopolamië met den praalvertoon van een Iriumplitilor. Du vorsten van Aleppo en Damascus, dc gouveineur van Jerusalem en acht en twintig emirs van Perzië, Palestina en Syrië volgden hem. De muzelmansclie soldaten blaakten van wraaklust en'zwoeren bij hun profeet al de christenen le zullen verdelgen.

Den derden dag na de inneming van Antiocliië ontwaarden de christenen, van de wallen in de nabijheid der citadel, muzelmansclie ruiters, die door de vlakte de stad naderden. Een der dapperste ridders van het leger, Rogier van Barneville, verliet dc stad om hen to gaan bestrijden, maar kort daarna gingen zijne meigezellen zijn verminkt hjk halen, daar do ongcloovigen hem het hoold afgehouwen hadden. Spoedig zag men in dc verte do tallooze vanen van het muzelmansclie leger wapperen, cn bij dat gezicht begonnen de verstandigsten onder do kruisvaarders, met sombere voorgevoelens vervuld, het lot te benijden dergenen, die met dc wapens in do hand voor dc zaak van God op hel slagveld den dood gevonden hadden. Tevergeefs haastten zich Godlried, Tancrcdo, dc graaf van Vlaanderen de wapens aan te gorden, om die vijanden het hoofd te gaan bieden; zij werden met achterlating van eenc menigte doodon cn gekwetsten tot een overhaasten terugkeer naar de stad genoodzaakt, lietgeen do onlsteltenis onder de pelgrims niet weinig vermeerderde. Gelijk zich denken laat, was de stad niet ruim van leeftocht voorzien, dewijl de noodigo tijd ontbroken had zich dien aan to schallen en alles door de ongeloovigen tijdens het beleg was verbruikt, zoodat de bevelhebbers met bange bezorgdheid vervuld werden hij het voorzien der gevaren die de pelgrims bedreigden: zij hadden /.icli toch tegelijkerlijd te verdedigen tegen een vijand die eene geduchte positie, de citadel, in hun midden bezette, en tegen het leger van Kerboga, wiens tenten weldra de oostelijke helling van het gebergte en de oevers van den Orontes bedekten, terwijl het gebrek en dc ontberingen hunne krachten zouden verlammen. Wij zullen niet spreken van de talrijke gevechten, waarbij dc soldaten van het kruis hun gewonen heldenmoed betoonden; dc kruisvaarders schenen eehter niet meer hetzelfde vertrouwen in htiiinc wapens te stellen als te voren: want zij dachten er niet aan om een algemeencn cn beslissenden slag te leveren, bet eenige middel, om de rampen te voorkomen, die over eene door vijanden omringde stad moesten losbreken, cn welker nieuwe bevolking niet dc minste hoop kon koesteren van leeftocht voorzien of ontzet te worden.

Spoedig begon er gebrek te heerschcn: te midden der op hunne vijanden veroverde rijkdommen, waren de christenen tot de grootste ontberingen veroordeeld, in dc eerste dagon begaven zich sommige kruisvaarders, alle gevaren trotserende, des nachts naar de haven van Saint-Simeon en braebten van daar levensmiddelen mede, die zij in Antiocliië weder verkochten. Maar eindelijk werden zij door de Turken overvallen en vermoord, en dc schepen, die voor de monding van den Orontes lagen, haastten zich het ruime sop te kiezen en de kusten van Syrië te ontvluchten. Toen mocht''n de kruisvaarders, ingesloten in de stad die zij veroverd hadden, met leed we/en terugdenken aan de dagen,'dat zij zelve de plaats belegerden, en, door den honger gedreven, heinde en verre levensmiddelen gingen zoeken, die dagen, waarop dc overwinning hijwijlen den druk hunner rampen kwam verzachten en huil een voorbijgaanden overvloed verschafte.

Met droefheid vermelden de kronijkschrijvers den hongersnood, welke het christen volk teisterde, en wat hen vooral met verbazing en schrik schijnt te vervullen is de hooge prijs, dien men voor ecu brood, een ei, eenige boonen, den kop van eene magere geit, of den schcnkcl van een kameel moest besteden. De kruisvaarders doodden eerst hunne lastdieren, daarna moesten dc ruiters besluiten tot het afmaken hunner


-ocr page 96-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

46

strijdpaarden, de metgezellen van hunne gevaren. Het ongelukkige volk maakte zich meester van do huiden dezer dieren en bereidde ze toe met peper, komijn en andere specerijen, die men bij de plundering dor stad gevonden had ; men zag soldaten het leder van hunne schilden en hun schoeisel eten, nadat zij het in heet water geweekt hadden. Toen deze laatste hulpmiddelen uitgeput begonnen te raken, werd do ellende onbe-sch lij lel ijk. Eiken dag verdrong zich eene hongerige menigte voor dequot; deur dergenen, die nog ecnigen leellocht bezaten, en eiken dag ook zagen zij, wier lieCdadigiioid men daags te voren had ingeroepen, zich genoodzaakt die van anderen al'te smeeken. Welhaast leden soldaten en bevelhebbers, armen en rijken, alle rangen en alle standen gebrek en dat wel m zoo hoóge mate, dat men vorsten en heeren, die in Europa groote steden en uilgestrekte grondeigendommen bezaten, evenals het mindere volk, door honger gedreven, van dour tot deur om emio bete broods ol cenige andere grove spijs zag bedelen, ten einde hun ellendig leven een dag of' een uur te rekken.

Vele kruisvaarders poogden eene slad te ontvluchten, die hun slechts bet vooruitzicht en hot beeld van den dood vertoonde; eenige vloden door duizendo gevaren naar de zeekust, anderen zochten bun heil bij de muzolmannon, waar zij voor een weinig voedsel Jesus Christus en het geloof alzwoeren. Het kon niet anders, of de soldaten moesten wel geheel en al den moed verliezen, toen zij voor do tweede maal don hurggraal' van Melun zagen vluchten, die zoo dikwijls den dood op bet slagveld trotseerde, maar niet bestand was tegen de folteringen van den honger. Ónder begunstiging van bot nachtelijk duister lieten de vlucbtolingen zich langs touwen van de wallen afglijden, of wel sprongen in do grachten op bot gevaar af van te verdrinken. lederen dag zagen de christenen zicli door een groot aantal bunnor metgezellen verlaten, hetgeen de moedeloosheid niet weinig vermeerderde. De wraak (los Hemels werd over de lafhartigen algeroepen; men bad God dat in een ander leven hot lot van den verrader Judas hun deel mocht wezen. De onteerende bijnaam van koonldausers schandvlekte hunne namen en gal' hen prijs aan de verachting hunner tijdgenooton. Wilhelmus van Tyr weigert do ridders te noomen, die zich destijds aan de zaak van Jesus Christus onttrokken, dewijl hij zo voor immer uit bet boek dos levens uitgovvisclit acht. Het iinoopon door de christenen van Gods strall'en over degenen, die de vanen van het kruis ontvluchtten, werd maar al te zeer verhoord: de moesten kwamen van gebrek om, anderen werden door de inuzelmannen gedood.

Terwijl de kruisvaarders, aan al de ijselijkheden van den hongersnood tor prooi en van alle zijden door een machtig leger van Turken ingesloten, alle hoop op redding schenen to moeten opgeven, naderde Alexis nan do spits van oen leger tot bijstand der cliristenon. Onbesteindo geruchten omtrent don hachelijken toestand der pelgrims waren hem wel reeds ter oore gekomen, doolt hij wilde hieraan geen geloof hechten, tot, de graaf van Blois, die de stad ontvlucht was, in zijn tegenwoor-digboid verscheen en bom mot de donkerste kleuren het lijden en de ontberingen der pelgrims alscliildorde. De Latijnen, die de Griekscho troepen gevolgd waren, konden deze ontzottonde uariebton niet gelooven en vroegen zich af waarom de ware God den ondergang van zijn volk toegelaten had. Onder degenen, die do grootste droelhoid aan don dag legden, merkte men vooral Guy, Rohomonds brooder, op. Deze jonge krijger reet zich de borst open, wentelde zich in bet stof en kwam in de overmaat zijner vertwijfeling in opstand togen do Voorzienigheid, die hare blikken scheen al te wonden van oen in baren naam ondernomen oorlog. «O God,quot; riep hij uit, «waar is nwe almacht.. Indien Gij nog do almacbtige God zijt, waar is dan uwe gereebtigheid ? Zijn wij niet uwé kinderen^ zijn wij niet uwe soldaten? Welke huisvader, welke koning laat dé zijnen omkomen, wanneer hij zo redden kan? Indien Gij op die wijze degenen verlaat, die voor ö strijden, wie zal zich dan voortaan onder uwe heilige banieren durven scharen.quot; In hunne blinde smart herbaalden al de kruisvaarders die goddelooze woorden, zij gingen zelfs zoover iu hunne afdwaling, dat, naar bel getuigenis dor geschiedschrijvers van dien tijd, de plechtig-bedei: van den godsdienst onderbroken werden en de naam van Jesus Christus in verscheidene dagen niet genoemd werd.

Verschrikt door al hetgeen bij vernomen bad, besloot Alexis, die tol Philomelium voortgorukt was, zijn verderen tocht te staken. Dit besluit en de redenen die er toe genoopt hadden, verspreidden de grootste ontsteltenis in al de christen provinciën. Reeds meende men do Turken, de kruisvaarders overwonnen hebbende, te zien verschijnen; de onderdanen van Alexis verwoestten hun eigen grondgebied, opdat de vijand, die op het punt stond het te overwèkligon, aan alles gebrek zou lijdon. De vrouwen, de kinderen, al de christen gezinnon, volgden, hunne bezittingen medevoerende, hot leger des keizers dat naar Constanti-nopel terugkeerde. Overal hoorde men in dat leger weeklagen pn jammeren, maar hel meest bedroefd waren de Latijnen; zij beschuldigden don graaf van Blois den standaard van Jesus Christus schandelijk ontloopon en den keizer misleid te bobben; zichzelven beschuldigden zij hel leger der Grieken niet vooruil-gegaan en tijdig genoeg in Azië aangekomen te zijn om in de gevaren der kruisvaarders te deolen en mei hen in Antiocliië te sterven.

Middelerwijl zotte de hongersnood zijne verwoestingen in do stad voort. Mot den dag vermeerderde het lijdon der pelgrims; hunne verzwakte armen konden nog ternauwernood do lans en het zwaard dragen. Te midden van die onlzetlende ellende had men aanvankelijk uiets dan tranen gezien, niets dan jammor-klachten vernomen; maar eindelijk had alle gejammer, alle geween opgehouden; de stilte was in Antiocliië even groot als ware hel midden in den nacht ol als hadden alle inwoners de slad verlaten: men zou gezegd hebhen, dat do kruisvaarders voor hun lijdon ongevoelig geworden waren of niets meer noodig hadden, zoozeer waren allen in eene dolle onverschilligheid verzonken. Do laatste aandrift der natuur, do lielde lot hel loven, vorllanwde met don dag in hunne harion. Raymond van Agiles zegt, dal de broeder zijn hroeder niet aanzag en de zoon zijn vader niet groette. De pelgrims vreesden elkander op de straten te bejegenen en sloten zich in huune woningen op, die zij als hunne graven beschouwden.

Eiken dag werden de wallen der stad bedreigd. Do muzol-mannen waren oen toren binnengedrongen, dien zij verlaten haddon gevonden; het garnizoen van de citadel, dat langs eene aan de oostzijde geopende poort aanhoudend versterking uit hel leger van Kerboga ontving, deed dikwijls uitvallen en verspreidde dood en verderf lol in do door de clirislonen bewoonde straten. Die intlartiiigen van don vijand, hel aanwezige gevaar, de kreten der gekwetsten, het gewoel van den strijd, niets vermocht de bij het meerendoel der kruisvaarders verdoofde dapperheid en geestkracht weder op te wekken. Tevergoels poogde Rohomond, die het beheer der stad op zich genomen had, bun moed te doen horleven, tevergeefs riepen de troin-petters en de wapendienaren hen op lol den strijd; om hen hunne huizen te doen verlaten moest de prins van Tarente een uiterst middel aangrijpen; hij liet verscheidene wijken van Antiocliië aan de vlaminen prijsgeven. In hoogdravende verzen betreurt Raoul van Caeu den hrand en do vernieling der kerken en dor paleizen, ucbuuwil mei de miers vim den IJhanon en waarin hel marmer van het Atlasgebergle, hel kristal van Tyrus, hul melaal van Cyprus, hel lood van AmaUwnle en het ijzer van Eitfjeland overal schitterden. De baronnen, die zich niet meer door hunne soldaten konden doen gehoorzamen, bezaten do kracht niet moer bun bet voorbeeld te geven. Toen dachlen zij aan hiiiine gezinnen, hunne kasteelen, hunne he/ittingon, die zij voor een ramspoedigen oorlog verlaten haddon: /.ij konden zich do wederwaardigheden van bet christen leger, do zegepraal der vijanden van Jesus Christus niet verklaren, en er ontbrak weinig aan, zegt Wilhelmus van Tyr, of zij bescbuldigduA God v.iii ondankbaarheid, door zoo vele oilers te verwerpen, uie aan do glorie van Zijn naam gebraebt waren.

Aboullëda on Matthias van Edessa verhalen, dat de hevel-hebbers aan Kerboga voorstelden hem de slad over te geven, onder de enkele voorwaarde, dat hij de eb ristonen zou toestaan met hunne goederen naar hun land terug lo keeren. Daar do Turksebe veldheer bun voorstel verwierp, vatten verschoidenen liunnor hel voornemen op bet leger te verlaten en in den nacht naar de zeekusten te vlieden: zij werden daarvan slechts teruggehouden door do vertoogen van Godfried en don bisschop Adnemar, die hun op de schande wezen, waarmede zij zicli daardoor in do oogon van geheel Europa en Klein-Azië zouden overladen.

Do slad steeds enger insluitende, scheen de bloeddorstige Kerboga verzekerd van de overwinning en beschouwde bij al do kruisvaarders als zoovele aan hot zwaard der muzolmannon gewijde slachtoU'ers. Bij gelegenheid dal eenige bijna naakte en door gebrek uitgeteerde christen gevangenen voor tiem gebracht werden, overlaadde bij hen met honende spollernijen en zond hen, met hunne door roest bedekte wapenen, aan don kalif van Bagdad, om hem te toonen welke armzalige vijanden de muzel-niamieii le bestrijden hadden. In al de mnzelinanscho sleden verheugde men zich over de rampen der christenen en verkondigde men de ophanden vernietiging van het gebeole christen leger; maar de ongeloovigen en Kerboga zelf vermoedden niet, dal do redding der ebristeiien juist kon geboren worden uil de overmaat zelve van hunne vertwijfeling, en dal die lichtgeloovige geesldiilt, die geest van overspanning, welke bon naar Azië gevoerd en lol dusverre alle hinderpalen doen overwiimeii hadden, hen nog tegen nieuwe gevaren zouden verdedigen eu hen in hunne tegenwoordige wederwaardigheden met nieuwe kiacblen bezielen.

lederen dag verhaalde men elkander in de slad openbaringen, voorspellingen, mirakelen, die zouden plaats gegrepen hebben. Zoo was do heilige Ambrosius verschenen aan oen eerbied-


-ocr page 97-

GESCHIEDKNIS DER KRUISTOCHTEN. 4/

waardig priester en had hem gezegd, dat de christenen, na al hunne vijanden verslagen te hebben, als overwinnaars Jerusalem zouden Innnentrekken, waar God hunne krijgsverrichtingen en hiiiine vermoeienissen zou beloonen. Na den nacht in eene kerk van Antiochiö doorgebraclit te hebben, had eeu geestelijke uit Lombardije Jesus (lliristus gezien, vergezeld van de Maagd Mai ia en den |ii ins der apostelen. Verbolgen over het gedrag der kruisvaarders, verwierp de Zoon Gods hunne gebeden en liet beu over aan liet lot, hetwelk zij maar al te zeer verdiend hadden; maar de Maagd had zich' aan de voeten haars Zoons nedergeworpen ; hare tranen en hare verzuchtingen hadden den toorn des Verlossers ontwapend: «Sta op,quot; had toen de Zoon Gods tot den Lombardischen priester gezegd, «ga aan mijn volk den terugkeer van mijne barmhartigheid mededeelen; ga aan de christenen verkondigen, dat indien zij tot mij weder-keeren, de dag hunner verlossing daar is.quot;

Degenen, die God op zulke wijze tot vertrouwden van zijne geheimen ol zijn wil had uitverkoren, boden aan, tot bevestiging der waarheid van hunne visioenen, om van den top eens torens naar beneden te springen, door de vlammen te loopen, hunne hoofden aan de beulen over te leveren, maar die proeven waren niet noodig om de kruisvaarders te overtuigen, altijd bereid om aan wonderen te gelooven en nog lichtgelooviger geworden in de ure des gevaars en in de overmaat van hun lijden. De verbeelding der bevelhebbers en der soldalen werd geprikkeld door de beloften, welke hun in naam des Hemels gedaan werden. De hoop op eene betere toekomst begon in hunne harten te herleven. Als rechtschapen en dapper ridder zwoer Tancredo, dat, zoolang zestig wapenbroeders hem zouden bijblijven , hij het voornemen niet zou opgeven om Jerusalem te verlossen. Godfried, Hugo, Raymond, de beide Roberts zwoeren denzelfden eed. In navolging van het voorbeeld zijner bevelhebbers beloofde het gansche leger te zullen strijden en lijden tol aan den dag waarop de heilige plaatsen verlost zouden wezen.

Te midden van die weder ontluikende geestdrift vertoonen zich twee deserteurs aan het christen leger en verbalen, dat, terwijl zij uit Anliochië poogden te ontvluchten, zij tegengehouden werden, de een doorzijn broeder, vroeger in den strijd gesneuveld, de andere door Jèsus Christus zeiven. De Zaligmaker had beloofd Anliochië te verlossen. De onder het staal der ongeloovigen gevallen strijder had gezworen met al zijne gesneuvelde wapenmakkers zijn graf te zullen verlaten, om met de christenen te zullen strijden.

()m aan al de beloften des Hemels de kroon op te zetten, kwam een priester uil het bisdom van Marseille, Petrus Rar-iheleini genaamd, in de raadsvergadering der bevelhebbers mededeelen, dat de heilige Andreas hem driemalen in den slaap was verschenen. De heilige apostel had lot hem gezegd: «Begeef u naar de kerk van mijn broeder Petrus in Anliochië. Bij hel hoofdaltaar zult gij, in den grond gravende, bol ijzer van de lans vinden, waarmede de zijde van den Verlosser doorboord werd. Over drie dagen zal dal werktuig van eeuwige zaligheid aan zijne discipelen geopenbaard worden. Dit mystieke ijzer zal, aan de spits van het leger gedragen, de verlossing der christenen bewerken en het hart der ongeloovigen doorboren.quot;

Do bisschop Adheinar wilde aanvankelijk niet aan de werkelijkheid van dal visioen gelooven, maar Raymond van Toulouse en verscheidene andere bevelhebbers eischten dal men op de aangeduide plek zou graven. Spoedig had zich het gerucht daarvan door de stad verspreid. De soldaten van hel kruis zeiden dal aan den God der christenen niets onmogelijk was; zij meenden bovendien, dat de glorie van Jesus Christus bij hunne redding betrokken was en God mirakelen moest doen om zijne volgelingen en zijne verdedigers te redden. Gedurende drie dagen bereidde bet christen leger zich door gebeden en godvruchtige werkon tol de ontdekking der heilige lans voor.

In den vroegen morgen van den derden dag begaven twaalf kruisvaarders, onder do eerbiedwaardigste geestelijken en de aanzienlijkste ridders gekozen, zich naar de door Rarthelemi aangewezen plek, vergezeld door een groot aantal werklieden, die voorzien waren van de noodige gereedschappen. Men begon met graven onder hel hoofdaltaar. Er heerschic de grootste stilte in de kerk; telkens meende men hel mirakuleuse ijzer te zien schilleren. Hel gansche leger, bijeengestroomd voor de deuren, die men zorg gedragen had le sluiten, wachtte met ongeduld op den uitslag der nasporingen. Na verscheidene uren werkens hadden de arbeiders den grond op meer dan twaalf voel diepte uilgegraven, zonder dat de lans zich aan hunne blikken vertoonde. Het werd avond zonder dat men iets had gevonden, toen plotseling Rarthelemi, terwijl de twaalf getuigen biddend rond de kuil geknield liggen, er in springt en kort daarna met hol gewijde ijzer in de hand er weder uitkomt. De aanwezigen slaken een kreet van blijdschap; deze wordt herhaald door hel leger, dal builen de deuren der kerk wachtte, en weergalmt welhaast in al de wijken der stad. Hol ijzer.

waarop aller hoop is gevestigd, wordt in zegepraal aan de kruisvaarders vertoond : hel schijnt hun een hemelsch wapen loc, waarmede God zelf zijne vijanden moet verstrooien. Ailo harten ontsluiten zich voor de hoop; men twijfelt niet meer aan de bescherming des Hemels; do geestdrift schenkt een nieuw leven aan de kruisvaarders. Men vergeet de ijselijkheden van den hongersnood, liet aantal der vijanden; de bioodaar-digsten dorsten naar het bloed der ongeloovigen, en allen eischen met luide kreten dat men hen ten strijde voore.

De bevelhebbers van hel christen leger bleven niet in gebreke van de geestdrift der soldaten gebruik te maken. Zij zonden afgevaardigden aan den aanvoerder der Turken om hem een afzonderlijk gevecht tusschen een gelijk gotal le kiezen muzelmannen en christenen of wel een algemeenen strijd legen den volgenden dag voor te stellen. Peter de Kluizenaar werd voor die zending uilgekozen en zou het woord voeren. Met verachting in liet kamp der ongeloovigen ontvangen, sprak hij met niet minder lierheid en hooghartigheid. «De van Cod beminde vorsten, die thans in Anliochië bijeen zijn,quot; dus ving Peter, zich tol Kerboga wendende, aan, «zenden mij tot u en eischev dat gij hel beleg voor deze stad opbreekt. Deze provinciën, deze steden, die met het bloed der martelaren geteekend zijn, hebben aan christen volken toebehoord, en daar alle christenen broeders zijn, zijn wij naar Azië gekomen, om de mishandelingen te wreken van degenen die vervolgd worden, eu om hel erfdeel van Jesus Christus en zijne volgelingen le verdedigen. God heeft toegelaten, dat Antiochië en Jerusalem voor eenigen lijd in de macht der ongeloovigen vielen, om de zonden van zijn volk le straffen; maar onze tranen en onze boetplcgingen hebben hel zwaard aan zijne gerechtigheid ontweldigd. Eerbiedig derhalve eene bezitting, welke de Heer ons in zijne goddelijke goedertierenheid teruggegeven heeft; wij laten u drie dagen om uwe legertenten op te breken en alles voor uw vertrek in gereedheid le brengen. Indien gij volhardt in eene onrechtvaardige en door den Hemel verworpen onderneming, zullen wij den God der heirscharen tegen u inroepen. Maar dewijl de soldaten van hot kruis geen overrompeling begeeren en niet gewoon zijn de overwinningen te stelen, laten wij u de keuze van den strijd.quot;

Zoo sprekende hield Peler de oogen strak op Kerboga gevestigd. «Kies de dappersten van uw leger uil,quot; ging hij voort, «en doe hen strijden tegen een gelijk getal kruisvaarders, ofwel meel u zeiven met een dor christen vorsten, of geef het leeken lol een algemeenen strijd. Hoedanig uwe keuzo ook moge uitvallen, weldra zult gij uwe vijanden leeren kennen en den God, dien wij dienen.quot;

Kerboga, die den toestand dor christenen kende en niet wist van welken aard de hulp was, die zij in hun nood ontvangen hadden, werd levendig door die taal verrast. Stom van verbazing en woede, bleef hij Peter eene wijl aanstaren; maar eindelijk nam hij het woord op en sprak: «Keer terug tot hen die u zenden, en zeg hun, dat de overwonnenen voorwaarden moeien aannemen en ze niol voorschrijven. Ellendige bedelaars, uitgeteerde menschen, geraamten kunnen vrouwen schrik aanjagen, de strijders van Azië zijn niet bevreesd te maken door ijdele woorden. De christenen zullen weldra leeren, dal de grond, dien wij betreden, ons toebehoort. Inlusschen wil ik nog wel eenig medelijden hebben, en als zij Mahomed erkennen zal ik kunnen vergeten, dal die door gebrek geteisterde stad reeds in mijne machl is; zal ik haar in hun bezit kunnen laten en hun wapenen, kleederen, voedsel, alles waaraan zij gebrek hebben, verstrekken: want de Koran gebiedt ons te vergeven aan degenen, die zich aan zijne wel onderwerpen. Zeg aan uwe metgezellen, dal zij zich haasten en heden van mijne goedertierenheid gebruik maken; morgen zullen zij Anliochië slechts door bel zwaard verlaten. D.m zullen zij zien, of hun gekruiste God, die zichzelven niet van din kruisdood beeft kunnen redden, hen redden zal van den ondergang, die hen wacht.quot;

Peter wilde antwoorden, maar de vorst van Mossul sloeg de hand aan zijn zwaard en beval, dal men die ellendige bedelaars zou wegjagen, die de verblindheid aan de onbeschaamilheitl paarden. De afgevaardigden der christenen verwijderden zich ijlings eu liepen herhaaldelijk gevaar bel leven te verliezen, terwijl zij door bel leger der ongeloovigen gingen. In Antiochië teruggekeerd, gaf Peter verslag van zijne zending aan de vergaderde vorsten en baronnen, en terstond bereidde men zich lot den strijd. De wapenherauten doorliepen de verschillende wijken der stad en kondigden af, dal de volgende dag voor den aanval oi) hel leger der Turken was vastgesteld.

De priesters en de bisschoppen vermaanden de chiistenen zich waardig te maken voor de zaak van Jesus Christus te strijden. Hel geheele leger bracht den nacht in hel gebed en godsdienstige oefeningen door. Men vergal de aangedane be-leedigingen; men gaf aalmoezen; al do kerken waren opgevuld met krijgers, die zich voor God verootmoedigden en de absolutie


-ocr page 98-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

voor liunno zonden afsmeekten. Daags lo voren had men nog levensmiddelen gevonden, helwelk als een soorl van mirakel beschouwd werd. De pelgrims herstelden luiniie krachten door oen sober maal. Tegen het einde van den nacht diende alles wat er aan brood en meel in Antiochië overschoot voor het misollm' en de communie. Meer dan honderd duizend krijgers nadmlen tot de H. Tal'el en ontvingen met alle teekenen van de iiinigste godsvrucht den God, voor wien zij de wapenen opgevat hadden.

Eindelijk brak de dag aan : hot was de feestdag van de heilige Petrus en Pauius. De poorten van Antiochië ontsloten zicli : hot goheele christen leger trok naar buiten, verdeeld in twaalf korpsen, ter gedachtenis aan de apostelen, Hugo de Groqte, hoewel verzwakt door eene langdurige ziekte, vertoonde zich in de voorste gelederen en droeg den standaard der Kerk. Al de vorsten, de ridders en de baronnen stonden aan de spits van hunne wapenknechten. Van al de bevelliebhers *was de graal van Toulouse de eenige, die niet aan deu strijd zou deel-ncmen; ten gevolge eener wonde in Antiochië moetende achter-blijven, was hij belast met het in bedwang houden van do bezetting der citadel, terwijl men aan de ongeloovigen slag ging leveren.

licdekt met zijn kuras en met het gewaad van eea kerkvoogd, was Adbemar omringd door de teckenen van den godsdienst en den oorlog. Raymond van Agiles doelt ons mede, dat hij den bisschoi) van Puy vooruitging en zegt met zijne gewone naïeveteit: II; heb (jezien wal ik verhaal en il; was het, die de lans des II eer en droeq. Vóór de brug over den Grontes standhoudende, richtte de prelaat eene gevoelvolle toes|ii'aak tot de soldaten van hel kruis en beloofde hun den bijstand en de belooningen des Hemels. Allen, die do woorden van den vromen bisschop konden verstaan, bogen de knie en antwoordden: Amen. Een deel der geestelijkheid kwam achter den pauselijken legaat aan en zong den krijgszuchtigen psalm: Dat de lieer opsla en zijne vijanden verstrooid worden. De Bisschoppen en de priesters, die iii Antiochië achtergebleven waren, stonden, door de vrouwen en de kinderen omgeven, op de wallen, zegenden de wapens der christon soldaten en smeekten, met de handen ten hemel goheven, gelijk eertijds Aiozes gedurende den strijd van de Hebreën en de Amalecieten, den Heer zijn volk to redden en den trots der ongeloovigen te boschamon. De oevers van den Grontes en de naburige bergen schenen op die aanroepingen te antwoorden en weerkaatsten duizendvoudig de krijgsleus dei' kruisvaarders: Cod nil hel! I'.od wil hel!

Te midden van die ineensmelting van aanroepingen en gebedel, rukte het christen leger langzaam voort. Kone menigte ridders, die sinds hun jeugd te paard ten strijde getrokken waren, gingen te voet; men zag doorluchtige krijgers gezeten op muilezels ol' op dieren, die men niet gewoon is tijdens een gevecht te bi rijden. Het paard, dat de graaf van Viaanderen bereed, was gekocht mot het bedrag der aalmoezen, welke men hem geschonken had; rijke en machtige heeren zalen op ezels; vele ridders hadden hunne wapenen moeten verkoopen om zich voedsel te verschairen en bezaten slechts wapenen der Turken, waarmede zij onhandig omgingen. Hel paard, waarvan Godfried zich bediende, behoorde aan den graai'van Toulouse; om het te bekomen, had de hertog van Lotharingen zich genoodzaakt gezien, zich te beroepen op de heilige zaak, welke de kruisvaarders verdedigden. In tie gelederen zag men door ziekte uitgeteerde soldaten, die nog tor nauwernood hunne wapenen konden dragen en alleen gesterkt werden door de hoop om voor de glorie van Jesus Christus te overwinnen of te sterven.

De verschillende legerkorpsen van den vorst van Mossul be-'zottou de hoogten, die zich ten oosten van Antiochië tegenover de Sint-Pauluspoort uitstrekken; een godeolto van Kerboga's kamp was zelfs opgeslagen op de plek waar Uoliemond tijdens liet beleg van Antiochië gekampeerd had. Tusschen de verschillende korpsen van het muzelmansche leger vertoonde dat van Kerboga zich als een onheltlimhare berij, zegt do geschiedschrijver van Armenië. De Turksche bevelhebber, die zich niet verbeelden kon, dat de christenen slag wilden leveren, meende eerst dat zij zijne goedertierenheid kwamen al'smoeken. Een zwarte vlag, op de citadel van Antiochië geheschen, zijnde een afgesproken sein om hem het besluit der kruisvaarders kenbaar te maken, bracht hem spoedig lol andere gedachten en deed hem zien, dat zij met geheel andere inzichten naderden. Twee duizend man van zijn leger, die den toegang bewaakten tot de brug, waarover bet christen leger uil Antiochië moest trekken,

werden al dadelijk door den graaf van Vermandois overwonnen en verstrooid. i)e vluchtelingen verwekten door het verbaal daarvan groote ontsteltenis in de tent van hun veldheer, die aan hot schaakspel zat. Uil zijne valschc gerustheid wakker gosrhud, dood Kerboga hel hoofd afslaan van een ovcrlooper, die hein de ophanden overgave der stad had aangekondigd, en begon er nu ernstig aan te denkon om een vijand te bestrijden, die den honger en de vertwijfeling tol bondgenooton had.

Ka den Grontes overgetrokken te zijn, bad het gansche leger dor christenen zich zoodanig in slagorde geschaard, dat hetdo goheele vallei besloeg, welke zich vanaf de Brugpoort lot aan de Zwarte Bergen, een uur ten noorden van Antiochië uitstrekt. Door deze opstelling verhinderden de kruisvaarders dat de vijand de toegangen der stad bemachtigde en hen omsingelde. Hugo de Groote, do beide Roberts, de graaf van Belesmo, de graaf van Henegouwen stelden zich aan de spits van den linkervleugel; Godfried aan den rechter, ondersteund door Roudewijn van Bourges, Eustachius, Tancredo, Reinier van Toul, Everhard van Puysset; Adbemar stond in het centrum mei Gaston van Rearn, den graaf van Die, Uaimbout van Oranje, Willem van Montpellier, Amanjeu van Albrel; Rohemond voerde een reservekorps aan, gereed zich naar alle punten te spoeden, waar do christenen hulp noodig mochten hebben.

Zoodra Kerboga die beschikkingen der kruisvaarders zag, gelastte hij den emirs van Damascus en Aleppo hunne troepen op den weg naar de haven van Saint-Simeon te voeren; deze troepen moesten zoodanig opgesteld worden, dat de christenen, op de vlucht slaande, noch naar den kant der zee konden ontkomen noch in Antiochië torugkeeren. Kerboga schaarde het meerendeel zijner bataljons op den rechteroever van den Grontes. De rechtervleugel werd aangevoerd door den emir van Jerusalem, die ter verdediging van het islamisme was toegesneld; de linkervleugel door een der zonen van Accianus, brandende van begeerte om den dood zijns vaders en het verlies van Antiochië te wreken, Kerboga zeil' posteerde zich op eene hoogte, vanwaar hij do bewegingen der beide legers volgen kon.

Op het punt van handgemeen te worden, werd Kerboga door vrees bevangen. De kronijken van dien tijd spreken van voorzeggingen, welke den vorst van Mossul eene nederlaag voorspelden; de monnik Robert stolt ons Kerboga's moeder voor, in tranen smeltende en tevergeefs trachtende haren zoon te weerhouden. De muzelmansche bevelhebber deed den christen vorsten nu uitnoodigen om, ten einde een nuttelooze slachting te voorkomen, eenigen hunner ridders uit te kiezen om een gelijk getal Turken te bevechten. Dit voorstel, hetwelk hij daags te voren verworpen had, kon niet moer aangenomen worden door de hoofden van een leger, dat van strijdlust blaakte en op de overwinning rekende. De christenen hielden zich verzekerd dat de Hemel zich voor ben zou verklaren, en deze overtuiging moest hen onoverwinnelijk maken. In hun vervoering beschouwden zij de natuurlijkste gebeurtenissen als wonderen, welke hun de zegepraal linnner wapenen verkondigden. .luist toen zij Antiochië verlieten, kwam een-zachte regen de gloeiende lucht afkoelen, en bet scheen hun toe, dat do Hemel zijn zegen on do genade van den Heiligen Geest over ben uitstortte. Toen zij bij hel gebergte kwamen, blies er een felle wind, die hunne werpspiesen voortdreef en die der Turken togonhield: zij boschouwden dien als den wind der goddelijke gramschap, opgestoken om de ongeloovigen te verstrooien. Nooit waren door de christen soldaten de orde en de krijgstucht zoo stipt in acht genomen; naarmate het leger zich van de stad verwijderde en den vijand naderde, beerschte er een diepe stilte in hunne gelederen;quot; men hoorde slechts de bevelen der aanvoerders, de lofzangen der priesters en de toespraken van Adbemar.

Toen het christen leger tegenover den vijand stond, deden de klaroenen en de bazuinen zich hooron; de vaandeldragers plaatsten zich voor het front der bataljons: bevelhebbers en soldaten werpen zich op de ongeloovigen. De muzelmansche krijgers weerstonden niet aan den schok van Tancredo, den hertog van Normandië en don hertog van Lotharingen, wiens zwaard flikkerde en trof als een bliksomschioht. Naarmate de overige aanvoerders op het tooneel van den strijd kwamen, wierpen zij zich in het gewoel, en het gevecht had nauwelijks een uur kondon de muzelmannen den aanval en den der soldaten van het kruis niet langer weerstaan. Maar terwijl zich de overwinning aan den voet der bergen voor de kruisvaarders scheen te verklaren, tastten de emirs van Damascus en Aleppo, gehoorzaam aan de bevelen, die zij ontvangen hadden, met vijftien duizend ruiters bet resei vekorps van Uohe-mond aan, dal in de nabijheid van den ürontos gebleven was, en aanvankelijk met gunstig gevolg. De muzelmannen traelitten het christen leger te omsingelen, hopende, zegt een kionijk-sehrijver van dien lijd, het zonder gevaar te overwinnen en het volk Gods tusschen twee molensteenen te verpletteren. Godfried, Tancredo en eenige andere aanvoerders, van dien onvoorzienen aanval onderricht, snellen Rohemond te hulp, wiens korps begon te wijken. Hunne verschijning verandert dra den kans van den strijd; de zegevierende muzelmannen worden, op hunne beurt, aan hot wijken gebracht en genoodzaakt het slagveld te ontruimen. Als laatste hulpmiddel stoken zij groote hoopen hooi en stroo, die in de vallei lagen, in brand; vlammen en rook overdekken de bataljons der christenen; maar geen enkele hinderpaal kan hen tegenhouden en zij zitten de vhiobtende ongeloovigen onversaagd op de hielen.

geduurd of reeds drang


-ocr page 99-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

11)

Vrees en moeilulousheid uvenueeslerdeu de strijders van liet muzeliiiiinsehe leger. Op alle punten trokken de ongeloovigeu verward en overhaast terug. Tot den strijd teruggeroepen door liel geluid der trompetten en dor trommeii poogden de dappersten zieli aan gene zijde van een diep ravijn op eene huogte te verzamelen; doch do kruisvaarders springen vol vuur over den afgrond, die hen van hunne vijanden scheidt, en hun zegevierend zwaard velt allen neder, die weerstand durven bieden; de overigen verstrooien zich in alle richtingen en weldra zijn de hergen, de vlakten, de oevers van den Oroides hedekt niet vluchtende muzelmannen, die hunne vaandels verlaten en hunne wapens weggeworpen hebhen.

Kerboga, die de nederlaag der christenen aan den kalil van Bagdad en den sultan van Pcrzië bad laten bekend maken, vlood naar den Kuphraat, begeleid door een klein aantal zijner ge-trouwste soldaten. Verscheidene emirs hadden reeds vóór den alloop van den slag de vlucht genomen. Op de paarden der vijanden gezeten, vervolgden Tancredo en eenige anderen tot aan hét vallen van den avond de troepen van Aleppo en Damascus, den emir van Jerusalem en de verstrooide overhlijrselen van Kerhoga's leger. De overwinnaars staken de verschansingen in brand, waarachter do vijandelijke voetknechten de wijk hadden genomen, en hierdoor kwamen nog een grooto menigte muzelmannen in de vlammen om.

Volgens verscheidene gosc.biedschrijvers uit dien tijd hadden de ongeloovigen honderd duizend man op het slagveld achler-gelaten. Vier duizend kruisvaarders lieten in dien rampvollen dag bun leven en werden in de rij der marlclaren opgenomen.

De christenen vonden den overvloed in de leiden liunner vijanden. Vijl'tien duizend kameelen en eene groote menigte paai den vielen in hunne handen. Naar Albertus van Aix verhaalt, vond men een goede hoeveelheid handschrillen, waarin de pleclitigheden der mu/.ehnannen met afschuwelijke teekens, waarschijnlijk Arabisch, beschreven stonden. Zij brachten den nacht in de legerplaats door, op hun gemak de weelde der Oosterlingen bewonderende; met verbazing doorwandelden zij de tent van den vorst van Mossul, waarin hen overal goud en edelgesteenten tegen Mi kkerden en die, in lange straten ingedeeld en met hooge hoektorens bezet, eene versterkte stad geleek. Het duurde verscheidene dagen eer zij den geheelen behaalden buit in Antiochië overgebracht hadden. Onder dien buit vond men eene groote hoeveelheid touwen en ijzeren boeien, bestemd voor de christen soldaten, wanneer zij in den slag het onderspit gedolven hadden.

De inrichting van de muzelmansche legerplaats was wel ge-schikt om een hoog denkbeeld le doen opvatten van de weelde der Turken, maar niet van hunne krijgshaltigheid. Dit jaalste was dan ook niet le verwonderen. De oude krijgers, de strijdmakkers van .Maleck-schach, waren bijna allen gesneuveld in de burgeroorlogen, welke het rijk der Seldschnkken sinds tal van jaren verscheurden, terwijl het tot ontzet van Antiochië gekomen leger uil nieuwe in der haast bijeengebrachte troepen bestond en ouder zijne vanen verscheidene op elkander naijverige natiën lelde, stoeds gereed de wapens tegen elkander op te vatten. De geschiedenis mag daarbij niet vergelen, dat de acht en twintig emirs, die den vorst van Mossul vergezelden, bijna allen onder elkander verdeeld waren en ternauwernood het gezag van een opperbevelhebber erkenden. Daarentegen hcerschte op dien gedenkwaardigen dag de grootste eenheid onder de christenen. Hunne verschillende legerkorpsen streden op een enkel punt en verleenden elkander onderling steun, terwijl Kerboga zijne krachten verdeeld had. Dij dezen veldslag, en vooral in de omstandigheden die daaraan vooralgiiigen, legde de vorst van Mossul meer laatdunkendheid dan wel bekwaamheid aan den dag. Door zijn langzamen inarsch verspilde hij de gelegenheid Accianus bij te staan en de kruisvaarders te overrompelen.

Men kan hier bijvoegen, dat de Franken hij deze gelegenheid de zege bevochten juist door de reden, die hen voor een nederlaag deed vreezen. Dewijl zij hunne paarden verloren hadden, hadden zij zich gewend oni te voet te strijden, en dc muzelmansche ruiterij vermocht niet te zegevieren over eene geduchte infanterie, geoefend door de talrijke gevaren eu dc langdurige vermoeienissen van het beleg van Antiochië.

Vele kruisvaarders schreven de op hunne vijanden behaalde overwinning aan de ontdekking der heilige lans toe. Raymond van Agiles verzekert, dat de vijanden de bataljons niet durfden naderen, in wier midden het mirakulcuze wapen schitterde. Albertus van Aix voegt er bij, dal Kerboga bij bet zieii der lans van schrik bevangen werd en hij hel uur van den strijd scheen verlieten te hebhen. ' De monnik Robert vermeldt eene bijzonderheid , welke niet minder wonderbaar is. In hel heetste van hel gevecht zag men een groep uit den hemel dalen, bedekt met een wille wapenrusting eu aangevoerd door de martelaren Sint-Joris, Sint-Demetrius en Sint-Theodorus. Die visioenen, welke men elkander in het christen leger verhaalde en destijds als zoovele waarheden beschouwd werden, bewijzen genoegzaam welke geestdrift en lichtgeloovigheid onder de pelgrims heerschten. Deze lichtgeloovigheid en geestdrdl, door de gren-zenlooze ellenile of de vertwijfeling (Ier kruisvaarders tot het uiterste gedreven, droegen er ongetwijfeld toe hij om hcu onoverwinnelijk le maken, en daarin moet het mirakel worden gezocht.

De overwinning bij Antiochië scheen deu iiuizehnaunen zulk een buitengewone omstandigheid toe, dat velen den godsdienst van hun profeet verlieten. De verdedigers der citadel van de stad gaven zich nog denzellden dag op genade of ongenade aan llayniond over. Driehonderd hunner omhelsden het ehrislen-dom, terwijl vele anderen in de steden van Syrië verkondigden, dal de Cod der christenen de ware God was. Zóó groot was de door de overwinning van Antiochië ontslane vrees, dat, volgens Raymond van Agiles, de christenen, nis zij onverwijld naar Jerusalem opgetrokken waren, volstrekt geen weerstand zouden ontmoet hebben.

Na dien gedenkwaardigen dag deden de Turken geen enkele poging meer om het voorldringen der christenen le belellen. Hel meerendeel der emirs van Syrië, die den buit van den sullan van Perzië onder elkander verdeeld hadden, beschouwden den inval der christenen als eene tijdelijke plaag, eu zonder aan de gevolgen le denken, welke voor het islainisme daaruit konden voortvloeien, wachtlen zij, verschanst in hunne versterkte sleden, lot deze geweldige orkaan in andere oorden zijne verwoestingen ging overbrengen, om hunne heerschappij te bevestigen en zich onafhankelijk te verklaren. Het reusachlige door Togrul, Alp-Arslan, Maleck-schach omstreeks het midden der Xl,: eeuw gevormde rijk, welks plotselinge uilhreiding Coiislantinopel beangstigd en zelfs de volken van het Westen verontrust had, zou welhaast andere Slalen op zijne puinhoqpen zien verrijzen; men zon gezegd hebben, merkt een historieschrijver op, dat God wilde toonen, hoe weinig waarde de aarde in Zijne oogen heeft, door op zulk eene wijze van hand tot hand gelijk een stuk speelgoed eene macht te doen overgaan, die monsterachtig was en tie geheclc wereld scheen te bedreigen.

De eersle zorg der kruisvaarders was, als men het zoo mag noemen, Jesus Chrislus in het bezit te stellen van de landen, die zij veroverd hadden, door zijn eeredienst in Antiochië le herstellen. De hoofdstad van Syrië aanschouwde als door een looverslag een nieuwen godsdienst en een nieuwe bevolking binnen hare muren. Ecu groot gedeelte van den behaalden buit werd aangewend lot herstelling en versiering der kerken, die in moskeeën herschapen waren geworden. De Grieken en de Latijnen vereenigden hunne dankzeggingen en lofzangen en baden te zamen den God der chrisleuen hen naar Jerusalem te voeren.

Daarna kwamen de bevelhebbers van het leger bijeen om aan de vorsten en de volken van het Westen een schrijven te richten, waarin zij ecu verhaal gaven van hunne verrichtingen en krijgsbedrijven. «Nooit zag men eene blijdschap gelijk aan die, welke ons vervult,quot; zeggen de bevelhebbers daarin, «want hetzij wij leven, hetzij wij sterven, wij behooren den Heer.quot; Om de vreugde niet te vergallen welke hunne overwinningen moesten verwekken, droegen zij zorg de verhezen en de wederwaardigheden van het christen leger te yerbloemen. De patriarch van Antiochië en de hooiden der Lalijnsche geestelijkheid, die insgelijks naar Europa schreven, gebrinklen dezelfde voorzorg; maar zij lieten de rampen vermoedeii die zij wilden verbergen, door nieuwe'kruisvaarders naar het Oosten te roepen.

«Komt,quot; dus vermaanden zij de geloovigen van het Westen, «komt in de legerscharen des Heeren medeslnjden; dat uit ieder gezin, waarin twee mannen zijn, de gesehiklsie lot den oorlog de wapens opneme...... Dat degenen, die hel kruis aangenomen hebben en niet op weg zijn gegaan, zich haasten om hunne gelotle le volbrengen; dat zij, indien zij zich niet bij hunne broeders van den kruistocht komen aansluiten, uit de gemeenschap van de geloovigen verworpen worden, dat tie vloek des Hemels over hunne hoofden kome, en tie Kerk hun een graf in gewijde aarde weigere.quot;

Zoo spraken dé bevelhebhers en de zieleherders van het volk, dal het kruis aangenomen had. Te gelijker lijd zonden zij een gezantschap naar Gonslanlinopel, bestaande uil Hugo, graaf van Vermandois, en Boudewijn, graaf van Henegouwen. Dit gezantschap had in last keizer Alexis aan zijne belofte te herinneren van de christenen met een leger naar Jerusalem le vergezellen. De graaf van Henegouwen, die vooruitging, werd in het gehcrgle in de nabijheid van Nicea vertast en aangevallen door Turco-mannen: de geschiedenis heeft niets omtrent zijn einde kunnen uitvorschen. Verwittigd van het onheil aan zijn metgezel overkomen, verborg de graaf van Vermandois zich in een woud en onttrok zich op die wijze aau dc vervolging der barbaren. Tc Constantinopel aangekomen, vergal die vorst de soldaten van Jesus Christus, wier afgezant hij was, cn verwaardigde zich zelfs niet hun rekenschap van zijne zending te geven. Hetzij hij vreesde naar het leger terug le keeren, waar hij den luister


-ocr page 100-

GESGHIEDUNIS l)Kl{ KRUISTOCHTEN.

van zijn rang; niet meer kon opliouden, liclzij de gevaren on de vermoeienissen van den lieiligen oorlog zijn moed bekoeld hadden, liij nam liet scliandelijke besluit naar iiel Weslen terug te keeren, waar zijne desertie hem met den raaf van de ark deed vergelijken.

Middelerwijl smeekten de pelgrims de aanvoerders hen naar de heilige stad te voeren. Het geloovige volk hield zich overtuigd, dat de schrik voor de christen wapenen do Turken allen verderen weerstand zou doen opgeven, en hot op den weg, dien het nog al te leggen had, geen enkele stad zou vinden waaruil men het nni ecu steen zou durven werpen. Thans bleek het hoe moeiclijk hel valt met onverpoosde voortvarendheid eene onderneming voort te zetten, waarhij verschillende personen eene beslissende stem hebben. In dé raadsvergadering der bevelhebbers was ieder van eene verschillende meening; teveigeel's betoogden de verstandigston dat men den vijand niet den tijd moest laten weder moed te vatten en nieuwe strijdkrachten te verzamelen; de vorsten cn baronnen, die tot dusverre alles verduurd hadden, vreesden eensklaps de hitte van hot jaargetijde en besloten tot aan de eerste dagen van don herlst in Anüochie te blijven.

Onder de beweegredenen tot dat onverwaclito besluit waren er vele, waarvoor do bcvelliebbers van het christen leger niet zouden hebben durven uitkoineii. Men mag met grond aannemen dat hot zien der rijke landstreken van Syrië, hot voorbeeld van Bohemond, die vorst van Antiochië, dat van lioudewijn, die gebieder van Edessa was, hunne eerzucht haddon opgewekt en hunne gedachten soms moesten alleidon van hel vrome dool hunner onderneming.

Het duurde niet lang of de kruisvaarders hadden bitter berouw over hot door hen genomen besluit, want er brak eene be-smettelijke ziekte uit, die de grootste verwoestingen in hun leger aanricbite. «Men zag in Antiochië niets dan hjkplocbtighed.'ii en begralenissen,quot; zegt eene oude kronijk, «en de dood maaide er met zijne zeis onder de kruisvaarders als in de bloedigste dagen van den oorlog.quot; Hot ineerendeel der vrouwen eu dor armen, die hel leger volgden, waren do eerste staclitollërs van dezen geosel. Een groot aantal kruisvaarders, die uil Duitschland en uil alle doelen van Europa kwamen, vonden don dood bij hunne aankomst in Auliochic. Do ziekte raapte in ëëne maand meer dan vijllig duizend pelgrims weg. Zij spaarde evomnin do bcvelliebbers als de eenvoudige vooiknechton: zoo hadden de cliiistenen den dood le betreuren van Hendrik van Asscbe, Reinier van Amerbacli eu veischeideiio andere door liuiino knjgs-veiTichtingen yennaarde ridders, en tot overniaat van rampen bezweek ook eindelijk aan zijne veriiioeiouissen, te iniddeu van dien algemeenen rouw, Adiiemar, de bisschop van l'uy, do vertrooster der kruisvaarders iu hunne ellende; hij sliert', evenals de aanvoerder der llebreën, zonder bet beloolde land te hebben gezien. Zoo groot was de heerschappij welke een enkel man over de menigte der kruisvaarders uuoelënde, dal men, zoolang Adhomar leefde, de voorschriften vau hot Evangelie eeibiedigde, en de eendracht onder do vorsten bleef voortduren; maar zoodra had hij niet de oogen gesluten, ol men kende geeu gerechtigheid meer in hel leger en werd de eensgezindheid uit de raadsvergaderingen der vorsten velbannen, /.ijn zielloos overschot weid in de kerk van den heiligen l'elrusvau Antiochië begraven, oji de plaats zelve, waar men de miiakuleuze lans gevonden had. Al de pelgrims, wier vader hij was, eu die hij volgens de uitdrukking van een tijdgenoot, met de dingen des Hemels voedde, woonden weenende zijne teraardebestelling bij. De aanvoerders, die hem oprecht betreurden, schreven aan den paus om hem den dood van zijn aposioli^clien legaat te melden. Rij dit sch-ijven noodigdeu zij ürbanus te gelijker tijd uit zicli aan hun spits te komen stellen, om de vanen van den krnis-locht le heiligen en den vrede en de eendracht in hot leger van Jesus Christus te lierstellen.

Hel gezicht der steeds toenemende vreesolijke verwoestingen welke de plaag onder hel christen leger aanrichtte, vormoclil de harten niet tol gevoelens van ceiidracht en verbroedering te stemmen. De graal van Toulouse, die mdt leede oogen de verlielllng van Bohemond zag, weigerde aan dezen de citadel over te geven welke hij in bezit genomen had op den dag, dat de chrislenen het leger van Kerboga verslagen hadden: om aan zijne weigering den schijn van reclitscliapenhoid en billijklieid le geven, herinnerde hij aan den eed, dien de prins van Tarente aan Alexis gedaan had, en verweet hem het bezworen woord geschonden te hebben door eene stad, welke de pelgrims veroverd hadden, voor zich te behouden. Van zijn kant verweel Bohemond den graaf vau Toulouse diens afgunstige eerzucht en onzinnige halslarrigheid en dreigde bom geweld te zulkii gebruiken lot liandhaving van do rechten, welke hein de overwiiiiiii.g had doen verkiijgen. Do oneenigheid Uisschen beide ridders ging zelfs zoover, dat toen de vorsten en bevel-bebbers van het christen leger op zekeren dag in de basiliek van de Siiil-Pelruskerk tot regeling van de zaken der kruistochten i vergaderd waren, hunne beraadslagingen verstoord werden dooi hevige woordenwisselingen. Ondanks do heiligheid der plaats gal Raymond, te midden van den raad, lucht aan zijn spijl en zijn wrok. Aan den voet zells der altaren van Jesus GhrisUis spaarde Bohemond de valscho beloften niet om do andere hevel-hebbers voor hem partij te doen kiezen en hernieuwde hij herhaalde malen een eed, wolken hij niet wilde houden, die;' van hen naar Jerusalem te vergezellen.

Om de verdere uitbreiding van do besmettelijke ziekte zoo mogelijk tegen te gaan en de schaarsclite dor lovonsiniddelen te voorkomen, besloten de vorsten en do baronnen onder elkander dat zij Antiochië mei hunne troepen verlaten eu zich in alle riehtingen verspreiden zouden om do Sarracenon in de naburige provinciën te beoorlogen. Bohemond voordo zijne krijgers naar Cilicië, waar hij bezit nam van Tarsus, Malmislra en verscheidene andere steden, welke hij met zijn vorstendom vereenigde. liaymond rukte in Syrië voort en plantte zijn zegevierend vaandel op de muren van Albaria, waarvan de geheele bevolking over de kling gejaagd werd. Wilhelmus van Tyr verhaalt, dal de stad Albaria door Raymond ouder do bewaking werd gesteld van Willem du Tillet, een l'roveneaalsch ridder; hij liet hem zeven ruiters en dertig voetknechten. Deze ridder gedroeg zich zoo uitsiekend, voegt dezelfde gesebicdschrijver er bij, dat hij weldra veertig andere ruiters en tachtig voetknechten onder zijne bevelen had. Syrië, dat geen muzelmansch leger tel zijne verdediging meer bezat, was weldra overdekt mot de vanen van het kruis. Overal ontmoette men zwervende benden, die naar de plaatsen snelden waar zij een rijken buit meenden te vinden: zij betwistten elkander, met de wapens in do hand, de Muelit van hunne dapperheid of liuniie rooverijen, wanneer de lorluin hen begunstigde, en zagen zich aan al de verschrikkingen van hel gebrek prijsgegeven, als zij in eene verwoeste streek kwamen of een ouvoorzionen tegenstand ontmoetten.

De kruisvaarders bleven hun gewone heldhaftigheid betoonen: elke dag was getuige van nieuwe wajienfeiten en wonderbare avonturen der ridders. De hoeren en baronnen die zoowel voor de jacht als den oorlog toegerust waren, vervolgden mi eens de wilde dieren in do wouden en vielen dan weder de in hunne sterkten verschanste muzelmannen aan. Een Franseh krijger, Guicher geniiaind, was onder de kruisvaarders vermaard geworden door zijn strijd mol een leeuw, dien hij had overwonnen. Een ander ridder, Godfried de la Tour, hail oen groote vermaardheid verworven door eene daad, die ongetwijfeld oiigoloolbjk zal scinjnen. Up zekeren dag trof hij in een woud een leeuw aan, die door een slang mei hare monsterachlige kronkels omstrengeld werd en de luehl met zijn pijnlijk gehuil vervulde; Godlried snelt hel dier, dat zijn erbarmen scheen in le roepen, le hulp en doodt mei oen enkelen slag van zijn zwaard het kruipend ondier. Als men een oude kronijk mag gelooven, hechtte de op deze wijze verloste leeuw zich als oen hond aan zijn bevrijder; hij vergezelde hem gedurende don gansclioii oorlog, en toen de kruisvaarders zich na de inneming van Jerusalem weder inseheoplen om naar Europa terug te koeren, verdronk hel erkonlehjke dier, de getrouwe metgezel van hun pelgrimstocht, terwijl tiet hol schip nazwoni, waarop zich Godfried de la Tour bevond.

In al wachting van het toeken tot hel vertrek naar Jerusalem gingen verscheidene kruisvaarders hunne broeders bezoeken, oio zich in de veroverde sleden nedergezet hadden. Velen buniior begaven zich tot Bondowijn en sloten zich bij hem aan om do muzelmannen van Mesopotamië le bestrijden of zijne regeering te beschermen, voortdurend bedreigd door zijne nieuwe oiiderdanen, die hij door zijne drukkende overheersching had verbitterd. Een Belgisch ridder, mol name Fulclior van Bouillon, die met meerdere zijner wapenmakkers hun goed geluk gingen beproeven aan de boorden van den Euphraal, v\ord door do Turken overvallen en vermoord; zijne echlgenoole, die bom vergezelde, werd voor den emir van Hazart of Ezaz, eene stad in hol vorstendom van Aleppo, gebracht. Door hare zeldzame schoonheid getrollen, vroeg een van de vooriiaanisto olïicieren van den emir haar aan zijn meester ten huwelijk, die hierin' bewilligde. Vol liefde voor eene christen vrouw, vermeed de olllcier zorgvuldig de kruisvaarders te beslrijden, doch ondernam, vervuld van ijver voor den dienst dos emirs, lierhaalde sirooptochlon op hot gebied van den vorst van Aleppo, togen wien zijn meester de wapens opgevat had. Redouan, de vorst van Aleppo, wilde zich hierover wreken cn stelde zich aan het hoofd eens legers van veertig duizend man, om do stad Ezaz le komen aantasten. Nu raadde de olllcier, die Fulchors weduwe gehuwd had, den emir aan den bijstand der clii istenen in te roepen.

De emir liet aan Godlried van Bouillon een bondgenootschap voorstellen. Godfried aarzelde aanvankelijk; maar de muzol-mansche prins het zich niet afwijzen en zond, om bij de christen vorsten alle wantrouwen weg te nemen, hun zijn zoon Mahomed als gijzelaar. Nu word hol verdrag geteokeiid;


-ocr page 101-

Geschiedenis der kruistochten.

51

twee duiven, zegt een Latijnsch geschiedschrijver, belast met een brief, brachten de tijding daarvan aan den emir over en kondigden hem tevens de ophanden komst der christenen aan. Het leger van den vorst van Aleppo werd bij verschillende ontmoetingen verslagen en genoodzaakt liet grondgebied van Ezaz te ontruimen, dat het reeds was beginnen te plunderen. Weinig tijds na dien krijgstocht stiei 1' de zoon van den emir te Antiocliië aan de heerschende ziekte, welke do pelgrims van het Westen wegraapte. Godfried liet, volgens het gebruik der muzelmauncn, liet lijk van den jeugdigen prins in rijke purperen stoffen wikkelen en zond liet aan zijn vader terug. I)e afgevaardigden, die bet lijk overbrachten, hadden in last deu muzelmaiischen vorst het'rouwbeklag van Godfried aan te bieden en hem te zeggen, dat hun heer even bedroefd was geweest over den dood van den jeugdigen Mahomed als hij het had kunnen zijn over dien van zijn broeder üoudewijn.

Do tijd verliep te midden van al die ondernemingen waarmede geen enkel gewichtig doel beoogd werd, en reeds hadden de kruisvaarders den termijn zien verstrijken, waarop zij zich naar Jerusalem op weg zouden begeven. Het meereudeel der bevelhebbers waren verstrooid en hielden zich in de naburige streken op. Om hun vertrek te vertragen, hadden zij eerst de hitte van den zomer voorgewend; nu waren zij beducht voor de regens en de guurheid van den naderenden winter. Deze laatste reden, hoewel gegronder dan de eerste, was echter niet voldoende om het ongeduld der pelgrims te bevredigen, en daar het volk in dien godsdienstigen oorlog altijd meer geneigd was de richtsnoer van zijn gedrag in wonderdadige visioenen eu de verschijning van hemellichamen te zoeken dan in de beweegredenen van het verstand en de ondervinding, trok een buitengewoon natuurverschijnsel aller aandacht en trof bun lichtgeloovigen geest diep. De kruisvaarders, die de wacht hadden op do wallen van Antiochië, bemerkten in zekeren nacht ecne sterk lichtende massa, welke zich aan den hemel vertoonde, «liet scheen hun, alsof al do sterren in ecne ruimte vereenigd waren, welke niet grooter was dan een hof van drie roeden,quot; zegt Albertus van Aix, «zij verspreidden een zeer loven-digen glans en schillcnlen als Iwlcn in een f/loeieiulen oven.quot; Zij bleven lang boven de stad hangen, maar toen de ring, waarin zij besloten waren, brak, verdwenen zij in de lucht. Op het zien van dat wonder begonnen de bewakers en de schildwaclitru luidkeels te roepen en gingen de christenen van Antiochië wekken. De pelgrims stormden uit hunne woningen en zagen in dat natuurverschijnsel een blijkbaar teeken van den wil des Hemels. Ecnigen meenden in de vercenigde sterren een beeld te zien van Ue mnzelmannen, die zich te Jerusalem vereenigd hadden en bij de nadering der kruisvaarders uiteen zouden stuiven; anderen, insgelijks vol hoop, zagen er de christen krijgers in, hunne zegevierende krachten vereenigendc en zich vervolgens over de aarde verstrooiende om de steden te heroveren, die aan den dienst en het rijk van .lesus Christus ontweldigd waren; maar vele pelgrims wiegden zich niet met die troostvolle begoochelingen. In eene stad, waar het volk veel had te lijden en sinds verscheidene maanden bezocht werd door eene dooddijke ziekte, welke talloozc oilers cischte, moest de toekomst zich onder akeliger en somberder kleuren ver-toonen. Allen, die gebrek leden en de hooi) opgegeven hadden Jerusalem te betreden, zagen in dat natuurverschijnsel slechts een schrikwekkend symbool van de groote menigte der pelgrims die met den dag verminderde en weldra in het niet zou verdwijnen gelijk de lichtende wolk, welke zich aan den hemel vertoond had. «Nochtans,quot; zegt Mnertus van Aix ongekunsteld, «ging alles veel beter dan men had durven hopen; want kort daarop hervatten de vorsten, in Antiochië teruggekeerd, den veldtocht en ontsloot de overwinning hun de poorten van verscheidene steden in Opper-Syrië.

De belangrijkste hunner krijgsverrichtingen was het beleg en de inneming van Marrah, tusschen liamath en Aleppo gelegen. Kaymond verscheen het eerste voor die stad, terwijl de graven van Normandië en Vlaanderen hem weldra met hunne troepen kwamen ondersteunen. De vrees om het lot der inwoners van Antiochië te ondergaan, had de geheele bevolking der stad, vast besloten zich tot het uiterste te verdedigen, op de bedreigde wallen doen samenstrooinen. De hoop zich van een rijke stad meester te maken bezielde de christen soldaten. Eiken dag plantten de belegeraars de ladders aan den voet der muren: eene bui van steencn en pijlen, stroomen brandend pek deden hen met groote verliezen afdeinzen. Wilhelmus van Tyr voegt er bij, dat men ongebluschte kalk en korven met bijen van de torens op hunne hoofden wierp. Hloedige gevechten volgden elkander verscheidene weken op, tot eindelijk de vaan der christenen uit de torens der stad wapperden. Daar de hardnekkige verdediging der muzelmannen en hunne beschimpingen, den godsdienst van Jesus Christus gedurende het beleg aangedaan, de kruisvaarders verbitterd hadden, werd de geheele bevolking, die in moskeeën en onderaardsche gewelven een schuilplaats gezocht had, over de kling gejaagd. In eene stad, die al hare inwoners verloren had, ontbrak het den overwinnaars spoedig aan levensmiddelen, en als had de Hemel hen voor de overmaat hunner bloeddorstigheid willen straffen, vonden zij om hun honger te stillen niets dan de lijken dergenen, die zij gedood hadden, en, wat men moeielijk zal kunnen gelooven, vele kruisvaarders onderwierpen zich zonder afkeer aan die ontzettende noodzakelij kheid.

Hier zijn do bemerkingen der kronijkschrijvers veel belangwekkender dan de gebeurtenissen die wij vermelden. Albertus van Aix verwondert er zich over, dat de kruisvaarders doode muzelmannen gegeten hebben; maar het verwondert hem nog meer dat zij dat dit ook honden gedaan hebben. Boudri, aartsbisschop van Dóle, poogt de kruisvaarders to verontschuldigen mei te zeggen, dat zij honger leden ter wille van Jesus Christus en dat deze reden hen kan verschoonen. Bovendien, voegt hij er bij, zetten de chrislen soldaten den oorlog tegen de ongeloovigen voort door hen op die wijze te verslinden.

Wat de geschiedenis niet minder móet betreuren, is, dat te midden van zoovele afschuwwekkende tooneelen de christen vorsten elkander met halstarrigheid het bezit betwistten van de stad zelve, welke hen zoovele verliezen gekost had en hen tot zulke uitersten dwong. Onder de zegevierende kruisvaarders vermengden zich klachten en bedreigingen met de kreten, die do honger hun afperste. Boliemond, die aan de belegering was komen deelnemen, wilde eene wijk van de veroverde stad behouden; Raymond daarentegen beweerde dat Marrah hem onverdeeld toekwam. De vorsten en de baronnen vergaderden bij Rugia en trachtten den vrede te herstellen zonder dat hun dit echter mocht gelukken. «Maar God, die de ware aanvoerder van de groote onderneming was,quot; zegt pater Maimbouig, «herstelde door den ijver dor zwakken en der kleinen hetgeen de hartstocht der grooten en der wijzen van do wereld vernieligd had.quot; Het verdroot den soldaten eindelijk voor beu/elachtige twisten het bloed te vergieten, dat zij gezworen hadden voor eene gewijde zaak ten olfer te willen brengen. «11 ie,quot; zeiden do pelgrims, «altijd twisten! twisten om Antiochië, twisten om Marrah!quot; Terwijl zij hun misnoegen door gemor en klachten kenbaar maakten, vernam men dat Jerusalem in handen der Egyplemven gevallen was. Deze hadden gebruik gemaakt van de nederlaag der Turken en het noodlotlige talmen van het christen leger om l'alestina te overweldigen. Deze lijding verdubbelde de ontevredenheid der pelgrims; luide bescnuldigden zij Raymond en hunne bevelhebbers, dat zij de za :k van Jesus Christus verraden haddon, en gaven hun voornemen te keiinen, zich bevelhebbers te kiezen, die geen andere eerzucht bezaten dan die van hunne gelolte gestand te doen en het christen leger naar het heilige land te voeren.

De geestelijkheid bedreigde Raymond met den toorn des Hemels, en zijne eigene soldaten d re igd ni hem zijnu vanen te zullen verlaten. Eindelijk besloten al de kruisvaarders, die zieh in Marrah bevonden, do versterkingen en de torens der stad af te breken. De ijver van het volk was zoo groot, dat men gebrekkigen en zieken zich met behulp van een stok naar de wallen zag sleepen, waar zij brokstukken welke ilrie paar assen niet zouden hebben kunnen vervoeren, uit den muur losmaakten en in de grachten deden nederploffen. Omstreeks dienzelfden tijd maakte Tancredo zich door geweld of list meester van de citadel \an Antiochië, waar hij de vaan van den graaf van Toulouse door dien van Bohemond verving. Door allen verlaten, wilde Raymond evenwel nog niet van zijne aanspraken afzien en poogde hij, doch vruchteloos, de aanvoerders weder voor zich te winnen door hun zijne schatten te openen en het gemor van het volk te stillen door het den buit der naburige steden onder zich te laten verdoelen ; men bleef ongevoelig voor zijne geschenken zoowel als voor zijne drangredenen. Eindelijk genoodzaakt aan den wil van het leger te gehoorzaainen, nam hij den schijn aan als zwichtte hij voor de stem Gods. Na de stad Marrah in brand te hebben doen steken, verliet hij haar barrevoets, terwijl hij tranen van berouw stortte; in tegenwoordigheid der geestelijkheid, die de boetpsalmen zong, verzaakte hij aan zijne eerzuclit en hernieuwde de zoo dikwerf afgelegde en evenzoo dikwerf vergeten gelofte om het graf van Jesus Christus te gaan verlossen.

Gehoor gevende aan den wensch hunner soldaten en het langer wachten op de overige vorsten moede, besloten Raymond, graaf van Toulouse, Tancredo en Robert, hertog van Normandië, welke laatsten vurig verlangden hunne gelofte te volbrengen, op te breken en gaven derhalve aan hunne troepen het sein tot vertrek. Zij gingen niet rechtstreeks op Jerusalem af, maar begaven zich naar llama, het oude Epiplianië en vandaar naar Emesa, het tegenwoordige Horms. Overal waarde pelgrims zich vertoonden, kwam men hun levensmiddelen en schattingen aanbieden, zonder dat zij het zwaard uit de schede behoefden te trekken; het meest cellier werden zij verrast door den terugkeer van een groot aantal christen gevangenen, vvien de muzelmannen,


-ocr page 102-

T

GESCHIEDENIS I)Kit KKCIS'IOCHTKN.

trokken de kruisvaarders verder en Archas, eene stad aan den voet van mijlen al'stands van Tripoli.

intusschen maakten de overige in vorsten geen toebereidselen om zich sloegen geen acht op de klaolilen dei-dat de ander bet voorbeeld zou gcvên en zoo bleven allen werkeloos. Godl'ried, die zich naar Edessa begeven bad, om zijn broeder Boudewijn Ie bezoeken, hoorde bij zijn terugkeer slechts morren en weeklagen onder de kruisvaai'dors, die hunne werkeloosheid betreurden en naar Jerusalem gevoerd wilden worden. «Is het nog niet genoeg voor degenen, wien God belast heeft ons aan te voeren, dat wij hier langer dan een jaar gebleven zijn en tweehonderd duizend soldaten van het kruis bezweken?quot; zeiden zij. «Mogen allen omkomen, die in Antiochië willen blijven, gelijk zijne ongeloovige inwoners omgekomen zijn! Moge Antiochië en al de door onze wapenen veroverde steden in vlammen opgaan, dewijl iedere verovering een hinderpaal is voor onze heilige onderneming; laten wij aanvoerders kiezen, die geen andere eerzucht voeden dan wij, en gaan wij op weg onder de leiding van Jesus Christus, voor wien wij de wapenen opgevat hebben. Maar indien God, ter oorzake'onzer zonden, ons offer verwerpt, moeten wij ons haasten naar ons vaderland terug te keeren eer wij bezwijken door den honger en andere rampen, welke wij lijden!quot; Tevergeefs doen zich die klachten in het christen leger hoeren: de hertog van Lol haringen en de overige bevelhebbers blijven nog steeds dralen met het sein te geven tot het vertrek. Het meerendeel der pelgrims, wien alle verder uitslel verdroot, waren er nu nog slechls op bedacht uit Syrië naar het Westen terug te keeren, zoodat do bevelhebbers in alle havens van de nabuurschap wachten moesten uitzetten, die in last hadden iedereen aan te houden die zich zoude willen inschepen. Ten laatste bepaalden de vorsten, niet langer aan den aandrang der menigte kunnende weerstaan, dat het leger Antiochië in de eerste dagen van Maart zou verlaten.

Toen het vasigeslelde tijdstip daar was, vergezelde Bohemond den hertog van Lotharingen en den graaf van Vlaanderen tot aan Laodicea, tegenwoordig Lataiia, doch haastte zich van daar naar Antiochië terug te keeren, steeds vreezende dat men hem zijn vorstendom mocht ontrooven. In de slad Laodicea zag het christen leger ecu groot aantal kruisvaarders zich onder zijne vanen schuren, die zich in Edessa en iu Cilicië opgehouden hadden of uil Europa kwamen. Onder deze laatsten merkte men vele Anglo-Snksische ridders op, voormalige strijdmakkers van Herold en Edgard Adding. Deze edele knjgersj die dooi' Willem den Veroveraar overwonnen en uit hun land verbannen waren, kwamen onder de banier van den heiligen oorlog hunne rampen vergeten en zich, alle hoop opgegeven hebbende hun vaderland te bevrijden, door vromen ijver vervuld, aan de verlossing van liet heilig graf wijden.

Middelerwijl had Uaymond, gelijk wij reeds gezegd hebben, het beleg van Arclias ondernomen. Daar hem aan een spoedige inneming der stad lol verwezenlijking zijner eerzuchtige plannen veel gelegen was, beloofde hij aan zijne soldaten, om hun ijver aan te wakkeren, de plundering van Archas. Dusdanig was de geest onder de kruisvaarders en vooral onderdo bevelhebbers, dat elke stad hen Jerusalem deed vergeten. Na het verlaten van Laodicea vonden Godfried en de graaf van Vlaanderen achlervolgens op liun weg Gahala (hel tegenwoordige Djchnli); Maraclea (Maracia)\ Valenia {llanias) en Tortosa (hel voormalige Atthtniilii.s); deze laatste st.id was reeds door Raymond Peletlis genomen; een aantal rivieren in de ingewanden van den Libanon ontslaan, maken die verschillende landslrekeu zeer vruchtbaar. Men hescliuldigde Uaymond zes duizend goudslnkken ontvangen te behbeii om eene muzehnansche slad de gevaren van een jesparen, en toen hel gebeele kruisleger onder de i Archas vereenigd was, verweten hem Godfried en in bittere bewoordingen, dal bij hen door logen en hunne onderneming algeleid had.

De christen soldaten zetten het beleg van Archas voort. De slad was op hooge rotsen gebouwd en hare wallen schenen onbeklimbaar. De belegeraars wilden de belegerden door den hongersnood tol de overgave dwingen, maar hel duurde niet lang, of zij zeiven hadden aan levensmiddelen gebrek. Evenals tijdens de belegering van Antiochië waren de armslen der pelgrims genoodzaakt zich met wortels van planten te voeden en aan de dieren de wilde kruiden te betwisten. Zij, die een zwaard konden hanteeren, slrooplen het omliggende land af en leefden van plundering; maar zij, die door leeftijd, sekse of ziekte niet daartoe in slaat waren, moesten hun eenige hoop bouwen op de liefdadigheid der christen soldalen. Hel leger kwam hun te hulp en stond hun het tiende van den buit af, die op den vijand behaald was.

uit vrees voor de wapenen der kruisvaarders, zicli haastten de vrijlieid te hergeven. Nadat Horms eene schatling belaald liad,

sloegen het don Libanon,

voor

op

teruggebleven begeven en Ieder wachtle

Antiochië op weg te pelgrims.

beleg te I muren vai Tancredo, verraad va

Tal van kruisvaarders bezweken onder de vermoeienissen van het beleg en stierven van honger en ziekte; velen vielen onder de slagen van den vijand. Van degenen, wier dood liet meest betreurd werd, heeft de geschiedenis den naam opge-teekend van Pons van Balazun: hij had zich de algemeene achting onder de kruisvaarders verworven door zijn helder verstand en had, tot aan zijn dood, in overeenstemming mei Uaymond van Agiles, het verhaal der voornaamste gebourte-nissen van den kruistocht opgeteekend. Desgelijks wijdden de kruisvaarders ecu traan aan den dood van Anselmus van Ribau-mont, graaf van Bouchain, wiens kennis, godsvrucht en dapperheid door de kronijken van zijn tijd boogelijk geroemd werden. Zijn overlijden ging gepaard met bovennatuurlijke omslandigheden, welke de kronijken vermelden, en die menin onze eeuw voor een verzinsel van de poëzie zou aanzien.

Op zekeren dag (wij volgen het verhaal van Raymond van Agiles) zag Anselmus den jongen Angelram, zoon des graven van Sint-I'aul, die hij het beleg van Marrah gesneuveld was, zijne tent binnen treden. «Wal is dat?quot; dus sprak Anselmus hem toe; «ik zie u daar iu levende lijve voor mij staan, en ik heb u levenloos op bet slagveld uitgestrekt zien liggen!quot; — « Verneem, dat zij, die voor Jesus Christus strijden, niel sterven,quot; antwoordde Angelram. •— «Maar vanwaar komt die ongewone glans waarmede ik u omgeven zie?quot; vroeg Anselmus verder. Nu loonde Angelram hem in den hemel een paleis van kristal en diamanten: «Daar ontving ik de schoonheid, die u verbaasd heeft,quot; antwoordde hij. «Ziedaar mijn verblijf; voor u bereidt men een veel schooner, dal gij weldra zuil komen bewonen. Vaarwel: wij zien elkander morgen weder.quot; — Dit gezegd hebbende, voegt de geschiedschrijver er bij, keerde Angelram naar den hemel terug. Door deze verschijuing getroffen, liet Anselmus den volgenden ochtend reeds vroegtijdig verscheidene geestelijken bij zich ontbieden, ontving de sacramenten en nam, hoewel hij volkomen gezond was, afscheid van zijne vrienden, met de verzekering, dal hij deze wereld ging verlaten, waar hij hen gekend had. Toen do vijand weinige uien daarna een uitval deed, behoorde Anselmus onder degenen, die hen bestreden; hij werd door een steen aan het voorhoofd getroffen, die, zeggen de geschiedschrijvers, hem iu den hemel naar het schoone paleis zond, dat voor hem gereed gemaakt was. Dit wonderbare verhaal, hetwelk onder de kruisvaarders geloofd werd, is niet het eenige van dien aard, dat de geschiedenis opgeleekeud heeft. Dewijl er echter bijna voortdurend een geest van on-eenigheid onder bet leger der kruisvaarders bestond, gebeurde het menigmaal, dat terwijl de eeue een onbeperkt geloof hechtte aan eenig mirakel, de andere hel uit geest van tegenspraak en naijver ten stelligste loochende. Er vormden zich partijen onder de pelgrims, eu volgens de partij, die men gekozen bad, ijverde men voor ol tegen de miraculeuze verhalen, welke aan het volk gedaan werden.

Zoo werd er tijdens het beleg van Archas onder de pelgrims twijfel geopperd omtrent de ontdekking der lans, wier gezicht den moed der kruisvaarders tijdens den slag van Antiochië aangewakkerd had. De legerplaats der christenen was eensklaps verdeeld in twee groote partijen, die vijandig tegenover elkander stonden. Arnulf van Rohes, volgens'Williehnus van Tyr, eeu man van twijfelachtige zeden, doch zeer ervaren in de geschiedenis en de letteren, durfde het eerst openlijk de eclithoid van hot wonder te betwisten. Deze geestelijke, kapelaan van den hertog van Normandië, haalde al de Normandiërs en de kruisvaarders uil het noorden van Frankrijk tot zijne partij over, die van liet Zuiden schaarden zich aan de zijde van Peter Barlhelemi, een geestelijke, die met den graaf van Toulouse medegekomen was. Deze priester, een eenvoudig man, die zelf geloofde hetgeen hij aan anderen deed gelooven, had eene nieuwe openbaring, en verhaalde in de legerplaats, dat hij Jesus Christus aan hel kruis had zien hangen, de goddeloozè twijfelaars, wier trolsclie rede de verborgen wegen der Voorzienigheid durlde nasporen, aan de zieleangsten en den dood van Judas wijdende. Deze verschijning en andere soortgelijke, prikkelde de verbeeldingskracht der 1'rovenealen, die, volgens Raymond van Agiles, evenveel geloof sloegen aan de verhalen van Barlhelemi als aan het getuigenis der heiligen en der apostelen. Maar Arnulf gal er zijn verwondering over te kennen, dal God zich slechls aan een eenvoudig priester openbaarde, terwijl zich in het leger lal van deugdzame prelaten bevonden; en zonder de tusschenkomst van de goddelijke almacht te loochenen, erkende bij geen andere wonderen dan die der dapperheid en heldhaftigheid der christen soldaten.

Daar de opbrengst der aalmoezen aan de bewaarders der heilige lans geschonken onder de armen verdeeld werd, verhieven dezen, die zeer talrijk in het leger waren, een luid gemor tegen den kapelaan des herlogs van Normandië. Zij schreven aan zijne twijlelzucht en aan die zijner aanhangers al de rampen toe, die de kruisvaarders geleden hadden. Arnulf en zijne partij, die met den dag aangroeide, weten daarentegen de wederwaar-


_L

-ocr page 103-

GKSr.llIRDENIS DER KRUISTOCHTF.N

digheden der clirisloncn aan hunne twisten en den woelzieken | geest van degenen, die zich verbeeldden visioenen te zien. Daarbij verweten de kruisvaarders der provinciën aan die van het zuiden, dat het hun in de gevechten aan mood ontbrak, dat. zij minder bcgeerig waren naar roem dan naar plundering, en zij' hun tijd doorbrachten mei lui optooien hunner paarden en hunner muildieren. Van hunnen kant verweten die uit liet zuiden aan de aanhangers van Aruull' hun klein geiool', hunne heilig-schennende spotternijen en stelden voortdurend nieuwe visioenen tegenover de redeneringen der twijfelaars. Nu eens had men den Evangelist Marcus en de Moeder ()otls gezien, die de echlheid bevestigden van al hetgeen Barlhelemi gezegd had, dan weder den bisschop Adhemar, die zich met hall' verzengden baard en een treurig gelaat vertoond had, zeggende, dat hij zelf eenigc dagen m do vlammen had moeten lijden, dewijl hij een oogenblik geweigerd had aan de ontdekking dor heilige lans te gelooven.

Doze verhalen dienden slechts om de gemoederen nog meer te verhitten. Eindelijk besloot üarthelemi, verleid door hot gewicht van de rol, welke hij tot dusverre gespeeld had en misschien ook door do miraculeuze verhalen zijner aanhangers, die zijne eigene visioenen versterkten, zich aan de vuurproef te onderwerpen om aan allo oneonigheid een einde te maken. Dit besluit herstelde do rust in hot christen leger, en al do pelgrims worden opgeroepen om vau het Godsoordeel getuige te zijn. Op don vastgostelden dag (het was goeden vrijdag) werd een brandstapel van olijftakken in het midden eener grooto vlakte opgericht. Met moerendoel dor kruisvaarders was samengestroomd on alles was voor de vreeselijke proef gereed, toen men Barthelemi zag naderen, vergezeld van priesters, die blootsvoets, in hun priestergewaad, hem, de diepste stilte in acht nemende, al biddende volgden. De priester van Marseille had eono eenvoudige toog aan en droeg de heilige lans, in een zijdon doek gewikkeld, in beide handen. Toen Barlhelemi den brandstapel lot op weinige schreden genaderd was, sprak de kapelaan des graven van Toulouse overluid do volgende woorden: «Zoo deze Jesus Ghrislus van aangezicht tot aangezicht gezien heefl, eu zoo de heilige Andreas hem de goddelijke lans geopenbaard heeft, dal hij ongedeerd door do vlammen wandole; is hij daarentegen plichlig aan bedrog en logen, zoo verbrande hij 'mol do lans, welke hij in zijne handen draagt.quot; Bij die woorden bogen alle aanwezigen eu antwoordden gezamenlijk: «Gods wil jienchiede!quot;

IS'u zinkt Barlholonii op do knieën, neemt den Hemel lol getuige van de waarheid zijner woorden en treedt, na zich in de gebeden der priesters en dor geloovigen aanbevolen lo hebben, den vuurpoel binnen, waartusschen men genoegzame ruimte voor zijn doorlochl gelaten heeft.

Een oogenbiik verwijlde hij te midden der vlammen, zegt Raymond van Agiles, en kwam er, door de genade Gods, uit te voorschijn, zondei dat zijne loog verbrand en zelfs zonder dal do dunne doek, welke dé lans van den Zaligmaker verborg, gezengd was. Dadelijk daarna maakte hij over de jubelende menigte mot de lans hel toekon des kruizes en riep mot luider stomme: God, sta mij bij! Deus, adjuva! In do overtuiging, waarin men verkeordè, dat hij van natuur veranderd was, werd hij, daar iedereen hem wilde naderen en aanraken, door do menigte geweldig gedrongen; zijne klcederen werden verscheurd, terwijl zijn lichaam met kneuzingen overdekt werd; hij zou versmoord geworden zijn, had niet Raymond Peletus, door eenigo krijgers bijgestaan, het volk teruggedreven en hem met levensgevaar onlzet.

Do kapelaan dos graven van Toulouse smukt zijn verhaal mot verscheidene wonderbare oinslandigheden op, die wij onvermeld mconen te kunnen laten. De kronijkschrijver kan geen woorden genoog vinden om de droefheid uit lo drukken, die hom vervult bij bol verhalen van hel treurige lot van Barlhelemi, die weinige dagen later stierf, en op zijn sterfbed zijn warmste aanhangers verwoei, dat zij hem in de noodzakelijkheid gebracht hadden de echtheid zijiior verhalen door zulk eene geduchte proef te bewijzen.

Zijn lichaam werd begraven op de plek zelf, waar de brandstapel gestaan had. Do liaidnokkige liehtgeloovigheid, welke hem aangespoord had om de martelaar zijner eigene visioenen te worden, deed zijne nagedachtenis bij do Pi ovenpalen in grootc vereering houden; maar het grootste gedeelte der pelgrims beriepen zich op het G'iilsomleel en weigerden aan de wonderen te gelooven, die men hun verkondigd had, en sinds hield de voreoring vau de miraculeuse lans op.

Terwijl de kruisvaarders nog om Archas gelegerd waren, ontvingen zij een gezantschap van Alexis. Daar de Grieksche keizer de Latijnen wilde ontzien, beloofde hij, hen met oen leger naar Palestina te zullen volgen, indien zij hem den lijd gaven om de noodige toebereidselen te maken. Alexis beklaagde zich in zijne brieven over de achtergebleven uitvoering der verdragen, waarbij heni de steden van Syrië en Klein-Azié, die in de'macht van de kruisvaarders vielen, overgegeven zouden worden; maar hij beklaagde zich daarover zonder bitterheid, en logde in zijne verwijlen eene bezadigdheid aan don dag, welke genoegzaam bewees dat hij zelf niet van schuld vrij lo pleiten was. Dit gezantschap vond in hel christen leger een zeer ongunstig onthaal. In plaats van zich te zuiveren van den blaam dien men op hen wierp, verweten de christen vorsten den keizer zijn schandelijke vlucht tijdens hel beleg van Antiochië en beschuldigden hem de aan de christen soldalen gezworen trouw geschonden te hebben.

Do kalif van Cairo volgde dezelfde gedragslijn als Alexis. Deze muzelmansche vorst onderhield mol do pelgrims vriendschapsbetrekkingen, welke, naar gelang dor omstandigheden, minder of moer oprecht en steeds ondergeschikt waren aan de vrees, die hunne wapenen hem inboezemden. Hoewel bij lo gelijk mot de christenen en met do Turken ondorhaudelde, haalle hij do oenen, wijl zij de vijanden waren van den profeet, de andiTcn, omdat zij hom Syrië ontnomen hadden. Gebruik makende van het verval der Turken, had hij zich van Palestina meester gemaakt en daar hij voor zijne nieuwe veroveringen vreesde, vaardigde hij eenigo gezanten af naar het christen leger. Dit gozantschap verscheen in de legerplaats der kruisvaarders kort na het vertrek der afgevaardigden van Alexis. Met hen zagen de Franken in hun kamp de ridders terugkeeren, die zij tijdens hel beleg van Antiochië naar Egypte afgevaardigd hadden Deze waren met onderscheiding of met minachting behandeld naarmate de faam de overwinningen of do wederwaardigheden der christenen verkondigde. In de laatste dagen hunner gevaarvolle zending worden zij voor Jerusalem gevoerd, hetwelk door de soldaten van Cairo belegerd werd, en in zegepraal door de Egyplenaren rondgeleid, die er zioh op beroemden de dappere natie der Franken lot bondgenoot te hebben, liij hun aanblik, zeggen de oude kronijken, openden do Turken, door schrik bevangen, de poorifii der stad aan de belegeraars.

Met luid gejubel werden de afgevaardigden van het chrislon leger door de pelgrims ontvangen, dewijl men hen voor dood gehouden had, of ten minste in harde gevangenschap verzuchtende. Men beslonnde hen van alle kanten met vragen naar do kwellingen die zij verduurd, naar de landen die zij doorreisd, naar do stad van Jesus Christus, die zij pas verlaten hadden. Middelerwijl was de raadsvergadering der vorsten bijeen gekomen, om te vernemen welke de zending dor afgozanlen was en of zij oorlog of vrede brachten. In de raadsvergadering toegelaten, begonnen zij met de betuiging der welwillende gevoelens van hun meester jegens het kruisleger, doch eindigden met in zijn naam lo vorklaren dal de poorten van Jerusalem zich sleehts voor ongewapende christenen zonden onlsluilen. Bij hel vernemen van dit belredigonde voorstel, hetwelk zij reeds tijdens de belegering van Antiochië verwierpen, konden de bevelhebbers van het christen leger hunne verontwaardiging niet bedwingen. Zij wezen het niet alleen met verachting van de hand, maar dreigden zelfs de Egyptische gezanten, dat zij mol hun zegevierend leger tol aan de oevers van don Nijl zouden doordringen.

Terstond werd tot do ophefling van het beleg besloten en werd alles ijlings lol hel vertrok in gereedheid gebracht. Hel kamp, waarin zij zoo voel ellende verduurd hadden, werd onder vreugdejubel aan de vlammen prijsgegeven. Alleen Raymond was vertoornd, dat men de belegering van Archas opgegeven had, en toen liet christen leger zich verwijderde van tie stad, welke hij aan zioh had willen onderwerpen, knarste hij op de tanden en volgde morrende zijne wapenmakkers, die geen andere gedachte meer hadden dan die vau Jerusalem te verlossen.


-ocr page 104-

YIEEDE BOEK

TOCHT NAtVR JERUSALEM. — BELEG VAN [

NIEUWE KRUISTOCHT.

E HEILIGE STAD. — SLAG BIJ ASCALON. — — BESCHOUWINGEN.


HOI.

1099

(De kruisvaarders zetten hun tccht naar Jerusalem voort; volkomen overeenstem het aauschouweu der heilige slad; historische beschrijving der stad van D; en belegering; smartelijke verhalen der christen vluchtelingen; mislukki krachten der belegeraars; de Genueezen brengen onverwachte hulp; er wcderzijdschen wrok af; toespraak van Peter den Kluizenaar bij 'het ; algeineene bestorming.)

Men zal zich lierinncren dat Autiocliiü meer dan driemaal honderd duizend gewapende kruisvaarders voor zijne wallen aanschouwd had. Tweemaal honderd duizend waren door de gevecliltm, de ellende en de ziekten weggeraapl. Een groot aantal clirislenen, legen de vermoeienissen van den heiligen oorlog niet bi'stnnd. waren, alle hoop opgevende Jerusalem te hereiken,' naar Europa teruggekeerd. Veleu ook hadden zich metterwoon nedergezet iu Antiochië, Edessa of andere steden, die zij van de overheei'sching der ongelooyigen verlost hadden. Dientengevolge telde het leger, dat de heilige plaatsen rnoest veroveren, dan ook ter imnwcrnood vijflig duizend strijders onder zijne vanen.en zal zich lierinncren dat Autiocliiü meer dan driemaal honderd duizend gewapende kruisvaarders voor zijne wallen aanschouwd had. Tweemaal honderd duizend waren door de gevecliltm, de ellende en de ziekten weggeraapl. Een groot aantal clirislenen, legen de vermoeienissen van den heiligen oorlog niet bi'stnnd. waren, alle hoop opgevende Jerusalem te hereiken,' naar Europa teruggekeerd. Veleu ook hadden zich metterwoon nedergezet iu Antiochië, Edessa of andere steden, die zij van de overheei'sching der ongelooyigen verlost hadden. Dientengevolge telde het leger, dat de heilige plaatsen rnoest veroveren, dan ook ter imnwcrnood vijflig duizend strijders onder zijne vanen.

Nochlaiis aarzelden de hevelhebbers niet lumne onderneming door te zetten. De overblijvende soldaten waren gehard tegen alle vermoeienissen en zij werden niet meer vergezeld door eene nuttelooze menigte,'die hun tot last was. Hoe minder talrijk zij waren, hoe minder gevaar er bestond voor teugelloosheid, losbandigheid en sdiaarsclite. In zekeren zin versterkt door hunne verliezen, waren zij misschien meer te duchten dan bij het begin van den oorlog, terwijl de herinnering aan hunne krijgsverrichtingen hun moed en dapperheid schraagde, eu de vrees voor hunne wapenen bet Oosten in den waan kon brengen dal zij nog een maehlig leger bezaten.

Na den emir van Tripoli in een bloedigen slag overwonnen en hem gedwongen te hebben zijne hooldslad door het betalen eener groote brandschatting van de plundering vrij le koopen, begaven de kruisvaarders zich naar Jerusalem op weg. Het was op het einde van .Mei: de looi der lente en de schatten van den zomer zeilen een on bescli rij lelijke bekoorlijkheid bij aan bet landschap, dat zich tusschen de zee van Phemcië en de bergen van den Libanon uilbreidde. Veelbelovende korenakkers, waarvan dc oogsl reeds door de zon van Syrië begon le rijpen, menigvuldige kudden, die in de dalen ol' op de liellingen tier heuvelen graasden, oranje-, jujubes- en granaatboomen, wier kleurige vruchten hun het land van belol'le verkondigden; heldere, overvloedige bronnen, velden, bedekt met olijl- en moerbeziën-boomen, statige palmboomen, die de kruisvaarders voor bet eerst op hunnen weg onlmoeUen, al de rijkdommen van eon vruchtbaren bodem vertoonden zich aan de blikken van een leger, dat de onvruchtbaarste, akeligste wildernissen was doorgetrokken en al de verschrikkingen van den hongersnood gekend had. De geestdrift der soldaten van het kruis ontwaakte met verjongde kracht bij bet zien van dien Libanon, waarvan de Schnfluur de glorie verkondigd heeft en ongetwijfeld zocht menig pelgrim met de oogen op die bergen de vermaarde ceders waarvan zij zooveel gehoord hadden.

ding hunner bewegingen; weg, dien zij volgen; vervoering der kruisvaarders bij fid; vcrJedigingsiniddelen der Sarraceuen; ontmoeting mot deu vijand; insluiting g van de eerste bestorming; het gebrek aan water en levensmiddelen verlamt de vordi hout gehakt om machines te bouwen; ïancredo en üaymond zweren hun der heiligschennissen van de belegerden; men maakt zich gereed tot ecu

Onder de voortbrengselen van Pbenicië trok vooral een gewas, waarvan bel sap zoeter was dan honig, de aandacht der'kruisvaarders. Dit gewas was hot suikerriet; men verbouwde het in verscheidene provinciën van Syrië en vooral op bet grondgebied van Tripoli, waar men de kunst verstond er de zelfstandigheid uit le persen, welke de bewoners zucra heetten. Naar het verbaal van Albertus van Aix, was hel den christenen van veel nut geweest, toen zij bij de belegering van Marrab en Archas hongersnood leden. Deze plant, welker merg tegenwoordig zulk een aanzienlijk handelsartikel vornil, was tol dusverre in het Westen onbekend. De pelgrims maaklen baar in Europa bekend; tegen hel einde der kruislochlen werd ze naar llalië en Sicilië oveige-brachl, terwijl de Sarracenen haar in het koninklijk Grenada invoerden, vanwaar de Spanjaarden haar later naar Madera en de Amerikaansche koloniën overplantten.

Hel christen leger volgde do zeekust, waar het door de vloten der 1'isaners, der Genueezen en die der Vlaamsche zeeroovers van levensmiddelen kon voorzien worden. Er waien, zegt de monnik Robert, drie wegen om zich naar Jerusalem te begeven: de eene, over Damascus, was gemakkelijk eu voerde bijna steeds door de vlakte; de andere, over den Libanon, leverde veel moeielijkhedeu op voor het vervoer met wagens en paarden; de derde langs de kusten der zee. Dezen laatslen volgden de kruisvaarders. Een menigte christenen eu vrome kluizenaars, die den Libanon bewoonden, kwamen toesnellen om hunne broeders van hel Westen le begroeien, hun levensmiddelen te brengen en hun tot gids le dienen.

De kronijken van dien tijd gewagen met lof van de bewonderenswaardige orde, welke in dal zoo lang door oneenigheid verdeelde leger heerschle. Vaandeldragers gingen den pelgrims vooruil; dan volgden de verschillende legerkorpsen, in hun midden bevond zich de bagage; de geestelijkheid, de ongewapende menigte besloten den irein. Voorldtirend schalden de irompellen, en de voorste gelederen trokken langzaam vouri, opdat de zwakste pelgrims in staat zouden zijn hel leger bij le houden. Ieder waakte des nachts op zijne beurt en als men eenige reden had om een overval le duchten, bleef hel gansche leger onder de wapens. Men strafte degenen, die aan Je tucht te kort deden, en onderrichtte hen die er de regelen niet van kenden; de bevelhebbers en de priesters vermaanden alle kruisvaarders elkander bij le staan en hel voorbeeld der evangelische deugden te geven; allen waren moedig, geduldig, ernstig, menschlievend of trachtten het te zijn.

De kruisvaarders trokken door het gebied van Botrys (tegenwoordig Balrun), van Byblus (Üsjebaïl) en gingen don Lycus


-ocr page 105-

GESCHIEDENIS DER KHUISTOCHTEN.

SS

(h'ahr-el-Kdb) bij zijne inonding uvcr. /00 gruul was de scluik, welken hunne nadering aan de muzelmannen inboezemde, «lal zij geen vijanden onlinoellen op plaatsen, waar, volgens bet verbaal van een ooggvluige, honderd Surram'itschc slrijders hel (jeheele menschdom zouden hebben kunnen leitenhoiiden. Door de bergpassen bij de monding van den Lycus kwam bel kruisleger op bel vi'ucblbare grondgebied van lirrilb (Hi'nronl); zij zagen Sidon en Tyrus en namen eenige rust in de laeheude tuinen dier oude handelssteden. De muzelmannen, die zich binnen hunne muren opgesloten hielden, zonden bun levensmiddelen, mei de bede, de tuinen en do boomgaarden, die liet, sieraad en den rijkdom van bun land uilinaaklen, te sparen. Vóór zij Tyrus bereikten, vertoefden zij drie dageu op do oevers van de ISahr-Kancmich iu een lommerrijk dal. Hier werden zij aangevallen door sUmgen ol' inseeten, die men taventes noemde en wier boet een plotselinge opzwelling veroorzaakte, gepaard mei hevige en iioodelijke pijnen. De aanblik dier kruipdieren, die zij verjoegen door sieonen tegen elkander le slaan ol' door lumne schilden te doen klinken, vervulde de pelgrims met angst en ontzetting; bet beste geneesmiddel, dal de mu/.eimansebe bewoners bun tegen dien doodelijken beet aan de band gaven, was de wond sterk uil te drukken om de verspreiding van hel gil' te voorkomen. Eenige inuzelmansche soldaten, die zich builen de muren van Sidon gewaagd hadden, duiTden de kruisvaarders bij bun vertrek dreigen; doch de geestgesteldheid der bevelhebbers was zoo gunstig veranderd, dal zij dal voorwendsel 11 iel aangrepen om de stad te bemachtigen ol' van de inwoners eene schatting 1 • vorderen: niets kou beu meer van hunne groote ondernemin,; alleiden. De meeste vorsten die door den oorlog geruïneerd waren, trachtten zich niet meer door veroveringen te verrijken; om hunne soldaten te onderhouden waren zij iu de soldij getreden van den graaf van Toulouse, dien zij niet genegen waren. Deze soort van vernedering moest hun hoogmoed veel kosten, maar naarmate zij de heilige stad naderden zou men gezegd hebben, dal zij iels van hunne eerzucht ol hun onverzellelijkeu trots verloren en hunne aanspraken en twisten vergaten.

Allijd de kusten van de zee volgende, lieten de christenen de bergen achter zich en kwamen in de vlakte van Ptolomaïs, tegenwoordig Sainl-Jean-d'Acre. De emir, die in die stad voor den kalil' van Egypte bel bevel voerde, zond hun levensmiddelen en beloofde bun zich over te geven, zoodra zij Jerusalem zouden ingenomen hebben. Daar de kruisvaarders volstrekt geen plan hadden om Ptoloma'is aan te lasten, ontvingen zij met vreugde de onderwerping en de beloften van den Egyptischen emir, maar kort daarna ontdekten zij, door een toeval, dat de gouverneur der stad geen ander doel had dan hen van zijn grondgebied le verwijderen en hun vijanden op den hals te zenden in hel land, door hetwelk hun weg beu voerde. Na de velden van Ptolomaïs verlaten le hebben, liet hel christen leger (laïplia rechts liggen, trok op eenigen afstand den berg Carmel voorbij en sloeg aan bel meer van Gesarea zijne legerplaats op. Terwijl de kruisvaarders bier verwijlden, viel eene duif, aan de klauwen van een roofvogel ontsnapt, levenloos in bet kamp neder. De bisschop van Apt, die den vogel opnam, vond onder zijne vleugels een brief door den emir van Plolomaï-; aan dien van Cesarea gericht: «Hel gevloekte ras der chrisleuen,quot; schreef bij, «is over mijn grondgebied gelrokken; zij betreden lliaus bel uwe: dal al de bevelhebbers der muzeimanscbe sleden van bun locbi verwittigd worden en zij maatregelen nemen om onze vijanden le verpletteren.quot; Deze briel werd in de raadsvergadering der vorsten en ten aanboore van hel gelieele leger voorgelezen. Volgens bel verhaal van Haymond van Agiles waren de pelgrims verrukt over dit voorval, want zij meenden daarin een toeken le zien, dal God bun onderneming béscbermde dewijl Hij hun de vogelen des hemels toezond, om hun de geheimen der ongcloovigen le verraden.

Met nieuwe geestdrift vervuld, vervolgden zij bun weg, verwijderden zich van de zeekust en lieten Antipatrides en Joppe (Jaffa) rechts liggen; door eene uitgestrekte vlakte kwamen zij te Eydda (hel oude Diospolis, vermaard door den marteldood van Siul-Joris). Men zal zich herinneren, dal Siul-.loris de schutspatroon der christen krijgers was en zij Irnn dikwijls te midden der veldslagen met ben tegen de ongcloovigen hadden mecnen le zien strijden. De kruisvaarders lieten le Eydda een bisschop en priesters aehter, om de altaren van den doorluebtigen maitelaar te bedienen, en schonken bun hel tiende deel van al de rijkdommen, die op de muzelmannen buit gemaakt waren. Zij bezetten daarop Ramleb, eene stad, die door de kruistochten vermaard zou worden. Die plaats, welke zij door de inwoners verlaten vonden, was nog slechls door een afstand van tien mijlen van Jerusalem gescheiden. Die omstandigheid in aanmerking genomen, zal men moeielijk kunnen gelooven, wat wij gaan mededeelen. Die edelaardige krijgers, die zoovele gevaren getrotseerd en zooveel volken overwonnen hadden om do heilige stad le bereiken, beraadslaagden toen in allen erusl of zij Cairo of Damascus zouden gaan belegeren. Die menigte strijders niet meer om zich been ziende, welke Anlioclnë en Nicea veroverd hadden, scheen do hoop op de overwinning ben een oogenhlik te verlaten; de gevaren en vermoeienissen, die ben aan de poorten der stad, hel doel van bun tocht, verbeidden, schrikten ben plotseling af, en, de laatste beproevingen nabij, schenen zij in den grond huns harten le zeggen, evenals de God-inenscb, op hel oogenhlik dal Hij zijn smarlelijk offer ging volbrengen, dal dew heil; verre van ons ga! De bcriunering aan hunne schillereude krijgsverrichtingen, de gevoelens, welke de nabijheid der heilige plaatsen in hen moest opwekken, deden hen echter over hunne kleinmoedigheid zegevieren; met een-parigheiil van stemmen besloten de bevelhebbers naar Jerusalem op te rukken.

Terwijl het christen leger zijn einddoel nader kwam, spoedden de muzelmannen, die de beide oevers van den Jordaan, de grenzen van Arabic en de landouwen van Sichem bewoonden, zich naar de hoofdstad van Palestina, eenigen om haar mei de wapens in de band te verdedigen, anderen om er met hunne gezinnen en hunne kudden een veilige wijkplaats te zoeken. Overal waar zij voorbijkwamen, werden de chrislenen van bel land gehoond, mishandeld en mei ketenen beladen, de kerken en bedeplaalsen geplunderd en aan de vlammen prijsgegeven. Al de streken, die in de nabijheid van Jerusalem lagen, waren het tooneel der gruwzaamste verwoesting; sleden en velden waren alom getuige van de ijselijkheden van den oorlog.

Ramleb vertalende, naderden de kruisvaarders de bergen van Judea. Die bergen, op welke Jerusalem gebouwd is, verloouen niet den aanblik van den Taurus of den Libanon: de blauwachtige toppen, waaraan de hemel zijn vveldoenden dauw schijnt le onthouden, zijn zonder groen en zonder lommer; die dorre wildernissen hebben geen andere bewoners dan bel wilde zwijn en dc gazelle, den arend en den gier. Het is ais treuren zij met Jsiaël en roepen den reiziger de statige en weemoedige dichterlijkheid der profeten voor den geest. Vooral aan de oost- en zuidzijde vertoont zich hel land van Jerusalem in zijne gansche naaktheid aan hol oog van den reiziger: de westzijde, langs welke de soldaten van bel kruis naderden, bezit heuvelen mei struikgewas begroeid, terwijl eenige olijfplantingen de nabijheid der armoedige gehuchten aanduiden.

Met moeite en sle.dils zeer langzaam zette het christen leger zijn tocht voort door een nauw dal Uisscbeii twee door de zonnehitte verschroeide bergen. Dc weg, dien zij volgden, was door de bergstrcoaien gevormd; die lijdeus de onweders in woeste vaart van de bergen noersebieloude wateren hadden ontzaggelijke rotsblokken losgescheurd eu wild dooreen geslingerd; opeenboopiagen van zand, diepe kuilen beletten telkens hel voortgaan eu moesten eerst weggeruimd of gevuld worden. Op die gevaarvolle punten had een handvol Turken den kruisvaarders gevoelige verliezen kunnen toebrengen en misschien over hen zegevieren, maar geen vijand liet zich zien en dit gat hun recht om te denken dal God zelf bun de locgangen lol üe heilige stad overleverde.

Hij liet aanbreken van den dag op weg gegaan, bereikte hel kruisleger legen den avond hel dorp Analhotti, helwclk Wilhelmus van Tyr ten onrcehle Emmaus noemt. Analholli lag in een dal, dal door een heerlijke beek verfrischl wordt; de pelgrims besloten er den uacbl door le brengen. Uier ontvingsn zij stellige berichten omtrent den toestand van het land en de stad Jerusalem, die in de onmiddelijke nabijheid lag: christen vlucblelingon verbaalden, dat in Galiiea, in het land van Sichem en den omtrek van den Jordaan alles platgebrand was, dewijl de muzelaumnen, die zich met hunne kudden naar de heilige stad spoedden om daar eene wijkplaats le vinden, op hun weg de kerken en de woningen der èbrislenen plunderden en daarna in brand slaken. Kort daarna verscheen eene deputatie der geloovigen van Belblehem, die aan de bevelhebbers van het christen leger om hulp tegen de Turken kwamen verzoeken. Godfried ontving de afgevaardigden met veel welwillendheid en zond dadelijk Tancredo met honderd goed gewapende ruiters af. Deze kruisvaardeis werden te Rethleliem met vreugdegejuich door de christenen ontvangen; onder hel zingen van de psalmen der verlossing bezocblen zij den stal, waar de Zaligmaker werd geboren, waarna de dappere Tancredo zijne vlag van den toren deed uitsteken op belzelfde uur, dal de geboorte van Jesus aan de herders van Judea bekend gemaakt werd.

Niemand kou zich gedurende den nacht in Anatholh doorgebracht aan den slaap overgeven. Eene maaneklips veroorzaakte plotseling de diepste duisternis; daarna vertoonde zich de maan als door een bloedig lloers bedekt; dc kruisvaarders werden door schrik bevangen, maar zij, die den loop en de beweijiiKj der hemellichamen kenden, zegt Alberlus van Aix, stelden hunne wapenbroeders gerust, door bun mede le doelen, dal eene zoneklips aan de christenen noodlottig had kunnen zijn, maar dal eene maaneklips klaarblijkelijk de verdelging dér ongcloovigen aankondigde. Dij bel aanbreken van den dag


-ocr page 106-

36 GESCIIIKOFINIS DRIl KRUISTOCHTEN.

hervatte liet leger den loclit. De kruisvaarders lielea hel kaslcel Mod in, vermaard door de begraafplaats dor Maehabeën, aan hunne rechterzijde liggen; maar deze eerbiedwaardige bouwval boeide lernauwcrnood hunne aandachl, zoozeer hield de gedachte aan Jerusalem hen bezig. Zouder halt te houden gingen zij hel dal van Terebiulhiis door, dat door de proleten bezongen is; desgelijks doorwaadden zij de beek, waarin David de vijl keisteenen opraapte, waarmede hij den reus Goliaih doodde; aan hunne rechter- en linkerzijde verhieven zich bergen, waar do legerscharen van Israël en die der IMiilistijuen kampeerden: al die historische herinneringen gingen voor do krijgers van het kruis verloren. Toen zij don laatslen berg beklommen hadden, welke hen van de heilige stad scheidde, vertoonde zich Jerusalem plotseling aan hunne oogen. Do eersten, die haar zagen, riepen in vervoering uit: Jerusalem! .lerusulcin! Denaam van Jerusalem vliegt van mond tol mond, van golid lot gelid, en weergalmt in do dalen, waar zich nog de achterhoede der kruisvaarders bevond. « O goede Jesus,quot; zeg! de monnik Uobcrl, die ooggetuige was, «welk een vlood van Iranen welde op uit de oogen der christenen, toen zij uwe heilige stad zagen!quot; Eenigen springen van hunne paarden en zinken op do knieën; anderen kussen, onder het slaken van diepe zuchlon, dien grond, die door den Verlosser betreden werd. Versclieidenen ontdoen zich van hunne wapenen en strekken de armen uit naar de stad van Jesus Christus, terwijl allen als uil één mond roepen: Cod wil hel! God wil hel! en do gelollen hernieuwen, die zij zoo dikwerf afgelegd hebben van Jerusalem te verlossen.

Omtrent' de stichting en don oorsprong van Jerusalem laat ons de geschiedenis in hel onzekere. Hot algemeen gevoelen is echter, dal Melchisedech, die in de Schriftuur koning van Salem genoemd wordt, er zijn verblijl hield; daarna werd hot de hoofdstad der Jobuseërs, hetgeen haar don naam deed geven \an stad van Jebu.i. Van den naam Jehus on dien van Sitlern, die visioen of verblijf des vrede.s beteokenl, had men den naam van Jerusalem gevormd, dien do stad onderdo koningen van Juda droeg.

Reeds in de vroegste oudheid dood Jornsalem voor gcon enkele stad van Azië in luister onder. Jeremias noemt tiaar de bewonderenswaardige slad uithoofde van bare schoonheid. David noemt haar de roemrijhsle en doorluchlijsle slad ran lui Dosten. Door don aard van hare geheel godsdionstige wetgeving toonde zij altijd eene onvervvinnelijke gehechtheid aan hare wetten; maar zij was menigmaal hol slaohtollbr der dweepzucht van bare vijanden en van hare eigene inwoners. Hare stichters, zegt Tacitus, die voorzien hadden, dal het verschil van zeden een bron van oorlogen zon wezen, hadden al hot mogelijko in het werk gesteld om haar te versterken, en in de eerste lijden van hel Romeinsche keizerrijk was zij een der slorksle vestingen van Azië.

Jerusalem vormde ten tijde der kruistochlen, evenals op den huidigon dag, een langwerpig vierkant van oon mijl in omtrek. Het omvat in zijne muren vier henvelon die als oven zooveel golvingen van het terrein door de stad zijn: de Moriah, waarop de moskee van Omar een gedeelte der pkuits van den tempel van Salomon inneemt; de C.ohjolhu, waarop do kerk der Verrijzenis zich verheft, de liezelha en de Arm. Slechts een gedeelte van den berg Sion is in do muren van Jornsalem aan do zuidzijde besloten. Ten tijde der Hebreeuwsclie koningen had do heilige stad een grootore uilgestrektheid; bij haren wederopbouw door Madrianus, na hare verwoesting, verloor zij van haren vroegeren omvang ten zuiden, ten westen en ten noorden. De Olijfberg beheerscbi Jerusalem aan de oostzijde; tusschen dezen bergen do stad vertoont zich hel dal van Josaphal als een breed ravijn door hetwelk de beek van Ceilron loopt.

Dewijl Jerusalem, onderdo overheorscbing der muzelnianneii, voortdurend de hebzucht dor veroveraars opwekte, en met lederen dag nmiwe vijanden elkander hol bezit daarvan betwistten, had men niet verzuimd het te versterken. Do Ksjyp-tenaren, die de plaats pas op de Turken veroverd hadden, maakten zich gereed haar tot hel uiterste te verdedigen, niet togen de krijgers, welke zij overwonnen hadden, maar tegen vijanden, die niet door de wallen van Anliochië en 'talrijke legerscharen in hun zegevierenden tocht hadden kunnen gestuit worden.

iiij de nadering der kruisvaarders had de plaatsbekiecder van don kalif, Iftikhar-daule, de waterputten doen dempen of vergiftigen en zich omringd door een woestenij, waarin de pelgrims aan allo ontberingen Ier prooi moesten zijn. Een groote voorraad levensmiddelen, genoegzaam om eeu langdurig beleg te kunnen doorstaan, was in de stad bijoengebrachl. Een men iglo arbeiders werkten dag en nacht aan bel graven van grachten, aan bet herstellen der torens en der wallen. De bozetting bestond uit veertig duizend man, terwijl twintig duizend inwoners de wapens opgevat hadden De imams dei' stad doorliepen de stralen, bet volk lot de verdediging opwekkende, schiklwachten waakten voortdurend op de minarels, de muren van Jerusalem en eji den Olijfberg.

Kort voor de morgenschemering van -icn dag waarop de kruisvaarders Jerusalem zouden aanschouwen, verliet Bonclewijn van Uourges, zijn ongeduld niet lang- r kunnende bedwingen, van dertig ridders vergezeld, het kamp en reed don weg op naar Jerusalem. Weldra had men hem van de wallen der slad in het oog gekregen en kwamen eene groote menigte Sarra-ceeuscho ruiters op hom af; de ridder en zijne wapeuinakkors hielden moedig stand en verweerden zich dapper; doch zij zouden voor de overmacht bezweken zijn, hadde niet Tancredo, dio na een bezetting in Bethleëm achiorgelaten te hebben, op weg was om zich weder bij het groote leger aan to sluiten, hem te goeder ure ontzet. Na den vijand tol aan de poorten der slad vervolgd te hebben, verzocht Tancredo zijne metgezellen hemoj eenigen afstand te wachten en begaf zich onverzeld naar den Olijtberg. vanwaar hij een ruim en onbelemmerd uitzicht had oij de stad, die hel loon zou zijn van de vermoeienissen en d-holdendaden der pelgrims. Hij werd in zijne vrome beschouwing gestoord door 'het zien van vijf muzelmannen, die op hora afkwamen. Tancredo zocht het gevecht niet lo ontwijken: drie dor aanvallers moesten hunne stoutheid met den dood bekoopen, de beide anderen vluchtten naar de slad. Zonder zijn slap te verhaaslen, keerde Tancredo naar de zijnen terug en reed mot hen het chrisleu leger tegemoet, dat in zijne geestdrift ordeloos de heilige stad naderde, terwijl het de woorden van Isaïas zong; Jerusalem, sla uwe ooijen op en zie den beurijder, die uwe boeien koml verbreken.

Daags na hunne aankomst begonnen de kruisvaarders reeds de noodige schikkingen te maken voor de belegering der stad. Ton noorden vindt men eene tamelijk groote met olijfboomen beplante vlakte, welke het geschiktste terrein opleverde voor eene groote legerplaats. Godfried van Bouillon, Robert, graaf van Normandië, en Robert, graaf van Vlaanderen, sloegen hier linnne tenten op: zij waren gelegerd tusschen de grot van Jeremias en de begraafplaatsen der koningen en hadden de poort van Damascus en het poortje van lierodes, thans toegemetseld, voor zich; rechts van Godfried en de beide Roberts bozolle Tancredo hot terrein, tegenover de noordwosUijde dor muren. Op Tancredo volgde Raymond, graaf van Toulouse, die met de zijnen post gevat had tegenover de Westerpoorl. Zijne tenten bedekten de hoogten, die tegenwoordig den naam van heuvelen van Sint-Joris dragen, van de wallen gescheiden door het nauwe dal van Epbraïm en eon groolen badvijver. Deze stolling veroorloofde hein uiet daadwerkelijk tot hot beleg mede te werken, hetgeen hem noopte een deel van zijne troepen over lo brengen naar de zuidzijde der stad, op den borg Sion, terzelfder plaatse waar Jesus Christus met zijne discipelen het raaschfeosl gevierd had. Hel gedeelte van den borg Sion, dat niet in de slad besloten is, bood destijds, evenals heden ten dage, uiet veel ruinile aan; daarbij konden de chrislenen, die er gelegerd waren, bereikt worden door de pijlen, die van de wallen op hen algeschoten werden. De geringe troopenmacht der cbrislenen was slechts toereikende de holfl van do slad in te sluiten, zoodat dal gedeelte onbezet bleef, hetwelk ion zuiden door hol dal van Gilon of Siloë, teu oosten door hel dal van Josaphal beveiligd wordt. Op den Olijfberg stelde men echter oen observaliopost.

Rondom Jerusalem riep elke schrodo, die de pelgrims deden, Iiiiii eene aan den godsdienst dierbare herinnering voor don geest. Op dal gauscho grondgebied, door de eliristoiien zoo hoog vereerd, was geen dal, geen heuvel, geen berg, die niet ecu naam droeg in de gewijde geschiedenis. Alles wat zij zagen verlevendigde hun geestdrift of vuurde die aan. Voornamelijk konden zij hunne oogen niet afwenden van de heilige slad, en i beweenden zij den staat van vernedering waartoe zij vervallen was. Die eertijds zoo prachtige slad scheen begraven onder hare eigene puinhoopen en men kou loon, om ons van de uitdrukkingen van Flavins Josephus te bedienen, zichzelven in Jerusalem alvragen waar Jerusalem was. Met hare vierkante huizen zonder vensters en met een terrasvormig dak gedekt, vertoonde zij zich aan de oogen der kruisvaarders als eene reusachlige massa van sleenoii tusschen do rotsen opgestapeld. Biniion hare muren ontwaarde men slechts hier en daar eenige I cipressen en palinboomen, waarlusschen zich kerktorens in | de wijk der christenen en moskeeën in die dor ongeloovigen : verhieven. In de dalen en op de heuvelen rondom de stad, | die volgens do oude overleveringen bedekt waren mot fraaie, lommerrijke tuiiion, groeiden met moeile eenige alleenstaande olijfboomen eu de stekelige wegedoorn. De aanblik van die dorre volden, van die sleeuachligen rooden bodem, van die door de zon verbrande natuur, vervulde de pelgrims mot sombere droefgeesligheid doch wekte te gelijk hun godsdienstigen ijver oii. Hot was hun als boorden zij de slem dor profeten, die de slavernij en de rampen der stad Gods voorzegd hadden, welke thans echter weldra een einde zouden nemen, daar zij zich bestemd achtlen haar haren vroegeren glans en luister 1 te hergeven.


-ocr page 107-
-ocr page 108-
-ocr page 109-

GESCHIKORNIS DER KIUJISTÜCHTKN.

Wat dun ijver der kruisvaarders voor de verlossing der lieilige slail nog meer aanwakkerde, was de versciiijning in hunne legerplaats van een groot aantal christenen uit .lerusaleni, die, van hunne bezittingen berooid en uit hunne woningen verdreven, bij hunne broeders van hel Westen hulp en gastvrijheid kwamen zoeken. Deze christenen hingen een droevig tafereel op van de vervolgingen, die do Turken hadden doen ondergaan aan allen, die den godsdienst van Jesus Christus beleden. Vrouwen, kinderen, grijsaards werden ais gijzelaars opgesloten, de mannen die in staat waren de wapens te dragen, weiden genoodzaakt tot het verrichten van een arbeid, die hunne krachten te boven ging. J)e overste van het voornaamste gasthuis der pelgrims was met een groot aantal andere christenen in de boeien gesloten ea in de gevangenis geworpen. Men had de schatkamers der kerken geplunderd om in het onderhoud der tnuzelmansche soldaten te voorzien. De patriarch Simeon had zich naar het eiland Cyprus begeven, om er de lieldadigheid der geloovigen in te roepen en zijne kudde te redden van den ondergang, waarmede zij bedreigd werd, indien bij de ongehoorde schatting niet betaalde, welke de verdrukkers dei' heilige stad hein opgelegd hadden. lederen dag ondergingen de christenen van Jerusalem nieuwe mishandelingen en beschimpingen, en reeds verscheidene malen hadden de ongeloqvigen het plan gevormd het heilig gral en de kerk der Verrijzenis aan de vlammen prijs te geven en geheel te verwoesten.

Onder het verhaal dier wreede verdrukkingen bleven de gevluchte christenen, beangstigd over het lot hunner achler-gebleven broeders, niet in gebreke de pelgrims aan te vuren zoo spoedig mogelijk lot de bestorming van Jerusalem over te gaan. Reeds in de eerste dagen der belegering kwam een heremiet, die op den Olijfberg cene kluis bewoonde, zijne smeekbeden paren aan die der uil Jerusalem verdreven christenen en bezwoer bij de kruisvaarders, in naam van Jesns Christus, een algemeene bestorming te ondernemen. Dezen, die noch ladders, noch belegeringswerktuigen bezaten, gaven gehoor aan (le raadgevingen van den vromen kluizenaar en meenden dal hunne stoutmoedigheid en hunne zwaarden voldoende waren om de wallen der vijanden te vermeesteren. De bevelhebbers, die zoo vele wonderen hadden zien verrichten door de dapperheid en de geestdrift der soldaten van het kruis, en de langdurige ontberingen van het beleg van Antiochië niet vergelen hadden, meenden aan het ongeduld des legers te moeten toegeven; daarbij had bet aanschouwen van Jerusalem de kruisvaarders met een moed vervuld, dien men onwederstaanhaar mocht achten en zelfs de minst geloovige twijfelde er niel aan, of God zou hunne dapperheid door mirakelen ondersteunen.

Op het eerste teeken naderde het christen leger in goede orde de wallen. In dicht opeengedrongen scharen vereenigd, dekten eenigen zich met hunne schilden, die boven hunne hooiden een ondoordringbaar verwulfsel vormden en poogden de muren met pieken en hamers te verbrokkelen, terwijl anderen, in lange rijen opgesteld, zich op eenigen afstand bielden en zich van den slinger en den kruisboog bedienden. Kokende olie, brandend pek, zware steenklompen, reusachtige balken vielen op de voorste gelederen der christenen neder, doch niels kon de belegeraars afschrikken. Reeds was de voormuur onder hunne slagen bezweken, maar de hechtlieid van den binnenmuur spotte met al hunne pogingen. Kr was slechts een enkele ladder voorhanden die tot aan den kruin der wallen reikte; tallooze dapperen betwisten elkander de eer haar te beklimmen, en eenigen hunner, die den top van den muur bereikt hebben, rakeu handgemeen met do Egyptcnaren, die verstomd waren over zulk een aan het bovennatuurlijke grenzenden heldenmoed. Ongetwijfeld zouden de kruisvaarders Jerusalem (lien dag ingenomen hebben, indien zij de vereischte belegeringswerkluigen bezeten hadden; maar do belegerden hersleldeu zieb spoedig van hunne verbazing, en de Hemel verrichtte de wonderen niet die de kluizenaar beloofd had; door het aantal overmand, konden de eerste aanvallers door hunne makkers niet bijgestaan worden en vonden allen een roemrijken dood op de wallen, die zij beklommen hadden.

Hunne onvoorzichtigheid en lichtgeloovigheid betreurende, keerden de kruisvaarders in bun kamp terug. Deze eerste tegenspoed leerde hun, dal zij niel altijd op wonderen mochten rekenen en in de eerste plaats oorlogsvyerkluigen moesten bouwen; maar hel viel uiterst moeielijk zich bet benoodigde bout le verscballen in een streek , waar men slechts kale rotsen en een naakten bodem aantrof. Verscheidene afdeelingen werden op ontdekking uitgezonden, liet toeval deed eenige soldaten in cene spelonk zware balken vinden, die naar het kamp overgebracht werden. Men sloopte de buizen en zelfs de kerken uil den omtrek, die niel in brand gesloken waren, en al bet hout, dal aan de vernielzucht van den vijand ontgaan was, werd tot den bouw der machines aangewend.

Intusschen beantwoordde de vordering van hel beleg niel aan het ongeduld der kruisvaarders en er begon zich weldra wederom gebrek te doen gevoelen. In de grootste hitte van den zomer was bet kruisleger voor Jerusalem aangekomen. De beek van Cedron was uitgedroogd; al de walcrpullen in den omtrek waren gedempt of vergiftigd. Do bron van Siloö, die bij tusschenpoozen vloeide, kon niel genoegzaam water opleveren voor de menigte pelgrims. Ouder een giocienden hemel, le midden van een verdorde landstreek, zag zich bel christen leger weldra aan al de kwellingen van den dorst ter prooi.

Dag en naclil doolden de pelgrims, hel gevaar niet achtende van in de banden der muzelmannen le vallen, naar water zoekende door hel gebergte en de dalen; wanneer er eene bron of oen put ontdekt was, stormde men er van alle zijden heen en helwisllo elkander menigmaal met de wapens in de hand eenige druppels drabbig water. De bewoners uil de omstreken brachten, van tijd lot lijd, in lederen zakken water in hel kamp, dal zij uit oude pullen of in moerassen geseiiept hadden; zoodra zij zich vertoonden, verdrong de versmaelitende menigte zich rondom hen en de armste pelgrims betaalden geld voor oen weinig bedorven water vol ongedierte, voornamelijk kleine bloedzuigers, die hun doodelijke ziekten berokkcinleii. Als men de paarden van dit water voorhield, beroken zij bel en gaven dadelijk hun afkeer le kennen met luid door de neusgaten te blazen en den kop af le wenden. Verre verwijderd van de groene weiden, lagen zij hijgende op den slolligen grond van het kamp uitgestrekt, en zélfs de klank der klaroenen was onvermogend om ben op le wekken. De lastdieren, aan hun lot overgelaten, kwamen ellendig om, en hnnne lijken, die snel tol ontbinding overgingen, verspreidden verpestende uitwasemingen in de lucht, hetgeen de toestand nog ondragelijker ma:ikle.

Met den dag vermeerderde liet lijden der kruisvaarders; want de hitte dor stralen van de middagyon werd steeds gloeiender, terwijl de morgenstond geen dauw, de nacht geen verkoeling aanbracht. De krachtigste krijgers lagen versinaebtend in hunne tenten, van den Hemel een onweersbui ol hel mirakel afsmeekende, waardoor de God van Israël een veiTrissehende bron nil de dorre rots m de woestijn had doen ontspringen. De vurigslen in liet geloof verwonderden er zieb over dat de kruisvaarders zooveel moesten lijden in het gezicht van de heilige stad; maar dit bekoelde niel in hel geringste Imnno geestdrift, en slechts den dood zoekende, zag men er menigmaal naar de wallen der stad Gods snellen en in vervoering de sleenen kussen, terwijl /ij met een door snikken afgebroken stem uitriepen: O Jmisiilrm: onlvauij onze laal.sle zuchlcn; dal uwe muren o)i ons neilerslorlcn eu hel heilifie slof, ilul u (ouriin/l, onze (jeheenten orerdelihe.

De kwellingen van den dorst waren zoo groot, dal men ternauwernood hel gebrek aan levensmiddelen bespeurde. Iladden de belegerden bet christen leger toen aangetast, dan zouden zij bet gemakkelijk overwonnen hebben; maar het Oosten had dé overwinningen der soldalen van bet, kruis niel vergelen, en deze herinnering was hun schild in linn groolen nood; zij kenden een oogenblik de vertwijfeling, de vrees nooit. Hunne heldhaftige zekerheid le midden van zooveel ellende en gevaren deed hen door hunne vijanden eerbioiligen, die nog bij hun aanblik sidderden en hen steeds ouverwinnehjk acliiten.

Te midden van deze ontzettende ellende ontving men de heuglijke lijding in het leger, dat een Geuueesclie vloot met leeftocht en krijgsmaterieel van allerlei aard de haven van Joppe binnengeloopen was. Onbi'scbrijfelijk was de vreugde der pelgrims bij het vernemen dezer blijde mare en dadelijk werd ecu korps van driehonderd man, aangevoerd door Hobert Pelel of l'eletns, afgezonden om het convooi tegemoet te gaan en te begeleiden dal de Hemel aan het christen leger scheen le zenden. Na in de nabijheid van Lydda de miizehnanuen overwonnen en verstrooid te hebben, reden de drieliomlerd kruisvaarders Joppe binnen, dal door zijne inwoners verlaten was. De chrislen vloot was door de ongeloovigen overvallen en verbrand,■ maar men bad den lijd gehad een aanzienlijken voorraad levensmiddelen en eene groole mentige gereedschap|ieii voor den bouw van belegeringsmaehines le onlschepen; alles wal men bad kunnen redden werd naar het kamp der christenen gevoerd. Onderscheidene malen door de ongeloovigen aangevallen, kwam dit convooi echter gelukkig voor Jerusalem aan, vergezeld door een aantal Genucesche ingenieurs en timmerlieden , wier komst den moed der belegeraars deed herleven.

Daar men geen hout genoeg had voor den bouw der werkt nigen, voerde, volgens Wilhelmus van Tyr, een Syriër, als men llaonl van Caen mag gelooven. Tancredo zelf, de kruisvaarders op eenige mijlen van Jerusalem naar het vooimalige land van Samarië en hel grondgebied van Gabaon, vermaard door bel mirakel van het verlengen van den dag op liet woord van Josuë. Ten tijde van de rechteren en de koningen van Israël haalde men van daar hel bout voor dc oflëranden in den tempel; tegenwoordig, evenals ten tijde dor Hebreën en der kruistochten, is bet land van Naplusa of Sicliein nog op onderscheidene punten dicht met lioul bewassen. Daar vonden de christenen bet woud waarvan 'lasso in hel .lerusalem verlosl

8*


-ocr page 110-

GESCHFRDRNIS DER KRCISTOCHTEN.

en bekwat worden. Onder torens uit van e verdiepingen, de de bewegingen van bestuurden de krijgers, die de beslormin drie rollende sterkten waren liooger dan de wallen van de belegerde stad. Op den top had men eeu soorl van ophaalbrug aangehraclil, die men op den muur kon nederlaten, zoodal men langs dien weg de stad kou binnendringen.

Alleen met deze belegeringswerktuigen, hoe ontzaggelijk ook, zonden de kruisvaaiders met hun gering aantal strijders de stad niet ingenomen hebben: de godsdienstige geestdrift, waaruil zoovele wonderen geboren waren, zou echter hun ijver vertienvoudigen en hun een nieuwe overwinning bereiden. De geestelijkheid verspreidde zich door de geheele legerplaats en vermaande de pelgrims tot boetvaardigheid en eendracht. Het gebrek, dat bijna altijd tol klachten en gemor aanleiding geeft, had hunne harten verbitterd en oneenigheid onder de bevelhebbers en de soldaten verwekt. Vroeger hadden de clmslen krijgers elkander sleden en provinciën betwist, thans betwistten zij elkander de nietigste dingen en alles werd voor hen eene aanleiding lol wangunst en twist. Het mocht aan de vereenigde pogingen der bisschoppen en priesters gelukken den geest van vrede en broederlijkheid onder de kruisvaarders te herstellen. De kluizenaar van den Olijfberg kwam zijne vermaningen aan die der geestelijkheid paren en zich lot de vorsten en het volk wendende, sprak hij: «Gij allen, die uit de verre landen van het Westen gekomen zijl om Jesus Christus op zijn graf te aanbidden, bemint elkander als broeders en heiligt ii door het berouw en de goede werken. Zoo gij aan üods wetten gehoorzaamt, zal Hij u de heilige stad laten vermeesteren; zoo gij Hem weerstaat, zal zijn gramschap over uwe hooiden komen.quot; Daarna raadde de kluizenaar aan een processie rondom Jerusalem te bonden onder aanroeping der barmhartigheid en hescberiiiing des Hemels.

Overtuigd dat de poorten der belegerde stad zich moeslen ontsluiten voor de dapperheid met de godsvrucht vereenigd, luisterden de pelgrims met ingenomenheid naar de woorden van den heremiet en allen beijverden zich zijn raad op to volgen, dien zij als een bevel van God zeiven beschouwden. Na drie dagen met strenge vasten en boetplegingen doorgebracht te hebben, verlieten zij gewapend hunne onderscheidene kwartieren en trokken blooisvoets en met ongedekte hoofden naar de muren der stad. Zij werden voorafgegaan door hunne priesters, in het wil gekleed, die de beelden der heiligen droegen en psalmen en lo zangen zongen. De vanen waren ontplooid, hel geluid der pauken en trompellen weerklonk heinde en verre. Desgi lijks hadden de Hebreen rerlijds den omgang om Jericho gemaakt, welks muren hij de tonen van een krijgshaftige muziek waren ingestort.

Van de legi rplaals van Godiried ten noorden der heilige slad uitgaande, daalden de pelgrims in hel dal van Josaphat af, gingen tusschen hel graf van do li. Maagd en den hof van Oliveten door en bestegen vervolgens de gewijde hoogten van de Hemelvaart. Toen zij den top des bergs bereikten, vertoonde zich het indrnkwekkendsle schouwspel aan hunne oogen: in bel oosten teekende de Doode Zee zich in hel dal van Jericho af als een glinsterende spiegel en de Jordaan als ecu zilveren lint; aan den gezichteinder verrezen de bergen van Arable als helderhlauwe wallen; ten westen zagen de pelgrims aan hunne voeten Jerusalem en de vale heuvelen van Judea. Vereenigd op de plek zelve, vanwaar Jesus Christus ten hemel voer en waar zij nog de indrukken van zijne voelen meenden te zien, luisterden zij met ingetogenheid naar de laatste vermaningen der priesters en der bisschoppen.

spreekt: het vertoonde evenwel niet flen geheimzinnigen en vreesdij kon aanblik, dien de verbeelding van den Italiaanschen dicbter liet geel'l; do soldaten van liet kruis drongen erbinnen zonder vrees te gevoelen en zonder hinderpalen te ontmoeien. De dennen, cipressen en pijnhoomen, die men er vond, werden noeli door de beloovering van Ismen, nocli door de wapenen der muzelmannen legen de bijl bescluil. !)(? wagens, die met kameelen bespanni'n waren, voerden liet gevelde hout naar bel kamp, en naarmale bet aankwam, werd bet verwerkt en ineengezet. Daar de bevelhebbers gebrek aan geld hadden, kwamen de ijver en de liefdadigheid der pelgrims hun ie hulp; velen, boden bereidwillig aan wat zij van den behaalden buil nog overgehouden hadden. Niemand bleef werkeloos; alle armen werden gebruikt, alles was in bel christen leger bezig. Terwijl de eenen slormrammen, ealapullen, overdekle galerijen bouwden, gingen anderen, iu lederen zakken, een weinig water Iracbten te scheppen uit de bron van Elpirus op den weg van Damascus, nil die der Apostelen aan gene zijde van hel dorp Bellianië, uit de bron gelegen in bel dal, dal men de woestijn van den 11. Joannes noemt, uit een andere bron ten westen van Belbleliem, waar de diaken 1'hilippns, naar men zegt, den

slaal van Candacis, koningin van Ethiopië, doopte____ Eeuigen

bereidden de liuiden der lastdieren, die door de droogle on1 gekomen waren, om er de werktuigen mede te dekken en daardoor voor brand te beveiligen; weder andoren doorkruisten de omliggende vlakten en bet naburig gebergte om takken van olijf- en vijgenboomen Ie sprokkelen en heesters uit den grond te trekken, waarvan uieu schanskorven en horden vlocht.

Hoewel de christenen nog veel van den dorst en de bitle Ie lijden hadden, schonk bun de hoop dat hunne ellende spoedig een einde zou nemen, de kracht om dit te verduren. De toebereidselen voor den aanval vorderden met ongeloofelijken spoed, lederen dag verrezen geduchte werktuigen die de wallen der inuzehnaunen met verderf dreigden. Zij werden ontworpen en gebouwd onder leiding van (ïaston van liearn, wiens dapperheid hoogelijk door de geschiedschrijvers geroemd die werktuigen muntten drie reusachtige ne nieuwe constructie; elke toren bad drie onderste bestemd voor de werklieden die er de tweede en de derde voor ers, me de Destorminu' moesten ondernemen. De/.e

Arnulf van Robes, kapelaan van den hertog van Normandië, richtte tot hen een roerende toespraak en bezwoer hen van ijver en volharding te verdubbelen. Tegen het einde van zijne redevoering keerde hij zich naar Jerusalem en op de stad wijzende sprak hij tol de scharen : «Gij ziel het erfdeel van Jesus Christus vertreden door de goddeloozen; ziedaar eindelijk het waardige loon van al uwe inspanning; ziedaar de plaatsen, waar God al uwe zonden vergeven en al uwe overwinningen zegenen zal.quot; Op de slem van den redenaar verootmoedigden zich de verdedigers van hel kruis voor God en vestigden vol heilig verlangen hunne blikken op Jerusalem.

Toen Arnulf hen, in naam van Jesus Christus, uilnoodigde alle beleedigingen te vergeven en elkander als broeders lief te hebben, traden Tancredo en Raymond, die met elkander in langdurige oneenigheid teelden, uil de gelederen en ombelsden elkander ten aanschouwe van het geheele christen leger. De overige hevelhebbers en de soldaten volgden hun voorbeeld. De rijksten beloofden met limine aalmoezen de armen en de weezen te ondersteunen, die hel kruis droegen. Allen vergaten hunne noodlottige twisten en zwoeren getrouw te blijven aan de voorschriften van de christelijke liefde.

Terwijl de kruisvaarders aldus aan de vervoering hunner godsvrucht gehoor gaven, richtten de belegerden, op de wallen bijeengestroomd, kruisi n op, die zij op allerlei manieren hoonden en bescbinipleii: met gebaren en geschreeuw dreven zij den spot met de plecbligbeden der christenen. Nu nam Peter de Kluizenaar het woord op: «Gij boort de bedreigingen en de godslasteringen der vijanden van den waren God,quot; sprak hij tol hel leger, «zweert dat gij Jesus Christus, die ten tweede male door de ongeloovigen gegeeseld en gekruisigd wordt, zuil verdedigen. Gij ziet hoe Hij opnieuw op den Calvarieberg sterft om onze zonden vrij te koopen.quot; Hij die woorden wordt de cenobiet door geweeklaag en dreigende woorden onderbroken; het geheele leger brandt van begeerte om den smaad, den Zoon Gods aangedaan, te wreken. «Ja, ik zweer hel bij uwe godsvrucht ,quot; vervolgde de redenaar, «ik zweer het bij uwe wapenen, de heerschappij der goddeloozen is haar einde nabij. Het leger des Heeren belioeft zich noch slechts te vertoonen en die massa muzelmannen verdwijnt als eene schaduw. Heden nog vol overmoed en laatdunkendheid, zult, gij hen morgen door ontzetting aangegrepen zien, en op dien Calvarieberg, welken gij gaal bestormen, zullen zij voor u zijn gelijk die bewakers van het graf, die hunne wapens uit linnne banden voelden glippen en dood van schrik nedervielen toen een aardbeving de tegenwoordigheid van een verrezen God- verkondigde. Nog weinige oogenblikken en die muren, al te lang de beschutting van hel ongeloovige volk, zullen het verblijf der christenen worden, zullen die moskeeën, welke zich op christelijke pninhoopen verheffen, tol tempels nienen van den levenden God en zal Jerusalem nog slechts den lof des Heeren hoeren bezingen.quot;

liij de laatste woorden van Peter grijpt den kruisvaarders een ware verrukking aan; zij vermanen elkander om mei onderwerping de vermoeienissen en ontberingen te lijden, waarvoor zij eindelijk hel roemvolle loon zouden onlvangen. De christenen dalen den Olijfberg af om naar de legerplaats lenig te keeren, en de richting naar bel zuiden inslaande, trekken zij door hel dal van Siloë en komen langs den vijver, waar Jesus Christus den blindgeborene hel gezicht hergaf; zij naderen den berg van Sion, waar andere herinneringen hunne geestdrift nog doen stijgen. Tijdens dien godvrucbligen omgang waren de pelgrims dikwijls blootgesteld aan de pijlen, welke de belegerden van de wallen afschoten eu bliezen vorscbeidenen hunner, door een doodelijk schot getroffen, den laalsten adem uit, terwijl zij God loofden en zijne gerechtigheid over de vijanden van het. gelooi inriepen. Tegen den avond kwam het christen leger iu zijne tenten terug inet den profeet zeggende: U.e uil hel Wesleu komen, vreezen den lieer, en die uit hel Oosten zullen zijn roem aanschouwen. In hun kamp teruggekeerd, bracht bel meérendeel der pelgrims den nacht in hel gebed door; bevelhebbers en soldaten belijden hunne zonden aan den voet hunner priesters en onlvangen in de communie den God, wiens beloften hen met vertrouwen en hoop vervullen.


-ocr page 111-

/

-ocr page 112-

TWI i;HE BESTOnMI.XG VAN JERUSALEM; DE KRUISVAARDERS WORDEN AFGESLAGEN.

-ocr page 113-

VERVOLG VAN HET VIERDE BOEK

((iotllricd van Uouillou voert, lt;le kruisvaardfirs lot een tweede bestorming aan; een zelfde moed hezieli de beide jiarlijen; episoden; hemelsche verschijningen; de stad wordt genomen; tooneeleii van moord en verschrikking; hunne woede bekoeld zijnde, gaan de kruisvaarders het grai'des Verhssers vereeren; de in de heilige slad achtergebleven muzelmannen worden wreedaardig om het leven gebracht; verdeeling van den bnit; Ik t ware kruis wordt teruggevonden; verkiezing van een koning; Godl'ried wordt gekozen; Arnulf van Holies wordt bisschop van Jerusalem; hij wil overdreven aanspraken doen geiden; de vizier Al'dal nadert aan de spits van een geducht leger; de kruisvaarders trekken hem tegemoet; slag van Ascalon; nieuwe oneenigheden; vele bevelhebbers keeren naar hun vaderland terug; ïancivdo ontvangt van Manuel Cumnena het vorsteudoni Liiodict-a; do vrome ijver voert eeue groote menigte nieuwe pelgrims in Azic; vermoeienissen eu vernchlinyen van deze laatstcn. — Ik'mor kingen van den geschiedschrijver.)

^pn don raarl rler hcvellichbers werd hoslotcn om vnn de ] .ït^ccsidi-in der pelgrims parlij le trekken en de beslorniing to verlianslcüi. Godlï'ied nain mei zijne troepen een andere stelling-in aan den oosthoek der stad dielit bij de Sint-Stelanuspoort. Het terrein van dat nieuwe kamp buod veel voordcelen aan hij bet ondernemen der bestorming; aan die zijde was de buitenmuur lager dan op andere punten en de vlakke bodem bad de noodige nitgeslrektheid voor bet opstellen enbetvoort-Iwiwegen der belegeringswerktuigen. De kronijkscbrijvers van dien lijd bewonderen de vlugheid waarmode zulk eene groote \erplaatsing geschiedde. De stormrammen, de rollende torens werden uiteengenomen en stuk voor stuk nanr hel nieuwe kamp overgebracht; deze reusachtige arbeid, die over het gelukken der bestorming en de inneming van Jerusalem zou beslissen, werd in een enkelen nacht volvoerd en wel in een nacht van de maand Juli, dat is in den tijd van vijf ol'zes uren.

Toen ik, negen en twintig jaren geleden, de belegering der beilige stad beschreef, bevatten de kronijken, die mij tol leiddraad dienden, hieromtrent veel duisterheden voor mij; deslijds reeds vormde ik het plan mijne twijlelingen op de plaaisen zcive te gaan oplossen; maar de middeien en de gedegenheid hadden mij langen lijd ontbroken. Eindelijk heb ik de waarheid met eigen oogen kunnen aanschouwen, heb ik de pelgrims rondom de heilige stad kunnen volgen. Verscheidene malen heb ik stilgestaan op de plaats zelve, waar Godfried zijn laatste kamp I bad opgeslagen, ik heb de plek berkend. waarde schoonste : overwinning der soldalen van hol kruis, de inneming van Jerusalem beslist werd. Om duidelijker le zijn, moet ik er bijvoegen, dal de 'ommuring aan die zijde eenige verandering ondergaan beeft. Bij den ophouw der muren, door Soliman gelast, werd do slad aan don noordoostbook vergroot; bij hot bezoeken van het Inwendige gedeelte der slad bob ik een vlak terrein gevonden, ball kaal, half met armoedige hutten bezel; ten tijde der kruistochten lag dal terrein builen de stad; daar hield de toren van Godlried stand en word de beslissende strijd der belegeraars ; geleverd. Ik vertrouw, dal met deze opheldering mijne lezers, ; vooral zij, die Jerusalem gezien hebben, mij gemakkelijk zullen | kunnen volgen bij heigeen ik nog te zeggen heb; thans vat ik ; den draad van mijn verhaal weder op.

Taneredo was met zijne werktuigen en zijn hoogen toren iti zijn slelling gebleven bij de noordweslzijde der stad, niet verre i van de poort van Bolhlehem en voor den hoektoren, welke ; laler zijn naam droeg. De hertog van Normandiö en de graaf van Vlaanderen waren de legerplaats van Godlried iets naderbij gekomen, hebbende de noordzijde der slad voor zich. De graaf i

van Sainl-Gilles, met den aanval op de zuidzijde belast, was van de wallen gescheiden door een soorl van ravijn, dat gevuld moest worden. Hij liet door een wapenheraut afkondigen dat bij een penning zon betalen aan ieder, die er drie sleonen in zou werpen. Dadelijk snelde het volk van alle zijden toe om zijne soldaten behulpzaam le wezen Een bui van pijlen en spiesen van de wallen op de arbeiders afgezonden kon bun ijver niet bekoelen. Op bot einde van den derden dag was alles gereed en konden de bevelhebbers het sein geven lol een algomeonen aanval.

Op donderdag den 14 Juli 1009 weerklonken, zoodra de dag-aanbrak, de klaroenen in de legerplaats der chrislenen; op dal toeken snelden al de kruisvaarders le wapen, zotten zich al de werklnigen in beweging; sleenmorlioren en calapullen braakten een dichten regen van steenen over de vijanden uit, terwijl de stormrammen, met behulp der sehildpadden en der overdekte galerijen, don voel der muren naderden. De kruis- en hand-boogsolinllers lichtten hunne pijlen op de Egyptenaren, die de wallen en do lorens bezeilen; onverselinikken krijgers plantten, zich met limine schilden dekkende, ladders op de plaatsen, waar de slad minder weerstand schoen te bieden. Ten zuiden. Ion oosten en ton noorden der stad naderden de rollende torens de wallen le midden van hel gewoel en onder de kreten der ai bolders en der soldaten. Godfried verscheen op bet hoogste plat van zijn kasteel, vergezeld door zijn broeder Knstachius en lïoudewijn van Rourges. Hij moedigde de zijnen door zijn voorbeeld aan. Elke spies, die hij wierp, zoggen de goselned-schrijvers van dien tijd, kostte een der belegerden hel leven. Raymond, Tancredo, de hertog van Normandie, de graaf van Vlaanderen streden in het midden hunner soldaten; ridders en wapenknechten, door denzelfdcn ijver bezield, vochten ais leeuwen en wierpen zicb overal blindelings in het gevaar.

Niels kon de lievigheid van den eersten schok der cbristenon evenaren, maar zij vonden alom een hardnekkig'én tegenstand. De pijlen en de werpspiezen, de kokende olie, het Grieksche vuur en veertien machines, die de belegerden den lijd gehad hadden aan die van limine vijanden tegenover te stellenquot; vermochten op allo punten don aanval der christenen te doen mislukken. Door eene bres, welke de christenen in een wal gebeukt hadden, verlieten de ongeloovigen zelfs de slad, beproefden de bolegeringswerkluigen der pelgrims in brand Ie steken en veroorzaakten een groote wanorde in hun leger. Tegen het einde van den dag konden do torens van Godfried en Tancredo niet meer voortbewogen worden; die van Raymond storlle bijna ineen. De strijd had twaalf uren geduurd zonde^


-ocr page 114-

GESCHIEDENIS OER KRUISTOCHTEN

dat de overwinning zich voor do kruisvaarders scheen te verklaren; de invallende duisternis kwam do strijders scheiden. Trilleudo van woede en droefheid keerden de chrislenen iu limine logerpliuils terug; de bevelhebbers, en vooral de beide Roberts, waren ontroostbaar dat God hen noy niet maurdiy jieachl had dc hciiuje stad te betreden en hel graf Zijns Zoons le vereeren.

Van weerszijden verstreek de nacht in de levendigste ongerustheid; iedei' betreurde zijne verliezen en vreesde nieuwe te zullen lijden. De muzelmannen waren beducht voor een verrassing;' de kruisvaarders verkeerden in gestadige vrees, dat de nuizelmannen de werktuigen zouden verbranden, die aan den voel der muren waren blijven staan. De belegerden waren oualgebroken bezig met het herstellen der in de muren gemaakte bressen, de belegeraars met hunne werktuigen in orde te brengen voor eene nieuwe bestorming.

Deu volgenden ochtend, bij het krieken van den dag, was alles vol leven en bedrijvigheid in het kamp der christenen. De bevelhebbers vuurden door hunne toespraken den moed der soldaten aan, terwijl de priesters en de bissehopijen aan de kruisvaarders den bijstand des Hemels beloolden, die hunne pogingen met de overwinning zon beloonen. Rezield met een vast vertrouwen in de zegepraal, wapende zich het christen leger en bezette in de grootste orde de posten, die tot den aanval aangewezen waren; middelerwijl trok de geestelijkheid in processie rondom de stad.

De eerste schok was vreeselijk. Verbitterd over den tegenstand, dien zij den vorigen dag ondervonden hadden, vochten de christen soldaten als razeudeu. De belegerden, die met de nadering van een l'.gyptiscli leger bekend waren, voedden gegronde hoop de overwinning te zullen behalen; gednehte nuieliines bezetten hunne wallen. Van alle zijden boorde men de werpspiesen Huilen ; de sleenen en de balken, door de christenen en de ongeloovigen uit hunne calapullen geslingerd, botsten met een oorverdoovend geweld tegen elkander en vielen op de aanvallers terug. Onalgebroken wierpen de muzelmannen vlammende fakkels en brandende vuurpotten op de bonten kasleelen der christenen, die de muren naderden te midden van een brand, die aan alle zijden ontstond. De ongeloovigen hadden hel voornamelijk gemunt op dequot; toren van Godfried, waarop een gouden kruis 'sebitterde, welks geziciit hen tol razernij voerde. De hertog van Lotharingen had een zijner schildknapen en verscheidene zijner soldalen aan zijne zijde zien vallen. Zelf hel doelwit van al de pijlen der ongeloovigen, streed hij onyer-sehru'vken le midden der dooden en gekwetsten en spoorde zijne strijdmakkers onafgebroken aan hun moed en ijver te verdubbelen. De graaf van Toulouse, die de stad ten zuiden bestookte, sielde al zijne werktuigen tegenover die der muzelmannen: hij bad den emir van Jerusalem le bestrijden, die de zijnen door zijne toespraken aanvuurde en zich omringd van de keur der Egypli-sclie soldaten op de wallen vertoonde. Naar hel noorden stonden Tancredo en de beide lloberls aan de spits hunner bataljons, lioerloos op hun rollende sterkte staande, brandden zij van ongeduld om zich van de lans en het zwaard te kunnen bedienen. Reeds hadden hunne stormrammen op verscheidene punten de muren geschokt, waarachter de belegerden zich in dichte gelederen geschaard hadden om zich als een laatste bolwerk legen den aanval der kruisvaarders te verzetten.

Te midden van den strijd verschenen twee tooveresseu op de wallen der stad, de elementen en de machten der hel bezwerende, zeggen de geschiedschrijvers. Zij vonden den dood, dien zij Legen de christenen inriepen, en bezweken onder een hagelbui van pijlen en sleenen. Twee Egyptische boodschappers, uil Ascalon gekomen om de belegerden aan le sporen de verdediging vol le houden, dewijl er hulp voor hen opdaagde, werden door de kruisvaarders verrast, terwijl zij binnen de stad zochten te geraken. Een hunner word terstond gedood ; na het geheim zijner zending geopenbaard le hebben, werd de andere, met behulp van een werktuig, lusschen de strijdende muzelmannen op de wallen geslingerd.

Intusschen bad de strijd reeds de helft van deu dag geduurd, zonder dat de kruisvaarders nog eenige hoop hadden de slad te zuilen nemen. Al hunne werktuigen stonden in brand; hel ontbrak hun aan water en vooral aan azijn, waarmede men alleen dal soort van vuur kon blusschen, hetwelk de belegerden wierpen. Tevergeefs stelden de onyersaagdslen zich bloot aan de grootste gevaren om de vernieling der houten torens en der stormrammen le voorkomen: zij werden begraven onder de brokstukken, en de vlammen verslonden tol zelfs hunne schilden en hunne wapenrustingen. Velen van tie stoutmoedigste krijgers hadden aan den voet der wallen den dood gevonden, een groot aantal dergenen, die de rollende torens bemand hadden, waren buiten gevecht gesteld, de anderen, overdekt met zweet en stol, hezwijkendquot;' ouder hel gewicht hunner wapens en de drukkende hitte, begonnen den moed le verliezen. De belegerden, die

ulks gewaar werden, hieven vreugdekreten aan en verwelen den christenen, in godslasterende bewoordingen, dat zij een Cod aanbaden, die hen niet kon verdedigen. De aanvallers betreurden bun lot en zich door Jesus Christus verlaten achtende, bleven zij den strijd nog slechts Mauw volhouden.

Maar spoedig zou de strijd van aanzien veranderen. Plotseling zien de kruisvaarders op den Olijfberg een ruiter verschijnen, die met zijn schild zwaait en het christen leger bet teeken geeft om de slad binnen te dringen. Godfried en Raymond, die hem hel eerst en gelijktijdig bemerken, roepen dal Sint-Joris de christenen le hulp konit. Het gewoel van den strijd laat geen bedenken of onderzoek toe en het zien van den hcmel-sehen rniler vervuil de belegeraars met nieuwen strijdlust: zij hervatten bet gevecht met meer ijver dan ooit. De vrouwen zelve, de kinderen, de zieken snellen toe en brengen water, eetwaren, wapenen aan, vereenigen hunne pogingen met die der soldaten om de rollende torens, de schrik der muzelmannen, do wallen te doen bereiken. Die van Godfried nadert te midden van een vreeselijke bui van sleenen, pijlen, Grieksch vuur, en laat zijn valbrug op den muur neder. Vlammende pijlen worden tegelijkertijd op de werktuigen der belegerden, op de zakken met hooi en stroo en de balen wol afgeschoten welke de laatste muren der slad beveiligden. De wind wakkert den brand aan en drijft de vlam naar de muzelmannen. Omringd door wolken vuur en rook deinzen deze bij den aanblik van de lansen en zwaarden der christenen terug. Voorafgegaan door de beide broeders Lelhald en Engelbert van Doornik, gevolgd door Bou-dewijn van Bourges, Eustachins, Raimbout Croton, Guicher, Rernard van Sint-Vallier, Amanjeu van Albret, baant Godfried zich een weg door de vijanden, drijft hen op de vlucht en dringt met hen Jerusalem binnen. Al de dapperen die op hel platform streden, volgden hun onversaagden aanvoerder, dringen niet hem in de straten door en vermoorden alles wal zij op liun weg ontmoeten.

Tegelijkertijd verbreidt zich door bel christen leger bel gerucht, dal de vrome bisschop Adhemar en verscheidene tijdens bel beleg gesneuvelde kruisvaarders, zich aan de spits der aanvallers vertoond en de vanen van bel kruis op de torens van Jerusalem uitgestoken hebben. Aangevuurd door dit verbaal, doen Tancredo en de beide Roberts nieuwe pogingen en werpen zich eindelijk in de stad, vergezeld door Hugo van Sint-Pol, Gerard van Rous-sillon, Lodewijk van Mouson, Conar en Lambert van Moiitaigu en Gaston van Bearn. Een menigte dapperen volgen hen op den voet: eenige wringen zich door een nauwe bres, anderen bestijgen de muren met ladders of springen van de houten torens. De muzelmannen vlieden in alle richtingen, en Jerusalem weergalmt van den zegekreet der kruisvaarders: God wil hel! God wil het! De strijdmakkers van Godlried en Tancredo liaaslen zich met bijlslagen de Siiit-Stefanuspoort le verbreken en de stad te openen voor het gros der kruisvaarders, die elkander aan den ingang verdringen en naar de eer hunkeren de laatste slagen aan de ongeloovigen toe te brengen.

Raymond alleen ondervond nog eenigen weerstand. Verwittigd van de verovering der christenen door de kreten der muzel-mannen het wapengekletter en hel gedruis, hetwelk hij in de stad hoort, wakkert hij den moed zijner soldaten aan. lu bun ongeduld om zich bij liunne strijdmakkers te voegen, verlaten zij hun toren en hunne werktuigen, die zij niet meer konden voortbewegen; gebruik makende van ladders en elkander de behulpzame hand biedende, bereikten zij de kruin der wallen; zij werden voorafgegaan door den graaf van Toulouse, Raymond Peletus, deu bisschop van Bira, den graaf van Die, Wilhelm van Sabran. Niets kan aan hun onstuimigen aanval weerstand bieden: zij verstrooien de muzelmannen, die met bun emir de wijk nemen in het kasteel van David, en weldra zijn al de soidalen van het kruis in Jerusalem bijeen; weenende van blijdschap omhelzen zij elkander en zijn nu nog slechts bedacht op het voltooien van hunne overwinning.

Intusschen heelt de vertwijfeling de dappersten der Egypte-naren zich weder doen hereenigen; zij vallen onverhoeds op de chrislenen aan, die in kleine benden verstrooid rondloopen en hierop niet verdacht waren. Deze begonnen le wijken voor den aandrang van den vijand, dien zij reeds overwonnen meenden le hebben, toen Everbard van Puysset, wiens dapperheid door Raoul van Caen geroemd wordt,' zijne strijdmakkers moed inspreekt, zich aan hun hoofd stelt en opnieuw schrik onder de ongeloovigen verspreidt. Van dien stond al hadden de kruisvaarders geen vijanden meer te bestrijden.

De gescliiedeuis heelt opgemerkt, dat de christenen Jerusalem genomen hebben op een vrijdag, des namiddags te drie uur: den dag en het uur derhalve waarop Jesus Christus voor de verlossing der inenschen stierf. Deze merkwaardige overeenkomst had hunne harten lot gevoelens van barmliarlighcid moeten stemmen; maar verbitterd door de bedreigingen en de langdurige beschimpingen der ninzelinannen, door hel lijden, dat ïij gedurende het beleg verduurd hadden en door den tegenstand dien zij lol zelts in de stad ontmoet hadden, ver


-ocr page 115-
-ocr page 116-

i ■ lt;;!^J*'amp;/'tiJu«/ir-''J3ii1 im - WÊÊÊmmÊÊÊÊÊÊlÊi quot;'.„■quot;ÏJÈ.i t.{ H h.',quot; M

,

m ■ i • i i

i

- ■■ i

- - •quot; ■ 11113^ ff[fWt?^yj:lt;

;— -t-quot;! .'quot;.t'^ff '■'isaf^ «.

L^SalSff'

s '«Y^.- 4i ^ aAri ' /1 gt; ,L,i li:.

« B iü 'm *quot;/ llmaSlm mm^^r. I M wwiititewfffliM^^

gt; 1 Sil'iiïü ^-i i/ .ST ■- -i .• A' {', *amp;lt;UjiSm

;.. [ • ;gh.. Mi | j | V- amp;: -s

É^s*

■ :i;:

m-j:}

'Ï::WÊÊÊ!IMÊÊÊSÊM vC'. sj£y „ #■• BmHMi

ÉJuf • r.:.-'.;

HBaaaai ■aS.'v

■n

IP

i

1

LuC-t?g!S

:• w.;

'■Ka^^v •.v.^i|iii:sf;lt; t«jamp; %jte WËI WH

BMffi^'quot;- MMÜ^^wi^CTn^ra

-:

-:. :

'

^1 ;

- 3: ■ I

§^M

■itll

• i;

r^»i quot; m ■

.

Wêêêê

•Js it'' ■••■ K»!

J ^ ja!. *' ^ JWffv ^ j -vfi • . v..- -Aquot;' *!•?)• -. san ,■'». '.'J • h tu -

imM gsSK^^IwwïV H■ • •VtvlH

i ■;

! ^r^|:s---

UHh wêê

b^BB

BBB8

B^^fflwaEaPSemiiaMlliMgBl -WTh^ïWWM

Mi Vi ;•:■• ■:

ww^ga^Sl^g^^^BaMf - MMfP lM^ •-

' I®

-ocr page 117-

NL MING VAN .! K U L' S A 1. F. 31 hOOIl G O 1) F 11 1 K I) VAN 13 Ü FILL ON,

-ocr page 118-
-ocr page 119-

GESrillKDENIS DER KCUIISTOCIITKN.

vulden zij dat Jerusalem, hetwelk zij kwamen verlossen en als lr,m toekomstige vaderstad boscliouvvden, met rouw en bloed. Weldra werd liet bloedbad algemeen; degenen, die aan liet staal der soldaten van Godfried en Tancredo onlkwamen, snelden den Provenpalen van den graal' van Toulouse tegemoet, die eveneens naar hun bloed dorstten. De muzelmannen werden vermoord op de straten en in de buizen; Jerusalem had geen schuilplaats voor de overwonnenen; eenigen konden den dood ontgaan door boven van de wallen te springen; anderen namen met boopen de wijk in de paleizen, de torens en de moskeeën, waar zij zich echter niet aan de vervolging der christenen konden onttrekken.

De moskee van Omar, waarin de muzelmannen zich eenigen tijd verdedigd hadden, genomen hebbende, heniieuwileu er de kruisvaarders de betreurenswaardige tooneeleu die de verovering van Titns bezoedelden. De voetknechten en de ruiters drongen er met woest geweld binnen en richtten er een vreeselijke slachting aan. Te midden van een ontzettend gedruis boorde uien slechts gejammer eu doodskreten; de overwinnaars liepen over hoopen lijken om degenen te bereiken, die vruchtejoos ;ioogden ie vluchten. Raymond van Agiles, een ooggetuige, zegt dat het bloed in den 'tempel en onder bet portaal der moskee tot aan de knieën en zell's aan de borst der paarden reikte. Om het ontzettende tooneel (e schilderen, dat de oorlog tweemaal op dezellde plaats opleverde, zal het genoeg zijn, dat wij, de woorden van den gescbiedscbrijver Joseplius gebruikende, zeggen, dat het gehd der door het zwaard gevallen slaelitoHcrs verre dat van de overwinnaars overtrof, (lie van alle kanten toegesneld waren om aan de slachting deel te nemen, en de bergen in de nabijheid van den Jordaan klagende het vreeselijke doodsgeschrei herbaalden dat men in den tempel hoorde.

De verbeelding wendt zich huiverend van die moord tooneeleu af en kan ternauwernood, te midden van dat bloedbad, ven-wijlen bij het treffende schouwspel dat de christenen van Jerusalem opleverden wier boeien door de kruisvaarders geslaakt waren. Nauwelijks was de stad ingenomen, of men zag hen de overwinnaars tegemoet snellen en met dezen de levensmiddelen deelen, welke zij aan de huiszoekingen der muzelmannen hadden kunnen onttrekken; allen dankten gezamenlijk onder vreugdetranen den God, die de wapenen der soldaten van het kruis had doen zegevieren. De kluizenaar l'eter, die, vijf jaren te voren, beloofd had bet Westen voor de verlossing der geloovigen van Jerusalem te zullen wapenen, moet wel van verrukking getrild hebben bij het schouwspel van hunne erkenlelijkbeid eu hunne blijdschai). Onder die groote menigte kruisvaarders schenen de christeuen der heilige stad alleen den edelaardigen heremiet Ie zoeken en te zien, die ben in hun lijden bezocht bad en wiens beloften Ibans zoo glansrijk vervuld waren, lu dichte drommen omstuwden zij den eerbiedwaardigeu man, lot hem richtten zij hunne dankliederen, hem noemden zij bun bevrijder; hem vertelden zij om strijd het lijden, dat zij tijdens zijne afwezigheid hadden moeten verduren; zij konden ternauwernood gelooven wat er voor hunne oogen geschiedde, en, in hunne geestdrilt, verwonderden zij er zich over, dat God zich van een eeuig man bediend had oin zoovele natiën ten strijde op te wekken en zoovele wonderen te wrochten.

lïij het zien hunner dooi- hen verloste broeders werden de pelgrims waarschijnlijk iiidachlig dat /ij gekomen waren om het graf van Jesus Gbrislus le vereeren. De godvreezeude Godfried, die geeu deel uam aan liel bloedbad, verliet zijne strijdmakkers en begaf zich, vergezeld door drie dienaren, ongewapend en blootsvoets naar de kerk van het Heilig Grat. Weldra wordt die godvruchtige handeling van Godlried in het christen leger bekend; terstond houdt alle vvraakoel'ening op, bedaart alle woede; de kruisvaarders leggen hunne bebloede t.leederen af, doen Jerusaleiu van hnnne snikken weergalmen, en trekken gezamenlijk, geleid door de geestelijkheid, barrevoets en blootshoolds naar de kerk der Verrijzenis.

Terwijl het christen leger het heilig graf vereerde en zijne gebeden verrichtte begon de avond te vallen. Diepe stille heersebte op de openbare pleinen en op de wallen; men hoorde niets anders iu de heilige stad dan de psaluien der hoetvaardigheid en deze woorden van Isaïas: (jij die Jerusakm licflwhl, verblijd n mei haar. De kruisvaarders legden hierbij zulk een vurige en innige godsvrucht aan den dag, dat men, gelijk een later geschiedschrijver opmerkt, gezegd zou hebben, dat die mannen, die kort te voren eene stad stormenderhand ingenomen en een vreeselijk bloedbad aangericht hadden, nit eene langdurige afzondering kwamen waarin zij zich met eene aandachtige overweging onzer geheimen hadden beziggehouden. Deze onverklaarbare tegenstellingen komen menigvuldig in de gesclnedenis der kruistocliteii voor. Eenige schrijvers hebben daarin aanleiding uieenen te vinden om den christelijken godsdienst te beschuldigen; anderen, niet minder verblind en niet minder harlstoohtelijk, hebben de betreurenswaardige buiteiisporigheden van de dweepzucht willen verontschuldigen; de onpartijdige geschiedschrijver vergenoegt zich met ze te verhalen eu betreurt in stilte de zwakheden van de menschelijke natuur.

De vrome ijver der christenen deed de moordtooneelen echter slechts opschorten. Eenige bevelhebbers waren van oordeel dat bet noodig was den muzelmannen een grooteu schrik in te boezemen; zij bedachten misschien ook, dat als zij degenen wegzonden, die Jerusalem verdedigd hadden, zij hen daarna opnieuw te bestrijden zouden hebben, en zij in dat verwijdeid land, door vijanden omgeven, niet zonder gevaar zulk eene menigte gevangenen konden behouden, wier aantal dat hunner soldaten overtrol. Daarbij had men bericht ontvangen van de nadering van het Egyptisch leger, en de vrees voor een nieuw gevaar sloot hnnne harten voor het mededoogen. In hun raad werd het doodvonnis uitgesproken over al de muzelmannen, die in de stad waren.

Do dweepzucht werkte deze barbaarsche staalknnde maar al ic bereidwillig in de hand. Al de vijanden, die men tot dusverre uit menschlievendheid of vermoeienis van liet moorden gespaard bad, allen die men gered had met hoop op een hoogen losprijs werden ter dood gebracht. Men dwong ben hoven van de torens en de huizen te springen; men deed ze in de vlammen omkomen; men sleurde hen uit de onderaardsche gewelven naar de openbare pleinen, waar zij op stapels dooden afgemaakt werden. Noch de tranen der vrouwen, noch het geschrei der kleine kindereu, noch de aanblik der plaatsen, waar Jesus Gbrislus aan zijne beulen vergaf, niets kon den wreeden overwinnaar vermurwen. De slachting was zoo groot, dat men, naar het verhaal van Albertus van Aix, de lijken opeengestapeld zag niet alleen iu de paleizen, de tempels en de straten, maar in de moest afgelegen en verborgen plaalseu. Zoo groot was de verbijstering van de wraak en de dweepzucht, dat die tooneeleu niemand ergerden. De geschiedschrijvers van dien tijd vermelden ze zonder eene poging te doen om ze te verontschuldigen, en men vindt in hunne met huiveringwekkende bijzonderheden opgevulde verhalen geen spoor van afgrijzen of mededoogen.

Diegenen onder de kruisvaarders, wier hart voor edelmoedige gevoelens nog toegankelijk was, waren niel bij machtede woede le beteugelen van een leger, dat, door de liartstochleu van den krijg medegesleept, den gehoonden godsdienst meende le wreken. Driehonderd muzelmannen, die op het plat der moskee van Omar de wijk genomen hadden, wercien daags na de overwinning omgebracht ondanks de voorbede van Tancredo, die hen onder de bescherming van zijn banier gesteld had eu ten hoogste verontwaardigd was dat men de wetten van de eer eu de ridderschap zoo weinig eerbiedigde. De muzelmannen, die in het Kasteel van David een schuilplaats gezocht hadden, w.ireu bijna de eenigen die aan het bloedbad ontkwamen, /.ij gaven zich bij verdrag aan Raymond over, die hun lijfsbehoud beloofde; bij had het geluk en den roem zijn woord gestand te kunnen dóen, en deze daad van menschelijkheid kwam aan de meeste der kruisvaarders zoo vreemd voor, dat zij haar uiet aan de grootmoedigheid maar aan de geldzucht van den graaf van Toulouse toeschreven.

liet moorden hield eene geheele week aan. De muzelmannen, die zich in dat tijdsverloop aan de vervolging der chrisle.ien hadden weten te onllrekken, werden gespaard voor den diensi van het leger. In overeenstemming met de Latijnen schallen de Ooslerscbe geschiedschrijvers het aanlal der in Jerusalem omgebrnehte muzehuaiinen dp meer dan zeventigduizend. De joden werden evenmin gespaard als de Turken. Men slak de synagoge, waarin zij de wijk genomen hadden, in brani, en allen kwamen in de vlammen om.

Inlnsselien konden de op de pleinen opeengestapelde dooden, het bloed dat langs de straten en in de moskeeën gesiroomd had, kwaadaardige zieklen doen ontslaan, zoodat tie bevelhebbers lasi gaven de stad le reinigen en de lijken te verwijderen, wier aanblik le meer algrijzen moesl inboezemen, naarmate de woede en de wraaklust in de harten der christen soldaleu bedaarden. Muzehnansche gevangenen, die slechts aan bet zwaard des overwinnaars ontkomen waren om iu een harde slavernij le vervallen, werden belast met het begraven der misvormde liclianien bunner vrienden eu broeders. «Zij we nden,quot; ze;4l de nioniiik Robert, «en droegen de lijken hniten Jerusalem.' 'Zij werden in dien droevigen arbeid geholpen door de soldaten van Raymond, die het laatste in de stad gekomen waren en, weinig deel in den buit gehad hebbende, nog bij de dooden eenige schadeloosstelling daarvoor hoopten te vindee.

Weldra had de stad Jerusalem een geheel nieuw aanzien gekregen. Voor de beslorming was men overeengekomen, dal ieder krijger, volgens bet door de kruisvaarders bij hnnne veroveringen aangenomen gebruik, meester of bezitter zou blijven van hot buis of het gebouw, waarin bij zich hel eerst zon vertoonen. Een kruis, een schild, of elk ander teeken aan den ingang opgehangen ot bevestigd, was voor ieder overwinnaar hei bewijs van zijne inbezitneming. Dit eigendoinsreebt wercj


-ocr page 120-

r.KSfllllKDRNIS DER KnillSTOCHTEN.

slipt geëerbiedigd door de op buil belusle soldaten en men zag de grootste orde lieersehen in eene stad, dis pas aan al de gruwelen van den oorlog prijsgegeven was geweest. Een gedeelte der aan de ongeloovigen ontnomen scbatten werd lie-steed aan de ondersteuning der armen m der weezen en aan de versiering der altaren van Jesus Christus, die men in de heilige stad weder opgericht had. De gouden en zilveren lampen en candelabers, de kostbare versierselen, die de moskee van Omar bevatte, werden liet deel van Tancredo. Eene kronijk van dien tijd verhaalt, dat de daar gemaakte buil zes wagenvrachten opleverde en het opladen en vervoeren twee dagen vorderde. Tancredo deelde die onmetelijke rijkdommen met den hertog van Bouillon, dien hij lot zijn leenheer gekozen had.

Maar weldra wendden de kruisvaarders hunne blikken van de door hunne dapperheid verworven schatten al' om een in hunne oogen kostbaarder verovering te bewonderen: bet ware kruis door Chosroës geroofd en door lleraelius naar Jerusalem teruggebrachi. De ia de stad opgesloten christenen hadden liet lijdens de belegering voor de blikken der muzelmaiinen verbórgen weten te houden. De aanblik van bet kruishout verwekte onder de pelgrims de levendigste blijdschap; hel werd in zegepraal door de stralen van Jerusalem gedragen en daarna weder in de kerk der Verrijzenis geplaatst.

Tien dagen na de overwinning der kruisvaarders werd eon vergadering der vorsten belegd, om te beraadslagen over de wederoprichting van den troon van David en Salomon en de keuze van dengene dien men bekwaam achtte eene verovering le behouden en te bandhaven, die de christenen ten koste van zooveel bloed gekocht hadden. Toen de raad voltallig was, sloud een der bevelhebbers (de geschiedenis noemt den graai' van Vlaanderen) op en sprak in dezer voege de vergaderden aan: «Broeders en wapenmakkers, wij zijn bijeengekomen om eene zaak van het hoogste gewicht te behandelen. Kooit liadden wij meer behoelle aan de raadgevingen dor wijsheid en de voorlichting des Hemels. Wenseiil men reeds in gewone lijden altijd het gezag aan de bekwaamste handen toevenrouwd le zien, met hoeveel le meer bedachtzaamheid moeten wij dan nu niet te werk gaan in de keuze van hem, die hel waardigste is dil koninkrijk te bestieren, dal nog vooi een grool gedeelte iu de macht der barbaren is. Reeds hebben wij vernomen, dal de Egyptenaren deze stad bedreigen, aan welke wij een hoofd gaan geven. De meeste christen krijgers, die de wapens opgevat 'nebhen, verlangen mei ongeduld naar linn vaderland terug le keeren en gaan aan anderen de zorg overlaten om hunne veroveringen le verdedigen. De nieuwe bevolking, die dezen grond moet bewonen, zal geen christen natiën in hare nabuuischap hebben, die baar kunnen bijstaan en haren nood lenigen. Hare vijanden zijn nabij, hare bondgenoolen verre. De koning, dien wij haar zullen gegeven hebben, zal haar eenige steun zijn te midden der gevaren, die haar omringen. Derhalve moet degene, die geroepen wordt dit land te besturen, al de vereischte hoedanigheden bezitten om er zich met roem te handhiiven; hij moei mei de aan de Franken eigene dapperheid gematigdheid, geloof en menschelijkheid paren, want de geschiedenis leert hel ons: IcivnjcejH Iwcft men door de war.encn (jczegepruald, wanneer men de vnichlen der overwinn'uuj niet. loe-rertrouwt aan de wijsheid en de deugd.

«Laat ons niet uil hel oog verliezen, broeders en wapenmakkers, dal het voor hel tegenwoordige minder geld! een koning dan wel een trouwen wachter aan het koninkrijk Jerusalem te geven. Hij, dien wij tot hoofd zullen kiezen, moet tot vader verstrekken aan allen, die voorgoed liun vaderland en hunne familiebetrekkingen vaarwel gezegd hebben voor den dienst van Jesus Christus en de verdediging van de heilige plaatsen. Hij moet de deugd doen bloeien op dezen bodem, waarop God zelf er het toonbeeld van geweest is; hij moet de ongeloovigen tot den christelijken godsdieusl bekeeren, hen gewennen aan onze zeden, hen onze wellen leeren zegenen. Indien gij iemand kiest, die het onwaardig is, znlt gij uw eigen werk vernietigen en de vernietiging van het chrislendom in dit land bewerken. Ik behoef u hier niet te herhalen welke de dierbaarste wenschei) zijn van onze broeders, die m het Westen gebleven zijn. Hoe groot zou niet hunne droefheid, hoe groot niet de onze zijn, indien wij, in Europa teruggekeerd, moesten vernemen, dal hel openbare welzijn verwaarloosd en prijs-gegeven ware geworden en de godsdienst afgescliaft was op die plaatsen waar wij zijne altaren weder opgenclit hchbcn. Velen zouden dan aan hel toeval en niet aan de deugd de groote dingen toeschrijven, die wij verricht hebben, terwijl de rampen, die dit koninkrijk zou verduren, in de oogen der inensclien het gevolg zouden zijn van onze onvoorzichtigheid.

«Gelooft evenwel niet, broeders en wapenmakkers, dal ik zoo spreek, dewijl ik naar hel koningschap ding en uwe gunst en welwillendheid zoek le winnen. Neen, ik bezit niet zoo veel eigenwaan, dat ik naar znlk eene eer zou streven; ik neem den Hemel en de menschen tol getuige, dal al zoudt gij mij zelfs de kroon willen geven, ik baar niet zou aannemen, daar ik vast besloten ben naar mijne Staten terug te keeren. Wal ik lot u gesproken heb was 'slechts in hel belang van aller welzijn en glorie. Ik bid u, overigens, dezen raad aan le nemen gelijk ik u dien geef, met genegenheid, rondborstigheid en rechtschapenheid, en hem tot koning te kiezen., die, door zijne deugd, het beste in staat zal zijn dit koninkrijk te behonden en uit te breiden, waaraan de eer van uwe wapenen en de zaak van Jesus Christus verbonden zijn.quot;

Nauw had de graaf van Vlaanderen uitgesproken of de andere bevelhebbers prezen hem eenparig om zijne voorzichtigheid en zijne gevoelens. Do meesten hunner wilden hem den titel van koning aanbieden, dien hij zooeven geweigerd had; want degene, die, in een dergelijke omstandigheid, eene kroon weigert, schijnt er altijd het waardigste toé; maar Robert had met oprechtheid en ter goeder Irouw gesproken; bij haakte naar het oogenblik, waarop hij Europa zou wederzien en vergenoegde zich met den titel van Zoon van Sint-Joris, dien hij door zijne heldendaden in den heiligen oorlog verworven had.

Onder de overige vorsten, die waardig waren over Jerusalem te regeeren, moet men Godfried, Raymond van Toulouse, Robert, hertog van Normandië en Tancredo in de eerste plaats noemen. Deze laatste zocht slechts krijgsroem en stelde den titel van ridder ver boven dien van koning. Uüberl van Normandië had insgelijks geloond meer dapperheid dan eerzucht te bezitten. Na iiet koninkrijk Engeland versmaad te hebben, moest hij nog minder dal van Jerusalem begeeren. Indien men een Engelsch geschied-schrijver gelooven mag, zou hij de keuze van zijn wapenbroeders op zich hebben kunnen vestigen; maar hij weigerde den troon van David uit onverschilligheid en traagheid, hetgeen God zoodanig legen hem vertoornde, voegt dezelfde schrijver er bij, dal niets hem gedurende het overige van zijn leven ineer gelukte. De graaf van Toulouse had gezworen niet meer in Europa terug te keeren; maar men vreesde zijne eerzucht, men duchtte zijn onbuigzame tlerheid en nooit bad hij tijdens den kruistocht hel vertrouwen en de genegenheid der pelgrims, noch zelfs die zijner dienaren kunnen winnen.

Terwijl de vorsten hel over de kenze nog niet eens konden worden, beklaagde zich de geestelijkheid bij hen, dat men zich bezighield mei de benoeming van een koning alvorens een geestelijk opperhoofd aan de stad te geven. Maar dewijl de geestelijkheid, sinds den dood van tien bisschop van l'uy, weinig nianiien in baar midden lelde, die zich door bun rang, liuniie deugden of lun.ne wijsheid onderscheidden, sloegen de aanvoerders van het christen leger geen acht op die ver-loogen. Eindelijk werd besloten, dat de koning zou gekozen worden door een raad, samengesteld uit tien der achtenswaardigste mannen van de geestelijkheid en het leger. Men schreef gebeden, vasten en aalmoezen uit, opdat de Hemel zich iiiocht gewaardigen de kiezers voor te lichten. In tegenwoordigheid van bet geheele christen leger zwoeren degenen, die geroepen waren den koning van Jerusalem te kiezen, dat zij met terzijdestelling van alle hijzonder belang of persoonlijke genegenheid, alleen de wijsheid en de deugd zouden kronen. Die kiezers, wier namen de geschiedenis niel opgeleekend heelt, raadpleegden met de grootste nauwgezetheid de denkwijze der soldaten over ieder der aanvoerders. Wilhelmus van Tyr verhaalt, dat zij zelfs de dienaren ondervroegen van allen, die op de kroon van Jerusalem aanspraak konden maken, en zij hen deden zweeren alles te zullen mededeelen wat hun omtrent de zeden, hel karakter en de geheimste neigingen .hunner meesters bekend was. Codfrieds dienaren gaven de schitterendste getuigenis van zijne huiselijke deugden en in hunne naïeve oprechtheid legden zij hein slechts één gebrek ten laste, namelijk van met ij dele nieuwsgierigheid de beelden en de schilderijen in de kerken te beschouwen en er zoo lang voor le blijven stilstaan, zells na hel eindigen der godsdienstoefeningen, dut hij het etensuur liet voorhijfiauu en de voor iijne tufel (jerced(jeniu(il,le spijzen houd werden en hunne wialelijkheid verloren.

Om die eervolle getuigenis waardig te beslniten verhaalde men de wapenfeiten van den hertog van I.otharingen gedurende den heiligen oorlog. Men herinnerde er aan, dat hij bij hel beleg vau Nicea den geduchlsten der Turken doorstoken had, dal hij een reus voor Ai lioclnë door midden hieuw en ui Klein-Azië zijn leven in gevaar stelde, om dat van ecu soldaat te redden, die door een beer aangevallen was. Men verhaalde nog tal van andere dappere daden van hem, die hem in de oogen der kruisvaarders boven al de overige bevelhebbers stelden.

Godfried had de stemmen van bet volk en hel leger voor zich'; en opdat er niets aau zijne aanspraken op het koningschap mocht onthreken, opdat zijne verbelling in alle punten overeenkomstig den geest des tijds zon zijn, bleek het, dat miraculeuze openbaringen die reeds vooraf aangekondigd hadden. De hertog van Lotharingen was aan verscheidene geloofwaardige personen in den droom verschellen; aan den eersten op deu troon zeiven


-ocr page 121-

GESCHIEDENIS DKIl KUUISTÜCHTKN.

63

van de zon gezeten, omringd door de vogelen des hemels, hel beeld der pelgrims; aan een tweeden, eene lamp in de hand houdende, die lichtte gelijk eene sier aan hot uitspansel, en langs een gouden ladder naar het heinelsche Jerusalem opldim-meiule; een derde had deu ehrislen held op don berg Siuai zien begroeien door twee hemelsclie al'go/.anten terwijl hij de opdracht ontving het volk Gods aan Ie voeren en te besturen.

De kron ijk sc brij vers van dien lijd vermelden nog vele andere wonderbare zaken en zien in de visioenen, die zij mededeelen, de duidelijke openbaring der plannen van de Voorzienigheid. Ken hunner bespreekt die prolelische droomeu zeer ernstig en verklaart dat de verkiezing des konings van Jerusalem, sinds lang in den raad van God vastgesteld, niet bescliouwd kan worden als het werk van mensehen.

In die geestgesteldheid wachtten de kruisvaarders in spanning de uitwerkselen der goddelijke ingeving af. landelijk, nadat de kiezers rijpelijk beraadslaagd en al de vereischte inlichtingen bekomen hadden, riepen zij Godfried tot koning uit. Deze benoeming verwekte de levendigste vreugde in het christen leger, hetwelk den Hemel dankte, dat het hem lot heer en meester had gekregen, die het zoo dikwerl tot de overwinning geleid had. Door de opperste macht waarmede Godfried bekleed werd, werd hij de bewaarder der dierbaarste belangen van de kruisvaarders, leder hunner had hem in zekeren zin zijn eigen roem toevertrouwd door hem met de zorg Ie belasten om voor de nieuwe veroveringen der chriMcnen te waken. Zij voerden hem in zegepraal naar de kerk van het Heilig Graf, waar hij bezwoer de wetten der eer en der gerechtigheid te zullen eerbiedigen. Godfried weigerde de kroon en de teekenen der koninklijke waardigheid, zeggende, dat hij nooit een gouden kroon zou aannemen in eene stad, waar de Verlosser der wereld met doornen gekroond werd. Hij vergenoegde zich mot den eenvoudigen titel van verdediger en baron van het heilig graf. Men heeft beweerd, dal hij daarin slechts gehoorzaamde aan den aandrang der geestelijkheid, bevreesd dat de hoogmoed zou plaats nemen op een troon, op welken do geest van Jesus Christus moest heerschen. Hoe dit ook zij, Godfried verdiende door zijne deugden don titel van koning, dien de geschiedenis hem gegeven beeft en die hom voorzeker beter paste dan de titel van koninkrijk aan zijne zwakke staten.

Middelerwijl de vorston aldus aan den hertog van Bouillon de regeering toevertrouwden van het land, dal zij door hunne wapenen veroverd haddon, hield de geestelijkheid zich bezig mol keiken in te wijden, bisschoppen te benoemen on herders te zendon naar al de sleden die aan de heerschappij der christenen onderworpen waren. Arnulf, de kapelaan van don hertog van Normandié, werd na vele tegenkanting ondervonden te hebben, en, als men Wilhelmus van Tyr golooven mag, door allerlei kuiperijen, lol herder der Kerk van Jornsalem bonoemd, daar de patriarch Simeon inmiddels op Cyprus overleden was.

Nauwelijks was Arnulf mol die liooge waardigheid bekleed, of hij eischic de schatten op, die Tancredo uil de moskee van Omar weggevoerd had, als zijnde een goed, dal de Kerk van Jerusalem toebehoorde, waarvan hij bot voorloopige hoofd was. Tancredo wees die vordering met minachting terug. Arnulf deed een beroep op de vergaderde vorsten. In oen spitsvondige redevoering wees hij er op, dal /.ijne verhelling bun werk was, en Tancredo, door zijne weigering, hunne eigene macht goring-schalte. «Hot verlies is voor mij,quot; sprak hij, «maar voor wie is de schande? Waarom zou hij, die den wil van God niet eerbiedigt, den uwen eerbiedigen? Waarom zou Inj, die de altaren des Heeren berooft, u uwe mantels laten?quot; Arnulf eindigde met de diouslen in herinnering te brengen, die hij tijdens de belegering van Antiocbië, van \rchas en van Jerusalem aan de zaak dor kruisvaarders had bewezen. Toen Arnulf uilgesproken had, nam Tancredo het woord op; «Heeren,quot; sprak hij, zich tol zijne wapenbroeders wendende, «gij allen weet, dat ik roem behaald heb door mijn zwaard en mijne lans, maar niet door de kunst dor welsprekendheid. Ik zal derhalve niet beproeven in uwe tegenwoordigheid een tegenstander te wederleggen, wiens verderlelijke kracht in zijn tong zit, gelijk het venijn in den slaai't van den schor pioen. Men beschuldigt mij het heiligdom beroofd, hel goud ontvreemd of liever opije-welit te hebben, dal in de kerken sliep! maar heb ik liet voor mij zei ven behouden? heb ik het urm mijne nichten (jefieven? heb ik bet niet genomen om bel ten bate van bel volk Gods aan te wonden en het na den oogst aan den sehuldeücher lenig Ie neven'! Bovendien, gij allen weet hot, men heelt immers vóór de inneming van Jerusalem bepaald, dat ieder onzer de sclialleu en goederen zou bezitten waarvan hij zich het eerste meester maakte? Voranderl men eiken dag van besluit? Heb ik niet degenen in hel aangozichl bestreden, die men niet van achteren durlde aanzien? Bon ik niet het eerste in plaatsen doorgedrongen, waar niemand mij durlde volgen. Heeft men Arnulf mij toen den roem van hel gevaar zien betwisten? Waarom komt iiij dan nu vandaag het loon van den strijd vragen?quot;

Bij hel lezen in de kronijken vim dien lijd der beide redevoeringen, welke wij verkort wedergeven, meent men een dier raadsvergaderingen bij te wonen, welke men in de lliade beschreven vindt. Baoul van Caen blijft dan ook niet in gebreke de welsprekendheid van Arnulf van Holies te vergelijken met die van den voorziobligon Ulysses; bij zou Tancredo hebben kunnen vergelijken mol Ajax, of liever met dien Diomedes, dien de godvruclitigste Grieken de vemmader der ('.oden noenideii. Geroepen om in dal gewichtig twistgeding uitspraak te doen, wilden de bevelhebbers van het christen leger Arnulf niet ver-oordeelen en evenmin den trots van linn wapenbroeder kreuken ; zij beslisten, dat men van de schatten der moskee van Omar, als tiend van den buil, zevenhonderd zilveren marken zou hellen om deze aan de kerk van het 11. Graf te geven, en Tancredo onderwierp zich met eerbied aan himne uitspraak.

lutusscben werd niets gespaard voor den luister en de pracht der christelijke plechtigheden: men versierde de altaren, men zuiverde de heiligdommen, men liet klokken gieten, die de geloovigen tol bel gebed moesten oproepen. Sinds de verovering van Omar had het gewijde metaal zich niet meer in Jerusalem doen hooren. Ken der eerste daden der regeering van Godfried was aan de kerk van hel Heilig Graf twintig geestelijken te verbinden, belast met hel verrrichlen der goddelijke dienslen en het zingen der lofliederen tor cere van den levenden God.

De faam had de verovering der heilige stad tol aan de verst verwijderde natiën verkondigd. In al de kerken, die de kruisvaarders op hun tocht weder opgericht hadden, dankte men God voor eene overwinning die in bet Oosten den eerodienst en de wellen van Jesus Christus moest doen zegepralen. De christenen van Antiocbië, Edessa, Tarsus, degenen die in Gilicië, Capadocië, Syrië en Mesopolaniië woonden, stroomden in menigte naar Jerusalem, eonigen om er lumne woonplaats le vestigen, anderen om de heilige plaatsen te bezoeken.

Terwijl de christenen zich over dio verovering verheugden, gaven de muzelmannon zich aan vortwijfoling over. Degenen, (lie aan de overwinnaars van Jerusalem ontkomen waren, verbreidden overal angst en ontzetting. Mogir-eddin, Elmanein on Aboulleda hebben melding gemaakt van de verslagenheid, welke in Bagdad beorscble. Zoin-eddin, cadi van Damascus, rukte zich in legenwoordiglieid van don kalif de baron van den baard uit en de goheele divan stortte tranen bij bel droevige verhaal der rampen van Jerusalem. Men vorordomle vasten en gebeden om de gramschap des Hemels le vermnrwen. De imams en de dichters betreurden in gevoelvolle verzen en toespraken het lot der muzelmannen, die in de handen der christenen gevallen waren. «Hoeveel bloed is daar vergoten!quot; zeiden zij, «welke ontzetlende rampen hebben de ware geloovigen getrolïonl Dis vrouwen zijn genoodzaakt geworden te vluchten, terwijl zij haar aangezicht verborgen! De kinderen zijn gevallen onder het staal van den overwinnaar. Er blijft onze broeders, nog korlelings mooslors van Syrië, geen ander toevluchtsoord meer over dan den rug hunner vlugge kameelen en de ingewanden der gieren.quot;

\N ij hebben gezien, dat de Turken van Syrië en Perzië vóór de inneming van Jerusalem met Egypte in oorlog waren. Do tweedracht, welke den val der rijken vergezelt, had overal verwarring en oneenigbeid onder' de ongeloovigen gesticht. Maar zoo groot was hunne droetlieid bij het vernenien dei laatste zegepralen van de chrisienen, dal zij zich vereonigden en met elkander den smaad beweenden, den godsdienst van Mahomed aangedaan. De inwoners van Bagdad en Damascus stelden hun taaiste hoop in den kalif van Cairo, dien zij lang als don vijand van den profeet beschouwd hadden; uit allo muzolmansche streken kwamen lal van moedige krijgers toe-stroomen om zich bij het Egyplisclie leger aan te sluiten, dat op Ascalon aanrukte.

Toen de tijding van die nadering onder de kruisvaarders bekend werd, veranderden Tancredo en de graaf van Vlaanderen, Euslachius van Boulogne, die door Godfried uitgezonden waren om van bet land van Naplusa en liet gebied van Gabaon bezit le gaan nemen, van richting en naderden de zeekust, om do krachten van den vijand te verkennen. Zoodra zij zich hieromtrent eenigszins vergewist hadden, zonden die vorsten een bode aan den koning van Jerusalem met hot bericht, dat do vizier Aldal, dezelfde die de heilige stad op de Turken veroverd had, met een ontzaggelijk leger hot gebied van Gaza betreden had en binnen weinige dagen voor de poorten van Jerusalem zou staan. Daar dit bericht legen den avond aankwam, werd hel met fakkellicht en onder trompolgescbal in alle wijken dei' stad afgekondigd. Al de krijgers werden uilgenoodigd zich den volgenden oclitond vroegtijdig naar de kerk van het Heilig Gral le begeven, ten einde zich voor te bereiden en hunne wapenen door het gebed le heiligen. Zoo groot was de zekerheid der kruisvaarders en bun vertrouwen op de overwinning, dat do aankondiging van hel nakende gevaar hoegenaamd geen onrusl in de gemoederen verwekte en de nachtrust slecbis verstoor l


-ocr page 122-

GKSCHIKDKNIS DKU KlUJISTOCiri'KN.

64

werd door liol ongeduld om den dageraad der nieuwe se vochten le zien aanbreken. Zoodra liel dag werd, riepen de klokken de geloovigen lol hel heilige misoH'er op; hel woord des évangelies ei) hel brood des Hemels werden aan al de kruisvaarders nilgedeeld, die nauwelijks nil de kerk en rcrnihl wet den ijct-sl Cods hunne wapenen aangordden en de slad langs de \\ eslerpoorl verhelen, om de Kgyplenaren legemoel le Vrekken, (jodlried voerde hen aan; de nieuwe palriareh Ar (TO II droeg hel boni van hel ware kruis voor beu uil. De vrouwen, de kinderen, de zieken, een deel van de geeslelijkbeid, bleven onderdo leiding van Peter den Klni/cnaar te Jerusalem achler, be/.oclilen pro-eessiesgewijze do heilige plualseu en slierden d:ig en naelil hunne gebéden tol God op, om van zijne bariuhanigheid de laatste zegepraal der christen soldaten en de verdelging der vijanden van Jesus Christus al te smeeken.

' |)o graal van Toulouse en de hertog van Normandië waren aanvankelijk weigerachtig om de vanen van bet clirislen leger te vergezellen: Itobert gal' voor, dat hij zijne gelolle vervuld had; Haymoud, die genoodzaakt was geworden liet Kasteel van David aan den koning van Jerusalem terug te geven, wilde de zaak van Godl'ried niet dienen en weigerde aan de nadering der nuizelmannen gelool te hechten. ISeiden gaven ten laatste slechts loc aan de dringende verloogen van biinne wapenbmeders en vooral aan de smeekingen van bet geloovige volk.

Te Hainla vereenigde zich het gansche (bristen leger en rukte toen, de bergen van Judea links latende liggen, tot aan tie beek van Sorrec voort, welke zich anderhair uur len zuiden van ibalim, tegenwoordig Ihna, in zee storl. Up de oevers van die beek, door de Arabieren Sdiihrcl; genoemd, vonden de kruisvaarders een onnoemlijk aantal bnllels, ezels, innildieren en kameelen bijeen. Zulk een rijk(! buit wekte dt^ hebzucht der soldaten op; maar de wijze Godl'ried, die in die ontmoeting slechts een krijgslist van den vijand zag, verbood zijnen strijders lunine gelederen te verlaten op strall'e i'dii hunne uuirn en Iniiine neiuen afyesneden le zien; de palriareh voegde bij die stral' de bedreiging met de goddelijke gramschap. Al de pelgrims gehoorzaamden en zij eerbiedigden de in het rond grazende kudden als waren zij er de wachters van geweest.

Van eenige gevangenen vernamen de kruisvaarders dat bet muzelmansche leger in de vlakte van Ascalon gekampeerd was. Tengevolge van dat bericht bleven de christeiien dien nacht onder de wapens. Den volgenden ochtend kondigden de wapen-

bcraulen a..... dat men den strijd ging aanvaarden. Kort na

bet aanbreken van den dag schaarden zich de soldaten onder hunne vanen; de patriarch van Jerusalem gal, de hand uit-slrekkende, den zegen aan het leger en wees den strijders op hel bont van het ware kruis als een zeker onderpand van de overwinning. Weldra wordl hel toeken tot opbreken gegeven en stellen al de balaljons, hegeerig naar (len strijd, zich in beweging. Hoe dicbler de kruisvaarders de Egyplcnaren naderden, hoe meer hun strijdlust en hunne hoop aanwakkerden. «Wij duchtten onze vijanden niet meer dan alsof zij vreesachtig geweest waren als bei ten, onschuldig als schapen,quot; zegt llay-mond van Agiles. De tronnnen, do troinpelten, de krijgsliederen vuurden de geestdrift der christen krijgers aan. «Zij gingen hot gevaar tegemoet,quot; zegt Alberlus van Aix, «als (/old hel een feestelijk maat.quot; De emir van Randa, die het christen leger als bondgenoot vergezelde, kon, als men de geschiedschrijvers van dien lijd geloovcn mag, uiet genoeg die vreugde der soldalen van het kruis bewonderen bij de nadering van een geduehten vijand: bij drukte zijne verbazing daarover aan den koning van Jerusalem uit en zwoer hein een godsdienst te zullen omhelzen, die aan zijne verdedigers zooveel dapperheid en kracht schonk.

Eindelijk betraden de pelgrims de vlakte, waar de standaard en de kostbare legertenten der Egypleiiaren scbillerden. De vlakte van Ascalon beeft naar het oosten een nitgestreklhoid van ongeveer eene mijl. Aan die zijde wordt zij begrensd door verbevenlieden, die ternauwernood den naam van heuvelen verdienen. Daar vindt men tcgenwooidig bet Arabisch dorp Machdal, omringd door olijf-, palm- en moerbezionboomen, weiden en graanvelden. Aaar het noorden smelt de vlakte met andere vlakten ineen, uilgenomen ten noordwesten waar zich zandachtige hoogten verloonen ; ten zuiden loopt de zijde van de vlakte, die het dichtst bij de zee ligt, op zandheuvels ml; bet overige van het terrein,'in zuidoostelijke richting, is open en vermengt zich met groote wildernissen. Tegen do zandhen/els stond hel Egyptische leger geschaard, gelijk aan een hert, zegt Fulcber van Gbartres, dal zijn getakte horens vooruit steoki. Dat leger had zijne vleugels ontplooid om de christenen te omsingelen. In bet westen verhief zich de slad op een bergvlak, dal de zee bestrijkt; talrijke schepen, beladen met wapens en oorlogswerktuigen, bedekten de reede van Ascalon.

/,00 plotseling tegenover elkander staande, leverden de beide legers een indrukwekkend en vreeselijk schouwspel op. De christen scharen waren niet verbaasd over de inenigle bunner vijanden; de kudden, die zij bij de oevers van den Sorrec aan-gelroH'en hadden, verzamelden zich, aangelokt door bet geschal der klaroenen en Irompellen, rondom hunne bataljons en volgden al hunne bewegingen. Aan het verwarde getrappel van die dieren, aan de door limine poolen opgejaagde stofwolken zou men ze uit de verte voor ruiterbenden gehouden hebben.

Men had de nuizehnansebe soldaten diets gemaakt, dat de chrislenen hen zells uiel binnen de muren van Jernsalem zouden durven arwaebten: hoe grooler vertrouwen en gerustheid zij tol dusverre beloond hadden, hoe grooter dus de vrees was, waarmode zij plotseling bevangen worden. Tevergeefs beproefde de vizier Al'dal bun moed op le wekken: al zijne soldaten meenden dal millioenen kruisvaarders kortelings uil het Westen waren aangekomen; zij vergaten hunne eeden en hunne bedreigingen en dachten alleen aan het treurig uiteinde der muzelmannen, die na de verovering van Antioelüë en Jerusalem geslachtollerd waren.

Zonder tijd te verliezen namen de kruisvaarders hunne laatste schikkingen voor den strijd. IMet tien duizend ruiters en drie duizend voetknechten nam Godfried nabij Ascalon stelling, om een uitval van de bezetting en de bewoners gedurende den strijd te verhinderen; de graaf van Toulouse ging met zijne l'rovenealon post vallen in de uitgestrekte boomgaarden, welke aan de wallen der slad grenzen, en stelde zich tnsschen het miizelmansclie leger en de zee, waar de zeilen der Egyptenaren zich vertoonden. Het overige gedeelte der christen troepen riclilte, onder aanvoering van Tancredo en de beide Robcrls, zijn aanval tegen het centrum en den reclilorvleugel van het vijandelijke leger. De voetknechlen wierpen eerst hagelbuien van speren: terzelfder lijd stormde de ruiterij voorwaarts en slorlte zich in de gelederen der ongeloovigen. De Ethiopiërs, die de kronijkschrijvers Azoparlen noemen, doorstonden moedig den eersten schok der chrislenen: met de eene knie op den grond, begouiieu zij een wolk van pijlen af te schieten en ijlden 'toen het leger vooruit, terwijl zij met voordacht hunne zwarte gezichten lieten zieu en een woedend gehuil aanhieven. Deze geduchte Afrikanen waren gewapend met vlegels, waaraan ijzeren ballen hingen, waarmede zij de schilden en de kurassen bonkten en de paarden der kruisvaarders voor bel hoofd sloegen. Aeliter hen rukten drommen andere krijgers aan, gewapend mei lans, slinger, boog en zwaard; maar al hunne vereenigde pogingen vermoehlen (len onstuimigen aanval der soldaten van liet kruis niet al'te slaan. Tancredo, de hertog van Normandië, de graal' van Vlaanderen braken met onweerstaanbaren heldenmoed door de voorste gelederen der vijanden heen; de hertog Hobort drong door tot aan de plek, waar de vizier Al'dal zijne bevelen voor den strijd gal' en maakte zich van den grooten standaard der ongeloovigen meester. Op dat eerste teeken van hunne nederlaag ontstond er verwarring in de gelederen der mnzelmannen. Hunne oogen konden den aanblik der christen slrijders niet langer verdragen en bet zwaard ontgleed buniie bevende handen; het geheele Egyptische leger onlruimde in overhaasting het slagveld en weldra ontwaarde men niets meer dan dichte stofwolken, die hunne vlucht dekten.

De muzehnansche bataljons, die naar de knst vloden, slootten op de krijgers van Raymond van Sainl-Gilles. Velen huniier stierven door hel zwaard. De ('bristen ruiterij vervolgde beu lol in het water; meer dan drie duizend hunner kwamen iu de golven om, terwijl zij zwemmende de Egyptische vloot poogden ie bereiken, die de kust zoo dicht mogelijk genaderd was.

Eenigen, die iu de boomgaarden en de iuinen gevlucht waren, zochten eene schuilplaats in de takken en hel loof der olijf- en Adauis-vijgenbooinen. Zij werden met lanssteken vervolgd, met pijlen doorboord en ploften op den grond gelijk een vogel, die door den jager uit een boom gescholen wordt. Eenige muzelmansche korpsen wilden zich voor een nieuw gevecht verzamelen maai Godfried rent aan de spits zijner ridders met duizelende vaarl op hen in, verbreekt hunne gelederen en verstrooit hunne bataljons. Nu werd het bloedbad onlzetlend: m bun doodelijken angst wierpen de muzelmannen hunne wapens weg en lieten zich dooden zonder zich te verdedigen; bij hoopen opeengedrongen hieven zij roerloos staan, en het zwaard der christenen, om 'nier de dicblerlijke taal eener kronijk van dien tijd te bezigen, maaide hen weg gelijk de rijpe halmen der akkers of het dichte gras der weilanden.

Degenen, die verre van bet strijdgewoel stonden, vluchtten in de woestijn waar de meesten ellendig omkwamen. Zij, die dicht bij Ascalon waren, zochten eene wijkplaats binnen zijne muren, maar bun aandrang was zoo groot, dat twee duizend himner aan de poort der stad doodgedrukt of onder de hoeven d t paarden vertrapt werden. Al'dal zelfware bijna in de banden des vijands gevallen en liet zijn zwaard op hot slagveld achter; dc geschiedschrijvers verhalen, dat hij van de torens van Ascalon de verdelging vim zijn leger aanschouwende, zijne tranen niet kon weerhouden. In zijn wanhoop vloekte hij Jerusalem, de ooizaak van al zijne rampen, en morde tegen Mahomed, dien bij bcscliuidigde zijne dienaren en volgelingen aan bun lot le


-ocr page 123-

GKSCIIIKDKNIS DER KRUISTOCHTEN.

hebben overgelaten. «O Mabomed!quot; doet de monnik Robert den vizier zeggen, «zon bot waar wezen, dal do maciit van den Gekruiste grooter is dan de uwe, daar de cbrislenon uwe aaniiangers verstrooid hebben?quot; Zicb niet meer v(Mlig aciiloiulo in de stad sclieepte iiij zicli ijlings op do uit Egy|ile gekomen vloot in; welke tegen het midden van den dag de reede verliet en het ruime sop koos. Nu was alle hoop op redding vt^rhircn voor hel verstrooide leger der ongeloovigen, die, naar zij zeiden, gekomen waren om het Oosten le bevrijden en die zoo velen waren, dat, volgens de uitdrukkingen der oude gesehiedsehrij-vers, God alleen hun aanlal kon kennen.

Nu begonnen de kruisvaarders, die zich nil eerbied voor de bevelen hunner aanvoerders en van den palriareh lot dusverre van plundering oulhouden hadden, zich van alles meesier te maken wat de ongeloovigen in huuiie legerplaats aehlei lielen. Daar zij geen mondbehoerteu medegeltrncht hadden, dienden de levensmiddelen der Kgyplenaren tot het stillen van hun honger. Tot hunne vreugde vonden zij kannen met water, die limine verslagen vijanden aan riemen om de schouders droegen, waarmede zij in den verzengenden gloed van het zand dor vlakte hun dorst konden lesscheu. liet kamp bevatte zoovele schallen en zulk een overvloed van leeltoclit, dal zij zich lot walgens toe verzadigden aan den honig en de rijstkoeken uil Egypte inedegebrachl, en de geringsle soldalen van hel leger bij die gelegenheid konden zeggen: De overvloed heefl ons arm (jeiunukl.

Zoodanig was die veldslag, waarvan de dichtkunst de wouderen bezongen heelt en die voor de christenen slechls eeue gemakkelijke overwinning was, waarin zij noch hunne gewone dapperheid, noch de hulp der miraculeuze vizioenen noodig hadden. Bij dat treilen kwamen de liemelsche legioenen de gelederen der kruisvaarders niet aanvuren, eu werden de mai le-laren Sinl-Joris en Sinl-Demelrius, die men altijd bij de groole gevaren meende le zien, niet te midden van den strijd bespeurd. De christenen, die deze overwinning behaald hadden, spreken met edele eenvoudigheid daarvan in een briel', dien zij kort daarna aan hel Weslen schreven. «Alles beguusligde ons in ile toerustingen lol den slrijd,quot; zeggen zij, «de wolken beschnlten ons voor tien gloed der zon; een koele wind temperde de bille. Toen de beide legers tegenover elkander stonden, logen wij de knie en riepen den God aan die alleen de overwinning schenkt. De lieer verhoorde onze gebeden eu vervulde ons met zulk een strijdlust, dal degenen, die ons op den vijand zouden hebben zien instormen, ous gehouden zonden hebben voor een troep herten, die in een heldere waterbron hun dorst gaan lesschen.quot; Daarna verhalen de zegepralende vorsten de nederlaag der muzelmannen, wier dichte drommen bij den eersten aanval overhoop geworpen werden en er zells niet aan dachten om zich le verdedigen, als waren zij ongewapend geweest.

Rij die outinoeling kwamen de christenen tot de overtuiging dat deze nieuwe tegenslanders veel minder le duchton waren dan de Turken. Het Egyptische leger beslond uil verschillende niet elkander in oneenigheid levende nalicu; hel grootste deel der muzelmansche Iroepen, die in dor haast gelicht wareu, stonden voor de eerste maal tegenover den vijand. Het leger der kruisvaarders daarentegen, was beproel'd door verscheidene overwinningen; hunne bevelhebbers waren uiterst bekwaam cn dapper; het stoule besluit van Godfried om den vijand tegemoet te gaan, stijlde het vertrouwen der soldalen en was genoeg om wanorde en schrik onder de Egyptenaren le verspreiden. Ais men den monnik Robert, die ooggetuige was, en Willieliiiiis van Tyr gelooven mag, hadden de christenen geen twintig duizend strijders, en telde hel inuzeliiiansche leger driemaal honderd duizend man onder zijne vanen. De overwinnaars /Ouden zich van Ascalon hebben kunnen meester maken, maaide geest van tweedrachl, die door bel gevaar lot zwijgen was gebracht, ontwaakte weldra weder onder de bevelhebbers en was oorzaak dat zij uit hunne overwinning geen nut trokken. Na de vlucht der 'Egyptenaren had Raymond een ridder naaide stad gezonden om de bezetting op te eischen zich over te geven ; hi j wilde zijn vlag op de wallen planten en die \erovei iiig voor zich behouden. Godlried maakte er aanspraak op en beweerde dat Ascalon lol het koninkrijk Jerusalem moest bebooren. Aan zijne blinde gramschap gehoor gevende, verwijderde zich nu de graal' van Toulouse, na den inwoners le hebben doen aanraden zich niet aan den hertog van Eolbariiigcn over le geven, die alleen voor hunne wallen zon achterblijven. Welhaast verlieten het grootste gedeelte der kruisvaarders de vanen van Godfried, en hij zelf was genoodzaakt zich le verwijderen, terwijl hij slechts een lijdelijke schatting kon bekomen van eene stad, waar de grootste angst voor de christen wapenen lieei-schle.

De lusschen Haymond en Godfried voor Ascalon gerezen twist hernieuwde zich weinige dagen laler om de slati Arsuf, welke twaall mijlen ten noorden van liamla bij de kust lag. De graat van Toulouse, die mei zijn korps vooruil trok, sloeg het beleg voor die stad; daar men hem echler efcn krachtigcn wederstand bood, brak hij het beleg op, na hel garnizoen verwittigd te hebben, dal hel niets van de aanvallen des konings van Jerusalem le duchten had. Kort daarop verscheen Godfried voor de stad eu eischlo hare overgave, doch hij vond de be-zelting lol een geduclilo verdediging bereid. Vernemende dat dii besluil de vrucht was van Raymonds raad, was hij zijn grainsclinp niel meer meesier en besloot zulk een snoode eedbreuk met de wapenen le wreken. Met vliegende vaandels rukte hij logen den graaf van Toulouse op, die iiem, van zijn kant, tegemoet kwam en zich tot den slrijd bereidde, toen Tancredo en de beide Roberts zich Insschen de beide mededingers wierpen cn hou tol bedaren poogden le brengeu. Na lange besprekingen Oinliolsdeu de hertog vau Eolharingen en Raymond, overwonnen door de dringemle. beden der overige bevelhebbers, elkander iu do tegenwoordigheid hunner soldalen, die hunne vijandigheid gedeeld hadden. Van weerszijden was de verzoening oprecht. De vrome Godlried, zegt Alherlns van Ak, vermaande zijne wapenmakkers den korlslondigeii twist le vergelen eu bezwoer hen met tranen in de oogen, indachtig le wezen, dal zij gezamenlijk het heilig graf verlost hadden, dat zij allen broeders waren in Jesus Glirislus, en de ocndrachl hun onmisbaar was voor de verdediging van Jerusalem.

Toon hel chrislen leger de heilige stad naderde, liet hel zijne trompetten steken en ontvouwde het zijne zegevierende vaandels. De monnik Robert spreekt van de zoete en verkwikkende welluidendheid der zeijexaiHjen, die iu de dalen en hel gebergte weergalmden. De groole scharen pelgrims, die hen tegemoet gegaan waren, vervulden de lucht met iiunne vreugde-liederen; die levendige bijvalsbetuigingen vermengden zich met de dankzeggingen der priesters; de echo's, zegt de monnik Üoberl, herhaalden de tonen der krijgsinstruinenlen, der toejuichingen, eu scbenen eene toepassing te zijn dier woorden van I suïiis: De benjen en de heuvelen zullen voor u den lof des lleeren verkoitdifjeii. Zegepralend keerden de kruisvaarders in de heilige stad terug. De groole standaard van den vizier en zijn zwaard werden aan de kolommen der kerk van hel Heilig Graf opgehangen. Al de pelgrims, op de plaatsen zelve vergaderd, welke de emir Afdal gezworen had tol den grond le zullen verwoesten, looiden den Hemel voor eene overwinning, welke aan al hunne krijgsbedrijven de kroon op/.etle. De veldslag van Ascalon was de laatste van dien kruistocht. Na vier jaren van verinoeienissen eu gevaren waren de vorsten, die het kruis aangenomen hadden, nu liinme gelofte volbracht was, er nog slechls op bedacht om Jerusalem te verlaten, dat weldra slechts lol hare eonige verdediging driehonderd ridders, de wijsheid van Godlried en hel zwaard van Tancredo zou overhouden, welke laatste gezwoien had zijn leven in Azie le eindigen. Toen de vorsten hun vertrek bepaald hadden, werden aller harten met rouw en droefheid vervuld; zij, die in het Oosten achterbleven, omarmden liniine me',gezellen met tranen iu de oogen, terwijl zij tol hen zeiden ; «Vergeet toch nooit uwe broeders, die gij in de ballingschap achterlaat; iu Europa teruggekeerd moet gij bij de chrislenen hel verlangen opwekken 0111 de heilige plaatsen te bezoeken, die wij verlost hebben; spoort tie krijgers aan met ons de ougeloovige natiën te komen bestrijden.» Iu tranen smeltende, beloofden de ridders en de baronnen een onuitwischbare her-iiiiiering le zullen bewaren aan de deelgenooten hunner krijgs-verriehtingen, en de christenheid voor het behoud en de glorie van Jerusalem belang te zullen inboezemen.

Na dal roerende alscheid scheepten eenigen zieb in oen dei-havens van de Middellandsche Zee in, terwijl de anderen hun weg door Syrië en Klein-Azië namen. Toen zij in hel Weslen aankwamen, droegen dn soldaten en do aanvoerders pahutakken in hunne handen, en de geloovigen ontvingen hen onder hel zingen van lofliederen. Hun terugkeer werd als een wonder, als een soort van opstanding beschouwd en hun verschijning was alom een aanleiding lol stiebling en heilige gedachten. De meesten hadden bij den heiligen oorlog hun geheele vermogen opgeollëid, maar zij brachleu uil liet Oosten kostbare relii|uiën mede, welke bun godsvrucht boven de grootste rijkdommen stelde. Tranen mengden zich ongetwijfeld onder de bewondering en de opgelogenbeid als zij gewaagden van hunne tallooze makkers, die de dood in Azië weggemaaid had. Er was geeu enkel gezin, dal niet een verdediger van het kruis beweende ol er zich niel op - beroemde een martelaar in den hemel te bezillen.

De oude kronijken hebben met lof gewaagd van de heldhaftige zelfopolleriiig van Ida, gravin van Henegouwen, die de reis naar hel Oosten ondernam cn alle gevaren Irotseerde om eeuig spoor van haren echlgeuool le vinden. Na Klein-Azië en Syrië doorkruist te hebben, had Ida nog niet met zekerheid kunnen te welen komen of de graaf van Henegouwen uit het leven gescheiden was of wel in gevangenschap bij de Turken ver-smaebtle. Zij werd op hare reis vergezeld door een dapper ridder, Arnold geheeten; deze jeugdige ridder werd door de muzelmannen gedood, tijdens bij eene ree vervolgde in de


-ocr page 124-

GESCHIEDENIS DER Klil'ISTOCHTEN.

bergen van .ludea. «Do koning on de vorston der heilige stad betreurden hom diep,quot; zogt. AlbcrUis van Aix, «dewijl hij minzaam was en zonder blaam in den strijd; maar de droerheid dor edele gemalin van Boudowijn van Henegouwen was nog grooter want Arnoldquot; was haar vriend en reisgezel geweest van Frankrijk tot Jerusalem.quot;

De graal' van Toulouse, die gezworen had niet meer naar hel Westen terug le koeren, had zich naar Conslanlinopel hegfivon, waar de keizer hem mot onderscheiding ontving en met hot vorstendom Laodicea beschonk. Raymond van Oranje wilde liet lot van den graal' van Toulouse deelon on zijne dagon in het Oosten eindigen. Ouder de ridders, gewezen strijdmakkers van Raymond van Saint-Gilles, die in hun vaderland terugkeerden,' mogen wij Stel'anus en Peter van Salviac van Viel Castel niet onvermeld laten, die als toonheoldon van broederlijke liel'de door hunne eeuw bewonderd worden. Sle-ianus en Peter van Salviac waren tweelingbroeders; do teedorslo vriendschap verbond bon sinds hunne kindsheid. Peter had op het concilie van Clermont het kruis aangenomon. Hoewel gehuwd en vader van verscheidene kindoren, wilde Stoliinus zijn broeder naar Azië vergezel leu on do gevaren van zulk cone lange reis mot hem doelen; men zag hen allijd naast elkander in den strijd; zij haddon samen aan do belegering van Nicea, Anliocliiö en Jerusalem deelgenomen. Korten tijd na hun terugkeer in Quorci stierven beiden in dezellde week en werden in hetzelldo graf gelegd. Op hun tombe leest men nog ten huidigen dage een opschril't, hetwelk de lierinnering aan hunne wapenfeiten en hunne roerende vriendschap tot ons overgebracht heeft. Gaston van Bearn keerde met hen in Europa terug. Kenige jaren nadat hij in zijne Staten teruggekeerd was, valte hij npnieuw de wapens tegen de ongeloovigen op en sneuvelde in Spanje in den strijd legen de Mooron.

In zijii vaderland wedergekeerd, zonderde Poter de Kluizenaar zich géheel en al van de wereld af en trad in een klooster dat hij to Huy gesticht had. Hij leefde er zestien jaren in ootmoed en boetvaardigheid en werd hegraven onder de kloosterlingen, die bij door zijne deugden gesticht had. Eustachius, de broeder van Godfried én Boudowijn, kwam liet eenvoudige erfdeel van zijne familie in bezit nomen en gaf de faam geen gelegon-héid meer den lof van zijne krijgsdaden te verkondigen. Alain Fergent, hertog van Brotagne, en Bobert, graaf van Vlaanderen, keerden in hunne Staten terug, herstelden de rampen die hunne alweziglieid teweeggebracht had, en stierven betreurd door hunne onderdanen.

Do lierlog van Normandië was minder gelukkig dan zijne wapenbroeders. Het ziou der heilige plaatsen en do langdurige voor Josus Christus geleden oniheringon hadden ziju onverschillig en liehtzinnig karakter niet veranderd. Bij zijn terugkeer uit hot heilige land vertoefde hij verscheidene maanden in Italië, waar hij zich overga! aan alloriei losse vermaken en uitspattingen. Toen liij eindelijk in zijne Slaton terugkwam, werd hij er met vervoering ontvangen; maar nadat hij de teugels van het bewind weder in handen genomen had, loonde hij zich uiterst zwak en verl eurde daardoor de liefde en het vertrouwen zijner onderdanen. Te midden van zijne uitspattingen durfde hij zonder geldmiddelen en zonder leger de kroon van Engeland betwisten aan den opvolger van Willem don Rosse, en terwijl hij, door losbandige vleiers omstuwd en geraden, de verovering van Engeland droomde, verloor bij zijn hertogdom van Normandië. In een veldslag overwonnen viel de ongelukkige vorst in de handen vau zijn broeder Hendrik 1, die hem in zegepraal aan gene zijde der zee modevoerdo en hem in hot kasteel van Cardiff, in do provincie Clamorgan, deed opsluiten. Na eene gevangenschap van acht en twintig jaren stierf hij, vergeten door zijne onderdanen, zijne bondgenoolen en zijne voormalige wapenmakkers.

[1101.] De verovering vau Jerusalem had onder de volken van het Westen een geweldige geestdrift verwekt en den ijver voor den kruistocht en de bedevaarten opnieuw doen ontwaken Ten tweede male aanschouwde Europa de tooneelen, die op het concilie van Clennonl gevolgd waren. Nieuwe wondorteekenen maakten don wil dos Hoeren kenbaar. Men had aan het uitspansel vurige wolken opgemerkt, die den vorm van een groote stad hadden. Kkkard, een schrijver uit dien lijd, verhaalt dal men verschoidene dagen achtereen dichte zwermen govlengeido insecten van Saksen naar Beieren had zieu overvliegen, eeu beold van de pelgrims die van hel Westen naar liet Oosten moesten trokken. De gewijde redenaars spraken in liuiine predikatiën niet meer van de gevaren en het lijden der bewoners van Jerusalem, maar van de zegepralen, door de christen wapenen op do ongeloovigen bevochten. Van de predikstoelen in do kerken werden de brieven afgelezen, welke de ton kruis-toclil gelogen vorsten na do innennng van Autiocbië en den slag van Ascalon aan het Westen geschreven hadden : die brieven prikkelden de verbeelding van hot volk, en daar de vorston de deserteurs van het christen leger niet spaarden, werden allen, die hot kruis aangenomen hadden en niet vertrokken waren , allen die de vanen van den kruistocht verlaten hadden, eensklaps het voorworp van de algemeone verachting. De macht der grooten en der lioeren kon hen niet beveiligen tegen de vernedering van een scherpen blaam. Een kreet van verontwaardiging steeg van alle zijden op legen den broeder des konings van Frankrijk, wien men het niet kon vergeven, dat hij zijne wapenmakkers lafhartig in den steek gelalen bad en in Europa teruggekeerd was zonder Jerusalem gezien te hebben. Stelanus, graat van Blois en Chartres, kon niet rustig in zijne Staten en in den schoot van zijn eigen gezin blijven : zijne onderdanen ergerden zich over zijne schandelijke vlucht, terwijl zijne gemalin, vermaningen mol verwijten mengende, hem aanhoudend do plichten van den godsdienst en de ridderschap voor oogen hield. Die ongelukkige vorsten en allen, die hun voorbeeld gevolgd waren, zagen zich genoodzaakt ten tweede male hun vaderland te verlaten eu wederom den weg naar het Oosten te betreden.

Vele boeren en baronnen, die de geestdrift der eerste kruisvaarders niet gedeeld hadden, beschuldigden zich van slralbare onverschilligheid en werden door de algemeone beweging mode-gesleept. Onder deze laatsten merkte men op Willem IX, graaf van Poitiers, een bloedverwant van den keizer van Duitscliland en don machtigslen vazal der Eransche kroon ; hij was oen innemend en geestig vorst, in hot geheel niet krijgszuchtig van aard, en verliet voor den pelgrimstocht naar Jerusalem een lichtzinnige en galante hofhouding, welke hij dikwerf door zijne liederen verlustigd had. Na zijne staten aan Willem den Rosse verpand le hebben, nam hij to Limoges hel kruis aan en vertrok naar het Oosten, door een groot aantal zijner vazallen vergezeld, oeiiigon gewapend mot de lans en het zwaard, anderen enkel met den pelgrimsstaf in de hand. Zijn voorbeeld werd gevolgd door Willem, graaf van Nevers, en llarpinus, graaf van Bourges, die zijn graafschap aan den koning van Frankrijk verkocht; de hertog van Bourgogne nam insgelijks het kruis aan; deze laatste ging naar Syrië, misschien niet zoozeer met het voornomen om Jerusalem te bezoeken, dan wel in de hoop eenig spoor te ontdokken van zijne dochter Fiorina, die met Suenonius in Kleiu-Azië verdwenen was.

In Italië en Duilschland was do geestdrift meer algemeen en de toevloed van pelgrims grooter dan na het concilie van Clermont. Lombardije en de aangronzonde provinciën zagen meer dan honderd duizend christenen ouder de vanen van het kruis uittrekken, aangevoerd door Albert, graaf van Brandrat, en door Anselmus, bisschop vau Milaan. Een groot aantal Duitscho pelgrims vergezelden VVolt' ol'.Guelfe IV, hertog van Beieren, eu Koenraad, conuetabel van bet Duitscho rijk. Ouder de kruisvaarders merkte men tal van andere machtige hoeren, doorluchtige kerkvoogden en prinses Ida, markgravin van Oostenrijk, op.

I5ij dezen nieuwen krijgstoehl was men, evenals bij den eersten, geleid door de zucht óm avonturen te zoeken en verre landen te doorkruisen: het krijgsgeluk van Boudowijn, van Bohemond, van Godfried had do eerzucht opgewekt der graven en baronnen, die in Europa achtergebleven waren. Huinbert II, graaf van Savooie, die, mot Hugo den Groote naar hel heilige land ging, vermaakte eene schenking aan de kloosterlingen van Bourgel, ten einde door hunne gebeden een {H'luhiig consulaat (vorstendom) n/i zijne reis naar hel Ooslen te bekomen. Men kan mot grond aanuémen, dat vele boeren en ridders zulke scheukingen deden; anderen stichtten kloosters en kerken.

De Lombardische kruisvaarders waren de eersten, die zich op weg begaven. In Bulgarije eu de Grieksche provinciën gekomen, pleegden zij allerlei geweldenarijen, mishaudelden do inwoners, die zij uitplunderden, roofden alom do ossen en de scha| en op liiiu doortocht, en wat nog meer te betreuren was, zegt Mbertus van Aix, zij voedden zich met het vleesch van die dieren in den heiligen vastentijd. Bij hun aankomst te Con-stantinopel bedreven zij de grootste wanordelijkheden. Als men de krunijkon van dien tijd gelooven mag, stélde de Grieksche keizer aanvankelijk noch zijne lijfwacht, noch zijne soldaten aan die woeste horde pelgrims tégenover; maar toen de Lombardische kruisvaarders den voorsten muur der stad, dicht bij de poort van Carsia (tegenwoordig Eijri-CAipoa) overgoklommeii waren, zagen zij zich plotseling aangevallen door leeuwen en luipaarden, die men losgelaten had. Deze verscheurende dieren wierpen zich op de eersion, die zich vertoonden; maar de pelgrims vielen mol spiesen, lansen en zwaarden op hen aan, en al do leeuwen werden gedood; maar de luipaarden, die minder strijdlustig waren, liluulenlen als kallen legen de wallen op eu zochten een wijkplaats in do stad. Bij hel vernemen van dat vreemdsoortige gevecht ontstond er een vreesdijke opschudding in de hoofdstad. Eene lallooze menigte pelgrims stormden met hamers en allerlei ijzeren werktuigen gewapend naar bot groote paleis op het plein van Sinte-Argena; het keizerlijk verblijf werd overrompeld en in do verwarring verloor een bloedverwant do.-,


-ocr page 125-

GESCHIEDENIS HE

li KRUISTOCHTEN.

keizers liet leven, terwijl de kruisvaarders, voeden de kronijk-selirijvers er bij, ook een lammen leeuw doodden, die in hel paleis zeer bemind was. I)e aanvoerders der kruisvaarders he-proet'den vrueliteloos liunne oproerige soldaten lol bedaren te brengen. Alexis, tile de pelgrims met zijn toorn gedreigd bad, za^ /leb verpllcbt om den vrede le smeckeii, en alleen door niibb' geschenken en dringende beden kon hij zijne gevreesde gasten bewegen den Itosphorus over te steken.

In de vlakten van Clvliot en Nicomedië gelegerd, duurde bel niet lang ol' do Lomburdisebe kruisvaarders zagen den eonne-label Koenraad met een uitgelezen schaar Duitscbe krijgers, en den hertog van Bourgogne, den graal'van Gbartres, de bisschoppen van Laon en van Soissons met Fransche kruisvaarders in bun kamp verschijnen. Het aantal pelgrims, monniken, diakenen, vrouwen en kinderen beliep ongeveer tweehonderd zestig duizend. Igt;e graaf van Toulouse, die van Laodicea naar Constantiiiopel gekomen was, werd belast met de laak ben door Klein-Azie te voeren. De Lombarden waren zoo opgeblazen van zelfvertrouwen dal men in bun kamp van niets anders sprak dan van Bagdad te gaan belegeren en Korassan te veroveren, alvorens naar Jerusalem te trekken. Tevergeefs wilden hunne aanvoerders bun den weg doen volgen, dien Godfried en zijne metgezellen gegaan waren: zij noodzaakten graaf Haymond den weg naar Capadociö en Mesopotamië in le slaan. Omstreeks Pinksteren van bet jaar HOI brak men op. Drie weken lang trokken de pelgrims voort zonder aan leeftocht gebrek te hebben en zonder vijanden te ontmo ten, betgeen bun laaldunkendbeid vermeerderde en hen iu een blinde zorgeloosheid deed vervallen. Daags voor bet feest van den II. Joannes den Dooper (wij volgen bel verbaal van Mbertus van Aix) kwam bet leger der pelgrims aan den voet van booge bergen, in zeer diepe dalen en van daar aan de vesting Ancras, door de Turken bewoond en verdedigd. De citadel werd stormenderhand genomen en de bezetting over de kling gejaagd. Daarna ricblten de kruisvaarders bunne aanvallen tegen eene andere sterkte, eenige mijlen verderop, die hunne gescbietlscbrijvers (Imujeas of Gungara noemen. De stad, waaraan de kronijkscbrijvers den naam van Ancras geven, is gebleken de stad Ancijra le zijn, die de bewoners tegenwoordig Aiujora noemen. Men kan in vijf dagen van Constan-tinopel naar Ancyra gaan; de kruisvaarders besteedden drie weken aan dien tocht, hetgeen een volslagen onbekend beid met de wegen verraadt. De puinboopen van liet fort Gnnyuru beslaan nog en de Turken noemen dal oord Kianhnru. Te Gangras namen de wederwaardigheden van dien kruistocht een aanvang. Het leger der pelgrims trok bet gebergte van Papblagonië in, waar de Turken het onalgel roken achtervolgden en bestookten. Allen die door vermoeidheid achterbleven, allen die afweken om leeflocbt te zoeken, vielen onder de slagen der ongeloovigen. Men verdeelde nu bet leger in verschillende korpsen, en ieder korps of liever iedere natie werd belast mol de zorg voor de veiligheid der pelgrims le waken: nu eens waren helde Bourgondiërs of do l'rovenealen, dan weder de Bombarden of de Kranschen, die de aanvallen of de overrompelingen van den vijand afsloegen. Ondanks al die voorzorgen kwamen degenen, die geen wapens droegen ol'dragen konden, in menigte onderweg om bel leven en eiken dag bad men den dood van een groot aantal kruisvaarders le betreuren. Het leger vormde, om dit te voorkomen, voortaan een enkel korps; nu bad men minder te lijden van de aanvallen der Turken, maar liet gebrek aan levensmiddelen nam toe. Het geld, zeggen de kronijken, word een nutteloos iels, want men vond niets meer te koop.

De kruisvaarders hadden niets dan steile rotsgevaarten en kale bergen voor en rondom zich. Gelijk aan een reusachtige karavaan trok bet kruisleger op goed geluk en zonder gidsen voort, in de hoop een oord te zullen vinden, dat niet met onvruebtbaarheid en dorheid geslagen was. De hongersnood nam met den dag toe: met uitzondering van eenige rijke lieden, die uit Civilol en Nicomedië meel, gedroogd vleeseh en spek medegenomen hadden, bad niemand in bet christen leger iets te eten. Zaden en vruchten, die de pelgrims nooit gezien hadden, de grofste planten, de wilde kruiden, alles wat die onbekende bodem slechts eenigszins eetbaar voortbracht, scheen bun geschikt toe om hun ellendig leven le rekken.

In dien algemeenen nood kwam een afdeeling van duizend voetknechten in de nabijheid van Conslamme (bel Caslamouu der Turken); op een veld gerst vindende, die nog niet rijp was voor den oogst, roosterden zij die op bel vuur om bun honger te stillen; terwijl zij in oen nauw dal biermede bezig waren, zien zij zich eensklaps door een groole overmacht van Turken over-vidlen en omsingeld: de barbaren staken de varens en de dioge planten in brand, waarmede de bodem bedekt was, en de duizend voetknechten vonden den dood in de vlammen ol door het zwaard der Turken. Toen de tijding hiervan in bet leger bekend werd, werden al de christen vorsten door schrik bovat'gen, zegt Albertus van Aix.

Na verscheidene weken in dien doolhof der bergen van Papblagonië rondgedwaald te hebben, sloegen de pelgrims eindelijk hunne tenten op in eene groole vlakte, welke de Turken Osinantljil; noemen. Daar bad bet cbrislen leger eene grool' massa Tureomannen le bestrijden, die van de boorden van den Enpbraal en den Tigris toegesneld waren, om de christenen het voortdringen in .Mesopotamië en Syrië te beletten. In de eerste week van Juli hadden er Inrdnekkige gevecblen plaats, iratirin de chrislenen dicht d/i elliinder lt;/edroii(ieii streden en hnnne (jelederen door hnnne vijanden noch ilo(if(jelgt;ivlen noch verstrooid honden worden. De pelgrims maaklen toebereidselen om na 'i Marab (de kleine stad Mursivan) op te trekken en reeds was een op twee mijlen afstands van hun kamp gelegen fort in hunne banden gevallen, toen de fortuin bun plotseling den rug keerde en ben in een afgrond van rampen,slingerde.

Daags na den sabbat, zegt de geschiedenis van dien tijd, kondigde de bisschop van Milaan zeil aan, dat er dien dag een groole veldslag zou geleverd worden; hij doorliep de gelederen van bel leger, sprak het volk van den levenden God toe en vertoonde aan de geloovigen den arm van den gelukzaligen Ambrosins. Haymond van Toulouse liet ook de miiaeuleuse lans, die in de basiliek van den apostel Petnis te Anliocbië gevonden was, le voorschijn brengen. Al de pelgrims beleden bunne zonden en ontvingen de absolutie in naam van Jesus Christus.

Iedere natie schaarde zieb in slagorde en bereidde zich vooi tot den strijd. De Bombarden, die in bet voorste gelid stonden, raakten bet eerst met den vijand handgemeen: zij streden verscheidene uren achtereen met een groole hardnekkigheid ; maai eindelijk werden zij het moede een telkens vluchtende en dan weder aanvallende vijand te volgen en keerden met den standaard van bel leger in hunne teuten terug. Na den aftocht der Bombarden wierp de connelabel Koenraad zich met de Saksers, de Beieren, de Botbaringers en al de Teulonen op de Turken; bij streed lot aan bet midden van den dag: uitgeput van bonger en dorst, bezwijkende van vermoeienis, week bij ten laatste terug volgens bet voorbeeld der Italianen. Nu kwam Stefanus met zijne Bourgondiërs den strijd opnemen, doch trok insgelijks terug na een groot aantal der zijnen verloren te hebben De overwinning ging zich voor de Turken verklaren, toonde hertog van Blois en de bisschop van Baon met do Kranschen toesnelden; met beldeninoed vochten zij tot aan den avond, doch de afmatting en de uitpuiling noodzaakteu hen in bun kamp terug te koeren gelijk bun metgezellen gedaan hadden, een groot aantal der bunnen in do vlakte acblerlalonde. Baymond van Toulouse was de laatste, die den strijd opnam; na eenigen lijd de onstuimige aanvallen der Turken doorstaan te hebben, waarbij hij al zijne Piovenoaalscbe ridders verloor, zocht bij, door zijné Turcopolen verlalen, op een booge rots een schuilplaats tegen de vervolging der Turken en bad zijn behoud slechts te danken aan de edelmoedige hulp van den hertog van Hourgondië.

Toen de nacht gevallen was, belrokkon de beide legers weder hun kamp, die door een afstand van twee mijlen van elkander gescheiden waren: elke partij bel rem de zijne geduchte verliezen en wanhoopte aan de overwinning. Plotseling verspreidt zich in bet cbrislen leger hel gerucht, dat Baymond van Toulouse met zijne Turcopolen do vin bl genomen heelt en den weg naar Sinope ingeslagen is. Een panische schrik maakt zioh van de pelgrims meesier en do dappersten zelfs zijn overtuigd dat do vlncbt het eenige redmiddel was dat bun nog rest. Allen dio vluchten konden, de krijgers zoowel als do menigte, verlaten in allerijl bet kamp. Op de tijding van deze overhaaste vlucht voelden de Turken, die zich roods tol den allocht gereed maakten, bun moed herleven, en nauw was de dag aangebroken of zij spoedden zich onder bet gescbeller der Iroinpetlen en der klaroenen naar de legerplaats der christonen, die zij onder woest geschrei binnenstormen. Wal een gojammer moet er opgegaan zijn in dat kamp waar zich niets bevonden dan gehuwde vrouwen, maagden, kinderen en zieken! Welk een vertwijfeling moet die door bare echtgonooleii en naastheslaandeu verlaten vrouwen aangegrepen hebben bij hel zien dier woestelingen, wier prooi zij gingen worden! Geen enkel zwaard was daar moer getrokken om die macblelooze en sidderende menigte te veidedigen tegen de wreedheid der 'I urken, wier afzicbtelijke haarbos en woest uiterlijk ben, volgens de uitdrukking van Albertus van Aix, deed gelijken op zwarte en onreine (leesten. Na hel kamp geplunderd te hebben, begon de vijand de pelgrims te vervolgen. .Meer dan drie mijlen ver lag de grond bezaaid met Byzantijnen (gouden muntstukken) gouden en zilveren drinkbekers, purperen zijden stoffen. Tusscben die droevige overblijfselen van de weelde ontmoette men alom do sporen van de vrecselijkste menscbenslachling. In al de streken, welke zich naar Sinope en de Zwarte Zee uitstrekken, vond men geen vlakte of geen bergcngle, geen bewoonde of geen woeste plaats, waar niet bet bloed der christenen gestroomd had. De kronijken van dien lijd schallen bet aantal pelgrims, die onder liet zwaard der Turken vielen, of van gebrek, vermoeienis en wanhoop omkwamen, op honderd zestig duizend.


-ocr page 126-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

Een tweede scliaar Kniisvaardrrs, aangevoerd door den graaf van Nevers en den graal' van Jiourges, in de maand Mei Ie Conslantinopel aangekomen, liad omsirecks den leesldag van Sinl-Joannes den Dooper Mconiedie verlalen. Dil leger, vijllien duizend strijders sterk, voerde evenals hel vorige monniken, vrouwen, kinderen en een groot aanlal oDgcwapcnde lieden mede. Na een marseli van twee weken kwam liet Ie Aneyra aan; dewijl liet daar niets vernam van do Lombarden en hel de mocilevolle wegen door Paphlagonië vreesde, sloeg het rcchlsal' en verseheen voor Iconitnii, dat Allierliis van Aix Slaneone noemt. De kruisvaarders legerden eenige dagen voor de hoofdstad van Lyeaonië; maar daar hel hun niet gelukken moeht zich van de slail meesier te maken, zetten zij hun toeht voorl naar de stad Heraelea (Ereely ol' Ei-ely) op den weg van Tarsus. Men was toen in de maand Auguslus, in het brandende jaargetijde, waarin de karavanen zelfs genoodzaakt zijn hun verderen tocht te onderbreken; de bronnen en de beken waren overal verdroogd, zoodat meer dan drielionderd pelgrims van dorst stierven Do kruisvaarders hadden bij geruclitc vernomen, dat er eene rivier moest zijn in de streek waar zij zieli bevonden; verscheidene soldaten beklommen de hoogten'om haar te ontdekken, maar zij keerden terug, zeggende dat zij van den top der bergen niets anders gezien hadden dan de stad Heraelea, die in laaie vlammen stond; de inwoners hadden, alvorens de vlnebt te nemen, de putten gedempt, de bronnen verstopt en daarna bunue buizen in brand gestoken. Nu vorscbenen de Turken, die zich altijd vertoonden, wanneer de pelgrims door eenige groote plaag reeds half uitgeput waren; een ruime vallei in de nabijheid werd bet tooneel van een grooten strijd. Do broeder des graven van Nevers, Robert, die den standaard van hel leger droeg, gaf het voorbeeld van de vlnebt; de overige aanvoerders, de graaf van Nevers zelf, lieten de verbijsterde pelgrims aan hun lot over en vliicbltcn naar Germanicopolis, eene stad in Cilicië; de tenten en de rijkdommen der gevluebte kruisvaarders bleven in het bezit der Turken; duizenden vrouwen en kinderen vielen in de banden der barbaren en werden naar het binnenland van Korassan gevoerd.

Er bleef nu nog een derde leger van pelgrims over, dat van Willem van Poitou, waarbij zich de graaf van Vermandois, de bisschop van Clermont, Wolf IV, hertog van fieieren, en de gravin Ida, markgravin van Oostenrijk, aangesloten hadden. Te Gonstanlinopel aangekomen, bleven de Duitscbers en de Aquitaniërs geheel onkundig van hetgeen de kruisvaarders in Klein-Azië le lijden hadden; want, zeggen de oude kronijken, men keerde evenmin uit dat land terug als uil bet rijk der dooden; niettemin vervulden treurige voorgevoelens alle ge-moedeien; eenigen beschouwden lUnnanië als een onmetelijk graf, waarin de volken van bet Wesien verzwolgen werden, en wilden zich over zee naar 1'aloslina begeven; anderen zeiden dat de wraak en bet verraad van Alexis de kruisvaarders op de baren zouden vervolgen, en de stormen zijne plannen nog heler zouden dienen dan de Turken. «Te midden van die pijnigende onzekerheid,quot; zegt Ekkard , «zag men den vader zich van zijn zoon, den broeder zich van den broeder, den vriend zich van den vriend scheiden, cn in die scheiding, waarbij ieder bet doel bad zijn leven te redden, lag meer bitterheid en smart opgesloten dan men gevoelt bij het sterven; de een wilde zich aan de golven toeverlrouweii, de andere llomanië doortrekken; anderen wederom, die zich reeds ingescheept hadden, sprongen weder op den oever cn snelden, de paarden lerngkoopende die zij verkocht hadden, den dood in de armen, dien zij wilden ontwijken.quot; Zoodanig luidt het verkorte verbaal van ecu pelgrim die met de Teutoniscbc kruisvaarders uil hel Westen gekomen was; na lang weifelen nam hij zelf hel beshut om zich in te schepen en zonder eenig gevaar geloopen te hebben bereikle hij met vele andere kruisvaarders, door de goedenierenbeid Gods geholpen, de haven van Jaffa.

Willem van Poitou en diens metgezellen slaken den liosphorns over en begaven zich omstreeks den oogsttijd naar Nieomedië. Een lallooze menigte van beiderlei sekse en allen lecltijd en stand volgde hunne vanen. Deze schaar zette zich in beweging door Klein-Azië en nam dcnzelfden weg als Godfried van liouillon bij den eersten kruistocht: bet leger van Willem van Poitou maakte zich op zijn weg ineeslcr van de steden Philomelium en Salamieb: bet zakte daarop naar Heraelea af, in de overtuiging dat bet daar eene rivier zon vinden, waarnaar smaebtend verlangd werd, zegt Albertus van Aix: de rivier, welke de metgezellen des graven van Nevers niet, hadden kunnen ontdekken, stroomt Heraelea op weinig afslands voorbij. Toen hel christen leger, door vermoeidheid en hille bijkans bezwijkende, haar naderde, stuitte het op de Turken, die bet op de oevers, in slagorde geschaard, opwaebllen. Na een verwoeden strijd sloegen de overwonnen christenen op de vlucht en bet onder hen aangerichte bloedbad was ontzettend. Ue bisschop van Clermont iii Auvergne, de hertog van Reieren, de graaf van t'oilou, waren bijna de eenigen die aan het zwaard der muzelmannen ontkwamen, terwijl zij door bet gebergte en langs onbekende passen vlncbllen'. Dour twee pijlen gekwetst, mocht bet den graaf van Vermandois nog gelukken Tarsus te bereiken waar bij aan zijne wonden stierf eu in de Sint-Pauliiskerk begraven werd. De markgravin van Oostenrijk en een groot aantal doorluchtige matronen verdwenen in bel gewoel van den strijd de verwarring van de vlucht. Eenigen zeiden, dat de markgravin onder de boeven der paarden was vertreden; anderen, dat de Turken haar naar Korassan gevoerd hadden, een land, zegt Albertus van Aix, hetwelk door bergen en moerassen van het overige deel der wereld gescheiden is en waarin de gevangen christenen (ipgesloWn hieven als de hudde in den slat.

Zoo verdwenen die groote legers, die als even zoovele natiën waren. Zij kwamen op dezelfde wijze om: door de onbedachtzaamheid der bevelbebbcrs en de teugelloosheid der soldaten, en leverden als het ware zich zeiven over aan het verdelgende zwaard der Turken. Rij den eersten kruistocht hadden er ook groote onheilen plaats gegrepen, maar deze onheilen waren soms roemvol; hier aanschouwt men niets dan rampspoeden. De groote menigte volks, die de legers vergezelde, droeg voorzeker veel tot die rampen hij. Het kwaad had zijn oorsprong gevonden in al de verkeerde voorstellingen, weike men zich in Europa omtrent de overwinningen der eerste kruisvaarders gevormd had : iedereen had willen vertrekken, dewijl men zich overtuigd hield, dat er geen Turken of Sarraeeneu meer in Azië te vinden waren, en bet genoeg was op weg le gaan om zonder verhindering en zonder gevaar .lerusalem té bereiken.

De geschiedenis van dien tijd zegt ons, dat bij deze onheilvolle expeditie viet tnanl honderd dnizend jielf/rims deze vevfiankelijlie wereld verlielen om eenwiij in den school Gods le gaan leven. De kronijkschrijvers tellen degenen niet mede, dié de Turken in slavernij wegvoerden; van al de vrouwen die uit het Westen gekomen waren, en haar getal moet zeer groot geweest zijn, zag er geen een Europa weder. Van de kruisvaarders, die aan de slachting ontkwamen, vestigden zich eenigen te Con-stanlinopel, anderen te Antiochië; in bel volgende boek zullen wij de treurige overblijfselen van dien kruistocht in bel koninkrijk Jerusalem zien aankomen, waar verscheidene vorsten, die wonderdadig aan het zwaard der Turken ontsnapt waren, in den strijd tegen de Egyptenaren het leven of de vrijheid verloren. De hertog van fieieren stierf en werd begraven op het eiland Cyprus; Harpinus van Bourges, die Frankrijk terugzag, werd monnik van Cluni. Om zich te troosten over de rampspoeden van den kruistocht, maakte Willem van Poitou er het onderwerp zijner liederen van, en zeer dikwijls, zegt Oderic Vilalius, droég hij zijne balladen voor in do legenwoordigheid der koningen, der grooten en der christen gezelschappen.

Laat ons even verwijlen bij het schouwspel, dal zich voor onze oogen verloond heeft en waarin men twee godsdiensten elkander met de wapens in de hand de wereld ziel betwisten; wenden wij onze; blikken aehterwaarls en gaan wij na wal die groote omwenteling der heilige oorlogen voor de destijds levende geslacblen beeft voorlgebracht cn wat zij voor de volken van bet Westen moest nalaten.

Van dezen eerslen heiligen oorlog sprekende, waarin het Oosten een leger van zesmaal honderd duizend kruisvaarders aanschouwde, heeft men dikwerf gezegd, dat Alexander Azië met een leger van dertig duizend man overwonnen bad ; zonder aan le voeren wat daarover gezegd is, zullen wij ons bepalen bij de opmerking, dat de Grieken van Alexander,'bij hun inval iii het Oosten, bijna alleen de Perzen, een verwijlde natie, welke door Griekenland veraehl werd, le bevechlén hadden, terwijl de kruisvaarders een menigte onbekende volken moesten bestrijden en zij, in Azië aangekomen, met verscheidene natiën van veroveraars slaags raakten.

Het mag ook niet onopgemerkt blijven, dat bier twee godsdiensten gewapend tegenover elkander slaan; lusschen de cbris-tenen en de luuzehnanuen kon slechts een verdelgingsoorlog gevoerd worden; zijn de godsdiensloorlogen altijd de moorddadigste, er zijn er ook geen, waarin hel den overwinnaar moeielijker vall zijne veroveringen uil le breiden en te behouden. Deze bemerking is van zeer veel gewicht om den uitslagen zelfs hel karakter van den eersten kruistocht en van de volgende met juistheid te beoordeelcn.

Wat de verlichte mannen in die groote beweging der nal:ën niet konden begrijpen, was de godsdienslige drijfveer, die de aanvoerders en de soldaten bezielde. «Wat ie denken,quot; zegt de abt Guibertus, die eenige jaren na den kruislocht schroef, «bij bet aanschouwen van die beweging der volken, die, hun hart voor menscbelijke genegenheden sluitende, zich eensklaps in ballingschap begaven om de vijanden van den naam van Jesus Christus le verdrijven, en de grenzen van Europa en de bekende wereld met meer vuur en blijdsdiap overschreden, dan wanneer zij zich naar een feestpartij begeven hadden?quot; De/elfde kronijk-scbrijver voegt er hij, dat men in zijn tijd alle ', i oorlog voerde


-ocr page 127-

(IKSCIIir.DKNIS DKI! KliUIS TOCHTKN.

uit geld- of eerzuclit of' ter bovredisinj; van woreldsclie en vei'loeielijke liarlsloclilen; daar do ziichl lol strijden nagonoeg algemeen was en zij de volken inedesleepte (altijd volgens de ineening van den abt Ginhorius), verwekte God nieuwe oorlogen, die gevoerd zouden worden voor de glorie van Zijn naam en die Hij zeil' zou leiden, heilige oorlogen, die aan de ridders en de volken een middel ter zaligheid zouden aanbieden, oorlogen, waarin degenen, die den krijgsmanssland gekozen badden, de goddelijke barmhartigbeid zonden kunnen verwerven zonder hunne gewoonten at' Ie leggen en zonder zich in zekeren zin gedwongen te zien IihUcii lt;lcn ijt'csl Imniier eeuw Ie Iredcn. Inderdaad, zoodra den oorlog op die wijze geheiligd was, wilde er iedereen aan deelnemen en zich onder de banieren des kruises scharen.

Een der wonderbare kenmerken van dezen knustoebl is, dat zij over bijkans de geheele wereld voornil aangekondigd werd.

anneer er omwentelingen ophanden zijn, worden de volken door een geheim voorgevoel overmeesloni Men krul de talrijke wonderteekenen, di(ï liet krijgshal'lig onl waken van het christelijk Kuropa voorafgegaan zijn. Ook de muzelmannen hadden hunne voorleekenen: verscheidene aan den hemel waargenomen verschijnselen ha lden hun aangekondigd, dat het Westen legen hen ging opslaan. Tijdens het verhlijl' van llobert den Fries le Jerusalem, twaall'jaren voor het concilie van Clermont, waren al de hooiden van bet muzelmansche volk van den ochtend lol den avond in de moskee van Omar vergaderd gebleven; daar hadden zij in de boeken van hunne wel de prolctische bedreigingen der hemelliehamen hesludeerd : zij wisten door slellige gegevens, dat menscben van chrislelijke arkomst te Jerusalem komen en zich na groole overwinningen van hel geheele land zouden meesier maken; maar men kon niet le welen komen wanneer die onheilvolle voorspellingen verwezenlijkt zouden worden. Zoo vervvachllen, naarmate de tijden nabij waren, hel Westen en het Oosten onbestemde groole dingen.

In den godsdiensligen ijver, welke hel einde van de elfde eeuw kenmerkte, verdeelden twee hartstocbien de ehrisien wereld: de cene dreef de menscben lot het afgezonderde, bespiegelende leven; de andere prikkelde hen aan lol het ondernemen van zwerftochten en bel zoeken van de vergill'enis hunner zonden in het gewoel en het gedruis der heilige oorlogen. Van den eenen kant zeidc men tol de chrislenen: «In de afzondering bewerkt men zijne zaligheid, daar deell de lieer zijne genaden uit, daar wordt de meusch beier en de goddelijke barmhartigheid meer waardig.'quot; Van den anderen kant hield men hen steeds voor: «God roept n ter zijner verdediging; in het gewoel der legerplaalsen, in de gevaren van den heiligen oorlog zult gij de zegeningen des Hemels deelariilig worden.quot; Deze twee zoo lijnrecht tegenover elkander staande meeningen, werden met helzellde gunslige gevolg gepredikt en vonden overal aanhangers, apostelen of marlelaars. Onder de vurigste geioovigen beschouwden de quot;eenen het gestrenge kluizenaarsleven in de wildernis als het ccnige middel om Gode welgevallig le zijn, terwijl de anderen hun leven meenden le heiligen door met het zwaard in de band en hel kruis op do borst de verst verwijderde streken le doorkruisen. Hel verlangen naar de afzondering en den ijver voor don gewijdon oorlog waren zoo vurig, dat Europa nooit zoo veel kluizenaars en zoo veel soldaten gezien bad; nooit zag men zoo veel kloosters ontstaan als in do twaallde eeuw en nooit zag men zulke lalrijke, zulke geduchle legerscharen. Wij /.uilen die zonderlinge legonslrijdig-iieid niel trachten te karakicriseeren; maar hel komt ons voor, dat een enkel man voldoende zou wezen om een geheele eeuw le vorklaren, en deze man is i'eter de Kluizenaar. Men zal zich herinneren, dat do prediker van den kruistochl beurtelings aan de beide hoerschende meeningon van zijn lijd gehoorzaamde. Geboren met een vurige verheeldingskraoht, een onrusiigen en veranderlijken geest, wijdde hij zioh aanvankelijk aan het slrengo leven dor cenohielen, vertoonde zich vervolgens te midden dier scharen, die op zijne roepstem de wapens badden ongeval, en kwam ten slolle in een klooster sterven. Peter de Kluizenaar was derhalve hij uitnemendheid de man van de tijden, waarin hij loefde, en juist uit dien hoofde oefende hij zulk een groolon invloed uit op zijn tijdgonoolen. Wij zijn dikvverl in do gelegenheid geweest van op te merken, dat meestenlijds de mannon, die door de nakomelingschap geacht worden hunne eeuw be-hoerscht te hebben, juist dogenon zijn, die er zich hel meeste door lieten boheerschen en er zich de harlstochlelijke vertolkers van beloonden.

Een der gevolgen van dezen kruislocht was, dal do muzel-mausche natiën door schrik bevangen en zij voor langen lijd in do onmogelijkheid gebracht werden iels tegen het Westen te ondernemen, hank /.ij de overwinningen der kruisvaarders breidde het Grieksdie rijk zijne grenzen uil en werd Conslan-linopel, dal voor de imi/oiuiannen de weg naar liet Westen was, beveiligd voor hunne aanvallen. In die verre expodiliën verloor Kuropa de bloem zijner bevolking, maar hot was niel, ovenals

Azië, bot schouwlooneel van een bloedigen en rampspoedigen oorlog, van een oorlog, waarin niets geëerbiedigd werd, waarin de sleden en do provinciën beurtelings door de overwinnaars 011 de overwonnenen verwoest werden. Terwijl de uil Europa gekomen krijgers bun bloed stortten iu de landen van hel Oosten, genoot hel Westen een ongesloorden vrede. Onder al de ehrisien volken beschouwde men het als misdaad de wapens op te vallen voor eeno andere zaak dan die van Josus Christus. Deze overtuiging droeg veel bij lot hel doen ophouden der rooverijen en hel eerbiedigen van lui (Hixlshestanil, hetwelk in de middeleeuwen de kiem werd van de boste instellingen. Hoe groot ook de rampen van den kruistocht waren, zij zijn on-legenzeggelijk minder betreurenswaardig dan de burgeroorlogen en de verdrukking van de feudale roget ringloosheid, welke allo landen van hel NVcslen zoo lang geteisterd hadden.

Deze eerste kruislocht leverde Europa nog andere voordeeion op. In den heiligen oorlog werd bel Oosten, in zekeren zin, geopenbaard aan hel Westen, dat het ternauwernood kende, tie Middellandsche Zoo werd drukker bezocht door de Europeo-seho schepen; de scheepvaart maakte eonige vorderingen, en de handel, vooral die der Pisaners en der Genueezen, moest toenemen en winstgevender worden door de vestiging van bol koninkrijk Jerusalem. Het is waar, een groot gedeelte van hel goud en zilver, dat in Europa aanwezig was, werd door de kruisvaarders naar Azië medegenomen; maar deze schallen, door de vrees of de gierigheid begraven, waren sinds lang aan bet vorkoor onttrokken; hel goud, hetwelk niet op den kruistocht medegevoerd was, kwam weer in omloop, en mot een geringer hoeveelheid gold scheen Europa oenskiaps rijker dan hot ooit geweest was.

Wij zien echter niet in, wat men hiervoor ook aangevoerd bebbe, dat Europa in den eersten heiligen oorlog voel verlichting uit het Oosien ontvangen boofl. Ceduronde de elfde eeuw was Azië het schouwlooneel geworden van do geweldigste omwentelingen. Te dien tijde beoefenden noch de Sarracenon, noch de Turken de kunsten en do wotonschappeu. De kruisvaarders hadden geen andere betrekkingen niet hen dan die van een verwoeden oorlog. Van den anderen kant werden do Grieken, bij wie buitendien do kunslon en de wetenschappen in verval waren, door de Franken le veel veracht, dan dat deze eenige kundigheid aan hen onlleend zouden hebben. Daar evenwel de gebeurlcnisscu van den kruislocht do verbeelding der volken levendig gotroHbn hadden, was dit groolscho en indrukwekkende schouwspel voldoende om oen zekere vlucht le geven aan den inenscholijkon geest in bel Westen.

Wij zullen elders over bol karakter van dozen kruistocht sproken; wij zullen slechts eenige woorden zeggen over het goede, dat iict aan hel destijds levende geslacht lieelï kunnen bewijzen. Men kent do rampen, waarmede de tocht gepaard ging. In de geschiedenis trefl'en ons die rampen hel moeste en wij behoeven daarop niet terug te komen; maar hot goede en zijne onmerkbare vorderingen zijn voel mooielijker na te gaan.

Het eerste gevolg van don kruislocht was voor Frankrijk do room van onze vaderen: boovele namen bobben zich een groole vermaardheid verworven! Uoemvolle herinneringen zijn een wezenlijk voordeel, want zij grondvesten het bestaan der natiën zoowel als dal dor gosiacblon. Men herinncrl zich bet beroep van paus l'rbanus op de krijgshaftige nMie der Franken, en do geschiedenis heeft de geestdrift opgotoekend, waarmede deze aan de roepstem van den Opperherder gehoor gaf. Een kronijkscbrijver zegt ons, dat God, bij die golegeuhoid, do groole monarchen dor aarde verwierp tn alleen Frankrijk aan de uilvoering zijner plannon wilde doen deelachtig zijn, daar hot rein voor zijn aanschijn was, want geen enkele ketterij had tot dusverre zijn volk bezoedeld. Do abt Gniberlus, die tol lilcl van zijne geschiedenis do woorden gekozen had: Cesla Dei per Francos (Wentlorwcrkcn van God door de Franken), boefl daarmede tc gelijk de ineening zijner lijdgenooton en die van het nageslacht uilgedrukl.

Hot is opmerkelijk, dal do wereld, ten tijde der kruisloclilon, zich oud en haren ondergang nabij achlto: Guihertus verwonderde er zich over, dat wonderwerken, als die waarvan men getuige was, in dagen van verval voorkwamen. Do verovering van Jerusalem moest eindelijk do gemoederen wakker schudden en hen waarschuwen dat do wereld haar einde niet nabij was en oonc groole , omwenleliiig ging aanvangen, die het Oosten en het Westen zou hernieuwen. «Wij zijn er vast van.overtuigd,quot; zegt Gniberlus, «dal God deze dingen niet ondernomen heeft voor de verlossing van oen enkele stad, maar dal Hij overal zaden boofl uitgestrooid, die vele vrncbleu zullen voorl-brongon.quot; Van alle zijdon legde men zich reeds mol ijver op de studie van de spraaiikunsl loo; bot steeds leei:ementi aantal scholen vergemakkelijkle den toegang daarvan aan do ruwste monscbeu; de abt van Nogoul verklaart, bij hel aanvangen zijner geschiodenis, dat bij zijn stijl wil verfraaien en bel zijn plan is oen boek te leveren, dat den lijd, waarin bij leeft, en voorql


-ocr page 128-

70 GESOHIRORMS DKR KlilllSTOCHTKN

dn wonderbare (lingen die hij zal vermelden, waardig is. Andere schrijvers hadden reeds heiiróefd de gescliiedenis van dal gedenkwaardig tijdperk le schrijven.

Vóór den eersien kruistoehl had de wetenschap der wetgeving, welke de eerste en voornaamste van alle is, slechts zeer weinig vorderingen gemaakt. Eenige sleden van Italië en de in de nahijheid der Pyreneeën liggende provinciën waar de Golhen de lionieinsche wellen hadden doen hloeien, zagen alleen eenige schemering van hesehaving opllikkeren. Onder de reglementen en ordonnantiën, welke Gaslon van üearn voor zijn vertrek naar hel heilige land had vaslgesleld, vindt men voorschril'ten, die door de geschiedenis verdienen bewaard te worden, dewijl zij ons de zwakke beginselen van eene wetgeving verloonen, welke de tijd en gelukkige omslandigheden zouden volmaken. De iliah'iu'ii, de iikhiiiHl'ii, tic rei fiers, de edel vrouwen en huur (/evolg zd luioil een in geweld aaixjedium mogen worden, zegl die wetgever van de elfde eeuw. — Indien iemand zich onder de hoede eener edelvronw xlell, z-al zijn persoon veilig zijn, als hij de schade helanll. — De vrede zij met den landman; zijne ossen en zijne landbouwgereedschappen mogen niet in beslag genomen worden. I)ie weldadige voorscbrirten werden ingegeven door den geest der ridderlijkheid, welke in de oorlogen legen de Sarraeenen vorderingen gemaakt bad; zij waren vooral het werk van de conciliën, die zich ten taak gesteld hadden de oorlogen lusschen parliculieren en de buitensporigheden van de feudale regeering-loosheid te beteugelen, lie overzeesche heilige oorlogen voltooiden hetgeen de ridderschap begonnen had: zij volmaakten de ridderschap zelve. Hel concilie van Clermont en de daarop volgende kruistocht onlwikkehlrn en versterkten slechts alles wat de vroegere conciliën,

en vorsten voor hel men.-chdoin gedaan hadden.

Velen der vorsten, d e aan den kruistocht deelgenomen hadden, zooals de hertog van iSrelague, llobert, graal van Vlaanderen, kenmerkten hun terugkeer door het vaststellen van wijze regle-inenten. Eenige heilzame instellingen begonnen de plaats in te nemen van de schreeuwende misbruiken van bet leenheerlijke stelsel.

Vooral in Frankrijk nam men deze veranderingen waar. Vele heeren hadden hunne lijh-igenen, die hen naar hel heilige land gevolgd waren, vrij gemaakt. Girand en Giraudel Adhemar van Monteil, die hun broedei , den bisschop van l'ny, in den heiligen oorlog gevolgd waren, schonken aan eenige hunner vazallen, die ben vergezelden, ter aanmoediging en belooning, verscheidene leengoederen, bij eene acte opgemaakt in hetzelfde jaar der inneming van Jerusalem. .Men zou vele di rgelijko schenkingen kunnen opnoemen, die tijdens den kruistocht en in de eerste jaren die er op volgden, gedaan worden. Uc vrijheid verbeidde in het Westen het gering aantal uit den heiligen oorlog teruggekeerde kruisvaarders, die geen anderen meester meer schenen le hebben dan Jesus Christus.

s wal de verstandigste heeren

Ofschoon de koning van Frankrijk lang het voorwerp was geweest van de kerkelijke censuur en hij zich door geen enkele goede hoedanigheid gunstiger onderscheidde, verheugde hij zich in een gelukkigeren rustiger regeering dan zijne voorgangers. Hij begon mei hel juk af te schudden dergroote kroonvazallen, waarvan velen zich in den heiligen oorlog geruïneerd hadden of omgekomen waren. Wen heeft dikwijls gezegd, dat de kruistocht groolere rijkdommen in de banden der geestelijkheid deed vloeien; dit is een onloochenbaar feit, hoewel het niet eveneens het geval is met de volgende heilige oorlogen; maar men kan immers mei grond bier tegenover stellen, dal de geestelijkheid destijds bel meest verlichte deel der natie was en die vermeerdering van voorspoed in den aard der dingen lag? Na den eersten kruis-locht kon men waarnemen, wal men hij alle volken ziet, die in de beschaving voortschrijden: de macht vereenigde zich van lieverlede in de handen van dengene, die de maatschappij moest beschermen; de roem was het deel van hen, die geroepen waren om het vaderland le verdedigen; aanzien en rijkdom werden bet deel van de klasse door welke de verlichting moest komen.

Verscheidene sleden van Italië hadden vóór den kruistocht een zekeren trap van beschaving bereikt; maar deze beschaving, gegrond op de navolging der Grieken en der Romeinen, veeleer dan op de zeden, hel karakter en den godsdienst der volken, openbaarde zich slechts bijwijlen en oven vluchtig als die lichtstralen, welke zich plotseling aan den hemel verloonen en een oogenblik in den nacht schitteren. In de algemeene beschouwingen, welke dit werk besluiten, zullen wij aantoonen hoezeer al die verstrooide en onder elkander verdeelde republieken, hoezeer al die slafelijke aan de ouden ontleende wetgevingen, hoezeer al die vroegtijdige vrijheden, die niet in het land zelf liaar oorsprong vonden cn niet met den geesl des tijds overeenstemden, m de middeleeuwen aan de onafhankelijkheid van Italië schaadden. Wd do beschaving heilzame vrucliten voortbrengen en zullen hare weldaden duurzaam zijn, dan moet zij wortelen in de beerscbende gevoelens en meeningen eener natie en, oin zoo te zeggen, uit de maatschappij zelve geboren worden. Hare vorderingen kan men niet ineens opdringen en alles moet gelijktijdig lol dezelfde volmaking medewerken. De wetenschappen, de wellen, de zeden, de macht alles moet gelijken tred houden. Dit is bet geval geweest niet Frankrijk; Frankrijk zou dan ook eenmaal het toonbeeld en hel brandpunt der beschaving in Europa worden. De heilige oorlogen droegen veel tot die gelukkige omwenteling bij en reeds bij den eersien kruistocht kon men zulks gewaar worden.


-ocr page 129-
-ocr page 130-
-ocr page 131-

\ IJ F 1) 1lt;] li O E K

üi.SCIIIKDKMS VAN IIKT KONINKRIJK .1KÜUSALKM.

1009—1146.

(Godfried zendt Tancredo naar Galiloa; hij zelf belegert tevergeefs Arsur; aanknmst van Bondewijn en Bohemonil; de aartsbisschop Daimbert; de Assisen van Jerusalem; gi'sleldbeid van het koninkrijk; dood van Godfried; lioudewijn volgt hem op; krijgstochten van dien vorst; zijn slreven om de kracht der wetten te horstellen; de Genueezen zijn hem behulpzaam in bet bemachtigen van Cesarea; overwinningen en nederlagen; inneming van l'tolomaïs; hachelijke toestand van het vorstendom Antiochië en het graafschap Edessa; inneming van Tripoli; lioudewijn brengt den oorlog in Kgypte over; hij sterft; Boiulewijn van Bourges beklimt den troon; hij verdrijft de iniizelmannen van het gromlgehied van Antioehic; gevangen genomen, wordt hij door list bevrijd; de Sarracenen van Kgypte woiden door Eustaohius van Agrain geslagen; rol der Venetiers in den eersten kruistoeht; algemeene gesteldheid; de Ismaëlieten of' Assussijnen; de ridders van Sint-Jan en de Tempeliers; Boudewijn wil Damascus gaan belegeren; zijn terugkeer en dood; Fulco, graaf van Anjou, wordt tot koning uitgeroepen; leenbreuk van den graaf van Joppe; bij wordt daarvoor gestraft; Joannes Conmena poogt zich van Antiochië meester te maken, daarna verbindt hij zich met de Latijnen; de koning sterft; Boudewijn ill, zijn zoon eu opvolger, trekt naar Boshra op om deze stud te belegeren; hij wordt tot den altocht genoodzaakt; de uiuzclinaniien verwoesten Edessa.)

JlpTol land, waarin de kruisvaarders zich nu voorgoed liaddcn gcvfisligd en dat de herinneringen van den godsdienst aan hel Westen zoo dierhaar inaaklen, vormde, in do oudheid, hel rijk van Israël. Toen deze landstreek ajjn de Honieinsehe adelaars ondervvorjien werd, voegden hare nieuwe nieeslers aan den naam, dien de joden haar gegeven hadden, dien van Palestina toe. Ten zuiden werd zij begrensd door de zandwoestijn, welke Judea van Kgyjite sclicidt, len oosten door het land von Arable, len westen door de Middellandsche Zee en ten noorden door de bergen van den Libanon.

Ten tijde der kruistochten vertoonde, evenals beden ten dage, een groot gedeelte van Palestina's bodem den aanblik van een grond, waarop de vloek des Hemels rust. Dat land, eertijds aan bet uitverkoren volk Gods geschonken, bad herbaalde malen van bewoners verwisseld, alle niahoincdaansche sekten, alle muzelmanscbe stamhuizen hadden elkander gewapenderhand bet bezit daarvan betwist; de omwentelingeii en de oorlog hadden de bouwvallen in zijn hooldstad en het meerendeel zijner steden opeengehoopt; de godsdienstige meenuigen dei' muzelmanscbe en der christen volken schenen alleen oenige waarde te geven aan de verovering van Judea; de geschiedenis moet zich echter wachten voor de overdrijving, waarmede zekere reizigers over de onvruchtbaarheid van dat ongelukkige land gesproken hebben.

Ware het geheele grondgebied van Judea, in den staat waarin bet verkeerde, aan de wetten van Godfried onderworpen geweest, dan zou de nieuwe koning met hel meerendeel der muzelmanscbe vorsten in macht gelijk gestaan hebben; maar het opkomende rijk van Jerusalem bestond sleclils uit de hoofdstad en een twintigtal steden of marktvlekken iu den omtrek. Onderscheidene dier sleden waren van elkander gescheiden door sleden, die nog door de ongeloovigen bezet werden. Eene sterkte, in hel bezit der christenen, had meestentijds lot nabuur eeue sterkte, waaide vanen van den profeet wapperden. In het ojien veld woonden Turken, Arabieren en Kgyptenaren, die zich vereenigden om de onderdanen van Godfried te beoorlogen. Deze laalslen waren zelfs niet veilig in de steden, die bijna altijd slecht bewaakt werden en onafgebroken aan al de gevaren van den oorlog blootgesteld waren. De akkers bleven braak liggen, alle geregelde gemeenschap was afgebroken. Omringd door zoovele gevaren, verlieten de Latijnen de bezittingen, die de overwinning bun geschonken bad, en opdat hel veroverde land geen gebrek kreeg aan bewoners, vooral in de ure des gevaars, zag men zich gedwongen de liefde lol hel nieuwe vaderland te versterken door den prikkel van hel eigenbelang. Iedereen die een jaar en een dag in een huis verblijf gehouden en een bebouwden grond in gebruik gehad had, moest daarvan als rechlmatigen eigenaar erkend worden; alle eigendomsrechten vervielen door eene afwezigheid van denzelfden duur.

De eerste zorg van Godfried was de vijandelijkheden dei-muzelmannen te beteugelen en de grenzen uil te breiden van hel rijk, waarvan men hem de verdediging toevertrouwd had. Uj) ziju bevel drong Tancredo Galilea binnen en maakte zich meester van Tiberias en verscheidene andere steden in de nabijheid van den Jordaan. Tol loon voor zijne krijgsverrich-ricbtingen werd Tancredo begiftigd met het bezit vait het land, dal hij veroverd had en later lol vorstendom verheven werd.

Arsur, eene zeestad tusschen Gesarea en Joppe gelegen, weigerde de scbalting te betalen, die baar na de overwinning bij Ascalon werd opgelegd: Godfried en zijne ridders gingen het beleg voor de stad slaan. Reeds waren de stormrammen en de rollende torens voor de wallen opgesteld, reeds hadden verscheidene bestormingen plaats gehad, toen de belegerden een verdedigingsmiddel aanwendden, waarop men niet voorbereid was; Gerard van Avesnes, die bun door Godfried als gijzelaar gegeven was, werd aan de spits gebonden van een zeer boogen paal, dien men vlak voor don muur plantte waarop de boóld-aanval der belegeraars gericht zou worden. Bij bet vooruitzicht op een onvermijdelijken en roemloozen dood, slaakte die ridder droevige kreten en smeekte zijn vtiend Godfried zijn leven te sparen door een vrijwilligen aftocht. Dit wreede schouwspel verscheurde bel hart des konings van Jerusalem, maar vermocht zijn standvastigheid en moed niet aan hel wankelen te brengen. Daar bij Gerard van Avesnes dicht genoeg kon naderen om zich van dezen te doen verstaan, vermaande bij hem zich door zijne gelatenheid de kroon des martelaars waardig te maken. «Ik kan u niet redden,quot; dus sprak hij hem toe; «zelfs al ware mijn broeder Euslachius in uwe plaats, zou ik hem niet van den dood kunnen bevrijden. Sterf dus, doorluchtig en dajiper ridder, met de onderwerping van een christen held, sterf voor het heil uwer broeders en voor de glorie van Jesus Christus.quot; Deze toespraak vau Godfried gaf Gerard van Avesnes den moed van te sterven; bij verzocht zijnen voormaligen wapenbroeders zijn strijdpaard en zijne wapenen aan het heilig graf te vereeren en beval zijne ziel in hunne gebeden aan.

Godfried en al de christen krijgers tastten de stad met onverschrokkenheid aan, maar zij werden afgeslagen. Niet laiiquot;-daarna noodzaakten de sneeuwbuien en de regenvlagen van hel slechte seisoen ben bet beleg op te breken en keerde Godfried met zijne ridders droevig gestemd naar Jerusalem terug, den nntteloozen dood van hun krijgsmakker betreurende. Maar wie


-ocr page 132-

•;R KUI ISÏOGIITEN.

GESGHIKDENIS OK

bcsclirijll liLiiino verrassing on limine vreugde, toen zij een inutr weken na liun lerugkeer in de heilige stad, den dapperen Gerard van Avesnes, wiens dood zij zieli verweten, op een voor!redelijk strijdros gezeten, Jerusalem zagen binnenrijden! Getrollen iloor de slandvastiglieid en de lieldlial'tige herusting van den Kranldsclien ridder hadden de inwoners van Arsur hem van den mast losgebonden en naar den emir van Ascalon doen voeren, die hein aan den koning van Jerusalem terugzond. Godl'ricd ontving hem met groote blijdschap en schonk hem, Ier belooning voor zijne zell'opoll'ering, bej: kasteel van Siiit-Ahrabani, in de bergen van Judea, ten zuidoosten van Bethlehem.

Tijdens helzeHde beleg van Arsur kwamen verscheidene emirs uil de gebergten van Xaplusa en Samarië Godfried begroeten en hein gesclienken aanbieden, zooals vijgen en in de zon gedroogde druiven. De koning van Jerusalem zat op een stroomat op den grond, zonder praalvertoon en zonder wachters. De emirs betuigden liunne verbazing hierover en vroegen hoe zulk een groot vorst, wiens wapenieiien het ganse,he Oosten geschokt hadden, zoo nederig op den grond kon zitten, zells geen kussen ol zijden tapijt hebbende. «Kan de aarde, waaruit wij voortgekomen zijn, en die, na onzen dood, onze woonstee moet wezen, ons niet, tijdens dit leven, tot zitplaats dienen?quot; antwoordde Godfried, liet kon niet missen ol'dit antwoord, hetwelk door den dichterlijken geest zeiven der Oosterlingen ingegeven scheen, moest de emirs diep I rellen. Vol bewondering overal hetgeen zij gezien en gehoord hadden, verlieten zij Godfried, terwijl zij hem om zijne vriendschap verzochten; en in geheel Samarië verwonderde men er zich over, dat er zooveel eenvoud en wijsheid te vinden was in de mannen van bet Westen.

in het Oosten waren omstreeks dienzelfden tijd vele wondervolle verhalen in omloop betreffende de lichaamskracht van Godfried: zoo had men hem, met een enkelen bouw van zijn breed zwaard, den kop van de grootste kameelen zien afslaan. Een machtige emir wilde zich van dit feit door eigen aanschouwing overtuigen en kwam diensvolgens den christen vorst verzoeken di! wonderwerk in zijne tegenwoordigheid te herhalen. Het lustte Godfried de nieuwsgierigheid van den emir te bevredigen en niet een enkelen slag van zijn zwaard hiew hij den kop af van een kameel, dien me-n voorgebracht had. Daar de Arabieren sclienen te gelooven, dat hel zwaard van GodlVied betooverd was, nam deze den sabel van den emir, en de kop van een tweeden kameel rolde in het zand. Toen verklaarde de emir openlijk, dat al hetgeen men hem van het opperhoofd der chrisleneii verteld bad waar was en nooit eenig mensch waardiger geweest was over natiën te bevelen. In de kerk van het Heilig Graf heb ik dat geduchte zwaard gezien, hetwelk afwisselend de koppen der kameelen afhieuw en Sarraceensche reuzen door midden kloofde.

In Jerusalem teruggekeerd, vernam Godfried, dal Houdewijn, graaf van Ivlessa, en Kohemond, vorst van Autiochie, zich op weg begeven hadden om do heilige plaatsen te bezoeken. Men zal zich herinneren, dat die beide bevelhebbers van den eersten kruislocbt niet met limine wapenbroeders ter verovering van de heilige stad opgetrokken waren; zij kwamen naar Jerusalem, vergezeld door eeu groot aantal ridders en soldaten van het kruis, die, evenals zij, ter bewaking van de veroverde landen aehlergebleveii, vurig verlangden hunne gelofte te volbrengen, liij dié doorhielUige krijgers sloten zich eene menigte christenen aan. Deze godvrncblige karavaan, die vijl en twintig duizend pelgrims telde, had veel te lijden op de kusten van IMieniciö; maar zoodra zij Jerusalem zagen, zegt Fulcher van Gbartres, die Uoudewijn, graaf van Kdessa, vergezelde, was al hel lijden, dat zij verduurd hadden, vergeten. De geschiedenis van dien tijd voegt-er bij, dat Godfried, (irootelijks verheiifjd zijn broeder Boiuleivijii weder le zien, de vorslen den ganschm winter laiuj Ininlerrijli onllnuilde.

óaimbert, aarlsbisschop van Pisa, was met Boudewijn en iiohemond medegekomen: door kracht van geschenken en beloften deed bij zich tot patriarch van Jerusalem benoemen in de plaals van Arnulf van Holies. Deze prelaat, in de school van Gregorins VII opgevoed, ondersteunde mei warmte de aanspraken van den Heiligen Stoel. Zijne eerznebt sliehtle alras oneenigheid onder de christenen; op de plaatsen zelve waar Jesus Christus gezegd bad, dat zijn rijk niet van deze aarde was, wilde degene, die zich als zijn stedehouder beschouwde, met Godfried regeeren, eu eisebte de souvereinileit overeen gedeelte van Joppe en eene wijk van Jerusalem, welke men de wijk van het Heilig Gral noemde. Na eenige besprekingen verleende de vrome Godfried In igeen men in den naam van God van hem eisehle, en verklaarde de nieuwe koning, volgens bet getuigenis van Wilhelmus van Tyr, op Paascbclag, ten aanhoore van bet gansclie hij bet heilig graf vergaderde volk, dat de Sterkte van David en de slail Jerusalem in volle souveremiteit aan de Kerk zouden belmoren, ingeval hij zonder nakomelingschap zou sterven.

Wij hebben reeds gezegd in welken staat het koninkrijk van l

I Godfried verkeerde; wij zullen er bijvoegen, dat de nieuwe koning Armeniërs, Grieken, Joden, Arabieren, renegalen van alle godsdiensten en avonlnriers uit alle landen ouder zijne onderdanen telde. De aan zijne hoede toevertrouwde Slaat was als hel ware een tijdelijke verblijfplaats van allen die er kwamen, en had sleehls reizigers en vreemdelingen tot steun. Hij was het verzamelpunt van de groote zondaren, die er den toorn des Hemels kwamen verbidden, en het toevluchtsoord der misdadigers, die zich daar aan de gerechtigheid der mensehen onttrokken. Beido slag van lieden was even gevaarlijk wanneer de omstamligbeden liuniie harlstochten deden ontwaken en wanneer de vrees of bet berouw plaats maakte voor nieuwe bekoringen. Volgens den gees! der feudale gebruiken en het oorlogsrecht had Godlried de veroverde landen aan de deel-genooten zijner overwinningen geschonken. De nieuwe heeren van Joppe, Tiberias, lianihi, Naplusa erkenden ternanwernood het koninklijk gezag. Steunende op bet voorbeeld van den patriarch van Jerusalem, sprak de geestelijkheid als meester, en de bisschoppen oefenden, evenals de baronnen, een wereldlijke macht uit. De eenen schreven de verovering van bet koninkrijk aan hunne dapperheid, de anderen aan hunne gebeden toe; de meesten streefden naar overlieersching, allen naar onafhankelijkheid.

Het werd hoog lijd om aan die wanordelijkheden een einde te maken door er een geregeld bestuur tegenover te stellen. Godfried nam de gelegenheid daartoe waar, toen de Latijnsche vorsten zich in Jerusalem bevonden. Godvreezende en geleerde mannen werden in bet paleis van Salomon bijeengeroepen en belast met het vaststellen van een wetboek voor het nieuwe koninkrijk. De voorwaarden verbonden aan het grondbezit, de mililaire diensten der leengoederen, de wederzijdsche verplichtingen van den koning en de hoeren, der groote en der kleine vazallen, alles werd geregeld en vastgesteld naar de gewoonte der franken. Wat de onderdanen van Godfried vooral verlangden, waren rechters om de geschillen te beslechten en ieders rechlen te besehermen. Er werden twee gereehlshoven ingesteld : bet eene, voorgezeten door den koning en samengesteld uit den adel, moest in de geschillen der groote vazallen uitspraak doen; hot andere, voorgezeten door den burggraaf van Jerusalem en gevormd uit de voornaamste inwoners der stad, moest de behingen en de rechten der burgerij ol der gemeenten regelen. Men stelde een derde gerecht in voor de Oostersche chrisleneii, de reeliters waren in Syrië geboren, spraken er de taal van en deden uitspraak overeenkomstig de quot;wetten eu gebruiken van het land. De wetten, welke men aan de stad van David gaf, waren voorzeker een nieuw schouwspel voor Azië; zij werden ook een bron van leering voor Europa zelf, dat zich verwonderde aan gene zijde der zeeën zijne eigene instellingen terug te vinden, gewijzigd door de zeden van het Oosten en door het karakter en den geest van den heiligen oorlog. Deze welgeving van Godfried, de minst onvolmaakte, welke men tot dusverre onder de franken gezien had en die onder de volgende regceringeii vermeerderd en verbeterd werd, werd met grooten luister in de kerk der Verrijzenis uedergelegd en ontving den naam van Assisen van Jerusalem of llrieveu van het lleiliy Graf.

Bij de' nadering van de lenle verlieten Bohemond en Uoudewijn de heilige stad; dc pelgrims gingen eerst palmtakken plukken in de vlakte van Jericho; zij bezochten vervolgens den Jordaan en vertoefden eenige dagen te Tiberias, waar zij door Tancredo luisterrijk ontvangen werden. De karavaan der vorsten keerde over Gesarea-l'hilippi of Paneas, over Balhec en Tortosa naar Eaodicea terug, dut destijds aan Baymond van Toulouse onderworpen was. Daar scheepten de pelgrims van Italië zich op de schepen van Genua en Pisa in; Boudewijn sloeg den weg naar Edessa en Boliemond dien naar Antiochië in.

Godfried was alleen in Jerusalem achtergebleyen; hij bevond zich lo midden eener half vervallen stad, te midden van eene verwoeste landstreek. De bevolking der heilige slad verkeerde in de grootste armoede; nog armer dan zijne onderdanen, kon Godfried niet eens het kleine getal zijner getrouwe krijgers betalen. Men bad tijdens den oorlog sicchts geleefd door den buit op den vijand behaald; tijdens den vrede loeide men slechts door de vrees, die men gedurende den oorlog ingeboezemd had. De geschiedenis van dien tijd deelt ons mede welk een mach! destijds de enkele herinnering aan de ovcrwimiingen door de soldaten van het kruis behaald, op do naburige volken uitoefende. Door schrik bevangen, zegt Albcrtus van Aix, besloten de ongeloovigen een gezantschap uit Ascalon, Gesarca en Plolomais naar Godfried af te vaardigen, om hem vanwege die steden te doen begroeten. Dc boodschap der steden was in de volgende bewoordingen bevat: «Dn 1:11111 van Ascalon, Dl-: kmIli van GksAIIHA en 111! KiMlli van PiOLOMAÏS aan dlin IIËIITOG Goiiiiinai i;n aan ai.i.k ovuiiichx saluut. Wij smeekeu u, zeer roeinrurhlifie en alierdoorliiclilifjsle hertog, dal onze burgei's, mei uw welbehagen, in vrede en veiligheid de slad mogen verluien om


-ocr page 133-
-ocr page 134-

WsmlM

WÊÊm

sM

wÊÊÊÊssÊsÊmmÊm,

BH

-TTf

.

-ocr page 135-

hunne zaken na Ie gaan. Wij zenden u Hen goede paaiden en drie (jaede muildieren, en zullen n, elke maand, als sehaUing, vijl duizend hesanlen aanbieden.quot; Men inoel lnerbij in uiiiunei'kiiij; iieiuou, dal geen e(!ii dier steden niet beier versterkt was en meer verdedigingsmiddelen bezat dan Jerusalem.

Godl'ried kwam dikwijls te liiil|) aan Tancredo, die met de emirs van Galilea in oorlog was; do koning van Jerusalem strekte zijne zegevierende loclilun lot aan gene zijde van den Libanon en zelts lot onder de muren van Damascus uit; bij ondernam te gebiker tijd verscheidene strooptocbten in Arabic, vanwaar bij steeds met een groot aantal gevangenen, paarden en kameelcn terugkeerde. Zijne vennaardlieid bKsidde zicb met den dag uit: men vergeleek hem met Judas den Mae ba beer voor de dapperheid, met Samson voor de kracht zijns arms, met Salomon voor de wijsheid zijner laadshesluiten. |)e rranken, die bij hem gebleven waren, zegenden zijne regeering en vergaten oiider zijn vaderlijk bestuur huil vroeger vaderland; de Syriërs, de Grieken, de muzelmannen zelve hielden zich overtuigd dat onder zulk een goed vorst de chrislolijke heerschappij zich vast in bel Oosten moest bevestigen. Maar God liet niet toe, dat Godfried lang genoeg leelde om te voltooien hetgeen bij zoo roemvol begonnen bad.

In de maand Jnm UüO keerde hij van een expeditie aan gene zijde van den .lordaan terug; hij volgde de zeekust en was op weg naar Joppe toen hij ziek werd. De emir van Cesarea kwam hem tegemoet en bood hem vriichten van het saisoen aan ; Godlried kon slechts ecu cederappel gebruiken, en te Joppe aankomende, had bij de ki achl niet meer om le paard Ie blijven zitten. Een groole menigte pelgrims uil Venetië waren met, hun doge en hun bisschop kort te voren in de haven van Joppe aangekomen; zij boden bunne vloot aan om de chrislenen van Palestina cenige zeesleden te helpen veroveren. Bij de eerste besprekingen vormde men bet plan om Ga'ipbas te belegeren, dal aan den voel van den berg Carmel ligt. Godlried zeil hield zicb met de toebereidselen van dit beleg bezig en beloofde er aan te znllen deelnemen ; maar zijne ziekte verergerde steeds, zoodat hij zicb verplichl zag zich in een draagstoel naar Jerusalem ledoen vervoeren. Overal waar hij voorbijkwam, betuigde de bevolking de diepste droefheid en stroomde naar de kerken om van God zijne genezing af te smeeken. Godfried bleef vijl' weken lang ziek. Hoewel hij veel smarten leed, licit hij allen bij zich toe, die hem voor dé zaken van het heilig land kwamen spreken. Op zijn lijdenssponde vernam bij de overgave van Caïpbas; dit was zijn laatste overwinning, zijn laatste vreugde in dit leven. Daar de ziekte verergerde en volstrekt geen hoop meer overliet, beleed de edele kanipveehler van Glirislus zijne zonden, onlving de II. Communie, en geilekl mei het geeslelijk .schild (dit zijn de uitdrukkingen der kioinjken van dien lijd) werd hij aan hel lichl dezer nerdd onlnomen.

Godfried gaf don laalsten snik op den 17''quot; Juli, een jaar na de inneming van Jerusalem. Eenigc geseliiedschri|vers hebben hem den titel van koning' gegeven, anderen liebben hem aller-heilinslen hertog genoemd. In bel rijk, dal hij gesticht had, stelde men hem dikwijls als voorbeeld aan de vorsten zoowel als aan de krijgers; zijn naam lierinnert nog ten buidigen dage aan de deugden der riddertijden en inoel evonlang onder hel mensclidoin voortleven als de herinnering aan de kruistochten. Hij werd aan den voet van den Calvarieberg begraven. Zijn gral-lombe en die zijns broeders waren gedurende vele eeuwen oen der sieraden van den heiligen tempel; maar tijdens hol tegenwoordige geslacht is dal kostelijk gedenkteeken der gewijde oorlogen verdwenen door den naijver der Grieken en der Armeniërs. Toen ik in 1830 vroeg om de twee graven le zien, kon men mij slecbls het dikke metselwerk loonen waarmede zij bedekt waren en dat ze aan het oog der reizigers en dor pelgrims onttrekt.

INa den dood en de begrafenis van Godfried ontstonden er groole oneenighoden in Jerusalem ter oorzake van het oppergezag over het rijk. De patriarch Daiinbert beweerde, dat alleen de Kerk den overleden vorst moest opvolgen; lot staving van zijne bewering haalde hij de uiterste wilsbeschikking van den hertog van Lotharingen aan. Alles wat in Jerusalem de wapens droeg, was van een geheel andere meening dan de patriarch, want het gold hier niet de heilige stad le besturen, maar zijn leven in gevaar te stellen om haar le verdedigen; do deugdelijkheid der door de godsvrucht van Godfried gedane loe-zeggingén was twijfelachtig; maar niets zekerder dan de ondergang van een door vijanden omgeven rijk, wanneer hel niet door een heldhaftig hoofd bestuurd werd. Gesterkt door deze overtuiging zonden Garnier van Gray, een bloedverwant van Godfried, en verscheidene andere ridders afgevaardigden aan Boudewijn, graaf van Edessa, om hem de kroon van Jerusalem aan le bieden; zij bezetten terzelfder tijd don Toren van David en al de versterkte plaatsen der heilige stad. Tevergeefs spoedde Tancredo, die Caïpbas ingenomen bad en door den patriarch voor diens partij gewonnen was, zicb naar Jerusalem om de zaak van den prelaat le verdedigen; men sloot de poorten der stad voor hem dicht. Door bol volk en de geestelijkheid verlaten, wist de palriarch geen ander redmiddel te bedenken dan de hulp van den vorst van Anliochië m le roepen. In een brief, dien Wilhelmus van Tyr voor ons bewaard beeft, wees Daimberl Bohemond op het voorbeeld van zijn doorlueb-tigen vader, Bobert Guiscard, die den Opperherder van Bome bevrijd en aan de banden der goddeloozen ontrukt had. Hij spoorde hem aan alle middelen, zelfs kracht en gewold, le gebruiken , om Boudewijn te verlniideren binnen Jerusalem te geraken.

Deze brief kon Bohemond niet toekomen, want omstreeks dienzelfden tijd bad hel vorstendom Anliochië zijn gebieder verloren, die in de handen van een machtigen emir van Meso-potaimë gevallen was. Bohemond had Antiochië veiialen om de christen stad Melilena (thans Malatbia) die door de Turcoinannen belegerd werd, te hulp te snellen ; van zijne nadering verwittigd, trok de emir Danismaa hem legeinoet, verstrooide zijn leger en nam bom zelven benevens zijn neet Biehard en vele andere ridders gevangen ; deze nederlaag en gevangenneming veroorzaakte eene groole verslagonheid onder do christenen. Bohemond zond een haarlok aan Boudewijn met de bede hem ijlings le hulp te komen. Onverwijld verzamelde de graal' van Kdessa zijne krijgers en kwam, na drie maischdagen, voor iVlelelina, maar de ennr Danisman bad bij zijne nadering hel beleg opgebroken en was, met inedevoering van do christen gevangenen, naar zijne Staten teruggekeerd. Boudewijn vervolgde hein verscheidene dagen achtereen, maar hem niet kunnende inhalen moest hij onverriebter zake don terugweg naar zijne hoofdstad aannemen.

Bij zijn terugkeer van die expeditie ontving hij de afgevaardigden van Jerusalem. Na hem Godl'rieds dood medegedoeld te hebben, kondigden deze hem aan, dat hol christen volk, do goestelijkbeid en de ridders van het kruis liem gekozen hadden om hel ópper-bestnnr des rijks le aanvaarden. Boudewijn wijdde cenige tranen aan den dood zijns broeders, en trooslle zicb weldra met de gedachte, dal hij hem zou opvolgen. Hij slond hol graafschap Ivlessa al' aan zijn neef Boudewijn van Bourges en begaf zich, zonder lijd te verliezen, op weg naar Jerusalem. Zevenbonderd ruiters en oven zooveel voelkiioebtoii vormden zijn klein leger. De meeste landen, die Inj doortrekken moest, waren bezet door muzelinannen. De emirs van Kniosa en Damascus, door bet gernclit en misschien ook wel door het verraad van zijn tocht in kennis gestold, kwamen hem afwachten in do moeiolijke passen, die de zee van IMienieië zooinen. Enlcber van Ghartres, die Boudewijn vergezelde, bosebrijft met naïeve eonvoudigbeid den gevaarlijken toestand der chrislenen in de bergengten van Beyrout bij de monding van den Lycus; zij moesten een nauw en diep dal doortrekken, ten noorden en ten zuiden door rotsen bebeerscht; de gelioole kust was met muz.elniannen overdekt. «Wij loonden onversaagdheid,quot; zegt de goede kapelaan, «en wij vreesden den dood; op onze schreden terugkooren ging bezwaarlijk, voorttrekken nog bezwaarlijker; van alle zijdon bedreigden ons de vijanden: dezen van den top hunner schepen, genen van den lop der borgen. Dien dag genoten onze inanscbappen en onze lastdieren rust noch voedsel; ik voor mij, Fulcher, zou liever le Charlies of le Orleans geweest zijn dan daar.quot; Het gelukte Boudewijn noclilans de barbaren door oen behendige beweging in eene lange open vlakte te lokken; dezen ineendon in don terngtoebt der christenen eene vlucht te zien en verlieten linnno stellingen om ben le achtervolgen; plotseling maakt bet leger van lioudewijn rechtsomkeer en stormt mot onstuimigheid op de niuzolmannen in, die ben overwonnen acbtlon. Beeds bij den eersten aanval hebben de Turken, verrast en ontsteld, zelfs den moed niet om zich te verdedigen en nemen in over-haasting de vlucht, eenigen naar de rotsen, anderen naar bunne scbepen; velen worden gedood ol'gevangen genomen, eenigen komen om in de golven, velen in de afgronden. Het bloedbad duurde den ganschen dag; de cbristonen brachten den nacht op bet slagveld door, waar zij bun buit eu hunne gevangenen verdoelden, en trokken daags daarna door de bergpassen, zonder oen enkelen vijand te ontmoeten. Zijn marscb langs de kusten voortzellende, kwam Boudewijn voorbij de steden Beyrout, l'tolomaïs, Cesarea en bereikte den derden dag Joppe, waar bet gerucht zijner overwinning hem reeds voorafgegaan was; in deze stad werd bij ontvangen als de opvolger van Godfried. Toen hij Jerusalem naderde, kwamen hel volk en de geestelijkheid hem tegemoet; ook de Grieken en de Syriërs verschenen met kransen en kruisen; met luider stemme don Heer lovende, ontvingen allen hun nieuwen koning met groole ploclilighoid en voerden hem in zegepraal naar de kerk van bel Heilig Graf. Terwijl Jerusalem zich aldus verheugde, protesteerde de patriarch met eenigen zijner aanhangers legen de komst van Boudewijn, en veinzende zich niet in veiligheid te achten bij het graf van Jesus Christus, trok hij zich in stilte terug op den berg Sion, als om er eene schuilplaats le zoeken legen zijne vervolgers.

Boudewijn was verlangend zijne regeering door eenige rnem-

iu*


-ocr page 136-

GESCHIKDKNIS DEK KUUISÏUCHTKN.

rijke onderneming te onderscheiden. 'lij verwijlde eene week ie Jerusalem om bezit te nemen van de regeering, verzamelde daarop zijne ridders en nu begaf zich deze keurhende op weg om vijanden te bestrijden ol' landen te veroveren. Het eerst vertoonden zij zich voor Ascalon; maar deze stad scheen voornemens zich met kracht te verdedigen en de christenen konden haar niet belegeren. Boudewijn sloeg de richting in naar de hergen van Judea. De bewoners dezer landstreek hadden de pelgrims van Jerusalem dikwerf mishandeld en uitgeplunderd, en bevreesd voor de verschijning dei' christen krijgers, hadden allen zich in spelonken verborgen. Om hen hunne sclunl-plaatsen te doen verlaten, wendde men eerst list aan; verscheidene hoofden, wie men schallen beloofde, waagden het zich voor Boudewijn te vertoonen, die hen ter dood liet brengen; vervolgens stak men voor den ingang der onderaardsche holen droge kruiden en takken aan en het duurde niet lang of eene havelooze menigte kwam, door den rook en de vlam verdreven, de barmhartigheid der soldaten van het kruis inroepen. Boudewijn en zijne krijgsmakkers zetten hun tocht voort naar hel land van Hebron en daalden al in do vallei, waar eertijds Sodoma en Gomorrha stonden, die nu overdekt worden thmr de zoiilc vulleren van hel yisplinllilesche meer. Fulcber, die do expeditie inedemaaktc, beschrijft de Doode Zee en bare eigenaardige verschijnselen zeer uitvoerig. «Het water is zoo zont,quot; zegt hij ons, «dal noch dieren, noch vogels er van kunnen drinken; ik zeil,quot; voegt de kapelaan van Boudewijn er bij, «heb er de proef van genomen; op den oever van hel meer van mijn muildier slijgende, heb ik van het water geproefd, dat ik zoo bitier heb bevonden als nieswortel.quot; De zuidzijde van de Doode Zee volgende, kwamen de christen krijgers aan eene stad, die de kronijken Suzuma of Segor noemen; al de inwoners hadden de vlucht genomen met uitzondering van eenige menschen zoo z-irarl als roei, die men zelfs niet eens wilde ondervragen en door de Frankische krijgers veracht werden als het ijemeensle onbuid. Aan gene zijde van Segor begint het bergachtige gedeelte van Arabic. Boudewijn trok mei zijn leger verscheidene bergen over, wier toppen met sneeuw bedekt waren; zijn leger had menigmaal geen andere schnilplaals dan de spelonken, die men er in menigte aantreft, geen ander voedsel dan dadels en bel vleesch der wilde dieren, geen anderen drank dan bel heldere water der bronnen en der heken; met eerbied bezochten de soldaten van hel kruis het klooster van Sint-Aiiron, dat op dezelfde plek is gebouwd waar Moses en Aiiron zich met God onderhielden; zij vertoelden drie dagen in een dal, bedekt met palmhoonien en een overvloed van vruchten voortbrengende: het was hel dal waarin Moses eene bron uil eene dorre rots bad doen onlspringen. Fulcber deelt ons mede, dat die miraculeuze! bron destijds verscheidene molens deed draaien en hij zelf er zijne paarden in drenhle. Boudewijn voerde zijn leger tot aan de woestijn welke Idnmea van Egypte scheidt, en sloeg toen weder den weg naar zijne hoofdstad in, de bergen doortrekkende waar de voorvaderen van Israël begraven lagen.

Bij zijn terugkeer wilde Boudewijn zich lot koning doen kronen en verzoende bij zich met Dainiberl. De plechtigheid had te Bethlehem plaats op den feestdag van de geboorte des Zaligmakers; de nieuwe koning ontving de zalving en de koninklijke diadeem uil de handen van den patriarch. Men wees Boudewijn niet op het voorbeeld van Godfried, die na zijne verkiezing weigerde gekroond Ie worden. Eene droevige ondervinding had eene andere overtuiging doen geboren worden; hel koningschap der pelgrims, het. koningschap der ballingschap was niel meer een glorie ol' een benijdenswaardig geluk in de oogen der christenen, maar een vroom en godvruchtig werk, een werk van onderwerping en zelfopoffering, een taak vol gevaar, ellende en oilers. In dal door vijanden omringd rijk, in het midden van een volk, als door een orkaan op een vreemde kust geworpen, droeg een koning geen kroon gelijk de andere koningen der aarde, maar een kroon geheel gelijk aan die van Jesus Christus.

Na zijne kroning was de eerste zorg van Boudewijn aan zijne onderdanen recht te verschall'en en de Assisen van Jerusalem in werking te stellen. Omgeven door al de groeten hield hij zitting in bet paleis van Salomon; nagenoeg twee weken lang zag men hem iederen dag op zijn troon zitten, de klachten aanhoorende, die hij hem ingebracht werden, en in alle verschillen , tusschen zijne vazallen ontslaan, uitspraak doende. Een der eerste zaken, die voor zijn rechterstoel gebracht werden, gold een twist, die tusschen Taiicrcdo en Willem den Timmerman gerezen was. Voor zijn dood had Godfried aan Willem de stad Gaïphas geschonken; Tancredo wilde eene sterkte, die door zijne troepen veroverd was, voor zich behouden. Op aandringen van zijne raadslieden daagde Boudewijn Tancredo voor zijn rechterstoel; deze, die den hem hij Tarsus pn Mal-mistra aangedanen hoon niel vergeten bad, antwoordde dal hij Boudewijn noch als koning van de heilige stad, noch als rechter van hel koninkrijk Jerusalem erkende. Er werd eene Iweede dagvaarding gezonden, welke onbeantwoord bleef; hij een derde oproeping eindelijk verzocht Boudewijn zijn voormaligen wapenbroeder zijne rechtspraak niet te betwisten, opdat een christen koningschap niet blootgesteld zou zijn aan de spolredciien dei' ongeloovigen. Deze laatste oproeping geleek op eene bede: Tancredo liet zich overhalen maar hij wilde niel naar Jerusalem komen, welks poorten men kori geleden voor hein gesloten had; hij stelde aan Boudewijn eene bijeenkomst voor aan de oevers van de Ledar, tusschen .hippe en Arsur. Uil geest van verzoening stemde de koning van Jerusalem er iu toe zich naar de aangewezen plaats te hegeven. Aanvankelijk konden do beide vorsten niet lot overeensleinmiug geraken en hielden eene tweede hijeenkomsi, te Gaïphas. Wijze en godvrnchligc mannen boden lumne bemiddeling aan om den vrede te herstellen; teu laatste mocht de herinnering aan Godfried, die aan Boudewijn en Tancredo zoo dierbaar was geweest en op wiens laalslen wil meu zich beriep, de beide vorsten met elkander verzoenen. Tijdens die onderhandelingen was Tancredo uilge-noodigd om hel vorstendom Anliochie in de afwezigheid van Bohemond te besturen; niel alleen gaf bij zijne aanspraken op hel bezit van de stad Gaïphas op, welke aan Willem den Timmerinan gegeven werd, maar hij stond ook aan Boudewijn het vorstendom Tiberias af, helvvelk toeviel aan Hugo van Siut-Omcr.

Al die zorgen voor het horstel van de eendracht en de hand-having der wetten van zijn rijk beletten koning Boudewijn niet herhaalde strooptochten op de gronden der muzelmaiinen te ondernemen. In een zijner expeditien aan gene zijde van den Jordaan verraste hij verscheidene Arahische volksslamineu; terwijl hij met buil beladen terugkeerde, had hij gelegenheid de edelste deugd der ridderschap uit li; oefenen. Niet verre van de rivier treft plotseling een zwak gekerm eu hel klagende geschrei van een kindje ziju oor; hij stijgt van zijn paard, dringt in het boschje door waar zich hel gekerm had doen hooren en vind eene gekwetste Arahische vrouw, die met, haar kindje hulpeloos daar nederlag. De wonde was niel gevaarlijk en nadat Boudewijn haar had doen verhinden, helaslte hij eene slavin do moeder met haar kindje aan haren eclilgenoot terug te brengen. Deze bekleedde een voornainen rang onder do muzelmaniien: hij stortte vreugdetranen bij hel wederzien der gade, wier dood hij reeds beweende, en zwoer de edele daad van lioudewijn nooit Ie zullen vergelen.

In zijne hoofdstad teruggekeerd, vernam Boiidewiin dat een Genueesche vloot de haven van Joppe binnengeloopcn was. Hij ging de pelgrims van Genua tegemoet en bezwoer hou hein in eenige onderneming legen de vijanden van hel geloof bij te staan; iiij beloofde hun een derde gedeelte van den builen liun in elke veroverde stad eene straal af te staan, die do straat der Genneezen zou heelen. liet verdrag gesloten zijnde, begaven de Genneezen zich naar Jerusalem om er hel i'aaschfoesl te vieren en op hel graf van den Verlosser den eed te hernieuwen van de ongeloovigen te zullen heslrijden; zij kwamen op zaterdag van de Goede Week daar aan. Het was de dag waarop hel heilige vuur op bel goddelijke graf moest nederdalen. Bij Ininne aankomst verkeerde de stad Jerusalem in de grootste verslagenheid, want hel bemelsche vuur iras niel versrheiien De geloovigen hieven den ganschen dag in de kerk der Verrijzenis bijeen; de Lalijnsche en de Grieksche geestelijkheid hadden herhaalde keeren het Ki/rie eleison aangeheven, herhaalde keeren was de palriarch in iiet heilig graf gaan liggen bidden zonder dat de zoo levendig verwachte vlam nederdaalde op een der lampen bestemd om baar te ontvangen. Daags daarna, l'aaschdag, stroomden de pelgrims en het volk opnieuw naar de heilige basiliek; men herbaalt dezelfde ceremoniën van daags te voren, doch het heilige vuur vertoont, zich noch op hel heilig graf, noch op den Galvarieberg, noch op eenige andere plaats der kerk. Toen begeven zich, als door eene plotselinge! ingeving, de Lalijnsche geestelijkheid, bijna de gansche bevolking, de koning en de heeren, zich processiesgewijze en blootsvoets naar den tempel van Salomon. In dien tusschenlijd krabden de in de kerk van hel Heilig Graf achtergebleven Syriërs eu Grieken bun aangezicht open, verscheurden hunne kleederen en riepen met klagend geschrei de goddelijke barmhartigheid in. Eindelijk ontfermde God zich over hunne vertwijfeling: hij den terugkeer van de processie was hel heilige vuur nedergedaald. Bij dal gezicbl smolt men in tranen; men zingt hel Kyrie eleison, een ieder onsteekt zijne kaars aan de goddelijke vlam welke van rij tol rij loopt en zich overal gelijktijdig verbreidt; de trompetten klinken, het, volk klapt in de handen, eene welluidende symphonic laat zich hooren, de geestelijkheid heil psalmen aan, de geheele heilige stad jubelt en is vol vreugde.

Deze verschijning van het heilige vuur was een gunstig voor-leeken voor den krijgstocht, welke voorbereid werd. Na de Paaschfeesten keerden de Genneezen naar hunne viool terug; van zijn kant maakte Boudewijn zijn leger niarschvaardig. Men begon met hel beleg te slaan voor Arsur. De inwoners stelden voor


-ocr page 137-

■HM™™

mmm

MMI

' - '• .-nSNiS^y S-.^ïsiyé*

S iW'

tt

liÜ

mm

mg-

s^i

n • ii-.' •

mi^ÊÊÊÊÊÊmm

s

: ■ . •

■H

HB

m

: mm

■ ■ ■ ■

li li

fm

-ocr page 138-
-ocr page 139-

GESCII11',DKNIS I)!•:\\ Klil'ISTOCIIT!•;X.

;lo slad to veriaion mits zij limine roerende bezittingen moelilon ncdonemen. Deze (Épiluiatie word nangonomen. Nu kwam lo beurt aan Cesarea, eene bloeiende stad, waar vete rijke .(oopliodon woondon. Callaro, een geselilodscdirijver van Genua, lie deze expeditie bijwoonde, beolt do zonderlinge onderban-

aanvallon d(!r christen soldaten uil do stad verschonen in do cn spraken den patriarch on do hevelhohhors voigonderwijzo toe: «Waarom beveelt gijlieden, die do leeraren dor christelijke wet zijl, aan uwe soldaten, dal zij ons moeien berooven en doodenT —«Wij willen u niet borooven,quot; antwoordde de patriarch, «maar deze slad behoort u niet toe; wij willen u evenmin dooden, maar de goddelijke wraak heelt ons verkoren degenen tq slrallen, die legen de wol des Hoeren gewapend zijn.quot; Na dit antwoord, hetwelk allo uitzicht op vrede benam, vorwijdordon zich do afgevaardigden en waren do ongeloovigen nog slechts bedacht op hunne verdediging. Mol eenigen moed sloegen zij de eerste aanvallen af, maar dewijl zij niet gehard waren in do gevaren en de vermooionisson van don oorlog, verflauwde hun ijver al spoedig; na oen beleg van twee weken begonnen bunno torens en hunne wallen steeds schaarscher mol strijders bezet te zijn. Dcchris-tonon, die zulks gewaar werden, verdubbolden van vormelelbeid, en hun heldhaftig ongeduld wilde niet wachten lol de belegeringswerktuigen voltooid waren om oen algemoene beslorming te beproeven. Op den vijftienden dag van hel beleg ontvangen de soldalen den zogen, 'waarna de patriarch mot een willen stool omhangen en hel ware kruis dragende, hen aanspoort kloekmoedig lo strijden. Hel toeken wordl gegeven; de cbris-lonen snellen naar do wallen, richllen de stormladders op; de lorons worden genomen en de vorscbriklo inwoners vlucblcu in wanorde in alle richlingon. Kenigen zoeken eono wijkplaats in de tompols, anderen in afgelegen plaatsen; bet baat hun niets, geen hunner kan don dood onlkoinon: het zwaard dos vijands spaart Icruauwernood de vrouwen en de kleine kinderen. In die algeineone verdelging vonden alleen de emir en de cadi genadé, dewijl men een aanzienlijken losprijs voor ben hoopte te ontvaiigoiL De soldaten verkochten elkander de vrouwen, die zij gevangen genomen hadden en bestemd waren om de handmolens le draaien. De hebzucht behoorsebte de chrislonon zoodanig, dat zij don buik opensneden van de muzelmannen, die zij verdacht hielden goudslukkon ingeslikt l(( hebben; een aantal lijken werden op do openbare pleinen verbrand, dewijl men inde assche eenigo besanlen hoopte lo vinden. Deze ontzeltonde toonoelon boezemen do kronijkschrijvers, die daarvan ooggetuige waren, volstrekt geen afschuw in; een bunner steil ons die bevolking, welke men meedoogcnloos vennoorddo, voor als oen misdadige en verdorven bevolking, die den dood verdiende. Zonder die barbaarsche buitensporigheden af le keuren, vergenoegt Wilhelmus van Tyr zich mol de bemerking, dal bet chrislen volk, hetwelk lot dusverre arm en van alles ontbloot geleefd bad, aan niets meer gebrek had.

De Gonneezen roomden er op bij hun aandeel in don buit den kelk bekomen le hebben, waarvan Jesus Christus zich bij bel Laalste Avondmaal bediende. Iiozo smaragden vaas werd langen lijd in de kalbodraal van Genua bewaard; togen het einde van do achtlieiulo eeuw en gedurende den oorlog van Italië werd die kostbare rehquio naar Parijs overgebracht doch in hel jaar 1815 aan do Genuoezen teruggegeven. Na de inname van Cesarea vestigden er de christenen een aaiisbisscbop, dien zij (icnu'i'iiKclKippi'lijli hozen. De geestelijke, op wion hunne keuze viel, was een arme priester, die mol do eerste kruisvaarders naar hel Oosten gekomen was. Guibortus, abt van Nugent, verhaalt van dien'armen priester, Boudowijn gebeolon, een zeer zonderlingen trek. Daar bij geen middelen bezat om de oukosh u van 'zijn polgrimslocbl lo bestrijden, bad bij op zijn voorhoofd een broedo insnijding in den vorm van een kruis gemaakt en hield deze met zekere kruiden open. Deze wonde, 'welke men miraculeus waande, vorzokorde hem op den gcheelen tocht menigvuldige aalmoezen.

De schrik, dien de christenen inboezemden, was zoo groot, dat de ongeloovigen hunne aanvallen niet meer hol hoofd durfden bicden of hou in hol open veld afwachten. Tevergeefs gelastte de kali! van Kgypte aan zijne emirs, die zich in Ascalon hadden opgesloten, do Franken te'gaan hoslrijden en dal zwervmh' en armoedige volk, mol ketenen boladon, voor hem te voeren; de Egyptische krijgers waren huiverig de hescbulting hunner wallen té verlaten. Gedreven door de hedreigingon van don kald en aangemoedigd door de volksmenigte, brachten zij ton laatste hunne krijgers in hel veld en trokken tegen Uamla op. Verwittigd van hun loclit, verzamelde 'Boudowijn in dor haast twecliondcid tachtig ridders en negenhonderd voetknechten. Zoodra bij logon-over bel Egyptische leger stond, hetwelk tienmaal talrijker was dan dal dor christenen, kondigde bij zijne soldaten aan, dat zij gingen strijden voor de glorie van Jesus Cbrislus; mocht hiin soms do lust bekruipen om te vlucblon, dan moesion zij wol hedonken, dal hot Oosten geen wijkplaats had voor de overwonnenen en Franbijk zeer rerre was. Do patriarch van Jerusalem, die sinds eenigen lijd m onmin loofde met don koning, had bet. leger niel vergezeld: do eerwaarde abt Gerle, die in zijne plaats bol ware kruis droeg, vertoonde hol ia de gelederen, terwijl hij de soldalen indachtig maakte, dat zij moesion overwinnen ol slervon. In dolle stille staarde hei chrislen leger op de ontelbare uil Egypte gekomen horden Sarracenen,' Klbiopiërs, Turken on Arabieren. Vertrouwonde op bun gotalsterkle, naderden dezen bij bel geluid der horens en der trommen. Zij vangen den strijd mol zooveel ousluiinigbeid aan, dal do beide voorste linien dor chrislenen worden verbroken; koning Uoudewijn, die in de achterste gelederen is gebleven, zendt, ijlings vorscbeidono bataljons om de wijkenden 'le ondersleunen. De overwinning scbeon zich voor de inuzol-mannon lo zullen verklaren: nu naderen de aaiisbisscbop van Cesarea en do abt Gei le, die hel kruis van den Verlosser droeg, den koning en brengen hem onder hel oog, dal de goddelijke barmbarligheid zich van de christenen afgewend heelt lor oor-zako van do oneeuigbeid, die lusschen hein en den patriarch gorozen was. Geroerd door deze vermaiiing valt Boudowijn voor hel toeken van de verlossing dor menschen op do knieën. «Hel oordeel des doods is ons nabij,quot; zegt bij lol do beide dijken; «van allo kanten omringen ons de vijanden; ik dal ik bon uiol kan overwinnen zoo do genade Gods niet nij is; ik roep dus do barmbarligbeid des Abnachtigcn in en zwoer (Ie eendracbl en den vrede dos Hoeren le horslellon.quot; Te gelijk belijdt lioudewijn zijne zonden en ontvangt de absolutie. Mij 'voiirouw'l aan zijne ridders do bewaking van hel ware kruis toé, bestijgt daarna zijn paard, dat men de (jazelle noemde tor oorzako van zijne snolbeid, en stort zich in bel heetste gewoel van don strijd'. Een wille vlag, aan zijne lans vaslgehecbl, toont aan zijne ridders den weg van bel gevaar en den room. Voor hen, rondom bon wordl alles do prooi van bel zwaard: acbler bon volgt bel kruis des Zaligmakers; overal waar het heilig hout verschijnt, bestaat er slechts redding voor dogenen die vlugge paarden bozillen.

igeu op^olcekciKl, de voorar^in^cii: iirgevanrdijidon raadsvcrgadcriiifï dor vorston

Do christen soldaten, die zich reeds in hel begin van den strijd hadden laten ontmoedigen en het slagveld ontvloden waren, haddon den weg naar Joppe ingeslagen, maar op bun vlucht vielen allen onder do slagen dor muzelmannen. Bekleed mol de wapenrustingen der cbrislenoii, die zij gedood hadden, ver-scbijnen do muzebnannen voor de muren van Joppe. Daar zij mol' luider stemme roepen, dal bet cbrislen leger vernietigd ou de koning gedood was, ontstond er grooto verslagenheid in do stad; de koningiu van Jerusalem, dio zich toon in Joppe bevond, zond over zee oen boodschap aan Taucredo, om hem de treurmare mede te dooien en hem aan te kondigen, dal hol volk Gods zijn ondergang nabij was, indien hij zich niet haastte hel te hulp le komen.

Inlnsscbon was Boudowijn, onbekend mot hetgeen er te Joppe plaats greep, na de vluclilende mnzehnannen lol aan de poorten van Ascalon vervolgd le hebben, mei hot zegevierende leger naar de vlakte teruggekeerd, waai de veldslag geleverd was. De chrisleiieu loofden don Hoor en brachten don nacht ouder de Icuten hunner vijainh weg naar Joppe, slielen

rijkdommen beladen en mei de wnpenruslingen der Fr;

hezc troep harbaron was dezelfde die zich d le muren van Joppe vertoond had en wier heilvolle lijding zooveel onlstellenis verwekt zien van het christen leger stonden zij als van den bliksem gel rollen en konden don oorslon schok niel woer-slaan van degenen, die zij overwonnen en verdelgd waanden. Weldra ontwaart men van do torens van Joppe do zegevierende banieren van Boudewijns leger. «Gij kunt u voorstellen,quot; zegt hier Fnlcber van Chatlros, «welke vreugdekreten er toen m die stad opstegen en hoezeer men den Hoor loofde.quot; Die dingen gebeurden op den zevenden dag van September, op den dag-der goboorlo van do Maagd Maria, in hol tweede jaar der regeering van Boudowijn.

In hetzelfde jaar verbreidden zich zoor bedroevende bcrichlen in Palestina: men vernam, dal drie groole legers van pelgrims, die als verscheidene natiën van hel Westen waren, den dood gevonden hadden in do borgen en de wildernissen van Kleiu-A'/.ië. Willem, graaf van Poitiers, Stelanus, graaf van lilois, Slefanus, graaf van Bourgogne, Harpinus, boor van Bourgos, de graaf van Novors, Koenraad, connotabel van hol Cermaausche rijk en verscheidene andere vorston komen en door Tancredo gastvrij

geesu weel mol i

■li door. Daags daarna, op den lo zij op een troop ongeloovigen, die niel

met iken

■lags ver-

bekleed waren Ie voren ondei schijniiig en hadden. Bij

die aan de slac in Antiochië op:

ontrenomen

pelgrimslocbl tot aan do berg-

wordon, haddon zich op weg begeven om I droevig te voleindigen. Boudowijn, die hen engten van Beyroul tegemool gegaan was, beschermde hun toe.bl naar Jerusalem. Welk een schouwspel voor de geloovigen van de heilige slad! Al die doorlucbtigo pelgrims, (lie Europa mei lallooze soldaten verlaten hadden, werden ternauwernood


-ocr page 140-

GESCHIEDENIS PER KRUISTOCHTEN.

76

door conige dienaren gevolgd. Nooit, hadden do groolen dezer aarde zooveel ellende en vernederingen doorgestaan voor de zaak van Jesns Christus. Do gclieele bevolking van Jerusalem vergezelde lien, tol sclireiens toe bewogen, naar bel heilig graf. Zij brachten eenige maanden in Judea door en begaven zicb allen, kort na bet Paascbfeest, naar Joppe, om zieli naar Europa in te schepen. Zij wachtten op oen gunsligen wind, toen men hun onverwachts kwam beriebten, dat ecu leger van onge-loovigen, uit Ascalon gekomen, hot grondgebied van Lidda en Ramla te vuur en te zwaard verwoestte. In allerijl verzamelt de koning van Jerusalem, die zich te Joppe bevond, zijne ridders en maakt zicb gereed om tegen den vijand op te trekken. De adellijke pelgrims, die paarden bezitten, of ze van hunne vrienden kunnen leenen, grijpen insgelijks naar de wapens en verlaten de stad om den vijand te gaan bestrijden. Koning Roudewijn stelt zicb aan de spits van die zoo iu der baast bijeengebracbie schaar cn ijlt hel muzelmanscbe leger tegemoet; hij werd door tornauwenVood tweehonderd ridders vergezeld. Hij bevindt zich plolseling te midden van twintig duizend ongelobvigen, doch zonder zich om bun overmacht te bekommeren, levert hij bun slag. Reeds bij den eersten aanval worden de christenen omsingeld en zoeken nog enkel een roemrijken dood. De graaf van lilois en de graaf van Rourgogne sneuvelden beiden dien dag. Wilhelmus van Tyr, die ons den dood van den graaf van Rlois verhaalt, voegt, er bij, dat God dien vorst de volheid zijner barmhartigheid beloonde, door hem op zulk eene wijze de schande zijner desertie voor Antiochie te doen uilwisschén. Harpinus, graaf van Rourges, werd met den connetahel Koenraad gevangen genomen; Koenraad had in den strijd eene buitengewone lichaamskracht ontwikkeld, welke de bewondering der overwinnaars opwekte en bem in liet. leven deed sparen. Voor den slag bad Harpinus aan Roudewijn voorzichtige raadgevingen doen hooren. « Harpinus,quot; antwoordde hem de koning van Jerusalem, «indien gij bevreesd zijt, verwijder u dan en begeef u naar Rourges.quot; De kronijken, die van dat feil spreken, verwijten Roudewijn, dal bij zich nicl door hel kruis van Jesns Christus Hel voorafgaan.

Roudewijn ontvlood bijna alleen bet slagveld en verborg zich tusschen de planten en de varens, die de vlakte bedekten. Daar de overwinnaars er den brand in slaken, ware hij bijkans in de vlammen omgekomen en bereikte met moeite Raiida. De invallende duisternis verliinderde dal hij vervolgd werd; maar talrijke benden muzelmannen legerden reeds rondom de stad, waar bij eene schuilplaats gezocht had, en daar zij geen verdedigingsmiddelen bezat, moest zij hij den eersten aanval in de macht iler ongeloovigen vallen. Roudewijn verkeerde in de hevigsie ongerustheid, toen een vreemdeling toegang tol de stad verlangt en den koning van Jerusalem wenschi le spieken. Rij den koning toegelaten, sprak hij dezen aldus aan: «De erkenlenlijkheid voert mij tot u. Gij iiebt u edelmoedig betoond jegens eene mij dierbare gade; gij hebt haar aan bare familie teruggegeven na haar bel leven gered le hebben; ik kom die gedijde schuld thans veredenen. De Sarracenen omsingelen van alle kanten de stad, die n tot wijkplaats verstrekt: morgen wordt zij genomen; geen enkele barer inwoners kan aan den dood onisnappen. Ik kom u bel middel ter uwer redding aanbieden: ik ken wegen, die niet bewaakt worden. Haast u, de tijd dringt, gij hebt mij slechts Ie volgen: voor het. aanbreken van den dag zult. gij bij de uwen in veiligheid zijn.quot; Roudewijn weifelde en kon er niet loc besluiten zijne iotgenoolen in bet. gevaar te verlaten; maar zijne wapenbroeders zelve sporen bem aan den muzelmanselien emir le volgen. «Wij zijn bereid om te sterven,quot; zeiden zij tot hem, «en wij wachten hier de kroon van het martelaarschap die wij zijn komen zoeken. Wat ii betreft, Roudewijn, uw uur is nog niet gekomen en gij moei leven voor hel heil van bet. christen volk.quot; Roudewijn geeft gehoor aan bun aandrang en verlaat met den emir de stad. Begunsligd door de duisternis van den nacht cn steeds door zijn trouwen gids vergezeld, maakt, hij lange omwegen en geraakt eindelijk builen de door de overwinnaars bezette streek. Den volgenden dag was bij in veiligheid binnen de muren van Arsur.

Na hel vertrek van Roudewijn werd Ramla stormenderhand genomen en al de ehristenen, die zich binnen bare muren bevonden, gedood of gevangen genomen. De droevige lijding van Boudewijns nederlaag bereikte al spoedig Jerusalem; hel christen volk stroomde naar de kerk van bel Heilig Graf om den God van barniharliglieid le danken voor de redding van 'skonings leven, waarna al de in de stad aanwezige ridders de wapens aangordden en zich op weg begaven om den vijand aan te tasten. Hugo van Sint-Omer, heer van Galilea, siekle zich insgelijks aan de spits van tachtig voetknechten en begai zicb naar Joppe. Ter zelfder tijd, en als door een mirakel, liepen tweehonderd schepen uit het Westen de haven dier stad binnen. Deze vloot voerde een grool aantal doorluchtige pelgrims aan, waaronder men verscheidene doorluchtige krijgers uit Engeland en Germanië opmerkte. Koning Roudewijn, die zich over zee naar Joppe had begeven, en dien Wilhelmus van Tyr vergelijkt met de morgenster, welke zich aan een stormaclitigen hemel vertoont, stond eensklaps aan liet hoofd van een dappei leger, dat reikhalzend naar den strijd verlangde. Den zesden dag van de eerste week van Juli verliet hij, door zijne ridders vergezeld, met vliegende vaandels, onder liet schallen der horens en der Irompelten, de stad. Do vijanden waren drie mijlen van daar, in hel woud van Arsur, bezig met hel vervaardigen van werktuigen voor de belegering van Joppe: moedig sloegen zij den eersten aanval der christenen al, maar de dappersten zelfs konden niet lang bel gezicht der witte hanier van Roudewijn verdragen, voor welke alles vluchlle en die zij altijd in bel heetsle gewoel van den strijd zagen. Ondanks linune overmacht overwonnen, namen de muzelmannen de vlucht, naar Ascalon, drie duizend der hunnen op hel slagveld achterlatende. Fuleher van Charlres schrijfl die overwinning toe aan hel bout van bel ware kruis, dal do koning gedurende den strijd voor zich uil hel dragen. Op den veldslag van llainla leriigkoinemie, die door Roudewijn zoo onvoorzichtig geleverd werd, voegt dezelfde geschiedschrijver er bij, dal de God der legerscharen altijd zijne genaden schenkt aan degenen, die in Hem bunne kraclil stellen cn naar de stem der wijsheid luisteren, maar ze weigert aan degenen, die lt;le zaken met liclilvannlifiheid en eifjenwaan ondernemen.

Daags na die op de ongeloovigen behaalde overwinning keerde koning Roudewijn naar Jerusalem terug, looide den Heer en (inf hevel den tempel van het Graf le oiitshiilen vuur de pelgrims, die getiomen waren om Christus te aanbidden.

Hier vermeldt de geschiedenis van dien lijd, als oen opmerkelijke omstandigheid, dal het koninkrijk Jerusalem gedurende moer dan zeven maanden een volmaakten vrede genoot. Niettemin hadden de geloovigen den dood van een grool. aantal hunner broeders te betreuren, die, zieli le Joppe ingcscheepl hehbende, in de golven omkwamen of op de kusten van Tyrus en Sidon vermoord werden. Hel meerendeel dier pelgrims heboorde tol degenen, die aan de rampen in Klein-Azië ontkomen waren. Te midden van den algemeenen rouw, door den dood van zoovele aanzienlijke christenen veroorzaakt, hernieuwden zich de bitterste klachten tegen de. Grieken, die men beschuldigde den ondergang uitgelokt te hebben van de legerscharen, die de in Syrië gelegerde Latijnen te hulp waren gekomen. Alexis, die voor do uitwerkselen van dal algemeen misnoegen beducht was, zond een gezantschap om den koning van Jerusalem mei dieus overwinningen geluk le wensclien en stelde alles in hel werk, om de christenen in vrijheid le doen stellen, die zicb in de macht, der Kgyplenaren en der Turken bevonden. Harpimis, graaf van Rourges, die in slavernij verzuchtte, dankte zijne vrijheid aan den keizer van Conslanlinopel. Koenraad, conne-label van den keizer van Diiilscliland, en driehonderd Frankische ridders, versmachllen in do kerkerholen van Cairo; zij badden insgelijks aan den Griekschon keizer bunne vrijheid te danken. Eenigen bleven in Syrië en schaarden zich opnieuw onder de legerscharen van Jesns Christus, terwijl de overigen naar bel Westen terugkeerden, waar hunne terugkomst in den school hunner familie en de betuigingen hunner erkentelijkheid jegens Alexis evenwel niet in staal waren de grieven weg te neinen, welke alom legen bun bevrijder ingebracht werden.

Die grieven waren overigens niel ongegrond; want terzelfder tijd dat Alexis de kluisters van eenige gevangenen verbrak, rustte hij vloten uit en lichtte hij krijgsbenden om Aulioehië aan te vallen en zich meester le maken van de op de kusten van Syrië gelegen sleden, die door de Lalijnen veroverd waren. Hij bood aan den losprijs van Hohemond te betalen, die nog altijd bij de Turken gevangen zat, niel om hem de vrijheid te hergeven, maar om hem naar Conslanlinopel le doeu voeren, waar hij hem tol den afstand van zijn vorstendom hoopte te kunnen bewegen. De aanbiedingen van Alexis wekten eehler den naijver lussehen de muzelmanscbe vorsten op, en dezen naijver diende de zaak van den doorluchtigen gevangene, die van de lussehen zijne vijanden gerezen oncenighcid gebruik maakte om zijne gevangenis te onlvluchten. Dewijl zich altijd iels wonderbaarlijks mengt onder het verhaal der gebeurtenissen van dien tijd, verhaalt, eene-kronijk, dal Rohemond zijne dapperheid deed bewonderen in de oorlogen welke de ongeloovigen onder elkander voerden, en dal eene nuizelmanscbc prinses, aan wie hij door zijne ridderlijke manieren had welen le behagen, bem dc middelen verschafte zijne vrijheid terug le erlangen. Na eene vierjarige gevangenschap kwam bij in Antioclnë terug, waar hij dadelijk de noodige maatregelen nam om de aanvallen van Alexis to kunnen afslaan.

ne oude Raymond van Saint-Gilles, graaf van Toulouse, wiens eerzucht niel bevredigd kon worden alvorens hij een vorstendom in hel Oosten bezal, was reeds meesier van Tortosa, cn wilde de stad Gibel of Gibelct daarbij aantrekken. Hiertoe roept hij den bijstand in der Genueezcn en der Pisaners, de natuurlijke bondgenooten van allen, die de verovering van


-ocr page 141-
-ocr page 142-
-ocr page 143-

fiESCHIKDKMS DER KHriSTOflllTEN.

77

ociiigc zonlmvens in Syrië beoogden. Gibe!, te land en ler zee belegerd, viel al spoedig in de maclit der christenen. Na die expeditie ontvingen de pelgrims van Genua en Pisa een aanzoek van den koning van Jerusalem, om met hem de stad Accon of IMolomaïs te gaan belegeren; men bood hun dezelfde voorwaarden aan als voor het beleg van Cesarea. Do Genueosche vloot verselieen op de reede en voor de haven van IHolomaïs, terwijl koning iioudowiju zijne tenten onder de wallen der stad opsloeg. Nadat de belegering twintig dagen geduurd had, stelden de inwoners voor do poorten te onlsluilen, onder eenige voorwaarde, dat men hun zou toeslaan de stad met hun gezinnen en hunne beziltingen te verlaten. Koning Boudewijn nam dit voorslel aan, en al de aanvoerders zwoeren liet verdrag gel rouw na te leven. I e Genueezen betreurden echter den rijken buit, dien men bun toegezegd had, en toen de poorten der' stad zich openden, gingen velen bunner aan het plunderen on eerbiedigden zelfs niet liet leven der ongewapende muzelmannen. Te midden der buitensporigheden, welke de overwinning der soldaten van bet kruis bezoedelden, vestigt zicb bet oog des geestes met welgevallen op den koning van Jerusalem, terwijl liii vol verontwaardiging over de scbeiidiiig der bezworen trouw zijne ridders en zijne dienaren rondom zicb vereeuigl, om liet géboonde volkenrecht te wreken. Dank zij de krachtdadige tusschenkomst van Boudewijn werd de orde weldra lierslold; door zijn eerbied voor den bezworen trouw beschermd, verlieten de muzelmannen met hunne schatten tie stad en werden er vervangen door een christen bevolking.

De inneming van Ptolomaïs, dat als liet ware de poort van Syrië aan de zeezijde was, verontrustte eenigszins de meesters van Damascus en verspreidde schrik en ontsteltenis in Aseidon en lol zelfs in de raadsvergaderingen van Babylonië (bet voormalige Galro). Men haastte zich in Kgypte een nieuw leger te lichten en een vloot uit te rnslen om den trots der christenen te fnuiken en den voortgang hunner overwinningen te stuiten. Korten tijd na de inneming van Ptolomaïs, vernam men te Jerusalem, dat een Egyptische vloot voor Joppe versehenen was, en onafzienbare horden barbaren, uil Ascalon gekomen, de vlakten van Uamla bedekten. Dadelijk komen al de weerbare christenen uit Galilea, hel land van Naplnsa en de bergen van Judea toesnellen; de bevolking en de geestelijkheid der heilige stad roepen de goddelijke baimharligheid in; in de christen steden verricht men gebeden, geell men aalmoezen, vergeel men de beleedigingen en wordt alle oneeuigheid bijgelegd. Mei vijfhonderd ridders en twee duizend voetknechlen verlaat Boudewijn Joppe en trekt de vijanden tegemoet, wier aantal aan God alleen bekend was. Hij zelf ving bet gevecht aan; de witte vaan, welke hij droeg, was overal het sein der overwinning voor de christenen. De emir van Ascalon werd op bet slagveld gedood en vijf duizend muzelmannen verloren het leven. Dc ebristenen behaalden een onmeetlijken buil; men kon de paarden, ezels en drommedarissen niet tellen, die zij naar Joppe met zich voerden. Na die overwinning der christenen koos de Kgyptisclie vloot ijlings het ruime sop en opdat er niets mocht ontbreken aan de nederlaag en den ondergang der ongeloovigen, verwekte God op zee geweldige stormen, die hunne schepen verstrooiden en zo nagenoeg allen op de kusten deden stranden.

Terwijl de goddelijke gunst zich op die wijze voor de christenen in bet koninkrijk Jerusalem openbaarde, schenen de slechte dagen voor het vorstendom Auliochië en bel graafschap Edessa aan te breken. In de lente van bel jaar 1101 vereenigden Bohemond met zijne ridders. Tancredo, destijds beer van Laodicea en Apamea, Boudewijn van Bourges, graaf van Edessa of Itoba, en diens neef Joscelijn van Courlenai, gebieder van Ttirhessel, zich met elkander om den Euphraal over te steken en liet beleg te gaan slaan voor de stad Charan of Garrhes, die door de ongeloovigen bezet was. De stad Carrhes ligt op eenige mijlen afstands van Kdessa en was ten tijde der aartsvaders bel verblijf van Tbarah, den vader van Abraham; daar ontving de tróuwe aanvoerder van het geloovige volk hel bevel zijn land en zijne bloedverwanten te verlaten, om de beloften van den waren God te volgen; bet was ook te Carrhes dat de consul Grassus in dc banden der Parihen viel, die hem doodden door hem vol Ie. sloppen mei hel goud, waarnaar hij zoo beyeerig was. Toen de christen vorsten voor de stad aankwamen, vonden zij baar ler prooi aan den hongersnood en bijna zonder middelen van verdediging. De inwoners hadden om hnlp laten verzoeken le Maridin, te Mossul en bij al de muzelmansche volken van Mesopotamië. Daar zij na een beleg van eenige weken de hoop opgaven van ontzet te worden, besloten zij de stad le verlaten, en stelden een capitulatie voor, welke aangenomen werd. Terwijl men van weerszijden zwoer de voorwaarden van hel verdrag getrouw te zullen nakomen, ontstond er een hevige woordenwisseling tusschen den graaf van Edessa en den vorst van Anliochië, om uit te maken wiens vlag van de wallen der stad zou wapperen. Het zegevierende leger wachtte om de stad binnen le trekken tot deze twist beslecbt zon wezen; maar God wilde den dwazen hoogmoed der vorsten straffen en ontnam hun de overwinning, die Hij hun geschonken bad. Boudewijn en Bohemond betwistten elkander nog de veroverde stad, toen men plotseling op de naburige hoogten een muzelmansch leger gewaar werd, dat in slagorde en met vliegende vaandels naderde. Het waren de Turken van Maridin en Mossul, die de belegerde stad le hnlp kwamen. Bij hunne nadering waren de chrisleneu, door den schrik als verlamd, nog slechts op de vlnchl bedacht. Tevergeefs beproefden de aanvoerders den moed der soldaten aan le wakkeren; reeds bij den eersten aanval geraakte bet kruisleger in wanorde en sloeg op de vlucht; Boudewijn van Bonrges en zijn neef.Joscelijn werden gevangen genomen; Bobe-moiui en Tancredo ontkwamen bijna alleen aan de vervolging van den overwinnaar.

Na deze betreurenswaardige gebeurtenis vertoonde zich aan den hemel een komeet, die gedurende veertig dagen aan den horizon bleef en voor de geheele aarde zichtbaar was. Dit buitengewone teeken, zegt Kidcber van Ghartres, was in de maand Fehi nari heyinnen le lichlcn, op denzelfden (t(i(/ dut de maan nieuw was, Itek/een kiaarblijkelijl; onheil voorspelde. In dezelfde maand ontwaarde men gedurende verscheidene dagen rondom de zon twee andere zonnen, de eene rechts, de andere links, en in de volgende nuiand zagen vele menschen een steirenregen. Groote wederwaardigheden bleven niet uit om die noodlolligc voorteekenen waar te maken en nooii mochten de christen koloniën met meer grond vreezen bun laatste uur nabij le zijn.

Stonier geworden door hunne overwinning, belegerden de Turken bernaalde malen de stad Edessa; Turbessel, Antiochië zelfs werden bedreigd. De barbaren verwoesllen al de door de christenen bewoonde slreken; de vruchtbaarste velden bleven onbebouwd liggen; de grond bracht niets meer op voor de behoeften van den mense i, zoodat hel volk overal van honger omkwam. Te mid len van de algemcene benauwdheid dacht men niet aan de bevrijding van Boudewijn van Bonrges en Joscelijn, voor wie de Tinken een losprijs eischten. Van allo kanten deden zieb klachten hooren legen Bohemond en Tancredo, die men beschuldigde limine in gevangenschap bij de Turken versmachtende wapenbroeders te vergelen.

De vorst van Auliochië bleef binnen de muren zijner hoofdstad opgesloten, te gelijk door de i urken on door de Grieken bedreigd. Noch scbatten noeh leger meer bezittende vestigde bij zijne laatste hoop op het Westen en besloot de vorsten der chrisienheid voor zijne zaak le gaau winnen. Na bet gerucht van zijn overlijden te hebben doen verspreiden, scheepte bij zieb in de haven van Sainl-Siineon in en voer, in een doodkist verborgen, tusschen de vloot der Grieken door, die zich over zijn dood verheugden en zijne nagédacblenis vloekten. Bij zijne aankomst in Italië begeeft hij zich naar den paus en werpt zieb aan diens voeten neder; bij beklaagt zich over de rampen die hem bij de verdediging van den godsdienst ge trollen hebben eu roept vooral de wraak des Hemels over Alexis af, dien bij voorstelt als den grootslen geesel der christenen. De paus bejegent hem als een held en een martelaar; bij prijst zijne heldendaden, hoort zijne klachten aan, geefl hem den standaard van Sinl-Pieter en veroorlooft hein, in naam der Kerk, in Europa een leger le lichlcn om zijne rampen te herstellen en de zaak van God te wreken.

Bohemond begeeft zich naar Frankrijk. Zijne avonturen, zijne krijgsverrichtingen hadden overal zijn naam bekend doen worden. Mij vertoont zicb aan het bof van Philippus I, die hem met de grootste eerbewijzingen ontvangt en hem zijne dochter Con-slanlia ten huwelijk geefl. Te midden der luisterrijke hoHëesten bij afwisseling de scliitterendsle der ridders en de vurigste der redenaars van het kruis, doel hij zijne beheudiglieid in do steekspelen bewonderen en predikt den oorlog tegen de vijanden der clirislenen. Te Limoges komende, vereerde hij zilveren ketenen aan het altaar van den heiligen Leonardus, wiens bescherming hij in zijne gevangenschap ingeroepen had; van daar begaf bij zicb naar Poitiers, waarbij, tijdens eene groole hijeen-komst, in aller harten het vuur van den heiligen oorlog ontstak. De ridders van Limousin, Auvergneen Poilou betvvislten elkander de eer IilMii naar bet Oosten te vergezellen. Aangemoedigd door dezen gunstigen uilslag, gaat hij de Pyreneeën over en werft soldaten in Spanje aan; hij keert naar Italië terug en vindt overal dezelfde opgewektheid om hem te volgen. Alle voorbereidselen geëindigd zijnde, scheept hij zich te Bari in en landt op de kusten van het Grieksche rijk, dreigende zich op zijne doodvijanden te zullen wreken, maar in werkelijkheid meer door de eerzucht dan den baat gedreven. De vorst van Antiochië droeg zorg den ijver zijner nieuwe tochtgenoolen aanhoudend door zijne toespraken aan le wakkeren: aan de eenen stelde hij de Grieken voor als de bondgenoolen der muzelmannen en de vijanden van Jesus Christus; aan de anderen schilderde bij de rijkdommen van Alexis en beloofde hun een rijken buit.


-ocr page 144-

78 GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

Hij was op liet punt zijne scliil,terende verwadiliiigen to zien verwezenlijken, toen hij plotseling door de fbrluin, die tot dusverre niets dan wonderwerken voor hem verriclit had, vertalen werd.

])e stad Dnrazzo, voor welke hij het beleg geslagen had, weerstond aan al zijne pogingen om haar te nemen; ziekten teisterden zijn leger en de meeste krijgers die hem gevolgd waren, ontvluehtten zijne vanen; hij zag zich genoodzaakt een voor hem vernederenden vrede te sluiten met den keizer, dien hij had willen onttroonen, keerde terug naar hel kleine vorstendom Tarente, dat hij voor de verovering van het Oosten had verlaten, en stieiT daar van hartzeer en kommer.

De ongelukkige alloop van deze onderneming, welke geheel en al tegen do Grieken gericht was, werd den in Syrië gevestigde christenen noodlottig en herool'de hen van de hulp, die zij van het Westen moesten verwachten. Tancredo, die nog steeds Antiochië bestuurde, werd herhaaldelijk aangevallen door de barbaren, die van den Tigris en den Kuphraat gekomen waren en kon hen slechts alslaan met behulp van den koning van Jerusalem. Joscelijn en Boudewijn van Rourges, die naar Bagdad gevoerd waren, keerden eerst na eene vijl,jarige harde gevangenschap in hunne Staten terug. Toen Rondewijn in Edessa terugkwam, kon hij hel geringe aantal soldaten niet betalen, die hem trouw gebleven waren, en om onderstand le bekomen van zijn schoonvader, heer van Militena, maakle hij hem wijs, dat hij zijn baard verpand had voor de soldij zijner krijgsmakkers, een middel een ridder onwaardig en dat in de oogen der geschiedenis niet verontschuldigd wordt door het groote geldgebrek waarin de prins verkeerde die het te baal nam.

Al die tegenspoeden hadden de christenen nog niet wijzer kunnen maken en de noodzakelijkheid van de eendracht doen gevoelen. Tancredo en Boudewijn van Rourges hadden hevige twisten met elkander; zij riepen beurtelings de nuizelmannen te hulp tot hel verdedigen hunner zaak, en er hoerschte de grootste verwarring op de oevers van don Euphraat en den Orontes. In die noodlottige verdeeldheden had Tancredo de grootste vijandigheid aan den dag gelegd. Hij beweerde, dat de graal' van Edessa aan hein onderworpen moest zijn en hem schatling betalen. De koning van Jerusalem, wiens rechterlijke beslissing men inriep, veroordeelde Tancredo en zeide tot hem: «Hetgeen gij eischt is niet billijk; gij moet u, uit vrees voor God, met den graat'van Edessa verzoenen; indien gij, daarentegen, volhardt in uw verbond met de heidenen, luuil (jij omit broeder niet blijven.quot; Deze woorden roerden het gemoed van Tancredo en herstelden den vrede onder de christen vorsten.

In het jaar T1Ü8 verscheen Bertraud, zoon van Raymond, graai' van Toulouse, in hel Oosten met zeventig Genueesehe galeien. Zij zouden hem behulpzaam zijn in het vermeesteren van verscheidene steden van l'henicië; men begon met Riblos, dat, na eenige bestormingen, zijne poorten voor de christenen ontsloot; daarna ging men de stad Tripoli belegeren. i»e verovering dier plaats was het laalsle streven van den ouden graal' Raymond; om in zijne dikwerf hernieuwde pogingen le slagen, riep hij de hjilp in van al de pelgrims, die uit het Wekten kwamen en liet zelfs op zijne kosten, op een nabnrigen heuvel, eene sterkte bouwen, welke men het kasteel 01 den hern der pelyrims noemde. De onvermoeide kampioen van Jesus Ghrislus viel van een dak van dat kasteel en stierf aan de gevolgen daarvan met den spijt, dat hij de vaan van hel kruis niet op de ongeloovige stad had mogen planten. De koning van Jerusalem kwam met vijfhonderd ridders aan het beleg van Tripoli deelnemen; zijne tegenwoordigheid verdubbelde den ijver der belegeraars. De sinds lang bedreigde stad had hulp gevraagd aan Ragdad, Mossul en Damascus. Door de muzelmansche vorsten van l'erzië eu Syrië in de steek gelaten, had zij hare laatste verwachtingen gebouwd op Egypte; maar terwijl de belegerden de aankomst der Egyptische violen en legerscharen verbeidden, verscheen met een schip een boodschapper, die hun uit naam van den kalif kwam verzoeken hem eene schotme slavin te zenden die zich in de stad bevuild, benevens abrikuzenboonwnlwal (jesdtikt ter vervaardigiiKj van luiten en muziekinstrumenten. De Arabische geschiedschrijver Novaïri, die dit feit mededeelt, voegt er bij, dat de inwoners van Tripoli toen inzagen, dat er voor hunne stad geen redding meer was; zij stelden derhalve aan de christenen de overgave der stad voor, onder beding, dat het een ieder zou vrijstaan de plaats te verlaten met al hetgeen hij zou kunnen medeuemen, of wel er in te blijven legen betaling eener schatting. Deze capitulatie werd aangenomen en trouw door koning Boudewijn en graaf Rertrand nageleefd; maar als men eenige geschiedschrijvers mag gelooven, gedroeg zich het Genueesehe krijgsvolk in Tripoli gelijk het vroeger te Ptotolomais had gedaan.

Het grondgebied van Tripoli was vermaard door den rijkdom zijner voortbrengselen: in de vlakten en op de in de nabijheid der zee liggende heuvelen zag men welige graanakkers, uitgestrekte aanpluntingen van suikerriet, heerlijke wijnbergen, tal van olijlboomen, en eindelijk den witten moerbeziënboom, welks bladeren den zijdeworm voeden. De stad zelve lelde meer dan vier duizend arbeiders, ervaren in het vervaardigen van wollen-, zijden- en linnenstoHen. - Een groot gedeelte van die voordeden ging verloren voor de overwinnaars, die, tijdens hel beleg, de velden verwoestten en zich na de inneming der stad niets aan de nijverheid helen gelegen liggen. Tripoli bevatte nog andere schaliën, die ongetwijfeld door de kruisvaarders weinig gezocht werden. Hel bezat eene bibliotheek, waarin de gedenkstukken der lelterkimde van de Perzen, de Arabieren en de Grieken bewaard werden; honderd copiïsten waren daar onafgebroken bezig met het afschrijven van handschriften; de cadi, die du bevelhebber was van de stad, zond naar alle landen mannen uit, die in last hadden zeldzame en kostbare boeken te ontdekken. Na de inneming van Tripoli werd deze hibliotlieek aan de vlammen prijsgegeven. Kenige Oostersche schrijvers hebben dal onherstelbaar verlies betreurd; maar geen onzer oude kronijkeii heeft er een woord van gezegd en haar stilzwijgen in deze om-siandigheid is een genoegzaam bewijs van de volstrekte onverschilligheid, waarmede de Erankische soldaten getuigen waren van een brand, welke honderd duizend boekdeeien verslond.

Met de steden Tortosa, Archas en Gibel vormde Tripoli een vierden Staal in den bond der I'ran ken aan gene zijde der zeeën; Rertrand, zoon van den graat van Toulouse, nam er onmiddelijk na de verovering bezit van en legde den eed van trouw af aan den koning van Jerusalem, wiens vazal of cijnsman hij daardoor werd.

Verscheidene maanden na do inneming van Tripoli vereenigde lioudewijn al zijne strijdkrachten onder de mnren van Reyrónt. Deze stad, die zeer oud is, was ten tijde van het Ronieinsehe rijk eene kolonie van Augustus; zij leefde onder het llaliaaiisehe recht; evenals Rhodus, Mitilena en verscheidene andere steden van hel Oosten had /.ij openbare scholen, wier roem lol in de middeleeuwen voort bestond en aan de eerste pelgrims van Jerusalem niet onbekend was. Na den inval van hel islamisme had Reyront zijn vroegeren luister verloren; maar hel bezat nog zijne schoone tuinen, zijne vruchthare boomgaarden en zijn veilige haven of reede. Twee maanden lang weerstond het ile aanvallen der christenen; Alheruis van Aix verhaalt, dat de inwoners, na een verdrag gesloten le hebben, op de publieke pleinen al liunne rijkdommen verbrandden, dien zij niet mede-nemen konden. Toen de overwinnaars de stad binnengelrokken waren en tol hunne teleurstelling zagen dat er niets viel te plunderen, wreekten zij zich op do bevoking, die bijna geheel door hel zwaard omkwam.

De inuzclmannen bezaten op de kust van Syrië nog slechts drie steden: Ascalon, Tyrns en Sidon. Tot dusverre had de stad Sidon den vrede slechts bewaard door voorkoinendbeden en geschenken; elk jaar verschool zij het uur van haren ondergang door met kwistige hand hare scliatten ten oll'er te brengen; maar de tijd naderde, waarop haar goud haar niet meer zou kunnen redden. Tijdens de koning van Jerusalem van een krijgstocbl op de boorden van den Euphraat terugkeerde, vernam bij, dat Sigur, zoon van Magnns, koning van Noorwegen, te Joppe ontscheepl was: Sigur was vergezeld door tien duizend Noorwegers, die, drie jaren geleden, het noorden van Europa verlaten hadden om hel heilige land te bezoeken. Rondewijn begaf zich naar Joppe om den prins van Noorwegen te verwelkomen en drong bij dezen aan zich met hem le vereenigen voor de uitbreiding van het koninkrijk van Jesus Christus. Sigur stemde in de bede des konings van Jerusalem toe en vroeg niets tol loon voor zijne diensten dan een stukje van het ware kruis. Toen hij, door zijne krijgers omstuwd, de heilige stad binnentrok, beschouwden de christenen mei blijde verrassing de ontzaggelijke strijdbijlen en de reusachtige gestalte der pelgrims van Noorwegen. In de koninklijke raadsvergadering werd besloten Sidon le gaan belegeren. Kort daarna verscheen de viool van Sigur voor de haven dier stad, terwijl lioudewijn en de graal'van Tripoli hunne tenten onder de wallen opsloegen. Na een beleg van zes maanden doorstaan te hebben, boden do emir en de voornaamste inwoners aan de sleutels aan den koning van Jerusalem over te geven en bedongen slechts de vrijheid de stad te mogen verlaten met alles wat zij hunne hóófden en huiine. schouders zouden kunnen dragen. Vijfduizend Sidoniërs maakten van dat verdrag gebruik; de overigen bleven en werden onderdanen van den koning.

Sigur verliet Palestina, vergezeld door de zegeningen van hel christen volk; hij scheepte zich naar Noorwegen in, hel stuk van bet ware kruis medenemende, dat men hem voor zijne hulp had toegezegd en hetwelk hij, bij zijn terugkeer, aan eene kerk in de stad liaiighel vereerde, waar de kracht van deze kostbare reliquie, naar men zeide, zijn land voor allen inval moest heboeden.

De Noorwegers waren niet het eenige volk uit het noorden, dat aan de belegering van Sidon deelnam: er waren in Palestina pelgrims uit Friesland en ook uit Engeland aangekomen.


-ocr page 145-

GESCHIEDENIS DEH KRUISTOCHTEN.

70

Wij lezen in ecne kronijk van Bremen, flat er deslijds in de gansehe uilgestreklheid van hel Gennaansclio rijk eene groole iicliling van'soldalen voor den heiligen oorlog plaats had. Op het sein van hun aartsbisschop vertrokken verscheidene inwoners van Bremen, aangevoerd door twee consuls, die de kronijk noemt, naar liet Oosten en onderscheidden zich bij de inneming van Beyrout en Sidon. Van hun pelgrimstocht teruggekeerd, hadden'zij slechts twee hunner meigezellen verloren; zij werden door luinne medeburgers in zegepraal ontvangen en lii't wapen aan de stad Bremen door don keizer van Duitschland verleend, getuigt van de diensten, die zij in liet heilige land aan de zaak van Jesus Christus bewezen hebben.

Als overwinaar in Jerusalem teruggekeerd, vernam Boudewijn met droefheid, dat Gervatius, graal'van Tiberias, door de Turken overvallen en met zijne getronvvste ridders naar Damascus gevoerd was. Muzelmansche algevaardigden kwamen den koning van Jerusalem de vrijheid van Gervatius aanbieden in ruil voor Ptolomaïs, Joppe en eenige andere door de christenen genomen steden; eene weigering, voegden zij erbij, zou den dood des graven van Tiberias onvermijdelijk tengevolge hebben. Boudewijn bood eene aanzienlijke som als losprijs voor Gervatius. «Wat de steden betreft, die gij van mij vraagt,quot; zeide hij tot hen, «ik zou ze n niet afstaan voor mijn eigen broeder Kustachius of voor alle christen vorsten.quot; Bij den terugkeer der gezanten werd Gervatius met al zijne ridders naar een plein van Uaumjus gesleurd en door de Turken met pijlen gedood.

I'IHÜ] Omstreeks dienzelfden tijd had Antiochië den dood van Tancredo te beweenen. De geheele Kerk der heiligen, zegt Wilhelmus van Tyr, zal ton eeuwigen dage de liefdadige werken en de milde schenkingen van den christen held erkennen. Zoolang hij Antiochië bestuurde, deelde hij met hart en ziel in al het lijden zijner onderdanen. Baoul van Gaen zogt ons, dat hij tijdens eene schaarschte, welke zijn vorstendom teisterde, de gelolte deed geen wijn meer te drinken ou zijne tafel en zijne kleeding zou inrichten naar den stand der behoeftigen, zoolang de algemeene ellende zou dureu. In don oorlog toonde Tancredo zich altijd do vader van allen, die ouder zijne vanen streden; hij was gewoon te zeggen: «Mijn fortuin en mijn roem zijn mijne soldaten. Dat de rijkdom hun deel zij; ik behoud mij de zorgen, de gevaren, de vermoeienis, den hagel on den regen voor.quot; Toen zijn laatste uur naderde, waren zijne echtgenoote Cecilia, dochter van riiilippus I, koning van Frankrijk, en de jeugdige l'ontius, zoon van Berlrand, graaf van Tripoli, bij hem; hij deed hun beloven zich na zijn dood met den band des huwelijks met elkander te vereenigon: eene belofte die later in vervnliing ging. Tot zijn opvolger benoemde hij Rogier, zoon van zijn neef Richard, onder uitdrukkelijke voorwaarde, dat deze het vorstendom Antiochië, vollediij en zonder vaoihelioitd, zou overgeven aan zijn wettigen vorst, den zoon van Bohemond, die destijds nog hij zijne moeder in Italië verbleef. De doorluchtige Tancredo werd te Antiochië begraven ouder hel porlaal dei' kerk van den prins der apostelen, in het jaar der Mcnsch-wording elfhonderd en twaalf.

In het volgende jaar hadden, in den loop van den zomer, wederom tallooze horden barbaren de kusten van de Kaspische /ee, Korassan en het land van Mossul verlaten, om naar Syrië op ie trekken. Ditmaal lieten zij Edessa en Antiochië ongemoeid liggen, en tusschen Damascus on do streken van IMienicië, tus-schen den Libanon en de zeekuslen hun weg nemende, vielen zij in Galilea. Dij hunne nadering was koning Boudewijn hen niet zijn leger tegemoet gegaan. Hij vond do vijanden gelegerd beneden Banias, op een eiland, door de beide armen van den Jordaan gevormd; de christenen sloegen hun kamp in de nabijheid op. Door de rivier gescheiden stonden de heide legers sinds verscheidene dagen tegenover elkander, toen Boudewijn, misleid door een list der barbaren, onvoorzichtig den strijd aanving. Het ware dien dag bijkans met het christen leger en liet koninkrijk gedaan geweest; de koning verkeerde m het grootste gevaar en gaf zijn standaard prijs; de christenen verloren dertig ridders en meer dan twaalfhonderd voetknechten, die gedood of gevangen genomen werden. Rogier van Antiochië en de graaf van Tripoli, die Boudewijn te hulp kwamen, verschenen daags na den veldslag; vercenigd met hunne troepen ging bet overschot van het overwonnen leger kampeeren op den berg Sollet of Saflët; de horden dor Turken bezetten de valleien vanaf Banias tol aan het meer Tiberias. Alles werd verwoest langs do oevers vau den Jordaan eu in de vlakten van Galilea, waar de bewoners van hel land met den oogst bezig waren; overal heerschle do grootste ontsteltenis en durfde nieniand rechts ol links vluchten, uit vreeze den dood op zijn weg te zullen ontmoeten. In do steden wist men niet wat er in liet kamp der christenen plaats vond en in het kamp wist men niets van hclgeen er in de steden omging; tallooze muzelmannen hadden Ascalon en Tyrus verlaten om de gronden der christenen te vei woesten; het land van Sichem werd overweldigd, Naplusa aan de plundering prijsgegeven; Jerusalem, dat zonder verdedigers gebleven was, sloot zijne poorten en mocht eene wijl gegronde vrees voeden in de macht der vijanden van Christus te hervallen.

Intusschen was de zomer verstreken en het gewone tijdstip van de komst der pelgrims bracht lederen dag strijders uit het Westen in Palestina aan. Het christen leger kreeg zoodoende nieuwe versterkingen en telde weldra tot twaalfduizend strijders onder zijne vanen. Van een anderen kant begonnen de Turken uit Damascus de uit Perzië gekomen Turken te wantrouwen, zoodat hot vijandelijk leger door die oneenigheid aanmerkelijk verzwakte. Zoo eindigde die oorlog, aanvankelijk zoo vreeselijk en zoo dreigend, eensklaps zonder strijd en de tallooze horden verdwenen als een onweersbui door den wind medegevoerd.

Nu echter geraakten de christen koloniën en al de provinciën van Syrië ter prooi aan andere rampen. Onafzienbare wolken sprinkhanen, uit Arabië opkomende, voltooiden de verwoesting der velden van Palestina. Een ontzettende hongersnood teisterde het graafschap Edessa en het vorstendom Antiochië. Eene aardbeving deed zich gevoelen vanaf bet Taurusgebergte tot aan do wildernissen van Idumea: verscheidene steden van Cilicië vormden nog slechts ontzaggelijke puinhoopen: dertien torens van de slnd Edessa en van (ie citadel van Aleppo stortten met donderend gedruis in; de hoogste sterkten bedekten den grond met hare brokstukken, en hunne kommandanten, muzelmannen of christenen, zochten met hunne soldaten eene schuilplaats in wouden en woeste oorden; een toren van Antiochië, onderscheidene kerken en andere gebouwen der stad stortten in.

Men schreef die vreeselijke ramp toe aan de zonden der christenen. Walter de Kanselier hangt ons een afzichtelijk tafereel op van de ergerlijke daden en buitensporigheden waarvan hij zelf getuige geweest was. De boetedoening was even groot als de losbandigheid der zeden geweest was: de geheele bevolking van Antiochië bad dag en nacht, stak zich in bet boetekleed, sliep op assche. De vrouwen en de mannen gingen afzonderlijk, barrevoets, het hoofd kaal geschoren, van plein tot plein, van kerk tot kerk, zich kastijdende en met luider stemme roepende: Heere! spaar ons! Eerst na een tijdsverloop van vijf maanden liet de Hemel zich door hun berouw vermurwen en hielden de aardbevingen op. Men verheugde zich te Bagdad over den geesel, die het land der christenen bezocht had; de vorst van Mossul, zeggen de kronijken, liet zich uil de zon en de maan voorspellen en geloofde het oogenblik gekomen om Syrië te overweldigen. De bevolking van Mossul en Bagdad had den dood niet vergeten van Mondoud, die den laatsten tocht der muzelmannen in Galilea aangevoerd bad; men beschuldigde den vorst van Damascus van den dood diens doorluchtigen martelaars van het islamisme. Al de emirs van Mesopotamië namen de wapens op om de christenen te bestrijden en de ontrouwe muzelmannen te strallen.

Verschrikt door bot hem dreigende gevaar haastte do sultan van Damascus zich met de christenen een verbond te sluiten. De koning van Jerusalem, do vorst van Antiochië, de graaf van Tripoli, vereenigden hunne troepen met die van hunne nieuwe bondgenooten en allen trokken gezamenlijk de strijders van Mossul en Bagdad tegemoet, die reeds do boorden van den Euphraat en den Orontes verwoestten. De christenen waren vol ijver en vuur on haakten naar den strijd; maar hunne nieuwe hulptroepen, die do soldaten van Jesus Christus altijd wantrouwden, wilden hun niet bet voordeel eener overwinning gunnen: zij deden al het mogelijke om een beslissenden veldslag te ontwijken, waarin zij evenzeer voor de zegepraal hunner bondgenoolon als voor hunne vijanden vreesden. Deze geduchte vereeuiging was echter voldoende om Syrië van een inval te verlossen en do barbaren te noodzaken den Euphraat weder over te gaan. Hoewel de muzelmannen van Damascus en do christen vorsten hun gemeenschappelijk heil gevonden hadden in dat kortstondig verhond, was de geest der Franken en hunner tegenstanders zoodanig, dat al de volgelingen van Mahomed den sultan van Damascus hescliuldigden hij die gelegenheid do zaak van het islamisme ontrouw te zijn geweest, en dat, toen hij van het christen leger scheidde bm naar zijne hoofdstad terug te koeren, al de geloovigen van Syrië den Almachtige dankten, dat Hij den standaard van llclial eindelijk van de vaan van Jesus Christus hail afuesaheiden.

Toen Boudewijn de Turken van Bagdad noch die van Syrië meer te bestrijden had, wendde hij zijne blikken naar de landstreken aan gene zijde van den Jordaan en de Doode Zee. Hij trok Steenachtig Arabië door en drong door in het derde Arabië, dat door onze kronijkschrijvers Syriii van Sohal genoemd wordt; hij vond er een hoogen heuvel, welke een vruchtbare landstreek beheerschte en deze plek scheen hem geschikt voor den bouw eener sterkte. De nieuwe stad werd toevertrouwd aan de hoede van beproefde krijgers en ontving den naam van Montreal.

In het volgende jaar (11 Ui) trok Boudewijn, gidsen medenemende, die volkomen mei de plaatselijke gesteldheid hekend waren, door do woestijnen van Arabië, sloeg de richting van


-ocr page 146-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

80

de Roode Zee in en drong dooi' tol Heilis, eene zeer oude slad, die eertijds door liet volk van Israël bezocht werd en gebouwd was ter plaalse, waar de Schrilluur do twaalt' bronnen en de zeventig palmboomen stelt. Toen Je koning en degenen, die hein vergezelden, op hun gemak de stad en do kus lep der zee hadden bezichtigd, begaven zij zich naar Montreal en namen vervolgens den terugweg naar jerusalem aan. Dij hun terugkeer in de heilige stad konden zij niet genoeg verhalen van hunne reis naar de Roode Zee en naar de woeslijn van Sina'i. Men bewonderde vooral de zeeschelpen en sommige kostbare steencn, die zij medegebracht hadden. Eulchcr van Gliartres zegt ons, dat hij vele vragen lol Doudewijns metgezellen richtte, en hij hun onder anderen vroeg ol' de Roode /ec zout of zoet was, ol' zij een vijver dan wel een meer vormde, of zij een in- en een uitgang had gelijk hel meer van Calilea, dan wel of zij aan haar uileindo gesloten was gelijk de Doode Zee.

[HIS.] Terwijl de Roode Zee en hare wonderen op die wijze het christen volk bezighielden, had Boudewijn eeu ander plan opgevat: een weg te zoeken, die hein naar Egypte kon voeren. Omstreeks de maand Februari verzamelde hij de bloem zijner krijgers, trok de woeslijn door, verraste I'liarainia, op eenige mijlen afstands van de bouwvallen van Thanis en l'elusiam gelegen, en gaf de stad aan de plundering prijs. Alberlus van Aix verhaalt ons, dal de Erankische krijgers zich in de wateren van den Nijl baadden en zij eene menigte vissclien vingen, die zij met hunne lansen slaken; alles wat zij van liet zoo vruchtbare land van Egypte zagen, dat aan hunne wapenen beloofd scheen, vervulde hen met verbazing en blijdschap. Maar die «clioone verwaclilingen zouden spoedig in rook opgaan en in droefheid veranderen: koning Boudewijn werd plotseling ziek; hij leed aan hevige pijnen in de higewanden: een wonde, welke hij eertijds bekomen bad, giug weder open en ijlings moest incn de noodige aanstallen maken om naar Jerusalem terug te keeren. De christenen moesten op hun terugweg do woestijn doortrekken, welke Egypte van Syrië scheidt. In een draagstoel liggende, welke men van de palen der lenlen gemaakt had, bereikte Boudewijn met inspanning El-Arish, een stadje aan den oever der zee en de hoofdplaats van die uitgestrekte wildernissen. Daar gekomen gevoelde hij dat zijne ziekte snelle vorderingen gemaakt had en zijn einde nabij was; de deelgenooten zijner overwinningen waren daarover diep bedroefd, doch hij troostte hen zooveel in zijn vermogen was: «Waarom weent gij zoo,quot; zeide hij tol hen, «bedenkt, dat ik slechts een mensch ben, dien anderen kunnen vervangen, laat n niet gelijk vrouwen door de droefheid ternederslaan, vergeet niet, dal gij met de wapens in de vuist naar Jerusalem moet wedei keeren en blijven strijden voor het erfdeel van Jesus Christus, gelijk wij gezworen hebben.quot; Boudewijn vroeg nog slechts één bewijs van geiiegen-heid van zijne wapenmakkers: hij smeekte hnn zijn liehaain niet in hel land der ongeloovigen achter Ie laten. In lianen smellende gaven de ridders hem ten antwoord, dal die laak aan hunne ge-t rouwheid opgelegd, zn-r zwaar en 'e veel boren lininie iiiichl scheen. Hoe zouden zij een lichaam, waaruit het leven geweken was, door het zand der woestijn, in vijandelijke streken en onder een verschroeiende zon goed houden en vervoeren ? Boudewijn bleef aandringen en zeide tol hen: «Zoodra ik den laatsien snik gegeven zal hebben, moet gij mijn lichaam opeiisinjden, er de ingewanden uitnemen, het mei zout en spccerijen vullen en met leder en tapijten omwikkelen; op die wijze zult gij het tol aan den voel vau den Calvarieberg kunnen vervoeren en hel volgens den katholieken ritus naast mijn broeder Godfried begraven.quot; Te gelijker tijd liet bij zijn kok Edon roepen en sprak hem volgenderwijze toe: «Gij ziel, dat ik ga sterven; indien gij mij bij mijn leven hebt liefgehad, blijf mij dan datzelfde gevoel toedragen na mijn dood: open mijn liehaain, draag zorg hel met zout en specerijen van binnen en van buiten in te wrijven, vul mijne oogen, mijne neusgaten, mijne ooren, mijn mond met zout, sluil u daarna bij mijne overige dienaren en mijne dierbare wapenbroeders aan om mij naar'de heilige slad te vervoeren: zoodoende zult gij mij uw trouw bewaren.quot; Dit was de bede van koning Boudewijn aan zijne ridders en zijn kok Edon. Daarna hield hij zich bezig met de opvolging op den troon van Jerusalem; hij beval zijn broeder Euslachius van Boulogne of Boudewijn van Bourges, graaf van Edessa, in de keuze zijner krijgsmakkers aan; eindelijk gaf die edelmoedige kampvechter van liet geloof den geest, (jeslerU duw de biecht en hel mcramenl des altaars. Toen hij de oogen gesloten had, haastleu zich zijne wapenmakkers, met droefheid vervuld, zijn laatsten wensch te volbrengen: zijn lichaam werd geopend, met zout ingewreven en met welriekende specerijen gevuld; de ingewanden werden begraven op eene plek, welke men met een hoop sleenen bedekte: dat graf ziet men nog heden ten dage in de nabijheid van El-Arish. Na het vervullen van dien treurigen plichl hervallen de christen krijgers hun tocht door de woestijn, dag en nacht voorttrekkende, terwijl zij het overlijden van Boudewijn en de droefheid, welke zij daarover gevoelden, trachtten te verbergen; zij gingen over de bergen van Judea, kwamen door het land van Hebron en bereikten eindelijk op Palmzondag Jerusalem. Volgens het oude gebruik daalde het gansche ciirislen volk, voorafgegaan door don patriarch, dien dag in processie den Olijfberg af, mol palmlakken in de hand en lotliederen zingende, om de intrede van Jesns in Jerusalem le vieren. Terwijl de processie door het dal van Josaphat trok, verscheen de lijkkist van Boudewijn, door zijne metgezellen gedragen, plotseling le midden der zingende menigte; als door een tooverslag verstomt hel gezang om dadelijk door een luid geweeklaag gevolgd le worden. Hel stolTelijk omhulsel van Boudewijn kwam door de Gulden Poort de slad binnen, gevolgd door de processie. Latijnen, Syriërs, Grieken, allen stortten tranen; zelfs de Sarracenen weenden, zegt de kapelaan van Boudewijn. Op datzelfde oogenblik kwam Boudewijn van Bourges, die Edessa verlaten had om het Paaschfeest in do slad van Jesus Christus le vieren, door do Poort van Damascus binnen; door die algemeene droefheid verwittigd van den dood van Boudewijn, zijn heer en zijn bloedverwant, sloot hij zich bij de treurende menigte aan en volgde dén lijkstoet tol aan den Calvarieberg. Daar werd het zielloos overschot van den overleden koning met grooten luister bijgezet in een wit marnieren tombe, naast het mausoleum van Godfried.

Boudewijn leefde en stierf le midden van het kampleven, steeds bereid de vijanden der christenen te bestrijden. Gedurende zijne acbtliehjarige regeering hoorden de inwoners elk jaar de grootc klok de nadering der ongeloovigen verkondigen; hijna nooit zagen zij in het heiligdom hel hout van hel ware kruis, dal men gewoon was in den oorlog mede le voeren. De broeder en opvolger van Godfried zag zijn rijk meer dan eens in gevaar en behield hel slechts door wonderen van dapperheid ; hij verloor verscheidene veldslagen door zijn roekeloozen moed, doch zijne buitengewone bedrijvigheid, zijn in hulpbronnen zoo oiiuitputtelijke geest redden hem steeds uit alle gevaren.

Gedurende de regeering van Boudewijn breidde de christen heerschappij zich uil. Arsur, Cesarea, Plolomaïs, Tripoli, Biblos, Beyroul, Sidon werden ingelijfd bij het door de kruisvaarders gijstichle koninkrijk. Verscheidene sterkten verrezen voor de verdediging van het rijk niet alleen in Arabië, maar ook in hel Libanon-gebergle, in Galilea, in het land der Philistijnen en op al de toegangen lol de heilige slad.

Boudewijn voegde verscheidene bepalingen aan het welhoek van zijn voorganger toe. Hetgeen zijne regeering hel meest lol eer verstrekt, is zijne zorg om Jerusalem opnieuw le bevolken: hij bood een eervol onderkomen aan aan al de in Arabië, Syrië en Egypte verspreid levende chrisleiien. Van alle zijden kwamen de door de muzelmannen verdrukte geloovigen met hunne vrouwen, kinderen, bezittingen en kudden opdagen. Boudewijn schonk hun de verlaten huizen en gronden en Jerusalem begon weder le bloeien. Wij moeten hier bijvoegen, dal hij de kerken rijk begiftigde, vooral die van Bethlehein, welke hij lot bisdom verhief, en dat verscheidene godvruchtige inrich-lingen aan hem haar ontslaan te danken hadden.

Om meer luister aan zijne hoofdstad te schenken, wist hij van hel hof van Home te verkrijgen, dal al de op de ongeloovigen veroverde steden tot het rechtsgebied der palriarehale kerk van Jerusalem zouden behooren. «Wij slaan aan do kerk van Jerusalem al de steden en provinciën af, veroverd door de (jennde CiOds en door hel bloed van den zeer roeniriichliyen lioninij lioudewijn cu van dé/ienen, die mei hem yeslreden hebben (dus drukte paus Paschalis zich uit). Men ziet uil deze bewoordingen, dal, de pausen dc grootmoedige oilers op prijs stelden van die vorsten, wier gezag een militair priesterschap, ecu wezenlijk, met hel zwaard gewapend apostolaat was. Wij hebben hel niet noodig geacht in den hreede al de twisten le vermelden, die lussclien den opvolger van Godfried en den patriarch van de heilige slad oprezen, daar die twisten hoegenaamd geen invloed hadden op den loop der gebeurtenissen: de wijsheid der opperpriesters van lioiiie verleende een zwak oor aan de klachten der patriarchen en paus l'aschalis maakte een einde aan alle getwist met te verklaren, dal hij de Kerk niet wilde verlatten hit bale der vorsten, noch de macht van. de vorsten besnoeien ten bale der waardifilieifl van de Kerk.

Overigens vonden de oneenigheden van Boudewijn en den patriarch Daimbert minder haren grond in hun eerzuclitigen naijver dan wel in de dringende behoefte aan geld, waarin Guufrieds opvolger menigmaal verkeerde. Hel was dit geldgebrek, dat hem hel misdadige plan ingaf en deed uitvoeren om eene tweede vrouw te huwen, terwijl de eerste nog leefde. De koning, zegt ous Wilhelmus van Tyr, had vernomen, dal de gravin van Sicilië, weduwe van Bogier, zeer rijk was en alle dingen iu overvloed bezat; hij daarentegen was zeer arm en zoodanig van alle bulpmiddeleu ontbloot, dat hij nauwelijks de kosten voor zijne dagelijksche behoeften en de soldij van zijne wapenbroeders kou betalen; er liet zich overigons geen enkele bedenking , geen enkel gemor daartegen hoorea, noch


-ocr page 147-
-ocr page 148-
-ocr page 149-

Xif» 'oVjft:j?-lyt - i * -i-quot;-.' -' i quot;p- -

:-r-.

'-WÊmm

1

.........■■■'■:xl^iamp;tmÊÊÊÊm

BwBMlBwaBlMCT^ aBBBa^M ij

■Mamp; S È:

ïf .',■ Hl .ï. •ïiïy^Mj' •}

■ '■

Mssmm

pp SSBBMB

WÊm

UP. V-'M ^

Bbb-.'. •.-■Jv 'sSm

MÊÊÊÊ

■■

■ ■

li? ■■

■ ■

*■: ï • •^■'''i^'ix^'--'« '■ tS-ïp?iPifj quot;1.

.%ï®® mm H i ^quot;^r-'S'ÏS^wStlSEÈ^KÉïfcl^^ ■' ^^^staSSaraa? IIWMililWltlBB

I ■

i. WÊm amp;amp;'■£..lt;• i ■M'-i!

fMÊmK

B S

II

m, 11

M:;k'^

ii:; ^ ^.- v

'^:.vv-t' '^1^'':. - Jv; ï-quot;lt; ■ i« ró'i ,''■' •' 8 M Mquot; $

•'quot;' ^ '•3'quot;.- 1-'.V~ ?(V''''quot;t- ^ -' ^quot;Xt■■; '* •' '• (iÉÊï$3iiamp; l'Slt;' lt;/amp;*■ ?««' ^

i'ïy V*•iitótaH^™'1*quot; 'j' «i ^quot;i ''*^quot;* ^Jui'quot; Aquot;^'i*^'^ïSuh'i ' S ■ 1 - quot;■ï/tï*, f i.'.S ;t'-'V'quot; quot;gt;ï• i'quot;*j'quot;^'quot;?*

Wfï*gt; *'!..•' H iVtif'quot;1:■■ ■''vfjjj? ■ :',i1'y 't.''ift1ilt;.ll^t.*gt;l'^t ■■'gt;'/.'.^ijj■ , '. ' i .quot;j^S •■■ quot;T^iï* .'■'v'jtquot;, •''• ' vquot;'i'Vi,' ('tl®-/ •.» /-^quot;'^if«'SjafeVw^'-S

■S'wW ■'quot;A V V'^-.«'quot;»-t-'■■quot;? Sfe % ^ **13 /fePSamp;^VA* ■gt;• . ,,.(■, iquot;. ■ -'. A■quot;'■v 'quot;.V' '■** K-'r '**1! - .'quot;i;^ Sia^Mw K^H^MiïMfflWBMiffi^i ^ i £••gt; • i^stx m smimmBS^^m .■ , , mSimmmmsmffim Sat1 ■'■,quot; • • quot;.' ■, gt;? 1 aS J-iJfi -'jj *.' t^fe'J quot; J1^1JB

m* wii— Wm

?-:p

fKg® mSmsmmSSSmmÊSm WÊmÊmma »-pj j Wm .-. =.■ H',\.:y\ WmÊsmmm. ■* aWMBBiMM^MBBMMlBMM sjl .. |

^ ■'-V'^^HM pp? msSSÊtmmmssmBmsïïmsBs^miBsmBBsm ■%aTP*4quot; '

i:,:'-- • vf:

' '

r''i';-.

-ocr page 150-

YLGAZY SCHENKT WALTER HET LEVEN.

-ocr page 151-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

81

onder dc geestelijkheid, noch onder liet volk, noch onder de grooten. Daar de nieuwe koningin verscheen met onmoetlijke rijkdommen, met een vloot, geladen met graan, olie, wijnen en wapens, aelillo ieder zich door dit huwelijk verrijkt en sloot men de oogen voor de ergernis. Toen de ellende lerugkeerde, loonde men zich gestrenger; Wilhelmus van Tyr hemerkt, dat het berouw en hel leedbetoon spoedig op de bedriegelijke blijdschap volgden.

Al de geschiedschrijvers van dien lijd gewagen met veel lol van de schillerende hoedaniglieden van Roudewijn. Tijdens den eersten kruistocht had hij zich gehaat, gemaakt door een eerzuchtig en trolsch karakter; zoodra hij verkregen had wal hij begeerde, deed hij zijne gematigdheid en goedertierenheid bewonderen; koning van Jerusalem geworden, drukte hij de voetstappen van Godfried (üi verdiende op zijne beurt lot voorbeeld te verstrekken aan zijne opvolgers.

Zoodra Roudewijn begraven was, begonnen de geestelijkheid en bet volk van Jerusalem, die zich, volgens de uitdrukking der kronijken, weezen ach tien, zich bezig le houden met de verkiezing van een nieuwen koning De meeningen liepen zeer uiteen: eenigen zeiden dat de kroon toekwam aan Eustacbius, Roudewijns broeder; anderen waren van oordeel, dat men, te midden der gevaren, niet wachten kon op een vorst, die zoo verat' was en stelden den graal' van Edessa voor, die zich destijds in de heilige stad ophield. Onder deze laatsten merkte men Joscelijn van Courtenai op, een der graven en heeren van hol rijk: bij zijne komst in Azië was Joscelijn door Roudewijn van Rourgcs opgenomen en met weldaden overladen, zell's had hij verscheidene steden aan den Euphraal ontvangen. Daarna door zijn weldoener smadelijk weggejaagd, die hem van ondankbaarheid beschuldigde, had hij naar hel koninkrijk Jerusalem de wijk genomen, waar hij het vorstendom Tiberias had verkregen. Hetzij hij zijn vroeger ongelijk wilde herstellen, hetzij hij op nieuwe weldaden hoopte, bij voerde in de vergadering-der baronnen met warmte het woord len gunste van Roudewijn van Rourges; bij wees er op, dat deze tol bet geslachl van den laatsten koning behoorde, dal geen enkel land, noch aan deze noch aan gene zijde der zeeën een vorst kon aanwijzen, die de liel'de en het vertrouwen der christenen waardiger was: de zegeningen der bewoners van Edessa wezen hem aan de keuze der baronnen en der ridders aan, de Voorzienigheid had hem naar Jerusalem gevoerd om hel cliristen volk le troosten over den dood van Godl'rieds broeder. Deze toespraak won al de stemmen ten gunste van Roudewijn van Rourges; op 1'aascbdag werd Roudewijn, in tegenwoordigheid van al de geloovigen, in de kerk der Verrijzenis plechtig tot koning uilgeroepen; hij vergaderde daarna al de rijksgrooten in het paleis van Salomon, regelde met hen bet bestuur van hel rijk, en sprak recht over zijn volk volgens de door Godli ied vastgestelde Assisen; bel graalschap Edessa werd aan Joscelijn van Courtenai overgedragen.

Terwijl het koninkrijk Jerusalem in vrede de troonsbeklimming van Roudewijn van Rourges vierde, zag het vorstendom Antiochië zich opnieuw aan al de rampen van (hm oorlog blootgesteld. De muzelmiiinien van Perzië, Mesopotamië en Syrië, wier herhaalde bloedige nederlagen hun den moed niet hadden kuiinen benemen, zwoeren hel ras der ehrislenen uil le roeien en trokken naar den Orontes, aangevoerd door Vluazu, vorst van fllaridin en Aleppo, den wreedsten der krijgers van het islamisme. De nieuwe vorst van Antiochië, Rogier, zoon van Richanl, had den koning van Jerusalem, do graven van Edessa en Tripoli le hulp geroepen; maar hij beging de onvoorzichligheid van zonder hunne komst al' te wachten een slag le leveren, waarvan liet verlies al de christen koloniën in gevaar moest brengen. Voor den aanvang van den strijd sprak Vlgazy zijne soldaten toe, terwijl de cadi van Aleppó de gelederen doorliep en de woede dei' barbaren door de benigheid zijner laai aanvuurde. In hel kamp der christenen wekle de aarlslnssehop van Apamea al de krijgers op om hunne zonden le belijden en le commu-niceeren, opdal zij, ijesleiil dour hel hemelsrhe brood, Londen leven en sterven gelijk hel, aan soldalen van C.hiisltis pasle. De geschiedenis vermeldt, dat zij hunne vijanden aanvankelijk lerug-'wierpen. Maar God, wiens raadsbesluiten men niet doorgronden kan, wilde niet dal zij zouden zegevieren: terwijl men van weerszijden met de grootste verwoedheid streed, hield eene torenhooge hoos, door den wind voortgedreven, midden op hel slagveld 'stil, en barstte toen uiteen, een geweldigen slank van aardpek en zwavel verspreidende. Dit natuurverschijnsel veroorzaakte een panisclien schrik onder de ehrislenen, die reeds door de menigvuldigheid liunner vijanden ontsteld waren. Rogier, die zijne soldaten poogde te weerhouden, viel met wonden overdekt iieder en zijn dood werd gevolgd door de verstrooiing en de geheele vernieliging van hel christen leger. Waller de Kanselier, ilio den veldslag bijwoonde, sclirijll de nederlaag der christenen toe aan de licblzinnigbeid en onbedachtzaamheid van den vorst vun Antiochië, dien bij ons, weinige uren voor den strijd, voorstelt, zich met de jaeht vermakende, vogels met zijne valken en grol' wild mei zijne houden vangende. Deze slag werd geleverd hij Artena, op een terrein, dat men den naam van het hloediije veld gegeven heelt. De muzelmannen maakten een groot aantal' gevangenen. Walter, die zeil' met ketenen beladen werd, schildert ons de lolteringen en dc pijnigingen, welke men de gevangenen deed ondergaan, maar hij duiTt niet alles ie zeggen wal hij gezien heelt, uit vreeze, voegt bij er bii, dat de christenen, die overmaat van barhaarsehheid vernemende, eenmaal geneigd mochlen zijn hen na te volgen.

1/1'120. | Hel zegevierende leger van Ylgazy verspreidde zich in al de chrislen provinciën. Te midden der algeineene ne-nauwdheid verscheen de koning van Jerusalem in Antiochië. Die stad had hare dapperste verdedigers verloren; diakenenen monniken bezetten de torens en waakten, onder de leiding van den patriarch, voor de veiligheid der stad; want men wantrouwde de Griekscbe en Armenische bevolking, die met tegenzin het juk der Latijnen droeg. De tegenwoordigheid van Roudewijn van Rourges, wien men hel oppergezag in handen gal', lierstekle de orde en verdreel' alle bekonimering. Na voor de verdediging der stad de noodige maatregelen genomen te hebben, bezocht hij, in rouwgewaad, de kerken van Antiochië. Zijn leger onlving knielend den zegen van den patriarch en verliet de stad om den vijand op te zoeken. De koning zoowel als zijne ridders en zijne baronnen schreed blootsvoels door de tallooze menigte, die den bijstand van den God der legerscharen over hen al'riep.

[T121.| De christeuen gingen hunne legerplaats opslaan op den berg Danitz, waar de muzelmannen hen kwamen aaiilasten. Deze waren vol vertrouwen op limine gelaislerkte; maar de ehrislenen stelden hunne hoop op de goddelijke almacht en vooral in de aanwezigheid van het ware kruis, dat Roudewijn uil Jerusalem medegebracht bad. Na een bloedig gevecht werden de muzelmannen overwonnen en verstrooid: Ylgazy en het hool'd der Arabieren, Dobais, hadden reeds gedurende den slag de vlueht genomen. Deze overwinning verspreidde schrik iu Aleppo en tot zell's binnen de muren van Mossul, terwijl het ware kruis, met veel luister iu de heilige stad teruggebracht, aan de inwoners de mirakelen verkondigde, die bet onder de soldaten van Christus gewrocht bad. Na aan Anliochië deu vrede verschalt le hebben, kwam Roudewijn in zijne hoofdstad terug, en opdat er niets aan de overwinniiigen der christenen zou ontbreken, liet God toe, dal de geduchte aanvoerder der Turcomamien Ylgazy op een gewelddadige wijze bel leven verloor.

In hel tijdperk, waarin wij gekomen zijn, volgen de gewichtigste voorvallen elkander op als de tooneelen van een drama, en in een tijdsverloop van weinige maanden hebben een reeks van gebeui ténissen plaats, die de geschiodboeken van eene eeuw zouden kuiincii vullen. Nauwelijks begint de geschiedschrijver der christen koloniën te spreken van een veldslag, een omwenteling, een groote ramp, ol andere gevechten, nieuwe omwentelingen, nog grootere rampen vloeien uit zijne pen en veroorzaken eene zekere verwarring in zijne mededcelingen. Wij zijn getuige geweest van het ongelukkige uiteinde van prins Rogier en van de benauwdheid van Anliochië, welks geheele gebied door de muzelmannen overweldigd was; nu is de beurt aan liet graafschap Edessa, dat de gevangensehap zijner gebieders zal beweenen, en nauwelijks zullen er weinige dagen verloopen zijn, of uit die nieuwe ramp zullen andere oiibeilen geboren worden, welke al de christen Staten van Syrië in gevaar brengen.

11122.] lialac, neef en opvolger van Ylgazy, verspreidde angsi en onlslellenis aan de oevers van den Eupbraat, en gelijk aan den leeuw der Schriftuur, die dag en nacht rondzwerft om zijne prooi le zoeken, gelukte liet hem Joscelijn van CoLiilenai en diens neef Galeran le verrassen, en zond hou met ketenen beladen naar de uiterste grenzen van Mesopotamië. Zoodra deze treurmare in Jerusalem bekend werd, begaf zich Roudewijn van Rourges naar Edessa, hetzij om de inwoners le troosten, hetzij om de gelegenheid en de middelen te zoeken om de boeien van de gevangen vorsten te verbreken. Maar te veel op zijne dapperheid vertrouwende, viel hij zelf, als het ollër /.ijuer edelmoedigheid, in de hinderlagen van den sultan lialac en werd naar de sterkte Quai t-i'iene (door de Arabische schrijvers Khart-pert en door de Turken Karpoul genoemd) gevoerd, waar hij de lotgenoot werd van degenen, die bij had willen bevrijden.

I I12:-i.j De oude kronijken maken mei grooten lof melding van ilen heldenmoed van vijftig Armeniërs, die hun leven waagden voor de bevrijding der christen vorsten. Na de bescherming des Allei boogsteii afgesmeekt te hebben, gelukte bet hun binnen de sterkte Quarl-Pierre le geraken, volgens eenige schrijvers als kooplieden, volgens andere als monniken vermomd. Nauwelijks binnen de citadel werpen deze dapperen hunne vermomming at, en hunne wapens te voorschijn halende, vermoordden zij het muzelmaiische garnizoen en gaven de vrijheid aan de doorluchtige gevangenen. De sterkte, waarvan de christenen zich op deze wijze meester gemaakt hadden, bevatte overvloed van levensmiddelen en allerlei oorlogsbehoeften. Daarbij had Balac er zijne

11*


-ocr page 152-

GESCniKDENIS DER KRUISTOCHTEN.

scliallen, zijne vrouwen en den koslbaarslen buit van de door hem uilgeplimderde streken in veiligheid gebraciit. De eiiristen krijgers verheugden zicii in den beginne over liet vvelsiageii hunner onderneming; maar weldra stroomden de Turken uil do nabnursciiap van alle kanten bijeen en sloegen het beleg voor de sterkte, van welker muren de standaard van Christus wapperde. De sultan Balac, die volgens de verhalen van dien lijd, in een droomgezicht van de tegen hem gesmeedde plannen onderricht werd, trekt zijn leger bijeen en zweert Boudcwijn, .loscelijn en hunne bevrijders te verdelgen. Deze konden niet lang aan de vereenigde krachten der Turken weerstand bieden, wanneer zij niet door hunne christen broeders bijgestaan werden. Er wordt nu besloten dat .loscelijn de sterkte zal verlaten en in de christen steden den bijstand der ridders en der baronnen gaan inroepen. Terstond vertrekt .loscelijn, na den eed gezworen le hebben, dat hij zijn baard zal laten groeien en geen wijn zal drinken tol hij zijn gevaarvolle zending zal volbracht hebben; hij sluipt door het leger der muzelmannen, zwemt, door twee zakken van geitenvel gedragen, den Euphraat over, en bereikt, geheel Syrië doorgaande, eindelijk Jerusalem, waar hij in de kerk van hel Heilig Graf de ketenen ophangt, die hij bij de Turken gedragen had, en weeklagende de wederwaardigheden en gevaren van Boudewijn en diens metgezellen verhaalt. Aan zijne oproeping gehoor gevende, zweren een groot aantal ridders en christen krijgers, dal zij hun gevangen koning te hulp zullen snellen. Joscelijn steil zich aan hun spits en uaderlden Euphraal; de dapperste krijgers van Edessa en Auliochie hadden zich inlus-sehen bij hein aangesloten, toen men vernam, dat hel lialacgelukt was hel kasteel van Qtiarl-I'iene weder le bemachtigen. Na bel vertrek van lioudewijn hadden Caleran en de vijltig Armenische krijgers langen tijd de aanvallen der muzehnaniun algeweerd; maar ten gevolge; van hel ondermijnen der grondvesten van hel kasteel stortte dit ten deele in en waren de christenen genoodzaakt zich over te geven. Den koning van .lernsalem bet leven schenkende, had lialac, hem naar de sterkte Charan doen voeren. De dappere Anneniérs waren onder gruwzame folieringen ter dood gebracht en de palm van liet martelaarschap was het loon himnei' zeiïopollering geweest. Toen .loscelijn en de krijgers die hem vergezelden, deze droevige tijdingen vernamen, verloren zij alle hoop op hel welslagen van hun plan en keerden eenigen naar Kdessa en Anliochië, de anderen naar .lernsalem lenig, met leedwezen vervuld, dat zij bun leven niet hadden kuniier wagen voor de bevrijding van een ehristen vorst.

intusschen zochten de Sarraceuen van Egypte partij te trekken van do gevangenschap van Boudewijn en verzamelden zij zich in de vlakten van Ascalon rnel hel plan om de Franken uit Palestina te verdrijven. Van hun kant bereidden de ebiistenen van .ierusalem en de overige sleden van hel koninkrijk, vertrouwende op hun moed en op de bescherming van God, zich voor om hun grondgebied le verdedigen. Daar men de overwinningen der ongeloovigen altijd locs hreet aan de zonden der christe len, moesten de toebereidselen lot een oorlog steeds aanvangen met boete en gebed. Met volk en de gees-lelijkheid van liet heilige land volgden hij deze gelegenheid bel voorbeeld der inwoners van Ninive en zochten eerst de gramschap des Hemels te verbidden door een gestrenge boelpleging. Een algemeene vasten werd bevolen, vvaarondei de vrouwen zelfs aan hare zuigelingen hel voedsel onthielden, terwijl de kudden van de weiden verwijderd werden gehouden en honger moesten lijden.

Daarna werd de oorlog door hel gelui der groote klok van .lernsalem afgekondigd. Het christen leger, dal ternauwernood drie duizend strijders lelde, werd aangevoerd dooi Kuslachius van Agrain, graaf van Sidon, die tijdens de alwezigheid van Bo idewiju tol regent van het koninkrijk benoemd was. De patriarch van de heilige stad droeg hel hout van bel ware kruis voor het leger uil.

Op hel oogenblik dal de christen krijgers Jerusalem verlieten, belegerden de Egyplenaren Joppe te land en le water. ISij de nadering der Eranken verwijderde de iiuizelmansche \lool zich vol schrik van de kust. Hel landleger, dat bij Ibelin, tegenwoordig Ibna, gekampeerd was, wachtte met bekommering het christen leger af. Kindelijk staan de vijandelijke troepen tegenover elkander en raken slaags: in hel midden van den strijd Hikken een licht, gelijk aan dat van den bliksem, in de luciit, schiet tusschen de dichte drommen der muzelmannen neer en barst met een geweldigen knal uiteen. De ongeloovigen zijn als verlamd van schrik; mei bun geloof gewapend, dringen de christenen met verdubbelden moed op den vijand in; deze wijken en slaan weldra op de vlucht; de miizeimanncn zijn overwonnen en het overschot van bun leger, dal tweemaal sterker was dan dal der christenen, bereikt met moeite de beschermende mureii van As:;alon. Zegevierend en met buil beladen kwamen de Franken, lolhederen zingende, in Jerusalem terug.

Hoewel het leger der Franken zoo schitterend over de Sarraceuen gezegepraald had, kon het, steeds bezig met de verdediging der voorltlurend bedreigde steden en grenzen, hel koninkrijk niet verlaten om veroveringen le maken. De krijgers, die men na zulk eene glansrijke overwinning in de christen sleden terughield, betreurden de werke'ooslieid, waartoe zij veroordeeld waren en schcnon wederom limine hoop te vestigen op bijstand uit het Westen. Daar verschoen onverwachts een Venetiaansche vloot op de kusten van Syrië.

De Venetiërs, die sinds vele eeuwen groote schatten wonnen door den handel met het Oosten en dientengevolge vreesden hunne voordeelige betrekkingen met de miizelmansche sialen van Azië te zien afbreken, hadden slechts een gering aandeel genomen aan den eersten kruistocht en aan de gebeurtenissen, welke er op volgden. Zij wachtten den uitslag van die groote onderneming af om een besluit le nemen en zonder gevaar in de overwinningen der chrislenen le deelen, maar eindelijk wilden zij, algnnslig op de voordeelen, welke de Pismiers en de Genn-eezen in Syriö behaald hadden, insgelijks van den buit der muzelmannen hun deel hebben en rusllen een geduchte vloot tegen de ongeloovigen uil. Igt;ij hel oversteken van de Mid-dellandsclie Zee ontmoette linn vloot die der Genueezen, welke uil hel Oosten terugkeerde; door afgunst gedreven, vielen de Venetiërs met overmaclit op de met kostbaarheden van Azië beladen Genucosche schepen aan, zoodal deze in wanorde de vluchl moesten nemen. Na de zee met hel bloed der christenen geverfd le helilicn, zetten de Venetiërs hun weg naar de kusten van Palestina voort, waar zij de vloot der Sarraceuen ontmoelten, die de hav ns van Egypte uitgcloopen was; de vijandelijke schepen raakten spoedig met elkander in een beet gevecht waarin al de schepen der Egypleuaron verstrooid werden en de golven met hunne wrakstukken bedekten. De doge van Venetië, die over de Venetinansche vloot bet bevel voerde, slapte le Plolomaïs aan wal en werd in zegepraal naar Jerusalem gevoerd. Terwijl er een algemeene vreugde lieerscble over de laatste behaalde overwinningen, was men er op bedacht er zijn voordeel mede le doen door hel ondernemen van een geduclile expeditie. In een raadsvergadering, welke in tegenwoordigheid van den regent van het rijk on den doge van Venetië gehouden werd, werd hel voorstel gedaan om Tyrus ol Ascalon te gaan belegeren. Daar de meeniiigen bieromlrent verdeeld waren, werd besloten God le ondervragen en zijn wil le volgen. Twee perkamenten strookjes waarop men de namen van Tyrus en Ascalon geschreven bad, werden op bel altaar van hol Heilig Graf nedergolegd. In hel bijzijn van duizenden toeselionwers, trad een weesje naar het altaar, nam een dei beide strookjes, en het lot viel op de stad Tyrus.

De Venetiërs, die de belangen van hun handel en bun natie niet nil hel oog verloren, ciscliten, vóór hot beleg van Tyrus een aanvang nam, dal men hun in al de steden van Palestina een kerk, een straat, een dwangoven en een afzonderlijke rechtbank zou afslaan, daarbij eisebten zij nog andere vóorreclilen en het bezit van een dorde gedeelte der veroverde stad. liet bezit van Tyrus was van zooveel gewicht, dal de regent, de kanselier van bot koninkrijk en de groote vazallen van (ie kroon zonder beraad de voorwaarden dor Venetiërs aannamen bij een akte, welke dc geschiedenis bewaard beert.

Zoodra men op die wijze door oen verdrag de te veroveren stad verdeeld had, maakte men toebereidselen tol hel beleg. Tegen hol begin van de lente vertok hel christen leger uit Jerusalem, en do Venetiaansche viool nil do haven van l'ioloinais. De geschiedschrijver van bel koninkrijk Jerusalem, die lang aartsbisschop van Tyrus was, breekt hier voor een oogenblik den draad zijner geschiedenis al, om in eene beschrijving le treden van do aloude wonderen zijner metropool. In zijn le gelijk gewijd en ongewijd verhaal haalt bij beurtelings het gelni-genis van Isaïas en van Virgilins aan; na van lliram en het graf van Origenos gesproken le hebben, prijst hij de nagodaebtenis van Cadmus en hel vaderland van Didon. De goede aartsbisschop roemt vooral do nijverheid en don handel van Tyrus, de vruchtbaarheid van ziju grondgebied, die in de oudheid zoo vermaarde geverfde stollen, dat zand, hetwelk in doorscbijnende kannei veranderde en die suikerrieten, wier honing, reeds in dien lijd in alle streken der wereld gezocht werd. Ten tijde van koning lioudewijn herinnerde Tyrus ternauwernood aan die prachtvolle stad, wier rijke kooplieden, naar hel verbaal van Isaias, vorsten waren; maar men beschouwde liet als de volkrijkste en handel-drijvendsle der steden van Syrië. De stad lag aan een beeiiijken oever en was door bergen tegen de noordenwinden beschut; zij had twee groote havendamirien die zich als twee armen in de zee uitstrekten, om een haven te omvatten, waartoe dc storm geen toegang bad. De stad Tyrus, welke verscheidene vermaarde belegeringen doorstaan bad, werd aan de eene zijde door de golven der zee en steile rotsen, aan de andere door een driodubbelon met hooge torens bezeilen muur beveiligd.

De doge van Venetië liep mot zijne vloot de haven binnen en sneed allo gemeenschap aan de zeezijde al'. Be patriarch van


-ocr page 153-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

Jerusnlem, de ro^onl van liol rijk on Ponlins, granl van Tripoli, voordon liel hovol over de landinaclil. In de eerste dagon van liel holog slrodon do, olirislonen on de muzelmannen met gelijke liardnokkigiieid, maar zonder dat een der beide partijen eenig noonionswiiardig voordeel hehaalde; doch de onecniglioid tus-so.lion de ongeioovigen werkh! de pogingen der clirislenen al spoedig in de hand. De kalif van Egypte had de liellt van de stad al'geslaan aan den sultan van Damascus, om hem over te halen haar togen de christenen te verdedigen. De Turken en de Egyploiiaróii waren onder elkander verdeeld en wilden niet gezamenlijk strijden; do Eranken maakten gebruik van die oneenigbóden en behaalden lederen dag groote voordeelen. Xa godurende oenige maanden aan telkens hernieuwde aanvallen Ie zijn blootgesteld geweest, bezweken de wallen eindelijk voor bol geweld dei- werktuigen van de christenen; de levensmiddelen begonnen in de stad te ontbreken en de ongeloovigen waren op het. punt ondorbandelingen voor de overgave te openen, toen de tweedracht op bare beurt onder de clirislenen verdeeldheid kwam zaaien en bijna al de wonderen van dapperheid en de vermoeienissen van een langdurig beleg nutteloos maakte.

De landmacht beklaagde zich luide, dat zij alleen de vermoeienissen moest verduren en gevechten leveren; de ridders en soldaten dreigden werkeloos in hunne tenten te zullen blijven gelijk de Venelianen op hunne schepen. Bevreesd, dat zij hunne bedreigingen ten uitvoer zouden brengen, verscheen de doge in het kamp der christenen met zijne zeelieden, gewapend met hunne roeiriemen, en verklaarde, dat hij bereid was don storm to ondernemen. Een edelmoedige naijver vuurde nu den moed en don ijver dor soldaten van hel leger en de vloot aan. Muzel-nianuon,'die uit Damascus gekomen waren om de belegerde stad bidp le bieden, rukten voort tot in de nabijheid van Tyrus, torwijl een Egyptisch leger dat terzelfder tijd Ascalon verlaten had, hot land'van Naplusa verwoestte en Jerusalem bedreigde. Al die pogingen konden den ijver der christenen niet doen verllauwen ol dc vorderingen van het beleg vertragen. Kort daarop vernam men, dat lialac, de geduohtsle der Turksche sultans, onder do muren van Maubeg gesneuveld was. Joscolijn, die hem met eigen hand gedood bad, liet de tijding daarvan aan al do christen steden overbrengen. Het hoold van den woesten vijand der christenen werd in zegepraal in hot kamp voor Tyrus rondgedragen, wolk schouwspel den slrijdlust der belegeraars verdubbelde.

|1125] Alle hoop op bijsland verloren hebbende, zagen de muzelmannen zich na oen' beleg van vijl' en oen halve maand gedwongen zich over te geven. Do vanen van den koning van Jerusalem en den doge van Veneliö wapperden naasl elkander van de muren van Tyrus, de chi istenen hielden hun zogovie-renden intochl in do stad, terwijl do inwoners deze, volgons de bepalingen van hel verdrag, met hunne vrouwen en kindoren verlieten.

De dag waarop men te Jerusalen de tijding der verovering van Tyrus vernam, was eon l'oestdag voor de gansche bevolking van dé heilige stad. Ondor het gelui der klokken zong men bot Te Demi tol dankzegging, vlaggen worden op do lorons en de wallen der stad geheschen, olijftakken en bloemen op de straten en do openbare pleinen gestrooid, koslbare stollen versierden de muren der huizen en do deuren der kerken. De grijsaards herdachten in hunne gesprokken den luister van hot 'rijk van .luda en de jonge maagden zongen in koor de psalmen, w'aaiin de profeten de stad Tyrus prezen.

Terwijl de christenen aldus een welvarende stad aan het koninkl ijk Jerusalem toevoegden, zat Boudewijii van Bourges nog steeds in do stad Cbaran gevangen, van vorlaiigon brandende aan de krijgsverrichliiigen van zijn leger doel lo nemen en eenigon roenl met do liorinnoring zijner rampen ineen te vlechten. Zijne vijanden haddon ondervonden dat de gevangenschap van een Frankisch vorst geen beletsel was voor de zegepraal dor christen wapenen. Do doorluchtige gevangene maakte gebruik van de verwarring en den geest van tweedracht, welke de laaiste overwinningen der christenen onder de muzelmannen van Syrië gezaaid hadden, om over zijn losprijs te onder-handelon en zijne vrijheid terug te erlangen. Nauwelijks had hij zijne gevangenis verlaten, of hij verzamelde eenige krijgers en trok tegen^ de stad Aleppo op. Het hoofd der Arabieren Dobais en eenige emirs uit den omtrek sloten zich bij hem aan; weldra verkeerden de inwoners in den uitersten nood, en de stad was op het punt van zich over te geven, toon de sultan van Mossul aan het hoofd van een leger tot ontzet kwam opdagen, lioudewijn van Bourges was verplicht het beleg op te broken en keerde eindelijk naar zijne booldstad lerug, waar al do christen ridders den Hemel dankten voor zijne verlossing en zich onder zijne vanen kwamen scharen. Zij vonden weldra gelegenheid hunne dapperheid le loonen onder een aanvoerder, dien zij vergelen schonen te hebban en wiens gezag zij met blijdschap erkenden, zoodra hij hun beloofde hen tot nieuwe overwinningen te voeren. Do Turken, die den Euphraal overgestoken waren om Aleppo bij te slaan, hielden gruwelijk huis in het vorstendom Antiochie. Uegeerig zijne belofte le vervullen, steil Uoudowijn zich aan de spils zijner onversaagde krijgers, valt de ongeloovigen met gunstig gevolg aan, ver-meeslort een grooton buil op hen en noodzaakt zo, de bozilliiigon dor christenen te oiitrnimon. Pas is hij zegevierend in .lerusalom teruggekeerd, of hij geeft opnieuw hot sein lot don oorlog en drijft het leger van Damascus op de vlucht, nagenoeg l t plaatse waar Saulus deze woorden vernomen had; Snuiiis, Suillus, waarom vervohjl (jij mij'! In die kortstondige veldtoolilon hadden de clirislenen een onnieollijken buil behaald, en de schatten van don vijand slrekton lol loskooping der gijzelaars, die de koning van Jerusalem in de handen der Turken had gelalen.

[1128.] De christen Staten hadden destijds tol vijanden de kalifs van Bagdad en Cairo, de sullans van Damascus, van Mossul, van Aleppo en de afstamniolingon van Ürloc, die ineoster waren van verscheidene steden in Mosopotamië. De Egyplenaron waren zeer verzwakt door hunne inenigvuldigo nederlagen, en hielden van al hunne vroegere veroveringen op do kusten van Syrië alleen do stad Ascalon over; maar de bezelling van die plaats, welke uil verschillende overwonnen legers gevormd was, was een voorldurende bedreiging voor hel grondgohied der christenen. Hoewel de Egyptenaren de stedon Tyrus, Tripoli en IHolomaïs verloren hadden, bleven zij toch ineoster van de zee, en hunne violen voerden een onbeperkle lieorschappij op de kuststreken van Syrië, wauneor de zeevarende volken van Europa de in Paleslina gevestigde Franken niei le hulp kwamen.

Gewoon aan bel soldaten- en lierdersleven, belwistlen de Turken noch aan de Egyptenaren, noch aan do franken de heerschappij ter zee; maar zij maakten zich geduehl door hunne voorldurende invallen in de chrislon provinciën. Gedwee en geduldig verdroegen zij beter dan hnnne vijaiidon honger, dorst en vermoeienis; de kennis van het land, de gewoonle aan hel klimaat, de geheime verslandhondiiig die zij mol de bewoners ondei hielden, gaven hen op hnnno strooploehlen een groot voordeel boven de christenen. Zij toonden zich behendiger dan de Franken in hol hantoeren van den boog en den werpspies; hunne ruiterij was geoelendor in militaire evoluliën. Tot zells de vrees, de dochter der dwingelandij, hoguustigdo linniie wapenen, daar zij onder liinine soldaten do krijgslnoht handhaafde. Ilini takliek bestond °in hunne vijanden al 10 nial-ton, hun hinderlagen lo leggen, hen in gevaarvolle stellingen le lokken, waar zij zo der strijd konden zegevieren. Do tweedraelil, wolkede muzelmansche vorsten van Syrië voortdurend verdeelde, verhinderde hen, lang hetzelfde plan van aanval of verdediging te volgen; als een voorbijgaande rust op hunne biiiiienlandsctio oorlogen volgde, wieipen zij zich niet onstniinighoid, nu eens geprikkeld door de begeerlo naar buil, dan weder aangespoord door de beden en de raadgevingon der kalifs van Bagdad, op hel grondgebied van Anliocliië, Edessa, '1 ripoli of hel koninkrijk Jernsalein. Als de Turken een nederlaag leden, trokken zij terug mol do hoop een ginisliger gelegenheid te zullen vinden; waren zij overwinnaars, dan verwoestten zij steden en velden en koorden met huil beladen in hun land terug, onder hol zingen dozer woorden; Ik Coran is in blijtl-schap en hul lïruiijii'iie in hanen.

Een aantal natiën, onderseheiden in zeden, karakter en afkomst, verdeelden de brokstukken van het rijk der Seldsehnkkon onder elkander, zich dikwijls onderling beoorlogende, doch in de ure des ge vaars steeds gereed zich tegen de Franken le vereenigen. De Arabische stammen, die de sleden aan de overheersching di r Turken hadden overgolalen, zwierven steeds door de landstreken die zij eertijds bezeten hadden; zij voordon voortdurend krijg, niet voor den roem en bel vaderland, maar voor den huil en hel islamisme. Andere volksstammen, onder anderen die der Kurden, staken, aangelokt door de hoop op plundering, den Euphraal over en verhuurden zich aan de overwinnaars, die Azië verwoestten. Opgevoed in de bergen die Grool-Arnienië begrenzen, hadden zij woeste en harbaarsche zeden; verschoi-dene hunner krijgers dienden mei luister de zaak der muzelmannen en uil den stam der Kurden ontsproot later hel geslacht van Saladin.

De gedLichtste van al de natiën, die de christenen destijds te bestrijden hadden, was die dor Turcomannen. Die zwervende borden waren afkomstig van de boorden der Gaspischo Zee, en geleken in hunne zeden en militaire gebruiken op de Tartaren, van wie zij afstamden. Zij waren eenigen lijd voor den eersten kruistocht in Syrië doorgedrongen, en toen het legorder Franken door Klein-Azië trok, waren do Turcomannen, van het geslacht van ürloc, meester van Jerusalem. Door de Egyptenaren overwonnen, trokken zij terug op Mesopotamië, van waar zij voortdurend de provinciën bedreigden, welke de Franken aan den Eupliraat en den Orontes veroverd hadden. Men duchtte hen niet minder om hunne wreedheid dan om hunne dapperheid; onze oude kronijkschrijvers spreken slechts met liuivering van


-ocr page 154-

GESCHIEDENIS DER KRl ISTOCHTEN.

84

do wreedlierlon, die de Turcomannen op de overwonnen volken niloHrndon; do gescliiedschrijvor van liel koninkrijk Jerusalem, die litm den naam van l'aithen geel't, vergelijkt hunne natie met de hydra van Lorna en deelt ons mede, dat men ieder jaar zulk 'een ontelbare menigte dier barbaren van do oevers van den Tigris en de grenzen van Perzië zag aankomen, ilnl zij (jenoi'fjzaam zouden yewecsl zijn om de geheele aarde Ie bedekken.

De Bedouïnen, die destijds de linkoioevers van den Jordaan en de Doode Zee bewoonden, worden ons door de kronijksclirijvers van dien tijd afgebeeld gelijk men ze in de hedendaagsche reis-vei halen weervindl en zooals wij zelve ze gezien hebben. Zij hadden geen vaste woonplaats, maar trokken, licin gewapend, in stammen verdeeld, mei limine kudden van oord tot oord. Deze zwervende stammen waren soms geduchte vijanden ol'tcn minste gevaarlijke naburen voor bet onllnikeude koninkrijk Jerusalem. Maar het kasteel van Montreal, door Jioudewijn I in Syrië-Sobal gebouwd, zoomede de sterkte Carac, die later in Steenachtig Arabië opgetrokken werd, waren voldoende om do zwervende stammen der woeslijn in bedwang te houden. Met behulp van die beide versterkte plaatsen konden de Franken schattingen opleggen aan de Bedouïnen, waren zij meester van de wegen naar Mecca en Medina en strekten zij hunne krijgstochten dikwerf uit tot aan de lioode Zee.

Onder de volken, die in aanraking kwamen met de christen koloniën mag de geschiedenis de Assassijnen of Ismaèlielen niet vergeten, wier sekte weinig lijds voor den eersten kruistocht in de gebergten van Perzië ontstaan was. Zij bemachtigden een gedeelte van den Libanon en vestigden eene kolonie hoven Tripoli en Tortosa. Deze kolonie werd bestuurd door een opperhoofd, dien de Franken den Oude of den lleei van den lier ij noemden. Dit opperhoofd der Ismaëlielen, die in Messiat of Messiate zijn verblijf hield, regeerde slechts over een twintigtal burchten oi' marktvlek ken. Hij lelde ternauwernood zestig duizend onderdanen, maar had van de dwingelandij een soorl van ceredienst gemaakt en zijn gezag was onbegrensd. Degenen die zijn wil weerslreefden, waren des doods schuldig. Volgens de meening der Ismaëlielen, kon de Oude van den Berg zijne dienaren aan de genietingen van hel paradijs deelachtig maken: hij, die stierf om aan zijn opperhoofd te gehoorzamen, ging naar den hemel waar de profeet van Mecca hem wachtte; hij, die op zijn bed stierf, leed langdurige pijnen in eene andere wereld. De Ismaëlielen waren verdeeld in drie klassen: liet volk, de soldaten on de wachten. Het volk leefde van den landbouw en den handel; het was gedwee, nijverig, matig en geduldig. Niets evenaarde de vaardigheid, de kracht en de sloutmoedigheid der soldaten. Men roemde hunne bekwaamheid in het verdedigen en belegeren van sterkten. De meeste muzelniansche vorsten trachtten hen in hunne soldij te hebben. De aanzienlijkste klasse was die der wachten of i'edais; aan hunne opvoeding werd de grootste zorg besteed. Van kindsbeen aan versterkten zij hun lichaam door zware oefeningen: men leerde hun verscheidene talen, opdat zij in alle landen de bevelen huns meesters ten uitvoer zouden kunnen brengen; men gebruikle allerlei kunstgrepen om op hunne verbeelding Ie werken ; in hun slaap, door bedwelmende dranken verwekt, werden zij in paradijsachtige tuinen en weelderige paleizen overgevoerd en na hun ontwaken door alle mogelijk zingenot omgeven. Te midden der genietingen, welke hunne zinnen verbijsterden, kon de Oude van den Berg hun, naar zijn welbehagen, bevelen zich in de vlammen te werpen, van een toren te springen, zich zeiven te dooden; zij gehoorzaamden blindelings en gingen blijmoedig den dood in. Menigmaal belastten de vorsten hel opperlK old der Ismaëlielen met de uitvoering van hunne wraak en verzochten hem om de vermoording van hunne mededingers of hunne vijanden; de koningen waren zijne schatplichtigen; de vrees, die hij inboezemde, de op zijn last gepleegde moorden, vermeerderden zijne rijkdominen. Wanneer de Oude van den Berg een vorst, 'een monarch aan den dolk zijner discipelen aangewezen had, wisten deze als kooplieden, monniken, pelgrims of dienaren vermomd zich hij hun slachtollër in te dringen, volgden bet gelijk de schaduw een lichaam, wachtten met weergaloos geduld de gelegenheid af, en wanneer deze zich voordeed, wee dan den vorst of den machtigen man, wiens dood men bun bevolen ol verzocht had!

De Ismaëlieten namen menigmaal deel aan de bloedige om-wentelingen, welke de ninzelmansche dynastieën van het Oosten van den troon bonsden. Zij hielden niet van de Turken, die zij als de vijanden van hunne sectc beschouwden; zij vreesden de Franken en werden cijnsbaar aan de Orde der Tempeliers. Aleer dan eens dienden of wreekten de door den Oude van den Jierg bevolen gewelddaden de zaak der christenen. Zoo werd Mondoud, sultan van Mossul, te Damascus door twee Ismaëlielen vermoord, bij zijn terugkeer van een bloedigen oorlog, dien hij legen de Franken in Galilea gevoerd bad; een ander muzel-jnansch opperhoofd, Bursaki, die verscheidene legers opbel grondgebied van Edessa en Antiochië gevoerd had, viel insgelijks onder hel staal der discipelen van den Oude van den Hitu ; deze moord, in een moskee gepleegd, verwekie groole opschud ling in de verschillende landen van h;L Oosten; maar de christenrn wisten er hun voordeel niet mede te doen, en uit die wanorde ontstond de dynastie der Alabeken, oi'(juuveineur van den kuning, wier heerschappij zich over een grooi deel van het Oosten zou uitbreiden.

Van de troonsbestijging van Zenghi sprekende, belreurt de Ooslersche geschiedenis de onmacht, waarin destijds de muzel-mansebe regeerende stamhuizen vervallen waren én merkt met droefheid aan, dal de slerren van hel islamisme verbleekl waren voor den zegevierenden slandaard der Franken. Inderdaad, ondanks de tegenspoeden, waarmede de christen koloniën moesten worstelen, hadden zij toch te midden der algenieene verwarring groole veroveringen gemaakt en een geduchte macht verworven.

Het graafschap Edessa, op de beide oevers van den Euphraat en do helling van liet Taurusgebergte liggende, telde verscheidene bloeiende sleden. De zeekusten, vanaf de golf van Issns tot aan Laodicea, de gewesten, die zich uitstrekten vanaf de stad Tarsus in Oilicië tol aan de poorten van Aleppo en vanaf hel Taurusgebergte lot in de nabijheid van Emesa en de puinhoopen van Palmyra, vormden het vorstendom Antiochië, de grootste en rijkste der christen provinciën. Het graafschap Tripoli, aan de eene zijde door den Libanon, aan de andere door de zee van Phenicië verdedigd, en in bel middelpunt van het rijk der Franken gelogen, bevatte verscheidene versterkte steden, een groot aam al marktvlekken en vruchtbare streken. Ten noorden had het tot grens het kasteel van Margath, ten zuiden de rivier Adonis. Deze rivier, in do heidonsche en de gewijde oudheid beroemd, begrensde ten noorden het koninkrijk Jerusalem, dat van eene andere zijde zijne grenzen tot aan de poorten van Ascalon en de woestijn van Arabië uitstrekte. Het rijk der Franken bad al de imizelmansche volken van Egypte, Syrië en Mesopolamië lot vijanden; bel moest eveneens al de destijds door bel Oosten verspreid wonende christenen tot bondgonooten hebben; die geest van broederlijkheid welke alle menschen van hetzelfde geloof verbindt, verhoogde ongetwijfeld de kracht van eeu band, gevormd in den naam van Jesus Christus. Men weel hoeveel bijstand de kruisvaarders, bij hunne komst in Azië, genoten hadden van de christen bevolking der provinciën, die zij doortrokken. Op hol tijdstip, waarvan wij spreken, telde men nog een groot aantal chrislonen in Kleiu-Azië, Aleppo, Damascus en al de steden van Egypte, en hoewel zij door de muzehnanuen geweldig verdrukt werden, kan men loeli gerust aannemen, dal zij niet altijd onverscbillige loeschouwers bleven van dien grooton worstelstrijd lussclien den Koran on hel Evangelie. Klein-Armenië, door zijne hergen en zijne krijgshaftige bevolking verdedigd, werd toen een chrislen rijk. Soms was het voor de Franken een machtige hondgenool en verklaarde zieh altoos tegen don gemeensohappelijken vijand, het islamisme. Een andere christen staat had zich gevormtl in de uitgestrekte gewesten van Iberië ol' Georgië. Williehnus van Tyr roomt de dapperheid en de diensten van hot Georgische volk, dat, omstreeks het midden van de twaalfde eeuw, paal en perk stelde aan de macht der naliën van Perzië en voor de barbaren van Tartarije de berg-engte van de Caspische Poorten sloot.

lloovecl hulp echter de koloniën dor Franken ook konden verwachten van de chrislen volken van Azië, had die hulp on-getwijlëld niets te bolookenen in vergelijking met die, welke zij van het Westen onivingen. Mol trots beschouwde Europa die christen machten van Syrië, die het zooveel bloed gekost hadden: men bedroefde zich over hunne tegenspoeden, verheugde zich over hunne zegepralen; bet heil der christenheid scheen van hunne instandhouding af te hangen. De dapperste christenen waren steeds bereid voor hot erfdeel en de zaak van Jesus Christus hun leven ten ollër te brengen.

De godsvrucht voor de pelgrimstoeblon voerde eiken dag een men iglo menschen naar bet Oosten, begeerig den pelgrimsstaf tegen hel zwaard te verwisselen. De godsvrucht wekte den moed op, en bij hol graf van don Verlosser werd alles krijgshaftig, tot zelfs do evangelische liefde. Uit een gasthuis, tóe-gewijd aan den dienst dor armen en der vrome reizigers, zag men legen de ongeloovigen gewapende helden te voorschijn treden. Eveneens bewonderde men de menschlievendlieid en de dapperheid der ridders van Sint-Jan. Terwijl eenigen de plichten der gastvrijheid waarnamen, gingen andoren de vijanden van het geloof bestrijden. Naar hot voorbeeld dier vrome ridders vestigden zicli eenige edellieden in de nabijheid der plaats waar de tempel van Salomon gestaan bad en zwoeren pleclilig do pelgrims te beschermen en te verdedigen, welke zich naar Jerusalem begaven. Hunne vereeniging schonk het aanschijn aan de orde der Tempeliers, welke al dadelijk door oen concilie goedgekeurd werd en hare statuten te dahken bad aan den heiligen Bornardus.


-ocr page 155-
-ocr page 156-

- : BÏ

^ smmmÊmttmaamm

P-53

mmmm

'ëfmm

..: ■y.'-fc

^^^^wp^^^WCTj^MgiBWBKlBBaill^S -,f. .?Jp5sj

ïll'lfel' I

-ocr page 157-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN', 85

Deze beide orden werden geleid door dezellde drijfveer, welke de kruisloclilen had doen ontslaan: de vcreeniging van den mililaircii met den godsdiensligon geest. Aan de wereld vaarwel ge/egd hebbende, hadden zij geen ander vaderland meer dan .imisalera, geen andere laihilie dan die van Jesus Cbristus. Goederen, rampen, gevaren, alles deelden zij gelijkelijk; een enkele wil, een enkele geest bestuurde al hunne daden en al hunne gedachten; allen waren vereenigd in een zeilde go-houw, dat door een eenig mensch bewoond scheen. Hunne levenswijze was zeer gestreng, en boe harder hun tucht was, hoe sterker de banden waren, die hunne harten boeiden. Hunne wapens vormden hun eenigen looi: geene kostbare versieringen smukten hunne huizen en hunne kerken op; maar overal zag men lansen, schilden en zwaarden, die op de onge-loovigen buit gemaakt waren. Rij de nadering van den strijd, zegt de heilige Rernardus, wapenden zij zich met bet gelooi' van binnen en met bet staal van buiten; zij vreesden noch het aantal noch de verwoedheid der barbaren; zij waren er lier op van te overwinnen, gelukkig van te sterven voor .lesus Cbristus, en geloorden dal alle overwinning van God komt.

De godsdienst had de gevaren en de gewelddadigheden van den oorlog geheiligd. Elk klooster van Palestina was als een sterkte, waar het gedruis der wapenen zich met liet gebed verinnigde. Nederige heremieten zochten den roem der slagvelden; naar het voorbeeld der Hospitaliers en der Tempeliers, hadden de kanunniken door GodlVied ingesteld om hij h^pt heilige gral' le bidden zich met den helm en het kuras'bekleed en streden met de soldalen van Jesus Christus onder den naam van ridders van het Heilig Gral'.

De roem van die militaire orden verbreidde zich alras door de geliccle cbristcn wereld. Ilimne vermaardheid drong zelfs door lol de eilanden en de verwljderdste volken van bet Westen. Allen (lie zonden le boelen hadden snelden naar de heilige stad om zich bij de krijgers van Christus aan le sluiten. Een aantal lieden, die hnu eigen land verwoest hadden, kwamen het koninki ijk Jerusalem verdedigen en de gevaren doelen der stand-vasligste verdedigers van het geloot.

Kuropa bezat geen enkel adellijk geslacbl, dat niet een ridder leverde aan de militaire orden van Palestina; vorsten zelfs namen dienst bij die vrome slrijdmacht en legden de teekenen hunner waardigheid al door den rooden wapenrok der Hospitaalridders of den witten mantel der Tempeliers aan le nemen. Rij al de volken van bet Westen begiftigde men hen met kasleelen en steden, die een onderkomen en hulp verschal'ton aan de pelgrims en tot steun verstrekten aan het koninkrijk Jerusalem; eenvoudige monniken, soldalen van Jesus Christus, kregen een legaat in alle lestamenlen en dikwijls werden zij de erfgenamen van vorsten eu monarchen.

De ridders van Sint-Jan en van den Tempel verdienden langen lijd den grootslcn lof: zij zouden de zegeningen der nakome-lingscliap waardiger geweest zijn, indien zij niet, in het verloop der tijden, door hunne zegepralen en 'hnnne rijkdommen vau de zuiverheid hunner instellingen afgeweken waren en niet dikwijls den Staat beroerd hadden, waarvan luiiine dapperheid do steun was! Die beide orden waren als ecu kruistocht, die zich gestadig hernieuwde en den naijver in de christen legers levendig hield.

De militaire zeden der Franken, die destijds in Palestina krijg voerden, bieden een schouwspel aan, waardig de aandaclit van den geschied schrijver en deu wijsgeer te hooien, en kunnen dienen lot verklaring van de snelle uithroiding en het onvermijdelijke verval van hel koninkrijk Jerusalem. Het eergevoel dat de. krijgers bezielde eu bun belelle de vlucht le nenien, zelfs in een ongelijken strijd, was de krachligsle drijfveer van hunne dapperheid en verving voor hen de VoorschVillen van de krijgsllicht. Zijn kameraad in het gevaar te verlaten, voor don vijand le vluchten, waren daden, eerloos iu do oogen van God en do men se In-u. In de gevechten waren de vijandelijke legerscharen niet bestand tegen den geweldigen schok van liuii gesloten gelederen en hunne evenals zij zelve geheel mot staal bekleede strijdpaarden. Ondanks hel gewicht liLinnor wapening verplaatsten zij zich met ongelootlijke snelheid naar de ver-wijderdsle punten. Men zag hen hijua terzelfder tijd in Egypte, aan den Eupbraat en aan den Oronles strijden; zij verwijderden zich slechts van die gewone schouvvlooneeien hunner krijgsbedrijven om het vorstendom van Damascus of een of andere stad van Arabiö te gaan bedreigen. Op hunne krijgstochten kenden zij geen andere wel dan de overwinning, verlieten of volgden naai' willekeur de vanen, die beu ten strijde voerden, en verlangden niets van hunne aanvoerders dan liet voorbeeld van dc dapperheid.

Daar hunne orde krijgers van velerlei natiën ouder bare vanen lelde, onderhield het verschil van landaard, zeden on taal een lofwaardigen naijver onder hen, doch gaf ook bijwijlen aanleiding tol afgunst en tweedraebl. Menigmaal besliste een oeval, een onvoorziene omstandigheid over een onderneming of den uilslag van een veldtocht. Wanneer de christen ridders zich in staat achtten deu vijand le bestrijden, gingen zij hem opzoeken zonder zich de moeite te geven om hun marsch te verbergen; het vertrouwen in bunue kracht, in hunne wapenen en vooral in de bescherming des Hemels deden hen de krijgslisten en zelfs de noodigste voorzorgen voor de veiligheid van een leger verzuimen. De voorzichtigheid hunner aanvoerders kwam hun dikwerf voor als een blijk van angstvalligheid of zwakte, en verscheidenen hunner vorsten betaalden met hun leven of liunne vrijheid den ijdelen roem gevaren te trotsceren die geen nul hadden voor de zaak der christenen.

Dc Eranken van Palestina kenden geen andere gevaren, geen andere vijanden, dan die zich op liet slagveld aan beu verinouden. Maar verscheidene gewichtige ondernemingen, welke de fortuin alleen scheen te besturen, zouden de veiligheid en den voorspoed der christen Staten in Azië bevestigen. De eerste dier oudernemingeu was hel Inuiken van de macht der kalifen van Egypte; de tweede het veroveren en behouden der zeesteden van Syrië, ten einde onbeleminerd de vloten en de versterkingen van het Westen te kuniieu ontvangen; dc derde, de grenzen te yeriledigen eu aan alle zijden een bolwerk op le werpen tegen de Turken en de Sarracenen. Kik dier groote belangen, ofliever al die helangen Ie zamen hielden de in Azië gevestigde Franken voortdurend bezig, zonder dat hel meerendeel hunner de gevaren ol du voordeelen van hunne positie beseften, zonder dat zij, om te slagen, een ander middel aanwendden dan hun zwaard. Daarin moet men liuniie pogingen bewonderen, en schijnt hunne dapperheid, die in alles voorzag, aan hel wonderdadige le grenzen.

Nii wij den toestand der christen koloniën in Syrië genoegzaam hebben doen kennen, zullen wij den draad vau hel verhaal der voornaamste gebeurtenissen van dat tijdperk weder aan-knoopeu. Onder de doorluclitige pelgrims, die zich destijds naar Palestina begaven en aan de bedrijven der ridders deelnamen, mag de gcscliiedeuis vooral niet Fulco, graaf van Aujou, vergelen; hij was de zoon van Fulco van Recbino en Rerlrade van Montfoort, die de vrouw werd van Pbilippus I en voor wier bezit de koning vau Frankrijk den banvloek der Kerk getrotseerd had. Fulco van Aujou'was oiilroostbaar over het verhes van zijne vrouw Escmberga, dochter van Elias, graaf van Maine. Ziju hartzeer dreef hem naar Palestina, waar hij gedurende een jaar honderd wapenknechten onderhield, die hii zeil ten strijde voerde. Hij paarde godsvrucht aan dapperheid eu verwierl zich de achting der cliristeucn door den ijver, waarmede hij de zaak van den godsdienst verdedigde. Roudewijn die geen mannelijke afstanimelingen had, bood hem zijne dochter Melisenda ten huwelijk aan en beloofde hein lot zijn opvolger te doen erkennen. Fulco nam dit voorstel met vreugde aan eu werd de schoonzoon en de erfgenaam van den koniiiquot;- van Jerusalem.

In het twaalfde jaar der regeering van Roudewijn van Rourges ontwierp men hel plan om Damascus le gaan belegeren. De koning van Jerusalem, de vorst van Autiocliië, de graven van Edessa en Tripoli, een aantal uit Europa aangekomen adellijke pelgrims, vereenigden limine strijdkrachten voor die expedilie. In de eerste dagen vau December begaven de christenen zich op weg; zij I evonden zich reeds op het grondgebied van Damascus, toen God, tul straf voor hunne zonden, hun zijne barmhartigheid onttrok en een vreeselijken orkaan op hen afzond. Plotseling opmiden zich de sluizen des hemels en heinde eu verre werd het overstroomde land als een onmcetlijke zee. De soldaten van hel kruis verloren hunne tenten, hunne legertros, hunne wapens; zij sidderden voor hun leven en waren er slechts op bedacht om ijlings terug to keeren naar de plaatsen, van waar zij gekomen waren. Vervolgd door dc ontketendè elementen en vliielilende voor deu orkaan als voor een zegevierenden vijand, kwam het leger op de oevers van den Jordaan terug en loofde God in dien nieuwen zondvloed niet omgekomen le zijn. Dusdanig was de uitslag van een oorlog voor welken men hel Westen opgeroepen had eu die de christenen meester van Syrië moest doen worden.

11 I'D• I Roudewijn II overleefde dien ongelukkigen krijgstocht niet lang. Uit Antiocbië teruggekeerd, waar hij de órde en den vrede hersteld had, werd hij gevaarlijk ziek. Zijn einde voelende naderen, liet bij zich naar de woning van den patriarch vervoeren, welke dicht bij de kerk van het Heilig Graf lag, en stierf in de armen van zijn sclioonzoon Fulco, zijne dochter Melisenda en Iiliii zoontje Roudewijn, terwijl bij hun de handhaving van den roem der eliristenen van het Oosten aanbeval.

Roudewijn bezat een icchUeliapen geest, oen verheven ziel, een onverstoorbare zaelitzinnigheid. De godsvruchl was het richtsnoer van al zijne daden en gedachten; maar zijne vroomheid was eerder die vau een kluizenaar dan die van een vorst eu een krijger; iu zijne menigvuldige gebeden lag hij steeds voorover gebogen op den grond, en als men de geschiedenis van dien tijd gelooven mag, waren zijne handen en zijne knieën


-ocr page 158-

GKSCIIIFDKMS I)KR K li IISTOCIITEN.

Vereelt. Hij znl nclillien jaren O]) den troon van Kdessa en twaair op (li(! van Jcrnsaleiii; hij werd tweemaal gevangen ge-iiinnen Ou versmaelitle zeven jaar in de kclcnen der ongeldovigen. Hij l)e/,at noeli de gclirckcn, noch de hoedanigheden van zijn Voorganger; zijne regoeriog werd opgelnislerd door veroveringen en overwiiiningen, waaraan hij geen deel had; maar hij werd nieltemin tliep hetreurd door de clirisleuen, die in hom den laatslen van GodCrieds inelgozellen vereerden.

De wederwaardigheden, die hem trollen en de zorgen, die hij aan liet vorslendoin Anliüc.hië moest besteden, verhinderden hem niet zijne aandachi le wijd(!n aan liet inwendige hestnnr van zijn koiiinkrijk. Iteeds dadelijk hij de aanvaarding zijner regeering schalie hij alle invoerreehl op koopwaren in zijne lioul'dstad al; een UVcede koiiinklijk liesluit verleende daantn-boven aan de Syriërs, de Grieken, de Armeniërs en zell's aan de Sarraeencn de vrijheid oni tarwe, rogge en alle soort van Vrnehten en groenten in de heilige slad in te voeren, zonder eenige belasling te belaleu; bet recht op de malen en gewichten werd le gelijk op do marklen van .lernsalent atgeschatt. Deze maatregelen deden den naam van Hondewijn zegenen en verdubbelden in weinige jaren de bevolking der heilige stad.

Men stelt zich de vraag hoe de andere sleden van het koninkrijk weder bevolkt werden? liet is aan te nemen dat een groot aantal krijgers zich vestigden in de sleden, die zij hadden helpen veroveren De handel en de nijverheid moesten er ook vele ge/innen van de kusten van Italië en nil alle oorden van het Oosten en liet Westen beengelokt hebben. De geschiedschrijvers deelen ons mede, dat dewijl er vrouwen ontbraken in de door de siddaleu van bet kruis gestichte koloniën, men er uit bet koninkrijk Napels het komen, en men den naam van piilli gal' aan de kinderen, die uit de vrouwen van Apulië ol' die van Syrië geboren werden. Het kon niet missen of deze verinenging van alle natiën en zell's van alle secten moest spoedig het zedenbederr leweegbrengen, en dmr deze nieuwe bevolking weinig ol' niets loebraeht aan de verdediging des lands moest zij ook spoedig hel beginsel van de door de Franken ingestelde militaire samenwerking aaniaslen.

In de eerste jaren der regeering van Houdewijn teisterden legioenen rallen, die zells hel vee niet spaarden, wolken sprinkhanen, droogien en aardbevingen bel koninkrijk Jerusalem. Al die plagen weiMen beschouwd als een waarschuwing des Hemels en deden aan de hervorming der zeden denken. Koning Hondewijn en de patriarch belegden een vergadering te Naplnsa. De rijks-groolcn, du notaholen van de geestelijkheid en het volk stelden er st •enge verordeningen vast voor de instandhouding der goede zeden en bepaalden zware st rallen op de vergrijpen daartegen; maar hei mocht niets baten, men hield hel zedenbcdeii daarmede niet legen.

Houdewijn van Bonrges opende in persoon de synode van Naplnsa, zich beschuldigende onrechtmatig de tienden lerng-gehouden te hebben, die hij van de koninklijke domeinen aan den patriarch sclnddig was. Men ziel hieruit dat er nog steeds eenige aanleiding lol oneenigheid tusscheu de palriarchen en tie Uoningen van de heilige slad bestond, maar de vrede was er niet door verstoord geworden. Een enkele der opvolgers van Daimberl hernieuwde openlijk de vorderingen welke bet hol' van Home zeil' veroordeeld luid: namelijk de patriarch Slelanus. Slelanus was burggraaf' van Charlres geweest; den krijgsmansstand vaarwel zeggende, nam hij de monnikspij aan en werd abt van bet klooster van den heiligen Johannes der Vallei. Hij was naar Jerusalem gegaan, om het heilig gral' te bezoeken, en bad er zich door zijne godvruchtigheid doen opmerken. Omstreeks dien tijd slierl' de patriarch Gormond, en daar het volk vergaderde om een nieuwen herder over de heilige slad te benoemen, gebeurde hel, dat alle stemmen zich op dén abt van Sint-Jan der Vallei vereenigden. Nauwelijks was hij gewijd, ol' hij riep onverwaelite moeielijkhoden in liet leven eii eischte liet onverdeelde bezit van Jerusalem en Joppe. Dit bad terstond een ernstige onmin tusscheu hem en den koning ten gevolge; maar toen de besprekingen hierover heiliger begonnen le worden, kwam een ontijdige dood daaraan een einde maken. Men beschuldigde den koning van Jerusalem den patriarch te hebben doen vergilligen: Wilhelmus van Tyr weerlegt die beschuldiging niet en dit moet ons le meer verwonderen, als wij ons den lol' herinneren, weikeu hij aan de godsdienstige deugden van Houdewijn toezwaait. Een groot gebrek van den goeden aartsbisschop, wanneer hij van die twisten lusschen bet priesterschap en het koningdom spreekt, is, dal hij de palriarchen overdreven prijst en de vorsten eveneens, zoodat de eenen altijd gelijk schijnen !e hebben en men zich al'vraagt hoe de anderèn ongelijk hebben konden. Onder al die bovenmate aan elkander tegenóver staande partijen toegezwaaide lol'tuitingen, is het moeielijk de waarheid le leeren kennen en te weten aan welke zijde het recht was.

Fulco, graal' van Anjou, werd na Hondewijns dood tol koning gekroond. Bij zijne troonsbestijging heerschte er verdeeldheid onder do christen Staten, welke don ondergang van het vorstendom Auliocbië ten gevolge dreigde Ie liebben. Hohomonds zoon, een jonge vorst vol dapperheid, was uil Italië gekomen om do nalatenschap zijns vaders te aanvaarden ; eerst aangevallen door Joscelijn, graal' van Kdessa, die zich niet ontzag in bondgenootschap met do muzelmannen de bezittingen van oen christen vorst te overweldigen en le verwoesten, daarna eiken dag genoodzaakt aan de aanvallen dor Tnreomannon het bool'd le bieden, snonvelde hij, mot de wapens in de hand, in Gilicië. Zijn dood was hel seiu lot grooto beroeringen in het vorstendom Auliocbië: bij liet slechts enne dochter na, die door de zwakheid barer sekse en haren jeugdigen loel'tijd ongeschikt was om do teugels van bet. bewind in handen te nemen. Zijne weduwe Alix, dochter van Hondewijn II, bezeten door den (jeesl des duivels, en lot eiken prijs vorstin f/cs/aw/.s willende worden, durlde, om aan hare zucht naar regeeren le voldoen, don bij-sland inroepen van Zongbi, wiou zij een ixiradeiKiurd zond zoo wil nis sneeuw, mei zilver besUujen, viel een zilveren (jehil en (jedeht mei een willen scltabrak, hel zinnebeeld van de reinheid hurer helojlcn. Door zijne vast beradenheid had Houdewijn do kom-ploiton verijdeld van Alix, in wie de geest dor overheersching te gelijk de moederlijke leederbeid en de kinderlijke liol'de, de bolde tot God en de liol'de voor haar land verstikt had. Hij den dood baars vaders achtte die vorstin hot oogenhlik gunstig om hare eerzuchligo plannen te verwezen lij kon. Fulco zag zich verplicht tweemaal zijn koninkrijk te verlaten, hetzij om do orde, door de aanmatigingen van Alix verstoord, weder le herslollon, hetzij om de invallen der Turcomannen le keoren, die er steeds op uit waren met de tusschen do chrislenen ontstane oneenig-heden hun voordeel te doen. De gemoederen waren zoodanig opgewonden, dal Pontius, graal' van Tripoli, die de partij van liondowijns dochter toegedaan was, in de uahijheid van Hugia slag durlde leveren aan don koning van Jornsalom: een bloedige nederlaag strafte de leenhreuk van den graal'en Auliocbië zag (h? vrede weer binnen zijne muren herboren worden. Hij don tweedon tocht, dien hij op de oevers van don Oronlos ondernam, was Fulco gelukkiger, want hij belioelde de chrisloneii niet te bestrijden, en de overwinning die hij op de nil 1'orzië en bel land van Mossul toegestroomde drouuiien Turken behaalde, verhoogde zoodanig zijn aanzien en zijn invloed, dal al de partijen, die de slad Antiocliië nog vordeeldon, zich op zijn verzoek met elkander verzoenden en zich geheel aan zijne leiding onderwiorpon. Hij maakte bobondig van die gesteldheid dor gemoederen gebruik en besloot, om zijn werk te vollooion, aan Bohemouds dochter een echtgenoot te geven, die hare rechten kon verdedigen en het vertrouwen der christen soldalen verdienen.

Syrië bood den koning van Jerusalem geen enkel vorst, geen enkel ridder aan, die zijner keuze waardig was. Hij sloeg de oogen op do vorston van hot Westen, en koos Baymond \aii Poitiers om Antiocliië le besturen, gelijk Houdewijn II hem zolven gekozen had om Jesusalem te besturen. Zoo leverde Kuropa, dat verdedigers aan de christen staten van het Dosten geleverd had, bun desgelijks vorsten en koningen. Om aller oogen le misleiden en alle vijandige plannen le verijdelen, was Baymond van Poitiers verplicht onder hot nederige gewaad van een pelgrim naar het Oosten te reizen. Daags voor zijne komst in Antiocliië hield Alix zich nog overtuigd, dal Hayinond naar Azië kwam om haar zelve te huwen; men had alzoo lisl legen list gesteld, en de patriarch schoen zich tot die misleiding te leenen om rustverstoring en schandaal te vermijden. Het huwelijk van Hohemonds dochter werd mol grootcn luister in de kerk van den heiligen Petrus voltrokken, en do eerzuchtige Alix ging hare schaamte en haren spijt verborgen in Laodicoa, dat zij in vruchtgebruik omvangen had.

[T132.] Na do rust in Antiocliië hersteld te hebben bad Fulco hij zijn lerugkoor zijne Slaton en zijn eigen huis aan oneenigheid ter prooi govondon'. Walter, graal' van Gesarea, schoonzoon van Hugo, graal'van Joppe, boschnldigdo zijn behuwdvador van de misdaad van leenhreuk logen den koning. Graal' Hugo bad zich don haat van Fulco van Anjou en de grooteu van bol rijk

op den hals gehaald, volgens .......nigon door zijn trots on zijn

geesl van ongehoorzaamheid, volgons andoren door zijn mis-dadigen omgang mot koningin Mehsenda. Nadat de baronnon Waller van Gesarea gehoord haddon, stelden zij, naar do gewoonte van het rijk, oen kamp op leven en dood vooi tnsschen den beschuldigde en den hoschnldiger, en daar de graal van Joppe niet op de vaslgcsleldo plaats verscheen, weid hij schuldig verklaard.

Hugo stamde al' van don vermaarden heer van Puyset, die de vaan dos opstands tegen den konnig van Frankrijk vei hief, en, door bodewijk don Dikke overwonnen, van zijne hozit-tingen vorvallon verklaard, uit zijn vaderland verbannen, do wijk genomen had naar Palestina, waar zijne krijgsverrichtingen hein mot het graafschap Joppe hadden doen begiftigen, hetwelk hij aan zijn zoon naliet, llugo bezat liet driftige en onstuimige


-ocr page 159-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

87

karakteiquot; zijns vaders, en kon, evoiiiiuu als liij, een beleediging vergeven ól' eenige daad van gezag over zich dulden. Toen hij vernam, dal hij veroordeeld was zonder gehoord le zijn, kende zijne grainschap geene grenzen eu spoedde hij zich naar Ascalon cnn den bijsland der ongeloovigen tegen de christenen in le roepen. Gebruik makende van de verdeeldheid, die zich onder limine vijanden openbaarde, brachten de muzelmannen terstond een leger in het veld en verwoestten het gebeele land tot aan de slad Ai'sur. Na het sluilen van dat schandelijk verdrag met de Sarracenen sloot Hugo zich in .loppe op, waar hij weldra door den koning van Jerusalem belegerd werd.

Dorst naar wraak vervulde beide partijen: Fulco van Anjou had gezworen de leenbreuk van zijn vazal le strallen; Hugo was vast besloten zich onder de muren van Joppe le begraven. Alvorens men lot de bestorming overging, trad de patriarch als bemiddelaar op en herinnerde de christen strijders aan de voorschrillen van de evangelische naaslenliel'de. Aanvankelijk wees Hugo alle toenadering met verontwaardiging van de hand, maar leende len laalsle, door de zijnen verlaten, bel oor aan de vredelievende vermaningen van den patriarch en stemde er in toe de wapens neder tequot; leggen. De koning van .lerusalem zond zijn leger terug en de graaf verbond zich het koninkrijk le zullen verlaten, waarin hij eerst na driejaren ballingschap zou wederkeeren. Te Jerusalem wachtte hij op een gunstige gelegenheid om le vertrekken, toen een onvoorziene omstandigheid de pas bijgelegde twisten bijkans hernieuwd had. Een lire-tonsch soldaat, dien de geschiedenis niet noemt, viel den graat aan, die zich voor den winkel van een luwpiiian mei hel dobbelspel vennaahle, en bracht hem verscheidene dolkstooten toe, die hem voor dood op den grond uitslrekten.

Dij het vernemen van dien bloedigen aanslag geraakt de geheele stad in rep en roer; men beklaagt het lol van den graal van Joppe, men denkt niet meer aan zijne rebellie; van alle zijden laat zich gemor tegen den koning hoorei), dien men beschuldigt zelf den moordenden dolk bestuurd le hebben, [ntussclien doet de koning den moordenaar gevangen nemen, die volgens al de gestrengheid der wetten veroordeeld wordt. Het vonnis luidde dal de misdadiger geledebraakt zou worden. Fulco bekrachligde dat vonnis, met de bijvoeging, dal men den moordenaar de tong niet mocht alsuijdeii, opdat hij zijn medeplichtigen zou kunnen noemen. De ongelukkige stieii' met de verklaring, dat hij van niemand eenigen last had onlvangen, maar dat bij zijn godsdienst en zijn koning gediend meende le hebben. Het bieel' derhalve aan iedereen vrij om aan de schuld ol de onschnld des konings te gelooven, volgens de partij, die hij toegedaan was. De graal' van Joppe was intnsschen spoedig van zijne verwonding bersleld; na verloop van eeuige maanden verliet hij Palestina en begaf zich naar Sicilië, waar hij stierf vóór den afloop van den lerniijn zijner ballingschap.

Koningin Melisenda bleel een diepen wrok koesteren over al hetgeen er voorgevallen was en loonde daardoor dat zij niet vreemd was aan de aanleiding tot die noodlottige oneenigheden. «Sinds den dag waarop de graaf het koninkrijk verliet,quot; zegt Wilhelmus van Tyr, «ondervonden allen, die legen hem bij den koning getuigd en dezen aangespoord hadden hem zijn toorn le doen gevoelen, zoozeer de ongenade der koningin, dal zij hun leven niet zeker waren en zelfs de koning niet op zijn gemak was onder de gunstelingen en de bloedverwanten der koningin.quot; Nochtans bedaarde de gramschap der koningin van lieverlede en overleefde den graaf van Joppe niet. Fulco zelf, hetzij de tijd zijn wrok verzwakt bad, hetzij bel hem verstandig voorkwam om de laatste sporen van die ongelukkige zaak uit te wisschen, had berouw de eer der koningin verdacht le hebben, en verzuimde niets om haar zijn verregaande jaloerschheid en de gestrenge uitoefening van zijn gezag te doen vergeten.

11138.j Intnsschen gaven de verschillende omwentelingen, welke het vorstendom Antiochië beroerd hadden, den keizers van Gonstantinopel aanleiding hunne aanspraken op hel bezit van dien Staat te doen gelden. Johannes Comnena, zoon en opvolger van Alexis, bracht een leger op de been, en rukte in Klein-Azië en Gilicië voort, beurtelings de Turken, de Armeniërs en de Franken bestrijdende. De zegevierende Grieken kwamen eindelijk onder de muren van Antiochië hunne legertenlen opslaan, en hunne aanwezigheid vervulde al de christen sleden van Syrië met ontsteltenis. De toestand der Franken werd des le neteliger in die omstandigheid, daar Raymond,'graaf van Tripoli, wiens vader door muzelmannen van Damascus in een hinderlaag gelokt en vermoord was, het hoofd moest bieden aan de vereenigde strijdkrachten der sultans van Mossul en van Aleppo; de koning van Jerusalem, dien de vorst van Antiochië legen den inval der Grieken te hulp riep, had ijlings zijne hooldstad verlaten om Antiochië bij te staan, doch was zelf, in hel kasteel van Montferrand of Darin belegerd, op bel pnnt in de handen van Zengbi te vallen en stelde zijn laatste hoop in een spoedige hulp der overige vorsten. Door gevaren omringd, hadden de Franken hunne redding toen alleen te danken aan

de gematigdheid van den machtigen monarch, wiens plannen zij duchtten: getroffen door hunne rampen, staakte Joliannes Comnena den oorlog dien hij verklaard bad en zich tevreden stellende met de huldiging van den vorst van Antiochië, vereenigde hij zijne troepen met die der Latijnen, om de christen koloniën te verdedigen en de muzelmansche machten van Syrië le bestrijden. Men besloot eerst de stad Schaizar of Cesarea, ten zuiden van den Oronles gebouwd, te belegeren; daarna zou Aleppo aan de beurt zijn. Deze heilige oorlog zou met een gelukkigen uilslag bekroond zijn geworden, indien bij met volharding gevoerd was; maar al spoedig onlslond er tweedracht in bel kamp der nieuwe bondgenooten. De graaf van E lessa en de vorst van Antiochië, die het leger bij de belegering van Schaizar gevolgd waren, brachten bun tijd in spel en feesten door, in plaats van de Grieken behulpzaam le wezen. Dezen, die alleen de werkzaamheden moeten verrichten, welke hel beleg vorderde, staakten eensklaps hunne aanvallen, en de keizer, hetzij hij de werkeloosheid van zijne hulptroepen wilde strallen, hetzij hij aan de overwinning twijfelde, sloot een verdrag met een vijand, die bij zijne nadering gesidderd had. Na eenige dagen in Antiochië doorgebracht le hebben, was bij genoodzaakt de stad le verlaten te midden van een legen hem gericht oproer, en keerde naar zijne Stalen terug, aan hunne eigene krachten bondgenooten overlatende, die voortdurend door onrechtvaardige vooroordeelen verblind werden en daarbij zoo weinig ijver aan den dag legden voor een oorlog, waarvan zij de vruchten moesten plukken. Toen hij later met een nieuw leger in Syrië wederkeerde, wekte hij, onder de muren van Antiochië, hoewel zijne gematigdheid een onderpand was van zijne goede trouw, en de Franken zelve hem geroepen hadden, het vroegere wantrouwen weder op en deed eensklaps de steeds dreigende macht der Turken vergeten. Hij meende alle reden van bekommering bij do Latijnen weg le nemen, door zijn plan te kennen te geven een pelgrimstocht naar hel graf van den Verlosser te ondernemen; maar dit plan zelf gaf de bekommering nieuw voedsel, en Fulco haastte zich een gezantschap aan hem af te vaardigen met de boodschap, dat bij de teekenen der keizerlijke macht moest atleggen alvorens de stad der pelgrims binnen le kunnen treden. Zonder zich over die soort van afwijzing toornig le maken, keerde de keizerover het Taurus-gebergtc terug, en toen hij, door een vergiftigden pijl gewond, den laatsten adem uitblies, achtten de Franken zich van een geducblleu vijand verlost. Toen kon men tot de Franken het verwijt richtten, hetwe.k zijzelve zoo dikwerf aan de Grieken toevoegden, dat zij hunne ware bondgenooten niet kenden en door beleedigende vooroordeelen diegenen van zich verwijderden, wier bijshnid zij inriepen. In de gegeven omstandigheden zou de vereeniging der Criekeu en der Latijnen Klein-Azië en Syrië van de tegenwoordigheid en de overbeerscbing der Turken hebben kunnen bevrijden. Hier vooral moet men dien geest van tweedracht en afgunst betreuren, welke de vorderingen der Turken zoo dikwijls in de hand werkte en later den ondergang van hel Grieksche rijk en dien van al de christen koloniën van het Oosten veroorzaakte.

Zengbi, vorst van Mossul en Maridin, dien Wilhelmus van Tyr vergelijkt met den aardworm, die steeds in beweging is, had het voornemen doen blijken, zich van Damascus meester te maken. De inuzelmansche vorst, die over die slad het bevel voerde, haastte zich den bijstand der christenen in le roepen. Dezen hadden er groot belang bij, zulk eene geduchte macht zich niet in hunne nabijheid te laten vestigen en nitbreideu. Hel leger was spoedig marschvaardig en toen liet den Libanon overgetrokken was, gaf Zengbi, die Damascus reeds genaderd was, zijn voornemen op. Volgens de voorwaarden van het verdrag, dal de sultan van die stad met den koning van Jerusalem gesloten had, moest bij dezen behulpzaam zijn in bet heroveren van Paneas, dal eenige jaren te voren aan' de chrislenen ontweldigd en kortelings aan Zengbi overgegeven was. De muzelmansche vorst hield zijne belofte, en zijne troepen veree-nigden zich met die der Franken onder de muren der slad, waarvan men het beleg reeds aangevangen had. Paneas of Relinas ligt op een mijl afslands van den oorsprong van den Jordaan, aan den voel van den Anti-Libanon. Ten tijde van Josuë heette het Dan; onder de Romeinen nam het den naam van Cerarea-i Philippi aan; ten tijde der kruistochten werd bet, een sterkte geworden, beurtelings door de muzelmannen en de christenen genomen. Honderd huizen met platte daken, opgetrokken met de overblijfselen der vroegere gebouwen, vormlooze puin-hoopen, sporen van een ringmuur, de torens en de gracblcn van een ridderburg, een naburig woud, waarvan de geschied-schrijvers melding maken, ziedaar alles wat wij in 18:JÜ van de slad Paneas of Relinas teruggevonden liehbén. De sultan van Damascus nam met zijne troepen stelling ten oosten lusschen de slad en het woud, op een plek (Uiluujur genoemd. De koning van Jerusalem, bij wieu de vorsten van Antiochië en Tripoli zich aansloten, sloeg zijne tenten aan de westzijde op. Bij dat , gedenkwaardige beleg wedijverden de christeneu en de Turken,


-ocr page 160-

GKSGHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN

88

hunne bondgenoolen, in vuur en dupperlieid. Van Imiine i'ol-lende torens, vervaardigd van balkon ui; Damascus aangevoerd, slingerden de belegeraars onafgebroken dag on naclil dood eu verderf' in de stad ; die reusachtige torens, aan de oostzijde opgesteld, veiineven zich tot zulk eene hoogte, dal de belegerden, niet verbazing en ontzetting vervuld, volgens de uitdrukking vau Wilhelmus van Tyr, niet met menschen, maar met bewoners des hemels le doen meenden te hebben. De muzelmannen en de christenen toonden eene volmaakte overeenstemming. Paneas was niet bestand tegen de vereenigde pogingen van twee geduchte vijanden; de emir, die de plaats verdedigde, stelde eene capitulatie voor, welke aangenomen werd. De muzelmannen keerden naar Damascus terug, verheugd Zenghi een zijner veroveringen te hebben ontweldigd; de christenen van Jerusalem namen bezit van eene stad, welke hunne grenzen aan de zijde van den Libanon moest beveiligen.

Deze verovering was het laatste gewichtige feit der regeering van Eulco van Anjou. Door de vlakte van Ptolomaïs trekkende, stortte hij bij het vervolgen van een uil zijn leger opgeschrikte haas van zijn paard, eu stierf aan zijn val, slechts twee zeer jeugdige kinderen achterlatende, om hem op le volgen. Wilhelmus van Tyr, die de deugden van Eulco roemt, merkt met eene naïeveteit die oude tijden waardig aan, dat hij rood haar had en men hem nochtans geen der gebreken kon ten laste leggen, die men gewoonlijk aan die kleur toeschrijft. In de laatste jaren zijns levens was het geheugen van dien vorst zoodanig verzwakt, dat hij zijn eigen dienaren niet meer kende; hij bezat geen kracht eu werkzaamheid meer om het hoofd le zijn van een door vijanden omringd rijk; hij hield zich dan ook meer bezig met het bouwen van sterkten en het verdedigen zijner grenzen dan met het op de been brengen van legers en het maken van nieuwe veroveringen. Onder zijne regeering verzwakte de militaire geest der christenen eu werd vervangen door den geest van tweedracht, die groolere rampen medebracht dan de oorlog. Op hel oogenblik dal Eulco van Anjou tol koning van Jerusalem gekroond werd, hadden de christen Staten hel toppunt van voorspoed bereikt; bij hel einde zijner regeering neigden zij reeds ten ondergang.

Koningin Melisenda nam het regentsehap van het koninkrijk op zich. Terzelfder lijd ontving de jonge Hondewijn de koninklijke zalving en werd in de kerk van hel Heilig Graf lol koning gekroond op den dag van de geboorie des Zaligmakers. Hoewel de oudste zoon van Eidco zijn veertiende jaar nog niel bereikt had, bevalen zijne natuurlijke welsprekendheid, de bevalligheid zijner manieren, iets edels en voorkomends in geheel zijn gedrag, hem reeds in de liefde der volken aan. Hij bezat ecu lever.digen en doordringenden geest, een sterk geheugen; het was zijn grootste genoegen tie roemrijke daden der groole koningen le hooren verhalen. Hij beijverde zich ook zooveel mogelijk bekend te worden met de zeden en het karakter van de volken, over wie hij geroepen was te regeereu, en menigmaal werd hij door mannen van rijpen leertijd geraadpleegd omtrent de wellen en de gevvoonlen van hel koninkrijk. De kronijken van dien lijd vermelden, dal de jonge Houdewijn steeds veel eerbied beloonde voor den godsdienst en de geestelijkheid ; maar hij den aanvang zijner regeenng zag men met leedwezen, dat de liefde voor de vrouwen en het dobbelspel hem meer tijd roofde en hem meer ter harte ging dan hel een koning en vooral een koning van de heilige stad paste. De aartsbisschop van Tyius, die hem gekend had, maakt in zijne geschiedenis de bemerking, dal hij, naarmate hij in jaren toenam, bijna al zijne gebreken allegdc en zijne goede hoedanigheden behield.

Gedurende de minderjarigheid van den koning regeerde koningin Melisenda mei beleid en gerechtigheid; misschien zou zij den lof, dien de geschiedenis haar gegeven heelt, beter verdiend hebben, indien zij minder aan de ópperlieerschappij gehecht ware geweest. Toen Houdewijn den leeftijd bereikt had om de teugels van het bewind zeil in handen le nemen, draalde zij le lang om het koninklijk gezag aan hem over te dragen, hetgeen betreurenswaardige verwikkelingen veroorzaakte en de muzel-maunen in den waan bracht, dal Jerusalem veischeidene hoofden had.

In bel eerste jaar zijner regeering (lUti) voerde Houdewijn een leger naar het land van Moab en in hel dal van Moses, waar bij zich door zijne dapperheid bijzonder onderscheidde, liij zijn terugkeer van die expedilie ondernam hij een oorlog, waartoe de aanleiding onrechtvaardig was en die ongelukkig voor hem alliep. Een zekere emir, die in Hoshra in naam des sullans van Damascus bevel voerde, kwam naar Jerusalem en bood aan, die stad aan de christenen over te leveren. Dat voorstel werd zonder beraad aangenomen en men bracht terstond een leger bijeen om Hoshra in bezit te gaan nemen. Terwijl men zich voorbereidde tol eene expedilie, welke men als ('.aile wehievnllifi eu voordeelig voor de christenen beschouwde, kwamen er uit Damascus algevaardigden, die in last hadden den koning van Jerusalem aan

| de tractalen te berinneren, die de beide landen verbonden. De vorst en de emirs van Damascus verwonderden er zich over, dal de christenen zoo grif eene stad uil de handen van bot verraad wilden aannemen; zij bezwoeren den koning en bet gansclie geloovige volk, den oorlog niel op de gronden van eene bevriende natie over le brengen; een oorlog, die door de gc-recbligheid gewraakt werd, kon niet gelukkig wezen. Zor spraken de afgevaardigden van Damascus; maar zij riehtlen Int woord lot vooringenomen en opgewonden geesten ; sinds maa i-den toch was de verovering van Hoshra hel onderwerp van idle gesprekken en men sprak slechts van den roem en de voordeelen, die aan die onderneming verbonden waren, terwijl degenen, die daarin slechts onrecht en onheil zagen verraders waren; do meening van een verblinde menigte behield de overhand en de raadgevingen der wijsheid werden in den wind geslagen.

Hel christen leger stelde zich in beweging. Na het. diepe dal van Hqob doorgetrokken te zijn, kwam hel in hel land, dal men Traconic noemt. Hier begonnen zich de gevaren en de moeie-lijkheden van de onderneming te vertoonen. Hel land was bedekt mol muzelmannen, die uit alle aangrenzende gewesten toegesneld waren om zich tegen den inval der christenen te verzetten. De gloeiende stralen der zon verzengden de vlakten: gebukt onder luinne zware wapenrusting, gemarteld door honger en dorst, konden do christenen slechts met langzame sohreden vorderen; de in de pulten en de bronnen gevallen sprinkhanen hadden bel water vergil'ligd, al hel graan was in onbekende bergplaatsen verborgen, terwijl de bewoners, in onderaardsche holen verschanst, den christen soldalen allerlei valstrikken logden. Boog-schulters, op do omliggende hooglen geposteerd, lieten tie krijgers van .lerusalom geen oogenblik rust, en de van alle kanten afgeselioton pijlen .sclwiwii, volgens de uitdrukking van Wilhelmus van Tyr, op hen neder Ie riillen (ielijl; liayel en zware ref/en tip mei iniinicii en leien (p'dekle huizen, zoodaniij waren menschen en dieren er mede heslihi.

Inlusschen schraagde de hoop van Hoshra in te nemen nog allijd den moed der christen soldaten; maar toen men in het gezicht der stad gekomen was, vernam men dal de citadel en de forten bezet waren door soldaten uil Damascus, en de vrouw zelve van den emir, die beloofd had de stad over te leveren, zich tegen haar echlgenool verklaard had. Deze onvorwacble lijding verspreidde eensklaps verslagenheid en moedeloosheid in hel christen leger; de ridders en baronnen drongen nu hij den koning van Jerusalem aan zijn persoon en hel kruis van Jesus C-lnisliis in veiligheid te stellen. De jonge Houdewijn verwierp dien raad van zijne getrouwe baronnen en wilde al bunne gevaren doelen.

Zoodra hel hevel tol den lorugloclil gegeven was, hieven de muzelmannen een luid vreugdegeschrei aan en zetten den christen soldaten achterna; deze trokken in dicht gesloten gelederen, mol het bloote zwaard in de band terug, terwijl zij liunne dooden en gekwetsten medevoerden. De muzolmannén, die niet door hunne vijanden konden breken en op hunne vervolging geen spoor van verlies opmerkten, dachten mannen van ijzer te bestrijden te hebben. De stroken door welke de weg dor christenen voerde, was bedekt met door de zonnehitte verdroogde varons, distelen en planten. De mnzelmanncn staken ze in brand en de wind voerde den rook en de vlam naar bol christen leger over, zoodat de Franken le midden van een vuurzee voortschreden, terwijl boven hunne hoofden wolken van rook en slof gollden. Wilhelmus van Tyr vergelijkt hen in zijne gescliiede-nis met smidsgezellen, zoo zwart waren hunne aangezichien en liiinne kleedoren door don dikken rook van den brand welke in de vlakte woedde. De ridders en de soldaten, hel volk dat hel leger volgde verdrongen zich rondom den bisschop van Nazarelh, die hel hout van hel ware kruis droeg, en smeekten hem weenendo door zijne gebeden hun onduldbaar lijden te doen ophouden.

Geroerd door hunne vertwijfeling'verhief de bisschop van Nazareth bet kruis terwijl hij de barmhartigheid des Hemels afsmeekte, en lerzeHder tijd veranderde de wind van richting. De vlam en do rook, die de christenen met volkomen ondergang bedreigden, sloegen eensklaps naar de muzelmannen over. De Franken zetten hun toclit voort, overtuigd, dat God een mirakel gewrocht had om hen le redden. Een ruiter, dien men nooit gezien had, zittende op oen wit paard en oen rooden standaard dragende, ging hel christen leger vooruit en voerde het verre van allo gevaren. Hel volk en de soldalen zagen hem aan voor een engel dos hemels; zijne miraculeuze tegenwoordigheid verlevendigde hunne kracht en hun moed. Eindelijk kwam hol leger van Houdewijn, na hel doorstaan van de grootste ellende, in Jerusalem terug; de inwoners verheugden zich over dien terugkeer onder hol zingen der woorden van hol Evangelie: Laten wij ons aan de blijdschap overgeven, want dil volk, lielwelk dood was, is weder opgestaan, het was verloren en nu is het wederge vonden.

Terwijl de inwoners van Jerusalem op die wijze de lerng-komsl hunner krijgers begroetten, leden de christen Staten


-ocr page 161-

GESCIIIEDENrS I)RH Kril lSTOCMTKN.

80

van Mesopotamic en hot noorden van Syrië voortdurend nieuwe verliezen. ZeiiKhi, dien de kalif van Bagdad en de ware muzelman nen ais liet sciiild en don sloiinpiliiai' van liet islamisme beschouwden, strekte zijne heersclKippij uit van Mossul lol aan de grenzen van Damascus en zette zonder verpoozing den loop zijner overwinningen on vcrovcriugvn voort. De clinsumen Raven zich weinig moeilo om de uiibrciding van zulk een ge duchte machl tegen te gaan. Zon^lii ondorhield hen in eone bedriegelijke genislheid on wilde lion eoi'St uit lum slaap opwekken als hij hun rijk doodelijko slagen loebracht. Ilij wist bij ondervinding, dat niols do ohiisionon zoo noodloltig was als een te lange rust; de Franken, die alles aan luinne wapens dankton, verzwakten bijna altijd gedurende den \rede, en als zij geen strijd voerden met de mu/.ehnannen, beoorloogden zij elkander.

Het koninkrijk Jerusalem bezat twee geduchte bolwerken: het vorstendom Antiochie en bet graatseliap Edessa. Itaymond van Poiliers beveiligde den Oroides legen den inval der muzel-mannen, terwijl de oude Joseelijn van C.ourlenai langen tijd op de boorden van den Eupliraat de schrik der ongedoovigen was geweest; maar de dood had hem weggeraapt; tot aan zijn jongs!en snik had hij de vijanden der chnstenen bestreden en op zijn steifbed deed hij nog zijne wapens en zijn grondgebied eerbiedigen.

Joseelijn belegerde een kasteel in de nabijheid van Aleppo, toen dicid bij hem een toren instorlle en hem onder zijne puinon bedoH': stervende werd hij naar ImIossm gevoerd. Terwijl bij vol pijnen op zijne legerstede lag en naar den dood verlangde om van zijn ondragelijk lijden verlost te zijn, kwam men hom mededeolen, dat de sultan'van Iconium het beleg geslagen had voor een zijner versterkte steden. Terstond laat hij zijn zoon ontbieden en beveelt hem den vijand te gaan bestrijdén. De jonge Joseelijn vveilell en brengt zijn vader onder hei, oog, dat hij geen troepen genoeg ter zijner beschikking heelt, om tegen de Turken op te trekken. De oude krijger, die nooit bezwaren gekend had, wilde vóór zijn dood een les geven aan zijn zoon (in deed zich aan de spits zijner soldaten in een draagstoel naar bet bedreigde punt voeren, loon hij de belegerde stad naderde, kwam men hem boodschappen, dat de Turken zich verwijderd hadden: terstond liet hij zijn draagstoel stilhouden, en de oogen ten hemel geslagen, 'als'om God te danken voor de vlucht, der muzelmannen, geelt hij te midden zijner getrouwe krijgers don geest.

Zijn stollelijk overschot werd naar Edessa overgebracht. Do gebecle bevolking sloot zich bij de lijkstalio aan, die een aandoenlijk schouwspel opleverde. Van den oenen kant zag men rouwdragende soldaten, die de doodkist van hun hevelliebher droegen, van den anderen beweende een geheel volk zijn steun, zijn verdediger en verheerlijkte de laatste overwinning van oen christen held.

De oude Joseelijn was in groote bezorgdheid over de toekomst van het graafschap Edessa gestorven, daar zijn zoon, die boni in de regeering opvolgde, een zwak en lafhail ig mensch was. Heeds vroegtijdig had do zoon van den ouden Gourlenai zich aan de dronkenschap en de ontucht overgegeven; in een eeuw en in een land waar die ondeugden algemeen waren, hadden de buitensporigheden van den jongen Joseelijn de christen soldaten menigmaal geërgerd. Zoodra bij zijn eigen meester was, verliet hij de stad Kdessa om zich naar Turbessel te hegeven, oen heerlijk lustoord aan de oevers van den Eupliraat. Slechts aan de bevrediging zijner lusten denkende, loeide hij daar in de grootste zorgeloosheid, bot ondorhond zijner troepen vetwaarloozende en de bedreigingen der muzehnannen vergelende.

Middelerwijl liet Zenghi geen enkele gelegenheid ongehnnkt voorbijgaan en lag hij voortdurend op de loer om met de tweedracht der christenen zijn voordeel te doen. De Arabische geschiedschrijvers zwaaien den grootsten lof toe aan hel genie en het karakter van den vorst van Mossul; zij roemen zijne dapperheid en zijne bekwaamheid in den oorlog, zijne vrijgevigheid, die hem bij zijne dienaren en zijne soldaten bemind maakte, zijne onvermoeihare bedrijvigheid, welke hem overal tegenwoordig deed zijn, en vooral de moeite die hij zich gafom de geheimste gedachten zijner vijanden te loeren keunon en zijne plannen voor aller oógen verborgen te houden. Ondanks den lol', aan zijne gematigdheid en recblvaardigheid toegezwaaid, stelt de onpartijdige geschiedenis hem ons voor meer dan eens geweld ol trouweloosheid te baal nemende om zijn gezag uil te breiden ol' te bevestigen, en zich steeds door zulk een vreesverwekkend machtvertoon omgevende, dat men lieden gezien heelt, die bij den enkelen aanblik daarvan van schrik stierven. Die harbaarsche held bezat onbetwistbaar eenige schitterende hoedanigheden, maar naar het voorbeeld le oordeelen dergenen, die le midden van de verwarring en de wanorde, waarin het Oosten verkeerde, tot do hoogste macht geraakten, mag men aannemen, dal zijne ondeugden en zijne huitensporigbeden heui

veel meer van dienst waren dan zijne deugden. De groole bokwaamlieid van Zenghi, of liever zijne voornaamste kracht in den oorlog tegen do christenen was den muzelmannen te doen gelooven, en misschien geloofde hij het zelf ook, dat de Hemel hom uitverkoren had om don godsdienst van Mahomed te verdedigen; «Toon God de duivels van het kruis wilde verderven, gelijk hij do opgestane engelen vernietigd had,quot; zegt de geschiedschrijver der Alahokon, «wierp Hij zijne blikken op de keur dor getrouwe kampvechters van bel islamisme en vond er geen onder hen, die meer geschikt was zijne raadsbesluiten le vol-hrengon dan de martelaar Emad-eddin Zenghi.quot;

Sinds lang loerde Zenghi, die meester was van een groot gedeelte van Syrië en Mesopotamie, op eene gelegenheid om de stad Edessa bij zijn rijk in le lijven. Deze verovering, welke zijn eerzucht en zijn trots streelde, moest te gelijker lijd in de oogen der ware geloovigen de goddelijke zending bevestigen, waarmede hij zich belast zeide. Om Joseelijn in zijn noodlottige gerustheid to onderhouden, veinsde de vorst van Mossul tie muzelmannen to beoorlogen, en loon men hom bezig waande met de belegering van eenige inuzelmansche kasteelen in Moso-polnmië, verscheen bij onvorwachls mot een aanzienlijk leger voor de innren van Edessa.

Do slad had zeer hooge wallen, talrijke torens en eene slorko ciladel; maar, volgens de naïeve uitdrukking van den aarls-b.sschop van Tyrns, zijn al die dingen goed voor een volk, dat sn ijden wil, doch worden nutteloos, ah daar binnen i/iwii lieden zijii, die ze vcnleiiiiien. De inwoners van Edessa waren meest Chaldoërs en Armeniërs, weinig geoefend in tien wapenhandel en zich enkel bozig houdende mol hun handel en hunne koopwaren. Do meeste Franken waren den jongen Joseelijn naar Turbessel gevolgd, en degenen, die in Edessa teruggebleven waren, misten bevelhebbers, die hen lot den strijd konden aanvooron en do verdediging leiden. Zoodra Zenghi zijn kamp opgeslagen had, begon bij met kracht hel beleg der stad en werden talrijke machines legen de muren gericht. De inwoners, de geestelijkheid, de monniken zelfs verschenen op de wallen om don vijand af le slaan ; de vrouwen en de kinderen brachten hun water, leoftocht en wapenen. De hoop op een spoedig ontzet, prikkelde hun ijver en schraagde hun moed. Zij ver-wacblteii hulp van de natie, die men dapper noeml, zegt, een Arineniscb sehrijver, en lederen dag meenden zij, op hunne torens op den nilkijk staande, de standaards der zegevierende franken te zien opdagen. IJdele hoop! Toen de faam de lijding dor belegering van Edessa door Syrië verspreidde, ontstond er groote verslagonhoid onder de christenen, maar niemand groep naar de wapens.

Jerusalem was door een le grooten afstand van Edessa gescheiden, en bol bevel van Melisenda, die met haar zoon Boude-wijn hel rijk hesluurde, om troepen te zenden werd niet ten uiivoor gebracht. De strijders van Anlioclnë zouden op lijd hebben kunnen komen, maar Haymond, die aan Joseelijn een doodelijken haal gezworen bad, zag in de selirikwekkende vnrde-ringen der barbaren slechts de vernedering van een mededinger en den ondergang van een vijand. Uil zijn slaap opgeschrikt zond Joseelijn naar alle zijdon afgevaardigiien uil, riep al zijne krijgers hijoen on gaf hel voornemen le kennen Edessa le hulp to snollen; maar in plaats van aan zijne dringende beden gehoor te geven, beklaagde men zijne zorgeloosheid en niemand nam do wapens op. om den metropool van Mesopolamië van den ondergang te gaan redden

Iiilussclien zette Zenghi zonder vorpoozen het beleg voort van eene slad, die door de clirislenen verlaten scheen. Eiken dag ontving liet muzehnansche leger versterkingen, en de Kurden, de Arabieren, de Turcomannen snelden van alle zijden loe, door het, vooruitzicht op buit aangelokt. Do stad was geheel ingesloten. Zeven reusachtige houten torens verhieven zich hooger dan de wallen der vesting. Ontzaggelijke machines beukten onafgohroken de muren of braakten sleenen, pijlen en brandende stoffen over do stad uil. Mijnwerkers, uit Aleppo gekomen, waren, ondoraardsche wegen gravende, tol onder de fondament^ der nuiren doorgedrongen, en verscheidene torens dor slad vvachtleii, als boven een afgrond zwevende, nog slechts op een teeken om den grond met hunne pinnen le bedekken en don inuzelmanschen soldaten don doorloohl te verschallën. Nu weiden de vverkzaamheden van bel beleg plotseling geslaakt, en liet Zenghi de slad opeischen. De Pranken, en na hen de Syriërs en de Armeniërs, antwoorden dal zij liever allen zullen sterven dan een christen slad aan de ongeloovigen over te geven. Zij sporen elkander aan om de martelaarskroon to verdienen; «Laai ons niet bevreesd zijn voor de sleenen, welke geworpen worden om onze woningen en onze torens le vernielen,quot; zeiden zij onder elkander; «Hij, die hel uitspansel gemaakt en legioenen engelen geschapen heeft, verdedigt ons | logon onze vijanden en bereidt ons woningen in den hemel.quot; ! I''r sprak uit die taal meer gelatonbeid dan krijgsmansdeugd, i Toon dan ook, den achlonlwniligslen dag van hel beleg,

12«


-ocr page 162-

GESCHIEDENIS DEP, KRUISTOCHTEN.

DO

verscheidene torens, op een toeken van Zenghi, met donderend gedruis instortten, steeg er van het eene uiteinde der stad tol aan liet andere een kreet van ontsteltenis op. Eenigen der onversaagdste krijgers snelden toe om de bres te verdedigen; maar op lietzell'de oogenblik werden bijna alle poorten in do wallen verlaten en kon de vijand van alle zijden de plaats binnendringen. Van nu ai'had Ëdessa geen verdedigers meer; die rampzalige stad zng nog slechls himien hare muren een doodelijk ontstelde bevolking en met hel zwaard gewapende Itarharén. Priesters met sneeuwwitte haren droegen do relii|uie-kassen der heilige martelaars door de stralen, terwijl zij de barmhartigheid des Hemels inriepen. Maar zoodra zij de eerste teekenen van den dafi van (iramschap ontwaarden, bleven zij plotseling sloni van onlzelli'ng slaan en weldra veroordeelde liet zwaard hen lol hel eeuwifie slihwijgcn. Op die wijze begon de moord van hel christen volk. Een 'der Oosiersclie schrijvers, aan wie wij dit verhaal ontleenen, voegt er hij, dat hel zwaard der ongeloóvigen zich verzadigde aan het bloed der grijsaards en kinderen, der armen en rijken, der maagden, der bisschoppen en der heremieten. Velen zócliten een wijkplaats in de kerken, waar zij echter aan den voet des altaars geslacht werden. Anderen vluchlten naar de citadel, maar aan do poorten vonden zij den vijand hevlekt mei bet bloed hunner broeders en vielen zélve onder zijne slagen op hoopen van lijken. Te midden van dat gruwzame bloedbad, waarin de vader niet op zijn zoon waeblte, waarin de vriend niet meer zijn vriend zocht, waarin al de banden der natuur verbroken waren, zag men echter nog eenige sporen van menschelijke deugden. De gescbiedenis van dien tijd maakt melding van moeders, die hare kinderen om zich heen riepen, gelijk de hen hare hiehens. Die beklagenswaardige gezinnen vereenigden zich aldus om Ie zanien door bet zwaard des overwinnaars te vallen o!'wel gezamenlijk in gevangenschap weggevoerd te worden.

De slachting, die bij het opgaan der zon begonnen was, duurde voort lol aan bet derde uur van den dag. Eerbiedwaardige prelaten, die aan bel staal der Turken onlsnapl waren, werden met ketenen beladen. Men zag een Armenisch bisschop, van zijne kleederen berooid, door de straten sleuren en met roeden geesclen. Een geleerd religieus, die de gescbiedenis van Edessa opgesleid had en wiens getuigenis wij dikwijls ingeroepen hebben, overleelde den ondergang van zijn gebooilestad nieten kwam met de nieesten zijner medeburgers om bel leven. Hugo, een Latijnsch aartsbisschop, werd, de vlucbl willende nemen, met zijne geheele gcesielijkbeid vermoord. Zijne schallen, die bij niedevoerde en iiullig voor de verdediging der slad hadden kunnen aangewend worden, werden de prooi der ongeloovigen. Godvruchlige gescbiedsehrijvers schrijven aan de gierigheid van dien prelaat den val van Edessa loc, en schijnen ie gelooven, dal bij in een ander leven gestral'l werd dewijl bij zijn goud verkozen had hoven de redding der christenen.

Toen de muzelniannen meesier van de slad' waren en do citadel bare poorlen voor hen ontsloten had, klommen de imams naar boven in de klokketorens der christenen, om deze woorden uit te roepen: «O Mahomed! proleet des hemels, in uwen naam hebben wij een overwinning bevochten. Wij hebben dil volk verdelgd dal steen aanbad, en slroomen bloeds hebben gevloeid om uwe wel te doen zegevieren.quot; Op die arkondiging antwoordde hel geheele muzelmansche leger met zegezangen en teekenen van een barbaarsche vreugde. Plundering, brand-slichling en de alscbuwelijksle buitensporigheden kenmerklen de zegepraal van den Koran. De lijken der overwonnenen werden verminkt, hunne hoorden naar liagdad en zell's naar Korassan gezonden. Alles wal aan levende christenen in de stad Edessa overbleel', word als redeloos vee op de openbare markten verkocht; met ketenen beladen, moesten de discipelen van Christus, na hunne bezittingen, hun vaderstad, hunne vrijheid verloren le hebben, nog de droefheid hebben den godsdienst te zien honen, die bun alleen nog resile om hen in bun lijden le troosten. De gewijde vaten dienden lot de brasserijen der overwinning. Verscheidene geloovigen, die in bel leven gespaard waren, konden het gezicht van zooveel ontheiligingen niet verdragen en stierven van machtolooze woede.

Zoo viel l.dessa, dal een der sterkste sleden van Azië was door zijne citadel, zijne wallen en zijne ligging op twee bergen, in de macht der muzelmannen. De palriarcb Nonas belreurt in een roerend treurdicht den val van die stad, welke de daaraan verbonden berinneringen van den godsdienst en de geschiedenis vermaard hadden gemaakt en laat haar zelve van haren vroegeren luister spreken. «Ik was,quot; zegt zij, «gelijk eene koningin temidden barer borbouding; zestig marktvlekken rondom mij opgericht vormden mijn gevolg, mijne talrijke kinderen sletén hunne dagen in vreugde; men bewonderde de vruchtbaarheid mijner akkers, de Irischboid en de helderheid mijner wateren, de schoonheid mijner paleizen. Mijne altaren, met rijkdommen overladen, verspreidden heinde eii verre hun glans èn schenen de woonstee der engelen. Ik ovciirof in luister de schoonste sleden van Azië, en ik was als een hemolsch verblijf op do aarde gebouwd.quot;

De verovering van Edessa vervulde de muzelmannen van Syrië met blijdschap. He Arabische geschiedschrijvers vermelden, dat de tijding daarvan zich terstond door het geheele Onsten en lot op do kusten van Afrika en Italië verbreidde en verscheidene miraculeuze gebeurtenissen de overwinning van Zenghi aankondigden. Na eene bezetting in Edessa achtergelaten te bobben, wilde de woeste veroveraar don loop zijner overwinningen voorlzetten ; maar zijn uur was gekomen eii de kracht zijns arms en zijnor legerscharen kon den smcirlelijkeii jiahiilak van hel marteladrschap niet van hem afwenden ; terwijl Azië zijn roem en zijn macht bezong, zegt de geschiedschrijver der Atabeken, slreltle de dood hem in het slof uil en nurd helslot zijne woniiif/. Tijdens de belegering van een muzelmanscb kasteel, niel verre van den Enpbraal, werd hij door zijne slaven vermoord, (mi zijne ziel ging, naar de meening der muzelmannen, in den bemel do belooning ontvangen aan den veroveraar van Edessa toegezegd.

Hel bericht van dien dood troostte do christenen over hunne nederlagen; zij legden eene onmatige blijdschap aan don dag als hadden zij gelijktijdig al de muzolmanscbe machten zien vallen. Die vreugde zon van korten duur zijn : nieuwe vijanden zouden hen beslrijdcn, nieuwe rampen bun deel worden.

_ Do geschiedenis vermeldt, dat Zenghi, na de inneming van Edessa en do vermoording der bevolking, getroffen door do schoonheid en den luister der stad, besloot baar opnieuw te bevolken en haar een gedeelte barer inwoners terug le geven. Een groot aantal Syrische en Armenische familiën, die eerst in boeien geklonken waren, kregen hunne vrijheid terug en verlof hinine woningen weder te betrekken. Toen men don dood van Zengbi vernam, lieten de christen gezinnen dadelijk hun afkeer voor Inm nieuwe meesters blijken en achtte de graaf Joscelijn het oogenblik gunstig om zijne hoofdstad le heroveren. Een aantal onversaagde krijgers bijeengebracht hebbende, verschoon hij in hot holle van don nacht, onder de muren van Edessa, en geraakte, bijgestaan dooi' de inwoners, met eenigen der zijnen mot behulp van touwen en ladders binnen de stad. Daarop overrompelden zij de poortwacht en ontsloten de poorten voor bnnne sirijdmakkors. Zij wierpen zich op de verraste en verbijsterde Turken en braehlen allen om die zij in do straten ontmoetten en den lijd niel hadden in de torens en de citadel de wijk te nemen. Op die wijze in Edessa teruggekeerd, zond ■loscelijn boden aan al de christen vorsten van Syrië, hen smeokonde hem bijstand Ir; bieden en behulpzaam te wezen in het behouden van een chrislen slad. Deze tijding, zeggen de mide kronijkscbrijvers, verwekte overal vreugde ; maar vreugde grenst aan droefheid; geen enkele der christen vorsten kwam Joscelijn le hulp, en terwijl bij op hunne aankomst zijne eenige en laatste hoop op redding bouwde, verscheen Noureddin, de tweede zoon van Zenghi, gebieder van Aleppo geworden, onverwachts met een geduchte legormaclil voor de poorlen van Edessa. liij het verlaten zijner hoofdstad had bij gezworen do christenen le verdelgen eil al de muzelmansche legerbenden waren toegesneld om zijne bedreigingen te volvoeren en zijne wraak te dienen. Door verrassing binnen Edessa gekomen, haddon .loscelijn en zijne strijdmakkers noch de middelen, noch den tijd gehad zich daarin'te verschansen, en do citadel bevond zich nog in de macht hunner vijanden toen de stad door Nouroddins troepen ingesloten werd. Tusscben de bezelling der citadel en het imizelmansclie leger geplaatst, zagen do christen soldaten al het baclielijke van hun toestand in. Zij hadden den vijand voor en achter zich en geen hulp van buiten meer te hopen. Gelijk bet altijd in hopolooze omslandigbedon gaat, werden tal van besluiten bonrlelings genomen en verworpen. Terwijl zij beraadslagen, bereidt de vijand alles voor lot de bestorming'. De slotsom der beraadslagingen is, dal een langer verwijl in do stad, die zij pas als overwinnaar betreden hebben, sléchts dood en verderf kan aanbrengen; na den dood getrotseerd te hebben om in do stad le komen, zijn zij thans besloten alle gevaren le trolseoren om er weer uil le geraken. De soldaten van Joscelijn, al de christenen, die naar de slad gekomen waren en het kleine aantal inwoners, die aan de slachting hunner broeders ontsnapt waren, zijn er uog slechts op bedaelu door de vlucbl aan do barhaarschheid der muzelmannen te ontkomen en maken in alle stilte de toebereidselen lol hun vertrek. Midden in don nacht ontsluiten zich do poorlen; ieder noemt het kostbaarste mede, dat bij bezit, eene angstige menigte verdringt zich in de straten. Ueéds zijn een groot aantal dier ongelukkige vlnclitclingcn buiten de poorten; de door Joscelijn aangevoerde krijgers zijn aan de spits en komen bel eerst in de vlakte, waar de muzehnamien kampeerden. Het garnizoen der citadel, door bel gewoel opmerkzaam gemaakt, dóet een uitval en vereenigt zich met de soldaten van Noureddin, die naar de stad ijlen en de poorlen bozolton, waarlangs de christenen naar luiiLen dringen; daar worden gevechten geleverd, waarvan de


-ocr page 163-

GESCHIEDKNIS DER KRüISTOCilTEiV.

91

tliiislomis tie akeliglieid verdubboU. De cbristenen slagen er in zich een doorloclil te banen en verspreiden zlob over de naburige velden; degenen, die wapens dragen, vereenigen zicb in bataljons en trachten zicb door bet kamp der vijanden been te slaan ; de anderen loopen op goed geluk voort, verdwalen in de vlakte en vinden overal den dood! Bij bet verbalen der gebeurtenissen van dien vreeselijken nacbt kan Wilbelmus van Tyr zijne tranen niet vveerbouden. «O rampzalige nacbt!quot; roept de gesebied-sclnijver Aboulfarage uit, «dageraad van de bel, ongeluksdag, welke aanbrak voor de kinderen eener vroeger benijdenswaardige slad!quot; Zoowel binnen Edessa als daar builen boorde men niets dan Jammergescbrei en doodskreten. De in bataljons vereenigde krijgers werden, na zicb door het leger der ongeloovigcn heengeslagen te hebben, tol aan de boorden van den Eupliraat vervolgd; de wegen waren bedekt met hunne wapens en hunne bagage. Slechts een duizendtal hunner mocht hel gelukken Samosate te bereiken, dat hen in zijne muren opnam en hun ongeluk betreurde zonder ben te kunnen wreken.

De geschiedenis vermeldt, dat meer dan dertig duizend christenen door de soldaten van Noureddin en Zenghi omgebracht werden. Zestien duizend werden gevangen genomen en sleepten hun leven in ellende en slavernij voort. Noureddin spaarde, in zijne wraak, noch de wallen noch de gebouwen der weerspannige stad: hij liet de torens, de citadel en de kerken van Edessa omhalen. Hij verbande er al de christenen uit en veroorloofde slechts ann een hoopje armen en bedelaars Uisscben de puin-boopen hunner vaderstad te blijven wonen.

Gelijk men weet, werd Zenghi om de verovering van Edessa als een heilige, als een door Blahomed bemind krijger beschouwd ; de bloedige krijgstocht van Noureddin maakte hem dierbaar aan de muzelmannen, bracht veel toe aan de uitbreiding van zijn vermaardheid en zijne macht en reeds beloofden de imams én de dichters aan zijne wapenen de nog veel roemrijker verovering van Jerusalem.

De inwoners van de heilige stad en de overige christen steden weenden tranen van vertwijfeling bij het vernemen van den val en de verwoesting van Edessa. Onheilspellende voorteek'üien vermeerderden nog de ontsteltenis, welke de van de oevers van den Eupliraat lol hen gekomen tijdingen hun veroorzaakten. Do bliksem viel op de kerken van bet Heilig Graten den berg Sion; eene komeet, met een langen, glinsterenden staart, vertoonde zicb aan don hemel; «verscheidene andere teekenen,quot; zegt Wilhelmus van Tyr, « vertoonden zich leyen de (lewoonlen en het seizoen der lijden, voorheduidiiifien van de' komende diiujen. Tot overmaat van ramp werd Uudolf, kanselier van Jerusalem, door geweld op den zetel van Tyrus geplaatst, en de verergernis heerschle in hel heiligdom. Al de geloovigen van hel Oosten hielden zicb overtuiga, dal de Hemel zich legen hen verklaard bad en vreeselijke rampen over de christen volken zouden nederkomen.


-ocr page 164-

ZESDE

B O E K

GESCHIEDKNIS VAN J)E,\ KRUISTOCHT VAN EODEWIJK VII EN VAN KOENRAAD III.

1145—1IV,).

(Tweede kruistocht. — De heilige Bennrdus; Lodewijk VII en do abt Suger; vergadering van Vezelay; de koning neemt het kruis aan; do Duitsehe monnik lludolf; de abt van Clairvaux begeeft zich tot den keizer; rijksdag van Regonsburg; Koenraad en zijne baronnen deelen de algemeene geestdrift; vergadering van Etampes; terugkeer van den heiligen Bernardus, voorstel van Rogier, koning van Sicilië; de abt Suger en de graaf van Nevers; aangewende raiildelen om de uitgaven voor don krijgstocht lo bost rijden; vertrek van Lodewijk VII: de Duit schors te Con-slantinopel; aankomst der Fransehen; samenkomst van den koning met flannel Comnena; men doet het vogt;rstel zich van de stal meester te maken; de bisschop van Langres; de Grieksehe keizer bespoedigt het vertrek der kruisvaarders; de aan de Duitschers verstrekte gidsen misleilen dezen en aan duizenden ontberingen ter prooi komt hun leger nagenoeg geheel om; weg van Lodewijk VII; ongehoorde vermoeienissen en ontberingen; aankomst te Satalia; inscheping van een dool der troepen; Tiet overige gedeelte sneeft onder het zwaard der muzelmannen; schitterende ontvangst van Lodewijk VII bij den vorst van Antiochiö; koningin Eleonora; Lodewijk VII en Koenraad worden door Boudewijn III, koning van Jerusalem, ontvangen; de kruisvaarders slaan het beleg voor Damascus; gewicht van die stad; overwinning op de Turken; onderhandelingen; oneenigheid tusschon de kruisvaarders; de jonge Saladijn; liet beleg wordt opgebroken; eerst Koenraad daarna Lodewijk VII keeren naar Europa terug; algemeen overzicht van den tweeden kruistocht en de gebeurtenissen, die daarop betrekking hebben; vergelijking tusschon den abt van Sint-Denis eu den abt van Clairvaux.)

^T^oor de muzolmannen bedreigd, riepen de elirislen Koloniën jlt/di'ii bijstand dei- vorsten van Europa in. De bisschop van Gibelel, in Syrië, reisde, vergezeld door ecu groot aantal gccs-telijken en ridders, naar Viterbo, waar de paus zich bevond. De mededeeliugen van het christen gezantscJiap outloklüu tranen aan bet opperhoord der geloovigen; de ranipcn van Kdessa, de rampen, die Jerusalem bedreigden, verspreidden alom ontsteltenis en drocl'bcid. Alarmkreten weergalmden door het gansche Westen. Vijl' en vecnig jaren waren verloopen sinds de verlossing van liet heilig gral'; de geest der volken was niet veranderd, van alle zijden snelde men te wapen.

Ditmaal was het op de roepstem van den heiligen Bernardus, dat do volken en de koningen der christenheid zich ouder de vanen van het kruis kwamen scharen. Acht jaren voor de verovering van Jerusalem uil een adellijk geslacht van bourgogne gesproten, bad de heilige Bernardus, uog zeer jong, bet kloosterleven omhelsd met al zijne talrijke bloedverwanten en dertig edellieden, door zijne toespraken én zijn voorbeeld medegesleept. Hij was eerst twee en twintig jaren toen hij aan het hoofd van den kleinen troep, dien hij aan de wereld ontrukt had, te üiteaux verscheen. Het is genoeg den naam van Clairvaux te noemen, om aan de glorie vau den heiligen Bernardus te herinneren. Wij hebben reeds gelegenheid gehad om de bemerking te maken, dat twee bartstoebten in dat tijdvak de christelijke maatscbappij met elkander deelden: de eene dreef de christenen naar het kluizenaars- of kloosterleven, de andere den weg op naar Jerusalem. De heilige Bernardus was de schittercude uil-drukking van die dubbele godsdienstige geestdrift, hij was de man van dien tweevoudigen hartstocht welke destijds de wereld beroerde, en de kronijken vau de twaalfde eeuw kumieu niet genoeg de verbazende macht van zijn woord roemen. De abt van Clairvaux bezat in een tenger eu zwak lichaam een onvermoeide werkzaamheid, een vurige volharding, een verheven wilskracht, welke zonder zwichten naar het beoogde doel streefde. Hij was de ziel en het licht van Europa geworden; bij behoorde zich zeiven niet meer toe, en de gebeurtenissen en de behoeften van zijn tijd ontrukten hem voonduivnd aan de eiken en beuken zijner dierbare afzondering. Verscheidene kerkvergaderingen gehoorzaamden aan zijne beslissingen. Door de. enkele wapenen zijner welsprekendheid verdreef hij den anti-paus Leo en deed Innoceutins II van den Stoel van Petrus bezit nemen. Paus Eugenius lil en de abt Suger waren zijne leerlingen. Prelaten, vorsten, monarchen stelden er roem in zijn raad op te volgen en geloofden dat God door zijn mond sprak

Bij de aankomst der gezanlen van bet Oosten in Europa had Lodewijk VII juist den Iroon van frank rijk bestegen. Die jonge monarch had zijn regeering onder de gelukkigste voorteekenen zien beginnen. De meesleu der groote vazallen, die legen het koninklijk gezag opgestaan waren, hadden de wapens neder-gelegd cu vau hunne aanspraken afgezien. Door zijn huwelijk met de dochter van Willem IX. bad Lodewijk de Jonge het hertogdom Aquitanië met zijn rijk vereenigd. Het vergroote Eraukrijk had niets van de naburige Staten te vreezen, eu terwijl burgeroorlogen Ie gelijker-tijd Kiigeland en Duitschland beroer deu, bloeide het in vrede onder het beheer van Suger.

De vrede werd slechts kortstondig gestoord door oneenigheden mei den pauselijken Stoel ten gevolge der benoeming van een bisschop eu de kuiperijen van Tibout, graaf van Champagne, die van den invloed, welken hij op de geestelijkheid had, gebruik maakte om het interdict der Kerk over het koninkrijk te doen uitspreken. Lodewijk wees alle vertoogen vau deu Heiligen Stoel met halsstarrigheid terug eu wilde een gevaarlijken en oproerigen vazal tuchtigen. Door een blinde wraak gedreven, verwoestte hij alles te vuur en te zwaard in de staten van Tibout; hij belegerde Vitry, nam in persoon deel aan de bestorming en deed allen over de kling springen, die men in de stad ontmoette.

Een groot aantal inwoners van eiken leeftijd en beiderlei sekse waren in eene kerk gevlucht, denkende aan den voet der altaren een veilige wijkplaats te vinden tegen den toorn van een christen vorst. De koning liet het gebouw in brand steken en dertien honderd mensclieu werden een prooi der vlammen. Zulk een barbaarsche daad verwekte rechtmatigen afschuw onder al de volken, die de Voorzienigheid onder den scliepter van Lodewijk gesteld had. Toen bij van dien krijgstocht terugkeerde, ontving hem zijne hoofdstad met een somber stilzwijgen; zijne ministers lieten op hun aangezicht hunne neerslacln'igheid lezen, terwijl de heilige Bernardus, gelijk een andere Ambrosius, de verwijten van den godsdienst eu (ie inenscbelijklieid durfde le laten hooren.

In een weisprekenden brief wees de abt van Clairvaux den monarch op bet in verslagenheid gedompelde vaderland, en toonde hem de Kerk, door hein geminacht en met voeten getreden. «Ik zal tot mijn dood voor haar strijden,quot; zeide bij, «in plaats van schild eii zwaard zal ik de wapenen gebruiken, die mij passen, ik bedoel mijne tranen eu mijne gebeden tot God.quot; Op de stem van den vromen abt zag Lodewijk eindelijk zijn misslap in, eu het gezicht van de oordeelen des Hemels maakte een diepen indruk op zijn geest.

Er was toen in de christenheid bijna van niets anders sprake dan van de inneming en du verwoesling van lidessa door de


-ocr page 165-

r.RSCHIl-DENIS I)KR KHUISTOCHTEN. 'gt;:]

Turkon; men hedroofdo zich over do vermoording van liet chrislen volk, de verbranding dor kerken, de ontliediging der lioilige plaalseii, en die harlvcrseiiourende verhalen heriimerdon don jongen mmiarch lelkens aan de gruweldaden die liij koi'lo-lings liinnen de innren van Vilry bedreven bad. Door gowelens-wrooging gerollerd, meende Lodowijk voorldnrcmd do band (inds Ie zien, gereed om hem te treH'en. Hij vorzaaklo aan alle genoegens, en zijne tranen konden slecbls vorgeloken'worden mot die van den psalmist, wanneer deze nitroepl: ]lijiw Irancii hrhhen mij nacht rn dan l'i'ood verslrekl. Om zich geheel aan zijne drool'lieid te knniion overgeven, liet bij de zorg voor dat goz ig, waarop bij zich zoo naijverig getoond had, geheel aan andenm over. De abt van Clairvaux, die hem tot inkeer gebracht, bad, zag zich verplicht zijn vertwijfeling te matigen en zijn moen l(^ vorlovendigen, door hem op di^ barmhartigheid Gods to wijzen. Nn kwam de koning van frankrijk lol zich zeiven en daar, naar bel gevoelen dier tijden, groole misdaden alleen nilgewischt konden worden door een polgrimsloebt naar hel heilige land, deed bel verlangen om de gewelddadigheden le hoeten, welke de Kerk hein verweet en waarvan hij zich zelven mei zooveel bitlorbcid beschuldigde, hem hel besbiil nemen de ongeloovigen le gaan beslrijdon.

Tegen bel Kerstlcest belegde hij te Bourges eene vergadering, waarin hij aan do prelaten en (l(; baronnen van zijn rijk zijn voornemen bekend maakte. Godfried, bisschop van Langres, prees zijn ijver en schilderde in een roerende toespraak de gevangenschap van Edessa, de gevaren en de rampen der christenen van bel Oosten. Zijne welsprekendheid roerde al de toehoorders; maar hel orakel der vergadering, hij, die alle harten in zijne hand hield, bad nog niet gesproken. Hetzij de heilige Heriiardns destijds niet van bet nnt van den kriiistocht overtuigd was, hetzij hij daaraan moer plechtigheid wilde bijzetten, bij ried den koning van Frankrijk aan den Heiligen Stoel te raadplegen alvorens iels le ondernemen. Deze raad werd algemeen goedgekeurd. Lode wijk zond gezanten naar liome, en besloot een nieuwe vergadering te beleggen, wanneer men bet antwoord van den Opperherder zou ontvangen hebben.

Eug'enius III, die inlusschen Innocentius H opgevolgd was, had reeds in verscheidene zijner brieven de hulp der christenen tegen de miizehnamien ingeroepen. Nooit had do Heilige Stoel meer gronden gevonden om een kruistocht le prediken. Ken geest van oproerigheid en ketterij begon zich onder de volken, c-ells onder de geestelijkheid van het Westen te verbreiden en bedreigde gelijktijdig de macht der pausen en de leerstellingen der Kerk. Eugeniiis bad zeil' le kampen legen de onlusten door Arnold van Brescia verwekt. Men sprak van niets anders in de hoofdstad dan van bet wederopbouwen van hel Kapitool en bel vervangen van hel pauselijk gezag door dal der consuls en der tribunen van bel oude [{ome. in dien slaat van zaken moest eenc groole gebeurtenis, gelijk die van den kruistocht, de gemoederen vau de gevaarlijke nieuwigliedeii alleiden en hen rondom bet heiligdom vereenigen. De opperherder kon in een heiligen oorlog hel dubbele voordeel zien van Jerusalem legen de aanslagen der ongeloovigen en de Kerk en zich zelven tegen de keilers en de hervormers te verdedigen. Eugcnius weiiscble den koning van Frankrijk geluk met ziju godvruchtig besluit: bij spoorde opnieuw, door zijne brieven, al de christenen aan om liet kruis aan te nemen en zich le wapenen, en beloofde bun dezelfde voorreehlen, dezelfde belooningen, die Lrbanus II aan de krijgers van den eersten kriiistocht verleend had. In Italië weerbouden, waar hij zich bezighield met hel onderdrukken der onhislen in Home, betuigde bij zijn leedwezen, niet evenals Urbaans over de Alpen te kninien komen, om den ijver der geloovigen door zijne tegenwoordigheid en zijne toespraken aan te wakkeren.

Inlusschen schreef Suger, die met leede oogen hel besluit des konings van Frankrijk zag om zijn rijk le verlaten, in het geheim aan den paus, en smeekte den opperpriester, hem de gronden voor zijne vrees openbarende, hel tijdstip van dal groole offer le verschuiven. In zijn antwoord onlveinsl Eugenius niet, dal bel plan van Lodevvijk hem wel eeuigszins verrast, ja zelfs bekommerd beel't, maar dat de vurige ijver, dien de monarch aan deu dag legde, grond gaf lol de veronderstelling, dal zijn voornemen uil God voortkwam. Overigens ried de paus den abt.Suger aan, zich in persoon le gaan vergewissen of de geestdrift, die de koning betoonde, geen vuur was, dat al le gemakkelijk uitdoofde, en of de baronnen, die hem zouden vergezellen, gehoorzaamden aan de ingeving van een ware godsvrucht. Hij poogde te gelijker tijd de ougeruslbeid van den getrouwen minister van Lodevvijk te bedaren door hem le nielden, dal de Kerk bare gebeden hernieuwen en al hare macht ontwikkelen zou om hel heil van den vorst eu den vrede van hel koninkrijk te verzekeren.

Hel antwoord van deu paus aan Suger was in Frankrijk eerst aangekomen na de bul, welke den kruistocht afkondigde. Deze bul verleende den abt vau Clairvaux de zending, de geloovigen lol het aannemen van bet kruis aan te sporen. Zoodra do beslissing van den paus bekend was, werd er eene nieuwe vergadering belegd le Vezelay, een kleine stad van Bourgondië. De vermaardheid van den heiligen Bernardus, de brieven door den paus aan de gebeele chrislenbeid gericht, lokten een groot aantal heeren, ridders, prelaten en mannen van alle rangen en standen naar de bijeenkomst. Op Palmzondag, na bet aanroepen van den Heiligen Geest, verzamelden zich allen, die gekomen waren om den abt van Clairvaux te booren, op de helling van een heuvel bij de poorten der stad. F.r was een groole tribune opgeslagen, waar de koning, in al den luister van het koningschap, en de heilige Bernardus, in hel eenvoudige gewaad van een cenobiet, begroet werden door de toejuichingen van een ontelbare volksmenigte. De redenaar van den kruistocht las eerst de brieven van den paus voor en onderhield zijne toehoorders vervolgens over do inneming van Edessa door de muzelmannen en de benauwdheid van de heilige plaatsen. Hij wees op de verslagenheid, waarin de gebeele wereld gedompeld was bij het vernemen, dal God begonnen was zijn geliefden grond té verderven. Hij stolde bun de slad Sion voor oogen bun hulp inroepende, .lesus Christus bereid zich eou tweede maal voor hen op le olleren, en bel bemelsche Jerusalem zijne poorten wijd openende om de roemrijke martelaars van het geloof le ontvangen. «Gij weel het,quot; voegde hij er bij, «wij leven in een tijd van kastijding en verwoesting: de vijand van het nienscb-dom heeft alom den geest van verdorvenheid verspreid: overal ziel men gewelddadigheden plegen, die ongestraft blijven. Noch de wetten vau bel land, noch de voorschriften van den godsdienst vermogen de ergernis der zeden en de zegepraal der bonzen te beteugelen. Do duivel der ketterij beeft plaats genomen op den stoel der waarheid. God laat zijn vloek op zijn heiligdom ruston. O! gij alleu, die naar mij luistert! baast u dan de gramschap des Hemels te bevredigen en ro pt zijne goedheid niet meer in door ijdel geweeklaag; dekt u niet meer met bel boetekleed, maar met uwe onverwinlijke schilden. Het gedruis der wapenen, de gevaren, de werkzaamheden, de vermoeienissen van den oorlog, ziedaar de boeledoening, welke God u oplegt. Gaat uwe zonden boeten door overwinningen op de ongeloovigen en dal de verlossing der heilige plaatsen bel verheven loon zij van uw berouw.quot;

Deze woorden van den redenaar verwekten een algemeene geestdrift onder de vergadering der geloovigen, en evenals Urbanus in bel concilie van Clermont werd de heilige Mcrimrdns onderbroken door de herhaalde kreten: God ivil hel! (loil wil lid! Toen verhief hij de slem, als ware bij de tolk des Hemels geweest, beloolde, in den naam van God, hel welslagen van den heiligen krijgstocht en ging in dezer voege voort:

«De God des hemels is begonnen melden grond le verderven geheiligd door zijne mirakelen, gewijd door zijn bloed, den grond der zaligheid, waar de eerste bloemen der Verrijzenis gebloeid hebben. Heden zijn die heilige plaatsen, geverfd mei het bloed van hel vlekkelooze Lam, overgeleverd aan het zwaard der vijanden van ons geloof, en bel zijn onze zouden, welke dat onweder boven hel heiligdom van den godsdienst hebben doen samenpakken.

«Indien men n kwam aankondigen, dat de vijand uwe sleden binnengedrongen is, (lal hij uwe vrouwen en uwe dochters onleerd, uwe tempels ontheiligd heeft, wie uwer zou dan niet naar de wapens grijpen? Welnu, al die gruwelen en nog veel grooler gruwelen hebben plaats gegrepen: bel ge/.in van Jesus Christus, dat, bet uwe is, is door bel zwaard der heidenen verstrooid; barbaren hebben de wouing van God omvergehaald en ziju erfdeel onder elkander verdeeld. Wal draalt gij dan nog om zoo vele rampen le herstellen, zoo veel smaad en hoon te wreken? Zult, gij de ongeloovigen zich rustig inde verwoestingen laten verheugen, die zij bij de christen volken aangericht hebben? Bedenkt, dat bun zegepraal een onderwerp van ontroostbare droefheid zal zijn voor alle toekomende eeuwen, en van onuil-wischbare schande voor hel geslacht dat zulks geduld beeft. Ja, de levende God beeft mij belast n aan te kondigen, dat Ihj degenen zal straffen, die Hom niet legen zijne vijanden verdedigd zullen hebben. Snelt dus le wapen! dal een heilige graniscbap u in den strijd vervulle en de chrislen wereld weergalmo van deze woorden des profeets: IVee denijeiie, die zijn zwaard niel in het bloed verft! •

« Hoewel de Heer u ter zijner verdediging oproept, gelooft gij toch zeker niel, dal zijn arm minder machtig geworden zij: als bel Hem behaagt zou Hij twaalf legioenen engelen kunnen zenden, of slechts oen woord behoeven ie spreken en zijne vijanden zouden als stof ineenvallen; maar God heeft de kinderen der mensehen aangezien en wil hun den weg zijner barinbaiiigheid ontsliiiten; zijne goedheid beeft den dageraad der vergiffenis voor u doen aanbreken. I' heeft Hij uitverkoren om de werklui gen zijner wraak te worden; aan u alleen wil Hij den ondergang zijner vijanden, de zegepraal zijner gerecbligheid le danken hebben. Ja, de Almachtige roept u op om uwe zonden le boelen


-ocr page 166-

«H r.RSCIllEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

door zijno glorie on zijn nnnin te verdedigen. Christen krijgers, ziotdaar gevoclilen uwer waardig, geveciiten, waarin do overwinning n do zegeningon dos liomols en der aarde zal doon dcclaoh'lig wordon, waarin de dood zeil' voor li een zegepraal zal zijn. Doorlnchlige l iddcrs, licriniKirl, ti hel v()ori)celd uwer vaderen, die .loiusalom veroverd hohlien en wier naam in hol Imok dos lovons opgetoekend slaal. iNeonil hot krnis aan ; dit kiuis lieoll goen waarde in zich zo Ivo, maar als gij het mot godsvruolit di'aagt, zal hel u de verovering van hel koninkrijk C.ods verwerven.quot;

Ai do haronnen en ridders jniehlon de welsprekendheid van don abt van Clairvaux toe oii hielden zich overtuigd, dal hij de tolk was van den goddclijken wil. Diep getroilen dooi' do woorden, die hij gehoord had, wierp Lotlewijk VII zich, in icgemvoordigheid van al hel volk, aan de voelen van den heiligen liernardns en vroeg liein om hel krnis. Bekleed met dil vereenlo toeken sprak hij zeil'de vergadering der geloovigen toe om hen aan te sporen zijn voorbeeld te volgen. In zijne rede wees hij hen op den goddeloozen IMiilislijn, den smaad ove.r hel Huis Davids uilstorlendo, en herinnorde hun aan hel vrome besluit, dal (iod zeil hem ingegeven had. Uil naam der cbrislenen van liet Oosten riep hij den hijsland in van de groot-moedige natie, wier hoofd bij was; van die natie, die geen scbando voor zich zelve ot' hare hondgenoolen kon dulden en voortdurend schrik verspreidde onder de vijanden van haren godsdienst en haren roem. Door die toespraak werden de toehoorders zoodanig geroerd, dat zij in tranen uitharsllen. De innige godsvrucht van den koning overreedde degenen, die door de wolsprokendheid van den heiligen Hernardus niet mede-gesleept waren. De heuvel waarop een ontelbare menschen-'massa vereenigd was, weergalmde lang van de woorden: Goit uil Iwl, God wii hel! hel hruis, het kruis! Eleonora van Guyenne, die Lodewijk vergezelde, ontving, evenals baar ecbtgenool, hol teeken der kruisvaarders uit de handen van den abt van Clairvaux. Allbusus, graal' van Toulouse, Hendrik, zoon van Tiboul, graal van Champagne, Dirk, graal' van Vlaanderen, Hugo van Lusignan, de graal' van Drcux, broeder des konings, zijn oom, do graal' van Maurienne, een menigle baronnen en ridders volgden hel voorbeeld van Lodewijk en Eleonora. Verscheidene prolalen, onder welke do geschiedenis optcekent Simeon, bisschop van Noyon, Godlriod,' bisschop van Langres, Alain, bisschop van Anas, Arnold, bisschop van Lisieux, wierpen zich aan de voelen van den heiligen Hernardiis, don eed alleggende do ongeloovigen te gaan Ijeslrijdcu. De kruizen, welke do abt van Clairvaux medegebracht bad, waren op verre na mei toereikende oin allen te bekleedon, die zich aainneldden. Hij scheurdo zijne kleederen stuk om nieuwe te maken en velen dergenen die hem omringden volgden zijn voorbeeld ten einde hol ongeduld Ie bevredigen van al de geloovigen, in wie hij bel vuur van den heiligen oorlog onlstoken had. Om de gedaehteuis aan dien dag te vereeuwigen, liet l'onciiis, bisschop van Vozelay, op den heuvel waar de vergadering was gehouden, eene kerk houwen, welke hij aan hel heilig kruis toewijdde. De tribniie, van welke de heilige Hernardiis den kruislocbl gepredikt bad, hlcol' daar aan do vereering dor geloovigen ton loon gesteld lol in hel 'jaar 1789.

IN a de vergadering van Vezelay bleef do heilige Hernardus voorlgaan met hol prediken van den kruislocbl in de naburige steden en dorpon. Woldia verspreidde zich door geheel frankrijk do mare van de mirakelen, door welke God iu zekeren zin zijne zending schoen goed le keuren en te heiligen. Men hescbóuwde hom overal als do afgezant des hemels, als een andere Mozes, die hel volk moesl aanvoeren. Al de cbrislenen hielden zich overtuigd, dat de gelukkige atloop van don kruislocbl van den heiligen Hernardus afhing, en in eene le Charlres gehouden vergadering, welke verscheidene door hunne krijgs-verriehtingen vermaarde baronnen en vorsten bijwoonden, werd met algemeen goedvinden besloten hem hel opperbevel van den beiligon oorlog op te dragen. Hel kon niel missen, zeide men, of de kruisvaarders mocslen steeds zegevieren onder de leiding van een bevelhobber, wien God zijn almacbl scheen toevertrouwd le hebben. Hel voorbeeld van Deler den Kluizenaar indachtig, weigerde dc abt van Clairvaux echter den gevaarvollen post, dien uien hem wilde opdragen; bij was zoo ontsteld over de keuze der baronnen en der ridders, dat bij zich lol den paus wendde en dezen bezwoer hem niet aan de grillen der inenscben prijs le geven.

Terwijl de heilige Bernardus mei scbillercnd gevolg den kruislocbl in de provinciën van Frankrijk predikte, spoorde een Duilsche monnik, Rudolf geheetcn, die ook mei de zending belast was de geloovigen tot het aannemen van hel kruis op te roepen, de volken van den Itijn aan om de joden le vermoorden, die bij in zijne heftige redevoeringen voorstelde als de bondgenoolen der muzelmannen en de gevaarlijkste vijanden van den chrislelijken godsdienst. De uitwerking van die pre-dikaliën duchtende, spoedde de abl van Clairvaux zich naar

Duitschland om don oproerigen monnik hel zwijgen op te leggen. Daar de Duilsche monnik de hartstochten van liet volk gevleid had, moesl de heilige Hernardus, om hem le bestrijden, al den invloed van zijn deugd en zijne vermaardheid aanwendon; hij durfde zijne slem le doen hooren le midden van een verbillerd volk; hij deed bel gevoelen dal do christenen de joden niet moesten vervolgen, maar den Hemel bidden voor hunne bekeering; dat het. de ebrislelijke godsvrucht voegde den zwakken le vergeven en den oorlog slèchls to verklaren aan do hoovaardigcu. De'prediker van den kruistocht bracht den woelzieken redenaar eindelijk tol zwijgen en zond hem naar zijn klooster terug.

Hij do komst van den heiligen Hprnardus in Duitschland was hel Duilsche rijk een weinig aan bot bekomen van de langdurige onlusten, welke op de verkiezing van Lolharius gevolgd waren. Koenraad 111, die met hel purper bekleed was, had juist le Spiers een algemeenen rijksdag bijeengeroepen. De abt van Clairvaux begaf er zich heen met bel voornemen om den oorlog legen de muzelmannen en den vrede lusschon de christen vorsten te prediken. De heilige Hernardus spoorde den keizer herhaaldelijk aan om bel kruis aan te nemen; eerst zocht hij hem daarloe te bewegen in bijzondere samenkomsten en hernieuwde, loen dit niel mocht baten, zijne aansporingen in hel openbaar op deu predikstoel. Koenraad kon er niel toe besluiten de gelofte af le leggen van de ongeloovigen in Azië le gaan 'beslrijden, zich verontschuldigende met de jongslo onluslen in hel Germaansebe rijk. De heilige Hernardus antwoordde hein, dal de Heilige Stoel hem op den keizerlijken troon geplaatst had, dal de paus en de Kerk hun werk in stand zouden houden. «Terwijl gij Gods erfdeel zuil verdedigen,quot; zeide hij lol hem, «zal Hij zeil zich belasten met de verdediging van hel uwe; Hij zal uw volk besturen, en uwe regeering zal het voorwerp zijner liefde zijn.quot; Hoe besluileloozer do keizer zich toonde, hoe meer de heilige Bernardus zijn ijver en welsprekendheid verdubbelde om hem over le halen. Op zekeren dag, dal de redenaar van den kruistocht de mis opdroeg in hel bijzijn der le Spiers hijeen geroepen vorsten en heeren, onderbrak hij plotseling den goddclijken dienst om den oorlog tegen de ongeloovigen le prediken. Bij bel einde zijner rede verplaatste iiij den geest zijner toehoorders naar den dag, waarop al de natiën der aarde voor Gods rechlerslool zullen verschijnen; op dien verscbrikkelijken dag, welken de welsprekende redenaar aan de oogen des geosles van zijn talrijk gehoor aanschouwelijk voorstelde, wendde Jesus Christus, mei zijn kruis gewapend, door zijne engelen omgeven, zich lol den keizer van Duitschland en verweel hem zijne ondankbaarheid, terwijl Hij hem op de gunsten wees, waarmede Hij hem overladen had. Diep geroerd door hel gehoorde, slond Koenraad plotseling op en riep met de oogen vol tranen uit: Ik weel val ik aan Jesus c.hrislus le daukeu heb en ik zweer le uuiiii werwmuls zijn wil mij roepl. Nu zonken de groolen en hel volk, die getuigen meenden le zijn van een mirakel, op de knieën en loofden God. Koenraad ontving uil de handen van den abl van Clairvaux hel teeken der kruisvaarders mei een vaandel, dal op het altaar was nedergelegd en als door den Hemel zeiven gezegend was. Een groot aantal baronnen en ridders namen, naar hel voorbeeld van Koenraad, hel kruis aan, en de rijksdag die bijeengekomen was om over de belangen van hel rijk le beraadslagen, hield zich nog slechts bezig mei de zaken der christen koloniën in Azië.

Te Regensburg werd een nieuwe rijksdag bijeengeroepen, op welken de bisschop een aan de geloovigen geriehlen brief van den heiligen Bernardus voorlas. «Broeders,quot; zeide de vrome redenaar van den kruistocht daarin, «ik moei u onderhouden over de zaak van Christus, waarvan uwe zaligheid afhangt. Mei u te .schrijven heb ik de bedoeling mij lol n allen te richten ; ik zou hel liever mondeling doen, indien ik er evenveel kracht

als begeerte toe bezal..... Broeders, de lijd is daar, waarop God

ons lol zijn dienst oproept om ons le redden..... De wereld

is ontroerd dewijl de God des hemels begonnen is het land te verderven, waar Hij gezien is geweest, waar Hij langer dan dertig

jaar als mensch onder de menscben geleefd beeft..... Indien

zich niemand er tegen verzet, gaan de ongeloovigen zich op de slad van den levenden God werpen, om er de gedenkleeke-

nen van onze verlossing le verwoesten..... En gij, moedige

mannen, gij, dienaren van hel heilige kruis, wat doet gij'.' Zult gij de heilige zaken aan de honden, en de paaileu aun de zwijnen overleveren? Zult gij dulden dut de heilige plaatsen, door liet zwaard uwer vaderen bevrijd, door de heidenen ontheiligd en onleerd worden?..... En gij, die er naar streeft de

schallen van deze; wereld le verzamelen, zult gij de bemelsche schallen van de hand wijzen, die u aangeboden worden? Neemt hel kruis aan, en gij zult dc kwijlscbelding al uwer zonden-

slrallën verwerven..... Kiest onder u moedige en bekwame

bevelhebbers, opdat de overwinning u vergezelle; in den eersten kruistocht, vóór de inneming van Jerusalem, voerde een zekere Deler, van wien gij dikwijls hebt hooren spreken, alleen allen


-ocr page 167-

GESCHIEDENIS DER KRlHSTOCtlTEN.

or;

aan, die op zijne slem liet kruis aangeuomoii luuiden, on do ofnon kwamen door de ellende, de overigen door liet zwaard om. God behoede u voor zulk eene ramp.....quot;

Op den rijksdag van Regensburg legden vole vorsten en prelalen de gelolte al hel erfdeel van Christus te zullen gaan verdedigen. De dierbaarste belangen, de teederste banden ver-moebten de ridders en do vorsten niet in bun vaderland terug te houden. Fredcrik, de neef' des keizers, die liet kruis aangenomen bad, liet zich niet vertecdoren door do tranen van zijn ouden vader, den hertog van Zwaben, die van droothoid sliert' ondanks do verlrooslingen van den heiligen Bernardus. Een oorlogskreet bad zieb doen hooren van den Rijn lot aan den Donau ; Duilscbland, zoolang door onlusten beroerd, vond overal soldaten voor den heiligen oorlog. Lieden van alle slanden gehoorzaamden aan do stem van den prediker des heiligen oorlogs en volgden bet voorbeeld der koningen en vorslen. «Verwonderlijk!quot; zegt Ollo van F reisingen, «men zag roovers en dieven loesnellen, die boetvaardigheid deden en zwoeren liun bloed voor Josus Christus te zullen storten. Ieder weldenkend menscb,quot; laai dezelfde gesehiedschrijver er op volgen, «geinige van den omkeer, die in bon plaats gegrepen had, erkende daarin bot werk van Cod en was er nieltemin verbaasd over.quot;

De Duitschers waren zoo gemakkelijk over te balen, dat zij naar den abt van Clairvaux kwamen luisleren, die hen in een vreemde taal toesprak, en huiswaarts keerden overtuigd van de waarheid on de beiligbeid zijner predikingen. Het zien van den veroorden prediker scheen een belooverenden zin aan zijne woorden te geven. «De mirakelen, die men hem loeschreel en die bij verriehlte,quot; zegt Ollo van Freisingen, «uu eens in hel (jeheim, dan weder in het openhnar, waren als eene goddelijke laai, welke de onversobilligsten bezielde en de ongeloovigsien overreedde. Herders en landbouwers verlieten het veld om hem in de marktvlekken en do steden te volgen; wanneer hij in eene stad aankwam, werd alle arbeid geschorst. De oorlog logen de ongoloovigen, en de wonderleekenen door welke God zijne bescherming aan de soldaten van hel kruis boloolde, werden bel oenigo waarin de geestelijkheid, de adel en bel volk belang stelden. De heilige Rernaidus bezocht al de sleden van den Rijn, van Constance tot aan Maaaü'iclil; in iedere stad, zeggen de oude legenden, bergaf hij net geziciii aan do blinden en hel gehoor aan de dooven ; hij genas de kreupelen en de zieken; men verhaalde zes en dertig mirakelen, die bij in een enkelen dag verrichl had; bij elk wonder, dat door klokgelui verkondigd werd, riep de menigte: Jemis Chrislns, (inljenn I onzer; alle heiliijen, slant ons hij! Elk huis, waarin de heilige Uernardus zich verwaardigde binnen le gaan, werd gelukkig geacht; alles wat bij aangeraakt had, scheen iels gewijds le behouden; dogenen, die naar Azië gingen, droegen er roemop een kruis le bezitten door hem gewijd, of gemaakt uil een slof, die bij gedrajen had, en meer dan eens werden zijne kleederen verscheurd door zijne toehoorders, begeorig er een stukje van meester te worden ten einde er het vereerde leeken van bun pelgrimslocbl van le maken. Do menigte, die zich rondom hem verdrong, was zoo groot, dal hij eens op bol punt was van doodgedrukt le worden. Hij had zijne redding alleen te danken aan den keizer van Duitscidand, die hem in zijne armen nam, in eene kerk droeg en voor een wonderbeeld van de heilige Maagd nederzelle.

Na Dnilscliland door zijne predikingen begeesterd en den ijver der volken van Italië door roerende brieven aangewakkerd le hebben, keerde de heilige Bernardus naar Frankrijk terug om er don gunstigen uitslag van zijne zending bekend té maken. Zijne afwezigheid bad alles geschorst, en de tallooze menigte kruisvaarders, die zijne welsprekendheid medegosleepl bad, schenen geen hoofd, geen richting, geen band le hebben, zoo lang bij niet in hun midden was. De koning van Frankrijk 01 de rijksgrooten, die le Elampes vergaderd waren, hadden geei. enkel besluit genomen. De terugkeer van den heiligen Bernard li-was een spoorslag voor de raadsvergadering der vorsten en baronnen en deed met nieuw vuur alles voor den krijgslocbl naar bel heilige land in gereedheid brengen. Terwijl bij aai. de heeren en de prelaten verslag deed van zijne reis en vim d( mirakelen, die God door zijne hand gewrocht bad, en hun hel besluit inededeolde, dal hij den keizer van Duilscbland bad doen nemen, een besluit, dal hij zelf bel mirakel der mirakelen noemde, onlslolon aller harten zich voor do geestdrift en werden met hoop en blijdschap vervuld.

Lodewijk VII had aan Rogier, koning van Apulië en Sicilië, en aan al de christen vorsten van Europa een schrijven gericht, waarbij hij hun kennis gaf van zijn pelgrimstocht en hen uil-noodigde hein in den heiligen oorlog te vergezellen. Do koning bad ook afgevaardigden gezonden aan den keizer van Gonstan-linopel. «Do keizer,quot; zegt Ollo van Denil, «ontving de afgevaardigden zeer goed, hij noemde den koning van Frankrijk eeu heilige, gaf hein don titel van vriend en broeder; maar dal alles was louter pluimstrijkerij; hij beloofde alles en in bel binnenste zijns harten nam hij zich voor om niets to geven.quot; In de vergadering van Flampes zag men verscheidene afgezanten vorschijnen, welke kennis kwaaien geven van bel voornemen hunner vorsten, om zich onder do banieren van het kruis te scharen; men las brieven voor, uil verai'gelegeii landen gekomen, waarin oen groot aantal vreemde boeren en haronnen beloolden zich bij de Franschen logon do muzehnaiinen aan te sluiten. Thans twijfelde men niet meer aan den gelukkigen alloop van don kriiislochl; en do ijver, welken al de volken van Europa aan den dag legden, word als de zichtbare uitdrukking van den wil des Hemels beschouwd.

Onder do gezanten, die de vergadering van Elampes bijwoonden, merkte men die van Rogier op, die do kruisvaarders schepen en lovonsmiddelon aanbood en boloolde zijn zoon naar hel heilige land te zonden, indien men hel boslnit nam er over zee hoon le gaan. De wijze raad, dien do Sieiliauen aan do kruisvaarders gaven en mol grootmoedige aanbiodiiigeu vergezeld deden gaan, was eel iter niet geheel en al onhaatzucblig. Konigen lijd voor de inneming van Edessa waren do Sarracenen van Afrika, een strooploelil op do kusten van Sicilië ondernomen hehbendo, Syracuse binnengedrongen en hadden do stad uilge-plundord. Rogier hoopte dal de verschijning der kruisvaarders in zijne Staten hem de golegenheid zou vorschaflën do aanvallen der muzelmannen le koeren en den oorlog op hun grondgebied over le brengen. Overigens poogden do afgevaardigden, hunne vrees of hunuo hoop verbergende en slechts van hun ijver voor den kruislochl sprekende, aan de vergadering te bewijzen, dat de tocht over zoo minder moeielijklieden en gevaren voor hel ebristen leger aanbood dan eene reis door onbokonde landen, waar do pelgrims voortdurend te kampen zouden hebben legen hel klimaat en do scbaarscblo van levensmiddelen, logen do aanvallen van verscheidene barbaarsche natiën en vooral legen de trouweloosheid der Grieken.

Men beraadslaagde over do voorstellen van don koning van Sicilië en over den weg, dien men zon volgen om iu I'alostiiia to komen. Hel moereudoel der baronnen, die vol vertrouwen waren in luinne wapenen en do bescherming des Hemels, konden do Grieken niet als geduchte vijanden beschouwen. Daar'i.j kondon do schepen, die Itogier zou leveren, op verre na niet allen vervoeren, die den heiligen oorlog zouden medemaken e:i men gaf derhalve do voorkeur aan den weg over land. De geschiedschrijver Odon van Deuil spreekt zuchloiulo van dal besluit, hetwelk den kruisvaarders zoo noodlottig werd en waaromtrent men vorzuiiml bad den Heiligen Geest le raadpieaen. Do afgevaardigden van Sicilië verborgen luni leedwezen niet en keerden naar bun land terug, do rampen voorzoggemlo die hel kruisleger zouden irefTon.

Do vergadering van Elampes scheen boter verlicht toen zij degenen moest kiezen, die tijdens den pelgrimslocbl van Lodewijk Vil met hot bestuur des rijks belast zouden worden. Nadat de baronnen en de prelaten over die gewichtige keuzo beraadslaagd hadden, richllo do heilige Bernardus, die hun tolk was, hel woord lol den koning, en bom op den abt Suger en den graat van Nevers wijzende, sprak bij: Sire, ziedaar hree zwaarden, en dat is ons yenoeg. Hel kon niet missen of deze keuzo der vergadering moest do goedkeuring des konings wegdragen en naar den zin van hel volk zijn. Do abt van Siul-Denis had eeu langdurigon vrede aan Frankrijk gegeven on was de glorie van Iwee regeeringen geweest; hij had zich logen den kruislochl verzot, en, belgeen tegelijk zijn verdienste en zijn invloed bewijst., de volksgunst behouden zonder de beerschondo gevoelens te doelen. Suger raadde don koning aan zijne onderdanen niet le verlaten, en braclil bom onder hol oog, dal zijne schuld veel beter zou uitgewisobl worden door een verstandig bestuur van zijn rijk dan door veroveringen in hel Oosten. Hij, die dien raad durfde geven, toonde zich waardiger dan iomaud anders om zijn souveroiu le vertegenwoordigen; maar Suger weigerde aanvankelijk een post te aanvaarden, waarvan bij hel gewicht en hol gevaar besefte. Do vergadering wilde geen andere keuzo doen; de koning zelf nam zijn loovluolil tol smeekbeden om zijn minister te bewegen hem in hel hesluur over zijn rijk lo vervangen. Do paus, die korten lijd daarna in Frankrijk aankwam, beval Suger aan de wonscheii van den monarch, de groolon en do natie gehoor le geven. Om den abt van Sinl-Denis de eervolle taak le vergemakkelijken, welke hem opgelegd was, vaardigde de paus bij voorbaat do banbliksems dor Kerk uil legen allen, die zich goaurondo de afwezigheid des konings aan hot koninklijk gezag zouden vorgriji e i.

De graaf van Nevers, door de vergadering der haroniion en der bisschoppen aangewezen, weigerde, evenals de abl van Sint-Denis, hel gevaarlijke ambt, dal men hem opdroeg. Levendig gedrongen om bel bestuur over het rijk lo aanvaarden, verklaarde hij, dal hij do gelofte gedaan had iu de orde van den H. Bruno lo treden. Zoodanig was do geest der eeuw, dal dit godvruchtige voornomen geëerbiedigd word als do wil Gods; en terwijl men zich geluk weuscblo een monnik zijn


-ocr page 168-

96 GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

klooster te zien verlaten om Erankrijk le besturen, zag men zonder verbazing een prins zich voor altijd van de wereld alzonderen en in een kloosler begraven.

Van nu al' hield men zich druk met de loebereidsclen tot het vertrek bezig on alles was in de |trovincieii van Frankrijk on Duilsehland in beweging. DezelCde' beweegredenen, die do loeht-genooten van Godl'ried in den eersion kruistochl tie wapens in de band gegeven hadden, ontvlainden den moed dor nieuwe kruisvaarders. De oorlog in bet Oosten bood luinne eerzucht en hunne godsvrucht dezelfde verwachtingen en dezoil'de voorlieden aan. De meeste christen volken werden aangevuurd door de altijd levendige herinnering aan de verovering van Jerusalem. De betrekkingen, welke die verovering lusschen Syrië en Europa bad doen ontslaan, prikkelden nog daarbij den ijver en hel vuur der soldaten van bet kruis aan; er was geen gezin in bet Westen, dat niet een verdediger aan do heilige plaalsen, geen bewoner aan de sleden van Palestina geleverd bad. De koloniën van Azië waren voor de Franken 'als een nieuw vaderland; de krijgers, die hel kruis aangenomen hadden, schenen ziel: slechts le wapenen voor de verdediging van een ander Frankrijk, aan alle chrislenen dierbaar, en dat men hel Frankrijk van Iwl Ouslcn zou kunnen noenieu.

Het voorbeeld der beide monarchen moet ook een prikkel geweest zijn oin een groot aantal strijders onder de vanen van den kruistocht te doen samenslroomen. Velen van die woelzieke heeren, die men deslijds mei den schimpnaam van pvacdmes betitelde, moesten wel, evenals Eodewijk Vil, misdadige geweldenarijen te boeten hebben. De geest der ridderschap, welke met den dag vorderingen maakte, was geen minder kraciilige spoorslag voor een geheel krijgslialligen adel. Vele vrouwen namen, inedegesleept door hel voorbeoJd van de koningin Eleonora van Guyenne, bel kruis aan, en wapenden zich met bet zwaard en de lans. Tal van ridders volgden haar na; een soort van schande rustte op ieder, die de ougeloovigen niet ging bestrijden. De geschiedschrijvers verhalen, dat men een spinrokken zond aan degenen, die tahnden om de wapens op te nemen.

Nochtans bad de geesldril! der kruisvaarders niet geheel en al lielzell'de karakter als bij den eersten kruislocht. De wereld was niet meer, in hunne oogen, vervuld mei die wonderwerken welke den wil des Hemels verkondigden; de groolsehe nalnur-verschijuselen liolleu niet meer zoo levendig de verbeelding der pelgrims. Maar God seheen zijn almacht aan een enkel man toevertrouwd te hebben, en deze man sleepte de volken door zijn woord en zijne mirakelen mede.

Overal waar de heilige Bernardus zijne slem niet had kunnen doen hooreu, werden zijne welsprekende zendbrieven in de kerken van den preekstoel algelezen en ontslaken bot heilige vuur in de harten der geloovigen. Het meerendeel der gewijde redenaars herhaalden zijne woorden en deelden zijne apostolische werkzaamheden. Arnold, een Vlaamseh preiliker, doorreisde verscheidene provinciën van Dnilsidiland en oostelijk Frankrijk, de volken aansporende onder de soldaten van hel kruis dienst le nemen. De gestrengheid zijner levenswijze en het zonderlinge zijner kleeding trokken de aandacht der menigte en boezemden baar eerbied in; maar hij bezat niet, evenals de abt, van Clair-vaux, het voorrecht om duor zijn tegenwoordigheid alleen aller harten le roeren; en daar hij noch de Fransche noch de Duitsche taal machtig was, werd hij op zijne omzwervingen vergezeld door een tolk, Lamberliis gt'iiaamd, die in de taal van hel land de godvruchtige vermaningen herhaalde, welke zijn metgezel met de oogen len hemel geslagen en het kruis van Jcsus Christus in de hand, in bel Vlaamseh ol' het Latijn uitsprak.

In de provinciën, die niet door de predikers van den kruislocht bezocht werden, en bij al de volken, waar de brieven van den heiligen Bernardus niet aankwamen, spoorde iedere geestelijke herder, bij het voorlezen der breven van den Heiligen Stoel, zijne kudde aan zich voor de verlossing van hel heilige land le wapenen. Degenen, die door zijne woorden geroerd werden, traden tot voor den voel der altaren, en hel leeken des kruises op bet voorhoofd, den mond en de borst makende, legden zij knielende de gelofte af in het Uoslen voor de zaak van Jesus Christus te zullen gaan strijden. De priester overhandigde hun vervolgens de leekenen van den pelgrimstocht, en herhaalde het toeken des kruises op het voorhoofd, den mond en de borst van eiken kruisvaarder, onder het uitspreken der woorden: Dal al nwe zonden u verijeven moyen x-ijn, indien (jij volbreiifil helijeen (jij belaofl.

Terwijl Frankrijk en Duilsehland zich op de slem der redenaars van den kruislocht wapenden, bleef het woord van God niet onvruchtbaar in vele oorden van Italië. De bewoners der Alpen j en der oevers van de Rhóne, de volken van Lombardiji; en j Piëmont rustten zich uil tot den heiligen oorlog en zouden den graaf van Maurienne, oom van moederszijde van Bodewijk VII, en den markies van Montferrut volgen. (Jok de Vlamingen i

hadden zich in menigte onder de banieren van het kruis geschaard en vergezelden hun graaf Dirk, die reeds, tijdens een eersten pelgrimstocht naar Jerusalem, zijne dapperheid legen de ougeloovigen geloond bad. De kruistochl werd met hetzelfde gnnslig gevolg in het koninkrijk Engeland gepredikt De Engel-sche kruisvaarders gingen scheep in de havens langs hel Kanaal en begaven zich naar de kusten van Spanje. Rogier van Hoveden merkt op dat die krijgers mei een geest van nederigheid vertrokken; en uit dien hoofde, laat hij er op volgen, verrichtleu zij grootere dingen dan zij, die de koningen en de vorsten vergezelden.

Evenals bij de nadering van den eersten kruistocht namen de oorlogen lusschen particulieren, de burgeronluslen en de roove-rijen plotseling een einde. De toebereidselen gingen met minder wanordelijkheden gepaard dan bij de vorige expeditie. De pelgrims loonden noch dezelfde onvoorzichtigheid in de keuze hunner aanvoerders, noch hetzelfde ongeduld om op weg le gaan. Frankrijk en Duilsehland hadden niets le lijden van de buitensporigheden eener bandelooze menigte. De eerste kruistocht, waarin verscheidene legers aangevoerd werden door fortuinzoekers en monniken, vertoonde de losbandigheid en do onstuimige harlstochlen van het aan zich zelf overgelaten volk. In den tweeden heiligen oorlog, die door twee machtige monarchen bestuurd werd, kon men al dadelijk meer overeenstemming, eenheid en regelmatigheid opmerken. De kleine vazallen verzamelden zich om hunne leenheeren en deze wachtten het leeken van den koning van Frankrijk en den keizer van Duilsehland af. Zulk een voortreffelijke orde in do toebereidselen lol de gewijde onderneming liet geen der rampen vermoeden, die de toekomst voor de christen legers verborg en moest de grootste gerustheid aan de Wostersche volken inboezemen.

Regensburg was de verzamelplaats der Duitsche kruisvaarders, Metz die der Franken. De wegen, welke naar die beide steden voeren, waren gedurende vele maanden bezaaid met pelgrims. \clen begaven zich ook naar de havens van Vlaanderen en Italië, waar de vloten zeilklaar lagen naar het Oosten.

De paus had de baronnen en. de ridders aanbevolen geene jachthondeiv of valken mede le nemen. Aan de weelde hunner kasteelen verzakende, stemden zij er iu toe zich in boele-kleederen te steken. Het ware te wenschen geweest, dat al de krijgers dat voorbeeld gevolgd hadden, en zich tijdens den vromen pelgrimstocht en onder de vanen van het kruis de wellust en de ontucht uiel met het berouw en de godsvrucht gemengd hadden vertoond.

De grootste moeielijkheid bestond iu bel, noodige geld te vindon om de oorlogskosten te bcslrijden. Dogenen, die door liehaams-gebreken of bijzondere omstandigheden iu Europa leruggehouden werden, droegen door hunne giften lot b t ondernemen van den kruislocht bij. Volgens het godvruchtig gebruik van dien lijd bestemden vele geloovigen, die stierven zonder Jerusalem gezien te hebben, bij testament, eeue, som voor de pelgrims-tochlen naar hel Oosten. Al die giften van de godsvrucht vormden voorzeker een aanzienlijk cijfer, maar waren toch niet toereikende voor het onderhoud van een groot leger. Om zich het noodige geld le verschallen sloot Lodewijk Vil leeningen eu bief belastingen, die door den paus goedgekeurd en geregeld werden. De heilige Bernardus en de Eerbiedwaardige Petrus hadden zich moedig legen de vervolging der joden verzet; maar de abt van Clnni was van oordeel, dal men hen moest stratleu in hetgeen bun het dierbaarste was: hun de schallen onlnemen, die zij door den woeker en zelfs de heiligschennis verzameld hadden. Hij ried den koning van Frankrijk aan de joden bet geld te doen opbrengen, dal voor den oorlog tegen de muzelmannen noodig was. Het is waarschijnlijk dat de raad van den Ferbiedwaardigen Petrus niet in den wind geslagen werd en de joden bijdroegen in de onkosten der reis naar Jerusalem. Fr had in Frankrijk zeven jaren achtereen een groote schaarschle gebeerscht; tijdens die bezoeking had men edelen, die men rijke lieden noemden, alles zien te gelde maken wal zij bezaten en bedelende naar vreemde lauden trekken. Zij die gebleven waren, konden hunne eigendommen noch verpanden noch ver-koopen, en wanneer zij al koopers vonden, dan was het geld, dal zij voor de nitgestrektste groudbeziliingen ontvingen ternauwernood toereikend om een slrijdpaard en wapenen le koopen. De geestelijkheid, die zich bij den eersten heiligen oorlog verrijkt had, was verplicht aanzienlijke sommen voor de nieuwe expeditie bij te dragen. Een historisch fragment, aan een bandschrift ontleend, verhaalt ons, dal de monniken van Sinl-Beuediclus aan de Loire aan bun abt een wierookvat van acht marken zilver, drie oneen goud en twee kandelabers van groote waarde gaven om hem iu slaat te stellen de hem opgelegde selialling te voldoen. Het is het eerste voorbeeld, zeggen de Benedictijnen, van een dergelijke belasting, door de koningen van het derde stamhuis van een kerk gevorderd. De prelaten die bel kruis aangenomen hadden zagen zich genoodzaakt, om, nadat zij de belasting van den koning betaald hadden, hunne


-ocr page 169-

GESCHIEDENIS DER KHUISTOCIITEN.

97

eigene kerken le herooveii Ier hesliijding der onkosten van luin lielgrimsloelit. De kronijken van dien lijd noemen oen ahl van Sint-Coluniba, i)ii Sens, die een mei edelgeslecnlen bezellc gouden kroon, een godvruchtig geschenk van koning RudoK', en een gouden kruis, door don lioiligou Eliguis zolvon bewerkt, aan joden van Troyes verpandde.

De uitgaven voor don kruislochl. verarmden niet alloon don adel en de geostelijkheid, maar ook de handworksliodon on dc landhonwors. De hohoel'lige /.ell's was niet vrijgesteld van dc hetzij door don koning, holzij door do groolo vazallen opgo.logdc helaslingon, hetgeen voel gemor verwekte en do goosldrd'1 dor geloovigcn hegon lo doen verkoelen. « Er was geen siand, geen slaat, geeu leollijd en geen soksc;,quot; zegt oen oud gosohiodschnjver, «die niet verplicht was hij te dragon lol hol onderhoud dos konings on dor vorston, die mot hol kruisleger nam hot hoiligo land gingen, ton gevolge waarvan or oen algomoonc onlevrodon-hoid ontstond en do koning mol zijne troopon mol lalloozo verwonschingoii ovorladon worden quot; Hol Iroungslo van do zaak is echter dat do ophrongsl van al die aan do armoodo algopoisle sohalIingon voor 1,odewijk VII mol looioikond was voor hol onderhond van zipi leger, wanl in zipu! aan Suger gorichlo hnovon verzoekt hij zijnen gi^lrouwon iminsior vooiidurond hom het, geld le zendon. dal hi| noodig had om zipio soldalon lo voeden en vooi de al'doenmg zijnei sclmldou aan do ridders van Siiil-.lan en don Tempel.

Te midden van die klachion, welke in allo provinciën opgingen, bereidde do koning zich door godvruchtige oetemngen lol zijne reis voor: hij hezoohl de hospilalon, de loprozenhiiizon ou golasllo geboden m allo kerken. Odou van Demi zegt ons, dal de koning wolion en regolon vaslgosleld had voor do Inc.bt van hol leger, dal met hem naai hol Ooslen zon Irokken , maar do kroinikscbrijvor voegt er naiel bij, dal Inj /x\ mol outhoudon lieoll, dowi|l zij niet opgevolgd werden

Toen bel lijdslip lot zipi vertrok naderde, hogat I,odewijk VII zich naar Smt-Donis om er de vermaarde banier van Sinl-Dionysins le gaan halen, welke dc koningen van frankrijk in den strijd voor zich ml lieten dragon De kerk van Siiil-Dionysins was doslijds mot groolo praclil versierd ; ondei de bistorisclio gedenkleekenen, die men or aanhol. moeion vooral de pov-irellon van Ciodtried van ISomllon, Tancredo, Rnymond van Sainl-t^dles. do veldslagen van Doryloa, Anlioehie en Asoalon, op do glasramen van bet koor gesobildord, do blikken en do aandachi \;iii i.ode\vi|k VII en zijne wapenmakkers gelrokken hebben. Aan don voet der altaren nodorgekmold, smookte de koning de bescborming al van don groolon aposlol van frankrijk en die van zijne voorvaderen, wier asscho. m dezoirde plaats rustte. I)(^ paus, die naar Sint-Doms gekomen was, stolde bol rijk opnieuw onder de hoede van den godsdienst en bood Lodewijk VII do bordorslasch en den staf, do lookonen van zijn polgrimslocbt, aan. Na die pleo.bligboid bogal Lodewijk zic.b op weg, vergezeld door zipie gemalin Kleonora en oen godoolle zi|nor botbondnig.

Do abt Suger. dien Inj woononde omhelsde, kon zoll' zijne tranen met bedwingen. Do droeriioid, welke het vertrok des konings vorwekle, dood plotseling alle gemor onder hel volk verslommen en men boorde niets anders dan do gebeden, welke men voor zijne oxpodilio legen do ongoloovigon en vooral voor zipi bebouden toriigkoinst in hot midden zijnor onderdanen ton hemel slierde. Hij verhel Molz aan de spils van honderd duizend kruisvaarders, trok Duilscbland door en op (lonslan-linopel aan, waar bi| zich met de overige soldalon van 1,1 kruis zon veroemgon.

Sinds keizer Kocnraad liet kruis aangenomen had, InoM hij zich bozig mol do toebereidselen lol zijn vertrok Wal \or-hazing moot wokkon is dal zijn godvruchtig besluit niet door don IJeiligen Stool aangemoedigd word. De pans had er zich over beklaagd, dal die monarch lot den kruislocbt boslolon bad, zonder hom lo raadplegen, en hoewel do opperpriester ovei de bergen gekomen was, verwaardigde bi| zich niet den ijver der Dui'lschors door zijne tegenwoordigheid aan lo vuren Koonraad dood zijn zoon tot Koomsch koning kronen on vertrouwde het besjuur over zijn rijk toe aan don abt van Corvey, wiens wijsheid mot die van Suger vergeleken kan wórden. Na dio heilzame beschikkingen gemaakt lo bobben, vertrok de keizer in hot begin van do lento uit Regensburg. Mij nam zulk oen talrijk leger mede, dat, naar het verhaal van Olio van Ereissnigon, do rivieren niet voldoende waren om hel te vervoeren en de volden lo klein om al zijne bataljons to bevatten.

Inliisschen had Koonraad gezanten naar hol bot van Gonstan-linopel gezonden om de vrodolievendo bedoelingen van luin souverein kenbaar le maken en verlol' lo vragen om met zijn leger door bot gebied van het Grioksche rijk lo mogen trokken. In zijn antwoord prees Manuel den ijver der Duitscbe pelgrims en betuigde zijne vriendschappelijke gezindheid jegens hun vorst. Onder die wederzijdsehe betuigingen naderde hel leger van Koonraad de booldslad van Griekenland, en zoodra het de grenzen van Thraciö had bereikt, had liet le klagen over do troiuw-looshoid dor Grieken, en dezen over do gewelddadigheid dor kruisvaarders.

Ten tijde van den eersten kruisloebt hedroigdon do Turken Gonstantiuopel. belgoen de Franken deed dulden; maar sedert dal tijdstip was die booldslad niet veronlrusl geworden en bad zij met meer te vroezon voor de aanvallen dor inuzolmaniieii. Daarbij bad in al do Griekse,he provinciën hol gevoelen veld gewonnen, dat de krijgers vau het Westen do verovering vau Gonslanliiiopol op hot oog hadden. Dit zoor waarschijnlijk gevoelen, nog gelool'waardiger gemaakt door de bedreigingen der kruisvaarders zelve, was weinig geschikt om den vrede en do goede verslandboiiding te herstellen tusschon volken, die elkander wedorkeorig vorachtleu en met gelijken grond beschuldigden den gezworen Irouw der verdragen lo scliondoii.

Manuel (lomnona, dien Odon van Deuil niet wd noemen, dewijl zijn naam. zegt hij, met in hel boek dos levens is opgo-leekend, was do kleinzoon van Alexis I, die lijdeus den eersloii kruislocbl rogeorde, Golrouw aan do slaatkunde van zijn groot-va(loi, bekwamer en vooral gevoinsdei dan deze, verzuimde bij geen enkele gelegeidioid om hel leger der Duilschers le sidiaden ou m hel vérdo'rl le storlen. In zijn raad werden de krijgers van bel Westen beschouwd als iiiannen van ijzer, wier oogen vlammon scholen on die slioomon bloods vergoten mei dozidldo onvorscbilliglieid alsol hel water ware. Terwijl Manuel hnn gezanlen zónd en levensmffidelon verscliallo, vei boud bij zich mol de Turken en versterkte hij zijne booldslad.

Do Duilschers hadden hunne tenlon in de vlakte ten noord-ooslon van Solivn, op eenige mijlen nlslands van (■onslaulmopel opgeslagen Deze vlakte, waaraan de Gnekscho geschiedschrijver Ginnain den naam van (quot;diorohaco gooit, wordt doorsneden door oene rivier, welke in don Proponlidos uitwaterl. Onverwacbls barslle een geweldig onwoder los, de rivier zwol op lol een broeden vloed, die do gehoole vlakte, waar hot christen leger O, I-. Vr. Hemelvaart vierde, onder water zotte. Ollo van Ereissingen, die daarvan getuige was, hoort zorg gedragen die oulzetteude ramp te beschrijven bi| se,helst ons (Ion woedenden stroom, die alles, wal lui op zijn weg ontmoet, medovoert: bagage, menschon ou dieren Mot Irellendsl is zijn schildering waar hij spreekt van eenige pelgrims, die logon die soort van zondvloed oene schuilplaats gezocht hadden in de tont van don horlog van Zwaben, en le midden der algemeeno onl-slellenis en verslagenheid den psalm zongen, die mot deze woorden aanvangt: lirocilns, vcrhcuyeii wij mts! Na zoor breedvoerig over dat onwiulei gesproken le liobbon, dat plotseling aan een helderen hemel was losgebroken en in een oogwenk een lachende vlakte in een zee horsehiep, verdiept zich do goede hissehop in meer naieve dan wel wijsgoorigo beschouwingen over hol vergankelijke en wisselvallige dor aardsche dingen en vorktaart daarna dal bij mets moor van don kruistocht zal zoggen, lot reden aanvoerende, dat hij de pen slechts opgenomen had om oen aangename goschiedonis te schrijven en niet om rampen op lo toekeneu, gelijk aan die, welke men in de treurspelen

Manuel en Koonraad beweerden beiden opvolgers te zijn van Cesar en Constantijn ; een geest van afgunst en naijver vervulde hen logen elkander. Deze wederzijdsehe vijandigheid word maar al te goed door de antipathieën der Grieken en dor Duilschers gevoed, «Zoolang do barbaren steile borgen en woesle landslroken voor zich hadden,quot; zegt do Grieksche geschiod-schrijver Cinnam, «toonden zij zich gematigd en vredelievend, maai zoodra zij do vlakten helroden hadden, begonnen zij de mai klvlekken en de dorpen te plunderen en te verwoesten.quot; Versoheideno toonoolon van geweld kenmerkten den tocht dor Duilscbers door hol. rijke gebied van Phihppopolis. Do Grioksehc keizer had aan Koonraad verzocht oen anderen weg dan dien over Conslantinopel lo kiezen, want men was ton hoogste beducht voor do komst van bot leger der Duitschors in do hoofdstad des rijks Koonraad bad het verzoek van Manuel van de hand gowezon Deze, veinzende gotiolTen te zijn door de rampen dor Dnitsobe kruisvaarders in do omstreken van Selivri, liad zich beijverd den Westerschen keizer huipaan le bieden; Inj het hom mlnoodigen zijn leger vooruit te reizen om z.amen over don krinstocht en den vrede io beraadslagen. Kocnraad weigerde zijne troepen le verlaten en verscheen don S. September voor de muren van Gonslanliiiopol. «Het leger der Duitschors kampeerde bij het paleis van Blaqnornos, in dat liefelijke dal,quot; zegt Ginnam, «waar men de zorgen der stad kwam vergelen: een betoovorend lustoord, waar do bloomen hare geuren uitademen, waar do hoornen hunne lommerrijke lakken uitbreiden.quot; De Grieksche schrijver bedoelt bier hel dal, dal door den Gydaris doorsneden wordt, tegenwoordig Zoetwaterdal heet en nog tot wandelplaats of builenverblijl der bewoners van Slainboul dient.

De Grieken en de Duilschers waren steeds mot wanlrouwen tegen elkander vervuld. De eersten waakten in de stad of 1 zwierven rondom de muren, de andoren verwoestten de velden

ia*


-ocr page 170-

08 GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

en bedreigden de stad. Manuel en Koenraad bejegenden elkandor met koelheid, en bel eeromonieel van de eersie samenkomst saf aanleiding lol lange dehalien; ton laatste word overeengekomen, dal de beide keizers te paard stijgen en elkander zoo naderen zouden om den broederkus te wisselen. Hel mag een geluk beeten, dal do naijver der beide vorsten zich niet in een openlijken ooi log lucbt gaf. De Duitsclie keizer bad een minder dreigende bonding aangenomen: bij rielitte een brief aan Manuel, waarin de Griekscbe kronijkscbrijvers iels zwaks en tnfs bebhen gevonden. Hij zeide tot den keizer van liy/.anlinm, dat men de zaken des levens sleehls naar de bedoeling moet beoordoelen; dat wel is waar de Dnilsebers vervvoestiiigen aangeriehl hadden op hel Griekscbe grondgebied, maar dal men deze wanordelijkheden moest toeschrijven aan hun tengelloosheid en niet aan de kwaad-willigbeid van deu beveliicbber. «Voortaan zullen wij derhalve de harlstochlen en woeste buitensporigheden ouzer legerscharen niel meer trachten te beteugelen,quot; antwoordde Manuel hem spottende, «wij zullen ben laten begaan, gelijk gij zelf ons hericht.quot; Cinnam heeft twee andere brieven aangehaald, waarin Manuel den draak steekt mei den Duitschen keizei-, onbdwnam (i))i zijn leger Ie beslui en, die fironlc hnihle vee, ivellie den iiinirnl vnn een leeuw niel zhu l.nnnen weerslann.

De afgnnsl en de nijd, die de heide keizers vervulden, gingen gemakkelijk m deu geest der volken over, do wcderzijdsebe vooroordeclen der Ci'ieken en der Duitscbers werden een verklaarde oorlog tusschen de bai baarschheid, gewapend met al baro woesllioid, en de trouweloosheid gewapend met al hare verraderlijkheid. In de stad l'hilippopolis kwetste een goochelaar, die een slang verloonde, welke hij aan zijne borst droeg, het domme bijgeloof der Duitscbers, en gaf dal schouwspel, hetwelk de onwetende menigte voor een knnslenarij des duivels aanzag, aanleiding tot de bloedigste tooneelen. In Adnanopel had de dood van een bloedverwant van Koenraad, die op zijn bed vermoord was gevonden, de verbranding der stad en de vermoording der inwoners ten gevolge. l)o Giiekeri beproefden het nooit, kracht tegenover kracht to stellen, maar namen, om zich op de Latijnen Ie wreken, al de nnddeleii te baat, ingegeven door den haal, dien zij niel opculijk dnrfden ie laten blijken. Op hun tocht aan deze en aan gene zi|de van den Üosphorus waren de Duitscbers steeds omringd door tal-looze valstrikken en hinderlagen. Klke kruisvaarder, die van hel leger afweek of achterhlcel . werd meedoogenloos door de soldalen van Comnena omgehrachl; men sloot de pooiicn der sleden voor hen dicht; wauueei zij hivensiniddelen verlangden, dwong men hen eersl bet geld Ie leggen m de manden, du; men van de wallen liet afzakken, en meingmaal hekwanicu zij mels dan beleedigeiide spotlei,uij(gt;u.

De Ci'ieksche geschiedschrijver Meelas verbaall ons zeil, dal men kalk mengde onder het meel, dal hun verkocht werd Men had valsch geld gemunt, dal men bun gal wauneci zij iels te verkoopen hadden, en dal men wmgerde wanne(,r zij iels moesien inkoopen. Eindelijk, als men de hescJinldigingeii der l,ali|iieu gelooven mag. werd de vijand vau don verderen marscli der Duitsclie pelgrims ouderrichl; gidsen die men luni te Conslan-liuopel medegegeven had, hrachlen bel leger, reeds ontmoedigd door de vermoeienissen, hel gebrek en de verlwijleliug, in de liergeu van C.apadocie op doolwegen en leverden hol aan hel zwaard der ongeloovigen over.

De franscbeii, die na hen kwamen, loonden zich meer aan krijgslnehl ouderworpen dan do Dinlschers en vonden ook een heler onlhaal hij de volken, wier grondgebied zij betraden. Toen zij in Hongarije kwamen, onlvingen de bewoners van dat land ben als broeders. De verschijning van Lodewijk VU viüwekle overal blijdschap en ontzag, zijne tent, ze lis werd eene wijkplaats voor Hongaren, die ten gevolge van burgertwisten mét den dood bedreigd werden, en hel was bij die gelegenheid, dal hij deze schoonc woorden sprak: De uiounifi eens Itonnifis is nis eene kerk, zijne voelen zijn als een alhmr. In iedere stad, die do kruisvaarders óp hun weg onlmoetlcn, vonden zij algezanlcu, die de keizer vau Constanlinopel aan den koning vau frankrijk zond : die gezanten bogen zicli voor den koning ter aarde en zwaaiden hem de overdrevenste loduilingen loe. De Fransche liei beid wei d meer verrast dan gevleid door zulk eene hulde. Op zekeren dag kon Godfried, bisschop van Langres, ziende dat cie koning met ongeduld de langdradige pluimstrijkerijen der Grieksche afgezanten aanboorde, zich niet onthouden hen mei deze woorden iu do rede te vallen: Broeders, spreekt viel zooveel van den roem, de majesleil, de wijsheid en de (jddsvruchl des loirinfis; hij kent zich zeiven en wij t.ennen hem; zeijl liever heknoplelijk en zonder omwegen wal gij verlangl.

Bij'de nadering dergenen, die bij zoo kruipend deed begroeten, sidderde Manuel in zijn paleis. Op zijn bevel gingen de rijks-grooten aan de poorten van Constanlinopel den Franschen monarch ontvangen, die, medelijden hehheude met de bevreesdheid des keizers, zijn leger vooruitging en zich zonder geleide naar bet keizerlijk paleis begaf. Bij hun eerste samenkomst betoonden

beiden zich zoor vriendschappelijk, Manuel mot de gemaaktlieid der Grieken, bodewijk met de eenvoudigheid van een pelgrim en de openhartigheid van een ridderlijk koning. «De koning van Frankrijk,quot; zegt Odon van Deuil, «werd door den keizer in persoon ontvangen, die hem tegemoetkwamen hem omhelsde. Deze beide vorston waren nagenoeg van denzelfden leeftijd en hadden bijna dezelfde gestalte en dezelfde bonding; zij verschilden slechts door hunne zeden en kleeding. /ij namen plaals op twee gelijke tronen en onderhielden zich met elkander door behulp van een tolk. Mannel vroeg den koning naar zijne plannen, er bijvoegende, dat. bij voor zich verlangde wat God wilde, en hij 'hem alles veroorloofde om zijn pelgrimslochl te volbrengen. Gave God, dat hij de waarheid gesproken hadde; naar zijne manieren, zijne vreugde, zijne woorden, die de geheimste gedaclilou van zijn hart sehenen uit te drukken, zouden allou geloofd liebben, dat Mannel den koning oprecht liefhad: i « hot is onnoodig te zeggen,quot; voegt do kapelaan van bodewijk Vil er spottend bij, «hoeveel waarheid er iu dat oordeel zou gelegen hebben.quot;

Evenals hij den eersten kruistocht leverde Conslantinopel oen wouderliaarlijk schouwspel op voor do Westersche krijgers. Hoewel zij bet karakter en de verwijfde zeden der Grieken veraciillen, konden de Lalijneu niel zonder bewondering de prachtige gehouwen en den luister der keizerlijke stad zien. De oude geschiedschrijver van deze expeditie beeft van Byzantium een levendige en hozielde schildering gegeven, waarvan de voornaamste lrekken in ons verhaal niel mogen vergelen worden.

«Conslantinopel,quot; zegt do kronijkschrijver, «de roem der Grieken, hoelt den vorm van een driehoek. Naar de oostzijde on do zee van Marmora vindt men de Sinl-Solia-kerk en hel paleis vau Constaiitijii, mei eene kapel, opgevuld met kostbare relitpileen. De stad wordt aan twee zijden, ten oosten en ten noorden, door de zee omgeven. De stad binnenkomende heeft men rechts het kanaal vau Sml-George en links den golf of hol kanaal dal baar lol haven dient. Op de helling van een heuvel verrijst het paleis van lilaquernes. Uil hel paleis beeft men bel drievoudig iiilzicbl op de zee, de stad en bet veld. Aan de westzijde dor stad ligt eene vlakte, welke zich onafzienbaar ver uitstrokl; aan dien kant wordt Conslantinopel heschermd door een duhbelon met torens bezetten muur, welke van af den l'roponlidos lol aan hel paleis eene lengte van meer dan iwee mijlen hecfl. Noch die duhbele muur, uoeb die torens maken de storkle der stad uil: die sterkte ligt iu de menigte barer inwoner.', en den langdiirigen vrede weikon zij geniet. Aan den voet der muren vindt men eene ledige ruimte, waar de luinen zijii, die overvloedige groenlen opleveren. Onderaardsche kanalen vooren san builen zoel water aan, want hel water der putten is zout eu slinkend. Op sommige plaatsen is de stad van alle luclilvervcrscbing verstoken, daar do bovenverdiepingen van do hin/en der rijken ver over de straat uilsteken en'zoodoende alle licht ondorscheppen en aan de armen on de vroemdeliugeu de vuilnis en de sclKmieriug overlaten: daar worden diefstallen, moorden eu andere misdaden gepleegd, welke door de ibiislornis begunstigd worden. Daar men zonder gerechtigheid leeft in die stad, welke hijna evenveel meesters als rijken en evenveel dieven als armen telt, kent do booswicht er noch vrees, noch schaamte. Zonder zijn zedebederf zou Conslanlinopol de voorkeur kunnen hehben boven alle andere plaatsen ter wereld, om de zaclitheid van zijn klimaat, de vrnchibaarheid van zijn bodem eu zijn gunstige ligging voor deu tocht naar hel heilige land. Hol kanaal van Sinl-George gelijkt eeiie zee door hot zilte zijner wateren en don overvloed zijner visschen, en een rivier door de gemakkelijkheid, waarmede men hel zonder ge-vaar zeven a acht maal daags kan overstekou.

Tijdens bol verblijf dor Fransche kruisvaarders te Conslantinopel, verzuimde keizer Mannel niets om de gonogeiilieid van bodewijk VII en diens baronnon le winnen. Hij spreidde zooveel mogelijk den biisler van zijn hof en de wondoreu zijner hoofd-stad voor ben ten loon; hij bezocht hot kamp der pelgrims, prees hunne onderneming en beloofde hun allen mogèlijken bijstand, het waren eiken dag nieuwe vertooningen en nieuwe bètiiigingen van vriendschap. Niettemin bestond er eeu felle haal tusschen de Grieken eu do Latijnen; duizenden omstandig-hedou konden dien aanwakkeren en doen toenemen, maar niets kon dien uitdooven of zelfs verzachtou. Do Franscbo kruisvaarders verweten Manuel lot zells zijne vriondscliapsbotuigingon, die zij als geveinsd beschouwden. Toen do keizer aan de baronnen verzocht den eed van hulde en trouw aan bom af le leggen en hem do Griekscbe steden over ie geven, die door bunno wapenen heroverd mochten worden, stelde men in den raad van Lodewijk VH voor, zich van Goustantinopel meester te maken.

«Gelijk gij vernomen hebt,quot; dus nam de bisschop van Langres hel woord óp, «stollen de Grieken u voor, hunue heerschappij te erkennen en u aan hunne wellen le onderwerpen; derhalve moet de zwakheid aan de kracht, do lafhartigheid aan de


-ocr page 171-

WÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊ

■HB

nn «giik..

Ill

l^^^l

wamp;.m^aBxfÈsmÊKm j iw^MMiM

1

I^^H

quot;I ^««iiyYöa'J- Vi'WMBflffi.'Hv ' Hj^Bat^aawai.* -«itifc ^.-^^amp;.^^-TagOCafeJ

quot;; -.,-5,5

^ !

I

I ■ s# ^ta|i

11 •'■f H-V

I v^- I 'ïquot;,;AiK 'A MMMI :quot;V ■; WJrAlf.V. ■■j^aH^aM

.■...• •■'' •gt; .-Aj^VZ-ij' -• .i.1- ».s7Ï;f-V-vllSi~«

-;:

ffiMMBIlP KmB hHhhSH mS^HMM IjjQH

IMm H

m m

mm

mm ' 11

WÊÊÊm

BWW

y:

;.rgt;-: •-

r'fSfaamp;t'- 'Iff quot;i'i wwwwMBaMMMMBf mem

i

Éf

IBM ■ ■

IH

II

II

I

WM^^mwpr,* ■

!|MfeSIW5|iKl MImsm

■H

B^MaSM J^vjj

•gt;; ■.

!aa«aiM«Hai

^v'-r;

mmm **--:' • '

iMisa

Ï®%M^

-ocr page 172-

KOEN RAADS LEGER KOMT IN HEIGEBERGTE OM.

-ocr page 173-
-ocr page 174-
-ocr page 175-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

dapperheid bevelen! Wat toch heelt die natie verricht, wat i toch hebben hare voorouders gedaan om zooveel hoogmoed aan den dag te leggen? Ik zal u niet spreken over do hnuior-lagen, welke zij op uw weg vermenigvuldigd hebben. Wij hebben de priesters van liyzanliuni, de beschimping aan den smaad parende, door het vuur de altaren zien zuiveren, waaraan onze priesters het misoller opgedragen hadden. Vandaag eischen zij van ons eeden, die de eer verbi(!dt. is nu niet eindelijk de tijd daar om het verraad te sl rallen en ons over de aangedane beleedigingen te wraken? Tot dusverre hebben de kruisvaarders meer te lijden gehad van hunne trouwelooze vrienden dan van hunne verklaarde vijanden. Heeds sinds al te lang is Constantinopel een lastige scheidsmuur tusschen ons en onze broeders van Palestina. Wij moeten ons toch eindelijk den vrijen weg van Azië openen.

«Gij 'allen weet liet, de Grieken hebben het gral van Jesns Christus en al de christen steden van liet Oosten in de handen der ongeloovigen laten vallen. Twijfelt er niet aan, Constantinopel zal zelf weldra een prooi der Turken en der barbaren worden, en hun door zijne lafhartige zwakheid de toegangen naar het Westen ontsluiten. De keizers van Ryzantiuin kunnen noch bunne provinciën verdedigen, noch dulden dat een ander ze verdedigt. Steeds hebben zij de edelaardige pogingen der soldaten van het kruis verlamd en tegengewerkt: nog kort geleden heeft diezelfde keizer, die zich uw steun verklaart, ;i gt;n de Latijnen hunne veroveringen willen betwisten en hun het vor.stendom Antiochië ontweldigen; heden wil hij de christen legers aan de Sarracenen overleveren. Haasten wij ons derhalve 'jii/.en ondergang te voorkomen door dien der verraders; wij mogen geen onbeschaamde en afgnnstige stad achter ons laten, die slechts naar middelen zoekt om ons te verdelgen, laat ons op haar zelve de rampen doen nederkomen, die /.ij ons bereidt. Indien de Grieken hunne trouwelooze plannen ten uitvoer brengen, zal liet Westen eenmaal van u zijne legers terugvorderen. Daar de oorlog, dien wij ondernemen, heilig is, is bet immers billijk, dat wij alle middelen in liet werk stellen om te slagen .' De uoodzakeiijkbeid, het vaderland en de godsdienst gebieden u te doen wal ik u voorstel. De walerleidingen, welke de stad van water voorzien, zijn in onze macht en bieden ons een gemakkelijk middel aan om iiare bewoners spoedig lot de overgave Ie dwingen. De soldaten van Manuel zullen de aanblik ónzer bataljons niet kunnen verdragen. Een gedeelte der muren en torens van Byzantium zijn dezer dagen, als dooreen s jort van mirakel, voor ons aller oogen ingestort. Het is alsof God zelf ons in de stad Constantinopel roept en er ons de poorten van ontsluit, gelijk die van Edessa, Antiochië en Jerusalem voor onze vaderen.quot;

Toen de bisschop van Langres zijne rede geëindigd had, verbicven ouderscbeilene ridders en baronnen de slem om hem Ie antwoorden. De christenen van het Westen waren naar Azië gekomen om boete te doen voor bunne zonden en niet om de misdaden der Grieken te strallën. Zij hadden de wapens opgeval om Jerusalem te verdedigen en niet om Constantinopel te verwoesten. Men moest de Grieken, wel is waar, als ketters bcschonwen, maar niet als verklaarde vijanden; men had do joden geëerbiedigd, de Grieken moesten desgelijks geëerbiedigd worden. Toen de clnisten krijgers het kruis aannamen, had God hun niet het zwaard zij nor gerechtigheid overhandigd Om kort te gaan, de baronnen vonden meer staatkunde dan godsdienst in het zooeven gehoorde en konden niet begrijpen, dat men oen ondernoming wilde beproeven, welke met de wetten der eer in strijd was. Zij kondon overigens niet gelooven aan de rampen, die men hun aankondigde, en zij vertrouwden op de Voorzienigheid en hunne dapperheid om over allo hinderpalen te zegevieren. De vurigsten der pelgrims vreesdon don tocht der kruisvaarders te zien vertragen, en deze vrees versterkte liunne gewetensbezwaren. Ten slotte deden de rechtschapenheid der ridders, het vrome ongeduld om de heilige plaatsen to bezoeken en misschien ook de geschonken en do scliijnschoono beiollen van Manuel de partij dor gematigdheid zegevieren.

Intusschon baarde het den keizer niet weinig bekommering de Fransche krijgers zoo lier en stoutmoedig in zijne onmiddellijke nabijheid ovèr de verovering van zijne hoofdstad te zien beraadslagen. De leenoed, dien de baronnen en do ridders aan hem aflegden, stelde hem niet gerust omtrent hunne mogelijke aanslagen. Om hun vertrek to verhaasten, liet hij hel gerucht uilstrooien, dal de Duilschers oen groote overwinning op de Turken behaald en zich meester gemaakt hadden van Iconiura. Deze kunstgreep gelukte Manuel boven zijne verwachting.

Terwijl de Fransche kruisvaarders zich van Constantinopel verwijderden, had er een zonsverduistering plaats. De menigte zag dit natuurverschijnsel een onheilspellend voorteeken en meende daarin de waarschuwing voor eenige groote ramp of een nieuw verraad van Manuel te ontdokken. Het duurde met lang of bet bleek dat de vrees dor pelgrims gegrond geweest was. Terwijl de Franschen in Bitbynië voorlruklen, verbreidde zich liet

gerucht, dal het leger der Duilschers bijkans geheel en al op de wegen van Iconium den dood gevonden had.

In twee korpsen gesplitst had dit leger in de maand October Nicea verlaten; hol eerste en hot aanzienlijkste, door den keizer aangevoerd, had den weg van Godfried en diens leger gevolgd ; bel tweede korps, waarbij zich de broeder dos keizers bevond, had, het vroegere land van Coluleum (tegenwoordig Coutaye) doortrekkende, de riebting naar Laodicea ingeslagen. De Ci iokén, die Koenraad als gidsen verstrekl waren, hadden bom gezegd dal hij zich slechts voor acht dagen van levensmiddolen behoefde te voorzien, dewijl men in cene week Iconium zou bereiken. Na den achtslen dag bevond zich bet leger, in plaats van de beloofde stad binnen te trekken, in een onbekendeen onbewoonde iandstreek, waar men noch bron, noch rivier, noch weide vond. Toon men de gidsen ondervroeg, antwoordden zij, dat men nog drie dagen verder moest maroheeren, bij Jesns Christus eu alle heiligen zwerende, dat do landouwen van Lycaonië zich weldra aan de blikken der kruisvaarders zouden verloonen. Op deze belofte zette het leger zijn tocht voort; maar in plaats van in de riebting naar Iconium voorden de gidsen hol naar hel noorden, waar het slechts naakte rotsen onlmoolte. De kruisvaarders moesten voortdurend steile hoogten en heuvelen op-en afklimmen; menschen, paarden en lastdieren bezweken in menigte van honger, dorst en uitputting. In den vroegen ochtend van den vierden dag zocht men vruchteloos naar de gidsen: zij waren verdwenen, en al de omliggende hoogten waren bedekt met tallooze drommen Turken, die als Itoinlcii hlnllcii en nis wol oen huilden. In een in allerijl belegde vergadering werd het voorstel gedaan of hel niet verslandiger ware op zijne schreden terug te koeren en de wegen te volgen langs welke men gokomon was, dan nog dieper door Ie dringen in een landstreek, die men niet kende, die hoegenaamd geen bulp-middelen aanbood en waarvan de toegangen door hordon barbaren verdedigd werden. Dil voorstel, hetwelk als de wet van de harde noodzakelijkheid was, werd met eenparige stennnen aangenomen.

Do terugtocht geschiedde aanvankelijk in goede orde. in de eerste dagen bepaalden do Turken er zich toe degenen aan te vallen, die van hel leger afweken of hol niet konden volgen. Eenigen der dapperste aanvoerders, onder leiding van Rernard, hertog van Carinlbië, trolseorden de groots.'.e gevaren, om den marsch der zwakken te beseherineii; zelve verrast in nmeite-volle wegen, vielen zij eindelijk met de ongelukkige pelgrims, die zij wilden redden. De stoutinoedigheid der Turken werd steeds mol den dag grooler: licht gewapend en op vlugge paarden gezeten, vielen zij de pelgrims nn eens in de llanken, dan weder in den rug aan; de Üuitsche ridders, die door honger uitgeputte paarden bereden, konden niet ving genoeg hulp bieden en hun wapens waren voor hen meer een last dan een middel van verdediging of aanval. Op ieder uur van den dag en zelfs van den nacht werden duizenden menschen en paarden gewond door do pijlen der Turken, hetgeen eene schromelijke verwarring in hel christen leger veroorzaakte: do keizer zelf word door twee werpspiesen getrollën te midden zijnor ridders, die hom niet vormochten te verdedigen. Naarmate men voorttrok, vermeerderde hoi aantal dor barbaren, en nam het lijden dor pelgrims met den dag toe; de dooden, do gekwetsten en de zieken bleven op de wogen verlaten achter. Degenen, die zich niet verder konden voortsleepen, wierpen hunne wapens al en verbeidden gelaten don dood der martelaren; zij, die nog eenige kracht bezaten, zochten hun heil in een overhaaste vlucht, zoodal dal keizerlijke leger, hetwelk Azië had doen sidderen, eensklaps verstrooid en als weggevaagd was. Hel tweede korps Duilschers, aangevoerd door Frederik van Zwabon en don bisschop van Froissingen, wedervoer nagenoeg hetzelfde lol: half overwonnen door den honger, den dorst, de mooiolijkheid der wegen en de aanhoudeiido aanvallen der Turken, ging het in hel gebergte in de nabijheid van Laodicea geheel ten gronde.

De geschiedenis bewaart bet stilzwijgen omtrent die dubbele ramp. Slechts naar eenige weinige woorden van Odon van Denil hebben wij duister dien langdurigen on ontzottonden doodstrijd kunnen volgen van oen leger, dal omkwam zonder gestreden te hebben en waarvan men ternauwernood kan weten of zijn einde roemrijk geweest is of niet. Keizer Koenraad bereikte gelukkig Nicea met hol gering aantal zijner krijgers, die do honger en hel zwaard der muzelmannen gespaard iiadden. Toen bij 'in hot kamp van Lodewijk VII verschoen, zegt Odon van Deuil, omhelsden en kusten de beide monarchen elkander mol hartelijkheid, terwijl de Iranen hen over de wmuien slroomden; zij zwoeren te zamen hun pelgrimstocht te volbrengen en elkander niet moer te verlaten. Maar Koenraad deed zijn woord mol gestand : hij moest zich slecht op zijn gemak gevoelen te midden der kruisvaarders, wier room bij bezwalki en wier zaak hij in gevaar gebracht had; bij keerde naar Constantinopel terug, waar bij met open armen ontvangen word, want do


-ocr page 176-

GESCHIKDENIS DER KRUISTOCHTEN.

nedoihiap; der Latijnen en do onderganp; van een Westerseh legoi' waren in hél. geheel niel ongevallig aan hel hol' van Manuel.

I,odewijk VII zelle zijn tocht voort, daarbij de kusten der zee volgende. Deze weg hood meer luilpiniddelen aan dan de heide andere voor do a|i|iroviandeering van een leger. Odon van Denil gewaagt van drie rivieren, welke het Eransche leger op denzellden dag overtrok ^vvij denken dat de drie rivieren de Tailius, de Oiïst'pus en waren. Onder de steden,

die do soldaten van het krms, langs den l'ropontides en den Hellespont trekkende, moeten gezien hebben, kan men Cijzwa, l'riapus, Liiuipsacits cn Ahijdos noemen. De pelgrims kenden noch de namen noch de geschiedenis van die oude steden ; op die dichterlijke oevers zochten zij slechts levensmiddelen en vonden die niet altijd, want de gewelddadigheden van die bandelooze menigte joegen de bewoners schrikquot; aan, zoodat zij bij liiinne nadering de vlucht namen, daarhii alles medevoerende' wat zij bezaten. Het verhaal van Odon van Denil met onze plaatselijkè kennis verklarende, zijn wij van oordeel dat zij niet dooide vlakte van Troye kwamen en noch de Simois noch den Scamander overstaken. Wij meenen met grond te mogen aannemen, dat hel leger van Lodewijk VII, aan de monding van den Hhodiiis gekomen, oen weg insloeg, welke heden ten' dage nog bestaat en van de Dardanellen naar Pergamus voert. Den berg Ida rechts latende liggen, he reikte het Smyrna en vervolgens Ephesus, waar hel cenige dagen verloelde om hel Kerstfeest te vieren.

Hol leger stak den Caysler over en betrad weldra do groote vlakte van don Meander. Daar zagen de Fransehe kruisvaarders voor de eerste maal de Turken: een onoverzienbare menigte barbaren had zich daar ter plaatse verzameld om het kruisleger den overtocht van de rivier te helwisten. Zij waren stouter geworden door hunne ovcrwminngen op de Duilschers. De Meander was gezwollen door de zware regens; de overlocht was gevaarlijk en moeitevol in tegenwoordiglieid van den vijand. Niels kon de Fransehe kruisvaarders weerhouden, die door hel voorbeeld van hun koning aangemoedigd werden. Men had de bagage en de ongewapende pelgrims m hel cenlrum van het leger doen plaatsen; van voren, van achteren en op de llanken was de bloem der krijgers ui slagorde opgesteld, op die wijze slak hel leger de rivier over; de Turken werden overal teruggeslagen en lieten de vlakte heinde en verre bedekt met hunne dooden. Deze overtocht van den Meander was de eerste overwinning van den kruistocht: de; pelgrims schreven die dan ook loc aan de lusscheiikomst van de goddelijke almacht. Meerderen hunner hadden eeu initoi in wille wapenrusting met de christenen de rivier zien doorwaden en hel den weg der overwinning toonen.

In twee dagmarsclien kwamen de kruisvaarders te I aodieea. Daar konden zij hooien spreken van de vei nietiging der Dintsche kruisvaarders; men wees huil in de nahijheid de bergen, die hel door den brocdei van kei/.ei Koenraad aangevoerde leger hadden zien sneven. Die versehe heriiinernigen hadden hen tol les moeien verstrekken en ten minste waarschuwen op hunne hoede te wezen; maai zij hadden pas over de Turken gezegevierd, en de voorziclitighenl kon Inei moeiciijk haai slem doen hooren daags na ee'ii gewonnen veldslag.

De kruisvaarders sloegen den weg naai Satahah in en moesten daarbij de kelen van den Cadmus, tegenwoordig Rah.i-Dagh, overtrekken. Daags na hun vertrek int Laothcea kwamen zi|, legen hel midden van den dag, aan den voel van een berg, die geen naam heelt op tic kaart en dien Odon van Demi den VLrfdcihjl.cii In-n/ noemt. De weg, dien zij moesten volgen, slingerde zich lussehen algronden en naisachtige op elkandei gestapelde rotsblokken. Het geheele legei zette zich in beweging in drie korpsen verdeeld: do voorhoede, de achlerhoede eu hel cenlrum, waar de bagage en de pelgrims bij waren. Een der baronnen, Godlried vau Kaueon, voerde het bevel over de voorhoede; hij had last boven op den berg stand te hondenen hel overige gedeelte van hel leger al te wachten, ongelukkiglijk, en hier moet men de ongehoorzaam beid van de aanvoerders zoowel als van de soldaten betreuren, gehoorzaamde ln| met aan de ontvangen hevelen. Na den top'van den berg bereikt Ie hebhen, zette hij zijn weg voort en gmg zipie leiilen opslaan in een dal aan de keerzijde van den berg gelegen. Het overige gedeelte van hel legei vorderde langzaam; hel eenlrum met de bagage en de ongewapende pelgrims, op smalle paden opeengedrongen en laugs den rand der algronden gaande, geraakie eensklaps in een vreeselijke verwarring: de lastdieren sloiilen hoven van de steile rotsen naar beneden en sleepten in hun val alles mede, wal zij oiilmoellen; de rotsslukken, die van den berg loslieten, vermeerderden de verhezen, de dag begon al te nenien en de dieple vulde zich hoe langer zoo meer mei lijken, gebroken wagens en wapens. De Turken, die tie kruisvaarders voortdurend gevolgd waren om hen aan te vallen als zich eenc gunstige gelegenlieid aanbood, maken zich de heer-schende verwarring ten nutte en werpen zich onverhoeds op de verbijsterde scharen der pelgrims en richten een geweldige slachting onder hen aan. Hel vreeselijke angstgeschrei, dooide echo's der hergen weerkaatst, verwiltigl den koning, die zich in de achlerhoede bevindt, van hetgeen er plaats vond. Met de ridders die het gevaar rondom hem verzamelt ijll Lodewijk VII naar hel looneel van den strijd. Na een moorddadige worsteling wordt het centrum van hel leger van de harharen bevrijd en zet zijn marscli voort. Rij dit gevecht verloor Lodewijk VII zijn wéinig talrijk maar doorluchtig geleide. Op dit punt van zijn verhaal kaii de monnik van Sinl-Denis zijne tranen met weerhouden en breekt zijn hart, als hij de scIkwii.sIl' bloemen van Fianhrrik ziel verwetken, alvorens vruciilen gcilrai/en te hehhen under de iniircn van Damascus. Aide ridders, die met Lodewijk VII streden, waren aan zijne zijde gevallen. Alleen overblijvende, grijpt de koning de lakken van een boom en springt op een rotsblok; daar ontvangt hij op zijn kuras de van verre op hem algescholen pijlen en houwt hij met zijn bebloed zwaard de hoorden en de handen al' dergenen, die hem durven naderen. Zijii rnoed en de duisternis van den nacht redden hem. Hi| besteeg een onbeheerd paard en bereikle gelukkig zijne voorhoede. Zijne verschijning in het kamp verwekte eene levendige vreugde bij allen, die zijn dood heweenden; maar dewijl hij met bloed bedekt was en alleen kwam, begreep men hoe rampspoedig die dag geweest was. Den geheelen nacht onderhield men groote vureu, opdat de aan hel zwaard der Turken onlkomen pelgrims zich hij hel leger zouden kunnen voegen: maar niemand verscheen.

Wilhelmus van Tyi hetreurl die hloedige nederlaag der chris-lenen, en zijne godsvrucht verwondert er zich over, dat God zoo de overwinning geschonken heelt aan de volken, die Zijnen naam vijandig zijn. «Waarom toch, o goede Jesus!quot; roept hij uil, «waarom wordt dit volk, hetwelk zoozeer aan U verknocht was en de indrukken uwer voetstappen in Jerusalem ging vereeren, oveiwonnen en verdelgd door degenen, die U haten'.''' De oorzaak van zooveel onheil en zooveel schande was Godlried van llancon. In hel leger vorderde men van alle kanten de bestralling van eene ongehoorzaaniheid, welke zulke outzetlende gevolgen gehad had. Maar op dien onheilvollen dag had een ieder aan de voorschrilten van de tuclil te kort gedaan, had een ledci routen begaan; men verhel zich derhalve op de Voorzienigheid om zo te strallen.

Zulk een ontzetlende ramp moest nochtans tot eene les verstrekken. De grootmeester van don Tempel was don koning met een aantal ridders tegemoet getrokken; hun troep bewaarde een strenge tuchl en de kruisvaarders namen hieraan een voorbeeld. De koning vertrouwde hel opperbevel toe aan een bejaard krijgsnian, Gilbert geheeten. Groolen en kleinen, de koning zeil, de meeslci der wellen, zwoeren aan dien ervaren bevel-hebher en aan allen, die hij zou aanwijzen om zijne bevelen ten uitvoer te brengen, to zullen gehoorzamen. Op die wijze door een strenge luelit versterkt, zette hel leger zijiwmarsch naar Satahah voort. Het weid viermaal door de Turken aangetast, en sloeg ze viermaal met groot verlies voor de ongeloovigen al'. De wegen waren nioeiehjk, men leed gebrek aan levensmiddelen, maar memaiid klaagde. De overwinningen op de ongeloovigen, zegt Odon van Demi, warou voor de Eransche kruisvaarders eene alleidiug, welke hun do ellende van de reis deed vergelen. Daar de vijand alles op den weg der pelgrims vernield en verwoest had, (loodden deze de paarden, die niel meer konden gaan en voedden zich niel hun vleesch; allen vergenoegden zich mei dezen kost, zell's do rijken vooral wanneer zij er onder de asdi i/ehahkcn Innod Londen bijvoefjen. Eerst na een marsch van twaall dagen hereiklen de kruisvaarders Sataliah.

Satahah ol Altalia, aan hel uiteinde der goll van dien naam gebouwd, werd bewoond door Grieken en in den naam des keizers van Gonstantinopol hesluurd. De Turken hielden de torten ui den omirek bezet en versproidden in de gansclie streek schrik en verdorl De inwoners van Sataliah, die zich binnen hunne wallen opgesloten hielden, weigerden hel christen leger te ontvangen. Nu kon dat leger hel einde zijner rampen niet overzien en de bijna naakte pelgrims waren, aan alles gebrek lijdende, genoodzaakt ui het midden van het gestrongste jaargetijde, langei dan eene maand m de omliggende vlakten te kampeeren, eiken dag blootgesteld aan hel gevaar om door hongei, koude ol' hot zwaard om te komen. Naarmate de ki uisvaaiders alle hoop verloren van een einde le zien komen aan hunne ellende, verlieten hun do moed en de gelatenheid. In een dooi Lodewijk VII voorgezeten raadsvergadering gaven de heeren en baioniicn don koning te konnen, dat de soldaten van hel kruis zonder paarden, zonder wapenen, zonder levensmiddelen den oorlog met konden voortzetten ol' do vermoeienissen en onlbernigen van een vorderen lochl verduren. Er blijlt ons geen andere ml komst over, voegden zij er hij, dan ons aan de gevaren dei zee over le geven. De koning was niel van hunne meening en wilde dal men slechls de ongewapende pelgrims zou in.


-ocr page 177-

LODEWIJK Vil 01' DEN BEUG CADMÜS.

É

-ocr page 178-

I

gij

1HH

.

BH

4

iy

' quot; ■ i J

'É'^-h ■ quot; I

-K.,. Ïï'gt;- ^ ?is ';• ,' quot;■ ■■öamp;.v • ;'

|fe-

Bp ^ si'

Im

■■MÊmmm '*i*:

I -

1 '■ :■ is

Bia^gigaaiSiSS^^sBa^^»a, - '

MlM!^Bpfejïjttt\fV^V-s^.vajv-''|'ft.s?'-Aquot; - irjfc 'A* ^*. ■ quot;'Vir

Iquot; I

i i» -.'

'.-.T- ,

mmmmÊBmm sm$mm

mÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊmm

■'■ .v^ • ^

ü- .- ïmwMmïmm

a»,r!%?-lt;'.''hc1 ^'Sv^jO , gt;JK r. Kif» _^'i-ïfcJsJ.ii-r^J ' ,quot;

■Al$%r'^:i^:? u

i s m

Wk'^XSF.iSx-Un WÊSÊÊÊÊÊÊÊm

■SapsA- WÊm msmsÊÊmmm^^ $%, m v Wak mm;i/ «- ■ ■amp; iïs v^A ^,3

liilllWiilTiïïlBllTfflITftf gt;-gt;^®»HHH

' V ilHK ■

Hn ■-*:.quot;i- 'Ï . .■lB|HBB|[BMB|HH|HHBHMB8l||S|ffiiiB|lM|!^

I

mBm ^

m

l§|pÉ8p £$■

WmÊSmMÊÊMmÊÊÊi

j

-

f :■■: fm


Ws B

mmmmmm-

wmmm

■I

/^^Sgai^9lBSa«a^«^gt;a^fg^^^pagw^

ÊÊMÊÊÊÊmmÊÊBB

Ö !

I

ïAffis--'-'■*

BB

■■■■■■hhhmhhi w^p WW

HK |

tfjamp;ffr* wm Smamp;MÊSmBm

II


wMsÊÊm

H

-,!

II

■I

-ocr page 179-

r.l'Sr.HIKDENlS DER KRUISTOCHTEN.

101

schepen, die den marsch van het leger hinderlijk waren. «Wal ons betreft,quot; sprak liij tot hen, «wij znlIen van moed verdui)l)elen en den weg volgen, dien onze vaderen, do overwinnaars van Antioehië en Jerusalem, gevolgd hehbeii. Zoolang mij nog iels overhlijl't, zal ik het-met mijne krijgsmakkers doelen; wanneer ik niets meer zal hebben, wie uwer zal dan niet de armoede en hot gebrek met mij willen verduren?quot; Gelroll'en door deze woorden, zwoeren de baronnen met hun koning le zullen sterven; maar zij wilden niet zonder room sneven. Aangevuurd door het voorbeeld van Lodewijk, konden zij over de Turken zegevieren, de wildernissen doortrekken, allo gevaren Irolseeren; maar zij waren onmachtig tegen den honger en de trouweloosheid dor Grieken. Zij verweten Lodewijk, niet geluisterd te hebben naar do raadgevingen van den bisschop van Eangres en ver-gillenis geschonken ie hebben aan zijne vijanden, wreeder dan do muzelmannen, gevaarlijker dan de stormen en de klippen der zee.

Daar er zich ten gevolge van deze raadsvergadering luide klachten tegen tie Grieken in het christen leger deden booren, begon de gouverneur van Sataliah voor de uitwerkselen der wanhoop bevreesd te worden en kwam hij aan Lodewijk Vil vaartuigen aanbieden om al de kruisvaarders in le schepen. Dat voorstel werd aangenomen, maar men wachtte langer dan vijl' weken op de beloofde vaartuigen, en toen deze eindelijk kwamen, waren zij noch groot, noch talrijk genoeg om het christen leger op te nemen. Nu peilden de kruisvaarders eerst volkomen den afgrond van jammer, waarin zij gingen neder-storten, doch zoo groot was hunne gelatenheid, ol liever de betreurenswaardige toestand van hun leger, dat zij geen enkele daad van geweld tegen de Grieken pleegden en de stad niet bedreigden, die weigerde hun te hulp te komen.

Een onoverzienbare schaar behoeftige pelgrims, waaronder men baronnen en ridders opmerkte, vervoegden zich bij den koning en spraken hem volgenderwijze toe: «Wij hébben geen geld om den overtocht te betalen en kunnen u derhalve niet volgen; wij blijven hier achter, ter prooi aan ziekte en gebrek; zoodra gij ons zult verlaten hebben, zullen wij aan de grootste gevaren bloolgosleld zijn en de ontmoeting der Turken is het geringste ongeluk, dat wij te duchten hebben. Herinner u dat wij Franschen, dat wij christenen zijn; geef ons aanvoerders, die ons kunnen troosten over uwe verwijdering en ons beliulpzaam zijn in hot verduren van den hunger, do vermoeienis en den dood, die ons na uwe afreize wachten.quot; Om hen gerust te stellen, sprak 1.odewijk bun iu de gevoelvolste bewoordingen toe en liet aanzienlijke geldsommen onder ben uitdeelen. Hij schonk bun zooveel geld, zegt Odon van Denil, als luidde liij niets verloren ol niels voor zich zeiven nnodig. Hij deed den gouverneur van Salaliah ombieden en gaf hein vijftig zilvermarken om do zieken te verplegen, die in do stad achterbleven en het landleger tot aan de kusten van Giliciö te doen geleiden.

Lodewijk gaf aan degenen, die zich niet konden inschepen. Dirk, graaf van Vlaandoren, en Archambald van Hourbon lot bevelhebbers. Daarna besteeg hij met koningin Eleouora, de voornaamsle beeren van ziju hof en liet overschot zijner ruiterij de vloot, die voor hem gereed lag. liij deu aanblik der kruisvaarders , die bij iu Salaliah achterliet, kon de koning van frankrijk zijne tranen niet weerhouden. Op den oever bijeen-gestroomd, volgden al de pelgrims met de oogen het schip, waarop bij zieli bevond, en baden voor zijn bcliouden reis; toen zij hem eindelijk uit het oog verloren hadden, werd de gedaehie aan hunne eigene gevaren weder bij hen levendig en vervielen zij in een dolle iieerslachligheid.

Daags na bet vertrek van Lodewijk VII zagen de pelgrims, die op het geleide en de gidsen wachtten, welke men hun beloofd had, de Turken verschijnen, van heinde en verre bijeen-geroepeu. Er hadden verselieideno gevechten plaats, waarin de christenen zich heklhaftig verdedigden; maar de ongeloovigen hernieuwden hunne aanvallen eiken dag. Verzwakt door vei-moeienis en honger, smeekten de christenen tevergeefs om een schuilplaats binnen de muren van Salaliah. De Grieken toonden zich onverbiddelijk. Er bleef den ongelukkigen pelgrims hoegenaamd geen uitzicht op redding meer over. Do overmaat hunner ellende maakte hou, hun don moed beuemende, als ongevoelig voor huune eigene gevaren: zij zochten hunne vanen niet meer, schenen hunne metgezellen te schuwen en kenden of volgden hunne aanvoerders niet meer. Deze aanvoerders zelve luisterden niet meer naar den godsdienst, do mensche-lijkhcid en de eer. Te midden van de gruwzame wanorde waren Arcliamhald van liourbon cn de graaf van Vlaanderen er nog sleclits op bedacht om den dood te ontvluchten en vertrokken mei een schip, eene radelooze menigte, die de banden smeekende naar hen uitstrekte en de lucht met hartverscheurende kreten vervulde, op den oever achterlatende.

Twee troepen pelgrims, de eene drie duizend, de andere vier duizend man sterk, besloten, in hunne vertwijlcling, alleen den tocht naar Cilicië te ondernemen. Zij haddon geen vaartuigen om verscheidene buiten hare oevers getredon rivieren over te steken en bezaten geen wapens om de Turken te bestrijden; bijna allen kwamen om het leveu. Anderen, die hen volgden, ondergingen hetzelfde lot. De in Salaliah auhtergobloveii zieken kwamen insgelijks om, zonder dat men te weten heelt kimneu komen hoedanig hun uiteinde geweest is. De gescbiodcnis heeft sleclits mei moeite eenige bijzonderheden omtrent deze ontzettende onheilen bewaard, en hier moet men mol de oude kroiiijken zeggen: «God alleen kent het getal martelaars, wier liloed onder het zwaard der Turken en zelfs onder liet staal der Grieken stroomde.quot;

Verbijsterd door wanhoop, meenden vele christenen dat de God, die hen aan zoo vele rampen ter prooi liet, niet de ware God was. Drie duizend hunner omhelsden het geloot van Mahomed en sloten zich aan bij de muzelmannen, die medelijden hadden met huiine ellende. «O! medelijden, dal verderfelijker was dan trouweloosheid !quot; roept een kronijkschrijver uil; «de ongeloovigen, die brood gaven aan de christenen, beroofden hen van hun godsdienst!quot; De Grieken van Salaliah genoten niet lang de vrucht van hun verraad: zij werden beurtelings uitgeplunderd door de Turken en door de agenten van do keizerlijke schatkist. De lucht, verpest door de' lijken hunner slachtollers, verspreidde rouw en dood binnen hunne muren. Zoo werd die bevolking, welke zich zonder mededoogen getoond had voor het ongeluk, zelve ter prooi aan allerhande rampen. Korten lijd na hot vertrek van Lodewijk VII en de slachting der kruisvaarders zag Salaliah zich van al zijne inwoners beroofd, en zijne verlaten puinhoopen getuigden in later dagen, zoo drukken de tijdgenoolen zich uit, aan de reizigers en de pelgrims van de onvermijdelijke rechtvaardig-hei I van God.

Toen Lodewijk VII in het vorstendom Antioehië aankwam, had hij drie vierden van zijn leger verloren; maar hij werd met niet minder eerbied door Kaymond van Poitiers ontvangen. De bevolking en de geestelijkheid waren den koning in processie te gemoct gekoinen. De Eransehen, die hem vergezelden, vergaten le midden der vermaken de vermoeienissen van een lange reis en het rampzalig uileinde huimer wapenhroeders. Antioehië zag destijds hinnen zijne muren de gravin van Toulouse, de gravin van lilois, Sibylla van Vlaanderen, Maurilla, gravin van Roussy, Talcquery, hertogin van liouillon en verscheidene andere edel-vrotiweu, vermaard door bare geboorte ol' hare schoonheid. De feesten, welke liaymond ter eere zijner hooge gasten gaf, onl-leenden vooral Inui luister aan de legenvvoordiglieid van Eleouora van Gnyenno. Deze jeugdige vorstin, eenedocliler van Willem IX en nicht van den vorst van Antioehië, paarde de bokoorlijkste gaven van den geest aan de belooverendste trekken van bet gelaat; zij was to Goiistanlinopel hel voorwerp geweest der algemeene bewondering en bad baars gelijke niet gevonden aan hel hol van Manuel. Men legde haar, niet zonder eenigen grond, ten laste, dal zij meer behaagzucht bezat dan hel eene christen koningin betaainde. Een oprechte godsvruebl, bet verlangen om boete te doen dreven haar niet naar Jerusalem. De vermoeienissen en de gevaren van een langen pelgriinsloclil, de rampen der kruisvaarders, de gedachte aan de heilige plaatsen, die den pelgrim steeds voor den geest stonden, hadden haar al le lovendigen dorst naar vermaken en baar behaagzuchi niet verzwakt.

Te midden van de ter cere van koningin Eleouora gegeven feesten verloor iiaymond van Poitiers de belangen van zijn vorstendom niet nil liet oog. Hij wilde de macht van Noureddin, den geduehtsten vijand der christen koloniën, verzwakken, en wenschte vurig dat de kruisvaarders hem in deze onderneming behulpzaam mochten zijn: vleierijen, smeekheden, geschenken, niets werd gespaard om ben le bewegen hun verblijf in zijne Stalen le rekken. Eerst wendde de vorst van Antioehië zich lot den koning van Frankrijk en stelde dezen, in don raad der baroinien, voor, Aleppo en andere naburige steden te gaan belegeren. Daar de machtigste vijanden der christenen steeds van den Tigris en den Euphraat kwamen, was er geen zekerder middel om hunne invallen le voorkomen, dan zich van do steden meester le maken, die op hun weg lagen en voor hen als de poorten van Syrië waren, lloevele onheilen hadden de ehrislen koloniën niet gelroHen, dewijl men die steden in banden der harharen had gelaten! Men herinnerde zich toch wel de gevangenschap van Bobemond, den wapenbroeder van Godfried, die'van een koning van Jerusalem, den dood van Rogier en van zoovele andere vorsten, overrompeld en overwonnen door de Turco-inannen en de uit 1'erzië, van de oevers der Caspische zee en het grondgebied van Mossul aangerukte horden. Kon men de verovering van Edessa, welke de geheele christenheid met schrik vervuld had, vergelen zoowel als de bedreigingen van den woesten veroveraar van Mesopotamië, die gezworen had zich van Antioehië moester ie maken en Jerusalem aan de w.'tten van den islam te onderwerpen? Al die redenen en nog vele andere, welke


-ocr page 180-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

102

Raymond van Poitiers aanvoerde, konden niel naai' waarde beoordeeld worden door de krijgers, die uit het Westen kwamen en nocli den toestand dei' christen koloniën, noch de macht iiunner vijanden kenden. Lodewijk N'll antwoordde, dal hij de gclolle had algelegd hul heilig gral' te /.lillen bezoeken, dal hij hel kruis aangenomen had om die gelofte te volbrengen, dat hem, sedert zijn vertrek uil Frankrijk, vele rampen hadden gitroHen en hij niet aan nieuwe ondernemingen denken kon; hij voegde er bij, dal hij na bel volbrengen zijner godvruchtige geloflen als pelgrim volgaarne bereid zou zijn den vorsl Raymond en de overige heeren van Syrië le woord te staan omlrenl alles, wal de belangen der christenheid in dal land kon belrellbn.

De vorsl van Anlioehië liet zich niel door dat anlwoord ontmoedigen. Den koning niet voor zijne inzichten kimneude winnen, heproelde bij de koningin te bewegen haar verblijl' in het vorstendom Aiilioehië te verlengen en gal' met die bedoeling liet eene schitterende leest na het andere. Het kon niel missen ol' dit moest de behaagzieke vorstin vleien en zij bied'dan ook niri in gebreke den koning dringend te verzoeken zijn vertrek naar de heilige stad uil le stellen. Lodewijk bezat een streng godsdienslig, doch wantrouwend en jaloersch karakter; de redenen, die de koningin in Autioehië terughielden, bevestigden hem daarentegen iu zijn besluit om naar Jerusalem te gaan. De dringende beden van Eleonora deden hem argwaan opvatten en deze argwaan maakte hem onwrikbaar. In zijn verwachting leleiirgeslekl, liet Raymond openlijk zijn misnoegen blijken en was sleelils bedacht op wraakneming. Hel viel hein niel inoeielijk Eleonora in zijn verontwaardiging te doen deelen. Deze vorstin gal' luide haar voornemen te kennen van Lodewijk VII te scheiden cn haar huwelijk, op grond van bloedverwantschap, te doen verbreken. Raymond zeil' zwoer kracht en geweld te zullen gebruiken om zijne nicht in zijne Staten terug te houden. Releedigd als souverein en als echlgenool, besloot de koning van Frankrijk zijn verlrek te verhaasten en zag zich genoodzaakt zijn eigen vrouw te ontvoeren en des nachts iu zijn kamp terug te brengen.

Hel gedrag der koningin moest zoowel de ongeloovigen als de chrisleneii van het Dosten ergeren. Haar voorbeeld kon noodlottige gevolgen hebben in een leger, waarbij een groot aantal vrouwen waren, en uil dien hoofde zag de koning zich lol dien maatregel van geweld gedwongen. Lodewijk VII kon echter hel gebeurde niel vergelen, en aclilte zich, eenige jaren laler, gehouden Kleonora te verslooleu, die Hendrik 11 huwde en bet bertogdoni Cnyeime aan Kngeland gaf, heigeen een der meest helreurenswaardige gevolgen van dezen tweeden kruis-lochl was.

De koning en de baronnen van Jerusalem, beducht dat Lodewijk zijn M'iblijfiii Anlioehië nog langer mocht rekken, zonden hem inliisselien afgevaardigden om hem in naam van Jesus Christus te smeeken, zijn tochl naar Palestina te bespoedigen. De koning van Frankrijk leende een gunstig oor aan hun verzoek en trok Syrië en l'henicië door, zonder zich op le houden aan het hol' van den graaf van Tripoli, die dezelfde plannen koesterde nis Raymond van Poitiers. 'sKonings komst in het heilige land verwekle een algemeeue geestdrilï en verlevendigde den moed der christcnen. De inwoners van Jerusalem, de vorsten, de prelaten trokken hem le gemoel met olijftakken in de hand en deze woorden zingende, waarmede men den Verlosser der wereld begroette: (jcxcfieiul zij hij, die Iwmt inden nuiini des Heeven! Omstreeks dienzeli'den lijd was de keizer van Duilschland, na Europa niel een groot leger verlaten le hebben, door slechts een gering aantal zijner baronnen gevolgd, in hel heilige land aangekomen, niel mei den luister van een groot vorst, maar met de nederigheid van een eenvoudig pelgrim. De beide monarchen weenden te zamen over de verliezen, die zij geleden hadden, en eerden le zamen, in de kerk der Verrijzenis naast elkander nedergeknield, de ondoorgrondelijke raadsbesluiten der Voorzienigheid.

Roudewijn III, een jong vorst van groote verwachting, die destijds le Jerusalem regeerde en even begeerig was om zijn roem te vermeerderen als om zijn kouiukrijk uil le breiden, verzuimde niets om hel verlrotiwen der kruisvaarders le winnen en den oorlog le verhansten, dien men den muzelmannen zou aandoen. Te Ptolomaïs werd een talrijke vergadering bijeengeroepen. Keizer Koenraad, de koning van Frankrijk, de jeugdige koning van Jerusalem, begaven ei'zich heen door hunne baronnen en hunne ridders vergezeld. De hoofden der christen legerscharen cn de hoofden der geestelijkheid beraadslaagden mei elkander over tien heiligen oorlog in legenwoordigheid van koningin Melisemia, de markiezin van Oostenrijk en onderscheidene Duilselie edelvrouwen, die de kruisvaarders naar Azië vergezeld hadden. Het bevreemdde velen, dal koningin Eleonora de vergadering niet bijwoonde, doch allen die met hel gebeurde le Anlioehië bekend waren, konden zich dil wel verklaren. De afwezigheid van Ravmond van Poitiers der graven van

Edessa en Tripoli, die niet lot hel bijwonen der vergadering opgeroepen waren, was ook wel geschikt om droevige gedachten tc verwekken en de hcilloozc uitwerkselen der tweedracht onder de christenen van het Oosten te doen voorzien.

De naam van den rampspoedigen Joscelijn werd ternauwernood in den raad der baronnen en der vorsten genoemd; men repte geen woord van Edessa, welks verlies het Westen de wapens had doen opvatten, noch van de verovering van Aleppo, welke door Raymond van Anlioehië voorgesteld was. Sedert den aanvang der regeering van Roudewijn hadden do vorsten en heeren van Palestina bet plan hunne veroveringen aan gene zijde van den Libanon uil te strekken en zich van Damascus meester le maken. Daar de christenen, als zij eene Turksche provincie of stad vermeesterden, gewoon waren de gronden en Imizen der overwonnenen onder elkander le verdoelen, vestigde hel volk, dal de onvruchtbare bergen van Judea bewoonde, bel meerendeel der krijgers van Jerusalem, de geestelijkheid zelve, hegeerige blikken op hel grondgebied van Damascus, hetwelk een rijken buil, lachende woningen en vruchtbare akkers aanbood. Een wijze staatkunde kon bun ook den weuscb ingeven om de Atabeken en vooral Noureddin, wiens macht zich sleeds uitbreidde, door die verovering voor le zijn. In de vergadering van Ptolomaïs werd besloten den oorlog te beginnen met de belegering van Damascus.

In hel begin van de lente kwamen al de troepen in Galilea bijeen en rukten op Raneas aan, onder aanvoering van den koning van Frankijk, den keizer van Duilschland, den koning van Jerusalem, en voorafgegaan door den patriarch, die hel ware kruis droeg. Hel chrislen leger, waarbij zich do ridders van den Tempel en van Sinl-Jau aangesloleu hadden, trok iu de eerste dagen van .limi de ketens van deu Anti Libanon over en sloeg zijn kamp op bij het marktvlek Daria, aan den ingang der vlakle van Damascus.

De slad Damascus, tegenwoordig KI-('.luim, Syrië genoemd, dewijl bel er de; hoofdslad van is, ligt in een vlakle aan den voel van den Aiili-Libauon; zij beslaat een omtrek van anderhalve mijl. Hel is een der heilige steden van hel islamisme, en de muzelmansche bevolking, welke zij beval, is bekend om haar dweepzucht en haren haat legen de ijiauiir.s. De tuinen van Damascus vormen een uitgeslreklheid van meer ilau zeven mijlen, met allerhande soort van boomen beplant. Het is als een schitterend woud, bestaande uit oranje-, citroen-, ceder-, abrikozen-, pruimen-, kersen-, perziken-, vijgenboomen, enz. De rivier Rarradi of Rarrada, welker twee voornaamslo lakken, in de oude lijden, de namen droegen vau l'harpbar en Albana, verdeelt zich in verscheidene kanalen, die met Imiine overvloedig!! wateren de tuinen en de stad besproeien. Ezecbiël roemt de wijnen van Damascus, zijne talrijke werkplaatsen, de kleur zijner wollen stollen. Zijden en katoenen stollen, ge-conlijte en gedroogde vruchten, zadels voor de ruilers der woestijn zijn heden ten dage den vooruaamslen handelslak van Damascus; eiken dag vertrekken uit El-Chani handels-karavanen naar alle landen van het Ooslen. Op verscheidene plaatsen van hel Evangelie wordt Damascus als een lustoord geroemd. gt;og heden ten dage wordt de stad der Damasceners onder de rijkste en de bekoorlijkste plaatsen der Ooslersche landen gerekend. Het inwendige der huizen van Damascus is zeer smaakvol en luisterrijk: bel zijn ware Azialisclie lustverblijven mei open binnenhoven, beplant met oranje-, granaat-of jujubesboomen, verfrischt door steeds vloeiende bronnen en hoog opschietende fonteinen. Een muzelmansche legende verhaalt, dat Mahomed, bij het gezicht van Damascus, door de schoonheid van dat oord gelrollën, plolseling stilslond en weigerde de stad binnen le treden. «Er is slechts één paradijs voor deu menscli bestemd,quot; riep de zoogenaamde prolëel uil; «wat mij belrell, ik heb besloten hel mijne niet op deze wereld te kiezen.quot;

Een der eerste steden, door de hand des menschen gebouwd, achtereenvolgens bezet door de Assyriërs, de Perzen, dc Grieken, de Romeinen en de keizers van hel Ooslen, reeds in den aanvang van de muzelmansche lijdrekening in de machl der Arabieren geraak!, was Damascus een muzehnansch vorslendom geworden. Ten tijde van den tweeden kruistocht behoorde dal vorslendom, beuiielings door de Franken, de Ortokiden, de Atabeken aangevallen en bijna tol zijne enkele hoofdstad ingekrompen, aan een muzelmansch vorst, die zich evenzeer verdedigen moest legen de eerzuchl der emirs als legen de aanvallen der vreemde vijanden Noureddin, de meester van Aleppo en verscheidene andere sleden van Syrië, had reeds herhaalde malen bcproeld zich van Damascus meester le maken en gaf do hoop niet op die slad te vereenigen met zijne overige veroveringen, loen de chrislenen hel besluit namen haar te belegeren.

Aan de oost- en zuidzijde werd de slad verdedigd door hooge muren ; aan de noord- en westzijde bad zij lol eenige beveiliging bare dichte en uitgestrekte fiinen, waarin zich overal palisaden, aarden wallen en kleine torens verhieven, waarin men boog-schullers kon plaatsen. De kronijkschriivers hebben ons eene


-ocr page 181-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

beschrijving gclmon van het chrislen leger onder de muren van Damascus. «Ü!quot; roepl dc schrijver van hel Leven van Lode wijk 17/ uit, «wat was dat leger verrukkelijk om te zien met zijne talrijke geheel nieuwe tenten, zijne banieren van verschillende kleuren en vormen, die vroolijk in den wind wapperden! Op hunne wallen saamgestroomd sidderden de muzelmannen bij dien aanblik; hunne vrees had niets bevreemdends, want zij wisten dat zij dc bloem van den Franschen adel le bestrijden hadden.quot; Op het punt van do belegering te beginnen, besloten de kruisvaarders, in ecne raadsvergadering, zich eerst van de tuinen meester tc maken. Men hoopte er water en vruchten te vinden, maar de onderneming ging met groote moeielijk-heden gepaard: dc boomgaarden, die zich tot aan den voet van den Anti-Libanon uitstrekten, vormden als een dicht bosch door smalle voetpaden doorsneden, waar ternauwernood twee personen naast elkander konden gaan. De ongeloovigen hadden overal verschansingen opgeworpen, waarachter zij zonder gevaar de aanvallen der kruisvaarders konden trotseerén. Niets kon echter de dapperheid en den moed van het christen leger alscbrikken, dat van alle kanten de tuinen binnendrong. Van de torens, van achter de muren, uit de dichtste kruinen der hoornen regende het pijlen en werpspiesen. Iedere schrede, welke de christenen vorderden, eischte een hardnekkig gevecht. Eindelijk zagen de ongeloovigen, onafgebroken bestookt, zich genoodzaakt hunne positiëu op te geven. Do koning van Jerusalem was de voorste aan de spits van zijn leger en de ridders van Sint-Jan en den Tempel; na de christenen van het Oosten kwamen de Fransche kruisvaarders, aangevoerd door Nóde-wijk VII. De keizer van Duitschland, die het overschot van zijn leger verzameld had, vormde de reserve en moest de belegeraars tegen overrompelingen beveiligen.

Do koning van Jerusalem zette de muzelmannen met vuur na; zijne soldaten wierpen zich met hem in de vijandelijke dromnien en vergeleken hun aanvoerder met David, die, naar het verhaal der Schrilluur, ecu koning van Damascus overwonnen had. Al strijdende hadden de muzelmannen zich ten westen der stad op de oevers van de Uarrada verzameld, om er met pijlschoten en steenworpen dc christenen van al' te houden, die door hitte, dorst en vermoeienis versmachtten. Tevergeefs poogden de door llondewijn aangevoerde soldaten herhaalde keeren door het leger der ongeloovigen te breken; zij onlmoellen overal een onverwinnelijken tegenweer. Nu onderscheidde de keizer van Duitschland zich door eeu wapenfeit, dat. de helden van den eersten kruistocht waardig was. Door een klein aantal der zijnen gevolgd, dringt hij door het Fransche leger cn neeait stelling in de voorhoede der kruisvaarders. Niets vermag aan zijn onslnimigen aanval weerstand le hieden: al de vijanden, die hij ontmoet, vallen onder zijne slagen, toen een muzelman, van ecne reusachtige gestalte en in volle wapenrusting, nildagcnd op hein komt toerijden. De Duitsche vorst snelt den krijger terstond le gemoet en raakt met hem slaags. Op het gezicht van dien arzonderlijken tweestrijd hlijven de heide legers roerloos staan, geslingerd tusschen hoop en vrees wie der heide kampvechters zijn tegenstander zal vellen. Weldra stort de mu/.ehnansche krijger van zijn paard: met één houw, op den schouder van zijn vijand, had Koenraad diens lichaam in tweeën geklooid. Dit wónder van kracht, en dapperheid verdnhbeldc den strijdlust der ehristeuen en verspreidde ontsteltenis onder de ongeloovigen, die zich nn haakten in de stad een veilige wijkplaats te zoeken en de kruisvaarders meester lieten van de boorden der rivier.

De Oostersche schrijvers gewagen van den angst der inwoners van Damuscus na de overwinning der christenen. De muzelmannen sliepen verscheidene dagen achtereen op asch; men stelde in het midden der groote moskee den door Osman opge-stelden Koran ten toon; de vrouwen en de kinderen verzamelden zich rondom het gewijde hoek cn riepen den bijstand van Mahomed legen hunne vijanden in. Heeds dachten de belegerden er aan de stad le verlaten; zij versperden dc straten, die op de tuinen uitliepen, met zware halken, kettingen en hoopen steenen, ten einde hel voortdringen der belegeraars le verhinderen en zich op die wijze den noodigen tijd tc verzekeren om met hunne rijkdommen en gezinnen langs de poorten van hel noorden en het zuiden te kunnen ontvluchten.

Do christenen waren er zoo stellig van overtuigd, dal zij Damascus zouden innemen, , dal men zich onder de bevelhebbers nog slechts bezig hield met de vraag, wien het oppergezag over de stad zon gegeven worden. De meeste baronnen en heeren, die in bet christen leger dienden, zochten do gunst te winnen van den koning van Frankrijk cn den keizer van Duitschland cn verwaarloosden plotseling de belegering van de stad, om naar haar bezit le dingen. Dirk van den Elzas, graal' van Vlaanderen, die vóór den kruistocht reeds tweemaal in Palestina geweest was en al zijne bezittingen in Europa aan zijne lamilie had afgestaan, deed dringender dan alle overigen zijne aanspraken op hel vorstendom Damascus gelden cn behaalde eindelijk de zegepraal op zijne mededingers. Deze voorkeur verwekte afgunst en deed moedeloosheid in het leger ontstaan. Zoolang de stad, die men op hel punt was van in te nemen, een lokaas voor hunne eerzucht was, loonden de aanvoerders zich vol moed en ijver; maar zoodra bun alle hoop benomen was, bleven eenigen werkeloos, beschouwden anderen den roem der christencn niet meer als hunne eigene zaak en poogden ecne onderneming le doen mislukken, waarvan zij niet het geringste voordeel zonden kunnen plukken.

Do aanvoerders der belegerden maakten gebruik van deze gesteldheid der geinoedereu om met de kruisvaarders onderhandelingen aan te knoopen. limine bedreigingen, beloften en geschenken mocht het gelukken dc weinige in de christenen nog overgebleven geestdrift uit te dooven. Zij wendden zich voornamelijk tot de baronnen van Syrië en waarschuwden hen de krijgers van hel Westen niet le vertrouwen, die, naar zij zeiden, alleen naar hel Oosten gekomen waren met bet doel om zich van de christen sleden van Syiië meester te maken. Zij dreigden hen Damascus aan den sultan van iMossul of wel aan den nieuwen gebieder van hot Oosten, Noureddin, te zullen overgeven, wien niets kon weerstaan en die zich weldra van liet koninkrijk Jerusalem zou meester maken. Hetzij de baronnen van Syrië aan die inblazingen geloot sloegen, hetzij zij iu hun binnenste bevreesd waren voor de aanslagen der rranken, die Inm te hulp waren gekomen, zij waren er slechts op bedacht den voortgang van een beleg te vertragen, dat zij zelve zoo vurig gewenschl hadden. Misbruik makende van het vertrouwen der kruisvaarders stelden zij een maatregel voor, die maar al le ondoordacht goedgekeurd werd en den laalsten slajj toebracht aan al de verwachlingcn, welke men op dezen krnisloclil gebouwd had.

In een vergadering raadden de baronnen van Syrië aan, een wijziging te brengen in de belegering der stad; de nabijheid der tuinen en der rivier, zeiden zij, was een beletsel voor de gunstige opstelling der oorlogswerktuigen. In de stellingen, die liet christen leger innam, kon bet lichi overrompeld worden en liep het gevaar dat hel door den vijand ingesloten werd zonder zich te kunnen verdedigen: bel scheen zekerder en gemakkelijker de stad ten zuiden en ten oosten te bestormen.

De meeste aanvoerders bezaten meer moed dan krijgsbeleid : het vertrouwen, dat de overwinning hun inboezemde, deed bnn alles mogelijk achten; daarbij hadden zij geen reden de christenen van het Oosten te wantrouwen, die hnmie broeders waren en voor wie zij de wapens opgeval hadden. De vrees van het beleg te zien rekken deed bet voorstel der baronniieii van Syrië aannemen. Na zijn punt van aanval veranderd te hebben zag het christen leger, in plaats van een gemakkelijken toegang tot de stad, niets voor zich dan onneembare wallen en sterke torens; daarbij bood hel terrein, welke hel ingenomen bad. boe-genaamd geen Imlpmiddclen aan : het was een naakte, dorre vlakte zonder water. Nauwelijks hadden dc ebrislenen hunne nieuwe legerplaats opgeslagen, of de stad Damascus nam in bare muren ecu legerkorps van twintig dni/.end Kiirden en Tnrconianiieii op, die ter barer verdediging toegesneld waren. De belegerden, wier moed door dc komst dier hnlplroepen weder verlevendigd werd, deklen zich, zegt eeu Arabisch geschiedschrijver, met het schild der overwinning en deden verscheidene uitvallen waarin zij dc overhand op de christenen behielden. De kruisvaarders bestorinden de stad herbaalde malen, doch werden telkens algeslagen. Op een dorren bodem gekampeerd, leden zij aan alles gebrek: de omliggende volden waren door do ongeloovigen verwoest, en hel koren, dat door ben gespaard werd, hadden zij verborgen in omleraardsche holen, die men niet ontdekken kon. Het chrislen leger zou welhaast ter prooi zijn aan al de verschrikkingen van den hongersnood. Nu ontbrandde weder het vuur der tweedracht onderdo belegeraars; men sprak van niets anders iu het kamp der christenen dan van trouweloosheid en verraad; de christenen van Syrië en de christenen van Europa vereenigden niet langer hiinnê krachten in de aanvallen op de stad. Weldra vernam men dat de sullans van Mossul en Aleppo in aantocht waren met een talrijk leger: men wanhoopte aan do inneming van l amascus en bel beleg werd opgeheven. Zoo gaven dc christenen, zonder hun volharding cn bun moed beproefd tc hebben, reeds na weinige dagen ecne onderneming op, waarvan de toebereidselen Kuropa cn Azië vervuld hadden.

Een der opmerkelijkste bijzonderheden van dit beleg is. dat Ayoub, bel boold van de dynastie der Ayonhieten, destijils de troepen van Damascus aanvoerde, en zijn zoon, den jeugdigen Sa lad ij n, bij zich had, die eenmaal zulke noodlottige slagen aan de christenen zou loebrengen. De'oudste zoon van Ayoub bij een uitval gesneuveld zijnde, riclitlende inwoners van Damascus een marmeren graftombe voor hom op, die men nog vele eeuwen later onder de wallen der stad zag.

lien oude mnzelmanschc priester, die meer dan veertig jaren in een spelonk van do nabuurschap had doorgebracht, zag zich


-ocr page 182-

lOi

verpliciiL zijn \riiilij 1' lc vorhitcu ca een toevlucht te zoeken binnen do mni'cn, die door de cliristonen belegerd werden. Hij betreurde zijne door bot oorlogsgedrnis gestoorde ïd'zondoring en hranddo van vei Inngen om don palm van hot marlolaarsrliap te plnkken. Ondanks do vortoogon zijner discipolon ging hij de kruisvaarders ongewapend to goaioot, vond op hot slagveld don dood, dien hij zocht en werd door de bevolking van Damascus als oen heilige vereerd.

Indien men do Arabische goschiodscbrijvers goloovon mag, wondden de geestelijken allo mogelijke middelen aan om de gooatdril't der soldaten van het kruis aan te wakkeren. Tijdons oon in do nabijbeiri dor stad geleverd gevochl zag men Inssohen do beide legers oen priester mot sneeuwwitte baren verschijnen, op oen muildier gezeten en een kruis in de hand houdende; hij vuurde de olirislonon aan onbevreesd op den vijand in lo dringen, en bolooi'de hun, in den naam van .lesns Christus, de verovering van Damascus. Do muzelmannen riohtlon al hunne pijlen op hem; do kruisvaarders verdrongen zich om hom lo verdedigen. Het gevecht was hevig on moorddadig; eindelijk zonk do priester ontzield op lioopen doodou neder en ruimden de cliristonen hot slagveld.

Hol moorondool dor Arahisoho on halijnsoho goschiodscbrijvers verbalen de belegering van Dmnasous mot vorsehillendo omstandigheden; niettemin stommon allen daarin overeen, dat de al'looht hot werk van het verraad was. Kon kronijksolirijver, die een ooggetuige was, voizokort dat do hovolholibors van Damascus in hot geheim lioodsohap[iors aan do -yi isoho baron-non zonden, die hun grooto rijkdoimnon holooldon indien zij don kiming van frankrijk slechls konden bewegen hot terrein lo verlaten waarop hot leger gekampeerd was. « Die baronnon, waarvan do gescliiedonis don naam niet hooit willen opteekonen, om aan de nakomelingen do schande van zulk een hormnoring te hosparen,quot; zegt do kronijksolirijver, «gaven bodewijk don raad zijne legerplaats naar do togonóvergostolde zijde van Damascus over lo brengen. O smart! mon volgde hun raad!quot; Volgens een Ooslorsch gescbiodse,hrijvor ontving de koning van .loriisalom aanzienlijki! geldsammon van de inwoners van Daniasons; maar hij woni door bon hodrogen , daar zij hom loodon goldslukkon gaven mot oon dim blaadje goud overdekt.

Kenige Datijnsc.ho, kroinjksclirijvers lioschuldigon in deze aan-gelogoiihoid de scliraapzuclil dor Tempeliers; amlia^m verdoiikoii Kaymond, vorst van Antioohië, die van hogeorle hranddo om zicii op den koning van frankrijk to wreken. Wilholmns van Tyr, die don al'looiil dor kruisvaarders diop hotroiirt, vermeldt mol onparlijdigbeid do vorsohillondc oordeelvellingen, die over (l:e f.chenrlonis nilgohraoht zijn: oenigon schroven haar loe aan den geest van algansl en naijver, die de hoorden van hot chrislon leger bezielde, anderen vermeenden, dat velen der vorsten en haronnen zich hohben lalen omkoopen en dat God, om ben te slrallen, hot geld, dal zij tol loon voor bel verraad van de zaak der christenen bekomen haddon, in oen onedel molaal veranderde. \a de versrhillonde beweringen der ijdgenooten op die wijze modegodoold te bobbon, erkent do waardige ges(!hiedschrijvor van liet koninkrijk .lernsalem, dat hij do w.iarheid ev(!iiwel niet horll kunnen onidekken e.n eindigt zijn relaas \an die gelKMirlonis mot di' ^oreebtigheid (lods over dó onbekende bedrijvers van zulk een groole misdaad al' te smoekon. Ik meen hier oeno bemerking niet te moeten achterwege laten en die ook op vele gebenrteiiissrn van deze geschiedenis van toepassing is, namelijk dat de kronijken. in rampvolle omslandigboden, altijd do uitdrukking en de weerklank zijn der goviielens van de menigte: do monigie nu is altijd geneigd om 'te goloovon, dat men verraden is, als men overwonnen wordt. Zoor waarschijnlijk haddon do boorden van den kruistocht geheel andere redenen om het beleg op te breken, dan die welke de kronijken hun toeschrijven; want als het waar is, dat do christen vorston het oor loonden aan do raadgevingen, waarvan zij de trouweloosheid zoo gemakkelijk koudon doorzien en zij, tengevolge van die raadgevingen, tot het nomen van zulk een wanhopig besluit overgingen, dan zou men zich nog minder moeien verwonderen over bot verraad, waarvan zij do speelbal en de slaehtoHers waren, dan wel over hunne lichtgeloovige eenvoudigheid.

Na zulk een ongimstigen afloop van een onderneming, waarop men zoovele verwachtingen gohonwd had, mocht men terecht aan hot wolslagen van dezen oorlog wanhopen : men stelde in do raadsvergadering der aanvoerders voor Ascalon te gaan be-logeren; maar de gemoederen waren verbitterd, de moed was ui'tgedool'd en het voorstel word verworpen. De keizer van Dn'itschland was er nog alleen op bedacht om naar Knropa ierug Ie koeren, waar do paus, om hem over zijne wederwaardigheden te Iroosten, hem don titel schonk van verdediijci der Itoomsche Kerk. De koning van frankrijk vertooTdo nog bijna een jaar in Palestina; maar betoonde er slechts do godvruchtigheid van een pelgrim. Sinds dat tijdstip, zegt Wilhelmus van Tyr, gingen de christen Staten in Azië een snellen ondergang te gemoet. De muzelmannen loerden tie vorsten van bot Westen niet meer te duchten, en zij, die zich zoll's te voren ternauwernood logen de franken dnri'den verdedigen, aarzelden niet moor hnn den oorlog te verklaren. In Knropa teruggekeerd, hingen do kruisvaarders een overdreven loonoel op van do trouweloosheid dor Grieken, de strijdkrachten der muzelmannen en bet verraad der christenen van Syrië, en hunne redeneoringon vorweklen moedeloosheid ol' onverscliilligheid in al de landen waar de christen koloniën van het Oosten tot dan toe verdedigers hadden gevonden.

Een groot aantal schrijvers, die tijdgonooten waren van den eersten kruistocht, hebben dien boschroveu. Do tweede heelt slechts drie geschied schrijvers gehad, en oeno opmerkelijke Ijijzonderheid is hierbij nog, dat zij alle drie, als hadden zij gevreesd de rampen der christen soldaten aan de wereld te openharen, hnn verhaal te midden der gobonrteinssen afbreken, en ternauwernood bot einde vormeidon oener expeditie, waarvan zij do toebereidselen breedvoerig beschreven hebben. Hun stilzwijgen kan ten minste dienon lot waardoering van do mooning, die men destijds omtrent don kruistocht voedde.

liozo oorlog leverde niets roemrijks op wat oenigormato de wederwaardigheden der chrisleiion kon vergoeden. Do aanvoerders begingen dozoU'do misslagen als Godlried en zijne wapenmakkers: evenals degonon, die bon voorgegaan waren, verzuimden zij oeno kolome te vestigen in Klein-Azië en zich moester te maken van de steden, die don tocht der pelgrims naar Syrië konden beveiligen. Mon bewondert het geduld, waarmede zij do holcodigingen en de trouweloosheden der Grieken verdroegen; maar quot;deze gematigd beid, die meer godsdienstig dan staalkundig was, voerde hen Ion vordorvo. Men moot hier bijvoegen, dat zij de Turken te gering schatten en zich niet genoog bozig hielden met de middelen om bon te bestrijden. Kvenals in don eersten heiligen oorlog voordon de christenen een groot aantal vrouwen, kinderen en grijsaards in Imn gevolg mode, die niets lot do overwinning konden bijdragen en bijna allijd do verwarring en de radeloosheid na eene nederlaag veiinoorderden. Onder zulk oeno menigte was geen handhaving van tucht denkbaar; de bevelhebbers doden overigens niet de geringste poging om de losbandigheid te beteugelen.

Godfried van Itancon, die door zijne onvoorzichtigheid de grootste holfl van bot fransehe logor dood omkomen en don koning van frankrijk aan een groot levensgevaar blootstelde, nnlving geen andere straf dan zijn berouw en meende zijn misslag genoegzaam geboot te beidion door mot zijn wapenmakkers op liet graf van .lesns Ghrislus neder Ie knielen. Ken der voornaamste redenen, dat de krijgstucht niet in het leger der kruisvaarders kon gehandhaafd worden, was dat ecu groot aanlal vrouwen do wapens aangegord en zich onder de geledoron der soldalon gemengd hadden.

Ken andere roden van do verbastering der zeden lag in de verregaande lichtvaardigheid, waarmede men de verdorvenste lieden en zelfs hoosdoeners onderdo kruisvaarders opnam. De heilige liernardus, die don kruistocht als don weg ton hemel liosohonwdo, noodigdo er do grootste zondaren toe uit en ver-liengde zich hen op die wijze tot hot pad dor deugd terug lo voeren, liet concilie van Heims, waarvan de abt van Glair-vaux het orakel was, bepaalde dat de brandstichters God oenquot; jaar lang to Jerusalem of in Spanje in het kruisleger zouden dienon. De vurige prediker van den heiligen oorlog bedacht niet, dat de groolsto zondaren, onder de vanen van liet kruis geschaard, aan nieuwe bekoringen bloolgosteld gingen worden, en bet hun gedurende oeno lange reis gemakkelijker zou vallen bimne metgezellen te bedorven dan van gedrag te verandoren. De losbandigheid werd ongelukkigerwijze door do aanvoerders geduld, daar zij don Hemel altijd vol toegevendheid voor de kruisvaarders waanden en zich niet gestrenger wilden toonen dan God.

Nochtans bood bot chrislon leger, naast het ergerlijkste zedenbederf, de schoonste voorheoldon van een strenge godsvrucht aan. Te midden dor gevaren van don oorlog en de vermoeienissen van een langdnrigen pelgrimstocht, volbracht do koning van frank rij k nauwgezet tot do eenvoudigste oefeningen van don godsdienst. Men beeft in dit verbaal moor dan eens kunnen zien, dat Lodewijk VII oon treilende geliechthoid liotoondo voor hot mot hem uit frankrijk gekomen volk. Het meerendoel der aanvoerders namen hem tot voorbeeld. Men hield in hot kamp moor processiën dan militaire oefeningen en de soldalen stelden minder vertrouwen in hunne wapenen dan in hunne geboden. Over hel algemeen gebrnikte men niet genoeg de middelen dor menschelijke voorzicblighekl, en men verliet zich wat te veel op de Voorzienigheid, die degonon niet beschermt, welke van de wegen dor rede en der wijsheid afwijken.

Do eerste kruistocht bad twee kenmorkendo eigenschappen: de godsvrucht en de heldhaftigheid. De tweede had bijna lot eenige beweegreden eene godsvrucht welke meer van de vroom-


-ocr page 183-

GESCHIKDENIS DM

li KHUISTOCHTKN.

heid der kloosters, dan van de geestdrift had. In dezen oorlog erkent men gemakkelijk den invloed der monniken, die hem gepredikt hadden en zich destijds in alle zaken mengden. De koning van Frankrijk toonde in zijne rampen slechts de gelatenheid van een martelaar, en op liet slagveld slechts den moed en het vnur van een gewoon soldaal. De keizer van Unitsch-land legde geen meerdere hekwaamhcid aan den dag; hij verloor alles door een dwaze opgeblazenheid en omdat hij zich verheeld had dat hij de Turken kon overwinnen zonder den bijstand der Franschen. Beiden hadden bekrompen inzichten en misten die geestkracht, welke groote daden voortbrengt. In de door hen aangevoerde expeditie schilterde niemand hoven hen uit en richtte zich alles naar hun karakter. Odon van Demi wijt de rampen der Dnitschers aan hunne onmatigheid; cl» ii semper. Koenraad stelde te veel verlrouwen in de belollen van Manuel, die de Turken in het geheim liet verwittigen en aan de Latijnen gidsen verstrekte, die in last hadden hen te bedriegen. Koenraad was een middelmatig vorst en vertoont zich in zijn waar karakter in een hriel', dien hij aan den aht van Corvcy schreel: «Ik heh in het heilige land verricht wat God gewild heelt en wat de vorsten van het land mij veroorloold hehhen te doen.quot; Deze tweede kruistocht ontwikkelde geen heldhaltige hartstochten en ridderlijke hoedanigheden; de legers bewonderden geen groote veldheeren, en het tijdvak dat wij beschreven hebben aanschouwde slechts twee mannen van genie: dengene, die het Westen door zijne welsprekendheid lot den heiligen oorlog opgewekt had en den verstandigen minister van Lode-wijk Vil, die voor Frankrijk de rampen van den kruistocht moest herstellen.

11147.] Niet al de strijdkrachten van Europa werden tegen Azië gericht. Verscheidene predikers hadden met goedkeuring van den Heiligen Stoel de bewoners van Saksen en Denemarken opgewekt om de wapens op te nemen tegen eenige volken van de kusten der Oostzee, die nog in de duisternissen van het heidendom verkeerden. Deze expeditie werd aangevoerd door Hendrik van Saksen, verscheidene andere vorsten, een groot aantal bisschoppen en aartshisschoppen. Een leger, bestaande uil hondeidvijl'tig duizend kruisvaarders, viel de barbaarsehe en wilde natie der Slaven aan, die de klisten der zee en hel land der christenen afliepen en hrandschallm. De krijgers droegen op hunne borst een rood kruis, waarboven een ronde liguur, een zinnebeeld der aarde, welke aan de wellen van Jesus Cln islus onderworpen moest zijn. De predikers van het Evangelie vergezelden hen op hun tocht en spoorden hen aan de grenzen van liet christelijke Europa door hunne krijgsverrichtingen te verwijden. De kruisvaarders gaven een aantal argodentempels aan de vlammen prijs en verwoestten de slad Mahalon, waaide priesters van het heidendom gewoon waren te vergaderen. In dien heiligen oorlog behandelden de Saksers een heidensch volk gelijk Karei de Groote hunne vaderen behandeld had; maar zij konden de Slaven niet onderwerpen.

Na een worstelstrijd van drie jaren werden de kruisvaarders van Saksen en Denemarken het moede een vijand te vervolgen, die door de zee en voornamelijk door zijn vertwijlëling verdedigd werd. Zij deden vredesvoorstellen; de Slaven beloofden, van hun kant, zich. tot hel christendom te zullen hekeeren en de steden en landen te eerbiedigen, die door de christenen bowoond werden; maar zij gaven die beloften slechts opdat de christenen de wapens zouden nederleggen. Zoodra de vrede hersteld was, keerden zij tot hunne afgoden terug en hervatten hunne looverijen.

Andere kruisvaarders, op wie de christenheid de oogen niet gevestigd hield, voerden een gelukkiger krijg op de oevers van den Taag. Sinds vele eeuwen was Spanje door do Sarracenen overweldigd; twee naijverige volken betwistten er elkander de heerschappij en streden om het hezit van dat land in den naam van .lesus Ghristus en in dien van Mahomed. De Mooren, inenigwerf door den Cid en zijne strijdmakkers overwonnen, waren voorgoed uil verscheidene provinciën verdreven en toen de tweede kruistocht naar hel Oosten vertrok, belegerden de Spanjaarden de stad Lissabon. Hel christen leger, dat weinig talrijk was, wachtte op versterkingen, toen hel in de monding van den Taag eene vloot verschijnen zag, die een korps Fransche kruisvaarders naar liet Oosten overbracht. Alphonsus, een prins uit het huis der hertogen van Bourgondië en kleinzoon van koning Itobert, bestuurde het beleg. Hij begaf zich tol de krijgers, die de Hemel ter zijner hulp scheen gezonden te hebben, en beloofde hun de verovering van een bloeiend koninkrijk. Hij spoorde hen aan, diezelfde muzelmamien te komen beslrijden, die zij na eene zeereis vol gevaren in Azië gingen opzoeken. «De God, die hen zond, moest hunne wapenen zegenen; groote rijkdommen zouden het roemrijke loon zijn van hunne dapperheid.quot; Meer was er niet noodig om die lieden over te halen, die de gelolle afgelegd hadden om de ongeloovigen le gaan bestrijden en krijgshaftige avonturen zochten. Zij verhelen hunne schepen eh vereenigden zich met de belegeraars. De Mooren boden een krachtigen tegenstand; maar na verloop van vier maanden werd Lissabon stormenderhand genomen en de bezetting over de kling gejaagd. Men belegerde daarna verscheidene andere sleden, die eveneens aan de Sarracenen ontnomen werden. Portugal bleef aan Alphonsus onderworpen, die nu den titel van koning aannam. In de hedvvehning dier veroveringen vergaten de kruisvaarders hel Oosten en slichlten zij, zonder vele gevaren le trolseeren, een koninkrijk, dat luisterrijker was en langer duurde dan dat van Jerusalem.

Men zal zich herinneren, dat de muzelmannen der kusten vaii Afrika, vóór dien kruistocht, een inval in Sicilië gedaan en er zich van Syracuse meester gemaakt hadden. Zij zagen zich weldra genoodzaakt hunne verovering prijs te geven; na hen op de vlucht gedreven te hehhen, rustte llogïer een vloot uil en vervolgde hen tot in hun eigen land. De christenen overrompelden de slad Tripoli in Afrika en keerden met buit beladen in hunne haardsleden lerug. Ter zelfder tijd dal de Duilsche en Fransche kruisvaarders in Syrië aankwamen, ondernam Itogier een nieuwen oorlog legen de Afrikanen, en ierwijl Lodevvijk VII en Koenraad Damascus belegerden, maakten de krijgers van Sicilië zich van Mahadyah meester, waarvan een vreeselijke hongersnood hun de poorten had doen openen. Die strooplochlen op de kusten van Afrika hernieuwden zich dikwerf gedurende de kruistochten; hoewel zij nimmer gewichtige uitkomsten gehad hebben, kunnen zij ons ten minste de hevveegredenen van den laatslen kruistocht van den heiligen Lodewijk verklaren.

Uit die ondernemingen, gelijktijdig legen de volken van het Noorden, het Oosten en het Zuiden gericht, kan men ontwaren, dat de geest der heilige oorlogen een nieuw karakter begon aan te nemen. Men streed niet meer uitsluitend om het hezit van een graf, maar men nam de wapens op om den godsdienst te verdedigen, overal waar hij aangevallen werd, om hem le doen zegevieren hij al de volken, die zijne voorschriften, zijne weldaden terugwezen, en bijna altijd mengden zich handelsinzichten of veroveringsplannen bij hel ontwerpen van die godvruchtige ondernemingen. De verscheidenheid der belangen, welke de kruisvaarders hel zwaard deden aangorden, verdeelde hunne krachten, verzwakte hunne geestdrift en moest aan het welslagen van den oorlog schaden.

Middelerwijl wendde Frankrijk, verontrust door de kom-ploltcn van eenige eerzuchtige leenheeren, zijne blikken niet anders naar Palestina dan om verlangend uit te zien naar den terugkeer van een monarch, wiens tegenwoordigheid zijn onheilen moest herstellen. Sinds lang riep Suger, die den last van het koninklijk gezag niet meer kon torsen, zijn meesier terug door hrieven, welke in betuigingen van liefde en gehechtheid overvloeiden. Hun wederzien, dat een treilend schouwspel voor do Franschen opleverde, verontrustte hel hof, dal in de horst des konings het zaad des argwaans omtrent de getrouwheid van den minister trachtte tc strooien. De in hol rijk gehandhaaldo rust, de door een krachtig en voorzichtig bestuur bedwongen partijschappen, de zegeningen des volks en der Kerk waren liet antwoord van Suger. De koning prees zijn ijver en schonk hern den titel van Vader des vaderlands. De abt Suger bezat loen een groot voordeel: hij was de eenige in Europa, die zich tegen den kruislochl verzet had. Van alle kanten prees men zijn helderen blik in de toekomst en laakte men den heiligen Bernardus. De terugkomst van den koning had geen wijziging gebracht in de meening van hel volk, en de openbare droefheid, wel verre van met den tijd le slijten, werd steeds grooter en heviger. In het gansche koninkrijk was er geen gezin dal niet in rouw verkeerde; nooit had men zooveel weduwen en weezen gezien. De glorie van het martelaarschap, toegezegd aan degenen wier verlies men beweende, vermocht de tranen van Frankrijk niet te drogen.

Het is opmerkelijk hoe de kronijkschrijvers, ieder op zijne wijze, de mislukking van den kruistocht verklaren, of zich daarover troosten door er een nuttige en heilzame zijde aan le ontdekken. De vrome Godfried meent, dal de kruistoch' niet geslaagd is, dewijl men bij hel verlrek de schatten aan de kerken ontnomen en het voik zware belastingen opgelegd had. (Ulo van Freisingen houdt slaande, dat de kruistocht goed geweest is voor degenen, wie zij hel rijk Gods heeft doen binnengaan. Vele pelgrims hadden, stervende, verklaard dat zij liever den dood ingingen dan naar Europa terug te keeren om er wederom te zondigen. Volgens de uitdrukking van een tijdgenoot, gingen de zielen der kruisvaarders hij hel scheiden uil dit leven de scharen der engelen vergrooten. Maar die uitleggingen bevredigden niet alle gemoederen.

Men beschuldigde den abt van Glairvaux de christenen naar hel Oosten gezonden le hehhen om daar te sterven als had het in Europa aan begraafplaatsen ontbroken. De aanhangers van den heiligen Bernardus, die zijne zending door mirakelen bevestigd hadden gezien, wisten hierop niet le antwoorden en bewaarden een dof stilzwijgen. «In de laatste lijden had God noch zijn volk, noch zijn naam gespaard,quot; zeiden zij onder elkander; «de kinderen der Kerk waren in de woestijn aan

14*


-ocr page 184-

GESCHIEDENIS DEI

II KFUIISTOCHTKN.

tien dood prijsgegovcn, ol'dooi' hel zwaard wegp,emnai(l, oCdoor don lion^cr wcgKoranpt geworden; do voracliling des Hoeren liad zich zelfs over do vorston uitgeslrokl on allerlei beproevingen waren hun dool geweosl.- Zoovole rampen goloden in oen heiligen oorlog, oen oorlog ondernomen in den naam van God, verbijslorden de rode der chrislonon, die hol, nicosi, den krnislochl toegcjiiichl hadden, en do heilige nornardus zeil' verwonderde er zich over, dal God do worold had willen oor-doelen voor den lijd on zonder zijne barmliarliglieid io gedenken. «Wolk eene schande voor ons,quot; schrool' iiij in een aan den paus gericht verweerschrifl, «voor ons die overal den vrede en hol goluk zijn gaan verkondigen! Hebben wij dan onhezonnon gehandeld? zijn onze rondreizen uil louler inljoclding goschietl? hohbon wij niet. de bevelen van hol oppoihoold der Kerk en die van God gevolgd? waarom hoel'l God goen acht geslagen op onze verstervingen? waarom schijnl Hij niet, mot onze vornodo-ringon bokend te zijn? mei wolk een geduld boort Hij thans bol, lioiligsoboiinendo gejubel en do godlasterondo kroten aan dor Arabische volken, die Hom boscbuldigeii do zijnen in do woestijn geleid le bobben om ben daar te doen omkomen? Ken ieder wool,quot; voegde bij er bij, «dal de oordoelen Gods rechtvaardig zijn; maar dit is zulk een diepe afgrond, dot men dongeno, die er zich niet aan ergert, gelukkig mag noemen.quot; Do heilige Horuardus was er z.oo stellig van overtuigd, dat de ongelukkige atloop van den kruistocht voor de boozen con aanleiding zou zijn om don Ahnachligo te honen, dal bij or zich over verheugde bot, voorwerp der vorwenscbingon van de monsobon en daardoor als bel schild van don levenden God te wezen.

in zijn vorwoorscbrift, schroot' hij den ongunstigon uitslag van don heiligen oorlog toe aan do biulensporigbodon en de misdaden der christenen; bij vergeleek do kruisvaarders mol do Hebreeërs, aan wie Moses, m don naam dos Hemels, een land van overvloed en zegen had beloofd, on die allen op den tocht omkwamen, dewijl zij zich aan duizenden beloodigingen togen God haddon schuldig gemaakt. Men zou don heiligen iioniardus liebbon kunnen antwoorden, dal hol gemakkolijk le voorziou was, dat er builensporigbedon en misdaden zouden geploegd worden door eene teugellooze moniglo, waaronder men vordorven monsobon, vrouwen van oen slecht lovonsgcdrag on zell's dieven en roovers bad opgenomen. Overigens stOLindon do door den hoiligei; Bornardus aangevoerde redenen op do hogrippen van don tijd en bol kon niet missen of zij moesten eeiiigoii indrnk maken op do gemoederen. In de overUiiging waarin inon xcr-keerdo dat een oorlog tegen de muzclinamion Godo sloobls welgevallig kon wezen, meende do. godsvrucht der goloovigo.n, wanneer (lie; oorlog groot ' rampou na zieb sleepte, de Voorzienigheid te moeien recblvaardigen en hiorloe schoon niets eenvoudiger dan de kruisvaarders le bescbuldigen. Zoo hoel'l iedere eeuw heerschonde meeningon en begi ippon, naar welke do monschen zich gemakkelijk laten ovorliiigon; en wanneer deze begrippen verdrongen worden door andere, overtuigen do rodonoeringen, waarvan zij do kracht en den steun uitmaakten, niemand moor en dienen enkel om dc zwakheden van don menschelijken geest aan le toonen.

Betreurde men eebtor do togonwoordige rampen, de toekomst bereidde nog grootore voor, welke niemand voorzag. Indien bel waar is, dat de echtscheiding van Kleonoi a oen dor gevolgen van den kruistocht was, dan mag men die als oen dor grootste rampen boschouwon, welke voor Frankrijk nil die expeditie voortvloeiden. Door die echtscheiding verloor frankrijk destijds Aquitanië en later breidde zich de Engelscbo macht aan gene zijde der zoo zoodanig uit, dal do koninklijke nakemoliiigschap van Lodewijk VII bijkans gedwongen was een wijkplaats te zoeken op vreemden bodoni, terwijl de arstamnieliiigoii van Eleonora en Hendrik II zich in de .Nolre-Dame \an l'arijs tol koningen van Frankrijk doden kronen.

De pluimslrijkorij beproefde Lodewijk den Jonge te troosten over de wederwaardigheden, die bom in Azie got rollen hadden, en stelde hem op verschoideno medailles voor nis de overwinnaar van bel Oosten. Hij was uil Palestina vortrokkon mei bel plan om er terug le koeren en op zijn doorreis door Rome bad hij don paus beloofd dal bij zich aim hel hoofd van oen nieuwen tocbi zou stollen.

Nooit hadden de christen koloniën meer behoefte aan hulp gehad; sedert do Franscben Palestina verlaten hadden, boorde men iedoren dag van nieuwe onheilen, die do in Syrië gevestigde christenen getroffen hadden. Korten tijd na do belegering van Damascus verloor Raymond in eon tusscben Apamoa en Rngia geloverden veldslag bel loven, en zijn hoofd, dal aan den kalif van Bagdad gezonden werd, was oen bewijs van hel gowiebl dor door de muzelmannen bohaaldo overwinning. Verscheidene steden van bel vorstendom Antiocbië hadden hare poorten voor de soldaten van Noureddin geopend ; door het wapengeiuk lol aan de kusten van de zoo gevoerd, welke hij nooit gezien bad, had die heidenscho held zich in hare golven gebaad als om er bezit van le nemen, .loscolijn, die zijne hoofdstad Edessa verloren bad, viel zelf in de banden der ongoloovigen en stierf van gebrek en hartzeer in do korkerholen van Aleppo. Hol graafschap Edessa, door de Turken bedreigd, door de Grieken verlaten, verloor bel meerendool zijner inwoners; de goheele Latijnscho bevolking van dat gewest , evenals bol volk van Israël door een andoren Pharao vervolgd, nam midden door duizenden gevaren, de wijk naar het gebied van Antiucliie on dal van Jernsatém. De graaf van Tripoli stierf, gotroHbn door oen onbekende hand in bet, midden zijner hoofdstad, on al do steden van zijn graafschap werden hierdoor in rouw gedompeld. Te midden dor tallooze gevaren, die de christen koloniën bedreigden, betwistten do koningin Melisenda en baar zoon elkander do regeering over bet koninkrijk Jernsaleni. De oneenigheid werd zoo groot, dat Boudewijn den Toren van David belegerde, waarin zijne moeder mei hare aanhangers do wijk genomen had. Kortom, alle rampen scbonon zich le veroenigen om do chrislon macblon van Syrië te overstelpen, en de muzelniannen zeiden onder elkander, dat eindelijk liet oogonblik gekomen was om de heerschappij dor franken te vernietigen. Twee jeugdige prinsen uil bet stamhuis van Ortok durfden bel plan vormen Jerusalem te veroveren; oen leger, dat zij in Meso-potamië bijeengebracht hadden, kwam op den Olijibcrg zijne lonten opslaan', en de heilige stad had haar behoud alleen le danken aan de dapperheid van eonige ridders, die bet verschrikte volk moed inspraken en het aanspoorden met hen bel erldeel van Jesus Christus le verdedigen.

De koning van Jerusalem, de patriarch der heilige stad, die van Antiocbië, de hoofden dor militaire orden van Sint-Jan en den Tempel hielden niet op hunne smeekingen en jammerklachten lol de goloovigen van bol Westen le richten. Gelrolfon door zoovele wederwaardighoden, spoorde de paus de christen volken aan hunne broeders van hol Oosten hulp te gaan bieden. In Dnilschland, Fngeland en Frankrijk sprak men er reeds van om hel kruis en de wapens weder op le nemen; maar de vorsten, die de tegenspoeden van den laatslen kruistocht niet, vergeten hadden en het voorworp waren der hescliuidigingen en zelfs dor spolleriiijon vanjict/olk, durfden zich goen meerdere verwijtingen op don hals balen en nieuwe gevaren trolsooron. Do geestelijkheid en do adel, die de heilige oorlog veranml bad, vunrden do weder ontluikeiide geestdrift van bel volk niet door voorbeeld aan; Godfried, bisschop van Langros, had, uit het Oosten wedergekeerd, zijn bisschoppelijke waardigheid noder-gelogd en was in hel klooster van IJelvanx getreden, waar bij in do gestrengheden van de boolvaardiglioid een oorlog helronrdo voor welken hij zulk oen onberaden ijver aan den dag gelegd bad. Wat de horlevendo geosldrill der volken weder geheel dood vortlauwon, was dat do abt van Clairvaiix, wiens miraciileuze welsprekendheid hel Westen in vuur en vlam gezet bad, zijne stem niet moer dood booren: zijn stilzwijgen was als oen boiligo waarschuwing, of eerder als een ander mirakel, dat de christen wereld, gereed ton tweede male in beweging te komen, volkomen rustig deed worden.

Nu zag men iets gebeuren, dal bijna ongoloollijk schijnl: de abt Suger, die zich verzot bad togen de expeditie van Lodewijk Vil, nam het besluit Jernsaleni bij te staan, en spoorde in een te Gbartros gebonden vergadering, do vorsten, baronnen en bisschoppen aan, zich onder de vanen van den heiligen oorlog te scharen. Daar men zijne opwekkende redenen slechts met hot stilzwijgen van de droefheid en do verbazing beantwoordde, vormde hij hel plan geheel alleen oen onderneming te wagon, waarin twee monareben niet geslaagd waren. Op zovontig-jarigon leeftijd besloot Suger oen leger op de boon te brengen, bot op eigen kosten le onderhouden en hel zelf naar Palestina te voeren. Volgens het godvruchtig gebruik van die dagen ging hij le Tours hol. graf van den H. Marlinus bezoeken ton einde de bescherming dos Hemels le bekomen, en reeds hadden meer dan tien duizend pelgrims do wapens opgevat en maakten zich gereed hom naar Azië le volgen, loon do dood de uitvoering zijner plannen verijdelde.

In zijne laatste oogenblikken riep bij don bijstand en de gebeden in van den heiligen Bornardus, die zijn moed schraagde en hom vermaande zijne gedachten niet meer van het bomelsch Jerusalem af te wonden, waar zij elkander spoedig zouden wederzien. Ondanks de raadgevingen van zijn vriend betrourde de abt van Sint-Donis bot bij zijn sterven, dal bij de cliristonon van bet Oosten niet te hulp had kunnen komen. Do heilige Bornardus volgde Suger spoedig in het graf.

In hetzelfde jaar verloor Frankrijk twee mannen, die hot lol roem verstrekt bobben: de oen, door de hoedanigheden en talenten, die hot vaderland van nut waren, do andere, door zijne welsprekendheid en door zijne deugden dierbaar aan de goloovigen. In een tijd, waarin men slechts bedacht was op de verdediging van de voorreehlen dor Kerk, verdedigde Suger die van bet koningschap en hol volk; terwijl welsprekende redenaars den ijver aanwakkerden voor de hèilige oorlogen, die altijd mot éenigo rmnpen vergezeld gingen, bereidde de


-ocr page 185-

(il'iSClllEDENIS DEP. KRCISTOCIITkN.

107

bekwame minislcr van Lodewijk VII Frankrijk voor oin eenmaal tie heilzame vruchten van die groole gebeurtenissen te kunnen plukken. Men legde hem ten laste zich te veel door de werdd-sche zaken te hebben laten medesleepen; maar de staatkunde deed hem niet do voorschril'len van hel Evangelie vergeten. Naar het getuigenis zijner tijdgenoolen leefde hij aan het hol' als een verstandig hoveling en in zijn klooster als een vroom kloosterling. Indien er in de Kerk van Frankrijk eenige kostbare vaas i^, die het palcis van den Koning der koningen versiert, is bet ongelwijleld de eerbiedwaardige abt Suger, schreel' de heilige Bernardus aan paus Eugenius. Als abt van Sint-Denis bezat hij meer i'ijkdommeii dan een monnik voegt, daar hij zich voorstelde een leger te onderhouden; maar bij besteedde zijne schatten nooit anders dan voor den dienst van het vaderland en de Kerk, en nooit, was de Staat rijker geweest dan onder zijn beheer. Zijn ganscbe leven was een lange reeks van gedenkwaardige daden, die allen met geluk bekroond werden. U ij hervormde de monniken zijner orde zonder zich hun haat op den hals te halen; hij bevestigde het geluk van het volk, zonder ondank te ondervinden; hij diende de koningen en verwierf liunne vriendschap. De fortuin begunstigde hem in al zijne ondernemingen, en opdat hem niets ongelukkigs in zijn leven zou overkomen en men hem geen enkelen misslag ten laste zou kunnen leggen, stierf hij toen hij op hel punt was een leger naar Azië te voeren.

Suger en de heilige Bernardus, dooi1 de banden van den godsdienst en de vriendschap verbonden, hadden een verschillende lolsbesleinming: de eerste, die in een nederigen stand geboren was, liel zich door de gunsten der fortuin medevoeren en steeg lol de hoogste waardigheden; de tweede, die in een hoogeren stand geboren was, haastte zich dien vaarwel le zeggen en was niels dan door zijn genie. De heilige Bernardus bewees weinig diensten aan den Staat, maar verdedigde den godsdienst mei onverllauwden ijver, en daar men destijds de Kerk boven het vaderland stelde, was hij grooler in de schalling zijner tijdgenoolen dan de abt Suger. Zoolang de abt van Clairvaux leefde, hield Europa de oogen op hem gevestigd; hij was als een licht le midden der chrislenen geplaatst; al zijne woorden hadden hel heilige gezag van den godsdienst, dien bij predikte. Hij verslikte de ketterijen, bracht de bedriegers lol zwijgen en verdiende dooi' zijne werkzaamheden in zijne eeuw den titel van laatslc lierlivailcr, gelijk de groote Bossuet zich dien in de onze heeft waardig gemaakt.

Men zou den heiligen Bernardus kunnen verwijten dal hij le dikwijls zijne afzondering verliet en niel altijd, gelijk hij zeil erkent, de discipel der eiken en beuken geweest is. Aan geen enkele staatkundige gebeurtenis van zijn lijd bleef hij vreemd; hij mengde zich in al do zaken van den Heiligen Stoel. De christenen vroegen zich af, wie hel opperhoofd der Kerk was; de pausen, de vorsten morden soms tegen zijn gezag; maar men moet niet vergeten dat hij voortdurend de grooleu der aarde aan de rechtvaardigheid en de gematigdheid, de volkeren aan de gehoorzaamheid en den eerbied voor de wellen, de geestelijkheid aan de armoede en de gestrengheid der zeden, allen eindelijk aan de heilige voorsehriflen der menscliclijkheid ca der evangelische zeddeer herinnerde.


-ocr page 186-

ZEVENDE BOEK

HET KONINKRIJK JERUSALEM TOT AAN DE INNEMING VAN DE HEILIGE STAD.

Hul—1188.

(Politieke toestand van AziS; inneming van Ascalon; linwelijk van Boudewijn III; onlusten to Antiocliië; dood dos Uonings; zijn broeder volgt hom op; expeditie naar Egypte; omwenteling in dat gewest; huwelijk van Amanry; inneming van liilheïs; belegering van Damlette; Amaury belegert Hanias; hij keert naar Jerusalem terug om (laar to sterven; minderjarigheid van JSondewijn IV; Sibylla, zijne zuster, linwt den markies van Montlerrat, dien zij vijf maanden daarna verliest; Saladijn rukt Palestina binnen; tweede veldslag van A seal on; trouwolooze wapenstilstand; üondcwiju draagt hel regentschap op aan Lnsignan, daarna aan den graaf van Tripoli; hij sterft; kroning van Sibylla on van Lusignan, baron tweeden echtgenoot; Aphdal, do zoon van Saladijn dringt Galiloa binnen; Saladijn, meester van Tiberias; hij neemt Lusignan gevangen en maakt zich meester van Jerusalem. — Toebereidselen tot een nieuwen kruistocht.)

n^uaarmate zich hot groole tafereel fier kniistochLen voor onze Jyiloogcn onlroll, kan men bemerken, dal de heilige oorlogen bijna altijd dezelfde beweegredenen hebben en altijd dezelfde hartstochten de kruisvaarders bezielen. Wanneer men slechts een vluehtigen blik werpt op die lang vervlogen lijden, zon men aanvankelijk kunnen denken dat gebeurtenissen, die allen op elkander schijnen le gelijken, ten laatste, door de verwarring der voorstellingen en de eentonigheid van het schouwspel, de weetgierigheid moeten verzwakken ca de aandacht van den lezer vermoeien. Maar als men de historische tijdvakken, waarvan wij spreken, van naderbij beschouwt, als men dieper in de studie der menschelijke hartstochten en dingen doordringt, erlangt men de overtuiging, dat de gebeurtenisen elk ia hel bijzonder haar eigenaardige vormen hebben en hol mei do feilen der geschiedenis gelegen is als met de wezens van een zelfde soort in de natuur. Al die wezens gelijken elkander op hel eerste gezicht en niettemin bieden zij een oneindige verscheidenheid aan het oplellende oog van den opmerker aan. In den loop dei' geschiedenis, welke ons nog le beschrijven overig blijft, vermengen zich overal groole omwentelingen met het verhaal der heilige oorlogen en wachten ons een menigte treffende lessen en verrassende looneelen. Bij lederen schok zijn het andere volken, die zich op hot staalkundig looneel veitoónen, zijn hel andere wetten, die de lortuin of de overwinning aan de maatschappij opdringt. Hier is hel een rijk, dat zich uitbreidt en welks nieuwe macht eensklaps het aanschijn der wereld verandert, daar slorl een rijk ineen, en zijne bouwvallen getuigen van de vergankelijkheid der aardsche grootheid. Niet alleen volgen de omwentelingen elkander voortdurend op; maar in elk merkwaardig tijdstip zien wij mannen opdoemen, die door hunne hoedanigheden boven het gewone menschdom uitsteken, en van elkander verschillen door bun genie, hunne liartslochlen of hunne deugden. Die buitengewone menschen deelen evenals de liguren welke de voortbrengselen der groole schilders bezielen, hun karakter mede aan alles wat hen onigeelt, en den glans, dien zij door hunne daden of hunne gevoelens afwerpen, zal ons menigmaal van dienst wezen om de gebeurtenissen en t.il'creelen van deze geschiedenis een frisscher lint te geven en afwisselend te maken.

Degenen,quot;die de zeden en de geschiedboeken van het Oosten besludeerden, moeten opgemerkt hebben, dal de godsdienst van Mahomed, hoewel geheel oorlogzuchtig, niet aan zijne volgelingen i die hardnekkige dapperheid, die volharding in den tegenspoed, die grenzenlooze zelfopoH'ering ingaf, waarvan de kruisvaarders zooveel blijken gegeven hebben. De dweepzucht der muzelmannen had voorspoed noodig om haar kracht te behouden. Opgevoed in de denkbeelden van een blind falalismus, waren zij gewoon de zegepraal of de nederlaag te beschouwen als een uitspraak des Hemels; zegevierend, loonden zij zich vol vertrouwen en vuur; overwonnen, lieten zij den moed zinken en weken zonder zich te schamen voor een vijand, dien zij als een werktuig van het noodlot beschouwden. 'De zucht, om zich vermaard le maken vuurde hen zelden lot sloutmoedighoid aan, en zelfs wanneer zij de schilterendste blijken gaven van onverschrokkenheid, weerhield de vrees voor stralfon en folteringen hen veeleer op het slagveld dan de begeerte om zich le onderscheiden. Zij moesten een beheerschcr hebben dien zij vreesden, om hunne vijanden te durven trotseeren, en alleen ile dwingelandij vermocht hen dapper le maken.

Na de verovering der christenen werden de dynastieën der Sarracenen en der Turken verstrooid en nagenoeg verdelgd ; de Seldscluikken zelve waren lol in het binnenste van Perzie teruggedrongen, en de volken van Syrië kenden ternauwernood den naam dier vorsten wier voorvaderen over Azië geregeerd hadden. Alles, tot zelfs de dwingelandij, was in bel Oosten vernietigd. De eerzuchtige emirs maakten gebruik van de wanorde: de slaven verdeelden onder elkander de bezitlingen hunner meesters; de provinciën, de steden zells vormden even zoovele vorstendommen, wier onzeker en voorbijgaand bezit men elkander betwistle. De noodzakelijkheid om den door de christenen bedreigden muzehnanschen godsdienst te verdedigen, had den kalifs van Bagdad nog eenigen invloed doen behoiulen. Zij waren nog de hooiden van hel islamismns, hunne goedkeuring scheen noodig voor de bevestiging van hel gezag der overweldigers en samenzweerders; maar hunne macht, een gewijd schaduwbeeld, bestond slechts in gebeden of ijdele ceremonion en boezemde geen vrees in. In Ininne vernedering schenen zij slechts bedacht op het welligen der vruchten van hel verraad en het geweld, en schonken voorldurend sleden en ambten weg, die zij niel konden weigeren. Allen, die door de overwinning of de trouweloosheid begunstigd werden, kwamen zich voor de stedehouders van den profeet Ier aarde werpen; wolken emirs, viziers en sultans schenen, om ons van een Oosterschc uildrukking te bedienen, nil hel stof Imniier voelen le voorschijn le komen.

1);'. christenen kenden Azië, dat zij konden veroveren, niet genoegzaam, en zelden eensgezind onder elkander, deden zij nimmer liun voordeel met de verdeeldheid hunner vijanden. Men behoeft slechts den geest van wanorde en onbezonnenheid waargenomen le hebben, die bij de kruistochten voorzat, om


-ocr page 187-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

109

eveneens den geest te begrijpen van die christelijke republiek, welke de beilige oorlogen in Syrië gevestigd hadden en waarvan zij de ziel en de steun waren. De Franken zetten met genoegzame volharding de verovering der aan de zee gelegen steden en gewesten voort, eene verovering, waarbij Europa belang bad en die hunne menigvuldige betrekkingen mei liet Westen verzekerde, maar zij hechtten ie weinig gewicht aan hot bezit der steden en gewesten van het binnenste des lands, wier bevolkingen voortdurend gemeenschap onderhielden met bet noorden van Azië en eiken dag versterkingen en aanmoediging ontvingen uit Mossul en Ragdad en uit alle muzelmansche Lnden van het Oosten. Al die volken, welke, gelijk wij gezien hebben, zoolang door de oneenigheid hunner gebieders verzwakt werden, waren door een gemeenscbappelijken haat vervuld togen de christenen, en deze haal, die bij hen de plaats van vaderlandsliefde innam, dreigde voorldureiid eene toenadering tusschen hen te zullen bewerken. Steeds in de weer om hunne vestigingen aan de kusten te beveiligen, wendden de Franken geen enkel middel aan om van een anderen kant te verhinderen dat hunne vijanden elkander de hand reikten en een enkele geduchte macht, plotseling uit hel midden der puinhoopen verrijzende, hun de vrucht hunner overwinningen kon komen betwisten. De verstandigsten ol' de minst onbezorgden zagen toen niet in dal die geheele bevolking van Syrië, die wel ontmoedigd maar niet verdelgd, wel verstrooid maar niet overwonnen was, slechts op een bekwaam en gelukkig, le gelijk door godsdienstige dweepzucht en de heerschzucht der veroveraars gedreven veldheer wachtte om hare krachten te vereenigen en de cbristenen zoo mogelijk le verdrijven.

Noureddin, de zoon van Zenghi, die zich vóór den tweeden kruistochl van de slad Edessa meester maakte, had de veroveringen zijns vaders geërfd en ze door zijn dapperheid vermeerderd. Hij werd opgevoed door krijgers, die gezworen hadden bun bloed voor de zaak des proiëels le storten; toen hij den troon beklommen bad, herinnerde hij aan de gestrenge eenvoudigheid der eerste knlifs. «Noureddin,quot; zegt een Arabisch dichter, «vereenigde den edelaardigslen heldenmoed mei do diepste nederigheid. Wanneer hij in den tempel had, meenden zijne onderdanen een heiligdom In een ander heiligdom te zien. Hij moedigde de wetenschappen aan, beoefende de iraaie lelteren en legde er zich op loc de gcrecblighcid in zijne Staten te doen bloeien. Zijne volken bewonderden zijne gemaligdheid en goedertierenheid: de cbrislenen zelve prezen zijn moed en zijne beldhaltigheid. Evenals zijn vader Zenghi wérd hij de afgod zijner soldaten door zijne vrijgevigheid en vooral door zijn ijver iii hel bestrijden der vijanden van liet islamismus. Te midden der legerbenden, die hij zelf gevormd bad en die hem vereerden als den wreker van den profeet, belengelde hij do eerzncht der emirs en verspreidde schrik onder zijne mededingers; eik zijner veroveringen in Mahomeds naam behaald, vergrootte zijne ver-inaardlieid zoowel als zijne macht; van alle kanten kwamen tie volken, medegesleepl door den ijver voor den godsdienst en de looverkrachl der overwinuiiig, zich aan zijn gezag onderwerpen ; ten laatste sidderde hel Oosten voor hem, en het despotismus, zich le midden der muzelmansche natiën weder verbelleiiiie met bel vertrouwen en de vrees, die bel afwisselend aan zijne slaven inboezemt, werd weder het deel der volgelingen van hel islaniismus, die bel schenen te beschouwen als een middel van heil en redding. Van toen af waren alle pogingen der volken van Syrië op een zelfde doel gericht: de zegepraal van den Koran'cn de vernietiging der christen koloniën.

Rondewijn III, die de vorderingen van Noureddin poogde te stuiten, onderscheidde zich in verschillende gevechten door zijne dapperheid. Men zal zich herinneren, dal de Latijnen dikwijls hunne wapens riciitlen tegen Ascalon, het krachtigste bolwerk van Egypte aan de zijde van Syrië. Door zijne ridders gevolgd, had Roudewijn zich naar die plaats begeven met hel plan om baar grondgebied te verwoesten. De nadering der cbrislenen verbreidde groole ontsteltenis onder de inwoners, hetgeen den koning van Jerusalem deed besluiten bel beleg voor de slad te slaan. Hij zond terstond boodschappers naar alle christen sleden, om zijne door God zelvcn ingegeven onder-neming bekend te maken en de krijgers uil te uoodigen zich naar het leger le spoeden. Weldra zag men de baronnen en de ridders loesiicllen; de prelaten en de bisschoppen van Jud^-a kwamen eveneens aan liet beleg deelnemen; de patriarch van Jerusalem was aan hun hoofd en bracht het ware kruis van Jesus (lliristns mede.

De slad Ascalon lag cirkelsgewijze aan de kust der zee en bood aan de landzijde slechts onneembare torens en muren aan; al de inwoners waren in den wapenhandel geoefend, en Egypte, dal zulk een groot belang bij hel behoud der plaats had, zond er, viermaal in het jaar, levensmiddelen, wapens en soldaten been. Terwijl hel ehrislen leger de wallen der stad beukte, sneed een vloot van vijftien schepen, onder bevel van Gerard van Sidon, alle toevoer aan dc zeezijde al. Er heerschte overvloed in bet kamp der christenen; dc krijgstucht werd er slreng gehandhaafd; men waakte dag en nacht. Niet minder groot was de waakzaamheid onder de belegerden; de aanvoerders waren gestadig op de wallen, hunne soldaten door woord en daad bemoedigende, en opdat de stad niet onder begunstiging van de duisternis mocht overrompeld worden, verspreidden een menigte aan de schietgaten der hoogste torens uilgehangen glazen lantaarns gedurende den nacht een licht gelijk aan dal van den dag.

Het beleg duurde nagenoeg twee maanden toen tegen de Paaschfeeslen een groot aantal pelgrims in de havens van Plolomaïs cn Joppe ontseheepten. In eene vergadering der legerbevelhebbers werd besloten, dat de uil Europa aangekomen schepen op bevel des konings zouden teruggehouden worden en men dc pelgrims zou uitnoodigen hunne broeders, die Ascalon belegerden, te komen bijstaan. Een incnigie dier nieuw-aangekomenen beantwoordde aan de verwachtingen, die men van hunne godsvrucht, en hun strijdlust koesterde en kwamen zich in hel kamp der christenen aanmelden, terwijl verscheidene schepen zich onder de bevelen van Gerard van Siilon schaarden. Rij hunne verschijning jubelde het gansche leger, dat toen niet meer aan dc overwinning twijfelde.

Men bouwde mei hol houl, dal dc schepen aanbrachten, een groot aantal machines en onder anderen een rollenden loren van een ongekende hoogte, geheel gelijk aan een kasteel met zijne bezetting. Naar de wallen voortgestuwd, richtte hel werktuig verschrikkelijke verwoestingen in de stad aan. Al de machines werkten gelijktijdig; eenigen slingerden sleenen, anderen beukten de mureii; bestormingen, bloedige gevechten hernieuwden zich aanhoudend. Vijf maanden waren sedert het begin van het beleg verstreken en de krachten van den vijand raakten uitgeput toen een Egyptische viool van zeventig zeilen in dc haven van Ascalon vérscheen en alles aanvoerde waaraan de stad behoefte had: versterkingen, levensmiddelen cn krijgsbehoeften. De moed der belegerden steeg mei hun aantal; intussclien verllauwde de ijver der christenen in geenen deele, hunne aanvallen werden zelfs menigvuldiger en moorddadiger, terwijl hun beweegbare toren, die glansrijk aan al de pogingen der ongeloovigen weerstond, met den dag grooter schrik ouder de muzelmannen verspreidde. Ten laatste wierpen deze, een uiterste poging willende wagen om dat geduchte gevaarte le vernietigen, tusschen den loren en den wal een groote boeveelheid hout, waaronder men olie, zwavel en andere brandbare stoffen vermengde en daarop in brand slak; maar de wind, die uil hel oosten woei, dreef de vlam in plaats van legen den toren tegen de stad; deze brand duurde een ganschen dag en nacht en daar de wind niet van richting veranderde, verteerden de steenen vanden muur door het vunr. Den volgenden ochtend, bij het krieken van den dag, stortte de geheele muur met een ontzettend gedruis in. In volle wapenrusting kwamen de christen soldaten op dat gerucht toesnellenen Ascalon ging eindelijk in liuiine inaelil vallen, toen een zonderlinge omstaudigbeid hun plotseling de overwinning kwam ontnemen. De Tempeliers waren reeds de stud binnengedrongen, en om alleen de sehallen van den vijand le kunnen bemaehtigen hadden zij scliildwachleii op de bres geplaatst, die in last hadden allen lenig le drijven, die ben zouden willen volgen. Terwijl zij zich in de straten verspreidden en de huizen plunderden, merken de vijanden hun gering aantal op en sehamen zich de vluehl genomen te hebben. De soldaten en de inwoners verzainelen zich, hernieuwen bel geveehl, en de verstrooide Tempeliers vallen onder de slagen hnnnei' tegenstanders of oiilvluclilen door du bres, waarvan zij den doorgang aan hunne wapenmakkers ontzegd hadden. De hoop verliezende om zich van de slad meesier le maken en van nabij bestookt door dc muzelmannen, die met nieuwen moed bezield zijn, kieren de christenen ontstemd en beschaamd in hnn kamp terug. De koning van Jerusalem roept terstond dc prelaten en de baronnen bijeen, en vraagt met een ontroerde slem welk besluit men in deze droevige omstandigheid moest nemen. Hij zelf, evenals de voornaamste bevelhebbers van hel leger, wanhoopte aan de verovering van Ascalon en stelde voor om bet beleg op le breken; dc patriarch en dc bisschoppen, die vol betrouwen waren op de goddelijke goedheid, verzetten zich tegen den aftocht en baalden, tol staving van hunne mecning, de scliriflniirplaatsen aan, waarin God belooft allen te zullen bijslaaii, die voor zijne zaak strijden of lijden. Daar het gevoelen van den palriarch en de prelaten in den raad de överiiand behield, bereidde men zich voor tot nieuwe aanvallen, cn den volgenden ochtend vertoonde hel christen leger zich voor dc mureii, aangevuurd door de toespraken der priesters en de legcnwoordigiieid van hel ware kruis. Den ganschen dag streed men van weerszijden niet galijke dapperheid; maar hel verlies der niuzelmaiineh was grooter dan dat der christenen; men sloot een wapenstilstand om de dooden le begraven. Rij het zien van hel grool aantal strijders, die zij verloren hadden, werden dc Turken door moedeloosheid aangegrepen;


-ocr page 188-

r.F.SCHIKDKNIS DF.R KHUISTOCHTEN.

liet gezicht hunner ingestorte muren vermeerderde nog hunne droefheid, terwijl onheilspellende geruchten uil Cairo hun alle hoop benamen door den kalil'ontzei te zullen worden. Plotseling schooll hel volk oproerig hijeeu en eischl niet luide kreten, dat men een einde make aan zijne ellende. «Mannen van Ascalon,quot; roepen degenen uil, wier raad en steun do verbijsterde bevolking scheen in te roepen, «onze vaderen zijn, de Franken bestrijdende, gevallen; hunne zonen vielen op hunne beurt, zonder hoop een iialic van ijzer te kunnen overwinnen. Het onvruchlbare zand van deze kust en deze puinhoopen, welker verdediging men ons opgedragen heelt, bieden ons niets dan beelden van dood en verwoesting aan; deze muren, te midden der chrislen provinciën opgetrokken, zijn voor ons als begraal'plaatsen in een vreemd land. Koeren wij derhalve naar Kgyple terug en laten wij aan onze vijanden eene stad over, die God mot zijn vloek beladen heei't.quot; He in rouw gedompelde inenigle juiclitc deze woorden toe en niemand dacht er meer aan om de wapens op te vatten; er werden al'gevaardigden gekozen om zich naar hel kamp der christenen te begeven en aan den koning van Jerusalem hol volgende verdrag voor te stellen: men zon do poorten der stad voor de belegeraars ontsluiten onder de eenige voorwaarde, dal hel den inwoners zou vrijstaan zich binnen drie dagen met have en goed te verwijderen. Terwijl de belegerden een besluit namen, dat bun door de vertwijfeling ingegeven werd, vervulde do lienmioring aan de jongste gevechten de harten der christenen nog met droefheid en rouw. De algevaardigdon versclienen in hot kamp zonder dal iemand hel doel hunner zending kon vermoeden. Zij werden voor de aanvoerders gebracht en deelden dozen, in deemoedige houding, hel voorstel dor belegerden mede om een verdrag le sluiten. Dit verwekte zulk een verbazing in de vergadering, dal loen de baronnen en de prelaten verzocht werden hunne meening hieromtrent le zeggen, geen hunner woorden kon vinden om le antwoorden, en allen onder bel storten van vreugdetranen God voor die uitkomst dankten. Kenige uren later zag men don standaard van het kruis op de wallen van Ascalon wapperen en jubelde hel leger mol blijde kroten over een overwinning, die hel als een mirakel dos Hemels beschouwde.

De muzelmannen verlieten de stad vóór den derden dag: dr christenen namen er bezit van en wijdden de groole moskee aan den heiligen Paulus. De verovering van Ascalon was voor hou van een 'onschatbaar belang doordien hol hun den weg naar Kgyple opende en voor de Egyplonaren den toegang tol Palestina sloot. Maar terwijl zij aan den eenen kant hunne vijanden lol aan gene zijde van de woestijn lerugwierpen, dreigden ben nieuwe gevaren aan den kant van Syrië. Door kracht van gosclienkon had Nonreddin zich van Damascus meester gemaakt, en dit bezit maakte zijne niachl geducht voor al do volken uit de nabuurschap.

[1154.] Inlusschen bleven de christen koloniën eenigen lijd in een slaat van werkeloosheid, welke op vrede geleek. De eenige belangrijke gebourlenis van dal tijdvak was de aanslag van Hoinier van Chalillon, vorst van Aniiochië, op hel eiland Cyprus. Reinior en zijne ridders overvielen onverwachts eono vreedzame en ongewapende bevolking; die barhaarscho krijgers plunderden, mol verkrachting der wellen van den godsdienst en die der monschlieid, steden, kloosters en kerken en keerden beladen met don buit van een christen volk naar Antiochië terug. Hoinier had dien goddeloozen oorlog ondernomen om zich op den Grioksehen keizer le wreken, dien hij beschuldigde van zijne beloften niet te hebben gehouden.

[1156.] Tor zolfder lijd ondernam do koning van Jerusalem een veldtocht, die niet minder tegen de wellen dor gerechtig-beid streed. Eenige Arabische stammen hadden van hem en zijne voorgangers de vergunning bekomen hunne kudden in hot wond v: n Banias te laten grazen'. Sinds verscheidene jaren leefden zij in de grootste gerustheid, zich op de gesloten verdragen verlatende. Onverhoeds vallen Boudewijn en zijne ridders met het zwaard in de vuist die woerloozo herders aan; zij vermoorden degenen, die weerstand bieden, verstrooien de overigen en koeren met de kudden en de geroofde bezittingen dor Arabieren in Jerusalem terug. Boudewijn werd tol die strafwaardige handeling gedreven door do noodzakelijkheid om zijne schulden le betalen, die hij uit zijne inkomsten niet kon voldoen. Wilhelmus van Tyr veroordeelt iiietlomin don koning van Jerusalem en vindt dé billijke straf voor die ongerechtigheid in de nederlaag welke Boudewijn daarna bij hel Wed van Jacob leed. Door Nonreddin verrast , bleef hij bijna alleen op bet slagveld over en ontsnapte midden door de grootste gevaren naar de sterkte van Saphol, die op een berg op don rechteroever van (ton Jordaan gebouwd was. Toen do lijding van die nederlaag in do steden der Franken bekend werd, wierpen de geloovigen, in rouw gedompeld, zich aan don voet dor altaren neder onder liet uilsprokon der woorden van den psahnisi: Üomiiie, nalvum fac regem. Do Hemel verhoorde de gebeden van een diepbedroefd volk, en Boudewijn verscheen kort daarop in hel midden zijner onderdanen, die hom dood geacht hadden.

|1157.] Middelerwijl de vooruitzichten der chrislonen steeds droeviger werden, liepen le Boyroul verscheidene schepen binnen, waarop zich Stofaiius, graaf van Perche, met kruisvaarders uil Mans en Angers, enquot; Dirk, graaf van Vlaandoren, mot een groot aantal Vlaamsche pelgrims bevonden. Nu vergalen de chrislonen liunne geleden nederlagen en ontwierpen terstond groole ondernemingen. Vereenigd met de versterkingen, die zij bekomen haddon, gingen do koning en zijne ridders de vijanden in hol graafschap Tripoli en hel vorstendom Anliocbië bestrijden. De stad Schaizar of Cesarea en de sterkte Harenc violen in luinne handen, waarna Boudewijn, in zijn rijk Iciuggokeord, aan Nonreddin slag leverde en diens leger vernieligde Ier plaatse waar de wateren van don Jordaan zich van liet meer van Gonesarelh scheiden.

[l 157—Tl5!).i Weinig lijds daarna, in hot jaar T157, huwde Boudewijn met eene nicht van keizer Manuel. Dit, huwelijk verschafte bom rijkdommen, waaraan zijn rijk groolelijks behoefte bad en bevrijdde hem uil don staat van armoede, die hem tot de expeditie van Banias gedreven had. Zijne vermaagschapping met Manuel bood hom nog een ander voordeel aan; zij kon do noodlottige antipatliieën het zwijgen opleggen of verzwakken, die de Grieken en do Latijnen verdoelden en hen boletton hunne krachten tegen don geineonschappelijken vijand le vereonigen.

1T160.| Evenals bel meerendeel zijner voorgangers werd Boudewijn lil dikwijls naar Antiochië geroepen om er de orde le horsléllen. Er ontstonden herliaaldelijk hevige twisten tus-schen de palriarchen van die stad en de vorston, die haar bestuurden. De patriarch Baoul van Domtront, een ingebeeld en hooghartig man, dien men, volgens de uitdrukking van Wilhelmus van Tyr, voor geen opvolger van don heiligen Petrus zou gehouden hohben, kreeg groole geschillen mol Raymond van Aquilanië, dien hij aan zijn geestelijk gezag wilde onderwerpen. Later ontstond er opnieuw onoonigheid lusschon don patriarch Amaury en Reinier van Chalillon, die de weduwe van Raymond van Poitiers gehuwd had. Bij die twisten dreef Hoinier' het gewold tol hol nilersle. Op zijn bevel werd de prelaat, die hoogbejaard was, op het dak der citadel gebracht en daar, het hoofd ontbloot en met honig ingewreven, oen goheelen dag aan de vliegen en de brandende zonnestralen blootgesteld. Koning Boudewijn kwam in die ergerlijke geschillen tusschen heide en maakte er een einde aan.

Antiochië ha I nog andere oorzaken van verwarring. Hel lag in de lolsheslemmiiig van allen, die geroepen worden om dat vorstendom le besturen, dat zij slechts kort hun gezag nil-oelënden en óf op het slagveld den dood vonden óf in de handen der ongeloovigen vielen. Groole wanordelijkheden onlslondon in dal land zonder bewindvoerders, en de koning van Jerusalem kwam dien ton gevolge de teugels van het bosmui' in handen nomen. Gedurende zijn verblijf le Antiochië werd hij aangetast door dc ziekte, waaraan hij stierf. Wilhelmus van Tyr beschuldigt de Syrische geiiecshocren, aan wie de Latijnsche vorston en vooral ile vorslinneii boven de Frankische do voorkeur gaven, van don dood des konings. Door oen onafgebroken koorts ondermijnd, liet Boudewijn zich naar Tripoli on vervolgens naar Boyroul vervoeren, waar hij overleed. Geen koning word ooit inniger door zijne onderdanen en zelfs door vreemdelingen beweend. Men hiacht zijn stoll'olijk omhulsel naar Jerusalem over om aan den voel van den Calvarieberg begraven le worden. De christenen van den Libanon verlieten hunne borgen, een onoverzienbare menigte volks kwam van alle kanten toeslroomen om den lijkstoet te vergezellen; naar men zegt eerbiedigde Nonreddin zelf de smart van een volk, dal zijn koning beweende, en schorste hij eenige dagen zijne aanvallen legen de chrislenon.

Men betreurde Boudowijns dood des te meer, daar men zijn broeder Amaury, die hem moest opvolgen, niet liefhad. Men duclitle in dezen laatste eene schraapzucht noodlottig voor de volkeren, eene heerschzucht gevaarlijk voorliet rijk, oen hoogmoed onverdraaglijk voor de baronnen eh do hoeren. Deze gebreken worden vergroot door den haat en ook door do inblazingen van eenige rijksgrooten, die in hot geheim aanspraak maakten op do kroon van Jerusalem; men ging zelfs zoover, zeggen de geschiedschrijvers van dien tijd, dal men voorstelde (ie beslaande regeling van de troonsopvolging le veranderen en oen koning te kiezen, die, in dagen van gevaar, meer dan Amaury, do liefde en het vorlronwen der christenen waardig was. Partijen vormden zich, en de burgeroorlog was op hot punt van uit le breken, loen de verslandigsien dor baronnon openlijk verklaarden, dat naar hun oordeel het recht der erfopvolging de hoeksteen was van den Staal; zij voogden er bij, dal dogenon die de beslaande orde van zaken wildon veranderen, ovenals do verrader Judas, den Verlosser dor wereld aan zijne vijanden gingen overleveren. Hunne verklaringen, gesteund door de legenwoordiglieid der troepen, welke Amaury voor de ver-


-ocr page 189-

GESCHIEDENFS DER KRlilSTOCHTEN.

Ill

zijner reclUen bijccngebraclU luid, herstelden de een- i dracht en den vrede; Bondewijns broeder werd lol koning van Jerusaloin gekroond.

Zoodra Amaury den troon bestogen had, richt te hij al zijne ondernemingen tegen Egypte, dal door zijne eigene onecnighcdon en do overwinningen der christenen verzwakt was. Daar de kaiif van Cairo de schatting weigerde te betalen, welke hij aan de overwinnaars van Asealon schuldig was, stelde do nieuwe koning van .Icrnsalem zich aan de spits van zijn leger, trok de woestijn door, verspreidde schrik en ontsteltenis aan de hoorden van den Nijl en keerde eerst, naar zijn rijk terug, na de Egyp-lenarcn gedwongen te behhen den vrede te koopen. De toestand waarin Egypte destijds verkeerde moest er de christenen weldra terugroepen: gelukkig zoo hnnnc dikwerl hermenwde pogingen niet in hel vervolg de vorderingen van eene wedijverende macht begunstigd hadden!

Egypte was destijds hel tooneel van een burgeroorlog, veroorzaak! door de beersclizncht van Iwee hevelhebhers, die elkander de heerschappij betwisUeu. Sinds lang goleken de kahl's van liagdad, zich evenals die van Cairo in hunne harems opsluitende, niet moer op dien krijger van wien zij al'stamden, en die op zijne soldaten en zijn zwaard wijzende, zeide: Ziedaar mijn (ji'ziu en mijn fieslachl. Onl/.ennwd door de wellusl en de vermaken, hadden zij de regeering overgelaten aan hnnnc slaven, die lieu op de knieën vereerden en luin ie gelijk de wel stelden. Zij oefenden hunne macht nog enkel uil in de moskeeën en behielden slechts liet onleerende voorrecht de wederrechtelijk verworven macht der viziers te bevestigen, die do legerbenden omkochten, den Staal veroutrustten en elkander op bel slagveld hel recht betwistten om over hel volk en deu vorst te heerscheii. Om zijne zaak te doen zegevieren riep elke vizier beurtelings de hulp der nahnrige machlhebbers in. liij de komst, van die gevaarlijke bondgenooten heerschte de grootste verslagenheid aan de hoorden van den Nijl. In alle provinciën vloeide hel bloed hij stroomen, nu eens vergoten door de beulen, dan weder door de soldaten ; Egypte werd te gelijk door zijne vijanden, zijne bondgenooten en zijne bewoners geteisterd.

Chaver, te midden van die bloedige omwentelingen van den nederigen stand van slaaf tot bel amhl van vizier opgeklonnnen, was overwonnen en vervangen gewoiden door Dargam, een der voornaamslo aanvoerders van bet Egyptische leger. Vei phclil, een vaderland te ontvluchten waar zijn mededinger regeerde, ging Chaver eene schuilplaats zoeken in Damascus, riep den bijstand van Nonreddin in en beloolde dezen aanzienlijke sommen, indien hij hem troepen verschafte om ziju terugkeer in Egypte li; beschermen. De sultan van Damascus leende een gewillig oor aan de beden van Chaver. Hel leger, hetwelk hij besloot naar de boorden van den Nijl le zenden, werd aangevoerd door Cliirkou, den bekwaamslen zijner emirs, die, zich altijd hardvochtig en wreed betoond hebbende op zijne krijgstochten, onmeedoogend moesl zijn voor de overwonneueii en in hel belang van zijn meester zijn voordeel moest doen met de rampen van een hurgeroorlog. De vizier Dargam werd alras onderricbl van de plannen van Chaver en de toebereidselen van Nonreddin. Met hoofd willende bieden aan bel onweder dal hem bedreigde, riep Dargam de hulp der clirislenen van Palestina in en zwoer dal hij hun al zijne schatten zou afstaan, wanneer zij hein hielpen om zijne macht te behouden.

Terwijl de koning van Jerusalem, door die belofte verleid, zijn leger marschvaardig maakte, trok Chaver, door de troepen van Nonreddin vergezeld, de woestijn door cn naderde Egypte. Dargam, die hein le gemoet rukte, werd door de Syriërs verslagen en verloor in den strijd hel leven. Weldra ontsloot de stad Cairo hare poorten voor den overwinnaar. Chaver, door de overwinning van zijn vijand verlost, deed stroomen blueds in de hoofdstad vergieten om zijne zegepraal te bevestigen, en ontving, te midden van de algemeene verslagenheid, de gcluk-wensclien van den kalif.

Hel duurde echter niet lang of er ontstond orieenigbeid tus-sehen den veldheer van Nonreddin, die mei den dag een hooger loon voor zijne diensten eisebte, en den vizier, dien Cliirkou van Irouwelooslieid en ondank beschuldigde. Tevergeefs wilde Chaver de muzolmanuen van Syrië lerugzenden: men aulwoordde hem met bedreigingen cn hij was op hel punt door zijne eigene bevrijders in Cairo belegerd te worden. In dat dringende gevaar stelt de vizier zijn laatste hoop op de ebrisleu krijgers, voor wier komst hij eerst bevreesd was, en doet, aan den koning van .Icrnsalem dezelfde beloften die bij aan Nonreddin gedaan bad. Amaury, die Egypte wilde hinnenrukken, welke ook de partij mocht zijn, die aan hel hoofd stond, begeeft zich op weg om Chaver te verdedigen met hetzelfde leger dat hij bijeeu-gehraclil had om hem le bestrijden. Aan de hoorden vaii den Nijl gekomen, vereenigde bij zijne troepen mei die van den vizier en sloeg hel beleg voor Bilbeïs. waarin Cliirkou zich opgesloten had. Drie maanden lang weerstond de veldheer van Nonreddin de vereenigde aanvallen der christenen en der

Egyplenaren, en toen de koning van .lorusalem hem voorstelde vrede te sluiten, eischte bij dat men hem de oorlogskosten zon heialen. Na een onderhandeling waarhij bij al den trots van een overwinnaar aan den dag legde, verliet hij Bilbois, terwijl bij de christenen nog bedreigde, en voerde zijn met den buit zijner viianden beladen leger in zegepraal naar Damascus terug.

Terwijl do rranken m Egypte oorlog voerden, waren de provinciën Antiochië en Tripoli blootgesteld aan de aanvallen van Nonreddin. Door dien geduchlen vijand bedreigd, hadden de cln istenen herhaaldelijk de hulp van hel Westen ingeroepen. Ten vierde male zag Palestina den graaf van Vlaanderen ver-sehijnen. die het niet moede werd de zeeën over te steken om de ongeloovigen te komen heslrijden; eene menigte krijgers ml l'oitou en Aqnitanië kwamen insgelijks, onder aanvoering van Hugo Lebrun en Godfried, broeder van den hertog van Angoulême, de heilige plaatsen bezoeken cn verdedigen. Hugo luacht zijne beide zonen mede, Godfried van Lusignan, die reeds vermaard was door zijne dapperheid, en Guy van Lusignan, wien de lortuin later op den troon van Jerusalem zou verhellen.

Met behulp van die versterkingen ondernamen do christenen, die zich melde verdediging van Syrië belast hadden, verscheidene expeditiëii tegen de muzelmannen. Bij een dier expeditiën werd Nonreddin op bet gebied van Tripoli verrast en overwonnen ter plaatse die de kioinjken la liiiqm'e noemen. De Arabische seblijvers deolen hel gebed mede, dal de sultan van Damascus tijdens den strijd tot Cod richtte en waarin hij zich beklaagde, dal zijn leger hem m den steek gelaten had. Na zijn nederlaag schreet hij, zeggen dezelfde geschiedschrijvers, aan alle vrome en (liidviuchlifie mensehen. Zijn brief, die in alle moskeeën afgelezen werd, wekte de geesldrill der soldaten van het islamisinus weder op, cn al de emirs van Syrië en Mesopotamië kwamen toesnellen cn zich onder zijne vanen scharen. Nonreddin wierp zich op het, grondgebied van Antiochië en hernam de sterkte llarenc. Niet ver van die sterkte werd ecu groote veldslag geleverd, waarin de christenen overwonnen en verscheidene hunner vorsten gevangen genomen werden. Ouder deze laatsten bevonden zich Raymond, graaf van Tripoli, dien de muzelmannen den satan der Franken noemden, en Bohemond III, die m do kerkerholen van Aleppo bel lot ging dcelen van zijn voorganger Reinier van Chatillon, die sinds verscheidene jaren in gevangenschap versmachtte.

Ten gevolge van die overwinning maakten de muzelmannen zich meester van lianias en ondernamen verscheidene stroop-lochten in Palestina. Al die tegenspoeden der christenen stelden Nonreddin in de gelegenheid zonder gevaar zijne aanslagen togen Kgypte door te zetten. Cliirkou had de rijkdommen van dal land en de zwakheid zijner regeering lecren kennen. Bij zijn terngkomst in Damascus deed hij bij Nonreddin het plan rijpen, om die rijke landstreek met zijn 'gebied le vereenigen. De sultan van Syrië zond gezanten aan den kalif van Bagdad, niet met liet doel hein om Inilp le vragen maar om aan zijne onderneming een godsdienstigen glimp le geven. Sinds vele eeuwen waren de katits van Bagdad en Cairo door een onverzoenlijken baat gescheiden: beiden beweerden de stedehouder van den proleet te zijn, en de een beschouwde den ander als den vijand van God. In de moskeeën van Bagdad vloekte men do k'alifs van Egypte en hunne aanhangers; in die van Cairo wijdde men de Abbassiden en hunne volgelingen aan do machlen der hel.

11165. | De kalif van Bagdad bezon zich geen oogenblik om aan den wensch van Nonreddin gehoor le geven. Terwijl de sultan van Syrië slechts vervuld was met de gedachte aan de vergrooting van zijn rijk, vleide de stedehouder'van den prolcel zich met de hoop hel cenige hoofd van den muzclmanschen godsdienst te zullen worden. Hij gelastte de imams, den oorlog tegen de Fatimisten te prediken en beloofde de genietingen van het paradijs aan allen, die in den heiligen veldtocht de wapenen zouden opnemen. Op de oproeping van den sultan schaarden zich een groot aantal muzelmannen onder de vanen van Nonreddin, en maakte Cliirkou zich op last vau zijn meester gereed om aan bet hoofd van een talrijk leger naar Egypte terug le keeren.

Hel gerucht, van dio toebereidselen verbreidde zich door het gebeele Oosten en vooral door Egypte, waar het de grootste onlslcltcnis verwekte. Amaury, die in zijne Staten teruggekeerd was, ontving te Jerusalem afgezanten van Chaver, die in last hadden zijne hulp en zijn bondgenootschap in te roepen tegen de aanslagen van Noureddin. Aan de Stalen van hel koninkrijk Jerusalem, die de koning te Naplnsa bijeen riep, zette hij de voordcelen van een nieuwen veldtocht naar Egypte uiteen Er werd een buitengewone belasting geheven vóór een oorlog, waarop men de schoonste verwachtingen bouwde, en weldra verliet hel leger Gaza om de troepen van Nonreddin aan de boorden van den Nijl le gaan hcvccbten.

[1166.] Middelerwijl trok Cliirkou de woestijn door, waar hij de grootste gevaren liep. Een geweldige orkaan verraste hem 1 op zijn marsch: eensklaps verduisterde de hemel, en de grond, dien de Syriërs betraden, werd gelijk aan een onstuimige zee.


-ocr page 190-

112

Massa's zaml werden door den stormwind medegevoerd, ver-liieven zicli dwarrelende in de lucht ol vormden voortrollende bergen, tlie soldaten en paarden verstrooiden, medevoerden en verzwolgen. In dien orkaan verloor liet Syrische leger bagage, proviand en wapens, en toen Chirkou de oevers van den Nijl bereikte, had bij lot eenige vei'dediging d(^ herinnering aan zijne vroegere overwinningen. Hij droeg zorg zijn geleden verlies verborgen te houden, en hel overschot van een door den orkaan verstrooid leger was voldoende om alom in Egypte angst en schrik te verspreiden.

|1167. | Ueangstigd door de nadering der Syriërs, vaardigde de vizier Ghaver nieuwe gezanten naar de christenen al' om hun on-mcellijl;e rijkdommen le beloven en hen dringend te verzoeken hun marscli le bespoedigen. Van zijn kant vaardigde de koning van Jerusalem Hugo van Cesarea en Fulcher, een ridder van den Tempel, naar den kali!quot; van Kgyple al', om het verbond te doen bekrachtigen. Igt;e algevaardigden van Amaury werden een paleis binnengeleid, dal men nog nooit dooi' een chrislen had zien betreden. Na verscheidene met Moorsche wachten opgevulde galerijen, een aantal zalen en binnenplaatsen doorgegaan te zijn, waar al de luister van de Oostersche pracht schitterde!, kwamen zij in een soorl van heiligdom, waar de kalil' hen wachtte, gezeten op een troon, oogverblindend sclhtierende van goud en edelgesteenten. Ghaver, die hen begeleidde, wierp zich aan de voelen zijns meesters neder en smeekle hem hel met den koning van Jerusalem aangegaan verdrag te bekrachligen. Steeds gedwee gehoorzamende aan den wil van den geringsie zijner slaven, maakte de beheersclier der geloovigeu eeu ge1 haai' van goedkeuring en reikte den christen algevaaidigden de onlhloote hand in tegenwoordigheid zijner ollicicren en hovelingen, wie zulk een nooit gezien schouwspel met droefheid en verbazing vervulde.

Met versnelde marsehen naderden de Franken Gaïro; maar daar het in de bedoeling van Amaury lag om den oorlog le rekken, ten eiude langer in Egypte te kunnen blijven, hel In; de gelegenheid om de Syriërs met voordeel aan te vallen ongebruikt voorbijgaan en gal' hij bun den tijd hunne krachten le lieislellen. Na hen verscheidene dagen ongemoeid te hebben gelaten, leverde hij hun eindelijks lag op het eiland Maalle, niet verre van de Mad Gaïro, nam hunne verschansingen in, maar zelte de overwinning niel voorl. Op zijn leruglochl naar Üppcr-Egyple poogde Gbirkou hel krijgsvuur van Noureddius soldaten weder le doeu ontwaken. Deze waren gedachtig aan al dc ellende, die zij opdeu loelil door de woestijn geleden hadden: eu deze nog versche herinnering gevoegd bij de eersle zegepralen der ehristenen selieneu hun moed geheel uit le dooven, toen een der onderltevelhebhers van Gbirkou in eene raadsvergadering van emirs uilnep: «Gij die den dood of de gevangenschap vreest, keerl naar Syrië terug; ga Noureddin, die u met weldaden overladen heelt, boodschappen, dat gij Egypte aan de ongeloovigen overlaat, om u met vrouw en kinderen in uwe harems le gaan opsluilen.quot; Deze woorden deden den ijver en dc dweepzucht der krijgers van Damascus herleven, lie Franken en de Egyplenarcn, die hel leger van Gbirkou vervolgden, werden in een veldslag overwonnen en genoodzaakt in wanorde de heuvelen van Baben le verlaten. Van zijne overwinning gebruik makende, legde Glnrkou eene hezetting in Alexandrië, dat zijne poorten voor de Syriërs ontsloten had en keerde terug om Koutz, de hoofdslad van Tbeba'is, te gaan belegeren. De bekwaamheid, waarmede Gbirkou zijn leger geoefend en de orde van den laalsleii veldslag geregeld had, zijne marschen en contra-marschen in de vlakten en dalen van Egypte, getuigden van de vorderingen der muzelmannen vau Syrië in de krijgskunst, en deden bij voorbaat aan de christenen den vijand kennen, die weldra den loop hunner overwinningen en veroveringen stuiten zou.

De Turken verdedigden zich in Alexandrië verscheidene maanden achtereen tegen de oproeren der inwoners en de menigvuldige aanvallen der christenen. Eindelijk sloten zij een eervol verdrag, en daar bun leger met den dag zwakker werd ten gevolge van ontbering en vermoeienis, keerden zij ten tweede male naar Damascus terug, na de kortstondige rust, die zij aan de volken van Egypte lieten, duur te hebben laten betalen.

Van zijne vijanden bevrijd, haastte zich de vizier Ghaver de christenen, wier tegenwoordigheid hij vreesde, weg te zenden. Hij verbond, zich aan den koning van Jerusalem een jaarlijkscben cijns van honderd duizend gouden kronen te betalen en stemde er in toe eei;e bezetting in Gairo te ontvangen. Hij overlaadde de ridders en de baronnen met rijke geschenken; de soldaten zelfs deelden in zijne mildheid, die geëvenredigd was aan de vrees welke hein de Franken inboezemde. De christen soldaten keerden naar Jerusalem terug, rijkdonimen medebrengende wier gezicht het volk en de groeten verblindde, en die hun geheel andere gedachten moesten inboezemen dan die om hel erfdeel van Jesus Ghristus le verdedigen.

Terwiji Amaury naar zijne hoofdslad terugkeerde, deden de aanblik van zijne bergachtige provinciën, de armoede zijner onderdanen, dé enge grenzen van zijn koninkrijk, hem spijl gevoelen, dal hij de gelegenheid had laten onlglippen om een groot rijk te veroveren. Mij zijn terugkeer huwde hij eene nicht van keizer Manuel. Middelerwijl hel volk eu hel hof zich aan de vreugde overgaven en heilwenschen voor zijn rijk en zijn gezin vormden, hield een enkele gedachte hem naebl en dag bezig en vervolgde hem te midden der (eesten. De rijkdommen van den kalil' van Ga'iro, de bevolking en de vruchtbaarheid van Egypte, zijne talrijke vloten, de veiligheid zijner havens, vertoonden zich voortdurend aan Amaury's geest.

üm zijne plannen te kunnen verwezenlijken, zond bij gezanten naar Gonslanlinopel, die in last hadden Manuel uil le noodigen hem in de verovering van Egypte bij le slaan. Manuel keurde de plannen van den koning van Jerusalem goeil en beloofde dezen, dal hij hem schepen zou zenden om de gevaren en den roem te deelen van eene onderneming, welke voor de ehrislen wereld van zooveel belang' was. Nu kwam Anriury openlijk voor zijne bedoeling' uil en riep de baronnen en grooleu van zijn rijk bijeen. In die vergadering, waarin voorgesteld werd om Egypte den oorlog te verklaren, verklaarden de ver-slandigsten, waaronder men den grootmeester van den Tempel opmerkte, dat zulk een oorlog onrechtvaardig was.

«De christenen moesleu niel aan de muzelmannen het voorbeeld van de schending der iractaten geven,quot; zeiden zij. « Hel was gemakkelijk Egypte te veroveren, moeielijk hel te behouden. Men had niets le duchten van de Kgyplische macht, maar alles van Noureddin; juist legen dezen laatste moest men al de krachten van het rijk richten. Egypte moest loebehooren aan dengene, die meester van Syrië zou blijven; het was niel verstandig de gunsten van de fortuin te dwingen en legers le zenden in een land, waarvan men slechts de poorten zou ontsluiten voor den zoon van Zenghi, gelijk men reeds de poorten van Damascus voor hem ontsloten bad. Men ollërde de christen sleden, Jerusalem zelfs, op aan de hoop om een vei wijdeide landstreek le gaan veroveren. Reeds had Noureddin, gebruik makende van den tijd, dal de koning van Jerusalem op de oevers van den .Nijl beziggehouden werd, zich van verscheidene sleden meester gemaakt die aan de chrisleuen behoorden. Bohemond, vorst van Anliochië, Raymond, graal van Tripoli, waren krijgsgevaugeu gemaakt en versmachllen in de boeien der ongeloovigen, slachlollers van een heerschzuehl, die de koning van Jerusalem verre van zijn rijk, verre yan de christen koloniën had gevoerd, wier steun en bescherming hij had moeten wezen.quot;

De ridders en baronnen, die op deze wijze hunne meening te kennen gaven, voegden er hij, dat enkel het zien van Egypte de christen krijgers zou ontzenuwen en den moed en de vaderlandsliefde der bewoners en verdedigers van Palestina verzwakken. Deze verstandige redeneeringen konden noch den koning van Jerusalem, noch de voorstanders van den oorlog overluigeu, waaronder zich vooral de grootmeester der Hospitaalridders onderscheidde, die de rijkdommen van zijne orde door zijne dwaze verspillingen had uitgeput eu troepen had aangeworven, wier soldij hij uit de schallen van Egypte had aangenomen te betalen. Hel grootste deel der heeren en ridders, verblind door de voorspiegeling van de fabelachtige rijkdommen, die hen op de boorden van'den Nijl schenen te wachten, liet zich gemakkelijk tot den oorlog vervoeren, en levens overreden, dat de vorsten van een land, dal hun een omneethjken buil beloofde, hunne vijanden waren.

[1168.1 Terwijl men zich le Jerusalem mei den groolsten spoed lol den oorlog voorbereidde, hielden soortgelijke plannen de emirs en den raad van Noureddin bezig. Bij zijn terugkeer van de oevers van den Nijl, had Gbirkou den vorst van Damascus medegedeeld, «dal bel gouvernement van Gaïro gebrek had aan ollicieren en soldalen; dal de burgeroorlog, de schraapzucht der Franken en de aanwezigheid der Syriërs de macht der Falimisten verzwakt en vernietigd had. Het Egyptische volk,quot; voegde de eerzuchtige emir er bij, «dal er aan gewoon was om van beheersclier le veranderen, was noch gehecht aan den kalil, dien het niet kende, noch aan den vizier, die hel allerlei onJieilen berokkende. Dat volk, zoolang door eigene oneenig-heid verscheurd, verlangde slechts naar rust en scheen geneigd alle heerschappij le erkennen, die hel legen zijne vijanden eu zich zeiven zou beschermen. De christenen waren maar al te goed met den staal van verval van hel rijk van Gaïro bekend, en het lag in het belang hunner slaalkunde er zich meester vau te maken; men moest hen dertialve in hunne plannen vóór zijn, en niet talmen met eene verovering, welke de forluin iu zékeren zin aanbood aan de eerste macht-de beste, die zich in Egypte zou verloonen.quot;

Zoodoende hadden de koning van Jerusalem en de sultan van Damascus dezelfde gedachte en vormden zij dezelfde voornemens. In de kerken der christenen zoowel als in de moskeeën der muzehnannen werden gebeden verricht voor het


-ocr page 191-

MKT SYRISCHE LEGER WORDT DOOR EEN ORKAAN VERSTROOI

1),

-ocr page 192-

■■

11 ■■

li |l

ii

mmasma

:

fi

.

I

WÊÊÊÊÊÊÊSÊm

WSKmÊmÊm » ■■• v

i ■ Vr'ïquot;1 fe■quot; :'quot;■ 'MI':

i quot;Vquot;.-,' ;'' WÊ Hj

quot; l

-ocr page 193-

mBKÊm

Éi

' Sfeü

MSmÊmfaÊBsmm^m mm

b*. '. quot; ■•gt;quot;■, . • '(0*

wsmmsmmmm

mSm

;

-ocr page 194-

SALADLhV

-ocr page 195-

GESCHIEDENIS DEK KRUISTOCHTEN.

113

welslagen van don oorinp;, dien men op de boorden van den Nijl !4inj; overbrengen. Ieder der beide wedijverende vorsten Irachlie zijne |ilamien en zijne bandelingen le welligen: le Dainaseus ii('S(!linldigd(! men drn kalil' van Egyple, dal liij een goddeloos verbond aangegaan bad mei de volgelingen van Jesns Clirislns, en le Jerusalem beweerde men, dat de vizier Cbaver, den gezworen trouw scbcndonde, eene verraderlijke briefwisseling iiK't Noni'eddin onderhield.

Di' elirisienen waren de eersten, die de tractaten schonden. Aan de spils van een (alrijk leger begal' Anianry zieli oji weg en verscbeen als vijand voor lülbeïs, betwelk bij aan de ridders van Sint-Jan toegezegd bad lot loon voor den ijver, dien zij voor deze expeditie aan den dag legden. Deze stad, die op den recbleroever van don Nijl lag, werd slormenderband genomen on de gebeele bevolking over do kling gejaagd ; want boe minder redenen men bad om dezen oorlog te beginnon, boe meer ver-woedbeid on bloeddorst men daarbij aan den dag logde.

llot gruwzame lot van Billxïs verwekte de grootste onlzotling in gebeel Kgypte; bel volk, voi'bittord door do wreedbeden, welke do franken gepleegd badden, liep te wapen en verdreel' de eliristen bezetting uil Cairo. Cbaver wieii in de provinciën troepen aan, versterkte de hool'dslad en liet, om den moed der verlwijleling in de volken op le wekken, betonde Eoslat in brand steken, welke brand meer dan zes weken duurde. De kalil'van Cairo riep opnieuw den bijsland van Noureddin in en zond bem, als blijk van zijn vertrouwen en ten teekon van zijn groole bemuiwdbeid, in een briefde baren der vrouwen van zijn Irnoin. De sultan van Damascus voldeed met vreugde aan de bede van den kalil' van Cgyple, en daar zijn leger marscbvaaidig was, gaf hij Chirkou bevel de woestijn door le trekken en zich naar de boorden van don Nijl le spoeden.

Indien de koning van Jerusalem na de inneming van Bilbeis snel op Cairo aangerukt ware, zou bij zijne vijanden bobbon kunnen voorkomen en zich van de boól'dslad moester maken, maar door eene staatkunde, welke men niot kan verklaren, en als ware bij zelf eensklaps voor zijne omlorneming beangst geworden, luisterde die vorst, die do verdragon gescbonden bad en alles aan de overwinning le danken wilde bobben, naar de afgezanten van don kalil', wier smookende stem nu eens op zijn medolijden dan weder op zijn begoorlijkbeid werkte. Anianry werd niet minder door den dorst naar gold dan door zncbl naar veroveringen bolieerscbt, en hot aanbod van een buitensporige som was genoeg om hem in zijn tocht te stuilon on de vijandelijkheden te doen schorsen. Terwijl hij op de loegezegdo scbaiten wachtte en het ooi' leende aan de voor-siellen dergonen, tegenover wie hij zelf de trouw gebroken bad, voltooiden do Egyptonaron hunne verdedigingsmiddelen: men herstelde de versterkingsworkon der steden en hot volk wapende zich. Door vijanden omringd, wachtten de Franken vrncliteloos op de vloot, welke do ürioken hun moesten zendon. Cindolijk, na een maand onderhandelens, vernam Amaury, in plaats van de beloofde schatten te ontvangen en de bond-gonooton Le zien verschijnen, eensklaps, dat Chirkou, aan de spits van een geducht leger, voor de dorde maal Egypte

|li69.j Nu eerst bemerkte hij den valslrik, waarin hij zich had laten vangen. Hij trok ijlings tegen de Syriors op, niaar bun aanvoerder vermeed zijne ontmoeting en vereenigde zich met de Egyptenaren. Aan twee vereenigde legers konden de christonen geen weerstand bieden. Alle ouderhandelingen werden afgebroken; men bedreigde degenen, die men kortelings vleide; Egypte bood zijne scliatlen niet moer aan, maar toonde zijne verbitterde soldaten. Van alle kanten aangevallen, ver-baastle de koning van Jerusalem zijn aftocht naar de woestijn, en koerde in zijn rijk terug, beladen mot de schande van niet geslaagd te zijn in oen oorlog, welken de overwinning alleen iiein had kunnen doen vergeven en die des te onrechtvaardiger scheen daar hij sloebt geleid werd en ongelukkig alliop.

Niet alleen dal de christenen bet verlies te botrenreii hadden der voordooien, wolke zij van een naburig en cijnsplichtig land Irokkon, maar dat rijke land, waarvan zij zich den toegang afgesloten hadden, zou overgaan in de handen van den goduebtsten hunner vijanden, wier macht het moest vergrooten. Egyple, dal een bevrijder dacht le ontvangen, zag weldra alleen een veroveraar. De vizier Cbaver boette met zijn leven voor tic ramijen, die hij aan zijn vaderland berokkend had: bij werd in het kamp zelf van Chirkou gedood, en zijn gezag werd bel deel van den overwinnaar. De kalil', die om zichzelven le redden, bet hoofd van zijn eersten niinister gevraagd had, gal' bom lol opvolger den veldlioer van Noureddin, dien bij in zijne brieven (U'n zejjeviereiidcn voisl noemde. Zoo speelde die verachtelijke monarch van Egypte met zijne eigene gunsten dooi een man le vleien dien bij niet kende en wiens dood bij misschieu gewensobt had: het beeld van de blinde fortuin, die onbewust baro gaven en bare slagen uitdeelt, en mot dozollde onverschilligheid hare gunslelingen en hare slachloH'ers behandelt.

Twee maanden na zijne verhelling stierf Chirkou plolsoling. Om bom te vervangen koos do kalil den jongslen emir uil Nonreddins leger. Saladijn, die ternauwernood derlig jaar oml was, bozal, hoewel bij zioh bij bet beleg van Aloxandrio onderscheiden had, nog geen vermaardheid; maar welbaast zou zijn naam hel Oosten en bol Westen bozighoudon. Hij was een neef van Chirkou en oen zoon van Ayoub; zijn oom en zijn vader hadden de woeste gebergten van Kurdistan verinten om do ninzelmansohe gebieders van Mesopolamiö te dienen en zich eonigon tijd vóór den tweeden kruislocbt aan de fortuin van de Alabeken vorbondon. In zijne jeugd beminde Saladijn de uitspattingen en de vermaken, en'bleef lang vreemd aan de zorgen van de staatkunde en don oorlog; maar tot de hoogste waardigliedon goslegon, veranderde bij zijn gedragen verbeterde zijne zoden. Tot dusverre sohcen hij alleen gosohapen voor den lediggang en de gonoogens van het serail; plotseling zag men in hom een nieuw monsch, die geboren schoon voor de heerschappij: zijn ornsi boezomdo don emirs onlzag in, terwijl zijne mildheid bom do genegenheid van het leger verwierf; de strengheid zijner godsvrucht inaakle hem dierbaar aan alle ware geloovigon.

J1170.| Do 1'quot;ranken, die in Saladijn geen vijand zagen voor wien zij bevreesd behoefdon te wezen, badden nog niet van liunne oogmerken op Egypte afgezien. Eindelijk liep de Griekscbe vlooi, tijdens de eerste expeditie tevergeéls gevvacbl, de haven van t'tolomais binnen. Onmiddellijk werd nu heslolen naar de boorden van don Nijl terug le koeren. Onder hel eommando van den koning van Jerusalem gingen de vloot en het christen leger het beleg slaan voor do stad Damiëtle. Daar verloron de christenen de helft buunor soldaten, door den bongersnooil ol bet staal van den vijand weggemaaid, en al bunno sehopen, door het Griekscb vuur verbrand of door den slorm verslrooiil; zij zagep zich eindelijk gedwongen van hunne ondernoining af te zien na oen beleg van vijftig dagen, waarin hunne bevelhebbers beschuldigd werden van gebrek aan moed, beleid en bekwaam-heid. Zoo diende do hardnekkigboid van Amaury om een ongelukkigen oorlog voort le zeiten sleehls de vorderingen der muzelmannen, en moeten de Franken van Palestina zich wel do vermaning herinnerd hebben, wolke de profelen aan de Hebreeërs deden hooren: /oiwn Israels, rich I nacli uwe blikken, iidch uwe schreden naar l^mplc.

Daar de afgevaardigden, die men naar hel Weslon gozondon had, in Syrië leruggokomon waren zonder nil/.icht op bijsland mede le brengen, bouwde; do koning van Jerusalem al zijne hoop op de Grieken en begal' bij zioh naar Conslanlinopel, de zonj olt;n zijn kuninkrijl; Ie beslieren , gelijk hij zelf zeide, overlatende aan Jesus (jhrislus, wiens dienaar bij was. De kronijken van dien lijd weidon breedvoerig uil over de schitleronde ontvangst, welke Amaury aan hel hof van Uyzanlium le heurt viel, maar zij maken geen molding van de overeenkomsten, die met Manuel gesloten werden en overigons onuitgevoerd bleven. Toen de koning in Jerusalem terugkeerde, vond hij zijn rijk aan alle kanten bedreigd door de steeds aangroeiende slrijdkrachlon van Noureddin.

Had de oorlog al een oogenblik zijne verwoestingen geslaakt, die korlslondige vrede was slechts te danken aan een vrooselijke plaag, welke Syrië bezocht had. Eene aardbeving had alle steden geschokt: Tyrus, Tripoli, Autiochië, Emesa, Aleppo waren ten deele verwoest; de moeste sterkten zagen bare bechtsle wallen instorten en verloren le gelijk hare inwoners en hare verdedigers. Tornedcrgoslagen door die vreeselijke ramp, dacht geen enkel vorst, geen enkel volk er meer aan zich legen zijne naburen le wapenen, en de vrees voor de oordeelen Gods, zegt Wilholmus van Tyr, werd als een vredesverdrag lusscben de christoiien en de muzebnanneu.

11171.j Intusschen voltooide Saladijn de onderwerping van geheel Egyple aan de heerschappij van Noureddin; en opdat er niets aan zijne verovering mocht ontbreken, gelukte het hem de godsdienstige overtuiging van hot overwonnen volk le her-vornien. Hel gezag der Fatamietoii word afgeschalt, en weinig tijds daarna stierf de sultan Adod, die zich altijd in zijn paleis opgesloten hield, zonder ie welen dat hij zijne macht verloren had. De christenen beschuldigden nu Saladijn bom met eigen hand gedood li; hebben; maar geen enkel nuizelniansclie go-schiedsclirijver heelt dit afschuwelijk geheim van do Ooslerselie staatkunde openbaar gemaakt. De schatten van den kalil'diendon om het gemor van bet volk en de soldaten te stillen. De zwarte kleur der Abassidon verving de witte kleur der zonen van Ali, en de naam van den kalil' van Hagdad werd voorlaan alleen in do inoskooën genoemd. De dynastie der l'alamieleii, die meer dan twee eeuwen regeerde en voor wolke men zooveel bloed gestort bad, stierf in ëón dag uil en vond get n enkelen verdediger. Van nu af hadden de muzelmannen van Egyple en van Syrië slechts een zelfden godsdienst on een zelfde zaak le verdodigou.

Saladijn had niets meer van zijne vijanden le duchten; maar

16»


-ocr page 196-

GESCHIEDENIS OEF.

KRHSTOCHTEN.

114

zulk een snelle Ibrlmn, zulk een groote maclil moeslen lo gelijk den algunsl zijuer mertedingoi's en hel wanlrouwen van /.ijii meester opwekken. De iieörsclier van Daniasc-us wierp nog sleeiils bekommerde lilikken op eene verovering welk(! zijne vreugde uilgemaakl had. Men mag evenwel aannemen, dat Saiadijn aanvankelijk niet, aan de opperheerseliappij daehl ; maar zoodanig was de posilie, waarin de omslandiglieden hem geplaaN hadden, dal hij niel meer vrij was in de keuze der gedragslijn die hij volgen moesl : de op|:erhoersehappij. waarvan men heni beschuldigde zich !(gt; willen meesier maken, werd hel. cenige niiddcl dal hem resile om zijn leven Ie i'cd(l(m.

Hel is inderdaad hclangwekkend om inde Arabische geschied-sehrijvers na te gaan hoe de sullan van Damascus en de zoon van Ayouh beurlelings logen en gcn'einsdheid te baal nemen, de een om de plannen van een onlrouw veldheer te verijdelen, de ander om de verdenking van een vertoornd meester al' Ie wenden. Om Saiadijn Egyple te doen verlalen, waar hij alvermogend was, riep iS'onreddin hem verschillende keeren naar Syrië, om hem, naar hij zeide, in zijne ondernemingen legen de ehristenen te doen deeleu; veinzende te gehoorzamen, trok Saiadijn de woeslijn door, verwoestte de grettzen van Idume.t en haastte zich naar de hoorden van den Nijl terug te keeren, nu eens onder voorwendsel, dal hij een nieuwe verovering op hel oog had in Nuhie ol naar den kant van de lioode Zee, waartoe de gelegenheid gunstig was, dan weder dat hij een oproer te onderdrnkken had in eenige Egyptische sleden. Sicilians konden de list en de trouweloosheid niel op den langen duur de geheime hedoelingen van een ongeduldige eerzucht ol een naijverig gezag verbergen, en de oorlog was op het punt van uit ie barsten, toen men plotseling Noureddins dood vernam.

Deze vorst stierf te Damascus in 1174. Hij liet slechts een zoon m, Ma lek Sulrh Isiuiwl, die nog een knaap was en derhalve onbekwaam om te vegeeren. Zulk een haastige en onvoorziene dood veroorzaakte een geweldige; gisting onder al de volken van Syrië. Van al' Damascus tot Mossul was er geen stad, geen 'sultan, geen emir, die er niet op bedacht was van deze gebeurtenis gebruik te maken om zijne onariiankelijkheid Ie hernemen, zijn vroegere overheersching Ie herwinnen ol' zich een nieuwe te verzekeren. De aan de christen koloniën palende Staten versmaadden, in deze omstandigheid, geenszins een hondgenootschap met de Franken; zij sloten met hen verdragen en verhonden zich zell's hun schattingen te betalen op voorwaarde dat men Saiadijn beoorlogen zou; want iedereen liad de oogen op den geduchten veroveraar van Egypte gevestigd, wien men, met grond, bet plan loescltreel zich in de plaats van Noureddin Ie stellen en zich van het machtige rijk der Ataheken meester Ie maken.

Amaury belegerde Baneas, dat vroeger inde macht van Noureddin gevallen was, en zette het beleg aanvankelijk met klem voort; maar de emirs, die destijds Damascus bestuurden, hoden hem een aanzienlijke; som gelds aan, indien hij van zijne ondcr neiniug al'zag. Zij dreigden hem tevens Saiadijn te huip Ie zullen roepen en Syrië aan den zoon van Ayouh over te leveren. Amaury nam het goud aan, dat men hem bood, en bewerkte daarenboven de invrijheidstelling van twintig christen ridders, die bij de muzelmannen gevangen gehouden werden. Fas was hij in Syrië teruggekeerd, ol' bij werd ziek en stierf zonder iets te kunnen voorzien van de groote omwentelingen, die op zijne regeering zouden volgen.

Wij willen Amaury niet verlaten zonder in vluchtige trekken den toestand te schetsen, waarin hij het rijk achterliet. In de Assisen van Jerusalem kan men zien dal de steden en de verschillende leenen van het heilige land destijds voor den dienst van den Slaat meer dan vier duizend ridders en bijna zes duizend voetknechten moesten leveren, hetgeen met inhe-grip van het gevolg der vorsten en baronnen in gewone lijden een leger van twaalf'a vijftien duizend man kon uitmaken. De Assisen spreken niet van de Tempeliers, de Hospitaali'idders, noch van de overige militaire orden, wier strijdmacht met den 'lag aangroeide en geduchter werd. Men mag ook niet vergeten, dai al de steden van bet rijk versterkt waren door wallen en torens, welke door de inwoners bewaakt werden; op al de grenzen van het land, bij al de toegangen tol .lerusalem waren sterkten gebouwd, opgevuld met soldaten en wapens; de bergen van Judea, de hellingen van den Libanon, de landen van Moah en Galaad hevatlen tal van holen of grotten', die in onneembare sterkten herschapen waren; aan geldmiddelen was geen gebrek : de pelgrimstoehlen, de nijverheid en de over-zeesche handel hadden veel rijkdommen doen toevloeien; hel meerendeel der kuststeden nam steeds in bloei toe. Deeds in het derde jaar zijner regeering riep Amaury den patriarch en de bisschoppen, de grooten en het volk Ie Naplnsa bijeen: in die vergadering werden de behoelten van liet rijk blootgelegd; in gemeenschappelijk overleg werd vastgesleld dal een ieder, zonder uitzondering, hel tiende van zijne roerende goederen ten bate van den Staat zou opbrengen. Er hestouden nog andere belastingen, die men geregeld voldeed, en Wilhehnu# van Tyr zegt ons, dat Amaury geen enkele gelegenheid ongo-bruikt'liet voorbijgaan om een beroep Ie doen op den rijkdom zijner onderdanen. Wat was nu oorzaak dat het koninkrijk .lerusalem met den dag minder gevreesd werd door zijne naburen ? Hoe kwam het dat de zonen en de opvolgers der eerste soldaten van het kruis, in het bezit van alles wat gewoonlijk de kracht, den roem en bel welzijn der natiën uitmaakt, sidderden voor vijanden, die door hunne vaderen zonder legers, zonder soldij, zonder versterkte steden overwonnen waren? Waarom eindelijk behield een gouvernement, gevestigd door de overwinning eii voorzien van alles wat ter verdediging kou strekken, niet zooveel moeite steden en provinciën, eertijds door arme koningen en eenige ridders, wier eenige rijkdom hun zwaard was, veroverd ?

Een geschiedschrijver, .lacriues van Vitri, geeft, hiervan de volgende verklaring : zeden, karakters, krijgsmansdeugden, alles was verbasterd; de helden van het kruis waren verdwenen, en de afslammelingen van dat doorluchtige ras waren gelijk geworden aan het onzuivere dras van de olijf of aan de roest van bel staal.

De zoon en opvolger van Amaury, die nog te jong was om de teugels van hel bewind in handen Ie nemen, ontving de koninklijke zalving en werd onder den naam van Houdewijn IV in de kerk van het Heilig Graf gekroond. De geselned-sehrijver Wilhelmus van Tyr, die met zijne opvoeding belast werd, roemt zijn gelukkigen aanlog voor de studie van de geschiedenis en de letteren. Van kindsbeen af had hij den roem, de waarheid, de gerechtigheid lief; maar die goede hoedanigheden gingen voor hel rijk verloren; want de me-laalscbheid, waaraan hij leed, belette hem in persoon te rogeeren. De geschiedenis van dien tijd geeft hem dan ook geen anderen naam of titel dan dien van itwltialschcti lumwij.

Twee personen betwistten elkander bet, regentschap: Milo van Flaney en liaymond, graaf van Tripoli. De eerste, een edelman uit Champagne, was heer van Arabië in Sobal; hij had de staatkunde van Amaury geleid en wilde nu eveneens die van den zoon leiden. i\lilo van IMancy stond bekend als een slecht en losbandig mensch : hij was onnitstaanbaar aanmatigend en ingebeeld ; naijverig op alle gezag, duldde hij niet, dat men den troon naderde en cenigen invloed aan hel hol' en in den Slaat uitoefende, hetgeen hem hij grooten en kleinen gehaat gemaakt had. Overigens spreekt do geschiedenis van dien tijd alleen bij die gelegenheid van hem om te vermelden, dat hij met vele dolksteken doorboord in een straat van l'toloniaïs gevonden werd, en wij zeiven spreken .slechts van hem om te doen zien in welke handen hel erfdeel van .lesus Christ us gevallen was.

liaymond, de vierde alstammeling van den vermaarden liaymond van Sainl-Gilles, bezat de dapperheid, wakkerheid en eerziiehl van zijn doorluclitigcn voorzaat en vooral dat ontembaar karakter, hetwelk in bewogen lijden de hartstochten prikkelt en onverzoenlijken liaal opwekt. Wilhelmus van Tyr zegt ons, dat, hij den tijd zijner gevangenschap besteed had met zich te onderrichten en dat hij geletterd was; maar in de zaken was zijne, vlugheid van geest hem van veel meer dienst dan zijne geleerdheid. Zijne langdurige! rampen hadden hem de ijdelheid der inenschelijke dingen niel geleerd: begeeriger om over de christenen te regeereu dan om de ongeloovigeu te overwinnen, beschouwde liaymond hei recht om over de men-scheu te bevelen als het eenige loon voor hel lijden dat hij verduurd had; met hoogharliglieid cischte bij de belooning voor zijne diensten en krijgsverriclilingen, en zag de zegepraal der górecliligheid, hel heil des koninkrijks alleen in zijne verhelling. Tot bet regentschap beroepen en voortdurend verplicht zich te verdedigen legen de naijverige aanslagen dergenen, die hem liaalten, zien wij hem zieli ternauwernood met, de zorgen der regeering bezighouden. Do geschiedenis van dien tijd spreekt nagenoeg van niets anders dan van de vijanden, die bij zich berokkend had en van de vrees, welke hij aan koning Houdewijn inhoezemde.

Terwijl .lerusalem tennanstcDij zonder hoofd en zonder be-stnnr bleef, bevond de zoon van Noureddin, ongeveer van den-zelfden leeftijd als ISoudcwijn IV en oven zwak van lichaam als deze, zich te Damascus, omgeven door eene menigte emirs, die elkander zijn gezag belwistlon en in zijn naam regeerden. Saiadijn verklaarde zich aanvankelijk voor Mulck Saldi en nam zijne partij op legen do emirs, hen hesclmldigende dat zij den jongen vórst verdrukten. Eindelijk riepen dezen, gedeeltelijk uit.' vrees, gedeeltelijk uil geldzucht, daar zij zich lieten om-koopen, Ayónbs zoon naar Damascus. Toon hij'eenmaal meester was van de hoofdstad, onderwierpen zijn zegevierend leger en het gedegen goud, ohi'jisinn genoemd, dat hij uit Egyple trok, de overige steden van Syrië aan zijn gezag. Wilbelmns van Tyr maakt liieromtrent de; opnierking, dat er destijds onder de muzehnannon en zells onder de christeuen geen doeltrelfender


-ocr page 197-

a?

V- Ijs

BffSiWlmi ^PWHwSMs^^^S ïJSL'. V Jjj*j ' ''

ÏJ 3

HHÜ

11 El B * i ü m ■ 11 •■ mI iquot; --^MWk 11

i.V,-^;-■ ■;-; ■ H

a B quot;w

HH

I i^nnnBi^nHH

m ^^^mÊÊIÊ^m^^^aÊlSÊI^kMiÈs^MBHIB -, quot;: gt; ' ' v %- ... ^

i^p K

I ïm

Kliiii

ste

amp;jiy\if.^. ■ iKftf'S# sM ' WÊÊÊ ret'SKÏpBiafe'.'ï MMM^Wa^iwwgBMMi

' 5quot; -; i j. ■quot;• quot;-ïw'.

mk

M I Ih

■ ■amp;.!'-. ' ' quot; '-J ■■ ■■ ,-■. •

n

fTi* ■#? ■ h

Bl 5Èw--^È1!quot; 1 T-'.'^'-'raS'

H

■■

■ H

II

B

4■'■j jSj^ ïh'Mi

'-y- r r ^}'^^4^Êiy^MM'

i fm

I

III ■ ■

I

I I

•. t'. É^H v;,,;. |»IH

I ^BmMm

. '0

WÊSÊm

||

Wi m

I m -iÉ

m

II

ILfl

ïm WSmmmmSBBBBBBÊ*~ rr^rfj^W • r-'M^Wi

I

H

i ®quot; 4! f S'l

mÊÊÊiÊi'

If ' '

.-gt;-■•• ..quot;.'v'' ; ; ^'f:V-'-.v. •iH.-':quot;-j';: -• -.''•.v'v'.1-'■gt;quot;•'• ./V-'-' .•■•'quot;'.5quot; ;•quot;

■• ■ ■ ■ ■.•■■ ,.-:. , ^ I :;quot;. ■

im

HffiH

mWiÊÊÊÊ,,':quot; --i'.,.quot;' x-tiS-, ■ siïamp;glt;quot;•! ■■

i ^

i II ^

: ■ ^ ■ 1: IliBi

__ - A '■ ^ t 'fsamp;ISS^9^-.;, ^Sv-TT

-ocr page 198-

HET ZIEN VAN' HET WARE KRUIS ONTVLAMT DEN MOEI) DER KRUISVAARDERS.

-ocr page 199-

GKSCHIKDKNIS I)Kil KliUISTOCUTKN.

middel hestond om de liarlen lo wimiori, dan liet gmid mol volle liandcn uiL lo strooien. Tevcrg'eel's riepen de aanhangers van het stamhuis van Nou redd in, in liuniie verlsvijloling, de legers van Mossul en de dolki n van den Oude van den lierg te liul|i; Saladijn zegevi(!rile over alle hinderiialen. Tegenover (hi ware gcloovigen nam Saladiju den schijn aan alsol' hij geen ander doel op liet oog had dan de verdediging der zaak van hel islainismiis, en daar hij openlijk verklaarde, dat hij Nonreddin en /enghi in luinne apostolische zending opvolgde, gelool'de men gemakkelijk dat hij hen ook in hinnie macht moest opvolgen. De kalil' van Uagdad schonk hem, in naam van den proleet, de sonvereiniteil over de door zijne wapenen veroverde sleden, en zonderde zell's de slad Aleppo niet uit, waar de errgenaum van Nonreddin een laatst loevluchtsoord had gevonden. Van stonde al'werd Saladijn tot sultan van Damascus eu Cairo uilgeroepen, en werd het gebed in al de moskeeën van Syrië en Kgyple in zijn naam verricht.

liet is ons onhekend, welke middelen de Franken destijds aanwendden om de vorderingen van Saladijn Ie stuiten. Wilhelmus van Tyr verhaalt ons, dat zij, onder aanvoering van den graal' van Tripoli en den koning van Jerusalem, verschillende strooptochten aan gene zijde van den Libanon ondernamen; hij den eersten ruklen zij voort lot Daria, op vijl' mijlen alstands van Damascus; hij den tweedon drongen zij, van hel grondgebied van Sidon nilgegaan, in liet rijke dal van llaccar (tegenwoordig liekaa) door, toen een vruchtlaar landschap, thans een dorre woestenij, doch gingen niet verder dan Ualhek. Het christen leger keerde, met huil beladen, kudden ossen en schapen medevoerende, in Tyrus terug, maar zonder met den vijand slaags te zijn geweest. DUnsschen behaalde Saladijn voor hem nnllige overwinningen, maakle zich meesier van de steden en de provinciën en vestigde, bijna zonder wederstand te ont-mocten, de geduchte dynastie dér Ayouhieten.

In bet jaar '117H kocht lleinier van (Ihatillon, die lang in Aleppo gevangen gezeten had, zich vrij en verscheen hij onder de chrisienen. De avontuurlijke loophaim van licinier is oen der opmerkelijkste bladzijden dezer geschiedenis en geelt ons een duidelijk begrip van de dolende ridderschap, welke de kruistochten naar het Oosten voerden. Ueinier van Chatillon was met Lodewijk den Jonge in Syrië gekomen en had zich in den dienst van den vorst van Aiitiocbië begeven. Oonslanlia, do vrouw van llaymond van Poilicü's, bad de schoonheid (üi de ridderlijke manieren van lleinier opgemerkl, en toen llaymond op bet slagveld bet loven verloren had, wilde de vorstin van Antiochië niemand anders lot echtgenoot nemen dan den jongen ridder, die uil het land der Franken was gekomen. lt;tp die wijze geroepen om een vorstendom te besturen, maakte lleinier zich gebaat bij zijn volk door zijne benige twislen met den patriarch Amaury, door den wreeden oorlog dien hij bet eiland Cyprus aandeed en door verscheidene strooptochten , die niet 'met de 'waardigheid van een chrislen vorst overeen te brengen waren. Dij een dier onderneiningen viel bij in do handen der ongeloovigen, en bet was Ayoub, Saladijns vader, die hem gevangen nam. Toen hij zijn vrijheid herkreeg, was zijne vrouw (!onslanlia overleden en bezette de jonge; liohemond, lïaymonds zoon, de troon van Anliochië. lleinier hegal' zich naar Jerusalem, waar de herinnering aan zijne krijgsverricb-lingen en bel verhaal zijner rampen hem welwillend door den koning (in de baroiinen deden ontvangen. Hij ging een tweede huwelijk aan mei de weduwe van llmnrried van Thorou, die hem de heerlijkheid van (larac en Montreal als buwelijksgil't medebracht, lleinier van (Ihalillon bezal een opvliegend en onslinmig karakler; nooit ontzag hij in zijne strijdlustige drill wetten ol' verdragen. In een lijd waarin de onvoorzichligbei 1 van een enkel menscb alles op bet spel kon zeilen, kon die toomelooze drilt, welke de jaren en de rampspoed niet hadden kunnen temperen, onoverzienbaar onheil slichten. Wij zullen later zien boe lleinier een met Saladijn gesloten verdrag schond en het rijk in een oorlog wikkelde, waarin de glorie van den christen naam ten gronde ging.

Omstreeks dienzeHden lijd onlscheepte te Sidon een jonge markies van Montlerrat, bijgenaamd met het Lange /waard. Hij kwam huwen met de prinses Sibylla, eciie dochler van Amaury en oudsle zusier van lioudewipi IV. De markies van Monirerrat was vermaagschapt mei den koning van Frankrijk, den keizer van Duilschland en ile machtigsU! monarchen der (iiristenbeid. Men hield zich Ie Jerusalein overtuigd, dat verbintenissen met de aanzienlijkste geslachten van het Westen een kraehtigen stenn zouden zijn voor de zaak der l.alijnsche koloniën eii niets meer geschikt kon wezen om het vuur voor de heilige oorlogen weder aan te wakkeren. Koning Doudewijn hegiHigdo den eclilgenool zijnei' znsler met de graalsebappen Joppe en Ascalon. De jonge markies van MonHerral, die de hoop der cliristenen was, stierl echler reeds twee maanden na zijn huwelijk, waaruil een kind geboren werd, dat slechts weinige jaren leel'de en toch als koning stierl'.

Kort daarop verscheen IMnlippus, graal' van Vlaanderen, me' een groot aanlal ridders in Jerusalem. Koning Doudewijn. wiens ziekte versliuimerde, stelde den doorluchligen pelgrim voor om het bestuur van het koninkrijk op zich te nemen en in zijne plaats in de heilige stad te regeeren. Deze weigerde, zeggende, dat hij enkel gekomen was om zich aan den dienst van (lod te wijden. Kr werden loebereidselen gemaakt voor een nieuwe expeditie naar Egypte; men bood hel opperbevel daarover aan Philippns aan, doch bij weigerde wederom, zeggende, dat hij niet naar de boorden van den Aijl wilde gaan om er met zijne wapenmakkers van ellende om te komen. Zijne wispelturiglieid dreel' hem eindelijk naar het vorstendom Antiochië, dat gestadig door de Turken bedreigd werd; hij woonde het beleg van Harem; hij, dat aanleiding gal tot de grootste ergernis, en waarbij het dobbelspel, de valkenjacht en de ongebondenheid den heiligen oorlog len eeuenmale deden vergeten. Na vier maanden voor de plaats gelegerd te zijn geweest, ontvingen de bevelhebbers van de belegerden eene som gelds en trokken af. Deze smaadvolle expeditie zou de chrisienen allen moed henomen hebben, indien God hun niet op dienzeHden tijd een overwinning had geschonken, waarop zij volstrekt niet rekenden.

Ziende dat de strijdkrachten der Franken naar Antiochië getrokken waren, begat Saladijn zich op weg om Palestina aan le tasten. Op dat bericht spoedde zich koning lïoudewijn met al de ridders, die hij bijeenbrengen kon, naar Ascalon en sloot zich daarin op. Niet lang daarna verscheen Saladijns leger en sloeg zijne tenten in de nabijheid dor stad op. Daar bet christen leger zich niet builen de slad vertoonde, hielden de muzelmannen zich van de overwinning verzekerd en verstrooiden zich bij groole troepen in de uitgeslrekle vlakte van Saron. Ilamla werd aan de vlammen prijsgegeven, het grondgebied van Kidda verwoest. Hij de nadering der ongeloovigen namen al de bewoners de vlucht; do schrik verspreidde zich in de bergen van Judea eu lot zell's in Jerusalem, lulusscben kouden de christen krijgers niet langer in koelen bloede de verwoesting der geheelo landstreek aanzien en zij besloten liever te sterven dan werkelooze toeschouwers le blijven van die tooneeleu van verschrikking. In den ochtend van den lëestdag der heilige Gatharina verlieten zij gewapend Ascalon en trokken langs de zeekust voorwaarts, waar zij door zaïidbanken voor de oogen des vijands verborgen waren. Tegenover de legerplaats van Saladijn gekomen, schaarden zij zich in slagorde en verloondeii zich eensklaps aan den vijand, die hen niet had zien naderen. Terstond doet Saladijn de troinpetton steken om zijne verstrooide soldaten le verzamelen en poogt den moed der in bet kamp gebleven troepen aan te wakkeren. Houdewijn rijdt aan de spits van zijn leger, vooralgegaan door het hout van het ware kruis; bij had slechts driehonderd vijl' en zeventig ruiters bij zich, maar allen waren vervuld met de goddelijke genade, die ben sterker maakte dan gewoonlijk. De muzelmannen, die aanvankelijk met eenigen moed weerstand boden, konden er niet in slagen zich te bereenigen; de slaande engel scheen de chrisienen in bet gewoel van den strijd te vergezellen; de tegenwoordigheid van het kruis had nooit zulke groole mirakelen voortgebracht; menigmaal meende men gedurende den strijd dat zijne armen zich tot den hemel verhieven en zich tot aan bet einde van den horizon uitstreklen. Saladijn verloor al zijne in sarraankleurige zijde gekleede mameliikken, die aan zijne zijde vochten. De nederlaag der muzelmannen was volkomen; men vervolgde hen van al' de plaats, die de hern run Giianl genoemd wordt tot aan het moeras, bijgenaamd ilci S^nrnuwii. Zij wierpen hunne kurassen, hunne helmen en hunne ijzeren schoenen al', om sneller te kunnen loopen; honger, dorst en koude deden er een groole menigte op luni vlucht omkomen. Vier dagen lang zag men in Ascalon chrislen soldaten wederkeeren, die tenten en allerlei wapens, geheele troepen gevangenen en een aantal paarden en kameelen uicdebrachlen. De Arabische liedoinneu begonnen insgelijks de vluchtende niuzehnannen le plunderen; Wilhelmus van Tyr vergelijkt de Dedoiiinen bij de rups, die de overhlijl'selen van den sprinkhaan verslindt. Na znlk een groole overwinning keerde Houdewijn naar Jerusalem terug, om den Almachtige te danken. Ter zell'der tijd ontvlood Saladijn zonder geleide en op een drommedaris gezeten door de woestijn.

|'li7!).| In weerwil van deze schitlerende overwinning vervulde een bang voorgevoel nog steeds de gemoederen. Terwijl men hel Tc Dcuni zong dacht men er met angst aan, dal de wallen en de torens van Jerusalem van ouderdom invielen. Om ze te herstellen legden de rijkste burgers zich eene belasting op. Van een anderen kant liet men, daar Galilea voorldnrend door de inuzehnannen bedreigd werd, eene sterkte houwen ter plaatse, die men het Wed vtm Jacob noemt. Tet zell'der tijd kwamen in Palestina verscbe'deue adellijke pelgrims uit het Westen aan. Hendrik, graal van Troyes, zoon van graal' Tibout, den oude. Peter van Gourlenay, broeder des konings van Frankrijk,


-ocr page 200-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

en Pliilippus, zoon van grnnf Robert. Deze verslerldngen werden met blijdsclmp ontvangen; maar zij verhindenion Saladijn niet weder met een groot leger te verschijnen en zijne eerste voordeeion op de clirislenen te herwinnen. Deze leden ongeveer om dien zelfden tijd eenc nederlaag op het grondgebied van Slon en in het woud van Raneas. Tot overmaal van ramp vernam men weldra te Jerusalem, dat bet kasteel bij het Wed van Jacob, bestemd om Galilea en de beide oevers van den Jordaan te verdedigen, stormenderliand ingenomen en lot aan den grond geslecht was. Nn konden de geloovigen zich afvragen waarom God hun de overwinning van Ascalon geschonken had; de geschiedschrijvers van dien lijd roepen hier dan ook met den psalmist uit: Wie, o Heer! zal li begrijpen in uwe raadsbesluiten over de kinderen der inenschen ?

Roudewijn, die altijd ziek was, bezat de kracht niet meer zich door de zijnen te doen gehoorzamen of de soldaten van het kruis te midden der gevaren aan te voeren. Men had destijds geen gebrek aan hiiidercn Bclials, irarc onheilslichlers, die met de ziekelijkheid des konings hun voordeel zochten le doen en overal haat, tweedracht en wantrouwen zaaiden. Die ongelukkige vorst had verstandige mannen noodig gehad om hem in het bestuur des rijks bij te staan; de openbare meening wees er hem verscheidenén aan, maar de stem des volks hinderde den zwakken Roudewijn en alle roep van bekwaamheid boezemde hem wantrouwen in. zoodat degenen, die het rijk van dienst konden wezen, van het bestuur verwijderd gehouden werden. Toen verscheen plotseling een man, aan wien niemand dacht, die zich koen den weg naar het koningschap baande. Guy van Lusignan, eerlijds met Hugo le Rrun, zijn vader, in het heilige land gekomen, had zijne oogen durven opslaan tot de dochter van Amaury, de weduwe van den markies van Montlerrat. Guy, dien men om zijne innemendheid en schoonlioid bewonderde, knoopte met de zuster des konings ecu liefdehandel aan, welken men eindelijk verplicht was met een weüige eclitverbinlenis le bezegelen éu dit werd voor hem de weg tot den iroon van David en Salomon.

In het jaar 1180 bleef de droogje, welke reeds in de vorige jaren gebèersclit had, aanhouden; er viel geen regen in Syrië en vooral het grondgebied van Damascus werd hierdoor geweldig geteisicrd. De grond had niets voortgebracht; de bevolking stierf van honger en men kon de legers niet meer onderhouden; Saladijn sloot niet den koning van Jerusalem een wapenstilstand voor den lijd van twee jaren en begaf zich naar Kgypte, een gedeelle der Syrische bevolking, die den hongersnood vluchile, medevoerende.

Terwijl het koninkrijk die voorbijgaande rust genoot, zwoer e^'n Syrische secte, die l'henicië bewoonde, plotseling door een goddelijke ingeving gedreven, de dwalingen af, waartoe zij door een scheurmaker, Marou geheeten, verleid was, en keerde lot de eenheid der kalholieke Kerk terug. Dit volk, dal. den naam van Maronieten behouden heeft, was zeer krijgshaftig en bestond int krachlige, gespierde menschen; het was een gediichte bewaker van den Ijhanon, stuitte de ongeloovigeu dikwijls in hunne invallen en was een nuttig bondgenoot voor de Franken. Zijn lerugkeer lol de kalholieke eenheid verwekte groole blijdsclmp onder de. clirislenen.

Vóór den nlloop van den wapenslilstand met Saladijn gal een onvoorziene onislandigheid aanleiding lol nieuwe oorlogen. Een groot vaarluig, waarop zich vijltieuhonderd pelgrims bevonden, strandde, door den storm gezweept, op de kusten van Damiëlle; de sultan van Cairo gaf bevel op het schip beslag le leggen en allen, die er zich op bevonden, gevangen te iienien. De koning van Jerusalem vaardigde gezanlen al om zich over die sehending van de verdragen en liet volkenrecht le beklagen. Saladijn klaagde op zijne beurt over de slroop-lochten, die Kcinier' van Cliatilkm, beer van Monllërrat, telkens op bet grondgebied der muzelmannen ondernam. De slad Hela of Uelis, aan tic Roode zee, had onder anderen korten tijd aan de christenen behoord, Reinier wilde haar weder bemachligeii; te Carac werden daartoe booten gebouwd en op kameelen vervoerd: men wilde de stad te gelijk van de land- en de zeezijde aantasten; doch bet zenden van hulptroepen door Saladijn deed bel beleg opbreken. Rij een andere expeditie stolde Reinier zich aan de spits zijner stoutmoedigste krijgers, wierf twee- a driehonderd Redouinen aan en rukle met deze krijgsmacht tegen Mecca en Medina op. Deze troep had reeds bel' dal van Rabi bereikt, toen hij door de Turken aangevallen en verstrooid werd. Verscheidene christen soldaten, die in de banden dei ongeloovigen gevallen waren, werden naar Mecca gezonden en onthalsd met de schapen en de lammeren, die men gewoon is bij gelegenheid der plechtigheid van het Hairam-lëest aan den profeet le olferen; men voerde de overigen naar Egypte, waar zij omgebracht werden door de solis, de vromen en de schrifigeléerden.

Nn was er geen sprake meer van vrede, en van weerszijden werd de oorlog met verwoedheid voortgezet; lederen dag hadden nieuwe gevechten plaats: de provinciën en de sleden leefden in gestadige onrust. Na de sterkte Carac bedreigd en Galilea verwoest te hebben, kwam Saladijn de stad Reirout belegeren, (ui daar deze een krachldadigen weerstand bood, begaf bij zieh eensklaps naar Mesopotamië en verwaardigde zich niet eens, bij zijn vertrek, mei zijne vijanden over een wapenstilsland le ondeibandelen. Hij vertoefde langer dan een jaar op de oevers van den Eupbraat en den Tigris. In plaats van eenige groole onderneming te wagen, maakten de Franken van die afwezigheid van Saladijn slechts gebruik om den Libanon weder over te trekken en opnieuw de marktvlekken en velden van Syrië te plunderen. Hie strooptochten, waaraan geen gevaar eii geen roem verbonden waren, schonken den christenen hunne gerustheid niet terug: de nieuwe sultan van Cairo en Damascus stond hun altijd dreigend voor den geest; met gretige, bekommering luisterde men naar alles wat de faam van hem verhaalde en lederen dag verwachtte men, dal hij mei nieuwe strijdkrachlen zon wederkeeren. De aanzienlijksten van bet rijk vergaderden verscheidene malen om te beraadslagen over de verdedigingsmiddelen, die men hem zou kunnen tegenover stellen. In een dier bijeenkomsten stelde men vast, dat er een buitengewone belasting zou geheven worden en ieder inwoner van liet rijk één ten honderd van de waarde zijner bezittingen en twee ten honderd van zijne inkomsten zou opbrengen. Degenen, wier vermogen minder dan honderd bezanten bedroeg, betaalden een schoorsteenrecht van een bezant of een Iralven bezant: in ieder cazcil of dorp betaalde men een bezant per vuurhaard. Vier commissarissen-ontvangers, recblschapen en godvreezeUde mannen, werden in elke stad benoemd; iedereen was aan deze belasting onderworpen, zelfs de joden en de. miizelmaimen. De opbrengst der belasting moest naar Jerusalem of naar l'lolomais gezonden worden en bewaard in eene kist met drie sleutels: dit geld mocht alleen worden aangewend voor het onderboud van het leger en het herstellen der vestiiigwerkên.

Middelerwijl keerde Saladijn in Damascus terug ('1183). In zijne jongste oorlogen had bij verscheidene groole steden veroverd, zooals Edessa; Amida of Diarbekir en Mossul aan zieh ondenvorpen, waar de Atabeken nog regeerden, en zich eindelijk van Aleppo meester gemaakt, waar de zoon en erfgenaam van Noureddin kort. le voren overleden was. Al de sultans en emirs van Mesopotamië waren zijne bondgenootea of cijnsplielitigeu geworden, zoodat hij voortaan nog alleen de christenen tol vijanden had, en de macht der Franken in Syrië zag zieh als hel ware ingesloten, belegerd door lal van natiën, die haar haatten en allen aan één man gehoorzaamden. Sedert Saladijn iu Damascus teruggekeerd was, vroegen de clirislenen zich eiken dag met angst af, langs welke zijde de storm over hen zou losbreken. De troepen, die voor de verdediging van bet rijk bestemd waren, werden, volgens de gewoonte, bij de fontein van Sephonri bijeengetrokken en wachtten daar hel teeken lol oprukken al.

De ziekte van Roudewijn maakte ontzellcnde vorderingen. Die rampzalige vorst had hel gezicht verloren, zijne uiterste ledematen rotten af; hij kon zich niet meer van zijne handen of zijne voeten bedienen. In dien bopeloozen toestand bewilligde hij ér eindelijk in, bet oppergezag neder le leggen, en enkel de koninklijke waardigheid met de slad Jerusalem behoudende, benoemde bij Guy van Lusignan tot regent van het koninkrijk en liet aan iiem de zorgen van de regeering over. Die keuze van l.usignan boezemde noch aan het volk, noch aan hel leger vertrouwen in; de verstandige lieden begonnen te gelooven, (lal. de goddelijke wijsheid zich van den raad der vorsten afgekeerd bad en God hel koninkrijk Jerusalem niet meer wilde redden. Weldra vernam men, dat Saladijn met eene geduchte cavalerie in het grondgebied der christenen gevallen was. Na Insschen de twee lakken van den Jordaan gekampeerd le hebben, zond bij naar alle ricblingen legerafdeelingen uit, en kwam zelf zijne tenten opslaan bij de bron van Tubanië, tusschen den berg Gilboa en de oude stad Rethsan of Scylhopolis. Nu zette bet. christen leger, door den nieuwen regent van het koninkrijk aangevoerd, zich in beweging en kwam in het. gezicht der muzelmannen zijn legerplaats opslaan. De vijand verwoeslle de velden, verbrandde 'de vlekken en dorpen, voerde de vrouwen en kinderen mede, plunderde de kloosters en de kerken en liet ze daarna in vlammen opgaan. Te midden dier algeineene benauwdheid bleven dcLaiijnsche troepen werkeloos en nocblans lelde men onder de vauen van bet kruis tot derlienbonderd ruiters en meer dan twintig duizend voetknechten, belgeen sinds den eersten kruistocbl niet meer in hel Oosten gezien was. Ervaren krijgskundigen achtten de gelegenheid gunstig om Saladijn te overwinnen; maar men bood hem den strijd niet aan en de vijand werd zelfs op zijn terugtocht niet achtervolgd.

Men beschuldigde Gny van Lusignan voor bet gevaar of liever voor de overwinning geaarzeld te hebben. Van alle kanten liet zich gemor tegen hem hooren. Roudewijn zelf deelde de algemeene verontwaardiging en hel berouwde hém zooveel macht


-ocr page 201-

GESCHIEDENIS OER KTU11ST O GUT EN.

H7

vcrleoncl lo nnn oen man, dio zoo ongescliikt was om hol

rijk lo roddou; hij besloot hem liol rcgoiilscha|) le oiilnemon en ging in zijn toorn zoover, dat hij hom van hot hezit der graaf-seha|tpen Ascalon 011 Joppe vervallen verklnron on zijn huwelijk mei Sibylla onlhinden wilde. Guy werd voor hol hol'der haroimèn en der bisschoppen gedaagd; daar hij weigerde lo vorschijnon, begaf Boudowijn, hoewel gebrekkelijk on blind, zich in persoon naar Ascalon. De poorlon dor stad waren gesloten. De rampzalige vorst (wij volgen hel verhaal van liornardus) riep en beval dal. men hem zon openniiikon; driemalen klopte hij mol zijne hand op de poort, doch niemand verscheen. Terwijl de koning zijn bevel gal', voegt dn reeds genoemde kronijk er bij, waren de burgers op do nuiron on do lorons geklommen en (iuvfdcu zirh 11 iel le verroeren, Ier wijl zij den a/looi) van deze zaal; alwaehllen. I en Hemel lol geinige nemende van zulk een grooten smaad, begaf Boudowijn zich naar Joppe, waar bij door bet volk en de ridders omvangen werd en zijn baljuw in de plaals van dien van Guy van l.usignan slelde. In .lorusalom teruggekeerd, ontbood bij den graaf van Tripoli en belastte dezen met het bestuur van het rijk: hij wilde le golijkor tijd do kroon op hol hoofd van oen vijfjarig kind plaatsen, gesproten uil hol eerste linwelijk van Sibylla met don markies van Montiorrat. Dal hel rogeiil-schap aan Raymond opgedragen was veroorzaakte groolo blijdschap aan de baronnen en hel gansche volk, want sinds lang zo id o men in .lerusalem dal er, zonder don graaf van Tripoli, niels dan oulieilen van de zijde des Loninf/n Ie verwachlen traren. Toen de zaken van bel regentschap geregeld waren, werd Sibylla's zoon gekroond onder den naam van Roudewijn V. «Daar bet kind klein was (dit zijn de uitdrukkingen vaii liornardus) en do koning niet wilde, dat het beneden de andoren zou slaan, liet men het op de armen van oen ridder lot in den lompol dos Hoeren dragon.quot; Daarna bereidde men oen groot feestmaal in hel paleis van Salomon, waarbij, volgons net gebruik, de Iniryers van Jerusalem den nieuwen lioninn en zijne hardline)! bedienden. Sinds dien dag vonden er geen feesten of vreugdebelooningen in de heilige stad moer plaats.

De palriai'ch Horadins en do groolmooslers van den Tempel en hel Hospitaal worden toen naar bel Westen gezonden om don bijstand der christenheid in le roepen. Bij hunne aankomst in llidiö had paus Lucius, uit Rome verdreven, juist lo Verona eon vergadering bijeengeroepen, ten einde over de middelen te boraadslagon om den vrede in de chrislonwereld le herstollen, holwelk door Eredorik, keizer van Duilschland, bijgewoond werd. Do afgevaardigden van Palestina werden in die vergadering gehoord en gaven een verslag van do gevaren on de rampen van hol heilige land. Daarna trokken zijde Alpen overongingen oen beroep doen op de godsvrucht en de' dapperheid dor Eransche krijgers. Philippus Augustus, die destijds regeerde, ontving hen nlol de grootste oorbowijzingen, maar bij had pa's don troon beklommen, en hot belang van zijn rijk veroorloofde hem niet persoonlijk aan de verdediging van Jerusalem lo gaan deelnomen. Iloii-drik H, koning van Engeland, wiens militaire vermaardheid lot in hot Oosten doorgedrongen was, scheen hol laatste plechlanker der cbristenen le zijn. Daar die vorst, om don moord op den aartsbisschop van Kanlolborg le booten, aan don paus beloofd had een leger naar Palestina te zullen aanvoeren, begaf Horaclius zich naar zijn hof, en bom do sleutels en de vaan van bel heilig graf aanbiedende, smoekle hij hom zijne gelofle gestand lo doen. Engeland word destijds beroerd door onlusten, en de geest van verzot was zelfs tot in do familie van don monarch doorgedrongen. Hendrik betuigde zijn ijver voor do verlossing der heilige plaatsen, beloofde in de uitgaven van den heiligen oorlog te zullen bijdragon, maar weigerde hel kruis aan le nemen; «Behoud uwe scballon,quot; riep de door die weigering vergramde patriarch uit, «want wij zookon oen man, die geld noodig hoef! en niet geld, dal oen man noodig lioefl.quot; Deze woorden, dio niol door den geest van hol Evangelie ingegeven waren, schonen eoidor geschikt om den Engolschen monarch te vertoornen dan te overreden, en loon Hendrik II daarover zijn verwondering lo keunon gaf, -werd do patriarch nog vermeteler en lergender: «Gij bobt gezworen,quot; riep bij uit, «dat gij mot een leger naar hol heilige land zoudl trokken, en lien jaren zijn sedert voorbijgegaan zonder dat gij iets gedaan hebt om uwe gelofte te volbrengen. Gij hebt God bedrogen; maar weel gij niol wat God voorbehoudt aan degenen, die weigeren' Hem lo dienen ïquot; Dio woorden hoorondo, kou do monareb zijne verontwaardiging niol bedwingen. «Ik zie dal ik uwe gramschap opwek,quot; vervolgde Horaclius, «maar gij knul mij boliandelon gelijk gij mijn broeder Thomas behandelcl hebt; want hol is mij onver'scbilig in Syrië le sterven door do hand dor ongoloovigon, of bier omgebracht te worden door u, dio boosaardiger zijl dan do Sarracenen.quot;

Wal den geest van dien tijd kenmerkt is, dal een inaebtige monarch een gezant der chrislonen van hol Oosten, die hom op die wijze toesprak, niet durfde straffen en hij genoodzaakt was smaadredenen aan te hoeren, waarin de naam van Jerusalem gemengd was. In zijn besluit volhardende om zijn rijk niet te verlaten, bood Hendrik aan, oen gedeelte zijnor schallen aan de verdedigers van Palestina te zonden en veroorloofde hij zijnen onderdanen do wapens tegen do ongoloovigon op te nemen.

De lijd was nog niet gekomen, dal do herinneringen aan do heilige stad hel Westen opnieuw in beweging zouden brengen. Reeds was het aan vorseheidono uil Jerusalem gekomen afgezanten, wier woorden overluigonder waren dan die van Horaclius, niet mogen gelukken de krijgshaftige geesldrift, der chrislonen op te wokken. Als men l'elor van Gourtenay, don broeder van Eodewijk VII, een graaf van Troves, een graaf van Leuven, Pliilippus, graaf van Vlaandoren, en oen graaf van Nevers uilzon-dorl, die in die rampspoedige dagen de heilige plaatsen bezochten, dachten tie ridders en de baronnen van hol Westen er niet moer aan om voor hol erfdeel van Jesus Ghrislus lo gaan strijden. Redroefd over do onverschilligheid, waarmede monde christen koloniën in Syrië aim hun lot overliet en vertrouwende op de enkele kracht zijner woorden, had do paus aan Saladijn en aan Malek-Adhel geschreven, om hou lo smeokeu oen einde te maken aan hel bloedvergieten en do vrijheid te hergeven aan do christen gevangenen. Men mag mot grond aannemen, dat de paus deze overredingsmiddelen bezigde dewijl hij geen andere bezat. Het vuur der kruislochton was niet in do gemoederen uitgedoofd, maar om zijn eersten gloed te herkrijgen en de harten in liehtelaaio vlammen te ontsteken, waren er huitengowono ge-bcurtonissen, diep schokkende rampen noodig die de gemoederen in beweging zouden brengen en lol do verbeelding dor volkereu spreken.

Toen do patriarch Horaclius in Jerusalem terugkwam, bleef alles nog een snollen ondergang lo gemool gaan. «Wij verfoeien het logeuwoordigo,quot; schroef do aartsbisschop van Tyr, «en huiveren voor de tookomsl; onze vijanden hebben al hunne voordoeion hernoinon en hel is zoo ver mot ons gekomen, dal wij noch do kwalen noch de goneesmiddolen kunnen verdragon.quot; Na deze woorden gezegd lo hebben, beeft do geschiedschrijver van bel koninkrijk Jerusalem den moed niol meer om zijn verhaal voort lo zeilen en hij laai aan anderen do laak over om ile onheilen, die hij voorziet', te boek lo stellen. Vele destijds lovende goschiedsclirijvors vermelden hier do voorteekouóu, die hol einde der christen koloniën voorspelden, zooals aardbevingen , zons- en maansverduisteringen, een hev'Kjen wind, waardoor de vier windslreiien der wereld f/esehohl werden. Vrome lieden zagen do teekonon van don naderenden ondergang van hol rijk ook in de overgroole verslapping dor zoden en in de volslagen vorwaaiioozing dor ovangelische zedeleer. « Do eeuwenoude vijand van hel monschdom,quot; zegt een geschiod-schrijver van dien lijd, «strooide overal hol zaad dor verleiding en beerschle voornamelijk in Jerusalem. Do andere natiën, die van dit land het licht van den godsdienst ontvangen hadden, onlvingen or toen hel voorbeeld van allo ongorechtigbedeii van; Josus Ghrislus vorachüe dan ook zijn erfdeel, en stond toe dat Saladin de roede zijner gramschap werd.quot; Een niet. minder stellig loekoii van de ophimdon zijnde omwenlelingon en onheilen was, dal de ouvoorziclitigsten of do verdorvensten de leiding dor zaken in handen hnddeu, dal er nog slechts zwakheid, mach-loloosheid en verblindheid in hot inoerendoel dor bevelhebbers lo vinden was en er om het koninkrijk te besturen niets anders dan de vorston en koningen dor slechte dagen overbleven.

Do ongelukkige Boudowijn had ton oenemale de verstandelijke en de lichamelijke vermogens verloren en verlangde, door'do hevigste pijnen gemarteld, slechts naar hel uur van zijn dood. terwijl zijn naderend einde ziju palcis mot rouw vervulde, belvvislten alle partijen elkander de oppermacht en lieten dat rijk, over hetwelk zij wilden regeoren, geen oogenblik rust. Zoodra do monarch de oogen gesloten had, verergerde hol kwaad en kendo do tweedracht geen breidel meer. Do graal van Tripoli wilde de teugels van hel bewind als regenl van het rijk in handen blijven houden; Sibylla wilde den schopler aan haren echtgenoot geven. Te midden dier oneemghodon stierf plotseling Boudowijn V, de zwakke en broozo hoop van bel christen volk. Men begraafdo zijn stoffelijk overschot op de plaats, waar de asch van Godfried rustte, en zijne groeve was hol laatste koninklijke graf, dal aan don voel van don Calvarieberg gedolven werd.

Zoodra het lijk van den jongen koning tor aarde besteld was, riep de graal' van Tripoli do rijksgroolen lo Naplusa bijeen. De patriarch en do grootmeester der Tempeliers bleven lo Jerusalem en verklaarden aan do gravin van Joppe, do gemalin van Lusignan, dal zij haar zouden kronen in weerwil van allen in den lainle. Op hun aanraden liet Sibylla de lo Naplusa vergaderde bisschoppen uitnoodigen om hare kroning lo komen bijwonen; maar doze weigerden, zich beroepende op de vastgestelde bepalingen en do algelegdo eedon tijdens hel loven van don melaatsdien koning. De patriarch en de grootmoestor van don Tempel zonden de boden dor baronnen terug mot do boodschap, dal zij die bepalingen en eeden niel lelden en do


-ocr page 202-

I! MIlIISTOCUTI'lN.

r.KSCIIIKDKMS I)I'.

edel vrouw zouden Ironeii. Daurop werden ilo poorlca der slad gesloton oil be^al' Sihylln zieli voor do plecliliglieid der ki'onin^ naar de kerk van hel Heilig Gral'. Nadat de palriarch Iwee kronen uit de seliatkaraer had gehaald, legde liij er een op liet altaar en zette de andere op het hoold der gravin van Joppe. Toen de gravin gekroond was, ücide de palriareh tot haar: «Gebiedster, gij zijl eene vrouw; het past dat gij een man bij u hebbel, die u behulpzaam zij in het regeeren. Neem deze kroon cn geel' liaar aan een man, die u bijsla in liet bestuur van liet koninkrijk.quot; Zij aam tie kroon, en haren echtgenoot roepende, die in hare nabijheid stond, zeide zij lol hem: «Sire, nader en ontvang deze kroon; want ik zou haar niet heler kunnen plaatsen.quot; Guy knielde neder, en zij zellc hein de kroon op bel hoold; zoo werd hij koning en zij koningin. De tijding van deze kroning werd spoedig te Naplusa bekend, waar zij eene groole verslagenheid onder de baroiinen veroorzaakte. Boudewijn van Uamla, een der aanzienlijkste edellieden van bet rijk, was meer bcdroel'd dan al de overigen eu zeide tol zijne wapenbroeders, dal hel hnttl verloren was en hij ver-Irehheii (jinfi; want bij wilde hel verwijt en de schande niet op zich laden zijn ondergang bijgewoond le hebben. De graal' van Tripoli bezwoer lioudewijn van Uamla zich over hel christen leger te ontlernien en bij de overige baronnen le blijven om hel in gevaar verkeerendr rijk le redden. «Wij hebben hier den jongen llumlried van Thoron, den cchtgenoot van Isabella, de Iweede dochter van Ainaury; wij zullen naar Jerusaleni gaan en hem kronen want wij hebben den ganschen adel van bet land voor ons. Wat de Sarraccnen aangaat, zij zullen ons niet veronirnsten, want ik heb niet bon een verbond gesloten.quot; De baronnen waren het spoedig ouder elkander eens, en kwamen overeen Hu ui tried reeds den volgenden dag te kronen. Maar llumlï'ied, die ternanwernood vijftien jaren oud was, dacht bij het vernemen dat men hein tot koning wilde kronen, aan den last, die dil hem zou veroorzaken, en aan hel gevaar, dal er voor hem uit voort kon vloeien; bij spoedde zich naar Jerusalem en wierp zich aan Sibylla's voeten, betuigende, dat bij de rusl en hol leven verkoos boven de kroon, die men hem wilde geven. Hel werd ras te Naplusa bekend, dat numlriecl naar Jerusalem gevlucht was. Nu waren de Imronnen zeer mislroonliij en wislen niel wul zij zouden doen; de incesten waren van oor-doel, dal zij berispelijk zouden handelen, indien zij den koning verlouehenden, die pas als zoodanig gekroond was en kwamen den leeueed aan hem alleggen, ieder voor zijn leen en zijn grondgebied, lioudewijn van Uamla wilde geen gronden van koning Guy in leen beiiben en bcgal'zieli naar Auliocbië, betgeen een groot nadeel was voor de christenen eu een reden van blijdschap voor de ongeloovigen, die hem vreesden. De graal' van Tripoli ging zich verschansen in de stad Tiberias, die hem door zijne vrouw was aimgehraeht, eu liet aan Saladijn om hulp verzoeken, ingeval Lusiguan hem mocht aanvallen.

Tijdens liet leven van lioudewijn den Melaatsche was er met Saladijn een wapenstilstand gesloten, welke nog niet ten einde was. Dil bestand was in de onistandigheden, welke hiervoren door ons vermeld zijn, als hol ware de redding van hot rijk. Opmerkelijk voorwaar, de miizelmannen eerbiedigden de gezworen trouw en het was van de zijde der christenen, dal hel sein tol een nieuwen oorlog kwam. In dat zeilde jaar (TISti) plundorde lieiuier van Ghatillon, steeds door zijn vurig karakter mode-gesleept, in vollen vrede, een rijke muzolmansche karavaan, die langs Garac trok. liij hol vei nemen van dit ongehoorde teil zwoer Saladijn, in gramschap ontstoken, dat hij deze schending der verdragen en den hel islamismus aangedanen smaad zou wreken, liij zond een rondgaanden briel' aan zijne emirs en zijne bondgenoolen, waarbij al de muzelmannen in Egypte, Syrië en .Mesopolamië, in staal om de wapens le dragon, tol don Loiligen oorlog opgeroepen werden. Na die toebereidselen veiliel de sultan in de maand Maart, 1187 Damascus om do karavaan te beschermen, welke zich van het noorden van Syrië naar Mecca en Mesopolamië bogal', en kwam, West-Arabic duort rekkende, met zijn geheele legermaclit Ueinier van Ghatillon in Garac belegeren.

Terwijl dit beleg met klom voortgezet word, trok een gedeelte dor muzolmansche ruiterij, onder aanvoering van Aphdal, den zoon van Saladijn, don Jordaan over en rukte in Galilea voort. Toen hij Nazareth naderde, zocht de landelijke bevolking, iu overhaasting vluchtonde, eene wijkplaats in de slad onder hol geroep van: It uur zijn de Turken! daar zijn de Turken! Openbare omroepers doorkruisten de stad, telkens met luider stomme herh:;lende: mannen van .\azarelli, wapen I n voor de verdediijinij der slad van den waren Aazareeër. De Tempeliers cn de llospitaliers, die van hel gevnar verwittigd konden worden, snelden in volle wapenrusting en gereed voor den strijd toe. Op die wijze kwamen er tol bondenldertig ridders bijeen, bij wie zich drie- a vierhonderd voelkneehten aansloten. Deze onversaagde handvol krijgers aarzelde niel de rnrksehe (■niters te genioel to gaan, wier gelal zeven duizend beliep.

De soldaten van hel kruis openden den strijd. De krouijken van dien tijd kunnen niel genoeg de dapperheid der christen ridders roemen en verhalen daarvan wonderen, die men moeite heell om te gelooven; vooral verwijlen zij bij do beschrijving

van den roemvollen dood van Jacques van Maillë, dei.........

schalk van den Tempel. Op een wit paard gezeten, bleef die onhedwingbare kampvechter van Jesus Gliristiis alleen over en vocht als een leeuw te midden van boopen lijken. Hoewel van alle kanlen aangevallen, weigerde hij zich over te geven. Van vermoeienis en bloedverlies uitgeput, slortle het paard, dat hij bereed, neder en sleepte hem in zijn val mede. Oiimid-dcllijk springt de onversaagde ridder weder op en stort zich met de lans in de vuist, met bloed en slof overdekt, bezaaid mol pijlen, in de vijandelijke gelederen; uit tallooze wonden bloedende zinkt hij eindelijk neder, doch brengt stervende nog doodelijke slagen toe aan degenen die hem te dicht durven naderen. De muzelmannen hielden hem voor Sint-Joris, dien de christenen tijdens hunne veldslagen uil don hemel meenden le zien nederdalen.

De grootmeester vargt; den Tempel en twee zijner ridders waren do ociiigen, die aan het bloedbad ontkwamen.' Dit geveelil groep plaats óp don corsten dag van Mei. Al dq cbrislenen waren in diepe vorslagonheid gedompeld. De koning van Jerusalem, die voornemens was don graaf van Tripoli to gaan-beoorlogen, was nog slechts bedacht op eea toenadering met hem en voelde er behoefte aan zich door zijn raad le laten leiden; van zijn kant zwoer iiaymond do hem aangedane beleedigiugen te zullen vergeten en begaf zich naar Jerusalem. Guy van Lusiguan kwam hom le gomoel en ontving hem mol al de blijken van eene oprechte genegenheid. De twee vorsten omhelsden elkander iu hel aanschijn van het gansche volk en beloofden te zamen tot den dood toe le zullen strijden voor het erfdeel van Jesus Ghrislus.

Klken dag ontving Saladijns leger nieuwe versterkingen. De sultan beloofde reeds de huil dor christenen aan de uil Daloslina verdreven muzelmaiischo gezinnen, hij doelde steden en gronden uit aan de dappersten zijner emirs; de kalif van Uagdad en al do geloovigen, die zijne geestolijke oppermacht erkenden, van Korassan lol aan de boorden van den Nijl, stierden hunne gebeden ton hemel voor de zegepraal zijner legerscharen en do verovering van Jerusalem. In do eerste dagen van Juni slak Saladijn de rivier over en naderde Tiberias met oen leger van tachtig duizend man.

Guy van Lusignan, de graaf van Tripoli en do voornaamste baronnen waren to Jerusalem vergaderd om over de gevaren van het rijk te beraadslagen. Mou beslool al de strijdkrachten der christenen hijoen le trekken en ze naar de bedreigde punten te zenden. Er word insgelijks in die vergadering vaslgesteld dat men de schatten, welke Hendrik II naar Jerusalem had gezonden en die door het Huis van den Tempel bewaard werden, voor de verdediging van hel heilig land zou gebruikoii; de raad der baronnen stelde daarbij vast, dat hol wapen van Engeland op de vaandels van het christen leger zou afgebeeld worden. Men vergat vooral niet hot hout van hel ware Kruis, dat altijd bij allo groole gevaren te voorschijn kwam. Hot toeken der verlossing werd m processie buiten de stad gebracht en door den patriarch ter hand gesteld aan de bisschoppen, die hel in het leger moesten dragen. Bange vermoedens vermengden zich met deze plechtiglieid, en velen hielden zich, op zekere voorspellingen afgaande, overtuigd, dat hol ware kruis niet moer in Jerusalem zou terugkeeren.

Al de weerbare mannen waren in de vlakte van Sepphoris hijoengekomen. De sterkten van hol koninkrijk bleven zonder verdedigers-, en in de steden zag men sloebts vrouwen en kinderen. Do vorst van Antiochië had vijftig ridders, door zijn zoon aangevoerd, aan het christen leger gezonden; er waren krijgers uit al de steden van het graafschap Tripoli gekomen. De' pelgrims, die zich destijds in hot heilige land bevonden, do homanning dor uil het Westen aangekomen christen schepen waren toegesneld om den grond van Jesus Ghrislus te verdedigen. Hot leger telde zoodoende meer dan vijftig duizend strijders. Weldra vernam men dat Saladijn Tiberias binnengo-droiigen was en do muzelmannen de citadel belegerden, waarin de vrouw van den graaf van Tripoli de wijk genomen had. Ken groole raad werd belegd om le beslissen of men de in tie handen der ongeloovigen gevallen slad hulp moest gaan bieden. Al de bevelhebbers doelden hunne zienswijze mede. Toen de beurt aan iiaymond kwam, sprak hij :

«Tiberias is mijne stad; mijne vrouw is in de citadel; niemand beeft derhalve meer dan ik hij deze zaak te verliezen, niemand kan er meer belang bij hebben om Tiberias en zijne bewoners hulp te gaan bieden. Wee onzer echter, indien wij deze menigte mannen en paarden medevoeren in dorre wildernissen, waar zij door hongei, dorst en hitte moeten bezwijken! Gij weet dat op de plek zelve, waar wij ons bevinden, ons leger ternauwernood tegen de stralen van een glooiende zon bestand


-ocr page 203-
-ocr page 204-

| mÊlÊÊÊIÊÊÊm

KM IH

BB

:: mHB i

iW

ïMS

9K

FlBWlfflllpM8!WI 1

iSl

K%^ w^^xSmm - 'V

I a

i»l Maw^ü^^ PI

r#

« S

'ff Ö X# .£?• ap ■amp;

PP ■1

'llü iüB i^^B M^W I^M

'31

'

I |l|r

m H H amp;$$$£$

«•

■ »# wP? ^gt;t ■'. ■ ft

» - ■•'M-1;^'. •gt;. 1 - * J-' -• ■- I • -MpaMl »111

;

Kt

';pt

mS nm

: t: i : I

B H jg1;- .-ï-J^-Ag,:.. 1amp;Samp;' 'V-~Vwfelt;

.9 H 11 ^1

S ' | 'l*'/quot; * tv * ® ^ *n P ^

aH|

mmmmim

-ocr page 205-

(i rSCII ITDKMS li KI

! KliriSTOf.MTKN.

is en /onder de aanwezigheid van walei' /.(uido mnkoinen; van den anderen kaal wool gij nok, dal do vijand niel lol ons kan komen zonder een grool aanlal aiansc-liappen door hel schrok aan walcr en do liille le verliezen, lilijll dns hij hol walor in oen streek waar hel u nicl aan lovensmiddolon onlhrookl. Hel is onlwijlblhaar, dat de Sarracenen, oiigchla/.cn van hoogmoed na hel nemen der stad, noch roclits noch links al'wijken, maar de dorre landstreek doortrokken znllen, die ons van hen scheidt, om regel roei it op ons aan Ie komen en ons tot den strijd uil le lokken. Dan zal ons volk, dat aan niets goh rek lijdi, daar hel levensmiddelen en water in overvloed hezil, mol hlijdscliap zijne verschansingen verlaten om zich op een vijand le worpen, die door honger en dorst reeds ten dooie overwonnen is; dan znllen wij en onze paarden krachtig en ving zijn; dan znllen wij, heschermd door hot levenwekkende kruis, met voordeel die ongeloovige natie hestrijden, die van vermoeienis uitgeput zal zijn en geen toevluchtsoord zal hohhen. Zoo zullen de vijanden van .losus Ghristus in Ininue ouvooi-zichtige aanvallen hot onderspit delven, en vóór zij don .lordaan of het moer van Tiherias kunnen bereiken, zullen allen, dat zwoor ik u, door den dorst en het zwaard omkomen ol' lovend in onze handen vallen. Wat ons aangaat, zoo ons eenig onheil mocht overkomen, zoo wij genoodzaakt werden te vluchten (God bespare ons die schande!) zullen wij nicl zonder hulp en zonder toevluchtsoord blij ven. Om al die fedonon bon ik van oordeel dal wij Tiberias moeten prijsgeven, opdat hel rijk niel verloren ga.quot;

De Arabische schrijvers, die van deze beraadslaging der hooiden van hel christen leger spreken, geven nauwkeurig don zin en den geest van do door Raymond gehouden rede weder. In do Oostersche geschiedenis, getiteld tie twee Tuinen, lezen wij, dat Saladijn van zijn kant eeu raadsvergadering van emirs belegd had en men besloten had met het chrislen leger slaags te raken. De sultan was {tic; meoniug toegedaan, uitboorde de christonon bij een overwinning weinig le winnen, doch bij een nederlaag alles te verliezen hadden. Derhalve had do graal van Tripoli sluw het plan van Saladijn doorzien en stelde hij hot geschiktste middel voor om do bedoolingon van don vijand le verijdelen: hij vond nietloinin beslrijdcrs. Do grootmeester der Tempeliers zag nog Iwl haar van den wolf in de rede van liayinond. Reinier van Ghatillon verweet hem, dat hij hel getal der muzelmannen overdrecl'. « Wat bekommeren wij ons over hel aantal onzer vijanden,quot; voegde hij er bij; «menWeet immers dal do hoeveelheid hout niel aan hot vuur schaadt?quot; In weerwil van die door den haal ingegeven tegenspraak, erkenden do bovolhebhers dal de graal' van Tripoli de waarheid gesproken had. Koning Lusiguan besliste, dat men Seppboris niet verlaten zou ; maar toon de vorst zich in zijne tent alleen bevond, keerde de grootmeester van den Tempor terug en zoide tol hem: «Volgt niet den raad van oen verrader; gij zijl sinds korten tijd koning en hebt oen groot leger: welk een schande is hel vóór u, dat gij uwe rogeoring begint mot het laten verloren gaan van eono christen stad! Wal ons Tempeliers betrel't, weet, dat wij onze wille mantels zullou alleggcn en liever alles zullen verkoopen wat wij bezitten, dan den smaad te vordmen, dien men het volk wil aandoen. Sire, laat dus in het geheele kamp afkondigen, dat een ieder zich voor bet vertrek gereed make en dat het ware kruis hot leger voorga.quot; Do zwakke Guy van Lusiguan kou geen weerstand bieden aan de overredende taal van den grootmeester; hij had reeds zoo vele verkeerde bevolen gegeven, hij gaf ook dat van togen den vijand op te trokken, voor de eerste maal deed de koning van Jerusalem zich gehoorzamen en dit strekte tot den ondergang der christenen.

«liet leger verliet bel kamp van Seppboris in den ochtend van den li. Juli. De graaf van Tripoli vormde mol zijne troepen de voorhoede; rechts en links werd het leger gellaukeord door verscheidene korpsen, aangevoerd door do baronnen 011 do hoeren van hel heilige land; in het centrum bevond zich het ware kruis, toevertrouwd aan de hoede van een keurkorps, en de koning van Jerusalem door zijne dappere ridders omgeven; de ridders van den Tempel en bot Hospitaal vormden de achterhoede. Rcgelrocht op Tiherias afgaande, kwamen de christcnen aan een dorp of eazal, Marescalcia gelieeton, dat drie mijlen van de stad verwijderd ligt. Daar ontmoetten zij de Sarracenen en liegonneu zij van don dorst en de hitte te lijden. Daar men smalle bergpassen en rotsachtige hoogten moest overtrekken, eer men de zee van Galilea kon bereiken liet do graaf van Tripoli den koning boodschappen dal hi{ zich zou haasten en zich niet in hot dorp ophouden, tou einde zoo spoedig mogelijk het moor le bereiken. Lusignaii liet antwoorden, dat hij don graaf volgde. Iiitusschen wierpen do Turken zich eensklaps mol zooveel oustiiimighoid op de achterhoede van hol leger, dat de Tempeliers en de Hospilaliers er doo ) aan hot wankelen gebraebt worden. IS'u gaf de koning, nicl meer durvende voortrukken en niet meer wetende wat te doen, bevel om de tenten op to slaan. Men hoorde hem le gelijke1' tijd uitroopou: Helaas! helaas! hel is niel mis fieilaan; wij zijn allen des doods en hel honiahrijl; is verloren! Mou gehoorzaamde hem met vertwijfeling. Welk oen vreeselijke nacht ging hel christen leger op die plek tegemoet! De kinderen van Ksau zwierven in dicblo drommen om het volk Gods en slaken de mot verdord gras en verdroogde varens bedekte vlakte in brand; de eliristeuen worden den ganscben nacht geteisterd door de vlam en den rook, door wolkon van pijlen, door honger en dorst. Pen volgenden ochtend in den vroegen morgenstond, verliet de sultan Tiherias en kwam do christenen don strijd aanbieden. De bataljons van het kruis maakten zich gereed de bergpassen en de steile hoogten over le trokken, die hen van de zee van Galilea scheidden; want, zeiden zij, daar znllen wij water vinden en ons van onze zwaarden kunnen bedienen, lieeds marcheerde de voorhoede van Raymond naar een heuvel, welken do Turken bezig waren te bezettén. Toen al de korpsen in slagorde geschaard stonden en gereed om te mareliecreu , verwaehtte men dal de voetkneebten den vijand zouden afhouden door het werpen van spiesen: dit vorderden de orde en de krijgstucht; de voetkneebten moesten de ridders tegen de vijandelijke boogschutters verdedigen, terwijl de ridders mot hunne lansen de voetknechten moesten beschermen; deze heilzame regel werd niel gevolgd, liij de nadering der Sarracenen stelde de christen infanterie zich wigvormig op (gt;11 spoedde zich naar den top van den heuvel, bol overige gedeelte van het leger a:m zijn lol overlatende. Ziende dat do voetkneebten zich verwijderden, lieten de koning, de bisschoppen en de vooruaamsie bevelhehbors hun bevelen om terug te koeren en hol ware kruis en den standaard van Jesus Ghristus le verdedigen. Wij kunnen niet komen, antwoordden zij, daar wij bezwijken van dorst, en de kracht niet meer bezitten om te véchten. Men zond Iniu een tweede boodschap on zij weigerden nogmaals om le komen, dewijl zij te veel uitgeput waren. Do ridders van den Tempel en hel Hospitaal en allen die de achterhoede vormden, vochten dapper, zonder echter het geringste voordeel op do vijanden le behalen, wier aantal van uur tot uur aangroeide en met hunne pijlen overal den dood zaaiden. Overstelpt door de ineniglo der Sarracenen, riepen zij den koning le hulp, hem hood-schappendo, dat zij den strijd niet konden volhouden. Maar do koning, ziende dat de vootkuechten niet wilden teriigkeercn en hij zelf daardoor zonder verdediging bleef tegen de Turksche boogschutters, liet den moed zinken en deed de teuten weder ontvouwen, om zoo mogelijk de onstuimige aanvallen van den vijand te stuiten. De bataljons braken hunne geledoren en kwamen zich dooreen vermengd rondom het ware kruis scharen. Toen do graaf van Tripoli gewaar werd, dat de koning, de Tempeliers, de Hospilaliers en het gansche christen leger nog slechts ééu verwarde massa vormde; toen bij bespeurde, dat aan alle kanten dichte drommen barbaren opdaagden en bij van de overige korpsen afgesneden was, baande hij zich een weg door de vijandelijke gelederen en verwijderde zich met zijne voorhoede. Van minuut lot minuut groeide hel getal der Sarracenen aan, die de christenen met hunne pijlen bestookten. De bisschop van Accon, die hot kruis van den verlosser droeg, ontving een doodelijke wonde en liet bet heilig kruishout aan den bisschop van Lydda over. Nu zagen do voctkuechten, die op den heuvel de wijk genomen hadden, de Sarracenen op zich afkomen, en werden allen gedood ol gevangen genomen, lialiam van Naplusa en degenen wien bet gelukte aan don dood le ontkomen, moesten over oen brug van lijken loopen om zich iu veiligheid le stellen. De geheele strijdmacht der Turken trok bijeen rondom de plek, waar zich het ware kruis en de koning van Jerusalem hevoudon. Het is gemakkelijker zich mot snikken uit te drukken en met heete tranen te weenon dan in bijzonderheden te verhalen wat er tegen het einde van den dag-plaats greep. Hel ware kruis werd genomen met den bisschop van Lydda en allen die het verdedigden; de koning, diens broeder, de markies van Montferrat vielen in de bandon der vijanden; al de Tempeliers en Hospilaliers werden gedood of gevangen genomen. Zoo vernederde God zijn volk en goot tot aan den droesem de kelk zijner gramschap over liotzelve uit.quot;

De vorenstaande beknopte beschrijving is ontleend aan hot verhaal van een pelgrim, Haoul Goggesbale, die don veldslag bijwoonde en getuige was van de laatste onheilen van het christen volk. Al do omstandigheden van dit relaas vindt men eveneens vermeld door de Arabische goschiedsclirijvers, hetgeen bewijst dat het nauwkeurig on overeenkomstig dé waarheid is. Ibn Alatir en Emmad-Eddin zeggen insgelijks, dal bel kruis des Zaligmakers vóór den koning genomen werd en dal de laatste gevechten van dien vreeselijken dag geleverd worden op den borg ol' den heuvel van Hitin. Do heuvel van llilin of de berg der Xalifiheden is die, wolken Jesus dikwijls met zijne discipelen besteeg; daar sprak do Verlosser die goddelijke

woorden: iteali iiauperes!____ Ileali (jai esuriunl!____'Zoo ginquot;-

hel kruis van onze verlossing verloren op eene plek, welke


-ocr page 206-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

120

Christus gaarne bezocht ca op den heuvel zelveu waar Hij zijne aposlelen koos. Do Arahischo geschiedschrijver Emmad-Eddiii verhaalt hoe de koning gevangen genomen werd en deelt mede wat hij den zoon van Saladljn heelt hooren vertellen : «Ik stond aan de zijde mijns vaders,quot; zeide dc jonge prins. «Toen de koning de hoogte bestegen had, vielen de dapperen, die hem omgaven, op ons aan en dreven de muzelmannen tol aan den voet des heuvels terug. Nu keek ik mijn vader aan en ik zag dat zijn gelaat droevig was. Maali den duivel kxjen-arhliii! riep hij zijnen krijgers toe, terwijl hij zijn baard vastgreep. Op die woorden wierpen zich de onzen op den vijand en dreven hem naar den top des bergs terug. Nu riep ik vol blijdschap uit: Zij vluchk'ii! zij vlnclücn! Maar dc Franken liernieuwden den aanval en drongen wederom voort tot aan den voet van den heuvel. Ik riep nogmaals uit: Zij vluclilen! zij vluchten! Toen keek mijn vader mij aan en zeide: Zwijn, zij zullen iiiel eerder werkelijk overwonnen zijn dan wanneer de standaard des honinijs vall. Pas had hij uitgesproken ol' dc standaard viel. Dadelijk steeg mijn vader van zijn paard, boog zich voor Cod ter aarde en dankte Hem onder het storten van vreugdetranen.quot;

Raymond vluchtte na den slag naar Tripoli, waar hij kort daarna van hartzeer stierf, door do muzelmannen beschuldigd, dat hij de tractaten geschonden had, en door dc christenen, dat hij zijn godsdienst en zijn vaderland verraden had. De zoon van den vorst van Antiochic, Reiuicr van Sidon en dc jonge graal' van Tiberias met een gering aantal soldaten vergezelden Raymond op zijn vlucht en waren de ccnigen die aan het bloedbad van dien slag ontkwamen, welke voor het koninkrijk Jerusalem zoo noodlottig was.

Terwij! de Oostersclie schrijvers de verovering der Turken verbalen, brengen zij hulde aan de dapperheid en onverschrokkenheid, welke de Frankische ridders, met lunme uit ijzeren ringetjes gemaakte kurasssen hedckl, op dien gedenkwaardigeii dag betoonden. Die moedige krijgers vormden als een muur, waarop allo aanvallen van den vijand alstuitten; maar toen hunne paarden vielen, uitgeput dour vermoeienis ol doodelijk gewond door de pijlen en de spiesen, bezweken zij zeiven, overmand door het gewicht hunner eigene wapenen, tien Arabisch schrijver, de secretaris en strijdmakker van S.iladijn, die dien vreesdij ken strijd bijwoonde, beschrijl't den aanblik der heuvelen en dalen, die aiom de sporen van het ontzettend bloedbad vertoonde!!]. Hij zag de vanen der christenen in Harden gescheurd en met bloed en stofbedekt, hoofden gescheiden van bnnne rompen, arir.cn, becnen en lijken als stcenen op,.; •hoopt liggen. Dezelfde geschiedschrijver schildert met genot de barbaarsche vreugde, welke dat gezidit hem veroorzaakte en spreekt van do heerlijke (leuren, welke voor hem uit dat uitgestrekte doodenveld oplegen. Men ander mnzelmangt;c,h schrijver, die een jaar na den slag door de vlakte van Tiberias en llilin kwam, vond er nog de akelige overblijfselen van een overwonnen leger, welke, op boopen gestapeld, zich reeds van verre aan de blikken van den reiziger vertoonden. Rij elke schrede in die vlakte vertrad men beenderen der christen soldaten; men ontmoette er tot in de dalen en op de naburige bergen, waarheen zij door de berg-strooinen en de wilde dieren medegesleept waren.

\a die omzeilende slachting zou men moeten veronderstellen dat geen enkele soldaat van het kruis levend m de handen van den overwinnaar zou gevallen zijn, maar als men op het einde van dien bloedigen dag de menigte gevangenen gezien hadde, zou men evengoed hebben kunnen vermoeden, dat er niemand in bet gevecht gesneuveld was. De touwen der tenten waren niet toereikende om de gevangenen te binden, die aan het zwaard ontkomen en ter slavernij gedoemd waren. Men zag tot veertig ruiters door éen koord aan elkander verbonden; tweehonderd hunner werden door een enkel man hewaakt. In één woord, het aantal gevangenen was zóó groot, dat, luidens eene Arabische kronijk, de zegevierende muzelmannen ze niet meer konden ver-koopen en een christen ridder voor een schoeisel gegeven werd.

Saladijn deed in het midden van zijn kamp een tent opslaan, waarin hij Guy van Lusignau en de voornaamste aanvoerders van het christen leger ontving, die in zijne handen gevallen waren. Hij behandelde den koning der Franken met goedheid en deed hem een in sneeuw verkoelden drank aanbieden. Toen de monarch, na gedronken te hebben, den beker aanbood aan Reinier van Chatillon, die naast hem stond, verbood de sultan hem zulks, zeggende : «Die verrader mag niet in mijne tegenwoordigheid drinken, want ik wil hem geen genade schenken.quot; Zich vervolgens tot Reinier wendende, deed hij hein de bloedigste verwijten over de schending der tractaten en bedreigde hem met den dood, indien hij niet den godsdienst omhelsde van den proleet, dien hij gehoond had. Reinier van Chatillon antwoordde hem met edele vastheid en trotseerde de bedreigingen van Saladijn, die hem niet zijn sabel sloeg. Op een teeken van hun meester wierpen zich eenige muzelmansdie soldaten op den weerioozen gevangene, en het hoold van een martelaar van het kruis rolde voor de voeten des konings van Jerusalem.

Den volgenden ochtend liet de sultan de ridders van den Tempel en van Sint-Jan, die zich ouder de gevangenen bevonden, voor zich voeren en zeide, toen hij hen zag verschijnen: «Ik wil de aarde van die beide onreine gebroedsels verlossen.quot; Hij schonk den grootmeester der Tempeliers genade, ongetwijfeld uithoofde deze door zijne onvoorzichtige raadgevingen bet christen leger in de macht der muzelmannen overgeleverd bad. Een groot aantal emirs en schriftgeleerden omringden den troon van Saladijn : de sultan stond aan ieder hunner toe om een christen ridder te dooden. Eenigen weigerden bloed te vergieten en wendden hunne blikken van een gruwzaam schouwspel af, doch de anderen trokken hunne zwaarden en vermoordden zonder mededoogen de met ketenen beladen ridders, terwijl Saladijn, op zijn troon gezeten, deze afschuwelijke slachting toejuichte. Met blijdschap ontvingen de ridders den palm van het martelaarschap; de meeste gevangenen verlangden naar den dood, en verscheidenen hunner, hoewel zij niet tot de militaire orden behoorden, riepen luidkeels, dat zij Hospitallers of Tempeliers waren; en als hadden zij gemeend, dat het aan beulen zou ontbreken, zag men hen elkander verdringen om het eerste onder de slagen der ongeloóvigen te vallen. Walter Vinisauf verhaalt, dat gedurende de drie nachten die op den moord der christen ridders volgden, een miraculeus licht de lichamen dier martelaren bestraalde.

De muzelmannen dankten hun profeet op het slagveld voor dc overwinning, die hij aan hunne wapenen geschonken had; daarna was Saladijn er op bedacht er zijn voordeel mede te doen. Meester van do citadel van Tiberias, zond hij Raymonds vrouw naar Tripoli terug, en weldra zag dc stad 1'toloinaïs hem voor hare wallen. Die stad, welke vol kooplieden was en later twee jaren lang dc aanvallen der geduchtste legers van het Westen doorstond, gaf zich reeds na twee dagen aan Saladijn over. De schrik, welke zijn leger voorafging, ontsloot den zegevierenden sultan de poorten van Naplusa, Jericho, Ramla en een groot aantal andere steden, wier inwoners bijna allen gevlucht waren. De steden Cesarea, Arsur, Joppe en Beyrout ondergingen het lot van l'tolomaïs en zagen op hunne muren de gele vanen van Saladijn wapperen. Aan de zeekust bleven nog alleen de steden Tyrus, Tripoli en Ascalon in het bezit der christenen.

Saladijn tastte zonder gunstig gevolg de stad Tyrus aan, doch hield er zich niet lang op en besloot een betere gelegenheid af te wachten om haar opnieuw te belegeren. Do verovering van Ascalon was van meer gewicht voor hem, dewijl haar bezit zijne gemeenschap niet Egypte verzekerde. Die stad werd door de muzehiiainien belegerd, maar zij bood Saladijn aanvankelijk ecu weerstand, welken hij niet voorzien had. Toen er bres geloopen was, liet Saladijn den vrede aanbieden; zonder de boden aan te hooren, zouden de inwoners, wier moed door de vertwijfeling overprikkeld was, ze terug. De koning van Jerusalem, dien Saladijn in zegepraal met zich voerde, ried zelfde verdedigers van Ascalon aan het lot hunner gezinnen en dat der christenen niet door een nuttdooze verdediging in gevaar te brengen. Nu verschenen tic voornaamsten onder hen in de tent van Saladijn. «Het is niet voor ons,quot; zeiden zij tot hem, «dat wij uwe goedertierenheid komen afsmeeken, maar voor onze vrouwen eu onze kinderen. Wat geldt ons een vergankelijk leven? Wij verlangen naar een duurzamer goed en de dood moet ons dit schenken. God alleen, de Bestierder der gebeurtenissen, heeft u de overwinning overdo ongelukkige christenen geschonken; maar gij zult Ascalon niet binnengaan indien gij geen erbarmen hebt met onze gezinnen en ons niet belooft den koning van Jerusalem de vrijheid te hergeven.quot;

Cetrollen door dc heldhaftigheid der inwoners van Ascalon, nam Saladijn de gestelde voorwaarde aan. Zulk een opofferende verknochtheid verdiende de loskooping van een bekwamen vorst en die de liefde zijner onderdanen waardiger was dan Cuy van Lusignau. Overigens bewilligde Saladijn eerst na verloop van een jaar in de invrijheidstelling van den gevangen monarch.

Het oogenblik was nabij waarop Jerusalem opnieuw in de macht der ongeloovigen zon vallen. Al de niiizelniannen riepen Mahomed aan om deze laatste zegepraal van Saladijns wapenen. Na Gaza en verscheidene sterkten uit de nabuurschap genomen te hebben, verzamelde de sultan zijn leger en trok op de heilige stad aan. Eene weenende koningin, de kinderen van in den slag van Tiberias gesneuvelde krijgers, eenige gevluchte soldaten, eenige uit het Westen gekomen pelgrims waren de eenige bewakers van het heilig graf. Een groot aantal christen gezinnen, die de verwoeste provinciën vau Palestina ontvloden waren, vervulden de hoofdstad, en vermeerderden in plaats van hulp te bieden de verwarring en de ontsteltenis die in dc stad heerschten.


-ocr page 207-

.

-ocr page 208-
-ocr page 209-

A A i\ 11U E1' 1N G V AN M A 11U M K I).

-ocr page 210-
-ocr page 211-

GKSCUIKDK.MS Dl',li Klil lSTOCIITKN.

Toen Saladijn dc heilige slad ^ciiadei'd was, deed hij de ; voornaamsle inwoners voor zich onlhiedeu en sprak hen vol- ^ geiulerwijze loe : «Ik weet, evenals gij, dal Jerusalem het huis Gods is; ik wil het niet ontheiligen door het vergieten van | hloed; verlaat zijne muren en ik zal n een gedeelte mijner j schatten uitkeeren eu 11 zooveel gronden geven als gij zult kunnen behouwen.quot; «Wij kunnen n eene slad, waar on ze God gestorven is, niet alslaan, en n haar nog minder verkoopen,quot; j gaven zij hem ten antwoord. Verloonul over deze weigering, zwoer Saladijn hij den Koran dat hij di; torens tm de wallen van Jerusalem alliieken en den dood dor muzehnanneu, door de wapenmakkers eu soldaten van Godfried van Douillou om-gehracht, bloedig wreken zou.

Op het oogenhlik dat Saladijn zich mei de algevaardigden van Jerusalem onderhield, verdnislerde een zon-eklips plotseling den hemel, hetgeen den chrislenen een onheilspellend voortecken toescheen. Intusschen maakien d(! inwoners, door de geeslclijkhcid aangemoedigd, zic.h gei'ced om dc stad Ie verdedigen; zij hadden llalcan van Ihclin, die den slag van Tiberias bijgewoond had, lot opp(!rbevelhebber gekozen. De eerste zorg van dezen ouden krijgsman, wiens ervaring en deugden veiirouwen en eerbied inboezemden, was dc versterkingen te doen herstellen en de nieuwe verdedigers van Jerusalem aan krijgstucht te gewennen. Daar hij gebrek had aan onderbevelhebbers, sloeg hij vijltig burgers der stad tot ridder; al dc weerbare christenen vatten de wapens op eu zwoeren hun bloed te zullen storten voor de zaak van Jesus Ghristus. Men bezat geen geld om dc oorlogskosten te bestrijden, maar alle middelen om het ie bekomen schenen wettig te midden van het gevaar, dat de stad Gods bedreigde. .Men berooide de kerken, eu beangst door dc nadering van Saladijn, zag het volk zonder ergernis het kostbare metaal, dat dc kapel van het Heilig Graf dekte, te gelde niakeu.

Weldra wapperden Saladijns vanen op de hoogten van Km-maüs, en kwam het mnzelmansche leger zijn kamp opslaan Ier zellder plaatse waar Godfried, Tancredo en dc beide Koherts hunne tenten ontvouwden, toen zij de heilige slad aantastten. De belegerden boden in den beginne krachldadigen weerstand en deden menigvuldige uitvallen, waarbij men hen iu dc eene hand de lans of het zwaard en in de andere een spade zag vasthouden, waarmede zij de muzelmannen stof iu de oogen wierpen. Menig christen ontving toen den palmtak v:ni hel martelaarschap en klom op, zeggen de gescliiedschrijvers, naar het bemclsche Jerusalem. Verschcideuc muzelmannen, die onder hel zwaard hunner vijandeu gevallen waren, gingen dc oevers bewonen der rivier iirll.r hel l'iiradijx licttjiriicil.

[1187 ] Na eenige dagen ten westen dei'stad gekampeerd te hebben, richtte Saladijn zijne aanvallen legen hel noorden en liet de wallen onderniijnen, welke zich van dc poort van Josaphal lol aan die van Sint-Stefauns uitstrekken. De dappersten onder de christenen verlieten dc slad en poogden dc machines eu dc werken dei' belegeraars te vernielen; zij bemoedigden elkander met deze woorden der Schriltuur: I'a'ii eiikde onzer zal Hen onijelimviiieii ilncu vhiriilen, en Hen zullen er Hen duizend oji de viuehl drijven, /ij verriclilten wonderen van dapperheid, maar konden de vorderingen van het beleg niel verhinderen. Door dc muzelmanuen algeslagen, keerden zij in de stad terug, waar bun mislukte onderiicming moedeloosheid en angst begon le verwekken. De torens en dc wallen hadden zooveel geleden, dat zij op hel eerste lecken van een algemeene bestorming ouvernnjdelijk moesten instorten. Hij dit treurige vooruitzicht maakte de vertwijleling zich van de harten der inwoners meester, en vonden zij nog slechts tranen én gebeden ter hunner verdediging. De soldaten ijlden naar dc kerken in plaats van de posten te hezelten; de ioezegging van honderd goudstukken kon hen niet bewegen een ganscheu nacht op de bedreigde wallen le waken. Dc geestelijkheid hield processiën door de straten om de bescherming des Ibunels af le sineekeu. Kenigen sloegen met slecneu op hnnue borst; anderen tuchtigden, onder het roepen van: liurinluirlifjlieid! Ixuinlturlij/heid! huune lichamen lol hlocdens toe. Men hoorde niets dau verzuchtingen en jammerkreten in Jerusalem; niunr onze Heer Jesus Chrislus, zegt een oude kronijk, wilde ze niel hooven, wunl de onluehl en de (inliuiseliheid, die in de shut lieerschien, lieten noch gebed noch smeehiiifi lui Cod upslijijen. De radeloosheid der inwoners deed hen dnizenden |jlauiicn te gelijk ontwerpen. Nu eens namen zij bet besluit een uitval te doen, dan weder stelden zij bun laatste hoop in dc gocderlicrenheid van Saladijn.

Wal de algemeene verwarring en verbijstering ten top voerde, was de ontdekking, dat de ( rieksche, de Syrische en de Melchitische christenen, die met tegenzin het gezag der Latijnen verdroegen eu ben van de rampen des oorlogs beschuldigden, een koinplol gesmeed hadden om Jerusalem aan dc muzehnaniien over te leveren. Deze ontdekking deed de aanzienlijkste inwoners besluiten om met Saladijn over de overgave der slad te gaan onderhandelen. Vergezeld van Balean van Ibelin, kwamen zij den sultan aanbieden hem de slad over te geven op dc voorwaarden die hij zelf vóór het beleg gesteld had. Maar Saladijn was indachtig, dat hij gezworen had de slad stornienderhand te nemen en al de inwoners over de kling te jagen, llij zond de afgevaardigden terug zonder hun eenige hoop te geven; Üalean van Ibelin kwam herhaalde malen terug, hernieuwde zijne beden en smeekingen, doch vond Saladijn steeds onverbiddelijk, liens toen de christen afgevaardigden levendig bij hem aandrongen om hunne capitulatie aan le nemen, keerde hij zich naar de stad en hun op zijne standaards wijzende, die op de muren wapperden, zeide hij: « Hoe knul gij verlangen, dat ik voorwaarden toesta voor een ingenomen stad.quot;

Inlusschcu werden de muzelmannen afgeslagen. Bemoedig,! door de zege, welke de chrislenen behaald hadden, gaf Üalean aan den sullati ten antwoord; «Gij ziet, dat Jerusalem geen gebrek heeft, aan verdedigers; indien wij op geen barmhartigheid van u te rekenen hebben, zullen wij een vreesclijk besluit, ten uitvoer brengen, waarvan de gevolgen n met onlzelting zullen vervullen. Die tempels en paleizen, welke gij wilt veroveren, zullen tot den grond vernield worden; al onze rijkdommen, welke de begeerlijkheid der Sarraceuen opwekken, zullen een prooi der viannnen worden. Wij zullen de moskee van Omar verwoesten; de grhoimziunige steen van Jacob, hel voorwerp uwer vereering, zal lol gruis verbrijzeld worden. .Icrtisalem bevat vijf duizend muzelmanscho gevangenen; allen zullen door bet zwaard sterven. Wij zullen met eigen band onze vrouwen en kinderen het leven benemen en hen op die wijze de schande besparen uwe slaven te worden. Wanneer de heilige stad nog slechts een puinhoop, een omneellijk graf zal zijn, zullen wij haar verlaten, gevolgd door dc vertoornde schimmen onzer vrienden en onze naa-ten; zullen wij baar verlaten met het zwaard en den brandfakkel in de hand. Geen onzer zal het paradijs hinuengaan zonder tien muzelmannen ter helle gezonden te hebben. Zoodoende zullen wij een roemvollen dood sterven, terwijl wij den vloek van den God van Jerusalem over u afroepen.quot;

Verschrikt door die bedreigingen, verzocht Saladijn dc alge vaardigden, den volgenden dag terug te komen, llij raadpleegde de schriftgeleerden, die van oordeel waren, dat hij hel door de belegerden voorgestelde verdrag kon aannemen, zonder zijn eed te schenden. Daags daarna werden de voorwaarden in de tent van den sultan onderleekend. Zoo viel Jerusalem weder in de macht der ongeloovigen, na acht en lacblig jaren in hel bezit der christenen geweest te zijn De Lalijusehe schrijvers hebben do opmerking gemaakt, dat de kruisvaarders op een vrijdag de heilige; slad immengekomen waren, op hetzelfde uur waarop Jesus Ghristus voor dc verlossing van het menschdom den dood des kruises gestorven was. De muzelmannen hernamen de stad op de verjaring van den dag, waarop, volgens hunne leer, Mahomed uil .leriisalem vertrok, om ten liemel le stijgen. Md kon niet anders, of deze omstandigheid, welke Saladijn inisschicn bewoog om de voorgestelde capitulatie le onderteekenen, moest ouder de muzelmannen zijne zegepraal des te glansrijker maken en hem doen beschouwen als den gunsteling van den profeet.

De overwinnaar schonk den inwoners het leven eu veroorloofde hun hunne vrijheid terug te koopen. De losprijs werd voor de mannen op tien, voor de vrouwen op vijl en voor de kirderen op twee goudstukken vastgesteld. Zij die zich niet konden vrijkoopen nioesteii in slavernij blijven. Al de krijgers die zich hij de rapilulal.ie in Jerusalem bevonden, kregen verlof zich binnen een termijn van. veertig dagen naar Tyrus of Tripoli te begeven.

Die voorwaiirden waren aanvankelijk door de christenen met blijdschap begroet; maar naarmate zij den dag zagen naderen, waarop zij .leriisalem moesten ontruimen, gevoelden zij nog sleehls de diepe smart van de heilige plaatsen le verlaten; zij besproeiden bet graf van Jesus Gbrislns met hunne tranen, en betreurden liet, niet voor zijne verdediging gestorven te zijn; al jannncrende betraden zij den Calvarieberg en dc kerken, die zij niet zouden wederzien; zij omhelsden elkander, met tie oogen vol tranen, in dc stralen en beweenden liimnc noodlottige verdeeldheden. Degenen, die bun losprijs niet konden betalen en de slaven der muzelmannen moesten blijven, gaven zich vooral aan dc biiitcnsporigstc droefheid over. Maar zoo groot evenwel was in die wreedc slondeu hunne gehechtheid aan den godsdienst, wiens voorschriften zij niet altijd gevolgd hadden, dat de smaad, welken men de gewijde voorwerpen hunner vereering aandeed, hen meer bedroefde dau hun eigen rampspoed. Toen een gouden kruis, dal de muzelmannen van het koepeldak der Tempeliers hadden afgerukt, door de stralen werd gesleurd, slaakten al de chrislenen kreten van veruiilwaardiging eu was bel oiilwapeinle .leriisalem op hel punt legen zijne overwinnaars in opstand te komen.

Eindelijk brak de onheilvolle dag aan, waarop de clnislenen

Ki*


-ocr page 212-

GESCHIF,DENIS DER Kfil ISTOCIITKN.

ziel I nit Jerusalem moesten verwijderen. Men slool. ill tie podrlen der slad, behalve die van David. Op een troon ge/.eten, wilde Siiliidijn liet trooslelooze volk linies /ieli heen /ien trekkrn. De palriareli, door de. geeslelijklieid gevolgd, verse.lieen hel eerst, de gewijde vaten, tic sieraden der kerk van het Heilig Graf'en schallen dragende, inuirran God alleen de wanvde Iwndc, zegt een Arahis(di sclnijver. Op hem volgde de koningin van Jerusalem, vergezeld door do voornaanisle haronnen en ridders; Saladijn eerbiedigde hai'c droel heid en sprak haar eenige vrien-delijke woorden loe. De vorstin werd gevolgd door een groote meiugie vrouwen, die hare kinderen op do armen droegen en harlverschourend jaininerden. Wrselit'idenen harer naderden den troon van Saladijn. «Hier ziel gij,quot; zeiden zij lol hein, «de eehlgenooleu, de moeders, do doehlers der krijgers, die gij in gevangeuselKip lerugiioudl, aan uwe voeten; wij verlaten voor altijd de slad onzer inwoning, dio zij zoo roemrijk verdedigd hehhen; zij voorzagen in ons onderhond en door hen le verliezen, hehhen wij onze laalste hoop verloren; indien gij u gewaardigl hen ons terug le geven, zullen zij de ellenden van onze hallingsehap verliehlen en zullen wij liiel langer zonder sleun op deze wereld zijn.quot; Saladijn werd geroerd door hare sineekingen en belooldi' den ranipspóed van zoovele ongelukkige gezinnen le zullen verzachleu. Mij gal' aan de moeders hare kinderen, aan de vrouwen hare eehlgenooleu terug, die zich ouder de gevangenen bevonden. Vele chriMenen hadden hunne meuhelen en hunne koslhaarsle zaken achlei'gclaten en droegen de eeuen limine door den ouderdom verzwakte ouders, de anderen hunne gehrekkige en zieke vrienden op de schouders. Gelrollen door dit scliouwspel, loonde Saladijn de deugd en de oudei'liel'de zijner vijanden door rijke aalmoezen; door medelijden bewogen, veroorloolde hij aan de liospitaliers om in de slad le blijven ter verpleging der pelgrims en allen die door ernstige ziekten verhinderd werden Jerusalem te verlaten. Wij moeien hier opmerken, dal de grootmoedigheid van Saladijn ten opzichte der christenen warmer geroemd wordt door de Lalijusebe dan door de Arabische geschiedschrijvers; men vindt zells, in de nuizelmansehe kronijken, plaalsen, die bewijzen dat de volgidingen van Mahomed met leede oogen het edele mede-doogeii van den sultan aansehouwd hadden. Meer dan eens heelt de geschiedenis aangetoond, dal in de godsdiensloorlogen de machlhebbers niet altijd meinier zijn om verdraagzaamheid aan den dag le leggen.

Toen de Turken het beleg hegonnen, bevatte de heilige slad meer dan honderd duizend chrislenen. De meesten hiiimer kochten hunne vrijheid lenig; lialean van ibelin, de bewaarder der gelden bestemd voor de onkosleii der verdediging, besteedde deze aan de loskooping van een deel der inwoners Malek-Adhel, de broetlrr des sultans, kochl twee duizend gevangenen vrij; Saladijn volgde zijn voorbeeld door de boeien van een groote menigte armen en weezen te verbreken. De Arabische geschiedschrijver lbn-Ala!ir verhaalt dat een' aanzienlijk getal inwoners zich aan de schatting hadden onttrokken, eenigen door zich heimelijk met behulp van touwen langs de muren le lalen al'zakken, ainJercn door zich tegen goede betaling inuzelmansebe kleederen le verschallen. Er bleven slechts zestien duizend christenen in slavernij achter, waaronder vier a vijfduizend nog zeer jeugdige kinderen, die hun ongeluk niet besellen, maar wier lot de geloovigen des le meer beklaagden, omdat die onschuldige slachtoll'ers van den oorlog iu den godsdienst van Mahomed zouden opgevo'ed worden.

Verscheidene hedendaagsche schrijvers hebben hel grootmoedige gedrag van Saladijn vergeleken met de huiveringwekkende tooneelen, welke de intrede der eersle kruisvaarders in Jerusalem vergezelden; maar men moei niet uit hel oog verliezen, dal de chrislenen aanboden om zich over le geven, terwijl tie muzelmannen meteen halsslarrige slandvasligheid een langdurig beleg uithielden, en dat de strijdmakkers van Godl'ried, die zich in een vreemd land, le midden van vijandige naliën bevonden, de stad stormenderhand innamen ua duizenden gevaren gelrol-seerd en tallooze onlheringcu geleden le hebben. De eersle kruisvaarders hadden, na de inneming der heilige stad, nog alles le vreezen van de muzelmannen van Syrië en Egypte, en deze vrees maakte hen barbaarsch. De sullau van Damascus loonde zich niet menschelijker, zoolang hij de wapenen der Franken le duchten had, en de overwinning zelfs van Tiberias, die nog niel al zijne bekommering wegnam, had hem nog geen grootmoedige gevoelens voor zijne gevangenen ingeboezemd. Indien men alle daden van wreedheid door de staatkunde gepleegd, van nabij beschouwde, zou men meest altijd de beweegredenen daartoe in de vrees vinden. Overigens hebben deze aan het oordeel onzer lezers onderworpen bemerkingen volstrekt niet ten doel om de buitensporige wreedheden der krijgers van den eersten kruistocht te rechtvaardigen en nog minder om den lof le verzwakken, dien de geschiedenis aan Saladijn verschuldigd is en dien hij zells verwierf van degenen, die hij overwonnen had.

Zoodia hel ehrislen volk de veroverde slad verlaten had, was Saladijn nog sleehls bedacht op de plechlige viering zijner zegepraal. ' Hij hield zijn inlocht in .lenisnlem door zijne zegevierende standaards voorafgegaan ; een nienigle imams, schrilt-geleerden en de afgevaardigden van vele muzelmansche vorsten vormden zijn gevolg. Al de kerken, behalve die van bel Heilig Graf, waren in moskeeën herschapen. De sullau Hel de wanden en hel voorportaal der moskee van Omar mei rozenwater was-sclien, dal hij uil Damascus had lalen komen en plaatste er zelf den door Nonreddiii vervaardigden predikstoel in. «Men hoorde weder de slem dergenen, die lot hel gebed oproepen,quot; zegt fmmad-Eddin; «de klokken zwegen. Hel verbannen geloof keerde weder in zijn woonstee terug: de derwischen, de vromen, de groolen, de kleinen, allen kwamen den Heer aanbidden; van' den predikstoel liet zich een stom hoeren, die de recht-geloovigen voor den dag der opslanding en des laatslen oordeels waarschuwde.quot; Den eerslen vrijdag, welke op de intrede des sullans binnen Jerusalem volgde, vergaderden hel volk en het leger in do voornaamste moskee; hel hoofd der imams beklom den predikstoel van den prolëel en dankte God voor de overwinning van Saladijn. «Glorie zij God,quot; dus sprak hij tot zijne talrijke toehoorders, «glorie zij God, die hel islamismus doet zegevieren, die de macht der ongeloovigen vernietigd beeft! Looft met mij den Heer, die ons Jerusalem, de woning van God, de verblijfplaats der heiligen en der profeten heeft teruggegeven. Het is uit deze geheiligde woonstede, dal God zijn dienaar in de duisternis van den nacht zijne reis deed aanvaarden; het is om aan Josué de verovering van Jerusalem le vergemakkelijken, dal God eerlijds de zon deed stilstaan. Het is in deze slad, dat, iu het laatste der dagen, de volken der aarde bijeen moeten komen.quot; Na de schoonheden van Jerusalem herdacht le hebben, wendde zich de priester van het islamismus tol Saladijns soldaten en vvenschte er hun geluk mede, dal zij zoovele gevaren geirolseerd en hun bloed veil gehad hadden om den wil van Mahomed te volbrengen, «De soldalen van den profeet,quot; voegde bij er bij, «de wapenmakkers van Abou-Beker en Omar hebben u eene plaats ingeruimd iu hunne heilige heir-scharen en Vvachlen u onder de uilverkoreneu van het islami.-mins. Getuigen van uwe laalste overwinning, hebben zich de engelen aan de rechlerzijde Gods verheugd; hel hart der gezanlen Gods heeft van blijdschap getrild. Looft dan mei mij den Heer, maar laai u niel vermeesteren door den hoogmoed en meent vooral niel, dal uwe scherpe zwaarden, uwe paarden, vlug als de wind, over de ongeloovigen gezegevierd hebben. God is God ; God alleen is machtig; God alleen heeft u de overwinning geschonken; Hij heveell n om niet si'd te slaan op de roemvolle baan, op welke Hij zelf n hij de hand leidt, he Iwilifie corloij! de lieiliye oorlo/j! 'ziedaar' waardoor gij God hel beste knul vereeren. Rukt alle lolen der goddeloosheid uil; doet overal het islamismus zegevieren ; verlost de aarde van de naliën tegen wie God vertoornd is.quot;

Hel hoofd der imams bad vervolgens voor den kalil van Bagdad, eu hel gebed eindigende, terwijl hij Saladijns naam uitsprak, riep hij'uil: «O God! waak over hel leven van uw getrouwen dienaar, die uw scherp zwaard, uw schitterende ster, de verdediger van uw geloof, de bevrijder van uwe heilige woonstede is! O God ! geef dal uwe engelen zijn rijk omgeven en verleng zijne dagen voor de glorie van uw naam 1quot;

Zoo was hél volk, de wetten, de godsdienst, alles in een woord, in het ongelukkige Jerusalem veranderd. Terwijl de heilige plaalsen van de lofzangen van een vreemden eerediensl weergalmden, verwijderden de christenen zich droevig, aan de grootste ellende ter prooi en hel leven verfoeiende, dal de muzelmannen hun gelalen hadden. Door hunne broeders van liet Oosten afgewezen, die hen beschuldigden hel graf van hun God aan de ongeloovigen overgeleverd te bebhen, doolden zij zonder onderstand of een schuilplaats le vinden door Syrië; velen stierven van honger en droelheid; de slad Tripoli sloot voor hen hare poorten. Door vertwijfeling aangegrepen, wierp eene vrouw haar kind in zee, terwijl zij de omnenschelijkheid van hare broeders de christenen vioekte. Degenen, die naar Egypte trokken, waren minder ongelukkig eu vermurwden het hart der muzelmannen; verscbeidenen scheepten zich naar f.uropa in, waar zij jammerende de rampen van Jerusalem kwamen verhalen. Men zeide toen, onder de christenen, dat die stad gevallen was gelijk Ninive en Babylon; de kronijken van dien lijd verklaren die groote gebeurtenis leu minste niet anders; want men verklaarde destijds alles door de heiligheid of de verdorvenheid der chrislenen. Zonder twijlel heeli hel zedenbederf lol het verval der heilige slad bijgedragén; doch had zulk een snel verval evenwel verscheidene andere oorzaken, die wij in den loop dezer geschiedenis aangetoond hebben. De muzelmansche rijken vielen ineen toen de eersle kruisvaarders 1 in Azië kwamen; maar God liet toe, dat die rijken weder j opstonden onder hel besluur van verscheidene vorsten, machtig door hun wapens en hun genie Hel koninkrijk van Godfried,


-ocr page 213-

GKSCIIIKDI'NIS Dia; KliriSTOCIIÏI-N.

m

dio lien mol tlriohondord ridders ovcrwoiinoii luid, bezat, niet meer wal hel noodig liad om I11111 hel hoold le kumieii bieden. De gebieders, die God liel gat', schenen alleen gezonden om aan le kondigen, dal alle roem een einde ging nemen. Door den Iroon van David steeds bezet te zien door vrouwen, kinderen, zieke konin^rn ol' zwakke vorsten stelde men geen betrouwen meer in zijne toekomst, en werden de krijgshal'lige geestdrifl, de ehristelijke vaderlandslic'lde vei'slikl door de Iweedrachl en ik weel niet welk een geesl van noudloltigheid. Eindelijk boorde men een koning van Jernsalem op hel slagveld nilroepen : hrl loiiinli ijk is verloren ! er waren slechts weinige weken noodig voor de vervnlling van deze voorzegging, zoo vreemd in den mond eens konings. Laai ons hierbij voegen, en deze reden is de voornaamste van alle, dal de geest der Imnstochlen, die zoo vele wonderen verricht had, sinds lang verzwakte en mei hem alles wal hij in het Oosten gesticht had. Hel koninkrijk van Godfried ging onder gelijk die brooze scbepselen bier beneden, die plotseling verdwijnen, wanneer God ze niet meer aanziet.

Dewijl mr;i zich echter destijds oveilnigd hield, dal bel behoud van hel chrislelijk gelool', de glorie zelfs van God verbonden waren met bet bezit van Jerusalem, verwekte de laat ste verovering van Saladijn groote verslagenheid in het geheele Westen. De lijding daarvan bereikte bel eerst Italië; paus I rbanus III, dié toen le Ferrara was, werd bij het vernemen daarvan door een groote droefheid bevangen en kon zulk oen onlzettemle ramp niet overleven; bnn eigen ellende vergelende, hadden de ebrislenen slechts een eenige oorzaak van droefheid, en de naam van de heilige stad ging van mond lol mond, gepaard mei jammerkreten. Men betreurde in droevige liederen de gevangenschap des konings van Jernsalem en zijne ridders en de verwoesting der christen steden van hol Oosten. IMiesters droegen van stad tot stad albeeldingeii, waarop men hel heilig graf onder de boeven dei paarden vertreden en Jesus Gbrislus door Mahomed ter aarde geworpen aanschouwde. Zulke groote onheilen waren door akelige woiiderteekenen aan de eliristen wereld aangekondigd. Den dag waarop Saladijn de heilige stad binnengetrokken was, zegt lligord, hadden de moniiikeii van Argenteuil de maan van den hemel naar de aarde zien afdalen en daarna weder opstijgen, lu verscheidene kerken hadden de crnsiliksen en de beiiigenheeldeu ten aansebonwe van al de geloovigen bloedige tranen gestort. Ken christen ridder had in den droom een arend gezien, die zeven spiesen in zijne klauwen hield en, over een leger vliegende, met een vervaarlijke stem schreeuwde: Wee .Icrnsdlcin!

ledereen beschuldigde zich door zijne zonden de wraak des Hemels opgewekt le hebben; al de geloovigen poogden door boelplegingen den God li! vermnrven, dien zij vergramd achtteu. «De Heer beeft alom de slroouien zijner gramschap uitgestort,quot; zeiden zij onder elkander, «en de pijlen zijner verbolgenbeid hebben zich gedrenkt in het bloed zijner dienaren. Dal ons geheele leven in droefheid verga, dewijl wij een klagende slem op den berg Sions vernomen hebben, en de kindeieii (iods verstrooid geworden zijn.quot; De gewijde redenaars wendden zich lol (jod zeiven en deden de kerken van hunne aanroepingen (ii smeckingen weergalmen. «O almachtige God!quot; ne|icu zij uit, «uwe hand beeft zich gewapend voor de zegepraal uwer reehlvaardigheid. Met de oogen vol tranen komen wij uwe goedertierenheid inroepen, opdat gij uw volk zoudt gedenken en uwe barmhaiiighedeii onze ellende mogen oven rellen; geefnvv erfdeel niet prijs aan de schande, en mogen de engelen desvredes voor Jernsalem de vruchten der boetvaardigheid verwerven.quot;

Terwijl men bel verlies beweende van bet. graf van Jesus Christus, herinnerde men zich de voorschriften van hel évangelie en werden de mensehen eensklaps deugdzamer. De weelde werd uit de steden verbannen; men vergal de aangedane belee-digingen; men schonk milde aalmoezen. De christenen sliepen op asch en dekten zich met haren boetkleeden; door vasten en verstervingen deden zij boete voor hun ongeregeld leveu. De gecslelijkbeid gaf bel voorbeeld; de zeden der kloosters werden hervormd; de kardinalen volgden de armoede der apostelen na en beloofden zich al bedelende naar het heilig land le zullen begeven.

|U8X.| Die vrome hervormingen duurden niet lang, maar de gemoederen werden er uiclleinin door voorbereid tol een nieuwen kiuislochl, en geheel Europa stond weldra op bij de roepstem van Gregorius Vlll, die de geloovigen aanspoorde hel kruis en de wapenen op le nemen. In zijne bui spreekt de paus van de vreesehjke geslrcngheid der oordeelen Gods en betreurt do rampen van Jernsalem, dal nog sleehls een wildernis is, waaide lichamen der heiligen tol voedsel gestrekt hebben voor do dieren der aarde en de vogelen des hemels; hij verhaalt do overwinningen van Saladijn, die geholpen is geworden door de oneenigheden der bewoners van hel heilige land en de boosheid der menschen. Hij zulk een groote ramp zon niemand zijne tranen kunnen weerhouden, zou niemand ontoegankelijk kunnen blijven niet alleen voor het medelijden, dal de godsdieiisi ons voor alle ongeluk aanbeveell, maar ook voor hel gevoel, dal de Voorzieuigbeid in liet hart van alle menschen gelegd heeft. De long kan niet uitdrukken, de geest kan niet bevallen welk een diepe droefheid don opperpriester en hel christen volk hoefl aangogrepon bij de treurmare, dal het land van belofte thans weder lijdt wal het onder zijne vroegere verdrukkers geleden heeft. «Wij vooral,quot; zoide Gregorius, «die ons bedrooven over de ongerechiigheden, welke (iods gramschap ontstoken hebben, wij die vreezen, dat nog andere onheilen in Judea zullen plaats grijpen le midden der verdeeldheden der christen koningen en vorsten, der steden en der dorpen, wij moeten weeneu mei den proleet en met hem zeggen ; « De waarheid, ile wclensehaii Gods zijn niet meer op de aarde le vinden; ik zie in hare jildals alleen de lixjen, den doodsla(j, de eeltlln eal; en de bloeddorst heerschcn. Bedenkt, beminde; broeders, tol welk doel gij op deze wereld gekomen zijl en hoe gij haar moet verlaten; bedenkt dal gij zult voorbijgaan gelijk alles voorbijgaal; gij kunt van de goederen, welke gij hebt, van den adem zelfs dien men hel leven noemt, niet zeggen: dit belioorl mij toe; gij bebj, u zeiven niet gemaakt, en hel vermogen om een made le scheppen gaal de menschelijke macht le boven. Brengt derhalve die schallen, welke u kunnen ontvallen, dat leven hetwelk slechts een siifije is iu de eeuwigheid, ten offer om uwe broeders bij te staan, om ii de eeuwige zaligheid te verzekeren. Zoo de ongeloovigen de gevaren van den oorlog getrotseerd, de rust en liet genol hunner dagen opgeolferd hchben om het erfdeel van Gbrislus aan le lasten, zult gij dan aarzelen om dezelfde oilers le brengen ten einde bel christelijk golool' te redden. De gramsehap des Hemels heeft toegelaten dat de goddeloozen een korlstondige zegepraal behaald hebben; maar zijne barmhartigheid kan voor hen de dagen van zegepraal in dagen van vernedering doen verkeeren. Wendt u dus lol de goddelijke barndiarligheid; wij hebben bet ree,hl niet, aau God rekenschap van zijne raadsbesluiten te vragen; maar moeten wij niet gelooven, dal Hij iu zijne goedheid onze zaligheid wil, en dat degene, die zich voor zijne broeders opollerl, zelfs wanneer liij leriiauwernood de dagen der jongehiigschap zou bereikt bebhen, belianilcld zal wordeii gelijk hij, die een lang leven iu den dienst van God hieli doorgebracht.quot;

liepabiigeu voor den kruistocht besloten de hul van Gregorius Vlll. De paus beloofde aan de vrome pelgrims de volledige kvvijtseheldiiig hunner zondeustrallen; de heilige reis moes! bij hen alle andere boetedoening vervangen. I)e goederen der kruisvaarders en linimer geziniien werden onder de bijzondere bescherming der aarlsbisse,bo|ipeu en bisschoppen gesteld, (leen onderzoek moeht worden ingesteld naar de deugdelijkheid der eigeiidomsreehten van een kruisvaarder, ten opzichte van welk goed ook, totdat men zeker was van zijn terugkeer of vau zipi overlijden. De pelgrims waren vrijgesteld van bel betalen van intereslen aan een scluildeiseher zoolang zij onder de vanen van het kruis dienden. Hel was linu verboden zich met weelde le kleeden en honden of vogels mede le nemen. Op die hepalingen volgde de verordening van een algemeene vaslen, om de gramschap van God te bevredigen en de verlossing van Jerusalem te bewerken. Die vaslen moest gehouden worden op alle vrijdagen gedurende den tijd van vijf jaren. De bul, de bepalingen en de verordening waren gedagleekend van Ferrara.

De Opperpriester was er op bedacbl den vrede onder de christen volken le berslellon. Met dat doel begaf hij zich naar l'isa, om de vinnige twisten le beslechten, die tnsscben de l'isauers on de Geuueezen gerezen waren. Gregorius sliert alvorens bet werk voltooid le hebben waaraan hij begonnen was, en liet de bestiering van den krnisiochl over aan zijn opvolger Glemens III, die terstond na zijne verhelling op den pauselijkeii Stoel gebeden uitschreef voor den vrede van het Westen en de veriossing van bel heilige land.


-ocr page 214-

VERVOLG VAN HET ZEVENDE BOEK

PREDIKING VAN DEN DERDEN KRUISTOCHT. — KXPED1T1E VAN KEIZER RARBAROSSA.

(Wilhelmus van ïyr preilikt den derdcu kruisloolit. In do vergadoring van Gisors haalt de aavtsbisschop koning IMiilippns Angnslns en Hendrik II van Engeland over om het heilige land te verlossen; het Saladijnsehe liende; Riehard, hertog van Guyenne, wordt in den K' iklun gedaan; liij beklimt den troon en neemt het kruis aan; moord der joden te bonden en te York; sameukomsl van Bichard en Philippus Augustus te Nonanconrt; flauwheid van den ijver in Duitschland ; keizer Irederik liarbarossa zendt afgezauten aan al de vorsten, die in het Oosten regeeren; bijzonderheden omtrent de Duitsche kruisvaarders; zij vertrekken uit llegensbnrg'; Isaiie Angelus wordt gestraft voor zijne dubbelhartigheid jegens hen; zij schepen zieh te Gallipoli in; bun weg door Azië; overtocht van den laurus; l'rederik verdrinkt bij ongeluk, en de hertog van Zwahen volgt hein in het opperbevel op; viji' duizend man, de eenig overgeblevenen van dat leger, bereiken Palestina; .slechte ontvangst die hen daar ten deel valt.)

miOkilliHtm.8, Iiisscliop vim Tynis, had hol Ooslcn vcrlalon xM'oin in Eiirojüi ilcii liijslaiid drr chtislcii vorsUü! to p,aaii ini'oepon; hij word door don paus mol do prodiking van don hoiilgon oorht^ iiolasl. Wilhi-liiins was ijokwantor on wolspro-kendor dan lloraolins, dio vóór hum mol, diu zonding bolast was gowoost, on vooral door /ijno dougdon vvaardigor do tolk dor ohrislcnon lo wtszon on in naam van .losus Christus lo Sjirokon. Na don ijvor dor volken van Ilaltö aangevuurd lo liebbon, hogaf hij zich naar Frankrijk on vvoondo daar oono vergadering; hij, welke door Hendrik II, koning van Engeland, en IMiilijipus Angnslns, koning van Frankrijk, le Gisors hijoen-geioejion was. iiij do aankomsl van VVilhelnius van Tyr hadden die heide koniiigon, die elkander om hol hezil van Vexin bo-oorloogdon, do wapens nedoigelegd; de dapj?ersle strijders van Frankrijk en Fngeland, \creenigd door do gevaren iiunnor broeders in hel Oosten, hadden zieh naar do vergadering be-govon, waar men zich mol de verlossing der heilige plaalson zou bezighouden. Wilhelmus werd er mol geosldrill onlvangon, en las overluid, ton aanbooro van do vorslen en ridders, een relaas der laalsle rampen voor, die Jerusalem golroHen hadden. Na die voorlezing, welke alle aanwezigen tranen aijiersle, spoorde de vrome gezant de geloovigou aan om hel kruis aan te nemen. «De berg Sioij,quot; zoide hij lol hen, «weergalml nog van deze woorden van Ezeehiël: Ö kinderen, der nunselieii, lierinnerl n den dap waarop de koniny van Babi/Ion over .leru.talem. heefl ijexeyei'ierd.quot; In een enkelen dag hebben al de rampen plaals gegrepen, welke do prolblen aan de slad van Salomon en David voorzegd hebben. Die slad, koiielings opgevuld met clirislonen uil allo naliën, wordt nu alleen bewoond door oen heilig-seheniiond \olk. De vorstin dor naliën, de hool'dslad van zoovele jirovinciën, lieert de schalling belaald, die aan de slaven opgelegd is. Hare poorten zijn verbrijzeld en hare wachters mei hol redelooze vee op do markten dor ongoloovigo sleden ion verkoop aangeboden. De elirislon Stalen van hel Oosten, die den godsdienst van hel kruis in Azië doden bloeien en hol NVesieti legen den inval der Sarraeenen mooslen Ijovoiligon, . ijn ingekneiijien lol die van Anliochië on Trijioli en do'slail tynis. Wij hehhen, volgens tie uildrtikking van isaias. den Heer zijne hand en zijne phujen zien uilslreldien luiitaf den lï/ihi ital lol aan den bergsiruum eau Kgmtle. Do bewoners van voorlig sleden zijn uil hunne woningen vei dreven; van hunne hozil-lingen beroofd, dolen zij mol hunne Iroosloloozo gezinnen onder do volken van Azië rond zonder een sleea te vinden, waarop zij hun hoofd le rusle hunnen nederleggen.quot;

Na op die wijze de rampen der clirislonen van hol Oosten

goseliotst to hohhon, vorwool Wilhelmus aan de krijgers, die hem aanhoorden, dat zij hunne broeders niet te hulp gesneld waren en hol orldoel vnu .losus hrislus hadden laten rooven. Hel verwonderde hem da men een andere gedaehle kon hebbon, dal men een anderen roem kon zoeken dan dien van do heilige plaatsen te verlossen; en zich lot tie vorsten en ridders wendende, sprak hij hun volgendorwijze toe: «Om lot n te kunnen komen, ben ik óver mol bloed gedrenkte volden moeten gaan ; en in de onmiddellijke omgeving zelfs van deze vergadering bob ik alles ton strijde toegerust gezien. Welk bloed gaal gij vergieten! Waartoe die zwaarden, waarmede gij gewapend zijtï Gij bevecht elkander hier voor den oever eenor rivier, voor de grenzen eenor jtrovincie, voor een voorbijgaandeii roem, terwijl de ongoloo-vigon de boorden van de Siloë betreden, hel koninkrijk Gods overweldigen, en hel kruis van Jesus Christus smadelijk door de slraten van Jerusalem gesleurd wordt! Gij vergiet stroomon bloods om benzelaohlige Iraki,alen, terwijl men hel Evangelie hoont, dal plechtige verdrag lusschen God en de mensehon! Zijl gij vergeten wat uwe vaderen gedaan hebben? Een christelijk rijk is door hen le midden der muzelmansehe natiën geslicht. Talloozo iuilden, eeno meniglo vorslen, in uw vaderland geboren, zijn hol komen verdedigen en besturen. Zoo gij al hun arbeid hebt 'alen verloren gaan, komt dan toch ton minste hunne grafsleden bevrijden die in do niachl dor muzelmannen zijn. Loven uw Europa clan geen krijgslieden meer op gelijk Godfried, Tancredo en hnnno wapeinnakkors? Do in Jerusalem nislende profeten en heiligen, do in moskeeën veranderde kerken, de sleenen zelfs der graven, allen roepen n loc dal gij de glorie van God en den dood uwer broeders mooi wreken Hoe! hol bloed van Nabolh, hot bloed van Abel, dal len lieinel schreide, heefl een wreker gevonden, en liet bloed van Jesus Chrislus zou tevergeefs tegen zijne vijanden en zijne heulen om wraak roejien!

«Hot Ooslen heefl laagharligo clirislonen aansehouwd, die do geldzuchl en de vrees lol bondgeiioolon van Saladiju hadden gemaakt: zij zullen voorzeker geen navolgors onder ii vinden; maar bedenkt dal Jesus Chrislus gezegd heeft: Die niel mei mij is, is legen mij. Wanneer gij de zaak van God niet dient, welke zaak zult gij dan durven verdedigen? Wanneer de koning dos hemels en der aarde n niel onder zijne vanen vindt, waar zijn dan do maohlon, wier banieren gij zult volgen? Waarom toch zijn de vijanden van God niel moor de vijanden van alle chris-lenen ! Hoe groot zal niel do vreugde der'Sarraeenen lo midden hunner goddelooze zegejiralon zijn, wanneer men hun zal zeggen dal liet VSesleu geen aan Jesus Chrislus getrouwe krijgslieden


-ocr page 215-

GESCHIEDENIS DEK KÜ1IST0C

12Ö

was vastgesteld en als een . Hij deed de rijkste inwo-k voor zich verschijnen, en atting der scheidsrechters, hun mobilair : allen die de

had het groolsle gedeelh om zich aan de slavern wanverhouding ontstaan de akkers niet onbebouwd stellen aan den al te grooten

der j te de

dc glorie en eiudc van de God ! die het een oog van scha ren, opdat d( ijdele glorie, dooi

vasl voor al degenen, die weigerac gewijde schuld te betalen. Tevergcc heid, wier verdediging Peler van Blois vrijheid, de oual'hankelijkheid dei' Kerk vaarders alleen met hare geheden anlwoordde aan de geeslelijken dal gev(;n, dat dc; geestelijkheid niet de der Kerk aan Jesus Christus behoorden, sers, die van Cileanx en Fontevraull

m

Kerl

werden alleen vrijgesteld eeue zaak welke men die De geschiedenis heel't de schoppen en de vorsten it hadden geregeld. Die hel bijzijn van

IhV'

over-'hilippus aan, daarna stierf lippen tegiai jongste zijner

winnen, iamtelijk maar het berouvvi hij van verdriet.

nam hij dt e hem spot met verwensehin

Richard, die hem zonen, die tegen Diep ter neder dood zijns vader,-

zich rde

van den hij zich

waar had, treken, voor tien

in de II achtte eener

door ze Hendrik met dc

g zouden zijn zulk een beriep zich de geeslelijk-op zich nam, up de en wilde de kruis-jzaain wezru; men iet voorlieeld moesten was (ui de goederen De orde der Karlhui-en de leprozenhuizen van eene schalting, geheven voor van ile geheele christenheid achlte. slatnlen hi'waard, waarnaar de his-' belling van het Saladijiische liende geschiedde in elke parochie in een priester, een aartspriester, een Tempelier, een Hospitaller, een heamhte des koniugs, een heainhu; en ecu schrijver van den baron cn een schrijver van den bisschop. Waniieer die mannen gezamenlijk van oordeel waren, dat iemand minder gal' dan hij verschuldigd was, koos men in de parochie vier ol zes scheidsrechters, die een schalling deden en hem verplichtten naar hillijkhcid te betalen, bitusschen was de opbrengst van bet tiende niet genoegzaam ter beslrijding der iiilgayen voor de uilrusting dor expeditie, eu Philippus peinsde op middelen om in al de onkosten van zijn pelgrimsiocht te voorzaal, toen broeder Bcrnardus, een kluizenaar van Vincemies, zich hij den koning liel aanmelden, en op den toon van een protect lot hem zeide: Ihil Israel heschaanid warde! A'a het liooreu van die woorden, welke men als een waarscJmwmg des Hemels beschouwde, deed de koning van Frankrijk de joden in hunne synagogen gevangen nemen en dwong hen vijl'dinzend marken zilver in zijn schatkist te storten.

Evenals iu Frankrijk werd in Engeland bet tiende door commissarissen geïnd; maar niet allen (lie met eene zending heiast waren welke men heilig noemde, gaven het voorbeeld van apostolische onbaatzuchtigheid: de kronijken van dien tijd gewagen van bet schandelijke gedrag eens Tempeliers, die helrapt werd tijdens hij de belasting der geloovigen oiilvivemdde wijde plooien van zijn kleed te verbergen, bet niet beneden zich, om zich in persoon ■•ö quot;vjer belasting ie bemoeien, welke in zekeren

meer bezit cn dat de vorsten en koningen van Europa met onverscliiiin'lieid de rampen en de gevangenschap van Jerusalem vernomen hebben!quot;

Deze heilige verwijten, uit naam van den godsdienst gedaan, maakten een diepen indruk op het gemoed der vorsten en der ridders. Volgens den kronijkschrijver Benedictus van l'eterho-rough, jtn'ilihti' Wilhclnuis van Tyr, np zulke bewonderenswnnrdifie wijze, (l((l hij tillen In'woog om hel huis aan te nemen, en dal lU'Henen die nijdinlen waren, vriemlen werden. Pliilip|ius Auguslus eii Hendri.k il ornarmdeu elkander weenende en gaven het eerst bun verlangen te kenneii om liet kruis te ontvangen. Richard, /oon van Hendrik en hertog van Gnyenne, Philippus, graal'van \ laaudcren, Hugo, berlog vim Bonrgondie, Hendrik, graal' van Champagne, Tibout, graalquot; van Blois, Rotru, graalquot; van Percbe, de graven van Soissons, van Nevers, van Baren van Vendome, de heide broeders Joscelijn en Matthias van Montmorency, een aanlal baronnen en ridders, vele bissr,ho[)pen en aartshisscliop-•en van Frankrijk en Engeland legden de gelol'te al'van het teilige land te zullen gaan verlossen. De geheele vergadering berbaalde de woorden: hel kruis! hel kruis! en deze krijgsleus weergalmde iu alle provinciën.

De plaats, waar de geloovigen vergaderd waren geweest. Werd het Gewijde veld genoemd. Men deed er eene kerk bouwen om de berinnering aan de godvruchtige toewijding der chrisien ridders in eere te houden. Weldra hlaakleu geheel Frankrijk en al de aangrenzende lauden van de; vurige geesldril'l, welke de welsprekende taal van Wilhelmus van Tyr iu de vergadering der baronnon en dor vorsten had doen ontwaken. I)e Kerk verordende gebeden voor het welslagen van den kruistocht. Dagelijks las men bij hel goddelijk misofl'er psalmen, die aan de rampen van Jerusalem berinnerden. Bij het mis baden al de aanwezigen in koor : O almachlige lot der rijken in uwe banden houdt, gewaardig'll barmliartigheid te vestigen op de christen leger-ongeloovigc natiën, opgeblazen van trots en de kracht van uwen arm verpletterd worden.quot;

terwijl zij zoo baden, voelden de christen krijgers hun moed ontwaken en zwoeren zij de wapens tegen de ongeloovigen te zullen opnemen.

Daar er gebrek was aan geld voor de heilige onderneming, werd er in den raad der vorsten en bisschoppen vastgesleld, dal al degenen die het kruis niet zouden aaniieinen hel liende deel van hunne inkomsten en van de waarde litinner roerende goederen zouden opbrengen. De schrik, welken dc wapenen van Saladiju hadden ingeboezemd, deden aan die belasting de beuamiiig van Sidailijnsehe liende geven. .Meu stelde straHiui

zin door de heerschende meening schuld jegens God beschouwd were ners der eerste steden van zijn ri vorderde van hen, volgens de sci het tiende van bunne inkomsten en vastgestelde som weigerden te betalen ol' wei verschoven, werden gevangen gezet en erlangden hunne vrij niet terug voor zij volledig liet verschuldigde voldaan hadden. Die gewelddadigheden, in naam van Jesus Christus gepleegd, ver-weklen veel onlevredenheid, en men kan veilig aaiineinen, dat de burgers van Londen, Lancaster eu York, van wie de koning op die wijze het Saiadijnsehe liende al'vorderde, niet behoorde i ouder degenen, die bet meeste geestdril't voor den heiligen oorlog aan den dag legden.

Bij de beide eerste kruisloclden dorpelingen het kruis aangenomen onttrekken. Hieruit moest eenige dorpen konden niet onbewoond,

blijven Men beproefde grenzen te

ijver der landbouwers: allen die zonder verlol van hunne heeren dienst namen voor den heiligen oorlog werden veroordeeld om, even als degenen, die het kruis niet aannamen, hel Saladijiische liende ie betalen.

Het duurde echter niet lang olquot; de pas bezworen vrede tus-scben de koningen van Frankrijk en Engeland werd verstoord. Richard, hertog van Gnyenne, geraakte in twist met den graal van 1 o ulo use, en Hendrik II va lie de wapens op om zijn zoon hij te staan. 1'hilippus snelde zijn vazal te hulp; alles stond in vuur en vlam in iNormandië, Berry en Auvergne. Gehoor gevende aan de vcrloogen der heeren eu der bisschoppen, hadden dc beide monarchen een kortstondige samenkomst in bet Gewijde veld, waar zij de wapens afgelegd hadden; men kon beteebter niet eens worden omtrent de vredesvoorwaarden, en de olm, waaromler de besprekingen gehouden werden, werd op last van Philippus omgehouwen. Herhaaldelijk hervatle men de onderhamlelin^i'ii zonder aan de gruwelen van den oorlog een einde te kunnen maken : de koning van Frankrijk eischle, dal Richard bij hel leven zijns vaders tot koning van Engeland gekroond zou worden en hij terstond met Alix, een Fransche prinses, die Hendrik gevangen hield, in het huwelijk zou treden. De koning van rugeland, die naijverig op zijn gezag was, kon er niet toe besluiten om die voorwaarden aan te nemen en wilde noch zijn kroon, noch Philippus' zuster afstaan, die hij beminde. Over deze weigering verstoord, koos Richard de partij van Philippus Augustus en verklaarde zich tegen zijn vader; van alle kanten snelde men te wapen en de opbrengst van hel Saiadijnsehe liende werd aangewend lol het voeren vaneen lieili;.1-scheunenden oorlog, welke de zedeleer eu de natuur kwetste.

Deze oorlog voorspelde niet veel goeds voor dien, welken men iu Azië zon gaan voeren. De legaat van den paus deed Richard in den ban en dreigde IMiilippus met het interdict, van hel rijk. Philippus spolte met de bedreigingen van den legaat eu antwoordde hem, dat het den Heiligen Stoel niet toekwam, zieli met de twisten der vorsten te bemoeien; Richard, die opvliegender was, trok zijn degen en was op het punt den legaal le dnorslekeu. Het uilzicht op vrede werd met den dag-zwakker. levcrgeels lieten zich onder de volken kreten van al keuring en verontwaardiging hoorei); tevergeefs weigerden de gi'oote vazallen deel te manen aan een strijd, die noch den godsdienst noch het vaderland raakte: steeds verwierp Hendrik, die in een bneenkonisl bewilligd had, mei lioogbaiTigheid de voorwaarden, die hem voorgesteld werden. Lang bood hij weersland aan de smeekingen zijner onderdanen en tie raadgevingen der hi . ehoppen ; alleen de ontsteltenis, welke het vuur des hemels, dat tijdens de besprekingen naast hein nedersloeg, in hem verwekte, kon zijne halsstarrigheu

zijne op hel Gewijde veld al'gclegcle geloften. Koning van lai-geland geworden, hield bij /ieh uitsluitend met de toebereidselen tot de heilige expeditie bezig. Hij hegal zich naar zijn rijk en belegde, bij Northamplon, de vergadering van bammieu en prelaten, waarin _ Boudewijn, aartsbisschop van Kantelberg, den kruislocht predikte. De prediker van den kruistoehl doorreisde vervolgens de provinciën om den ijver en de geestdrift der geloovigen op It! wekken. Wonderdadige avonturen getuigden voor de heiligheid zijner zending en deden de woeste bevvtmers van hel land van vVallis en van verscheidene gewesten, men nog niets van de rampen van Jerusalem vernomen in de gelederen van het kruis dienst nemen. In al dt

openlijk beoorloogd had, en den hem had samengespannen, geslagen, lusrliuldigde Hiehard ; door berouw gedreven, bt

welke Boudewijn doortrok, ontvolkte de gees

voorwaarden van l Lu1; en korten tijd en op de

-ocr page 216-

r.KscnikI)i:Ms nEr kh iiisto^htrn.

kruistocht linl land : een oude krouijk verliaalt, dat dc prelaat liet kruis uildeeldc aan een ^root aantal mannen, die bijna naakt lot iirin i'ekonien waren, dewijl lumne vrouwen hunne kleederen Iriddi'ii verborgen. Overal, zoowel in de sleden als in do dorpen, staakte de bevolking allen arbeid, om den aartsbissebop van Kanlelberg Ie gaan liooren. Met eei'bied verzamelde men de aarde, waarop zich zijne voelen algedrnkt hadden, en hierniede genas men de gebrekkigen en de zieken. Elk zijner woorden bekeerde zondaren, verlrouslle oiigelukkigen en vcrschalle soldalen aan Jesus (•hrislns. Het godsdienstige en krijgshanige vuur, dat hij in zijne toehoorders wist op te wekken, deelde zich mede van stad aan stad, van provincie aan provincie en drong zelfs door tot de eilanden, die in de nabijheid van Engeland liggen.

l)é geestdrift der l- ngelschen voor den kruistocht openbaarde zich hel eerst door een hevige vervolging der Joden, die in menigte in de steden Londen en Vork vermoord werden. Een groot aantal dier ongolnkkigen konden aan de vervolging bnnner moordenaars niet ontsnappen dan door zich zeiven te dooden. Die afschuwelijke tooneelen hernieuwden zich bij eiken kruistocht. Dewijl men geld noodig bad voor de heilige expeditie, kwam men dan lot de ervaring dal de Joden de bezüters waren van alle rijkdommen, en hel gezicht der in hunne banden opeengehoopte schatten deed het volk indachtig worden, dat zij zijn God gekruisigd hadden.

Richard maakte niet veel haast om de verdoolde menigie in hare bloedige buitensporigheden te stuiten, doch deed zijn voordeel met de vervolging der joden om zijne schatten te vermeerderen: maar noch het geroofde goud der Israëlieten, noch de opbrengst van het Saladijnsche tiende, dat steeds met meedoogenlooze geslrenglu id werd geïnd, leverden den koning van V.ngeland genoegzaam op. Ilichard vervreemdde de kroondomeinen en verkocht al de aanzienlijke waardigheden van het rijk hij opbod; hij zou, zegt men, de stad honden verkocht 'hebben, indien hij oen kooper gevonden hadde. Vervolgens begaf hij zich naar Normandië, waar de baronnen hem veroorloofden die rijke provincie te braudschatlen, en hem al de mi 'delen verschaften om een oorlog te bekostigen, waarin de volken zulk een groot belang stekh'ii.

Ken ontzaggelijk aantal krijgslieden hadden in Frankrijk en Engeland hel knus aangenomen, en de voorbereidselen tol den kruisiochl werden te 'midden van de algemeen toenemende gisting der gemoederen voltooid. Kr waren evenwel nog verscheidene baronnen en ridders, die het tijdstip van hun vertrek nog niet bekend maakten en onder verschillende voorwendsels den pelgriinslochl verschoven, waartoe zij zich onder cede verplicht hadden. De beroemde l'eter van IMois richtte een gevoelvolle vermaning tot hen, waarin bij hen vergeleek met maaiers, die zonden wachten tol de oogst binnengehaald was om aan bet werk te gaan. De redenaar van den heiligen oorlog hield ben voor, dat sterke en moedige mannen overal huu vaderland vonden, en de ware pelgrims de vogelen des hemels moesten gelijken, ilij wees hun op hel voorbeeld van Abraham, die zijn woohslede verliet om groot te worden onder de naliëii, die den Jordaan met een slok in de band doorwaadde en door twee korpsen strijdbare mannen gevolgd terugkeerde. Deze vermaning wakkerde de verllanwende geestdrift voor den kruis-locht weder aan. De monarchen van Frankrijk en Engeland hadden een samenkomst te Nonancourt en kwamen daar overeen, dat zij zich over zee naar Palestina zonden begeven. Zij vaardigden te gelijker tijd verscheidene verordeningen uil om de tucht en de orde Ie verzekeren onder de legers, die zij naar Azië zouden voeren. De voorschriften van den godsdienst en de straffen, die hij oplegt, schenen hun in die (iinstandigheid niet voldoende toe. De justitie van die barbaar-sche ecL wen werd belast met hel betcugi leu der hartstoebten en de ondeugden der kruisvaarders; ieder die een klap gaf, moest driemaal in zee gedompeld worden; men hieuwde vuist al van dengene die iemand met zijn zwaard verwondde; wie iemand uitschold, betaalde aan den beleedigde evenveel oneen zilver als hij scheldwoorden gebezigd had; wanneer iemand van diclslal 'overtuigd werd, goot men gloeiend pek op zijn kaal geschoren hoofd, dekte hel daarna met vederen en liet den misdadiger op bet strand achter; de moordenaar moest, aan zijn slachtoffer vastgebonden, in zee geworpen of levend begraven worden.

Daar de tegenwoordigheid der vrouwen bij den eersten kruistocht lot veel wanordelijkheden had aanleiding gegeven, verbood men haar de reis naar'het heilige land. Met dobbelspel en alle kansspelen werden streng verboden; men beperkte, door eene wel, de weelde van de tafel en de klecding. De vergadering van Nonanconrt stelde nog eene menigte andere bepalingen vast en verzuimde niets om de soldaten van Jesus Christus aan de deugden en de eenvoudigheid van het Evangelie te herinneren.

Zoo dikwijls de vorsten, de heeren en de ridders naar het heilige land ten strijde trokken, maakten zij hun testament als hadden zij nimmermeer in Europa moeten wederkecren. Bij zijn terugkeer in zijne hoofdstad maakte 1'hilippus zijne uiterste wilsbeschikkingen en regelde, voor den tijd zijner afwezigheid, bet beslunr van hel rijk, dal hij toevertrouwde aan de koningin Adellieid, zijne moeder, en aan zijn oom, den kardinaal van Champagne.' Na de plichten eens konings vervuld Ie hebben, legde hij den schepler neder om te Sinl-Denis den herderslasch en den'staf dos pelgrims aan te nemen, en begaf zich naar Vezelay, waar hij een nieuwe samenkomst met Ilichard moest hebben. Daar zwoeren de beide koningen elkander opnieuw een eeuwigdurende gehechtheid, en beiden riepen den banvloek der Kerk af over het hoofd van dengene, die zijn eed zou hieken. Zij verlieten elkander onder de hartelijkste vriend-scliapsbetn'igingen; Richard ging zich te Marseille inschepen en l'hilippu's tl; Genua. Een Engelscli geschiedschrijver merkt op, dal zij de beide eenige koningen van Engeland en Frankrijk waren, die zamen voor dezelfde zaak gestreden hebben, maar deze eensgezindheid, het werk van buitengewone omstandigheden, kon niet van langen duur zijn lusschen twee vorsten, die zoovele redenen hadden, om naijverig op elkander te zijn. Heiden jong, vurig, dapper, hooghartig; 1'hilippus grooter koning, Hichani grooter veldheer, bezaten zij dezelfde eerzucht en dezelfde begeerte naar roem. Het verlangen naar vermaardheid, veel meer'dan de godsvrucht, voerde hen naar het heilige land; beiden vol iierbeid en snel in het wreken eener belecdiging, kenden zij in hunne oneenigheden geen anderen rechter dan liuii zwaard; de godsdienst had geen genoegzame lieersclinppij over huu geest om hun hoogmoed te buigen, en ieder hunner bad zich meenen te vernederen indien hij den vrede verzocht ol verkregen bad. Om te weten welke hoop men kon houwen op de vriendschap van die beide vorsten, zal hel genoeg zijn te zeggen, dal l'liilippus zich, hij zijne troonsbestijging,quot; den felsten vijand van I-Ingeland betoond had, en dat Kichard de zoon was van die Eleonora van Guyenne, de eerste gemalin van bodewijk VII, die, na den tweeden kruistocht , baren echtgenoot verlaten had, terwijl zij Frankrijk bedreigde.

Na de bijeenkomst van Gisors, had de bisschop van Tyrus zich naar Diiilschland begeven om Frederik tot hel aannemen van het kruis te bewegen. Die vorst had zijn dapperheid in veertig veldslagen getoond, een lange en gelukkige regeering bad zijn naam' vermaard gemaakt, maar zijn eeuw kende geen waren roem dan dien welken men in Azië ging zoeken. Hij wilde den lot van zijne godvruchtige tijdgenoolen verdienen en nam de* wapens op voor de verlossing van het heilige land; hij werd ongetwijfeld ook daartoe aangedreven door de gewetens-knaging, welke zijne twisten met den paus in hem hadden opgewekt, en door bel verlangen om zijne verzoening mei den Heiligen Stoel te voltooien.

In Duilsehlaud beloonde men minder geestdrift dan in andere landen, hel/ij men er minder bekend was met de rampen van Jerusalem, hetzij de gemoederen nog te zeer bezig gehouden werden met de beslaan hebbende oneenigheden van den keizer mei den Oppcrpriesler. De legaten van Home verschenen het eerst in eene te Siraalsburg gehouden vergadering, waarin frederik de zaken van het rijk behandelde. Hunne verschijning en hunne redevoeringen vermochten den ijver voor den heiligen oorlog niel op te wekken en niemand zou het kruis aangenomen hebben indien niet de bisschop van Siraalsburg zelf de noodzakelijkheid betoogd had om het erfdeel van Jesus Christus te gaan verlossen. De prelaal verweet zijne toehoorders eene strafwaardige onverschilligheid voor de zaak van den Zoon Gods. «Wie uwer zou werkeloos toeschouwer blijven indien hij zijn wettigen souverein aangevallen, gehoond en nil zijne Slaïen verdrijven zag?quot; dus sprak hij. «Gij zijl niel alleen de onderdanen, de dienaren van Jesus Christus, gij zijl zijn vleesch en zijn bloed, en gij blijft koel en bedaard!quot; De welsprekendheid des hisschops van Straatsburg, welke een geleerd tijdgenoot vergelijkt met die van Tullius, roerde ten iaalsle de harten; de'meesten zijner toehoorders namen het kruis aan, en de geestdrift voor den heiligen oorlog begon zich aan de oevers van den Hijn uil te breiden. Weinig tijds daarna belegde keizer Frederik te i\lentz eene vergadering, tot welker bijwoning al de vorsten, heeren, prelaten en de aaiizienlijksten uil hel volk van Germanic werden opgeroepen; de vergadering werd aangekondigd onder de benaming van hof ol t ijlsdiuj ran ('.hrislns (Curia Chrisli). In die bijeenkomst deed Godlried van Wurlzbnrg eene taal booren, die de toehoorders begecslerde. De keizer was voornemens om naar het heilige land le gaan, maar hij wilde lot het volgende jaar wachten; de vergadering stond op om hem te bewegen hel kruis terstond aan te nemen, helgeen hij deed, en zijn voorbeeld sleepte allen mede die tegenwoordig wareu.

De oproeping van het hof van Home weerklonk in alle kerken van Germanic; de legaten van den paus, de predikers


-ocr page 217-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN. 127

van den heiligen oorlog en de algevaardigden van liel heilige land lieten zich overal hooren terwijl zij weeklaagden over het lot der christenen van het Oosten en over de bloedige heschimpingen, welke het kruis van den Verlosser aangedaan werden. «Dij het geluid der in hel kruishout gedreven spijkers,quot; riepen zij uit, «heelde de aarde, verduisterde de zon, scheurden de sieenen, openden zich de graven; welk hart zal lliaus niet vei'hrijzeld worden als het verneemt, dat het gewijde hout der verlossing door de goddeloozen met de voeten getreden wordt?quot; Igt;c ji-ewijde redenaars haalden het hemelsche Jerusaleni aan en stelden den kruistochl voor als een voorireHHijk middel om het aantal der uitverkorenen Gods te vermeerderen. «Gelukkig degrnen, die de heilige reis aanvaarden,quot; zeiden zij, «nog gelukkiger degenen, die niet wederkeeren!quot; Onder de wonderwerken, die den wil des Hemels kenbaar maakten, noemde men liet miraculeuze visioen eeuer maagd van Lowenstein: zij had hel verlies van Jerusalem vernomen op den dag zelveu, dat de mnzchnannen de slad binnengetrokken waren; zij verheugde zich over dal droevige l'eit, zeggende, dat het een bron des heils voor de krijgers van het Oosten zou worden.

Kredcrik, die zijn oom Koenraad op den tweeden kruistocht vergezeld had, was bekend met de buitensporigheden, welke de vorige expeditiën gekenmerkt hadden; bij legde er zich hijzonder op toe deze te voorkomen. Op den rijksdag van Menlz, waar hij hel teeken des kruises had aangenomen, en op verschillende andere bijeenkomsten, die de oorlogstoebereidselen ten doel hadden, deed de keizer wijze bepalingen vaslslellen. Men nam voorzorgen, dat een talrijk leger, hetwelk onder een vreemden hemel ging strijden en onbekende landen moest doortrekken, niet ten gronde ging door verslapping van de tnchl, noch door de ontberingen, welke het op zijn weg kon onlmoeien. I!ij keizerlijk edict werd algekondigd, dat een voelknechl, die weinig geoelend was in den wapenhandel en daarbij geen geld genoeg bezat om twee jaren in zijn onderbond le kunnen voorzien, geen dienst kon nemen onder de vanen van het kruis: hierdoor hield men de landloopers en de Ibrtuin- j zoekers verwijderd, die in de vorige oorlogen zooveel onheil geslicht hadden. Daar men meer manschappen bad dan noodig was, stond men den pelgrims toe zich van hunne gelolle vrij te koopen; op die wijze verschal'le men zich het geld, dal men noodig had. Ik moei hier aanstippen, dat die onUielling van de gelolle in den eersten en den tweeden kruistochl niet toegeslaan werd. De Dnilsche kronijken spreken niet van den Saladijn-schen cijns; hel alkoopen der gelolle was een der middelen, die men aanwendde om de kosten van den heiligen oorlog le bestrijden.

De keizer en de vorsten, die bel kruis aangenomen hadden, vergaderden hel daaropvolgende jaar le Neurenberg om zich mei de laatste toebereidselen voor den kruistocht bezig le houden. Men sloot er een verdrag met de ambassadeurs van den keizer van liyzanlium, waarbij de doortocht van het kruisleger door het Grieksche rijk toegestaan werd. Er werd overeengekomen, dal de pelgrims in de sleden ontvangen en in de woningen der Grieken geherbergd zouden worden; men moest hun boomvruchten, tuingroenten en brandhout, benevens slroo en hooi voor de paarden verschaU'en, maar niets anders. Het overige moest gekocht worden tegen billijke prijzen, volgens den staal van het land en den lijd van het jaar. De kruisvaarders verbonden zich, hoegenaamd geen geweld 'te zullen plegen en ieders eigendom le eerbiedigen. De hertog van Zwaben en de overige bevelhebbers van den kruistochl ontvingen de toezegging van vrijen doortocht en zwoeren, van hun kant, den vrede en de wetten der gastvrijheid te zullen doen eerbiedigen. Frederik zond aan Isaiic een nieuwe ambassade om den band van vriendschap nog vaster aan le snoeren. In dien tusschentijd onderhandelde de Grieksche keizer met Saladijn en verplichtto zich jegens zijn muzelmanschen hond-genoot de Latijnen le beoorlogen.

Het vertrek werd een jaar uitgesteld; men wees Regensburg aan als de algemeene verzamelplaats der huitsche kruisvaarders in het begin van April 1189. Van hel Kerstleest al' lot hall' vasten zag men in die stad scharen pelgrims te voel en le paard aankomen. Frederik begaf zich omstreeks het Dinksterleest met zijn leger op weg; hij had zijn zoon Hendrik aan hel lioold van het bestuur des rijks gesteld. In een laatste le Presburg gehouden samenkomst zwoer men den openbaren vrede te zullen bewaren zoolang de kruistocht duren zou.

De Dnilsche keizer, die gezanten gezonden had aan al de muzel-mansche ol' christen vorsten, wier Stalen hij moest doortrekken, zond ook een gezantschap aan Saladijn, met wien hij eenige vriendsehapsbetrekkingeu onderhonden had. Hendrik, graal' van Holland, begai' zich omstreeks Hemelvaartsdag op weg, belast mei een schrijven voor den sultan van Cairo en Damascus. Frederik verklaarde daarin aan den muzehnanschen vorst, dat bij mei langer zijn vriend kou blijven, en hel geheele roomsche rijk tegen hem de wapens zou opvatten, indien hij Jerusalem en

hel kruis van den Verlosser,die in zijne handen gevallen waren, niet terLiggal'. Saladijn antwoordde op het maniresl des keizers, en zijn antwoord was een oorlogsverklaring. Verscheidene alge-vaardigden waren te gelijker lijd naar den sultan van Iconinm gezonden. Kilidscii-Arslan werd, onder de zijnen, beschuldigd van de ncck der irijsi/ceren aan le hangen; daarom gelooide men in lairopa, dal de snllan christen geworden was, en in een briel', die voor ons bewaard gebleven is, geelt paus Alexander lil hem raad om hein in zijne bekeering te leiden. Kilidsch-Arslan ontving de, gezanten van Frederik zeer welwillend, en hij zeil' zond een gezanlschap naar hel Westen. De snllan van Iconium, die den tilel aannam van Souvcreiit der Tuilen, Armenicr.i en Suiiërs, beloofde Frederik allen mogelijken bijsland; zijne gezanten waren vergezeld door vijftig nuizelinansehe ruiters, hetgeen een lot dusverre ongezien schouwspel was voorde volken van Europa.

Het kruisleger vond gastvrije volken en levensmiddelen in overvloed in de Stalen van Leopold van Oostenrijk en in Hongarije, waar toen koning Hela regeerde. Hel zakte vreedzaam den Donau en den Drau af. Bela ontving Frederik en de Dnilsche ridders te (Iran met veel luister; de koningin van Hongarije, cone zuster van l'bilippus Augustus, gaf den keizer van Duitsehland een prachtvolle tent len geschenke, (iran, het voormalige Shiuoniiiiii, aan de sainenvloeiiii^ van den (Iran en den Donau, en in het Hongaarsch Esztergom geheelen, is tegenwoordig de zetel van den primaat-aartsbisschop van Hongarije. Deze stad heeft zeven voorsteden, een eiladel en eene bevolking van negen duizend inwoners. Bij het betreden van Bulgarije begonnen de kruisvaarders de ellendén van den pelgrimstocht te ondervinden; de Serviërs, de Bulgaren en de Grieken vingen aan, het leger afbreuk te doen. De inoeielijkheid der wegen deed de Dnilsche troepen in vier korpsen splitsen. De barbaren schoten mei vergiftigde pijlen op de kruisvaarders die afweken ol' achterbleven, en verscheidene pelgrims werden gedood, gekwetst of uitgeplunderd. Frederik legde den vijanden valstrikken, als waren het wilde dieren; «'degenen, die in onze handen vielen,quot; zegt een kronijk van dien lijd, «werden als onreine honden of verslindende wolven aan boomen langs den weg opgehangen, met hel hoofd naar beneden.quot; Om zich te wreken, graaiden de Bulgaren de lijken op der kruisvaarders, die aan ziekten bezweken, en hingen die uit hunne graven genomen dooden aan de boomen op. Nu eens hielden de bandielen zich verscholen in dicht gebladerde eiken- of dennenboomen en schoten hunne pijlen af, dan weder wierpen zij groote rotsklompen van de toppen der bergen naar beneden. Wanneer de christenen in bewoonde landen kwamen, waren al de bewoners gevlucht, na de molens vernield en alle Icvensiniddelen medegenomen le hebben. Te midden van dien zonderlingen krijg kwamen de zonen van den hertog van Brandeis en van andere edelen van Servië en Rascia keizer Frederik le Nyssa begroeten en boden hein gerst, meel, schapen en ossen aan; onder hunne overige geschenken merkte men zeekalven, een tam wild zwijn en drie levende insgelijks tamme herten op; zijdeelden daarbij aan ieder dor Dnilsche vorsten en heeren voorraad van wijn en vee uit. Zij waren gekomen, zegt een oude kronijk, om Hendrik den bijsland hunner wapenen aan le bieden, indien hij Isaac wilde beoorlogen. In een oorlog legen Byzantium zouden de Bulgaren, aan rooven gewoon, de Grieken geplunderd hebben; maar dewijl de keizer van Duitsehland volhardde bij zijn voornemen om slechts den heiligen oorlog te onderneuien, bleef hun niels anders over dan de pelgrims aan le vallen en le berooven. De rooverijen werden derhalve voortgezel, en vooral waren de aanvallen heftig en bloedig in de holle wegen en diepe valleien. De Hongaren en de Bohemers baanden een weg door de wouden met de bijl en hel vuur: eindelijk bereikte men de poorten van Shil-Basilius, de laatste bergpas van Bulgarije. Daar hadden de Grieksche soldaten, vereenigd melde Bulgaren, post geval om don pelgrims den doortocht 'le betwisten; maar op het gezicht der met staal bedekte Dnilsche ruiterij namen zij do vlucht. Het christen leger kwam in de maand Seplember voor de muren van IMiilippopolis.

Daar vernam men, dat de naar Constantinopel gezonden gezanten aangebonden en in de gevangenis geworpen waren; nu dacht men aan geen tractalen meer en hel geheele land word verscheidene maanden achtereen le vuur en te zwaard verwoest. Na verloop van eenige weken kwamen de Dnilsche gezanten, die in vrijheid gesteld waren, in hel leger terug; maar het tafereel dat zij van de trouweloosheden der Grieken ophingen, vuurde de verbittering der pelgrims nog meer aan. Er is geen verraad dat men niet aan de Grieken ten laste legde : men beschuldigde hen den wijn vorgilligd le hebben, zoodat verboden werd er van le drinken; maar de Dnilsche pelgrims sloorden zich volstrekt niet aan de uitgestrooide gernchlen of aan het uitgevaardigde verbod, en zich oji de barmharlujhekl Gods verlatende, zeggen de kronijkschrijvers, gingen zij voort met don wijn uil te drinken, dien zij vonden.


-ocr page 218-

f'.l SCIIIKDKMS DER KRUISTOCHTEN.

128

Hel is wel mogelijk, ilal de bevelliebliei's van lirl zelve die geruelilen verbreid hadden om den wijn der Gri ken te redden, o!' liever om de soldalen van hel, kruis lol de maligheid lenig Ie voeren. Daar de Dnilseliers Isaiie niel ineer hadden le onlzien, vernieeslerdcn zij Adrianopel, Demoliea, geheel Maee.donië en 'J'hraeië lot aan de muren van Ryzanlinm. Uit Adrianopel sehreel' Krederik aan zijn zoon Hendrik, om hem met de trouwe-loo/.e handelwijze van den Grieksehen keizer hekend l(! maken en hel kruisleger in de gebeden der !;eloovigen aan le bevelen. lt;i Hoewel wij een inaehlig leger liebl)en,quot; zeide «Ie monareh, « moeien wij loeli lol de goddelijke hrsclierming onze loevluchl nemen; waul een koning zegeviert niet door de talrijkheid zijner soldalen, maar door de genade van den eeuwigen koning.quot; Igt;e keizer verzocht zijn zoon, 0111 aan Venetië, Aneona en Genua groole en kleine seheiien te vragen, len einde Goiistan-linopel van de zeezijde le belegeren. Hij sehreel' insgelijks aan den paus om hem te bewegen een krnisloehl legen de Grieken le prediken. Isaiie, de Iwilijie en (illcimdchliiisU' keizer, de entje! van de neheele cuinle, vernederde zieh voor zijne zege\ita'ende vijanden en vond bet geraden de zee tussehon zieh en de kruisvaarders te stellen : hij verscballe hun schepen om den llelhsponl over te steken; bij had gijzelaars gevraagd en gal' er zeil' negenbonderd. De aanzienlijksten van het rijk ; woei en mei hem in de Siut-Solia-kerk, dat zij al de vuorwaarden van de Iraelalen zonden doen eerbiedigen.

Terwijl de Duilscbers zieh verheugden dal zij meer verkregen dan zij gevraagd hadden, snoeide de Grieksebe ijdelheid er op dal /.ij hun den weg naar Ryzanlinm versperd had. Terzell'der lijd sehreel' Isaiie aan zijn boildgenool Saladijn, dtil de pelgrims van hel Weslen onsehadelijk gemaaki waren en hij de elemjels lintiiier orerwinuiiiji (jekorhetet,! Imd.

Saladijn had zieh over Isaiie beklaagd, die belool'd had de kruisvaarders in hun loehl li; /.uilen slnilen, en Isaiie,, zich beroemende op overwinningen, welke hij niel, behaald had, seliilderde hem de Laüjnen als zoozeer verzwakt door hunne ontberingen en hunne nederlagen, dal zij de inuzehnanselie grenzen niet zouden kimnen bereiken; «indien zij ze al bereiken,quot; sehreel Isaiie aan Saladijn, uzullen zij hui/en siunl zijn l ine lireelletilie eeniy uitdeel Ine le bretmen.quot; i)eze briel', door Rolia-I'ddin medegedeeld, laat geen twijlël over aan hel verraad der Griiiken en doel ons zien lot welk een trap van verlaging de gebieders van Ryzanlinm vervallen waren. Wij zullen later in deze ge-sehiedenis zien wat er van hel Grieksebe rijk in zulke handen worden moesl. Wij zullen zien hoe diezelfde Isaiie, doorzijn broeder van het purper berooid, weder den Iroon hesleeg door eeu uil hel Weslen gekomen leger, en hoe hij zeil en zijn geiieele dynasüe len onder ging in die gro(»le oinwenU ling der kiuis-loehlen, welke hij niel hevalle en waarmede hij den draak bad willen sleken.

Inlussehen kwamen de Grieksi-he gijzelaars in liel l(!g(!i■ aan en le gelijker lijd die, welke de sultan van leonimn aan Krederik loezond en die Ie Gonsiaiilinopei gevangen geliouden waren. Vijnieiihouderd sehepen en zes en iwinii;1; galeien verbeidden hel kruisleger le Gallipoli om hel naar de Azialisehe knsl over le hreugeu. De overloehl der cliristenen geschiedde omstreeks bel l'aasehlëest, ouder hel gesehal der klaroem n en der troui-pelten, ten aansehouwe van eene ontelbare op de beide oevers saamgeslroomde volksmenigte. Van Lampsaeus niigaande, volgde l'rederik den weg van Alexander en ging den Gianicus ovei ter zellder plaalse waar de Maeedonische beid zulks gedaan bad; daarna \olgde hij den weg naar l.aodieea, de sleden l'ergamns, Sardes en l'lnladidphia doorlrekkende. Wij kumuai bier in weinige woerden de marsehroute van den Ixiilselien keizer besehrijven. Van Sardes naar 1'biladelpbia gaande, trok bel Duilsebe leger oit' uren lang door eene, onoverzienbare vlakte, ten zuiden door den Tmolus en den Gadnnis, ten noorden door de kelen van Hellendji-dagh begrensd. Ouder de muren van l'biladelphia wilden de pelgrims, door den honger gekweld, den te veld staanden oogst arsnijden en zieh door icweld levensmid-delen versehalTen : men raakte liandgemeen. en Krc.derik dreigde de plaats aan le vallen; maar de verstandige lieden, zeggen de kronijken, braehten hem van dit plan at door hem voor le honden, dat die stad vol reliquieën en heilige zaken was, dal zij in die gewesten de laatste ehristen stad en de laatste toevlucht der discipelen van Christus legen de Turken was. Aan bet ooslelijk uileinde der vlakte begint bet Messogis-gebergle ; bel vormt eerst een bochtig dal, door helweik een walerlooi) slingert door populieren en platanen overschaduwd, daarna breidt zieh ecu wond van dwergeiken, pijn- en berkenboomen uit. Hel Vessogis-gebergle en bet woud achter zieli latende, kwamen de Duilscbers te Tripoli aan. De puinhoopen van die slad bedekken een bergvlak, aan welks voet, naar bet noordoosten, zieh een dal uitstrekt door hetwelk de Meander vloeit, die door wilgen en nel gezoomd wordl; de Germaansche kruisvaarders hadden er mirien, vijgenbooinen en cardamonsiruiken gezien, /ij kampeerden er alvorens naar den linkeroever van den Meander over te gaan. Zij trokken voorts den Lycus over, die ten noorden van Tripoli in den Meander valt, en bereiklen, in oostelijke richting voortgaande, na een marsch van twee uren, Laodicea. Die stad, waar twee en veertig jaren te voren de koning van Frankrijk, bodewijk VII, sbnid gebonden bad, was ten lijde der Romeiusehe keizers de bool'dslad van Klein-Azië. Merkwaardige overblijl'selen, over een bergvlak van een mijl in om-Irek verstrooid, getuigen nog heden len dage van den vroegeren luister der slad; ze's schouwburgen, een stadium en een neeropool boeien er de aandacht van den reiziger. Krederik vond te Laodicea overvloed van levensmiddelen voor zijn leger.

De marsch der kruisvaarders van al Laodicea wordt zeer uitvoerig in verscheidene kronijken van dien tijd beschreven. Wij zullen hier, verkort, een briel' weergeven door een pelgrim, die bet leger van Frederik vergezelde, aan den pans gericht: «Zes dagen voor Hemelvaartsdag verlieten wij Laodicea en kwamen aan de bron van don Meander; daar werden wij door de Turken aangelast. Met de hulp van God, wiens kruis ons tot standaard diende, verklaarde de overwinning zich voor on;'. Daags daarna stonden wij bij Susopolis. Het leger trok nu bergkloven door, waar bel veel van de koude en den honger le lijden had. Na eenigen tijd door smalle passen gemarcheerd le hebben, verliet bet den koninklijken weg van leonimn, sloeg linksal' en trok nu voort in een minder bergachtige en minder dorre streek. Op Hemelvaartsdag daalden wij in de vlakte van IMiilomelion al', waar de Turken ons op-wachtlen. Onder bet gevecht Irol een steen den hertog van Zwaben aan de wang en verbrijzelde hem twee tanden; velen onzer soldaten werden gekwelsi, een enkele gedood; wij verloren veel lastdieren mei bet geld, de kleedingstukken en de bagage, die zij droegen. Hoe meer barbaren men doodde, boe meer bun getal aangroeide; wij hadden le gelijk deu emir van l'liilonielioii en den emir van Fevma, die groole scharen muzelmannen aanvoerden, te beslrijden. Verscheidene dagen aehlereen vocht men van den morgen tot den avond. Maandag na Hemelvaarl sloegen wij onze leiden op voor 1'hilomelion. De Turken kwamen ons in onze legerplaats aantasten; maar wij dreven bon op de vlucht en doodden er zes duizend : wij verloren slechts paarden. Na deze overwinning werden wij bezocbl door eene plaag welke ons veel deed lijden ; wij hadden gebrek aan meel, water en lourage. Daags na Pinksteren kwam een der zonen van den sultan van leonimn ons den strijd aanbieden : even talrijk als zwermen sprinkhanen bedekten de Tnrksebe ruiters de vlakte. Den honger en onze wonden vergelende, verhieven wij tegen ben onze zegevierende adelaars: hoewel wij ternauwernood zeshonderd ruiters telden, bestreden wij ben onder liet leeken van bet levenwekkende kruis en zij werden overwonnen. Hierbij gebeurde iets, dat der vermelding waardig is. Ken pelgrim verklaarde, onder cede en o| zijn woord als pelgrim, in tegenwoordigheid van den keizer en hel leger, dal bij Sinl-.loris aan de spils onzer gelederen had zien strijden. De muzelmannen zelve hebben ons verhaald, dat zij in bei gewoel van den strijd ruiters gezien hadden in witte kleederen gezeten op witte paarden. Na die miraculeuze overwinning brachten wij den nacht in een zanderige wildernis door, gebrek lijdende aan water en levensmiddelen en doelloos ronddwalende gelijk verdoolde schapen. Zoodra de dag aangebroken was, betraden wij bel grondgebied van Iconium, waar wij bronnen en beken vonden; wij naderden de stad en verwoestten twee Iraaie paleizen van den sultan. Daar de honger ons gestadig kwelde en wij nog ternauwernood vijlliondcrd ruilers over hadden, daar liet ons volstrekt aan de middelen ontbrak om voor- ol' achterwaarts te gaan, luisterden wij naar de stem der noodzakelijkheid: het leger werd in twee korpsen gesplitst, en den zesden dag na Dinksteren rukten wij regelrecht op leonium aan. Ongeloollijk zal het klinken, maar toch is hel waar: de hertog van Zwaben maakte zieh met een gering aantal der zijnen, onder Gods hulp, meester van de stad en joeg de inwoners, die bij ontmoette, over de kling. De keizer, die achtergebleven was, bestreed het leger der innzelmannen in de vlakte. Hoewel deze ongeveer tweehonderd duizend ruiters sterk waren, dreel' hij hen door de kracht des Allerhoogslen op de vlucht. Deze daad is niel onwaardig om in de gedachtenis der menschen bewaard le worden; want de slad Iconium evenaart Keulen in grootte.quot;

Ziehier nu, met meer bijzonderheden, den tocht der Duilsebe kruisvaarders van Laodicea lot Iconium: de beide sleden lagen vijl' ol' zes dagmarscben van elkander en de pelgrims bleven langer dan vijl' en dertig dagen onderweg. Zij ontmoetten op hun tocht sleebis twee sleden ol marktvlekken; op het overige gedeelte vonden zij slechts wildernissen zonder naam: hier onbebouwde vlakten, verschroeide gronden, waar noch hout noch gras groeide; ginder dorre bergen; elders zoute nieren, slijkenge en verpestende moerassen. Ku in deze woeste streek, welke zoo weinig hnlpmiddeleu aanbood, bad Iquot;rederiks leger al de muzelmansclie volken van Klein-Azië te bestrijden.


-ocr page 219-

GESCHIEDENIS DEP. KRUISTOCHTEN.

De Germaansohe kruisvaarders moesten gestadig de soldaten van Kilidsch-Arslan bestrijden, en voerden gezanten met zich, die iien voortdurend van de vrieiidsclmp des sultans verzekerden, hetgeen nnze oude krnnijksehrijvers doet zeggen dril de Turken non heler honden veinzen dan de ('.rieken. Men zal zich herinneren, dat tijdens den eersten heiligen oorlog de soldaten van hot kruis van alle kanten de christenen, die in hel land woonden, zagen toesnellen om hulp te hicden; doch niemand kwam nu de Duitsche pelgrims te hulp. Do Grieken zoowel als de Turken vluchtten hij do nadering van Fredcrik. Do Germaansche kruisvaarders misten gidsen in een streek, die hun volslagen onhokond was. Verdwaald in alschuwelijke wildernissen, begonnen ze bijna te vertwijleien, toen dc barniharlifie God hun uitkomst zond, waarop zij niel rekenden. Een in hunue handen gevallen Turk werd voor Fredcrik gebracht, die belool'do hem hot leven te laten indien hij bet leger buiten die woeste en onbegaanbare streken voerde. De Turk, die niels zoelers kende dan hel leven, zeggen de kronijken van dien tijd, gal' den raad den weg links van Susopolis in te slaan, van welke stad wij geen spoor hebben kunnen ontdekken: het land, boewei bergachtig, zou dc kruisvaarders rijke velden aanbieden. Met een keten om den hals en nauw bewaakt, ging de Turk van stad tot stad tot aan Iconium voor liel leger uit. Toen de pelgrims deze plaats naderden, zond dc sultan hun algevaardigden om bun tegen betaling van drie duizend goudstukken een vrijen doortocht aan tc bieden. «Ik ben niet gewoon mijn weg met goud tc koopen,quot; gal' Fredcrik ten antwoord, «maar mij dien met het zwaard en met dc hulp van Onzen Heer Jesus Christus, wiens soldaten wij zijn, te banen.quot; Do muzelmannen dreigden den keizer, dat zij hem den volgenden dag met een leger van driemaal honderdduizend man zouden aanvallen: het christen leger telde ternauwernood duizend ridders, wier wapenen in goeden staat waren. De kronijken berichten ons dat Fredcrik nu een raadsvergadering belegde om tc beslissen of men niet liever naar Armenië zou aftrekken dan don tocht naar Iconium te vervolgen. Men koos de gevaarlijkste partij: het leger trok, na dc mis gehoord en de communie ontvangen tc hebben, tegen Iconium op.

Op luiii tocht van Laodicoa tol Iconium verliep er geen enkele dag zonder strijd. De eliristcncn bicven steeds overwinnaars, maar de overwinning schonk hun noch roem noch buit en liet hen ter prooi aan al hunne ontberingen. Wanneer hel, leger niet legen den vijand te strijden had, bad het te kampen met honger en dorst. Dc kronijkschrijvers spreken mei deernis van het lijden der kruisvaarders in die dorre streken: om hun dorst te stillen, dronken zij het bloed hunner stervende paarden, terwijl liet drabbige, stinkende water der moerassen hun even lekker toescheen als het water der helderste bronnen. Alen verbrandde zadels, kleederen, bet hout der lansen om hel paardenvlecsch gaar te doen worden, dat men zonder zout of peper eten moesl, en dat voedsel was nog alleen het doel der rijkste kruisvaarders: de armen hadden slechts wortelen, rilgeput van vermoeienis, honger en ziekle, streklen dc pelgrims, het leger niet langer kunnende volgen, zich in den vorm van een kruis op den grond uit, baden overluid het Onzo Vader en verbeidden in den naam des llecren den dood. Door vertwijfeling gedreven en door den duivel inedeiiesleepl, verlieten ecnigen hunner dc vanen van het kruis en liepen lot de gelederen der ongeloovigcn over; maar zulke voorbeelden van desertie waren zeldzaam. De vijanden der chrislenen bewonderden dikwijls hun onwrikbaren moed en Iniime gelalenbeid, die aan het wonderdadige grensde. Een brief, door den patriarch van Armenië aan Saladijn geschreven, verklaart ons hoe de soldaten en de strijdmakkers van Fredcrik kracht genoeg bezaten om tegeu zulke vreeselijkc beproevingen bestand te zijn. «De Duitschers,quot; zegt hij, «zijn builengewonc menschen: zij hebben een onluiigzamen wil, niets kan hen van hunue plannen afbrengen; liet leger is aan dc gestrengste lucht onderworpen, de geringste overlrcding blijft niet ongestraft. Opmerkelijk voorwaar! zij ontzeggen zich alle vermaak; wee dengene, die zich eenigc losbandigheid zon veroorlooven! Dat alles vindt zijnen oorsprong in dc treurigheid over het verlies van Jerusalem; zij verwerpen elke kostbare stof voor hunne kleederen en willen slechts in ijzer gekleed gaan; wat hun verduldigheid in de vermoeienis en den tegenspoed betreft, deze gaat alle begrip tc boven.quot;

liij liet doortrekken van Klein-Azië hadden dc Germaansche kruisvaarders verscheidene barbaarscho stammen te bestrijden gehad : dc Turcomannen, dc Turcobaren, de Turcoijislen en de Turcomjlen. De Turcobaren, die van de oevers dor Caspische zee gekomen waren, hadden zich meester gemaakt van Colchis, tegenwoordig Circassië. Dit volk kende geen landbouw; hei had talrijke kudden en leefde in tenten ter plaatse waar het vee overvloedig voedsel kon vinden. Dc Tiircogislen vormden ecu minder talrijke natie; zij bewoonden dc gure bergtoppen van (Jappadocië en Paphlagouic; het waren de eenigc Turken, die Ie voet streden; zij vonden bijna allen in dien oorlog den dood.

Dc Turcomjlen waren van al dc Turken dc ruwsten en de bloeddorstigsten ; zij waren zeer bekwame ruiters en ongewoon behendig in hel scliielen mot pijlen. De vierde stam, dc lal-rijkste van alle, hcslond uit dc Turcomannen van bet geslacht der Ongs; zij waren evenals tegenwoordig over al do dcelcn van Klein-Azië verspreid. Wij hebben ze in hunne tenten gezien, omringd door hunne kudden, gelijk zij ten tijde van dc kruistochten waren; dc tijd beeft niets aan hunne zeden, hunne kleeding ol' hun zwervend loven veranderd.

Wij ontlcenon deze bijzonderheden omtrent dc onderscheidene muzelmansche natiën aan den Italiaan Boïard, die zich, volgens Muratori, bediend had van vijf boeken der Arabische geschiedenis, welke men in zijn tijd in dc archieven der kerk van Ravenna bewaarde.

Al die horden barbaren waren van alle kanten komen opdagen om de kruisvaarders te bestrijden. Men mag aannemen dat cr onder al die volken veel verdeeldheid heerschte, hetgeen het krijgsgeluk der kruisvaarders ton voordode moest komen. Dc sultan van Iconium had aan die muzelmansche stammen beloften gedaan, die hij niet houden kon: zij moesten outevreden zijn over een vorst, die bun buit beloofde en hen niet betaalde. Wij moeten ei' ook nog bijvoegen, dat er oneeniglieid ontstaan was tussclicn dc leden der familie van den sultan onderling. Al deze omstandigheden in aanmerking nemende, kunnen wij ons de soort van mirakel verklaren van den zegevierenden tocht der Duitschers door zoovele gevaren, hinderpalen en beproevingen.

Na ecu wonderdadig gcvecht namen de kruisvaarders Iconium in en baadden zich nu plotseling in overvloed. In weerwil van hun zegepraal was hun positie echter niet zonder gevaren : zij hadden steeds een vijandige natie voor zich, die zij moesten bestrijden. Men weet, dat er geen verovering moeieiijker is dan die van landen welke verdedigd worden door de godsdienstige overtuiging, dewijl iedereen bij den oorlog belang heeft. In de oude tijden gold hol de beslissing of Azië ,ian Darius of Alexander zou behooren; ten tijde dei' kruistochteu of hel christen ol muzelmausch zou zijn.

Het kruisleger verwijlde slechts Iwee dagen in dc hoofdstad van Lycaonië en sloeg dc richting in van baranda, tegenwoordig (jiraman; gedurende dien tocht had het met nieuwe tegenspoeden te worstelen. «Indien ik,quot; zegt Ansbert, «al dc ellenden en vervolgingen wilde verhalen, welke de pelgrims zonder morren en met een opgeruimd voorkomen om den naam van Jesus Christus en de eer van bet kruis leden, zou mijne poging, zelfs al sprak ik dc taal der engelen, verre beneden (ie werkelijkheid blijven.quot; liij Laranda werden dc pelgrims in den nacht gewekt door ccii gedruis gelijk aan wapengekletter; het was cene aardbeving; de bijgeloovigen zagen daarin een onheilspellend teeken voor de toekomst.

De Duitsche kruisvaarders naderden dc grenzen der christen landen, liet zien van verscheidene langs den weg geplaaisle kruisen deed hunne sombere gedachten voor eenigc schemering van hoop plaats maken. De vorst van Armenië zond gezanlen aan Fredcrik, om hem alle hulp aan te bieden, die hij noodig zou kunnen hebben, maar hij ried hem tc gelijk aan zich niet tc lang in zijn laud op te houden, want ieder duchtte de nabijheid van een leger, dat pas aan zulke vreeselijkc ontberingen ter prooi geweest was. De pelgrims behoefden niet meer voor de aanvallen on overrompelingen van de Turken bevreesd tc zijn, maar dc nioeielijkc passen van het Taurusgebcrgtc moesten liuu geduld en hun moed nog op een zware proef stellen. Toen Fredcrik vernam, dat bet leger nog slechte wegen zou ontmoeten, verbood hij daarvan iets te zeggen. «Wie zou niel tot weenens toe bewogen geweest zijn,quot; zegt Ansbert, een ooggetuige, «bij het zien van bisschoppen en doorluchtige ridders, die, ziek en lijdende, op bedden uitgestrekt, door paarden vervoerd werden .' Men had eens moeten zien met hoeveel zorgvuldigheid dc schildknapen, het gelaat met zweet bedekt, hunne zieke hceren op dc schilden droegen.quot; Prelalen en vorsten bedienden zich van handen en voeten, evenals viervoelige dieren, om tegen dc hoogten op te klauteren. «Nochtans,quot; zegt dezelfde schrijver, «deed dc liefde der vorsten tot Dengene, die do schreden der mcuscben leidt, cu hunne begeerte naar het hemclscho vaderland, dat hun loon zou zijn, hun al dit lijden zonder morren verduren.quot; Grootcrc rampen wachtten het christen leger. Het volgde dc oevers van den Sclef, in het Turksch Guieuli-Sou gchceten, cene kleine rivier, welke twee uren boven Laranda ontspringt en bij dc puiuboopen van Seleucia, thans Selefkeh, iti zee valt. Keizer Fredcrik bevond zich bij dc achterhoede. Wij zullen bier bet woord laten aan den kronijkschnjver, die getuige was van het ongeluk.

«Terwijl het overige gedeelte der pelgrims, rijkenen armen,quot; zegt Ansbert, «voorttrok door rotsen, welke nauwelijks voor gemsen en vogels toegankelijk waren, beproefde de keizer, die zich wilde vcrl'rissclien (het was toen in de maand Juni) en ook do gevaren van het gebergte verinijden, de snelle rivier van Seleucia over te zwemmen. Ondanks de waarschuwing van allen

17*


-ocr page 220-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

gmg de vorst, die aan zoovele gevaren ontkomen was, te walcr en verdronk jammerlijk. Laai ons heruslen in liet geheime oordeel van dien God, lot wien niemand duiTt zeggen: Waanm hebt Gij lixl ijedann 1 waarom zoo smeduj zulk een (jroot man k

doen slerven'!..... Vers1, heidene lieeren, die geluigen waren

van het ongeval, haastien zieli den keizer te hnlp te snellen, maar zij hraeliten hem dood op den oever lenig. Itil verlies veroorzaakte groote verwarring in hel leger: eenigon stierven van droel'heid; anderen, verlwijlelende en zich verheeldendo dat God limine zaak niet hesehermde, verzaakten aan het christelijk geloot' en omhelsden den godsdienst der ongeloovigen. Uouw en grenzenlooze droefheid vervulden aller harten; de kruisvaarders konden mei den profeet uitroepen ; De kroon is van ons hoofd (jevallm: wee onzer, die (jezondifid hebben /quot;

Al de kronijkschrijvers van dien tijd betreuren den dood van keizer Frederik en allen drukken een zeilde gevoelen uit: zij durven dal vreeselijk geheim der Voorzienigheid niet na te vorschen. «God,quot; zegt de kronijkschrijver Godfried, «handelde naar zijn welhehagen en handelde rechtvaardig, volgens zijne onveranderlijke raadsheslniten, maar niet niet harmharligheid, als Iiel geoorloofd is dit te zeggen, met het oog op den toestand van de Kerk en van het beloolde land.quot; De muzelinansche kronijkschrijvers danken daarentegen de Voorzienigheid, en he-schouwen Frederiks dood als een zijner groote weldaden. «Frederik verdronk,quot; zegt lioha-luldin, «op eene plaats waar hel water hem niet tol aan liet middel reikte: hetgeen hewijst, dal God ons van hem wilde verlossen.quot;

De hertog van Zwaben werd tol opperbevelhebber van het leger uitgeroepen. De kruisvaarders zeilen hun marsch droevig voort, het zielloos overschot medevoerende van den keizer, die lol dusverre bun moed gesteund had. Volgens Anshert werd Frederik te Anliochië in de basiliek van den heiligen Petrus begraven; volgens de Arabische schrijvers werd zijn lijk naar Tyrus medegevoerd. De Kalholiek ol patriarch der Armeniërs, meldde in een brief aan Saladijn, dal het aantal der Duitsche krijgers nog meer dan veertig duizend beliep; maar dat zij nog lot eenige wapening den pelgrimsstaf bezaten. Hij zelf zag hen over eene brug trekken, en toen bij vroeg waarom zij geen paarden en geen wapens meer hadden, gaf men hem ten antwoord, dat de Duilschers bet hout hunner lansen verbrand hadden om er zich aan te verwarmen en hunne paarden gedood hadden om er zich mede te voeden. Zij splitsten zich in onderscheidene korpsen: eenigen trokken óver Anliochië, waar zij Ier prooi werden aan besmettelijke pestziekten, anderen over Bogras, en wederom een ander deel over het grondgebied van

Aleppo; deze laalsten vielen bijna allen in de banden der mu/.elniaiinen; in het gehecle land, zegt Emmad-Eddin, was er geen gezin, dat niet drie of vier Duilschers lot slaven had. Er waren meer dan honderdduizend Duitsche kruisvaarders uit Europa op weg gegaan; geen vijfduizend daarvan kwamen in Palestina aan en dal overschot van hel groote leger van Germanic werd er slecht ontvangen. «Hun vermaardheid hielp ons,quot; zeiden de christenen van hel land, «hunne verschijning heeft de vleugels onzer overwinning verlamd.quot; Onder de door ziekten weggeraaple slaehlolfers noemt de geschiedenis den bisschop van Wiirlzburg, die het orakel van dezen kruistocht geweest was, gelijk Adhemar dat van den eersten. F,yenals de bisschop van Puy stierf hij te Anliochië, en zijn lijk werd begraven in de basiliek van den heiligen Petrus, misschien naast keizer Frederik, wiens raadsman bij geweest was. Op zulk een wijze een machtig leger ziende omkomen, voor hetwelk de muzelmannen gesidderd hadden en dal het erfdeel van .lesus Christus ging verdedigen, stonden verscheidene tijdgenooten verbijsterd en wisten niet meer wat zij van de goddelijke barmhartigheid moesten denken. Maar als men denkt aan den zoo gestrenge tucht, welke in dat leger heersclite, als men aan alles denkt wat het zorgende genie van Frederik gedaan had, om hel welzijn der troepen te verzekeren, dan zou zich de geschiedenis ook kunnen afvragen, wal men van de menschelijke wijsheid moet denken.

Door een zonderlinge noodlottigheid zegevierde hel Duitsche leger over al de vijanden, die hel ontnioetle, en verdween plotseling toen de hinderpalen en de gevaren een einde gingen nemen. Hier moeten wij herbalen wal wij reeds meermalen gezegd hebben : de kruislocblen waren niet alleen een oorlog vol gevaren, maar ook een reis gevaarlijker dan de oorlog zelf. Europa en Azië hielden de oogen op dat leger van Duilscbland gevestigd, want men meende, dal God aan Frederik den roem voorbehouden had van Jerusalem te verlossen. Men verbeelde zich wat de gevolgen hadden kunnen zijn van een expeditie gelijk de derde kruistocht, waarin de krijgshafligste volken van het Westen en de drie machtigste monarchen van dien lijd vereenigd waren! «Indien God niet, door een uitwerksel zijner goedheid egens ons, den Duilschen keizer bad doen omkomen, terwijl hij den Taurus overtrok,quot; zegt Ibir-Alalir, «zou men later van Syrië en Egypte hebben kunnen zeggen: llier heersrhten eertijds de muzeiinaniien.quot; Zonderling! de eenige kruistocht, die gelukkig alliep, was de eerste, en hierbij was geen opperbevelhebber; wij zouden dien gevoegelijk een republiek onder de wapens kunnen noemen.


-ocr page 221-

A C 11 T S T E I) 0 E K

UELEG EN VEUOVElUiNG VAN PTOLU.MAIS,

1187—1190.

{Kocnrand, innrkicn van Montferrat, simp) binucn Tyrus, ilal door rtalailijn bolugnnl wordt; zijn cili^laanlig gedrag; de sultan trekt op imar Tripoli; afgeslagen, brengt hij den oorlog weder naar du oevers van deu Orontes over; in vrijheid gesteld, schendt de koning van Jerusalem zijn eed; hij sluit rtolomais in; besehrijving der stad en hare omstreken; werkzaamheden van het beleg; toevloed van nieuwe kruisvaarders; de sultan dringt in de stail door; in een bloedigen veldslag overwonnen, nemen de clirisienen de wijk naar hun kamp; altoeht der ongeloovigen; hun aanva'lende terugkeer; Malek-Adhel hrengf versterking aan zijn broeder; op het bericht der nadering van.ICoenraad, worden de Turken ontmoedigd; wederzydsehe verliezen door de belegerden en de belegeraars geleden; de hertog van Zwaben verschijnt met zijne Jfuitsehers; zijne verwatenheid; zijn dood; Sibylla en hare beide kinderen dnlen ten grave; Koenraad doet het huwelijk van llnnifried van Thoron ongeldig verklaren, ten einde Isabella te kunnen huwen; noodlottige gevolgen van die daad; Kieliard en l'hilippus Augustus; hunne reis; hun ontluikende haat; Saladijn roept al de zonen des prol'eets tol den heiligen oorlog op; de beide koningen worden ziek; zij /.enden afgevaardigden aan Saladijn; het christen leger sluit l'tolomaïs nauwer in, dat zich eindelijk bij verdrag overgeeft, Vergelijking tusschen du dapperheid, de bewapening en de zeden der oorlogvoerende jiartijen.)

WvA-m\ men in Europa den kmisloelit predikte, zotte Saladijn rtSTin l'aleslina den ioo[) zijnor overwinningen voort. De sia^' van Tiberias en de inneniing van Jerusalem hadden in de gauselie eiiristenheid moedeloosheid en riroerheid verwekt. Te midden der al^emeene verslagenheid bood echter een enkele stad, die van Tyrus, weerstand aan al de verecnigde krachten van den nieuwen gebieder van het Oosten. Tweemaal bad Saladijn zijne vloten en zijne soldaten verzameld om dit; slad aan te tasten, wier verovering bij vurig weiisebte, maar al de inwoners hadden gezworen liever te sterven dan zich over te geven: dit edelaardig besluit was het werk van Koenraad, wien bet gelukt was binnen de stad te geraken en dien God scheen gezonden te hebben om haar te redden.

Koenraad, de zoon van den markies van Montlerrat, droeg een in hel Westen vermaarden naam, en de roem zijner lielden-leilen was hem in Azië voorafgegaan. Heeds in zijne vroege jeugd onderscheidde hij zich in den oorlog van den Heiligen Stoel tegen den keizer van Hnitsebland. De begeerte naar roem en de zucht naar avonturen dreven hem vervolgens naar Con-stantinojiel, waar bij een oproer dempte, dat tien keizerlijken troon bedreigde, terwijl bij bet hoofd der opstandelingen op bet slagveld doodde. De zustei van Isaac Angelus en de titel van Gesar waren bet loon voor zijn moed en zijne diensten; maar zijn onstuimig karakter veroorloofde hem niet lang een stil, huiselijk leven te leiden. Niet langer weerstand kunnende bieden aan zijn verlangen om aan den heiligen oorlog deel te nemen, onttrekt hij zich eensklaps aan de liefde zijner gade en aan de erkentelijkheid des keizers om naar Palestina te ijlen. Eenige dagen na den veldslag van Tiberias bereikte Koenraad de kusten van IMienicië. Reeds bad de stad Tyrus afgevaardigden benoemd om met Saladijn over de overgave te onderhandelen: zijne verschijning verlevendigde tien moed der belegerden en alles veranderde van aanzien. Die vorst, dien de Arabische schrijvers den lislijisle der honden van het geloof van den Messias noemen, deed zich het opperbevel over de stad overdragen, verbreedde de grachten en herstelde de verdedigingswerken. De bewoners van Tyrus, te land en te water aangetast, werden eensklaps onverwinbare krijgers, en leerden onder zijne bevelen de legers en de vloten der muzelmannen bestrijden.

De oude markies van Montlerrat, de vader van Koenraad, die, om bet heilige land te bezoeken, zijne vreedzame Staten verlaten had, had aan den slag van Tiberias deelgenomen. Door de muzelmannen gevangen genomen, wachtte hij in de gevangenis van Damascus den tijd af, dal zijne kinderen hem konden bevrijden of loskoopen.

Saladijn deed hem in zijn leger brengen en beloofde den dapperen Koenraad hem zijn vader te zullen wedergeven en hem met rijke groudheziilingen in Syrië le besebenken, als bij de poorten van l'toloma'is voor hem ontsloot. Te gelijk dreigde hij den ouden markies van Montlërrat voor de imizelmansclie gelederen te zullen plaatsen en hem aan de pijlen der belegerden bloot te stellen. Koenraad antwoordde met lierheid, dat bij de geschenken der ongeloovigen verachtte en het leven zijns vaders hem minder dierbaar was dan de zaak der christenen. 11 ij voegde er bij, dat niets hem van het hervallen van den strijd zon terugbondeu, en dat, indien de muzelmannen barhaarsch genoeg waren om een grijsaard te doen sterven, die zich op zijn woord bad overgegeven, hij er roem in zou slelleu van een martelaar af le stammen. Na dit antwoord hervatten Saladijns soldalen hinine aanvallen, maar de Tyriërs verweerden zieli mei verwoedheid en dreven hen overal terug. De Hosinlaalndders, de Teni|)eliers, de dapperste krijgers, welke nog in l'aleslina gebleven waren, hadden binnen Tyrus welen te geraken, om in de eer van zulk een schoone verdediging te deelen. Onder de Franken, die zich door hunne dapjierbeid onderscheidden, merkte men vooral een Spaansch edelman op, in de geschiedenis bekend onder de naam van de ridder mei de uroene wapennisliiKi. Geheel alleen, zeggen de oude kronijken, versloeg en verstrooide bij de vijandelijke bataljons; bij bevocht dikwijls iu een afzonderlijken tweekamp de rcusachligste en geoelëndste Turken , doch trad altijd als overwinnaar uit den slrijd, zoodat zelfs Saladijn hem om zijne onverschrokkenheid en zijne heldenlëilen bewonderde.

Er was geen burger in de stad, die niet soldaat was; tie kinderen voerden de wapens, terwijl de vrouwen de krijgers door bare tegeiiwoordigheid en bare toespraken aanvuurden. Op de golven, aan den voet der wallen werden voortdurend nieuwe gevechten geleverd; overal vonden de muzelmannen die christen helden terug, welke hen zoo menigmaal hadden doen sidderen.

Saladijn werd zulk een langdurig en vruchteloos beleg moede: tweemaal bad hij zich voor Tyrus verloond zonder bel te kunnen onderwerpen; bij besloot bet beleg oj) le breken en Tripoli te gaan aantasten; maar in deze nieuwe onderneming was Inj niet gelukkiger. Willem, koning van Sicilië, van de rampen van Palestina onderricht, had aan de christenen hulp gezonden. De admiraal Margarit, die door zijne talenten en overwinningen den bijnaam had verworven van Kon in a der zee en de nieuwe Aeplimns, verscheen oji de Syrische kusten met zestig galeien, driehonderd ruiters en vijfhonderd voetknecliteii. DeSiciliaansche


-ocr page 222-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

132

krijgslieden snelden Tripoli te liulp, on dwongen, aangevoerd door dc.n ridder mei de ijrocnc irapenrnslimj, Saladijn van zijne onderneming al' te zien.

Sedert den dood van Raymond behoorden de stad en liet. yraalscliap Tripoli aan Dohemond, vorst van Antiochie. Vol woede en spijl bracht Saladijn de verwoestingen van den oorlog over naar de boorden van den Orontes en noodzaakte Bobeinond een wapenstilstand van aebt maanden te koopen. Bij die expeditie maakten de niuzelmannen zicb meester van Tortbsa en eenige kasteelen, die oji de boogten van den Libanon gebouwd waren. De sterkte Garac, uit welke die voor de cbristenen zoo noodlottige oorlog voortgekomen was, verdedigde zicb langer dan oen jaar tegen een muzelmanseb leger. Verstoken van bulp, tor prooi aan allerlei ellenden en ontberingen, badden de belegerden de gelatenbeid on de dapperheid lol boldbartigbeid gedreven. Voor dal zij zich overtjavcn, zegt de voortzetter van Wilbelmus van Tyr, verkoelden zij hunne vrouwen en hinderen aan de Sarrueenen; want er was niets eetbaars meer in de sterkte overijl. Eindelijk waren zij genoodzaakt te ondorbandelon ; de sultan solionk hun het leven en de vrijheid en deed bun de vrouwen en de kinderen teruggeven, die een barbaarscho beldontnood tot slavernij veroordeeld bad.

Te midden zijnor veroveringen hield Saladijn Guy van Lusignan nog steeds gevangen. Meester zijnde van Carae en bet grootste gedeelte van Palestina, bergal bij den ongelukkigen koning van Jerusalem eindelijk de vrijheid, na hem op hot Evangelie te hebben doen zworen, dal bij van zijn koninkrijk afzag en naar Europa zou wedorkeeron. Deze belollo, door geweld al'geporsl, kon niet als verbindend beschouwd worden in een oorlog, waar do dweepzucht van weerszijden bot bezworen woord deed verbreken. Saladijn zeil' geloofde niet dal de koning van Jerusalem zijn woord zou houden, en zoo bij hem de vrijheid bergal', gescbieddo zulks ongetwijfeld uit vrees, dal men een bekwamer vorst mocht kiezen, en in de hoop dal zijn terugkeer Iweedraclil zou doen ontslaan onder de christenen.

[1189.] Hot eerste werk van Guy van Lusignan na zijne invrijbeidstolling was zijn eed door oen raad van bissclioppeu ongeldig te doen verklaren. Van dat feil sprekende, zegt Walter Vinisauf, dat do ebristen vorst gelijk had mot zich van zijn eed te doen onthcHen, dewijl eerstens beloften, door vrees afgeperst, behooren herroepen le worden, en tweedons do tal-rijko scharen pelgrims, die uil bol westen kwamen, een hoofd en een leidsman vonden. Guy van Lusignan zocht gelegenheid om den troon weder op te bolfon , waarop do fortuin hem een oogenblik had doen zetelen. Tevergeefs vertoonde bij zicb voor tie stad Tyrus, die zicb aan Koenraad gegeven had en geen vorst als koning wilde erkennen, die zijne Slaten niet had weten te verdedigen. De koning van Jerusalem zwierf lang, slechts door oen klein aantal getrouwe dienaren vergezeld, in zijn eigen rijk rond en besloot eindelijk zich door de een of andere oiulerneming to onderscheiden, welke de blikken op hein kon doen vestigen en de uil alle doelen van Europa voor do verlossing van hot heilige land toegesnelde krijgers onder zijne vanen vereerügen.

Guy van Lusignan giug het beleg slaan voor Plolomaïs, dat zich eenige dagen na den slag van Tiberias aan Saladijn overgegeven bad. Deze stad, welke de geschiodsclirijvers afwisselend Area, Aixun, Acre noemen, lag aan de westzijde van eene uil-gestrekle vlakte; de Middeliandsche Zee bespoelde hare innren; de veiligheid van bare haven lokte do zeevarenden van Europa en Azië aan, on zij verdiende, evenals do stad Tyrus, welke in hare iiabijboid lag, over de zeeën te hoerschou. Aan do landzijde omringden diepe grachten bare inuren; van afstand lol afstand verhieven zich geduchte torens, waaronder men don Gevloekien Toren opmerkte, welke de stad en de vlakte bestreek, en den Viieyenloren, aan don ingang van de haven gebouwd en dien de reizigers tegenwoordig nog onder zijn oude benaming terugvinden. Een sleenon dam sloot de haven aan de zuidzijde en liep uil op een sterkte, op een rots in hel midden der golven gebouwd. In 1831 hebben wij Sainl-Jean-d'Acre mol nieuw opgetrokken muren gozion; zij waren in een goduchlen slaat van verdediging gebracht voornamelijk aan do landzijde; aan de zeezijde was de slad iets minder versterkt, daar zij genoegzaam beveiligd werd door do moeielijkheden van de kust. Do tegenwoordige stad beslaat ternauwernood twee derden van de oppervlakte, welke zij ten tijde dor kruistochten innani. Kon bevolking van zes duizend zielen loefde binnen hare mnren op het tijdstip dat wij haar bezochten. De oorlog van Ibrahim-1'acba in Syrië, in 1832, heeft van Sainl-Jean-d'Acre een puinhoop gemaakt, doch later is het weder opgebouwd.

Do vlakte van Sainl-Jean-d'Acre is ton noorden begrensd door don berg Saron, dien de Latijnen Scala Tjirionuni, do Ladder der Tyriërs, noemen; ion zuiden door den berg Garmel, die in zoo uitloopt; van hot noorden tot hel zuiden is zij ongeveer vier mijlen breed. Do Relus, welken de Arabische schrijvers Nahr-Alhalon (zoelwalerrivier) genoemd hebben, doorsnijdi een gedeelte der vlakte en valt op een kwartier afstands ten oosten der slad in zee, onder do kleine verhevenheid, waarop eenige bouwvallen liggen, die de Turken Akkah-ol-Kliarah (bol verwoeste Acre) noemen. Do vlakte, die niet houtrijk is, is op vele plaatsen moerassig, on uit die moorassen stijgen dos zomers dampen op, welke de lucht verpesten en do kiem der bo-smottolijke ziekten verspreiden. Op onderscheidene afslandon van Sainl-Jean-d'Acre, ton noorden en ton noord-oosten, verhellen zich heuvelen in de vlakte. De eerste is die van Thuron, door de muzolmansche kronijkschrijvors den heuvel der Mosallins en ook wol Mossallaba geheeten. Do tweede heuvel is die, welken Boha-Eddin Aiadia en Walter Vinisauf Mahameria noemt, do derde is de heuvel van Kison. l'o bergen in de Arabische kronijkon vermeld onder don naam van Karonha, zijn de bergen van Saron, die hij Kaap-Blanc boginnon en van bot westen naar het oosten tol aan do oevers van den Jordaan loopen.

De vlakten van Plolomaïs waren vruchtbaar en lachend: hoschjes en tuinen bedekten de aan de slad grenzende volden; oenigé dorpen verhieven zicb op de hellingen der bergen; lustverblijven waren op de heuvelen gebouwd. Do godsdienstige on do ongewijde overleveringen hadden namen geschonken aan verscheidene punten in de nabuurschap: een hooge grafheuvel herinnerde den reiziger aan bot graf van Memnon; men toonde oj) don berg Carmel do grotten van lilias en Eliseus en de plok waar Pythagoras den Echo kwam aanbidden. Zoodanig was bel aanzien van het oord, dat weldra het schouwlooneel zou worden van een bloedigon oorlog.

Tegen het einde dor maand Augustus 1189, op den feesldag van don boiligeu Auguslinus, begon hol beleg van Plolomaïs, dat twee jaren duurde. Guy van Lusignan had ternauwernood twintig duizend man onder zijne vanen, toon hij voor de slad verscheen. De Pisaners, die mot hunne vloot gekomen waren, maakten zicb eerst meesier van don oever en sloten daarop alle toegangen tol do stad van de zeezijde af. Hot kleine leger dor christenen ging zijne tenten opslaan op don heuvel van Thuron. Drie dagen na liunne aankomst begonnen de kruisvaarders liLinne aanvallen; zonder zich den tijd te gunnen hunne macliines in gereedheid to brengen, slechts gedekt door hunne eenvoudige schilden, zotten zij hunne ladders tegen de muren en klonnnon or tegen op. Een kronijk van dien tijd verzekert, dat do stad toen in de macht der cbristenen had kunnen vallen, indien zich niet plotseling het gerucht van Saladijns komst verspreid bad. liij die tijding, welke ben mot een paniscben schrik vervulde, gaven zij ijlings de bestorming der wallen op en trokken naar den heuvel terug, waar zij hun kamp gevestigd badden.

Kort daarna zag men vijftig schepen onder volle zoilen nadoron. Ze van de hoogten van Thuron beniorkende, diirfdon do chris-lonon niet gelooven aan een hulp, welke zij niel verwachlten. Van hunnen kant wisten de kruisvaarders, welke zicb op die vaartuigen bevonden, niet wat to denken van dal kamp, holwelk zich aan hunne blikken vertoonde. Maar naarmate zij naderbij kwamen, herkenden zij de vanen van het kruis; een vreugde-kroot steeg van de vloot en uil hol kamp der cbrislenen op; aller oogen vulden zich met tranen; men ijll naar den oever mi begeeft zich zelfs te water om do aankomende broeders dos te eerder to kunnen omarmen. Men vvenscht elkander weder-keerig geluk, men ontschoopl de wapenen, do levensmiddelen, den krijgsvoorraad, en twaalf duizend krijgslieden uit Friesland en Denemarken, die mot deze schepen modegokomen waren, sloegen hunne tenten op lusscbou don heuvel van Thuron en de stad Plolomaïs.

De Doonsche vloot, die uit do Noordzee kwam, had overal, waar zij voorbij stovende, de geestdrift en den ongeduldigon ijver opgewekt dor volken, welke de kusten van den Oceaan bewonen. Zij word spoedig gevolgd door een andere vloot, die een groot aantal Engelsche on Vlaainsche krijgers overbracht. De aartsbisschop van Kantelberg, die den heiligen oorlog in Engeland gepredikt bad, voerde de Engelsche kruisvaarders aan. Die van Vlaanderen werden aangevoerd door Jacques van Avosnes, die zich reeds door zijne wapenlëiton vermaard bad gemaakt en wien de palmtak van bot marlolaarschap in hol heilige land wachtte.

Terwijl de zee aan do christenen talrijke versterkingen toevoerde, kwam Saladijn, zijne veroveringen van 1'henicië in don steek latende, in geforceerde marschon met zijn leger aanrukken. Hij stolde zijne tonton op aan do uiteinden dor vlakte, op den heuvel van Kison, welke zich achter den heuvel van Thuron verhief. Aan de eene zijde strekte zijn kamp zich uit tot aan den Bolus, aan de andere tot Mahameria, of don heuvel dor Moskoe. Do muzelmannen tastten de cbristenen horhaalde malen aan; maar zij vonden hen steeds gelijk aan een hern,

iiiel kan aj'breken of doen wijken. Om zijne soldaten aan le vuren, besloot Saladijn eon algomoenon slag 'te leveren op vrijdag, op het uur zeil, dal allo volken van den islam in het gebed zijn. Dit voor hel gevocht gekozen uur verdubbelde de dweep-


-ocr page 223-

GKSr.llIKDENIS DKK KI!('ISTOCIITKN.

zuclil en den strijdlust van het muzolmanscliü leger. De cliris-touoii waren gCHOOüzaakl do positiën ()|i to geven, dii^ zij op tie kust aan do noordzijde bezet hadden, en de zegev ie rondo sullau kon l'toioina'is binnentrokken. Na do stollingen dor kruisvaarders boven van de torens verkend to hebben, deed iiij een uitval met bol garnizoen, verraste bon en drong hen in hun kamp terug. Door zijne verschijning iiad Saladijn den mood dor inwoners en der verdedigers van de stad weder opgewekt. Hij gal' de noodige bevelen, liet in de stad do bloem zijner krijgers achter, en koos, om hen aan lo voeren, twee zijner gotróuwsle emirs, IJossam-Eddin, den voorinaligen deelgenoot zijner overwininngon, en Karacoush, van wiens beleid en dapperheid hij bij do verovering van Egypte schitterende bewijzen gezien had. De sultan koerde vervolgens naar den heuvel van lüson terug, gereed om bet leger der kruisvaarders te bestrijden.

De ebristenen hielden zich onalgobroken bezig mot hel graven van grachten rondom bun kamp en mol het opwerpen van vorseliansingen. Al die verdedigingswerken inoesteii den muzelmannen ongelwijlbld eonige onrust inhoozomon, maar wal bon vooral mot schrik vervullen moest, was bol gezicht van een groolo monigle Frankische schepen, die, gelijk aan een uilgeslrekt boscli, do zeekust bedekten. Naarmate zich eonigon dier vaartuigen verwijderden, kwamen er andere in grootor aantal aan en allen brachlon krijgers uit het Westen mede. Men zag eerst de kruisvaarders, uit alle slodon van Italië loogesnold, aan wal slap[ien, aangevoerd dooi' hunne tribunen en hunne bisschoppen. Zij werden gevolgd door oen aanzienlijk golal strijders uil C.liampagnc en vei'scheidone amhsre Franscho provincion. Onder de bovelhobbers oiidorschoiddo zich de hisschop \an Hoauvais, dien do oude kronijkon mol den aartshissc.liop Turpimj vergelijken en wien veeleer de wapenroem dan de godsvruehl ton tweedon male naar hol Oosten voerde. Na do Franscho kruisvaarders verschenen de krijgers uil Duilseldand, die aan den landgraal'van Tliiiringen gehoorzaamden. Koonraad, markies van Tyrus, wilde in dien oorlog ook niol werkeloos blijven. Ihj rustte schepen uil, wierl' troepen aan en kwam zijne slri|dniae,lil met die «Ier christenen voroenigen. Korlom, uit alle deelon dor wereld zag men verdedigers van het kruis loostrooinen en meer dan honderdduizend krijgers waren voor l'toloinais bijeen, toen de machtige inonarcbon, die zich aan hol hoolU van den kruisloehl geplaatst haddon, zich nog met de toeliereiilxden tot hun vertrek onledig hielden.

De komst van die tallooze hondgenooten lierhïvendigde het vuur dor kruisvaarders. Volgons de uitdrukking van oen Arahiseli schrijver hadden de ridders, gedokt door hunne lange maliënkolders van motalon schuhboljos gevlochten, van verre gezien, voel overeenkomst met slangen, die in de vlakte wiemelden, als zij te wapen snelden, gelekon zij roofvogels, en in den strijd Ontembare loeuwoti. Verseheidene emirs hadden Saladijn voorgesteld voor oen vijand terug te trekken, die, zeiden zij, oven talrijk was als de zandkorrels der zee, geweldiger dan do stormen, onstuimiger dan do hergstroomon.

Feu ruime vlakte, die zich lusschen de beide door de vijandelijke kampen ingenomen heuvels uilstrokle, was hot tooiieol geweest van de bloedigste gevechten. Sinds veertig dagen belegerden de Franken l'loloinais en voortdurend moesten zij de aanvallen vau de bezetting of van de troepen van Saladijn al'.laan. Den i. October daalde bun leger in de vlakte at' en schaarde zich in slagorde. Het nam een zeer aanzienlijke ruimte in. De ridders en de baronnen van hot Westen, in hunne scliittorendsto wapenrusting gedost, reden aan de spits hunner soldaten, gedokt mol oen ijzeren helm en gewapend mot de lans en bel zwaard. Do geestolijkheid zelve had do wapens opgevat. De aartsbisschoppen van Ravenna, l'isa. Kantelberg, liesancon, Nazareth on Montreal; do bisschoppen van Beauvais, Salisbury, Kamorijk, Ploloma'is on liolblohem hadden zich met den helm on hot kuras bekleed en voorden de strijders van Jesus Christus aan. Hot christen leger zag er zoo ontzagwekkend uit cn scheen zoo vol vertrouwen, dal een Frankisch ridder in zijne geesldrit't uitriep: Dal God zich onzijdig koude en de over-wiuninii is ons! «Eene zeer zondige en alkeuronswaardigo uitdrukking,quot; zegt Walter Vinisaul, «die don uitslag van den strijd stolde in den menscli en niet in God; want zonder God vermag de monsch niets.quot;

De koning van Jerusalem, voorafgegaan door vier ridders, die hel Fvaugoliobook droegen, voerde het bevel over de Franscheii en de Hospitaliers. Zijne liniën strekten zich rechts lot aan den Helns uit. De Veneliërs en do Lombarden vormden mol de Tyriors den linkervleugel, die door de zee gedokt word, en stonden onder liet bevel van Koonraad. Het centrum van bet leger bestond uil de Duitschers, de l'isaners en de Engel-schen en werd aangevoerd door don landgraaf van Thuringen. De groolmeesler van don Tempel met zijne ridders, de hertog van Gelderoii mot zijne suldaten vormden het resorvekorps on moesten zich overal heou begeven, waar het gevaar hen zou roepen; do bewaking van bot kamp was toovortrouwd aan Gerard van Avesnes en Godfried van Imsignan.

Zoodra luit christen leger zich in do vlakte opgesteld bad, veiiiolen de muzelmaiinon buiino verschansingon en niaaklen zich gereed om de kruisvaarders te ontvangen. De Arabische gesclnedschrijvors zeggen, dat Saladijn don bijstand van God inriep, en zijne godsvrucht ging ongelwijlbld mot eenig gevoel van vrees gepaard. Heeds bij den eersten schok trok de Imker-vleugel dor muzclmannen, die door Taki-Fddiu, oen neet van den sultan, aangevoerd werd, in wanorde terug. Do Frankon, zegl de geseJiiedschrijvcr Fnunad-Kddiii, drongen als een stortvloed voort en wierpen zich in den strijd mei de haast van een jiuard dal naar de weide (/aal. Weldra wapperen buiino standaards op den heuvel van do Moskoe en dringt do stoute graaf van Har lot in de lont van Saladijn door. De zegeviorondo Franken dalen den heuvel aan do andere zijde af en drijven do verhijstordo muzelmannen voor zich uil. De schrik was zoo groot onder de ongeloovigon dat velen hinmer lol naar Tiberias vloden. De slaven, die het iiiuzelmaiischo leger vergezelden, namen do vlucht, terwijl zij de bagage en alles wal zij in bet kamp konden vindon medovoerdeii. Deze vlucht dor slaven vermeerderde de verwarring, en het mocln Saladijn, die hel centrum van zijn leger aanvoerde, slechts met moeite gelukken eonigon zijner mamoliikkon bij zich te houden.

Ken Arabisch geschiedsclirijver, die don slag bijwoonde, verhaalt mot opmerkelijke openhartigboid do aanvankelijke zegepraal der christenen op dien dag, en nog geheel vervuld mot de herinnering aan zijne eigene gevaren, breekt bij plotseling zijn verhaal af om van zijn angst te spreken. «Toon wij hot leger der niuzehnaniien op de vlucbt gedreven zagen (dit zijn de eigen woorden van Knnnad-Kddiii), waren wij zelf slechts bedacht op onze veiligheid en wij bereikten Tiberias met degenen, die denzelfden weg als wij gekozen hadden; wij vonden de inwoners door schrik bevangen en diep bedroefd over de nederlaag van

het islaniismus..... 91 (it. vaste handen hielden wij do teugels

onzer paarden; wij ademden tornanwernood.....quot; Na deze

aanhaling behoeven wij niet te zeggen, dat do overwinning der eiirisleiien volledig ware geweest, indien zij niet de voorsehrilten der tucht in den wind geslagen hadden. Maar hoe kon men eene nionigle, bedwelmd door eene al te gemakkelijke overwinning, in de gelederen en onder de vanen honden? Welke hevelhebhor kon zich doen goboorzamen door dien verwarden troep pelgrims, die, uil alle oorden der wereld hijeoiigeslroomd, verschillend gewapend en gekleed waren, verschillemhi talen spraken, meerendeols voor het eerst streden en den vijand niet kenden, dien zij voor zich hadden? Zoodra zij meéster waren van hot kamp der Turken, verstrooiden zij zich in de tenten om ze lo plunderen, en woldra is de verwarring onder de overwinnaars grooter dan onder de overwonnenen. Toen de muzehnannen bespeurden, dat zij niet vervolgd werden, bekwamen zij van luin eersten schrik en verzamelden zich weder op de stem van Saladijn: de strijd heginl opnienw en de kruisvaarders, die in de vlakte en over den heuvel verspreid waren, zijn ton hoogste verbaasd, dal zij wederom slaags raakten met oen iegor, dal zij meenden vernietigd te hebben. Als men de oude kronijkon gelooven mag, vermeerderde een toevallige omstandigheid de verwarring der kruisvaarders en werd de oorzaak van al de rampen van dien dag: een op de niuzelniannen buitgemaakt paard ontsnapt te midilen van het gevecht en wordt door eonige soldaten nagezet; men meent dat zij vluchten; hel gerucht verspreidt zich terstond, dat hot garnizoen van l'iolomais oen uitval gedaan hooft, dat bol kamp dor chrislenen aan de plundering is prijsgegeven en de iniizelmannen op allo pinden de overhand hebben. Van stonde af aan vochten do christenen niet meer om de overwinning of den buil, maar om htm leven te verdedigen; het veld is hedokt met vluchtende kruisvaarders, die hunne wapens weggeworpen liebhen. Tevergeefs traclilen hnnne koolbloodigslo hevel hebbers hen staande te honden en tot den strijd terug te voeren: zij zeiven worden door doverhijslerde menigte medegesleept. Andreas van Ürienne valt met zijn paard, terwijl hij zijne soldaten poogt te verzamelen. Up dén gromi uitgestrekt en overdekt met wonden, doel hij de lucht van zipi gekerm weergalmen; maar noch hel bom dreigende gevaar, noch zijne bartverscheuronde kroten roeren hel nart zijner wapenmakkers of dal van zijn eigen broeder Krard van hriennc, die niets in hun snelle vlucht kon stuiten. Door do zijnon verlaten, alleen in hel gevecht overgebleven, had de markies van Tyrus zijne redding slechts lo danken aan de onverschrokken dapperheid van Guy van Lusignan. Gerard van Avesnes had zijn strijdpaard verloren en kon noch vhichlen noch vechloii; een jong krijgsman, wiens naam de gescliiedenis niol vernieldt, bood hem toen zijn eigen paard aan en zoclii den dood in de vijandelijke gelederen, verheugd het leven van zijn doorhichligen aanvoerder gered lo hebben. I)e strijdmacht van don Tempel, die bijna alleen aan do imizelmannon weerstand bood, verloor hare dapperste ridders; do groolmeesler, die in de banden


-ocr page 224-

Gl'SCIIir,hl'\!S DM! KIU'ISTOCIITKN.

Jo

dor ongoloovist'ii viel, word mot kolonon hohidon on onlviiip;

mi don slnj; don palmlak van hot miirlolniirsoliai) in do lonl vim Siilndijii. Nu dm i'inii|)ziilig Irollon on logon hoi oindo vim don dug koonlon do I'Vunkon, dio ami do vorvolging dor ongidouvigon onlkoiiKiii waron, omringd door lalloozo govnron, in linn kmnp lorng, dm van allo kanton door oon zegovicrciul logor hodroigd word.

In do vlaklo van IHolomaïs, wolko godnrondo don strijd door moor dan Ivvccniiial lioiulorddni/.end krijgors liotrodon was, zag mon daags diiarna, om mij van oon Oosiorsch iiooid to Itodionon, niots dan roui'vogols on wolven, dio aangolrokkon waron door don ronk van hot hlocd on don dood. Do olirislonon diirl'don liumio vorschaiisingon niol vorlalon; do overwinning zolvo kon Saladijn, dio gednrendo vorsclioidone nron zijn golieele logor had zion vliiehten, sleohls Ion doolo gornsl stollen. Do groolslo wanorde heorsohte in hoi k:im|i dor Tnrkon, dat door do slaven goiihindord was. Konigi; emirs waron met soldaten Ier vervolging van die voortvlnehlige slaven op weg gegaan; ieder zoehl zijno hagage; in hel geheelc kaiii|i veiiiieven y.ic.h klaehten. To middon van dio verwarring on die opseliudding kon Saladijn hot aanvankelijke voordeel, dat hij op de Franken behaald had, niol vooi'lzelton.

Do winter naderde, en do meeste emirs raadden Saladijn aan de vlakloM van l'tolomiiis te verlaten. In een door don sidlaii holegde raadsvergadoring liraehlen zij hom onder hol oog, dal hol door de geveohlon verzwakte leger en hij zeil', die ongesleld was, rost noodig haddoii. Na langdurige heraadsliigingen word eindelijk hoslolen, dat liet leger op den herg Karouha zou gaan kampeeren.

Dozen alloehl aan de vrees toeschrijveiide, voelden de ehris-lonen linn moed herleven en zij hervallen met ijver de work-zaamhedon van hol holrg. Meesier gehleven van de vlakle, hreidden zij hnnne linien over de ge hoe Ie heuvelenrij uit, die de vlakte van Ploloniaïs omgeell. De markies van MonUerral im^l zijne troepen, de Voneliërs, do l'isaners en de door den aarlsbisschop van Uaveniia en don bissehop van IMsa aangevoerde kruisvaarders kampeordcn len noorden en strekten zieh van de zee tot aan den weg van Damiiscns uit. In de nabijheid van Koenraads kamp hadden de llospitaalriddors hnnne tenten onl-vouwd in eene vallei, welke hun toebehoorde vóór de inneiniiig van l'lolomins door do niiizelmaunen. Do Genneezeu bezetten den heuvel, welken de go.schiedschrijvcrs van dien lijd den berg Munard noemden. De franse,hen en de iMigelseben, die den UCi'lncLlcii Tiircn voor zich zagen, waren in hel eenlrum geplaalsl onder de bevelen der graven van Dreux, Hlois en ('Jermont (mi dor aarlsbissclKippen van Itesani.'on en Kantelberg. Nabij hel kamp der Fran se hen wapperden de vanen der Vlamingeii, die aangevoerd werden door den bissehop van Kamerijk en llay-moml II, burggraal' van Turenne. (!ny van Lusignan kampeerde met zijne soldaten en zijne ridders op den heuvel vau Thuroii; dal gedeelte van bel kamp diende tol eiladel on hoolilkwarlier voor het gaiisebe leger, lïij den koning van Jerusalem bevonden zieh: de koningin Sibylla, zijne beide broeders, Godl'ried en Aimar van Lusignan, ilmnlried vau Thoron, de eehtgenoot van Ainaiiry's tweede doehler, de palriareh llerae,lius en de gees-lelijkheid der heilige stad. De ridders van den Tempel en de Iruep van Jaeipies van Avesnes hadden Iiiiiiik^ kwarlienm geplaalsl tiisschen den heuvel van Tlinron en den lielus en bovvaaklen den weg die van l'iolomaïs naar Jerusalem voerl. Ten zuiden van den Belns zag men de lenlen dor Duitsehers, der Denen en der l'riezen: die krijgslieden uit hel noorden, die onder bel bevel van den landgraal' van Thuringen eu den hertog van Gelderen stonden, zoomden de roede van l'iolomaïs en beseherniden de oiilsebeping der elirisleuen, die over zee uit Europa kwamen.

Zoodanig waren de opslelling van hel leger voor IMolomais en de orde welke tijdens den gansehen duur van hel beleg onveranderd bloei'. De christenen graal'den grachten aan den

voel der heuvelen, waarvan zij de liellingeM en den top bezeilen en riehllen rondom liinine kwartieren hooge mureu op; bun kamp was zoo dicht al'gesloten, zegt een Arabisch schrijver, dal de vogelen er ternauwernood in konden doordringen. Al de slroomen, welke van de naburige bergen vielen, waren builen hunno beddingen gel reden en bedekten de vlakten mei buiuie wateren. De christenen belioelden niet meer le vreezen, dal zij door bel leger van Saladijn overvallen zouden wurdeii en zeilen onverpoosd de belegering van 1'loloniaïs voort. Iliiniii' miuïiiiiies beukten niicbt en dag de wallen der stad. Nel garnizoen bood een biirdnekkigen weersland, maar het kon zieh niel lang venhsdigen zonder de hulp van hel muzelmansclie leger, lederen dag kwamen duiven, die hriel'jes omler bare vleugels ilroegen, en duikers, die zieh in zee wierpen, Saladijn van hel slijgende ge\aar onderriehlen.

[ll.O.j Zoo verliep de regenlijd. Bij de nadering van de lenle kwamen verselieidene muzelniansehe vorsten van Meso-ijotainië eu Syrië zich mei liuniie troepen onder dc vuuen van den sullan scharen. Nu verliet Saladijn den berg Karouba, en naar de vlakte vau 1'loloinaïs aldalende, naderde zijn leger len aansebouwe der elirisleuen, niet vliegende vaamkds, bij hel giiliiid der pauken. De elirisleuen moesten weldra weder telkens gevechlen leveren; de graehlen, welke zij gegraven hadden , werden met linn bloed gever I'd en hun eiyen gral'slailcu. De hoop, die zij lot dusverre gevoed hadden van zieh van de stad meesler te maken, begaf ben bij hel zien van die onlelhilre vijandelijke scharen. Gedurende den winter hadden zij drie rollende loreus geliouvvd, gelijk aan die welke Godl'ried van liouillon bij de iuneming van Jerusalem besteeg. Die drie torens verhieven zich hoog boven de mureu van l'toloma'is en dreigden de stad mol vermeliging. Vóór zij er echter met vruelil gebruik van konden maken, wist bel vindingrijke vernult van een inwoner van Damascus, die aan de verdediging der stad deelnam, oen middel te vinden om ze te vernielen. Hij had namelijk een nieuw Gneksch vuur samengesteld, waartegen niets beslaml was, en tijdens oen algemeen gevecht, waarin do beide legers mei elkander slaags waren, vlogen de torens eensklaps iu brand en slorllen iu als waren zij door bel vuur des liemels gelroll'en. Hel al hriiiiden van die torens verwekte zulk een groole verslagCMiheid in het chrislen leger, dal de landgraal' van Tburiugen hel beleg van IMolomaïs verliet om naar Kuropa terug (e keeren, daar bij uieendo, dal God de zaak der kruisvaarders niet meer verdedigde.

Saladijn viel de Flanken voorldurend aan en liet bun volstrekt geen rust. Zoo dikwijls zij een storm op de stad ondernamen, weerklonk het geluid der ironimen en dor pauken op de wallen om de uiuzelmausclie troepen lo waarschuwen, die dan te wapen snelden en hel kamp dor chrisienen kwamen bedreigen.

De roede van l'iolomais was dikwijls bedekt met schepen, die uil Europa gekoinen waren, en mol inuzelmausche vaartuigen, die uil de havens van Kgyplo ol' Syrië kwamen. De oenen braeblon hulp aan de chrisienen, de anderen aan do stad. In de verle zag men de maslon niet de standaards van hel kruis en die mol do vanen van Mahomed zieh in de lucht yerhellën en mol elkander verinengen. Onderscheidene keeren waren do Franken en de Turken getuige van de gevechlen, die hunno mei levensmiddelen en wapens beladen violen elkander bij de kusl leverden; de overwinning ol de nederlaag bracht beurtelings den overvloeit ol' het gebrek in do slad ol' in hel kamp der chrisienen. Jiij den aanblik van oen zeeslag drukten do krijgers van hel kruis en die van Saladijn, onder hol slaan op huiino schilden, door kreten bun hoop ol' hun angst uit; soms

ander

zells zeilen de beide legers zich in bewegingen vie

in de vlakte aan om de overwinning te verzekeren ol'do nederlaag le wreken dergonen, die op hel water slaags waren.

liij die gevechlen bigden do muzebnanneii den chrisienen menigmaal hinderlagen en ontzagen zich niet zich van alle mogelijke krijgslisten le bedienen. De kruisvaarders daaren-togen stelden slechts verlrouwcn in liniino dapperheid en Imiine wapens. Ken wagen, die door Waller Vinisaul Slaiidari en

door de llalianen (Umnx'w genoemd wordt, op welken een toren stond met een kruis en een wille vlagaan den top, diende hen lol verooihgingspuul eu was hun richlsnoer lo midden van den slag. Wanneer hel leger zich in beweging stolde, deed de begeerte naar buil ben weldra de gelederen verlaten; hunne aanvoerders, wier gezag in bot gewoel van den strijd maar al le dikwijls miskend word, worden in bet gevecht zeil' eenvoudige soldaten en konden den vijand slechts hun lans ol'hun zwaard tegenover slellen Saladijn, die door de zijnen meer geëerbiedigd werd, voerde een geoel'end leger aan en maakte dikweii'van de wanorde en de verwarring in de gelederen der ebrisienen gebruik om hen met voordeel te beveehleii en hun de overwinning al'handig le maken. Elk gevocht begon in den vroegen oehlend; bijna altijd bleven de chrisienen zegevierend tol aan hel midden van den dag; somlijds hadden zij de tenten der uiuzelniaiinen overweldigd en geplunderd, en als zij dan des avonds met buil beladen terugkeerden, vonden zij hun eigen kamp aangevallen en overweldigd door bel leger van Saladijn ol' de bezetting dor slad.

Sedert de sullan den berg Karouba verlaten had, was een Egypliselie viool de haven van IHolomais biiinengeloopen. liijna Ier zellder tijd bad Saladijn zijn broeder Malek-Adhel, die hem iu Egypte aangeworven troepen toevoerde, in zijn kamp zien aankomen. Deze dubbele versterking verlevendigde de hoop der niuzelmaniien, dat zij over de elirisleuen zouden zegevieren ; maar hunne vreugde werd weldra verstoord door de onrnst-barende geruchlen, welke zich door hel Oosten verspreidden en zich spoedig bevestigden. Men vernam, dal de keizer van Duitscbland aan de spits van een talrijk leger Europa verlaten bad en Syrië naderde. Saladijn zond onmiddellijk troepen legen dien gedu'clilen vijand al', en verscheidene muzehnansehe vorsten verlielen hel leger van den Sullan om hunne Staten te gaan verdedigen, die door de uil hel Westen komende kruisvaarders bedreigd weiden. Lr werden algozaiUcii genoudeu aan den


-ocr page 225-

GESCniF,DENIS DER KRUISTOnFITEN.

knlif van Bagdad, nnn de vorsten van Afrika on A/.io en a in do niu/.elinaiisclic maclilcn van Spanje, om hen aan le sporen limine legerbenden tol do heslrijding der vijanden van hel islaniismns le vereenigen. In een der brieven, die hij aan den kalil' riehlle, gal' Saladijn zijn bekommering te kennen over den voortdnreriden toevloed der Franken. « Niet alleen,quot; zoo scdn ijll hij, « heed de pans van IJome op zijn eigen gezag do elirislenen in hel elm en ilrinkcii beperkt, maar ook ieder niet den banvloek gedreigd, die niet in een geest van godsvrnehl aan de verlossing van Jerusalem zon deelnemen. Hij beloolde in hel aanstaande voorjaar zeil' met een groolc menigte op weg te zullen gaan. Wanneer dit zoo is, znllen al de elirislenen, mannen, vrouwen en kinderen, hem willen volgen en dan zullen wij allen zien toesnellen, die in ilen meiisrliijewonk'ii God gelooven.quot;

Terwijl de muzelmannen overal om hijsland verzoehten, eiscliten de kruisvaarders eiken ilag met meer onslniinigheid, dat men hen ten strijde zou voeren, lu hun ongeduld vreesden zij, dat de Dnitsehers de verovering van Ptolomais met ben zónden komen doelen. De menigte dringt hij de bevelhebbers aan, dat zij bot toeken tot den strijd zouden geven en de zegevierende vanen van het kruis ontplooien. Do bevelhebbers, die de gelegenheid niet gunstig aeliton, zoeken door hunne toespraken dien onvoorziehligen ijver lol bedaren te brengen; de geeslolijklioid dool do vermanende slem van den godsdienst booren; niaar al de pogingen der geestelijken en der vorsten zijn vrucbteloos. Het grootste gedeelte der pelgrims Inisleri niet naar de raadgevingen van de menseliolijke voorziobligbeid en do bedreigingen met de goddelijke gramsobap. Op den leostdag van don H. Jacobus slaan do soldalen van hol kruis aan bet muilen en openen met geweld al de uitgangen van hot kamp en woldra is de vlakte overdekt met eeno ontelbare menigte, welke door de Arabische schrijvors vorgolekon wordt mot die, welke bij bel laatste oordeel in het dal van Josaphat zal bijeenkomen. Deze onstuimige drommen werpen zich op do muzolmannen, dringen tot in hun kamp door en moenen in de bodwelming van hunne zegepraal al do vijanden van Josus r.liristus op de vlucht gedreven to hobhon. Maar terwijl zij, door de begeerte naar buit medegcsloopl, alle voorzichtigheid vergeten, hebben do muzelmannen, eerst door schrik hovangen, don lijil om zich weder te verzamelen, en overvallen de overwinnaars, die druk aan bot plundoreii waren. Daar de moeste kruisvaarders hunne wapens weggeworpen hadden, kunnen zij ^een tegenweer bieden en worden met oen schrik bevangen, niet minder groot dan die, welken zij hunne vijanden ingeboezemd hadden. Allen, die zich hot ijverigst in het plunderen beloond hadden, verliezen hel leven met don buil, waarmode zij beladen waren, en worden zonder verzet nedorgeliouwen in do tenten zelve, die zij hinnongodrongen waren.

«De vijanden van God (wij bedienen ons van do uitdrukkingen van lioha-Eddin) duiTden hot kamp dor leeuwen van bet islamismus binnendringen; maar zij ondervonden de vreeselijke uitwerkselen dor goddelijke gramschap; zij vielen onder hot zwaard dor muzelmannen gelijk de bladeren m den berCst door bot geweld van den storm. De grond was bedekt mot hunne opeengehoopte lijken, gelijk do vallei en de heuvelen bedekt cijn met takken als men een hoscb omgehakl heelt.quot; Ken ander Arabisch schrijver spreekt volgenderwijze van dien bloodigen slag: «De christenen violen onder bet staal der overwinnaars, gelijk do boozen op don jongsten dag in het vorblijr des vtiurs zullen vallen. Negen rijen dooden lagtai op hel terrein, dal zich tusseiien den heuvel eri de zee uitstrekt en iedere rij bestond uil duizend krijgers.quot;

Terwijl do christenen door Saladijns leger geslagen en verstrooid werden, deed de bezetting van l'lolomaïs een uitval, drong in bun kamp en voorde eeno grooto menigte vrouwen en kinderen, die zonder verdediging acblorgobleven waren, mede. De kruisvaarders, die door de invallende duisternis aan do vervolging van den vijand ontkoinen waren, koorden, bunne dubbele nederlaag betreurende, binnen hunne vorschansingen terug. Hot gezicht hunner geplunderde tenten en de gedachte aan hunne ontzettende verliezen benamen bun schier don moed. Kort daarop vernamen zij den dood van Frederik Harbarossa en do door de Duitscbers doorstane wederwaardigheden. De beide legers maakten zich, het eeno tot de verdediging, het andore tot don aanval gereed, toen die tijding hun ter oore kwam. Do gohoele dag verliep zonder gevecht, daar de muzolmannen zich aan de vreugde, en de christenen zich aan de drool beid over-gavon. In hunne moedeloosheid dachten de bevelhebbers er slechts aan om naar Europa terug te koeren en tracblten zij, om hun vertrek te verzekeren, tot eiken prijs met Saladijn vrede le sluiten, toen er een vloot op do roede van Ptolomais ver-schoen en een groot aantal Franschen, Engelschen en Italianen ontscheepte, die door Hendrik, graal' van Champagne, werden aangevoerd.

Nu herleefde de hoop in, do harten der kruisvaarders; de Christenen waren opnieuw meester van de zee en konden op hunne bnirt Sahiilijn doen sidderen, die ton tweede malo naar de hoogte van Karouba lernglrok. Do chiistonen hervallen hunne aanvallen op do stad; do graaf van ('ihampagno, die dooi' do Arabische schrijvers ih' i/ntole (jnuif gonoomil wordt, bad den moed dor soldalcn van het kruis weiier aangewakkerd; hij dood bnilengcwonu hooge stormrammen en twee reusacbligo torens bouwen, samengesteld uit hout, staal, ijzer en kopor, die hmn vijltionliiondord goudslnkkeu kostten. Terwijl deze kolossale gevaarliiu do wallen bedreigden, beproolihm de kruisvaarders herhaalde malen oene bestorming (Mi waren dikwijls op hel piinl den standaard der christenen op de uiiiron der ongeloovigon ti; planton.

I)(^ in do stad opgesloten muzelmannen verduurden de ijselijkheden van een langdurig beleg met boldhaftigo staiidvasiigheid. De emirs Karacoush en Hossam-Eddin wisten don moed hunner soldalen levendig le bondon. Waakzaam, overal tegenwoordig, nu eens geweld dan weder lisl gebruikende, lieten zij geen enkele gelogonlioid ontsnappen om do clu istonen te overroiupolen en bunne ondernemingen le doen mislukken. De muzelmannen verbrandden al de machines der belegeraars en doden verscheidene nilvallon, waarbij zij do christenen lol in hun kamp terugdreven.

Hel garnizoen ontving eiken dag versterkingen en onderstaml langs de zeezijde: nu eens voeren booten, ouder begunsligiiig der duisternis, langs de kust en slopen de haven van Ptolomais binnen; dan weder hesehen schepen, uit IJeyrouth komende en bemand met muzehnaniion als Franken gekleed, de wille vlag met een rood kruis en versehaiklen zoodoende de waakzaamheid dor belegeraars. Om alle gemeenschap tusschen de stad en do zee af te snijden, besloten de kruisvaarders zich meester to maken van den Vlicticiilnirn, welke de haven van Ptolomais bestreek. Do herlog van Oostenrijk belastte zich mol deze gevaarlijke onderneming. Een vaartuig, op hetwelk men oen hoogen toren geplaatst had, naderde hot l'ort, dat men vermeosieren wilde, terwijl een met brandbare stollen gevulde boot, welke men aangestoken had, in de haven le water werd gelalen met bel dool om do mnzebiianselie schepen in brand le steken. Alles scheen het gelukken van deze sloulmoodige poging-Ie voorspellen, loon de wind eensklaps omliep en de brandende boot naar deu hoiiien toren der christenen dreef, die weldra dooide vlanmien aangetast werd. De hertog van Ooslenrijk was reeds, door do stoulmoedigslen zijner krijgers gevolgd, met hel zwaard in de vuist deu toren der muzolmannen biunougodrongen. Hij bet bespeuren van den brand, die hel schip verteerde waarmede bij gekomen was, sprong hij, bedekt met zijn bloed en dat der muzolmanimcn, in zee, en bereikte bijna alleen den oever.

Onderwijl de hertog van Oostenrijk deu Vticijciiloicn aantastte, bad bet christen leger zijn kamp verlaten om oen storm op do stad te ondernenien. De belegeraars vorrieblten, zonder gunstig gevolg, wonderen van dapperheid en zagen zich genoodzaakt in allerijl hniinc tonton te gaan verdedigen, die iiitnsscheii door hot leger van Saladijn geplnndord en in brand gesloken worden.

Te midden van die dnhbolo nederlaag verscheen frederik, hertog van Zwahen, voor do muren van Ptolomais. I'oen men in Palestina den tocht der Duilschers door Kloin-Azie veriioiiien had, bazuinde de faam alom hunne overwinningen uil, welke do christenen met vortroiiwon en moed vervulden; maar toen men hel kleine hoopje zag dergencu, die hunne makkers overleefd hadden, toen uien hen zag verschijnen voor het meoreiideel uilgopul van honger en gedokt mol lompen , kon het mei missen of alle barton moesten mot een bang voorgevoel vervuld worden.

Frederik wilde al dadelijk bij zijne komst het muzelmansehe leger slag leveren. «De elirislenen,quot; zoggen de Arabische schrijvers, «verlieten hnn kamp, (iclijh mieren ilie kji huil uili/aiiii, en bedekten de lieuveleu en de dalen.quot; /-ij vielen de voorposten aan van hei mnzehnansche leger, die de hoogten van Aiadia bezet hadden, maar bunne bataljons konden de muzelmannen niet doen wijken. Na hunne onverschrokken aanvallen ver-schoideiie maien hernieuwd lo hebben, keerden zij algemal en do hoop opgevende van over hunne vijanden le zegevieren, in hun kamp terug, waar de schaarscblo, welke zich begon te doen gevoelen, hun niet veroorloofde hunne uitgeputlo krachten le berstellon.

leder bcvolliobber van de kruisvaarders was belast met de voeding der troepen, die bij zelf aanvoerde, en had nooit moer levensmiddelen dan voor oene week. Ecu aantal pelgrims erkenden geen bevelhebbers en hadden niets medegebracht m Syrië dan hun staf en hun tasch. Wanneer er eeno vloot aankwam, leefden de christon krijgers in overvloed; kwamen er daarentegen geen schepen, dan loden zij aan alles gebrek. . aar-mate do winter naderde en de zee stoi inacbligor word, deed do schaarschte zich sterker gevoelen.

De kruisvaarders verwacblten hoegenaamd geen bnlp meer van het Westen en slolden nog hnn eenig betrouwen in limine wapenen. lederen dag vorlieten zij bun kamp om de lurken


-ocr page 226-

GESCHIEDENIS DER Kltl ISTOCUÏEN.

mui le vullen en zicli ieveiisinicldelen le veisuliall'en. Up eon liniiner sü'ooploelilen drnii^eii zij dooi' tot aan do bergen nullij K;trt)nli:i, waar Saladijn kampeerde; maai'do dapperston linmior vi(den in de handen di'r ongoiooviKon, (mi Imn onlemhare heldenmoed kon hen niel redden van den hongersnood, waarvan de verwoeslingen zich mei, den dag nilhroidden. Voor ecm lasl meel, dal tweehonderd vijllig pond woog, werd tol/.ell's lacliüg kronen gevraagd, eene som zoo hnileiisporig, dat de vorsten /elven die niel konden betalen. De raad der bevelhebbors wilde den prijs der in liet kamp aangevoerde levensmiddelen vaststellen, doeh mi verborgen de oigennars ze in den grond en nam bel gebrek loe door de maatregelen zelve, die men aanwendde, om er een einde aan te maken. Vele ruiters slaebtlen, door den honger gedreven, hiimie paarden; men verkoehl de ingewanden van een paard ol' een lastdier tot voor tien gouden stuivers; zij die nog iels te eten hadden, moesten zich verbergen om bun sober maal te bonden, daar zij anders gevaar liepen, dal men bel bun zou ontnemen. Edelen, gewoon aan al de gemetingen des levens, alen wilde kruiden en zochten met gretigheid naar planten en wortelen, die zij nooit tot het gebruik van den inensch geschikt zonden geacht hebben. Kruisvaarders doolden in en om bet kamp rond, gelijk dieren, die bun voedsel zoeken, en men zag edellieden, die geen geld bezaten om brood le koopen, het openlijk stelen. Vele soldaten van bel kruis liepen naar de muzelmannen over en omhelsden bel islamismus om van hun lijden verlost le wezen.

De wiuler was ingetreden; de wateren bedekten de vlakte, en de scharen kruisvaarders moesten dicht opeengedrongen op de heuvelen de wijk nemen. De lijken, die onbegraven op de kusl waren blijven liggen, verspreidden een verpestenden slank. Weldra paarden zich hesmetlelijke ziekten aan de ijselijkheden van den hongersnood. Het kamp der christenen was in rouw en droelheid gedompeld. Onderscbeidenen der doorluehligsle bevelhebbers van het leger vonden door de besmetting den dood, wolken zij dikwerf tevergeefs op hel slagveld gezocht hadden. Iquot; red er ik, hertog van /Avaben, steeds aan al de gevaren van den ooi log ontkomen, stierf van gebrek en ziekte in zijne tent. Zijn dood betreurende, doolden zijne strijdmakkers langen lijd rond, 'lelijk schiipcti zonder herder, zegt een oude kronijk. /ij gingen naar Caïfas, doch kwamen daarna in hel kamp van IMolomais terug; velen kwamen van honger om en de ovor-blijveuden keerden, aan bel zegevieren van de zaak der christenen wanhopende, naar bel Westen terug.

Tol overmaat van ramp stierf Sibylla, de gade van Guy van Lusignan, met bare beide kinderen, en baar dood verwekte tweedracht onder de kruisvaarders. Isabella, de tweede dochter van Amaury en zuster van koningin Sibylla, was de rocblmalige eWgenaam van den troon van .lerusalem. Koenraad, markies van ïyrus, dien de kronijkscbrijver Waller Vinisauf vergelijkt mei Sinon voor de dubbelbartigheid, met l'lysses voor de welsprekendheid, met Milbridates voor zijne vaardigheid iu het spreken van onderscheidene talen, bekroop eensklaps de eerznelil om ovei Palestina te regeeren en bij besloot met Isabella le huwen, ofschoon deze reeds gehuwd was met llumfried van Tboron. liet, huwelijk van dien vorst moest derhalve ontbonden worden, en om er de gemoederen gunstig voor te stemmen, vleide bij hel volk, liefkoosde de groolen en deelde met kwistige band geschenken uil. Tevergeefs hield de aartsbisschop van Kantelberg hem de wetten van den godsdienst voor oogen en dreigde met den banvloek der Kerk: een vergadering van geestelijken onlbond bet huwelijk mei llumfried van Tboron, en do erfgename van het koninkrijk werd de echtgenoote van Koenraad, dien men, in het christen leger, heseliuldigde van twee vrouwen in leven te hebben, de eene in Syrië en de andere iu Gon-slantinopel.

Dit groote schandaal maakte geen einde aan de twisten. Guy van L isignan bleef zijne rechten op de kroon handhaven. Hoewel stervende van honger, ter prooi aan de besmettelijko ziekten en aan de plagen van den oorlog, bielden de ebrislenen zich in bun kamp slechts bezig met de aanspraken der beide mededingende vorsten. Eenigen waren getroffen door de rampen van Lusignan en verklaarden zich voor hem ; anderen bewonderden den heldenmoed van Koenraad en meenden dal bel koninkrijk Jerusalem een gebieder noodig had, die bel wist te verdedigen. Men verweel Ensignau, dal hij de macht van Saladijn voorbereid had; men prees daarentegen den markies van tyrus, dewijl hij de eenige steden gered had, die den Franken nog restten.

De onecnigbeid deelde zich van de hevelhebbers aan de soldalen mede; men was op liet punt naar de wapens le grijpen, ten einde le beslissen wien een gebroken schepler en de ijdele titel van koning zon toekomen. Den hisseboppen gelukte hel len laatste de gemoederen lol bedaren te brengen en de beide pai tijen te overreden de beslissing dezer aan-gelegenlieid le onderwerpen aan hel oordeel van Iticbard en l'hilippus, wier komst ophanden was.

Van Genua en Marseille uitgegaan, hadden die beide monarchen zich eerst naar Messina begeven. I!ij bunne komst vonden zij Willem 11 overleden te midden der toebereidselen tol den heiligen oorlog, terwijl zijn nahdenschap den oorlog bad doen onlbranden lusscben Sicilië en bet Germaansche rijk. Eonslanlia, de erfgename van Willem, was gehuwd niel Hendrik VI, den Floom-schen koning, en had hein belast met de verdediging van haar erfdeel; maar de natuurlijke broeder van ('.onstanlia. Tancredo, die hij bel volk en de geestelijkheid bemind was, had bezit, genomen van den troon zijner zuster en handliaal'de er zich op door de kracht tier wapenen. Reeds verwoestten Dnitsche troepen, om de rechten van Gonstanlia te ondersleunen, Apulië; een droevig voorspel van de plagen, die dal ongelukkig rijk later teisterden en welker smartelijk verbaal zich weldra met de gescliiedenis van een anderen kruistocht zal vermengen.

De nadering der beide bevelhebbers van hel kruisleger ver-onlriistle Tancredo, wiens gezag nog slechts zwak bevestigd was. Hij vreesde in Pliilippus een bondgenoot van den keizer van Duiischland, en in liichard den broeder van koningin Johanna, de weduwe van Willem, die bij mishandeld had en gevangen hield. Daar bij ben niet, bestrijden kon, beproefde bij hen door zijne kruipende vleierijen te ontwapenen. Hij slaagde al dadelijk boven verwacbling bij Pliilippus; doch bet kostte hem veel meer moeite liichard lol bedaren te brengen, die reeds in de eerste dagen na zijne aankomst met, nadruk de weduwegift van Johanna opvorderde en zich van twee lorten meester maakte, die Messina bestreken. Al spoedig raakten do Engelscben handgemeen niet, de onderdanen van Taucredo, en de vlag van den koning van Engeland werd in de hoofdstad zelve van Sicilië gebescben. Door deze daad van geweld en gezag beleedigde Richard Pliilippus, wiens vazal hij was. Do koning van Frankrijk gal' bevel om de vlag der Engelscben neder te balen; de onstuimige liichard gehoorzaamde trillende. Deze onderwerping scheen, hoewel zij mol bedreigingen gepaard ging, Pliilippus le bevredigen en maakte een einde aan den oorlog; nu had er toenadering plaats lusscben liichard en Tancredo, welke laatste verdenking legen deu goeden trouw des konings van Frankrijk in liichards hart traeblto op Ie wekken, en hel mocht hem ook werkelijk gelukken verdeeldheid onder de kruisvaarders te zaaien, waardoor hij zich zelven vrede verzekerde.

De beide vorsten beschuldigden elkander wederkeerig van verraad en trouweloosheid; de Fransehcn en de Engelschen kozen de partij van hunne monarchen. Onder al die oneenig-beden drong Pliilippus bij liichard aan, dal deze met de prinses zou huwen, die mei hem verloofd was; maar de omstamligheden waren veranderd, en de koning van Engeland wees mei minacbling eene zusier van den koning der Fransehcn terug, die hij zeil' aangezocht en om wie hij zijn vader beoorloogd had

lieeds sinds lang trachtte Eleonora van Gnyenne, die slechts opgehouden had koningin der Franscben le zijn om hun onver-zoenlijksle vijandin le worden, liichard van dal door Pliilippus gevorderde huwelijk te doen afzien. Om haar werk le voltooien en voor altijd verdeeldheid lusscben de beide koningen le zaaien, bracht zij lierengera, de dochter van don Sancho van Navarra, die, zij met den koning van Kngeland wilde doen huwen, mede naar Sicilië. De tijding van bare komst vermeerderde den argwaan van Pliilippus en was voor hem wederom een reden tot beklag. De oorlog was op het punt van uil li; barsten, doch eenige verstandige en vrome lieden kwamen lusscben beiden; de twee koningen deden nieuwe eeden en sloten een nieuw verhoud. De Iwecdracht werd een oogen hl ik gesmoord; maar men bad alle reden om een vriendschap le mistrouwen, die zoo dikwerf bezworen moest worden, en een vrede voor welken men eiken dag een verdrag maakte.

Plotseling begon liichard een diep berouw le gevoelen, dal hij zijne wapens legen de kruisvaarders gebruikl bad; bij deed de bisschoppen, die hem vergezelden, in een kapel vergaderen en verscheen voor hen in zijn hemd met drie hossen huiiiziime meden iu de hand, zegt eeii Engelsch geschiedschrijver; hij wierp zich voor hen op de knieën, beleed hun zijne zonden, hoorde hunne vermaningen, en onderwierp zich vrijwillig aan de geeseling, welke de Zaligmaker, voor Pilalus, ondergaan bad. Daar zijn geest van nature tol bijgeloof overhelde, kwam, kort na die'zonderlinge plechligbeid,'de begeerte bij hem op den kluizenaar Joachim te gaan hooren, die in het gebergte van Galabrië woonde en voor een profeet doorging.

Op een reis naar Jerusalem bad die heremiet, naar men zeide, van Jesus Gbristus de gave ontvangen om den Apocalypsis te verklaren en er, als in een getrouw geschiedverhaal, alles in le lezen wal er op aarde moest gebeuren. Op uitnoodiging van den koning van Engeland verliet bij zijne kluis en kwam naar Messina, 'voorafgegaan door den roep zijner visioenen mi mirakelen. Do geslrengheid zijner zeden, de zondeiiingheid zijner manieren, de geheimzinnige duisterheid van zijne redevoeringen, wonnen iieni al dadelijk bel vertrouwen on den


-ocr page 227-

137

mined dor kruisvaarders. Men ondervroeg Item onilrent den uitslag van den oorlog, dien men in Palesiina ging voeren; hij voorzeide aan de kruisvaarders, dal Jerusalem zeven jaren na de verovering van Saladijn verlost zou worden. «Waarom zijn wij dan zoo vroeg gekomen?quot; sprak Uieliard. — «Uwe komst,quot; antwoordde .loacliiin, «is dringend noodzakelijk; God zal u de overwinning schenken over uwe vijanden en uwen naam boven dien van alle vorsten der aarde vermaard maken.quot;

Deze verklaring, welke den liartslocht en het ongeduld der kruisvaarders niet streelde, kon evemnin Richards eigenheide voldoen. Philippus heclitte weinig waarde aan eeno voorspelling, welke overigens door de l'eiten zelve gelogenstralt werd en hij was er nog slechts op hedaclit Saladijn te gaan h(!slrijden, dien g(Hlnchten overwinnaar, in wien .loaclum een der zeven hooiden des draaks van den Apocalypsis zag. Zoodra met het invallen der lente de overtocht der zee mindei' gevaarlijk werd, schee|)lc hij zich naar Palestina in. Hij werd er oiitvangen als de reddende engel des Hoeren: zijne tegenwoordigheid herlevendigdc den moed en de hoop der christenen, die l'tolomais sinds twee jaar belegerden. De Franschen vestigden Inm kwartier op een pijlschot alslands van den vijand en zoodra zij hunne lonten opgeslagen haddi n, maakten zij looboreidsolen voor een bestorming. Naar men zegt, zouden zij zich van de stad hebben kniinen moester makon; maar i'liilippns wddo, uil geest van riddorlijkhoid, welke evenwel met een wijze staalkunde m strijd was, dat Richard aan deze bologoriug deel had. Dit edelmoedige nilslol was noodlollig voor de oiidornommgon der christenen en gal' den belegorden don lijd om hulp te ontvangen.

Saladijn bad den winlor op den borg Karouba doorgebracbl; vorniooionisscn, govocblon, scliaarsclite en ziekten hadden zijn leger verzwakt; hij zeil leed aan een kwaal, die do dokters met konden genezen en die hom reeds herhaalde malen belet had zijne soldaten op het slagveld le vergezellen. Toen hij do aankomst der beide machtige christen monarchen vernam, riep hij opnieuw, door zijne gozanten, den bijstand dor muzel-mansche vorston in. In alle moskoeon verricblle men gebeden voor de zegepraal zijner wapenen en de verlossing van hel islamismus; in alle sleden wokten de imams de bevolking op om zich legen do vijanden van Mahomed te wapenen.

«Ontelbare legioenen chrisleiion,quot; zeiden zij, «zijn gekomen uil landen aan gone zijde van (ioiislantiiiopel gelegen, om ons de voroveriiigen te onii ukken, die do discipelen van den (loran verhougd hadden, en om ons een land le bolwislen, waar do metgezellen van Omar do vaan van don proleet geplant hadden. Onlziet noch uw loven noeh uwe rijkdomnion om hen te overwinnen. Uwe marsclieii logen de ongeloovigon, uwe gevaren, uwe wonden, alles, tul zell's de overtocht over den bergstroom, wordt in hel boek van God opgoteekond. De dorst, de honger, de vermoeiiiis, do dood zeil, zullen voor u schallen in den hemel worden, do tuinen en de lieerlijke luslwarandon van het paradijs voor u onlsluilen. I)c dood zal u verrassen, waar gij ii ook moogl bevinden: uwe huizen noch uwe hooge torens zullen u legen zijne slagen beveiligen, lienigen onder u hebben gezegd: Laiit ons den .slrijil viel zoel,en, lijd rus ilr kille van den zomer of de (leslmii/heiU vim den winlcr; ' wvmï de hel zal verschrikkelijker zijn dan de gestrengheid van den winter en do hitte van den zomer. Gaat dus uwe vijanden bestrijden iu een oorlog die voor den godsdienst ouderiiomcn is: de overwinning ol' bel paradijs wachten u ; vreest God meer dan de ongeloovigen. Hel is Saladijn, die u onder zijne vanen roep!: Saladijn is de vriend van den proleet, gelijk de proleet do vriend is van God. Wanneer gij niet gehoorzaamt, zullen uwe gezinnen uil Syrië verdreven worden en God zal andore volken, die boter ziju'dan gij, in uwe plaats stellen. Jerusalem, de broeder van Mekka en Medina, zal weder in de macht der argodeudienaars vallen, die oen zoon, een metgezel, een gelijke aan den Allerhoogste geven en hel licht van hel gelool' willen uildooveu. Wapent u dns met bel schild dor overwinning, verstrooit de kinderen des vuurs, do zonen der hel, die de zee op onze kusten uitgebraakt been en godonkt deze woorden van den Goran: Die zijne haaid-sleiten voor de venledininij van den heilii/en yudmlienxl zal verluien, zid den overvloed en eene gruole menifile melijezellen vinden.quot;

hoor deze toespraken opgewekt, snelden do muzolmanncn le wapen en stroomden van alle kanten naar bot kamp van Saladijn, dien zij als den arm dor overwinning en den geliolden zoon van don profeet beschouwden.

Middelerwijl word Richard in zijn marscli vertraagd door belangen, die vreemd waren aan den kruistocht. Terwijl zijn uiededinger op hem wachtle om eene stad op de Turken te veroveren en alles met hem wilde doelen, inaakle hij zich meesier van een koninkrijk en behield hel voor zich.

Dij het verlaten der haven van Messina word do Engelsche vlooi door een geweldigen storm beloopeii en verstrooid; drie schepen vergingen ()p de kusten van Gyprus; de ongelukkigen, welke aan de scliipbreuk onlkonion waren, worden door de bewoners mishandeld en in boeien geklonkon; een vaartuig, op hetwelk zich Berengera van Navarra en Johanna, koningin van Sicilië, bevonden, kon, toon hel zich voor Limisso vertoonde, geen verlol bekomon om de haven binnen le loopen. Weinig lijds daarna vers(;liijnt Richard mei zijne vloot, die hij weder bijeenverzameld had: hij oiidorvindl zeil' een smadelijke al-wijzing. Isaiic, van hel geslacht dor Gomnena's, die zich tijaens de onlusleu van Gonslanlinopel van hel eiland Cyprus meesier gemaakt had en bel onder den weiclschen lilei van keizer besluurdo, dmlde den koning van Kngeland dreigen.

Die bedreigingen werden hol sein tol een oorlog, en van weerszijden greep men uaar de wapens. Isaao kon den eersten schok der Kngolsclion mol woorslaan. zijne. Iroopon worden verslagen en verslrooid, zijne sleden onlslolen hare poorten voor de overwinnaars, en de keizer van Gyprus viel zeil' in de niacin van liichard, die hem, om zijn ijdoliieid en geldzuchl le beschimpen, ui zilveren boeien deed slaan. Na de bewoners van het eiland Gyprus verlost te hebben van oen meester, dien zij een tiran noemden, deed de koning van Kngeland hun dezen dienst mot de belli huniier bozittingeu betalen, en nam bezit van bet eiland, dal lot een koninkrijk verheven werd en meer dan driehonderd jaren ondor de overhecrsclnng der Latijnen bleet.

Op dal eiland en in de nabijheid van het oude Amathonte, vierde Richard, na zijue overwinning, zijn huwelijk met Berengera van Navarra; vervolgens bogal hij zich naar Palestina, Isaiic en de dochler van dien ongelukkigen vorst, in welke de nieuwe koningin, naar men zegt, een gevaarlijke mededingster vond, medevoerende. Alvorens hij de kuslen van Syrië boroikle, onlinoetle hij een uuizebnansch schip, dal met onverschrokken soldalen bemand en met allerlei oorlogshelioel'lcn geladen was. Na een moorddadig gevechl verdween het vaartuig in de diepte, en de mare van deze overwinning ging Richard in hol kamp der clirislenen vooral. Zijne aankomst werd gevierd mot vreugdevuren, die men m de vlakle van Plolomaïs ontstak.

Toen de Kngelschen hunne strijdkrachten mot die van het christen leger voreemgd haddon, zag de belegerde slad de ver-maardstc veldhoereu en de dapperste krijgers uit Kuropa voor hare muren bijeen. De lonten der Franken besloegen een ruime vlakte en hun leger bood het indrukvvokkendsto schouwspel aan: als men op de kust der zee van de eene zijde de torens en de muren van Plolomaïs, van de andere bel kamp der christenen zag, waar tnoii huizon gebouwd, slralon aangelegd en sterkten gebouwd had, zou men gezegd hebben, dat het twee naijverige sleden waren, die elkander don oorlog verklaard hadden.

De tegenwoordigheid der beide monarchen verwekte schrik en hekoimnering onder de muzelinamtou. De koning van l'Vankrijk gold in het Oosten voor een der doorhtcliligslo vorsten van do christenheid; de muzcbuaniictt zeiden onder elkander dal de koning van Engeland de overige christen vorsten doorzijn moed en de scberpziititigboid van zijn genie oveitrol'. Richard en Philtpptis heltiigden elkander aaitvankelijk wederkeerig vriendschap, terwijl het ganscbe leger, naar bun voorbeeld, zijue vroegere oneeiiigbodon scboeu vergelen le bobben.

lladde die eensgezindheid eenigeu tijd kumien vootiduren, dan zouden de chrisKaten gemakkelijk over hunne vijanden hebben gezegevierd; maar welke eendracht was bestand legen de herinneringen van hel verleden en legen de redenen van naijver welke iedere dag deed geboren worden? Mcu sprak in het kamp voortdurend in de vleiendste bewoordingen over de verovering van hel eiland Gyprus, en de aan Richard toegezwaaide lol'ergerde Philippus Augustus, die tevergeels de bellt van bel veroverde land vorderde overeenkomstig do bepalingen van hel verdrag van Vezelay. Richards leger was veel talrijker dan dat vatt Philippus, en daar de eerste, vóór hij zich inscheepte, zijn land uitgeput had, was zijn schatkist veel rijker gevuld dan die van den koning van Frankrijk, liij zijne aankomst had Philippus drie gouden kronen per maand liie-gezogd aan de ridders, die zonder soldij waren; Richard beloolde hun vier goudstukken eu overschaduwde daardoor do weldaden van den Fransehen monarch. Philippus kon niet zonder argunst zien, dat een vorst, die zijn vazal was, meer invloed op het leger had dan hij, en Richard wilde niet geltoorzatnon aan een souverein dien hij in machten misschien in dapperheid oveitrol'.

Iiitusschen werden de belegeringswerken onal'gebrokeu voortgezet; men bouwde machines, men ondernam eiken dag he-stormingoii; maar zelden vochlen de Franschen en de Kngel-sclicn Iegelijk en ieder gevechl werd oen aanleiding tol twist; want de kruisvaarders, die iu het kamp gebleven waren, verweten aan degenen, die gestreden hadden, dal zij deu vijand niet overwonnen hadden, en deze verwoien aan de andoren, dat zij hun in hel gevaar niet le hulp gekomen waren.

Do twisten veroorzaakt door de aanspraken op den troon van Jerusalem hernieuwden zich toeu mei moor hevigheid dan ooit. Hij zijne aankomst had Philippus zich voor Koouraad verklaard; dit was oen reden waarom liichard zich voor Guy van Lusignan verklaarde. Hel chrislen kamp was het tuonoel

18*


-ocr page 228-

GESCHIKDEMS OER KP.riSTOCdTEN.

138

van allerlei wanordelijkheden, en hel leser splilsle zich opnieuw in lw(!e parlijen. Aan de eene zijde zag men de F ranse,hen, de hnilsciiers, de Tempeliers en de Genueezon; aan de andere de Engelse,hen, de l'lsaners en de llospilaliers. Te midden diei' oneeniulKMlen keerde Koenraad weder naar de stad Tyrns lenig, en loonde, dat liij geen oiler wilde brengen voor de eendraelit der christenen.

liij hunne aankomst in het kamp van IHolomaïs waren de koning van Kngeland en die van rrankrijk ziek geworden. Deze i)edroevende omstandigheid vertraagde eene wijl de vorderingen van het beleg en hergaf eenige hoop aan de belegerden. I'hilippus hield shudils weinige dagen zijne tent en sleeg /00 spoedig mogelijk weder te paard om de strijders door zijne tegenwoordigheid aan te moedigen; Hiehartl, wiens ziekte ernstiger was, haakte vol ongeduld naar den strijd, en dit ongeduld, zeg! ziju geschiedsebrijver, plaagde hem meer dan de koorts, die zijn bloed verhitte.

Tijdens hunne ziekte hadden Philippiis en Uiehard aan Saladijn afgevaardigden gezonden, en de gesebiedenis vermeldt met ingenomenheid de beleel'dheden en de voorkomendheid, waarmede de onderliandelingen tussehen vorsten, die elkander beoorloogden, gepaard gingen. Naar het verhaal van liromplon bood Saladijn den christen vorsten vrueblen van Damascus aan, en deze gaven den muzebnaiisehen snllan edelgesteenten en vcn'sierselen ten geschenke. Deze tol dusverre onbekende manieren boden een vreemd contrast aan met de harbaarsche vijandelijkheid der strijders, liet gros der kruisvaarders kou zich die betrekkingen, welke h.inne verbazing wekten, niet verklaren, en in den staat van gisting en onrust, waarin de gemoederen verkeerden, toonde men zich meer geneigd om aan trouweloosheid en verraad dan aan grootmoediglieid te denken. De aanhangers van Uiebard besclmldigden I'hilippus en die van I'hilippus verweten Uiebard, dat bij misdadige verstandhouding met de muzelmannen onderhield. De koning van Frankrijk antwoordde op die besehuldigingen door den Turken eiken dag gevechten te leveren, terwijl de koning van Engeland, nog steeds ziek, zich menigmaal naar den voet der wallen van de stad liet dragen, om den ijver der belegeraars door zijn voorbeeld aan te wakkeren.

De gevaren van den oorlog, de roem van den godsdienst, hel belang van den krnistoclil smoorden evenwel voor een wijl de slem der parlijschappen en bewogen de kruisvaarders zich legen den gemeeusebappelijken vijand le vereenigen. Na laug-duei^e besprekingen kwam men overeen, dat (iuv van Lusignan gedurende zijn leven den lilel van koning zou behouden en Koenraad en diens arslammelingen hem in het bezit van het koninkrijk .leriisalem zouden opvolgen. Men kwam levens overeen, dal wanneer een der beide monarchen de stad zon aanvallen, de andere voor de veiligheid van hel kamp waken en hel leger van Saladijn in bedwang houden zou. Deze overeenkoinsl herstelde de eensgezindheid; de christen krijgers, die op bet punt gestaan hadden de wapens tegen elkander op le nemen, he-twislten elkander vooriaan nog sleehls de eer van de onge-loovigen te overwinnen.

Hel beleg werd met vernieuwden ijver herval ; maar de belegerden hadden zich den lijd, dien de kruisvaarders in ijdele twisten verspild hadden, ten mille gemaakt om de slad le versterken, en toen de cliristerien een bestorming ondernamen, ontmoetten zij een weerstand, welken /.ij niel verwacht hadden, liet leger van Saladijn kwam de belegerden steeds le hulp door bel christen leger aan te vallen. In den vroegen oehtend klonk het geluid der pauken en der Irompelten, hel teeken tot den strijd, in het kamp der Turken en op de wallen van IHolomaïs; Saladijn vuurde zijne soldaten door zijne togeiiwoordighcid aan, terwijl zi|ii broeder Malek-Adliel bel voorbeeld der onversehrok-beid i.an al de emirs gal'. Verscheidene groote veldslagen werden geleverd aan den voet der heuvelen, op welke de chrisle ien kampeerden. Tweemaal beproelden de christenen een algemeene beslorming en tweemaal zagen zij zich genoodzaakt op hunne schreden terug te keeren om hun kamp le verdedigen dal door Saladijn bedreigd werd.

liij een dier aanvallen verdedigde een ridder geheel alleen een der locgangen van hel kamp legen een menigle muzcbnaimen. De Arabische schrijvers vergelijken dien ridder mei een duivel blakende met al den gloed van de hel. Een hecht kuras bedekte hem geheel en al; pijlen, steenen, lanssteken, niets kon hein deren; allen die hem nabij kwamen, vonden den dood, en bij alleen, omringd door vijanden, heprikl mei werpspiesen, scheen niets le duchten te hébben. Die dappere krijger kon slechts builen gevecht gesteld worden door het Griekscli vuur dal men op ziju hool'l wierp; verleerd door de vlammen zonk hij ineen, gelijk aan die reusachtige machines der christenen, welke de iielégerden ouder de muren der stad verbrand hadden.

lederen dag hernieuwden de kruisvaarders hunne pogingen en sloegen afwisselend het leger van Saladijn al of bedreigden de stad l'tolomais. liij een bunner beslormingen zag men hen de grachten der slad dempen mei hunne doodc paarden cn de lijken hunner onder hel staal van den vijand gevallen of door de ziekten weggemaaide wapenmakkers. Ito belegerden namen de onder hunne muren door de ehristenen opeengehooptedoodeu op en wierpen ze met slukken op den kant der grachten, waar hel zwaard voorldureud nieuwe slachtollers velde. Noch de aanblik van den dood, noch de hinderpalen, noch de vermoeienissen, niets vermocht den ijver der cliristencn te bekoelen. Wanneer hunne houten torens en hunne slorinrammen in vlammen opgegaan waren, legden zij loopgraven aan en naderden langs onderaardsche wegen lot onder de limdameulen der wallen. Eiken dag gebruikten zij een nieuw middel, nieuwe machines om de stad te bestoken. Ken Arabisch schrijver verbaall, dat zij bij hun kamp een aarden heuvel van een verbazingwekkende boogie opwierpen; door die aarde voortdurend voor zich uit le werpen, deden zij dien berg langzamerhand de wallen der slad naderen. Hij was er nog slechts van verwijderd door de helft van den afstand welken een pijl aliegt, toen de belegerden een uitval deden en op dal reusachligo gevaarte toesnelden, dat met den dag naderbij kwam en lumne muren bedreigde. Gewapend met zwaarden, spaden en honweelen beslreden zij degenen, die hel deden voortbewegen en konden hel slechts stuilen door diepe kuilen op zijn weg te graven.

De l'Tanseben onderscheidden zich onder al de christen krijgers en riehtlen hunne aanvallen tegen den ficvhtclilcn Turnt leii oosten van de slad. Doze begon reeds te scheuren en zou den belegeraars ras den toegang tot de plaats openen. De oorlog, de ziekten en hel gebrek hadden bel garnizoen verzwakt; de stad bad gebrek aan leefloeht, oorlogshdioorten en Grieksch vuur; de krijgers, die alle vermoeienissen getrotseerd hadden, begonuen moedeloos te worden en hel volk morde legen Saladijn en de emirs. In dal uilerste begaf zich do kouimandant der slad, Meselitonb gobeeten, tol I'hilippus Augustus en sprak den koning, in diens tent toegelaten zijnde, volgcnderwijze toe; «Vier jaren lang zijn wij meester van l'lolomaïs. Toen de muzelmaiinen er bezit van namen, lieten zij aan de ehristenen de vrijheid om zieb met hunne gezinnen overal heen le begeven, waar hel bun zou believen; wij bieden 11 heden aan de stad over le geven en bedingen daarbij slechts dezelfde voorwaarden, welke wij aan de chrisleiien toegestaan hebben.quot; Na de voornaamste bevelhebbers van het leger geraadpleegd le hebben, gaf de koning van Frankrijk ten aulwoord, dal de kruisvaarders er niet in konden bewilligen de bevolking en de bezeiliug van l'lolomaïs le sparen, indien niel de nuizelniaunen Jerusalem en al de sedert den slag van Tiberias veroverde steden teruggaven. Vertoornd over die weigering, verwijderde zich de komuiandant, bij Mahomed zwerende, dat liij zich onder de puinboopmi der stad zon begraven. «Onze laatste pogingen zullen oiilzetteud zijn,quot; riep bij uil, «en Irnrijl de i'iujcl ItrdaiKin i'cn der omen in hel jiarailijs zal roeren, zul de iilzichlelijLi' Midcli rijjliii der laren in de hel neileriilnlfen.quot;

Hij zijn terugkeer in de stad wist de emir zijn moed en zijne verontwaardiging aan aller harten mede te deden. Toen de kruisvaarders hunne hestorniingen hernieuwden, werden zij afgeslagen mei een dapperheid, die hen met verhazing vervulde. « De onstuimige golven der Franken,quot; zegt een Arabisch schrijver, «rolden naar de muren met de snelheid van een hergstroom, die zich 111 een meer gaal werpen; zij klonterden tegen de half verwoeste wallen op gelijk de wilde geilen legen de steile rotsen, terwijl de niuz.elmanneu zich op de belegeraars wierpen gelijk slceu'en van den top des bergs losgemaakt..quot;

De moed der luuzelmannen werd linn ingeboezemd door de vertwijfeling; maar bel vuur, dat de wanhoop ingeeft, is voorbijgaande: weldra hervielen de soldalen van het islamisinus in hunne vroegere neerslachtigheid. De hijsland, dien Saladijn beloofd had, bleef uit, cn niels kon de stad meer redden. Verscheidene emirs oiitvlnchlten des nachts in eene boot , om een S( bnilplaats te gaan zoeken in bel kamp van Saladijn, zich liever aan de verwijlingen van den sultan of aan het gevaar van te verdrinken blootstellende, dan onder hel zwaard der ehristenen le vallen. Deze vhicht en hel zien der ten deele ingestorte torens vermoei derden den schrik der niiizelinanneii. Terwijl de duiven en de duikers aan Saladijn don hachelijken toestand van de belegerden boodschapten, vormden dezen hol plan de slad in hel midden van den nacht te verlaten en allo gevaren le trotseeren om zich bij bet leger van Saladijn le voegen; maar hun voornemen werd door de kruisvaarders ontdekt, die alle uitgangen bezeilen langs welke! de vijand bun kon ontkomen. Nu bleef den belegerden niets anders over dan, zoo mogelijk, bun leven le redden door eene capitulatie, welke aangenonien werd. Zij beloofden aan de Franken het bont van hel ware kruis terug te geven met zoslienhonderd gevaiigenen; zij verbonden zich daarenboven tweehonderd duizend goudstukken aan de bevelhebbers van hot chrislen leger le zullen iiilbelaleu. Gijzelaars en al het volk dal zich binnen dé iniiren van IHolomaïs bevond, zouden in de macht van den overwin naar blijven tot aan de volledige uitvoering van hel verdrag.


-ocr page 229-

BESTORMING VAN PTOLOMAÏS.

-ocr page 230-

x HnHHHH mÊÊÊHÊmtèamp;fö Mi - ■ • • ysZ

WÊKÊÊ HHHHHHnml i WÊM Sraii I ■ i

l jl

» lïïi Im'fffWBHëMBSKi mL i .» ' \ v ■'tdr ' ■ v « amp;amp;$*amp; amp;.,'■{ ; ..'^j. 11

.:. ■-■ ■'

.

H •; 1111 ' ^MHh

a, M

r

I

mmm

W:'W}fmt

■ I

IH

ï ;( S .: ■ ■ 4

mBÊÊÊmm

mm

Immm msamp;mimmimmm « ™ i

u ■-

m§i

U ■■- ïtx •••-£$ '-'g^£ ^'fe,:~aó^5aSfe-V 'lt; '' TA J'.t-1'. ^ quot;'ZK i'fct'ii ■' SÈW1fvjlt;_ iJ'Y't!'«-quot;iquot;ï^,'1.'^' •quot; *1 * k i-,■ 'v-f

.

je {: -'sig^iï' | gEi'- ^ mi MMWfflmiBHMBiM i____MSesmamp;mamp;mlsmm

^saffiSiautS jig C.'t lS,.f a w w .'X • . . , :■ BB^MB SSiTWr- j' * »S f1 ' VjÈi ;p*.:quot;?-- \i.Sa^fc.'g^M.AV•- .*1 WÉ,

■•^■SÉ '■' .f' sp HM

SMh'

MMBiM

ssi«i


■ ''•• ^ 1111

t ^, 1 I m

^UK^^mÊÊ^BIMBUÊIttamÊKÊBÊiÊÊmÊimÊÊÊSmm jjHPWff Mm

■ i» IWw#

■ fi ^ «if P .'■ - if r^ p ■. ■ H

:

;f i -iquot; ■ I I i

♦v^ tfH ' ''' . '

É V. ::

■ ■ H

fe 'quot; - ■ -^:-, i

-

HHH mÊ -. '?■■:

1

-ocr page 231-
-ocr page 232-

STEEK SP KL EN TUSSCHEN CHRISTEN EN SAR R ACEENSCH E RIDDERS.

-ocr page 233-

GKSCIIIKDEMS DKH KKCISTOCHTKN.

Een muzelmansch soldaat ontsnaple uil tic stad en kwam Salatlijn lioodscliapiKiii, dat dn hczott.iiin' genoodzaakt was zicli bij verdrag over te ^(!v«ii. De sultan, die voornemens was een laatste pi^ïn^ Ie wagen, vernam die tijding niet diepe droel'lieid. Mij riep zijn raad bijeen om t(! woUai ol' bij de eapilulatie zou goedkeuren ; maar pas waren de voornaamste emirs in zijne tent bijeengekomen, ol' men zag de standaards der kruisvaarders van de muren en torons van l'tolomaïs wapperen.

Zoo eindigde het beleg van l'lolomaïs, dat meer dan twee jaren geduurd bad en waarbij de kruisvaarders meer soldalen verloren en meei dapperheid aan den dag legden dan noodig was om Azië le veroveren. «In den tijd van twee jarenzegt Eimnad-Eddin, «ollerde hol zwaard der muzebnannen meer dan zestigduizend ongeloovigen op; naannale zij te land omkwamen, verinenigvuldigdeu zij zich ter zee; zoo dikwijls zij ons duifden aanvallen, werden zij gedood of gevangen genomen, nietlemin volgden anderen ben op, en voor honderd die bezweken, kwamen er duizend in de plaats.quot; Welk een onderwerp van overweging en verbazing levert ons die oorlog op, waaraan al de volken van hel Noorden en bel Zuiden deelnamen, die zonder vooral-gaande afspraak onder elkander, zonder door eenige aardsebe inacht aangespoord ol gedwongen le zijn, onder de muren eener stad van Syrië een vijand kwamen bestrijden, dien zij niet kendon en van wien zij voor zieh niets te; duchten hadden.

Wanneer men over die gebeurtenissen nadenkt, welke wij besrlireven hebben, bewondert men den beldeninoed, de stand- | vastigheid en de gelatenheid van de kruisvaarders; maar men verwondert zich levens over de richting, welke in zich zelve onbeduidende omstandigheden soms aan de menschelijke dingen geven. Een voortvluchtig koning, die geen schuilplaats in ziju , eigene Staten kon vinden, komt plotseling, door slechts een i handvol soldaten vergezeld, bel beleg slaan voor eenc stad; van nu af is hel op dal punt alleen, dal de geheele christenheid | de oogen gevestigd houdt en waarnaar zich al de strijdkracblcn van het Westen richten, zonder dat eenig vorst, eenig monareb I er aan denkt een gewichtiger onderneming te beproeven. Vau den eenen kant ziet men de rijken zich beroeren en naar de wapens grijpen op de roepstem van den treurenden godsdienst; wat ziel men van den anderen? den heuvel van Thuron en de onvmcblbare oevers van den Uelus, waarop die geweldige storm, welke do wereld geschokt heen, zich uitstort en komt wegsterven. Was dal langdurige, roemvolle beleg van l'tolomaïs niet voor de Eranken als bel ware een lokaas van de Idrluin der muzebnannen en bracht de hardiiekkigbeid onv eene stad le willen veroveren, welke de heilige stad niet was, er niet toe bij om den ondergang van bel Oosten en misschien van bel islamismus le verhoeden ï

In de lallooze gevechten, welke de Turksche en de Erankisebe schepen elkander tijdens het beleg leverden, heelt men kunnen opmerken, dat de ebrislenen bijna altijd de overhand behielden, en hel is deze meerdere voorlrenëlijkheid der marine van het Westen, welke bel chrislen leger redde. Menigmaal brachten een storm en bel regenseizoen den kruisvaarders meer nadeel toe. dan al de krijgers van Saladijn. Indien de muzelmannen zieli geducht gemaakt hadden door hunno zeemacbl en indien Saladijn, iu plaats van legerbenden te verzamelen, schepen bijeeiigehrachl had om de kusten van Syrië le bewaken, zonden dé legers van Europa zich nooit hebben kunnen vereenigen en zon de honger al de in Palestina aangekomen ebrislenen weggeraapt hebben.

Hel is te midden der groote gebenrlenissen, dal zich de kracln, hel vernurt en de hartsloehlen van den nienscb verloonen; het is in dien laugdiirigen worslelslrijd lusscben de ebrislenen en de muzelmannen, dat men hunne kracht en Imnne inaebl kon leeren kennen, dat men bun karakter en hunne zeden kon hesl mieeren.

Wij zullen hier niel spreken van hunne verselnlleude bewapening, noch van hun krijgsheknd orimnne militaire b(!\vegingcn. liij bel beleg van IMolomais verbeidden de Eranken en de Turken henrlelings de middehm van aanval en verdediging. De nuizolmaiinen gaven aan bet (Jrieksebe vuur een kracht en een uilwerking, welke in de vorige oorlogen onbekend waren; van hnniien kaul bouwden de christenen machines, die le gelijk bewondering en schrik onder hunne vijanden verwekten. Van weerszijden liet men niels oiibeproeld om den oorlog moorddadiger en wreeder le maken, en in de verwoedheid, welke de strijders vervulde, is hel le verwonderen, dal zij geen gebruik gemaakt hebben van de vergiftigde pijlen, die destijds in Azië bekend waren. In een muzebnanseb schip, dat oorlogsbehoeften voor l'lolomaïs in bad en dal door Uiebard bij zijne aankomst in Syrië buitgemaakt werd, vond men slangen en krokodillen, die bestemd waren om verderf en schrik le verspreiden onder de belegeraars. De kruisvaarders namen hunne loevluebl niel tol zulke hulpmiddelen; maar zij hadden uil Sicilië zwarle sleenen medegebracht, afkomstig vau bel lava van den Etna, welke groote verwoesting in de stad aanncbllen en door du

imizelmannen vergeleken werden bij bet verslindende vuur over de weerspannige! engelen afgeslingerd.

Te midden der gevechten en bestormingen, welke icderen dag plaats grepen, zien wij den moed der soldaten van bel kruis niet geschraagd door visioenen en mirakelen, gelijk in de vroegere heilige oorlogen. Een enkele kronijk vermeldt, dal de H. Maagd, de .Vloeder des Verlossers, in een verblindend wil gewaad, op zekeren nacht aan eenige soldalen vorscheen, die onder de wallen der stad waakten; doch bet verhaal van deze verschijning maakte hoegenaamd geen indruk op bel chrislen leger. Niellemin was de godsdienstige geestdrift grenzenloos, en nooit zag men een grooler aantal prelaten en geestelijken onder de wapens. De Latijnse,be geestelijkheid, die in hare predikatiën zoo menigwerf verkondigd hadi dal de dood, in een oorlog legen de muzelmannen, de poorten des hemels voor de pelgrims ontsloot, wilde zelve niel van dal middel Ier zaligheid verstoken blijven. Hoewel de priesters van bel islamismus de wapens niel opnamen, hebben wij toch reeds genoeg gezien, dat zij dien oorlog als gewijd beschouwden, en de voornaamste der muzelmanselie cadi's schreef aan Saladijn: De Uinij van onze zwaarden is welspt iiciul ijeitaef/ om mis de veryiU'eiiis unzcr zonden Ie doen verwerven.

De dweepzucht verdubbelde menigmaal de gruwelen van de slachting, in de overmaat hunner godsdienstige opgewonden-beid vermoordden de muzelmannen verscheidene keeren de ontwapende gevangenen, ja, men zag ben zelfs de chrislen soldaten, die in hunne banden gevallen waren, op bel slagveld levend verbranden; de kruisvaarders volgden de barbaarschheid hunner vijanden na.

Zoodanig is evenwel bel vermogen van de menschelijkheid op de bloeddorstigste harlen, dat men destijds krijgers zag, die mei afgrijzen terugdeinsden bij het aanschouwen van bel bloedbad, dat zij aangericht hadden, en zich als hel ware voor zich zeiven Irachtlen te verbergen. Zoo gebeurde hel eens lijdens hel beleg, dat muzelmanselie en chrislen schansgravers elkander m een onderaardscben gang onlmocllen, en als had het gezicht van het graf, dal zij als het ware voor elkander gegraven hadden, eensklaps edelmoedige gevoelens hij ben opgewekt, legden zij de wapens af en sloten een vredesverdag met elkander, aan anderen de zorg overlatende om een oorlog voort le zetten, die hen barbaarscber maakte, dan zij zouden hebben willen zijn.

Men beeft hel beleg van l'tolomaïs vergeleken met dal van Troje en die vergelijking is vrij juist. De mnzebnaiische en de ebristen krijgers daagden elkander dikwijls tol een afzonderlijk gevecht van man legen man uil en overlaadden elkandei met bescbnupingen, evenals de belden van llomerns; vrouwen, gedekt niel den helm en hel kuras, betwistten den ridders den prijs der dapperheid en werden gevonden onder de dooden, die bét slagveld bedekten; de kindsheid zelve bleef niel vreemd aan deze worsteling: men zag kinderen nil de belegerde stad komen en legen de kinderen der christenen strijden ten aanscbouwe der beide legers.

Soms maaklen de verschrikkingen van den oorlog plaats voor de genoegens van den vrede; de Eranken en de Turken vergalen voor een wijl den haal, die hun de wapens bad doen opvatten. Ciednrende bet beleg hield men in de vlakte van l'lolomaïs versebeidene steekspelen, waartoe de muzebnannen iiitgenoodigd werden. Alvorens in bel strijdperk le treden, wisselden de kampvechlers beleefde woorden mei elkander; de overwinnaar werd in zegepraal rondgedragen en de overwonnene als krijgsgevangene losgekoelit. liij die militaire feesten danslen de Eranken dikwijls op bel geluid der Arabische instru-meiilen en daarna zongen hunne meislreelen om de muzelmannen le doen dansen.

Naar hel voorbeeld van Saladijn namen de meeste emirs eene groote eenvondigbeid iu kleeding en manieren in aebl. Ecu Arabisch schrijver vergelijkt (hm sultan, le midden zijner bol bonding, omgeven door zijne broeders en zijne zusters, bij de koningin van den naebt, die een vaal schijnsei onder de sterren afwerpt; hiiu gansche tooi bestond in de fraaiheid hunner paarden en in den glans hunner wapenen en humier standaards, op welke zij planlen, bloemen, abrikozen en andere goudgele vruchten deden schilderen. De voornaamsle bevelhebbers der kruisvaarders volgden hen niel na m hunne eenvoudigheid. Igt;e Engelsche kronijken weiden breed uil over den luister en de pracht, welke koning Hiehard op zijn pelgrimslocht len loon spreidde; evenals men bet bij den eersten heiligen oorlog gezien bad, hadden de vorsten en de harounen hunne voor de jacht afgerichte honden en valken medegenomen en voerden denzelfden staal als bewoonden zij hunne paleizen en kasleelen. Onder de valken van den koning van Erankrijk, zegt een Arabisch schrijver, was er een van eene wille kleur en eene zeldzame soort; de Iwniiuj (wij herhalen hier woordelijk hel naïeve verhaal van den Ooslerschen schrijver) hield veel vau dien voi/el en de voijel hield eveneens veel vun den kuninj; op zekeren dag ontsnaple


-ocr page 234-

GESCHIEDENIS DEK KRUISTOCHTEN.

140

dio valk cn ging op dc wallen dor stad zitten; liet geliocle chrislen leger was op do heen om don weggevlogen vogel op te vangen. Daar hij door de Turken gevat en aan Saladijn gebraelit word, zond Philippus oon ge/.anl aan den sultan om het dier lenig te koopen en deed een som gouds aanbieden, toereikende voor de loskooping van verscheidene chrislen krijgers.

Heil kamp van IHolomais, waarheen alle ambachten en bedrijven de pelgrims vergezeld hadden, geleek op eene groote Europeesclie stad. Men vond or markten, waar alle voortbrongselen van het Oosten en hot Westen verkrijgbaar waren: de beweging van don handel, de weikzaamhoden van de nijverheid vermengden zich overal met de hedri|Viglioid van hel soldatenleven en hol wapengod ruis. Men mag aannemen, dat de gierigheid en de schraapzuoiil menigmaal mol de ellonde der kruisvaarders haar voordeel deden; de kromjken spreken van een Pisaner, die tijdons eene schaarsclite, een grooton voorraad graan bezat en weigerde hol Ie verkoopen m de hoop er een voel boogeren prijs voor te zullen bekomen. De vlammen verslonden hel magazijn van dien inludigon koopman, cn de behoortige pelgrims erkenden daarin de slralVeiide ge-rechtigheid Gods.

Abd-Allalil', die het beleg van IHolomais bijwoonde, vorstrokl ons eeuige bijzonderheden omlront hol kamp der muzelmannen. «In hot midden was een uilgoslrokt plein,quot; zegt de Arabisolic kroiiijkschrijver, holwelk tol iiondord veertig hoolsiallen bevatte; overal zag men keukens, en in oen cnkcie voud men achl en Iwinlig ketels, welke elk een schaap konden hevallen. Ik lelde zoll de winkels, die door den marklmoostor ingiischreven waren; er waren er zeven duizend. Uil eiken winkel van hel kamp zou men er honderd gelijk aan die onzer sleden hebben kunnen vormen. Allen waren ruim voorzien. Toen Saladijn /.i|ii kamp opbrak om het naar den borg Karonha over te brengen, koslte hol aan een enkelen koopman in holer, hoewel de alsland lamolijk kort was, zeventig gondslnkkon om zijn magazijn le doen overbrengen. Wat de markt van nieuwe en oude kloeren aangaat, dal is iels wal alle verbeelding overtrell. ftlon lelde in het kamp meer dan duizend badinrichtingen, die door mannen uil Alrika gehouden werden.quot;

De tallooze gevaren, welke de kruisvaarders onder allerlei gedaanten bedreigden, beletten een groot aaulnl hnnner niet zich aan de grootste losbandigheid en zedeloosheid over te geven. De geestelijkheid noclitans vermaande de pelgrims voortdurend de quot;vooisciinrten van hel Evangelie te volgen. In hel kamp der ehrislenen vond men een aantal kerken mot bouten torens ei op, waar dc goloovigen dagelijks kwamen bidden. Dikmaals maakten de muzelmannon van hel oogonblik gebruik, dal de kruisvaarders het H. Misolïer hijwoonden om hnnne van soldaten ontbloole verseliaiisingen aan li; taston. Te midden der algemeene zedoiiverbastering bood hel kamp van IHolomais ook veel sliehtends aan. In de kampen en op hel slagveld waakte de ehrislelijke helde voortdurend rondom do chrislen soldaten om hunne ellende le verlichten en de zieken en de gekwetsten le verplegen.

Er hadden zich broederschappen van godvruclilige mannen gevormd om de stervenden bij le slaan en de dooden te hegraven. Een priester uil Engeland hel op zijne kosten in de vlakte van IHolomais een kapel bouwen, die aan de ovoiiedcuen toegewijd was; hij had rondom de kapel een iiitgostrokt kerk-hol lalen wijden, waarop hij, zcdl li(;t ollicie voor de overledenen hiddende, de hcgralenis van ruim honderd duizend pelgrims bijwoonde.

Tijdens hel beleg vorkoorden de krijgers van hol Noorden in groote oiigelogeiilieid, daar zij zich door dc overige natiën niet kondon doen verstaan. Kenige odolhcden uit Lniiock en Itremen kwamen hen te hulp, maakten lonten van de zeilen hunner scli(!pen om er do hclmollige soldaüm hunner nalie in op le nemen en vei ploegden hou en hunne zieken; veertig Dnilsc.he hooren namen diiel aan dezi! mcnscldievende oiukM'neming en uil linnne visriïomging onlstond do orde der Teuli)iiis(die ridders. Van datzeirdo tijdslip dagUiekont ook hel gonodisehap van de Trinilarissen, dal Ion dool hail do vrijkooping der bij do muzelmannen gevangen gehouden ehrislenen.


-ocr page 235-

V U R V O I. (J V A N II U T A C II T S T E B O E K

V'OORT/KTTINO VAN DKN KIUIISTOCHT VAN lildlAlU) KN PHII.II'PUS AUGUST IS,

(I'liiliiipns «li Uiclianl ilcclon zamcn do in l'lolnniais govomlftii soliiill.fin; (wist liissrh. n liichiinl mi lierlog Loopolil van Oostonrijk; Konnnuid Icocil |ilol.si))ing im.h Tynis tonig; l'liili|i|iiis Angiisliis sclirepl Kicli m naar Kraiikrijk; Salailijn liinnl ilo VdorwaaviliMi van lint. verdrag niet niv en Kieliard doet de ninzeliminselie gevangenen onibreiigeii; de kruisvaarders slaan den weg in niiar -lernsalein, zij niiliiioelen vele moeielijklieden; /.ij zegevieren te Arsar; weder/.ijdsrhe stelling der (•liiisleneii en der Turken na dien veldslag, Koen raad en Itieliard ondei lianilelen met Saladijn; wreedheid van den koning van Kngeland; hij trekt o|i Jenisaleni aan, dat door Saladijn in persooii verdedigd wordt; de kruisvaarders trekken terug op A seal on en herstellen er de vestingwerken van; oneenigheiil onder de lievelhehljSrs; Koenraad, tot koning van leriisaleiu gekozen, wordt door twee Isniacilietea vennoord; Hendrik, graal van Chain pagne, vulgt hem in hel niarkgraal'seliaj) 'lynis op en sluit zieh daarna hij lliehani aan iu het heoorloogen der ongeloovigen; de Engelscho monarch begint aan ilea terugkeer naar zijn vaderland te denken; zijne besluiteloosheid; een rand, liestaanile uit ridders en baronnen, besluit tot den terugloeht naar de kust; de sultan bemaelitigt jóppe, dat lüehanl, na wonderen van dapjierheid verru ilt te hebben, hem weder ontweldigt; Saladijn bewilligt in het sluiten van den vrede; Kieliard scheept zieh in en verlaat het Oosten, — liekuopt overzieht van den derden kruistocht.)

ik in li(!lj:i;ii' llt;s^l Saiiil-Jtiiin-d'Ac.i'c cn zijne, (tiuslrokcn VJC.'lM!Z(gt;c.lil, om er do s|)Oi'(!ii van onze oude kniisvaaniers le, vtM'voloen , vond ik et' iuifinneriiiKeii aan Kraiiknjk van veel jon^eit! dagUïektaiing. Gelijk nion woel, rtikle generaal lionaparle, Mgyple overwonnen Iielihendo, Syrië mei zijn It^or biniifii en sloeg liet hcleg voor Sainl-Jtïnn-d'Aia'o ol Plolomais: ik Iu;!» op den herg Garmel en op do oevers van den üekis do graven der hij dat laalslo beleg weggemaaide l'Vansclien gtv.ien; de herg Tiiaiior (sn de veidon van Gaiilea hewaren nog de lierinneriiig aan de ovei'wininngen van Jionapark! en zijne soldatoii. Die heide oorlogen gaven gelijkelijk wonderen van dapperheid le aanselionwen; maar welk een verschil in de gevoelens, die de soldalen in het eene en hol andere lijdjiork bezielen! In de eerslo expedilio slrijdl men in naam van don godsdicnsl der vaderen; in de iwoede vecht nion sleclils in naam van eene menwe oniwenleling, die den godsdienst zelvon Iraclil le vernietigen, In den kruislochl van l'liilijijuis Atigusltts en Uichard U(;ouwenharl is do enkele naam van Jerusalem genoeg om in aller harion hel krijgsvuur le onlslekon; in don voldlochl van Napoleon wordl de naam van de heilige slad zell's niel gonooiml, en denkl m dal uil hel voormalige rijk van den heiligen 1,ode wij k gekomen leger er niemand aan hel gral van Ghristus le gaan vereeren. Ligl daarin niel iels geheimzinnigs, dal de gtiscliiedenis niel kan verklaren? want in de heide oor-logen is hel steeds h(!l Westen, dal hol Oosten komi opzoeken en er vasten voel traebl le krijgen.

Terwijl de niensrlien mei grool gedruis liinine oiiiweiittdmgen lol stand hrengen, waarvan zij niel allijd de gevolgen overzien, zet de Voorzienigheid tn slilie de hare voort en liedienl zich van de middelen en de werktuigen, die zij voor hare inzichlen voeg/aam acht. Zou de behoelte aan eene loonadering lusschen verwijderde iialiöii, dal geheim, lol dusverre voor onze zwakke hevaliing verborgen, zich uiel hegmnen le verklaren door hetgeen aan gene zijde der zeeeti plaats grijpt op het oogenhlik, dal wij dit schrijven (183!))? Wij zullen op dil onderwerp terugkomen, wanneer wij ons zullen bezighouden met hel onderzoeken van de waarschijnlijke tnlkomsleii en hel ware doel der kruislocliten. Laat óns den draad van ons verhaal weder opvallen.

Zoodra de emirs, die in Plolomais bel bevel voerden, hel verdrag geleckend baddon, reden een aantal ridders tie slad luimen om de gijzelaars le ontvangen en van de torens en de versterkingen bezit le nemen, liij het verlaten der slad vond de muzehnansche hezcliing hel gebeele clirislen leger op haar weg in slagorde opgesleld; men merkte in den gang en de honding der muzelniansclie krijgers eene zekere vaslheid cu Ijcrheid op, welke men voor don trots op de overwmning zou hehben kniinen liouthui. Dit gtv.iehl verhillerde de clirislen soldalen, die er huilendieii reeds oulevreden over waren, dat men de slad niel slormenderliand had ingeiioinen om ze aan de plundering prijs le geven; deze onlevredenheid nam nog toe, loen de beide konnigen aan al de poorlen schildwachten deden plaalsen , om den toegang lol de slad aan hel gros der pelgrims, die haar veroverd hadden, le verhieden en le belelleu. Itichard en Philipptis deelden met elkander den leeltoclil, de krijgshehoerien en alle rijkdominen, welke men in I'tolomais vond, en loollen om de gijzelaars en de krijgsgevangeuen. «Dal de Kerk en de iiakomelingschap oordeelen,quot; roept hier de bisschop van (lt;reinona uil, «ol' het voegzaam was dal alles op die wijze werd gegeven aan twee vorsten, die lernatiwernood drie maanden aan hel beleg deelnamen, terwijl de overige pelgrims op den buil zooveel meerdere recbleti hadden, verworven door de werkzaamheden van hel langdurig beleg en de ellenden en oiithcringen van verscheidene winters.quot;

Nadat Philijipns en Kieliard den prijs der overwinning gedeeld hadden, trok het gebeele leger de slad binnen. De gees'teiijkheid onlsineUe de kerken, die iu moskeeën waren herschapen en dankte den Hemel voor de laatste aan de wapenen der kruisvaarders verleende zegepraal. De bij de verovering van Plolomais verdreven christenen kwamen hunne vroegere hezillingen opeischen, doch hel was slechts op dringende voorspraak van den koning van Frankrijk, dat men hun toeslond hunne woningen weder le betrekken. Itichard gedroeg zich na de overwinning niel alleen aanmaligend tegenover de overwonnenen, maar ook de overwinnaars behandelde bij op geringschalletule, heleedigende wijze. Men verhaalt, dat Leopold van Oostenrijk, die zich door wonderen van dapperheid onderscheiden had, zijn banier oj) ecu toren der slad geheschen had; op last van Richard werd die banier naar beneden gehaald en in de gracht geworpen, lieeds grepen do Duilsche krijgers naar de wapens om dien smaad te wreken, maar Leopold ontveinsde zijn wrok; do rortuin zou hem spoedig eene gelegenheid aanbieden om zich geducht daarover te wreken, Koenraad, die eveneens ontevreden was, keerde onverwachls mei zijne troepen naar Tyrns terug, en loen men hem prelaten en baronnen achterna zond om hem aan le sporen de vanen van hel kruis uiel te verlaten, verklaarde hij, dal hij zich niel veilig achtte in ecu stad en een leger, waar Itichard hel bevel voerde. Nu gal' Philipjius, hetzij hij oulevreden was over de handelwijze van den koning van Kngeland, hetzij hel hem aan geld ontbrak om den oorlog voort le zeilen,


-ocr page 236-

UKSClllWlKiMS DKIi K1U IS TOdU l EN.

lielzij zijno ziekte vorderingen gemaakt had, zijn voonieinen te kennen, om naar Kuropa ttn'iig ie k(!ereii. Kil heshiit trol alle kruisvaarders diep. Uromplon verhaall, dal do IküIox van liourgondië en do liaronmin, dit! hij naar Kioliard zond, om dezen zijn plan koiihaarlc maken, ^rcen woord konden uitln engen, zoodanig werd liun slem door snikken g(!snioord ; de haronnen van den koning van lingeland hegoiirmn insgelijks te weenen, maar itieliard, die hlijdo was geien niededingci in hel ehristen leger meer te liebhen, stemde zonder niociik! in liet verii(!k van Philippns loi! en vergenoegde! zich met van dezen zijn koninklijk woord te eischen, dat Inj bij zijn lerngkeer in Klankrijk nie.ls tegen de domeinen en de provinciën van de Kngelsclie kroon zou onderncmien. I'hilippus ging te Tyrns scheep en liet lien duizend Kranschen in l'ideslina achter onder de hevelen van den hertog van Hourgondië Toen hij IMolomais verliet, namen zijne gelrouwe ridders en de kruisvaarders, die zijne partij tegen Kichard omlielsd hadden, (!en roeiend al'se,lieid van hem; al de overigen overlaadden hem met verwenscliingen en verwelen hem openlijk dat hij de zaak van lesus C.lirislus lafiiartig verliet.

liiehard bleel nu alloon mei de taak helast voor de uitvoering van liet verdrag van l'tolomais Ie waken. Kr was meer dan eene maand verloopeti en Saladijn hcHaalde de Iweehonderd duizend hezanten met. die men m zijn naam helool'd had; lii{ had hel lionl van hel ware kruis niet teruggegeven en de christen slaven, die hij in vrijheid moest stellen, waren nog in hoeien geklonken «i\u deed de koning van Kngeland,quot; zegt Walter Vnnsanl, quot; wiens cenig streven was den hoogmoed der nuizelmaniien te vernederen, hunne hoosheid en aanmatiging te heschamen, en liet isliimismus te slrallini vooi de deu christenen aangedane l)ese,limi|iingen, vrijdag na O. L. Vi. Hemelvaart, twee duizend zevenhoinlord gehoeidi; mnzidmanneii Iniitmi de stad voeren en gal hevel hen Ier dood te brengen. Degenen, welke met de uitvoering van dat bevel belast waren, gehoorzaamden daaraan met hliplsehap en haastten zich de Turksebe gevangenen de stral der wedervergelding te doen ondergaan en door hunnen dood dien v:in de christen gevangenen te wreken, die met pijlen en spiesen omgebraehl waren.quot; Wij hebben gemeend hier het verlnud van een ooggetuige te moeten al-schrijven, dewijl de gesehicdschrijvei in zulk eene ernstige aangelegenheid steeds beducht moet zijn een teil in een verkeerd daglichl voor te stellen en iets te veranderen aan de omslatidigliedcn, welke hel kennierken. Wij moeten er nog bijvoegen, dat Hieliard, naar het verhaal van den Kngelsehen schrijver, niet alléén van die barbaarselie daad beschiddigd moet worden, want de terdoodbrenging der gevangenen was in een raadsvergadering der bevelhebbers van hel leger besloten. De Arabische kronijksclirijvers maken naUiurlijk melding van dien moord der muzehniiiiselie gevangenen, en uit de omslandig-lieden, die zij modedeelen, kan men opmaken, dal Saladijn herhaaldelijk moet aangemaand zipi om zipi belotten te vervullen; de ebrisienen zouden hem meermalen gedreigd hebben dat zi| de niuzelmannen, die zij gevangen hielden, ter dood zouden brengen, indien lii| de voorwaarden van hel verdrag met vervulde; eerst nadat men alles tevergeefs beproelil liad, naderden de kruisvaarders, door liunne gevangenen gevolgd, door de vlakte lol aan de plek waar Saladijn kampeerde, en hunne vreeselijke bedreigingen werden verwezenlijkt ten aanschonwe van het muzelmansclie leger, dat zijne verschansingen verliet en den christenen een gevecht leverde. Met kan niet ondienstig geacht worden hier bij te voegen, dat de Oostersehe kioinjken, zonder dat barbaarselie tooneel nader te bespreken, er zich toe bepalen, met te zeggen, dal de gevangenen, martelaars van den islam, de walcrcn dei lianuluirlifihcid in tlc.ii slroom tuin hd l'iiiinlij* (fnujeu (litnhen. Hel valt niet te ontkennen, dat de kruisvaarders, in plaats van die daden van bloedige weerwraak te volvoeren, bever de vreedzame naleving gezien hadden van een verdrag, dal hun groote voordeelen aanbood, en het is ongetwijfeld om hun die voordeelen le onthouden, dal de politiek van Saladijn het leven der gevangenen en der gijzelaars opolferde, die hij zoo gemakkelijk had kunnen vrijkoopea. Op een tijdstip, dat de oorlog mei nieuwe woede zou voortgezet worden, kon de sultan, beschaamd over zijne nederlagen en vooi vcrdeien tegenspoed beducht, er niet toe besluiten om zijne vijanden m liet bezit le stellen van meer dan twee duizend gevangenen, die zich dadelijk opnieuw tegen hem zouden wapenen, van tweehonderd duizend goudstukken, die lot onderhoud moesten dienen van dat leger, lietvvelk hij niet had kunnen overwinnen, en van bet hout van liet ware kruis, welks aanblik de geestdrift en liet vuur der chrislen kiijgers in de gevechten aanwakkerden. Overigens beschuldigden verreweg de meeste muzelmannen, die niet die drijfveeren van een onverbiddelijke staatkunde konden beoordeelen en daarbij dikwerf hunne gevangenen hadden om hel leven gebracht zonder aan de christenen de niet-naleving der verdragen ten laste te kunnen leggen, in deze aangelegenheid niet de Ijarbaarscliheid liunner vijanden, maar weten slechts aan Saladijn den dood van hunne aan het zwaard der franken prijsgegeven broeders, liet misnoegen en de wrok, welke daarover onder zijne emirs en zijne soldaten ontstonden, brachten in het vervolg veel nadeel toe aan den voorspoed zijner wapenen (m noodzaakten hem ten laatste den oorlog te eindigen, zonder dat hij, gelijk hij voornemens was, de christen koloniën van Syrië luid kunnen verdelgen.

Kindelijk genoten de zegevierende kruisvaarders in IMolomais eene rust, welke zij sinds hunne aankomst, in Syrië niet gekend hadden. De genoegens van den vrede, de overvloed der levensmiddelen, de Cypersehe wijn en andere vermaken, deden hun eene wijl het. doel hunner ónderneming uit hel oog verliezen. Toen een wapenheraut met luider stemme kwam verkondigen, dat bel leger ging opbreken en naar Joppe, marelieeren, kostte het aan de meeste pelgrims eenige moeite eene stad te verlaten, waar zij zooveel genot smaakten. De geestelijkheid herinnerde hen echter aan de gevangenschap van Jerusalem, en na eenige dagen buiten de stad gekampeerd te hebben, zette het leger zieh in beweging; honderd duizend kruisvaarders trokken den lielus over, lusscben de zee en den berg Carmel liun weg nemende. Ken vloot, die in de haven van IMolomais beladen werd met bagage, leeftocht en oorlogsbehoeften, stevende langs de kust. Ken wagen op vier met ijzer beslagen wielen droeg den standaard van deu heiligen oorlog aan een hoogen mast vastgemaakt. Kondom dien wagen legde men de tijdens den strijd gewonde chrislenen neder, en vereenigde zich liet leger in oogenblikken van gevaar. De kruisvaarders trokken langzaam voort, dewijl de muzelmannen ben overal op hun weg beloerden en hen op alle moeielijke plaatsen trachtten te overvallen. De Turken waren niet, evenals de christenen, met eeue zware wapenrusting bedekt; ieder soldaat had slechts een zwaard, een dolk en een werpspies; eenigen droegen een strijdknots met talrijke ijzeren punten. Op Arabische paarden gezeten, zwierven zij rondom tiet christen leger, vluclitende wanneer men hen vervolgde, lerugkeerende zoodra de vervolging gestaakt werd. liet leger der kruisvaarders had ook tegen de; moeiehjk-heden van den weg te kampen. Waller Vinisauf spreekt van een streek, de Smalle Weycit genoemd, drie uren aan gene zijde van (iaipha gelegen: een doortocht is er met menschenlianden gebaand midden door eene rotsachtige laag, welke de vlakte bedekt; de weg lusscben deze twee rotswanden is bijna een halve mijl lang. Tot manslengte opgeschoten varens en planten verlnnderden dikwijls den verderen voortgang der ruiters cm der voelknechlen. Wilde dieren kwamen uit hunne schuillioeken te voorscliijn en vluchtten tusschen de soldaten door, die liuiint; gelederen verbraken om ze na te zitten. Overdag werden de kruisvaarders geblakerd door de gloeiende zon , des nachts waren zij Ier prooi aan tal van insecten, die men lurcnlcs noemde, wier beten hun lichaam deden opzwellen en liun ondrageli|kc smarten veroorzaakten. Men zal zich herinneren, dal de pelgrims van den eersten kruistocht insgelijks veel van de lami'lcs tu lijden gehad hadden. Die insecten beten zich overdag met zien, maar tegen het vallen van den avond kwamen zij mei groote zwermen aanzetten, gewapend met tuin wreeden angel.

Op dien bezwaarlijken tocht verloor het leger een groot aantal paarden, die door de pijlen van den vijand verwond werden; vele soldaten kwamen van vermoeidheid om. Wanneer een pelgrim den kialslen adem uitblies, begraalde de troep, waartoe hij behoorde, hem op de plek zelve waar lii| den geest gegeven had en vervolgde zijn weg ondei hel zuigen dei psahnen' vooi de overledenen Het tegei legde lernauvvernood drie nii|len pei dag af; eiken avond sloeg het zijne lenlen op, alvorens de soldaten zich aan den slaap overgaven, riep een wapenheraul door liet gebeele kamp. II mi , '•in hei Itcihi/ f//»/ hij! lil{ sprak deze woorden driemaal, en het gebeele, legei herhaalde ze, mei de oogen en de handen ten hemel gelieven. Den volgenden ochtend, bij hel krieken van den dag, zette zieh de wagen, die den standaard van hel legei droeg, op een leeken dei hevel hebbers weder in beweging , de kruisvaarders volgden in stilte, terwijl de pi iesters, in hnnne. godsdienstige zangen, de omzwer vingen, de ontberingen en de gevaren van Israel berdachlen terwijl bet op weg was naai het beloolde land.

Na een zesdaagscben almatlenden inarsch bereikte men eindelijk r.esarea, waai van de uvei bbjlseten zich heden ten dage reeds uit de veile op de zeekust vertoonen, en kampeerde rondom een meei, op korten aKlamt vim de stad De kruis vaarders hadden veiselienlene aanvullen van de muzelmannen afgeslagen, maai ei bleven linn nog giootere liindeipalen te overwinnen over Saladijn had zijn gebeele legei bi|een-gebracht, van begeerte brandende om wraak te nemen over het verlies van IMolomais en den moord dei niuzelniausche gevangenen. De kruisvaarders moeten wel eenigen angst bespeurd hebben bij hel zien van de houding, de loebn cidselen en de menigte hunner vijanden. Indien men den Oostersclien schrijvers geloot mag schenken, deed de koning van Engeland aan Saladijns broeder den vrede aanbieden; maar dewijl bij


-ocr page 237-

LIT WEERWRAAK DOET RICHARD DE GEVANGENEN TER DOOD RRENGEN.

-ocr page 238-

:

'

i--! ? «'..i; « . ., Tf'ir'si.V.'.Vi-r'quot; •■ 1 IV- , . !.• '••; '*.'■*:'{ikgt;*X'.

I quot;quot;» 11^' 1 ^

:'S Vquot; i ■ '■ ' •' T'5S ?vamp;

■■ ■ g^? /■ .

M m vi

IhI

'' ' ':Wx

: %

§ * ïï .: m-

m b

SmMI Mi^aMI^^

quot;'. quot; Iquot; .. '5 ^^6' ^ gt;

'•'^r^ .1 ,*' i • :

iquot;. '*• s *Jamp;'3(Samp;*k amp;£®ÊSmg

HH

IBPililliiMWi

i»wiiiMlBEgg s sismiSliMSsm |%|i:#|l

IMI

m |H ■

mT- m

i % ' - H ü;

B I ■ WÊÊ

!

- ijHH BtMi MM iMIMi WK'amp; I •• . I v •.quot; ■

■■- , 1/ g-.'1 IfK i' '

I . 11 J i - 1 r; quot;, ':

:

B I -'quot;91 H Hl H BI ^Ha Hj l™

i:

'.-f sr

| 'S ::', S -

H

B™®fel8ffl8BE*!M0wy.^m\gt;«,.«SJMamp;S.»!'• .-. .. ■ - ,

-ocr page 239-

gBHM

-ocr page 240-

KRUISVAARDERS DOOR DE MUZELMANNEN OMSINGELD.

-ocr page 241-
-ocr page 242-
-ocr page 243-

r,Ksr,iiii'jiKNis i)F,i; kni;isTor,11tr.N.

.Iciusalüiii vurdenie en den irols dur l urken krenkte, wtirden de oiulerliatulclin^o.ii alp'ln'ükrii en de krijj; mei vernieuwde hevigheid hervat. Nu eens was hel. leger van den sultan den kruisvaarders vooriiit, dan weder dreigde hel hen in de llank ol' in den rug aan Ie vallen. Hij eiken ovcrtoc.lit van een stroom, hij eiken he.rgpas, hij elk dorp moest men een gevecht leveren ; op de hoogten geposteerd, scholen de inuzelimuische hdogsclmllers hagelhuien van pijlen al'; de kurassen dei christen krijgers waren heprikt mei pijlen, holgeen e(!ii Arahisch schrijver lieell doen '/.eggen, dal de ridders gelijk waren aan stekelvarkens. Hel was op korten afstand van Gesarea, dal Uicliard, gelijk lui /.ell verhaalt, door een pijl in de linkerzijde verwond werd Hel christen leger had steeds do zee aan de rechlerhand; aan de linker verhieven zich hergen, welke met muzelmannen als hezaaid waren. De kruisvaarders (rokken door een eikenwoud, dal door de kronijksch rij vers liet woud van Arsur genoemd wordt, en steeds hunne gelederen dicht iianeensluilende, sleeds gereed tol den strijd, kwamen zij aan de rivier Uoclielalié, door de Arabieren Lcddtir gelieelcn. Hier wachllen tweehonderd (luizend muzelmannen hel chrislen leger al, om hel den overtocht te hetwisten ol het ccn hcslissenden slag te leveren.

/oodra men den vijand heinerklc, maakte koning liichard zich genied lot den strijd. De chnslenen werden in vijl korpsen v(!r(l(!eld; de Tempeliers vormden hel eerste, de slrijders van liretagne en Anjoii hel Iweiide, koning (luy en de soldalen van l'oitou het derde korps; hel vierde hestond uit de Kngelselien en de Nonnandiers, die rondom den grooleii standaard geschaard waren; op hen volgden de Hospitaalridders en achter deze kwamen de hoogschullers mei gespannen hoog en een vracht pijlen en werpspiesen op den rug. De graal van (■liampagne was mei /ijne ridders de bergen genaderd , om de hewegingen der rui ken gade te slaan ; de koning van Kngeland en de luïrtog van Üourgondie reden, aan de spils eener k(iiirh(!nde, nu eens voor hel leger uil. dan weder naast de llanken ol achteraan. De halaljons der cliristenen waren die,lil opeengedrongen, en er was hevel gegeven dal ineinaiid de gidedercn mocht verlaten en men zich hij de nadering van den vijand alleen lot verdediging moest hepalen.

Tegen het derde uur van den dag zag men, terwijl hel leger der christenen, geheel strijdvaardig, langzaam voorttrok, on-overzienhare scharen muzelmannen de Itergen aldalen en de achlerho(ïde der kruisvaarders naderen. Onder die menigte vijanden hevonden zich veel Hedouinen, die hogen, pijlkokers en ronde scliilden droegen, Se,yth(!n, op groole paarden gezelmi en mei pijlen ginvapend, en zwarte Kthiopiërs, van (uuie reus-achlige, geslalte, wier aangezichl rood en hlanvv licschilderd was Op deze henden volgden verscheidene andere zwermen, die aan de puni hunner lansen vlaggetjes van allerlei kleuren droegen. Al die harharen naderden de cliristenen met de snelheid des hliksems en de grond dreunde onder hunne schreden. Hel geluid hunner sisters, .klaroenen en pauken zou helel hehhen hel geluid van den donder lo vernemen. Kr waren onder hen lieden, wier eenige taak daarin hestond van vervaarlijk te huilen en Ie krijschen. en al dat gedruis had niel alleen ten doel om himnen vijanden vrees aan te jagen, maar ook om de mnzelmanselie krijgers tol den strijd aan ie wakkeren en in hunne harlen, met geringsclialtiiig van alle gevaar, den zwijmel van den moordlnsl op Ie wekken. Horden volgden op horden, en weldra omringde hel innzehmmsche leger de cliristenen ui'lijl' hel (Kifihd hdDon omsluit, om te spreken zooals de Aralusche schrijvers. De iioogsclmtlers en de slingeraars weerden den eersten onsliiimigeii aanval van den vijand al', maar gelijk aan de wateren, die huilen hnnne oevers treden, werden de wijkende Tinken, voortgestuwd dooi degenen die achter hen kwamen, genoodzaakt den aanval ie liernieuwen De Turken lasllen hel christen leger gelijktijdig van weerszijden in de Mank aan, om het zoo mogelijk in tweeën te snijden en daardoor verwarring m de gelederen Ie verspreiden ; zij drongen ui nog grooier getale op de aclilerhoede in, die int Hospitaal-i idders gevormd was en sl reden, hunne pijlen alleggende, met de lans, de strijdaks en hel zwaard. Ken Kngelsche kronijk viM-ge.lijkt hen met smeihm en de kruisvaarders mei het aam-heeld, dat ondei de herhaalde slagen dol' galmt Intussc.hen had het chrislen leger zijn marsch naar Arsur niet gestaakt, en de miizelmannen, die de gelederen dei I''ranken niel konden verbreken, noemden hen ccn nulic van ijzer.

Uiehai'd had het bevel hernieuwd, dal men zich lol de verdediging zou blijven bepalen, zoolang hel sein om den vijand aan te vallen zich niet zou hebben doen hooren ; dit sein zou gegeven worden door zes trompenen: iwee aan de spits van hel leger, twee in hel ccntrum en Iwee in de achlerlioede. Mei ongeduld werd er op dit teeken gewaebt; de baronnen en de ndd'm's konden alles verdragen, behalve de schande van werkeloos te blijven tegenover (!en vijand, die steeds vermeteler werd. De soldaten van de achterhoede laakten Kichard dewijl hij hen schijnbaar aan bun lot overliet en riepen Sint-Joris, den patroon der dapperen, aan. Eindelijk stormen eenigen der vurigslcn en onversaagdsten, bel ontvangen bevel in den wind slaande, op de iiiiizelniannen in en hun voorbeeld sleept de strijdlustige llospilaliers mede. Torshmd snellen de graal van Chainpagne met zijn keurkorps, .laei|ues van Avesnes met zijn Vlamingen, llohert van Dreux en zijn broeder de bisse.hop van Beau va is naar de plek, waar het gevaar hel dringendste was. Na hen verbreken de soldaten van liretagne, Anjou en Poilou de gelederen, de slag wordt algemeen en liet tooneel van den slnjd strekt zich uil van de zee lol aan de bergen. Koning liiehard vertoonde zich overal, waar de ebristenen zijne hulp noodig hadden, overal verkondigde de vluehl der Turken zijn tegenwoordigheid (in zijn weg. Meii vocht met zooveel verwoedluml en de luehl was zoozeer door slol verduisterd, dal verscheidene pelgrnns onder de slagen hunner eigen wapenmakkers vielen, die hen voor muzelmannen hielden Verscheurde standaards, gebroken lansen en verbrijzelde! zwaarden bezaaiden de vlakte. Twintig wagens, zegt een ooggetuige, zouden de pijlen en de spiesen, die den grond bedekten, niel hebben knullen laden. Vele miizelmannen, die biinne paarden en hunne wapens verloren hadden, verborgen zich lussclien de siruiken ol klommen m boonien, waaruit (Hm vvelgemiki pijlse.liol ben wisldra deed nederploll'en , anderen vhic.hlleu naar de zee en sprongen van de steile rotsen in de schuimende golven, waar zij eveneens den dood vonden.

De strijd werd steeds verwoedor en bloediger; hel geheele christen leger nam aan den slag deel, terwijl de wagen, welke den groolen standaard droeg, lernggeredcn was en als hel ware de kern vormde, rondom welke de strijd bel hevigsl woedde. Welhaast konden de muzelmannen den onsluimigen aanval der I'Vanken niet langer weerstaan, Doha Kddiu, die ooggelnige was, verhaalt ons zeil', dal hij, hel eeiilrum van bei imizelmansche leger verlalende, dal nileengedreven was, zich naar den linkervleugel wilde begeven , die echter juisl op de vluehl sloeg, en bij eindelijk de wijk nam in hel paviljoen van Saladijn, waar hij den snllan vond door nog slechts zeven inameiukkén omringd Terwijl luuine vijanden zoo overhaasl vhiclitten, bleven de eliristenén, met moeite aan limine overwinning kininende gelooven, werkeloos slaan op de plek waar zij overwonnen hadden, '/ij waren bezig mei hel opsporen en bel verbinden liiinner gekwetsten en hel bijeenrapen der ovei hel slagveld verslrooide wapenen, loen onverhoeds Iwinlig duizend' uuizeliiianneii, door liini aanvoerder bijeengehraelil, kwamen aansnellen om den slnjd Ie hernieuwen. Overweldigd door hitte en vermoeidheid en geen aanval meer verwachleiide, weken de chrislenen aanvankelijk lenig als waren zij door vrees bevangen. Taki Kddin, een neel van den snllan, en de dapperste zijner emirs voerden de mnzelmanselie krijgers aan, aan wier spils men de maineliikken van Saladijn mei liniine gele banieren opmerkte. De chnslenen. die op Imn slandaard waren lernggelrokken, inoesten, om aan den schok der muzelmannen weerstand Ie bieden, bemoedigd worden door de legenwoordig-beid en het voorbeeld van liiehard, die, volgens de kronijkeu van dien lijd, de innzelmanneii velde gelijk de maaier de aren des velds Op bel oogenblik dal de zegevierende ehnsleiieii zich weder in beweging zetten en hun toe,hl naar Arsur vei-volgden, kwamen de niiizelniannen, door verlwijlëling gedreven, de aehlerhoede nogmaals aantasten, liiehard, die den vijand twenmaal lernggeiirongen had. vliegt, door slechts vijltien ridders gevolgd, naar hel bedreigde puni onder bel galmen van de krijgsleus der ebristenen (Uui, sla hel hcilifi (jml hij! De dappersten volgen den koning; de muzelmannen worden hij den eersten schok verstrooid en Imn driemaal overwonnen leger ware vernietigd geworden, indieo zij zich niet door een overhaasten teriigtocbl in de bosschen in veiligheid gesteld hadden.

In dien slag verlooi Saladijn meer dan acht duizend soldaten en lwe(! en dertig emirs De ovei winning kostte dmi chrislenen slechts duizend strijders. Met diepe droelheid erkenden de kruisvaarders onder de dooden een liunnei bekwaamste, en onver-saagdsle veldheeren den doorluehligen .lacipies van Avesnes iVlen vond hem, mei wonden overdekt, Ie niidden zijner aan zipie zijden gedoode slrijdinakkers en bloedverwanlen. Nadat hem eeti arm en een been argehouweii waren , bad hij den strijd nog voortgezet , en stervende riep bij uil: O IUcIkikI, mrceli mijn dooii! Daags na den strijd werd hij Ie Arsur in de kerk van de II Maagd begraven Al de soldaten van bel kruis woonden, diep bedroeld, zijne leraardeheslelling bij.

De veldslag bij Arsur had over hel lot van dien krnistochl kunnen beslissen. De dapperste verdedigers van de christenheid en den islam namen bij die gelegenheid deel aan den strijd: ware Saladijn overwiniiaar geweest, dan zon geen enkele stad van Syrië, van dien stond al', de banieren des kruises nog op hare muren hebben zien wapperen; hadden de Franken met hunne overwinning hun voordeel gedaan en liniine overwonnen vijanden achtervolgd, dan hadden Syrië mi Kgypte aan de heerschappij der nuizelmannen kunnen oulkomen. Ongelukkig voor


-ocr page 244-

\u GKSCHtEDENlS DF.R KI!UISTOOHTKN.

de clii'isloiKMi hi'iiuhl die d:ig hun meer roem dan wezenlijke voordeelen iian. Zicli Ijewegende op eigen grondnohied, om-Keven door lidrijke bondgenoolen, hcliieiden de imizelmanneii een talrijk leger en konden liunne verliezen lierslellen; ver van linn vaderland vei wijderd, geen nieuwe liuip, nocli van liet Üoslen, noeli van hel Westen te verwachten liebbende, liadden de Franken daarentegen na oen grooien gewonnen slag dezelfde liindernalen te overwinnen en dezelfde vijanden te bestrijden.

De Turken bleven in bet bezit van bel grootste deel der versterkte steden en kasteelcn van l'aleslina; maar, van den eenen kant, konden de sterkten, die zij in den jongsten tijd veroverd badden, herstellingen behoeven om den aanval der vijanden te weerstaan, en van den anderen kant weigerden de iiiiizelmanscbe soldaten, beangstigd door de herinnering aan het beleg van Ptolomaïs, zieb binnen wallen op te sluiten. Deze overwegingen brachten Saladijn tot bet besluit om de steden en kasteelcn, die hij niet kon verdedigen, te ontmantelen, en toen het christen leger voor Joppe versclicen, vond het de stad geheel open en de wallen en de torens geslecht.

De legerboolden belegden eene vergadering om te beraadslagen wat linn in de gegeven omstandigheden te doen stond. Kenigen stelden voor om regelrecht naar .lerusalem op te rukken, overtuigd als zij waren, dal de schrik, welke de inuzelmannen overmeesterd had, er de verovering van zou vergemakkelijken. Anderen waren van meening, dat de kruisvaarders, om hun tocht en bet welslagen hunner ouderneming le verzekeren, in de allereerste plaats de steden moesten versterken en de kasteelcn wedei opbouwen, die zij op hun weg zonden ontmoeten. Dit was het gevoelen van nichard; de hertog van ISourgondic, en eenige andere bevelhebbers waren een tegenovergestelde meening toegedaan, minder ongetwijfeld int overtuiging dan wol door dien geest van verzet en naijver, die hen van toen af legen den koning van Kngeland vervulde: een hetreurens-waardige kiem vau tweedracbl, welke zich m bet vervolg op een voor den kruistocht zoo noodlottige wijze ontwikkelde! Nochtans behield bet gevoelen van liichard de overhand en hielden de kruisvaarders zich liezig met hot wederopbouwen der muren van .loppe.

Koningin IScrengera, de weduwe van Willem, koning van Sicilië, en de dochter vau Isaiic kwamen zich hier lii| deu koning van Kngeland voegen. Het cbrislen leger kampeerde in boonigaarden mi tuinen, waai de booineu bogen ondei li(!i gowicht der vijgen, granaatappelen en tal van andere vruclilen. Het schouwspel van eene hofhouding, de overvloed der levens-iniddelen, de gemoegeus van de rusl .(;u de sclioone dagen van den herfst deden de kruisvaarders de verovering vau .leru saleui vergeten.

Tijdens het verblijf van het kruisleger te .loppe, liep de koning van Kngeland op zekeren dag groot gevaar van iu de banden der muzelmannen te vallen. In het wond van Saion ter jacht gegaan zijnde, hield hij balt en sliep ouden' een boom in l'lot seling wordt hij gewekt door het geschreeuw van zijn gevolg: een troep Turken kwam aansnellen om hem le overrompelen , hij springt te paard en stelt zich m staat van tegenweer; maai vau alle zijden ingesloten, was hij op het punt ouder de over macht te bezwijken, toen een ridder van zijn gevolg, die in de kronijken Willem van l'ratelles genoemd wordt, ui de taal der inuzelmannen uitriep: II, hen dr l.iiiiiiif/! spam mijn Imn 1 Op die woorden wordt de edelaardige krijgsman door de inuzel-nianncn omringd, gevangen genoineii en voor Saladijn gevoerd. Aldus door de zelfopoHering van een Fransch ridder gered, ontkomt de koning van Kngeland aan de vervolging des vijands en keert behouden in Joppe terug, waar zijn leger met ontzetting verneemt, dat het gevaar gcloopen heeft zijn aanvoerder te verliezen. Willem van l'ratelles werd naar de gevangenis van Damascus gevoerd, en liichard meende latei ite vrijheid van zijn getrouwen dienaar niet te dnur te helalen met aan Saladijn tien emirs, die iu handen der kruisvaarders gevallen waren, voor hem in ruil te geven.

Na Joppe ontmanteld te hebben, hadden de muzelmannen ook de stad Ascalon, de sterkten Randa, Latrun, Gaza en al de m de gebergten van Judea xm Naplnsa gebouwde kasteelcn verwoest. Tegen liet einde van September zette bet christen leger zich opnieuw in beweging en kwam tegen bet feest van Allerheiligen kampeeren tusschen het kasteel der l'laus en dat van Mahé, die ten decle verwoest waren en waarvan het de muren weder oprichtte. Die twee kasteelcn lagen in de nabijheid van Latrun; gebouwd aan den ingang der bergen van Judea, waren zij als twee wachters van den weg naar Jerusalem, liet was een zonderling schouwspel dal die twee legers, welke men zoo geducht tegenover elkander had zien staan, thans opleverden, geen nieuwe gevechten zoekende en hel door hunne overwinningen geteisterde land slechts doortrekkende, hel eene om de torens en de sterkten te vernietigen, het andere om ze weder oj) te bouwen.

lutusscben vermengden zich nog eenige schitterende wapen-leiten met de werkzaamheden van bet chrislen leger. Op zekeren dag, dal de Tempeliers in vlakten en dalen fourage zoehlen, werden zij door een troep niuzehnannen verrast. De kronijken van dien tijd roemen hier de dapperheid van dim graaf van Leicester en den graaf van Sint-Paulus; maar ondanks hnn heldhafligen tegenstand waren de kruisvaarders op hel piinl voor de overmacht te bezwijken en riepen met luide, kreten hunne in liet kamp gebleven wapenmakkers le hulp. Terslond bestijgt Diehard zijn rosachlig Cypersch paard en vliegt, naar de phials van hot gevaar; zijn geieide was zoo gering, dal men hem wilde terughouden door hem le zeggen, dat hij zich nutteloos aan een wissen dood ging blootstellen. «Toen al die krijgslieden een leger gevolgd zijn, waarover ik het bevel voer, heb ik bun beloofd iien nooit te; zullen verlaten,quot; antwoordde de koning toornig, «indien zij den dood vonden zonder bijgestaan te worden, zon ik dan waardig zijn hen aan te voeren en den titel van koning te bebonden ?quot; Ouder bel uilen dezer woorden, dringt liichard op den vijand in: aan alle kaïilen vallen de muzelmannen onder zijne slagen; zijn voorbeeld verlevendigt den moed der cbrislen strijders; de bataljons der niiizelmannen worden verstrooid en nemen de vlucht, terwijl de zegevierende TenijKdiers mei eene groote menigte gevangenen naar hun kamp terugkecrcn en de zelibpollenng van liichard hemelhoog prijzen.

Gelijk men ziel, zegevierde de koning van Kngeland in alle ontmoetingen over de muzelmannen, maai bij had gedncliler vijanden ouder de cbrislen bevelhebbers, wier verbilleriiig over den glans zijner wapenfeilen en de verregaande lierbeid van zijn karakter met deu dag sleeg. De hertog van fiourgondië en zijne Frauscben droegen met ongeduld hel juk van zijn gezag en schenen onzijdig te lihjven tnsschen de kruisvaarders en de Turken. Koenraad bleef halsstarrig iu de stad Tyrns, zonder aan den oorlog deel le nemen, en alsof deze strafwaardige werkeloosheid niet meer genoog was tol bevrediging van zijn haal, bood hij den mnzelmannen aan zich met hen tegen dén Kngelscben monarch te verbinden. Van de onderhandelingen van den markies van Tyrns ondei richt, wilde liichard hem voorkomen en vaardigde van zijn kant gezanten aan Saladijn af Hij hernieuwde de belofte, welke bij aan iMalck Adhel gedaan had van naar Knropa wedei le keeren. indien men Jerusalem en het hout vau hel ware kruis aan de cliristenen teruggaf. «Jcrusalein beeft n iiimmer toebehoord,quot; liet de sultan hem antwoorden, «wij knniien bel n niet afslaan, zonder ons aan een misdaad sclmidig te maken, want (huu zijn de rniirlcn i/cwiion Ie Dci'f/ddi'icn ; van ilddi in de /fro/h / m i'i'ii jcilcnluixini tlii/i'ii inifhl len hemel opfidlownieiiWal bel bont van hel ware kruis belrefl, dit beschouwde Saladijn als een voorwerp van ergernis, als een hescliimping van (iod. Mij had gmveigerd hel af le staan aan den koning van '(.eorgië mi aan (len keizer vau (lonstanlinopel, dn; er hein aanzienlijke geldsommen voor boden, «Al de voor deelen van den vrede kuinien mij uiet bewegen,quot; zeide bij, «iian de clirisleneu dat sebaiidelijk gedenkteeken van hun algodeni terug l(^ geven.quot; /00 slijfden de oneenigbeikm, die oiider dl' kruisvaarders bestonden, den hoogmoed van Saladijn; en hoe heftiger die onecnigbeden werden, boe onhandelba.irtler zich de siillan omtrenl de vredesvoorwaarden IxHoonde

liicbard deed andere voordellen waarin hij behendig de eerzucht van Malek-Adhel, den broeder des snllans, wist te betrekken. De weduwe van Willem van Sicilië werd den mnzelnianscbeii vorst ten huwelijk aangeboihm . onder bel loeziebt van Saladijn en liichaid zouden de heide eclilgenoolen ovei de muzchnannen en de cbristemjii r(!geeren en hel koninkrijk Jerusalem besturen. De geschiedschrijver Hoba-Kddin werd inel de overbrenging van dit voorstel aan Saladijn belast, die hel zonder weerzin scheen aan te nemen Hel plan van deze zonderlinge echt-vereeniging verwekte groote verbazing bij do imams en de .schrift-geleerden; van hunne zijde gaven de bisschoppen, zoodra zij er van onderriebt werden, luide hunne ontevredenheid le kennen en dreigden Johanna en liichard mot do hanhliksems der Kerk, De volvoering van zulk een plan scheen eene onmogelijkheid le midden van een godsdienstoorlog, liichard kon den tegenstand der geestelijkheid niet overwinnen Do Arabische schrijvers vermelden, dat oen andere roden de ondcrhandeluigon deed mislukken, en een hunnei voegt er bij, dat (He reden (Kin C.od alleen bel,end was.

liichard en Malek-Adhel, dien de Lalijnsclie kronijken als een vriend der Franken voorstellen, hadden vele bijeeiikomslen, waarbij zij elkander een onderscheiding en voorkomendheid bewezen, welke op een wederkeorige vriondschap geleken; maar hunne betnigingen, die hoegenaamd lol niets leidden, begonnen eindelijk onlevredcubeid le verwekkem in het niuzidinansche zoowei als in hel christen leger. Men legde liichard ten laste dat hij den roem der ebrislenen opollerde aan zijne heersi b-zucbl; hij waschte zich van deze beschuldiging schoon door een harbaarsche daad: al de gevangenen, welke hij iu zijne macht had, werden onthalsd en luinue hoofden in hel kamp tentoongesteld.


-ocr page 245-

(iESClllEDKNIS DEK KKL'ISTOCHTKN.

Om het vertrouwen der kruisvaarders geheel te herwinnen en Saladiju vrees aan te jagen Irok llichard naar de bergen van Judea, zijn plan kenbaar makende om Jerusalem eindelijk te gaan verlossen. Hel was in het midden van den winter: de regens deden een groote menigte lastdieren sterven; de storm wierp de tenten om; do paarden stierven van koude; de levensmiddelen bedierven; do wapens en de kurassen werden met een laag roes bedekt; de kleoderen vielen den kruisvaarders aan Harden van het lichaam; de gehardste pelgrims verloren hunne spierkracht en limine sterkteen velen werden ziek. Daar men echter de heilige stad naderde, schraagde de hoop van weldra de woonstede van Jesus Christus te zullen aanschouwen den zinkenden moed; van alle zijden kwamen christen strijders opdagen om zich onder de vanen van het kruis te vereenigen; zelfs degenen, die door ziekte genoodzaakt waren geweest te Joppe ol'te Ptoloma'is achter te blijven, lieten zirh in draagstoelen naar het leger voeren en trotseerden te gelijk de guurheid van het jaargetijde en de aanvallen der Turken, die hen in hinderlagen langs de wegen beloerden.

Terwijl de kruisvaarders de heilige stad naderden, hield Saladiju zich ijverig bezig met haar in staal van verdediging te brengen: werklieden bekwaam in het sleenhouwen, en die, gelijk een kronijk zegt, een berg zouden hebben kunnen kloven, waren van Mossul gekomen en werkten onalgehroken aan het herstel der torens en aan den bouw van nieuwe versterkingen. Zich niet bepalende tot deze toebereidselen, had Saladiju de geheele landstreek doen verwoesten, welke de kruisvaarders moesten doortrekken. Al de wegen, die naar Jerusalem voerden, waren door de muzelmansche ruiterij bezet, die de kruisvaarders afmatte en hen verhinderde leeftocht uit 1'toloma'is en de havensteden te ontvangen.

De massa der pelgrims zag echter noch gevaren, noch hinderpalen. Tevergeefs verhieven zich oenige stemmen in het leger tegen het plan om de belegering van Jerusalem te ondernemen in het midden van don winter en tegenover een leger dat men niet had kunnen overwinnen; de gevoelens, waarmede de kruisvaarders bezield waren, deden hen gelooven, dat God hunne onderneming begunstigde en niets hun kon weerstaan. In een raadsvergadering besloten echter de bevelhebbers bij meerderheid van stemmen, dat men zich naar de zeekust zou begeven; maar zij durfden hun besluit aanvankelijk niet openbaar maken, zooveel vuur en geestdrilt legden de kruisvaarders nog voor de verovering der heilige plaatsen aan den dag. Zij hoopten, dat de vermoeienis en hel gebrek hun te hulp zouden komen om de soldaten van het kruis tot andere gedachten te brengen; maar iiet christen leger zou eerst, dan zijne ellende gaan gevoelen, wanneer het de hoop moest laten varen om Jerusalem te verlossen. Toen een nieuwe raadsvergadering belegd was en men besloot Ascalon weder te gaan opbouwen, verwekte de afkondiging van dit besluit overal droefheid cu moedeloosheid. Dcenen, die alles getrotseerd hadden om naar de heilige stad te trekken, voelden zich niet krachtig genoeg meer om er zich van le verwijderen; de folteringen van do koude en den honger, de moeielijkhedon van don weg (leden zich sterker dan ooit lt;revoelen. 'Êenigen vouwden jainnicrend do handen of sloegen zich voor hel hoofd, anderen barstten in de overmaat hunner vertwijfeling in biltere klachten los tegen hunne aanvoerders, logen Richard eu tegen den lloniol zei ven; veleu verlieten do va'nen, welke hun u'iel meer don weg naar Jerusalem wezen. Hel leger keerde mismoedig naar de kust, terug, oen groot aantal paarden, lastdieren en bijna al do bagage op de wegen aclitei'lalende.

De hertog van Bourgondic had mei de Franschen de vanen van Richard verlaten: men zond hem afgevaardigden, die hem in naam van Jesus Christus toespraken en er in slaagden hem naar hot kamp terug te voeren. Te Ascalon komende, vonden iie kruisvaarders de stad in een puinhoop verkeerd; Saladiju had bevolen ze geheel te verwoesten. Na de imams en de cadis geraadpleegd te hebben, had hij mei eigen handen aan hol vernielen dor torens en moskeeën medegewerkt. Een Arabisch schrijver, die treurend don val der stad verhaalt, voegt er bij, dat hij zelf op de puinhoopen der echltf^ioolc van Syrië ging nederzilten en over haar weende.

Het geheele leger arbeidde aan den wederopbouw van de wallen der stad. Al de pelgrims waren vol vuur en ijver: aanzienlijken en geringeu, priesters en leeken, aanvoerders en soldalen, allen werkten gezamenlijk, gaven elkander van hand lol hand de sleenen over, en liicliard moedigde hen aan, hetzij door met hen mede le werken of door bon loe te spreken, heizij door geld aan de annou uit te deelen. Evenals men ons de Hebreeërs afbeeldt, die don tempel van Jerusalem opbouwden, hielden de kruisvaarders in de oene hand de bouwmaterialen en in de andere hel zwaard, /ij moesten zich namelijk telkens verdedigen legen de overrompelingen van den vijand; dikwijls ook ondernamen eenigen hunner strooptochlen op het grondgebied der muzelmannen. Op een tociii naar hel kasteel van

Daroum bevrijdde Richard twaalfhonderd christen gevangenen, die men naar Egypte voerde, en doze gevangenen kwamen de werkzaamheden der kruisvaarders doelen. Niet lang duurde het echter of er liet zich allerwegen in hel leger een luid gemor hooron: Leopold van Oostenrijk, wien de koning van Engeland verweet, dal hij met zijne Duilschers werkeloos bleef, antwoordde, dal hij geen timmerman of metselaar was. Vorscheidoiio ridders verdroot hel welhaast nog langer sleenen te dragen en le verwerken en zeiden openlijk dat zij niet naar Azië gekomen waren om Ascalon op le houwen, maar om Jerusalem te veroveren. De hertog van Bourgondië, dien Koenraad lol zijne belangen had overgehaald, verliet onverwachts het leger, en tiet meerendeel der Fransche kruisvaarders volgde hem ijlings. Tol overmaat van ramp hernieuwden zich de twisten, die het christen leger zoo lang verdeeld hadden. De Genueezon en de Pisaners, die te 1'tolomaïs gebleven waren, hadden logen elkander de wapens opgevat; de Genueezon wilden de stad aan den markies van Tyrns overgeven, de Pisaners haar voor koning Richard behouden. Koenraad verscheen met eene vloot en hield de Pisaners verscheidene dagen in de stad belegerd, waarop liichard ijlings mol oen troop krijgers tol ontzet der stad kwam opdagen. Op zijne nadering haastte zich Koenraad naar Tyrns terug le koeren. De tegenwoordigheid en de bemiddeling van don koning van Engeland herstelden de eendracht, maar de kiemen van oneenigheid bloven bestaan, en terwijl Saladiju zijne emirs verzamelde, wie hij verlof gegeven had de vanen lijdons den winter te verlaten, nam hel christen leger mol den dag in krachten af. Al de ondernemingen der kruisvaarders bepaalden zich toon lot eenige strooptochtou in de provincie Gaza of Itel gebergte van Naplusa; met den dag verflauwde de ijver dergenen, die aan den wederopbouw der muren van Ascalon arbeidden, en het was er nog verre af, dal de ternauwernood begonnen versterkingen deze stad tegen een ernstigen aanval des vijands konden beschermen. Allen, die zich naar Tyrusbegaven, schonen gezworen lo hebberi aan den heiligen oorlog geen deel meer te nemen. In zijne hekelende schilderingen spaart Waller Vinisauf de Fransche krijgers niet, die hij ons beschrijft de dagen en de nachlon in lëestgelagen doorbrengende, den beker en niet hot zwaard hanteeronde, don krijgshafligen helm vervangende door bloemkransen, de wijde mouwen van hunne kleederon met verscheidene rijen armbanden sluitende en om hun hals met kostbare sleenen versierde ketens dragende.

De verslandigslen onder de kruisvaarders trachtten de oons-gezindheid onder de bevolhehbers te herstellen. Do koning van Engeland en de markies van Tyrus hadden een sainenkomsl op hel kasteel van Imbrica bij Gesaroa; maar welke hoop kon er, na zoovele boschimpingcu en bedroigingeii, op een oprechte verzoening overig blijven. IInu wederzijdsche haal nam er integendeel door toe. Dadelijk na zijn terugkeer van die mis-inkte bijeonkomsl vaardigde liichard hel verbod uit, om aan Koenraad de schalling te betalen, welke deze van elke christen stad in Palestina mocht hellen. Van zijn kant deed Koenraad al het mogelijke om verraad en tweedracht onder de christen soldaten aan te stoken. Mij nam opnieuw zijne loovhicht lol do muzelmannen en verzuimde niets om Saladiju voor zijne wraak-en eerzuchtige plannen te winnen.

Do lento was begonnen: do pelgrims vierden hel Paaschfoest in de vlakte van Ascalon. Tijdens de viering der plechligheden van dien feestdag moet men dikwerf aan Jerusalem gedacht hobhon, want allerwegen lieten zich wederom luide klachten legen Richard vernemen. Juist kwamen hem omstreeks dien tijd boden uil Engeland berichten, dal zijn rijk door de kuiperijen van zijn broeder Jan-zonder-Land verontrust werd. Tengevolge der door hem onlvangen berichten maakte Richard in eene vergadering der bovolhobbors hekend, dal de belangen van zijne kroon hem weldra naar het Westen zouden terugroepen; maar hij verklaarde te gelijker lijd, dat hij bij het vorlaten van Palestina er driehonderd ruiters en twee duizend uilgelozen voetknechlon zou achterlalon. Hoewel de bevelhebbers Richards vertrek diep betreurden, poogden zij er hem niet van terug le houden, daar zij er de noodzakelijkheid van erkenden, maar zij stelden voor om een koning te kiezen, die genoeg geestkracht bezat om aan alle oneenigheid een einde te maken. Richard vroeg bun welke vorst zich hun vertrouwen zou kunnen waardig maken, en allen wezen eenparig Koenraad aan, dien zij niet liefhadden, maar wiens bekwaamheid en dapperheid zij hoogscliallen. Ofschoon over die keuze ten hoogste verbaasd, hechtte Richard daaraan zijne goedkeuring; zijn neef Hendrik, de graaf van Ghampagne, werd belast don markies van Tyrus diens benoeming lol koning van Jerusalem te gaan boodschappen.

Toen Koenraad die lijding ontving, kon hij zijne verrassing en blijdschap niet verheden, en de oogon ten honiol slaande, richtte hij lol God de volgende bede: ïleere, Gij die de Konintj (ter kou ia (jen zijt, veroorloof dat ik gekroond worde indien Gij mij hiertoe waardig acht; zoo niet, verwijder dan de kroon vaa het hoofd uw* dienaars. Zoo sprak de markies van Tyrus m het


-ocr page 246-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

146

bijzijn der al'gevaardigden van Ricliard; maar moest zijn geweten niet door de hevigste wroeging verscheurd worden'? Kort te voren toch had hij een o(- en defensief verbond met de muzelmannen gesloten. Na dien eedbreuk durfde hij het getuigenis van den God der christenen inroepen; maar, zeggen de kronijken van dien tijd, de God der christenen had hem veroordeeld: het staal der moordenaars was reeds boven zijn hoofd opgeheven en dit vreeselijk vonnis zou hem weldra iii de ooren klinken: «lt;.'// zult noch markies noch koning meer zijn.quot;

Twee jonge slaven hadden de weelderige Insthoven verlaten, waar de Oude van den fierg hen voor zijne wraak opleidde; /.ij kwamen te Tyius aan en ontvingen, oni hun opzet te beter te verbergen, het doopsel, traden in dienst van den prins van Sidon en bleven zes maanden bij hem; zij waren godvruchtig en vroom, zegt een Arabisch schrijver, en schenen slechts te denken aan het verheerlijken van den God der christenen. Zij maakten gebruik van het oogenblik, dal de stad Tyrus door feestelijkheden de verhefling van Koenraad vierde, en tijdens die vorst van een ter zijner eer door den bisschop van Reanvais gegeven feestmaal terugkeerde, vielen do heide Ismaëlieteu hem aan en kwetsten hem doodelijk. Terwijl het volk te samen liep, vluchtte een der moordenaars in eene naburige kerk, waar de markies van Tyrus stervende ingedragen werd; de Ismaëliet, die zich daarin verborgen had, brak plotseling met onwederstaanhaar geweld door de zich om den gekwetste verdringende menigte, ging Koenraad nogmaals te lijf en t rof hem nog met verscheidene dolksteken, waaronder hij dood bleef. De moordenaars werden gevat en heiden stierven in de folteringen zonder een klacht te uiten en zonder den naam te noemen van hem, die him hel leven van den vorst van Tyrus gevraagd had.

De Arabische schrijver ibn-Alalir zegt, dal Saladijn aan den Oude van den Rerg tien duizend goudstukken had geboden, als hij den markies van Tyrus en den koning van Engeland deed vermoorden; maar, voegt dezelfde geschiedschrijver er hij, de vorst van den Rerg oordeelde hel niet dienstig Saladijn geheel van den oorlog der Franken te bevrijden en volvoerde slechts de helft van dien eisch. Deze beschuldiging is echter onwaarschijnlijk; want Saladijn zou voor geen misdaad betaald hebben, die Ih-m geen voordeel kon aanbrengen en zijn vijanden machtiger maakte, door alle tweedracht met de bevelhebbers te verslikken. Eenige kronijken schrijven den moord van Koenraad loe aan Humfried van Thoron, die zich te wreken had over de ontvoering zijner vrouw en liet verlies zijner rechten op den troon van Jerusalem. Overigens beschuldigde men in het christen leger noch Hmnl'ried van Thoron noch Saladijn; maar vele kruisvaarders, vooral de Franschen, ontzagen zich niet aan den koning van Engeland een moord loe te schrijven, waarvan hij voordeel kon behalen. Hoewel de ridderlijke heldenmoed van Richard alle denkbeeld aan eene eerlooze wraakneming moest verdrijven, vond de tegen hem uitgebrachte beschuldiging toch ingang door den haat, dien men hem toedroeg. Do tijding van Koenra;ids dood drong spoedig tot Europa door; l'hilippus Augustus duchtte hetzelfde lot en verscheen niet meer in hot openbaar dan omringd door eene lijfwacht; de kronijkschrijver Rigord zegt, dat van dat tijdstip de oorsprong der iijfwachten des konings dagteekont. Het hof van Frankrijk beschuldigde Richard van de snoodste aanslagen; het is evenwel waarschijnlijk dat l'liilippus in die omstandigheid moer vrees aan den dag legde dan hij in werkelijkheid gevoelde, om zijn mededinger gehaat te maken en don toorn van don paus en de verontwaardiging van al de vorston der christenheid legen hem op te wekken.

Tc midden der door Koenraads dood veroorzaakte verwarring sloeg do bevolking van Tyrus, van hoofd en gebieder beroofd, het oog op Hendrik, graaf van Champagne; de aanzienlijkste inwoners dei' stad vorzocliton hem de teugels van bel bewind in banden te nemen en de weduwe te hnwen van den vorst, dien zij verloren hadden; Isabella kwam bom zelve do sleutels der stad aanbieden.

Hendrik weigerde aanvankelijk onder voorwendsel dat hij Richard wilde raadplegen; maar eindelijk gaf Inj aan de dringende beden gehoor en hel huwelijk word ploclitig voltrokken in tegenwoordigheid van de geestelijkheid en bol volk. Vinisaul' voegt er hij. dal men niet veel moeite had om hem over te halen: wntil hel ruil niet moeielijk iemand iels te laten doen, wat hij vurig wenschl. Deze echlvereeniging was naar den zin der Franschen en der Engelschen, dewijl Hendrik een neef was van den koning van Kn ge land en den koning van Frankrijk.

Do gezanten, die men naar Richard afgevaardigd had om hem den dood van Koenraad en de verhelling van Hendrik te boodschappen, vonden hem niet in het kamp dor kruisvaarders. Do koning van Engeland bevond zich in de vlakte van Ptolomaïs, waar bij de muzelmannen bestreed, die van de bergen van .ludea afgedaald waren; eiken dag onderscheidde hij zich door nieuwe wapenfeiten. Nooit keerde hij in het kamp terug, zegl Waller Vinisaul, zonder door een groot aantal gevangenen te worden gevolgd en zonder tien, twintig of dertig hoofden mede te brengen van muzelmannen, die onder zijne slagen gevallen waren. Nooit doodde in de kruislochten een enkel man zooveel muzelmannen.

Toen Richard do afgevaardigden van Tyrus in Ramla ontving, keurde hij hel gebeurde goed on stond aan Hendrik, graaf van Champagne, al de christen sleden al', die hij veroverd bad. Hendrik, dien hij bij zich geroepen had, ging terstond op weg met zijne ridders en begaf zich eerst naar Ptolomaïs, vergezeld van den hertog van Ronrgondië en zijne nieuwe echtgenoole, van wie hij nog geen oogenhlik gescheiden kon wezen (dil zijn do uitdrukkingen van de Engelsche kronijk). Meer dan zestig dnizond man, in volle wapenrusting, trokken den nieuwen koning van Jerusalem te gemoet; do stralen waren behangen mol zijdon stoffen, wierook brandde op de openbare pleinen, vrouwen en kinderen dansten met elkander. Do geestelijkheid geleidde den opvolger van David en Godfried naar de kerk en vierde zijne troonsbestijging met lotlioderen en dankzeggingen.

Ik moet er hier aan herinneren, dat Guy van Lusignan en Koenraad elkander het rijk van Jerusalem betwist haddon on dat bij eon hoslnil der vorslén do kroon toogezogd was aan dengeno dér beide vorsten, die den andore zou overleven. Na Koenraads dood dacht niemand aan dat besluit, en de koning, wiens dapperheid men zoo menigmaal bewonderd had, werd door hol chrislon leger vergeten. Men zag in hem slechts oen eenvoudig en onbekwaam man. «Zou de eenvoudigheid van geest,quot; merkt een Engelsch kronijkschrijver hieromtrent aan, «dan een beletsel zijn voor het bezit van oen recht?quot; Dezelfde kronijk voegt er nog eenige bemerkingen aan toe, die misschien beter onzen tegonwoordigen tijd schilderen, dan den geest en de zeden der oude tijdon. «Het staat vast,quot; zegt zij, «dat in onze tijden van verdorvenheid dengeno het moeste roem waardig geacht wordt, die zich onderscheiden heeft door de verguizing van al do wetten der monschclijklioid en der gerechtighoid; daardoor verwierven zich de bohondigen achting en aanzien (wij halon nog steeds onze kronijk aan), terwijl aan de eenvoudigheid slechts minachting ten doel valt: zoodanig is het oordeel der eeuw!quot;

Kort voordat graaf Hendrik en de hertog van Ronrgondië zich met hunne troepen hij Richard aansloten, had de koning van Engeland de sterkte Daronrn ingonomen. Do fortiiin schoen al zijne plannen te begunstigen: overal over de mii/olmannrn zegevierende, vereenigde hij nog slechts gewillige soldaten on getrouwe bondgenooten onder zijne vanen. Omstreeks dien lijd waren nieuwe boodschappers uit hot Westen aangekomen, die hem verontrustende berichten overbrachten omtrent zijn rijk, dat hoe langer zoo meer door zijn broeder Jan beroerd word, on omtrent Normandië, dat door i'hilippus bedreigd werd. Toon de tijdingen, die men bom overbracht, in het chrislon leger bekend werden, meende ieder, dal Richard spoedig Syrië zou verlaten. Daar de gemoederen door onzekerheid gekweld worden en do onzekerheid ontmoediging medebrengt, hielden de bevelhebbers een algemeene bijeenkomst en zwoeren allen den eed, dat zij den kruistocht niet zouden opgeven, hetzij Richard vertrok of bleef. Dit eenparige besluit lierlevendigdo don moed en don ijver der kruisvaarders: liet gansche hoirleger der pelgrims iegdc zijn blijdschap aan den dag door dansen, feestgelagen en liedoren; het geheele kamp werd feestelijk verlicht. In sombere overpeinzingen verdiept, doelde alleen Richard do algemeene feestvreugde niet; misschien hinderden hem zelfs wol ilie blijdschapsbetooningen op een oogenblik, dat droevige omstandighédon bom noodzaakten zich van hot schouwtooneel des heiligen oorlogs te verwijderen.

Het leger ging kampeeren in de omstreken van Hebron in de nabijheid van een dal, waar, naar men zegt, de heilige Anna, de moeder der H. Maagd, geboren word. Het was in hot begin der maand Juni; do geestdrilt, waarvan do christen krijgers blaakten, deed ben zonder morren de hitte van den zomer verduren gelijk zij hen het vorige jaar de gestrengheid van den winter had doen verdragen.

Intusschen scheen koning Richard steeds mot droevige gedachten vervuld; niemand durfde hem iels aanraden of zelfs een woord van troost toespreken, zoozeer vreesde men zijn streng humeur. Op zekeren dag, dal de Engelsche monarch alleen in zijne tent zal, in nadenken verzonken on mol de oogen op don grond gevestigd, trad een priester uil Poitou, Willem geheelen, met oen treurige uitdrukking op hol gelaal bij hom binnen. Terwijl hij op een toeken wachllo om te naderen, begon hij, den koning beschouwende, te woenen. Regrijpende, dat Willem hem wensebte te spreken, riep Richard hem tot zich en sprak hom aldus aan: «Heer kapelaan, in naam van do getrouwheid, welke gij mij vorschuldigd zijt, bevoel ik u mij zonder omwegen te zeggen wat de redenen van uwe tranen zijn on of gij om mij bedroefd zijt.quot; Mol vochtige oogen antwoordde de kapelaan bevende: «Ik zal niet spreken, tenzij Uwe Majesteit mij beloofd hebbe niet toornig op mij lo zullen worden over hetgeen ik haar zeggen zal.quot; Toon de koning dil onder


-ocr page 247-

GESCHIEDENIS DEK KIU ISTOCHTEN.

147

eedo beloofd liad, ving de priester aldus aan: «Heer, het besluit dat gij genomen licht om dozen beproefden grond te vorlaton, verwekt gemor in het gansclie christen leger, vooral onder degenen wien uw roem liet meest ter harte gaat. Ik moet u verklaren, dal do eur van een groote onderneming door uw vertrek geheel /.al uitgewischt worden; de nakomelingschap zal hot u ten eeuwigen dage verwijten, dat gij de zaak der christenen in den steek gelalcn hebt. Wacht u op een smadelijke wijze (e eindigen wat gij roemvol begonnen zijt.quot; Daarna wees de kapelaan Richard op de krijgsverrichtingèn waardoor do vorst zich tol dusverre vermaard gemaakt had; hij herinnerde hem aan de weldaden waarmede de Voorzienigheid hem overladen had cn eindigde zijne toespraak met deze woorden: «De pelgrims bcschouwcu u als hun steun, als hun vader; wilt gij dezen grond, welken dc kruisvaarders zijn komen bevrijden, aan de vijanden van Christus prijsgeven, wilt gij de geheele christenheid in vertwijfeling dompelen?quot;

Terwijl de geestelijke sprak, bewaarde Richard het zwijgen; toen hij ophield mot spreken, antwoordde de koning niels en zijn voorhoofd scheen nog meer bewolkt. Mag men Waller Vinisaul echter gelooven, dan werd hol hart van den monarch door hel gehoorde gelrolleii; het was hem huitendien bekend, dal dc bevelhebbers van hel leger gezworen hadden Jerusalem iu zijne afwezigheid te gaan belegeren, en deze gedachte kwelde hein. Den volgenden dag verklaarde Richard aan graaf Hendrik en aan den hertog van Rourgondië, dat hij niet vóór hel Paasch-1'eesl van het volgende jaar naar hel Westen zou wederkceren; weinig tijds daarna verkondigde ecu wapenheraut dal besluit mei bijvoeging dat het leger naar de heilige stad ging oprukken.

liij die vreugdevolle tijding hieven al de kruisvaarders hunne handen ten hemel met de woorden: lieer, wees yejirezen, de lijd onzer zegenhificn is daar! De soldaten, die hun inued en hunne krachten voelden terugkeeren, boden zich vrijwillig aan om de levensmiddelen eu de bagage te dragen; niemand morde meer, niets scheen meer bezwaarlijk, men zag geen hinderpalen of bezwaren meer in bel verschiet. De pelgrims zetten zich in heweging op zondag van het octaaf der H. Drievuldigheid; begaan met het lot der armen, deelden de rijken allerlei onderstand aan hen uil; die paarden hadden, stonden ze af aan de gebrekkigen en zieken en gingen te voet; alle goederen schenen gemeen eigendom te zijn, dewijl al de pelgrims met hetzelfde gevoel vervuld waren. Dat christen leger, hetwelk zoo lang aan allerlei ellende en onlberingen tor prooi was geweest en daags te voren een overwonnen leger geleek, bood eensklaps eeu indrukwekkend schouwspel aan. Dc krijgers hadden hunne helmen met schitterende pluimen versierd; vederbossen, vaandels van allerlei kleur wapperden in de lucht; de bloole zwaarden, de kortelings gepoetste lansen weerkaatsten de stralen der zon; overal hoorde men den lof van liichard vermengen met zegezangen. Naar hel verbaal van een ooggetuige zou niets legen dal ran den (jee.sl des lleeren vervulde leger bestand zijn geweest, indien niet de tweedracht cn ik weel niet welk noodlot zulk een voortreffelijke geestgesteldheid verlamd hadden.

De kruisvaarders sloegen hunne legerplaats op aan den voel der bergen van Judea, wier passen door de troepen van Saladijn en de hoeren van Naplusa bezel waren. Toen de sultan van (ie nadering der christenen bericht ontving, verdubbelde hij zijne pogingen om .lerusalem in slaat van verdediging te stellen; van alle zijden kwamen de muzelmansche soldaten opdagen om hunne plaats in het leger weder in le nemen; met nieuwen ijver zette men de herstelling der muren voort, en twee •luizend christen gevangenen werden genoodzaakt om versterkingen op le bouwen, welke hunne vijanden lot beschutting moesten dienen.

Hetzij liichard afgeschrikt werd door de toebereidselen der muzebnanucn, hetzij bij zich opnieuw aan de wispellui igheid van zijne geaardheid overgaf en de hem eigene besluiteloosheid /.ijn moed verllauwde, plotseling staakte bij zijn marsch en bleef, onder voorwendsel van op Hendrik van Champagne le wachten, dien hij naar l'loloinaïs gezonden had om verslerkingen le halen, verscheidene weken in de stad liethonopolis, tegenwoordig Rethamrai, zeven mijlen van .lernsalein verwijderd.

De pas ingesluimerde oneenigheden der christenen ontwaakten alras opnieuw. De hertog van Rourgondië en verscheidene andere bevelhebbers, die steeds met weerzin aan den koning van Engeland gehoorzaamden, aarzelden hem behulpzaam te zijn in ei'iie ouderneming, waarvan hel welslagen zijn hoogmoed en zijne vermaardheid moest vergrooleii. Zoo dikwijls liichard hel besluit nam om de heilige stad te veroveren, scheen htin ijver Ie verllauweii; wanneer de Engelsclic monarch echter die verovering zocht uit te stellen, wekten zij door hunne toespraken de geestdrift der kruisvaarders op en hernieuwden met meer vuur hunne gelofte om het graf van Jesus Christus te verlossen. Zou verwekte de nabijlieid van Jerusalem, welke de christenen had moeten opwekken en nauwer vereenigen, verwarring en oueenigheid onder hen.

Na in Relhonopolis eene maand doorgebracht te hebben, begonnen de christenen weder le morren en riepen met bitterheid uit: Xullen wij dan nooit naar .lerutalem gaan ? Door de tegenstrijdig-ste aandoeniiigen geslingerd, deelde Richard de droefheid der pelgrims, hoewel hij zich om hun gemor niets bekreunde, en was ontevreden over zijn eigen voorspoed. Op zekeren dag, dal zijn vuur in bel vervolgen der muzelmannen hem tol op de hoogten in de nabijheid van Kmmaüs gevoerd had, ontwaHrde hij do muren en de torens van Jerusalem. Opdat gezicht smolt hij in tranen weg, en zijn gelaal achter zijn schild verbergende, erkende hij zich onwaar ig de heilige stad te beschouwen, die hij door zijne wapenen niet had'kunnen verlossen, lüj zijn terugkeer in dc legerplaats, drongen de bevelhebbers opnieuw bij hem aan, dal hij zijne belofte zou vervullen, doch hij was zóo zonderling van karakter, dal hoe sterker do aandrang der pelgrims was om hein lol handelen aan le drijven, hij zich des te sterker tegen aller wil, zelfs legen zijn eigenen verzette. Hij antwoordde aan degenen, die hem door hunne raadgevingen en drangredenen poogden over te halen, dal dc belegering van Jerusalem niets dan gevaren aanbood en hij er noch de eer der christenheid, noch zijn eigen roem aan wagen wilde. Hij beriep zich voor-namelijiv op liet getuigenis der baroimen van Palestina, die, door hun persoonlijk belang geleid en meer prijs stellende op de verovering der kuststeden dau op die van de heilige stad, het gevoelen van het meerendeel der kruisvaarders met deelden. Te midden van dat gedurig uitstel namen de onrust der gemoederen en de ontevredenheid van het leger met den dag-toe. Richard zoehl nu eens zijne mededingers en zijne tegenstanders door bedreigingen vrees aan te Jagen, dan weder hen door beloflen le paaien. Overigens belette al dat gemor, al die aandrang hem niet dc muzelmannen voortdurend aan te vallen, als had liij zijn gedrag door weergalooze onversaagdheid willen rechtvaardigen, of dc onrust van zijn geweten m bel strijdgewoel smoren.

Op zijn voorstel benoemde men eindelijk een raad, bestaande uil vijf ridders van den Tempel, vijf ridders van Sint-Jan, vijf Fransche baronnen en vijf baronnen of heeren van Palestina. Die raad beraadslaagde versclicidene dagen over de partij, die men kiezen zou. Zij, die van oordeel waren, dal men Jerusalem moest belegeren, verhaalden, dal zij uil den mond van over-loopers uil de stad vernomen hadden, dal er iu Mcsopotamië een opstand tegen Saladijn uilgebroken was, en de kalif van Ragdad den sultan met zijne geestelijke wapenen dreigde; dat de mamelukken hun meester den moord der inwoners van Ptolomaïs verwelen en weigerden zich binnen de muren van de heilige stad op le sluiten, indien Saladijn hunne gevaren niet deelde. Degenen, die ecu tegenovergestelde meening waren toegedaan, zeiden, dat al die berichten slechts een valstrik van Saladijn waren om de kruisvaarders naar de plaatsen le lokken, waar hij hen zonder strijd kon verdelgen. In den dorren eu bergachtigen omtrek van Jerusalem zou men tijdens de bille van den zomer gebrek hebben aan water. In hel gebergte van Judea werden de wegen, door afgronden gezoomd cn op verschillende plaatsen in dc rotsen uitgehouwen, hestreken door steile hoogten, waar een handvol soldaten de balaljons der christenen konden vernietigen. Mocht het al aan de dapperheid der kruisvaarders gelukken al die hinderpalen te hoven te komen, zouden zij dan hunne gemeenschap met de zeekust kuimen ouderhouden, waarvan zij levensmiddelen moesten verwachten? Indien zij overwonnen werden, hoe zouden zij dan, door hel leger van Saladijn vervolgd, kuimen terugtrekken?

Dit waren de redenen, welke Richard en zijne aanhangers aanvoerden om zich van Jerusalem le verwijderen; maar die redenen moesten hun bekend ziju toen zij hel christen leger hevel gaven naar de heilige stad op te rukken. Hoe verder wij in dit gedeelte van ons verhaal vorderen, hoe mcei zich de waarheid voor onze oogen achter een endoordringbaren sluier verbergt. Om al die legeiistrijdiglieden te heooroeelen, zou men de onderhandelingen moeten kcmieii, welke Richard voortdurend met de muzelmainien voerde, onderbandeliiigen waaraan ongetwijfeld de verschillende bewegingen van hel leger ondergeschikt waren en die, steeds geheim blijvende, in de uitwendige gebeurtenissen van den oorlog slechts den blinden invloed ie aanschouwen gaven van twee elkander tegenover staande geniën.

Hel zou evenwel onbillijk zijn al de gestrengheid van hel oordeel der geschiedenis op Richard alleen te doen neerkomen. Evenals hij hadden de overige bevelhebliors, door eerzucht en afgunst vervuld en voortdurend met elkander in twist, het hoofddoel van den heiligen oorlog vergelen. Men heeft dikwijls kunnen opmerken, dat hel gros der pelgrims iu de kruistochten nooit de verlossing van Jerusalem uit liet oog verloor, cn de bevelhebbers bijna altijd van het doel hunner onderneming afgeleid werden duor eèrzuehlige plannen en wereldsche belangen. Men begrijpt dat de laak van uen geschiedschrijver hierdoor moeielijker wordt; vall hel gemakkelijk do nienschebjke harts-


-ocr page 248-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

loflucn le beschrijven, wanneer zij in de legerplaatsen of op liet slagveld zicli o| enharon, zoo is dit niet liet geval wanneer zij zich tot de raadsvergadering der vorsten beperken en er zich met talloozc onbekende belangen vermengen. Daar ont-snappen zij gemakkelijk aan liet oog der geschiedenis en omtrekken bijna altijd hunne schandelijkste geheimen aan het omlerzoek der nakomelingschap.

Terwijl de twintig scheidsrechters beraadslaagden, kwamen eenige Syriërs Richard verwittigen, dat een rijke karavaan uit Egypte in aantocht was en naar Jerusalem trok. Terstond verzamelde de koning de keur zijner krijgers, waarbij zich de Franschen aansloten. Deze onversaagde troep verliet tegen het vallen van den avond het kamp, marcheerde den ganschen nacht in den maneschijn dooi' en bereikte den volgenden ochtend, op het grondgebied van Hebron, eene plek, Hary ge-uaamd, waar de karavaan met hare bedekking halt gehouden had. I'e boogschutters en de slingeraars rukten het eerst vooruit; de inuzclmansche krijgers, ten getale van twee duizend, hadden zich in nfdeelingen aan den voet van een berg geposteerd, terwijl do karavaan, op eenigen afstand achterwaarts, den uitslag van het gevecht alwachtte. Richard wierp zich met de zijnen op de muzelmannen, die bij den eersten schok in wanorde geraakten en, zegt eene kronijk, vluchllen gelijk hazen die door de honden vervolfid worden. De karavaan werd genomen; degenen die er d rl van uitmaakten, kwamen zich uit eigen beweging overgeven.

liichard en zijne metgezellen keerden zegevierend naar het christen leger terug, ierwijlzij vierduizend zevenhonderd kamee-leu, een menigte paarden, ezels en muildieren, allen met de kostbaarste koopwaren van Azië beladen, met zich voerden. Men schonk de ezels aan de legerknechts, en maakte pasteien van het versche vleesch der kameelen. De koning van Engeland deelde den op den vijand gemaakten buit zoowel mede aan hen die in het kamp gebleven waren ids aan lien, die hem vergezeld liadden; zoo beloonde koning David, zeide men in het christen leger, degenen, die ten strijde trokken, en degenen, die het kamp bewaakten.

De grootste opschudding ontstond in de heilige stad, toen daar de treurmare bekend werd, dat do rijke karavaan van Egypte in de handen der christenen gevallen was. Roha-Eddin, een ooggetuige, verhaalt, dat de sultan bet geraden achtte zijne emirs bijeen te roepen om hun moed aan te wakkeren, en hij lii'ii hij den gelioimzinnigen steen van Jacob deed zweren, dat zij tol Iiiiii laatsten ademtocht zouden strijden. lu de raadsvergaderingen, welke op die plechtigheid volgden, deed zich lierhaaldclijk gemor hooreii en mengden zich verwijten legen Saladijn onder de uitgebraclite meeningen. Die teekenen, de voorboden van onceniglieden, getuigden tegelijk van den schrik, welken de naam van Hicliard inboezemde en van den geest van ongehoorzaamheid, welke zich in hel muzehnansche leger begon te openbaren.

Na verscheidene dagen beraadslaagd te hebben besliste de raad der baronnen eindelijk, dat het leger zich van liet gebergte van Judea verwijderen en naar de zeekust terugkceren zou. Dit liosluil verwekte in het kamp een algemeene verslagenheid, en de pelgrims begonnen den tijd le vervvenschen, dien zij in hel heilig land doorgebracht hadden; de geest van afgunst ontwaakte weder met meer hevigheid dan ooit tevoren; de kruisvaarders werden meer verdeeld dan ooit, en wilden zich niet met elkander vereenigen om den vijand te bestrijden of gemeenschappelijk liiinne vermoeienissen te deelen. lie Fransehen eu de Engel-scben trokken niet met elkander voort en kampeerden op afzonderlijke plaatsen. Vinisauf verhaalt, dat de hertog van lionrgondië liederen vervaardigde, waarin bij noch den koning van Engeland, noch de vorsten, die dezen 'op den kruistocht vergezeld hadden, spaarde. Richard antwoordde met schimp-(lichten, waarin hij de Franschen en hun aanvoerder met iiiiiiaclitiug behandelde. Men zeido in het leger, dat de hertog vim Hourgondië bet loon voor zijn haat tegen Richard van de iniizelmannen ontving. Als men de Engelsche kronijken gelooven mag, verraste de koning boodschappers van Saladijn, ' die met rijke geschenken voor den hertog belast waren, en deed hen niet pijlen dooden. Wat vermochten nu nog voortaan de kruisvaarders, door zulke onzalige verdeeldheden verzwakt, tegen de ongeloovigen? Reeds had de zaak van Jesus Christus zelfs i5,'een leger ter barer verdediging meer, en de wegen waren bedekt mei pelgrims, die, niets meer van den heiligen oorlog hopende, zich ten deele naar Tyrus, len deele naai' Joppe of l'tolomaïs begaven met hel doel om zich naar het Westen in tc schepen.

Meer dan ooit begon Richard behoette tc gevoelen aan vrede. De koning van Engeland vestigde opnieuw zijne hoop op Saladijn. gt; Van een groot aantal der zijnen verlaten, betoonde hij nog de lierheid, welke de overwinning schenkt: nu eens beval hij de sterkte Daroum te slechten, gelijk men hem verzocht; dan wéder zond hij een bezetting in de stad Ascalon, welke men wilde ontmantelen; ol wel dreigde hij de stad Beyrout te gaan belegeren.

Saladijn, die niet naar den vrede verlangde, rekte de onderhandelingen, om den tijd te hebben zijne emirs terug tfi roepen, waarvan verscbeidenen met weerzin onder zijne vanen terugkeerden. Zoodra hij de emirs van Aleppo, Mesopbtamië en Egypte, die minder uit gehoorzaamheid aan zijne bevelen dan wel 'door hoop op bn il en eene gemakkelijke overwinning opgekomen waren, in zijn leger ontvangen had, verliet hij Jerusalem en sloeg met zijne gansclie strijdmacht het beleg voor Joppe, dat door slechts drie duizend christen krijgers verdedigd werd.

Na verscheidene bestormingen wordt de stad genomen; de muzelmannen vermoorden allen, die zij ontmoeten en plegen afzichtelijke wreedheden op de zieken. Reeds bood de citadel, waarin de bezetting de wijk genomen bad, Saladijn aan om over de overgave te onderhandelen, toen Richard, overzee van Ptplomaïs komende, onverwachts met een aantal schepen vol christen krijgers voor de haven verscheen; terstond doet hij den steven naar de stad wenden en tot aan zijn middel door het water wadende, betreedt hij hot eerst den oever, die door groote scharen muzelmannen bezet was. De dappersten volgen Richard, wien niemand weerstand kan bieden; deze keurbende dringt in de stad door, drijl't er de Turken uit, vervolgt ze tot in de vlakte en slaat hare tenten op terzeiïder plaatse waar Saladijn eenige uren te voren de zijne bad staan. Walter Vinisauf zegt, dat de gescbiedboeken der oude tijden zulk een wonderwerk niet kunnen aanwijzen, en de Arabische ge-schiedscbrijver fioha-Kddin kan zich niet onthouden lof toe te zwaaien aan dit aan hel fabelachtige grenzende wapenfeit van den koning van Engeland. Maar ofschoon Richard zijne vijanden op de vlucht gedreven had, was het er verre van al dal hij over nllo gevaren gezegevierd had. Na zijne schaar met dé bezetting der citadel vereenigd tc hebben, telde hij ternauwernood twee duizend strijders. Den derden dag na het ontzet van Joppe besloten de Turken hem in zijn kamp te overvallen; een Geniiees, die hot met hel aanbreken van de morgensche-mering verlaten had, bespeurde in de vlakte de muzefmanschc drommen en keerde ijlings terug onder het geroep van te wapen! le wapen! Richard springt verschrikt van zijne legerstede op en bekleedt zich met zijne wapenrusting; reeds komen do muzelmannen toesnellen; de koning en de meesten der zijnen grijpen half gekleed, sommigen zelfs in hun hemd naar de wapens. Men vond in bet christen leger slechts tien paarden; een daarvan werd aan Ricbaid gegeven en de kronijken noemen de negen krijgers die den koning te paard vergezelden ; de muzelmannen werden tot den aftocht gedwongen. De koning van Engeland maakt van dat eerste voordeel gebruik om zijne soldalen in de vlakte in slagorde le scharen en hen lot nieuwe gevechten aan le sporen. Weldra hervatten de Turken den strijd en werpen zich ten getale van zeven duizend ruiters met verwoedheid op de christenen; deze sluiten de gelederen en weerstaan zoo vast als een stalen muur, met de punten Imnner lansen vooruit, den woeslen aanval van den vijand. De muzehnansche ruiters deinzen eerst achteruit, rennen daarop onder hel aanheffen van een woest geschreeuw weder voorwaarts, doch rijden weder terug zonder den aanval le durven wagen; eindelijk steil liichard zich met do zijnen in beweging en valt op de Turken aan, die als verlamd schijnen door zijne stoutmoedigheid. Nu komt men hem boodschappen, dat de vijand in de stad Joppe teruggekeerd is en het mnzel-mansche zwaard de christenen ombrengt, die met de bewaking der poorten belast zijn. liichard snelt hun te hulp en de muzelmannen verstrooien zich hij zijne nadering in alle richtingen; hij doodt alles wat hein weérstand biedt; bij had slechts twee ruiters en eenige slingeraars hij zich. Zoodra de stad van de tegenwoordigheid der vijanden gezuiverd was, keert hij naar de vlakte terug, waar zijne schaar met de muzelmansclie riiitcrij slaags was. Hier weet zijn geschiedschrijver niet welke uitdrukkingen hij bezigen zal om de verbazing te beschrijven, welke zulk een ongewoon schouwspel in hem verwekte, liij den enkelen aanblik van Richard sidderden de dapperste muzelmannen van vrees rn rezen hunne haren op hun hoofd le her (ie. Een emir, die zich door zijne gestalte en den glans zijner wapens onderscheidde, durft hem tot een afzonderlijken strijd uitdagen; met een enkelen houw slaat Richard hem het hoofd, den rechterschouder en den rechterarm af. In het heetste van het gevecht waren de onversaagde graaf van Leicester en ver-scheidenen zijner dappere metgezellen op bet punt onder de overmacht te bezwijken; maar Ricbaid, die steeds onverwin-nelijk, steeds onkwetsbaar is, redt ben uit het gevaar door de hen bedreigende muzelmannen neer te sabelen.

Eenige geschiedschrijvers verhalen dat Malek-Adhel, vol bewondering voor de dapperheid van liichard, hem op het slagveld twee Arabische paarden ten geschenke zond.. Toen Saladijn zijne emirs na den slag verweet, dat zij voor een enkelen man op de vlucht gegaan waren , antwoordde eeu hunner: «Niemand is bestand tegen de slagen, die hij toebrengt; zijne onstuiniiglieid is onwederstaanbaar, zijne ontmoeting is


-ocr page 249-

RICHARD LEEUWENHART ONTZET DE STAD JOI

-ocr page 250-
-ocr page 251-

GESCHIEDENIS DEK KRUISTOCHTEN.

rloodclijk en zijne daden zijn boven de mensclielijkc natuur verheven.quot;

De clirislenen zelve konden zidi die buitengewone overwinning niet anders verklaren dan door haar aan de goddelijke almacht toe te schrijven. Maar zonder aan den roem van Richard cn zijne wapenmakkers le kort le willen doen, moeten wij hier herinneren aan de oneenigheden, welke onder de krijgers van Saladijn opgerezen waren en hun moed moesten verzwakken en ontzenuwen. De soldalen, die tot de natie der Kurden behoorden, waren met wrevel getuige van de gunst, waarin de mamelukken stonden. Van Boha-Eddin vernemen wij, dal dezen, na de inneming van .loppe aan de poorten der stad geposteerd, aan de overige krijgers den op de christenen gemaaktcn buil onliiomcu haddeii. Deze gewelddadige en onrechtvaardige handelwijze verbitterde hot muzelinanscho leger, en tijdens hel laatste aan Richard geleverde gevecht durfden de Kurdische soldalen het volgende zeggen: O Saladijn! men roept ons, minneer er (jevaar dreigt, en men drijft ons terug wanneer er buit te behalen is. Beveel uwe mamelukken tegen den vijand op te nikken en Ie strijden!

iNochtans zouden al deze voordeden en veroveringen hoegenaamd geen vruchteii voor den kruistocht alwerpen. De hertog van Rourgondië bad zicb naar Tyrus begeven en weigerde eenig de'el aan den oorlog te nemen. De Duilschers, aangevoerd door den hertog van Oostenrijk, hadden Palestina verlaten. Daar Richard ziek geworden was en zich naar Ptolomaïs begeven wilde, verweten hem de bevelhebbers, die hem tot dusverre trouw gebleven waren, dat hij hen in den steek Hel en verwijderden zich eveneens. Om de getrouwsten zijner krijgers bij zich te houden, zag de koning van Engeland zich verplicht alles onder hen uit te deelen wat hem nog restte van den buil, dien hij op de in de velden van Hebron overrompelde karavaan gemaakt bad. Tol dan too was het Richards eenige eerzucht geweest zijne vermaardheid in de christen wereld door wonderen van dapperheid te vergrooten. Hij getroostte zich al de vermoeienissen van den oorlog in de hoop, dat zijne krijgsverrichtingen in Palestina er toe zouden bijdragen om hem over zijne mededingers en vijanden aan gene zijde der zeeën te doen zegevieren; maar daar zijn leger hem verliet, was hij er nog slechts op bedacht om de onderhandelingen met Saladijn weder aan te knoopen. De verschillende hartstochten, waardoor bij geslingerd werd, de schaamte dal bij Jerusalem niet had kunnen verlossen, de vrees van zijn koninkrijk te zullen verliezen, deden hem beurtelings de tegenstrijdigste voornemens opvatten; nu eens wilde bij naar Europa wederkeeren zonder den vrede te sluiten, dan weder bedreigde hij Saladijn en poogde hem vrees aan le jagen door het gerucht Ie verspreidon, dat de opperpriester van Rome naar Palestina kwam met tweehonderd duizend kruisvaarders. De winter naderde en weldra zou de Middellandsche Zee onbevaarbaar worden. «Nu men nog de zee kan oversteken,quot; schreel hij aan den sultan, «raad ik u den vrede aan te nemen en ik zal naar Europa terugkeeren. Wijst gij de voorwaarden, die ik u aanbied, van de hand, dan breng ik den winter in Syrië door en zet den oorlog voort.quot; Saladijn riep zijne emirs bijeen om over Richards voorstellen te beraadslagen. «Tot dusverre hebben wij met roem gestreden,quot; zeide hij lot ben, «cn de zaak van den islam beeft door onze wapenen gezegevierd. Ik vrees dat de dood mij verrasse tijdens den vrede en mij verhindere de onderneming le voleindigen, die wij begonnen hebben. Daar God ons de overwinning schenkt, wil Hij dal wij den oorlog voortzetten en wij moeten zijn wil opvolgen.quot; De meeste emirs prezen den moed en de standvastigheid van Saladijn, maar zij brachten hem onder bet oog «dal de sleden zonder verdediging en de provinciën verwoest waren; de vermoeienissen van den oorlog hadden het muzelmansche leger verzwakt; de paarden hadden gebrek aan voeder, de soldalen aan leeftocht. Indien wij de Franken tot vertwijfeling voeren,quot; voegden zij er bij, «kunnen zij nog overwinnen en ons onze veroveringen ontrukken. Het is verstandig om aan bet voorschrift van den Koran te gehoorzamen, dat ons beveelt met onze vijanden vrede te sluiten, indien zij er om vragen. De vrede zal ons den lijd geven onze steden le versterken, onze krachten te herstellen en den oorlog met voordeel te hervatten wanneer de Fran ken, altijd ontrouw aan de verdragen, ons zelve gegronde aanleiding zullen geven om ben aan le vallen.quot;

Uit deze taal der emirs kon Saladijn bespeuren, dal de muzelmansche krijgers hel vuur en den ijver begonnen te verliezen, welke zij voor de zaak van het islamisme betoond hadden. De sultan was door meerderen zijner landgenooten verlaten en vreesde onlusten in zijn rijk te zien ontstaan. Daarbij kon hij zich niet zonder siddering de weigering herinneren van zijne troepen om voor Joppe te strijden. De beide legers kampeerden vlak bij elkander,quot; zegt een Arabisch schrijver, «en het stof, dat in de beide kampen opsteeg, vermengde zich in de lucht en vormde één enkele wolk.quot; Noch christenen noch muzelmannen legden cenigen kist aan den dag om den grens hunner verschansingen en hunner grachten te overschrijden; de eenen en de anderen schenen den oorlog even moede te zijn; de beide bevelhebbers hadden er hetzelfde belang bij om den vrede te sluiten. De gesteltenis der gemoederen en de onmogelijkheid om de krijgsondernemingen voort te zetten deden eindelijk een wapenstilstand van drie jaren en acht maanden sluiten. «Richard kon geen beter verdrag hopen,quot; zegt Walter Vinisauf; «al wie er anders over denkt, zal van kwade trouw overtuigd worden.quot;

Men kwam overeen dat Jerusalem voor de godsvrucht dor christenen geopend zou zijn en zij de gehoele kusislreek zouden bezitten van af Joppe tot aan Tyrus. Dc Turken en de kruisvaarders maakten gelijke aanspraken op Ascalon, dal men als de sleutel van Egypte beschouwde. Om aan de moeielijkliei'l een einde te maken, word besloten, dat die slad opnieuw ontmanteld zou worden. Het is opmerkelijk dal er geen sprake was van de teruggave van hel ware kruis, welke het onderwerp van de eerste onderhandelingen geweest was en waarover Richard verscheidene gezantschappen aan Saladijn gezonden bad. Do voornaamste hoofden der beide legers zwoeren, de eenen op den Koran, de anderen op het Evangelie, dal zij de voorwaarden van bel verdrag zouden eerbiedigen. De koninklijke majesteit scheen toenmaals iets indrukwekkonders en ver-heveners bezeten te hebben dan de heiligheid zelve van den eed: de sultan en de koning van Engeland vergenoegden zich derhalve hun woord te geven cn de hand der afgezanten te beroeren.

Al de christen vorsten en de emirs van Syrië werden uitge-noodigd het tusscben Richard en Saladijn gesloten verdrag le onderteekenen. Onder degenen, die men opriep om den vrede te waarborgen, vergat men noch den vorst van Anliochië, noch bel hoofd dei' ismaëlielen, den vijand der christenen en dei-muzelmannen.

Alleen Guy van Lusignan werd niet in bet verdrag genoemd. Die vorst had een oogenblik gewicht door de oneenigheden, die hij had doen geboren worden; hij zonk in de vergelelheid terug zoodra de kruisvaarders andere redenen lot iweedracbt hadden. Van zijn koninkrijk beroofd, verkreeg bij dal van Cyprus, hetwelk een meer wezenlijke bezitting was, maar dal hi,| aan dc Tempeliers moest betalen, aan wie liichard hel verkocht ol verpand had. Palestina werd afgestaan aan Hendrik, graaf van Champagne, den nieuwen echtgenoot van die zelfde Isabella, welke met al de pretendenten naar de kroon van Jerusalem gehuwd was geweest en, door een zonderling noodlot, aan die echtgenooten liet recht geschonken had van le regeeren zonder zelve den troon te kunnen bestijgen.

Zoodra de vrede afgekondigd was, wilden de pelgrims, vóór zij naar Europa terugkeerden, het graf van Jesüs Christus bezoeken en dal .lerusalem zien, hetwelk zij niet hadden kunnen verlossen. De meeste kruisvaarders van Richards leger splitsten zicb in verscheidene karavanen en begaven zich op weg naar de heilige stad. Hoewel zij ongewapend waren, wekte'limine verschijning onder de inuzclmannen de gevoelens op, die dc oorlog aangekweekt had. «De Turken,quot; zegt Walter Vinisauf, «wierpen dreigende blikken op dc pelgrims, en deze zouden zich liever le Tyrus of te Saint-Jean-d'Acre bevonden hebben dan op den weg naar Jerusalem quot; Saladijn moest zijn gezag aanwenden om de wetten der gastvrijheid te doen eerbiedigen'. De bisschop van Salisbury, wiens dapperheid de sulUin ondervonden had en die de bedevaart in naam van liichard hield, werd mei onderscheiding ontvangen. Saladijn toonde hem het hout van het ware kruis en onderhield zich'lang met hem over den heiligen oorlog.

De Franschen, die zoowel in den vrede als in den oorlog bijna altijd van de Engelscben gescheiden bleven, gingen niet ter bedevaart naar Jerusalem. Sinds den slag bij Joppe hadden zij de stad Tyrus niel verlaten, terwijl zij steeds huime afgunstige vooringenomenheid tegen Richard' bleven voeden.quot; Zij hadden zich ontevreden betoond over hel met Saladijn gesloten verdrag en met den koning van Engeland den draak gesloken. Om zich le wreken had deze vorst de poorten van Jerusalem voor de Franschen doen sluiten. Toen zij heengegaan waren, zeide de koning tot de zijnen: ujaagt de spoilers weg, en de spotternij zal eveneens gaan.quot; De hertog van Bourgondiö, die aan hel hoofd der Franschen stond, stierf plotseling terwijl hij zich met de toebereidselen tot zijn terugkeer naar het Wésten bezighield, en daar hij in aanvallen van hevige razernij den geest gaf, bleven de Engclsche pelgrims niel in gebreke in dit overlijden de straf van zijn trouwbreuk en hel oordeel van de goddelijke gramschap te zien.

Daar Richard in het Oosten niets meer te verlichten had en nog alleen daclil aan zijne vijanden in Europa, bespoedigde bi| zijn vertrek. Hij zijne inscheping te Ptolomaïs konden dé christeiien van liet heilig land iiinine tranen niet weerhouden. Nooit had men beter zijne deugden erkend, ol meer gerechtigheid doen wedervaren aan zijne schitterende hoedanigheden


-ocr page 252-

GESCIIIEUENIS DER KRUISTOCHTEN.

dan in dat uur van scliciding- Hem ziende vertrekken, aclilton allen zich voortaan zonder bescherming', zonder steun tegen de aanrandingen der muzelmannen; hij zelf kun zijne tranen niet bedwingen, en toen hij de haven uitzeilde riep hij, zijne oogen vestigende op het land, dat iiij zooeven verlaten had, uil: «O hcilific lt;imid, U: beveel uw volk m tods hoede aan, yeve de Hemel dal ik u iKxjin'ials kome bezoeken en bijslaan!quot;

Zoo eindigde deze derde kruistoclit, waarin liet geheele gewapende Westen geen andere voordeelen kon belialen dan de verovering van 1'lolomaïs en de sleciiting van Asealon. Duilschland verloor daarin zonder roem een zijner grootste keizers en het schoonste zijner legers; Frankrijk en Engeland do bloem van hun krijgshalligen adel. Europa had des te grooter i'eden zijne verliezen in dezen oorlog te betreuren, omdat de chrisien legers beier saamgesteld waren dan bij de vorige expediliën: misdadigers, loriuinzu.'kers en lanilloopers waren er van uitgesloten geworden, en de bloem der ridderschap en der krijgers van liet Westen had zieh onder de banieren van Christus geschaard.

iio kruisvaarders, die Saladiju bevochten, waren beter gewapend dan diegenen, die hen in Palestina vooralgegaan waren: men bediende zich van den \oetboog waarvan in den tweeden kruistocht bijna geen gebruik was gemaakt; de kurassen, de schilden, die met dik leder overtrokken waren, waren bestand tegen de pijlen der muzelmannen; menigmaal zag men op het slagveld soldaten overdekt met opstaande pijlen zonder gekwetst te zijn en zonder de gelederen te behoeven te verlaten. He intanterie, een geminacht wapen, ontwikkelde zich en kreeg meer gewicht hij het langdurige beleg van IHolomaïs. Die oorlog geleek niet op dien, welken men toenmaals iu Europa voerde, waarin, volgens de leenheerlijke wetten, de vorsten en heeren de strijders niet lang ouder hunne vanen mochten houden. Drie jaren van gevaren en gevechten moesten de soldaten aan de gehoorzaamlieid en de aanvoerders aan het commando gewennen.

Ook de muzelmannen hadden vorderingen in de krijgskunst gemaakt en begonnen weder tot het gebruik van de lans terug te keereu, waaraan zij boven de sabel en het zwaard de voerkeur gegeven hadden, toen de eerste kruisvaarders in Syrië verschenen. Iluune legerscharen bestonden niet meer uit een ordelooze menigte en streden met meereenheid. De Turken en de Kurden overtrollen de Franken iu de kunst om steden aan te vallen en te verdedigen; hunne ruiterij, die zij gemakkelijk konden vernieuwen, was veel vlugger en bedrevener dan die der kruisvaarders, wie het daarbij veel moeite kostte om zich paardenquot; te verscbalien. De muzelmannen hadden meer dan een voordeel boven de Eranken: zij streden op hun eigen grond, onder hun eigen luchtstreek; zij waren ouderworpen aan een eeuig hoold, die hua altijd een zeilden geest mededeelde en hen steeds degt;;ellde zaak deed verdedigen.

Hoewel zeer ongelukkig, verwekte de derde kruistocht niet zeitveel gemor en ontevredenheid in Europa als die van den iicdigen .Bernardus, omdat hij niet zonder roem was. Hij vond uicUemiu herispers, en de gronden, waarop men hem verdedigde, hadden veel overkomst niet die, welke de verdedigers van den tweeden heiligen oorlog aanvoerden. «Er werden lieden gevonden,quot; zegt een iiumu r, «die, in den blinde redenecrcnde, hebben durven beweren, dat de pelgrims in tiet land van Jeiusalem niets gewonnen hadden, daar de heilige stad in de macht der Sarraeenen gehloven is; maar tellen die lieden dan de geestelijke zegepraal van honderd duizend martelaren voor niets? Wie kan twijleien aan de zaligheid van zoovele edele krijgers, dir zieh allerlei ontberingen getroostten om den hemel deelachtig te worden, en die wij zelfs, te midden van alle gevaren; iederen ochlend de mis zagen bijwonen, welke bunue kapelaans opdroegen'.'quot; Zoo sprak Walter Vinisauf, een geschiedschrijver, die ooggetuige is geweest. Onder de voordeelen van een kruistocht het onnoemelijk aantal martelaars le tellen, die er liet leven bij verloren, moet een zonderlinge gedachte schijnen. Degenen, die zoo spraken, oordeelden echter in overeenstemming met de deukljeelden hunner eeuw en in den geest, die de soldaten van liet kruis bezielde. Wanneer de pausen en de gewijde redenaars den ijver der christenen van het Westen 'voor de verlossing der heilige plaatsen trachtlen op te wekken, beloofden zij hun slechts den palmtak van het martelaarschap, en deze belolte alleen was genoeg om duizenden pelgrims op weg te doen gaan. Wanneer deze tijdens den kruistoclit stierven, (jiilvingen zij het loon, dat men hun toegezegd had. tiet is dus niet te verwonderen, dal men na den oorlug de uitvoering der ie voren gedane bclollen als een weldaad beschouwde. Daarbij moet men met uit het oog verliezen, dal dit de taal was der geestelijken en dor monniken. Indien ridders en haronnen deze geschiedenis geschreven hadden, zouden zij voorzeker anders geredeneerd hebben: wanneer men de gescluedboeken van die tijden leest, kan men er op rekenen daarin meer godsvrucht aan te li elfen d;;n in de tijden zelve, welke zij ons vooi oogen brengen. De voo; ■itelliiig eener gebeurtenis is meestal afhankelijk van de geestesrichling des schrijvers, en destijds werd de geschiedenis bijna nergens dan in de kloosters geschreven.

In dien kruistocht toonden de Franken zich beschaalder dan zij lot dusverre geweest waren. Groote monarchen, die elkander beoorloogden zonder op te houden elkander te hoogachten en hollëlijkheden te bewijzen, waren voor de wereld een nieuw schouwspel. De onderdanen volgden liet voorbeeld hunner vorsten en verloren in hel kampleven iets van hunne onbeschaafdheid. De kruisvaarders werden soms aan de tafel van Saladiju genoodigd en de emirs aan die van Richard outvaugen: door zich met elkander le vermengen, namen de christenen en de muzelmannen elkanders gebruiken, manieren, kennissen en zelfs deugden over.

Iels meer verlicht dan bij de beide vorige kruistochten, behoefden de christeuen minder door wonderwerken opgewekt le worden. De di rsl naar roem was voor hen een bijna even machtige drijfveer als de godsdienstige geestdrift. De ridderschap maakte dan ook groote vorderingen tijdens dezen kruistocht ; zij stond zou hoog in aanzien, zelfs onder de ongeloovigen, dal Saladiju er de statuten van wilde leeren kennen en Malek-Adhel zijn oudsten zoon lol Richard zond, opdat de jonge vorst in de vcreadering der christen baronnen en hecren tot ridder geslagen mocht worden.

Di dezen kruistocht, waarin zich zoovele ridders roemrijk onderscheidden, verwierven Richard en Saladiju zich een onsterlëlijken roem: de ecu door een nultelooze dapperheid en meer schitterende dan degelijke hoedanigheden, de ander door wezenlijke zegepralen en door deugden, die den christenen tot vuorheéld zouden hebben kunnen strekken. Gedurende eene eeuw was Richards naam de schrik van het Ooslen; de Sarraeenen en do Turken bezongen zijn lot iu huinie verzen nog lang ua de kruistochten. Hij beoefende de letteren en verdiende eene plaats onder de minstreelcn; maar de kunsten verzachtten zijn un. luimige en ontembare geaardheid niet, welke hem door zijne tijdgenooten den bijnaam van Ilichard-Leeuwenhart deed géven, dien hij in de geschiedenis behouden heeft. Medege-sleept door de onstandvastigheid zijner neigingen, veranderde hij dikwijls van plannen, genegenheden en grondbeginselen; bi] trotseerde soms den godsdienst en ollorde er zich dikwerf voor op. Nu eens ongeloovig, dan weder hijgeloovig, zonder maal in zijn haat zoowel als in zijne vriendschap, was hij overdreven in alle dingen en toonde zi(;h slechts standvastig in zijne liefde voor den oorlog. De hartstochteu, die hem heheersch-ten, veroorloofden zijn eerzucht zelden een vast, bepaald doel te hebben. Zijne ouvoorzicliligheid, zijne ingebeeldheid, de onzekerheid zijner plannen deden hem de vrucht zijner krijgs-verriclitingen verliezen. In een woord, de held van den derden kruistocht is meer geschikt om verbazing te wekken dan om achting in tc boezemen, en schijnt minder lol de gescliicdeuis dan tol de ridderromans te behooren.

Minder onversaagd en kloekmoedig dan Richard, bezat Saladijn een karakter, dal bezadigder eu vooral geschikter was om oen heiligen oorlog aan le voeren. Hij zette zijno plannen geregelder door en daar hij zichzelven beter kon beheerschen, kon hij ook beter aan anderen bevelen. Zijne geboorte gaf hem geen recht op den troon en hel was eene misdaad van hem dien le bestijgen, maar men moet erkeimen, dal bij, er eenmaal bezit van genomen hebbende, zich dien waardig toonde. Men weet buitendien dat hij, zich van Noureddins rijk meester makende, minder aan zijne neiging gehoorzaamde dan aan den drang der omstandigheden. Eenmaal meester zijnde, vervulden hem nog slechts twee hartstochteu: dien van te regeeren en dien van den Koran te doen zegevieren. Zoo dikwijls hel geen koninkrijk of de i glorie van den profeet gold, of zijne heerschzncht of zijn godsdienstige overtuiging niet weerstreefde, legde Ayoubs zoon gematigdheid aan den dag. De muzelmannen bewonderden de , gestrengheid zijner godsvrucht, zijne standvastigheid in den i tegenspoéd en zijne bekwaamheid in den oorlog. Zijne edelmoedigheid, zijn eerbied voor bet ongeluk en de bezworen trouw werden geroemd door de christenen, wier macht hij in Azië vernietigde, in een onderhoud dat hij na den oorlog met den bisschop van Salisbury had eu door een kronijk van dien tijd voor ons bewaard gebleven is, doel Saladijn ons tegelijk zijn karakter en dat van Rirbard kennen. Na in warme bewoordingen de dapperheid van den koning van Engeland geroemd le hebben, laat hij er op volgen: «maar die vorst is niet voorzichtig genoeg eu waagt te veel zijn leven; ik zou in een groot man liever vourzichligheid zien dan verachting van hel gevaar en zucht naar Ijdelen roem.quot;

Deze oorlog, zoo roemvol voor het hoold der muzelmannen, was niet zonder voordeelen voor Europa. Kruisvaarders, die op weg waren naar Palestina, bleven in Spanje verwijlen en bereidden door hunne overwiiniingen op de Mooren de bevrijding voor der christen rijken aan gene zijde van de Pyreneeën. Evenals in den tweeden kruistocht voerde een groote menigte Duilschers, aan de drangredenen van den paus gehoor gevende,


-ocr page 253-
-ocr page 254-
-ocr page 255-

GESCHIEDENIS OKR KRUISTOGHTEN.

oorlog tegen de barbaarsclu! bewoners der kuslcn van de Oostzee en verwijdden door dappere krijssvcrriclilingon de grenzen van de eliristelijke repnbliek in bet VVeslen.

Daar het grootste gedeelte der pelgrims zieb overzee naar Palestina begal', werd de zeevaarlknnde aangemoedigd en maakte zij aanzienlijke vorderingen. Tijdens hel l)eleg van Ptolomais kwamen er een groote menigte sciicpen uit Europa in de wateren van Syrië. Hadden de meeste dier schepen behoord aan de vorsten die den oorlog bestuurden en niet aan kooplieden, die met den kruistocht hun voordeel deden zonder hom te dienen, dnn is het niet twijfelachtig of de zeemacht der Oosterlingen ware vernietigd geworden en hadden de muzelmannen de heerschappij ter zee niet aan do christenen kunnen betwisten; nochlans waren de vloten van het Westen in alle opzichten voortreli'clijkcr dan die der Turken. Do kronijken van die dagen spreken van verscheidene zeeslagen, waarin de Franken steeds de overhand behielden; de technische kundigheden, welke de oude kronijkschrijvers in hunne beschrijvingen en verhalen ion toon spreiden strekken ten bewijze dat de kennis met dat belangrijke gedeelte van de menschelijke nijverheid meer algemeen werd. Een opmerking misschien niet zonder belang is, dat Richard zich op Kngelsche vaartuigen inscheepte en dat IMiilippus voor zijne expeditie tot de Genueezen zijn toevlucht nam. Wij willen er nog op wijzen, dat het. scliitteréiid gevecht, hetwelk Uichard in de zee van Tyrus aan een groot mnzet-mansch schip leverde, een der eerste zegepralen der Britsche zeemacht was.

Een der gewichtigste uitkomsten van den derden kruistocht, die waaraan de kruisvaarders niet gedacht hadden, was de verovering van Cyprus en de verheHing van dat eiland tot. koninkrijk. Cyprus bevatte verscheidene bloeiende steden; zijne vlakten waren vruchtbaar, zijne hellingen brachten een vermaarden wijn voort, zijne havens boden een gemakkelijke wijkplaats aan de schepen, die zich van het Westen naar Azië begaven en van Syrië naar Europa terugkeerden. Het koninkrijk Cyprus versciialto menigmaal voorlrellëlijke hulp aan de christen koloniën van het Oosten, en toen die koloniën door de Turken verstrooid werden, nam het. hunne overblijfselen op. Neroverd door Uichard en geregeerd door een lange reeks van koningen, behield het, nog tang na de kruistochten, de wellen welke Godfried van Itouillon en zijne opvolgers voor Jerusalem gemaakt hadden; het 'bracht aan de volgende eenwen het kostbaarste gedenktceken der wetgeving van die verwijderde tijden over.

In eenige staten van Europa hadden de handel en de geest zelf der heilige oorlogen bijgedragen tot de vrijmaking der gemeenten. Vele lijfeigenen iiadden, vrijgeworden, de wapens opgevat. Het was niet. een der minst belangrijke talëreelen van den derden kruistocht de banieren van versclieidene steden van Frankrijk en Duitscbland tusscheu de vanen der heeren en der baronnen te zien wapperen.

De krnistoebt verarmde Engeland; hij onderhield in dal. land kiemen van tweedracht; {''rankrljk zag, hoewel het den dood van een groote menigte strijders te betreuren had, op dal zelfde tijdstip in al zijne provinciën den vrede bloeien en deed zijn voordeel met de rampen zijner nabuien. De kruistocht verschatte aan IMiilippus Augustus de middelen om do groote vazallen te verzwakken eu iNormandië met. de kroon te vereenigen. Hij stelde hem in de gelegenheid om schattingen van al zijne onderdanen, zelfs van de geestelijkheid te hetlën en geregelde troepen iu zijne soldij te nemen ; hij bood hem daarenboven ecu voorwendsel aan om zich met een getrouwe wacht te omringen. Zoo breidde zich die koninklijke macht, uit, waarvan de natie hare vrijheden verwachtte en die later bij Ronvines over het geduchtsie verhond zou zegevieren, dal zich ooit tegen Frankrijk gevormd had.

Een langdurige gevangenschap wachtte Richard bij zijn terugkeer in Europa. Door een storm op de kusten van de Adriatische zee tusschen Venetië en Aijiiilea geworpen, vreesde hij door frankrijk te gaan, waar hij de tegenwoordigheid van IMiilippus Augustus duclilte en nam den weg naar Duilscbland, dooreen enkelen dienaar vergezeld. Richard rustle eenige dagen in de nabijheid van Weenen uil in een dorp, Erdberg geheeten. De dienaar, die naar de stad ging om levensmiddelen in te koopen, droeg een kostbaren ring en een paar handschoenen van zijn meesier; hij verwekte achterdocht en men ondervroeg hem; hij antwoordde dat hij met een rijken koopman op reis was. Maaide argwaan was hiermede niet verdreven, want reeds was hel gerucht in omloop, dat de koning van l.ngeland ie /.ara onl-scheepi was en zich op hel Oostenrijksche grondgebied ophield. Voor de bedreigingen en de strikvragen zwichtende, beleed de dienaar eindelijk de waarheid. Richard werd door de soldaten van Leopold in een herberg en onder bet gewaad van een keukenjongen in liecblenis genomen. De lierlog van Oostenrijk was niet grootmoedig genoeg om den smaad , dien de koning, van Engeland hem bij liet beleg van Ptolomais aangedaan bad , te vergeven en hield den monarch gevangen.

Men wist in Europa niet wal er van Richard geworden was, toen een edelman van Arras, niondel gobeeten, hel besluit nam Duitscbland te doorkruisen en zoolang te zoeken naar het. oord waar de vorst zich bevond , tol. hij hem gevonden zou hebhen. Mi gebeurde hel bij toeval, dal Rlondcl zich in een schoon dal ophield in eene plaats Duresten gelieelen, op den linkeroever van den Donau, eenige mijlen van Weenen verwijderd. In de nabijheid van een oud kasteel gekomen waarin, naar men zeide, een doorluchtige gevangene opgesloten zal, hoorde de minsireei hel eerste couplet zingen van een lied, dat hij eertijds met Richard vervaardigd had, en zong nu het tweede couplet. He gevangene erkende Blondel en de getrouwe minsireei koerde naar Engeland terug met. de tijding, dal hij den kerker van koning Richard ontdekt had. Verschrikt over die ontdekking, durfde de hertog van Oostenrijk zijn geduehlen gevangene niet. langer in zijne macht houden en léverde hem over aan den keizer van Duitscbland. Richard had dertien maainlen in hel. kasteel doorgebracht, dat Leopold hem lot gevangenis gegeven had. Hendrik, die zich ook over grieven te wreken had, was blijde dat. hij den koning van Engeland in zijne maebl had en deed hein in hél kasteel Trilëls opsluiten waarvan de reiziger nog de bouwvallen zien kan op den linkeroever van den Rijn niet ver van Landan. De keizer hield hem daar bijna een jaar gevangen. De held van den kruistocht, wiens naam de wereld vervulde, versmachtte in de duisternis van een kerkerhol en bleef zoo langen tijd ter prooi aan de wraakzucht van twee christen vorsten.

Men deed hem voor den Duilsehen rijksdag verschijnen die te Worms vergaderd was; men beschuldigde hein van al de misdaden , welke de haal en de afgunst hem ten laste gelegd hadden; maar de aanblik van een in kluisters geklonken koning-is zoo aangrijpend, dal niemand Richard durfde! veroordeelen, en terwijl hij zich rechtvaardigde smolten al de bisschoppen en heeren in tranen, en bezwoeren Hendrik hem met minder onrechtvaardigheid en strengheid te behandelen.

Koningin Eleonora wendde zich tot alle inachlen van Furopa om de iuvrijlieidslelling van Richard le bewerken. De klaehlen en de tranen eener moeder roerden het hart, van Celestinns, die pas den Stoel van den heiligen Petrus beklommen had. De paus eisehte herhaalde malen de vrijheid van den koning van Engeland cn vaardigde eindelijk de excommimiealie tegen den hertog van Oostenrijk en den keizer uil, maar de banbliksems der Kerk vielen zoo dikwerf op de tronen van Duilscliland, dal zij bijkans geen vrees meer inboezemden. Hendrik trotseerde den banvloek van den Heiligen Stoel: do gevangenseliap van Richard duurde nog langer dan een jaar; eindelijk verwierf hij zijne vrijheid slechts door zich te verbinden lot de belaling van een aanzienlijk losgeld. Zijn rijk, dal hij bij zijn vertrek gebrandschat bad, pulle zich uii om zijn terugkeer le verhaasten, en Kngeland otïerde lot zells zijne gewijde vaten op om de kluisters van zijn monarch te slaken. Mol geesldrifl. werd hij door de Engelschen ontvangen, en zijne lotgevallen, die lianen afpersten, deden zijne wreedheden vergeten, en Europa gedacht nog sleelns zijne heldendaden en zijne rampen.

Na den met Richard gesloten wapenstilstand had Saladijn zich naar Damascus begeven doch genoot slechts een jaar van zijn roem. De geschiedenis van dien tijd roemt zijn sliehlelijk 1 afsterven; hij verdeelde zijne almoezen gelijkelijk onder (ie i christenen en de muzelmannen. Voor hij den geest gaf, beval | bij een zijner emirs zijn doodlaken door de slralen van Damascus te dragen en mei luider stemme daarbij le roepen; «/Jcilatir wal Saladijn, de iwcnrinundr vein lui (tosten, run zijne vernve-riiKjen ■medcni'eml.quot; De Ealijnsehe kronijken zijn de eenigen die de/.en trek verhalen en wij deelen hem hier mede minder als een historisch feit dan wel als een verheven zedekundige les (Mi de levendige en kernachtige uitdrnkking van de broosheid der mensehelijke grootheid. Men vindt bij de Arabische schrijvers gewag gemaakt van een opmerkelijke omslaiidigbeid, die zeer goed tegelijk de droelheid selietst welke Snladijns dood j verwekte en die soort van regeeringsvorm, waarbij alles met I den vorst schijnt te sterven: na van de vorlwijlcling gesproken te hebben, waaraan de Syriërs zich overgaven, voegt Boha-Kddin er bij, dat de geheele bevolking van Damascus als door onlzei-! ting aangegrepen werd, zoodat men door de nlgemeene droefheid venjal om de Mud le plunderen.

in de laatste dagen zijns levens hield Saladijn zich met nieuwe veroveringen bezig: hij wendde zijne blikken naar Klein-Azië, het Grieksche keizerrijk en misschien ook naar liet Westen, i welks legers hij verscheidene kceren in Syrië overwonnen bad.


-ocr page 256-

NEGENDE BOEK

EINDE VAN DEN VIERDEN KRUISTOCHT.

1193—1198.

(Vorbrokkoling van het door SaladUn gestichte rijk; Malek-Adhel maakt gebruik van den naijver zijner neven om zich van den troon meester te maken; blik op den staatkundigen toestand van het Oosten en het Westen; paus Celestinus 111 doet den kruistocht prediken: de keizer van Duitschland, Hendrik VI; rijksdag van Worms; vertrek der Duitsche kruisvaarders; hun aanmatigend en onstaatkundig gedrag in Palestina; gevolgen hiervan; de muzelmannen belegeren Joppe ; dood van den koning van Jerusalem; Malek-Adhel wordt geslagen en op de vlucht gedreven; de christenen hernemen Heyrout; opnieuw meesters vim Syrië vallen zij het voornemen op de heilige stad te heroveren; zij sluiten het kasteel van Thoron in; hun schandelijke vlucht; hunne noodlottige verdeeldheden; koningin Isabella schenkt hare hand aan Amalric, koning van Cyprus; aankomst van den graal' van Montfoort; de Duitsche kruisvaarders keeren naar Europa terug; wapenverdrag met Malek-Adhel. — Beknopt overzicht van den vierden kruistocht.)

m ;t Saladijns dood zag men gebeuren wat bijna altijd met de J|?H dyiiaslieën van hel Oosten plaats greep: een regeering vol onrust eti verwarring volgde op eene regeering van de kraclil en de onbeperkte macbt. In die dynastieën, welke geen anderen steun hebben dan de overwinning en de alvermogende wil van een enkel inau, gehoorzaamt men sidderende zoolang de gebieder door zijne soldaten omringd beveelt; maar zoodra heelt hij niet do oogén gesloten, ol' men werpt alle banden van gezag at'met iielzeltde vuur waarmede men zich aan de slavernij onderworpen had ; do hartstochten, zoolang door de tegenwoordigheid van den despoot onderdrukt, barsten slechts met des te meer geweld los zoodra er van hem niets meer dan een bloote herinnering rest.

Saladijn was gestorven zonder zijne erfopvolging geregeld te hebben en door dit verzuim bereidde hij den ondergang van zijn rijk voor. Een zijner zonen, Aziz, die in Egypte bet bevel voerde, deed zich tot vorst van Cairo uitroepen; een tweede nam het vorstendom Alleppo in bezit; een derde liet vorsiendom Damascus; Malek-Adhel, Saladijns broeder, deed zicii tot souv( rein van een gedeelte van Mesopotamië en eenige steden in de nabijheid van den Eupliraat uitroepen. De voornaamste emirs, al'de prinsen van het geslacht der Ayoubieten, verklaarden zich onalhankelijke gebieders van de steden en de provinciën, waarover hun hel bestuur was toevertrouwd geweest.

Al'dal, Saladijns oudste zoon, was tol sultan van Damascus uitgeroepen; meester van Syrië en van de hoofdstad van een groot lijk, souverein van Jerusalem en Palestina, scheen hij iels van de vaderlijke macht behouden te hebben; maar alom heerscble vei warring en bandeloosheid. De emirs, de vroegere deelgenooten in de overwinningen van Saladijn, verdroegen met weerzin hel gezag van een jongen sultan. Verscheidenen nadden geweigerd den eed van gehoorzaamheid aan hem af te leggen die door de emirs van Damascus opgesteld was; anderen wilden dien alleggen onder voorwaarde, dal zij hunne oude leengoederen zouden behouden of dat men hun met nieuwe zou begittigen. Wel verre van aan die aanmatigende eischen met nadruk paal en perk le stellen, vergat Afdal de plichten van 'den troon in de buitensporigheden van den wellust, en liet hij, geheel overgegeven aan zijne vermaken, hel bestuur van zijn rijk over aan een vizier, die hem bij de muzelmannen gehaat maakte. Hel leger eischte de afzetting van den vizier, dien hel beschuldigde zich het gezag van den vorst toegeëigend te hebben; de vizier stelde aan zijn meester liet ontslag der oproerige emirs voor. Ue zwakke sultan, die slechts door de i oogen van zijn minister zog, gehinderd door de tegenwoordig- |

beid en hel gemor van een ontevreden leger, ontsloeg een groot aantal soldaten en emirs uit zijn dienst; zij gingen zich bij alle naburige vorsten over de ondankbaarheid van Afdal beklagen en beschuldigden hem, van le midden van den lediggang en de zinnelijkheid, de heilige wellen van den profeet en den naam van Saladijn le vergelen.

De moesten hunner hadden zich naar Egypte begeven, waar zij Aziz aanspoorden de wapens legen zijn broeder op te nemen. I)ë souverein van Cairo luisterde naar hunne inblazingen en vatte, onder het voorwendsel van den naam zijns vaders te wreken, hel voornemen op zich van Damascus meester le maken. Hij verzamelde zijne gansche strijdmacht en rukte aan de spits van een talrijk leger Syrië ,binnen. Rij de nadering van hel gevaar, riep Afdal de hulp in der vorsten, die over de landen van Hannah en Aleppo heerschten. Welhaast ontbrandde een geduchte oorlog, waarin het geheele geslacht der Ayoubieten medegesleepl werd. Aziz had hel beleg voor Damascus geslagen. De hoop op eene gemakkelijke verovering bezielde zijne emirs en deed hun gelooven, dat zij voor de gerechtigheid streden; maar wijl zij al dadelijk geen vorderingen maakten en de overwinning steeds twijfelachter werd begon die oorlog lu n onrechtvaardig voor le komen. Zij begonnen le morren, kwamen eindelijk tegen Aziz in vollen' opstand en vereenigden zich met de troepen van Syrië. Van allen verlaten was de vorst van Cairo verplicht smadelijk het beleg op te breken en naar Egypte terug te keeren. De sultan van Damascus eu zijn oom Malek-Adhel vervolgden hem door de woestijn met het doel hem tol in zijn hoofdstad aan te vallen. Aan de spits van een zegevierend leger had Afdal reeds dood en verwoesting verspreid langs de boorden van den Nijl; Aziz ware onttroond en Egypte door de Syriërs veroverd geweest, indien niet Saladijns broeder, Malek-Adhel, gedreven door een staatkunde, waarvan men laler het doel leerde kennen, aan de wapens van den overwinnaar het gezag zijner raadgevingen tegenovergesteld en den vrede in het stamhuis der Ayoubieten hersteld had.

De vorsten en de emirs hadden eerbied voor de ervaring van Malek-Adhel en namen hem tot scheidsrechter in hunne verschillen. Gewoon hem in de legerplaatsen te zien, beschouwden de krijgers van Syrië en Egypte hem als hun opperbevelhebber en volgden hem mei blijmoedigheid iu den strijd; de volken, die hij zoo dikwijls door zijne krijgsverrichtingen verbaasd had, riepen hem aan in tijden van tegenspoed en gevaar. De muzelmannen zagen met verwondering, dat hij als het ware naar i Mesopotamië verbannen was geweest en dat een door zijne I dapperheid gegrondvest rijk overgelaten werd aan jeugdige

-ocr page 257-

GESCHIEDENIS I)Eli KHUISTOCHTEN.

1 h'.'i

vorsten, die bij de krijgers volstrekt niet in aanzien stonden; ^ liij zelf was er in het geheim verbitterd over, dal bij niet het 1 loon voor zijne krijgsverrichtingen bad ontvangen, dat hem toekwam, on bij wist wat hij van do oude soldaten, die hij ter overwinning gevoerd had, eenmaal tot bevrediging van zijne eerzucht te wachten bad. Het strookte met zijne plannen, dat het bestuur van bet rijk niet in dezelfde handen vereenigd werd cn de provinciën nog eenigen tijd verdeeld bleven tnsschen twee naijverige machten. Do vrede, dien hij bewerkt had, kon niet van langen duur zijn, en do twecdracbt, die altijd op bet punt stond tusschon zijne neven nit te breken, moest hem weldra de gelegenheid aanbieden om bet uitgestrekte eiTdeel van Saladijn voor zich alleen in bezit te nemen.-

Gewaarschuwd door do gevaren, waaraan hij was blootgesteld geweest, besloot Aldal van levensgedrag, te veranderen. Tol dan 'toe had bij de rechtgeloovige muzelmannen geërgerd door zich aan misbruik van wijn over te geven. Bij zijn terugkeer uit Egypte loonde hij zich volgzaam aan de lessen iler vrome en (lodvnirhlicie mannen; maar bij viel slocbls van bet eene uiterste in het andere: men zag bom voortdurend in bot gebed, voort-durend bezig met de nauwgezetste oefeningen van don muzel-manschen godsdienst; bij begon met eigen band don geheelen Koran over to schrijven; in zijn overdreven godsvrucht zoowel als in zijn losbandig leven, bloei' Aldal steeds vreemd aan de zorgen van het rijk on volgde blindelings de raadgevingen van dienzelfden vizier, die hem reeds eenmaal bijna zijno Staten bad doen verliezen. «Toen gingen van alle kanten klachten tegen hem op,quot; zegt Aboulleda, «en degenen, die tot dusverre zijn lol verkondigd hadden, bewaarden bet stilzwijgen.quot;

Aziz ■acbtle het oogenblik gunstig oin do wapens weder tegen zijn broeder op te vatten. Daar Malek-Adliel overtuigd was, dat de oorlog zijn eerzucht kon dienen, sprak hij van geen vrede meer en stelde zich aan de spils van bet Egyptische loger. Na do voornaamste emirs van Aldal door zijne bedreigingen vrees aangejaagd of door zijne geschonken gewonnen te iiebben, nam bij aanvankelijk bezit van Damascus in naam van Aziz en hestunrde welhaast als souvoiein de rijkste provinciën van Syrië.

Eiken dag ontstonden er nieuwe twisten lusschcn de vorsten en de emirs: allen, die mot Saladijn gestreden hadden, achtten het oogenblik gunstig om hnnno aanspraken te doen gelden; de vorston, die nog van bot stamhuis van Nonreddin overgebleven waren, wendden pogingen aan om de provinciën te liernomen, waarvan de zonen van Ayoub de ongelukkige Atabeken beroofd hadden. Geheel bel Oosten was in beroering; bloedige verdeeldheden leistorden 1'erzië, het volk de zwakke alstammelingen der Soldscliukkon aan elkander betwistten. Het Karische rijk, dat zich met don dag door veroveringen uitbreidde, bedreigde tegelijk de hoofdstad van Korasan en de stad Damnscus, waar bot hoofd van den muzolnianschon godsdienst sidderde. Sinds lang kondon de kalifs geen werkzaam aandeel nomen aan de gebeurtenissen, welke het aanschijn van Syrië vcraiidoidoii, en oefenden zij geen ander gezag moer uit dan dat van do overwinningen der zegevierende partij te bevestigen.^ Uit Damascus venlreven, riep Aldal tevergeefs de bescherming1quot; in van den kalif van liagdad, die hem tot geduld vermaande met de woorden: dut zijne vijanden nun God lelensehap zonden moeien it/lefjijen van heUjeen zij ijedaan hadden.

Te midden der onee'iiigbedeii welke de muzelmansche vorsten verdeelden, vond Malek-Adhel geen hinderpalen voor de uitvoering zijner plannen; de onlusten, welke zijne overweldiging had doen'ontstaan, de tegen bom ondernomen oorlogen, alles droeg tot do bevestiging en de uitbreiding van zijne macht hij. Het duurde niet lang of hij veroenigdo het grootste deel der door Saladijn veroverde provinciën onder zijne heerschappij. Zoo werd voor de tweede maal in een tijdsverloop van weinige jaren de opmerking bewaarheid van een Arabisch geschiedschrijver, Ibn-Alatir, die, van Chirkou's nalatenschap sprekende, zich volgonderwijzo uitdrukle: De meeslen dergenen die rijken (je-sticht hebben, hebben ze niet aan hunne nakomelinyen achtergelaten. Deze onbestendigheid van de macht is geen vreemd iets in landen, waar bet succes alles wettigt, waar de grillen der lortuin dikwijls wetten zijn , waar do goduebtste vijanden van een dooide wapenen gegrondvest rijk juist diegenen zijn, welke helden steun van hun krijgsbeleid gegeven hebben. De zooeven door ons aangehaalde geschiedschrijver betreurt die omwentelingen van de militaire dwingelandij zonder er de naluurlijke oorzaken van te doorgronden, en kan zich zoovele veranderingen niet verklaren, dan door op le klimmen lol de gerechtigheid Gods, die altijd bereid is om degenen, die geweld gebruikt en het bloed der mensehen vergoten hebben om aan de regeering te komen, ton minste in hunne kinderen le slrallën.

Dit waren de omwentelingen, welke de muzelmansche Slaton van Syrië en Egypte gedurende verscheidene jaren beroerden. De vierde kruistocht, welken wij thans gaan beschrijven, waarin de christenen zich de onlusten van bet Oosten ten nutte hadden kunnen maken, diende sleehls om de verstrooide brokstukken van Saladijns rijk te vereenigen. Malek-Adhel ln.d de niihroi-ding van zijne macht niet alleen le danken aan de venloeldhedon der ongeloovigen, maar ook aan den geest, van Iwoodraoln, welke onder de christenen heerschle.

Na bet vertrek van den koning van Engeland gingen de christen koloniën, gelijk men zulks steeds na eiken kruistocbl gezien had, met meer snelheid baar verval te gemoot. Hendrik van Champagne, die met bel opperbestuur van Palestina bekleed was, verwaardigde zich niet den titel van koning aan le nemen: reikhalzend verlangende om naar Europa lerug te koeren, beschouwde bij zijn koninkrijk als een oord van ballingschap. De drie militaire orden, die door hunne geloften in Azië teruggehouden werden, vormden de voornaamste kracht van een Staal, die voorheen al de krijgers van Europa lol verdedigers had. Guy van Lusignan, dié het eiland Cyprus bewoonde, liet zich niets meer aan Jerusalem gelegen liggen, en bepaalde er zich uilsluitend toe zich in zijn nieuw koninkrijk to liandhaven, dat door den voorttlurenden opstand der Grieken verontrust en door de keizers van Conslaiitinopol bedreigd werd.

Dohemond III, kleinzoon van Raymond van Poitiers, en van moederszijde afstammende van den vermaarden liohemond, een der helden van den eersten kruistocht, bestuurde hel vorslendom Antioclhë en het graafschap Tripoli. Te midden der rampen die de christen koloniën teisterden, daehl deze vorst alleen aan de uitbreiding zijner Stalen, cn alle middelen om dal doel le bereiken schenen hem goed loc. J?oliemoiid beweerde rechten le hebben op bel vorstendom Armenië: om het in zijne niacht te krijgen wendde hij beurtelings geweld en list aan. i\a verscheidene vrucblelooze pogingen, lokte bij Piiipinus van den Berg, een der vorsten van Armenië, in zijne hoofdstad en hield hem gevangen. Hij bood bom vervolgens de vrijheid aan, onder voorwaarde dal Hupinns hom als leenheer zou hnldigon. Op de weigering van liupinns rukto Boliemond Armenië binnen : Livo, die den vorst van Anlioebië overwon, noodzaakte dezen zijn gevangene in vrijheid te stellen. Verscheidene jaren daarna ontstonden nieuwe twisten tnsschen Boheinond en Livo, die intusscben vorst van Armenië geworden was. Onder voorwendsel van over den vrede te willen onderhandelen, noodigde liohemond Livo tol eene samenkomst uil. Beide vorsten verbonden zich onder cede, dal zij zonder geleide en gevolg op de plaals der bijeenkomst zouden versehijnon ; maar ieder bniiner koesterde hel geheime voornemen zijn eed niet te houden en slechts naar de stem van den baat te luisloren. De Armenisehe vorst was de gelukkigste of do tronweloosste: bij verrasie Bohemond, belaadde hem met ketenen en sloot hem in een zijne sterkten op. Nu ontbrandde de oorlog met des te grooti-r hevigheid. De bewoners van Anlioebië en die van Armenië snelden te wapen; de velden en de steden der beide vorstendommen werden beurtelings overweldigd en verwoest, liilnssehen begon men over hel lierste! van den vrede le onderbandelen. Na eenige besprekingen over de voorwaarden werd de vorst van Anlioebië naar zijne Staten leruggozonden. Ingevolge een lusseben de beide vorsten gesloten overeenkomst huwde Alix, de dochter van Bnpinus, mol den oudsten zoon van Bohemond. Deze ecblverbinteiiis sebeen hel onderpand van een dmirzanien vrede Ie moeten zijn; maar de kiem van zoovele verdeeldlioilen bestond nog: beide partijen bleven wrok koesteren over den smaad, die hun aangedaan was, en elk vredesverdrag werd een nieuwe twistappel; gestaag stond de oorlog op bet pnnt van los le barsten.

Van een anderen kant, hadden eerzncht en tweedracht d' orden van den Tempel en van Sint-Jan verdeeld. Ten tijde vim den derden kruistocht waren de Hospitaliers en de Tempi I eis even machtig als souvereino vorsten: zij bezaten in Azië cn in Europa dorpen, sleden en zelfs provinciën. Mot, elkander wedijverende in macht en glorie, hielden de beide orden zich minder bezig met de verdediging der heilige plaatsen dan inet de vermeerdering van hunne vermaardheid en van linniie rijkdommen; elke hunner onmeetlijke beziltingen, elk liiinner voorrechten, de beroemdheid der ridders, de invloed dor hoofden, alles, lot zelfs de tropeeën der dapperheid, was voor ben een voorwerp van afgunst. De Engolsche kronijkschrijver Malthous Paris verhaalt ons, dal de voornaamste reden van den naijver lusschcn beide orden de ongelijkheid barer rijkdommen was: de Hospitaalridders bezaten negentien duizend kas-teelen en de Tempeliers negen duizend. Eindelijk gal' zich die geesl van Iweedracbl en afgunst lucht door oen openbaren oorlog. Een Eranscb in Palestina gevestigd edelman bezat, in hoedanigheid van vazal der Hospitaliers, een kasteel in de nabijheid van Margat op de kusten van Syrië. De Tempeliers beweerden dat dit kasteel buu toebehoorde en maakten er zich mei geweld meester van. Robert Seguin, zoo beolie de edelman, kwam zijn beklag bij de Hospitaliers indienen: deze vallen terstond de wapens op en verdrijven de Tempeliers uil hel pas door ben overweldigde kasteel. Sinds konden de ridders der beide orden elkander niet meer ontmoeten zonder elkander ten

on*


-ocr page 258-

(;I'SCHIEDENIS I)I' n K ni'ISTOCriTEN.

strijde uit to dngon. Hot grootste gedeelte der in Syrië geves-tig(ie Franken en cliristonon kozen partij, de oenen voor do orde van Sint-Jan, do anderen voor die van den Tempel. De koning van Jorusalom on do vorstandigsten dor baronnen doden vor-geolscho pogingoti om den vrede te herslollon; versclioidene christen vorston beprooHleii vruclitoloos do beide naijverige orden mot olkandor te verzoenen; don pans zei ven kostte liet eenige moeite om zijne beiniddoling te doen aannemen, en hot was eerst na lang beraad, dat do Heilige Stool, nn eens gewapend mol de evangeliselio banbliksonis, dan weder de vaderlijke taal van hol hoofd dor Kerk latende hooron, door zijne wijsheid en zijn onwoerstaanbaren invloed, een einde maakte aan oen twist, welken de ridders liever mei hel zwaard en de lans uitgevochten haddon.

Te midden dier noodlottige verdeeldheden was niemand op verdediging togen de Turken bedacht. Kon der verdoiTolijkste gevolgen van den partijgeest is, dal hij tol oen hetreurous-waardlge onverschilliglioid voor het algouioono welzijn leidt. Hoe verwoeder do parlijou elkander aanvielen, hoe minder zij do gevaren gewaar werden, welke do cbristen koloniën dreigden ; noch do ridders van Sint-Jan of van don Tempel, noch do cliristonon van Anliocliië, nocli die vnu 1'tolomais, dachten er aan om bijstand togen do ongeloovigcii in to roepen, on de gosohiodouis meldt niet, dal eenig afgezant van liet Oosten destijds het weeklagen van Sion in Europa boen doen wecr-galinen.

Do toestand dor cliristonon in Palestina was overigens zoo onzeker en gevaarvol, dal do verstandigston slechts mol buivoriiig iu de toekomst blikten en tot geen vast bo.sluil konden komen. Indien zij do Imlp der krijgers van bot Westen inriepen, sehonden zij bet met Saladijn gesloten verdrag en stoldon zirh aan do gansclie woede der ongeloovigon bloot; eerbiedigden zij daarentegen de verdragen, dan kon de waponstilsiand door de ninzolinamieii verbroken worden, die er altijd op uit waren partij te trokken van de rampen die de chrisionon trollen. In dien staat van zaken scheen niets oen nienwen kruistocht te doen vormoodon. In do eerste plaats word hij niet uitgelokt door do chrisionon van Syrië, en wolko godsdionslige bewoog-reden kon in do tweede plaats de cbristenlieid nopen een ver verwijderd volk, dat aan zodebederr overgegeven was en door twoeiiraclit verdeeld werd, Imlp te gaan bieden. Welk belang kon hot Westen er hij liehben zijne schatten cn zijne legers ten otlër te brengen voor de verdediging van provinciën, die met puinhoopeu overdekt en van alles outhlool waren, wal zo kon doen bloeien? Hot moot nochtans gezegd worden, dal de greote naam van Jerusalem den geest der volken nog levendig trol'; de verccring voor de heilige plaatsen, welke in hol rijk zeil van Jesus ('ihristus scheen te verzwakken, bleet' voortbestaan aan gene zijde der zeeën en in de voornaamste streken van het Westen.

Celestinus ,'11 had, door zijne vermaningen, do krijgers van den derden kruistoclit aangonioedigd; op taebtigjarigen ieot'tijd was hij nog steeds er op bedacht de plannen zijnor voorgangers te verwezenlijken, en wenschte vurig, dat do iaatste dagen van zijn leven eu zijn ponliticaat gekonniorkt moiditon worden door de verovering van Jerusalem. Na Hichards terngkoor had de dood van Saladijn in liet geheele Westen grooto blijdsobap verwekt en de hoopvolle verwaclitingen der christenen verlevendigd, (lelesti-nns zond een schrijven aan alle geloovigen, waarin hij bun mededeelde, dat de geduchtste vijand van de cbristenlieid opgelionden bad te leveu, cn zonder zich te laten weerhouden door den met Hichard-Loeuwonbart gesloten wapenstilstand, gelastte hij aan de bisschoppen en aarishisschoppon oen nieuwen kruistocht in buiino bisdommen te prediken. Do paus schreier twee brieven aan IIubertus, aartsbisschop van Kantelberg, en wondde zich te gelijk lot al de aarlsbisschoppoii en bisschoppen van Engeland: «Wij hopen en gij moet ovcnceus hopen,quot; zeido Celestinus tot hen, «dat de Hoer uwe predikatiën on gebeden zal begunstigen eu Hij het nel voor de miraculeuze vischvangst zal uitwerpen; dal de vijanden van God verstrooid zullen worden, en degenen, die Hom halen, verre van zijn aanschijn zullen vlieden.quot; De paus doelde mede, dat hij allen, die den pelgrimstocht voor den dienst van God on met het doel om zijne zaak te verdedigen zouden ondernemen , weder in den schoot der Kerk zou opnemen en van alle kerkelijke censuur onthellën. Ilij beloolde dezolldo voorrechten en voordooien als in de vorige kruislocliten. In hot, einde van zijn eersten hrief vermaande de opperpriester :?//(/ u'i'lhcmiudcn zoon in Jrsns Christus, den dooiluchlii/en hnwuj van ICiiilclaiid, oen goed uitgerust leger tot bijstand van het. heilige land uit Ie zenden en zeil' al zijne volkoii uit te noodigen zich met het toeken des kruises te bokleodon en de zeeën over te stoken. Do tweede brief van Celestinus Hl had ten doel om, op straHë van excommunicatie, allen, die do gelofte afgelegd hadden van naar hel heilige land te trekken en zulks tot dusverre nagelaten hadden, te hevelen zich onverwijld op weg te begeven, tenzij zoor gewichtige beletselen hen daarvan mochten terughouden. Een penitentie moest opgelegd worden aan degenen die door wettige redenen verhinderd zouden zijn hun eed gestand te doen. tol dat zij in slaat waren de reis te aanvaarden. Degenen die in Europa teruggehouden werden door liebaamsgebreken of ziekelijkheid moesten een plaatsvervanger stollen.

In een aan de onderlioorige gecstelijklieid van hot aartsbisdom York gei'ichlen brief, bevoelt de aartsbisschop van Kantelherg haar aan met zorg allen op to sporen, die beloofd mochten heb-hon aan den kruistocht deel te nemen. «Wanneer men hunne namen zal kennen,quot; schreef hij, «zal men zo openlijk afkondigen in de week volgende op den zondag, waarop hwlair .lenisalcm gezongen wordt; de priesters zullen beu aansporen hot kruis weder aan te nemen, dat zij afgelegd hebhon, en zullen prediken opdat do kruisvaarders zich niet meer mogen schamen over do werken, waarvan zij de geestelijke vruclilen moeten plukken. Indien do kruisvaarders niet gehoorzamen, zullen zij verstoken blijven van de heilige golieimon der Communie bij hol aanstaande l'aasclifocst.quot; De prolaal vcrwaclilte van zulk echo gostrenghoid de gelukkigste uitwerkselen.

Sinds zijn terugkeer had Richard bol kruis, het symbool van den pelgrimstocht, niet afgelegd: men kou derhalve veronderstellen dat hij voornemens was naar hel heilige land terug Ie koeren; maar pas uil een onrechtvaardige gevangenschap ontslagen, uil eigen ervaring bekend met de moeiolijkheden en de gevaren van een verre expeditie, koesterde hij geen andere gedachte dan zijne verliezen te lierstollon, zijne Staten te verdedigen of Ie vorgrooton, eu tegen de aanslagen van IMiilippus Augustus op zijne hoede 1c zijn. Zijne ridders en baronnen, die bij zelf aanmaande om bet kruis weder aan te nemen, betuigden evenals hij hunne verknoclillieid aan de zaak van Jesus Cbristus, maar konden er niet toe besluiten naar Palestina terug te keeren, dat voor hen een land van lijden eu ballingscbap geweest was.

De predikers van don kruistoclit, hoewel bunno verschijning overal eerbied iuboezemde, maakten oven weinig opgang in Frankrijk, waar eenige jaren to voren liondcrdduizend krijgers do wapens opgevat hadden om de heilige plaatsen te hulp te snellen. Was de vrees voor de aanslagen van IMiilippus voldoende om liicliard in het Westen terug Ie houden, zoomoest eveneens do vrees voor Richards haaldragend eu afgunstig karakter IMiilippus nopen zijne Slalcii niet te verlaten. De moeste ridders en heoren volgden hel voorbeeld van den koning van Frankrijk en vergenoegden zich met tranen le storten over de gevangenschap van Jerusalem. De geestdrift voor den kruis-lochl sleepte slechts oen zeer gering aantal krijgers mede, waaronder de geschiedenis den graaf van Monttoorl noemt , die in hel vervolg den Alhigonzen zulk een wreeden oorlog aandeed.

Sinds don aanvang der kruislocliten had Duitschland voortdurend zijne krijgers ter verdediging van het heilige land uilgezondon. Het hotrenrdc bot verlies van zijne kortelings in Klein-Azië verstrooide logorse.liaron en den dood van keizer Frodorik, die in hot Oosten slechts oen graf gevonden had; doch de berinnering aan zulk een groote ramp doofde niet in aller barton don ijver en do geestdrift voor de zaak van Jesus Christus uit. Hendrik VI, die don keizerlijken troon bezette, had niet, evenals do koningen van Frankrijk en Engeland, de wederwaardigheden en do gevaren van de laatste expeditie gedeeld: geen verdrietige herinneringen on do vrees voor zijne vijanden in Europa verhinderden bom deel te nemen aan een nieuwe expeditie en den heiligen pelgrimstocht te aanvaarden, welken zoo vele doorluchtige voorbeelden hom ten plicht scbe-neii le stellen.

Hoewel die vorst, bot jaar le voren, door den Heiligen Sloel in den ban gedaan was, zond de paus hem een gezantschap, dal in last had hem aan het voorlioeld van zijn vader Frodorik te herinneren en hem aan te manen hot kruis aan te nomen. Hendrik, die de gelegenheid zocbl zich met hot hoofd der Kerk te verzoenen en daarbij reusachtige plannen koesterde, waarin een nieuwe kruistocht iioni van dienst kon wezen, ontving den gezant van Celestinus met grooto eerbowijzingen.

Van al de vorsten dor middeleeuwen toonde er geen meer eerzucbl dan keizer Hendrik VI: zijn geest, zoggen de geschied-schrijvers, was vervuld met, de gedachte aan de glorie der Cesai's, en hij wenschte evenals Alexander te kunnen zoggen: Alles wal mij in; verlangens kunnen omvallen, hehoorl mij Ine Hij achtte de gelegenheid gekomen om zijne plannon ten uitvoer té brengen en zijne veroveringen le voltooien. Een kronijksclirijvor, Willem van Neubridge, beeft godvruchtige redenen opgegeven voor de expeditie van Hendrik VI : volgens bom word de keizer bewogen om de wapens op le nomen door hol schouwspel van twee groote koningen, die dc zaak van Jesus Christus in den sleek lieten om zich slechts met Ininne eigene zaken bezig le houden, en door bunno oneeniglieden en hun wedorzijdschon haal de krachten van dc christenheid verbrokkelden. Dezelfde kronijkschrijver beschouwt bet besluit van den keizer als een


-ocr page 259-

('■I'SCIIII'DKiNlS DKIi KIII ISTOCÜTKX.

boetedoening voor ile misdaad dal liij Hiclmrd gevangen ge-lioiiden had. Maar de geseliiedcnis moet in liet voornemen van Hendrik Vi do herekeningen van een wereldsolic staalkundo erkennen. Du cxpcdilio, waarvan de Heilige Vader hem voorstelde liet hoold te wezen, kon zijne eerzuchtige bedoelingen in de hand werken: terwijl luj beioolde het koninkrijk Jerusalem te verdedigen, dacht bij slechts aan de verovering van Sicilië, en de verovering van Sicilië had geen waarde in zijne oogen dan omdat zij hem den weg naar Griekenland en (jonslantinopel baande. Ter zelliler tijd dat bij zijne onderwerping aan den wil van bol boold der Kerk betuigde, zocht hij het bondgenootschap der republieken van Genua en Venetië, aan wie hij don buit dor overwonnenen beloofde; maar in den grond zijns harten voedde hij de hoop, dat bij eenmaal de republiek van Italië zou omverstooten, bet gezag van den Heiligen Stoel Inuiken, en op hunne pinuhoopen voor zich en zijn stamhuis het keizerrijk van Augustus en Constanlijn zou doen herrijzen.

Dit was de vorst, wien Celeslinns een gezant zond om hem te bewegen een heiligen oorlog Ie ondernemen. Na zijn besluit om hel. kruis aan te nemen kenbaar gemaakt te hebben, beriep Hendrik te Worms een algemeenen rijksdag, waarin bij zeil' de geloovigen aainnaande om zich voor de verdediging der heilige plaatsen te wapenen. Deze vergadering duurde acht dagen. Sedert Lodewijk Vil, koning van Frankrijk, die zijne onderdanen toesprak om ben voor den kruistocht te winnen, was Hendrik de ecnige monarch, die zijne stem met die der predikers van don heiligen oorlog had gemengd en de klaagtonen der Kerk van Jerusalem had doen hooreu. Zijne welsprekendheid, welke door de geschiedschrijvers van iilien tijd geroemd wordt, en vooral hol verheven schouwspel dat een machtig keizer aanbood, die zeil' den oorlog tegen de onge-loovigen predikte, maakten oen diepen indruk op do menigie toehoorders. N:i (lie plechtige rede bestegen de doorluebtigsten der prelaten, die to Worms bijeen waren, beurtelings den kansel om de steeds stijgende geestdrilt der geloovigen aan te wakkeren: acht dagen lang hoorde men in de kerken niets dan de jammerklachten van Sion en de Stad Gods. Door zijn horhouding omgeven bekleedde Hendrik zich met het onderscbeidingsteeken der kruisvaarders; een groot aantal Duitsche heeren namen het kruis aan, eenigen om aan God, anderen om aan den keizer behaaglijk te zijn. Onder degenen, die de gelofte allegden om de muzelmannen te gaan bestrijden, noemt de geschiedenis Hendrik, hertog van Saksen, otto, markies van Brandenburg, Hendrik, paltsgraaf van den Dijn, Heiman, landgraaf van Thnringen, Hendrik, hertog van Hrahant, Albert, graaf van Habsburg, Adolf, graaf van Scbanenburg, Hendrik, graaf van l'appenbeim, rijksmaarschalk, den hertog van Heieren, Frederik, zoon van Leopold, hertog van Oostenrijk, Koenraad, markies van Moravië, Valeraan van Limburg, de bisschoppen van Wiirtz-burg, Bremen, Worden, Halherstadt, l'assau en negensburg.

In al de provinciën van Duitscliland werd de kruistocht gepredikt. Alom deden de brieven van den paus en die des keizers den ijver der krijgers onlbranden. Nooit was eeue expeditie tegen de ongeloovigen onder gunstiger uitziclilen ondernomen. Daar Duitscliland bijna uitsluitend aan den kruistocht deelnam, scheen de glorie der Duitsche volken in dien oorlog niet ininder betrokken dan die van den godsdienst zeiven. Hendrik zou het opperbevel over de heilige expeditie voeren.

Vol blijde verwachtingen en vreugde maakten de kruisvaarders zich gereed om den keizer naar liet Oosten te volgen; maar Hendrik bad andore plannen. Verscbeidene heeren van zijn hofhouding, de oenen omdat zij zijne geheime inzichten doorgrondden, de ainlercn omdat zij hem oen heilzamen raad ineenden te geven, bezwoeren bom in het Westen te blijven en de kriiistoehlen van uit zijne Staten te leiden. Na ei'ii lichten weerstand gaf Hendrik aan hunne beden gehoor en hield zich nu nog slechts bezig met het bespoedigen van het vertrek der kruisvaarders.

De keizer van Duitscblimd stelde zich aan het hoofd van veertig duizend man en sloeg den weg naar Italië' in, waar idles voorbereid was voor de verovering van het koninkrijk Sicilië. De overige kruisvaarders werden in twee legerkorpsen gesplitst, die zich, langs verscliillonde wegen, naar Syrië moesten liegeven: bet eerste, aangevoerd door den hertog van Saksen en den hertog van lirabant, ging scheep in de havens van den Oceaan en de Oostzee; bet tweede stak den Donau over en sloeg Ho richting in naar Constantiiiopel, van waar de vloot van den Griekschcn keizer Isaiic het naar IHolomais moest over-hrengen. Hij dit legerkorps, hetwelk door den bisschop van Meiitz en Valeraan van Limburg aangevoerd werd, hadden zich de Hongaren aangesloten, die hunne koningin Margaretha, de zuster van Philippus Augustus, vergezelden. Na Hela, baren echtgenoot, verloren te hebben, had de koningin van Hongarije de gelofte afgelegd alleen voor Jesus Ohristus te zullen leven en bare dagen in het heilige land te eindigen.

|11!)7.| De kruisvaarders, die door den aartsbisschop van Menlz en Valeraan van Limburg aangevoerd werden, waren de eersten, die in Palestina aankwamen. Nauwelijks waren zij ontscheept, of zij gaven hun voornemen te kennen om den oorlog tegen de ongeloovigen te beginnen. Do christenen, die toen met de Turken in vrede loefden, waren huiverig om den door Hichard gesloten wapenstilstand te verbreken en wilden bet leeken lot do vijandelijkheden niet geven vooraleer zij den veldtocht met eenigen kans op welslagen konden openen. Hendrik van Obampagne en de baronnen van Palestina wezen den Duitschen kruisvaarders op de gevaren, waaraan een onvoorzichtige vredebreuk de christen Staten van het Oosten zou blootstellen en bezwoeren hun do aankomst van het leger der hertogen van Saksen en Hrabant af te wachten. Vol vertrouwen op hunne krachten, ergerden zich do Duitschers, dal men door ijdole bedenkingen en hersenscbimmige bezwaren aan hun dapperheid hinderpalen in den weg stelde; zij verwonderden er zich over, dat de christenen van Palestina op die wijze de hulp van de hand wezen, welke de Voorzienigbeid zelve hun had toegezonden ; zij voegden er op gramstorigen en minachtenden toon bij, dat de christenen van het Westen van geen uitstel van den strijd wisten, en dat de paus huu niet de wapens bad doen opnemen om hunne dagen in schandelijke vadsigheid door te brengen. De baronnen en de ridders van het heilige land konden die beleedigende taal niet zonder verontwaardiging aanhooren, en gaven den Duitschers ten antwoord dat zij niet om hunne komst verzocht en er evenmin naar verlangd hadden, dat zij heter dan de uit bet noorden van Europa gekomen krijgers wisten wat het koninkrijk Jerusalem dienstig was, dat zij zonder eenige vreemde hulp langen tijd de grootste gevaren getrotseerd hadden en zij iu bet uur van den strijd hunne dapperheid anders zouden toonen dan in woorden. Door die beitige woordenwisselingen werden de gemoederen steeds meer verbitterd en heerschte reeds de felste tweedracht onder de christenen vóór nog de oorlog aan de ongeloovigen verklaard was.

Onverwachts verlieten de Duitsche kruisvaarders, ten strijde toegerust, IHolomais en openden zij de vijandelijkheden met de verwoesting der gronden van de muzelmannen. Op bet eerste sein van den oorlog verzamelden de Turken hunne slrijdmachl; bet gevaar dat hen bedreigde, maakte een einde aan buniie oneeuiglieden. Van de oevers van den Nijl en uit het hart van Syrië zag men tallooze droinnien krijgers toesnellen, die, kortelings nog met elkander strijd voerende, nu, onder dezelfde vanen vereenigd, geen andere vijanden kenden dan de christenen.

Malek-Adbel, op wien de muzelmanneu de oogen vestigden zoo dikwijls bet de verdediging der zaak van den islam gold, verliet Damascus aan het hoofd van een leger en begaf zich naar Jerusalem, waar de emirs uit de nabuurschap zijne hevelen kwamen vernemen. Na de christenen verstrooid te hebben, die naar liet gebergte van Naplusa opgerukt waren, kwam bet muzelmanscbe leger hel beleg slaan voor Joppe.

I!ij den derden kruistocht had men aan het behoud van die stad liet grootste gewicht gehecht. Hichard Lcenwenliarl had baar met groote kosten versterkt en bij zijn terugkeer naar Luropa liet hij er een groote bezetting achter. Van al de zeehavens was Joppe betdichtste bij die stad, die bet doel der wen-schen van de geloovigen was: indien deze plaats in het bezit der christenen bleef, opende zij bun den weg naar de heilige stad en vergemakkelijkte hun de middelen om haar te belegeren; viel zij daarentegen in de macht der umzebnannen, dan verschafte zij aan dezen de grootste voordeelen voor de verdediging van Jerusalem.

Zoodra men te Ptolomais vernam, dat de stad Joppe bedreigd werd, namen Hendrik van Champagne, zijne baronnen en zijne ridders de wapens op om haar te verdedigen, en hielden zich, met do Duitsche kruisvaarders vereenigd, bezig met de toebereidselen lot een oorlog, dien men niet meer kon vermijden ol bezweren. De drie militaire orden waren met de troepen van bel rijk geheel marscbvaardig en zonden zich op weg begeven, toen een droevig ongeluk do christenen opnieuw in rouw kwam dompelen en de uitwerking vertragen van de gelukkige overeenstenmiing, welke de nadering van het gevaar tusscben hen bewerkt had. Terwijl Hendrik van ('.hainpagne op een bovengalerij van zijn paleis voor een raam naar biiileu stond te kijken, stortte een gedeelte hiervan plotseling neder en sleepte hem in haar val mede. De ongelukkige vorst gaf den geest ten aanseliouwe van zijne krijgers, die, in plaats van bom in den strijd te volgen, hem naar zijn laatste rustplaats vergezelden en verscheidene dagen verspilden met het vieren zijner lijkplechtigbeden. De christenen van Ptolomais beweenden nog den dood van hun koning, toen bet ongeluk dat zij ducbl-ten hunne droefheid en verslagenheid kwam vermeerderen: bij bet doen van een uitval was het garnizoen van Joppe in een hinderlaag gevallen; al de soldaten, waaruit het beslond, waren gedood of gevangen genomen, eu de muzelmannen waren bijna


-ocr page 260-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

zonder tegenstand ie ontmoeten de stad binnengedrongen en hulden Iwintig duizend cliristcnen over de kling gejaagd.

Deze tegenspoeden waren voorzien geworden door degenen, die voor liet verbreken van den wapenstilsland gevreesd hadden, maar de baronnen en de ridders van Palestina verbeuzelden Iiliii tijd niet met ijdel geweeklaag en nulteiooze verwijlen. Alen verbeidde met ongeduld de aankomst der kruisvaaiders, die uit de havens van den Oceaan en de Oostzee uitgezeild waren. Deze kruisvaarders hadden zich op de kusten van Portugal opgehouden waar zij de Mooren verslagen en de stad Silves op bon veroverd hadden. Fier op deze eerste ovenvinning op de ongeloovigen, stapten zij le IMolomaïs aan land, op hel oogenblik dat de gansebe bevolking de inneming vau Joppe beweende en zich in de kerken verdrong om de barmhartigheid i(es Hemels al te smeeken.

De komst der nieuwe kruisvaarders schonk den christenen de hoop en de blijdschap terug; men besloot terstond tegen de ongeloovigen op te rukken. Het chrislen leger verliet Ptolomaïs en trok langs de kust voort, terwijl een talrijke vloot, met levensmiddelen en oorlogsbehoel'ien geladen, bel dicht langs den oever zeilende vergezelde. Zonder het leger van Malek-Adhel op te zoeken, gingen de kruisvaarders hei beleg voor Ueyroul slaan.

f usschen Jerusalem en Tripoli gelegen, was de slad Heyroul de mededingster van Plolomaïs en Tyrus door hare bevolking, haar handel en de gerielelijkbeid van hare Imvens. De muzelmansche provinciën van Syrië erkenden haar voor hunne liool'dslad; hel was in Reyrout da! de emirs en vorsten, die elkander de steden uit dc nabuurschap hetwisllen, den luister van hunne kroning ten toon kwamen spreiden. Na de inneming van Jerusalem werd Saladijn er als gebieder van de stad Gods begroet en tot sultan van Damascus en Cairo gekroond. De zeeschuimers die de zee onveilig maakten , brachten in die stad don geroolden huil over; de muzelmansche krijgers borgden er de rijkdommen, die zij door root' en plundering' verkregen hadden. Al de Frankische gevangenen van de laatste oorlogen waren in de kerkers van Beyrout opeengehoopt. Hadden de christenen machtige redenen om die plaats te nemen , de muzelmannen hadden er geen minder belang hij om baar le heliouden.

Na de versterkingen van Joppe vernield te hebben, was Malek-Adhel met zijn leger op den weg van Damascus tot aan den Anti-Eibanoii voortgerukt. Zoodra hij van den marsch en hel voornemen der christenen kennis kreeg, keerde hij op zijne schreden terug en naderde de zeekust. De beide legers ont-moetten elkander tusschen Tyrus en Sidon, in de nabijheid van (•ene livier, die door de Arabieren Mtihr-Kmmhii genoemd wordt en onze middeleeuwsehe kronijkschrijvers ten onrechte voor hel Eieuihen'd der ouden aangezien hebben. Terstond Niezen de trompelten den aanval; de christenen en de muzel-niannen scha-en zich in slagorde; het leger der Turken, dat een ontzaglijke ruimte inneemt, tracht nu eens de Franken te omsingelen dan weder hen van de zeekust al' te snijden; de inuzehnansche ruiterij werpt zich al wisselend op de llanken, liet IVont en den rug van het christen leger.

De cliristenen sluiten hunne bataljons en vormen overal ondoordringbare gelederen. Terwijl hunne vijanden hen met pijlen en werpspiesen overstelpen, verwen hunne lansen en zwaarden zich m het bloed der muzelmannen. Men vocht met verschillende wapenen, doch met dezellde dapperheid en dezelfde verwoedheid. Lang hleel'de overwinning onbeslist; verscheidene keeren stonden de christenen op het punt den slag te verliezen, maar hun hardnekkige moed zegevierde eindelijk over den tegen-slund der nuzelmannen. De kusten der zee, de oevers der rivier, de hellingen der bergen waren bedekt met dooden. De Turken verloren een groot aantal hunner emirs. Malek-Adhel, die hij dal treilen de hekwaamheid van een groot veldheer aan den dag gelegd had, werd op het slagveld gekwetst en had zijn behoud slechts aan de vlucht te danken. Zijn geheele leger was verstrooid ; eenigen vloden naar Jerusalem , anderen volgden in wanorde den weg naar Damascus, waar de lijding van die bloedige nederlaag verslagenheid en wanhoop verwekte.

Ten gevolge van die overwinning vielen al de steden op de Syrische kust, die nog aan dc muzelmannen behoorden, in do niacin der christenen: de Turken onlruimden Sidon, Laodiceaen Gihlet. Teen de vloot en bet christen leger voor Ueyroul ver-sclienen, was bet garnizoen verbijsterd en duiTde zich niet verdedigen: die stad bevatte meer levensmiddelen, zeggen de geschiedschrijvers, dan noodig was om de inwoners gedurende verscheidene jaren te voeden; twee groote schepen, voegen dezell'de krouijken er bij, zouden niet voldoende geweest zijn oin de pijlen, bogen en oorlogswerktuigen te hergen, die in de stad Reyrout gevonden werden. Rij die verovering werden onmeetlijke schatten bet deel der overwinnaars, maar hel zoetste loon' voor hunne overwinningen was voorzeker de bevrijding van negen duizend gevangenen, die terstond naar de wapens grepen, begeerig om zich over het langdurige lijden

hunner harde gevangenschap te wreken. De vorst van Antiochië, die zich bij het christen leger had aangesloten, zond een duil naai zijne hoofdstad af om aan al de inwoners van zijn vorstendom de wonderdadige zegepralen der soldaten van hel kruis bekend quot;te maken. In al dc chrislen steden droeg men dankzeggingen a in den God der heerscharen op. De geschiedschrijvers, die hel verbaal dier roemrijke gehenrtenissen tol ons overgebracht hebben, vergenoegen zich, de hlijdschap van het chrislen volk willende schilderen, deze woorden van de H. Schrift le herhalen : Toen trilde Sion vau verniLiinu en werden de Undereit van Jnda wel hlijdschap vervidd.

Terwijl de kruisvaarders zoo gelukkig hunne overwinningen in Syrië voortzetten, maakte keizer Hendrik VT van al de middelen en al de kracht gebruik, welke de kruistocht in zijne handen gesteld had om de verovering van hel koninkrijk Napels en Sicilië le voltooien. Dal land, hetwelk de geschiedschrijvers en de dichters van het oude Rome ons voorstellen als hel verblijf van rust en vrede, als de gezegende wijkplaats der Lalijnsche mnzon, was in de middeleeuwen het schouwtooneel geweest van al de jammeren van den oorlog en al de gruwelen van de harbaarschhrid. De tiende en de elfde eeuw zagen die schoone streken afwisselend ter prooi aan de overheersching der Grieken, der Arabieren en der Franken. Wij zullen hier niet spreken van de verovering en de romaneske expeditiën van eenige Normandische krijgslieden, die door de godsvrucbl der pelgrimstochten en door de vruchlhaarheid van een dooiden Hemel begunstigd land naar die verwijderde hoorden gelokt werden. Die woeste krijgers, die men melde melgezellen van Romulus zou kunnen vergelijken, slichtten eerst een militaire republiek, waar men geen andere wet erkende dan het zwaard, geen ander recht dan het geweld, l il den schoot zelvcn vau lumne IwccdracliL werd een koningschap geboren, dat eindelijk aan do geteisterde bevolking van Sicilië en Calabrië de aan de overweldiging onalscheidelijko rampen deed vergelen. Onder de dynastie der Normandische vorsten deed dal nieuwe rijk ' Consiantinopel soms sidderen en zegevierde het over de Sara-cenen van Afrika. Scholen waarin de humaniteitssludiën werden onderwezen werden in de sleden Napels en Salerno geopend; de kunst'.'ii en de nijverheid van Griekenland verrijkten de steden Syracusa en Palermo; de bloeiende handel onderhield drukke hel rekkingen met Azië, en de christenen van Palestina werden in hunne gevaren dikwijls bijgestaan door de zegevierende vloten, die uil de havens van iiari en Otrante in zee gestoken waren.

Ai die voorspoed verdween eensklaps le gelijk met het geslacht der Normandische vorsten. Hel huwelijk van Conslantia , de laatste telg van dat stamhuis, met keizer Hendrik VI verschalle den Duilscliers het voorwendsel om den oorlog in die door hen begeerde streken over te brengen. Tancredo, de natuurlijke zoon van Rogier, dien de Siciliaansche adel lot koning gekozen had, bood vier jaren lang aan de strijders van Gerinanië het hoofd; maar bij zijn dood lag zijn rijk, zonder gebieder, door lallooze partijschappen verdeeld, aan alle zijden voor den inval des overweldigers open. Zoodanig nu was de toestand van hel land, dat Hendrik VI onder zijne heerschappij wilde brengen. Om zijn doel te bereiken, helioefde hij geenszins al de strijdkrachten van zijn rijk en al de gestrengheden van den oorlog le bezigen : gooderlierenheid en gematiglicid zouden voldoende geweest zijn om hem zijne verovering le verzekeren en hel ontmoedigde volk aan zijne wetten te on lerwerpen; maar beheerscht door het gevoel van eeiie onverzoenlijke wraakzucht, werd hij noch door het ongeluk der overwonnenen, noch door de onderwerping zijner vijanden gctrollën. Allen die eenigen eerbied, eenige gehechtheid voor de familie van Tancredo betoond hadden, werden op zijn last in kerkerholen geworpen of stierven onder vreeselijke door hem zeiven uitgedachte lolleringeu. Het leger, dat hij medebrachl, steunde maar al te zeer zijn sombere en angstvallige staatkunde; do vrede, dien de overwinnaars aan de bevolking van Sicilië beweerden teruggegeven te; hebben, veroorzaakte hun meer onheil en maakte meer slachtoffers dan de oorlog.

Nochtans droegen die mecdoogenlooze krijgers hel kruis der ! pelgrims; hun keizer, hoewel hij nog niet van zijne excom-iiuinicatie ontheven was, beroemde zich de eerste der soldaten van Jesus Christus le zijn. Hendrik VI werd beschouwd als de opperhevclbehher van den kruistocht en als de opperschcids-reebter der zaken van het Oosten. De koning van Cyprus wilde hem als zijn leenheer huldigen, terwijl Livo, vorst van Armenië, hem om den lilel van koning verzocht. Daar dc keizer van Duitschland in hel Westen geen vijanden meer le duchten had, wijdde hij al zijne aandachl aan den oorlog met dc Turken: een zendhriel aan baronnen, magistraten en hisschop-pen van zijn rijk maande hen aan het vertrek der kruisvaarders le bespoedigen. De keizer verbond zich gedurende een vol jur een leger le onderhouden en beloofde dertig oneen goud te betalen aan allen, die tol aan het einde van den heiligen oorlog-onder de vanen zouden blijven, Verlokt door deze toezegging,


-ocr page 261-

G ESC 111KI) K MS I) E11 KR U1ST0CHTEN.

verbonden zieli oen groote menigte krijgers om de zee over te steken en de ongeloovigen te gaan bestrijden. Hendrik had hunne diensten niet meer noodig voor zijne veroveringen: bij dood ze derhalve naar bet Oosten vertrekken. Aan Koenraad, bisschop van Hildesheim en kanselier van liet rijk, wiens raad-cevingon de heersolizucbt en de barbaarsche staatkunde zijns meesters maar al te goed in de oorlogen van Sicilië gediend hadden, werd de taak opgedragen bet derde leger der kruisvaarders naar Syrië over te brengen.

Do aankomst in Palestina van zulk ecu geduchte versterking had er de geestdriften den ijver ais bot ware verdubbeld. Thans haddon de kruisvaarders zich door een ol' andere groote onder-innning kunnen ondorscboidou. De kortelings in de vlakte van Tyrus bevochten overwinning, do inneming van Beyrout, Sidon on Giblet hadden do muzolmannon met schrik vervuld. Eenige aanvoerders van het christen leger stolden voor om togen Jerusalem op te trekkon. «Die stad kan aan do zogovierendo wapenen der kruisvaarders geen weerstand bieden,quot; zeiden zij, «do gouverneur is een nool van Saladijn, die mot ongeduld hot juk van don sultan van Damascus draagt en zich reeds verscheidene koeren genegen betoond heelt naar de voorstellen dor cliristeiien te luisteren.quot; liet grootste gedeelte der vorsten on baronnen deelde die hoop niet en kon niet aan do woorden dor muzelmannen goloovon. Hot was bekend, dat do ongeloovigen de versterkingen van Jerusalem na bet vertrek van Richard Leeuwenhart vermeerderd hadden, dal oen driedubbele muur en ongemeen diepe grachten die verovering gevaarlijker en vooral moeielijkor maakten dan Ion tijde van Godlried van Bouillon. De winter was ophanden, bot christen leger kon door bet rogensoizoon verrast en gedwongen worden bol beleg op te breken. Deze redenen noopten do kruisvaarders den aanval op de heilige stad tot bot volgende jaar uit to stellen.

Hot is niet ondionslig bier op te merken, dat mon in do cbriston legers dikwijls van Jerusalem sprak, maar dat do bevel bobbers hunne pogingen eu Inmiio wapens steeds naar andere veroveringen richtten. De heilige stad, die ver van do zee lag, bevatte geen andore rijkdommen binnen bare muren dan godsdienstige gedenktookonon. De zeesteden van Syrië bezaten andere schatton on schonen den veroveraars moer voordooien te beloven; daarenboven boden zij een gemakkelijker gemeenschap met Europa aan, en indien do verovering van Jerusalem soms de godsvruebt en do vroomheid der pelgrims kon bekoren, moest die dor aan de kust liggende steden voortdurend de bobzuebt dor zeevarende volken van bet Westen en dor hoeren van Palestina opwekken.

Do gebeele zeekust, van at' Antioclnë lot Ascalon, behoorde aan do cbristonen; do muzelmannen haddon op de kust nog slechts bet kasteel van Tboron in bun bezit. Do bezetting dier sterkte hernieuwde telkens hare strooploobten in de nabuurschap en verstoorde door bare vijandolijkbedon de geregelde gonioonschap lusschen de cbriston sleden. De kruisvaarders besloten liet kasteel van Tboron te belegeren, alvorens naar Jerusalem op te trekken. Deze storklo, door Hugo van Sint-ümor onder de rogeering van Boudowijn II gebouwd, lag op oen uur al'stands van Tyrus op oone door steilten omgeven hoogte. Men kon baar niet genaken dan langs een smallen met al'gronden gezoomdon weg. liet christen leger bezat geen machines, die lot boven aan de muren konden reiken, en de door de cbristonen aan don voet des bergs algescboton pijlen en geslingerde steenen konden ternauwernood do belegerden bereikenterwijl do boven van do wallen nedergeworpon balken en rotsblokken de grooisto verwoestingen onder de belegeraars aanriolilten. Bij do eerste aanvallen dreven do belegerden tien spot met de pogingen hunner vijanden en zagen, nagenoeg zonder eenig gevaar voor hen, al de wonderen van dapperhoid on de moorddadigste uilvindingen van de bologeringskundo togen hunne muren alsluiten. Intusscben prikkelden do bijna onoverkomelijke mooielijkhoden, welke de kruisvaarders schonen ie iiioolon afscbrikkon, juist hun moed aan. lederen dag ber-nieuwden zij hunne aanvallen, iederen dag doden zij nieuwe pogingen en word hun moedige volharding met oorlogswerktuigen gesteund. Mot ongehoorde krachtsinspanning en volharding groeven zij den grond weg en baanden zicli wogen door de rotsen; Saksische arbeiders, die in de mijnen van Rammes-borg gewerkt haddon, werden gebruikt om de zijden van den berg io openen. De kruisvaarders genaakten eindelijk tot aan den voet der wallen van het kasteel; de muren, welker lun-deeriugen men al'brak, scheurden op verschillende plaatsen, zónder door den stormram gebeukt te zijn en hun val, die oen .wonderwerk scboen, deed den belegeraars den schrik om bel hart slaan.

Welhaast verloren de muzolmannon allo hoop zich nog ian-g01' ie kunnen verdedigen en stelden zij eeno onderhandeling voor; maar zoo groot was do wanorde in bot cbriston leger, dat van de talrijke bovelhebbers niet één bet op zich durlde nemen aan de voorstellen der ongeloovigen het oor te leenen.

Hendrik, paltsgraat van den Rijn, do hertogen van Saksen en Brabant, die in groot aanzien stonden bij de Duitscbers, konden zich slechts door hun eigen soldaten doen gehoorzamen. Koenraad, de rijkskanselier, die den keizer van Duitschland vertegenwoordigde, zou een groote macht bobben kunnen ontwikkelen; maar verzwakt door ziekte, zonder ondervinding in den oorlog, altijd opgesloten in zijne tont, wachtio bij er den uilslag der gevechten af ca gewaardigde zich zelfs niet do raadsvergaderingen dor vorston en baronnen bij to wonen. Toen de belegerden liet besluit genomen hadden om le onderbandolen, verliepen er verscheidene dagen zonder dat zij wisten lot welken vorst zij zich moesten wenden; toen hniino afgevaardigden in bel kamp der christenen kwamen, werden bunnc voorstellen in een algemooiio vergadering aangehoord, waarin do geest van afgunst, de onbezonnen ijver en do blinde geestdrift meer heersclicn iiioesten dan de rede en de voor-zicbliglieid.

In hunne rode bepaalden de afgevaardigden er zich toe om do goedertierenheid hunner overwinnaars in te roepen; zij belooldon do sterkte met al hunne rijkdommen te zullen ovor-loveron en vroegen tol loon voor buniie onderwerping slechts hot leven en do vrijheid. «Wij zijn niet zonder godsdienst,quot; zeidon zij «wij stammen af van Abraham, en wij booten Sarra-cenen naar zijne buisvrouw Sara.quot; De deemoedige houding der afgevaardigden moest den trots der christen krijgers streelon; de bolangen van don godsdienst on de staatkunde beiden moesten ben bewegen do voorgestelde voorwaarden aan te nemen, en liet mecrendool der aanvoerders was dan ook genogen hel verdrag to ondortoekenen; maar eenige heothoofdigen konden niet zonder vorontvvaardiging aanzien, dat mon door oon verdrag zou verkrijgen wat men woldra door do kracht der wapenen zou nemen. « Het is noodig,quot; zeiden zij, «dat al onze vijanden door onlzolting aangegrepen worden; indien bet garnizoen van deze sterkte door hol zwaard omkomt, zullen do boangste Sarra-conon ons niet moer in Jerusalem of in de andore steden, dio nog in hunne macht zijn, durven afwaebton.quot;

Daar hun gevoelen niet gedoeld werd, besloten die onstunnigo en onbedaebtzamo krijgers alle mogelijke middelen in het werk le stellen om de onderhandeling le doen mislukkon, 04i terwijl zij do afgevaardigden van hel kasteel uitgeleide doden, zeiden zij lol hen; «Vcnledhjl u lot lui uilcmle, want als (jij u aan tic christenen overgeeft, zult (jij tol den laatsten man onder jolte-ruujen den geest (/even.quot; Van een anderen kant wendden zij zich tot de christen soldaten en kondigden hen, opeen loon van gramschap en droefheid aan, dat men op hol punt stond oen schandelijken vrede mot de vijanden van Jesus Christus lo sluiten. Ter zolfder tijd verstrooiden zich de aanvoerders, die voor den vrede waren, in hot kamp en brachten don krijgers ondor liet oog, dal hot nutteloos en misschien gevaarlijk was om door nieuwe gevechten datgene te koopon wat do fortuin of liever de Voorzionigbeid zelve don kruisvaarders kwam aanbieden. Onder de christen soldaten luisterdon de oenen naaide raadgevingen der gomatigdboid terwijl do anderen alles aan hun zwaard wilden le danken bobben. Degenen dio liever do ovorwimhng wilden bevochten dan don vrede koopon liepen te wapen, terwijl degenen, die hot verdrag aannamen, in hunne tenten bleven. Hel kamp di3r christonon, waarin do oenen werkeloos en rustig bleven en de anderen zich ten strijde loeruslteii, vertoonde tegelijk het beeld van don vrede en liet beeld van don oorlog, maar liet was gemakkelijk le voorzien, dal men ten gevolge van deze verdeeldheid weldra niet meer met de vijanden zou kunnen onderhandelen of hen bestrijden.

Inlusschen word do kapitulatie door de voornaamste legor-hoofdon en don rijkskanselier bekrachtigd en verwachtte mon derhalve in het kamp dor christenen de gijzelaars, die dooide muzolmaiinen gezonden moesten worden. De belegeraars moon-den dc poorten van hot kasteel van Thoron roods voor zich te zion ontsluiten; maar de vertwijfeling bad eensklaps hol besluit dor muzolmannon doen veranderen. Toon do naar hel kamp dor chrislciieii algevaardigden bij bun terugkeer aan bun wapenmakkers mededeelden wat zij gezien en gehoord hadden, toen zij hun verhaalden van de hun gedane bedreigingen en van do onder de vijanden beerscbende onecnighoid, vergalen do belegerden dat hunne muren in puin violen, dal zij gebrek haddon aan wapens on proviand en zij zich togen oen'zegevierend leger moesten verdedigen. In plaats van gijzelaars to zenden, verschcncn zij gewapend op hunno wallen on daagden de belegeraars tot nieuwe gevechten uit.

Do christenen hervatten dc belegeringswerken on horniouwden hunne aanvallen; maar hun mood verflauwde mot don dag, terwijl daarentegen de vertwijfeling do dapperheid dor muzelmannen iodoron dag aanwakkerde. De bologordon arbeidden onafgebroken aan hot herstellen van hunne machines en hol opbouwen hunner muren. Nu eens worden de kruisvaarders aangevallen in de onderaardsche gangen, die zij gegraven hadden en vonden een cllendigen dood onder do instortende


-ocr page 262-

r.KSCIIIKDKNlS DEI

! KHUISTOCHTliN.

gewelven, dan weder regende liel pijlen en slccnen op hunne iiootden boven van de wallen. Dikwijls ook gelukte liel den muzelmannen eenigen hunner vijandéu le overrompelen; zij sleeiilen ze dan levend binnen do slerklo en vermoordden ze meedoogenloos; de hoorden dier ongelukkigen werden op de muren tenloongesleld en daarna, met behulp van maehines, in hel kamp der christenen geworpen. De kruisvaarders schenen in een zekere neerslacliligheid verzonken; eenigen streden nog en waren hunne gelofte getrouw; anderen daarentegen bleven onverschillige toeschouwers van de gevaren en den dood hunner metgezellen en broeders; kortom, de belegering vorderde niets meer.

Plotseling verspreidde zich het gerucht, dat de rijken Aleppo en Damascus de wapens opgenomen hadden, dat Egypte een leger op de been gebracht had, en Malek-Adhel, door een onnoemelijk aantal krijgers gevolgd, met versnelde dagmarschen naderde, begecrig om zijn laalsle nederlaag te wreken, liij het vernemen dier lijding besloten de bevelhebbers van hel kruisleger om het beleg van Thoron op le breken, en om hun alïochl voor den vijand te verbergen, schaamden zij zich niet hun eigen soldalen te bedriegen. Up den l'eesldag van Maria-Zuiveriiig, terwijl de christenen zich met godvruchtige oeteningen bezighielden, kondigden wapenherauten onder trompetgeschal in hel gebeele kamp al , dat daags daarna een algemeene bestorming zou ondernomen worden. Het gebeele christen leger bracht den nacht door mei zich lol den strijd gereed le maken; maar den volgenden ochtend, bij het aanbreken van den dag, verneemt men dal Koenraad en de meeste bevelhebbers het leger verlaten en zich naar Tyrus begeven hebben. .Men schoolt rondom hunne lenlen bijeen om de waarheid le vernemen en ondervraagt elkander met bekommering. De donkerste voorgevoelens maken zich van den geest der kruisvaarders meester; als waren zij in een groeten veldslag overwonnen geworden, denken zij nog slechts aan vluchten. Niels was voor den aftocht voorbereid; geen enkele order was gegeven geworden, leder ziel slechts zijn zijn eigen gevaar en gaat alleen te rade met de vrees: eenigen beladen zich met hunne kostbaarste have, anderen ontdoen zich van hunne wapenen. De zieken en de gekwelslen sleepten zich met moeite op hel spoor hunner wapenmakkers voort, terwijl degenen die niet gaan konden, hulpeloos in bel kamp achlergelalen werden. De verwarring was algemeen; de soldaten liepen tusschen de bagagewagens verstrooid voort, zij keuden den weg niet, dien zij moesten volgen, en versclieidenen verdwaalden in liet gebergte; men hoorde niets dan kreten en jammerklachten, en als wilde de Hemel zijn gramschap over die wanorde toonen, barstte een hevig onweder los: lelie bliksem-Hitsen doorkliefden het zwerk, de donder rommelde en ratelde, slroomen regen vielen uit den hemel. In hun overhaaste vlucht durfde geen enkel kruisvaarder de blikken wenden naar die sterkte, welke nog weinige dagen te voren zich aan hen wilde overgeven: hun schrik bedaarde eerst toen zij de muren van Tyrus ontwaarden.

Toen het leger in die stad bijeen was, vroeg men elkander naar de aanleiding lol die overhaaste vluehl. Nu ontwaakten weder nieuwe driften in de harten der christenen: hel wantrouwen, de wederzijdselie haal volgde op de dwaze vrees waarvan zij het slachtoller geweest waren ; de zwartste vermoedens hechllen zich aan de eenvoudigste handelingen en gaven een verfoeielijke beteekenis aan de onsclmldigste gesprekken. De kruisvaarders verweten elkander, als bewijzen van verraad, zoowel de rampen die zij geleden hadden, als die waarmede zij bedreigd werden. De maatregelen, die een onbedachte ijver bad kunnen aanraden, zoowel als die, welke de noodzakelijkheid en de voorziehligheid zelve geboden hadden, waren in hunne oogen het werk van een weergalooze trouweloosheid. De heilige plaatsen, dies de kruisvaarders kortelings met onverschilligheid gedachten, hielden nu geheel hun geest bezig; de vnrigsten legden den bevelhebbers ten laste, dat zij sleetils mei wereldsche inzichten den heiligen oorlog voerden, de zaak van God aan hunne eerzuelit opollerden en de soldaten van Jesus (dnïsms aan de woede der muzelmannen prijsgaven. Dezelfde kruisvaarders zeiden linde, dat God zich tegen de christenen verklaard had, dewijl zij, die Hij uitgekozen had om de verdedigers van het kruis aan le voeren, de verovering van Jerusalem verwaarloosden. De lezers zullen zich herinneren, dat men in den tweeden krnistoebt, na de belegering van Damascus, de hebzuclit der tempeliers en tier Ti anken van Palestina beschuldigd had van den ijver en den heldenmoed der christen krijgers verraden te hebben. Even ernstige beschuldigingen hernieuwden zich bij deze gelegenheid met dezelfde bitterheid. Volgens de oude kronijken had Malek-Adliel aan verscheidene hevelhebbers van het christen leger een groot aantal goudstukken beloofd, om hen tol de ophelling van liet beleg van Thoron te bewegen, otto van Sinl-Hlas.ms ouder anderen, seliijnt overtuigd, dal de Tempeliers aanzienlijke geldsommen ontvangen hadden om de onderneming der kruisvaarders te doen mislukken; dezelfde kronijken voegen er bij, dal toen de muzehnansehe vorst hun de bedongen som liet uilbelalen hij hun sleehls onecht goud gaf, het verdiende loon voor hun hebzucht en hun verraad. De Arabische geschiedschrijvers hebben die schandelijke beschuldiging in hunne verhalen niet opgenomen; maar zoo groot was de vijandige geest die destijds onder de christen krijgers heerscble, dal zij niet meer strengheid door hunne broeders en wapenmakkers dan door hunne eigene vijanden beoordeeld werden.

Eindelijk wakkerde het vuur der verdeeldheid zoo geweldig aan , dal de Dnitschers en de christenen van Syrië niet meer onder dezelfde vanen vereenigd wilden blijven; de eersten begaven zich naar de stad .loppe, waarvan zij de wallen weder opbouwden, de anderen keerden naar Ptolomaïs terug. Malek-Adhel wilde met hunne twisten zijn voordeel doen en kwam de Duitschers tol den strijd uitlarien. Er werd op eenigen afstand van Joppe een groote veldslag geleverd. De hertog van Saksen en de hertog van Oostenrijk sneuvelden bij die gelegenheid en de kruisvaarders verloren een groot aantal van hunne dapperste krijgers; maar de overwinning verklaarde zich voor hen. Na deze zegepraal, welke slechts door hnnne wapenen bevochten was, kende de trots der Dnitschers geeue grenzen meer en spraken zij noch slechts met de grootste minachting van de christenen van Palestina. «Wij zijn de zeeën overgestoken om hun land te komen verdedigen,quot; zeiden zij, «en wel verre van in onze werkzaamheden te deelen, hebben die krijgers, zonder deugd en zonder moed, ons in de ure des gevaars verlaten.quot; De christenen van Palestina verwelen op hunne beurt aan de Duitschers, dal zij naar hel Oosten gekomen waren, niet om te strijden maar om le liecrschen; niet om hunne broeders bij te slaan, maar om hen een juk op le leggen ondragelijker dan dat der Turken. « De kruisvaarders,quot; voegden zij er bij, «hebben het Westen alleen verlaten om een unhlaire wandeling door Syrië te doen; zij hebben ons u; midden van den vrede gevonden, zij laten ons m den oorlog achter, gelijk aan die trekvogels, die hel seizoen der stormen aankondigen.quot;

Te midden van die noodloottige verdeeldheden bezat niemand invloed en macht genoeg om de gemoederen in toom te houden en aan die twisten een einde te maken. De schepter van Jerusalem berustte in de handen eener vrouw; de troon van Godfried, zoo menigwerf geschokt, bleef zonder steun. Het gezag van den godsdienst en der wellen nam met den dag al; idleen het geweld bezat het voorreehl zich le doen eerbiedigen; men gehoorzaamde slechts aan de noodzakelijkheid of de lieha-melijke kracht. Hel zedenbederf en de teugelloosheid , welke onder dat volk heerscliten, dal men nog hel volh liuils noemde, maakte znlko schrikbarende vorderingen, dat men geneigd zou wezen de verhalen der lijdgenootcn en der ooggetuigen van overdrijving le beschuldigen.

In dien staal van verval, le midden van die schandelijke uitspattingen, achtlen de verslandigsten der prelaten en der baronnen het raadzaam een hoofd aan de christen koloniën te geven en trachtten derhalve Isabella, weduwe van Hendiik van Champagne, over le halen om een nieuwen cehlgenoot te kiezen, die er in zou bewilligen hun souverein tc worden. Dooi' drie huwelijken had Isabella reeds drie koningen aan Palestina gegeven. Men stelde haar voor om Amalric te huwen, die Guy van Eugt;ignan in hel bestuur van hel koninkrijk Cyprus opgevolgd was. Een Arabisch geschiedschrijver zegt, dat Amalric ecit wijs en vour-zirhlin vian was, die God liefhad en hel meimclulviii eerhiediijde. Deze vorst vreesde niet, te midden der oorlogen, onlusten en partijschappen, de regeering te aanvaarden over hetgeen nog van het ongelukkige koninkrijk Jerusalem overig was en kwam met Isabella de ijdele eer van hel koningschap doelen. Hun huwelijk werd te Ptolomaïs gevierd, met meer praal, zeggen de gesclnedschrijvers, dan de stand van zaken veroorloolde. Hoewel dal huwelijk niet al de rampen der christenen kon lenigen, gaf hel hun ten niinste de vertroostende hoop, dat er een einde zon komen aan hunne oneenigheden, en de koloniën der franken, beter geregeerd, eenige vruchten zouden kunnen plukken uit de op de ongeloovigen behaalde overwinningen. Maar eene lijding, welke uit het Westen overgebracht werd, zou hel rijk weldra in nieuwen rouw dompelen en een einde maken aan de onvruclitbare krijgsverrichtingen van den heiligen oorlog. Tijdens de feesten , welke op hel huwelijk en de kroning van Amalric volgden, had men den dood van keizer Hendrik VI vernomen. De verkiezing van een nieuwen keizer moest in Duilsch-laml geweldige beroeringen verwekken: ieder der Duitsche vorsten en hecren, die zich destijds in Palestina ophielden, berekende nog slechts hetgeen hij van de gebeurtenissen, welke in Kuropa zouden phuils grijpen', te vreezen ol le hopen had, en nagenoeg allen namen hel besluit naar hel Westen terug le keei'en.

lie graal van Montlbort en verscheidene Fiansche ridders waren kort te voren in het heilige land aimgekomou: zij verzochten den Duitselien vorsten hel tijdstip van hun terugkeer nog wat te versehuiven. Op hel eerste bericht van den dood


-ocr page 263-

i KRUISTOCHTEN.

r.ESCHIEDKMS 1)1'

van Hendrik V[ had dc paus aan do Ijevclliebbers van den kruis-loclil, geschreven, om hen aan lo manen hun werk ie voltooien eu de zaak van .lesus Christus niet | rijs te geven. Maar noch de beden van den graal'van MonU'oort, noch dc aanmaningen van don paus vermochten de kruisvaarders te weerhouden, die niets liever verlangden dan Syrië te verlaten. Van al de vorston die uil hel Westen vertrokken waren, om de zaak Gods Ie verdedigen, toonde alleen de koningin van Hongarije zich trouw aan hare gelofte en bleel' mei hare ridders in Palestina, liij hun terugkeer naar Europa vergenoegden zich do IHiilschers een bezetting in Juppe achter te lallen. Kon na bnn vertrek werd die bezetting, terwijl zij bol leest van den heiligen Marlinus mei een groole zwelgpartij vierde, door de muzelmannen overrompeld en vermoord. De winter naderde eu de kruisvaarders konden niet langer in hol veld blijven. Zoowel ouder de christenen als onder dc muzelmannen heersebte Iweetlrachl. JJeide partijen verlangden naar den vrede, daar zij niet, langer oorlog konden voeren, en de graal' van MonU'oort sloot dan ook mei ■je Turken een wapenstilstand van drie jaren. Zoo eindigde deze kruistocht, die slechts drie maanden duurde en voor de krijgers van bet Westen niets dan een wezenlijke pelgriinstocbl was. De overwinningen der kruisvaarders hadden de christenen in bel bezit, gesteld van al de kusten van Syrië, maar hun overhaast vertrek doed bun de vrucht van hunne veroveringen verliezen. De steden, welke zij veroverd hadden, bleven zonder verdedigers on bijna zonder inwoners.

Deze vierde kruistocht, waarin al de strijdkraebten van bet Westen aangewend werden om een kleine sterkte van Syrië te belegeren, welke zij echter niet konden vermeesteren, en die ons liet zonderlinge schouwspel vertoont van een heiligen oorlog, die dooreen geëxcommuniceerd monarch aangevoerd wordt, biedt den geschiedschrijver minder builengewone gebeurtenissen, minder groole rampen aan dan dc; voorgaande oxpeditiën. Meester geworden van Sicilië, voorzag do keizer van Duilschland door zijne wijze maatregelen in al de beboorton der kruisvaarders, wier krijgsverriebtingon zijne oerzuoblige plannen moesten dienen en die bij als zijne eigene soldaten bosebouwde.

De Duitsche krijgers, waaruit de ohrislen legerscharen bestonden, misten dc veroiscble eigeiisohappon om zich de voor-deelen van de overwinning Ie verzekeren. Altijd bereid zich blindelings in do grootste gevaren te storten, niet begrijpende, dal men beleid mot moed kan voroeulgen en geen andere wel dan hun wil kennende, onderworpen aan bevelhebbers die tol hunne natie behoorden en allo oveiige iniiiachlemlo, opgeblazen van ecu onbegrensdon hoogmoed, die bun de hulp van hunne boiulgenooten en de lossen der oudervinding deed versmaden, konden zulke lieden evenmin vrede sluiten als oorlog voeren.

Wanneer men deze nieuwe kruisvaarders vergelijkt met de metgezellen van Godlriod en Raymond, vindt men in hen hel-zell'do verlangen naar dcu strijd, dezelfde onverschilligheid voor bel gevaar; maar men mist in hen die geestdrift, welke do eerste soldalen van het kruis bij hel zien van de heilige plaatsen vervulde, .lerusalom, dal destijds steeds geopend stond voor de godsvrucht der christenen, zag niet meer dien toevloed van pelgrims binnen zijne muren, die zich, bij den aanvang der heilige oorlogen, uit alle streken van hel Westen derwaarts begaven. De paus cu de bevelhebbers van bet cbrislen leger verboden den kruisvaarders do heilige stad te betreden, alvorens zij baar veroverd hadden. De kruisvaarders, die zich niet altijd zoo gedwee beloonden, gehoorzaamden zonder moeile aan rilt verbod. Meer dan bondorddnizend krijgers, die Europa verlaten hadden om Jeruralem te bevrijden, keerden in hunne haardsteden terug zonder misschien de gedachte gekoesterd te hebben om bet graf van Jesus Christus lo bezoeken, voor hetwelk zij de wapens opgevat hadden. De dertig oneen goud door den keizer toegezegd aan allen, die do zee zouden oversteken om de ongeloovigen te gaan bestrijden , deed bet aantal kruisvaarders sterk vermeerderen, hetgeen bij de vorige oxpeditiën niet bet geval geweest was, dewijl hel gros der soldalen van het kruis alleen door godsdienstige beweegredenen kon aangedreven worden. In de andere heilige oorlogen was meer godsdienst dun staatkunde in het spel: in dezen kruistocht, hoewel rechtstreeks nitgolokl door bol opperhoofd der Kerk en voor bet grootste gedeelte geleid door bisschoppen, kan men zoggen, dal meer staatkunde dan godsdienst in bol spel was, Do hoogmoed, de eerzucht, de afgunst, do schandelijkste barlstocblen'van iiet menschelijko hart poogden zelfs niet, gelijk in de vroegere expeditiën, zich mot oen godsdienstigeii sluier te bedekken. He aartsbisschop van Moniz, de bisschop van Hildeslicim en hel grootste deel der geestelijken, die bel kruis aangenomen hadden, deden zich noch door iiunne wijsheid, noch door linnne godsvrucht bewonderen en oudorselieidden zich door geen enkele persoonlijke boedanigheid. In Duilschland teruggekeoril, bloei' op den rijkskanselier Koenraad de verdonking rusten, welke zipi gedrag tijdens den oorlog verwekt had, en toen bij, lang na zijn terugkeer, onder do slagen viel van eenige togen 'hom saamgezworen edellieden uil Würlzburg beschouwde'liet volk zijn gewelddadig uileinde als een straf des Hemels,

Hendrik VI, die den kruistocht gepredikt had, zag in die verre expeditie slechts een middel en eene gelogcnbeid om zijne macht te vergrooten en zijn rijk uil lo breiden. Terwijl de christenheid gebeden ton hemel slierde voor een heiligen oorlog, waarvan hij de ziel en de drijfveer was, voerde hij'een godde-loozen oorlog, teisterde een christen land om hel aan zijne wetten te onderwerpen eu bedreigde de volken van Griokenlaiid, Tancredo's zoon werd van bet gezicht beroofd en in boeien geklonken; de dochters van den koning van Sicilië werden in gevangenschap weggevoerd, Hendrik ging zoover in zijne wreedheid, dat hij zijne naastbeslaanden togen zich verbitterde en vijanden vond m zijn eigen familie. Toen hij stierf, verspreidde zich hel goriiebt in het Westen, dal bij vergiftigd was geworden; do volken, die bij ongelukkig gemaakt bad, konden niet gelooven dal zoovele wreedheden ongestraft gebleven waren: zij zeiden openlijk, dat do Voorzienigbeid ziel'i van do eigen gade des keizers bediend bad om hem don dood te geven en al de rampen te wreken, die hij over hel koninkrijk Napels en Sicilië had nilgcstort. Hij het naderen van zijn einde werd Hendrik indachtig dal hij Hiebard vervolgd, en een vorst, die bet polgrimskniis droeg gevangen gehouden bad, ondanks de voorbede van don Vader der geloovigen; bij haastte zieli den koning van Engeland gezanten te zenden, die in last baddon hem piecbligo verontscbuldigingen aan te bieden voor znlk een grooteu smaad. Daar hij geëxconinumieeerd geweest was, meende men zieli na zijn dood tol den Heiligen Stoel Ie moeien wenden om macliliging te bekomen hem in gewijde aarde te begraven: de paus vergenoegde zieli met te antwoorden, dat men hem onder de christenen kon begraven, maar dat men eerst vele gebeden moest opdragen om do gramschap des Hemels af te wenden.

Door zich van do scboonsto streken van Italië door list en geweld meester te maken, bereidde Hendrik aan dal land omwentelingen, die zieli van geslacht tot geslaebt zouden hernieuwen. De vcrfoeielijko oorlog, dien hij de familie van Tancredo aangedaan had, moest andere oorlogen verwekken, die voor zijn eigen stamhuis noodlottig zouden worden: door zich van Duilschland niet zijne legerbenden te verwijderen, gal' Hendrik gelegenheid lol hel zieli vormen van partijen , die elkander na zijn dood den keizerlijken schepter betwistten, en eindelijk een oorlog deden uitbarsten, waarin de voornaamste Stalen van Europa medegosleept werden. Zoo verdeelde deze vierde kruistoclit, geheel verschillend van de vroegere heilige oorlogen, die medegewerkt hadden tol bet handhaven of liet herstellen van den algemeenen vrede in Europa, de Staten der Christenheid zonder do macht der Turken geschokt te hebben, en zaaide slechts verwarring eu onrust in verscheidene rijken van hel Westen,


-ocr page 264-

TIENDE BOEK.

V 1.1 F I) E K r. U 1 S ï O C II ï.

H!)8—1202.

(ITct FranUisoh rijk van Constantinnpcl. — Paus Iinioceutius 111 traolit den heiligen ijver weder aan Ie vuren; Riohard-Lemiwenliarl; riiili|ipns Aiignslus; prediking van Kuloo van Neiiilly en van Matlijn I.itz; Tibout, «raaf van Champagne er) Lod.nvijk, graaf van Chaiires en illols, nomoii hot kruis aan; zij zenden gevolmagtigden naar A'eaclit! om srhcpen uit te rusten; dood van Tihout IV; lïonifacius, graal van MOUIIeri'iil, wordt tot opporlievellKibber van den kiuistocht gekozen; dood van Fulco van Ncuilly; een gedeelte der kruisvaarders komen te Venetië aan en nemen deel aan het beleg van Zara ondanks het verbod van deu paus; de Venetièrs worden in den ban gedaan; omwenteling te Constautinope!; Alexis Angelus (de jonge), zoon van isaiie, komt den bystand der Veuetüirs inroepen; de tijding der verovering van Apulië en bet koninkrijk Napels door Walter van llrienue veroorzaakt eene scheiding; de vloot zeilt uit naar tou-stantinopel; bijzonderheden van die expeditie; op deu troon hersteld, beloolt Alexis Angelus den paus, hem als opperhoofd der Algemeeue Kerk te zullen erkennen.)

tl wij zoover in hel vcrlmnl der heilige oorlogen gcvordcnl zijn, weet, de lezer naar waarde den krijgsliariigen moed dor i climlenea le scliatlon: de verscliilleiide gedonkboeken van den oorlog in de vroegere eeuwen en in de latere lijden met elkander vergelijkende, koml men lol hel beslui!, dal de menschelijke dapperlieid niinnier zulke wonderen verrielille als in de middeleeuwen onder de banieren van hel kruis. Welke blinde vooriugepomenheid kon dus den scbrijver van bel C.oiilnil Social medesleepen loen hij scbreel; « Ue clirislen lroej)en /ijn.quot; zegt men, «voorlrellelijk: ik onlken zulks; men loono er mij; wal mij belrell, ik ken geen clirislen Iroepen.quot; Wij zouden ons kunnen bepalen mei hier de namen van Godliicd, lïutidewijn, Hayniond, Tancredo en Kiehard le noemen, om zulk een zonderlinge stelling te wederleggen; wij zouden ons kunnen vergenoegen mei aan die beldhallige overwinningen le lierinneren, welke hel geheele Oosten met schrik vervulden, die verbazing wekkende zegejiralen, welke de muzelmannen deden gelooven, dal de Franken tol een ras behoorden dal boven hel overige menschdom verheven was.

Maar Rousseau, de berinnering aan de gewijde exj)editiën willende wegeijleren], beweert, dal de kruisvaartbns, wel verre, vuil christenen le zijn, soldaten van den priester waren . Inirf/ers van dc Kerk, die streden voor haar f/eesleiijli land, hetwelk zij {(te Kerk), men weetniet hoe, wereldlijkgéniaakl had. Er spreekt uil die redeneering eene volslagen onbekendheid met dc kruistochten, hun karakter en bun geest. De schrijver van het Conlrat Social, die de dwaling van verscheidene andere philosolen van zijn tijd deelde, hield zich overtuigd dal de pausen utl eigenbelang de kruistochten in iiel leven geroepen hadden. In ons eerste boek heen men integendeel gezien, dat de e.xjiediliöii van hel kruis geboren werden uit de godsdienstige en krijgszuchtige geest-drilt, welke dc volken van het Westen bezielde: zonder die geestdrill, welke niet het werk van tic Oppcrhoordcn der Kerk was, zonden dc predikingen van den Heiligen Stoel geen enkel leger onder dc heilige vanen hebben kunnen bijeenbrengen. Men vergete niet, dal de Opperpriesters, tijdens de overzecscbe oorlogen uit Rome verdreven, van hunne Staten berooid weiden cn zij de kruisvaarders niet lot do verdediging van de wereldlijke macht of liet wereldlijke laud der Kerk opriepen. Niet alleen waren de kruisvaarders niet dc blinde werktuigen van den Heiligen Stoel, maar zij verzetten zich meer dan eens tegen den wil der pausen cn waren niettemin in de legerplaatsen het toonbeeld van dc dapperheid vereenigd met de godsvrucht. Voorzeker, men vond er ouder dc aanvoerders en de vorsten, wie de eerzucbl ol de dorst nattr roem naar de landen van Azië lokte; maar dc godsdienst, goed ol' slecht opgeval, sleepte hel groot aantal mede; de christelijke overtuiging, waarvan de kruisvaarders de verdedigers waren, verhiel'ben boven alle gevaren door het verlangen naar de beloouingen des hemels eu de verachting van het leven. Het islaniisiuus bedreigde Europa; dc christelijke godsdienst, die met alles vermengd, die als bet vaderland'was, verkeerde in gevaar: wat was natuuiiijker dan dat men ter zijner verdediging de wapens aangordde, en daarvoor have, rust en leven opoll'erdc? Ziedaar tie waarheid, gelijk de kleine kinderen die zei I's begrijpen, maar dc waarheid ontsnapt, door hare eenvoudigheid zelve, aan hen die, om de menschelijke dingen te beoordeelen, aide woordenjiraal van een boogmoedigc cn nijdige philosophie ten toon spreiden. Nooit heelt Rousseau bcsel't, hoeveel bewonderenswaardigs en groolsch er in de ingevingen van hel christendom ligt: boe zou bij, na gedacht te hebben, dat de ware chrislenen tjemaahl zijn om slaven te wezen, hen voor dapperheid, geestdrill en edelaardige opwellingen vatbaar geacht hebbenï Het groote ongelijk der philosolen van de vorige eeuw is geweest dat zij de wereld volgens hunne stelsels hebben willen hervormen en den menscb naar hunne pbantasie geschapen hebben. Dc geschiedenis is minder aanmatigend: zij neemt het menschdom gelijk bet is, en weet slechts daadzaken aan welS|)rekende 'drogredenen tegenover te stellen. Wij zullen onze redeneering niet verder uitstrekken, en aan de Lalijnscbe veroveraars van Hyzantiuni de taak oveiialen om den schrijver van het Conlrat Social te antwoorden.

M

oude

Hel vertrek der Duitschc kruisvaarders bad de overzeescbc christenen in rouwen verslagenheid gedoinjield: aan hun eigene krachten overgelaten, werden de christen koloniën alleen beschermd door den wapenstilstand, die korleliiigs tusscben Malek-Adhel en den graal' van Montl'oorl gesloten was. Dc ongeloovigen hadden te veel overmacht boven litnine vijanden, om lang een verdrag te eerbiedigen, dat zij als een beletsel voor de uitbreiding van hunne heerschappij beschouwden. Door nieuwe gevaren bedreigd, wendden de cbrislcnen buune blikken weder naar het Westen. Vergezeld door eeu aantal ridders sclieepte de bisschop van Ptolomais zich naar lOuropa in, om den bijstand der geloovigen te gaan inroepen, doch het vaartuig, waarop hij zieb bevond, werd door de golven verzwolgen op het oogenblik dat bet zich van de Syrische kusten verwijderde : de bisschop van l'toloma'is en al de personen vau zijn gevolg-verloren bij die schipbreuk het leven; andere schepen, die kort nadien uitzeilden, werden door eeu storm beloopen en gedwongen naar de haven van Tripoli terug te keeren. Zoo


-ocr page 265-

•nu

ilocndc koudon dc bcdcn cu de klaclilcu der clii'isteiien va I'iiloslina niol lot hol Westen doordringen.

Intussclien verspreidde dc l'aain overal deerniswaardige gerneli-len omlrcni, den toesland van het zwakke koninkrijk Jcrnsalein. Wenige pelgrims, (li(! aan dc gevaren der zee ontkomen waren, verhaalden hij hun terugkeer van dc overwiuuingcu en dc hc-dreigingen der Turken, inaur in de gesteldheid waarin Kuropa verkeerde, was er niets zoo mocielijk als dc volken in een nieuwen kruisloeht mode te sleepen. De dood van keizer Hendrik VI had verdeeldheid doen ontslaan onder dc prelaten cu dc vorsten van Duitscldand. De koning van Frankrijk, IMiilippus Augustus, was nog steeds in oorlog met liiehard, koning van i'.ngeland. Keu der zonen van de koningin van Hongarije had het' kruis aangenomen, maar hij had enkel een leger op dc heen gebracht om het rijk in opstand te hrengeu en zich van de kroon meester te maken. Te midden der hloedigc oneciiig-heden, welke het Westen beroerden, schenen de christen volken hel graf van .lesus Christus vergeten te hebben; slechts écu man werd geroerd door de rampen der geloovigen van bel Oosten i n gal' dc hoop niet op hen hij te staan.

Innocentins III had, op drie en derli-jarigen leel'tijd, al de stemmen van het conclaaf op zich vereenigd. In dc jaren der hartstochten, overgegeven aan dc strengste afzondering, steeds verdiept in dc studie der gewijde boeken en altijd gereed, om door hel gezag en dc redeneering de nieuwe ketterijen te beschamen, stoiite de opvolger van den heiligen l'etrus tranen hij het vernemen van zijne verhcfling; maar toen bij op den pausclijkcn troon zat, vertoonde Innocentins plotseling ren geheel nieuw karakter: dezelfde mail, die den glans van het gezag scheen te duclilen, hield zich ihaus bezig met de middelen om dat gezag te verdedigen en toonde den ijver en de onbuigzame wilskracht van Gregorius VII. Zijn jeugd, die hem een langdurige regeering beloofde, zijn ijver om de /.aak der gerechtigheid en der waarheid te verdedigen, zijne svelsprekendheid, zijne geleerdheid, zijne deugden, die hem den eerbied der geloovigen wonnen, gaven grond om te hopen, dal hij dc zegepraal van den godsdieusl verzekeren en eenmaal al de plannen van zijne voorgangers verwezenlijken zou.

Daar de invloed der pausen samenhing met de verbreiding van liet geloof en met do vrome geestdrift dor christenen, wijdde liinocentius aanvankelijk al zijne zorgen aan het betengcleii van dc gevaarlijke nienwiglicdcii en onvoorzichtige leerstellingen, die zijn eeuw begonnen te bederven en hot heiligdom b dreigden; hij legde zich vooral loc op hel opwekken van den ijver voor de' kruistochten, en om den geest der. koningen en der volken te beheerschen, om alle christenen te vereenigen en te doen medewerken lot de zegepraal der Kerk, sprak hij hun van de gevangenschap van Jerusalem, en wees hij hun op het graf van ■lesus Christus en de heilige plaatsen, die door de tegenwooidig-lieid en dc overheersebmg dor ongeloovigen ontheiligd werden.

In een zendbrief aan de bisschoppen, de geestelijkheid, dc hecreii en de volken van Frankrijk, l'.ngelaud , Hongarije en Sicilië, deelde de paus den wil, de bedreigingen en de beloften van den God der christenen mede. «Sedert bet bedroevende verlies van Jerusalem,quot; zeido bij, «heeft de Heilige Stoel niet opgehouden lot den Hemel te verzucliten en de geloovigen aan te sporen den smaad te wreken, die Jesus Christus, uil zijn erfdeel verbannen, wordt aangedaan. Eertijds wilde Urias zijne woning niet biiinciigaan, noch zijne huisvrouw zien, terwijl de ark des Heeren in dc legerplaats was; en thans geven onze vorsten, .11 deze openbare ramp, zicli aan onwettige genegenbeden over, baden zich iu gcniclingon, misbruiken de goederen, welke de Hemel hun geschonken heeft, en vervolgen elkander met onver-/.oenlijkon haal; alleen op het wraaknemen over persoonlijke beleedigingen bedacht, zien zijniet in, dat onze vijanden óns beschimpen met te zeggen: Waar is uw C.od, die zichzclven uiel uil viize handen kan verlossen? 117/ hebben uw lieiliuilom nutheiliijd en de plaulsen waar, naar uwe bewering, uw hijueloof iinlsiaan is, wij hebben de wapenen der i'ranschen, der luiijelschen en der Duilschers verbrijzeld en ten luwde male de fiere Spanjaarden onder hel juk (jebracld: wal blijfl ons non anders Ie doen overig, dan degenen le verdrijven, die gij in Sijrie hebl achlergelalen, en. lol in het 1 Veslen door le dringen, om voor allijd uw uaani en uwe herinnering uil le wisschenT

Daarna een meer vaderlijken loon aanslaande, riep Innocentins uit: «Toont dal gij den moed niet verloren hebt, brengt alles voor de zaak van God ton offer wat gij van Hem ontvangen hebt: indien gij in zulk een dringende omstandigheid weigerdet Jesus Christus le dienen, welke verontschuldiging zoudt gij daarvoor kunnen inbrengen bij uwe verschijning voor zijn icduchten rechterstoel? God is gestorven voor den mensch, zou de mensch dan vreezen om voor zijn God te sterven? Zou bij weigeren zijn kortstondig leven en de vergankelijke goederen i èzer wereld te geven voor Hem, die de schatten van hot eeuwige leven voor ons ontsluit?quot;

Ter zelfder lijd werden naar alle oorden van Kuropa prelaten

uitgezonden om er den vrede tusscben de vorsten te prediken, en hen aan te sporen zich gemeenschappelijk legen de vijimdon van God te verbinden. Deze prelaten, die het volle vertrouwen van den Heiligen Stoel bezaten, moesten de steden en de hoeren aansporen een zeker aantal ridders en soldaten op luinne kosten naar bet heilig land te doen vertrekken. Zij beloofden de kwijt-sehelding der zondenslratfen en de bijzondere besebermhig der Kerk aan allen, die hot kruis zouden aannemen en de wapens opvatten, of zouden bijdragen voor de uitrusting en bet onderhoud der soldalen van Jesus Christus. Om de godvruchtige bijdragen te ontvangen, plaatste men offerblokken in alle kerken. In den stoel der boetvaardigheid moesten de priesters aan alle zondaren aanbevelen tot de heilige onderneming mede te werken; een der krachtigste middelen om genade voor God le vinden was de opreeiite w 1 om aan den kruistocht deel te nemen. De ijver voor de verlossing der heilige plaatsen scheen toen de eenige deugd te zijn, welke de paus van dc ebrislenen vorderde; de liefdadigheid zelve verloor iets van bare waarde, wanneer zij niet jegens de kruisvaarders uilgooofend werd. Daar men aan de Kerk van Home verwoei dat zij de volken laslen oplegde, welke zij sleehls even mei den lop van den vinger aanraakle, vermaande de paus de hoofden der goesielijkheid en de geestelijkheid zelve om hel voorbeeld van de otlervaardiglieid te geven. Innocentius liet zijn gouden en zilveren vaatwerk versmclteu om de onkosten van den heiligen oorlog le helpen beslrijdcn; hij wilde slechts houten en aarden vaatwerk op zijne tafei zien, zoolang de kruisloeht zou duren.

De Heilige Vader vertrouwde zoo vast op den ijver en de godsvrucht der christenen, dat hij aan den patriarch en den koning van Jerusalem schreed' om bini de hulp van bot Westen aan te kondigen. Hij verzuimde niets wat strekken kon om hel aantal der sold iton van Jesus Christus le vermeerderen. Hij wondde zich lol den keizer van Constantinopel en verweet bom zijne onverseliilligheid voor de verlossing der heilige plaatsen. Iu zijn antwoord betuigde keizer Alexis zijn ijver voor de ^ zaak van den godsdienst; maar hij voegde er bij, dat bot tijdstip dor verlossing nog niet daar was, en hij vreesde zich tegen den wil van God te verzetten, die door de zonden der christenen vertoornd was. De Grioksche vorst herinnerde met ge-vatbeid aan de groote verwoestingen, welke de soldaten van fredorik op bet grondgebied van zijn rijk aangericht hadden, en hij bezwoer den paus zijne berispingen te richten tot dogenen die, voorgevende voor Jesus Christus te wOrken, tegen den wil des Hemels handelden. «De lijd is nog niet gekomen,quot; besloot Alexis, «om hel heilige land aan de bandon der Sarracenen te ontrukken: ik vrees, dal men met het door God vastgestelde tijdstip te verhaasten een nutteloos werk onderneme.quot; in zijn briefwisseling met Alexis poogde Innocentius III hot gevoelen van den Griekschen keizer le weerleggen. «Degenen, die in de wateren van het doopsel wedergeboren zijn,quot; zeide hij, «moeten zich van zelve verbinden om aan tien kruisloclit deel le nemen, uit vroeze dat zij, het onbekende tijdstip van de verlossing van hot heilig graf atwachtende, zich de welverdiende straf Gods op den bals balen.quot; In zijn schrijven aan Alexis bemantelde de paus geenszins zijne aanspraken op de wereldheerschappij en sprak als opperst scheidsreehter der koningen van het Oosten en hel Westen. Hij paste deze tot Jeremias gerichte woorden op zich toe: «Ik heb u over dc natiën en dc koninkrijken gesteld, om uil le rukken en te verstrooien, om op le ricblen en te planten.quot; Hij vergeleek dc macht der pausen en die dor vorsten, de eenc met de zon, die de wereld gedurende deu dag bestraalt, dc andere met de maan, die de aarde gedurende den nacht verlicht.

De aanspraken welke Innooontius maakte, en de wilskracht, waarmede hij poogde ze le doen gelden, sehaadden ongelw'ijlëld aan do uitwerking zijner vermaningen en moesten den ijver der christen vorsten, die bij lot den kruistocht wilde overhalen, verzwakken. De vorston en bisschoppen van Duitsebland waren verdeeld tusscben Otto van Saksen en IMiilippus van Zwaben: de paus verklaarde zich openlijk voor Otlo en bedreigde allen, die de legenovergeslelde partij zouden kiezen, met de banbliksems der kerk. Te midden der oninsten, welke bij die gelegentieid uitbarstten, waren de eenen slechts bedacht zich tic guust des opperpriesters ten nutte te maken, de anderen zich tegen zijne bedreigingen te beveiligen. Geheel Diiilscblaud was iu dien groolen twist gewikkeld: niemand nam het kruis aan.

Feu der legaten vau den paus. Peter van Capua, moebt hot gelukken den vrede tusscbeu Ixiehard-Leeuweubart en IMiilippus Augustus te borstellen. Richard, die den steun van den Heiligen Stoel wilde behouden, beloofde steeds een vloot te zullen uitrusten en een leger op de been te brengen, om de ongeloovigen te gaan bestrijden. Hij beriep in zijne hoofdstad .een tornooi, tijdens hetwelk bij de ridders en de baronnen uitnoodigdc hem naar het heilige land le vergezellen; maar al die betuigingen, waarvan men de oprechtheid kon wantrouwen, bleven zonder vruehl. Het duurde niet lang of de-oorlog ont-


-ocr page 266-

C KSr, 111KI )K NIS I) E U KRUI STO(', U T !• N

liraiulilo wedoroin Uissclicn iM'nnkrijk en lingoliind, en Uicliurtl, die eiken ring' de ^elolle liornieuwde van de ongeloovigcn Ie gaan heslrijden, slieiT terwijl liij de chrislenen beslreed.

IMiilippus Angusliis liad zijne vrouw Ingeburg, eene znsler van den koning van Denemarken, vei'sloolen om Agnes van Merauië te luiwen. Jn een zendbriel' aan de geloovigen had do |iaiis in kraclilige Ijewoordingen de vorsten gelaakt, die zich aan onwettige genegenheden overgeven; hij'beval I'liilipinis Anguslus zijne wettige vrouw Ingeburg wedei' lot zieh te nemen ; en daar de koning weigerde te gehoorzamen, werd liet hiterdicl over het koninkrijk Frankrijk uitgesproken. Verseheidene maanden achtereen werden al de pleehtigheden van den godsdienst, geslaakt; de stoel van hel Evangelie weergalmde niet meer van liet woord Gods; men vernam noch het gelni der klokken noch den klank der gezangen; de christelijke begraleais werd aan de overledenen geweigerd, hel heiligdom was voor alle geloovigen gesloten; een groot rouwlloers bedekte de steden en de velden, waar de christelijke godsdienst verbannen was en die men door de mnzelmannen overweldigd zou hebben kunnen wanen. Hoewel de kruisvaarders niet door het interdict ge-trollen waren, ontmoedig le toch bel schouwspel, dat I'lanknjk opleverde, de meeste zijner inwoners; l'hilippns Angusliis, die tegen den paus verbitterd was, toonde zeer weinig geneigdheid om bun ijver aan te wakkeren. De gecstelijklieid, wier invloed de gemoederen kon opwekken en voor den heiligen oorlog winnen, betreurde minder de gevangenschap van Jerusalem dan den rampzaligen staal van hel koninkrijk.

|I1(J9.] Inlussehen vervulde een pastoor van Nenilly Frankrijk met bet geruehl van zijne welsprekendheid en zijne mirakelen. Fulco bad eerst een niet zeer slichtend leven geleid, maar eindelijk door een oprcchl berouw gelrollen, stelde liij zich niet levredén zijne ongeregeldheden nil te wisschen door boetvaardigheid, maar bij wilde alle zondaren op hel pad des boils lerugvoeren, en doorkrnisle de provinciën, terwijl hij de volken lol de verachting der aardsche dingen vermaande. Om hem te beproeven, stond God loc, dal Fulco zich bij zijne eerste predikatiën aan de b.'spolling zijner toehoorders prijs gegeven zag; maar weldra wonnen hem de waarheden, die hij verkondigde, den eerbied der geloovigen. De bissehoppen noodigden hem nil om in limine bisdommen le komen prediken; overal werd hij mei buitengewone eerbewijzingen ontvangen; hel volk en de geestelijkheid trokken hein le gemoet, als ware bij een algezanl Gods geweest. Fulco had niels opmerkelijks in zijne kleeding en zijne manier van leven, zegt de kröiiijk van'Sint-Vielor, hij reed te paard en al Iwh/ectt nicn hem (/dj. Mi'ii zag hem nu eens in de kerken dan weder op de openbare pleinen prediken; bij vertoonde zich ook in de vergaderingen der baronnen' en der ridders. Zijne welsprekendheid was eenvoudig en natiiiirhjk. Door zijne ongeleerdheid zelve voor den wansmaak zijner eeuw beveiligd, verbaasde bij zijn talrijk gehoor noch door de ijdele spilsvoudigbeden der school, noch door de zonderlinge vermenging der sehrillnurplaalsen mei de ongewijde slcllingen der oudheid; zijne woorden, onlblool van de geieerdlieid, welke men destijds bewonderde, waren overredender en vonden gemakkelijker (len weg tot de haiten. De geleerdste predikers schaarden zich onder zijne discipelen en zeiden dat de Heilige Geest door zijn mond sprak. Vervuld door dal geloot' hetwelk wonderen wrocht, breidelde bij naar willekeur de hartstochten der menigte en deed lot in de paleizen der vorsten den donder dei evanyelische liedreif/iiHien hiinreii. !\a hem gehoord le hebben, haastten zich allen, die zich door bedrog, root'en woeker verrijkt hadden, om alles terug le geven wal zij onrechl-vaardig verkregen hadden. Kortom,quot; de 'welsprekendheid van Fulco van Nenilly wroclille zulke groote mirakelen, dat de meeste destijds levende geschiedschrijvers van hein spreken als van een tweeden l'aulns voor de bekeering van zijne eenw op de aarde gezonden Een hunner gaal zelfs zoo ver van te zeggen, dal hij niet alles dnrlt te verlellen wal bij van hem weet, daar bij de twijlelzuchl der inenscben vreest.

liinocentius achtte Fulco van Neuilly den geschikten man ter bereiking van zijn doel, en droeg hem de zending op, welke vijltig jaar le voren de heilige Bernardus ontvangen bad. De nienwe prediker van den krnisiochl nam zeil' liet kruis aan in een algemeen kapittel der Gislerciöaser-orde. Up zijne slem ontwaakte de ijver voor den heiligen oorlog, die uil-gedoold scheen, van alle kanten; in elke stad, welke hij bezocht, stroomde men bijeen om hem le hooren ; allen die in slaat waren de wapens op le nemen, legden de gelulte al' dal zij do ongeloovigen zouden gaan bestrijden.

Verscheidene gewijde redenaars deelden de werkzaamheden van Fulco van Keuilly: Marlijn Lilz, van de Gisterciënscr-orde, predikte den kruistoclil in hél bisdom Bazel en aan de boorden van den Rijn; Herlain, een monnik van Sinl-Denis, doorkruiste de nog woeste velden van Brelagne en Neder-l'oitou; Euslachius, abt van Flay, slak tweemaal do zee over om do geestdril't en den ijver der volken van Engeland aan le wakkeren.

Die vrome predikers bezaten niet allen dezcllde welsprekendheid, maar allen blaakten van den vurigslen ijver. De ontheiliging der lieiligo plaatsen, het lijden der christenen van bet Oosten, de herinnering aan Jerusalem leverden de stol'voor hunne predikatiën. Zoodanig was de nog in Europa hcerscliendo geest, dat de redenaars, evenals bij de eerste kruistochten, slechts den naam van Jesus Ghrislus behoelden te noemen en van do stad Gods te spreken, die zieh in de macht der ongeloovigen bevond, om do toehoorders in oen luid geween te doen uitharsten en de vervoering eener vrome geestdrin in hen op te wekken. Overal legde het volk dezelfde godsvrucht en dezelfde gevoelens aan den dag, maar de zaak van Jesus Ghrislus bad inzonderheid behoefte aan hot voorbeeld en don slrijdlusl der vorsten en hoeren. Daar er in Ghampagne een scliitierend tornooi werd gegeven, waaraan de heldliaftigsto krijgers van Frankrijk, Duilschland en Vlaanderen deelnamen, spoedde Fulco zich 'naar hel kasteel van Ecry aan de Aisne, dal de verzamelplaats dor ridders was. Zoodra Fulco van Jerusalem sprak, vergalen de ridders en baronnen eensklaps worstelspelen en lansstooton, zoowel als do eereprijzen, die zij tot loon van hunne behendigheid nil de hand der schoone jonkvrouwen moesten ontvangen ; allen legden de gelofte af van de ongeloovigen te gaan bestrijden, en hol moot een verrassend schouwspel geweest zijn, zulk een menigte verdedigers van het kruis te zien voortkomen uil die krijgshaftige feeslén, w'elke de Kerk strong verboden had.

jl^Oü.] Onder de voornaamslen der vorsten en hceren, die zich voor den kruistoclil verbonden, moei men Tilioul IV, graaf van Ghampagne, en bodewijk, graaf van Ghartres en Blois, noemen, die beiden bloedverwanten waren van de koningen van Frankrijk en Engeland. Tibouls vader bad bodewijk den Jonge hij den lwoeden kruistocht vergezeld; zijn oudste broeder was koning van Jerusalem geweest; twee duizend vijfhonderd ridders huldigden hein als hun leenheer en moesten hein in den oorlog volgen, en de adel van Ghampagne muntte in den wapenhandel nil. Daar Tibont mot de erfgename van Navarre gehuwd was, kon bij de krijgsbaftigste bewoners van de Pyreneeën onder zijne vanen vereenigen, bodewijk, graaf van Ghartres cn lilnis, lelde onder zijne voorouders een der door-luchligsle aanvoerders van den eersten kruistochten bezat eene provincie die rijk was aan krijgers. Hel voorbeeld dier beide vorsten werd gevolgd door den graaf van Sint-Pol, de graven Walter en .l;m van Urieimo, Uoinhard van Dampierre, Kcinier van Moiilmirail, Simon van Montfoort, die pas een wapeu-sl ilsland met do Turken gesloten had en niettemin de gelofte heruieuwdo van hen le gaan bestrijden, Godfried van' Ville-hardonin, maarschalk van Ghampagne, die ons een beschrijving van dien kruistocht in de naïeve taal van zijn lijd uagelaleli heeft, en lal van andere aanzienlijke boeren.

Ouder do geeslelijken, die bel kruis aangenomen hadden, noemt de geschiedeiiis Nivelon van Gherisi, bisschop van Soissons, Garnier, bisschop van Langres, de abt van booz en de abt van Vaux-de-Gernay. Ue bisschop van bangres, die de kerkelijke ceusmir beloopeu had, meende in de bedevaart naar het heilige land eene gelegenheid te vinden om zich mei den Heiligen Stoel te ver/.oeuon. Do abt van booz en de abt van Vaux-de-Goruay onderscheidden zich door luiniie godsvrucht en hunne geleerdheid ; do eerste mnnlle nil door wijsheid en gemaligdhoid, de tweede blaakte van vrome geesldrilt en een vurigen ijver, welken hij lalor maar al te veel togen de Albi-genzen en de aanhangers van den graal van Toulouse aan den dag legde.

Toen de ridders en de baronnen met oen rood kruis op do borst in hunne bezittingen terugkeerden, wekten zij, door hunne verschijning, de geestdrift liimnor vazallen en hunner wapenmakkers op. Naar hel voorbeeld van den adel van Ghampagne, wilde die van Viaandeien eveneens zijn ijver voor de verlossing-der heilige plaatsen looneii. Boudewijn, die de partij van lüchard togen Plnlippus Augustus gekozen liad, vond onder den standaard van het kruis beschorming tegen den toorn des konings van Frankrijk, en zwoer in de kerk van Sint-Donatianus quot;le Brugge de uiiizclmannen in Azië le gaan bestrijden. Maria, gravin van Vlaanderen, eene zuster van Tibont, graaf van Ghampagne, wilde niet van baren echtgenoot geschoiden leven, en hoewel zij toen in den bloei der jeugd en sinds verscheidene maanden zwanger was, deed zij de gelofte van de kruisvaarders naar gene zijde der zeeën le vergezellen en een land le verlaten, dat zij niet zou wederzien. Het voorbeeld van Boudewijn werd gevolgd door zijne beide broeders Euslachius en Hendrik, graaf van Saarhrücken, door Gouo van Belhuno, wiens godsvruelil en welsprekendheid algemeen bewonderd worden, en door Jacques van Avesnes, den zoon van bom, die zich, onder deiizelfden naam, in denderden kruistocht beroemd gomaakl had. Verreweg bol grootste deel der ridders en baronnen van Vlaanderen en Henegouwen legden insgelijks den eed al, in do gevaren en de werkzaamheden van den heiligen oorlog le zullen deolon.


-ocr page 267-

GESCH1 KIiKMS DKIi KÜLISTOCHTIvN.

Do voomnamste lioofdon van den kruistocht kwamen eerst to Soissons en daarna te Com|iiègne bijeen. In die i)iiconkomst di'oegen zij liet opiierhevel over de lieilige expeditie op aan Tihout, graat' van C.iianipagne. In die zeilde vergadering werd heslolen, dat liet leger der kruisvaarders zich over zee naar liet Oosien zou begeven. Ten gevolge van dal besluit worden zes gevolmachtigden naar Venetië gezonden om van de republiek de noodige schepen voor bet overbrengen vau inaiischappeii en paarden te bekomen.

De Veueliërs hadden destijds den boogslen trap van voorspoed bereikt. Te midden der schokken, welke den val der liomeinsche macht voorafgegaan en gevolgd waren, had dat nijvere volk de wijk genomen op de eilanden, die aan den mond van de Brenta de zeekusten der lagunen uilmaken; als op tie baren wonende, streelde bet naar de opperhcerscliappij over de zee, waaraan de barbaren niet dachten. Aanvankelijk was het onderworpen aan de keizers van Constantinopel; doch naarmate het Grieksche rijk ten oudergang neigde, nam liet Veneliaanscbe gemeenebest in kraebt en luister loe, wat het omiriiankelijk moest maken. Reeds sinds de tiende eeuw hadden marmeren paleizen de op bet eiland Rialto verstrooid liggende nederige visschersliutlen vervangen. De steden van Is-tria en Dalmalie gehoorzaamden aan de gebieders van de Adrialisclie Zee. Op het eerste teeken kou de republiek, die voor de inachtigste monareben geducht geworden was, eene vloot van honderd galjoenen wapenen, die zij achtereenvolgens tegen de Grieken, de Sarracenen eu de Noormannen bezigde; de macht vau Venetië werd bij alle Westersebe volken geëerbiedigd; de republieken van Genua en 1'isa hadden haar vruchteloos de beerschappij ter zee willen betwisten. De Veuetiërs baalden lier de woorden aan, welke paus Alexander 111 lot den doge gericht bad, terwijl bij hem een ring overhandigde: Huw de. zee mei dezen rini/: lt;liil de iialiomeliiKjsehai) wele, ilul de Veneiiers de heersclKippij over de haren verwarren hebben en dal de zee Inni onderworpen is (jelijk de vrouw haren man.

De vloten der Veuetiërs bezochten voortdurend de liavous van Griekeiiland en Azië; zij brachten de pelgrims naar Palestina over en kwamen met de kostbare koopwaren van liet Oosien beladen terug. De Veuetiërs legden iu de kruistoclilen minder geestdrilt aan den dag dan de overige christen volken, doch wisten er beter voor liunue eigene belangen partij van te trekken: terwijl de krijgers vau de christenheid voor den roem, voor koninkrijken en voor het graf van Jesus Ghristus slredeu, voehten de kooplieden van Venetië voor hunne haiidolsbnizen eu voorreclileu, en dikwerf deed de bebzuebt hun dalgeiu; ondernemen wat andere natiën uiet zouden bebbeii gedaan dan uit overmaat van godsdienstigen ijver. De republiek, die liareu ge-lieeleu voorspoed aau baudelsbetrekkiiigen te danken bail en zeer ruim van geweien was, zocht zonder augstvalligheid de vriendschap en de besehermiiig der muzelmaiisclie niacliteu vau Syrië en Egypte; menigmaal zelfs, wanneer geheel Europa zich len strijde toerustte tegen de muzelmannen, werden de Veuetiërs beschuldigd wapens en levensmiddelen aan de vijanden der christenen geleverd te hebben.

Toen de gemaelitigden der kruisvaarders te Venetië aankwamen, had de republiek tol doge Dandolo, die zoo vermaard is iu hare gescbiedboeken. Dandolo bad zijn vaderland langen tijd in gewichtige zendingen, iu liet commaudo over violen én legers gediend; aau bet hoofd der regeering slaande, waakte bij over de vrijheid en deed de wetten eerbiedigen. Zijne vei ricblingen iu den oorlog en den vrede, zijue nullige bepalingen op den geldsomloop, de baudhaviiig der gerecbliglieid eu der openbare veiligheid, verwierven hem de aebiing eu de erkentelijkbeid zijner medeburgers. Te midden der slormen eener republiek bad hij geleerd door bet woord de liarlslocliten der menigte in toom le lioudeu. Niemand was behendiger in bel aangrijpen van eene gunstige gelegenheid, in bet beuultigen vau de schiju-baar geringste ouislamligbeden, die tol de verwezmilijknig zijner plannen konden dienen. Toeu de doge van Venetië den ouderdom van laebtig jaren bereikt bad, bezai bij niets van dezen Imogen ouderdom dan hetgeen hij aan deugden eu ervaring scbeiikt. Villebardouin noemt hem een man van (jroole wijsheid en dapperheid, (üi iu de geschiedenis van Nicetas wordt de oude doge de voorzichlitje der voorzichliijen genoemd. Alles wat zijn laud van iint kon ziju, prikkelde zijn ijver en ontvlamde zijn moed; aan den geest van berekening eu spaarzaamheid, welke zijn landgenooten onderscheidde, paarde Dandolo de edelste boe-danigheden en gaf hij een schijn van grootscblieid aan al de ondernemingen van een liandeldrijvend volk. Zijue republikeiu-sche vaderlandsliefde, allijd gesteund door de zucht naar roem, scheen iels le hebben vau dat gevoel van eer en die edele lier-beid, welke de lieerschende karaktertrek van de ridderschap was.

•Met vuur prees Dandalo eene onderneming, welke hem roemvol toescheen en waarbij de belangen van zijn vaderland niet geseheiden waren van die van den godsdiensl. De gemachtigden der vorsten cn der baronnen verzochten om Iraaspoi lscliepea voor vier duizend vijl honderd ridders eu twintig duizend man voetvolk, alsook leelioeht voor hel gebeele ebrislen leger gedurende negen maanden. Dandolo beloofde, in naam der republiek, de noodige levensmiddelen en schepen te zullen verscbaffeu, ouder vooi'vvaarde, d d de Eransche kruisvaarders zich zouden verbinden aan de Veuetiërs de som van vijf eu tachtig duizend zilveren marken Ie betalen. Daar hij niet wilde dat de bevolking van Venetië vreemd bleef aau de expeditie der Erauscbe kruisvaarders, deed Dandolo aan de gevobnachligden liet voorstel om vijflig galeien op kosten van de republiek uil le rusten, en vorderde voor zijn vaderland de helft der veroveringen, welke men in het Oosten zou makeu.

Zonder bedenken namen de gevolmachtigden het meer baat-ziiclilige dan grootmoedige aanbod van den doge vau Venetië aan. De voorwaarden vau liet verdrag werden eerst iu den raad van den doge, uit zes patriciërs bestaande, onderzocht, vervolgens in twee andere vergaderingen goedgekeurd en eindelijk aan de bekraehliging onderworpen van het volk, dat destijds de opperinaebt uiloefeude.

Er werd een algemeene vergadering belegd in de kerk van Sinl-Marcns. «Hij (de doge) riep honderd mannen uit het volk op,quot; zegt Villebardouin, «loeu tweehonderd, toen duizend, die het allen goedkeurden; teu slotle riep bij er wel tien duizend bijeen in de kapel van Sint-Marcus, een der schoonste en pracbtigste kleine kerken, die er te vinden zijn, waar hij hen de mis van den II. Geest liet bijwonen, hen vermanende God om voorlichling betrellënde bet verzoek der afgezanleu le bidden. I!ij het einde der mis liet de doge de gevobnachligden halen en uoodigde hen uit het volk ootmoedig te willen verzoeken deze overeenkomst goed te keuren.quot; Toen de mis van den Heiligen Geest opgedragen was, verscheen de maarschalk van Champagne, door de overige algevaardigden vergezeld, en hield, zich loi het volk van Venetië wendende, een redevoering, waarvan de eenvoudige cn naïeve uitdrukkingen, beter dan wij het zouden vermogen, den geest en de gevoelens der beldliaflige lijden van onze gesebiedenis schilderen :

«De aanzienlijkste en machtigste heeren en baronnen van Erankrijk hebben ons tot u gezonden, om u in den naam van God le smeeken erbarmen te hebben met Jerusalem, dat in de slavernij der Turken verznchl; zij roepen lot u om erbarming, en bezweren n ben le vergezellen len einde de schande van Jesus Gliristus le wreken. Zij liebhen liunne keuze op n gevestigd, dewijl zij welen, dat geen natie ter zee zulk een groole macht bezit als gij. Zij hebben ons aanbevolen ons aan uwe voeten te werpen en niet op te staan dan nadat gij ons verzoek Ingewilligd eu medelijden zult hebben met bet heilige land aan geue zijde der zeeëu.quot; Mij die woorden vielen de afgevaardigden, lol weenens toe bewogen en zich niet schamende zich voor de zaak van Jesi.s Ghristus te vernederen, op de knieën en strekten smeekende de handen naar de volksvergadering nil. De diepe aandoening der baronnen en ridders deelde zich aau de Veuetiërs mede; tien duizend stemmen riepen gelijktijdig: 117/ willigen uw ver-zoek in. Hel spreekgestoelte heklimmende, prees de doge de openbarligbeid eu rechtsehapenheid der Eransche baronnen, en sprak met geestdrift van de eer, welke God het volk vau Venetië aandeed door het onder alle andere volken uit le kiezen, om liet, den roem van de edelste der oudernemingen le doen deeleu, om het met de heldhaftigsten der krijgers le vereenigen. Vervolgeus las hij bet met. de kruisvaarders gesloten verdrag voor en uoodigde zijne vergaderde medeburgers uil, daaraan hunne goedkeuring le verleenen in de door de wellen der republiek voorgeschreven vormen. Nu stoud bel volk op en riep eenparig: Wij kenren. hel (joed! Al de inwoners van Venetië woonden die vergadering bij; een tallooze incnigte bedekte het Sinl-Marcus-plein en vulde al de aangrenzende straten; de godsdienstige geestdrilt, de vaderlandsliefde, de verrassing en de blijdschap openbaarden zich door zulke liiidruchlige toejuichingen, dal men, volgens de uitdrukking vau den maarschalk van Cbampagne, (jezejid zou hebben dal de aarde (jinij smellen en verzinken.

Daags na die gedenkwaardige plechtigheid begaven de gevol-maehtigden der baronnen zich naar het paleis van Sint-.Mareus eu zwoeren op bnnue wapens en liet Evangelie, dat zij al de gedane beloflen trouw zouden vervullen. Do inleiding van hel verdrag vermeldde de misslagen eu de rampen der vorsten, die tol dan toe de verlossing van hel heilig land ondernomen hadden en prees do wijsheid en de voorzichtigheid der Eransche heeren en baronnen, die niets verzuiinden om bet welslagen van eene onderneming te verzekeren, die vol gevaren en moeielijkliedeu was. De gevolmachtigden hadden in last, de pas bezworen voorwaarden te doen goedkeuren door hnnne wapenbroeders, de baronnen en de ridders, door hun ijeheele ualie, en too moiielijk door hun heer den koning van h'ruukrijk. Het verdrag werd op perkament geschreven en terstond naar Home gezonden om door den paus goedgekeurd le worden. Vol betrouwen op tic toekomst en bet gesloten verbond, overlaadden de Eransche ridders en de patriciërs van Venetië elkander met de trellendble


-ocr page 268-

r.rsr.iiiKhivMs hi;

ir, i

vi icmlsc.liiipsbetuifsiiigeii. Do doge looiulo a:iii do biironiii n ocno som van lion dni/.ond miirUon en deze /.woeien d.il /ij nooii do diensten zondon vergelen, welke de republiek aan de zaak van Jesus Chrislus boweos.

De inrieliling van bet slaalsbestiinr van Venelië was een ongewoon sebonwspol voor do Kransebe ed(;len; beraadslagingen niet het volk waren hun onbekend en moeslen hen mol verbazing vervullen. Van den anderen kant moest bet zenden van oen gezanlsehap uil don boezem dor iMansrbe ridders en baronnen den trols der Venoliërs strooien; de/en vleide bet als bet eerste zeevarende volk erkend te worden, en daar /.ij hun room nooit van bunno bandolsbelangon arsebeiddon, verheugden zij zieb over don voordeeligen koop, dien /.ij gesloten hadden, lie ridders, daarenlegon, daebten sloohls aan de eer van Jesus Chrislus, en boewol bot door hen gesloten verdrag nadoclig was voor do kruisvaarders, braehlen zij de lijding daarvan met vreugde aan hunne wapenmakkers over.

J)e voorkeur die de kruisvaarders aan de Venoliërs gesehonkon hadden, moest onvernnjdolijk do algunst, dor audoio zeevarende volken van Italië opwekken. Toon do Fransebe algovnardigden zieb naar l'isa en Genua begaven om iu naam van Jesus Cbris-tus den bijstand dier beide republieken in te roepen, vonden zij dan ook slechts onversebilligo barton voor do verlossing dor heilige plaatsen.

Intnsseben wakkerden het verbaal van heigeen er te Venetië gebeurd was en de komst der baronnen de goestdnl't der bewoners van Lombardije en l'iömont weder aan. Ken groot aantal bniiiior nauien liet kruis aan en belool'don Monilaeins, markies van .Montl'ei'rat, naar bol hoilige land te zullen volgen.

Hij bol overtrokken van den Mont-Genis onlmoetto de maarschalk van Ghainpagno Walter van Bri(!nne, die hot kruis op hel kasteel Kcry aangenomen bad en zieb naar Apulië begar. Hij had oen der doebtors van Tancredo, den laalslon koning van Sieilië gehuwd. Door zestig riflders uit Gbampagne vor^e-^ zeld, ging bij do reehton van zijne eehlgonoole doen geldon eu het door de NormandiseJie i'iddei's g(!slicblo koninklijk veroveren. De maarschalk Villehardouin en Walter van Drionue wonsebten elkander veel geluk op buune ophanden oxpodilii'u eu belool'don in do vlakten van Kgypte en Syrië weder samen te trellbn. /00 bood de loekoinsi, don kruisridders alleen over-winniiigon on tropeeën aan, en de hoop op de verovering van verargologen koninkrijken verdubbelde hun geesldrirt voor don iieiligen oorlog.

Toon do algovaardigdon in Ghanipagne torugkoerden, vonden zij Tibout gevaarlijk ziek. liij bot vciaioinen dor sluiling van bet verdrag met do Venoliërs was die jonge vorst daarover zoo verheugd, dat hij, do ziekte vergetende, die hein aan zijne legerstede kluisterde, zijne wapenen wilde aangorden en te-paard stijgen; wnu/r, voegt Villehardouin er bij, dit iras een yrool oiitjeluk en hooysl Ie bejammeren; ivtinl de ziel,te vercKjcrde zoodaniti, dut hij zijn testanieiil viaal,te en nooit meer Ie paard reed. Tibout, bet toonbeeld en de hoop der ehriston ridd(!rs, sliert in den bloei zijns levens, diep betreurd door zijtie vazalleifi eu zijne wapenmakkers. Hij beklaagde zich 111 de legcnwoor-dighoid der baronnen over het harde; lol dal bom trof van roemloos te stoi ven, terwijl zij den palmtak van de overwinning en het maiielaarsehap in bol Oosten mochten gaan plukken; hij vermaande hen den eed gestand te doen, dien zij aan God afgelegd hadden, van Jerusalem Ie gaan verlossen, en vermaakte bun al zijne schatten om zo voor de heilige onderneming aan to wenden. Een- gralscbrirt in Latijnseho verzon, dat voor ous bewaard gebleven is, roemt de deugden en den vromen ijver van graat Tibout, lierdoiikt de toebereidselen tot zijn pelgrims-loebt en eindigt met te zoggen, dat die jonge vorst \wx hemetselie Jerns'lem vond, toen hij het aardse he .leinsalem ging zoelen.

A'a den dood des graven van Ghampagne kwamen de baronnen en ridders, die bet kruis aangenomen hadden, bijeen om een nieuwen bovelhobher te kiezen; hunne keuze viel op den graal' van Bar en den hertog van Bourgondië. Do graal um Bar weigerde hol commando over het chrislen leger op zich Ie nemen. Eudes lil, hertog van l'ourgondië, beweende nog bet verlies van zijn vader, die na don derden kruistocht iu Palestina gestorven was en kon er niet toe besluiten zijn hertogdom te verlaten om naar bet Oosten te gaan. « Hij weigerde kortaf,quot; zegt Villehardouin, «en misschien bad bij beter kuniion doen.quot; De weigering van die beide vorsten was een bron van ergernis voor do soldalen van bet kruis. Do geschiedenis van dien tijd heeft opgetookond, dal zij later berouw hadden over do ouver-scbilligiieid, die zij voor de zaak van Jesus Christus aan den dag gelogd hadden. De hertog van Bourgondië, die oenige jaren later overleed, wilde op zijn stei l bed bel kruis aannemen, en zond, om zijne schuld te boelen, een aantal zijner krijgers naar Palestina.

De ridders en de baronnon droegen nu bel eonmiando op aan Bonitacius, markies van Montlorral. Bonifaoius behoordo tut een geslacht van christen heiden: zijn broeder Koonraad

bad zieb beroemd gemaakt door de verdediging van Tyrus; hij zelf had reeds herhaalde malen do ongeloovigen bestreden. Zonder zieb zelfs een oogonblik te bedenken, nam bij de opdracht der kruisvaarders aan. Hij kwam naar Soissons, waar bij bol kruis uit de handen van den pastoor van Nou illy ontving en word in de kerk van O. li. Vrouw, in do tegomvoordigbeid van de gooslelijkheid en het volk lot opporbovelhobber van don kruistocht benoemd.

Kr waren twee jaren verloopen sinds do paus aan de bis-seboppen gelast had om iu buiine bisdoinmen don kruistocht le prediken. Do toestand der christenen in het Oosten werd mot den dag droeviger: tie koningen van Jerusalem en Armenië, do palriareben van Antiochio en de heilige stad, do bisschoppen van Syrië en do groot meesters dor militaire orden richtten voortdurend dringende beden om bijstand tolden Heiligen Stool. Mot hun bil terenquot; nood begaan, richtte Innocenlius nieuwe ver-nianingon tot do goloovigen eu bezwoer de kruisvaarders hun vertrek le bespoedigen. Hij laakte in scherpe bewoordingen de onversebiibgbeid dorgeiion die, na bet kruis aangenomen le liobben, hun gelofte sclieiicu te vergeten. De vader der christenen verweel vooral aan de geestelijken hun uitslol der helaling van het veertigste deel hunner iukomsleu, bestem t tot bestrijding dor onkosten van den kruistocht. « Eu gij en wij,quot; zo id 0 bij, «eu allo personen die onderhouden worden door de goederen dor Kerk, moeten wij niet vieozen, dat de inwoners'van Ainivo op don dag des laalslon oordeels zich tegen ons zullen verbeHen en ouzo veroordeeling uitsproken want zij bobben buele gedaan op de prediking van Jonas; en gijlieden, gij bobt niet alleen uwe harten niet vermorseld, maar gij bobt /.oil's uwe bandon niet geopend om Jesus Cliristus in zijne armoede, bij to staan.quot; Gelijk wij reeds gezien hebben, nioosl bol tijdperk van een heiligen oonog voor de cbristenon een tijd van boelodoeniiig en rouw zijn; de paus verbood in zijne brieven de woelde van do talol, (ie praal 111 de kleediiig eu do openbare vermakelijkheden. Hoewel de nieuwe kruistocht aanvaukolijk met den giinsligslon uitslag tijdens bet tornooi van I'cry gepredikt was, beh iordcn do steokspolon onder de verma-keli'ikbeden en verstrooiingoii die de paus aan de christouen gednreude oeu tijdsverloop van vijfjaren verbood.

Om het vertrouwen en don moed'aan le wakkeren van degenen, die hol kruis aangonomon hadilon, sprak Innocenlius van de nieuwe onoenighoden, tlio lusscben lt;lo muzehnansclie vorsten gerezen waren, en van de pU^ou, wjlke God over Egypte iiilstortle. «God,quot; riep de opperherder uil, «beeft hot laud van Babylonië mot do roede zijner almacht geslagen: de iNijl, die strooin van hot paradijs, welke don bodem dor Egyplenaren vruchtbaar maakt, is niet buiten zijne oevers getredoii. Deze kastijding heeft ben aan don dood ovorgoloyeiM eu bereidt do zegepraal hunner vijanden voor.quot; De zendbrieven vau don paus verlevendigden den ijver der kruisvaarders. Do markies van Montlorrat was togen den berfst van bot jaar 1201 in Frankrijk gekomen; de goheele winter word besteed aan de toebereidselen tot don hoi'igen oorlog, doch deze toehereidselen gingen met boegonaamd gc^eu wanordelijkheden gepaard : de vorston eu de baronnen namen onder buune banieren slechts aan tuobt go-wende krijgers aan, en mannen bedreven in hot hanleeren van zwaard en lans. Eenigo stemmen verhieven zich togen do Joden, wien men de uitgaven voor don kruistocht wilde doen betalen, maar do paus stolde hou ouder de besebei ming van den Heiligen Stool 011 bedreigde allen met de excommuuiealie, die bunue vrijheid of bun leven zouden belagen.

Voor dat de kruisvaarders hunne haardsteden verlieten, hadden zij bet verlies te betreuren van don vromen redenaar, die door zijne predikatiën hun ijver aangewakkerd en hun moed aangevuurd'bad. Fuleo werd ziek en sliert in zijne parochie Nouilly. Een igen tijd te voren waren er klachten opgegaan over zijne handelingen, en zijne woorden hadden niet meer hetzelfde ver-mogoii óp don geest zijnor toehoorders, fuleo had aanzieu-lijke sommen ontvangen tot dekking dor kosten van den heiligen oorlog, en daar men hem beschuldigde, dat hij oen gedeelte daarvan ten eigen bate aanwendde, verloor bij, zegt Jac(|ues van Vitry, naarmate bij meergeld bijeenbrachl, meer invloed qn aanzien. Iiitusscbon werd de verdenking van zijne eerlijkheid niet algemeen gedoeld, t e maarschalk van Champagne zogtin zijne goscbiedouis, dat de dood des pastoors van Nouilly do ridders en do baronnen diep bedroefde. Kul co word met groote praal in de kerk van zijne parochie begraven: zijn graltombe, een godeiikteokou van dé godsvrucht zijnor tijdgohoolen, werd nog in de vorige eeuw mei eerbied door de goloovigen bezocht.

in do eerste dagen van de lento maakten do kruisvaarders zieb gereed om hunne baardsleden vaarwel te /eggen. Do graat' van Vlaanderen, de graven van ülois en Sinl-i'ol, vergezeld door een groot aantal Vlaamsebe hoeren met hunne vazallen, de maarschalk van Ghampagne, gevolgd door verschoidi ne ridders van Ghampagne, namen hun weg door Bourgondië en trokken de Alpen over om zich naar Venelië te begeven. De


-ocr page 269-
-ocr page 270-

DANLOLO PREDIKT DEN KRUISTOCHT IN DE SINT-MAR CUSKERE.

-ocr page 271-

let)

markies Ronifacuis kwam zicli kort daarop l)i,i hca voegen, de kruisvaarders uit Lombardijc, Piëmout, Savoie en de las-seiien de Alpen en de Rhone liggende landen medevoerende. Venetië nam ook de van de boorden van den Hijn vertrokken kruisvaarders binnen zijne muren op, waarvan een deel onder bet geleide van den bisschop van Halberstadt, liet andere onder dat van Marlijn Litz, die ben de wapens bad doen opvatten en voortging liun ijver aan te vuren door bet voorbeeld van zijne deugden oa zijne godsvruebt.

liij limine aankomst te Venetië vonden de kruisvaarders de vloot, die hen naar bet Oosten zou overvoeren, zeilklaar liggen, /ij werden aanvankelijk met groot vreugdebetoon ontvangen; maar te midden der l'eestelijkbeden, welke tor hunner eer gegeven werden, maanden de Venetiërs de baronnen aan hun woord gestand te doen en de voor het vervoer van bet christen leger bedongen som te beialen. Nu eerst bemerkten de beeren on baronnen met smart de afwezigheid van een groot aantal hunner wapenmakkers. Johannes van Nesles, burchtlieer van lirugge, en Dirk, zoon van Pliilippus, graal'van Vlaanderen, hadden Boudewijn beloofd zijne echtgenoote Margaretha met de keur der Vlaamsche krijgers naar Venetië te zullen vergezellen. Zij hielden hunne belofte niet, en zich op den Oceaan ingescheept hebbende, zeilden zij naar Palestina. Reinier van Dampierre, aan wien Tibout, graaf van Champagne, al zijne schatten vermaakt had om voor de reis naar het heilige land besteed te worden, was met een aantal ridders uit Clmmpagne in de haven van Bari scheep gegaan De bisschop van Autun, Gilles, graaf van Foreest, en verscheidene andere aanvoerders hadden zich, na op bet Evangelie gezworen te hebben , dat zij zich met de overige kruisvaarders zouden vereenigen, deels in de haven van Marseille, deels in die van Genua ingescheept. Zoodoende begaven zich de helft der krijgers die het kruis aangenomen hadden niet naar Venetië, dat als bet algemeene verzamelpunt van het christen leger aangewezen was.

Hun woordbreuk stelde bet welslagen der expeditie in do waagschaal, maar wat de iu Venetië aanwezige vorsten en baronnen het meest bedroefde, was de onmogelijkheid waarin zij verkeerden, om zonder de medehulp van hunne ontrouwe wapenmakkers de met de republiek aangegane verbintenissen gestand te doen. Zij zonden naar alle kanten boden uil om de kruisvaarders te waarschuwen, die zich op weg begeven hadden, en hen te verzoeken zich bij het leger te voegen; maar hetzij bel meerendeel der pelgrims ontevreden was over de mei de Venetiërs gesloten overeenkomst, hetzij hel hun gemakkelijker en veiliger loescheen zich iu de liavens van hunne nahuurscliap in ie schepen, meu kon slechts een zeer gering aantal hunner bewegen zich naar Venetië te begeven. Degenen, die zich toen in die stad bevonden, waren noch talrijk, noch vermogend genoeg, om de voor den overtocht overeengekomen gelden ie voldoen. Hoewel de Venetiërs meer belang bij den kruistocht hadden dan de Franscbe ridders, daar zij een gedeelte der steden Tyrus en Plolomaïs bezaten, die men ging verdedigen, wilden zij zich hoegenaamd geen opolleringen getroosten; van bun kant waren de baronnen te lier om een gunst te verzoeken en de Venetiërs over te halen de voorwaarden van bet verdrag te wijzigen en te verzachten. Ieder kruisvaarder werd uilgenoodigd den prijs van zijn overtocht te voldoen: de rijksten betaahlen voor dé armen, de soldalen zoowel als de ridders haastten zich al hel geld te geven wat zij bezaten, overtuigd, zeiden zij, dat God machtig genoeg was om bet hun honderdvoudig terug te geven, wanneer hel Hem zou behagen. De graaf vau Vlaanderen, de graven van Blois en Siul-l'ol, de markies van Moutlërrat en verscheidene andere aanvoerders ontdeden zich van bun zilverwerk, hunne dianianlen en van al buniic kostbaarheden en behielden slechts huune paarden en hunne wapens. Ondanks dal grootmoedige offer hieven de kruisvaarders nog eene som van vijftig duizend marken aan de republiek schuldig. .Nu vergaderde de doge het volk, en bracht het onder betoog, dat hel niet eervol zou wezen om dwangmiddelen te gebruiken; hij stelde voor aan de kruisvaarders den bijstand hunner wapenen voor de republiek te verzoeken, in alwacbling, dat zij hunne schulden zouden kunnen afdoen.

De stad Zara, die lang aan de Venetiërs onderworpen geweest was, maar de regeering eens konings minder ondraiigiijk achtend dan die eener republiek, zich aan deu koning van Hongarije overgegeven bad, trotseerde, onder de bescherming van een nieuwen meesier, hel gezag en de bedreigingen van Venetië. Na de inwilliging des volks verkregen le hebben, stelde Dandolo aan de kruisvaarders voor om de republiek behulpzaam te zijn in bet onderwerpen van een oproerige stad, en beloofde hun dat hij niet op de volledige uitvoering van het verdrag zou aandringen dan nadat God hun, door genieeusciiap-p( lijke veroveringen, de middelen verschaft zon hebben om hunne beloften le vervullen. Dit voorstel werd door de meeste kruisvaarders met vreugde aangenomen, daar zij het denkbeeld niet konden verdragen bun gegeven woord teo melen breken. De baronnen en de ridders meenden de Venetiërs, die zij voor luuine onderneming noodig hadden, te moeten ontzien, en aohlten het zeer voordeelig hunne sclinlden te kunnen afdoen door hel eenvoudig deelnemen aan eene zaak, waarbij zij slechts hun leven in gevaar stelden.

Kr liet zich evenwel gemompel in het christen leger hooren; vele kruisvaarders herinnerden zich den eed, dien zij afgelegd hadden van de ongeloovigen le gaan bestrijden eu konden er niet toe besluiten hunne wapens tegen christenen le keeren. De paus had den kardinaal Peter van Gapua naar Venetië gezonden, om de pelgrims terug te houden van eene onderneimng, welke hij heiligschennend noemde. Hij bracht bun onder het oog, dat de koning van Hongarije, de bescbermbeer van Zara, bet kruis aangenomen en zich daardoor onder de bijzondere bescherming der Kerk gesteld had; dal men, door eene sUul aan te vallen, welke hem toebehoorde, zich tegen de Kerk zelve verklaarde. Hendrik Dandolo trotseerde die bedreigingen en verwijten, welke bij onrechtvaardig achtte. « De voorrechten der kruisvaarders,quot; zcide bij, «mochten de schuldigen niet omtrekken aan de gestrengheid der goddelijke en menschelijke wetten; de kruistochten waren niet in hel leven geroepen om do lieerschzucht der koningen en den opstand der volken te beschermen; de paus had de macht niet om bet gezag der vorsten aan banden te leggen en de kruisvaarders al te houden van eene wettige onderneming, van een oorlog tegen oproerige onderdanen, tegen zeeschuimers, wier rooverijen de vrijheid der zeeën verontrnstton en den kruislochl slechts benadeelden door de pelgrims terug te houden, die zich naar bet heilige land begaven.quot;

Om alle gewetensbezwaren le overwinnen en alle bediiclilheid weg le nemen, besloot de doge in persoon aan de gevaren en de vermoeienissen van den kruistocht deel te nemen en zijne medeburgers uit le noodigen zich lol wapenmakkers van de kruisvaarders te verklaren. Nadat hel volk plechtig bijeen geroepen was, beklom Dandolo den kansel in de Hnl-Marcuskerk en vroeg aan de vergaderde Venetiërs verlof om het kruis aan te nemen. «Heeren,quot; zoo sprak hij, «gij licht de verplichting op u genomen om aan de roemrijkste der ondernemingen deel le nemen; de krijgers mot wie gij een heilig verbond gesloleu bebt overtreHen alle andere menschen door hunne godsvrucht en hun heldenmoed, ik voor mij ga, gelijk gij ziel, gehukt onder don last der jaren, ik heb rust noodig, maar de roem, die voor ons is weggelegd, hergeelt mij den moed en de kracht om alle gevaren te trotseeren, alle vermoeienissen van den oorlog te verduren; ik voel aan het vuur dat in mij blaakt, aan den ijver die mij bezielt, dat niemand beter uw vorlrouwen zal verdienen en u kan aanvoeren dan bij, dien gij tol hoofd van de republiek gekozen hebt. Indien gij mij toeslaat voor Jesus Christus te strijden en mij door mijn zoon te doen vervangen in liet ambt dal gij mij bobt toevertrouwd, zal ik mol u en de pelgrims gaan leven of sterven.quot;

Uij dio toespraak voelden al de toehoorders zich diep bewogen en juichte bet volk bet besluit van den doge toe. Dandolo verliet het spreokgestoolte en werd in zegepraal naar den voel van het altaar geleid, waar bij het kruis op zijn hertogelijke muls deed vasthechten. Een groot aantal Venetiërs volgden zijn voorbeeld en zwoeren voor de verlossing der boiligo piaalsen te zullen sterven. Door die behendige staatkunde won de doge bet hart van al de kruisvaarders en stelde hij zich in zekeren zin aan hel hoofd van den kruistocht; hij was weldra zelfs machtig genoeg om hol gezag te miskoiiuou van den kardinaal Peter van Capua, die iu naam van deu paus spiak en hel voornomen liet blijken om den heiligen oorlog te leiden in hoodauigheid van legaal van den Heiligen Stool. Dandolo zeide tol den gezant van Innocentius, dat hot christen leger geen gebrek had aan aanvoerders, en dal de pauselijke legaten zich moesion vergenoegen met de kruisvaarders te slichten door hun voorbeeld en huune predikatiën.

Die vrijmoedige taal verwekte groole verbazing bij do Franscbe baronnen, die gewoon waren aan al de bevelen van deu Heiligen Stoel te gehoorzamen; maar door bel kruis aan le nomen boezemde de doge hun een vertrouwen in, dal door niets geschokt kon worden. Het kruis dor pelgrims was voor de Venetiërs en de Franschen een teoken van verbond, een gewijde band, die al hunne belangen inoensmollen van twee volken in zekeren zin een zelfde natie maakte. Vau nu af luisterde men niet meer naar degenen, die in naam van den Heiligen Stoel spraken en hieven voortgaan gewetensbezwaren in den geest der kruisvaders te willen opwekken. De baronnen en de ridders legden in do expeditie togen Zara donzelfden ijver en helzellde vuur aan di u dag als de bevolking van Venetië,

Het leger dor kruisvaarders was op bot punt van zich in te schepen, toen er iels gebeurde dat bijkans de geheele onderneming tegen Zara had doen afspringen. Isaiic, keizer van Gonstantinopel, was ontlroond geworden doorzijn broeder Alexis; door al zijne vrienden verlaten, van liet gezichf


-ocr page 272-

(j ESC HIE DENIS DEI

berool'd cm met keienen beladen, versmaclitlc die rampzalige vorst in eciie gevangenis. De zoon van Jsaiic, insgelijks Alexis geheelen, die de gevangenschap zijns vaders deelde, had de waakzaamheid der wachters welen ie verschalken , zijne boeien verbroken en do wijk genomen naar het Westen, in de hoop dat de vorsten en koningen eenmaal zijne verdediging zouden opnemen en den oorlog verklaren aan den overweldiger van den keizerlijken Iroon. Philippus van Zwaben, die met Irena, de dochter van Isaac, gehuwd was, nam den jongen prins aan zijn hof op; maar kon op dat tijdstip niets voor hem ondernemen, daar hij in de noodzakelijkheid verkeerde zich zeiven ie verdedigen tegen de wapens van Ollo en de bedreigingen van den Heiligen Stoel. Tevergeefs ging de jonge Alexis 'zich aan do voelen van den paus werpen om zijn ondersleiaiing in te roepen: hetzij de opperherder in den zoon van Isaac slechts den schoonbioeder zag van Philippus van Zwanen, die destijds als de vijand van Rome beschouwd weid, heizij hij zijne gedachlen uilsluitend op hol heilige land gevesligd hield, hij gat' geen gehoor aan de beden van Alexis cu vreesde een oorlog legen Griekenland te begunstigen. Tevergeefs had de vooi tvluchlige prins den bijsland van al de christen monarchen ingeroepen, toen men bem den raad gal'zich tot de kruisvaarders, de keur der krijgers van liet Westen, te wenden, lie aankomst zijner gevolmachtigden verwekte een geweldige opschudding in Venetië; bij het verhaal der rampen van Isaiic voelden de baronnen zich door ecu grootmoedig medelijden aangegrepen; nooit hadden zij een roemvoller zaak verdedigd; de gedachte van de vertrapte onschuld te kunnen wreken en een grooten rampspoed te lenigen, deed Dandolo's hart van geestdrift kloppen; ook de fiere republikeinen, aan wier hoold hij stond, waren innig bewogen met liet lot van den gevangen keizer. Zij hadden niet vergeten dat de overweldiger aan een verhoud met de Pismiers en de Geimeezen de voorkeur gegeven had boven dat met hen; het scheen linii toe dat de zaak van Alexis Imn eigen zaak was en hiinne schellen mot hem de havens van Grieken land en Byzanliuni moesten binnenloopen.

Daar alles echter voor de verovering van Zara gereed was, verschoof men de beslissing van deze /aak tot een gunstiger tijdstip en ging de vloot, welke hel leger der kruisvaarders droeg, onder het gesehal der trompetten en het gejuich der bevolking van Venetië onder zeil. Nooit had de Adriatische Golf een talrijker en beter uitgeruste vloot aanschouwd; de zee was bedekt met vierhonderd tachlig vaartuigen; het getal strijders bedroeg veertig duizend man, zoo ruiters als voetknecliten. Na Triest en eenige andere kustplaatsen van Islria onderworpen te hebben, die het juk van Venetië afgeschud hadden, kwamen de kruisvaarders den tienden November voor Zara. Zara, dat op de oostkust van de Adriatische Golf, zestig mijlen van Venetië en vijf mijlen ten noorden van liet oude .ladera, een Romeinsche kolonie ligt, was een welvarende, volkrijke stad, door liooge muren verdedigd en omringd door een met klippen bezaaide zee. De koning van Hongarije had de stad kort te voren van troepen voorzien om haar te verdedigen, en de inwoners hadden gezworen zich liever onder de pninhoopen Imimer stad te begraven dan zich aan de Veneiiers over te geven. Bij het gezicht der stevige wallen erkenden de kruisvaarders de gansche moeielijkheid der onderneming, en begon do partij, die zich tegen dien oorlog verzette, weder te morren en de stem te verhellën; doch do bevelhebbers gaven dadelijk hot sein lot den aanval. Zoodra de ketens van de haven doorgezeild waren en de stormrammen de muren begonnen te beuken, vergaten de inwoners van Zara lum besluit om de wallen tot hun kuitsten ademtocht te verdedigen, en zonden, door schrik bevangen, afgevaardigden aan den doge van Venetië om hunne onderwerping aan te bieden, en hij beloofde hun vergitlenis Ie schenken uit aanmerking van hun berouw; maar bij hun terugkeer naar de stad naderden hen eenige kruisvaarders, die lot hen zeiden: «Waarom geeft gij u over? gij hebt niets van de Fransehen te vreezen.quot; Deze onvoorzichtige woorden deden de onderhandelingen afspringen. Bij hun terugkomst deelden de afgevaardigden aan hunne medebiirgers mede, dat niet al de kruisvaarders hunne vijanden waren, en Zara zijne onafhankelijkheid zou behouden, indien de soldaten en het volk het wilden verdedigen. Do partij der ontevredenen, die in het leger der kruisvaarders verdeeldheid poogde te zaaien, greep deze gelegenheid aan om bare klachten opnieuw te doen hooren; de; vurigsten gingen zelfs de tenten binnen en poogden de soldaten af te houden van een oorlog, dien zij goddeloos noemden.

Guido, de abt van Vaux-de-Gernay, van de Cisterciënser-orde, was aan het hoofd dergenen, die de onderneming legen Zara wilden doen opgeven: alles wat den tochi der kruisvaarders naar de heilige plaatsen kon vertragen was in zijne oogen een vergrijp tegen den godsdienst, de schitterendste krijgsbedrijven beteekenden in zijne oogen niets wanneer zij niet nuttig waren voor de zaak van Jesus Christus. De abt van Gernny ontbrak hel noch aan geslepenheid noch aan welsprekendheid, en hij wist bij uitnemendheid, waar hel pas gaf, van beden of bedreigingen gebruik te maken ; hij oefende op de pelgrims den zedelijkeu invloed nil, welken een onverzettelijke geest, een vurig en doordrijvend karakter altijd op de inenigte verwerft. In een raadsvergadering stoud hij op en verbood den kruisvaarders liini zwaard legen de christenen uil de sclieede te trekken. Hij had een zendbrief van den paus te voorschijn gehaald en begon dien voor te lezen, toen hij door dreigende kreten onderbroken werd.

Te midden der opschudding welke in den raad en hel leger ontstond, zou de abt van Cernay er helleven bij ingeschoten liebhen, indien niet de graaf van Monlfoort, die zijne gevoelens deelde, hel zwaard getrokken had om hem te verdedigen. Intussehen wilden de baronnen en de ridders hunne belofte niet breken van voor de Venetiaansche republiek te zullen strijden en hunne wapens niet nederleggen tegenover een vijand, die beloofd had zich over te zullen geven en hen lliaus trolseerde. Hoe meer pogingen de partij van den graaf van Montlborl en den abt van Cernay aanwendde om hen van het beleg te doen afzien, hoe meer eer en roem zij er in stelden hel door te zetten. Terwijl de ontevredenen morden, ondernamen de dappersten een lièslormiug. De belegerden, die hunne hoop stelden in de onoenigheden der belegeraars, plaatsten kruisbeelden op hunne muren, in den waan dal dit eerbiedwaardige leeken hen beter zou beschermen dan hunne oorlogswerktuigen, maar zij zagen spoedig in, dal hun niets overschoot dan de onderwerping. Zonder ernstigen wederstand geboden te hebben, ontsloten zij op den vijfden dag van het beleg hunne poorten en verkregen van den overwinnaar slechts hel leven en de vrijheid. De stad werd aan plundering prijsgegeven en de buit lusschen de Ve-neliërs en de Franschen gedeeld.

Ten gevolge van deze verovering ontstond er tweedracht in hel zegevierende leger, en deze deed meer bloed vergieten dau er tijdens de belegering gestort was. Daar het jaargetijde te ver gevorderd was om met de vloot weder in zee te steken, had de doge van Venetië aan de kruisvaarders voorgesteld om den winter in Zara door te brengen. De beide natiën verdeelden de verschillende wijken der stad onder elkander, maar dewijl de Venetiërs de fraaiste en geriefelijkste huizen voor zich gekozen hadden, gaven de Franschen daarover luide hunne ontevredenheid te kennen. Na eenige verwijtingen en bedreigingen trok men hel zwaard : elke straal werd het tooneel van een gevecht. Met blijdschap waren de inwoners van Zara getuigen van de bloedige twisten hunner overwinnaars. Op hel eerste gerucht van den strijd waren de doge van Venetië en de baronnen toegesneld om de vechtenden te scheiden; maar hunne beden en hunne bedreigingen waren oiimachtig om aau den strijd een einde te maken, die lol midden in den nacht voortduurde. Den volgenden ochtend ware hel bijna wederom tot eene uitbarsting lusschen de beide partijen gekomen. Bij het begraven hunner dooden bedreigden de Venetiërs en de Franschen elkander nog. Meer dan een week lang stelden de aanvoerders al het mogelijke in het werk om de gemoederen tol bedaren te brengen en de soldaten der beide natiën mol elkander te verzoenen. Pas was de orde hersteld, of men ontving een brief van den paus, die de inneming van Zara afkeurde : hij gelastte den kruisvaarders, van den buit afstand to doeu, dien zij in een christen stad gemaakt hadden, en zich dour een plechtige gelofte te verbinden hun vergrijp te zullen boeten, liinocenlius verweel den Venetiërs met bitlerheid, dal zij de soldaten van .lesus Glirislus tol dien goddeloozen en heiligscheu-nenden oorlog verleid hadden. Die brief van den paus werd mei eerbied door de Franschen, met mimicbting door de Venetiërs ontvangen. Deze weigerden openlijk zich aan de uitspraken van den Heiligen Stoel te onderwerpen eu waren er slechts op bedacht zich de vruchten van de overwinning te verzekeren door de wallen van Zara af te breken. De Fransche baronnen konden hel denkbeeld niet verdragen, dat zij zich de ongenade van den paus op den hals gebaald hadden: zij zonden algevaardigden naar Bome om den opperherder te vermurwen en hunne vergillënis af te smeeken, onder voorgeven, dat zij slechts aan de wel der noodzakelijkheid gehoorzaamd hadden. 'Je meesten hunner hadden, hoewel zij besloten waren den geroofden buil te behouden, den paus beloold dien terug te zullen geven; zij hadden bij eene plechtige, tot al de cbristeneu gerichte acte, beloofd, iiuii gepleegd onrecht te zullen herstellen en door hun gedrag de vergillënis hunner fouten te verdienen. Hunne onderwerping, meer nog dan hunne beloften, ontwapende den paus, die hun met zachtzinnigheid antwoordde en de aanvoerders opdroeg de ridders en de pelgrims te groeten, terwijl hij hun de absolutie cn zijn zegen gal als aan zijne kinderen. Hij vermaande hen in zijn brief zich naar Syrië óp weg te begeven, zoiKlrr rcclits of links Ie zien, en stond hun toe melde Venetiërs, die bij excommuniceerde, de zee over le steken, maar alleen uil nuodzaliclijlilicid cn rad hillerheid des harlen. Van de Venetiërs


-ocr page 273-

GKSCIIII'DKNIS J)i;K KIU ISTOCII TK.N.

1(17

s|)rekciiiJo, vucyclo do pnus er bij: llocwrl ^oëxcomnumicecid, blijven /.ij loch ^obondeii dooi' liuiino Ijclorien en zijl. gij iii(,i iiiludei' {icrcclili^d de vcmdling daarvan lo oisdien; liet is overigens een grondregel van bet reebl, dal indien meu liet gebied betreedt van welken keiler ol' geëxeomnumieeerde bel ook /ij, men de noodzakelijke dingen van bem zal kunnen koopen en ontvangen. Jinilendien, de legen een huisvader uilgesproken excoinmunicnlie belet zijn ge/.in niet met bem gemeenselii»|) te onderbouden.

Moeliten d(! Veneliërs in bunne ongelioorzaainbeid volliorden, dan raadde de paus den baronnen aan zieb iiij liunne aankomst in Palestina van een door God verworpen volk te scheiden, uit vreeze dat hel den vloek over de christen legerscharen mocht doen nederdalen, gelijk eertijds Achan de goddelijke gramscliap over Israel. Innocenlius beloolde den kruisvaarders dal bij hen zou heschennen oj) hunne oxpedilie en voor bunne behoelten zou waken in de gevaren van den heiligen oorlog. «Opdat gij geen gebrek zoudl lijden aan levensmiddelen,quot; zoide hij, «schrijven wij aan den keizer van Conslaulinopel dat hij er u van voorzie gelijk hij ons belool'd heelt; indien men u weigert, wat men aan niemand weigert, zou hel niet onrechtmatig zijn dal gij naar hel voorbeeld der heiligste menschcn levensmiddelen naanit, waar gij ze zidl vinden; want men moei weten dal gij u verbonden 'hebt aan den dienst van Jesus Christus, wien de gebeele aarde loebeboorl.quot; Deze raadgevingen en helollen, welke te gelijk den geest van de dertiende eeuw en de staatkunde van den Heiligen Stoel doen kennen, werden door de baronnen en de ridders aangenomen als een blijk van de vaderlijke goedheid des opperherders; maar de dingen zonden nogmaals van aanzien veranderen, en de gebeurtenissen van den kruislocht eene wending nemen, welke met alle menscholijke berekeningen spotle.

11203.] Korl^ daarna kwamen te Zara afgezanten aan van l'bdippus van Zwaben, den ifDlioonbroeder van den jongen Alexis. Zij vcrsclieuen in de raadsvergadering der baronnen en der boeren, die in bet paleis van den doge van Venetië gehouden werd, en spraken hen volgenderwijze toe:

« Kdcle heeren, de machtige lioomsche koning l'lnlippns van Zwaben zendt ons tot n om n den jongen vorst Alexis aan te bevelen en hem, onder de hoede Goils, aan n te vertrouwen. Wij zijn niet gekomen om u van uwe heilige onderneming al te houden, maar om n een zeker en gemakkelijk middel ter bereiking van nwe edele bedoelingen aan Ie bieden. Wij weten, dat gij de wapens licht opgeval uit Helde voor Jesus Gliristus en de gerechtigheid : wij komen n voorstellen de onrechlvaanlig verdrukten bij bi staan en te gelijk de wetten der gerechligbeid te doen zegevieren. Wij stellen n voor uwe zegevierende wapenen tegen de hooldstad van Griekenland te wenden, die onder een overweldiger zucht, en de verovering van Jerusalem voor immer door die van Conslantinopel te verzekeren.

«Gij weel, evengoed als wij, welke rampen onze vaderen, de wapenmakkers van Godl'ried, Koenraad en bodewijk Vil geleden iiebhen , omdat zij een machtig rijk achter zich 'lieten, welks verovering en onderwerping voor hunne legerscharen een bron van overwinningen zouden hebben kunnen worden. Wal hebt gijlieden heden niel te duchten van dien Alexis, die wreeder en trouweloozer is dan zijne voorgangers, te gelijk de wellen der natuur en die van den godsdienst heeft verkracht en de straf voor zijne misdaad slechts kan ontgaan door met de Sarracenen een verhond te sluiten? Wij zullen hier niet zeggen hoe gemakkelijk bet is hot rijk te 'ontrukken aan de banden van een dwingeland, die door zijne onderdanen veracht wordt; want uwe dapperheid kent geen hinderpalen en bemint de gevaren ; wij zullen n evenmin wijzen op de rijkdommen van Byzantium en Griekenland, want uwe edelaardige zielen zien in die verovering alleen den roem uwer wapenen en do zaak van Jesus Christus.

«Indien gij de macht van den overweldiger vernietigt om den wettigen souverein op den troon te herstellen, belooll de zoon van Isaiic u, onder do plechtigslo ecden, dat hij gedurende een vol jaar uw vloot on uw leger onderhouden en n tweemaal honderd duizend marken voor oorlogskosten zal betalen. Hij zal u in persoon bij de verovering van Syrië of Kgyple vergezellen; indien gij hol noodig oordeelt zal hij n tien duizend man leveren, die in zijne soldij zullen slaan, en zijn gebeele leven lang vijf honderd ridders in hei heilig land onderhouden. Eindelijk is Alexis nog bereid op het Evangelie te zworen, dal hij aan alle ketterij welke hel Oostorscho rijk nogbezoedelt, een einde zal maken en hij do Griokscbo Kerk aan de Kerk van Rome zal onderwerpen.

«Al die voordeolon, verbonden aan do onderneming, welke u voorgesteld wordt, geven ons recht tolde voronderslelliug, dat gij onze beden niel zult alwijzen. Wij zien in de sclirifiuur, dal God zich soms van de eenvoudigste en nederigste inenscbon bediend heeft, om zijn wil aan zijn bemind volk kenbaar lo maken: lieden is bel een jonge vorst, dien Hij tul werktuig

voor zijne plamien heeft uilgekozon; bet is Alexis, wion de Voorzienigheid helasl heefl u op bet pad des Heeren lo geleiden en n den weg te wijzen, dien gij moet volgen, om de overwinning aan do legerscharen van Jesus Gliristus ie verzekeren.quot;

Deze toespraak bad op een groot aantal baronnen en ridders een diepen indruk gemaakt, maar droeg niel de goedkeuring van de gebeele vergadering weg. De doge en de heeren ver-zoehien do gezanten zich te verwijderen, opdat de vergadering vrijelijk over de voorstellen van Alexis zou kunnen beraadslagen. Het was er verre al dat men bel in don raad spoedig eens werd. Zij, die zich tegen do belegering van Zara verzet hadden, en onder dozen stond de abt van Cernay wederom op den voorgrond , verzetten zieb mol beflighoid tegen de .expeditie naar Güiistanlinopel: zij waren er over veronlwaardigd dat men de belangen van God en die van Alexis in dezelfde weegschaal legde; zij wezen er op, dal die zelfde Isaiic, wiens zaak men wilde verdedigen, zeil een overweldiger was, door een omwenteling op den troon dor Gomnenes verhoven; dat hij in den derden kruislocht de wreedste vijand der christenon, de trouwste bondgenoot dei' Turken geweest was; dat, overigens, do volken van Griekenland, gewoon om van gebieders te veranderen, zonden' klagen de overheorscbing van Alexis droegen, en do Latijnen hun land niel verlaten hadden om zich hot lol aan te trekken van een natie, die hun hulp niel inriep.

Dezeiïde sprekers wezen er ook op, dat Philippus van Zwaben de kruisvaarders aanspoorde om Alexis bij te slaan, maar dat hij zeil er zich toe bepaalde om afgezanten te zenden; zij raadden de kruisvaarders dringend aan niel lo veel te verlronwon op do beloften van een jong vorst, die zich verbond lol hot leveren van legers en geen enkel soldaat had, die schatten aanbood en niets bezat; die, daarenboven, ouder do Grieken opgevoed was en misschien eenmaal zijne wapens tegen zijn eigen weldoeners zou koeren. «Indien het ongeluk inedodoogen inboezemt,quot; voogden /ij er bij, «en gij bogeerig /ijl de zaak der gerechligbeid en der menscbelijkheid te verdedigen, luislert dan naar de verzuchlingen van onze broeders van Palestina, die door de Sarracenen bedreigd worden en nog him oenige hoop stollen in uw bijstand.quot; Dezelfde sprekers eindigdon met lo zeggen, dal als de kruisvaarders gemakkelijke oyerwiiiiiingen en seliitteronde veroveringen zochten, zij huune blikken sleehls behoefden te wenden naar Kgyple, welks gau-sche bevolking destijds geteisterd werd door een vreeselijkou hongersnood, en de zeven plagen van do H. Schriftuur bijna weerloos aan do wapenen der christenen prijs gaven.

De Veneliërs, die zich over den keizer van Gonslanlinopel ie beklagen hadden, lieten /ich door die redouceringen niel medeslcopen en schonen meer geneigd de Grieken dan de on-geloovigen te bestrijden; /ij brandden van begeerte oin do kantoren der in Griekenland gevesligde Pisaners te verbranden en bunne schepen in zegepraal door de engte van don lios-pborus te zien stevenen. Hun doge koesterde wrok over oenige persoonlijke boloedigingen, en om de gemoederen op te ruien, gewaagde hij niet voel overdrijving van de rampen, welke de Grieken aan zijn vaderland en aan de christenen van het WeMon berokkend haddon.

Als men oude kronijken mag gelooven, werd Dandolo geleid door andere beweegredenen, welke bij niel aan do kruisvaarders beleed. Verwittigd dat er te Venetië een christen leger bijeengetrokken word, had de sultan van Damascus, beducht voor den kniislocht, welke iiitgerust werd, aau/ionlijko geldsommen aan de republiek gezonden, om haar lo bewogen de christenen van een expeditie naar het Oosten terug te houden. Hetzij men geloof sla aan dit verhaal, hetzij men het beschouwe als oen fabel door den haat en den partijgeest nitgedachl, bewijzen zulke beweringen, door do lijdgenoolen opgotcekeud, ten minste, dal er destijds een lievige argwaan legen Venetië bestond onder de ontovreden kruisvaarders en vooral onder de christenen van Syrië, die terecht, verbitterd waren, dat zij niel door de soldaten van het kruis bijgestaan werden. Overigens meeiien wij er te moeten bijvoegen dal hel grootste gedeelte der Kran-sciie kruisvaarders niel door hol voorbeeld en de redenen van den doge van Venolio behoefde aangespoord te worden,om den Grieken den oorlog aan lo doen. Zelfs zij die zich hel felst legen de nieuwe expeditie verzetten, koostorden evenals al de overige kruisvaarders slechts baat en verachting voor de Grieken, (ai bunne redeneeringen hadden er niel weinig toe bijgedragen om ile gemoederen op te zotten legen eene natie, die als de vijandin der Ealijnen beschouwd werd.

Verscheidene geestelijken, met. den abt van Looz aan hun hoofd, oen man die in iioog aanzien stond om zijne godsvrucht j en do reinheid zijner zeden, verschilden van gevoelen met don | abt. van Gernay, en hielden staande, dal het gevaarlijk was | hel leger in een door hongersnood geteisterd land lo voeren, ; dat Griekonland den kruisvaarders meer voordooien aanbood | dan Egypte, en, eindelijk, dat de verovering van Gonslanlinopel I hel zekerste middel was om het bezit van Jerusalem aan de


-ocr page 274-

r, i'scm ki)i:ms i) ki: klinst(x:i iten.

i or

clirislciicn lc vcrzckorcn. Die ^«■csldijkcii Helen x.ic.li hooltizakequot; lijk verblinden door de hoop viin eenmnal do Grieksclie Kork mel die van Rome verbonden Ie zien, en zij bleven niel in gebreke In limine redevoeringen bel opbanden lijdslip van de eendraebl en den vrede tusseben alle cbrislen volken Ie verkondigen.

Vele ridders zagen mei vreugde de vereeniging der beide Kerken die bel werk van buime wapenen moesl wezen; maar zij geboorzaamden ook nog aan andere beweegredenen, die niet minder maclilig op bun geesl werklen : zij bailden gezworen de onsebuld en de reeblen van bel ongeluk le zullen verdedigen : zij meenden bun eed gesland le doen mei de zaak van Alexis le ombelzen. Er waren er voorzeker eenigen onder ben, die van de rijkdommen van Hyzanlium hadden booren spreken en de geheime hoop voedden, dal zij niel mei ledige handen van zulk een sebillerende expedilie zouden wederkeeren; maar zoodanig was de geesl der beeren en dor baronnen, dal de meeslen aangelokt werden dooi' bel voornilzicbl zelf der gevaren en vooral door bel avonlunrlijke van de onderneming. Na eene langdurige beraadslaging besliste de raad dei' kruisvaarders dat men de voorslellen van Alexis zou aamjemnn en bet ebrislcn leger zich in de eersle dagen van de lente naar (lonstaniinopel zou inschepen.

Reeds vóór liet beleg van Zara was bol geruchl van eene wapening der kruisvaarders en van een legen de Grieken gerichte expeditie tol bel bol' van Byzaiitium doorgedrongen. De overweldiger van Isaiics troon was er lerslond op bcdaebl om bel onweder te bezweren dal over zijne Staten dreigde los le barsten, en had zich gehaast gezanlen al' te vaardigen aan den paus, dien hij als den scbeidsrecliler over den oorlog en den vrede in het Westen beschouwde. Deze gezanjen hadden in lasl aan den paus te verklaren, dat de vorst, die le (ionstan-tinopel regeerde, de eenige wettige keizer was, dal Isaacs zoon volstrekt geen recht had op hel rijk, dal oen expedilie tegen Griekenland een onrechtvaardige, gevaarvolle onderneming was en strijdig mei de groole bedoelingen van den kruistocbl. In zijn antwoord poogde de paus niel de ongerustheid van den overweldiger lo verdrijven en zeide liij tol diens gezanten, dat de jonge Alexis talrijke aanhangers onder de kruisvaarders bad, dewijl liij beloofd bad bet heilige land in persoon bij te staan en een einde le zullen maken aan bel verzet van de Griekscbe Kerk. De paus keurde de expedilie naar Gonslantinopel niel goed, maar door zoo te spreken lioople hij, dal de sonverein die destijds over Griekenland beerschte, dezellde helol'len zon alleggon als de voortvluchtige prins, en beter in staat zou zijn om ze te vervullen; hij voedde de hoop dat men met voordeel zou kunnen onderhandelen zonder dat men bel zwaard behoefde te trekken en dat de beslissing wie de reehlmatige bezitter van hel Griekscbe rijk was, aan zijn opperslen rechterstoel zou onderworpen worden, maar lielzij de oude Alexis zich overtuigd hield dal bij den opperherder voor zijne zaak gewonnen bad, hetzij bij het voorzichtig oordeelde zijn onge-ruslbeid te verbergen, hetzij eindelijk, dal bet zien vaneen verwijderd gevaar hem niel uit zijne vadsighejid kon wekken, hij zond geen nieuwe gezanten meer en deed verder geen enkelen slap om den inval der krijgers van hel Westen te voorkomen.

Van een anderen kanl bielden de koning van .lerusalem en de christenen van Paleslina niel op, bnnue klachlen le doen booren en om de hulp le smeeken, die hel Opperhoofd der Kerk bun had toegezegd. Levendig gelrolfon door hunne smeekingen en steeds vol ijver voor den kruisloehl, dien liij gepredikt had, stelde Innoceniius al hel mogelijke in het werk om de wapenen der kruisvaarders legen de Turken te richten. Hij zond de kardinalen Peter van Gapua en Silfred, legaten van den Heiligen Stoel, naar Paleslina, om den moed der christenen van het Oosten te schragen en bun hel ophanden vertrek van het leger der kruisvaarders aan lo kondigen. Toen hij vernam, dal de aanvoerders van den kruistocht besloten hadden bel rijk van Gonslantinopel aan le vallen, keurde bij hunne handelwijze ten slrengste af en verweet hun (ichtciom Ie zien gelijk de vrouw van Lot; «Dat niemand uwer zich verbeelde,quot; zeide bij, «dat hel geoorloofd is hol rijk der Grieken te plunderen, onder voorwendsel, dal hel niel genoegzaam onderworpen is on de keizer van Gonslantinopel den troon aan zijn broeder ontweldigd heeft; welke misdaad hij ook gepleegd hebbe, bet slaat niet aan u, daarover vonnis te strijken: gij hebt het kruis niel aangenomen om den smaad der vorsten maar wel om dien van God te wreken.quot;

Innoceniius eindigde zijn brief zonder don kruisvaarders zijn zegen le schenken en dreigde ben, om hen van hun nieuwe onderneming af le schrikken, mei den vloek des Hemels. De bei ren en de baronnen ontvingen de vermaningen des pausen mei eerbied, maar kwamen niel op de genomen beslissing terug.

Nu verhieven degenen, die zich tegen de expeditie naar Gon-slaniiiiopel verzet hadden, zooals de abt van Gernay, de abt Marlijn Litz, een der predikers van den kruistocht, de graaf van Montlborl on een groot aantal Fransche ridders, hunne slem weder luider dan ooit en stelden al bel mogelijke in bel werk om bet leger lol bnnne zienswijze over le halen, en toen hun dit niet mocht gelukken, verlieten zij Zara, eenigen om naar hunne haardsteden terug te koeren, anderen om zich naar Palestina te begeven.

De overige ridders en baronnen betreurden het in hel geheim, dal zij de goedkeuring van den paus niet hadden mogen verwerven; maar zij hielden zich overtuigd dal zij door kracht van veroveringen bun gedrag in bet oog van den Heiligen Stoel zouden rechtvaardigen, en de vader der geloovigen in hunne overwinningen de uitdrukking van den wil des Hemels zon erkennen.

De kruisvaarders waren op liet punt zich voor hunne omler-neming in le schepen, toen de jonge Alexis le Zara aankwam. Zijne komsl verwekte nieuwe geestdrift voor zijne zaak; bij werd onder bel geschal der trompenen en der klaroenen ontvangen en aan bet leger voorgesteld door deu markies van Moiitferrat, wiens andere broeders door eeu huwelijk en do waardigheid van Gesar aan de keizerlijke familie van Gonslantinopel vermaagschapt waren geweest. De baronnen begroellen den jongen Alexis met des le meer vreugde als keizer dewijl zijne tookomstige grootheid hun werk moest wezen. Alexis bad de wapens opgevat om de boeien zijns vaders te verbreken; men bewonderde in hem het trellendste toonbeeld der kinderlijke liefde; hij ging de overweldiging bestrijden, de ongerechtiglieid stralfon, de ketterij verstikken; men beschouwde hem als een afgezaul Gods. Do rampen der vorsten, die bestemd zijn om te regeeren, verwekken meer deernis dan die van andere stervelingen. In de legerplaals der kruisvaarders onderhielden de soldaten zich uitsluitend over het droevige lol van Alexis; zij haddon medelijden met zijn jeugd en betreurden zijne ballingschap eu de gévangenhonding van Isaac. Omringd door tal van ridders en baronnon vertoonde Alexis zich overal iu bet kamp en beantwoordde met de warmste dankbetuigingen de blijken van belangstelling, welke hem alom ten deel vielen. In de overmaat zijner blijdschap, dal hij weldra een einde zou zien aan zijne rampen, beloofde de jonge vorst nog meer dan waartoe zijne gezanten hem verbonden hadden, zonder lo bedenken dat hij zijn woord onmogelijk gestand kon doen en hij zich daardoor laler aan de gegronde verwijlen zijner bevrijders blootstelde.

De mare dal do kruisvaarders hoslolen hadden den jongen Alexis op den Irnon van Gonstanruiopel le horstellen, had zich inlusscben door hel gebeelo Westen rerspreid. De keizer van Ryzanlium alleen seheen geen kennis te dragen van den oorlog, dien ineu aan zijn onreclitmatig verworven machl had verklaard en sluimerde gerust op ecu troon, die op hel punt was van ineen te storten.

Keizer Alexis was, evenals hel grootste deel zijner voorgangers, een vorst zonder deugden en zonder karakter. Toen bij zijn broeder onttroonde, bet hij de misdaad door zijne hovo-liiigen plegen, en eenmaal den troon bestegen hebbende, liet hij aan hen de; zorg voor zijn gezag over. Hij verspilde al do géiden van don Staal om zich zijne overweldiging lo doen vergeven, en om zijne linanliëu le berslelleu verkocht hij bel recht, knevelde bij zijne onderdanen en deed hij de koopvaardijschepen plmideren, die zich van Venetië naar Gonslantinopel begaven. De overweldiger was zoo kwistig geweest mei hel schenken van gunstbewijzen en ondorsclicidiiigen , dat niemand er zich door geëerd acbtle, en bij geen wezenlijke belooning meer had voor de verdienslo. «Hij weigerde niets,quot; zegt Nicolas, «hoe onbeschaamd, bon helaelielijk het verzoek ook was dal men lot hem ricblle; bij zon verlof gegeven bebben om de zee te beploegen, het land te bevaren, do bergen le verplaatsen en Allies op Olympus te zetten.quot; Alexis had zijne echtgenoole üuphrosine, die het rijk door hare kuiperijen verontrustle en hel hof door hare zeden ergerde, als mederegentes aangesteld. Onder zijne regecring werd het rijk herhaalde malen door de Rnlgaren en de Turken bedreigd. Soms begaf hij zich naar hel leger, maar nooit zag hij zijne vijanden. Terwijl de Barbaren zijne grenzen verwoestlen, hield hij zich aan de oevers van den Propoiitis bezig mei hel aanleggen van lusttuinen en het gelijkmaken van heuvelen. In schandelijke vadsigheid verzonken, dankte bij een deel zijner troepen at, en daar hij vreesde in zijne vermaken gestoord te wordendoor bel gedruis der wapenen , verkocht hij de gewijde vaten en beroofde de graven der Griekscbe keizers, om den vrede te koopen van den Keizer van Duitschland, zoodra deze meester van Sicilië geworden was. Hel rijk had geen oorlogsvloot meer: do ministers van Alexis hadden de takclaadje en het, want der schepen verkocht, de wouden, die scheepsümmerhout konden opleveren, werden voor het jachtvermaak van den vorst gespaard en even streng bewaakt, zegt Nicelas, als die welke voorbeen aan de goden gewijd waren.

Nimmer aanschouwde men .00 vele samenzweringen; onder een vorst, dien men nooit zag, scheen de Staal in een lusscben-regeering le verkeeren, en de troon slechts een onbezette zetel,


-ocr page 275-

; KIU 1STOGHTKN. 16quot;

GKSCtllKDKNIS DK

naar welks bezit, alle eerzucliligen ninenderi le kumieu slreven. Iteclilsehapenheid, eei lijUlieid (mi ilnpperlicid wcü'den nocli door het hol' noch door de burgers geauhi; alleeii difigtüien werden vorslelijk beloond, die eenig nieuw zingenot ol' een veel oj)lc-verende belasling uildacJilen. Te midden van dal algemeene zedenbodei 1' boorden de provinciën sleehls van don keizer sproken om belaslingen op te brengen, terwijl hel leger, aan alle tnebt ontwend en geen soldij onlvangende, geen vehl-heeren bezat die bekwaam waren oln het aan te voeren. Alles scheen een ophanden oinweiileling in het rijk aan le duiden, li (it gevaar was des te grooter, daar niemand het onder de oogen durlde te zien. Geen enkele onderdaan van Alexis dacht er aan de waarheid lot aan den voet van den Iroon te doen doordringen; alleen vogels, die men liekeldiehlen had doen van buiten bieren, verbraken het slilzwijgen van bet volk en verkondigden van de daken der hnizen en op de kruiswegen de schandalen van hel hoi en de verdorvenheid van liet rijk.

De Grieken hielden nog de gedacbienis aan de roemrijke ge-benrlenissen uit hunne geschiedenis in eere; maar die lieianne-ringen prikkelden bun naijver niet en boezemden hni enkel een onvrnchthare ijdelheid in. De luisteren de deugden der vervlogen tijden dienden slechts om de ellende van hun verval te scherper té doen uitkomen, en hoe meer zij van het oude Griekenland en het oude Rome spraken, hoe dieper zij verbasterd schenen, Zij luisterden niet meer naar de slem des vaderlands, en gehoorzaamden slechts aan monniken, die zich aan het lioold van alle zaken gesteld hadden, en zicit het vertrouwen van het volk en den vorst verzekerden door ijdele voorspellingen of onzinnige visioenen. De Grieken pullen zich uit in ijdele redetwisten, die Imn karakter ontzenuwden, hunne onwetendheid verdubbelden en huu vaderlaudslielde verslikten. Toen de vloot der kruis-vaarders op hel punt was van in zee te steken, twistte itien le Gonslaulmopel over de vraag ol hel lichaam van .lesus Ghrislus in het Allerheiligste Sacrament, hederlelijk of onbederfelijk was: elke mcening had hare aanhangers, wier nederlagen ol zegepralen afwisselend verkondigd werden, en intusschen bleel het bedreigde rijk zonder verdedigers.

De Venetiërs en de l-Vansclien hadden Zara verlaten; hel eiland Goiiu was als de verzamelplaals van de gebeele vloot aangewezen. Toen deze aan de kusten van Macedonië landde, kwamen de inwoners van Duras Alexis den jonge de sleulels der stad overhandigen en erkenden hem als hun gebieder. Do bevolking van Corfu volgde dit voorbeeld en ontving de kruisvaarders als bevrijders. De toejuichingen der Grieken bij de verschijning der Latijnen schenen dezen oen gelukkig voorleeken voor het welslagen hunner expeditie.

Het eiland Corfu, hel land der oude Pheaken, zoo vermaard door de schipbreuk van Ulysses en de tuinen van Alcinoüs, bood den kruisvaarders overvloed van levensmiddelen en weidevelden aan. De vruchtbaarheid van het eiland noopte de bevelhebbers er verscheidene weken le vertoeven ; doch zulk een langdurige, werkeloosheid moest nood lollige gevolgen hebben voor een door de geestdrift medegesleepl leger, waaraan men niet den tijd mocht laten van na le denken. Te midden der ledigheid hoorde men weldra weder de klachten en belgemor aanhelfen, die zich bij het beleg van Zara geopenbaard hadden.

Als een loopend vuur verspreidde zich op zekeren-dag de lijding dat Waller van Brienne Apulië en hel koninkrijk Napels veroverd bad. Deze verovering, door zestig ridders in den loop van weinige maanden gemaakt, prikkelde de verlurldiiig der kruisvaarders en verschafte aan de ontevredenen de gelegenheid om de expeditie van Gonstanlinopel le laken, waarvan de toebereidselen zeer kostbaar en de gevaren zeer groot waren, terwijl de uitslag zeer onzeker was. «Terwijl wij al de krachten van het Westen gaan uitputten in een nullelooze onderneming,' zeiden zij, «heelt Waller van Brienne zich meester gemaakl van een groot koninkrijk en maakt zich gereed om de gemflc te vervullen die hij afgelegd heeft om mei ons het heilige land le gaan bevrijden: waarom zouden wij hem niet om schepen vragen, waarom zouden wij niet met hem naar Palestina vertrekken?quot; Deze redenen hadden een groot aantal ridders medegesleepl, die bereid waren zich van hel leger le scheiden.

Reeds waren de voornaamslen der ontevredenen bijeengekomen in een algelegen vallei om er over de middelen lol de uitvoering van hun plan le beraadslagen, toen de bevelhebbers, van het kom plot verwittigd, terstond de maatregelen namen die zij hel meest geschikt achtten om de gevolgen daarvan te voorkómen. De doge van Venetië, de graaf van Vlaanderen, de graven van Blois en Sinl-Pol, de markies van Monllërral en verscheidene bisschoppen begaven zich in rouwkleederen en kruisen voor zich uil latende dragen, naar de vallei waar de ontevredenen vergaderd waren. Zoodra zij in de verte hunne ontrouwe wapenmakkers, die te paard beraadslaagden, gewaar werden, stegen zij af en naderden in ootmoedige houding de vergaderplaats. De aanstokers van bel kom|)lot, de bevelhebbers van bel leger en de prelaten zoo ziende naderen, schorsen hunne beraadslaging en slijgen zelve van hunne paarden. Van weerszijden nadert men elkander; de vorsten, do graven, de bisschoppen werpen zich aan de voelen van de onlevredenen en zweren, in Iraiien smeltende, dal zij zoo lang nedergeknield zullen blijven liggen, lol de krijgers, die hen wilden verlaten, den eed 'zonden hernieuwd hebben, dal zij hel christen leger zouden vergezellen, en gel rouw blijven aan de vanen van den heiligen oorlog. «Toen'de cndereii dat zagen,quot; zegl Villehar-douin, een ooggetuige, «tiien zij hunne leenheeren, hunne naaste bloGdverwanten eii vrienden zich aan hunne voeten zagen werpen en, bij wij/.e van spreken, om genade boorde# smeeken, kregen zij een grool medelijden met hen en werd bun hart zoodanig geroerd, dat zij biinrie tranen niet. konden weerhouden en antwoordden dal zij mol elkander zouden overleggen.quot; Na een wijl ter zijde beraadslaagd te bobben, keerden zij lot hnnne bevelhebbers lerng en beloolden lol aan de eerste dagen van den herfst bij het leger te zullen blijven, op voorwaarde dal de baronnen en de heeren op hel Evangelie zonden zweren dal zij Imn op dat tijdstip schepen zouden verschallen om zich naar Syrië le begeven. De beide partijen verbonden zich onder eede dat zij de voorwaarden van het verdrag zouden naleven, (in keerden gezamenlijk naar hel kamp terug.

De vloot der kruisvaarders verliet Corfu daags voor Pinksleren van hel jaar 1203. De galeien, koggen en transporlschepen, waarbij zich een menigte koopvaardijvanrlnigen hadden aangeslolen, bedelden de zee op een groole nitgeslreklbeid; de hemel was helder en onbewolkt, de wind zoel en gunstig. Die vloot ziende, zou men gedacht hebben dat zij de wereld ging veroveren. «Ik, Vlllehardouin,quot; roept hier de beschrijver van die expeditie nil, «ik, maarschalk van (Miainpagne, die deze geschiedenis deed opschrijven, ik verklaar dal ev nooit iels schooners (jezien werd.quot;

De vloot hield hall voor Negro pont, daarna voorAndros, waar de jonge Alexis lot keizer uilgeroepen werd. I o winden van Afrika dreven de Veneliaaiische schepen door de ^Egifsche zee, de kruisvaarders lieten hel eiland Lesbos of Mitylene aan hunne linkerhand liggen, zeilden langs Lemnos, Samothracië, Tenedos, de kust waar men de graven van Achilles en Palrocles en de puinen van A e.iuiiilria Tions vond en Helen, den Uelles-ponlus inzeilende, hel anker vallen voor de slad Abydos.

Te dier plaatse is de llcllespontus olquot; straat der Dardanellen geen anderhalve mijl breed. De slad Abydos, die Villehardouin .1 vie noemt, stond op een landtong, waarop men heden ten dage slechts hoopen steenen en een Turkse lie sterkte vindt. De heeren en baronnen, wien de sleutels (ter slad door een deputatie aangeboden werden, (ledm de pluals (joed bewaken, zoudal de inwoners ijeen penuinij verforen, üel kruisleger verwijlde acht dagen in de iiaven van Abydos, zonder dal de ridders iels wisten of vernamen van do wonderbare feilen , waarvan die oever van don llcllespontus eertijds getuige geweest was. Den geleerdsten kapelaans was hel waarschijnlijk onbekend, dal Xerxes, koning van 1'erzië, nagenoeg ter zelfder plaatse waar de vloot der kruisvaarders voor anker lag, zijn leger over een houten brug de zeeëngle bad doen overtrekken, en dal Alexander, in later lijd, dezelfde zeeëngle was overgestoken om Azië te gaan veroveren; zij wisten evenmin, dal de vlakien in de nabijheid van de Ida in de oudheid getuigen geweest waren van de verwoesting eeuer koninklijke stad door het krijgshaftige leger der Grieken, en dal een groot rijk verwoest was geworden in een oorlog, die tamelijk veel overeenkomst had mot dien, wolken de pelgrims den belieersoher van Byzantium gingen aandoen. Zonder oeiiige aandacht le schenken aan do in die dichterlijke oorden verspreide puinhoopen, zamelden de kruisvaarders den rijpen le veld slaaudon oogst in en voorzagen daarmede do vloot en hel leger. Hun tocht voorlzeltende, zagen zij Lampsacus en Gallipoli, zeilden de zee van Marmora ol den l'roponlis door en lieten hel anker vallen voor de spits van San-Slephano, op drie mijlen alslands van Coiislanlinopel. Toen konden degenen, welke die heerlijke slad nooit gezien hadden, haar op huu gemak beschouwen. Ten zuiden door do wateren van den Propontis, ten oosten door den Bospborus, ten noordon door de goll bespook!, welke baar lol haven verslrekl, vertoonde die koningin der steden zich aan do kruisvaarders in baren vollen luister. Een dubbele ringmuur beschermde haar in een omtrek van meer dan zeven mijlen; tot aan de Zwarte Zee geleken de oevers van den Bosphorus op een groole voorstad ól een aaneenschakeling van lusthoven. In de dagen zijnei grootheid hield Conslanlinopel naar goedvinden de poorten van den handel geopend of gesloten; zijn haven, die de schepen van alle volken der aarde opnam, verdiende door do Grieken de Gulden Hoorn of Hoorn dos Overvloeds genoemd le worden. Evenals hel oude Rome strekte hel zich over zeven borgen uil, en evenals de slad van liomulus droeg zij soms den naam van stad der zeven heuvelen. Do slad was verdeeld in veertien wijken, zij had twee en dertig poorten en bevatte jn^ haar


Él

-ocr page 276-

GKSCillKDKNlS DI'U KRUISTOCHTEN.

midden uilgesirokle worslolpcrkon, vijlijfónderd kerken, wanr-ondei' de Sinl-Soliakerk, een van de wonderen der wereld, en vijl' paloizen, die ziMn-o even zoovele steden schenen le midden der groole stad. Gelukkiger dan Home, liare mcdeilinKslei', had de slad van Conslanlljn geen liarbaren liinnen hare muren aanschouwd; zij bewaarde mei hare laai de inccslersliikkea der oudheid en de opeengehoople schallen van Griekenland en hel Ooslen. De doge van Venelic en de voornaamsle l)(;vel-hehhers gingen aan land en hielden raad in het, klooster van Siiil-Slelanus. Hel eerste punt. van heraadslaging was, waar men zou onlschepen. Met is te helrenren, dat Vlllehardouin niet iu hij/ondcrlieden mededeelt hetgeen er in die vergadering hesprokcii werd; hoe helaugwekkend zou hel, toch wezen heden Ion dage de gedachten en gewaarwordingen te keimen der ridders van hel kruis hij hel zien van Gonstanlinopel en zulks op het oogenhlik zeil', dal de heslisscnde gevechten van dien kruistochl geleverd zonden worden 1

De gesehiedenis heelt slechts de rede van Dandolo voor ons hewaard. «Beter dan gijlieden ken ik don toestand en de manier van handelen van dit huid, dewijl ik er eertijds reeds geweest hen,quot; sprak de doge. «Gij licht, de grootste en de gevaarvolste zaak ondernmuen die ooit, ondernomen werd; daarom moei, er met overleg en nvt helcid te werk gegaan worden. Indien wij voel zeilen op den vasten grond, zullen onze lieden, hchoelle hehhende aan leeftocht,, zich verspreiden om dien te zoeken; en daar hel land dicht hevolkt is, kan het niet missen ot' wij moeien vele manschappen verliezen, helgcen een ramp voor ons zou zijn, daar wij reeds zoo weinig volk hehhen om de licgomien onderneming lol een goed einde le hrengen. In onze onmiddellijke nahijheid, in hel ooslen, liggen eilanden, die gij van hier kunt zich (de Prinsen -eilanden): zij zijn hewoo.'id en zeer vruchlhaar; laai ons daar aan laud gaan en de levensmiddelen innemen, die wij noodig hehhen, en als de viool en hel leger genoegzaam van voorraad voorzien zijn, zullen wij ons legerkamp gaan opslaan voor de keizerlijke slad en doen lielgeeu God ons zal ingeven.quot;

Dil voorstel van den doge werd door de haronnen eonpang goedgekeurd ; allen keerden naar hunne schepen terug en hrach-ten er den nacht op door. Den volgenden morgen hij het krieken van den dag werden de wimpels en de vlaggen aan den nchler-steven der vaarlnigen en iu den lop der maslen gehesclien en lichtte de viool de imkers. De wind, die uil hel zuiden hlios, dreel hanr naar Gonstanlinopel; eenige schepen kwamen zoo dicht langs de muren, dal verscheidene kruisvaarders dooi' sleenen en pijlen nil de slad gelrollen werden, liet, gehcele kruisleger slond op hel dek der schepen. De wallen waren hedekt mei soldaten, den oever met volk. De wind en hel toeval hadden hel te San-Stephano genomen hcslnit, doen ver-andcren: in plaats van naar de l'riusen-eilandeii le slevenen, hield de vloot met volle zeilen op de knsl van Azië aan en hlcef liggen voor Ghalcedonië, hijna vlak tegenover Gonslau-tinopel; de kruisvaarders onischeeplen le dier plaatse. De voornaamsle aanvoerders van hel leger namen hun inlrek iu hel daar slaande keizerlijk paleis, terwijl hel leger zijne lenlcn langs den oever opsloeg. Hel land was vruchtbaar en schoon; hoogc gruanbergen slonden oj) de velden en ieder kou zich i iiiuiscbools van leertochl voorzien. Drie dagen na liunne aankomst, daags na Sinl-.lan, voer de vloot hel'kanaal booger op en wierp hel anker voor een ander jialeis des keizers, dat. Snilnri genoemd werd. liet leger begaf zich over land naar dezellde plaals: daar slond hel tegenover de keizerlijke slad en de Inslhoven, waar keizer Alexis zich, volgens de uitdrukking van Nicolas, nog kort, geleden bezig hield mei hel gelijkmaken van bergen en het vullen van dalen, terwijl zich een dreigend onweder boven zijn rijk samenpakle. Nu begonnen de ridders van hel krtjis de rijke velden te doorkruisen, welke zich aan gene zijde van Sculari iiitstreklen. Een hunner troepen, die zich drie mijlen van hel kamp verwijderd had, ontwaarde iu de verte legerlenlen logen de holling van een heuvel: bel was de groothertog of opperbevelhebber der zeesoldaten van hel rijk, die daar met vijlbonderd Grieksche krijgers legerde. De l,atijiische soldaten maakten zich gereed tol den aanval en van liunuon kant schaarden zich de Grieken in slagorde. De strijd duurde niet lang; de soldaten van den groolherlog sloegen hij den eersten schok op de vlucht mol achterlating hunner tenten, voorraad en lastdieren. Deze gemakkelijke overwining dor Latijnen deed don schrik in de gansche streek ten top stijgen: niemand durfde hen meer mei, de wapens in de band arwachten, hetgeen Nicolas doel zeggen, dat de Grieksche bevelhebbers schuw waren ais herten en geen menschen duiTdea b'strijden, die zij slaamii; engelen, bronzen hijgers noemden. Inlusscben begon de overweldiger Alexis uii zijn slaap te ontwaken. Don tienden dag nadat, de kruisvaarders waren aangekomen, zond hij dezen een gezant, om ben le begroeien en naar hunne bedoelingen le vernemen. Een Italiaan, Nicolaus Uossi, die mei die zending belast was, verscheen voor de be-) volhohbers van don kruistocht en sprak hun aldus toe: «Hel is don keizer bekend, dat gij de grootste en machtigste vorston zijl, ouder degenen, die geen kroon dragon, en gij do dapperste volken dor wereld aanvoert; maar hel verwondert hem, dal gij, zoowel christen zijnde als hij, op zijn grondgohied verschenen zijl zonder hem te verwilligoii en zónder zijue ho-williging te vragen. Men heoft hom gezegd, dal de bevrijding van het heilig land het liool'ddool van uw reis was. Indien gij, om dal godvruchtig voornemen le volvoeren, gebrek hebt aan levonsmiddoleu zal hij u die gaarne vorscliall'en; bij zal niets ontzien om u in de uilvoering van uwe onderneming behulpzaam le zijn, maar hij verzoekt n zijn grondgohied goedschiks te verlaten; hij kon u echter daartoe ook door gewold noodzaken, want zijne macht is groot, en al zoudl. gij twintigmaal moor mansehappen lellen dan nn, zoudl gij reddeloos verloren zijn en u niet voor zijn toorn in veiligheid kunnen stellen, wanneer hij u wilde aanvallen en lood doen.quot; Gouon van Bethune, een verstandig, welbespraakt ridder, werd belast mol hel antwoord aan den afgezant van Alexis. « Doorluclilige hoer.quot; sprak hij, «uw meester verwondert er zich over, dal onze boeren en baronnen zijn grondgebied betreden hebben. Gij woel, al le goed, dal bel land waarin wij ons thans bevinden, bel zijne niet is, daar hij ten onrechte, en tegen God en hillijkheiii, in bezit houdt belgoen moot toebohooren aan zijn neet', dien gij in ons midden ziet. Indien hij hom vergiHenis wil vragen en bom de keizerlijke kroon teruggeven, zullen wij ons hosl doen bij Isaiie en diens zoon, opdat zij hem vergeven on hem do middelen verstrekken om ratsooniljk en overeenkomstig zijn stand te loven. Overigens mooi ik u waarschuwen, voortaan niet moer zoo vermetel ol'stout le zijn om met zulke boodschappen hier te komen.quot;

Mol dat antwoord keerde Nicolaus Rossi tol Alexis lenig Daags daarna besloten de baronnen eene poging te doen hij de bevolking der hooldstad, en den jongen Alexis, Isaiies zoon, aan de Grieken voor te stellen. Men bemande eenige galeien , welke de ridders en do baronnon bestegon; opeen dier galeien merkte men den jongen Alexis op, dien de doge van Venelic eu de markies van Montlerrat bij de hand hielden. Zoo naderden zij de wallen der hooldslad. Een wapenheraut riep mol luider stnn : Zielhier uw wettigen hoer. Weet dat wij bier niet, gekomen zijn om u hel geringste leed le doen , maar om u le bescherniéii en ii te verdedigen, indien gij volgens uw plicht hamlelt. Gij woel, dal hij aan wien gij gehoorzaamt, zich arglistig eu wédorrechtclijk meester gemaakt lieel'l van de opperste macht, en het is u niet onbekend met welk een kwade trouw bij /.ich jegens zijn hoer en vorst gedragen heelt. Gij ziet bier den zoon en'erlgenaam van Isaiie: indien gij zijne partij kiest, volbrengt gij uw plicht; zoo niet, vernoemt dan dat wij u zooveel mogelijk kwaad zullen doen.quot; Geen enkele Griek uil de stad ol' van huiten antwoordde op die iiilnoodiging van de kruisvaarders; de vrees voor don overweldiger sloot allen don mond. Daarop keerden de baronnen en de ridders naar het kamp terug en hielden zich nog slechts bezig mot de laatste loonereidselen tot, den oorlog.

Don zesden Juli kwamen de hevelliebhers, na de mis bijgewoond te hebben, bijeen in eene ruime vlakte, welke logcii-woordig hel groote kerkhof van Scutari vormt, eu bieldon le paard i'aad. In die vergadering werd besloten, dal bet gohe Ie leger zich weder op de vloot zon inschepen en den IJosphorus oversteken. De kruisvaarders uil Frankrijk werden iu zes bataljons verdeeld. Uoudevvijn van Vlaanderen voerde de voorhoede aan, omdat hij tal van dapperen onder zijne vanen lelde en meer boogschullers had dan de overige bevelhebbers. Hendrik, Jioudowijns broeder, zou bet tweede bataljon aanvoeren met Malhias van Valinconrt en andere dappere ridders uit do provinciën Vlaanderen en Henegouwen. Het derde korps stond onder de bevelen van Hugo van Sint-Pol, bij wien zich l'eler van Amiens, Eustachius van Ganteleu, Anseau van Gay( ux en verscheidene beproefde ridders van l'icardië aangeslolen hadden, bodewijk, graal' van Blois, een rijk en maclitig edelman, was bevolhe'hher van het vierde bataljon, dat uil eeu groote monigte, ridders en stoule krijgers bestond, die uil de door de Loire hespoelde landen gekomen waren. Het vijfde werd aangevoerd door Malhias van Montmorency en Andreas van Gliainplitte, die de pelgrims uil Bourgondië, Champagne, Ho-de-Franee en Tou-raine onder hunne banieren veroenigden. De kruisvaarders uit Lombardije, Toscane en de aan de Alpen grenzende landen vormden hel zesde korps, onder hel commando van Bonifacius, markies van Montlerrat.

Nadat hel leger op die wijze verdeeld was, bielden de priesters en de bisschoppen predikatiën voor de kruisvaarders, hen vermanende hunne zonden te biechten ou hun testament te maken, hetgeen zij met grooten ijver en godvruchtigheid iteihni. Op den voor hel oversteken vaii de zeeengte bestemden dag-was hel gebeolo leger reeds zeer vroeg op de been. Villehar-douin , die ons do kruisvaarders steeds voorstelt, van wonder


-ocr page 277-

171

lot wonder, vnn gevaar lot gevaar trekkende, blijft niet in gebreke bij deze gelegenheid zijne verwondering te kennen Ie geven en do woorden te berbalèn, welke op elke bladzijde van zijne geschiedenis terugkeeren : Waarlijk, Iwl iras de (jcvaarUjlisle ondmwnincj, welke men ooit beproefde. Op het eerste teékcn scheepten de ridders en de baronnen zich in op vaartuigen, die men palendries noemde; zij waren in volle wapenrustingen hunne paarden gezadeld en opgetuigd, de boogsehutlers en al de voetknechten bestegen groote en logge schepen. Aan de spits van de vloot voeren de galeien, (lie met twee en drie rijen roeiers bemand waren. Aan iedere galei bad men met louwen een ol' twee groote schepen vastgebonden om ze legen de stroomingen en den tegenwind op te werken.

Keizer Alexis, die de toebereidselen der kruisvaarders gezien bad, kwam met een talrijk leger op den oostehjkcii oever van den Bosphorus kampeeren; hij bezette de belling van den beu-vel der Vijgenboomen ot' van Pera, van at de plek, welke de Turken de Punt van Tophana noemen, tot aan de plaats, welke de naam van Bataschi draagt en waar zich tegenwoordig een paleis des sultans verhel't. De aanblik van dat Grieksche leger verllauwde geenszins hel vuur en den ongeduldigen ijver (Ier kruisvaarders: men vroeg niet wie hel eerste en wie daarna zou (/aan, maar ieder wilde de voorste wezen. Naarmate men den oever naderde, sprongen de ridders met den helm op het hoofd en het zwaard in de hand in de golven, zoodat bun het water tot aan de lendenen reikte. Ieder beklom den oever op het punt, waar bij aankwam; de paarden werden aan land gelrokken en de boogschutters posteerden zich voor de bataljons. Men was in den vroegen ochtend vertrokken en de zon bad nog niet de belli van haren loop afgelegd, toen het geheele leger reeds in slagorde op den oever geschaard stond. Kr moet ongetwijfeld veel wanorde bij die overhaaste ontscheping geheerscht hebben en de vijand zou daarvan gebruik hebben kunnen maken; maar Alexis had den moed niet om den Latijnen, den strijd aan te bieden: door vrees bevangen, haastte hij zich zijn kamp te verlaten en trok in de stad terug.

Meesters van de geheele kust, namen de kruisvaarders bezit van hel kamp der Grieken en trokken voort lot voor den toren van Galata. Hel leger bracht den nacht door in de wijk Stanor, eene goede en rijke stad, zegt Villehardouin, die destijds door de Joden bewoond werd. Den volgenden ochtend, bij hel opgaan der zon, maakten de kruisvaarders zich gereed om den toren te bestormen: eene menigte Grieken kwamen in booten uit de stad toesnellen en ondernamen met degenen, die den toren bewaakten, een aanval op het leger der kruisvaarders. Jacques van Avesnes ontving te midden zijner Vlamingen een lanssteek in het aangezicht en verkeerde in levensgevaar. Het zien van hun gewonden aanvoerder vuurde den moed der kruisvaarders tot razernij aan en zij dreven den vijand terug. Vele Grieken sprongen in zee en verdronken, do overigen namen de wijk in het kasteel van Galata, maar zij hadden den lijd niet om de poorten le sluiten en de Latijnen drongen er te gelijk met de vluchtenden binnen. Nu gold het den zwaren ijzeren ketting le verbreken, welke de haven sloot. L)e geschiedschrijvers van Venetië verhalen, dat een groot schip, hetwelk den naam A qui la droeg, door een gunstigen wind voortgestuwd, met geweld tegen de over het water gespannen keten aanvoer en haar doorsneed met reusachtige stalen scharen, die aan ziju voorsteven bevestigd waren. Welhaast waren de galeien der Grieken genomen en voer de gansche vloot der pelgrims in zegepraal de haven binnen.

Meester van de haven en de geheele wijk van Galata, beraadslaagden de kruisvaarders of zij de keizerlijke stad van de land- of van de zeezijde zouden aantasten, be Veneliërs waren er voor dal men de stormladders op de schepen moest oprichten en van de bavenzijde den aanval ondernemen; de Fransche kruisvaarders zeiden dat zij niet gewoon waren op bet water le vechten en niet zonder hunne paarden konden overwinnen. Er werd overeengekomen, dat de Veneliërs te water en de baronnen en de ridders te land zouden aanvallen. De vloot ging posl vatten voor de wallen der hoofdstad, terwijl de zes bataljons, na den Cyndaris tusschen de spits van de golf en het dal, dat tegenwoordig den naam van Zoetwaterdal draagt, overgestoken te zijn, hun kamp opsloegen op een heuvel, waar men tegenwoordig de voorstad van .1 ijonb vindt, tusschen hel paleis van Rlaquernes en een met muren omringde abdij, die men destijds den toren van liohenwnd noemde. «Het was een verbazend en stout iels,quot; zegt Villehardouin, «zulk een klein hoopje krijgers, die ternauwernood talrijk genoeg waren voor den aanval op een der poorten , de belegering van Con-stantinopel le zien ondernemen, dal aan de landzijde een front had van drie mijlen.quot; Na een zorgvuldig plaatselijk onderzoek, meenen wij dal de poort, voor welke het kruisleger kampeerde, die van lupi capoa of schuinsche poort was. Zonder zich le bekommeren om het aantal hunner vijanden en de moeilijkbeden dur onderneming, stelden de ridders en de baronnen hunne machines op en bereidden alles tot de bestorming voor, dag en nacht waren zij op de boen om hun vogelaars le bewaken en de uitvallen van de vijanilen af te slaan, vijf- of zesmaal op een dag kwamen al de peigrims onder de wapens. Niemand mocht zich meer dan drie boogscheuten van hel kamp verwijderen om den omtrek te verkennen en levensmiddelen op te sporen, waaraan men groolelijks behoeflo had. lederen dag vertoonden zich de Grieken voor de verschansingen en de palissadeeringen der Latijnen: bijna altijd met verlies teruggeslagen, keerden zij telkens in grooler aantal terug. Op die wijze verliepen negen dagen in aanhoudende gevechten en schermutselingen; den tienden dag van bet beleg, den 17 Juli, werd er besloten een algemeene bestorming te land en te water te beproeven; men gaf tegelijk het sein aan de vloot en aan bet leger.

Drie korpsen of bataljons van hel leger der baronnen bleven voor do bewaking van het kamp terug, de anderen rukten op «le muren der stad aan. Hel kamp werd bewaakt door de kruisvaarders van Donrgondië en Champagne, de pelgrims uit Lombardije, Piëmont en Savooie, onder hel commando van den markies van Montforral. Boudewijn van Vlaanderen, de graal van Blois en Hugo van Sint-Pol zouden met de Vlamingen, de Picardiërs en de kruisvaarders van do Loire de bestorming beproeven. De aanvallers richtten hunne ladders op tegen een voormuur, welke verdedigd werd door bel onversaagde korps Varan ges, aan wie de Grieksche keizers de bewaking van hun persoon en hun paleis toevertrouwden. De Fransche krijgers betwistten elkander de eer den muur te beklimmen; vijftien der dappersten gelukte liet boven op den wal vasten vóel le krijgen en streden met de bijl en hel zwaard. De fortuin was hun evenwel niet gunstig: de aanvallers zagen zich verplicht de bestorming op te geven en lieten twee hunner in banden der Grieken achter, bo beide gevangenen werden naar hel paleis van Blaqueines gevoerd en aan keizer Alexis vertoond, die daarover een groote vreugde aan den dag legde. In dien lusschentijd zetten de Veneliërs bun aanval le water voort. Dandolo had zijne vloot in twee rijen doen opstellen: voorop lagen de galeien, bemand met boogschutters en beladen met oorlogswerktuigen, achter de galeien naderden groote schepen, op welke men torens gebouwd had, die de hoogste muren van Conslantinopel beslrckm. In den vroegen ochiend had bet gevecht tusschen de stad en de vloot een aanvang genomen. Het bruisen der door de riemen gezweepte golven, de kreten der matrozen en der strijders, hel Grieksche vuur, dat door de lucht schoot, zich aan de schepen vasthechlte en op de baren ziedde, zware rotsblokken, van de eene zijde op de lunzen en de paleizen, van de andere op de schepen neergeslingerd, leverden een schouwspel op, duizendwerf schrikwekkender dan dal van den orkaan. Te midden van die vreeselijke botsing gaf Hendrik Dandolo, die een oud man en stekeblind was, aan de zijnen hel bevel hem aan land te zetten, en dreigde hen met den dood indien zij hem niet gehoorzaamden. De bevelen van den onversaagden doge woulen terstond uilgevoerd: de bemanning van zijn schip neemt hem op en draagt hem naar den wal, waar hij de banier van Sint-Marcus hoog in de lucht doet verhellen. Bij dien aanblik naderen al de galeien het land; de dapperste soldaten springen van boord cn scharen zich om Dandolo; de groote schepen, welke tot dusverre werkeloos waren blijven liggen, naderen en nemen stelling tusschen de galeien; de geheele vloot ontplooit zich op een enkele linie onder de muren van Conslantinopel. De drijvende torens der schepen laten hunne valbruggen op dc torens der stad neder, en terwijl aan den voet der muren tien duizend armen ladders planten en de stormrammen laten spelen, strijdt men boven op de wallen met de lans en hel zwaard. Plotseling ontplooit zich dc slandanrd van Sinl-Marcus op ecu toren der stad als door een onzichthare hand geplunt: op dat gezicht hellen de Veneliërs kreten van vreugde aan, overluigd dal de schutspatroon van Venetië aan hun hoofd strijdt. \V(l-,;ni hebben zij vijf-en-twintig torens in hunne macht. Zij vervolgen de Grieken in de stad, maar uit vrecze van in een hinderlaag te vallen, of door hel volk overvleugeld te worden, dal dc straten en de openbare pleinen opvulde, steken zij de huizen in brand, die zij op hun weg onlmoelen. De brand verbreidt zich met snelheid en drijft de radelooze en sidderende menigte voor zich uit.

Terwijl de vlammen heinde en verre hare verwoestingen verspreidden eu do grootste wanorde in (ionstanlinopel hceisehte, zond Alexis, door de kreten van hel volk gedrongen, troepen tegen de Veneliërs af, cn verliet zelf met een leger door dc poorten van Sclivrea cnAdrianopel de slad, om dc l'ianschen aan te vallen, die baar van de landzijde bcstooklen. Hel keizerlijke leger was zoo talrijk, zegt Villehardouin, dal men geneigd geweest zou zijn le geloovcn, dal de yeheele slad een uitval deed. Bij de nadering der Grieken scharen de kruisvaarders zich in slagorde; hunne zes bataljons stel en zich rondom hunne pal-lissadeeringcn op niet dc band- cn voetboogschullera voorop;


-ocr page 278-

G KSO HIED RN IS. Dlill KIWI ST( gt; ; IIT EN.

172

ieder bevelhebber bari sebiklknapen en wapendienaars aan zijne zijde. De Grieken naderden tot op een boogscheut afsiands. liet scheen een zeer gevaarlijk iels, zegt do maarschalk van Ghmnpagne, dat zes bataljons, en nog wel zwaldc, er zestig wihlm afwachten. Toen het bericht van zulk een groot gevaar aan den doge van Venetië overgebracht werd, gal' hij den zijnen dadelijk bevel om het gevecht te staken en de genomen torens te ontruimen ; daarop stelde hij zich aan hel boord zijner troepen en voerde hen naar het kamp der Fransehen, zeggende, dat hij met de pelgrims wilde leven en sterven. De verschijping van Dandolo met de keur zijner Vcnetiërs verdubbelde den 'moed der ridders en der baronnen. De beide legers bleven lang werkeloos tegenover elkander staan: de Grieken durfden den aanval niel te wagen, de Latijnen stonden onbeweeglijk voor hunne verschansingen en palissaden. Na een vol uur geweifeld te hebben, deed Alexis den terugtocht blazen: nu verlieten de Latijnen hnnne stellingen en vervolgden het Grieksche leger tot aan een paleis, dat Philotas genoemd wordt. Om de waarheid te zeggen, roept Villeliardouin nog geheel verschrikt uit, redde Cud nnnit iemand nil een dreigender gevaar, dan Hij het de onzen dien dag deed.

Maar weldra gebeurde er nog grooter mirakel: toen men den keizer, zonder strijd geleverd Ie hebben, in de stacl zag terugkeeren, ontstond er nog grooter opschudding dan wanneer hij overwonnen geweest ware. Het volk beschuldigde het leger, en hot leger beschuldigde Alexis. De Grieken wantrouwende en de Latijnen duchtende, was de keizer nog slechts bedacht op de redding van zijn leven; hij verliet zijne naaslbestaamlen, zijne vrienden, zijne hoofdstad en scheepte zich heimelijk in het midden van den nacht in, om in eenigen verborgen 'hoek van zijn rijk een schuilplaats te gaan zoeken.

Zoodra de dag aangebroken was en de Grieken vernamen, dat zij geen keizer meer hadden, stegen de verwarring en de opschudding in Constaulinopel ten top; men schoolde op de straten bijeen, men besprak de misslagen der bevelhebbers, de schande der gunstelingen , de rampen van het volk. Sinds Alexis de macht verloren had, herinnerde men zich de misdaad zijner overweldiging, en duizenden stemmen verhieven zich om den toorn des Hemels over hem af te roepen. Te midden dier algemeene opschudding wisten de verstandigsten zells niet wat hun te doen stond, toen de hovelingen naar den kerker snelden, waar Isaiic gevangen zat; zij verbreken zijne ketenen en voeren hem in zegepraal naar het paleis van Blaquernes. Hoewel blind, wordt hij op den troon geplaatst, en als hij zich nog van zijne beulen omringd waant, klinkt hem tot zijne verbazing vleitaal in de ooren; hem met het keizerlijke purper bekleed ziende, heelt men voor het eerst deernis met liet droevig lot, dat hem beschoren geweest is. Van alle kanten klinken verontschuldigingen, dal men de partij van Alexis aangehangen en gediend heeft. Men haast zich de gemalin van Isaiic te gaan halen, die men vergeten had en in afzondering leefde in een woning, waarvan niemand den weg kende onder de vorige regeering.'

Eupbrosine, de eclitgenoote van den voorlvluchtigen keizer, werd beschuldigd, van de onlusten in Conslantinopel gebruik Ie hebben willen maken om een barer gunstelingen met liet purper te bekleeden. Men wierp haar in een kerker, terwijl men haar al de rampen van het vaderland en vooral het langdurige lijden van Isaiic ten laste legde. Vooral zij, die dooide vorstin met weldaden overladen waren, belioordén tol hare felste beschuldigers en poogden zich hunne ondankbaarheid als cene verdienste te doen aanrekenen.

Bij staatkundige onlusten is elke verandering in de oogen van het volk eene uitkomst. Men wensebte elkander in Constanliriopcl geluk met de nieuwe omwenteling; de hoop herleefde in aller harten en het volk begroetle Isaac mei vreugdegejuich. Weldra verspreidt zich hel gerucht van helgeen er in de hoofdstad de-rijks voorgevallen is, in het leger der kruisvaarders. Op hel vernemen dier tijding komt de raad der heeren en baronnen ijlings in de lent van den markies van Montlerral hijeen - zij d uiken in de eei-Me opwelling- des harten de Voorzienigheid, die Conslantinopel bevrijd en hen zelve uil zulke groole gevaren verlost heeft; maar bedenkende, dat zij keizei- Alexis daaquot;-s te voren door een ontelbare legermachl omringd gezien hebben kunnen zij niet aan het mirakel van zijne vlucht gelooven

Intusschen vulde het kamp der krinsvaarders zich mei eene menigte Grieken, die uil de stad gekomen waren en de voorvallen verhaalden, waarvan zij ■geluigen -eweesi waren Velen der hovelingen, die niel door Isaiic hadden kunueu di.-emerkl worden, meldden zich bij den jongen Alexis aan, inde hoop zijne eerste blikken op zich te vestigen: zij loofden den Hemel.''dal Deze hunne beden voor zijn lerugkeer verhoord had en bezwd.-ivn Alexis, in naam van hel vaderland en hel rijk, de eer en de maehi van zijn vader te komen deeien. Al die betuigingen konden de Latijnen, die gewoon waren de Grieken te wantrouwen, niet overtuigen. De heeren en baronnen schaalden hun leger in'slagorde en nadat zij geheel strijdvaardig waren, zondeirzij Malliias van Montmorency, Godfried van Villeliardouin en twee Vene-tiaansche edelen naar Conslantinopel om zich met eigen oogen van den slaat van zaken Ie overtuigen.

De afgevaardigden der kruisvaarders moesten Isaiic hunne gelukwenschen aanbieden, indien hij op den troon hersteld was, en van hem de bekrachtiging- eischen van het met zijn zoon aangegaan verdrag. Bij imnnequot;aankomst in Conslantinopel worden zij naar het paleis van Blaquernes gevoerd, op hun weg derwaarts tusschen twee rijen soldaten doorgaande, die daags te voren de lijfwacht vormden van den overweldiger Alexis en even te voren gezworen hadden Isaiic Ie zullen verdedigen. Door al den luister dei- Oostersche hoven omgeven, ontvangt de keizer de afgevaardigden op een troon schitterende van goud en edelgesteenten. «Ziedaar hoe de kruisvaarders hunne beloften gehouden hebben,quot; sprak Villeliardouin tot Isaac; «thans is hel uwe beurt om die te houden, welke in uw naam gedaan zijn. Uw zoon, die onder de ridders en de baronnen gebleven is, smeekt u hol verdrag te bekrachtigen dat hij gesloten licoll en belastte ons, u Ie zeggen , dat hij niet in uw paleis zal terugkeeren dan nadat gij gezworen zult hebben alles, wat hij beloofd heeft, te zullen volbrengen.quot; Alexis had beloofd aan de kruisvaarders,tweemaal honderdduizend marken te betalen, gedurende een vol jaar hun leger van leeftocht te voorzien, een werkdadig aandeel te nemen aan de werkzaamheden en de gevaren van den heiligen oorlog en de Grieksche Kerk onder de gehoorzaamheid van den Heiligen Stoel terug ie brengen, iiij het vernemen der voorwaarden van het verdrag kon Isaac zijne verrassing niet ontveinzen en gaf hij den afgevaardigden lo kennen, hoe moeielijk het zou vallen zulke grootsche beloften Ie volbrengen; hij kon zijnen bevrijders echter niets weigeren, en dankte de geyohnachtigden, dat zij niet meer eischten. Gij hebt ons zoo goed gediend , sprak hij, dat, wanneer men u zelfs het geheele rijk zon neven, znlks niets te veel zou zijn. Do afgevaardigden .prezen de oprechtheid en de goede trouw van Isaiic en namen naar het kamp de met hel gouden zegel voorziene keizerlijke oorkonde mede, welke hel met Alexis aangegaan verdrag bekrachtigde.

Onmiddellijk na den terugkeer van de afgevaardigden stijgen de heeren en baronnen te paard en voeren den zoon van Isaiic naar Conslanlinopel. De jonge Alexis reed tusschen den graaf van Vlaanderen en den doge van Venetië, gevolgd door al de ridders in volle wapenrnsting. Het volk dat weinige dagen te voren bij zijn verschijning een dof stilzwijgen in acht nam, verdrong zich nu op zijn weg, en begroette hem met levendige loejuiehingen; de Lalijnsehe geestelijkheid vergezelde denzoon van Isaac, terwijl de Grieksche geestelijkheid hem in vol ornaat en met groolen luister te gemoet trok. De intocht van den jongen vorst in de hoofdstad was als een feestdag voor de Grieken en de Latijnen, in alle kerken dankte menden Hemel, alom weerklonken de lofgezangen der openbare blijdschap, maar vooral in het paleis van Blaquernes, vroeger hel verblijf van rouw en vrees, heerschle de grootste vreugde. Een blinde vader, die acht jaren lang in een kerker versmacht had en nu een zoon in zijne armen drukte, wien hij de vrijheid en de kroon te danken had, leverde een verrukkelijk schouwspel op, dat alle harten met de zoetste aandoeningen moest vervullen. De tallooze getuigen van dat looneel herinnerden zich hel langdurige lijden van die beide vorsten, en zooveel doorgestane rampen schenen aan een ieder een onderpand toe van de gelukkige dagen, die de Hemel voortaan aan het rijk zou doen genieten.

Mei zijn zoon vereenigd, dankte de keizer de kruisvaarders nogmaals voor de diensten, welke zij hem bewezen hadden, en verzocht de bevelhebbers dringend hun legerplaats aan de overzijde van de golf van Chrysoceras op te slaan: bij vreesde dat hun verblijf in de stad aanleiding mocht geven tot eenigé botsing tusschen de Grieken en de Latijnen, die zoo lang verdeeld geweest waren. De heeren en baronnen gaven gehoor aan het verzoek van Isaac en Alexis, en het leger der kruisvaarders betrok kwartieren in de voorstad van Galata waar men, in de ledigheid en den overvloed, de werkzaamheden] de gevaren en de vermoeienissen van den oorlog vergat. De l'isaners, die Conslantinopel tegen de kruisvaarders verdedigd hadden, sloten vrede met de Venetiërs, alle twisten werden bijgelegd, geen geest van naijver en afgunst verdeelde meer de lM-anken. De Grieken verschenen voortdurend in hel kamp der Latijn®, waar zij levensmiddelen en koopwaren van allerlei aard brachten. De krijgers van hel Westen bezochten dikwert de hoofdstad en konden zich niet genoeg verzadigen aan de beschouwing van de paleizen der keizers, de menigvuldige gebouwen, meesterstukken van kunst, de aan den godsdienst gewijde gedenkleekenen en \ooral de reliquieën der heilie-en die men, naar hel verhaal van den maarschalk van Champagne' in Conslantinopel in grooter aantal vond dan in eenige andere plaats ter wereld.

Eenige dagen na zijne intrede in Constaulinopel werd Alexis


-ocr page 279-

GESCHIEDENIS DEP, KRUISTOCHTEN.

173

in de Sint-Sofiakcrk gekroond en deelde nu liet oppergezag; met zijn vader. Do baronnen woonden zijne kroning hij en wenschten hem oprecht een langdurige regeering too. Alexis haastte zich een deel der aan de kruisvaarders toegezegde geldsommen af te doen, en de gelukkigste eensgezindheid heerschte nu tusschen de bevolking van Byzantuini en de krijgers van het Westen. De Grieken schenen iiunne nederlagen, do Latijnen hunne overwinningen vergeten te hebben. De onderdanen van Alexis en Isaiic bejegenden de pelgrims zonder wantrouwen, en de eenvoudigheid der Franken was niet meer hot doelwit hunner spotternijen, terwijl de kruisvaarders, van hun kant, aan de goede trouw der Grieken geloofden. Er heerschle rust in de hoofdstad en deze scheen hun werk te zijn. Zij oorden do keizers, die zij op den troon geplaatst haddeii, terwijl de beide vorsten voor hunne bevrijders oen levendige erkentelijkheid bleven voeden.

Bondgenooten van de Grieken en beschermers van een groot rijk geworden , hadden do kruisvaarders geen andere vijanden meer te bestrijden dan de Turken. Zij dachten nu nog slechls aan de volbrenging hunner gelofte, die zij bij het aannemer van het kruis afgelegd hadden; steeds getrouw aan de wetten der ridderschap, wilden de ridders en de baronnen den oorlog-verklaren , alvorens zij dien aanvingen. Wapenherauten werden aan den sultan van Cairo en Damascus gezonden, om hem in naam van Jesus Christus, in naam van den keizer van Con-stantinopel, der vorsten en heeren van het Westen aan te kondigen, dat hij weldra de dapperheid der christen volken zou ondervinden, indien hij bleef vooilgaan met het heilige land en de door de tegenwoordigheid dos Verlossers gewijde plaatsen onder zijn overheersching te bonden.

De bevelhebbers van den kruistocht zonden tevens bericht aan al de vorsten en volken dor ehrislenlieid van het wonderdadige welslagen hunner onderneming, en zich in het bijzonder tot den keizer van Duilschland richtende, bezwoeren zij hem aan den kruistocht deel te nemen en zich aan de spils der christen ridders te stellen. Het verhaal hunner krijgsverrichtingen wekte de geestdrift der geloovigen op. De'tijding daarvan was weldra in Syrië doorgedrongen en vervulde de Turken met schrik, terwijl zij de hoop van den koning van Jerusalem en de verdedigers van het heilig land herlevendigde. Zulk een luisterrijke zegepraal moest den trots en de dapperheid der kruisvaarders bevredigen, maar terwijl de wereld vervuld werd van bun roem en sidderde op het gedruis van hunne wapenen, meenden do ridders en de baronnen* niets verricht te liebhen voor hun vermaardheid en de zaak van God, indien zij niet de goedkeuring van den Heiligen Stoel verwierven. De markies van Montferrat, de graaf van Vlaanderen, de graaf van Sint-Pol en de voornaamste aanvoerders van het leger schreven aan den paus en betoogden hem, dat het welslagen der onderneming niet het werk der menscben maar dat van God was. De hoogharligo krijgers, die pas een rijk veroverd hadden, die, volgens Nieetas, er op roemden aal zij viel* vreesden dan dm val des hemels, vernederden op die wijze hunne zegevierende hoofden voor den rechterstoel van den paus, aan de voeten van Innocentius betuigende, dat geen enkel wereldseh oogmerk hunne wapens bestuurd had en men niets anders in hen moest zien dan werktuigen, waarvan de Voorzienigheid zich bediend had om Zijne raadsbesluken te vervullen,

In overleg met de aanvoerders der kruisvaarders schreef Alexis de Jonge te gelijker tijd aan den paus om zijn gedrag en dat zijner bevrijders te rechtvaardigen. «Wij erkennen,quot; zeide hij, «dat de voornaamste reden welke de pelgrims bewogen beeft ons bij Ie staan, deze is, dat wij onder cede beloold hebben den Rooinschen opperpriester als geestelijk opperhoofd en opvolger van den heiligen Petrus te erkennen.quot; In zijn antwoord aan den nieuwen keizer van Gonstantinopel prees Innocentius 111 zijne goede bedoelingen eu zijn ijver en drong bij hem aan op liet volbrengen zijner beloften; maar do verontschuldigingen der kruisvaarders hadden het ongenoegen niet kunnen verdrijven, dat de paus voedde over hunne ongehoorzaamheid aan 'de raadgevingen en de bevelen van den Heiligen Stoel. In zijn antwoord begroette bij hen niet met den gewonen zegen, uit 'vreezo dat zij in de exeonimimicatie hervallen mochten zijn door tegen zijn verbod den Gnekschen keizer aan te vallen. «Indien de keizer van Gonstantinopel zich niet haast om te volbrengen wat hij beloofd heelt,quot; schreef hij hun, «zal het blijken, dat noeh zijne, noch uwe hedoelingen oprecht zijn geweest en dat gij deze tweede zoude f/evoefid hehl hij die, welle (jij reeds bedreven hehl. De paus gaf den kruisvaarders opnieuw raad, maar noch zijne raadgevingen, noch zijne bedreigingen zouden een betere uitwerking hebben dan hij het beleg van Zara: de Voorzienigheid bereidde in het geheim gebeurtenissen voor, welke noch do Heiligt! Stoel, noch de kruisvaarders konden voorzien en die nogmaals aan den kruistocht een andere richting zouden geven.


-ocr page 280-

ELFDE BOEK.

VAN DE HESTAURATlli VAN ISAAC TOT AAN DIN DOOD VAN liOl Dl'AVIJN.

120;]—D206.

, .. .. „„„ .1.,.. iTnilifron StOi'1 ufkondic^'i 1 vcldtoclil naar Ihrat'iüj Johauiiis,

(V.«.r*llt;'llni vuil d.-ii fil'ii-UsMi. n k.-i«T aim .If kruisvaarai-rs; liij laai .!«fflMlMlicnslip»nnr«walt;it ^ Angelus legen zijn zoon; Alexis Ducas (bygeniianul koning (Ier llnUpreii; (on «mol gedeelle van ('onslaniiuop'l wonll um.r een 'quot;Yquot; Vv| tte steken; ojislaiul door Murzulllus verwekt; Alexis sterft

ilurJulus)-, gelirturleiimson in 1'alostinn; do bevolking vai, Uns1aiiliiiquot;lio Klalt;i .storuioi.-l.Thai..! in; vlueht van Hnr^nmus; Theodoru»

aan vergill; Isa i ■ volgt hom in U-I ■ ral ; Mnr/nllliis ov. rw.-i.ligt den tion.i, cle ki oimaaidu. n graaf van Vlaanderen, ontvangt de kroon; de kroning;

Usearis vervangt li...... dooh neemt insgelijks de vlnelit; vord-eijiig der luovinwen - J ' , ^ j[ei'|ig(, Umd komen naar Uriekenland; dood der keizerin;

lloailaeius en Jiaadolo selirijv n aaa den vans; de l,an wordt ..i.gtd.e\j;ii, «U thiiMt « u.w„,.n Mrianoiiel; een onvoorzaditig aangeboden veldslag;

omkeer legen de overwinnaars; oiiceinglieden Uisselien Boiu.ewijn en «om .u. Jielljrik van Heuegouwen volgt zijn broeder op; dood van

nxriiSrZ.fSSi ï.'arst.z. •••

Ti ïJ^Tmiiiiiht (In oorlog en dr ütuwi'iili'lii ^i'ii non lijl^ lol 1quot; wM' zij'K' si'oiidveslcii ^cscliokl hclilicii, oiilsluim er rauiprn, welke liéi mensclielijk vernuri niet kan herstellen. Dan zijn do 011 don troon goii'kuitsle voi'slon moer le beklugcit dan htiiuie oiidci'daiion, '-'ii mooi litiniio uutolil vceleoi' liet modedoo^eii diiii den haal en do ecr/.nclil van andere monschen opwekken, lid volk wool in do overinaal zijner ellende geene grenzen lu stellen aan zijne vcnvaclilingeii on cisclit altijd meer van de lüokonisl dan 'd v.o geven kan. Wanneer hot onder onherslelhare ntninon gebukt hlijll gaan, wijdt liet zulks aan zijne bestuurders, waarvun'Tict allen'mogelijkon voorsiiocd verwachtlo; hel gemor van een onrechtvaardigeii haal volgt spoedig op hel goj inch van oen onbodaehlzame geesUlrill, on moniginaal wordt tie deugd zelve beschuldigd rainpon veroorzaakt te hebben, die bet werk zijn van don oorlog, bel oproer ol'don tegenspoed.

De volken zelve Wonion, waiineer zij bezweken zijn en voor nitiid hun staalkundig licstaan verloren hebben, met niet mmdor '■cstrengheid en onbillijkheid beoordeeld dan de vorsten en de moiunclieii; nu don val vim oen j ijk wordt do vreesdijko urondslclliiig irce (U'ii iiuciiruiinciicii loogopast tot in bot oordoei der iiakomeliiigschap. Kvenals de tijdgonooten lalon zich de nage-slachlrn verblindeii door do ovi'i winning en hebben zij sleehls minachting over voor de nalien, die bezwijken. Van de Giteken cn liimne vorsten sprekende, /.tillen wij ons Iraclilon vnj to van de vooroordcolon, welke de geschledoins lot ons en als wij oen streng oordeel zullen mt-iirakier oo de volken van (Jriekenland, zal

honden van ck overgebracht boeit brengen over Ik

011

0I

e ineening allijd steunen op onwraakbare ove. 1 het aetuigenis der geschiedschrijvers van Byzantium.

Zoolang (ie ionge Alcsis slechts belolten te doen bad en hoopvolle verwachtiiigoii kon opwekken, werd hij door bel volk en de kruisvaarders loogejthchl en gezegeud; maar toen de lijd gekomen was om al wal bij belool'd had te vervullen , vond hij niets dan vijanden en hinderpalen rondom zich. in den toestand, waarin zijn terugkeer hem geplaatst bad, was het vooral eene moeielijke taak voor hem om tegelijk het vei-trouwen zijner bevrijders en de lielde zijner oudeidanen te hebonden. Indien de nieuwe keizer, om ziji.e verbinieinsseii na te komen, beproeitic tie Oriekselie Kerk met do liooiiisebe te voreenigen, indien bij, 0111 le belalon betgeen hij aan de kruisvaarders schuldig was, het volk zware belastingen oplegde, kon hij er op rekenen een algemeene ontevredenheid 111 zijn t-ijk tc verwekken. Indien bij daarentegen den godsdienst van Griekenland eerbiedigde en den druk der belastingen vei minderde , bleven de verdragen onuitgevoerd en kon de troon ,

ien en !

welken bij pas bestegen had, door de wapenen der Latijnen

0quot;lhtar L|njquot;elke' 1 ^dag'moest vreezen den opstand of den oorlog te zien nilbroketi, durlde die vorst, gedwongen lusschen twee gevaren le kiezen, na rijp beraad, zijn lot met aan den twijlelachtigen moed der Grieken en bega hij /iUi naar bel kamp der cbrislenen, om den doge van Venetie en de baronnen tc smeeken ten tweede male zijne bevnjdeis le worden. In de tent van den graal van Vlaanderen gevoeid,

waar de raadsvergadering der bevelhebbers gehouden vvc d,

sprak Alexis hen volgenderwijze toe: «Ldele beeren, ik mag ze—en dat ik bet na God aan u le danken heb, dat ik keuci ben0' quot;ij hebt mij den uitstekendsten dienst bewezen, dien men ooit'aait een vorst heeft kunnen bewijzen, maar gij moet weten dal velen mij met een vriendelijk oog aanzien en mij toch een kwaad hart toedragen, dewijl bet, over het algemeen genomen, de Grieken binderl, dal ik door u 111 mijne rechten hersteld ben. Buitendien, de tijd naakt dal gij moet vertrekken en uw verbond met de Veneliërs eindigt op den loesldag van de heiligen Michael; daar die termijn zeer kort is, zou het nnj volstrekt onmogelijk zijn de verbnitenisscii, welke ik jegens u aangegaan heb, gestand te doen. Daarbij komt, dat ik, zoo gij mij verlaat, gevaar zal loopen het rijk en ^hs [el 'üvonte verliezen, want de Grieken baten mij om uwentwille. Als amp;ij bel goedvindt, wonsch ik u bet volgende 111 overweging te geven: Indien gij tot aan de maand Maart van bet volgende jaar iliüi) hier wilt blijven, neem ik op mij uw verbond met Venetië te doen verlengen en aan de Venetiers te betalen , vyat zij zullen eischen; ik zal u bovendien alles leveren, wat ^ij tot d en tijd voor het onderhoud van hel leger noodig zult hebben. 1);iii ik niets meer voor mijne kroon te vreezon en u iiiits betaald liebben wal ik u sebtiltlig ben. Ilaarbij zal ik tevens den lijd hebben 0111 de schepen ml te rusten, die ik volgens onze overeenkomst noodig heb om u naar Jerusalem te vei gezellen ol' er mijne troepen been le zenden. Den volgenden nag werd er een vergadering gehouden om over de voorstel en van den jongen keizer te beraadslagen. Degenen, die zich le Zat a en le Goii'u van het leger hadden willen scheiden, bi achten der vergadering onder bel oog, dal de kruisvaarders tot dusverre voor den roem en de belangen der aardse lie vorsten gestreden batiden, maar dal de tijd toch eindelijk gekomen was om voor den godsdienst en Jesus Christus te strijden. Zij keurden bel Ion strengste ai, dat do heihge oorlog nog langer uitgesleld werd. Dal gevoelen werd krachtig bestreden door den doge van Venetië en de baronnen, die, litin roem gesteld licbbentie


-ocr page 281-

17:)

in den knj^sLoclil, leyen (loiislantinopel, lie! niel van zicli kdinlcn verkrijgen liunno vorovering zoo dfuiolijk prijs le govon. «Zullen wij dulden,quot; vroegen zij, «dal een jeugdige vorst, wiens goed reclit wij liebben doen zegevieren, prijs gegeven worde aan zijne vijanden, die ook de onze zijn, en dal een zoo roennijk i)Cgonnen onderneming voor ons een bron worde van seliamle en naberouw? Zullen wij dulden, dal de kellerij, die door onze wapens in liel onderworpen (Jriekenland onderdrukl is, hare onreine altaren wederom oprichle en opnieuw een aanleiding tol ergernis worde voor de christen Kerk? Zullen wij aan de Grieken de gevaarvolle gelegenheid geven zieh legen ons le verklaren en met de Sarraceiien een verbond to sluiien om de soldaten van .lesus Chrislus le beslrijden?quot; Deze gewichtige beweegredenen aanvoerende, acblleii de vorsten en de beeren bet niel beneden zich levens tol beden en smeekiiigen Iiimiiio loevluebt le nemen. Eindelijk mocht hel hun na een lieclen strijd gelukken de zege, te behalen: de raad besliste, dal hel vertrek van het leger tol aan het Paaschf'eesl van hel volgende jaar zou uilgesteld worden.

In overleg met Isaiic bedankte Alexis de kruisvaarders voor hun besluit en deed zijn uiterste best om hun zijne erkentelijkheid le bewijzen. Om de sommen le kunnen helalen, ilie hij beloold had, putte iiij zijn schatkamer uit, verhoogde de belastingen en liet de beelden der heiligen en de gewijde vaten smelten. Toen do bevolking van Conslanlinopel de kerken zag berooven , werd zij door verbazing en schrik bevangen, doch bad den moed niet baar ongenoegen daarover le kennen le geven. Nicelas verwijl zijnen landgenooten met billerbeid, dat zij werkelooze toeschouwers gebleven zijn van zulk een groole heiligschennis, en dat zij door hunne lal'liarliglieid den toorn des Hemels op hel rijk hebben doen nederkomen. De vurigslen en de godvrucbligslen onder de Grieken betreurden, evenals Nicelas, de ontwijding der kerken en der bedeplaatsen; maar nog veel smartelijker looneelen zouden zich weldra aan hunne oogen vertoonen.

Geleid door de raadgevingen van do Lalijnsche geestelijkheid en door de vrees voor den opperherder van Home, eisehien de legerbevelhebbers dal de patriarch, de priesters en de monniken van Conslanlinopel de dwalingen zouden afzweren, welke hen van de Uoomsche Kerk scheidden. Noch de geestelijkheid, noch de bevolking, noch de keizer durfde dien eisch vaii de hand le wijzen. De patriarch beklom in de Sinl-Soliakerk den predikstoel en verklaarde in zijn naam, in den naam dos keizers en van de gehecle christen bevolking van bel Oosten, dal hij Innoceiitius, di'ii derden van dien naam , erkende al.s opvolfjer van den heiiujen l'elrns, eersten plaalshekleeder ran Jesus (Christus o/) aarde, opperherder van de tjelrouwe kudde. I)(! Grieken, welke die plechligheid bijwoonden, meenden den gruwel van de verschrikking in de gewijde plaats te zien, en zoo zij den patriarch ui het vervolg zulk een groole ergernis vergaven, geschiedde dit in de zonderlinge overtuiging, waarin zij verkeerden , dat het opperhoofd liunner Kerk de Latijnen misleid had, en bel bedriegelijke van zijne woorden in zekeren zin de misdaad van de godslastering en de schande van den meineed uilwischle.

liij zijne vlucht uil Gonslanlinopel bad de overweldiger Alexis zich naar de provincie Tliracië begeven. Verscheidene steden hadden hare poorten voor hem ontsloten en eenigen zijner aanhangers hadden zich onder zijne urnen vereenigd. De zoon van Isaac besloot de oproerlingen le gaan lucbligen. Hendrik van Henegouwen, de graal van Sinl-I'ol en verscheidene ridders vergezelden hem op dien krijgstocht. Üij binine nadering verliet de overweldiger, die zich in Adrianopel bevond, ijlings die slad en vluchtte naar den berg Memus. Al de opslandeliiigen , die hen durfden afwachten, werden overwonnen en verstrooid. De jonge Alexis en de kruisvaarders, die hem vergezelden, konden een geduchler vijand beslrijden, namelijk de Hulgaarsclie natie. Dit woest en bloeddorstig volk, ten tijde van den eersten kruislocbl aan do wellen van Gonslanlinopel onderworpen, had van dc onlusten gebruik gemaakt om hel juk der Griek-sche keizers af le schudden. Johannes, het opperhoofd der buigaren , een onverzoenlijk vijand der Grieken , had het geloof van dc Uoomsche Kerk omhelsd en zich tot vazal van den paus verklaard, om van dezen den titel van koning le verkrijgen; hij verborg onder den dekmantel van een nieuwen godsdienst de wreedheid van den baat en de heerschzucbl, en bediende zich van den steun en hel gezag van bel hol van Home om den gebieders van Byzantium den oorlog aan le doen. Johannes ondernam voortdurend strooptochten in de aan zijn gebied grenzende streken en dreigde de bloeiendste provinciën van hel rijk le overweldigen. ' Indien dc jonge Alexis door wijze raadslieden geleid geweest ware, zoude hij van do aanwezigheid der kruisvaarders gebruik gemaakt hebben, om den Bulgaren ontzag in te boezemen en hen aan gene zijde van den berg Heraus le doen blijven: deze expeditie zuu hem de acbling en hel vertrouwen der Grieken verworven en de rust van vcrscbeidcnc zijner provinciën verzekerd hebben; maar hetzij hij niel bijgestaan werd door do kruisvaarders, heizij hij do voordeden van die, onderneming niel inzag, hij vergenoegde zich mei Johannes te bedreigen, en zonder oorlóg gevoerd of vrede gesloten te hebben, keerde hij, na do huldiging der sleden van Tliracië ontvangen le hebben, naar Gonslanlinopel terug.

Dc hooldstad, die reeds zoo veel rampen geleden had, was inUisscben door een nieuw onheil gelroHen: een grool deel dor slad was een prooi der vlammen geworden. Ten gevolge van een twist, die lussdien Vlaamsche kruisvaarders en de hewoners van een aan de zee gelegen wijk was opgerezen, werd een synagoge in brand gesloken, zcgl Nicelas, on hel vuur deelde zich van buis tot huis, van wijk lol wijk met zooveel snelheid medo, dal hel onmogelijk was den voortgang daarvan le sluiien. De brand duurde acht dagen en strekte zijne verwoestingen in een omtrek van meer dau ecu mill uil.

Vele ridders waren loegesneld om den voortgang van bel vinir Ie stuiten, en betreurden hel dat hunne dapperheid logen dit onheil niets vermocht. De vorsten en de baronnen zonden een deputatie aan keizer isaiic om hem hunne deelneming in deze ontzettende ramp le beliiigen en hem tevens le verzekeren, dat indien de snoodo bedrijvers van deze daad zich onder de soldalen van hel kruis mochten bevinden, zij melde uiterste strengheid zouden gestraft, worden. Al die beluigingen, al de hulp, welke zij aan de slachlollers van don brand verleenden, vormoebten de Grieken niel te iroosten of le bevredigen, die bij den aanblik der puinhoopen hunner hoofdstad do beide keizers beschuldigden en de Latijnen in liunno gesprekken niet spaarden.

Een grool aantal Frauschen was metterwoon in de, hooldstad gevestigd. Deze zagen zich al spoedig ten dool aan de bedreigingen en de misliaiidelingen van een wanhopige bevolking; zij verlieten Ininne buizen en begaven zich mol hunne geziuneu en hetgeen zij hadden kunnen redden naar de voorstad van Galata. Villehardouin schat het getal dier ongelukkige vlnclilolingen op meer dan vijftien duizend. Allen beklaagden zich biller over de Grieken en riepen den bijstand van de kruisvaarders in. Zoo strekten de groole rampen , die de beide volken lol elkander haddon moeten brengen, slechts tol hel aanwakkeren van deu ouden haai en vijandschap.

Toon Alexis in Gonslanlinopel terugkwam, ontving hel volk hem in een dolle stilte, alleen de kruisvaarders juiclilen den, oorlog toe dien hij in Tliracië gevoerd had. Zijn zegepraal, die met de openbare rampen zulk een schrille legenslelling vormde, maakte de Grieken geheel afkeerig van hem. Nu zag zich de jonge keizer meer dan ooit verplicht zich in de armen der Lalijnen le werpen: hij bracht de dagen en do nacblen in hunne légerplaals door, deelde hunne spelen en zat aan bij hunne feestgelagen en woeste zwelgpartijen. In den zwijmel der feestgelagen werd bij door do Frankische krijgers met ruwe gemeenzaamlieid bobandold; meer dan eens ontuanien zij hem zijn met edelgesleenlen versierden diadeem om de wollen muls der matrozen van Venetië op zijn hoofd lo zeilen. Do Grieken, die hun trots in den luister van deu troon stelden, moesten slechts veracliling gevoelen voor eon vorst, die, na hnu godsdienst afgezworen te hebben, de keizerlijke waardigheid verlaagde en zich niel sehaainde do gebruiken der barbaarsclio natiën aan te nemen.

Nicolas, wiens oordeelvellingen gemeenlijk zoor gematigd zijn, spreekt van Isaacs zoon sleehls mei oen zekeren drilt en toorn : volgens den gescliiedsdirijver van Byzantium «bad Alexis ecu aangezicbl gelijk aan dal van den slaanden engel; hij was oen ware brandslieliler, en wel verre van zich te bedroeven over de uitgestrektheid van den brand, zou hij veeleer gewensclil hebben, dal de ganscbo stad in vlammon ware opgegaan.quot; Isaiic zelf beschuldigde zijn zoon van verderfelijke neigingen, en zeide dal hij in zijn dagelijksdion omgang met do boozen gestadig slechter werd; hel verdroot hem, dal Alexis luide aan hel hot en bij de openbare plechtigheden gonoeind werd, terwijl men Isaacs naam lernauwornood uitsprak, in zijn blinde gramschap overlaadde hij den jongen keizer met verwenschingen; maar eerder door een ijdelon naijver dan wel door gevoel van eigenwaarde gedreven als hij den haal van hol volk voor Alexis goedkeurde, onttrok hij zich aan den last der regeering en deed niets om zich do acliling der rechlseliapen mensdien waardig le maken; hij loefde afgezonderd in zijn paleis, omringd door monniken en sterrenwichelaars, die,' zijne nog van de ketenen der govangensehap gekneusde handen kussende, zijne macht verlieerlijklen en hem wijsmaakten dat hij Jerusalem verlossen, zijn troon op den Libanon plaalsen en over de ganscbo aarde heersdien zon.

[1204.] Zonder acht lo slaan op de loenemendo gisting der gemoederen hielden de ministers van Alexis en isaiic zich sledils bezig met hel heUen van belasliiigen en tolrechlon, om de aan de Lalijnen beloofde gelden le betalen. Do geldverspillingen, de misbruiken van machl, de onrechtvaardigheden on knevelarijen maakten de algemeene ellende nog drukkender;


-ocr page 282-

Togen half Maart ïcrul. KUnpinmakersku. c\c\gt;-\ TJ TT ^ivrr I^a (boorder) die desnoods medo

oen R. K. SMIDB- kan k;ip^n. bii sniooNrN

KNECH l ^Om tr. ^0 Fijnaart iN.-Br

jaren, loon naai' be- j Met Vastenavond R. K, kwaamhoid bij C. ^hoenm.ku., m. k. en inw V. d. STEEN, godi-plomeord hoefsmid „

OivanVinf 1 ie ^OOP aangeboden in

wnauuui. een welvarend dorp in Zuid-

2 bekwame Klotnpenma- 'Holland, een net en goed kersknechts% loon 20 cem !onderhouden

.T!quot;1'■S1gt;-,JKKK' i buugerhuis,

' '' ,en»-t«e. imet twee S(-HUREN, vrije

Een S/agerskn in drukke 'quot;W'ERF en TUIN. groot 7 slagerij, vrij v. st. dr. v. g. g. | Are 40 Centiaren, zeer go-v. Aan zelfde adres kan ook ;g^ikt voor iemand die zich Leerjongen geplaatst worden |a|s metselaar wil vestigen. Hr. aan Koster POUW te ; nrieven onder No. i3i bu-(irave onder letter G. |reau van dit blad.

P4

W ngt;

M •.

n a

Ó 2 'd

• 'H ^ ü

C

U ■X

!^; (U

-a

o

en van g g. v. bij A. V1S-SER S. Ra a msdonk(dorp.)

Te

S ? E

^quot;3

|?|

agt; -^- IS

o ^ '/)

,Q O Q

P- S.

0gt; ^ Tquot;.

M O) 5 ^ r. N

X! ^ a

SS

M o

'S»

M

OJ gt;

ZESTIG CENT, zendt ï. N. GEIJER, Botermarkt, Leiden,

franco van een der volgmuli' dovotieböel'jes, eeji exemplaar.

I. Grondregels tot gefuststclling en bemoediging der godvreezende barten die door gewetensbezwaren en angstvalligheid lijden, ontleend aan de meest verlichte hi ili^en, vooral aan den li. Franciscus van Sales.

II. De Lcliekrans, Handboekje voor Jongelieden, met gebeden ter eere van de meest geliefde Heiligen der jeugd.

III. Kom, Ii®cr Jesus, (3o Communieoefeningen.)

IV. Fontein van Liefde tot den gekruisten Jesus, (Mo ditatieboekje.)

V. Met God in afzondering, (voor zieken en zwakken, verhinderd do godsdienstoefeningen bij te wonen.)

VI. II. Antonius van Padua, (devotieboekje ter ccre van den grooten Volksheilige.)

VII. Vade uiecum, ^verzameling van godBvxuchtige oefeningen.)

VIII. Vraagt en gij zult verkrijgen, gebeden in alle omstandigheden des levens.

Terstond te Tilburg in een deftig gezin zonder kinderen eene R. K. Dietisi-bode die een goede burgerpot kan koken en netjes werken. Loon 1 125.— en verval. Brieven letter K. aan den boekhandel W. BERGMANS, Tilburg.

Tegen Februari cf*n zindelijke R. K. y/ridy niet beneden de 20 jaar bij Mevr. MOL-Röbert te Gin-neken.

Upgericlit 1870. Opgericht i870.

Margarinefabriek 't Fortuin

Baangracht, ALKMAAR.

Bericht dat de prijzen der MARGARINE aan hun fabriek niet zijn verhoogd en do verzending per 4 KO. a

3.5o franco thuis nog geregeld geschiedt.

Groote omzet aan particulieren en Gestichten, speciale merken voor HH. Bakkers, vraagt het merk BW. a f 6.80 r '/ifl 0f J l3.5o per '/ƒ,

Uitsluitend gekarnd voor kleingoed of speculaas, is droog en bevat geen zoutdeelcn.

Dit is het eemgste fabriek die aan particulieren tegen grossiersprijzen verzendt. Aanbevelend,

DIRECTIE.

l'raagt Prijs'Courant. Overal Agenien gevraagd.

GRONINGER BEDDEN-VERZENDING.

illciiilioiirs mei recht viiiiiiizago. Franco Imis door geheel Nedeiiand

Beilstfil 2 I 1 Prijs f 32,oo. (

1 bed i peiuw, ü k ussens (sterke tijk, zeer i.r'gt;ed gevuld met derelfde veeren als van Hedstcl Z 3\ \ wollen deken, 1 chitson deken. 1 molton deken, 1 piqué-sprei en 1 paar stroomatrassen. Al dezè artikelen zijn van goede kwaiitoit, degelijk afgewerkt en 2-persoone.

S p i'-p

'V

M

•2'f O gt;

Ü a Ö .

I «

•O 0. -2 tm UM

■sA

Bedstel 'L 1

Prijs f 44.00.

J; ï-g.

N JS

n *a

Bedsiel Z 3

Prijs f 56.oo.

5 .2 6t. jé c

Or) c

-O BrO N _ N 4,

: — ( ;.5N

'S ' B S s ^ -

c c 4- -a a ^

u ^ ^ « O « c

~ S § quot; ..2

tl »-• f» O

X gt; c e p amp; |

- c a| SS %

O'Jz 4. 4gt; - quot; b

q ^ -u p -o gt;

(- « 55 V v P. C rO W T3

Bedstel Z 4

Prijs f 68.00.

Bedden-Fabriek BERNARD VROOM,

Oude Ebbingestraat 60 68, GRONINGEN.

.UiiibieditiyiDi.

Als Reiziger voor een borst cl fabr. een persoon van middelb. leeftijd, gelicel op iioogte van borstelvak. v. k. •,. v. Hr. aan A. KKliKliL, Kerkslr. A. io3, 's Bosch.

rimmerniavskn.. 21 jaar. Hrievnti' aan den heer IM-yiERS, Kromiuestraat 55, Amersfoort.

K. Iv. Timtncrmansgezeh 2 ; (jud. voor kost. inwoning en klein salaris. Uneven fr. ictt. O. Boekh. ROBERT ie van Swindenstraat 65 tc Amsterdam.

Een Smithkn. 4 j. bij vak. \dres ; P. I. INDK RS, Künkerstr. Orave.

Een R. K. Slagvrskn, yi goed op de JioogU; nitit i.-.iui-en varkenss).igerij, v. g. v. Adres ft. v. d. 1 IX 1 Oud-Gastel,

Door de Groningerbedden-

■ ibriek BERNARD VROOM, werden in 1906 ruim twee-niaal zooveel bedden verzonden als in 1903 ; in 1907 ruim 3 maal zooveel. Het ;s voor bestelling voldoende w.inneer men per briefkaart merk en prijs van het verlangde bedstel met naam en .dros opgeeft.

Als S'-Jiochmakcysku, 17 . grondig met reparatie be-l.cmi, nog niet geheel zelfst. k, wciken, liefst bniten Haarlem voor koFt en inw. Br.

■ nder lef:. S. aan den

r.f.rw. beer li. lllvLLK-BREKÊRS, Dir. H. Fam., ^jiaarnc f.o Haarlem.

Voor een PASTORIE

twee gesusters van uitstekende getuigen voorzien en met alle werkzaamheden bekend. Br. onder No. 130 bureau van dit blad,

/ 'ri/cdeg f chs, ion voor K. K. bejaard heer ol juffrouw in omlrek van Leiden. 2 mooie kamers dicht bij de kerk. Br. onder No. ]^n bureau v. d. blad.

HEEREN SLAGERS.

Om terstond in dienst te (reden oen bekwaum K. K. Rnnd- rn Varkcnsslach{cgt;\ zelfstandig kunnende werken en van de beste getuigschriften voorzien. Briev. aan heli huipposlkantoor te Lierp.Ie. j Een \\z\i\\^Siagcrskncchtt! K. K. oud 19 jaar, liefst voor j Noordbrabant. Brlev. franco onder No. iS;, bür. v. d. bind.

-

c--

1

.*L

a

z

S

C-

'f.

ir.

ï

=2

CO

'lt;D

't3

(V

quot;ö)

0) c

(/)

g;

u

'J.

quot;X

t-O

}*

V

in q

c

(A

lt;v

q3

O

a.

Q)

C

c c- ■

«

-o

lt;xgt;

quot;o

«s

x:

o 73

s

(/1

Cï c

s

s

O

5

O

— w r-

lt;D

L. — tC

C o c

O ^ •quot;

Smt: ;saEa»^EsaEs?

a, n ^ r?. -

G) tl Oi 03 li

o O O O r.

O; CJ ?gt;gt; 03

KCZCZCC O O O O

o o o m

t, rt d. cj — g; ^ £-£gt; ^ „

(revra aud.

Wiïs r-maiT'...

Door omstandigheden met j 1 Februari een ntfie Dienst- '

bode in een burger gezin met kindereu bij A. H.

DULLER, Rijtuig en Wagenmaker Voorburg bij den Haag.

Voor klein R. K. gezin z.

kinderen, stil en eenvoudig Aleisje, br. bij Th. SMOLDERS, koster Ginneken.

Tegen 3 Febr. in een klein gezin een Keukenmeid% een burgerpot kunnende koken en van goede getuigen voorzien. Adres : LKNFR1NG Hoogstraat ^84 Rotterdam,

onder lett. H.

BUITEN PASTORIE.

1 Febr. of eerder een

Meid-Huishoudster% opgave_______

leeftijd, beste get. v. gedrag! , .

en geschiktheid. Ken dag i Tegen toezending van een posüv/issel gvoot

meisje helpt. Brieven onder' ^~~

No. bureau v, d. blad.

Met 1 Febr. in een deftig gezin een A*. A'. Keukenmeid s goed kunnende koken en eene A'. K. Tweede. Meid.

Loon f mo en f 100 met f 26 waschgeld. Met verhooging en veel verval. Br.

lett. N. Boekh. C. f.. VAN LANGENMUIJ SEN. S i ngel 434 Amsterdam.

1/ Een Smidsknecht eenige jaren bij het vak tegen een of half Maart, wegens dienstplichtigheid des tegenwoordige:! bij M. H. v. ERB,

Gedipl. Hoefsmid tc Geffen.

1 bed, 1 peluw, 4 kussens (prima linnen tijk, uitstekende afwerking mot wollen koord en wollen veters, extra zwaar gevuld met nog 1 kwaliteit betere veeren dan van Bedstel Z .3), 1 gekeperde chitsen deken. 1 prachtvol gebloemde Leidsche wollen deken, 1 extra beste blanke molton deken met waschechte wollen rand, 1 buitengewoon mooie piqué sprei, 1 stel overtrekken (voor beden peluw, de beste kwaliteit met doelmatige knoopsluiting) en r paar zeer zware, sterke zeegras-matrassen. Alle goederen, be-hoorende bij bedstel Z 4 zijn extra groot 2 persoons en van de ie kwaliteiten; dit bedstel voldoet aan de hoogste eischen in alle opzichten.

Inbinden van Kerkboeken,

Katholieke illustratie en verdere Leeswerken.

in den kortst mogelijken tijd bij

GEIJER, Boekh. Botermarki, Leiden.

1 bed, i peluw, 2 kussens prima linnen tijk, uitstekende afwerking met wollen koord en wollen veters, extra dik gevuld met zeer lichte, zeer zachte, dubbel gezuiverde veeren geheel stofvrij en penvrij), 1 beste otiitsen deken, 1 Leidsohe wollen fmitaisie-deken, i blanke moltondeken met waschechte wollen rand, 1 fijne piqué sprei, 1 stel beste overtrekken (voor bed en peluw) on 1 paar zware zeegrasraatrassen, Al deze artikelen zijn oxtra groot a-persoons en van buitengewoon beste kwaliteit.

x bed, 1 peluw. 2 kussens (beste tijk, zwaar gevuld uiet dezelfde veeren als van Bedstel Z 3), 1 wollen deken, 1 chitson deken, 1 molton deken, 1 paar waschechte geruite overtrekken (voor bed on peluw) 1 paar zware stroomatrassen. Al deze artikelen zijn volslagen 2 persoons en in alle opzichten belangrijk beter dan van het bedstel Z x.

■Ef

-ocr page 283-

Bijvoegsel behoorende bij No. 48 igoS van het Zondagsblad der H. Familie'

2Ui-srm*jï--«a. ■ .. ■ f^ v.«* w*.-ïx* .-v- . gt;, ■ . ,•

mw Voorzie u in tijfis van een goeden Katholieken Kalender, die u stichten en vermaken kan Weert neutrale, kalenders uit uw huis.

Dokter Apotheker CARL DILG's HOLLANDSCH VARKEKSMESTPOEDER,

Hoofd-Agent J. BERGMAN Beekbrug Lisse (Z.-H.)

Agent J. RENCKliNS l)oezastraat 73A, Leiden.


Bestel daarom bij uw Boekhandelaar den St. ALFOJfSUS-KALENDER, deze is de beste.

Winkelprijs 30 ct. (fr. p. post 40 ct.) Uitgever CjEIJER, Leiden.

$ Lees dil en (jij zendt dadelijk

postwissel aan I, N GEiJER. Boekhandel,

26 Botermarkt, Leitlon.

Pakket No. I. Voor f 1.15 Ir. Uiuis.

Het Oud en Nieuw Testament

Nog nooit zoo goedkoop aangeboden. Thans te verkrijgen bij I. N. GEIJER. 26 Botermarkt Leiden, voor den spotprijs van t i.i5, franco thuis.

Dit boek is gebonden in modern linnen stempel-bami en ongev. 700 blz. dik.

Pakket No. II. Voor quot;70 cent fr, thuis, üe Trouwe Vereerder van den H. Gerarüus Majclla.

door pater SCHEEPERS, Redemptorist. Dit boekje bevat bijna 400 bladz. in linnen^ roodsnee.

Pakket 'JSTo. III. Voor 47% ct. fr. thuis.

Oe Onmisbare Feestgids voor Ceremmiiemees-ters en bruiloltsgasten. Nieuwe verzameling van liederen. Cbansonnetten, luimige voordrachten, too-neelslukjes, toasten, toespraken en heilwenschen. Groene-, Koperen-, Zilveren- en Gouden Bruiloften. Vijfde Duizendtal i35 blz.

Pakket IV.

Het H. Evangelie van 0. H Jesus Christus,

door den Kan. ALFRED WEBER. Dit werk heeft ten doel do uitmuntende gewoonte der lezing van het H. Evangelie te doen herleven in de Huisgezinnen.

Het is gebonden in sterk bandje, ran 079 bladzijden dik en kost franco 40 cent.

Pakket V, voor 47 ^ cent fr. thuis. Nieuw Onmisbaar Brievenboek,

bevattende voorbeelden van brieven, toepasselijk op verschillende omstandigheden van het dagelijksch leven.

Pakket VI. voor 66 cent fr, thuis. Kaart van Nederland,

groot ii5 bij 89 cm in kleuren uitgevoerd. Pakket VII, voor 6£i cent fr. thuis. Kaart van Europa,

groot 106 bij 89 cM. in kleuren uitgevoerd. Deze beide kaarten zijn een sieraad voor kantoor en kamer.

Pakket VIII, voor 90 een- Ir. thuis.

100 KAARTJES vierkant of lang model, bedruKt met naam en net étui met icio daarbij passende enveloppen en de brochure tNOG VOOR ONZEN TIJD «N VOOR WIE?)

Pakket Villa, voor 50 cent fr. thuis.

De brochure NOG VOOR ONZEN TIJD en VOOR WIE? De brochure «OVER WERKSTAKINGEN»

en naar verkiezing óf 1 St. Alfonsuskal., óf 1 St. Antoniuskal., óf 1 Kal. 11. Hart O, L., óf 1 Kal, H. Hart O. L. H., of i St. Josephkal

Pakket IX, voor f 1.20 franco thuis. Een nieuwe Bloem in 's Heeren Hof

of schets uit het leven van den H. Gerardus Ma-jella, den grooten Wonderdoender der i«e eeuw, aan jeugd en volk tot leer en voorbeeld, door J. a! Kronenburg, Redemptorist.

Paküet XIV, voor f 1.30 franco thuis. Een nieuwe Robinson.

door Pater W, H. Anderson S. J. Een zeer interessant jongensboek, dat met gretigheid gelezen en herlezen zal worden.

leder dezer 2 boeken in prachtband a f 1.70 per stuk franco thuis.

Zend postwissel aan ;

1. N. GEIJER^ Leiden.

h. Koeleman te Nes aan den Amstel.

li. G. Putman te Amersfoort J. H. Dikmans amp; Zn. te Am-

merzoden.

Ant. Jacobs. Alphen (N.-Br.) A. P. Kochx te Beverwijk. N. van Niekerk. Bodegraven

G. Andela te Bakhuizen. Th. Braam te Bennebroek. Gez. Klerx, te Baardwijk. Jac. Lz. Rokobrandt te Bla-

rikum bij Laren N.-H. J. Verheiden te Budel. W. Vervetje te Diemerbrug, A. Pols te Dussen (N.-Br.) t'. Heesters, Heuvel, Dongen. J. v. d. Weerdte Ede (Gld.) J. B. Raben te Gaanderen. A.Jacobs Ridderstraat Gilze. J. A. de Veer, te Geffen.

F. Maas v. Grootel, Geldrop. J. Otten-Couwenberg, Goirle

bij Tilburg.

P. v.Dordmond. Hank N.-B.)

A. J. v. d. Pigge, Botermarkt. Haarlem.

T.C. Bonekamp, Leidschedam. li. Lemkert, Loosduinen. Chr. Verhaar te Leimuiden. P. van Saaze, Nieuw-Vennep W. Paalvast, Falkstraat 191

te Den Haag. P. Zuiderduin Stationsweg te

Hillegom.

C. Laan Gzn., Hoogkarspel. J. Huijbrechts, te Halsteren bij Bergen op Zoom.

H. J. Lammers, Heemskerk,

JN--H-) .

C. v. d. Viist te Hekendorp.

B. Beaard te Kaatsheuvel.

G. van Barneveld te Kethel bij Schiedam.

P Beelen amp; Zn. te Lisse.

C. Vermeulen te Limmen J. Okhui/en, JVIaarsen.

F. Smit te Maunk

G. J. .Meijer, Hooikade,Delft. Wed. J. v. d. Ven, Helvoirt

bij quot;g Bosch.

C. G. de Koning, Amersfoort. G. Steur, Appeltern C. G. v. Gent, Borgharen. K. 01}', Beemster. G. J. Schouten te Monster. P. M. Warmerdam Gz. te

Noordwijkerhout.

Wed. M. J. van Heeswijk te

Nuland.

Wed. W. P. 't Hoen,Heerestraat Naaldwijk.

L. Knol te Nibbixwoud. J. Aarsen, Op dé Stoof te

Oud-Gastel. Ph. v. Nieuwehove v. Kuik, te Oosterhout bij Breda.

DEPOTHOUDERS

Gez. van Mook, te Ooijen.

A. v. d. Meer, Westlaan, Pijnacker.

N. v. d. Berg, Poeldijk.

G. van B ek, Peperstraat, te Purmerend,

C, van Dongen-v, d. Corput te Rijen bij Breda.

J, J. Heintz, Goudsche Rijweg 225 te Rotterdam.

11. J. de Jong te Vogelenzang.

B. H. Voet, Hoogstraat te Vlaardingen.

A. L, Rooijakkers Wassenaar.

Wed.M.G.Manderste Waalre.

N.B.Zuiderwijk, Wateringen.

A. Buitenman te Westwoud.

M. Nieburg, te Reeuwijk.

Wed. J. Gielen te Rucphen. Gebr. v. Niekerk, Sassenheim.

J. Veldboer te Opmeer.

li. v. Dorrestein, Brinkw., Soest.

G. Okhuijzen, Schoonhoven.

W. Zwagerman te Schoorl.

A. Kouters Azn., Standdaar-buiten.

A. van Heiteren-van Beurden, Smidspad te Tilburg.

N. J. Havik. Stompwijk.

J. d. Rijk, Abstedeidijk 226, Utrecht,

B, J. Schilder, Hellingstraat, H. v. Haastrecht, bakker

Muiden. 1 Aarlanderveen.

J. J Oosterbaan, Hengelo. , ^1. v. letsel, te Volkel. P. de Brouwer te Oorschot J Gebr. van Strien, te Raams-N.-Br. j douksveer.

poort te Wijk-bij- Duurstede.

A. Martens te Waspik.

A. v. d. Water te Waalwijk.

Sj. Valhnga, te Workum,

Alej.M. Bakker,Bovencarspel.

Th. Willems, Beuningen.

G. J. Reesink, Brummen.

'lil. de Haas. Heesd ^Gld.)

Jac.v. Kerkhof, Bergharen(G.)

11. A Starink, Didam.

C. G. VreeswijkGzn.,Kerkstr. Montfoort.

Mej. Wed. P. Kolles te

Alkmaar.

G.J. Clabbers, Sambeek(N.-B.

E. Ermeyer, Vrachtrijder te Driebergen.

Adr. Konings-Heseman te Sprundel.

M. v. d. Knaap WznMQuintö-heul bij Wateringen.

G. v. d. Ven, Udenhout. G. Houtman Gzn. Achterkade Boskoop.

N. Spitters, Zevenb. Hoek.

A. Kuijvenhoven, Berkel bij Rotterdam.

M. Verhoevcn-v. Rooij, te Woensel.

M. v. Overveld, Vleesclihou-werstraat te Steenbergen.

G. Steur, Appeltern, ■-3»)

Dit poeder mag bij geen enkelen varken-houder gemist worden, omdat het veel ziekten voorkomt, ais. 'jfijf worden, slechte spysver-tering, gebrekkige eetlust. Zwakte in de poolen, Heest, Vlekziekte enz.

«quot;1 iquot; pakjes ft 40 cent per pak

loofd-Agent j. BERGMAN, Beekbrug Lisse (Z.-H.) is het poeder verkrijgDaai tegen toezending van een postwissel groot öo cent, de 3 pak f 1.20 franco.

Vquot; Let wel dat onder rembours de kosten hooger zijn.

Soliede Depothouders gevraagd

DJiPOÏHOUDF.KS ■

W. C. Verhoeven te Herpf

bij Heusden.

Jn. Buisman, Grootebroek

(N.-H.)

K. Boomans Lz., Berg to

Ovezande (2.)

T. W . H. v. Geijn, Doesburg. G. J. Albrink, Denekamp. A. P. Verhoeff, /oetermeer. G. Blom te Zegveld. W.G.v.Nickerk,Zoeter woude. Jac. v. Hooren te 's Grevel-

duin-Capelle.

L. Cazander, Poststraat te

Zandvoort.

J. Beelen, Zilk bij Hillegom. A. Jansen aan de Haven te Zevenbergen.

G. v. d. Hoven,Loon op Zand II. Schrama. te Warmond. Hub. Rooijakkers, Waard-straat te Helmond.

H. Sohet te Klundert.

J • F. Depont Kwadendamme. G. v. d. Paal-v. Hessel te Heeze.

Wed. Coenen te Herweu bij Lobith.

Wed. J. Poelgeest te Halfweg bij Amsterdam.

J.Voss te Hemen bijWichen vVed. M. v. Eijk te Horsen.

A. M. v.d. Heijden-Angenent B. H. Sibum te Erica Dr., te Uden. ! Jac. Conijn tePurmer/Edam.)

G. H. van Groningen, Veld- Wed. van Goncborch te

Mijdreoht,

Wed. J, de Vries. Mierlo. A. A. M.Oostrom,Nieuwkoop. C. Oostindie, Nijensleek. J.Franken,St.Nicolaasga(Fr . Joh. v. d. Water, Neerbosch. H. Kamphuis, Olst. H. v. Uum, Oud-Zevenaar. A.Luken, Obdara N.-H.) G. Frederiks, Overschie. F. J. Schuiten, Ootmarsum. P Waardeloo,Rijswijk (Z.-H.) J. v. d. Meer Kz., Roelof-

arendsveen.

C. SneekesCz., Schagerbrug. A. v, d. Wal. Vucht. J. Nieuw veen, kost.. Voorburg.

E. Robeldijk, Wervershoof (N.-H.! '

K. Koster, Westerblokk.(N.-H. J. Kooter, Wognum.

A. B. Schilder, Ossenmarkt, VVeesp.

J. Lambooij, Oosterhout. v.d. W iele. Houten bij Utrecht

F. Geulen, Korte Delft, Alid-deiburg.

N. Seliveld,winkel.,Noorden, li. Boonman te Ovezand.

B, J. Hoer. Hcerenstr. 622, Gouda.

P. v. Stralen, Vrachtrijder,

Hoogwoud.

Reist en Krak, Leiden. De Jong, Vogelenzang. Casander, Zandvoort. S. Stoker, Cothen.


-ocr page 284-

176 GI-SCMII'DEMS DER KHUISTOCHTEN.

onder, idle klassen van burgers lid zich gemor hooren. Kerst wilde men de beluslingen op liel volk doen drnkken; maar hel volk, /.egt Nicetas, geraakte in beroei'ing gelijk een door de

stormen bewogen zee. Men was verplicht buitengewone belastingen aan de rijkste burgers op te leggen en voort te gaan met de kerken van bare gouden en zilveren sieraden te berooven. De sommen, die men bijeenbrengen kon, waren evenwel met toereikende om de on verzadel ij ke geldzucht van de Lalijnen te bevredigen, die in de omstreken van de liool'dstad verwoestingen begonnen aan te richten, en de huizen en kloosters van den Propontis plunderden. I

De vijandelijkheden en geweldenarijen der kruisvaarders wekten meer de verontwaardiging op van het volk dan wei van de grooten en de patriciërs. Met recht raag men er zich over verwonderen, dat de helde tot bet vaderland, in den loop der orawentelingen, dikwijls zeer levendig is bij de menigte, terwijl zij onder de hoogste klassen geheel uitgcdoot'd is. Hij (■(in bedorven natie is, zoolang de omwentelingen niet uilge-barsten zijn en de dag van bel gevaar en de vernieling nog niet gekomen is, de rijkdom der burgers een zekere waarborg voor hunne gehechtheid en hnnne vaderlandsliel'de; maar deze waarborg is niet meer dezelfde in de nijpende ure des gevaars, waarin de maatschappij handgemeen is met al de vijanden van baar bestaan en hare rust: de fortuin, welke men vreest te-verliezen, is dikwerf de oorzaak van schandelijke schikkingen met de partij der overwinnaars; in plaats van den moed aan te wakkeren, verslapt zij dien veeleer. Midden in de grootste gevaren is de menigte, die niets te verliezen heeft, soms vervuld met edelaardige hartslochlen, die een bekwaam staatsman niet voordeel zou kunnen leiden. Ongelukkigerwijze gehoorzaamt die nienigte bijna altijd aan een blind instinkt; en in dagen van oproer wordt zij een gevaarlijk werktuig in de handen der eerzucbtigen, die den naam van de vrijheid en het vaderland misbruiken In zulke benarde lijden heeft eene natie zich niet minder te beklagen over hen dit; haar willen redden, dan over beu die baar niet durven verdedigen, en zij wordt gelijktijdig het slachtoller van eene misdadige onverschilligheid cn van een oiizinnigen ijver.

Verbitterd op de vijanden van het rijk en met een oproerigen geest vervuld, beklaagde het volk zich eerst over zijne bestuurders, en weldra van klachten tot oproer overslaande, stroomde •het naar bet paleis der keizers, verweet dezen dat zij de zaak van God en die van het vaderland verraadden en riep luidkeels om verdedigers en wapenen.

Onder degenen, die de menigte aanhitsten, onderscheidde zich een jonge prins van het doorluchtige stamhuis van Ducas. Hij droeg den naam van Alexis, een naam, die altijd verbonden móest wezen met de geschiedenis der rampspoeden van bet rijk ; men bad hem den bijnaam gegeven van Mm zul/lus, een Ürieksch woord, hetwelk beteekent, dat zijne heide wenkbrauwen ineenliepen. Murzulllus verborg een lage ziel onder da! ernstig en stug voorkomen, hetwelk het volk steeds als het teeken en het kenmerk van do oprechtheid beschouwt. De woorden vaderland en vrijheid, die de menigte altijd verlokken, de woorden roemen godsdienst, die aan edele gevoelens doen denken, lagen hem steeds op de lippen en dienden slechts om de komplotten van zijne eerzucht te verbergen. Te midden eener lafhartige en bloode hofhouding, omgeven door vorsten, die, voigens de uitdrukking van Nicolas, meer weenden de hruisvaarders le beslrijden dan herten zouden vreez-en een leeuw aan te vallen, faalde het Murzulllus niet aan moed, en dewijl dit bekemi was, was zulks genoegzaam om aller oogen op hem te doen vestigen. Daar hij een zware slem, een lieren blik en een gebiedenden loon had, achtte men hem geschikt om te bevelen. Hoe heftiger hij tegen de dwingelandij uitvoer, hoe vuriger het volk wenschte, dal hij met een groote macht bekleed werd. De haat, dien hij voor de vreemdelingen liet blijken, gaf hoop dat hij eenmaal het rijk verdedigen zou en deed hem beschouwen als den toekomsligen bevrijder van Conslantiiiopel.

Behendig in hel aangrijpen van alle gelegenheden en zie

Murzulïlus, na

alle

li wetende in te driime

aan den overweldiger misdadige diensten bewezen te hebben. hot loon daarvoor onder de regeering, die op de overweldiging gevolgd was, en de man, dien men overal beschuldigde de gevangenbewaarder en de beul van Isaiic geweest te zijn. werd de gunsteling van den jongen Alexis. Hij verzuimde geen enkele gelegenheid om hel volk te behagen en zich voor den vorst onmisbaar ie maken, en wist van pas den haat der bovelingen te trotseeren om zijn invloed onder hel volk te vermeerderen. Zoodra hij den lijd gekomen achtte om zijne plannen te verwezenlijken, maakte hij van dezen dubbelen invloed gebruik om nieuwe onlusten te verwekken en zijne eerzucht te doen zegevieren.

ï)oor zijne sluwe taal wist hij den jongen Alexis te bewegen met de Latijnen te breken en zich ondankbaar te beloonen jegens zijne bevrijders, ten einde het vertrouwen der Grieken ie

winnen; hij zette; het volk tegen de kruisvaarders op en nam, om een vredebreuk te bewerkon, zelf de wapens op. Zijne vrienden en eenige maimen uil de volksklasse volgden zijn voorbeeld. Onder aanvoering van Murzulllus stormt een talrijke bende builen de muren en meent de Latijnen te overrompelen; maar hoewel altijd gereed om op de Latijnen te schimpen en ie smalen, kon de menigte liun aanblik niet verdragen en ging dadelijk op de vlucht Op bel slagveld verlaten, ware Murzulllus bijna in de handen der kruisvaarders gevallen. Deze onvoor-zichlige daad, die hem ten verderve had moeten strekken, vermeerderde iniegendeel zijn inachl en zijn invloed; men had hem moeten beschuldigen van het heil des vaderlands in gevaar gesteld te hebben, dooi' een oorlog uit te lokken zonder middelen om dien te voeren; maar het volk roemde de heldhafligheid van een jeugdig vorst. die de krijgshaftige scharen der Franken durfde tarten; zelfs zij, die hem midden in den strijd verlaten hadden, prezen zijne dapperheid en zwoeren evenals hij, dat zij de vijanden des vaderlands zouden verdolgen.

De verwoedheid der Grieken was len top gestegen; van bunnen kant verbloemden de Latijnen bun ongenoegen niet. In de voorstad van Galata, waar de Fransehen en de Venetiërs woonden, zoowel als binnen de muren van Gonstanlinopel, hoorde men slechts wraakgeroep en niemand durfde meer voor hol behoud van den vrede te ijveren.

Onverwachts verscheen, te midden van dien gespannen toestand, een deputatie der christenen van hel Oosten in hel kamp der kruisvaarders. De afgevaardigden, aan wier hoofd de abt Marlijn Litz stond, waren m rouwgewaad; do droefheid, die op hun aangezicht te lezen stond, verried genoegzaam, dal zij groote rampen kwamen verkondigen, en hunne verhalen ontlokten dan ook tranen aan al de pelgrims.

In hel jaar, dal do expeditie naar Gonstantinopel voorafging, had men le l'loloinaïs de kruisvaarders uit Vlaanderen en Champagne, een groot aantal Kngelsche krijgers onder aanvoering der graven van Norlbumherland, Norwick en Salisbury, benevens eene menigte pelgrims uit Neder-Bretagne, die den monnik Heloïn, een der predikers van tien kruistocht, tot aanvoerder hadden, aan land zien stappen. Deze kruisvaarders, vereenigd met degenen, die het christen leger na hel beleg van Zara verlaten hadden, brandden van ongeduld om de Turken aan le vallen; daar de koning van Jerusalem echter weigerde om het met do ongeloovigen gesloten verdrag le verbreken, verlieten de meesion hunner Palestina om onder de vanen van don vorst van Antiocbië te gaan strijden, die met den koning van Armenië in oorlog was. Daar zij geweigerd hadden om gidsen te nemen, werden zij verrast en verstrooid door de muzelmannen, die de vorst van Aleppo tegen hen afgezonden bad; de weinigen, die aan hel bloedbad onlkwanien, waaronder de geschiedenis twee edelen van Neuilly, Bernard van Montmirail en Keinond van Dampierre noemt , werden door de ongeloovigen in boeien geklonken. Do monnik Heloïn had de smart de dappersten der kruisvaarders uit liretagne op het slagveld le zien sneven, en kwam bijkans alleen te Ptolomaïs terug om de bloedige nederlaag der soldaten van hel kruis te boodschappen. Een vreesolijke hongersnood had Egypte twee jaren lang geteisterd en zijn verwoestingen lot in Syrië uitgestrekt. Besmettelijke ziekten waren op den hongersnood gevolgd; de pest raapte de bewoners van hel heilige land weg : meer dan tweeduizend christenen waren in een enkelen dag te Ptolomaïs ter aarde besteld.

Onder het verhalen van die smartelijke gebeurtenissen, riepen de afgevaardigden van hel heilige land met tranen en snikken de spoedige hulp van het leger der kruisvaarders in. Maar de ridders en de baronnen konden liunne begonnen onderneming niet in den stock lalen: zij beloolden den gezanten dal zij naar Syrië zouden komen zoodra zij de Grieken onderworpen hadden, en den gezanten op de muren van Constantinopcl wijzende, zeiden zij tol hen: Zieldaar hel pad de.s heils, zietdaar den weg naar Jerusalem.

Alexis moest aan de Lalijnen de gelden uitbetalen, die hij hun beloofd had: bleef hij getrouw aan hel verdrag, dan moest hij voor oen opstand der Grieken vreezen; kwam hij zijne verbintenissen niet na, dan had hij de wapenen der kruisvaarders te duchten. Verschrikt door de gisting der gemoederen, en door eene dubbele vrees weerhouden, bleven de beide keizers werkeloos in bun paleis en durfden noch den vrede verbreken noch den oorlog verklaren.

Misnoegd over bet gedrag van Alexis, vaardigden de kruisvaarders eenige baronnen en ridders naar hem af, om hem le vragen of hij hun vriend wilde zijn of hun vijand. Door de slralen van Conslanslinopel gaande, hoorden de afgevaardigden overal op hun weg beschimpingen en smaadredenen van hel opgewonden volk legen de kruisvaarders. In het paleis van itlaquerues door keizer Alexis ontvangen, die zieli met al den luister van zijn troon en zijne hofhouding omringd had, droegen zij hem hunne grieven voor. Conon van liethuue was belast om hel woord le \ouren eu sprak volgeudcrwijs:


-ocr page 285-

GESCHIEDENIS DER KHUISTOCUTEN.

177

«Sire, wij zijn lol u al'gevaanligd door de Eransclic baronnen 011 den lierioR van Venelië, om u aan ilc groote diensten te herinneren, die zij u, gelijk ieder weel, bewezen hebben, en die gij niel kunl loochenen. Gij en uw vader hadl gezworen, dal 'gij de mei hen aangegane verbinlenissen zoudl gesland doen, gelijk blijkl uil uwe open brieven , die mei uw grool zegel voorzien zijn; heigeen gij nochtans niel gedaan hebt, hoewel gij ei-loc gehouden zijl. Zij hebben u verscheidene koeren aangemaand, en wij manen u, uil hun naam, in tegenwoordigheid uwer baronnen, nogmaals aan de lusschen u en hen vastgestelde bedingen tc vervullen. Zoo gij het doel zullen zij er genoegen mede nemen; doel gij liet echter niel, weel dan, dat zij u voorlaan noch als hun heer, noch als hun vriend beschouwen, maar u verklaren, dal zij zich op alle manieren, die quot;l hun zal goeddunken, daarvoor schadeloos zullen stellen, en doen u weten , dal zij noch u, noch iemand anders eenig leed zouden willen aandoen zonder oorlogsverklaring, daar de gewoonte van bun land niel is anders te handelen, noch om iemand tc overrompelen ol' «verraderlijk aan te vallen. Zieldaar het doel van onze zending, waarop gij zoodanig besluit zult nemen als u zal behagen.quot;

Nimmer hadden de keizers van Byzantium in dal paleis, hetwelk dagelijks van de lorinilingcn en loejuichiiigen van een eerbiedige bol bonding weerklonk, zulk een stoute en here taal gehoord. Keizer Alexis, wien die dreigende loon zijne onmachl en den ongelukkigen toestand van het rijk scheen te verwijten, kon zijne verontwaardiging niel verbergen. De hovelingen deelden den toorn huns meesters en wilden op staanden voet den drieslen redenaar der Latijnen stralTen, toen de argevaardigden hel paleis van IJlaqncrnes verlielen en zich haastten naar 'bet kamp der kruisvaarders terug te keeren.

Do raad van Alexis en Isaac ademde slechts wraak; bij de terugkomst der afgevaardigden, word er in den raad der baronnen tot don oorlog besloten. De Latijnen maakten terstond loebereidselen tot don aanval op Coiislanliiiopol. Niets evenaarde den haal en do woede der Grieken; maar de baal en de woede maakten bon evenwel niet moediger. Hunne vijanden niet in het open veld onder de oogen durvende le zien, besloten zij de vloot der Voneliërs in brand te steken. Zij namen nu hunne loevlucbt tol dal Griekscbe vuur, helwelk meer dan eens de uiacbligo bondgenoot van bunne dapperheid geweest was en hunne booHlstad gered had. Zeventien vaartuigen, welke mol Lrieksch vuur en brandbare sloiïen gevuld waren, werden door een gunsligen wind van den wal naar de haven gedreven, waardesehepen van Venetie voor anker lagen. Om bol gelukken van deze poging te verzekeren, hadden de Grieken gebruik gemaakt van do duislernis van den naohl. IMotsoling werden de haven, do goll en de voorstad van Galala verlicht door een onboilspellondon en dreigenden gloed. Hij hel zien van hol gevaar blazon de iroinpotton alarm in hei kamp dor Latijnen; de Franschen snellen lo wapen en maken zich strijdvaardig, terwijl de Venoliers iu booten springen en de branders te gomoet rooien.

Do op dc kust saamgestroomdo Grieken juichlen dit schouwspel toe en vorbeugden zich over den schrik der kruisvaarders. Verseheidonen onder hen staken iu lichte vaartuigen van wal al', beschoten de Venoliers met pijlen en poogden wanorde onder limine booten le slichten. De kruisvaarders moedigden elkander aan en snelden in menigte bet gevaar te gomoet. Op de muren van Constanlinopol lieten zich handgeklap en juichkreten vernemen bij de nadering van de in vlammen staande branders. .Md vereenigde inspanning echter van armen en roeiriemen gelukte hel den Veneliërs do branders van do haven af te honden, die weldra door do stroomingen voorbij het kanaal gedreven werden. Op hunne vloot in slagorde geschaard ol' in hunne booten verstrooid, dankten do Vonotiaansche kruisvaarders God, dal Hij hen voor zulk een groote ramp behoed bad, terwijl do Griokén met een benauwd hart hunne brandende schepen, zonder eenig onheil aangerieht lo hebben, langzaam op do wateren van den 1'ropoutis zagen verteren.

Do Latijnen waren ton hoogste verbolgen over do trouweloosheid en ondankbaarheid van keizer Alexis. «Hol was hem niet genoeg dal bij al'zijne eeden geschonden bad, hij wilde ook de vloot verbranden die hem in zegepraal in zijn rijk teruggevoerd had; de tijd was gekomen om met bot zwaard de aanslagen der verraders te beteugelen en larharlige vijanden lo slralleu, die geen andere wapens kenden dan schurkerij en list, e^die, gelijk aan do gemeenste struikroovers, huime slagen siochlsin de duislernis en de stilte van den nacht poogden toe lo brongen.quot; Ijeangst door die bedreigingen haastte Alexis zich de goedorlie-reiiboid dor kruisvaarders in te roepen. Hij deed nieuwe eeden, gal' nieuwe bolollon en wierp do schuld dor vijandelijkheden op de woede van hel volk, dat hij niel in toom kou houden. Hij bezwoer zijne vrienden, zijne bondgenoolon, zijne bevrijders oen troon ie komen verdedigen, die op hot punt was van ineen lo stollen, en stelde voor om zijn eigen paleis over lo leveien.

Aan Murzufflus werd do last opgedragen de smcekingon en de woorden van den keizer aan do Lalijnen over te brengen, en van deze gelogoiiheul gehruik makende om de onrust en do ontevrodeulieid van het gopeu|iol lo vermoerderen, strooide bij hot gerucht uit, dat Alexis Constanlinopol aan de barbaren van hol Westen ging overlovcroii. Op die mare schoolt hot volk in groote opgewondenheid in de stralen en op de openbare pleinen samen; aan allo kanteji wordt gezegd, dat de vijand reeds in de stad is, dat er geen oogenblik te verliezen is, wil men groote rampen voorkomen, dal hot rijk oen moester noodig hoort, die hot wete tc verdedigen en te besehermen.

Terwijl do jonge vorst, aan den hevigslou angst ter prooi, zich in zijn paleis opgesloten hield, stroomden do oproermakers naar de Sinl-Soliakork om een anderen keizer le kiezen.

Sinds de keizerlijke dynastieën de speelbal van de luimen dos volks en do oerzuobt der. sainoimveerdors geworden waren, schepten de Grieken er genoegen in om van vorston te verwisselen, zonder le bedenken, dal eeno oniwentoling allijd andere omwoiitohngen medebrengt, en dal zij om hot tegenwoordige gevaar al' te weren een veel grooler in het loven riepen. De verslandigslon onder de geestelijkheid en do patriciërs begeven zich naar do Sint-Soliakerk en trachten do rampen lo bezwoeren die hot vaderland bedreigen. Tevorgools toonon zij aan, dal men door van meeslor lo veranderen, den Iroon omver sloot en het rijk in hel verdort stort. «Toen men mij naar mijn gevoelen vroeg,quot; zegt de gesehiedschrijver Nicolas, «wachtte ik mij wel in de alzclting van Isaac on Alexis loo te sleramen, daar ik verzekerd was, dal degene dien men in hun plaats zou kiezen, niet do sterkste zou zijn.quot;-- Maar het volk, voegt dezeil'de goscbicdsclirijver er bij, dat alleen dooi' harts-looht handelt, dat volk hetwelk twintig jaar le voren Andronieus gedood en Isaiic gekroond had, wilde zijn werk niet langer dulden en loven onder vorslea, die hel zelfgekozen had. Die woedende menigte verwijl aan hare gebieders hare ellende, die do treurige vrucht van den oorlog is, en do zwakheid dor regeering, die hel werk van de algeinoene verbastering was. Do overwinningen der Lalijnen, do niachtclooshoid der wolten, de grillen dor forluin, do kasiijdingon des Hemels, alles wordt een griel' togen degenen, die de teugels van hol bewind in handen hebben. Do radeloozo menigte verwacht alle heil van een oniwentoling, een verandering van keizer schijnt haar hol eenigo geneesmiddel voorde rampen, waarover zij zich beklaagt. Men dwingt, men smeekt de patriciërs en de senatoren, men keiil ternauwernood de nainen dergeuen, die men tot meesters kiezen wil; maar ioder ander dan Alexis, ieder ander dan Isaiic moest de achting en de liefde der Grieken waardig zijn: hel is genoeg dal men een purperen kleed draagt om den troon van Conslanlijn le beklimmen. Eenigeu veronlscluildigden zich mei luuine hoogo jaren, anderen met hunne onbekwaamheid; met hol zwaard in de hand wil men hen dwingen do keizerlijke waardigheid le aanvaarden. Na drie dagen van onstuimige beraadslagingen laat een jonge onvoorzichlige, Canabes goboolon, zich door do boden en dc hodreigingen van hel volk overhalen. Een sehaduwboeld van een keizer wordt in do Sint-Soliakerk gekroond en in (lonslanlinoprl uilgorocpen. Murzulllns was niel vreemd aan deze volksomwonteling. Vorsoheidoiic geschiedschrijvers zijn van moening, dal hij een onbeduidend monsch had doen verkiezen met hel doel om ia zekeren zin hot gevaar lo polsen en don wil en de macht van hel volk te loeren kounon, ton einde eenmaal daarvan voor zich zelvon gebruik le maken.

Van deze omwonleling onderricht siddert Alexis in hot binnenste van zijn verlaten paleis; hij stelt zijn eenigo hoop nog in de Latijnen ; hij smeekt door zijne geheime boden don bijstand der graven en der baronnen af; hij roept hot modelijden in van den markies van Montlërral, die, door zijne smcekingon geroerd , Coiistantinopol in het holle van don nacht binnentrekt on aan de spits van een uilgelezen schaar hel loven en den troon der keizers komt vordedigoii. iMnrzufllus, die de legenwoordighoid der Lalijnen duchtte, spoedt zich naar Alexis, stelt hom de kruisvaarders als zijne gcvaarlijkslo vijanden voor en verzekert hem, dal alles verloren is, indien de Franken gewapend in zijn palcis verschijnen.

Voor hol paleis van Blaqucrnes komende, vindt Bonifacius de poorten daarvan gesloten; Alexis laat hem zoggen, dat het hem niet meer vrijstaat hein te ontvangen, en smookt hein Gonslantiiiopel met zijne soldaten lo verlaten. De komst der krijgers van hol Westen bad schrik onder dc bevolking verweki: hun al'toohl her'levcndigl den moed en dc woede van hel gepeupel; duizenden geruchten verspreiden zich als een loopend vuur; de openbare pleinen weergalmen van klachten en vorwonschingen; van niinunt lot minuut groeit do meniglo aan en noemt de opschudding toe. De poorten der stad worden gesloten; do soldaten en de inwoneis grijpen naar de wapens; de oenen willen do Latijnen aanvallen, de andoieu spreken er van om de keizers in hun paleis le gaan belogeion. Te midden van de verwarring en de opschudding verliest Mur-


-ocr page 286-

GESCHIKDENIS DER KRUISTOCHTEN.

•178

zulllus do verwezenlijking zijuci' plannen niet uil hel oog; hij \vinl dooi' zijiKï vleierijen de kei/erlijke lijlwachl voor zich; zijne vrienden doorkruisen de hooi'dsliid en voeren door hunne opruiende laai de verwoedheid van hel volk lui razernij op. Welhaast is er een onlelbare volksinenigle voor het paleis van lilaquernes samengeselioold en laat oproerige kreten hooren. Nu vertoont Murzulllus zich voor Alexis; hij verdubbelt den angst van den jongen vorst, en veinzende hem te beklagen en le willen beschermen, lokt hij hein naar een algelegen vertrek, laai hem in ketenen slaan en werpt hem in een kerkerhol. Daarna komt hij zeil' aan hel volk bekend maken wat bij voor bet heil van bet rijk gedaan heelt; de kroon, welke hij zijn meesler, weldoener en vriend heeft ontroold, schijnt een billijke belooning voor zijne zeUoppoHbring en zijne diensten: hij wordt in zegepraal naar de Sinl-Soliakerk gedragen, en onder hel gejuich des volks tol keizer gekroond. Pas is .Murzulllus mei het keizerlijk purper bekleed, ol hij wil zich de vrucht van zijne misdaad verzekeren: de nukken van het volk en der Ibrluin vreezende, begeell hij zich naar de gevangenis van Alexis, doet dezen een vergirtigden drank gebruiken, en daar de jonge prins niet spoedig genoeg naar zijn zin don laalslen adem uitblies, verworgde bij hem met eigen handen.

Zoo stierl', na eene regeering van zes maanden en eenige dagen, keizer Alexis, dien een omwenleliiig op den troon gebracht had en die in de slormen van een nieuwe omwenteling verdween, zonder de zoelheden van hel oppergezag gesmaakt te hebben en zonder te kunnen loonen ol hij bel waardig ware geweest. In een allermoeielijksten toestand geplaatst, had deze jonge vorst noch de macht, noch misschien den wil om don moed der Grieken op le wekken, en hen den kruisvaarders tegenover te slellen. Van den anderen kant wist hij zich niet den steun der kruisvaarders te verzekeren, om de Grieken binnen de palen der gehoorzaamheid te houden. Door trouwelooze raadgevers geleid, steeds slingerende tus-schcn vadeiiaiidsliel'de en erkentelijkheid, beurtelings vreezende ongelukkige onderdanen van zich le vervreemden , ol' geduchte boiidgenooten le verbitteren, stierf hij als hel slachlolVer zijner zwakheid eu zijner besluiteloosheid. Het noodlottig uiteinde van zijn zoou vernemende, bleef Isaiic Angelus plotseling van sclnik en droefheid dood, en bespaarde zoodoende een nieuwen moord aan Murzulllus, die niettemin beschuldigd werd hem te hebben omgebracht. De geschiedenis spreekt niet meer van Ganabes; de wanorde was zoo groot, dal de Grieken onbekend bleven met het lol van hem, dien zij korten tijd geleden tot keizer verbeven hadden. Zoo waren vier keizers, sinds de aankomst der Latijnen, gewelddadig van den troon verdreven, en de lorluin bescboor hetzelfde lot aan Murzulllus.

Om voordeel le trekken van de misdaad, welke zijne eerzuchtige bedoelingen gediend had, vatte de moordenaar van Alexis hel plan op een andere le begaan, en door verraad de voornaainste bevelhebbers van bet leger der kruisvaarders te doen omkomen. Er werd een beambte naar het kamp der 1 alijnen gezonden, die in last had om te zeggen, dal hij uit naam van keizer Alexis, wiens dood nog niet hekeml was, den doge van Venetië en de Fransche heeren kwam uitnoodigen zich naar hel paleis van IJlaquornes te begeven, waar al de hij de overeenkomst bedongen gelden bun zouden uitbetaald worden. De ridders en de baronnen beloofden aaiivankelijk aan de uitnoodiging des keizers gevolg le zullen geven; zij maakten er zich blijmoedig loe gereed, toen Dandolo hun achlerdocbt opwekte door hen voor een nieuwe trouweloosheid der Grieken le waarschuwen, liet duunlj niol lang ol men werd onderricht van den dood van Isaiic, van de vermoording van Alexis en van al de misdaden van Murzulllus. Bij die tijding was de verontwaardiging bij do kruisvaarders algemeen; de ridders konden niet urn zulk een snooden aanslag gelooven; elke bijzonderheid, die zij vernamen, deed hen van afgrijzen rillen; zij vergaten de verongelijkingen van Alexis en zwoeren zijn lampzalig uiteinde schitterend te zullen wreken. In den raad riepen de bevelhebbers uit, dal men Murzulllus een onver-zoenlijken oorlog moest aandoen en een natie straden, die hel verraad en den vorstenmoord kroonde. Do prelaten en de geestelijken, die even verwoed waren als al de overigen, riepen ouk Gods gramschap af over den overweldiger van den keizerlijken troon en over de Grieken, die ontrouw waren aan hun vorst, ontrouw aan God zelvcn. Zij konden het den onderdanen van Murzulllus vooral niet vergeven, dat zij in de duisternissen der ketterij verzonken bleven en door een goddeloozen opstand aan het gezag van den Heiligen Stoel onUnappen wilden. Zij beloofden den bijstand des Hemels en al de rijkdommen van Griekenland aan de krijgers, die geroepen waièn de zaak van God en de inensclien te wreken.

Terwijl de kruisvaarders dus den oorlog verklaarden aan den keizer en de bevolking van Gonstantinopel, maakte Murzulllus zich gereed om hunne aanvallen af te slaan: bij poogde de inwoners der hoofdstad aan zijn zaak le verbinden; hij verweet aan tie grooten hunne onverschilligheid en wees hen op het voorbeeld der menigte. Om zich bij het volk meer bemind te maken en hel geld te verkrijgen, hetwelk hij noodig bad, vervolgde hij de hovelingen van Isaiic en Alexis en verklaarde de goederen verbeurd van allen, die in bet beheer van het land rijk geworden waren. De overweldiger hield zich te gelijker tijd bezig met hel herstellen van de tuclit onder de troepen en het in orde brengen van de verdedigingswerken der stad; hij kende noch iiilspanning, noch rust meer. Daar men hem de grootste misdaden ten laste legde, moest hij niet alleen voor hel rijk maar ook voor de stralTeloosheid strijden; de wroeging verdubbelde zijne werkzaamheid en loonde hem zijn heil sleehls in de overwinning; men zag hem onafgebroken in de stralen, met het zwaard aan de zijde en een ijzeren strijdknots in de hand, den moed van bet volk en zijne soldaten aanwakkeren.

Inlusschen hadden de Grieken , na een tweede poging gedaan te hebben om de vloot der kruisvaarders in vlammen te doen opgaan, zich binnen hunne muren opgesloten , waar zij geduldig de schimpredenen en de bedreigingen der Latijnen aanhoorden. De kruisvaarders, die nog steeds op den heuvel van Galala gelegerd waren, hadden niets van hunne vijanden te (luchten; maar de levensmiddelen begonnen op te geraken en zij vreesden niets meer dan scliaarschte. Om het leger van leellocht le voorzien, ondernam Hendrik van Henegouwen een expeditie; hij maakte zich meester van Phinea of Phinopolis, waar de soldaten van hel kruis een aanzienlijken buit maakten. Men vond in de veroverde stad levensmiddelen in overvloed en allerlei voorraad, die over zee naai' hel kamp der Latijnen verzonden werden. Van den strooptocht der kruisvaarders onderricht, verliet Murzulllus in den nacht Gonslanlinopel mei een talrijke schaar en legde zich in hinderlaag langs den weg, dien Hendrik van Henegouwen en zijne ridders volgen moesten om naar hun kamp terug le keeren. De Grieken vielen de kruisvaarders onverhoeds aan, overtuigd dat zij hen gemakkelijk oi) de vlucht zouden drijven; maar de Frankische krijgers scharen zich, zonder zich van hun stuk te laten brengen, in slagorde en bieden zulk een levendigen weerstand, dal de Grieken weldra genoodzaakt zijn hel hazenpad te kiezen. Het scheelde weinig of Murzulllus ware in de handen zijner vijanden gevallen, en hij bad zijn behoud slechts te danken aan de vlugheid van zijn paard; iiij liet zijn schild, zijne wapens en den standaard van de II. Maagd, dién de keizers gewoon waren in de grootste gevaren voor zich uil le laten dragen, op hel slagveld achter. Hel verlies van dien antieken en vereerden standaard verspreidde rouw en droefheid onder de Grieken. Toen de kruisvaarders den slandaard en de beeltenis der patrones van liyzantium in lunme overwinnende gelederen zagen wapperen, bielden zij zich verzekerd, dat de Moeder Gods de Grieken aan hun lol overliet en zich voor de zaak der Latijnen verklaarde.

Na die nederlaag meenden de Grieken dal de eenige redding-voor hen in de verdedigingswerken van bun hoofdstad lag; hel viel hun gemakkelijker arbeiders dan soldaten le vinden; meer dan honderd duizend menschen werkten dag en nacht aan de herstelling der muren; Murzulllus' onderdanen schenen overtuigd, dal hunne wallen genoegzaam zouden zijn om hen te verdedigen en hanteerden zonder weerzin de melselmalerialen in de hoop dat zij zich niet van de lans en het zwaard zouden behoeven le bedienen.

Murzulllus had den moed zijner vijanden leercn kennen en stelde geen vertrouwen in de dapperheid der Grieken: alvorens daarom de kansen van den oorlog te wagen, wilde hij beproeven vrede te sluiten en liet aan de hooiden der kruisvaarders om een onderhoud verzoeken. De lieeren en de baronnen weigerden met afschuw den overweldiger van den keizerlijken troon, den moordenaar, den heul van Alexis te zien; de liefde voor den vrede deed echler den doge van Venetië toestemmen , om de voorstellen van Murzulllus te vernemen. Hendrik Dandolo begaf zich op zijne galei naar de spits van den golf; de overweldiger reed op een paard gezeten, zoover mogelijk in zee. Het onderhoud duurde lang en was zeer levendig: de doge eischic van Murziilllus, dal hij terstond vijf duizend gouden livres zou betalen, dat hij de kruisvaarders in hunne expeditie naar Syrië zou bijstaan, en ten slotte, dat hij opnieuw gelioor-zaamheid aan de Roomsche Kerk zou zweeren. Na een tal van 'bezwaren geopperd le hebben beloofde Murzulllus aan de Latijnen bet geld le geven en de hulp te verleenen, die men van hem eischte; maar bij kon er niet loe besluiten zich aan de Kerk van Rome te onderwerpen. Hel verbaasde den doge, dat iemand, na al de wetten des Hemels en der natuur verkracht te hebben, nog zoo veel gewicht heclitte aan godsdienstige begrippen; en Murzutnus een iiiinacbteiiden blik toewerpende, vroeg bij hein of de Grieksche godsdienst bet verraad en den vorstenmoord vergal. De vernederde overweldiger verkropte zijne woede en Irachlte zijn gedrag le


-ocr page 287-

KE1ZKR ALEXIS WORDT DOOR MURZUFFLUS GEWORGD.

-ocr page 288-

p

lgt;vi:

-ocr page 289-
-ocr page 290-
-ocr page 291-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN. 179

rechtvnnrdigon toen lid ondcrlioucl door do komst van cenige Lalijnsclie ridders gestoord en nl'gebroken werd.

lii Constanlinopcl teruggekeerd, maakte Murzufflus de noodigo 'oebereidselen voor den oorlog, besloten met de wapens in de hand te sterven. Üp zijn bevel werden de muren en de torens, die de sliui aan de liavenzijde verdedigden, verscheidene voeten bnoger opgetrokken. Men bouwde op de muren galerijen met verscbillende verdiepingen, waaruit de soldaten pijlen alscbieten en hunne balista's en andere oorlogswerktuigen moesten laten werken; op iederen toren was een valbrug aangebracht, die, op de schepen nedergelaten, den belegerden een middel kon aimbieden de vijanden tot op hunne vloot te vervolgen.

Hoewel zij vol dapperheid waren, zagen de kruisvaarders die geduchte toebereidselen niet met onverschillige oogen aan. De onversaagdsten gevoelden een zekere ongerustheid, als zij hun gering aantal vergeleken mei hel keizerlijke leger en dé bevolking van Consianiinopel: al de hulpmiddélen, die zij tol dusverre in hel verbond met de keizers gevonden hadden, gingen hun ontbreken, zonder dal zij hoop konden voeden daarin anders te voorzien dan door de wonderen der overwinning; van hel Westen hadden zij geen hulp te verwachten. Met den dag werd de oorlog gevaarvoller, de vrede moeielijker; hel was te laat om aan den at'lochl te denken. Doch zoodanig was de geesl en liet karakter der helden van dien kruistocht in dien staat van zaken, dal zij juist nieuwe krachten putten uil hetgeen hen moest ontmoedigen en met angst vervullen; hoe grooler bet gevaar was, hoe meer vastberadenheid en moed zij aan den dag legden: van alle kanten bedreigd, gevaar loopende weldra geen schuilplaats te water of te land te zullen vinden, bleei' hun geen andere keuze overig dan eene stad Ie belegeren, waarvan zij zich niet meer konden verwijderen zonder een wis verderf te gemoel le snellen.

Bijna in de schaduw der torens, achter welke de Grieken zich veilig waanden, verdeelden de in hel kamp vergaderde bevelhebbers van bet kruisleger den buit van hel rijk en dor hoofdstad, waarvan zij zich do verovering voorstelden, onder elkander. Er werd in den raad der ridders en der baronnen vastgesteld, dat er een keizer zou benoemd worden in de plaats van Murzufllus, en deze keizer uil bel zegevierende leger der Latijnen zou gekozen worden. Hel hoofd van hel nieuwe rijk zou als domeingoed bel vierdedeel van de verovering mei de beide paleizen van Ducoleon en Blaquernes bezillen. De steden en de gronden van het rijk zoowel als de buit welken men in de hoofdstad ging maken, moesten lusschen de Franschen en de Veneliërs verdeeld worden, onder voorwaarde, dal zij den keizer als leenheer trouw en gehoorzaamheid zwoeren. In dezelfde raadsvergadering werden bepalingen vastgesteld tol regeling van het lot der Lalijnsclie g. estelijkheid, der baronnen en der beeren. Men omschreel volgens de leenheerlijke wellen de rechten en de plichten des keizers en der onderdanen, der groote en der kleine vazallen. Zoo zag Consianiinopel, dal in de macht der Grieken was, onder zijne muren een vergadering van krijgers, die, met den helm op hel hoofd en hel zwaard in de hand, binnen zijne muren de wetgeving van Griekenland afschaften en hel bij voorhaal de wetten van het Westen oplegden. Door deze wetgeving, welke zij nil hnn land inedebraeblen, schenen de ridders en de baronnen bezit te nemen van hel rijk , en terwijl zij do bevolking van Constanlinopcl nog beoorloogden, konden zij gelooven dal zij reeds voor het welzijn en den roem van hun vaderland streden.

liij het eerste beleg van Byzantium hadden de Franschen do stad aan de landzijde willen aanvallen; maar de ondervinding deed hnn eindelijk aan den vorstandigen raad der Venotiörs gehoor geven. Mol eenparigheid van stemmen besloten de bevelhebbers al hunne aanvallen van do zeezijde op de stad te richten. Hel geheele leger scheepte zich op donderdag den achtsten April in. Den volgenden ochlend, bij hel opkomen der zon, lichtte de vloot, die de ruiters met hunne paarden, de pelgrims metal hun have, de tonton, de belegeringswerktuigen dor kruisvaarders en liet lol van oen groot rijk droeg, hol anker, en naderde de muren der stad. De schepen en de galeien, op één linie naast elkander geschaard, strekten zich vorder dan een halve Fransche mijl uit: do kruisvaarders begonnen bun aanval door op verschillende punten aan land te gaan en de stormrammen tol aan den voet der muren te rollen; op verschillende plaatsen naderden do ladders dor schepen zoo dicht, dat zij, die op de vloot waren, en zij die de muren en de torens verdedigden, mol de lans streden. De ridders en de baronnen echter, die zich op de schepen bevonden, konden zich niet zoo goed op hel water als op hol land bewogen en voelden zich niels op hun gemak op een beweeglijk slagveld, dal onder hnnno voeten hobbelde; op verschillende punten werd mol verwoedheid gestreden, maar zonder orde. Deze aanval duurde tot het middaguur; toen wilde hol noodlot, ol Ih'vi'r onze zouden, zegt de maarschalk van Champagne, dal wij cifycslagen werden. Degenen die aan land gegaan waren, scheepten zich weder in en do vloot verwijderde zich van de wallen. Do bevolking van Byzantium ijlde naar de kerken om den Hemel voor zulk een groote overwinning Ie danken, en de overmaat zelve van die vreugde was een bewijs van de groote vrees, welke de Latijnen haar inboezemden.

Des avonds van dien zelfden dag hielden de doge van Venetië en do baronnen raad in eene kerk in de nabijheid van hun kamp. De aanvoerders van don kruistocht moeten wel met droeve gedachten vervuld geweest zijn, want Villehardouin erkent, dal allen firoolelijlis onlrnerd waren door hel onfieltik dat hen dien dan (/elrolj'en had. In die bijeenkomst worden lal van voorstellen uilgebrachl en bestreden omtrent hetgeen er verder le doen stond : oenigen waren van meening dal men de stad aan de zijde van den Proponlis moest aanvallen, dewijl zij daar minder vér-sterkt was; de Venotiörs, die de zee konden, dat men op dal punt geen bestorming zou kunnen ondernemen, dewijl de vloot onvermijdelijk door de stroomingen zou medegevoerd worden. Overigens gaven degenen, die voorstelden om hot punt van aanval te veranderen, slechts toe aan de moedeloosheid, die hen overmeesterd had, en volgons den maarschalk van Champagne waren er zelfs onder hen, die (jaarne gezien zouden hebben, dat de zee en de winden hen ver van Consianiinopel vwjuevoerd hadden. Nochtans lieten de meeslon zich niet door do geleden nederlaag ontmoedigen. Er word ion laatste besloten dal de aanval drie dagen daarna hervat zou worden op helzclldo punt waar hol leger der pelgrims dien dag afgeslagen was.

Het was vrijdag na halfvaslon: men besteedde don zaterdag en den zondag aan het maken der looboreidselen lol een nieuwe bestorming. Ook de Grieken hielden zich mol hel versterken en in orde brengen hunner verdedigingsmiddelen bezig. Murzufflus had met een gedeelte van zijn leger zijne tenten geplant, op don heuvel, die tegenwoordig de wijk van Phanar genoemd wordt. Dos maandags bij hel opgaan der zon werd hol sein lot den aanval gegeven: al de pelgrims wapenden zich en de vloot naderde do wallen, wolk schouwspel de verdedigers der wallen meer vrees inboezemde dan le voren. Van hnn kant konden de kruisvaarders oen zeker gevoel van vrees niet onderdrukken bij hol zien van die dichte menigte in de torens en op de wallen der stad: om don moed en den naijver der krijgers le prikkelen, lieten de aanvoerders der Latijnen door oen héranl afkondigen dat de eerste, die den standaard der kruisvaarders op een toren der stad zon planton, honderd vijftig marken zou ontvangen.

De aanval begon en werd weldra algemeen, liet. gedruis van den strijd was zoo groot, dat men zou hebben kunnen meenen dal de aarde ging verzinken. De schepen der vloot waren twee aan twee mot elkander verbonden, opdat, op ieder punt van den aanval, hel aantal belegeraars eenigszins tegen dat der belegerden zon kunnen opwegen. Deze bestorming duurde verscheidene uren; eindelijk zond God een noordenwind, die de schepen lol dicht aan laiid voortstuwde, zoodal twee aaneengebonden schepen zich aan den voet van een dor torens konden vastklampen. De bisschop van Troyos en die van Soissons bevonden zich op die beide schepen. Ternauwernood waren do stormladders legen de muren geplaatst, of men zag twee Lalijnsclie ridders op een toren dor stad. Die beide krijgers, waarvan do eene een Kranschman was, met name l'rllane, en de andere oen Veneliér, Alberti geheelon, worden door een menigte hunner slrijdmakkors op den voet gevolgd. Do Grieken vallen onder het staal dor Latijnen of nomen do vlucht. In de hitte van den strijd wordt de dappere Alberli gedood dooreen Franschman die hem voor een Griek aanziet, eu zijne dwaling ontdekkende, zichzelven uil wanhoop het leven wil benemen. Dat smartelijk tooneol was niet iu staal de kruisvaarders een oogenblik óp te houden , eu weldra ontplooien zich de vanen der bisschoppen vail Troves en Soissons boven op den toren en Irellen den blik van het geheele leger. Dal gezicht ontvlamt allen die zich nog op de schepen bevonden, van alle kanten verrijzen de stormladders en worden de wallen beklauterd. Do kruisvaarders vermeesteren vier torens; drie poorten der stad bezwijken onder de slagen der stormrammen; do ruiters verlaten met hunne paarden do schepen en hot geheele leger stormt met onstuimig geweld de stad binnen. Een ruiter, 1'eter Bracbeux, die door do poort l'etrion binnengekomen was, dringt geheel alleen door lol den heuvel, waar Murzufllus gekampeerd was. De Grieken zagen hom, in hun verbijstering, vooreen reus aan; Nicetas zegt zelf, dal zijn helm zoo groot scheen als ecu loren. De soldaten des keizers konden den aanblik van ecu enkel Fransch ruiter niet verdragen en sloegen op de vlucht.

Het leger der kruisvaarders trok mot zijne standaards voort, allo Grieken nedorhouwende, die het ohtmoelte. De kruisvaarders slaken do wijk in brand, die zij overweldigd hadden, en de door deu wind voortgestuwde vlammen kondigden tol aan de uiteinden der stad de tegenwoordigheid van een verbitterden vijand aan. Do schrik onder de'bevolking was onbeschrijfelijk. Terwijl alles voor hen de vlucht nam, ver-


-ocr page 292-

1

J

]

t

-----

GESCIUEDENIS DEPi KRUISTOCHTEN.

180

wonderden zich dc kruisvaurdcrs over lumno gemaldiclijko overwinning. Tegen hel vnllen dGr duisUü'nis sloegen /.ij, een overrompeling vreezende, hun kamp op in liel hereik van hun viool on onder de muren en do lorens die zij genomen liacnien. De markies van Monllorral helrok mei, de zijnen een kwartier, vanwaar hij een waakzaam oog op de slad kon houden; Hendrik van Henegouwen sloeg zijne lenlen op voor het paleis \ au Blanuernes terwijl de graal' van Vlaanderen, dooreen gelukkig voorteeken' de keizerlijke teuten in gebruik nam , die door Mu iv. ii I'll us in den steek gelalen waren. Zoo werd (iOiisianti-uopel slormenderhand ingenouien op maandag ua hallvasteu, den 12 April, iu het jaar der Monseliwording liüi.

iiilnssclieu stelde Murziilllns, door de straten rijdende, at hel mogelijke in hel werk om zijne verstrooide soldaten te verzainelen; maar deze, zegt Nicolas, hadden, door de hedwel-ming der vci'twijreliug bevangen, geen ooren om naar hem to luisteren, geen'moed om hem te volgen. Villeliardouni voegt er bij, dal Murzuftliis zich ten laatste zoover mogelijk van de door de kruisvaarders bezet te pnutcn verwijderde en naar de Vergulde Poort reed, waarlangs hij dc vlucht nam. Met hem verliet oen groote menigte de stad, zonder dat. de Latijnen iels daarvan konden gewaar worden. Toen de lijding zijner vlnehl zich door dc hooldslad verspreidde, vloekte men zijn naam, en als had liet rijk in zijn slencnsnur nog eeii keizer noodig, stroomde cenc verbijsierde meni^le in de SinL-Soliakerk bijeen om een nieuwen keizer te kiezen. ,, i

Theodorus Ducas en Theodoriis Lascaris betwistten elkander een troon, die niet meer bestond, en deden beiden hunne a.inspraken bij liet volk gelden. Lascaris werd tot keizer gekozen, maar hij dmfde de keizerlijke kroon niet op zijn hoold zetten, bic vorst bezat vastberadenheid en moed; de Grieken roemden zijne bekwaamheid in de krijgskunst. Hij beproelde bun vadei-landslielde en hun moed op te wekken. «De Latijnen, sprak in klein aantal en trekken sidderende voort m eeue nog tallooze verdedigers teil; de kruisvaarders dur-nefte verwijderen van luiane schepen, die hun eeuige zijn na een nederlaag; benauwd door de nadering gevaar, hebben zij de brandstiehting als een getrouwe te Indp geroepen, en verborgen bun schrik achter

hij, «zijn stad, die ven zich wijkp van het bondgt

ge

et

stage der d(

een bolwerk van vlammen, een opcenbooping van puinen. De krijgers van liet Westen strijden noch voor den godsdienst, noch voor het vaderland, noch voor hunne heziltingen, noch voor de eer liuniier gezinnen, dc Grieken daarentegen verdedigen alles wat hun dierbaar is, cn moeten den strijd aanvaarden vervuld metal de gevoelens, welke den moe) kunnen verdubbelen en de dapperheid der burgers onlvlammen. «Indien gij nog Romeinen zijl,quot; voegde Lascaris er bij, «dan is de overwinning licht; twintig duizend barbaren zijn zich binnen uwe muren komen Opsluiten; de tbrtuin levert ze aan onze wapenen. De nieuwe keizer wendde zich vervolgens lot de soldalen en de keizerlijke lijlwaebt, hij wees er hen op, dat hun behoud met dat van Conslanlinopel samenhing; dat de vijand hun zou vergeven, hem zoo menigweiT van de wallen

n te liebben; dal zij in de overwinning al dt......

de genoegens des levens zouden vinden; dat in water en het land litin ireeu schuilnlaats zouden

de schande

dat indien, te, gronde gaan. scheiden en dood in te

alleen te ve

oebrek, de dood zells hen overal

aanbieden en ... „......., .....

zonden vervolgen. Lascaris liet ook mets onbeproeld om den irols der patriciërs te vleien en hun geesldrirt op te wekken. Hij berinuerde hen aan de helden van het oude (lome en stelde aan linnne heldliariigheid de groote voorbeelden der geschiedenis voor oogen; hij zeide tot hen, dal de Voorzienigheid hel hen der kei/erslad aan de hoede liuiiiier wapiMieu liad toeviTlrouwd, gen alle verwachting, het vaderland moest ten zij niet met, leedwezen van bel leven zouden bet on gel wij Ie ld roemrijk zouden vinden den an op denzeilden dag, waarop het oude rijk der

Cesars zou vallen. , .,

De soldalen beantwoordden die toespraak door met tuide kreten hunne achterstallige soldij te eischen; het volk hoorde Lascaris met meer verrassing dan vertrouwen aan; de patriciërs bewaarden een dof stilzwijgen en gevoelden niets anders dan een grönzenlooze vertwijreling. Eensklaps doen zich de trompetten der kruisvaarders lioorcn: op dal teeken maakt de schrik zich van de dappersten meester; men denkt er met meer aan om den Latijnen de overwinning te betwisten. Gehee „daten, ziet Lascaris zeil' zich genoodzaakt eene stad die niemand wil verdedigen. Zoo was Conslan-in een enkelen naclit twee keizers gezien had, nogmaals zonder meester. De brand, dien de Latijnen aangestoken hadden, woedde in verscheidene wijken en verteerde, naar het getuigenis der baronnen zelve, meer huizen dan de drie grootste sleden van Frankrijk en Duilschland bevatten ; hij hield den ganschen naclit aan. Nog voor hel aanbreken van den dag maakten de kruisvaarders zich bij hel schijnsel der vlammen gereed om hunne overwinning te voltooien. In

slagorde trokken zij met omzichtigheid en wantrouwen voort. toen zij snioekende slemnien vemainen, die de liiclil mti cebedeii en gejannner vervnlden. Vrouwen, kinderen en quot;rnsaards kwamen, voorafgegaan door do geestelijkheid, die kViiisen en de Irelden der heiligen droeg, de overwinnaars m nroeessie te gemoet en wierpen zich om genade smeekend aan linnno voeten. De bevelhebbers lieten zich door dc tranen van die troostelooze schaar vermurwen. Een wapenheraut reed onder het arkondigen der wellen van do goedertierenheid door de gelederen; dc soldaten kregen bevel om het leven te sparen der inwoners, de eer der vrouwen en der maagden te eerbiedigen. De Latijnsclic geestelijkheid paarde bare verinaningcn met die der legerboolden en dreigde allen met den banvloek der Kerk, die'van de overwinning gebruik zouden maken om de wetten der mensclielijkheid te schenden. ,

Inlnsschen trokken de kruisvaarders onder het schallen der klaroenen en trompetten voort. Weldra wapperden hunne vanen in de voornaamste wijken der slad. 'loon lionilacius hel paleis van ISiicoleon betrad, dat naar hij meende door de keizerlijke lijfwacht bezet was, vond hij er tot zijne verbazing een groot aantal vrouwen uil de aanzienlijkste geslachten des rijks, wier eenige verdediging baar geween en gejammer was. Margaretba, de (fochter van den koning van Hongarije en vrouw van Isaac, en Agues, de dochter van den koning van Frankrijk en eent-genoole van twee keizers, wierpen zich aan de voeten der baronnen en der ridders terwijl zij hunne barmliartiglieid inriepen. De markies van Montlcrrat eerbiedigde haar ongclutc en gaf haar wachten. Ter zelfder tijd dat lionilacius zich van lieMmleis van Bucoleon meester maakte, nam Hendrik van Henegouwen bezit van hel paleis van lüaquernes. Deze twee paleizen, die met onnoemlijke schatten opgeynld waren, bleven quot;■espaard van de plundering en boden niet die betreurenswaardige tooneelen aan, waarvan Conslanlinopel verscheidene dagen achtereen geinige was.

Hunkerende naar de schatten, die zij bij voorbaat onder elkander verdeeld liadden, verstrooiden de kruisvaarders zich door al de wijken der hoofdstad en roofden zonder mededoogen alles, wat bun hebzucht opwekte. De woningen der arinste burgers werden zoowel als die der rijken overweldigd, van linnne bezittingen beroofd, door de overwinnaars mishandeld, riepen de Grieken bet medelijden der graven en baronnen in, verdrongen zich rondom den markies van Montferral, al roepende: l'rome konuuj mnrliies, erbarm u onz-cw Honitaciiis werd getrollen door hun'gejammer en poogde de kruisvaarders lot menschlievender gevociens te stemmen; maar de luclitelooslieid der soldaten nam met het zien van den buit toe, de losbamlig-sten, de ruwston stoorden zich aan niets en gingen hun gang, hun voorbeeld sleepte al de anderen mede: de zwijmel van de overwinning kende geen tucht, geen vrees of medelijden meer.

De kruisvaarders, die het moorden moede waren, gebrnikleii alom geweld eu mishandeling om dc overwonnenen te berooven : geen plekje van Conslanlinopel was beveiligd voor hunne woeste nasporingen. Ondanks het dikwerf herhaalde verbod van hiinne aanvoerders en hunne priesters, eerbiedigden zij noch de eerbaarheid der vrouwen, noch de heiligheid der kerken. Soldaten en legerknecblen schonden de graven der keizers; hel lichaam van .liistiriianus, dat de eeuwen geëerbiedigd hadden en zich in zijn geheel aan hunne blikken vertoonde, kon hunne hcilig-lio-sc'lieimende handen niet weerhouden cn hun de rust der graven doen ecren. Men zag hen in de tempels hunne gretige handen slaan aan alles waaraan zijde glansde ol een weinig goud schitterde. Het altaar van de 11. Maagd, dat de kerk van de 11. Solia versierde en als een meesterstuk van knnsl gold, werd verbrijzeld terwijl men het gordijn van het heiligdom aan Harden scheurde. De overwinnaars dobbelden met elkander oi) marmeren tafels die de apostelen voorstelden en dronken uit kelken , die voor den goddelijkeu dienst gebrnikl werden.

Niet zonder van afgrijzen te sidderen konden de Grieken die goddelooze tooneelen aanzien. Nicetas, de geschied schrijver van Byzantium, vooral vaart, terwijl hij met droelheid de rampen van het rijk en de Grieksche Kerk verhaalt, met heiligheid uit tegen'liet barbaarsche ras der Latijnen, verwijt hun, dat zij Jle Turken in barbaarschheid overtroffen hebben eu herinneri ben aan hel voorbeeld der soldaten van Saladijn, die, Jerusalem veroverd hebbende, de vrouwen en dochters iler' kruisvaarders niet beleedigden, de bloedige lijken niel rondom het heilig graf opeenslapcldeu, en den christenen noch hel zwaard, noch het vnnr, noch den honger, noch de naaktheid deden gevoelen.

De omstreken van Conslanlinopel boden een niet minder bedroevend schouwspel aan dan de stad zelve. Dorpen, kerken cn buitenverblijven waren verwoest en geplunderd geworden. Ontelbare vluchleliugen bedekten de wegen en liepen doelloos voort, door vrees gedreven, van vermoi ' quot; '' '.....

lucht met hun patriciërs,

de

bezwijkende en geweeklaag vervullende. Men zag senaals-uit een geslacht van keizers gesproten,


-ocr page 293-

INTOCHT DER KRUISVAARDERS IN CONSTANT INOPEL

-ocr page 294-
-ocr page 295-

GESCHIEDENIS DEK KIU'ISTOCUÏEN.

181

zonder onderkomen, met verscheurde kleederen aan liet lijf rondom do keizerstad dolen. Terwijl de kruisvaarders de Sint-Sofiakerk plunderden, nam de |ialriarcli, den bijstand der voorbijgangers inroepende, de vhicbt; al de rijken waren tot don bedelstal' sebraclit en boezemden slechts veracliting in; do doorlueliligste adel, de grootste waardiglieden, de luister der talenten en der deugden, niets werd meer geteld ol' ontzien. Evenals de onvermijdelijke dood bad de rampspoed alle standen gelijk gemaakt, bet gemeen ontzag zich zelfs niet de vluchtelingen nog te berooven en te bcschiinpen. Het dol-/innige gepeupel verheugde zich zelfs over de openbare ellende, juichte de vernedering der grooten en der patriciërs toe, en noemde die rampvolle dagen den tijd der gerechtigheid en der gelijkheid.

(ïonstantinopel bevatte een schat van werchlberocnule beeldhouwwerken, allen meesterstukken, waarvan velen uit de grijze oudheid dagteekenden. Bijna allo bronzen kinistvoortbrengseien werden versmolten, de kruisvaarders zagen in die gedenktee-keucn der kunst slechts het metaal waaruit zij bestonden; «wat de oudheid van onschatbare waarde geacht had,quot; zegtNicetas, «werd eensklaps een gewoon metaal; wat onmelclijke schat ten gekost had werd dooi' de Latijnen in bronzen geldstukken van luttele waarde veranderd.quot; De inannoreii standbeelden wekten minder de hebzucht der overwinnaars op en bekwamen geen andere beschadigingen dan die, welke onafscheidelijk waren van de wanordelijkheden cener plundering.

De Grieken, die zoo lier schenen op hunne geleerdheid, verwaarloosden zelve de studie der sehoone kunsten. De wetenschappen van Griekenland, de ongewijde knndigheden van de academie en het lyceum hadden onder hen plaats gemaakt voor de haarkloverijen der schoolselie godgeleerdheid ; zij gingen met onverschilligheid het Hippodrome voorbij, waar de heerlijkste beeldhouwwerken uit vroegcren en lateien tijd prijkten, cm hadden alleen eerbied voor reliquieëi! en heiligenbeelden. De godsdienstige schatten, met de grootste zorg in de kerken en de paleizen van Dyzantium bewaard, trokken sinds verscheidene eeuwen de blikken der christen wereld aan; in de dagen, die op de verovering volgden, wekten zij de godvrnehtigo hebzucht der kruisvaarders óp. Terwijl de meeste krijgers goud, edelgesteenten, rijke Oosterschc tapijten en stollen roofden , bemacliligden de vroomste pelgrims en vooral tic geestelijken een buit, die meer passend was voor soldaten van Jesus Ghristns. Velen trotseerden bet verbod van hunne aanvoerders en oversten en wendden beurtelings smcckingen en bedreigingen, list en gewold aan, om zich de door ben begeerde reli(|uieën te verschaffen. De geschiedenis van dien tijd deelt daai van verscheidene voorbeelden mede, welke kunnen strekken om den geest der overwinnaars van Byzantium te doen kennen. Marlijn Litz, abt van Paris, in het bisdom Bazel, ging eene kerk hinnen, die pas uilgeplunderd was, en drong, 'zonder opgemerkt te worden, tot een afgezonderd vertrek door, waar talrijke reliquieëii onder de bewaking van een Griekschcn monnik bewaard werden. Die monnik lag in een aandachtig gebed verzonken en stak zijne banden smeekend naar den hemel op; zijn hooge jaren en zijn grijze haren, zijn vurige godsvrucht, de over zijn aangezicht verspreide droefbeul, moesten tegelijk eerbied en medelijden inboezemen. Met een vertoornd voorkomen nadert Marlijn den eerhiedwaardigen wachter van den gewijden schat en voegt hem op dreigenden toon toe: «Bamp-zalige grijsaard, indien gij mij niet voert naai' de plaats waar gij uwe reliquieën bewaart, moet gij u bereiden om terstond te sterven.quot; Door deze bedreiging verschrikt, stond de monnik sidderende op, en wees hem een groote ijzeren kist, waarin de vrome abt gretig met beide banden greep, zich van bet kostbaarste meester makende, wat hij vond. Opgetogen van vreugde haastte hij zich zijn schat op een schip 'ie gaan verbergen en wist dien door bedrog te, onttrekken aan de kennis van al de bevelhebbers en al de prelaten van het leger, die aan de pelgrims gestrenge bevelen gegeven hadden om al de in limine handen gevallen reliipiiën op een daartoe bestemde plaats bijeen te brengen. Eersl keerde Martijn Litz tot de christenen van Palestina terug, die hem naar Gonstan-tinopel gezonden hadden en scheepte zich kort daarop naar Kuiopa in met den buit, dien hij in de kerken van Gonslanu-nopel geroofd bad. Onder de door hem medegebrachte relupiiën merkte men op een stukje hout van bet ware kruis, de beenderen van den H. Joannes den Dooper en een arm van den heiligen Jacobus. De wonderdadige overhrenging van dien schat wordt met veel ophef beschreven door den monnik Guutlier, wien zij meer verrassing en vreugde veroorzaakte dan de verovering van een groot rijk. Als men het relaas van den Duitsehcn monnik gelooven mag, daalden de engelen uil den hemel om over de reliquiën van Marlijn Litz te waken; op den weg van den monnik bedaarden de stormen der zee, bleven de zeeschuimers werkeloos, weken de struikroovers, die geesels der reizigers, door eerbied en vrees bevangen, ter zijde. Martijn Litz werd in zegepraal te Bazel ontvangen , en de schatten, die hij uit zoovele gevaren gered had, werden onder de voornaamste kerken van zijn bisdom verdeeld.

Een ander priester. Galon van Dampierre gebeeten, uit het bisdom Langres, had minder gelukkig of minder behendig dan Martijn Litz, geen buit in de kerken kunnen bemachtigen; hij ging zich aan de voelen van den pauselijken legaat werpen en vroeg hom, met de oogen vol tranen, verlof om het hoofd van den heiligen Mamarius naar zijn land te mogen medenemen; een derde geestelijke, die uit Dicardië was, liet hoofd van Sint-George en dat van den heiligen Joannes den Dooper onder puin verborgen gevonden hebbende, verliet ijlings Gonstanti-nopel en kwam met zijn kostelijkon buit beladen naar Amiens, zijne geboorteplaats, waar hij aan de kathedraal do reliquieën vereerde, welke bet toeval ia zijn bezit bad gesteld.

Do prinsen on de baronnen' waren evenzeer gesteld op bot bezit dier eerbiedwaardige ovcrblijlselon. Dandolo, wien een stukje van het ware kruis ton deel gevallen was, gaf dat ten geschenke aan de Venetiaansche republiek. Boudewijn behield voor zich do doornenkroon van Jesus Christus en verscheidene andorc rclk[uion, die in hot paleis van Bucoleon gevonden werden. Aan Dhilippus Augustus, den koning van Frankrijk, zond hij een stuk van het ware kruis van een voet lengte, de baron van Jesus Christus toen deze kind was, en de doeken waarin do Godmensch bij zijn geboorte in den stal te Bethlehom gewikkeld werd.

Do Grieksche priesters en monniken, op die wijze door do overwinnaars beroofd, namen wcononde afscheid van de overblijfselen der heiligen, die men aan hunne hoede toevertrouwd had en die lederen dag do zieken genazen, de kreiipelon deden loepen, het licht aan de blinden, do kracht aan do lammen teruggaven. Deze gewijde schatten, welke de godsvrucht der geloovigen uit allo oorden van hot Oosten bijeengebracht had, kwamen do kerken van Frankrijk en Italië verrijken en werden door de christenen van hot Westen ontvangen als de roemrijkste tropee der overwinningen, welke God aan de kruisvaarders had doen behalen.

Constantinopel was op den twaalfden dag van April in de macht dor Latijnen gevallen; men naderde het. einde van de vasten. Na eonigo der door ons besehreven tooneelon verhaald te hebben, zegt de maarschalk van Ghainpagne zeer naïef: Zoo gingen de plechtighcdon van Palmzondag voorbij. De geestelijkheid vormaando de kruisvaarders tot bootvaardigheid; de stein van don godsdienst deed zich in de door do ovorwinning verstokte harten hoeren; de soldaten spoedden zich naar de kerken, die zij geplunderd hadden, en vierden het lijden en den dood van Christus op de brokstukken van zijn eigen altaren.

Dit plechtige tijdstip wekte ongetwijfeld eenige edelaardige gevoelens bij soniniigen op; al de Latijnen toonden zich niet doof voor de taal der christelijke lieldé: wij moeten hier tot roem der ridders en der geestelijken zeggen, dat de meesten hunner de vrijheid en het leven der burgers, de eer der vrouwen en maagden verdedigden; maar dusdanig was de geest die destijds de krijgers hozieldo, dat alle kruisvaarders zich door de begeerte uaar liuit lieten medesleepen, en zoowel do aanvoerders als de soldaten zonder bezwaar een onbeperkt gebruik maakten van het recht dat de overwinning hun schonk om de overwonnenen to berooven.

Er waren drie kerken aangewezen waar al de in Constantinopel buitgemaakte voorwerpen afgegeven moesten worden. Do aanvoerders bevalen den kruisvaarders de opbrengst van do plundering getrouw in te leveren en bedreigden niet de stralfe des doods en der excommunicatie allen, die iets van de helooning, aan de verriclitiiigen van het gansclie leger toegezegd, ten eigen bate zouden ontvieemden. Vcrschenlene soldaten, eii zelfs eenige ridders, lieten zich door de hebzucht vervoeren en hielden kostbare voorwerpen terug, die in hunne lianden gevallen waren: hiificeii uoi-iiiiI, wiis, zegt de maarschalk van Champagne, dal ih' Ihn bi'ijim hoi rtiiinlcr lief lc hebben. De gerechtigheid der graven eu der haronnen toonde zich onverbiddelijk voor de schuldigen; de graaf van Sint-Pol liet een zijner ridders, die iels van den huil ontviecmd had, mot zijn wapenschild aan den hals, ophangen. Zoo konden de Grieken, door het geweld beroofd, getuigen zijn van de tereclitstelling van eenigen hunner heroovers en zngen zij met verbazing de bepalingen van een gestrenge reehlvaaidigheid vermengd met de ongeregeldheden van de ovorwinning en de plundering. Na het Paasclilëest verdeelden do kruisvaarders de veroverde rijkdonnneii onder elkander: bet vierde deel van den huil werd ter zijde gelegd voor dengenen der bevelhebhers, die lot keizer zon gekozen worden, en hel overige verdeeld lusschen de Franschen en de Veneliërs. De FVansche kruisvaarders, die Zara ten bate van Venetië veroverd hadden, betaalden nieltemin de vijftig duizend zilveren marken, die zij aan de republiek schuldig'waren; men voldeed die som uil het aan 'cel van den buit, die bun toekwam. In de verdeeling, die plaats had lusschen de krijgers uit Lom-


-ocr page 296-

■182

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

i :

liet

, en

ki, vereenigden ten van Vlaanderen.

paleis van Bucoleon samen-

de instandhouding naijver dr

van

Boudewijn werd op een de Siut-Soiiakerk gedragen, le den optocht van ziju medo-waarvan bij het voorbeeld gaf,

i

iquot;

Voor hem elavus) dei men Vooi 1 iu 1 i al hij de

vervulde, tel (lal us zwaard, dat helden zag. geestelij kbeid Ir m/mv'H! c Iwl waardin, kruisvaarders

eiiu

■rhaalden in koor: Hij is De luidruchtig juichende volle wapenrusting prijkende ridder Grieken, hel vau zijn eeiiwon-

de wetenscbap maakten Augustus en Consl

le midden der tropeeën van do in ecu ingestort plecht igliedeu, ; der Grieken , slof en beenderen laubood als het zinnebeeld van ' ' j der menschelijke grootheid ,

wel geschikt om de gedachten Vóór fle

bardije, Duitscliland en iM-aiikrijk hokwam olke riildor zooveel als lwee ruiters en iedere ruilor zooveel als Iwee voelknechlcvi. De gelicele oiibrengsl van dc idiinderin»; der Grieken beliep slechts ongeveer elHnaal honderdduizend zilveren marken. Hoewel deze som verre de inkomslen der Wcstersche rijken overtrol, vertegenwoordigde zij op verre na niet de waarde dor in Byzantium Opeengehoopte'rijkdommen. Indien de baronnen en de hoeren zich', loon zij'de stad veroverd hadden, vergenoegd hadden mei aan de inwoners oen brandscballing op to loggen, zouden zij een veel aanzienlijker bedrag gehid hebben; maar die vreedzame manier om schuiten te bekomen strookte niet met, bun karakter of hunne geaardheid. De geschiedenis vermeldt, dat de Veneliërs, die meer verlicht waren, in die omstandigheid wijze raadgevingen deden 'nooren en voorstellen doden, die met 'minachting verworpen werden. De Frausche krijgers wisten de voordeelen der overwinning niet aan berekeningen te onderwerpen. De opbrengst van de plundering was in hunne oogen altijd de waardigste vrucht van de verovering en de edelste belooning van de dapperheid.

Terwijl de kruisvaarders den rijken buit van Byzantium onder elkander verdeelden, waren zij uitermate verheugd, en zagen den misslag niet in, dien zij itegaan hadden met een land te verarmen, ilat hun vaderland ging worden: zij bedachten niet dat de ondergang der overwonuoneu eenmaal dien der overwinnaars ten gevolge kon hebben en zij even arm zouden worden als de door bon uitgeplunderde Grieken. Zonder leedwezen en zonder bezorgdheid alles van hun zwaard verwachtende, hielden zij zich bezig met het kiezen van een nieuwen gebieder over een in rouw gedompeld volk en een hall'verwoeste stad. Hel keizerlijke purper had nog altijd denzellilen glans in hunne oogen, en de door hunne wapenen geschokte troon was nog altijd het doel hunner eerzucht. Kr werden zes kiezers uit de Veneliaansche edelen en zes anderen uit de Fransche geestelijken benoemd, om aan Conslantinopel een meester te geven; de twaalf kiezers vergaderden in de kapel van bet paleis van Bucoleon en zwoeren op bet Evangelie dat zij slechts de deugd en de verdienste zouden kronen.

Drie der voornaamste bevelhebbers van den kruistocht verdienden gelijkelijk bij de kiezers in aanmerking te komen. Was het purper hel. loon van de ervaring, van het doorzicht in de raadsvergaderingen, van de diensten aan de zaak der Latijnen, dan moest men er Hendrik Dandolo mede beklecden, die de drijfveer en de ziel van de onderneming geweest was. De markies van Montferrat kon niet minder deugdelijke aanspraken doen gelde-). De kruisvaarders hadden hem tot hun opperbevelhebber gekozen en do Grieken erkenden hem reeds voor hun meester. Zijne in tallooze gevechten beproefde dapperheid , beloofde een'hechten en edetaardigen steun aan den troon, die uit zijne puinhoopen herrees. Boudewijn had niet. minder rechten óp de keizerlijke kroon dan zijne; heide mededingers: de graaf van Vlaanderen was vermaagschapt met dc macliligste monarchen van het Westen cn stamde van moederszijde af van Karei den Groote. Hij werd bemind door zijne soldalen, wier gevaren hij steeds deelde; hij had de achting gewonnen der Grieken, die te midden der ongeregeldheden zelve van de verovering, hem looiden als den kampvechter voor de. kuiscb-heid cn dc eer. Boudewijn was de beschermer dor zwakken, de vriend der armen; hij had de gerechtigheid lief en vreesde de waarheid niet. Zijne jeugd, die bij door scbillereede wapenfeiten en uitstekende deugden opgeluisterd had, kon de onderdanen van hel. nieuwe rijk gegronde hoop op een langdurige en gelukkige regeeriug geven: de rang, dien hij onder de vorsten en de krijgers innam, zijne godsvrucht, zijne kundigheden, zijne liefde' voor de studiën (

hem waardig cm op den troon vai plaats te nemen.

De kiezers vestigden aanvankelijk hunne keuze op den eer-biedwaardigen Dandolo. Maar dc republikeinen van Venetië waren er afkeerig van om een keizer onder hunne medeburgers te tellen. «Wat zullen wij niet, te vreezen hebben van een Venetiër, die meester is van Griekenland en een gedeelte van hel Oosten?'- zeiden zij. «Zullen wij onderworpen zijn aan zijno wellen, ofwel zal bij onderworpen blijven aan de wetten van ons land? Wie zal ons de verzekering geven, dat Venetië, de koningin der sleden, niet. onder zijne rogeering of die zijner opvolgers een der sleden van dit rijk worden zal?quot; Zoo sprekendequot;, zwaaiden de Veneliërs tevens allen lof toe aan bet karakter en de deugden van Dandolo; zij voegden er bij, dat Imn doge, aan den eindpaal gekomen van een leven vol gi'oole daden, quot;niets liever verlangde dan zijne dagen in rust te eindigen en dat bij zeil bet roemrijker zou vinden om het hoofd le zijn van een zegevierende republiek, dan de gebieder van een overwonnen volk. «Welke liomein,quot; riepen zij uil, «zon don tilcl van burger van Rome met dien van koning van Carthago hebben willen verwisselen?quot;

Ten slotte verzochten de Veneliërs de vergadering een keizer

te kiezen onder de overige bevelhebbers van het leger. Nu bleef den kiezers nog alleen de keuze lusschcn den markies van Montferral en den graaf van Vlaanderen. De voorzicbligsten vreesden, dal degene der beide mededingers, op wien de keuze zich niet zou vestigen, zijn onlevredenboid daarover mocht betoonen en den val van den troon bewerken. Zij herinnerden zich nog dc hevige oneenighedeu, die tijdens den eersten kruis-locht door do kenze van Godfried van Bouillon ontstaan waren, en do onhisten, welke door de afgunstige eerzuchl van Raymond van Toulouse in het. ontluikende koninkrijk .lernsalem verwekt waren. Om de uitwerkselen van een nobdlollige tweespalt le voorkomen, werd vooral bepaald, dat diegene van ben beiden, die niet lot keizer gekozen werd, al het. Griekscbe land in Azië en hel eiland Candia (Crela) in eigendom zou verkrijgen, mils hij den keizer als zijn opperleenheer zou erkennen. Nadat deze verstandige maal regel genomen was, werd met de verkiezing voortgegaan: er werd lang gewikt en gewogen. Dc markies van Montferrat scbeen bet' meeste kans le hebben; maar do Veneliërs vreesden den troon van Conslanlinopel le zien bestijgen door een vorst, die eenige bezittingen in de nabijheid van hun grondgebied bad: zij brachlen der vergadering onder het oog,'dal de verkiezing van Boudewijn meer in bet belang der kruisvaarders was en zij vooral hef groote voordeel zon opleveren, dat, de krijgshaftige natie der Viamingen en der Eransclien zoude ijveren voor den bloei en nieuwe rijk. De belangen en de ongetwijleid ook het verstand en d laatste al de stemmen op den graa

De kruisvaarders, die voor gestroomd waren, wachtten met ongeduld op de beslissing dei-kiezers. Te midderiiacbl, trad do bisschop van Soissons buiten en sprak mot luider stemme de volgende woorden: «Dit nur van den nacht, beUvelk den Verlosser der wereld zag geboren worden, geeft bet aanschijn aan een keizerrijk, onder de bescherming van den Almacbtigé. Gij hebt tot keizer Boudewijn, graal' van 'Vlaanderen en Henegouwen.quot; De Veneliërs cn Franschen liieven een luid vreugdegejuich aan. De bevolking van Conslantinopel, die zoo menigmaal van meester veranderd was, ontving zonder weerzin deugeuen , dien men baar gaf en paarde

haar gejubel aan dat dei schild geheven en iu zegepraal De markies van .Montferrat vol dinger: de edele onderwerping

werd door zijne wapenmakkers hoogelijk geroemd, en zijn persoon trok niet minder de blikken dan de krijgshaftige praal die den nieuwen keizer omgaf.

De plecbligheid der kroning werd vastgesteld op den vierden zondag na l'ascheii. In dien tusschentijd voltrok men met veel staatsie hot huwelijk van den markies van Montferrat mol Mar-garetha van Hongarije, de weduwe van Isaac. Conslantinopel zag biniicn zijne muren de feesten en schouwspelen van bel Westen en voor de eerste maal hoorden de Grieken iu hunne kerken de gebeden en de lofzangen der Latijnen. Op den voor zijne kroning bestemden dag begaf keizer Boudewijn, door de baronnen en dc geestelijkheid vergezeld, zich naar de Sinl-Sollakerk. Onder den gbddelijken dienst, werd de keizer op een gouden troon verheven 'en onlving hij het purper uit de handen van den pauselijken legaat, die de funcliën van patriarch

droegen twee ridders den purperniau-llomeinsche consuls eu het keizerlijke dijk weder in de band der krijgers en bet allaar staande, sprak bet hoofd der iet Gricksch deze woorden: Hij is wnard'Kj de aanwezigen is lu'l wannliii!

in hun menigte

sic toescbouwers tol beangstigende te geven.

plechligïieid zijner kroning bad de nieuwe keizer zijne strijdmakkers met. de aanzienlijkste waardigheden van bet rijk bekleed. De maarschalk van Champagiic, Villebardoiiin , verkreeg don titel van maarschalk van Romaiiië, de graaf van Sint-Pol'de waardigheid van conuelable; de ambten van groot-meester-klcederbewaarder, van opper-scbcnker en van bottelier werden gegeven aan Cono van Belliune, Macarius van Sint-Mcnebulda en Miles van Brabant. De doge van Venetië,

ders, dc bavelooz(

oude sieraden beroofd, ten deele vernield heiligdom, leverden een tegelijk verbeven cn droevig schouwspel op en loonden al de rampen van den oorlog,

overwinning. Omgeven door de puinhoopen v;

rijk, was een der hij die gelegculieid verrichu namelijk die, waarbij men, volgens het aan Boudewijn ecu kleine vaas, gevuld met en een vlokje brandend vlas de kortheid 'des levens eu het

-ocr page 297-

'111 Kill ISTOCU I K.N,

(IKSCHIKDI'jMS DK

die lol de waanli^iKiiii van hospodai' ol' vorst van liomanie verheven was, had hel recht, om pnrperea laj;e schoeiKiii te dragen, een voorreelil dat bij de Grieken alleen de prinsen van het keizerlijk slaaihiiis toekwam. Hendrik Dandolo vertegenwoordigde de Venetiaanscdie republiek te Constanlinopel, de lielH der stad was zijn ( o nein en gehoorzaamde aan zijne wetten; door zijne waardigheid zoowel als dooi' zijne krijgs-verriclitingen stond hij boven al de vorsten en al de gmóten van lioudewijns hol'; hij alleen was ontheven van de huldiging aan den keizer voor de gronden, die hij zou bezitten.

Intnsschen gaven do hoeren en de baronnen, ongeduldig wordende, hun verlangen te kennen om tot de verdeeling van de sleden en de provinciën des rijks over te gaan. In een raad, samengesteld uit twaalf Venetiaansche patriciërs en twaalf Fransche ridders, werden al de veroverde gronden en bezittingen tusschen do beide natiën verdeeld, lüthynië, Homanië of Thracië, Thessalonica, geheel Griekenland, vanaf do Ther-inopylen tot aan kaap Suminin, de groolste eilanden van den Archipel vielen ten deel aan de Franschen. De Venetiërs bekwamen de Cycladen en de Sporaden in den Archipel, de eilanden en do Oostkust van de Adriatisclie goll, de knslen van den Propontis en die van den Pontus-Euxinus, de boordi'ii van den Hebrus en de Vardas, de steden Cyprelus, Didymatyca, Adrianopel , de kuststreken van Thessalië enz.; zoodanig was aanvankelijk de verdeoling der landen van het rijk. Maar onvoorzienbare oinslandighedon, de versclioidenlieiil der belangen, de wangunst der eerzucht brachten daarin weldra groole wijzigingen. De geschiedenis zon tevergeefs beproeven de vei'overaars in de onder hunne heerseliappij gokomeu provinciën te volgen: het zou gemakkelijker zijn den loop van een buiten zijn oevers getreden bergstroom te bepalen en deu weg der stormen te volgen, dan den staal der voorbijgaande en onzekere bezittingen der overwinnaars van Byzanliuin.

De landen aan gene zijde van den Bosphorus gelegen, waren tol koninkrijk verhoven geworden en mot het eiland Candia aan deu markies van ÏWoutleiTat afgestaan. Bonifacius verruilde ze tegen de provincie Thessalonica en verkocht het eiland Candia voor een geringe som aan de Venetiaansclie republiek. Bij de verdeeling der steden en landen van het rijk had iedere baron en heer grondbezittingen bekomen, waarvan de uitgestrektheid en de rijkdom geëvenredigd waren aan den rang en do diensten van den nieuwen bezitler. Toen zij van zoovele landen hoorden spreken, wier namen hun ternauwernood bekend waren, verwonderden do krijgers van hot Westen zich over hunne veroveringen en meenden zij dal hel grootste gedeelte der wereld onder de macht hunner wapenen zou moeten bukken, in do bedwelming hunner vreugde verklaarden zij zich de bezitters van al de provinciën , die hel rijk van Cbnstaiilijn gevormd hadden. Men loollo om de lauden der Mndiërs, dér Parthen , zei Is om de koninkrijken, die onder de overhoerscbing dor Turken en der Sarracenen stonden; verscheidene baronnen wilden te Alexandrië rogeeren; andoren twistten om liet bezit van liet paleis der sultans van iconium; eenige ridders verruiklen de liezittingen, die hun door hot lot toegewezen waren, tegen nieuwe; anderen weder beklaagden zich over hel karige deel, dal zij bekomen hadden, en verlangden een vorgrooling van grondgebied. Met do schatten van de plundering der hoofdstad kochten do overwinnaars de provinciën van hel rijk; men verkocht en verdobbelde de sleden en hare inwoners, (lon-slantinopel was gedurende eonigo dagen een markt, waar de zee en hare eilanden, volken en hunne rijkdommen vorhandeld werden; het gansche Momoinscho rijk word geveild en vond koopers onder de onaanzienlijkste kruisvaarders.

Terwijl de baronnen en de ridders op die wijze steden en koninkrijken onder elkander verdoelden, bleef de Lalijnsclie geoslolijkboid ook niet werkeloos zitten, maar nam de goéderen der Grieksohe Kerk in bezit. Al de kerken van Cunslanlinopel werden tusschen de Franschen en de Venetiërs verdeeld; men benoemde priesters van do beide natiën om in do aan de overwonnenen ontnomen tempels dienst te doen, en Consianlinopel aanschouwde nog enkel de godsdienstige pleehtigliedeii van hel Westen binnen zijne muren. De bevelhebbers van don kruistocht luidden onder elkander bepaald, dat indien do keizer onder de Franschen gekozen word, de patriarch onder de Venetiërs zou genomen worden. Volgons die overoenkomst, die de verovering vooralgegaan was, werd Thomas Marosini op den stoel van Sinl-Solia verbeven. Latijnscho priesters en bisschoppen werden tevens naar de anderé veroverde sleden gezonden en namen bezit van do goederen en de waardigheden dor Griekschc geestelijkheid. Zoo plukte de Kerk van Home voordeel van de overwinningen der kruisvaarders en deed overal hare heerschappij erkennen, waar do standaards der overwinnaars wapperden.

Niels bood moor weerstand aan de wapenen der kruisvaarders, alles beefde voor hen; de faam verkondigde heinde en verre liiinne krijgsvernebtiugen en hunne macht; maar in de toekomst

blikkende, moeslen zij terecht vreezon dal de terugkeer naar Europa of de dood hunner strijders liet door de Lalijnsclie wapenen gegrondvest rijk zonder verdedigers mocht laten. Herds hadden do hoofdstad en de provinciën gebrek aan inwoners. De verzwakte en verstrooide bevolking kon op verre na niet voorzien in do bebouwing der velden en de werkzaamheden der steden. In deze mooiolijke oinslandigheid toonden de graven en baronnen , diis altijd mol vrees do uitspraak van het hoofd dor Kerk afwachllen, nog meer onderwerping aan den opperherder en zochten zijn steun, in de hoop dat de Heilige Stool het Westen bij hunne zaak betrokken zou verklaren , en dat op de roepstem van don vader der geloovigen een groot aantal Franschen, ilalianen en Duilschors hel nieuwe rijk zouden komen bevolken en verdedigen.

Bondewijn schreef na zijne kroning aau den paus om hem de buitengewone overwinningen dor kruisvaarders mede te doelen, waarmede het God behaagd had den ijver dor soldalen van hel kruis te bekronon. De nieuwe keizer, die den litel van Ridder van den Heiligen Stoel aannam, herinnerde den opperpriester aan de trouweloosheden en het langdurig verzet der Grieken. «Wij hebben,quot; zeide hij, «deze stad aan uwe wollen onderworpen, die uit haal togen den Heiligen Stool, met wrevel don naam van den prins dor Apostelen hoorde uitspreken en die geen enkele kerk stelde onder do bescherming van hem, die van den Heer de opperniacht over al de kerken ontvangen hooit.quot; Bondewijn noodigde den stedehouder van Jesus Christus in zijn schrijven uit, om hel voorbeeld van zijne voorgangers Joannes, Agapetes en Leo na te volgen, die in persoon de Kerk van Byzantium bezocht hadden. Om do rechtvaardiging dor pelgrims te volmaken, beriep de Latijnscho keizer zich op het getuigenis van al do Oostersche chrislenon «Toen wij deze hoofdstad binnentrokken,quot; zeide hij, «legden verscbeideno bewoners van het heilige land, die zich in ons midden bevonden, een voel groolere blijdschap aan den dag dan eenig ander en riepen luide, dal do kruisvaarders Code een welgevalliger diens! bewezen haddon dan wanneer zij Jerusalem heroverd hadden.quot;

De markies van Montlerral richtte ter zell'der tijd een schrijven aan den opperherder, waarin hij zijne ootmoedige gehoorzaamheid betuigde aan al de uilsprakèn van den Heiligen Stoel. «Wat mij hetroll,quot; zeide de koning van Thessalonica, «die het kruis alleen heb aangenomen lot boetedoening voor mijne zonden en niet om mot meer vrijheid te zondigen onder den mantel van den godsdienst, ik onderwerp mij blindelings aan uwen wil. Oordeelt gij mijn verblijf in Homanië nuttig , dan zal ik er sterven in don strijd tegen uwe vijanden en die van Jesus Christus; meent gij daarenlegen dal ik die rijke gewoslon moet verlaten, sla dan geen acht op de goederen ol waardigheden die ik bezit, ik ben bereid naar hel Westen terug te koeren; want ik wil niets doen wat mij den toorn van den Oppersten hechter op den hals zou kunnen halen.quot;

re doge van Veneiië, die lol dusverre met zooveel fierheid do bedreigingen en de excommunieatio der Kerk getrotseerd bad, erkende hel oppergezag des pausen en paarde zijne betuigingen en heden aan die van Bonilacius en Bondewijn. Om den toorn van lunocenlius te ontwapenen, betoogde hij, dat de verovering van Consianlinopel de verlossing van Jerusalem voorbereid had, en roemde hij grootelijks de rijkdoinmen van een land, dat de kruisvaarders nu toeh eindelijk aan de wetten van don Heiligen Stoel onderworpen haddon. In al hunne brieven aan den pans en de geloovigen van het Westen spraken do overwinnaars van Byzantium van bet Grieksohe rijk als van een nieuw land van belofte, dat do dienaren van God en do soldaten van Jesus Gbristus wachtte.

lunocenlius was lang verstoord geweest over de ongehoor-zaaniheid der kruisvaarders. In zijn antwoord verweet bij met billerlieid aan het zegevierende léger der Latijnen, dat het de schallen der aarde boven die des hemels verkozen had; bij berispte vooral de bevelhebbers, dat zij de bandeloosheid drr soldaten niet beteugeld hadden, die zich aan de sehandolijkste vergrijpen hadden schuldig gemaakt; dat zij Consianlinopel verwoest, de j/roolen en de Ueiueii geplunderd, do kerken en bedehuizen ontwijd en een heiligscheniiende hand aan de schatkamers der kerken geslagen hadden. Aocblans durlde de vader der geloovigen de diepte dor oord ooien Gods niet peileir; het kon wol zijn, dat de Grieken rechtvaardig voor hunne overtredingen gestraft waren, en de kruisvaarders beloond werden als de werktuigen der Voorzienigheid, als do wrekers van de goddelijke gerechtigheid. «Duchl de gramsehap des Hoeren,quot; sprak hij lot do Latijnen; «hoopt mei vrees dal Hij u het verledeno zal vergeven, indien gij do volken mot reebt-vaardighoid bestuurt, getrouw blijft aan den Heiligen Stoel, en, bovenal, indien gij hel vaste voornomen bobt om uwe gelolte te volbrengen voor de verlossing van het heilige land.quot; Do paus voelde zich noclilans inwendig getrollën quot;door de I snieekingen en de ootmoedige onderwerping der helden en


-ocr page 298-

■buss;

GESCHIL'quot;,DI'jNLS DKll KHUISTOCHTEN.

184

vorsleu, wier krijgsbadrijvcn licl n'clicclc Ooslcn dotlen sid- i deren. De kardinaal l'clor van Capua had do absolulio gegeven aan de sinds hol. beleg van Zara geëxcoininnuiceerde Veneliers. Aanvankelijk gispte Innocenlins de toegovendlieid van zijn legaal en eindigde mei de aan Dandolo en diens landgenoolen verleende vergill'onis le bekrachtigen. De pans kenrde de verkiezing \an üondewiju, die zooveel vorknochtlKad voor (Usn Heiligen ^toel aan den da0, legde, goed en bewilligde in hel erkennen van een rijk, aan 'hetwelk hij wollen nioesl geven. Hoe meer onderworpenheid aan zijn gezag de kruisvaarders beloonden, hoe meer de overtuiging bij hem veld won , dal hunne veroveringen de glorie van God en die van den Stedehouder van Jesus Christus op aarde moesten verhoogen. Hij sehreel aan do bisschoppen van frankrijk 011 meldde hun dat de lieer do Kerk had willen troosten dooi' de hekeering der scheurmakers, dat de Voorzienigheid de Grieken, die een goddeloos, hooyaar-dig volk vormden, vernederd en liet rijk in handen gesteld had van de Latijnen, die een godsTiicliüge, ootmoedige en gehoorzame natie waren. In naam van keizer Boudewijn noooigoe Imiocentius de Eransclien van heider sekse en allen stand ml zich naar Griekenland te begeven, om er gronden en rijkdom te gaan ontvangen volgens hunne verdienste en hun rang. ili] belool'de de allaten van den kruisloeht zelve aan de geloovigen. die, de glorie der kruisvaarders deelende, hel nieuwe Ooslersclie rijk zouden gaan verdedigen en zijn bloei helpen bevorderen.

'inlusschen verloor de paus de expedilie naar Syne me. uil hel oog en scheen overtuigd, dal de aan Constantinope oeznnden hulp lol de verlossing der heilige plaatsen moest biidragen. De koning van Jerusalem riep dringender dan ooit, door 'zijne brieven en zijne gezaiiten, do daadwerkelijlu! be-...... Stoel en die der Weslersche

scherming van den vorsten in.

Do nieuwe keizer van de christen en om den moed zijner wakkeren, zond hij hun

Byzantiiim ga van Syrië te I broeders van den kelen van

tenen leen

lt;en had aan de ge-

quot;Oil

r de hoop nog niet op ulp te kunnen komen, bel heilig land aan le de haven en de poorten van Consianlinopei. Toen die tropeeën der overwinning in 1'aleslina aankwamen, richlleii hongin'snood en al ile plagen van een rampspoedigen oorlog schrikbarende verwoestingen in steden en dorpen aan. Op hel heriehl van een ophanden hulp sloeg de bevolking van Plolomais van de ( lepste neer-slaeldiglieid plotseling tol de inlbmidigsle vreugde over. De laam, die de aan het wonderdadige grenzende veroveringen der strijdmakkers van lioudewijn en lionitacius alom verbreidile, deed hoop en vertrouwen in' al de clirislen steden van Syrië horleven en sloeg de harten der inuzeliiiaimen met benauwdheid. Malek-Adhel had juist een wapenstilstand mei lt;le eliris-jesloten , en vreesde dal deze verbroken mocht worden.

onverwachts zijn behoud te

■nis zelve, die zijne vrees had opgewekt , , ,

Hel meerendeel der verdedigers van hel heilige lam', j1quot; van den oorlog enkel de rampen gekend badden, wilden den roem en het krijgsgeluk der Franselien en Ncmeliers gaan deelen. Zelfs zij die hel zegevierend(! loser le /ara verlaten en tli

(■\peditie naar Gons de wil des Hemels hen naar de oevers van riep; zij verlieten hel heilige land. De panseh van Capua, werd door het voorbeeld der ovequot;

meenden , dal den liosphorus ke legaal, Peter ■ e kruisvaarders

medegesleept en kwam door zijne tegenwoordigheid den ijver van 'de Lalijnsclie geestelijkheid, die aan de bekeering dei Grieken arbeidde, aanvuren. De ridders van Sint-, an en van den Tempel spoedden zich eveneens naar Griekenland, waar roem en rijke grondhezitlinger. liet loon zouden zijn \oor hunne dapperheid'. De koning van Jerusalem was nagenoeg alleen te Plolomais gebleven en niet bij machle om den wapenstils and le doen eerbiedigen, dien hij rnet do ongekiovigen geslolen had. lioudewijn onlving de verdedigers van het heir.ge land mei

onverlioleii blijdscliaii; maar de vreugde des keizers over.....me

komst werd vergald door de lijding, welke hij onlving van den dood zijner eohlgenoole, Margaretlia van \ hiandiTon. Deze vorstin die zich op de vloot van .lolian van iNesles ingesclieepl Ikk , dacht baren man in Palestina te vinden: bezwijkende onder de vermoeienis en misschien ook wel onder liet verdriet over de lan-'-e scheiding, werd zij te Plolomais ziek en stieii terwijl men haar mededeelde, dat haar echlgenoot keizer van Constan-linopel geworden was. Het vaartuig dal heslemd was om de nieuwe keizerin naar de oevers van don Dosphorus over 1c voeren, bracht slechts haar slollelijk oinlmlsel over Omringd door zijne deelneniende ridderschaar, beweende l.oudesvijn den dood eener vorstin, die bij loeder beminde, en dio, door hare deugden en de bevalligheden liarer jeugd, bel sieraad en hel voorbeeld van hel hol van Byzanliuin zou zijn geweesi. Hij deed haar met groolen blister in de Snil-bohakerk hegras en , waarin hij, weinige dagen le voren, de keizerlijke kroon ontvangen bad. Zoo was de bevolking van Conslantiuopel bijna Ier zell'der tijd getuige van de kroning eens keizers en de hjk-

■1 eelaakt hadden

plechligbeden eener keizerin; de dagen van zegepraal en vreugde waren'vermengd met dagen van rouw.

Mol de hulp, die hun uit hel heilige land toegevloeid was tolden de keizer en zijne baronnen nauwelijks twintig duizend weerbare mannen om hunne veroveringen te verdedigen en de bevolking der hoofdslad en der provincie in bedwang te houden. De sultan van Iconium en do koning der Bulgaren dreigden sinds lam.'- de aan hunne stalen grenzende provinciën met een mval: de val van het Grieksche rijk hood limine eerzucht een welkome quot;■elenenlieid aan om hunne plannen te verwezenlijken. De volken van quot;Griekenland waren overwonnen zonder onderworpen le zijn. Daar men in de verwarring, welke de verovering van Byzantmni vergezelde, geen ander recht meer erkende dan net geweld en hef zwaard,' wilden al de Grieken, die de wapens nog met nedergelegd badden, zich een vorstendom ol een koninkrijk scheppen. Overal verrezen nieuwe Staten en bedreigden reeds dien, welken de kruisvaarders pas gevestigd hadden.

Ken kleinzoon van den gelukzoeker Andromcus 1 sticlitte een provincie van Klein-Azic onder den titel van keizei hel rijk Trebizonde. Keo Sgurns, een barbaarsch overweldiger en een woeste, wreede dwingeland, die meester was van de stad Nauplia, breidde zijne drukkende heerschappij over geheel Argolis en rorinlhe uit. Michael Angelus Conmenus, een bloedverwanl der gevallen keizerslamilie, vestigde opnieuw het koninkrijk Epirus en regeerde met ijzeren vuist over een woest en krijgshaltig volk. Theodorus Laacans, die, evenals l'.iieas, zijn in vlammmi opgaand vaderland oiilvluclil was, verzamelde troepen in Bilhynio en deed zich te Nicea to Keizer uitroepen, van waar zijne lamilie eenmaal inzegepiaal naar Conslantiuopel zou lorugkeoren. ...

Indien de wanhoop don beiden voorlvlncldigen keizers een wei-niquot;' moedingeboezemd hadde, zouden zij een deel van hel dei i hen zeiven overweldigde rijk hebben kunnen behouden, in.iai zij hadden door de lessen'van den tegenspoed mets geleerd. Murzulllus, die al de door Alexis begqunen misdaden volvoerd had, was onbedaidilzaam genoeg zich in handen te stellen van zijn mededinger, wiens doehler hij gehuwd had. De booz.cn nemen somsquot; zeil de laak op zich, om elkander te stral en. na Murzulllus met vriendsebapsbeluigingen overladen te iel)oen, lokte Alexis hem in zijn buis en deed hem de oogen uilsteueii. In dien toestand ging'Murz.nlTlus, door de zijnen verlaten, voor wie hij nog sleehls oen voorwerp van arsehuw was, in Azie zijn leven ni veiligheid stellen en zijn ellende verborgen, toen hij onderweg door de Latijnen govangon genomen w'erd. iNaar Consianlinopei gevoerd en veroordeeld om zijne misdaden door een outeerendeii dood le boeten, werd hij boven van een zuil quot;'ewornen, die door keizer Theodosins op hel laurus-pein 0|)quot;erichl was. De Grieksche bevolking, die aan .Murzulllus her purper aangeboden had, woonde zijn gewelddadig uileindo hij en was diep geschokt door deze straloolennig, welke ongewoner voor haar was dan de misdaad , die men stralto. a de lorechlstelling beschouwde do menigio met verhazuig op de zuil van Theodosius oen hus-reiicf, dal een koning, me van een groole hooule viel, en een slad, die van do zeezijde he-storind werd, voorstelde. In die onrustige en rampvolle lijoon zag men overal voorspellinger- in. Alles, tot zells het marmer eiTde steen scheen van do rampmi van Constanluiopel gesproken le hebben. Nicolas verwonderde er zich over, dal zulke wederwaardigheden niet door een regen van bloed en ( enige akeliue voorlockenen aangekondigd waren. Do verliehtslo ui le-ken verklaarden den val van hel rijk van Coustanlijn ml de verzen der dichters en der sibyllen, ol' uit do voorziigguigon van'de SchrilUinr; hel volk las den dood zijner lirannen en zijn eigene rampspoeden in de oogen der standbeelden en op do in do hool'dslad slaande gebleven gedenkzuilen.

De trouweloosheid en wreedheden van Alexis bleven met oimeslian. De overweldiger was genoodzaakt van slai lol slaa te'dwalen en hel keizerlijk purper soms onder hel kleed \an

Hij had gedurende eemgen lijd ; verachting, die hij den overwin-rondgezAvorveu le hebben, werd markies van Monl!errat overgele-. Uil zijne gevangenis onlsnapl, en vond een schuilplaats bij den

den bedelaar te verbergen.

zijn behoud te danken aan dc naars inboezemde. Na lang hij, naar men zegt, aan den verd en naar Italië gevoerd

keerde bij naar Azië terug ........- ........- . .

sullan van Icoiiium. Alexis kon er met toe hosluilen om sld in alzondering le blijven leven, en venemgde zich mel de Turken om zijn schoonzoon Lascaris aan le vallen, wien inj hel bezit van Bithynië misgunde. De Turken werden geslagen en de voortvluchlige vorst viel eindelijk m de handen \aii den keizer van Nicea, die hein in een kloosler l.el opsluileii waar hij door do Grieken en Katijnen vergelen stieii. Hij imü acht 'euir, drie maanden en tien dagen geregeerd.

iNaiir hel getuigenis van Meelas was Alexis zeer gemaligd eu zachlziiniig. iüj deed geen enkele vrouw don rouw over baren echlgenoul dragen eu uiemand hel verbos van zijn \ernio-gen beweenen. Deze lot van Nicolas kan met do overweldiging


-

11

-ocr page 299-

T

GESCHIEDENIS DKI! KllUISTüGIITKN.

ISl!

van Alexis, de liron van zooveel ramiieu doen vergeten, noeii de lalhartigheid, waarmcile hij liet in gevaar verkoerende rijk in den sleek liel. Voorzeker, de geschiedenis moet de vorsten gispen die hel leven der mensclien en het vermogen der burgers niet eerbiedigen; maar hare verachting moei bovenal op ben neerkomen, die noeh door do slem van het volk noch door de stem van God geroepen zijn, en die, in hachelijke tijden, de vereiscble kracht en moed missen voor do gevaarvolle taak die zij op zich genomen ol' gekregen hebben: ziedaar de slechte vorsten, ziedaar de vorsten dor slechte dagen. Wat Murzulllus belrel't, zijn gewelddadig uiteinde wekt evenmin onze verbazing als ons mededoogen. Hel moet gezegd worden, dat hij eenige geestkracht aan den dag legde voor de verdediging van Gon-stanlinopel; zijne heersclimclil had voor vaderlandslioitle kunnen doorgaan, ware zij niet met een alsclmwelijke misdaad begonnen. Zijne pogingen berokkenden Goiislanlinopel slechts grooter onheil, want de Voorzienigheid wilde niet dat een groot rijk zijn behoud te danken badde aan verraad en vorstenmoord.

Terwijl de van den Iroon gostoolen vorsten elkander aldus beoorloogden en de brokstukken van hel rijk belwistlen, verlieten de Fransche graven en baronnen de hooldstad om bezit te gaan nemen van de provinciën en do steden , die hun ten deel gevallen waren. Velen onder hen zagen zich genoodzaakt gewapenderhand de gronden te veroveren, die' men hun gegeven bad. Do markies van Monlferrat begaf zich op weg om hel koninkrijk Thessalonica in oogenschouw te nemen eli de huldiging van zijne nieuwe onderdanen te ontvangen. Vergezeld van zijn broeder Hendrik van Henegouwen en een groot aantal ridders trok keizer lioudewijn door Tliraciö en Rumenië en werd. overal op zijn weg hegroet door de luidruchlige toejuichingen van een bevolking, die er altijd meer op uit was om hare overwinnaars le vleien, dan hare vijanden te bestrijden. Te Adrianopel aangekomen, waar hij luisterrijk ontvangen werd, gal' de nieuwe keizer zijn voornemen te kennen om zijn tocht lot in Thessalonica voort te zetten. D'

verraste den markies van iMonllerrat,

kennen gal' alleen naar zijn koninkrijk beloolile aan den keizer onderworpen le beschikbare slrijdkrachten legen de vi,

le zullen aanwenden: maar hij duchtte van llondewijns leger in zijne reeds door sleden. Er ontstond dientongovolge een de heide vorsten. De ma keizer zich ineende in

le ontdekken om de souvoreinileil van den keizer le iiiiskennen. Heiden hadden de gereclitiglieid liel en waren zeer gematigd; maar sedert zij, de een koning van Thessalonica, de ander keizer van Gonstaiilinopel waren geworden, hadden zij hovelingen die zich beijverden kwaad tusschen hen te stoken en hel twistvuur aan te lilazea. I!e dat al 1 el ongelijk aan den kant misbruik maakte van eene macht wezen van een deugdzamer vorst.

le verslaan dat hij zich lo edelinoe

vijanden en meenden, in de overmaat hunner pliiimstrijke., dal hij slechts ééne zwakheid bezat, die luiinclijk van te lang een ontrouwen vazal gespaard te heliben. Ondanks al de ver-loogen van den markies van iMoutlerrat deed lioudewijn zijn leger het koninkrijk Thessalonica biimenrukken. Honilacius beschouwde die halslarrigheid van den keizer als ecu bloedigeii hoon en zwoer er met hel zwaard in de vuist wraak over le zullen nemen. Door granisclm|) vervoerd, verwijderde hij zich plotseling met eenige ridders, die zich voor 'hem verklaard hadden, en maakte zich storincnderhand meester van Didymo-ticus, eene stad die den keizer toebehoorde.

De markies van MonUerrat had zijne vrouw, Margareliia van Hongarije, de weduwe van Isaiic bij'zich. De tegenwoordigheid van deze vorstin en de hoop van de verdeeldheid tusschen do Latijnen aan te wakkeren, lokten de Grieken onder de vanen van Honilacius. Hij verklaarde hun, dat hij voor hunne zaak streed en deed een jeugdigen prins, een zoon van Isaiic en Margareliia van Hongarije, met bet keizerlijk purper bekleeden. Dat schaduwbeeld van een keizer, bij wien zich van alle kanten de voornaamste bewoners van llinnenië kwamen aansluiten, in zijn gevolg medevoerende, sloeg Honilacius den weg naar Adrianopel weder in en maakte toebereidselen om die stad te belegeren. Boniracius, wiens verbittering met den dag toenam, bleel dool' voor de raadgevingen en do beden zijner wapenmakkers, en het ware tusschen de Latijnen tot een bloedigen oorlog gekomen, indien niet de doge van Venetië, de graal' van lilois en de te Gonslaiitiiio|iel leruggehleven baronnenquot; bnu gezag en hun invloed aangewend Imddeu, om de onheilen al le wenden, waarmede het nieuwe keizerrijk bedreigd werd. Ten hoogste bekommerd door hetgeen zij veruoinen hadden, zonden zij al^evaardigden naar den keizer en den markies van MonUerrat om ben tot toegevendheid te steinnien. De maarsi Champagne, die naar Boniracius al'gevaardigd was, verweel dezen onbewimpeld dat hij den roem en do eer der kruisvn wier bevelhebber hij was, vergelen had; dat hij, door iji hooirmoed. de zaak van Jesns Christus en hel boil van hu

t onverwachte besluit die hel verlangen te te gaan. Boiiilacius zullen zijn en al zijne n van liet keizernjk de tegenwoordigheid den oorlog uilgeputto lievige twist tussdien

'kies van MonUerrat beschnldigdo den van zijne Slalea le willen meester maken; Houdewijn de tegenkanliiig van Honilacius de geheime bedoeling

ligen zeiden tot Boniracius van Boudewiju was en hij , die het loon had moeten Anderen gaven den keizer dig beloonde legenover zijne

voor

,,........... -.....- mar

kies van Moiitlerrat werd geroerd door de verwijtingen van Villehardonin, die zijn vriend was en in naam der kruisvaarders tot hem sprak; iiij beloolde de vijandelijkheden te staken, en zijn twist met Houdewijn aan de uitspraak der graven en baronnen te zullen onderwerpen.

Middelerwijl had Houdewijn bezit genomen van Thessalonica. Zoodra hij de vijandelijkbeden van den markies van Monllerrat vernam, haastte hij zich met zijn leger naar Adrianopel terug te koeren, toon hij de algevaardigden ontmoette, die hem, uit naam dor bevelhebbers van den kruistocht, van vrede kwamen spreken en gevoelens van gerechtigheid en menschelijkheid in

idder van den graal van ISiois hield nak, welke Villehardoiiin voor ons * lezers ongolwijleld met genoegen overwinnaars van Byzantium zuilen

, de graal' Bodewijk al de baronnen, die j als hun souvereiu degeiieu , die, door ;e verdeeldhedmi aange-groot ongelijk het oor

te leenen aan die trouwelooze raadslieden, want zij zijn onze vijanden en de uwe. Gij moei welen, dal de markies'Honiracius zijn geschil aan de uitspraak der baronnen onderworpen heelt; de heeren en de vorsten hopen dal gij eveneens doen zult en u niet tegen do gereclitiglieid verzeilen. Zij hebben gezworen, en wij zijn belast n zulks in hun naam te verklaren, dat zij niet langer het schandaal zullen dulden van een tusschen kruisvaarders gevoerden oorlog.quot;

Aanvankelijk antwoordde Houdewijn niets op die toespraak en scheen verstomd over zulk een taal; maar men sprak lot

hem in naam van don doge van Venetië, wiens I.....ge jaren hij

eerbiedigde, en dien hij lielhad, in naam van do graven en de baronnon, zonder wier hulp bij hol rijk niet helioliden kon: hij luisterde eindelijk naar de slem der rede en die dor vriendschap. Hij beloolde do wapens neder te leggen en naar Gonstaiilinopel te komen, om aan de tusschen hem en den markies van Moiitlerrat gerezen twist een einde te maken. Itij zijne aankomst bestormden de graven en de baronnen hein met klaeblen en smeekbeden, en vonden hem toegankelijk voor al huiine raadgevingen. De markies van MonUerrat, die hem van nabij volgde, kwam niet zonder schroom in do hooldstad terug; hij werd vergezeld door honderd ridders mol hunne wapenknechten. De wijze waarop hij door Houdewijn en de overige bevelhebbers ontvangen werd wischte allen wrok bij hem uit eu verdreel' alle wantrouwen. Nu was er nog slechts sprake van het herstol van den vrede en de eendracht onder de kruisvaarders. De doge van Venetië, de graven, de baronnen en de vooriiaamslen onder de ridders vormden een gereebtshor, namen keunis van den twist en deden zonder hooger beroep uitspraak tusschen den koning van Thessalonica en den keizer van Gonstantinopel. De beide vorsten zwoeren, uiet meer naar trouwelooze inblazingen le zullen luisteren en omarmden elkander ton aanschouwe van het leger, dat zich over bet horstel van de eendracht evenzeer verheugde als ware er een groote overwinning op de vijanden van bet rijk behaald.

Zoodra de vrede hersteld was, verlieten de ridders en de baronnen opnieuw de hooldstad, om de provinciën te onderwerpen. I,odewijk, graal van lilois, wien Hitbynië ten deel gevallen was eu die den titel had aangenoinon van hortog van Nicea, zag zich door een ernstige ziekte in de hooldstad teriiquot;-gehouden. Tegou Allerheiligen zond hij Poter van Braebenx en 1'ayen van Orleans met honderd ridders op weg. Dit troepje dapperen bogal' zich eerst naar Gallipoli, kwam', den llellos-poutus overstekende, le Piga, een door Latijnen bewoonde stad, en trok, zonder vijanden te ontuioeleu, langs den oostelijken oever van den Proponlis voort. In hel binueulaud doorgedrongen zijnde, versloeg het oen leger vau Lascaris en bemachtigde Penaniena op de grenzen van Hitbynië en Mysië- vau zegepraal tol zegepraal voorltrekkende, bereikte het ilen'herquot;-Olympus en vond eerst legenstand voor de muren van Hruss iquot; Ter zelfder tijd staken andere kruisridders bij Chalcedoirë den Bosphorus over en volgden de zeekust lot aan de stad Nicomedië, dio bare poorten voor hen ontsloot eu waarin zij een sterke bezetting legden.

Omstreeks hol einde der maand November had Hendrik van Henegouwen, Boudewijns broeder, die Analolië bekomen had zich over zee naar Abydos begeven. De vlakten van Troades'

van

irs, n

iiuogmuuu, ue zaak van josus lairisins en nei neii va rijk op het spel zette en dagen ^an zegepraal eu vreugde de Grieken, de Bulgaren en de Turken voorbereidde. De kies van Moiitlerrat werd geroerd door de verwijtingei

zijn hart opwekken. Een ri lót den keizer eene toespi bewaard heel't en waarin d de edele openhartigheid der erkennen:

«Sire,quot; sprak bij, «de doge van Veneiii van Blois, mijn zeer doorluchlige heer, en zich le Gonstaiilinopel bevinden, groeten en beklagen zich aan God en aan u ovei hunne booze raadgevingen, noodlotti kweekt hebben. Gij hadt voorzekei


-ocr page 300-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

48(3

al de lussclien den Uollesponlus en de Ida gelegen landen, onderwierpen zich des Ie gereeder, daar het grootste gedeelle der bevolking uit Armeniërs bestond, die de vijanden der Grieken waren. Tot aim bet kanaal van Lesbos cl Mitylene voorlgerukl zijnde, dreef Hendrik den broeder van Lascaris, Gonstantijn, op de vlucht en-deed zijne vanen wapperen op de wallen van Adramylic, een stad aan het uiteinde der golf van denzelfden naam gelegen.

Van den anderen kant onderwierpen de met leengoederen begiftigde edelen de steden en heerlijkheden, die zij in Thracië of Uumenië tot aan l'hilippopolis ontvangen hadden, door bet geweld der wapenen. De markies van Montferrat, rustig bezitter van Tbessalonica, beproefde de verovering van Griekenland: bij rukte Thessalie binnen, trok over de kelens van den Olympus en de Ossa en maakte zich meester van Larissa. Bonifacius en zijne ridders trokken, zonder aan de oude Spartanen te denken, door den bergpas van Thermopyle en drongen in lioeotië en Attica door; zij dreven JjCo Sgurrus, den geesel van een uitgestrekte provincie, op de vlucht, en hunne krijgsverrichtingen waren wel geschikt om de Grieken te lieriiinercn aan die helden uit de eerste eeuwen, die de wereld doorkruisten om monsters en tirannen te bevechten. Terwijl Bonifacius van verscheidene gewesten van Griekenland bezit nam, stichtten Willem van Ghamplitte, burggraaf van Dijon, cn Godlried van Villebardouin, neef van den maiirscbalk van Champagne, die met een groot aanla! ridders uit Champagne cn Bonrgondië naar Gonstanlinopel gekoaieu waren, in den Peloponcsus een vorslendom, dat langer zou beslaan dan hel Lalijnsclie rijk van Uyzantiuiu. Zij maakten zich meester van Arcadii1, Mcsscnië, het gebied vaii Eaccdemonir, de zeekusten van af Patras en Moduli tot aan Calamata. Cchccl ondcr\vor|)en aan dc wellen der Latijnen, lelde Griekenland weldra heeren van Argos, Corintbc, Thebe, hertogen van Athene, vorsten van Achaïa. Fi'ansche ridders schreven de wollen voor in do geboorteplaats van Agamemnon, Epammondas en Lycurgus. Zonderlinge lols-beslemming der krijgers van dien kruistocht, die het Westen verlaten hadden om de stad en den grond van Jcsus Christus te gaan veroveren en door dc fortuin gevoerd werden op de plaatsen, die vervuld waren van de herinnering aan de goden van Homerus en den ongewijden roem der oudheid.

De kruisvaarders hadden niet lang genot van hunne verove-veringen. Bezitters van een rijk dal inoeielijker le behouden was dan le onderwerpen, wisten zij de fortuin niet aan zich le ketenen, bolgeen hun deed verliezen walde overwinning linn geschonkcn had. Zij oefenden hunne macht met gewelddadigheid uil cm ontzagen noch hunne onderdanen noch hunne buren. Johannes, de koning der Bulgaren, had aan Boudewijn fX'zanlen gezonden om hem zijne vriendschap aan te bieden: Boudewijn wees dit aanbod niet hooghartigheid van de hand cn dreigde Johannes van diens overweldigden troon te slooten. Door de Grieken van luuiue bezittingen le berooven sloten de kruisvaarders alle bron van voorspoed voor zich af en brachten zij dc menschen, wicn zij enkel liet leven gelaten hadden, tot vórtwijlëling. Tot overmaat van onvoorzichtigheid weigerden zij de Grieken in de gelederen van hun leger op te nemen en beliaiidclden hen met de grootste minachting, zoodal deze hunne onverzoenlijke vijanden werden. Niet tevreden met hun gezag in de steden le doen erkennen, wilden zij ook dc harten aan zich onderwerpen en wekien daardoor de dweepzucht op. Onrechtvaardige vervolgingen verbitterden het gemoed der Grieksche priesters, die met lielliglieid legen de dwingelandij uitvoeren en, lol den bedelstaf gebracht, aangehoord werden als orakelen en vereerd als martelaars.

Het nieuwe rijk der Latijnen, waar men de leer.heerlijke wetten ingevoerd had, zag zich verdeeld in tallooze vorsten-domnien cn heerlijkheden, en was niets meer dan cene soort van republiek, die zeer raoeielijk te besturen was. De Venetiërs hadden hun eigen rechtsgebied en de meeste steden werden afwisselend bestuurd volgens de wetgeving van Venetië of de wetten van het leenheerlijk stelsel. De heeren en de baronnen hadden tegenovergestelde belangen, iels wal iederen dag lot botsingen en burgeroorlog aanleiding kon geven. De Lalijnsclie geestelijken, die de schatten der Grieksche Kerk gedeeld hadden, gaven alles behalve het voorbeeld van de eensgezindheid en den vrede en wilden steeds de wetten en het gezag van hel hof van iioiiie boven die des keizers stellen. Verschcidenen hunner hadden leengoederen van baronueii weten le bekomen, endaar de leenen, die zij bezaten, vrijgesteld waren van den krijgsdienst, zag het rijk zich op die wijze van zijne natuurlijke verdedigers beroofd.

Het klimaat en de rijkdonmien van Griekenland, het verblijf in Byzantium hadden de krijgshal'ligheid der overwinnaars ontzenuwd en het zedenbederf onder de soldaten van hel kruis doen oiitlüeinen. De volken veraclitlen eindelijk de macht en de wellen dergenen,, wier zeden zij veraclitlen. Daar de Latijnen zich van elkander gescheiden hadden, de eenen om zich naar

Griekenland, de anderen om zich naar Klein-Azië te begeven, begonnen de Grieken, die geen groote legers meer zagen en soms met gunstigen uitslag aan hunne vijanden weerstand geboden hadden, 'te gclooven, dat de krijgers van het Westen 'niet onoverwinnelijk waren.

In buinie vertwijfeling besloten de overwonnenen naar de wapens le grijpen, en overal vijanden tegen de kruisvaarders zoekende, riepen zij de besclierming en bet bondgenootschap in der Bulgaren. Er vormde zich cene uitgebreide samenzwering, waaraan allen deelnamen, die hel knellende juk der overweldigers niet meer dragen wilden. Plotseling brak het omveder los met de slachting der Latijnen; één oorlogskreet liet zich liooren van af den berg Hemus tot aan den Hellesponlus; de kruisvaarders, die in de steden en op het land verspreid waren, werden door een verwoeden en nieedoogenloozen vijand overvallen. De Venetiërs en dc Franschen, welke Adrianopel en Didymotica bezetten, bezweken voor de overmacht der Grieken: eenigen werden in de stralen vermoord; de overigen trokken in wanorde terug en moesten niet smart op hunne vlucht zien, dat hunne vanen van den top der torens nedergeworpen en door die der Bulgaren vervangen werden. De wegen waren bezaaid met vluclilende krijgers, die geen schuilplaats konden vinden in een land dat kortelings op het gekletter van liuune wapens sidderde.

Elke door de Grieken belegerde stad was onbekend met het lol der overige aan de hoede der Latijnen toevertrouwde sleden , dc onderlinge gemeenschap was verbroken; de onheilspellendsle geruchten waren iu de provinciën in omloop: de hoofdstad stond in vlammen, al de sleden werden geplunderd, al de legers der Franken verstrooid cn vernietigd. De barbaarschheid der Grieken besprekende, gewagen de oude kronijkeu ook van den schrik, die eenige ridders en baronnen overineesterd had. I)e aanblik van het gevaar scheen alle gevoel in hunne harten verstikt le hebben: men zag in den oogenblik des gevaars kruisvaarders hunne strijdmakkers, broeders hunne broeders verlaten. Een oude ridder, Robert van Tril, die, in weerwil van zijne grijze haren, zijne zonen in den kruislocht vergezeld had, werd in Philippopolis door de Grieken belegerd; de stad was door vijanden omringd en Bobert had bijna geen hoop meer op behoud. In zulk een dringend gevaar waren zijne tranen en smeekingen niet in staal zijn sehooiizoon en zijn zoon le bewegen bij hem le blijven. Villebardouin meldt ons dat die lafhartige krijgers op hunne vlucht vermoord werden en dat God degenen niet wilde redden die geweigerd hadden hun vader bij te staan.

Toen de mare van die rampen Constantinopel bereikte, riep Boudewijn ijlings de graven en de baronnen bijeen. Men besloot al de strijdkrachten van hel rijk samen te trekken, ten einde den opstand in eens te kunnen onderdrukken en in zijne verdere uitbreiding te sluiten. De kruisvaarders, die aan gene zijde van den Bosphorus oorlog voerden, ontvingen bevel liunne veroveringen prijs te geven en onder de vanen van het leger terug te kceren. Boudewijn wachtte verscheidene dagen op hen; maar daar bij reikhalzend verlangde om den oorlog te beginnen en den vijand door de snelheid van zijn marsch wilde verrassen, begaf hij zich op weg aan de spits der ridders, die zich in de hooldstad bevonden, en verscheen, vijl dagen na zijn vertrek, voor de wallen van Adrianopel.

Gewoon om geen hinderpalen te achten, lieten de bevelhebbers van hel kruisleger zich nooit weerhouden door hei gering aantal hunner soldaten ol de menigle hunner vijanden. De hoofdstad van Thracië, die door onneembare wallen omringd was, werd verdedigd door honderdduizend Grieken, bij wie de dorst naar wraak den onlbrekenden moed verving; Boudewijn telde ter nauweriiood acht duizend man onder zijne vanen. De doge verscheen weldra met zeven a acht duizend Veneliërs. De voortvluchtige Latijnen kwamen zich van idle kanten bij dat kleine leger aansluiten. De kruisvaarders sloegen hunnc legertenten op cn maakten toebereidselen voor de belegering der stad. Deze vorderden zeer langzaam en er begon reeds gebrek le komen aan levensmiddelen, toen het geiuchl hun ter oore kwam, dal de koning der Bulgaren in aantocht was. Johaimes, het opperhoofd van een barbaarsch volk en zeil nog barbaarscher dan zijne onderdanen, naderde met een geducht leger: hij verborg de ontwerpen van zijne eerzucht en zijne wraak onder den schijn van den godsdienstigen ijver, en deed een standaard van den heiligen Petrus, dien hij van den Paus ten geschenke ontvangen had, voor zich uit dragen. De nieuwe bondgenoot der Grieken beroemde er zich op het hoofd van cene heilige onderneming te zijn en dreigde de Franken te verdelgen, die hij beschuldigde liet kruis aangenomen te hebben, oin de provinciën der christenen le verwoesten cn hunne steden te vernietigen.

De koning der Bulgaren werd voorafgegaan door een talrijke ! horde Tartaren ot Cumanen . die de hoop op plundering uil de 1 bergen en de wouden in de nabijheid van den Donatj en den


-ocr page 301-

0 ESC [I [ED RN IS DEI

Borysllioncs gelokt had. Do Cumancn, die bloeddorstiger warcn dan do volken van het Hemusgebergte, dronken, zegt men, hel bloed luinner gevangenen en slachtofTerden de christenen op do altaren liunner afgoden. Evenais de krijgers van ScyLhie gewoon om ai vluchtencle te strijden, hadden de Tartaarsche rnitors van Johannes last gekregen den vijand lot in zijn kamp te gaan uittarten en do zware ruiterij der Franken in een hinderlaag te lokken. De graven en de baronnen hadden het gevaar voorzien: zij verboden den kruisvaarders uit hunne tenten te komen en hunne verschansingen to verlaten. Maar zoodanig was hot karakter der Fransche krijgers, dat in hunne oogen do voorzichtigheid den heldenmoed van allen luister beroofde, en het hun onteerend toescheen do tegenwoordigheid en de bedreigingen des vijands zonder strijd te dulden.

Nauwelijks hebben zich de Tartaren in de nabijheid van het kamp vertoond, of hun gezicht doet aan de bevelhebbers zei ven het daags te voren gedane verbod vergeten. De graaf van Blois en de graaf van Vlaanderen snellen don vijand te gemoet, drijven hem op de vlucht en zetten hem twee mijlen ver na. Maar plotseling verzamelen zich de Tartaren en stormen op hunne beurt op de kruisvaarders in. Dezen, die meenden een overwinning behaald te hebben, zijn genoodzaakt zich te midden eener hun geheel onbekende landstreek te verdedigen: hunne escadrons, die uitgeput zijn van vermoeienis, worden door het leger van Johannes overvleugeld en omsingeld. Van alle kanten doorbroken, doen zij vergeelsche pogingen om hun slagorde te herstellen en kunnen noch vluchten noch aan de barbaren weerstand bieden.

Do graaf van Blois poogt zijn noodlottige onvoorzichliglioid te herstellen door wonderen van dapperheid; overdekt mei wonden wordt hij midden in de vijandelijke drommen van zijn paard geworpen. Een zijner ridders richt hom op en wil hem uit het gewoel verwijderen. «Neen!quot; roept die dappere vorst uit, «laat mij strijden en sterven.quot; Nauwelijks had de graaf van Dlois dit gezegd, of hij stort met verbrijzelden schedel neder en zijn getrouwe ridder sterft aan zijne zijde.

Keizer lioudewijn betwistte nog de overwinning. De dappersten der ridders en der baronnen volgden hem in liet gewoel, een ontzettende slachting teekende overal hun weg door de gelederen der barbaren; Peter, bisschop van Bethlehem, Stefanus, graaf van Derche, Reinout van Montmirail, Matthias van Valinconrt, Bohert van Koiii;ai, lal van heeren en moedige krijgers vinden den dood bij hel verdedigen van hun vorst, lioudewijn Meel' bijkans alleen op hel slagveld over en nog altijd streed hij; maar eindelijk bezwijkt hij voor de overmacht en valt in de handen der Bulgaren, die hem mei ketenen beladen. De overblijfselen van het leger trekken in de grootste wanorde lenig en hebben hun behoud slechis te danken aan de beleidvolle dapperheid van den doge van Venetië en den maarschalk van Champagne en Hu menie, die aehlergebleven zijn om het kamp le bewaken.

In den nacht zeiven, die op den strijd volgde, hellen de kruisvaarders hel beleg van Adrianopel op en slaan, door duizenden gevaren omringd, weder den weg naar de hoofdstad in. Fier op hunne overwinning, vervolgden de Bulgaren en de Cumanen zonder verpoozing den door hen overwonnen vijand. Hel chrislen leger, dal de hellt zijner soldalen verloren had, leed gebrek aan levensmiddelen en voerde met inspanning zijne bagage en zijne gekwelslen medé. De kruisvaarders waren in een somber stilzwijgen verzonken; hun vertwijfeling openbaarde zich in hunne houdingen hunne gelaatstrekken. Te Bodoslo onlmoellen zij Hendrik van Henegouwen en verscheidene ridders, die uil de provinciën van Azië terugkwamen om zich hij hel leger voor Adrianopel te voegen: weeklagende verhalen zij hun nederlaag en de gevangenschap van Boudewijn; al die krijgers, die nooit overwonnen geweest waren, geven tegelijk hunne verrassing en hunne droefheid le kennen, vermengen hunne snikken en hunne tranen, en hellen oogen en handen ten hemel, om de goddelijke harm hartigheid af te roepen. De luuisvaardei's, die van de oevers van den Bosphorus terugkeerden, wenden zich tot don maarschalk van Bumenië en smeeken hem weenende: «Zend ons in hel dreigendste gevaar; want wij zijn hel leven moede: zijn wij niet diep ongelukkig, dat wij hiel tijdig genoeg gekomen zijn om onzen keizer hij 'le staan ïquot; Door een zegevierenden vijand op de hielen gezeten, kenden de ridders van het kruis geen vrees; de dioefheid, welke de gedachle aan hun geleden nederlaag verwekte, maakte hen blind voor de gevaren, waarvan zij omringd waren.

Al de kruisvaarders betoonden evenwel dien edelen moed niel: verscheidene ridders, die Villehardouin niet wil noemen, om huil nagedachtenis niet te onteeren, hadden de vanen van hot leger verlaten en waren lol naar Conslantinopel gevlucht, /ij verhaalden er de nederlaag der kruisvaarders en hingen, om hunne lafhartige vlucht le verontschuldigen, een hartverscheurend tafereel op van de rampen, die het rijk bedreigden. Al de Franken werden door droefheid en schrik aangegrepen, toon zij vernamen, dat zij geen keizer meer haddon. De Grieken, die in de hoofdstad woonden, verheugden zich in het geheim over do zegepraal der Bulgaren; hunne vreugde, die zij kwalijk verborgen, deed de bekommering der Latijnen nog meer stijgen. Een groot aaplal ridders, door zooveel tegenspoed ontmoedigd, zagen hun behoud nog slechts in de vlucht, en scheepten zich ijlings op Voneliaansche vaartuigen in. Vruchteloos poogden de pauselijke legaat en verscheidene legerhoofden hen terug le houden door hen met den toorn van God en de verachting der menschen te dreigen; zij verzaakten aan hun eigen roem, verheten een door hunne wapens gegrondvest rijk en kwamen Boudevvijns gevangenschap boodschappen in de steden van het Westen, waar nog openbare feeslelijkheden gevierd werden voor de eerste overwinningen dei' kruisvaarders.

Middelerwijl zette Johannes do vervolging van het overwonnen leger voort. Met de Bulgaren vereenigd, maakten de Grieken zich van al de provinciën meester en lieten den Latijnen geen oogenblik rust. Onder de gruwzaamheden, waarvan de geschiedenis van dien tijd melding maakt, mogen wij den moord niet vergeten van twintig duizend Armeniërs. Deze talrijke volksstam had do boorden van den Euphraat verlaten en zich in Analolië nedergezet. Na de verovering van Conslantinopel verklaarden de Armeniërs zich voor de kruisvaarders en toen de Latijnen tegenspoed ondervonden, trokken zij, zich door de Grieken bedreigd en vervolgd ziende, den Bosphorus over en volgden Hendrik van Henegouwen op zijn marsch naar Adrianopel. Deze Armeniërs voerden hunne kudden en hunne gezinnen met zich; zij hadden het kostbaarste van hetgeen zij konden mede-nemen óp karren geladen, en konden het leger der kruisvaarders op zijn weg door de hergen van Thracië met moeite volgen. Dit ongelukkige volk werd door de Tartaren verrast en mee-doogenloos omgebracht, zonder dat er een enkele in het leven gespaard bleef. Do Franken beweenden do uilroeiing der Armeniërs, maar konden hen niet wreken; zij hadden niets dan vijanden meer in de uitgestrekte provinciën van het rijk; aan gene zijde van den Bosphorus bezaten zij nog enkel 'het kasteel van 1'eges, aan de zijde van Europa slechts Bodoslo en Selivrea. Hunne veroveringen in het oude Griekenland werden nog niel door de Bulgaren bedreigd, maar deze verafgelegen heziltingen strekten slechis tol verbrokkeling van hunne strijdkrachten. Hendrik van Henegouwen, die den titel van regent aannam, verrichtte wonderen van dapperheid om eenige sleden van Thracië le hernemen en verloor iu roemlooze gevechten een groot aantal der strijders, die aan zijne vanen trouw gebleven waren.

|12()t).| De bisschop van Soissons en verscheidene kruisvaarders, droevige afgevaardigden van een in rouw gedompeld rijk, werden naar Ilalië, Frankrijk en het graafschap Vlaanderen gezonden, om den bijstand der ridders eu der haronnen in le roepen; maar de hulp, waarop men hoopte, kon slechts langzaam aankomen en de vijand maakte snelle vorderingen.

Aan een alles vernielenden orkaan gelijk, trok het leger der Bulgaren rond; hel teisterde de velden van Bumenië, breidde zijne verwoestingen tol iu hel koninkrijk Thessalonica uit, trok weder over deu berg Hcnius en keerde talrijker en geduchter lot aan de boorden van den Hebrus terug, terwijl hel de oevers van den Hellesponlus bedreigde. Het Lalijnsche rijk had geen andere verdedigers meer dan een luttel getal krijgers in de steden en sterkten verspreid; de krijg en de desertie deed het aantal en de strijdkrachten der rampspoedige overwinnaars van Byzantium met den dag verminderen. Vijfhonderd ridders, de bloem van hel kruisleger, werden voor de muren van Busium door de talrijke horden der Cumanen en Bulgaren aangevallen en in de pan gehakt. Deze nederlaag was niet minder noodlottig dan do veldslag van Adrianopel: de horden van den berg Hemus en de oevers van den Boryslhenes hadden geen vijanden meer te bestrijden. Op hun weg werd alles aau de vlammen prijsgegeven, terwijl de steden geen weerstand boden en geen schuilplaats meer opleverden. Het land was overdekt met soldalen, die alles vermoordden, wat onder het bereik van hun zwaard kwam; de zee met roevers, die al de schepen plunderden. Conslantinopel verkeerde in gestadige vrees de zegevierende standaards van Johannes voor zijne wallen te zien verschijnen en had zijn behoud slechis daaraan te danken dat de vijand in de provinciën van het keizerrijk een gemakkelijker te bemachtigen prooi vond.

De koning der Bulgaren spaarde zoomin zijne bondgenoolen als zijne vijanden. De steden, die in zijne macht vielen, werden verwoest; hij beroofde de inwoners, voerde hen in zijn gevolg als gevangenen mede, en deed hun, met al de ijsselijkheden van den oorlog, al de buitensporigheden van een naijverige en barbaarsche dwingelandij ondervinden. De Grieken, die om zijn hulp verzocht hadden, zagen zich eindelijk genoodzaakt den bijstand der Latijnen tegen hunne bloeddorstige bondgenoolen iu te roepen. Met vreugde namen de kruisvaarders het verbond mei de Grieken aan, dal zij nooit van de hand hadden moeten


-ocr page 302-

GESClllEDEiSIS DELI

wijzou on keerden in Adrianopel terug. Didymoüca en do meeste steden van Uunioniö scliuddeu liet ondraaglijk juk der Bulgaren al en ondervviorpen zich aan de Latijnen. De Grieken, die door Johannes tot vertwijreling gedreven waren, holoondon eeuige dapperheid en worden nuttige tiulptroepen voordo kruisvaarders; inuar wat verinocht dapperheid in do verlaten steden, in de verwoeste provinciën, in een vernield rijk? Zegevierend ot' geslagen zotten do horden van Bulgarije hare verwoestingen voort; haar hovolhobber vernieuwde telkens zijne invallen en liet den Franken geen rust. Door do Grieken van Rumenië aan zich /.elven overgelaten, nam hij zijne toevlucht tot de wapens der Grieken van Nicea en sloot een verbond met Lascaris, den onvorzoenlijken vijand der Latijnen.

Tovergooi's had de paus do volken van Frankrijk en Italië uitgenoodigd de wapens op te nemen om de overwinnaars van Byzantium bij te staan: hij vermocht hun geestdrift niet op te wekken voor eene zaak, die haren verdedigers niets anders meer aanbood dan zekere onboilen en roemlooze gevaren.

Te midden dor gevaren, die met den dag vermeerderden, bleven de kruisvaarders nog steeds onbekend met hot lot van Boudewijn: nu eens verhaalde men, dat hij zijne ketenen verbroken had en men hem in do wouden van Servië had zien omdolen, dan weder dat bij van droefheid in zijne gevangenis gestorven was; dan boette het weder, dat hij tijdens een feestmaal door den koning der Bulgaren vermoord was en zijne verminkte ledematen op woeste rotsen waren geworpen , terwijl zijn schedel, in goud gevat, don barbaarsehen overwinnaar tot beker diende. Verscheidene door Hendrik van Henegouwen uitgezonden kondschappers doorkruisten de steden van Bulgarije om naar hot lot van Boudewijn onderzoek te doen, doch keerden In Constanlinopel terug zonder iels vernomen te hebben. Een jaar na den slag van Adrianopel had do paus, door do kruisvaarders aangezocht, Johannes bezworen aan de Latijnen van Byzantium bet hoofd van hun nieuw rijk terug te geven. Do koning der Bulgaren vergenoegde zich met te antwoorden, dat lioudewijn don tol aan de natnur had betaald eu zijne invrijheidstelling 'niet moer in de macht der storvelingen stond. Dit antwoord deed alle hoop op liul terugzien van den gevangen monarch opgeven eu do Latijnen twijleldon niet meer aan den dood huns keizers. Hendrik van Henegouwen nam de droevige nalatensehap zijns broeders in bezit en volgde bom in do regeoring op. Tot overmaat van ramp hadden do Latijnen bot verlies te betreuren van Dandolo, die te Constanlinopel zijn roemvolle loopbaan eindigde en wiens hialste blikken den snellen ondergang aanschouwden van een rijk, dal bij gevesligd bad. Dandolo werd met grooten luister in de Sint-Soliakerk begraven en zijn praal-grat bestond lol aan den tijd van .Mahomed II. De overwinnaar van Byzantium dood de graftombe van den doge afbreken toen bij de Sint-Solia in een moskee deed verandoren. Een schilder uit Venetië, die vele jaren aan bet bof van Mahomed gewerkt had, ontving bij zijn terugkeer naar zijn vaderland van dien sultan bot kuras, den helm, do sporen en de toga van Dandolo Ion gosolienke, welke voorwerpen hij aan de familie van dien grooten man vereerde.

De meeste bevelhebbers van den kruistocht waren naar het Weslcn leruggekooi'd ol in de gevechten gesneuveld. Bij een expeditie togen do Bulgaren van bet Itliodope-gebergte bekwam Bonifacius oen doodolijke wonde, en zijn hoold werd in zegepraal aan don woesten Johannes gebracht, die reeds oen monarch aan zijne hoorsebznebt en zijne wraak bad opgeolferd. De erfopvolging van Boniracius verwekte hevige oneonigheden onder de kruisvaarders, en het koninkrijk Thossalonica, dal tijdons zijn korten duur oenigon glans had uitgestraald, ging onder in hel gewoel en de stormen van een binnen- en buitenlandseben oorlog. Do broedei en opvolger van Boudewijn verecnigde de burgerlijke met de militaire bekwaamheden; maar hij verinocht een aan allo zijdon geschokt rijk niet op lo richten.

Ik heb den moed niet deze geschiedenis te vervolgen on de Latijnen in do overmaat van bnune vernedering en hunne ellende te toonen. Mijn verhaal beginnende, zeido ik: ]\,i'e tien overwonnenen! het eindigende, kan ik mij niet onthouden te zeggen: Wee den overwinnaars!

Een oud rijk dal ineenstort, een nieuw rijk dat snol ten ondergang neigt, ziedaar de laiereolon, welke deze kruistocht ons aanbiedt. Geen ander tijdperk gaf grooler heldenfeiten te bewonderen en grooler onheilen te beweelion. Te midden dier roemrijke en treurige loonoolen wordt de verbeelding levendig gel rollen en komt van do eene verrassing in de andere. Al dadelijk wekt het de verbazing een leger van dertig duizend man zich te zien insehopon om een land te gaan veroveren, dat verscheidene millioenen verdedigers kon 'tellen. Een storm, een besmettelijke ziekte, het gebrek aan levensmiddelen, verdeeldheid onder de bevelhebbers, een onbesliste veldslag, alles kon hel leger dor kruisvaarders in het verderf storten en hunne onderneming doen mislukken. bjOquot; een onwboord geluk overkomt bun niets van alles svat zij te vreezen haddon. Zij zegevieren over alle gevaren, ruimen allo hinderpalen uil den' weg; zonder oenigon aanhang onder de Grieken te bobben, maken zij zich meesier van de hoofdstad en de provinciën, en juist als men overal hunne zegevierende standaards ziet, keert de lorluin hun den rug toe en begint hun ondergang. Welk een groole les aan de volken gegeven door de Voorzienigheid, die zich soms van de veroveraars bedient om de natiën te kastijdon en daarna de werktuigen barer gerechtigheid verbrijzelt. Ongetwijfeld kan de Voorzienigheid, welke de rijken beschermt, niet veroorloven, dat groole Staten ongestraft omvergeworpen worden: om dengenen vrees aan te jagen, die alles aan hunne wapenen willen onderwerpen, heeft zij gewild dal de overwinning slechts bittere vruchten droeg.

De Grieken, een ontaarde natie, onderscheidden zich door geen enkele deugd in hunne rampen. Zij hadden noch moed genoeg om de tegenspoeden van den oorlog te voorkomen , noch gelatenheid genoeg om ze te dragen. Toen zij tol vertwijfeling gedreven werden, toonden zij oenigo dapperheid; maar deze dapperheid was onbedacht en blind; zij stortte hen in nieuwe onheilen en gal' hun meesters, die harbaarschor waren dan degenen, wier juk zij wildon alschudden. Zij hadden geen bevelhebber, die ben 'kon aanvoeren, geen vaderlandslievend gevoel, dat hen kon vereenigen: bet betreurenswaardige toonbeeld van eene aan zich zelve overgelaten natie, die bare zoden verloren beeft en geen vertrouwen stelt in hare wetten en hare regeering.

Do Franken hadden op hunne vijanden dezelfde voordoelen, welke de barbaren van bet noorden gehad hadden op de bewoners van het vervallen Romoinsche rijk. In dien vreeselijken worstelstrijd moesten de .eenvoudigheid der zodon, de geestkracht van een onverbastord volk, de zucht naar plunderingen de trots der overwinning de overhand behouden op de zucht naar weelde, de in bel zedenbederf gevormde gewoonten, do ijdelheid die waarde boebt aan nietige dingen en nog slechts een llauwe herinnering behouden beeft van de ware grootheid.

Do door ons medegedeelde gebeurtenissen zijn voorzeker voldoende om de zoden en den geest der Grieken en dei Lalijnen te doen kennen, maar twee geschiedschrijvers, die ons lot gidsen verstrekt bobben in deze geschiedenis, kunnen, door den aard van hun stijl en zelfs door bet karakter van hunne werken, ons een zuiverder denkbeeld doen vormen van hel genie dor beide volken.

De Griek Nicolas sehelst wijdloopig den rampspoed der over wonnenen en mengt daartusscbon zijne jammerklachten; bij betreurt met bitterheid het verlies dor gedenktookcuen, der standbeelden, der rijkdommen, die de woelde van zijn landge-noolon onderhielden. Zijne verhalen, wemolende van grootspraak en overdrijvingen, doorzaaid mot aanhalingen uil de schriftuur en de ongewijde schrijvers, wijken bijna allijd af van de edele eenvoudigheid der geschiedonis en verraden sloohls oen ijdol vertoon van kennis. In de overmaal zijner ijdelheid schroomt Nicolas den naam der Franken uit te sproken en meent hen te strallen door het stilzwijgen omtrent hunne krijgsverrichtingen te bewaren; terwijl hij do rampen van het rijk beschrijft, dool hij niets dan weeneii en jammeren; maar al jammerende, wil hij nog behagen, en schijnt moer te donken aan zijn boek dan aan zijn vaderland.

De maarschalk van Champagne maakt geen aanspraak op geleerdheid en schijnt lier op zijne onwetendheid. Zijn verbaal, ontbloot van alle gezochtheid, maar levendig en bezield, horiu-norl overal aan do taal en de edele oprechtheid van oen dapper ridder. Villebardouin munt vooral uil in hel doen spreken der holden en prijst onbewimpeld de dapperheid zijner wapenmakkers; als hij nooit de krijgers van Griekenland noemt, is zulks daaraan lè wijten, dat bij zo niet kent en ook niet kennen wil. Do maarschalk van Chainpagne bedroeft zich niet over de rampen van don oorlog eu vindt slechts woorden om heldhaftige daden te scbildereii: alleen de geestdrilt dor overwinning, hol aanschouwen van groole dingen, edele aandoeningen of godsdienstige gevoelens kunnen hem tranen ontlokken. Wanneer de Latijnen groole tegenspoodeii geledon hebben, weent bij niet, bij zwijgt, en men ziel dat hij zijn boek ter zijde beeft gelegd oiii te gaan strijden.

Er is nog een andere goscbiodscbrijver van dien tijd, wiens karakter ons eveneens kan doen oordeelen over de eeuw waarin liij geleefd beeft en over do gebeurtenissen, die hij verhaalt. Guntber, een monnik van de Cisiorciëncer-orde, die onder do dictëe van Marlijn Litz schroei, spreekt breedvoerig over de prediking van den kruistocht en over de deugden van zijn abt, die zich aan de spits der kruisvaarders van het bisdom Bazel stolde. Wanneer do Voneliaansche republiek de pelgrims tot bol belegeren van Zara overhaalt, is hij do bevelen van den paus gedachtig en bewaart het zwijgen. De smeekbeden en de rampen van Isaiies zoon, de verovering van bot Griekscbe rijk laten hem koud. Steeds bezig met hel heilige land, begrijpt


-ocr page 303-

r.KSCÜlKDKNIS DEU KRUISTOCHTEN.

189

liij niet, hoe cliristcn ridders een andere gedachte kunnen hebben en een andere gelol'te alleggen dan die van bel graf van Jesus ChrisUis le verlossen. Daar bij vvoinig waarde heebt aan ongewijde overwinningen, verwijlt hij niet lang hij do beschrijving van het beleg van Conslanünopol, eu als de stad genomen is, ziel hij onder de ineniglc der veroveraars van een groot rijk alleen den abt van zijn klooster, die niet gewijiten buit van Griekenland beladen is.

Wanneer men de drie geschiedenissen der expeditie van Con-slanlinopel leest, ziet men dat do eerste geschreven is door oen Griek, die aan hel bol' van Dyzanliinn opgevoed is, de tweede door een Eransch ridder, de derde door oen monnik. Geven ons de twee eerste geschiedschrijvers, door hunne wijze van schrijven en de gevoelens die zij weergeven, een juist denkbeeld van de Grieksclie natie en de helden van bet Westen, de laatste geelt ons ook eene verklaring van de gevoelens en bet karakter van de meesten dier kruisvaarders, die voortdurend spraken van het uit Venetië verlrokken leger te verlaten, die bevreesd waren voor de bedreigingen van het hol' van Home, en die meer door eene vurige godsvrucht dan wel door zucht naar veroveringen naar het Oosten gedreven waren.

Voor het overige waren die pelgrims, welke de godsvrucht enkel toi drijl'veer hadden, slechts zeer scliaarseh in het leger der christenen aanwezig, en werden zij slechts medegesleept door den algemeenen geest, welke de ridders ea de baronnen bezielde. De vroegere heilige oorlogen waren in de conciliën gepredikt geworden; deze kruistocht werd tijdens de steekspelen verkondigd, het meerendeel der kruisvaarders toonde zich dan ook getrouwer aan de deugden en de wetten der ridderschap dan aan den wil van den Heiligen Stoel. Die zoo liere en dappere krijgers waren vol eerbied voor het gezag en de uitspraken van den paus; maar, door de eer gedreven, geplaatst tusschen hunne eerste gelolte en bun aan de Venetiörs verpand woord, zwoeren zij dikwijls Jerusalem te gaan verlossen en werden, zonder er aan te denken, onder de muren van Gonstantinopel gevoerd; gewapend om de zaak van Jesus Christus te wreken, dienden zij de beerschzucht van Venetië, waaraan zij zich dooi' erkentelijklieid verhouden achtten, en wierpenden troou van Constanlinopel om, ten einde vijftig duizend marken zilver le betalen, die zij aan de republiek schuldig waren.

De ridderlijke geest, een der bijzondere kemnerken van dien oorlog en de eeuw, waarin bij oudernomeii werd, hield in de harten der kruisvaarders de eerzucht en de liefde naar roem levendig. In de eerste lijden der ridderschap luidden de ridders zich tot kampvechters voor de schoonheid en de onschuld ver- i klaard; aanvankelijk verzocht meu luiu gerechtigheid legen do beleedigiugen en de rooverijen; weldra kwamen vorsten en vorstinnen, door het geweld van hunne bezittingen beroofd, hun provinciën eu koninkrijken vragen. De kampvechters voor de onschuld eu de schoonheid werden nu vermaarde bevrijders en werkelijke veroveraars.

Ter zelfder lijd dal een jeugdige prins don bijstand der ridders van hel kruis kwam inroepen om zijn vader op den troon van Constanlinopel te herstellen, begaf een jonge prinses, de dochter van Isaiic, koning van Cyprus, door Richard Leeuwenhart onttroond, zich naar Marseille om den steun af te sineeken der krijgers, die zich naar l'alestina insclieepten. Zij huwde een Vlaamscben ridder en belastte hem met de herovering van bel koninkrijk baars vaders.Deze Vlaamsche ridder, dien de geschiedenis niet noemt en die lol hel geslacht vau graaf Uoudewijn behoorde, wendde zich, bij zijne aankomst in hel Oosten, tot den koning van Jerusalem en verzocht hem het koninkrijk Cyprus terug; bij werd in zijn eisch gesteund door den burgheer van liruggc en hel meerendeel zijner landgenooleii, die bei kruis aangenomen hadden. Amalric, die van den paus en den keizer van Duitscbland den titel van koning van Cyprus had ontvangen, wel verre van aan zulke aanspraken gehoor te geven, beval den Vlaamscben ridder. Jan van Nesles en liunne metgezellen onmid-delijk zijne Stalen le verlaten. De ridders, die de zaak van tic dochter van Isaac omhelsd hadden, gaven de gedachte aan de herovering van bel eiland Cyprus op cu trokken, zonder zich in bet heilige land op te houden, dal zij gezworen hadden te zullen verdedigen, naar de boorden van den Euphraal en den Oronles met hel doel om andere le veroveren lauden te zoeken.

Alvorens er sprake van was om Constanlinopel aan le tasten, hebben wij ecue dochter van Tancredo, deu laalsten koning van Sicilië, een Kranscben ridder zien huwen en hem de zorg overdragen hare familie le wreken en hare rechten op hel door de Nomandische ridders gevestigde rijk te doen gelden. Na zijn huwelijk was Walter van Rrienne naar Italië vertrokken met honderd ponden louruoois en zestig ridders. Na le Rome den zegen van den paus ontvangen le hebhen, had hij aan de Duilseliers, die meesters waren van Apulië en Sicilië, den oorlog verklaard, zich van de voornaamste sterkten meester gemaakt en meende rustig de vruchten van zijne overwinningen

te kunnen geniclcn, toen hij in zijne tent overvallen werd en mol wonden overdekt in de banden zijner vijanden viel. Men beloofde hem do vrijheid indien hij van de kroon vau Sicilië afstand deed; maar iiij verkoos den titel vau koning hovende vrijheid en sliert liever den hongerdood dan zijne rechten op te geven op oen rijk, dat de overwinning hein geschonken had.

Deze veroveringszucht, welke onder de ridders algomoen scheen, kon de expeditie naar Constanlinopel boguustigen, maar was nadeelig aan den heiligen oorlog doordien zij de kruisvaarders van hel hoofddoel vau den kruistocht alleidde. De helden van dezen heiligen oorlog dedeu niets voor de verlossing van Jerusalem, waarvan zij in hunne brieven aan den paus voortdurend spraken. jDe verovering van liyzanliuni, wel verre van, gelijk do ridders meenden, de weg naar bet land van Jesus Christus to zijn, was slechts een nieuwe hinderpaal voor de verovering van do heilige stad; hunne onvoorzichtige krijgsvor-richtingou brachten de christen koloniën in bol grootste gevaar, en werkten niets anders uil dan do volslagen veruiotigiiig van eene macht dio een bolwerk tegen de Turken kon opwerpen, zonder haar door eene andere le vervangen.

De Venotiërs maakten behendig van dezen karaktertrek der Fransebe ridders gebruik; bel gelukte Venetië do stem lol zwijgen te brengen van den opperpriester, die do ridders vau bel kruis dikwerf raadgevingen deed lookomou door deu geest des Evangelies ingegeven. De republiek oefende den grooisleii invloed op de gebeurtenissen van dozen oorlog uil, zoowel als op don geest der baronnen en der ridders, die zich uu eous door bel gevoel der eer, dan weder door do begeerto naar rijke grondbezittingen lieten medesloepen, en zoodoende in hun geheele gedrag een zonderlinge mengeling van grootmoedigheid en geldzucht aan den dag legden.

De zucht om zich door de overwinning te verrijken ging voornamelijk allo palen te builen toon do kruisvaarders Con-slaiUinopel gezien hadden: de eerzucht verdrong alk: onbaal-zuohligo gevoelens uil hunne harten en liet niets meer over aan die goosldrilt welke do voornaamste drijfveer dor kruistpchlon was. Geen enkel wonderwork, geen enkele miraculeuze vorscliijning gaf eeuigen spoorslag aan de dapperheid der ridders; het was genoeg bun op do rijkdommen van Griekenland le wijzen. In ue voorgaande kruistochten beloolden de bisschoppen en de gooslolijken aan do strijders de allalen dor Kerk en bot eeuwige leven; maar in dezen oorlog konden de kruisvaarders, daar zij zich de ongenade van hel Opperhoofd der goloovigon berokkend hadden, in de gevaren niel door de hoop op hot maiiolaarschap goslemid worden; en tie bevelhebbers, dio den geest dor krijgers kenden, vergenoegden zich met eene som gelds le beloven aan dengenen onder do soldaten, die het eersl de wallen van Coustanlinopol zon beklimmen en er vasten voel op zetten. Toen de stad geplunderd was, riepen de ridders en de baronnen in de bedwelming hunner blijdschap uit: dal iiu'ii xindu de siiu'iiiiiiiij der wereld nimmer zidk een rijhen huil uiinsehuuwd had.

Wij hebben opgemerkt, dat bij de verovering der provinciën elke ridder een vorstendom, elke graal, elke lieer een koninkrijk wilde bekomen. Do geestelijkheid zelve bleef niel vrij van eerzucht en beklaagde zich herhaaldelijk aan deu paus, dat /.ij bij do verdceling van den buit van bét Grieksclie rijk achtor-gesleld was geworden.

Om in weinige woorden ons gevoelen uit to drukken onitrent de gehourlonisson en de gevolgen van dezen kruistocht, inoolon wij zeggen, dal de geest van ridderlijkheid en die van verovering aanvankelijk wonderen wrochten, maar dal zij te kort scliotoa om de kruisvaarders in hunne beziltingen le handhaven. Deze veroveringszucht tot aan de bliiidste buitensporigheid opgevoerd, helotle hen le bedenken, dal er zich te midden dor grootste, zegepralen een grenspaal verheft, waar tie overwinning on do kractil beide onmachtig zijn, indien hot beleid en de wijsheid do dapperheid niet te hulp komen.

De Franken, hunne voorvaderen, die uit bol Noordon op wog gegaan waren om do rijkste provinciën van bot Romeinsclio rijk te overweldigen, waren beter door de fortuin eu vooral door eigen genie begunstigd geworden. De gebruiken van do aan hunne wapenen ouderworpen landen eerbiedigende, zagen zij in de overwonnenen alleen medeburgers en steunpilaren van hunne eigene macht; zij vormden geen vreemde natie te midden dor natiën die zij door hunne overwinningen aan zich onderworpen hadden. Toen de kruisvaarders, daarentegen, meesters waren geworden van Constanlinopel, behandelden zij do Grieken mot diepe verachting, terwijl zij naar hun bondgenoolscbap en bun steun hadden moeten streven; zij wilden de gevoelens en de zeden boryormen, een onderneming oneindig mooielijker dan de verovering van een rijk, en vonden slechis vijanden in een land, dal linn nuttige boudgonoolen had kunnen verscballon.

Wij moeten er bijvoegen, dal de staatkunde van don Heiligen Stool, dio de Lalijnscbo krijgers aanvankelijk van de expodiiie naar Coustanlinopol trachtte af te bonden, in het vervolg een der grootste hinderpalen voor bel behoud hunner verovering


-ocr page 304-

100

werd. Dc graven en de baronnen, wien het berouwde aan den Heiligen Slocl ongeboorzaam geweest te zijn, volgden eindelijk met nauwgezetheid de voorschriften van den Vader der geloovigen, die van hunne wapenen de onderwerping van de Grieksche Kerk eischic, en hun alleen onder die voorwaarde een oorlog vergaf, dien zij tegen zijn wil ondernomen hadden. Om hunne vergiffenis en de goedkeuring van den Heiligen Stoel te verwerven, wendden zij geweld aan tegen de scheuring en de ketterij, en verloren hunne verovering door ze met alle mogelijke middelen in de oogen van den opperherder te willen rechtvaardigen. De paus zelf verkreeg niet wat hij zoo vurig wenschte. De vereeniging der Grieksche met de Roomsche Kerk kon niet tot stand komen te midden der bedreigingen van de overwinning en de rampen van den oorlog; de wapens der overwinnaars waren even machteloos als het banvonnis der Kerk om de Grieken tot do gehoorzaamheid aan den Heiligen Stoel terug te voeren. Het geweld had geen andere uitwerking dan dat het de gemoederen verbitterde en de scheuring voltooide in plaats van er een einde aan te maken.

De geschiedenis kan niet verklaren dat deze kruistocht groote vorderingen heeft doen maken aan de beschaving van luiropa. De Grieken hadden de rechtspraak van Juslinianus behouden; hel keizerrijk bezat voorlrclTeli.jke bepalingen op de helling der belaslingen en bet beheer der openbare schatkist; maar de Latijnen lielen zich niels aan die gedenkteekenen van de men-schdijke wijsheid en de ondervinding van vele eenwen gelegen liggen; zij misgunden den overwonnenen enkel hun grondgebied en hunne schallen. Het meerendeel der ridders waren lier op hunne onwetendheid, en onder de rijkdommen van Gonstautinopel gaven zij geen acht op dc voortbrengselen van den geest van Griekenland. Te midden der vlammen, die de paleizen en huizen der hoofdstad verteerden, zagen zij dc bibliotheken met onverschilligheid in dc asch leggen. Het inoet nochtans erkend worden, dat de muzen niet bet verlies van een enkel der meesterwerken behoefden te hcweenen, die zij ingegeven hadden. NVisten dc overwinnaars de schallen van den geest al niet naai' waarde te schatten, die rijke verzameling zou nochtans niet voor hunne nakomelingen verloren zijn. Bijna al de boeken der oudheid, die ten tijde van Eustalbes bekend waren , en waarvan die geleerde philoloog ecnige jaren voor den vijlden kruistochl een beschrijving bad opgemaakt, verrijkten frankrijk en Italië bij de wedergeboorte der letteren.

Wij moeten er bijvoegen, dat de noodzakelijkheid voor de overwonnenen en de overwinnaars, om zich aan eluander verslaanbaar Ie maken, er veel toe moest bijdragen om de Lalijnsche taal onder de Grieken en de Grieksche taal onder de Latijnen te verspreiden. De volken van Griekenland waren genoodzaakt, dc taal der geestelijkheid van liome te leeren, ten einde hunne vertoogen en hunne klachten te kunnen doen hooren, terwijl de geestelijken door den paus met de bekeering der Grieken belastquot;, er niet buiten konden de taal van Plato en Demosthenes te bestudeeren, om aan de volgelingen van Photius de waarheden van den rooinsch katholieken godsdienst te onderwijzen.

Dc kruisvaarders deden ook hun voordeel met eenige nuttige uitvindingen en brachten deze over aan hunne landgenooten.

De velden en tuinen van Italië en Frankrijk verrijkten zich met eenige in het Westen onbekende planten. Bonifacius zond het zaad van de Turksche tarwe naar zijn markiezaat, waar het niet bekend was: een tot ons gekomen proces-verbaal getuigt van de erkentelijkheid der bevolking van Montferrat. Met groote plechtigheid ontvingen de magistraten de onschuldige gaven der overwinning en lieten op de altaren een voortbrengsel van Griekenland wijden, dat eenmaal den rijkdom van Italië's velden zou uitmaken.

Vlaanderen, Champagne en de meeste provinciën van Frankrijk, die hunne dapperste krijgers aan den kruistocht geschonken hadden, verspilden zonder nut hunne bevolking en hunne schatten in de verovering van Byzantium. Men mag zeggen dat onze onversaagde voorvaderen bij dien wonderliaarlijkeu oorlog niets anders wonnen dan den roem voor een oogenblik meesters aan Gonstautinopel en heeren aan Griekenland gegeven te hebben. Nochtans moesten die verre veroveringen en dat nieuwe rijk, welke tal van eerzuchtige en woelzieke vorsten verre van Frankrijk verwijderd hielden, gunstig zijn voorde Franscho monarchie. Philippus Augustus mocht zich gelukwenschen met de afwezigheid dor groote vazallen van de kroon en moest met blijdschap vernemen, dat de graaf van Vlaanderen, een lastige nabuur en ongehoorzame vazal, in het Oosteneen keizerrijk bezat. De Fransche monarchie trok derhalve eeuig voordeel van dezen kruistocht, maar zij wist er veel minder partij van te trekken dan de Venetiaanseiie republiek.

Deze republiek, welke geen tweemaal honderdduizend burgers telde en niet bij machte was haar gezag op het vasteland Ie doen eerbiedigen, bediende zich aanvankelijk van de wapens der kruisvaarders om sleden te onderwerpen, die zij, zonder hunne hulp, niet onder bare overheersching terug had kunnen brengen. Hij de verovering van Gonstautinopel breidde zij haren invloed en baren handel in het Oosten uit, en gal hare wetten aan de rijkste bezittingen der Grieksche keizers. Zij vermeerderde de vermaardheid van hare vloot en verhiel zich boven alle zeevarende volken van Europa. De Venetiaanseiie kruisvaarders bleven onder de standaards van het kruis altijd strijden voor de belangen en den roem van hun vaderland, terwijl de Fransche ridders over hel algemeen voor luui persoonlijken roem en bun eigen eerzucht streden. Gewoon do voordeden en de onkosten van den oorlog te berekenen, haastte zich de Venetiaanseiie republiek alle veroveringen prijs le geven, wier behoud haar nadeelig kon worden, en behield van bare nieuwe bezittingen in het Oosten alleen die, welke zij noodwendig achtte voor den bloei van haren handel en het nut van hare marine. Drie jaren na de inneming van Gonstautinopel vaardigde de senaat van Venetië een edict uit, waarbij hij aan al zijne burgers veroorloofde de eilanden te veroveren van den Archipel en bun den eigendom van de veroverde lauden afstond. Weldra zag men vorsten van Naxos, hertogen van Paros, heeren van Mycene, gelijk men hertogen van Athene, heeren van Thebe, vorsten van Achaïa gezien had; maar do hertogen en vorsten van den Archipel w;iren slechts vazallen van de republiek. Zoo maakte Venei in, gelukkiger dan Frankrijk, de dapperheid en de eerzucht zijner burgers en krijgers dienstbaar aan zijne belangen.


-ocr page 305-

T W A A L V J) Ë B O E K.

VAN DEN DOOI) VAN AMALÏUC TOT AAN DE INNEMING VAN D AMI ATE DOOR DE KRUISVAARDERS.

1200 1221.

(Zesde kruislocht. — Hongersnood, pest, aardbeving in Egypte en Syrië; dood van Amalric en Isabella; gezantschap aan Phi lippus Augustus gezonden; weigering aan Malek-Adhel om don wapenstilstand te verlengen; Johannes van lirienne, de aangewezen koning, stapt le IHolomaïs aan wal; hij wordt overwonnen; godsdienstoorlogen in Europa: de Albigenzen, de Sarracenen van Spanje; de kruistocht wordt door ÖÜ.ÜÖO kinderen aangevangen; briei'vun den paus aan Malek-Adhel; de kardinaal van Courgon predikt den kruislocht; Jacques van Vitri, bisschop van Ptolomaïs; subsidie door den koning van Erankrijk verleend; Jan zonder land veinst het kruis aan te nemen; Otto van Saksen; oecumenisch concilie van Latranen; dood van den paus; zijn opvolger Ilonorius 111; oorsprong der oude volken van Pruisen; keizer Frederik IJl stelt zijn vertrek uit; Andreas liela, koning van Hongarije, ontvangt het oppercommando en draagt het aan zijn zoon over; vertrek der kruisvaarders; Malek-Kamel, zoon en opvolger van Malek-Adhel; de christenen worden bij den berg Thabor op de vlucht gedreven; dood van den koning van Cyprus; Andreas keert met zijne Hongaren naar Europa terug; veldtocht naar Egypte; belegering van Damiate; dood van Malek-Adhel; beschrijving van dien vorst; de kardinalen van Courgou en Pelagius; de Muzelmannen komen Damiate te hulp; de belegeraars worden geslagen; Malek-JCamel biedt den vrede aan; inneming van Damiate en bezetting van Neder-F gyp te; Pelagius doet tut de belegering van Cairo besluiten; wederwaardigheden; samenkomst van den koning van Jerusalem met den sultan; Damiate wordt auu dd uuizelmanueu teruggegeven. — Vergelijking van het bijzonder karakter der zes eerste kruistochten.)

fle voorgaande hoeken liel)boii wij het indrukwekkend JLscliouwsiiel onder de oogen geluid van een oud rijk, dat incenstorl, van een nieuw rijk, dat verrijst en op zijne beurt ineenstort. De verbeelding van den inenseb verwijlt gaarne bij puinbooiien, en bloedige onheilen bieden hein altijd boeiende talereelen aan. Wij kunnen verwaehien dat ons verbaal minder belang zal inboezemen, minder de nieuwsgierigheid zal prikkelen, wanneer wij na de groote door ons verhaalde omwentelingen, onze blikken vestigen zullen op de kleinere Stalen, welke de ebrislenen in Syrië geslicht hadden en voor wier behoud het Westen voortdurend de wapens opnam.

Heden ten dage kan men moeielijk die geesldril't begrijpen, waarvan alle volken voor de verlossing der heilige plaatsen blaakten, zoo min als die onverpoosde belangstelling, welke aller gedaehten op gewesten riclitte, die door het bedendaagsehe Europa bijna vergeten zijn. In het vuur der kruistochten veroorzaakte de inname van een stad ol' eene sterkte van Judea meer vreugde dan de verovering van Ryzantiuni, en Jerusalem was aan de Westersche christenen dierbaarder dan hun eigen vaderland. Die geestdrift, waarvan wij ons, in onze onverschilligheid, ternauwernood een denkbeeld kunnen vormen, maakt de taak van den geschiedschrijver moeielijk, en doei hem dikweii weilelen in de keuze der gebeurtenissen, welke de geschiedenis moet mededeelen. Wanneer de gevoelens veranderd zijn is alles veranderd; de roem zelf heelt zijn luister verloren; belgeen groot scheen in de oogen der menscïien komt hun nog slechts zonderling en alledaagsch voor; op de lieldbaltige tijdperken onzer geschiedenis wordt mei hooghartige minachting téruggeblikt, en wanneer wij, zonder ons in de eeuwen der heilig'C oorlogen te verplaatsen, die buitengewone ondernemingen aan ïiel oordeel der koele rede onderwerpen, gelijken wij de bedendaagsehe reizigers, die slechts een smalle beek gevonden hebben in de plaats van dien vermaarden Scamander, waarvan de verbeeldingskracht der ouden en vooral de muze van Homerus een majeslueuzen stroom gemaakt hadden. Voor het overige zal, al hebben wij niet meer de omwentelingen en den val van rijken te verhalen, het tijdvak, dal wij behandelen, ons nog maar al le veel van die groote rampen aanbieden, die het leven aan de geschiedenis schenken.

Terwijl Griekenland aan al de verschrikkingen van den oorlog ter prooi was, werden Egypte en Syrië door vreesdijke plagen geteisterd. De jaarlijksche overslrooming van den Nijl was achterwege gebleven, en de velden, van zijn vruchlhaar slib verstoken, hadden geen oogst voortgebracht. Hel laatste jaar van die eeuw, zegt een Arabisch schrijver, kondigde zich aan als een monster, dal in zijne woede alles ging verslinden. Toen de hongersnood begonnen bad zich le doen gevoelen, zag hel volk zich genoodzaakt, zich met bet onkruid der velden en mei den drek der dieren le voeden. Men zag tie armen de begraafplaatsen omwoelen en aan de wormen de overblijfselen der dooden betwisten. Toen de geesel meer algemeen werd, ontvkichtle de bevolking der steden en van bet land, als ware zij door een ineedoogeidoozen vijand achtervolgd, in wanorde bare haardsteden, doolde doelloos van stad tol stad, van dorp tot dorp, en vond overal het gebrek, dat zij wilde ontvluchten. In allo bewoonde plaatsen kon men geen schrede doen zonder gel rollen te worden door het zien van een lijk ol' een zieltogen d e n ongelukkige.

Hel afschuwelijkste in dien algemeenen rampspoed was, dat de behoefte om le leven de grootste misdaden deed plegen, en alle menschen onder elkander tol vijanden maakte. In de eerste lijden zag men met afgrijzen neder op hen, die zich met inenscbenvleesch voedden; maar de voorbeelden van die walgelijke voeding werden zoo talrijk, dat men er nog slechts met onverschilligheid van sprak. Gefolterd door den honger, die evenmin de rijken als de armen spaarde, kenden de menschen geen schaamte, geen medelijden, geen wroeging meer en lieten zich noch door den eerbied voor de wetten , noch door de vrees voor martelingen weerhouden. Het kwam eindelijk zoo ver, dal zij elkander als wilde dieren aanvielen en verslonden. In Cairo stierven, op een enkelen dag, dertig vrouwen, overtuigd van kindereu vermoord en opgegeten te hebben, op een brandstapel. De geschiedschrijver Abdallalif vermeldt een menigte barbaarsche en monsterachtige leiten, wier verhaal ons van afgrijzen doel sidderen, en die wij in deze geschiedenis niet zullen mededeelen, uit vreeze, dat men ons zou beschuldigen de menscbelijke natuur le belasleren.

Welhaast kwam de pest hare verwoestingen aan die van den hongersnood paren. God alleen, zegt de geschiedeiiis van dien lijd, kent het aantal dergenen, die van honger en ziekte omkwamen. De hooldslad van Egypte telde in een tijdsverloop van weinige maanden, honderd elfduizend dooden. Ten laatste kwamen er handen te kort, om de dooden le begraven; men vergenoegde zich met ze over de muren le werpen. Dezelfde sterile deed zich in de sleden Damiate, Alexandrië en Kous gevoelen. Tegen den zaaitijd verdubbelde de pest hare verwoestingen; degenen die zaaiden waren niet dezelfden die geploegd hadden, en degenen, die gezaaid hadden stierven alvorens geoogst le hebben. De dorpen waren verlaten en


-ocr page 306-

GESCIIIKDENIS DER KRUISTOCHTEN.

horinucü'iUüi (km rciziyoi's deze uilcirukkingoii van den koran : | Wij Mém ze uilen weggemanid en uiigermd; een kreet heep [ zieli doen hnoren en allen zijn omgekomen. De lijken dreven in ! znlk eene quot;roole ineni^ie óp den Ni.jl, dal een visseiier er in een enkelen dag meer dan vierhonderd langs zic.li zag voorhij- 1 knnien; overal waar men het oog wendde, ontwaarde men lioopen menselienheenderen; dc wegen waren, om ons van de nildrnkking der Arahisehe sehrijvers le liedienen , oh een viel doode liehamen hezooide oilier, en de volkrijkste provinciën ala ecu feeslziinl voor de roofvogels.

Egypte verloor meer dan een millioen zijner inwoners. De hongersnood en de pesl deden zieh lol. in Syrië gevoelen en spaarden zoomin de christen als de mnzelmansehe steden. Van de oevers tier I too de Zee tot aan de boorden van den ürontes en den Euphraat zag men niets dan tooncelen van rouw en veischrikking. En als ware de gramschap des Hemels nog niet voldaan geweest, openbaarde zij zich welhaast door een derde plaag, niet minder vreeselijk daii al de anderen.

Een geweldige aarbeving verwoeslte de steden en de provinciën, die van den hongersnood en de pesl verschoond gebleven waren. De rijzing der zee en de beroering der golven boden een huiveringwekkend schouwspel aan: de vaartuigen werden eensklaps op hot strand gezet en een ontelbare menigte vissclien op het droge geworpen. De hoogten van den Libanon openden zich en zonken op verschillende punten weg. De volken van Mesopolamië, Syrië en Egypte meenden de aardbeving te zien, die het laatste oordeel moei vooralgaan. Vele bewoonde plaatsen verdwenen geheel en al; de sterkten Balhec en llamah stortten in; in de stad Naplusa bleet' enkel de straal der Samaritanen staan; Damascus zag zijne prachtigste gebouwen instorten, de stad Tyrus telde nog slechts eenige huizen die staande gebleven waren; de wallen van Ptolomais en Tripoli vormden een puinhoop. De schokken deden zich met minder hevigheid op hel grondgebied van Jerusalem gevoelen, en in den algemeenen rampspoed vereenigden zich de muzelmannen en de christenen om den Hemel Ie danken in zijne gramschap de stad der prolelen en der mirakelen gespaard le hebben.

Zulke zware beproevingen zouden de tusschen de baronnen van Daleslina en de ongeloovigen gesloten verdragen hebben moeien doen eerbiedigen. Dij den vijlden kruistocht ried de paus den christen krijgers aan om zonder verwijl de mnzelmansehe provinciën van Syrië en Egypte le overweldigen ; maar indien men dienovereenkomstig had gehandeld, indien hel christen leger, bij het verlaten van Venetië, zijn weg genomen had naar de dóór den hongersnood en de pest bezochte streken, is bet waarschijnlijk, dat èn overwinnaars èn overwonnenen allen omgekomen zónden zijn. Als een ontzagwekkende schildwacht waakte do dood toon op de grenzen der christenen en der uuizehnannen. Al de geesels dor natuur waren de geduchte bewakers geworden der provinciën en beletten de nadering en hel betreden der steden beter dan groole legorkorpson zulks hadden kunnen doen.

lulusschen begonnen de christen kolomen wel niet hunne verliezen te horstellen, maar de rampen le vergoten, die zij geleden hadden. Amalric, de koning van Jerusalem, gal'aan zijne baronnen het voorbeeld van de wijsheid en de evangelische onderwerping. Do drie militaire orden, die hunne schatkamers niKepnl haddon om hunne soldaten en hunne ridders ten tijde van den hongersnood te voeden, riepen door hunne brieven en hunne gezanlon de lieldadiglieid dor goloovigen van bot Westen in Men hield zich bezig met hel wederopbouwen der steden, dié door do aardbeving ten dooie verwoest waren, terwijl de -olden door Fulco van Neuilly, don prediker van den laalsten kruistocht, bijeengebracht, aangewend worden lot bel weder-opl rekken dor muren van Ptolomais. Daar de christenen gebrek hadden aan werk.ieden, bezigden zij de mnzelmansehe gevangenen lot dien arbeid. Onder de tot die soort van arbeid veroordeelde ■ ■■(•vangenon zal de geschiedenis nooit don vermaarden i'ersischen dichter Saadi vergoten, die in de handen der Franken gevallen was, toen hij ter bedevaart naar Jerusalem trok. Do schrijver van 'den Itozenhof en verschillende andere werken, die eenmaal de bewondering van hot Oosten en bol Westen zouden opwekken, werd mot ketenen beladen, naar Tripoli gevoerd en mot de gevangenen vermengd, die aan de versterkingen der stad

arbeidden. . , .

De wapenstilstand, dien de christenen met de muzelmannen gesloten hadden, was nog niet algoloopen, maar er rezen eiken daquot;- twisten en oneenigheden op, die meestentijds door eenige viiandoliikheden gevolgd werden. De ehristonon waren voortdurend 'onder dó wapens, cn de vrede leverde bijwijlen meer onrust cn gevaren op' dan ecu openlijke en verklaarde oorlog Er beorschte builendicu te dier tijde in dc christen kolomen en zell's onder de muzobnansche inachlou eene schromelijke verwirriiiquot;- Dc vorst van Aleppo leel'do in vrede mol den koniuquot;- van Jerusalem; terwijl do graal van Tripoli, de vorst van Antioclhë, de Tempeliers en de llospitaahiddois in ooi log waien mei do vorsten van llamah, Kmese ol'eenige emirs van Syrië, leder nam naar goedvinden de wapens op ol' legde zo neder, zonder dat eenige macht in staal was dc verdragen le doen eerbiedigen.

Men leverde geen groole veldslagen, maar men ondernam strooptochten op hel vijandelijk grondgebied: men overrompelde steden , plunderde de landbewoners en keerde mot buit beladen terug. Te midden dier wanordelijkheden, welke men des Ihtgen van den wnpenalilslond noemde, hadden de christenen van Palestina den dood van bun koning le bewcenen. Volgens hel gebruik der geloovigen had Amalric zich, in de goede week, naar Ca'il'a begeven om er palm te plukken. Hij werd op zijn bedevaart ziek , en koorde naar Ptolomais terug waar hij spoedig overleed. Zoo bleol' de schcplor van het koninkrijk Jerusalem opnieuw in dc handen van Isabella, die noch de noodige macht, noch de vereischte bekwaamheid bezat om de christen Staten te besturen. Omstreeks donzollden tijd stierf oen zoon van Bohemond, vorst van Antiochië, in do aanvallen eener hevige razernij. Op zeer hoogen ouderdom zag liohomond lil, vóór zijn dood, den oorlog ontbranden tusschen zijn tweeden zoon Raymond, graal van Tripoli, en Livo, vorst van Armenië. De orde der Tempeliers en die dor Hospitaalridders hadden in dien oorlog partij gekozen en legen elkander do wapens opgeval. De vorst van Aleppo en de uit Klein-Azië gekomen Turken mengden zich in de twisten der christenou en maakten gebruik van hunne verdeeldheden om hel grondgebied van Anliocliië le verwoesten. Dc christen Staten van Syrië ontvingen hoegenaamd geen hulp meer uit hol Westen. De herinnering aan do geesels, die dc overzeoscho gewesten geteisterd hadden, moest den ijveren het vuur der pelgrims verkoelen; gewoon om alle gevaren van _ den oorlog koelbloedig onder de oogen le zien, voeldenquot; de krijgers van Europa don moed niet om de post en den hongersnood te trotsoeren. Een groot aantal baronnen en ridders van Palestina hadden zelve oen al te lang geteisterdon bodem verlaten, eenigon om zich naar Gonstantinopel, andoren om zich naar de provinciën van hel Westen te begeven.

Innocenlius, die tot dusverre vrnchlelooze pogingen in liel werk gesteld had voor do verlossing dor heilige plaatsen, was zeer bedroefd over do nutlclooze wegsmelting van de groole christen legerscharen in de verovering van Griekenland, doch zag ovonwei niet van de volvoering zijner reusachtige plannen al'.

Van af hel begin zijner rogoering wees de opperpriester aan de christen volken bet heilige land als den weg en bol pad Ier zaligheid. Kaar het voorbeeld zijnor voorgangers riep hij niet alleen de godsvrucht en do deugd, maar ook de wroeging en het berouw tot do verdediging dor heilige plaatsen op.

Onder de aldus tot booledoening veroordeelde zondaren noemt de geschiedenis do moordenaars van Koenraad, bisschop van Wurtzburg en rijkskanselier. Rlootsvoels, in onderkleedereu , met den strop om den hals in de tegenwoordigheid van don paus gevoerd, zwoeren de misdadigers, dat zij hun gehoele leven in de strengste boetedoeningen zouden doorbrengen cn gedurende vier jaren de wapens tegen de Turken voeren. De schuldigen worden daarenboven veroordeeld noch pelswerk, noch hermelijn, noch gekleurde stof te dragen, nimmer openbare vermakelijkhodon bij te wonen, weduwnaar geworden zijnde niet te hertrouwen, barrevoets en in wol gekleed le gaan, alle woensdagen en vrijdagen, quatertemper- en vigiliedagen op water cn brood to vasten, drie groole vasten in hel Jaar te houden, hondordniaal hot Onze Vader le bidden en honderd kniebuigingen daags le verricmen. Een ridder, Robert gobeeten, had bol gehoele hof van Rome geërgerd door overluid le bekennen dal hij tijdens den hongersnood in Egyple gevangen ziltendo, zijn vrouw en zijn dochter gedood had om zich mei baar vloesch te voeden. De paus logde aan Robert de strengste boctplegin-gon op eu beval hem, om de uitwisscbing van zulk een groole euveldaad le voltooien, drie jaren met het bezoeken der heilige plaatsen door te brengen.

Deze meeniug der Weslersche volken was zeer nadeeligvoor de christen Staten van Syrië, die mol den dag haren ondergang nader kwamen. Isabella, die nog slechts over ontvolkte steden regeerde, stierf weinige maanden na haar echtgenoot. Een zoon', dien zij van Amalric gehad had, was haar iu hel graf voorafgegaan. liet koninkrijk Jerusalem word het erfdeel van een jong meisje, do dochter van Isabella cn Koenraad, markies van Tyrus. De in Syrië gebleven baronnen en ridders gevoelden meer dan ooit de noodzakelijkheid om oen vorst aan hun hoofd le hebben, die rogceron kon eu hielden zich ernstig bozig met do keuzo van een ochtgonoot voor de jeugdige koningin van Jerusalem.

Hunne keuzo zou zich opeen hunner hebben kunnen vestigen, maar zij vreesden dat do afgunst nieuwe oneenigheden mocht doen géboren worden en de geest van naijver bel gezag verzwakken mocht van hem die geroepen zou worden om hel rijk =(• besturen. In de vergadering dor baronnen werd besloten


-ocr page 307-

I! KHUISTOCHTEN. 193

GESCHIEDENIS DE

een koning aan het Westen te vragen en zich tot liet vaderland der Godlrieds en der Üoudewijns te wenden, tot die natie, welke zoo vele helden aan de kruistochten, zoo vele doorluchtige verdedigers aan het heilige land geleverd had.

Dat besluit der heeren en baronnen van Palestina had niet alleen het voordeel, dat het den vrede in het koninkrijk van Jesus Christus bewaarde, maar ook dat van in Europa den geest der ridderschap weder op te wekken en haar in de zaak der christenen van het Oosten belang te doen stellen. Ayinar, heer van Cesarea, en de bisschop van Ptoloniaïs staken de zee over en kwamen Philippus Augustus in naam der christenen van het heilige land verzoeken hun een baron of een ridder te geven, die het overschot van het ongelukkige koninkrijk Jerusalem kon redden. De hand eener jeugdige koningin, een kroon en de zegeningen des hemels zouden het loon zijn van de^ dapperheid en de zellbpollering van dengene, die voor het tnTdeel van den Zoon Gods zou komen strijden. De afgevaardigden werden aan het hol' van den koning van Frankrijk met groote eerbewijzingen ontvangen: hoewel de kroon, die zij kwamen aanbieden, niets meer was dan een ijdele tilel, verblindde zij niettemin de Fransche ridders; hun ridderlijke eerzucht werd aangewakkerd door de hoop om groote vermaardheid te verwerven en den troon te herstellen, dien de dapperheid van Godfried van Bouillon en zijne krijgsmakkers gevestigd had.

Onder de heeren zijner hofhouding wees Philippus Johan van Brienne aan, den broeder van Walter, die ia Apulië den dood gevonden had met de vermaardheid van een held en den titel van koning. In zijne jeugd was Johan van Brienne voor den geestelijken sland bestemd geweest; maar opgevoed in een omgeving van krijgslieden en minder aangetrokken door de bekoorlijkheden van de godsvrucht dan verblind door die van den roem, weigerde hij aan den wil zijns vaders te gehoorzamen. Daar zijn vader tot geweld zijn toevlucht wilde nemen om er liem toe te noodzaken, ging hij in het klooster van (liteaux een schuilplaats zoeken voor den toorn zijns vaders. In die alzondering leefde Johan van Brienne vermengd met de kloosterlingen en evenals zij in vasten en versterving. De gestrengheid van het kloosterleven kon zijn ontluikenden hartstocht voor den krijgsmansstand niet uitdooven; menigmaal kwamen , te midden van de godsdienstige plechtigheden en het gebed, de beelden van steekspelen en gevechten zijne gedachten verstrooien en zijn geest gelieel vervullen. Een zijner ooms, hem voor de kloosterpoort in een voor een edelman weinig passenden toestand ontmoet hebbende, had medelijden met zijne tranen, nam hem in zijn huis op en moedigde zijne natuurlijke neigingen aan. Van toen af aan dacht Johan van Brienne aan niets anders meer dan aan hel behalen van roem in den strijd, en de man, dien men voor den dienst van God, voor de vreedzaamheid der altaren bestemde, schiep zich alras een grooten naam door zijne dapperheid en zijne krijgsverrichtingen.

Tijdens den laatsten kruistocht was Johan van Brienne zijn broeder behulpzaam in de verovering van het koninkrijk Napels en zag hem sneven in den strijd voor een troon die het loon moest zijn van de overwinning. Hij had dezelfde fortuin te hopen en dezelfde gevaren te trotseeren indien hij de erfgename van het koninkrijk Jerusalem huwde. Met blijdschap nam hij echter de hand aan van een jonge koningin met een Staat, dien hij aan de Turken moest betwisten; hij belastte de afgezanten van Palestina zijn ophanden komst te gaan aankondigen, en vol vertrouwen in de zaak die hij ging verdedigen, beloofde iiij ben aan het hoofd van een leger te volgen.

Toen Aynmr van Cesarea en de bisschop van Ptoloniaïs in het heilige land teruggekeerd waren, herlevendigden de beloften van Johan van Brienne den gezonken moed der christenen, en gelijk dikwerf in kommervolle tijden plaats heelt, verviel men van het eene uiterste in het andere: de vertwijfeling maakte plaals voor onzinnige verwachtingen. Alom werd verkondigd dat er een geduchte kruistocht werd voorbereid en de machtigste monarchen van het Westen daaraan deelnamen. Het gerucht van een buitengewone wapening in Europa verwekte een wijl schrik onder de ongeloovigen. Malek-Adhel, die sinds den dood van Malek-Aziz over Syrië en Egypte heerschte, vreesde de aanslagen der christenen, en daar de met de kruisvaarders gesloten wapenstilstand ten einde liep, stelde hij voor dien te hernieuwen, met het aanbod tien kasteelen of sterkten over te geven lot onderpand van zijn woord en zijne liefde voor den vrede. Dit voorstel hadden de christenen van Palestina moeien aannemen; maar de hoop op bijstand van het Weslen had alle geest van gematigdheid en voorzichtigheid uit den raad der ridders en baronnen gebannen. De verstandigslen onder de christen krijgers, waaronder de grootmeester der orde van Sint-Jan behoorde, waren van oordeel dat men den wapenslil-siand moest verlengen. Zij wezen er op hoe menigmaal hel Westen aan hel heilige land hulp beloofd had en die hulp loch uitgebleven was; dat in den laatsten krnisloeht een groot leger, in Palestina verwacht, den weg naar Conslaulinopel had ingeslagen. Zij voegden er hij, dat hel voorzichtig was de kansen van tien strijd niet te wagen, steunende op een eenvoudige belofte, en men de gebeurtenissen moest afwachten, alvorens een besluit Ie nemen waarvan de ondergang of het behoud der christenen van het Oosten kon afhangen. Deze redeneeringen waren verstandig en gegrond, maar dewijl de Hospitaalridders ten gunste van hel bestand spraken, verklaarden zich de Tempeliers met vuur voor den oorlog. Zoodanig was overigens de geest der christen krijgers, dat de voorzichtigheid, de gematigdheid en al de deugden van den vrede hun een zekere minachting inboezemden; dat voor hen de rede altijd aan de zijde der •gevaren was en het genoeg was hun van het opvallen der wapenen te spreken , om zulks met bijna algemeene stemmen te doen goedkeuren. De vergadering der ridders en der baronnen weigerde hel met de Turken gesloten bestand te verlengen.

Dit besluit was des te noodlolliger, dewijl de toestand van Frankrijk en Europa aan Johan van Brienne weinig gelegenheid aanbood zijne beloften te vervullen en een leger voor hel heilige land aan te werven.

Duilschland werd nog altijd verontrust door de aanspraken van Otto en Philippus van Zwaben. Koning Jan was met den banvloek beladen en Engeland lag onder interdict. Philippus Augustus poogde van de aan alle kanten rondom hem heer-schende beroeringen partij te trekken, hetzij om zijn invloed in Duilschland uil te breiden, hetzij om de macht der Engelschen te verzwakken, die verscheidene provinciën van hel rijk bezaten. Johan van Brienne kwam le Ptoloniaïs aan met het gevolg van een koning; maar hij bracht slechts driehonderd i'idders mede om zijn rijk le verdedigen en bezat slechts 80.000 livres aan geld, waarvan de eene helft door den koning van Frankrijk, de andere helft op voorbede van den paus door de Romeinen gegeven was. Zijne nieuwe onderdanen, nog steeds vervuld met hoop, ontvingen hem niettemin als een bevrijder. Zijn huwelijk werd met grooten luister voltrokken in tegenwoordigheid der baronnen, vorsten en bisschoppen van Palestina. Daar hel bestand ten einde liep, namen de Turken de wapens op en kwamen de kroningsleesten storen: Malek-Adhel rukte aan het hootd van een leger Palestina binnen: de ongeloovigen belegerden Tripoli en bedreigden Ptoloniaïs.

Aan de spits van een klein aantal getrouwen deed de nieuwe koning zijne dapperheid op het slagveld bewonderen; maar hij kon de christen provinciën niet van de tegenwoordigheid eens zoo machtigen vijands bevrijden. Hunne geringe getalsterkte met de menigte hunner vijanden vergelijkende, werden de krijgers van Palestina plotseling door moedeloosheid aangegrepen; zij, die kortelings geen vrede met de ongeloovigen wilden, gevoelden noch de kracht noch den moed om hunne aanvallen het hoofd te bieden. Helgrootste gedeelte der Fransche ridders, die den nieuwen koning vergezeld hadden, verlieten een rijk, hetwelk zij hulp waren komen bieden, en keerden naar Europa terug. Johan van Brienne bezat nog enkel de stad Ptoloniaïs en geen leger om haar le verdedigen: nu erlangde hij de overtuiging dat hij eene moeielijke en gevaarlijke taak ondernomen had en hij niet lang weerstand zou knnnen bieden aan de vereenigde strijdkrachten der Turken. Er werden gezanten naar Rome gezonden om den paus van de gevaren der christen Staten in Syrië te oiiderriclilen en opnieuw den steun der vorsten van Europa en voornamelijk van de Fransche ridderschap in te roepen.

Deze nieuwe alarmkreten werden lernauwernood door de, Westersche volken vernomen. De woelingen, die Europa bij hel vertrek van Johan van Brienne naar Palestina beroerden, waren verre van gestild te zijn en veroorloofden vooral aan Frankrijk niet de christen koloniën van het Oosten te gaan bijstaan. Languedoc en de meeste zuidelijke provinciën van het rijk waren de schouwplaats van godsdienstoorlogen, die aan de ridders en baronnen handen vol werks gaven.

Een geest van verwaandheid en verzet, welke zich le midden der geloovigeu geopenbaard had en die den heiligen Bernard us aan zijne eeuw verwelen had, maakte met den dag noodlottige vorderingen. Do voornaamste prelaten hadden reeds herhaalde malen hunne droefheid le kennen gegeven over de vernedering van het goddelijke woord, waarvan een ieder beoordeelaar en uitlegger wilde zijn, en dat, zegt Slelanus van Doornik in zijne brieven aan den paus, met even weinig onderscheiding behandeld werd als de gewijde zaken aan de honden voorgeworpen en de paarlen onder de poolen van de zwijnen vertreden. Die geest van onafliankelijkheid en hoog-moed, gepaard aan de zucht voor hel vreemde en nieuwe, het verval der grondige studiën, de verslapping der geestelijke lucht hadden de ketterijen doen ontslaan, welke destijds den boezem der Kerk verscheurden.

De gevaarlijkste van al de nieuwe sekten was die der Albi-


-ocr page 308-

I!H G ESC UI KIJK.MS UK

ï KKUISTÜGUTEX.

go n/.en, welke lam naaui oiilleenden aan de stad Albi, waar xij liuuiie eerste vergaderingen geliouden hadden. Deze nieuwe sodarissen, zich hel heslaan van hel kwaad ondereen goed en reehlvaardig God niet kuiinende verklaren, namen twee beginselen aan evenals de Manieheeën. N'olgens hunne leer had God eersl Lucilor en zijne engelen gesehapeu; Lueiler, legen God opgeslaan zijnde,' werd uil den hemel verbannen en hrachl de ziehlhare'wereld voorl, waarover hij heersehle. Om de orde le herslellen scliiep God een tweeden zoon, Jesus Ghrislns, dit^ de geest van het ^oed zou zijn, gelijk Lueil'er die van het kwaad.

Verseheidene schrijvers van dien lijd schilderen ons de Alhi-genzen onder de arschuwelijkste kleuren al', en toonen hen ons als zich aan alle ergerlijke boosheden schuldig makende. lgt;il oordeel kan niet in al zijne gestrengheid door de onivartijdige geschiedenis aangenoiuen worden. Ter eere van het inenscli-dom moeten wij hier zeggen, dat nooit eenige godsdienstige sekle zich aan de wereld durliJe voorstellen terwijl zij liet voorbeeld van slechte zeden gaf, en dat, in geen enkele eeuw, bij geen enkel volk, een valsebe leer ooit een groot aantal inenschen kon aantrekken en medesleepen, als zij zich niet ten minste door den schijn der deugd aanbevelen kon.

Men onderscheidde ouder de menigte der nieuwe sectarissim ile W'dlilcincn oï itniii'ii vim l.ijoti, die zich aan een uielsdoende armoede wijdden en de geestelijkheid veraclillen, die zij beschnl-digden in weelde en genol te leven ; de Aimslolidrn, die beweerden bet eenige mystieke liebaam van Jesus Ghrislus te zijn; de l'ojkiituiiu'ii, die bet 11. Sacrament des altaars, het huwelijken de overige sacramenten verfoeiden; de Si/mouislen, waarvan de hooiden aan de wereld de ojihanden vestiging van een zuiver geestelijken eeredienst verkondigden en bet bestaan van de hel en den hemel loochenden, overtuigd, dat de zonde hare stral en de deugd hare belooning in zich zelve vonden.

Daar de meesten dier ketters een groote minachting toonden voor bet gezag der Kerk, welke liet hoogste gezag was, kwamen allen, die het juk der goddelijke wetten wilden afscbud-den, zoowel als degenen, wier hartstocblen hun den breidel der menschclijke wellen ondragelijk maakten, zich onder de banieren der scheurmakers seliarcn en werden voorkomend opgenomen door eene sekle begeerig om zich uil le breiden, zich te versterken en steeds bereid de menseben die de maat-scbappij uit haren schoot verwierp, die den arm der gerecb-tigbeid vreesden en de gevestigde orde niet konden verdragen, als aanhangers eu verdedigers aan te nemen. Zoo namen de zoogenaamde hervormers van de dertiende eeuw, zelve strenge zeden ten toon spreidende en de zegepraal der waarheid en der deugd verkondigende, de verdorvenheid eu de losbandigheid in bun boezem op, vernietigden allen regel eu gezag, gaven alles aan de willekeur der harlstocbten prijs, lieten geen enkelen band aan de maatsebappij en ontnamen aan de zedenleer alle kracht.

|121ü.] De nieuwe ketterijen waren in verscheidene conciliën v rcordeeld geworden, maar dewijl men soms geweld gebruikte om de uilspraken der Kerk le doen eerbiedigen , verbitterde de vervolging sleebis de gemoederen in plaats van ze lot de waarheid terug le brengen. Missionarissen, pauselijke legaten werden naar Languedoc gezonden, om de afgedwaalden te bekeereii; doch hunne predikingen bleven zonder vrucht eu de stem van den logen behield de overhand op het woord Gods. Ten doel aan de bespollingen en de bescbinipingeii der sectarissen, van den arbeid van liuiine missie niets anders dan vernedering eu smaad oogslende, geraakten de geloofsverkondigers er van lieverlede aan gewoon persoonlijke vijandeu te zien in degenen, die zij moesten bekeeren, en meenden eindelijk er bij den paus op le moeten aandringen om de ketterij met geweld van wapenen uit le roeien. I)e opperpriester, wiens gedacbten zich voorldurend bezighielden met bet heilige land, kon er niet toe besluiten een kruistocbt tegen de Albigenzen te prediken; maar bij werd medegesleept door het gevoelen der geestelijkbeid en misschien ook wel door den geest zijner eeuw, en bcloolde (Midelijk aan al de cbrislcnen, die de wapens tegen de Albigenzen zouden opvatten, de voorrechten aan de kruistoebten legen de nuizelmaiiiien verbonden. Simon van Montlbort, de hertog van liourgondië en de hertog van Kevers gehoorzaamden aan de bevelen van den Ideiligen Stoel. De baat, welken de nieuwe secle inboezemde, en vooral de gemakkelijkheid om de allalen deelachtig te worden zonder Europa te verlaten, deden een groote menigte Krijgers onder de vanen van dien kruistocht bijeenslroomen.

Het ligt niet in ons bestek om omtrent den vervolgingsoorlog der Albigenzen in bijzonderheden le treden, eu als wij er bier van spreken is Ir t alleen om den toestand van Frankrijk op dal tijdstip te doen kennen en de hinderpalen die destijds eene expeditie naar bet heilige land iu den weg stonden. Te midden dier zich steeds hernieuwende beletselen bedroefde bel liniocentius lil dat bij den Gbrisleiien van Palestina geen hulp kon zenden.

Zijne droefheid was des te grooter daar op bet tijdstip zelf, waarop men de Abligenzen en den graaf van Toulouse, die bunne partij gekozen had, bestreed, de Sarracenen in Spanje geduchler werden. Door een ontelbaar leger bedreigd, deed tie koning van Gaslilië een beroep op al de Eranscben, die in staal waren om de wapens le dragen. De paus zeil had aan nl de bisschoppen een schrijven gericht om hun aan te bevelen de geloovigen van hunne bisdommen uit te noodigen deel le nemen aan een grooten veldslag, welke legen het octaaf van Pinksteren lusscben de Spanjaarden en de Mooren zou geleverd worden, liniocentius bcloolde aan de krijgslieden, die zich naar Spanje zouden begeven, de allalen van de heilige oorlogen. Men hield te Home een plechtige processie om van God de verdelging der Mooren en der Sarracenen af te smeeken. De aartsbisschoppen van Narbonne en Bordeaux, de bisschop van Kantes en een groot aantal Eranscbe edelen trokken de Pyreneeën over, vergezeld door twee duizend ridders met hunne schildknapen en wapendienaars, liet christen leger ontmoette de Mooren in de vlakte van La Navas de Tolosa en leverde bun een gevecht, waarin meer dan tweemaal honderdduizend ongeloovigen liet leven of de vrijheid verloren. Met buit beladen, door bergen van lijken omringd, zongen de overwinnaars bet Tc Dcinn op bet slagveld. Do standaard van het hoofd der Abnoaden werd naar Rome gezonden als een tropee van de aan de gebeden der cbristebjke Kerk gescbonkeu overwinning.

De uitslag van den veldslag van Tolosa vernemende, dankte de paus, door de Romeinse,he bevolking omringd, den God der bcerscburen, dat Hij de vijanden van zijn volk verstrooid bad en smeekte Hem in vurige gebeden, dat hel Hem in zijne goe-derlierenlieid mocht behagen eindelijk de christenen vau Syrië te verlossen, gelijk ilij zulks de christenen van Spanje nu bad gedaan. Hij vernieuwde zijne aansporingen aan de geloovigen om zich voor de verdediging van bet rijk van Jesus Ghrislus le wapenen, maar hel mocht hem niet gelukken te midden dor in Europa heerscbende onlusten en burgeroorlogen de verzuchtingen van Jerusalem le doen liooren, en bij slorlte tranen van spijt over de onverscbilligbeid der volken van het Westen.

iNu aaiisebouwde men iels, dat in die tijden zoo vruchtbaar aan wonderwerken en buitengewone gebeurtenissen nog niet gezien was. Vijltig duizend kinderen uit Frankrijken Duitschland , het ouderlijk gezag afschuddende, schoolden samen en trokken door steden en dorpen onder het zingen van de woorden: llci'ic Jesus, neef ons uw hciliu h rit in Icnnj. Als men hun vroeg, waarheen zij gingen en wat bun voornemen was, gaven zij ten antwoord; 11'ij i/ikiii naar Jcrusulcm, uiti hel (jraf van dm Verlosser le herrijilen. Eenige door een verkeerden ijver verblinde geestelijken hadden dezen zonderlingen kruistocbt gepredikt; de meeste geloovigen zagen daarin een ingeving des Hemels en meenden dat Jesus Ghrislus, om zijn goddelijke macht le doen uilsebilteren en den trots der grootste veldheeren , macliligen en wijzen der aarde le beschamen, zijne zaak gesteld had inde banden van de eenvoudige en schroomvallige kindsheid.

Een groot, deel van die jeugdige strijdmaclil trok over de Alpen, om zich in de havens van Italië in le schepen. Degenen, die uit de provinciën van Frankrijk kwamen, begaven zich naar Marseille. Afgaande op eene miraculeuze openbaring, had men ben in den waan gebracht, dat de droogte dal jaar zoo groot zon wezen, dal de zon de wateren,der zee zou verdampen en een gemakkelijke weg de pelgrims door de bedding van de Middel-bmdsclie zee tol aan de kusten van Syrië zou voeren. Velen dier jonge kruisvaarders verdoolden in de wouden en kwamen om van hitte, honger, dorsten vermoeienis; anderen keerden naar bunne baardsledeu terug, zich schamende over hunne oiivoorzirbligbeid en zeggende, dat zij uiel wisleu, waarom zij Iweiifieijaim waren. Van degenen, die zich inscheepten, leden een aantal scbipbreuk ol werden overgeleverd aan de muzelmannen, die zij gingen bevechten; velen bnmier, zeggen de oude kronijken, verwierven den palmtak van bet niarlelaarscbap en boden den ongeloovigen bet stiehlende schouwspel a m van de standvasligbeid en den moed , die de christelijke godsdienst zoowel aan de teedere kindsheid als aan den rijperen leeftijd inboezemen kan.

De kinderen, die Plolomais inoehten bereiken, moeten daar wel ontsteltenis verwekt en de cbrislcnen van bet Oosten in den waan gebracbl hebben, dat Europa geen regeeriug, geen wetten, geen verstandige mannen meer bezat, zoo min in de raadsvergaderingen der vorsten als in die der Kerk. Niets kenmerkt beter den geest dier tijden dan de onverschilligheid waarmede men zulke oiigeregeblbeden aanzag. Geen enkel machthebber beproefde deze te voorkomen cf te verbinderen; toen men den pans kwam berichten, dal de dood de bloem der jeugd van Frankrijk en Dnilsebbuid weggemaaid bad, vergenoegde bij zich met le zeggen : Die l,ituieren verwijlen ons dal wij insluimeren, terwijl zij hel heiliije lanil le Int lp snellen.

Om zijne plannen le verwezenlijken en de geestdrift der geloovigen aan le wakkeren, achtte de paus het noodiïï de


-ocr page 309-

C.KSCIIIKDK.MS I)KI! KItllSTOflHTKN. 1!)quot;.

verbeelding der volken geweldig te prikkelen en der clirislen- j wereld een groolsch schouwspel aan le bieden. Innocentius besloot te Rome een algemeen concilie te beleggen, om daarin , over den toestand der Kerk on liet lot tier üostorscbe christenen j te horaadsiagen. «De noodzakelijkheid om hot heilige land hulp te bieden on de hoop om de Sarracenon te overwinnen is grooter dan ooit,quot; zeide hij in zijne oproepingsbrieven. «Wij hernieuwen onze dringende beden en smeekingen om u tot die edele onderneming aan te vuren. Voorzeker,quot; voegde Innocentius or bij, «God heelt uwe wapens niet noodig om Jerusalem te verlossen; maar Hij biedt u oono gelegenheid aan om boelvaardigheid to doen en uwe liefde voor Hein le loonen. O mijne broeders! hoevele voordoelen heelt de christelijke Kerk niet reeds geplukt van al de rampen die haar geteisterd hebben en haar nog j teisteren! Hoevele misdaden zijn nieldoor het berouw uitgewisobl! Hoevele deugden herleven niet door hot vuur der naastenliolde! 1 lloevele bekooringen bobben er niet onder do zondaren plaats op de klagende slem van Jerusalem! Zogouldorhalve do schrandere j bannliai'tigbeid, de edelmoedige kunstgreep van Josus Christus, ' die uwe harten poogt te trollen, uwe godsvruebt to verlevendigen, en aan zijne algedwaalde volgelingen een overwinning wil le , danken hebben, die Hij in zijne almaclilige hand houdt.quot;

Vervolgens vergelijkt do paus Josus Christus, uit zijn erfdeel gebannen, mol een koning dezer aarde, die uil zijne Maten verdreven zon zijn: «Welke vazallen,quot; zegt hij, «zouo ii niet hun vermogen en hun loven in de waagschaal stollon om hun vorst in zijn koninkrijk le zien torugkeeren ? Moeten diegenen onder de ohdordanen en dienaren van den monareb , die niets voor zijne zaak gedaan zullen hebben, niet gerangschikt worden onder do opstandelingen on de straf ondergaan gestold op den opstand en hel verraad? Op die wijze zal Christus degenen beliandelon, die onverschillig gebleven zullen zijn voor zijne beschimpingen en de wapens niet zullen opvatten om zijne vijanden te bestrijden.quot;

Om de hoop en don moed dor christenen te verlevendigen, besloot do Heilige Vader zijne oproeping aan de geloovigen mol do volgende woorden: ((de markt van Muhomcd loopt ten einde; want dezw. macht is niets andem dan het heest van den • I pdciilj/psis, da! het f/etul van zes hdinlerd zes en zestig jaien niet moet (iversehiijden, en reeds zijn zes eeuwen vervuld!quot; Deze laatsli-woonhüi vanden paus slounden op volksvoorspellingen, die in hot Westen verspreid waren en aan de ophanden verdelging der muzclmaniion deden gelooven.

Kvenals bij do vorige kruistochten, beloofde de paus aan allen, die de wapenen legen de ongeloovigon zonden aangorden, do kwijtschelding hunner zondonstrallon en do bijzondere bescherming'des lloinols. In zulk eene gewichtige omstandighoid opende bot op|ierhoold der Kerk do scbatkamer der goddelijke barmhartigheid voor alle geloovigen, in verhouding tot hun ijver en hunne mildheid. Alle prelaten en geeslolijken, alle inwoners van steden en dorpen werden uitgenoodigd een zeker getal krijgers te leveren en deze drie jaren le onderhouden indien hunne geldmiddelen hol hun veroorloofden. De paus vermaande de vorsten en boeren, die bot kruis niet zouden aannemen, door alle in hun machl staande middelen den ijver der kruisvaarders le hulp te komen; hel opperhoofd dor Kerk verzocht aan allo geloovigen gohedon, aan do rijken aalmoezen en scbenkingon, aan de ridders hel voorbeeld van den moed, aan de havensteden scliepen; hij zelf verbond zich tol het brengen van do grootste oilers. Iedere maand moesten er in alle paroehiën processies gehouden worden om de zegeningen des Hemels te verwerven; al de strevingen, al do begeerten, al de godaebton der christenen moesten gcrienl zijn op hot dool van don heiligen oorlog. Kn opdat niets de geloovigen mocht, terugbondon omdool le nemen aan de expeditie tegen do Turken, tiok de Heilige Stool do allaten in, verleend aan degenen die hnnno haardsteden verlieten om de Albigonzen in Languedoc en de Mooren aan gene zijde dor 1'yroiioeon te gaan bestrijden.

Gelijk men ziel, verzuimde do paus niets om don gunsligen uitslag van do heilige onderneming le verzekeren. Een hoden-daagsch gescbiodselirijvoT merkt loreehl op, dal hij allo middelen aanwendde, zelfs die, welke niet konden slagen; want bij schreef aan Malok-Adliol, don sultan van Damascus en Cairo, om hom voor zijne plannen te winnen. «Do proleet Daniël loert ons,quot; schroefde paus aan don mnzolmanscbon vorst, «dal er inden hemel eon God is die do vorborgenlieden openbaart, de tijdon verandert, do rijken verplaatst, en dat do Allerhoogste de heerschappij geeft aan wien Hij wil. Hij heeft veroorloofd, dal liet land van Jerusalem aan uw broeder Saladijn overgegeven werd, voel minder uithoofde zijner dapperheid dan tol strat der zonden van het christen volk. Thans, tol God toruggokoerd, hopen wij dal Hij zich onzer zal onlfeiinoii; want, volgons don profeet, volgt de barmhanighoid steeds op do goddelijke gram-schnp. Hel is uil dien hoofde, dat wij. Hem willende navolgen die in zijn t.vangolie gezegd heeft: leer van mij dat ik zacht, en nederig van harte hen, Uwe Hoogheid nederig smeeken van le

verhinderen dat het bezil van het heilige land voortaan nog aanleiding geve tot hel storten van het bloed der mensohen; volg onzen heilzamen raad: geef ons dien grond terug, welks behoud u moer schade clan voordeel zou opleveren. Na die teruggave zullen wij wederkeerig onze gevangenen terugzenden en onze wederzijdscbe grieven vergeten.quot;

Het was niet voor de eerste maal, dal hel hoofd der Kerk verzoeken en waarschuwingen aan de muzolmanscho gebieders zond. Twee jaren te voren had hij aan den vorsl van vleppo, den zoon van Saladijn, Malek-Daher-Gaist-Kddin-Gazi, geschreven, in de hoop hem tol de Evangelische waarheid le voeren en oen trouw bondgenoot dor christenen van hom te maken. Al die pogingen, welke tol niets voerden, bewijzen genoegzaam dat do paus den geest en hot karakter der muzelmannen niet koude. J)e opperherder was niet gelukkiger toon hij, in zijne brieven, den patriarch van Jerusalem aanspoorde al hel mogelijke le beproeven om den voortgang van do losbandigheid en bel zedenbederf onder de christenen van Palestina tegen te gaan. Do christenen van Syrië verbeterden niet van zeden en allo hartstochten bleven onder hen heersehoii. De muzelmannen verslorklen Jerusalem, dat men van hou verlangde, en waren er enkel op bedacht om de wapens op te nomen ton einde de vijanden van den Islam hot hoold te bieden.

Niels evenaarde den ijver en de werkzaamheid van den paus. Do geschiedenis kan hem nauwelijks volgen terwijl hij overal vijanden tracht Ie verwekken legen de muzelmannen en zich hourtolings wendt tot don patriarch van Adexandrië, dien van Auliochië en tot al do vorsten van Armenië en Syrië. Zijne blikken omvatten tegelijk hel Oosten en het Westen. Door zijne brieven en zijne afgezanten bracht hij voorldurond Europa en Azië in beweging. Innocentius zond do oproeping voor hol concilie en de bul van don kruistocht in al de gewesten dor christenheid, en zijne apostolische uitnoodigingen weerklonken van de boorden van den Donau en de Weichsel tot aan do oevers van den Taag en de Theems.

[1214.] Er werden commissarissen aangewezen, om aan allo christenen do besluiten van den Heiligen Stoel le doen kennen; zij hadden in last den heiligen oorlog en de hervorming dor zéden te prediken, tegelijk de voorlichting dor godgeleerden en do hulp dor krijgers in te roepen, in verschoidone provinciën werd de taak om don kruistocht to prediken aan bisschoppon toevertrouwd; do kardinaal Petrus Uobert van Coureoii, die destijds als pauselijk legaat in Frankrijk vertoefde, ontving uitgebreide volniachton van den Heiligen Stool en doorreisde het, koninkrijk, do christenen lol hel aannemen van hol kruis vermanende.

De kardinaal van Ccuryon, een Engelscliman van geboorte, had aan do Parijscho universiteil gestudeerd en in dien tijd vriendschapsbolrelikingen aangeknoopt en sedert onderhouden met Lotharius, die onder don naam van Innocentius 111 paus werd. In zijne jeugd was hij de leerling van Eulco van Neuilly, en bad zich door zijne welsprekendheid een groolen naam verworven, zoodal overal waar hij versohcen hot volk samenstroomde om den vermaarden redenaar den kruisloehl te hooron prediken. Getrouw aan den geest van den godsdienst van Josus Christus, reikte de kardinaal van Common hot kruis uit aan al de christenen die er om vroegen, zonder lo bedenken dal vrouwen, kinderen, grijsaards, stommen, blinden en kreupelen do muzol-manneii niet konden beoorloogen, en dal men geen leger kan bijeenbrengen gelijk het i'.vangolie hel feestmaal van don vader dos huisgozins vormt. Dit zonder onderscheid en zonder voorbehoud verleende verlof om in de gewijde gelederen dienst le nemen, ergerde dan ook do baronnen en de ridders en verkoelde den ijver der krijgers.

Onder de redenaars, welke de paus aan den kardinaal van Conryon bad toegevoegd, merkte men .laeques van Vitri op, die de Kerk reeds ouder hare vermaardsle godgeleerden stride. Terwijl hij in de verschillende provinciën van Frankrijk den kruistocht predikte, was do roep zijner talenten en zijner deugden tol zelfs in hel Oosten doorgedrongen. Do knnuninkon van Plolomais hadden zich lot den paus gericht met bel verzoek j hem tol herder en bisschop te mogen hebben. Het verlangeu | dor christenen van Palestina werd weldra vervuld; na do Wes-j torsche christenen aangespoord te hebben lol bet opvatten der ] wapenen werd Jacques van Vitri in hel vervolg getuige van | hunne vorrieblingen, en stolde ze lo boek in eene geschiedenis i die tol ous gekomen is.

De predikingon van den heiligen oorlog wekteir de milddadig-1 beid der geloovigen op. Pbilippus Augustus stond het veertigste ' deel dor inkomsten zijner domeingoederen af tot bestrijding i dor onkosten van den kruistocht; een groot aantal boeren en prelaten volgden bet voorbeeld van den koning van Frankrijk. Daar in al de kerken offerblokkon gepliiatsl waren geworden i om de liefdegaven dor geloovigen Ie ontvangen, brachten deze liefdegiften aanmerkelijke sommen in banden van den kardinaal i van Couryon, die boschuldigd werd de aan Josus Christus


-ocr page 310-

10() GKSCIIIKIiKNIS DKK Khl lSTOr.llTKN.

geschonken gelden verduisterd te hebben. Deze beschuldigingen vonden des te gereed er ingang, daar de pauselijke legaat in naam van den Heiligen Stoel een gezag uitoefende, dat aan den monarch en de bevolking van het rijk mishaagde. Zonder de goedkeuring des kmiings liiel'de kardinaal schallingen, wieif krijgsvolk aan, vernietigde schulden, deelde belooningen en si rallen uit, kortom, oel'ende al de voorrechten van do kroon uit. De uitoefening van zulk een groote macht verwekte onlusten in de provinciën. Om alle ongeregeldheden te voorkomen , achtte Philippus Augustus hel noodig een verordening vastte stellen, welke tol aan het oecumenisch concilie het persoonlijk lot van de kruisvaarders en de vrijstellingen en voorrechten, die zij zouden genieten, vastslelde.

Terwijl de kardinaal van Conreon den kruistocht predikte in de vèrsehillende provinciën van Frankrijk, spoorde de aartsbisschop van Kantelberg insgelijks de volken van Engeland aan om de wapenen tegen de ongeloovigen aan te gorden. Sinds langen tijd werd Engeland verontrust door den hevigen tegenstand der gemeenten, der baronnen en zelfs der geestelijkheid , die van de door den opperherder legen koning Jan uitgesiiroken exeommunicatiën gebruik gemaakt hadden, om de bevestiging hunner vrijheden té bekomen. De voorwaarden onderteekenende, die hem gesteld werden, had de Engelsche monarch dit eerder gedaan zwichtende voor de noodzakelijkheid en den dwang dan wel uit vrijen wil; hij wilde terugkómen op hetgeen hij had toegestaan, en om zijne kroon onder de bescherming te stellen derquot; Kerk nam hij het kruis aan en deed de gelofte van de Turken te gaan bestrijden. De opperherder geloofde aan de onderwerping en de belolten van den koning van Engeland. Na eerst een kruistocht tegen dien vorst gepredikt te hebben, dien hij beschuldigde den vijand der Kerk te zijn, wendde hij om hem te beschermen hei gansche gezag van den Heiligen Stoel aan.

Met bet kruis aan te nemen had koning Jan geen ander doel dan den paus te misleiden en zich de bescherming der Kerk te verzekeren; het teekeu der kruisvaarders was voor hein alleen een middel om zijne heerschappij te behouden: een valsche en bedriegelijke staatkunde, welke zijn gezag niet vermeerderde en er' ongetwijfeld too bijdroeg om de geestdrift voor den heiligen oorlog in den geest der volkeren te verzwakken. De baronnen van Engeland, op hunne beurt door den Heiligen Stoél in den bail gedaan, hielden zich met het verdedigen hunner vrijheden bezig en luisterden niet naar de gewijde redenaars, die hen kwamen oproepen tot den strijd tegen de ongeloovigen.

in Duitschland was het niet beter gesteld dan in Engeland. Na gedurende tien jaren het voorwerp van het grootste gunstbetoon van den Heiligen Stoel geweest te zijn, haalde Olto van Saksen zich eensklaps het ongenoegen van Innocentius op den hals, dewijl hij een begeerig oog geslagen had op eenige grondbezittingen dei- Kerk en het koninkrijk .Napels en Sicilië. Hij werd met alleen in den ban gedaan, maar de steden zelve, die hem getrouw bleven, werden met de excommunicatie en het interdict geslagen. De opperpriester stelde Frederik II, zoon van Hendrik VI, aan Olto tegenover, gelijk hij Otto aan Philippus van Zvvahen tegenovergesteld had. Duitschland en Italië werden ter prooi aan onlusten en beroeringen. Frederik, die daarop te Aken tot Roomsch koning gekroond werd, nam het kruis aan, gedreven door een gevoel van erkentelijkheid en door de hoop den steun van den Heiligen Stoel te behouden om tot de kroon te geraken.

Intusschen verzuimde Otto niets om de kroon te behouden en aan de aanvallen en vervolgingen van het hof van Rome het hoofd te bieden. Hij deed den paus den oorlog aan en verbond zich met al de vijanden van Philippus Augustus, die zich voor Frederik verklaard had. Een geduchte bond, tot welken de koning van Engeland, de graven van Vlaanderen, Holland en Doulogne toegetreden waren, bedreigde Frankrijk met een inval. De hoofdstad en de provinciën van het rijk waren reeds tusschen de hoofden van den Bond gedeeld, toén Philippus de overwinning bij Rouvines behaalde. Deze gedenkwaardige overwinning redde de onafhankelijkheid en do eer van de Fransche monarchie en bergal Europa den vrede. Olto, overwonnen zijnde, werd door al zijne bondgenooten verlaten.

Het tijdstip was daar, waarop het door den paus bijeengeroepen concilie moest vergaderen. Uit alle deelen van Europa begaven de geestelijken, de heeren, de vorsten en hunne gezanten zich naar de hoofdstad der christenheid. Te Rome verschenen insgelijks afgevaardigden van Alexandrië en Antiocbië, benevens de patriarchen van Jerusalem en Constantinopel, die den bijstand der christenen van het Westen kwamen inroepen; de ambassadeurs van Frederik, Philippus Augustus, der koningen van Engeland en Hongarije, kwamen in naam hunner souvereinen in het concilie zitting nemen. Deze vergadering, welke de Algemeene Kerk vertegenwoordigde en waarin men nagenoeg vijfhonderd bisschoppen en aartsbisschoppen, meer dan honderd abten en prelaten telde, uit alle gewesten van het Oosten en hel Westen opgekomen, kwam bijeen in de kerk van Lateraiien en werd door den paus voorgezéten. Innocentius opende het concilie met eene rede, waarin bij de dwalingen zijner eeuw en de rampen der Kerk betreurde. Na de geestelijkheid en de geloovigen vermaand te hebben om door hunne zeden de maatregelen'te heiligen die men tegen de ketters en de Turken ging nemen, stelde quot;hij de stad Jerusalem voor in diepen rouw, de ketenen barer gevangenschap toonende en al bare profeten doende spreken om het hart der christenen te verloederen.

«O gij, die langs de wegen gaat,quot; zeide de heilige stad door den mond van den opperherder, «aanschouwt mij en zie, of er ooit eenige droefheid met de mijne kan vergeleken worden. Snelt dan allen toe, gij die mij lielhebt, om mij uit de overmaat mijner ellende te verlossen! Ik, die de koningin van alle natiën was, ik ben thans schatplichtig, ik, die met volk opgevuld was, ik ben bijna door iedereen verlaten. De wegen van Sion verkeeren in rouw dewijl niemand mijne plechtigheden komt bijwonen. Mijne vijanden hebben mijn hoofd verpletterd; al de gewijde plaatsen zijn ontheiligd; het heilig graf, eertijds zoo vol luister, is thans bezoedeld en onteerd; men aanbidt den zoon des verderfs en der hel daar waar de geloovigen den Zoon Oods aanbaden. De kinderen van den vreemdeling overladen mij met smaad, en op het kruis van Jesus wijzende, zeggen zij tol mij: Gij hebt al uw vertrouwen in een nielmvaariluj haul (jcslehl; wij zullen zien of dat hunl u in den dag des (jevaarx redden zal.quot;

Na op die wijze Jerusalem te hebben doen spreken, bezwoer Innocentius de geloovigen medelijden te hebben met baar lijden en zich voor hare verlossing Ie wapenen. Hij besloot zijne rede met deze woorden, welke zijn droefheid en zijn vurige ijver hem ingaven: «Geliefde broeders, ik geef mij geheel en al aan u over. Indien gij hel noodig oordeelt, beloof ik mij in persoon tol de koningen, de vorsten en de volken te zullen begeven; gij zult zien of ik hen niet, dooi de kracht mijner tranen eu mijner smeekbeden, zal kunnen opwekken tot het strijden voor den Heer, tol het wreken van den smaad des Gekruisigden, dien onze zonden van dien grond verbannen hebben, welke gedrenkt is met bloed en geheiligd door hel geheim van onze verlossing.quot;

De redevoering van den opperherder werd onder een eerbiedige slille aangehoord , maar dewijl Innocentius gelijktijdig verschillende onderwerpen daarin besprak en zijne woorden vol allegorieën waren, mocht het hem niet gelukken bij de vergadering de geestdrift op te wekken. De vaders van hel concilie schenen niet minder getroffen door de misbruiken, welke de Kerk binnenslopen dan door bet lijden der christenen van het Oosten; maar de vergadering hield zich het eerste bezig mei de middelen om de geestelijke tucht le hervormen en de vorderingen der ketterij te stuiten.

In een geloofsbelijdenis zette het concilie de leer der christenen uiteen en herinnerde hen aan het syinboluin van hel Evangelische geloof. Het stelde de waarheid aan de dwaling, de overreding aan bet geweld, do deugden van het Evangelie aan de hartslochlen der seclarissen en scheurmakers tegenover.

Na de nieuwe dwalingen veroordeeld en bet anathema der Kerk uitgesproken te hebben tegen allen, die van bet geloof afweken, hielden de opperherder en de vaders vau bet concilie zich bezig met het lot der christenen in hel Oosten en met de middelen om het heilige land ten spoedigste hulp te bieden. Al de in de convocatiebul genoemde bepalingen werden bekrachtigd. Er werd vastgesteld, dat de geestelijken voor de onkosten van den kruistocht hel twintigste deel van hunne inkomsten zouden opbrengen, de paus en de kardinalen het tiende, en dat er een bestand van vier jaren zon bestaan tusschen al de christen vorsten. Het concilie sprak de excommunicatie uit tegen al de zeeschuimers, die den tocht der pelgrims zouden verontrusten en tegen allen, die wapens en levensmiddelen zouden verstrekken aan de ongeloovigen. De paus beloofde de toebereidselen lot den oorlog te zullen leiden, drie duizend marken zilver le schenken en op zijne kosten verscheidene schepen voor hel vervoer der kruisvaarders uil le rusten.

De besluiten van het concilie en de redevoeringen van den paus maakten een diepen indruk op den geest der christenen. Al de predikers van den heiligen oorlog weiden nadrukkelijk uilgenoodigd de geloovigen tot boelvaardigheid op te wekken, dansen, steekspelen en openbare vermakelijkheden te verbieden, de zeden te hervorinen en in alle harten de liefde tol den godsdienst en de deugd le doen herleven. Zij moesten naar hel voorbeeld van den opperpriester, de klaagtonen van Jerusalem in de paleizen der vorsten doen weergalmen, en de monarchen eu de grooten uilnoodigen hel kruis aan le nemen, opdat hel volk door hun voorbeeld niedegeslcept mocht worden.

De decreten omtrent den heiligen oorlog werden in alle kerken van hel Westen afgekondigd. De gewijde redenaars


-ocr page 311-

GESCHIEDIiNlS DER KHüISTOGHTEN.

lil?

verdubbelden hun ijver en vuur om de geloovigen nan le sporen aan dien 'oorlog deel le nemen. Overal klonken van den predikstoel verwenseiilngen legen de muzelmannen; overal hoorde men die woorden van Jesus Clirislus herhalen; «ik hen gekomen om den oorlog le brengen.quot; Prelaten, bisschoppen, alle zielenherders wedijverden in welsprekendheid om de christen krijgers tot den strijd op te wekken.

Men voedde de hoop den vader der geloovigen zeiven de kruisvaarders te zien aanvoeren en door zijne aanwezigheid de overzeesche expeditie te zien heiligen, in liet concilie van Lateranen toch had de paus het verlangen kenbaar gemaakt bet kruis aan te nemen en zich in persoon in het bezit le gaan slellen van bet erfdeel van Jesus Christus; maar de toestand waarin Europa verkeerde, do vorderingen der ketterij en ongetwijfeld ook de raadgevingen der bisschoppen en dei' kardinalen verhinderden hem aan zijn voornemen gevolg te geven.

Daar er lusscben verscheidene Staten van Europa kiemen van verdeeldheid bestonden en deze oneeniglieden het welslagen van den heiligen oorlog in den weg zouden kunnen slaan, zond paus Innocentius naar alle zijden gclustigden uit om de eendracht le herstellen en begaf zich in persoon naar Toscane om de lusscben do Pisaners en de Genueezen opgerezen verschillen uil den weg le ruimen. Zijne vermaningen hadden alle harten geroerd; op zijne slem zwoeren de onver-zoenlijkste vijanden hunne twisten le vergeten om de muzelmannen te gaan bestrijden; zijne dierbaarsie wenschen gingen vervuld worden en bel gebeele Westen, gehoorzamende aan zijn oppersten wil, was op het punt zich in beweging te stellen om zich op Azië te gaan werpen, toen hij ziek werd en in de maand Juli van het jaar 1^16 te Perusa stierf, aan zijne opvolgers de zorg en de eer overlatende om zulk een groote onderneming tot een goed einde te brengen.

De kardinaal Gennius Savelli werd door bet conclaaf tot opvolger van Innocentius verkozen en bestuurde de Kerk onder den naam van Honorius lil. Daags na zijne kroning schreef de nieuwe paus aan den koning van Jerusalem om dezen zijne verhelting mede te deelen en de hoop der christenen van Syrië le doen herleven: «Laat de dood van Innocentius n niet den moed benemen,quot; zeide hij, «hoewel ik hem op verre na niet in verdiensten evenaar, zal ik toch denzelfden ijver voor do verlossing van het heilige land aan den dag leggen en al mijne krachten inspannen om u hulp te bieden wanneer de lijd zal gekomen zijn.quot; Een aan al de bisschoppen door den paus ge-richten brief vermaande ben den kruistocht te blijven prediken.

Om bet welslagen der expeditie naar het Oosten le verzekeren, had Innocentius getracht den vrede in Europa le herstellen; de noodzakelijkheid, waarin de pausen destijds verkeerden om de volken tot de eendracht terug le roepen was voorzeker een der grootste weldaden van de heilige oorlogen. Honorius volgde hel voorbeeld van zijn voorganger en wilde alle oneeniglieden uit den weg ruimen, zelfs die welke hun oorsprong vonden in de aanspraken van bel hof van Home. I,odewijk VIM, de zoon van Philippus-Augustus, bad op aanzoek vim den Heiligen Sloel, de wapens legen Engeland opgevat en wilde het plan niet opgeven om dat zoo lang door het banvonnis der Kerk belegde land le overweldigen. De opperpriester nam zelfs zijne toevlucht lol smeekbeden om den gedueblen vijandvanden Engelschen monarch le ontwapenen. Hij hoopte dal frankrijk en l'.ngeland, na het slaken der vijandelijkheden, huniie krachten voor de verlossing der heilige plaatsen zouden vereenigen: zijne verwachting werd echler niet verwezenlijkt. Hendrik III, die na den dood van koning Jan den troon van Engeland beklom, nam bet kruis aan om zich in de gunst van den paus te dringen; maar bij was niet voornemens zijn land te verlaten. De koning van Frankrijk, die nog steeds door den oorlog der Alblgenzen en misschien ook door de geheime plannen zijner eerzucht bezig gehouden werd, vergenoegde zich met grooten eerbied voor bet gezag van den Heiligen Stoel te betoonen en nam volstrekt geen deel aan den krnistochl.

Het meerendeel der bisschoppen en prelaten van het rijk, wien de paus aanbevolen had het voorbeeld van zelfopollëring te geven, loonden bij die gelegenheid meer ijver en vuur dan de baronnen en de ridders: een groot aanlid hunner namen bet kruis aan en maakten zich gereed om naar het Oosten op weg te gaan. Frederik, die de keizerskroon aan de beselierming der Kerk le danken bad, hernieuwde in twee plecblige vergaderingen de gelofte van de muzelmannen te zullen gaan bestrijden. Het voorbeeld en de beloften des keizers, ofschoon men reden bad aan hunne oprecblbeid te twijlelen, sleepten de vorsten en volken van Duitschland mede: de bewoners der boorden van den Rijn, die van Friesland, Deieren, Saksen, Noorwegen; de hertogen van Oostenrijk, Moravië, Drabant en Limburg; de graven van Juliers, Holland, Wit en Loos; de aartsbisschop van Meute, de bisschoppen van Bamberg, l'assau. Straatsburg, Munster en Utrecht schaarden zich onder de vanen van het kruis en maakten zich gereed om bel Westen te verlaten en zich naar Azië te begeven.

Onder de vorsten die de gelofte aflegden om de zee over lo steken ten einde de muzelmannen te gaan bestrijden, was ook Andreas II, koning van Hongarije, liela, de vader van den Hongaarscben monarch, bad de gelofte afgelegd van naar het heilige land le zullen gaan, en daar hij den vromen pelgrimstocht niet bad kunnen ondernemen, had bij, op zijn sterfbed, zijn zoon doen zweren zijn eed le vervullen. i\a bet kruis aangenomen te hebben, werd Andreas lang in zijne Staten teruggehouden door onlusten, die zijne eerzucht verwekt had en bij niet wist te bedwingen. Geerlrudis, die bij vóór den vijfden kruislocht gehuwd had, nam door haren trots en hare kuiperijen bet hof en den adel tegen zich in. Deze heerscb-zucblige vorstin deed den grooten van bet rijk zulke bloedige beschimpingen aan, boezemde hun zulk een he'vigen haal in, dat men komplotlen legen baar leven smeedde en zij moordenaars onder bare eigene hofhouding vond. Ongeregeldheden, rampen zonder lal volgden op dien aanslag en de grootste van allen was ongetwijleld de stralleloosbeid der moordenaars.

Onder zulke omslandigheden maakte de staatkunde het den koning van Hongarije misschien lot een plicht om in zijne Stalen te blijven; maar hel zien van zoo vele ongestrafte misdadigers joeg zijne zwakheid waarschijnlijk vrees aan en boezemde hem bel verlangen in zich van een met zijne vijanden opgevuld bot te verwijderen. Evenals zijne moeder Margaretha, de weduwe van Bela, meende hij op de door het lijden van Jesus Christus geheiligde plaatsen een wijkplaats te vinden tegen de verdrietelijkheden die zijn leven verbitterden. De Mongaarsche monarch mocht ook hopen, dat de vrome pelgrimstocht hem den eerbied zijner onderdanen zou verwerven , en de Kerk, steeds in de weer voor de bescherming der vorsten die bet kruis aannamen, beter dan hij zeil de rechten zijner kroon zou verdedigen, éindelijk besloot bij de gekifte te volbrengen die bij aan zijn stervenden vader gedaan bad en maakte alles voor zijn vertrek naar Syrië in gereedheid.

Andreas regeerde destijds over een uitgebreid koninkrijk: Hongarijë, Dalmatië, Groalië, Bosnië, Gallieië en Lodoniirië gehoorzaamden aan zijne wetten en betaalden hem schatlingen. In al die gewesten, voorbeen vijanden der christenen, predikte men den kruistocht. In de wouden zwervende volksslanimen vernamen de klachten van Sion en zwoeren de ongeloovigen te gaan bestrijden. Onder de volken van Hongarije, die een eeuw te voren de schrik der metgezellen van Peter den kluizenaar geweest waren, haasllen zich eene menigte krijgers het kruis aan le nemen en beloofden bun monarch naar het heilig land le vergezellen.

In al de havens van de Oost-, de Noord- en do Middellandscbe Zee rusile men schepen en vloten uit voor het vervoer van kruisvaarders. Ier zellder tijd werd een andere kruistoebt gepredikt legen de bewoners van Pruisen, die in de duisternissen van de afgoderij verzonken gebleven waren. Polen, Saksen, Noorwegen en Lijlland wapenden hunne krijgers om de algoden van het heidendom op de boorden van den Oder en den Weichsel te gaan omverwerpen, terwijl de overige natiën van bet Westen zich toerustten tot den oorlog tegen de muzelmannen in de landen van Judea en Syrië.

De nog wilde volken van Pruisen, door hun geloof en hunne gebruiken van de overige volken van Europa gescheiden, vertoonden deslijds le midden der christenheid een levend beeld van deheidensehe oudheid en de bijgeloovigbeld der oude natiën van het Noorden. Hunne geaardheid en hunne zeden verdienen wel, dat de gescbiedscbrijyer er even bij verwijlt en er de aandaclii der lezers op vestigt, die het inisschicii moede zijn steeds bel talereel der predikingen van den heiligen oorlog èu de verre expediliën der kruisvaarders onder de oogen te hebben.

Er is veel getwist over den oorsprong der oude volken van Pruisen; wij bezitten daaromtrent slechts gissingen en stelsels. Het uiterlijk der Pruisen kwam overeen met dat der Germanen: blauwe oogen, een levendlgen blik, blozende wangen, lange gesialle, gespierd lichaam, blond baar. Deze gelijkenis met de overige Duitschers onisproot uit het klimaat, niet uit de ver-uienging der naliën. De Pruisen hadden meer overeenkomst mei de Litbauwers wier laai zij spraken en wier kleoderdracbt zij volgden. Zij voedden zich'door de jacht, de visscberij en met hel vleesch der kudden; de landbouw was bun onbekend; de merries verschaften bun melk, do schapen wol, de bijen honig; in bunne handelsbetrekkingen hechtten zij niet veel aan geld; vlas en leder bereiden, steenen kloven, wapenen slijpen', gelen amber bewerken, was hunne eenige nijverheid. Zij duidden de uren aan door de woorden scliemcriiiy, lUiycraad, ophomsl der zon, avond, eersten s'.uap enz.

De maanden van bel jaar droegen de namen der voortbrengselen van de aarde of der voorwerpen die zich in elk seizoen aan bunne oogen vertoonden: zij hadden de maand van de kraaien, van de duiven, van de koekoeken, van de groene


-ocr page 312-

===

KMS DKll KlU'iSTOCHTI'lN.

GKSCI

lierkon, vim de liiKlcboomen, van liol weglrekken dor vogels, viin liel vallen der bladeren enz. Oorlogen, groote woudbraiulen, orkanen, overstroomingen vormden de voornaamste tijdvakken Iniimcr geschiedenis. .......

in volk woonde in aarden linllen, de njken in eikenliouten lini/en. Pruisen hezat geen sleden; eenige versterkte kasteelen verhieven zich op heuvelen. Deze nog wilde natie erkende vorsten en adelliikcn; degene, die den vijand overwonnen had, degene, die' nitnumUe in hel lenmien van paarden, kwam in den adelstand. De heeren hadden rrcht \an l(!\en en dood over hunne vazidlen. De Pruisen voerden geen oorlog om oen vijaiulolijk laiul lo vorovoroii, ninni* om liuiino liMnul-sleden en hunne goden te verdodigen. Hunne wapens waren de lans en de werpspies ,• die/.ij met veel beliemligheid hanteerden. De krijgers kozen hun aanvoerder, (lie door den hoo'imriesler gc/i'geiicl werd. Alvorens ten strijde te trekken, zochten de Pruisen ecu liunner krijgsgevangenen mt honden hem aan oon booni om doorboordon hom mol pijloii. /\\ golooklcn aan voorlookonon: de amid, do witte duil', do krnanvogol, do raai' de trapgans lieloolden de overwinning; het hert, de woll, de loseh de muis, het gezicht van een zieke ol wel vaneen oude vrouw duidden nederlagen aan. Door het uitsteken hunner hand hoden zij den vrede aan; om een verdrag te hezweren leden zij deeene haud op de horst en de iindere op den gewijden eik. Na de overwinning vonnisden zij de krijgsgevaugenen; de voornaamste onder dezen werd aan de goden van het land opgeofferd en sliert op een hrandstapel. , , .

Ondanks hunne harhnarsche gebruiken eerbiedigden de 1 ringen nauwgezet de wetten van do gastvrijheid: scliipbrenkclmgen en vreemdelingen konden verzekerd zijn een schuilplaats en bijstand hij beu te vinden. Onversaagd in den oorlog, eenvoudig en zaehl/inniquot; in tijd van vrede, erkentelijk en wraalmich ig, het oiceluk eerbiedigende, bezaten zij meer deugden dan ondeugden en werden slechts verdorven door de overmaat van liuiine bijgeloovigheid.

De Pruisen geloolden aan een ander leven. De hel noemden zij /V/,7fl; ketenen, dikke duisternis, stinkende wateren vorniden dé stral' der lioozen. In de Klyseesche velden, welke Ito;/us genoemd werden, waren seliooue vrouwen, leestmalen, een 'uitgezochte drnuk, dmisen, zaehte legersteden, Iraaie kleederen

de belooning van de deugd.

Iu een oord, lUmotw genoemd, stond een groene eik, die honderd geslachten gezien had en wiens reusachtige stam drie heelden v;in de voornaamste godeu bevatte; het gebladerte flroop van hel bloed der slaehtolïers, die er dagelijks omgebrach werden- daar had de hoogopriester zijne woonstede gevestigii ,prak bij recht. De priesters alleen durlden dat gewijde oord naderen; de misdadiger hield zich er sidderend van l'crhinins, de god van den donder en het vnur, gt; eerste ouder de goden der Pruisen; bij had het aau-vau een verloornden mail, een gekroesden baard en zijn was door vlammen omgeven. Het gerommel va 11 den noemde het \olk den (iuii(l en de xlnpi»'quot; ran hrhunas. nabijheid van den eik vau Homove, aan de oevers van zwavelachtige bron, brandde een eeuwigdurend vuur ter eere van den god des donders.

Bij Perkunas vertoonde zich l'olriinjiiis onder de gedaante van een jongeling met een krans van korenhalmen om liet boold: mén vereerde hem als den god van de wateren en de stroomen; hij behoedde de menscben voor de rampen van den oorlog en leidde de genoegens vim den vrede. Door een zonderlinge tegenstelling oll'erde men aan dien vreedzamen algod liet bloed der aan den voet van den eik onthalsde dieren en gevangenen; soms oll'erde men hem kinderen. De priesters hadden hem een slang toegewijd, hel zinnebeeld dei lortuin.

Onder het lommer van den gewijden boom zag men ook nog pi/collos, den god der dooden: bij had de gedaante van een grijsaard, grijze baren, grauwe oogen, een bleek gelaat en het iioóld omwonden met een doodlaken; zijne altaren waren hoopen menschenbeenderen; de lielsche goden gehoorzaamden aan zijne wetten; hij boezemde de treurigheid en den angst in.

De bewoners van Pruisen hadden eene menigte andere goden die zij aanriepen voor de kudden, de bijen, de wonden, de walerén, den handel, den vrede der lamilieii en het huwelijks-quot;■eluk' een honderdoogige godheid waakte op den drempel der woninWn, een godheid behoedde hel pluimgedierte, een andere n icschermende godheden stuitten de branden, deden den berk vloeien, bewaakten de wegen, wekten de en de landbouwers voorliet aanbreken van den dag. n oik van Remove bezaten de Pruisen verscheidene andere eiken die zij als de heiligdommen van hunne godheden beschouwden. Me'n wijdde ook linden, pijuboomen, gansebe wonden, bronnen, meeren en bergen; men vereerde ook s|anquot;-en, uilen, ooievaars en andere dieren ; korlom. in de door de Pruisen bewoonde streken wemelde bet van godheden in de geheele natuur, en tot in de veertiende eeuw van de christelijke tijdrekening kon men van een volk van Europa hetzelfde zeggen wat Bossnet zegt van bet oude heidendom: Alles was er C.nd, behalve God zelf.

!;

en oo verw was d gezicbl boold dondei In de een

i

den stal; het sap uit werklieden Behalve

Lang vóór de kruistochten bad de heilige Adalhertus zijn vaderland Bobemen verlaten om de wouden van Pruisen te doorkruisen en de bewoners tot het christendom te bekeeren. Zijne welsprekendheid, zijne gematigdheid, zijne naastenliefde vermochten de woede der priesters van Perkunas niel to ontwapenen: Adalbert stierf doorboord met pijlen en ontving den palmtak van bet martelaarscbap. Andore missionarissen ondergingen hetzellde lot. Hun bloed verhiel zich legen buiino moordenaars en bet gerucht van hun dood, het verhaal der wreedheden \ :i een barbaarsch volk wekten alom de zucht naar wraak bij do christenen van het Noorden op. Bij al de naburige volken was er steeds sprake van om de wapens tegen de afgodendienaars van Pruisen op te nemen. Een abt vau het klooster van Oliva, behendiger en vooral gelukkiger dan zijne voorgangers, ondernam de hekeering der heidenen van den Oder0 eifden Weicbsel, en slaagde er in, met behulp van den Heiligen Stoel, een kruistocht te vormen tegen de aanbidders van de valsclie goden. Een groot aantal christenen namen bol kruis aan op 'de uitnoodiging van Christiaan, die bun het eeuwige leven beloofde indien zij over de vijanden van .lesus Christus zegepraalden. Welhaast kwamen de ridders van C.liris-tus en de ridders van het Zwaard, ingesteld om de heidenen van Lijlland te bestrijden, de Teutoniscbe ridders, die, in Palestina, in macht en roem met de orden der Tempeliers en der Hospitaliers wedijverden, de legerkorpsen versterken, die bijeengebracht waren om Pruisen te overweldigen en zijne bewoners te hekeeren. Deze oorlog duurde bijna twee eeuwen. Al mocht de christelijke godsdienst soms hare deugden aan de strijders inboezemen, werden toch de bevelhebbers van dezen langdurigen kruistocht meestentijds geleid door de wraak, de eerzucht en de hebzucht. De ridders van de Teutonische orde, die de dapperheid bijna altijd tot beldballigbeid opvoerden, bleven de meesters van bet door hunne wapenen veroverde land. Deze ridders stichtten de overwonnenen nooit door hunne gematigdheid of limine menscldievendheid en werden dikwerf voor den rechterstoel van bel opperhoofd der Kerk iiimgeklaagd, dat zij de Pruisen bekeerd hadden niet om er dienaren van Jesns (ïhristns van te maken, maar om het getal hunner onderdanen en slaven te vermeerderen.

Wij behhen van de volken van Pruisen-en van den tegen hen o-evoerden oorlog alleen gesproken , om een aan de hedendaagsche quot;eleerden bijna onbekende natie en hare gebruiken bekend te maken en om aan te toonen hoezeer de eerzucht en de dorst naar veroveringen van den geest der kruistochten misbruik konden maken ;' haasten wij ons tot de expeditie terug te koeren , die tegen de muzelmannen voorbereid werd.

11217.] Dnitscliland beschouwde Erederik II als den opperbevelhebber van den oorlog, welken men iu Syrië ging voeren , maar de nieuwe keizer, gezeten op een door de burgeroorlogen langdurig geschokten troon, en de ondernemingen der republiek vaiquot; Italië duchtende, meende zijn vertrek naar Palestina Ie

moeten uitstellen. ,

De ijver der kruisvaarders was evenwel met verllanwd en m 'ii ongeduld vestigden zij de oogen op den koning van Hongarije om hen in den heiligen oorlog aan le voeren. Vergezeld van den hertog van Beieren, den hertog van Oostenrijk en de Duitsche edelen, die het kruis aangenomen hadden, ging Andreas op weg naar het Oosten aan de spits van een talrijk leger en bcaf zich naar Spalatro, waar schepen van Venetië, /.ara, Ancona en andere steden van de Adriatische zee de kruisvaarders wachtten, om hen naar Palestina over le voeren.

In de landen die hij doortrok, werd de koning van Hongarije door de bevolking met zegenwensehen begroet. Toen hij de stad Spalatro naderde, kwamen de geestelijkheid en de bewoners hem in processie le co moet en eeleidden hem naar hunne voornaamste kerk,

hartigheid des Weinige dagen haven en zette vaardigden van orden van den Tempel, van ridders begeven hadden. . .. . ,

Een aantal kruisvaarders, te Brmdisi, Genua en Marseille scheep gegaan, waren den koning en zijn leger voornitgereisd. Eusignau, de koning van Cyprus, en de meeste zijner baronnen , medegesleept door quot;hel voorbeeld van zoo vele doorluchtige vorsten, mimen bet kruis aan en beloofden hen naar het heilige land te zullen vergezellen. Weldra vertrokken al de kruisvaarders gezamenlijk uit de haven van Limisso en ontscboeplen zegepralend in Plolomaïs. . .

Een Arabisch gesebiedschrijver zegt, dat de christenen , sinds den tijd van Saladijn, niet zulk een talrijk leger in Syrië bezeten hadden. In alle kerken dankte men den Hemel voor de krachtige

te gemoel en geleiddei waar al do verzamelde geloovigen de harin-■niels over de christen krijgers alsnieekleu. daarna verliet de vloot der kruisvaarders de koers naar Cyprus, waarheen zich de afge-len koning en 'den patriarch van Jerusalem , de Sint Jan en van de Teutonische


-ocr page 313-

R KRUISTOCHTEN. Hl!»

GESCHIEUENIS DE

luilp, welke Hij aan hel heilige land zond; maar de blijilscliap iler chrisleneu van Paleslina werd al spoedig verstoord door de uioeielijkheid om voor zulk een groole menigle ineasehea levensmiddelen ie vinden.

Dal jaar was zells in de rijkste streken vau Syrië onviuchtbaar geweest; de schepen, die uit liet Westen kwamen, hadden slechts oorlogswerktuigen, wapenen en bagage aangevoerd. Aldra liet zich schaarschte onder de kruisvaarders gevoelen, hetgeen de soldaten tol tuchteloosheid eu rouverlj deed overslaan. Iie üeieren pleegden de grootste buitensporigheden, plunderden woningen en kloosters en verwoestten de velden; de aanvoerders Londen de orde en den vrede niet in het leger herstellen dan door het toeken lol den oorlog legen de Turken te geven, en iun de gronden en de huizen der christcnen te redden, stelden zij hunne soldalen voor de velden cn de steden der ongeloovi-gen te vernielen.

Aangevoerd door tie koningen van Jerusalem, Cyprus en Hongarije ging het geheelc leger op de oevers der beek van (iison kampeeren. Om de verbeeldingskracht van do kruisvaarders te prikkelen en hen aan het doel inmner onderneming le herinneren, begal' de patriarch der heilige stad zich naar hel kamp der christenen, met een stukje van het ware kruishout, dal bij den veldslag van Tiberias gered was. De koningen en de vorsten trokken hem bloolvoets le gcinoet en begroetten niet eerbied hel toeken der verlossing. Deze plecbliglieid ontvlamde den ijver en de geesldrilt der kruisvaarders, die nu naar niets vuriger haakten dan voor de zaak van Jesus (Ibrislus te strijden. Hol leger ging de beek over en trok door hel dal van Jesraël lusschen den berg Hormon en dien van Galboë zonder een onkelen vijand te ontmoeten. Aanvoerders en soldaten baadden zich in de wateren van den Jordaau en verspreidden zich langs do oevers van het meer van Genesarelh. Lolzangon zingende vervolgde het christen leger zijn weg: de godsdienst en zijne horimieringen haddon de Lucht en de rust onder de soldaten hersteld. Alles wal zij rondom zich zagen vervulde hen met vrome vereering voor het heilige land. In dien vcldlocht, welke een ware pelgrimstocht was, maakten zij een groot aantal gevangenen zonder gevechten te leveren en keerden met buil beladen in Ptolomaïs terug.

Ten lijde van dien kruistocht regeerde Malek-Adhel niet meer over Syrië ol' Egypte. Na don troon van Saladijn door onrecht en geweld beklommen te hebben, was hij dien vrijwillig algeslegen. Alle binderpaion overwonnenen niels moerlewenschenhebbende, gevoelde hij hel ledige der menscholijke grootheid en legde de teugels neder van het bewind over een rijk, dal niemand hem kon betwisten. Malek-Kamel, zijn oudste zoon, was sullan van C.aii'o; Corradin, zijn tweede zoon, beheerscher van Damascus. Zijne overige zonen hadden de vorstendommen Jiosra, Haalbec, .Mesopolainië enz. lol doel gekregen. Bevrijd van de slaalszorgen bezocht Malek-Adel zijne kinderen om do beurt en bewaarde den vrede onder hen. Hij had niels van zijne vroegere macht overgehouden dan bel overwicht van een groote vermaardhoid en een door talrijke holdenlëiten verworven roem; maar dit overwicht maakle vorsten, volk en leger aan hein onderdanig. In oogenblikken van gevaar waren zijne raadgevingen wetten; de soldaten beschouwden hein als hun bevelhebber, zijne zonen als hun souvereinen schoidsrechter, al de muzelmannen als bun verdediger en hun steun.

De nieuwe kruistocht had ontsteltenis verspreid onder de muzelmannen. Malek-Adliel verdreef hun ongerustheid door de verzekering, dal do christenen weldra onder elkander verdeeld zouden wezen en hunne geduchte expeditie gelijk was aan die onweders welke boven don Libanon rommelen en van zelve verdwijnen. Noch de legerscharen van Syrië, noch die van Egypte vertoonden zich in Judea, en de in Ptolomaïs verblijl houdende kruisvaarders konden het zich niet verklaren, dal do vijand niet kwam opdagen om hun den strijd aan le bieden. De bevelliobbers van het christen leger wenschlen don oorlog naar de boorden van den Nij 1 over le brengen; maar do inmiddels ingetreden winter veroorloolde niet een verren krijgsloclil te ondernemen. Um do soldaten, die door de werkeloosheid allijd in de tucht verslapten, bezigheid te verscbaHen, vatle moh het plan op om den berg Thabor aan le lasten, waar de muzelmannen versterkingen hadden aangelegd.

De berg Thabor, zoo vermaard in hot (judo en hel Nieuwe Testament, verheft zich als een trotsche dom aan het oostelijk uiteinde van de schoone en groote vlakte van Esdrelon. De holling van den berg is des zomers bedekt met bloemen, groen en welriekende boomen. Van den top des Thabors, welke een lalelvlakle vormt van een mijl uilgeslreklheid , ontwaart men hel meer van Tiberias, de zee van Syrië en hel mccren-deel der plaatsen waar Jesus Christus zijne mirakelen verrielitle.

Mono kerk, welke men aan de godsvrucht van de heilige Helena te danken had, opgericht ter plaatse waar de Zaligmaker in hel bijzijn zijner discipelen verheerlijkt werd, had do pelgrims langen tijd aangetrokken. Twee op den top des bergs gebouwde kloosters herinnerden gedurende vele eeuwen aan Elias en Moses, wier naam zij droegen; maar sinds Saladijns regeering wapperde do vaan van Mahomed van den heiligen berg. De kerk van do heilige Helena, de kloosters van Elias en Moses waren afgebroken'en van hunne sleenen was een kasteel gebouwd, waaruil de muzelmannen de koloniën dor christenen bedreigden.

Men kon den top van den Thabor niet bereiken zonder duizenden gevaren le irolseeren. Niels kon de clirislenen eclder afschrikken; de palriarch van Jerusalem, die de kruisvaarders voorging, loonde hun het leeken dei' verlossing en vuurde hen door zijn voorbeeld en zijne woorden aan. Reusachtige rotsblokken rolden van de dóór de ongeloovigen bezelle hoogten naar beneden. De vijanden wierpen een hagelbui van werpspiesen op al do wegen welke naar den top des bergs voerden. De moed der soldalen van hel kruis spotle met al de pogingen der Turken; de koning van Jerusalem onderscheidde zich door wonderen van dapperheid en doodde mot eigen hand twee emirs. Den lop van den Thabor bereikt henbonde, verdreven de kruisvaarders de muzelmannen en vervolgden hen tol aan de poorten des kasleels: alles vlood voor de kracht hunner wapenen. Maar eensklaps bekroop eenige aanvoerders de vrees voor een overrompeling van den vorst van Damascus, en deze vrees werkte des le sterker op de gemoederen, daar er hoegenaamd geen voorzorgen hiertogen genomen waren. Terwijl de inuzolmannen zich in de grootste ontsteltenis achlcr hunne wallen in veiligheid trachlleu te stellen, maakte een plotselinge schrik zich van de overwinnaars mcesler; de kruisvaarders zagen van eon aanval op hel kasteel af en het christen leger verwijderde zich zonder iels le ondernemen, ais tiadde hel den berg Thabor enkel beklonnnen om cr de plek le aanschouwen, welke door de verheerlijking van den Zaligmaker geheiligd is.

Men zou aan die overhaaste vluchl niet kunnen gelooven zonder het getuigeuis der schrijvers van dien tijd. De oude kronijken blijven, volgens hare gewoonle, niet in gebreke eene gebeurtenis, die zij niet kunnen begrijpen, aan hel verraad loc le schrijven; het komt ons evenwel natuurlijker voor den terugtocht der kruisvaarders toe te schrijven aan den geest van tweedracht en zorgeloosheid, die op al hunne ondernemingen verlammend werkte. Daarbij beslaat er geen bron of fontein op den Thabor, en hel gebrek aan water kon de kruisvaarders beletten het beleg van hel kasteel te undernemen.

Deze terugtocht had allernoodlolligste gevolgen. Terwijl de bevelhebbers elkander de schande van hel leger en den beganen misslag verweten, bad de moedeloosheid de ridders en de soldaten overmeesterd. Do patriarch van Jerusalem weigerde voortaan het kruis van Jesus Christus voor de kruisvaarders uil le dragen, daar dilgezichl hun godsvrucht en hun moed niet meer kon opwekken, lie onleerende blaam van dien aftocht willende nitwisschen alvorens iu l'ioloinais terug le keeren, voerden de vorsten en koningen, die den kruistochl leidden, hel leger naar Phenicië. In dien nieuwen vcldlocht had geen enkel noemenswaardig leit plaats. Daarhetinden winter was, bleven eeue menigte soldaten door de koude bevangen op de wegen verlaten achter; anderen vielen in de handen dei- zwervende Hedouienen. Daags vóór Kerstmis werden de kruisvaarders, lusschen Tyrus en Sarepta gelegerd, door een hevigen orkaan overvallen: de storm, de regen, de hagel, de wervelwinden, de bliksemschichlen doodden hunne paarden, voerden limme tenten mede en verstrooiden hunne bagage. Dit onheil benam hun geheel en al den moed eu deed hen gelooven, dat de Hemel hun zijn bijsland onttrok.

Daar zij gebrek hadden aan levensmiddelen en hel gehcele leger niet op dezellile plaats kon beslaan, beslolen zij zich lol aan hel einde van den winter in vier afzonderlijke korpsen te splitsen. Deze scheiding, welke te midden van onderlinge verwijlen plaats greep, scheen eerder het uitwerksel van de tweedracht dan dat van de noodzakelijkheid te zijn. De koning van Jerusalem, de hertog van Oostenrijk en de grootmeester van Sint-Jan gingen in de vlakten van Cesarea hun kamp opslaan; de koning van Hongarije, do koning vaa Cyprus en Kaymond, zoon van den vorsl van Anlioebië, begaven zich naar Tripoli. De groot meesler van den Tempel, die der Teulonische ridders en Andreas van Avesnes mei de Vlaamsche kruisvaarders gingen een kasteel bezetten, dat aan den voet van den berg Carmel lag; de overige kruisvaarders keerden naar Plolomais terug met het voornemen om zich naar Europa in te schepen.

De koning van Cyprus werd ziek en stierf, toen bij op hel punt was van naar zijn rijk terug te koeren. De koning van Hongarije was ontmoedigd en begon le wanhopen aan hel welslagen van een oorlog, die zoo ongelukkig begonnen was. Deze vorsl achtte zijn gelolte, na een verblijf van drie maanden in Palestina, volbracht, en nam eensklaps hel besluit naar zijne Stalen terug le koeren.

In het Westen was men voorzeker verbaasd geweest, dat


-ocr page 314-

GESCHIEDKMS DER KRUISTüCllTI'.X.

igt;ü()

Amlreas zijn rijk, iielwolk door parlijscliappen vei'sclieurd werd, vei'liel 0111 zicli naai' Syrië te begeven; in het Oosten was uien niet minder verwonderd, dat die vorst Palestina verliet zonder hocgeiKianul iels voor de bevrijding' der heilige plaatsen gedaan te hebben. De palriareb van Jerusalem verweel hem zijne onstandvastigheid en poogde hem onder de vanen van hét kruis terug te houden: daar Amlreas evenwel niet iKiar de heden van den palriareb wilde luisteren, nam deze zijne toevlucht tot bedreigingen. Doch niets vennochl het besluit van den koning van Hongarije aan hel wankelen te brengen; om echter den schijn niet op zich te laden van de zaak van Jesus Christus in den steek te laten, liet hij de belli zijner troepen aan den koning van Jerusalem achter.

Na Palestina verlaten te hebben, bleef Andreas zich lang in Armenië ophouden en scheen zijne eigene vijanden levergelen zooals hij die van Jesus Christus vergal. Hij keerde door Klein-Azië naar het Westen terug, en zag, door Conslanliuopcl komende, de droevige overblijlselen van hel Lalijnsche rijk, die hem uil zijne trage zorgeloosheid hadden moeten opwekken en hem aau den ondergang doen denken, die zijn eigen rijk bedreigde. De Hongaarsche monarch, die zijn leger in Syrië bad achtergelaten, bracht vele reliquieën mede, zooals hel hoold van den heiligen Petrus, de rechterband van den apostel Thomas, een der zeven kannen, waarin Jesus Clirislus op de bruilol'l te Canaan hel water in wijn veranderde. Zijn verlronwen in die vereerde voorwerpen deed hem dc middelen van de mensclielijke voor-zichliglieid verwaarloozen. Hij zijn terugkeer in Hongarije waren, volgens een kronijk van dien tijd, de reli(|uieëi!, die hij uil hel heilige land medebracht, zoo vermogend, dat zij de onlusten in zijne Slaten stilden en in al de provinciën den vrede, de wetten en de gereclnigheid deden bloeien. De meeste Hongaarsche geschiedschrijvers voeren een andere laai en leggen hunnen vorst leu lasle zijne scballen en zijne suldalen m een onvoorzichtige en ongelukkige expedilie verspild le hebben. De terugkeer van Andreas werd door geen enkel openbaar vreugdebetoon begroet: met moeite waren eenige prelaten te bewegen hem tc gemoet le trekken. De adel en het volk maakten van zijne langdurige arwezigheid gebruik om hem wetten voor le schrijven, en vrijheden en voorrechten le bekomen, die de koninklijke macht verzwakten en in het koninkrijk Hongarije de kiemen strooiden van een snel verval.

Kort na het verlrek des konings van Hongarije ontscheepten le Plolomaïs een groole menigte kruisvaarders, die uit de havens van Holland, Frankrijk en Italië vertrokken waren. De kruisvaarders uil Friesland, die van Keulen eu van de boorden van den Kijn waren op de kusten van Portugal geland; zij hadden de .Mooren in verscheidene groole veldslagen overwonnen , twee Sarraceensclie vorsten gedood en de Vanen van het kruis op de muren van Alcaear doen wapperen. Zij verhaalden de wonderwerken, waarmede de Hemel limine dapperheid gesteund had en de verscliijning van engelen in schitlerende wapenrustingen, die met de soldaten van Jesus Christus op de oevers van den Taag gestreden hadden. Ite komst van die krijgers eu het verhaal hunner ovenviniiingeii herlevendigden den moed der kruisvaarders, die onder de bevelen van Leopold, hertog vau Oostenrijk, in Palestina gebleven waren; met zulk een krachtige versterking was er weder dadelijk sprake van het hervallen van den oorlog tegen de imizelmannen.

Het plan om de boorden van den Nijl te veroveren, had de christenen dikwerf beziggehouden. Sinds hel denkbeeld van een oorlog in Egypte door den paus zclven in hel concilie van Lateranen werd uitgedrukl, beschouwde men dal plan als een ingeving des Hemels; men dacht alleen aan de voordeelen van een rijke verovering , en de gevaren van een zoo moeielijke ondernemiiig verloonden zich niel meer aan den geesl der soldalen van bel kruis. «In de maand Mei, na llcmelvaarlsdag,quot; zegt Olivier Scholasticus, «scheepten de koning van Jerusalem, de patriarch, de bisschoppen van Nicosia, Hethleliem en 1'tolo-mais, de hertog van Oostenrijk, de drie orden der Ridders en een overgroole menigte kruisvaarders zich op een daartoe uitgeruste en gewapende viool in en begaven zich naar hel hasleel der Pehjiims, tusschcn Caïphas en Cesaiea gelegen. Een gedeelte der vloot, dat alle zeilen hijgezel had, kon met tijdig 'hijdraaien , stevende door en kwam den derden dag voor Damiate. De bevel hebbers, die bij bel kasteel der Pelgrims het anker hadden laten vallen, besteedden drie dagen meer aan den (iverlocbl; anderen verschenen, door tegenwinden beloopen, eerst na vier weken op de kusten van Egypte. De aartsbisschop van Reims en de bisschop van Limoges, die door hunne hooge jaren verhinderd werden de kruisvaarders le vergezellen, stierven, 'de eerste le Plolomaïs, de andere op de terugreis. Degenen, die hel eerste voor Damiaie aankwamen, kozen den graal' van Saarhriick lol bevelbebher en gingen ten westen der monding van den Nijl aan land; de koning van Jerusalem ontscheepte weinig tijds daarna zonder eenigen weerstand te ontmoeten.

Hel kruisleger sloeg zijne lenlen op in een zandige vlakte, die deel uitmaakte van iiet eiland Melialle ol' den Delta.

Damiate ol hel oude Daniialis, op den rechteroever van den Nijl op een mijl alstands van de monding der rivier gebouwd, was een der aanzienlijkste steden van Egypte. Deze stad was, in de oudheid, de mededingster van Tbanis en Peluza en bezat ten tijde van de kruistoeliten nog iels van haren vroegeren luister. Haar grondgebied, dat besproeid werd door den Nijl, dien de pelgrims den slroom van hel puradijs noemden, was uiterst vruchtbaar in allerlei voortbrengselen. Aan alle zijden ontwaarde bet oog bosschen van palm-, oranje- en moerbezie-vijgenboomen. Ten oosten breidde het meer van Menzaleh zich uil. Damiate ontving langs de monding van den Nijl de voortbrengselen van Syrië, Klein-Azië eu den Archipel. Daar die stad een den poorten van Egypte en onderscheidene malen door de chrisleueii aangevallen was, hadden de beheerschers van Cairo niets verzuimd om baar tc versterken. Zij was door diepe grachten eu een drieduhbelen muur omgeven. In het midden van den ISijl verhiel' zich een toren, waarop een ketting uitliep, die het opvaren van den stroom belette en de toegang lol de stad verdedigde. Dc stad bezat een garnizoen van twintig duizend man keurtroepen en de bevolking kon veertig duizend gewapenden op de been brengen.

Op onze omzwervingen door Egyple hebben wij de plaats gezien, waar de kruisvaarders ontscheepten en de vlakte, waar zij hunne tenten opsloegen. Voor zich zagen zij de torens en de wallen van Damiate en de palm- en vijgenbuom-bosschen, die den ooslelijken oever van de rivier bedekten, achler hen breidde zich een dorre vlakte uil, ten noorden door de zee, ten zuiden door hel meer Ruurlos, ten oosten door zandheuvels begrensd. Nauwelijks hadden zij huu kamp opgeslagen ol' zij waren getuigen van een maaneklips: die eklips werd als een wis voorteeken beschouwd van de nederlaag der ongeloovigen; want volgens de kronijkschrijyers van dien Lijd, werd de maau geacht een groolen invloed uil te oolcueu op de lotsbestemming der muzelmannen. Toen Alexander in Azië landde, voegt Olivier Scholasticus er bij, had een dergelijk natuurverschijnsel hem de overwinningen aangekondigd die liij op Darius ging behalen.

Alvorens de stad te kunnen aanvallen moest men den toren bemachtigen die in hel midden der rivier gebouwd was. Üe hertog van Oostenrijk, de graal'Adoll van liergen, de Tempelen de Hospitaalridders nadeiden met een groot getal Duilscliers en Friezen op vaartuigen de muzelmansche sterkte en beslonnden haar herhaalde malen zonder er zich van te kniinen meester maken. Gedurende al die aanvallen regende hel sleenen en pijlen van de wallen der stad op de aanvallers; hel Grieksche vuur vloeide als een stroom over degenen, die de kanleclen poogden le bereiken; verscheidene krijgers vielen met hunne zware wapenrusling bedekt in den Nijl, en hunne zielen, zeggen de kronijken, gingen in den hemel hel gelal der martelaars en der heiligen verg rooien. Eindelijk verwijderden zich de vaartuigen der clirisleiieu, na een strijd van verscheidene uren, van den toren, geheel ontredderd, masteloos, met werpspiesen van binnen en van buiten doorboord en ten deele verleerd door hel Grieksche vuur. Nochtans verdubbelden dc pelgrims, wel verre van den moed te verliezen, hunne pogingen, en hernieuwden voorldurend hunne aanvallen. Hunne minst diepgaande vaarluigen voeren den Nijl op en wierpen bel anker uil hoven den luren; men baklo dcu ketting door welke den doortocht der schepen beletle en veilheide de houten brug die de slad met den toren verbond. Men vond belegeringswerktuigen uil, waarvan de weergade uog niet in den oorlog gezien was: een reusachlig kasteel werd van lioul gebouwd op Iwce schepen, die mei balken aan elkander verbonden waren; dit drijvend, niet koper beslagen kasteel, bezat galerijen om de strijders op te nemen eu een valbrug, welke op den toren der Egypleiitiren moest nedergelalen worden. Een eenvoudig priester vau Keulen, die den kruis-tocht op de oevers van den Rijn gepredikt en hel christen leger naai Egypte vergezeld had, had op zich genomen den bouw van dit geduchte gevaarte te leiden. Daar de pausen, in limine brieven, den kruisvaarders steeds aanrieden zich in liet Oosten door bekwame werktuigkun igen le doen vergezellen, had het christen leger geen gebrek aan werklieden, geschikt om de moeielijkste werkzaamheden uil te voeren. De vrijwillige gillen der aanvoerders en der soldaten voorzagen in de noodige uitgaven.

Met het grootste ongeduld verbeidden de kruisvaarders het oogenklik, waarop het reuzenkasleel den toren van den Nijl zou kunnen naderen, lu hel kamp der christenen verrichtte men gebeden om de bescherming des Hemels le verwerven; de patriarch en de koning van Jerusalem, de geestelijkheid en de soldaten braclilen eenige dagen met gestrenge boetplegingen door; het geheele leger trok, barrevoets, iu processie naar den oever der zee. De bevelhebbers hadden de bestorming


-ocr page 315-

GESClllKDENIS DER KRUISTOCHTEN.

201

vastgesteld op den feestdag van den 11. apostel Bartliolomeüs. Al de kruisvaarders waren vervuld met lioop en moed; allen dongen naar den roem om aan don aanval te mogen deelnemen. Men nam de keur der soldatou van elke natie; en Leopold, hertog van Oostenrijk, het toonbeeld der christen ridders, aanvaardde de eervolle taak een onderneming te besturen, waarvan het welslagen van den kruistocht at'liing.

Op den vastgestelden dag kregen de beide schepen met het houten kasteel het teeken om te vertrekken. Zij bevatten drie-honderd krijgers in volle wapenrusting. Een ontelbare menigte muzelmannen waren van de wallen der stad getuigen van dit tooneel en staarden met verbazing en angst tevens op hot groote gevaarte dat, op de beide vaartuigen rusteiuie, langzaam de rivier kwam opzetten; al de kruisvaarders, die in slagorde langs den linker Nijloever opgesteld stonden , of wel over do omliggende heuvelen verspreid waren, begroetten niet oorver-doovend gejubel de drijvende steriUe, waarmede het lot van het christen leger zoo nauw verbonden was. Bij de muren genaderd, werpen de beide vaartuigen hunne ankers uit en maken de soldaten zich tot do bestorming gereed. Terwijl zij hunne spiezen werpen in afvvacliting dat zij zich van de lans en hel zwaard kunnen bedienen, gieten de belegerden stroomen Gricksch vuur uit on spannen al hunne krachten in om het houten kasteel, waaruit hunne vijanden hen bestoken, in vlammen te doen opgaan. De eeneu werden aangevuurd door de toejuichingen van het christen leger, de anderen aangemoedigd door de bijvalskreten der inwoners van Damiate. Plotseling schijnt, te midden van den strijd, het kasteel der christenen geheel in vlam te staan, de valbrug, op de muren van den toren neergelaten, kantelt, de banierdrager van den hertog van Oostenrijk stort in den Nijl, het vaandel der christenen valt in de handen der vijandeu. Op dat gezicht heffen de muzelmannen een geweldig vreugdegeschrei aan terwijl een luid gejammer opstijgt van den oever waar de christenen legerden; de patriarch van Jerusalem, de geestelijkheid en het geheele leger zonken op de knieën en hieven de handen smeekend ten hemel.

Weldra, als had God hunne gebeden willen verhoeren, doolt de vlam uit, wordt de valbrug bevestigd; de wapenmakkers van Leopold hernieuwen hun aanval , met nog meer vuur, boven van hunne sterkte bestrijken zij do muren van den toren en strijden met sabels, pieken, strijdbijlen en Ijzeren knotsen. Twee soldaten springen op het platform, op hetwelk de Egyp-tenaren zich nog altijd staande hielden; hunne koenheid doet den belegerden den schrik om het hart slaan, en in verwarring nemen deze de vlucht naar de lagere verdieping. Door den vloer in brand te steken trachten zij oen scheidsmuur van vlammen tegen hunne vijanden op te werpen, die hen van nabij vervolgen, doch deze laatste pogingen van de dapperheid cn de vertwijfeling kunnen de soldaten van hel kruis niet terughouden; van alle kanten worden de muzelmannen aangevallen; op verscheidene plaatsen stortten hunne muren, door de stormrammen gebeukt, in en dreigen hen onder hunne brokstukken le vermorselen; welhaast leggen zij de wapens neder en smeeken hunne overwinnaars oni lijfsbehoud.

Zoo bleven de kruisvaarders meesters van den toren en begon de stad bedreigd te worden. Het christen leger, dat getuige geweest was van hel gevecht, zag met gejubel de Egyptische gevangenen in zegepraal door het kamp rondleiden; voorde vergade!de vorsten en aanvoerders gebracht, prezen de gevangenen de door de christenen verrichte wonderen van dapperheid en verzochten de in het wit (jekleede en mei wille wupenrnsliiKjen bedelde mannen te zien, die zij hadden moeten bestrijden. Men stelde hen de krijgers voor, die hen overwonnen hadden, maar zij erkenden in dezen niet dat verschrikkelijke voorkomen en dien hemelschen glans, waarvan de herinnering hen nog niet ontzetting vervulde. Toen begrepen de pelgrims, zegt een ooggetuige, ded onze lieer Jesus Clnislm zijne engelen gezonden had om den luren aan le lasten.

Omst! eeks dienzelfden tijd stierf Malek-Adbel, die zich bij de christenen zoo gevreesd gemaakt had, in Azië. Vóór zijn dood had hij de overwinning vernomen, welke do kruisvaarders voor Damiate behaald hadden: de christenen bleven niet in gebreke te zeggen dat hij van verdriet daarover gestorven was en de macht en de glorie der muzelmannen met zich in het graf genomen bad.

De christenen hebben Malek-Adhel in hunne geschiedenissen voorgesteld als een heerschzuchtig, wreed en woest vorst. De Oostersche schrijvers daarentegen prijzen zijne godsvrucht en zijne zachlinoedigheid; een Arabisch geschiedschrijver roemt zijne liefde voor do gerechtigheid en de waarheid, en schelst mei een enkelen trek de gematigdheid van den alleenheerscher van Azië, met te zeggen, dat Siitadijns broeder zonder gramsehap luisterde naar hetgeen hem mishaagde.

Al de geschiedschrijvers prijzen eenparig de dapperheid van den muzelmanschen vorst en de bekwaamheid die hij in het volvoeren van al zijne plannen aan den dag legde. Geen vorst wist beli!!' dan hij zich te doen gehoorzamen en aan de opperste macht dien uilerlijken glans bij le zetten, welke de verbeelding der volken treft en hen tot onderwerping stemt. In zijn hot' verscheen hij steeds omgeven door den Ooslerschen praal. Zijn paleis was als een heiligdom, hetwelk niemand durfde naderen. Hij verscheen zelden in hel openbaar en vertoonde zich nooit dan met een omgeving, welke vrees inboezemde. Daar hij in al zijne ondernemingeu gelukkig was, kostte helden muzelmannen geen moeite te gelooven , dat de gunsteling der fortuin ook die des Hemels was: de kalif van Bagdad bad hom algezauten gezonden om hem met den titel van Koning der Koningen le begroeien. Malek-Adhel nam in den oorlog den naam van Seif-eddia (zwaard des geloofs) aan; en deze roemvolle naam, dien hij met het bestrijden dor christenen verworven had, won hem het vertrouwen en' de liefde der soldalen van hut Islamisme. Door zijn troonafstand verbaasde hij het Oosten, gelijk hij het door zijne schitterende overwinningen verbaasd bad: doch deze verbazing vermeerderde slechts zijn glorie en zijne macht, eii opdat zijn leven in alle opzichten buitengewoon zou zijn, wilde de fortuin, dat hij van don troon afklhnmende, tóch gebieder bleef. Zijne vijltiou zonen, waarvan verscheidenen souvereinen waren, sidderden voor hem; waar hij zich ver-loonde bogen de volken voor hem lor aarde; tot op bol oo^cn-blik dat hij de oogen sloot, liaudliaalde zijne tegenwoordigheid alleen den vrede in zijne familie on in do provinciën, de orde en de tucht in de legers.

Bij zijn dood begon alles van aanzien te veranderen; het rijk der Ayoubieten, dat hij door zijne krijgsverrichtingen weder opgeheven had, neigde ten verval; de lang bedwongen eerzucht van de emirs openbaarde zich door samenzweringen tegen hol opperste gezag; een grooto verslapping van de lucht won veld ouder de inuzelmansclie legerscharen en voornamelijk onder de troepen die Egypte vordodigden.

De kruisvaarders zouden hun voordeel hebben moeten doen met den dood van Malek-Adhel on do daaraan onvermijdelijk verbonden gevolgen door de ontmoedigde iiiuzelinaunen zonder verpoozing aan le vallen. Maar in plaats van liunne voordooien le vervolgen bleven zij, hetzij hel bun aan vaartuigen ontbrak om den Nijl over le steken, heizij do oever, op welken Damiate gebouwd was, door geduchte versterkingen verdedigd was, in hun kamp en gaven zich over aan een noodlottige rust, als hadden zij eensklaps de werkzaamheden, de gevaren en hol doel van den aangevangen oorlog vergeten. Een groot aantal onder hen, overtuigd dat zij genoeg gedaan hadden voor de zaak van Jesus Gbristus, dachten er slechts aan om naar Europa terug le keeren. Elk vaartuig, dat de haven uitliep, wekte bij de pelgrims de herinnering aan hot vaderland op, en de schoone hemel van Damiate, die bij den aanvang van het beleg hunne geestdrift hail opgewekt, was niet meer voldoende om hen terug le houden in een land, dat zij als een ballingsoord begonnen te beschouwen.

Inlusschen laakte do geestelijkheid zeer scherp de kruisvaarders, die aan hunne gelofte ontroi werden, en smeekte den Hemel de lafhartige soldaten le straffen, die op die wijze do vanen van hel kruis verlieten. Van die deserteurs sprekende, zegt Olivier Scholasticus, ilal zij ziclizelven meer liefhadden dan medelijden loonden met hunne broeders. Zes duizend pelgrims uit Bretagne, die onder de leiding van Honorius van Leon naar Europa terugkeerden, leden, na .ig door stormen te zijn beloopen, schipbreuk bij de kusten van Apulië en vonden bijna allen in hel gezicht van Brindisi den dood in do golven. De geestelijken en de vurigsten onder do kruisvaarderders zagen natuurlijk in zulk een vreesolijke ramp de openbaring van de goddelijke gramschap. Toen de kruisvaarders uil friesland, na do vanen van het kruis ontvlucht te zijn, in het Westen teruggekeerd waren, verbrak de Oceaan ploiseling zijne dijken en trad buiten zijne oevers; do rijkste provinciën van Holland werden overstróomd; honderd duizend inwoners en geheele sleden verdwenen in de watoren. Een groot aantal christenen schreef deze ramp toe aan don misdadigen aftocht der friezen en der Hollanders.

Met droefheid zag de paus den terugkeer der pelgrims, die de zaak van Jesus Gbristus lafhartig verlieten. Honorius verzuimde niets om het welslagen le verzekeren van ecu oorlog, dien hij gepredikt had; onverpoosd drong hij aan op hel vertrek dergenen, die, na het kruis aangenomen te hebben, hel volbrengen van hun eed uitstelden.

Volgens het oude gebruik der zeevaarders waren voor het oversteken der zee twee tijdstippen van het jaar vastgesteld. De pelgrims gingen bijkans altijd scheep in Maart of in September, hetzij om zich naar het Oosten le begeven, hetzij om naar Europa terug le keeren, hetgeen hen deed vergelijken met die trekvogels, welke bij de nadering van de lente en legen hel einde van den zomer van luchtstreek verwisselen. Op die twee tijdstippen van hel jaar was de Middellandsche Zee bedekt


-ocr page 316-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

Heiligen Stoel; oorlogskosten; de andere sleden van

en gevaarvol: de sultan van G liggenden oever gevestigd; de

Een

dc regeering van S:

'ing van Plolomais

ve

Westen. Verbonden Ayoub, had die emir zien opkomen en val!

oorsprong hij kende.

steeds bereid zijne vuisten in koinplot le verraden, kou En door de wellen des vredes erkennen, die niet de vrucht van zijne kuiperijen steeds gunstig was raderijen had onlvaiiyen en zijne venna;

van alle ontevredenen, de hoop van allen, die naar de oppermacht dongen, was hij bijna even geducht als de Oude van den Berg, wiens hedreigingen dc machtigste monarchen deden sidderen. Emad-Eddin besloot de regeering van Egypte te veranderen en vatte bet plan op den sultan van Cairo te ont-trooncn en een anderen zoon van Malek-Adhel in diens plaats le stellen.

\ erscheidenc emirs hadden aan die samenzwering deelgenomen. Op den yastgeslelden dag moest men de tent van Malek-Kamel binnendringen en hem door geweld noodzaken van het gezag afstand te doen. De sultaii werd van de tegen zijn persoon gesmeede samenzweiing verwittigd en eenige uren voor hel aanbreken van den dng, waarop bet komplot moest uitbreken, verliet hij in het holle van den nacht het kamp. Deze vlucht verijdelde het opzet der samenzweerders en benam hun alle hoop de begonnen onderneming lot een goed einde le brengen. Bij hel krieken van den dag ontstaat er een algemeene verwarring in hel kamp der ongeloovigen, allerlei oiilieilspcllende geruchten ^zijn in omloop, met bezorgdheid ondervraagt men elkander, lerwijl de hoofdaanleggers van het komplot werkeloos blijven, schoolt eene onrustige inenigle voor de tenten der voornaamste emirs samen, geen hunner durft bet kominando echter op zich nemen en bevelen geven: de aanvoerders wantrouwden de soldaten, de soldalen hunne aanvoerders. De opschudding becrsclile in liet kamp, men vreesde christenen aangevallen en overrompeld te worden, grijpt een algemeene ontsteltenis hel leger aan, en met acliterlating van tenten en bagage zoeken de inuzelmannen hun heil in een overhaaste vlucht.

Zoo luidt liet verhaal der Arabische schrijvers; volgens dat der Eatijnsche schrijvers was de aftocht der' inuzelniii uitwerksel van een mirakel. Sint ders vcrsclienen in hunne witte kleeding ei hel kamp der Turken; deze hadden drie da

. Daar

geweest

paus alles I van

n van Iken de

van toc-niet

is en dc henielsche strij-wapenrusting in en aebterecn ecu

jken ons

mol schepen, die kruisvaarders vervoerden, de eenen naar limine haardsteden lerngkeerende, de anderen de ongeloovigen gaande bestrijden, 'l'erwijl het christen leger nog om den aftoclil treurde der Eriesche en Hollandselie strijders, kwamen in liet kamp van Damiate dronnuen krijgers aan uit Duilsch-land, Genua, 1'isa, Yenelic en onderscheidene provinciën van Frank rij k.

Aan liet hoofd der pelgrims, die achtereenvolgens in Egypte aankwamen, hevonden zich twee kardinalen, die de pans aan het christen leger zond. Robert van Gourcon, een der predikers van den kruistocht, had in last, de zedeleer van Jesus Christus in het kamp der kruisvaarders te verkondigen en door zijne welsprekendheid den ijver en de godsvrucht der soldaten van het kruis aan le wakkeren. De kardinaal l'elagius, bisschop van Albano, was bekleed met bet volle vertrouwen van den bracht de gelden mede bestemd voor de kruisvaarders van Rome en verscheidene Italic stonden onder zijne bevelen en erkenden hem als bun militairen aanvoerder.

De kardinaal l'elagius was geroepen om een groot gezag over de soldaten van het kruis uit te oefenen en zijn van nature beerschzucblig karakter moest de macht nog vergroolen, die hij van den Heiligen Stoel ontvangen bad. Aan welke zending hij ook deelnam , bij erkende geen gelijke en kon geen meerdere dulden. Pelagius, overtuigd dat de Voorzienigheid zich van hem zou bedienen tol de volvoering van groote raadsbesluiten, achtte zich geschikt tot alle werkzaamheden, zich geroepen om in alles roem te behalen. Wanneer hij eenmaal een plan had opgevat, dreef hij het onverzettelijk door, en liet zich noch door hinderalpen, noch door gevaren, noch door de lessen der ondervinding weerhouden. Indien l'elagius in eene raadsvergadering eene meening uitte, ondersteunde hij die met al de bedreigingen van het hof van Rome en dikwijls had het den schijn alsof hij de excommunieatie alleen maar wilde gebruiken om zijne eigene inzichten te doen zegevieren.

Ternauwernood in Egypte aangekomen, wilde de pauselijke legaat aan den oorlog deelnemen: in een gevecht, dal op den feestdag van den heiligen Dyonisius geleverd werd, ging hij hel leger voorop, met een kruis in de baud, vurige gebeden tot den Hemel richtende voor de zegepraal der christen ieger-seiiaren. Ite overwinning verklaarde zich voorde krnisvaanlers. Van nu af wil ie l'elagius de opperbevelliebber van den hcilig-en oorlog zijn én belwisite hij hel commando over het leger aan den koning van Jerusalem. Hij steunde zijne aanspraken op de bewering, dat de kruisvaarders soldaten der Kerk waren en de wapens opgcnonien luidden op de roepstem des opperherders. liet gros der pelgrims onderwierp zich aan zijne bevelen, in de overluigiiu, dat Cod het zoo wilde; maar die aanmatiging om den oorlog te willen leiden vergramde de vorsten en de baronnen. iVi was het gemakkelijk te voorzien, dat de tweedracht zou onlslitan door dengene, wiens ze het was den vrede te herstellen, en dat de gezant van den belast om de nederigheid aan de christenen te prediken door zijne dwaze inbeelding ging bederven. De kardin: Gourfon stierf kort na zijne aankomst.

De nadering van hel gevaar had inlusschen de muzelmansclie vorsten tot elkander gebracht. De kalifvan llagdad , dien Jaeipies van Vitri den ])tius der onyelouviyeu noemt, spoorde de volken aan om de wapens tegen de christenen op te nemen. Malek-Kamel zond gezanten aan al de innzelmansche vorsten van Syrië en Mesopotamië, om ben van het gevaar te verwittigen,'dat Egypte bedreigde. De sultan van Cairo kampeerde nog in de nabijheid van Dami.itc, waar hij op de vorsten zijne familie wachtte. De bezetting der stad ontving e dag levensmiddelen en versterkingen en kon lang aan christenen weerstand bieden.

De toebereidselen en de nadering der ongeloovigen wekten de pelgrims eindelijk uit hunne werkeloosheid op. Aangevuurd door hunne aanvoerders, en vooral door het gezicht van liet gevaar en de nabijheid van een geduchlen vijand, hervatten de christen soldaten de werkzaamheden van het beleg en oncter-namen verscheidene beslorniingen op dc stad aan de zijde van den Nijl.

De rivier zelve was hel toqneel van onderscheidene gevechlon, waarbij de kruisvaarders niet konden zegepralen over hunne vijanden. Bij een dier gevechten werd een schip der Tempeliers door den wind lol onder de nmreii der stad gedreven: de vijanden die in allerijl een menigte booten bemand hadden, maakten er zich meester van; maar de Tempeliers, die den dood boven de slavernij verkozen, bakten een gat in den bodem van het vaartuig, en plotseling zagen de bewoners Damiate, die van de wallen de zegepraal der Turken juichten, nog slechts den top van een mast en de vlag liet kruis van Jesus Christus boven de golven nitsleken. Inlusschen begonnen de cliristenen legen den pauseli te morren. «Waartoe,quot; riepen zij uil, «heelt men

legaal

hier op dit dorre zand gevoerd? Ontbreekt het ons land aan graven?quot; l'elagius vermengde zijne tranen met die der pelgrims; hij vermaande hen tol geduld en schreef, om den sleun en de ingeving van de goddelijke wijsheid te vernemen, gebeden, processiën en onthouding voor. Met nieuw vuur bezield, wachtten de kruisvaarders juist op het sein tot een nieuw gevecht, toen zich plotseling een geweldige orkaan verheft; stroomen regen vallen uit den hemel, de rivier en de zee treden buiten hare oevers; de vlakte waarin de christenen legerden wordt overstroomd; in een ommezien heeft het leger zijne tenten, zijne bagage, zijn mondvoorraad verloren; de verslagen pelgrims zijn beducht dat God ten tweeden male de zonden der menschen door een zondvloed wil strallen. Deze ontzettende orkaan hield drie dagen aan. De legaat en de geestelijkheid lagen in bet gebed verzonken , de kruisvaarders riepen op de knieën de goddelijke barmhartigheid in, toen de zon zich weder aan den horizon vertoonde, dc hemel zijn helderheid herkreeg en de wateren wegzakten. Nu geloolden de christenen dat God ben door een mirakel gered had: deze qyei'tuiging verlevendigde hun moed en gaf hun de kracht bun lijden te verduren. Niets evenaart de heldliaflige standvastigheid, waarmede zij, gedurende den ganschen winter, de koude, den regen, den honger, de ziekte en al de vermoeienissen van den oorlog trolseerden.

[1219.] Nog altijd gekampeerd op den westelijken oever van den rs'ijl konden zij de stad van de landzijde niet hclegeren dan na de rivier overgestoken te zijn. De overtocht was moeielijk

zijn kamp op den tegenover , waarop de cliristenen hun wilden opslaan, was bedekt met niuzelmansche soldaten, onverwachte gebeurtenis kwam plotseling alle hinderpalen uit den weg ruimen.

Wij hebben melding gemaakt van den oproerigen geest dei-emirs, die sinds den dood van Malek-Adhel onbewimpeld voor hunne eerzuchtige plannen uitkwamen en verdeeldheid trachtten te zaaien onder de muzelmansclie legerscharen. Onder die emirs stond in dc voorste rij de aanvoerder van een troep Kurden, Emad-Eddin geheeten, die de zoon was van Mashtoub, onder

zoo vermaard geworden door de legen al dc strijdkrachlen van het aan de lolsbeslemming der zonen van onderscheidene miizelmanselie dynastieën ■n en verachtte bij maehten wier bron en Stoutmoedig soldaat, ontrouw onderdaan, een oorlog te dienen en in een ad-Eddin geen vorst dulden die regeerde, of een lieerschappij was van eene onnvenleling of de foiinin zijne sloutmoedigiieid en bij bet loon van al zijne ver-vermeerderde elke opstand zijn invloed van alle erkend gezag, de sleun

-ocr page 317-

KRUISTOCHTEN. 50;;

GESCHIEDENIS DE

vreoselijke stem vernomen, welke in liet pjelieele kamp gehonnl werd en hun toeriep: uVluclil of i/ij mm'i slertwn!quot; .\a die wonderen (liet was op den ('eeslda^ van de !!. Agalha) deed eiine andere stem zich langs de rivier hooren en sprak tot de christenen : «Wat doet jjij? /.iot, al de Sarracenen viucliten.quot; Nu Irok het christen leger ijlings over den Nijl, beinachtiu'de het kamn der mnzelmannen, inaakto een omnceilijkeii buit en naderde do muren van Hamiate.

Intusschen had de sultan de wijk genomen naar de oevers van het kanaal van Asehinouii in de richting van Cairo. Kenigo dagen later versehoen zijn broeder, de kalif van Damascus, met al de strijdkrachten van Syrië. Het kortelings verstrooide Egyplisc'ne leger herzamelde zich weldra onder de vanen van Malek-Kamel. Ejnad-Eddin en de overige hool'den van den opstand werden gevangen genomen en over de grenzen dor woestijn gevoerd, be orde en de tucht werden onder de Egyptenaren hersteld. Nu hadden de christenen de vereenigdo strijdkrachlen der ongeloovigen te heslrijden, die van begeei'to brandden om hun nederlaag te herstellen en de voorJeelen te hernemen, die zij verloren hadden.

Alvorens den weg naar Egypte in te slaan had de souverein van Damascus verscheidene slrooptochten op het grondgebied van Ptölomaïs ondernoinen. Daarna, vreezonde, dat de christenen van zijne alwezigheid gebruik mochten maken om Jerusalem Ie bemachtigen en er zich in te versterken, liet hij de wallen der heilige stad sloopen. De torens en muren, welke Sa lad ij n hersteld had, werden omvergehaald; alleen de toren van David bleef staan. Men verwoestte ook de sterkte van den Thahor en al de overige, welke de muzelmannen op de kusten van Palestina bezaten, een krachtdadige maatregel die de ongeloovigen maar nog meer de christenen bedroefde, daar het dezen ten bewijze kon strekken, dat zij vijanden te bestrijden hadden die door vertwijfeling gedreven werden en bereid waren alles voor hunne verdediging op te offeren.

Ter zelfder tijd schreef de sultan van Cairo opnieuw aan de muzelmanscho vorston van gt;yriö en Mesopotamie, die zich nog niet in beweging gesteld hadden, om hen te smeeken bun vertrek te verhaasten. Zich tot zijn broeder, den vorst van Kelah, in Groot-Armonie wendende, schreef hij: «Ü! mijn goed gesternte, indien gij mij wilt bijstaan, sta dan zonder verwijl op: als gij spoedig komt, zult gij mij temidden mijner krijgers vinden, gewapend met do lans en het zwaard; als gij talmt met uw komst, zullen wij elkander slechts wederzien op den dag der opstanding, in de vlakte van het laatste oordeel.quot; Het opmerkelijkste van dit schrijven is, dat het in versmaat is opgesteld, en de taal der dichtkunst den Egyptischen monarch noodzakelijk voorkwam om de benauwdheid van zijn volk en de gevaren van den Islam uit te drukken.

De christenen hadden hnn kamp op den westelijken oever van den Nijl behouden en onderhielden met elkander gemeenschap door middel van een schipbrug, /.ij hadden de bezeiling van de stad en het muzelmansche leger te bevechten, die hen te gelijker tijd op do beide oevers van den .Nijl bedreigden. Zij weerden alle aanvallen dapper al, en in het gevaar bemoedigden zij elkander met de woorden: «Indien God voor ons is, wie kan ons dan overwinnenT' Dikwijls kozen de Turken om de christenen te bevechten die dagen uit, waarop deze hunne godsdienstige plechtigheden vierden. Den iaatsten zondag van do vaste, terwijl het christen leger zich bereidde om de intrede van Jesus Christus in Jerusalem te vieren, schaarden zich de muzelmannen in slagorde in de vlakte en voer hnn vloot den Nijl op. De rivier en de oever waren plotseling overdekt met vijandelijke schepen en bataljons, die te gelijker tijd de bruggen, de galeien en het kamp der kruisvaarders aanvielen. De strijd duurde van deu ochtend tot den avond ; de Turken verloren vijf duizend krijgers ou dertig schepen. Om die zegepraal der christenen te schetsen, zeggen de kronijken, dut zij op die wijze den Pdlnu-onday vierden en hunne onlbloule zivaurden en liiinne bebloede lansen de eenige palmtakken waren, welke zij dien datj druetjen.

Intusschen vorderde het beleg niets en bleven de kruisvaarders steeds ter prooi aan allerlei clleiido en ontberingen. Met evangelische onderwerping hadden zij tien harren winter verduurd; maar het ontluiken van de lento en bet zien der schepen, die uit Europa kwamen, schenen bun moed te verzwakken. Tijdens bet octaat van Paschen, besloot de hertog van Oostenrijk, die hen zoo menigwerf tot de overwinning gevoerd had, naar het Westen terug te keeren. Dit besluit dompelde al de pelgrims in rouw en moedeloosheid. Om hen onder de vanen van het kruis te doen blijven zag de pauselijke legaat zich genoopt de allatcn der Kerk uit te breiden tot den vader, de moeder, de echtgenoote, de broeders, de zusters on de kinderen van icdcren kruisvaarder, die onder de vanen zou blijven. De toezegging van die geestelijke schatten, de aankomst van nieuwe pelgrims, eenige op den vijand behaalde voordeden, horlcvondigden don moed van het leger en schraagden het geduld der soldaten van Jcsus Christus.

Daar het zeer bezwaarlijk was in het gevecht de orde to bewaren en zoovele krijgers bijeen te ver/amelen, die verschillende talen spraken, timmerde men een rarroerio op de wijze der Lo nbarden, op welke men den standaard van den kruistocht pl latste. Het gezicht van dien wagen joeg, vo g'ns de kronijksclirijvers van dien tijd, den muzelmaniien vrees aan en bemoedigde de christen soldalen. Do kruisvaarders lieten geen week voorbijgaan zonder een bestorming te ondernemen op do stad, of het muzelmansche leger te bevechten; de Turken trokken ten strijde onder de aanroeping van Mahomed, do christenen onder het aanroepen der namen van Jesus Christus en Sint-Joris. Herhaaldelijk drongen de muzelmannen binnen de verschansingen der kruisvaarders, zonder er hun standaard te kunnen planlen; herhaaldelijk ook zeilen de belegeraars den voet op de wallen van Damiate, en hunne bataljons, zeggen de kronijken, zonden de stad bemachtigd hebben indien de zuivere godsvrucht ca niet de zucht naar ijdelen roem huinio dapperheid geleid had

Terwijl er op den Nijl en de wallen gevochten werd, bleven de ridders en al degenen, die gewoon waren te paard te strijden, werkeloos in hinine tenten: de kruisvaarders, die ie voet streden en zich iederen dag met een geduchlen vijand moesten nieten, begonnen hierover te morren, en beklaagden zich verlaten te zijn juist door degenen, die hen tot den kruistocht gevoerd hadden. Zoodra deze klachten ruchtbaar werden, grepen de ridders en de baronnen naar de wapens en werd er besloten den volgenden dag slag te leveren. Bij het aanbreken van den morgen verlaten ruiters en voetknechten de verschansingen om den vijand op te zoeken. Zoodra het christen leger in bet gezicht der mnzelmannen komt, rollen deze ijlings hunne tenten op en nemen overhaast de vlucht. Daar deze plotselinge aftocht een krijgslist schijnt, beraadslagen de aanvoerders met elkander over hetgeen hnn te doen staat: eenigen zijn van oordeel dat men den vijand moet vervolgen, anderen dat men moet afwachten. Terwijl de bevelbebbeis beraadslagen, wordt het leger ongeduldig, er ontstaat verwarring in de gelederen en terwijl de aanvoerders tevergeefs trachten de orde te herstellen, keert de vijand op zijne schreden terug en maakt zich gereed tot den strijd. De voorste bataljons, gevormd uit de soldaten van Cyprus en die van Italië, worden door schrik bevangen en nemen ijlings de vlucht; tevergeefs pogen de legaat en de patriarch ben staande te honden en bun moed in te spreken; de schrik overmeestert het geheele leger. Koning Johannes met zijne soldaten, de graven van Holland, van Witt en van Chester, bijgestaan door de Tempeliers en de Hospitaalridders, verrichten wondoren van dapperheid om den aandrang der niuzehnannen te stuiten en de verstrooide menigte der christenen te redden, en dit mocht hun dan ook eindelijk gelukken.

Een groot aantal kruisvaarders verloren bij dat treffen het leven. Daags daarna betreurde de geestelijkheid in hare klaagliederen dien dag van gramschap en rouw en dankle den Hemel niet al de schichten zijner verbolgenheid tegen een leger te hebben geslingerd, dat aan den duivel van de afgunst en den hoogmoed gehoor gegeven had. Men was overigens in het geheele kamp overtuigd, dat de engelen diegenen vertroost hadden, die onder het zwaard van de muzelmaiineii gevallen waren. Daar die nederlaag op den dag der onthoofding van den heiligen Johannes den Dooper geleden werd, bevat een kronijk van dien tijd daaromtrent de opmerking, dut de beilifie Johannes dien day deelf/enooten in zijn marleluaischai) nulde hebben. Om zijne overwinning bekend te maken, zond de sultan van Cairo de hoofden der martelaars van het kruis naar al zijne provinciën en liet hij door wapenherauten in de muzehnansche steden afkondigen, dat allen die slaven wilden hebben, slechts naar hel lamj) van Damiute behoefden Ie komen.

Te dier tijde kwam in het christen leger een godvruchtig man aan, niet name Eraneiscus van Assise. Zijn roep vaii godsvrucht en heiligheid had zich in de christen wereld verbreid en was hem in het Oosten voorgegaan. Heeds in zijn vroegste jeugd had Eraneiscus het ouderlijke huis verlaten om een voorbeeldig leven te gaan leiden. Op zekeren dag dat hij in een kerk van Italië de mis bijwoonde, werd hij getrotien door een plaats van het Evangelie, waar de Zaligmaker tot zijne discipelen zegt: Draagt noch goud, noch zilver, noch ander geld, noch reiszakken, noch sandalen, noch stokken. Vanaf dat oogenblik zag Eraneiscus minachtend op al de rijkdommen der wereld neder en wijdde hij zich aan de armoede der apostelen. Hij trok van stad tot stad, de volken tot boetvaardigheid aansporende. Do discipelen, die hem volgden, trotseerden de minachting der menigte en droegen dit als een offer aan God op; wanneer men hnn vroeg van waar zij kwamen, gaven zij gewoonlijk ten antwoord: Wij zijn arme boetelingen uit Assise.

Eriftciscus werd naar Egypte gelokt door de mare van den kruistocht en door de hoop er een of andere groote bekeering


-ocr page 318-

GESGHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

1o bewerken. Op den dag, die den laatsten veldslag voorafging, had hij een miraculeus voorgevoel gehad van de nederlaag der christéneu, doch toen Franciscus dit aan de bevelhebbers van het leger mededeelde, hoorde men hem met onverschilligheid aan en gal' geen acht op zijne waarschuwing. Ontevreden over de kruisvaarders en blakende van ijver voor het Huis Gods, vatte liij thans het plan op het geloof te doen zegevieren door zijne welsprekendheid en de enkele wapenen van het Evangelie, liij begal zieli naar het vijandelijke kamp en liet zich door de mnzelmaiische soldaten gevangen nemen, die hem voor den sultan voerden. Nu wendde zich Franciscus van Assise tot Malek-Kamel en sprak hem volgenderwijze toe: «Het is God, die mij tot u zendt, om u den weg des heils te toonen.quot; Met deze inleiding spoorde de missionaris den sultan aan om het Evangelie te omhelzen; hij daagde in zijne tegenwoordigheid al de schriftgeleerden uil en stelde voor zich in een gloeienden brandstapel Ie werpen om het bedrog te ontmaskeren en de waarheid van den chrislelijken godsdienst te bewijzen. De verbaasde sultan zond den ijverigen prediker weg, die niets verkreeg van hetgeen hij viirig wenschte; want hij bekeerde den boheerscher dor ongeloovigen niet en plukte evenmin den palmtak des martelaars.

Na dit avontuur keerde dc heilige Franciscus van Assise naar Europa terug, waar hij de godsdienstige orde der Minderbroeders stichtte, die oorspronkelijk noch kerken, noch kloosters, noch gronden, noch kudden bezaten en die, in de provinciën van hel Westen verspreid, aan de bekeering der zondaren arbeidden. Dc discipelen van den heiligen Franciscus brachten soms liet woord Gods tot aan de wilde volken over. Eenigen begaven zich naar Alrika en naar Azie, om evenals hun meester dwalingen te bestrijden en lijden te verduren; zij plantten het kruis van Jesus Christus op de gronden der ongeloovigen; op hun apostolischen kruistocht hadden zij steeds de evangelische woorden op de lippen: De vrede zij mei u; zij waren slechts gewapend met hunne gebeden en streefden enkel naar de glorie om voor bel geloof te mogen sterven.

Dc lente en de zomer waren in aanhoudende gevechten voorbijgegaan, en hoewel de kruisvaarders een nederlaag geleden hadden, wisten zij zich voor den vijand nog zeer geducht te maken. De muzelmannen hadden de hoop opgegeven over een vijand te zegepralen, die tegen al de plagen van den oorlog en het klimaat bestand was. Een groot aantal pelgrims maakten van den vertrektijd van September gebruik om naar Europa terug te keeren; maar eiken dag kwamen anderen aan, die dc leegten weder aanvulden. Onder hol leger der kruisvaarders verspreidde zich om dien tijd hel gerucht dat de keizer van Duitsciiland, die bet kruis aangenomen had, binnen kort in het heilige land zou aankomen; deze tijding schraagde den moed der christenen, doch deed de muzelmannen sidderen bij de gedachte, dat zij den macbtigslen monarch van bot Westen te bestrijden zouden hebben. In naam van al de vorsten van zijn stamhuis zond de sultan van Cairo gezanten naar het kamp der kruisvaarders om vredesvoorstellen over te brengen. Hij verklaarde zich bereid den Franken hel koninkrijk en do stad Jerusalem af te staan en wilde slechts de sterkten van Carac en Montreal behouden, voor welke hij oene schatting zou betalen. Daar de wallen en de torens van do heilige stad geslecht waren, verbonden de muzelmannen zich tol de betaling van tweemaal honderd duizend dinars om ze weder op te bouwen; zij beloofden daarenboven al de sedert Saladijns dood gevangen genomen christenen uit te leveren.

De voornaamste hoofden van het christen leger belegden een vergadering om over de voorstellen der muzelmannen te beraadslagen. De koning van Jerusalom , de Fransche, Engolsehe, Hollandsche en Du tsche baronnen waren van oordeel dal men den vrede moest sluiten ; de koning van Jerusalem trad daardoor weder in bel bezit van zijn rijk, en de baronnen van het Westen zagen het einde van een oorlog, die hen reeds al te lang ver van hun vaderland verwijderd hield.

«Door den vrede aan te nemen, bereikte men hel doel van

den kruistocht, de verlossing der heilige plaatsen..... Ue

christen krijgers belegerden Damiate sinds zeventien maanden: liet beleg kon nog veel langer duren. Vele kruisvaarders keerden eiken dag naar Europa terug; eiken dag kwamen 1 roepen muzelmannen zich onder de vanen des sultans van

Cairo en Damascus scharen..... Als men Damiate zou genomen

bobben, zou men zich al tc gelukkig achten het legen het

koninkrijk Jerusalem te verruilen..... De muzelmannen boden

aan vóór de overwinning alles te geven wat men na de verovering

zou kunnen verkrijgen en wenschen..... Hel was niet verstandig

van dc hand te wijzen wot de fortuin zonder gevechten en zonder gevaren kwam aanbieden. Men moest bloodvergieting voorkomen en bedenken, dat de overwinningen die met den dood der soldaten van het kruis gekocht worden niet het welbehaaglijkste zijn konden aan den God der christenen.quot;

Zoo spraken de koning van Jerusalem en hel moerendeel der baronnen, en poogden de llaliaanscbe edelen en de vele prelaten die mot den kardinaal Pelagius van een tegenovergestelde meening waren, tol hunne zienswijze over te halen. De pauselijke legaal, die zich als dc opperbevelhebber in dezen oorlog beschouwde, wilde dien voortzetten. «Hij zag in de voorstellen van den vijand slechts een nieuwen kunstgreep om

de inneming van Damiate te vertragen en tijd te winnen----

De Sarraccnen boden slechts verwoeste velden en ontmantelde steden aan, die weder in limine macht moesten vallen.... Zij waren er enkel op bedacht om de christenen te ontwapenen, hun een voorwendsel aan de hand te doen om naar Europa terug te koeren.... De zaken waren te ver gedreven dan dat men zonder oneer terug kon treden.... Het was een schande voor de christenen af te zien van de verovering eener stad, die zij sedert zeventien maanden belegerden en die zich niet langer kon verdedigen. Men moest er zich eerst van meester maken, daarna zoii men zien, wat er te doen stond: meester van Damiate konden de kruisvaarders een roemvollen vrede sluiten en al de voordeeion van de overwinning plukken....quot;

De door don kardinaal Pelagius aangevoerde redenen waren niet van grond ontbloot, maai' de partijgeest hoersctite in de vergadering der aanvoerders van den kruistocht. Gelijk altijd in dergelijke omstandigheden plaats grijpt, grondde ieder zijne mooning, niet op hetgeen hij nuttig en juist achtte, maar op hetgeen hem hot gunstigste toeschoen voor de partij die hij omhelsd had: de oenen wilden, dat hot beleg zou voortgezet worden, dewijl de koning van Jerusalem van een tegenovergestelde meening was; d(ï anderen wilden het voorgestelde verdrag aannemen, dewijl dit door den pausolijken legaat verworpen werd. Hel cliristen leger bood toen een zonderling schouwspel aan: van den eeneu kant verklaarden Johannes van Brionne en do beroemdste krijgers zich voor den vrede ; van den andoren eiscliten de legaat cn de moeste geestelijken met warmte de voortzetting van den oorlog. Men beraadslaagde gedurende verscheidene dagen zonder dal de beide partijen tot overeenstemming konden geraken; cn onderwijl de debatten in den raad warmer worden, werden de vijandelijkheden hervat. Nu vercenigden zich al de kruisvaarders om hel beleg van Damiate voort lo zetten.

Door velen zijner bondgenooten verlaten, stolde de sultan van Cairo al het mogelijke in het werk om den moed van zijn leger weder op le wekken. Gebruik makende van de nachtelijke duisternis, beproefde eene afdoeling muzcimansche soldalen in de stad te sluipen. Eenigen hunner mocht het waagstuk gelukken ; maar het grootste aantal werd overvallen en gedood door de kruisvaarders, die voortdurend rondom de muren de wacht hielden.

De berichten, welke de sultan Malek-Kamel uit Damiate ontving, werden met den dag onrustbarender. Do muzelmannen namen allerlei krijgslisten te baat, om do bezetting te voorzien van levensmiddelen: nu eens vulde men eomge leeren zakken met mondbehoeften, welke men molden stroom liet medevoeren en die onder dc wallen der stad aandreven; dan weder verborg men broodon in de doodlakens, waarin lijken gewikkeld waren en die, door de wateren gedragen, in het voorbijdrijven door de belegerden opgevischt werden. Deze krijgslisten werden evenwel spoedig door dc belegeraars ontdeki. Nu richtte de hongersnood verschrikkelijke verwoestingen aan: uitgeput van vermoeienis, gefolterd door den honger, hadden de soldaten dc kracht niet meer om te stijdon en de torens en de wallen te bewaken. Aan vcrlwijleling ter prooi verlieten de inwoners hunne huizen en onlvluchtlen eene stad, waar zij uog slechts den dood voor oogen haddon. Velen kwamen hel medelijden der kruisridders inroepen. De kommandant van Damiate richtte aan den sultan van Cairo oen brief waarin hij de vreeselijke ellende van de bevolking schetste; hij liet de stad zelve spreken, die in klagende verzen haar lijden en benauwdheden beschreet: «O! souverein van Egypte!quot; riep de treurende stad uit, «indien gij nog langer draalt om mij te hulp te komen, is hol met mijne macht cn mijnen luister gedaan: weldra zal de vaan van het kruis op mijne verwoeste gebouwen geplant worden en zal de klok der ongeloovigen dc zegepraal van het Evangelie binnen mijne troostolooze wallen verkondigen.quot; Damiate en ziju kommandant ontvingen volstrekt geen antwoord op hun bedroevende modcdooling: tevergeefs beproefden muzelmansche duikers, onder water door zwemmende, binnen do stad te geraken, zij werden gevangen in nellen, die op hun weg uitgezet waren, en degenen, die hen op die wijze verrasten, werden in het chrislcn leger meiisclienvmchers genoemd. Kortom, allo gemeenschap was afgesneden: noch do sultan van Cairo noch dc kruisvaarders konden te weten komen wat er in de belegerde stad omging, waar de stilte des doods heersebte en die, volgens de uitdrukking van een Arabisch schrijver, nog slechts een gesloten graf was.

Do kardinaal Pelagius, die den oorlog in den raad dor vorsten gepredikt had , zelte dien mei al de hem eigene geestkracht door. Voortdurend vuurde hij de kruisvaarders door zijne


-ocr page 319-

DE HEILIGE FR A N C IS CUS VAN ASSISE VOUIl M ALEK-KAMEL.

-ocr page 320-
-ocr page 321-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN. 200

redevoeringen aan; het kamp weergalmde dagelijks van zijne lot den God der legerscharen gerichlo gebeden. De geschiedenis heet'l verscheidene der krijgshaftige gebeden tol ons overgebracht, die de prelaat op bet slagveld opslierde om den ijver en het vuur der christen soldaten aan te wakkeren.

in de eerste dagen van November, toen alles voor een laatste bestorming gereed was, doorliepen de wapenherauten bet kamp en kondigden bot volgende at': In den naam des Ueeren en der lleilif/e Maand, wij gaan Damiale aanvallen; met Gods hulp zullen wij hel nemen. Al de kruisvaarders antwoordden; Gods wil geschiede. De legaat ging de gelederen door en beloofde den pelgrims de overwinning. Pelagius bad besloten, van de nachtelijke duisternis gebruik te maken tot bet ondernemen van den beslissenden aanval. Toen de nacht ver genoeg gevorderd was, werd bet sein gegeven. Er woedde een hevig onweder; men boorde niet bet minste gerucht op de wallen of in de stad; de kruisvaarders beklommen in stille de muren en doodden eenige muzelmannen, die zij er vonden. Meesters van een toren, riepen zij de krijgers die hen volgden te hulp, en geen vijanden meer te bestrijden vindende, zongen zij met luider stemme: Kyrie eleison. liet leger, in slagorde aan den voel der wallen geschaard, antwoordde met de woorden Gloria in excelcis. De legaat, die den aanval leidde, hief terstond den lofzang der overwinning Te Deum laudamus aan. De ridders, de Tempeliers, al de kruisvaarders snelden toe. Twee poorten der stad , met bijlslagen verbrijzeld en door bet vuur verteerd, gaven een vrijen doortocht aan het gros der belegeraars. Bij bet aanbreken van don dag maakten de soldaten van bet kruis, met het bloote zwaard in de hand, zich gereed de ongeloovigen in hunne laatste verschansingen te vervolgen, maar toen zij de straten binnendrongen, deed een verpestende stank en een afzichtelijk schouwspel hen met afgrijzen terugdeinzen. De openbare pleinen, de huizen, de moskeeën, de gebeele stad lag vol lijken: ouden en jongen, soldalen en burgers allen waren van honger en gebrek omgekomen. Van de zeventig duizend inwoners, die Damiale bij de komst der kruisvaarders telde, waren er nog slechts drie duizend in hot leven, die, aan bleeke schimmen gelijk, zich met moeite voortsleepten of op het punt waren van den geest te geven.

Dit akelige schouwspel ontroerde hot hart der kruisvaarders en bekoelde aanmerkelijk de blijdschap, welke zij over de inname gevoelden. De overwinnaars vonden in de veroverde stadonmeel-lijke rijkdommen in specerijen, diamanten en kostbare stollen. Toen zij de stad geplunderd hadden, zou men zich hebben kunnen verbeelden, zegt een geschiedschrijver, dat de krijgers van bet Westen Perzië, Arabic en de Indien veroverd hadden en met buit beladen van daar teruggekeerd waren. De geestelijken bedreigden allen met de excommunicatie, die zich iets van den buit zonden loeëigenen; maar die bedreigingen vermochten de hebzucht der soldaten niet af te schrikken: al de in de stad gevonden rijkdommen brachten slechts tweehonderd duizend kronen op, welke onder het zegevierende leger verdeeld werden.

Damiale bezat eene vermaarde moskee, versierd met zes ruime galerijen, honderd vijftig marmeren kolommen, en prijkende met een prachtig koepeldak, dat boven al de daken der stad uitstak. Deze moskee, waar nog daags te voren do beangste muzelmannen Mahomed aanriepen, werd toegewijd aan do Heilige Maagd. Hel gebeele christen leger kwam er den Hemel dank zeggen voor de aan de wapens der pelgrims geschonken overwinning. Daags daarna begaven de baronnen en de prelaten er zich nogmaals been om over de wegschenking van Damiale te beraadslagen en schonken de stad mot eenparigheid van stemmen aan den koning van Jerusalem. Daarna hield men zich bezig met het lot der rampzalige inwoners, die aan de pest en den hongerdood ontkomen waren. De ontzettende in Damiale heerschende ellende beschrijvende, waar al de gezinnen gedurende het beleg door den vreeselijken honger weggemaaid werden, wijdt Jacques van Vitri voornamelijk een traan aan de kleine kinderen, die voedsel vroegen aan hunne gestorvene ouders. Het lot van die kleine wezens, welke men nog in bet leven vond, trof den deugdzamen bisschop van Ptolomaïs, die er verscheidene deed koopen om ze te doopen en in den cbristelijken godsdienst te laten opvoeden. De vrome lieldadigheid van den prelaat vermocht hun slechts bel eeuwige leven deelachtig le doen worden, want bijna allen stierven na het doopsel ontvangen le hebben. Al de muzelmannen, die krachtig genoeg waren om te werken ontvingen de vrijheid en voedsel, en werden gebezigd tot het reinigen der stad. Terwijl de aanvoerders aldus de noodige maatregelen namen om nieuwe pestziekten te voorkomen , noodzaakten de alzichtelijke gesteldheid van Damiale en de verpeste lucht, welke men er inademde, bel christen leger weder zijn kamp le betrekken en daar het tijdstip af te wachten, waarop de veroverde stad zonder gevaar bewoond zou kunnen worden.

Toen de tijding der inneming van Damiale in Syrië en Opper-

Egypte bekend werd, stroomden al de muzelmannen, door schrik bevangen, naar hunne moskeeën om hun profeet legen de vijanden van den Islam aan le roepen. De sultan van Cairo en de vorst van Damascus zonden gezanten aan den kalif van Bagdad, en smeekten hem al do ware geloovigen te willen aansporen om de wapens voor de verdediging van den godsdienst van Mahomed op le nemen. Met droefheid vernam de kalit de rampen, waarmede de vorsten uil Saladijns stamhuis bedreigd werden, maar andere gevaren dreigden bom zeiven. Ontelbare borden Tartaren hadden hunne bergen verlaten en naderden, na verscheidene provinciën van Perzië overweldigd te bobben, do oevers van den Enphraal. Wel verre van de muzelmannen van Syrië en Egypte door zijne oproeping en aansporing le kunnen bijstaan, riep de kalit hunne hulp in om zijne hoofdstad te verdedigen en den stortvloed le koeren, die bet gansche Oosten met ondergang dreigde. Toen de muzelmansche gezanten in Damascus en Cairo terugkeerden, vermeerderden hunne mededeelingen niet weinig de onrust, welke de veroveringen der christenen reeds inboezemden.

In deze hachelijke omstandigheden besloten de Ayoubilische vorsten een gunstiger tijdstip af te wachlen om het hoold van bet Islamisme te gaan verdedigen, en al hunne strijdkrachten tegen de kruisvaarders lo richten. De muzelmansche natiën vreesden meer den inval der christenen dan dien der Tartaarsche borden. De veroveraars, die het meeste door de volken gevreesd worden, zijn diegenen, welke de wetten en den godsdienst van het veroverde land willen veranderen. De Tartaren, die geen vaste zeden en gewoonten hadden , namen die vau de overwonnen volken aan; de christenen voerden enkel oorlog om alles le vernietigen en ten onder le brengen. Reeds waren aanzienlijke steden en groote provinciën in hunne macht : onder hunne overheersching was alles van vorm veranderd. Zoo vergaten de muzelmansche vorsten en volken, van af den Euphraat tol aan de Roode zee, den storm, welke in Perzië woedde en langzaam Syrië naderde, en besloten de wapens op te nemen tegen de kruisvaarders die meester waren van de boorden van den Nijl.

Na de inneming van Damiale waren do muzelmansche soldalen, die Egypte verdedigden, aanvankelijk door zulk een grooleu schrik aangegrepen geworden, dat geen hunner zich in verscheidene dagen voor de christen soldaten durfde te vertoonon. De Egyptische krijgers, die de sterkte Thanis, in bet middou van hot meer van Menzaleh gebouwd, bezet hielden, verlieten hunne wallen bij de nadering van eenige kruisvaarders, en een der krachtigste bolwerken van bet muzelmansche rijk viel zonder slag of stool in de macht der Franken. Nu konden do christenen zich verbeelden, dat zij geen vijanden meer hadden aan de boorden van den Nijl. In hel midden van den winter waren vele kruisvaarders naar Europa teruggekeerd. Degenen, die onder de vanen van den kruistocht terugbleven, vergaten de werkzaamheden en de gevaren van den oorlog en gaven zich over aan de vadsigheid en al de genietingen, welke de nadering van de lente, hel klimaat en de scboone hemel van Damiale hun aanboden.

Hel duurde niet lang of er ontstonden weder hooggaande twisten tusschen de bevelhebbers van den kruistocht. De inneming van Damiale bad de heerschzucht van den kardinaal Pelagius nog doen toenemen; in hel christen leger sprak bij als overwinnaar en deelde bevolen uil als meester. Hij ging zelfs zoo ver dat hij den koning van Jerusalem het bestuur over de stad, die men dezen gegeven bad, betwistte, hetgeen ten gevolge bad dat deze vorst hel leger vei l iel.

Inlusschen kwamen er dagelijks nieuwe kruisvaarders aan, die begeerig waren met de muzelmannen handgemeen te raken. De hertog van Beieren en vierhonderd door Frederik 11 gezonden ridders en baronnen ontscheepten op de oevers van den Nijl. Weinig tijds daarna ontving hel christen leger in zijne gelederen kruisvaarders uil Milaan, Pisa en Genua; prelaten en aartsbisschoppen voerden de menigte verdedigers van het kruis aan, die uit al de provinciën van Duitschland, Frankrijk en Italië kwamen. De opperherder bad niets verzuimd om liet welslagen van den heiligen oorlog le verzekeren; hij zond den kardinaal Pelagius leeftocht voor het leger benevens aanzienlijke geldsommen, voor een deel uit zijn eigen schatkist genomen, voor bel andere door de liefdadigheid der geloovigen van hel Westen bijeengebracht. Het leger zoo goed versterkt en van alles ruimschoots voorzien wetende, stelde Pelagius voor, den oorlog voorl te zetten en tegen de hoofdstad van Egypte op te trekken. De geestelijkheid beaamde het voorstel van' Pelagius , maar de ridders en de baronnen, die zijne aanmatiging niet langer kondon dulden, wilden hem niet op zijn nieuwe expeditie vergezellen. Tevergeefs beriep hij zich op de macht en den wil van den Heiligen Stoel: hel meerendeel der kruisvaarders, zelfs de Italianen, weigerden hem te gehoorzamen; en daar men als reden voor die weigering de afwezigheid van den koning van Jerusalem opgaf, zag hij zich genoodzaakt gezanten


-ocr page 322-

Gl'.SCH11lt;:DT'.XIS DER Ki!UIST(XilITKN.

naar Joliannes van Bricnnc af tc vaardigen cn liem ic verzoeken naar het kamp terug le keeren eu hel bevelhebberschap over iiel christen leger weder op zich te nemen.

Terwijl de kruisvaarders aldus werkeloos bleven , snelden de inuzelinaniion te wapen; de souvereinen van Emesa, Damascus en Annenië, de vorsten van Hamah , Baalbec en Arabic brachten nieuwe legerbenden op de been. Na de inneming van Damiate was de sultan van Cairo met zijne troepen teruggetrokken tot naar da plaats, waar de beide oostelijke armen van den Nijl zich scheiden: daar zag hij iederen dag de muzelmansche vorsten en krijgers onder zijne vanen aankomen. Hij had in het midden van zijn kamp een paleis doen bouwen, omgeven met muren, en de muzelmannen hadden er huizen, badinrichtingen en kazernes gebouwd. Het kamp van den sultan werd alras eene stad, die men Maiisimrah (de zegevierende) noemde, en die ia de geschiedenis vermaard zou worden door de nederlaag en den ondergang der christen legers.

Zoodra de koning van Jerusalem in Damiate teruggekeerd was, vergaderden de aanvoerders van het kruisleger om te beraadslagen over hetgeen er te doen stond. De pauselijke legaat nam hel eerste bel woord op en stelde voor om legen de hoolilslad van Egypte op te trekken, u Men moei hel kwaad in zijn hartader aantasten eu, om de baronnen le overwinnen,

den grondslag van hunne macht vernietigen..... Egypte ver-

sehalle hun soldaten levensmiddelen en wapenen. Door zich van Egypte meester te maken, berooide men beu van al huune

hulpbronnen..... Nimmer waren de soldaten van bet kruis

strijdlustiger en de ongeloovigen moedeloozer geweest..... Hel

was ecu verraad aan de zaak van Jesus Ghrislus gepleegd, als men zulk een srboone gelegenheid liet voorbijgaan... .. Wanneer men een machtig rijk aanviel, gebood de voorzicliligheid de wapens niet neder le leggen dan na bel niachtelous gemaakt le

hebben..... Door hel bij een eerste overwinning te laten,

legde men meer zwakheid dan gemaligdheid aan den dag.....

De chrisien wereld hield de oogen op hel leger der kruisvaarders gevestigd; zij verwachtte van hunne dapperheid niel alleen de verlossing dei' heilige plaatsen, maar den dood van aide vijanden van Jesus Christus, de verdelging van alle volken, die de stad Gods een lieiligscbennend juk opgelegd hadden.quot;

De bisschoppen, de prelaten, het meerendeel der geestelijken juichten de oorlogzuchlige rede van den legaal toe; het gevoelen van l'elagius wem ook ondersiennd door den hertog van JJeiercu en .Matthias van Apulie, die Frederik II met eenige troepen naar Egypte gezonden had om de vijanden van Jesus Christus op leven en dood le bestrijden: zij hadden in last de komst van frederik zeiven aan te kondigen en den begoinien oorlog oiial'gebrokeii voort te zetten, .e beeren en de baronnen, de grootmeesters van den Tempel en van Sim Jan, aide aanvoerders, die eenige ondervinding hadden en Egypte kenden, duchlteu de gevolgen van den door den legaat voorgestelde expeditie. De koning van Jerusalem nam op zich huune bedenkingen aan den raad mede te deelen. Men was toen in dc maand Juli, liet tijdstip waarop de Nijl begint le wassen en al de wegen naar Cairo onder hel water bedolven werden. «Keul gij,quot; vroeg Johannes van Brieune, «kout gij al de gevaren, al de rampen die u wachten op den tocht dien men a voorstelt? Wij gaan in ecu onbekend land voorldringen, omringd door een vijandige natie: worden wij overwonnen, dan hebben wij geen wijkplaats; zijn wij overwinnaars, dan zulleu onze over-

wiuningen toch ons leger verzwakken..... Gesteld, dat hei-

ons gemakkelijk valle provinciën le veroveren, zoo zal bel ons

eenmaal oinnogelijk ziju ze te behouden..... De kruisvaarders,

wier verblijf in liet Oosten steeds van korten duur is, zijn beter gcsehikl om veldslagen tc winnen dan hel bezit van veroverde landen te verzekeren,.... Voorzeker, melde soldaten van het kruis vreezen wij de muzelmansche legerscharen niel, die aan alle zijden bijeengetrokken worden, maar om ons behoud te verzekeren, 'zal bel niel genoeg zijn dal wij onze vijanden overwinnen, wij zullen ze moeien verdelgen. Wij hebben niel tc doen niet een leger, maar met een geheel volk

dal door verlw ijle ing gedreven wordt..... Men deuke aan de

ouvoorziclitige éxpedilicu van Amalric op het grondgebied van Egypte, expedition die geen anderen uilslag hadden dan de ovérbeerseliing van Saladijn in de band le werken en hel verval van hel koninkrijk Jerusalem voor te bereiden.quot;

Johannes van Brienne verdedigde zijn gevoelen met nog een aantal andere redenen, die zijne bekwaamheid ui de krijgswetenschappen hem ingaf. Hij sloot zijne rede mei te zeggen, dal Damiate en Thanis voldoende waren om de volken van Egypte in bedwang te houden; dal men de sleden moest hernemen die men verloren had, alvorens er aan le denken landen te veroveren die men nooit bezeten had; dal_ men eindelijk wel bedenken moest, dal de krijgers uil hel Westen niet onder de vanen van bel kruis dienst genomen hadden om Thebe, Dabylonie en Memphis te belegeren, maar om Jerusalem ^e verlossen, dal zijne poorten voor de christenen ontsloot en waarin men zich legen alle aanvallen der ongeloovigen kon verschansen; dal daar de machtige keizer van Duilschland zijne komsl in het Oosten liet aankondigen, hel verstandig was zijne komst in het Oosten al' tc wachten, om den laalslen slag aan de Sarracenen toe le brengen.

Het meerendeel der baronnen en der ridders sloten zich aan bij den koning van Jerusalem en zagen, evenals hij, voor de christenen meer gevaren dan voordeden in de voorgestelde expeditie. Pelagius hoorde hunne redevoeringen mei moeielijk verkropt ongeduld aan; hij antwoordde, dal de zwakheid en de augslvalligheid zich dikwijls onder den sluier van de voorzichtigheid en gematigdheid verborgen; dal Jesus Ghrislus zulke bedaebtzame, omzicblige strijders niet te zijner verdediging geroepen had, maar soldalen die alleen het groolsche en hel roemvolle van eene onderneming zagen en uiet hare gevaren. De legaat bracht nog verscheidene redenen te berde behalve die welke hij reeds aangevoerd had en deed dit mei groote bitterheid; hij eindigde met op hoogen loon le verklaren, dal de overweldiging van Egypte eeu besluit van de Kerk zelve was en dreigde allen mei de excommunicatie, die het beproeven zouden zich tegen de plauneu van God te verzetten. De koning van Jerusalem en de meeste aanvoerders zwichtten, uil vrees van geëxcouimuniceerd le worden en hunne dapperheid aan verdenking blool le stellen, voor den ouverzellelijken wil van Pelagius: de raad der baronnen eu der bisschoppen besliste, dal bel christen leger Damiate zou verlaten om legen Cairo op tc trekken.

Den Hi Augustus (wij verkorten het verhaal van Olivier), stelden de kruisvaarders zich in beweging. Zij trokken in slagorde langs den rechteroever van den Nijl vooii: men telde in linnue gelederen meer dan twaairiiondcrd ridders mei hunne schildknapen en huune wapenherauten; de voeiknecliten waren zoo talrijk , dal de Turken hunne menigte vergeleken met een wolk sprinkhanen; vier duizend boogschutters dekten deels den linkerllank ol gingen deels voor bel leger uil, een viool van zeshonderd dertig zoo groote als kleine schepen voer tegelijk den stroom op; de bagage, de ongewapende pelgrims, ile geestelijkheid en de vrouwen waren midden in de bataljons geplaatst. Vier duizend muzelmansche ruiters kwamen de cliris-lenen herhaaldelijk aanvallen, maar werden sleeds algeslagen. Hel christen leger bereikte weldra zonder een enkel geveciil te leveren de spits der Delta van Damiate. Hel sloeg zijne tenten op ter plaatse waar hel kanaal van Asclnnonn zicli van den INijl scheidt; aau de overzijde van bet kanaal lag Mansourah waar hei muzelmansche leger kampeerde.

De kalil' van Damascus, de vorston van Meppo, Emesa en Bosrba hadden zich aan dc spits van talrijke legerbenden op weg begeven om Egypte te hulp le komen. In alle Egyptische sleden kondigden wapenherauten een gebod van den sultan al', waarbij aan de gansche bevolking gelast werd de wapens op te vallen; zware schallingen werden in allo provinciën geheven eu de dood ol' de gevangenis strafte het verzet van de armen zoowel als van de rijken. Een Arabisch geschiedschrijver schildert ons de groote ontsteltenis die in hel gansche land lieei'sehle met deze woorden: de Nijl trad huilen zijne oevers en niemand yaj' er add up. Al de sclialtcn, wapenen en levensmiddelen, al de weerbare mannen, die Egypte bevatte, gingen den weg naar Mansourah op. Nochlans durfde Malek-Kamel zich niet met de kruisvaarders le melen en duchtte hij hunne zoo menigmaal ondervonden onverschrokkenheid. Het gerucht der komst van frederik cn do nadering der Tartaren, de menigte zelve die toesnelde om hel land le verdedigen, boezemden den niLizehnanscben vorsten ernstige bezorgdheid in en deed ben verlangen een einde le maken aan een oorlog, die hunne liulpmiddelen uitputte, hunne krachten verslond en hun zelts niet in de overwinning een vergoeding voor zooveel oilers eu zooveel krachlsinspaiining aanbood.

Gezanten werden naar de bevelhebhers van hel chrisien leger afgevaardigd om vredesvoorstellen le doen: de muzelmannen boden hunnen vijanden, indien deze de wapens wilden neder-leggen, aan, hun hel gebeele koninkrijk Jerusalem terug te geven. Joliannes van Brienne en de meeste baronnen, die de gevaren en dc inoeielijklieden van de begonnen expeditie inzagen, vernainen met evenveel verrassing als blijdschap de voorstellen der ongeloovigen m namen ze gaarne aan; maarzij bezaten hoegenaamd geen nuiclil meer in hel leger. De legaal, die een absoluut gezag uitoefende en sleeds van veroveringen droomde, beschouwde die vredelievende gezindheid voor een uitwerksel van de vrees en wilde van geen onderliandelingen hooren.

In bel kamp der mnZelmanneii teruggekeerd, berichtten de afgezanten , dal de kruisvaarders den vrede weigerden. Hun verhaal wekte de verontwaardiging op, en de verontwaardiging herlevendigde den moed: de sultan van Cairo was nog slechts op verdediging bcdacbl; zijn kamp kreeg met den dag een geducbler aanzien. Weldra zou een vreeselijke bondgenoot, aan wien de legaal niel dacht, de ongeloovigen legen hunne


-ocr page 323-

207

vijnndon verdedigen ea hen zonder gcvecliton of gevaren doen zegeiiralen.

Sinds drie weken stond het christen leger tegenover den vijand , steeds waclitende op liet sein lot de overwinningen die men liet beloold had, en deze werkeloosheid had ten gevolge dal in dien tussclientijd velen een oorlog moede werden, in welken geen slag geleverd werd, terwijl anderen meenden , dal men liuniie hulp niet meer noodig had; meer dan tien duizend kruisvaarders verlieten het kamp en keerden naar Daimate terug. Eindelijk kwam de overstrooming der wateren van den Nijl de soldaten van het kruis uil hunne onvoorzichtige gerustheid wekken en aan hunne vijanden de middelen verselmffen hen met voordeel aan te tasteii. De innzelman^clie viool, nu eens over land gedragen en dan weder van de kanalen van den Delta gebruik makende, vatte post in den Nijl tegenover Sarensah. Hierdoor werd alle gemeenschap argesneden tussclien Damiate en hel kamp der kruisvaarders; verscheidene christen schepen werden door de ongeloovigen genomen; lid christen leger kreeg gebrek aan levensmiddelen en was in de onmogelijkheid ze zich ie verschallen; het kon niet meer legen Cairo oprukken. In een raadsvergadering der bevelhebhers werd na langilurige (lehailen besloten hel teeken lot den allochl te geven; maar terwijl het leger na hel invallen van de duisternis zich lol venrekken gereed maakte, onsiond er door onvoorziclitigheid brand en werden de iniizelmannen hij het schij isel der vlamnien gewaar wal er gaande was. Een groot aantal pelgrims, die oen wijn opgedronken hadden, dien men niet kon meenemen, sleepten zich, door den drank beneveld, met moeite voort ol bleven slapende op de wegen achter; in de duisternis konden (ie kruisvaarders liuune vanen niet meer volgen en verdoolden in die onbekende landstreek. Driehonderd priesters namen na van den legaat bekomen verlof de wijk op schepen; maar bijna allen kwamen om; zij ontvingen, zegt eene kronijk, den palmtak van hel martelaarschap en God bcijon op die wijze mei zijn heiligdom.

Bij het aanbreken van den dag zag het christen leger de muzelmansche ruiterij verschijnen, die het op den linkerflank bestookte en bet in den Nijl poogde te dringen. Op de achterhoede van hel leger wierpen zich een lallooze menigte Elhiopieërs, wier zwarte huidskleur en al'zichlehjke naaktheid schrik verspreidde. De dapperheid van koning Johan, der ridders van den Tempel en het Hospitaal sluiile de onsluimig-heid der inuzelmanuen, en door het zwaard voortgedreven, wierpen de soldaten van Ethiopië zich in den vloed, gelijk aan een troep kikvorschen, zegt Olivier Scliolasticns, die-in het moeras springen. Maar den volgenden dag, terwijl hel christen leger een weinig rust nam, deed de sultan van Cairo ai de siuizen openen, en hel valer van den Mjl stroomde over hel hoofd der slapenden. Weldra zag men weder do r tliiopieérs, dorstende naar bet bloed der kruisvaarders, verschijnen : er ontstaat verwarring in hel leger, dal zich niet in slagorde kan scharen. Het gros der muzelmannen bezette de hoogten; de christen soldaten doolden op goed geluk door de vlakte, vervolgd door den ontketenden vloed en een vijand, wien men •/.00 kort te voren den vrede geweigerd had.

In dezen hachelijken toestand vaardigden de koning van Jerusalem en de voornaamste aanvoerders van het leer ver-scheidenen hunner ridders naar de niuzehnanneii af om him 'den strijd aan te bieden, maar deze waren noch onvoorzichlig

fnru'.h p-mnlmnprlirr o-pnn/wr run vuil.' 0(311 door de VOrlwijlclill^quot;

De christenen waren nit-' i - - o - — in hel slijk zakkende kon

ue ruiterij noch voor- noch achteruit; de voetknechteii hadden liunne wapens weggeworpen; de legertros dreef op het water. «Toen de Frankische krijgers,quot; zegt een Arabisch gescliied-schnjver, «nog alleen den dood voor oogen hadden, werden

hunne zielen doorbenauwdheid aangegrepen, en huinie rug kromde

zich onder de roede van God, die boven allen lof verheven isquot;

noch grootmoedig genoeg om zuil ingegeven voorstel aan te nemen, geput van honger en vermoeienis;

Toen moet Pelagius de gansclie uitgestrektheid van zijn misslag: ingezien hebben. Zijn plan om tegen Cairo op te

om dal plan uil te voeren

vroegen

trekken was goed te keuren;

was een bekwaam veldheer noodig, die de' liefde en hel vertrouwen der kruisvaarders bezat. De onbedachtzame prelaat sloeg alle raadgevingen in den wind, telde geene hinderpalen en kon ze ook niet voorzien; hij voerde een leger aan, dal voor bet meerendeel uit ontevredenen bestond; hij had al de aanvoerders door zijn hoogmoed tegen zich ingénomen en degenen, wien hij zijne geheimen had toevertrouwd, verrieden hem. Te midden der kreten en der klachten van bet leger, aan hetwelk hij de overwinning beloold had, zag Pelagius zich genoodzaakt om vredesvoorstellen te doen en hij moest zich vernederen tot het inroepen der goedertierenheid van de muzelmannen. Christen afgevaardigden, onder wie men den bisschop van l'tojomais opmerkte, gingen aan de overwinnaars eene capitulatie voorslaan; zij boden aan de stad Damiate leruquot;' te Beven, en ----------- ------ 1 !

voor het christen leger een vrijen aftocht naar Palestina. De muzelmansche vorsten kwamen bijeen om ovei hel voorstel der kruisvaarders te beraadslagen. Keiiifren waren van meening dal men de capitulatie moest aannemen; anderen wilden dat al de christenen krijgsgevangen gemaakt werden. Onder degenen, die de gestrengste maaln'gclen voorstelden, behoorde de vorst van Damascus, die een onverzoenlijk vijand der franken was. «.Men kon geen verdrag slnilen nut krijgers zonder menschelijkheid en zonder trouw,quot; zeide li j «Men moest aan hun barbaarschlieid in den oorlog aan hun

verraderlijkheid in den vrede denken..... Zij hadden zich

gewapend om de provinciën te verwoesten, de steden te vernielen, den godsdienst van Mahomed uil le roeien Daar de fortuin de verbitlerdste vijanden van den Islam eii de verwoeslers van liet Oosten in de handen dor wme'nehovinen stelde, was hel plicht hen aan de veiligheid der niiizelmansehe natiën op te olleren en van de overwinning gebruik Ie maken om alle volken van hel geloof mn Issa voor altijd af te schrikken'quot; De meerderheid der emirs en vorsten, die van dweepzucht en w i aakdorst hrandden, juichten deze heftige rede toe doch ( e sullan van Cairo, gematigder en ongelwijleld bodachtzamer dan de overige aanvoerders, bevreesd voor do komsi van nedenk, den inval der Tarlaren en misschien ook voorden alval zijner bondgenooten, bestreed de mecuing van den sullan van Damascus en stelde voor de capilulalio der elirisleiien aan te nemen. «iNiet ui de Franken bevonden zich in dat lequot;rr nel we Ik men gevangen kon nemen; andere kruisvaarders bewaakten Damiate en konden het verdedigen. De muzelmaiinen hadden een belegering van achltien maanden uitgehouden; de chris enen konden even lang weersland bieden..! . Het was voordeehger voor de vorsten van het stamhuis van Saladi'in om naar Inmne sleden lenig te keeren dan eenigen hnnm'r

\ijanden in klmsiers gevangen le houden..... Indien men hel

christen eger verdelgde zou hel Westen , om de seliamle en

nai hei nr h'!'1!quot;quot;' sHokJale11 te wreken, ontelbare legioenen naai het Oosten zenden..... Men inoi'st niet uil het ooquot;'

^ ' •ilhTlei i'?.112?. |':,llsc'ie provinciën uilgepul waren; daquot; u Jlltilti gewelddadigheden aangewend waren om zich geld te \cisehalleii en soldaten op de been lo brengen. Andere vijanden dan de thans ontwapende christenen, andere gevaren dan die waaraan men ontkomen was, konden Syrië en Ivmuè

KHlreigen..... Het was verstandig op staanden voet den vrede

tc s uilen, om zich voor te bereiden lol nieuwe geveclilen lot bloechger oorlogen missclnen dan dien, waaraan men uü

Mf. eln, i m lil'' • 0 eu V001' de milzclmaniieii zoo roemvol aigeioopen was.

De woorden van Malek-Kamel stemden de vorsten zijner quot;1 je lot genialigder gevoelens: de capitulatie werd amWe-nomen. De sullan van Cairo zond zijn eigen zoon naar 'het kamp der christenen lot onderpand van zijn woord. De kon in-\ an Jerusalem, de herlog van Heieren, de pauselijke iegaaeu h oorn,lamste hooide'1 van bet christen leger begavmi zich

uit ■rvlierd'zoll zijn ' iequot; 011 ljluvei1 111 b'^ciinjj tot het verdrag

Toen de afgevaardigden van het gevangen leger le Damiate

berichl'lenquot; oniS m l''111^ T t ^vangensrhap'der eh, istenen ichtti n , ontlokte hun verhaal tranen van spijl aan de meni-ie

krinsvaarilers, die pas ml het Westen aankwamen. Toen du-

zellde algevaardigden aankondigden dat de siad aan de oirr-

loovigen teruggegeven moest worden, konden de [•'ranken Inni

verontwaardiging met bedwingen en weigerden zij een vïïdlquot;!!

c erkennen, dat zoo onteerend was voor de soldaten van lun

Kruis. Eenigen wilden tersiond naar Europa teru-keeren en

maaklen dadelijk toebereidselen om de vanen van quot;iet kruis Ie

\erlalen; anderen slormden naar de wallen, maaklen zich

vëiSdigenquot; l01'C,1S equot; ZWOerea 20 lul hel llil^te te zuilen

Weinige dagen daarna kwamen nieuwe afgevaardigden kennis

van hel '£ eMM i'quot;quot;quot;- Vaquot; J|quot;'US:llt'111 e11 (l,! üverige aanvoerders an het l(n( I I tolomais aan de miizelmamien zouden overleveren

lt;1 ; lijKer weigerde Damiale terug te geven. Oin clell

na niKkKi0en tegenstand le overwinnen van hen, die de siad

èlMisiënen''^ ''!' equot; !1:,n Z'01 ^vangen legerde scliande'der cniisteien vciwelen, voegden zij er bij, dat hel leger, in zijn

tim'en ïquot; vei,'NVquot;l've,11 1111,1 Z1j|le eerste krijgsverric'h-

n„en waa (lin, daar de lurken zich verbonden hadden het

in de ^^n' dal l,ij I®*1 sl:,r van Tiberias

heelhnni'iiiipi, ,'i k-' geyallcn wa.s. Findelijk zwichtlen de dSln I^'S ims voor de overredingskracht der algevaar-si'rn m ^ verstrooiden bel volk en de soldaten zich in de sad om alles le rooven wat waarde bezat, terwijl de geesle-jk eid, overmand door droelheid, in de kerken dé beelden der hgen en de altaren veiiinjzelde om ze niet bloot le stellen aan de btspoliing der ongeloovigen. Te midden der algemeene \\ K1 NUÏ Damiate aan de lurken overgegeven.

üe'ioold van zijne tenten en bagage had hel christen leger schtidtne dagen eu nachten doorgebracht in de mei de


-ocr page 324-

GESCHIEDENIS DEK KRUISTOCHTEN.

wateren van den Nijl overdekte vlakte. Gebrek, ziekte, koude, natheid, dreigden liet met gelieele vernietiging. Onderricht van de vreeselijke ellende der cliristenen, begal de koning van Jerusalem, die zich als gijzelaar in het kamp der muzelmannen bevond, zich tot Malek-Kamel om zijn erbarmen met zijne ontwapende vijanden in Ie roepen. «Geroerd door de tranen en de smeekingen des konings zond de sultan dertig duizend hrooden aan de christenen en deed zulks vier dagen achtereen,quot; zegt een oude kronijk.

Malek-Kamel deed de sluizen sluiten en weldra was de vlakte van het water bevrijd. Zoodra Damiate aan de muzelmannen teruggegeven was, begon het christen leger zich gereed te maken tot den terugtocht. I)e kruisvaarders, die de vrijheid en liet leven aan de Turken te danken hadden, trokken door de stad, die hun zooveel gevechten en zooveel bloed gekost had en verlieten de boorden van den Nijl, waar zij, zoo kort geleden, zwoeren de zaak van Jesus Christus te doen zegevieren. De sultan van Egypte had hen doen vergezellen door een zijner broeders, belast om in al hunne behoerten onderweg te voorzien. De aanvoerders der muzelmannen waren verlangend een leger te zien wegtrekken, dat hun rijk bedreigd bad; zij konden ter nauwernood aan hun zegepraal gelooven, en ongetwijleld vermengde zich nog wel eenige bezorgdheid met het mededoogen, dat de overwonnen vijanden hun inboezemden.

Men had te Ptolomaïs vreugdeleesten gevierd over de overwinningen der christenen aan de boorden van den Nijl; men meende reeds de heilige plaatsen verlost en de heerschappij der muzelmannen vernietigd te zien. De terugkeer van hel leger deed den rouw en de verslagenheid op de gerustheid eu dé blijdschap volgen. In al de muzelmansche steden vierde men door openbare leestelijkheden de verlossing van Egypte, de zangen der dichters vergeleken den sultan van Cairo met den proleet Mahoined, wiens zegevierende godsdienst heerschte over uitgestrekte gewesten , oudtijds aan de wetten van Moses «■li Jesus Christus onderworpen. Zijn broeder, de vorst van Kelat, jUnussa of Mozes ge ieeten, werd vergeleken met den wetgever der Hebreeën, wiens wonderdadige roede de wraak des Hemels op de vijanden van Israël bad doen nederkomen en de verbolgenheid der wateren tegen hen had opgewekt. Te midden van die zegezangen verkeerde Egypte evenwel nog in ellende. Op bevel van den sultan hadden de zwervende Arabieren al de in de nabijheid van het tooneel des oorlogs liggende gewesten verwoest, allen die vermoed werden goud Ie bezitten waren vervolgd en berooid geworden en de vruchtbaarste akkers '.varen in dorre wildernissen herschapen, liet spreekt van zeil' dat de christenen in zulke omstandigheden niet gespaard bleven: men ontnam bun hunne bezittingen, wierp hen in de gevangenissen, velen verloren hel leven, en tol overmaat van ramp stool of sloopte men hunne bedehuizen en kerken.

Dal waren de eerste gevolgen van een kruistocht, vastgesteld in een concilie, gepredikt in naam van den Heiligen Stoel in de christen weield en waarvan de toebereidselen Europa verscheidene jaren beziggehouden hadden.

leder der vorige kruistochten had een bepaald doel, een gemakkelijk te volgen loop en was slechts merkwaardig door groote krijgsverrichtingen of door groote tegenspoeden. Die waarvan wij spreken en die een tijdsverloop van twintig jaar omvatte, vermengt zich met zooveel onderscheidene gebeurtenissen , zooveel tegenstrijdige belangen, zoovele hartslochten vreemd aan de heilige oorlogen, dal hij aanvankelijk slechts een verward talereel aanbiedt en dal de geschiedschrijver, steeds in de weer om de omwentelingen van hel Oosten en het Westen te doen kennen, met. recht beschuldigd kan worden van evenals het christelijk Europa Jerusalem en de zaak van Jesus Christus vergeten te hebben.

Wanneer men hel twaalfde boek van deze geschiedenis leest, wordt men gewaar, dal men reeds verre is van de eeuw, die de kruistochten zag geboren worden en getuige was van hunne schitterende vorderingen. Als men dezen oorlog vergelijkt met die, welke hem voorafgegaan zijn, is hel gemakkelijk le zien, dat bij een verschillend karakter heeft, niet alleen in de wijze waarop hij gevoerd werd, maar ook in de middelen die aangewend werden om den ijver der christenen aan le wakkeren en hen de wapens te doen opvatten.

Wanneer men de ongeloofelijke pogingen der pausen gezien heeft om de volken van hel NVeslen de wapens te doen aangorden, verwondert men zich al dadelijk over bel weinige gevolg dal hunne vermaningen, hunne bedreigingen en hunne smeekbeden hadden. Hei is genoeg het concilie van Clermont, door Urbanus gehouden, te vergelijken met dat van Laleranen, dour Innocentius voorgezeten: in hel eerste wekt het weegeklag van Jerusalem de droefheid van al de aanwezigen op; in het tweede houden duizenden verschillende onderwerpen de aandacht der Kerkvaders bezig, die zich zonder ontroering en zonder droefheid over de rampen vi.n hel heilige land on Ier-houden. Op de stem van Urbanus zwoeren de ridders, baronnen en geestelijken eenparig, de ongeloovigen te zullen gaan bestrijden;'het concilie werd eensklaps een vergadering van onversaagde strijders: zoo ging het niet in het concilie van Lateranen, waarin niemand het kruis aannam en van die vurige geestdrift blijk gaf, welke de paus in alle harten wilde opwekken.

Men vindi ook een opmerkelijk verschil in de prediking van dezen kruistocht met die van vroegere: de weigering om groote misdadigers onder de banier van hel kruis op te nemen, de verbazing welke de opneming van de mindere klasse des volks in de gewijde strijdmacht bij de ridders verwekte, bewijzen genoegzaam dat er verandering ontstaan was in de zeden en de gevoelens der kruisvaarders. Het gevoel van eer, dat met de zucht naar roem verbonden is en verschil onder de menschen voorstaat, scheen de overhand gekregen te hebben op het zuiver godsdienstig gevoel, dat de nederigheid inboezemt, aan allo christenen gelijke rechten toekent en het berouw met de deugd vermengt. De kruistocht, waaraan men slechts krijgers liet deelnemen van wier dapperheid [eu braafheid men overtuigd was, hield in zekeren zin op een werkelijk godsdienstige oorlog te zijn, en begon op de gewone oorlogen te gelijken, waarin het den aanvoerders vrijstaat hunne soldaten le kiezen.

De geestdrift voor de kruistochten Hikkerde nog slechts bij tusschenpoozen op evenals een vuur dal op het punt is van uil le gaan; er werd eenige groote gebeurtenis, eenige buitengewone omstandigheid, hel voorbeeld der vorsten vereischt, om de volken de wapens tegen de ongeloovigen te doen opnemen. De ijdele redeneeringen der scholastieken, die over alles wilden redetwisten, brachten veel bij tol de bekoeling van hetgeen van dien vromen en krijgshaftigen ijver restte, welken men lot dusverre had moeten maligen en binnen zekere grenzen beperken. • Te midden der predikingen en toebereidselen lol dien kruistocht, biedt Europa een nieuw schouwspel aan, dal de aandacht der verlichte opmerkers levendig lieelt moeten treilen, namelijk een kruisloclit van kinderen. Degenen, die het menschelijke hart door de historische gebeurtenissen pogen te verklaren, vinden geen enkel dergelijk verschijnsel in de oude en de nieuwe geschiedenis. Men kon de geestdrift voor de verre expeditiën der kruisvaarders niel meer opwekken en plotseling wordt de schroomvallige kindsheid geroepen om het voorbeeld le geven.

In dezen zesden kruistocht vereenigden de christenen nooit al hunne krachten tegen de muzelmannen; geen geest van orde leidde hunne ondernemingen; de kruisvaarders gingen op weg wanneer het hun goeddacht en waren aan geen lijd van vertrek of aankomst gebonden; eenigen keerden naar Europa terug zonder de muzelmannen bevochten te hebben, terwijl anderen de vanen van den kruistocht verhelen na een overwinning of een nederlaag; en gestadig worden nieuwe kruisvaarders geroepen de veroveringen le verdedigen of de misslagen te herstellen dergenen die hen voorgegaan waren. Hoewel bet Westen in dien kruistocht moer uan vijfmaal honderd duizend krijgers naar Egypte en Palestina had zien trekken, aanschouwden de boorden van den Jordaan en den Nijl zelden groote legers. Daar de kruisvaarders zelden in groolen getale bijeen waren, hadden zij noch hel gebrek noch de plagen le verduren, die de legers der eerste verdedigers van hel kruis weggeraapl hadden; maar als zij minder le lijden hadden en meer ordelievend waren, kan men ook zeggen, dal zij niel dien ijver en die levendige harlslochlen aan den dag legden, welke de menschen aan elkander mededeelen, en die een nieuwe mate van kracht en vurigheid aannemen le midden eener menigte, welke voor dezelfde zaak onder dezelfde vanen vereenigd is.

Door het schouwlooneel van den oorlog in Egypte over te brengen, hadden do christenen niet meer, evenals in Palestina, de gewijde gedenkteekenen en de vereerde plaatsen onder do oogen, welke hen konden herinneren aan den godsdiensten den God voor wie zij gingen strijden; zij hadden niet meer voor en rondom zich den Jordaan, den Libanon, den Thabor en den berg Sion, wier aanblik de verbeelding dei' eerste kruisvaarders zoo levendig getroffen had.

In de vorige kruistochten hadden de pausen zich vergenoegd de geestdrift der pelgrims op te wekken en lol den Hemel gebeden le richten voor de veroveringen der kruisvaarders; in dezen oorlog wilden de opperhoofden der Kerk door hunne legaten al de expeditiën en de militaire operaliën der christen legerscharen besturen. De inval in Egypte was in hel concilie van Laleranen besloten geworden, zonder dal men naar den raad der bekwaamste krijgskundigen geluisterd had. Zoodra de vijandelijkheden aangevangen waren, zag men de gevolmachtigden van den paus zich hel opperbevel aanmatigen; door hunne onbedrevenheid verzwakten zij hel vertrouwen eu den ijver der soldaten van bel kruis, verloren zij al de vruchten van de overwinning en deden een betreurenswaardigen naijver geboren worden tusschen de geestelijke en de wereldlijke macht.

Had in den vorigen kruistocht de expeditie der kruisvaarders


-ocr page 325-

GESCHIEDENIS DEK KRUISTOCHTEN.

209

tegen Griekenland nan liet Westen al geen groole voordeelen verschaft, zoo oogstten de Veneliërs en de Franschen er toch veel roem bij in. Ju den oorlog, dien wij verhaald hebben, verwierven de ridders en de baronnen, die het kruis hadden aangenomen, hoegenaamd geen meerdere roem en vermaardheid. De kruisvaarders, die hun vaderland mochlen wederzien, brachten niels mede dan de herinnering aan ecu verpletterende nederlaag, en een groot aantal onder hen konden aan hunne landgenooten slechts de boeien hunner gevangenschap en de uitwerkselen der besmettelijke ziekten van het Oosten vertoonen.

De geschiedschrijvers, die wij gevolgd hebben, zwijgen van de verwoestingen der melaatschheid onder de volken van hel Westen; maar het testament van Lodevvijk V.ll, een historisch gedenkstuk van dat tijdvak, maakt melding van twee duizend leprozenhuizen, enkel in Frankrijk. Dit smartelijk schouwspel moet reden tot ontzetting geweest zijn bij de vurigste christenen en hen algeschrikt hebben van die Ooslersclie landen, waar zij aan zulke vreeselijke kwalen blootgesteld waren.

De belegering van Damlate was evenwel niet zonder roem, en kan uithoofde van haren duur en den tegenstand, dien de kruisvaarders ondervonden, vergeleken worden met het zoo vermaarde beleg van JHolomaïs. Nochlans zag het Oosten destijds noch groote vorsten, noch groote veldheeren; en daar de legaat en de geestelijken bijna alleen den kruistocht bestuurden, gaven de krijgers meer blijk van godsvrucht dan van krijgshalUge geestdrilt. De koene, dóch ongelukkige onderneming vermeldende van eenige christen krijgers, die van dé zijde van den Nijl een aanval op Damiale heproelden, voegt een kronijkschrijver, een ooggetuige, er bij, dal die krijgers niet behoorden lot degenen, wier wapens door den Hemel beschermd moesten worden, daar alleen dc dorst naar roem hen aandreef. Deze opmerking van Olivier Scholasticus doel ons zien, welke gevoelens het meerendeel der kruisvaarders beaelden.

De mirakelen, de hemeische vizioenen vermengen zich steeds in de kronijken van dien lijd met het verhaal der bijzonderheden van hol beleg. De geschiedschrijvers vermelden nauwkeurig de boelplegingen en de processien, diode geestelijkheid voorschreef, zoowel als de gebeden, welke overluid op hel slagveld verricht werden; hun relaas wordt gestadig onderbroken door godvruchtige spreuken en aanhalingen uit de Schriftuur, en als zij, aan de laatste tegen de stad'ondernomen bestorming gekomen, ons het christen leger toonen voorafgegaan door zijne priesters en op de muren en aan den voel der wallen de lofzangen der Kerk zingende, schijnl hun verhaal minder de beschrijving van een strijd dan wel van een godsdienstige plechiigheid.

Een der karakteristieke trekken van den lijd , waarvan wij spreken, is de algemeeiie ijver der christenen lot bekeering der ongeloovigen en hun groot vertrouwen omtrent de gemakkelijkheid van dit werk. Wij hebben gezien dat paus Innocenlius gezanten en brieven aan (ie muzehnansclie vorsten van Syrië zond, in de hoop dat de ongeloovigen geen weerstand zouden bieden aan zijne aposlolische vermaningen. Onze lezers hebben opgemerkt met welke vrome stoutmoedigheid do 11. Frauciscus van Assise do tegenwoordigheid en het zwaard der muzelmannen getrotseerd had, alleen gesterkt door zijn betrouwen op God. Er is een zeer merkwaardige brief bewaard gebleven, na de overgave van Damiale en de nederlaag der christenen, door Olivier Scholasticus lol den sultan van Cairo gericht. In dien briet, die de bekeering van den sultan en tic teruggave van hel koninkrijk Jerusalem ten doel had, dankte Olivier den muzelmanschen vorst voor de menschlievendheid, die hij de kruisvaarders betoond had. «Gij hebt,quot; zeide liij, «onze gijzelaars kwistig voorzien van alles wat Egypte oplevert, gij hebt ons eiken dag twintig ii dertig duizend brooden en voeder voor de dieren gezonden; gij hebt een brug gelegd en \vcgon lioi'Slekl die door liet wnlor onbruikbuor worden wnroii; gij hebt over ons doen waken als over uw oogappel. Wanneer een lastdier verdwaald was, gaaft gij bevel, dal hot naar zijn meester teruggebracht zou worden; gij hebt op uwe kosten ile zieken en gebrekkigen doen vervoeren, en, wal nog grootmoediger is, gij hebt onder zware stralïen verboden, dat men de chrislenen door woorden of zelfs door gebaren beseliimpto.quot; Olivier Scholasticus, die aan de geleerdheid van ziin lijd een gioole eenvoudigheid des harten paarde, stelde meer vertrouwen in de macht zijner redeneeringen dan in de wonderen van de dapperheid.

Ken laatste opmerking nog om hel tijdvak, dat wij beschreven hebben, te vollediger te doen kennen: onder de'misbruiken, welke sommigen destijds van den geest der kruislochieii maakten, en de rampen, die zij na zich sleepten, mag men niet de burger- en godsdienstoorlogen vergelen, waarvan Frankrijk en verscheidene landen van Europa het schouwlooneel waren. i et \ it rig vei langen om alle menschen door de banden van hot ware geloof te verbinden moest de volken dikwerl tegen elkander de wapens doen opnemen. In hunne expeditiën naar hel Oosten hadden de christenen zich gemeenzaam gemaakt met het denkbeeld om kraciit en geweld aan te wenden ten einde do harten en de meeningen te veranderen. Daar men landen lijd oorlog gevoerd had tegen do ongeloovigen, wilde men dien ook den keilers aandoen, daarbij vergetende, dal de geest der Koik ton allen lijdo gowcosl was, zich door ondcrriclilinjr en overtuiging en zelfs door het martelaarschap een wc tol de harten te banen.

De hedendaagsche schrijvers zijn mot welsprekende lieftiglieid te velde getrokken legen de/.e rampspoedige oorlogen; maar lang voor de eeuw waarin wij leven, bad de Kerk'de builen-sporiglioden van een blinde dweepzucht veroordeeld. De heilige Augustinus, de heilige Anibrnsius, do vaders der conciliën hadden sinds lang aan do ohriston wereld geleerd, dat men de dwaling niet^ uitroeit door hel zwaard en men den volken het Evangelie niet moet prediken te midden der verschrikkingen van don oorlog.

De kruistocht togen de destijds nog heidensclie Pruisen loont ons do verregaande wreedheid en barhaarscliheid, waartoe een verkeerd geplaatste ijver kan voeren. Do rechthank der geschiedenis kan mei met te veel gestrengheid de aanvoerders van dien oorlog oordoelen, welks verwoestingen en gewoldeiiarijoii meer dan een eeuw voortgezel werden; maar hoewel de buitenspo-i i^liedcn der \oioveraars van Pruisen alkouivndo, moet men de \ ooi doelen erkennen, dio Europa van hunne krijgsverrichtingen en linnne overwinningen plukle. Een natie, van al de overige volken algesclieiden door hare zeden en gebruiken, hield op vreemd te zijn aan de christelijke republiek. De nij\ei lieid, de wetten, de godsdienst, die de overwinnaars medebiachten , \erzaclitlen do rampen van den oorlo0, en verbreidden hunne weldaden onder de wilde horden, quot;Verscheidene bloeiende sleden verrezen te midden der wouden, en de eik van liomovo, onder wiens lommer men mcnschenolVers bracht, werd vorvaiigon door kerken, waarin men do liefde tot den evenaasle en de deugden van hel Evangelie predikte. De veroveringen der Romeinen waren moestal onroohlvaardi^er, bunno ourlogon barbaarscher, zij wierpen minder voordeeion voor de hescliaaf'do wereld at, en noeblans hebben zij niet opgehouden het voorwerp dor bewondering en soms zo lis der loftuitingen van de nakomelingschap te zijn.


-ocr page 326-

1) E K T 1 E i\ 1) E B O E K.

KRUISTOCHT VAN FREDKRIK 11. — KRUISTOCHT VAN DLN KO.M.NG VAN NAVARRE.

1222_1241.

iZcvrndo kruistocht. — Keizer Frederilt 11 aanvnnrdt het koningrijk Jcrusalrin; ontevrcdenlicid van Jolianncs van Ihioune, zijn schoonvader; al^erneene toestand van Europa; dood van IJoiiorins 111; (iregoriiis IX; zijne verwikUelingcn met den keizer van l)iiits(hland; Frederik te IMolomaïs; zijne onderiiandelingen met ]\I:ilrk-Kamel; zijne intrede in Jerusalem; hij keert naar l'tolomais tenig, scheept zich naar Italië in en onderhandelt met den paus.—Thihoni V. graaf van Chaiii| a.uiK! en koning1 van Navarre, neem' h t kruis aan; hij vindt veel navolging; verval van het Latijnsche rijk van Constantinopel; üregorius IX verzet zieli tegen h t vertrek der kruisvaarders; zij volharden in hun hesluil; dood van 3IaIek-Kaniel; expeditie tegen Damascus; expeditie tegen Gaza; dc christeueu worden er uveiwonnen; de rransohtii sthe|itu ziih weder in; Eichard van Coruwullis; Innocentius IV. — Algemeen overzicht van deu zevenden kruistocht.)

^Poen ik dit wei k begon , wns ik or verre van den omvang ViC der la:ik te kennen, die ik mijzelven liad opgelegd; bezield door hel belang van mijn onderwer|), vol van een le groot vertrouwen op mijne kraeliten, meende ik telkens de voltooiing van mijn arbend nabij te zijn, gelijk aan die eenvoudige dorpelingen, die aan den eersten kruistoebt deelnamen en in elke stad, die zij op lam weg ontmoelten, Jerusalem meenden te aanschouwen.

Wij hebben de kruisvaarders verlaten, terwijl zij zich treurig verwijderden uit een streek, die zij veroverd hadden. I)e zesde kruistocht had zich reeds door groote overwinningen en | door groote tegenspoeden onderscheiden en nog had de vorst, ; dien hol hooltl der Kerk aanwees tot opperbevelhebber van de gewijde krijgsverriehlingen in het Oosten, huropa niet verlaten. De iiei rsebappij over Sicilië en Ilabë trok alwisselend de aandacht van hel hol van Rome en die van den Dnilschcn keizer, en de verlossing dei' heilige plaatsen diende tot dekmanlel aan de ondernemingen der staatkunde. Voorzeker, de pausen hadden hel oprechte voornemen de heilige plaalsen bij le slaan; de geschiedeius van dien tijd vermeldt hunne predikatiën, hunne daden en de wonderen van hun onvermoeideu ijver. Maar | de eer/ucht van Frederik 11 verborg andere plannen; de uitbreiding van zijn rijk in het Westen hield zijne gedacblen meer bezig dan de verovering van Jerusalem.

Vóór de inneming van Damiate had Frederik II den hertog van Reieren en den graal' van Apulië als zijne veldheeren naar Egypte gezonden. Hij had hun bevolen zicb met den legaat van den paus te verslaan en geen vrede le sluiten mei de Turken dan met toestemming der Roomsehe Kerk. Ondanks deze onderworpenheid aan den Heiligen Sloel verhieven zich van alle zijden luide kladden tegen den keizer van Duilscldand, toen de liij Jlansourah overwonnen kruisvaarders genoodzaakt waren hunne verovering prijs te geven, en de paus zelf beschuldigde hem, door zijn lalmen tot de rampen van liet christen leger bijgedragen le hebben. Frederik wees niet warmte op de diensien die hij aan den kruistocht bewezen had; daar het hol van Rome echter bij zijne beschuldiging volhardde, vierde hij den vrijen teugel aan zijne gramschap in plaats van zijne onschuld slaande te houden en le staven, Hetzij Honorius bevreesd geworden was door de heiligheid van Freoerik, hetzij hij gehoor gal' aan de gematigdheid van zijn karakter, hij was er van slonden af aan slechts op bedacht om een vorst tol bedaren te brengen, dien hij door zijne bedreigingen vertoornd had. Om Frederik voor bel plan van den kruislochl te winnen, kwam hij op de gedachte hem een koninkrijk in Azië aan te

bieden en slelde hein voor niet Yolande, docliter en erfgename van den koning van Jerusalem, le huwen. De grootmeesters der Tempeliers, der Hospitaalridders, der Teulouische orde, de patriarch en de koning van Jerusalem , die naar lialië ontboden werden om over de belangen van den kruistocht te beraadslagen, juichlen deze eclilverbinlenis toe, welke hun de hulp van een machligen monarch verzekerde. Frederik nam een koninkrijk aan, dat hij beloolde le verdedigen, en bewilligde er in geëxcommuniceerd te worden, indien bij aan zijne beloften ontrouw werd.

11223.] Na de in Campanië gehouden bijeenkomst ging koning Johannes van Rrienne in de voornaamste Slaien van Europa hulp voor het heilige land inroepen. Toen de koning van Jerusalem in I'rankrijk aankwam, beweenden de Franschen den dood van Philippus 'Augustus. Johannes van Rrienne woonde de be-gralënispleclnigheden bij van zijn weldoener, die bij testament drie duizend marken zilver aan de verdedigers van Palestina vermaakt had. Na Philippus de laatste eer bewezen te hebben, begaf zieli de koning van Jerusalem naar Engeland en Duitsch-land, waar zijne verschijning en zijne redevoeringen de christenen aan de rampen van het heilige land herinnerden.

Van zijn kant maakte keizer Frederik de noodige toebereidselen voor een expedilie, die hij in persoon moest aanvoeren. Men bouwde, op zijn hevel, in alle havens van Sicilië schepen voor hel vervoer der kruisvaarders. «Hemel en aarde zijn mij getuige,quot; schreef hij aan den paus, «dat ik uit den grond mijns harten de zegepraal der christen wapenen wensch en ik niéts verwaarloos om het welslagen van de gewijde expedilie te verzekeren.quot; In al zijne brieven spoorde Frederik den opperherder aan niets le verzuimen om het aanlal soldaten van Jesus Christus le vermeerderen. Eensklaps meer ijverende voor den kruistocht dan de paus zelf, verweel hij het hof van Rome, dat hel de aflaten spaarde en de prediking van den heiligen oorlog toevertrouwde aan alledaagsche redenaars; hij raadde den paus aan zijne pogingen te verdubbelen om de twisien lusschen de christen vorsten te slillen en den vrede tusschen de koningen van Frankrijk en Engeland te doen onderteekenen, opdat de adel en het volk van die beide rijken aan den kruistocht deel zouden kunnen nemen. Daar Frederik zicb niet naar Duilscldand kon begeven , zond hij er den grool-meesler der Teutonische orde been met den last, den landgraaf van Thuringen , den hertog van Oostenrijk, den koning van Hongarije en de overige vorsten van hel keizerrijk aan le sporen de gelofte af le leggen van de ongeloovigen le zullen gaan bestrijden. Hij verbond zich, aan de kruisvaarders schepen,


-ocr page 327-

GESCHIEDENIS DER KRUIS TOCHTEN,

211

levensmiddelen, wapens en alles te verschaffen wat er voor de expeditie naar liet heilige land vereischl werd. Kortom, de keizer ontwikkelde zooveel hedrijvigheid, toonde zooveel iiver en vuur, dat de «ansche aandacht der christenen zich op hem vestigde en hij beschouwd werd als de ziel, de drijlveer en de bevelhebber van de gewijde onderneming.

Van zijn kant verloor de' paus intusschen de belangen van den kruistocht niet uit liet oog: hij bespoedigde het vertrek van den hertog van Brabant en beloofde vijltien duizend marken zilver aan den markies van Montferrat, die besloten had aan bet hoofd van een keurkorps dc zee over le steken. De opperpriester, die Philippus Augustus aangespoord bad zich bij J'iederik aan te sluiten, beval de belangen van Jerusalem insgelijks bij diens opvolger Lodewijk Vlli aan; hij noodigde hem uit zich met den koning van Engeland te verzoenen, 'ten einde tot de expeditie van hot heilige land te kunnen medewerken. Hononus ontving van den patriarch van Alexandrië een merkwaardigen brief, dien wij bier willen wedergeven, daar hij ons den toestand der christeucn van hel OosTcu op dat tijdstip doet kennen.

« hc aartsbisschoppen , bisschoppen, priesters, diakenen en in bet algemeen al de christenen, die zich in Egypte bevinden, lichten tot Uwe Heiligheid buiiue smeekbeden, vermengd met zuchten en tranen.... Wij mogen geen paarden hebben in onze woningen, noch onze dooden met het kruis voorop door de stad vervoeren; wanneer een christen kerk door eenig toeval vim welken aard ook instort, mogen wij haar niet weder opbouwen. Sinds veertien jaren betaalt elk'christen van Egvpte den djczich, die de Latijnen sclicitliuc/ noemen en die een gouden bezantijn en veertien karoulms bedraagt; is bij arm dan werpt men hem in dc gevangenis, en hij verlaat deze niet voor hij do geheele schatting betaald heeft. De clnistonen zijn in Egypte zoo talrijk, dat er ieder jaar meer dan tien duizend Sarraceensehe gouden bezantijnen, munt van Babylonië, in de schatkist van den sultan gestort worden. Wnt behoel ik nog meer te ze^^en wanneer ik u mededeel dat de christenen tolden vernederendstcn en gemeensten arbeid gebruikt worden, zelfs tot hel schoonmaken der pleinen van de stad, hetgeen de gansche chrisleiilieid tot schande verstrekt. Ik behoef n niet te berinneren in welk een staal van verval en verlatenheid Jerusalem verkeert. Iedereen weet iioe hel met Damiate gegaan en wat daar voorgevallen is; men moet niet aan brieven toevertrouwen, wat scliandehik is om te vertellen.

«Ontlerm U onzer. Heer, ontferm U onzer. Kom, en verlos ons, o gij, die onze geestelijke vader zijl. Evenals de heiligen \oór cie komst vun Christus, dc verlossing clcr niensclieii door den Zoon Gods verbeidden, zoo verlangen wij naar de komst van uw zoon den keizer. Ziehier hoe du keizer moet handelen om, behoudens de bewilliging van God, ongedeerd en zonder nadeel te lijden in Kgyple te komen; dat uien dit voorschrill niet vergete, maar hel zich integendeel goed herinnere. De galeien en schepen ((/a/m; naves), welke ook, moeten laivs (leu tiim \an den iNijl, wTlko to RosoIIg uilniondt, biiiiienvDllcn en het anker werpen bij eene stad, Foha geheelen, geleden op een eiland in dc rivier. Zoo handelende, zal men, zoo God wil, het geheele ptekind bekomen, zonder eeiii^' verlies Le ondervinden. De arm van Rosette is diep en breed hel genoemde eiland levert een overvloed van allerlei vooiihrenquot;-selen op, gelijk de overbrenger dezer brieven, een vertrouwd man en een onzer dienaren, u zal kunnen bevestigen; wij hebben hem tot u gezonden, dewijl wij zijne voorzichlHicid en zijne wijsheid dienaangaande kennen. Het belreiirenswaar-digste g(!\olg dei teiuggavc \an Dainiate, en dat het ehrislendoin lol oneer verstrekt, is dal in Egvpte honderdvijftiquot;- kerken verwoest geworden zijn: bij Hem, die door alle eéuwen leell ik lieg niet in dit verbaal. Dal uwe hand zegeviere over dc vijanden van Christus! De Sarracenen, nwlanaï, dal is hoeren geheelen, die Egypte vóór Salatlijn bezaten, smeeken en bezweren Uwe Heiligheid, in den naam van God, u ie haasten om dengene te zenden, dien gij voor ons besteint, dewijl licl land van Egypte u toebehoort.quot;

.[12:M.| Hel gerucht der toebereidselen van Fredcrik was tot bij de volken van Georgië doorgeilrongcn. Dc koningin van dat land schreef aan het opperhoold der Kerk van Rome, dal de connetabel van haar rijk en een groot aantal barer onderdanen slechts op de komst des keizers van üuitschland vvacluten, om Palestina te hulp te snellen. De Georgiërs stonden bekend voor een krijgshallig volk: zij werden gevreesd door de muzelmannen; hunne pelgrims hadden het voorrecht Jerusalem binnen te gaan zonder de aan de overige chrisienen opgelegde schalliiiquot;quot; te betalen. Toen de prins van Damascus de wallen der heilige stad het al breken, zwoeren de krijgers van Georgië dien hoon welke de stad Gods aangedaan werd, le zullen wreken; maaide inval der Tartaren belette hen hun land te verlaten. Daalde borden van Tartarije hunne verwoestingen sedert naar andere streken hadden overgebracht, beloofden de kruisvaarders van den

Caucasus en de oevers van de Cnspische zee hunne strijdkrachten in de landen van Syrië en Egypte te veivenigeu mei (iie der van de oevers van den Rijn en den Donau gekomen kruisvaarders.

Intusschen kon Frederik zijne zoo dikwerf herluuilde beloften nog niet vervullen. Hel koninkrijk Napels en Sicilië bevatte kiemen van tweedracht en oproer; de republieken van Loinbardije verklaarden zich openlijk tegen den keizer van Duitsehland • de Heilige Stool, die met leedwezen de eerzuchtige plannen'van Frederik met Italië zag, moedigde al de vijanden aan van eene macht, wier nabuurschap hij duchlte. Zoo verhinderden ( staalkiindo van het hol van Rome, de opstandelingen van Sicilië, do aanslagen der Raliaansche republieken den keizer zijne legers naar Azië te voeren. Frederik verzocht den paus een uitstel van twee jaren om zijne gelofte te volbrengen. Ilii grondde zijn verzoek op do noodzakelijkheid om zijne strijders bijeen le brengen, en verklaarde, dal hij, om den heiligen oorlog te beginnen, hel einde wilde afwachten van hel niet de muzelmannen gesloten bestand, hierdoor voor de met de ongoloovigen aangegane verdragen meer eerbied betoonende dan men er onder de chrisienen voor betoonde, meer eerbied j dan hij zeil ei voor koesterde. Hoewel hoogst ontevreden kon de paus het door den keizer gevraagde uitstel niet wei-eren ■ Inj verkropte zijn spijt en vergenoegde zich met nieuweV-lof-ten te eisehcn, welke evenals al de vorige met de grootste plechtigheid gegeven werden.

De nieuwe eeden van Frederik hadden hoofdzakelijk ten onderpand zijn huwelijk met de erfgename van den koniiiquot; van Jerusalem; dit huwelijk weid in hel jaar 1225 le Urindisi voltrokken ouder den zegen der geestelij'kheid en bel gejuich van bet volk. Het daaraanvolgende jaar werd Yolande in de Sint-I ieteiskeik te Rome door den paus tot keizerin en koniicin i van Jerusalem gekroond. Al dc chrisienen van het Westen vernamen rnet vreugde de tijding daarvan. Deze eehtverhintenis scheen hun het zekerste onderpand der overwinniie'en welke do christenen op de ongeloovigen zouden behalen. Johannes van Bneinie, die de huwelijksplecbliglieden bijgewoond had, i verheugde zich een keizer tot behuwdzoon en steun te bezitten ' | maar zijne blijdschap was van korten duur. Al spoediquot; verstoorden de eerzucht, de jaloezie en andere lage inenschelijke liartslochlen eene verbintenis, welke in naam van „csns Christus gesloten was. Frederik verwaarloosde na zijn huwelijk zijne nieuwe gemalin en zag nog slechts in .lohannes van Brienne die met levendigheid de partij van zijne verlaten dochter opnam' den broeder van dien Walter, die den titel van koniiiquot;- van Napels en Sicilië gedragen had. Hij beschouwde hem als een vn'md zijner macht en betwistte hem bet bezit van bet koninkriik Jerusalem. Verheugd, dat de eerzucht van Frederik belai'iquot; ; had bij de macht der christenen in het Oosten, veivelle de paus zich sleehls zwak tegen een aiiiiinatiging waarvan hij paiiij zon kunnen trekken voor hel welslagen van den kruis'ioeht. De keizer deed zich zonder moeite als koning van Jerusalem erkennen; hij zond Hugo van Monthelliard om in zijn naam de zaken van het heilige land te besturen. Zoo zag Joliannes van Brienne, die zich tol dusverre de vurigste verko idcer van den heiligen oorlog beloond had, gehoond als vader quot;en als koning, berooid van zijn kroon en voortaan vreemd aan'de zaken van het heilige land, zich verplicht, in de stilte en de alzondering, een gunstige gelegenheid af te wachien om zich op zijn schoonzoon te wreken en zijn rijk terug te erlaicen

[1226.] Frederik zette de toebereidselen tot den heiligen oorlog voort en scheen, meer dan ooit, besloten naar bet Oosten te vertrekken. In alle rijken van Europa predikte men den kruistocht uit naam van het hoofd der Kerk De opperherder schreef aan alle vorsten om hen op te wékken h-innj; geschillen op te scliorten en zich enkel mei den over-zeeschen oorlog bezig le houden.

Daar de vijandelijkheden tusschen Engeland en Frankrijk middelerwijl weder hervat waren, beval Honorins aan lodewijk VIII de wapens neder le leggen en dreigde hij hun mei excommunicatie als hij niet spoedig vrede sloot. Alvorens aan de bevelen van den paus te gehoorzamen, wilde de koning van frankrijk de verovering van Poilou voltooien; en terwijl hij zijn doel nnniddels bereikte, dankte de geestelijkheid c'n liet volk den Hemel voor zijne overwinningen m ul de kerken van hel rijk.

De oorlog met de Engelschen was niet het eenige beletsel voor hel vertrek der Fransche kruisvaarders: de krijg ic-en de A bigenzen werd nog aliijd voorigezet. Nadat Lodewijk VIII met Engeland een wapenslilstaini gesloten had, besloot iiij hel kruis aan te nemen, en legde de gelofte af, niet van de ongoloovigen m Azië, maar de ketters in Languédoc te quot;aan bestrijden. Bij dien kruistocht had de koning van Frankrijk bet dubbele voordeel van zijne Staten niet te verlaten en veroveringen te maken , die eenmaal zijn rijk moesten ver-rooien De hoeren en baronnen volgden Lodewijk VIII naar de zui delijke provinciën en dachten er niet aan om Jerusalem te gaan verlossen


-ocr page 328-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

212

Ter zelfder lijd spoorden do afgevaardigden van den paus en die van Eredeiik de volken van iMiitscldand aan, den clirislenen van Palestina hulp le gaan bieden. Hunne predikatiën, die aanvankelijk de gunstigste uitwerkselen gehad hadden, begonnen minder vertrouwen en geestdrift in te boezemen. Daar de paus den predikers van den krnistoeht aanbevolen had met veel toegevendheid te werk te gaan, zag men met verbazing de grootste misdadigers het kruis aannemen en de gelofte uileggen hunne zonden door den heiligen pelgrimstocht le boeten. Men zal zich berinneren, dat de heilige Bernardus de dieven en de moordenaars lot de verdediging van Jesus Christus opgeroepen had; maar de gevoelens en de zeden begonnen te veranderen, en hetgeen in de vorige eeuw met den gunsligsten uitslag bekroond was, werd toen een bron van ergernis.

De redenaars, die in Engeland den kruistocht predikten, plukten meer vruchten van hun arbeid en hadden hun welslagen vooral le danken aan wonderteekenen aan den hemel, welker verschijning hunne welsprekendheid ecu krachligen steun gaf. Een lichtend kruis met de leekenen der vijf wonden van den Verlosser vertoonde zich eensklaps aan het uitspansel. Dit wonderdadige gezicht ontvlamde de geestdrift van het volk; en | als men Matthias Paris mag geloovcn, legden meer dan zestig duizend Engelschen de gelofte af, de wapens voor de verlossing | dei' heilige plaatsen op te nemen.

Spanje was nog steeds het schouwtooneel van een hloedigen oorlog tnsschen de Mooren en de christenen. Understeuud, \ de eenen door krijgers uit Afrika gekomen, de anderen door j ridders en soldaten uit de provinciën van Erankrijk, leverden zij elkander dagelijks gevechten, zonder wederkeerig hunne middelen van aanval of verdediging te kunnen vernietigen, 'le midden dier oorlogen, waarin met afwisselend geluk gestreden werd, hoorde Spanje hel weegeklaag van Jerusalem niet.

Een andere geestdrift dan die voor den kruistocht, die voor de vrijheid, vervulde destijds de schoonste streken van Italië. De meeste sleden, vervoerd door de afgunst en al de hartstochten der republieken, verklaarden elkander den oorlog, streden nu eens voor haar grondgebied, dan weder voor hare onafhankelijkheid. In elk dier kleine Slalen vielen de partijen elkander aali, vervolgden elkander met verwoedheid en betwistten elkander gewapenderhand de iiitoefeuing van de macht. De sleden, de vorstendommen, de heerlijkheden beriepen zich, de eenen op hel gezag der pausen, de anderen op hel gezag der keizers van Duitschland; de partijschappen der Wellen en der Gihelijnen veroruruslten alle steden, verdeelden alle gezinnen. Deze twisten, deze burgeroorlogen hielden de volken van den overzeeschen oorlog al.

De sleden van Lomlardije hadden een machtigen bond gevormd, welke een voortdurende bron van bekommering voor Erederik was en hem in het Westen terughield. Uonorius wendde alle middelen aan, die in zijne macht stonden, om den vrede le herstellen en alle gemoederen voor den kruistocht te winnen. Eindelijk deed hij de Lombardische republieken beloven zich met den keizer van Duitschland te vercenigen voor de veilussing der heilige plaatsen.

[1227.] Hoewel de volken iets van hunne geestdrift voor den gewijden oorlog verloren hadden, kon men nog een geducht leger op 'de been brengen, door al de krijgers bijeen te roepen, die in de verschillende landen van Europa het kruis aangenomen hadden, i e nieuwe kruisvaarders moesten in Brinclisi bijeenkomen, in welks haven schepen uitgerust werden om hen naar het Oosten over te brengen. Bij hunne aankomst in het koninkrijk Napels verschafte de keizer van Duitschland hun levensmiddelen en wapens. Alles was gereed voor de expeditie, de paus zou eindelijk zijne wenschen vervuld zien en het loon voor zijn arbeid en zijne predikingen trekken, toen de dood hem aan de chrislenheid ontrukte.

Gregorins IX, die hem opvolgde, bezat de kundigheden, de deugden en den ijver van Iniiocentius III. Rij de volvoering zijner plannen schrikte hij noch voor moeielijkheden, noch voor gevaren terug; de hinderpalen, die hij alleen door geweld uit den weg kon ruimen, joegen hem geen vrees aan en schokten nimmer zijn onbuigzamen wil. Nauwelijks had Gregorins den pauselijken troon beklommen, ol de toebereidselen tot den kruistocht vervulden steeds zijne gedachten en werden het hoofddoel van zijne nauwleltendste zorgen. Dc in Apuliê bijeengekomen kruisvaarders hadden veel te lijden van den invloed van het klimaat en liet jaargetijde, de opperpriester verzuimde niets om hun lijden le verzach en en lain vertrek te verhaasten. Hij spoorde den keizer aan om scheep te gaan, tol hem zeggende; «De Heer heeft u op deze aarde gesteld gelijk een cherubijn gewapend met een vlammend zwaard, om aan allen die verdolen den weg tot den boom des levens le wijzen.quot; Intusschen maaide de dood eiken dag een groot getal kruisvaarders weg; de pelgrims hadden reeds de begrafenisplechtigheden van den landgraaf van Thuriiigen en vmi onderscheidene Duitsche heeren aanschouwd, toen de keizer, zich

niet langer legen den wil van den Heiligen Stoel durvende te verzetten, eindelijk het sein tot vertrekken gaf. In al de provinciën van zijn rijk slierde men gebeden ton hemel op voor het welslagen zijner onderneming; maar hij stond aan het hoofd van een door allerhande lijden ontmoedigd leger en hij zelf scheen onvast in zijn besluit. Nauwelijks had de vloot de haven van Brindisi verlaten, of zij werd door een hevigen storm beloopen en verstrooid; de keizer werd ziek, en gat'plotseling, uil vreeze voor de gevolgen van zijne ziekte, voor de gevaren der zee, misschien ook voor de plannen zijner vijanden, zijne verre onderneming op en ontscheepte in de haven van Olranle.

Gregorins had het vertrek van Erederik begroet als een zegepraal der Kerk; hij beschouwde zijn terugkeer als een feilelijken opstand tegen den Heiligen Stoel. De kleine stad Agnani, werwaarls de paus zich begeven had, was getuige van zijne verontwaardiging, en zag den geduchten storm opsteken, welke de christen wereld zoolang verontrustte. Vergezeld door de kardinalen en de bisschoppen, begaf Gregorins zieh naar de voornaamste kerk en hield, den predikstoel beklommen hebbende, voor bet vergaderde volk een sermoen, dat tot tekst had : Ih'l is noudig dtU er ergernis zij. Na de profeten aangehaald en van de zegepraal van den heiligen Michaël over den draak gesproken te hebben, deed hij Erederik in den kerkelijken ban.

Eerst zond de keizer gezanten aan den paus om zijn gedrag op te helderen en te rechtvaardigen. Gregorins, die onverbiddelijk was, weigerde ben te hoeren, richtte zich tot alle souverenen van Europa en stelde hun Erederik voor als een ontrouw en meineedig vorst; hij beschuldigde hem de kruisvaarders aan het gevaar blootgesteld te hebben van honger, dorst en hille in de velden van Apulië om te komen, eindelijk, van onder voorwendsel van ziekle, zijne gelofte geschonden en de vanen van Jesus Christus verlaten le hebben om lui de gewone genietingen van zijn rijk lenig te keer en. De vergramde Erederik antwoordde met bitterheid op de beschuldigingen van Gregorins; in zijn verweerschrift, dat bij aan al de vorsten der christenheid zond, beklaagde hij zich over wat bij noemde de machlsoverschrijding van den Heiligen Stoel en stélde de staatkunde en de plannen van het hof van Rome onder de smade-hjksle kleuren voor. «De Roomsche Kerk,quot; zeide hij, azend overal legulen heen met de macht om le struU'en, te schorsen, te excommuniceeren, niet met hel inzicht om het woord Gods te verbreiden, maar om le oog Hen waar zij niet gezaaid hebben.quot; Verder vaarde de keizer in zijne brieven uil over hetgeen bij hem beetle de gewelddadigheden door de pausen uitgeoefend jegens den graaf van Toulouse en den koning van Engeland; inj voegde er in zijne verwatenheid bij dat de grondbezittingen van de geestelijkheid niet genoegzaam waren voor de eerzucht van den Heiligen Stoel en dat de opperherders hunne handen naar alle rijken wil len uitstrekken.

Hiermede was de oorlog tusschen don paus en den keizer verklaard; geen van beiden bezat een karakter om lichtelijk te wijken; beiden zetten, de paus voor het heil der Kerk, de keizer naijverig op zijne macht, hunne plannen door met een volharding, welke door niets geschokt kon worden. Hoewel Gregorins reeds op vergevorderden leellijd was, legde Inj een rusielooze bedrijvigheid aan den dag; de geschriften die Inj uilvaardigde, herinnerden steeds aan de bedreigingen, door de profeten uitgesproken; deze bedreigingen, vermengd met duistere zinspelingen, gaven aan zijne woorden eene geheimzinnige en sombere beleekenis, welke hem als den tolk van den vertoornden Hemel deed beschouwen. Erederik was een niet minder bekwaam vorst, een niet minder geducht vijand: de krijgskunde bad voor hem geen geheimen ol listen die hij niet kende, de slaatkunde geen middelen, die hij niet wist aan te wenden: begaafd met een. levendigen en scherpzinnigen geest, in de mènschelijke weienschappen ervaien, wist bij zijne vijanden in een discussie lol zwijgen le brengen, gelijk hij ze op het slagveld wist te overwinnen; van moedert-zijde aislainniende van die vermaarde Normandiërs, die Sicilië en het koninkrijk Napels veroverd hadden, vercenigde hij evenals zij den moed mei de list, de sloulmoedigheid met de geveinsdheid; om aan het hof van Rome te behagen, had hij barbaarsche wellen legen de keilers uitgevaardigd ; de vijand des pausen geworden zijnde, ontzag bij zich niet de ketters en de muzelmannen tegen het hof van Rome le wapenen. Toen hem het koninkrijk Jerusalem aangeboden werd, hechlle hij niet veel waarde aan dit bezit; doch nam het met blijdschap aan om zijne populariteit in de christen wereld le vermeerderen en zicii eenmaal van dien titel, die deslijds in hoog aanzien was, als een wapen te bedienen.

11228.] Een oorlog tusschen zulke vijanden moest vreeselijk zijn en ontsteltenis en onrust in geheel de christenheid verspreiden. In Rome teruggekeerd, hernieuwde i.regorius in de kerk van Sinl-Pieler de tegen Erederik uilgesproken excoimnunicalie; oin zieh daarover te wreken, haalde Erederik den Romeinsclien adel lol zijne partij over; deze nam de wapens op, hoonde den


-ocr page 329-

\v OM) E 1! T E K K EN EN A A N I) E N H E M E L

-ocr page 330-
-ocr page 331-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

213

opperpriester tot aan deu voet der altaren en noodzaakte hem de licoldstad der christen wereld te verlaten. Uil Rome verdreven, verloor Gregorius zijn levensdoel: de bevrijding dei-Kerk uit de slaal'sehe banden van den Staat, niet uit het oog, en het geduchte gezag der Algemeene Kerk aanwendende, ontbond hij Frederiks onderdanen van den eed van trouw, hun herinnerende dat men geen gehoorzaamheid verschuldigd is aan degenen, die ziek legen God- en zijne lieiligen verzeilen.

Iiitusschen hielden de christenen van'Palestina niet op den bijstand vau het Westen in te roepen. Een schrijven van den patriarch van Jerusalem, de bisschoppen van Bethlehem en Gesarea, de grootmeesters der drie militaire orden maakten aan den opperherder de vertwijfeling kenbaar, welke zich van de geloovigen van het Oosten had meester gemaakt, toen zij vernamen, dat Frederik zijn verlrek uilstelde. De paus leende

gewillig het oor aan hunne klachten en beijverde'zich des te meer ze aan al de christenen kenbaar te maken, daar zij hem een nieuwe gelegenheid aanboden om den keizer van Duitschland terecht te zetten. Waar de jammerklachten van Palestina en de dringende aansporingen van Gregorius vermochten de volken van liet Westen niet te bewegen, daar zij te veel met hun eigen gevaren te doen hadden. In deze ongelukkige omslamligheden zouden de christen koloniën, aan zich zeiven overgelaten en aan de grootste wanordelijkheden prijsgegeven, dan ook overweldigd en geheel en al verwoest hebben kunnen worden, indien de Voorzteniglieid niet nieuwe oneenigheden verwekt had onder hunne vijanden.

Tijdens de belegering van Damiate had het gemeenschappelijk gevaar de kinderen van Malek-Adbel vereenigd. Na de zegepraal verving de eerzucht weder de vrees: de Ayouhitische vorsten betwistten elkander de steden en provinciën, die zij door hun eendraehtige samenwerking voor de overweldiging der chrislenen behoed hadden. Coraddin, de vorst van Damascus, bevreesd voor de ann.slagen van zijn broeder Malek-Kamel, den sultan van Egypte, bad Gelal-Eddin, souverein van het uilgostrekle rijk van Karisnie, te hulp geroepen. De sultan van Cairo duchtte voor zich zei ven de gevolgen van dat verhond en wendde zijne blikken naar de vorsten van het Westen, -edert verscheidene jaien verbreidde het enkele gerucht der toebereidselen van Frederik ontsteltenis onder de muzelmansche vorsten. De sultan van Egypte stelde er grooten prijs op zulk een geducht vijand voor zich te winnen en daar de klachten van den pans, zoowel als het gerucht der oneenigheden die onder de christenen ontstaan waren, tot hem doorgedrongen waren, vatte hij de hoop op ia Frederik een oprecht bondgenoot, een machtig medelielner te zullen vinden.

Malek-Kainel zond geschenken en gezanten aan den keizer van Duitschland: hij noodigde Frederik uit naar het Oosten te komen en beloolde hem Jerusalem te zullen overleveren. Dit voorstel veroorzaakte evenveel blijdschap als verrassing aan den keizer, die op zijne beurt een gezant naar Egypte alvaardigde met den last naar de bedoelingen van den sultan van Cairo te vernemen en hem zijn vriendschap aan le bieden. Frederiks gezant werd met de grootste eerbewijzingen aan het hol' van den sultan ontvangen en keerde naar zijn meester terug met de boodscluip dat Malek-Kamel bereid was hem in zijne over-zeesche expeditie de behulpzame hand te bieden.

Deze onderhandeling, welke onbekend was aan den paus en aan al de christenen van het Westen, deed Frederik besluiten het plan van den kruistocht door te zetten; hij had daarbij verscheidene andere redenen om niet van zijne expeditie naar hel Oosten af le zien. Hij wist dat Johannes van Brienne op het punt stond naar Palestina terug te keeren en zich weder in het bezit van het koninkrijk Jerusalem te stellen. De paus ging voort met hem, Frederik, als vijand van Jesus Christus en den gcesel der christenen aan le duiden. Om hel voornemen van Johannes van Brienne in duigen te doen vallen en, zoo hij meende, den opperpriester te logenstralfen, besloot Frederik zich naar het heilige land in le schepen. Hij wilde zijn besluit met den grootst mogelijken praal hekend maken en deed derhalve in de vlakte van Harletlaeen luisterrijken troon opslaan, dien hij in tegenwoordigheid van duizenden toeschouwers beklom. In al den glans van de keizerlijke pracht, verscheen hij getooid met het kruis der pelgrims en hij zelf verkondigde aan de vergaderde menigte dat hij naai' Syrië ging vertrekken. Om meer plechtigheid aan zijne mededeeling bij te zetten en op hel gemoed der menigte te werken, liet de keizer overluid zijn testament voorlezen; de baronnen en de heeren zwoeren aan den voet van zijn troon, dat zij zijn uiterste 1 wilsbeschikkingen ten uitvoer zouden doen brengen, indien hij te midden der gevaren van de zee of van den oorlog in het Oosten het leven mocht verliezen.

Deze geheel wereldsche wijze om een gewijden oorlog af te kondigen was voorzeker niet geschikt om de geestdrift in de gemoederen op te wekken. Wat het meeste verwondering baart bij deze in de geschiedenis der kruistoclUen zoo geheel nieuwe plechtigheid, is het volslagen gemis van alle vertoon van den godsdienst, dien men voorgaf te willen dienen, en de stilte van die menigte voor een aardschen troon nederhuigende kruisvaarders, die ter nauwernood den God durven aanroepen, voor wien zij gingen strijden. Men verplaatse zich in de gedachte qp het concilie van Clermont en men oordeele over hel verschil der tijden, zeden en meeningen, ten gevolge eener zich van God losmakende of huichelachtige keizerlijke staatkunde.

Zoodra de paus het besluit van Frederik vernam, vaardigde hij geestelijken naar hem af, om hem te verbieden zieh in0 te schepen. De opperherder verweel den keizer dal hij aan de weiekl de ergernis gal van een kruistocht, die door een door God verworpen vorst aangevoerd werd. Daar Frederiks vloot slechts uit twintig galeien hestoud en hij slechts zes honderd ridders medenain beschuldigde Gregorius hem, dal hij zijne belqlte met volhracht had en vergeleek zijn onvoorzichtige poging met de expeditie van een zeeschuimer. De keizer verwaardigde de gezanten mot geen antwoord. Hoe sterker hel opperhoold der Kerk zich tegen zijn vertrek aankanlte, hoe ongeduldigei l1 icderik zieh betoonde om zieh op weg te begeven en zijn voornemen ten uitvoer li; leggen; in zijne verwatenheid verheugde hij zich, tegelijk het banvonnis der Kérk en de wapens der muzelmannen le kunnen trolseeren. Hij liet het groutste deel zijns legers in Sicilië achler; de hertog van Spoleto, zijn onderbevelhebber, was te gelijker lijd belast met het onderhandelen over den vrede met den paus en met het voortzetten van den tegen den pausehjken Staat aangevangen oorlog.

'iqen Gregorius het vertrek van den keizer vernam, bevond hij zich in hel stadje Assise, zich bezighoudende met de heiligverklaring van den heiligen Franciscus. Blakende van een vrome verontwaardiging hernieuwde de paus plechlig de legen den keizer nitgesprokeii excommunicatie en smeekte den Hemel den hoogmoed der goddelooze vorsten te buigen en hunne heiliquot;-scheimeiide ondernemingen te doen mislukken.

liitusschen was de keizer behouden op de kusten van Syrië aangekomen: hij werd le Ptolornais ont vangen door den patriaroLi, de geestelijkheid en de grootmeesters der militaire orden' Gedniendc versclicidene dagen zagen de Ooslersche chrislenen in hem den bevrijder en den koning van Jerusalem maar er greep weldra een ommekeer in de gemoederen plaats Twee door den paus gezonden discipelen van den heiligen Franciscus kwamen aan den patriarch , de drie grootmeesters der militaire orden en aan al de geloovigen boodschappen, dat zij een vorst ontvangen hadden die in opsland was tegen de Kerk Van stonde at namen bet wantrouwen eh de afkeer de plaats in van den eerbied en de onderwerpr te bemerken dat Frederik slechts vergezeld werd en hij geen troepen

de christenen of de muzelmannen ............w ^ ^ ^

in 1'tolomais van niets anders sprake dan van de excommunicatie van den keizer en van de middelen om zich aan de gehoorzaamheid van een kettersch vorst te onttrekken : nooit had men minder aan de verlossing van Jerusalem gedacht.

Op het tijdstip dal frederik in Syrië aankwam, was Coraddin sultan van Damascus, juist overleden, hi'l hesluur zijner Staten achterlatende m de handen van een jongen vorst, 'die niet in slaat was ze te verdedigen. De geest van Inchteloosheid, die men reeds tijdens de laatste oorlogen onder de troepen van Syrië en Egypte waarnam, maakte met den dag nieuwe vor-deiingen en bracht al de muzelmansche tronen in gevaar. f)e sultan van Cairo was aan de spits van een leger Palestina hinnengerukt, om zieh van Goraddins zoon meester te maken. Het gerucht wilde, dat hij kwam om Jerusalem le verdedigen en de christenen te bestrijden; maar zijn ware bedoelinir was van de gebeuiiemssen des oorlogs en van de oneenigheden welke aan alle zijden uitbraken, gebruik temaken om Damascus te bemachtigen en over de vijanden te zegevieren, welke dt

nijd en de eerzucht hem onder de muzelmannen en de leden van zijn eigen lamilie berokkend hadden.

De keizer van Duilseliland verliet Ptoloinaïs met zijn leer eu vestigde zijn kamp tussclien Cesarea en Joppe. Iiij hml den heer van Sidon en den graaf Thomas van Celano naar Malek-Kamel algevaardigd, om dezen aan zijne beloften te herinneren en hem Ie boodschappen, dat hij, Frederik, meester van de uitgestrektste provinciën van het Westen, niet naar Vzië kwam om veroveringen te maken, dal hij geen ander doel had dan de heilige plaalsen te bezoeken en bezit te nemen van het koninkrijk Jerusalem, dat hem toebehoorde.

Toen de christen afgezanten in hel muzelmansche leger aankwamen, dat in de nabijheid der heilige stad legerde, waren de omstandigheden, die Mftlek-Kamel genoopt hadden Fivdewks bijstand m te roepen, veranderd en verkeerde de sultan daardoor in een moeielijke positie. Mij was niet meer bevreesd voor een inval der Kansmiërs, maar voor dien der krijgers van hel VVcslrn. Voorheen had hij beloofd Jerusalem aan den keizer der 1'ranken le zullen overgeven; en thans had hij om in het

ng. Men begon bovendien door een handvol krijgers genoeg bezat om zieh door le doen vreezen. Er was


-ocr page 332-

GESCHIEDENIS DER KRI'lSTOflHTEN.

'Jit

be/it van Damascus to geraken aan de muzelmansche vorston beloofd, dal liij Judea onflcr de wetten van don Islam zou doen blijven. De sultan ontving Fredeviks algovaardigden met onderscheiding, maar gal' geen rechtstreeksch besclioid op hunne voorstellen; nochtans zond liij aan den keizer een gezantschap, dat in last had hem de betuiging over te brengen van zijn bijzondere hoogachting voor den grootsten monarch van het geloof van Issa en hem tevens de verzekering te geven van zijn oprecht verlangen om don vrede te bewaren. Hot was in bet midden van deu winter, en do twee vijandelijke legers verwachtten dan ook niet het toeken lot het openen der vijandelijk-beden te zien geven. Er werden vreedzame onderhandelingen aangeknoopt, waarbij de keizer van Duitschland en de sultan van Cairo elkander een wederzijdsche genogenheid betoonden. Frederik, wiens naam alleen schrik onder de ongeloovigen verspreid had, was inzonderlicid het voorwerp van hunne nieuwsgierigheid. Men vertelde elkander van de machtige rijken aan gene zijde dor zeeën, waar hij do gebieder van was. Volgons de Turkscho kronijken was die vorst rossig en kaalhoofdig, klein van gestalte en zwak van gezicht, hetgeen den Oosterlingen deed zeggen, dat, irare hij een slaaf geweest, men geen tweehonderd drachmen voor hem gegeven zou hebben. Evenwel howonderdo men zijne krijgsmaiisdougdon en zijne keizerlijke vrijgevigheid. Men roemde aan hot bof van don sultan zijn bedrevenheid in do geneeskunde, de dialectiek ou do wiskunde, en do muzolinaimon van Syrië on Egypte ver-bicven zijne kundigheden des te liooger daar zij ze toeschreven aan de ondorrichtingen dor Arabieren van Sicilië.

Van den anderen kant verdiende Malek-Kamel niet minder de aandacht en de achting zijner vijanden. Die vorst had menigmaal een gematigdheid aan den dag gelegd, die in bet Oosten als een zeldzaamheid moest boscbouwd worden; do kruisvaarders hadden voorzeker niet vergeten, dat hij in don laatston oorlog liet gevangen leger van den koning van Jerusalem van den nood gered had. De sultan van Cairo stond ook bekend van do geleerden te hoogachten en de letteren te beoefenen. Hij was zulk een harlstochtolijk minnaar van de dichtkunst, gelijk men in deze gescbiodeuis iieeft kunnen zien, dat hij soms in verzen aan zijne onderbevelhebbers en zijne bondgenooten schreef', en dezen, om zijne gunst of zijne vriendschap te verworven, hem in versmaat antwoordden.

De emir Fakr-Eddin, dien Malek-Kamel naar Frederik in Sicilië had afgevaardigd, en die, op bet tijdstip waarvan wij spreken, met de leiding der vredesondoiliandehngen belast was, kende de wetten en de zeden van bet Westen. Hij was de zoon van een der geleerdste schciks van Egypte en stond zelf in een grooten roep van kennis en bekwaamheid. In de menigvuldige samonkomslen die tusschen de christenen en de Turken plaats hadden, sprak men dan ook veel moor van de wiskunde van Euclides, de stellingen van Averrhoës en de wijsbegeerte van Aristoteles dan van den godsdienst van .lesns Ciiristus en dien van Mahomed. In navolging, in zekeren zin, van die koningen van het Oosten, die, ten tijde van Salomon, aan hunne naburen raadsels tor oplossing zonden, deed Frederik herhaalde malen vraagstukken betreffende wiskunde en wijsbegeerte aan den sultan van Cairo toekomen. Na do geleerdste scheiks geraadpleegd te bobben, belastte deze zijne gezanten zijn antwoord aan don keizer over te brengen en zond hem op zijne beurt nieuwe vraagstukken ter oplossing.

Ofschoon Jerusalem hel voornaamste en zelfs het eenigo doof der onderhandelingen was, schoen geen der heide vorsten aan bet bezit dor heilige stad bijzonder gewicht te hechten. Malek-Kamel zag er slechts een opeen/wojiinri van higestorle keilen en huizen in. Frederik richtte een schrijven aan don sultan om dc vervulling van diens beloften te eischen en ziehier zijn brief, die door den Arabischen geschiedschrijver Debebi lot ons gekomen is:

«Ik ben uw vriend. Hot is u bekend hoe hoog ik boven allo vorsten van hot Westen sla. Gij zijl hol die mij overreed hebt herwaarts te komen; de koningen en de paus dragen kennis van mijne reis: indien ik terugkeerde zonder iets verkregen te hebben, zou ik alle aanzien in hunne oogen verliezen. Wel beschouwd , is dat Jerusalem immers de bakermat van don chris-telijken godsdienst, (jij zijl bet, die bel verwoest hebt; het verkeert thans in de uiterste ellende. In 's Hemels naam, geef bel mij terug in den staat waarin het zich nu bevindt, opdat ik bij mijn terugkeer mijn boofd onder de koningen kunne ophollen. Ik zie bij voorbaat af van allo voordeden welke ik er uit zou kunnen trekken.quot;

Het was een vreemd schouwspel in dien kruistocht, die beide monarchen, door den godsdienst gescheiden, tot elkander gebracht te zien door een misplaatste verdraagzaamheid, of liever door godsdienstige onverschilligheid, vereenigd door de overeenstemming in smaak en berekenende staatkunde, beiden uit minder edele beweegredenen den vrede wenschende, terwijl rondom hen alles strijd en oorlog ademde. In bet leger der christenen rokende men het Frederik als een misdaad aan, dat bij den sultan van Cairo zijn wapenrusting en zijn zwaard gezonden had ton bewijze van zijn vredeliovendo gezindheid. Onder de muzelmannen verweet men Malek-Kamel dat hij hot bond-genoolschap der vijanden van den Islam zocht, door aan hot opperhoofd der Franken een olifant, kameelen en do zeldzaamste voortbrengselen van Arabic, Indie en Egypte ton geschenke to zendon.

De muezzins of openbare omroepers riepen voor de tont van den sultan op een ontijdig uur tot hol gebed op, als om hem het verwaarloozon van het muzehnanscbo geloof te verwijten. De predikers van het Islamisme bescluildigden Malok-Kainol overluid, dal hij tegelijk den godsdienst van don profeet en do glorie van Saladijn verried. De keizer der Franken werd onder dc christenen niet gunstiger behandeld. De ridders van Sint-Jan en van den Tempel hadden zich van hem gescheiden en volgden hem op een afstand. In de legerplaats mocht men den naam van den opperbevelhebber niet uitsproken. Frederik had zich verplicht gezien don standaard van hel rijk in te halen, en zijne bevelen werden slechts afgekondigd in don naam van Jesus Christus en do christelijke republiek, niet ook in zijn naam.

De verbittering openbaarde zich eindelijk op verkeerde wijze; door verraad en de schandelijkste komplotlen. Toon do keizer op zekeren dag bijna geheel on'vcrgezeld hot Kasteel der Pelgrims bezocht en hel verlangen te kennen gaf hel gedurende den oorlog te betrokken, dreigden de Tempeliers, wien dat kasteel toebehoorde, hem in een vei blijf Ie zullen werpen, dal hij niet meer zou verlaten. Daar die vorst hot voornemen had to kénnen gegeven, zich in de wateren van don Jordaan te gaan baden, richtten dezelfde Tempeliers oen briel aan Malek-Kamel en gaven hem de middelen aan de hand oin den bevelhebber van het christen leger op zijn bedevaart te overrompelen. Do sultan verachtte dat verraad en zond don brief, dien hij ontvangen bad, aan Frederik.

[1219.] Te midden dier algemeene opgewondenheid der gemoederen zetten do sultan van Cairo en de keizer van Duitschland maanden achtereen de vredesonderhandelingen voort. Ten doel aan de aanslagen van den haat, omringd van gevaren in hun eigen legerplaats, besloten zij een einde aan de zaak te maken en een verdrag aan te gaan, dat hun veroorloofde om ton behoeve van hunne veiligheid of Imn persoonlijke eerzucht over hunne krachten te beschikken. Eindelijk werd er den 20 Februari 1229 een bestand gesloten voor don tijd van tien jaren, zes maanden en tien dagen. Malek-Kamel stond aan frederik Jerusalem, Bethlohom en al do aan den weg van Joppe en IHoloma'is liggende dorpen al; daarenboven, do stad Nazareth, het grondgebied van Tlioron en Sidon met zijne aan-hoorigheden. Hot was den christoiicn geoorloofd de kastoelen van Joppe, Cosarea en Sidon weder op te trokken, benovens dat van do Heilige Maria, dat op de naburige hoogten van l'tolomaïs door dc ridders der Teutonische orde gebouwd geweest was. Volgens de voorwaarden van het verdrag moesten de muzelmannen in de heilige stad do moskee van Omar en de vrije uitoefening van hun godsdienst behouden. Het vorstendom Antiochië en het graafschap I ripoli waren niet in het verdrag begrepen. De keizer van Duitschland verbond zich de Franken van alle daad van vijandelijkheid tegen de onderdanen of hel gebied van den sultan terug te zullen houden.

Zoodra do bepalingen van het verdrag bekend werden, word de vrede in do beide legerplaatsen als heiligschennend en goddeloos beschouwd. Do muzelmannen, die Jerusalem bewoonden, verlieten weeklagende hunne woningen en vloekten den naam van Malek-Kamel. De dichters betreurden de veroveringen dor christenen in droevige of hekelende verzen, die dc Oostorscho geschiedenis voor ons bewaard beeft. Toen do tijding van het bestand in de hoofdstad van Syrië bekend word, hield een der beroemdste redenaars van den Islam in de groote moskee eeno lofrede op Jerusalem en ontlokte aan de gelieele vergaderde menigte bectc tranen bij de schildering van het verlies dat de rauzelmanncn geleden hadden.

Dc verontwaardiging en dc droefheid openbaarden zich nog sterker onder de christenen. Dc prelaten en de bisschoppen protesteerden mot heftigheid tegen een verdrag, hetwelk moskeeën liet bestaan naast hel heilig graf, en in zekeren zin den eerediciist van Mahomed met den godsdienst van Jesus Christus vermengde. Do bisschop van Cosarea sloeg de herkregen heilige plaatsen mot hot interdict, en de patriarch van Judea weigerde aan do pelgrims do vergunning om liet graf van don Verlosser te bezoeken. Jerusalem had opgehouden voor do geloovigen de heilige stad en het erfdeef van den Zoon Gods te zijn.

Toen Frederik zijne intrede in de stad hield, h'oorschte er een dof stilzwijgen op zijn weg: vergezeld door de Duitsche baronnen en de Teutonische ridders, gedost in zijn keizerlijk gewaad, begaf hij ziefi naar de kerk van de Verrijzenis, welke mot zwart bekleed was en door den engel des doods how: aki scheen. Na het verrichten quot;van een kort gebed, liet hij een


-ocr page 333-

GESCHIEDENIS ÜER KRUISTOCHTEN.

Poudea kroon op het hoofdaltaar leggen. Al de geestelijken, bewakers van het heilig graf, hadden het heiligdom verlaten, waar zij den (intwel der verwoesting meenden te aanschouwen, door de bedreigingen van de M. Schrill aangekondigd. Frederik nam de kroon en ze eigenhandig op zijn hool'd plaatsende , werd hij zonder eenige godsdienstige plechtigheid tot koning van Jerusalem uitgeroepen. De heelden der apostelen en der heiligen waren dieht omsluierd. Men zag aan den voet der altaren alleen zwaarden en lansen, en de gewijde gewelven weerkaatsten slechts het luidruchtige gejubel der strijders.

Na zijne kroning schreel' Frederik aan den paus en aan al de vorsten van het Westen, dat hij Jerusalem hernomen had zonder bloedvergieten en als door mirakel. Hij noodigde de christen koningen en vorsten uit om God plechtig te danken, die soms zijne macht openbaart, niet door de sterkte en hel aantal der paarden en wagens, maar door in schijn zwakke middelen , en die altijd bewonderenswaardig is in zijne raadsbesluiten omtrent de kinderen der menschen. Ter zellder tijd richtte de patriarch een schrijven aan Gregorius en aan al de geloovigon der christenheid, om hun de goddeloosheid en de schandelijkheid van het verdrag aan te toonen, dat de keizer van Duitschland aangegaan had. Bij het vernemen der overgave van Jerusalem aan Frederik betreurde de opperherder de verovering der heilige stad als gold het haar verlies en vergeleek den nieuwen koning van Judea bij die godilelooze vorsten, die de gramschap van God op den troon van David had doen plaats nemen.

Frederik kon niet lang in de heilige stad blijven, welke van verwenschingen tegen hem weergalmde; hij keerde naar 1'tolomaïs terug, waar hij enkel oproerige onderdanen vond en christenen geërgerd door zijne gedragingen. De patriarch en de geesle-lijkheid hadden de stad met interdict belegd zoo lang de keizer er zou verwijlen. Alle uitoelening van den eeredienst was geslaakt: de altaren waren van hare sieraden berooid, en de kruisen, de rcliquieën, de beelden der heiligen lagen omgekeerd op den grond; men hoorde niet meer hel geluid der klokken oi' dal der gewijde zangen. Een akelige stille heersehle in het heiligdom, waar de priesters met gesloten deuren een stille mis opdroegen. De overledenen werden zonder gebeden en zonder lijkplechtigheden op het veld begraven. Mies duidde den lijd der groote rampen en de angst voor de wraak des Hemels aan. Op de/.e wijze werd die speler met hel heilige, die zich zeiven den bevrijder van Jerusalem achlle, in Dlolomais ontvangen.

De Goede Week was pas ingetreden; dit godsdienstig tijdstip schonk meer invloed aan de geestelijkheid en zette 'meer plechtigbeid bij aan de bedreigingen en liet anathema der Kerk.

Frederik zag zich genoodzaakt met de christenen over den vrede te onderhandelen gelijk hij met de ongeloovigen gedaan had, en daar het hem niet gelukte de gemoederen voor zich te winnen, verbitterde hij ze nog meer door zijne gewelddadigheden. Hij deed de poorten der stad sluiten, verbood de inwoners van levensmiddelen te voorzien, zette overal hoog-schutters en soldaten uit om de Tempeliers en de pelgrims te beschimpen; ja zelfs werden IVedikheeren van den voet der altaren weggesleurd en op de openbare markt mei roeden ge-geeseld.

Door vijanden omgeven, kon de keizer niet lang in Plolomaïs blijven; daarbij ontving hij voortdurend brieven uit Italië, die hem naar Europa terugriepen. De paus, als tijdelijk vorst, had het voor Joannes van Brienne tegen den keizer opgënomen : een pauselijk leger had de grenzen van hel koningrijk Napels overschreden. De soldaten van den paus droegen eeii sleutel op hunne kleederen om aan te duiden, dat zij voor de rechten en het gezag van den heiligen Petrus streden. Gregorius had het commando over dal leger toevertrouwd aan Johannes van Brienne en twee Siciliaansche veldoversten, die zich over Frederik te beklagen hadden. Verwittigd van die vijandelijkheden, verliet de keizer ijlings Palestina om naar zijne bedreigde Staten terug te keeren. Toen hij Plolomais verliet, zong men de lofzangen der verlossing en der verblijding. Hij had de Tempeliers beschuldigd hem aan de muzelmannen te hebben willen overleveren, de Tempeliers beschuldigden hem op hunne beurt de christen steden aan den sultan van Cairo te hebben willen overleveren. Deze en lallooze andere beschuldigingen van dien aard moeten echter den geschiedschrijver een gegrond wantrouwen inboezemen. De christenen konden Frederik een meer gegrond verwijl doen: hij had geen enkelen maatregel genomen om zijne verovering te behouden; men was gerechtigd van le gelooven, dal hij zijne intrede in Jerusalem alleen gehouden bad met het doel om den Heiligen Stoel te beschamen en uil de stad Gods een antwoord op de beschuldigingen van Gregorius le kunnen dagteekenen. Zijn doel bereikt hebbende, bad hij de geloovigen misleid door ben te roepen naar eene stad, die hij noch wilde verdedigen of versterken. Na hel sluiten van het verdrag had de sultan van Egypte zich van Damascus meester gemaakt, en . Frederik wist welk een bekommering die geduchte nabuurschap !

aan de nieuwe bevolking der heilige stad moest haren. Overigens was de keizer zelf weinig verblind door de voordeelen welke hij in de gausche christen wereld liet rondbazuinen. Het meerendeel der oude kronijkschrijvers stemt daarin overeen, dat hij tijdens zijn verblijf in Jerusalem weinig eerbied aan don ■ lt;lap .!e8'fle V001' lt;h! heilige plaatsen, en, volgens de Arat)iscli« : schrijvers, waren de muzelmannen zeiven soms verbaasd over zijne onverschilligbeid voor eene zaak, die hij in Azië wa^ komen verdedigen.

Bij zijne terugkomst in Italië vond hij daar een ernsliger oorlog dan dien hij pas in Syrië gevoerd had. Niet alleen dal de paus troepen aangeworven had om zijne Staten te tuchtigen, ,ll.l ook de Lombardische republieken legen liem in hel gehjk gesteld. Johannes van Brienne, beroofd van den titel van koning van Jerusalem, was voornemens zich als keizer te doen erkennen, en zijne aanspraken werden gesteund door alles wal destijds heilig was: het gezag der Kerk en hel recht dor overwinning. De tegenwoordigheid van Frederik hergaf den moed aan zijne aanhangers, wier gehechlbeid aan hem nog niet geschokt was; hij leverde aan zijne vijanden verscheidene oe-vecliten , waarin hij de zege behaalde; het leger van Johannes van Brienne werd verstrooid en de pauselijke troenen onl-ruimden ui overhaaste vlucht de sleden en do provinciën die zij pas veroverd hadden.

Eindelijk was het geduld des pausen uitgeput: hij sloeg den liiiiclielaclitigen keizer, die telkens zijn woord brak, die de vrijheid der steden verkortte en de Kerk in slavernij nooude le brengen, in den grooten kerkdijken ban, en verklaarde allen geexcommuniceerd, die eenige gemeenschap mei den keizer onderhouden, aan zijne tafel aanzitten, zijne raadsvergaderingen bijwonen, den goddelijken dienst in ziju tegenwoordigheid opdragen en hem eenig hlijk van verkleeldlieid ol eerbied geven zouden. Frederik ontstelde door dil vonnis hetwelk met veel nlechtiglieid in geheel Europa en in zijne eigene Sialen werd algekondigd: hij zond gezanten aan den paus, die, ondanks de macht, waarmede hij gewapend was. de gevolgen van den oorlog vreesde en zich ter wille van de rust vim Europa geneigd beloonde tol zaclitmoedigheid.

|l_oü. | Na eene onderhandeling van verscheidene maanden sloot men een verdrag, waarbij de paus den vrede bekwam en daarvoor aan den ontrouwen zoon der Kerk groolmoedie vergiliems schonk. Ondanks dal vredesverdrag bleven de uitwerkselen van die tweedraehi heslaan en deden zich lot in bel Oosten gevoelen, waar het dubbelhartige gedrag van Frederik de gemoederen verdeeld en de geestkracht verlamd had. De christen Malen, voor welke Europa de wapens opgeiiomen had, waren zonder steun en zonder verdediging gebleven. Sedert Frederik Jerusalem verlaten bad zonder het te versterken, verkeerden de geloovigen der heilige stad in aanhoudende vrees voor den inval der muzelmannen, die de bergen van Naplusa en de boorden van den Jordaan bewoonden; onderscheidene malen hadden zieli alarm kielen op den berg Sion doen hooren en hadden de ehris-tenen een wijkplaats gezocht, de eenen in het kasteel van David dal le midden der puinlioopen staande gebleven was, de anderen in geheime verstekken. De patriarch van Jerusalem, de prelaten de baronnen en de bevolking van Palestina, die geen hoofd' geen koning meer hadden, riepen tevergeefs den bijstand der krijgers en vorsten van hel Westen in. Die zoo menmverl' herbaalde beden en klachten wekten niet meer in liet bail der geloovigen dal gevoel van medelijden ol die geestdrilt op welke bnii zoo menigmaal het kruis en de wapens bad doeii opvatten. Men kon mei gelooven aan gevaren, welke zoo nabii op de overwinning volgden; men wanhoopte ei' zells aan ooit de verlossing te kunnen verzekeren van een land, dat men zoo dikwijls verlossen moest. Van dat alles was des keizers snelen met bet heilige de schuld.

11231] liitusschen bad de paus hel plan van den kruistocht niet uit het oog verloren en voedde bij nog steeds de boon den ijM'i en de geestdrilt der christen krijgers door zijne vermaningen op te wekken. Hij belegde te'Spoleto een vergadering waaraan Frederik met de patriarchen van Jerusalem, Anliocbië en Conslanlmopcl deelnam. In die vergadering werd besloten den oorlog m Palestina weder te beginnen, in weerwil van bet mei den sultan van Cairo gesloten bestand. Gregorius haakte vurig naar hel oogenblik, dat hij zijne planncii vervuld zou zien en bij de wetten der Kerk in de rijke gewesten van het Oosten zou kunnen doen afkondigen; in afwachting dat er krijgers heengezonden konden worden, gelastte bij verscbeidene missionarissen de zeeën over te steken en, gewapend met het zwaard des woords, de ongeloovigen van Syrië en Egypte te gaan bekeeren. De opperherder was zoo vervuld van hoon op dien kruistocht, dat hij aan den kalif van Bagdad, den sultan van Damascus en de voornaamste hoofden van de muzelmannen schreef, om hen aan te sporen bet cbristeudom te omhelzen. In zijne brieven tracht de paus de ongeloovige vorsten te doen begrijpen, dat Christus door de profeten Is


-ocr page 334-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

216

aangekondigd geworden en dat talrijke mirakelen zijne godheid getuigd hebben; hij dreigt den vorst van Damascus mot de goddelijke gramschap, indien hij weigert in Jesus Christus ie gelooven. De geschiedenis zegt niet hoedanig het lot der Predikheeren in het Oosten was; maar de kali!' van Bagdad en de muzelmannen hielden niet op de vijanden der christenen te zijn. Een gelukkiger uitslag verkreeg Gregorius toen hij in verscheidene provinciën van het Westen gewijde redenaars uitzond, om een einde te maken aan de onlusten en burgeroorlogen, die de zegepraal van den godsdienst benadeelden en de volken van de deelneming aan tie heilige oorlogen afhielden.

[1234.] De discipelen van den heiligen Domimcus en die van den heiligen Franciscus van Assise, belast met eene liet Evangelie waardige zending, bezochten sleden en dorpen en predikten alom vrede en eendracht. Onder de predikers, die uitgezonden waren om den vrede in de Staten te herslellen , onderscheidde zich Johannes van Vicenza door de uitwerking-welke zijne woorden hadden: hij was hoofdzakelijk met de taak belast om de eendracht in de steden Florence en Sienna te herstellen. Een door Muratori in het licht gegeven kronijk deelt ons mede, dat Johannes van Vicenza zich in Verona de opperste macht had aangematigd niet met een eerzuchtig doel, maar om de onlusten te slillen en de wetten en de zeden te hervormen. In alle landen die hij bezocht, kwamen adellijken, boeren, burgers, krijgers toestroomen om hem te hooren, en zwoeren de hun aangedane beleedigingen te vergeten , hunne twislen bij Ie leggen. Na in onderscheidene door den geest van naijver en door al de onsluiinige liartsioehten der vrijheid verontruste steden de rust hersteld te hebben, maakte bij bekend, dat hij in de vlakte van Pescliiera, aan de hoorden van den Adigo. prediken zou. Al de bewoners der omliggende plaatsen begaven zich met bun geestelijkheid en hun overheidspersonen aan het hoofd naar de aangewezen plek om den engel der eendracht, den redenaar van den openbaren vrede ie hooren. In het gezicht van meer dan viermaal honderd duizend toehoorders besteeg Johannes een in hel midden der vlakte van Pescliiera opgericht spreekgestoelte; een ademlouze stilte heersehte onder die tallooze volksmassa; aller oogen waren op den gewijden prediker gevestigd ; zijne woorden schenen van den hemel af le dalen. Hij had lot tekst deze woorden van de Schriftuur gekozen: Ik (jeef u mijn vrede, ik laai u mijn vrede. Na een huiveringwenkeiul tafereel opgehangen le hebben van de rampen des ooiiogs en de iiitwerksclen van de tweedracht, gelastte hij in naam der Kerk de Lombardische steden hare geschillen bij te leggen en mei elkander vrede le sluiien. Nooit hadden de middeleeuwen een treffender en verhevener schouwspel opgeleverd; de geschiedschrijver van dat lijdvak, die slechts onlusten en oorlogen te verbalen heeft, moet zich vermeien in het beschrijven van een indrukwekkend en plecblig tooneel, waarin de godsdienst aan de vergaderde volken het troosteiulste en heilzaamste herinnert, wat nare instellingen bevatle. De redevoering van broeder Johannes vervulde zijne loeboorders met eene heilige helde voor den vrede, en de sleden, tlie mei elkander in oorlog waren, zwoeren in zijne legenwoordigheid dat zij voor altijd het onderwerp hunner langdurige oneenig-heden en ouderlingen naijver zouden vergeten.

IT238.] i ie evangelische predikingen schonken aan Italië eenige verademing en rust, en veroorloolden den Heiligen stoel met gunstig' gevolg den nieuwen kruistocht te prediken, jregorius richtte herderlijke onderrichtingen aan ai de bisschoppen en prelaten der christenheid. In zijne brieven aan de bisschoppen van Frankrijk paste hij op den heiligen oorlog deze woorden van Christus toe: Indien iemand mij uil vulijen, moei hij aan zieh xelven verzaken, dal hij alle dagen mijn kruis drcK/e en mij value; die zijn leven zal willen behouden, zal hel verliezen, en die hel Ier liefde van mij zal verliezen, zal het behouden. De opperherder verklaarde allen, die, bijaldien zij konden, niet al hunne kracblen zouden inspannen om het erfdeel van Jesus Christus te veroveren, schuldig aan verraad; de rondgaande brieven van den paus behelsden ook de aanmaning aan alle geloovigen van heider sekse om wekelijks een penning te betalen tot bestrijding der onkosten van den kruistocht.

l)o prediking van dezen kruistocht werd toevertrouwd aan de religieuzen van den heiligen Doininicus en den heiligen Franciscus, die in Azië missionarissen hadden voor de bekeering der ongeloovigen en iu het geheele Westen predikten voor bet herstel van den vrede onder de clnistenen. De nieuwe apostelen van den heiligen oorlog ontvingen niet alleen van den paus de macht om hel kruis te geven, maar ook om de gelofte van den pelgrimstoebt in een geldelijken aalmoes te veranderen, hetgeen men sinds den aanvang der kruistochten slechls zelden aanschouwd had; zij hadden ook de bevoegdheid allaten van verscheidene dagen le verleenen aan degenen, die hunne predikatiën kwa neu bijwonen, volgens den geest hunner instelling leefden de dcscipelen van den heiligen Dominicus en den heiligen

Franciscus in de verstervingen der boetvaardigheid ; zij wijdden zich aan de armoede en moesten het voorbeeld van den ehris-telijken ootmoed geven; maar in deze omstandigheid wilde de paus, dat zij mei luister in de kloosters en de steden zouden ontvangen worden, dat de geestelijkheid hen te gemoet zou trekken met de banier en de schoonste sieraden der kerk aan het koofd. Hetzij dat deze luister de eenvoudigheid hunner zeden verbasterd hebbe, hetzij de volken er zich niet aan konden gewennen de geestelijken, die men voorheen aan de evangelische armoede gewijd zag, in zulk een schitterend cere-moniëel te zien, de predikers van den kruistocht boezemden noch ontzag noch eerbied meer in aan hunne toehoorders, wier aantal met den dag afnam.

Om zich opnieuw te openbaren, had de geestdrift der volken, welke de welsprekendheid der gewijde redenaars niet meer kon opwekken, hel voorbeeld der vorsten en der doorluchtigste krijgshelden noodig. Het was vooral van het koninkrijk Frankrijk , dat de christenheid het sein verwachtte, van dat koninkrijk, hetwelk zoovele toonbeelden van vrome heldhaltigbeid had opgeleverd en door de christen koloniën van bet Ooslen als haar waren steun beschouwd werd. Maar op dat tijdstip had Frankrijk zijne krachten uitgeput in den oorlog tegen de Albi-genzen, terwijl de minderjarigheid van bodewijk IX, in de groole vazallen de hoop doetule herleven om hel juk van de kroon af te schudden, onder de heeren en de baronnen een gevaarlijken geest van oproer en tweedracht had doen geboren worden. Aan hel hoold van den legen het koningschap gevonnden bond stonden Hugo IV, hertog van Bourgondië, Thibout V, graal van Cliampagne en koning van Navarre, en Peter van Drenx, graaf van Rretagne. De kordaatheid van de regentes en het karakter van Thibout, die noch in zijn opstand noch in zijn onderwerping stnndvastig kon zijn, deden eindelijk de dikwerf hernieuwde aanslagen der oproerlingen en misnoegden voor goed mislukken. Daar destijds in het gansche Westen de kruistocht tegen de muzelmannen en de vrede tusscben de chrislen vorsten gepredikt werd, veranderden de teleurgestelde eerzucht der hoofden van den bond, hun door hel lol der wapens gelnuikte trots eensklaps in een godsdienstig gevoel, dat hun bet besluit deetl nemen om in een heiligen oorlog de misdaden van den burgeroorlog uil le wissclien.

|i2;!6 1 Het voorbeeld van den koning van Navarre, den hertog van Bourgondië en tien graaf van Bretagne, gepaard met de predikingen van tien Heiligen Moei, deden voor een oogeublik tie geestdrift voor de kruistochten in de provinciën van Frankrijk ontwaken. De graven van Bar, Foreest, Macon, Joigny en Nevers, Amalrik, zoon van Simon van Monifoort, Andreas van Vitri, Godfried van Ancenis en een menigte andere baronnen en heeren namen hel kruis aan en legden de gelofte af van in Azië de ongeloovigen te zullni gaan bestrijden.

Daar tie prediking van den kruistocht was gepaard gegaan met verscheidene misbruiken , welke aan het welslagen der gewijde expeditie afbreuk zouden kunnen doen, hield een te Tours vergaderd concilie zich bezig met de middelen om daarin te voorzien en het kwaad in zijn hartader aan te tasten. Jlen heeft vroeger gezien, dal de predikers van den gewijden oorlog tie christen ridders geërgerd hadden met de misdadigers onder de banieren van het kruis op te nemen; de kruisloclilen werden niet meer met betzelfde oog beschouwd als in de twaalfde eeuw, als een voor allen openslaande weg. De groole misdadigers vonden hunne plaats niet meer in de gelederen der vrome verdedigers van Jesus Cln istus. Het concilie van Tours besliste dat de door de justitie aangehouden misdadigers in banden zouden gesteld worden van een geestelijken rechter, die volstrekt geen acht mocht slaan op hunne voorrechten, en bun zelfs het kruis nioeht ontnemen , indien hij hen schuldig bevond aan manslag of eenig ander groot misdrijf legen de goddelijke en de men-schelijke wetten gepleegd.

t,venals bij de vorige kruistochten had bet gepeupel, geheel legen den geest der Kerk in, zich aan de grofste buitensporigheden jegens de joden schuldig gemaakt, die men beschuldigde den God gedood te hebben voor wien de christenen gingen strijden, en die onmeellijke schatten bezaten, terwijl de kruisvaarders verplicht waren hunne bezittingen te verpanden, om hel noodige geld voor de reis naar Palestina bijeen te brengen. Om aan deze gewelddadigheden een einde le maken, verbood bet concilie, op straffe van tie geestelijke censuur, de joden te mishandelen, hen van hunne goederen le berooven of 'hun eenige bescbimpiiigen aan te doen.

lia.'JS.] De pelgrims hielden zich druk bezig met de loebe-reidselen lol hun vertrek toen plotseling een nieuwe alarmkieet door hel Westen weerklonk, liet rijk der Latijnen te Conslan-liuopel verkeerde in den uitersten nood. Na tie regeering van Boudewijn van Vlaanderen en zijn broeder Hendrik, had het adellijk geslacht van Courtenay, tot den keizerlijken troon geroepen, van de aardsehe grootbeid slechts de verdrietelijkheden en de wederwaardigheden gekend, welke zij in een rijk, dat


-ocr page 335-
-ocr page 336-

11 Ki AFSCHEIDSLIED.

-ocr page 337-

GF.SflHlRDRNIS DER KRUISTOCHTRN.

ten onclcrgang neigt, na zich sleept. Peter van Courtenay, griinl' van Auxene, werd, loen hij van Boudewijns troon bezit ging nemen, in Macedonië overvallen en op hevel van Theo-dorus Comnenes, vorst van Epirus, omgebracht. De keizerin, die zich over zee naar Conslantinopel bogeven had , stierf korten tijd daarna van droefheid over het noodlotiig uiteinde van haar lt;'gt; liigenoot. Robert van Courtenay, tweede zoon van l'eler, besteeg den h oon slechts oin hel snelle verval van het j.atijnsclie njk le aansehouwen ; in een groolen veldslag overwonneh door Valaeius, den opvolger van Lascar is, verloor hij al de provinciën aan gene zijde van den Bospborns en den liellesponlus; van een andere zijde maakle de vorst van I1 pirns zich meester van Thessalië en een groot gedeelle van Tbracië. Van de hoogte zijner torens zag Conslanlinopel, door gednehlc vijanden he-dieigd , de slandaards der Grieken van Nieea en dei' bnrharen van den berg llemns wapperen. Te midden der rampen , waaronder het rijk gebukt ging, stierf Rolxni , den troon nalatende aan zijn broeder Bondewijn, die nog eon knaap was. Johannes van Brienne, tlien de fortnin een ooRiinblik koning van Jeru-salem maakte, word op den wankelenden troon van Constantijn geroepen. Brandende van roofzucht, legerdim de Grieken en do Bulgaren voor de poorten der lioofdMad. Ilunne vloten drongen tot in de haven door, hunne tallooze bataljons maakten zicli gereed om de wallen der stad te Ijeslormen: doch de nieuwe keizer leverde hun verscheidene veldslagen, maakle zich meester van hunne schepen en verstrooide hunne legerscharen. De wonderdadige overwinningen van Johannes van Brienne vermeerderden zijn vermaardheid, maar putten zijne strijdkrachten uit: na zijne vijanden overwonnen te hebben, stond hij zonder leger, en terwijl de dichters hem met Hector, Roland , Judas den Machaheeër vergeleken , zag bij zi(di genoodzaakt in zijne hoofdstad de hulp af te wachten, die men hem toegezegd bad, doch die niet kwam. Meer dan tachtig jaar oud, eindigde Johannes zijn leven, terwijl hij niet de wapens in de hand aan de harharen de overblijfselen van eene macht betwistte, welke door de wapens gevestigd was en aanvankelijk zulke hoopvolle verwachtingen deed koesteren.

De puinlioopen, die hein in zijne hialste oogenblikken omringden , moeten hem wel het nietige der aardsche grootheid hebben doen heselfen en hem tot gevoelens van christelijke nederigheid teruggevoerd. Hij had de eerste dagen zijner jengd in strenge kloostertucht doorgebracht. Op zijn sterfbed legde hij het keizerlijk purper af en wilde den laa'tslen adem uitljlazen ouder het kleed eens discipels van den heiligen Fran-ciscus van Assise. Eenvoudig Fransch ridder, kortstondig zetelend op twee waggelende tronen, schoonzoon van twee koningen, behuwdvader van twee keizers, liet Johannes van Brienne bij zijn sterven niets na dan de berinneiing aan zijne heldenfeiten en het voorbeeld van eene zonderlinge lotsbeslem-iiiing De jonge Bondewijn , die zijne dochter gehuwd had en hem moest opvolgen, konziju droevigei fdeel niet aanvaarden : heimelijk als een vluchteling verliet hij zijne hoofdstad, en doorkruiste, de lietdadiglieid der geloovigen inroepende , Europa, doch zonder gunstig gevolg, In Frankrijk leruggekeerd, eisch'te hij de grond-uezittingen zijner familie terug, die zij voor den troon van het Oosten verlaten had , en hernam gewapenderhand liet kleine vorstendom Namen, dal hij daarna voor een geringe som verpandde. Met moeite bekwam Bondewijn een onderstand van zevenhonderd zilveren marken van den koning van Engeland, die hem aanvankelijk het heireden van zijn koninkrijk verboden had. (Jok in Frankrijk oudersleuude men hem met {reldelijue oilers.

Terwijl de keizer van het Oosten Italië, Frankrijk en Engeland doorkruiste, was Conslantinopel zondor leger, en bracht voor de \erdediging van den Staat lol zelfs de 'reliquieën ten offer, die het voorwerp der vereering van bet volk en de laatste rijkdommen van het rijk uitmaakten. De opperherder werd geroerd door de ellende en de vernedering van Bondewijn eu kon niet zonder niededoogen de jamima-klacblen der Kerk van Byzantium hooreu. Hij kondigde een nieuwen kruistocht af voor de bevrijding van hel Oostersehe keizerrijk.

De kruisvaarders, die naar het heilige land zouden vertrekken, werden uitgenoodigd hunne broeders van Conslantinopel hij te staan; maar de aansporingen en vennaningen van den lle ligen Stoel vonden niet veel gehoor; de geiiioederen waren verdeeld: de eenen wilden bet keizerrijk der Lati.inen, de anderen bet koninkrijk Jerusalem verdedigen. Peter van Dreux, hertog van Bretagne, en verseheidene andere heeren kozen aanvankelijk de partij van Bondewijn, hetzij om aan den paus te behagen, hetzij omdat de onderneniing ten gunste van Conslantinopel hun minder moeilevol en minder gevaarlijk toescheen; rnaar de koning van iVivarre, de hertog van Bourgondië en de graven van Bar, Vendónie en Montlborl vonden het vreemd dat men den eenen kruistocht opgaf of ten niinste verzwakte voor een anderen. Zij beklaagden zich daarover aan den paus en verweten hem die verandering van zienswijze. Gregorius antwoordde, dat men de ongeioovigen nooit uit bet heilige land zon kunnen verdrijven, indien men de verovering van Conslantinopel niet verzekerde.

1,1-39. | De Franscbe vorsten en heeren volhardden nochtans m hun besluit om de muzelmannen in Azië te gaan bevechten. De baronnen en de ridders verpandden of verkochtlen hunne grondbezittingen om paarden en wapens te koopen, verlieten hunne burgen en kasteden cn onttrokken zich aan de omhelzingen hunner echigenooten. Thibout, hun aanvoerder en tolk. nam alseheid van frankrijk in verzen, die lol ons gekomen zijn, on die tegelijk do godsvrncht der christenen en hel karakter der ridderschap uitdrukken. Zijne muse, tegelijk godsdienstig en wereldsch, bezong de kwellingen der liefde, de smarten der scheiding cn de glorie der soldaten van Jesus Christus.

Andere meistreeleii bezongen naar hel voorbeeld des konings van Navarre hel vertrek der pelgrims; zij beloofden in hunne verzen de allaten van den kruistocht aan de krijgers, die naar Syrië togen, en raadden de edeldaines en jonkvrouwen aan het oor niet te leenen aan degenen, die in Europa achterbleven; want, zeiden zij, er blijven alleen lafaards achter; al de dapperen gaan in hel Oosten den roem der gevechten zoeken. Terwijl Frankrijk de liederen der meistreelen herhaalde, werden in alle Kerken vurige gebeden verricht voor het welslagen der over-zeesche expedition.

le midden dier toebereidselen hield de paus, op wiens stem de kruisvaarders de wapens opgevat hadden, plotseling op hunne geestdrdt nog meer op te wekken; Gregorius, die^zicli in den strijd voor zijne rechten tegen eene trouweloozo staalkundige overheersching, vele geduchte vijanden had gemaakt, scheen le weifelen om een oorlog door te zetten dien hij zelf gepredikt bad, bij het zien der menigvuldige bezwaren welke hem zei ven bedreigden.

De meeste aanvoerders van den kruistocht naar Azië waren te Lyon vergaderd om over hunne onderneming te beraadslagen, loen een imntius van den pans in hun midden verscheen en hen gelastte, naar hunne haardsteden terug le koeren. Dit onverwachte bevel van Gregorius IX ergerde de vorslen en de baronnen, die den gezant van het bof van Rome antwoordden, dat do pans van slaatkundo kon veranderen, afkeuren wal hij zelf bevolen had, maar dat de verdedigers van het kruis, zij', die zich aan den dienst van Jesus Christus gewijd hadden' onwrikbaar bleven in hun besluit: «Wij hebben al onze toebereidselen gemaakt,quot; voegden zij er bij, «wij hebben onze grondbezittingen, onze woonsteden en onze meubelen verpand of verkocht; wij hebben onze vrienden en onze gezinnen verlaten onze komst in Palestina aangekondigd; de godsdienst en de eer verbieden ons op onze schreden terug te koeren.quot;

Daar de pauselijke nuntius bet gezag der Kerk wilde doen gelden en hij de ridders beschuldigde van verraad jegens de zaak, die zij gingen verdedigen, konden de clnTstcn krijgers hunne veronlwaardiging niet bedwingen: de soldaten en de aanvoerders gingen in hun drift zoo ver dal zij den gezant van den Heiligen Stoel mishandelden, en hij zou het slachlolïër geworden zijn van bun woede zonder de lus-schenkomst en de voorspraak der aanwezige prelaten en hissehoppen.

Nauwelijks hadden de kruisvaarders den pauselijken nuntius smadelijk weggezonden, ol zij zagen algevaardigden van den keizer van Duitscliland verschijnen, die hen eveneens kwamen verzoeken hun vertrek nil te stellen, en le wachten tol hij zelf zijne troepen hijeeugebraebt had om zich aan hun spits te stellen De ridders en de baronnen, die vurig verlangden om naar Palestina te vertrekken, wilden zich dal gedurig uilstellen vin hunne onderneming niet langer laten welgevallen en betreurden de verblindheid van degenen, die ben wilden terughouden De koning van Navarre, de benogen van Bretagne én Bourgondië, hel grootste deel der heeren, die het kruis aangenomen hadden, bleven bij hun voornemen om hun gelofte te voTbreicen en scheepten zich te Marseille naar Syrië in.

Een nieuw geschil was tusschcu den pausen Frederik, die elkander de souvereiuileit over Sardinië betwistten, opgerezen Weldra mengden de harlstocblcn zich onder dien twist eii maakten dien hoe langer hoe vinniger. Na Frederik opnieuw geëxcommuniceerd te hebben, achtte Gregorius hel noodig diens handelingen aan al de geloovigen bekend te maken en werden diensvolgens in alle kerken van Europa inonitoriums en breven van den pans algelezen, waarin Frederik werd aangewezen als een goddelooze, als een medepliehtige der ketters en der muzehnannen, als een verdrukker van den godsdienst en het menschdom. Frederik antwoordde met heftige uitvallen op de besehuldigingen van den opperborder; hij wemlde zich tut de Romeinen om hen tot opstand tegen den Heiligen Stoel aan te zetten, hij riep alle vorsten van Europa op Ier verdediging zijner zaak. «Koningen en vorsten der aarde,quot; heette bel bij hem «beschouw den smaad, die ons aangedaan wordt, als u/elven irellënde; hienyL water aan om den brand le blusschen die in uwe


-ocr page 338-

cms GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

vnlnnirschnp in aangeslopen; eon dergelijk gevaar bedreigt u.quot; De verloorndc paus sprak al de slralïen der Kerk legen den ontrouwen en meineedigen keizer uit; hij predikte zelfs een kruistocht tegen hem, zeggende, dat er nog meer verdienste was in het bestrijden van een vorst, in opstand tegen de opvolgers van den heiligen Petrus, dan in het verlossen van •Turusaiom. In dien strijd waren de gemoederen zoo verhit, dat voor de partijgenooten van Frederik de Kerk niets gewijds meer bezat en voor de anderen het gezag der vorsten voel van zijn luister had verloren. Van den oenen kant beschouwden de paus en zijne getrouwen de aan den keizer geheolit gebleven onderdanen als dienaren en mede-plichtigen van den duivel, terwijl van den andoren kant de keizer en dogonon, dio zijne zaak verdedigden, don pans niet voor den Stedehouder van Jesus Christus wilden erkennen. Eindelijk boloolde Gregorius de keizerlijke kroon aan diengone der vorsten, die de wapens tegen Frederik opvatten en hem, die reeds meermalen door hel hoogste gezag van den troon vervallen was verklaard, feitelijk van don troon zoude stooten. Eeu apostolische hriet werd voor I.odewijk IX en diens baronnen voorgelezen, waarin de opperherder de keizerlijke kroon en de kroon van Sicilië aan Robert, broeder dos konings, schonk, indien Frankrijk zich tegen don keizer van Dnitscldand verklaarde. Ton hoogste verrast door dat voorstel, betuigden de hoeren van hot koninkrijk hun ijver voor de verdediging van hot geloof en hun eerbied voor don Heiligen Stoel; maar zij kouden niet besluiten hol zwaard togen Frederik op te nemen, want zij duelillen zijn aanhang, die alsnog zoor groot was, en ook hun eigene zwakke positie in Frankrijk duldde dal niet.

liet kwam weldra lol vijandelijkheden. Na een groote overwinning op de Milauezen behaald en schrik in al de republieken van Loinbanlije verspreid te hebben, trok Frederik aan de spits van een leger tegen Rome op. Gregorius, die geen troepen bezat, trok aan hol hoofd eenor processie door zijne hoofdstad. Hij toonde de reliqnieön der apostelen aan de Romeinen en bracht hun in tranon smeltende onder het oog, dal hij dien gowijden schal niet zonder hulp kon verdedigen. De adel en het volk, geroerd door de heden van den paus, zwoeren voor de verdediging van don Heiligen Stoel hun loven veil te hebben. In allerijl werden do noodige verdedigingsmaalregen genomen en do stad Uoine met spoed versterkt, en toen de keizer de poorten naderde, zag hij diezelfde Romeinen, die korten tijd te voren zijn ■ partij togen den paus gekozen hadden, in slagorde op de wallen geschaard en besloten voor hel opperhoold der Kerk bel loven te laten. Frederik belegerde de stad zonder baar te kimneii bemaelitigen; in zijn toorn beschuldigde hij de üoineinen van trouweloosheid en wreekte zich door het uiloelenen van gruwzame wreedheden op zijne gevangenen. De door Fivderik bij Rome cn elders gepleegde gruwelen waren de goroede oorzaak dal spoedig overal in Italië de burgeroorlog ontbrandde.

Te midden der wanorde en der algemeene gisting, hoorde men niet moor de noodkreten en de smeekbeden dor christenen van l'alohtina. Bij hol eindigen van het mot Fredorik gesloten bestand, was do vorst van Carac in Jerusalem teruggekeerd en had hij den toren van David en de zwakke door de christenen opgebouwde wallen geslecht. Deze overwinning, welke den moed der muzolniannen aanwakkerde, dompelde de rampzalige bewoners van het iieilige land in vortwijfoling. In plaats van binnen zijne muren detallooze legerscharen lo zien verschijnen, welke de' taam aankondigde, zag Plolomaïs sloclils ongewapende pelgrims komen, die de betreurenswaardige twisten dor christen vorston en monai-clien verhaalden. Allo gemeenschap met het Oosten was nagenoeg algesneden, al de vloten van Italiéhotwislten de heerschappij der zee, nu eens aan het bond van don paus, dan weder aan dat van den keizer. Velen der kruisvaarders, die de gelofte afgelegd hadden zich naar Gonstantinopel of Plolomaïs te begeven, namen deel aan den legen Frederik goprediklen kruistocht ; anderen besloten over land naar Syrië te gaan en kwamen bijna allen om in de bergen en do wildernissen van Kloin-Azië; de Franscho vorsten en edelen, die tegen de bevelen van den paus in, naar Azië vertrokken en iuquot; de havens van Provence scheep gingen, brachten slechts een klein aantal strijders in Palestina mede.

Bij do aankomst dier kruisvaarders was hot, Oosten niet minder beroerd dan het Westen. De sultan van Cairo, Malek-Kamel, was gestorven; zijn dood was hel sein geweest lot verscheidene bloedige oorlogen' tusschen de vorsten van zijn stamhuis, die elkander beurlolings hel rijk van Egypte, de vorstendommen Damascus, Aleppo en Hamah hotwistlon. Te midden van die oneenigheden hadden de emirs en de mamelukken, wier gevaarlijke bijstand voortdurend ingeroepen werd, zich aangewend om over de macht te bescliikkeu en toonden zij zich geduchler voor hunne souvereinen dan wel voor de vijanden van den Islam. De oppermacht scheen het loon van de overwinning of van de geslepenheid in het verraad te zijn; de muzelmansche tronen waren van zoovele gevaren omringd, dat mon een vorst van Damascus den scliepter zag nederleggen en zich in afzondering begeven, zeggende dal een sperwer cn een jnrlilhoiid hem meer genoegen gave)) dan de heerschappij. De onder elkander verdeelde vorsten hadden de Karismiërs en andere barbaarsche volken te hulp geroepen, die de provinciën plunderden, de steden verbrandden en den laatsten slag toebrachten aan de machten, die zij kwamen verdedigen. De kruisvaarders zouden met die beroeringen van het Oosten hun voordeel hebben kunnen doen ; maar /.ij vereenigden nooit hunne pogingen tegen de vijanden, die zij gezworen hadden te bestrijden; hot koninkrijk Jerusalem bezat geen regeoring, die de strijdkrachten van den kruistocht bestuurde; het gros der pelgrims iiad geen band, geen gemeenschappelijk belang, dat hen lang onder dezellile vanen kon vereenigd houden. Overal zag men troepen soldaten, doch nergens een leger; iedere aanvoerder en iedere vorst volgde oen eigen krijgsplan, verklaarde don oorlog, sloot vrede op eigen gezag en scheen slechts te strijden voor zijne eerzucht en zijn roem.

De hertog van Bretagne bracht, door zijne ridders vergezeld, don oorlog op het grondgebied van Damascus over en keerde in hot kamp der kruisvaarders terug meteen menigte kameelen, ossen, paarden , e/.els en buffels aan do muzelmannen ontnomen. De graaf van Bar, de hertog van Bourgondië en andere groote baronnen van het Westen, zegt oen oude kronijk, waren zeer afgunstig op deze prooi op de ongeloovigen behaald. Zij besloten derhalve op hunne beurt een expeditie te ondernemen, waarin zij zich met de bezittingen van den vijand zouden kunnen verrijken, en maakten zich gereed om een inval te doen op het grondgebied van Gaza, dat om zijne weiden en rijke graanvelden bekend was. Toen hun voornémen ruchtbaar werd, begaven de voorzichtigsten onder do baronnen en de hoeren zich tot ben cn bezwoeren hen zich niet van het christen leger te scheiden. De graaf van Champagne, dien men tot opperhevel-bebher van den kruistocht benoemd bad, gebood hou, in don naam van Jesus Christus, in het kamp te blijven. Alle vorloogen , alle redeneeringen bleven zonder uitwerking; de graven van Bar, van Montloort en verscheidene andore hoeren vergenoegden zich mot te antwoorden , dal zij naar Syrië gekomen waren om de oiigelonvifien Ie bestrijden, en begaven zich met hunne wapenknechten op weg. Degenen, die in het kamp achterbleven, eenig onheil vreezende, namen hot besluit hunne onvoorzichtige wapenmakkers van verre te volgen en vertrokken in do richting van Ascalon. De afdoeling, die do vanen van hol leger verlaten had, kwam, tegen hel vallen van den avond, aan de boek, welke in de Schriftuur Egijplus genoemd wordt en die hol koninkrijk Jerusaiem van Egypte scheidde. Ondanks de waarschuwingen van Walter, graaf van .'o ipe, zotte zij don goheelon nacht haren marsch voort, in de hoop van een uilgostrekte weide to bereiken, waar de kudden der muzelmannen graasdon. Togen hot aanbreken van den dag bevonden zich de vermoeide kruisvaarders in een bollen weg tusschen twee zandheuvels ingesloten , cn staakten hun marsch, wachtende lol de heeslen naar de weide gezonden werden en de lieden aan den veldarbeid waven. De door ons aangehaalde kronijk bosebrijlt bier de hall van dien avontuurlijkon troep: Do rijken lioton'de tafels dekken en verzadigden zich aan bol brood. de hanen, kapoenen en het gebraden vloesch die zij medegebracht hadden, zonder den wijn op llosschon on op vaten te vergeten. Eenigon aten en dronken, voegt de kronijkschrijver er hij, anderen sliepen, weder anderen verzorgden buiine paarden; zoo groot was hun blinde zorgeloosheid, dat zij ter nauwernood aan do vijanden dachten, die zij kwamen opzoeken: zij zonden woldra gewaar worden dat Ome lieer Jesus (Ihrislns ojl zull{ eene wijze niet wil gediend wrden.

Van de nadering der cliristonen verwittigd , had de kommaiidant van Gaza gedurende den nacht groote vuren doen ontsteken, die als een alarmsignaal voor al do bewoners golden. Van allo zijden kwamen de' niuzolmannen gewapend toestroomon. Bij de nadering der vijanden stelde de graaf van Har zich aan de spits zijner ruiters en rukte de vlakte in om het aantal en de sterkte dor mnzelmanuen te verkennen. Droigondo kreten, tromgeroffel, trompetgeschal weerklonken heinde en verre; gewapende lieden bedekten hel veld , slingeraars en boogschullers bezetten de hoogten. Nu hielden de bevelhebhors van hot clnïsten leger raad: de graaf van Joppe cn de hertog van Bourgondië waren van oordeel, dal de christenen moesten torugkoeren en don veldslag niet alwachten, dewijl zij tol aan do knieën in hol zand stonden en de muzelmannen dértien tegen een waren. De graven van Bar en Montlborl wildon daarentegen dal men slag leverde, en de reden die zij daarvoor opgaven was, dal men tegenover den vijand stond en er meer gevaar en vooral meer schande in stak om terug tc trekken dan om te strijden. De graat van Joppe en de hertog van Bourgondië antwoordilon, dal zij zioh zolven en luinne lieden niet in bel verdorl wildon storten, en gaven hel leeken lol den terugtocht. De pelgrims, die in hun


-ocr page 339-

HKT CHRISTEN LEGER IN DE BKR GEN VAN JLDLA.

-ocr page 340-

I

:

wmmmmm

mïimsmiamp;m,

I

;

^'Ifc MP I

1 .Hl '1%'ïa I 11 lil

|™| ^99 sftSi I -1

I #^éf amp;t:rr- w* H

^1 véVBquot; MIÊÊÊÊÊÊSÊm Hj

ïmkt :amp;* • ■•■'./■ .' JM-ft. , ■

sass/sjsw^.quot; ^t-T-i^aS^w^v ;i

■tff'fe ■■ V-üh;--. ..■■.Liit.v...:.. ^vV,- . ■ . I dH H

:

tU quot;L';1 . -

::Alt;r

s#j mquot; M ■ ■

'SstP

mm^'

É-

quot; 1 ■'; ? '1 S '': ^

11 n;* m n ^S$

H lilr ipi iM ■

-ocr page 341-

GKSf.mi'DEXIS I)ED KPiUISTOCHTRN. 21f)

voornemen volhardden om zich met den vijand te meten, besellen het gansche gevaar van liet besluit dat zij genomen hadden, en ziende , dat hunne strijdmakkers zich verwijderden en den weg naar Ascalon insloegen, verzochten zij hun den koning van Navarre en de overige aanvoerders aan te sporen hun ten spoedigste hulp te komen bieden. Te vergeefs smeekten de hertog van Bourgondië en de graat van Joppe hen opnieuw, zich niet aan een wissen ondergang bloot te stellen, zij konden hunne halsstarrigheid niet overwinnen. Reeds gaven de muzelmannen het teeken lot den strijd, een hagelbui van pijlen werd tegen de kruisvaarders afgeschoten; de christen boogschutters deden den vijand aanvankelijk terugdeinzen, maarzij hadden weldra gebrek aan spiezen en pijlen, hetgeen den moed der muzelmannen verdubbelde. Onderscheidene malen wierpen zich de ruiters met de graven van Bar en Monllbort aan hun spits op de ongeloovigen. Na de ontelbare menigte verstrooid te hebben, keerden zij weder terug naar den bergpas, waar zij hun tenten opgeslagen hadden en die hun lot verschanste legerplaats diende. Na verscheidene aanvallen lokte de kommandant van Gaza hen door een geveinsde vlucht in de vlakte en te gelijker lijd gal'hij aan zijne soldaten die de heuvels bezetten, last zich van hel kamp der christenen meester te maken. Daar deze beweging hem gelukte, zagen de christenen zich van alle zijden ingesloten en aangevallen, zonder andere hoop dan die van hun leven duur te verkoopen. De graven van Bar, van Montfoort en eenige baronnen en ridders verdedigden zich nog geruimen tijd en deden wonderen, doch eindelijk bezweken zij, uitgeput van vermoeienis en overdekt met wonden.

Weldra intussehen vernamen de kruisvaarders, die mei den koning van Navarre binnen de muren van Ascalon aangekomen waren, dal hunne overmoedige wapenmakkers in gevaar verkeerden van om te komen. Terstond begaven zij zich op weg naar Ga/.a, doch toen zij het looneel van den strijd naderden, boden de christen krijgers reeds geen weerstand meer : de muzelmannen hielden zich bezig met hunne gevangenen te binden en de doo-den uit te schudden. De vijand wachtte de kruisvaarders niet af en trok terug met zijn behaalden buit en de gemaakte gevangenen. Het slagveld was overdekt met naakte lijken; eenige gekwetsten, die nog leefden , werden op de schilden der ridders gelegd, om naar Ascalon vervoerd te worden. Daar verscheidene pelgrims verzocblen, dal men den vijand op zijn terugtocht zou vervolgen, raadpleegden de koning van Navarre en de overige bcvclliebbers hieromtrent de ridders van den Tempel en van Sint Jan, die het land kenden. Deze antwoordden, dat het gevaarlijk zou wezen de muzelmannen aan te vallen, die be-schennd werden door hunne sterkten, en dal een onvoorzichtige vervolging het leven der christen gevangenen in gevaar kon brengen. De vrienden en bloedverwanten dergenen, die dooide ongeloovigen gevangen genomen waren, luisterden slechts naar luiniie blinde vertvvijleling, maar die dag was reeds door zulke groote wederwaardigheden gekenmerkt geweest, dat men gei n nieuwe gevaren wilde zoeken; er werd besloten dat men naar Ascalon zou terugkeeren, waar ten gevolge van die nederlaag een groote verslagenheid beerschte.

Amalric van Montfoort en verscheidene andere beeren vielen in de handen der ongeloovigen en werden naar de hoofdstad van Egypte medegevoerd; men heeft nooit het lot van den graaf \aii lgt;ar te weten kunnen komen en de onzekerheid daarvan had een menigte wonderbaarlijke verhalen doen ontstaan, die lang bij de kruisvaarders in eere bleven. Het christen leger keerde droevig naar Ptolomaïs terug; het begaf zich vervolgens naar Sidon , Tyrus, Tripoli en andere (lucile clirislen sleden. Bij hunne kdiiisl in Syrië hadden de bevelhebbers van den kruistocht het plan opgevat Damascus te gaan belegeren; maar die onderneming werd opgegeven. De aanvoerders, die zich uitgeput hadden voor den oorlog en die op den oorlog rekenden om hunne geldmiddelen te herstellen, durlden den kans van den strijd niet meer wagen, uit vreeze van alles te verliezen en zelve de prooi ol de buit van den vijand te worden.

Te midden der werkeloosheid ontstonden er hoogloopende twisten waarin de aanvoerders elkander wederkeerig de rampen en de schande der kruisvaarders verweten. In dr onmogelijkheid, waarin zij verkeerden, van hunne wapenen te doen zegevieren, onderhandelden zij afzonderlijk met tie ongeloovigen en sloten vrede gelijk zij oorlog gemaakt hadden. De Tempeliers en eenige aanvoerders van hel leger sloten een verdrag met den vorst van Damascus en verkregen de teruggave der heilige plaatsen; van hunne zijde sloten de Hospitaalridders, de graal van Champagne, de hertogen van Bretagne en Bourgondië een verdrag met den sultan van Egypte eu verbonden zich hem te verdedigen tegen de muzelmannen van Syrië, die aan de christenen het bezit van Jerusalem verzekerden.

Na geheel Palestina door hunne buitensporigheden verontrust te hebben, verlieten do Fransche kruisvaarders het om naar Knropa terug te keeren en werden te Ptolomaïs vervangen door Engelschen, die onder aanvoering van Richard van Gornwallis, broeder van Hendrik III, aangekomen waren. Richard, diode tin- en loodmijnen van het graafschap Gornwallis bezat, was eer der rijkste vorsten van het Westen; als men de oude kronijken gelooven mag, trachtte Gregorius IK hem van zijn pelgrimstocht naar het heilige land terug te houden in de hoop dat zijne soldaten en zijne schallen zouden kunnen aangewend worden lot verdediging van het Lalijnsche rijk van Gonslantinopel, ofwel om Rome te ondersteunen in zijn aan Frederik verklaarden oorlog. Richard weerstond aan al de smeekingen van den paus, en toen hij voor Ptolomaïs verscheen, gingen het volk en de geestelijkheid hem te gemoet onder het uitspreken der woorden van hei Evangelie: Gezegend, die turnt in den naam des lleeren. Die vorst was een volle neef van Bichard Leeuwenhart, wiens moed en heldendaden hem in het geheele Oosten vermaard gemaakt hadden. De enkele naam van Richard, verbreidde ontsteltenis onder de muzelmannen; de prins van Gornwallis herinnerde aan zijn oom dooi' zijne dapperheid: hij was vol ijver en vuur en zijn leger deelde zijn geestdrift voor den godsdienst en den roem. Alles scheen hem wapengeluk te voorspellen; maar na eenige dagen in het veld geweest te zijn en eenige op de vijanden behaalde voordcelen, zag hij zich verlaten door de Hospitaalridders, die vorderden , dat het met den sultan van Egypte gesloten verdrag geëerbiedigd zou worden, en door de Tempeliers, die weigerden hel met den souverein van Damascus aangegaan bestand te verbreken. Weinig ondersteuning vindende bij de christenen van het land zag hij zich verplicht den oorlog te staken en de vredesverdragen te hernieuwen. De eenige vrucht, die bij van zijne expeditie plukte, was, dat hij een uitwisseling van gevangenen wist tot stand te brengen en de vergunning bekwam de bij den veldslag van Gaza gesneuvelde christenen met plechtigheid te begraven. Na Jerusalem bezocht te hebben, dat ten tweeden male verlost was sinds den kruistocht van Frederik II, scheepte Bichard zich naar Italië in en bezocht daar keizer Frederik, zijn schoonbroeder, die hem met veel glans en luister ontving.

De keizer van Duitschland belastte Bichard met zoogenaamde vredesonderhandelingen bij den paus, maar Gregorius liet zich niet door Frederik misleiden. Geheel Kuropa stond in vlam; een voor den vrede der Kerk bijeengeroepen concilie kon door het toedoen van Frederik niet vergaderen. Te midden dier algemeene verwarring stierf Gregorius en werd opgevolgd door Gelestinus IV, die de driekroon slechts zestien dagen droeg. De oorlog werd met verdubbelde woede voortgezet; de Kerk bleet zonder opperhoofd en Jesus Christus zonder stedehouder op aarde; de kardinalen zwierven verstrooid rond ; frederik hield er verscheidene in boeien geklonken. Deze betreurenswaardige regeeringloosheid duurde bijkans twee jaren; de geheele christenheid was in rouw gedompeld en smeekte den Hemel om een paus, die de rampen van Europa en de Kerk mocht herstellen.

Eindelijk kwam het conclaaf bijeen, cn Iniiocentius IV werd te midden der verwarring en der oneeniglieden gekozen. Frederik echter zorgde wel dat deze verkiezing geen einde kon maken aan de ergernis en de verschrikkingen van den oorlog, die tusschen de christenen gevoerd werd. De nieuwe opperherder volgde het voorbeeld van Iniiocentius lil en Gregorius IX en de wanorde nam steeds toe. Men vergat in Europa de christenen van Griekenland en Palestina, te vergeefs doorkruisten missionarissen de rijken van het Westen om de geloovigen te vermanen vrede met elkander te sluiten en hunne wapens tegen de muzelmannen te keeren; verscheidenen van die vredehoden werden door Frederik vogelvrij verklaard, die te gelijk in oorlog was met den opperherder, mét den keizer van Gonstantinopel en met allen, die, het kruis aannemende, de verdediging van Home en de verlossing vau Constautinopel ol Jerusalem gezworen hadden. Wij zullen hier de geweldenarijen van Frederiks trawanten niet vermelden, waarvan Europa en vooral Italië het scliouwtooueel waren; de aandacht wordt vermoeid door lang op dezelfde tafereelen gevestigd te blijven; de oorlogen en de omwentelingen, welke zooveel leven aan de geschiedenis bijzetten, worden ten laatste eeue vervelende opsomming, en het is vooral hieraan dat de lezer kan bemerken, dat de hartstochten ook hunne gelijkvormigheid en de orkanen hunne eentonigheid hebben.

Men heeft kunnen zien, dat deze zevende kruistocht, welke een tijdvak van bijna twintig jaar omvat, vruchtbaarder was in ergerlijke twisten en burgeronlusten dan in roemrijke gebeurtenissen. In de eerste kruistochten waren de eerzucht, de dorst naar roem, bel verlangen naar gevaren voorzeker machtige drijf-veeren, maar die gevoelens vermengden zich en smolten ineen met de godsdienstige geestdrilt, die aller harten deed blaken. Langzamerhand traden de hartstochten van dit ondermaansche meer op den voorgrond, en de omkeer, welke van lieverlede in de gemoederen voortwerkte, bereikte het punt, waarop de stem van den godsdienst in de gewijde oorlogen ter nauwernood gehoord werd. Wie zou bij voorbeeld hebben kunnen gelooven, na het tafereel der vroegere kruistochten onder de oogen te


-ocr page 342-

220 GESCHIEDENIS OER KTUnSTOCJITEN,

hebben gehad, dat een clirislen keizer, beladen met den grooten kerkdijken ban, een kruistocht /.oude durven ondernemen tegen den zin der gclieele christenheid, en door zijn gedrag de heilige stad Jerusalem zelve zoude durven ontheiligen.

Deze kruistocht stichtte weinig ol' geon nut, maar veel verwarring onder de christenen van het Westen, die echter den geëxeommuniceerden keizer met zijne soldaten rustig met de muzelmannen beleei'dbeidsvisites liet maken. In den eersten kruistoebt en zelfs in dien van Richard lieell men de feestdril't der kruisvaarders gezien bij de nadering van de beilige stad. In dezen zag men niets dergelijks, en de naam van Jerusalem werd ter nauwernood in bet kamp van Erederik uitgesproken.

Het moet ook gezegd worden dat Erederik zich hoegenaamd geen moeite gal', om het zoogenaamd gewicht der door hem gedane verovering in zijne gesprekken te doen uitkomen. Men verhaalt, dal hij sedert zijn terugkeer gewoon was te zeggen, dat, indien Cod hel koninkrijk Napels gekend had. Hij hel de onvruchtbare rotsen van Judea niet voorgetrokken zou hebben! Deze heiligscbennende woorden moesten een groote ergernis voor de pelgrims zijn.

De meeste kruistochten hebben kronijkschrijvers gevonden, die ze met getrouwheid opgeteekend hebben; de expeditie van Erederik heelt bijkans geen beschrijvers gehad. Het verhaal der vroegere onderneiningen in het dosten werd uit godsvrucht opgeteekend door vrome kloosterlingen; maar dezen zouden geen Gade welgevallig werk hebben meenen te doen indien zij die van een geëxcommuniceerd vorst te boek gesteld hadden.

De expeditie van den koning van Navarre en der overige groote vazallen van de Eransche kroon biedt geen schitterender schouwspel aan. Eene grenzenlooze eerzucht, een rustclooze bedrijvigheid, de onmacht om in hun eigen land oorlog te voeren, dreven die nieuwe kampvechters van het kruis naar het Oosten. De opperbevelhebber legde onder de vaueu van Jesus Christus dezelfde onstandvastigheid en lichtzinnigheid aan den dag, die men tol dusverre in zijn gedrag en zijne gevoelens had waargenomen, lu den oorlog, dien hij aanvoerde, aanschouwde men dan ook niet meer de schiiterende wapenIci'.en en de reusachtige tweekampen dei-vroegere strijders van het kruis; Palestina, dal zoo lang van bel wapengekletter der bloedigste veldslagen had weergalmd, hoorde nog sleehls de zangen en balladen der meistreelen. Kr zijn uit dal tijdvak verscheidene dichtstukken tol ons gekomen, welke het 'karakler en den geest daarvan tamelijk trouw schilderen; indien wij eenigen der sermoenen hadden, waarin den kruisvaarders hunne werkeloosheid, hun hoogmoed, hun scbraap/.uclit en hunne oneenigheden verweten worden, zou ons niets ontbreken om de geschiedenis van dien kruistocht aan te vullen. Deze kruistocht kan ook iu zekeren zin beschouwd worden als een voorwaarde van het Eransche koningschap, dat de straf der ballingschap oplegde aan degenen, die hel overwonnen had en wier samenzweringen het moest duchten; al trok Judea hoegenaamd geen voordeel uil hunne expeditie, Erankrijk won toch veel door hunne afwezigheid. Richard van Cornwallis, die zich in Syrië geruïneerd had, kon, bij zijn terugkeer, geen bezit nemen van hel hertogdom Poitiers, hoewel hij er rechten op had. Hendrik 111 ondervond in de vlakten van Taillebourg en Saintes, dat hij zijne machtigste bondgenoolen op hel vasteland verloren had. Dit waren de gelukkige vruchien van dezen kruistocht voor Frankrijk.

Tol meer algemeene beschouwingen overgaande, moeten wij bemerken, daler in hel tijdvak, waarvan wij de geschiedenis medegedeeld hebben, teveel kruistochten te gelijk werden gepredikt dun dal de blikken der geloovigen niet van het hoofddoel dier gewijde ondernemingen werden afgetrokken. Onder zoovele te verdedigen zaken wist men niet meer welke de zaak van God en van Jesus Christus was; zoovele uiteenloopende belangen, te gelijker tijd aan de aandacht der christenen voorgesteld en aan de 'dapperheid der krijgers aanbevolen, deden onzekerheid ontstaan; de onzekerbeid voerde tot onverschilligheid. Het lang geschokte Europa gevoelde de vage onrust van een verandering; de Staten dachten meer aan hunne onafhankelijkheid , de volken aar. hunne vrijheid. De hartstochten, welke de staatkunde doet geboren worden, vervingen de geestdrift, waarvan de godsdienst de drijfveer is. De bloedige verwikkelingen van den k.'izer en de pausen droegen bij tol de omwenteling, welke in de gemoederen plaats greep.

Vier pausen van een verschillend karakter en die zich in dezelfde omstandigheden bevonden , volgden dezelfde gedragslijn. Erederik rechtvaardigde maar al te dikwijls door zijne wreedheden, zijne onrechtvaardigheid en zijn verregaande heerschzucht de geslrengheid van den Heiligen Stoel, waarvan bij beurtelings de bescherineling, de beschermer en de vijand was; evenals zijne voorgangers maakte bij geen geheim van zijn plan om het rijk der Cesars weder te grondvesten, en zonder den invloed der pausen zou Europa waarschijnlijk het juii der keizers van Ger-mauie getorst hebben.

De staatkunde der opperherders begunstigde in Duitschland de vrijheid der steden, de uitbreiding en hel voortbestaan der kleine Staten. Wij vreezen niet hier bij te voegen, dat het anathema van den Heiligen Stoel ten minste voor een tijd de onafbankelijkheid van Italië, en misschien die van Eraiikrijic redde, hetwelk door het hot van Rome goedertierener dan de naburige rijken behandeld werd.

Om over de heerschappij der pausen een oordeel te willen vellen, moet men erkennen, dat zij door de omstandigheden, waarin Europa zich in de elfde en de twaalfde eeuw bevond, er van zelf toe geleid werden de opperste macht ui handen te nemen. De Europeesche maatschappij, die zonder ondervinding, zonder wetten , in onwetendheid en regeeringloosheid verzonken was, had zich in de armen der pausen geworpen en meende zich onder de bescherming des Hemels te slellen: daar de volken geen andere begrippen van beschaving hadden dan die, welke hun door den christelijken godsdienst ingeprent waren, waren de opperherders natuurlijk de opperste scheidsrechters der natiën. Wanneer men de geschiedboeken der middeleeuwen doorleest, kan men zich niet onthouden een der schoonste tafereelen te bewonderen, dat de menschelijke maatschappijen aangeboden hebben, dat van hel christelijk Europa, hetwelk slechts een godsdienst erkent, slechts aan een enkele wet gehooizaamt, in zekeren zin slechts een rijk vormt, bestuurd door een opperhoofd, die in naam van God sprak en wiens zending het was het Evangelie over de geheele aarde te doen heerschen.

In de elfde en de twaalfde eeuw waren de natiën van Europa aan het gezag van don heiligen Petrus onderworpen, door een heebteren band dan die der verlichting aan elkander verbonden, door een machtiger drijlveer geleid dan die der vrijheid: die drijiveer, die band, welke die der Algemeene Kerk was, begunstigde en onderhield langen tijd de geestdrift voor en de deelneming aan de gewijde oorlogen. Hoedanig ook de oorsprong der kruistochten zij, het is zeker, dal zij nooil ondernomen zouden hebben kunnen worden zonder die eenheid van godsdienstige gevoelens, welke de kracht der clirislelijkc repuhliek verdubbelde. Door de overeenstemiiiing hunner gevoelens en hunner hartslochleii, toonden de volken aan de wereld wat de ijver, de geesldrill vermag, welke klimt door zich mede te deelon, wat een geloof vermag hetwelk honderden onderscheidene natiën naar het zelfde doel medesleept, en welks ingevingen, volgens de uitdrukking van het Evangelie, benien vcrpldaisen. Naarmate de volken, aanvankelijk door een zelfden geest verbonden, begonnen zich van elkander te scheiden en gemcene zaak te maken, word het moeiehjker de strijdkrachten van het Westen samen te trekken en die oorlogen voort te zetten, wier wonderen ons heden ten dage met verbazing vervullen.

De christen vorsten namen het kruis aan, nu eens om de bescherming der opperhoofden van de Kerk te verwerven, dan weder om een voorwendsel te hebben om belastingen te beffen, legers op de been te brengen en daardoor de wereldlijke voorrechten te genieten, die aan de soldaten van Jesus Christus verleend werden ; zonder de oorlogen van liet Oosten uitgelokt te bebl.en, wilden de monarchen der chrislenlieid er voordeel van trekken, eerstens om hunne heerschappij uit te breiden , tweedens om hevige hartstochten te bevredigen.

In dezen kruistocht dreef men de minaehliiig voor de bezworen trouw en do verguizing van het volkenrecht lot het uiterste. Terwijl men een verdrag teekemle, maakte men toebereidselen tot een oorlog; menigmaal laidden de christen legers bun behoud te danken aan een vredesverdrag, en kort daarna werd soms in Eurupa een nieuwe kruistucht tegen de ongeloovigen gepredikt, hetgeen niet te verwonderen is daar de plechtigste verdragen dikwijls door de muzelniaimen geschonden werden. De duur van den vrede hing altijd al van de onmacht waarin zij verkeerden om met eenig voordeel den strijd te hervatten; de geringste omstandiglieid was voldoende om den oorlog te doen ontbranden. Een Latijnsch kronijkschrijver zegt naïef, terwijl hij den dood van een souverein van Damascus vermeldt: toen de sultan dood was, waren alle verdragen dood. Deze woorden alleen kunnen een denkbeeld geven van den staat van het Oosten tijdens den zevenden kruistocht en van den weinigen eerbied, dien men destijds voor de wetten van den vrede en den oorlog voedde.

Tijdens den duur der vroegere kruistochten heinainen de godsdienst en de zedeleer van liet I vangelie hunne heerschappij en verspreidden alom hunne weldaden; op de stem der gewijde redenaars deed men boetvaardigheid, verbeterden de chrislenen hunne zeden, bedaarden alle staatkundige beroeringen bij den enkelen naam van Jerusalem, en bleef bet Westen een onge-stoorden vrede genieten. Zulks was niet bet geval in het tijdvak, dat wij beschreven hebben; nooit was Europa sterker beroerd en misschien meer verdorven geweest dan in de twintig jaren, dat deze kruistocht duurde.


-ocr page 343-
-ocr page 344-
-ocr page 345-

VEERTIENDE BOEK.

DE TARTAREN. — HET CONCILIE VAN LYON. - EERSTE KRUISTOCHT VAN DEN HEILIGEN LODEWUK.

1242—1249,

,Aclits(e kruistocht. — Oorsprong der Tartaren; hunne veroveringen onder Gengiskan; zij verspreiden schrik door het Oosten en het Westen; ondergang van hot rijk van KariMiia; verwoesting van hel vorstendom Antioohië door de Conmnen ol Tartaren; oecuinenii-ch com ilie van I.yon; exooniniunicutie over Frederik uitgesproken; Lodewjjk IX neemt het kruis aan ondanks do vertoogen zijner moeder; Frederik kiest den koning tot bemiddelaar tusschcn het kiizerrijk en de driekroon; Friisehe, Hollandsehe en Noorweegsehe kruisvaarders; .-anienkoinst van Lo ewijk IX en den paus; de koning scheept z ch te Aigues-M'irtes in; verblijf in Cyprus; onmatigheid d r kruisvaarders; de koning vereffent de geschillen tusschcn de Grieksche en de Laiijnsche geestelijkheid; verschillende onderhandelingen; de expeditie gaat weder onder zeil; meer dan de helf' wordt door een storm verstrooid; de koning landt iu het gezicht van Dauiiate, ümeming van die stad: liet leger dr.ngt in Egypte door; zij^e zegepralen eu zijne oueenighedeu.)

C-/«^i'i 'ie^'5en '/00 vep' i'1 ons vermogen was getracht de

V y volken le leet'cn kennen, die men afwisselend op het too tl eel gezien heell: de Franken, met hunne krijgshaftige ruwheid, hunne grootmoedige harlstoehten en hun dorst naar roem; do Turken en de Sarracenen met hun ooHogszuciitigen godsdienst en linn woeste dapperheid; de Grieken, met hunne bedorven zeden, hun Iegelijk bijgcloovig en lichtzinnig karakter en hun ijdelheid, welke bij hen de plaats der vaderlandsliefde bekleedde. Een nieuwe natie komt zich aan de geschiedenis voorstellen en zich mengen in de geljeurteuissen , waarvan wij ons de schildering ten taak gesteld hebben ; eerst zullen wij echter eenige woorden zeggen over de veroveringen en de zeden der Tartaren iu de middeleeuwen.

Tijdens den zesden kruistocht hadden de horden van deze natie een inval ondernomen in verscheidene streken vatt Azië, en de vorderingen hunner wapenen hadden een grooten invloed op het beleid der muzehnansehe lieerschers van Syrië en Egyple, die destijds met de christenen in oorlog waren. In den tijd, waarvan wij spreken, schokte de mare van hunne overwinningen het geheele Oosten en verspreidde ontsteltenis tot in de meest afgelegen gewesten van Europa.

Ite Tartaren bewoonden de onmeetlijke landstreken, die zich tusschen het oude Imaüs, Siberië, de zee van Kamschatka en China uitstrekken. Zij waren verdeeld in verscheidene natiën, die zich allen op deuzelfden oorsprong beroemden; elk dezer iniLiën, geregeerd dooreen han of algemeen opperhoofd, bestond uit verscheidene stammen, die zelve aangevoerd werden door een bijzonder hoold, dien men myiza noemde. J)e opbrengst van de jacht, de melk hunner merries, het vleesch hunner kudden voorzagen toereikende in al de behoeften der Tartaren. Zij leelden met hunne gezinnen in tenten; verplaatsbare, door ossen getrokken woningen, vervoerden hunne vrouwen, hunne kinderen eu al het kostbaarste dat zij bezaten van de eene plaats naar de andere. In den zomer trok de geheele stam naar de noordelijke streken en legerde op tie oevers van een meer of eene rivier; in den winter, richtten zij hunne zwerftochten naar het zuiden en zochten de beschutting der bergen, die hen tegen de ijzige winden van het Noorden beschermden.

De opperhoofden van die 'lartaarsche horden vergaderden ieder jaar in den herfst of iu de lente. In die vergaderingen, welke couraUui genoemd werden, beraadslaagden zij te paard over den tocht der stammen, over de verdeellng der weiden, over den oorlog en den vrede. In die onstuimige vergaderingen werd de wetgeving der volken van Tartarije vastgesteld, eene eenvoudige en bondige wetgeving evenals die van alle barbaren [ en die geen ander doel had dan de macht der hoofden te hand-j haven , de tuchl en den naijver onder de krijgers te onderhouden.

De volken van Tartarije erkenden een oppersten God des hemels, wien zij echter geen reukolfers ol gebeden opdroegen. Hun eeredienst was gewijd aan een leger geniussen, die zij in de lucht, op de aarde en in het water verspreid geloofden. Een groot aantal afgoden, het plompe werk hunner handen, vulden hunne woningen, vergezelden hen op hunne tochten \ waakten over de kudden, de slaven eu het gezin, hunne priesters, opgeleid iu de praktijken der tooverkunst, bestudeerden den loop der sterren, voorzegden do toekomst en verblindden de geesten door duivelskunstenarijen. Hun eeredienst, die hun de zedeleer niet onderwees, had hunne ruwe zeden niet beschaafd, noch hunne geaardheid verzacht, die woest, en scherp was gelijk hun klimaat. Hij de zwervende levenswijze, die zij leidden, schenen de dooden, welke zij soms op hunne wagens met zich voerden, hun een ondragelijken last toe; zij ontdeden er zich dan ook zoo spoedig mogelijk van door ze iii der haast op algelegen plaatsen te begraven', en ze met het slof der woestijn bedekkende, bepaalden zij er zich toe ze aan de blikken eu de beschimpingen der levenden te onttrekken.

Alles wat hun op eene plek meer kon boeien dan op een andere en hen van hunne levenswijze afbrengen, wekte den weerzin ol de minachting van die volken op. Van al de slum-men , welke Mongoolsch Tartarije bewoonden, kende een enkele de schrijfkunst en beoefende de letteren; alle overige veraclilten den handel, de kunsten, de wetenschappen, welke den luister der beschaafde natiën uilmaken. De Tartaren wilden van geen steden bouwen weten. In de twaalfde eeuw trof men in liet gausche uitgebreide gewest slechts een enkele stad aan en deze was, naar de monnik Kubruquis verhaalt, nog niet zoo groot als de kleine stad Saint-Denis. Zich bepalende tot de verzorging van hunne kudden beschouwden zij de werkzaaniheden van den landbouw als een vernederende bezigheid en slechts geschikt om door slaven of overwonnen natiën verricht te worden. Hunne onmeetlijke vlakten hadden nooit granen zien geel worden ol vruchten zien rijpen, die door de hand der menschen geteeld waren. Het heerlijkste gezicht voor een Tartaar was het gezicht eener woestenij, waar het gras welig groeit ol dat van een slagveld bedekt met lijken en verminkte hdeinaten.

Daar er geen vaste bepalingen bestonden voor de grenzen hunner weiden, moesten er tusschen de Tartaren menigvuldige twisten ontstaan; de geest van afgunst beroerde voortdurend de zwervende horden, terwijl de eerzuchtige hoofden geen naburen ol geen mededingers konden dulden. Vandaar de


m

-ocr page 346-

GKSniIFDENTS DER KnriSTOflHTFV,

burgeroorlogen; uit die oorlogen werd een geheel gewapend i despolismus geboren , aan hetwelk de volken zich met blijdschap | onderwierpen, dewijl hel hun veroveringen beloofde. Het ge-heela volk was van een oorlogzueluigen aard en de gevechlen schenen hel de eenige glorie eu de edelste bezigheid van den niensuh toe. De kampementen der Tartaren, hunne tochten, hunne jachten geleken op militaire expediliën; de gewoonte om te paard te zitten was hun zoo eigen, dat zij hun voedsel namen en zich aan den slaap overgaven zonder er al' te stijgen; hun hoog, die ongemeen zwaar was, getuigde van hun kracht en hunne gespierdheid, hunne scherp gepunte pijlen trollen op grooten afstand den vogel in zijn snelle vlucht ol' doorschoten de beren en tijgers der wildernis mei nooit falende zekerheid; zij ovei'trolfen hunne vijanden door de snelheid hunner wendingen te paard; zij muntten uil in de verraderlijke kunst van al vluchtende te strijden, en dikwijls was de aftocht voor hen het teeken der overwinning. Alle krijgslisten schenen hun bekend en eigen le zijn; en als had een noodlottig instinkt hun alles doen kennen wal tot de uitroeiing van het menschelijk geslacht kan dienen, konden de Tartaren, die geen steden bouwden, de geduchlste oorlogswerktuigen samenstellen en waren met alle mogelijke middelen bekend om angsten verslagenheid onder hunne vijanden le verspreiden.

Up hunne expeditien konden de guurheid van hel jaargetijde, de bergen en de afgronden, de diepte der rivieren, die zij op lederen booten overstaken, hun marsch niet stuiten of vertragen. Een weinig verharde melk in water geweekt, was voldoende om een ruiter verscheidene dagen le voeden; een scnapenvachl of de huid van een beer met eenige strooken grof vilt vormden zijne kleeding. De krijgers betoonden een blinde gehoorzaamheid aan hunne hooiden; op hel geringste teeken zag men hen alle gevaren trotseren en den dood te gemoet snellen. Zij waren verdeeld in lien, in honderd, in duizend en tien duizend; hunne legerscharen waren gevormd uit allen die de boog en de lans konden hanteeren, en wal hunne vijanden zoowel verbazing als schrik moest inboezemen was de orde en de lucht, die onder zulk eene menigte heerschte, die dooi' hel toeval bijeengebracht scheen te zijn. Volgens hun militaire wetgeving mochten de Tartaren slechts vrede sluiten met een overwonnen vijand; degene, die tijdens een gevecht de vlucht nam of zijne makkers in hel gevaar verliet, werd mei den dood gestraft. Zij vergoten het bloed der menschen met dezelfde onverscliilliglieid als dal der wilde dieren, en hun bloeddorstigheid vermeerderde nog de ontzetling, die zij de door hen aangevallen wordende volken inboezemden.

Ue Tartaren verachtten, in hun hoogmoed, alle natiën, en meenden dat de gelieele wereld aan hen onderworpen moest zijn. Naar zekere van ouder op ouder overgebrachte overleveringen lieten de Mongoolsche horden het Noorden over aan de douden, die zij in de wildernissen achtergelaten hadden en wendden zij voortdurend hunne blikken naar het Zuiden, dal aan hunne dapperheid beloofd was. Het grondgebied en de rijkdommen der andere volken wekten hunne heb/.uchl op, en daar zij noch rijkdommen noch grondgebied bezaten , hadden zij hijna niets van de overwinnaars te vreezen. Niet alleen hun krijgshafiige opvoeding, maar ook hunne vooroordeelen, hunne gebruiken, de onstandvastigheid van hun karakter, alles scheen bij hen de verre expediliën en de veroveringsoorlogen le begunstigen. De landsli eken die zij verlieten, lieten noch leedwezen noch herinneringen in hen achter; en als hel gezegde waar is, dal het vaderland niet beslaat in den omtrek eener stad of in de grenzen eener provincie, maar in de genegenheden en de banden des huisgezins, in de wetten, de zeden en de gebruiken van een volk, dan hadden de Tartaren, van luchtstreek veranderende, altijd hel vaderland bij zich. De tegenwoordigheid humer vrouwen en hunner kinaeren, het gezicht hunner kudden en hunner afgoden moesten hun vaderlandsliefde alom aanwakkeren en hun moed schragen Gewoon hunne neigingen le raadplegen en ze tol eenige richtsnoer van hun gedrag te nemen, werden zij nooit weerhouden door de wellen der zedeleer, of dooi' de gevoelens der menschelijklieid; daar alle godsdiensten van de aarde hun volkomen onverschillig waren, vergemakkelijkte deze onverschilligheid zelve, welke den haal der andere volken niet opwekte, hunne veroveringen, door hun de vrijheid te laten de nieening en de overtuiging aan te nemen der natiën, die zij overwonnen hadden en daardoor geheel aan hunne wetten onderwierpen.

In de hoogste oudheid hadden de horden van Tarlarije herhaalde malen de uitgebreide gewesten van Indië, China en Perzië overweldigd; en hare verwoestingen tol zelfs in hel Westen uitgestrekt. De eerzucht of de gril van een bekwaam opperhoofd , de overmaat van bevolking, hel gebrek aan weidevelden, de voorspellingen van een wichelaar, waren voldoende om die onstuimige natie in beweging te brengen en haar als een alles vernielende bergstroom over ver verwijderde gewesten te zien heenschieten, Wee den volkeren, die dc Tartaren op hun weg

ontmoetten! Bij hunne nadering stortten de rijken met ontzettend gedruis ineen; de natiën werden op elkander gedrongen gelijk de golven der zee voortgestuwd worden; de wereld werd geschokt en bedekt met puinhoopen. Üe geschiedenis heeft de gedachtenis van verscheidene hunner invallen bewaard; de verst verwijderde nakomelingschap zal slechts met een soort van huivering de namen der Scythen, Avaren, Hunnen, Heruliërs en van al die zwervende natiën uitspreken, die, eenigen uil het binnenland van Tariarije gekomen, anderen medegesleepl in liet gevolg der overwinnaars ot voor hen uilgedreven, op hel wankelende rijk der Romeinen aanvielen en den buil van de beschaafde wereld mol elkander deelden. In de middeleeuwen vergeleek men de oorlogen der Tartaren met do orkanen, de overstroomingen, de uitbarstingen der vulkanen, en de onderworpen volken meenden, dut de gerechligheid Gods die ontelbare zwermen barbaren in het Noorden in gereedheid hield, om ze in zijn gramschap over hel overige gedeelte der aarde uil te storten en door hunne handen de verdorven natiën te tuchtigen.

[1163.] Nooit hadden zich de Tartaren geduchter betoond dan onder de regeering van Gengiskan. Temugin, dit is de eerste naam van den barbaarschen held, was de zoon van een vorst, die over eenige horden van het oude Mongolistau regeerde. De geschiedenis bezit weinig nauwkeurige gegevens omtrent de opvoeding van Temugin; maar men stemt daarin overeen, dat hij geboren was voor den oorlog en om een oorlogzuchtig volk aan te voeren. Begaafd met eene groote scherpzinnigheid en een zekere welsprekendheid, bekwaam in het verbergen zijner plannen, stoutmoedigheid met listigheid vereenigende, alles zonder gewetensbezwaar aan een onbegrensde eerzucht opofferende, onverzoenlijk in zijn haat, ontzettend iu zijne wraak, bezat hij al de hoedanigheden, harlstoclilen en ondeugden, welke bij de barbaren en soms zelfs bij de beschaafde volken lol de heerschappij voeren. Zijne natuurlijke eigenschappen ontwikkelden zich in den tegenspoed, welke zijn karakter staalde en hem leerde alles le trotseeren om zijn doel te bereiken. Reeds op veertienjarigen leeftijd lokten de belangstelling welke zijn verlaten kindsheid inboezemde, de geestdrift, die hij in hel gemoed zijner krijgsmakkers door zijne wapenfeiten deed ontwaken, een menigte krijgers lot hem, die besloten waren zijn fortuin te deelen. De stammen der Karaiten en die van Mongolistan erkenden hem als hun opperhoofd en weldra onderwierp de overwinning al de horden aan zijne wetten, die lussehen den grens van China en den Wol ga kampeerden. Tot souverein der Mongolen uitgeroepen in een algemeene volksvergadering, nam hij den litel aan van Geiujis, koning der koningen, ofbeheerscher der wereld; de faam verkondigde, dat hij dezen weidschen titel ontvangen had van een profeet, die op een wit paard uit den hemel nedergedaald was. De Tartaarsche luijgers hadden hem mei des le meer blijdschap als universeel monarch en alleen-heerscher van de wereld erkend, dewijl zij hoopten zich niet den buil van al de door zijne wapenen overwonnen volken le verrijken. Zijne eerste ondernemingen waren tegen China gericht: noch hel bolwerk van den grooten muur, noch hei overwicht der wetenschappen en der kunsten vermochten een bloeiend rijk le verdedigen tegen de aanvallen van een menigte, welke de plnnderzuchl en een krijgshaftig instinkt geen gevaren deden achten en haar onverwinnelijk maakten. China onderging twee-niiial de gruwelen van een inval en werd, van de helft zijner bevolking beroofd, overdekt met puinhoopen, een der provinciën van hel nieuwe door de herders van Mongolistan gegrondvest rijk. De verovering of liever de verwoesting van KaVisma volgde die van China van zeer nabij: hel Karismische rijk grensde aan hel rijk van Mongolië en strekte zich aan de eene zijde uit tol aan de Goll van Perzië, aan dc andere tot aan de grenzen van Indië en Turkestan. Gengis ontmoette hel leger der Karismiërs op de oevers van den Jaxartus; de vlakte, waar de veldslag-geleverd werd, was bedekt met twaallmaal honderd duizend strijders; de schok was vreeseiijk, hel bloedbad ontzettend; de overwinning verklaarde zich tegen Mahomed, den sultan van Karisma, die sedert met zijn gezin en zijn gelieele volk ten prooi werd aan de bitterste rampen.

De geduchte keizer der Mongolen, die zelf de gramschap der koningen bij een alles verslindenden brand vergeleek, hield zich bezig met een derde expeditie tegen het oproerige China, toen de dood hem in 1227 in den loop zijner veroveringen kwam stuiten. Eenige geschiedschrijvers hebben gezegd, dat hij dooiden bliksem gedood werd, als had de Hemel zelf liet werktuig zijner wraak willen verbrijzelen: anderen, die geloofwaardiger zijn, melden ons dal de Tarlaarsche held op zijne legerstede stierf, omringd door zijne kinderen, wien hij aanbeval eendrachtig vereenigd le blijven om de verovering der wereld te kunnen voltooien. De oudste zijner zonen, Octaï, volgde hem in de regeering op, en volgens de gewoonte der Mongolen, kwamen de rijksgroolen bijeen en zeiden lot hein: Wij willen], wij verzoeken u, wij bevelen u, dat gij idle niacin over ons uiloefenl, De nieuwe keizer antwoordde: Indien (jij wilt dut ik uw hm zij;


-ocr page 347-
-ocr page 348-

MET TE DEO NA IJE OVEUWINNING

-ocr page 349-

GESCHIEDENIS DRR KRUISTOCHTEN.

zijt (lij besloten mij in alles tc gehoorzamen, te l-omen wanneer ik a zal roepen, te lt;jaan, waarheen ik u zal willen zenden, en allen ter dood le hrenifen, die ik u zal bevelen Ie dooden? Nadat u] ja geantwoord hadden, kondigde hij zelf zijne onbeperkte macht af met te zeggen: Voorlaan zal mijn éénvoudig woord mij tot zwaard dienen. Zoodanig was do regéeringsvorm der Tartaren. Oclaï moest over een rijk heersehen, dat uit verscheidene groote rijken samengesteld was; zijne broeders en zijne neven voerden de tallooze legers aan, die China en Karisma overwonnen hadden; zij bestuurden in zijn naam ten zuiden, ten noorden, ten oosten rijken, waarvan men ter nauwernood de uitgestrektheid kende; leder zijner stedehouders was machtiger dan de grootste koningen der aarde, en allen gehoorzaamden hem als zijne slaven. Voor de eerste maal misschien zag men eendracht heersehen tusschen overwinnaars, en deze monsterachtige eenheid was de ondergang van al de Aziatische volken : Turkestan,- Perzie, Indië, de zuidelijke provinciën van China, die aan de verwoestingen van een eersten inval ontsnapt waren, hel oversehol van het rijk der Ayoubieten en dat der Seldschukken, alles bezweek, alles viel onder de slagen der geduchte nakomelingschap van Cengiskan. Verscheidenen der souvereinen, die, in die dagen San rouw en verschrikking, door het lot der wapenen van hunne tronen geslooten werden, hadden den bijstand der Mongolen ingeroepen en de ondernemingen dier krijgshaftige natie tegen naburige of mot hen in oorlog zijnde vorsten ingeroepen. De fortuin deed ben in den algemeenen ondergang deelen, en de Ooslersche geschiedenis heelt hen vergeleken met die drie dervischen, wier vurige gebeden en wenschen de beenderen van een leeuw in de woestijn meteen nieuw leven bezielden, en die, zich uit het stol oprichtende, zich op hen wierp en hen verslond.

De verovering der rijkste gewesten van Azië bad de geestdrift der Tartaren zoodanig doen ontvlammen, dat het hunnen opperhoofden onmogelijk zou geweest zijn hen binnen de grenzen van hun grondgebied terug le houden en de vreedzame bezigheden van het herdersleven te hervatten. Hetzij Uctaï wilde gehoorzamen aan de vaderlijke raadgevingen, hetzij hij de noodzakelijkheid besefte de ruslelooze en woelzieke bedrijvigheid der Mongolen voedsel te vcrscballen , bij besloot den oorlog naar het Westen over te brengen. In 1235 deden vijltienmaal honderd duizend herders of krijgers hunne namen in bel militaire register inschrijven; vijfmaal'iioiidei;d duizend der dapperslen en gespierdsleii werden voor de groote expeditie uitgekozen; de overigen moesten in Azië blijven om de overwonnen volken in bedwang te houden en de door Cengiskan aangevangen veroveringen te voltooien. Openbare feestelijkheden, welke veertig dagen duurden, gingen het vertrek der Mongoolsche veroveraars vooraf en waren als het sein der verslagenheid, welke zij onder de volken van Europa zouden le weeg brengen.

In hun snellen locht trokken de Tartaren de Wolga over en drongen, in 1236, bijna zonder tegenstand le ontmoeten, Mos-covie binnen, dal destijds aan de woede der burgeroorlogen ter prooi was. De verwoesting der akkers, de verbranding van Kiew en Moseou, bel schandelijke juk, dat langen tijd op die gewesten van hel Noorden drukte, waren de straf voor het zwakke verzet der Moscovieien. Na de verovering van Rusland richtie het heirleger dor Mongolen, aangevoerd door Balou, zoon van Tuli, zijn zegevierenden loop naar Polen en de grenzen van Duilschland en hernieuwde overal de gruwelen der Hunnen en van Attilla. De steden Lublin en Warschau verdwenen op hun weg; zij plunderden en verwoestlen de beide oevers van de Oostzee. Te vergeels vereenigden de herlog van Silezië, de Poolsche pal/graven en de grootmeester der Teutonische orde hunne slrijdkracbten om den nieuwen geesel Gods le sluilen; de edelaardige verdedigers van Europa dolven liet onderspit in de vlakte van Liegnitz, en negen met afgesneden ooren gevulde zakken verstrekten lot tropee aan de barbaren. De Karpatiscbe bergen waren slechts een zwak bolwerk tegen deze onverwin-neli'jke horden: weldra zag men de Tartaren, als een ontketende bergstroom, zich over het grondgebied dier zelfde Hongaren uitstorten, die, twee eeuwen le voren, evenals zij, de wildernissen van Scylhië verlaten en de vruchtbare oevers van den Donau veroverd hadden. De Tartaarsche horden, die niet Konden lezen, hebben aan de overwonnen volken do zorg overgelaten hunne veroveringen le beschrijven, en bel kost ons moeite de oude Hongaarsche kronijken le gelooven, als zij ons de ongehoorde wreedheden verhalen, waarmede de overwinnaars zich bezoedelden.

Hunne nadering had tol in de verwijderdste uiteinden van bet Westen angst en ontsteltenis verwekt; overal stelde de beangste verbeelding der volken zich die geduebte veroveraars voor als monsters door de hel uitgebraakt, eene afzichtelijke gedaante hebbende en met buitengewone kracht begaafd. Daar er geen geregelde gemeenschap bestond, miste men nauwkeurige opgaven omtrcnl hun locht, hetgeen tot de ouruslbarendste geruchten aanleiding gaf; nu eens heette het dat zij Italië overweldigd hadden, dan weder dat de boorden van den Rijn het tooneel waren hunner onmenschelijkheden. Ieder volk duchtte hun ophanden komst, iedere stad meende ze reeds voor bare poorten te zien.

De eilanden van den Oceaan achtten zich niet verdedigd door de baren. De kooplieden van Gothland en Friesland durfden de Noordzee niet over le steken om visch te gaan koopen, en do Engelsche kronijkschrijvers merken met verbazing op, dat de vrees voor de Tartaren den prijs van den haring in Engeland deed dalen.

Muzelmansche afgevaardigden waren uit bel Oosten gekomen en gingen van stad lot stad, den bijstand der christen volken inroepende tegen een natie, die zoowel den godsdienst van .lesus Christus als dien van Mahomed vijandig was; de verschijning dier afgevaardigden, die van zoo verre gekomen waren, scheen aan te duiden, dat alle deelen der aarde gelijktijdig bedreigd werden , en de door benauwdheid bevangen menigte vergeleek de Mongolen met den draak met zeven koppen van den Apocalypsis.

De opperherder schreef aan Rela IV, koning van Hongarije, om zijn moed te schragen, en noodigde de bisschoppen van dat land uil, een kruistocht tegen de Tartaren te prediken. Toen dt! pauselijke brieven in dat ongelukkige rijk aankwamen, hadden de meeste prelaten den palmtak van hei martelaarschap reeds ontvangen en had de Hongaarsche monarch, na verscheidene nederlagen geleden le hebben, de wijk genomen naar de eilanden van de Adriatische zee, terwijl een groot deel der bevolking door het zwaard, den honger en de vertwijleling den dood gevonden had.

De vader der geloovigen wilde aan de woestheid van een heidensch volk den invloed van den christelijken godsdienst tegenover stellen, welke eertijds de bloeddorstigheid der Franken verzacht had; maar boe zou men, op het oogenblik zelf van hunne zegepralen en de bedwelming der overwinning, die barbaren de vredelievende deugden van het Evangelie kunnen doen aannemen? De Mongolen ontvingen de discipelen van den heiligen Dominieus en van den heiligen Franciscus, die uitgezonden waren om hen tc bekeereu , met minachting, en de paus zelf werd door hen met het lol bedreigd, dat voor alle christenen was weggelegd, indien hij niet in pmoon zijne vergiffenis kwam afsmeeken en zijne schatting aanbieden.

Een Saksische paltzgraaf en de keizer van Duitsebland zochten spoediger en meer afdoende hulp, de een dooi' zich tot den hertog van Brabant, de ander door zich tot de koningen van Frankrijk en Engeland Ie wenden, i e paltzgraaf meldde, dat men zich in Saksen en Bohemen lot den oorlog tegen de Tartaren voorbereidde, dien men den oorlog van Jesus Christus noemde, en het mag een opmerkelijke bijzonderheid heeten, dat zijn brief geschreven werd op den dag, dat de Kerk den psalm zingt: Verblijd u, Jerusalem. Na de laktiek, de wapening, de kleederdracht en de gewoonten der Mongolen beschreven te hebben, bezwoer Frederik in zijnen angst de christelijke republiek nu hare strijdkrachten gemeenschappelijk aan le wenden tegen die nieuwe en onbekende natie, tegen dat monsterachtige en mismaakte nienschenras, hetwelk hel christelijk geloof wilde uilroeien en zijne slaven onder de koningen der' aarde kiezen, daarbij vergetende, dat hij zelf gedurende bijna geheel zijne regeering niets anders gedaan had, dan het christelijk geloof zooveel mogelijk te benadeelen.

Deze brieven, vol onrustbarende tijdingen, vermeerderden niet weinig de algemeene verslagenheid; maar de herinnering aan Jerusalem en Constantinopel, de tweespalt tusschen den Heiligen Stoel en het keizerrijk, hielden de aandacht der christenheid bezig, en zoodanig was de gesteldheid der gemoederen, dat het besef van een dreigend gevaar niet machtig genoeg was om het besluit te doen nemen de wapens op te vatten en den gemeenschappelijken vijand hel hoofd te bieden. Matthias Paris heeft, een merkwaardig onderhoud voor ons bewaard tusschen koniiiiiin Rlanca en haar zoon bodewijk, betreffende die vreeselijke invallen. « llV/f/r zijt gij, mijn zoon Lodewijk?quot; sprak de koningin. Haar naderende, antwoordde de koning: H'(// verlangt gij, moeder? lïange zuchten slakende en in tranen smeltende, zeide Blanca tot hem: Mijn geliefde zoon, wat moeten wij doen na de ontzei lende gebeurtenis, waarvan de lijding lol ons gekomen is'! De inval der Tarlaren bedreigt ons met een algeinrenen ondergang, ons en de heilige Kerk. Meteen klagende stem, doch ouder een goddelijke ingeving, antwoordde de koning : O mijne moeder, dal de liemelsclie veiIroosling ons sterke; en als zij lol mis komen, zullen wij hen in den Tori ar as terngilrijven, waaruil zij voorlgekoinen zijn, of wel, zij zullen ons naar den hemel zenden.quot; De beilige bodewijk toonde zich derhalve meer geneigd zich aan de gebeurtenissen te onderwerpen dan ze te voorkomen, en deze geiatenlieid van den vromen monaich drukte de ware gevoelens zijner tijdgenooten uil: de verwoestingen der Mongolen werden toenmaals beschouwd als beboorende lol die plagen waartegen de menscb geen hulp en toevlucht kan


i

-ocr page 350-

,.,54 GESCHIKDENIS DER KRlllSTOCHTKN.

vinden dan bij de goddelijke bunnhaiiikheid. l)c Kerk verordende bij die gelegenlieid proeessicn, ^ebedoii en boel-plogingen, doch in do meeste rijken van Kuropa deed men, oin ze voor den inval ie heboeden, incls andors dan nan de lilanie deze woorden toevoegen: Van de woede der Turlareii, verlos ons, o lieer!

Men verwondert er zich over, dal in do alseineeno verslagenheid de Mongolen Ininne wapens niet legen bol, Laiijnscbe rijk van Conslanlinopel geriebt bebnen, daldoordeGiinken bedreigd en reeds gelieel niet puinboopen overdek) was; maar de herders uit de wildernis gaven y.ich de moeile niet (Ui inwendige beroeringen dei' Staten en de teekenen van hun verval lo looi'en kcnne.n ; zij luidden nog, evenals al de Azinlisebe vol kon, een Hauw en verward begrip van de kracht en de legcrsoharen van bel, oude Bv/.antium en lieten er zieli niels aan gvlegen liggen ol' hel oógenblik daar was om hel aan le vallen en aan linnne wapens te onderwerpen. De groote voordooien, welue de keizerlijke slad uil bare ligging tusseben Europa on A/.iö trok, vielen den Tartaren niel op, die geen scheepvaart olquot; lunulol kenden on die buitendien aan rijke weilandcm boven de trutsche paleizen eener grooie booldslad de voorkeur gaven. NMj kunnen dus met even veel grond aannemen, ol' dat de stad van Conslanlljn in die omstandigheid beschermd werd dooi' de liorlnuering aan haar vervlogen groolbeid, óf dal zij haar behoud te danken had aan de minachting en de onverscliilligboid dor barbaren.

De in Syrië gevestigde christenen verbougdon zich in hetzelldo geluk als de Grieken van Dyzantium: de legers der Mongolen wareu den Kuphraal nog niel overgetrokken.

[1243.] Terwijl hel gewoel van den oorlog on de val der rijken van de Gele Uivier tot aan den llonau weergalmden, waren de christenen van Palestina, door de twislen der muzelmannen begunstigd, in Jerusalem teruggekeerd ; zij hielden zich druk bozig met hel herslellen der muron van do heilige stad, bet wederopbonwen hunner kerken, en dankien don ilemol hen beveiligd le bobben voor de plagen, welke liot overige gedeelte der wereld teisterden. De Tartaren kenden lor nanwernood hel beslaan en den naam van een landstreek voor welke zoo veel bloed gestort was, en konden niel naar de vereerde doch on-vruchlbare oevers van den .lordaan gelokt worden door de hoop op rijken buil, ol door do herinneringen, welke de krijgs-hallige geestdrirt der volken van bel Woaton opwekten. Geink-kiquot;- de 'cnristim koloniën, indien niet een door de Mongolen overwonnen volk, van zijn grondgebied verdreven en overal een toevluchtsoord zoekende, hare kortslondige rust was komen verslore.i en de stad van Jesus Gbrislus in nieuwe jannneren dompelen.

Gelal Eddin, zoon van Maboniod, had door zijne dapperheid bet rijk van Karisma weder opgericht en de oniluikende voorspoed van dal rijk lokte opnieuw een inval van de Tartaren uit. Bij deze tweede expeditie vielen, evenals bij de eerste, sleden, bevolking, keizerlijke troon, korloia, alles onder de slagen van den overwinnaar; Gelal Eddin verloor de kroon en hel leven. Nu verlieten de Karismisolio krijgers, onargebroken door de Tartaren vervolgd, een land, dat /aj niet meer konden verdedigen, en wierpen zich onder aanvoering van een hunner hooiden, Barbakan geheeten, op Klein-Azië on Syrië.

Alles le vuur en te zwaard op bun weg verwoestende, trokken die uit hun land verdreven liortleii voort en schenen zich, in hunne vertwijlëling, op alle natiën le willon wreken over de ellende, die 'de 'lariaren over bon gobraelil hadden. De geschiedenis stelt ons die woeste borden voor, langs de oevers van don Orontes en den Eupbraat zwervende, een onnoemlijk aantal in hunne banden gevallen mannen en vrouwen medevoerende en een menigte wagens begoloidoade met den buil der verwoeste provinciën beladen. Velen droegen aan hunne lansen den haarbos dorgenen , die zij in den slrijd gedood hadden. Daar de Karisinisebe krijgers zich naar goeddunken kleedden mol de op bunne vijanden buil gemaakte kleodingsl ukken , moest hun leger een tegelijk schrikwekkend en vreemdsoortig schouwspel aanbieden. De eenige voorwaarde van huu behoud was de overwinning, en al de loespruken van bunne opperhoofden bepaalden zich dan ook lot deze woorden; Gij muel ovenrinuen o/ sterven! Zij gaven geeu kwartier aan liunne vijanden op bel slagveld; overwonnen, ontvingen zij den dood zonder klagen. Hun bloeddorst spaarde zoomin de eliristeiien als de muzelmannen; allen, die hun weg krniston, waren limine vijanden. Ilunne nadering verspreidde heinde en verre ontsteltenis, joeg de radelooze menigte op de vlucht en veranderde in woestenijen de marktvlekken en de steden.

De niuzelmansche machten van Syrië hadden zich tegen de Karismiërs verbonden en ben herhaalde malon tol aan gene zijde van den Eupbraat teruggeworpen. Maar de geest van algunsl, welke de vorsten der rannlie van Saladijn vooi'ldnrond verdeelde, riep weldra weder een vijand terug, die ondanks zijne nederlagen steeds geducht bleef.' Op het tijdstip, waarvan wij spreken, hadden de vorsten van Damascus, Garac en Emese kort te voren een verbond gesloten met de christenen van Palestina; niet alleen hadden zij bun Jerusalem, Tiberias en bel vorstendom Galilea léruggegeven, maar ook nog beloofd hen te doen doel-neinen aan de verovering van Egypte, eeno verovering waartoe geheel Syrië loebereidselen maakte. Om zich op do eliristenen te wreken, die de met hem gesloten verdragen verbroken hadden, om hunne nieuwe bondgenooten te strallon en zich voor hun inval te beveiligen, besloot de sultan van Ga'iro tie borden van Karisma le hulp le roepen; hij zond gevolinacliligden aan de opperhoofden dier barbaren en bolooldo hun Palestina aan hen over le laten, indien zij hel aan hunne wapenen onderwierpen.

Deze voorslag werd mot blijdschap aangenomon, en twintig duizend ruiters kwamen, belust op roof en bloed, uit het liarl van Mesopotamië loesuellen, bereid om do wraak ouden toorn van den Egyptischeii monarch te dienen. Zij verwoestten in het voorlrjirekken hel grondgebied van Tripoli e i hel vorstendom Galilea, en weldra verkondigden do vlammeil, die alom op bun weg opgingen, bunne nadering aan de inwoners van Jerusalem.

De lor nanwernood begonnen versterkingen en bet klein aantal krijgers, dat in de heilige stad aanwezig was, gaven niet bel geringste uitziohl de aanvallen van den naderenden vijand te kunnen afslaan. De geheele bevolking van 'Jerusalem besloot onder het geleide der ridders van het Hospitaal en den Tempel de vlucht te nemen. Er bleef niemand in de stad achter dan eenige zieken en eenige inwoners, die het niet van zich hadden kunnen verkrijgen om hunne woningen en hunne hulpelooze bloedverwanten te verlaten. Weldra verschijnen de Karismiërs, ruimen de zwakke verschansingen weg, die men in der baast opgeworpen had, dringen Jerusalem met het zwaard in de vuist binnen en vermoorden alles wal zij ontinoeten, en daar de slaclitoHers en de buit aan don bloeddorst en de hebzuebt dor overwinnaars ontsnapt waren, namen zij een schandelijke list le baat om de inwoners, die de vlucht genomen hadden, lot den terugkeer le bewegen, liet grootste deel der Barbaren verlaat de stad, terwijl degenen die gebleven zijn de standaards van bel kruis op de torens plaatsen en de klokken der kerken doen luiden. De vluchtende inwoners van Jerusalem trokken, in een dof stilzwijgen verzonken, op den weg naar Joppe voort; zij gingen langzaam, steeds hopende dat de Hemel door bunne ellende golrollëu zou worden en een mirakel ben zou terugvoeren naar de woningen die zij zooeven verlaten hadden ; velen hunner konden de oogen niet van de heilige slad afwenden. Plotseling zien zij de vanen van het kruis wapperen en hooren zij de galmen van bot gewijde metaal, dat ben iederen dag tol bet gebed riep; als een loopend vuur verspreidt zich het gerucht, dal de Karismiërs een andere richting ingeslagen benben of dal zij door de in de slad achtergebleven eliristenen afgeslagen zijn. Men overreedt zich dal God zich over zijn volk ontfermd en niel geduld heeft dal een beiligschennende horde langer de stad van Jesus Gbrislus zou bezoedelen. Zeven duizend vlucblelingen, door deze hoop verleid, koeren naar Jerusalem terug; zoodra zij de stad betreden hebben, worden zij gewaar, dat zij zich hebben laten misleiden; nu neemt do radelooze menigte der christenen, geen wapenen, geen leeftocht en geen verdedigingsmiddelen bezittende, len tweede male het besluit om le vluchten. Do geheele bevolking verlaat opnieuw de muren van Jerusalem, en trekt voort in de duisternis van don nacht en Irolsoort den (lood, die haar op do wegru en de woeste plekken in de niibuurscbnp wacht. De vijand had zijne scharen aan den ingang der bergen post doen vatten; de ongelukkige vlucblelingen liepen op good geluk en zonder orde voort. In een bergougte gekomen, werden zij van alle zijdon aangevallen en ingesloten, zij kunnen noch slrijden, noch vluchten; allen worden met ketenen beladen of vallen onder j hel zwaard. Hunne gevangenen medesleurende en met bun bloedigen buit beladen, spoeden de barbaren zich naar de i heilige stad, waar degenen der christeiien, die zich niet aan | do vermoeienis van den weg en de vlucht hadden durven : wagen, achtergebleven waren; een aantal geestelijke zusters, kinderen en grijsaards, die een schuilplaats gezocht haddon in de kerk van hot II. Graf, weiden aan don voet der altaren omgebracht. Niels meer onderdo levenden vindende, waarop zij hunne woede konden koelen, openden de Karismiërs de graven en gaven de doodkisten en de gobcenlen dor over-ledonon aan de vlammen prijs; hel giaf van Jesus Gbiistus, dal van Godfried van Douillon, de heilige overblijfselen der martelaars en der helden van hol geloof, niets werd geëerbiedigd, en Jerusalem was loon binnen zijne muren getuige van wreedheden en onllieiligingon, die hel te midden der bloedigste oorlogen en in de door de goddelijke gramschap geloekende dagen niet aanschouwd had.

Inlusschon hielden de groolmoesler der Tempeliers on die der Hospitaalridders, in de stad Ploloma'is met den palriarcli van Jerusidem en de grooten van bol rijk vergaderd , zieli bezig met de middelen om de Karismiërs terug te drijven en Palestina le


-ocr page 351-

II

MM

I WÊBêë:amp; '111

■■ WÊÊÊÊ Ira

mm gt;vo\.gt;.' i\i mm

8 •'.-'gt; mn

1 Wk',-' ,v; plilfli

mk H mmm

I • quot;*4H

Ii: ■■V:; .

-É 1

IBb m

II Kfaflfil

m

WÊmMWSi

mÊÊÊÊÊ

ms—l I I I I ■ WSm ^ ygt;-WBm

Ira

■ e hHh9 sn

■KWI

Wm^mm fiwmWfpB

9 WMm

^ *;^!'C:.- v^;-'■■1-^iV't-^.' S'C': m^/ ^ quot;'

:

mm mm - . - ■ ^g ■■

!mMMM| •'.■,% '/-/C-s Vf-fe-y •;. ••:•:

■sV^s-v I ■ I ■ f-r. * V ■n%-{:.gt;V'(^4lj^gt;gt;lt;y, WSyJpA? Ibli

raiBI HHHH :,; lt;•' ■ ■

■' ■

mmmm

KjKIFJMgaWlHUfil

Hg mm^':::'::::'-

I# ' ■ a 'ië'A

-:p

fe. mv^

I mÊÊÊÊm

^ ^MÉ

it Imf' iff ffi WsmSsÊSÊBL

Miwir

-ocr page 352-
-ocr page 353-

GKSCHIKOEMIS DE

1 KRUISTOCHTEN.

redden. Al de inwoners van Tyrus, Sidon, 1'tolomais on de andere clirislcii sleden, die in staat waren de wapens te dragen, kwamen toesnellen. De vorsten van Damascus, Emesa en fiarac, wier linlp de christenen ingeroepen hadden, ver-cenigden hunne strijdkrachten en brachten een leger op de hocMi, om den voorlgang van de algcmceno verwoesting te sluilen. Dit muzelmansche leger was spoedig marsclivaardig en rukte terstond Palestina binnen. Zijne verschijning voor de muren van IMolomais heiievendigde den moed der Franken, die, in zulk een dringend gevaar, volstrekt geen al'kcer selionen te gevoelen om met ongcloovigen veroenigd te strijden. Malek-iMansor, de vorst van Emesa, die de muzelmansche krijgsmacht aanvoerde, had zich reeds vroeger in den oorlog legen de Karismiërs onderscheiden. De kruisvaarders roemden onder elkander zijn kortelings geleden hehaalde overwinningen in de vlakten van Aleppo en aan de boorden van den Euphraat. Hij werd te l'loloimais als een bevrijder omvangen: men spreidde op zijn weg tapijten mei goud en zijde hestikt. Het volk, zegt Joinville, beschouwde hem als een der hesle baronnen van hel heidendom.

De toebereidselen der christenen, do ijver en do geestdril't welke de militaire orden, de baronnen en de prelaten aan den dag legden, de eendracht welke tussclion de Kranken en hunne nieuwe bondgenooten bestond, alles scheen een gunsiigen alloop tc voorspellen van een oorlog, in den naam van den godsdienst, do menschclijkheid en hol vaderland ondernomen. Hol christen en hel muzelmansche leger verlieten, onder dezoMde vanen vcreonigd, Plolomaïs en sloegen hunne legerplaats op iu de vlakte van Ascalon. Het leger der Karismiërs was naar Gaza getrokken waar het Icellocht en versterkingen in ontvangst moest nomen, die door don sultan van Kgypte gezonden waren. Do Franken logden hel levendigste ongeduld aan don dag om lunine vijanden aan te vallen en don dood te wreken van hunne iu .lerusalom oingobrachte krijgsmakkers en broeders. Dl een door do verschillonde aanvoerders bijgewoonde vergadering weid over het al ol' niet raadzame van oen aanval beraadslaagd. Dc vorst van Emesa en do omzichligslen dor baronnen waren van oordeel dat men het heil der christonon en hunne bond-gcnoolon niet mocht blootstellen aan do kansen van oen veldslag. Het sclicun hun voorzichtiger toe een voordeeligo stolling te bezetten en zonder slag lo leveren te waehlen tol do aan dc Karismiërs eigene ongeduriglieid, de schaarschle en do tweedracht die saamgeraapte hordon uiteen deed gaan ol' wel naar andere streken lrokken.

Hel grootste deel der overige aanvoerders, waaronder de palriaicli van Jornsalom in de eerste plaats, waren van een andere mooning en zagen in de Karismiërs slechts oen luchle-lnozo menigte, die zij gemakkelijk zouden kunnen overwinnen en op dc vlucht drijven; alle nilstel om hen aan te vallen, zeiden zij, zou hun opgeblazonlieid slechts slijven en hunne sloidmoodighoid doen toenemen. Elke dag zag de rampen van den oorlog vermeerderen; de menselielijklieid en bel heil der clirislon koloniën vorderden dal men teii spoedigste een einde maakte aan zoovele verwoestingen, en zich haastte een welverdiende Inchliging te geven aan bandieten, wier tegenwoordigheid een schande en een ramp was voor de cliristencn en al hunne bondgenooten.

Dit gevoelen, dal maar al te zeer strookte met don ijver en bet ongeduld dor Franken, behield de overhand in don raad. Er werd besloten den vijand te gemoet le trekken en hom den slag aan te bieden. De beide legers onlmoetlon elkander in hol land der oude Pliilistijnon. Eenige jaren te voren hadden de hertog van Dourgondië en do koning van Navarro, in de zandige vlakten van Gaza overvallen, dc bloem lumner ridders en hunner soldalen verloren. Hot zien der plaatsen, waar de kruisvaarders zulk oen bloedige nederlaag geleden hadden, dc herinnering aan de koitelmgs ondergane verliezen, waren niet in slaat den onvoorzicliligon ijver der christen krijgers in loomte boudon: zoodra zij den vijand bespeurden, waren zij er slechts op bedacht om hem aan' le vallen. Het leger werd in drie korpsen verdoold: do linker vleugel, waarbij de ridders van Sint-Jan slondon, werd aangevoerd door Waiter van Brienno, graal' van Joppe, neet van koning Johannes en zoon van dien Waller, die bij de verovering van Napels den dood gevonden had; do muzelmanscho iroepen, onder dc bevelen van den vorst van Emesa, vormden den rechter vleugel; de patriarch van Jerusalem, omgeven door zijne geeslolijklieid en het hout van hot ware kruis voor zich uit laieudo dragen, do grootmeester van den Tempel met zijne ridders, do baronnen van Paleslina mot hunne vazalon, vormden hel centrum van hel verbonden leger.

De Karismiërs schaarden zich langzaam in slagorde en men merkte eenige wanorde in hunne gelederen op: Waller van lirionne wilde met deze omstandigheid zijn voordeel doen en bon onverwijld aanvallen, maar hij kon daartoe geen verlof bekomen. Inlusschen hadden de Karismiërs zich spoedig lier-slold en naderden in dichte gelederen, onder een woest gehuil en hot afschieten van een hagelbui van pijlen. Nu kon Waller van Hrionne zich niet langer bedwingen , en als een slormwind wierp hij zich, door zijne strijdmakkers gevolgd, op do vijandelijke scharen , van begeerle brandende om de overwinning le bevechten of wel do kroon des martelaars te verworven.

Weldra zijn de beide legers mol elkander slaags: van beide zijden is de begeerle om te overwinnen even groot; dc christenen en liiinne vijanden waren wederzijdsch overtuigd dal een enkele nederlaag hun ondergang inocsl zijn en do overwinning him oonig middel van behoud was. De gedenkboeken van den oorlog bieden dan ook geen voorbeeld aan van een hardnekkiger en moorddadiger ge vocht: do slag ving aan bij hel aanbreken van den dag en werd voortgezel lot aan het ondergaan dor zon. Don volgenden ocblend werd dc strijd met dezelfde woede herval; na twee duizend zijner ruiters verloren te hebben, verliet do vorst van Emesa hel slagveld en vluchtte naar Damascus. Deze aftocht der nui/.elinaiiiien besliste don slag ton voordeole der Karismiërs; de clirislenen hielden nog lang daarna stand, doch eindelijk werden bijna allen, uitgeput van vermoeienis en overweldigd door do menigte, gedood of gevangen genomen. Deze bloedige veldslag kostte do vrijheid of het leven aan meer dan dertig duizend krijgers, zoo christenen als muzelmannen. De vorst van Tyrus, de patriarch van Jerusalem en eenige prelaten ontkwamen lor nauwernood aan hot bloedbad en vlucblten naar Plolomaïs. Onder de christen krijgers, die in do chrisien steden tcriigkoorden, bevonden zich sleehls drie en dertig ridders van den Tonipel, zes en twintig Hospitaalridders en drie Teulonisclie ridders.

Toon do lijding van deze overwinning in Egypte bekend word, verwekte zij er een algenioono vreugde; zij word onder trom-polgeschal en tromgerollël aan het volk bekend gemaakt: do sultan schreef openbare feostolijklieden in alle provinciën uil, en gedurende drie nachten werden alle gebouwen der hooldslad verliohl. Weldra kwamen de gevangenen in Cairo aan, gezeten op kameelen en door het hooiigeschrei van bet gepeupel vervolgd. Voor hunne aankomst had men de hoofden van hunne in den slag van Gaza gedoode strijdmakkers en broeders op de wallen dor stad ton toon gestold. Deze ijzingwekkende heriu-nering aan limine nederlaag zeide liun bij voorbaat wat zij voor zich zolven van de barbaarschlioid der overwinnaars lo duchten haddon.

|i245.] Terwijl geheel Egyple do overwinning van Gaza vierde, betreurden do bewoners van Palestina den dood en de gevangenschap hunner dapperste krijgers. Zoolang men do hoop gevoed had , de Karismiërs met do medehulp der muzelmannen van Syrië lo overwinnen, bad hol verbond met dozen noch wantrouwen noch gemoedsbezwaren verwekt; maar dc tegenspoed deed de oude vooringenomenheid weldra weder ontwaken. Men schroef do laatste rampen toe aan do geroch-tighoid Gods, die vertoornd was over do vermenging dor vanen van Jesus Christus met die van Mahomed. Van don anderen kant meenden do niu/.chnannen de zaak van den Islam verraden le hebben door zich met do clirislenen te vereonigen; het zien van hot kruis op bet slagveld wekte hunne dweopzuclil op en verllauwdo hun ijver voor eene zaak, welke die hunner vijanden schoon. Op hel oogenblik dat hel gevecht begon, had men den vorst van Emesa hooren zeggen: //r ben (leirapend om le slrijden en lach zeul God mij in bel hinnensle mijns harten, dal wij viel zullen zegevieren, dewijl wij de vriendschap der Franken (jezochl hebben.

11246.] De overwinning der Karismiërs gal hel grootste gedeelte van Paleslina aan do gedLichlste vijanden der christen koloniën prijs. Do Egyplonaren namen bézit van Jerusalem, van Tiberias en van de steden, welke door den vorst van Damascus aan de Franken afgestaan waren. De horden van Karisma verwoestten de boorden van den Jordaan, hel grondgebied van Ascalon en Plolomaïs en kwamen het beleg slaan voor Joppe. Zij voerden den rampzaligen Waller van lirienne met zich mede, in de hoop, dat hij voor hen do poorten zou doen ontsluiten van oeuo stad, die hein toebelioordc: dal toonbeeld dor christen belden werd aan een dicht bij de muren dor stad geplant kruis vastgebonden. Terwijl hij op die wijze aan do blikken van zijne getrouwe vazallen ion toon gestold hing, overlaadden de Karismiërs hem met boschimpingen en dreigden hem mol den dood indien de stad Joppe den gcringslen weerstand bood. Die bedreigingen veraclitonde, vermaande Waller de inwoners en de bezetting met luider stem zich tol hel uiterste le verdedigen. «Hel is uw plicht,quot; riep hij hun loc, «een christen stad le verdedigen; do mijne is voor u en voor Jesus Christus lo sterven.quot; Do stad Joppe viel niet in de macht der Karismiërs en Waller van lirienne ontving weldra hel loon voor zijne grootmoedige zelfopoffering. Aan den sultan van Cairo gezonden, stierf bij onder do mishandelingen van oen woedende volksmenigte en verwierf zoodoende den palmtak van hot martelaarschap, waarnaar hij verlangd had.


20*

-ocr page 354-

geschiedenis der kruistochten.

Eindelijk kwam flc fortuin of liever de wispelturigheid van de barbaren de Franken te hulp en verloste Palestina van dc; tegenwoordigheid eens vijands, wien niets weerstand vennoclu le bieden. I»e snllan van Cairo had feestgewaden en prachtige geschenken gezonden aan de hoofden der zegevierende borden, met de nitnoodiging om de kroon op bun overwinningen te zetten door hunne wapens legen de stad l'amascus te keeren. De Karismiërs haastten zich aan die nitnoodiging gevolg te geven en het beleg voor de hoofdstad van Syrië te slaan. Damascus, dat men in der haast versterkt bad, kon aan hun onstuiniigen aanval geen weerstand bieden. Volstrekt geen hoop op ontzet hebbende, ontsloot dc stad hare poorten en erkende de heerschappij van den sultan van Egypte. Nu eischten de Karismiscbe horden, opgeblazen door hunne overwinniiigeu, op dreigenden toon, de gronden welke men bun in Palestina beloofd had. De sultan van Cairo, die hunne nabuurschap duchtte, stelde de volvoering zijner belofte voor onbepaalden lijd nit. In hunne woede over die weigering boden dc Karismiërs hunne diensten aan aan den vorst, dien zij pas van zijne Staten beroofd hadden, en kwamen opnieuw het beleg slaan voor Damascus om het aan de Egyptenaren le ontweldigen. De bezetting en de inwoners verweerden zich met hardnekkigheid; de vrees van in de handen eens meedoo-genloozen vijands te vallen schraagde hun moed; al de jammeren, welke ile oorlog met zich brengt, de hongersnoop zelfs, boezemden hun minder vrees in dan de horden die rond hunne muren legerden.

[1247.] Intusscben zond de sultan van Egypte een leger af om dc stad le ontzetten; de troepen van Aleppo en van verscheidene vorstendommen van Syrië vereenigden zich met bet Egyptische leger; de Karismiërs werden in twee veldslagen overwonnen. Na deze dubbele nederlaag noemt de Oostersche geschiedenis nog ter nauwernood bun naam en veroorlooft ons niet hun spoor te volgen. Het mecrendeel dergenen die aan bet zwaard van den overwinnaar ontsnaplen, kwamen van honger en gebrek om in de velden, die zij verwoest hadden, de dappersten en meest gcoclenden gingen een schuilplaats zoeken 'in de Staten van den sultan van Iconium, en als men aan de gissingen van eenige geschiedschrijvers geloof wil slaan, waren z'ij dc nederige oorsprong van de machtige dynastie der Ottomanen.

De clnislenen van Palestina hadden alle reden-om God te danken voor dc verdelging der Karismiërs; maar het verlies van Jerusalem cn de nederlaag bij Gaza beletten ben zich aan dc vreugde over le geven. Zij hadden hunne pas aangeworven bondgenooleu weder verloren en telden niets dan vijanden onder de muzelmannen. Do sultan van Egypte, wiens bond-genoolschap zij verworpen luidden, breidde zijne heerschappij over Syrië uil en zijne macht werd met den dag geducbler. Dc sleden, welke dc chrislcnen aan dc kusten der zee nog bezaten, waren bijkans zonder verdedigers. De orden van Sint-Jan cn van den Tempel hadden den sultan van Cairo een aanzienlijke som gelds geboden als losprijs voor hunne gevangen ridders; maar de sultan weigerde hunne afgevaardigden aan le hooren en dreigde ben zelfs met zijne gramschap. Deze twee militaire orden, voorheen zoo gevreesd door de muzelmannen, konden de zaak der christenen voorsbands tot niets nut wezen, en zagen zich gedwongen in werkeloosheid te wachten lol de krijgsbanigc adel van Europa de plaats hunner ridders kwam aanvullen ,c die 61' in de handen der ongeloovigen gevallen óf' op het slagveld gedood waren. De keizer van Duitschland, die nog alLijd den titel van koning van Jerusalem droeg, deed niet de geringsle poging om dc ovei blijlselen van dat zwakke rijk le redden; hij had een menigte zijner krijgers naar Ptolo-mais gezonden om zijne recliten le verdedigen; maar, dewijl zijne rechten betwist werden, vermeerderde de tegenwoordigheid der keizerlijke troepen slechts de rampen die hel heilige land reeds teisterden door er de plaag van de tweedracht en den burgeroorlog nog aan toe te voegen.

Voortdurend door een nieuwen inval bedreigd, kon Palestina niet de geringste hoop voeden door de overige christen Staten van het Oosten bijgestaan te worden: de Comanen, een uiterst barbaarsch volk, dat uil de nabuurschap van ïarlarije gekomen was cn dc horden van Karisma in bloeddorstigheid overtrof, vcrsvocsUcn de boorden van den Oronles en bet vorstendom Antiochië; de koning van Armenië moest zich te gelijker tijd voorbereid houden op de nadering der Tartaren en op den aanval der Turken van Klein-Azië; bet koninkrijk Cyprus, ter prooi aan dc partijschappen, was pas bet schouwlóoneel van een burgeroorlog geweest en moest steeds op zijne hoede zijn tegen de strooptocliicn der muzclmansche volken van Syrië en Egypte. Het stond in dien betreurenswaardigen toestand tc vreezen dal het koninkrijk van Godfried zou ondergaan en het ovcrschot der christenen in het heilige land weldra hel lot zou deden der Karismiërs. Maar als de Franken van Palestina hunne blikken naar het Westen richtten , voelden zij hunne boop toch weder herleven: meer dan eens hadden de christen Staten van Syrië hun behoud en zelfs eenige dagen van voorspoed en glorie le danken gehad aan de overmaat zelve van hunne vernedering en hun rampspoed; hunne jammerklachten en hun hulpgeschrei weerklonken nooit te vergeefs onder de krijgshaftige volken van Europa, en hunne groote benauwdheid werd bijna altijd bel sein tot een nieuwen kruistocht, waarvan de enkele gedachte de muzelmannen deed beven.

In bel jaar 1244 was Valeranus, bisschop van Beyrout, naar hot Westen gezonden om de bescherming des pausen en den bijstand der vorsten en krijgers in tc roepen. Dc paus ontving den afgevaardigde der Oostersche christenen met veel deelneming en beloofde hem het heilige land le zullen bijstaan. Maar het Westen was ter prooi aan hevige onlusten: de twist, tusschen den Hsiligcn Stoel en den keizer van Duitschland gerezen, werd van weerszijden met bitterheid volgehouden; Frederik II maakte zich aan allerlei gewelddadigheden schuldig tegen het hof van Rome en de aanhangers van den pauselijken stoel, hetgeen den paus noodzaakte de hulp van de wapenen der christenen tegen zijn vijand in te roepen.

Van den anderen kant waren de le Constantinopel gevestigde Latijnen van de grootste gevaren omringd: de zwakke hulp der geloovigen, de moed van eenige krijgers van het Westen, een verbond met dc in Klein-Azië zwervende Comanen, waren niet genoegzaam om hel rijk van Doudewijn tegen de vereenigde aanvallen der Grieken cn der Bulgaren te beschermen. Ter zelfder tijd gingen de Tartaren voort met het verwoesten der oevers van den Donau: vernielde steden, verwoeste velden en omvergehaalde kerken kenmerkten bun verblijf van weinige maanden in die rampzalige streken. Gelijk wij gezegd hebben, clnchllc eeu ieder dien vreeselijken oorlog der Mongolen, en de rust ol liever do werkeloosheid waarin dc koningen en vorsten van Europa verzonken bleven tegenover het dreigende gevaar, was eigenlijk schrikwekkender dan de oorlog zelf.

Omstreeks dien tijd besloot Innocentius IV, die naar Lyon de wijk genomen had, in die stad een oecumenisch concilie bijeen le roepen, oin in de rampen le voorzien, waaronder de christenheid in het Oosten en hel Westen gebukt ging. In zijne aan de geloovigen gerichte brieven zette de opperherder den betreurenswaardigen toestand der Roomsche Kerk uiteen en noodigde de bisschoppen en de vorsten uit tot hem te komen, om hem met hunne raadgevingen voor le lichten.

Dc nieeslc monarchen van bet Westen zonden gezanten naar die vergadering, welke in 1245 gehouden werd en waarin men zich met de grootste belangen der christen wereld ging bozig houden. Frederik vooral, die sinds zoo langen tijd met den paus op vijandelijken voet stond, liet niets onbeproefd om het boven zijn hoold zwevende anathema der Kerk al le wenden en hij zond derhalve gevolmachtigde ministers, die in last hadden hem bij de vaders van het concilie le verdedigen. Onder do door den keizer van Duitschland afgevaardigden noemt de geschiedenis Peter des Vignes, die, in naam van Frederik, verscheidene listige brieven aau de souvereinen van Europa geschreven bad, om zich te beklagen over hetgeen hij »de dwingelandij van den Heiligen Stoelquot; noemde, en Thadcus van Suesse, wien de beoefening der krijgswetenschappen niet de kunst der redeneering en de sludie der wetten deed ver-waarlüozcn. Deze laatste had zijn meester dikwijls met roem in de gevaren van den oorlog gediend; maar hij was nooit in de gelegenheid geweest zooveel vastberadenheid en vermetelen moed ten loon le spreiden als in deze vergadering, waarin het hof van Rome zijne geheele macht zou ontwikkelen en al zijne bedreigingen verwezenlijken.

De patriarchen van Constantinopel, Antiochië, Aquilea en Venetië, honderdveerlig aartsbisschoppen of' bisschoppen van Frankrijk, Italië, Spanje, Engeland, Schotland en Hibernia, een aantal doctoren en verscheidene wereldlijke vorsten hadden aan de nitnoodiging van het hoofd der Kerk gehoor gegeven; de abten van Cluni, Cileaux en Clairvaux, de generaal dei-orde van den heiligen Dominicus, de vicarius der orde van den heiligen Franciscus, een zeer groot aantal andere abten hadden insgelijks aan de oproeping van den opperpriester gehoorzaamd. Onder de menigte der prelaten trok er een aller blikken lot zich: het was de bisschop van Beyrout; zijne tegenwoordigheid en de droefheid, welke op zijn aangezicht verspreid lag, herinnerden levendig aan de rampen van het heilige land. Boudewijn II, dc keizer van Byzantium, trok niet minder de aandacht: voor de tweede maal kwam hij in het Westen het medelijden der geloovigen inroepen; in eene vergadering waarin rechtspraak zou gedaan worden over een meiueedigen vorst, moest zijn deemoedige houding zoowel aan de sterken als aan de zwakken toonen wat er van do aardsche grootheid wordt wanneer God zelf er het vonnis over uitgesproken heeft.

Vóór de opening van het concilie hield de paus eene ver-1 gadering in hel klooster van Sinl-Just, waar hij zijn intrek


-ocr page 355-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN. 227

genomen had. Do patriarch van Constanlinopel gal' verslag van den belrcuromwaardigen toestand zijner Kerk: de ketterij had weder in een grool deel van Griekenland de overhand herkregen, en de vijanden der Latijnsehe Kerk waren tot de poorten van Byzantium genaderd. Do bisschop van Beyrout gaf lezing van een brief waarin de patriarch van Jerusalem, de baronnen en prelaten van Palestina do verwoestingen dor Karismiörs verhaalden en het erfdeel van Jesus Christus als de prooi der barbaren voorstelden, indien het Westen de wapens niet opnam om het te verdedigen. Do gevaren en rampen der chrislcnen van het Oosten troffen de vaders van liet concilie; gebruik makende van hunne aandoening verklaarde Thadeus van Suesse, dat de keizer, zijn meester, hunne diepe droefheid deelde en bij bereid was al zijne strijdkrachten aan te wenden om de christenheid te verdedigen. Erederik beloofde den inval der Tartaren te zullen stuilen, in Griekenland de overhecrscbing der liatijnen te herstellen, in persoon naar het heilige land te gaan en bet koninkrijk Jerusalem te verlossen; hij belookle daarenboven, om aan allo verdeeldheden een einde te maken, aan den Heiligen Stoel alles terug te geven wat hij hem ontnomen bad en zijn ongelijk jegens de Kerk te herstellen. Deze schiUerendc beloften verwekten evenveel verrassing als blijdschap bij bet meerendeel der aanwezige bisschoppen; de gchcele vergadering verbeidde in spanning het antwoord van Innocentius. «Tot dusverre,quot; riep de paus uit, «heelt Erederik al zijne eeden gesclionden; wie zal er ons borg voor blijven, dal do beloften die hij ons heden doel door hem gehóuden zullen worden?quot; Thadeus antwoordde dat de koningen van Erankrijk en van Engeland er in toestemden de borgen van den keizer van Duitschland te zijn. Innocentius weigerde dezen waarborg, omdat, zeide bij, indien Erederik zijne beloften niet nakwam, gelijk bet verleden hem recht gaf te gelooven, de Heilige Stoel de drie machtigste vorsten der cbrislenheid tol vijanden zou hebben. De paus zag in de betuigingen van den keizer slecbls een nieuwe kunstgreep om de Kerk. le misleiden cn de bijl «/ le wenden, die reed* optjeheven wan om de wortels van den boom door le happen. Thadeus, die zich gevleid bad dal de valsche belolten zijns meesters een gunstig onthaal zouden gevonden hebben, begon aan de zegepraal zijner zaak te wanhopen en bewaarde een droevig slilzwijyen.

Weinige dagen daarna had de opening van het concilie mei groote plechtigheid in de metropolilaankerk van Sint-Jan plaats. Mei de driekroon op hel hoofd en in pontificaal gewaad bad do paus op een verbeven zetel plaats genomen, hebbende den keizer van Constanlinopel aan zijne rechter-, den graaf van Provence on den graaf van Toulouse aan zijne linkerzijde. Na den Veni Creator aangeheven en de voorlichting van den Heiligen Geest afgesmeekt te hebben hield de paus eene redevoering, welke tol onderwerp de vijf droefheden had, die hem doorvlijmden, vergeleken mei de vijl wonden van den Verlosser aan liet kruis. De eerste was de iiival der Tartaren, de tweede bel schisma der Grieken, de derde de inval der Karismiörs in bel heilige land , de vierde de verslapping der geestelijke tucht, de vijfde eindelijk de vervolging van Erederik.

f)e verwoestingen van de barbaren van Scytbië en Karisma wekten natuurlijk in hooge mate hel medelijden van den paus op; de vorderingen van de ketterij en de verslapping der tucht van de geestelijkheid waren het onderwerp zijner vaderlijke bezorgdheid. Zeer bewogen was de paus toen bij sprak over de aanslagen van Erederik, die zich de verklaarde vijand dei-Kerk getoond bad. Gewagende van de rampen, die de christenheid teisterden, ontlokte de paus tranen aan de oogen zijner toehoorders, en weldra de taal van het mededoogen eii de droefheid latende varen om den toon eens rechters aan te nemen, verweet bij den keizer van Duitschland al diens vergrijpen tegen de Róomscho Kerk, al de misdaden, die de verwenschingen zijner eeuw en den baal zijner lijdgenooten op zijn hoofd konden doen nederkomen. Toen de opperherder zijne redevoering geëindigd bad heerscble er een doodsche stille in de vergadering: liet kwam den meesten door schrik bevangen bisschoppen voor, dat de stem des Hemels zicb bad doen liooren om Erederik te veroordeelcn; aller blikken vestigden zich op de afgezanten des keizers; men geloofde niel, dal een hunner bel zou durven wagen den tolk der hemelsche gramschap le beantwoorden, Doch eensklaps rijst Thadeus van Suesse op en neemt bet woord. God, die de diepste schuilhoeken der gewetens peilt, tot getuige nemende, verklaart bij dal de keizer trouw gebleven is aan al zijne beloften en niet opgehouden beell de zaak van den godsdienst te verdedigen en le dienen. Hij bestrijdt al de beschuldigingen van den opperherder cn ontziel zich zelfs niet, in zijn antwoord verscheidene grieven legen bel hof van Rome aan te voeren. Ziende dal bij de harten door zijne welbespraaktheid niet kan roeren, verzoekt de verdediger van Erederik een uitstel van eenige dagen, opdat zijn meester in persoon zijn gedrag kunne komen verdedigen. Maar de paus verwierp zijn verzoek, er bij voegende, dal hij ziek nog niet (jeneigd gevoelde in gevangenschap le versmaehlen of den dood der marlelaars le slo ven.

De verdrukking cn de rampen der chrislcnen van liet Oosten, de gevangenschap van Jerusalem, de gevaren van Byzantium werden daarna hel onderwerp dor beraadslagingen van de vaders van liet concilie. Er werd besloten tol bel prediken van een nieuwen kruistocht voor de verlossing van hel heilige, land en bel Latijnsehe rijk van Constanlinopel. Men bornieuwde al de voorreelilen aan de kruisvaarders door de vroegere pausen en conciliën verleend, en al de strall'en uitgesproken tegen hen, die de zeeroovers en de muzelmannen zouden begunstigen; gedurende drie jaren werden degenen, die het kruis hadden aangenomen, vrijgesteld van alle belaslingen en alle openbare opbrengsten; maar als zij hunne gelofte niet volbrachten, beliepen zij de exeoinmunicatie. Hel concilie noodigdc de baronnen en de ridders uit de weelde van bun tafel en blinne kleederen te verminderen ; bet maande al de geloovigen maar vooral de geestelijken aan de werken van barinbartiglicid te beoefenen en zich met al de gestrengbeden van de boetedoening legen de vijanden van God tc wapenen. Ten einde door de voorspraak der heilige Maagd de bescherming dos Hemels te verwerven, verordenden de paus cn de vaders van het concilie dat men in de Kerk bel octaaf van hare geboorte zou vieren. In verscheidene conciliën waren aan de christen ridders de feestelijkheden der steekspelen verboden; bet concilie van Lyen hernieuwde dit verbod, overtuigd dal deze militaire feesten den geest der krijgers van do godvrucblige gedachten der kruistochten konden afwenden, en de uitgaven, die zij veroorzaakten, de dapperste beeren en baronnen in de onmogelijkheid moesten, brengen de noodige toebereidselen voor den overzceschoii pelgrimstocht te maken. Het concilie stolde vasl dat de geeslelijkbeid bel twintigste deel, de paus en de kardinalen het tiende doel hunner inkomsten zouden opbrengen, om in de uitgaven van den gewijden oorlog le genioet te komen. Do decielen van het concilie geboden aan allen, die in last hadden bol woord Gods te verkondigen, om do vorsten, do graven, do baronnen en de communauleiten der steden uit to noodigon, naar bun beste vermogen tol liet welslagen van den gewijden oorlog mede tc werken: dezeltde bepalingen vermaanden do geeslelijkbeid, om de aan den kruistocht gebrachte offers aan de geloovigen voor le stellen als het zekerste middel ter boetedoening voor limine zonden.

Op die wijze verklaarde hel concilie don oorlog aan de volken die den ebristcnen vijandig waren en bereidde bel do middelen voor om de zegepraal der soldalen van Jesus Cbris-tus te verzekeren.

In de tweede zitting van het concilie maakte de paus zich gereed don kop van den draak onder bel gewicht van den kerkdijken banvloek te verpletteren, loon Thadeus van Suesse opnieuw een uitstel van eenige dagen vroeg, opdat de keizer naar Lyon mnebt kunnen komen cn in persoon met zijne rechters spreken. Daar de gevolmachtigden van den koning van Erankrijk bel verzoek van Erederiks verdediger steunden, liet de paus zich, hoewel met tegenzin, tot een uitstel van veertien dagen overhalen. Maar toon do keizer vernam wat er voorgevallen was, zeide hij , niet als een beschuldigde te willen verschijnen vooreen vergadering, die door zijn bevigsien vijand bijeengeroepen was: hij verscbeon dus niet'in bel concilie, en toon het don keizer verleende uitstel verloopen was, mocht de paus niet langer dralen zijn vonnis uit te spreken.

Op bot oogenblik dal de vergaderde bisschoppen met een beklemd gemoed de afkondiging van bet vreesolijke vonnis verwachllen, stonden do gevolmachtigden van Engeland op om zich te beklagen over de al persing-en der agenten van bet bof van Home; de geestelijkheid, de adel en bet volk hadden zicb vereenigd om de gerechtigheid van den Heiligen Stoel in le roepen. Deze vertoogen werden geduldig door den paus aangeboord, doch mislen in zoo verre hun doel, dat zij hem niet van zijn plan afbrachten 0111 hel vonnis over Erederik uit le spreken. Te vergeefs stond Thadeus van Suesse nog op om er op te wijzen, dat oen grool aantal bisscboppen afwezig waren en verscheidene vorsten geen gezanten naar bet concilie gezonden hadden; te vergeefs verklaarde hij, dat bij zich op een talrijker en pleclitiger concilie beriep. Niels kon den storm bezweren en de stonde van do onverbiddelijke gerechtigbeid vertragen. Innocentius antwoordde eerst mei gematigdheid op de bemerkingen der gevolmachtigden van Engeland en van Erederik; vervolgens den loon van een rechter cn gebieder aannemende, zeide hij: «Ik ben de sledehouder van Jesus Christus; alles wal ik gebonden zal hebben op de aarde, zal, volgens de belofte van don Zoon Gods aan den prins der apostelen , gebonden zijn in den hemel; bel is uil dien hoofde dat ik, na overleg met onze broeders de kardinalen en niet hot concilie, Erederik schuldig aan heiligschennis en ketterij, aan leenbreuk en meineed, geëxcommuniceerd cn van bet rijk vervallen verklaar; ik ontbind voor allijd van hun eed altén


-ocr page 356-

228

dio hem trouw gezworen Iiobhon; ik verbied lum, hem voortaan te gehoorzamen en van slomle al' verklaar ik ieder geëxcommuniceerd, die hem nog zal gehoorzamen; ik beveel verders aan de keurvorsten een anderen keizer te kiezen en ik behoud mij bel recht voor over hel koninkrijk Sicilië te beschikken.quot;

Ken kronijkschrijver van dien lijd beschrijlt den diepen indruk, welken de pauselijke uitspraak op hel concilie maakte. De gevolmachtigden van den keizer sloegen op hunne borst terwijl zij bange zuchten slaakten, Thadeus riep, als ware hel de laatste dag des oordeels, bedroeld uil: O! vireselijhe dan! o dnij van rjramschai) en ellende! Toen de paus en de bisscbop-pen, kaarsen in ile band houdende, deze naar den grond keerden ten teeken van vloek en anathema, trilden alle harten van vrees als had God de levenden en de dooden geoordeeld. Te midden iler stille, welke daarna in de vergadering ontstond, liet de gevolmachtigde van F reder ik deze woorden hooren,dic door de verlwijleling ingegeven werden: Nu zullen de keilers zegezangen aanhell'en, nu zullen de Karismiërs en de Tartaren over de aarde lieerschen. Na hel Te Iteuni aangeheven en de sluiting van bel concilie uitgesproken te liebben, verwijderde zich de paus niet de woorden: Jh heb mijn plichl gedaan; Gods wil i/esrliiede!

Dit concilie van Lyon, zoo vermaard in de geschiedlioeken der middeleeuwen, heelt dikwerf aan de vijanden van den godsdienst lol voorwendsel gediend om de uitspraken der Kerk aan le vallen. Men heelt den paus en de bisschoppen verwelen dat zij aau een gevoel van wrok tegen Frederik toegegeven hebben ; dit is geenszins hel geval. Moge de liarlsloclit soms al niet geheel aan deze beraadslagingen zijn vreemd gebleven, bel zoude toch al te dwaas zijn om daarin de hooldoorzaak van de al/.ettiiig van Frederik te zoeken. Deze oppervlakige oordeelvelling verraadt volslagen onbekendlieid met een der meest ingrijpende gebeurtenissen der middeleeuwen. Neen, bet was veeleer eene edele verontwaardiging van den paus en de bisschoppen over de lage kuiperijen en openbare gewelddaden van Frederik tegen den Roomscbcn paus niet alleen maar legen de gebeele geestelijkheid.

Men iieeft dikwerf in de godgeleerde scholen beweerd, dat bet vonnis tegen Frederik hel werk was van den paus en niet ilat van het concilie. Men heelt daaromtrent spitsvondige (listinctiëu gemaakt, men heeft acht gegeven op zekere uil-drukkingen, zekere foruuden, zonder er aan te denken dat inen om dc waarheid te vinden zich slechts behoefde te verplaatsen in die lijden en de onpartijdige geschiedenis te raadplegen.

Tik bevond zich vernam. Op l et bericl kroon brengen en haai ('(.'lie vervaailijKe stem: (/(•ltd,! wordt zullen mijne leeren kennen; hij moge

hunden kond verbreken, die mij aan hem verbonden en mij eindelijk- de gelec/enheid versebaft voortaan slechts aan mijn billijke {irumschaji gehoor te geven.quot; Deze dreigende woorden duidden 'een geduciiten worstelstrijd aan eu al de vrienden van den vrede werden dan ook door angst aangegrepen. Het duurde niet lang of iu al de provinciën van Duilschland en Italië wapende men zich tol deu strijd. Hel is waarschijnlijk, dat men te midden der beroering, waarin hel Westen destijds verkeerde, Jerusalem en het heilige land vergelen zou liebben indien niet een inachlig en geëerd monarch zich in persoon aan hel hoofd vau den kruistocht gesteld bad, dien men in het afgekondigd had.

jaar was Lodewijk IX, koning van Frankrijk, zelf dal hel Westen de laatste tegenspoeden i n , gevaarlijk ziek geworden. Al zijne onder-hemel voor hel behoud van welke met den dag erger

te Turijn, toen hij zijne veroordeeling t hiervan, liet hij zich zijn keizeilijke op zijn lioold zettende sprak bij met «Hier is zij; alvorens zij van mijn hoofd vijanden de vrees voor mijne wapenen sidderen, die opperpriesler, die al de

geëerd

i den kruist

concilie van Lyon

Met voorgaande op bet oogenblik van Palestina ven danen stierden vurige gebeden ten bun deugdzamen monarch. De ziel werd, begon eindelijk de ernstigste ongerustheid in te boezemen ; Lodewijk verzonk iu een doodelijke verdooving en weldra liep bet gerucht dal hij overleden was. «En bij was zoo zwak,quot; zegt Joinville, «dal een der edclvrouwen, die hem in zijne ziekte oppasten, meenende, dat hij den geest gegeven had, zijn aangezicht mei een laken wilde, hedekken, zeggende dal bij dood was.quot; Hel hol', de hoofdstad, de provinciën, waren in droefheid gedompeld. Nochtans keerde koning Lodewijk, als bad de llomel geeu weerstand kunnen hiedeu aan de tranen en de gebeden van een geheel volk, van de poorten des doods terug. Het eerste gebruik dat bij van de spraak maakte, nadat hij iiel daglicht, weder aanschouwd bad, was om hel kruis te vragen en zijn besluit kenbaar le maken hel heilige land te gaan verlossen.

Degenen, die hem omringden, beschouwden zijn terugkeer tot het leven als een mirakel, gewrocht door de doornenkroon van Jesus Christus en door de hcsclieruiiiig der apostelen van Frankrijk; zij vielen op de knieën om den Hemel le danken, en in de blijdschap, die hen overstelpte, gaven zij ternauwernood acht op Lodewijks gelofte van zijn koninkrijk le verlaten ten einde dc ongeloovigen in hel Oosten le gaan bestrijden. Zoodra die vorst zijne krachlen genoegzaam hersteld achite, hernieuwde hij zijne gelollc en vroeg opnieuw het overzeesche kruis. Nu trachtten zijne moeder, koningin Blanca, de prinsen van ziju stamhuis, l'oter van Auvergne, bisschop van Parijs, hem van zijn plan terug te brengen, en bezwoeren hem, mei tranen in de oogen, zijne volledige berslelling af le wachten om zijne gedachten op zulk eene gevaarvolle onderneming te vestigen; maar Lodewijk meende aan den wil des Hemels te gehoorzamen, zijne verbeelding was getroffen door de rampen van hel heilige land; Jerusalem aan de pluudering prijsgegeven, het graf van Jcsus Christus door de ongeloovigen ontheiligd, stonden hem voortdurend voorden geest. Te midden der opgewondenheid van een heeto koorts had hij eene stem meenen le hooren, die uil hel Oosten kwam en hem de volgende woorden toeriep: Koning van Franl,rijk, gij ziel den smaad, welke de stad Gods aangedaan wordt; a heeft de Hemel uitverkoren om dien te wreken. Deze hemelsche stem klonk nog steeds in zijne ooren en betelte hem naar de heden der vriendschap of de raadgevingen der menscbelijke wijsheid te luisteren; onwrikbaar in zijn besluit, ontving hij liet kruis uil de banden van Peter van Auvergne, en deed deii christenen van Palestina aankondigen, terwijl hij hun hnl|) in manschappen en geld zond, dal hij de zee zou oversteken, zoodra hij een leger bijeengebracht en de rust in zijn rijk hersteld had.

Deze tijding, welke groote vreugde onder de christen koloniën van het Oosten moest verwekken, verbreidde rouw in al de provinciën van Frankrijk. De jongste wederwaardigheden van Jerusalem badden tranen ontlokt aan al de christenen van bel Westen zonder hun, evenals in do vorige eeuw, hel levendig verlangen iu le boezemen de ongeloovigen te gaan bestrijden. Men zag in die verre expediliën niets anders meer dan groote gevaren en onvermijdelijke rampen, en bel plan om de stad Gods te gaan verlossen verwekte meer onrust dan geestdrift.

Intusschen bad de opperherder naar alle christen Stalen geestelijken afgezonden, die in lasl hadden den heiligen oorlog le prediken. De kardinaal Endes ol'Odo van Cbateauroux verscheen in Frankrijk met de uitdrukkelijke opdracht de decreten van hel concilie van Lyon omtrent den kruistocht af te kondigen en te doen uitvoeren. Men predikte de gewijde expeditie in alle kerken van bel koninkrijk. De geschiedenis van dien tijd spreekt ter nauwernood van de uitwerking dier predikatiën, én alles geeft ons grond om te gclooven, dat degenen, die destijds de gelofte allegden van de muzelmannen te gaan hestrijdén, meer medegesleepl werden door het voorbeeld des konings dan door de welsprekendheid der gewijde redenaars.

Om meer plechtigheid bij le zetten aan dc afkondiging van den kruistocht en de geestdrift der krijgers voor de verlossing der heilige plaatsen op te wekken, riep Lodewijk IX in zijne hoofdstad een paiiement bijeen, waarin de prelaten en de grooten van het rijk zitting namen. De kardinaal-legaal hernieuwde er de iiitnoodiging door hel opperhoofd der Kerk tol alle geloovigen gericht. Na Eudes van Cbateauroux nam Lodewijk IN het woord en schelste hel talereel der rampen van Palestina: Volgens de uitdrukking van David, was een goddelooze natie deu tempel des llceren binnengedrongen; hel bloed stroomde als water rondom Jerusalem; de dienaren Gods waren in bel heiligdom vermoord; bunne lijken waren van begrafenis verstoken, overgelaten aan de vraatzucht van de vogelen des hemels. Na de rampen van Sion betreurd te hebben, herinnerde Lodewijk IX zijne baronnen en ridders aan bel voorbeeld van Lodewijk den Jonge en Philippus Augustus; bij spoorde al de krijgers aan, die hem hoorden, om de wapens op le vallen voor de glorie van God en die van den Franschen naam iu hel Oosten. Alwisselend een beroep doende op de ilcnliefdc en de krijgshaftige deugden zijner toehoorders, 'achtte Lodewijk IX nu eens de ingevingen van de godsvruclil.

dan weder dc gevoelens der ridderlijkheid in aller hart op te wekken. Het beboel'l nauwelijks gezégd te worden welke uitwerking de woorden hadden van een koning van Frankrijk, die een beroep deed op de eer en de dapperheid zijner onderdanen. Nauwelijks had hij opgehouden mei spreken of zijne drie broeders, Robert, graaf vau Arlois, Alphonsus, hertog van Poitiers, en Karei, hertog van Aujou, liaaslten zich het kruis aan le nemen. De koningin Margaretha, de gravin van Arlois, de hertogin van Poiliers legden de gelolle al bare echlge-nooten naar bet heilige laud levergezellen. De meeste prelaten en hisschoppen, die de vergadering bijwoonden, verklaarden, medegesleepl door de redevoering fles konings en hel voorbeeld van den kardinaal-legaat, deel te zullen nemen aan een oorlog, voor welken men, wel is waar, miiider geestdrift betoonde dau in de vorige eeuw, maar dien men locb nog de oorlog Gods noemde. Onder dc groote vazallen der kroon moesten do vrienden van bel Fransche koningschap met vreugde opmerken:


-ocr page 357-

OFSf.HIF,DENIS DKR KIUIISTOCMTKN.

220

Hugo van Lusignan, graaf van la Marclie, Peter van Dreux, liortog van Bretagno, en tal van andere lieeren, wier eerzucht liet rijk langen tijd verontrust had en die destijds zwoeren Frankrijk te zuilen verlaten om de muzelmannen in Azië le gaan bestrijden

In de vergadering der prelaten en baronnen werden verscheidene bepalingen vastgesteld, die de handhaving der openbare rust en de toebereidselen tot den gewijden oorlog ten doel hadden. Een menigte processen verstbordeu de rust der lamiliën, en die processen, waarvan velen door hel zwaard beslist werden, waren dikwerf wezenlijke oorlogen. De rechtbanken kregen last al de voor hen gebrachte zaken ten spoedigste al' te doen, en in het geval, dal de rechters de partijen niet zouden kunnen „verplicbten in een delinitievo uitspraak le berusten, moesten zij hen een schorsing van vijl' jaren doen zweren. Ingevolge de machtiging van den paus en de decreten van hel concilie van Lyon werd vastgesteld dal do geestelijken aan den koning hel tiende van hunne inkomsten zouden opbrengen, hetgeen bij de geestelijkheid eene ontevredenheid verwekte, welke Lodewijk moeite had te sussen. Eeno verordening, door den koning in overeenstemming met den paus opgesteld, hield in, dat de kruisvaarders gedurende drie jaren voor de vervolging van hunne schuldeischers gevrijwaard zouden zijn te rekenen van den dag van bun vertrek naar hol heilige land: deze verordening, welke ook veel al'keuring vond , moest voor een groot aantal baronnen en ridders een spoorslag zijn om hel Westen te verlaten.

Lodewijk IX. hield zich onafgebroken met de volvoering van zijn plan bezig en liet geen enkel middel onbeproefd om den geheelen adel van zijn rijk met zich mede le voeren: zijne godsvrucht versmaadde niet voor een gewijde zaak al den invloed aan le wenden, dien de koningen gewoonlijk op hunne hovelingen uitoefenen; bij nam soms zelfs zijne toevlucht tot list, overtuigd, dat de heiligheid van den kruistocht alles moest veronlschuldigen. Volgens een oud gebruik schonken de koningen van Frankrijk, bij plechtige gelegenheden, aan diegenen hunner onderdanen die zich aan hel hof bevonden, gevoerde manteltjes waarmede deze zich terstond en alvorens hel paleis te verlaten bekleedden. Lodewijk IX gal last dat men er legen daags voor Kerstmis een groot aantal zou gereed maken, op welke hij, mei goud en zijde, kruizen liet borduren, lïij de uildeeling hing ieder dadelijk hel mantellje om dal de vorst hem gal en volgde den monarch zonder hel vrome bedrog onldekl le hebben uaar de kapel. Hoe groot was echter hunne verbazing, loen zij bij het schijnsel der kaarsen eersl op de mantels dergenen, die voor hen uil gingen en daarna op hun eigen mantels het teeken van een verbintenis zagen, die zij niet aangegaan hadden. Zoodanig was evenwel de geaardheid der Fransche ridders, dal allen zich verplicht rekenden aan dat beroep op hunne dapperheid gehoor te geven; na het misoller begonnen al de hovelingen met den sluwen mcimclicnvisxclu'r te lachen en legden de gelofte af hem naar Azië te vergezellen.

['1246.1 l)e afkondiging van den gewijden oorlog verwekte «evenwel bij de natie meer treurigheid daii krijgshaliigeu ijver, en geheel Frankrijk bedroefde zich over hel aanslaande vertrek van zijn monarch. Koningin lilanea en de voorziehtigsleu onder de ministers, die al dadelijk beproefd hadden Lodewijk IX van den kruistocht lenig le houden, hernieuwden herhaalde keeren hunne pogingen; overeengekomen zijnde om nog een laatste poging te wagen, begaven zij zich gezamenlijk lol den koning. De bisschop van Parijs was aan hun spits en voerde hel woord : deze deugdzame prelaat bracht Lodewijk onder het oog, dal eene gelofte in de aanvallen eener ziekte algelegd niel onherroepelijk kon verbinden, vooral indien hel belang van zijn rijk hem de verplichling oplegde er zich van le ontslaan. Alles vereischte dringend de tegenwoordigheid van den monarch in zijne Staten: de bewoners van Poilou dreigden de wapens weder le zullen opnemen; de oorlog der Albigeuzen was op hel punt weder le ontbranden; men moest steeds op zijne hoede wezen tegen de vijandige gezindheid van Engeland, dat gewoon was met verdragen den draak le steken; de oorlog lussclien den paus en den Üuitschen keizer zelle al de aan frankrijk grenzende Staten in vlam en de brand kon zich aan hel koninkrijk mededeelen. Vele rijksgrooten, aan wie Lodewijk de gewichligste ambten in den Staat had toevertrouwd, spraken na den bisschop van Parijs en wezen er den koning op, dal al de door zijn verslandig 'beheer lol stand gebrachte instellingen lijdeus zijne afwezigheid ten gronde zouden gaan; dat hel rijk door zijn vertrek al de vruchten der overwimiingen van Taillehourg en Saintes en de schoone verwaehiingen verliezen zou, welke de deugden van een groot vorst hel hadden doen koesteren. Koningin lilanea nam het laatste hel woord op. «Mijn zoon,quot; zeide zij lot hem, «daar de Voorzienigheid zich van mij bediend heeft om over uwe kindsheid le waken en de kroon voor u te behouden, heb ik misschien hel reebt u te berinneren aan do plichten van een monarch en aan de verplichtingen, welke het heil van hel koninkrijk, aan welks hoold God u geplaatst heelt, u oplegt; maar ik wil u liever de taal der liefde eener moeder doen hooren. Gelijk gij weel, mijn zoon, blijven mij nog slechts weinige levensdagen overig en uw vertrek laat mij slechts de overtuiging dat wij voor eeuwig scheiden: gelukkig nog, indien ik sterl alvorens de laam de tijding van eenige groote ramp naar het Westen overgebracht behbe! Tol op dezen stond hebt gij mijne raadgevingen en mijne beden in den wind geslagen; maar, zoo quot;gij al geen medelijden hebt mol mijn verdriet, denk dan ten minste aan uwe kinderen, die gij in de wieg verlaat: zij hebben uwe lessen en uw bijstand noodig, wal zal er tijdens uwe afwezig-beid van hen worden? Zijn zij u niel even dierbaar als de christenen van hol Oostenï Indien gij u thans in Azië bevondt en men kwam u boodschappen dal uw gezin de speelbal en de prooi der partijschappen is, zoudt gij niet in gebreke blijven, terstond tol ons te komen. Welnu! al die onheilen , welke mijne Helde ducht, kan uw vertrek doen geboren worden. Wijl derhalve in Europa, waar gij zoo vele gelegenheden zult vinden om do deugden van een goed koning ten toon te spreiden, van een koning, den vader zijner onderdanen, het toonbeeld en de steun der prinsen van zijn stamhuis. Indien Jesus Christus eischt dat zijn erfdeel verlost worde, zend dan uwe scliatten en uwe legers naar het Oosten. God zal een oorlog zegenen, die voor de glorie van zijn naam ondernomen is. Maar, geloof mij, die God die mij hoort, beveelt niet dat gij een gelofte zoudt vervullen, die strijdig is met de groote raadsbesluilen zijner Voorzienigheid. Neen, die God van barm-liartigheid die niet locstoud dat Abraham ziju oller volbracht, voroorloott n niet liet uwe le volbrengen en een leven in de waagschaal le stellen, waarmede het lot van uw gezin en het heil van bel rijk ten nauwste verbonden zijn.quot;

liij het uitspreken dezer woorden kon koningin Blanca bare tranen niel wee: hnndeu. Lodewijk was diep ge trollen en wierp zich in de armen zijner moeder;'daarop wendde hij zich, zijne bedaardheid herneniendc, met een kalm gelaal tot de aanwezigen en sprak hun yolgenderwijze toe: «Gij'weet, mijne vrienden, dat mijn besluil reeds aan de gansche christenheid bekend is; sinds verscheidene uiaanden worden er op mijn bevel toehe-reidselou voor den kmUocht gemaakt. Ik heb aan alle vorsten van Europa geschreven, dal ik mijne Staten ging verlaten om mij naar Azië te begeven; ik heb den christenen vau Palestina doen welen dal ik liuu in persoon hulp zou komen bieden; ik heb zelf den kruistoehl in mijn rijk gepredikt; een groote menigte baronnen en ridders hebben aan mijne roepstem gehoor gegeven, mijn voorbeeld gevolgd en gezworen niij naar hel Oosten le vergezellen. Wat steil gij mij ihans voor? J)al ik openlijk verkondigde plannen zou veranderen en niets doen van hetgeen ik beloofd heb en Europa vau mij verwaehl; dal ik le gelijk de verwaehiingen van de Kerk, van de cliristenen vau Paleslinn en van mijn getrouwen adel zou teleurstellen.

«Gij denkt, dal ik uiet bij mijn verstand was toen ik hel overzeesche kruis aannam, niel waar? Welnu! ik geel liet u terug: hier is hel, dal kruis hetwelk u zooveel vrees aanjaagt en dal ik, zegt gij, slechts in een aanval van ijlliooldigheid aangenomen heb. Maar Ihans, nu ik bet volle gebruik mijner rede heb, vraag ik het u terug, en ik verklaar u, dat ik geen voedsel lol mij zal nemen, zoolang het mij niel teruggegeven is. Uwe verwijlen, uwe klachten vervullen mij met levendige droefheid; maar kent beter mijne plichten en de uwe; vveest mij behulpzaam in het zoeken van den waren roem, staal mij bij in de moeielijke taak, die ik op mij genomen lieb en ver-oulrusl u niet over inijii lol, ol over dat van mijn gezin en van mijn volk. De God, die mij le Taillehourg' heeft doen overwinnen, zal de lagen en de plannen mijner vijanden beschamen; ja, de God, die mij naar Azië zendt oin ziju erldeel le verdedigen, zal ook dat van mijne kinderen verdedigen en zijne zegeningen over Frankrijk uilslorten. Bezitten wij niet nog haar, die de steun was van mijne kindsheid en de gids van mijne jeugd, haar, wier wijsheid den Staal uit zoovele gevaren redde, en wie hel in mijne afwezigheid noch aan moed noch aan beleid zal onibreken om de partijschappen le bestrijden? Laat mij derhalve al de geloften houden die ik voor God en do menschen heb afgelegd, en vergeet niet dal er verplichtingen bestaan die heilig zijn voor mij, die heilig moeten ziju voor u: de eed ecus christens en het woord eens konings.quot;

Zoo sprak Lodewijk IX; koningin Blanca, de bisschop van Parijs en de overige raadslieden des konings bewaarden een eerbiedig zwijgen: zij waren er voortaan slechts op bedacht den monarch naar hun beste vermogen behulpzaam te wezen in zijn verlangen om de uitvoering van een onderneming le verbaasten, welke door God ingegeven scheen.

Men predikte destijds den kruistocht in alle landen van Europa; maar dewijl de meeste Stalen van het Westen door


-ocr page 358-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

onlusten beroerd werden, verloor zich de stem der gewijde redenaars in de worsteling der partijschappen en liet gedrniseli der wapenen. Toen de bisschop van Beyrout zich naar Engeland begaf om den Engelschen monarch te smeeken de Oostersche christenen hulp te verleenen, was Hendrik 111 hezi?; met het hoofd te bicden aan aanvallen van den koning van Schotland en het dempen der onlusten in het land van Wallis. De baronnen bedreigden zijn gezag en veroorlooiden hem niet zich in een verren oorlog te mengen. Niet alleen weigerde die vorst het kruis aan te nemen, maar hij verbood ook den kruistocht in zijn rijk te prediken.

Geheel Duitschland was in gisting en oproer ten gevolge van den worstelstrijd tusschen den paus en den keizer. Na Frederik II in het concilie van Lyon afgezet te hebben, bood Innocentius de keizerlijke kroon anil hem die de wapens tegen den gecxcom-municeerden vorst zou opnemen en de zaak van den Heiligen Sloel doen zegevieren. Hendrik, landgraaf van Thuringen, liet zich door de beloften van den opperherder overhalen, en werd lot keizer verkozen door de aartsbisschoppen van Keulen en Mentz, en door de hertogen van Oostenrijk, Saksen en Brabant, hetgeen de burgeroorlog alom deed ontbranden.

In Italië was het niet beter gesteld dan in Duitschland: de beide partijen der Wellen en der Gibelijnen bestreden elkander verwoeder dan ooil. Al de republieken van Lombardije hadden zich verbonden om de aanhangers van den keizer te béstrijden: de manifesten van den paus veroorloofden niet, dat een enkele stad onzijdig bleef. De zendelingen van Innocentius bezigden afwisselend de wapens van den godsdienst en die der sinat-kunde: na den keizer als een ketter en vijand der Kerk te hebben afgeschilderd, stelden zij hem voor als een slecht vorst, als een dwingeland, en lieten voor de oogen der menigte de bekoorlijkheden van de vrijheid schilleren, een voorspiegeling, welke altijd zoo machtig op den geest der volken werkt.

Frederik, die tot dusverre het anathema der Kerk getrotseerd had, werd bevreesd voor den nieuwen oorlog, welken hem de paus verklaarde. Er werden samenzweringen tegen zijn leven gesmeed en onder de schuldigen vond hij tot zijne groole droefheid verscheidenen zijner dienaren, die hij met weldaden overladen had. Reangsligd door de vele gevaren, die hem omringden, was die trotsche vorst er op bedacht zich met de Kerk te verzoenen, en wendde zich tot Lodewijk IX, die om zijne wijsheid en rechtschapenheid de scheidsrechter der volken en der vorsten was. In zijne brieven beloofde Frederik zich geheel en al aan de beslissing van den koning van Frankrijk en diens baronnen Ie zullen onderwerpen; om don vromen monarch voor zijne zaak te winnen, bood hij hem aan heai voor de expeditie naar het Oosten levensmiddelen, schepen en allen verderen bijstand te verleenen, dien hij mocht noodig hebben.

Gretig greep Lodewijk deze gelegenheid aan om den vrede in Europa te herstellen en hot welslagen van den kruistocht te verzekeren. Verscheidene geznnlen werden naar Lyon gezonden om den vader der geloovigen te smeeken eerder naar de stem der barmhartigheid dan naar die der gerechtigheid te luisteren. De koning had in het klooster van Cluni tweemaal een lang onderhoud met Innocentius, dien hij dringend bad door zijne goedertierenheid een einde te maken aan de woelingen in de christen wereld; maar Frederik had de zaken te ver gedreven, dan dat men zoo spoedig op het herstel van den vrede kon hopen. Tevergeefs verdubbelde liij zijne smeekingen; tevergeefs beloofde bij van den troon afstand te zullen doen en het overige gedeelte zijns levens in Palestina te gaan doorbrengen, onder de eenige voorwaarde, dat hij den zegen van den paus zou ontvangen en zijn zoon Koenraad hem in het bestuur van het rijk zou opvolgen: deze geveinsde verloochening en zonderlinge vernedering van den sluwen Frederik konden echter Innocentius niet bewegen, daar hij geen geloof kon schenken aan zijne beloften. Lodewijk IX, wiens goedige inkorst geen misleiding kon vermoeden, wees den paus op de voordeelen, welke Europa, de christenheid en het hof van Rome zelf van het berouw en de aanbiedingen des keizers kon trekken, hij sprak hem van de wenschen en het welzijn der pelgrims, van de glorie en den vrede der Kerk; het mocht hem niets baten, de paus bleef onverbiddelijk.

|1247.1 Ten hoogste verwoed door de afwijzing van Innocentius, toonde zich Frederik nu geheel in zijne ware gedaante, en rechtvaardigde door zijn woest gedrag volkomen de gestrengheid van den opperherder ten zijnen opzichte. Hij kon het Lodewijk IX niet vergeven, dat deze zich onzijdig gehouden had in den twist, welke de geheele christenheid verdeelde, en indien men don Arabischen geschiedschrijver Yafey geloof mag schenken, zond hij in het geheim een gezant naar Azië om de muzelmansche vórsten van do expeditie des konings van Frankrijk te verwittigen. Daarop het masker van onschuld tegenover den paus alwerpende, besloot hij voortaan openlijk kracht en geweld te gebruiKcn. Hij vormde bet plan om met een leger tegen Lyon op te trekken; Frankrijk en Italië weergalmden eenige dagen

lang van het gerucht zijner toebereidselen en zijner bedreigingen,

In dezen betreurenswaardigen strijd was Innocentius overtuigd, dat hij de glorie der Kerk verdedigde, en deze overtuiging schonk aan zijn persoonlijk karakter ecu geestkracht, waarvan de geschiedenis der vorsten weinig voorbeelden aanbiedt: overwonnen liet hij zich niet door den tegenspoed ter neder slaan; zegevierend, liet hij zich nooit door smeekbeden van zijn pad afbrengen. De keizer, die streed tegen de heerschende denkbeelden, waarvan hij echter zich zeiven niet geheel en al kon vrijmaken, dobberde, voortdurend tusschen moedeloosheid en opgeblazenheid, tusschen hoop en vrees; de banvloek van den Heiligen Stoel hing steeds boven zijn hoofd; het anathema der Kerk werd uitgesproken over allé steden, alle provinciën die hom getrouw bleven, en de volken werden het moedo eene zaak te verdedigen die hen van de gemeenschap der geloovigen uitsloot. Zoo zag Frederik met den dag het aantal zijner aanhangers verminderen; nedor-lagen, die hij in Duitschland en Italië leed, deden hem vreezenx dat bet geluk zijne wapens den rug keerde. Na den opperherder bedreigd te hebben, voelde die rampzalige vorst opnieuw/.ijne, vroegere angsten ontwaken en de ootmoedigste smeekingen kostten hem in zijne benauwdheid niets meer; maar zoodanig was het karakter van Innocentius en het vertrouwen van den opperherder in de zegepraal der goede zaak, dat hij minder de, vijandelijkheden en de bedreigingen van Frederik vreesde dan zijne betuigingen van onderwerping en berouw, welke hij met grond kon beschouwen als niet gemeend.

Frederik was niet in gebreke gebleven in de raadsvergaderingen der vorsten zijne klachten tegen den paus en de geestelijldieid te doen hooren, die niet duldden, zeide hij, dat de Jordaan voor anderen dan voor hen stroomde. De keizer had zich niet uitsluitend tot de vorsten, maar ook tot de heeren en baronnen van alla rijken gewend; hij spaarde in zijne brieven noch de kardinalen, nóch de bisschoppen, die, zeide hij, door de aalmoezen, de schattingen en den eerbied van den adel en het volk alvermogend geworden waren ; hij wees op die tijden der eerste Kerk, waarin de bedienaren van .lesus Christus de wereld verbaasden door wonderwerken en niet door hunne rijkdommen, de volken en de koningen onderwierpen niet door de wapenen, maar door de, heiligheid van hun levenswandel. Deze redeneeringen maakten een tamelijk diepen indruk op den geest van den Franschen adel, zoodat verscheidene heeren, onder anderen de hertogen van Bourgondië en Rlois, de graven van Angoulème cn Sint Pol zich aan hot hoofd stelden van een verbond tegen de geestelijke macht gericht. Deze poging van den adel wekte do bezorgdheid van den opperherder, die de Fransche edelen dreigde te ox-communiceeren en hunne familiën van den hijstand der Kerk Ie, bcrooven. Innocentius werd ongetwijfeld in deze omstandighoid ter zijde gestaan door de verzoenende wijsheid van Lodewijk IX, Verscheidenen der heeren die gezworen hadden de wapens tegon den paus en de geestelijkheid op tc nemen, beloofden den koning van Frankrijk naar bet Oosten te vergezellen, en al het gorucht van dien dreigenden bond verloor zich in de algemeeno beweging van den kruistocht.

Intusschen hield Lodewijk IX zich onafgebroken met, d£ toebereidselen tot zijn vertrek bezig. Daar men geou anderen weg kende om zich naar hel Oosten te begeven dan den tocht over de zee, en het koninkrijk Frankrijk geen haven asm de Middellandsche zee bezat, kocht Lodewijk het grondgebied van Aigues-Mortcs, in Provence aan; do vei'zande haven werd toegankelijk gemaakt, en er werd op den oever eene stad gobeuwd, die ruim genoeg was om dc pelgrims te heibergen. Lndexvijk hield zich te gclijker tijd bezig met de approviandeering van zijn leger en hel in gereedheid brengen van voorraadmagiwijnen op hot eiland Cyprus. Thibout, graaf van Bar, en de heer van Reaujeux, die naar Italië gezonden waren, vonden eraltes wat noodig was voor de approviandeering van een leger, hetzij in de republiek Venetië, hetzij in de rijke provinciën van ApuPië en Sicilië, waar de bevelen van Lodewijk hen vooral gegaan waren.

Het gerucht van die toebereidselen was doorgedrongen tot in Syrië: de schrijvers van dien tijd verhalen, dat de muzelmansche vorsten door schrik bevangen werden en zich dag en nacht bezig hielden met het versterken hunner sleden en grenz/en legen den ophanden inval der Franken. Naar de geruchten die destijds onder het volk liepen cn de geschiedenis opgeteetcend heeft, zouden de muzelmannen snoode middelen en schandelijke listen aangewend hebben om zich op de christen volken Ie wreken en hunne ondernemingen le doen mislukken. Men verhaalde dat het leven van Lodewijk IX door do zendelingen van den Oude van den Berg bedreigd werd; men verspreidde in de steden, en de menigte hechtte er natuurlijk gelooi aan, dat de peper, welke uit het Oosten kwam, vergiftigd was; Matthias Paris, de ernstige geschiedschrijver, vreest niet te verklaren, dat een groot aantal personen daarvan stierven eer dat vreeselijk komplot ontdekt werd. Vermoedelijk verzon de staatkunde van dien tijd zelve die plompe fabelen, om de


-ocr page 359-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

231

vijanden, die men ging bestrijden, verfoeielijker Ie maken. Het kan ook met grond aangenomen worden, dat dergelijke sprookjes hun oorsprong vonden in de onwetendheid der volken en zij ingang kregen door het denkbeeld, dat men zich destijds van de zeden en het karakter der ongeloovige natiën vormde.

Er waren drie jaren verloopen sinds de koning van Frankrijk het kruis aangenomen had. Hij riep te Parijs een nieuw parlement bijeen, waarin hij eindelijk het vertrek van de gewijde expeditie vaststelde in de maand Juni van het volgende jaar. De baronnen en de prelaten hernieuwden met hem de gelofte de ongeloovigen te gaan bestrijden en verbonden zich op het bepaalde tijdstip te vertrekken, op strafle van de kerkelijke censuur te beloopen. Lodewijk IX. maakte gebruik van het oogenblik, dat de grooteu van het rijk in den naam van den godsdienst bijeen waren, oin van hen den eed van trouw en gehoorzaamheid aan zijne kinderen te eischen en hun te doen zweren, dat zij zijne lamilie zouden verdedigen bijaldien hem op de ovei'zeesebe reis eeuig ongeval mocht overkomen.

11248.1 Uit Lyon richtte de paus een schrijven aan den adel en het volk van Eranrijk, waarin hij in plechtige bewoordingen den krijgsbaftigen ijver van de Eransche natie en de deugden van haren vromen monarch prees. Do opperherder schonk zijn zegen aan de Eransche kruisvaarders, en bedreigde met den banvloek der Kerk al degenen, die, na de gelolte van den pelgrimstocht algelegd te hebben, hun vertrek zouden uitstellen. Lodewijk IX, die ongetwijleld deze waarschuwing van den paus uitgelokt had, zag den geheelen adel van zijn rijk onder zijne vanen samenstroomen; verscheidene heeren, wier eerzucht hij beteugeld bad, waren dc eersten om het vooibceld te geven uit vreeze van het vroegere wantrouwen weder op te wekken en zich opnieuw de ongenade des konings op den hals te halen; anderen, medegesleept dooi' den gewonen geest der hoven, verklaarden zich mot vuur tot kampvechters van hot kruis, niet in de hoop van do belooningen des hemels maar die der aarde deelachtig Ie worden. Het karakter van Lodewijk IX. boezemde aan allo christen krijgers het grootste vertrouwen in: «Indien God tot dusverre toegelaten had, dat de gewijde expeditiën een langdurige aaneenschakeling van wederwaardigheden en rampen waren,quot; zeidon zij, «was dit omdat do onvoorziclitigheid der aanvoerders het heil der christen legers in de waagschaal gesteld had, omdat de tweedracht en de losheid der zeden maar al te lang onder de verdedigers van het kruis geheerscht hadden; maar wal kon men Ie vreezen hebben onder een vorst, wien do Hemel zijne eigene wijsheid scheen ingegeven te hebben, onder een vorst, die door zijne vastberadenheid alle verdeeldheid in zijn rijk oiKlerdrnki had en welhaast aan het Oosten het voorbeeld van alle deugden zou verloonen?quot;

Verscheidene aanzienlijke edelen uit Engeland, waaronder de graven van Salisbury en beicestcr, besloten den koning van Frankrijk te vergezellen en met hem de gevaren en vennoeienissen van den kruistocht te deelen: de graal van Salisbury, kleinzoon van de schoone Rosamunde en die om zijne heldendaden den bijnaan van iAinijzwuwd had gekregen, was kort te voren door Hendrik III van al zijne goederen berooid geworden. (Jin zich in staat te stellen de noodige uitgaven voor zijn tocht te bestrijden, wendde hij zich tot den paus en zeide tot hein: «Hoe berooid ik ook Len, wil ik aan den pelgrimstocht naar hel heilige land deelnemen. Als prins Richard, de broeder des konings van Engeland, zonder het kruis aan te nemen, het voorrecht verworven heelt een recht te hellen van al degenen die bet willen alleggen, heb ik gemeend insgelijks die gunst te kunnen bekomen, die geen andere liulpmidde'len bezit dan in de lieldadigheid der geluovigen.quot; Deze taal, welke ous een tamelijk opmerkelijk feit doet kennen, deed den paus glimlachen; de graal van Sahshury verkreeg de gunst om welke hij verzocht en trol' de noodige toebereidselen om naar het Oosten te vertrekken. De graaf van Leicester zag van den pelgrimstocht al.

De prediking van den gewijden oorlog, die in Duilschland en Italië geen uitwerking gehad had, was nochtans met eenig gunstig gevolg bekroond geworden in de provinciën Holland en Friesland en in eenige rijken van het Noorden. Haco, wiens aanspraken op den troon van Noorwegen door den paus gesteund waren, nam het kruis aan en boloolde naar het Oosten te vertrekken; de lezer zal zich herinneren, dat de Noorwegers zich verscheidene keeren in de kruistochten onderscheiden hadden. Na de toebereidselen tot zijne expeditie gemaakt te hebben, schrcef Haco aan Lodewijk IX. om hem zijn aanstaand vertrek mede te deelen. Hij vroeg hem verlof op de kusten van Frankrijk te ontschepen en er den voor zijn leger benoodigden leeftocht aan te koopen. In een vriendschappelijk antwoord bood Lodewijk den Noordschen vorst aan hel opperbevel over den kruistocht met hem te doelen. Matthias Paris, die met de overbrenging van Lodewijks schrijven belast was, meldt ons in zijne geschiedenis, dat dc koning van Noorwegen bet edelmoedig aanbod van den koning van Frankrijk verwierp, overtuigd, zeide hij, dat er niet lang eendracht zou kunnen bestaan tusschen de Noormannen en de Franschen: de eersten van oen onstuimig, onrustig en naijverig karakter; do anderen vol lierheid en trots.

Na dit antwoord gegeven te hebben, slaakte Haco zijne toebereidselen en bleef in zijn rijk, zonder dat de geschiedenis de reden van zijn gedrag heeft kunnen uitvorschen. Men mag aannemen dat die vorst, naar het voorbeeld van verscheidene andere christen monarchen, zich van den kruistocht bediend had om de oogmerken van zijn politiek te verbergen: door hot derde deel der inkomsten van de geestelijkheid te bellen, had bij schatten bijeengebracht die hij tot bevestiging van zijne macht kon aanwenden; het leger dat hij in den naam van Jesus Christus aangeworven had, kon zijne eerzucht veel nuttiger dienen in Europa dan in de vlakten van Azië. Op aanraden van den paus, van wien hij den titel van koning ontvangen bad, nam hij eerst het teeken der kruisvaarders aan; het is echter best mogelijk dal Innocentius hem daarna aanraadde of ten minste toestond in Europa te blijven, toen hij hoop had in hein een vriend te meer tegen den wraakgierigèn keizer van Duitschland te hebben. Hoe dat ook zij, men kan zeer goed begrijpen, dat de opperherder te midden der groote moeielijk-hedon waarin bij verkeerde, verplicht een door hem gekozen keizer te steunen, die geen geld en geen soldaten bezat, en zelf geen schatten cn geen legers bezittende om zijn eigene in gevaar verkeerende zaak te verdedigen, niet inel al dien ijver, zooals hij wel verlangde, voor de verlossing van Jerusalem kon werken.

Zoo was dan Frankrijk eigenlijk hot eenige land, dat zich ernstig met don kruistocht bezig hield. De godsvrucht en de ijver van Lodewijk IX wekten allen op, cu do liefde der Franschen voor hun koning, die de godsdienstige geestdrift verving, was genoogzaarn om alle hinderpalen uit den weg te ruimen. Do steden, wier vrijheden de koning beschermd had, beijverden zich hem aanzieniijko geldsommen te zenden. De pachters der koninklijke domeingoederen, die destijds zeer uitgebreid waren, schoten hem do inkoinston van een jaar voor. De rijken legden zich zeiven schatting op en stortten de vrucht hunner bezuinigingen in de schatkist des konings; de belioeftigen hracliton luinne giften in do oll'erblokken der kerken ; daarenboven werd in hot gansche rijk destijds geen enkel testament gemaakt dat niet eenig legaat voor de inkoinsten van de gewijde expeditie bestemde. De geestelijkheid vergenoegde zich niét met gebeden te verrichten voor den kruistocht: zij stond hel tiende deel van hare inkomsten al voor het onderhoud der soldaten van bet kruis.

De baronnen, de heeren en de vorsten, die den oorlog op hunne eigen kosten moesten voeren, legden schattingen op aan hunne vazallen, en vonden, evenals de koning van Frankrijk, in de inkomsten van hunne grondbeziitingen en in de vrome offervaardighera der dorpen en der steden het noodige geld om in de uitgaven van hun reis te voorzien. Evenals bij de vorige kruistochten, verpandden velen limine vaste goederen, verkochten hunne mouhelen en maakten alles te gelde voor hel onderhoud hunner soldaten en huur,er ridders; zij vergaten hunne gezinnen, zij vergaten zich zeiven in de drukke aanstalten tot hot vertrek en scheiien in het gelieel niet aan hun terugkeer te denken. Velen bereidden zich voor lot de reis naar het Oosten, gelijk men zich voorbereidt tot de ballingschap of den dood; als gingen zij slechts naar bel heilige land om er een gral te vinden, was hot voornaamste streven van de god-vruchtigsten onder de kruisvaarders om in staat van genade voor God Ie verschijnen: zij deden boete voor hunne zonden, vergaven de beleed'igingen, herstelden het kwaad, dal zij gedaan hadden, beschikten over liLiniie goederen, schonken ze aan de armen of verdeelden ze ouder hunne wettige erfgenamen.

Deze godsdiensligc gesteldheid der gemoederen werkte ook ten bale van de mensclielijkbeid en dc gerechtiglieid; zij verwekte bij de braven grootmoedige gevoelens, bij de boozen wroegingen, die op de deugd geleken. Te midden der burgeroorlogen en der leenheerlijke regcoringloosheid hadden eene menigte lieden zich verrijkt door afpersingen, roof en plundering: de godsdienst boezemde bun toen een heilzaam berouw in en die tijd van boetedoening werd gekenmerkt dooreen groot aantal restiintiën, welke een oogenblik de zegepralen der ongerechtigheid deden vergeten. De beruchte graaf van la Marche gal hel voorbeeld; zijne komplotlen, zijne opstanden, zijne onrechtvaardige ondernemingen hadden monigwerf het koninkrijk verontrust en een aantal familiën ten gronde gericht: hij wilde voor zijne misdrijven boete doen, en om de rechtvaardige gi'amschap van God te bevredigen, beval hij in zijn testament al de goederen terug te geven, die hij door ongerechtigheid cn geweld mocht hebben verworven. Joinville zegt zeer naïef iu zijne geschiedenis, dal zijn geweten hem geen enkel ernstig verwijl deed,


-ocr page 360-

GKSGHIEDEMS DER KUIISTOGHTEN.

232

maar dat liij niettomin zijne vazallen en zijne naburen hijeon riep om hun liot herstel van de verongeiijkingon aan te bieden, die hij hun zonder het te weten kon aangedaan hebben. «Dit doe ik,quot; zeide hij, «omdat ik geen enkele penning ten onrechte wil medenemen; zoo gebeurde hol dat ik aan mijne vrienden een groot dool van mijn grond verpandde, zoodat ik slechts oen rente van 1200 livres ovorhiold; want mijne moeder leerde nog, die voel van mijne eigendommen als weduwe-gift bezat.quot;

In die aan het berouw toegewijde dagen, stichtte men kloosters, schonk men met milde hand gelden aan de kerken: «bet zekerste middel om niet als de goddeloozen Ie slerven,quot; zeide Lodewijk IX, «is de plaats bol' te hebben en te verrijken waar de glorie des Hoeren zetelt.quot; De godsvrucht dor goloovigon vergat de armen en de gobrekkigen niet. bunne overvloedige schenkingen begil'ligdon de kloosters, bol toevluchlsoord dor armen, de gasthuizen bestemd voor de opname der pelgrims, en vooral die leprozenhuizen, die in alle provinciën gevonden worden, onheilvolle verblijven, waar de slacbtoll'ers der kwalen van bet Oosten wegteerden.

Lodewijk ondorscbeidde zich door zijno milddadigheid voor de kerken eii klooslers; maar holgeen hom vooral bij bet volk moest doen zegenon, was zijn oprecht streven om al de onrocbl,vaardigheden te lierstelloii, die in het beheer van het rijk bodrevon waren. De vrome monarch wist, dat zoo de koningen de beeltenis van God hier op aarde zijn, zulks vooral dan bet geval is wanneer do gerecbligbeid mot hou op don Iroon is gezeten. Er werden op zijn bevel kantoren van onderzoek gevestigd op de koninklijke domeinen, die in last hadden al do onrechtvaardigheden te horstellen, die door de agenten ol' de pachters des konings begaan konden zijn; in hot moerondeel dor groote steden moesten twee eommissarissen, do oen geestelijke, de andere leek, do klachten aanhooren en hooor-deelen, die tegen zijne ministers en zijne boamblon ingebracht: worden: oen edele iiiloeroning van hel oppergezag, welke gi'on schuldigen zoekt te slraHon, maar onbillijkboden te bersiellen, die op het gemor van don arme let, den zwakke aanmoedigt en zich zolven voor den roebterslool dor wetten daagt ! Hol was Lodewijk niet genoog, dal bij bepalingen vaslgestold had voor bel herslel on de loruggave van allo arporsingon, hol was ook oen punt van groolo zorg voor bom ze ion uitvoer Ie doen brengen, in alle kerken werden de bedoelingen dos konings van den kansel bekend gemaakt, en als hadde liij voor God verantwoordelijk moolen zijn voor al de vonnisson, die men in zijn naam zou vollen, zond de monarch iu bot geheim eenige geosiolijken en kloosterlingen uit om nieuwe inlieblingon in te winnen en hem door getrouwe rapporten mode te doelen, ol' de rechlers, die hij rechtscbapon lieden gelooide, niet zolven omgekocht werden. Het schouwspel van die waarlijk koninklijke gerochligheid is hel schoonste, wat de geschiedenis van ilie verwijderde tijden aanbiedt; zulk een schoon voorbeeld aan de vorsten dor aarde gegeven moest de zegeningen dos Homels over de wapenen van den II. Lodewijk doen aldaien, doch wanneer men denkt aan de betreurenswaardige gevolgen van dien kruislochl, verwondert men er ziel: met de oude kronijkscbrij-vers van die tijden over, dat zoo vele rampen als hel ware hel loon zijn geweest van zulk oen verhevene deugd.

Inlnssclien ruslten de kruisvaarders zich met Insl en ijver tol den gowijdon oorlog toe. Al de provinciën van Erankrijk selienen de wapens op te nemen; de bevolking dor sleden cmi van bol platte land had nog slechts ééne gedacblo: deeliieniing aan don kriiistoehl. De groote vazallen veizamoldon hunne ridders en hunne soldalon ; do hoeren en do baronnen bezochten elkander en /.ondon elkander boodschappers om den dag van bun vertrok vast te stelh n. Dloodverwaiilen en vrienden verbonden zich limine banieren te veroeiiigen en gohl, glorie en gevaren met elkander te doelen. De oeleningmi van don godsdienst mengden zich mol do krijgsbaliige toobereidsolon. Men zag krijgers hun kuras en bun zwaard alleggen en bloolvools de kerken en de kloosters bozookeu, waar do reli(piieën der heiligen don toeloop der goloovigon tot zich trokken. In iedere pai'ochio hield men proeossiën; alle kruisvaarders verschonen aan den voel dor altaren en ontvingen uit de banden der gees-lelijkbeid de onderseboidingsleokonoii van den pelgrimstocht. In alle kerken werden gebeden verricht voor hot welslagen van hun expeditie, doch in de huisgezinnen stortte men Irauen over bun vertrek. De meeste pelgrims schonen bij bol. arsohoid-nemon hunner magen en vrienden moer dan ooil de waarde le gevoelen van al do goederen die zij gingen verlaten. De geschiedschrijvor van den heiligen Lodewijk doolt ons mede, dat deze, na Dlanchieourt en Sint-Urbaan bozocbl Ie bobben, waar de heilige roliquieën bewaard werden, «do oogen niet moor naar .loinville wilde ophelTen, dewijl zijn hart week word bij do gedacblo aan hol schoone kasteel, dai hij aohlorliol, en aan zijno beide kindoren.quot; De aanvoerders van don kruislocbt voorden de gansche krijgsbaliige jongelinschap mei zich mede

! en boter, in verscheidene stroken slechts een zwakke en ongewapende bevolking achter; vele verlaten kasteelen en sterkten moesten in puin vallen, vele gronden in wildernissen herschapen worden, vele gezinnen zonder steun achterblijvon. Ongelwijrold moest bol volk de hoeren betreuren, wier gezag op weldaden steunde, on die, naar het voorbeeld van den heiligen Lodewijk, de waarheid en de geroehtighoid zochten, de zwakheid eii de onschuld verdedigden; maar er waren er ook, die men met blijdschap zag vertrekken, en menig marktvlek, menig dorp verheugde zich een kasteel onbewoond ie zien, welks eigenaar de inwoners zoo knellend bet juk der dienstbaarheid deed torsen.

Het was een aandoenlijk schouwspel de ouders zelve de jonge handwerkslieden en dorpelingen, bunne zonen, tot de ridders en de baronnen te zien voeren mot de woorden: Gij zvll hunne ouders wezen; i/ij zuil over hen waken le midden der fievuren vim den oorlnq en der zee. Do baronnon en de ridders ijelooldon hunne soldaten naar het Westen terug te brengen ol' met hen in don strijd le vallen. Hot gevoelen van het volk, den adel en de geestelijkheid wijdde bij voorbaat allen, die zulk een hoiligo gelol'te niet zouden nakomen, aan don toorn van God en de voracliling der menschon.

Onder al die looberoidselon hoorschlo de diepste rust in bet koninkrijk. Dij al do vroegere krnistochten had hel gepeupel gewelddadigheden tegen de joden geploegd: door de bescherming van den paus en de verstandige vastboradeiiboid van den heiligen Lodewijk, werden do joden, die in het bezit waren van onnoemelijke rijkdommen en behendig gebruik wisten te maken van alle gelegenheden om zich le verrijken , geëerbiedigd onder oene natie, die zij als bol ware geplunderd hadden en die alles ten ollcr braehl voor den gowijdon oorlog. Fortuinzoekers en landlopers werden niet onder de vanen van bel kruis toegelaten; op verzoek van Lodewijk l\ verbood de paus aan allen, die groote misdaden begaan hadden, de wapens voor de zaak van Jesus Gbristus op te ik men. Deze voorzorgen, welke men inde eerste gewijde oorlogen verzuimd had le nomen, moesten de handhaving van de orde en do lucht onder de christen soldaten veiv.ekoi'on. Onder degenen, die zich aanmeldden om de ongeloovigon in Azië te gaan bestrijden, nam men vooral de handwerkslieden en de landbouwers, ecu opmerkelijke omstandigheid, die duidelijk bewijst, dal de berekeningen van een schrandere staatkunde zich met de gevoelens der godsvrucht vereenigdon en dal men, zich met de verlossing van Jerusalem bozig boudendo, de hoop voedde nuttige koloniën aan gene zijde der zeeën te vestigen.

Op hel door hom vastgestelde tijdstip begaf Lodewijk IX, vergezeld door zijno broeders, don hertog van Anjou en don graat van Arlois, zich naar de abdij van Sint-Denis. IS'a do bosebormiiig dor apostelen van Erankt ijk algosmoekt le hebhon, ontving hij uil do handen van don legaat den polgrimsstal' en de laseh, en die zeilde banier, welke zijne voorgangers reeds tweemaal aan de volken van hel Oosten vertoond hadden.

Daarna begaf Lodewijk zich weder naar Parijs, waar hij de mis in do kerk van O. L. Vrouw bijwoonde. I enzelfdon dag verliet bij zijne hoofdstad om er niet dan na zijn terugkomst uit bet heilige land in terug te koeren. In tranen smellendo en psalmen zingende, deed hel volk en de geestelijkheid hem uitgeleide lot aan de abdij van don heiligen Antonius. Daar steeg hij te paard om zich naar de stad Gorbeil le begeven, waar koningin lilanea en koningin Margaretlia hem zouden ontmoeten.

De koning wijdde nog twee dagen aan de zaken van zijn rijk en vertrouwde hol regentschap toe aan zijne moeder, wier vaslheradenheid en beleid do kroon verdedigd en gered hadden tijdens de onlusten in zijne minderjarigheid. Aiels kon Lodewijk toen meer afhouden van bel vervullen zijner gelofte. Zijn rijk mochl den diopslen vrede smaken. Hij had bot met den koning van Engeland geslolon bestand vernieuwd; Duitscidand en Italic, door bunne inwendige verdoeldbeden bezig gehouden, konden Frankrijk volstrekt geen reden lot bekommering geven. Na alle mogelijke maatregelen genomen le hebben om den geest van opsiand te smoren, nam Lodewijk de meesten der groote vaza-len, die bot rijk voronlrust liaddon, mode naar bel heilige land. Hel graafschap flacon, voor tienduizend livres tournoois verkocht, was mot de kroon veroonigd ; Normandië ontsnapte aan bet juk dor Eiigelscben ; de graafschappen Toulouse en Provence kwamen door bet huwelijk der graven van Anjou en van Poitiers, aan de prinsen van hel koninklijk stamhuis. Sinds Lodewijk IX bel kruis bad aangenomen, bad hij al hel mogelijke aangewend om do nieuwe veroveringen van Frankrijk le behouden, on bel misnoegen van hol volk le slillou, ton einde elk voorwendsel lot buitenlandschen of burgeroorlog weg te nomen. De geest van rechtvaardigheid, welken men in al zijne verordeningon opmerkte, de lierinnoring aan zijne deugden, die men nog te meer bewonderde te midden der algeinoene door zijn vertrok veroorzaakte droefheid, de godsdienst, dien bij doorzijn voor-


-ocr page 361-

DE ZEGEN.

-ocr page 362-
-ocr page 363-
-ocr page 364-
-ocr page 365-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN. 233

beeld had doen bloeien, waren voldoende 0111 de orde en den vrede gedurende zijne ai'vvezigheid to handliaven.

Zoodra Lodewijk het bestuur van zijn rijk in andere handen overgegeven had, wijdde hij zieh geheel aan de oefeningen der godsvrucht en zag men niets meer in hem dan den nederigste dei' christenen, liet kleed en de onderscheidingsteekenen der pelgrims waren van toen al'de geheele tooi van den machtigen monarch. Hij droeg geen schitterende stollen en geen kostbare bontwerken meer; zijne wapens zelfs en het tuig zijner paarden blonken slechts door den glans van het staal en het ijzer. Het geld dat Lodewijk IK door deze bezuiniging op de pracht zijner kleeding en de tuigage zijner paarden uitspaarde, liet hij aan de armen uitdeelen. /00 vertoonde do koninklijke mildheid zich nog in de werken zijner barmliai tigheid.

Koningin Rlanca vergezelde hem tot aan Cluni; deze vorstin hield zich overtuigd dat zij haar zoon slechts in den bemel zou wederzien en zij kon niet van hem scheiden zonder een stroom van tranen te vergieten. Op zijn doorreize van Lyon legde Lodewijk een bezoek bij den paus af en smeekte hem opnieuw, een gunstig oor te leenen aan frederik, dien de wederwaardigheden vernederd hadden en die niets liever wensclite dan in genade aangenomen te worden; doch ook nu bleef de paus onverbiddelijk, en Lodewijk zette, door die weigering intter teleurgesteld, dadelijk zijn tocht voort, nadat de paus hem nog beloofd had zijn rijk tegen den nog altijd niet te vertrouwen Erederik en den koning van Engeland, dien hij nog steeds zijn vazal noemde, te zullen verdedigen.

De vloot, welke Lodewijk IX. te Aigues-Mortes wachtte, bestond uit honderd acht en twintig groote schepen, zondereen groote menigte kleinere vaartuigen mede te rekenen, die de paarden en de levensmiddelen moesten vervoeren. De koning ging scheep, gevolgd door zijne beide broeders. Karei, hertog vaii Anjou, Robert, graaf van Artois, en koningin Margaretha, die niet minder vreesde bij koningin IJlanca te blijven dan van haren echtgenoot gescheiden te leven. Alphonsus, graal van Doitiers, stelde zijn vertrek lot het volgende jaar uit en keerde naar Darijs terug om de regentes met zijn raad en zijn gezag bij te staan. Toen het gebeele kruisleger ingescheept was, gal men het sein Lot het vertrek; volgens het bij den aanvang der zeereizen aangenomen gebruik zongen de schepelingen iii koor den Vein Creator en de vloot ging onder zeil.

Erankrijk bezat destijds geen marine. De matrozen en de stuurlieden waren bijna allen Cataloniërs ol Italianen, twee Oenueezen vervulden de funetiën van bevelhebbers ol admiraals. De meeste baronnen en ridders hadden nooit de zee gezien; alles wat zich aan hunne oogen vertoonde wekte hunne verbazing ol hunne vrees op; zij riepen alle heiligen uit den hemel aan en bevalen hunne zielen aan God. De goede Joinville verheelt zijn angst niet en zegt zeer ongekunsteld: wel dwaas is degene, die eeniije zonde op zijn geweten hebbende, zich aan zulk een ijevaar bloolskit; want als men des avonds inslaapt, weel men niet uf men niet den volgenden ochtend op den bodem der zee zal ligyen.quot;

Lodewijk IX, die den Üö Augustus te Aigues-Mortes scheep gegaan was, kwam den 21 September op Cyprus aan. Hendrik, kleinzoon van Cuido van Lusignan, die het eiland Cyprus in den derden kruistocht bekomen had, ontving den koning van Erankrijk te Limisso en begeleidde hem, te midden van bet vreugdegejuich van het volk, den adel en de geestelijkheid naar zijn hoofdstad Nicosia.

Kort na do aankomst der kruisvaarders werd in een raadsvergadering vastgesteld, dat de wapenen der christenen het eerst zouden gericht worden tegen Egypte. De nederlagen in de vroegere oorlogen aan de boorden van den Nijl geleden schrikten den koning van Erankrijk en de baronnen niet af; het is zelfs waarschijnlijk dal Lodewijk IX, alvorens zipi rijk te verlaten, bel plan gemaakt had den oorlog over te brengen naar een streek, waaruit de muzelmannen gestadig bun geldmiddelen en hunne strijdmacht aanvulden. De koning van Cyprus, die kortelings van den paus den titel van koning van Jerusalem ontvangen had, juichte dal besluit te meer toe, daar het hem hoop gaf van den geduchtsten zijner naburen en den verbitterdslen vijand der christen koloniën van Syrië verlost te worden. Deze vorst deed nu een kruistocht i'11 zijn rijk prediken, om in staal te zijn do Fransche kruisvaarders te vergezellen en werkdadig aan hunne veroveringen deel te nemen. Hij stelde den koning van Frankrijk en diens baronnen voor met het voortzetten van hunne expeditie te wachten tot hij zijne toebereidselen voltooid zou hebben. «De heeren en de prelaten van Cyprus,quot; zegt Wilhelmus van Nangis, «namen allen het kruis aan, begaven zich tol koning Lodewijk en zeiden tol hem, dat zij overal met hem zouden medegaan waarheen bij hen zou willen voeren, wanneer de winter voorbij was.quot; Daar Lodewijk IX en de voornaamste Fransche heeren weinig lust beloonden hun verderen tocht op te schorten, werd al hel mogelijke in hel werk gesteld om hen te weerhouden. Dag aan dag waren hel feestelijkheden en vermaken, waarbij de adel en de rijksgrooten al den luister van hel Oosten ten toon spreidderti De betooverende aanblik van hel eiland, een land vruchtbaar in alle soort van voortbrengselen, en vooral de Cypersche wijn, dien Salomon zelfs geroemd had, werkten de dringende aanzoeken en drangredenen van het hof van Nicosia machtig in do hand. Er werd vastgesteld, dat hel christen leger eersl in dö aanslaande lenie zou opbreken.

Het duurde niet lang of men werd gewaar welken misslag men beg; an had. Bij den kwisligen overvloed, die in hun kamp heerschte, kon het niet missen of de kruisvaarders moesten zich aan onmatigheid overgeven. In een land, waar de hei-densche fabelen de allaren van den wellust geplaatst hadden, moest de deugd der pelgrims dagelijks aan nieuwe bekoringen blootgesteld zijn: een langdurige werkeloosheid verslapte do tucht in het leger, en tot overmaat van ramp richtlo een pestziekte groote verwoestingen aan onder de verdedigers van het kruis. In die bezoeking hadden do pelgrims den dood van meer dan twee honderd vijftig ridders te betreuren. De kronijken van dien tijd noemen onder de lieereu en de ridders die bezweken, den graaf van Dreux, dien van Veudóme, Robert, bisschop van Reauvais, den dapperen Willem des Rarres; men had ook nog hel afsterven te betreuren van den laatsten afstammeling der Archambauts van Rourbon, wier graafschap in het vervolg het erfdeel der kinderen van den heiligen Lodewijk werd en aan het koninklijk stamhuis van Frankrijk een naam gaf, dien hel onsterlefijk zou maken in de geschiedboeken van Frankrijk.

Een groot aantal baronnen en ridders ontbrak het aau de noodige middelen om hunne soldaten te onderhouden ; Lodewijk opende hun zijn schatkist. Vele heeren beklaagden zich luide, hunne bezittingen verkocht en zieh geruïneerd te hebben om den koning op den kruistocht te vergezellen. De milde giften van Lodewijk waren niet toereikende om allo klagers te bevredigen. Do meesion der edelen, die banieren voerden, wilden niet langer werkeloos blijven en brandden van verlangen om naar de kusten van Syrië of Egypte over te steken , in de hoop, de muzelmaimen de oorlogskosten te doen betalen. Hel kostte Lodewijk veel moeile hen te weerhouden; de geschiedschrijvers verklaren eenparig, dal men hem slechts ten halve gehoorzaamde; hij vermocht dan ook meer uil le werken door zijn evangelische verduldigheid en zachlzinuigheid dan dooide aanwending van zijn gezag, en zoo het hem gelukte alle tweedracht bij te leggen, alle gemor te smoren, was zulks minder aan den zedelijken invloed van de macht dan aan dien der deugd te danken.

Er bestonden sinds lang geschillen tusschen de Lalijnsche en de Grieksche geestelijkheid van het eiland Cyprus; liet gelukte Lodewijk er een einde aan te maken. De Tempeliers en de Hospitaalridders kozen hom tot scheidsrechter in hunne steeds wederkeerende twisten, hij deed hen zweren zieh met elkander te verzoenen en voortaan geen andere vijanden te hebben dan die van Jesus Christus. De in Dlolomaïs wonende Genueezen en Pisaners leefden sinds langen tijd met elkander in oneenigheid; de beide partijen waren steeds ónder de wapens en telkens met elkander handgemeen tot groote ergernis van al de christenen : de verstandige bemiddeling van Lodewijk herstelde den vrede. Aitlion, koning van Armenië, en fiohemond, vorst van Antiochië en Tripoli, die onverzoenlijke vijanden waren, zonden beiden afgezanten aan den koning van Frankrijk, die hen overreedde een verdrag met elkander aan te gaan. Zou verscheen Lodewijk IX onder de volken van het Oosten als de engel des vredes en der eendracht.

Op dat tijdstip werd hel grondgebied van Antiochië gebrandschat door zwervende borden Turcomannen ; Lodewijk zond aan Bohemond zes honderd boogschutters. Aitlion had kortelings een verbond gesloten met de Tartaren en maakte zich gereed een inval te doen in do Staten des sultans van Iconium in Klein-Azië. Daar de Armenische vorst in het Oosten vermaard was om zijne dapperheid en zijne krijgskunde, verlieten vele Fransche ridders, vurig verlangende naar den strijd met de ongeloovigen, het eiland Cyprus om onder zijne vanen te gaan strijden en de vruchten van zijne overwinningeii le doelen. Na hun vertrek beschreven te hebben zegt Joinville niets meer van hunne krijgsverrichtingen, maar vermeldt hun droevig uiteinde met deze enkele woorden: geen hnnner keerde weder.

De faam had de aankomst van Lodewijk IX iu het gansche Oosten bekend gemaakt en deze tijding maakte den lovendigsten indruk op de muzelmannen en de christenen. Een voorspelling, welke in de verwijderdsto streken, waar het Islamisme heerschte geloofd werd, en die de missionarissen destijds tot in Derzië doorgedrongen vonden, hield in dal een koning der Franken weldra al do ongeloovigen zou verstrooien en Azië verlossen van den eerediensl en de hoiligschennonde wetten van Mahomed. Men gelooide nu dal hot tijdstip der vervulling van die voorspelling daar was. Tallooze christenen kwamen uit Syrië, Egypte en alle landen van liet Oosten loeslroomen 0111 dengene


-ocr page 366-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

234

1c bogrofUen, dien do Voorzienigheid belast had met de vol-brenging harer goddelijke beloften.

Umsti'eeks dien lijd ontving Lodewijk een gezantschap, dat in hooge mate de nieuwsgierigheid en de aandacht der kruisvaarders trok en waarvan de wondervolle bcsebrijving een zeer groote plaals in tic geschiedenis der middeleeuwen inneemt. Dat gezanlscliap was gezonden door een Tartaarsch vorst, Eeallhaï gelu olen, dio voorga!'lot bet clii'isten geloot'bekeerd te zijn en den vni'igsten ijver liet blijken voor de zegepraal van het Evangelie. Hel hool'd van die depulatie, David geheeten, overhandigde den koning een schrijven overvloeiende van gevoelens uitgedrukt met een overdrijving, welke ze verdacht moest doen voorkomen ; hij hoodgchaple hein daarbij, dat de groote kan van Tartarijë drie jaren geleden bot doopsel had ontvangen en bereid was uil al zijn vermogen de expeditie der Fransche kruisvaardersle begnusligen. liet nieuws van dat gezantschap verspreidde zich ras in bet leger en nu was er van niels anders meer sprake dan van de hulp die door den groeten kan ol' keizer der Tartaren was toegezegd; aanvoerders en soldaten kwamen toesnellen om de gezanten van den vorst Ecalthaï te zien , dien zij beschouwden als een der voornaamste baronnen van Tarlarije.

De koning van Frankrijk ondervroeg de algevaardigden herhaalde malen omtrent hun reis, hun land, het karakter en de geziudlieid van hun souvercin; daar alles wat bij vernam, zijn dierbaarsle wenschen streelde, vatte hij volstrekt geen argwaan op en onldekte hoegenaamd geen bedróg in hunne antwoorden. De Tartaarscbe ambassadeurs werden aan zijn hof ontvangen eu aan zijn latei toegelaten; bij begeleidde hen zelf naar de metropool van Nicosia, waar zij de vergaderde goloovigen door Ininne aandacht gedurende de godsdienstoefeningen stichtten.

Dij bun vertrek belastten de koning van Frankrijk en de pauselijke legaat ben met verscheidene brieven voor prins Eeallhaï en den grooten kan der Tartaren; deze brieven gingen vergezeld van kostbare geschenken. De koning schreef aan koningin Blanca, de legaat aan den opperherder om bun kennis te geven van bet gezanlschap dat uit de verwijderdste streken van hel üoslen naar Cyprus gekomen was. i)e blijde tijding van een verbond met de Tartaren, die men destijds als de gediicbtsle van alle natiën beschouwde, veroorzaakte algemeene vreugde onder de Westersche volken en gaf grond tot do schoonste verwachtingen voor den gunsligen uitslag van den Kruistocht.

Missionarissen, die middelerwijl door Lodewijk IX naar Tartarijë gezonden waren, overtuigden zich echter op bun reis, dat de liekeering v.m den grooter kan slechts een verdichtsel was. De Mongoolscli'.; gezanten badt.eii in hunne verbalen verscheidene andere onwaarheden gezegd, hetgeen eenige hedendaagsche geleerden aanleiding heelt gegeven tot bet vermoeden, dat die groote ambassade slechts een misleiding was, waarvan zij de Arnienische scbismatieken verdacht houden. Hoe dit ook zij, het is niet te betwijlelen, dat de Mongolen, die met de muzelmannen in oorlog waren, er niet eenig belang bij hadden een toenadering lot de chrisleuen te beproeven en de Franken derhalve als nuttige bondgenooten beschouwden.

Een ander, voorzeker minder opmerkelijk, maar treffender schouwspel vertoonde zich ongeveelt;' te dier zelfder tijd aan de blikken der kruisvaarders: namelijk de aankomst van Maria, de eeblgenoote van liuudewijn, die den bijstand van Lodewijk IX kwam inroepen. Joinville, die Maria te Paphos ging ontvangen cu haar naar .Nicosia begeleidde, deelt ons mede, dal de keizerin van Constantinopel geen andere kleeding bezat dan die zij droeg en deze nog zeer armoedig was. Het gezicht van zulk een armoede zou een les hebben moeten zijn voor al de vorsten en bsronnen, die in Azië rijken gingen veroveren. Joinville schonk een kleed aan de k 'izerin van liy/antiinn, tweehonderd ridders beloolden haar na bet einde van den kruistocbt de puiiiboopen te zullen komen verdedigen van een rijk, dat dooi' de soldaten van het kruis gegrondvest was; in bun grootmoedig medelijden voor zulk een doorlucbtigen rampspoed dachten zij niet aan bet lot, dat hun zeiven in dien gewijden oorlog besclioreil was.

Intusschen liep de winter ten einde en naderde bet tijdstip dat voor hel, vertrek der Fransche kruisvaarders vastgesteld was. De koning van Frankrijk liet een groote menigte platboomde vaarluigen houwen, bestemd om de landing van het christen legei op de kusten van Egypte te vergemakkelijken. Daar de Geuueesche vloot, op welke de Franschen zich te Aigues-Mortes ingescbeept hadden, de haven van I iuiisso verlaten bad en naai' Europa teruggekeerd was, moest men naar alle kanten naar vaartuigen omzien om bet leger en de op het eiland Cyprus bijeengebrachte proviand en krijgsbehoeften over te brengen. Lodewijk IX wendde zich tot de Genueezen en de Venetiërs, die aan de kusten van Syrië woonden, en deze legden bij deze gelegenheid, tol groote ergernis van de ridders en de baronnen, meer inhaligheid dan godsvrucht aan den dag ! en eischten een builensporigen prijs voor den dienst, dien men 1 van hen in den naam van Jesus Christus vroeg. i

De toebereidselen tot het vertrek werden intusschen met den grootsten spoed voortgezet. Eiken dag verschenen nieuwe kruisvaarders die uit de havens van bet Westen kwamen ol' den winter doorgebracht hadden op de eilanden van den Are,iipel of op de kusten van Griekenland. De gelieele adel van Cyprus had bet kruis aangenomen en maakte zich gereed om de ongeloovigen te gaan bestrijden. Een volmaakte eendr;;cbt heerschte tusschen de heide natiën; zoowel in de Grieksche als in de Lalijnsche kerken droeg men gebeden op voor de zegepraal van de christen legers. Het hoofdonderwerp van de gesprekken onder de kruisvaarders was de wonderen van bel üoslen en de rijkdommen, die men in Egypte zou buil maken.

Terwijl de geestdrift en de blijdschap zich aan alle zijden onder de christen krijgers openbaarden, schreven de grootmeesters van Sint-Jan en van den Tempel aan Lodewijk IX om hem te polsen omtrent de mogelijkheid van een vredesonderhandeling met den sultan van Cairo. De hoofden dier beide orden verlangden vurig de boeien van hunne sinds de nederlaag bij Gaza in gevanschap versmachteiule ridders te slaken; zij deelden overigens niet het blinde vertrouwen der kruisvaarders op de overwinning: de ondervinding der vorige kruistochten had bun geleerd, dat de krijgers van het Westen, aanvankelijk onwedersfaanbaar, den oorlog bijna altijd nvt glans aanvingen, maar dat zij daarna, verzwakt door tweedracht, uitgeput door de vermoeienissen van een verre expeditie, soms medegesleept door hun aangeboren wispelturigheid, en genoeg meenende gedaan te hebben om de atlalen der Kerk deelachtig te worden, er alleen op bedacht waren naar Europa terug te keeren, de christen koloniën hulpeloos aan de woede prijsgevende van een vijand, dien zij door zijne eerste nederlagen verbitterd hadden. Door die overwegingen geleid, zouden de beide grootmeesters partij hebben willen trekken van de hulp van bet Westen om een voordeeligen en dnurzamen vrede le sluiten. De weg der onderhandelingen bood hun voor de toekomst meer voordeden aan dan een oorlog met zijne wisselvallige kansen, en waarvan al de gevaren bij slot van rekening op hen konden nederkomeu.

Hun vrcdi ievende boodschap kwam op het oogenblik, dat er in het christen leger van niets anders sprake was dan van de veroveringen, die men ging maken, dat alle gemoederen verhit waren door de gee-idrill voor den roem en de hoop op een rijken buit. Het enkele voorstel van een vredesverdrag met de ongeloovigen was een ware bron van ergernis voor die krijgers, die zich geroepen waanden in Azië de overbeer-scliing en de macht van alle vijanden van Jesus Christus te vernietigen. De verbazing en de verontwaardiging, die algemeen waren, gaven in bet christen leger aanleiding lot de grofste lasteringen tegen den grootmeester der Tempeliers, dien men openlijk beschuldigde van in geheime verstandho.iding te staan met den sultan van Egypte en de plechtigheden der barbaren verricht te liehben om dat goddelooze verbond nauwer toe te halen. Lodewijk IX, die niet mei een leger naar het Oosten gekomen was om een vredesverdrag te leekenen en eenige gevangenen te bevrijden, deelde de verontwaardiging zijner krijgsmakkers en verbood aan de grootmeesters van Sint-Jan en van den Tempel om nogmaals niet voorstellen voo' den dag te komen, die kwetsend waren voor het leger der christenen en beleedigend voor hem zeiven.

Bedwelmd door hunne aanstaande overwinningen , dacliten de kruisvaarders niet aan de liimlerpaleu die zij zouden kunnen ontmoeten ; zij berekenden meer de rijkdommen dan de strijdkrachten hunner vijanden; daar zij nocli het klimaat, noch tiet land kenden, dal zij weldra hoopten le betreden, verdubbelde hunne onwelendl.....I hunne zekerheid en kweekte verwachtingen in hen aan , die weldra in rook zouden opgaan.

De aanvoerders van den kruistocht vestigden voornamelijk hunne hoop op de verdeeldheden der muzelmansche vorsten, die elkander de iirovinciën van Syrië en Egypte betwistten; inderdaad, sinds den dood van Saladijn bad er bijna altijd tweedracht geheerscht onder de leden van liet stamhuis der Ayouhieten. Maar dewijl hnnne oneenigbeden zich lucht gaven door burgeroorlogen en daar deze de bevolking krijgshartiger maakten, werd hunne maclit, die met den dag binnenslands afnam, dikwerf des te grooter naar buiten: wanneer het ge-meeuscbappelijk gevaar de nuizehnansclie vorsten vereenigde of een hunner al de andere onderwierp, had men alles te vreezen van een rijk, dat in vredestijd voortdurend wankelde, doch in de verwoedheid en de gevaren van een oorlog tegen de christenen nieuwe krachten scheen te putten.

Malck-Saleli-Negnieddin, die destijds over Egypte heerschte, was de zoon van den sultan Malek-Kainel, vermaard door de overwinning bij Mansourah op het leger van Johannes van ISrienne en den legaal I'elagius behaald. Door zijne geboorte ; geen recht hebbende op den troon, poogde hij dien door de wapens te veroveren; overwonnen zijnde, werd bij door zijn i ouderen broeder in boeien geslagen en deed hij zijn voordeel

-ocr page 367-

GESCHIEDENIS DE

i KRUISTOCHTEN.

mei dc lessen van den tegenspoed. Weldra riepen de acnting, | die men voor zijne bekwaamheid voedde, de haat, dien de i regeerende vorst inboezemde, de zucht naar verandering en 1 misschien een zekere geneigdheid voor het verraad en den opstand, hem weder tot den troon. De nieuwe souverein toonde zich bekwamer dan zijne voorgangers; hij wist de provinciën in de gehoorzaamhèid, het leger in de tucht te houden, en zijne vijanden vrees in te boezemen. Hij had van de wapens der Karisiniërs gebruik gemaakt om zich van Damascus meester te maken en de christenen cn hunne bond-genooten te verslaan. Van dien tijd al' breidde iNegnieddin zijne veroveringen langs de boorden van den Euplnaat uit en ver-eenigde ten laatste het grootste deel van Saladijus rijk ouder zijne heerschappij.

Tijdens de heilige Lodewijk op het eiland Cyprus landde, bevond de sultan van Cairo zich in Syrië, waar hij den vorst van Aleppo beoorloogde en de stad Emesa belegerde. Hij was weldra onderricht van de plannen der christenen en gal de noodige bevelen om de toegangen lol Egypte te verdedigen. Toen hij vernam dal hel christen leger zich ging inschepen, brak bij tersloud het beleg van Emesa op, en sloot een verdrag met vijanden, die hij weinig duchtte, om naar zijne Staten terug te keeren die met een inval bedreigd werden.

Dc Oosterlingen beschouwden den koning van Frankrijk als den geduchlste der christen monarchen en de Franschen als de dappersten onder de Westerlingen. Dc toebereidselen van Negmeddin waren geëvenredigd aan de vrees, die zijne nieuwe vijanden hem inboezemden. Hij verzuimde niets om de kusten le versterken en Danhate, dat het doel der eerste vijandelijk-lieden moest wezen, rijkelijk van leeftocht te voorzien. Éen talrijke vlooi, werd uitgerust, zakte den Nijl al', en vatte post bij de monding der rivier; een leger aangevoerd door Fakreddin, den bekwaamste zijner emirs, nam een stelling in op de kust der zee, ten westen der monding van den Nijl, ter zell'der plaatse waar drie en dertig jaren te voren, iiet leger van Johannes van lirienne ontscheept was.

Al die toebereidselen waren voorzeker genoegzaam om de eerste aaaivallen der kruisvaarders te keeren, indien de sultan ze zeil' had kunnen leiden en zich aan het hoofd zijner troepen stellen; maar bij was aangetast door eeue ziekte, welke de geneesheeren voor doodelijk verklaard hadden, in een staat van zaken waar alles van den persoon en het leven van den vorst afhing, moest de zekerheid van zijn naderend einde het vertrouwen en den ijver verzwakken, 'den moed schokken en aan de volvoering van de maatregelen schaden, die voor de verdediging van het land genomen werden.

Zoodanig was de militaire en politieke toestand van Egypte, op het tijdstip dat de heilige Lodewijk zich in de havens van liet eiland Cyprus inscheepte. Verscheidene geschiedschrijvers beweren dat hij voor zijn vertrek, volgens het gebruik der ridderschap, aan den sultan Negmeddin een wapenheraut zond oin hein den oorlog te verklaren. In de eerste kruistochten bad men verscheidene christen vorsten zulke ridderlijke brieven zien richten aan de muzelmansclie vorsten, die zij zouden gaan hesirijden; het is mogelijk, dat de heilige Lodewijk hun voorbeeld gevolgd hebbe; maar de brief, dien men hem bij die gelegenheid toedicht, draagt niet liet kenmerk der echtheid. He/.elfde geschiedschrijvers voegen er bij, dat de sultan van Cairo bij het lezen van den brief van den heiligen Lodewijk zijne tranen niet kon weerhouden. Zijn antwoord, in Makrisi vermeld, komt echter overeen inet zijn bekend karakter en den geest der niuzclniansche vorsten, llij veinsde de bedreigingen en de onverwachte aanvallen der volgelingen van Christus Le verachten; hij herinnerde niet trots aan de' overwinningen der muzelmannen op de christenen, en den koning van Frankrijk hel onrechtvaardige va i zijne aanrandingen verwijlende, haalde hij in zijn briel dezen tekst van denCoranaan; Zij die uureclil-vaanlifi strijden zullen omlwmeii.

Op vrijdag voor Pinksteren gaf Lodewijk IX het sein tol het vertrek; een talrijke vloot, op welke de kruisvaarders van het eiland Cyprus met de Fransche krijgers scheep gegaan waren, verliet de haven van Limisso. «liet was een prachtig schouwspel,quot; zegt een kronijkschrijver, «want hel scheen dat geheel ile zee, zoover bet oog reikte, bedekt was met zeilende schepen, die geschat werden op achttien honderd, zoo groote als kleine.quot; Eensklaps kwam een geweldige storm opzetten, die de vloot verstrooide. Gedwongen in de haven lenig te keeren, zag Lodewijk mot smart dal de helft zijner schepen door den orkaan naar de kusten van Syrië medegesleept waren. Kort daarop verschenen op Cyprus de hertog van Uourgondië, die den winter in Morea doorgebracht bad, Willem van Salisbury, aan hel hoofd van tweehonderd Engelsche ridders, en Willem van Villehardouin, vorst van Acbaïa, die de gevaren van het Lalijnsche rijk van Conslaiiiiuopel vergat, om de ongeloovigen oi) de boorden van den Nijl en den Jordaan te gaan bevechten. Deze onverwachte versterkingen herlevendigden de hoop van

Lodewijk IX en de aanvoerders van bet christen leger; zonder de door den storm verstrooide schepen af Ie wachten ging men weder onder zeil, en stevende de vloot, door een gunstigen wind voortgestuwd, naar Egypte. Den vierden dag hoorde men den stuurman van het voorste schip uilroepon: Cod sta ons bij. Gvd sla ons hij! wij zijn voor I) ami ale! Terstond gaan die woorden van vaartuig tot vaartuig en de geheele vloot omstuwt het schip van Lodewijk. De voormininste aanvoerders begeven er zich aan boord ; de koning wachtte hen in een krijgsbaltige houding af en spoorde hen aan Cod te danken hen in de tegenwoordigheid der vijanden van Jesus Christus gebracht te hebben. Daar de meeste heoren hu mie vrees te kennen gaven, dat bij zijn leven te veel zou blootstellen in een oorlog, die verschrikkelijk moest wezen, gal hij hun het volgende antwoord: «Volgt mijn voorbeeld; laat mij de gevaren trotseeren, en wacht u wei in de hitte van deii strijd te gelooven, dat het heil van do Kerk on den Staat in mijn persoon berust; gij zelve zijt de Staat en de Kerk, en gij moet in mij niets anders zien dan een gewoon mensch, een mensch, wiens leven als een schaduw kan verdwijnen, wanneer bet den God zal behagen voor wien wij strijden.quot; Zoo vergat Lodewijk zich zeiven, en tegenover de ongeloovigen was dc koning van Frankrijk niets meer dan een soldaat van Jesus Christus.

Deze woorden deden den moed der baronnen en dor ridders ontvlammen; aan de geheele vloot werd bevel gegeven zich tot den strijd gereed te maken. Op ieder vaartuig omhelsden de krijgers elkander van blijdschap bij dc nadering van het gevaar; degenen, die in onmin met elkander geraakt waren, zwoeren hun wrok te vergelen en te samen te overwinnen of te sterven. Joinvillo verbaalt, dat bij toen twee ridders, die doodvijanden waren, dwong zich met elkander te verzoenen, door hun onder hot oog te brengen, dat hun tweedracht den vloek des Hemels kon aantrekken, en alleen de eensgezindheid der christen soldaten hun don weg naar Egypte kon ontsluiten.

Terwijl de kruisvaarders zich op die wijze voorbereidden, bleven de muzelmannen niet werkeloos. Hunne schildwachten hadden van de wallen van Damiate de vloot der christeneu bemerkt: de lijding daarvan verspreidde zich dadelijk door de stad; eene klok, die sedert de verovering van Johannes van Brienne in den toren van de groote moskee was blijven hangen, gal het toeken van hot naderende gevaar en liel zich op de beide oevers van de rivier houren. Vier nnizelmansche galeien naderden om de sterkte der kruisvaarders te verkennen; drie daarvan werden in den grond geboord, de vierde ontkwam ter nauwernood aan hetzelfde loten keerde terug om de ongeloovigen te boodschappen,. dat een tallooze menigte christen krijgers uit bet Westen naderde.

Intusschen naderde de christen vloot in slagorde en liet hel anker vallen op een kwartieruurs van de kust, op het oogenlilik dat de zon bijna hel midden van haar loop bereikt had. Nu boden de oever en de zee hel indrukwekkeiulste schouwspel aan dal, men zich denken kan: de kust van Egypte was bezet met do geheele strijdmacht van den sultan terwijl de zee overdekt was met schepen, op welke men den standaard van hel kruis zag wapperen. De muzelmansche vloot, uit een zeer groote menigte vaartuigen beslaande, die goed met soldalen bemand en van oorlogswerktuigen voorzien waren, verdedigde den loegaiig van den Nijl. Fakreddin, de bevelliehber van het le^er der ongeloovigen, vertoonde zich le midden zijner soldalen in zulk een schillerende kleederdrachl, dal .loinvilie hem, in zijne verbazing, met de zon vergelijkt.

Op het schip des konings werd een krijgsraad gehouden waaraan al de aanvoerders deelnamen. Versclieidenen stelden voor met de ontscheping te wachten tol al de door den storm verstrooide schepen zich bij de viool zouden aangesloten hebben. Dc ongeloovigen aan ie vallen, zonder over de geheele strijdmacht le kunnen beschikken, was hun een voordeel geven, dal hun trots kon stijven; met de zekerheid zelfs van de zegepraal scheen het nog billijk le wachten tol alle kruisvaarders deel konden hebben aan den roem, dien zij zoo ver kwamen zoeken. Eenigen wezen ook op de inoeielijkheid en de gevaren van eene ontscheping in een vreemd land, op de wanorde, waarmede een eerste aanval gepaard moet gaan, en op de moeielijkheid om het leger en de viool le verzamelen indien men op onoverkomelijke hinderpalen sluille. Lodewijk IX was niet van die meening. «Wij zijn niet herwaarts gekomen,quot; sprak hij, «om koelbloedig de bedreigingen onzer vijanden aan lo hooren en verscheidene dagen lang vvu keiooze toeschouwers van hunne toebereidselen te zijn. Uitstellen is hun moed verlevendigen en zich aan het gevaar blootstellen de geestdrift der Fransche krijgers le verzwakken. Wij bezitten noch roede noch haven om ons in veiligheid te stellen voor de stormen en de onverboedsche aanvallen der Sarraccnen; een tweede orkaan kan het overschot van onze vloot verstrooien en ons de middelen benemen den oorlog mei kans op welslagen le beginnen. Van-


-ocr page 368-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

236

daag zendt God ons de overwinning; later zou Hij ons straffen omdat wij de gelegenheid verzuimd hebben om te overwinnen.quot;

Het grootste deel der heeren eu baronnen omhelsde het gevoelen van Lodewijk IX. De landing werd op den volgenden dag vastgesteld Men hield den geheelen nacht wacht; men slak op de vloot tallooze fakkels aan, terwijl eenige schepen de monding van den Nijl naderden om op de bewegingen dei' muzelmannen een waakzaam oog te houden.

Rij hel aanbreken van den dag lichtte de geheele vloot het anker; de muzelmannen verlieten daarop m volle wapenrusting hun kamp, en hunne inlanterie eu ruiterij bezetten de punten van de kust waar men vermoedde, dat dc kruisvaarders zouden landen.

Toen de schepen den oever naderden, stapten do christen krijgers in booten over, die de viool vergezelden en schaarden zicii in twee rijen. Lodewijk IX nam stelling aan den rechtervleugel , vergezeld door dc heide prinsen zijne broeders en de keur zijner ridders. Aan zijne zijde stond de kardinaal-legaat, die het kruis van den Verlosser droeg, voor hem uit veereen boot, op welke de standaard van Frankrijk wapperde.

De graal van Joppe, vau het dooi luchtige stamhuis van Urieime, voerde den Imkervleugel aau naar de monding van den Nijl: hij stond aan het hoold der ridders vau hel eiland Cyprus en der ridders van Palestina. Hij besteeg hel lichtste vaartuig van de vloot. Hel geslachtswapen der graven van Joppe was op den voorsleven eu op den spiegel geschilderd. Rondom zijn standaard lladderden tallooze gekleurde wimpels en driehonderd roeiers deden hel over de wateren vliegen. Erard van Rrienne, door een keurkorps omringd, voerde hel centrum aan met Roudewijn van Reims, die duizend krijgers onder zijne hevelen had. De ridders en de baronnen stonden strijdvaardig met de lans in de hand en hunne paarden naast zich. Voor het front en langs de zijden der viool waren een menigte boogschutters m booten geposteerd om de vijanden op een afstand te houden.

Zoodra men op een boogscheut afstands genaderd was, gingen er van de kust en van de linie der kruisvaarders een wolk van steenen, pijlen en spiezen op. De gelederen der christenen geraakten even in verwarring. Do koning beval alle krachten in te spannen om het land te hpredien. Hij zeil gaf het voorbeeld; ondanks den legaal die aem wilde weerhouden, sprong hij in volle wapenrusting met het schild voor zijne borst en hel zwaard [in de hand m zee; hel water reikte hem lol aan de schouders; hel geheele leger was op hel voorbeeld des konings in zee gesprongen onder het aanheHen der leus van: Muntjoic-Sainl-ltenis' Die menigte mannen en paarden, die om strijd den vasten wal Irachtlen Ie bereiken, deden de golven, die tol aan de voelen der muzelmannen voortrolden, hoog opspatten; de krijgers drongen elkander voort en vormden als hel ware een enkele massa; men hoorde slechts hel bruisen der golven, de kreten der soldalen en der matrozen en het legen elkander bonsen der schepen en hooien, die m wanorde den oever naderden.

De iu slagorde opgestelde muzelmansche bataljons konden de Kransehe krijgers niet tegenhouden. Joinville en Boudewijn van Reims kwamen hel eerst aan land, na hen de graaf van Joppe, zij schaarden zich met liimue ridders m slagorde, toen de muzelmansche ruiterij op hen kwam instormen; door hunne schilden gedekt, sluiten de kruisvaarders hunne gelederen en doen , liuiine lansen vellende, den onslmmigen vijand afdeinzen. Achter hun bataljon scharen zich hunne krijgsmakkers naarmate zij den oever bereiken.

Reeds wapperde de banier van Sint-Denis op de kust. Koning Lodewijk had den voel op der. vasten wal gezel Zonder hel gevaar te achten, wierp hij zich op de knieen om den Hemel te danken, en met nieuwen moed bezield opstaande, riep hij zijne dapperste ridders tot zich. Een Arabisch geschiedschrijver verhaalt, dal de koning der Franken nu zijne tent deed opslaan, en dal deze tent, van een schitterend roede stof, aller oogen tol zich trok. Eindelijk is het geheele leger ontscheept. Op alle punten van de kust oiits|uiii zich een bloedig gevecht; de beide vloten waren met elkander slaags bij de monding van den Nijl. Terwijl de oever en dc zee van hel gedruisch der wapens weergalmen, verbeidden koningin Margarelha en de hertogin van Anjou, on een schip ter zijde gebleven, met een beangst gemoed den uitslag van dien algemeenen strijd; zij richtten vurige gebeden lol den hemel, terwijl eenige geestelijken, die haar vergezelden, psalmen zongen om de hescher-ining van den God der heerscharen af te smeeken.

De viool der miizelmaimeii werd verstrooid; verscheidenen hunner schepen werden m den grond geboord, de anderen ontkwamen door dc rivier op te zeilen. Ter zelfder lijd trokken de troepen van Eakreddin met groole verliezen in verwarring terug. De Eranschen vervolgen hen lot binnen hunne verschansingen; een laatste gevecht vangt aan; len tweeden male overwonnen, verlaten de muzelmansche krijgers hun kampen den westelijken oever van den Nijl en laten verscheidenen hunner emirs op hel slagveld achter; niets kon den Franschen weerstaan, die door de tegenwoordigheid en hel voorbeeld huns konings aangevuurd werden.

Tijdens het gevecht waren verscheidene postduiven aan den sultan van Cairo gezonden, die door zijne ziekte in een dorp lusschen Damiate en Mansourah weerhouden werd. Daar de muzelmansche bevelhebber geen antwoord ontving, benam het geruchl van zijn overlijden de Egyptische soldaten den weinigen moed die hen nog restte. De meeste emirs waren verlangend hel lol te kennen dal hen onder een nieuwen heerscher verbeidde: eenigen hunner keerden met hiiiiuo soldaten huiswaarts. Hun aftocht vermeerderde nog de wanorde; tegen den avond ging hel geheele leger uileen en waren de muzelmansche soldalen, door hunne aanvoerders verlaten, nog slechts bedacht op de vlucht.

De kruisvaarders bleven meester van de kust en van do beide oevers van den Nijl, Deze schoone overwinning werd niet met het bloed der christenen gekocht: slechts twee of drie ridders verloren op dien roemrijken dag het leven. Onder de Eransche edelen had men alleen den graal van La Marche te betreuren, die den dood zocht, en aan de zijde zijns konings snevende zijne nienigvuldigo leenbreuken boette, zeggen de Eransche geschiedschrijvers.

Tegen hel vallen van den avond sloeg men op het slagveld tenten op; de geestelijkheid zong het Te Deinn en de nacht werd met feestelijkheden doorgebracht. Terwijl hel zegevierende leger zich aan de vreugde overgal, lieerschle in Damiate de grootste opschudding: de vluchtelingen waren door de stad gekomen overal den angst voortplantende, die hen zelve had aangegrepen; Eakreddin zelf had geen bevelen gegeven voor de verdediging der stad. De inwoners meenden elk oogenhlik de Franschen le zien verschijnen: eenigen waren beducht voor eene verrassing, anderen vreesden een belegering; niemand dacht er aan hen gerust le stellen , eu de duisternis van den nacht vermeerderde hun benauwdheid.

De vrees maakte hen barbaarsch: zij vermoordden zonder mededoogen al de christenen, die zich in de stad bevonden. De terugtrekkende troepen plunderden de woningen en staken de gebouwen m brand; geheele gezinnen namen de vlucht, hunne meubelen en hunne rijkdomnicii medenemende. De bezetting bestond uil de dapperste krijgers van den Arahischen slam der Ikmni-Kcnanch; ook hen bekroop de vrees evenals de overigen: zij verlieten de aan hunne hoede toevertrouwde torens en wallen en vluchtten met hel leger van Eakreddin. Tegen den ochtend was de stad zonder verdedigers en zonder inwoners.

Weldra ontwaarde men in het kamp der ehristenen de heinel-hooge vuurzuilen, die zich boven Damiate verhieven; geheel de gezichteinder scheen in vlammen te staan. Rij het aanbreken van den dag waagden zich eenige soldalen iu de nabijheid dei-stad ; zij zagen de poorten openslaan, en slopen ze na lang talmen binnen; zij vonden in de stralen slechts de lijken van hen, die als slachtoHers van de vertwijfeling eu de dweepzuclit der muzelmannen g vallen waren, benevens eenige levende christenen, die zich aan de vervolging der moordenaars en der beulen wisten te onttrekken en op hunne beurt de uiuzelmannen vermoord hadden, die door ouderdom of door gebreken in hunne vlucht belemmerd waren geworden. De soldaten gingen in hel kamp boodschappen, wat zij gezien hadden. Men kon hen aanvankelijk niet gelooven en het leger trok in slagorde voort. Toen men zich verzekerd had, dat de, stad werkelijk verlaten was, namen de kruisvaarders er beziL van. Zij hielden zich eerst bezig met den voortgang van den. brand le stuilen; daarna verspreidden zich de soldaten door de stad om haar le plunderen, en alles wal aan de vlammen ontsnapt was werd hun buil.

Ter zelfder tijd trokken de koning van Frankrijk, de pauselijke legaat en de patriarch van Jerusalem, door een menigte prelaten en geestelijken vergezeld, Damiate in processie binnen en begaven zich naar de groole moskee, die opnieuw in eene kerk herschapen en aan de 11. Maagd werd toegewijd. De Eransche monarch, de geestelijkheid, al de aanvoerders van hel leger-gingen blootshoofds en bloolvoels, psalmen zingende om God le danken en Hem de glorie van de wonderdadige verovering toeschrijvende.

Rij het bezichtigen der veroverde stad zagen do ridders en de baronnen met blijdschap de hooge wallen, de talrijke torens en do velerlei versterkingen, die haar moesten verdedigen. Getroffen door het wonder, dat onder lumne oogen ten gunste der soldalen van hel kruis had plaats gegrepen, omhelsden vele muzelmannen het christendom en beloofden den kruisvaarders hun op hunne expedltiën tol gidsen te zullen verstrekken. Vele Syriérs, die als slaven der muzelmannen in Damiate woonden, waren het christen leger met hel leeken der verlossing in de hand te gemoet gesneld; de kruisvaarders erkenden hen als hunne broeders en voorzagen in hun levensonderhoud. Diep trof de


-ocr page 369-
-ocr page 370-

'v „ 'quot; «ay ' '4 V i '* quot;= liti4É ^

I

wraH ■

H

mÊÊm ëïMÉ*f^ mm m

rfjA^-J

H ■ f H

m

:vft

Ilfe. iamp;Skamp;imtr* quot;«mS'.^Sr1 I vEfS^^fc^Jf.-^» .lt;-f ^MW

-■'j V. V^g ^^ |

I ' ^ ''1 i

jffis -■= quot;■ ; ' •■ ftv-MSfSiSC

i

mmmmmsmÊsmÊ-mmmm ■MMHHi^Hi

m

H ■

■ I ||

II

I I

HBHHH I

nHnMHi I

, B

I

-ocr page 371-

11 ET DOOP SF. L.

-ocr page 372-
-ocr page 373-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

kruisvaarders het schouwspel der bevrijding vnn drie en vijftig gevangenen, die geweigerd hadden hun geloot'al te zweeren en KLidert twee en iwinlig jaren in boeien versmachtten; zij werden voor den koning van Frankrijk gevoerd, wien zij de onrust cn de benauwdheid der muzelmannen verhaalden, die in d(! duisternis van den nacht gevlucht waren, tol elkander zeggende, dat de zwijnen i/eLunwn waren. De kruisvaarders kregen hij deze gelegenheid hel doorslaand bewijs der kwade trouw van de muzelmannen, die ondanks de verdragen de chrislenen gevangen hielden; er was destijds geen slad in Egypte, welker gevangenissen niet opgevuld waren met de rampzalige slachlolïers der gewijde oorlogen.

Het duurde niet lang ol de mare der inneming van Damiate was in alle Egyplische provinciën hekend. Een Arabisch geschiedschrijver, die zich destijds te Cairo bevond, meldt ons, in zijne geschiedenis, dat die gebeurtenis als een der grootste rampen beschouwd werd. Alle muzelmannen verkeerden in angst en in droetheid; de moedigsten wanhoopten aan het behoud van Egypte.

Negmeddin bleef nog altijd ziek cn kon niet te paard stijgen; de nederlaag van zijn leger en de overwinningen der christenen werden hem geboodschapt door de soldaten en de inwoners van Damiate, die de vlucht genomen hadden. Hij ontstak in een hevige gramschap tegen de bezetting dier slad en sprak terstond bet doodvonnis uit over vier en vijltig der meest schuldigen. Te vergeets voerden zij tot hunne verontschuldiging den aftocht van Fakreddin aan, de sultan antwoordde dat zij den dood verdienden dewijl zij de wapenen des vijands meer gevreesd hadden dan den toorn luns meesters. Een hunner, die met zijn zoon, een jonkman van eene zeldzame schoonheid, veroordeeld was, verzocht hel eerste te mogen sterven: de sultan weigerde die gunst; de rampzalige vader had de smart zijn zoon voor zijne oogen te zien sterven alvorens zelf ter dood gebracht te worden, liij liet verhaal van die barbaarsche slrafoefening moet men er zicb over verwonderen, dat een vorst die geen leger meer had, nog beulen vond om lafaards en deserteurs te straffen. De voltrekking dezer doodvonnissen, welke voor een bewijs van de onbeperkte macht des gebieders moest doorgaan, maakte een diepen indruk op het gemoed van het volk en was voldoende om de ruwe menigte der muzel-maiische soldaten tot de lucht terug Ie brengen; maar dit was niet bel geval met de voornaamste emirs, die geenszins voor een sonvercin sidderden, dien zij als hel werk buiincr handen beschouwden en die hun sleim noodig had. De sultan zou Fakreddin gaarne gestraft hebben; maar de oinslandigbeden, zegt een Arabisch schrijver, verplichtlen hem tol loegevendheid. Hij vergenoegde zicb met hem eeuige verwijlende woorden toe te voegen. «Het gezichl der Franken moet wel iets verschrikkelijks hebben,quot; voegde bij hem schamper toe, »daar mannen zooals gij, hel geen geheelen dag hebben kunnen verdragen.quot; Deze woorden wekten meer verontwaardiging dan vrees bij de aanwezige emirs op; cenigen hunner keken Fakreddin veel-beteekenend aan, als wilden zij zeggen, dat zij bereid waren den sultan le vermoorden; maar deze droeg den stempel des doods reeds op hel aangezicht, en hel zien van een stervende hield hen af van bel plegen eener nullelooze misdaad.

In dien lusschenlijd bevestigden zich de kruisvaarders in Damiate. De koning van Frankrijk en de pauselijke legaal deden een aartsbisschop wijden, wien de hooldkerk der stad, de voormalige groote moskee, tot meiropolilaankerk aangewezen werd. De overige moskeeën der slad werden eveneens in kerken of kapellen veranderd, welke bodewijk IX beschonk mei kostbare sieraden en al de voor de viering der diensten benoodlgde voorwerpen. Ook de prelaten en allen, die den lof des Heercn moesten bezingen, werden rijk begiftigd. De koning schonk hel grootste deel der gronden en der buizen aan de orden van den Tempel en van Sint-Jan, aan de Teuto-nische ridders en aan de baronnen en heeren van hel Westen. De Franciscanen, die den kruistocht gepredikt hadden, en de Trinitarisscn, wier laak hel was de gevangenen loste koopen, ontvingen insgelijks rijke schenkingen in de veroverde slad.

De bewaking der torens en der wallen werd toevertrouwd aan vijfhonderd ridders. De koning veroorloofde hel christen leger niet in de stad le blijven en er werden tenten opgeslagen langs de beide oevers van den Nijl en op liet eiland Maale (de Delta). De christen krijgers hadden veel le lijden van de hitte van hel klimaat en van de lallooze menigte vliegen en het ongedierte, dal hen geen oogenblik rust liet. Ondanks die ongemakken en de grootere onheilen, die hen konden bedreigen, dachten de kruisvaarders er slechts aan, oin rustig van hunne overwinning le genieten. Hel was op dat tijdstip dat de hertog van Artois uil hel kamp, dal den naam van Juiikih droeg, aan koningin Blanca een brief schreef, die voor ons bewaard is gebleven. Na in weinige woorden de inneming van Damiate verhaald te hebben, vergenoegde de broeder van bodewijk IX zich met le zeggen, dal d: kuning en de kuninyin welvarende waren, dat de graaf van A njou nog steeds aan de derdendaagsche koorts leed, doch dal zij in hevigheid verniinderde, en dat de gravin van A njou op hel eiland Cyprus hel leven geschonken had aan een jongen, dien zij daar hij eene voed sier had arhtergelalen. Uil dezen brief blijkt hoe groot bel gevoel van veiligheid der Fransclie kruisvaarders was, daar hij niets behelsde dan tijdingen die hoop en blijdschap in Frankrijk moesten opwekken, en niet de geringste toespeling bevatte op eenig gevaar, dal hel christen leger van welke zijde ook in de toekomst kon dreigen.

De sultan van Cairo had zich naar Mansourab doen vervoeren , waar hij poogde zijn leger le verzamelen en de lucht onder zijne troepen te herstellen. Hetzij bij bekomen was van zijn angst, of dal bij zijn onrust en de vorderingen zijner ziekte wilde ver-hergen, hij zond verscheidene hoodscltlpperi aan bodewijk IX. In een zijner brieven wenschte Negmeddin, bedreiging aan spol parende, den koning van Frankrijk geluk met zijne aankomst in Egypte en vroeg hem op welk tijdstip hij dacht te vertrekken. De inuzelmansche vorst voegde er onder anderen bij, dal die groote hoeveelheid levensmiddelen en landbouwwerkluigen, waarmede do kruisvaarders hunne schepen geladen hadden, liem een onnoodige voorzorg toescheen, en om jegens do Franken de plichten der gastvrijheid op eene voor hem en hen waardige wijze le vervullen, nam hij op zich hen genoegzaam van koren le voorzien zoolang zij in zijne Staten zouden vertoeven. In een ander schrijven stelde Negmeddin aan den koning van Frankrijk een algémeenen veldslag voor op den vijf en twinligsten dag van Juni op een nader le bepalen plaats, bodewijk IX. antwoordde op den eersten brief van den sultan , dat hij in Egypte aan wal gestapt was op den dag dien hij vastgesteld had, en dat wal zijn vertrek betrof, hij daaraan te gelegener lijd zou denken. Wal den aangeboden veldslag aangaat, vergenoegde de koning zich mei te antwoorden, dal hij noch den dag aannemen, noch de plaats kiezen wilde, dewijl alle dagen en alle plaatsen even goed waren om de ongeloovigen le bestrijden. De Fransclie monarch voegde er bij, dal hij den sultan overal zou bestrijden, waar hij hem zou aantreffen, dat hij hem ten allen tijde cn rusteloos zou vervolgen, dal hij hem als vijand zou behandelen tot God zijn hart getroffen bad en de christenen hem als hun broeder konden beschouwen.

De fortuin bood bodewijk IX de gelegenheid cn de middelen aan om zijne bedreigingen le vervullen. De meeste kruisvaarders, die door den orkaan van de vloot gescheiden waren, hadden zich reeds weder bij hel leger gevoegd en nog dagelijks kwamen meerderen opdagen. De ridders van den Tempel en Sint-Jan, die men beschuldigd had van den vrede le willen, hadden zich onder de vanen van bodewijk geschaard en brandden van strijdlust; zij kenden hel land en de wijze om de ongeloovigen le bestrijden; met deze niet le schallen versterkingen kon men een expeditie tegen Alexandrië ondernemen, Mansonrah bemachtigen of zich van den weg naar Cairo meester maken. Na de inneming van Damiate hadden verscheidene aanvoerders voorgesteld om de muzelmannen te vervolgen en gebruik te maken van de ontsteltenis, welke de eerste overwinning der chrislenen hun veroorzaakte. Maar het tijdstip was nabij, waarop de wateren van den Nijl begonnen te wassen, en de herinnering aan de nederlaag van Pelagius en Johannes van Brieinie was le alschrik-wekkend om den tocht naar de hoofdstad van Egypte nog le durven ondernemen. Daarbij wilde bodewijk IX mei hel voortzetten zijner veroveringen wachten lol zijn broeder, de graaf van Poitiers aangekomen was, die met een aanzienlijk leger naar het heilige land zou scheep gaan. De meeste ge-scliiedschrijvers hebben in dal besluit de oorzaak gezien van al de rampen, die later plaatsgrepen. Wij hebben geen stellige bewijsstukken genoeg om le kunnen beoordeelen in hoeverre hun gevoelen gegrond is; maar het kan met zekerheid gezegd worden, dat de werkeloosheid van hel christen leger sindsdien dag de bron werd van de noodloltigste wanordelijkheden.

Deze wanordelijkheden openbaarden zich toen men den bij de inneming van Damiate gemaaklen buit verdeelde. Om den moed der kruisvaarders aan le wakkeren, had men hen dikwijls van de in die stad, de stapelplaats der koopwaren van hel Oosten, voorhanden rijkdommen gesproken; maar dewijl de aanzienlijkste wijken in vlammen opgegaan waren en de inwoners op hunne vlucht hunne kostbaarste have hadden medegenomen, beantwoordde de op den vijand behaalde buil in verre niet aan de verwachtingen van hel zegevierende leger. Daarbij hadden ondanks de bedreigingen van den legaat verscheidene kruisvaarders niel alles afgegeven wal in hunne handen gevallen was. De geheele in de stad gemaakte buil bracht slechts eene som van zes duizend livres tonrnoois op, die onder de kruisvaarders verdeeld moesten worden, wier verbazing en verontwaardiging daarover zich in luid gemor lucht gaven.

Daar het in een raadsvergadering vastgesteld was, dal de levensmiddelen niel verdeeld, maar bewaard zouden worden in de magazijnen cies konings, gaf dit besluit, dal strijdig met de aloude gebruiken was, aanleiding lol heilige verloogen.


-ocr page 374-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

238

Joinville deell ons mede, dat de scheidsrechter Joliannes de Valery, ecu man, die om zijne onkreukbare eerlijkheid en bepioef'de dapperheid hij hol lepier in hoo^ aan/.ien stond, daaromtrent zijne bezwaren l)ij den koning inbracht. Johannes de Valery wees op de gebruiken van het heilige land ; hij beriep zich op de leenheerlijke wetten, volgens welke ieder beer den oorlog op eigen kosten voerde, en zijn aandeel moest hebben van al den op den vijand behaalden buit: men zou op dien eiseh hebben kunnen antwoorden, dat Lodewijk geld verschal'le aan het grootste deel der aanvoerders van het leger, en de graven en de baronneii derhalve hierdoor feitelijk van de voordooien der leenheerlijke overeenkomst alsland gedaan hadden. Deze wet van de verdeeling der lovensmiddolen, die bij de vorige kruistochten in acht genomen werd , was maar al te noodlottig geweest aan de christen legers, die bijna altijd aan leeftocht gebrek hadden en daardoor aan de bitterste ontberingen ter prooi waron. De vrome monarch wilde zulke rampen, do vrucht der werkeloosheid, vermijden en wees de eischen van do Fransclie hooron van de hand : en hierbij bleel hel, zegt Joinville, ivaarover vele. Heden, zeer ontevreden waren.

Weldra paarden zich aan dien geest van ontevredenheul nog andere ongeregeldheden, waarvan de gevolgen nog betreurenswaardiger moesten zijn. De ridders vergaten in oen noodlottige workelooshoid hunne krijgshaltige deugden en hot doel van den gewijden oorlog. Daar men hun de rijkdommen van Egypte en bot Oosten belooido, beijverden zich de hoeren en de baronnen bot geld, dat zij van do vrijgevigheid des konings ontvingen of dat do verkoop van hunne gronden of hunne kasteelen hun opgebracht had, in feestgelagen to verbrassen. De bartstochl. van hot dobbelspel had aanvoerders en soldaten ovorinoesterd; na hunne fortuin verloren te bobben , waagden zij zelfs hunne paarden en hunne wapens.

Om do toomolooze zucht naar weelde en vermaken te bevredigen, nam men zijn toevlucht tot allerlei gewelddadige middelen. De aanvoerders van hot leger plunderden de kooplieden die het kamp en de stad van levensmiddelen voorzagen; üij legden hun ongehoorde schattingen op, holgoen scbaarschte len gevolge had, daar de kooplieden wegbleven. De vurigsten ondernamen verre strooptochten , overvielen do karavanen en verwoestten do marktvlekken en de dorpen: dikwerl gaf de vordeeling van buit aanleiding tul hevige twisten en weergalmde liet kamp van klachten en bodroiguigon.

Een dor bedroevendste vorschijnselen was, dat bot gezag des konings met den dag minder geëerbiedigd werd : naarmate de bedorvenheid vorderingen maakte, verloor inon do gewoonte van to gehoorzamen; de wetten waren krachteioos, de deugd bad geen vermogen moor. De koning vond zelfs verzet legen zijn wil onder de prinsen van zijn buis. De graaf van Artois, een vurige en ingebeelde jonge prins, die geen gelijken en geen tegensprekers kon dulden, die tiotsch was op zijn eigen militairen roem en afgunstig op dien van ieder ander, zocht voortdurend twist nu t de overige aanvoerders van hot leger ou overlaadde hen zonder aanleiding met de bloedigste bescbim-pingeu. De graaf van Salisbury, dien hij beleedigd had . ging daarover zijn beklag inbrengen bij Lodewijk IX, en toon hij de voldoening niet kon bekomen, die hij vorderde, sprak hij in zijn toorn deze gedenkwaardige woorden /.ijl qij dan iieen vonitui. daar (/ij t/eeu i/erecldifiheiil hind wiloefenen'! De weerspannigheid der prinsen en de uilspatlingon der grooten \oerden oe wanorde ten top. Met den dag nam de verslapping van de iucht toe; men waakte ter nanwernood voor de veiligheid van hel kamp, dal m de vlakte en op den oosteh ken oever van den Nijl opgeslagen was; de voorposten van lel christen leger waren voortdurend aan den aanval flor vijanden blootgesteld, zonder dat men iets anders daar tegenover stelde dan een onvoorzichtige en rookelooze dapperheid, die de gevaren slechts vermeerderde.

Onder do mnzelmansche soldaten die uitgezonden waren oin de kruisvaarders af te matten, merkte men de Arabieren van do woestijn ol Bedotnenen op, onversaagde krijgers en onvermoeide ruiters, die geen ander vaderland hadden dan de woestijn, geen andere bezittingen dan hun paard en hunne wapens, wie do hoop op buit alle vermoeienissen deed verduren en allerlei gevaren trotsoeren. Aan de Bedouïenen hadden zich eenige Karismische ruiters aangesloten , die aan de verdelging van hunne krijgshaftige natie ontkomen waren. Gewoon om van rooverijen te leven, waakten allen dagen nacht om de christen soldaten te bespieden en schenen de sluwheid en het instinct te bezitten van dio wilde dieren, die voortdurend romdom de woningen van den mensch sluipen, om hunne prooi te zoeken. De sultan van Cairo had een gouden bezanlijn uitgeloofd voor ieder hoofd van een christen, dal men in zijne tent zou brengen. Soms verrasten de Arabieren en de Karismiers de kruisvaarders, die zich van hot leger verwijderden; menigmaal maakten '.ij gebruik van de duisternis van den nacht om in bet kamp di. r te dringen: ingesluimerde schildwachten, in hunne tenten slapende ridders, werden door een onzichtbare-hand gedood, on als de dag begon aan te breken, zag men in de schemering do barbaren met hunne bebloede zegeteekenen de vlucht nemen, om aan den sultan van Egypte bet toegezegde loon le gaan vragtü.

Deze nachtelijke aanvallen dienden vooral om den moed der nuizelmannen aan te wakkeren. Om bel vertrouwen van het volk en het leger te bevestigen, werden de hoofden der christenen ten loon gesteld en de gevangenen in zegepraal rondgeleid , het geringste op de Franken behaalde voordeel werd in geheel Egypte rondgebazuind. De geschiedschrijvers van dien tijd verhalen, medogesleopt door de algemeene zucht tot overdrijving, de onbeduidendste gevechten als gedenkwaardige overwinningon en men leest lieden ten dage mot verbazing in de geschiedonis van een tijdvak zoo vruchtbaar aan groole militaire gebeurtenissen, dat er in de maand van Hamadan zeven en dertig met ketenen beladen christenen in Cairo aankwamen, dat zij weinige dagen daarna gevolgd werden door acht en dertig andere gevangenen, waaronder men vijf ridders opmerkte.

Ncgmeddin scheen zijne bedrijvigheid le verdubbelen naarmate hij zijn einde voelde naderen. Hij verzamelde zooveel troepen mogelijk en hield steeds een waakzaam oog op de bewegingen der christenen om dadelijk mol liimiie lonten zijn voordeel te kunnen doen. Dag en nacht werd gewerkt aan hel herstellen dor torens en der versterkingen van Mansourab; de muzel-mansehe vloot, die den Nijl opgevaren was, had het anker voor de stad geworpen. Te midden dier toebereidselen ontving men de lijding dat de krijgers van Damascus de stad Sidon, die aan do Franken behoorde, bemachtigd hadden, en de sterkte Carac zich voor Ncgmeddin verklaard bad. Die onverwachte tijding, bet zien der gevangenen, en vooral de werkeloosheid van hol christen leger, die men niet in gebreke bleef aan de vrees toe le schrijven, verdreven bet laatste spoor van angst hij do muzelmannen. Terwijl lederen dag nieuwe versterkingen aan het leger van den sultan toevloeiden, verdrong zich voortdurend een dichte menschenmassa in de moskeeën van Cairo en de overige steden van i gypte om de bescherming des Hemels af te smeekon en den God van Mahomed le danken, dat hij de christenen niet toegelaten had met bun,'ie overwinningen hun voordeel te doen.


-ocr page 375-

VIJFTIENDE BOEK.

VAN DEN DOOI) VAN NEGMEDDIN TOT AAN DE TERUGGAVE VAN D AMI ATE DOOR DE KRUISVAARDERS.

1249—12u0,

(Dood van liaynond IT, graaf v:tii Toulouse; aanl^omsl vau den graaf van 1'»iliers in Kgypfo; lint lej^or Irokt logon Cairo op; Alnioadam wordt door do sultane Chegger-Eddour tot sullan uilffi'roniien; liet leger trekt over de Aselunoun; onvorn'zichtiglioid van llohurt, graat van Artois; hij dringt jMansourah binnen; hij wordt gedood; bloedige veldslag; aankomst van den sultan; besmottolijko ziekten, sc.haarsclite; inensohliovondiieid van Lodewijk IX; terugtoeht op bami ate; de koning met zijno heide broeders «mi de voornnamston zijnor baronnen gevangon gtnuonen, wordt naar j\l,insourah gevoerd; heldhaftigheid van koningin l^largaretlia; lafhartig gedrag der iM'saners en der (nnneezen; grootnioedighoid van Lodewijk IX; verdrag mot Alnioadam; deze vorst wordt te IMiarescour vermoord, na oen onderhoud met den koning; eene valsche mooning wedorlegd; (.'heggcr-lCddour en Kzz-Kddin-Avlx'k; edele standvastigheid van den Fransehen monaroh; de emirs vergenoegen zich met zijn woord; ontruiming v:»u Damiate; Lodewyk 1\ keert m t hel ' ve sehot van zijn leger in l't lomns leni^J

^g^evwijl lid cliristcn leger in de geneugten van liet verblijf tA in Damiate de voorschrirten van de tucht en liet doel van den gewijden oorlog vergat, maakte Alplionsus, graaf van Poitiers, zich gereed om naai1 het Oosten te verli'ekken. Al de kerken van Frankrijk weergalmden van de roerende tot de christen krijgers gcrichte vermaningen; de hisscho|ipeu spoorden de geloovigen in naam van den opperherder aan, de onderneming tegen de muze!mannen door hunne milde giften te steunen; een apos-loliselie breve schonk aan den broeder van den heiligen Lodewijk niet alleen de schalting, welke opgelegd was aan de pelgrims, die zich van huime geloften vrijkochten, maar ook al de gelden bij iiil(!rsle wilsbeschikking tot liefdadige werken heslemd, maar waarvoor bet doel niet bepaald aangegeven was. Deze sommen moeslen zeer aanzienlijk wezen, maar zij konden ter iiauwernood de uilgaven bestrijden voor een expeditie, die als een andere kruistocht kon gelden. De ridders en tie baronnen, die zich niet door het voorbeeld en de aansporing van Lodewijk IX hadden laten bewegen, toonden weinig geestdrift of misten de noodige middelen om zulk een lange reis te ondernemen. De godsvrucht ol do dorst naar roem waren niet sterk genoeg meer om ben aan den gewijden oorlog te doen deelnemen. De geschiedenis heeft aanteekening gehouden van een verdrag, bij hetwelk lln^o Ie liruu , graaf van Angoulême, er slechts in bewilligde om met twaalf ridders aan den kruistocht deel te nemen onder uitdrukkelijke voorwaarde, dat de graaf van Poitiers beu tijdens den ganschen duur van de expeditie aan zijne tafel zou spijzen, dat hij aan graaf Hugo Ie liruu een som van vier duizend livres zou voorschieten en hem tot aan zijn dood een jaargeld van zes honderd livres tornoois zou uitkeereu. Deze overeenkomst en verscheidene andere dergelijke waren een nieuwigheid in de militaire gewoonten van het leenheeiiijke stelsel en zelfs in de door de gewijde oorlogen geijkte gebruiken.

liitusscben toonde de adel van Engeland zich ongeduldig om den Fransclien adel, die den heiligen Lodewijk vergezeld hi.d, na te volgen, ^ij lezen in .Matthias Paris, dat de Engelsehe beeren en ridders hunne grondbeziiting'eu reeds verkocht of verpand en bij de joden gelden opgenomen hadden, hetgeen de voorbereiding tot het vertrek voor den kruistoclit scheen te zijn. Het is niet overbodig er hier bij te voegen, dat dit ongeduld om naar het Oosten te vertrekken minder te zoeken was in de godsdienstige geestdrift dan wel in een geest van verzet, die de baronnen tegen hun monareb bezielde, Hendrik III, dien men besclnddigde met de afwezigheid van Lodewijk IX zijn voordeel te willen doen, stelde al het mogelijke in liet werk om de baronnen en de beeren in zijn rijk terug te houden; en daar deze, zijne beden met minachting van de ban I wijzende, in hun voornemen volhardden, besloot hij den invloed der Kerk te baat te nemen. «Evenals een klein kind, dat men een klap gegeven heelt, zich bij zijne moeder gaal beklagen,quot; zegt Matthias Paris, «zoo bracht de koning van Engeland zijne klachten in bij den opperherder, er bij voegende, dat hij voornemens was later zelf te gaan en zijne baronnen naar het heilige land te voeren.quot; In zijne antwoorden verbood de paus Hendrik lil iets tegen hot koninkrijk Frankrijk te ondernemen; maar te gelijk bedreigde hij met den banvloek der Kerk diegenen der Engelsehe ridders en iieeren, die het rijk tegen den wil van den koning zouden verlaten. Gesteund door het pauselijk gezag, gelastte Hendrik aan de koinmandauteu van Dover en andere zeehavens de; noodige maatregelen te nemen opdat geen enkele kruisvaarder zon kunnen scheep gaan.

Raymond, graaf van Toulouse, had insgelijks de gelolle afgelegd van de ongeloovigen te gaan bestrijden; maar de onstaiidvastiglieid van zijn karakter en de staaikunde van den paus beletten hem aan dit voornemen gevolg te geven en wikkelden hein in andere ondernemingen. Afwisselend was hij een ijveraar voor de Kerk en een barer heiligste vervolgers, de apostel der ketterij en de wreedste vijand der ketters, nu eens de vaan des oproers verbeflende, dan weder de gunst der opperherders zoekende; soms onrechtvaardig beoorloogd wordende, en zelf zonder aanleiding den oorlog verklarende. I);» het tijdstip, waarvan wij spreken, dacht de graaf van Toulouse niet meer aan het bestrijden der ongeloovigen; maar maakte zich gereed om zijne wapens te keeren tegen Thomas van Savoie, die kort te voren, tegen den wil des pausen, eene dochter van Frederik gehuwd bad. Hij had afscheid genomen van zijne dochter, de gravin van Poitiers, die op het punt was naar het Oosten te vertrekken, toen hij te .Mil-haid ziek werd. Nu vervlogen al de plannen zijner eerzucht in rook, en ging hij, om ons van de uitdrukkingen van een hedendaagscben geschiedschrijver te bedienen, in een andere wereld da iiulkiioopiiKj der onvi'ililaarbari; uisscUmji'M van zijn leven Ie er en hennen.

Met hem stierf bet stamhuis der graven van Toulouse uit, waarvan verscheidene leden de belden der gewijde oorlogen, anderen de beklagenswaardige slachtotlers van den geest der kruistochten waren. Het graafschap Toulouse kwam door zijn dooi! aan het stamhuis der koningen van Frankrijk, en terwijl Lodewijk IX zijne legers en zijne schatten noodig had ter verovering van liet heilig land, vermeerderden minder schitterende, maar ook minder kostbare, doch voordeeliger en


-ocr page 376-

210 GESCHIEDENIS DEH KRUISTOOIJTEN.

duurzamer veroveringen den luister van liet koningschap, en breidden zij de niaclit van het rijk uit.

Duitschla'nd, Holhiiiil, italië, door woelingen geschokt, vorderden destijds de gelicele aandacht van Erederik 11 en veroorloofden hem niet zijne gedachten op het Oosten te richten. Hij zond den graaf van Poitiers vijftig paarden en vele levensmiddelen, zich verheugende, zeide hij, zich van de verplichtingen die hij aan Erankrijk had te kunnen kwijten; hij voegde er zijne gelukwenschen bij voor het welslagen van den kruistocht en betreurde het innig er geen deel aan te kunnen nemen. Erederik had geleefd gelijk de graaf van Toulouse en evenals deze zou hij weldra in een ander leven het einde van zijne eerzucht, van al zijne gruweldaden en van de lotwisselingen der fortuin aanschouwen.

Hoewel de graaf van Poitiers niet door de omstandigheden begunstigd werd, had hij zijne toebereidselen voltooid en een leger bijeengebraclit. üe nieuwe kruisvaarders scheepten zich te Aigués-Mortes in op het oogenblik zeil, dat de tijding der inneming van Damiate in het Westen aankwam. Het christen leger verwachtte hen in Egypte met des te grooter bekommering, daar de zee van Damiate gedurende langer dan eene maand onafgebroken door een bevigen storm heroord geweest was. Drie weken voor hunne aankomst waren de pelgrims begonnen gemeenschappelijk voor hen te biddp.n; des zaterdags van elke week begaven zij zich in processie tot aan de zeekust om de bescherming des Hemels al te smeekeu over de pelgrims, die tot versterking van het christen leger verwacht werden. Na een overtocht van twee maanden ontscheepte do graaf van Poitiers eindelijk voor Damiate. Zijne aankomst verspreidde blijdschap onder de kruisvaarders, herleveudigde hunne hoop en veroorloofde hen uit hunne nootlottige rust op te slaan.

Lodewijk IX belegde een vergadering der vorsten en baronnen om hen te raadplegen omtrent tien weg dien menzon kiezen en de te nemen maatregelen voor de verovering van Egypte. Vele aanvoerders stelden voor het beleg voor Alexandrië te gaan slaan; zij wezen er op, dat die stad een gemakkelijke haven bezat, dat de christen vloot er veilig zou liggen en men er zich gemakkelijk krijgsbenoodigdheden en levensmiddelen zou kunnen verschafïen; dit was het gevoelen van allen, die in bet oorlogvoeren vergrijsd waren. Een aantal jeugdige bevelhebbers, overtuigd dat men voorde voorzichtigheid genoeg had gedaan door verscheidene maanden in werkeloosheid door te brengen, drongen er op aan, om tegen Cairo op te trekken: zij dachten niet aan de gevaren welke het christen leger konden dreigen in een onbekend land, waar men niets anders moest aantrellen dan vijanden , verbitterd door dweepzucht en door vertwijk'ling. Vooral de graaf van Artois behoorde onder degenen, die verlangden dat de aanval tegen de hoofdstad van Egypte gericht werd: «Wanneer men de slang wil dooden, moet men eerst haar kop verpletten,quot; riep hij uit. Dit gevoelen, dat met vuur verdedig I werd, behield de overhand in de vergadering; de heilige Lodewijk zeil deelde den ijver en de verwachtingen van een onvoorzichtige jongelingschap, en het bevel werd gegeven om tegen Cairo op te rukken.

Het leger der kruisvaarders bestond uit zestig duizend strijders, waaronder meer dan twintig duizend ruiters. Een talrijke vloot voer den Nijl op, geladen met leeitocht, bagage en oorlogswerktuigen. Koningin Margarelha, de gravinnen van Artois, Anjou en Poitiers bleven te Damiate, waar de koning eene bezetting had achtergelaten onder bevel van Olivier van Thermes.

Den 7 December sloegen de kruisvaarders hun kamp op te Pharescour op vijf a zes mijlen van Damiate: het vlek Phares-cour of Fareskoiir, op een verheven terrein gebouwd, bestaat heden ten dage nog. De schrik ging den zegevierenden tochl dei1 kruisvaarders vooruit; alles scheen hun onderneming te begunstigen. Eene gebeurtenis, die tijdens den marsch van het christen leger plaats greep, maar zorgvuldig geheim werd gehouden, zou de zekerheid en de blijdschap der christenen nog aanmerkelijk vermeerderd hebben, indien zij hun bekend geweest ware: na lang tegen zijne smartelijke ziekte geworsteld te hebben, was Negmeddiu er eindelijk aan bezweken. Dit overlijden zou verwarring gesticht hebben onder het volk en het Egyptische leger, indien men geen zorg gedragen had het eenige dagen te verbergen. Toen de sultan den laatsteu adem uitgeblazen had, hielden de mamelukken de poort van zijn paleis bezet als ware hij nog in het leven geweest; men verrichtte het gebed, men gaf bevolen in zijn naam, terwijl de toebereidselen ter verdediging tegen de christenen door de muzelmannen gerege d voortgezet werdea. Al die voorzorgen waren het werk eener vrouw, die aanhankelijk als slavin gekocht, later de begunstigde echtgenoote van Negmeddiu geworden was. Do Arabische gescbiedschrijvoi's roemen den moed en de bekwaamheid van Chegger-Eddoiir, en verklaren eenparig dat geen enkele vrouw haar in schoonheid, geen enkele man haar in genie overtrof.

Na don dood van Negmeddiu bad de sultane de voornaamste emirs bijeengeroepen: in die vergadering werd het opperbevel over Egypte aan den emir Eakreddin gegeven en Ahnoadam Touranschah, die door zijn vader naar Mesopotamië verbannen was, als sultan erkend; eenige schrijvers verzekeren, dat in die vergadering tevens besloten werd gezanten aan don koning der Eranken te zenden, om hem vredesvoorstellen te doen in den naam van den vorst, wiens dood nog onbekend was. Om een verbond tot stand te brengen hadden de gezanten in last den christenen Damiate met zijn grondgebied, Jerusalem en verscheidene andere steden van Palestina aan te bieden. Deze onderhandeling liep op niets uit: de kruisvaarders waren te ver voortgerukt, zij stelden te veel vertrouwen in hunne wapenen om aan eenig voorstel een gunstig oor te leenen.

Zijn marsch langs de oevers van den Nijl voortzettende, trok het christen leger door het vlek Sarensab, tegenwoordig Soriuka genoemd, zonder andere vijanden ontmoet te hebben dan vijfhonderd mu/.elmansche ruiters. Deze ruiters legden aanvankelijk slechts vreclelievende bedoelingen aan den dag; hun gering aantal kon volstrekt geen ongerustheid inboezemen. Lodewijk IX, wiens bescherming zij schenen in te roepen, verbood den kruisvaarders hen aaii te vallen; maar misbruik makende van bet vertrouwen, dat men in hen stelde en van eene gunstige gelegen heul gebruik makende, vielen de muzelmannen onverhoeds de Tempeliers aan en doodden een ridder der orde. Terslontl liep men in het Eransche leger te wapen ; het escadron dor muzelmannen werd van alle zijden bestookt, en degenen die niet onder het zwaard der kruisvaarders vielen verdronken in den Nijl.

Naarmate de christenen Mansourah naderden, nam de bekommering ou de angst der muzelmannen toe. De emir Eakreddin schelste de gevaren die bet Islamisme dreigden in oen brief, welke op het uur des gebods in de groole moskee der hoofdstad voorgelezen werd. Na het formulier: In den vaam van Gixl en van Mahomed zijn jwofcet, begon Eakreddins brief met deze woorden van don Koran : uSiiell loe, gij allen , qrooten en kleinen, de zaal; van God heefl uwe wapens en uwe rijkdommen nnadig. De Eranken,quot; voegde de emir er bij, «de Eranken {die God verdelye!) zijn ons land binnengedrongen met hunne vanen en hunne zwaarden ; zij willen zich van onze steden meester maken en onze provinciën verwoesten; welke muzelman kan weigeren tegen beu op le trekken en de glorie van don Islam te wreken?quot;

Bij de voorlezing van dien brief barstte de geheele bevolking in tranen uit. Er ontstond een groole opschudding in de stad (iaïro, terwijl de lijding van den dood des sullans, die bekend begon le worden, do algomeene verslagenheid niet weinig vermeerderde. Er werden bevelen uitgevaardigd om in al de Egyptische provinciën troepen aan te werven; in al de moskeeën werd de oorlog gepredikt, en de imams poogden de dweepzucht op te wekken om deze aan de moedeloosheid van de wanhoop tegenover te stellen.

Den 19 December bereikte het christen leger bet kanaal van Aschmoun; het bad aan de overzijde van liet kanaal het muzel-mansche leger en de stad Mansourah tegenover zich. Alles scheen aau te duiden dat te dier plaatse hot lot van den oorlog beslist zou worden. De kruisvaarders sloegen liunne tenten op op dezelfde plek waar dertig jaren te voren Johannes van Brienne gekampeerd had; de herinnering aan zijn vreeselijke nederlaag zou bun tot een heilzame les hebben moeten dienen. Het kanaal van Aschmoun was niet zeer breed ; maar zijne bedding was diep en zijne oevers steil. Het was in het jaargetijde, dat liet water laag is; maar de overtocht bood nietlemin groole moeielijkheden aan. Wij hebben hot kanaal bezocht in hetzelfde jaargetijde, waarin de kruisvaarders aan zijne boorden gekampoerd waren, doch er was geen mogelijkheid hel te doorwaden. Men moest derhalve een dijk maken, maar de ingenieurs verstonden bun vak slecht; iederen dag moest men van voren af aan beginnen: de sterke strooming voerde alles mede, wat men haar in den weg stelde. De kruisvaarders werden daarenboven dag en nacht in hunnen arbeid verontrust door de pijlen der muzelmannen en hun vrecselijk Grieksch vuur.

Hoewel de bevelhenher van het muzelmansche leger zonder slag te leveren voor de op de kust van Damiate ontscheeple kruisvaarders de vlucht genomen bad, roemen de Arabische kronijken zijne dapperheid en zijne militaire bekwaamheden; zij voegen er bi;, dat bij door Erederik '1 tol ridder geslagen was en op zijn wapenschild de wapens der keizers van Duitsch-land voerde met 'lie van den sultan van Damascus en Cairo vereenigd. Eakreddin had door zijne toespraken en zijn voorbeeld den moed en hel vertrouwen van een overwonnen leger verlevendigd.

Pas hadden de kruisvaarders hun kamp opgeslagen en met de vereisehte werkzaamheden voor den overtocht van den Aschmoun een aanvang gemaakt, of Eakreddin zond een gedeelle zijner troepen over bet kanaal om bol christen leger in den rug aan te vallen. Door dien onverwachten aanval verspreidden de


K

-ocr page 377-
-ocr page 378-

mmmfimsmmmü,-gt; lt; ,gt;'/'- ■ i vmm mmsëm

v ■ ^' v 11 1 ^ I ' *Msm

ilfe: É

BrS ItM 4 ^A~MmSSm

:è$l

.

Wsm^^m^mmrnM-M ^«.«ssa^ ||gMi ■

i.'è'' '-lt;£•'gt;£? ;.' M^B^BMMMSMwM^^!^W^MWaB||ap igawaBaai

'Sf^iÈi^tx-'■ M

I ■■;■

SBI. feja^A ateawBwi / MiggMgt lt; ^ ''.■? m v^S.gt;sS?® ft i i- Mquot; - ■ t^ff'

S^ïjf aisiï-st.1;; ■

.

WBMMiHMl ''',af■iLAta* 1 ,t'J ^ ^ mhhI - ^t. jj^^r

%

g •' iSKKaMMmHBiMi^TOi ^ml«Bra^MMwP^HWIl sS:gt;'?•:•■) lt; vl jW* quot; ~jC/ I » .» ?amp; \

a

MiB«BH5aBiBB«aiMaggBaBaSig5053ei^^^6»gMia8BBsKa{S^m«agK»fS{S^

quot;m

WÊÊmÊlm

' - ■- - i-^-Mx. ^léMÊÊÊÊ

ssM^a»

quot;-V

:

a^ iSHfeSi ;afe=aaa

mmmmmm -ri

m

mmÊÊmÊÊÊÊÊÊÊÊm

I I

II

IH^H

fmgamp;a Wsmm WM mmÊmÊmm

S quot; - s #

ï'i-l -•' „ i |'.v?' f^'v

;■-.! ii

i:quot;;'

li li-:- ■• tlU fi: •■ ■' .

quot;■1quot;;.' l^-:-

rap5r.-^ wSm Wb WÊÊ. WÊSÊÊ WÊÊ

m K ^rê

li I

; i m\

■i W^mx m

tmÊm ■*';- ■HH| bhb

ÜW hHrHHH HH quot;^^È^LhM^Tj, I ■x-iquot;jr'm'-\ ■ I

:: -si p. i i

j i i H ■ —r- ■. -

mmrna

-ocr page 379-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

241

muzelmannen wanorde on ontslpllenis in hol kamp hunner vijanden. Dit laalsle voordeel deed Imnne stoutheid toenemen en weldra werd er een nieuwe aanval ondernomen op hel kamp der christenen langs de geheele linie, welke zich van hel kanaal xot aan den Nijl nilslrekte. Do muzelmannen drongen herhaalde keeren in de verschansingen der kruisvaarders door; de hertog van Anjou, Guido, graalquot; van Eoreest, do heer van Joiuville en verscheidene andere aanvoerders moesten al hun krijgsbeleid ontwikkelen om een vijand uil hol kamp terug te drijven die met elk nieuw gevecht leerde, dat de Franken niet onverwinnelijk waren, en men hen ten minste op hun tocht kon tegenhouden.

Eiken dag word er in de vlakte en op de rivier gevochten. Verscheidene vaartuigen dor chrisleuen waren reeds in de handen der muzelmannen gevallen, de Arabieren, dio voortdurend rondom hel kamp zwierven, ontvoerden allen, die er zich slechts op korten alsland huilen waagden. Daar de emir Eakreddin enkel door hol verslag der gevangenen omlrent don staal en de mrichting van hel christen leger ingelicht kon worden, looide Inj een belooning ml voor eiken gevangene, dien nion in zijne teut zou brengen. Allo middelen, die de stoul-nioedigheid en de list konden ingeven, werden in het werk gestold om de kruisvaarders te verrassen. Men verhaalt dal een muzel-iiKinsclio soldaat, zijn hoolil met een uilgeholden meloen bedekt liebbendo, in den Nijl sprong eu zich met don stroom liet alzakken, oen christen krijger zag de meloen op hel water drijven en sprong in don stroom om haar te vatton, doch terwijl hij de hand mistak word Inj vastgegrepen en naar liet kamp dor muzelmannen gesleurd. Deze bijzonderlieid, welke iets zonderlings doch niets merkwaardigs aanbiedt, wordt door verscheidene Arabische geschiodsclirijvers, die tor nauwernood van de vooralgaande geveclilon meiding maken, breedvoerig verhaald. Zoodanig is de geest eu het karakter van do meeste Oosterscho geschiedenissen, waar do bouzelachtigslo bijzonderheden dikwijls de plaats inuomen van de nuttigste waarheden eu de gewichligsle goboiirlcuissen.

|imj Terwijl de beide legers elkander mol schermutselingen bozig hielden, gingen do kruisvaarders met de aldamming van den Aschmoun voort. Do chnsleneu hadden houten torens gebouwd en inacbiues opgesteld om de werklieden te beschermen die met hol loggen van den dijk bezig waren, waarlangs de christenou het kanaal mooston overtrokkeu. Van hunnen kant deden do muzelinanueii hun uiterste bost om do clirislenen te vorhiuderen hun werk te voltooien. De dijk vorderde langzaam, on do houleii toi'ons die men gebouwd iiad konden de werklieden noch de soldaten boschermon logon de pijlen, de sloenen eu hel vloeibare vuur, die men nit hot kamp dor muzelmannen op hen alzond. Niels evenaart do verbazing en de onlsteltonis, welke liet enkele gezicht van hel Urieksoho vnur aan liet ('hrislen leger veroorzaakte. Naar liet verhaal der ooggelnigon had dat gednebte vuur, nu eons geworpen door een koperen buis, dan weder door een werktuig, dal men een stoenscliutlor noemde, volgens Joinvillo, de dikte van oen ion, zijn vlaimnoinlo staart was verscheidene voeten luug, de kruisvaarders meenden een vurigon draak door de lucht te zien vliegen; het geluid van zijne oniplolling had veel overeonkomsl met dal van oen ratelenden donderslag. Als liet dos nachls geworpen werd, verspreidde hol een akelig schijnsel, dal hel gansclie kamp verliclilte. Rij hel zien van dat vreosolijko vuur liepen de ridders, die mot de bewaking dor torens belasl waren, doodolijk verschrikt rond: eenigen riepen hunne wapenmakkers te hulp; anderen lieten zich op don grond vallen ol'zonken op de knieën ouder bot aanroepen van deu bijstand des Hemels. De seneschal van Champagne kon zijn ontslelleiiis niet verbergen en dankte God uit den grond zijns harten wanneer het Grieksclio vuur ver van hom nederviel. Lodewijk IX was er niet minder bevreesd voor dan de baronnon en do ridders, en als hij de oniplolling van het vuur hoorde, riep hij onder een vloed van Inuieit uil: IJe^e lieer Jenun Chnslus, behoed mij en nl mijne lieden!

De vnr'uje (jeheden en de smeelumjen van den konimj ivoren on.i van veel nul, zegt zijn levensbosclirijvor Zij konden evenwel de door de kruisvaarders gebouwde houten torens en verdedigings-werkluigeu niet redden: alles werd door de vlammen verteerd ten aanscliouwe van bel christen leger, dat er niets tegen vermocht. I)e christoiien hadden eindelijk moeten inzien dat zij een onmogelijke ondernoining beproeid hadden en zij oen gemakkelijker en zekerder middel moesten zoeken om bel kanaal over lesteken, üugelukkig gaven de bevolbebbors het plan niet op en lieten nieuwe loreus bouwen, die liet lol van de eersten deelden. Op die wij/o verspilden zij voel kostbaren lijd, en do nnltoloos-heid hunner pogingen bergal' den inuzelmannen hun ganschen moed.

Zoodanig was de slaat van zaken, toen do mamelukkon vernamen dat hun nieuwe sultan Ie Damascus aangekomon was en hij in zijn hoofdstad verwacht werd. Zijne aankomst vervulde hen mot nieuwe hoop; zij loonden zich op huime beurt

vol vertrouwen op do overwinning. Om het vnur zijner soldalen aan te wakkeren, verklaarde Eakreddin herhaaldelijk op slelligen toon, dat hij binnen kort in de tont van den koning der Franken zou slapen.

Do christenen lagen sinds eeno maand voor den Aschmoun, terwijl zij hunne krachten in iiulteloozo pogingen verspilden. Hunne aanvoerders gaven zich niel de geringste moeite om te onderzoeken ol' het mogelijk was hel kanaal te voet te doorwaden ofwel zwemmende over te steken, gelijk de muzolmansche ruiterij gedaan had. Zij begonnen te vertwijfelen toon hol loeval hun een middel aan do band gaf om uit do verlegenheid te geraken, een middel, dat zij eerder zouden gekend bobben indien zij minder halsstarrigheid en meer doorzicht aan den dag gelogd hadden. Een Rodonïon kwam linbort van Reaujou, conne-table van Frankrijk, aanbieden hom op vier mijlen afslands van hel kamp eon wed aan te wijzen, door botwolk do kruisvaarders zonder gevaar don overkant van don Aschmoun zouden kunnou bereiken. Na zich verzekerd te bobben dal do Arabier de waarheid gezegd had, werd bom eeu som van vijfhonderd gouden bozanton nitgoleld, die hij gevorderd had, en trof hot christen leger do noodige scbikkingeu om van die gelukkige doch spade ontdekking gebruik te maken.

Do koning en do prinsen zijne broeders, met do gansche ruilerij, begaven zich in hol midden van don nacbt op weg; de hertog van Rourgondië bleef met de infanterie in bel kamp om den vijand in hot oog le bondon on de machines en don legertros le bewaken. Rij bel krieken van den dag waclillen al de escadrons, die den Ascbmoun moesten overgaan, hot teekon daartoe op don oever.

Rij onze reis in Egypte, op het spoor der kruisvaarders, hebben wij de plek herkend, waar de ruiters in den stroom Hingen en een (joed wed en vasten (jrond vonden; dit gedeelte van hot kanaal wordl door Makrisi Sedam genoemd. De bewoners uit don omtrek maken er nog gebruik van als de waterstand op den Nijl laag is. Er zijn verscheidene andere wedden in de nabijheid. Do bodem van hot kanaal is drassig en de kant zeer steil, hetgeen den ovorlocht van het leger langdurig en lastig maakte.

De graaf van Arlois bood zich het eerst aan om den Aschmoun door le trekken. De koning, die de onstuimige roekeloosheid zijns broeders kende, wilde daartoe aanvankelijk geen verlof geven; doch Robert bleef aandringen en zwoer op hol Evangolie, dal hij, op den anderen oever gekomen, zou wachten tot hel geheele christen leger don overtocht volbracht had. Lodewijk sloeg onvoorzichtig geloof aan de belofte van den vurige jongen prins en verioendo hem bet gevraagde verlof. Do graaf van Arlois stelde zich aan hol hoofd van de voorhootle, waarin zich de Hospilaalridders, do lempoliors en de Engelsche kruisvaarders bevonden. Deze voorhoede trekt don Asclmionn over en slaat drie duizend vijandelijke ruiters op de vlucht. Rij liet zien der vlnchtondo muzebnannou brandt Robert van ongeduld om hen te vervolgen. Te vorgeols brongen de beide grootmoestors hein onder hel oog, dal de vlucht des vijands misscbion slechts een krijgslist is, dat hij op hot leger moot wachten en de bevelen dos konings opvolgen: Robert vreest de gelegenheid verloren te laten gaan om over de ongeloovigon le zegevieren , en geeft slochls gehoor aan zijn zucbl om te overwinneu: b'j rent met hot zwaard in de vuist do vlakte in, sleept allen met zich mede, en vervolgt do miizelmannen tol ui hun kamp, botwolk hij mot hen binnondringl.

Eakreddin, hel opperhoofd vau hel muzelmauscbe leger, was juist in het had en liet, volgons hel gebruik der Oüslerliugen, zijn baard verven: hij stijgt ton halve gekleed te paard, verzamelt zijne troepen en biedteen wijl weerstand; woldra echter wordt hij, bijna alleen op het slagveld achtergebleven, omsingeld en zinki door lallooze sabelhouwen getrollën dood neder.

Hol gelieele miizelnianscho leger vluchtte in verwarring naur 'lansourah Do verleiding was le sterk, dan dat Robert aan de begeerte kon weerslaan om de muzolmaimcn le vervolgen; wal tccb had hij te vreezon van een vijand die zijn kamp in don steek liet? Kon bij uiet mol grond verouderstolleu, dal de mnz ■Imaimon vluchtten gelijk le Damiale en de schrik lien zou verbindoren zich te verzamelen? Al die gedachten door-kruislen met bliksemsnelheid don geest vau den graaf van Arlois eu Holen hein uiet toe het overige gedeelte van het leger af le wachten om zijne overwinning te voltooien. Te vergeefs herhaalt de groolmeesler van den Tenipel zijue waarschuwingen: de jeugdige prins antwoordt mol hefligheid op de raadgevingen van de ervaring. In zijn drift beschuldigt hij de Tempeliers en de Hospitaalridders het met de ongeloovigon eens le zijn en een oorlog te willen bestendigen, waaruit zij voordeel mdeslen trekken voor hunne eerzucht. «Derhalve zouden wij en onze ridders onze gozinneu en ons vaderland verlaten bobben, zouden wij ouzo dagen op een vreemden bodem, le midden ^ der vermoeienissen en der gevaren van don oorlog doorbrengen 1 om de zaak der christelijke Kerk le verraden?quot; antwoordden

31*


-ocr page 380-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

242

hem de beide grootmeesters met waardiRlieifl Hierop beval tie grootmeester der Tempeliers zijne ridders liuiiiie wapens gereed te maken en de strijdbanier te ontplooien. De graal van Salisbury, die de Engelsclien aanvoerde, wilde op bel gevaar wijzen' waaraan bet cbristen leger, van zijne oorboede gescheiden , kon blootgesteld worden Doch de graal van Arlois liet hem niet uitspreken » Aiiiisivalhgc laadgfunifien zijn hij ons niet op haai plaats quot; viel hij liem ba'rscb 111 de rede Nu hernieuwden zich de twisten, die leeds zoo menigwerl waren uitgebarsten, en in liet vuui der woordenwisseling werd de stem der voorzichtigheid gesmoord De graal van Artois blijlt volharden in zijn voornemen, en weldra stormen Tempeliers, Engelsclien, Eranschen en Hospitaalridders in woeste vaart gezamenlijk naai Mansourah, en dringen de stad binnen, die door den' vijand verlaten is, eenigen blijven achter om te plunderen, de overigen zeilen de vluchlenden op den weg naar Cairo achterna.

Waren al de cbristen troepen over den Aschmoun geweest op hel oogenblik dal de graal' van Artois Mansourah hinnen-drong, dan ware de nederlaag der vijanden volledig geweest. Maar de overtocht ging met veel moeielijkbeden en verwarring gepaard; terwijl bel Eransche legerden Aschmoun doorwaadde, scheidde een aVslaud vau twee inijlen bel van zijne voorhoede.

De uit hun kamp verdreven Turken meenden aanvankelijk dal zij te strijden hadden tegeu hel geheele leger der kruisvaarders, aangevoerd dooi den koning van Erankrijk, maar weldra hespeuren zij hel gering aantal hunnei vijanden en schanien zich voor zulk een handvol krijgers de vlucht genomen te liLsbbcn. Zi| houden stand en verzamelen zich onder aanvoering van Ribars-Bendocdar, den booklniaii der boogscbulters, wicn de mamelukken m dei baast hel opperbevel opgedragen hebben. Ribars drijft de christeiien tot in Mansourah terug, steil een gedeelte zijner troepen Insscben den Aschmoun en dc slml op, bemacbligl de poorten en werpt zich met de keur zijner soldalen op de kruisvaarders. «De mamelukken, die leeuwen der gevecblenzoo spreekt een Arabisch gescbiedscbri|ver, «wierpen zich op de Eranken gelijk een woedende orkaan, hunne vreesrlijke knotsen brachten overal den dood ol doode-lijke verwoniliiigen.quot; De in de stad verstrooide christeneii hadden ter nauwernood den tijd om z ch te vei zanielen ; opeengedrongen in nauwe straten, konden zij niet te paard strijden ol zich van hunne zwaarden bedienen; van de daken en uit de vcusteis liet men steciien op hen nedei'ploll'en en goot men stroomen Grieksch vuur over beu uit, de poorten der stad waren gesloten, drommen muzelmannen bezetten alle wegen; er restte lioege-naamd geen hoop op behoud aan die dappere schaar, die koi l te voren een geheel leger op de vlucht gedreven bad.

Weldra verkeerde het cbristen leger, hel kanaal overgetrokken zijnde, in bel grootste gevaar; naarmate de kruisvaarders de overzijde van den Ascbmoun bereikten , vernamen zij, de oenen , dat dé graal'van Artois den vijand vervolgde, de anderen, dal bi{ in Mansourah opgeslolen was; de meeste ridders brandden van begeerte uui zijn roem ol zijne gevaren te deelen en \ liegen zonder te wachten op degenen die hen volgen, naar het kamp der muzelmannen, vervolgens naar de stad.

Een der eersten, die zich in beweging stelde, was de graal van Rretagne, bij wordt weldra gevolgd door Guido van Mal-voism , den heer van Joinville en de dapperste ridders van het leger. Zonder eenige voorzorg in acht te nemen spoedden zij zich over de vlakte, waarin zich allengs meer vijanden begonnen te verloonen, naar Mansourah; het duurde dan ook niet lang, ol zij werden van elkander gescheiden; eenigen keeren op hunne schreden terug, doch de meesten zien zich door de muzelinaiinen omringd; tallooze gevechten werden gelijktijdig in de vlakte geleverd; hier waren de christenen overwinnaars, ginds over-wonneiien; overal zag men ben al'wisselend aanvallende, zich verdedigende, den vijand op de vlucht drijvende ol zelve vluchtende.

Plotseling ziel men van de zijde van den Aschmoun een stol'wolk opstijgen; men hoort bet geschetter der troinpelten en der klaroenen: het is hel christen leger, dut in aantocht is. Aan de spits der ruiterij reed de heilige Eodewijk; bij hield sland op een verhevenheid waar aller oogm zich op hem vestigden; de in den omtrek verspreidde ridders, die den ongelijkcn kamp tegen de muzelmannen bijkans niet meer konden volhouden, meenden den engel der gevechten te zien, die hun Ie hulp kwam; Joinville vooral, die door den vijand van nabij besprongen werd, kon zich niet weerhouden de majestueuze houding van den monarch te hewonderen. Eodewijks hoofd was gedekt met een vergulden helm, hij bad een Duitsch slagzwaard in de band, zijne wapenen scbilterden oogverblindend en zijne Here houding bezielde al zijne krijgers. Velen der ridders, die den heiligen Lodewijk vergezelden, hunne krijgsmakkers aan alle kanten niet de muzelmannen handgemeen ziende, verlaten de gelederen en storten zich in hel gewoel. Hierdoor neemt de verwarring natuurlijk nog loc; iedereen rent doelloos voort zonder te weten welke groep bij te hulp moet snellen Weldra ziel men de vanen van het christen leger niet meer wapperen; men weet niet meer waar de koning zich ophoudt, niemand geelt meer bevelen, de knots en de strijdbijl doen de helmen en de scbihU n in duizend stukken springen. Eenigen storten met wonden overdekt neder, anderen worden onder de hoeven der paanh n vertreden, de strijdleus der Eranscben: Montjoie-Sainl-Dmiis ( n die der muzelmanhen: Islam, Islam! verinengen zich, de kreU n der stervenden, het gekletter der wapenen, het geroll'el der trommen vormen een akelig concert, dat den dapperste doel huiveren. Van hel kanaal tot aan Mansourah en van den Nijl tol aan den oever, dien de kruisvaarders even te voren met zooveel inspanning beklommen hadden, is hel gansche lei rem slechts één slagveld, waar ieder voor zijn leven strijdt, stroomen bloeds vloeien aan alle kanten zonder dat de overwinning zich voor de Turken ol' de christenen verklaart.

De kruisvaarders hadden m al deze gevechten eenige voor deelen behaald; maar bun leger was grootendeels verstrooid. Daar verschijnt echter Bibars op het tooneel vau den strijd. Na in Mansourah een genoegzame troepenmacht gelaten te hebben om over het verzet van den graaf van Artois en diens ridders te zegevieren, stelde hij zich met de overige onder zijne bevelen slaande soldaten in beweging en richtte zijne schreden naar de zijde van het kanaal, hetzij om de muzelmannen te ondersteunen , die begonnen ie wijkeu, hetzij om een beslissenden slag te leveren. Lodewijk én de bij hein zijnde aanvoerders bemerken de beweging vaii den vijand en begrijpen zijne bedoeling. De koninquot; geeft terstond bevel dat het leger op het kanaal terug moei quot;trekken om niet omsingeld en van de gemeenschap met den hertog van Bourgondië, die op den anderen oever gebleven is afgesneden Ie worden. Beeds wees de banier van Sinl-Denis, voor quot;de bataljons uilgedragen, hun de richting aan, die zij moesten volgeii, toen de graven van Poitiers en vau Vlaanderen, die in de vlakte voortgernkt waren, den koning lieten hood-

schappen, dal zij gingen bezwijk..... indien men hen niet ijlings

te hulp kwam; van een anderen kant kwam Irnbert van Beaujeu berichten, dal Robert op hel puin was in Mansourah een smade-lijken dood te vinden. Eodewijk hield een oogenblik besluiteloos halt; eene menigle ridderssnelien zonder zijne bevelen af te wachten de liertogen van Poitiers en van Vlaanderen, anderen den graaf van Artois te hulp; de muzelmanneii bezetten de vlakte; de Eransche krijgers kunnen, van den koning gescheiden, aan de memuie vijanden niet weerstaan en trekken op het leger temquot; \v; ,.rin zij verwarring stiehten. Plotseling verspreidt zich^het gerucht dat de muzelmannen op alle punten zegevierend zijn en de koning den terugtocht bevolen heeft; verscheidene escadrons sloegen op de vlucht en renden naar bel kanaal; in een oogwenk was hel water bedekt met verdrinkende paarden en ruiters. Te vergeefs poogde Lodewijk in dal hachelijke oogenblik zijne troepen te verzamelen, zijne slem wordt ter nauwernood gehoord; hij geeft bevelen, die onuitgevoerd blijven. Nu stort hij zich in het midden van hel gevaar, en zijn ijver sleept hem'zoover mede, dal zijn schildknapen moeite hebben hem te volgen. Van zijn gevolg gescheiden, ziet hij zich plotseling omringd door zes muzelmansche ruiters, die hem gevankelijk willen wegvoeren; Lodewijk biedt weerstand, slaagt er in zich uit hunne handen Ie bevrijden en drijft hen op de vlucht. Deze sehitlerende daad doel de vluchtende kruisvaarders, die hiervan getuigen zijn, stand houden; van alle kanten snellen de Eransche krijgers loe en verzamelen zich om den koning, hervatten den strijd en verstrooien op hunne beurt de muzelmansche bataljons. Terwijl hel christen leger mei den vijand slaags was onl zich een dóorlocht te banen naar den graaf van Arlois en diens leven le re Iden, verdedigde die ongelukkige prins zich met bewonderenswaardigen heldenmoed binnen Mansomah. Het gevecht duurde van tien uren des morgens lot drie uren van den namiddag; overdekt mei wonden, uitgeput van vermoeienis, omgeven door hunne gedoode wapenmakkers, boden de dappersten nog steeds weerstand; eindelijk bezweken ook de laatslen voor de overmacht: Salisbury werd gedood aan de spits der krijgers, die bij aanvoerde; Robert van Vair wikkelde zich, voor hij dood nederzonk, in de Engelsche banier, die hij droeg; de graaf van Artois, die zich in een huis verschanst had, verdedigde zich langen lijd doch viel ook eindelijk als hel offer zijner ro keloosheid. De christen krijgers waren ten getale van vijftienhonderd Mansourah binnengedrongen; bijna allen vonden er den dood. De grootmeesler der Mospilaairidders, alleen overgebleven, werd gevangen genomen; die van den Tempel ontkwam als door een wonder en keerde des avonds in bet christen leger terug, met verscheurde kleederen en uit tallooze wonden bloedende. Hij had tweehonderd tachtig zijner ridders aan zijne zijden zien vallen.

Verreweg de ineèsien dergenen, die naar Man ;ourah gesneld waren om den graaf van Artois bij te slaan, moesten hu nen onbesuisden ijver niet den dood bekoopen. I e dappere Guido van Malvoisin kwam tot aan de muren, doch vermocht niet


-ocr page 381-

WÊÊÊIMmm

mmmmm

mm

•'

|

:

«i ,

msmm.

Bi

- ' I

üiH

-ocr page 382-

HET KOOFD VAN DEN EMIR WORDT AAN HET SERAIL VERTOOND.

-ocr page 383-

243

binnen de start te geraken. De hertog van Bretagne deed 1 ongelooflijke pogingen om tol de plaats van liet gevecht door te dringen, hij hoorde de bedreigingen, de kreten en het gedruisch dat in de stad heerschie, zonder de poorten te kunnen doen openramineien ol'de wallen beklimmen. Hij keerde eerst tegen het vallen van den avond terug; hij gaf groote golven bloed op; zijn paard, dat uit talloo/e wonden bloedde, had zijn toom verloren m kon hem bijkans niet meer dragen, terwijl al de krijgers, die hem volgden, gekwetst waren. In dien staat loonde hij zich nog verschrikkelijk voor zijne vijanden, daar hij degenen, die hem duiTden te vervolgen, met zijn lans doorboorde ol' tol de vlucht dv.ong.

Toen de nacht de strijders gescheiden had, kwam de prior der Hospitaalridders De Rosuay de hand des konings kussen en vroeg hem ol' hij narichten had van den graal van Artois. « Alles wat ik weet,quot; antwoordde de vrome monarch, «is dat hij nu in het paradijs is.quot; Om zijn geest van die droevige gedachte al te leiden, begon de ridder uit te weiden over de voordeelen, welke men bevochten had. Toen sloeg Lodewijk zijne met tranen gevulde oogen ten hemel. «God zij gelooid voor hetgeen Hij ons geelt,quot; viel hij hem in de rede, «maar terwijl hij dit zeide biggelden hem de tranen langs de wangen,quot; verhaalt Joiiivillc.

Hoewel het leger aan den graaf van Artois de dien dag geleden verliezen te wijten had, deelde het de droefheid van Lodewijk. Zoo sterk was onder de Fransche krijgers het overwicht der dapperheid, dat de grootste misslagen in hun oog door een roemvollen dood uitgewischt werden. Men weel overigens, dat bij alle kruistochten degenen die met de wapens in de hand stierven, in de rij der martelaars geplaatst werden. De christen krijgers zagen in den graaf van Artois niet anders meer dan een soldaat van Jesus Christus, dien God weder tot zich geroepen had, zoo verpersoonlijkle zich de godsvrucht met den roem en vereerde men hen als heiligen die men als helden bewonderde. Matthias Paris verhaalt m zijne geschiedenis, dat de moeder van Salisbury haren zoon ten hemel zag stijgen op den dag zeiven van den veldslag van Mansourab. Dezelfde meening heerschie onder de muzelmannen: degenen, die op het slagveld in de oorlogen tegen de christenen den dood vonden, werden als martelaars van den Islam beschouwd. «De Franken,quot; zegt de Arabische geschiedschrijver Gemal-Eddin, «zonden Fakreddin naar de boorden van de hemel-sche rivier, en zijn uileinde was een schoon uitfiinde.quot;

Dc geschiedenis heelt de namen niet opgeteekend van al de krijgers die zich bij den veldslag van Mansourah onderscheidden; doch de seneclml van Champagne behoorde niet onder degenen, die liet minst gevaren liepen en de minste dapperheid aan den dag legden. Mei vijf andere ridders verdedigde hij een brug tegen den aandrang van een groote drom vijanden; tweemaal werd hij daarbij van zijn paard geworpen. In zulk een groote benauwdheid wendde de vrome ridder zich tot zijn patroon den heiligen Jacobus en sprak: II; hul u, lieilüje Jacolms, kom mij Ie hulp en sla mij bij in dil uilersle. Hij voelde zich door dit schietgebed geheel gesterkt en dwong den vijand tot wijken, .loinvilie nam den geheelen dag aan den strijd deel. zijli paard bekwam vijftien wonden en hij zeil werd door vijf pijlen getrollen. De senecbal deelt ons mede, dat hij te midden der gevechten van dien dag eenige lieden van hooge afkomst in de algemeene verwarring de vlucht zag nemen; hij noemt niemand, dewijl op het oogenbhk, dat hij schreef, de personen, waarvan hij spreekt, dood waren en het hem niet voegzaam voorkomt van de overledenen kwaad te zeggen. He teruglioudendlieid, waarmede de geschiedschrijver zich hier uitdrukt, duidt genoegzaam den geest van het Fransche leger aan, waarbij men het als een onuitwischbare schande en als bet grootste ongeluk beschouwde, een oogenblik van vrees te hebben gekend.

De moeste Fransche krijgers veiioren, tegenover de gevaren, nooit dat gevoel van eer, hetwelk het karakter der ridderschap vormde. Terwijl Errardus van Severey met eenige ridders tegen een groote schaar muzelmannen streed, ontving Inj een sabelhouw over het gelaat; bij verloor veel bloed en scheen zijne wonde niet te zullen luinnen overleven, toen hij tot de ridders, die aan zijne zijde streden, deze woorden richtte: «Indien gij mij verzekert, dat ik en mijne kir.deien van alle smet gezuiverd zullen bbj.'cn, wil ik voor u hulp gaan vragen bij den hertog van Anjou, dien ik ginds in de vlakte zie.quot; Allen prezen zijn besluit, waarop hij, zijn paard de sporen gevende, zich een weg door de vijandelijke escadrons baande, tot den hertog van Anjou doordrong en met dezen terugkeerde om zijne krijgsmakkers te omzetten, die op het pnnt waren hel onderspit te delven. Korten tijd na die heldhaftige daad gaf Krrardus van Severey den geest; hij stierf met het gevoel van een ijdclen roem, maar de vertroostende overtuiging mede in het graf nemende, dat, gelijk hij gewenscht had, geen smet op zijn naam ul' dien zijner kiiideren zou kleven.

Nadat de muzelmannen teruggetrokken waren, bezette het christen leger hun kamp, hetwelk de voorhoede des morgens vermeesterd had en door do Bedouïenen gedurende den slag geplunderd was. Hel kamp der vijanden ea de oorlogswerktuigen, die zij er ae, rgelaten hadden, waren de eenige vrucht der krijgsverrichtingen van dien dag. De kruisvaarders hadden getoond wat de dapperheid vermag; hun zegepraal ware vollediger geweest indien zij zich hadden kunnen verzamelen en vereenigd strijden. Hunne aanvoerders bezaten niet genoeg bekwaamheid of overwicht om den misslag des graven van Artois te herstellen; do aanvoerders der muzelmannen, die meer bekwaamheid aan den dag gelegd hadden, werden ook beter gesteund door de tucht en dc gehoorzaamheid van de mamelukken.

De verliezen gewaar wordende, die zij geleden hadden, dachten de christenen er niet aan hunne overwinning te vieren. Om den uitslag van zoovele bloedige gevechten met juistheid te beoordeelen, was het genoeg de tegenstelling dor gewaarwordingen op te merken, die de beide legers vervulden. Een sombere droefgeestigheid heerschte onder de overwinnaars; de muzelmannen daarentegen, hoewel uit hun legerplaats verdreven en naar Mansourah teruggedrongen, beschouwden hel als een zegepraal, dat zij den verderen tocht hunner vijanden gestuit hadden, en gerustgesteld omtrent den afloop van den oorlog, gaven zij zich des te meer aan de blijdschap over, naar mate hunne beduchtheid vóór den slag des te levendiger geweest was.

Inderdaad, niets kan de verslagenheid schilderen welke dc eerste aanval des graven van Artois onder de muzelmaiinen teweeggebracht had. Bij den aanvang van den strijd bracht oen duif naar Cairo afgezonden er oen boodschap over in de volgende bewoordingen vervat: «Op het oogenblik dat deze vogel afgezonden wordt, valt de vijand Mansourah aan; een vreeselijke slag wordt door de christenen aan de muzelmannen geleverd.quot; Bij dat bericht werd de bevolking van Cairo door angst aangegrepen. Weldra kwamen lal van onbeilspellendo gerucliten do ongerustheid vermeerderen. De poorten der stad bleven den ganschen nacht geopend om de vluchtelingen op te nemen; allen overdreven het gevaar om Iiliiiiio lafhartigheid te verontschuldigen. Men vreesde dal hel met het Islamisine gedaan was; velen veiiielen reeds de hoofdstad om een lue-vluchtsoord te gaan zoeken in Opper-Egypte. Den volgenden dag veranderde alles van gedaante: een tweede duif bracht tijdingen aan, die wel geschikt waren om de muzelniaiiiieii gerust te stellen. De nieuwe boodschap hield in, dal de God van Mahomed zich tegen de christenen verklaard bad ; nu wa.s alle vrees verdwenen en de alloop van den slag bij Mansourah, zegt een Arabisch schrijver, was de sleutel der vreugde vuur (die ware (icioovij/cii.

Nog in donzelfden nacht, die op den slag volgde, deed liet muzelinansche leger herhaaldelijk pogingen om zijn kamp en zijn oorlogswerktuigen te hernemen, die in het bezit der Fransehen gebleven waren. De doodelijk vermoeide christen soldaten hoorden telkens alarm slaan, z'oodal de aanhoudende aanvallen des vijands hun niet veroorloofden liinine krachten door den slaap te herstellen; verseheidenen hunner waren verzwakt door hunne wonden en konden tei nauwernood liunne wapenrusting aangorden, nochtans verdedigden zij zie', met huune gewone dapperheid.

Daags (' irna, het was aschwoensdag, vierden de priesters 'Ie door dm godsdienst voorgeschreven pleelitlgbedeii voor de opening van de vaste. Hel cliristen ,eger bracht ee:i gedeelte van den dag in hel gebed, het overige gedeelte met toebereidselen ter v Tdediging door. Terwijl de soldaten van bel kruis aan den voel der altaren nedergebogen lagen en zich gereed maakten om de ongeloovigen af te slaan, vermengden zich sombere beelden van rouw en onheil in hunne harten met de gevoelens van de dapperheid en die der godsvrucht. Hoewel zij met herheid hunne behaalde overwinningen gcdachlcn, zagen zij nochtans met een zekere huivering de loekomst 10 gemoet, en het zinnebeeld der menschelijke ijdelhedeii, hetwelk de Kerk ieder barer kinderen dien plechtigen dag aanbiedt, was wel geschikt hunne droevige voorgevoelens voedsel le geven.

Nog denzelfden dag hield men zich bezig met een brug over den Aschnioun te slaan, ten einde met het kamp van den hertog van liourgoiidië in gemeenschap le treden. Aanvoerders en soldaten sloegen de handen aan het werk; na een tijdsverloop van weinige uren was alles voltooid. De infanterie, welke aan de overzijde gebleven was, kwam het leger versterken , dal zich weldra in nieuwe gevechten gewikkeld moest zien.

Bibars, die het opperbevel op zich genomen had, was er slechts op bedacht van zijne eerste voordeelen partij le trekken. Toen het lichaam van den graal van Artois gevonden werd, vertoonden de mamelukken zijn met leliën bezaaid kuras, zeggende dat het dc wapenrusting was van den koning van


-ocr page 384-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

Frankrijk. Dit gezicht voerde den strijdlust der muzelmannen ten top. Aanvoerders en soldaten eischten met luide kreten dat men hen ten strijde zon voeren. Het muzelmansche leger kreeg bevel zich voor den tweeden dag daarna, den eersten vrijdag in den vaste, gereed te houden.

Lodewijk IX werd van hei voornemen des vijands verwittigd; hij gaf den voornaamsten aanvoerders bevel liet kamp te versterken en hunne troepen voor don strijd toe te rusten. Des vrijdags, bij het krieken van den dag, stonden de christenen strijdvaardig; ter zellder tijd verscheen do opperbevelhebber der muzelmannen in de vlakte en schaarde zijne troepen in slagorde. Hij stelds de ruiterij in de eerste gelederen op, de inlanterie daarachter en iels verder plaatste hij een reservekorps. Mij breidde zijne liniën uit ol' versterkte ze, volgens de schikkingen, die hij zijne vijanden zag nemen. Zijn leger bezette de vlakte van liet kanaal tot aan de rivier. Te twaalf uren liet hij zijne vanen ontplooien en den aanval blazen.

De hertog van Anjou stond aan het Iront van hel kamp aan den kant van den /ijl; hij werd het eerste aangetast. De inlanterie der muzelmannen rukte voor en opende den strijd met hel werpen van Grieksch vuur. Dit vuur liechlte zich aan de kleederen der soldalen en aan de schabrakken der paarden: door vlammen aangetast, die zij niet konden blusschen, liepen de soldaten, afgrijselijke kreten slakende, verbijsterd rond, terwijl do paarden op 'hol gingenen verwarring in de gelederen brachten. Begunstigd door die verwarring, baande de vijandelijke ruiterij zich een doortocht, verstrooide degenen, die nog stand hielden en drong in de verschansingen door. De hertog van Anion vermocht aan de herhaalde aanvallen der vijanden bijkans niet meer hel hoofd te bieden; zijn paard onder hem gedood zijnde, streed hij te voet, en op hel punt voor de overmaehl te moeten zwichten, Hel hij Lodewijk IX om bijstand vragen.

De koning, die zelf mei de muzelmannen slaags was, verdubbelt zijne pogingen, drijft den vijand in de vlakte terug en vliegt daarheen waar andere gevaren hem roepen. De ridders, die hem vergezelden, wierpen zich o|i de muzelmansche bataljons, die het kwartier van den hertog van Anjou bedreigden. Lodewijk laat zich noch weerhouden door de van alle kanten op hem afgeschoten pijlen, noch door het Grieksche vuur, dal zich aan zijne wapenrusting en de schabrak van zijn paard vasthechtte. In het verbaal van dat gevecht geeft Joinville zijne verwondering te kennen, dal de koning van Frankrijk aan den dood ontkomen is en kan zich dal soort van mirakel niet anders verklaren, dan door hel aan de almacht Cods toe te schrijven.

Links van den hertog van Anjou kampeerde hel christen leger van hel eiland Cyprus en van Palestina, aangevoerd door Gindo van Helin en zipi'broeder Boudewijn. Deze pelgrims hadden aan den jongsten slag geen deel genomen en waren derhalve nog in het volledig bezit van hunne paarden en hunne wapenen. Met hen streed de dappere Gaucher van Chatillon aan het hoofd van een keurbende. Deze onversaagde krijgers sloegen alle aanvallen af, en pal op den aan hu mie dapperheid vertrouwden post staan blijvende, droegen zij veel bij lol hel behoud van hel kamp en liet leger.

Daar de Tempeliers het meerendeel hunner ridders in Man-sourah verloren hadden, hadden zij zich achter een bouten verschansing gelegerd, samengesteld uil de aan de muzehnannen ontnomen oorlogsmachines. Deze zwakke verschansing was niet bestand tegen de werking van het Grieksche vuur; de vijand dringt midden door de vlammen hel kamp binnen; do Tempeliers vormen met hunne lichamen een ondoordringbaar bolwerk en houden verscheidene uren lang den aandrang der aanvallers tegen; bel gevecht was zoo levendig op dit punt, dal men achter de plek, welke door de strijdmacht van den Tempel ingenomen word, tor nauwernood den grond kon zien, zoo dicht was deze met pijlen en spiesen bezaaid. De grootmeester der Tempeliers verloor hel leven in het gewoel; een groot aantal ridders liel zich dooden mei hem te verdedigen of le wreken. De wonderen van hun heldenmoed deden eindelijk den vijand afdeinzen , en de laatsten, die bij dal hardnekkige gevecht sneuvelden, smaakten stervende de vertroosting de muzehnannen le zien vlieden.

Guido van Malvoisin stond in de nabijheid van de stelling, welke de Tempelridders verdedigden ; liet door hem aangevoerde bataljon was bijna geheel samengesteld uil zijne bloedverwanten en vormden in den strijd een familie van krijgers, die altijd nauw vereenigd en altijd onverwinlijk waren. Guido zelf was aan de grootste gevaren blootgesteld ; hij werd herhaaldelijk gewond zonder dat hij er aan dacht den strijd op te geven. «De Turken,quot; zegt Joinville, «overdekten monseigneur Guido van Malvoisin zoo dicln met Grieksch vuur, dal zijne lieden het ter nauwernood konden uildooven.quot; Zijn voorbeeld en het gezicht zijner wonden verdubbelden den moed zijner krijgsmakkers, wien hel ten laatste mocht gelukken den vijand le doen aldeinzen. Niet vu-re van Guido van Malvoisin, benedenwaarts naar hel kanaal, stonden de Vlaamsche kruisvaarders: graaf Willem voerde hen aan; hij hield onbeweeglijk den woedenden schok der mamelukken uit. Aan zijne linkerzijde streed Joinville met eenige ridders; de seneschal had bij die gelegenheid zijn behoud te danken aan de krijgers van Vlaanderen en hij zwaait hun dan ook den grootslen lol toe. In vereeniging mol de kruisvaarders van Champagne dreven de Vlamingen de muzelmansche ruiterij en infanterie op de vlucht, vervolgden hen buiten liet kamp, en keerden terug beladen mei de schilden en de kurassen, die zij aan hunne vijanden ontnomen hadden.

De graaf van l'oiliers voerde den linkervleugel van hel leger aan; daar die prins alleen infanterie had, was hij niet bestand legen de ruiterij der muzehnannen. Zoodanig waren de krijgers van die verwijderde tijden dat zij, wanneer zij niet le paard zalen, ontwapend schenen, en niet meer de wapens konden hanleeren, zelfs niet om verschansingen te verdedigen. Het aan de bewaking der krijgers van Poilou toevertrouwde kwartier werd al spoedig door de muzelmansche troepen overweldigd: de mamelukken plunderden de tenten der christenen en de broeder des konings werd buiten het kamp gesleurd door muzelmansche ruiters, die hem gevankelijk medevoerden. In dal nijpende gevaar kon de graaf van Poitiers volstrekt geen hulp verwachten van Lodewijk IX, die den graaf van Anjou le hulp gesneld was, noch van de overige legerhoofden, die zelve door den vijand in de engte gedreven waren. Die prins was om zijne goedheid bij hel volk bemind; hij ontving bij die gelegenheid liet loon voor zijne deugden en iiad zijne bevrijding te danken aan de liefde, dio alle kruisvaarders hem toedroegen: toen men hem gevangen zag wegvoeren, sloten de arbeiders, de koks, de vrouwen, die het leger vergezelden, zich verwoed aaneen, en zich met bijlen, knuppels, met alles wat hel toeval onder hun bereik bracht, wapenende, zetten zij de imizelmannen achterna. De graaf van Poitiers werd door hen bevrijd en in zegepraal teriiggebracbl.

Aan hel uileinde van het kamp en bij hot kwartier der kruisvaarders uil Poilou stond Josserant van Brandon mei zijn zoon en zijne ridders geposteerd. De krijgsmakkers van Josserant hadden Europa allen goed opgezeten en prachtig uitgerust verlaten; toen streden zij te voel en hadden nog slechts hun lans on hun zwaard behouden. Hun aanvoerder alleen bereed nog een paard, terwijl bij, door de gelederen gaande, de soldaten aanwakkerde en overal heensnelde waar het gevaar hem riep. Deze zwakke afdeeling ware lol den laatsten man gevallen, had niet Hendrik van lirienne, die in hel kamp des hertogs van Bourgondië gebleven was, zijne hoogschullers over den arm van de rivier heen op den vijand doen schieten, zoo dikwijls deze zijne aanvallen hernieuwde. \ an de twintig ridders, die Josserant vergezelden, bleven er twaalf op het slagveld.

Dit was de veldslag, waarvan Lodewijk IX in hel relaas, dat hij naar Frankrijk zond, met deze bewonderenswaardige eenvoudigheid gewag maakt: «Den eersten vrijdag in de vasten werd het kamp door de geheele strijdmacht der Sarracenen aangetast; God verklaarde zich voor de Franschen, en de on-geloovigen werden met veel verlies teruggeslagen,quot;

Dien dag hadden de christenen, evenals den vorigen, al den roem, de muzelmannen al het voordeel ingeoogsl. Hel chrislen leger bad een groot aantal zijner krijgers en bijna al zijne paarden verloren; de vijanden ontvingen alio dagen vérslerking. Er kon niel meer aan gedacht worden om naar Cairo op te trekken, en de voorzichtigheid scheen le vorderen, dal men den weg naar Damiate weder insloeg. De terugtocht, die nog gemakkelijk was, bood een middel aan om het leger lol ceu gunstiger tijdstip in veiligheid le brengen; maar dil besluit kou slechts door de vertwijfeling ingegeven worden, en de vertwijfeling sluipt zoo moeielijk hel hart der dapperen binnen. Niets scheen den Frauscben schandelijker toe dan le vluchten voor een overwonnen vijand, of zelfs den schijn daarvan op zich le laden, zoo werd besloten te blijven.

Tegen hel einde van Februari kwam Almoadam, dien Chegger-Eddour en de hoofdaanvoerders dor mamelukken op den troon zijns vaders geroepen hadden, in Egypte aan. Hij werd onder de uitbundigste toejuichingen door hel volk ontvangen, dal altijd haakt naar verandering en steeds met een nieuwe regeering ingenomen is. De emirs en de groolen legden ook hunne vreugde aan den dag; maar hunne boluigingen waren minder oprecht: zij verwaclillen den opvolger van Negmeddin met mcei bekommering dan ongeduld; daar zij, heigeen zij voor hem gedaan hadden, op zeer hooge waarde scliatleu, vreesden zij bij voorbaat zijne oudaukbaarheid. Van den anderen kant was de jonge vorst naijverig op zijn gezag, en de macht der emirs, de aard zelf van hunne diensten, hoezemden hem een ongerustheid in, die hij niet voorzichtig genoeg was om le verbergen. Hel duurde niel lang of Ahnoaiiain en de aanvoerders van hel muzelmansche leger begonnen elkander met vijandelijke oogen te beschouwen: dezen speel het, dal zij een vorst op den troon verheven hadden, die alleen regeeren wilde.


-ocr page 385-
-ocr page 386-

OPSPORfNG DER LIJKEN VAN DE GRAVHN VAN ART O IS EN SALISBURY.

-ocr page 387-

! KRUISTOCHTEN. 215

GESCHIEDENIS DE

gone besloten zijne heerschappij te verdedigen tegen hen zeiven, die ze hem gegeven hadden. Deze staat van zaken, deze gesteldheid der gemoederen sciieon aan Egypte nieuwe omwentelingen te voorspellen ; ongelukkig barstten die omwentelingen te laat uit dan dat de christenen er partij van konden trekken.

De kruisvaarders zouden buitendien weldra aan plagen ten doel staan, veel vreeselijker voor ben dan de macht en de wapenen der muzelmannen; een besmettelijke ziekte openbaarde zich in bel, christen leger. Na de beide laatste gevechten had men verzuimd de dooden te begraven; de lijken der christenen en der muzelmannen, dooreen in den Aschmoun geworpen en komende bovendrijven, waren opgeslopt voor de door de kruisvaarders gelegde schipbrug en bedekten de oppervlakte van het kanaal van den eenen oever tot den anderen. Uit deze opeen hooping van lijken stegen verpestende uitwasemingen op. Lodewijk IN. gal' bevel de lichnmen der christenen in op den oever gedolven kuilen te begraven: hot bijeenbrengen en het vervoer van deze rottende overblijfselen, waarhij niet de minste voorzorgen genomen werden om de verspreiding'der smetstol'te voorkomen, gaven nieuw voedsel aan de peslziokle. Hel schouwspel dat zich toen aan de oogen der kruisvaarders verloonde, verbreidde in hun kamp een diepe treurigheid en hernieuwde het smartelijk gevoel van hunne verliezen. Onder de lichamen, welke de verwondingen, de ontbinding, de inwerking van de zon en hot water misvormd en bijna onherkenbaar gemaakt hadden, zag men de christen soldaten de afzichtelijke over-blijl'solen zoeken van hunne vrienden of hiiuno naasten. Velen dergonon, wien do vriendschap dezen vromen plicht oplegde, werden ziek en bleven bijna plotseling dood. Vooral werd de zelfopolïering en de droefheid opgemerkt van een der ridders van Robert, graaf van Artois. Deze ontroostbare ridder bracht dagen en nachten op den oever van hot kanaal door, nauwkeurig de lijken beziende, die men uit het water haalde, en de besmetting en don dood trotseorendo, in de hoop hel lichaam van den jongen prins, wiens dood zoo innig door het Fransche leger betreurd werd, terug te vinden en plechtig te kunnen begraven.

De vermoeienissen van don oorlog konden do vroomsten onder de kruisvaarders niet beletten do bepalingen van don vaste iu acht te nemen; do ontheriiigen en de gestrengheid der bootedoening sloopten de weinige krachten, die hun nog restten, he besmetting trof de sterken zoowel als do zwakken; hun vleesch verdroogde, hunne aschvervige huid bedekte zich met zwarte vlokken, hun tandvleosch zwol en belette hun het gebruik van voedsel; bol vlooien van bloed uit den neus was een toeken van oen naderenden dood. De meeste zieken zagen hun stervensuur zonder schrik naderen en beschouwden het als hot gewonschte einde van hun lijden.

Aan die ziekte paarden zich kwaadaardige koortsen en bloed-loop. Men hoorde niets anders in bol kamp der christen krijgers dan de gebeden voor de stervenden of do overledenen; men zag niets anders ilau bleeke, uitgemergelde aangozicblen, dan ongelukkigen, die bunno wapenmakkers grafwaarts droegen en woldra op hunne beurt door den dood zouden weggemaaid worden. Het getal der soldaten, die van ziekte verschoond bleven, was niet groot genoog meer om de toegangen lol bet kamp te verdedigen. Nu aanschouwde men een ongehoord iels in do tucht van de Fransche legers! men zag de dienaren der ridders de wapenrusting hunner meesters aangorden en hen op den post van bet gevaar vervangen. De gooslelijkheid , die do zieken bijstond en de dooden mode ter aarde bestelde, bad veel van de peslziokle te lijden; woldra waren er geen priesters genoeg meer om bot H. Misoffer op te dragen en de christelijke plechtigheden Ie verrichten.

In de eerste gewijde oorlogen hebben wij de kruisvaarders aan de wreedste plagen prijsgegeven gezien ; dikwerf wanhoopten dan de dapperste krijgers aan de zaak der pelgrims en ontvluchtten de vanen vau het kruis; herhaalde malen onllokle de overmaat hunner ellende bun zelfs verwenschingen en godslasteringen. Het verdient hier opgemerkt te worden, dat de soldaten en wapen broeders van Lodewijk IX. Iiinino rampen met meer geduld en gelatenheid droegen. Geen enkele ridder dacht er aan do vanen van den kruisloehl te verlaten; geen enkele oproerige of godslaslerendo klaagtoon liet zieb in het kamp hooren; hot voorbeeld van den vromen koning versterkte ongetwijfeld den moed dor kruisvaarders en hohoeddo hen voor de inblazingen van de vertwijfeling. Diep geroerd door de kwalen, die zijn leger bezochten, stolde Lodewijk IX al hel mogelijke in het werk om zo lo verzachten en ie bestrijden. Indien er iets in staat was eenige vertroosting te bieden voor don beklagens-waardigen toestand, waarin de pelgrims verkeerden, dan was hel een koning van Frankrijk zelfde zieken te zien verplegen, hun hulp boloononde en hen tot den dood voorboreidondo. Te vergeels smookte men hem zich niet bloot lo stollen aan gevaren groeier dan die van het slagveld, niels kon zijn moed aan het wankelen brengen of do vurigheid zijner naastonlieldc beleu-gelen; hij beschouwde het als zijn plicht (dit zijn zijne eigene woorden) zijn leven in gevaar lo stellen voor degenen, die hel hunne voortdurend voor hem iu gevaar stelden. Een zijner dienaren, Gaiigelmns, een braaf man, die door een priester tol don dood voorbereid werd, zeide tot dezen; «Ik kan niet sterven voor ik den koniiifi gezien heb.quot; De koning voldeed aan zijn verzoek en de zieke stierf ( vreden dat hij den vromen monarch gezien bad. Eindelijk werd hij, die al de andoren troostte, zelf ziek en de koning kwam niet meer builen zijne tont. Nu werd de verslagenheid groeier en algemeoner dan ooit; degenen die ziek lagen, verloren alle hoop; het schoon bun toe, dal de Voorzienigheid ben verlaten had en de Hemel do soldaten van bol kruis niet langer beschermde.

De Turken bleven rustig in hun kamp en lieten de ziekten, hun vrooselijke boiidgonooten, stil begaan. Om den hongersnood te voegen bij al de rampen, die zijne vijanden reeds loden, besloot Almoadam alle gemeenschap dor christenen af le snijden met Damiate, vanwaar zij langs don Nijl leeltocht ontvingen. Van alle kanten bracht men vaarliiigon bijeen, die op den rug van kameelen naar don Nijl vervoord werden of langs de kanalen van don Delta de rivier bereikten. Deze ge-lieelo vloot vatte post op den stroom tusschon Haramoun en Sarensah, vier of vijf mijlen beneden het kamp dor christoiieii. Een Fransche tloltilje voor zonder wantrouwen den Nijl op, beladen met levensmiddelen voor het christen leger. Onverhoeds wordt zij door de in liinderlaag liggende rauzelmansche vaartuigen aangevallen; duizend soldaten vallen onder hel staal dos vijands, die zich van vijltig niet leeftocht beladen schepen moester maakte. Weinige dagen daarna ondeigingen andere vaartuigen, die naar Mansourab stevenden, helzeltde lot. Er kwam niemand moor in het kamp aan; men ontving geen lijding moor uit Damiate, en het kruisleger was reeds vervuld met de smnborsle voorgevoelens, toen een vaartuig van den graaf van Vlaanderen, dal als door een wonder aan de vervolging des vijands onl-komen was, de tijding bracht, dat al de schepen der christenen genomen waren en de muzelmansche vlag over de gehoele rivier wapperde.

Weldra riclitle de hongersnood ontzettende verwoestingen aan in hot leger, waar degenen, die do ziekte gespaard had, van honger en gebrek omkwamen. Moedeloosheid overmeesterde aanvoerders en soldalen. In dit uiterste begon de koning er aan Ie donken een verdrag mot de muzelmannen aan te gaan. Philippus van Montlbort werd naar don sultan van Kgypte afgevaardigd; van weerszijden werden er gevohnachtigdeu benoemd om oen verdrag le sluiten. Die van den koning stolden vooraan den sultan de stad Damiate terug to geven, onder voorwaarde, dat de christenen weder in hel bezit zouden gesteld worden van Jerusalem, en al de steden van Palestina, die tijdens de laatste oorlogen in de handen der muzehnaimen gevailen waren. De sultan, die den heldenmoed en de voiiwijfebug der kruisvaarders duebtle en bnilendien voor do aankomst van nieuwe versterkingen voor do Latijnen en een langdurigen weerstand van de christenen van Damiate mocht vreezen, nam de gestelde voorwaarden aan. Toen er sprake van was oen gijzelaar te geven, bood de koning zijne beide broeders aan; maar de sultan, heizij bij niet aan do goede trouw zijner vijanden geloofde, hetzij bij zeil' niét ter goeder trouw was, eischte dal de koning van Frankrijk zelf zich in zijne bandon stolde lol waarborg van het verdrag. Sargines, oen der gevolmachtigden, kon bij het vornemen van dezen eisch zijn toorn niet hedwingen; «Gij moet de Franscheii gonoegzaani kennen,quot; riep hij uit, «om le weten, dat zij nimmer zullen dulden, dat hun koning een gevangene der muzelmannen zij.quot; Men hield een raadsvergadering in hel kamp der christenen; do koning stemde in alles toe; maar de hoeren en do baronnen verhieven zich met heftigheid tegen deze onderwerping van hun souvorein. De raadsvergadering bood oen schouwspel aan, dal bijna eenig in zijne soort mag beeten; van den oenen kant zag men den monarch, die het leven der zijnen wilde vrijkoopen door eigen gevaren; van den andoren een menigte krijgers, die eenparig verklaarden, dat /.ij zooveel schande uiel wilden dragen en zij zich liever tot don laalslen man wilden laten dooden dan bun koning in onderpand geven. Hoe meer Lodewijk door zijne krijgers bemind werd , boe minder hij in deze oiuMandig-lieid de meester was en daar ieder er roem iu stelde en bel bijna als plicht beschouwde hem ongehoorzaam le zijn, zag men van alle verdere oiiderhaudeling af.

Om de vrooselijke schaarsclile le schilderen die in het kamp der christenen beerscblo, verbalen de kronijken van dien lijd als iels buitengewoons, dat een schaap tol tien kronen gold, oeu os tachtig livres, een ei twaalf penningen. Zulk een buitensporige prijs ging hel geldelijk vermogen van bel grootste gedeelte der pelgrims voi re te boven, zoodat de moesten geen ander voedsel hadden dan kruiden en wortelen, die mot moeite in hel veld gezocht werden, en den visch barbot goheeton, dien men slechts met afkeer at, dewijl hij zich, naar men zeide, met de doode lichamen voedde, die in den Nijl geworpen waren.


-ocr page 388-

246 GESCHIEDENIS 1)1 R KRUISTOCHTEN.

Lodewijk IX, die zijn moed on zijn iiolderiieid van geest behield te midden der algemeene rouw en neerslachliglieid, besloot den Asclimoun weder over lo gaan en zijn vroeger k.imp opnieuw te betrekken. Terwijl liet christen legerde schip-hrug overtrok, welke de beide oevers van het kanaal met elkander verbond, werd het met onsluimigheid door de muzelmannon aangevallen. Gaucher van Chatillon, die de achterhoede aanvoerde, sloeg ken aanvankelijk met gunstig gevolg terug; maar dewijl de vijanden liumie aanvallen aanhoudend hernieuwden en zij het voordeel hadden van het aantal, scheelde het weinig ol' de overwinning verklaarde zich tegen de cbristenen, maar de hertog van Anjou, die het gevaar bemerkte, wist door zijne schitterende heldhattigheid de muzelmannen tol wijken te dwingen. Errard en Johannes van Valery verrichtten wonderen van dapperheid, terwijl Jelïroi van Hussemburg zich door zijne glansrijke vvapenleiten zoodanig onderscheidde, dat bij den zegepalm van dien dag wegdroeg. Zoo vermengde zich toch nog altijd eenige roem onder de rampspoeden van de Eransche kruisvaarders; maar de overwinning leverde bun hoegenaamd geen voordeel op en liet bun steeds ten prooi aan dezelfde gevaren, aan dezellde ellende. Zij waren niet minder rampspoedig aan deze dan aan gene zijde van den Asclimoun, en nadat zij eenige dagen in hun vroeger kamp vertoefd hadden, moesten zij oin-delijk het harde besluit nemen naar Damiate terug te keeren.

Zoodra Almoadam van de laatste beschikkingen der cbristenen onderricht was, sprak bij zelf zijne troepen toe, deed levensmiddelen en geld onder ben uitdeelen, en versterkte ben nog met eene menigte Arabieren, die door hoop op buit aangelokt werden. Üp zijn bevel zakten een aantal met soldaten benmnde booten den Nijl af en vereenigden zich met de muzelmanscbe vloot, die de convooien der kruisvaarders onderschept had. Afdeelingen lichte ruiterij werden uitgezonden om de wegen te bezetten, welke bet Eransche leger op zijn terugtocht moest volgen.

Den u April, dinsdag na bet Octaaf van Pascbeu, deed Lodewijk alles voor bet vertrek van zijn leger in gereedheid brengen; de vrouwen, de kinderen en de zieken werden op den Nijl ingescheept togen het vallen van den avond om aan den vijand bet ge/.icbt van deze droevige toebereidselen te onttrekken. De oever van den Nijl bood een hartverscheurend schouwspel aan: men zag slechts onder bun lijden bijkans bezwijkende kruisvaarders, die met de oogen vol trahen afscheid namen van hunne magen en vrienden, die zij niet zouden wederzien. Te midden dier smartelijke tooneelen dringen de Arabische hulptroepen, \an de duisternis gebruik makende, bet kamp binnen, plunderen de bagage en vermoorden allen, die zij ontmoeten. De radelooze menigte der pelgrims vlucht naar alle kanten onder bet aanbellen van Inide alarmkreten. De bemanning der schepen bemerkt bij bel schijnsel der vuren, welke ontstoken waren, die vijandelijke overrompeling; ziende dat de cliristenen vermoord werden en voor zich zeiven vreezende, maken zij aanstalten om weg te varen. De koning, die ondanks zijne groote zwakte overal tegenwoordig was en over alles waakte, deed de ongeloovigen uit het kamp terugdrijven, stelde de menigte der pelgrims gerust en gelastte de vaartuigen, die zich van den oever verwijderden, terug te keeren en de overige zieken aan boord te nemen.

De pauselijke legaat eu een aantal Eransche beeren bestegen een groot schip. Men spoorde den koning aan dit voorbeeld te volgen, maar hij kon er niet toe besluiten zijn leger te verlaten. Te vergeefs hield men hem voor, dat zijne zwakte en uitputting hem niet veroorloofden te strijden en hem aan liet gevaar blootstelden in de handen der vijanden te vallen ; te vergeefs voegde men er bij, dat bij door zijii leven in de waagschaal te stellen het heil van bel leger op het spel zette: deze redenen en verschillende andere, die door een oprechte gehechtheid aan zijn persoon werden ingegeven, konden hem niet van besluit doen veranderen. Hij antwoordde, dat geen gevaar van welken aard ook hein van zijne getrouwe krijgers zou kunnen scheiden; dat hij ben met zich medegebracht had, met hen wilde terugkeeren eii desgevorderd in hun midden wilde sterven. Dit beldhaltig besluit, waarvan men de onvermijdelijke gevolgen voorzag, vervulde al de ridders met verslagenheid en droefheid. De soldaten, die de gevoelens der ridders deelden, snelden naar den oever van den Nijl en riepen uit alle macht de schepen die de rivier afzakten toe: Wacht up den koniiui! wnchl op den lioniii;!! Pijlen en spiesen vielen op de schepen, die niet naar dat roepen luisterden en hun koers vervolgden. Vcrscheidenen bleven liggen; maar Lodewijk gelastte hen door te varen.

De meeste Eransche krijgslieden waren ondermijnd door ziekte, verzwakt door honger. De vermoeienissen, de nieuwe gevaren, die zij te gemoet gingen, joegen hen geen vrees aan; maar zij konden zich niet gemeenzaam maken met bet denkbeeld de plaatsen te moeten verlaten, die nog van bunne overwinning getuigden. De hertog van Bourgondie begaf zich na het vertrek der schepen het eerst op weg; weinig tijds daarna verlieten de overige troepen bet kamp, de tenten en de bagage met zich voerende. Lodewijk, dieslechts met de achterhoede wilde vertrekken, bad enkel deii dapperen Sargines en eenige baronnen en ridders, die nog in het bezit waren van hunne paarden, bij zich gehouden. De koning, die zich ter nauwernood overeind kon houden, verscheen in bun midden, gezeten op een Arabisch paard; bij droeg noch helm, noch kuras en bad tot eenig wapen zijn zwaard. De krijgers, die hij hem gebleven waren, volgden hem in stilte, en in den erbarmelijken toestand, waarin zij verkeerden, toonden zij nog eenige vreugde, dat op hen de keuze gevallen was om hun koning te verdedigen en aan zijne zijde te sterven.

Reeds was de aftocht van het christen leger aan de muzelmannen bekend geworden. De koning had bevel gegeven de brug over den Asclimoun af te breken, maar men had zijne bevelen niet uitgevoerd, hetgeen den muzelmannen den overtocht van het kanaal vergemakkelijkte. In een oogwenk was de vlakte, welke zich naar den kant van Damiate uitbreidt, met vijanden overdekt. De achterhoede der christenen werd bij elke schrede op baar aftocht tegengehouden, nu eens door het overtrekken van een beek, dan weder door een aanval van de muzelmanscbe ruiterij. In de duisternis van den nacht wisten de kruisvaarders niet waar zij hunne slagen moesten richten, en als bet hun gelukte den vijand af tc slaan, durfden zij hem niet vervolgen. Lit vreeze van te verdwalen, riepen degenen die van den weg afraakten, elkander hij bunne namen; zij, die in het gelid bleven, hadden geen vaandel, erkenden geen aanvoerder meer, In de vlakte hoorde men slechts het gehinnik der paarden, het geklikklak der wapenen en kreten van woede en vertwijfeling; maar het bedroevendste op dieu terugtocht was de gekwetsten, op de wegen uitgestrekt, bunne armen naar hunne wapenmakkers te zien opbellen, hen onder luid gejammer stneekende, hen niet aan den moordlust van hunne vijanden prijsgegeven te laten, doch hunne smeekingen konden hun niets baten; hunne krijgsmakkers konden hun geen hulp bieden. .Met ongeduld verbeidde men den dag; maar de dag verdubbelde het vertrouwen der muzelmannen door het gering aantal der christenen te verraden; hij vervulde dezen met nieuwe ontzetting door hun de menigte hunner vijanden te toonen.

Van alle zijden bedreigd en vervolgd, benijdden de ridders, die den weg over land gekozen hadden, degenen, die zich op den Nijl ingescheept hadden; maar deze laatsten liepen niet minder gevaar dan hunne ongelukkige wapenbroeders. Kort na hun afvaart was er een hevige wind komen opzetten, die hen naar Mansourab terugdreef; eenige hunner schepen waren bij den oever aan den grond vastgeraakt, terwijl andere, geweldig tegen elkander botsende, op bet punt waren van te zinken. Tegen het aanbreken van den dag bereikte bun vlootje Mehallah, een voor de christenen noodlottige plaats: de mnzel-niansche vloot wachtte ben daar op. De boogschutters, die den oever volgende in last hadden ben te dekken, hadden de vlucht genomen: in hunne plaats vertoonden zicb zwermen muzelmanscbe ruiters, die zulk een menigte pijlen met Grieksch vuur afschoten, dat men gemeend zou hebben, zegt Joinville, dal al de sterren uil den hemel vielen.

De wind was de christen vloot tegen en spotte met al de pogingen van het scheepsvolk om vooruit te komen. De kruisvaarders, die dicht opeengedrongen op de schepen stonden, konden zicb ter nauwernood op de been houden; de meesten waren ongewapend. Nu eens bun blikken wendende naar den oever, waar men in de verte dichte stofwolken zag opgaan, dan weder naar den Hemel opziende, wiens steun zij inriepen, meenden zij nog, dat een onverwachte gebeurtenis hen zou komen verlossen, of wel dal hel leger, dat naar Damiate op weg was, luin te hulp zou komen, aldus hun laatste hoop stellende in de wonderen der Voorzienigheid en in die der dapperheid. Bedrieglijke begoocheling! een deel der christen troepen was verstrooid geworden; de achterhoede, bemoedigd door de tegenwoordigheid des konings, deed ongeloollijke doch vruchtelooze pogingen om de aandringende muzelmannen tegen te houden, wier getal van minuut tot minuut aangroeide; de vertwijfeling der Eransche krijgers deed hen duizenden roemrijke daden verrichten; maar dat beloon van heldenmoed deed hen alleen den palmtak van hel martelaarschap verwerven. Guido du Chalel, bisschop van Soissons, de hoop opgevende Damiate te bereiken en Erankrijk weder te zien, besloot den dood te zoeken en stortte zich, door eenige ridders gevolgd, in de gelederen der muzelmannen, die hem, volgens de uitdrukking van Joinville, slachllen en in (ïod.s ge ze Is chap zonden. Gaucbei van Chatillon en Sargines bleven den strijd nog vol-bouden om bel leven des konings van Frankrijk' te redden. Sargines, die niet van de zijde des konings week, hield de vijanden op eerbiedigen afstand door geducht met zijn zwaard op hen in te houwen: bet gevaar scheen zijne kruohteu le


-ocr page 389-
-ocr page 390-

DE HEILIGE LODEWUK WORDT GEVANGEN MEDEGEVOERD.

-ocr page 391-

247

hebben verdubbeld; de kronijk, die hem ons voorstelt terwijl bij de dicbte drommen der muzelmannen rondom Lodewijk IX terugdrijd, vergelijkt bom bij den waakzamcn dienaar die met zory de vliegen van den beker zijns meesiers verwijderd houdl. Intusschen prikkelde do lioop op de overwinning do geestdrift en do dweepzucbt dor muzelmannen; luinno dorviclion on imams volgden hen op hot slagveld on spoorden bon tot do slachting aan. Een Arabisch geschiedschrijver, die het wonderbaarlijke in zijn verhaal woelt, zegt dat de choik Ezzeddin, ziende, dat dicbte, door den storm opgezweepte stofwolken bot muzclmansche leger omhulden en het verhinderden te strijden, het woord tot den wind richtte en sprak: O wind! riclil uw adem Ier/en ome vijanden; en do storm, voegt dezelfde gcscbied-schrijver er bij, gehoorzaamde aan hot bevel van den heiligen man en de overwinning verklaarde zich voor de soldaten van den Islam. In don toestand, waarin de cliristenon geraakt waren, hadden do muzelmannen geen wonder noodig om hen te overwinnen. De achterhoede der christenen, die steeds achtervolgd, steeds aangevallen word, bereikte mot voel moeite het dorp Minieh. Begeleid door eenige ridders rood do koning Minieh binnen en werd, van zijn paard gestegen, in oen buis gedragen, daar zijne boenen hem hun dienst weigerden; de vermoeidheid, de ziekte, de droefheid hadden hem zoodanig overmand, dal allen dachten, dat hij don geest zou geven.

De onversaagde Gaucher van Chatillon vocht nog steeds om hom te redden; geheel alloeri verdedigde hij gerunneu tijd den ingang eenor nauwe straat, welke naar de woning vbe-rdo, waar eenige getrouwe dienaren den mpuarcb in hot leven trachtten terug te roepen. Men zag hein uu eens als oen bliksemstraal op de ongeloovigen instormen, hen uit elkander drijven en nederhouwen, dan weder terugwijken om de pijlen en do spiesen, waarmedehij als bet ware beslikt was, uitzijn kuras en zijn lichaam te trokken. Dan vatte hij den strijd weder op, en zich van tijd tot tijd in zijn stijgbeugels oprichtende, riep hij uit alle macht: Clialillon! staat bij, ridders! Hel overige gedeelte dei' achterhoede bevond zich echter nog op oenigen afstand, zoodal niemand tol zijne hulp kwam opdagen; de iniizelmamicn, daarentegen, snelden in menigte loc; eindelijk bezweek bij voor de overmacht en zonk stervende neder. Geen onkel kruisvaarder was getuige van zijn heldhaftig niloindo; zijn mol bloed overdekt paard bloot aan do ongeloovigen en zijn laatste wapenfeiten werden verhaald door een muzelmansch soldaat, die zijn mol bloed geverfd zwaard loonde en zich er op beroemde don dapperste dor cliristenon gedood te hebben.

liet overschot dor achterhoede, op een verhevenheid opeengedrongen, verdedigde! zich nog mol gunstig gevolg. Philippus van Montfoort, die haar aanvoerde, kwam don koning zeggen, dal hij zoo even den emir gesproken bad mol wion men in het kamp van Mansourah over een wapenschorsing onderhandeld had, en dal, als de koning liet goedvond, hij de onderhandelingen opnieuw zou opvatten. De monarch stemde daarin toe, belovende zich aan de voorwaarden te onderwerpen, die do sultan eerst gesteld bad. Ondanks don neleligen toeslaml, waarin zich do christenen bevonden, boezemdon zij bunnen vijanden toch nog eenige vrees in. Vijfhonderd ridders stonden nog onder de wapens; velen dorgenen, die Minieh reeds voorbij waren, koerden terug om do muzelmannen de overwinning to belwislen. Do emir nam liet voorstel van ecu bestand aan. Montfoort gaf hem, lot onderpand van zijn woord, een ring, dien hij aan zijn vinger droeg. Reeds reikten zij elkander de hand, toon een verrader, een valsehe boodschapper. Marcel gohoolen, begon te roepen: uileeren Fransche ridders, geeft u (illen over; de koning laat hel u welen door mijn mond; laat hem niet dooden.quot; Hij do laatste woorden is de verslagenheid algemeen; men meent dat de koning hel grootste gevaar voor zijn loven loopt indien men aan do muzelmannen weerstand biedt. De aanvoerders, d« oHiciercn, de soldaten, ieder logt do wapens neder.

De emir, die over don vrede was begonnen te onderhandelen, word deze verandering gewaar; hij brak dadelijk do ondorlian-deling af, zeggende: men sluit geen wapenstilstand met overwonnenen. Kort daarop rukte Gemal-Eddin, oen der voornaamste emirs, Minieh binnen. Don koning door trooslolooze dionaron omringd vindende, maakte hij zicli van zijn persoon meester, on deed hom, zonder ontzag voor do koninklijke majesloit, zonder eerbied voor zijn rampspoed, aan handen en voelen kluisteren. Nu was alle hoop op behoud voor do soldaten van het kruis verloren. Do beide broeders dos kouings vielen in do banden der ongeloovigen. Degenen, die Pharescour bereikt hadden, werden ingehaald en verloren allen do vrijheid ol hot loven. Verscheidenen hunner zouden Damiato bobben kunnen bereiken; maar bij hol vernemen van de gevangenneming des kouings gevoelden zij de kracht niet moor om bun weg te vervolgen of zich te verdedigen. Die kortelings zoo onversaagde ridders hielden roerloos op de wegen stand en lieten zich dooden of boeien zonder den goringslon weerstand te bieden of een klacht le uiten. De banier van Sint-Denis, do vaandels, de legertros, alles word de prooi dos vijands. To midden van liet afgrijselijke door beu aangerichte bloedbad braakten de nuizehnanscho krijgers do vreesolijkste vorwen-schingen tegen .lesus Ghrislns en zijne verdedigers uit; zij vertraden de kruizen, do gewijde heeiden onder hunne voelen : oen vreesolijk schouwspel en een reden van ergernis en wanhoop voor do kruisvaarders, die hun koning mol ketenen beladen wisten en hun God zeil aan de beschimpingen van den overwinnaar prijsgegeven zagen.

De kruisvaarders, die zich op don Nijl ingeschoopt hadden, ondergingen geen beter lot; al de schepen der christenen, behalve dal van don legaal, vergingen door den storm, werden door het Grieksche vuur verteerd of door de muzelmannen gonoinon. Do talrijke langs den oever post geval hebbende vijanden spaarden vrouwen noch zieken. Alleen uit hebzucht doch niet uit menschlievondlieid werden eenigen in hol leven behouden, van wie men een losgeld kon verwachlen.

De senochal van Joinvillo, die nog niet geheel hersteld was van do ziekte, welke in bot kamp van Mansourah golieorsclil had, en daarbij leed aan do vorwomiingen, die bij bekomen had, had zich mot de twee ridders, die hom nog overbleven, en eenige dienaren ingeschoepl. Vier muzehnanscho galeien naderden zijn vaartuig, dal in het midden van don Nijl hel anker uitgeworpen had. Men dreigde hem met den dood indien bij zich niet terstond overgaf. Do senechal overlegde met do lieden van zijn gevolg over belgeen hom in zulk een dringend gevaar lo doen stond: allen kwamen daarin overeen dal hij zich moest overgeven. Nu nam Joinville een klein kistje, baalde er zijne odolgosteonten en zijne reliquieön uil, wierp doze in hol water en gaf zich op genade of ongenade over. Togen liet oorlogsgobruik in, zou men den senechal gedood hebben, indien niet een renegaat, die hem kende, hem met zijn lichaam gedekt had, terwijl bij uitriep: liet is de neef des Iwnings! Joinvillo, die zich lor nauwornóod kon staande houden, word in een muzelmausche galei gesleurd en van daar overgebracht iu eou buis, dicht aan den oever. Dewijl bijeen teug water, dien men hem reikte, niet kou inslikken, achllo hij zich den dood nabij en liet zijne dienaren bij zich komen om afscheid van hen te nomen.

Hol moorden word nog lang na hot gevecht voortgezet en hield verscheidene dagen aan. Men ontscheepte de gevaugoiieu die aan do eerste woede van de niuzehiiauscho soldalen ontsnapt waren; wee dengenen, die door de ziekte verzwakt en blijkbaar arm waren ! Hoo medelijdenswaardiger do slacht oilers waren, hoe meer zij den bloeddorst dor overwinnaars prikkelden. Soldaten niet zwaarden en knotsen gewapend en belast met de tenuitvoerlegging dor verschrikkelijke vonnissen van do overwinning, wacblten do gevangenen op don oever. Do priester Johannes van Vaissy en eenige dienaren van Joinville werden zieltogende uit buii vaartuig aan land gebracht; men maakte ben onder de oogen huns meesters af, zeggende, dat die on-gelukkigon tol niets moor deugden en zij noch hunne vrijheid, noch hun leven konden betalen.

In die rampspoedige dagen verloren moer dan dertigduizend christenen hot loven, gedood op het slagveld, verdronken in den Nijl of vermoord na don afloop van don strijd. De lijding van dio overwinning dor muzolmannen verspreidde zich weldra door geheel Egypte. De sultan van Gaïro schroef aan don gouverneur van Damascus om hom de jongste overwinningon van don Islam mode le doelen. «Dank zij den Almachtige,quot; zeido hij in zijn brief, «dio onze droefheid in blijdschap veranderd heelt; aan hom alleen zijn wij den room onzer wapenen vorscbuldigd; de gunsten, waarmede Hij zich verwaardigd heelt ous lo overladen, zijn talloos en do laatste is do kostbaarste van allen. Gij kunt aan de bevolking van Damascus of liever aan al de muzolmannen bekend maken, dat Gud ous oen volledige overwinning op do christenen beeft doen behaion op hel oogenblik dat zij onzen ondergang gezworen hadden.quot;

Daags nadat liet christon leger do wapens nodergelegd had, word do koning in een oorlogschip naar Mansourah gevoerd; hij word begeleid door oen menigte tgyplischo vaartuigen. Trommels en pauken lieten zich alom booron. Hol Kgyplischo leger was in slagorde langs den oostelijkon oever van 'den Nijl opgesteld en trok voort naarniale de vloot vorderde. Al do gevangenen, die door het zwaard der vijanden gespaard waren, vergozelden met de handen op den rug goljonden de mnzel-mansche troepen. De Arabioron trokken gewapend langs don tegenovorliggondon oever en van allo kanton stroomde do menigte toe om van dat merkwaardige schouwspel getuige te wezen. Te Mansourah aangekomen, werd Lodewijk IX in hol huis van Fakreddin-Ben-lokman, don secretaris van den sultan, opgesloten en aan do bewaking van don ennueb Sabyh toevertrouwd. Ken uitgestrekt met aarden wallen omgeven terrein , door de bloed-dorsligslen der muzelmausche. krijgers bewaakt, nam do overige krijgsgovangonen op.


-ocr page 392-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

248

De tijiling van die rampen liad verslagenheid on wanhoop in de stad Damiate verspreid, waar de standaard der Franken nog wapperde. Aanvankelijk liepen er slechts losse geruchten ; maar ■A-eldra kwamen eeni^è kruisvaarders, die aan de slachling ontsnapt waren, hoodschappen, dat het geheeie cliristen leger in de pan gehakt was. Deze treurmare maakte een vreeselijkeu indruk oj) de koningin Margaretha, die op het punt stond van weder moedei' le worden. Hare ontstelde verbeelding stelde haar nu eens voor dat haar echtgenoot door de overwinnaars smadelijk ter dood gebracht was, dan weder dal de vijanden voor de poorten der stad stonden en al de inwoners met den dood dreigden. Hare overspanning nam zoozeer toe, dat men voor haar leven begon le vreezen. Een ridder van over de tarhlig jaren oud , diende haar tot schildknaap en verliet haar dag noch nacht. Wanneer de ongelukkige vorstin een oogenhlik insluimerde, schrikte zij plotseling wakker, zich verbeeldende, dat de geheeie kamer vol Sarraceuen was, die haar kwamen dooden.

Den volgenden morgen schonk do koningin hel loven aan een zoon, dien men Johannes 'Iristan noemde, ter oorzako van do droevige omslaudigheden waarin hij geboren werd. Donzollclen dag kwam inon haar verwittigen, dal de Genueezen, do Pisaners en een aantal andere kruisvaarders der havensteden van Europa Damiate wilden verlaten en de vlucht nemen. Margaretha liet de vooruaamsten onder hen bij zich ontbieden en sprak lot hen: « Hoeren, om do liefde Gods, verlaat deze stad niet: haar verlies zou die van don koning en hel geheeie christen leger ten gevolge hohben. Laat u verleedeion door mijne tranen , liebt medelijden met het zwakke kind, dal gij hier naast mij ziel.quot;

Do kooplieden van Genua en l'isa bleven aanvankelijk koud voor hare smeekingen. Joinvillo verwijt hun met liiltorheid liunne onverschilligbeid voor den rampspoed des koumgs en do zaak van Jesus Chrislus. Daar zij als reden voor hun veiirek opgaven dal zij goeu leel'toeht moor bezaten, gelastte do koningin, dat men terstond al de levensmiddelen zou opkoopen, die in do siad te bekomen waren en liet den Genueezen on den Pisaners boodschappen, dat zij voortaan op kosten van den koning onderhouden zouden worden. Hierdoor hebield Damiate ecu bezetting en verdedigers, wier aanwezigheid, meer dan hun dapperheid, don vijanden oidzag inboezenido. Men verzekert zelfs, dat de nuizelmanneii, na de overwinning bij Minieh, de stad bij verrassing hadden willen innemen en zich met de standaards en do wapenen der overwonnenen voor de poorten vertoond haddon; men erkende hen aan limi vreemde spraak, linimo lange baarden en hunne bruine aangezichten. Daar de christenen in groot aantal op de wallen verschenen, verwijderden de vijanden zich in allerijl van oeue stad, die zij besloten achtten zich te verdedigen, maar waar in werkelijkheid moedeloosheid en vrees heorschton.

In dien lusschentijd was Lodewijk IX in Mansourah kalmer dan men hel te Damiate was. Wal do ontbering en de rampspoed het bittersto hebben voor do groolen der aarde, diende siecbls om in hem de deugd van oen christen held en bet karakter van een groot koning te doen uilschilleren. Om zich des nachts te dekken had hij niets dan oen grof wambuis, betwelk ecu gevangene hem uit menschlievondlieid gesclionkon had. Een enkele dienaar bediende hem eu paste hem op in zijne ziekte, lu dien toestand richtte hij nooit eeno bede tol zijne vijanden, en zijne lierlieid vernederde zich nooit tol de taal der onderwerping en der vrees. Een zijner aalmoezeniers verklaarde later onder cede, dal Lodewijk zich nooit oen woord van beklag liet ontvallen ol eenigen wrevel aan don dag legde. De inuzelmannon verwonderden zicb over die gelatenheid en zeiden onder elkander, dal indien hun profeet hen ooit aan zulke beproevingen onderwierp, zij zijn eeredienst en zijn geloof zouden af/weren. Van al zijne rijkdommen had Lodewijk alleen zijn psalmboek gered, dat voor do niuzehnannen geen waarde had ; toen iedereen hem verliet, troostte dat boek alleen hem in zijn rampspoed, lederen dag las hij die lolzangen, waarin God zelfvan zijne gerechtigheid en barniliarligheid spreekt, de deugd geruststelt, die in zijn naam lijdt; met zijne gramschap degenen bedreigt, die de voorspoed bedwelmt en van bun zegepraal misbruik maken.

Zoo steunden de godsdienstige gevoelens en tierinneringen Lodewijks moed in de gevangonsciiap; en hoewel eiken dag omringd mot nieuwe gevaren, te midden van een mnzolniansch leger, hetwelk hij door zijne overwiiiningon verbitterd had. kon de godvrnclitige monarch nog met den profeet-koning uitroepen : Sli'iiiH'iiilt' op den levenden God, die mijn schild en mijn roem is, zal ik de nwniyle der vijanden, die rondom mij gelegeid zijn, niet vreezen.

Intusschen zond do sultan van Cairo, de gestrengheid zijner behandeling schijnende te willen verzachten, vijftig prachtige gewaden aan Lodewijk voor hom en de hoeren van zijn gevolg. i)o koning weigerde bet aan te trekken, zeggende dal bij de souvorein was van een rijk dat grooter was dan Egypte, en hij nooit hol kleed van een vreemden vorst zou dragen. Almoadam deed een groot feestmaal aanrichten, op hetwelk de koning gonoodigd werd. Lodewijk gaf geen gevolg aan die uitnoodiging, overtuigd, dat men hem voor hel muzelmansche leger ten schouwspel wilde doen strekken. Eindelijk zond de sultan hem zijne bekwaamste geneeshoeren en stelde alles in het werk om een vorst in bel leven te behouden, van wien hij de voordooien noopte te verwerven, die uil zijn jongste overwinning inoesten voortvloeien. Weldra kwam men don koning voorstellen hem in vrijheid te stollen, mits bij Damiate en de steden van Palestina, die nog in hot bezit dor franken waren, teruggaf. Do koning antwoordde, dat do christen steden van Palestina hem niet toebehoorden, dal God kortelings de stad Damiate in do handen der christenen gesteld had en geen enkele menschelijke macht daarover kon beschikken. Vertoornd over die weigering, besloot de sultan geweld te gebruiken. Nu eens dreigde hij Lodewijk IX hom aan den kalif van Bagdad te zenden, die hom in de gevangenis zon doen omkomen; dan weder gal hij liet voornemen te kennen zijn doorluebtigon gevangene door het Oosten rond te voeren en aan geheel Azië hot schouwspel te vertoonon van een koning der chrislenen, in slavenketenen geklonken; Lodewijk bleef onverzettelijk en vergenoegde zich met op al die bedreigingen te antwoorden: Ik hen de gevangene van den sultan, hij kan me! mij handelen naar goedvinden.

De koning van Frankrijk leed steeds zonder to klagen. Hij vreesde niet voor zich zeiven; maar als hij dacht aan zijn gel rouw leger, aan hel lol dor overige gevangenen, dan werd zijne ziel door een diepe droelheid aangegrepen. Gelijk wij reeds gezegd hebben, waren de ehristen gevangenen in bonte mengeling binnen een ommuurd terrein bijeengebracht, zoowel gezonden, als zieken en gekwetsten, voor het meerendeel bijna naakt, allen prijsgegeven aan den honger, de wisselingen van het weder en de beschimpingen van hunne wreede bewakers. Een muzelman word belast met de namen van al die ongelukkige gevangenen op le schrijven, wier aantal meer dan tien duizend bedroeg. Degenen, die hunne vrijheid konden lerugkoopon, werden in een groot paviljoen opgesloten, de overigen bleven in de open lucht op de plek, waar men hen als een kudde vee opeengepakt had, daft voor de slachlbank bestemd was. lederen dag trad een emir, die met de uitvoering der bevelen van den sultan helast was, dat verblijf der wanhoop binnen, en liet twee-a driehonderd gevangenen buiten de omheining sleepen. Er werd hun gevraagd of zij den godsdienst van Jesus Christus wilden afzweren; zij die uil vrees voor den dood hun gelooi verzaakten, ontvingen de vrijheid; de anderen violen ouder hel zwaard en hunne liehamen werden in don Nijl geworpen. Men slachtte ze des nachts; de stilte en do duisternis vermeerderden nog bot afgrijselijke van de terdoodbrenging. Verscheidene dagen achtereen dunde het zwaard dor beulen op die wijze liet getal der rampzalige gevangenen. Nooit zag men degenen wederkeeren, die do omheining verlieten. Hun treurende wapenbroeders beweenden bij voorbaat, bij het alselieidnemen van hen, hun noodlottig uiteinde, en leefden in de alwachting van een dergelijk lot. Eiiidelijk werd de sultan het moordon moede en spaarde men de overige gevangenen in het levOn. Men voerde zo naar Cairo, en de hoofdstad van Egypte, welke zij gedacht hadden in zegepraal te zullen binnentrokken, zag ben in . lompen gehuld en met ketenen beladen, binnen hare muren verschijnen. Men wierp hen in gevangenissen, waar verscheidenen van honger en droefheid slierveii; de overigen, veroordeeld tot hol slavenleven op vreemden bodem, verstoken van alle hulp, van alle gemeenschap met hunne aanvoerders, zonder te weten wal er van hun koning geworden was, gaven allo hoop op hnnne vrijheid te herkrijgen of het Westen weder te zien.

De Ooslersche gescliiodscbrijvors vermelden do luervoron door ons beschreven gebeurtenissen mol do grootste onverschilligheid; verscheidenen hunner zolls schijnen in den moord der krijgsgevangenen een tweede overwinning te zien, en als konden het lijden en do vermoording van een ontwapenden vijand den roem van den overwinnaar verhoogen, overdrijven zij in hunne verhalen de ellende van de overwonnenen en vooral het aantal der aan den Islam geollerde gevangenen.

De ridders en de baronnen, die men in een afzonderlijk gebouw opgesloten had, bleven niet onbekend niet hel lot van hnnne wa|jonmakkers; zij leefden in een voorldnrende onrust dat een dergelijk lot ook liet hunne zou worden. De sultan wilde van hen vorkrijgen hetgeen hij niet van i.odewijk IX had kininon gedaan krijgen. Mij zond hun een emir om bon mede te doelen dal zij in vrijheid gesteld zouden worden, indien Damiate en do overige christen steden van Palestina aan de muzelmannen teruggegeven werden. De graal'van Bretagne antwoordde, uit aller naam, dat hetgeen men hun vroeg niet in hunne macht lag en de l'ransche krijgers geen anderen wil hadden dan dien huns konings. «Men ziet wel, dat gij noch aan de vrijheid, noch aan het leven gehecht zijl,quot; sprak de afgevaardigde van Almoadam. « Gij zult mannen zien verschijnen , die ijewuon zijn mei


-ocr page 393-
-ocr page 394-

.

mmmmm

Wmmmmmm

■ I

ill I

i] 1 i ■

Bm ■ - j mMMMI

Mag^wgfagamwa^

H

1 ?,-?i m

m!m$M

msasmmm mÊmsÊÊÊÊm

11

■ .

■H T^'it; ;.,'};-i.- .■•

11'' ^ m ' ':

'■ it-;,.iiyj; '^wamp; v'-r' ^ .v;

■■''^aflsfeJï.a-r'-.^Pa

.,- s' -r, pT;,: mmSÊMMÊmê.

■'^L-1*1 iiSf'ï' quot; quot;Wlamp;V ^

-ocr page 395-
-ocr page 396-

Ut: GEVAiNGEN CHRISTEN HIDjERS TE CAIRO.

-ocr page 397-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

2-49

het zwaard om Ie (jaan.quot; Do emir King lieen, de gevangenen in de verwacliting van hun nabij/.ijnden dood achterlatende. Men bracht onder luinne oogen alliis voor lumne tereclitstelliug in gereedheid; het zwaard hieel' verscheidene dagen achtereen dreigend boven hunne hooiden hangen; maar Almoadam ver-mocht hun onverzettelijkheid niet te buigen. Zoo hadden de gevangenschap van een geheel leger, de terechtstellingen, de dood van een groot aantal krijgers don cliristenen geen enkele hunner veroveringen kunnen doen prijsgeven, en een der bol-workon van Egypte bleef nog steeds in hunne macht.

Intusschon boden eonige Eransche edelen aan hun losgeld te betalen. Lodewijk vernam zulks, en verbood alle afzonderlijk verdrag uit vreeze, dat verscheidene heeren, die do middelen niet bezaten om zich vrij le koopen, in boeien zouden geklonken blijven. De graven en de baronnen, die zich kortelings nog zoo weinig gedwee betoonden, wilden niet ongehoorzaam wezen aan de bevelen van hun ongelukkigen koning en braken terstond alle persoonlijke onderhandeling af. De koning had verklaard dat hij voor iedereen wilde belalen en hij niet aan zijn eigen vrijheid zou denken, dan nadat hij die van al de overigen verzekerd had.

Terwijl de sultan van Cairo zulke vruchtelooze pogingen aanwendde om de lierheid van Lodewijk IX en diens ridders le buigen of hun moed te verzwakken, drongen de gunstelingen, die met hem uit Mesopotainié medegekomen waren, bij hun meester aan om spoedig vrede te sluiten. «Gij hebt veel gevaarlijker vijanden dan de christenen,quot; zeiden zij tot hem; ■ namelijk de emirs, die in uwe plaats willen regeeren en steeds op hunne overwinningen roemen als haddet gij zelfde Franken niet overwonnen, als hadde de (lod van Mahomed niet de pest en den hongersnood gezonden om de zegepraal over de verdedigers van Christus le vergemakkelijken. Haast u derhalve een einde le maken aan den oorlog ten einde ons gezag te bevestigen en uwe regeering aan le vangen.quot; Deze laai, welke den hoogmoed van Almoadam streelde, noopte hem, redelijker voorstellen aan zijne vijanden le doen. De sultan vergenoegde zich met den koning van Frankrijk een millioen gouden bezunten en de leruggave van Damiate te vragen. Daar Lodewijk IX. verwittigd was, dat do stad Damiate geen weersiand kon bieden, nam hij de voorstellen aan, die hom gedaan worden, indien de kuninijin ze (juedlieurde. Toon do muzelmannen hierover hunne verwondering le kennen gaven, antwoordde de koning: De Loniiujin is mijne echtgenuule, ik vennmj niets zonder hare (joed-keurinij. De gevohnachligdon van den sullan koorden ten tweeden male terug en zeidon lot den Franschen monarch, dat indien de koningin de gevraagde som wilde helalon, hij vrij zoude zijn. «Een koning van Frankrijk koopt zich niol mei geld vrij,quot; gaf hij hun ten antwoord, «de stad Damiate zal u gegeven worden voor mijn losprijs en het millioen gouden bezanten voor dien van mijn leger.quot; De sultan vond alles goed; en hetzij hij verheugd was do onderhandelingen tot een goed einde gebracht le hebben, hetzij hij gelroffon was door het groolinoodigo karakter van don Franschen monarch, hij verminderde met een vijfde do som, welke voor hot losgeld dor chrislon soldaten bedongen was.

De gevangen ridders en baronnen waren nog onbekend mot hot sluiten der overeenkomst en steeds vervuld mot de somberste gedachten, loon zij oen muzohnanschon grijsaard hun paviljoen zagen binnentreden. Zijn eerwaardig voorkomen, zijn stalige houding boezemden eerbied in, terwijl zijn geleide, dat uit gewapende lieden bestond, daaronlogen vrees inboozotnde. Zonder eonige voorafgaande toespraak deed de grijsaard den govaugenon door een tolk vragen, of hel waar was, dal zij in één God geloofden, geboren uil eene vrouw, gekruisigd voor hol heil dos menschdoms en ton derdon dage verrezen van den dood. Allen antwoordden, dal dil hun vaste geloof was. «In dal geval,quot; zeide hij lol hen, «mooglgij u gelukwenschen voor uw God lo lijden: hol is er nog verre van af, dat gij zooveel voor Hom lijdt, als Hij voor u geledon heeft. Sloll uw betrouwen in Hem, en als Hij zich zolvon in hol loven hoeft kunnen terugroepen, zal het Hem niet aan de macht ontbreken om oen einde te maken aan hel lijden, dat gij thans verduurt.quot;

Nadat hij dil gezegd had, verwijderde zich do grijsaard, de kruisvaarders tusschon verbazing, vrees en hoop slingerende, achterlatende. Daags daarna kwam men hun inodedeelen, dat de koning een verdrag aangegaan had en hij het gevoelen zijner baronnen wilde vernemen. Johannes van Valery, l'hilippns van Monlloort, Cuido en Boudewijn van Holin worden aangewezen om zich naar den koning te begeven. De gevangen kruisvaarders vernamen weldra dat hun gevaiigonschap oen einde ging nemen, en de koning zoowel hot losgeld voor do armen als voor do rijken betaald had. Wanneer die dappere ridders hunne overwinningen overwogen, begrepen zij niet hoe zij in de handen d'iÉ ongoloovigen hadd m kunnen vailon , en wanneer zij aan bun laatste rampspoeden dachten, scheen hunne bevrijding bun wonderdadig toe. Eenparig looiden zij dan ook God en zegenden zij den koning van Frankrijk.

In het verdrag worden allo steden van Palestina begrepen, die den christenen bij de aankomst der kruisvaarders in het Oosten toebehoorden. Van weerszijden moest men de krijgsgevangenen in vrijheid stellen, die sedert hot bestand tusschon Frederik en Malek-Kainol gesloten gemaakt waren. Ook werd bepaald, dat de krijgsbehoeften en de oorlogswerktuigen van hot christen leger voorloopig lo Damiate zouden blijven onder de hoede van den sultan van Egypte.

Nu was men nog enkel bedacht op hel vervullen der vredesvoorwaarden. Vier groole galeien werden uitgerust om de voornaamste gevangenen lol aan de monding van den Nijl te vervoeren. Do sultan verliet Mansourah en begaf zich over land naar Pharescour.

Sedert den slag van Minioh had men in die stad een groot houten paleis gebouwd, waarvan de kronijken van dien lijd ons oen hoogdravende beschrijving achtergelalen hebben. Het was in dat paleis dal Almoadam de gelukwenschen der muzelmannen ontving met don gelukkigen uitslag van den oorlog tegen de vijanden van den Islam. Allo sleden, alle vorstendommen van Syrië zonden gezanten om den overwinnaar der chrislenen te gaan begroeten. Do gouverneur van Damascus, wien hij den mantel des konings van Frankrijk, op het slagveld gevonden, gezonden had, liet hem het volgende antwoord overbrengen; «God bestemt u, ongetwijfeld, lot de verovering der geheele wereld en gij zult van overwinning lol overwinning gaan; wie zou daaraan kunnen twijfelen, nu uwe slaven zich reeds kleeden met de gewaden, die gij op de koningen veroverd bobt.quot; Zoo werd de jeugdige sullan door loftuitingen bedwelmd; hij bracht zijn tijd in feosion en genietingon dos vredes door, de zorg voor zijn rijk vergelende en do gevaren niet voorziende die hom le midden dor hom gebrachte luddebotooningen dreigden.

Almoadam had verscheidene ministers en beambten van zijn vader uit hunne bedieningen ontzei: de meeste emirs leefden i.i gestadige vrees voor een dergelijke ongenade, en deze vrees zelve droef hen aan alles te wagon om hun fortuin en hun loven lo redden. Onder de ontevredenen nierkle men vooral do mamolukkon en hun bovelhebber op, een korps soldaten, welks vorming van Saladijns lijd daglookende en dat onder de vorige regeering de grootste voorrechten genoten had. Zij logden den sultan ion laste dat hij jeugdige gunstolingen voortrok boven bejaarde krijgers, die do steunpilaren en de redders van Egypte waren. Zij verweten liem don vrede gesloten te hebben zonder degenen le raadplegen die de lasten van den oorlog godragen hadden, en den buit van tie overwonnenen te bobben uitgedeeld aan hovelingen, die zich geen andere moeite gegeven hadden dan van den Euphraat naar de boorden van den Nijl le komen. Om bij voorbaat alles te rechtvaardigen wat men logen den vorst kon ondernemen, dichtte men hem zolls de snoodste ontworpen toe, en de ontluikende opstand wakkerde aan bij hel verhaal der le wachten vervolgingen. Men noemde de emirs die lor dood gebracht moesten worden; de foilorvvorkluigon, de dag van de lereclitstolling, alles was bepaald, alles was gereed. Men had den sultan tijdons een nachtelijke braspartij de flambouwen van zijn vertrek mot de sabel zien doorhakken en hem daarbij hooren uilroepen, dat hij op die wijze hot hoofd van al de mamelukken zou doen vallen. Eene vrouw vuurde door hare redenen den geest des opslands onder de krijgers aan: de sultane Chegger-Éddour, welke een oogonblik over hel rijk beschikt had en de goringschatting van den nieuwen sullan niet kon verdragen. Van gemor ging men welhaast lol openlijken opstand over; want hot was minder gevaarlijk don vorst met hel zwaard in de hand aan te vallen, dan langer op hom te smalen en zijne daden le gispen. Er word oen komplot tegen zijn leven gesmeed, waaraan al de emirs, die eonige verongelijking of terugzetting te wreken of le vreozon hadden, en de mamelukken deelnamen. Daar do saaingezworonen vreesden, dat de sullan, eenmaal le Damiate aangekomen, aan hun wraak mocht ontsnappen, besloten zij le IMiarescour don aanslag te volvoeren.

D ■ galeien, die de christen gevangenen overbrachten, kwamen voor die stad aan. De koning ging aan land met de prinsen zijne broeders en werd ontvangen in een veldtent, waar hij een onderhoud had mol don sultan. l)o geschiedenis zegt niels van die samenkomst tusschen twee vorston, die in gelijke mate de aandacht trokken en wier positie zoo verschillend was: de een bedwelmd door zijne overwinningen , verblind door zijn voorspoed; de ander, gelaten in het ongeluk, groot in do beproeving van den tegenspoed.

De beide vorston hadden don zaterdag vóór Hemelvaartsdag vastgesteld voor de teruggave van Damiate. Volgens do overeenkomst moesten de kruisvaarders, die sinds meer dan een maand in boeien geklonken waren, nog slechts drie dagen hel lijdon der gevangenschap verduren; maar nieuwe rampen waclilïon hen en zouden nogmaals hnn onderwerping en hun moed op een zware proef stollen. Daags na hun aankomst i voor IMiarescour wilde de sultan van Cairo, tot viering van


-ocr page 398-

2r;o GESCHIEDENIS DE

den vrede, de voornaamste olïieieren van liet muzelinansclie Ic^er een l'eestmaal aanbieden. De saaingezworeneu maakten van die gelegenheid gebruik: tegen den alloop van den maaltijd vielen zij met de sabel in de baud op bem aan; Bondoedar braebt hem den eersten bouw toe. Almoadam, die slechts aan de hand gewond werd, sprong doodelijk ontsteld op, vloog tussehen zijn lijtwaclit, die roerloos slaan bleel', door, nam de wijk in een toren, wierp er de poort van dicht, en vertoonde zich daarna voor een venster, nu eens om hulp s meek end e dan weder aan de saamgezworenen vragende, wat zij van hem vorderden. De afgezant van den kalil' van Bagdad bevond zich destijds te Pbarescour. Hij wilde te paard stijgen, doch de mamelukken dreigden bem met den dood, indien hij niet in zijn tent wederkeerde. Ter zellder tijd deden eenige trommen zich hooren en gaven bet signaal voor de troepen om zich te verzamelen; maar de hooldaanleggers van bet komplot zeiden aan de soldaten, dat Damiate genomen was en bel geheele leger snelt naar die stad, zoodat de sultan alleen blijft met hen, die liet op zijn leven gemunt hadden. De mainelukkeu beschuldigen en bedreigen hem: hij wil zich rechtvaardigen, zijne woorden verliezen zich in het gedrniscb. Duizend stemmen roepen hem toe naar beneden le komen: bij weilelt, bij jammert, bij weent; de pijlen snorren tegen den toren; bet van alle kanten geworpen Griekseb vuur sticht brand. Op bet punt door de vlammen aangetast te worden , springt Almoadam uit bet venster en tuimelt op den grond. De (Uitbloote sabels en zwaarden zijn tegen bem opgeheven: hij werpt zich aan de voeten van üctaï, een der booldonicieren zijner lijfwacht, die bem toornig vau zich afstoot. De ongelukkige vorst slnal weder op, steekt iedereen de band toe, zeggende, dat hij van den troon van Egypte afstand wil doeu eu naar Mesopotamië weder-keeren. Deze smeekingen, een vorst onwaardig, wekten meer verachting dan medelijden op; de saamgezworenen blijven nog besluiteloos; maar de booldteiders wisten maar al te goed dat hun behoud nu nog slechts afhing van de volvoering der be-gounen misdaad. Bondoedar, die den sultan den eersten slag toegebracht bal, trof hem ten tweeden male met zijn sabel; met bloed overdekt neemt Almoadam de vlucht, springt in den Nijl en tracht eenige schepen le bereiken, die den oever scliencn te naderen om hem op te nemen: negen mamelukken volgden hem in bet water eu doorstaken hem met hunne sabels iu het gezicht van de galei, waarop zich Joinville bevond.

Zoodanig was liet uiteinde vau Almoadam, die niet wist te legeeren of te sterven. De Arabische schrijvers vermelden als een opmerkelijke bijzonderheid, dat bij te gelijk door bet staal, hel vuur en liet water omkwam. Dezelfde schrijvers zijn het met elkander eens, dat hij zijn eigen ondergang bewerkt bad door zijne onvoordebtigbeid en zijne oii^erecbligbeid. Voor bet overige vermeldt de Oostersche geschiedenis, gewoon om het goed geluk te prijzen eu allen te laken, die het onderspit delven, de klachten der mamelnkketi zonder ze te onderzoeken, en vergenoegt zich met, vluchtig over die omwenteling heenstappende, te zeggen: Wanneer (jod iels wil, bereidt Hij er de middelen Ine voor.

De Nijl eu zijn oever boden toen twee zeer onderscheiden tafereeleh aan: vau den eenen kant zag men een vorst te midden van al den luister der grootheid, van al den glans der overwinning, door zijn eigen lijfwacht vermoorden; van den anderen, een ongclukkigen vorst, omringd door zijne ridders, even ongelukkig als bij, die bun meer eerbied inboezemt in zijn tegenspoed dan toen hij met al den luister van deu voorspoed en de macht omgeven was. Hoewel de Fransche ridders en baronnen de slachtoffers geweest waren van de barbaarscb-heid des sultans vervulde ziju gewelddadig uiteinde hen met meer verbazing dan blijdschap: zij konden zich den aanslag der mamelukken niet vei klaren, eii die omwentelingen van de militaire dwingelandij in eigen boezem vervulden hen met ontzetting.

Na dit bloedige tooneel kwamen dertig iwiizelmansche olïieieren met strijdbijlen om den hals hangende en met bet zwaard in de hand, aan boord van de galei, op welke zich de graven van Bretague en Montfoort, Boudewijn en Guido van Helin en de seue-cbal Joinville bevonden. De verschijning dezer woestelingen, die onder het uitbraken van de vreeselijkste verwenscbingen de christenen met hunne wapens dreigden , braebt de gevangenen in den waan, dat bun laatste uur geslagen bad. Beeds bereidden de christen strijders zich tot den dood voor, en zich voor een Trinitads op de knieën werpende, vroegen zij hem om de absolutie van bunne zonden.

Overigens konden die bedreigingen, die woeste gedraging der emirs een staatkundig doel hebben. Na een komplot hetwelk de gemoederen moest, verdeden eu nieuwe hartstocliteii opwekken, was bet voor de hoofdleiders van bet hoogste belang de dweepzucht der menigte aan te vuren en al bare woed;; tegen de christenen te richten; het was bun doel de meening bij bet volk ingang te doen vinden en zij konden zeil die meening

KRUISTOCHTEN.

toegedaan zijn, dat Almoadam, die voor de christen galeien gedood was, bij de vijanden van den Islam een wijkplaats had willen zoeken.

De baronnen en de ridders ondergingen het lot niet, waarvoor zij duchtten; als badde men echter voor eenigen aanslag van hunne zijde gevreesd, werden zij in het ruim opgesloten , waar zij den nacht doorbrachten met de gedachte aan hun ophanden dood voor oogen.

Bodewijk, die met zijne broeders in zijne tent opgesloten was, had het gedruiscb vernomen. Niet wetende water voorviel, meende bij dat de Fransche gevangenen vermoord werden, of dat de muzelmannen Damiate ingenomen hadden. Hij was ter prooi aan duizend angsten, toen hij Octaï, den bevelhebber der mamelukken , zijne teut zag binnentreden. Deze emir gebood de bewakers des konings been te gaan, en een bebloed zwaard toonende, zeide bij tot Bodewijk IX: «Almoadam is niet meer; wat zult gij mij geven omdat ik u verlost heb van een vijand, die uw verder! en bet onze beraamde?quot; Bodewijk gaf geen antwoord. Nu zette de emir den koning de punt van ziju zwaard op de borst en voegde hem woedend toe: «Weet gij niet dat uw leven in mijne rnaebt is? Sla mij tot ridder of gij zijt des doods.quot; — «Word cbigt;isten,quot; antwoordde de monarch, «en ik zal u tot ridder slaan.quot; Zonder verder aan te dringen, ging Octa'i heen eu kort daarna werd de teut des konings opgevuld met muzelmansche krijgers, die met de bloote sabel iu de vuist binnendrongen. Hunne houding, liunne kreten, de woede die op limine aangezichten te lezen stond , verrieden duidelijk dat zij eene groote misdaad gepleegd hadden en niet voor meerdere terugdeinsden; maar door een soort van wonder veranderden zij eensklaps van houding eu taal bij het zien van den monarch eu naderden hem met eerbied; en als hadden zij in de tegenwoordigheid vau Bodewijk de behoefte gevoeld van zich te rechtvaardigen, deelden zij hem mede, dat zij zich genoodzaakt hadden gezien een dwingeland te dooden, die hun verderf eu dat van de christenen beoogde; hij moest, zeiden zij, het verledene vergeten: alles wat zij voor het vervolg van hem verzochten was de getrouwe naleving van het met Almoadam gesloten verdrag. Daarna hunne hand aan bun tulband brengende en bun voorhoofd lot op de aarde buigende, gingen zij rustig heen , den monarch in de grootste verbazing achterlatende over dien plotselingen overgang van de grootste teugelloosheid tot de betuigingen van den diepsten eerbied.

Dit zonderlinge tooneel heelt eenige schrijvers doen zeggen, dat de inanielukken den troon van Egypte aan den heiligen Lodewijk aangeboden hadden. Dit gevoelen heeft zelfs in de laatste jaren veld gewonnen in Europa, doch Joinville, op wicn men zich tot staving van deze bewering beroept, bepaalt zich tot het mededeelen van een gesprek dat bij met deu heiligen Lodewijk bad. De koning vroeg hem, wat hij zou hebben moeten doeu in bet geval de emir hem het oppergezag ware komen aanbieden. Daar de goede seuechal zich niet kon verbeelden, dat men een kroon zou kunnen aannemen uit de hand dier d^roerijie emirs, die Imn meesier vermoord hadden, was Lodewijk niet van dat gevoelen en zeide, dat hij waarlijk, indien men hem voorgesteld bad den sultan op te volgen, zulks niet gewei nerd zon hekken. Deze enkele woorden bewijzen genoegzaam , dat men den gevangen monarch niets voorgesteld bad. Het is waar, Joinville voegt er nog, afgaande op de geruchten die in bet christen leger in omloop waren, bij, dat de emirs de trommen hadden laten roeren en de trompetten doen steken voor de tent des konings van Frankrijk en zij ter zellder tijd onder elkander beraadslaagden, of zij niet de boeien van bun doorluebtigen gevangene zouden slaken, om hem tot hun souverein le verheffen. Joinville deelt dit feit mede zonder het te bevestigen en daar de Oostersche geschiedenis omtrent dat zelfde feit het diepste stilzwijgen in acht neemt, kan een gcschiedscbrijver het lieden ten dage niet erkennen zonder zijne waarheidslietde in gevaar te brengen. Voorzeker, het is mogelijk, dat de emirs den wensch uitgedrukt hebben onder hen een vorst te vinden, die de vastberadenheid, de dapperheid en de deugden van Lodewijk tX bezat ; maar hoe kan meu met eenige reden voorotulersleilen, dat de mnzehnannen, blakende van de dubbele dweepzucht van den godsdienst en den oorlog, een oogenblik hebben kunnen stilstaan bij de gedachte om een onbeperkt gebieder te kiezen onder de christenen, die zij pas met een weergalooze barbaarsebbeid behandeld hadden, en op die wijze hunne bezittingen, hunne vrijheid, hun leven, iu de handen stellen der onverzoenlijkste vijanden van hun land, hun geloof en hunne instellingen ?

Overigens scheen de opperste macht, waarop de emirs zich zoo naijverig betoond en die zij zoo gewelddadig aan Almoadam onluouien hadden, toen zij er de beschikking over hadden, hun aanvankelijk vrees aan ie jagen. In een vergadering, die bijeengeroepen was om een sultan te kiezen, bedankten dc vérstandigsten voor de gevaarvolle eer over een land te regeeren, dat door onlusten verdeeld was en over een leger te bevelen,


-ocr page 399-

\ rn^' u *

m% '

mip

1 [|i

S^BmWm

ij J.

Mmg%4

mmÊKMÊ*

DOOD VAN ALMOADAM.

-ocr page 400-

' -.I? i^Pil

WÊÊÊ' MÊSÊÊmÊÊÊSÊm

■li ■ ■

ra.? -ife?,sJ^SgSgaa^^fcri

'

'-■quot; HmWI mm

i

IÉ SrS 1

'éWMb

WÊÊÊBÊ

mmKmM

pl®3 ;V-

■ ■

j ; ;

f

mm

WÊÊÊ^flÊÊm

KaSfMfflSSi MHBIBMi feSfffifquot; ij ;■.•/■■•quot;

isSSs',^t

üÈdm

aBBfeBi^wwi MMMMMfiBBBMB

H ■ ■ ■

mmmmmmmamp;smm.wmsmëÊ

■•;. j ■ mmmamm

Pt® n ^1 ■ i-ymÊ

? amp;-^ï.'quot;;/- ./.: ■■ ' * .ifi,-?--• - .'■; fl|

w-',.

'i

mÊÊÊmÊÊmÊsm

HMBW Wmffi^HiBiaaaMailiiHI*^^

mbwwM EHWWHHB^ai

X-. - .

wmnmswglt;

H

f

H ip

KpS

II

■ •v';Ï'-J;-: -,

■ ■

H

I

•r -

ë^I$M

II

m

IH

wWÊ mMi mSBÊBBmBM HB

.

m-^

| ■ ^

KM

amp;mmmtÊÊmamp;. mÊÊÊÊiÊÊÊÊBgm#

|

-ocr page 401-

KRUISTOCHTEN. 251

GESCHIEDENIS DE

waarin de geest van oproer heerschte. Op hunne weigering gat' men de kroon aan Chegger-Eddour, die zooveel deel gehad had aan de verheffing en daarna aan den val van Almoadam. Om mol de sultane te rogeeren in de hoedanigheid van atabek, koos men Ezz-Eddin-Ayhek, die als slaaf in Egypte ingevoerd werd en om zijn barbaarsche al komst den bijnaam droeg van Turcoman.

Kort daarna kwam de nieuwe sultane te Pharescour aan en werd uilgeroepen onder deu naam van Moslassemieh, Snlehieh, koningin der muzelmannen, moeder van Malek-Almansor-Khalil. Almansor-Khalil, ecu jonge vorst, zoon van Negmeddin, was zijn vader in het grat voorafgegaan. De kinderen die Almoadam naliet, waren in Mesopotamië gebleven en konden geen hoop meer voeden bun vader op te volgen. Zoo eindigde het machtige stamhuis der Ayoubietcn, een stamhuis, gegrondvest door de overwinning en omvergestooten door een leger, dat de bedwelming der zegepraal tol oproer gedreven had. Terwijl men een nieuwen gebieder zocht, bleef het lijk vau den sultan twee dagen lang onbegraven en onbewaakt óp den oever van den Nijl liggen. Eindelijk kreeg de algezant van den kali! van Bagdad verlof het te begraven, en deze liet het zielloos overschot van deu laatste der opvolgers van Saladijn op een afgezonderde plek ter aarde bestellen.

De verbelling van Chegger-Eddour verbaasde de muzelmannen • men Ind er nog geen voorbeeld van gehad, dat de naam eener vrouw gegraveerd stond op de muntstukken en in de openbare gebeden genoemd werd De kalif van Bagdad kwam tegen de ergernis van deze nieuwigheid op. en toen hij later aan de emirs schreel' vroeg hij hun of zij in geheel Egypte niet een enkelen man gevonden hadden in slaat om hen Ie regeeren. Het oppergezag, bij eene vrouw berustende, was niet bij machte de liartstochten te beteugelen, die de verdeeldheden m het rijk aankweekten, of de verdragen le doen eerbiedigen, heigeen zeer noodlottig voor de christenen werd. veroordeeld afwisselend te lijden onder den opstand en de onderwerping. de eensgezindheid en de tweedracht hunner vijanden.

Eenige der emirs wilden, dat men hel met de christenen gesloten verdrag handhaalde, anderen daarentegen, dal men een nieuw verdrag sloot, terwijl wederom anderen het vernederend aclitten met de ongeloovigen le onderhandelen Na langdurige beraadslagingen keerde men tol de oorspronkelijke overeenkomst, terug met bijvoeging der voorwaarde, dal de koning van Frankrijk Damiale zon teruggeven alvorens in vrijheid gesteld te worden en hij, vóór de boorden van den Xijl ie vertalen, de helft der voor zijn losprijs en dien van zijn léger vastgestelde som zou betalen Deze laatste voorwaarden verrieden hel wantrouwen van de emirs en konden met grond doen vreezen, dat de dag der bevrijding nog «iel voor de christen gevangenen aangebroken was.

Toen hel op hel bezweren der uilvoering van het traciaal aankwam, stelde men van weerszijden formulieren van den eed voor. De emirs zwoeren, dat indien zij hunne beloften braken, «zij ei in toestemden om bespot en beschimpt te worden gelijk de pelgrim, die bloolshoords een reis naar Mekka doel, ofwel even diep veracht le worden als hij, die zijne vrouw terug-neeml, na haar verslooten te hebben.quot; De Turken hadden, volgens hunne zeden en gebruiken, geen plechtiger uitdrukkingen om den gezworen tiouw le bevestigen. Men stelde Lodewijk IX het volgende fonnulier voor: «Indien ik ontrouw word aan mijn eed, zal ik gelijk zijn aan dengene, die zijn God verloocneut, op hel kruis spuwt en het onder zijne voelen verireedt.quot; Deze eed, welken men den koning wilde doen zweeren, scheen hem een beleédiging van God en zich zeiven toe: iiij weigerde dien af te leggen. Te vergeefs gaven de emirs hun toorn te kennen, hij trotseerde hunne bedreigingen. Dal verzet van den heiligen Lodewijk, dal door de lijdgenooten geroemd wordt, zal misschien niet denzelfden lof oogsten in de eeuw, waarin wij leven. Men moet hierbij nochtans wel m aanmerking nemen, dal de koning in deze omstandigheid niet alleen weerhouden werd door zijn gemoedsbezwaren maar ook door hel besef zijner koninklijke waardigheid. Men zal zich herinneren dal in den derden kruistocht inoliard en Saladijn hel de majesteit der koningen onwaardig geacht hadden hun woord aan hel formulier van een eed le onderwerpen: zij vergenoegden zich ten bewijze dat de vrede gesloten was den gezanten de hand te reiken. Oproerige emirs, nog rookend van hel bloed huns meesters, moesten de waardigheid van do opperste macht miskennen; maar Lodewijk IX vergat nooit, in gewichtige omstandigheden, dat hij een groot monarch was, eu de vooronderstelling van een meineed, de enkele gedachte aan een godslastering kon in zijn geest onmogelijk samengaan met het karakter van een christen vorst en een koning van Frankrijk.

Ten hoogste verbolgen een gevangen koning aan al hun aandrang le zien weerstand bieden en hun in zekeren zin voorwaarden stellen, spraken de muzelmannen er reeds van den

koning onder folteringen ter dood te brengen. «Over mijn lichaam zijt gij meester,quot; zeide hij tol hen, «maar gij hebt geen macht over mijn wil.quot; De prinsen, zijne broeders, smeekten hem volgens het geëiscble formulier te zweeren: hij weerstond aan de beden der vriendschap, gelijk hij aan de bedreigingen zijner vijanden weerstand geboden had. De tusscbenkomst der prelaten had geen gunstiger gevolg. Hel hardnekkig verzet des konings toeschrijvende aan den patriarch van Jerusalem, grepen de mamelukken dien prelaat, die in de tachtig jaren oud was, en bonden hem zoo stevig met de handen aan een paal, dat hel bloed er uitsprong. Door de pijn overmand, riep de patriarch: Sire, sire, zweer! ik neem de zonde op mij! Doch Lodewijk, nog altijd overtuigd dat men zijn goede trouw beleedigdo, dal men iels onteerends en 011-rechtvaardigs van hem eisctile, bleef onverzettelijk. Door zooveel standvastigheid overwonnen, vergenoegden de emirs zich eindelijk met het eenvoudige woord des konings eu verwijderden zich, zeggende, dal die Frankische vorst de jiersle christen was, die ooit in hel Oosten (jezien was.

Nu was men nog enkel bedacht op de uitvoering van hel tractaat. Do galeien, welke gevangenen aan boord hadden, lichtten hel anker en zakten naar de monding van den Nijl af terwijl hel muzelmansche leger over land derwaarts trok. De christenen moesten Damiale den volgenden ochtend bij hel krieken van den dag overgeven. Hel is onmogelijk de verwarring, de verslagenheid, de vertwijfeling le schetsen, welke gedurende dien nacht in de stad heerschlen. De ongelukkige inwoners doolden door de stralen en ondervroegen elkander vol bekommering, de onrustbarendsle geruchten waren in omloop: men zeide, quot;dal hel geheele christen leger door de muzelmannen vermoord en de koning van Frankrijk vergiftigd was geworden. Toen er bevel gegeven werd de stad te onlruimen , verklaarden vele krijgers luide, dat zij niet zouden gehoorzamen en zij liever op de wallen den dood vonden dan oniLudsd te worden als krijgsgevangenen.

ter zelfder tijd geraakten de gemoederen in hel muzelmansche leger aan hel gisten, liet gerucht wilde, dat do koning van Frankrijk weigerde liet verdrag na le komen en hij de bezetting van Damiale last gegeven had zich te verdedigen. Hel berouwde de soldaten en de aanvoerders, dal zij een bestand aangegaan hadden mei de kruisvaarders, en zij schenen voornemens hel geringste voorwendsel aan le grijpen om hot te verbreken.

Iiitussclien wisten de commissarissen van Lodewijk IX de zich in Damiale bevindende christenen le bewegen om de stad te onlruimen. Koningin Margaretha liet zich mei haar zoontje naar een Genueescli vaartuig vervoeren: zij word vergezeld door de herlogin van Anjou, de gravin van l'oiliers en de rampzalige weduwe van den graaf van Artois, de hoofdoorzaak van den Ireurigen atloop van dezen oorlog. Tegen hel einde vau den nacht waren Olivier van Thermes, die over de bezetting bevel voerde, de hertog van lïourgondië, de legaal van den paus en al de Franken, behalve de zieken die in de stad achterbleven, op den Nijl ingescheept.

Godfried van Sargincs, die in Damiale gebleven was, overhandigde er de sleniels van aan de emirs, en bij hel aanbreken van den dag zag men de injzelmansche standaards van de torens en de wallen wapperen. Op dal gezicht stormde hel gansche Egyptische leger met overhaasting de stad binnen. De onder de soldaten uitgestrooide geruchten hadden hunnc woede opgewekt: zij verspreidden zich door de stralen als had een bloedig gevecht de poorten der stad voor hen ontsloten; zij vermoordden de zieken, die zij aantrolTen, plunderden de huizen en gaven al de oorlogsweriUuigen, wapenen en krijgsbehoeften, die aan de chrisleneu behoorden, aan de vlammen prijs.

Deze eerste schending der tractaten, de bedwelming van het bloedbad en de straffeloosheid verhitten de gemoederen der muzelmannen nog meer eu voerden ben tol nog grovere buiten-sporigheden. Den moordlust der soldaten deelende, vorinden de emirs het plan al de christen gevangenen le doen ombrengen. Reeds hadden de galeien, waarin de Fransche baronnen en de ridders opeengepakt waren, bevel ontvangen naar IMiarescour op te varen, «waarover onder ons een groote droefheid ontstond,quot; zegt Joinville, «en uit veler oogen welden tranen op, | want wij meenden allen dat men ons ging dooden.quot;

Terwijl de galeien den Nijl opvoeren, beraadslaagden de bevelhebbers van liet mnzelmansche leger onder elkander over hel lol van den koning van Frankrijk en al de Fransche krijgers. «Wij zijn nu weder meester van Damiale,quot; sprak een der emirs, i «een machtig monarch der Franken en zijne dapperste krijgers verwaclillen van ons den dood of de vrijheid. De fortuin biedt ons eene gelegenheid aan om voor altijd den vrede van Egypte | en de zegepraal van het Islamisme te verzekeren; wij hebben j zonder gewetensbezwaar het bloed der niuzebnansche vorsten [ vergoten, en zullen wij dan dal der christen vorsten eerbiedigen, die naar hel Oosten gekomen zijn om onze steden in de asch le leggen en onze provinciën lol slavernij le doemen?quot; Dit


-ocr page 402-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

gevoelen was dal van hel volk en liet leger, en de meeste emirs, door den algemeenen geest medegesleept, voerden dezelfde taai. Een emir van Mauritanië, wiens naam Joinvilie voor ons bewaard liceft, verzette zich bijkans alleen tegen deze schending der wetten van den oorlog en den vrede. «Gij hebt uw souverein ter dood gebracht,quot; sprak hij; «dien de Koran u beval als uw oogappel te bewaren. Deze dood was ontegenzeggelijk noodzakelijk ter wille van uw eigen veiligheid; maar wat hebt gij te wachten van de daad, die men u voorstelt, dan de gramschap van God en den vloek der menschen?quot; Deze rede werd herhaaldelijk door gemompel onderbroken: de taal der rede vuurde den haat en de dweepzucht nog meer aan. Daar het den geweldigen hartstochten nooit aan redenen ontbreekt om hun eigen buitensporigheden voor zich zeiven te rechtvaardigen, beschuldigde men de kruisvaarders van trouweloosheid, verraad en al de misdaden, die men tegen hen beraamde. Er was geen beschuldiging, die niet waarschijnlijk, geen gewelddadigheid die niet rechtvaardig scheen. Indien de koran, zeide men, den muzelmannen gebiedt voor hot leven hunner vorsten te waken, gebiedt hij hun ook voor de handhaving van het muzelmansche gelooi te waken; de dood moest het loon zijn dergenen, die den dood gebracht hadden en hunne beenderen moeslen ver-bleeken in dezellde vlakten, die zij verwoesi hadden. I)ii vorderden het welzijn van Egypte en de wetten van den proleet.

Na een zeer onstuimige beraadslaging zou het verschrikkelijke doodvonnis over de christen gevangenen uilgesproken worden; maar de hebzucht kwam de menschelijkheid en de gerecliligheid eindelijk te hulp: de emir, die ten gunste van de gevangenen het woord voerde, had herhaalde malen gezegd, dal de do'pden geen losgeld betaalden. De emirs begonnen ten laatste m te zien, dat hel zwaard, de kruisvaarders opofl'erende, de overwinnaars van de vruchten der zegepraal zoude berooven. Deze overweging bracht de gemoederen tot bedaren en deed de meening veranderen. De vrees van achthonderd .duizend bezanten te verliezen, deed de traclalen eerbiedigen en redde hel leven van den koning van Frankrijk eu diens lolgenooten.

De emirs gelastten de galeien naar Damiate terug te voeren. De muzelmansche soldaten gaven ook terstond blijk van vredelievender gevoelens, en daar het eigen is aan de menigte om van het eene uiterste tot het andere .over te slaan, behandelde men met al de voorkomendheden van de gastvrijheid dezellde lieden, die men weinige uren te voren Ier dood' wilde brengen. Rij hunne aankomst voor de stad deelde men aan de gevangenen versch gebakken brood uit en hard gekookle eieren, «die men ter onzer eei e mei verschillende kleuren geverfd hadzeel Joinvilie.

De ridders en de baronnen kregen eindelijk verlof om de vaartuigen te verlaten, die hun tot gevangenis dienden, en zich bij den koning te voegen, dien de meesten hunner sinds zijn gevangenneming niet meer gezien haddon. Terwijl zij aan land kwamen, begaf Lodewijk zich te voet naar de'monding van den Nijl onder het geleide van muzelmansche krijgers; een ontelbare menigte volgde hem, begeerig de wapens, de trekken en de houding van den chrislen monarch te zien. Een ( enueesche galei wachtte hem. /oodra hij aan boord was, verschenen lachlig boogschutters met gespannen bogen plotseling op het dek; terstond stuiven de opdringende Egyptenaren uileen en de galei verwijdert zich van den oever. Lodewijk werd vergezeld door den hertog van Anion, den graaf van

Soissons, Godfried van Sargines, Philippus van Nemours en den senechal van Joinvilie. De graaf van Poitiers was als gijzelaar in Damiate achtergebleven tot de volledige betaling der vierhonderd duizend gouden bezanten, die de koning aan de emirs moest nitkeeren alvorens in zee te steken. Lodewijk kwam tien duizend livres le kort; hij liet ze aan de Tempeliers vragen, maar dezen weigerden aanvankelijk ze te geven, tot groote ergernis der ridders en der baronnen. Men dreigde geweld te gebruiken: nu gehoorzaamden zij. De bij het verdrag vastgestelde som werd aan de muzelmannen uitbetaald. De graaf van Poitiers verliet Damiate en alles was voor het vertrek gereed, toen Philippus van Montfoort, die met de betaling belast was, verslag kwam geven van zijn zending en den koning mededeelde, dat men de emirs tien duizend livres te kort gedaan had. Lodewijk gaf daarover zijn misnoegen te kennen en zond Philippus van Montfoort naar Damiate terug, om die som te overhandigen, een les in de gerechtigheid die hij te gelijk aan zijne vijanden en aan zijne beambten wilde geven. Deze laatste zending wordt vermeld l)ij een Arabisch schrijver, die daaraan een zonderlinge en vreemdsoortige reden toedicht. Hij verhaalt, dat Philippus van Montloort naar de emirs werd gezonden om hun te zeggen dat liet hun aan godsvrucht en aan gezond verstand ontbrak: aan godsvrucht dewijl zij hun souverein vermoord hadden; aan gezond verstand, dewijl zij voor een matige som gelds de boeien geslaakt hadden vaii een machtig monarch, die de helft van zijn koninkrijk gegeven zon hebben, om zijne vrijheid terug te koopen. Deze hoogst onwaarschijiilijke verklaring dient echter ten minste om ons de destijds onder al de volken van het Oosten heerschende meening te doen kennen, dat de Egyptische emirs hun sultan hadden vermoord en hunnen vijand laten ontsnappen.

Weldra verliet Lodewijk mei. hel nietige overschot van zijn leger de monding van den Nijl en kwam weinige dagen na zijn vertrek te Ptolomaïs aan , waar de geestelijkheid en het volk nog gebeden verrichtten voor zijne bevrijding. Al de bewoners der stad trokken in processie naar de kust om hem te ontvangen.

Intusschen verheugden zich de muzelmannen over hunne overwinningen. De aanvoerders en de soldaten van het Egyptische leger, die de Franken overwonnen hadden, ontvingen deels gouden en zilveren kannen, deels sabels en paarden, ohvel andere belooningen geëvenredigd aan hun rang en hun betoonde dapperheid. De teruggave van Damiate en de overwinning van het Islamisme werden le gelijk geroemd in redevoeringen in de moskeeën en in de zangen der dichters, die in alle muzelmansche steden bekend waren. Een der Arabische dichters richtte zich tot den koning van Frankrijk: «O monarch der Franken!quot; dus sprak hij hem loc, «gij wildel Eggple overweldigen en zijne rijkdommen hemachtigen, gij meendet in uw hoogmoed, dat de strijdmacht die hel verdedigde, als rook zou vervliegen: wat is er van uwe krijgers geworden? waarheen heeft uwe onvoorzichtigheid hen geleid? 17////,(/ duizend mensehen, die gevangen, gedood of gekwetst werden, ziedaar de vrucht van uwe onderneming. O koning der Franken,quot; voegde de dichter der mamelukken er hij, «indien gij nog de hoop voedt uw nederlaag le wreken, indien eenig roekeloos plan u in ons land terugvoert, vergeel dun niet, dat het huis vau den zoon van Lokman, hetwelk u tot gevangenis verstrekte, nog gereed is om u le ontvangen. Herinner u, dat de keienen, welke gij gedragen hebt, en de eunuch Sabih, die u bewaakte, u daar steeds trachten!quot;


-ocr page 403-
-ocr page 404-
-ocr page 405-

Z Ë 8 T J E i\ 1) E 15 O E K.

VOORTZETTING EN EINDE VAN DEN KKIISTKN KIILTSTOGHT VAX DKN HEILR'.KN LODKWUK.

'l^.O li'.Vi.

(Er ontstaat een besmettelijUe ziekte hi Ptolomaïs; Lodewijk JX zend hot losgeld der gevangenen naar Egypte.; onlusten in dat rijk; de koning veinst naar Frankrijk terug te willen keeron; .loinvilie verzet zich daartegen; vertrek van den hertog van Anjou en den graal'va» l'oiticrs; do siiltan van Damascus noodigt den honing uit zieli liij iirm «an gt; sluiten om de mamelukken te tuehtigen; Lodewijk IX. stelt daarvoor voorwaarden ; keizer Frederik 11 daalt ten grave; dc pans i rengt h t wantrouwen, dat hij in don vader stelde, op de zonen over en predikt een kruistocht tegen Koeuraad IV; oorsprong der Pastonreaux; liunne verstrooiing; Hendrik Ml van Engeland neemt het kruis aan; koningin lilanea zendt onderstand aan haar zoon; afgezanten van \len Oude van den lierg word.'ii te Ptolomaïs ontvangen; verdrag met. do emirs van Egypte; do sultan van Bagdad herstelt de eendraeht ouder de muzelmannen; de oorloo-ontbrandt weder; do Tnrcomanneu hernemen Sidon; het Frankische leger trekt Paneas liinnen, en verlaat het bijna terstond; de koning ontvangt het bericht van den dooit zijner moeder; hij gaal naar Frankrijk scheep. — Menigvuldige oorzakau der mislukking van dezen kruistocht.)

^onvijl Lodewijk IX wodcr den voel, nji dc kusl, van Palestina »1 zcllc, liccfsdiLo er con al^cinecne verslagenheid in liet Westen. Gelijk gewoonlijk niet verwijderde oorlogen plaats liecl't, had de raam aanvankelijk de sehitteréndste tijdingen omtrent de exjieditic der kruisvaarders verspreid: reeds ïneende men de standaards der cltristenen op de muren van Gaïro en Alexandrië te zien wapperen. Op die lijdingen volgden alras andere geruehlen, die groote rampen aankondigden. De wonderdadigste verhalen hadden in Frankrijk onvoorwaardelijk geloof gevonden; toen er van wederwaardigheden gemompeld'werd, beschouwde men dit als lasterlijke verdichtsels, en dc eersten, die cr zich iets over lieten ontvallen, werden als vijanden van den godsdienst en het koninkrijk aan het gerecht overgeleverd.

«Eindelijk,quot; zegt dc kroniikschrijvcr Matthias Paris, «toen het aantal dergenen die droevige tijdingen mcdehracliten zoo zeer toenam, toen er brieven van zulke vertrouwde personen kwamen, dat het niet meer mogelijk was te twijfelen aan de rampen, verkeerde geheel Frankrijk in droefheid en verslagen-beid. Dc geestelijken en de krijgslieden legden eveneens de grootste treurigheid aan den dag en wilden van geen vertroosting weten. Óveral beweenden vaders en moeders bet verlies hunner zonen; pupillen en weezen dat hunner bloedverwanten; broeders dat hunner broeders; vrienden dat hunner vrienden. De vrouwen verwaarloosden haren opschik eu tooiden zich niet meer met bloemen; alle gezang hield op en de muziekinstrumenten bleven onaangeroerd. Alle blijdschap veranderde in rouw en jammerklachlen. En wat nog erger was, men beschuldigde God van onrechtvaardigheid, en de overmaat der droefheid gaf zich lucht in godslasteringen. Het geloof van velen wankelde, Venetië en verscheidene steden van Italië, waar halve christenen wonen, zouden afvallig geworden zijn, waren zij niet gesterkt geworden door de troostredenen der bisschoppen en der geestelijken. Deze verklaarden, dat de in bet Oosten gestorven kruisvaarders als martelaars in den hemel troonden en zij voor al het goud dezer wereld niet meer in dit tranendal zouden willen leven. Deze overwegingen troostten eenige gemoederen, doch niet alle.quot;

Voor de Franschen was de grootste ramp en waarover iedereen ontroostbaar was, de gevangenschap des konings. «Men vindt nergens in de gedenkboeken der geschiedenis,quot; zegt Matthias Paris, «dat een koning van Frankrijk gevangen genomen ol overwonnen zij, vooral door de ongeloovigen, behalve deze (Lodewijk IX), die, al had hij ten minste alleen aan de alge-meene nederlaag kunnen ontsnappen, aan de christeiicn een bron van vertroosting verschaft en hun een groote schande

zou bespaard hebben. Het is daarom dat David, in zijne psalmen, God bidt den persoon des konings te redden (homine, saivtnn fnc m/cm), want het behoud des volks hang! van het behoud tier vorslen af.quot; De Engelsche geschiedschrijver, die ons van de gevangenschap van Lodewijk spreekt als van een smet voor den Franschen naam en eene schande voor de geheelechristenheid, heeft niet begrepen, dat nooit eenig koning I op zijn troon, nooit eenig souverein, omgeven door de tropeeën der overwinning, zich zoo groot betoond beeft als de heilige koning in de boeien: dc geschiedboeken van Frankrijk hevatten geene schoonere bladzijde dan die waarin gesproken wordt van Lodewijk IX als gevangene Ie Mansonrah.

Maar wat voor tie nakomelingschap een aanleiding tot bewondering geworden is, was slechts een reden lot diepe droefenis voor dc tijdgenooten. De vader der geloovigen richtte brieven overvloeiende van smart en droelcnis aan al de vorsten en al de prelaten van het Westen. Hij gelastte de geestelijkheid openbare gebeden te verrichten; hij vermaande de geloovigen I de wapens op te nemen. Innocenltus schreef aan lilanca om baar te troosten, aan Lodewijk IX om hem in zijne wederwaardigheden te sterken. In zijn schrijven aan den koning van Frankrijk verwondert bij er zich over in één mensch zooveel rampen en zooveel deugden vercenigd te zien, en vroeg aan God wat zijne gerechtigheid in den godvruebtigste der koningen had kunnen vinden, dat door zulke groote wederwaardigheden verdiende geboet te worden. «Vader van barmhartigheid,quot; riep de opperherder iiit, «onthul ons die verborgenheid, om uwe geloovigen niet in bet gevaar te laten van de ergernis, waarin

de gestrengheid uwer oordeelen hen zou doen'vervallen____quot;

«O! bedricgelijk rijk van hel Oosten!quot; zeide de paus in een anderen brief, «o Egypte, land der duisternissen! hadt gij sinds den aanvang alleen zulk een helderen dag beloofd oni ons in de duisternis te dompelen en u zeiven in den duisteren nacht Ie hegraven waarin gij blijft voortleven?quot;

Wij Iiehben zoo even uit een aanhaling, aan den kronijk-schrijver Malthias Paris ontleend, gezien, dat dc steden aan gene zijde der bergen diep geschokt waren door de rampen van het Fransche kruisleger in Egypte. Daar de meeste steden van lialië onderling door de belangen en zelfs de gevoelens verdeeld waren, bloven eenigen onverschillig of betoonden zelfs vreugde, terwijl anderen algemeen van hunne droefheid blijk gaven. Als men Villani mag gelooven, vierde de stad Florence, waar de Gibelijnen dc heerschappij voerden, de wederwaardig heden der Franschen met feestelijkheden. Dc geschiedenis kan moeielijk de vreugde eener christen stad te midden van deu


-ocr page 406-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

universeclon rouw der Kerk verklaren on de geloovigen moeien meer geërgerd geweest zijn door iiel betoon van die woeste blijdsclm|) dan door de verwenschiugen aan de vertwijfeling ontsnapt.

Engeland bleel niet ongevoelig voor do rampspoeden der kruisvaarders: liet wijdde tranen aan de nagedaclitenis van den graal' van Salisbury en diens wapenbroeders, die zoo roemrijk bij Mansourab gevallen waren. De Engelsebe ridders en baronnen konden liet Hendrik lil niet vergeven, dal bij bon in liunne baardsteden teruggehouden bad, terwijl hunne broeders, hunne vrienden, de verdedigers van het kruis, in bet Oosten aan allerlei ontberingen ter prooi waren.

Toen do l'aam de rampen van de kruisvaarders aan gene zijde van de Pyreneeën bekend gemaakt had, gal' bot geheole Spaansche volk zich aan do droefheid over; de koning van Castiliö, die met de Sarraeenen in oorlog was, dachl nog alleen aan do rampen (Ier christenen van het Oosten , en zwoer de zaak van Josus Christus op de oevers van den Jordaan ol den Nijl te gaan wreken. De chrislenen van hel Noorden, die met de beidonsche volken der naburige gewesten oorlog voerden, Duilscbland, dat verontrust werd door den burgeroorlog, dien men een gewijden oorlog noemde, hadden lor luinwornood acht gegeven op de expedilie van Lodewijk IX. Nochtans vernam keizer Froderik mol leedwezen de legonspoeden der Franschen, en in zijne aan verscheidene vorslen van Europa gerichte brieven gewaagde hij in de roereudste bewoordingen van de gevangenschap des konings van rnmkrijk; nieltemin liet bij deze geleaonboid niet ongebruikt om innocentins te beschuldigen, wien bij do nederlagen der chrislenen weet Frederik begaf zich naar Sicilië om oen vloot te doen uitrusten, dioden kruisvaarders spoedig hulp zon kunnen brongen. In afwacblmg dat zijne schepen gereed waren om te vertrekken, zond hij een gezantschap naar hot Oosten, dat in lasl had bij den sultan van Kgypte aan te dringen op do iiivrijheidstelhng van den Franschen monarch en diens leger. Men moest ongetwijfeld die slappen van den keizer toejuichen, maar God stond niet toe, dat die vorst lang genoeg leefde, dan dat de koning van Frankrijk en de kruisvaarders, wien bij onderstand beloolde, aan do oprechtheid van zijn ijver en zijne beloften konden gelooven.

liij zijn aankomst te Ptoloma'is had Lodewijk IX nog slechts een gering aantal getrouwe ridders bij zich. Velen der Fransche (idolen, die zijne gevangenschap gedeeld luidden, waren, in plaats van hom naar Palestina te vergezellen, naar het Woslen teruggekeerd. Onder dogenen, die de vanen van don kruistocht verlaten hadden, moot men den hertog van Bourgondië en den dapporon graaf van IJretagne noemen. Deze laalslo, dio door ziekten ondermijnd en met wonden overdekt was, stiorf op don ovorlochl; zijn lijk, dat door zijn ridders gebalsemd werd, werd naar de abdij van Villonenve bij Nanlos ovorgehracht, waar men vcrschoidone eeuwen later nog zijne graftombe zag.

liet rampzalige overschol van hel chrislen leger wckle 111 hooge mate hel inodelijden der inwoners van IHolomais op De ridders en de soldaten waren bijna naakt, daar de muzel-maimen hen van alle kleedingstukkon haddon beroofd die i'cnige waarde hadden.

Eeno besmettelijke ziekte, hot gevolg van slechte voeding en allerlei oniberingen, openbaarde zich in de stad onder de cliris-lonen en richtte groolo verwoestingen aan. Joinville, die bij con dor pastoors van Ptolomaïs inwoonde, verbaalt ons dal hij ioderen dag twintig lijksialiën voorbij zijne vensters zag komen; zoo dikwijls hij de sombere woorden: Libera me, Domine! hoorde, begon bij lo weenen en sloeg de oogen ten hemel mei de bede: Onlfenn I' mijner!

Inlussclien hield de koning van Frankrijk zich bezig met ile bevrijding dor gevangenon, die zich nog in Egyple bevonden. Het aanlal dezer lieden beliep ongeveer twaalf duizend de moesten hunner kondon de wapenen weder opvallen en ouder de vanen van don kruistocht dienon. Lodewijk zond gezanten naar Cairo om do vierhonderd duizend bezanlen le betalen, die bij nog aan de muzelmannen schuldig was, en op de uitvoering der jongste Iractalen aan le dringen. Deze gozaiilon vonden Egypte tor prooi aan inwendige beroeringen : de emirs, uie in verscbeidene parlijschappen verdeeld waren, hetvvislteii elkander de heerschappij; de dweepzucht vuurde hunne verdeeldheden aan, zij beschuldigden elkander wederkeerig de christenen begunstigd of gespaard le hebben. Te midden dezer Iwisten waren .ele gevangenen vermoord of aan do vlammen prijsgegeven geworden, terwijl eenigen, tegen do martelingen niet bestand, hun geloof verzaakt hadden. De gezanten van Lodewijk IX worden ter nauwernood aangehoord; men gaf bun ten antwoord, dat de koning van Frankrijk zich gelukkig moest achten zijne vrijheid herkregen te hebben en dat de mamelukken hem weldra in Ptolomaïs zonden komen belegeren. Eindelijk zagen de chrislen gezanten zich genoodzaakt Fgyple te verlaten /.onder iels verkregen te hebben, en namen naar Palestina slechts vierhonderd gevangenen mode, voor het raeerendeel oud on gebrekkig, en waarvan verscbeidenen zelf hun losgeld betaald hadden.

Bij hun terugkomst vonden zij Lodewijk in een zeer neerslachtige stemming: hij bad even lo voren een schrijven van koningin Blanca ontvangen, die hem aanspoorde het Oosten lo verlaten. Lodewijk voelde zich wel geneigd naar Frankrijk terug lo koeren; maar hoe zou hij het over zich kunnen verkrijgen twaall duizend in slavernij levende christenen aan ban lot prijs te geven en hel heilige land te verlaten, dat met een inval bedreigd werd? De drie militaire orden, de baronnen en boeren van Palestina smookten Lodewijk hen niet te verlaten, hem op den loon der vertwijfeling verzekerende, dat don christenen van Syrië, wanneer zij van zijn steun beroofd werden , niets anders zou overschieten dan hem naar het Westen lo volgen.

Lodewijk werd getroffen door hunne smeekingen; maar alvorens een besluit te nemen, wilde hij zijne beide broeders en de voornaamste edelen die bij bom gebleven waren raadplegen. Hij ontvouwde hun de redenen die hem noopten naar Frankrijk terug te koeren en die welke hom in Palestina konden weerhouden: van den oenen kant moest hot welzijn van zijn rijk, dat door den koning van Engeland bedreigd werd, en de oinnogelijkhoid waarin hij verkeerde om iets legen de onge-loovigen te ondernemen, hem aansporen het Oosten le verlaten; van den anderen kant legden de woordbreuk van de emirs, die de eerste voorwaarden van hot verdrag schonden, de gevaren, waaraan bot heilige land door zijn vertrok blootgesteld werd, de hoop eindelijk eenige hulp te ontvangen en deze aan te wonden tol hol verbreken der boeien van de christen gevangenen en hot verlossen van Jerusalem hem in zekeren zin de verplichting op om zijn vertrok uil te stellen.

Na deze uileenzolli'ng van den staal van zaken en zonder er iets bij le voegen waaruil men zijn eigen mooning zou hebben kunnen kennen, uoodigde hij de ridders en de baronnen uit rijpelijk le overwogen wolk besluit hij in deze omstandigheden mioost nemen. Den volgenden zondag riep hij bon wederom bijeen en verzocht ben hun gevoelen te mogen vernemen. De oèrste, die het woord opnam, was Guido van Malvoisin, die algemeen door de kruisvaarders bewonderd en geacht werd nm zijne dapperheid in den strijd en zijn wijsheid in de raadsvergaderingen. «Sire,quot; sprak hij, zich lot Lodewijk IX wondende, «wanneer ik do eer van uw persoon en de glorie van uwe rogeering in aanmerking neem, hen ik van oordeel dat gij niet in dit land blijven kunt. Herinner u dat schoone leger, met hetwelk gij de Irivens van bol eiland Cyprus verliet en zie thans lioovcol krijgers u daarvan overgehleven zijn! destijds lelde bet christon leger twee duizend achthonderd ridders met banieren; thans maken honderd ridders uw eenige krijgsmachi uit; de ineeslon zijn ziek, bezitten paarden noch wapenen, noch de middelen om ze zich aan le schaffen; zij kunnen niet meer mol oor cn voordeel dienen. Gij bezit geen enkele versterkte stad meer m het Oosten; die, waarin gij u bevindt, behoort aan verscbeidene natiën; door hier le blijven, zult gij den ongoloovigen volstrekt geen vrees inboezemen en de sloul-moedigheid van uwe vijanden in Europa doen toenemen; zult gij u blootstellen aan het gevaar te gelijk het koninkrijk Frankrijk te verliezen, waar uwe afwezigheid eerzuchtige naburen kan lieenlokken, en liet koninkrijk van Josus Christus, waar uwe legenwoordigbeid de muzelmanuen zal doen bijeenslroomen. Wij zijn allen overtuigd dal de trots der Sarraeenen gestraft moot worden , maar men kan niet op een vreemden bodem, ver van hel vaderland, do noodige toebereidselen maken tol een beslissenden en roemvollen oorlog L'il dien hooide raden wij u dus aan naar het Westen terug te koeren, waar gij le midden van den vrede, die uw werk zal zijn , de vereisclilo bnlpmiddelcii zult bekomen om eenmaal onze geleden nederlagen le wreken en ons bet bezit van Palestina te verzekeren. ...quot;

Do hertog van Anjou, de graal van Poitiers en de meeste Fransche boeren, die na Guido van Malvoisin bot woord voerden, drukten hetzelfde gevoelen uit. Toen de beurt aan don graal van Joppe kwam, weigerde deze zijn gevoelen uil le brengen, zeggende, dat hij verscheidene kasteelon in Palestina bezat on men hem zon kunnen ton laste loggen zijne persoonlijke belangen te verdedigen. Daar do koning bij hem aandrong om ovenals do anderen zijne mconing te uilen, vergenoegde hij zich mot le zeggen, dat do roem der christon wapenen en bel welzijn vat; bel erldeel van Jesus Christus vorderden, dal de kruisvaarders niet naar Europa terugkeerden. Toen do beurt aan Joinville kwam, herinnerde de goede sonecha! zich den raad, dien de heer van Bollaincourl, zijn neef, hem bijzijn vertrek naar hol heilige land gegeven had: «Gij gaat de zee oversteken, maar bedenk n wol oor gij lerugkeert; geen ridder, hij moge rijk of arm zijn, kan zonder schande wederkoeren , indien hij het geringere krijgsvolk waarmede bij vertrokken is. in de handen dor Sarraeenen achterlaat.quot; Geheel vervuld me;


-ocr page 407-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

de herinnering aan die woorden , betoogde ■loinvilie breedvoerig, dat men niet, zonder zich met schande te overladen , de tailooze christen gevangenen aan luin lot kon overlaten. «Deze ongelukkige gevangenenbesloot hij, «zijn in den dienst des konings zoowel als in den dienst van God, en nimmer zullen zij tuin land terugzien indien de koning heengaat.quot; Onder de aanwezige ridders en baronnen was er geen enkele, die geen vrienden of bloedverwanten onder de gevangenen bad. Velen konden dan ook hunne aandoening niet bedwingen, terwijl .loinvilie sprak, maar deze levendige indruk was niet machtig genoeg om bet vurige verlangen in hunne harten naar liet weerzien van bet vaderland uit te dooven. Te vergeefs voegde de seuechal er bij, dat de schatkist des konings nog lang niet uitgeput was, dat hij in Morea en andere landen troepen zou kunnen aanwerven, dat men met de hulp die uit liet Westen verwacht werd, den oorlog weder spoedig zou kunnen hervatten: deze redenen en versehillende andere konden hot grootste deel der edelen niet overtuigen, die de deelneining aan den kruistocht nog slechts als een gerekte ballingschap beschouwden. De beer van Cbastenai en Willem van Beauniont, maarschalk van Frankrijk, waren de eenigen, die hel gevoelen van .loinvilie deelden. «Wal zullen wij antwoorden aan degenen, die ons bij onze terugkomst zullen vragen wat wij met bel erfdeel en de soldaten van Jesus Christus gedaan hebben?quot; zeiden zij. «Hoort de ongelukkige bewoners van Palestina: zij hesehuidigen ons hun den oorlog gebracht te bebhen en verwijten ons reeds bun ondergang voor te bereiden door ons vertrek. Indien wij geen hulp ontvangen, zal hel nog altijd lijd genoeg voor ons zijn om te verlrekkeu; maar waartoe de dagen der vertwijfeling le verhaasten ? Hel is waar, de kruisvaarders zijn voor het oogenblik niet talrijk, maar heelt men vergeten , dal hun opperbevelhebber, tijdens hij iu boeien gekluisterd was, zich nog door de Sarraeenen deed eerbiedigen. Daarbij is er, volgens de geruchtefi, die ons ter oore zijn gekomen, tweedracht ontstaan tusscben onze vijanden en heelt de sultan van Damascus

den oorlog verklaard aan de mamelukken van Egypte.....quot; De

rede der beide ridders werd telkens door al keurend gemompel onderbroken; boe gegronder de redenen waren die zij aanvoerden , boe ongeduldiger zij aangehoord werden. De heer van lieanmoul liet zich evenwel niet van zijn stuk brengen en wilde voortgaan, maar bij weid mei heftigheid in de rede gevallen door zijn oom Willem van Beauniont , die hem de scherpste verwijlen deed hooren; le vergeefs wilde de koning, dat ieder de vrijheid zou hebben zijn meening uit te brengen, het gezag van de bloedverwantscbap behield de overhand op het gezag des konings; de gestrenge grijsaard dwong zijn neef lot zwijgen.

Toen geen der aanwezigen meer hel woord verlangde, verdaagde de koning de vergadering lol den daaropvolgendeu .quot;.ondag. Bij het verlaten der vergadering was Joinville het doelwit van de spotternijen en de stekelige gezegden der ridders, dewijl bij een meening verdedigd bad die lijnrecht tegenover die der overige edelen stond. Tot overmaat van verdriet vreesde bij zich ook de ongenade des konings op den bals gehaald le hebben en vormde in zijne niislroosligbeid reeds hel plan zich naar den vorst van Anlioebiö, zijn bloedverwant, le begeven. Terwijl bij zich in die droevige gepeinzen verdiepte, nam de koning hem ter zijde en deelde hem, ziju hart voor hem ontsluitende, in vertrouwen mede, dat bet zijn voornemen was nog eenigen tijd in Palestina te blijven ; nu vergat Joinville de spotternijen der baronnen en der ridders, en hij was zoo verheugd over hetgeen do koning hem medegedeeld' bad, dat niets hem meer kon deeren. Op den vastgestelden lijd vergaderden de haronnen ten derde male. De koning van Frankrijk riep yoorlichling van den Heiligen Geest in door helleekeu des kruises en sprak iu deze voege; «Edele heeren, ik betuig zoowel mijn dank aan dogenen die mij aangeraden hebben in Azië Ie blijven als aan degeneir, die inij aangeraden hebben naar Europa terug le keeren. Ik twijfel er niet aan, ol de eenen zoowel als de anderen hebben alleen hel belang van mijn rijk en de glorie van Jesus Christus op hel oog? Na langdurige overweging ben ik tol de overtuiging gekomen, dat ik zonder nadeel en zonder gevaar voor mijne Staten, mijn verblijf in dil land kan verlengen. De koningin mijne moeder heeft de eer mijner kroon iu rampspoedige dagen verdedigd; zij zal heden ten dage dezelfde wilskracht hetoonen en minder hinderpalen ontmoeten. Neen, miju rijk zal door mijne afwezigheid niet lijden; maar wanneer ik dit land verlaat voor lielwelk Europa zooveel offers gebracht heeft, wie zal bet dan tegen zijne vijanden verdedigen? wie zal er na mij durven blijven? Zou men willen, dat ik, bier gekomen zijnde om het koninkrijk Jerusalem le verdedigen, mij eenmaal zijn ondergang hoorde verwijten. Ik blijf derhalve om te redden wat ons o/erblijft, om onze gevangen broeders le verlossen en zoo mogelijk met de tweedracht der Sarraeenen mijn voordeel le doen. Ik wil overigens niemand dwingen: dengenen, die het Oosten willen verlaten, staat het vrij om te vertrekken; wat degenen betreft.

die onder de vanen van den kruistocht willen blijven dienen, ik verklaar, dal hun, voor zoo ver dil van mij afhangt, niets zal ontbreken en ik alle bel en leed met hen zal deelen.quot;

Van hel verlof des konings gebruik makende, begonnen de hertog van Anjou en de graal van Poitiers mei een groot aantal Fransehe edelen terstond toebereidselen tol bun vertrok le maken. De koning belastte ben met do overbrenging van een brief gericht aan den adel, de geestelijkheid en de bevolking van zijn rijk. Iu dal schrijven verhaalde Lodewijk IX, met eene edele eenvoudigheid, do overwinningen der christen ridders, buime nederlagen, hunne gevangenschap en uoodigde al zijne onderdanen, zonder onderscheid van rang, uit om de wapens voor den bijstand van hel heilige land op te vallen.

Na het vertrek van do beide broeders cies konings, hield men zich bezig met soldaten aan te werven en Palestina in slaat van verdediging te brengen. Wal vooral de kruisvaarders gunstig in de hand werkte eu eenige verademing schonk aan de ebrisien koloniën was de tweedracht, welke destijds onder de muzelmanneu beersebto. Na de vermoording van Abuoadam hadden de muzeluiannen van Syrië geweigerd het gezag van de mauielukken ie erkennen. Het vorstendom eu de stad Dlunascus waren overgeleverd geworden aan Nasser, sultan van Aleppo, die zich gereed maakte aan de spits van een talrijk leger tegen Cairo op te trekken; de grootste onrust heerscble ondeAle mauielukken van Egypte, in wie tegelijk met de vrees de wroeging scheen ontwaakt te zijn. De sultane Chegger-Eddour was gedwongen geweest bel oppergezag le doelen met den lurcoinan Ezz-Eddiu, wien zij hare hand gereikt had. De yerandering bevredigde voor een poos de gemoederen; maar iu de bestaande orde van zakeu riep de eene omweulelin0-voortdurend de andere in het leveu. Hel woelige en muitzieke krijgsvolk, dat den troon der Ayoubieten omvergestooten had en niet tevreden geweest was met de vroegere regeering, was hol evenmin met de nieuwe.

Het was onder die oinslaudigheden, dat de sultan van Aleppo eu Damascus gezanten aan Lodewijk IX zond, leu einde den Krausehen monarch uil te noodigou zich met hein te vereenigen om de laatdunkenbeid en den opsiand der mamelukken van Cairo le tuchtigen. Hij beloofde aan de christcnen den buil der over-wonnenen met beu le deelen en luin hel koninkrijk Jerusalem terug te geven. Deze schitterende toezeggingen moesleu den koning van Irankrijk verlokken en verdienden ten minste zijne golieele aandacht. De emirs van Egypte zochten insgelijks 'bet verbond der christenen en deden hun eveneens schitterende aanbiedingen. Lodewijk IX kon kiezen, en kraclitige beweegredenen moesten hem tot den sultan van Damascus quot;doen overhellen: bet gold toch een verbond, van den eenen kant met emirs, wier zaak onzeker, wier forluiu voorbijgaand, wier gezag steeds bedreigd en wankelende was; van den anderen kant mm een zeer machtig vorst, wiens heter bevestigd gezag een zekerder waarborg voor zijne bondgenooteu was. Een andere reden, welke geen onverschillig iels kon zijn in de oogeu van een deugdzaam monarch, is dat do gebeele gedragslijn der mauielukken enkel ten doel had bun de straffeloosheid le verzekeren voor een groole misdaad, en de souverein van Damascus zich wapende om de zaak der vorsten te wreken. Al die overwegingen werden ongetwijfeld in den raad vau Lodewijk IX ter sprake gebracht en moesten den monarch besluilcloos doen blijven omtrent hetgeen hem te doen stond. Inlusschen vergal hij uiel, dal hij een verdrag geteekend had mei de emirs, en mets hem van zijn eed kon ontslaan; hij vergal vooral niet, dal de mamelukken nog het lot van twaalf duizend christen gevangenen in hunne handen hadden en hij met ben brekende ilo hoop vaarwel moest zeggen de ongelukkige deelgenoolen zijner gevaugenschap le verlossen. Lodewijk antwoordde den Sy rischen algezanten, dal bij gaarne bereid was zijne wapenen met die van den sultan van Damascus te vercenigen, indien de mamelukken de verdragen niet naleefden. Ter zellder lijd zond bij Johannes van Valenciennes naar Cairo, met den last den emirs den vrede of den oorlog aan te bieden. Dezen belooldeii eindelijk al de voorwaarden van hel verdrag le zullen vervullen , indien Lodewijk IX er in toestemde, luin bondgenoot te worden : meer dan twee honderd ridders werden tevens dadelijk iu vrijheid gesteld.

Die beklagenswaardige slachtoffers van den kruistocht kwamen tegen hel einde der maand November (l!2ol) te Ptolomais aan. De bevolking stroomde naar de haven om ben te zien ontschepen: allen droegen nog de blijken hunner gevangenschap; de herinnering aan huii doorgestaan lijden en hunne tegenwoordige ellende lokle al de toeschouwers tranen van medelijden uit de oogeu. Met groole staatsie werden in een doodkist de overblijfselen aan land gebracht van Walter van Brieune, die bij den veldslag van Gaza in de banden der ongeloovigen gevallen eu in Cairo door bel dweepzieke gepeupel vermoord geworden was. De geeslelijkheid vergezelde bel zielloos overschot van den christen held naar de kerk der Hospitaalridders,


-ocr page 408-

GESClllFDENIS !)ER KRUISTOCHTEN.

waar een pleclilige dienst voor de rust zijner ziel opgedragen werd. De uit hun gevangenscliap teruggekeerde ridders werden lielderijk door de geloovigen van IHolomaïs geherbergd en van alles voorzien, en [.odewijk nam allen in zijn dienst, die door hun ouderdom of hunne gebreken niet ongeschikt waren om nog de wapens te dragen.

De koning vernam met droefheid, dat er nog veel christen gevangenen in Egypte achtergebleven waren. Daar de Egyptische gezanten juist omstreeks dien tijd te Ptolomaïs aankwamen, gaf Lodewijk IX hun te kennen, clat zij niet op zijn bondgenootschap behoefden te rekenen, indien de emirs zich niet haastten al de gevangenen en al de christen kinderen, die in het muzel-mansche geloot opgevoed werden, uil te leveren, en de hoofden der kruisvaarders terug te geven, die op de muren van Cairo tentoongesteld waren.

Zoo werd de positie der christenen, dank zij de verdeeldheden hunner vijanden, met den dag beter. De koning van Frankrijk stelde den emirs voorwaarden , en indien hij over eenige troepen had kunnen beschikken zou hij de verliezen hebben kunnen herstellen, die hij kortelings in Egypte geleden had, maar hel Oosten leverde hem slechts een gering aantal soldaten en hel Westen maakte geen toebereidselen om hem de noodige versterking te zenden.

De koning van Castilië, die hel kruis aangenomen had, stierf op het oogenblik, dat hij alles voor zijn vertrek in gereedheid bracht, en zijn opvolger riclitle al zijne krachten legen de Sarra-cenen van Afrika. Frederik 11, dien wij vroeger bezig gezien hebben om Lodewijk IX hij te slaan, stierf omslreeks dien tijd in hel koninkrijk Napels: die vorst gelaslle bij uiterste wilsbeschikking, dat men alles aan de Kerk zou wedergeven wat aan de Kerk toebehoorde, en bestemde honderd duizend oneen goud lot onderstand van hel heilige land. De dood en de laatste wilsbeschikkingen van den keizer schenen voedsel te geven aan de hoop, dal tie christen rijken niel meer van den overzeeschen kruistocht zouden afgehouden worden door den geduchten oorlog tusschen den II. Stoel en hel Duitsche rijk. Maar de opperhel der hield zich overtuigd, dal na t'rederiks dood zijne afslam-melingeu denzellden slechlen weg huns vaders zouden inslaan. Voor een groot deel hadden zij dit zells nu reeds gedaan, en zich aan allerlei verdrukking schuldig gemaakt.

liet anathema der Kerk, dat zoo lang boven hel hoofd van Frederik gehangen bad, werd dan ook uitgesproken tegen zijn zoon Hendrik, erfgenaam van bet koninkrijk Napels, en zijn anderen zoon Manfred, vorst van Tarente. Te gelijker tijd werd in Duilsehland, in lirabant en in verscheidene provinciën van Frankrijk een kruistocht gepredikt legen Koenraad, die door Frederik tot zijn opvolger in bel keizerrijk was aangewezen: om alle gezinnen op te wekken aan dien oorlog deel te nemen, beloofde hel hof van Home de allalen van het kruis aan den vader en de moeder van eiken kruisvaarder. De paus had aan de bevolking van Zwaben een schrijven gerichl om haar tegen bet geslaclit van Frederik le waarschuwen; hij had le gelijker tijd Jacobus Pantaleon, aartsdiaken van Luik, en Dirk, merster der ridders van Pruisen, belast de vorsten, hertogen, graven en andere edelen te bezoeken, om hen over te halen onder bet gezag der Kerk terug te keeren. In al de provinciën van het Gerinaansche rijk wapenden zich de vorsten, de baronnen, de magistraten en bet volk, de eenen voor Koen-raad, de anderen voor den graaf van Holland, dien de paus tol lloomsch koning had doen verkiezen.

Frankrijk was niel minder geschokt, doch om andere redenen. Hij de terugkomst der hertogen van Anjon en I'oiliers, las men in de kerken den brief af, dien Lodewijk aan zijne onderdanen gerichl had. Dit schrijven hernieuwde al de droefheid , die zich van de gemoederen had meester gemaakl toen de tijding van de gevangenneming des konings en diens leger bekend geworden was; de beden, die Lodewijk lot de Franschen richlle om hulp te bekomen en de bedroevende bericiilen, die dagelijks uil het Oosten kwamen, maakten een diepen indruk op alle harten; daar hel volk zich echter noch in zijne droefheid noch in zijne vreugde weet te matigen, beroerde een geesl van oproerigheid, vermengd met den ijver voor den kruistocht, de sleden , deelde zich aan de provinciën mede en bracht een oogenblik hel rijk in gevaar.

Daar de vorsten en de baronnen in hunne onderneming niet geslaagd waren, begon het volk tol het geloof over le hellen, dat Jesus Christus ne groolen der aarde uil zijn dienst verwierp en Hij alleen eenvoudige lieden, herders en landbouwers lot verdedigers begeerde. De Heer was vergramd geworden, zeide men, over de weelde der prelaten en de hovaardij der ridders en God had bel zwaksie op de aarde uitverkoren om het sierkste le beschamen. Er werd een man gevonden, die steunende op deze volksmeening, beproelde de gemoederen op te winden en ben in een algemeene beweging mede le sleepen. Deze man , Jacob geheeten, was in Hongarije geboren en hoogbejaard, hij ging door voor dengene, die den kruistocht der kinderen had gepredikt, waarvan wij in hel twaalfde boek dezer geschiedenis gesproken hebben. Zijn lange baard, die tot op zijn gordel afhing, zijn bleek gelaat, zijn geheimzinnige laai, gaven hem hel voorkomen van een profeet. Hij irok van dorp tot dorp, voorgevende door den Hemel gezonden le zijn om de stad Gods ie verlossen en den koning van Frankrijk te wreken. De herders verlieten hunne kudden, de landbouwers hunne ploegen om hem te volgen. Jacob, dien men den Meester van lluiujarije noemde, deed een standaard voor zich uil dragen, op welken een lam geschilderd was, hel zinnebeeld van den Verlosser der wereld. Van alle kanten bracht men hem levensmiddelen, en zijne discipelen zeiden, dal hij, evenals Jesus Christus, de gave bezat van de vermenigvuldiging der brooden.

Men gaf aan die boersche kruisvaarders den naam van l'us-loureaux. Hunne eerste samenrottingen, waarop men in den beginne geen acht gaf, hadden plaats in de provinciën van Vlaanderen en l'icardië; zij trokken naar Amiëns, vervolgens naar de hoofdstad, onderweg steeds in getalsterkte toenemende door een menigte landloopers, fortuinzoekers en slechte vrouwen die zich onder hen mengden. Hoewel zij eenige wanordelijkheden gepleegd hadden, duldde koningin Blanca hen, hopende dat zij den koning hulp zouden gaan bieden. De bescherming van de regentes maakte hen driester, de slrallëloosheul vermeerderde hunne tuchteloosheid en hunne stoutmoedigheid. De bedrieger Jacob en de overige aanvoerders, die bet toeval of de omkooping hem toegevoegd hadden, trokken met heftigheid te velde tegen den rijkdom en de suprematie der geestelijkheid, hetgeen de menigte vleide, die zij aanvoerden. In hunne redevoeringen, zegt Matthias Paris, braakten zij allerlei lasterlijke beschuldigingen tegen de geestelijkheid uit: de beide orden der Minderbroeders en der Predikheeren waren vagebonden en buichelaars; de Cisterciënser-monniken dachten slechts aan hel in bezit nemen van gronden; de zwarte monniken waren lekkerbekken en Irotsaards; de kanunniken waren te wereldsch en voedden zich met heerlijke vleeschspijzen ; de bisschoppen en hunne onderhoorige geestelijken streefden slechts naar geld en genietingen; hel hol van lionne, eindelijk, was een verzamelplaats van alle schandelijkheden. Tol groole ergernis van alle godvruelilige lieden verrichtten de Pastoureaux zeiven de func-1 iën van hel priesterschap en namen op de predikstoelen der kerken r'e plaats in der gewijde redenaars, pleegden geweld jegens oe bedienaren der altaren en trachllen alle bartstochten bij hel volk op le wekken en te prikkelen. Ten getale van meer dan honderd duizend personen vercenigd, verlieten die gevaarlijke pelgrims eindelijk Parijs en splilslen zich iu verscheidene afdeelingen om zich naar de zeekust le begeven, waar zij zich naar hel Oosten zouden inschepen. De stad Orleans, die op hun weg lag, werd het schouwtooneel van de grootste wanordelijkheden. Hun toenemende tuchleloosheid boezemde de Regeering en de overheid toch eindelijk ernstige bezorgdheid in: er werd last gegeven die woelzieke en oproerige benden iu alle provinciën le vervolgen en uileen le drijven. De grootste bende Pastoureaux begaf zich naar Rourges, waar de Mc ('nier van llomjarije mirakelen zou verrichten en den wil des Hemels doen kennen. Iliiime aankomst in die stad werd door moord, brand en plundering gekenmerkt. De verbitterde be-volking liep te wapen en truk legen deze rustverstoorders op; men haalde ben tusschen Morlemer en Villeneuve-sur-le-Cher in, waar zij, ondanks bun overmacht, op de vlucht gedreven werden en de straf voor liuiine rooverijen ontvingen. Jacobs hoold werd door een bijlslag geklooid, verscheidenen zijner discipelen en volgelingen verloren hel leven op het slagveld of werden gevangen genomen en gedood; de overigen redden zich door de vlucht.

Zoo verdween dat dreigend onweder weder even snel als bel opgekomen was. Een andere bende, die de ricliling naar Rordeaux ingeslagen had, werd insgelijks verstrooid, en eenige Pastoureaux, wien bel gelukte Engeland le bereiken, werden eveneens onschadelijk gemaakl. Hel gerucht verspreidde zich, dal men bij de aanvoerders eene briefwisseling met de Turken gevonden bad; /.ij werden beschuldigd hel plan gevormd le liebben het ehrislen volk aan bet zwaard der muzelmannen over le leveren: deze beschuldiging, hoewel onwaarschijnlijk, bracht bun den genadesiool toe. De Regeering, die bun aanvankelijk geen Iroepeiimacbt kon tegenoverstellen, wapende zich nn tegen hen mei de harlslochlen van de menigte en de rust werd eindelijk in het rijk hersteld.

Inlusschen werd de overzeesche kruistocht in de meeste gewesten van Europa gepredikt. Nieuwe allalen werden gevoegd bij die, welke reeds lol dusverre aan de soldalen van hel kruis verleend waren; de bisschop van Avignon ontving de macht de absolulie te geven aan degenen die geestelijken mishandeld of kerken verbrand hadden; die zelfde bisschop bekwam de bevoegdheid alle geloften van welken aard ook, behalve die van zich aan den dienst van God le wijden, in die van deelname aan den kruistocht le veranderen; gelijke volm ichlen


-ocr page 409-

GESCHIEDENIS DER KJUJISTOCHTEN.

werden eveneens gegeven aaji den prior der Dominicanen van Parijs.

De paus schreel ler zelfder tijd aan den koning van Engeland om tol liet vertrek naar het Oosten aan te sporen. Hendrik 111 liet de inwoners van London in do abdij van Westminster bij-oen roepen, waar verscheidene prelaten den kruistocht predikten. De kionijken vennoldeu dal weinige lieden zich door de predikatiën dor bisschoppen lieten overhalen. Hendrik lil, ontevreden over die onverscbilligheid der burgers van Londen, noemde hen liuwlingen. De koning nam hol kruis aan, en toen hij zijne gclol'le uitsprak legde hij do hand op zijne borst op do manier der priesters, «hetwelk degenen die zich hol verleden herinnerden, geen grooter vertrouwen inboezemde,quot; zegt Mallliias l'iris. Daar de paus hem gedurende den lijd van drie jaren een tiende ponning op de geestelijkheid en liet volk had loe-gestaan, geloofde men dal de Engelsche monarch het kruis alleen aangenomen had om een voorwendsel te hebben die belasting toheHen, welke hein vijl- ii zeshonderd duizend pond tournoois moest opbrengen. Volgons hel getuigenis dor geschiedenis van dien lijd zou men aan zijn besluit een eervoller beweegreden kunnen toeschrijven: de hoop om Normandië en eenigo andere provinciën, dio Engoland op hel vasteland verloren had, terug to bekomen. Matthias lïii'is deelt ons mode, dat bodewijk IX. zich bij hot eindigen zijner gevangenschap tot den koning van Engeland om bijstand gewend had en hij lol belooning voor de aan de zaak van Josus Christus bewezen diensten, belooldo de ouder de Eranscho ovorhoerschhig terug-gekoerde landon aan Hendrik III weer te geven. Koningin Blanca zelve scheen in dat voorstel bewilligd te hebben; maar de rijksgrooten bijeengeroepen zijnde, betuigden hunne verwondering dat een koning van Frankrijk zulk een voornemen bad kunnen opvatten zonder zijne baronnen te raadplegen, in hot bijzijn der koningin, die iiet plan niel wilde opgeven, verklaarden allen, dal de grooten, zoomin als hel volk, ooit zouden bewilligen in voor do kroon onteerende concossiën, en de koning van Engeland nooil in Normandië zou lorugkeeren dan door duizenden bebloede zwaarden en lansen. Na deze dreigende verklaring achtte Hendrik hel niet geraden do zaak verder te drijven en deed voorlaan niets meer, noch om dc provinciën te liernemen die bij opeischlo, noch om bet erfdeel van Josus Christus te verlossen. Matthias Paris, die breedvoerig over dat beltige verzot der baronnen geschreven heelt, legl hun woorden in deu mond, wier ruwheid waarschijnlijk overdreven is. Men kan aannemen, dat hel langer verblijf van Lo-dovvijk IX, in het Oosten na zijne nederlaag de ontevredenheid der grooten van het rijk opgewekt beeft en zij een oogenblik den aan don rampspoed verschuldigden eerbied uit hot oog verloren hebben; maar voorzeker vermengden zich de vaderlandslievende trots, de geest van onal hankelijkheid des Eran-schen adols bij die gelegenheid niet mot de gevoelens van de verachting en den haat.

In dezelfde vergadering vonden de Franscho ridders en baronnen eene nieuwe gelegenheid om van hun vurige en tevens aditerdochtige vaderlandsliefde te doen blijken. Zij gaven er hunne verontwaardiging over te kennen, dal men in liet rijk een kruistocht predikte tegen do zonen van Frederik, eu dal men in de provinciën troepen aanwierl en golden inzamelde welke niet moesten dienen tot onderstand des konings van Frankrijk. Koningin Blanca deelde de verontwaardiging der grooten en der boeren: snelle en gestrenge maatregelen werden genomen; men legde den predikers het stilzwijgen op; men verbande en oiitzelle van hunne bezittingen al degenen die zich onder de vanen van een tegen christenen goprodikten kruistocht haddon laten aanwerven.

Dc geschiedenis moet de edelaardige gevoelens toejuichen, waarvan de Franscho adel blijk gaf, maar het moet niettemin verwondering baron, dal de grooten met bitterheid de rampen van het rijk gedachten en zich tor nauwernood bezig hielden mot hel beramen van middelen om den monarch to hulp te komen, die bun steun inriep. Hel ontbrak destijds niet aan die zwartgallige en ingebeelde lieden die men altijd in dagen van tegenspoed aantreft, die genoeg meenen gedaan te hebben voor een ongelukkige zaak door aan den raad te hcriiiucren, dien zij gegeven hebben en die niet opgevolgd is geworden, on zoodoende meer vertoon maken met hun doorzicht dan wel ijver aan den dag loggen om hulp aan te brengen. Hol mag ook niet onopgemerkt blijven, dal de meeste hoeren openlijk hel besluit van Lodewijk IX gispten om in Palestina te blijven; zij zelfs, die de grootste gehechtheid voor den koning betoonden, moesten vreozen dat hij zijne afwezigheid zou verlengen indien hom onderstand gezonden werd. Hoe dit ook zij, men nam geen enkelen aldoonden maatregel om aan den van zijne Staten' ver verwijdordon monarch het geld eu de soldaten lo zenden, om welke hij verzocht. Ondanks de herhaalde aanzoeken van den koning kon Frankrijk, dal zoo veel tranen aan zijne gevangenschap in Egypte gewijd had, er niet toe besluiten de wapens op te nomen om zijne hernieuwde pogingen in het heilige land te ondersteunen, en het vergenoegde zich met vurig zijn terugkeer te wenschen. ^

Koningin Blanca kon echter niet ongevoelig blijven voor do beden baars zoons. Om Lodewijk hulp te verschatten worden belooningon uitgeloofd aan allen, die naar hel Oosten zouden vertrekken; men ontnam lol zelfs de sieraden aan do kerken: een kronijk van dien lijd verhaalt, dal men een zilver kistje versmolt, waarin hol hart van Richard-Leeuwenhart in de kathedraal van liouaan bewaard word. Maar al de zorgen van de moederlijke toederhoid vermochten den koning van Frankrijk niel afdoende in zijn nood lo helpen: een met gold geladen schip, dal naar Palestina gezonden werd, verging op de kusten van Syrië, slechts een klein aantal dergenen, die in het Westen hol kruis aangenomen hadden, konden er toe besluiten de zee over te steken; do jonge graaf' van Eu en Raymond, burggraaf van Turenne, die de regentes veroordeeld had om naai; Palestina te gaan, waren bijna de eenige Franschen die zich destijds naar hel Oosten begaven. De meeste baronnen en ridders, die mei den koning in Palestina gebleven en van alles beroofd en geheel verarmd waren, stelden hunne diensten tot zulk eon hoogen prijs beschikbaar en waren, volgens de uitdrukking der commissarissen van Lodewijk IX, zoo duur, dat de schatkist van den monarch niet toereikende geweest' zou zijn, om hunne eischen te bevredigen. Er werden pogingen m hot werk gesteld om soldaten aan te werven in Griekenland, Cyprus eu de christen steden van Syrië, doch mot geen gunstig gevolg; de weinige soldaten die men aanwierf waren meeren-deols fortuinzoekers, weinig geschikt, om do vermoeienissen en de gevaren van een groole onderneming le doorslaan.

Onder de krijgers die de zucht naar gevaren en krijgshaftige avonturen destijds naar Palestina voorde, noemt de geschiodonis Alomar van Selingan. Deze ridder was uit oen land van bet Westen gekomen waar de zomer, zeide hij, bijna geen nachten had. Selingan en diens metgezellen zochten overal de gelegenheid om bewijzen le leveren van hunne bedrevenheid en stoutmoedigheid. In afwachting van het gelukkige oogenblik dal zij de muzelmannen koudon boslrijden, deden zij den leeuwen den oorlog aan, die zij le paard in de wildernissen vervolgden en met pijlen doodden, hetgeen in hooge male de verbazing en de bewondering der Franscho krijgers opwekte.

Omstreeks dien tijd kwam er een andore ridder in het leger aan, die weldra veel van zich deed spreken. Do ridder van Toucy was in de afwezigheid van Boudewijn rogent geweest van het Latijusche rijk van Conslanlinopel en beroemde er z.eh op vermaagschapt te zijn mot hot stamhuis der koningen van Frankrijk. Hij yeiiiet met negen andere ridders een' ineenstortend keizerrijk, om de armzalige overblijfselen van hot koninkrijk Jerusalem te verdedigen. Toucy hing een hartverscheurend tafereel op van de rampen van Boudewijn en van do belrenronswaardige omstandigheden, die een christen keizer genoodzaakt hadden een boiidgeiiootschap te sluiten met hot hoofd dor Comanon. Volgens de gewoonte dor barbaren hadden do vorst der Comanon en tie keizer van Constantinopel zich bloed doen aftappen, en, het in een beker vermengende, er beiden van gedronken ten toeken van verbond en broederschap. De ridders, die den heer van Toucy vergezelden , hadden dat gebruik aan de barbaren ontleend: aanvankelijk stuitte zulks de Franscho krijgers tegen de borst, maar weldra vermengden zij, door het aantrekkelijke van de nieuwigheid medegesloepl, zelvon hun bloed mot dat van hunne nieuwe krijgsmakkers en dronken dit in wijn geroerd op, terwijl deze goheele handeling besloten word met een groote zwelgpartij, waarbij allen zich aan de grofste onmatigheid schuldig maakten.

Do zeden en gebruiken der volken van het Oosten wekten in hooge male do aandacht der kruisvaarders. Toen de missionarissen, dio Lodewijk IX naar Tartarije gezonden had, in Plolomuis loruggokoerd waren, werden de Franscho krijgers het niet moede hen te ondervragen en aan te hooren. Andreas van Longjumeau, die aan hot hoofd dier missie stond, was uit Antiochië vertrokken en had, tien mijlen per dag afleggende. een jaar lang moeten voorttrekken alvorens het oord le bereiken, waar de groote kan dor Tartaren woonde. De missionarissen trokken door wildernissen, waar zij reusachtige upeenhuupingen van menschonbeonderen aantrollbn, droevige gedenkteckonen dor overwinningen van een barbaarsch volk, zij verhaalden wonderbare dingen omtrent do bol houding van den monarch der Mongolen, omtrent tie zeden en gebruiken van de landen, welke zij doorgetrokken waren, omtrent de veroveringen en tie wetgeving van Congiskan en omtrent de wonderwerkoii, die de macht en de grootheid des veroveraars van Azië voorbereid haddon. Uil hunne buitengewone en mot faijelaclitigo bijzoiitlerhoden opgesmukte verbalen, ontwaarden de kruisvaarders mol blijdschap, dat de godsdienst van Josus Christus zijne boerschappij tot onder do vorst verwijderde volken uitbreidde: do missionarissen verklaarden bij eene enkele

«JUquot;


-ocr page 410-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

238

horde Tartaren meer dan aclilliondord kapellen gezien le hebben, waar men den lol' van don waren God bezong. Lodewijk IX hoopte dat. de Mongolen eenmaal de bondgenooten der cbris-tenen tegen de muzelmannen zonden worden en deze hoop deed hem hesluiten nieuwe missionarissen naar Tartarije le zenden.

Hoe veel redenen de kruisvaarders ook hadden om zich zoo te verwonderen over alles wat zij van de verst verwijderde streken van Azië vernamen, hadden zij echter in hunne nabijheid een harbaarsebe bevolking die nog veel meer hunne verbazing moest wekken. Eenige maanden na zijne aankomst ontving Lodewijk een ambassade van den Oude'van den Berg, die, gelijk wij gezegd hebben, over een dertigtal dorpen of inarktvlokken, op de westelijke helling van den Libanon gebouwd, regeerde. In tegenwoordigheid van den koning van Frankrijk toegelaten, vroegen hem de gezanten van den vorst der Assassijnen, ol' bij liun meester kende. «Ik heb van hem hooren spreken,quot; antwoordde de monarch. «Waarom toch,quot; vroeg een der gezanten, «hebt gij zijn vriendschap niet gezocht door hem geschenken te 'zenden, gelijk de keizer van Duitschland, de koning van Hongarije, de'sultan van Cairo en zoovele andere groote vorsten gedaan hebben?quot; Do koning boorde deze zonderlinge taal zonder toornig te worden aan en bescheidde de gezanten op eene volgende audiëntie, waarbij de grootmeesters van den Tempel en het Hospitaal tegenwoordig waren. De naam alleen van deze militaire orden, die de dolk der Assassijnen niet kon bereiken, boezemde den Oude van den Berg, die zich gedwongen had gezien bun schatting te betalen, reeds vrees in. In deze tweede audiëntie voeren de beide grootmeesters heftig tegen de gezanten uit en kondigden hun aan, dat bijaldien de Heer van den Berg geen geschenken aan den koning van Frankrijk zond zijne onbeschaamdheid weldra een gevoelige tuchtiging zou ondervinden. De gezanten brachten deze dreigende boodschap aan hun meester over, die zeil' de vrees voedde welke hij wilde inboezemen, en ben weder naar Lodewijk afvaardigde, om hem zijne vredelievende gevoelens te betuigen. Onder de gcsclienken, waarmede zij voor den koning van Frankrijk belast waren, merkte men vooral op een schaakspel, een olifant van rotskristal en onderscheidene kostbare vazen; de Heer van den Rerg had bij die geschenken oen hemd en een ring gevoegd , zinnebeelden van verbond, «die n zullen herinneren,quot; zeiden zijne gezanten tot den koning van Frankrijk, «dat gij en onze meester vereenigd moet blijven, gelijk de vingers van de hand en gelijk liet hemd het met' het lichaam is.quot;

Lodewijk IX ontving dit nieuwe gezantschap met zeer veel onderscheiding en belastte de afgezanten van den Oude van den Berg met de overbrenging van gouden en zilveren vazen en scharlaken en zijden stollen aan hun meester; hij deed hen vergezellen door broeder Vves, die de Arabische taal machtig was. Deze, die eenigen tijd aan hel hof van den Oude van den Berg verbleef, verhaalde bij zijn terugkeer tal van merk-waaiylige bijzonderheden , die de geschiedenis opgeteekend beeft. De vorst der Assassijnen behoorde tot de secte van Ali en betoonde eenige bewondering voor hel Evangelie. Hij koesterde vooral groote vereering voor den heiligen Petrus, die volgens hein nog leefde, en wiens ziel, zeide hij, achtereenvolgens die van Abel, Noach en Abraham geweest was. Broeder Yves sprak vooral van den schrik, dien de Oude van den Berg aan zijne onderdanen inboezemde. Een huiveringwekkende stilte heerschte rondom zijn paleis, en wanneer hij zich in het openhaar vertoonde, werd hij vooral gegaan door een wapenheraut, die telkens met luider stemme riep: «Wie gij ook zijn moogt, vreest om le verschijnen voor dengene, die het leven en den dood der koningen in zijne hand houdt.quot;

Terwijl deze wonderbaarlijke verhalen aan de werkeloosheid der kruisvaarders eenige afleiding verschaften, was de oorlog tusscben den sultan van Damascus en dien van Cairo uitgebarsten. De christen krijgers, die reikhalzend naar den strijd verlangden, betreurden het diep lol zulk een gedwongen rust veroordeeld te zijn. Men lelde ter nauwernood zevenhonderd ridders onder de vanen van het kruis en hun gering aantal veroorloofde Lodewijk IX niel een gewichtige expeditie te ondernemen.

[1282.] In afwachting van de gevaren en wisselvalligheden van den oorlog, was al het streven van den vromen monarch gericht op het verzachten van het lol en het verbreken der boeien van de gevangenen, die zich nog in de macht der muzelmannen bevonden. Maar de gevangenschap der christen krijgers was niet het eenige dal zijn hart met droefheid vervulde: wal hem vooral pijnlijk aandeed was de wetenschap, dat versclieidenen zijner strijdmakkers het Islamisme omhelsd hadden. Hel is een opmerkelijke bijzonderheid, dat de kruistochten, wier doel toch altijd geweest is de zaak van het christendom te doen zegevieren , ons menigvuldige voorbeelden van atvalligheid aanbieden, dat zoo vele christenen, om hun leven te redden, hun geloof verzaakten en muzelmannen werden. Joinville heeft in zijne kronijken aangeieekend dat de meeste zeelieden die bij den terugtocht van

Mansourab de schepen bemanden, hun geloof verzaakten om hun leven te redden; vele krijgers waren in die rampvolle dagen niet bestand tegen do bedreigingen der muzelmannen, en do vrees voor den dood deed hun een godsdienst vergeten, waarvoor zij de wapenen opgevat hadden. Men heeft gezien welke rampen de christen krijgers op hunne expediliën in het Ooslen te verduren haddon : onder hel gros der pelgrims werden er altijd gevonden, die geen standvastigheid genoeg bezaten om hel lijden geduldig te verdragen. Bij de aankomst van Lodewijk IX in Egypte bevatte dat land reeds vele meineedige en ontrouwe chrisicnen, die in de gevaren on do wederwaardigheden der vorige oorlogen den God hunner vaderen verloochend hadden. Al die renegaten werden door de muzelmannen veracht. Do Oostersche schrijvers balen daaromtrent een gezegde van Saladijn aan, dat oen algemeen gevestigd gevoelen uitdrukt en tol in de laatste tijdon van de kruistochten bleef voortbestaan: hij zeido dal men nooit een (joed christen uit een slecht muzelman maakte, noch een (joed muzelman uil een slecht christen. De geschiedenis beval weinig bijzonderheden omtrent do levenswijze, welke die verbasterde Franken voerden, die aan hun godsdienst en hun vaderland verzaakt hadden; velen legden zich op den landbouw, anderen op de mechanische kunsten toe; een groot aantal nam dienst in de muzelmansche legers; eenigen bekleedden openbare ambten en slaagden er in groote rijkdommen to verzamelen. Men mag nochtans mot grond veronderstellen dat de wroeging alle oogonblikken huns levens verbitterde en hun niet veroorloofde van do goederen te genieten, die zij onder de ongeloovigon verworven hadden. De godsdienst, dien zij verlaten hadden, boezemde hun nog altijd eerbied in; de tegenwoordigheid en de taal der Franken, die eertijds hunne broeders geweest waren, wekten smartelijke herinneringen in hen op; maar ik weel niet door welke valscho schaamte weerhouden cn als bad God bon met een eeuwige verachting geslagen, bleven zij door een onzichtbaren band aan de dwaling gekluisterd, en lioewol zij hol ongeluk beseften van op een vreemden bodem te mooten leven en sterven, durfden zij niet verwijlen bij de gedachte hun vaderland weder le zien.

Een dier renegaten, die te l'rovins geboren was en onder de vanen van Johannes van Brienne gestreden had, kwam don koning begroeten en hem geschenken aanbieden, op bet oogen-blik, dat de monarch zich op den Nijl inscheepte om zich naar 1'aleslina le begeven. Toen Joinville hom zeide, dal hij na zijn dood regelrecht naar de hel zou gaan indien bij den godsdienst van Mahomed bleef belijden, antwoordde de renegaat hem, dat hij den godsdienst van Jesus Christus beter achtte dan dien van den profeet, maar hij voegde er bij, dat bij, indien hij tot hot geloof der christenen terugkeerde lot armoede zou vervallen en men hem zijn geheele leven lang schandelijke verwijlen zou doen hooren, door hem: renegaat, renegaat! te noemen. Zoo weerhield de vrees voor de armoede, de vrees voor liet oordeel der wereld de afvalligen in den godsdienst van den proleet en belette hen terug te keeren tot het geloof, hetwelk zij verzaakt hadden. Lodewijk IX liet niets onbeproefd om hen terug le voeren: hij schonk milde giften aan degenen die tot hel christendom terugkeerden, en om hen tot zells voor de verachting der menschen te vrijwaren, verbood hij bij ordonnantie hun de schande van hun afval te verwijten.

Do koning van Frankrijk besteedde aanzienlijke sommen aan bet in slaat van verdediging brengen van verscheidene christen sleden: Cesarea zag evenals Ptolomaïs zijne torens en zijne muren verboogen en uitbreiden. Lodewijk liet insgelijks de versterkingen van Joppe en Caïphas herstellen, (lie geheel vervallen waren. Tijdens de uitvoering van die werken bleven de krijgers werkeloos en velen hunner begonnen do gestrengheid van do militaire lucht en de voorschriHen van do evangelische zedeleer te vergeten. Lodewijk loonde zich veel gestrenger tegenover de losheid der zeden dan hij zulks tijdens bet verblijf te Damiate gedaan had. Do geschiedenis haalt verscheidene voorbeelden van zijne gestrengheid aan, en zoo zonderling waren destijds de wettelijke bepalingen, welke de openbare zedelijkheid moesten beschermen, dat de overmaat zelve van de losbandigheid heden ten dage minder ergerlijk zou schijnen dan do straf welke men den schuldigen toen oplegde.

De geestelijkheid hield inlusschen niet op den kruisvaarders de voorschriften van de christelijke zedeleer te herinneren, en hare predikingen bleven niet zonder uitwerking. Palestina bezat geen stad, geen plok gronds, die de christen krijgers niet aan de heilige overleveringen van de Schrilt, de barmhartiglieid en de gerechtigheid Gods herinnerde. Verscheidene Fransclie heeren en jjaronuen, die toonbeelden van heldenmoed geweest waren, gaven het voorbeeld van de godsvrucht en de vroomheid, men zag ridders zich van hunne wapenen ontdoen en, den staf der pelgrims weder opvattende, de plaatsen gaan bezoeken, geheiligd door de mirakelen en de tegenwoordigheid van Josus Christus en de heilige personen, waarvan de godsdienst de gedaclitonis vereerde. Lodewijk bezocht herhaalde malen den berg Thahor,


-ocr page 411-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

liet dorp Clianaan en begaf' zich in bedevaart naai- Nazareth. De sultan van Damascus, die steeds zijn bondgenootschap zocht, noodigde hem uit insgelijks Jerusalem te bezoeken; deze pelgrimstocht zou de vurigste weuschen van den vromen monarch vervuld hebben; maar de baronnen en vooral de bissciioppen brachten hem onder het oog, dal het hem niet paste Jerusalem als eenvoudig pelgrim le betreden, en hij naar het Uosten gekomen was niet enkel om het heilige land le bezoeken, maar om het te verlossen; zij voegden er bij, dat de vorsten van het Westen, die voortaan hel kruis zouden aannemen, op zijn voorbeeld afgaande, zouden gelooven, dat zij hunne gelofte vervuld hadden met de heilige stad le bezoeken, en de godsvrucht der kruistochten derhalve niet meer de verlossing van het graf van Jesus Christus ten doel zoude hebben. Lodewijk IK zwichtte voor de redeneeringen der prelaten en zag van het voornemen om loon naar Jerusalem te gaan af, in de hoop er eenmaal met de wapens in de hand te zullen binnentreden. Maar deze hoop zou weldra in rook opgaan en God niel meer veroorloven dat de heilige stad aan het juk der ongeloovigen ontrukt werd.

De sultans van Damascus en Cairo bleven nog gestadig onderhandelingen voeren met den monarch der Franken. Ieder van die muzelmansche vorsten hoopte de christenen tol bondgenoolen te krijgen en vreesde vooral hen lol vijanden te hebben. Zoo dikwijls zij vreesden overwonnen te zullen worden, hernieuwden (ie emirs van Egypte hunne voorstellen; eindelijk namen zij alle voorwaarden aan, die hun opgelegd werden. Er werd een verdrag gesloten, waarbij de mamelukken zich verbonden al de gevangenen, die nog in Egypte teruggehouden waren , uit le leveren, al de in den muzelmanschen godsdienst opgevoede kinderen der christenen en, hetgeen herhaalde malen door Lodewijk iX verzocht was, de hoofden der martelaars van het kruis terug te geven, die op de muren van Cairo tenloongesteld waren. Jerusalem en al de steden van Palestina, met uitzondering van Gaza, Daroum cn twee andere sterkten, moesten in de handen der Franschen overgegeven worden. Het verdrag bevatte voorts nog de bepaling, dat het koninkrijk Jerusalem gedurende een tijdvak van vijltieu jaren geen oorlog zou voeren met Egypte, dat de beide Staten hunne krijgsmacht zouden vereenigen en al de veroveringen tusschen ile christenen en de mamelukken gedeeld zouden worden. Kenige geestelijken gaven hunne gewetensbezwaren le kennen over een bond-genoolschap met de vijanden van Jesus Christus; de vrome monarch sloeg hunne waarschuwingen in den wind. Geen verdrag had ooit meer voordeden aan de zaak der christenen aangeboden, indien de goede trouw bij zijne uitvoering voorgezeten had; maar de edelaardige rechtscliapenheid van den koning van Frankrijk verhinderde hem bedrog en trouweloosheid te vermoeden in zijne bondgenoolen, ja zelfs in zijne vijanden.

De bevelhebbers der mamelukken moesten zich naar Gaza begeven en van daar naar Joppe om het verbond le bekrachtigen, dat zij aangegaan hadden en zich met Lodewijk IX te verstaan omtrent de middelen om den oorlog voort te zetten. Zoodra de sullan van Damascus kennis kreeg van het gesloten verdrag, zond hij een leger van twintig duizend man tusschen Gaza en Daroum om de vereeniging der Egyptenaren en der Franken te verhinderen. Hetzij de mamelukken weerhouden werden door hunne binnenlandsche verdeeldheden, hetzij zijde troepen van Damascus niet durlden ontmoeten, zij verschenen niet op het bepaalde tijdstip in Joppe. Evenwel hadden zij al de overige voorwaarden van het verdrag uitgevoerd; zij voegden bij de terugzending der gevangenen en der droevige ovel'blijfselen der christen krijgers, hel geschenk van een olifant dien Lodewijk aan den koning van Engeland zond. Daar zij dikwerl hunne belofte hernieuwden om naar Joppe te komen, wachtte Lodewijk hen steeds; bij wachtte hen een jaar lang. Op zulk een manier teleurgesteld in zijne verwachtingen, was de Fransche monarch gerechtigd een verdrag dat niet werd nagekomen, ongeldig te verklaren: hij kon zich nog verstaan met den sultan van Damascus, die dezelfde voordoelen aanbood en wiens beloften meer vertrouwen moesten inboezemen. De emirs van Egypte hadden het bondgenootschap der christenen gezocht in onistiindiglieden waarin hun toestand hopeloos scheen en zij konden verwachten dat de koning van Frankrijk hulptroepen uit hel Westen zou ontvangen. Toon zij evenwel ten laatste zagen dat Lodewijk geen leger bezat, en de goheele strijdmacht dien hij op de been kon brengen slechts zevenhonderd ridders bedroeg, vreesden zij nadere betrekkingen aan te knoopen die hen aan den haat dor muzelmannen zouden blootstellen en hun geen degelijken steun tegen hunne vijanden aanboden. Al die emirs voerden overigens alleen oorlog om zich de straffeloosheid voor hunne misdaad te verzekeren en de vruchten van den opstand te behouden. Zij waren steeds bereid de wapens neder te leggen indien men hun hel verleden vergaf en Egypte aan hen overliet. De kalif van Bagdad deed te dier tijde pogingen om don vrede i tusschen do muzelmansche machten te herstellen: hij maande den sultan van Damascus en Aleppo aan hun wrok ter zijde te stellen en poogde de emirs te bewegen hun berouw te toouen en hun verlangen naar don vrede te kennen te geven. Er waren reeds verscheidene gevechten geleverd die geen beslissenden uilslag gehad hadden; in een dier gevechten was een deel der Syrische troepen door do mamelukken overhoop geworpen en op de vlucht gedreven geworden in de richting van Damascus, terwijl verscheidene korpsen van mamelukken door de Syriërs geslagen en tot aan do poorten van Cairo vervolgd waren. Een oorlog waarbij de overwinning altijd twijfelachtig bleef moest het geduld en don moed der beide partijen uitputten; van weerszijden nam men den geestelijken vader der muzelmannen lot scheidsrechter; de sultans van Syrië cn Egypte sloten eindelijk den vrede en kwamen daarbij overeen hunne wapenen gezamenlijk tegen de chrislenon te koeren. Nu waren eensklaps alle verwachtingen van de kruisvaarders don bodem ingeslagen; door to lang gelalmd te hebben on do gunstige gelegenheid te hebben laten voorbijgaan, had de koning van Frankrijk plotseling twee vijanden te bestrijden. Men zou de gesteldheid en de staatkunde der muzehnansclie machten grondig moeten kennen om te kunnen beoordeelen in hoeverre de geschiedenis de besluiteloosheid en do langzaamheid van Lodewijk IX mag laken. Pater Maimbourg ontziet zich niel hem bitter te gispen, en verklaart zeer naïef, dat al is men Iwilig, men niet onfeilbaar is inzonderheid in staalkuudiye zaken en voorat in die van den oorlog.

Het tusschen de mamelukken en de Syriërs gesloten verdrag was het sein tot den oorlog. Aan de spits van een leger rukte de sullan van Damascus voort lot onder de muren van Plolomaïs en dreigde de hoven en de velden te verwoesten, die do stad van leeftocht voorzagen, indien men hem niet eene schatting van vijftig duizend gouden bezanton betaalde. De christenen waren buiten maeble aan hunne vijanden weerstand le bieden, als zij destijds ernstige aanvallen hadden moeten afslaan; maar tie Syriërs keerden uitgeput door vermoeienis en aan levensmiddelen gebrek lijdende naar Damascus terug, terwijl de mamelukken weder deu weg naar Cairo insloegen: de oenen en de anderen gingen echter hoon met hel voornemen om terug to komen en van eene gunstige gelegenheid gebruik te maken om Palestina te overweldigen 011 te brandschatten.

Het kon niet missen of de bedreigingen der muzelmannen moesten den koning aandrijven al zijne krachten in te spannen om de christen steden in staat van verdediging te brengen. Hij besloot do versterkingen van Sidon te herstellen, die door de muzelmannen van Damascus geslecht waren ten tijde dat de kruisvaarders iu Egypte landden. Hij had met dat doel een groot aantal werklieden naar die stad gezonden en reeds waren do werkzaamheden een goed eind gevorderd, toon zij onverhoeds door een betreurenswaardig ongeluk onderhroken werden: daar de plaats slechts een zwakke bezetting had, werd zij overrompeld en alles wat christen was vermoord door de Turcomannen, een zwervende en woeste volksstam, gewoon van moord en roof te loven. Lodewijk vernam de treurmare in do stad Tyrus, terwijl hij op weg was naar Sidon. Eenigen dergenen die aan hol bloedbad ontkomen waren, verhaalden hem do ongehoorde wreedheden der barbaren: de bloeddorst der Turcomannen had noch leeftijd noeh sekse gespaard en bij hun teriigtücht liraehteu zij nog twee duizend gevangenen om het leven, i iep bedroefd over die gruwzame jammeren vormde Lodewijk IX terstond het plan de Turcomannen in Paneas le gaan aanlasten, werwaarts zij zich begeven hadden. Op hel eerste toeken grepen de krijgers, die hem vergezelden, terstond naar do wapenen. De koning wilde zich aan hun hoofd stellen, maar do baronnen verzeilen zich hiertegen, zeggende dal hij zijn leven, zoo onmisbaar voor hel welzijn van het heilige land, niet in zulk een expediitio in gevaar mocht stellen. De christen krijgers begaven zich op weg. Paneas of Cesaroa-de-Philippi, welks naam dikwijls in do geschiedenis van de eerste kruistochten voorkomt, lag op de helling van den Libanon in do nabijheid der bronnen van don Jordaan; men kon er slechts langs smalle paden en steilten komen: niets kon echter de Fransche kruisvaarders weerhouden, dLe van verlangen brandden om den dood van hunne door de Turcomannen omgebrachlo broeders te wreken. Zij verschijnen voor Paneas; de vijand vlucht naar allo kanten en de stad wordt genomen. Deze overwinning ware volledig geweest, zoo de christen krijgers de voorschriften van de krijgstucht in acht genomen en de bevelen van hunne aanvoerders opgevolgd haddon. Terwijl do Fransche kruisvaarders bezil namen van Paneas, gingen de Teutonische ridders een aanval ondernemen op een muzelmansch kasteel, dal op de naburige hoogten gebouwd was, en welks torens zich tusschen de toppen van den Libanon verhieven. Do Turcomannen, dio zich daar verzameld hadden en wederom moed begonnen te scheppen, sloegen de aanvallers af en vervolgden hen tusschen de rotsen en de afgronden. De overhaaste altocht der Teutonische ridders stichtte verwarring onder do overige christen


-ocr page 412-

960

krijgers, die een heuvelaclilig terrein bezetten, waar zij nocli | te paard strijden noch zicli in slagorde scharen konden; de ridder van .loinvillc, die dc gendarmen des konings aanvoerde, verkeerde meer dan eens in hot grootste levensgevaar en ware bijkans in de handen der Turcomannen gevallen. Eindelijk gelukte het den Franse,bon krijgors door weorgalooze (lapper-heid den misslag der Duitsehers te herstellen; Olivier van Tbermes en de krijgers die bij aanvoerde, slaagden er in de muzelmannen terug le drijven. De kruisvaarders verlieten Paneas na het uitgeplunderd te hebben, en sloegen weder den weg in naar Sidon.

bodewijk IX was er voor hen aangekomen: gren/enloos was de droefheid geweest van dien vorst toen bij de stad naderende op zijn pad den grond bezaaid vond met uitgeplunderde en bebloede lijken ! bet waren dc droevige overblijlselen der door do Turcomannen vermoorde christenen; zij gingen tot ontbinding over en niemand dacht er aan ben te begraven. Lodewijk hield bij dat schouwspel hult, noodigde den legaat uit een kerkhof te wijden en gaf daarna bevel de op de wegen en de velden liggende dooden te begraven. In plaats van te gehoorzamen wendde ieder de oogen af en deinsde vol afgrijzen terug; nu steeg Lodewijk van zijn paard, en een der lijken opnemende dal een ondragelijken siank verspreidde, riep hij uit: Kinnafni, mijne vrienden, laai ons een weinig aarde geven aan de martelaren van Jems (Ikrislm. Het voorbeeld van den koning wekte den moed en de menscblievendbeid der personen van zijn gevolg op: allen baaslten zich hom na le volgen en op die wijze viel den christenen die door de barbaren geslacht waren een eerlijke begrafenis ten deel. De vrome toewijding van Lodewijk IX aan de nagedachtenis zijner wapenmakkers is door alle geschiedschrijvers geroemd geworden: het is de naas-lenlielde in hetgeen zij bel heldhaftigste, bet trelfendste, het sterkste heeft; sedert ev koningen zijn, bad men de beerschers der volken nooil zulk een vroom lieidewerk zien verrichten.

De koning bleef verscheidene maanden te Sidon bezig met do stad te laten versterken. Koningin Blanca schreef hem intus-schen herhaaldelijk en spoorde hem aan naar Frankrijk terug le keeren, gestadig in vrees verkeerende haren zoon niet te zullen wederzien.

Haar voorgevoel werd maar al le spoedig verwezenlijkt. De koning bevond zich nog te Sidon loon de tijding in Palestina ainkwam, dat de regenles overleden was. De pauselijke legaat ontving bet eerst dit droevige bericht. Hij begaf zich tot den koning, vergezeld door den aartsbisschop van Tyrusen Godfried van Beau lieu , Lodewijks biechtvader. Daar de legaat te kennen gaf dat bij cene gewichtige mededeeling te doen had en er eene groote droefheid over zijn aangezicht verspreid lag, deed de koning hem zijne kapel 'binnentreden, welke volgens een oud schrijver, zijn arsenaal tegen al de wederwaardigheden des levens was. De prelaat begon met den koning er op te wijzen dal alles wat de menscb op aarde liefheeft vergankelijk is: «Dank God,quot; liet bij er op volgen, «dat Hij u eene moeder geschonken heeft....quot; De legaat hield hier even op en ging toen met een diepen zucht voort: «Deze liefdevolle moeder, deze deugdzame vorstin is thans in den hemel.quot; iiij deze woorden slaakte Lodewijk een luiden kreet en stortte een vloed van tranen; daarna iels kalmer geworden, zonk hij voor bet altaar op de knieën en riep met gevouwen handen uit: «Ik dank U, o mijn God, dat Gij mij zulk een goede moeder gegeven hebt; bet was een geschenk uwer barmhartigheid; Gij hebt hel teruggenomen ais zijnde Uw eigendom. Gij weet dal ik haar boven alle schepselen lielbad; maar dewijl, vóór alles. Uwe raadsbesluiten vervuld moeten worden. Heer, zij Uw naam gezegend in alle eeuwigheid.quot; Lodewijk zond den legaat en den aartsbisschop van Tyrus weg, en bad, met zijn biechtvader alleen gebleven, de o'lliciën voor de overledenen. Er verliepen twee dagen zonder dal bij iemand wilde ontvangen. Toen liet hij Joinville roepen en sprak, hem ziende: «Ach! senechal, ik heb mijne moeder verloren.quot;—«Sire,quot; gaf hem Joinville ten antwoord, «ik betreur het, doch gij w;ist dat zij eenmaal moest sterven ; en daarom verwonder ik mij zeer over de groote droelheid welke gij daarover aan den dag legt, gij, die voor zulk een vei slandig vorst gehouden wordt.quot; Lodewijk woonde eiken dag een lijkdienst bij, welke tol intentie zijner moeder opgedragen werd. Hij zond een groote boeveelheid juweelen en cdelgesteenlen naar het Weslen, om onder de voornaamste kerken van Frankrijk uitgedeeld te worden; bij verzocht te gelijk de geestelijkheid om gebeden op te dragen voor hem en voor de rust van koningin Blanca. Naarmate de koning God voor zijne moeder liet bidden, week zijne droelheid voor de hoop haar in den hemel weder le zien, en zijn onderworpen gemoed vond zijne zoetste vertroostingen in dien gebeimzinnigen band, welke ons vereenigt mei degenen, die wij verloren hebben, in dat godsdienstig gevoel, hetwelk zich mei onze genegenheden vermengt om ze le zuiveren, met onze droefenissen om ze le matigen.

De dood van koningin Blanca scheen Lodewijk IX de verplichting op te leggen naar zijne Staten terug te koeren; de tijdingen die hij uit het Westen ontving, waren van dien aard, dat zijn tegenwoordigheid met den dag noodzakelijker werd. Dc oorlog voor de erfopvolging van Vlaanderen was weder ontbrand; het bestand met Engeland was afgeloopen; de bevolking begon le morren. Van een anderen kant viel er voor Lodewijk IX in Palestina niets meer le ondernomen. Thans begon iiij met ernst aan den terugkeer naar zijn rijk te denken, en als badde hij, in deze aangelegenheid, zijn eigen oordeel gewantrouwd , wilde bij, alvorens een bepaald besluit le nemen, den wil Gods raadplegen. Men hield processiën en verrichtte openbare gebeden in de christen steden van Palestina, opdat bel den Heere mocht behagen ben voor te lichten, die Hij belast had met de leiding van een in zijn naam ondernomen oorlog. De geestelijkheid en de baronnen van hel rijk van Jerusalem, overtuigd, dat de tegenwoordigheid van Lodewijk bun in de bestaande omstandigheden van geen nut kon wezen, en zijn terugkeer in bet Westen daarentegen de geestdrift der Fransche krijgers voor een nieuwen kruistocht kon opwekken, rieden hem aan zich naar Europa in te schepen, en betuigden hem hun diepe erkentelijkheid voor al de diensten, die bij gedurende vijf jaren aan de zaak van Jesus Christus bewezen bad. Toen alles voor zijn vertrek in gereedheid was, verliet Lodewijk Sidon, doch liet er tol verdediging van het heilige land honderd ridders achter onder het commando van Godfried van Sargines, die dertig jaren lang de muzelmannen bestreed, en op hoogo jaren onderkoning van het rijk van Jerusalem werd. Van Sidon begaf Lodewijk zich in de lente van het jaar 1254 naar Plolomaïs met do koningin en drie kinderen, die hem in het Oosten geboren waren. Een vloot van veertien scheiien lag gereed om ben op te nemen met het overschot der krijgers van den kruistocht. De dag van het vertrek (2ö April) daar zijnde, begaf zich de koning te voet, vergezeld door den legaat, den patriarch van Jerusalem en al de heeren en ridders van Palestina naar de haven, midden door een tallooze volksmenigte die van alle kanten samengestroomd was. In dien stond was men de deugden gedachtig waarvan hij het voorbeeld gegeven had, en vooral zijne goedheid jegens de bewoners van Palestina, die bij als zijne eigene onderdanen behandeld had. Eenigen drukten luinne erkentelijkheid uit door hunne toejuichingen, anderen door een dof stilzwijgen; de geheele bevolking, bedroefd over zijn vertrek, gal' hem den naam van vader der christenen en smeekte den Hemel zijne zegeningen over hot gezin van den deugdzamen monarch en bel koninkrijk Frankrijk uit le storten. De uitdrukking van Lodewijks gelaat bewees dat hij bet leedwezen der christenen van bel heilige land deelde; hij sprak bun vertroostende woorden toe, gal hun nuttige wenken, beschuldigde zich niet genoeg voor hunne zaak gedaan le hebben en betuigde het levendige verlangen, dat God hem eenmaal mocht waardig achten het werk hunner verlossing te voltooien.

Eindelijk ging de vloot onder zeil. Lodewijk had van den legaat verlof bekomen het H. Sacrament in zijn schip mede le nemen om de zieken en de stervendea te kunnen bijstaan. In de nabijheid van hel eiland Cyprus stiel het schip, waarop de koning zich bevond, geweldig op een zandbank. De geheele bemanning werd door schrik aangegrepen; de koningin en bare kinderen jammerden luide, maar Lodewijk knielde neder aan den voet des altaars en wendde zich lot Dengene, die over de zee beveelt. Bij onderzoek bleek, dat hel schip schade bekomen bad; de stuurlui drongen bij den koning aan om aan wal te gaan, doch daar Lodewijk zag dat zij zeiven het schip niet wilden verlaten, besloot hij insgelijks te blijven. «Er is niemand hier, die zijn leven niei even liel beell als ik hel mijne,quot; zeide hij tot ben, «maar indien ik aan land ga, zullen allen hel insgelijks doen en in langen lijd luin vaderland niet terugzien; ik stol liever mij zeiven, de koningin en mijne kinderen in de hoede van God, dan zulk een teleurstelling aan de groote menigte op do vloot ingescheepte pelgrims le bereiden.quot; Deze taal, door eene heldhaftige naastenliefde ingegeven, herlevendigcle den moed der matrozen en der pelgrims en men koos weder hel ruime sop. Zich van Sicilië verwijderende, was de vloot beducht de kusten van Tunis te naderen, als badde een geheim voorgevoel de Fransche kruisvaarders gewaarschuwd voor de onheilen , die hen bij een andere rampvoller expedilio op die kust wachtten. Ken storm bracht de vloot in gevaar van te vergaan: de koningin deed bij die gelegenheid de belofte een zilveren scheepje aan den heiligen Nicolaas van Lotharingen le offeren en verzocht Joinville haar burg le zijn bij den palroon der scliipbreiih'liitgen. Terwijl iedereen in doodelijken angst verkeerde , vond Lodewijk zijne gernslheid in een geheel godsdienstige wijsgeerighoid, én Inen het gevaar voorbij was, zeide bij tot zijne reisgenoolen: «Ziet ol Gixl ons niet zijn oneindige niaebt getoond heeft, toen door een enkelen der vier winden van de zee de koning van Frankrijk, de koningin, zijne kinderen en zoo vele lieden in


-ocr page 413-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

gevaar verkeerden van te verdrinken.quot; De overtocht duurde langer dan twee maanden, waarin de pelgrims verscheidene wonderbare avonturen en ontmoetingen hadden, welke de geschiedenis opgeteekend heelt cn die 'niet onwaardig zouden zijn in een christelijk Odyssea te prijken.

Eindelijk landde de vloot aan de Hyerische eilanden. Zijn weg nenieiule door Provence en Auvergne kwam Lodewijk IX. den 15 September tc Viucennes aan. san allo kanten

stroomde de bevolking op zijn weg samen: hoe meer men zijne wederwaardigheden vergat, hoe levendiger Lodewijk het lot zijner slrijdmakkers gedachtig was, en de treurigheid, welke zijn aangezicht uitdrukte vormde een sinarlelijko tegenstelling met de openbare vreugde. Ziju eerste zorg was naar Saint-Denis te gaan om aan de voeten der apostelen van Frankrijk neder le knielen. Daags daarna hield hij zijne intrede in de hooldstad, voorafgegaan door de geestelijkheid, den adel en het volk. Hij droeg nog altijd het kruis op den schouder, cn dit gezicht, hetwelk aan de oorzaak van zijne langdurige alwezig-heid herinnerde, deed vreezen, dal hij het denkbeeld aau den kruistocht nog niet opgegeven had. Het grootste gedeelte der ridders en baronnen, die met Lodewijk op weg gegami waren, hadden hun gral' gevonden in Syrië ol'in Egypte Degenen, die zoo vele wederwaardigheden overleel'd hadden, keerden in hunne kasteelen terug die zij verlaten en vervallen vonden. Na een bezoek gebracht te hebbeu aan zijne haardsleden begal de goede seneclial Joinville zich blootsvoets naai de kerk van den heiligen Nicolaas in Lotharingen, om de gelolte van koningin Margaretha te volbrengen. Daarna hield hij zich nog slechts uitsluitend bezig met het lenigen der rampen welke zijne al-wezigheid aan zijne vazallen berokkend had, en nam zicii voor het kasteel van Joinville niet meer te verlaten om naar Azie te gaan.

Zoo was liet einde van dezen gewijden oorlog, waarvan het begin de chrislen volken met blijdschap vervuld had en die daarna het geheele Westen in •rouw dompelde. In de gebeurlenissen, die ik hiervoren beschreven heb, heell de seneclial van Champagne mij lot gids verstrekt, en ik kan mijn verhaal met be-sluiten zonder hem mijn welverdienden dank te betuigen. De eenvoudigheid van zijn verhaallrant, de ongekuiisteldheid van zijn slijl, de opgeruimdheid van zijn karakter, zijn voor mij een gelukkige alleiding geweest in mijn dorren en soms lerug-stoolenden arbeid. Onversaagd op het slagveld, zijn vroolijkheid in de grootste wederwaardigheden behoudende, gelaten in zijne gevangenscliap, herinnert hij ons in al zijne bandelingen aan den waren geesl der ridderschap. Evenals zijn landgenoot Villehar-douin, laat hij zijne holden dikwijls weenen en weent zelf ook dikwijls. Hij biedt liet gevaar het hoofd, wanneer het gevaar dreigt; maar hij dankt God uit den grond zijns hanen als hij niels meer te vreezen heeft.

Wanneer ik zijne gedenkscliriflen lees, verplaats ik mij in de dertiende eeuw; ik veHieeld mij een ridder te booren, die van den kruistocht wederkeert en mij verhaalt wal hij verricht en wat hij gezien heeft. Hij heelt geen vaste melliode of regel, hij breekt zijn veidiaal af, hervat het, rekt het, bekort het, naarmate zijn verbeeldiiigskracht meer ol minder getroffen wordt door hetgeen hij ons mededeelt. Als men de verhalen van Joinville gelezen heeft, verwondert men er zich niet meer over, dat de heilige Lodewijk zoo veel behagen schepte in zijn omgang: ieder zijner lezers gevoell voor hem de vriendschap en het vertrouwen, dat dé monarch hem beloonde, en de geschiedenis neemt zonder bezwaar alles aan wat hij op iijn eer bevestigt, overtuigd, dat degene, die aan het bof der koningen de waarheid zeide, de nakomelingschap niet kan bedriegen.

De kruistocht van den heiligen Lodewijk was gelijk aan dien, welke daaraan onmiddellijk voorafgegaan was. De geestdrift voor die verwijderde expeditien verloor met den dag van hare levendigheid en haar vuur; zijn oorspronkelijk karakter alleggende scheen de kruistocht nog slechts een gewone oorlog, waarbij de geest der ridderschap een machtiger drijfveer was dan de godsdienst. Hij was alltum een godsdienstige zaak voor Lodewijk.

De wijze waarop men dien kruistocht in Kuropa predikte, de onluslen tijdens welke zich de stem der predikers deed hoeren, de middelen vooral welke men aanwendde om in het gansche Westen schatten te heffen, waren wel geschikt om de gemoederen alkeerig te maken van het doel, dat men zich bij een gewijde expeditie moest voorslellen.

Nochtans nam Lodewijk IX voorzorgen, welke men in de vroegere oorlogen verzuimd had. Drie jaren werden besteed aan het voorbereiden tot deze groote onderneming; in Cyprus aangekomen kouden de ridders zich niet genoeg verwonderen bij het zien der zoo hoog op en naast elkander gestapelde tonnen met wijn, dat zij hui-zen geleien, en der hoopen tarwe, gerst en ander koren, zoo hoog dat men zou hebbeu kunnen meenen dat hel bergen waren. Een machtig middel om den gelukkigen uitslag van'een overzeeschen oorlog te verzekeren ontbrak evenwel aan Lodewijk IX: namelijk een vloot die hem toebehoorde on waarover hij naar goedvinden kon beschikken. Het is den lezer bekend, welke wonderen de onafgebroken en onvermoeide samenwerking der dapperheid van de Fransche baronnen en de zeemacht van Venclie bij de expeditie van Gonstantinopel tot stand bracht. De kruisvaarders misten hier dat voordeel. Een Genueesche vloot bracht bet leger van den heiligen Lodewijk naar Cyprus over; een andere vloot, die men zich slechts met zeer veel moeite kon verschaffen, nam bot in de haven van Lernisso in cn zette het bij Damiate aan land. Zoo lang de fortuin de wapenen der christen krijgers gnnslig was, kwamen er tal van schepen opdagen, die door handelsspeculaliën en andere belangen dan die van den kruistocht de havens van lialië uitgeloopen wareu. Bij den eersten zweem van gevaar verdwenen de meesten dier schepen als door een tooverslag. Hierdoor bleef het leger van toevoer verstoken; de gemeenschap tusschen hetzelve en Damiate was plotseling afgebroken, en de Nijlstroom overgelaten aan de muzelmansche vloot, die alleen aan den sultan van Egypte gehoorzaamde. Deze opmerking, welke gemakkelijk ui het hreede zou kunnen ontwikkeld worden, kan strekken niet alleen ter verklaring van de wederwaardigheden vim dezen kruistocht, maar ook tot die van den ongelukkigeu alloop der andere over/.eesche oorlogen.

De Fransche ridders legden overal hun gewone dapperheid aan den dag; maar tijdens den ganschen kruistocht zag men niet een enkele maal het beleid der groote veldbeeren ontwikkelen, en Lodewijk IX zelf was, in de gevaren, voor zijne krijgers slechts een toonbeeld van heldenmoed. Men zal zich berinneren dat de ongelioorzaamlieid aan de hevelen des konings de oorzaak was der rampen van dezen oorlog. Wij hebben gezien hoe ver de aaimialigende tuchldoosheid der Fransche heeren ging, toen Willem Langzwaard zich, na de inneming van Damiate, kwam beklagen over de heiligheid van den graaf van Arlois, en de monarch zijn onmacht betreurende, den Engelschen ridder ootmoedig smeekte den hem aangedanen smaad aan God op le dragen. Men mag aannemen, dal er nog vele ongeregeldheden gepleegd werden ouder liet overschot van het christen leger tijdens het verblijf in het heilige land: het beste bewijs ten minste hiervan is liet zonderlinge feit, dat wij hieronder mededeelen en door Matthias Paris opgeteekend is. Een ridder, wiens naam onbekend gebleven is, een strooptocht oiidernonien hebbende op liet muzehnansche grondgebied, werd voor den koning gedaagd en veroordeeld hem een gedeelte der aan de vijanden onluoiuen schallen af te staan. De krijgs-man weigerde zich aan deze uitspraak te onderwerpen, zeggende dat hetgeen hij met gevaar van zijn leven verworven had', hem toebehoorde. Er ontstond nu een levendige woordenwisseling tusschen den ridder, die zijn ganschen buil wilde behouden, en de raadslieden des konings, die hij beschuldigde van gebrek aan moed en goede trouw. Dezen verweten hem, dat bij onbeschaamd gelnijen had en een meineedig ridder was, betgeeii de grootste beleediging was, die een krijgsman kon worden toegevoegd. De zoon des ridders, die bij dit tooneel tegenwoordig was, kon zijne verontwaardiging niet bedwingen, trok zijn zwaard en doorslak dengene, die zijn vader zoo grof gesmaad bad. Terstond valt de oude krijger voor den heiligen Lodewijk op de knieën en roept de koninklijke goedertierenheid in voor zijn zoon en voor zich zeiven, en nadat hij onder belofte zich aan alles te zullen onderwerpen, verkregen had dat zijne zaak en die zijns zoons voor een rechtbank zou gebracht worden, werd zijn zoon, in de tegenwoordigheid des konings vastgegrepen, naar buiten gesleurd en zonder vorm van proces opgehangen. Hij hel aanschouwen van het lijk zijns zoons geraakte de ongelukkige grijsaard hijkans buiten zich zeiven van droefheid en roept uil, dat hij niet kan blijven onder lieden, die de gerechtigheid van Frankrijk niet meer erkennen: hij grijpt zijne wapenen, stijgt le paard en gaat een wijkplaats vragen aan de muzelmannen.

Deze geest van ongehoorzaamheid en liicliteloosheid ontsproot uil de leenheerlijke zeden. Een minder laakbare gesteldheid is de Fransche luchthartigheid , welke de kruisvaarders nooit in de gevaren verliet, zich onder de droevigste omstandigheden niet verloochende en soms zelfs de gestrenge welvoegelijkhcid niet eerbiedigde. Wij zullen hier nog een voorbeeld voegen bij die welke wij reeds aangehaald hebben. Daags vóór den veldslag van Mansourab sliert ecu der ridders van den seneclial van Champagne, niet name Landricourt. Terwijl men hem de laatste eer bewees, spraken zes zijner wapenmakkers zoo luid met elkander, dat bun onderhoud den priester, die de plechtighedcn verrichtte, belette voort te gaan. Toen Joinville hen scherp daarover berispte, begonnen allen tc lachen en antwoordden, dat zij er met elkander over spraken om de vrouw van Hugo van Landricourl, die daar in de kist lag, weder uil te huwelijken. Joinville ergerde zich sterk over zulk een taal en gebood hun te zwijgen. Van die onbescheiden luchthartigheid zijner ridders sprekende, schijiit de naïeve seneclial zelf in bel gebrek tc vervallen, dat hij aan anderen verwijt: God, zegt hij met


-ocr page 414-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN

onmiskenbaren spot, strafte hen op den dag van den veldslag; ivant alle zes kwamen om het leven doek werden niet begraven , en het stuml alh zes hunne vrouwen vrij nu opnieuw te huwen.

JH; zeden dev ridders vormden een zeer groote tegenstelling niet die der muzelmannen, die altijd afgemeten, iltijd ernstig waren, zells tijdens de feesten, waarmede zi., de bevrijding van bun land en de nederlagen der christenen vierden.

Bij de eerste verschijning der kruisvaarders stelt de geschiedenis ons de gebeelc Egyptische bevolking door angst aangegrepen voor; maar, door hunne aanvoerders gerustgesteld, gevoelden zij spoedig evenveel vertrouwen op hunne krachten als zij eerst angst gevoeld hadden, en daar de menschen niets zoo gemakkelijk vergeten als het gevaar, konden zij zich een jaar na de inneming van Damiate geen verklaring geven van de soort van waanzin, die een koning der Franken op de oevers van den Nijl gevoerd had. De geschiedschrijver Gemal-Eddin verhaalt bieroinlrent een leit, dat tegelijk hel gevoelen en het karakter der muzelmannen schildert; in een onderhond melden gevangen monarch, zeide de emir Hessam-Eddin tol dezen: «Hoe is bet toch in den geest des konings opgekomen, met de wijsheid en de goede hoedanigheden, die ik m hem opmerk, hoe is het in zijne gedachte opgekomen zich toe te vertrouwen aan een broos houten vaartuig, de klippen der zee te trotseeren , zich in een land te wagen vol krijgers hegeerig voor het muzel-mansche geloof te strijden; hoe heeft hij kunnen gelooven dat hij zich van Egypte zou meester maken en hij in dil land aan wal zou gaan zonder zich zelven en de zijnen aan de grootste gevaren bloot te stellen.quot; De koning van Frankrijk begon te lachen en antwoordde niets. De emir ging aldus voort : «Eenigen onzer rechtsgeleerden hebben beslist, dat degene die tweemaal achtereen op de zee scheep gaat en daarbij ziju leven en zijn fortuin waagt, geen getuigenis in rechten kan afleggen, dewijl zulk eene groote onvoorzichtigheid genoegzaam de zwakheid zijner geestvermogens en de beneveling van zijn oordeel bewijst.quot; bodewijk IX begon wederom te lachen en gaf den emir ten antwoord: «Degene, die dat gezegd beeft, 'heeft zich niet bedrogen, en die beslissing is verstandig.quot;

Wij hebben bet verbaal van den Arabisclien geschiedschrijver weergegeven zonder er meer geloof aan te hechten dan het verdient. Ook christen schrijvers hebben zich niet minder streng ten opzichte van den heiligen bodewijk geloond en kunnen hem zijn expeditie naar het heilige land niet vergeven. Zonder te; trachten dien kruistocht te rechtvaardigen, willen wij ons hier vergenoegen met de bemerking, dat bodewijk IX niet enkel ten doel had de christen Staten van Syrië te verdedigen en de vijanden van het geloof te bestrijden , maar ook een kolonie te stichten, die hel Oosten met hel Westen verhonden had door den gelukkigen ruil der voortbrengselen en der kundigiieden. Wij hebben in hel veertiende bock van deze geschiedenis een brief van den sultan van Cairo medegedeeld, waaruit men gemakkelijk kan opmaken, dal de koning van Frankrijk andere oogmerken had dan die van een veroveraar. De geschiedschrijver Mezerai zegt uitdrukkelijk, dat de koning van Frankrijk plan had een kolonie in Egypte te vestigen, een plan, waarvan de uitvoering in latere lijden beproefd is geworden. «Met dal doel,quot; voegt Mezerai er nog bij, «bracht hij een groot aantal landbouwers en handwerkslieden mede, die nielleinin in staat wareu de wapens te hanteeren en desgevor-derd te strijden.quot; Om ons gevoelen te slaven, zouden wij bij hel gezag van Mezerai dat van Leibnitz kunnen voegen, die in een aan bodewijk XIV gerichte memorie niet vreesde te verklaren, dat de beweegredenen welke bodewijk IX hadden doen besluiten de verovering van Kgyple le ondernemen, ingegeven werden door groote wijsheid en de aandacht der bekwaamste Staat slieden en der vcrlichtsle schrijvers in hooge male verdienden.

Men mag nochtans aannemen, dal bodewijk IX niet in hunne gansche uitgestrektheid de voordeelen overzag, welke hij uil zijn expeditie kon behalen en die men in onze eeuw opgemerkt beeR. Do geheele drijfveer van die lang vervlogen lijden lag-in de godsdienstige denkbeelden, welke in de menschelijke zaken een groote rol speelden en ze dikwijls leidden naar oen doel, dal bet verstand van den mensch niet vooruil zag. Wal men heden ten dage doet in het belang van den handel en dat van de beschaving, deed men destijds in het belang van hel christendom, en de uilkomsten waren menigmaal dezelfde. In die tijden van barbaarscbheid en onwetendheid was de godsdienst als een geheimzinnige rede, als een verheven instinkt aan de menschen geschonken om heu behulpzaam te zijn in bet opsporen van alles wat goed en nuttig voor beu moest wezen. Men moet niet uit hel oog verliezen, dal de christelijke godsdienst steeds de richtsnoer was van bodewijks gedrag en dat Frankrijk aan de godsdienstige ingevingen van zijn monarch destijds die tractaten waarbij de oprechtheid en de goede trouw voorzalen, die instellingen, welke de beginselen der gerechtigheid vaststelden, al die gedenkleekenen van een verstandige staatkunde waaraan de moderne wijsbegeerte hare bewondering niet heeft kunnen onthouden, te danken had.

De expeditie van bodewijk IX had voor Egypte twee uitwerkselen welke men niet bad kunnen verwachten. Twee jaren na de invrijheidstelling van bodewijk , en tijdens deze vorst zich nog in Palestina bevond, begonnen de mamelukken voor een tweeden inval der Franken beducht le worden: opdat hunne vijanden zich niet van Damiate zouden kunnen meester maken en er zich in verschansen, verwoestten zij de stad geheel en al. Eenige jaren daarna, lieten zij, daar hunne vrees nog niet geweken was en de tweede kruistocht van dea heiligen bodewijk nieuwe onrust in bel Oosten verwekte, de monding van den Nijl met groote sleenen versperren, om de christen violen le verhinderen de rivier op le varen. Sinds dien tijd is een nieuw Damiate drie mijlen boven het eerste gebouwd; de ingang van den Nijl is voor diepgaande vaartuigen gesloten gebleven, en de monding van de rivier biedt, zooals zij beden ten dage is, steeds groote gevaren voor de zeevarenden aan.

Hel tweede uitwerksel van dien kruistocht voor Egypte was een omwenteling in de regeering. Van toen af zag men dal rijke land prijsgegeven aan slaven, in de onbescbaaldste streken van Azië aangekocht. Hel stamhuis van Saladijn bad zich, gelijk wij in deze geschiedenis gezien hebben, gevestigd le midden der op de Franken behaalde overwinningen; een oorlog had bet verbeven, een andere oorlog deed hel vallen. Het stamhuis der Baharitische mamelukken, dal onmiddellijk op dal van de Ayoubielen volgde, kon geen langeren duur hebben, en slaven, in Circassië gekocht , maakten zich op hunne beurt van het bewind meester en stielen degenen van den troon, die hen ter hunner verdediging gewapend hadden. Twee eeuwen daarna , ten tijde van Selim, zegepraalde het Ollomanische rijk over het tweede stamhuis der Mamelukken: hunne militaire republiek, overwonnen maar niet onderworpen le midden der misdaden van de dwingelandij en de builensporigdeden van de tuchteloosheid, trotseerde langen lijd de macht der Turken en bleet voortbestaan tol aan hel einde der achttiende eeuw, bet tijdstip waarop de tegenwoordigheid van een Fransch leger hun volslagen ondergang voltooide. Zoo werden twee expediliën der Franselien in Egypte gekenmerkt, de eene door den opstand en de verhelling' der mamelukken, de andere door hunne vernietiging.

De wetenschappen en de letteren plukten niettemin van do expeditie van den heiligen bodewijk eenige voordeden, welke de geschiedenis niet betwist. De Fransche monarch had hooreu zeggen, dat een machtige emii'in Syrië een groot aantal boeken deed bijeenbrengen eu daarvan een bibliolheek vormde, welke voor alle geleerden toegankelijk gesteld was. Hij wilde dat edele voorbeeld volgen en gaf bij zijn terugkeer last al de handschriften over te schrijven, die in de kloosters aanwezig waren. Deze letterkundige schal, aan Vinccntius van Beauvais toevertrouwd, werd overgebracht naar eene zaal grenzende aan de Heilige Kapel, en werd hel eerste model van die bibliogra-phische instellingen, van die kostbare stapelplaatsen der wetenschappen en der letteren, waarop Darijs tegenwoordig roem d raagt.

Men heeft menigmaal beweerd dat de heilige bodewijk bet gesticht der Driebonderden gebouwd heeft om een toevluchtsoord te vormen voor driehonderd edellieden, die blind uil den gewijden oorlog teruggekeerd waren. De verordening waarbij bodewijk IX den bouw van dezeslichting bepaalt, behelst niets wat eenigen grond kan geven aan die door sommige schrijvers aanvankelijk volgehouden meening, welke heden ten dage als liet ware een volksoverlevering geworden is. Joinville spreekt van de instelling der Driehonderden; maar hij zegt niels van de redenen, welke de vrome monarch genoopt kunnen hebben dal gesticht te doen bonwen. Daarbij moeien wij hier opmerken dal de stichting der Driehonderden van verscbeidene jaren vóór don terugkeer van den kruistocht dagteekenl. Mezerai verhaalt in zijue geschiedenis, dal er in hel midden der twaalfde eeuw te Rouaan een geslicht voor blinden was opgericht en dal

■redenkleeken der na;

bodewijk IX 0|j do

dit oude

gedachte heelt kunnen brengen een dergelijke instelling in zijne hoofdstad te stichten.

Voor dien kruistocht was Tartarije alleen bekend door de geduchte landverhuizingen der Mongolen: deze uitgebreide landstreek werd in zekeren zin aan het Westen geopenbaard door de missionarissen die de koning van Frankrijk gezonden bad. Willem van bongjumeau, die van het eiland Cyprus uitgegaan was, verzamelde op zijn tocht tal van fabelachtige overleveringen, maar hij deelt ook merkwaardige aanteekeningen en nauwkeurige waarnemingen mede. Bubruquis, die tijdens bel verblijf des konings in Palestina op weg ging eu na bet vertrek der kruisvaarders terugkeerde, slaagde als missionaris niet in zijne zending bij den machtigen keizer der Mongolen; maar als reiziger bestudeerde hij nauwlettend hel land, de zeden en de wetten der Tartaren, en zijn reisverhaal is nu nog


-ocr page 415-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

2(;;]

i i 1 I'

dat deze ongc aan Frankrijk Irancs van 'd( hoewel aanzie geslacht matig is geworden, mien, dat

i

het tegenwoordige, oorlog volmaakter mogen met grond

, . - , . ............... naar Egypte tegen

het einde van de vorige eeuw aan de opeuhare schatkist meer geld gekost heeft dan de expeditie van den heiiigen bodewijk.

tijdens deze kruistocht van den heiligen Lodewijk werd in alle steden van Italië een kruistocht gepredikt tegen den tiran Eccelino Romano. Die Italiaanscho edelman had van de wanorde der burgeroorlogen gebruik gemaakt om een tirannieke overheer-sching uit te oefenen op verscheidene steden van Lomhardije en de Mark van Treviso. Alles wat wij van de tirannen der fabelachtige oudheid opgeteekend vinden, haalt niet bij de wreedheden van Eccelino, dien de stem van bet volk en die der Kerk den vijand van God en de menschen verklaard hadden. De geschiedenis van zijn tijd vergelijkt zijn barhaarsche regeering met de pest en de overstroomingen, de vreeselijksle geesels der natuur.

De paus begon met Eccellino te e.xcómmuuiceeren, in wien h\j slechts een verscheurend dier zag mei een menschel ijl; gelaal; weinig tijds daarna schreel bij een kruistocht uit tégen dien geesel van God en het metischdom. Johannes van Vicenza, die twintig jaren te voren den openbaren vrede gepredikt bad, was een der predikers van dien gewijden oorlog. Aan de geloovigen, die de wapens tegen Eccellino'zouden opnemen, beloofde men dezelfde allaten als aan degenen, die naar Palestina trokken. Deze kruistocht, voor de zaak der menschelijkheid en der vrijheid ondernomen, werd in al de republieken van Italië algekondigd: de welsprekendheid der gewijde redenaars sleepte de volksmenigte gemakkelijk mede; maar wat vooral den üvei

een kostbaar gedenkstuk, hetwelk latere reizen niet in de schaduw hebben kunnen stellen.

De kronijkschrijvers van dien tijd, Joinville xell', die uitsluitend hunne aandacht wijdden aan de gebeurtenissen van den oorlog en zich zeer luttel lieten gelegen liggen aan do vonlonngen dei' beschaving, hebben nagenoeg niets gezegd van de kennis welke de heilige Lodewijk van de wetgeving van het Ooslen heelt verkregen. Welk een belang zouden de oude kronijken niet voor ons hebben, wanneer zij de gesprekken opgeieckend hadden van den monarch-wetgever met de Oostersche christenen, die bedreven waren in de studie der wetten en der gewoonten, waarnaar de koloniën der Franken zich richtten! Het was tijdens het verblijl' van den koning n Syrië dat de kanselier van het koninkrijk Cyprus al de wetten verzamelde, welke de Assisen van Jcnisalcm vormden: zou men niet met grond mogen beweren dat men die kostbare verzameling destijds te danken had aan de raadgevingen en vooral aan de aanmoediging van Lodewijk IX? Zeker is het, dat de vrome monarch mets verzuimde om de gebruiken eu gewoonten te loeren kennen der landen die hij bezocht en dat de Assisen van Jerusalem hem tot leiddraad dienden bij de vaststelling der « Vtablisseinctils,quot; dat gedenkstuk van wetgeving hetwelk later de grootste roem van zijne regeering nitmaakle.

Een voordeel van dezen kruistocht en het grootste van allen ongetwijield was, dat Lodewijk IX nog beter terugkeerde dan hij vertrokken was, en de legeuspoed in hem al de hoedanig- , heden ontwikkelde en volmaakle, waarvan zijne onderdanen ' hun toekomstigen voorspoed konden verwaclilen. Een protes- j tantsch geschiedschrijver, Johannes de Serres, zegt daaromtrent de volgende opmerkelijke woorden: «De vruclit van zijn reis en zijne wederwaardigheden was, dat hij als deugdzame monarch terugkeerde, toegenomen zijnde in ijver, ootmoedigheid, voor- ' zichtigheid , naarstigheid, en hij door de zijnen meer bemind en geëerd werd dan ooit voor zijn vertrek'het geval geweest 1 was, en hij bijzonderlijk door de geheele wereld om zijir voorbeeldig leven en zijne standvastigheid te midden der grootste j gevaren als een wonder onder de koningen bewonderd werd.quot; j

Wel verre van zijne rampen te vergeten, herinnerde Lodewijk er voortdurend aan als een groot voorbeeld, hetwelk God aan ) de wereld had willen geven. Hij schreef ze vooraanielijk loc aan zijne misslagen , en de boel plegingen, waartoe hij zich j gedurende hot overige gedeelle van zijn leven veroordeelde, waren, zegt pater Daniël, als oeu soort van rouw, die bij altijd ! droeg over zoovele brave menscheu, die bij den kruistocht omgekomen waren. Bij zijn terugkeer liet hij de munt ver-- | anderen, en wij lezen in eeue kronijk, dat er op zijn bevel zdveren parisis en gouden tornoois geslagen werden waarop ketenen ol handboeien afgebeeld waren, om de herinnering aan zijne gevangenschap te doen voortleven. Deze herinneringen maakten hem dierbaarder aan zijn volk en grooter iu de ooge/i der christenen. Gelukkig de vorsten voor wie de lessen van den rampspoed niet verloren zijn! gelukkig ook de eeuw, voor welke de wederwaardigheden van de groeten der aarde iets eerbiedwaardigs en geheiligds heelt.

J)e deelneming aan den kruistocht had, gelijk wij gezegd hebben een groot aantal der doorluchtigsle lamiliën van liet rijk verarmd. Men weet, dat verscheidene heeron hunne grondbezittingen verkocht hadden om waardig aan den kruistocht te kunnen deelnemen. De geschiedenis heelt de akten voor ons bewaard in de legerplaats zelve van Mansourab opgemaakt, waarbij vele edellieden hunne onroerende goederen aan de kroon verkochten. De koning wilde niet dat zijne krijgsmakkers tot armoede veroordeeld zouden wezen omdat zij hem in het Oosten gevolgd waren en met hem de gevaren en de vermoeienissen van den gewijden cforlog gedeeld hadden: hij liet een lijst opmaken van de hulphehoevcnde adellijke lamiliën, en vond in zijne eigene inkomsten de noodige middelen om haar te ondersteunen; met liefdevolle goedheid zorgde hij voor de weduwen en de kinderen dier dappere ridders, die hij aan zijne zijden had zien sneven; ziju zorg strekte zich ook uit over de landbouwers, die hetzij in den oorlog der Pastou-reaux, hetzij door zijne afwezigheid, of door de onvoldoendheid der wetten geleden hadden. «De lijfeigenen,quot; zeide hij, «be-hooren evenals wij aan Jesus Christus, en in een christelijk rijk mogen wij niet vergeten, dat zij onze broeders zijn.quot;

Sinds den met de muzelmannen gevoerden oorlog kon de heilige Lodewijk niet meer dulden dat men het bloed der christenen in gevechten deed vloeien. In zijne ordonnantiën verbood hij de oorlogen tusschen bijzondere personen in al de bezittingen der kroon, en het gezag van zijn voorbeeld droeg veel tot de handhaving van de orde en den vrede in al de provinciën hij.

Vóór zijn vertrek had Lodewijk commissarissen uitgezonden, die in last hadden om de ongeréclitigheden te herstellen, welke in bet beheer van zijn rijk gepleegd waren. Bij zijn terugkeer, wilde hij zich in persoon overtuigen of alles ovèreenkomstig

zijn wil hersteld was en hij bezocht met dat doel de provinciën, overtuigd dat het de eerste plicht der koningen is, de waarheid te zoeken. Welk een treHbnd schouwspel is het, een vorst zich te zien bekommeren over de onrechtvaardigheden die in zijn naam gepleegd zijn, gelijk andere mensehen zich bokom-meren over de onrechtvaardigheden , die men jegens hen zelve ^oploegd licod! Dg Ihuncl, die voonil den vorston iimibovoGll rechtvaardig te wezeu, zegende de regeering van een vorst die steeds bezield werd door een vrome liefde voor de gereeh-tigheid, en de vijftien jaren welke op den kruistocht van Lodewijk IX, den ongelnkkigslen der gewijde oorlogen , volgden , waren een tijdvak van glorie en voorspoed voor frankrijk

liij lederen der voorgaande kruistochten gingen een'groot gedeelte der rijkdommen van Europa in Azië verloren zonder dat er evenwel eenig document daarvan tot ons gekomen is, hetwelk den geschiedschrijvor in slaat stelt met eenige nauwkeurigheid daarover te spreken. Gelukkiger hierin wat betr ft de expeditie van den heiligen Lodewijk, hebben wij onder de pogen een geschreven rekening, welke het. stilzwijgen der kronijken van dien tijd kan vergoeden en ons zeer'geschikt voorkomt de nieuwsgierigheid der lezers van onze dagen te bevredigen. Die rekening ol verantwoording, ongetwijfeld op last van Lodewijk IX opgesteld, is verdeeld in drie deeien: hel eerste bevat de uitgaven voor hel huis ilrs koning en der louitii/iii m het hciluji' land y on voor (Icii oorlof/ cu de vloot van of hel orlaaf van llemelvaavt , in het jaar lol aan het oelaaf van Kemelvaarl LKI , over H84 dagen, well:e uitmaken een jaar en negentien (lagen (280,361 pond, 18 stuivers «m 9 penningen). Het tweede deel bevat de uitvoerige lijst der ml gaven gedaan van af tiet octaaf van Hemelvaart 12oi tot aan het octaaf van Hemelvaart 1252, over 351 dagen in het heilige land (26;»,78? pond, 16 s. li p.). In het laatste deel vermeldt de schrijver van de memorie met dezelfde uitvoerigheid al heigeen voorden koning uitgegeven is sinds bet jaar 1252 tot aan hel jaar 1253 (331,226 pond, 6 s. 3 p.). Het totaal der uitgaven vermeld in de geschreven memorie bedraagt voor drie jaren en vijf en twintig dagen een millioen vier en twintig' duizend pond, zeventien stuivers en drie penningen. Ofschoon deze memorie niet zeer omvangrijk is, is er niels wetenswaardigs uit dien lang vervlogen tijd in vergelen. De schrijver van dat merkwaardige stuk deelt ons mede hoe groot de soldij was der ridders, wat de losknoping der gevangenen kostte, hoe groot het bedrag der aalmoezen van den lieiïigen Lodewijk was; hij maakt zelfs melding van de aan den koning geleverde kamer rokken en de voor koningin Margaretha gekochte kleeden. Wij moeten hierbij bemerken, dat de rekening slechts de uitgaven der drie laatste jaren van den kruisfochl bevat en men er niet de uitgaven in vindt van het. eerste jaar, welke nithoolile van de toebereidselen en de zeereis die van den geheelen oorlog moesten evenaren. Men vergde (evens niet, dat de broeders des konings en het grootste gedeelte der heeren en baronnen op eigen kosten aan den oorlog deelnamen; en indien men nu veronderstelt dat de gezamenlijke aanvoerders de helft uitgegeven hebben van hetgeen Lodewijk IN uitgaf, dan kan men aannmnen, luge expeditie bijna vijl' millioen pond tornoois kostte, hetgeen aan zestig ;i tachtig millioen tegenwoordige munt gelijk staat. Deze som

voor dien tijd, zal aan voorkomen; maar sedert de is hij ook duurder, en wij de expeditie der Franschi n

-ocr page 416-

26'i GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

on de liartslochlelijklieid van liel volk opwekte , was liet zien dor ongokikkigen, die Eccelino te midden dor ijseiijkste folto-ringon had dom vorminken, waren de jammerkreten en tranen dor gezinnen, waarin do tiran zijne slaclilolïers gekozen had. In verscheidene |trovinciën van Italië namen de bewoners der stodon on der dorpen de wapens op om de zaak van den godsdienst en hot vaderland te verdedigen, bogeerig do burgerkroon te verwerven wanneer zij over do dwingelandij zogcvierden, ol wol de marielaarskroon indien zij het onderspit dolven.

Üe standaard van het kruis wérd aan de spits van het leger ontplooid; do kruisvaarders trokken tegen Eccellino op onder hot zingen van don lolzang dor Kerk:

Venilta regis prodeunl Fulget crucis myslerhm.

Het leger dor goloovigen behaalde aanvankelijk snel achtereen scliittorondo overwinningen; maar dewijl bot don aartsbisschop van Ravenna, die bot aanvoerde, aan bokwaainheid ontbrak, dewijl de kruisvaarders van elke stad slechts roligiensen en monniken lot aanvoerders hadden, wisten /.ij geen partij te trekken van hunne aanvankelijke voordooien. De kuiperijen der staatkunde, de geest van naijver verslapten den ijver dor strijders; de overwinningen werdén soms gevolgd door tegenspoeden. Na een vierjarigen, mot atwissolend geink gevoerden, mueilovollen strijd geinkte hot eindelijk een goddeloozo over-hoorscbing te vernietigen en de menschbeid te wreken door de nederlaag en den dood van Eccelino.

Ik betix'ur hot, dat hot bestek van dit werk mij niet veroorlooft uitvoerig over dezen oorlog te spreken, waarin do godsdienst zoo gelukkig de zaak der vrijheid diende en die zulk oen groote tegenstelling vormt met liet grootste deel der goheurtenissen van dien tijd. Men predikte destijds zulk een groot aantal kruistochten, dat de geschiedenis ze ter nauwernood volgen kan en men staat er verwonderd over dat de volken van bet Westen zoovele oorlogen gelijktijdig hebben kunnen voeren.

Terwijl 1.odewijk IX mot zijn leger in Egypte krijgsgevangen was, on een heilig verbond in Italië tegen den tiran Eccelino gevormd word, beoorloogde do koning van Noorwegen, dien de paus van het volbrengen van deji pelgrimstocht naar hot Oosten ontheven had, do algodondienaars van bet Noorden; zestig duizend kruisvaarders trokken, aangevoerd door een koning van ISobomon, tegen de volken van Lilhouvven op, die nog de algoden dienden; een ander leger van kruisvaarders verliet don Odor en den Weiclisel om de boidenen van Pruisen te bestrijden , die herbaalde malen door de Teutonischo ridders aangevallen en geslagen werden. Met ingenomenheid stipt de goschiedeiiis aan dat tijdons deze laatste expeditie de steden Rrnnobad en Koonigsbergon geslicht werden, maar de stichting van twee bloeiende steden kan de verwoesting van verscheidene provinciën niet doen vergeten. Do vorderingen van hot christendom dioogon nochtans, door de wapenen der kruisvaarders begunstigd, er veel loe hij om de volken, tot dusverre door bot verschil van zodon en godsdienstige overtuiging gescheiden, nader tot elkander te brongen. Zoovele wederwaardigheden bleven niet zonder uitwerking op hot geheel christen geworden Europa , en de oniwentelingon, welke het doorworsteld had, moesten aan don monscbelijken geest eindelijk eeue richting geven, welke meer in overeenstemraing was met de wetten der gerechtigheid en der rode, en meer strookte met de belangen der menschbeid. Zoo vernieuwt de Voorzienigheid menscbelijke maatschappijen en strooit zij de vruchtbare kiemen der beschaving in den boezem zolven der wauoidelijkheden van de barbaarsebheid.


-ocr page 417-

ZEVENTIENDE BOEK.

TWEEDE KRUISTOCHT VAN DEN HEILIGEN LODKWIJK.

1255-1271.

(Oneenigheden Iiir|Ï)i''ii do Veneticrs cn do Gomicozon van Ptolomaïs, cn tnsscbon do Tempeliers en do ITospitaalriddera; dood van Choggor-Eddour; do J[oiigolen; einde van do dynastie dor Alrassldon; pans Alexander IV; benauwdheid in Europa en Aziö door de invallen der Tartaren veroorzaakt; Ketboga, hun aanvoerder, wordt to Tiberias gedood; do sultan Koutouz wordt vermoord door liibars, die in zijne plaats tot sultan uitgeroepen wordt; droevige toestand der christenen van hot Oosten; lt;le pausen Urbanns IV en Clemens IV; val van het Latijnsche rijk van Constantinopol; vorderingen van liibars in Palestina en Syrië; hij neemt Antioohië; lUainfried, Conradijn, Karei van Anjou; Lodowijk neemt weder het kruis aan; de geestelijkheid verzet zich tegen de helling van den tienden pemiimj- concilie van Northampton; ('atalonisehe, Castiliaansche en Aragonische kruisvaarders; gebeurtenissen in het koninkrijk Napels; Kdnard van Engeland; staalkundige cn familiebeschikkingen door Lodewjjk IX genomen; vertrek van den koning; belegering van Tunis; dood van I.odewijk IX: Karei van Anjou neeint het conimando op zich, teekont een bestand en voert het leger naar Europa terug; aankomst van de vloot te ïrapani op Sicilië; dood van den koning van Navarie en van verscheidene merkwaardige personen; Phillppns keert in Frankrijk terng. — Lol'mlo op den beilig.'ii Lodowijk.)

^f^ijdens zijn verblijf in Pnlcslina lind Lodewijk IX zioh niot ^ic tiilslniUüid beziggehouden mei bel verslerkén der christen sleden. Hij had ook niets verzuimd om de eendracht en den vrede te berstellen onder de christenen, een nog zekerder middel om de aanvallen der muzelmannen te kunnen afslaan. Ongelukkig voor dat volk, betwelk bij ten koste van zijn leven zou hebben willen redden, werden zijne raadgevingen spoedig vergeten, en liet duurde niet lang of de geest der tweedracht verving de edelmoedige gevoelens, welke zijne vermaningen en bet voorbeeld zijner deugden in do gemoederen wortel hadden doen schieten.

De lezer heeft in den loop dezer geschiedenis kunnen waarnemen , dat vele zeevarende volken kantoren en aanzienlijke handelshuizen in Ptolomaïs bezaten, hetwelk de hoofdstad van Palestina geworden was. De eerste plaats onder die volken namen de Veneticrs en de Genueezen in: ieder volk bewoonde een afzonderlijke wijk en had verschillende wetten en belangen, die een voortdurende bron van oneenigheid vormden; bet eenige wat zij gemeenschappelijk bezaten, was de kerk van den heiligen Sabbas: zij woonden de godsdienstoefeningen in die kerk gezamenlijk liij.

Dit gemeenschappelijk bezit was dikwijls een oorzaak van twist geweest tusscbeh de heide natiën: weinig tijds na bet vertrek van den heiligen Lodewijk barstte de oneenigheid opnieuw uit en voedde zich met al den wrok, welken de geest van naijver en afgunst kon inboezemen aan twee volken, die elkander sinds lang de heerschappij der zee en de voordeden van den handel met het Oosten betwistten. Tijdens die oneenigheden, waarbij bet voorwerp zelf van den twist gevoelens van vrede en liefde in de harten had moeten opwekken, geraakten de Genueezen en de Veneticrs dikwerf in de stad Ptolomaïs met elkander handgemeen, en meer dan eens weergalmde bet heiligdom, dat de beide partijen als een kasteel versterkt hadden, van het gedruisch hunner heiligschennende gevechten. Weldra plantte de tweedracht tusschen de beide natiën zich naar liet Westen over cn verwekte daar nieuwe onlusten. Genua won de Pisaners voor zijne zaak en zocht bondgenooten en hulptroepen tot bij de Grieken, die destijds begeerig naar het oogenblik uitzagen, dat zij in Gonstantinopel zouden kunnen terugkoeren, en van bunnen kant de medewerking der Genueezen inriepen, hun tot belooning de wijk van Pera belovende, die loenmaals tot gemeenschappelijke stapelplaats voor de koopwaren der zeevarende volken van Italië diende. Om zich over de ondergane beleedigingen te wreken, sloot Venetië een bondgenootschap met Mainfried, die door het Opperhoofd der Kerk geëxcommuniceerd was. Er werden lroepen aangeworven, vloten uitgerust en men bestreed elkander te water en Ie land. Deze oorlog, welken de paus niet vermocht te stuiten, duurde twintig jaren, nu eens gunstig voor de Venetiërs, dan weder voor de Genueezen, maar altijd noodlottig voor de christen koloniën van hel Oosten.

De geest van tweedracht bemachtigde zich ook van de op elkander naijverige otjden van Sint Jan en den Tempel: het bloed dier moedige kampvechters van hel heilige land vloeide bij stroomen in die steden, met welker verdediging zij belast waren; de Hospitaalridders cn de Tempeliers bestreden en vervolgden elkander met een verwoedheid, welke van geen vergelijk wilde weten , en ieder der beide orden riej) den bijstand der in bet Westen aelitergebleven ridders in. Zoo zagen do doorluchtigste geslacliten der christenheid zicb in die bloedige twisten medegesleept en men vroeg elkander in het Westen niet meer of do Franken de muzelmannen overwonnen hadden, maar of de overwinning aan de ridders van den Tempel of aan die van bol Hosjiilaal gebleven was.

Godfried van Sergines, dien Lodewijk IX bij zijn vertrek in Ptolomaïs achterliet, en de overige gezaghebbers in bet heilige land bezaten geen invloed genoeg om de orde te herstellen en ook geen voldoende troepenmacht om do aanvallen der muzelmannen hel hoofd te bicden. De eenige hoop op behoud, die den christenen van Palestina scheen over te blijven, was dal hel rijk der muzelmannen insgelijks door tweedracht verdeeld werd: eiken dag braken er nieuwe onlusten onder de mamelukken uit. Maar terwijl do geest van verdeeldheid dc macht der Franken verzwakte, vermeerderde hij daarentegen dikwijls die hunner vijanden. Wanneer wij onze oogen van het zwakke Jerusalem afwenden en ze oj) Egypte vestigen, aanschouwen wij daar bel zonderlinge verscliijnsel van een gouvernement gevestigd door den opstand en te midden der staalkundige stormen in kracht toenemende. Sedert de inneming van Jerusalem door Saladijn hadden de christen koloniën geen gemeenschappelijk middelpunt, geen ouderlingen band meer gehad; met hunne hoofdstad verloren de koningen van Jerusalem bun gezag, hetwelk ten minste de gemoederen onder zeker bedwang hield. Men had van bet koningschap alleen den naam behouden', men had van de republiek sleebls de lucbteloosheid overgenomen. Wat de mamelukken betreft, deze waren minder een natie dan wel een leger, dal eerst om een bevelhebber onecnig werd, maai dezen daarna ook blindelings gehoorzaamde, l il elke hunner omwentelingen ontsproot de militaire dwingelandij, gewapend met al de hartstochten welke haar voortgebracht

84*


-ocr page 418-

GFSr.HIEDKMS l)K

II KRUISTOCHTEN.

hadden; cn wat de beduclillieid der christenen moest vermeerderen, was dat deze dwingelandij slechis oorlog en veroveringen oj) het oog had.

[12S7.1 Wij hehben in het vorige hoek gezegd, dal de Turcoman Aibelc, na zijn huwelijk met de sultane Ghegger-Eddour, den troon van Saladijn beklommen had. Zijne regeering werd spoedig verontrust door den naijver der emirs; de dood echter van l'iiares-Eddin Octal, oen der den nieuwen sultan hel vijan-digst gezinde aanvoerders, deed de plannen der oproerlingen in duigen vallen; maar de minnenijd eener vrouw volvoerde wat de tuchteloosheid en het verraad niet hadden durven doen: Chegger-Eddour kon het Aihek niet vergeven, dat hij eeue dochter van den vorst van Mossoul ten huwelijk gevraagd had, en de ontrouwe echtgenoot werd op haar bevel door slaven in het bad vermoord. Na de wraak der vrouw bevredigd to hebben, riep de sultane de eerzucht der emirs en de misdaden der staatkunde le hulp. Zij ontbood den emir Saïl-Eddiu om zijn raad in te winnen en hem voor le stellen met haarden troon des sultans te deelen. In het paleis binnengeleid, vond Saïl'-Eddin de sultane op den troon zitten met hel bloedige lijk haars echlgenoots aan hare voeten. Bij dien aanblik werd do emir door ontzetting aangegrepen, en de kalmte, welke de sultane aan den dag legde, het gezicht van den bebloeden troon, welken zij hem aanbood, deed zijn afgrijzen nog toenemen. Ghegger-Eddour ombood twee andere emirs, die hare tegenwoordigheid ontvluchtten, verschrikt over betgeen zij gehoord en gezien hadden. Dit looneel had in den nacht plaats. Bij het aanbreken van den dag verbreidde zich bel gerucht daarvan in Gaïro. De verontwaardiging was algemeen, zoowel onder het volk als onder hel leger; Ghegger-Kddonr werd op bare beurt door slaven omgebracht, en haar lichaam, dal bijna geheel ontkleed in de grachten van het kasteel geworpen werd, kon aan allen, die elkander de heerschappij betwistten, loeren, dat de omwentelingen ook hare gerechtigheid hebben.

In de daarop volgende verwarring wordt een zoon van Aihek, een knaap van vijftien jaar, met de opperste macht bekleed; maar de nadering van een oorlog zon weldra een nieuw oproer doen uitbarsten en een zwak kind van den troon stoolen. Groole gebeurtenissen gingen Azië schokken, on van de zijde van 1'erzië kwam een storm opzetten, welke Syrië en Egypte bedreigde.

Onder de aanvoering van Oulagon waren de Mongolen het beleg komen slaan voor Bagdad. Deze stad was in verscheidene secten verdeeld, die er meer op bedacht waren elkander tv bestrijden Jan een geduchten vijand het hoofd le bieden. De sultan zoowel als zijn volk waren aan de vadsigheid overgegeven, en de trots, waarmede de ijdele eerbewijzingen der muzelmannen hem vervulden, deden hem de ware; verdedigingsmiddelen veronachtzamen. De Tartaren namen de stad stormenderhand in en hielden er op een gruwzame wijze huis. De laatste en zeven en dertigste opvolger van Abbas, kwam, als een gewone gevangene behandeld, le midden der verwarring en de wanorde om hel leven, zonder dat de geschiedenis kan aangeven of hij van vertwijfeling stierf of onder bel zwaard zijner vijanden viel.

Deze daad van geweld op het hoofd van den muzelmanschen godsdienst gepleegd, en de tocht der Mongolen naar Syrië verspreidde ontsteltenis onder de mamelukken. Zij achtten hel geraden den zoon van Aihek te vervangen dooreen bevelhebber, die hen in zulk een groot gevaar kon verdedigen, en hunne keu/.e vestigde zich op Koutouz, den sloutslen en bekwaamslen onder de emirs.

Terwijl in Egypte alles voorbereid werd om de Mongolen al' te slaan, schenen de christenen hunne bevrijding van dien aan de muzelmannen verklaarden oorlog Ie verwachten. De kan der Tartaren had den koning van Armenië beloofd zijne veroveringen lol aan de boorden van den Nijl te zullen uitstrekken, en de üostersche kronijken vermelden dal de Armenische troepen zich met het leger der Mongolen vereenigd hadden. Na den Euphraat overgetrokken te zijn, maakten deze zich meester van Aleppo, Damascus en de voornaamste sleden van Syrië. Van alle kanten namen de muzelnianneu voor de Tartaren de vlucht, en de volgelingen van Jesus Christus werden door de zegevierende horden beschermd. Van dat oogenhlik afzagen de christenen in die geduchte veioveraars nog slechts bevrijders. In de kerken en op bet gral zelf van Jesus Christus verrichlle men gebeden voor de zegepraal der Mongolen; in de overmaat hunner blijdschap dachten de chvistenen van Palestina er niet meer aan, den bijstand van Europa in te roepen.

Europa hield zich buiicndien destijds weinig bezig met een kruistocht naar het heilige land: hei vreeselijke schouwspel dat de invallen der barbaren aanbood, hield voortdurend de oogen der christenheid geboeid en verspreidde verbazing en angst onder al de volken van bet Westen. Bij het vernemen van de verovering van Bagdad en den dood van den geestelijken vader der muzelmannen had het hoofd der Kerk onverwijld missionarissen naar Azië gezonden om Oulalou geluk te wenschen en hem als een met de christenen verhonden vorst te begroeten; maar ter nauwernood waren de afgezanten van den paus de zee overgestoken ol men vernam plotseling dal Mongoolsche borden de boorden van den Dniester en den Donau verwoestten. Alexander IV wendde zich lot de vorsten, de prelaten en al do geloovigen, hen uitnoodigende hunne pogingen le vereenigen om het bedreigde Europa te redden; in alle bisdommen werden vastendagen, processiën en gebeden verordend, en opnieuw werden hij de litanie van alle heiligen deze woorden gevoegd, welke als hel teeken waren van een algemeen gevaar: Van den inval der Tartaren, verlus ons, lieer.

De borden, die Polen en Hongarije brandschatten, verwijderden zich echler uit eigen beweging, ongetwijfeld door do verdeeldheden in bun eigen land daartoe genoopt. Omstreeks dienzelfden tijd had Oulagou, verplicht lot demping van een uitgebreid oproer naar tie hoorden van den Tigris terug le keeren, zijn veldheer Ketboga in Syrië achtergelaten en liem het voorlzellen zijner veroveringen opgedragen. De chiistenen verheugden zich nog steeds over de overwinningen van de Mongolen, toen een twist, door Duitsche kruisvaarders ontslaan, plotseling den staat van zaken veranderde en vijanden deed ontdekken in degenen, die men voor bondgenooten had gehouden. Eenige muzehnansche dorpen, die aan de Tartaren schatting betaalden, uitgeplunderd zijnde door Duilschers, liet Ketboga aan de christenen een schadeloosstelling vragen, die zij van de hand wezen. Tc midden van de daarover gerezen twist werd de neet' van den Mongoolscben commandant gedood. Van stonde af verklaarde het opperhoofd der Tartaren aan de christenen den oorlog, verwoestte het grondgebied van Sidon en bedreigde dal van Plolomaïs. Bij het zien hunner vernielde akkers verdwenen al de begoochelingen der christenen als door een tooverslag: zij hadden geen maal gehad in hunne hoopvolle verwachtingen en hunne blijdschap, zij kenden die evenmin in hunne droefheid en hunne vrees. De bezorgdheid, welke een harhaarsch volk hun inboezemde, deed hen vergeten dat zij al hunne rampen aan Egypte le wijten hadden, en daar zij geen hulp van bet Westen verwachlten, stelden verscheidenen liininer hun betrouwen in de wapenen der mamelukken.

Reeds was een groot deel van Palestina door de Mongolen overweldigd, toen de sultan van Cairo hen met zijn leger te gemoet trok. Hij vertoefde drie dagen in de nabuurschap van Plolomaïs, waar hij een bestand melde chrislenen hernieuwde. Weldra werd er slag geleverd in de vlakte van Tiberias; Ketboga verloor het leven m hel gevecht, en het leger der Tartaren ontruimde, geslagen en verstrooid, in overhaaste vlucht geheel Syrië.

Aan welke zijde de overwinning zich ook verklaard hadde, de christenen konden niets van den overwinnaar hopen: de muzehnannen konden hun niet vergeven dal zij het bondgenootschap iler zegevierende Mongolen gezocht hadden on van de verdrukking van Syrië gebruik maakten om de volgelingen van Mahomed le beschimpen. Te Damascus werden de kerken gesloopt ; de christenen werden in alle muzehnansche sleden vervolgd, en deze vervolgingen waren de voorboden van een oorlog, waarin de dweepzucht aan al hare woede den vrijen teugel zou vieren. Overal lieten zich klachten en bedreigingen tegen do Eranken van Palestina hooren; de kreet van; Om-lujl aan de christenen! weerklonk in alle aan de mamelukken onderworpen provinciën; de vijandelijke gezindheid was zoo groot, dal do sultan van Cairo, die pas op de Tartaren zulk een beslissende overwinning bevochten had, hel slachtoirer werd van zijne getrouwheid aan het inachlnemen van het kortelings met de Eranken gesloten bestand. Bibars, die den laatsten sultan van hel stamhuis van Saladijn vermoord bad, maakte van die gisting der gemoederen gebruik en trachtte een partij voor zich te vormen tegen Koutouz, door een grooten haat tegen de christenen aan den dag te leggen en den sultan van eene strafbare gematigdlieid voor de vijanden van den Islam le beschuldigen.

Toen de opgewondenheid der gemoederen haar toppunt bereikt had, overviel Bibars, zijne medeplichtigen verzameld hebbende, den sultan op de jacht en bracht hem verscheidene doodelijke slagen toe. Nog geheel bedekt met liet bloed zijns meesters, spoedde hij zich daarop naar hel leger der mamelukken, dat zich destijds te Salechië bevond , vertoonde zich voor den atabek of stadhouder van den vorst cn meldde hem den dood van Koutouz. Toen gene hem vroeg, wie den sultan gedood bad, antwoordde bij: « II.quot; «In dit geval moet (jij in zijne plaids regeeren!quot; sprak do atabek; zonderlinge wóórden, welke met een enkelen trek den geest der mamelukken en dien der regeering welke zij gevestigd hadden, kenschetst. Hel leger riep Bibars tol sultan van Egypte uil, en de plechtigheden in Cairo vei ordend voor de ontvangst van den overwinnaar der Tarlaren dienden nu voor de kroning van zijn moordenaar.

Deze omwenteling schonk aan de muzelmannen den voor de christenen het meest te duchten vorst. Bibars ontving den


-ocr page 419-
-ocr page 420-

tlliB

3 i 11|

i l il ' 1 Mil I I I I i ii liquot; •.•-.• • MMi ilBPiH|

mÊÊÊÊ

^ iflH 9 ■ mm ■ lH M m S I

HHiiiiiiiMiii

^9|

' i • ■ te ö quot;r * quot; -'.^. -' «-

1

■ lyi i.M

I il IH

IH

BH

L;

msÊm wssm wm •'aKa^^tasK^ •'•» O lt; '

-iii

hmMIII I ^ i.'■ ■' - M

II

■Ti*

H

ü i il' • i i_ SL' .,

B

#

■ ■

i'5

i -:- %

\

mm WÊBÊKmÊlÊÊÊIÊÊm w|

■:mmÊmsÊÊm

,'4-,' ,1' «' quot;..■.i' •■'lt;*-. „ i . .' i

•.■■f'Wi

■ ■

-ocr page 421-

GK SC HI F, DEN IS DER KRUISTOCHTEN.

2f)7

bijnaam van sleunpilaar van den muzelmanachen yodsdieml en vader der overwinningen. Hij zou zich dio beide titels waardig maken door den ondergang der Franken te voltooien. Nauwelijks bad hij den troon beklommen ol' hij gaf het sein tol den oorlog.

De christonen van Palestina, die geen middelen bezaten om aan de mamelukken weerstand te bieden, zonden algevaardigden naar bet Westen om spoedige hulp in te roepen. De opperherder sdioeii getroffen door de gevaren van het heilige land: hij spoorde de geloovigen aan het kruis aan Ie nemen; maaide toon van zijne aansporingen en de redenen die hij in zijne zendbrieven aangaf, lieten duidelijk zijn verlangen doorschemeren Europa de wapenen te zien opnemen tegen andore vijanden dan de muzelmannen. «De Sarracenen,quot; zeide hij onder anderen, «weten dat het geen enkel christen vorst mogelijk zal wezen lang in het Oosten te blijven, en dat het heilige land nooit iels anders dan voorbijgaande hulp uit verre landen zal ontvangen.quot;

[1261.] Alexander IV was veel ijveriger en welsprekender geweest in zijne manifesten tegen het huis van Zwaben, en de oorlog, dien hij in het koninkrijk Napels gevoerd had, kon naar hij meende niet samengaan met de onderneming van een gewijden oorlog. Urbanus IV en Clemens IV, die hem opvolgden , deden eenige pogingen om de volken le bewegen de wapenen tegen de muzelmannen op te nemen. Maar de sinds lang door het hof van Rome gevolgde gedragslijn had in Italië te veel kiemen van tweedracht en oproer doen ontstaan, dan dat die opperherders hunne aandacht aan het Oosten konden wijden. Van den anderen kant telde Duitschlaud, uog altijd zonder keizer en aan allerlei verdeeldheden ter prooi, twee pretendenten naar de kroon: Alphonsus, koning van Castilië, en Richard van Cornwallis, die geen van beiden hunne rechten konden doen erkennen en den vrede tussehen de christenen herstellen. Ter zellder tijd hadden de baronnen van Engeland, aangevoerd door Simon van Montfoort, graaf van Leicester, de wapens tegen bun koning opgevat, dien zij beschuldigden zijne eeden geschonden te hebben, en dewijl er te dien tijde geen enkele oorlog gevoerd werd, dien men niet voor een kruistocht wilde doen doorgaan , droegen degenen die legen Hendrik lil streden een wit kruis op de borst en op den schouder en noemden zij zich de wrekers van ,de rechten des volks en de zaak van God; deze vreemdsoortige kruistocht verhinderde dat men zich met de overzeescbe bezighield. Frankrijk was bet eenige rijk, waar men de beden der christenen van Palestina niet geheel en al onverhoord liet. Eenige Fransche ridders namen het kruis aan en kregen tot hevelhebher Eudes, graal van Nevers, zoon van den hertog van Rourgondiö. Dat was de eenige hulp die Europa naar het Oosten kon zenden.

11202.| Terzelfder tijd dat men bedroevende tijdingen uil het heilige land ontving, vernam men eene gebeurleuis, welke het geheele Westen in droelbeid zou gedompeld hebhen, indien men toen iu de veroveringen der kruisvaarders zulk een levendig belang gesteld had als in vroegere eeuwen. Wij hebben verscheidene malen gelegenheid gehad het snelle vervai van het Lalijnsche rijk van Gonstantinopel te bespreken. Sinds lang bezat Roudewijn om de keizerlijke waardigheid op te houden en het klein geial zijner soldaten te betalen, slechls do aalmoezen der christenheid en eenige te Venetië aangegane leoningon, voor welke hij verplicht was zijn eigen zoon als borgtocht Ie geven. Rij dringenae beboellen werden de roliquieen der heiligen voor middelmatige sommen verkocht; hot lood werd van de daken dor kerken losgemaakt en versmolten om geld van le slaan; hot houtwerk werd uil de keizerlijke gebouwon woggobroken om tol brandlioul voor de keuken dos keizers te dienen. Hall vervallen torens, wallen zonder verdedigers, bouwvallige paleizen, verlaten huizen, geheel onbewoonde straten, ziedaar hol schouwspel , dal de koningin der steden van het Oosten aanbood.

lioudewijn had iutusschen met Michaël Paleologus oen wapenstilstand gesloten. Do gomakkelijklieid waarmede dat verdrag weid toegestaan had don Latijnen eeuig wantrouwen moeten inboezemen; maar do betreuroiiswaardigo toestand der Franken vorbiuderde ben niet hunne vijanden le minachten en op nieuwe veroveringen le zinnen. Op hoop van plundering scheepte hel handjevol verdedigers dal Ryzantium nog bezat, de trouweloosheid der Grieken vergelende, zich op een Venetiaansche vlooi in om een aanslag te ondernomen legen Dapbnusië, aan de monding van de Zwarte zee. Door eenige boeren der oevers van den Bosphorus gewaarschuwd, aarzelden de Grieken van Nicoa niet, van deze gelegenheid gebruik le maken, welke de Ibrtuin hun aanbood. Deze boeren wezen aan den veldheer van Michaël Paleologus, die in Syrië oorlog ging voeren, een opening onder de wallen van Gonstantinopel bij de Vergulde Poort aan, door welke men meer troepen in do stad kon brengen dan noodig was om haar le bemachtigen. Roudewijn had op dal oogenblik slechls kinderen, grijsaards, vrouwen en kooplieden rondom zich, waaronder zich de Genueezen bevonden, die kortelings met de Grieken een bondgenootschap gesloten hadden. Toen do soldalen van Michaël do stad binnengedrongen waren, moeten zij wel verwonderd geweest zijn dal zij geen enkelen vijand te bestrijden hadden. Terwijl zij slagvaardig met voorzichligheid voorllrokken, doorkruiste eeii troep Comaiien, die de Griekscho keizer in zijne soldij had, dood en verderf verspreidende, de stad. De verhijsterde menigte der Latijnen vluchtte naar de haven, terwijl de Griekscho inwoners de overwinnaars te gomoet snelden onder hot geroep van: Leve Michaël l'dleoloyus, keiz-er der Romeinen ! Gewekt door die krelen en bel gedruisch dal zijn paleis naderde, haastte Boudewijn zich eene stad te verlaten, die de zijne niet moor was. De Veneii-aansche vloot, die van de expeditie van Dapbnusië terugkeerde, kwam nog tijdig genoeg om den voortvluchligen keizer en alles wat van bet keizerrijk der Franken aan den Bosphorus overbleef, op te nemen.

Op deze wijze werd aan de Latijnen die stad ontweldigd, welker verovering wonderen van dapperheid vereischt had, en waarin de Grieken zonder strijd in bet holle van den nacht en geholpen door het verraad van eenige boeren terugkeerden. Na zeven en dertig jaren in Ryzantium geregeerd te hebhen, begon Boudewijn weder Europa Ie doorkruisen gelijk hij in zijne jeugd gedaan had, om don bijstand dor christenen af te bedelen. Paus Urbanus IV ontving hem mot een mengeling van minachting en medelijdon. In een aan Lodowijk IX gericht schrijven betreurde de opperherder hot verlies van Gonstantinopel en klaagde bittor over de verduisterde glorie van do Lalijnsche Kerk. Urbanus gal' den wonsch le kennen, dat er een kruistocht ondernomen mocht worden om Ryzantium le hernemen ; maar hij vond de gemoederen ongunslig voor deze onderneming geslcmd. De geestelijkheid van Engeland en dio van Frankrijk weigerden bijdragen voor een expeditie, die zij nutteloos achtten. Do paus zag zich verplicht genoegen te nemen met de betuigingen van onderwerping en de geschenken van Michaël Paleologus, die, beangstigd le midden zijner nieuwe verovering, om den Heiligen Stoel te hovrodigon beloofde de Roomsche Kerk te erkennen en de heilige plaatsen te zullen bijstaan.

Intusscben werd de toestand der christenen van hol Oosten met den dag zorgwekkender en hel modelijden dor volken en der vorsten van hel Westen waardiger. Na het vorstendom Antioehië verwoest te bobben, verschoen de nieuwe sullan van Gaïro met zulke aanzienlijke strijdkrachten op hel grondgobieÜ van Palestina, dal hij zeil' hot aantal zijner soldalon vergeleek met de monigle der dieren, die do aarde bevolken, en dor visschen, die do wateren der zee bewonen. Verontrust doorzijn nadering lieten de Franken hom om den vrede verzoeken. Tot eeuig antwoord gaf do sullan do kerk van Nazareth aan de vlammen prijs. De muzelmannen vorwoeslton daarna hol geheele land lusschen Naïn en don borg Tliabor gelogen on sloegen in het gezicht van Plolomais hunne legerplaats op. Als men sommige Oostersche kronijkon gelooven mag, lag bot in hel plan van Ribars om het machtigste bolwerk der christenen in Syrië aan te vallen en had hij in zulk een gewichtige onderneniing de hulp van het verraad niet versmaad. De vorst van Tyrus, llm-Forat gohooton, zou, in voreoniging mot de Genueezen, Plolomais mot oen talrijke vloot van (ie zeezijde belegeren, terwijl do mamelukken hot van do landzijde zouden aanvallen. Ribars vertoonde zich inderdaad voor do stad ; doch zijne nieuwe bondgonooton haddon ongetwijfeld berouw gekregen over de hom gedane belorio; zij verschenen niet om hem de bohulpzaine hand te bieden. Vol woede verwijderde zich de sultan onder bedreiging zich op al de christenen le zullen wreken, die de oorlog iu zijne handen zou doen vallen.

11265.] In hot open veld wasallos verwoest, do bewoners der sleden bielden zich biimon hunne wallenopgesloton, en verkeerden in gestadige vrees den vijand voor de poorten le zien vor-sebijnen. Na Plolomais opnieuw bedreigd ie hebben, wierp Ribars zich op de stad Gesarea om de christonen te straffen, dat zij do Tartaren te hulp geroepen haddon. Na oen krach ligon weerstand verlieten de chrisleuon de plaats om zich te verschansen in hol kasteel, dat aan allo kanton door de wateren der zee omgeven was. Deze sterkte, welke ongenaakbaar scheen, weerstond slechls weinige dagen aan de aanvallen dor muzel-mannen. Weldra zag de stad Arsoul' do mamelukken voor hare muren. De inwoners verdedigden zich met oone woergalooze hardnekkigheid. De belegeiingswerkluigen der muzelmannen , balken, hoornen, in do grachten geworpen om zo le dempen, werden aan do vlammen prijsgegeven. Na aan den voel der wallen le bobbon gestreden, legden bologoraars eu bolegerden onder de muren der stad loopgraven aan. Men zocht elkander, men streed in mijnen eu onderaardscho gangen; niets kon do strijdlust dor christenen of do rustolooze bedrijvigheid van Ribars matigen. Makrisi verbaalt dat een groot aantal rijken, godvruchtigon en wetgeleerden toegestroomd waren oni aan bet beleg van Arsoul' dool te nemen. «In hel muzolmanscho


-ocr page 422-

268 GESGHIEDENfS DER KRUISTOCHTEN.

leger,quot; zegt dezelfde gescliiedschrijver, «werden de blikken der brave lieden door niets geërgerd. Er werd geen wijn gedronken, er gebeurde niels strijdigs met de goede zeden; bejaarde vrouwen brachten waler aan de soldaten, men zag haar zeli's in hol heetste van hel gevecht in de nabijheid der strijders, en zoo groot was haar ijver, dat zij de soldaten behulpzaam waren in liet vervoeren der oorlogswerktuigen.quot; De belegering duurde veertig dagen. Eindelijk plantte de sultan de vaan van den profeet op de torens der stad en werden de muzelmannen in de in moskeeën herschapen kerken tot het gebed opgeroepen. De mamelukken vermoordden een groot deel der inwoners, de overigen werden lot slaven gemaakt. Bibars verdeelde de gevangenen onder de aanvoerders van zijn leger; daarna gelastte hij, Arsoul' te verwoesten. De gevangen kruisvaarders werden genoodzaakt hunne eigene woningen te slopen. Het veroverde grondgebied werd onder de voornaamste emirs verdeeld volgens een bevelschrift van den sultan, betwelk de Arabische kronijken als een historisch gedenkstuk voor ons bewaard hebben. Deze vrijgevigheid tegenover de overwinnaars der christenen scheen den muzelmannen de grootste loftuitingen waardig, en een der levensbescb rij vers van Ribars roept in zijn geestdrift uit: «dat zulk een sehoone daad in het boek Gods werd ingeschreven, alvorens ia het boek des levens van den sultan opgeteekend te worden.quot;

Do/.e groote belooningen aan de emirs toonden aan, dat Ribars uog verder hunne hulp noodig had tot het volvoeren van andere plannen. De sultan keerde naar Egypte terug om nieuwe toebereidselen te maken en zijn leger aan te vullen.

Tijdens zijn verblijf in Cairo ontving hij de gezanten van verscheidene koningen der Franken, van Alphonsus, koning van Aragonië, van den koning van Armenië en van eenige vorsten van Palestina. Al de afgezanten verzochten om den vrede voor de christenen; maar hunne dringende aanzoeken versterkten den sultan slechts in zijn plan om den oorlog voort te zetten: hoe meer men zijne toevlucht nam tot verzoeken, hoe meer grond hij kreeg om te gelooven dat men hem niels anders tegenover te stellen had. Aan de alge-vaardigden van den vorst van Joppe antwoordde hij: «de tijd is gekomen, waarop wij geen smaad meer dulden: wanneer ons ecne hul ontnomen wordt, zullen wij een kasteel nemen; wanneer gij een onzer landbouwers gevangen neemt, zullen wij duizend uwer krijgers in boeien slaan.quot;

iiibars draalde niel lang met hel volvoeren zijner bedreigingen; hij trok de woestijn door en ondernam een bedevaart naar Jerusalem, waar hij de bescherming van Mahomed over zijne wapenen inriep. Weldra verscheen zijn leger in hel veld en verwoestte het grondgebied van Tyrns, Tripoli en Ploloinais. De buil der muzelmannen was, vólgens het verhaal der Arabische schrijvers,zoo aanzienlijk, dal de ossen, de schapen en de bulfels geen koopers meer vonden. De sultan voerde zijne troepen naar de hoorden van den Jordaan, en besloot hel kasteel Sephed of Salad te belegeren.

Deze sterkte, welke aan de Tempeliers toebehoorde, lag in Üpper-Galilea op bergtoppen, welke den hemel schenen te raken. Dikke muren uil fraaie hardsteen gebouwd en meer dan honderd voet hoog, een breede en diepe gracht in de naakte rots uitgehouwen, en de moeielijkheid om die steile toppen lebereiken, maakten de sterkte Salad onneembaar. Zij staal heden ten dage nog en haar langwerpige gedaante doel haar uil de verte op een groolen toren gelijken. De stad Sephed ofSafad, welke hel voormalige Bethulië voor ons vertegenwoordigt, strekt zich over die bergen uit. De muzelmannen, die het bewonen, zijn onverdraagzaam en hoogmoedig; zij verdrukken ongestraft de joodsche bevolking, welke bij voorkeur Salad lol woonplaats gekozen heeft om er den Messias af te wachten, in de overtuiging, dat de Verlosser daar veertig jaren zal regeeren alvorens in Jerusalem den zetel zijner heerschappij ie vestigen. Safad is de hoogste stad van Syrië; de berg Jielhulië is even hoog als de Thabor. De sterkte moest zich verdedigen tegen al de strijdkrachten, die de sultan voor een grootere onderneming bijeengetrokken had. Zoodra hel beleg begonnen was, verzuimde Bibars niets om de bezetting lot een spoedige overgave le dwingen: steeds zag men hem aan de spits zijner soldalen,en bij gelegenheid van een uitval der christenen waagde hij zich zo U's zoo zeer, dalzijn geheele leger een groot geschreeuw aanhiel als om hom voor hel hom dreigende gevaar le waarschuwen, dm den ijver der mamelukken aan te vuren, liet hij leeslkleederen en beurzen met geld op hel slagveld uildeelen; de groot-cadi van Damascus was de belegering van Safad komen bijwonen, om de strijders door zijne tegenwoordigheid aan te wakkeren.

De christenen verdedigden zich echter dapper. Deze weerstand verbaasde liuiine vijanden aanvankelijk; weldra verwekte hij moedeloosheid onder hen. Tevergeels poogde de sultan zijne soldaten aan le vuren, tevergeefs gaf hij last degenen die'de vlucht namen, met knotsen terug le drijven, en deed hij verscheidene emirs, die hun post verlieten, met ketenen beladen: noch do vrees voor tuchtigingen, noch de hoop op bolooniiigen konden den moed der muzelmannen herlevendigen; Bibars zou zich verplicht gezien hebben het helequot; op le breken, ware de tweedracht der christenen hem niet te hulp gekomen. Hij droeg zelf zorg die aan le stoken; door omgekochte lieden liet hij onder de bezetting verraderlijke beloften en behendige bedreigingen uitstrooien, welke wantrouwen en argwaan onder de verdedigers deden ontkiemen. Eindelijk barstte de verdeeldheid los: eenigen wilden de sterkte overgeven, anderen haar lol het uiterste verdedigen. Sedert ondervonden de muzelmannen van de belegerden een minder hardnekkigen legonstaud en werden zij stouter in hunne aanvallen. Terwijl de christenen elkander van verraad beschuldigden, beukten de oorlogswerktuigen de muren en waren de mamelukken, na verscheidene bestormingen, op hel punt. door eeu bres de stad binnen te dringen. Op zekeren vrijdag eindelijk (wij volgen een Arabische kronijk) terwijl de cadi van Damascus voor de strijders bad, hoorde men de Franken van hunne ten deele ingestorte torens roepen: O muzelmannen, spaart ons! spaart ons! De belegerden hadden hunne wapens nedergelegd en de strijd had een einde genomen ; weldra ontsluiten zich de poorten en de standaard der muzelmannen ontplooit zich op de muren van Safad.

Hel verdrag waarbij de sleikte aan de muzelmannen overgegeven werd hield in, dal de christenen haar mochten verlaten en konden gaan waarheen zij wilden, mits niets medenemende dan hunne kleederen: de christenen langs zich heen ziende trekken , zocht Bibars een voorwendsel om hen in zijne macht te houden. Op zijn bevel worden verscheidene hunner aangehouden onder beschuldiging van schallen en wapens mede lo nomen; er wordt last gegeven niemand le laten gaan. Men verwijt hun hot verdrag geschonden le hebben en bedreigt hen met den dood, indien zij het Islamisme niel omhelzen. Zij werden mol ketenen beladen en daarna op een hoogte opeen gepakt, wa.ir zij nog slechts don dood te wachten hebben. Ecu commandeur van den Tempel en twee prodikheeren wekten hunne lolgonootoii op als christen holden le sterven. Al die krijgers, dio de tweedracht verdeeld had, hebben, thans vereenigd door den rampspoed, slechts een gevoelen, een gedachte. Zij omarmen elkander weenende, zij moedigen elkander aan om te sterven; zij brengen don nacht door met hunne beleedigingen jegens God te belijden en hunne dwalingen en verdeeldheden lo betreuren. Den volgenden ochtend werden slechts twee dier gevangenen in vrijheid gesteld : do een was een Hospitaalridder, (lien Ribars naar Piolomaïs zond om aan de christenen de inneming van Safad bekend te maken; de andere een Tempelier, die hel geloof van Jesus Christus verzaakte en in dienst van den sultan trad; al de overigen, ten getale van twee duizend, vielen onder het zwaard der mamelukken. Deze narbaarschhoid, in den naam van den muzelmanschen godsdienst gepleegd, is des le verfoeielijker, omdat de Franken daartoe niet hel voorbeeld gegeven hadden en men hen nooit, na welke overwinning ook, met hel zwaard in de vuist de bekeering der ongeloovigen zag eischen.

Grenzenloos was de droefheid en de verslagenheid der christenen van het heilig land bij hel vernemen van hel gewelddadig uiteinde der verdedigers van Safad. Hunne bijgeloovige smart leende een gretig oor aan of verzon allerlei wonderbaarlijke verhalen, welke de kronijken van hel Westen opgeteekend hebben: men verhaalde dal alle nachten een boveimaluuiiijk licht boven do lijken der christen krijgers scliitterde, die onbegraven waren'blijven liggen; men voegde er bij, dal de sultan, geërgerd door dit wonderwerk dal zich eiken dag onder zijne oogen hernieuwde, last gaf de martelaars van hol christelijk geloof le begraven en de plek, waar hunne overblijfselen zouden rusten, met hooge muren le omheinen. Zoo groot was de meedoogonlooze dweepzucht van Bibars, dal hij do levende en de dooden met zijn haat vervolgde, en zijn overwinningen steeds met de uitoefening van barbaarschheden op de overwonnenen gepaard gingen. Toen de inwoners van Piolomaïs hem om de overblijfselen lieten verzoeken van hunne vermoorde broeders, drong de sultan, zonder do afgevaardigden aanvankelijk met een antwoord le verwaardigen, door een bende krijgsvolk vergezeld, hel grondgebied der Franken dieper binnen, vermoordde allen, die hij op zijn wegontmoelle en koerde terug met de boodschap aan do afgevaardigden, dat hij voor een genoegzaam getal martelaars had wezen zorgen, om al de graven der christenen te vullen. Wij zouden dien trek van barbaarschheid niel kunnen gelooven, indien er enkel in de kronijken van hel Westen molding van gemaakt werd; maar hel feil wordt uitvoerig beschreven door den voortzetter van Elmacin, een muzelmansch geschiedschrijver, die hot als zeer eervol voor den sultan van Cairo voorstelt. Bibars had zich een groolen naam verworven onder de muzelmannen door het kwaad, dal hij de christenen berokkend had en zoo groot was de dweepzucht van dien lijd, dal zijn wreedheid jegens zijne vijanden een lilel van roem voor hem was.


-ocr page 423-

WREED HE DKN VAN BI BARS.

I

-ocr page 424-
-ocr page 425-

GKSCIIIRDENIS DEU KRUISTOCHTEN.

2(19

dc gralsleden der patriarchen ontheiligd worden; haddet quot;ii gezien hoe uwe vijanden do muzehnannen het tabernakel ver-• den e.i den monnik, dou priester, den diakon in hel heiligdom oin hot leven hiacliLen; haddel gij eindelijk gezien, hoe^uwo

lve^n\naio ^'i1111?11!013?11180'1.'. ,le dooden door hol vuur dezer vueld veiteerd, de kerk van Sint-Paulus eu die van Sint-Petrus

«Gave Te Hcm^ïnquot;-! v00,1'21;1^1' ^ XOil,n uitgeroepen hebben: n-j Aiomel, uai ik tol slol vergaan ware!quot;

ion !^nilfirideel(le doquot; l,uil 0quot;(lei' Zl.iae soldaten; do mameluk-

oHmi Io ' m w., do m?i8'ies ea dc k'uderon onder

eikundci ei was destijds geen enkele slaaf die niet een slaaf

had, zegt oen Arabische kronijk. Een kleine jongen gold twaall'

KTnioelfië i ^ ,nCisJO Vij(; dilirCms- enkelen dag

had Antioclue al zijne inwoners verloren; een brand en bevH

van Bibars gesticht, voltooide het work dor barbaron''do meeste

geschiedseh rijvers slemmeii daarin mot elkander overeen dat Cr

sfareli^i^wooTH.n,cllnsleillci1 omgebracht en honderd duizoud in sia\einij wegge\oerd werden.

AVannoer men zich de eerste belegering dier stad door do kruisvaarders herinnert, de krijgsveriichtin-en en heble ,i',1, n gedenkt van Boliemond, Godfried en Tanciedo, die liet vorstendom Antiochie stichtten, dan bedroeft men zi(di hij hel zien der slolsom, waarop gemeenlijk alles uitloopt, wat do n, e 'i, der veroveraars hoeft lot stand gobraok. uCniuiir iHeu van l.^

volslre'l'i ('quot;i'i ,0Cquot; ,K!vülklll8'' vorsebanst achtor wallen

volb.iLkt gi.en weerstand ziet bieden aan den vijand doeb ziel] zinider verde.hging Inal slacbleii, dan vraagt nien zich af wal e „ewoideii was van de iiakomelingschap van zoovele danneren die Aiitiojdne iKigonoeg twee eeuwen lang legen al de niuzel-iiiiinsolio liecrscliers verdedigd hadden.

Na aan den graaf van Tripoli een iiriof vol bcdrciquot;inquot;-en (e

S-lS !' f'quot;1 (l0 SUquot;aquot; vaquot; C;liro llülquot; id'govaardigden en giii0 /el ondti de vermomi...... van een wapenlieraut mol het

vSe£ n^nm£|lliet ll0LT 0quot;quot;!lt;M:k oin (l0 verslerkingeii en de ao i :• 0 quot; r V;quot;1 lnl'()l' 111 quot;ogenschouw le nemen In deibijeenkomsten die plaats vonden, gaven do nnizebu'n e 'e lioheinoiid aanvankelijk slechts den titel van graaf - deze imrik'ie

a' J quot;'1f|)i;aaik ......... titel vai1 vorst, en de wooi lenwissoli '

I . ner dreigde warm te worden, waarop de gezaiUon van

te quot;èvo o' v'agei|d aanzagen, die ben wenkte om toe

tc „exen. In de cgerplaats teruggekoerd, verlehie de sullan dit a\oi tuur lachende aan zijne emirs, en zeide tot ben: Ziehier lui oogenhhk waarnp God den vorst en den qraaf zal vloehen Hij dom rr 6011 quot;quot;i1 rigt;ipoli, mot de bedoeling on

hoL'08!1^?? ,e |,lail vai1 0011 quot;quot;doren oorlog quot;le uein,mtelen, en overtuigd dat bi weldra een quot;■olc'cidieiil ymi

vinden hel tractnat met voordeel te verbreken 8UCegt;cquot;1iucI ^ou .Gelijk wij reeds gezegd hebben, bedreigde lühars al ziino

nhristnnrk g0,,.Jkei' .Hl'd en zond hij slechts gezanten aan de clniblcncii om hun zijn toorn le kennen te geven De koniiiquot;' van Cyprus had eenige muzelmansche afgevmn i-dei m zijne lianden gevallen waren, aan do Tartarei ove^elcvCid' I sultan het hem voldoening vragen voor de helchimpin' dJu

uiffiafKn/0 Mohi-EddinT'dfe £l

ui inaaktc van bet gezantschap, voorde, ingevolge de voor-

n^inchlpiHh^TrH i1^ ' ?C'' Zecr lloog|iai'lige en tevens

m naclUeiK c taal tegen den clinslen vorst. Dezelfde gescbied-

scl njvor 'aal er op volgen: «Plotseling zag mi de vm 't

giarnsloiig aan, en bet mij door don tolk ze^^en aidiiei' mil

om te zien. Ik draaide bel hoofd om en zag opliet marktveld

zilfe zoi-'m'ii lom nni'f 1quot;l slagc,i;de geschaard. De lolk.lroeg onmerken In , ^1',la!|cllI,lulll|e krijgshaftige bon.ling te doen 0 T • lk dooogen neder, en nadat mij beloofd was dat nnjli hoedanigheid van algezanl zou geeerhiedi •d wor don zoido ik tol den koning, dat er inderfeu vee ca4ski oldaten op het marktplein stond, n, maar dal er nog meèr in

v.M'wauv'i^i118^01'•vau ^aillt;? epgesloten zaten. Mij die woorden o school de koning van kleur; hij maakte een kruis tm verschool do a ud ion tie lot een volgenden daquot;-quot;

Al do christenen van het Oosten sidderden hij het enkel looron noemen van zijn naam. Hij hield zich sleods bezi- me hel bei amen van middelen om de steden, welke huii noquot;-oo de Kusten van Syrië en Palestina restten, aan le vallen en le

voó'ri^bid' d'óeI vnn01 quot;Voes 1111 ö ol verovering van Ptolomaïs was quot;Ollt;il bet doel van zijn eerzuehl. Maar hij aarzelde do laatste slagen toe tc brengen aan die macht, welke zoo buig de sdlnk

a drtenn'n de,n:dri\SCWeCStS; llij koM lli,,| v(gt;''geten,

rir do^vi eiK In l.n 'i '161' ''d gcheelc Westen

naai ac wapens hadden doen grijpen, en deze gedachte alleen

Hc d zijne vrees levendig en belette bom door tó £cn Zoo

weiden de geringe overblijfselen der christen koloniën in \'/ië

v-m lïfnm'I'!. i11001'/10, kl'Ugsl|al'ige vermaardlieiil der volken van Emopa en door de berinnoring aan de eerste kruistoehton

eten A vvcdmvam-dig:

lieden was'al bisschoi) van

spoedig in Europa bekend geworden. De aarts-'yus, de grootmeester van deji Tempel en bet

IS a do in name van Safad keci'do Bibars naar Egvpto (orii11-Do l1 ranken meenden eeiiige dagen van rust en verademing to zullen lien nou; maar de onvermoeibare sultan gal'nooit aan ziiue vijanden den tijd om zicli over zijne afwezigheid te verbeugen Hij trok nieuwe troepen bijeen en verspreidde weldra weder dood en vorder!' in de bezittingen der cbristenen. Bii dezen veldtoeht was liet Armenië, dal de uitwerkselen van ziiu toorn zou ondervinden en zijn zegevierende legers aanscbouwen; luiquot; üescbuldigde don Armcuiscben vorst, de in Syrië gekomen Tartaren goroe|)cn te bebben; bij bescbuldigde bom, den toegang tot zijne Staten aan de Egyptiscbe kooplieden te liebben ontzegd en vergal bein mol bet aan zijne onderdanen uitgevaardigd verbod om koopwaren uit Egypte te betrekken. Met bet

i 111 i. v-uist kwam Blljai's V001' deze grieven op bot slagveld voldoening eiseben. Een der zonen van den koniiiquot;-van Armeme verloor in den strijd bet leven, de anderen de vnjlieid; bet leger van Bibars keerde met buit beladen en dit?c teru'i- zo mc,,iglc gevangenen gevolgd van die expe-

_|'1266.| De op de overwonnenen behaalde buit was editor niel toereikende om de kosten van den geducblen, aan do cliustenen verklaarden oorlog te bestrijden. De sultan van i quot;'O besloot om, evenals men dit in bet Westen voor de kruistoehten deed, een belasting in te voeren bestemd lot quot;■slnjdnig der kosten van dien oorlog, dien do miizolmaniieu ; s wn 'chym oorlog bosebouwden. Egypte, do eilanden van ! zee, de stad Medina, betaalden de schatting die men

bun in den naam van bel Islamisme oplegde. Hel werd den •ranken meer dan ooit onmogelijk aan vijanden bel bool'd te uien , die even geducbl waren door bun gotalsterkte als door un godsdienstige geestdrift. De keur der christen kriigers bad, ten getale van ell honderd, een expeditie naar Tiberias ondernomen; deze troep, bel pleeblaiikcr der Franken, werd door de ongeloovigen geslagen en verstrooid. De hertog van , vers, aan de spits van vijllig ridders in Palestina aangekomen, stierl destijds iu Ptolomaïs, diep betreurd door bot vo k en do armen. Door hunne aaiiboudeude verliezen geheel ontmoedigd, riepen de christenen de goedertiorenbeid in van bibars IJezig met bet versterken van bol kasteel Sal'ad kwam

vPHm, ™ V:lquot; ïl'0' 1quot; P!aa,ts vai1 dc ljcden der christenen Ie vuhooien, hun grondgebied verwoesten. Te midden van do vti.si.igenbeid, welke onder de christenen beersebte, zag men hem zeiven voor de poorten van Ptolomaïs, op ziiu strijdros gezelen , met bel zwaard in de hand en aan den verderleiigel ^elijk, bet teeken tol hel bloedbad geven. Na vier dagen voor do muren der stad verwijld te hebben, verwijderde Bibars zich piOlsehng om Joppe le overvallen. Deze stad, welker versler-Knigon aan Bodewijk IX. aanzienlijke sommen gekost hadden vioi na een korlo verdediging, in de macht des sullans, die er dc muren van deed slechten. Op dezen tocht maakte hij zich ook meester van net kasteel van Crac en verselieidone andere

hmn Mot T...,1quot;quot; 1lege)l '^''ipoli op. Toen Bohemond

ben het viagen wal, bij kwam doen, gal' hij ten antwoord'

«ik kom den oogst van uwe akkers halen: bij den volgenden veldtocht zal ik uwe hooldslad belegeren.quot; D

[1268.J Op die wijze trachtte Bibars den schrik voor zijne wapenen op versclnllende plaatsen tegelijk te verspreiden, ten einde de christenen te verhinderen liLiime strijdkrachten levereenigen en zijne ware oogmerken te verbergen. Sinds lang Koesterde hij het plan het vorstendom Antiochië le overweldigen Lensklaps kreeg zijn leger bevel naar de oevers van den Orontes 10 ix-'KKt'ii. uauwehjks waren er ceuige dagen verloonen ol'de iiuzelmatiscbe troepen kampeerden voor de stad Antiocbië

mLi rWS|.neg wcl'cl d,001' pali'iarcb, en dooreen giool deel barer inwoners verlaten was. De kronijken gewagen

Iviwein!0! i^'i lj(rleg, waarbij de christenen slechts zwak Mte stand boden en zich minder als krijgslieden dan als smee-, gcquot; gedroegen. Hunne slaalsche onderwerping, hunne Uanen en hunne beden waren niet bij machte een veroveraar

chrlstenquot;stede11' was.quot;' V001'naamste ^cu de verwoesting der

Daar de muzelmannen Antiocbië zonder capitulatie binnen-

tii n I P-?11 ZIJ lt;rl' 210,1 aai1 al de buitensporigheden van do lucl teloosbeid en de overwinning over. In een briel, dien Bih. ib aan den graal van Tripoli richtte, bescbrijl't de barbaar-schc overwinnaar inet een helsch genoegen de tooneelen van moord en verwoesting waarvan de stad en de omstreken quot;e-uigcn waren. «De dood,quot; schrijlt hij, «is van alle kantenen langs a||o wegen koinen opdagen; wij hebben allen gedood die gij uitgekozen hadl om de stad te bewaken en hare toeganquot;en te verdedigen. Haddet gij gezien hoe uwe ridders onder de hoeven der paarden vertreden, uwe paleizen aan de plundering piOsgegcven, uwe schatten met de weegschaal gewogen de vi ouwen uwer onderdanen bij opbod verkocht werden; haddet rlJf-;, l100 de predikstoelen en de kruisen verbrijzeld, de bladen dei evangelieboeken verscheurd en in den wind gestrooid.

-ocr page 426-

GESCIIIFDENIS DETï KHrrSTOniTKN.

Hospitaal waren in liet Westen versclienen om or do jammer-klachlcu der eliriston steden van Syrië tc doen liooren; maar bij liunne aankomst scheen Europa weinig geneigd aan hunne klachten oen gnnstig oor lo leenen. Paus Glomens had de koningen van Gastilië, Aragon en Portugal aangespoord de wapens voor de verdediging der heilige plaatsen aan te gorden ; hij had allaton verleend en tienden toegestaan. Tc vergeefs werd de kruistocht in Duitschland, Polen on de verwijderdste gewesten van het Noorden gepredikt; de bewoners van hol Noorden van Kuropa loonden slechts onverschilligheid voor gehein te.iissen, die zoo ver van hen plaats grepen. Do koning van linliemen , de markies van Brandenburg en eenige heeren, die het kruis iiadden aangenomen, maakten volstrekt geen haast om hunne geloltc te volhrengen. Geen enkel leger zette zich in beweging, alles bepaalde zieh tot predikingen en ijdele toebereidselen.

In hel koninkrijk Frankrijk hadden de gewijde redenaars de iainmeren van hel heilige land bekend gemaakt zonder den ijver ( ii de geestdrin voor de krulslochten in de harten op le wekken. De dichlknnst had zich met de gewijde welsprekendheid ver-cenigd, doch de geest der geloovige'n liet zich evenmin door de zangen der dichters als door de aansporingen van de herders der Kerk medesleepen. In een ballade, die tot ons gekomen is, scliijnt een meistreel van dien tijd de nederlagen der christeiien van Palestina tc wijlen aan de Voorzienigheid, en geelt zich in zijn dichterlijke opgewondenheid over aan een vcrtwijlëling welke lot volslagen wanhoop overslaat. «Treurigheid en droel-lieid,quot; roept hij nil, «hebben mijne ziel overniecsterd in zulk een booge mate dal het niet veel scheelt ol' ik sterf er op slaanden voel aan; want het kruis is omvergehaald; hel kruis, liet geloof beschermen ons niet meer, voeren ons niet meer Mini tegen de Turken, die God vlocke, mnnr zou men niet Lmnu'ii fjclooiH'n, voor zoover de mensch daarover l;an oordeden, dal God dat (nifieloovige voU; voor ons verderf heschermlT

« Kn meent niet dat de vijand na zulke zegepralen de wapens zal nederleggen; integendeél, hij heeft openlijk aangekondigd, dal er in Syrië geen enkel mensch zal overblijven, (lie in Jesus Christus gelooft; dat zelfs de tempel van de heilige Maria in een moskee veranderd zal worden. Daar de zoon van Maria, vien deze heschimpiiui moei bedroeven, hel uil; dooi' het hein naar den zin is, moei hel immers ons insgelijhs naar den zin zijn'/

« Degene die twist zoekt met de ï-arraeeuen is dus wel dwaas, wanneer Jesus ('.lirislus hun niels behrisl, dewijl zij de overwinning behaald hebben, en die nog behalen (hetgeen mij diep bedroeft) op de Franken en de Tartaren, op de Armeniërs en de Perzicrs. Eiken dag worden wij overwonnen, ivanl hij sloapl, die God, die (/ewoon was le walen: Mahomed maakt vrij gebruik van zijne macht en doet den woesten liibars handelen.quot;

Deze zonderlinge onlhoezemingen drukten voorzeker niet de ware gevoelens der geloovigen uil; maar men mag locli aannemen dal in een lijd , waarin de diclilers zulk een laai bezigden, de gemoederen weinig voor de overzeesehe expediliën gestemd waren. De meistreel, wiens verzen wij aangehaald hebben, spreekt er niet van om de muzelmannen le gaan beoorlogen, maar laat zich in bitiere bewoordingen over den pans nit, die al liet mogelijke in het werk stelde om de Fransclieii legen hel Huis van /waben de wapens le doen o|ffpmen. Inderdaad, de geschillen over de erfopvolging van het koninkrijk Napels en Sicilië vorderden destijds de geheele aandaebt van den Heiligen Moei, en Frankrijk bleef daaraan niet vreemd.

Van hel stamhuis van Zwaben waren geen andere, leden meer overig dan Mainfried, een naluurlijke zoon van Frederik , en ('.onradijn, zijn kleinzoon, die nog een kind was. Mainfried, die de bekwaamheid en de dapperheid zijns vaders bezat, had do Gcrmaansche heerschappij weder in Italië hersteld en trotseerde de macht en de wapens der pausen. Hij bad zich meester gemaakt van de Mark van Aneona en van verscheidene grond-liezillingen van den Kerkdijken Slaat. Voor den rechterstoel vau ürbanus IV gedaagd oin zich te verantwoorden over dc wreedaardige handelingen, waarvan hij beschuldigd werd, had Jlaiiilried aan de dagvaarding van den opperherder niet gehoorzaamd; daarop bad liet Opperhoofd der Kerk aan alle geloovigen liricven gericht, waarin hij den tiran van Sicilië beschuldigde van de verwoesting der slad Aria, de schending der geestelijke iiitordieliën, van betrekkingen mei de muzehnainien, wier ge-woonlen hij aangenomen had. I ol ecnig antwoord op die brieven lind Mainlried beproefd zich van Vilerho meesler tc maken, waar tie paus en do kardinalen deslijds verblijf hielden.

Geen kans ziende hel koninkrijk Sicilië voor zich te behouden, beloofde het bot van Rome hel aan degeneii, wien hel gelukken /,011 liet te veroveren. De kroon van Mainfried werd eerst aangeboden aan den koning van Engeland voor zijn zoon Edmond; maar Hendrik III, die in oorlog was met zijne eigene onderdanen en een gevangene van zijne baronnen, kon noch de aanspraken van zijn broeder Richard op hel keizerrijk, noch die van zijn zoon óp den troon van Sicilië ondersteunen. De opperherder sloeg eindelijk de oogen op Karei van Anjou, wien zijne vrouw het graafschap Provence aangebracht had en wiens heerschappij zich reeds tot aan gene zijde der Alpen uitstrekte. Karei van Anjou, die evenals Lodewijk IX onder dc oogen van koningin Rlanca opgevoed was, bezat noch de inborst noch de gevoelens van den vromen monarch: de een mengde in de staalknnde al de deugden van den godsdienst, de andere mengde in den godsdienst al de hartstochten van dc staatkunde. Lodewijk was Ier nauwernood gerust over de wettigheid der door zijne voorvaderen gemaakte veroveringen: het bezit van Normandië en Poiton verontrustte bijwijlen zijn geweten. Dc geheel godsdienstige wijsbegeerte van den vromen koning voedde bekommering over de menscbelijke grootheid , en als wij de historiselie overleveringen geloovcn mogen, had hij plan gehad van den troon van Karei den Groote en Philippus Augustus afstand ledoen om zich in een klooster van den heiligen Dominicus te gaan begraven. Karei daarentegen voedde slechts éëne vrees: die van de provinciën te verliezen, welke de lorliiiu bem geschonken had; slechts éëne gedachte: die van met alle omstandigheden zijn voordeel le doen en alle middelen aan le wenden om zijne sialen le vergrooten. Terwijl zijn broeder, een van de grootste monarchen der christenheid', de rust, de armoede en de pij der kluizenaars begeerde, haakte hij er slechts naar zijn hoofd met een kroon te sieren en onder de koningen der aarde geleld te worden. De hertog van Anjou werd in zijne eerzucht gesterkt door zijne echtgenoote Beatrix', die men had zien weenen dewijl zij geen koningin was gelijk hare drie andere zusters en die er gèmakkelijk in bewilligde bare kleinoodiën le verkoopen voor een oorlóg, waarin zij de vervulling van al hare wenschen hoopte te vinden. De gemoedsbezwaren van Lodewijk IX hielden de uitvoering der plannen van den Heiligen Stoel eenigen tijd legen. Maar Clemens IV, die Urbanus opvolgde, deed nieuwe pogingen; de vrome monarch liet zich eindelijk door de beden van Karei bewegen en voornamelijk door de hoop, dat de verovering van Sicilië eenmaal dienstbaar zou kunnen wezen aan de verovering van liet heilige land.

De graaf van Betliune en een groot aantal Fransche heeren en ridders vergezelden den hertog van Anjou naar Italië. Na door twee kardinalen le Rome gekroond té zijn, rukte de nieuwe koning, door een aanzienlijke legermacht gevolgd, hel koninkrijk Napels binnen. De soldaten van Karei droegen een kruis eii streden iu naam der Kerk; priesters vuurden dc strijders aan. Mainfried dolf bet onderspit in dien oorlog en verloor de kroon en het leven in den veldslag van Goscn/,a.

Ontheven van de zorgen van dezen kruistocht, begon de paus zich ijverig met dien naar Palestina bezig le houden: zijne legaleu deden aanzoek bij de vorsten: bij de eenen om het kruis aan te nemen, bij dc anderen om hunne geloltc te vervullen. Clemens bleef niet in gebreke Michael l'aleologus aan le sporen eindelijk van de opreebtbeid zijner beloften le doen blijken. Karei, die zich tot vazal van den paus verklaard had en hem zijn koninkrijk verschuldigd was, ontving verscheidene brieven, waarin hem op de gevaren van bet heilige land gewezen en onder bel oog gebracht werd, wat hij le danken had aan Jesus Christus, die door de overwiimiiigen der muzelmannen gehoond werd. De nieuwe koning van Jerusalem vergenoegde zich met aan den sidlan van Cairo een gezant le zenden en aan Bibars dc ongelukkige bewoners van Palestina aan le bevelen. De sultan liet aan Karei antwoorden dat hij zijne voorspraak niet verwierp, maar dat de christenen zich met eigene handen vernietigden; dal niemand onder ben macht genoeg bezat om de tractateii le doen eerbiedigen, en dal de Ideinsle onder hen voorldiirend ajhrak wal Je (jroolsle lol sland fielirachl had. Bibars vaardigde op zijne beurt gezanten af aan Karei, minder om onderbandelingeii te voeren dan wel om den staal en de gezindheid der christenheid le leeren kennen.

De jeugdige Conradijn maakte toebereidsel'n om Karei van Anjou dc kroon van Sicilië te betwisten. Om zich zooveel sleini mogelijk te verschallen zond hij, als koning van Jerusalem, gevolmachtigden aan den sultan van Egypte, en verzocht hem zijne reehlèn legen zijn mededinger le verdedigen. Bibars zóebt Conradijn in zijii antwoord tc troosten, en zag zonder twijfel met biijdschap de verdeeldheid onder de vorsten van bet Westen.

In den toestand, waarin Europa verkeerde, hield een enkele monarch zich ernstig met het lot der christen koloniën in Azië bezig. Do lierinnering aan een land, dat hij bewoond had en de hoop de eer der Fransche wapenen in F,g\pte tc zullen wreken, richtten al de gedachten van Lodewijk IX opeen nieuwen kiiiistochl. Hij hield zijn plan ecblcr nog geheim, en dal grootsche voornemen , zegt een zijner levensbeschrijvers, werd om zoo tc zeggen tnsschen God en hem vastgesteld, bodewijk raadpleegde den nans, die met een antwoord talmde bij dcquot; overweging der gevaren van zijne afwezigheid voor Frankrijk en zelfs voor Europa. De eerste brief van Clemens bad ten doel den Franschen monarch van zulk een gevaarvolle onderneming af te brengen; nogmaals geraadpleegd, voedde dc


-ocr page 427-

GESCH IK I)K\IS OER K R1JiSTOCMTEN.

opporhcrdcr niet meer dezelfde gemoedsbezwaren, en meende hij Lodewijk IX in zijn voornemen te moeten aanmoedigen, overtuigd, zoide hij, dat hot van God kwam.

Het doel van deze onderhandeling werd echter steeds met de grootste zorgvuldigheid geheim gehouden. Ongetwijfeld voedde Lodewijk IX vrees, dat indien hij zijne plannen vooraf kenbaar maalde, het nadenken aan de geestdrift zou schaden, welke hij noodig had oin te slagen, en er zich onder zijne hofhouding en in hot rijk een machtige iiartij zou vormen, die zich tegen de onderrie'iung van een nieuwen kruistocht verzette; hij hield zicli overtuigd, dat hij, eensklaps met zijn plan op het oogen-hlik der uitvoering voor don dag komende, sterker zou werken op de gemoederen en hen gemakkelijker zou overhalen om zijn voorheeld te volgen. Er werd een vergadering dor baronnen, lieoron en pvelatcn van het koninkrijk plechtig tegen hot midden van do vasten te Parijs bijeengeroepen: bij die oproeping had men den getrouwen Joinville niet vergeten; de se.iochal had er een voorgevoel van, zegt hij in zijne Godenkschriltou, dat Lodewijk oen nieuwen kruisiocht ging ondernemen, en wat hem dat voorgevoel gal was een droom, waarin hij don koning van Frankrijk bekleed had gezien met een rooden kasuifel, wal hel huis heleeitende.

Toen den drie en twintigsten dag van Maart het groote Rijks-parlement in eeue zaal van het Louvre vergaderd was, trad de lioning binnen met de doornenkroon van Jesus Christus in de hand. Op dat gezicht begreep de geheelo vergadering terstond met welk doel de koning hen opgeroepen had. lu een met zalving gehouden redevoering hing de koning een aandoenlijk taloroel op van do rampen van hel heilige land en verklaarde dal hij besloten had het hulp te gaan bieden; hij noodigde daarna al zijne toehoorders uit het kruis aan te nomen. Toen hij ophield niet spreken , drukte eon dof en diep stilzwijgen tegelijk de verrassing eu do droefheid der prelaten onder baronnen, en bun eerbied voor den wil van don monarch uit.

He pauselijke legaat, de kardinaal van 8int-Cocilia, nam ra Lodewijk IX het woord op, en deed in een roerende toespraak een beroep op do Fransche krijgers om de wapenen tegen do ongeloovigen op te nemen. Lodewijk ontving het kruis uit do liandeii van den kardinaal; zijn voorbeeld werd geVoigd door drie zijner zonen. Met ontroering merkte men oud» r die )ir n-sen den jongste der zonen van Lodewijk IX, Johannes, graaf van Kevers op, die tijdens de rampen vaii den vorigen kruistocht in Egypte bet levenslicht aanschouwde. De pauselijke legaat ontving daarna de gelofte van oen groot aantal prelaten, graven en baronnen. Onder dogenen die het kruis aannamen in do tegenwoordigheid van Lodewijk IX en in de dagen die op deze preiliking volgden, noemt de geschiedenis: Johannes, graaf van IJretagne, Alplionsns van Ürienne, Thibont, koning van Navarre, den graal van Artois, zoon van dien Robert, die in Mansonrah gedood werd, den hertog van Bourgondië, do graven van Sint-l'ol, van Vlaanderen, van de Mark, van Soissons, de hoeren van Montmorency, van Pienne, van Nemours, enz. De vrouwen legden denzellden ijver aan don dag: de gravin van Bretagne, Yolande van Bourgondië, de gravin van Poitiers, Johanna van fo ulo li se, Isabella van Frankrijk, Amicia van Courtonay en verscheidene anderen namen hel besluit hare echtgenooton op de overzoesche expeditie te vergezellen. Koningin Margaretha echter, die niet vergeten bad wat zij te Damiate tijdens de gevangenschap van Lodewijk IX geloden had, bezat don moed niet om het kruis aau te nemen en nieuwe gevaren in hot Oosten te gaan zoeken. Men drong sterk bij don senecbal van Joinyille aan om aan don kruislochl deel te nemen; maar lui bleet ondanks alle dringende boden hardnekkig weigeren, tot rechtvaardiging van zijne weigering wijzende op de nadoelen, welke zijne vazallen door zijne afwezigheid tijdens de eerste expeditie geleden hadden. De goede senecbal zou den koning, dien hij oprecht liefhad, gaarne vergezeld hebben, maar hij was nog niet bekomen van de angsten, welke hij in Egypte iiilgostaaii had, en niets tor wereld zou hem hebben kunnen bewegen in het land der muzelmannon terug te keeren.

De bekendmaking van het besluit van Lodewijk IX, waarvan men reeds lang een droevig voorgevoel gehad had, veroorzaakte groote rouw in hot gansche koninkrijk; men kon niet zonder levendige bezorgdheid een vorst zien vertrekken, wiens enkele tegenwoordigheid de rust onderhield en overal de orde en de gcreehtigheid handhaafde. De gezondheid des konings was zeer verzwakt; men mocht terecht vreezen, dat hij niet tegen de gevaren en do vermoeienissen van ecu kruistocht bestand zou zijn. Hij vertrok met zijne kinderen en deze omstandigheid vornieerderde nog de algomeeiie drool beid. Do rampen van de eerste expeditie in Egypte vertoonden zich voor den geest der bevolking. Men boriiinerde zich de gevangenschap van het geheole koninklijke gezin; men duchtte nog grootere onheilen voor de toekomst. Joinville ontziet zich niet van te zeggen dat degenen, die den koning aangeraden haddon de overzoosche reis te ondernemen, zich aan doodzonde schuldig haddon gemaakt.

I Nochtans hoorde men geen gemor of verwijt tegen Lodewijk IX: de geest van gelatenheid, welke een der deugden van den monarch was , schoen in de ziel zijnor onderdanen overgegaan te zijn en do l'ranschen zagen, om ons van de uitdrukkingen zelve van ile pauselijke bul te bedienen, in do zelfopolloring van den koniiiquot;' slechts een edel en smartelijk olfer aan de zaak der christenenquot; aan de zaak voor welke God zijn eeniqen Zoon viel (jespaard had.

Hot boshut van don koning van Frankrijk baarde veel opzien 111 geheel Europa en wekte wederom op wat er nog van de ouüo goestdrilt voorde kruistochten in do gemoederen sluimordo Daar hij het hoofd der onderneming was, beschouwden velé krijgers het als een glorie onder zijne vanen te strijden; hot vertrouwen dat men in zijne wijsheid en zijne deugden bad, stelde de gemoederen in zekeren zin gerust voor do gevaren dier verre expeditiën en deed do christen volken weder do hoopvolle verwachting opvatten, die zij verloren schenen te hebben.

Clemens IV schreel aan den koning van Armenië om hem te troosten over de rampen die hij door den inval der mamelukkon geleden had en hem aan te kondigen, dat de christenen van het Oosten krachtdadige hulp gingen ontvangen. Abaga, de kan dor Tartaren, die destijds oorlog voerde togen de Turken in Kloin-Azië, bad gezanten gezonden naar het ho van Rome en aan verscheidene vorsten van hot Westen: hij stolde zich voor de mamelukkon in overeenstemmiiig met de Franken aan te vallen en hen uit Syrië en Egypte te verdrijven. Do paus ontving de Mongoolscho gezanten mot veel plechtigheid; hij deelde hun mede, dat oen leger door oen groot monarch aangevoerd op het punt stond zich naar bet Oosten iu te schepen, dal het noodlottige uur voor de muzelmaimen gekomen was \ en God zijn volk zou zegenen bonovens al de bondgenootèn van zijn volk.

Zieli steeds ijverig bezig houdende met zijne expeditie had Lodewijk het tijdstip van zijn vertrok bepaald in het jaar 1270. Bijna drie jaren zouden verloopen alvorens de door den opperherder beloofde hulp in het Oosten kon aankomen. Men ver/ocht schepen voor het vervoer der kruisvaarders aan de republieken van Genua en Venetië: de Vonetiërs weigerden aanvankelijk, maar ziende dat men met do Gonueezen ging onderhaiidelèii zonden zij gevolmachtigden om eene vloot aan te bieden. Er werd een overeenkomst gesloten met de Vonetiërs, die zich verbonden vijftien schepen te leveren voor den overtocht en vijftien andere op limine kosten uit te rusten gedurende don tijd van een jaar. Maar deze overeenkomst bleef onuitgevoerd, dewijl Veiiotië, na langdurige onderhandelingen, waarin het moer afgunst tegen Gonna dan ijver voor den kruistocht liet blijken, ten laatste weigerde aan'de inscheping der chrislonen mede te werken, daar het minder do gramschap vreesde van Lodewijk IX dan die van den sultan van Cairo, die zijne bandolshnizen in het Oosten ten gronde kon richlen. Eindelijk verbonden zich de Gonueezen het veroisclite getal schepen voor do expeditie te verschaffen.

Do grootste moeielijkbeid was hot noodige geld voor de loe-bereidsolen tot den oorlog te vinden. Tot dusverre hadden de van de geestelijkheid geheven Heiden in de onkosten der kruistochten voorzien; algemeen had zich het gevoelen gevestigd dat een gewijde oorlog betaald moest worden door do aan de Kerk yerbonden personen en die zich aan don dienst der altaren van Jesus Christus gewijd hadden. Heeds Urbaiius IV, do voorganger van Clemens, had in het geheelo Westen de helling van oen honderdste op de inkomsten der geestelijkheid bevolen. De Fransche geestelijkheid bad daartegen bij dén paus verscheidene bezwaarschriften ingediend, maar deze bléven zonder uitworkiiiquot;-: paus Clemens verweet in zijne brieven aan de Kerk van Frankrijk haar onwil voor de helling der tienden.

/-oodra het laatste besluit van Lodewijk IX kenbaar gemaakt was, nam de Heilige Stoel zijn toevlucht tot de gewone middelen en met terzijdestelling van klachten, die niet ongegrond wareu ' werd last gegeven wederom gedurende driejaar een tiende le IioIIgii. Met ul do linur len dionslc slnnndG middolen vcrzclto do geestelijkheid zich hiertegen; zij beklaagde zich hij den koningzij zond algevaardigden naar Homo, die de groote armoede moesten kenbaar maken waarin de Kerk van Frankrijk vorkeorde ten gevolge van de lasten die op haar drukten; die algevaardigden wezen er den opperherder op dat de opbrengsten van de laatste tijden met den dag ondragelijker werden en dal de goederen van do geestelijkheid niet meer toereikende waren om do allaren te onderhouden en de armen van Jesus Christus le voeden. Zij voegden er bij, dat de onreehlvaardigheid en het geweld eertijds de Grieksche Kerk van de Boomscho algescheurd hadden, daardoor te verstaan gevende dal nieuwe gestrengheden onvermijdelijk nieuwe scheuringen ton gevolge inoesleii hebben. Zij voerden daarbij nog aan dat indien het meerendeel der kruis-loehten en vooral de expeditie van den heiligen Lodewijk in Egypte, ongelukkig geweest waren, dit ongetwijleld daaraan toe te schrijven was, dat men het heiligdom beroofd en de


-ocr page 428-

GES (III IK DENIS DER KUUISTOCHTEN.

kerken verarmd liad. Tot ])osliiit voorspelden zij voor flc toekomst nog grootere rampen dan men tot dusverre bcloeld had.

Zulk eenc rede moest den toorn van den opperherder opwekken. In zijn antwoord verweet Clemens aan do algevaardigden ea aan degenen die hen zonden lninnc onverschilligheid voor de zaak der christenen en hunne gierigheid om hun overvloed al'te staan voor een oorlog, waarin zoo vele vorsten, zoo vele doorluchtige krijgers het oller huns levens brachten. Hij wees hen op de excommunicatie gereed om een misdadig verzet te strallen, en dreigde hen te herooven van de hezittingen, die zij weigerden met Jesus Christus te doelen.

De geestelijkheid werd gedwongen te gehoorzamen en veroordeeld gedurende vier jaren den tienden penning op te brengen. Do paus stond den koning daarenboven toe over al de gelden Ie beschikken, die hij leslamentaire beschikking lot onderstand van bet heilige land bestemd waren; hij stond hein insgelijks de gelden al welke men zou kunnen bekomen van degenen, die het kruis aangenomen hadden en zich van hunne gelol'le zouden vrijkoopen : hetgeen een aanzienlijk bedrag moest vormen , daar men aan iedereen het kruis gal' en aan niemand den alkoop weigerde.

Eodewijk IX liet evenmin de hulpmiddelen ongebruikt, waarover hij 'als koning van Erankrijl; kon beselnkken. Te dien tijde kende men geen geregelde belastingen, en de koningen bezaten tol instandboudiug van don luister luinner kroon slechts de inkomsten van hunne domeingoederen. Ten einde in al de uitgaven te voorzien, welke hij bij die gelegcnbeid verplicht was te doen, nam de koning zijne toevlucht tot de belasting wolke men het hoofdgeld noemde, en die de leenlieeren, volgens de leenheerlijke gebruiken, in buitengewone omstandig-lieden van ieder hunner vazallen eischten. De opbrengst daarvan werd op de volgende manier geregeld: op voorstel van de pastoors werden iu elke parochie twaalf personen gekozen, die als braaf en onbesproken van gedrag bekend stonden; na gezworen te hebben, de nauwgezetste onpartijdigheid in acht te zullen nemen, schatten zij ieder naar zijn vermoedelijk vermogen; zij zelve moesten zich eveneens aan die scbatting onderwerpen. Met alleen machtigde het gebruik den koning die belasting met betrekking tot den kruistoclit te hellen, maar hij had daartoe insgelijks het recht bij gelegenheid van een pleehtigheid, destijds van zeer veel gewicht, waarin zijn oudste zoon, Philippus, tot ridder zou geslagen worden. Derhalve werd do belasting ingevorderd in naam der ridderschap en in naam van den godsdienst: men betaalde baar zonder morren, dewijl Eodewijk do belling daarvan bad toevertrouwd fian mannen, die wegens hunne reehtschapenbeid geroemd werden.

Toen l'hilippus het ridderzwaad ontving, legden de Franschen en vooral de Parijzenaars bonne gehechtheid voor Eodewijk IX en voor zijn stamhuis aan den dag door openbare feestelijkheden. Gedurende verscheiden dagen werd alle arbeid te 1'ai'ijs gestaakt. Een ieder had den gevel van zijn huis versierd met zijne kostbaarste tapijtwerken. Fakkels van onderscheidene kleuren, des avonds voor elk venster geplaatst, vervingen het licht van den dag. De lucht weergalmde van vreugdekreten. De gelieele adel kwam uil de provinciën toestroomen om de tooneelverlooningen en de feesten bij te wonen, die in de hoofdstad gegeven werden. Meer dan zestig edelen ontvingen tegelijk met den jongen prins het ridderzwaard uit de hand des konings. De uitgaven voor deze leesten werden door den monarch alleen gedragen. Tc midden der tornooien en der ridderlijke spelen, waarbij de edelen met elkander in behendigheid wedijverden, vergat men den kruistocht niet. De pauselijke legaat hield op bel eiland Saint-Eouis een redevoering over de rampen van het heilig land; al de toehoorders schenen diep bewogen door de vermaningen van den prelaat; (gt;0110 menigte ridders en krijgers van alle kla sen namen het kruis aan. Zoo wist Eodewijk IX zich deze omstandigheid ten nutte te maken om tegelijk gelden voor bel onderhoud van zijn leger en soldaten voor den ge-wijden oorlog te bekomen.

Terwijl geheel Frankrijk zich met de overzeescbe expeditie bezighield, predikte men den kruistocht in de overige landen van Europa. Te Northampton, in het graalschap van denzelfden naam, kwam een concilie bijeen, waarin het grootste deel der baronnen van Engeland naar de prediking van den kruistocht door den pauselijken legaat kwamen luisteren. He graaf van Ecicester was in een beslissenden veldslag gedood geworden, en de bond, waarvan hij bet hoofd was, kon niets meer tegen het koninklijk gezag ondernemen. De oudste /.0011 van Hendrik Hl, prins Eduard, wiens schitterende dapperheid over de opstandelingen gezegevierd bad, hetzij de godsvrucht van den heiligen Eodewijk zijn ijver opgewekt had, hetzij hij de gelofte wilde volbrengen, welke zijn vader zoo mcnigmanl hernieuwd had, ontving het kruis uit de handen van den legaal. Dedeel-genooten zijner overwinningen en de heeren die hij overwonnen had, haastten zich zijn voorbeeld Ie volgen: dat strijdlustige vuur, hetwelk zoolang'den boezem van het vaderland verscheurd had, wendde zich eensklaps tegen de ongeloovigen, en wat niet zonder gunstig gevolg was voor een door langdurige en bloedige twisten uitgeput rijk, al do hartstochten van den burgeroorlog werden overgebracht op den nieuwen kruistocht. Dezelfde ijver openbaarde zich in het koninkrijk Schotland, waar Johannes van Bailleul en verscheidene edelen zich onder de banieren van het kruis schaarden.

Catalonië en Castilië leverden een groot aantal kruisvaarders; de koning van Portugal en Jacobus, koning van Aragon, namen het kruis aan. Reeds was een der dochters van dezen vorst, dona Sancha, die een bedevaart naar Jerusalem ondernomen had, na zich gedurende verscheidene jaren aan den dienst der zieken en der pelgrims gewijd te hebben, iu het hospitaal van Sint-Jan overleden. Jacobus had de Mooren herhaalde koeren overwonnen, maar zijne overwinningen op de ongeloovigen en de herinnering aan eene dochter, martelares van de christelijke lielde, konden hem niet weerhouden aan zijne hartstochten den teugel te vieren, en zijn schandelijke omgang met Bercngera ergerde de geheele christenheid.

De paus, wien hij zijn voornemen om naar het heilige land to gaan, mededeelde, antwoordde hem, dat Jesus Christus de diensten niet kon aannemen van een vorst, die Hem alle dafieii door zijne zouden kruisigde. Door een zonderlinge vereeniging van tegenstrijdige gevoelens, wilde de koning van Aragon noch van Bercngera afzien, noch zijn plan opgeven om de ongeloovigen in bet Oosten te gaan bestrijden. Hij hernieuwde zijne gelofte te Toledo in ecu grootc vergadering, welke dooide gezanten van den kan der Tartaren en den koning van Armenië werd bijgewoond. Wij lezen in een Spaansche verhandeling over de kruistochten, dat Alphonsus de Wijze, die niet zelf naar het Oosten kon vertrekken, aan den koning van Aragon een onderstand verstrekte van honderd manschappen en 100.000 gouden maravedis; de orde van den Heiligen Jacobus en andere militaire orden, die den overwinnaar der Mooren dikwijls in zijne veldslagen bijgestaan hadden, verstrekten hem insgelijks manschappen en geld. De stad Barcelona bood hem 80.000' stuivers van hare munt aan, het eiland Majorca 50.000 zilveren stuivers en twee uitgeruste schepen. De vloot, bestaande uit dertig grootc schepen en een aantal kleinere vaartuigen, op welke achthonderd ruiters en twintig duizend voetknechten ingescheept waren , vertrok den 4 September 'P2()9 van Barcelona. Op de hoogte van Majorca gekomen , werd zij door een storm verstrooid: een deel der schepen bereikte Azië, een ander liep de havens van Sardinië binnen; het vaartuig, waarop de koning van Aragon zich bevond, werd op de kusten van Eanguedoc geworpen.

De aankomst te Ptolomaïs der kruisvaarders uit Aragon, aangevoerd door een natuurlijken zoon van Jacobus, hergal eenige hoop aan de Franken van Palestina. Naar bet verhaal der Oostersche krouijken, kwam een gezant van den koning van Aragon aan den kan der Tartaren boodschappen, dat de Spaansche monarch met ecu leger ging verschijnen. Maar Jacobus kwam niet, hetzij hij in het Westen teruggehouden werd door de welbespraaktheid en de bekoorlijkheden van Bercngera, betzij de orkaan, die zijne vloot verstrooid had, hem had doen gelooven, dat de Hemel zich tegen zijn pelgrimstocht verzette. Men had zijn vertrek gelaakt waarhij bij de raadgevingen van den Heiligen Stool in den wind scheen te slaan ; men laakte zijn terugkeer, dien men aan zijn schandelijke neigingen toeschreef. Er liet zich ook gemor hooren tegen den koning van Portugal, die tienden geheven had en zijn rijk niet verliet.

Al degenen, die in Europa belang stelden in het welslagen van den kruistocht, bielden destijds het oog gevestigd op het koninkrijk Napels, waar Karei van Anjou groote toebereidselen maakte om zijn broeder naar het Oosten te vergezellen; maar dat kortelings veroverde koninkrijk zou nog bet schouwtooneel worden van een door do wraak en de eerzucht verwekten oorlog. In den Staat Napels en Sicilië, die zoo menigmaal van gebieder veranderd was, greep plaats, wat bijna altijd na eene omwenteling gebeurt: de teleurgestelde verwachtingen veranderden in haatdragende gevoelens; dc van een verovering onafscheidelijke buitensporigheden, de aanwezigheid van een legei', fier op zijne overwinningen, het te harde bestuur van Karei, zetten de bevolking tegen den nieuwen koning op. Clemens IV achtte zich verplicht hem een heilzame waarschuwing te doen toekomen. «Uw koninkrijk,quot; schroei bij hem, «eerst uitgeput door dc uitvoerders van uw gezag, wordt thans verscheurd door uwe vijanden; zoo vernielt (ie rups hetgeen aan den sprinkhaan ontgaan is. Het heell het koninkrijk Napels en Sicilië niet ontbrokei. aan lieden die hot teisterden; waar zijn nu degenen die hot zullen verdedigen?quot; Deze brief van den paus kondigde de uitbarsting van ecu dreigenden storm aan. Velen dergenen, die tot de troonsbestijging van Karei medegewerkt hadden, j betreurden bel stamhuis van Zwaben en vestigden hun hoop I op Conradijn, den erfgenaam van Frederik en Koenraad. Deze


-ocr page 429-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

273

jeugdige vorst verliol Duilscnluiui mol 0011 legur 011 ruklo Italië binnen, op zijn marsoli versterkt wordende door de parlij der Gibeiijnen en allen, dio de overiieersclnng van Karei moede waren.

Intussciien verzamelde Karol van Anjou troepen en trok zijn mededinger tegemoet. De heide legers ontmoetten eikander in de vlakte van Sint-Valentijn, bij Aquila: liet leger van Conradijn word in do pan gebakt en dé jonge prins viel in banden van den overwinnaar. De nakomolingsebap heelt hel Karol niet vergeven, dat hij zijne overwinning zoozeer misbruikt boort om zijn overwonnen en woeiioo/.en vijand te doen veroordeolen en onthoorden. Na die lerooblstelling zagen Sicilië en hel land van Napels zich aan al do verscbrikkingèn van een achtordoeb-lige on ijvorzucbligo dwingolandij prijsgegeven; want bet geweld roept bol geweld, en de groolo misdaden der staatkunde staan nimmer alleen. Op die wijze maakte Karei zieli gereed tol den kruistocht; van den andoren kant bereidde de Voorzienigheid hem groolo onheilen.

|12Ö9.] Terwijl die bloedige tooneelen in Italic plaats grepen, zette Eodewijk IX het werk van den openbaren vrede en de onderneming van den kruistocht voort. De vrome monarch vergat niet, dal hot zekerste middel om de rampen van den oorlog en die van zijn arwezigbeid te verzaelilen, hol maken van goede wellen was. Mij vaardigde verscbeidene ordonnantiën uil, en elke daarvan was een gedeiikleeken van zijne roebtvaardigheid. Do meest bekende van allen is de iinit/tHitliclie sinidie: deze koninklijke ordonnantie had ion dool do geesle-lljke verkiezingen te regelen, (k; oude vooi'rocblen der kerken te handhaven, en do reobten cu inkomsten der gr(^slobjkheid te beveiligen. Lodewijk IX hield zlrb ook bezig mot bet oprichten van dat gedenkstuk van wetgeving waaraan bol nageslacht zijn naam gegeven heelt, en welks geest vau wijsheid en billijkheid tol riebtsnoor en voorliobting diende aan de miuinon, die in latere eeuwen de taak op zich namen do wellen van bet rijk te herzien en te verbeteren.

De graal'van Poitiers, die zijn broeder zon vergezellen, hield zich te zellder tijd bezig mol den vrede in zijne |irovinciëu voor goed te bevestigen, en stelde een aantal verordeningen vast voor do inslandhouding van do openbare orde. Vooral poogde bij zooveel mogelijk de dienslbaarbeid af te schallen, daar hij van bot grondbeginsel uitging, zeide bij, dal (illc iiicnsclien vrij (jc-Imrcii wonleii, en hel allijil vcrslaiidifi is alle (linnen lol hunnen (uii'sju'oiuj h' ilticn U'nKjict'n'u. Deze goede vorst werd gezegend door zijn volk, en de lielde zijnor vazallen verzekerde den duur der wollen, die hij gemaakt bail.

Wij hebben gezegd, dat prins Eduard, de oudste zoon van Hendrik III, de gelolle bad al'gelegd om de oageloovigen te gaan beslrijden; maar Kngeland, dat door de burgeroorlogou nitgepnt was, kon de uitgaven voor eene overzeesche e\peiiilie niet Ik;-slrijden. Lodewijk IX, die de dapperheid van den jongen vorst boogscballe en hem gaarm! lol zijn waponinakker in den gewijdon oorlog bad, kwam hem te hulp en nam op zich hein 70,0(10 pond tournoois te leenon. Van die 70,000 pond lóurnoois moesten 2;'),000 pond betaald worden aan OasUjn, hnrggraal'van Rearn, die de vei'plie.hting op zich genomen had Ivluard op den kruislocht te vergezellen. Tot waarborg voor de geleemlr som verpamhb^ de zoon van Hendrik III do inkomslen van (inieniu!, zijne bijzondere domeinen, en gal daarenboven zijn eigen zoon lol gijzelaar. Hij zwoer levens, dal hij, zoolang do heilige pelgrnnsiocbl duren zon, aan den honinii van Frunhrijk zini (iclioovzainen Ier i/dedir trouw, als een der haronnen vau diens rijk.

Hel voor het vorlrek naar hot heilige land vaslgesteldo tijdslip begon te naderen. Op bevel van don legaal hadden de pastoors, in elke parochie, de namen dor kruisvaarders opgoloekeiid om hen te verplichten openlijk hel kruis Ie dragon, en allen waren verwittigd geworden tegen de maand mei li27() gereed te zijn om zich in te schepen. Volgens hot bij de kruistoebten aangenomen gebruik maaklo Lodewijk IX zijn teslament: hij liet aan Agnes, de jongste zijner dochters, 10,000 IVanes lol bruidschat, en 4000 IVanes aan koningin Margarelha. Do monarch vertrouwde het bestuur van hel koninkrijk in zijn arwezigbeid toe aan Matthias, abt van Sint-Denis, en aan Siiiion, beer van Nesle. Hij bad aan al do boeren, die hem naar bol Oosten moesten vergezellen, geschreven om hen aan Ie bevelen hunne ridders en hunne wapenknccbteii bijeen te brengen. Daar de godsdienstige geesldrill niet sterk genoeg was om de aardscbe belangen le doen vergeten, begonnen verscheidene heeren, die het kruis aangenomeu hadden, vrees te voeden dal zij in don gewijdon oorlog doodarm zouden worden, onlahnden mot hunne toobeieidselen. Lodewijk IX verbond zich in de uitgaven van hunne reis te voorzien en ben tijdens den oorlog op zijne kosien ie onderbonden, betgeen men in de krinstocblon van Lodewijk VII en Pbilippus Augustus niet aanschouwd had. Kr is een kostbaar gedenkstuk van dal tijdvak voor ons bewaard gebleven: bot is een oorkonde, waarhij de koning vaststelde wal hij betalen moest aan een grool aantal ridders en baronnen gedurende al den tijd, dat do overzeesche oorlog zou duren.

Ieder der boeren, wien de koning eene soldij toestond, moest eene som golds ontvangen geëvonredigd aan hot getal ridders ilie bij medovoorde. Do soldij werd toegestaan voor oen jaar, welk jaar zou ingaan wanneer de kruisvaarders over de zee oji hel vasle land zonden nunuekonien zijn. Do koning moest do hollt van de overeengekomen som betalen daar waar hel jaar beqtm en de andere heifl wanneer de eerste helft van hel jaar voorbij zon zijn. Indien bot mocht gebeuren dat de kruisvaarders op een eiland vorblijl'hielden, waardoor er achter en voor hen zee zou blijven, zou hel jaar een aanvang nemen, als zij gekmnen waren waar zij zouden verblijven. Do aartsbisschop van Reims on do bisschop van Langres kregen ieder 11,000 pond, zij voorden zestig ridders aan, voor wier ovortoebt do koning oen schip moest leveren. Wij ontwaren uil de lijst, die voor ons ligt, dat do voorwaarden niet voor allen dezoHcle waren; zoo ontving, bij voorbeeld, Willem van Courlenay en Gilles van Mailly, dó een, voor zich en tien ridders, twee en Iwintiq honderd pond, en de andere, met slechts zes ridders, drie (luizend pond, en den overtocht zoowel als den teruakeer der paarden; beiden hadden recht op kosten van don koning toeten; velen hadden geen ridders en ontvingen slechts honderdzestig pond. Volgens do geschreven rekeningen van de «Schat der' Oorkonden /'quot;bedroeg bet totaal dier soldijen, welke men giften noemde, de som valt 170,000 pond tournoois, een zeer aanzienlijk bedrag, als men daar nog bijvoegt de kosten van voeding van honderddertig ridders, die aan de talels des konings moesten spijzen, en de kosten van vervoer en overtocht van het gevolg en de paarden der baniervoerendo heeren.

In de maand maart begat Lodewijk IX zich naar de kerk van Sint-Denis, waar hij do teekenon van zijn pelgrimstocht ontving en zijn rijk onder do bescherming dér apostelen van Frankrijk slehte. Daags na die plechtige handeling werd een mis voor don kruistocht opgedragen in do O. L. Vronwekerk te Parijs. De monarch begat' er zich heen vergezeld van zijne kinderen en de voornaamste edelen van zijn hoi'; bij verliet het paleis hlootvoots en met den pelgrimsstaC in do band. DonzeHden dag verliet bij Parijs en hegal' zich naar Vinconnes, waar hij voor bel laatst die eeuweuoudo eiken zag, onder wier lommer bij zoo gaarne zitting hield om ree lit te spreken; daar scheidde Lodewijk van koningin Margarelha, die bij nooit verlaten had, eene scheiding, die des te smartelijker was, daar zij wreede heriiineringen in bot gebeugeu terugriep, en die herinneringen zich aan de somberste voorgevoelens paarden.

Het volk en het hol' waren in rouw gedompeld. Wat de bekommering vermeerderde, was do onzekerlieid waarin men nog verkeerde! omtrent bot dool dor expeditie van Lodewijk: er liepen onbestemde gernebton, dat het in de eerste plaats Tunis zon gelden. Do koning van Sicilië bad het kruis aangenomen zonder voornemens te zijn naar Azië le gaan, en toen er in do raadsvergadering over do onderneming beraadslaagd word, liet hij te verstaan geven dat men Tunis moest aanvallen. Het rijk van Tunis was een broeinest van zoesehiiimers, die de zeeën onveilig maaktoii en alle verkeer niet Palestina belemmerden: bet was do bondgenoot vr.n Kgpyto en kon er de weg van worden. Ziedaar de redenen, welke men voorop stelde; de werkelijke roden echter was, dal bot voor don koning van Sicilië van zeer veel belang was de kusten van Afrika le veroveren en zich niet le ver van Italië te verwijderen. Do ware roden voor don In iligen Lodewijk, die, welke hem overhaalde, was, als men (lodl'ried van lieanlien, zijn hieebtvader, gelooven mag, dut bij den vorst van Tunis meende te kunnen bekeeren en een groot land voor het christelijk geloot'veroveren. De mnzelmanseho vorst, wiens gezanten versebeideno koeren in Frankrijk geweest waren, had zeil'dal denkbeeld doen geboren worden, door voor le geven, dat bij niels liever verlangde dan den godsdienst van Jesus Christus te ombelzen. Wat hij misschien gezegd had om zich voor een invul te vrijwaren, was juist wat bom den oorlog op den hals baalde. Lodewijk zeide dikwijls dat hij gaarne zijn gobeel loven in oen kerkerhol zon doorbrengen zonder het zoidiobt te aansciiouwen, indien de koning van Tunis zich met zijn gobeole volk bekoorde.

Terwijl Lodewijk zijn koninkrijk doortrok om zich naar Aignes-Mortes te begeven, waar bot legorder kruisvaarders zou soheep gaan, smeekte men overal de zegeningen des Hemels over zijne wapenen at'; in de kerken vergaderd baden de goostelijkli'oid en de goloovigen voor don koning, zijne kinderen ou voor al degenen die bom vergezeldon. Men bad ook voor do vreemde vorsten en edelen, die het kruis aangenomen ou bolool'd hadden naar bol Oosten lis zullen gaan, als haddo men hen daardoor willen uitnoodigen hun vertrok te verhaasten.

Hel meerendeel gal' geen gehoor aan die godsdienstige oproeping. De koning van Gastilië, die het kruis aangenomen bad, maakte aanspraak op do keizerlijke kroon, en kon buitendien niet do toreelitstolling vergoten van zijn broeder Frederik, die


-ocr page 430-

GKSGIIIEDENIS DEK K1{UIST0CHTEN.

274

door Kurd Y;in Anjou lei'dood ^cbrnclil \v:is. Nielalloen hioldon lie oinsUuuligliodeii v;ui lid rijk de Duilsolio vorsten on edelen leru^, iniuir ook de dood van den jeugdigen Gonradijn luul de gemoederen in Dnilseldand zoodanig verliitlerd, dat niemand in dal land onder dezelfde vanen zon liebhen willen strijden met den koning van Sicilië.

Toen JiOdcwijk le Aigues-Mortes aankwam, vond hij er noch de Genueesche vloot, noch do voornaamste edellieden, die met liem zouden scheep gaan; de gezanten van Paleologus waren de eenigen, die niet o|) zich lieten wachten; want te Gonstan-linopel was men altijd bevreesd voor den kruistocht, en deze vrees was levendiger dan de geestdrilt der christen krijgers. Lodewijk zou den Griekseben keizer hebben kunnen vragen waarom hij, na beloofd te hebben soldaten le zenden, slechts algevaardigden zond; maar Lodewijk, die het grootste gewicht heehtle aan de bekeering der Grieken en aan bun goede trouw geloofde, vergenoegde zich met de afgevaardigden gerust le stellen, en daar pans Glemens IV inUissehen gestorven was, verwees hij hen naar bet conclaal van kardinalen om de ver-eeniging der beide Kerken lol een goed einde le brengen.

Gehoor gevende aan de herhaalde aanmaningen van Lodewijk on door zijn voorbeeld aangespoord, begaven de krnisvaardrrs zich uit al do provinciën op weg naar de havens van Marseille eu Aigues-Mortes. Weldra zag Lodewijk den graaf van 1'oitiers verschijnen met een groot aantal zijner vazallen; de aanzienlijkste heereu brachten de keur van hunne ridders en hunne soldaten mede; verscheidene steden hadden insgelijks hunne krijgers gezonden. Iedere troep had zijn banier én vormde een afzonderlijk korps, dat den naam van eene stad of eene provincie droeg. Men vond in het christen leger de bataljons van lieaucaire, Carcassonne, Ghalons, Perigord enz. Deze namen verwekten een levendigen naijver maar gaven ook aanleiding tot twisten, die de wijsheid en de vastberadenheid van Lodewijk met moeite vermochten bij le leggen. Mr verschenen kruisvaarders uit Galalonië, Castihë en verscheidene andere provinciën van Spanje. Er kwamen vijfhonderd krijgers uil l-'riesland, die zich vol vertrouwen onder Lodewijks bevelen stelden, zeggende, dat hunne natie er steeds trotseh op was geweest gedurende de kruistochten aan de koningen van frankrijk le gehoorzamen.

Alvorens scheep te giiau schreef de koning nogmaals aan de regenten van bel rijk om hun aan le bevelen voor de openbare zeden te waken. Frankrijk van de veile rechters le zuiveren, en aan iedereen, inzonderheid aan de armen, spoedig en volledig recht le doen wedervaren, opdat Hij die de oordeelen der men-schen weegt hem niets te verwijlen zoude hebben. Dit was het laatst vaarwel van Lodewijk IX aan frankrijk.

De koning ondernam ook nog alvorens de reis aan te vangen een bedevaart naar O. L. Vrouw van Vanvert en naar andere destijds om bare heiligheid vermaarde plaatsen, üp den dag zeiven van hel vertrek en gereed om zijn schip le bestijgen, liet hij zijne zonen l'liilippus, Joannes en Petrus roepen. «Gij ziel,quot; dus sprak hij lol hen, «boe ik, reeds bejaard, ten tweeden male de reis over zee aanneem, hoe ik uwe moeder, die reeds op gevorderden leeftijd is, verlaat, zoowel als mijn rijk, dat zich in een hooge male van voorspoed mag verheugen. Gij ziel, hoe ik, ter wille der zaak van Jesus Christus, mijn leeltijd niet ontzie en hoe ik mij niel heb laten terughouden door de overmatige droefheid van allen, die mij dierbaar waren. Voor God breng ik rijkdommen, eerbewijzen, genoegens ten ollër, ik neem u met mij mede, u, mijne geliefde kinderen, zoowel als uwe oudste zuster, en ik zon mijn vierden zoon ook medegenomen bebben, indien hij ouder geweest ware.quot; Zich vervolgens lot l'liilippus wendende, voegde Lodewijk er bij: «Ik heb n dit alles willen zeggen, opdat gij na mijn dood en als gij den troon beklommen zuil bebben, niets zult ontzien voor Ghrislus en voor de verdediging van zijne Kerk; geve de Hemel, dal noch uwe echlgenoole, noch uwe kinderen, noeh uw rijk, u ooit mogen tegenhouden op den weg des beds! Ik heb dit laatste voorbeeld aan u en aan uwe broeders willen geven en ik hoop, dat gij het zult volgen, wanneer de omstandigheden bel vorderen.quot;

Ka de gebruikelijke gebeden en plechtigheden ging de vloot den 4quot; Juli 1^70 onder zeil, en kwam den 8quot; dier zeilde maand op de reede van Cagliari. De bewoners van het eiland Sardinië, die bondgenooten ot onderdanen van l'isa waren, ontstelden toen zij de vlag van de Genueezen zagen wapperen, met wie zij in oorlog waren: zij weigerden een enkel schip in hunne haven toe le laten, en hel mocht Lodewijk niel dan met veel moeite gelukken verlof te bekomen om de zieken te ontschepen en eenige levensmiddelen in te koopen.

De vloot bleef acht dagen voor anker liggen om de van haar algedwaalde schepen in le wachten. Op de reede van Gagliari hield de koning van frankrijk met zijne baronnen een laatste vergadering om vast le stellen waar zij op het grondgebied der ongeloovigen zouden landen. Er was ongetwijfeld vóór dal tijdstip reeds beraadslaagd over de beslemming der expeditie, maar wal zeker schijnt, is, dal bel genomen besluit ter nauwer-nood aan de voornaamste 1)(! vel hebbers bekend was.

De kronijken van dien tijd spreken slechts vluchtig van die laatste beraadslaging, zoo groot was de onverschilligheid opdat punt. Het is waarschijnlijk, dal verscheidene ridders zich verzeilen tegen hel plan om den oorlog over le brengen op het grondgebied van een vorst, die den christenen geen leed had aangedaan, terwijl men den souverein van Egypte en Syrië niet vrede liet, die de wreedste geesel der christen koloniën was. Eenigen der baronnen, de bisschoppen vooral, zullen de vergadering wel onder hel oog gebracht hebben, dal de pelgrims bij bel aannemen van hel kruis de gelofte algelegd hadden zich naar hel heilige land le begeven en niet naar tie woeste kusten van Afrika. Onze lezers hebben niet vergeten wal er bij den vijlden kruislochl voorviel, zij hebben evenals wij de hardnekkige barlstoeblelijkheid kunnen zien, waarmede een groot aantal geestelijken en heeren zich verzeilen tegen bel plan om naar Byzaniium op te trekken, en de onverzettelijke gestrengheid van bet Opperhoofd der Kerk legenover de pelgrims, die, rechls en HtiLs ziende, den weg naar Jerusalem vergeten hadden: sinds lang aanschouwde men niels dergelijks meer in de leiding der gewijde oorlogen , en de gedachte om de muren van Sion te verlossen was slechts een bijzaak in de overzeesche expeditiën. In de vorige oorlogen hadden de pelgrims reeds den oorlog in Egypte overgebracht; Lodewijk IX zelf had, alvorens de heilige plaatsen te bezoeken, de vanen van het kruis willen planten op de boorden van den Nijl. Thans stelde hij, medegesleepl door de behendige inblazingen van den koning van Sicilië en door de hoop een muzelmansch vorst le bekeeren, met zijne baronnen het plan vast, om Tunis le gaan belegeren, en meende bij een Code welgevallig werk te verriehlen door op de puinhoopen van Carthago le ontschepen.

Op de westkust van Afrika, legenover Sicilië, ligt een door Straho besehreven schiereiland, welks omtrek driehonderd veertig stadiën of twee en veertig mijlen telt. Dit schiereiland strekt, zich in zee uit tusschen twee golven, waarvan de eene, ten westen, eene gemakkelijke haven aanbiedt; de andere, tusschen bel oosten en bel zuiden, heeft door een kanaal gemeenschap met een meer, dal drie uren ver landwaarts inloopt en door de tegenwoordige aardrijkskundigen la (idulcllc genoemd wordt,. Daar stond eenmaal de inededingsler van Rome, welker omtrek zich langs beide oevers van de zee uitstrekte. De veroveringen der Romeinen, de verwoestingen der Vandalen hadden die bloeiende stad niel geheel kunnen vernietigen, maar in do zevende eeuw door de Sarraceneu overweldigd en uitgeplunderd, vormde zij nog slechts een puinhoop: een dorpje aan de haven, Marzti geheelen, een toren op de spits van de kaap, een tamelijk sterk kasteel op den heuvel van Ryrsa, ziedaar alles wal er restte van die stad, welke zoolang over al de kusten van Afrika beerscble, Italië dikwijls bedreigde en welker vloten de .Middellandsche zee overdekten.

Vijf mijlen van daar, naar het oosten en hel zuiden, een weinig aan gene zijde van de golf en het meer van In Coulelle, verhiel' zich een stad , in de oudheid Ti/nis ot Tunissa, en thans 'l'uiiis geheelen, waarvan Seipio zich meester maakte alvorens Carthago aan le vallen. Tunis had zich door den ondergang der andere sleden vergroot, en in de dertiende eeuw wedijverde zij in rijkdom en bevolking met de bloeiendslo steden van Alriku. Men lelde er tien duizend huizen en drie groole voorsteden; de geroofde schat ten der natiën, de voortbrengselen van een omnelelijken handel hadden het verrijkt; alles wat de fortiti-caliekmisl kan nildenken, was aangewend om er den toegang van te verdedigen.

De kust, op welke zich Tunis verhief, was het schouwlooneel geweest van talrijke omwentelingen, waarvan de oude geschiedschrijvers hel verhaal lol ons overgebracht hebben; maar de nieuwere geschiedenis heeft niel eveneens de omwentelingen der Sarraceneu opgeleekend. Mei moeite kan men de barbaren, die op zoovele puinhoopen den standaard van het Islamisme plantten, op hun inarsch volgen. Het eenige wal men met zekerheid weet is, dat Tunis, hetwelk lang met het koninkrijk Marokko vereenigd was, zich onder een krijgshaftig vorst daarvan afgescheiden bad, wiens derde opvolger ten tijde van den heiligen Lodewijk regeerde.

De Genueesche vloot verliet de reede van Gagliari den lu Julij; zij kwam den 17 in het gezicht van Tunis. Die geduchte oorlogsvloot ziende, werden de bewoners der Afrikaansche kust door verbazing en angst aangegrepen. Als men Makrisi gelooven mag, zond de vorst van Tunis aan den koning van Frankrijk een algevaardigde, die in last had hem te herinneren aan de vriendschap die zij elkander wederkeerig beloond hadden. Dezelfde geschiedschrijver voegt er bij, dal de muzelmanselie afgezant Lodewijk IX tachtig duizend goudstukken aanbood en dal de monarch dit geschenk aannam, zonder zijne plannen op te geven. Toen de viool de kust naderde,


-ocr page 431-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

273

nam alios wal zich op den ocvci' van Gartliago bevond, do vluchl naar liet go hortte ol'naar Tunis; oenigo schepen, dio in de haven lagen, worden verlaten. Do koning gat aan Elo-rentins van Varennes, ilie do function van admiraal vervulde, last om in een sloop den oever to gaan verkennen. Varennes vond niemand in de haven of op hot strand; hij hoodschapto don koning, dat er geen tijd te vorliozon was on men van de verhijslering dos vijands gebruik moest maken. De lozor zal zich herinneren, dat men hij do vorige expeditie do landing op do kusten van Egypte overhaast liad, bij doze wilde men mots wagen. Destijds was het do jeugd, die den oorlog bestuurde: thans was het do ouderdom en de rijpe leeftijd. Er word besloten tot den volgenden dag le wachten.

Don volgenden ochtend, bij het aanbreken van den dag, schoen de kust overdekt mot Sarracenen, waaronder men een groot aantal ruiters zag. Niettemin maakten de kruisvaarders (ie noodigo toehoroidselen om aan land te gaan; hij de nadering dor christenen verdwenen do ongeloovigen als door oen toovorslag, en dit was een grooto gunst des llomels, want de wanorde was, naar hot verhaal van oen ooggetuige, zoo groot, dat honderd Sarracenen toereikende zouden geweest zijn om hot gansche leger togen te bondon.

Zoodra het christen leger ontscheept was, schaarde hot zich op don oever in slagorde, en naar do gebruiken van don oorlog las I'etor van Condot, aalmoezenier dos konings, mot luider stem oen proclamatie af, waarhij do overwinnaars bezit namen van hot grondgebied.

Nu werden de levensmiddelen, do bagage en do krijgsbehoeften aan land gebracht. Men begon met oen groot terrein af le bakenen en daar binnen de tenten der christen soldaten op te slaan. Terwijl do gracblen gegraven en verschansingen opgeworpen werden, om hot leger logen een overrompeling te beveiligen, maakten do christoiien zich moester van den toren aan de spits dor kaap gebouwd. I)a:i ;s daarna plantten vijfhomlerd matrozen de Eransche lelievlag op hot kasteel van (larthago. Het dorp Marza, in do nabijheid, viel insgelijks in do handen dor kruisvaarders; men liet er do zieken, en bet leger bleef onder do lonten.

In een aan iMalhias, abt van Sinl-Denis, gerichlon brief verhaalt Lodowijk IX. zelf do oorsto voorvallen van oen oorlog, welke voor de kruisvaarders zoo jammervol zou wezen. «Wij zijn donderdags voor hel feest van de hoiligo Maria Magdalena in bel gezicht van Tunis gekomen,quot; schroei de monarch; «des vrijdags zijn wij zonder oenigen tegenstand te oiitmoeton aan land gegaan; na onze paarden te hebben doen ontscliepon, zijn wij voorlgernkt tol aan do voormalige stad, die men Carthago noemt, en liebhoii ons kamp opgeslagen. Wij hebben bij ons onzen broeder Alpbonsus, graal van l'oiliers on Toulouse, onze kinderen l'hillippns, Joannes en Potrus, onzen neef Robert, graaf van Artois, en onze overige baronnen. Onze dochter de koningin van Navarro, do vrouwen der andere prinsen, de kinderen van IMulippus en van don graaf van Artois zijn op do schepen in onze nabijheid. Wij genieten allen, God zij gedankt, een volmaakle gezondheid. Wij molden u, dat wij, na in alles voorzien te hebben wat noodzakelijk was, met Gods hulp stormenderhand de stad Garlbago geuoinon hebheu, waar versclieidono Sarracenen over do kling gejaagd zijn.quot;

Lodowijk l\ voedde nog altijd hoop op de bekeering van den koning van Tunis; maar die vrome begoocheling ging weldra in rook op. De muzolmansche vorst zond afgevaardigden aan den koning om hem te boodschappen, dat hij hein zou komen opzoeken aan hot hoofd van hondoidduizend man en bij hom op het slagveld om hot doopsel zon vragen; do Moorscho vorst voegde er bij, dal bij al do christenen had laten gevangen nemen, die zich in zijne Staten bevonden en dat zij allen omgobracht zouden worden, indien hel christen leger zijne hoofdstad kwam aaiitaslon.

De bodroigingon en ijdelo snoeverijen van den koning van Tunis konden geen verandering leweoghrongen in hot doel van den kruisloobt. De Mooren boezemden overigens geen vrees in en verheelden de angst niet welke bet enkele gezicht der kruisvaarders bun inboezomdc. Den vijand nooit durvende te staan, zwierven hunne bonden, verspreid, rondom hot christen kamp, om dogonen die er zich van verwijderden le overrompelen, ol' wel, vielen vereonigd op do voorgosclioven posten aan, schoten eenige pijlen ai', zwaaiden niet liinino bloolo sabels en onttrokken zich dan door een overhaaste vlucht op hunne vlugge paarden aan de vervolging der christen krijgers. Menigmaal namen zij hun tocvluchl tol hol verraad : zoo kwamen eens drie hunner in hot kamp dor kruisvaarders en zeiden, dat zij bet ebrisiolijk geloof wilden omhelzen, hoinlerd anderen vólgden hou en gaven helzelfde voornomen le kennen. Men ontving hen met open armen: onverhoeds storindon zij met de sabel in do hand op do Eranschen in; maar weldra door de ovormacht overwonnen, werden een aanlal bnnner gedood terwijl do anderen de vlucht namen. De drie eersten riepen, zich op de knieën werpende, de orbarming der hovolhobher.s in. Do verachting, welke men voor zulke vijanden koesterde, deed hen genade verwerven, zij werden builen de legerplaats geworpen.

Ton laatste vertoonde zich het muzolmansche leger, door de werkeloosheid der christenen bemoedigd, herhaalde koeren in de vlakte. Niets was gemakkelijker dan het aan te vallen en to overwinnen; maar Lodowijk'had zich voorgenomen alleen vordedigender wijze to werk te gaan en met hel aanvangen van den oorlog te wachten op do komst van don koning van Sicilië: oen nootlotlig besluit, dal hol verdort der christenen ten gevolge had, want do koning van Sicilië, die de ongelukkige expeditie aangeraden had, moest door zijn talmen hot kwaad voltooien, waarvan hij doorzijn raadgevingen hel eerste zaad gestrooid had.

Men maakte zich in Egypte gereed om den inval der Eiankon te voorkomen, en reeds in do oorsto dagen van Augustus liet liiliars boodschappen dal hij zich lot bijstand van Tmiis op wegging begeven. Do troepen, welke do' sultan van Cairo in do provincie Barca Cyrenaïca) onderhield, kregen bevel naar Tunis op te rukken. Do vorst van Tunis, die den titel van kalif of bohoersqher dor geloovigen droeg, had al do muzelmannen van hol koninkrijk Marokko en uit de provinciën van Mauritanië lot de verdediging van hel Islamisme opgeroepen. Zoodoende kon hot muzohnanscho leger menigvuldige versterkingen ontvangen, terwijl de ohristenon daarentegon volstrekt geen hoop konden voeden eenige hulp op do Afrikaansoho kusten te vindon. De lozor zal zich herinnoren, dal lijdons do eerste kruistochten lal van christenen do Eranken togemoel snoldon en hun levens-middclen brachlon; hier vonden do kruisvaarders niets dan een armelijke bevolking, die op hunne nadering do vlucht nam. Eenige langs do kust wonende chrislenen, die in vrees en afliankolijkheid loofden, durfden hunne broeders uil hot Westen niet te bezoeken of do vanen van don gewijden oorlog le komen begroeten.

Al hetgeen de kruisvaarders op dien vreemden bodem zagen, maakte lor nauwornood buuiie nieuwsgierigbeid gaande en vervulde hen slechts mot Irouriglieid m plaats van linnno geestdrift op to wokken. Geen dor ridders, dio aan den kruistocht deelnamen, bezaten kunde genoog om nasporingen te doen in do pninhoopen die alom onder linnuo voelen verspreid lagen; zij wisten slechts een ding, namelijk dal zij, gelijk Lodowijk gemold had, in oone stad aangekomen waren, ilie Carlliayu (jenoemd werd.

Gelegerd te midden dor overblijfselen van do hoogste oudheid, op plaatsen die nog heden ton dage aan de Europeescho reizigers do herinnering aan Dido en Hannibal in hel geheugen lorugroepon, dachten do hoeren en baronnon van ErankVijk slechts met weemoed terug aan hunne gothischo kastoolcn en oude burgsloten, die zij in liet Westen achlorgolalen hadden. Tor nauwornood wist men in hel christen leger, dal iu do oorsto oeuwen der Kerk zich bet Woord van .lesns Christus had doen booren in Carthago, in Utika, in Hippone; dat al de steden der Atrikaanscho kust vorniaardo apostelen van God, vrome kerkvaders en talrijke martelaars van hol geloof bimion hare muren aanschouwd hadden.

Die eertijds zoo vruchtbare landstreek was nog slechts een verzengende woestenij, waarin eenige schaarscho olijfboomon groeiden. Do waterleidingen, die men voorheen gebouwd bad om hot water van verre naar do pulten te voeren, bodekton den grond mol hare verstrooide brokstukken: de soldaten van Lodowijk IX vonden noch do groene boschages, noch do frissche spelonken, noch do heldere watervallen, die, volgens hol dichterlijk verbaal van Virgilius, de melgezelloii van don vromen Enoiis vortroosllon. Roods in do eerste dagen linnnor aankomst loden do kruisvaarders gebrek aan water terwijl zij slechts gezouten vleosch lol voedsel hadden. Do soldaten waren niet bestand logen hol Afrikaansoho klimaat, er hcerschten nil do verzengde luchtstreek komende winden, die oen verloorond vuur geleken. Op do naburige borgen beroerden do Sarracenen met daartoe ingerichte werktuigen bel zand, en bot stof dal daardoor opsteeg, droef in gloeiende wolken naar do vlakte, waarde christenen gelegerd waren. Daarbij richtte do bloodloop, cono gevaarlijke ziekte in warme landen, grooto verwoestingen onder do troepen aan. De post, welke uit zich zeivo op dal dorre zand scliijnt le ontslaan, had insgelijks hare besmetting aan hel christen leger medegedeeld.

Men stond dag en nacht onder do wapens, niet om den vijand le bestrijden, die altijd vlueblle, maar om zich tegen elke ovciTompeiing te beveiligen. Hot meerendeol der kruisvaarders bezweek aan de vermoeienis, don dorst en de ziekte. Do Eranschen verloren al spoedig Houchard, graaf van Von-ilnme, den graaf van do Mark, Walter van Nemours, do hoeren van Montmorency, van l'iemio, van Rrissac, Guido van Aspreinonl, Raoul, broeder van den graaf van Soissons. Er waren geen handen genoeg om de dooden te begraven: de


-ocr page 432-

li KRUISTOCHTEN.

GESCHIEDENIS DE

276

f?raclilen van lid kamp waren opgevuld mol lijken, die er dooreen in geworpen werden, hetgeen hol bederl van de luclit niet weinig vermeerderde.

Terwijl liet chrislen leger zoo deerlijk geteisterd werd, kwam Olivier van Termes, een Languedoescli edelman, uit Sicilië aan, hol bericht medebrengende, dat koning Karei opliet punt stond zich met een leger in te schepen. Deze tijding werd met blijdschap ontvangen, maar verlichtte iu geen enkel opzicht liet lijden der kruisvaarders. De hitte nam gestadig toe; liet gebrek aan water, het slechte voedsel', de ziekte, welke hare verwoestingen voortzette, het verdriet zich iu een legerplaats opgesloten le zien zonder te kunnen strijden, brachten eindelijk een volslagen moedeloosheid in de harten der soldaten en dor aanvoerders teweeg. Lodewijk poogde hen door zijn woorden en zijn voorbeeld oj) te beuren; maar bij werd zeil' door de buikloop aangetast. De prins 1'hilippus, de hertog van Nevcrs, do koning van Navarre, do pauselijke legaat, ondervonden eveneens de nitworkselen der besmetting. De hertog van Nevers, bijgenaamd Tristan, was tijdens de gevangenschap des konings te Damiuto geboren. Lodewijk had hem bijzonder liet'; de jonge prins lag-in de tent zijns vaders, maar toen hij op bel punt was aan do ziekte te bezwijken, vervoerde men hem naar een schip. De monarch vroeg voortdurend hoe hel met zijn zoou was; allen, die hein omringden bewaarden echter een droevig zwijgen. Eindelijk doelde men hom mede, dal de hertog van Nevers overleden was: bij dat bericht kon Lodewijk zijne tranen niet weerhouden. Weinig tijds daarna stierf de pauselijke legaat, diep betreurd door de geestolijkhoid en de soldaten van hol kruis, die hem als hun geeslelijken vader beschouwden.

Ondanks zijne smarten, ondanks zijn hartzeer, hield Lodewijk zich nog steeds mot de zorg voor zijn leger bozig. Zoolang hem nog eenige kracht overbloel', gal' hij bevolen, zijn lijd tusscben de piichlcn eons christens on die eons mouarchs verdoelonde. Eindelijk nam de koorts zoodanig in hevigheid too, dat hij zich niet moer met de zorgen voor zijn leger ol de oolbningon van godsvrucht kon bezighouden; nu liet hij oen kruisbeeld voor zicli zetten en do handen uitstrekkende, riep bij in stille Dengone aan, die vooralle inenschen geleden lieell.

Hot geheele leger verkeerde in diepe droefboid; de soldaten smolten in tranen en smookten don Hemel om het behoud van zulk een goeden vorst. Te midden der algemeeno droefboid vestigde Lodewijk IX zijne gedachten op de vervulling der goddelijke wetten en der lotsbestemming van Erankrijk. 1'hilippus, die hem in het bestuur van hel rijk moest opvolgen, bevond zich in do lont zijns vaders. Lodewijk dood hem voor zijn bed komen en doolde hem mol zwakke stom raadgevingen mode omtrent de wijze waarop hij hot koninkrijk zijner voor-vadiMvn moesl besluren. De lessen, die hij hom gal', bevallen de moest verhoven grondbeginselen van den godsdienst en het koningscliap. Wal haar voor altijd den eerbied der nakomeling-scliap zal waardig maken, was dal zij bel gezag van zijn voorbeeld hadden en aan al de deugden van zijn leven horinnorden. Na bom aanlievolou li; hebben den godsdiensten diensbodieiiiiron lo corbiedigon en te doen oorhiedigen , ten allen tijde en bovenal le vreezeu Cod le holeedigen, ging hij volgendorwijze voort: «Oliofdo zoon, wees liefdadig en harmharlig voor do armen en voor allen die lijden. Als gij den troon beklimt, toon u dan door uw gedrag waardig de heilige zalving te ontvangen,

waarmede do koningen van Erankrijk gewijd worden......\ls

gij koning zult zijn, loon u dan rechtvaardig iu alle dingen on dal niots u ouil doe afwijken van hel pad der waarheid eu

der gerechtigheid..... Indien de weduwe en de wees zioh

op n legen (.'en machtige beroepen, vorklaar n dan voorde

zwakken legen den sterke, totdat do waarheid u bekend zij.....

In de zaken, waarbij gij zelf belang zoudl hebben, moot gij eerst de zaken van oen ander voorslaan, want als gij zoo niet han-deldel, zouden uwe raadslieden niet ten uwen nadeele durven

spreken, heigeen gij niet moogt verlangen.....Geliefde zoon,

ik beveel u vooral aan, allen oorlog mot een christen volk le vermijden; indien gij in do noodzakelijkheid gebracht wordt het le doen, zorg dan ton minste dat de bevolking, die geen

schuld draagt, voor alle schade bewaard blijve.....Slel al hot

mogelijke in het werk om de verdeeldheden te stillen , die in hel rijk zouden oprijzen, want niets is aan God wolbohagelijker

dan de eondrachl en de vrede..... Doe steeds hot mogelijke,

dat er in de provinciën goede overheidspersonen zijn.....

Verleen gaarne macht aan degenen , die er een goed gebruik van welen lo maken, en straf degenen, die haur nnsbrnikeu; want indien gij hot kwaad in een ander moei haten, moot dit toch in de eerste plaats wezen in degenen, die bun gezag aan u ontleonen..... Wees rechtvaardig in de boiling dor belastingen, verstandig en gematigd in haar gebruik, wacht u voor dwaze uitgaven, die tot onrechtvaardige afpersingen voeren; verheler met omzichligli.eid wal gebrekkig is in de wollen van hel rijk. Ilandlinaf ongekrenkt do rechten en vrijdommen welke uwe voorgangers verleend hebben. Hoe gelukkiger uwe onderdanen, boe grooler gij zeil' zult wezen; hoe onberispe-lijker uwe regooring zijn zal, boe meer uwe vijanden zullen vreezen u aan te vallen.quot;

Lodewijk gal nog een menigte andere lessen aan Philippus omtrent do liefde, die hij aan God, zijn volk en zijne familie verschuldigd was; daarna zijn geheele hart uitstortende, liet hij nog alleen do taal hooreu van een vader, die van een innig geliefden zoon gaat scheiden. «Ik geef n don ganschen zegen dien een vader aan zijn geliefdon zoon schenken kan,quot; zoide hij lol hem. «Ik hid u dal gij mij te hulp komt door missen en gebeden en ik een deel móge hebben in al de goede werken, die gij zuil verrielilen. ik smeek Onzen Heer Jesus Christus dal Hij u door zijne groolo barmhartigheid bohocdo voor alle rampen, en u verhindere iels le doen togen zijn wil; en dat wij Hom na dit loven te zamen mogen aanschouwen, beminnen en loven in cie eeuwigheid der eeuwigheden.quot;

Wanneer men bedenkt dat deze woorden gesproken werden op de kusten van Alrika door een stervenden koning van Erankrijk, dan gevoelt men een gemengde gewaarwording van vorba/.ing en aandoening, welke hel koelste en onverschilligste gemoed moet aangrijpen. Men kan zich dus voorslellon welk een uitwerking zij moesten hebben op den geest van een diep bedroefden zoon Philippus hoorde ze met eerbiedige droefheid aan, en wilde dal ze getrouw opgeleekend worden, om zo al de dagen zijns levens onder de oogen le hebben.

Lodewijk wondde zioh vervolgens lol de koningin van Navarre, zijne dochter, die aan hel voeteneinde van zijne logorslode in tranen wegsmolt: in liefderijke bewoordingen herinnerde hij haar aan de plichten van eene koningin en eene echtgonoote; hij beval haar vooral aan zorg le dragen voor baar man, die ziek was, en, aan de kleinste oinslandigheden deukende, ried hij den koning van Navarre aan bij zijn lorngkeor in Champagne zijne schulden le betalen alvorens liet klooster der Gordeliers van l'rovins weder op te bouwen.

Deze vaderlijke raadgevingen waren de laatste woorden, welke Lodewijk tol zijne kindoren richtte, nadien zag hij hen niet meer terug. De gezanten van Michaël Daleologus waren juist in hel christen leger aangekomen; do koning stemde er in toe hen lo ontvangen. In den toestand, waarin hij zich bevond, kon Lodewijk niet meer oordeelen over de valscbo beloften van de Grieken, noch over do bekoinmering on do misleidende staatkunde van hun keizer; hij hield zich niet meer mol woreldsche zaken bozig. Mij bepaalde er zich loc zijn wensch le kennen te geven, dal do vereoiiiging der beide Kerken eindelijk lot stand inocht komen en beloofde den gezanten, dal zijn zoou Philippus daarin naar zijn beste vermogen zou medewerken. Deze gezanten waren Melilenioles, aartsdiaken van de keizerlijke kapel, en de vermaarde Veclnis, kanselier der Kerk van Constantinopel. Zij werden zoo getrollrn door de woorden en do deugden van den heiligen Lodewijk, dat zij in het vervolg mol ijver aan de hereoniging werkten en eindigden met beiden de slachtollers van de staatkunde der Grieken te worden.

Na dat onderhoud wilde Lodewijk nog slechts denkon aan God, en hloef hij mol zijn biechtvader alleen. Zijne aalmoezeniers verriehtlen in zijne tegenwoordigheid do gebeden dor Kerk , op welke hij antwoordde. Daarna ontving hij de UIL sacramentoii. «Van al zondag, van hel imi' dor none,quot; zegt een ooggeluige, «lol maandag, lol aan hel uur der tertio, hield zijn mond dag noch nacht op Onzen Meer te loven en voor het volk le bidden, dal hij daar medegevoerd had.quot; Men hoorde hem deze woorden van den koning-profeet herhalen: «Geef, Meer, dat wij den voorspoed dezer wereld mogen verachlon en baren tegenspoed trotseeron.quot; Mij zeide ook mei luider siennne dil vors van een anderen psalm op: «O God! gewaardig t. uw volk te heiligen en over belzelve le waken!quot; Hijwijlen riep hij den heiligen Dionysins aan, dien hij dikwijls in de veldslagen had aangeroepen en smeekle hein om zijn henielschen sleun voor dat leger, helwelk hij zonder opperhevelhebber ging achterlaten. In den nacht van zondag op maandag hoorde men hem tweemaal hel woord .lenisiilcm uitsproken, toen liet hij er op volgen: 117/ zullen naar Jenixdlcm ijadii. Zijn geest was sleeds vervuld met de gedachte aan don gewijdeii oorlog. Misschien zag hij ook toen nog alleen hol liemelsche .lorusalem, het laatste vaderland van den reehlvaardigen mensch.

Op maandag 28 Augnstns te negen uren dos ochtends verlooi hij de spraak; maar hij zag de omstanders nog vriendelijk aan. Zijn aaiigezichl was kalm en men kon het hem aanzieii, dal zijne ziel verdeeld was lusschen de reinste aardsehe genegenheden en de gedachten aan de eeuwigheid. Den dood voelende naderen, gaf hij door leekenen te verslaan, dat uien hem in oen boelekloed op oen leger van asch zou nederleggen. Tus-sehen negen uur en den middag was het alsof hij siiep, en lag hij wel een half uur en langer mei gesloten oogen. Nu scheen bij weder bij te komen, opende de oogen en sloeg ze Ion honiol, zeggende: «Hoere, ik zal uw buis binnengaan, en 1 in uw


-ocr page 433-
-ocr page 434-
-ocr page 435-

li KUIISTOCIITKN.

(IKSCIIIKDKMS l)K

quot;211

lioili^' labei'iiaki'l aaiilnJiJoii.quot; Hij ovcrloed Icu drie uren dos iiamidiliigs.

Wij lieiibcn Kcsprokon \aii dc diopc droel'lieid, welke onder do kruisvaarders hecrschlo, locu Lodowijk ziek geworden was. Aanvoerders en soldaten vergaten lain éiyen lijden om slechts aan de ziekte des kunin^s te denken. Op eik uur van den nacht en den dag verdrongen zich tal van getrouwe krijgers rondom dc tent des konings, en wanneer zij het treurige en moedeloozc voorkomen zagen dergeuen die er uil kwamen, keerden zij met de «ogen op den grond gevosligd en den geest met somhere gedachten vervuld naar hunne tenten terug. In dc legerplaats durlde men elkander ter nanwernood te ondervragen, daar men nog slechts noodlottige tijdingen verwachtte. Kindclijk toen het verlies, welk een ieder duchtte, aan het leger bekend gemaakt werd, gaven de Kransche krijgers zich aan de vertwijieling over: zij zagen in den dood van Lodewijk IX het sein van alle mogelijke onheilen en vroegen elkander al' welke hcvelhehher hen in hun vaderland zon terugvoeren.

Op den dag zeiven van den dood des konings ontscheepte Karei van Anjou met zijn leger in de nahijheid van Carthago. Troinpetten en nuizlekinstruinenten lieten zich op den oever hiiorcn; maar tone iloodscho slilte lieerschte in het kamp dei' kruisvaarders en niemand ging de Sicilianen te gemoet, die men met zooveel ongeduld verwacht had. Angstige voorgevoelens maken zich van Karei meester: hij rijdt zijn leger vooruit en vliegt naar de tent des konings, die hij op de assche uitgestrekt vindt liggen. De trekken van Lodewijk waren Ier nanwernood veramlerd, zoo kalm was zijn alslervèii geweest. Karei wierp zich aan zijne voeten neder, besproeide ze met zijne tranen, hem nu eens zijn broeder, dan weder zijn heer noemende. Hij verwijlde lang in die houding, zonder achl te geven op degenen, die hem omringden, steeds tot bodewijk sprekende, als ware deze in hel leven geweest, en zich op den toon der diepste verlwijlelihg verwijtende, niet de laatste woorden gehoord en opgevangen te hebben van den teederstc der hroeders, den heste der koningen.

Dc stollelijke overhlijlselen van bodewijk werden in twee aschkruiken gedaan, lie ingewanden van den vromen koning werden hel deel van Karei van Anjou, die ze naar Montreal zond. Do gralloinhe, welke deze kostbare overhlijlselen bevatte, werd eerst in het koor der kathedraal van dio stad geplaatst: zij was versierd met mozaïekwerken die hel wapen van Frankrijk vormden. Vier steeuen voetstukken, welke het gr:d'gesleenle steuiiden, zijn heden ten dage de ecuigo sporen welke van hel eerste gedenkteeken overig zijn. De tombe, welke de ingewanden van den heiligen Lodewijk bevatte, is herhaalde koeren verplaatst geworden. Sedert deu aanvang dor zestiende eeuw bedekt een wit marmeren altaar, door den aartsbisschop don buig! van Torres aan hel einde der linkerbcuk van de kathedraal opgericht, dc vereerde overblijlscleu des konings van Frankrijk. Onder het altaarblad kan men een der zijden van de tombe zien, op welke hel volgende opschrHl gebeiteld is, door den tand des lijds hall' uitgewischt:

HlC SUNT TUMULAÏA VISCHIU HT COIII'US LuiJOVICI IIKCIS FltAXCI.K,

qui (iiinr Ai'ui) Tonisiu» a.n.no Domimc.i; ixcau.natioms 1470, jiknsh auim sio 23.

(Ilicr zijn bcijraven tic. iiKjcwiuiileii en hei lichaani van Ijulcwijk, Loithiji vein I'l'tinkrijli, die nabij rmiin nlkrf in hel jaar 1quot;2H)viiii tie memciuvuniinj des lleerett, tien 4Ï) ran tic nituitttl . I a tja.si us.)

Dit opscln'il'l vermeldt ten onrochte, dat hel gral'inde kalbc-draal van iMonlreal het lichaam van den heiligen bodewijk bevat: alleen dc iiigcwandeu des konings werden er in hijgezel. 1'hilippus behield bet gebeente en hel bai'l van den beiligen monarch. Toen deze jonge prins ze naar Frankrijk wilde verzenden, wilden de soldaten cn de aanvoerders niet scheidcii van hetgeen hun van zulk een goed uionarch restte. De aanwezigbeid der overhlijl-scleu van den vereerden koning in hel leger der kruisvaarders, scheen bun een beveiliging toe tegen nieuwe onheilen en bel zekerste middel om dc hescbcrnüng des Hemels op het christen leger Ie doen rusten.

I'hibppus was nog altijd ziek, en zijne ziekte baarde ernstige hekonnnering. Hel leger beschouwde bem als den waardigen opvolger van bodewijk en de genegenheid, die men den vader toegedragen had, ging op den zoon over. Hij ontving, te midden der openbare drocl'hoid, de hulde en den leeneed der aanvoerders, baronnen en beeren. Het was zijn eerste zorg het regentschap en alles wal zijn vader, voor zijn vertrek, in Frankrijk vaslgesteld had, goed te keuren. Godl'ricd van Heaulicu , Willem van (ihartres en Joannes van Mons, de een , do hicchlvader, en de beide anderen aidmoczenicrs van den overleden koning, werden met de overbrenging der hevelen van IMiilippus naar hel Westen belast. Onder de brieven, welke die gccslclijken naar Frankrijk medcnainen, heelt dc geschiedenis dien behouden welke gericht was aan de geestelijkheid en ttan al de reehlsrhapen lieden ran In't rijk. Na de gevaren, dc vermoeienissen en deu dood van bodewijk IX verhaald te hebben, verzocht die jeugdige prins aan God om de genade de voetsporen van zulk een goed vader te mogen drukken, zijne gewijde bevolen le mogen volgen en zijne raadgevingen in toepassing te mogen brengen. IMiilippus besloot zijn briiT, welke overluid in alle kerken algelczen werd, met al de gees-telijken en al de geloovigen te smeeken tot den Koning der koningen hunne gebeden en hunne oHcranden te richten voor den vorst, wiens ijver voor den godsdienst men gekend bad, zoowel als zijne licidevollc zorgen voor hel koninkrijk Frankrijk, dat hij als zijn oogappel licl'had.

Terwijl de vertwijieling onder do christenen heersebte, gaven de muzelmannen zich aan hoop en blijdschap over. Zij dankten bun proleet ben van den machligste hunner vijanden verlost te hebben. Het Woorsche volk herhaalde met bijgcloovige geest-drilt cenigc Arabische verzen, waarin men den dood van den koning van Franki ijk voorzegd bad op den eersten dag van zijne aankomst op de kust van Afrika. «O koning der Franken !quot; zoo luidden ongeveer die voorspellende verzen, «Tunis is dc zuster van Cairo. De wederwaardigheden, die u overstelpten op de boorden van den Nijl, wachten u op dc kusten van Mauritanië; gij zuil er het huis vinden van Loktnait, dal n tot gral' zal verstrekken, en dc beide doodsengelen, Mtntkir en Nahir, zullen voor u den eunuch Sabih vervangen.quot; Dc ongeloovigen zag(iu een mirakel des Hemels in de vervulling dier voorspelling, en de Oosterscbc geschiedenis beert het niet beneden zich geacht den tekst dor voorspelling aan ons over te brengen.

Intusscben nam de koning van Sicilië het opperbevel over het christen leger op zich, en besloot hij den oorlog voort te zetten. De troepen, die hij medegebracht bad, blaakten van strijdlust, en den Franscben moest een alleiding voor hunne droel'lieid op het slagveld welkom wezen. De ziekte, welke hunne gelederen dunde, scheen uitgewoed le behben, en dc soldaten die zoolang in hun kamp opgesloten geweest waren, voelden hunne krachten tcrugkecren hij het zien der gevaren van den oorlog. Fr werden verscheidene gcvcchlcu geleverd rondom hel meer van la Coitlelfe, waarvan men zich wilde meester maken, om Tunis dichter te kunnen naderen, t e Mooren, die, weinige dagen te voren, gezworen hadden dc christen krijgers te zullen verdelgen ol tol hunne slaven te maken, konden den onstumngen schok hunner vijanden niet lang weerstaan. Menigmaal waren de voetboogschutters voldoende, om Inuiue onlelbare drommen te verstrooien. Feu ontzcltend gehuil en gebrul, het verward rutnoer van pauken en andere instrumenten verkondigden hunne nadering; dichlc wolken zand, van de naburige hoogten opgewoeld, verkondigden hun altochl en begunstigden hunne vlucht. I!ij twee ontnioe-lingen raakten zij tegen wil en dank slaags en lieten een groot aantal der hunnen op de vlakte uitgestrekt achter; bij een andere werd hun kamp genomen en geheel geplunderd. De souverein van Tunis kon niet meer op zijn leger rekenen voor de verdediging zijner Staten Hij zeil gaf aan zijne soldalen in geeneu decle bel voorbeeld van de dapperheid; hij hield zich voortdurend in onderaardsche grotten opgeslolcn om zich tegelijk aan de brandende stralen der zon eu aan de gevaren van den strijd te onttrekken. Door angst gedreven, zag hij eindelijk geen behoud voor zich dan in den vrede: hij besloot dien ten koste van al zijne rijkdommen le koopen. Zijne gezanten verschenen herbaalde keeren in het kamp der christenen om vredesvoorstellen le doen, en voornamelijk om to trachten den koning van Sicilië door de schitterendste beloften tol het aannemen daarvan li; bewegen.

Toen bet gerucht dier onderhandelingen zich in bet kamp der kruisvaarders verbreidde, bracht hel de gemoederen in een groote gisting. Dc soldaten, wie men de plundering van Tunis toegezegd bad , wilden den oorlog voortzetten. Fcnigen der aanvoerders, wien men andere toezeggingen gedaan bad, loonden niet hetzelfde vuur als de soldaten. Door het overlijden van bodewijk IX en den pauselijken legaat had de kruistocht zijn voornaamste drijfveer en die zedelijke kracht verloren, die alles bezielde. De geest der kruisvaarders, welken niemand leidde, door lidlooze eu verschillende hartstoebten geslingerd, zweefde in onzekerheid, en deze onzekerheid moest het leger ten laatste werkeloos doen blijven en den oorlog doen opgeven. IMiilippus verlangde naar Frankrijk terug te keeren, waar de belangen des rijks hem riepen; en de meeste Fransciic bccren cn baronnen begonnen het vaderland le betreuren. Fr werd eindelijk hcsloten over de vredesvoorstellen van den koning van Tunis te beraadslagen.

In den raad waren degenen, wie volstrekt uicls toegezegd was cn die niet even verlangend waren als dc overigen om de kusten van Afrika le verlaten, van luccning, dat men den oorlog moest voortzetten. «Het was,quot; zeiden zij, «voor de verovering van Tunis, dat Lodewijk IX te Carthago ontscheept was en bet


-ocr page 436-

CKSCIllEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

S78

clirisleii lo^or zoo veel cllciulo vovduui'd liarl. Wat kon men

licici' doc...... do iiaKodiu'hlenls to eeron van Lodewijk 1\ en

zoo vele l''raiisehen. ovenals hij martelaars van Imn ijver en werk voort te zetten on te voltooien? De wist dat de kruisvaarders Tunis bedreig-Nj hun aanhük vlucliiten en dat de stad iro poorten voor hen te omsluiten. Vvat zou (ie ciirisieunuKi /r^^cn, als zij ilert

hun n'idool'. dan geheele ehrisle den, dat de Moorcn zieh gereed niaaklo li

de (dirisienheid zeggen, als i voor tie overwonnenen ge

Illl

van

beroovon, kortom, n, die zij hadden om den oorlog naar de kusten van Afrika over te

te

Karei, de eounel echter aan land Den IS October had de Voorzienigl expeditie slechts een aaneenscl overviel een gewei'

haven van Trapani. Achttien groote schepen vergingen en vier duizend kruisvaarders vonden hnn dood in de golven. Het meerendeel der aanvoerders en der soldalen verloren hunne wapens, hunne uitrusting, hunne paarden: als wij een ge-schiedscbrijver mogen gelooven, ging bij die schipbreuk al liet geld verloren, dat de koning van Tnnis betaald had.

De koning van Sicilië, die getuige was geweest van de ramp, nam terstond de noodige maatregelen om de kruisvaarders in Imn ongeluk hij te staan. Men moet gelooven aan de op-' heid der grootmoedige gevoelens die hij bij deze gelegen-aan (leu dag legde, maar zonder twijfel vermengde zich met die gevoelens eenige hoop van die noodlottige gebeurtenis partij te trekken tol bevordering zijner geheime oogmerken. Toen al de bevelhebbers aangekomen waren , hield men versebeidene raadsvergaderingen om te overleggen omtrent hetgeen er te doen bied. Daar ieder boog van zijne verliezen opgaf, stelde Karei een zeker middel voor om ze te herstellen; dequot; verovering van Griekenland. Ziellier hel plan. dat bij ontworpen had: ten eerste zon het gelieele leger den winter iu Sicilië doorbrengen; in het voorjaar zou de graaf van Poitiers meteen deel van hel leger naar Palestina vertrekken; het overige deel zou Karei naar Epirus en van daar naar liyzaiilinin volgen. Dit t)

dat de I'

lokken ;

regenten van zij in ar

1

, niet dat men door de nieesten gaven bij de gewichtigste redenen voor welke poogde te doen

zij

«el

i 1

li i

zouden worden.

lanen

recht

lieid

mik

,1

51

en

als

niet konden bcscliouweii

laken ramp-men Fran-

aansche krot ■ag, hetwelk :i;iii doch iu Frai bezig met den dood van 1.odewijk l\, en de

van dien tijd bepalen zirb tot bet betrenren •tenis, welke bel rijk in rouw dompelde. Metis

|ken dien

% i'1' ■ ail!;

ken, dal de door den

echler niet ondienstig hier op te

aangevoerd brengen.

Ilini gevoelen behield echter de over al het aangevoerde overtuigd was, maai daaraan hunne stem, gelijk zulks dikwerl beraadslagingen plaats vindt, eerder om niet uitkwamen, dan om die welke men

leu. ...

Den :il October werd er een bestand gesloten van vijltien zonnejaren tusscben den kalil', rfc» inidin, bcliccnrhcr der (jclou-riticn , Abou-Ahdallah-Mobamed, van do eene zijde, en den (lómii'ichlen prins Philippus, bij de genade Gods, koning van Frankrijk, den (kwrluchlmprins Karei, koning van Sicilië, en den (liiorlwiiWu prins Thibout, koning van Navarre, van de andere zijde. Het eerste artikel van het verdnis behelsde, dat de wederzijdsche gevangenen in vrijheid g(

De christen vorsten verbonden zich vervolgens van Mahonwd te beschermen, die zich in Imnnc Staten zouden bevinden; ceze beloofde bescherming eu gerccbtigheid aan de onderdanen der christen vorsten, die zich naar de kust van Tunis zouden begeven ol daar verblijven. Het derde artikel van bet verdrag machtigde de monniken en de christen priesters zich in de Staten van den Iteheerscher der gelwmaen te vestigen; men moest hun een terrein aanwijzen, waar zij Imizen bouwen, kapellen stichten en hunne dooden begraven konden; zij zouden de vrijheid bezitten binnen den omtrek hunner kerken te prediken,' overluid hunne olliciëu te verrichten, kortom, God te dienen overeenkomstig hun eeredirnst en alles Ie doen wat zij in Imn land {leden.

Het waren ongetwijfeld echter niet deze bepalingen, waaraan de conlractcerendc macblen de meeste waarde gehecht hadden; het geld , dat de aanvoerders van den kmistoclit moesten ontvangen, ziedaar de zaak, die de belanghebliende partijen ernstig beziggehouden had. De vorst van Tunis verbond zich aan de christen vorsten te betalen tweehonderd Ueu duizend oneen goud, de helft terstond, bet overige in den tijd van twee jaren. Hij onderwierp zich daarenboven aan de schatting, welke 'lunis te voren aan den koning van Sicilië betaalde, met belofte de achterstallige gelden te betalen en het jaarlijksche bedrag daarvan te zullen verdubbelen. Men mag met grond aannemen, dat deze laatste voorwaarden over den vrede hcslislen! zij doen ons te gelijker tijd de redenen en de ware drijfveeren van een voor Frankrijk zoo noodlottige expeditie kennen. De heeren en de baronnen, die den heiligen Lodewijk op den kruistocht vergezeld hadden, werden in het verdrag genoemd : de meesten moeten hnn deel gehad hebben van de schatten, welke de vijand ten olï'er bracht om den vrede te koopen die de kruisvaarders nochtans den prijs der overwinning.

Verscheidene Kngelsche en in scherpe bewoordingen het v(

zaligen oorlog een einde ma.quot;''

zich alleen sche kronijken van eene gebei

vernam, dat de krnisvaar-waren en zich aan hun

ei(i( n overwinning onltrokken hadden?quot;

i)c'genen die voor het sluiten van den vrede waren, voerden aan,quot;dat het niet alleen gold Tunis in te nemen, maar ook liet'land te veroveren, hetgeen niet kon geschieden dan door de uitroeiing der bevolking. Daarenboven zou de langzame voorlgang van het beleg bel christen leger sterk verzwakken. De wmiUm' naderde, waarin men zich geen levensmiddelen zou kunnen verschall'en, waarin de aanhoudende regens misschien meer ziekten zonden verwekken dan de overgrootc hitte, he inneming van Tnnis was niet bet bool'ddoel van den kruistocht; men moest vrede sluiten op voonlcelige voorwaarden, om tie middelen te bezitten vervolgens den oorlog daarheen over te brengen, waar de omstandigheden liet zonden vereischen.

I)(quot; bevelheobers die zoo spraken waren juist dogenen, die de expeditie naar Tnnis aangeraden hadden; een bnnner voornaamste woordvoerders was de koning van Sicilië. Zij erkenden niet meer de noodzakelijkheid om de Middellaiidscbe zee vim de zeeschuimers, die den overtocht der pelgrims verhinderden, te zuiveren en spraken er niet meer van den sultan van Egypte van den machligste zijner bondgenooten schenen al de redenen vergeten te

zij

koning van Sicilië gesloten vrede zoowel bij de christenen als bij de muzelmannen afkeuring vond: do kronijk van Ihn-Ferat bevat een brief van liibars aan den koning van Tunis, waarin de sultan van Cairo aan dezen laatste verweet, dat hij de zaak van het Islamisme verraden had en bijgaf hem zijne yeraebting te kennen door deze woorden: Ken vorst (jelijk (jij is niet waanliy over lt;le ware geloovigen te heenehen.

Weinige dagen na de onderteekening van het verdrag, landde prins Eduard op de kust van Carthago met de kruisvaarders van Schotland en Engeland. Te Aignes-Mortes scheep gegaan, begaf hij zieh naar Palestina en kwam de bevelen van den koning van Frankrijk vernemen. De Franschen en de Sicilianeii overlaadden de Engèlschen met vriendschapsbetuigingen. Fdmird werd met groote eerbewijzingen ontvangen, maar zoodra hij vernomen had, dat de vrede gesloten was, sloot hij zich op in zijne tent en wilde geen een der raadsvergaderingen van het cliristen leger bijwonen. Het Memoriaal der Podestaten van Iteggio zegt, dat. hij de aankoinsl van prins Eduard het leger der eliristenen aan tweehonderd duizend strijders het hoold had kunnen bieden.

De kruisvaarders toonden zich intnsschen ongeduldig om een dorren en moorddadigen bodem te verlaten, welke hun slechts aan rampspoeden herinnerde, waaraan niet de minste roem verbonden was. Dit ongeduld was zoo levendig, dat toen het sein tot het vertrek gegeven was, de grootste verwarring in bet leger lieersclite. Vele arme pelgrims hadden geen aanvoerders en wisten niet boe zij naar hun vaderland zouden terugkeeren. Deze radelooze menigte deed hot strand van haar gejammer weergalmen; zij vreesden in dat gevloekte land achtergelaten te worden en ter prooi van de ongeloovigen te blijven. Koning van Frankrijk en een, aantal edelen bleven , tot alle kruisvaarders ingescheept waren, sinu de vloot naar Sicilië onder zeil, en als raadsbesluiten bepaald dal deze ikeling van onheilen zon wezen , se storm de vloot in de nabijheid der

iets avontuurlijks eu ridderlijks, ransche baronnen eu heeren zou hebben kunnen ver-inanr er kwamen brieven uit Frankrijk, waarin de den jongen koning de droefheid en do bekommering volken mededeelden en op zijn spoedigen terugkeer

............^oii. Philippus verklaarde, dat bij zich niet in Sicilië

kon ophouden en onverwijld naar zijne Staten ging terugkeeren. Dit besluit vernietigde al de verwachtingen van Karei: de I'ransche edelen wilden hun jongen monarch niet verlaten; de vorsten en al de aanvoerders van het christen leger legden liet kruis al'. Een kronijk van Italië vermeldt, dal Karei, in zijn teleurstelling, al de'schepen en al de bezittingen der schip-hreukelingen , welke de laatste storm op de kusten van Sicilië had geworiien, ten zijnen bate verbeurd verklaarde.

Er werd bepaald, dat' de kruistocht vier jaren later hervat zou worden. De beide koningen, de vorsten en de voornaamste bevelhebbers verbonden zich onder cede zich in de maand Juli van hel vierde jaar naar Syrië te zullen inschepen ;• een ijdele belolte, die geen In'mner zou houden en die zij slechts aflegden om in bun eigene oogen de tegenstrijdigheden van hun gedrag in dezen oorlog te verontscliuldigen. FduanI, die bet voornemen te kennen gegeven had om den winter in Sicilië door te brengen en dan naar Palestina te vertrekken, was de eenige die zijne beloften nakwam.

De Fransche krijgers daeblen niet meer aan den kruislocbt; maar bel was er verre van af, dal zij de reeks van jammeren zonden zien sluiten, welke hij bun gebaard had. De van Mavarre stierf korten tijd na zijne ontscheping te Tra,

zijne eclilgenoole Isabella kon hem niet overleven en slierl van

i' |

-ocr page 437-
-ocr page 438-

VERMOORDING VAN HENDRIK VAN D U IT SC H LAN D.

-ocr page 439-

GKSrilIKDKiXIS DER KRUISTOCHTEN.

Ü79

verlaten beeft, maakte. Maar tegenwoordige de vervlogen jareu geheel

slechts bevolkt wan een ander frankrijk Men moet daarbij van zijne staatkuiide die hein bezielde, de en het Westen dooi groote doel, indien meuselidom hadde gestrekt.

Oe geyangeascbap en de dood van den heiligen Lodewijk ui verat, ge lege n gewesten, verzwakten niet in' Europa den eerDieil, dien men voor zijn naam en zijne deugden koesterde. Misschien zells wel dat zulke groote rampspoeden, geleden in van den godsdienst en van alles wat men destijds den luister van bet koningschap nog verhoogden • was nog ver van de tijden, die wij beleefd hebben', rampen der koningen slechts gediend hebben om het ii te berooveu van hetgeen het onder de mensehen De dood van Lodewijk l\ was voorzeker droefheid voorde Franschen; maar onder verlies verwekte, vermengde zich voor

den naam vereerde, want men waarin de koningsch doel eerbiedi reden rouw,

,;eii. van groote dien zijn

een den

de gansclu

■iinu' de g(

die

van rouw voor Frankrijk! Rij hel vertrek van Lodewijk \\ naar hel Oosten was het geheele volk met de sombersle voorgevoelens vervuld en al die voorgevoelens waren nu op zulk een droevige wijze verwezenlijkt. Niet de standaard van de overwinning maar een lijklïoers ging de Fransehe krijgers op hini locht vooral'. Eenige urnen, een handvol soldaten, de overhlijl'selon van een kortelings zoo lalnjk leger, een jonge zieke vorst, als door mirakel outkomen aan den dood, die zijne

......'lil- weggeraapt had, ziedaar alles wat van den kruistocht

terugkeerde. Het volk kwam van alle kanten toestroomen; het omstuwde den jongen koiiing', het verdrong zich rondom de nverhlijlselen van Lddewijk IX, en men zag het aan zijne vrome ingeiogenheid, aan zijne stille treurigheid, dat de gevoelens die hel deden toesnellen van geheel anderen aard waren dan die, welke de volksnieuigte gewoonlijk op den weg van de gehieders dezer aarde dueu sauieiislroonien.

li ij de aankoinsl van l'hilippus iu zijne hooldstad werden het gehecnle en het hart van Lodewijk naar de kerk van O. L. Vrouw gehracdit, waar geestelijken den gauschen nacht de getijden der oveiicdencii zongen. Den volgenden dag werden in'de kerk \:iii Saint-Denis de uitvaarldieiisten voor den koning-martelaar gehouden. In den omiuietlijken stoet, nil alle klassen van de hevolking sainengeslidd, merkte nieu met aandoening den jongen monarch op. die zeil' op zijne schouders het sloll'eli'jk overschot zijns vaders droeg. Hij hield verscheidene keeren op zijn weg hall en de kruizen , die hij iedere rust geplant werdenherinnerden nog in de jongst verloopen eeuw aan dal voorbeeld van kinderlijke licl'de.

I.ddewijk l\ werd in den gral kelder van ziju grootvader Philippiis Augustus en van zijn vader Lodewijk'VIII hijgezel. Hoewel hij verboden had zijn gral'tombe op te sieren, behing men ze met zilveren tranen', die in later lijd door de Engelquot; schen geroofd zijn geworden. Tegen bet einde der vorige eeuw verbrijzelde een vreeselijkc omweiiteliiig zijue tombe en verstrooide zijne assche; maar deze omwenteling heelt niet zijne nagedachtenis kunnen vernietigen.

Neen, nooit zal de nakomelingschap ophouden die zucht naar gerechtigheid te prijzen, welke het geheele leven van Lodewijk kenmerkte, dat vurig verlangen om de waarheid te keuiien, zoo zeldzaam zells bij groote koningen, die liel'de voor den vrede, waaraan hij tol zelfs den roem opollerde, dien hij in den oorlog behaald bad, die zorg voor hel geluk van allen, die innige neiging voor de armoede, dien diepen eerbied voor de rechten van hel ongeluk en voor liet leven der menscheii: deugden die de middeleeuwen verbaasden en die onze eeuw wedergevonden beeft in afstaiinnelingen van dien voorlreHelijken vorst.

Het overwicht, dal zijne godsvrucht en zijue deugdzaamheid Iiom ^iivcn, wcnddo hij slcchLs ;uui lot liet vordedi^on vjiii zijn volk legen alles wal onrechtvaardig was. Dit overwicht, dal hij op zijne eeuw bezat, verleende aan zijne wetten eene kracht, die zij anders slechts door lengte van lijd erlangen.

einige jaren na zijn dood verzochten eenige provinciën met de kroon vercenigd te worden, onder de eenige voorwaarde, dal zij onder de wijze instellingen van den koning-wetgever zouden leven. Dit waren de veroveringen van den heiligen Lodewijk. Men weel dal hij na zijne overwiiniiiigen op Liigelscheii hun Cuienne teruggaf,'tegen den raad van zijne haronneu in , die deze edelmoedigheid beschouwden als strijdig belangen van hel rijk. Misschien konden slechts verhevene zielen gelijk de zijne bevallen hoeveel wijsheid in de raadgevingen der gematigdheid verborgen is! Een uitstekend

drocriicid. Philippiis keerde in de maand Januari naar Frankrijk lerug; do jon^e koningin, die iiom vergezeld had, was een nieuw slacliloHer van den krulsloclil. Door Calabrië komende, viel /'ij hij het. doorwaden cener rivier in de uahijiieid van Cosrnza van haar paard, en deze val koslle iiaar het leven, l'hilippus vervolgde zijn weg, het lichaam van zijn vader, zijn hroedcr en zijne gade met zich voerende. Hij vernam onder weg dat de graal' en de gravin van Poitiers op hun terugkeer naar Lauguedoc in Toscane aan de gevolgen van de besmeite-lijke ziekte hezweken waren. Weinig tijds daarna zag l'hilippus, dooi' Vitcrlio komende, een zijner doorluehtigste wapenmakkers een gewelddadigen dood sterven : Hendrik van Duitsehland werd door de zonen van den graal' van Leycester aangevallen, tot in eene kerk vervolgd en aan den voet der altaren vermoord. Zoo paarden zich de groote misdaden aan de groote rampen, om de treurige herinneringen te vermeerderen, die deze kruis-toch! iiKK'st achlerlalen.

Na den Muiil-Cenis overgetrokken le zijn, kwam Philippiis door Honrgondië en Champagne te Parijs terug. Welke dagen

schrijver uit de vorige eeuw heeft, van den heiligen Lodewijk sprekende, gezegd, dat do groule (jcmuHyde mannen xeklzaum zijn en bet is ongetwijfeld om deze reden, dat de wereld ze niet begrijpt.

In de gesteldheid, waarin Frankrijk verkeerde, zou een alle-daagscb genie verdeeldheden aangestookt hebben, Lodewijk was ec slechts op bedacht ze le stillen; deze geest van verzoening, welke hem lol scheidsrechter der koningen en volken maakte, gal hem meer kracht en macht dan de berekeningen van een gesepene staatkunde. Onder de lijdgenooten van Lodewijk IX ontbreekt hel niet aan zulken, die zijne gematigdheid afkeurden; en degenen, welke ei zich op beroemen bekwaam leziju misprijzen hem nog beden ten dage; een zonderlinge bekwaamheid, die tracht te doen gelooven dat de zedeleer vreemd is aan het geluk der volken en die niet in de bestuurders der rijken de deugden kan duldeu, welke de Voorzienigheid aan de mènsidien geschonken heelt voor hel behoud der maatschappijen.

Hoe meer men de regeeripquot;; van Lodewijk LX bewondert, boe meer men er zich over verbaast, dal 'hij tweemaal den loop zijner weldaden afgebroken en zijn volk dal hij door zijne tegenwoordigheid gelukkig wie zou, de liartstochten ziende, welke het geslacht beroeren, de stem durven verhellen om eeuwen te beschuldigen. Indien iu deze laatste

Europa in opschudding geraakt is op hel gerucht van een op-stmid tegen do muzehnanneii, de meesters van den Pclopomiesus en den Archipel; indien de warmste aanhangers van de moderne wijsbegeerte vurige wenscheu geuit hebben voor de vrijheid van het christelijk Griekenland; indien wij een Frausch 'leger zich, door de geheele wereld bewonderd, op de Afrikaansclie kust behbon zieu werpen en zijn zegevierenden standaard planten op de muren vau Algiers, dat oude en geduchte rootuest dor muzelmanscho zeeschuimers, hoe zou men dan kunnen gelooven, dal, in de middeleeuwen de christen vorsten en volken niet gelroHen zonden zijn geworden door de vreese-l'jke slavernij waarin .lerusalem en al die gewijde plaatsen \ei'zucliiten, vanwaar hel licht des chrislendonis tot ons gekomen is. Hoe zou Lodewijk l\, met hel karakter, dal hij m alle onistandigbodeii zijns levens loonde, onversclullig hehbeii kunnen blijven voor den rampspoed der chrisieii ludoniën , die n door Pranschen en die meirdestijils als het Frankrijk van hel Oosten beschouwde, liet uil hei oog verliezen dat het doei of liever van den godsdieiistigen geest, vereeniging was der volken van hel Oosten de banden des clinsteiidoms, en dal dit 1 ■■ bereikt ware, tot voordeel van hel

bcv(

Lodewijk bereid had, en voor de godvruchtige zielen de p een steun m den hemel le bezitlen. Weldra vierde men het overlijden van Lodewijk l\ als een nieuwe zegepraal dei-Kerk, als een nieuwe glorie van het vaderland, en de verjaardag van zijn dood werd in het vervolg een der plechtige leesten van de ehrislehjke Kerk en de Fransehe monarchie

Welk een heerlijk schouwspel leverde bet canonieke onderzoek op waarin de algemeen., vader der geloovigen de lijdgeiioutcn van Lodewijk IX ondervroeg omtrent de (reugdeu van zijn leven en de weldaden zijner regeering. Franschen uil JiliO Klassen der inaalscliaj)|)itj kwanien oj) hol Kvaii(,elie getuigen, dal de nionarch, wiens dood zij beweenden, ;d de belooningen des hemels waardig was. Ouder dezen merkte men de vroegere krijgsmakkers op van i odewijk, die in Egvple zijne gevangenschap gedeeld hadden cu hem voor Tunis op de ascli liadden zion sterven. Geheel Kuropa bevestigde hun gods-dieuslig geluigciiis en stemde in met deze woorden van het oppeiboold der Kerk: Huia vun Franhrijl;, vcrhcuij //, dai (ijj turn ilr wereld zuil; een i/kki/ luiml ijeschiinlen hehl; verheiui u voll; vun llt;ranhi ijl;, ilal (jij een i/ued koniiuj ijchitil hehl. '

aan de gelukkigi! toekomst

-ocr page 440-

ACHTTIENDE BOEK.

ÜNÜEUGANG DKK CHIMSTEN KOLONIËN IN HET OUSTKN.

127J—1290. '

(Kdiunil van Engeland landt tlt;' riolomaïfi; inneming van Nazarotli ; moordaanslag o|t don Kngels'-hon prins door oen zendeling van don Ondo van den Borg; Kdnard koorl naar zijn vaderland terug; verkiezing van (Jregoriiis X; zijn lerngkeer naar liei Westen; eoneilio van liyon; Kmlolf van llapsbnrg wordt tut keizer van Diiitsehland erkeiul; llumliert. van lloiminiN maakt een im'morie openbaar ten gnnste van tien gcwijden oorlog; nienwlt;; veroveringen van ililiars; zijn dood; Kelaonn volgt hem op en verslaat «le Tartaren hij Kmesa; dood van (iregorins X; «Ie Sieiliaanse.Iio Ves|tors; staatkunde van Kelaonn; de Imrglieer van M arak ia; Kelaonn neemt Laodieea, Tripoli, bedreigt IMolomaïs en onderhandelt niet de ehristciien; zijn dood; zijn zoon en opvolger ('halil neemt l'toloinaïs storinenderhand in en verdrijlt de üiristenen uit Syrië.)

clijk mon sfix.ion liooll, luid do dood van Lodowijk IX X.T |ilulsoiiii^ de ovcr/.f'csclii' oiidonmnin^Mi doen slaken. I'.dnard van Kn^cland vcilrok idlccn mol den uraaCvan JSrcla^iU!, /.ijn lirooder lOiiiiiiind, driclinndcrd ridders en vijriicindcrd kruisvaarders uil l'riesland. Al die kriiisvaard(!rs vormden le zaïiion Ier namvernood een korps van dnizend ol' Iwaall Ininderd slrijders, en /.iedaar alles wal in Azië zou aankomon van die lalloozo le^ersel laren, die men in liel Woslen voorde; verlossing van hel heilige land op de lieen ^(shrachl had. Znlk ccn zwakke versterking was ni(!l, ^(sscdiikl om verlronwen in le Ijoezemcn en de geruslheid le lier^oven aan do clirisleneii van Paloslina, die noy geheel lor neiloi'^osla^en waren door den lernnloeld der krnisvaai'ders voor Tnnis en hun lo rug kooi' naar Europa.

De meesle ehrisien vorston en Stalen van Syrië hadden, uit vrees van aangevallon te worden, Iraelalen gesloten met den sultan van Cairo. Velen vreesden zieh te mengen in oen oorlog, waarin de zwakke hulp van Kuropa hnn weinig hoop op groote voordooien aanbood on waarhij zij overigens te duelilon haddon door do kruisvaarders in den stook gelaten te worden, die altijd bereid waren naar het Westen terug te keeron. I)e Hospitaalridders en do Tempeliers, die nooit eene gelegenheid lieten voorbijgaan om do uiuzehnannen te heslrijdon, sloten zich oehter bij prins I'.dnard aan, wiens krijgsroem hem in bet Oosten was vooralgogiian. ISiliars, die destijds het grondgebied van Plolomaïs vorwoeslte, verwijderde zich van eene stad, die bij met onrust vervuld bad, en scheen oen oogenblik de uitvoering zijner plannen opgegeven te behbeii.

liet kleine leger dor chrislonen, dat zes a zeven duizend man sterk was, rukte op het groiidgebied der uiuzelmannen voort; het trok eerst op l'honicië aan , om de tiissohen de christen koloniën algebroken geinooiischap le horstellen. Op die expeditie hadden de kruisvaarders voel te lijden van de bovoinnatige hille; velen vonden den dood door het eten van de vruchten en den honig die hot land in overvloed opleverde. Zij trokken vervolgens naar Nazareth, op welks muren zij den standaard van Jesus Christus plantten. De christen soldaten konden zich niet zonder verontwaardiging horiiinoren dal lübars do kerk van die stad, aan de heilige Maagd toegewijd, tolden grond had laten slechlen; Nazareth werd aan de plnndoring prijsgegeven, on al do muzelmannen die men in de veroverde stad vond, vielen onder het zwaard der kruisvaarders, en boetten mol hun leven voor de verwoesting van oen der schoonste door de ehrislenen van Syrië opgeriehte godenkleekenon.

Na dio overwinning, waarvoor men den kruisvaarders niet

kan prijzen, ondernamen de mnzelnianneii voortdurend stroop-lochlon op hol grondgebied der I1'ranken. Maar hetzij hij geen voldoende Iroepeninaclil bezat om in bel veld te verschijnen en niet genoegzaam door de ebristenon van hol land ondersleiinil werd, hetzij hij eenige hoop bouwde op een ondorbandehiig aangeknoopt niet den emir van .loppe. die hem beloolde zich le bekeeren en hom do stad, die bij bestuurde, over te leveren, prins Kdnard keerde plotseling binnen de muren van l'tolomaïs ; terug en zocht geen nieuwe gevaren op het slagveld. De ciiiii' van Jonpo onderhield een drukke gemeenschap met hem: om zijn geheime oogmerken le verwezenlijken had hij tot boeit schappor oen der discipelen van den Oude van den lierg gekozen; op zekeren dag, dat Eduard alleen in zijne kamer was en op oen rustbed lag, treedt de verraderlijke bode bimieii en werpt zich mol den dolk in do hand op zijn slachtolU'r. De prins wordt aan den arm gewond, maar dewijl hij mot eene buitengewone lichaamskracht begaafd was, doet hij door een trap mei zijn voel den moordenaar op den grond luimoleii, ontrukt hem daarop don dolk en stool hem dien in de horst. Op bol gerucht kwamen eenige edellieden toeschieten: ile dweepzieke muzelman lag echter reeds dood uitgestrekt. Aanvankelijk slechts aan den arm gekwetst, had Eduard, bij ! zijne verdediging, zich zolven een tweede wonde aan het voor-hóol'd loegehraebt: men voedde vrees dat de dolk vorgil'iigd ware. Konige goscbiedschrijvers verbalen, dat prinses Eleonora, | de gade van Eduard, den moed had om do wonden van haren I echtgenoot uil te zuigen ten einde hel vergil' le verwijderen; andoren vermelden , dat do groolmooslor van don Tempel aan Eduard oiuuiddollijk een geneesmiddel zond, welks kracht in ' het Oosten bekend was. Hoe dit ook zij, alle zorgen waren aanvankelijk vruchteloos en men vreesde voor hot leven van den vorst loeii zich een Arabisch geneesheer aanmeldde en voor een spoedige genezing instond, indien Eduard zijne gohoolo holbouding en prinses Eleonora van zich verwijderde en stipl den levensregel volgde die hom zou worden voorgeschievcri. De voorschril'teu van den geneesheer werden opgevolgd, en de Engelsche prins vertoonde zich woldra geheel hersteld tc paard aan zijne verheugde wapenmakkers.

11271.| Na hel doorstaan van zulk een groot gevaar bedachl Eduard zich niet lang om oen verdrag aan le nomen, dat hem door don koning van Egypte aangeboden werd. Zonder iets gewichtigs ondernomen te bobben voor do zaak welke hij gezworen bad te verdedigen, koorde bij naar Europa terug, waar hij bet overlijden zijns vaders Hendrik 111 vernam, die eiken dag om don spoedigen terugkeer van zijn zoon biddende,


-ocr page 441-

;!N!

Mi

III

I'Ri

WORSTELING VAN EDUARD 1IT VAN ENGELAND MET DEN MOORDENAAR.

-ocr page 442-
-ocr page 443-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

381

hem voor zijn verscheiden niet meer had mop:en zien en hem zijn zegen schenken.

liij het eindigen van het verhaal van eiken kruistocht zijn wij gewoon er nog even bij slii to staan, om er liet karakter en don geest van te doen kennen, om de personen te beoor-deelen die er aan deel genomen hebben, om do voornaamste omstandigheden na te gaan, die hem vergezeld hebben, zoowel als de onmiddellijke uitkomsten, die hij voortgebracht hecl't. Hier is onze taak zeer gemakkelijk Ie vervullen. Na drie jaren aan toebereidselen beslced te hehben, zien wij een machtig leger vertrekken naar een ver verwijderd land om een oorlog te voeren, die ter nauwernood drie maanden duurt, en waarin soldaten en bevelhebbers in werkelijkheid slechts te strijden hadden tegen den invloed van het klimaat, tegen don gccsol van do pest en vooral de gevolgen van een onvoorzichtig vastgesteld plan. Zij zagen ter nauwernood de muren van Tunis, dat zij gingen belegeren, en de Mooren, die zij wildon bevechten ol' bekeeren. Bij die expeditie, in den naam van .lesus Christus gepredikt, dacht men niet aan de verlossing der heilige plaatsen, en volgens eenige kronijkschrijvers van quot;die dagen waren do wederwaardigheden van dien kruistocht de openbaring van do goddelijke gramschap. Lodewijk IX alleen was bij dien rampzaligen oorlog met vrome inzichten vervuld, en toen hij in zijne laatste levensuren verscheidene koeren den naam van Jerusalem uitsprak, beschuldigde hij misschien zichzelven, dat hij aan woreldscho beweegredenen toegegeven had en den palmtak van het martelaarschap was komen zoeken in een land, waar Cods wil hom niet riep. Nadat de vrome monarch den geest gegeven had, verdween als door eon tooverslag al wat er nog godsdienstigs, edels en ridderlijks in die onderneming overbleef, waarvan hij de bevelhebber was en die hij door zijne tegenwoordigheid steunde, om plaats te maken voor do eerzucht en dcu gouddorst. Onder de kruisvaarders sprak men niet moor van de bekeering der muzelmannen, maar van hunne schallen, hetgeen niet verhinderde dat de baronnen en hoeren zoor berooid in hun vaderland terugkwamen. Al de uitkomsten van dezen kruistocht, welke onder de muzelmannen zooveel schrik moest verspreiden, bepaalden zich van den oenen kant lol. do vermoording der ongewapende bevolking van Nazareth, en van den anderen kant tol de schijn verovering dor puinhoopon van Carthago. Een ander uitwerksel van dezen oorlog voor Europa zoowel als voor do overzeesche landen was dat do christen krijgers bijna geheel ontmoedigd werden en Jerusalem vergaten. Na Eduard stak geen enkele vorst meer de zee over om de ongeloovigen in Azië te gaan bestrijden, en het kleine leger dat hij tot iu Syrië voerde, was hot laatste, dat hel Westen verliet om het heilige land le verlossen ol'weder in bezit te nomen. Zoo verhaastte do tweede kruistocht van Lodewijk IX, die do redding der christen koloniën ten doel had, 'slechts hun val, gelijk wij spoedig zien zullen.

Onder de omstandigheden, welke lot de mislukking van dezen kruistocht bijdroegen, moet de geschiedenis niet hot langen tijd ledig slaan van den Heiligen Stool vergoten, daar zich geen enkele slem deed hooren om do kruisvaarders aan te wakkoren. Na oen tijdsverloop van twee jaren koos hel conclaaf eindelijk oen 'opvolger van den heiligen Petrus, en door een gelukkige omstandigheid voor de christenen van hel Oosten viel de keuze der kardinalen op Tibout, aartsdiaken van Luik, die de Friezen naar Azië vergezeld had eu dien hel bericht van zijne verholling nog in Palestina vond. De christenen van Syrië mocliten gegronde hoop voeden, dal do nieuwe paus, die lang getuige geweest was van hunne beproevingen en hunne gevaren, niet in gebreke zou blijven al zijn invloed aan te wenden om hun le hulp te komen. Tibout beloofde hun zulks vóór zijn vertrek uit Plolomaïs en, in eene rede, die hij lot het vergaderde volk riclitle, nam hij tot tekst hol vers van psalm 13(5: Indien ik u ooit vergeet, Jerusalem, dal ik dan zelf vergelen zij onder do menschen.

|i!2702.1 Do patriarch van Jerusalem en do groolmeeslers van den Tempel en hot Hospitaal vergezelden Cregorius X naar hot Westen. Bij zijn terugkomst was de eerste zorg van den paus om don vrede in llali'o en Duitschland te herslellen. Hij spoorde de vorston en voornamelijk den koning van Frankrijk aan om hunne pogingen te vereenigen in hel hulp bieden aan hel heilige land. Pliilippus vergenoegde zich niet eenige troepen naar hel Oosten le zenden on den paus Jiö.OOO marken zilver voor te schieten, tol dekking waarvan al de beziltingen dor Tempeliers in hel rijk verpand werden. 1'isa, Venetië, Genua en Marseille leverden verscheidene galeien, en vijfhonderd krijgers in do soldij van den paus sclioopten zich naaf Plolomaïs in.

Hol was er ver van af dat deze hulp aan do verwachtingen on do behoeften der christen koloniën beantwoordde. Cregorius besloot de gcheelo christenheid voor zijn plan le winnen, en riep, om dit doel te bereiken, in 1274 een concilie bijeen. Dit concilie, hetwelk te Lyon gehouden werd, was talrijker bezocht en plechtiger dan dat hetwelk Irmocenlius IV dertig jaar te voren in die zelfde stad vereenigd had. Hot werd onder anderen bijgewoond door de patriarchen van Jerusalem en Con-slanlinopel, moor dan duizend bisschoppen en aartsbisschoppen, de gezanten der keizers van het Oosten en het Westen, die des konings van Cyprus, van al do vorsten van Europa en de overzeesche landen. In deze talrijke vergadering vestigden zich de blikken der geloovigen vooral' op do Tartaarsche gezanten en prinsen, door den machtigen kan der Mongolen gezonden om met de christenen een verbond tegen de muzelmannen te sluiten; onderscheidenen dier Tartaarsche prinsen ontvingen het doopsel uit de banden van den paus, en de christenen, die getuigen waren van deze plechtigheid, zagen daarin een stellig onderpand der goddelijke beloften.

Men bewonderde do almacht Gods, die de werktuigen van zijne raadsbesluiten in onbekende streken had gekozen; het gros dor geloovigen beschouwde den beheerscher der horden van Tarlarije als een anderen Cyrus, dien de Voorzienigheid belast had met de verwoesting van Babylon en de verlossing van Jerusalem. In een zijnor zittingen stelde het concilie vast^ dat er een nieuwe kruistocht ondernomen zou worden en er gedurende tien jaren een schatting zou geheven worden van al de inkomsten der kerkelijke goederen. Paleologus, die zich eindelijk aan do Latijnsche Kerk onderwierp, beloofde troepen te zullen zenden om bel erfdeel van Jesus Christus te verlossen. De paus erkende Rudolf van Habsburg als keizer van het Westen onder voorwaarde, dat bij zich aan de spits van oen leger naar Palestina zou begeven.

[1275.] Het schouwspel van een concilie, do beslissingen en de vermaningen van den paus en de prelaten konden echter do geestdrift van de geloovigen niet opwekken, welke, om ons van een uitdrukking der Schriftuur te bedienen, nog slechts hel rookende overblijfsel van een verbrande sier was. Cregorius X was er in geslaagd in Italië en Duitschland den vrede le herslellen, en deze beide landen zouden een groot aantal soldaten van hot kruis hebben kunnen leveren, indien de gemoederen voor de overzeesche oorlogen gestemd geweest waren. Do paus zond Apostolische brieven aan Pliilippus don Stoule, die de gelofte afgelegd had van do ongeloovigen te gaan bestrijden, en aan Eduard van Engeland, die beloofde weder naar Azië te zullen verlrokken. Legaten werden naar de verschillende Stalen van Europa gezonden om door hunne tegenwoordigheid do prediking van den gewijdon oorlog aan te wakkeren. In alle landen hield men zich bezig met de helling dor tienden : maar overal bloven de ridders en do baronnen werkeloos en onverschillig: do krijgers zagen slechts do ellende der kruistochten, en de hoop om zich le verrijken of roem te behalen in eene verre expeditie prikkelde hunne dapperheid niet moer. Sinds inon keizers van Byzantium on koningen van Jerusalem bedelende door Europa had zien trekken, was de krijgshaftige adel van hare vooringenomenheid mot het Oosten genezen en hadden de kruistochten een hunner machtigste drijfveeren verloren: de eerzucht der vorsten en der heeron. Do vorstendommen van Afrika of Azië, die de pausen aanboden ol schonken aan hen, die ze wilden gaan veroveren, verlokten niemand meer om do wapens op te nemen, en de vereering van do ridderschap voor de heilige plaatsen was niet groot genoeg meer om haar mede te sleepen in eene onderneming, welke haar nog slechts den palmtak van het martelaarschap en de belooningen dos Hemels beloofde.

Er is uit dat tijdperk een geschrift tot ons gekomen, hetwelk ongetwijfeld do goedkeuring en de aanmoediging dos pausen verworven had en ons zeer geschikt toeschijnt óm to gelijker tijd den wansmaak der eeuw en de destijds algemeen heer-schonde moening omtrent de expeditiën vaii hot Oosten to doen kennen.

In dat geschrift, dat men zonderling en vreemd zal vinden, ton minste door don vorm, tracht de schrijver, Humbert van liomanis, generaal dor Predikhoeren, don ijver der christenen voor den gewijdon oorlog op te wekken, en do onvorschilligheid zijner tijdgenooten betreurende, vindt hij aanvankelijk acht hinderpalen voor de uitwerking zijner predikatiën: 1quot;. Be gewoonle van Ie zondi(jen; 2°. de vrees voor vermoeienissen en onlberingen; 3quot;. de iegenzin om zijn (/eboorleland le verluien; 4quot;. een overdreven liefde voor hel huisyezin en den hniselijlen haard; oquot;. de kwade gesprekken der menschen; 6quot;. de slechte voorheelden; 7quot;. een zwakheid van geest welke alles onmogelijk doel achten; 8quot;. een geloof zonder vuur. Bij al die redenen van onverschilligheid zou de schrijver nog andere redenen hebben kunnen aangeven, ontleend aan de wisseling der regeeringen en het bestuur der openbare aangelegenheden; maar de monniken, die do kruistochten predikten, bemoeiden zich zeer weinig met de staalkundo der koningen of de in do maatschappij ontstane veranderingen, en uit dien hoofde zagen zij slechts een gedeelte der bezwaren, die zij te overwinnen hadden. Humbert van liomanis laat zich echter den moed niet benemen door de hinderpalen, welke bij rondom zich meende te zien: en hij houdt zich overtuigd, dat

3H*


-ocr page 444-

2f!2 GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

men in dat geslacht, hetwelk hij onverschilligheid of verkeerdheden ten laste legt, nog edele redenen van geestdrift en machtige drijlVeeren voor een gewijden oorlog kon vinden. Hij somt er zeven op: 1°. den ijver voor de glorie Gods; 2°. den ijver voor het chriateliik geloof; 3°. de broederlijke liefde; 4°. de vereering van het heilige land; 5°. den door de muzelmannen begonnen oorlog; liquot;, hel voorbee'd der eerste kruisvaarders; 7quot;. de genaden der Keik. Men ziet hier, dal Humbert van Romauis aan de toenemende lauwheid der gemoederen slechts deugden ol'hartstochten tegenoverstelt, welke niet meer bestonden ol' met den dag zwakker werden. Wij zullen niet met hem al de redenen opsommen, die men in zijn tijd tegen de kruistochten aanvoerde en die hij in zijne verhandeling tracht te wederleggen. Hij verdeelt de bestrijders in zeven verschillende klassen: de eerste, zich op do voorschriften van Jesus Christus en het voorbeeld van de apostelen beroepende, zeide, dat men moest weten te lijden zonder te klagen, dnt men hel zwaard in de schede moest steken en geen kwaad met kwaad vergelden; do tweede beweerde, dat het niet verstandig was den oorlog tegen de muzelmannen voort te zetten, uithoofde van het bloed, dat men er in had vergoten en er nog in zou vergieten, en omdat het te vreezen stond dat de gezonde land met de aangeslokene niigetrokken werd en men meer onschuldig dan schuldig bloed stortte; naar de meening van do derde klasse der bestrijders van den kruistocht, kon deze oorlog ongepast schijnen; het was God tergen als men dien ondernam, daar de meesten in hun land al de goederen bezaten die de Voorzienigheid schenken kan en zij zich naar plaatsen begaven, waar zij niets dan vertwijleling en ellende zouden vinden; de vierde klasse van bestrijders meende dal hel den christenen wel geoorloofd was zicli te verdedigen, maar niet de Sarracenen aan te vallen en hun grondgebied te overweldigen; de vijlde, dal men niet meer recht had om de Sarracenen te vervolgen dan de Joden; do zesde dat men geen hoop had de muzelmannen te bekeeren en dat al de ongeloovigen, die in den oorlog gedood werden, verloren gingen; de zevende eindelijk, dat de kruistocht God niet welgevallig scheen, daar Hij toegelaten had, dat de grootste wederwaardigheden de kruisvaarders overstelpten en de ten koste vau zooveel vermoeienissen en vergoten bloed veroverde landen, in korten lijd en bijna zonder slag ol' sloot, aan de christenheid ontrukt werden.

Humbert van Romauis antwoordt op elk van die tegenwerpingen. «Met hel zwaard,quot; zegt hij, «moest men den wijngaard des Heeren verdedigen, welke niet meer door mirakelen verdedigd werd: de nederigheid voegde aan d.e chrisfenen toen zij zonder kracht en zonder macht waren; thans moesten zij steunen op hunne wapens en op de overwinning vertrouwen. Dit waren de gevoelens geweest van Karei-Martel, Karei den Groote en Godfried van Bouillon, die er altijd roem in gesteld hadden om de Sarracenen te bestrijden. De Sarracenen hadden zelve de gronden der christenen overweldigd, die men te recht als het erfdeel van Jesus Christus beschouwde. Als men de Joden spaarde, geschiedde zulks omdat zij onderworpen waren, maar men moest de hoovaardigen vernederen. Do muzelmannen mochten zich al niet hekeeren, toch was de oorlog, dien men hen aandeed, een bron van heil voor de geloovigen; zoo de kruisvaarders, die in de gevechten het leven verloren, een leegle in de wereld achterlieten, vulden zij toch de verblijven des hemels. In deu oorlog tegen de 1'hilistijnen had God toegelaten dat de ark des verbonds genomen werd, dat koning Saül met zijne kinderen gedood en zijn volk op de vlucht gedreven werd: zoo bewezen dein de kruistochten plaats gehad hebbende rampen in het geheel niet dat de oorlog aan God mishaagde; maar de goddelijke barmhartigheid had veroorloofd , dat die rampen de kruisvaarders trollen om hunne zonden uil te wis-schen of' hun geloof te beproeven.

Aldus voortredeneerende en steeds met opsommingen en indeelingen Ie werk gaande, spaarde Humbert van Romauis noch de geldzucht der geestelijkheid, welke den tienden penning liarer inkomsten weigerde voor de herovering van het heilige land, noch den meineed der christen vorsten en baronnen, die de vazallen van God waren en die, alles van Hem ontvangen hebbende, lijdzaam toelieten dal men Hem zijn land ontroofde; lot staving van zijne beweringen haalde hij bewijzen aan uit de gewijde en de ongewijde geschiedenis, en beriep hij zich op het gezag der Kerk zoowel als op dal der wijsbegeerte. Maar al dal vertoon van geleerdheid en schoolsche redeneeringen, al die gemeenplaatsen van andere lijden vermochten do overtuiging niet meer in de gemoederen te doen wortel schieten: niet dal men verlichter was dan eenige jaren te voren, maar omdat men andere belangen en andere denkbeelden had. Zulk een geschrift zou in de vorige eeuw, tol de heerscbende harlstoehten gericht, groolen opgang gemaakt hebben; nu bleef het, lol de onverschilligheid gerichl, zonder eenige uitwerking.

Deze onverschilligheid van Europa was noodlottig voor de christen koloniën in het Oosten; zij gaf haar weerloos prijs aan da willekeur van een vijand, die met den dag machtiger werd en wiens dweepzucht door de overwinning aangevuurd werd. Van den anderen kant nam men in den bond der Franken in Syrië voortdurend nieuwe verschijnselen van verval en nieuwe teekenen van een ophanden ondergang waar. Al do kleine vorstendommen, de langs de kusten van Syrië verspreide steden waren onder elkander verdeeld; en al de hartstochten, welke de geest van naijver opwekte, werden de bondgenooten van de muzelmannen. Klke dier kleine Slaton, die in voortdurende vrees leefden, beijverde zich eenige dagen van rust, eenigo maanden van voortbestaan te koopen door tractalen te sluiten met Bibars, waarbij men bijna altijd de eer en het gemeenschappelijk belang der christenen opofferde. De sultans van Cairo achtten hel niet beneden zich een verbond te sluiten met een stad, met een marktvlek, en het is allerzonderlingst in de oorkonden daarvan vermeld te zien, eenerzijds, de souverein van Egypte, Syrië, Mesopotamiö en verscheidene andere landstreken, en anderzijds een kleine stad gelijk Sidon of Torlosa, met hare akkers, boomgaarden en molens: een betreurenswaardige legen-stelling, welke aan de christenen hunne vernedering moest doen beseffen en bun aanloonen wat zij le vreezen hadden! Menigmaal verbonden zich de Franken geen kasteelen te bouwen en hunne steden niet te versterken, zij deden zelfs afstand van het recht om de kerken der heilige plaatsen te herstellen, en wanneer een steen uit een muur viel (dit is de uitdrukking der tractalen) werd hij weggeworpen zonder tot de herstelling van het gebouw aangewend te mogen worden. In al die tractalen poogde de staatkunde der muzelmannen voornamelijk dö Franken onder elkander oneenig te maken, hen onder haro afhankelijkheid te houden, hen nooit als bondgenooten, maar wel als vazallen, pachters en schatplichtigen beschouwende.

Dit was de vrede, dien de christen Staten in Syrië genoten. En of dit alles nog niet genoeg ware om den spoedigen ondergang der christen koloniën te voltooien, betwistten destijds drie pretendenten elkander bet koninkrijk Jerusalem: de koning van Cyprus, de koning van Sicilië en Maria van Antiochië, die van dé vierde dochter van Isabella, de gade van Amalric afstamde. Partijen hadden zich gevormd; men vocht om een hall vernietigd rijk, of liever men betwistte elkander de schande het geheel te verderven en het door de tweedracht verscheurd aan de over-heersching dor muzelmannen over te leveren.

Intusschen zette Bibars den loop zijner veroveringen voort, lederen dag had de faam een nieuwe zegepraal le vermelden: nu eens keerde hij in Cairo terug terwijl hij als gevangene een koning van Nubië medevoerde, dien iiij overwonnen had; dan weder kwam hij uit Armenië terug, vanwaar hij dertig duizend paarden en tien duizend kinderen vau beider sekse medebracht. Deze verhalen verspreidden angst in de christen steden, die ondanks hare verdragen met den sultan van Egypte toch alles behalve gerust waren. Tc midden van al zijiie overwinningen verloor Bibars nooit het plan uit het oog om Ptolomaïs te belegeren; maar om dat groote plan tot een goed einde te brengen moest hij den koning van Cyprus in de onmogelijkheid brengen de plaats hulp te bieden. Men rustte in Egypte eene vloot uit, waarop de sultan de schoonste verwachtingen bouwde. Deze vloot stak in zee, doch toen zij voor Limisso verscheen, verbrijzelden elf'schepen legen de rotsen, die do kust zoomen: deze schepen hadden den vorm der christen vaartuigen gekregen, en om de bewoners van het eiland Cyprus te misleiden, waren er kruisen op de masten geplaatst, hetgeen den geschiedschrijver van Bibars doet zeggen , dat God vertoornd was'op de muzelmannen en het gewicht zijner gramschap op hen deed nederkomen. De koning van Cyprus schreef aan den sultan van Cairo om hem do vernieling van de Egyptische vloot bekend te maken. Bibars was op het vernemen dier tijding buiten zich zeiven van woede, en zwoer al de christen Staten le zullen verwoesten, maar de dood veroorloolde hem niet zijne bedreigingen te volvoeren.

Het uiteinde van Bibars wordt op verschillende manieren verhaald. Wij zullen hel verhaal volgen van don Arabisclien geschiedschrijver Hm Férat, van wiens uitdrukkingen wij ons soms bedienèu zullen. Bibars stond op hel punt Damascus te verlaten om de Tartaren in de nabijheid van den Euphraat le gaan bevechten. Voor zijn vertrek wilde hij een huitengewone belasting doen hellen. De'imam Mohyeddin-Almoury bracht hiertegen veel bedenkingen in, maar de sultan gaf hem ten antwoord: «Och, mijn meester, ik zal die belasting afschallën, zoodra ik de vijanden overwonnen heb.quot; Toen Bibars over de Tartaren gezegevierd had, schreef hij in de volgende bewoordingen aan hel hoofd van den Divan 'te Damascus: «Wij zullen niet van het paard stijgen, alvorens gij een belasting zult geheven hebben van tweehonderd duizend dirliemsop Damascus, van driehonderd duizend op zijn grondgebied, van driehonderd duizend op zijne dorpen en'van duizend duizend dirhems op de zuiddijke provinciën.quot; Zoo veranderde de vreugde, die de overwinning van Bibars verwekt had, in droefheid en verlangde het volk naar den dood


-ocr page 445-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

283

des sultans. Het ging zijn beklag indienen bij den cheik Mohy-eddin, een vroom en geëerd man; men was ter nauwemnood begonnen met liet innen der belasting oi' Bibars was van de lijst der levenden geschrapt.

De Arabische gescbiedscbrijvers rangschikken Bibars onder de groote vorsten van liet stamhuis der Baharitische mameluk-ken. Hij was eerst als slaat verkocht geworden, en hoewel hij alleen onder de soldaten geleefd had, vulde zijn sclierpzin-nigheid van geest aan wat hij aan opvoeding te kort schoot. Toen hij in het vervolg aan den oorlog deelgenomen en in de partijschappen van het leger eene rol gespeeld had, wist bij alles wat hij noodig had om over de mamelukken te regeeren. Wat hem het meeste in zijn eerzuchtige loopbaan diende, was zijn ongeloollijke bedrijvigheid; gedurende do zeventien jaren van zijne regeering kende bij geen enkelen dag rust, men zag hem bijna ter zellder tijd in Syrië, Egypte en op de boorden van den Eupbraat; do kronijken verhalen, dal hij menigmaal door do straten van Aleppo of die van Damascus kruiste, terwijl zijn hovelingen nog op zijn ontwaken wachtten voor de poort der paleizen van Cairo. Daar twee sultans van Egypte onder zijne slagen gevallen waren en bij door geweldige omwentelingen op den troon gestegen was, was hij bot meest beducht voor don invloed van zijn eigen voorbeeld; al degenen, wier eerzucht of getrouwheid hij mistrouwde, moesten liet leven verliezen. Naar men zegt, had Bibars in korten tijd en onder verschillende voor-wondsols tweehonderd tachtig emirs ter dood doen brongen.

De eenvoudigste omgang der menschen met elkander boezemde hem wantrouwen in en wekte zijne achterdocht op: naar hot verhaal der Oostorscho geschiedschrijvers, vermeden gedurende de regeering van Bibars de vrienden elkander ia de straten, en niemand durfde het huis eens anders binnengaan. Wee dongene, die zijne gedachten raadde, wee deiigcne, die zijn naam noemde of hem in het voorbijgaan groette, wanneer hij hot geraden achtte zijne plannen in zich te besluiten, zijne gangen te verborgen, of op zijn weg onbekend te blijven! Gestreng voor zijne soldaten, voorkomend voor zijne emirs, do list niet verachtende, doch liever geweld gebruikende, zich niet bekreunende om tractaton of eeden, van oeue geveinsdheid die niemand kon doorgronden, van eene geldzucht, die hem inoedoogenloos maakte in de helling der belastingen; nooit teruggedeinsd zijnde voor den vijand of voor een misdaad, schenen zijn karakter en zijn genie gemaakt voor die regeering, welke zich dóór ondeugden en buitensporigheden staande hield en niet door de gematigdheid en de deugd zou hebben kunnen bestaan.

Zijne vijanden en zijne onderdanen sidderden steeds voor hem; men sidderde zelfs nog rondom de draagbaar, welke hem na zijn dood van Damascus naar Caïro vervoerde. Maar al die buitensporigheden, al die gewelddadigheden, al die overwinningen, welke slechts zijn persoonlijke eerzucht diendon, vermochten do kroon niet aan zijne familie te verzekeren: zijne beide zonen beklommen slechs den troon om er dadelijk weder af te stijgen. Kelaouu, de dapperste der emirs van Bibars, overweldigde vvold ra de opperheerschappij; want eene regelmatige erfopvolging van den troon kon niet naar den zin zijn van een leger dal steeds tot opstand geneigd was. Al de mamelukken achtten zich goschapen om te regeeren, en in die republiek van slaven scheen hel iedereen geoorloofd een dwingeland te worden. Ongelooflijk schijnt het, dat juist datgene, wat die woelige militie ten verderve moest strekken, haar redding was: de zwakheid en de onbekwaamheid konden zicli nooit lang op den troon staande houden, en in het gewoel der partijschappen gebeurde bet meestentijds dat de dapperste en bekwaamste werd gekozen om het lijk en den oorlog te besturen.

[1278.] Bibars was de wreedste geesel van de christen koloniën geweest; Kelaouu zou haar ondergang spoedig voltooid hebben, indien hij niet een geduchten vijand te bestrijden gehad had. Hier moeten wij onze aandacht vestigen op die menigte barbaren, die steeds loerende op de gelegenheid om de door de mamelukken bezette provinciën te overweldigen, door die omstandigheid zelve de natuurlijke boiidgciiooten der Eranken waren.

Men zal zich herinneren, dat reeds sinds liet begin van de twaalfde eeuw, vooral na den eerslen kruistocht, tallooze horden, bekend onder den naam van Turken, voortdurend do rijkste landstreken van Syrië overstroomden. Zij kwamen uit het land van Mossul, van de oevers der Kaspische zee, uit Kurdistan en Perzië. Die gevreesde horden hadden bet Islamisme omhelsd eu de nuizelmansche dweepzucht dreef hen om aan den christenen een onverzoenlijken oorlog aan te doen. De boorden van den Eupbraat, den Orontes en zelfs van den .lordaan waren menigmaal hol scbouwlooneel van hunne verwoestingen.

Tegen hel begin der dertiende eeuw veranderde hel tooneel. Al de Tursche natiën, die van den Eupbraat lot aan den Oxus heerschten, werden overwonnen en verstrooid door Gengiskan en zijne opvolgers. Het kalifaat van Bagdad, dat bet middelpunt van al die machten uitmaakte, werd zelf vernietigd. Nu drongen do Tartaren of Mongolen, geen bolwerken tegen hun invallen meer vindende, op hunne beurt Mesopotamië, Klein-Azië en Syrië binnen. Daar die nieuwe natiën den godsdienst van Mahomed niet omhelsd hadden, toonden zij zich geneigd zich bij de christen koloniën aan te sluiten. Gedurende de gehoele dertiende eeuw verspreidden zij voortdurend de schrik hunner wapenen nu eens aan gene zijde van den Taurus, dan weder in de aan den Libanon grenzende landen, steeds versterkt door het verbond mei de hoofden van Georgië, de vorsten van Klein-Armenië en verscheidene andere christen Staten. De muzelmansche machten, die in Egypte en Syrië heerschten, hadden derhalve to gelijker lijd twee vijanden te bestrijden, belgeen er toe bijdroeg om eonigen tijd de zwakke overblijfselen van de christelijke macht in Azië te doen voortbestaan. Ongelukkig voor de christenen droeg hun bondgenootschap met de Tartaren, steeds ondergeschikt aan een voorbijgaanden staat van zaken en aan onvoorziene omstandigheden, niet die vruchten, welke men er van kon verwachten: hoewel bijgestaan door hunne bondgenoolen, konden de Mongolen, in hunne ongeregelde oorlogen, nooit over de geregelde troepen der mamelukken, of over do door de sultans van Cairo gevolgde staatkundige gedragslijn zegevieren. Zij verloren meer dan lien veldslagen, die allen op hol grondgebied van Emesa geleverd werden, en do toegangen tot Egypte bleven voor altijd voor hen gesloten. Wanneer de lortuin hunne wapens begunstigd had, zouden zij waarschijnlijk later het geloof van Jesus Christus omhelsd hebben en van dien stond af zou het Oosten geheel van aanzien veranderd zijn.

Nauwelijks had Kelaoun den troon van Egypte bestegen of bij ontving het bericht, dat de Tartaren opnieuw den Eupbraat overgetrokken waren en zij, voorafgegaan door de krijgers van Georgië en Armenië, naar Egypte voortrukton. De nieuwe sultan spoedde zich aan de spits van zijn leger naar Syrië. Spoedig daarna was hel grondgebied van Emesa het scbouwlooneel van een bloedigen veldslag, waarin de mamelukken een volledige en beslissende overwinning behaalden. Na deze overwinning der muzelmannen verkeerden al de christen Staten van Syrië in de grootste vrees. Kelaoun leende een gewillig oor aan do smeekingen van den graaf van Tripoli, de ridders van don Tempel en hel Hospitaal, die hem om don vrede verzochten; maar hij ging zijn toorn uitstorten over do Stalen des konings van Armenië, dien hij beschuldigde, de Mongolen in Syrië quot;to hebben geroepen. Geheel Armenië werd door de mamelukken verwoest, en de schallingen, opgelegd bij hol Iraclaat dat op dien oorlog volgde, voltooiden den ondergang van dat gewest. Het opmerkelijkste in hel bij die gelegenheid gesloten verdrag was, dat do sultan van Cairo zelf aan den koning van Armenië hel formulier van don eed voorschreef: zich verbindende, dat hij zich naar de voorschriften van den muzelmanschen heer-schor zou gedragen, bezwoer de christen vorst zulks bij de waarheid van hel kruis, bij de waarheid van het Evangelie, bij de waarheid van den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest oii onderwierp zich bij voorbaat, indien hij nalatig 'bloei in hel vervullen zijner beloften, aan de strat om dertig maal bloolvoels en mei ungedelden hooide de bedevaart naar Jerusalem Ie zullen doen. Kelaoun brandde van verlangen om ook den koning van Georgië te stralïon, maar hij werd door do moeielijkheden en de gevaren van de verre expeditie weerhouden. Het toeval of liet verraad bood hom echter al spoedig een gemakkelijke ge-legenheid aan om zijn wraakzucht ie bevredigen: door slechts een enkelen dienaar vergezeld begaf zich de Georgische vorst ter bedevaart naar Jerusalem, toen hij in de handen viel der mamelukken, die bom naar Cairo voerden, waar de sultan hem gevangen hield.

Terwijl de christenen van bot Oosten op die wijze de gestadig aangroeiende macht der ongeloovigen erkenden, zette GregoriusX in bel Westen vruchteloos do toebereidselen ol liever de predikatiën van don krnislochl voort. Hij had herhaalde malen zijne dringende aanzoeken bij Rudolt van Hapsburg hernieuwd; maar Rudolf had de handen te vol met het behoud van zijn keizerrijk dan dal hij aan de instandhouding van andere rijken had kunnen denken. Te vergeefs dreigde de paus hem zijn kroon te zullen ontnemen; de nieuwe keizer zag minder gevaar voor zich in de gramschap van den paus dan in een expeditie die hem van zijne Staten zou verwijderen. Eindelijk stierf Gre-gorius zonder de beloften te hebben kunnen vervullen, welke hij aan de christenen van het Oosten gedaan had. Palestina ontving van tijd tot tijd eonigo hulp uit Europa; maar deze hulp, welke bijna nooil van pas kwam, scheen minder geschikt om het te verdedigen dan zijne veiligheid in gevaarte brengen. De koning van Sicilië, die zich tot koning van Jerusalem had doen uitroepen, had soldaten en een gouverneur naar Ptolomaïs gezonden ; hij nam do noodige maatregelen om een groote expeditie naar Syrië uit te rusten, en misschien zou zijne eerzucht, in die omstandigheden, de zaak der christenen gediend hebben ,


-ocr page 446-

aBi GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

indien eene omwenteling in zijne Staten hem niet plotseling in zijne plannen gestuit had.

[1279] De ontevredenheid der bevolking in zijne nieuwe Staten, en vooral in Sicilië, nam gestadig toe. Men had de volken ter bestrijding fier onkosten van den laatstcn kruistocht met belastingen overladen; de bekendmaking van een nieuwen kruistocht voerde de verbittering der gemoederen ten top. De vijanden van Karei zagen in het kruis der pelgrims slechts het sein tot geweld en rooverij. Onder die gewijde banier, zeiden zij, is hij gewoon liet onschuldige bloed te vergieten. Men had nog 'niet vergeten , dat de verovering van Napels onder de vanen van het kruis had plaats gehad. Toen het sein tot den opstand eindelijk gegeven was, werden acht duizend Fran-schen aan de schim van Conradijn geofferd, en de Siciliaan-sche Vespers, welke ten gevolge'hadden dat Sicilië onder het beheer der vorsten van Aragon kwam, sloegen al de plannen van Karei met het Oosten geheel en al den bodem in.

Kelaoun werkte steeds aan de verwezenlijking zijner oogmerken; maar het ontbrak hem aan een vloot om de christen steden aan de zeezijde te belegeren. Gewoon de nederzettingen te. beschouwen als eene prooi, die hem niet kon ontgaan, wachtte Kelaoun geduldig het gunstige oogenhlik al'en loonde zich steeds bereid de vredesverdragen te vernieuwen met tie vorstendommen die hij wilde vernietigen. Hoewel bij niets meer te vreezen had van de zijde der Mongolen ol' van die der christenheid, bewilligde hij nochtans in het aangaan van een nieuw verdrag-met de Franken van IHoloaiais. Men ontwaart uit dit verdrag, dat de Arabische schrijvers voor ons bewaard hebben, welke de oogmerken der sultans van Cairo waren en welk een invloed zij op hunne zwakke vijanden uitoelenden. De christenen verbonden zich, in het geval, dal een Frankisch vorst eene expeditie naar Azië zou ondernemen, de ongeloovigen van de komst der christenen van het Westen te zullen onderrichten. Dit was te gelijker tijd eene onteerende voorwaarde onderschrijven en aan de 'hoop op een kruistocht vaarwel zeggen. Overigens vergenoegde de waakzaaiuheid des sultans van Cairo zich niet met de waarschuwingen, welke de christenen hem beloofden te doen toekomen. Kelaoun zond herhaaldelijk algczanten naar Europa, en de talrijke verspieders die hij overal bezoldigde, hielden hem nauwkeurig op ile hoogte van al hetgeen er aan het hot van Rome en in den raad der christen vorsten tegen de muzelmannen voorbereid werd. Een gezantschap uit Cairo verbleel drie jaar aan liet hof vau Sevilla, waar het mol de grootste onderscheiding behandeld werd. De vorsten en de Staten, die er eenig belang bij hadden om hel Oosten te ontzien, sloten niet alleen zonder gewetensbezwaar een verbond met den sultan van Egypte, maar heioorden zelfs bij tractaten en zwoeren op hel Evangelie zich de vijanden te zullen verklaren van al de christen mogend lieden, die do Staten van hunnen muzel-manschen bondgenoot zouden aantasten. In een traclaat dat voor ons bewaard gebleven is, zien wij den koning van Aragon en zijne broeders zich verbinden hunne medewerking te weigeren aan eiken kruistocht, van welken aard ook, ondernomen door den paus van Rome, de Umincjen der Franken, der Grieken of der Tartaren. Er was geen enkele zeestad in Italië of aan de kusten van de Middellandsche zee, die zich niet geneigd toonde in hare betrekkingen met hel Oosten de belangen van haren handel boven de verlossing van de heilige plaatsen te stellen.

[1282.] Al die tractaten, nu eens door de vrees, dan weder door de eerzucht ol' den gouddorst ingegeven, verwijderden de christenen uit bet Oosten en het Westen hoe langer hoe meer van elkander. Overigens bonden zij den Sultan van Cairo in geen enkel opzicht, want hij wist altijd eenig voorwendsel te vinden om ze te verbreken, wanneer de oorlog hem meer voordeden aanbood dan de vrede; dit gebeurde onder anderen met het kasteel Markab, dal tusschen Tortosa en Tripoli lag. Men beschuldigde de Tempeliers, wien dit kasteel toebehoorde, van het doen van strooptochten op de gronden der muzelmannen. Deze beschuldiging, die misschien niet ongegrond was, werd weldra door de belegering der sterkte gevolgd. «Markab (wij ontleenen hier de uitdrukkingen aan de Ooslersche geschiedenis) was als een observatiepost op een berg gebouwd, de toppen der torens, welke in hoogte die van Palmyra overtroffen, waren slechts bereikbaar voor den arend van den Libanon , en wanneer men ze van de zeekust beschouwde, meende men de ster van den dag door het azuur en de wolken des hemels te zien.quot; Ondanks de moeielijkheden van het terrein gelukte het den muzelmannen de belegeringswerktuigen op te stellen. Men begon den aanval in de eerste dagen van April; de mijngravers groeven do aarde onder de wallen en de torens weg. Zoodra er oen bres in de muren gemaakt was, ondernam men de bestorming; maar de dapperheid der belegerden weerstond den aandrang der muzelmannen en sloeg hun aanval zegevierend af. Na verscheidene met onstuimigheid hernieuwde doch vruchtelooze aanvallen voelden de muzelmannen hun moed zinken; maar de God van Mahomed, zeggen de Arabische schrijvers, zond zijne verderfengelen en de hemolsche strijdmachten van het Islamisme te hulp. De onder de wallen gegraven mijn werd tol binnen de sterkte voortgezet; het christen garnizoen, ziende dat alle verdere tegenstand nutteloos was, stelde voor om zich over te geven en de standaard van den proleet werd op do muren van het kasteel geplant. Terwijl do christen soldaten don weg naar Tripoli insloegen, dankton do ware goloovigen God, dal Hij de aanbidders van den Messias verdelgd en hot land van hunne tegenwoordigheid gezuiverd had. Een groote tncniglc imams en fakirs hadden het beleg van Markab bijgewoond: deze heilige militie ging heen onder het bezingen van Kelaouns lof, en do naam van deii zegevierenden sultan werd onder algemeene dankzeggingen in al de moskeeën van Syrië en Egypte verheerlijkt.

[1284.] Tusschen Markab en Tortosa verhief zich hel kasteel van Marakia, waarvan men heden ten dage nog de overblijfselen vindt. In dat kasteel, hetwelk men slechts met een vloot kon aanvallen, had zich een Frankisch edelman opgesloten, dien sommige Arabische kronijken heer van Tclima, andere heer van Barlhelemi noemen. Deze Frankische edelman ondernam voortdurend strooptochten in de nabuurschap en keerde eiken dag met op de muzelmannen behaalden buit in zijn kasteel terug. Kelaoun wilde zich van dal kasteel meester maken; maar dewijl hij geen schepen had en hel fort onneembaar achtte, schreef hij aan den graaf van Tripoli: «Gij hebt dat kasteel gebouwd of het laten bouwen: wee uwer, wee uwe hoofdstad, wee uw volk, indien het niet spoedig geslecht wordt.quot; De graaf van Tripoli ontstelde te meer door die bedreigingen, omdat de muzel-mansche troepen, toen hij dien brief van den sultan ontving, reeds op zijn grondgebied waren. Hij bood den heer van Barlhelemi uitgestrekte grondbezittingen in ruil aan: doch de schilterendsie aanbiedingen, beloften en smeekingen, alles was te vergeefs. Eindelijk mengde de zoon van Barlhelemi zich in de onderhandelingen en begaf zich op weg om hel mededoogen van den sultan van Cairo in te roepen. De vertoornde grijsaard rende zijn zoon ijlings na, haalde hem in de stad Plofomaïs in en doorstak hem ten aanschouwe van de bevolking op de openbare straat. Deze moord nam al de christenen tegen hem in ; do heer van Barlhelemi zag zich ton laatste door zijuo eigene soldaten verlaten, wien zijn gruweldaad afgrijzen inboezemde. Het kasteel, dat ledig was blijven staan, werd gesloopt. Van af dal oogenblik werd do lieer van Barlhelemi de wreedste vijand der Franken, en begaf hij zich onder de ongeloovigen, voortdurend er op bedacht hen tot werktuigen van zijn wraakzucht te gebruiken en hen tot do verwoesting der christen sleden aan lo sporen.

[1287.] Zijn onverzoenlijke haat vond maar al te veel gelegenheden om zich lo bevredigen. De sultan van Cairo zette den oorlog tegen de christenen voort en alles scheen zijn ondernemingen te begunstigen. Sinds lang had hij plan gehad zich van Laodicea meester te maken, welks haven met die van Alexan-drië wedijverde; maar de citadel dier stad, in het midden dei-golven gebouwd, was ongenaakbaar. Een aardbeving deed den toren, de duivenloren goheeten, en de vuurbaak, welke do schepen tijdens den nacht lol richtsnoer verstrekt, instorten. Nu richtte do sultan, zegt de Arabische schrijver van het Leven van Kelaoun, tegen Laodicea die geduchte werktuigen, wier Itmijen de zegepralen bezingen, en wier vingers de overwinning wenken. Eenige kasleelen, dooi' de christenen op do kust van Phenicië gebouwd, vielen insgelijks in do macht dor inuzcl-mannen. Na zich op die wijze al de toegangen van Tripoli ontsloten te hebben, sloeg de sultan van Cairo hel beleg voor dio stad. Noch do betoonde onderwerping van Bohemond aan de bevelen des sultans, noch de bezworen tractaten konden den val van die bloeiende stad vertragen. Geen enkele vorst van Palestina, geen enkele christen stad kwam Tripoli te hulp. Zoo groot was de geest van verdeeldheid, welke nog steeds onder de Franken heerschte, dat do Tempeliers, in overeenstemming met den heer van Gibelet, kort te voren hot plan gevormd hadden zich van de stad meester lo maken. Alles was gereed voor de uitvoering van het complot, en de onderneining 'mislukte slechls door eene onvoorziene omslaudigheid. Wij hebben een geschreven verklaring voor ons liggen, opgemaakt door een notaris van 'I ripoli en door een groot aantal getuigen onderteekend, waarin de heer van Gibelet al do bijzonderheden van zijn verraad mededeelt. Na do ontdekking van dat komplot begon die zeilde heer van Gibelet op last van den grooimeester der Tempeliers de Pisaners Ie beoorlogen en hen te plunderen. «Hij had volstrekt niets met hen gehad (hij zelf erkent zijn trouweloosheid); maar hij handelde zoo dewijl gezegde grootmeester ! hem tarwe en rogge gevraagd had voor zijn huis en voor zijne 1 lieden.quot; Al die daden van geweld, al die wanordelijkheden, 1 brachten de christen steden voortdurend in gevaar en niemand bezat invloed of vaderlandsliefde genoeg om te trachten er de gevolgen van te voorkomen. Gedreven door wroeging of door vrees smeekte de lieer van Gibelet om genade bij den graaf van Tripoli onder aanbod van zijn bezittingen te verlaten en


-ocr page 447-

GESCHIEDENIS DEK KRUISTOCHTEN,

zich elders met er woon te gaan vestigen. Maar do Tempeliers weigerden eenige poging len zijnen gunste te doen en zich le mengen in eene zaak, waarin zij hem gewikkeld hadden. Ilm-Ferat verhaalt dat de heer van Gibelet op last van Dohemond gedood werd. Van de vaderlijke nalatenschap beroofd, was zijn zoon slechts bedacht op het wreken van den dood zijns vaders; en evenals zoovele andere christenen het slachloirbi' van het geweld en de onrechtvaardigheid, riep hij den bijstand der muzelmannen in. De dood van iiohemoud, welke kok op dien van Gibelet volgde, voerde de verdeeldheid en do IweodmcbL onder de bewoners van Tripoli ten top. De zusLer eu do moeder van den vorst betwisllen elkander hot gezag; al wie tol dusverre op verraad ol opstand gezonnen hadden, begonnen hunne complotten lot uitvoering le brengen. De geest van tuchteloosheid en afgunst bezielde al de burgers legen elkander, loon Kelaoun met een machtig leger voor hunne wallen verscheen.

Zeventien groole werktuigen werden logende muren gericht; vijllienhonderd werklieden ol soldalen werden gebezigd om loopgraven te maken en Grieksch vuur te werpen. Na een belegering van vijl' en dertig dagen drongen de muzelmannen de stad binnen. Zeven duizend christenen vielen onder hel zwaard van den overwinnaar; de vrouwen en do kinderen werden in slavernij weggevoerd. Te vergeels zochl de rndo-looze menigte een wijkplaats tegen de moordzieke mnmelukken op bel eiland Sainl-Nicolas. Abull'eda verhaall, chil hij zeil' eenige dagen na de inneming van Tripoli dal eilandje bezoekende, het met dooden overdekt vond. Verscheidene inwoners hadden de wijk genomen op schepen en onlvluchlien op die wijze hunne vaderstad: maar de zee wierp hen op do knsl, waar zij door de muzelmannen vermoord werden. Niel alleen kwam bijkans do gansche bevolking van Tripoli om hel loven, maar de sultan beval bovendien de slad in brand le stoken en to slechlen. De haven van Tripoli Irok een groot gedeelte van den handel der Middellandsche zee lol zich, quot;de slad bezat moer dan vier duizend zijdeweefgelouwen; men bewondorde hare paleizen, hare lorens, hare versterkingen. Zoo vele bronnen van voorspoed, alles wal den vrede kon doen bloeien en tol verdediging in den oorlog dienen, werd vernield door do bijl en don moker. Hel hool'ddoel van de inuzelmansclie slaalkunde in dien oorlog was, alles le vernietigen wal de clirislenen lol stand gebracht hadden, geen spoor le laten beslaan van hunne macht op de knsl van Syrië, niets wat er de vorsten en krijgers van het Westen voorlaan kon aanlokken, niets wal bun de middelen kon verschallon er zich le handhaven, indien zij ooit mochten beproeven er opnieuw hunne slandaanls le planten.

l'lolomaïs, dat zich in dien wreeden oorlog onzijdig gohoudon had, vernam den val en de verwoesling van do' cbrislen slad uit don mond van eenige vluchtelingen, die aan hel zwaard der muzelmannen ontkomen waren en hel een schuilplaats kwamen vragen, Die treurige lijding moest het een voorgevoel doen krijgen van de rampen, die hel zeil' dreigden.

l'lolomaïs was destijds de hool'dslad der chrislen koloniën en de aanzienlijksle slad van Syrië. De meesle Franken, die uil de overige steden van l'aleslina verdreven waren, hadden er mei hunne rijkdommen een wijkplaats gezocht; daar kwamen al de vloten uil hel Weslen aan; men zag er de rijkste kooplieden uit al de landen der wereld. De slad was sleik in omvang en bevolking toegenomen; zij was uit arduinsteen opgetrokken; al de muren der huizen waren even hoog; oen plaU'orm ol terras dekte de meesle gebouwen, schilderhigon versierden hel inwendige der voornaamste woningen en deze woningen ontvingen haar licht door glasvenslers, helgeen destijds een buitengewone weelde was. Op de openbare pleinen bescliullen gordijnen van zijde of een doorschijnende stol' de bewoners voor de hitte der zonnestralen. Tussclien do beide wallen, die de slad aan de ooslzijde verdedigden, verhieven zie,li kasleelen en paleizen, die door de vorsten en de groolen bewoond werden; de handwerkslui en de kooplieden bewoonden hel biunongedeelte der slad. Onder de vorsten en edelen, die verblijven in Plolomaïs bezaten, behoorden de koning van Jerusalem, zijne broeders en zijne familie, de vorsten van Galilea en Antiochië, de plaatsbckleeder van den koning van Frankrijk, die van den koning van Cyprus, de hertog van Cesaroa, de graven van Tripoli en Joppe, de boeren van Dey-rout, Tyrus, Tiberias, Sidon, Helin, tVrsur, enz. Wij lezon in een oude kronijk, dat al die vorsten en groolen langs de openbare stralen wandelden, evenals koningen gouden kronen dragende; hun talrijk gevolg droeg kleederen schillerendo van goud en edelgesteenten. De dagen vergingen in lëoslen, loo-neelverlooningen, tornooien, terwijl de haven de schallea van Azië en bel Weslen zag ruilen en op elk uur van don dag hol bedrijvige schouwspel van den handel en de nijverheid vertoonde.

De geschiedenis van dien tijd spreekt in biltere bewoordingen over het zedenbederf dat in Ptolomaïs heerscble: de lallonze vreemdelingen brachten er do ondeugden van alle natiën over: het zingenot en de weelde had zich in allo klassen verspreid; onder de volken, die Syrië bewoonden, waren de inwoners van Plolomaïs de verwijfdste en zedeloosste.

Niet alleen was Plolomaïs de rijkste stad van Syrië, zij stoie' ook als de best versterkte bekend. De heilige Lodewijk bai tijdens zijn verblijf in Palestina niels verzuimd om bare versterkingen te herstellen en te vermeerderen. Van de landzijde omringde een muur, van afstand tot afstand met hooge torens met schietgaten bezet, de slad; een breede en diepe gracht verhinderde de nadering der wallen. Aan de zeezijde werd de stad verdedigd door een sterkte aan den mond der haven, door bet kasteel van den Tempel in het zuiden en door een toren, den Toren des Konings gcheelen, in hel Oosten.

Ptolomaïs bezat loon veel meer verdedigingsmiddelen dan op het tijdstip dal het gedurende driejaren aan al de strijdkrachten van Europa het hoofd bood. Geen macht zou hel lol de overgave hebben kunnen dwingen, indien hel wezenlijke burgers lot inwoners had gehad, en niet vreemdelingen, kooplieden en pelgrims, altijd gereed met hunne rijkdommen van de eene plaats naar do andere le verhuizen. De vertegenwoordigers van den koning van Napels, die van den koning van Cyprus, de Franse,hen, de Engelschen, de pauselijke legaal, do pairiarch van Jerusalem, de vorst van Antiochië, de drie militaire orden, de Veneliërs, de Genueezen, de Pisaners, do Armeniërs en de Tartaren hadden ieder hun wijk, hun rechtsgebied, hunne lochlbanken, hunne overheidspersonen, allen onalhankolijk van elkander, allen mol hel recht van souvereiniloil. Die wijken waren evenals zoovele verschillende sleden, die noch dexéllde gebruiken, noch dozellde laid, noch dezellde hellingen haddon. liet was een onmogelijkheid om de orde te handhaven in eene slad, waar zoovele sóuvereinen wetten maakten, waar geen gelijkvormig bestuur bestond, waar menigtnaal do misdaad op de eene plaats vervolgd en iets verder beschermd werd. Dien len gevolge vierde ieder aan zijne barlstochtcii den vrijen teugel, helgeen menigmaal aanleiding gaf lot, bloedige looneelen: behalve de twisten, die in de slad zelve oprezen, kon er geen geschil in Europa en vooral in llaliö ontstaan of do weerklank daarvan deed zich in Plolomaïs gevoelen. De verdeeldheden van de Wellen en de Gibelijnon biulden er de gemoederen verhit en lol bloedige botsingen aanleiding gegeven, terwijl de naijver tnsschen Venetië en Ueuua er stroomen bloods bad deen vloeien. Iedere natie had versterkingen opgeworpen in de door haar bewoonde wijk; meu verslorkle er lol zelfs de kerken. Aan den ingang van elke wijk vond men eene sterkte, poorten en ijzeren kettingen. Het was gemakkelijk le zien, dat deze verdedigingsmiddelen minder aangelegd waren om den vijand legen le houden dan wel om een schutsmuur legen buren en indringers op le werpen.

De hoofden van elke wijk eu do aanzienlijkslon der stad hielden wel eens vergaderingen; maar zij werden hel zelden met elkander eens en wantrouwden elkander altijd; zulke vergaderingen luidden geen bepaald doel, volgden geen vasten regel en leidden dan ook lol niels. Do gehoelo stad verzocht echter eenparig om hulp aan hel Westen en poogde een verdrag met de muzelmannen aan le gaan. Wanneer er evenwel een verdrag gesloten was, had niemand gezag genoeg om hel te doen eerbiedigen ; iedereen integendeel stond hel vrij hol, te schenden en kun daardoor op de slad al de rampen doen nederkomen, welke de schending kon na zich sleepou.

Na de inneming van Tripoli bedreigde do sultan de stad Plolomaïs; doch hetzij hij voor de wanhoop der christenen bevreesd was, hetzij hij hol oogenblik nog niet geschikt achtte, hij gaf aan de tol hem goriehlle aanzoeken gehoor en hernieuwdo met de inwoners een bestand voor twee jaren, twee maanden, two-weken, twee dagen en twee uren. Volgons eono kronijk keurde do pauselijke legaal dal verdrag af, en deed eenige muzelmiin-sche kooplieden belecdigen, die zich naar Plolomaïs begeven hadden. De Tempeliers en de andere militaire orden wilden den sultan van Egypte hiervoor voldoening geven; de legaal verzette zich daartegen en dreigde allen mol de excommunicatie, die mei de ongeloovigen do geringsle onderhandeling zonder aanknoopen.

Een Arabisch schrijver geeft een andere reden voor het verbreken van het verdrag op. Hij verhaalt dat een rijk inwoner van Ptolomaïs, vergezeld van eenige vrienden , in do nabijheid der stad mei een muzelman in twist geraakte en dezen iii zijn rechlmaligen toorn doodde. Eenige muzelmannen komen uil de nabuurschap toeschieten om hun geloo:sgenool le wreken, ook de christenen komen in groolen getale op; men raakl handgemeen, en nl de muzelmannen, die men in do nabijheid aantreft, worden vermoord.

[1290.] De^e gewelddadigheden, die de faam mol hare duizend monden nog vergrootte, konden den sultan van Egypte een


-ocr page 448-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

voorwendsel aan de hand doen om den oorlog te liornieuwen: do christenen, die een voorgevoel hadden van hunne nieuwe gevaren, riepen den bijstand van den Heiligen Stoel in. De paus bewoog Venetië hem twintig galeien te leveren: deze vloot vervoerde naar Ptolomaïs een troep van zestienhonderd manschappen, die in der haast in eenige steden van Italië aangeworven waren. De versterking, die aan de inwoners van Ptolomaïs ter hunner verdediging gezonden werd, was juist oorzaak van hun ondergang. De soldaten van don Heiligen Slool, onder fortuinzoekers en landloopors aangeworven, gaven zieh aan allerlei buitensporigheden over; daar zij geen soldij ontvingen, beroofden zij de muzelmannen en de christenen. Eindelijk verliet die tuchlelooze troep gewapend de stad om een rooftocht te ondernemen op do gronden der muzehmiiiien; alles word door hen op hun weg vernield; de marktvlekken en de dorpen werden uitgeplunderd, do inwoners mishandeld en verscheidenen dezer gedood. De sultan van Cairo zond gezanten aan de christenen om zich over die in vredestijd gepleegde gewelddadigheden te beklagen. Bij de aankomst der muzelmansche afgezanten hield men verscheidene raadsvergaderingen in Ptolomaïs. Do gevoelens waren aanvankelijk verdeeld: eenigon wilden dat men degenen zou verdedigen, die het bestand geschonden haddon; anderen daarentegen dat men den sultan voldoening geven en de instandhouding dor tractaten verzoeken zou. Eindelijk werd besloten eene deputatie naar Cairo te zenden om verontschuldigingen aan te bieden en geschenken te overhandigen. Op audiëntie bij Kelaoun toegelaten, voorde de deputatie bij monde van een hunner aan, dat het kwaad bedreven was door soldaten, die uit het Westen gekomen waren en niet door inwoners van Ptolomaïs; de atgevaardigden boloolden do schuldigen te zullen straH'on: hunne ootmoedige onderwerping, hunne beden konden den sultan niet verbidden, die hun met bitterheid verweet, dat zij met de bezworen tractaten don spot dreven en een schuilplaats verleenden aan rustverstoorders, aan vijanden van don vrede en het volkenrecht. Hij betoonde zich des te onbuigzamer, omdat hij het oogenblik gunstig achtte lot de volvoering zijner plannen: hij wist dat er geen enkele kruistocht in Europa voorbereid werd, dal paus Nicolaas te vergeefs do modewerking inriep der koningen van Frankrijken Engeland, en dat al de hulp van het Westen zich bepaalde tot die gelukzoekers, die kortelings bet verdrag geschonden haddon. Kelaoun zond do afgevaardigden terug, de stad Ptolomaïs met het gansche gewicht zijner gramschap bedreigende. Reeds had hij de uoodige bevolen gegeven om in al zijne provinciën toebereidselen tol den oorlog te maken.

Hij den terugkeer dor afgevaardigden werd er in Ptolomaïs een groote raadsvergadering belegd, welke door don patriarch van Jerusalem, Johannes van Gresli, die voor den koning van Frankrijk het bevel voerde, messire Oslo van Gramdn, die den koning van Engeland vertegenwoordigde, de grootmeesters van den tempel en hot Hospitaal, de aanzienlijksten der stad, een groot aantal burgers en pelgrims bijgewoond werd. Toen de afgevaardigden verslag van hunne zending gegeven en de bedreigingen van den sultan van Egypte medegedeeld hadden, nam do patriarch het woord op: zijne deugden, zijne grijze haren, zijn ijver voor de zaak der christenen boezemden vertrouwen en achting in. Deze eerbiedwaardige prelaat vermaande allen die bem aanhoorden om do wapens op te nemen voor de verdediging der stad, te bedenken dal zij christenen waren en moesten weten lo sterven voor de zaak van Jesus Christus; hij spoorde hen aan om hunne verdeeldheden te vergelen, geeu ai:dere vijanden lo hebben dan de muzelmannen en zich de heilige zaak waardig te toonen, voor welker verdediging: zij giligen strijden. Zijne welsprokondheid stemde do aanwezigen tot edele gevoelens: allen zwoeren de vermaningen van den patriarch te zullen gehoorzamen. Gelukkig tie stad Ptolomaïs, indien hare inwoners en hare verdedigers steeds dezelfde geestdrift en dezelfde gemoodsgesleldheid te midden der gevaren en der rampen van den oorlog behouden hadden!

( veral liet men om hulp verzoeken. Er kwamen eenige pelgrims uit het Westen, eenige krijgers van de eilanden in de Middellandsche zee aan; de koning van Cyprus ontscheepte met vijfhonderd krijgslieden. Deze nieuwe hulptroepen en dogenen die in de stad de wapens droegen, vormden te zamen een getal van negenhonderd man te paard en achttien duizend strijders te voet.quot; Men splitste hen in vier afdeelingen die met do verdediging der torens en der wallen belast worden: de eerste dier afdeelingen stond onder de bevelen van Johannes van Gresli en Oste van Gramon, de een met de Franschen, de andere met de Engelschen en de Picardiërs; de tweede al'deeling werd aangevoerd door den koning van Cyprus in vereenigmg met den grootmeester der Teutonische orde; de derde door den grootmeester van Sint-Jan en dien dor ridders van Kantelberg; de vierde door den grootmeester van den Tempel en dien van Sint-Lazerus. Een raad bestaande uit acht aanvoerders moest de stad lijdens hét beleg besturen.

De muzelmannen rustten zich aan alle kanton tot den oorlog toe; alles was in bewoging van do boorden van don Nijl lot aan die van den Euphraal. Do sultan Kelaoun, bij het verlaten van Cairo ziek geworden zijnde, zond zeven zijner voornaamste emirs vooruil, ieder mot vier duizend ruiters en twintig duizend voetknechten. Zoodra zij het grondgebiel van Ptolomaïs hadden betreden, was hun eerste werk de tuinen, de lusthuizen en do wijngaarden, die do heuvels bedekten, te verwoesten. Het geziclit der vlammen, die zich aan allo kanten verhieven, de verbijsterde menigte dor bewoners uit den omtrek, die mot hun huisraad, hunne kudden en hunne gezinnen in de stad eene schuilplaats kwamen zoeken, deden Ptolomaïs de bedreigingen en do hoillooze plannen dor muzelmannen kennen. Er werden eenige gevechten ia de vlakte geleverd, maar deze waren van geen betookenis: do muzelmannen wachtten op de aankomst van den sultan om voorgoed met do werkzaamheden van het beleg te beginnen.

Intusschen werd Kelaoun nog steeds in Egypte teruggehouden door zijne ziekte, en zijn einde voelende naderen, ontbood de sultan zijn zoon en zijne emhs aan zijne legerstede: don emirs beval hij aan zijn zoon te erkennen en te dienen gelijk zij hem zolven gediend hadden; zijn zoon gelastte hij den oorlog tegen do christenen rusteloos voort te zetten, hem bezwerende, hem niet te begraven vóór hij do stad Ptolomaïs ingenomen had. Chalil zwoer de uilerslo wilsbeschikkingen zijns vaders te zullen volbrengen, en toen Kelaoun de oogen gesloten had. verzamelden zicli de uloma's en de imams in de kapel, waar zijn stoffelijk omhulsel bijgezet werd en hielden niet op den gansche» nacht hun profeet togen de volgelingen van Christus aan Ie roepen. Chalil zette zich weldra met zijn leger in beweging. He Franken vleiden zich mot de hoop dat de dood van Kelaoun aanleiding zou geven tot verdeeldheden onder de muzelmannen; maar do 'haat logen de christenen was voldoende om de muzelmansche soldaten vereenigd te houden; de belegering zelve van Ptolomaïs, do hoop een chrislen stad te zullen verwoesten, verstikten allo kiemen van verdeeldheid en bevestigden de heerschappij van Chalil, dien men bij voorbaat don overwinnaar der Franken en den vredestichter van den muzehnanschen godsdienst noemde.

De sultan verscheen voor Ptolomaïs; zijn leger besloeg een oppervlakte gronds van verscheidene mijlen, van de zee lol aan de bergen. Tallooze borden waren van de boorden van den Euphraal, van de kusten der Roodo zee, uil alle provinciën van Syrië en Arable toegesneld. Men hield zich ijverig bezig met het vervaardigen van stormrammen, catapulten, bedekte galerijen en andore belegeringswerktuigen; de ceders van den Libanon en de eiken, die de bergen van Naplusa bedekten, waren onder de bijl dor muzelmannen gevallen en voor do wallen van Plolomaïs vervoerd. Moor dan driehonderd oorlogsworkluigen waren voor de bestorming der stad in gereedheid gebracht. Do gesclnodsclii'ijvoi'Aboullëda, die het beleg bijwoonde, gewaagt van een dier werktuigen, dal ter nauwernood met honderd wagens kon vervoerd worden.

Dit vreeselijk gevaarte verspreidde schrik en ontsteltenis onder de bewoners van Ptolomaïs: wanhopende aan de verdediging en hot behoud der stad, riep do grootmoestor van den Tempel do overige bevelhebbers bijeen, om le overleggen welke middelen er zouden kunnen aangewend worden om het verdrag lo bernieuwen en daardoor aan eeu onvermijdelijken ondergang te ontkomen. Zich naar de tont dos sultans begeven hehbonde, verzocht hij hem om den vrede en gaf, oin op zijn geest le werken, hoog op van do strijdkrachten van Plolomaïs. Waarschijnlijk bevreesd voor do moeielijkheden van hel beleg en later wel een andere gelegenheid denkende le zullen vinden om zich van do stad meestor le maken, bewilligde de sultan in een nieuw bestand, mits elke inwoner hem oen Venetiaanschen penning bolaalde. In de stad teruggekeerd riep de groolmoestor een vergadering van hot volk hijeen in de kerk van het Heilig Kruis en maakte de voorwaarden bekend, waaronder de sultan een nieuw traclaat wilde sluiten. Hij was van oordeel, dat men deze voorwaarden moest aannemen, daar er geen ander middel bestond om Ptolomaïs te redd in. Kauwelijks had hij uitgesproken ol de menigte geraakte in woede; van alle kanton riep men verraad en het scheelde weinig ol' de grootmeester hadde zijn verstandig beleid en zijn ijver voor het behoud der stad met don dood moeten bekoopen. Van stonde af was die edelaardige krijger er nog slechts op bedacht met de wapens in de hand te sterven voor een bevolking, die niet bij machte was den oorlog door den oorlog te koeren en niet wilde dulden dat men het door den vrede redde.

[1291.] De tegenwoordigheid van den sultan had het krijgsvuur dei' muzelmansche troepen verdubbeld. Van af de eerste dagen zijner komst zette men de belegering met ongeloofelijken nadruk voort. Het leger der belegeraars telde zestig duizend ruiters en honderdveertig duizend voetknechten, die elkander voortdurend aflosten en den belegerden geen rust lieten. De


-ocr page 449-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

m

werktuigen slingerden stecnen en reusacblige bloldcen hout, die in liun val de paleizen en tie huizen der stad deerlijk havenden. Wolken van pijlen, werpspiesen, polten vloeiend vuur vielen dag en nacht op de wallen en torens neder en richtten groote verwoestingen aan. Bij de eerste aanvallen doodden de cliris-tencn een groot aantal ongeloovigen, die de muren naderden, met pijlen en steenen. Zij deden verscheidene uitvallen en bij cene daarvan drongen zij zelfs door tot aan de tenten der belegeraars. Eindelijk werden zij teruggedreven, waarbij ecnigen hunner in de handen der muzelmannen vielen, on de Syrische ruiters, die de hoofden der overwonnenen aan den hals lumner paarden gebonden hadden, kwamen die barbaarsclio zegeteeke-nen eener duur gekochte overwinning met trots aan den sultan van Cairo vertoonen.

In den beginne had bet gevaar al de inwoners van Ptolomaïs eendrachtig vereenigd en lien met dezelfde gevoelens vervuld. In de eerste gevechten streden zij met ongekende dapperheid: zij werden gesteund door de hoop op bijstand uit Europa en vleiden zich ook, dat eenige voordeden op de belegeraars bevochten, de muzelmannen lot den iillocht zouden nopen; maar naarmate deze verwachtingen teleurgesteld werden, zag men hun strijdlust verzwakken; de meesten konden geen langdurige vermoeienissen doorstaan; de aanblik van een zicli voortdurend hernieuwend gevaar verlamde hun moed; de verdedigers der wallen zagen met den dag hun aantal alnemen; de haven was overdekt met christenen, die met hunne rijkdommen Ptolomais verlieten. Het voorbeeld dergenenquot;, die op die wijze de vlucht namen, deed hun die bleven geheel en al tleu moed ontzinken; in eene stad die honderdduizend inwoners telde en iu de eerste dagen van bet beleg bijna twintig duizend strijders geleverd had, vond men alras niet meer dan twaalf duizend man onder de wapens.

Aan de desertie paarde zich weldra een andere ramp: verdeeldheid onder de bevelhebbers. Verscheidcnen hunner keurden de maatregelen af, die voor de verdediging der stad genomen werden, en daar zij hunne meening in de raadsvergadering niet hadden kunnen doordrijven, bleven zij werkeloos, niet denkende aan de gevaren cn het onheil, die de stad eu hen zeiven dreigden.

Den vierden dag van Mei (het beleg duurde nagenoeg cene maand) gal' de sultan hot sein tot eene bestorming. Hij liet driehonderd kameelen op liet vlakke veld bijeenbrengen en op ieder dier kameelen een tamboer plaats nemen: een ontzettend geroff'ei weerklonk heinde en verre. De muzelmanscbe troepen verlieten strijdvaardig hun kamp: de menigte krijgers cn wapens bood een vreeselijk schouwspel aan. «Naarmate het inuzelman-sche leger voorttrok (het zijn cquot;c uitdrukkingen eener kronijk van dieu tijd) scheen tic zon op de gouden lansschilden en deed ze oogverblindend schitteren. Het staal der gepolijste zwaarden geleek op de sterren, die in de zomernachten aan hot uitspansel llikkeren; toen de troepen zich niet opgeheven lansen ontplooiden, meende men een zich voortbewegend bosch ie zien; meer dan vierhonderd duizend strijders bedekten de vlakte en de heuvelen.quot;

Sinds het aanbreken van den dag beukten de vijandelijke werktuigen onafgebroken de wallen; de pogingen der belegeraars waren hoofdzakelijk gericht op de poort en den toren van Sint-Antonius aan de oostzijde der stad. Deze poort was aan de bewaking van don koning van Cyprus toevertrouwd. De muzelmannen kwamen hun no ladders aan den voel der muren planten, doch de verdediging was niet minder levendig dan de aanval; de strijd duurde den ganschen dag en alleen de invallende duisternis noodzaakte de aanvallers tot den aftocht. De koning van Cyprus, wien meer gelegen was aan zijne veiligheid dan aan zijn roem, vatte uu het voornemen opeen stad te verlaten, die naar zijne overtuiging niet meer te redden was. Under voorwendsel van eenige rust te gaan nemen, verwijderde hij zich met de onder zijne bevolen staande soldaten, en de bewaking van den gevaarlijken post aan de Teutonische ridders overlatende beloofde hij hun met bet krieken van den dag terug te keeren. Maar toen de dag aanbrak, had de koning van Cyprus zich met al zijne ridders cn drie duizend strijders ingescheept. Bij hot vorncinen van deze lafhartige vlucht was do verontwaardiging der christen krijgers onbesclinjlelijk. « Gave de Hemel!quot; roept een ooggetuige uit, «dat cr ecu orkaan opgestoken ware en die vluchtelingen baddodoen schipbreuk lijden, en zij als lood op den bodem der zee verzonken waren!quot;

Den volgenden dag ondernamen de muzelmannen een nieuwe bestorming. Zij naderden in dichte gelederen, gedokt met hunne breede schilden, hunne machines voortduwende en van een menigte ladders voorzien. Gedurende eenigen lijd gelukte hot don christenen de muzelmanscbe soldaten op een afstand van de muren te houden, maar toen de aanvallers gewaar werden, dat de torens, die den vorigen dag door de Gypriolen bezet werden, verlaten waren, werden zij stoutmoediger : zij begonnen de grachten te dempen met er steenen, aarde cn doode paarden in te werpen. De kronijken van dien tijd verhalen hier een feit, dat ongelool'elijk schijnt: een troep sectarissen, die zij dinges noemen, volgde het leger der mamolukken; do godsvrucht van deze sectarissen bestond daarin om alle soort van ontberingen te lijden en zich ten nutte van het islamisme op te offeren. Do sultan gelastte hun do gracht te vullen : zij sprongen cr in en dempten die met hun eigen lichamen, ori over dien weg bereikte de ruiterij den voet der muren.

Do belegeraars streden als razenden : eenigen riehtlen de ladders tegen de muren, beklommen ze ondanks don lellen tegenstand der christenen met ongeëvenaarde doodsverachlmg en trachtten vasten voet op de wallen te krijgen; andoien beukten de muren met de stormrammen en poogden ze met allerlei werktuigen te doen afbrokkelen. Eindelijk gelukte het den muzelmannen een groote bres te maken, langs welke zij in de stad kondon doordringen. Deze bres werd weldra hel schouwiuuneei van oen bloedigen strijd : er werden geen pijlen meer afgeschoten of steenen geworpen; men streed met do lans, liet zwaard en de knots. De menigte der muzelmannen groeide steeds aan, terwijl de christenen van allen bijsiand verstoken bleven. Eindelijk zijn degenen, die daar ter plaatse den wal verdedigden, uitgeput van vermoeienis, bukkende voor de overmacht, genoodzaakt in de stad terug te trokken; de aanvallers vervolgen hen van nabij, en men zal het inoeiolijk kunnen gelooven, de bewoners der wijk bleven hiervan werkc-looze toeschouwers : niet dal do aanblik van hel gevaar allen den moed benomen had, maar de geest van naijver en afgunst werd niet verslikt door het beset van het gemeenschappelijk dreigende gevaar. «Toon de tijding van bel binnendringen der Sarracenen zich in do stad verspreidde,quot; zegt een oude ki onijk, «gevoelden vele burgers, uit nijd togen elkander, daarover niet zooveel droefheid als men wel verwacht zou hebben, daar zij zich overtuigd hielden, dal de sultan hun geen leed zou doen, dewijl zij niet in de schending van hot tractaat bewilligd hadden.quot; In hunne dwaze verblindheid wilden zij hun behoud liever te danken hebben aan de goedertierenheid van den overwinnaar dan aan de dapperheid der christen krijgers. Wel verre van hulp te bieden aan zijne huren, verheugde zich ieder inwendig over zijne verliezen; de voornaamste bovelhobbcrs van elke wijk of elke natie brachten hunne soldaten zoo min mogelijk in het gevocbl, niet uit vrees om hunne strijdkrachton legende nuizel-maunen te versnipperen, maar met bet doel om meer inachl le behouden in de stad en zich do middelen te verzekeren zich later bij de openbare onlusten hel meeste te kunnen doen gelden.

De ware dapperheid liet zich echter niet door zulke lage drijfvoeren terughouden om den vijand hel hoofd le bieden : do strijdmacht van den Tempel en 'hel Hospitaal vertoonde zich overal waar gevaar was; Willem van Clermont, maarschalk der Hospitaalridders, kwam mot zijne ridders ijlings tot onlzel toescbieleu en spoedde zich naar de bros. Hij onlmoette op zijn weg een menigte vluchtende soldaten; de dappere ridder heiievendigt hun gezonken moed en als een stormwind in de gelederen des vijands doordringende, sabelt bij allen neer die onder hel bereik van zijn zwaard komen; de inuzolmannen, zegt de reeds aangehaalde kronijk, vluchllen bij zijne mulerimj als schapen voor den wolf. Door zijn voorbeeld aangemoedigd, keerden de meeston, die de vluclit genomen hadden, in het gevecht terug; de schok was vreeselijk, do slachting ontzettend. Tegen den avond bliezen de trompetten tier belegeraars den terugtocht; de muzelmannen, die aan het zwaard dor chiisleuen ontsnapt waren, trokken in wanorde terug langs de bres, die zij gemaakt hadden.

Deze onverwachte zege veranderde plotseling de gesteldheid der gemoederen. Degenen, die geen deel genomen hadden aan de gevechten en rustig in hunne woningen gebleven waren, begonnen te vreezen dat men hen mocht beschuldigen van de zaak der christenen le verraden. Zij begaven zich mol ontplooide vaandels op weg en trokken naar de poort van Sint-Antonius. Hel gezicht van de kampplaats, die met gekwetsten en dooden bezaaid was, vervulde hen met diepen rouw, en hadden zij then dag al geen blijken gegeven van hun holdeninoed, zoo 'boden ten minste de krijgers, die op den grond uitgestrekt lagen en hen smeekten hunne wonden te verbinden, hun de gelegenheid aan hunne naastenliefde le toonen. Men verpleegde de gewonden en hogroel do dooden; vervolgens hield men zich bezig met het lierslellen der muren en der torens; den geheelen nacht werd besteed aan hel in gereedheid brengen der verdedigingsmiddelen voor den volgenden dag.

Des anderen daags, voor hel opgaan der zon, werd er oen algomeene raadsvergadering gehouden in het huis der Hospitaalridders. De droefheid was op aller gelaat le lezen : daags le voren had men nog twee duizend strijders over, die onvoldoende waren voor de verdediging dei1 torens en der wallen, terwijl zij daarenboven niet meer bezield worden met de hoop van over hunne vijanden te zegevieren.

Toon de vergadering voltallig was, nam de patriarch van Jerusalem het woord op. De eerbiedwaardige prelaat richtte


-ocr page 450-

rVKSCHlEDENIS UER KRUISTOCHTEN.

geen verwijlen tot degenen, die geen deel genomen hadden aan den strijd van den vorigen dag: men moest het verleden vergeten; hij prees evenmin degenen, die hunne dapperheid getoond hiidden, uit vreeze den naijver op ie wikken. In zijne rede sprak hij niet van den gehoorËgroud, want voor hel nu erendei I dergenen, die hem aauiioorden, was de gehoorle-grond niet in l'toiomaïs. Het tafereel der onheilen, die de stad en ieder liarer inwoners dreigden, werd door hein in de somhersle kleuren geschilderd : er bestond geen hoop en geen toevlneht-'oord voor de overwonnenen; er was niets Ie verwachten van de goederlicrenheid der muzelmannen, die altijd hunne bedreigingen, nooit hunne beloften vervulden; bet was maar al te zeker, dat Kuropa geen hulp zou zenden; er waren geen schepen genoeg om aan de vlucht over de zee te denken. Op die wijze poogde de patriarch minder de bekommering zijner loehoorders te verdrijven dan wel hun moed door de vertwijfeling aan te vuren. Hij besloot zijne rede met hen te vermanen al hun vertrouwen op God en op hun zwaard te stellen, zich door boetpleging tot den strijd voor Ie bereiden, elkander te heminuen en bij te staan, hun leven en hun sterven roemrijk voor zich en nuttig voor de christenheid te maken.

De toespraak van den' patriarch maakte een diepen indruk op de vergadering; men hoorde niets dau zuchten en snikken, allen smollcn ir tranen ; de godvruchtige gevoelens, die gewoonlijk door de verwachting of het zien van eenig groot gevaar verlevendigd worden, vervulden aller harten met ongekende geestdrift, de meesten omhelsdeu elkander en spoorden elkaar aan alle gevaren manmoedig te trotseeren; zelfs zij, die den vorigen dag op de vlucht bedacht wanm, zwoeren de stad niet te zullen verlaten en met hunne broeders en lotgenooten op de wallen te sterven.

Daarop sclieidde de vergadering en gingen de bevelhebbers en de soldaten de posten bezetten, die hun aangewezen werden. Degenen die niet gebruikt werden voor de verdediging der wallen en der torens, maakten alles gereed om den vijand te beslrijden als hij in de slad mocht doordringen : in alle straten werdén versperringen opgericht, droeg men steenen bijeen op de daken en achter de deuren der buizen om de muzelmannen op hun weg tegen te houden en te verplet teren.

Nauwelijks was men met die toebereidselen gereed, of de lucht weergalmde van liet geluid der trommen en der trompetten; een ontzettend gedruisch, dat zich in de vlakte deed hooren, verkondigt de nadering der muzelmannen; na een hagelbui van pijlen afgeschoten te hebben, stormen zij op den muur aan, w-'irin zij daags te voren een bres gemaakt hebben. Zij ont-moelen een tegenstand waaropzij niet gerekend haddenen velen vinden den dood aan den voei dei' wallen; maar dewijl hun aanlal van oogeublik tot oogeublik aangroeide, moesten hunne aanhoudend hernieuwde aanvallen ten laatste de krachten der christenen uil uillen, die in gering getal waren en geen versterking ontvingen. Tegen het einde van den dag hadden deze ter nanwernood nog de kracht hunne pijlen af te schieten en hunne lansen te hauteeren. De muur bezweek opnieuw onder de slagen der stormrammen; toen hoorde men den patriarch, steeds tegenwoordig op de plek van het gevaar, op/ klagenden loon uitroepen: »0 God! omgeef ons met een bolwerk dat de menseheu niet vermogen te vernielen en bedek ons met het schild van uwe almacht.quot; Deze stem scheen de soldaten met nieuwen moed te bezielen: zij deden eene laatste poging en wierpen zich onder het luide aanroepen van Jesns Chrislus op de dichte drommen der vijanden, terwijl de Sarracenen, zegt de oude meergemelde kronijk, den naam van bun Mahomed aanriepen eu de hevigste bedrei ingen tegen de verdedigers van het christelijk geloof uitbraakten.

Terwijl men op de wallen met den vijand handgemeen was, wachtte de slad in klimmende benauwdheid den uitslag van den strijd af. Plotseling verspreidde zich als een loopend vuur de tijding, dal de muzelmannen de stad waren binnengedrongen. De chrisleu krijgers, die de Sint-Anloniuspoort verdedigden, hadden den aandrang der vijanden niet langer kunnen tegenhouden en trokken op het middengedeelte der stad terug onder liet inroepen van den bijstand der inwoners. Nu gedenken deze de vermaningen van den patriarch: uit al de andere wijken rukken versterkingen aan; de Hospitaalridders met den dapperen Willem aan hun hoofd zijn onder de voorsten. Een hagelbui van steenen werd van de daken der huizen op de muzelmannen geworpen; ijzeren kettingen worden op den weg der muzelmansche ruiterij gespannen. Degenen, die den strijd reeds opgegeven hadden, voelen hun moed herleven, keeren om en dringen opnieuw op den vijand in; degenen, die hun ie hulp kwamen, volgen hen op den voet, weipen de muzelmansche bataljons overhoop, drijven ze terug en vervolgen ze tot buiten de wallen. Deze gevechten leveren ons het bewijs wat de dapperheid vermag gepaard mei vertwijleling. Telkens werden de bestormingen en steeds met dezelfde verwoedheid benreuwd, waar ook telkens zegevierend algeslagen, üp het einde van eiken dag wensebten de ongelukkige inwoners zich geluk met het behoud der stad; maar hoe moeten zij den volgenden dag, als de zon boven de kim verrees, wel te moede geweest zijn wanneer zij boven van hunne wallen hol muzelmansche lejei' overzagen, dat in lallooze tenten van de kusten der zee tot aan den voet der bergen van Karouba de vlakte bedekte!

Evenals ten tijde van Saladijn bezaten de muzelmannen geen vloot, die hun levensmiddelen kon aanvoeren of de haven van l'toiomaïs afsluiten, terwijl de chrisienen eene menigte vaartuigen en booten hadden, 'die do kust afliepen en schrik verspreidden onder de aan den oever kampeerende muzelmannen. Na zulk een reeks van gevechten, waarin de ontelbare menigte der belegeraars geen beslissend voordeel had kunnen behalen, bogonuen deze den moed te verliezen, lu het muzelmansclie leger kon m n zich de ouverwinnelijko dapperheid der christen soldaten slechls verklaren door ze aan bovennatuurlijke oorzaken toe te schrijven. Duizenden vreemde verhalen gingen van mond tot mond en vervulden het gemoed der muzelmansche soldaten met bijgeloovigo vrees. Zij meenden twee personen te zien in eiken vijand, dien zij te bestrijden hadden; in de overmaat hunner verwondering gingen zij zelfs zoo ver van zich ie verbeelden, dat iedere krijger, die onder hunne slagen viel, uit zich zeiven weder verrees en daarna sterker en vreesdijker dan te voren weder op het tooneel van den strijd vcrscheen. De sultan van Gaïro scheen de hoop opgegeven té hebben van de stad stormenderhand in ie nomen. M m verzekert dat de renegaten, wien hun alval de uitroeiing van den ebrisien naam deed wenschen, niels onbeproefd lieten om zijn moed te herle-vendigen; die onverzoenlijke verraders verzuimden niets om de aanvoerders tot den strijd aan te zetten en in hun hart de onzalige hartstochten op ie wekken, die hunne handelingen bestuurden. Van den anderen kant doorkruisten de imams en de cheiks, die zich naar liet kamp der mamelukken gespoed hadden, de gelederen van het leger om de dweepzucht der soldaten aan te vuren; de sultan dreigde degenen, die voorden vijand zouden vluchten, met de wreedste folieringen, en loofde buitengewone belooningen uit voor degenen, die den standaard van den profeet in het midden der stad zouden planten en niet op de wallen.

Den 18 Mei, een noodlottigen dag voor do christenen, werd het teeken tot een nieuwe bestorming gegeven. Bij hot krieken van den dag stond het muzelmansche leger onder de wapens; de sultan bemoedigde do soldalen door zijne legenwoordigheid. De aanval en de verdediging waren veel heviger en hardnekkiger dan fie voorgaande dagen. Ouder degenen, die in den strijd vielen, telde men zeven muzelmannen tegen een ehristen; maaide muzelmannen konden hunne verliezen aanvullen, die der christenen waren onherstelbaar. De belegeraars richUen ook ditmaal al hunne pogingen tegen den toren en de poort van Siut-Anlouius.

Zij waren reeds op do bres, toon de ridders van den Tempel het stoulmoedig besluit namen om de stad te verlaten en hel kamp der muzelmannen aan Ie taston. Zij vonden het vijandelijke leger in slagorde geschaard; na een bloedig gevóel it dreven de muzehnannen de christenen terug en vervolgden hen tol aan den voel der wallen. Do grootmeester van den Tempel werd door een pijl getrollen en viel in hel midden zijner ridders. De grootmeester van het Hospitaal bekwam te gelijker lijd eene wonde, welke hem buiten gevecht stelde. Nu begon een ieder aan de vlucht te denken, want men achtte alle kans om de slad te behouden verloren. Er bleven ter nanwernood duizend christen krijgers overig om de Sint-Antoniuspoort togen het geheele leger der muzelmannen lo verdedigen.

De christenen zagen zich genoodzaakt voor de overmacht van hunne vijanden le wijken; zij trokken terug op het gesticht van den Tempel, dal aan de zeezijde lag. Toen breidde zich een rouwlloors uit over de geheele stad l'toiomaïs: de muzelmannen trokken haar van woede blakende binnen; er was geen straat, die niel het tooneel van een bloedbad werd; men leverde een gevecht voor elk lort, voor elk paleis, aan den toegang tot elk marktplein, en in al die gevechlen werden zoo vele menschen gedood, dat men, volgens het verhaal van een ridder van Sint-Jan, over de lijken liep nis over een brug.

Als had de vertoornde Hemel bet teeken willen géven van hel einde van alle dinyen barstteer een hevig onweder, vergezeld van hagel en regen, over do stad los; de luclil werd eensklaps zoo duister, dal men ter nanwernood de vaandels der strijdenden kon onderscheiden en zien welke slandaard nog va i de torens wapperde. Alle gcesels werkten mede tot hel voltooien van den ondergang van l'lolomaïs. In verscheidene wijken ontstond brand zonder dal iemand dien Iraehtle le blusschon: de overwinnaars waren er slechts op bedacht om de slad te verwoesten, de ovorwonnenen om door de vlucht hel leven te redden.

Het volk vlood in alle richlingen, zonder te weten waar hel een schuilplaats zou vinden. Geheele gezinnen namen de wijk


-ocr page 451-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN. ' 289

in de kerken, waar zij omkwamen in de vlammen ol' aan den voel der allaren vermoord werden; geestelijke zusiers, bedeesde maagden, mengden zich onder de menigte, die door de stad doolde, en misvormden haar aangezicht om aan het woest geweld van den overwinnaar te ontkomen. Het betreurenswaardigste in lu^t schouwspel dat rtolomaïs toen aanbood was de lafhartige vlucht der bevelhebbers, die het volk aan zijn lot overlieten. Reeds bij den aanvang van het gevecht hadden Joannes van Gresli en Oste van Gramon, die zich tijdens het beleg ter nauwernood op de wallen hadden laten zien, heimelijk de stad verlaten; vele anderen, die gezworen hadden zich tot den dood (oe te zullen verdedigen, zonnen bij den aanblik van hot bloedbad slechts op de redding van hun leven en wierpen bunne wapens weg om door niets in hun vlucht belemmerd te worden. Aan die lalliartige desertien kan echter de geschiedenis eeuige trekken van waren heldenmoed tegenoverstellen. Men heeft de schitterende daden van Willem van Clermont niet vergeten. Te midden der puinhoopen van Ptolomaïs, te midden der algemeene verbijstering, trotseerde hij nog den vijand; eenige christen krijgers rondom zich verzamelende, spoedt hij zich naar de Sint Antoniuspoort, die de Tempeliers zooeven verlaten hadden; hij wilde geheel alleen den strijd opnieuw beginnen; hij breekt herhaalde keeren door de gelederen der muzelmannen en keert, onafgebroken vechtende, op zijne schreden terug; «toen hij in het midden der stad teruggekomen was, was zijn paard,quot; zegt de oude kronijk, «doodelijk vermoeid eu hij zelf insgelijks; zijn ros gehoorzaamde niet meer aan de sporen en stond midden in de straat stil, daar het niet meer voort kon. Üe Sarracenen werpen broeder Willem met pijlschoten ter aarde; zoo gaf die edele kampvechter van Jesus Christus zijne ziel aan zijn Schepper weder.quot;

Men moet ook allen lot toekennen aan de zelfopoffering van den patriarch van Jerusalem, die, tijdens het geheele beleg, de gevaren der strijders gedeeld had. Toen men hem naar de haven medetrek om hem aan de vervolging der muzelmannen te onttrekken, beklaagde zich die edele grijsaard met bitterheid in het nijpendste van het gevaar van zijne kudde gescheiden te worden. Men noodzaakte hem eindelijk scheep te gaan; maar dewijl hij allen in zijn schip opnam, die hierom verzochten, werd het overladen en zonk, zoodat de getrouwe herder het slachtoffer werd van zijne naastenliefde.

De zee stond zeer hol, zoodat de schepen niet dicht bij het land konden komen. De oever bood een hartverscheurend schouwspel aan: het was eene moeder die haar zoon, een zoon, die zijn vader riep; velen sprongen uit vertwijfeling in de golven; de menigte poogde zwemmende de vaartuigen te bereiken, eenigen verdronken onderweg, terwijl anderen met roeiriemen werden algehouden. Men zag verscheidene vrouwen uit de aanzienlijkste familiën op de havendam verschijnen, hare diamanten en andere kostbaarheden mededragende; zij beloofden den schepelingen al hare rijkdommen met hen te zullen deelen, indien zij haar uit liet gevaar redden: zij werden naar hel eiland Cyprus gevoerd. Men loonde slechts medelijden met degenen, die schallen weg te geven hadden; zoo nam de geldzucht, terwijl do tranen de harten niet meer konden vermurwen, de plaats der menschlie-vendheid in. Eindelijk verschenen de muzelmansche ruiters op de havendam; zij vervolgden de christenen lot in de golven: sinds dat oogenblik kon geen enkel christen meer aan hel bloedbad ontsnappen.

In die ongelukkige, aan de vlammen, de plundering en de barbaarschheid der overwinnaars prijsgegeven stad, hielden verscheidene sterkten, door christen soldalen bezet, den kamp tegen den vijand nog vol; die rampzalige krijgers stierven met de wapens in de hand zonder andere getuigen van hun roemrijk uiteinde dan hun onverzoenlijke vijanden.

Hel kasteel van den Tempel, waarin al de ridders de wijk genomen hadden, die aan het zwaard der muzelmannen ontkomen waren, was weldra de eenige plek van de stad, waar nog gestreden werd. Ka een capitulatie met hen gesloten te hebben, zond de sultan driehonderd muzelmannen voor de uitvoering van dit verdrag. Nauwelijks waren deze een der voornaamste torens, den Toren van den Grootmeester, binnengetreden ol zij belee-digden de vrouwen, die daar een wijkplaats gezocht hadden. Deze schending van het volkenrecht vertoornde de christen krijgers dermate, dal al de muzelmannen die den toren waren binnengetreden op staanden voet aan een allezins billijk gevoel van wraakzucht werden opgeofferd. De vergramde sultan gaf bevel de christenen in hun laatste toevluchtsoord te belegeren en ze allen over de kling te jagen. De ridders van den Tempel en hunne wapenmakkers hielden gedurende verscheidene dagen de verdediging vol en zouden dit nog langer gedaan hebben, toen een noodlottige gebeurtenis daaraan plotseling een einde maakte: de toren van den grootmeester was intusschen door de muzelmannen ondermijnd geworden; toen deze hem bij het ondernemen van een bestorming beklommen, stortte hij in, christenen en muzelmannen onder zijn val verpletterende.

De muzelmansche soldaten gaven door woest getier lucht aan hunne blijdschap; deze blijdschap der overwinnaars vormde een akelige tegenstelling met de verslagenheid der overwonnenen. Te midden der onstuimige tooneelen der overwinning boorde men van de eene zijde de noodkreten der vrouwen, wie de barbaren in bun kamp geweld aandeden, van de anderen het geschrei der kleine kinderen, die men wegvoerde. Een groote schare vluchtelingen, van puinhoop tot puinhoop verjaagd en geen wijkplaats meer wetende, begaven zich naar de tent van den sultan om zijne barmliartigheid in te roepen; Chalil verdeelde deze smeekemle christenen onder zijne emirs, die ben allen lieten ombrengen. Makrisi schat het aantal van deze ongelukkige slachtoffers op tien duizend.

Na de inneming en de verwoesling van Ptolomaïs zond de sultan een zijner emirs met een legerkorps uit om de stad Tyrus te bemachtigen: door schrik bevangen, opende deze stad hare poorten zonder tegenstand te bieden. De overwinnaars maakten zich desgelijks van Heyrout, Sidon en al de christen steden langs de kust meester. Deze steden, die geen bijstand aan Ptolomaïs geboden en zich door een verdrag beschermd geacht hadden, zagen hare bevolking vermoorden, verstrooien en in slavernij wegvoeren. De woede der muzelmannen strekte zich tot over de steenen uit; men woelde den grond om, dien de christenen betreden hadden; hunne huizen, hunne tempels, de gedenkteekenen hunner nijverheid, hunner godsvrucht en liunner dapperheid, alles werd veroordeeld met hen door hel vuur of het zwaard te vergaan.

De meeste kronijken van dien tijd schrijven die groote onheilen toe aan de zonden der bewoners van Palestina en zien in de tooneelen van verwoesting slechts de uitwerkselen van die goddelijke gramschap, welke op Niuive en Rabylouië drukte. De geschiedenis verwerpt die gemakkelijke uitleggingen niet, doch het is baar, voorzeker, geoorloold dieper in de mensche-lijke zaken door te dringen, en moei zij, hoewel de tusschen-komst des Hemels in de staalkundige lotshestemming der volken erkennende, ten minste trachten de middelen te leeren kennen, waarvan de Voorzienigheid zich bediend heeft om de rijken te grondvesten, eenigen lijd staande te houden en eindelijk te vernietigen.

Wij hebben in ons verhaal aangetoond in boeverre de eerzucht der bevelhebbers, de tuchteloosheid der krijgers, de woelzieke harlstocliten der menigte, de verdorvenheid der zeden, de geest van tweedrachi en verdeeldheid, en eindelijk de geest van zelfzucht en eigenbaat hel koninkrijk Jerusalem tol zijn verval hadden kunnen voeren. In de volgende boekeu zullen wij breedvoeriger do redenen bespreken, die hel einde der kruistochten teweegbrachten en aan de langen tijd zegevierende Franken de vrucht hunner veroveringen deden verliezen. Voor het oogenblik zullen wij er ons toe bepalen in weinig woorden te zeggen hoe de christen macht in Syrië zoo snel bad kunnen vallen.

Deze macht was als door een storm op do kusten van Azië geworpen; gelijk aan die uilheemsche planten, welke verre van den grond, die haar eigen is, slechts met moeite opschieten, had zij niet tol bare natuurlijke ontwikkeling kunnen geraken in een ander klimaat en onder een vreemden hemel. De christen koloniën in het Oosten telden meer dan tachtig steden en een nog grooter aantal kasteden of sterkten; maar het grootste deel dier kasteelen en steden ontvingen bunne verdedigers en liuime bewoners uit Frankrijk, Duitscbland, Engeland ol Italië. Zoo bezaten die verafgelegen Staten niet in zich zeiven het beginsel van hun behoud en bevonden de ware steunpilaren van Jerusalem zich in het Westen. Het verval of do voorspoed van dat rijk hing niet uitsluitend af van zijne wetten, zijn uitgebreidheid en het aantal zijner steden: zijn instandhouding hing ook af van den ijver welken andere volken aan den dag legden om het bijstand te bieden; zij hing af van zekere heerschende gevoelens, welke de christen natiën opwekten de wapens tegen zijne vijanden op te nemen. Zoolang de koloniën der Franken de aandacht van Europa trokken en haar naam genoegzaam was om de krijgshaftige geestdrilt der volken op te wekken, die aan gene zijde der zeeën woonden, hielden zij zich glansrijk staande, doch vielen, zoodra Europa er de blikken alvvendde en bet machtige gevoelen dat baar gegrondvest had begon te verzwakken. Haar glorie was het werk van de godsdienstige geestdrift ol' liever van de christelijke vaderlandsliefde die ze gevestigd had, een van hare grootste rampen was de onverschilligheid der christenen. Om onze meening kort zamen te vatten zij het ons genoeg te zeggen, dat de heerschappij der christenen in Azië met de kruistochten begonnen was en met deze moest eindigen.

Na de verwoesting der kusten van Syrië en de verdrijving der christenen beschreven te hebben, besluit een muzelmansche kronijk baar verbaal met deze zonderlinge bemerking: «Indien hel Gade behaagl, zullen de diliyen zuu blijven lui aan hel laalste oordeel.quot; De wenschen van den Arabischen geschiedschrijver zijn tot dusverre maar al te zeer verhoord geworden: sinds langer dan vijf eeuwen beerschen de muzelmannen over al de


-ocr page 452-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

290

landon, dio corlijds door de christonon bezeten quot;werden, en met lien regeert de genius der venvoesUng, welke nan den door ons beschreven oorlog voorzat. Onder de smartelijke gedacbten, welke bet verbaal van zoovele rampen bij ons verwekt, is er een, welke ons meer bedroelt dan alle andere, dewijl zij ons een der betreurenswaardigsto uilwerkselen der ki'uistoelilen in Azië aanloont. Men zal zicb herinneren welk eene groole menigte cbristenen op bet tijdstip van den eersten kruistocht de steden van Syrië en Klein-Aziö bevolkten. Na de laatste overwinningen dér inamelukken werd niet alleen de bevolking der Franken, die I'henicië en Palestina bewoonden, verdelgd of genoodzaakt om Ie vluchten, maar ook bel aantal der christenen was tot op minder dan de heUt ingekrompen in alle naburige gewesten, in alle oorden, waar de kruisvaarders zich vertoond hadden. I)e legen het Islamisme gevoerde oorlog bad de muzelmannen verbitterd, die, van hunne overwinningen misbruik makende, dc belijders van het Evangelie niet meer veroorloofd hadden zich iu him midden te vestigen, en ze als hun hevigste vijanden beschouwende, ben overal tot ballingschap, slavernij en allerlei ellende gedoemd hadden. Het grootste gedeelte der kerken, die in de sleden Damascus, Aleppo, Cairo, Edessa, Iconium enz. stonden, waren geslecht ol lot, andere doeleinden ingericht geworden; de grotten van den Libauon en de bergen van Judea, de cellen van den Sinaï en den Carmel, de wildernissen van Memphis en Scette hailden hunne vrome bewoners verloren en weergalmden niet meer van de klanken des gebeds. Zoo strekten die verre expeditiën, wier hoofddoel de verlossing der dienaren van Jesus Christus aan gene zijde der zeeën was, op het laatste slechts om de vervolging, de vertwijfeling en den dood over de geloovigen van het Oosten te doen noderkonicn. Hier moet men de geheime raadsbesluiten van de Voorzienigheid bewonderen, en men kan mol den welsprekendsteu predner der kruistochten, den H. Bernardus zeggen, dat God in die gewijde ondernemingen noch Zijn volk noch Zijn naam gespaard had.

Toen men in Europa de inneming en de verwoesting van l'tolomaïs vernam, ontstond daarover een algemeene droefheid. Niemand had er aan gedacht de wapens op te nemen om hel bij te staan, maar iedereen betreurde zijn verlies. De geloovigen bcscluddigdeu zicb een christen stad zonder verdediging gelalen, baar als een schaap te midden der wolven aan baar lot prijsgegeven te hebben. In de algemeene verslagenheid lieten zich klachten hooren tegen den paus en de grootwaardigheids-bekleeders der Kerk, die zicb te veel met de koninkrijken en do goederen dezer wereld bezighielden, iu zijn verhaal van het beleg en den ondergang van Ptolomaïs, iu de tegenwoordigheid van den paus gedaan, zeide de Grieksche monnik Arsenius tot hem: «Uwe zorgen voor Sic,ilië hielden zoozeer uw hart bozig, dat gij niet aan de gevaren van Palestina dacht.quot; De verwijten der geloovigen spaarden evenmin de vorsten en de koningen der christenheid, waarvan eeuigen, volgons hen, zich aan de genietingen van dit leven overgaven, prachtige torens en paleizen bouwden en hunne wapens alleen gebruikten tegen de wilde dieren en de vogelen des hemels, terwijl anderen liunno volken onder belastingen gehukt deden gaan om christen volken den oorlog aan te doen en de grenzen van bun rijk te verwijden. Het verslagen volk deelde elkander de wonderwerken mede, waardoor de almachtige God de besluiten Zijner gramschap aangekondigd bad. Vele geloovigen hielden zich overtuigd dal de heiligen eu de engelen de gewijde verblijven van .lerusalem, do heiligdommen van Uethlehem, Nazareth en Galilea verlaten hadden, lederen dag zag men in de havens van Italië inwoners van Palestina aankomen, die bedelende van stad tot stad trokken cn met tranen in de oogen de jongste rampen der christenen van het Oosten verhaalden.


-ocr page 453-

OPENBARE GEBEDEN VOOR DE GEVALLEN KRUISVAARDERS.

-ocr page 454-
-ocr page 455-

E G U iN TIEN 1) E 1] O E K.

POGINGEN TOT NIEUWE KUUISTOCHTEN TEGEN DE TUKKEN.

1291—H53.

(De J aus predikt eon nieuwen kruistocht; do Tariiiarsclie vorst Cazan zendt een gezanlseliap nanr Koine; vergadering van Poitiers; inneming van Rhodes door dr ridders van Sint-Jan van Jmisalem; «1«« ridders van den Tempel komen zich in Frankrijk veMitfen; blik op de oorzaken van de opherting der Ok!.-; Kaicl de Schoone ontvangt Anm-nisehe algrzantcn; relrarchns, Raymond Luilius, Sanuto; l'nilippus van Valois vergadert de baronnen in de Heilige Kapel; de kalif van Egypte mishandelt de christenen; de zwarlr /icsf. Peter van Lusignan, koning van Cyprus, komt naar Home; zijne voorstellen; hij doorkruist Kuropa; koning Jan neemt het kmis aan, maar hij komt in Londen te sterven; een tienucesehe vloot voert de kruisvaarders voor Almaliia; gevetiil van tien tegen tien; wantrouwen tegt! i «le Uenuee/ien; begin van het Ottoinaimische rijk; U ija:ot in ll)ii^arij), vel Islaj^ van Nieopdis; Kijazet zendt de Fransche gevangenen terug; nieuwe onderneming door llonrieaut aangevoerd; flannel Faleologns aan het holquot; van Karei VI;Tamerlan komt liajazet bestrijden; veldslag van Aneyra; pans Engenins werit troepen aan; er wordt een verdrag voor tien jaren met Amurat 11 gesloten; Scanderberg; de christenen verliezen den veldslag van Varna; Mahomed 11 maakt zich meester van Constantinopel.)

llians nan lid einde van liet, scliitlerendsle tijdvak der

^Cl'lvruislodileu ^ekdineii, iiiniir on/e arbeid is diiardin niet voltooid; wanl evenals de nieuwsgierigheid der le/.ers er hoogen prijs op steil d(! oorzaken der y;el)enrlenissen to k'erea kennen, moet zij evenzeer verlangend wezen om den invloed le kennen dien zij op den toestand der iiiaatseliappijen ^eliad heliljen. Wie zon niet gaarne vernemen, na Europa gedurende liijna l\v(!(! eeuwen in beroering te hebljen gezien om zich op Azië te storten, iioe de iiartslochteii, die de christen wereld geschokt hadden, van lieverlede hun lievigheid eu hunne kracht verloren hebben? welke wisselingen van de staatkunde en veranderingen in den geest der volken die algemeeue geesldrilt verzwakt hebben ? welke, in een woord, de belangen, de zeden, de gewoonten zijn, die de godsvrucht der pelgrimstochten naar bet heilige land vervangen hebben eu op de wonderen der kruistochten gevolgd zijn? Hier komt de wijsbegeerte der geschiedenis ons met haren fakkel verlichten en ons den geregelden loop der inenschelijke dingen toonen. Het einde der groote omwente-liiigen kan vergeleken worden met dat tijdperk van 's menschen leven waar de jeugd een einde neemt; dan oogst men de vruchten van een ervaring, opgedaan te midden van bet bruisen en het woeden der hartstochten; dan komt als in een getrouwen spiegel het verleden zich aan ons vertoonen met zijne herinneringen en zijne heilzame waarschuwingen.

Wij zullen derhalve met vertrouwen de taak voortzetten, die wij ons opgelegd hebben. Mogen wij al in bet tijdvak, dat wij nog te doorloopen hebben, weinig te zeggen hebben, dat de nieuwsgierigheid van bel groote publiek kan opwekken, de meer weetgierigen zullen er ongetwijleld eenig belang in stclloii om met ons die lange nagalmen te volgen van een beroering, welke zoowel liet Oosten als bet Westen geschokt bad, en welker gevolgen zich tot in de nakomelingschap moesten doen gevoelen.

Toen de tijding der inname van Ptolomaïs in Europa aankwam, was paus Nicolaas IV, dien meu van onverschilligheid beschuldigd had, er ijverig op uil een nieuwen kruistooht in hel leven te roepen. In een aan alle geloovigen gerichte bul betreurde hij in roerende bewoordingen de jongste wederwaardigheden der christenen in het Oosten; hoe uitgestrekter die rampen waren, boe meer de paus zich beijverde voor de nieuwe kruisvaarders de schatkamer der goddelijke barrnhartigheden en allalen te ontsluiten. Een aflaat vau honderd dagen werd verleend aan al degenen, die de sermoenen der predikers van den kruistocht zouden bijwonen en in de kerken de verzuchtingen der stud Gods zouden komen aanhooren. De gewijde redenaars kregen verlof den kruistocht zelfs te prediken op plaatsen, op welke het interdict rustte, eu opdat de groote zondaren onder hel getal der soldaten van het kruis zouden kiinuen opgenomen worden, ontvingeii de predikers de bevoegdheid eeuige absolutiëu le ver-leenen, die anders aan het oppergezag van den lh iligen Stoel voorbehouden waren.

In verscheidene provinciën vergaderde de geesielijkbeid, op uitnoodiging van deu paus, om over de middelen te beraadslagi n die aangewend moesten worden om Palestina te hernemen. De herders der Kerk hielden zich ijverig met die vrome laak bezig, en de eerste vruchten der beraadslagingen van de prelaten was, dal zij den pans eenparig verzochlen zich voor alles bezig te houden met het herstellen van den vre le lusscben de christen vorsten.

Verscheidene monarchen hadden reeds het Kruis aangenomen. Nicolaas zond hun legaten om hen aan te sporen de gelolte te volbiengen, die zij vergeten schenen te hebben. Hoewel Eduard, koning van Engeland, tienden van de geestelijkheid geheven had voor de uitgaven van den kruistocht, toonde bij weinig lust om zijne Staten te verlaten en naar Azië terug te keeren. Keizer Rudolf, die op de conlerentie van Lausanne den paus beloofd had do overzeesche reis te ondernemen, sliert op dal tijdstip, zich meer bezig houdende met de zaken van Duitscbland dan met die der chrislenen van het Oosten. Nicolaas IV deed Pbilippus den Schoone onder bel oog brengen, dal het Westen dc oogen op hem gevestigd hield en zijn voorbeeld de geheele christenheid kon niedesleepen ; de opperherder spoorde le gelijker tijd de prelaten dor Kerk van Frankrijk aan zich met hem te vereenigen om den koning, de grooten en bet volk over le halen de wapens legen de ongeloovigen op le nemen.

De vader der geloovigen beperkte zijne pogingen niet lot het opwekken van den ijver der vorsten en der volken van hel Westen. De Grieksche keizer Andronicus Paleologus, do keizer van Trebisonde, de koningen van Armenië, van Georgië en van Cyprus ontvingen zijne apostolische zendbrieven, waarin hij hun de ophanden verlossing der heilige plaatsen aankondigde. Daar de chrislenen bijwijlen in hunne benauwdheden hunne blikken naar de Tartaren gewend hadden, werden er twee mis-sionarissen naar bel bof van Argon gezonden, die in last hadden den Mongoolschen keizer den zegen van den opperherder over te brengen en zijn machtigen bijstand tegen de muzelmannen in te roepen.

Gelijk men gezien heeft, was hel geheele Westen in droefheid gedompeld bij bet vernemen van den ondergang der christen koloniën, maar deze droefheid was niet bij machte de geesldrilt


-ocr page 456-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

202

voor de kruistochten weder in den geest der volken te ontsteken. Nicolaas IV stier!quot; den 4 April 1292, zonder een christen leger bijeen te hebben kunnen brengen. Na zijn dood kon het conclaai' het niet eens worden in het benoemen van een opperliool'd der Kerk en bleet' de Heilige Stoel zeven en twintig maanden lang onbezet. In die langdurige tussehen-ruitnte bleven de predikstoelen, van welke de verzuchtingen der geloovigen van het Oosten zich lieten hoeren, stom en vergat het Westen de jongste rampen van het heilige land.

In het Oosten namen de zaken der christenen geen gunstigen keer. De tweedracht, die tusschen de vorsten van hel stamluiis van Hayton omslaan was, teisterde Armenië en gal' dal land aan den inval der barbaren prijs. Hel koninkrijk Cyprus, het liiatsle toevluchtsoord van de in Azië gevestigde Franken, had si chls een voorbijgaande rust te danken aan de bloedige verdeeldheden der mamelukken van Egypte, en kon slechts denken aan eigene gevaren.

Maar terwijl de christenheid niet meer aan de verlossing van Jerusalem dacht, kwamen de Tartaren van Perzië, wie de paus missionarissen gezonden had, eensklaps de verwachtingen der christenheid weder verlevendigen, doordien zij het plan gevormd hadden Syrië en Palestina aan de muzelmannen te ontrukken, eene onderneming waaraan niets ontbrak om een kruistocht te heelen, dan dal zij geen christen vorst tol bevelhebber had en niet door hel opperhoofd der Kerk afgekondigd werd.

Sinds lang voorden de Tartaren, gelijk men in het vorige boek heeft kunnen zien, oorlog legen de muzelmannen, de vijanden der christenen. Toen Argon dmr den dood verrast werd, hield hij zich druk bezig met het maken van toebereidselen lol een gioote expeditie legen de beheerschers van Syrië en Egypte. Deze toebereidselen hadden zulk een levendige ongerustheid onder de muzelniannen verwekt, dal deze den onvoorzienen dood van den Mongoolschen vorst toeschreven aan een mirakel ten gunste van liet Islamisme.

Onder do opvolgers van Argon, die beurlelings de vrienden en de vijanden der muzelmannen waren, was een bekwaam, krijgshaftig opperhoofd, die meer dan de anderen op veroveringen belusl was. De Grieksche en Armenische geschiedschrijvers Pachymeres en Hayton spreken met den grootsten lol van den heldenmoed, de deugd en zelfs van do godvruchtigheid van Cazan. Deze Mongoolsche vorst beschouwde de christenen als zijne gelrouwste bondgenooten, en in zijne legerbenden, waarbij Goorgiërs dienden, wapperde de vaan van het kruis naast den keizerlijken standaard. De verovering der boorden van den Nijl en den Jordaan hield al zijne gedachten bezig, en wanneer er nieuwe steden in zijn rijk gestichl werden, schiep hij er behagen in haar de namen der steden van Egypte, Syrië of Judea te geven.

Cazan verhel Perzië aan de spits van een leger; de koningen van Armenië en Georgië, de koning van Cyprus en de orden van Sint-Jan en van den Tempel, die van zijne plannen waren verwittigd geworden, hadden zich bij hem aangesloten. Er werd een groote veldslag geleverd in de nabijheid van Emesa: de overwinning verklaarde zich tegen den sultan van Egypte, die hel beste deel van zijn leger verloor en door de Armenische ruiters tol in de woestijn nagezet werd.

Alleppo en Damascus ontsloten hunne poorten voor de overwinnaars. Volgens den geschiedschrijver Hayton keerden de christenen toen in Jerusalem terug en bezocht de keizer der Tartaren met hen het graf van Jesus Christus.

[1300.] Van daar zond Cazan gezanten uil aan den paus en de souvereinen van Europa om hun zijn bondgenootschap en het bezit van hel heilige land aan te bieden. Hoe rijk dal tijdvak ook aan zoi derlingheden was, zal het toch ongetwijfeld verbazing wekken, een Mongoolsch keizer pogingen Ie zien aanwenden om den geest der kruistochten onder de vorsten der christenheid weder te doen herleven; zal men er zich over verwonderen barbaren, die van de oevers van den Irtisch en den Jaxarles gekomen waren, op den Calvarie-berg en den berg Sion de krijgers van Frankrijk, Duilschland en Italië te zien afwachten, om' met hen vereenigd de vijanden van Jesus Christus te bestrijden. De opperherder ontving de gezanten van Cazan met veel voorkomendheid, maar hij kon hunne voorstellen en aanbiedingen slechts beantwoorden met beloften, die ondanks zijn goeden wil onuitgevoerd bleven, daar hij op den onwil der vorsten van Europa stuitte, die niet meer lol een kruistocht te bewegen waren.

In weerwil van hunne overwinningen, konden de Tartaren op den langen duur niet zegepralen over de standvastigheid cn du dapperheid der aan lucht gewende mamelukken, die ovenals zij uit de woestijn van Scythië waren voortgekomen. Het ging met de Mongolen gelijk hel bijna altijd mul de Franken in hut bloeitijdperk der kruistochten gegaan was: aanvankelijk buhaalden zij groote voordeelen ; maar onvooi'zienu gebeurtenis-sun, biiiiieniandsche twisten, de bedreigingen van een machtig nabuur riepen hen naar hun land terug en noodzaakten bon hunne veroveringen weder prijs te geven. Cazan zag zioh verplicht Syrië te verlaten en naar Perzië terug te keeren. Hij ondernam een tweede expeditie, die hij wederom moest opgeven, cn toen bij den derden inval zijn leger lol aan de muren van Damascus voortgerukt was, werd hij ziek en stierf, de laatste hoop der christenen met zich in het graf nemende.

De krijgers van Armenië en Cyprus verlieten daarop de heilige siad, waarvan zij de wallen waren begonnen op te bouwen en die de vanen van het kruis niel meer binnen hare muren zou aanschouwen. Paus Clemens V, die zijn verblijf aan gene zijde der Alpen gevestigd had, beproefde nu de geestdrift van den adel en hel volk door zijne apostolische vermaningen weder te doen ontwaken. Hij riep te Poitiers een vergadering bijeen, welke door de koningen van Frankrijk, van Navarre en van Napels, den graaf van Vlaanderen en Karei van Valois bijgewoond werd. Deze vergadering hield zich bezig met het beramen der middelen om aan de muzelmannen hel koninkrijk Jerusalem en le gelijker lijd aan de Grieken het rijk van Byzantium te ontnemen. De strijdkrachten van het Westen waren met toereikende voor die beide groote ondernemingen, voor welke trouwens, ondanks de veelvuldige predikatiën, weinig geestdrift beloond werd. De krijgers namen hel kruis niel aan, de geestelijkheid toonde zich weinig geneigd de door den paus geëischte tienden op te brengen. Hut vei'dienl opmerking, dal Cleinens zich in deze omstandigheid verplicht achtte dun ontvangers gematigdheid aan lu bevelen en hij hun uitdrukkelijk verbood de kelken, de hoeken cn de sieraden der kerken te nemen. Dit verbod van den paus strekt ons ten bewijze, dat de helling der belasting voor de gewijde oorlogen dikwert met geweld gepaard ging, hetgeen den ijver en de geestdrift der volken voor verre expeditiën, ten gevolge waarvan de christen steden gebrandschat en de altaren van Jesus Christus beroofd werden, moest verzwakken.

Met ongeduld verbeidde Europa toen echter den uitslag van eene expeditie, welke de ridders van Sint-Jan van Jerusalem kortelings ondernomen hadden. Een groot aantal krijgers, aangevuurd door hel verhaal der avonturen van de ridderschapen den dorst naar krijgsroem hadden de Hospitaalridders in hun onderneming- bijgestaan, zelfs de vrouwen hadden aan die expeditie willen deelnemen en verkochlun hare juweelen, om in de oorlogskosten te gemoel le komen.

Hel leger der nieuwe kruisvaarders ging le Brindisi scheep en weldra vernam men in hul Westen dat de ridders van het Hospitaal zich van hel eiland llhodus en vijf naburige eilanden hadden meester gemaakt, die zij aan de overheerscliing der Griukun of der muzelmannen ontweldigd hadden. De faam vurkondigde heinde en verre de heldendaden van de Hospitaalridders en hunne krijgsmakkers. Hel concilie van Vieimo, dat omstreeks dien tijd bijeengeroepen werd, had den geest der christen krijgers opnieuw naar de veroveringen van het Ooslon kunnen richten, indien niet de vervolgingen legen de Teinpuliurs destijds de geheole aandacht van dun paus, de prelaten cn den koning van Frankrijk bezig gehouden hadden.

Na op hel eiland Cyprus ontvangen le zijn, hadden de ridders van den Tempel zicii naar Sicihj begeven, waar de koning van hunne diensten gebruik gemaakt had in een krijgstocht tegen Griekenland. Vereenigd met de Gataloniërs en eenige krijgers van Italië bemachtigde die krijgshaftige heldenschaar Thessalonica, nam Athene in, rukte voort naar den Hellus-ponlus en verwoestte een gedeelte van Thracië. Na alloop dier expeditie zagen de Tempeliers van het bezit der in hunne macht gevallen steden at, en behielden, de veroverde provinciën aan hunne strijdmakkers overlatende, de rijkdommen der overwonnen volken voor zich. Beladen met deu m Griekenland behaalden buit kwamen zij zich daarna in Frankrijk vestigen, waar hun weelde, hun rijkdom, hunne werkeloosheid de godsvrucht van de geloovigen ergeren, de afgunst en den argwaan der vorsten opwekken, den haal van hel volk en de afkeuring der geestelijkheid uitlokken moesten.

Hul ligt niet in bet bestek van dit werk om bij hel proces der Tempeliers te blijven stilstaan, maar dewijl wij die edele riddurs in al hunne oorlogen tegen de muzelmannen gevolgd hebben, daar wij zoo lang getuigen geweest zijn van hunne krijgsverrichtingen en als hel ware de deelgenoot van hunne werkzaamheden, mogen wij ons wel gerechtigd achten onze meening te zeggen omtrent de tegen hen ingebrachte bescliuldigingen. Wij moeten al dadelijk beginnen met le verklaren, dat wij tot aan het tijdstip van hun proces niets gevonden hebben, noch in do kronijken van hut Oosten, noch in die van hel Westen, dat hel denkbeeld kon doen geboren worden en het vermoeden wettigen aan de misdaden, die men hun ten laste legde. Hoe zou men ook inderdaad kunnen gelooven, dat eene militaire en godsdienstige orde, die, vijf en twintig jaren te voren, driehonderd harer ridders op de puinhoopen van Safad den dood had zien verkiezen boven hel omhelzen van het muzi hnansche geloof; dat deze orde, die zich bijna geheel onder de instortende


-ocr page 457-

293

huizen van Ptolomaïs had laten begraven, met do ongeloovigen een misdadig verbond hadde kunnen aangaan, den christelijkcn godsdienst door vroeselijke godslasteringen hoonen en het heilige land, geheel vervuld met haren naam en den roem barer wapenen, aan de muzelmannen overleveren!

En in welken tijd richtte men zulke verfoeilijke verwijten tot de Tempeliers? In een tijd, waarin de christenheid Jerusalem scheen vergeten te hebben, waarin de naam van Jesus Christus niet meer in staat was de geestdrift der christen krijgers op te wekken. Voorzeker was de orde der Tempeliers ontaard van de gestrengheid der eerste tijden en was zij niet meer bezield met dien geest van ootmoedigheid en goddienst, dien de heilige limiardus zoo hoogelijk roemde; voorzeker hadden eenigen barer ridders dat zedebederf medegebracht dut men destijds aau al de christenen van het Oosten ten laste legde en waarvan Europa zelf hun menigvuldige voorbeelden aanbood; voorzeker eindelijk hadden eenigen hunner de zedeleer kunnen kwetsen door hun gedrag, den godsdienst van Christus onteeren door hunne uitspattingen; maar hunne buitensporigheden of liever huiiiie zonden, om de taal der Kerk te spreken, hehoorden uiet tot liet rechtsgebied der wereld, en men kon veilig aannemen, dat de barmhartige God der christenen de menschelijke wetten niet met zijn wraak belast had.

Het wezenlijke ongelijk der Tempeliers was, dat zij het Oosten verlaten en den geest van hunne instelling uit het oog verloren hadden, die de bescherming en do herberging der pelgrims en de bestrijding der vijanden van het christelijk geloof ten doel had. Deze orde, die rijker was dan de machtigste monarchen en wier ridders als een geregeld leger vormden, dat steeds ten strijde gereed was, moest gevreesd worden door de vorsten, die het een schuilplaats verleenden. De Tempeliers waren tijdens hun verblijf op liet eiland Cyprus niet vrij van alle blaam gebleven. Gewoon om iu Palestina te heerschen, moest het hun natuurlijk eenige moeite kosten om te loeren gehoorzamen. Het voorbeeld der Teutonische ridders, die na het Oosten verlaten te hehben, sinds kort in het noorden van Europa een machtigen staat gegrondvest hadden, welke door de naburige Staten gevreesd werd, was niel geschikt om de vorsten omtrent den oorlogzuchtigen geest, het bedrijvige en ondernemende genie der ridders van den Tempel gerust te stellen.

Dit waren waarschijnlijk de beweeggronden, welke niet zoozeer de gerechtiglieid als wel de staatkunde der souvereinen vijandig legen lien deed optreden. Men bohoelt geeu stelliger bewijs van de vrees die zij inboezemden, dan de hevigheid waarmede men ben vervolgde en de moeite die men zich gaf om ben gehaat te maken. Toen men begonnen was mot hen te vervolgen, zag men in hen nog slechts vijanden, die men als misdadigers moest behandelen. Daar weergalooze gestrengheden hunne ophefling waren voorafgegaan, wilde men dien maatregel door nieuwe gestrengheden rechtvaardigen. De wraak en de haat voltooiden wal de staatkunde der vorsten begonnen had, eeue staatkunde, die misschien redenen had om wantrouwend te zijn, maar er geen bezat om zich barbaarscb te toonen. Op die wijze moet men den noodlottigen alloop van dat proces beschouwen, waarin al de vormen der gerecliligheid zoodanig verkracht werden, dat al zouden de bescliuldigingen zelfs hu-wezen zijn, men de Tempeliers nog zou kunnen beschouwen als slachloHers en hunne rechters als beulen.

Philippus de Schoone had iu het concilie van Vienne de gelol'ie afgelegd de ongeloovigen in hel Oosten le zullen gaan bestrijden, ongetwijfeld om zich de verwoedheid te doen vergeven waarmede hij de ridders van den Tempel vervolgde. Midden onder de feesten, welke bij gelegendlieid der komst van Eduard le Parijs gegeven werden, nam de Fransche monarch met de prinsen van den bloede bet kruis aan. De meeste boeren van zijn hof volgden zijn voorbeeld; de vrouwen belool-den de ridders in den gewijden oorlog te zullen volgen; maar niemand maakte aanstalten om zich op weg te begeven, i estijds beloofde men de zeeën te zullen oversteken, zonder er ernstig aan te denken zijne haardsteden te verluien. De eed om de muzelmannen te gaan bevechten scheen een ijdele vorm, welke lot niets verplicbtte.

Philippus de Schoone stierf zonder zich om de volbrenging van zijne gelofte bekreund te hebben. I'bilippus de Lange, die hem opvolgde, had een oogenblik het plan naar hot Oosten te gaan. hduard, die roods verscheidene koeren don eed gedaan bad van do muzelmannen te bestrijden, bernieuwde toen zijne gelofte;. Maar de opperherder, hetzij liij aan huinie oprechlheid twijlelde, hetzij hij de medewerking van die beide monarchen noodig bad om do rust in luiropa te herslellen en don keizer van Duitschland het hoofd te bieden, mol wien hij in onmin was, hetzij eindelijk, hij het oogenblik minder gunstig achtte, keurde het plan van hunne expeditie naar Syrië niet goed. «Alvorens gij aan de overzeesche reis kunt denken,quot; schreef bij aan den koning van Engeland, «zouden wij wenschen dat gij den vrede bevestigd haddet, vooreerst in uw geweten, daarna in uw rijk.quot; De vader der geloovigen bracht den koning van Frankrijk onder het oog, dat de vrede, zoo onmisbaar voor bet ondernemen van een kruistocht, bijna uit de christenheid verbannen was. Engeland en Schotland waren met elkander in oorlog; de Staten van Duitschland waren verdeeld; de koning van Sicilië en de koning van Napels haddon met elkander slechts een kortstondig verdrag aangegaan; wederzijdsch wantrouwen belette de koningen van Cyprus en Armenië hunne strijdkrachten tegen den gemeon-schappeliiken vijand te vereonigen; de koningen van Spanje verdedigden hunne Staten tegen de Mooren; do republiekén van Lombardije stonden tegen elkander op; al de steden van Italië werden verscheurd door partijschappen, de provinciën waren de prooi der tirannon; de tocht over zee was onuitvoerbaar, tie weg over land bezaaid met tallooze gevaren. Na dit tafereel van den betrenrenswaardigen toestand der christenheid opgehangen te hebben, gaf do paus Philippus den raad ernstig te onderzoeken hoe men in de uitgaven voor den kruistocht zou kunnen voorzien zonder de bevolkingen uit te zuigen on zonder hel onmogelijke te beproeven, gelijk men eertijds gedaan had, voegde hij er bij.

Do vaderlijke raadgevingen van den paus en de in zijn rijk ontstane onlusten noopten Philippus de uitvoering van zijn plan op te schorten. Kone menigte herders, fortuinzoekers én landloopers, evenals lijdons de gevangenschap van don heiligen bodewijk bet kruis dor pelgrims aannemende, schoolden op verscheidene plaatsen bijeen, vervolgden do joden en gaven zich aan de snoodste buitensporigheden over. Men was verplicht de kracht dor wapenen en de volle gestrengheid der wetten aan to wenden om die wanordelijkheden te koeren, waarvan de kruistocht het voorwendsel was. Ter zelfdor tijd werden verscheidene provinciën van Frankrijk bezocht door een besmettelijke ziekte: men beschuldigde do'joden do putten vergiftigd te hebben mot het doel om de toebereidselen tol den gewijden oorlog le doen slaken; men beschuldigde bon van allerlei complotten tegen de christenen. De gisting dor gemoederen was le grooter, daar de vermoedens onbestemd waren en het mcerendeel der bescbuldigingen noch bewezen noch gelogenstraft kondon worden. De staatkunde vond geen ander middel om de onlusten te stillen dan de bartstocliton der menigte genoegdoening te geven door al de joden uit liet koninkrijk te verbannen. Te midden dier ongelukkige omstandigheden werd Philippus ziek, en stierf, het oprecht betreurende, dal hij zijne belofte niel had kunnen gestand doen van de muzelmannen te gaan bevechten.

In de veronachtzaming waarin de kruistochten gevallen waren, mag het verwondering baren, den geest der Franschen nog soms voor de verlossing der heilige plaatsen te zien gloeien. Deze glimp van geestdrift, welke zij te midden der algemeene onverschilligheid nog voelden gloren, hield niet alleen samen met de godsdienstige gevoelens, maar ook mot het gevoel van vaderlandsliefde en nationale eer. liet was Frankrijk toch, dat don eersten spoorslag aan de gewijde oorlogen gegeven had. De naam van Palestina, do naam van Saint-Jean-d'Acro of Ptolomaïs, die van Jerusalem spraken niet minder tot de vaderlandsliefde dan tot de godsvrucht. Hoewel de beide krijgstochten van Lodewijk IX een ongelukkigen afloop gehad hadden, was het voorbeeld van den vromen monarch toch een gezag voor de prinsen van zijn stamhuis, en vestigde hunne gedachten menigmaal op de plaatsen, waar bij tweemaal de glorie van het martelaarschap gevonden bad. De gedachtenis aan zijne krijgsverrichtingen en zells zijne rampen, de gedachtenis aan zoovele belden, die aan de boorden van don Nijl en den Jordaan den dood gevonden hadden, boezemde alle gezinnon van het koninkrijk belang in; do stad, waar de asch van Boudewijn en Godfried van Bouillon rustte, die verre gewesten, waar zoovele roemrijke gevccliton geleverd waren, konden niet geheel en al dour do Fransche krijgers vergeten worden.

Na den dood van Philippus den Lange kwamen er in Europa gezanten van don koning van Armenië aan: door de Taitaron aan zijn lot overgelaten en bedreigd door de mamehikkon van Egypte, smookte de Armenische vorst het Westen oin bijsiand. De paus schroef aan Karei den Schoone, den opvolger van l'hi-lippus, en bezwoer hem de wapens legen de ongeloovigen op to nemen. Karei ontving de raadgevingen en aansporingen van den opperherder met onderwerping; bij hield zich bozig mot de toebereidselen tot een kruistocht, toen de erfopvolging van hot graafschap Vlaanderen een oorlog in de Nederlanden deed uitbreken. Nu moest Frankrijk zijn gansche aandacht wijden aan de gebeurtenissen, die hel onder de oogen had en waarbij zijn eigen glorie betrokken was. Bij het naderen van zijn dood èn op oen tijdstip dat zijn rijk niets meer te duchten had, gedacht Karei de Schoone zijne geloften en zijne laatste gedachten vestigden zich op do verlossing van Jerusalem. «Ik vermaak,quot;


-ocr page 458-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

294

zoidc hij in zijn testament, «aan liet heilige land vijftig duizend livres, te betalen wanneer de algemoene overloclit plaats heeft, en het ia mijn voornemen om, indien de overtocht hij mijn leven plaats bad, er in persoon aan deel te nemen.quot; Zoo vertoonde zich nog op dat tijdstip de geest der kruistochten; de meeste testamenten, welke de vorsten en de aanzienlijken destijds maakten, bevatten eenige beschikkingen ten bate van het heilige land.

[1327. | Hoewel men nog schatten besteedde voor den gewijden oorlog, vatte niemand de wapens op. Er werden evenwel nog mannen gevonden, met eene levendige verbeeldingskracht cn een vurige ziel begiftigd, voor wie niets onmogelijk scheen en die in een onverschillig geslacht nog do heldhaftige hartstochten van een andere eeuw meenden te vinden, Petrarchus, die zich destijds aan het hof van Avignon ophield, betreurde in zijne verzen de slavernij der heilige stad, en zijne dichterlijke ont-boezemingen spoorden de christen krijgers menigmaal aan voor het erldeel van Jesus Christus naar de wapens te grijpen. In prachtige verzen gericht tot den bisschop van Lombez, die tot een der doorluchtigste geslachten van Rome behoorde, geeft hij de verwachtingen te kennen, welke de toezeggingen van don paus en de geloften van verscheidene christen monarchen bij hem opwekten. «De Zoon c.ods,quot; zeide hij, «hoeft zijne oogen gewend naar de plaats, waai' Mij op het kruishout uitgestrekt werd.... Degenen, die de gewesten bevolken gelegen tusschen de llhone, den Rijn en de zee, degenen, die in de brandende hilte van het zuiden wonen, zoowel als degenen, die in streken leven verwijderd van de baan, welke de zon doorloopt, gaan den standaard van hel kruis volgen. Zal de stad der zonen van Mars, de stad der heilige opperpriesters, vreemd blijven aan de glorierijke onderneming, welke voorbereid wordt?quot; In zulke bewoordingen drukte Petrarchus zijne gevoelens uit. Deze dichter, in wien men in onze dagen nog slechts de zinrijke lol redenaar van de schoone Laura ziet, werd destijds als de waardige tolk der wijsheid van do ouden beschouwd, en zijne woorden waren onder de meest verlichte menschen van groot gewicht. Allen die de letteren beoefenden of de geschiedenis navorschten, moesten meer dan anderen getroffen worden door de glorie der vorige eeuwen; velen stelden het zich tot een levenstaak om de geestdrift wederom te doen herleven, waarvan zij de uitwerkselen bewonderden. Onder de laatste apostelen van de kruistochten mag men den vermaanlen Raymond Lullius niet vergeten, die een der lichten van de school in de middeleeuwen was.

Lullius voedde zijn geheele leven lang slechts ééne gedachte: de ongeloovigen te bestrijden en le bekeeren. Op voorstel van den ijverigen missionaris bepaalde liet concilie van Vienne, dat er bij de universiteiten van Rome, Rologne, Parijs en Salauianea leerstoelen voor hel onderwijs in de Ooslersche talen opgericht zouden worden. Hij bood den paus verscheidene verhandelingon aan over de middelen om de leer van Mahomed en de over-beerschiiig van diens volgelingen uit te roeien. Steeds vervuld met zijn plan, ondernam Lullius een pelgriinstuchl naar Palestina, doorkruiste Syrië, Armenië en Egypte, en keerde naar Europa terug om de rampen en de gevangenseliap der christenen van bet Oosten algemeen bekend te maken. Onmiddellijk na zijn terugkeer bezocht hij al de hoven van hel Westen, in de hoop aan de souvereinen de gevoelens le zullen mededeelen, die hem zeiven vervulden. Na vele vruchtelooze pogingen voerde zijn ijver hem naar de verre kusten van Afrika, waar hij door zijne welsprekendheid die zeilde Sarracenen trachtte le hekeeren, tegen wie bij de wapens der christenen ingeroepen had. Hij scheepte zich weder in naar Europa, en doorreisde Italië, l'rank rij k en Spanje, overal de noodzakelijkheid van een kruisloclit predikende. Hij ging wederom scheep naar Jerusalem en bracht van dezen pelgrimsloeht nuttige wenken mede omtrent de wijze waarop de landen der ongeloovigen aangevallen moesten worden. Zijne bemoeiingen, zijne nasporingen, zijne beden vermochten echter de onverschilligheid der vorsten en der volken niet le overwinnen. Er ten laatste aan wanhopende zijne plannen te zien verwezenlijken en de verblindheid zijner lijdgenoolen betreurende, vestigde Lullius zich metterwoon op het eiland Majorka, waar bij geboren was. In zijne stille afzondering stelde hij evenwel nog memories op betrelleude een expeditie naar het Oosten. Maar zijn ruslelooze en vurige geest werd de eenzaamheid al spoedig moede: hij verliet Majorka, niet met hel doel om hel woord te richten lol de vorsten van Europa, die niet naar hem luisterden, maar tot de muzelmannen, die hij tol hel Evangelie hoopte terug te brengen. Mij begaf zich ten tweeden male naar Afrika cn onderging eindelijk, tol loon voor zijne predikingen, do folieringen en den dood der martelaren.

Terwijl Lullius de aandacht der geloovigen weder op de verlossing der heilige plaatsen poogde te richten, besteedde een aanzienlijke Yenetiër insgelijks zijn leven en zijne talenten aan hel opwekken van den geest der kruistochten. Sanuto verhaalt de eerste audiëntie, die de paus hem verleende volgenderwijze: «Ik word noch door eenig koning of vorst, noch door eenige republiek gezonden.quot; dus sprak hij lot den opperherder; «uit eigen beweging kom ik mij aan de voeten van Uwe Heiligheid nederwerpen om haar een gemakkelijk middel aan te biedeic om de vijanden van het geloof le overwinnen, de secle van Mahomed uil le roeien en het heilige land te hernemen. Mijne reizen in Cyprus, Armenië en Egypte, een langdurig veiblijt' in Romaniëj hebben mij een schat van ervaringen doen vergaderen, welke ten bate der cliristenheid kunnen aangewend worden.quot; Zoo sprekende bood Sanuto den paus twee boeken aan met vier geographische kaarten: de eerste van de Middel-landsche zee; de tweede, van de aarde en de zee; de derde, van het heilige land; de vierde, van Egypte. De beide boeken van den Venetiaanschen patriciër bevatten de geschiedenis der christelijke nederzettingen in hot Oosten en wijze raadgevingen omtrent het ondernemen van een kruistocht. Zijn ijver, dooide ondervinding voorgelicht, liet hem geen enkele bijzonderheid ontglippen zoowel omtrent den weg die gevolgd, en hel punt dat aangetast moest worden als omtrent bet aantal troepen, de uilrusting eu de wapening der schepen. Hij ried aan in Egypte te landen, cn te beginnen niet de macht des sullans van Cairo te verzwakken. Hel zekerste middel om daarin te slagen, was, volgens Sanuto, rechtstreeks uit Ragdad de koopwaren van Indië le betrekken, die de Europeesche handel uilde steden Alexandrië en Damiale trok. Hij ried den paus levens aan de gestrengheid van de geestelijke censuur te verdubbelen tegen degenen, die wapenen, metalen, timmerhout en alles wat tot uilrusting van vloten of wapening der inainelukken kou strekken, naar Egypte zouden uitvoeren.

De paus prees Sanuto voor zijn ijver en gaf hem aanbevelingsbrieven mede aan verscheidene souvereinen van Europa: de christen vorsten, en vooral de koning van Frankrijk, ontvingen hem met welwillendheid, prezen zijn godsvrucht en zijn genie, doch volgden zijn raadgevingen niel op. Sanuto wendde zich ook lol den keizer van Constantinopel om hein lot een expeditie tegen de ongeloovigen over le halen. Hij zocht overal vijanden tegen de muzelniiiimen, en bracht zijn leven door met liet prediken van oen kruistocht met even onguusligen uitslag als Raymond Lullius.

Men kan den ijver der beide mannen, van wie wij hiervoor spraken, slechts vergelijken niel dien van Peter den Kluizenaar. Zij waren beiden geleerder dan de vrome cenobiet; maar zij vermoclileii niet naar zich le doen luisteren, en de machteloosheid hunner pogingen toont ons genoegzaam aan, hoezeer de tijden veranderd waren. Peter predikte in de steden en op de openbare pleinen, en hel votk, door zijne predikingen aangevuurd, sleepte de groolen mede. iii den lijd van Lullius en Sanuto, moest de impulsie van de souvereinen uitgaan, en de souvereinen, met hunne eigene belangen bezig, loonden weinig geesldrifi voor plannen, die de christenheid in hel algemeen hetrollën. Nochtans ontbrak het den geloovigen niel aan predikatiën ten gunste der heilige plaatsen. De pausen hieven onverpoosd de volken aansporen om do wapens op le nemen, do helling van den liendoii penning gelasten en de allaten afkondigen, welke dc Kerk aan de kruisvaarders verleende. Zonder evenals voorheen door de rampen van het heilige land geroerd le worden, bekleedden zich de koningen en vorsten wel met iiel teeken der pelgrims doch de geloile van deelneining aan den kruisloclit uilgespruken als een door den tijd geijkt formulier, scheen voor hen geen verbindende kracht te liehhen.

Under hol ponlilicaat van Joannes X.XII kwamen gezanten van de koningen van Cyprus en van Armenió aanbel hof van Avignon de tijding brengen, dal de christen Staten, die nog in Azië bestonden, geheel ten gronde gingen indien zij niel spoedig bijgestaan werden: volgens het gebruik deed do paus deze droevige lijding in al de stalen der clirislenheid afkondigen.

[1330.J De koning van Frankrijk, Philippus van Valois, beriep le Parijs, in de Heilige Kapel, een vergadering, welke door den koning van Navarre, door Johannes, koning van Rohemeii, de hertogen van Rourgondië, Rretagne, Lotharingen, Lirabant en Bourbon, hel grootste deel der prelaten en baronnen van het rijk werd bijgewoond. I'elrus van la l'aleu, patriarch van Jerusalem, die kort te voren Egypte en Palestina doorreisd had, onderliield de vergadering over de noodzakelijkheid om de ongeloovigen aan le vallen en den voortgang 110111101' overbeer-sching in het Oosten le stuiten. Philippus herinnerde zich do geloften, die hij reeds vroeger afgelegd had, en daar hij toebereidselen maakte om zijn koninkrijk le verlaten, legden de baronnen den eed van tróuw al aan zijn zoon Jan, terwijl zij liiinne handen naar de doornenkroon van Jesus Christus uitstrekten. Johannes van Rohemen, dc koning van Navarre, een groot aantal prinsen on heeren van hel bol, ontvingen hol kruis uil de handen van den aartsbisschop van Rouaan, en de kruistocht werd in het geheele rijk gepredikt.

De koning van Frankrijk vaardigde den aartsbisschop van Rouaan, die later den loei van den heiligen Petrus beklom onder den naam van Clemens IV, aan den paus al'. De aarts-


-ocr page 459-

SANÜTO BIEDT PAUS JOANNES XXII DE KAARTEN VAN HET OOST EN AAN,

-ocr page 460-

,v-J • I,v;' : •■...J j

^ ^ j: • 'v^r * n 'V' ' ^ - c

* i SiiWMK ■ H f itM

* ^amaiwia ££!■%;•£ fflmsmmSm wwl • . ■ Afvf-

H^M|

' fw.v Hi. Vi-quot; ■ i

BMümMgWMI

• ' '™ %) ï 'Wl

W6^wBp^wywB8j|W

1quot;: fl

IH|: mÊÊMkz-'. 11 -

I ■ Wk ^

I ■ WÊmlSMmsmÊm HMBBBMBr- \-m HHHk^ Mm

HK : ilM % 11 ■

;;

'

ü^. quot; ■'■.AS,gt;,»VV Vï mm

B ■ I

^ - - ,-V

uSÊÊÊSÊÊIÊm

wtrquot; ' wWaP^I

■v.

111

'

a

BH.....'

'Aamp;'y1- 'v ■ 5 HH -«

Wamp;mWm-'M

mdmsmi*mÊ. «i

i

■ li '-mm m %

- - ■ -......

m fe

S Sv ï-'^y

«Baswil'fc'. ■

* Ö SI ■

I \ I I ^ 1 I S; d

V

■;?'; m '„-J

p*'

I

Hl 1. -1 ■ .;- .., vtMli'* Pl^ I

Ism

I --SMM Wmmmmt}

i

.''-f' x' 'S1-. .., ' ,.' f«

f.;:« -.quot;''Xgt;. ■■ » ■ SMHHHI

Mi

è^ag-vM

P ;«

Si

:

tFifk. -WJ.: -■ ^ iSamp;iïja®^V BtMIWitMtaB^iaaiB ii. .i.^' |

mm

mmm

I

mnm

BSsmfMil#

W3-. 'i

SIm^wEm

I

aMgsaegjg?;;

SMWroi MliMMM I quot;MS^i

•'

HI Hi iii MB éÊÊÊkm

i

SBm'rtgB I *1» 'vV ■ I I ■

tmGmiïMÊMÊlSÊÊÊÊmï: ^ •-' ii** I I • •■» '' , HH

;)S'-1f

MgIMi

-ocr page 461-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN. 295

bisschop liiolfl in vol consistorie eene redevoering over den kruisioclit en verklaarde, in het aanscliijn van de goddelijke majesteit, aan den Heiligen Vader, aan de Kerk van Rome en aan de gehecle christenheid, dat IMiilippus van Valois in de maand Augustus van het jaar 1334 naar het Oosten zou vertrokken. De paus wensclite den Kransclien monarch geluk mol zijn voornomen en stond hem gedurende zes jaren tienden toe. Deze omstandigheden worden medegedeeld door Joannes Villani, die zich destijds te Avignon bevond, en die, na in zijne geschiedenis gesproken te liehhen van do helol'ie, in den naam van den koning van Frankrijk al'gelegd, uitroept: Kn il;, ge-scliiedschrijver, ik hoorde den eed, dien ik zooeven medegedeeld heb.

IMiilippus gal' last, dat eene vloot, in de haven van Marseille vereenigd, lol de ontvangst van veertig duizend kruisvaarders in gereedheid zou gebracht worden. Eduard, wion de kruistocht het gereede middel aanbood om belastingen te helTen, beloofde den koning van Frankrijk op den kruistocht te zuilen vergezellen mei een leger. De meeste republieken van Italië, de koningen van Arragon, Majorca en Hongarije namen op zich geld, troepen en schepen voor do expodilie te leveren. Midden in die toebereidselen verloren de kruisvaarders dengene, die hen bestuurde cn de ziel der onderneming was. Alles werd onderbroken door den dood van paus Joannes XXH, en hier moeten wij op een der oorzaken wijzen welke in de dertiende en do veertiende eeuw zoo vele pogingen om don oorlog in hel Oosten te doen oiilbranden, deden mislukken. Daar do opvolgers van den heiligen Petrus den pausHijken troon bijna nooit beklommen dan op gevorderden loclïijd, oul-hrak het hun aan de noodige geestkracht en werkzaamheid om do christenwereld in beweging le brengen, verwijderde oorlogen te leiden en een geesldrill aan te vuren, die eertijds zoo moeielijk le bedwingen, thans zoo moeielijk op te wekken was. Daar elke kruisioclit altijd langdurige loobereidseleu vorderde, was de levonsduur eens pausen ter nauwernood toereikende om zulke grooto onderiiomingen te voltooien. Meestentijds gebeurde hol, dal do paus, die een gewijden oorlog gepredikt had, het vertrek der kruisvaarders niet moclit aanschouwen en dal degene, die de chrision legerscharen zag vort rokken, niot lang genoeg leefde om hen op liiimie tochleu te volgen, in hunne overwinningen te bosiuron, in hunne legenspoedon bij le slaan. Zoo vond men nooit in de ontwerpen, die door de binslamliglieden gevormd waren, die aauoenschakeling eu dal verband, die er de uitvoering en do zegepraal van moesten verzekeren. Daarbij kwam nog, dal door de vestiging dor pausen te Aviguon, hel apostolische gezag niet moor denzelldon invloed nilooreiido op do algelegen pruviiiciën; hol gezag van don opperherder verloor met den dag van dal preslige, verbonden aan den enkelen naam van Rome, dat sinds zoovele eeuwen als de hoofdstad der wereld beschouwd was.

Intusschen had zich de tijding van den nieuwon kruisioclit in hol Ooslen verspreid. De christenen, die Egypte eu Syrië bewoonden, de pelgrims en kooplieden, die uil Kuropa kwamen, stonden len doel aan vervolgingen van allerlei aard. De sultan van Cairo en verscheidene Turksche vorston brachten legers op de been, hetzij om aan do kruisvaarders hel hoofd le bieden, hetzij om de clirisleneu tol in het Westen te komen aanvallen Do alslammeling der Abbassiden, die in Egypte verblijf hield en deu titel van kalif droeg, zond naar alle zijden brieven en boden om de ware geloovigen aan te sporen de wapens aan le gorden, terwijl hij don martelaars voor hel innzelmaiischo golool' de heerlijkste genielingen in hol paradijs van Mahomed toezegde.

Hel doel van deze soort van kruistocht, in naam van den profeet van Mecca gepredikt, was om langs de spits van Gibraltar in Europa door le dringen ; de mnzohnansche krijgers zwoeren hol christendom uit te roeien en al de tempels der chrisloiion in stallen le veranderen. Naarmate de niuzelmannen in geest-drilt geraakten voor een expodilie, die zij ook een heiligen oorlog noemden, zag Europa den ijver der vorsten en krijgers, die gezworen hadden de vijanden van Jesus Christus te zullen bestrijden, verzwakken en uildooven. Toen Bonediclus XII Joannes XXII opvolgde, vond hij alles geheel veranderd: haat, wantrouwen, algunst hadden de plaats van een vluchlige en onop-rechle geesldrill ingenomen. Te vergeefs hingen de christenen, die uil liet Ooslen kwamen, een treurig lalbreel op van de vervolgingen, die zij verduurd hadden en van de toebereidselen der ongoloovigen tegen de natiën van hel Westen; te vcrgeels ging do paus voort zijne vermaningen en beden le doen hooren;hoe moer redenen men had om een kruistocht te ondoruemon, hoe meer onverschilligheid de gemoederen aan den dag legden en zich afkeerig beloonden van het bestrijden der iiiuzelmamion. Vervuld van droolheid over die traagheid der chrislenen kwam broeder Andreas van Antiochië naar Avignon met hol plan den paus en de vorsten der christenheid lol spoedige hulp van het lioilige land te bewegen. IMiilippus van Valois had zich naar bet hof van den opperherder begeven om dezen mode le deolon, dat hij zijne reis naar het Oosten uitstelde. De koning sloeg juist te paard om naar Parijs terug te keeren, toen broeder Andreas op hem toetrad en lot hem zeido: «Zijl gij IMiilippus, koning van Frankrijk, dio aan God on zijne Kerk beloofd hebt hel heilige land le verlossen?quot; Do koning antwoordde: «ja. Nu hernam de monnik: «Indien bet usv voornemen is le doen wat gij besloten hebt, bid ik Jesus Christus uwe schreden le besturen en n de overwinning le schenken; maar indien de onderneming welke gij op louw gezet hebt, slechls op de schande en hol ongeluk der christenen moei uilloopen, indien gij niot voornemens zijl die met de hulp van God le voleindigen, indien gij de heilige katholieke Kerk misleid hebt, zal de goddelijke gerechtigheid op uw familie, uw koninkrijk drukken en zal het bloed dat het bericht van uwe expeditie heel'l doen vergieten, zich legen u verhellen.quot; Verrast over die zonderlinge toespraak antwoordde de koning: «Droedor Andreas, ga mot ons mede;quot; doch broeder Andreas hernam zonder zijne bedaardheid le verliezen op vasten loon: «Indien gij u naar hel Ooslen wenddel, zou ik u vooruit gaan; maar dewijl gij naar hel Westen gaat, laat ik u alleen gaan. Ik keer terug om boele le doen voor mijne zonden naar hel laud, dal gij aan de Sarracenen prijs geeft.quot;

Zoo groot was nog hot gezag der redenaars, die in den naam van Jerusalem spraken, dal (ie laatste woorden van broeder Andreas verwarring en onrust vervvoklen in den geest van een machtig monarch. Maar nieuwe staalkundige sloruien waren intusschen uilgebroken; do eerzuchlige naijver van Eduard lil gal' aanleiding tol een oorlog, die langer dan- oen eeuw zon duren en Frankrijk in een poel van jammeren storten. Dooreen machtigen vijand aangevallen, zag IMiilippus zich genoodzaakt, van zijn overzeesche expeditie al' te zien en lot verdediging van zijn eigen rijk de troepen en de schepen le gebruiken, dio hij bijoengebrachl had om hel erfdeel van Jesus Christus le bevrijden.

Niettemin gal' de paus het plan van den gewijden oorlog niot op. De dichter I'elrarcbus, die zich destijds le I'adua bevond en den ijver van den opperpriester deelde, richtte een welsprekend schrijven aan den doge van Venetië, om hein te bewegen de muzolinannen te gaan bestrijden en een einde le maken aan den oorlog lusscheii de Veneliërs en de Genueezen, «God gave,quot; schroei de dichter, «dal gij de steden Damascus ol Susa, Memphis of Smirna tol vijandinnen cn do Perzen ol de Arabieren, de Thraciërs ol' de lllyriërs le bestrijden haddot! maar wat dool gij ? hel zijn uwe broeders die gij poogt le verdelgen..quot;

Eeuige Staten van Italië vereonigdon hunne strijdkrachten om een expeditie naar het Ooslen lot stand te brengen. Een kronijk der graven van Azon verhaalt, dal men uil Milaan een grooto menigte kruisvaarders zag vertrekken, in hel wit gekleed mot een rood kruis. Een door den paus, do Venetiaansche republiek en den koning van Cyprus bemande vloot doorkruiste den Archipel en verraste de stad Smyrna, waar de kruisvaarders weldra op liiinne beurt door de Turken belegerd werden. De pauselijke legaal, een Genueesch admiraal, verscheidene ridders van Rhodes vonden bij de verdediging der slad den dood, hetgooii den paus dood besluiten nieuwe pogingen aan le wonden om den ijver voor de kruistoehteii weder op le wekken. Omstreeks dien lijd besloot do dauphin van Vienne, Humbert II, hol kruis aan 'le nomen eu kwam naar het hol' van Avignon oin don paus te verzoeken hem den titel te verloenen van kapitein van de lieiluje reis leden de Tinken en legen de niel gehoorzamen aan de Kerk van Home. Ilnmbert verkroeg gemakkelijk wat hij verzocht on koerde in zijne Staten terug om de tóeboreidselen lot zijne expeditie le maken. Hij verpandde zijne grondbozillingen, verkocht voorrechleii aan den adel, vrijdommen aan de steden; biel aanzienlijke geldsommen van de joden en van de in zijn land gevestigde Ilaliaansche kooplieden, vorderde een schatting van al degenen zijner onderdanen, die hem niet op den kruistocht vergezelden, en zich mot honderd gewapendon ingescheept bobbende, ging hij in Azië de forluin der veroveraars ol do gloriekroon der martelaars zoeken. Hij vond noch het een noch hel ander en kwam roemloos en met scliuldeii overladen in I uropa terug. De geschiedenis stelt ons Humbert II voor als een zwak, besluiteloos en onslaiidvastig vorst. Mij verarmde zich eerst door zijne verkwistingen, daarna door zijne uitgaven voor den kruisioclit. Afkeerig van de wereld en de zaken, eindigde hij met zijn vorstendom, dal liij aan IMiillippus van Valois verpand had, aan de Frausche kroon al' le slaan en begaf zich in een klooster der Predikheoren. Om hem te troosten, dat hol hem niel gelukt was Egypte ol' eenig ander land van de ongeloovigen te veroveren, verleende de paus hem den titel van patriarch van Alexandrië; en om hem Daupliiue te doen vorgoleii, benoemde de koning van Frankrijk hem tol aartsbisschop van Reims.

Dit waren de gebeurtenissen en de gevolgen van dien kruistocht, ontstaan door de komst dor gezanten van Cyprus en Armenië in Europa. Nadat er cenige jaren verloopen waren.


-ocr page 462-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

296

kwam een kleinzoon van Hu^o van Lusignan zelf den opperherder om bijstand smeeken. De paus, die op dat tijdsLip druk bezitf was met in den Romoinselien Staat zijn door de omwenteling van Rionzi geschokt gezag te herstellen, kwam op den zonderlingen inval den jeugdigen uit het Oosten gekomen prins tot tribuun van Rome te benoemen. Wij hebben niet kunnen uitvorsehen noch ol' dat voorstel aangenomen werd, noch ol' de paus zich moeite gaf den Oosterschen christenen hulp te doen verschalTen. Kr heerschte destijds groote verdeeldheid ouder de christenheid en weldra paarde zich de pest aan het woedend wapengeweld. Deze pest, welke de zwarte pest genoemd werd en ontstaan was op de groote bergvlakte van Tartarije, vertoonde zich in alle streken van het Oosten en het. Westen en veroorzaakte in weinige jaren den dood van dertien millioen menschen. De geschiedschrijvers hebben opgemerkt dat deze geesel in zijn dood aanbrengenden loop den weg gevolgd had der kooplieden, die de voortbrengselen van Indië naar Europa overbrachten, en der pelgrims, die uit Palestina kwamen.

Toen de pest hare vernielingen geslaakt had. werd de oorlog met hernieuwde verwoedheid hervat. Dc betreurenswaardige toestand, waarin de tweedracht Europa en vooral Frankrijk destijds dompelde, moest de tijden doen terug verlangen, waarin de prediking van een kruistocht alle hartstochten tot zwijgen bracht en alle vijandelijkheden schorste. De paus had herhaalde keeren beproefd den vrede te herstellen. Eerst richtte bij dringende vertoogen lot den Engelschen monarch, daarop bedreigde hij hem met het banvonnis der Kerk: maar de slem van den vader der geioovigen ging in het wapengedruisch verloren.

Philippus van Valois was overleden te midden van don vreeselijken worstelstrijd, waarin bij met Engeland gewikkeld was. Hel verlies van den veldslag van Poiliers en de gevangenneming van koning Jan werden hel sein lol de grootste ouge-regeli!beden, die het koninkrijk in de middeleeuwen verontrust hebben. De komplotlen van den koning van Navarre, de kuiperijen der groolen, de uitspattingen van hel volk, de verwoedheid der partijschappen, de bloedige tooneelen van de Jacquerie verspreidden ontsteltenis en verslagenheid in de booiïislad en de provinciën. Toen Frankrijk met opollëring van onnoemelijke schatten de vrijheid van koning Jan gekocht had, kon de tegenwoordigheid van zijn monarch hel met de rust hergeven, waaraan hel behoelte had om de doorgestane ellenden te herstellen. De soldaten der beide natiën, die zonder soldij afgedankt werden en zich zonder middelen van beslaan zagen, hadden zich tot gewapende benden vereenigd, en liepen, onder den naam van vrije compagnieën bel geheele land af, de bevelen des konings trotsoerende, en overal luchteloosbeid, moord en verwoesting medebrengende. Alles wat aan het staal der Engelschen en aan de hebzucht dergenen die de belastingen inden, ontsnapt was, werd de prooi dier bandieten, wier aantal toenam in verhouding met hunne stralfeloosbeid en hunne buitensporigheden. De akkers bleven onbebouwd, alle handel was gestremd, alle verkeer afgebroken; angst en gebrek heerschlen in de sleden. Zoo had de schorsing der vijandelijkheden niet de geringste verlichting in de ellende der volken teweeggebracht, en de ongeregeldheden, die tijdens den vrede gepleegd werden, waren ondraaglijker dan die welke men tijdens den oorlog aanschouwd had.

lu die ongelukkige omstandigheden kwam Peter van Lusignan, koning van Cyprus, de gewapende hulp der christen vorsten inroepen tegen de ongeloovigen, en wist hij Urbanus V gunstig voor het plan van een nieuwen kruislocbt le stemmen. Misschien hoopte hij dal de slaat van verwarring waarin Frankrijk verkeerde, hem een middel zou aanbieden om troepen aan le werven, en dat al die soldalen die het land alliepen, bel kruis zouden aannemen om hem naar bel Oosten le volgen.

De koning van Cyprus stelde voor de macht der sullaus van Cairo aan te tasten, wier heerschappij zicb over Jerusalem uilstrekte. De christenheid bad toenmaals geduchter vijanden onder de muzelmansche natiën dan de manielukken van Kgyple. De Turken, meesters van Klein-Azië, waren den llellesponlus overgetrokken, hadden hunne veroveringen lol aan den berg Hemus uitgestrekt en den zetel van hun rijk in Adrianopel gevestigd; dat was, voorzeker, de vijand dien men moest aanvallen; maar de Turken boezemden nog slechts ernstige bekommering in aan die landen, die zij overweldigd of bedreigd hadden. Aan het hof van Avignon, waar zich inet deu koning van Cyprus de koning van Frankrijk en de koning van Denemarken bevonden, hield men zicb noch met de overweldiging van Romanic, noch met de gevaren van Con-stantinopel bezig, maar met hel verlies der christen koloniën in Syrië en de slavernij waarin de stad van Jesus Christus verzuchtte.

Peter van Lusignan sprak met geestdrift over den oorlog tegen de ongeloovigen en de verlossing der heilige plaatsen. Koning Jan kon hem niel zonder ontroering aanhooren en vergat ten laatste zijn eigen rampen om zich met die van gene zijde der zeeëü bezig te houden. Waldemar 111, koning van Denemarken, werd insgelijks door de redenen en de verhalen van den koning van Cyprus getroffen. De paus predikte den kruistocht voor drie monarchen. Men was toen in de Goede Week: dc herinnering aan hel lijden van Jesus Ghrislus scheen meer gezag bij te zeilen aan de woorden van den opperherder, en toen hij de rampen van Jerusalem schilderde, konden de vorsten, die hem aanboorden, hunne tranen niet bedwingen en zwoeren zij ae muzelmannen te zullen gaan bestrijden.

Men moet ongetwijleld gelooven, dat de koning van Frankrijk tol het aannemen van het kruis bewogen werd door een gevoel van godsvrucht en de welsprekendheid van den paus; maar men mag ook mei grond veronderstellen dat de raadgevingen van de staatkunde niel vreemd waren aan zijn besluit. De geest van den gewijden oorlog, indien men er in slaagde dien op te wekken, moest aau de verdeeldheden, door de omwenteling en den burgeroorlog in het leven geroepen, een einde maken. Koning Jan kou ook de gegronde hoop voeden de vrije compagnieën, die hij nog niel had kunnen onderwerpen, onder den standaard van bet kruis le vereenigen en over ïcc met zich mede te voeren; de paus was niet minder verlangend die benden struikroovers te zieu wegtrekken, die zijn geestelijke macht trotseerden en dreigden hem in Avignon gevangen te zullen nemen.

[1363.] Verscheidene groote beeren, Joannes van Artois, de graaf van Eu, de graal van Dammartin, de graaf van Tancar-ville, de maarschalk Uoueicaul volgden hel voorbeeld van koning Jan. Talleyrand van Perigord, kardinaal van Albano, werd tot pauselijken legaat in den kruistocht benoemd, he koning van Denemarken beloofde zijne krijgsmacht met die der Fransehen te vereenigen. Om zijn ijver aan te moedigen schonk de opperherder hem een splinter van het ware kruis en verscheidene andere reliquieën, wier aanblik hem steeds aan de heilige zaak moest berinneren, welke hij gezworen had te verdedigen. Waldemar III was aan het hof van Avignon gekomen oin zijn rijk onder de bescherming van den Heiligen Stoel le stellen: bij zwoer alle eeden die men van hem vorderde; maai' de bullen die bij van Urbanus lot loon voor zijne onderwerping bekwam, konden den vrede in zijne Stalen niet herstellen, en de onlusten, welke bij zijn terugkeer uitbraken, deden hem zijne beloften vergelen.

Voorzien van de dringen !e aanbevelingen van den paus, bezocht de koning van Cyprus al de hoven van Europa. Overal bewonderde men den ijver en de ridderlijke welsprekendheid van den held en den apostel van den kruislocbt; maar hij bekwam voor zijne onderneming slechts onbepaalde beloften, en ijdele gelukwenschen voor een zelfopollëring, die geen navolgers vond.

Do koning van Frankrijk was de eenige van al de christen vorsten, die zich met den kruistocht scheen bezig te houden. Urbanus V loonde echter weinig vertrouwen in de standvastigheid van zijn besluit; want hij dreigde een ieder met de excommunicatie, die hel zou beproeven den monareb van de overzeesche onderneming af le houden. Deze voorzorgen van den paus, het voorbeeld des konings en de aflaten van den kruistocht vermochten de natie niet le bewegen de wapens op te nemen, of de vrij-compagnieën te verlokken om de kamer le verlaten: zoo noemden de compagnieën hel koninkrijk, dal zij door hunne rooverijen onveilig maakten. Het voor de gewijde expeditie vastgestelde tijdstip was nabij, en er was niets gereed, noch vloot, noch leger. Omstreeks dien tijd stierf' koning Jan te Londen, waarbeen bij teruggekeerd was om zicb als gijzelaar aan te bieden in de plaats van den hertog van Anjuu, die uil zijne gevangenis ontsnapt was, en misschien ook om zich le onttrekken aan de zorgen eener onderneming, die hij geen kans zag inet eenige hoop op een gunstigen uilslag le leiden.

De paus sidderde in Avignon en zon slechts op middelen om die geducble benden kwijt te raken, welker aanvoerders zich de vrienden van God en de vijanden van alle menschen noemden. De geschiedenis verhaalt, dal hij hel weinige geld dal hij voor den kruislocbt geheven bad, besteedde om ben te bestrijden, hetgeen een hevig misnoegen verwekte. Zoo stonden de zaken, toen de keizer van Duitscbland, Karei IV, in overleg met den koning van Hongarije, het voorstel deed de compagnieën in zijn dienst te nemen en ze tegen dc Turken uil le zenden. Ware dit plan tot uitvoering gekomen, dan zouden wij den naam van Berlrand Duguesclin hebben kunnen voegen bij al de roemrijke namen, die de bladzijden van deze geschiedenis sieren: de I3re-tonsche beid was tol bevelhebber bestemd over de troepen, die de muzelmannen op de oevers van den Donau zouden bestrijden; de opperherder had hem verscheidene brieven geschreven om hem aan te sporen aan den kruistocht deel le nemen, Maar hel plan van Karei IV werd ten laatste opgegeven en Duguesclin voerde de vrijcompagnieën naar Spanje.

Inlusscben was de koning van Cyprus er in geslaagd oen groot aantal gelukzoekers uil alle slanden, gewoon le midden der gevaren te leven en die dc hoop op plundering der rijk ■


-ocr page 463-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

297

sleden van het Oosten aaiidreel', onder zijne vanen te vercenigen. De Venetiaansclie republiek had liet in zijn belang geacht aan een expeditie deel te nemen, waaruit zijn handel groote voor-deelen kon trekken. Peter van Lusignan ontving ook hulp van de dappere ridders van Rhodes, en op het eiland Cyprus teruggekeerd, scheepte hij zich daar in aan liet hoold van een leger van tien duizend man. De eerste aanval der kruisvaarders, wien de paus een legaat gezonden had, gold Alexandrië, dat nagenoeg van allo verdediging onlbloot was. Nadat do stad in hunne macht gevallen was, wilde de koning van Cyprus, dat men er zich in zou verschansen en er de legers van Cairo alwachlen: doch zijne soldaten en bondgenooten konden geen weerstand bieden aan de lust om een bloeiende stad te plunderen, en daarna vreezen de door de mamelukken overvallen te worden, staken zij de stad in brand en verlieten haar den vierden dag na de verovering. Zonder de muzelmannen overwonnen le hebben, had men ze verbitterd. Ka het overhaaste vertrek der kruisvaarders, pleegde het Egyptische volk, slechts aan de wraakzucht en den haat gehoor gevende, allerlei gewelddadigheden op de christenon, die in Egypte woonden. Van hunnen kant ondernamen de kruisvaarders, eenigen tijd daarna, een landing op de kusten van Syrië, maakten zich meester van de nieuwe stad Tripoli en gaven haar aan de vlammen prijs. Tortosa, Laodicea en verscheidene steden van Phenicië ondergingen hetzellde lot. Deze wijze van oorlogvoeren in een land, dat men wilde bevrijden, moest de woede der muzelmannen opwekken zonder de hoop en den moed der christenen le schragen. Maar dewijl tic sultan van Cairo andere vijanden le bestrijden had en zijne vloot zich niet met die dor clirislcnen kon nieten, deed hij het voorstel om een verdrag te sluiten. Er werd overeengekomen, dat de gevangenen van weerszijden zouden teruggegeven worden en de koning van Cyprus de hein ontvangen zou der rechten gehoven op de koopwaren, die te Tyrus, Itoyroul, Jerusalem, Alexandrië en Damascus ingevoerd werden. Het verdrag regelde de schatting welke de pelgrims moosten hclalen in de plaatsen van het heilige land, waar liiimie gódsvruchl hen riep. De sultan gal' aan de ridders van Sinl-.lau het huis terug, dal zij eertijds in Jerusalciu bezaten; de christenen bekwamen verlof de kerken van hel Heilig Oral, van Nazareth, van Bethlehem enz. weder op te houwen. Dit waren de voordeelen, welke do kruisvaarders bedongen zonder een enkele beslissende overwinning op de ongelqovigeu behaald te hebben. De koning van Cyprus en de christenen hadden er evenwel niet veel genot van. Toen de troepen van den kruistocht ontbonden waren, eerbiedigde de sultan niet langer voorrechten, die liij slechts toegestaan had in de lump om de vijanden, wier dapperheid hij vreesde, te misleiden en le ontwapenen.

[■1389.| Inlusschen was op den ijver voor de kruistochten in den geest der krijgers de zucht gevolgd om zich le onderscheiden en te verrijken door ridderlijke ondernemingen en avontuurlijke expeditiën, waaronder zich altoos eenigc herinneringen aan de gewijde oorlogen mengden, liet plan gevormd hebbende om een landing te bewerkstelligen op de kusten van Darbarije, welker bewoners de scheepvaart op de Middellandsche zee onveilig maakten en hunne rooverijen tot in de rivier van Genua uitstrekten , verzochten de Genueezen om een opperbevelhebher en troepen aan den koning van frankrijk. Karei Vl. Op het enkele geruchl van die verre onderneming, kwamen uil al tie provinciën van het rijk en zelfs uil Engeland lal van krijgers toeslroomen, die begeerig waren daaraan deel le nemen. De dauphin van Auvergne, de heer van Coucy, Guido van La Tremonille, Johannes van Vienne, deden aanzoek om de eer de Sarracenen in Afrika le mogen gaan bevechten; veertienhonderd ridders en edelen begaven zieb, onder de bevelen van den hertog van Bourbon, oom des kuiiings, naar Genua un scheepten zich in op de vloot der republiek. De viool stevende voorbij de eilanden I'd ba, Corsica en Sardinië, en kwam, na in de golf van Lion een storm doorslaan te hebben, in bel gezicht der stad Aliika.

Deze stad Afrika, waar Van de geschicdscbrijver Eroissard ons eene beschrijving geelt, en die door hare ligging en baar haven op de stad Galais in Erankrijk geleek, werd dcsiij 's beschouwd ais de sleutel der provinciën en Staten van Uarbarije en kig niet ver van dien oever van Carthago, waar LodewijU IX honderd tien jaar le vorm als martelaar onder de vanen van bel kruis den geest gegeven had. De Eranscbe ridders en de Genueezen vertoefden eenigc dagen op een naburig eiland en besloten de stad te belegeren, die zij op de kust zagen. «ïueu de Iroiupelten het sein tol vertrekketi yaven,quot; zegt Eroissard, «was het een waar genoegen en een schoon gezicht tie roeiers tiet water met hunne riemen Ie zien I,lieven; want tie zee, die zeer ktilm en effen was, rolde tic schepen zacht bruisend letjemoel en scheen daardoor te kennen te willen geven, dat zij gruolelijks verluntjeinl was, dat de christenen in Afrika kwamen.quot; Dezellde geschiedschrijver voegt er bij, dat de bewoners der stad de cliristen vloot zoo statig ziende naderen, ten hoogste verbaasd waren en zij terstond van de torens een groot geraas met pauken en trommen maakten, zoodal de tijding der aankomst van de christenen in het geheele land bekend werd. Niettemin deden de muzelmannen niets om zich tegen de ontscheping der christen krijgers te verzetten, die daags daarna aan land stapten en hunne tenten ontvouwden. De Sarracenen schoten uil hunne torens eenige pijlen af en bleven binnen hunne wallen opgesloten. Daags daarna zag men een tallooze menigte krijgers verschijnen, die uit Tunis en de omliggende stroken kwamen; dat leger, hetwelk dertig duizend boogscliutters en tien duizend ruiters onder zijne vanen telde, sloeg zijn kamp op in bel gezicht der christen krijgers. De geschiedenis van dien tijd beschrijft de strijdkrachten en de stelling van bel leger der Eranken, dal uit veertien duizend krijgers bestond, bijna allen edellieden, die hunne tenten, bestaande uil dun linnen uit Genua medegebracht, op het dorre zand opgeslagen hadden.

Noch van de zijde der muzelmannen, noch van die der christenen scheen men lust te hebben den strijd terstond te aanvaarden. De beide legers waren voor elkander een geheel nieuw schouwspel. Men sloeg elkander met bekommerde nieuwsgierigheid gade en ieder was op zijne hoede. Van tijd tot lijd renden troepen Sarraceensche ruiters door de vlakte als om hunne vijanden uil te tarten; maarzij bleven op een behoorlijken afstand van hel kamp.

Inlusschen vaardigden do bewoners der stad Afrika een onder hen wonende Genuees naar de belegeraars af, om hun, en vooral aan de Eianschen en de Engelschen te vragen, waarom zij van zooverre gekomen waren om een volk te beoorlogen, dat hun geen leed gedaan bad. Toen de baronnen en de beeren in de tent van den hertog van Bourbon bijeengekomen waren, gaf de hertog aan don afgevaardigde ten antwoord, dat zij do Sarracenen van Afrika waren komen beoorlogen, omdat zij den Zoon Gods, Jesus Christus geheeten en een waren profeet, ter dood gebracht en gekruisigd hadden. De christen ridders wilden die misdaad en hel onrechtvaardige vonnis, dat de belijders van hun geloof geveld hadden, op hen wreken; Ten tweede, geloofden de Sarracenen niet aan het heilig doopsel en aan do maagd Maria; zij bezaten geen geloof of gezond verstand. Daarom, al die dingen in aanmerking genomen, hielden de krijgers van bet Westen de muzelmannen en hunne geheele secle voor vijanden. Toen de Genueesche a'gevaardigde met dat antwoord in de stad terugkeerde, dreven de Sarracenen daarmede den spot en zeiden dat de beschuldiging niet, redelijk of gegrond was, «want de Joden hadden dien Jesus Christus ter dood gebracht en niet zij.quot;

Zoo luidt bet verhaal dal do geschiedschrijver Eroissard van die zending geelt : Paul Emile vermeldt hetzelfde feit met eenig verschil. Deze laatste gescbiedschrijver verhaalt dat de Engelsche en de Eranscbe ridders de Sarracenen beschuldigden de vlag van Genua heloedigd en de Genueezen uil baal voor di n cbrislelijken godsdienst misbandeld te hebben, iets waarorer zij zich evenzeer beleediijtl (jevoelden, als had men l'arijs of Londen aangevallen.

Hetzij de muselmannen een vredelievend antwoord afwachtten, hetzij zij niet de eersten wilden zijn om bel leeken lot het openen der vijandelijkheden le geven, zij lieten zich verscheidene dagen achtereen niet huilen do stad of hun kamp zien. Eindelijk, niemand ziende opdagen en de hoop op vrede opgevende, besloten zij de vijanden le overvallen : begunstigd door een donkeren nacht naderden zij in stilte en niet voorzichtigheid do voorposten der chrislenen. Do geschiedenis van dien lijd maakt geen melding van de wapen feilen der strijders, maar zij beeft de wonderwerken opgeieekend door welke God zelf zijne ware dienaren bescliermde. Toen de Sarraceenen naderbij kwamen, zagen zij een gezelschap geheel in bet wit gokleede vrouwen voor zich, een vooral was ontegenzeggelijk veel schooner dan de overige en droeg voor zich uit een geheel witte banier met een gouden kruis in bet midden; hierover waren de Sarracenen zoo ontsteld, dat zij alle tegenwoordigheid van geest verloren en slokstijl staan bleven en de vrouwen voor hen.quot; Een ander niet minder zonderlinge omstandigheid was do ver-sebijning iu het kamp der christenen van een bond, die aan niemand toebehoorde en dien men tien hond van O. /gt;. Vrouw noemde ; zoo dikwijls de vijand gedurende den nacht bet kamp naderde, wekte die hond de slapenden en warschuwde de christenen voor bet gevaar dat zij liepen, en de Sarracenen namen de vlucht. Wij deelen deze wonderdadige feilen mode, om le doen zien hoedanig destijds de geest der christen ridders was, die slechts wille vrouwen zagen in een omstandigheid, waarin de eerste kruisvaarders alleen heiligen en engelen zouden gezien hebben. De geschiedenis \an den miraculeuzen bond strekt ons ten bewijze dal de waakzaamliid der Eranscbe krijgers, rondom h:in kamp niet bijzonder groot was en men zich ui bet leger niet bieid aan do voorschriften van een strenge tucht.

De belegering, indien wij ons van die benaming kunnen

as*


-ocr page 464-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

208

bedienen, duurde sinds niccr dan eene maand, zonder dat men eenig gevecht of eenigen aanval ondernomen had, zonder dat er van de ecnen ol' den anderen kant een gevangene gemaakt was. Eindelijk naderden op zekeren dag eenige muzeimansclie ruiters het kamp der cliristenen en stelden, door bemiddeling van een Genuees, aan de Fransche ridders een gevecht voor van tien man tegeu tien. Deze uitdaging werd aangenomen en al de ridders van het leger wilden in den roem daarvan deelen. De tien eersten, die zich aanboden, gekozen zijnde, hield men zich tegen den volgenden dag gereed; maar dewijl men ecnig wantrouwen voedde, deden de bevelhebbers het geheele leger iu slagorde voor de stad Afrika opstellen. De tien kampvechters der chrlstcnen wachtten iu volle wapenrusting hun tegenstanders in dc vlakte al; maar niemand liet zich zien of hooren. Nu werd besloten een bestorming te beproeven. De christenen bemachtigden den eersten muur der stad; zonder sterken tegenstand te bieden, trokken do Sarracenen achter de tweeden muur terug. De zon schoot gloeiende stralen ; de aarde en de lucht schenen in brand te staan. De ridders bleven den gansclien dag tegenover den vijand stand houden; zij bezweken onder het gewicht van hunne ijzeren wapenrustingen en, vcrscheidenen stierven van hitte eu dorst. Het chrisieu leger keerde des avonds iu het kamp terug, de lijken medevoerende dergeneu, die onder de muren der stad bezweken waren eu voornemens waakzamer te zijn dan tc voren uit vreeze voor een overval der Sarracenen. Froissard beeft de namen opgeteekend van zestig ridders eu schildknapen, die dien dag om liet leven kwamen; alk'n in hei Liunp, laat hij er op volgen, waven hierover lerechl vertoornd en verbaasd; en het vreemdste in dit verhaal is, dat de bewoners der stad Afrika met dit verlies der christenen eerst bekend werden na de ophelling van het beleg.

Voortaan was het niet meer moeilijk den uitslag van zulk een oorlog te voorzien. De cliristenen bleven binnen hunne verschansingen en durfden het land niet te doorkruisen om zich levensmiddelen en l'ourrage te verscliaU'en. Men zond hun wel eenige proviand uit Sicilië en de eilanden van Sardinië eu Candia, maar die zendingen geschiedden niet geregeld en de schaarschte volgde menigmaal op den overvloed, liet christen leger had geen beschutting tegen de gloeiende hitte van de hondsdagen. Men had iu het zand putten gegraven, welke evenwel meestentijds slechts troebel en ongezond water leverden, terwijl de wijnen die uit Apnlië, van Cyprus eu andere naburige eilanden kwamen, het bloed van de christen krijgers verhitte, en hen verzwakten in plaats van hen tc versterken en te verlVisschcn. tomtijds werd bet geheele kamp geplaagd door tallooze zwermen vliegen en muggen, die de lucht vervulden cn paarden en menschcn teisterden. Moedeloosheid overmeesterde de ridders, die volstrekt geen tijdingen ontvingen uit Frankrijk, zells niet uit Genua, vanwaar dc expeditie uitgegaan was. Tot overmaat van ramp hield de opperbevelhebber der expeditie, de hertog van Bourbon, noch door zijne toespraak noch door zijn voorbeeld den moed van het leger staande: men zag hem steeds meteen hooghartig voorkomen met over elkander geslagen beenen voor den ingang van zijne teut zitten, niet duldende dat de ridders en de soldaten zich rechtstreeks tot hem wendden als zij klachten iu te brengen hadden of zijn raad en zijne bevelen ontvangen moesten.

De toekomst en vooral het regenseisoen vertoonden zich aan de christen soldaten onder de onheilspellendste gedaante. «De winter,quot; zeide men in de legerplaats, «heelt koude en lange nachten. quot;Wij zullen het om verschillende redenen van den winter niet kunnen uithouden; ten eerste zijn in den winter de zeeën oi hevaarbaar, niemand durft er zich op te wagen uit vrees voor het geweld der stormen en der orkanen; indien wij slechts acht dagen lang gebrek hebben aan levensmiddelen, en de zee vooi ons gesloten is, zijn wij reddeloos het olï'er des doods. Hebben wij levensmiddelen in overvloed, hoe zullen dan nog de wachtposten tegen de vermoeienissen van het waken in de gure wiiiternachten bestand zijn? Indien er een pestaardige ziekte in ons kamp ontstond, zouden allen achtereenvolgens sterven, want wij hebben niets om daartegen aan te wenden.quot;

Aan al die beduchtheid voor den naderenden winter paarden zich argwaan eu wantrouwen tegen de Genueezen, die liart-vochiige en verraderlijke lieden waren; men vreesde vooral dat zij den een ol deu anderen nacht van de duisternis gebruik zouden maken om zich iu te schepen en de Franschen en de i ugelschen in een door God gevloekt land hulpeloos zouden achterlaten. Van hun kant stelden de Genueezen niet meer hetzelfde vertrouwen van voorheen iu de dapperheid hunner bondgenooten: «Wat zijt gij voor soldaten?quot; voegden zij de Fransche krijgers toe. «Toen wij Genua verlieten, hoopten wij dat de verovering van Afrika het werk van acht of veertien dagen zou wezen: wij liggen nu reeds bijna twee maanden voor dc stad en gij hebt nog niets uitgericht. Er bestaat geeu enkele geldige reden om le vooronderstellen dat de stad in dit jaar ol hel volgende zal genomen worden.quot; Zulke woorden werden iu het leger tusschen de soldaten en het volk gewisseld. Toen de heeren en de baronnen hiervan kennis kregen, belegden zij ecu vergadering: daar zij een oorlog zonder gevechten moede waren, geeu hoop meer hadden de belegerde stad tot de overgave te dwingen en buitendien het wantrouwen deelden, dat uien algemeen tegen de goede trouw der Genueezen voedde, besloten zij naar hun land terug te keeren en ontboden de meesters der schepen van Genua om hun het genomen besluit mede te deelen. De meesters der schepen gekomen zijnde, zwoeren op hun woord en bij hunne eer, dat zij, iu weerwil der aanbiedingen van de Sarracenen, nooit opgehouden hadden de Fransche en Engelsclie ridderschap toegedaan te zijn. De heer van Coucy, die zich de lielde en de achting van het geheele leger verworven had, antwoordde hun, dat de baronnen en de heeren de Genueezen voor goede, rechtschapen en dappere menschcn hielden, maar dat hel huu voornemen was om naar Frankrijk terug te keeren leu einde den koning te bewegen in persoon uanr de lauden van liarbarije te komen, «want die koning was jong en vau goeden wil, en wist voor het oogenblik niet tegen wien hij zijne wapens richten zou.quot; Dit antwoord kon niet volkomen naar genoegen zijn der Genueezen, die gekomen wareu om zich vau de stad Afrika meester te maken; maar niets kon het besluit der baronnen en der ridders aan het wankelen brengen. De wapenherauten kondigden door het geheele kamp af, dat het opgebroken moest worden, dewijl men ging vertrekken, zij noodigden te gelijker tijd de soldaten en de ridders uit de bagage naar de schepen over te brengen, ledereen sloeg de handen aan het werk, men wantrouwde de Genueezen zoo sterk en de vrees om op de kusten van Rarbarije achter te blijven was zulk ecu spoorslag voor den ijver der soldaten en het geringe volk, dat de bagage, de tenten, de wapenen, kortom alles, in een enkelen dag aan boord der schepen geladen was. Op het oogenblik dat de vloot onder zeil ging, konden de Sarracenen van Afrika niet nalaten een groot gedruisch op hunne pauken en trommels te maken «opdat het gelieele land daarvan onderricht zou zijn.quot;

In verscheidene maanden had men in Europa geen bericht van deze expeditie ontvangen; uien wist niet wat er van de ridders geworden was, het was «als waren zij in den grond verzonken.quot; In verscheidene oorden van Frankrijk eu in Henegouwen verrichtte nien gebeden cn hield men processiëu opdat de Hemel hen ongedeerd terug mocht voeren. De blijdschap was dan ook algemeen toen do tijding van hun terugkeer bekend werd.

Deze expeditie, welke dc Genueezen sleciits uitgelokt hadden met het (loei om den Europeeschen handel tegen de roovenjen der zeeschuimers te verdedigen, deed de kwaal verergeren in plaats van ze te genezen. De wraakzucht, de verbittering, de vrees, wapenden van alle zijden de ongeloovigen tegen de cliristenen. Langs de geheele kust van Afrika liepen schepen uit, die de Middellandsche zee overdekten en de gemeenscnap met Europa verbraken. Men zag zich verstoken van de koopwaren, die men gewoon was uit Damascus, Cairo eu Alexaudrië te betrekken, en de geschiedschrijvers van dien tijd betreuren de onmogelijkheid, waarin men iu Frankrijk en Duitschlaud verkeerde om zich specerijen te verschallen, als een groote ramp. De geschiedenis voegt er bij, dat in die dagen van onlusten en gevaren al de wegen naar het Uosteu gesloten waren en de pelgrims van het Westen het heilige laud niet konden bezoeken.

Wij hebben deze expeditie breedvoerig vermeld, niet alleen omdat zij merkwaardige bijzonderheden aanbiedt, maar omdat dc wijze waarop zij gevoerd werd, ons zeer goed de verandering doet kennen, welke iu de gemoederen had plaats gegrepen. Om deze verandering nog beter te kuuneii nagaan zal het voldoende wezen de door ons hiervoor beschreven gebeurtenissen te vergelijken met den laatsten kruistocht van Lodewijk IX, die, wat de geaardheid en dc zeden der kruisridders betreft, reeds veel verschilde van de eerste gewijde oorlogen. Men ziet hier niet meer die godsdienstige geestdrift, of die heldhaftige naastenliefde, die de kruisvaarders uandreven hun fortuin, hun rust en hun leven ten offer te brengen om de heilige plaatsen te verlossen en hunne broeders van het Oosten bij te staan. Het is niet meer de opperherder noch de geestelijkheid, het zijn niet meer de beelden van den godsdienst, noch de plcch-tigheden der Kerk, noch de predikatiën der gewijde redenaars, die den ijver der christen ridders opwekken. Zonder in een verdere uiteenzetting van onze gedachte te treden, zal het genoeg zijn te zeggen dat hoe meer de gèestdrilt voor de kruistochten ouder de volkeren verzwakte, hoe gemakkelijker het valt dc ware oorzaken van die geestdrift tc onderkennen. Wanneer men op het tijdstip, waartoe wij genaderd zijn, met aandacht de christelijke maatschappijen beschouwende, daarin te vergeefs de gevoelens cn dc hartstochteii zoekt, die de vorige eeuwen bezield hadden, moet men natuurlijk daaruit besluiten, dat het die hartstochten en die gevoelens zijn, die de gewijde oorlogen voorlgehracht hadden. Zoo is datgene, hetwelk uil


-ocr page 465-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEM. 299

de zeden en den geest der nieuwe geslachten verdwenen was, ons van dienst in liet verklaren van de groote dingen der tijden, die niet meer waren.

Er bestonden voor de oorlogen tegen de rauzolmannen nog slechts twee drijlveeren: de geest der ridderscliap en het beset der gevaren die de christenheid bedreigden. Europa had toon zijne blikken afgewend van de gewesten, welke zoo lang zijn geestdrift opwekten, om ze te vesligen op de streken, die dooide Turken overweldigd of bedreigd werden. Tegen het einde van de elfde eeuw hebben wij de horden van die natie zich over geheel westelijk Azië zien uitbreiden en er heerschappij voeren. Men zal zich herinneren, dat bot hun inval in Palestina, bun gewelddadige overbeerscbing in de heilige stad was, die de christenheid naar de wapens deed grijpen 011 den eersten kruistocht uitlokte. Hunne macht, welke zich lot Nicea uitstrekte en reeds de bekommering der Grieken wekte, werd door de zegevierende legers van liet Westen omvergestooten. De Turken waarvan wij hier spreken, en de christenen tegen bet einde van de veertiende eeuw begonnen te vreezen, stamden af van de Tartaren, evenals degenen, die hen voorafgegaan waren. Hunne in Karisma gevestigde krijgshaftige stammen waren door Gengiskan daaruit verdreven geworden; het overschot van die oorlogzuchtige natie was eenige jaren voor den eersten kruistocht van den heiligen Lodevvijk, na Syrië en Mesopotamie verwoest te hebben, een schuilplaats in Klein-Azië komen zoeken.

De onmacht der Grieken en de verdeeldheid der nuizehnaiisehe vorsten veroorloofden hun verscheidene provinciën te veroveren en een nieuwen Staat le grondvesten op de puinhoopen van verscheidene rijken. De schrik, die bun woeste en dierlijke dapperheid inboezemde, werkte imiine vorderingen in de Inind en ontsloot hun den weg van Griekenland. Welhaast ontvingen de gewesten, die de bakermat geweest waren der beschaving, der kunsten en der wetenscliappeu, de wetten van het Utlo-mannische despotisme.

Ontegenzeggelijk is het despotismus gelijk men het destijds in Azië kende en het er in onze dagen nog ziet, de meest brooze der menschelijke instellingen. De gewelddadige maatregelen, die het nam om zich staande te houden, bewezen genoegzaam, dat hel zelf het bewustzijn bad van zijne broosheid. Wanneer men het al de wellen der natuur ziet opolïeren aan zijne eigene wetten, steeds hel zwaard dreigend verbeH'ende boven bet huofd van allen, die bel nadert, en zelf meer vrees gevoelende dan het inboezemt, is men geneigd van te gelooven dat het geen waren steun heeft. Bij liet lezen der Uoslerselie geschiedenis van de middeleeuwen verbaast men er zich over al die rijken, welke het genie van bet despotisme in Azië gesticht had, plotseling van het wereldtooneel te zien verdwijnen en bij den geringsten schok ineenstorten. Maar het moet gezegd worden, dal wanneer dal monsterachtig regeeringstelsel steunt op de godsdienstige gevoelens, de vooroordeelen en do hartstoelilen van een groot volk, hel een onvveerstaanbaren invloed op de volksmassa uitoefent en niets aan zijn inwerking weerstaan of de ontwikkeling van zijne macht stuiten kan.

Zoo breidde zich het Oltomanmsche rijk uit, dat den haal der christenen en de verovering van hei Grieksche rijk len grondslag bad en zich staande bield door de dubbele dweepzucht van den godsdienst en de verovering. De Turken hadden slechts twee denkbeelden of liever twee altijd werkzame liarts-tochlen, die bij hen de plaats der vaderlandsliefde innamen: hunne overheerschiug uitbreiden en bel muzehnansche geloof verbreiden. De heerschzuclit, welke de souverein aandreef de christen provinciën te overweldigen, strookte geheel en al met den geest der natie, gewoon zich door al de gewelddadigheden van den oorlog te verrijken en aan bet heiligste voorschrift van den Koran meenende te gehoorzamen met het uilroeien van het ras der ongeloovigen. Moest de vorst voortdurend de godsdienstige geestdrift en het krijgshaftige vuur van zijne onderdanen aanwakkeren, de onderdanen lieten op hunne beurt den vorst geen oogenblik rust. De onbeperkte gebieder der Ottomannen kon straffeloos alle misdaden plegen, maar bij kon niet lang in vrede leven met zijne naburen zonder zijn gezag en zijn leven in gevaar le brengen. De Turken duldden noch een vredelievenden vorst, noch een vorst, die ongelukkig in den oorlog was: zoo vast waren zij er van overtuigd, dat zij altijd strijden en altijd overwinnen moesten.

De Ottomanmscbe dynastie, welke met de Turksche natie begon en haar haren naam gaf, deze dynastie, altijd hel voorwerp der vereering en door den opstand zeiven geëerbiedigd, bood door bare bestendigheid hel Oosten een nieuw schouwspel aan. Zij bad aan de wereld een opvolging van groole vorsten vertoond, die bijna allen in de gescliiedenis dezelfde gedaante hebben en elkander evenaren door bun hoogmoed, bun lieerschzucht en hun militaire bekwaamheid: een bewijs, dat al die Barbaarsche helden door de nationale zeden gevormd waren en er onder de Turken slechts één wijze bestond om groot le zijn. Men kuu nagaan welk een voordeel die overeenstemming lusschen de onderdanen en den souverein aan de Oltomannische natie moest geven in hare oorlogen tegen de christenen en zelfs tegen de muzehnansche volken.

Terwijl Europa ter zijner verdediging slechts leenheerlijke troepen bezat, die enkel in zekere omstandigheden opkwamen en niet lang onder de wapens konden gehouden worden, waren do Ottomannen liet eenige volk, dat een geregeld slaand leger had. Hunne krijgers, die met een zelfden geest bezield waren, bezaten bovendien het voordeel van de tucht op de luchlelooze ridderschap der Franken, die voortdurend door tweedracht verdeeld waren en door lallooze van elkander onderscheidene hartstochten gedreven werden.

Daar de Turken niet talrijk genoeg waren om de legers voltallig le houden, dwongen zij elk huisgezin in de veroverde landen hun den vijfden zoon af te staan voor den militairen dienst. Deze aan den godsdienst van Josus Christus ontnomen jongelingschap nam het geloof en de wellen van den overwinnaar aan, en de zonen der verwijfde Grieken werden later die onverwinnelijke janitsaren, die eenmaal Byzantium belegeren zouden en iol zelfs de puinhoopen van het rijk der Cesars verwoesten. Dit was hei nieuwe volk, dat zich tusschen het Oosten en hel Westen ging stellen en de geheele aandacht der christenheid, tol dusverre alleen bezig met de verlossing der heilige plaatsen, op zich vestigde.

Wanneer men do inacht en hel karakter der Ottomamion kent, verwondert men er zicli over dat het overschot van het Grieksche rijk nog zoo lang in hunne nabuurschap bleef beslaan. Om dit te verklaren moeten wij een terugblik in de geschiedenis der zwakke opvolgers van Constantijn slaan, die nu eens een verbond aangingen met de Turken, dan weder den bijstand inriepen der christenen, die zij haatten, en den geest van tie kruistochten, waarvan zij do gevolgen vreesden, weder poogden te doen ontwaken.

Bij de eerste invallen der Turken in Griekenland had de keizer Andronicus een gezantschap aan den paus gezonden, om hem gehoorzaamheid aan de Roomsche Kerk te beloven en hem apostolische legaten le verzoeken met een leger, dal in staal zou wezen de ongeloovigen le verdrijven cu den toegang tot hel heilig gral vrij le maken. Cantacuzenes, die hel voorbeeld van Andronicus gevolgd had, zeide lol de gezanten van den paus: «Ik zal roem inoogslen door de christenheid le dienen; mijne Stalen zullen den kruisvaarders een veiligen en zekeren doortocht aanbieden, mijne troepen, mijne scliepen, mijne rijkdommen aangewend worden ter gemecnscliappclijke verdediging, en mijn lot zal benijdenswaardig zijn indien ik de kroon van liet martelaarschap verwerf.quot; Clemens VI, tul wien Cantacuzenes zich gewend had, stierf zonder de christen krijgers tot deelneming in hel lot van Gonslantinopel te hebben kunnen opwekken. Weinig tijds duarna begaf de keizer zich in een klooster, en broeder .lasd^hat Clirisledules, vermengd onder de monniken van den berg Allies, «bekommerde zich voortaan nog evenmin 0111 een aaneensluiting mei de Latijnen als 0111 de verdediging van het rijk tegen den inval der Barbaren.quot;

Onder de regeering van Joannes Paleologus werden de vorderingen van de Turken onrustbarender. De keizer kwam in persoon den bijstand van den opperherder inroepen. Na in een openbare plechtige ontvangst de hand en de voeten van den paus gekust te hebben, erkende hij de dubbele processie van den heiligen Geest en de suppremalie der Kerk van Rome. Getroffen door deze ootmoedige onderwerping verklaarde de paus dat hij de Grieken te hulp zou komen, maar toen hij zich lot de souvereinen van Europa wendde, ontving hij slechts ijdele toezeggingen. Op het oogenblik, dat Paleologus te Venetië aan boord van het schip zou slappen dal hem naar het Oosten terug zou voeren, werd hij door zijne schuldeischers gevangen genomen, en bleef verscheidene maanden gevangen zitten, zonder dat de opperherder en tie vorsten, wier hulp hij was komen inroepen, en die hem beloofd hadden zijn rijk te zullen bevrijden, zich de geringste moeite gegeven hadden hem zclven le bevrijden.

In Gonslantinopel teruggekeerd te midden zijner in verdeeldheid levende familie en de Grieken, die hem verachtten, wachtte Paleologus te vergeefs op de vervulling der belolten van den paus. In zijne vertwijleling nam hij eindelijk het besluit de goedertierenheid van sultan Amurat in le roepen en door hel betalen van een cijns hel verlof te koopen over hel overschot van zijn rijk te regeeren. Hij beklaagde zich over die harde noodzakelijkheid aan den paus, die een nieuwen kruisloelit deed prediken; maar de christen monarchen zagen het mot onverschilligheid aan, dal een vorst, die pas in den schoot van de Katholieke Kerk teruggekeerd was, zich gedwongen zag zich tot vazal van de ongeloovigen te verklaren. De keizer van Byzantium en de opperherder hadden, toen zij beloofden, de een hel Westen voor de zaak der Grieken le zullen wapenen, de ander, de Grieken aan de Roomsche Kerk le zullen onderwerpen, verplichtingen op zich genomen, welker vervulling niet den dag moeielijker werd. Terwijl zij wederkeerig bij elkander


-ocr page 466-

30!)

aandrongen op de volbrenging luinner beloften, deed Amurat, die beter zijne bedreigingen vervulde dan de paus en de christen vorsten hunne verbintenissen naleetclen, aan 1'aleologus nog scherper diens alhankelijkheid gevoelen door hem zell's de vrijheid to ontzeggen de wallen van zijn hoofdstad te herstellen. Nu' hernieuwden zich de smeekbeden aan den opperherder; deze zond ze wederom aan de monarchen der christenheid, die er niel op antwoordden of zich vergenoegden met den keizer en de bevolking van Byzantium te beklagen.

Ontwiilelbaar hadden de Grieksche keizers ter hunner verdediging den bijstand der Latijnen noodig, maar die lafhartige staatkunde, die gestadig de hulp der vreemde natiën inriep, verried slechts de zwakheid van liet rijk, en moest den Grieken in de dagen van gevaar alle vertrouwen op hunne eigen krachten benemen. Van dun anderen kant vonden die alarmkreten, welke aanhoudend in Europa weergalmden, nog slechts ongeloovige gemoederen of onverschillige harten. Te vergeefs bracht men den krijgers van het Westen onder liet oog, dat Gonstanlinopel het bolwerk der christenheid was, zij konden eene stad, die niet in hare eigene verdediging voorzien kon en voortdurend moest bijgestaan worden, niet beschouwen als een bolwerk, dat in staat was om den vijand tegen te houden. Toen Gregorius IX bij den keizer van Duilsdiiand aanzoek deed Conslantinopel bij te staan, gaf deze vorst wrevelig ten antwoord, dal de Grieken de poorten van Europa voor de Turken ontsloten en den wolf in de schaapskooi geplaatst hadden.

Het rampzalig overschot van het erfdeel der Cesars bezat destijds geen twintig mijlen uitgestrektheid meer en in die beperkte ruimte vond men een rijk van Byzantium en een rijk van Rhodosto of Selivrea. Ue vorsten, die door de banden des bloeds en het besef hunner rampen vereenigd moesten zijn, betwistten elkander met verwoedheid de flarden van het keizerlijk purper; men zag den broeder legen den broeder gewapend; den vader aan de zonen den oorlog verklarende. Al de misdaden, welke de eerzucht eertijds ingegeven had om den schepler van de Bomeinsche wereld te beniaclitigen, pleegde men thans nog om over eenige ellendige steden te regeeren. Dit was de toestand van hel Ooslersche keizerrijk, dat aan alle zijden door de Turk-sche overheersching bekneld was.

Op het tijdstip, waarvan wij spreken, waren al de prinsen van het stamhuis van Paleologus aan hot hol van Bajazet oul-boden en zij gehoorzaamden sidderende aan zijn bevel. Als zij ongedeerd het paleis van don sultan verlieten, dat voor hen als hot hol van den leeuw was, was dit omdat hel medelijden do beulen ontwapende, en de vorachling welke zij aan do muzelmannen 'inboezemden hun vnjbriel was. De Ottomannische keizer vergenoegde zieh om Manuel, den zoon en opvolger van keizer Joannes Paleologus te bevelen, niel om hem Gonstanlinopel over te leveren, maar zich binnen de muren opgesloten te houden als in een gevangenis, op stralle van de kroon ea hel leven te verliezen.

Terwijl de Grieken zich op die wijze voor de Turken vernederend kromden, trokken de janilsareii zonder vei hindering den bergpas van Thermopyle door en rukten in den Peloponesus voort. Van den anderen kant overweldigde Bajazet hel land der Serviërs, dal der Bulgaren en maakte zich gereed den oorlog in Hongarije over te brengen.

Ken betreurenswaardige scheuring verdeelde destijds de chris-lenheid: een anti-paus betwistte aan den wettig gekozen paus de heerschappij over de Roomsche Kerk, en de Europeesehe republiek bezat geen opperhoofd meer, die het voor zijne gevaren kon waarschuwen, geen lodlt; meer, diu hare vei langens of hare vrees kenbaar maakte, geen band meer die hare krachten vereenigde. De godsdienstige gevoelens hadden geen invloed genoeg meer om een kruistocht te doen ondernemen Er bleef aan de christenheid Ier barer verdediging niets anders over dan het krijgszuchtig karakter van eenige natiën van Europa.

De ge/anten, die Manuel naar bet Westen zond, riepen, onder hel herhalen der eeuwigdurende jaminerklachten van de Grieken over de barbaarseliheid der Turken, te vergeefs liet inededoo-gen der geloovigen in. De gezanten van Sigismund, koning van Hongarije, waren gelukkiger, toen zij aan liet Fransche hol' verschijnende een beroep deden op de dapperheid der ridders en der baronnen. Volgens de geschiedschrijvers van dien tijd had Karei Vi het plan niet opgegeven, iels groolsch tegen de vijanden van hel gelooi te ondernemen, «leu einde de zielen zijner voorgangers, koning Philippus, goeder gedachtenis, en koning Jan, zijn grootvader, te verlossen,quot; zegt Kroissard. De Hongaarsche gezanten hadden zorg gedragen in hunne gesprekken te verstaan te geven, dat de Turken de ehristen ridderschap verachilen: meer was er niel noodig om den ijver der Fransche krijgers op te wekken, en toen de koning verklaard had dat hij aan den bond tegen de ongeloovigen deelnam, greep de ridderschap van het gansche rijk naar de wapens. De meesten der heeren en baronnen, die aan de ongelukkige expeditie tegen A frika deelgenomen hadden, wilden deze gelegenheid- niel laten ontsnappen om hun heldenmoed te toonen. Deze uitgelezen schaar had tot opperbevelhebber den hertog van Nevers, zoon van den hertog van Bourgoudië, een jongen vorst, die door zijne onversaagdheid in later lijd den bijnaam van Jan zonder vrees bekwam. Onder de overige aanvoerders merkte men op, den graaf van La Mark, Hendrik en Philippus van Bar, bloedverwanten van den koning van Frankrijk, Philippus van Arlois, eonnetabel van liet rijk, Johannes van Vienne, admiraal, de heer van Goucy, Guido van La Tremouille en den maarschalk Boucieaut, wiens naam in de geschiedenis van al de oorlogen van dien lijd voorkomt.

Al de denkbeelden van den roem, al de gevoelens van den godsdienst en de ridderschap knoopten zich aan die expeditie vast. De aanvoerders hadden zich geruïneerd om de toebereidselen lol hun reis te maken en liet Oosten door hun pracht en weelde le verbazen; het volk smeekte van de bescherming des Hemels de zegepraal hunner wapenen af. Men vergeleek reeds de onderneming der nieuwe kruisvaarders met die van Godfried van Bouillon, en de dichters van dien lijd bezongen de ophanden verlossing van Byzantium en Jerusalem.

Het Fransche leger, waarbij men veertienhonderd ridders en even zooveel schildknapen lelde, trok Duitschland door en groeide onderweg aan door een menigte krijgers uil Oostenrijk en Beieren, die er zich bij aansloten. Toen zij de boorden van den Donau bereikten, vonden zij den ganschen adel van Hongarije en Bohemen onder de wapens. Hij de wapenschouwing over hel talrijke leger der ter bestrijding van de Turken saamgestrooinde soldaten, riep Sigismund vol blijdschap uit: «Indien de hemel kwam te vallen, zouden de lansen der christenen hem in zijn val sluiten.quot;

Nooit begon een oorlog onder gunstiger voorteekenen. Niel alleen had de geest der ridderschap een groot aantal krijgers onder de vanen van het kruis bijeengevoerd, maar ook hadden verscheidene zeevarende volken van Italië de wapens opgevat voor de verdediging van hun handel in hel Oosten. Een Vene-tiaansche vlooi, onder hel commando van den edelen Moncenigo, had zich aan de monding van den Donau met de schepen van den Griekscben keizer en die tier ridders van Bhodes vereenigd en moest de vlag der Franken in den liellespoiilus doen zegepralen terwijl het christen leger naar Gonstanlinopel zou trekken.

Zoodra het leeken lot den oorlog gegeven was, kon niets aan de onstuimige dapperheid der kruisvaarders weerstand bieden; overal sloegen zij de Turken, zij maakten zieh ineester van verscheidene sleden van Bulgarije en Servië en sloegen hel beleg voor Nicopolis. Gelukkig indien die aanvankelijke voor-deelen hun niet een blind vertrouwen op de overwinning had den ingeboezemd.

De Fransche ridders, die men steeds aan de spits van hel christen leger zag, konden niel gelooven, dat Bajazet hen zou durven aantasten; en toen men hun kwam boodschappen, dal de sullan met zijn leger naderde, tuchtigden zij den roekelooze, dio hun het eerste bericht daarvan bracht. INoclilans was hel Oltoniamiische leger den berg Hemus overgetrokken en naderde het Nicopolis. Toen de beide legers tegenover elkander stonden, bezwoer Sigisnuind zijne bondgenooten huu strijdlust le matigen en een gunstige gelegenheid af te wachten om een vijand aan te tasten, dien zij niel kenden. De hertog van Nevers en de jonge edellieden, die hem vergezelden, luisterden met onver-liolen ongeduld naar den raad der Hongaren en nieenden dat men hun de eer wilde betwisten om hel gevecht te openen. Nauwelijks heeft dan ook de standaard van de halve niaan hunne blikken getroffen, of zij stormen uil het kamp en storten zich op den vijand. De Turken wijken en schijnen de vlucht te nemen; de Franschen vervolgen hen in wanorde en zijn weldra van hel Hongaarsche leger gescheiden. Eensklaps komen tallooze zwermen spahis en Jauilsaren uil de naburige wouden le voorschijn, waar zij in hinderlaag opgesteld waren. Overal had men palen geplant, die den inarsch der christen ruiterij stuitten. De Frankisehe krijgers, niel voor- of achterwaarts kminende, door een talloos leger ingesloten, strijden niet nicer om le overwiniien maar om niel roem te sterven en hun leven duur te verkoopen. Na verscheidene uren achtereen een vreese-lijke slachting in de vijandelijke gelederen aangericht le hebben, vielen al de Franschen, die aan den uitval deelgenomen hadden, van lieverlede onder hel zwaard der muzelmaiinen of werden krijgsgevangen gemaakt.

[1397.] Na deze eerste overwinning keerde Bajazet zijne gansche strijdniacht tegen het Hongaarsche leger, dat reeds door schrik verlamd was en bij den eersten schok verstrooid werd. Sigismund, die in den ochtend van dien dag honderd duizend man onder zijne vanen telde, ontkwam bijna alleen in een visschersschuil en bereikte, dicht langs de oevers van den Exinus varende, Gonstanlinopel, waar zijne verschijning zijn nederlaag aankondigde en algemeene verslagénheid verwekte.

Dit waren de wrange vruchten van de verwatenheid en de tuclitcloosheid der Fransche krijgers. De geschiedenis heeft


-ocr page 467-

GKSCHIKDENIS DF,R KRUISTOCHTEN.

luin nederlaag meer beklaagd dan zij hun gedrag gelaakt heeft; zij heelt zich vergenoegd met tc zeggen, dat om de Turken ie overwinnen, de Hongaren de dapperheid der Franschea hadden moeten navolgen.

JSajazet, die in den strijd gewond werd, toonde zich har-haarsch na de overwinning. Eenige geschiedschrijvers hebben beweerd dat de sullan den dood wilde wreken van verscheiden muzelmansche gevangenen, dio door het christen leger vermoord waren. Hij deed al de gevangenen van hunne kleederen ontdoen, voor hel meerendeel met wonden bedekt voorzieh brengen en gaf aan zijne janitsaren bevel ze allen onder zijn oogen ter dood te brengen. Drie duizend Fransche krijgers werden aan zijn wraak opgeofferd; men spaarde alleen den hertog van Nevers, den graaf van la Mark, den heer van Couey, Philippus van Arlois, den graaf van Bar, den maarschalk Boucicaut en eenige andere aanvoerders, voor wie do Ottomannische keizer een groot losgeld hoopte te bedingen.

üe tijding van die vreeselijke nederlaag werd door de faam naar Parijs overgebracht. De eersten die er van spraken, dreigde men in de Seine te werpen; verscheidenen werden op lasl des konings in het Chalelet opgesloten. Ten laatste werden de onheilspellende berichten bevestigd door het verhaal van messire van Holy, dien Bajazet naar Frankrijk gezonden had om de nederlaag der christenen en de gevangenschap hunner aanvoerders te boodschappen. Deze tijding verwekte groote verslagenheid aan het hof van Karei VI en in bet geheele rijk.

Om den toorn van den Turkschen keizer te verbidden, zond Karei VI hem prachtige geschenken. Aan het hof van Frankrijk wist men niet waar men het geld zou vinden, gevorderd voor de loskooping dei' in de gevangenissen van Bajazet opgesloten vorsten en heeren. Een bankier van Parijs deed toen wat geen soLiverein van Europa zou hebben kunnen doen: in overeenstemming met eenige kooplieden van Genua, onderhandelde hij over den losprijs der gevangenen en betaalde de daarvoor vastgestelde som van tweehonderd duizend dukaten.

11-400.| Eindelijk kregen de gevangene Frausche edellieden, die de sultan tot Brussa met zich medegevoerd had, verlof naar Europa terug te keeren. Hechts twee hunner zagen hun vaderland niet weder. De heer van Couey stierf in de gevangenis en Guide van la Tremouille stierf op de teliuisreis op het eiland Rhodes.

Toen de hertog van Nevers met zijne lotgenooten de legerplaats van Bajazet verliet, ricblte de sultan lot hem de volgende woorden: «Graaf van Nevers, ik weet genoegzaam en ben er van ingelicht dat gij in uw laud een groot heer zijt en de zoon van een groot heer. Gij zijt jong en zult misschien later hetgeen u in dit land op uw eersten krijgstocht als ridder overkomen is, als een smet en een blaam beschouwen en gaarne, om uwe eer daarvan te zuiveren, een krijgsmacht bijeen brengen om mij te komen bestrijden; indien ik wilde, zou ik u bij uw gelool en bij het kruis doen zweeren, dat noch gij, noch al degenen die bij n zijn, ooit weder de wapens tegen mij zult opvallen; maar neen, ik wil dien eed noch van u noch van hen vergen; ik wil u alleen dit zeggen, dat als hel u, wanneer gij iu uw land teruggekeerd zijl, in den zin mochl komen een leger op den been te brengen en tegen mij ten strijde te trekken, gij mij altijd gereed zult vinden u en uwe lieden le ontvangen.quot;

Deze toespraak, waarin zich do ganscbe Ottomannische hoogmoed openbaarde, moest voorzeker een harde les wezen voor jonge krijgers, wier laakbare lichtzinnigheid al de rampen van dien oorlog teweeggebracht had. Zij hadden Bajazet voor bun nederlaag le gering gesehal; doch na zijne overwinning kun de minachtende taal van den sultan niet als ijdele grootspraak voor hen gelden, want zij wisten bij ervaring welk een goed geoefende krijgsmacht hij bezat.

Bij hun terugkeer in Frankrijk werden de edele ridders mei al de belangstelling ontvangen, welke de ongelukkige dapperheid verdient. Men werd hel aan hel hol' van Karei VI en aan hel hof van Bourgondië niel moede, hen hunne krijgsverrichtingen, hunne avonturen en hel lijden van hunne gevangenschap te hoeren verhalen; zij vertelden wonderen van de pracht van Bajazet, en wanneer zij de uitdrukkingen van den sultan mededeelden, die gewoon was le zeggen, dat hij de heer zou worden van de geheele wereld, dat hij naar Iloino zou komen en zijn paard haver laten eten van hel altaar van den heiligen Petrus, wanneer zij spraken van do lallooze soldaten die de Turksche keizer dagelijks lichtle om zijne bedreigingen te vervullen, moest zich toch ongetwijfeld in het hart hunner toehoorders eenige vrees vermengen met het gevoel van nieuwsgierigheid en verbazing, dat hun bij die beschrijving bekroop.

Intussehen wekten de verhalen van den hertog van Nevers en zijne lotgenooten den strijdlust der krijgers op, en hunne rampen in Azië boezemden minder medelijden in dan wel het verlangen om hun nederlaag le wreken. Hel duurde dan ook niet lang of men kondigde in Frankrijk een nieuwe expeditie tegen de Turken af. Grooto scharen jonge edellieden en ridders grepen naar de wapens. De hertog van Orleans, de broeder des konings, kon geen verlof bekomen om zich aan hun hoold le stellen en met hen de ongeloovigen le gaan bestrijden. Den maarschalk Boucicaut werd de taak opgedragen de nieuwe kruisvaarders naar hel Oosten aan le voeren, limine aankomst op de oevers van den Bosphorus bevrijdde Byzantium, dal door Bajazet belegerd werd. Hunne krijgsveiTiclilingen deden den moed der Grieken weder herleven en'herstelden den krijgsroem der soldaten van hel Westen onder de Turken. Toen zij na een jaar van roemrijke gevechten naar hun vaderland terugkeerden, besloot de Grieksche keizer Manuel, beducht nieuwe rampen op zich te zien nederkomen, maarschalk Boucicaut le vergezellen, om nieuwe hulp b'j Karei VI te gaan afsmeeken, zoodoende al de hoop van zijn 'rijk op de krijgers van Frankrijk stellende. Op zijn weg door Italië werd hij overal met groote eerbewijzingen ontvangen. Toen hij de Alpen overgetrokken was, wachtten hem in al de groote steden van Frankrijk schitterende feesten. Op twee mijlen afslands van Parijs vond hij Karei VI en al de groeten van het rijk, die hem tegemoet getrokken waren, ilij deed zijne intrede in de hoofdstad gekleed in een wit zijden gewaad en gezeten op een wil paard, de onderseheidingsteekenen van den oppersten rang bij de Franken. Hel streelde de edelen een opvolger der Cesars den steun der ridderschap te zien komen inroepen, en het vertrouwen, dat hij in de dapperheid der Franschen stelde, vleide de ijdelheid der natie; maar in den toestand, waarin Frankrijk destijds verkeerde, viel hel gemakkelijker Manuel hel schouwspel der steekspelen en der schitterende plechliglieden van het hof aan te bieden, dan hem de gelden en de soldalen te verschaH'en, waaraan hij behoefte had. Karei VI begon de eerste verschijnselen le verloonen van die noodlottige ziekte, welke het veld vrijliet aan de partijschappen en hel koninkrijk in zulk een poel van jammeren dompelde. Engeland, welks hulp de keizer van Constanlinopel insgelijks inriep, werd verontrust door de onreclilmatige overweldiging van Hendrik van Lancaster; en zoo de Engelsche monarch destijds hel kruis aannam, geschiedde zulks minder met het doel om de Grieken bij te slaan dan om zijne ongerechtigheden te doen vergelen en een voorwendsel te hebben om belastingen van zijn volk te hellen. Ter zelfder tijd bracht de afzetting van Wcneeslaus in hel Germaansche rijk alles in rep en roer en gaf de ontluikende ketterij van Jan llus reeds het sein lot de wanordelijkheden, welke Boheinen gedurende de vijlliende eeuw moesten teisteren. Te midden van al die onlusten der christenheid was de eenige macht, welke de harmonie had kunnen herstellen zelve verdeeld; de katholieke Kerk, steeds geslingerd door de aanspraken van twee pausen, kon zich noch met den vrede tusschen de christenen, noch mol den oorlog tegen de Turken bemoeien.

Deze toestand van Frankrijk en Europa vernietigde al de verwachtingen van den Griekschen keizer. i\'a twee jaar iu Parijs doorgebracht le hebben zonder iets le verkrijgen, besloot bij het Westen te verlaten, en zich le Veneliü ingescheept hebbende, bleef hij in den l'eloponesus vertoeven, waar hij geduldig wachtte lot de IbrlLiin zelve zich belastte met den geheelen ondergang ol met de verlossing van zijn rijk.

Deze verlossing, welke niet meer van de christen mogendheden komen kon, kwam onverwachts van een volk, dat barbaarseher was dan de Turken, en welks veroveringen hel geheele Oosten deden sidderen. Tainerlan of Timur was uit den school der burgeroorlogen op den troon der Mongolen verheven geworden en had in het Noorden van Azië hel geduchte rijk van Gengiskan weder doen verrijzen. De geschiedenis kan dien nieuwe veroveraar met moeite in zijne reusachtige expediliën volgen. De verbeelding duizelt door de snelheid waarmede hij, om een uitdrukking van Timur zeiven le gebruiken, den ver-nieleiulen wind der venrueslimj overbrachl van de Sagnthai lol aan den Indus en van den Indus tot aan de ijzige wildernissen van Siberië. Dit was de geesel, dien de Hemel zond om den dreigenden hoogmoed van liajazel le vernietigen. De geschiedschrijvers van dien tijd zijn het niet eens omtrent de redenen, die hel hoofd der Mongolen de wapens deden opnemen legen den OUomannisehen keizer: eenigen schrijven het besluit van Tainerlan loc aan de klachten der niuzehnansche vorsten vau Klein-Azië, die de sullan der Turken uit hunne Stalen verdi even had; anderen, getrouw aan den geest van hunne eeuw en de oorzaken der groote gehenrlenissen in de natuurverschijnselen zoekende, verklaren den inval der Tartaren door de verschijning van een komeet, die zich twee maanden lang aan het ontstelde Azië vertoonde. De wonderbaarlijke verklaringen ter zijde stellende, willen wij er ons toe bepalen met te zeggen, dat er geen vrede kon blijven bestaan tusschen twee mannen door d(-zelfde eerzucht gedreven, en die hel elkander onmogelijk konden vergeven ter zelfder tijd hel plan in zich om le dragen om de wereld te veroveren, ilun karakter zoowel als hunne staatkunde openbaart zich genoegzaam in de hevige bedreigingen, die zij


-ocr page 468-

301 GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

plkaiider voor dcu aanvang der vijandolijkhcdon toevoegden en liet sein werden tot de bloedigste jamnieren.

Uil Samarcand op weg gegaan, bemaciitigdo Tamerlun al spoedig de stad Sebasta, wier bevolking hij uitinoordrlo, en als bad hij aan Bajazet, alvorens bom aan te vallen, het sehouw-spel willen aanbieden der verwoestingen, die zijne wapenen alom vergezelden, voerde bij plotseling zijne Tartaarscbe horden naar Syrië en do door de mamelakken van Egypte bestuurde provinciën. De dapperheid zijner soldaten, de quot;verdeeld beden zijner vijanden, bel verraad en de trouweloosheid, welke hij zooveel mogelijk ter bereiking van zijne plannen te hulp riep, openden hem de poorten van AJIeppo, Damascus en Tripoli. Stroomen bloeds en pyramiden van menschcnhoolden teekenden den weg van den Mongooischen veroveraar. Overal verspreidde zijne nadering ontsteltenis onder de christenen zoowel als onder de muzelmannen, en hoewel hij er zich in zijne gesprekken op beroemde, dal liij do zaak der verdrukten wreekte, inoesl Jerusalem, bij deze gelegenheid, er zich over verheugen, dal hij er niet aan gedaebt had het te verlossen.

Eindelijk naderden de Tartaren Klein-Azië. Tamerlnn trok Anatolië door met een leger van achtmaal honderd duizend man. Bajazet, die hel beleg van Conslantinopel opgebroken had om zijn geduebten vijand te gemoet te snellen, ontmoette hem in de vlakten van Ancyra. quot; iN'a een veldslag, die drie dagen duurde, verloor de Ottomannische keizer tegelijk zijn rijk en de vrijheid. De Grieken, wien de lijding dezer overwinning weldra ter oore kwam, bedankten sidderende hun woesten bevrijder; de onverschilligheid echter, waarmede hij hun gezanlschap ontving, bewijst dat hij niet hei voornemen gehad had om bun dank te verdienen. Voor den üosphorus gekomen, richtte de overwinnaar van Bajazet /.ijne blikken en zijne plannen naar het Westen; maar de meester der uitgebreidste rijken van Azië bezat zelfs geen boot, waarmede bij het kanaal kon oversteken. Zoo had Conslantinopel liet geluk, om na aan het juk van de Üllomannen ontsnapt te zijn, insgelijks aan de overbeersching der tartaren le ontkomen, en Europa zag dien dreigenden storm van zich al'dnjven en aan den gezichteinder verdwijnen.

De overwinnaar deed hel gewicht van zijn toorn nederkomen op ile stad Smyrna, die door de ridders van Rhodes verdedigd werd. Deze stad werd slormeiiderhand genomen, aan de plundering prijsgegeven en in de asch gelegd. De Mongoolsche keizer keerde in zegepraal naai' Samarcand terug, den sultan liajazel gevankelijk met zich voerende, en alwisselend de verovering van Alrika, den inval in het Westen en den oorlog tegen China ontwerpende.

Na den veldslag van Ancyra betwisllen verscheidene prinsen van de lamiiie van Bajazet elkander de verwoeste provinciën van hel Olloaiainiische rijk. Waren de Franken toen in de straat van Gallipoli en in Thracië verschenen, clan hadden zij van de nederlagen en van de tweedracht der Turken gebruik kunnen maken en hen tot aan gene zijde van het Taurusgebergle terugdrijven; mnar de onverschilligheid der christen Stalen, de trouweloosheid en de hebziiclil van eenige zeevarende volken van Europa, verselialten aan de OLlomannische dynastie den lijd eu de middelen om hare vernieligde niacin le herstellen.

De (jrieken deden evenmin hun voordeel met de overwinningen van Tamerlan als de Latijnen. Twintig jaar na den veldslag van Ancyra hadden de Ollomannen al hunne provinciën hernomen, liiuine legerbenden omsloten opnieuw Conslanlinopel, en bier is op de macbl (Ier Turken de üoslersche vergelijking van toepassing van die slang der woestijn, welke door een olirant in zijn loop verpletterd is, doch daarna zijne verstrooide ringen verzainelt, langzamerhand den dreigenden kop weder opheft, opnieuw de prooi bemacbligl die zij losgelaten had en haar in zijne reusacblige kronkels samendrukt.

Zoolang de Grieksche keizers geen vrees voedden voor hun hooldstad, onderhielden zij geen betrekkingen met de christen vorsten van Europa; maai' in de ure des gevaars hernieuwde nel hol van Byzantium zijne smeekingen en zijne belolten van gehoorzaamheid aan de Kerk van Rome. Een onderhoud van Manuel, door Plirantza opgeteekend, doet ons de gesteldheid der Grieken en de staatkunde der schroomvallige opvolgers van Constanlijn kennen. «Er blijft ons geen ander hulpmiddel tegen de Turken overig,quot; zeide die vorst tegen zijn zoon Joannes Paleologus, «dan hun vrees voor onze vereeniging met de Latijnen en de schnk, welken de krijgshaftige natiën van het Westen hun inboezemen. Zoodra gij door de ongeloovigen in het nauw gedreven zijl, moet gij u tol hel bof van Rome wenden en de onderhandelingen rekken zonder ooit een beslissend besluit le nemen.quot; Manuel voegde er bij, dal de ijdelbeid der Latijnen en de hardnekkigheid der Grieken zich altijd tegen een werkelijke overeenstemming zouden verzetten, en eene vereeniging van welken aard ook niet den paus, de liartslochten der beide partijen opwekkende, Byzantium slechts aan den willekeur der Barbaren zou priisgeven

Deze raadgevingen, die weinig oprechtheid in de staatkunde der Grieken aantoonde, konden niet lang met gunstigen uitslag gevolgd worden. De gevaren werden dreigender, de omstandigheden neteliger; daar de christenheid op ijtlele onderhandelingen slechts antwoordde met ijdele belollen, zag Manuels opvolger zich genoodzaakt bewijzen te geven van zijne oprechtheid. Men stelde eindelijk het plan van een concilie vast, waarop de beide Kerken zich met elkander moesten verstaan en aan de scheuring een einde maken. De keizer Joannes Paleologus en de godgeleerden der Grieksche Kerk begaven zich eerst naar Ferrara, vervolgens naar Florence. Na langdurige deballrn erkenden de Grieken de dubbele processie van den Heiligen Ceest en de suprematie van den paus; van zijn kant nam de opperherder de verplichting op zich voor de verdediging van Conslanlinopel twee galeien en driehonderd soldaten te onderhonden in gewone tijden, en tien galeien gedurende zes maanden of twintig gedurende een jaar in dagen van gevaar; hij beloolde vooral den bijstand van Europa te zullen inroepen. Opdat de betrekkingen lussclien de Latijnen en de Grieken menigvuldiger zouden worden, gelastte de Heilige Stoel aan alle gezagvoerders van schepen, die de pelgrims naar Jerusalem overbrachten, den Üosphorus binnen te loopen en de haven van Byzantium aan te doen. Toen de vereeniging der beide Kerken' afgekondigd werd, beschouwde het Oosten die als een zegepraal der Kerk van Rome. Te Conslantinopel werden de prelaten en de godgeleerden, die Griekenland naar het concilie van Ferrara bad afgevaardigd, met verwenscbingen overladen; het volk en het grootste deel der geestelijkheid betreurden den ondergang en de schande der Grieksche Kerk. Zoo werd de voorzegging van Manuel vervuld; al de pogingen in het werk gesteld om de gevoelens te vereenigen, strekten slechts lol het optrekken van een nieuwen scheidsmuur tusscben de Grieken en de Latijnen.

Op hel concilie van Ferrara en Florence onderwierpen de afgevaardigden der Armeniërs en der Maronieten, der Jaco-bielen van Egypte en Syrië, der ÏSestorianen en der Ethiopiërs zich evenals de Grieken aan hel pauselijk gezag, en ongetwijleld insgelijks in de hoop door de Latijnen bijgestaan en van de dwingelandij der iiiiiz.elniannen verlost te worden. Deze plechtige stap was minder een onderwerping aan den Heiligen Stoel dan wel een hulde aan de dapperheid der Franken, in wie al de christenen van Azië en Alrika bevrijders zagen.

Paus Eugenius, getrouw aan zijne belollen, hoopte dat de hereeniging der heide Kerken en de prediking van een kruistocht de blikken der christen wereld op hem zouden doen vestigen en aan hel pauselijk gezag hel vertrouwen en de kracht doen terugschenken, die de scheuring van het Westen en de oproerige decreten van het concilie van Bazel het hadden doen verliezen. Hij richtte brieven aan al de vorsten der christenheid, hen uitnoodigende zich met elkander te vereenigen om eindelijk aan den inval der muzelmannen paal en perk te stellen. Eugenius herinnerde in zijn schrijven aan al liet lijden, dat de geloovigen verduurden in tic landen, die aan de overbeerscliing der Barbaren onderworpen waren. De Turken bonden, zeide hij. gansche troepen mannen en vrouwen met louwen aaneen en voerden ze gevankelijk mede. Al de christenen, die zij tol slavernij doemden, werden gelijk gesteld met het geringste vee en als lastdieren verkocht, lluniie barbaarschheid scheidde den zoon van zijn vader, den broeder van zijn zuster, de gade van haar echtgenool. Zij, die door ouderdom of zwakheid niet voort konden, werden op de wegen of in de straten gedood. De kindsheid zelve wekte hun medelijden niet op; meedoogenloos vermoordden zij wichtjes, die pas bel leven intraden en hel gevaar nog niet kennende, hunne beulen toe-laclilen, terwijl zij den doodelijken slag ontvingen. Elke christen familie was genoodzaakt hare zonen aan den Ottonianniscben keizer over te leveren, gelijk men eertijds de bevolking van Athene de bloem van hare jonge dochters en zonen aan hel monster van Creta als schatting had zien ten oller brengen. Overal waar de Turken doorgedrongen waren, bleven de akkers onbebouwd liggen, waren de steden zonder veiligheid en zonder nijverheid, terwijl de christelijke godsdienst geen bedienaren of altaren meer had; kortom, de vader der geloovigen vergat geen der barbaarscbheden, die door de vijanden van Jesus Christus gepleegd werden; bij kon de droefheid niet verkroppen, welke zoovele smartelijke beelden hom veroorzaakten, en bezwoer de vorsten en de volken bet koninkrijk Cyprus, hel eiland Rhodes en vooral Constanlinopel, de laatste bolwerken van hel Westen, le hulp te komen.

De vermaningen van den Heiligen Vader vonden slechts onverschillige harten onder de volken van Engeland, Frankrijk en Spanje. Hel gevoel der menschelijkheid, dal der vaderlandsliefde vermochten de geestdrift niet meer op te wekken, welke de geest van den godsdienst en de ridderschap voorheen bad doen geboren worden. De verre kruistochten, welke ook hun doel mocht wezen, werden niet anders meer beschouwd dan als het werk van een naijverige staatkunde, welke zich daarvan bediende om de prinsen en de grooten, die men van hunne


-ocr page 469-

303

macht wilde berooven, to vcrwijdoron. In do gesteldheid, waarin Europa verkeerde, vonden dogenen, die den oorlog liefhadden, gelegenheid te over om zich te onderscheiden zonder hunne haardsteden te verlaten. De Dnitschers, die veertig duizend man op do been gebracht hadden om de ketters van Bohemen te bestrijden, staakten hunne toebereidselen lot dezen oorlog, toen men hun de Turken schilderde als op het punt staande het goheele Westen mot hunne zegevierende horden le overslroomen.

Inlusschen vergenoegde de paus zich niet mot de enkele aansporing der geloovigen om de wapens op te nemen, en het voorbeeld willende geven, wierf hij soldaten aan en rustte schepen uit om de Turken te beoorlogen. De zeesteden van Vlaanderen, de republieken van Genua en Venetië, die groote belangen in hol Oosten te verdedigen hadden, maakten eenige toebereidselen; hunne vloten vereenigden zich met den standaard van Sint Pieler eu stevenden naar den Hellespontus. De vrees voor oen ophanden inval deed eenige beweging ontstaan onder de volken, die de boorden van den Dniester en den Donan bewoonden, men predikte de kruistochten op de rijksdagen van Polen en Hongarije. Aan de door do Barbaren bedreigde grenzen gehoorzaamden het volk, de geestelijkheid en do adel aan de stem van den godsdienst en het vaderland.

De paus benoemde tot legaal bij de kruisvaarders Juliaan Cesarini, een prelaat van een onversaagd karakter en een vurigen geesl, die zich afwisselend van bel zwaard der gevechten en van dat dos woords bediende en even geducht was op hel slagveld als in de geloerde worslelingen van de school. Na hel verlrouwen van hel concielie van Bazel verworven le hebben, had kardinaal .luliaan zich in hol concilie van Florence onderscheiden door de verdediging der dogma's van de Lalijnsche Kerk. Zijne welsprekendheid had Duilschland legen de Hussieten opgezet; nu brandde hij van verlangen de goheele christenheid legen de Turken op Ie zetten. Hel onder de vanen van hel kruis verzamelde leger had lluniades en Ladislas tol bevelhebbers. De Transylvaniër had zich in zijne jeugd in Italië een schillorende vermaardheid verworden onder don naam van «de Wille Ridder,quot; en de scheldnaam van handicl, dien de Turken hij zijn naam voegden, is een bewijs van den haal en den schrik, die bij aan de ongeloovigen inboezemde. Ladislas ver-oenigde de beide kronen van Polen en Hongarije op zijn hoofd on had zich door de schitterende hoedanigheden zijnér jeugd de liefde der l'olen en der Hongaren verworven. I)c kruisvaarders kwamen aan den Donau hijeen en ontvingen weldra hel sein tol den oorlog. De vereenlgde violen van den paus, Venetië, Genua en Vlaanderen kruislen in den Hellespontus. I)e bewoners van Moldavië, Servië en Griekonland beloofden zich met hol christen leger le vereenigen, terwijl de sultan van Caramanië, de onverzoenlijke vijand der Ottomannen, dezen in Azië zou aanvallen. De Grioksche keizer, Joannes Paleologus, kondigde groote looheroidselen aan en maakte zich gereed zijne bevrijders aan de spits van een groot leger tegemoet te (rekken.

lluniades en Ladislas rukten voort tol Solla, de hoofdstad der Bulgaren. Twee veldslagen hadden de passen van den Hemus en den weg naar Byzantiuin voor hen ontsloten. Alleen de goslrengheid van den winter kon den zegevierendon tocht der christenen stuiten; hel leger der kruisvaarders keerde naar Hongarije terug om in hel voorjaar don oorlog le hervatten. Onder de toejuichingen van een' ontelbare volksmenigte hield het zijn intocht in Buda. De geestelijkheid vierde met lofliederen en dankzeggingen de eerste overwinningen der christen krijgers, en Ladislas begaf zich, blootvoets, naar de kerk van 0. L. Vrouw, waar hij aan de gewelven van hel heiligdom de op do ongeloovigen buitgemaakte vanen ophing.

Vóór het uitbreken van den oorlog had men de muzelmansche krijgers verzekerd, dal de vernietiging der christenen in hot boek des noodlots geschreven stond. «Wanneer al de vijanden van den profeet uitgeroeid zullen zijn,quot; zeiden zij onder elkander, «zal ieder onzer slechts zijn ploeg le besturen hebben eu zijn strijdpaard in den stal houden.quot; Deze overtuiging, aangekweekt door don hoogmoed dor overwinning, was voldoende geweest om den ijver der Ottomannische krijgers te verslappen. De meeslon hunner waren tehuis gebleven, terwijl de christenen naar Adrianopel oprukten.

Toen de tijding der overwinningen van de Franken hun ter oore kwam, maakte die blinde zekerheid eensklaps plaats voor vrees. Sultan Amurat zond dadelijk gezanten om over den vrede te onderbandelen. Do geschiedenis vermeldt niet welke middelen ter verleiding de Ottomannische afgevaardigden bij do zegevierende kruisvaarders aanwendden, maar men weel, dal het hun gelukte hunne voorstellen ingang le doen vinden. In de raadsvergadering der bevelhebbers van hol christen leger word lol den vrede besloten. Men bezwoer van de eene zijde op den Koran, van de andere op hot Evangelie, een bestand van lien jaar. Dit onverwachte besluit vertoornde in hooge male den kardinaal Juliaan, wiens laak het was de christenen tot den oorlog aan le zetten. Toen Inj de bevelhebbers van den kruistocht voor den vrede zag stemmen, bewaarde hij een somber stilzwijgon en weigerde een verdrag te toekenon, dat hij afkeurde. De onbuigzame legaat wachtte bp een gelegenheid om aan zijne ontevredenheid lucht te geven en de kruisvaarders le noodzaken de wapens weder op te vatten. Deze gelegonheid liet zich niet lang wachten.

Amurat of Mourad 1(, verheugd don vrede aan zijne Staten teruggeschonken te hebben en de aardsche grootheid moede, had van den troon afstand gedaan en zich in afzondering begeven le Magnesia, dal door de Turken Magnissa genoemd wordt. «Sinds lang,quot; had hij tegen zijn ministor Chalil-pacha gezegd, «ben ik met den voel steeds in den stijgbeugel, met hol zwaard steeds uit de scheede, voor hel belang van den godsdienst werkzaam geweest; hel is tijd dal ik alsland doe van den troon en mij in do afzondering ga onderhouden met den Almachtige. Ja, ik heb besloten de levensdagen die mij nog resten aan het berouw le besleden en mijne voeten op het kussen van de rust le plaatsen.... ik wil nog alleen aan de uitwissching mijner fouten in de tranen der boetedoening donken.quot; Men toont op een half uur al'stands ten noorden van Magnesia do bouwvallen van een grooten toren, die, volgens de muzelmansche overlevering van hel land, de woning van den doorluchtigen kluizenaar was. De herinnering aan Mourad II, aan dien sultan, dien de schrijvers van de vorige eeuw ivijsgeerig genoemd hebben, is onder de Osmanlis van Magnissa levendig gebleven; onder do schoonste moskeeën der stad is er een, die zijn naam draagt: de Montad-djamissi bezit aanzienlijke inkomsten, die uit giften van haren stichter voortspruiten en deze inkomsten dienen lot onderhoud van twee hospitalen, twee openbare keukens en een school, die voor :d de muzelmansche kinderen dor stad toegankelijk is.

De sultan van Caramanië maakte hol besluit van Mourad aan de christenen bekend; hij meldde hun, dal hun meest gevreesde vijand hel versland verloren en de keizerlijke kroon mot don kap van een kluizenaar verwisseld had. Hij voegde er bij, dal Amurat de heerschappij had overgedragen aan een kind, on bij vergeleek dat kind met een janf/e plant, welke door de (jerinysle windrUuKj onlworleld hem worden. Die zelfde sultan hield zich zoo vast van den ondergang van het Ottomaimische rijk overtuigd, dal hij met een leger Anatolië ging hiiinenrukkon. Ter zelfdor lijd verspreidde zich hel gerucht dal de keizer van (Imistanlinopel Thracië naderde, dal de Grieken van den l'clopouesus de vviipons opgeval haddon, en de vloten der vorhondeneu in den Hellespontus op hel sein lot hel borvallon van den oorlog waulitten. Een andere, niet minder gewichtige omslaudighoid scheen geschikt om den knjgshaltigen ijver der kruisvaarders op to wekken: de bij Solia behaalde overwinning had bon in Griekenland een maclitigen hondgenoot doen winnen, liij dien veldslag verliet de derde dor zonen van Joannes Castriot, die de voorhoede van hel Turkscho leger aanvoerde, eensklaps den godsdienst en de vanen der Ollomaniien om in Albanië hel geloof en hel orldeel zijner voorvaderen te gaan verdodigon. De boden van George Castriot Scanderberg boodschapton den bevelhebbers van het christen leger, dal hij bereid was zich met een leger van twintig duizend Albanezen, onder tie vanen van hel kruis voreenigd, bij hen aan le sluiten.

Al die lijdingen kwamen gelijktijdig en veranderden plotseling den slaat van zaken en de gesteldlieid der gemoederen. Er wordt een nieuwe raadsvergadering belegd, waarin de kardinaal Juliaan bet woord opnoemt en de hevelhebbers zonder omwegen verwijt een schandelijken, heiligschennonden vrede gesloten to hebben, noodlottig voor Europa, noodlottig voor de Kerk. «Gij hadt gezworen,quot; sprak hij tot hen, «de aartsvijanden van do chrisleiilieid te zullen bestrijden en gij liebl op hel r.vaugelie gezworen dat gij de wapens zoudt nederlegen. Weikon van die twee eedon zuil gij gestand doen? Gij sluit een verdrag met de muzelmannen, maar hebt gij ook geen verdragen met onze bondgenoolenZult gij deze grootmoedige hond-genoolen aan hun lot overlaten, als zij van alle kanton u te hulp snellen en de gevaren van een oorlog komen deelon, waarin God zoo zichtbaar uwe eerste verrichtingen gezogond heeft? Maar wal zeg ik? gij laat niet alleen uwe bondgoiiooten aan hun lol over; gij laat ook die tallooze christenen zonder steun of hoop, wie gij beloofd heht van een onverdragelijk juk te zullen bevrijden en die ter prooi blijven aan do verwoedheid der door uwe ovorvvimiingen verbitterde muzelmannen. Hel klaaggeschrei van zoovele slachtolfers zal u op uw terugtocht vervolgen en u voor God en voor do menschen aanklagen. Gij sluit voor immer aan de christen legerscharen de poorten van Azië en gij liorgeeft aan de mu/.olmannen de hoop, die zij verloren hadden, om de landen der christenheid te overweldigen. Aan welke belangen, zegt hol mij, hebt gij uw eigen room en hel welzijn der christen wereld opgeolferd? Wat de sultan Amurat u belooft, had de oorlog u immers reeds gegeven. Zou deze u niet nog veel meer gegeven hebben, en boezomen u de


-ocr page 470-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

304

onderpannon door de overwinning verkregen niet meer ver-Uouwen in dan do belollen dei1 ongeloovigen? Wal zal ik de» onperlierder der geloovigen boodseiiappen, die mij tot u gezonden lieefl, niet om mol de muzelmannen le onderlumdelen, maar om lien lol aan gene zijde der zeeën terug lo drijven. Wal zal ik boodschappen aan al de herders der eliristeiijke Kerk, aan al de geloovigen van liel Weslen, die thans gebeden verrichten om van den Hemel de zegepraal uwer wapenen al' lo smeeken? Het is zonneklaar, dal de Barbaren, die wij tweemaal overwonnen hebben, nimmer in den vrede bewilligd zouden liebhen, indien zij de middelen bezeten hadden om den oorlog voort te zetten. Meent gij dat zij de voorwaarden van bel verdrag zullen eerbiedigen, zoodra de Ibrluin hun gunstig zal worden? Neen, de christen krijgers kunnen niet gebonden blijven door een goddeloos verbond, dal de Kerk en Europa aan de volgelingen van Mahomed overlevert. Weet, dat er geen vrede kan ueslaan tnsschen God en zijne vijanden, lusschen de waarheid en den logen, lusschen den Hemel en de hel. Ik beboel' u niet le ontbiiiden van een eed, die klaarblijkelijk strijdig is met den godsdienst en de zedeleer, met alles wal onder de menscben de heiligheid en onschendbaarheid van de belollen uitmaakt. In den naam van God, in den naam van het Evangelie noodig ik u derhalve uit de wapens weder op te vatten en mij op den weg des heils en dei' glorie le volgen.quot;

•De beHigheid van deze redevoering had voorzeker de verdediging der christenheid tol verontschuldiging; maar welke redenen men ook mocht aanvoeren, nooit kan de onpartijdige geschiedenis die openlijke verkrachting van de heiligheid der eeden goedkeuren. De bevelhebbers van den kruisiocbl verdienden de verwijlen van den aposlolischen legaat, die hen beschuldigde een schandelijken en voor hel christelijk Europa noodlotligen vrede gesloten te hebben, maar zij verdienden ook de verwijten van hel nageslacht door de traclalen le schenden, die zij pas gesloten hadden. Toen de kardinaal .luliaan begon te spreken waren de gemoederen reeds geschokt; toen hij zijn rede geëindigd had, deelde hel krijgshallige vuur, dal in hem blaakte, zich aan al zijne toeboorders mede en openbaarde zich door de luidruchlige leekenen van een algemeene goedkeuring. Op de plek zelve waar men pas den vrede bezworen bad, zwoer men eenparig den oorlog opnieuw le beginnen.

De geestdriH van hel meerendeol der bevelhebbers was zoo groot, dal zij ter nauwernood opmerkten, dal zij in dien tus-sebentijd de heiït van hun leger verloren hadden. Ken groot aantal 'kruisvaarders hadden hunne vanen verlaten, eenigen uil verlangen om naar hunne haardsteden terug te keeren, velen ontevreden met een verdrag, dal linnne betoonde dapperheid nutteloos maakte. De vorst van Servië, een nabuur der Turken en voor hunne wraak bevreesd, durlde zich niet aan de gevaren van een nieuwen oorlog blootstellen en zond geen hulptroepen om het leger van Huniades en Ladislas le versterken, le vergeefs wachtte men op de door Seanderberg toegezegde versterkingen, daar deze Albanië niet van troepen durfde te ontblooten. Kr waren hoogstens nog twintig duizend man onder de vanen van bet kruis vereenigd. Een boofdman uil Walachije, die zich met zijne ruiterij bij dek ruisvaarders kwam aansluiten, kon zich niet onlhouden daarover zijne verwondering aan den koning van Hongarije te betuigen, en zeide tol dezen, dat de sultan, dien men ging bestrijden, zich dikwerf op de jacht door meer slaven deed vergezellen dan hel christen leger strijders telde.

Men ried de voornaamste bevelhebbers aan om de vijandelijkheden niet le hervallen vóór de aankomst van nieuwe kruisvaarders of den terugkeer dergenen, die heengegaan waren; maar Huniades, Ladislas en vooral de kardinaal ,luliaan, hielden zich overtuigt;, dal God de verdedigers van hel kruis beschermde en niets hun wederstaan kon. Zij begaven zich op weg, trokken de wildernissen van Bulgarije door en sloegen hun legerplaats op bij Varna aan de oevers van de Zwarte Zee.

In plaats van de vloot te vinden, die hen moest ondersteunen, vernamen de kruisvaarders daar, dal Amural zijn afzondering te Magnesia verlaten had en met een leger van zestig duizend strijders aanrukte. Als door een tooverslag ontzonk op dal bericht den kruisvaarders hel dwaze vertrouwen, dal kardinaal .luliaan bun ingeboezemd had, en in lunine radeloosheid ver-welen zij den Grieken hen verraden ol in den steek gelaten te hebben, beschuldigden zij de Genueezen en den neef van den paus, die hel bevel voerden over de vloot, den doortoebt van Gallipoli aan de Turken overgeleverd te hebben. Deze beschuldiging vindt men in al de kronijken van het Westen herhaald; maar de Turksche geschiedschrijvers maken er volstrekt geen gewag van: zij zeggen integendeel, dal Amural den llellespontus overtrok verre van de plaats, die de christen vloot bezette en dal de grool-vizier, die hem op den oever van Europa wachtte, den overtocht van bet Ollomaimische leger met een batterij kanonnen beschermde. Zoodra de troepen van Aniurat, voegt de Turksche geschiedschrijver Coggia-eli'endi er bij, den voet aan land gezet hadden, begaven zij zich in bel gebed om den God van Mahomed le danken, en de zoele adem der overwinning blies over de muzelmansche vanen.

De sultan zette zijn lochl voort, bij de profeeten van den Islam zwerende de schending der traclalen op zijne vijanden te zullen wreken. Volgens eenige schrijvers smeekte de keizer der Turken Jesus Christus zelven den hoon te wreken, dien meineedige krijgers Zijn naam hadden aangedaan. Bij de nadering der Olloinannen stelden Huniades en de legaat voor om terug le trekken; maar de lerugloclit was onmogelijk; Ladislas besloot te overwinnen ol le sterven. De beide legers raakten met elkander slaags; toen ontstond er een groot bloedbad, zegt de Oltoniamiische geschiedenis, en snelden een luUooze menigie dajtpere mannen door stroomen hloeds naar de vallei des doods. Reeds bij den aanvang van bet gevecht werden de rechter- en de linkervleugel van hel Turksche leger overhoop geworpen. Eenige schrijvers beweren, dat Amural toen voornemens was op do vlucht te gaan, en hij slaande gebonden werd door een janitsaar, die zijn paard hij den teugel greep, anderen roemen den onwrikbaren moed des sultans en vergelijken hem bij een rots, die ondanks het geweld der stormen pal blijlt staan. Coggia-elfendi, dien wij reeds aangehaald hebben, zegt, dal de Olloniannische keizer op hel slagveld een gebed tot den God van Mahomed richtte en hem weenende smeekte den kelk der verachting en der droefenis van de muzelmannen te verwijderen.

De fortuin scheen de wapenen der kruisvaarders te begunstigen. Een groot gedeelte van hel ültomaniiische leger had voor de vier en twintig duizend christen soldaten de vlucht genomen, alles moest wijken voor den oiistuimigen moed des konings van Hongarije. Een menigie prelalen en bisschoppen, in volle wapenrusting, vergezelden Ladislas en rieden hem aan zijne aanvallen te rioliten op hel punt, waar Amural nog streed, omringd door de bloem zijner janitsaren. Hij luisterde maar al le zeer naar dien onvoorzichtigen raad, en zich in hel midden der vijandelijke bataljons geworpen hebbende, werd hij tegelijk door duizend lansen doorboord en viel met allen die hem hadden kninien volgen. Zijn hoofd op de punt van een lans gesloken en aan de Hongaren verloond, verspreidt verslagenheid in hunne gelederen. Te vergeefs pogen Huniades en de bisschoppen den moed der kruisvaarders le berlevendigen door hun voor te houden dal zij niet voor een koning der aarde maar voor Jesus Christus strijden, hel geheele christen leger geraakt in wanorde en slaat op de vlucht; Huniades zelf wordt medege-sleept. Tien duizend soldaten van hel kruis verloren helleven, de Turken maakten een groot aantal gevangenen. De kardinaal .luliaan kwam in den strijd of op de vlucht om het leven.

Na zijne overwinning bezocht Amural het slagveld, en daar hij onder de dooden geen enkelen christen met een grijzen baard aantrof, zeide zijn vizier lol hem, dat mensclien, lol de jaren van verstand gekomen, zulk een roekelooze onderneming niet gewaagd zouden hebben. Deze woorden waren slechts een tol den sullan gerichte vleierij, maar zij kunnen niettemin dienen tol het kenmerken van een oorlog waarin de bevelhebbers der christen legers veel meer gehoorzaamden aan de onvoorzichtige harlslochten der jeugd dan aan de ervaring van den rijperen leellijd.

De expeditiën tegen de Turken begonnen bijna altijd evenals deze met scliitlerende overwinningen en eindigden steeds met een volledige nederlaag. Meestentijds nam een kruisiocbl een einde bij den eersten ol tweeden veldslag, daar de kruisvaarders alleen moed bezaten, doch alle hoedanigheden misten om uil de overwinning voordeel te behalen of tegenspoeden tc herstellen. Overwinnaars zijnde, betwistten zij elkander steeds den roem der gevechten en den buit van den vijand; overwonnen, lieten zij eensklaps den moed zinken en keerden naar hunne haardsteden terug, elkander wederkeerig do schuld van de nederlaag gevende.

De veldslag van Varna verzekerde aan de Turken liet bezit der provinciën, die zij in Europa overweldigd hadden en veroorloofde bun nieuwe veroveringen te maken. Na over zijne vijanden gezegevierd te hebben, had Amural opnieuw de kroon algelegd, en de afzondering van Magnesia zag den overwinnaar der Hongaren terug, bedekt met hel nederige gewaad eens kluizenaars; maar de janitsaren, die hij zoo dikwijls tol de overwinning geleid had, veroorloofden hem niet aan quot;de wereld te verzaken en de rust le genieten welke hij zocht. Gedwongen hel opperbevel dos legers en de teugels van bel bewind weder in banden lo nemen, wendde hij zijne wapenen eerst legen Albanië en kwam daarna Huniades op tie oevers van den Donau bestrijden. Zijne overige levensdagen bracht hij door mei hot beoorlogen der christenen, en zijn laatste gedachte was zijn opvolger aan te bedelen zijne wapens tegen de stad Conslanlinopel le keeren.

Mahomed II, wien Amural de verovering van Byzantium had vermaakt, volgde zijn vader zes jaren na den veldslag van Varna op. Toen vingen voor de Grieken de dagen van rouw en ellende aan. Hier biedt ons de geschiedenis in een laalslen


-ocr page 471-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

en vreeselijken worstelstrijd, het s(;liou\vs|)cl aan van een oud rijk, welks roem de wereld vervuld liad en dat geen andere verdediging ol grenzen meer bezat dan de wallen van zijne liool'dstad, en van een nieuw rijk, waarvan men den naam ter nauwernood kende en dat reeds dreigde de wereld te zullen overweldigen.

Constantijn en Mahomed, bijna te gelijker tijd, de een op den troon der Cesars, de ander op dien van Olmar geklommen, vertoonden een even groot verschil in hun geaardheid als in hunne lotsbestemming. Men bewonderde de gematigdheid en de godsvrucht van Constantijn; de geschiedschrijvers roemen zijn bedaarde en voorzichtige dapperheid op het slagveld, zijn held-hal'tige verduldigheid in den tegenspoed. Mahomed bracht op den troon een levendigen en ondernemenden geest, een vurige en hartstochtelijke staatkunde en oen ontembaren hoogmoed mede. Naar men verzekert beoelende hij de kunsten on de letteren, maar deze vreedzame studiën konden zijne bloeddorstige geaardheid niet verzachten. In den oorlog spaarde hij noch het leven zijner vijanden, noch dat zijner soldaten; in vredestijd telde hij een menschenleven minder dan niets. Terwijl men in Constantijn een monarch vond opgevoed in de School des Christendoms, erkende men gemakkelijk in Mahomod een vorst gevormd door de krijgszuchtige en onverdraagzame grond-stollingen van den Koran. De laatste der Cesars bezat al de deugden, welke een grooten rampspoed kunnen doen eeren en verdragen. De zoon van Amurat toonde de noodlottige hoedanigheden van een veroveraar en aide hartstochten, die ten dage der overwinning de overwonnenen tot vertwijl'eling brengen.

Zoodra Mahomod den troon beklommen had, was zijn eerste gedachte de verovering van Byzantium. Rij do onderhandelingen, welke do verbreking van den vrede vdoralgingen, verheelde Constantijn geenszins de zwakheid van hot Crieksche rijk en legde hij de gansche onderwerping van oen christen aan den dag. «Ik stel mijn vertrouwen op God,quot; zeide hij lot den üttomaniiischen vorst; «indien hot Hom behaagt uw hart to vcrtoedcren, zal ik mij over die gelukkige verandering verheugen; indien Hij u Constantinopel overlevert, zal ik mij zonder morren aan zijn wil onderworpen.quot;

Do belegering van liyzantiuin zou in de lento van het jaar 1453 een aanvang nemen. Turken en Grieken brachten don winter door mot toehereidsolen tot den aanval en de verdediging. Mahomod hield zich ijverig bozig met oen ondernoming, naar welke reeds lang liet streven dor Ottoinannische staatkunde gericht was en die de Turksche natie mot vurig verlangen verbeidde.

Terwijl Mahomod al zijne strijdkrachten samentrok om den oorlog li; beginnen, riep Constantijn l'aleologus don bijstand der christen natiën van Europa in. Er waren echter zoo dikwijls alarmkreten uit Constantinopel opgegaan, dat eenigen de gevaren van hot Grieksclio rijk als denkbeeldig, andoren harenon dergang als onvermijdelijk beschouwden. Tevergools hclooldo Constantijn, evenals zijne voorgangers, do Grieksche Kerk mot de Roomsohe te zullen vereenigon; do berinnoring aan de zoo menigvuldige gelollen in hot gevaar gedaan en in de dagen van veiligheid vergeten, vermeerderde don al'keer der Latijnen voor de volken van Griekenland. De paus spoorde do krijgers van het Westen slechts zwak aan om de wapens op te vatten en vergonoegde zich met aan don Griekscbon keizer oen legaat en geestelijken te zendon, ervaren in do kunst om te redetwisten on in de studie dor godgeleerdheid. Hoewel de kardinaal Isidorus een aanzienlijke som golds medebracht en door oenigo Italiaanscho soldaten vergezeld werd, moest zijne komst te Constantinopel ovenwol moedeloosheid teweegbrengen onder de Grieken, (lie andere hulp verwachtten, en hunne onderwerping aan de Kerk hoogor geschat hadden.

Do vorston van Moroa en den Archipel, die van Hongarije en Rulgarije, eenigen uit vrees van zelve aangevalion te worden, anderen uil geest van onverschilligheid on algunst, weigerden deel to nomen aan den oorlog, waarbij do overwinning over hun lot moest beslissen. Daar Genua en Venetië handelshuizen en ondornenhngen in Constantinopel haddon, verschonen twee duizend Genueoscho krijgers en vijl- ol' zoslionderd Vonetiër» onder de aanvoering van Justiniani om do stad te helpen verdedigen. Er kwam ook een troep Cataloniörs aan, een onversaagde krijgsbende, beurtelings de geosel en de hoop van do Grieken, en die alleen do lieldo voor don oorlog en liet gevaar in do keizerstad voerde. Ziedaar de eenige troepen die hot krijgshalUge Europa zouden vortogenwoordigen bij het beleg van Byzantium.

Op dat tijdstip waren verschoideno christen mogendheden mot elkander in oorlog; de voortzetter van Raronius merkt hierum-tront aan, dat de soldaten, die destijds in do onder de christenen geleverde gevechten sneuvelden, toereikende zouden geweest zijn om do Turken te verstrooien on ze tot achter in Azië terug te drijven. Indien de geschiedenis, overigens, in deze omstandigheid de onverschilligheid dor volken van hol Westen laakt, wat moet zij dan niet zeggen van die der Grieken voor hunne eigeen verdediging? De pogingen van Constanlijn om de heide Kerken te vereenigon, hadden het vertrouwen en den ijver van zijne onderdanen verzwakt, die zich rechtzinnig noemden. Onder de Grieken waren er eenigen, die, om niets aan de Latijnen te danken te hebben, verkondigden, dat God zeil zich belast had mot do redding van zijn volk, en vertrouwende op eenige in omloop zijnde voorspellingen wachtten zij in werkeloosheid een wonderdadige bevrijding al. Anderen, die somberder waren m hunne schoolsche bespiegelingen, wilden niet dat Conslantinopol gered werd, dewijl zij voorzegd hadden, dat het rijk vergaan moest om do misdaad barer vereeniging te booten ; alle hoop op een overwinning had in hunne oogen iets goddeloos en strijdigs met don wil dos Hemels. Wanneer de keizer sprak van de middelen tot redding die nog restten, en van de noodzakelijkheid om de wapens op te nomen, verzetten die zwartgallige godgeleerden zich daartegen met een soort van alschuw en ijlde de menigte, die zij op een dwaalspoor gebracht haddon, tot den monnik Genadius, die, uil zijne cel, het volk steeds toeriep, dat er niets meer te doen viel en alles verloren was.

Een der groolo rampen van den partij- ol' sectogeost is, dat hij degenen, die hij op een dwaalspoor brengt, onverschillig maakt voor het lot der maatschappij waarin zij leven, en de banden verbreekt, die hen aan bot huisgezin en het vaderland verhinden. Wat is bodroevendor dan menschen te zien, die hartstochtelijk vasthouden aan woorden, door oen halstarrigen trots aan ijdelo spitsvondigheden gehecht zijn en voor wie de val van een wereld oen minder smartelijk schouwspel zou wezen dan de zegepraal van oen meening, die zij verwerpen, ol' van een tegenstander, dien zij bestreden hebben? Bedreigd door de grootste gevaren, was Constantinopel nochtans vol lieden, wien de haat tegen do Latijnen de nadering en do bedreigingen dor Turken deed vergelen. Ito grootbertog Nolaras ging zei I's zoover van te zeggen, dat hij in Byzantium liever don tulband van Mahomed dan de driekroon van den paus van Rome zag.

Het mag niet overbodig geacht worden er aan te herinneren, dal er in al deze tweespalt geen sprake was van de waarheden des Christendoms, maar alleen van eenige punten dor geestelijke tucht: de mis lezen in do Latijnsche taal, ongezuurd brood eonsacroeren, in de kolk koud water mengen, mot de azymieten gemoene zaak maken, ziedaar wat men moest haten, wat men meer moes! vreezen dan hol Islamisme. Dit waren do redenen waarom de Grieken hiiiine natuurlijke bondgenooten lerngslieton, elkander wedorkoerig anathonia's naar het hool'd slingerden en den vloek des Heinols over hunne stad alriepen.

Te midden dier betreurenswaardige redetwisten hoorde men niet meer de slem van de vadei landsliclde en de nieiischelijkhoid, en onverschilligheid, eigenbelang, kinderachtige bevreesdheid konden zich verbergen onder den eerbiedwaardigen dokmantel van don godsdienst en do roclitzinnigheid. Een groot deel der bevolking van Constantinopel had de stad verlaten; onder hen die gebleven waren, hadden do rijkste hunne schatten begraven, die zij lor hunner verdediging hadden kunnen aanwenden en zij wellIra mol het loven en do vrijheid verloren. De keizerlijke stad vond binnen hare muren slechts vier duizend negenhonderd en zeventig verdedigers, en de keizer was genoodzaakt de kerken te borooven om in hun onderhoud lo voorzien. Zoo vormden acht ol' negen duizend strijders do geheelo bezetting van Ryzanlium en do laaste hoop van hot Oostersche rijk.

Mahomod had zijne ontzaggelijke toebereidselen voltooid. Daar de verovering van Ryzanlium en de plundering dier hooldstad do rijkste bolooning was welke men aan do dapperheid der Otlomannon kon aanbieden, hadden alle soldaten iu zekeren zin belang bij de bevrediging der eerzucht van hun aanvoerder. Nn zag men onder de muzelmannen de hernieuwing van den ijver en de krijgshaltige geestdrift der metgezellen van Omar en dor eerste kampveehters van den Islam. Uil al de gewesten, die zich van den kelen van den Taurus lol aan tie boorden van do Hcbro en den Donau uitstrekken, snelden tallooze krijgers onder do banieren van den sullan samen, aangolokl door de hoop op buit ol hel verlangen om zich in een godsdiensligon en nalionalon oorlog te oiulerscheiden. Om tegelijk liet verval en de zwakte der Grieken, de kracht en do macht der Ottomaiiiien te doen kennen, zal hel voldoende zijn te zoggen, dal Constantinopel, alles wat er nog van het grondgehied des rijks overig-was, toon minder inwoners bevatte dan Mahomod soldaten in zijne gelederen telde.

In hot begin van Maart vertrok het Ottomannisehe leger uit Adrianopel en den zesden April had Mahomod zijn lont geplant voor de Sint-Roinanuspoorl, die tegenwoordig den naam draagt van Tiip (jipoimi. Van weerszijden gal' men weldra liet toeken lot den strijd. Van al de eerste dagen der belegering brachten de Turken en de Grieken alles in toepassing wat de kunst van oorlogvoeren bij do oude en latere volken had uilgevonden ol verbeterd. Onder zijne geduchte toebereidselen had Mahomod niet verzuimd de artillerie op te nemen, waarvan het gebruik

3'J*


-ocr page 472-

GESCHIEDENIS DER KHÜISTOGHTEX.

nlcli In hot Westen verspreidde. Een der kanonnen onder zijne 00^011 door een werkman uil Denemarken of Hongarije te Adria-Uopel gegolen, had zulke kolossale afmetingen, dal driehonderd ossen het met moeile voorttrokken en het een kogel van zes of zeven conlcnaars op een afstand van zeshonderd vademen wierp. Al do geschiedschrijvers van dien tijd s|)reken van dal VTcoselijke oorlogswerktuig, maar zij zeggen bijna niets van de uilwen king, welke hel had. Wanneer men inel aandacht hel verhaal der lijdgenoolen en de heschrijving leest, welke zij ons van die rensaclilige bronzen vuurmonden hebben nagelalen, die men met zooveel moeite bediende, erlangt men de overtuiging, dal do Uttomannische artillerie bij de belegering van liyzanliuni lueor schrik en verbazing verwekte dan wel verwoestingen aanrichtte. De Turken toonden weinig Inst en aanleg om de Frankische ingenieurs en artilleristen, die Mahomed in zijn dienst genomen had, behulpzaam le wezen; hel was een groot geluk voor de christenheid, dal zulk een noodlottige onldekking niet reeds toen in de handen der Darbaien tot meerdere volmaking kwam: Europa zou hun niel het hoofd hebhen kunnen bicden, indien zij die nieuwe kracht vereenigd haddon met de voordooien, die zij reeds in den oorlog hadden.

Do Turken maakten met gunstiger gevolg gebruik van andere wapens en andere middelen van aanval, zooals do onder do wallen gegraven mijnen, de rollende torens, waarmede men dichl bij de muren kon naderen, de slormrammen, waarmede men de wallen beukte, de vogelaars, welke balken en steonon wierpen, eindelijk de pijlen, de werpspiesen en zells hel Grieksche vuur, dal nog mol hel kruit naar den voorrang dong doch weldra door het laatste zou verdrongen worden.

Al die vei nielingsmiddelen worden gelijktijdig aangewend en de aanvallen hernieuwden zich onafgebroken. Hel ontbrak den belegerden aan handen om zich van hunne oorlogswerktuigen te bedienen, en wanneer men denkt aan het kleine getal verdedigers van Gonstanlinopel, verwondert men er zich over dal zij langer dan vijftig dagen aan de tallooze menigte der üllo-niaimen hol hoofd hebhen kunnen bieden. Deze handvol dappere mannen bezette een linie van meer dan een mijl lang, dag en nacht de bestormingen van don vijand afslaande, de bressen dor muren herstellende en uitvallen doende; zij vertoonden zich overal gelijktijdig en voorzagen in alles, aangevuurd door de legonwoordigbeid van hunne aanvoerders en vooral door het voorbeeld van Gonstanlijn. Herhaalde keeren begunstigde de iorlnin de pogingen van dien holdensehaar en mengde zij eenige schemering van hoop onder hol gevoel van treurigheid en bekommering, dal in Coiislanlinopel heerschte.

De belegerden hadden oen voordeel behouden: do stad was ongenaakbaar aan de zijde van den 1'ropontides en do haven. Mahomed had in het kanaal van de Zwarte zee een talrijke viool bijeen-gohrachl ; maar deze diende alleen tot het aanvoeren van levensmiddelen en oorlogsbehoeften. De Oltomannische zeemacht kon zich niet meten mol die der Grieken en vooral niet met die der Franken; de Turken erkenden zelve, dal zij de heerschappij der zee moesten overlaten aan de christen volken.

Togen hel midden van het beleg zag men vijf schepen, van de kusten van llaliö en Griekenland gekomen, bei kanaal binnen-loopon. Terstond geraakt de geheele Oltomannische vloot in beweging en vaart hen te gemoot; zij omringt hen, valt ze herhaalde malen aan om zo te bemachtigen of tot den terugtocht te noodzaken. Op hel strand staande wakkerde Mahomed de strijders met gebaren en niet de stem aan. Toen de Ottomannen op hol punt zijn van het onderspit le delven, kan hij zijn toorn niet langer bedwingen; zijn paard in de zee sturende, schijnt hij do elemenlcn te bedreigen en gelijk een barbaarsch koning uil de oudheid de golven le beschuldigen, dal zij zijn opperinachtigon wil miskennen. Van den anderen kant wachten de Grieken, op de wallen der stad samengestroomd, met bekommering den uitslag van hel gevecht al. i\a een bloedigen en hardnekkigen strijd worden eindelijk al de vaartuigen der Turken verstrooid en op de kust gejaagd, en slevont de christen vloot, met levensmiddelen en soldaten beladen, de haven van Gonstanlinopel binnen.

Deze door do Franken behaalde overwinning toont ons aan, hoe gemakkelijk hel den zeevarenden volken van Europa gevallen had liyzantium hij te slaan en te redden. Verschrikt door hunne nederlaag, verloren de muzelmannen een oogenblik do hoop om de ehrisleneii te overwinnen, en om hun gezonken moed le lierlevendigon zagen de uloma's zich verplicht ben aan de belollon van den Koran ie herinneren. «Gelijk aan de schildpad, welke uil zijn schild le voorschijn komt,quot; zegt Coggia-ellendi, «vertoonden do clirislonon bel quot;hoofd buiten do wallen en begonnen vorvveiischingen uit te braken togen de muzelmannen. Deze waren zoozeer ontmoedigd, dal men van don vrede sprak; maar de nleina's en de cheiks overreedden Mahomed II om den oorlog voort te zetten.quot; De sultan stelde een laatste poging in het werk om zich van do haven van Conslanlinopel meester te maken. Daar de toegang er van bewaakt werd door verscheidene groote schepen en afgesloten was door een ijzeren kelen, die men niel kon verbreken, wendde de sultan oen buil,ongewoon middel aan, dat de belegerden niet voorzien hadden en waarvan hel welslagen een bewijs zijner wilskracht en de uitgebreidheid zijner macht moest geven. In een onkelen nacht werden tusscliende zeventigen tachtig vaartuigen,die in den JJosphorusgeankerd lagen, over land lot in do wateren van de haven overgevoerd. Men had den weg gedekt mot planken met vol besmeerd, waarover hon-derdeii arbeiders en soldaten de schepen deden voortschuiven. Bezet mot stuurlieden, met alle zeilen bij, uitgerust als voor een expeditie, gloed do Turksche vloot over een heuvelachtig terrein voort, en logde een afstand van twee mijlen af bij hot schijnsel dor fakkels en der llamhouweu, onder hel geschal dor klaroenen en Iroinpellon, zonder dat do üenueezen, die Galala bewoonden, zich daartegen durfden te verzotten. Ik heb den weg kunnen volgen, dien de Ottonianuische vloot nam: uil de vallei van Dolnuik-Hachi vertrokken, ging zij achter hel Doodenvold om, besteeg don heuvel van Pera en daalde door hel diepe dal van Sint-Damianus af tol aan do wijk Kassan-Pacha. De Grieken, geheel hun aandacht wijdende aan do bewaking hunner wallen, hadden niets van de plannen des vijauds vermoed. Zij ontdekten eerst de reden en bel doel van al het gedruisch, dat zich dos nachts aan de zeezijde had doen vernomen, toen zij hij het aanbreken van den dag de Ottomannische vlag in hun haven zagen wapperen.

Men vraagt zich hieraf welken logenstand do schepen moesten bieden, die don ijzeren ketting bewaakten, zoowel als die welke de haven biniiengoloopen waren na de Ollomamiische vloot le hebben verstrooid. Men kan mot grond aannemen dal al de strijdbare mannen van do schepen dor chrislouen voor de verdediging der wallen gebruikt worden. Hel is ook waarschijnlijk, dal hot gedeelte dor golf waar de vaartuigen dor Turken te water gelaten waren, niet diep genoeg was om voor groote schepen toegankelijk te zijn. Hoe dit ook zij, do Turken haastten zich van hun voordeel partij te trekken. NauwelijKS waren de Turksche schepen vlot gemaakt, of een hoirloger van werklieden hield zich bozig mei het bouwen van drijvende batterijen op dezelfde plok waai' do Venetiërs hunne laatste bestorming in don vijfden kruislochl ondernomen hadden.

Deze stoute onderneming, met evenveel beleid als gunsligon uilslag uitgevoerd, verwekte groote verslagenheid onder de belegerden. Herhaalde malen beproefden zij do vloot te vernielen, maar levergoels namen zij hunne toevlucht lol hel Grieksche vuur, dal Conslanlinopel zoo menigmaal van den aanval der liarbaren verlost had. Veertig hunner vermelelste krijgers vielen, verraden door Iminié onvoorzichtige dapperheid, misschien ook door de Gonueozon, in de handen der Turken, en de dood der martelaren was hel loon hunner grootmoedige zolfopoirering.

Gonstanlijn oefende weerwraak en liet tie hoofden van zeventig gevangenen afhouwen en op de wallen le pronk stellen. Deze wijze van oorlogvoeren bewijst dat de strijders nog alleen naar de stem der vertwijfeling en der wraakzucht luisterden. De muzelmannen, die eiken dag versterkingen ontvingen, zetten hot beleg met kracht voort. De zekerheid der overvvinning verdubbelde hun ijver: Conslanlinopel werd aan verscheidene kanten gelijktijdig aangevallen, en hol garnizoen, reeds verzwakt door do gcvechton en do vermoeienissen van een langdurig beleg, zag zich genoodzaakt zijne krachion te verdeolon om al do punten te kunnen verdedigen die bedreigd werden.

Men had verzuimd de versterkingen der stad aan do havenzijde le herstellen. Aan de westzijde hadden verscheidene torens, vooral die van Sinl-Hoinanus, veel geleden en waren zij ten deele ingestort. In die bijna hopelooze gesteldheid vertoonde zich nog hol betreurenswaardig verschijnsel, dat do verdedigers van üyzantiuni onderling verdoold waren. Hevige woordenwisselingen grepen plaats tusschen don groothertog iNotaras on Jusliani, die de Genueoscho strijders aanvoerde. De Venetiërs en de Genueezen waren verscheidene keeren op hel punt mot elkander handgemeen te worden; de geschiedenis kan ter nauwernood iiot onderworp van die onzalige twisten aangeven. Zoo groot, was de verblindheid door den geest van naijver of liever door de verlwijlbling voortgebracht, dal men in dro keurbende van krijgers, die eiken dag hun leven op hel spel zetlon voor de edele zaak, die zij omhelsd hadden, elkander wederkeerig van lafheid en verraad beschuldigde.

Gonstanlijn trachtte steeds hen mot elkander le verzoenen, en gestadig zijne kalmlo behoudende te midden dor verbitterde partijen, schoen hem geen andere hartslochl le vervullen dan de liefde voor hel vaderland on don room. Do geostkrachl en hol beleid waarvan hij in de gevaren blijk gal, zonden hom hot vertrouwen en do genogenheid van hel volk hebben moeten verwerven, maar de woelzieke en oproerige geest dor Grieken en hun ijdelheid veroorloolden hun niet do ware grootheid op prijs te stellen. Zij legden Paleologus rampen ten laste, die niel zijn werk waren en zijn deugd alleen kon horM.olien, Men


-ocr page 473-

MAHOMED 11 VOOR CONSTANT IN OPEL

-ocr page 474-

s i- y msmsmmm mmm v« m m ^d,,-^^. i wmmss. mvrnrnrnm

'jhzJf-JïMtti^ïmilsm'£i^V! miiBBaBsPEPElgsam A' ^ t.;»'Mamp;amp;Êa3lmm sSBmmSmg

I ■ J

|M • ■ 11quot;

■ p 1

^ f '.■■I-' ill Pi ■ ;;~;.kl

■ i 6i

i'^w1^-- EisJtr- ''^'.ii'

WÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊm mm

mÊÊ H kI WW^w^.H^s H

KW

.

11 ■

igt; - ;.,'■ '-w^quot;,.Jflagp B FÏi2»-

H \,quot;Vi%'f ;■ 'ij-J.;.'-' 'i / .^. •' :

■•.-^quot;ï ■ ■.%: MMI

■Hn

■■

r~ï*-ï®

fe|^ -5quot;.

i;,:;: ii.V

■■

11

■ I

■I

■ ■

'

mam mm :;■ |#fl

!l Hi WBWWMMMMMi « ^s I - 111 I B

l| Hi ffó*. '-^?a'-'# Ml P§

H WB ^-rti^V.quot;»?^ -5quot;;;ji'f ■i-quot;.. ' V gt;gt; ,

efli MMMMM Hf i^a» ^WAMTWA'* '■', rv,Agt;- ■ '•■^'{- ' quot;

IS WÊÊ I^M ^affl mkii m |fl|: I Bsigquot;

HWSÊSÊ Mom Mm!^'ï7.Tcr ''V- :

li ü ||b| *gt;''' I I I

H PPSR'

:

Ï

Hj !EHBK HH y»y#**'•? *- I ** **, * * ■ ■ ;'

II

-ocr page 475-
-ocr page 476-

CONST ANÏIJN PALEOLOGUS SPREEKT DE VERDEDIGERS VAN CONST ANT IN OPEL TOE.

-ocr page 477-

GESGHIKDENIS DER KRUISTOCHTEN.

bcscliiikligdc Iiem don ondergang te voltooien von een rijk dat door iedereen aau zijn lot werd overgelaten en dat hij alleen wilde verdedigen. Niet alleen werd liet gezag van den vorst niet meer geëerbiedigd en zijne goede bedoelingen miskend, maar alles wat door rang of stand boven liet volk stond was een voorwerp van blaam ot' argwaan.

Naarmate de dag der groote verselirikkingen naderde, week de geestelijklieid niet van den voet der altaren en vulde de volksmenigte de kerken. Men hield een plechtige uitstelling van het beeld der Heilige Maagd, de patrones van Gonstantinopel, en droeg het in processie door de straten. Deze godvruchtige verrichtingen hadden voorzeker iets stiehtends; maarzij wekten den moed niet op die noodig was om het vaderland en den godsdienst, die bedreigd werden, te verdedigen, en de Hemel luisterde ia die groote gevaren niet naar de smeekbeden van een ongewapend en sidderend volk.

Tijdens het beleg was er herhaaldelijk sprake geweest van een capitulatie. Mahomed vorderde de overgave der hoofdstad van een rijk, waarvan hij reeds al de provinciën bezat, en stond den Grieken toe met hunne rijkdommen weg te trekken. Paleologus bewilligde in het betalen eener oorlogsschatting, maar hij wilde meester blijven van Gonstantinopel. In een laatste schrijven eindelijk dreigde do sultan den keizer der Grieken hem met zijn geheele lamilie ter dood te brengen en zijn volk te verstrooien indien hij bleet' volharden om de stad te verdedigen. Mahomed bood zijn vijand een vorstendom in den l'eloponesus aan; Gonstantijn verwierp dat voorstel en gaf de voorkeur aan een roemvollen dood.

De sultan liet in zijn leger een ophanden zijnde, algemeene bestorming van Gonstantinopel aankondigen: de rijkdommen van Byzantium, de gevangenen, de Grieksche vrouwen zouden liet loon zijn der dapperheid van zijne soldaten; de stad en de gebouwen behield bij voor zich. Wapenherauten kondigden overal in liet kamp al: «Gelukkig degenen, ilie den palmtak der overwinning gaan plukken! wee degenen, die zouden willen vluchten; want zij kunnen uiet aan Mahomeds gerechtigheid ontkomen, al hadden zij zelfs de vleugels van een vogel.quot; Om den moed der muzelmansclie soldaten nog meer aan te wakkeren droegen de derwischen zorg hun godsdienstige dweepzucht op te wekken, door de krijgers aan te sporen hun lichaam door afwasscliingen, liiinne ziel door het gebed te reinigen, en de genietingen van het paradijs toezeggende aan hen die in den strijd voor het muzelmansclie gelooi vielen. Zoodra de nachtelijke duisternis bet aardrijk begon te bedekken, werd al den mnzehnanschen krijgers gelast brandende toortsen aan de punt hnniier lansen vast te liechtcn. Zoo moesten de belegeraars steeds gereed zijn voor een bestorming en konden de belegerden geey, enkel oogenblik rust meer genieten. Deze menigte toortsen verlichtte heinde en verre den omtrek, en de kusten der zee (het zijn de uitdrukkingen van een Turksch geschiedschrijver) geleken op een veld bedekt met rozen en tulpen. De keizer der Ottomannen verscheen nu te midden van zijn leger, beloolde opnieuw aan zijne soldaten de plnndcring van IJyzanlinm, en om meer plechtigheid aan zijn woord hij te zetten, zwoer hij hij de ziel van A mural, bij vier duizend profeten, hij zijne kinilemi en len laalsle hij zijn kromzwaard. Het geheele leger barstte in luid gejubel uit en herhaalde verscheidene keeren den uitroep: God is God, en Mahomed is zijn proleet Toen deze krijgs-plechtigheid afgeloopen was, gelastte de sultan, op doodstraf, dal de diepste slilie in het geheele kamp zou in acht genomen worden. Nu hoorde men niets meer rondom Gonstantinopel dan het verwarde gewoel van een leger, waar alles bezig was met de toebereidselen tot een vreeselijken en beslissenden strijd.

In de stad waakte het garnizoen op de wallen en bespiedde met bekommering de bewegingen van liet Ottomannische leger. Men bad met ontzetting hel luidruchtige gejuich der Turken vernomen; de stilte, die daar plotseling op gevolgd was, vermeerderde de ontstellenis. Het schijnsel der vijandelijke vuren weerkaatste op de toppen der torens en op de koepeldaken der kerken en maakte de duisternis, welke in do stad heersebte, sein ikwekkender. In de straten van Gonstantinopel, waar al de werkzaamheden der nijverheid, al de gewone bezigheden des levens gestaakt waren, heerschte insgelijks een diepe stilte, hoewel niemand in de stad rust of slaap genoot; zij boden het akelige schouwspel aan van een stad, welke door een pestziekte bezocht is. Alleenlijk hoorde men rondom de tempels eenige klagende geluiden en de stem des gebeds, welke de barmhartigheid des Hemels inriep.

Gonstantijn riep de voornaamste aanvoerders van het garnizoen bijeen om over het gevaarlijke van den toestand te beraadslagen. In een gevoelvolle toespraak trachtte hij den moed en de boop zijner strijdmakkers te herlevendigen; de Grieken op hel vaderland, de Lalijnschc bondgenooten op den godsdienst en de menschclijkheid wijzende, spoorde liii hen tot lijdzaamheid en vooral tot eendraclit aan. De krijgers, die deze laatste raadsvergadering bijwoonden, hoorden den keizer onder een dof stilzwijgen aan; zij duifden niet met elkander beraden over de middelen die ter verdediging moesten aangewend worden, daar alle tegenweer toch verder niets meer kon balen. Zij omhelsden elkander weenende en keerden met de somber, to gedachten vervuld op de wallen terug.

De keizer trad de kerk van do heilige Solla binnen, waar hij de H. Communie ontving; de treurigheid, welke men op zijn aangezicht las, de vrome ootmoedigheid, waarmede hij vergiffenis vroeg voor zijne verongelijkingen en fouten, de treilende woorden, welke hij tol het volk riehtlê en op een eeuwig vaarwel geleken, vermeerderden zoo mogelijk nog de algemeene verslagenheid. Eindelijk brak de laatste dag van hel Romeinscho rijk aan: het was de 2!) Mei. De troinpetton en de trommen lieten zidh in het kamp der Turken hooren. De muzelmannen snellen in ontelbare menigte op do muron der stad toe; aan de havenzijde en bij de Sint-Romanuspoort word gelijktijdig de bestorming ondernomen. Aanvankelijk ontmoeten de aanvallers een levendigen weerstand; de Gataioniërs en de Genueezen toonen alles wal do moed der Franken vermoclil. Daleologus vocht aan do spits dor Grieken, en het enkele gezicht van de keizerlijke banier vervulde do Ottomannisclie krijgers met vrees. Driehonderd boogschutters van het eiland Greta handhaafden roemrijk de oude vermaardheid der Gretenzers voor hunne dapperheid en hunne bekwaamheid in liet boogschieten. Onder degenen die zich inzonderheid door hun heldenmoed onderscheidden, moet ook de kardinaal Isidorus genoemd worden, die op zijne kosten do verslerkiiigen, met welker verdediging hij belast was, had laten lierslellen en die lol aan het einde van hel beleg streed aan do spits der met hem uit Italië gekomen soldaten. De gosehiedenis moet ook met lof gewagen van do monniken van don 11. Rasilius; zij hadden ongetwijfeld do partij der vereeniging omhelsd, en hun dapperheid en roemvolle dood boetten voor do noodlotligo en blinde halstarrigheid der geestelijkheid van Hyzanlium.

Do geschiedschrijver l'hrantza vergelijkt de dichlo gelederen der muzelmannen met een dik gespannen touw, dal om de stad gewonden zou geweest zijn. Do torens, die do Sinl-Roaianus-poort verdedigden, waren ingestort onder do sloolen van don stormram en de losbrandingen van het muzelmansclie geschut. Do buitenmuren waren slorinenderhaiid genomen; do doodon en gekwetsten hadden vermengd met de ingestorte muren do grachten gevuld. Op dat onlzettende slagveld bleven do verdedigers van Ryzantium nog steeds don strijd volhouden, als had van hunne volharding hot behoud der stad nog kunnen afhangen.

Nadat de strijd twee uren geduurd had, naderde Maboincd mot do keur zijner troepen eu lien duizend janilsaren. Hij reed in bun niidden met een strijdbijl in de hand, gelijk aan den fngol des verderfs, zijne dreigende blikken vuurden den moed zijner soldaten aan; met een gebaar wees hij hun de plaatsen aan, waartegen zij hun aanval moesten riclilen. Achler do bataljons, die bij aanvoerde, schreed een schaar van die lieden, welke hot despotismus mot de uitvoering zijner wraak belastte; zij bioldcu do soldaten tegen, die op do vlucht wildon gaan on dwongen hou in den strijd terug te keeren. Het stof, dat onder de voeteii van de strijders opsteeg en do rook van do artillerie omliulden het leger en do stad en verduislerdon do luclit. Het geroffel der trommen, hot gesclietter dor klaroenen, hot gedruisch der instorlondo muren, do losbranding dor kanonnen, bol gekletter dor wapenen verooiioofden niet meer de stom dor aanvoerders te vernemen; do janilsaren vochten ordeloos, en Gonstantijn die zulks opgemerkt had, spoorde zijne soldaten tut de uiterste krachtsinspanning aan, toen do strijdkans eensklaps veranderde. Door een pijl gotroHen zijnde, verliet Justiniani hot tooneel van den strijd, ton gevolge van do pijn, welke zijne wonde hem veroorzaakte. Do Genueezen en hot grootste dool der Latijnsclio hulptroopen volgen zijn voorbeeld. Alleen overgobleven, werden do Grieken weldra door hot aantal overstelpt; do Turken klimmen over do wallen en boinaclitigon de torons. Gonstantijn bleef nog steeds don strijd volhouden, maar weldra zijgt hij mot wonden overdekt dood neer on Gonstantinopel wordt do prooi dos vijauds. Rij de Garsia-poort, tegenwoordig Hgri-capou gehoeteii, bobben wij de plek gezocht, waar de laatste dor Grieksche keizers bezweek. Door die poort drongen de zegevierende Turken Ryzantium binnen en Gonstantijn verloor ongetwijfeld in bot vreeselijke godrang hol leven.

Toen eenigen dereenen, die de wallen verdedigd hadden, in de stad do komst der Turken aankondigden, wilde men bon niet golooven; toon men de muzehnanscho bataljons zag naderen, zegt do Grieksche geschiedschrijver Ducas, was hol vuil, halfdood van schrik en kon hijkans niet meer ademen. Do menigte vlood, hartvorsclieurende kreten slakende, in allo riclilingon door dó straten, zonder te weten, waar zij redding zou vinden. Vrouwen, kinderen, grijsaards vlucbtten in de kerken, als waren de altaren van Josus Christus een veilige wijkplaats geweest tegen do dweepzieke volgelingen van Mabomod.

Wij kunnen de onlzettende jammeren niet beschrijven, waar-


-ocr page 478-

r.KSnilIKDKNlS DER KliUISTOCHTEN.

308

van Oonstantinopel na de verovering hel tooneel was. De slachting der weerlooze inwoners, de plundering der paleizen, kerken en woningen, do beschimping der maagden en matronen, de geheele bevolking in ketenen geslagen : ziedaar de droevige feiten, welke men gelijktijdig in de geschiedboeken der Turken, dor Grieken en der Latijnen opgeteekend vindt. Zoo viel die stad, welke talrijke omwentelingen met puinhoopen overdekt hadden, en werd zij ten laatste de speelbal en de prooi van een volk, dat zij langen lijd geminacht had. Indien iels lol troost kan verstrekken te midden van zoovele smartelijke touneelen, is hel de deugd van Conslanlijn, die zijn vaderland niet wilde overleven en wiens dood de laatste glorie van hel Uyzanlijnscho rijk was. Men ziet bij de poort van iïgvi-capou dè in lamelijk goeden staat verkeerende overblijfselen van een paleis, dat de tradiliën lot dusverre hel paleis van Conslanlijn genoemd hebben: voor degenen, die de nagedachtenis van den vaderlandslievenden held willen vereeren, kan er geen schooner grafgesteente, geen verhevener gedenkteeken bestaan dan deze bouwvallen, die nog zijn naam dragen.

Wanneer men de zwakheid van het Grieksche rijk en de macht zijner vijanden overweegt, staal men erover verwonderd, dat het zoolang weerstand geboden heelt. he Ollomannen bezaten al de hartstochten, die de verovering begunstigden; de Grieken geen enkele der hoedanigheden, die voor de verdediging vereischt worden. Om zich daarvan te overtuigen, heeft men slechts de handelwijze der beide volken na te gaan. Zoodra Mahomed zijn voornemen bekend gemaakt had, stroomden uil alle landen van zijn rijk gewapende benden (Htoniannen toe, terwijl op hel eerste gerucht van de belegering een groot deel der bevolking van Gonslantinopel de stad verlaten had. Men beetl gezien, dat de derwisclien de muzelmansche soldaten aanmoedigden en hen den oorlog legen de Grieken als een heiligen oorlog voorstelden; de Grieksche priesters, daarentegen, ontmoedigden de verdedigers van üyzantiimi, en liet scheelde weinig of zij beschouwden den tegenstand van Conslanlijn als een heiligschennende daad. Tijdens de beslorniingen van de keizerlijke stad wierpen de Turksche soldaten, om de grachten te dempen, er hunne tenten en hunne bagage in, daar zij de voorkeur gaven aan de overwinning boven alles wal zij bezaten; gelijk men weel hielden ter zelfder tijd de rijksten der Grieken zich bezig met hel begraven hunner rijkdommen, daar zij hunne schatten boven het vaderland stelden. Wij zouden nog andere opmerkelijke trekken kunnen auuliulcn, mu:H' duzc loonen genoegzaam aan welke zijde de kracht was. Wat vooral den val van Byzantium moest doen voorzien, was het geringe vertrouwen, dat de Grieken in den duur van hun rijk stelden. Nooit loonden de oude Romeinen beter de macht en den invloed van hun vaderlandsliefde dan door Rome de eeuwige Slad te noemen. Gonslantinopel zag het aantal en den moed zijner verdedigers afnemen naarmate noodlottige voorspellingen over zijn ophanden ondergang onder het volk gereeder ingang vonden.

Toen Ryzanlunn in hel begin der derliende eeuw onder de slagen der Latijnen viel, bezat het nog groole verdedigingsmiddelen en nochtans werd hetdoorlwintigduizend kruisvaarders veroverd, hetgeen voor de groolere dapperheid der Franken boven die der Turken pleit. Het zou misschien hier de plaats zijn om te onderzoeken welken invloed de kruistochten op hel lot van het Oostersche keizerrijk hebben uitgeoefend. I!ij de eerste expeditie der Latijnen werd Klein-Azië bevrijd van de Turken, die reeds meesters van Nicea waren en Gonslantinopel bedreigden, maar de kruisvaarders lieten hunne diensten leduur betalen : van do eene zijde verstoorde de gewelddadigheid, van de andere de trouweloosheid, de overeenstemming, welke tusschen de Grieken en de Latijnen bad moeten bestaan. Eindelijk bracht de inneming van Gohslaiilinopel door de Franken aan hel rijk van Ryzanlium een doodelijken slag toe. Tijdens den oorlog nam de scheuring loc door den haal, en op hare beurt onderhield en verdubbelde de scheuring den wederzijdsehen haat. Deze verdeeldheid begunstigde de vorderingen der Turken en ontsloot hun de poorten van Conslantinopel.

De Barbaren, die het Oostersche rijk omverwierpen, hadden den godsdienst en de zeden der overwonnen volken aangenomen, hetgeen de sporen van den inval en de verovering langzamerhand deed verdwijnen. De Turken, daarentegen, wilden den Koran doen zegevieren; zij wilden hunne wellen en hunne gebruiken invoeren in alle plaatsen die zij door geweld van wapenen aan zich onderwierpen. Zoodra zij meesters waren van Byzantium onderging alles eene algeheele verandering: de godsdienst, de zeden, de taal, de herinneringen aan Griekenland, de naam zelfs van de ingenomen stad werden afgeschaft, vernietigd en gewijzigd. Daar de dooi' hen veroverde hoofdstad voor de ongeloovigen de poort van hot Westen was, moest het christelijk Europa, dat gedurende twee eeuwen zijne soldaten en zijne legers naar Azië gezonden had, eindelijk voor zich zeiven sidderen. Van toen af namen de kruistochten een nieuw karakter aan en werden nog slechts verdedigende oorlogen,


-ocr page 479-
-ocr page 480-
-ocr page 481-

T W I N T 1 G S T E li O E K.

K lx ü 1 S T O C 11 T '1' E G t N l) li T ü li K E N.

liii:!—ItliH).

(Outstolteuls in Kurupa uvci' du iuncuiiii^ vau Coiislaiitinojii;!; iÏi- van dan finsam; ilr Tnrkfii wonlfit uit lïolgnulu verdreven; IMus II uudurhuudelt me*

Jluhomed II; /.iju dood; eed va» Mahoiuud ü; het koninkrijk Cyprus ontsnapt aan de Lusiguaus; belegeriLig van Itliodes; inneming van Ulraute; prins Zizim; Karei VIII in Italië; rol der Vouetiërs in het Oosten; pans Leo X; het vijlde concilie van Lateranen; brieven van kouiug Krans 1; l.uther en Urasmns; de ridders van lihudes vestigen zien op Malta; inneming un verwoesting van Kome door de Keizerlijken; overwiimiug van Lejjaulu; Jouuues Sobiesky overwint de Turken; verzwakking van hel rijk der Halve Maan.)

MvAvA groole onvorscliilliglicid Itad hel VVoslcu do gevaren .aangezien, die liet Gi'ieksche rijk bedreigden. Bij liel vernemen echter der jongste zegepraal van Mahomed werden al de christen volken door schrik bevangen; men meende reeds de janitsaren de altaren van liet Evangelie in Hongarije en in Dnitschland te zien omverwerpen, men sidderde bij de gedachte, dat Italië aan de overheersching der Turken onderworpen zou worden, en er een dag zou komen, waarop de Koran in de kerken van Rome, in moskeeën veranderd, zou voorgelezen worden. Van alle kanten liet zich getnyr hooren tegen Nicolaas V, wien men verweet dat hij geen kruistocht gepredikt had om de ramp te voorkomen, welke de gansche christenheid betreurde. Eenige bijstand vóór hel beleg gezonden, zoude Gonslanlinopel werkelijk gered hebben; maar nu de stad eenmaal in do handen van de Barbaren gevallen was, word dat verlies onherstelbaar. Do samenwerking van al de christen mogendheden alleen kon don Turken hunne verovering ontweldigen, en deze samenwerking ontmoette met don dag grootero moeielijkheden.

Tevergeefs richtte zicli al de welsprekendheid der obristen redenaars om bel Westen nog eenmaal in bewoging to brengen, nu eens tot het medelijden, dan weder tot do godsvrucht der goloovigen, tevergeels wendde men beurtelings den invloed der godsdienstige denkbeelden en dien der ridderschap aan: iedereen betreurde de vorderingen der Turken; maar een blinde gelatenheid, of liever een wreede onverschilligheid, verving woldra do algomeene verslagenheid.

Weinige maanden na do inneming van Gonstantinopel riep Pliilippus de Goede, hertog van Bourgondië, den geheelen adel van zijne Staten te Bijssel in Vlaanderen bijeen; op een leest, waarvan de geschiedenis ons bet getrouwe verhaal bewaard heeft, poogde hij den ijver en do geestdrift der ridders op te wekken door een tooneehnatige vertooning van alles wat destijds hunne ridderlijke verbeelding kon treilen. Eerst vertoonde men aan do gasten een aantal tafereelon en zonderlinge tooneelen, waaronder de werken van Hercules, de avonturen van Jason en van Modoa, de betooveringen van Melusine en dergelijke. Daarna zagen do toeschouwers in do feestzaal een nagomaakten olifant verschijnen, die door een SaiTaceenschen reus geleid werd, en op den rug oen toren droeg waaruit een edelvrouw te voorschijn kwam, die de christelijke Kerk voorstelde. Toen do olifant voor de tafel van den hertog van Bourgondië kwam, stond hij stil en droog de gevangen dame een lange ballade in versmaat voor over do rampen, waarmede zij overstelpt was, en zich tol de prinsen, do liertogen en de ridders weiidcndo, beklaagde zij zich over do langzaamheid en do onverschilliglioid.

die zij betoonden om haar te hulp te komen. Nu verscheen een wapenheraut, die in de hand een faisanl droog, een vogel, dien de ridderschap als bet symbool en hel loon der dapporheid aangenomen had. Twee adellijke jonkvrouwen en verscheidene ridders van hot Gulden Vlies naderden den hertog en boden hem den vogel aan, met do bede hen te willen gedenken. 1'hi-lippus de Goede, die wist met wolk inzicht hij dal feestmaal had aangericht, zegt Olivier van de Mark, wierp een blik van medelijden op de vrouwe de llciliyv licit,' on haalde uit zijne borst een geschrift le voorschijn, hetwelk de wapenheraut met luider stem voorlas. In dat gesehrifl belooldo do hertog, leu eerste aun C.oit, zijn Schepper, aan de alterheilinsle Maai/d, en vervohjenx aan de jonkvrouwen en den jaisaul, dat: «indién hel den koning van Frankrijk behaagde zijn lichaam in gevaar te, stellen voor de verdediging van het christelijk gelooi en zich ie verzetten tegen de verwerpelijke ondernoming van den Groolen Turk, hij hom met zijn persoon en zijne macht zou dienen in gezegde heilige reis, naar zijn beste vermogens, voor zoover God hem daartoe de genade zou vorleenen; indien geuoemdo vorst tol die gewijde onderneming oonigon prins van den bloede oi andere hoeren zou benoemen, bij zich verbond hein le gehoorzamen, en indien hij, uithoofde zijner groole zaken, niet genegen ware er hoon le gaan, of er iemand te zenden en dat andere machtige vorston hel kruis aannamen, hij zich aanbood om hen to vergezellen zoover als hel hom mogelijk zou wezen. Indien hij gedurende de heilige reis langs den een of anderen weg mocht vernomen of te welen komen, dal gezegde Groole Turk willens zou wezen man togen man met hem le strijden, hij, IMiilippus, voor het gezegde christelijk geloof, hom volgaarne zou bestrijden onder den bijstand van den almachtigon God en zijne allerzoetste Moedermaagd die hij altijd te hulp riep.quot;

De edelvrouw de lleilifie Kerk bedankte den hertog voor den ijver, dien hij voor hare verdediging aan den dag legde. Al de aanwezig.zijnde hoeren en ridders riepen, op hunne beurt, den naam van God en dien van de H. Maagd aan, zonder de edelvrouwen en den faisanl te vergoten, en zwoeren hunne bezittingen en lum leven toe le wijden aan den dienst van Jesus C.hrislus en hun zeer geducliten heer don hertog van Bourgondië. Allen legden de grootste geestdrift aan den dag. Eenige onderscheidden zich door bol vreemdsoortige en zonderlinge van hunne geloften. De graaf vam Elampes, een volle neef van IMiilippus den Goede, verbond zich oen uildaging le zenden aun alle (jroole vorsten en edelen uit het gevold l'an '^n liruuten Turk en belooldo hen le bestrijden hetzij iuan leijen man, twee aan twee, drie aan drie, vier aan vier, vijf aun vijf enz.


-ocr page 482-

;mo geschiedenis der kruistochten.

Do bastaard van Bourgor.tliö zwoer ccn gcveclit met een Turk te zullou aangaan, op welke wijze deze ook zou verlangen, en verbond zich do uitdaging aan het paleis van den Turk te doen alge ven. De heer van Cons legde de gelolte al', dat hij in geen enkele stad zou verwijlen «tot dat hij een Sarraceen gevonden zou hebben, dien hij man tegen man kon bestrijden onder don bijstand van O. L. Vrouw, tor wier wille hij nooit des Zaterdags iu een bed zou slapen, alvorens hij zijne belolte getrouw zou gestand gedaan hebben.quot;

Een ander ridder verbond zich «dat hij van a( den dag van zijn vertrek des Vrijdags uiels zou eten dat gedood was totdat hij niet een of meerdere vijanden van het geloot handgemeen zon geweest zijn; indien de banier van zijn heer en die der Sana-cenen voor den strijd ontrold waren, zwoer hij regelrecht op de banier van don Grooten l urk te zullen afgaan, baar tegen don grond te rukken of daarbij den dood te vinden. De heer van Toulangean zou, in hel land der ongeloovigen aangekomen, een der sl rijders van den Grooten Turk gaan uitdagen om in bet bijzijn van zijn heer den hertog van Bourgondie niet hem te strijden, of indien de Sarraceen niet wilde komen, stelde hij zicii voor hem in hot bijzijn van gezegden Grooten Turk to gaan bestrijden, mits hij een vrijgeleide kreeg.

Al die beloften, welke niet volbracht werden, dienen Ion minste om ons den geest en de zeden der ridderschap te doen kennen, liet naïeve vertrouwen, dat de ridders in hunne wapens stelden, strekt ons ten bewijze hoe weinig zij de vijanden kenden, wien zij op die wijze den oorlog verklaarden.

Toen ieder zijne belofte had afgelegd, kwam een jonkvrouw in het wit gekleed en op den rug met vergulde letters het opschrift dragende: Genade Gods, de vergadering begroeten en stelde haar twaalf jonkvrouwen en twaalf ridders voor. Deze jonkvrouwen verbeeldden twaalf deugden of boedanigheden, waarvan zij den naam op den schouder droegen: geloof, naastenliefde, gerechtigheid, verstand, morziehligheid, mntniheid, kracht, waarheid, mildheid, naarstigheid, hoop, dapperheid; dit waren de deugden der ridderschap, die in den kruistocht moesten uitblinken.

Rij hel lezen der beschrijving van dit ridderfeest heeft men kunnen zien hoeveel er nog restte van do krijgszuchtige gevoelens en de heldhaltige godsvrnebt, welke de wapenmakkers van Godfried, Lodewijk VII, Philippus Augustus en koning Richard bezield hadden. Wanneer men terugdenkt aan het concilie van Clermont, de predikingen van Peter den kluizenaar en den heiligen Rernardus, de ernstige geestdrill, de strenge godsvrucht, die bij de gelolten van do eerste kruisvaarders voorzalen, wanneer men vervolgens de schitterende leestelijk-lieden der ridderschap, de gedeeltelijk wereldsclie, gedeeltelijk godsdienstige geloden dor ridders, kortom al de wereldsclie vertooningen ziel, waaronder de gewijde oorlog verkondigd werd, voelt men zich eensklaps verplaatst in een andere eeuw en in een nieuwe maatschappij. De godsdienst, die Kuropa op Azië geworpen had, heelt geen macht meer, indien de vrouwen niet zijne tolken zijn en de predikingen der Kerk zich niet vermengen met de feesten en de gebruiken der ridderschap.

c.elijk men overigens weet, liet deze soort van predikingen geen diepen en dnurzamen indruk in het hart der ridders arhler. Zij oefenden vooral niet den minsten invloed uit op het volk, hetwelk dit schouwspel niet bijwoonde, en al had het dit bijgewoond er niets van begrepen zou hebben. Dit was niet het geval met dr vergaderingen der geloovigen, die door het Opperhoofd der Kerk bijeengeroepen werden, waar iedereen verscbijnen kon, waar bel volk evenals de aanzienlijken voor de geineenschappelijke zaak en de heerschende gevoelens in geestdrilt ontvlamden. Hel is dan ook niet te ontkennen, dal de godsdienstzin allijd de machtigste en werkdadigste beweegkracht onder de mensehen was, en dal in de eeuwen, waarvan wij de geschiedenis schetsen, geen enkele drijfveer, onder de mènschelijke hartstochten gekozen, de wereld zoo sterk in beweging had kunnen brengen als die, welke de geestdrift voor de kruistoebten had voortgebracht en onderhouden.

Intusschen deden eenige vrome mannen ongeloollijke pogingen om de eerste tijden van de heilige oorlogen te doen herleven. Joannes Capistranus, een Franciscaner monnik, en yEneas Sylvius, bisschop van Sienna, lieten geen middelen onbeproefd óm de gemoederen Ie ontvlammen en de krijgshaltige godsvrucht der kruisvaarders op te wekken. De eerste, die voor een heilige gold, trok door de steden van Duitsebland en Hongarije en onderhield het verzamelde volk over de gevaren van het geloof en de bedreigingen der ongeloovigen. De tweede, een der veiiichtste bisschoppen van zijn tijd, ervaren in de Lalijnscbe en Grieksche letteren, uitstekend redenaar en dichter, maande de vorsten aan om de wapens op te nemen ten einde den inval in hun eigene Staten te voorkomen en de christelijke republiek van een ophanden virnietiging te redden.

/Eneas Sylvius sebreel ook aan den paus en poogde diens ijver op te wekken, door hem er op te wijzen, dal hel verlies

van Constantinopel zijn naam voor eenwig zou schandvlekken, indien hij niet al hel'mogelijke in het werk stelde om de macht der Turken te vernietigen. De vrome redenaar begaf zich uaar Rome en predikte den kruistocht in een consistorie. Om do noodzakelijkheid van een gewijden oorlog aan te toonen, beriep hij zich beurtelings voor den paus en de kardinalen op het gezag dér Grieksche wijsgeeren eu dal der Kerkvaders. Hij betreurde de gevangenschap van Jerusalem, de bakermat van bet christendom, en de slavernij van Griekenland, de moeder der kunsten en der wetenschappen. iEneas roemde den heldenmoed van de Dnilschers, de edele zelfopoffering der Franschen, den edel-moedigen irols der Spanjaarden, den dorst naar roem, welke de volken van Italië vervulde. De koning van Hongarije, wiens Stalen door Mahomed II bedreigd werden, woonde die vergadering bij. Den opperherder eu de prelaten op dien vorst wijzende, smeekte hen do prediker van den kruistocht mededoogen te hebben met zijne droefheid.

Frederik lil, keizer van Diiitschland, had ter zelfdor tijd aan Nicolaas V geschreven, om hem te bezweren de christenheid te redden. «De woorden, door den mond eens mensehen gesproken, waren niet bij machte een denkbeeld te geven van de ramp die de katholieke Kerk getroffen had, of den bloeddorst te schilderen van dat volk, hetwelk Griekenland teisterde en het Westen bedreigde.quot; De keizer noodigdo den paus uit al de christen mogendheden in een gemeenschappelijken bond legen dien ontzaggelijken vijand te vereenigen, er bij voegende dat hij zelf de vorsten eu de Staten van Duitsciiland ging bijeenroepen. He paus schonk zijne goedkeuring aan al de plannen van den keizer en vaardigde zijne legaten naar de Rijksdagen van Regenshurg en Frankfort af. /Eneas Sylvius predikte wederom tien kruistocht tegen de Turken in die beide vergaderingen. De hertog van Bourgondie, die er zich heen begeven had, hernieuwde in tegenwoordigheid der vorsten eu Maten van bet Duitsche rijk do gelofte, welke hij aan God, de Heilige Maagd, de jonkvrouwen en den faisant gedaan had.

Hongaarsche afgevaardigden kwamen aan den Rijksdag boodschappen dat de oevers van den Donau en de grenzen van Duitsebland door de Turken overweldigd gingen worden, als men zich niet van alle kanten haastte om de wapens op te nemen. De rijksdag bepaalde, dat men tien duizend ruiters en twee en dertig duizend voetknechten tegen de Turken iu het veld zon brengen. Maar daar hij niets vaststelde omtrent de wijze om dat leger te lichten eii de middelen om het te onderhouden, verflauwde de ijver voor de kruistochten weldra weder en niemand deed zich op om aan het voortdringen der Ottomannen paal en perk te stellen. jEneas Sylvius verklaart ons in oen zijner brieven de oorzaken van die onverschilligheid en werkeloosheid der christenheid:

«Het christelijk Europa was slechts een lichaam zonder hoofd, een republiek zonder overheidspersonen en zonder wetten; de paus en de keizers, gezaghebbers, indrukwekkend door hun naam, boezemden eerbied doch geen gehoorzaamhetd in. Wat de overige vorsten betreft, ieder hield zich met zijn eigene belangen bezig, en deze belangen waren menigwerf eén aanleiding tot oorlog. Wat zou er worden van een leger bij verschillende natiën gelicht, gedreven door duizenden onderscheiden hartstochten, verschillende talen sprekende, door zijn eigene massa omkomende, indien het talrijk was'.' Wie zóu het op zich nemen het van wapenen, van levensmiddelen te voorzien, het ouder tucht te brengen? Welke opperbevelhebber zou ooit de Fransclien en de Engelschen, de soldaten van Cenua en die van Arragon, de krijgers van Duitsciiland en die van Hongarije en Rohemen onder dezelfde vanen vereenigd kunnen houden Vquot;

Zoo betoogde /Eneas Sylvius de onmogelijkheid van den kruistocht en iiocliians bracht hij, medegesleept door zijn ijver, zijn geheele leven door met dien té prediken. Terwijl hij vruchle-loos de vorsten van Duitsciiland voor zijn doel zocht té winnen, poogde de paus de eendracht onder de Staten van Italië te herstellen. De invloed van het pauselijk gezag vermocht echler de gemoederen niet te bedaren, en liet herstel van den vrede was het werk van een nederigen kluizenaar, wiens woorden alvermogend op liet hart der geloovigen werkten. Broeder Simanet, die eensklaps zijne afzondering verlaten had, trok door Italië, en zich tot dé volken en de vorsten wendende, wekte hij hen op zich tegen do vijanden van Jesus Christus te vereenigen. Op do stem van den vromen redenaar legden Venetië, Florence en de hertog van Milaan de wapens neder. Er vormde zich een hond, waaraan bet meerendeel der republieken en der vorstenciommen van Italië deelnamen; maar deze bond richtte niets uit, dewijl de ijver der verbondenen niet geleid werd, noch door den paus, die het toeken en het voorbeeld I moest geven, noch door den keizer van Duitsciiland, die steeds j beloofde zich aan hot hoofd van een kruistocht te zullen stellen j en rustig in zijn Staten bleef. Frederik III werd weerhouden door zijn gierigheid en vooral door een verregaande gemakzucht,


-ocr page 483-
-ocr page 484-

K R IJ G S V E R R IC H TI is G E A' VAN HUM A DES EN DEN MONNIK CAPISTRANUS.

-ocr page 485-

GESCHIEDENIS DEP, KRUISTOCHTEN.

311

wolke de kronijken van dio tijden Iicm ten laste leggen. Nieolaas V, een hartstochtelijk vereerder van de geleerde oudheid, steeds omgeven door geleerden, hield zich veel meer bezig met het verzamelen der letterkundige schatten van Rome (m Athene dan met het ontzetten der stad van Constantijn, en terwijl do Turken liyzantium innamen, liel hij met groote kosten (1(5 werken der beroemdste Gricksolie schrijvers overzeilen.

Nicolaas bepaalde zich tol eenige aan de geloovigen gericlile oproepingen en slieiT zonder een enkele der moeielijkheden uit den weg geruimd te hebben, welke het ondernemen van een gewijden oorlog in den weg stonden. Calixtus 111, zijn opvolger, toonde meer ijver, en dadelijk bij den aanvang van zijn pontlicaal zond hij predikers door geheel Europa om den kruistocht te verkondigen en tienden te heUen. De paus zond zei Is gezanten naar de koningen van Perzie en van Armenië en den kan der Tartaren, mei de uitnoodiging zich met de christenen van het Westen ter bestrijding van de Turken te vereenigen. Zestien galeien, uil de opbrengst der tienden gebouwd, slaken in zee onder het commando van den patriarch van Aquilea, en verloonden de vlag van Sint. 1'ieler in den Archipel en op de kusten van lonië en Klein-Azië. De heilige Antoninus riclilte een aanspraak lol den paus uil naam der stad Florence en beloolde hem de medewerking van al de mogendheden der christenheid, indien Zijne Heiligheid de schalliamer der Kerk onlslool en door hare 'evangelische vermaningen al de arbeiders tot den oogst riep. Calixlus 111 wendde zich lot den keizer van Duilschland, die hel hein aan geene raadgevingen voor de zaken van den gewijden oorlog ontbreken liel, en noodigde hem uit hel voorbeeld te geven; maar de vadsige Frederik vergenoegde zich met zijne belollen le hernieuwen. lerwijl de keizer bij den paus aandrong om den kruistocht al le kondigen, en de puus, van zijn kant, bij den keizer aandrong om naar de wapens le grijpen, trokken de Otionnnen Hongarije binnen en rukten zij legen Delgrado op.

Deze stad, een der bolwerken van hel Westen, ontviiiquot;-hoegenaamd geen hulp van de christenlieid. Zij stelde nog haar eenige hoop op de dapperheid van Huniadcs en op den aposlollsehen ijver van Joannes Capislranus. De een voerde de troepen aan en sleepte hen door zipi voorbeeld mede, de andere, die door zijne predikingen een groote menigte Duitsche kruisvaarders bijeeugebraclit had, vuurde de cliristeii soldaten tot den strijd aan en wist hen met een omveerstaanbaren heldenmoed te vervullen.

De kronijken vermelden dat te dier tijde twee kometen aan den hemel zichtbaar waren: de een vertoonde zich voor de opkomst, de andere na den ondergang der zon. De volken der christenheid meenden daarin hel voorleeken le zien van de grootste onheilen, en daar het grootste onheil hetwelk men destijds le duchten had de inval der Turken was, wilde Calixtus van deze algemeene gesteldheid der gemoederen gebruik maken om ze lol hel deelnemen aan een kruislocht over le halen. Hij vermaande de chrisleneu tot boetvaardigheid, en stelde hun den gewijden oorlog voor als een middel om hunne l'outeii uil te wisschen en de hemelsche gramschap le bevredigen.

Evenwel greep men niet naar de wapens dan in de landen, die door de Turken bedreigd werden. Het was in dien lijd dal de paus hel gebod uilvaardigde, dal men eiken dag, 'te twaall uren, in alle parochiën de klokken zou luiden, ten einde de geloovigen te waarschuwen om te bidden voor de Hongaren en al degenen, die tegen de Turken streden. Calixtus verleende allalen aan al de christenen, die op dat teeken driemaal hel Onze lader en het 11rees (/eijroel zonden bidden. Dit was de oorsprong van den Angelus,'welke de gebruiken der Kerk tol op onze dagen behouden hebben.

De Hemel werd ongelwijlëld getroffen door de vurige gebeden welke gezamenlijk en op heizeHde uur van alle punten van Europa opgingen. Mahomed was met zijn leger voor Relgrado verschenen; na hun kamp in gereedheid gebracht te hebben zegt de geschiedschrijver Coggia-ellendi, stormden de Turken op de slad aan, maarzij ontmoetten er on verwiunclijkentegensland. binds veertig dagen duurde liet beleg, toen Huniades eu de monnik Capistranus de belegerden le hulp kwamen snellen, de een talrijke bataljons aanvoerende, de andere gewapend met zijne vrome welsprekendheid en zijne vurige gebeden. Rij het eeisle treilen dreven de christen soldaten Mahomeds leger op de vlucht en vernielden zij de Ottomannische vloot, die den San en den Donau overdekte. Huniades verrichtte wonderen van dapperheid; op hel oogenblik van hel grootste gevaar zag men Capistranus in de gelederen van het christen leger met een kruisbeeld in de hand en uitroepende: « Victorie! Jesus! victorie!quot; Meer dan twintig duizend muzelmannen verloren in den strijd oi'op de vlucht het leven; de sultan werd le midden zijner janilsaren gekwetst en verwijderde zich haastig mei zijn overwonnen leger van Relgrado. Geheel Europa dankte den Hemel voor deze overwinning, waaraan het slechts deelgenomen had door zijne gebeden en die het als een wonder moest beschouwen. De tent en den vader der geloovigen. De KerlA'ierde met bare plech-liglieden een dag, waarop hare bitterste vijanden overwonnen werden. Het aloude leest der Verheerlijking, in den rang der dubbele plechtige teestdagen verheven, moest elk jaar aan de Algemeene Kerk de nederlaag van de Turken voor Relgrado herinneren. 0

1.1458.| Huniades en Capislranus overleefden niet laiiquot; aan hunne overwinning en stierven beiden terwijl de christenheid nog hunne namen vermengde met de lolzangen der erkenielijk-tieu . liet gevoel der algunst verbitterde hun laatste levensda-en en de weinig evangelische warmte, waarmede beiden aanspraak maakten op de eer van Relgrado gered le liebhen, wien' een smet op hunne vermaardheid. /Eneas Sylvius, die hun na-e-( aclileins in de achting der nakomelingscliap aanbeveelt, roemt de ueugtten van Capistranus en verwondert er zich over dat een nederige kluizenaar, die aan al de goederen dezer wereld verzaakt had, geen kracht genoeg Dezeten heelt om aan het verlokkende van den roem weerstand le bieden.

Overigens kan de geschiedenis de hoogmoedige beweringen dei discipelen van Joannes Capistranus niet aannemen: nh t tic opwekkende woorden van een ongewapenden monnik ' aan de ontembare dapperheid van Huniades zou zij de der overwinning op Mahomed 11 toeschrijven. De 'held , Hongarije droeg pas den ceretitel van redder der chrisleii-neid, dien men hem had geschonken, toen hij te Semlin aan eene nesmeiU3hjke ziekte overleed. Europa beschouwde den dood van

viMi'mm i m u f'\v,[n- }vquot;Uacllije :l|s eene openbare ramp. Ma homed 11 zelt had, bij hel vernemen van hel overlijden zijns geiiuciiten vijands, uitgeroepen: i'.r was niemand onder de zon tlie met dien (jrooten man kon ver (je! eken worden! Heden noquot;-wordt de naam van Huniades ol Hunyad door de Hoiraren met een gevoel van lierheid uitgesproken: die naam is voor nen een groolsche herinnering, een rechtmatige trots. Men ziet het gral van den vermaarden verdediger van hel christeliik 1-uropa in de kathedraal van Cai-lsburg in Transylvanië. Te lemesvar slaat nog de sterkte, welke Huniades op verschillende ip slippen van zijn krijsinanslevcii tot toevluchtsoord verstrekte, liet kasteel van Vajjdu-llunuad, dat met zijn indrukwekkenden bouwstijl uit den leenheerlijken tijd bul lachende dal van de Maross beheersclit en de woonstee was van den overwinnaar van lUatiomed 11, Hokt eveneens de aaiidaclit van den reiziger. De hedeiidaagsche nijverheid heelt zich van den ouden leenlieerliiken burchl meester gemaakt; maar toevalligerwijze is het een wapen-labriek, welke men in het kasteel gevestigd beert, en de daarin veivaaruigde wapens hebben soms nog kunnen dienen om de onyerhoedsche aanvallen der Ottomannen te stuiten en le stratlen lerwijl de Hongaren de Turken voor Belgrado sloegen, behaalde de vloot van den paus eenige voordeden in den Archipel. Calixtus bleet met in gebreke de krijgsverrichtingen en de

zegepralen van den

van Aquilea aan al de geloovigen

bekend le maken, overtuigd dat het bericht 'van de on de muzelmannen behaalde ovenviiiningen de hoop en den moed zou hergeven aan allen, die door de wederwaardigheden der christenen ontmoedigd en verslagen waren. Men predikte een nieuwen gewijden oorlog in Frankrijk, Engeland, Duitsch-and, en zei Is tot in de koninkrijken Caslilië, Arragon en 1 oi lugal. Overal hoorde het volk mei vrome aandacht de prediking van den kruistocht aan, maar in het algemeen het zich gemor vernemen legen do befiing der tienden.

lie geestelijkheid van Rouaan, de universiteit en het parlement van Parijs, verscheidene bisschoppen verhieven openlijk de stem tegen die belasting, en in Duilschland waren de klachten noe heviger dan overal elders. Naarmate de geest van de gewijde oorlogen verkoelde, beoordeelde men met meer geslrentdieid de middelen, die aangewend werden om die verre expediliën le hernieuwen, vandaar de tegenkanting die deze gedwongen belasting alom ontmoette. Men noemde de gelden, die in den naam van den Heiligen Stoel geïnd werden, onderstandsaelden voor de Hongaren, en daar de Hongaren altijd behoelle hadden aan onderstand, werd de helling der tienden een toesiaml, die «Ie geestelijkheid en bel volk met toenenienden weerzin zich zagen bestendigen.

Intusschen werden de bezwaren der Duitschers lei-en commissarissen en de agenten van hel hol' van rome zoo heilig en zoo menigvuldig, dal de paus zich verplieln. achtte daarop te antwoorden. In zijn verweerscbritl, dat door iEueas Sylvius opgesteld werd, verklaarde bij dal Scanderberg en de koning van Hongarije herhaaldelijk aanzienlijken onderstand hadden onlvangen; dat men vloten uitgerust had u-en de mnzehnannen; dal men schepen en oorlogsbehoelten naar Rhodes, Cyprus en Mitylene uitgezonden had; kortom dat de door de geloovigen opgebrachte gelden slechts besteed waren voor de verdediging van liet gelool'eu de ebrisleiihrid. Calixtus hield niet op bij de clirislon vorsten aan te dringen

de wapens van Mahomed werden aan den paus gezonden als een zegeleeken van den gewijden oorlog en als een huid '

'1 'l n /l/quot;»!! i'it.l/kn rli-vii I......r-\ 1.» i • ■ *

aan

eer van


-ocr page 486-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

om zich mei licm le vereeni^en; hij poosde vooral de krijgszuchtige geesldrill van Erankrijk legen de Tnrken op te wekken. «Indien ik door de Franschen bijgestaan word,quot; zeidehij dikwerf, «zullen wij hel ras der ongeloovigen uitroeien.quot; Hij spaarde noch heden, noch helollen om Karei VII over le halen Hongarije hulp le bieden en de bolwerken van Europa le verdedigen. Hij zond hom de gouden roos, die de pausen op den vierden zondag van den vaste wijden en als een bewijs van hunne hoogachting en toegenegenheid aan de christen vorsten ten geschenke geven. Men ziel uil die voorkomendheden van den paus hoever de lijd verwijderd was, dal de opperhoofden der Kerk slechts in den naam van een vertoornden Hemel lol de monarchen spraken en, hen hunne overtredingen ouder hel oog brengende, hen aanmaanden, om hel kruis aan le nemen leneinde ze door den heiligen oorlog te boelen. Den kruistocht predikende waren de pausen niel meer de tolken van de heerschende gevoelens; hunne oproepingen waren geen wetten meer en de vorsten maakten ruimschoots gebruik van luiime bevoegdheid om niel te gehoorzamen. Karei VII, die steeds de aanslagen der Engel-schen te duchleu had, bleef' dool voor de herhaalde dringende beden van Calixlus. Tevergeefs verklaarde de dauphin, die sedert onder den naam van {„odewijk XI regeerde, en zich destijds aan het hof van Bourgondië ophield, zich openlijk voorden kruistocht en wilde hij zich in het koninkrijk eene partij vormen dooi' hel kruis aan le nemen, Frankrijk hleel vreemd aan den legen de ongeloovigen gepredikten oorlog en Karei vergenoegde zich met de helling der tienden in zijne Staten toe le slaan, onder uitdrukkelijke voorwaarde, dat hij toezichl zou uitoefenen over hel gebruik van die gelden.

Terwijl de paus de hulp van de christenheid inriep voor de Hongaren, was Hongarije ter prooi aan onlusten ontslaan door de erfopvolging van Ladislas, die in den veldslag van Varna gedood was. Calixlus wendde hel vaderlijk gezag van den Heiligen Stoel aan, om aan die tweedracht een einde te maken en Malhias Corvinus te beschermen, die lang in gevangenschap bad doorgebracht en eindelijk lot koning uitgeroepen werd van een land, dal de dapperheid van zijn vader gered had. Het gedrag van den paus was minder lofwaardig en vooral minder onbaatzuchtig toen de erfopvolging van Alpbonsus, koning van Napels, aanleiding gaf tol nieuwe oorlogen in Italië. l)e geschiedenis vermeldt, dal de opperherder in die omstandigheid de gevaren der christenheid vergal en hij de voor den gewijden oorlog hijeengebraebte gelden besteedde voor de verdediging eener zaak, welke niet die van den godsdienst was.^

Bij den dood van Calixlus 111 besteeg /Eneas Sylvius, de onvermoeibare redenaar van den kruistocht, den Stoel van den heiligen Petrus, onder den naam van Pius II. De driekroon scheen het loon le zijn van zijn ijver logen de Turken en alles deed verwaebten dal hij niets zou verzuimen om zelf de plannen uit te voeren, die hij gevormd had, en om onder do volken van de christenheid die krijgshallige geestdrift, die godsdienstige vaderlandsliefde le doen ontwaken, die in al zijne woorden doorstraalden.

Mahomed zette steeds den loop zijner overwinningen voort en zijne macht werd met den dag geduefiter. Hij hield zich toen bezig mei het onttroonen van af de Grieksche vorsten, die aan zijne eerste invalfen omkomen waren en wier zwakheid zich verborg onder de wijdscbe titels van keizer van Trehizonde, koning van Iberië, despoot van Morea. Al die vorsten, wien beluigingen van slaafsche onderwerping niets kostten om eenige dagen langer le regeeren of om slechts hun leven te redden, hadden zich kort na de inneming van Consfantinopcl gehaast gezanten aan den zegevierenden sultan le zenden om hem met zijne overwinningen geluk te wenschen. Tevreden over hunne nederige onderwerping, zag Mahomed in hen slechts een zeer gemakkelijk le verslinden prooi en vijanden die hij als hel hem goeddacht kon overwinnen. Het grootste deel dier vorsten onteerden, gedreven door afgunst en geest van tweedracht, de laatste dagen van eene heerschappij, die hun ontsnapte, door verraad, trouweloosheden en wreedheden van allerlei aard. Toen de muzelmannen de Grieksche provinciën binnendrongen, die met al misdaden van den burgeroorlog bezoedeld waren, en ze aan zich onderwierpen, zou men hebben kunnen gelooven, dat God zelf hen zond om Zijne verkrachte wetten te wreken en de bedreigingen Zijner gerechtigheid te vervullen. Mahomed achtte hel zelfs niel 'noodig zijne gefieefe strijdmacht in het veld te brengen tegen de bevreesde tirannen, die elkander eenige brokstukken van hel Grieksche rijk belwisften. Hij behoefde slechts een woord te spreken om Demetrius, despoot van Morea, en David, keizer van Trehizonde, van den troon te housen. Indien al de overblijvende leden van liet stamhuis der Comnenes op zijn bevel omgebracht werden gehoorzaamde de woeste veroveraar in die omslandigheid minder aan de vrees van een achlerdochfige slaalkundc dan aan zijne aangeboren bloeddorstigheid. Zeven jaren na de inneming van liyzantium voerde bij zijne jauilsaren in (ie I'eloponesus. Bij zijne nadering namen de vorsten van Aehaia de vlucht of zij werden zijne slaven; bijna geen tegenstand ontmoetende, nam hij mei uiiu-achling bezit van zijne gemakkelijke verovering. Hij zon op grootsche ondernemingen, en toen hij den standaard van de Halve maan op de puinhoopen van Sparta en Athene plantte, hield hij zijne blikken gevestigd op de zee van Sicilië en zocht hij een weg, die hem naar de kusten van Italië kon voerou.

De eerste zorg van l'ius 11 was de christenheid le waarschuwen voor de nieuwe gevaren, welke Europa dreigden. Hij schreef aan al de mogendheden van het Westen en belegde een al-gemeene vergadering le Mantua om le beraadslagen over de middelen lol stuiting der vorderingen van de Ottomaniien. De bul van den paus herinnerde den geloovigen, dal de Kerk van Jesus Christus menigmaal door den storm gebeukt was, maar dal Degene, die over de winden beveelt, steeds voor haar behoud waakte. «Mijne voorgangers,quot; zeidehij, «hebben aan de Turken te land en le water den oorlog verklaard; op ons rust thans de taak dien voort te zetten; wij zullen noch vermoeienissen, noch uitgaven ontzien voor zulk een nuttigen, rechtvaardigen en heiligen oorlog.quot;

Al de Staten der christenheid beloofden hunne gevolmachtigden naar Mantua le zullen zenden. Pius II begaf er zich zelf heen en verhief zich in zijne openingsrede mol klem tegen de onverschilligheid der vorsten en der souvereinen: hij toonde de Turken Bosnië en Griekenland vermeeslerende, gereed zich als een snel rondgrijpeiiden brand op Italië, Duitschland en al de landen van Europa le werpen. De paus verklaarde, dal hij Mantua niet zou verlaten alvorens de vorsten en de christpu Stalen hem bewijzen van verknochlheid aan de zaak der chris-lenheid gegeven hadden; hij betuigde eindelijk, dal bij, indien de christen mogendheden hem in den steek lieten, alleen den glorierijken worstelstrijd zou aanvaarden en de onafhankelijkheid van Europa en de Kerk verdedigende zou sterven.

De taal van Pius II was vol godsvrucht, en zijne godsvrucht vol vaderlandsliefde. Als Demosthenes en de Grieksche redenaars hel spreekgestoelte beklommen, om hunne medeburgers aan le sporen de vrijheid van Griekenland le verdedigen legen de aanslagen van Philippus of de aanvallen van den groolen koning, waren zij ongetwijfeld veel welsprekender, maar nimmer werden zij door heiliger bèlangen en edeler drijfveeren gedreven.

De kardinaal Bessarion, die in Griekenland geboren was, doch zich met de Kerk van Rome vereenigd had, nam na Pius II hel woord op en verklaarde dat hel geheele college der kardinalen met denzelfden ijver bezield was als de vader der geloovigen. De afgevaardigden van Rhodes, Cyprus, Kpirus, die van lllyrië, de Peloponesus en de andere gewesten, die door de Turken overweldigd waren, hingen voor hel concilie een droevig tafereel op van hel lijden der christenen ouder de overheersehing der muzelmannen. Maar de afgezanlon der groole mogendheden van Europa waren nog niel aangekomen, en dit uitblijven verried maar al te zeer de onverscbilliglieid der christen monarchen voor den kruistocht. De debatten, die vervolgens gevoerd werden over de aanspraken der stamhuizen van Anjou en Arragon op don troon van Napels, de redetwisten eindelijk over etiquette en voorrang, welke hel concilie verscheidene dagen bezighielden, bewezen dal de gemoederen niet genoeg getroffen waren door de gevaren van hel christelijk Europa en men lot geen bepaalden maatregel zou besluiten om ze af le wenden.

De paus stelde voor om ten behoeve van den kruistocht een tiende van de inkomsten der geestelijkheid, een twintigste van de joden, een dertigste van de vorsten en de leeken te hellen. Hij stelde le gelijker lijd voor om een leger van honderdduizend man aan le werven in de verschillende Stalen van Europa en het commando van dal leger loe le vertrouwen aan den keizer van Duitschland. Deze voorstellen moesten, om uitgevoerd le kunnen worden, door de souvereinen goedgekeurd worden en de meeste gezanten gaven slechts onbestemde beloften. Men hield een menigte bijeenkomsten; hel concilie duurde verscheidene maanden, doch de paus verliet Mantua zonder iels beslissends le hebben kunnen uitlokken. Hij keerde naar Rome terug, vanwaar hij opnieuw aan de christen vorsten schrecl, hen sinee-kende hem gezanten le zenden mei wie hij verder over den oorlog tegen de Turken kon beraadslagen.

Steeds vervuld met de gedachte om de christen wereld le verlossen en met den dag minder hoop voedende, bet Westen in beweging le zullen brengen, vatte hij het zonderlinge plan op zich tol Mahomed II zeiven le wenden en al de krachten van de redeneerkunde aan le wenden om den muzehnanscben vorst lol hel christendom le bekeeren. Zijn brief, die voor ons bewaard geblcveij is, is een volledige'verhandeling over de godgeleerdheid en de wijsbegeerte van die dagen. De paus slelt aan de belijders van den Islam hel gezag der proleten en der Kerkvaders, hel ongewijde gezag van Lucurgus en Solon tegenover. Daar hij vooral op de eerzucht vau den Ollomau-nischen keizer wilde werken, wees hij hem op hel voorbeeld


-ocr page 487-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

313

van den groolea Conslanlijn, die de heerschappij der wereld verkreeg door het doopsel lo ontvangen en zich te bekleeden met het gewijde toeken, door hetwelk hem gegeven werd te overwinnen. De sultan had slechts den God te erkennen van wien alle gezag voortkomt, en de Ahyssiniörs, de Arabieren, de mamelukken, de Perzen, al de volken van Azië zouden zich aan zijne heerschappij onderwerpen, en indien hij de tusschen-komst van het hol' van Rome noodig had om over hol Uostcn te regeeren, beloofde het opperhoold dor Kerk hem de hulp zijner gebeden en den steun der pauselijke souvereiniteit.

Do opperherder was in deze zonderlinge onderhandeling met Mahomed 11 niet gelukkiger dan niet de christen vorsten. Deze, die hij aanspoorde om hunne eigene Staten te verdedigen, antwoordden hem met ijdele betuigingen; Mahomed, wien hij in den naam van het christendoin de verovering der wereld aanbood, vergenoegde zich met liet antwoord; dal hij onschuldig was aan den duud van Jesus Christus en hij mei afschuw dacht aan deyenen, die Hem aan hel kruis gehecht hadden.

De Ottomannische keizer luid zich intusschen meestergemaakt van Bosnië, en den koning van dat ongelukkige land, die zich aan hem onderworpen had, onder Iblteringen ter dood doen brengen. Van een anderen kant verwoestten de Turken de grenzen van Illyrië en bedreigden zij Ragusa. De standaard der Halve Maan wapperde op al de eiianden van den Archipel en do Ionische zee. De gevaren van llalic en het christelijk Europa werden met den dag dreigender. De paus riep zijn consistorie bijeen en gal' daarin te kennen dat de tijd gekomen was om het voortdringen der Turken te stuiten en den gewijden oorlog te beginnen, dien hij gepredikt had. «De hertog van Bourgondië en de Venetiaansche republiek waren gereed hem in zijne onderneming bij te staan. Terwijl de Hongaren en de Dolen zich gereed maakten de Ottomannen aan den Dniester en den Donau te bevechten, zouden de bewoners van Epirus en de Albanezen tic vaan der vrijheid onder do Grieken verhellen; in Azië moesten de sultan van Caraaianië en de koning van Perzië dc Turken aanvallen en de vereenigde pogingen der christenen te hulp komen.quot; De paus verklaarde, dat hij besloten was zelf tegen de ongeloovigen op le trekken. «Als lie christen vorsten den Stedehouder van Jesus Christus aan den gewijden oorlog zagen deelnemen, zouden zij zich dan niet schamen werkeloos te blijven zitten? Gebukt onder den lasl der jaren en der gebrckkelijkheden had hij nog slechts kort te leven, hij ging een bijkans zekeren dood tegemoet, maar wat bekommerde hij zich over de plaats en het uur van zijn overlijden, mits hij slechts stierf voor de zaak van Jesus Christus en het heil der christenheid.

De kardinalen keurden liet besluit van Pius II eenparig goed. De paus hield zich nu van stonde af met de toebereidselen tot zijn vertrek bezig. Hij richtle een schrijven aan al tie geloovigen oln hen uit te noodigen hem in zijne voornemens behulpzaam te zijn. Na in die apostolische oproeping met levendige welsprekendheid de rampen en de gevaren der christelijke Kerk geschetst te hebben, drukte de paus zich volgenderwijze uit:

«.Uiize vaderen hebben Jerusalem en geheel Azië verloren; wij hebben Griekenland om een groot gedeelte van Europa verloren: de christenheid bestaat nog slechts in een hoek der wereld, in dal uiterste gevaar trekt, dc algemeene vader der geloovigen zelf den vijand te gemoel. Voorzeker, de oorlog voegt niet aan de zwakheid der grijsaards ol aan het karakter der opperherders, maar wie zou ons kunnen weerhouden als dc godsdienst op het punt is van le bezwijken? Men zal ons gedurende den strijd op den voorsteven van een schip of op een lioogen heuvel zien slaan, onzen zegen schenkende aan de soldaten van Jesus Christus, den God der legerscharen voor hen aanroepende. Zoo bad de aartsvader Moïses op den bergen verhiel hij zijne handen ten hemel, terwijl Israel tegen de volken streed, die God verworpen had. Wij zullen gevolgd worden door ouzo kardinalen en door een groot aantal bisschoppen ; wij zullen voorttrekken mei dc ontplooide vaan des kruises, met de reliquieën der heiligen, met Jesus Christus zeiven, in zijn altaargeheim. Welk christen zal weigeren den stedehouder van God te volgen, die met zijn gewijden senaat en hot geheele gevolg der Kerk Ier verdediging van den godsdienst en het menschdom ten strijde trekt?

«Welke oorlog was ooit reclitvaardiger en noodzakelijker? Dc Turken randen alles aan wat u het dierbaarste, wat der christelijke maatschappij het heiligste is. Indien gij menschen zijl, moet gij dan geen medelijden hebben met uwe medemen-schen? Indien gij christenen zijt, beveelt dc godsdienst u dan niet hulp le bieden aan uwe broeders. Indien het ongeluk van anderen u niet treft, denkt dan aan uw eigen veiligheid, helt medelijden met u zeiven. Gij acht u in zekerheid dewijl gij nog ver van het gevaar verwijderd zijt; morgen zal liet zwaatd boven uwe hoofden flikkeren. Indien gij geen hulp biedt aan degenen, die voor u staan, zullen degenen, die achter u staan, u insgelijks in het gevaar aan uw lot overlaten.

« Gevoelt gij u sterk genoeg om dc schande en de vernedering van een barbaarsche overheersching te dragen, blijft dan in uwe woningen, wacht er uwe vijanden in al; wacht er die nietswaardige Aziaten in af, die zelfs geen mannen meer zijn en de onbeschaamdheid hebben overal de volken van Europa te willen heerschen. Maar zoo gij een edel hart, een verheven geest, een edelmoedig karakter, een christelijk gemoed bezit, zult gij de vanen der Kerk volgen, zult gij ons onderstand zenden, zult gij het leger des Heeren bijstaan.

«God zal degenen zegenen, die ons hulp zullen bieden ; maar degenen, die onverschillig blijven, zullen geen deel hebben aan de schatten der goddelijke harmharlighcden. Mogen de boezen en de goddeloozen, die den openbaren vrede zullen verstoren, van God vervloekt zijn! moge dc Hemel al de geesels zijner gramschap op hen doen nederkomen! mogen zij in gestadigen angst verkceren en hun leven als aan een draad hangen! Noch macht, noch rijkdom zullen hen beveiligen; de scliicliten der wroeging zullen hen overal treilen; de vlammen van den afgrond zullen hun hart verteeren Iquot;

De opperherder richtte deze oproeping tot de vorsten, den adel en de volken van alle landen. Hij wees dc stad Ancoua cUiii nis (Ig verzamelplaats voor do kruisvaarders. Hij belooldc dc veigmenis der zondenstrallen aan allen, die gedurende zes maanden op eigen kosten dienen, of gedurende datzellde tijds-ver'oop een ol twee soldaten van het kruis onderhouden zonden, nij zeil had nioLs om in deze wereld te geven aan de cfeloovi^en, die deel zouden nemen aan den kruLsloclitj maar hij smeekte den Hemel al hunne schreden te leiden, hunne dagen te verlengen, hunne koninkrijken, hunne vorstendommen en hunne bezittingen te bewaren en te vermeerderen. Hij besloot zijn apostolische rede met de volgende bede tot God: «0 Gij die de harten en dc nieren proelt, het is U bekend, dat wij geen ander oogmerk hebben dan le strijden voor uwe gloiic en voor het heil der kudde, die ons is toevertrouwd. Wreek het christen bloed dat onder het zwaard der Turken stroomt en zich van alle kanten tol ü verheft! Sla een quot;iinstiquot;-oog op uw volk; bestuur ons iu den voor de zegepraal van uwe wel ondernomen oorlog! Geef dat Griekenland aan uw ceiedienst teruggegeven worde en geheel Europa uw naam moge verheerlijken.quot;

Deze pauselijke bul werd aan hel geheele Westen gezonden en openbaar in de kerken voorgelezen. De vergaderde geloovren slorllen tranen onder hel verhaal der rampen van de cbrislen-heid. In de Staten die het verst verwijderd waren van de invallen der Turken en lol zelfs in de landen van liet Noorden nam men hel kruis aan en greep men naar de wapens. Eenigen begaven zich naar Ancona, terwijl andoren zich in Hongarije bij het leger van Malhias Corvinus gingen voegen, dat trcrecd was om legen de Turken op te trekken.

De paus schreef aan den doge van Venetië, om hem uil te noodigen in persoon deel te nemen aan den oorlog, dien men tegen dc ongeloovigen ging voeren. Hij wees er hem op, dat de aanwezigheid van de vorsten in hel leger den soldaten vertrouwen en den vijanden schrik inboezemde. Daar de dorro op hoogen leeltijd was, herinnerde Pius II hem, dal ook zijne eigene haren door den tijd vergrijsd waren, dal de hertog van Bourgondië, die beloofd had met de kruisvaarders naar het Oosten te vertrekken, insgelijks hoogbejaard was. «Wij zullen met ons drieën grijsaards aan de spits van hel christen leger slaan,quot; voegde de Heilige Vader er bij; «God schept behagen in het getal drie, en de Drievuldigheid, die in den hemel is, zal niet in gebreke blijven deze drievuldigheid op de aarde le zegenen.quot;

De doge van Venetië had niet veel lust om aan die oproeping gehoor te geven, maar dewijl de Venetiaansche republiek met Mahomod 11 in oorlog was cn hel voor hem van veel belang was zijne belangen met die van den kruistocht ineen te smelten, zag hel hoofd der republiek zich gedwongen den paus van Rome le volgen. De hertog van Bourgondië echter maakte zich niet gereed om zich bij hel leger der kruisvaarders aan le sluiten. In zijne brieven licrinnerde de paus hem aan zijne plechtige gelolten. Hij verweel hem de menschen cn God zelvcn misleid le hebben; hij voegde er bij dat zijn woordbreuk do ganscho christeiiheid in rouw ging dompelen cn de gewijde onderneming kon doen mislukken. Philippus, wien Piïis 11 hel koninkrijk Jerusalem beloofd had, kon er niet toe besluiten om te ver-irekken uil vreezo van zijne Staten le zullen verliezen; hij vergenoegde zicli met twee duizend gewapenden aan bet leger der kruisvaarders te zenden. Hij vreesde de staatkunde van bodewijk XI, die, nog dauphin zijnde, de Turken wilde gaan bestrijden, en, den troon beklomnien hebbende, geen andere vijanden kende dan zijne naburen.

Na de goddelijke bescherming in de basiliek van do Heilige Apostelen afgesmeekt le hebben, verliet Pius II in do maand Juni 1 i64 de stad Rome. Door een sluipkoorls aangetast en vreezende, dat hel zieu van zijne gebrckkelijkheden de soldaten

40*


-ocr page 488-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

van lid kruis zou ontmoedigen, verborg liij zijn lijden on beval zijn geneeslieer aan omtrent zijne ziekte het stilzwijgen to bewaren. Langs zijn gebeelen weg stierde bet volk gebeden ten bemel voor bet welslagen zijner onderneming. De stad Ancona ontving licm in zegepraal en begroette hem als do bevrijder der christen wereld.

Een groot aantal kruisvaarders waren reeds in die slad aangekomen, maar meerendools zonder wapenen, zonder munitiën, en bijna naakt. De vurige vermaningou van don paus hadden de ridders on do baronnen dor christenheid koud gelaten. De armen en de lieden uit do geringste volksklasse schenen meer getroffen te zijn door de gevaren van Europa dan de rijken en de grooten der aarde. Hot gros der te Ancona bijeengekomen kruisvaarders geleek minder con logor dan een troop bedelaars en landloopers. lederen dag maakte do honger cn do ziekten slachtoffers onder bon. Pius II werd geroerd door hunne ellende; maar dewijl bij niet in hun onderhoud kon voorzien, behield hij dogenen die iu siaat waren hun ei^en uitgaven te bekostigen en zond de overigen mot de allaton der kruistochten naar huis.

Hot christen leger moest zich naar do kusten van Criekenland begeven en zich vcrconigon mot Scanderberg, die kort te voren de Ottomannen in de vlakte van Ochrides overwonnen had. Men had aigovaardigden gezonden aan de Hongaren, aan den koning van Cyprus, aan al de vijanden der Turken in Azië, zonder den koning van Perzië te vergeten, om hen te waarschuwen zich gereed te houden om don oorlog tegen Mahomed te beginnen.

De blikken van geheel Europa waren op de kleine stad Ancona gevestigd. Welk schouwspel, inderdaad, kon belangwekkender zijn voor de christenheid dan dat van den gomeonschappolijkon vader dor goloovigen, die de gevaren van den oorlog eu do zee trotseerde, om in verre gewesten de gehoonde menschheitl te gaan wreken, de boeien der christenen te verbreken en zijne kinderen in hunne benauwdheid te bezoeken? Ongelukkigerwijze beantwoordden de krachten van Pius II niet aan zijn ijver en vor-oorloolden zij hem niet zijn offer te volhrongen. De vloot was op hel punt van uit te zeilen, toen de koorts, die hem bij het verlaten van Rome reeds verteerde, door de vermoeienissen van de reis verergerd, een doodelijke ziekte werd. Zijn einde voelende naderen, riep hij zijne kardinalen aan zijne lijdenssponde. «Mijn uur is gekomen,quot; dus sprak de stervende tot hen, «God roept mij tol zich, ik storl in hot katholiek gclool, waarin ik geleefd heb. Ik bob tot op dezen dag alles gedaan wat in mijn vermogen was voor do schapen, die mij toevertrouwd waren. Ik heb noch vermoeienissen noch gevaren geschroomd. Ik heb mijn leven aangeboden voor het algomoeno welzijn. Ik kan niet voleindigen wat ik begonnen hen. De taak rust op u het work van God voort te zotten. Laat niet door uwe nalatigheid do zaak dos golools ton gronde gaan; want gij zijl in do Kerk geroepen om hulp te bieden wanneer zij die noodig

beert____quot; De paus besloot zijne toespraak, die wij bekorten,

door aan do kardinalen vergeving te vragen voor de zonden, die hij tegen God bedreven had en voor het ongelijk, dal hij luin had kunnen aangedaan hebben; vervolgens omhelsde hij allen weenende. Mol de oogen vol tranen en rondom zijn bod nederknielende vroegen de kardinalen hem om vergeving voor hunne misslagen. Na hun de christenen van het Oosten aanbevolen te hebben, stierf Pius II, en de laatste gedachten die hem op deze aarde bozig hielden, waren gericht op hot door de vijanden van Jesus Christus verdrukte Griekenland.

Paulus 11, die tot paus verkozen werd, verbond zich, nog staande het conclaaf, om het voorbeeld van zijn voorganger to volgen. Maar roods waren de door Piusll bijeengobracblo kruisvaarders naar hunne haardsteden teruggekeerd. Do Veneliërs, die alleen gebleven waren, brachten den oorlog in den Polo-ponesus over, zonder groole voordeelen op de Turken te behalen. Zij plunderden bet land uit, dal zij gingen bevrijden, cn de opmerkelijkste van hunne krijgsverrichtingen was de plundering van Athene. De Grieken van hot kanton Lacedemonië en van eenige andere sleden, die, in het vertrouwen op bijstand, don standaard der vrijheid ontrold hadden, waren niet bestand togen de janitsaren, en vielen als slachtoffers van hunne ver-knochlheia aan de zaak van den godsdienst en hot vaderland. Scanderberg, wiens hoofdstad door de Turken belegerd werd, kwam toen zelfden bijstand des pausen inroepen. Iioor Paulus II in hot bijzijn dei' kardinalen ontvangen, verklaarde hij voor hel heilig college, dat in bet Oosten alleen Epirus, en in Epirus alleen zijn klein leger nog streed voor de zaak dor christenen. Hij voegde er bij, dat, indien hij het onderspit dolf, er niemand zou overblijven om den Turken den weg naar Italië te betwisten. Paulus II prees den heldenmoed van Scanderberg en gaf hem een door hem gewijd zwaard ion geschenke. Hij schreef tevens aan de vorsten der christenheid om bon aan te sporen Albanië hulp te verlecnen. In een aan den hertog van Rourgondië gericht schrijven, beklaagde Paulus 11 het lol der volken van Griekenland, die door de Barbaren uil hun vaderland verdreven waren; hij scbilderdo de ballingschap en de ellende dor Grieksche gezinnen, een schuilplaats komende zoeken in Italië, van honger omkomende, bijna naakt aan de kusten der zee opeengepakt levende, do handen ten bemel verheffende en do christenen, hunne broeders, smeokende, ben bij te slaan of hen te wreken. Het opperhoofd dor Kerk wees op alles wal zijne voorgangers gedaan hadden, op alles wat bij zelf gedaan bad om zulke groote rampen te voorkomen. Hij beschuldigde do onverschilligheid der vorsten en der volken; hij bedreigde geheel Europa mot dezellde onheilen, indien hel zich niet haastte do wapens togen de Turken op te nomen. De vermaningen van den paus bleven zonder uitwerking; slechts eenige sommen gelds, die hij van den Heiligen Stoel bekomen had, medenemende, keerde Scanderberg naar zijn door de Ottomannen verwoest land terug, en korten tijd na zijn terugkeer sliert hij te Lissa, overdekt met roem, maar wanhopende aan de edele zaak, voor welke hij zijn geheele leven lang gestreden bad.

Zoodanig was destijds de invloed van een groot man, dat onder zijne vanen de Grieken, sedert zoo langen tijd reeds geheel verbasterd, aan de schoonste dagen van den militairen roem van Griekenland herinnerden: twintig jaar lang had de kleine provincie Albanië aan al de strijdkrachten van liet Ollo-manmsche rijk weerstand geboden, lie dood van Scanderberg vervulde do harten zijner strijdmakkers met bange voorgevoelens. uSncil toe, dappere Albaneezen,quot; riepen zij uil op de openbare pleinen, «verdubbell van moed, wanl de wallen van Epinin en Macedonië zijn thans tol gruis vervallen.quot; Deze woorden waren te gelijk de lijkrede van oen held en die van zijn geheele volk. Er waren tor nauwernood twee jaren verloopen of de meeste steden van Epirus waren in de macht der Turken gevallen; en gelijk Scanderberg hel zelf aan den opperherder van Rome aangekondigd had, er bloven geen kaïnpvochlers van Josus Christus meer over ten oosten van de Adriatische zee.

Al de ondernemingen togen de ongeloovigeu bepaalden zich voortaan tot eenige krijgstochten lor zee van de Veneliërs cn de ridders van Rhodes. Doze expeditiën waren echter niet bij machte hot voorldringen der Ottomannen te stuiten. Mahomed zon nog altijd op een inval in Duitschland en Italië. Vast besloten om een laatsten slag aan zijne vijanden toe te brengen, wilde hij, naar hel voorbeeld dor Roorasche Opperherders, hot vertoon van den godsdienst te baat nemen om de geestdrift en den heldenmoed der muzelmannen op te wekken. Tijdens een groote plechtigheid zwoor Mahomed 11, in tegenwoordigheid van den divan en den mufti, dal hij aan alle genoegens verzaakte en nooit zijn gelaat van hel Westen naar hel Oosten zoa omwenden, wanneer hij niet de goden der natiën, die goden van hout, metaal, zilver, goud cn verf, die de volgelingen van Christus met hunne handen 'voor zich vervaardigden, omverwierp en onder de hoeven zijner paarden vertrad. Hij zwoor de ongerechtigheid der christenen van de aarde te zullen verdelgen en van hel Oosten lot hel Westen de glorie van den God van Sabaoth en Mahomed te zullen verkondigen. iSa die dreigende verklaring noodigde do Turksche keizer al de besneden volken uit, die naar zijne wellen leefden, zich tot hem te begeven om aan liet voorscbrill van God en diens profeet te gehoorzamen.

De eed van Mahomed werd in alle moskeeën van het rijk op liet uur van hel gebed afgelezen. Van alle kanten kon men de Ottomannische krijgers naar Constantinopel zien snellen. Reeds verwoestte een leger van den sultan Croalië en Krain; weldra liep een geduchte viool het kanaal uil en kwam het eiland Euboa of Negropont belegeren, door de Euripus van de stad Athene gescheiden, welke do Turksche geschiedschrijvers de stad of hel vaderland der wijsgeeren noemen. Uij hel eerste bericht van het gevaar had de paus in de slad Rome openbare gebeden bevolen. Hij zelf ging, blootvoets, in processie voor het beeld dor H. Maagd uit; maar do Hemel, zegt ecu gewijd schrijver, bleef doof voor de gebeden der christenen. Negropont viel In de macht dor Turken; de geheele bevolking van het eiland word omgebracht ol in slavernij weggevoerd. Een groot aantal dergenen, die hun vaderland met moed hadden verdedigd, stierven onder martelingen. De paus maakte in Europa die gruweldaden van de Ottomannisclie barbaarsebbeid bekend en al de christen natiën werden door schrik en afgrijzen bevangen.

In verband met de laatste overwinningen der Turken bad Duitscldand een ophanden inval te duchten en zagen de kusten van Italië zich bedreigd. Kardinaal Ressarion richtte eene wol-sprekende oproeping tol do Italianen en bezwoer hen zich tegen den gemeenschappelijken vijand te voreenigen. De paus stelde al bot mogelijke in liet werk om de oueenigheden in der minne te doen bijleggen en het gelukte hem een bond tot stand te brengen tusschen Ferdinand, koning van Sicilië, Galeas, hertog van Milaan, en de republiek van Venetië. Zijne legaten gingen don bijstand inroepen der koningen van K.ngeland en Frankrijk. Op zijn dringend verzoek riep do keizer Frederik III een rijksdag bijeen, eerst te Regensburg en daarna te Neurenberg, waarin de afgevaardigden van Venetië, Sienna en Napels, die van


-ocr page 489-

815

Hongarije en Krain verschenen, die een ijzingwekkend verhaal deden van de door de Ottomannen gepleegde gruwelen en met de levendigste kleuren de onheilen schilderden, die Europa bedreigden. In dio heide vergaderingen werden verscheidene besluiten omtrent den oorlog tegen de muzelmannen genomen; maar geen enkel kwam tol uitvoering. Zoodanig was de algemeene verblindheid, dat noch de oproepingen van den paus, noch de schrikbarende vorderingen der Turken den ijver der vorsten en dor volken konden opwekken. De kronijken van dien tijd spreken van verscheidene wonderwerken, door welke God Zijne almacht in die ongelukkige dagen toonde; maar zonder tegenspraak was het grootste mirakel der Voorzienigheid, dat Italië en Dintschland niet in de macht dor Ottomannen vielen, toen zich niemand opdeed om ze te verdedigen.

Na den dood van l'aulus 11, die geen gunstig gevolg van zijne predikingen en zijne bemoeiingen mocht beleven, verzuimde zijn opvolger, Sixtus IV, niets voor de verdediging der christenheid. Nauwelijks had hij den pauselijken troon beklommen, ol' hij vaardigde naar verschillende Staten van Europa kardinalen at' om den vrede tusschen de christenen en den oorlog tegen de Turken te prediken. Oe legaten hadden in bijzonderen last do helling der tienden voor den kruistocht te bespoedigen. Zij waren gemachtigd de excommunicatie uit te spreken over degenen, die zich tegen de belasting zouden verzetten ol' er de opbrengst van zouden verduisteren. Deze gestrengheid, welke iu Engeland en vooral in Duitschland onlusten verwekte, bereikte in andere landen haar doel en verschai'te aan den opperherder de middelen om den oorlog voor te bereiden. Maar geen een der vorsten van het Westen nam de wapens op; en do christenheid zag zich nog steeds aan het dreigendste gevaar blootgesteld, toen de Ibrtuin het uit het hart van Aziö eene hulp toezond, welke het niet verwacht had.

Van al de mogendheden, die beloold hadden de Ottomannen te bestrijden, was de eenige die zijne belofte gestand deed de koning van Pcrzië, wion Calixlus 111 een missionaris gezonden had, en die zich tot getrouwe bondgenoot der christenen had verklaard. In zijn antwoord zwaaide do koning van Pcrzië aan den paus den grootsten lol toe, moedigde hom aan in zijn voornemen om Mahomed 11 aan te vallen eu doelde hem mede, dat hij zeil do vijandelijkheden ging openen. Toen men te Rome zijn brief ontving, trokken zijne troepen in Armenië voort eu reeds waren verscheidene Oltomaunische steden m tie inachl, der Perzen gevallen. Mahomed zag zich verplicht zijne veroveringsplannen aan de zijde van Europa op te geven ol' uit te stellen oai met het grootste gedeelte der troepen van zijn rijk zijne nieuwe vijanden tegemoet le trekken.

Men zou van die krachtige afleiding der Perzen gebruik liohbon kunnen maken; maar de Venetiërs, de koning van Napels en de paus stonden alleen in den oorlog tegen de Ottomannen. De paus had vier en twintig galeien doen bouwen met de opbrengst der tienden, die voor den kruistocht geheven waren. Deze vloot, die onder het commando stond van kardinaal GaralVa, sloot zich, na door Sixtus IV gezegend te zijn, hij die van Venetië en Napels aan en bezocht de kusten vaii loni'ë en l'nmpliylië, angst verspreidende in al de zeesteden dor OUomannen. De Venetiërs bleven niet in gebreke de christen vloot legen de steden aan te voeren, wier rijkdom en handel hun een doorn in hel oog waren. Satalia eh Smyrna zagen zich aan al de ijselijkheden van den oorlog prijsgegeven: de eerste, die aan do kusten van Pampliylië lag, was de stapelplaats der voorl-hrengselcn en koopwaren uit Indië en Arabic. i»e tweede, die aan de Ionische zee lag, bezat rijke fabrieken en een bloeienden handel. De christen soldaten bedreven ui die beide steden al de bnilensponglieden, die zij tol dusverre aan de Turken verwelen hadden. Na dien zeeschuimersloelit keerde de viool naar de havens van Italic terug, en de kardinaal Caralla hield een zegevierenden imoclit in Rome, gevolgd door vijl' en twintig op prachtige paarden gezeten gevangenen en door twaalf kameelen, beladen met den bint van den vijand. De op do muzelmannen veroverde vaandels en de keten der haven van Satalia werden plechtig aan de poort en de gewelven van het Vaticaan opgehangen.

Terwijl men in Rome die geringe op de ongeloovigen behaalde voordooien vierde, bracht Mahomed aan zijne vijanden geducble slagen toe, en toen hij in Constanlinopel terugkeerde, bad hij de legerbenden van den koning van Perzië vernietigd. Wat den Tnrkschen keizer een onmeetlijk voordeel gat boven de mogendheden, die de wapens tegen hem opnamen, was, dal deze hel bijna nooit met elkander eens waren, noch omlrent de verdediging, noch omtrent den aanval. Het duurde niet lang of er ontstond wederom tweedracht tusschen . christen vorsten en vooral tusschen de Staten van Italië, h. paus zelf vergal den geest des vredes en der eendracht, dien bij gepredikt had, hij vergat den gowijden oorlog; en Venetië, alleen gebleven in den worstelstrijd tegen de Ottomannen, zag zich gedwongen Mahomed om den vrede le verzoeken.

De Ottomannen benuttigden zoowel den vrede als den oorlog om hunne macht uit le breiden. Er restte niets meer van do luttele overblijfselen van Griekenland. Venetië had het grootste deel zijner bezittingen in den Archipel en in Griekenland verloren; Genua verloor eindelijk de rijke kolonie Kalï'a in de Krim. Van al de veroveringen dor kruislocbten hadden de chrislenon slechts het koninkrijk Cyprus en het eiland Rhodes overgehouden.

Gedurende meer dan eene eeuw hadden de koningen van Cyprus den bijstand van het Westen ingeroepen en mol eenig gunstig gevolg do muzelmannen en vooral de mamelukken van Egypte bestreden. De zeeplaatsen van Italië beschermden pen koninkrijk, waarvan de handel en de scheepvaart groolo voor-deelen trokken. Voortdurend leenden uil Europa gekomen krijgers het den steun hunner wapenen. Weinige jaren na de inneming van Constanlinopel zien wij Jacques Coeur, die in het bezit zijner goederen hersteld was, zich op het eiland Cyprus vestigen en zijn vermogen en zijn loven wijden aan de verdediging der christenen van bet Oosten. Na zijn dood las men in eene kerk van Bourges, die hij gesticht bad, bel volgende opschrift: De heer Jticqucs Coeur, Icapilein-generaal dei' Keii; legen de ongeloovigen.

Na langen tijd aan de muzelmannen weerstand geboden le hebben, werd hel koninkrijk Cyprus eindelijk hel scbouwlooneel en do prooi der omwentelingen. In zekeren zin aan zijn lol overgelaten door de christen machten, dio verplicht waren zich zelve tegen de Turken te verdedigen, had het zich onder de bescherming der mamelukken van Egypte gesteld. In lijden van binnenlandscbe beroerten namen de ontevredenen de wijk naar Cairo en deden zich beschermen door eeue macht, dio er groot belang bij bad do tweedracht te onderhouden. Het stamhuis van Eusignan was op bel punt van uil te sterven, toen oen prinses, de eenige afstammeling van verscheidene koningen, eerst oen Portugeeschen prins, daarna Lodewijk, graaf van Savooie, huwde. Maar de sultan van Cairo eu Mahomed 11 wilden niet dulden, dat een Latijnsche vorst de kroon van Cyprus droeg, en lielen een natuurlijken zoon van dou laalsten koning verkiezen. Jacobus, die door zijn onwettige geboorte geen recht op den troon had en hel land door zijne eerzuchtige woelingen verontrust bad, werd in de stad Cairo lot koning gekroond, onder de bescherming en in tegenwoor digbeid der mamelukken. Wal de ergernis van deze kroning nog vermeerderde, was dat de nieuwe koning trouw zwoer aan den sullan van Egypte en op zich nam vijfduizend gouden kronen te betalen voor liet onderhoud van al de moskeeën van Mecca en Jerusalem. Op het Evangelie zwoer bij deze belofte le zullen houden, en zulks op verlangen van de mamelukken in de volgende bewoordingen: «Indien ik mijn woord broek, zal ik een apostaat en oen meineedige zijn, zal ik het bestaan van Jesus Cbristus en de maagdelijkheid Zijner moeder loochenen, zal ik eon kameel dooden op bel doopbekken eu bet priesterschap vloeken.quot; Dit waren de woorden, welke de zucht om te regeeren een vorst in den mond gaf, die een koninkrijk ging beslureii, dat door soldaten van Jesus Christus gesticht werd. Hij stierf kort nadat hij bel opperbestuur in banden genomen had. Zijn volk bad reden om te gelooven, dat de dagen zijner regeering en zijns levens door de goddelijke rechtvaardigheid verkort waren.

Catbarina Cornaro, de weduwe van Jacobus, die tol een aanzienlijk Venetiaansch geslacht behoorde, was de erfgename der kroon van Cyprus. Daar de Veneliaansche republiek geen enkele gelegenheid liet ontsnappen om hare bezittingen in bet Oosten le vermeerderen, overreedden hare gezanten de nieuwe koningin naar Italië te gaan, en het mocht de senaat eu den doge hier gelukken haar te bewegen al hare rechten op bel eiland Cyprus aan Venetië af' te staan. Eenmaal in het bezit van het door bel geslacht der Lnsiguaus gestichte koninkrijk, wisl do republiek er zicb nog bijkans eene eeuw legen de aanvallen der Ottomanwen en der mamelukken staande te houden.

Nog veel meer dan bet koninkrijk Cyprus trok hel eiland Rhodes destijds de blikken der christen wereld lol zich. Dit eiland, hetwelk door de ridders van St. Jan verdedigd werd, bield in de geloovigeu de herinnering aan het heilige land levendig en schraagde huil hoop van nog eenmaal den slandaaid van Jesus Cbristus op tie muren van Jerusalem le zien wapperen. Voorldurend snelde de bloem der krijgshaftige jongelingschap uil alle ooi den van bel Westen toe en deed in zekeren zin het vuur, de onversaagdheid en de heldenfeiten der eerste kruis tochten herleven. Getrouw aan bare eeuwenoude instelling, beschermde de orde der Hospitaalridders steeds de pelgrims, die zich naar Palestina begaven en verdedigde zij de christen vaartuigen tegen de aanvallen der Turken, der mamelukken en der zeeroovers. Reeds kort na zijne troonsbeklimming had Mahomed II den grootmeester, Joannes van Lastic, opgevorderd, hem als zijn souverein een cijns te betalen; deze zond hem bet volgende korte antwoord: «Wij hebben de souvereinileit van Rhodes slechts le danken aan God en aan onze zwaarden. Hel is onze plicht de vijanden te zijn der Ottomannen en nicl hunne cijnsplichligen.quot;


-ocr page 490-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

316

Nadat Mahomed de Perzen overwonnen had, was hij in Constantinopel teruggekeerd, vervuld mol nieuwe veroveringsplannen jegens Europa, met nieuwen wrok tegen de christenen, en zijn gelieoie rijk maakte zich gereed zijne heerschzucht en zijn toorn te dienen. Hadden de Turken lot dusverre met hunne invallen in hel Westen getalmd, dan was dit alleen daaraan toe te schrijven, dal het verschil van godsdienst en zeden huu alle gemeenschap met de christen nalièn holelte en zij len eene-male onbekend waren met den toesland en de gezindheid der christenheid, mei de strijdkrachten, die men hun kon tegenover stellen en zells met den weg, dien zij moesten volgen. Zij leerden de grenzen van Europa kennen, bestudeerden de kusten, loerden op do gunstige oogenhlikken en zwierven gelijk aan den leeuw der H. Schriltuur, hunne prooi zoekende, voori-durend rond. Zij schoven steeds hunue voorposten vooruit en naderden met behoedzaamheid hel land, dal zij wilden veroveren, evenals een vijandelijk leger tegen eene stad optrekl, die hel wil belegeren. Door dikwerf herhaalde strooptochten verspreidden zij schrik onder dc volken, die zij voornemens waren aan le vallen, en door hunne aangerichlo verwoestingen verzwakten zij de verdedigingsmiddelen hunner vijanden. Mahomed had zich eerst meester gemaakt van Negroponl en Scutari, om in de zeeën van den Archipel en in de zee van Sicilië en Napels de heerschappij te kunnen voeren. Van eeu anderen kant hadden verscheidenen zijner legerbenden zich naar den Doium begeven, oin zich de wegen naar Duilsehlaiul le banen, en er waren zell's Ottomannische troepen, alles le vuur en le zwaard verwoestende, lol in Friuli doorgedrongen, om de Venetiaansche republiek vrees aan te jagen en de toegangen lui llahe le

verkennen. ...........

Toen alles voor de uitvoering zijner vrecselijke plannen gereed was, besloot de Ollomannische heerscher de clirislenheid op verscheidene punten le gelijk aan le vallen. Ken aanzieiilijk leger zelle zich in beweging om Hongarije en al de aan den Donau grenzende gewesten le overweldigen. Twee violen, met een groole troepenmacht bemand, werden algezonden, de eeue legen tie ridders van Rhodes, wier dapperheid Mahomed vreesde, de andere legen de kusten van Napels, wier verovering de wegen naar Rome en zuidelijk Italiö ontsloot. In zulk eeu dringeno gevaar rustte de hoop der Duilsehers en zell's van een deel der Ualiaansche Slaleu op de Hongaren. De koning van Hongarije! werd destijds beschouwd als de bewaker der greuzen van Europa, en om altijd ia slaat le wezen de Turken te bestrijden ontving hij alle jaren geldelijken onderslaud van de republiek van Veneliü en van den keizer van Dniisehland. De paus voegde bij dien onderstand een deel van de opbrengst der tienden voor den kruistocht; de legaten van den Heiligen Stoel hadden in last allalen aan de krijgers van Hongarije te verleenen en de volken van dat gewest voortdurend aan te sporen legen de vijanden der christenen de wapens te voeren.

Mathias Corviuus, zoon van Hiiniades, regeerde destijds over Hongarije. Door zijn dapperheid herinnerde bij aan zijn vader en hij overlrol' dezen door zijne geleerdheid. Omgeven door bijna barbaarsche volken sprak hij verscheidene talen. De herinnering aan dezen koning, die een even grout krijgskundige als diplomaat en wetgever was, is nog steeds bij de Hongaren levendig en in eere; zij roemen vooral zijne spreekwoordelijk geworden rechtvaardigheid en men hoort hen menigmaal zeggen: «Toen wij onzen koning Mathias Corvinus verloren, hebben wij de gerechtigheid verloren.quot;

Bij de nadering van het Ottomannische leger greep geheel Hongarije naar de wapens. Hel christen leger ontmuetle de Turken in Trausylvanië en leverde hun slag; de overwinning verklaarde zich voor de christenen, die in een enkel gevecht het vijandelijke leger verdelgden. De kronijken van dien tijd zijn karig in de bijzonderheden van dieu onlzellenden slag, maar des te breedvoeriger in bel schetsen der vreugdebedrijven van de overwinnaars na hun zegepraal. Hel gansche zegevierende leger nam deel aan een feestmaal bereid op hel mei lijken en gewonden bedekte en nog van bloed rookende slagveld. Aanvoerders en soldaten mengden hunne vreugdeliederen met de kreten der gekwetsten en der stervenden, en voerden in de bedwelming van hel feest en de overwinning barbaarsche dansen uit op de verminkte lichamen hunner vijanden.

De oorlog tusschen de christenen en de Turken werd mei den daquot;- wreeder en bood nog slechts tooneelen van barbaarscldieid enDmoordzucht aan. De bedreigingen van Mahomed, hel zoo in vredes-als in oorlogstijd voortdurend geschonden volkenrecht en het terdoodbrengen onder gruwzame folteringen van verscheidene duizenden christenen, omdat zij hun vaderland en hun godsdienst verdedigd hadden, twintig jaren van gevechten, gevaren en tegenspoeden hadden den baal in hel hart der soldalen van hel kruis opgewekt; do wraakzucht maakte hen soms e\en bloeddorstig als hunne vijanden, en in hunne zegepralen vergalen zij soms maar al le dikwijls dat zij voor de zaak van het Evangelie streden.

Terwijl de Turken een bloedige nederlaag aan den Donau leden, ontmoette de vloot van Mahomed, die tegen hel eiland Rhodes afgezonden was, in de ridders van Sint Jan vijanden, die niet minder stoutmoedig eu geducht waren dan de Hongaren. Do paeha, die deze expeditie aanvoerde, behoorde tot hel keizerlijke stamhuis der 1'aleologussen, wier ootmoedige beden zoo dikwerf den bijstand van het christelijk Europa afgemeekt hadden. Na de inneming van Byzantium omhelsde hij den muzelinanscheu godsdienst, en was er slechts op bedacht om Mahomed naar zijn beste vermogen behulpzaam le wezen in hel volvoeren van diens voornemen om hel ras der christenen in hol Oosten uil le roeien.

Verscheidene geschiedschrijvers hebben zeer uitvoerig de bij-zonderheden van hel beleg van Rhodes verhaald, en wij maken van deze gelegenheid gebruik om een grove onreehlvaardigheid le herstellen, jegens een der schrijvers, die ons voorafgegaan zijn, gepleegd. Een woord aan den abbé de Vertol ontsnapt: «mijne belegering is voltooidquot; eu waarmede de kritiek zich legen hem gewapend heeft, is genoegzaam geweest om hem hel schoonste loon van den arbeid eens geschiedschrijvers le ontrooven, den naam van waarheidlievend. Na met groole zorgvuldigheid de historische gedenkstukken geraadpleegd te hebben, die ons resten en waarnaar de schrijver der Geschiedenis van de Alal-Iheserridders de belegering van Rhodes le boek gesteld heeft, brengen wij welgemeende hulde aan de nauwkeurigheid zijner mededeelingen en vreezen niet er onze lezers naar lo verwijzen. In die sierlijk geschreven geschiedenis moet men de heldliaflige standvastigheid van d'Aubusson, den grootmeester der orde van Sint-Jan, en de greuzenlooze onversaagdheid bewonderen zijner ridders, zich le midden der puinhoopen verdedigende Legen hun-derd duizend Otlomannen gewapend met alios wal er op het gebied der belegenngskunde in de laatste jaren was uitgevonden. Bij do nadering der Turken had de grootmeester van Rhodes de gewapende hulp der christen vorsten ingeroepen; maar al de hulp, die men hem toezond, bestond in viei Napolitaansche en Genueesche schepen, die eerst na de opheffing van het beleg aankwamen, en eenige sommen golds, de opbrengst van een jubilee, dal de paus op uitnoodiging van Bodewijk XI had uitgeschreven. Volgens de oude overleveringen werd de verdediging van Rhodes gekenmerkt door wonderwerken, die aan tie lijden der eerste kruistochten herinnerden; do Turken zagen in de lucht een in hel wil gekleetle maagd en de rijen der hemelsche strijdmacht, die de belegerde stad le hulp kwamen; de Otto-maiinischo gevangenen schreven aan die verscliijning lunino nederlaag toe, en in zijn aan keizer Fretlerik gericht verslag maakt Peter d'Aubusson gewag van de door de ongeloovigen bevestigde wonderen.

Do derde expeditie van Mahomed en de gewiclitigste voor zijne veroveringsplannen, was die, welke legen hel koninkrijk Napels gericht was. De Olluinannische vloot zelle kuers naar Olranto en liet hel anker voor die stad vallen. Na een beleg van eenige dagen werd zij stormerderhand genomen, uitgeplunderd en hare bevolking; vermoord ol in slavernij weggevoerd. De aartsbisschop van Otranle werd, naar hol verhaal van een kronijkschrijver, met een houten zaag in tweeën gezaagd en achlhonderd burgers stierven liever den marteldood dan dal zij aan hun godsdienst verzaakten. Deze strafoefening werd voltrokken in een vallei, welke sedert de Vallei der Martelaars genoemd wordt. Deze inval der Turken, welke men niet verwacht had, verspreidde groole onlstollenis Tluur geheel Italië. Bonlini vermeldt, dal do paus een oogenblik in beraad stond de stad der apostelen le verlaten en aan gene zijde der Alpen een wijkplaats in Frankrijk le gaan zoeken.

Hel is waarschijnlijk, dal indien Mahomed al zijne strijdkrachten legen hel koninkrijk Napels had vereenigd, hij zijne veroveringen lol Rome had kunnen uitstrekken. Maar tie vernietiging van zijn leger in Hongarije en de nederlaag zijner beste troepen voor de stad Rhodes moesten hem de volvoering zijner plannen doen verdagen. Van zijn eersten schrik bekomen, riep Sixtus IV den bijstand der chrisie'nlieid in. De opperliertler wendde zich lol alle geestelijke en wereldlijke machten, lol do christenen van alle standen; hij bezwoer hen bij de barmhartigheid en het lijden van Jesus Ciirislus, bij hel laatste oordeel, waar een ieder naar zijne werken gerecht zou worden, hij de beloften van hel doopsel, bij de aan de Kerk verschuldigde gehour-zaamheid, onder elkander, ten minste gedurende drie jaren, de lie de, den vrede en de eendracht le bewaren. Hij zond overal legaten heen om door hunne bemiddeling aan de onlusten en de oorlogen een einde te maken. De legaten hadden in last om mol genialigdheid en met beleid le werk te gaan; om langs den weg der overtuiging de volken en de koningen tel den waren geest van hel Evangelie terug le brengen en in hunne vredelievende zending le gelijken op de dull die, den olijftak des vretles dragende, in de ark wederkeerde. Ten einde de vorsten door zijn voorbeeld aan le moedigen zond de paus de galeien, die hij bestemd had om hel eiland Rhodes hulp le


-ocr page 491-

GESCHIEDENIS OER KRUISTOCHTEN.

317

gaan bieden, naar de kusten van Napels. Hij sclireel tegelijkertijd openbare gebeden uit, en om de zegeningen des Hemels over de wapens der christenen af te doen dalen en de godsvrucht der goloovigen op te wekken, gelastte hij dat het octaaf van allo Heiligen, te beginnen met het jaar 1480, dal hij in zijne bul liet Octaaf van de eeuw noemde, ia de Algemeene Kerk zou gevierd worden.

Vóór de inname van Otrante was Italië meer verdeeld dan ooit. De nijd der partijschappen, de vijandschap welke de afgunst verwekte, hadden de gemoederen zoodanig op hol gebracht, dat verscheidene Staten, verscheidene burgers in een inval der Turken slechts den ondergang zagen van een naburigen Staal ol een gehaatle tegenpartij. Venetië werd zelfs beschuldigd do Ottomaniiische troepen in het koninkrijk Napels gelokt te hebben. Hot moet evenwel gezegd worden, dal de aanwezigheid van het gevaar en vooral hel verhaal der dooi' de overwinnaars van Otrante gepleegde wreedheden in aller harten edelmoedige gevoelens opwekten.

Sixtus IV wilde van die gesteldheid der gemoederen gebruik maken en belegde te Rome een plechtige vergadering, welke door de ambassadeurs der koningen en dor voornaamsle Staten van de christenheid werd bijgewoond. Er werd in die vergadering na een breedvoerige gedachlenwisseling bet volgende vastgesteld en dooi' de betrokken partijen met hun haudteekening hekrachligd: de koning van Frankrijk zou troepen togen de Turken uitzenden, de paus drie sciiepcn en de koning van Napels veertig schepen uitrusten; de koning van Hongarije beloofde vijftig duizend gouden ducalen, do herlog van Milaan dertig duizend ducalen, Genua vijf schepen, Florence twinlig duizend ducalen, de herlog van Ferrara vier schepen. Henna helzclfde aantal, Lueca een, de markies van Mantua een, liologne twee. Tijdens dezelfde vergadering maakte men nog andere tractaten op, tot welke de meeste Stalen van Europa loelraden; men stelde daarenboven eene boete van twinlig duizend zilveren marken vast legen degenen, die hunne verbintenis niet zouden nakomen.

Deze strafbepaling, welke men als een waarborg der tractaten in het leven riep, bewees genoegzaam, dal het den meeslen (diristen Staten aan ijver en vooral aan volharding ontbrak in hunne ondernemingen legen de muzelmannen, en het niet lang zon duren of zij zouden alles vergeten wat zij beloofd hadden. Andere belangen, andere zorgen hielden Duitschland, Frankrijk en Engeland bezig. De legaten werden overal met eerbied onlvangen, maar zij vermochten geen einde te maken aan den tusschen de Engelsehen en de Schotten onlstanen oorlog of de kiemen weg te nemen van een steeds dreigende vredebreuk tusschen Lodewijk X.1 en keizer Maximiliaan. Op een huilen-gewoon bijeengeroepen rijksdag hield men, als gewoonlijk, hartroerende redevoeringen over de rampen die hel christelijk Europa bedreigden, maar men greep niet naar de wapens.

Wel is waar, de binnen Otrante verschanste Otlomannen bezaten geen troepen genoeg om verder in Italië door te dringen; maar zij konden iedoren dag versterkingen ontvangen. Na drie legers gelicht te hebben, bracht de Turksche keizer een vierde iu Rylhynië op de been, om bel, naar omstandigheden, tegen de mamelukken van Kgypte of tegen de christenen van hel Westen aan te voeren. Hoewel de cbrislonheid van deze toebereidselen kennis droeg, keerden de vorsten en de volken, die zich niet bedreigd achllon, tol hunne verdeeldheden en hunne twisten terug. Zij hadden, kortom, liet heil der christen wereld aan de zorgen der Voorzienigheid overgelaten, toen men den dood van Mahomed II vernam. Deze lijding verbreidde zich overal gelijktijdig en werd ontvangen als het bericht van een groole overwinning, vooral in de landen die de eerste aanvallen der Ollomannen te duchten hadden. Te Rome, waaide vrees het grootste geweest was, verordende de paus gebeden, feestelijkheden en processiëu, die drie dagen lang aanhielden, ca gedurende die drie dagen liet de vreedzame artillerie van hel kasteel San-Angelo zich onafgebroken hooren om de verlossing van Italië te verkondigen.

Deze blijdschap, welke op den algemeenen angst volgde, schildert beter dan de lange verhalen der geschiedenis de lieei schzucht, de fortuin en de staatkunde van den harbaar-schen held van het Islamisme. Tijdens den duur van zijne regeering hadden vijf pausen elkander op den Stoel van den heiligen I'elrus opgevolgd; allen hadden den invloed van hun wereldsche en van hun geestelijke macht aangewend om den voortgang zijner wapenen te stuiten en allen stierven met het smartelijk bewustzijn, dal dit rijk, waarvoor hel geheelc Oosten sidderde en waarvan het Westen gestadig de invallen te duchten had, zich meer en meer uitbreidde en in macht toenam.

De Turken verlieten Otrante, en de verdeeldheid, welke tusschen Mahomeds zonen ontstond, deed voor eenigen tijd de plannen of de bedreigingen van de Ottomannische staatkunde schorsen. De oudste zoon van Mahomed, tot sultan uitgeroepen zijnde onder den naam van Rajazot II, wilde zijn broeder Gem, door de Lalijnsehe geschiedschrijvers Zozim of Zizim geheeten, die over het land van Iconium of Caramanië regeerde, het bestuur over het rijk met hem deelen; hij bracht een leger op de been om zijne aanspraken te ondersteunen; maar door Rajazot overwonnen en door de zijnen verraden, zag hij zich genoodzaakt te vluchten en nam hij de wijk naar het eiland Rhodes. De grootmeester. Peter d'Anbusson, het voordeel ziende dat men uit zulk een gast zou kunneii trekken, vergal de plichten der gastvrijheid en maakte er geen gewetensbezwaar van oen vorst gevangen te houden, die zich aan hem toevertrouwd had. Daar hij vrees voedde dat de nabuurschap der Turken hem niet zou veroorlooven zijn gevangene lang le behouden, besloot hij hem te verwijderen en deed hom, onder verschillende voorwendsels, naar hel Westen vertrekken.

Vergezeld door zijne ofliciereu en zijne dienaren kwam de Turksche vorst te Nizza aan, waar men, volgens de opmerking van een muzelmansche kronijk, vele sclwone vrouwen en lal van heerlijke tuslhoven vond. Kort na zijn aankomst to Nizza werd hij naar het marktvlek Exiles in l'iënioiit gevoerd, van daar naar Chaniberry en Sint-Jan van Marienne, en eindelijk naar hel kasteel van Rumilly, dat aan de ridders van Rhodes behoorde. De tegenwoordigheid van den prins Gein verwekte overal een groole nieuwsgierigheid; de aanzienlijken van hel land, de hertog van Savooie zelf beijverden zich een bezoek le brengen ann den zoon van den .sullnn die Conxlanlinopel luid iiKjenonwn. Deze voorkomendlieid wekte den argwaan op der bewakers van Gein, die zich haastten hem van woonplaats te doen veranderen.

De ridders van Rhodes gebruikten toen zooveel voorzorgen om huil gevangene te verbergen, dat de geseliiedenis heden ten dage zijne sporen niet volgen kan door de gebergten van Dauphiné, Auvcrgne en Limousin, noch de sterkten opnoemen, de kasteden aanwijzen, waarin hij achtereenvolgens werd opgesloten; men weet alleen, dat hij op de Isëre en de lilione ingescheept werd, dat hij door een groot aantal sleden trok, verscheidene maanden een op een rots gebouwd kasteel bewoonde en twee jaren in een fort verbleef, dal in het inidden van een meer lag. Tevergeefs wendden zich de koning van Hongarije eu de koning van Napels tol den grootmeester van Rhodes en verzochten hem den prins Gein een verblijf in Italië ol aan de oevers van den Donau te doen bewonen: hoe meer men aandrong om liajazels broeder uil de macht tier ridders le bevrijden, hoe meer dezen hunne waakzaamheid verscherpten. De grootmeester had te Ranganeul in het graafschap van de Mark een toren doen bouwen, dien de muzelmansche vorst moest betrekken. Men voerde er den rampspoedigen Gein heen; daar verloor bij alle hoop op het herkrijgen zijner vrijheid en onderwierp bij zich zonder morren aan zijn lot, de verveling van zijn gevangenschap verdrijvende door de .dichtkunst, die hij met gunstig gevolg beoefende.

De ridders van Rhodes waren er in geslaagd den prins Gem aan aller blikken le onttrekken; maar iiietlemin verwekte zijn gevangenschap groole opspraak. Eenige volksoverleveringen, eenige halladen die tot ons gekomen zijn, getuigen vooral van de levendige belangslelling, welke de Fransclie edelvrouwen voor den doorluchtigen gevangene lieten blijken. Twee ollicieren van Gem was hel gehikt le ontsnappen en aan het hol van den hertog van Rourbon, die deslijds le Moulins verwijlde, een wijkplaats te vinden: indien wij de Turksche kronijk mogen gelooven, waaraan wij ons verhaal onlleenen, juichte de hertog het plan van die beide getrouwe dienaren om hun meester te bevrijden toe, en gaf hij vier en twintig zilverstukken voor hel bevorderen van de onderneming.

Er werd veel over den muzelmanseheu vorst aan het hof van Frankrijk gesproken en men onderhield zich dikwijls over het onmeetlijke erfdeel, hetwelk hij aan sullan Bajazei betwist had en twee keizerrijken en elf koninklijken omvatte. De koning gaf het verlangen te kennen om den prins Gem le zien; maar de ministers, zegt de Turksche kronijk, die door den grootmeester omgekocht waren, gaven voor, dal de ongeloovige vorst er niet toe hesluiteii kon voor een christen inonarch te verschijnen en hij voor niets ter wereld le bewegen zou zijn het gezelschap le verlaten der ridders, die hem naar hel Westen vergezeld hadden. Wanneer Gem, van zijn kant, vroeg om den machtigen monarch der Franken te mogen spreken, gaf men hem ten antwoord, dal de koning van Frankrijk geen muzelman aan zijn hof of in zijn hooldslad kon dulden.

De naam van Gein was echtcr niet door de Olloraannische soldaten vergeten, en de bekommeringen van Bajazei duidden genoegzaam aan dal zijn broeder deze wereld nog niet had verlaten. Revreesd dal men hem een geduchten mededinger mocht tegenover stellen, schreef hij aan den grootmeester van Rhodes om hem mede te deelen, dat hij de toebereidselen lol een oorlog legen de christenen had doen slaken. Uil erkentelijkheid voor den dienst, dien de ridders hem bewezen hadden, zoiid hij hun geschenken, waaronder een arm van hun patroon


-ocr page 492-

;!|8 GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

den II. Joannes den l)oo|)or, gevonden in de basiliek van Conslanlinopel. Gezanten van den sultan begaven zich lot, de koningen van Napels en van Erankrijk, bun al de reliquieën aanbiedende, die zieli in de op de christenen veroverde sleden zouden bevinden. Zij kondigden daarenboven aan, dat bun meesier voornemens was Egypte te veroveren en hij hun bel koninkrijk Jerusalem gaarne zou afstaan, indien zij Gem in bel Westen lerugliiclden. Ter zelldor lijd zond de sultan van Cairo aan den paus een der Ealijnsche paters van het Heilig Gral en verzocht den broeder van den Ottomanniscben keizer aan hem uit te leveren, daar hij hem aan de spits van zijn leger in een oorlog tegen de Turken wilde verloonen; hij bood den paus lionderd duizend gouden ducaten, bet bezit der heilige stad en zelfs de stad Conslanlinopel aan, indien het hem gelukte er zich meester van te maken. Door zulke schitterende belollen ingelicht omtrent het gewicht, dat aan den persoon van Gem ge-beebt word, verzocht Innocentius VIII den koning van Erankrijk, dal de muzelmansche vorst naar Rome gezonden en aan zijne bewaking mocht toevertrouwd worden. Het Turkschc gezantschap en de legaat van den paus bevonden zich te gelijkertijd te Darijs. Men raadde Karei VIII aan de schitterende beloften van Rajazel aan te nemen; «maar bij loonde zich liever een ware zoon der Kerk,quot; zegt zijn levensbeschrijver, «en wilde geen hebzucht boven rechtschapenheid en edelmoedigheid stellen.quot; Gem werd uil zijn gevangenschap bevrijd en naar Rome gezonden: de paus ontving hem met groolc eerbewijzingen en verleende hern ecu plechtige audiëntie in de tegenwoordigheid der afgevaardigden van de christenheid. Do Turksche kronijk verhaalt, dal dc paus den ongelukkigen Gem met do betuigingen van een oprechte vriendschap overlaadde, en dat de muzelmansche vorst en dc vader der christenen in een particuliere audiëntie met elkander de wisselingen der fortuin beweenden. Innocentius VIII was voornemens Gein aan te raden zich naar Hongarije te begeven; zijne legaten predikten reeds den gewijden oorlog bij al dc volken van den Rijn, den Donau en de Vveichsel. In een te Neurenberg bijeengeroepen rijksdag bad keizer Erederik III een expeditie tegen de Turken voorgesteld en hel was den soldaten van hel kruis medegedeeld, dat Bajazets broeder bet christen leger op hel muzelmansche grondgebied zou vooralgaan. De paus hernieuwde zijne dringende aanzoeken bij Gem; maar in hel lijden zijner ballingschap had die vorst geleerd de ijdelbeden dezer wereld te verachten: de schepters, de kronen, de overwinning zelfs, hadden geen waarde meer in zijne oogen; bij legde slechts gevoelens van gematigdheid en vergevings-gèzindIr1 h' aan den dag. Do paus gaf de hoop op hem aan de ondernemingen der christenen Ie doen deelnemen, toen de emir Musiaplia-aga, door Rajazel gezonden, le Rome aankwam. Dc OUomanniscbc keizer verzocht om do vriendschap van den macbligeii apostel van den godsdienst van Issa en smeekte hem al het mogelijke in bel werk te stellen om le verliindcren, dat zijn broeder de muzelmansche grenzen naderde. Men kent de voorwaarden niet van de overeenkomst die toen tusscben den paus en den sultan gesloten werd; hel is waarschijnlijk, dal liinocenlius VIII voordeelen genoot, geëvenredigd aan het gewicht van den gevonlerdcn dienst en dal de hoogmoedige Bajazet er in bewilligde de cijnsplichtige van bet boold der christelijke Kerk te worden.

Hel langdurig verblijf van Gem in Erankrijk, het gezantschap en de toezeggingen van Rajazel, hadden de gedachlen van het hol en bel volk naar het Hosten genebt. Hoe meer bekommering de behcersclier van hel Ollomannische rijk aan den dag gelegd had, hoe meer men zich overtuigd hield, dat bet oogenbbk gunstig was om zijne macht, omver te werpen. Men sprak aan hel bof van Karei VIII over niets anders dan de veiovenng van Griekenland en de verlossing van hel heilige land, en hel was de broeder des Turkselien keizers, die voor de ebristen soldaten de gewesten van Byzantium en Jerusalem zou ontsluiten. Op hetzelfde tijdstip poogden de hertog van Milaan en vei scheidene kleine Stalen aan gene zijde der Alpen, steeds in de weer in Italië onlusten aan te stoken en vieemde gewapende hulp in te roepen ten einde hunne heerschappij mt te breiden of le behouden, koning Karei te overreden de reclilen van hel huis van Anjou op hel koninkrijk Napels le doen gelden, limine voorspiegelingen en beloften wekten de eerzucht van den jongen koning op en deden hem hel plan opvatten Apuhë en Sicilië te veroveren en zijne veroveringen lol over de rijken van hel Oosten uit te strekken.

De zucht naar avonturen, dc geest der ridderschap en de spranken van het oude vuur der kruistochten dat nog in de harten restte, begunstigden de onderneming van don Eranschen monarch ; in het geheele rijk werden openbare gebeden verricht en procession gehouden voor bet welslagen eener expodilie tegen de ongeloovigcn.

Toen Karei VIM met zijn leger de Alpen overgetrokken was, ontvingen al de volken van Italië hem met betuigingen van vreugde. Ter zelfdcr tijd dat men de Eransche ridders als de kampvechters voor de eer der jonkvrouwen begroette, gaf men aan Karei V'II den titel van Gezant Gods, bevrijder der Ruumsche Kerk en verdediger van hel geloof. Al de handelingen van den koning strekten om te doen gelooven, dat zijne expeditie de glorie en hel heil der christenheid ten doel had. Hij schreef aan de bisschoppen van Erankrijk om hem de tienden van den kruistocbl te zenden. «Hel is niet alleen ons voornemen,quot; zeide bij in zijne brieven, «om ons koninkrijk Napels terug te bekomen; maar ook het welzijn van Italië le bevorderen en het heilige land le hernemen.quot;

Terwijl de volken aan deze en aan gene zijde der Alpen zich aan de vreugde overgaven, beerschte in hel koninkrijk Napels de grootste ontslellenis. Alphonsus wendde zich lol al zijne bondgenooten; hij riep voornamelijk den bijsland van den Heiligen Stoel in, en terwijl bij zijne grootste verwachtingen op liet bol van Rome bouwde, zond hij, door een zonderling contrast, boden naar Conslanlinopel om Rajazel met de plannen van Karei VHl omtrent Griekenland bekend le maken en den muzelmanscbcn keizer le smeeken hem de behulpzame hand te bieden in het verdedigen van zijn rijk legen den inval der Eranschen. De opvolger van Innocentius, Alexander VI, wiens staatkunde hem met de zaak der vorston van Arragon verbond, zag niet zonder de levendigste ongerustheid den zegevierenden tocht van den koning van Erankrijk aan, die zonder hinderpalen ie ontmoelen Rome naderde. Tc vergeefs riep hij overal om hulp, te vergeefs beproefde bij den invloed van zijn geestelijke macht: hij zag zich weldra genoodzaakt zich le onderwerpen en de poorten zijner hoofdstad le ontsluiten voor een vorst, dien bij als zijn vijand beschouwde en met de gramschap des Hemels bedreigd had.

Zoo bogon do oorlog, dien de koning van Erankrijk gezworen had togen de ongeloovigcn te zullen voeren, met eene op den paus behaalde overwinning. Zoodra hij zich binnen de muren van Rome bevond, eiscble Karei Vlll dat de prins Gem iu zijne handen zou gesteld worden; maar Alexander VI, aan vvien het opzicht over den muzehnanschen prins oen goed vooruitzie In, bood voor den oorlog logen de muzelmannen, sloot zich met hem in bet kasteel San-Angelo op, en eerst na ecu belegering van twintig dagen bewilligde hij in hetgeen de koning van Erankrijk van hein vorderde. De beklagenswaardige Gem, die niets begreep van de staatkunde, welker speelbal hij was, verheugde er zich over door den groolsten koniny van het Westen beschermd tc worden. Karei betuigde hem zijn deernis met zijne rampen, en de Eransche krijgers maakten' zich reeds gereed hem naar de rijke gewesten van hel Oosten le volgen. Hoewel de tegenwoordigheid van Gem als het sein was der veroveringen, die men ging maken, liet Karei niei na ook andere middelen aan te wenden, on onder deze was misschien het zonderlingste het aankoqpon met geld van het keizerrijk Gonslanlinopel. Men beeft iu de vorige cenw in de kanselarij van Rome een acto gevonden, waarbij Andreas Paleologus, despoot van Achaïa en neef van den laatslen Griekschon keizer, aan den koning van Erankrijk al zijne rechten op het Uoslersche rijk had afgestaan voor eene som van vier duizend driehonderd gouden ducaten. Een acte waarbij men ten overstaan van een notaris een rijk kocht, dal veroverd moest worden, toont ons van don eenen kant, welke staatkunde die soort van kruistocht leidde en welke van den anderen kant de waarde was, die de Grieken zelven destijds aan het crldeel van Coiistantijn liechttcn.

Terwijl Karei Vlll zijn verblijf in Rome rokte en zich op die wijze bozig hield met over Griekenland te regeeren, deed de koning van Napels, Alphonsus 11, aan zijne eigene krachten overgelaten, ter prooi aan angst on wroeging, vervolgd door de klachten der Napolitanen, afstand van den troon en ging zich in een klooster van Sicilië b •graven. Zijn zoon Eordinand, die hem opgevolgd was, mocht het niet gelukken, hoewel hij de Turken uit dc stad Otrante verdreven had en als bevrijder van Italië begroet was, don moed van hel leger op le wekken of de liefde der volken le winnen. Sinds men de komst der Eranschen verwachtte, scheen hel juk van het stamhuis van Arragon met don dag ondraaglijker le worden. Toen Karei den Bomeinschen Staal vorlaten bad, vond hij in plaats vau vijandelijke legerscharen le ontinoelen, op zijn weg slechts depiilatiën, dio hom de kroon van Napels kwamen aanbieden. Weldra hield hij een zegepralenden intocht iu de hoofdstad en was bet geheele koninkrijk aan bom onderworpen.

De faam bracht al spoedig de tijding der wonderdadige overwinning van Karei VHl naar Griekenland over. Aan duizend angsten lor prooi, meenden de Turken van Epirus elk oogenblik de Eranschen le zien verschijnen. Nicolaas Viguier voegt er hij, dat Rajazel door zulk een groole oiitstcltonis werd aangegrepen, dal bij terstond zijne vloot, naar hel kanaal van Sint George ontbood, om naar Azië de wijk le nemen.

De tegenwoordigheid van Gom in hel christen leger wekte vooral de bekommering der Ottomaunen op ; maar de fortuin had al bare wonderen voor de zaak dor Eranschen uitgeput.


-ocr page 493-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

310

Do muzelmansche vorst, dien de koning van Frankrijk als liet werktuig van zijne toekomstige overwinningen beschouwde, moest slechts dienen om hem de onstandvastiglieid en de broosheid der wereldsche zaken te toonen. De prins, te Terracina ziek geworden, stierl bij zijn aankomst in de hoofdstad van Apulië en (/in// zich, volgens de uitdrukkingen der Oosterlingen, na clen kelk van het maiiclaarschap (leledigd Ie hebben, in den stroom van hel eeuwige leven laven.

De veroveringen van Karei VIII, die zooveel schrik onder de Turken verspreidden, begonnen levendige bezorgdheid op te wekken hij verscheidene christen Staten. Er vormde zich tegen de Eransclien een bond tusschen den paus, den keizer Maximiliaan, den koning van Spanje en de voornaamste Stalen van Italië. Naar het voorbeeld van Karei VIII kwam deze bond tot stand onder het voorwendsel van oorlog tegen de Turken te voeren; maar zijn ware bedoeling hleel' niet lang verborgen, want het verzocht om de toedreding en de medelndp van Bajazet. De staatkunde ontzag zich in deze omstandigheid niet om christen levens op Ie olleren ten einde een verbond met de volgelingen van den Koran te bezegelen. De Grieken van Epirus en den Peloponesus trachtten van de onderneming van Karei VIÜ partij te trekken om het juk der Ottomannen af te schudden. Een vaartuig, waarop zich de aartsbisschop van Durazzo bevond, door den koning van Frankrijk naar Epirus gezonden en dat, volgens het verhaal van Philippus van Commines, vol geladen was met zwaarden, schilden en spiezen, oin te verstrekken aan degenen met wie hij in verstandliouding stond, werd door de Venetiërs aangehouden, die den sultan van hun vangst deden verwittigen. De senaat van Venetië liet de afgevaardigden van den Poloponesus gevangen nemen en leverde hun geheele brielwisseling aan den sultan over. Vijftig duizend inwoners van Griekenland vielen als slachloHers van die hebzuchtige staatkunde, welke op zulk een schandelijke wijze de vrijheid en het bloed der chrisLeuen verkocht.

Van den anderen kant deden de wispelturigheid der volken, aanvankelijk gunstig voor den koning van Frankrijk gestemd, en de ontevredenheid, welke de tegenwoordigheid van een zegevierend leger bijna altijd verwekt, den slaat van zaken in liet koninkrijk Napels plotseling een ommekeer nemen. De Franschen, die met zooveel geestdrift ontvangen waren, werden het voorwerp van den algenieenen haat, en aller verwachtingen op bevrijding van het ondraaglijke juk der Franschen waren nu gevestigd op hel stamhuis van Arragon, dal inen aan zijn lot overgelaten had. In plaats van nog aan de verovering van Griekenland te denken, begon Karei naar Frankrijk terug le verlangen. Terwijl hij zich lol keizer van Dyzantiuin en koning van Sicilië deed kronen, was hii er slechts op bedacht, zoo spoedig mogelijk naar Frankrijk terug te gaan en liet hij daartoe de noodige toebereidselen maken. Terwijl de adel, de geestelijkheid, al de staatslichamen den zegepralenden gebieder kwamen huldigen, riep hel volk de bescherming dos Hemels legen hein in en wacblle hel Fransche leger in dolle stille hel bevel en het teeken lol vertrekken. Daags na zijne kroning, en als ware hij enkel voor deze ijdele plechtigheid naar Napels gekomen, vertrok Karei VHI vergezeld door de bloem zijner ridders en sloeg treurig den weg naar zijn koninkrijk in. Bij zijn komst in Italië had bij op zijn tocht slechts zege we nsc hen en lolliederen vernomen; op zijn terugkeer hoorde hij slechts de verwenschhigen der volken en de bedreigingen zijner vijanden. Eerst was hij Italië zonder strijd doorgetrokken; om hel le verlaten moest hij slag leveren en beschouwde hij als een overwinning de vrijheid, welke men hem liet om het overschot van zijn leger naar gene zijde der Alpen mede le voeren.

Dusdanig was bet einde dier onderneming van Karei VIII, welke men eerst als een gewijden oorlog wilde doen voorkomen en welker gevolgen zoo noodlottig waren voor Frankrijk en Italië. Terwijl men zich met de toebereidselen tot dien oorlog bezighield, verschenen er, gelijk wij hiervoren gezegd hebben, verscheidene geschrilten in proza en versmaat, waarin groote overwinningen voorzegd werden. Deze voorzeggingen hadden niet enkel ten doel om de geestdrift dei-volken op te wekken, maar ook om een zwakken en besluiteloozen monarch in zijn voornemen te sterken. Wanneer men de zangen en de hymnen der dichters leesl, meent men de Franschen tot de verovering der heilige plaatsen te zien uittrekken; doch het tooneel verandert als men tot de geschiedenis terugkeert. Hel is klaarblijkelijk, dal in deze aangelegenheid de godsdienstige meeningen, de gevoelens der ridderschap slechts de bondgenoolen waren van een onvoorzichtige en ongelukkige heerschzuclit. Bovendien werd deze onderneniing volstrekt niet rijpelijk overwogen en daarna vastgesteld. I)e gedachte daartoe kwam te midden der feesten die Karei VHI le Lyon gaf plotseling op in de hoofden van eenige jonge lievelingen, die beijeerifi waren iels nieuws le zien en dingen, le verrichlen welke van hen zouden doen spreken; do koning, die zelf onervaren was, liet zich gemakkelijk overhalen, en de avontuurlijke geest, welke den oorlog had uitgelokt, was dezelfde, die de geheele onderneming leidde en er de tegenspoeden van bewerkte.

De staatkunde of liever het verraad van Venetië had het niet gevrijwaard voor den toorn van Bajazet. die het den oorlog verklaarde. De Venetiërs verloren daarbij Methone, Coro en verscheidene andere steden op de kusten van Griekenland; de hulp van een door Frankrijk en het eiland Rhodes gezonden vloot kou het niet over de Turken doen zegevieren, die twee honderd zeventig schepen op zee hadden. De Staten van Europa waren steeds onder elkander verdeeld. Te vergeefs beproefde Alexander IV de eendracht te herstellen; het wantrouwen dat zijn persoonlijke eerzucht inboezemde, moest het gezag zijner raadgevingen verzwakken; in Duitschland wilde men zijne legaten niet ontvangen; de geestelijkheid van Frankrijken die van Hongarije luisterden niet naar zijne vermaningen en weigerden de tienden van den kruistocht le betalen. Een feil, dat hel verval van de pauselijke macht ten minste voor de kruistocliten bewijst, is dat een eenvoudige uitspraak der godgeleerde faculteit van Parijs destijds voldoende was om de kracht der bedreigingen van Rome le vernietigen. Het moet hier lot lof van den opperherder gezegd worden, dat hel verzet der vorsten en der bisschoppen nooit zijn gramschap opwekte of zijn ijver ontmoedigde. Eindelijk gelukte het hem een verbond tusschen Frankrijk, Spanje, Venetië en Rhodes lot stand te brengen: deze bond verplichtte zich ecu talrijke vloot uit le rusten, waarbij de schepen van den paus zich zouden aansluiten. Ter zelfder tijd spoorde de paus de Hongaren aan om de wapens op te nemen en hij zelf beloofde zich aan bet hoofd der kruisvaarders le zullen stéllen, hindelijk nam op een le .^lelz gehouden rijksdag keizer Maximiliaan, op aansporing van den paus, het kruis aan en legde hij de gelofte af een leger legen de muzelmannen le zullen uitzenden. De geschiedsclirijver Nauclère spreekt van een menigte wonderteekenen, die men destijds waarnam en als het voorteeken^ van een geduchten oorlog beschouwd werden. «Men zag,quot; zegt die kronijkschrijver, «in de kerken, op de openbare pleinen, in de huizen roode en zwarte kruizen, op welke vlekken waargenomen werden die op bloeddruppels geleken.quot; De annalist der Kerk vermeldt nog een menigte andere wonderteekenen, welke den wil des Hemels verkondigden. «Keizer Maximiliaan,quot; laat hij er op volgen, «werd er' niet door getrollen; want hij hield zich slechts bezig met de Vene-tiaansche republiek, die nog altijd met de Turken in oorlog was, nieuwe vijanden le berokkenen.quot; Middelerwijl verwoestten de soldalen van Bajazet Hongarije en Polen, drongen in Illyriö door en naderden de grenzen van Italië en Dnilscliland. Al de pogingen van den paus bleven vruchteloos; Alexander VI slierl zonder een vloot of een leger tegen hel ütloinaiinischo rijk te hebben kunnen aanvoeren.

Wij hehhen aangetoond hoe en door welke oorzaken de geest der kruisiochten verzwakt was. Tegen bel einde der vijftiende en bet begin der zestiende eeuw hadden twee geheurlenissen plaats, die de aandacht der Westersche volken geheel van liet Oosten allrokkeu: Amerika werd aan de oude wereld geopenbaard en de Porlugeezen hadden de Kaap de Goede Hoop omgezeild. Ongetwijfeld hadden de vorderingen der scheepvaart tijdens de gewijde oorlogen, bijgedragen tot de ontdekkingen van Vasco de Gama en Chrislopliorns Columbus. Maar toen deze ontdekkingen eenmaal in Europa bekend waren, hielden zij geheel en al dien onderneniendon en avonlutirlijken geest bezig, die liet vuur van de expedition logon de ongeloovigen zoo langen lijd onderhouden had. De richting der geesten, de inzichten dor slaat kunde, de ondernomingen van den handel, alles werd veranderd; en men zag loon de groole omwenteling der kruistochten, die haar einde naderde, in zekeren zin in botsing komen met de nieuwe omwenleling, welke nil do ontdekking en de verovering van een nieuwe wereld ontstond. De eerste dier omwentelingen had verscheidene zeevarende volken verrijkt; de tweede zou bon verarmen en anderen verrijken.

De Venetiërs, de meesters der oude handelswegen op Indië, waren do eersten die de veranderingen gewaar werden, welke plaats grepen en waarvan de gevolgen voor bon noodlottig zouden wezen. Zij zonden in hel geheim afgevaardigden aan don sultan van Egypte, die er evenveel belang bij had als zij om den invloed der Porlugeezen te besnijden. De deputaiiè van Venetië raadde den sultan van Cairo aan, om mot don koning van Calicut en eenige andore Indische vorsten gezamenlijk de vloten en de troepen van Portugal aan te vallen. De republiek verbond zich werklieden naar Egypte en de kusten van Arabic te zendoii om geschut te gieten 'en oorlogsschepen te bouwen. De Egyptische monarch was gemakkelijk tot het plan over te balen, en om de vorderingen der Porlugoozon in Indië te stuiten, wilde hij beginnen met hun vrees in te boezemen omtrent de heilige plaatsen, die zoolang een voorwerp van vereering geweest en nog waren vooral do goloovigen van hel Westen. Hij dreigde de kerk van het Heilig Graf met den grond gelijk te maken, de asch en de beenderen der martelaren


-ocr page 494-

320 GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

in den wind le strooien on al de clmstenen van zijne Staten te dwingen liet geloof aan Christus te verloochenen.

Een Franciscaiier nionnik van Jerusalem kwam le Rome de bekommering der chrislenen van Palestina cu der bewakers van het Heilig Oral kenbaar maken. De paus werd bevreesd en haastte zich den monnik naar den koning van Portugal te zenden en bezwoer dezen aan God en aan de cliristenheid het olïer van zijne nieuwe veroveringen le brengen. De Portugcesche monarch ontving den bode van den paus en der christenen van het Oosten met voorkomendheid, overhandigde hem aanzienlijke sommen voor het onderhoud van de heilige plaatsen en berichtte den opperherder, dal hij geen vrees voedde do bedreigingen van den sultan zich te zien verwezenlijken, dal hij integendeel hoopte Mecca en Medina in vlammen te doen opgaan en de uitgestrekte gewesten van Azië aan de leer van het Evangelie le onderwerpen, indien de vorsten der christenheid hem do behulpzame hand wilden bieden.

De sultan van Egypte, die de schattingen van al de pelgrims ontving, verwoestte de kerken van Jerusalem niet; maar hij ondernam een expeditie tegen de Portugeezen, in ovoreenstem-ming met don koning van Cambaye en Calicut. Er werd te Suez oene vloot uitgerust, beslaande uit ivvaall galeien, een galjoen en vier transporlscliepen, op welke achlhondord inaine-Inkken ingescheept werden. De Egyptische viool zakte de Hoodo zee al', voer langs de kust van Arabic, zeilde de goll'van Perzië om en wierp het anker in de haven van het eiland Din, een der gewichtigste punten voor den handel op Indië. Van die expedilie spreekt de schrijver van de Lusiade, als hij in zijn negende boek zegt: «Met de hulp der uil de haven van Arsinoë gekomen vloten, hoopten de Caliculiërs die van Emmanuel in vlammen le doen opgaan; maar de Heer van hemel en aarde vindt altijd de middelen om de besluiten van Zijn ondoorgrondelijke wijsheid ten uitvoer le brengen.quot;

lie expeditie der mamelukken had, ondanks de kleine voordeden, die zij aanvankelijk behaalde, niet den uitslag welken de sultan van Cairo en de republiek van Venetië er van haddon verwacht. Het gerucht verbreidde zich destijds in Europa, dal de Portugeezen den koning van Ethiopië aangeraden hadden den loop van den Nijl al' te leiden. Wij zullen ons niet verledigen de onwaarschijnlijkheid van dal volkspraatje, dal in de middeleeuwen verscheidene malen hernieuwd werd, aan le toonen; maar hel plan om door geweld de langs de Kaap de (joede Hoop voor den handel geopende wegen le sluiten was niel veel verstandiger. In plaats van tot liet geweld der wapenen hun toevlucht te nemen zouden de sultans der mamelukken de belangen van Venetië en hunne eigene beter gediend hebben, zoo zij de kanalen van hunne provinciën vermeerderd, zoo zij een gerielelijken, korlen en veiligen weg geopend hadden voor hel vervoer der handelswaren uil Indië. Overigens kunnen andere omwentelingen veranderen wal de omwentelingen der vervlogen eeuwen quot;tol stand gebracht hebben. Op het tijdstip dat wij schrijven, is alom een nieuwe richling gegeven aan den ondernemingsgeest dei' kooplieden en der zeevaarders. Een nieuwe machl in de wereld, die van den sloom, kan alles veranderen. Langs den Eupbraal zal Syrië en langs Suez Egypte wegen openen voor den handel op Indië, en de scheepvaarl zal alsdan op de Middellandsche zee al de voordeden terug erlangen die zij sinds lang verloren heeft.

Terwijl de Vendiaansche republiek met bezorgdheid de oor zaken van haar toekomstig verval zag vermeerderen, boezemde zij nog alguiist in door den glans barer rijkdommen en haren luister. Er lieten zich talrijke klachten legen de Veneliërs hoeren, die men algemeen beschuldigde van alles aan hel belang van hun handel op le olleren en de zaak der christenen le verraden ol le dienen, naarmate de getrouwheid of het verraad hun voordeel aanbrachl. In een rijksdag, dien Maximiliaan le Augsburg bijeengeroepen had, hield Helian, de gezant van bodewijk XII, een heftige redevoering legen de Veneliaansche republiek. Hij verweet haar door bare vijandelijkheden en kuiperijen een bond verstoord te hebben die lusschen den paus, den keizer van Duitschland, den koning van Frankrijk en den koning van An agon tegen de Turken gesloten was. De redenaar verweet den Veneliërs bijstand geweigerd le liebben aan Constantinopel terwijl hel door Mahomed II belegerd werd. «Hunne vloot lag tijdens het beleg in den Hellesponlus; zij konden do jammerkreten hooren van een christen bevolking die onder het zwaard der barbaren viel. Niels was in slaat bun medelijden op te wekken. Zij bleven werkeloos, en toen de stad genomen was, kochlen zij de buitgemaakle bezittingen der overwonnenen en verkoclitea aan de Turken de rampzalige bewoners van Griekenland, die zich onder de bescherming van hun vlag gesteld hadden. Later, toen de Ottomannen Otranle belegerden, hadden niel alleen de sleden en de vorsten maar ook de bedelorden aan de belegerden onderstand doen toekomen; doch de Veneliërs, wier viool destijds bij Corfu voor anker lag, zagen met onverscliilligbeid, misschien met blijdschap, de gevaren en het lijden van een chrislei.

stad aan. Neen, Cod kon geen vergeving schenken aan een natie, die door haar hebzucht, haar afgunst en haar beerschzucht de zaak der christenheid verraden bad en zich met de Turken scheen te verstaan om met hen over hel Oosten en het Westen te heerschen.quot;

Helian besloot zijne redevoering met do Staten en de vorston uit te noodigen hunne pogingen le vereenigen om de besluiten der goddelijke gerechtigheid uil te voeren en den ondergang der republiek van Venetië lo voltooien.

Deze rode, waarin men den naam van het christendom inriep en die slechls wraak en baat ademde, maakte op de vergadering een levendigen indruk. De harlslochten, die op den rijksdag van Augsburg ontwaakten en niel veroorloofden aan den oorlog tegen de Turken te denken, toonen maar al te klaar den staat van onrust en tweedracht, waarin de christenheid destijds verkeerde. Wij zullen niet spreken van don eerst tegen Venetië gevormden bond of van dien welke daarna tegen 1.odewijk XII tol stand kwam, zoomin als van de gebeurienissen. welke in Italië en zells lol in den boezem der Kerk, die met een scheuring bedreigd werd, verwarring slichtten.

De zoo dikwerf herhaalde predikingen van den kruistocht maaklen geen indruk meer op de gemoederen. Men had aan de volken zoo dikwijls onheilen aangekondigd, die uitgebleven waren, dal men hunne bezorgdheid niet meer kon opwekken. Sinds den dood van Mahomed II schenen de Turken het plan om Europa le veroveren opgegeven te hebben. Rajazrl had eerst zonder gewenscht gevolg do mamelukken van Egypte aangevallen ; daarna was hij in de vadsigheid en de genietingenquot; van hel serail ingedommeld, heigeen den chrislenen eenige jaren van rust en veiligheid schonk. Maar dewijl een verwijfde en weekelijke vorst niel de hoofdvoorwaarde van hel muzel-mansche despotisme vervulde, die de oorlog was, maakte hij het leger van zich aikeerig en deden zijne vreedzame neigingen hem den troon verliezen Zijn opvolger Selim, heersclizuchliger en wreeder dan Mahomed, beschuldigd zijn vader vergiftigd le hebben, bespal mei hel bloed zijner familie, was nauwelijks aan het bestuur gekomen of hij beloofde den janilsaren de verovering der wereld, en bedreigde tegelijk Duitschland en Italië, l'erzië en Egypte.

In de iwaalfde en laatste zitting van hel vijfde concilie van Laleranen hield beo X zich bezig met het prediken van een kruistocbl legen den gevreesden keizer der Ottomannen. Hij liet aan de vaders van hel concilie een schrijven voorlezen van keizer Maximiliaan, die zijn droefheid betuigde de christenheid gestadig ton doel te zien slaan aan de invallen van een bar-baarscho natie.

Ter zellder lijd richtte de keizer van Duitschland een briel aan zijn vertegenwoordiger op den rijksdag van Neurenberg, waarin hij het verlangen openbaarde, dat hem altijd bezield had, om 'liet rijk van Conslanlijn te herstellen en (quot;.riekenland van de overlieersching der Turken le verlossen. «Wij zouden gaarne voor die onderneming onze machten zells onzen persoon aangewend hebben,quot; schrijn hij, «indien de overige hoofden der christenheid ons bijgestaan hadden.quot; Bij hel lezen dier brieven van Maximiliaan zou men geneigd zijn te gelooven, dat die vorst meer dan al de andere vorsten van turopa begaan was met liet ongeluk der Grieken en de gevaren der christenheid. Maar de wispelturigheid en de lichtzinnigheid van zijn karakter vei hinderden hem met den noodigen ijver een onderneming door le zetten, in welke hij zooveel belang scheen te stellen. Hij bracht zijn leven door mei plannen le ontwerpen tegen de Turken en mei oorlog te voeren tegen christen mogendheden, en op gevorderden leeftijd trooslte hij zich mei do gedachte, dat de glorie om Europa le redden misschien eenmaal aan een prins uil zijn stamhuis zou beschoren zijn.

Terwijl de christen vorsten elkander wederkeerig op die wijze aanspoorden de wapens op le nemen, zonder dat een hunner de belangen van zijn eerzucht ten ollër bracht en het voorbeeld van een edelmoedige zelfopoiïëring gaf, lastle Selim, na den koning van Perzië overwonnen le hebben, bet leger van de mamelukken aan, onttroonde den sultan van Cairo en lijfde bij zijne uitgebreide Staten al de landen in, die de Franken in Azië bewoond en bezeten hadden. Jerusalem zag toen op zijne muren den standaard van de Halve Maan wapperen, en ontheiligde de zoon van Rajazet, naar het voorbeeld van üinar, door zijne tegenwoordigheid de kerk van bel Heilig Graf. Palestina wisselde slechls van overlieersching en niets werd in bet lol der christenen veranderd. Maar dewijl Europa de Turken, die bet voortdurend bedreigden, meer duchtte dan de mamelukken, legen wie hel opgehouden had oorlog le voeren, verspreidde de tijding, welke men in hel Westen van Selhns verovering ontving, alom droefheid en verslagenheid. Hel was der christenheid alsof de heilige stad voor de eerste maal onder bet juk der ongeloovigen kwam, en de gevoelens van rouw en schrik, die zich bij de chrislenen openbaarden, moesten in dj


-ocr page 495-

I

U Eï HEILIG G RA F

-ocr page 496-

:::-quot; I I m m m

' ■ V

if É

i«^MW|l wM. . V |WÊSSÊsi . ,i:

'lt; '11

r,; i•?jt^v -J*1 :'■^;?-^v -^f.'

V.

fïS

ii

II

■ ■

rn -J; ?«

B

^•|1

■;. . ; ^: •' ./'? 1 :.- .) ;■ • ■ - ■,

m H— 1 ■

/-i 'M* 3^ f ? '■' J. 1'

ahti' ' r'samp;M.'#quot;Plt; •■gt;.'■


J^'tsmizi -•gt; X'.\ ■; mmms

ÊÊÊmmÊÊÊÊÊlÊÊm I

,

■1;

g ■ ■■ ft --fe-5»c .-•' 'gt;■■.' '.vs*

HKi'v.sffcrt':l'/i^ : rmi ,,-ih'gt;

a6»quot; '. * * 1 *i1 ■ '' ,lt;£amp;%* i''. quot;V-ffeMBK

H m

^i^BMI Ü igMmij

■ ■ II

n'V.'y |'| in'TIIBIflWHIil n'J.IHM / Ml^fttr iHkH /iH 1' ''ï 'IBM 111 1

wÊSÊÊÊÊIÊm

m m

II

I

:^.i!:^ l^üc^ vSHBI | I i-A. Ï

I

iH I

al

itJi lt;. amp;)-v t ■' - ... *: ■ • « 1 • 4s s,A vi •

• %■' I i * -si Mv : quot;.'■ WmÊÊÊ. :-

g:

iM ,, lli

''tig/-Jfr'ïjtfJ j;T(gt;

B iUv. ■ I

• ■■ -vr TÖ*. .* jf-f' V ■ ^.'.quot;IWe^V o-V#.-?4 «W

rasi; '■flw 'Sfe' ■,'«€« •' •• -SaB lgt;:'kfsk ■'•••■- . jMn

'- .ï 8 'ê . fe

P

i ill

t ft . ft.i ... ft 1

■jH i'-i^^ '■(■,'V.'}-, ; .'.■' ■ ''-'.i.

É ^

i' Jamp;SwJÊffivfïS' amp; ■^-.'■^y ft tl,'V». f

Sl^^MrawBl ^

I ■;' v i mg 't

ft g f -ff ■«

laJWM^ml SmmBaÊ^lmmjamm , 1 .■-#. ..i «pya-i ■ -= -** -J.» „f ■gt;.', .■' .-* - -Sb,!- !Blt;I.,quot;.^WS -■ T

.f n'-

-ocr page 497-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

gemoederen de gedachte om het graf van Jesus Christus te verlossen weder doen ontwaken.

Hierbij kwam dat de laatste overwinningen van Selim in het Oosten al de naijverige Staten machteloos gemaakt hadden, die hem nog vijandig tegenover stonden, en zij, op schrikbarende wijze de üttomannische strijdkrachten vermeerderende, hem geen andere vijanden te bestrijden overig lieten dan de volken van het Westen.

Leo X hield zich ernstig bezig mot de gevaren, die de christenheid bedreigden, en besloot de voornaamste mogendheden van Europa de wapens tegen de Turken te doen opnemen. De paus deelde zijn plan mede aan het college der kardinalen. De prelaten, die zich liet moest door hunne geleerdheid en hunne bekwaamheid in onderhandelen onderscheidden, werden naar Engeland, Spanje en Duitschland gezonden, mot den last al de twisten, die de vorsten verdeelden, in der minne te verellenen en een machtigen bond lot stand le brengen tegen de vijanden van het christelijk Europa. Leo X, die zich vooraf tol hel hoofd van dien gewijden bond verklaarde, kondigde een bestand van vijf jaren at tusschon al de Stalen van Europa, en bedreigde met de excommunicatie allen, die den vrede zouden versloren.

Terwijl de paus aldus zijne geheele aandacht aan de loobe-reidselen tol een kruistocht wijdde, stelden de dichters eu de redenaars, wier arbeid hij aanmoedigde, hem reeds voor als den bevrijder van de christen wereld. In een Saphisch gedicht, aan Leo X toegewijd, bezong de vermaarde Vida de aanslaande veroveringen vau den opperherder. Reeds zag hij Italië eu Europa zich van top tot teen wapenen, de diepe zeecu zich met christen schepen bedekken; reeds hoorde hij het gekletter der wapenen eu het geschal der klaroenen, hel ioeken lol den strijd gevende; zeil medegesleepl door bel voorbeeld der krijgers en oen anderen room zoekende dan dien dor dichtkunst, zwoor de dichter de verschroeiende zandvlakten van Alrika te trotsooren, met zijn helm water uil den Ximlus eu den Indus le schoppen en de harbaarsche koningen van hel Oosten onder zijne slagen te doen vallen. Vida spreekt in zijn ode van don kruistocht, welke zestien strofen beval, noch van Jesus Glirislus noch van Jerusalem, maar van de bloedige spolon van Bellone en de lauweren van Apollo en Mars. Zijne verzen schijnen veel minder een ingeving van bol Kvangelie daii wel een navolging van Iloralius, en de loftuitingen, die hij lol het opperhoofd der Kerk richt, komen geheel en al in loon en vorm overeen mot die, welke de zanger van den Tiber tol Augustus richtte. Terwijl Vida aldus in ongewijde verzen Leo X gelukwenschle met den roem, waarmede hij zijn naam ging overdekken, richtte oen andere niet minder beroemde geleerde in een opslol in proza aanbel hoofd der Uedevoeringon van Cicero gedrukt, dezelfde gelukwonschen en dezelfde lofluilingen lol don opperherder. Novageri jubelt bij voorbaat over die dagen van glorie, welke de kruislochi aan de christen wereld en aan den vader der geloovigen beloofde. «Wij zullen dien schoonen dag zien aanbreken, waarop gij, overwinnaar der ongeloovige natiën, met de lauweren der overwinning beladen terug zult keeron,quot; zeido hij lot Leo X, «dien godenkwaardigen dag, waarop geheel Italië, de geheele aarde u als een bevrijder zal begroeien, waarop lallooze burgers van alle klassen uil de sleden en dorpen u jubelend tegemoet zullen snellen, u dankende hunne haardsteden, hunne vrijheid en hun leven gered le hebben.quot;

Italië wemelde destijds van uitgeweken Grieken, waaronder zich uitstekende geleerden bevonden, die een groolen invloed op de gemoedoren uitoefenden on niel ophielden de Turken als een barbaarsch en bloeddorstig volk voor te stellen. De Grioksche taal werd met goed gevolg in de heroemdsle scholen onderwezen, en de nieuwe richling der studiën, de bewondering, welke do meeste werken van Griekenland inboezemden, vermeerderden nog den haat der volken legen do woesle overheerschers van Byzantium, Athene en Jerusalem. Zoo bevorderden de vereerders van Homerus en Plato door hun streven en hunne rodevoeringen in zekeren zin de onderneming van don opperherder. Men hoeft kunnen opmerken, dal de wijze om den kruislochi le prediken, en do redenen, aangevoerd om den ijver der christenen aan lo vuren, verschilden volgons de omslandigheden, en hijkans altijd den geest der heerschende denkbeelden van ieder tijdperk ademden. In den tijd, waarvan wij spreken, moest alles hel karakter en hot kenmerk dragen der scboone eeuw van Leo X; en daar de kruistochten bijgedragen hadden lot de wedergeboorte der letteren, was het billijk, dat de lelleren op hare beurteenig deel hadden in een oorlog, die tegen de vijanden der beschaving en der wetenschap ondernomen word.

De gezanten van het hof van Rome waren met onderscheiding in alle Staten van Europa ontvangen, en hadden noch de evangelische vermaningen, noch de verlokkingen, noch do beloften, noch een dor drijfveeren van de wereldlijke staatkunde gespaard, om de christen vorsten gunstig le stemmen voor den door den paus afgekondigden kruistocht. Het heilig college verheugde zich over het welslagen van hunne zending, en om den Hemel te danken, om den goddelijken zegen over zijne onderneming al le smeeken, gelaslle de paus dal er gedurende drie dagen in do hooldslad der christen wereld processiën gehouden en gebeden verricht zouden worden. Hij zeil' droeg het heilig misoffer op, decide aalmoezen uit en begaf zich barrevoets en blootshoofds naar do kerk der Heilige Apostelen.

Sadolet, secretaris van don Heiligen Stoel, een der uitslekendste dichters van zijn lijd, en die, naar hel oordeel van Erasmus, in zijne geschriften de woordenrijkheid en de manier van Cicero bezat, hield in tegenwoordigheid der geestelijkheid on van bel Romeinsche volk een redevoering, waarin hij den ijver en de werkzaamheid van den opperherder, hel streven der cbrislen vorsten om met elkander vrede te sluiten, en bot verlangen, dat zij beloonden om hunne strijdkrachlen tegen de Turken le vereonigen, ton hoogste roemde. De redenaar wees zijn gehoor op den keizer van Duitschland en den koning van Frankrijk, als roemvolle steunpilaren der christenheid; op den aarlsherlog Karei, koning van Caslilië, die op jeugdigen loeltijd reeds al de deugden van don rijpen ouderdom aan den dag legde; op den koning van Engeland, den onvorwinnelijken verdediger van hel geloof; op Emmanuel, koning van Portugal, altijd bereid zijne eigene belangen aan die der Kerk op te ollëron; op Lodewijk II, koning vnn Hongarije, en Sigismnnd, koning van Polen, den eerste, oen jeugdig vorst, de hoop dor christenen, den tweede, waardig hun opperbevelhebber le zijn; op den koning van Denemarken, wiens geliechlhcid aan don godsdienst Europa bekend was; op Jacobus, koning van Schotland, wicn de voorbeelden zijner tamilie hel pad der deugd cn des roems moesten doen bewandelen.

Onder do christen Staten, op welke do menschheid cn de godsdienst hunne vcrwachtingon moesten bouwen, vergal Sadolet dc bewoners niet van Helvetia, een machlige en krijgshaftige natie, die van zulk een groolen ijver voor den oorlog legen de Turken gloeide, dal hare talrijke soldalen reeds geheel marsch-vaardig waren en slechts op hot toeken van hel opperhoofd dei-Kerk wachtten. De gewijde redenaar eindigde mol een bofligen uitval legen hel ras der Oltomannen, die hij met de vereonigde sli ijdkrachten van Europa bedreigde, en mol een aanroeping van God, wicn liij smeekte du wapens le zegenen van zoovele vorsten, van zoovele christen volken, opdat de heerscbappij over de wereld ontrukt mocht worden aan Mahomed, on de lof van Jesus Christus eindelijk mocht weerklinken van hel zuiden lot hel noorden en van hel westen tol hol oosten.

Leo hield zich onafgebroken bezig met den kruistocht, dien hij gepredikt had; hij raadpleegde de bekwaamste krijgskundigen, en won inlichtingen in omtrent do krachlen dor Turken en de middelen om hen met voordeel aan le tasten. Een bewijs dat men toen verre van den geest en de godsvrucht der eerste kruisvaarders was, is, dat de opperherder in zijne brieven aan de vorston en de geloovigen zeide dal gebeden niel voldoende waren om de liarbaren le overwinnen en dal men geen gunstig gevolg van den kruistocht kon verwachten, als men geen geduchle legers op do been bracht en mol al de vereemgde slrijdkrachlen van de christen wereld legen den vijand optrok.

in overeenslemining mol de voornaamste Stalen der christenheid stelde hij eindelijk bet plan van den gewijden oorlog vasl. De keizer van Duitschland nam op zich eén leger le leveren, waarbij zich de Hongaarsohe en de Poolsclie ruiterij zouden aansluiten, en Muisië en Thracië doortrekkonde, moest hij do Turken aan deze en aan gene zijde van hel Hemusgebergle aanlaslen. De koning van frankrijk zou zich met al zijne strijdkrachlen, die van de Venetiërs en verscheidene Staten van Italië, benevens zestien duizend Zwitsers te Rrindisi inschepen en op de kusten van Griekenland landen, terwijl de vloten van Spanje, Portugal en Engeland uil Carthagena en de naburige havens zouden vertrokken om de Spaansche troepen naar de oevers van den Hellespontus over te brengen. De paus stelde zich voor zelf in de haven van Ancona scheep te gaan, om zich lot onder de muren van Gonslanlinopel le hegovon, dat als verzamelplaats van al de christen strijdkrachten aangewezen was.

Dil plan was reusachtig eu nooit zou het Ollomannische rijk groolere gevaren geloopen hebben, indien zulke veelomvatlende voornemens ten uitvoer hadden kunnen gebracht worden. Maar de cbrislen monarchen konden ternauwernood gedurende weinige maanden hel door den paus afgekondigde en hel door hen bezworen bestand eerbiedigen; ieder hunner had zich verbonden voor den kruistocht troepen le leveren, die hun met den dag noodiger werden in hunne eigene Stalen, die zij wilden uilbreiden of verdedigen. Do boogo loeltijd van Maximiliaan, de ophanden vacature van den keizerlijken troon, hielden alle eerzuclilige gemoederen in spanning omtrent de daaruit le verwachten verwikkelingen; kort daarop deed de naijver tusschen Karei V en Frans 1 den oorlog opnieuw in Europa ontbranden, en do christenheid, verontrust door de twisten der vorsten, dacht or niet meer aan, dal zij door de Turken overweldigd kon worden.


41*

-ocr page 498-

322 GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

Overigens waren die staatkuiuiige verdeeldiieden niet de eenige hinderpaal voor de uilvoering dor plannen van Leo X. Een andere moeielijkheid ontstond uit do lioHing der tienden. Overal scheen de geestelijkheid dezelfde onverschilligheid te gevoelen als de vorsten voor oorlogen, die haar verarmden. Do volken vreesden hunne aalmoezen aangewend te zien voor ondernomingen, die niet do zegepraal van don godsdienst ten doel haddon. Do legaat van den paus in Spanje wendde zich eerst tot do Aragoniérs, die met een besliste in eeno nationale synode opgestelde weigering antwoordden. De kardinaal Ximenès verklaarde in naam van den koning van Castilië, dat do Spanjaarden niet aan de hedreigingen der Turken geloorden en zij geen geld zouden geven alvorens de paus stellig verklaard had welk gebruik hij or van wilde maken. Ontmoetten do beschikkingen en de voorschrilten van het hol' van Rome minder logonkanting in Frankrijk en Engeland en veroorzaakten zij in die landen geon onlusten, dan was dit omdat kardinaal Wolsey, minister van Hendrik VIII, den apostolischen legaal in zijne zonding behulpzaam was, en Loo X aan Frans I de helling der tienden in diens rijk overliet.

Wij hebben een aantal hislorische stukken voor ons liggen, die nooit gedrukt geweest zijn en een groot licht worpen over de omstandigheden, waarvan wij spreken. Het eerste is een brie!' van Frans 1, gedagteekond van Amboise den 16 heeeinbor '1516, waarbij Meesier Jasue de Ltifiurde, docloy in de (lodi/eleerdlieid, vicaris-geiieraal der kathedrale hert; ran Toulouse, tol commissaris in het bisdom wordt benoemd, in zale den kruistocht. In een anderen briel' verklaart do koning van Frankrijk bol doel van het jubilee, dal gehouden zou worden: bel was om Cods zegen af te snieeken in den oorlog tegen de on ge! oo eigen, ten einde het heilige land en het keizerrijk Griekenland, door gezegde ongeloovigen wederrechtelijk teruggehouden en overweldigd, te heroveren, liij die open brieven waren onderrichtingen gevoegd door den koning in overleg met don pauselijken legaal opgesleld voor de uilvoering der bul, welke de prediking van den kruisloelil in liet koninkrijk Frankrijk beveelt gedurende de beide jaren 1517 en 1518.

Men bepaalde er zich ongolwijleld niet toe, om enkel in het bisdom van Toulouse den gewijden oorlog te prediken, olscboon wij geon enkel documoul ol' geschreven overlevering kennen omtronl do prediking, die tegelijk in de andere provinciën van bel rijk moest plaats vinden; maar wij hebben alle reden om te gelooven, dal de vrees voor een inval, de welsprekendheid der predikers, hel voorbeeld on do waarschuwingen des kouings, do luister der godsdiensiige plochli^beden, slechts in zeer geringe mate de vrome liel'dadiglieid der volken opwekten. Volgens de processen-verbaal en de verslagen die lot ons gekomen zijn, bedroegen de gillen dor geloovigen zoo weinig, dal ze ter nauwernood voldoende waren om de onkosten van de prediking en der godsdiensiige plechligheden goed te maken. Niets bewijst beter dat do godsvrucht der kruistochten niet don dag verzwakte, doch dit doet ons tevens de overdrijving zien van de vele klachten, die zich destijds lieten booren over het gebruik der gelden, welke in naam van hel opporhoold der Kerk en voor do onkosten van den gewijden oorlog ingezameld werden. Daar men altijd veel opliet'maakte over die soort van predikiiigen, en de otl'orblokkon der kerken menigmaal ledig bleven, moesten de predikers hel misgelden ; men beschuldigde hen hel geld verteerd te bebhen, dal zij niet ontvangen hadden. Hoe meer, overigons, de volken geneigd waren lol wantrouwen, hoe meer men de voorzorgen moet loojuichen die genomen worden; de uitgaven voor de prediking ol' bol jubilee mochten soms door die voorzorgen zelve vermeerderd worden; doch men had de gemoederen gerustgesteld en dit was veel waard. Voor alles wal de inning en liet gebruik dor gelden van den kruistocht belrol', zoowel als voor vele andere zaken, moest hel gezag des konings een des te gestrenger toezieht uiloef'enen, daar degenen, die de gillen der cbrislenen in ontvangst namen, niet altijd lieden waren, wier goede trouw boven alle verdenking verheven was, en er onder de redenaars van hel heilige land altijd eenigon gevonden werden die meer ijver dan voorzichtigiieid aan den dag legden en wier prediking een ware bron van ergernis was. Daar de meesten hunner een salaris onlvingon geëvenredigd aan hel bedrag der gelden, die in de oUbrblokken der kerken gevonden werden, waren er eenigon onder ben, die zich niet ontzagen de belolten van don opperherder en de voorrechten aan hel schenken van lieldegiflon verbonden te overdrijven. Wat hiervan ook /.ij, dit slaat vast, dal deze prediking, door den paus en don koning bevolen, de zaken van don kruistocht niel voel bevorderde, maar dat ten minste bot verstandig beleid der regeoring en de voor/.icblighoid der liooi'den dor Fransche geeslolijklieid groote wanordelijkheden in hel koninkrijk voorkwamen. Dil was niet het geval in Duilschland, waar do gemoederen ten hoogste verbitterd en ontevreden waren en zicli zaden van verdeeldheid en ketterij begonnen te ontwikkelen tol in den boezem dor geestelijkheid.

Men heeft tot dusverre kun;:i • ! ■■e/i er hel hol' van

Rome van dag tot dag milder werd in het openen der schatkamer van de pauselijke allaten. Bij de eerste expeditiën naar het Ooslon werden die allaten slechts verleend aan do pelgrims van hel heilige land ; men verleende ze vervolgens aan degenen, die in hel onderhoud dor kruisvaarders voorzagen; laler schonk men ze aan do geloovigen, die de predikingen dor verkondigers van den kruistocht bijwoonden, soms zeli's aan degenen, die de mis der pauselijke legaten bijwoonden. Leo X ging zoll's zoover, van zo niet alleen te verleonen aan degenen, die door hunne aalmoezen in do onkosten van den oorlog tegen de Turken zouden bijdragen, maar ook aan alle geloovigen, wier vrome liol'dogil'len zouden strekken tot het bestrijden der noodzakelijke uitgaven voor de voltooiing van don bouw dor Sint-Pieterskerk, die door zijn voorganger Julius 11 begonnen was. Hoewel die bestemming iets nuttigs, edels, grootsch, iets werkelijk katholieks had, hoewel zij, in zekeren zin, eene eeuw waardig was, waarin de kunsten zulk een grooten glans alvvierpeu, zagen vele christenen, voornamelijk in Duilschland, daarin aanvankelijk slechts een misbruikiug van bet pauselijk gezag en velen zeiden, dat hol hol' van Rome de Kerk van Jems Christus sloopte, om de Sint-Pieterskerk op te bouwen.

Alberlus, aartsbisschop van Menlz, belast mei hot benoemen der predikers van bel jubilee on hol uitdeden van do pauselijke allaten, benoemde voorSaksen de Predikhoeren ol'Doininieanon, met uitsluiting dor Minderbroeders ol' Augustijnen, die soms zulke soort van zendingen vervuld hadden. Deze laatsten loonden zich naijverig op dien voorkeur; daar men geen enkelen maatregel van voorzorg genomen had, noch om de uitwerkselen van dien naijver te voorkomen, noch om de misbruikeu togen te gaan, die gepleegd konden worden, gebeurde hel, dal de Augustijnen het gedrag, de zeden en de gevoelens dor Dominicanen mei hillorheid gispten, en deze de klachten hunner togonslandors maar al le zeer rechtvaardigden.

Luther, een Augustijner-monnik, onderscheidde zich in die hevige twisten door hel vuur zijner welsprekendheid; bij vervolgde mot zijne gramschap de predikers, die men voor hel in ontvangst nemen van de gitten der geloovigen gekozen had, en ouder de stellingen, die hij van den kansel verkondigde, beeft do geschiedenis de volgende voor ons bewaard, welke door Leo X veroordeeld word: Hel is zondig zich tegen de Turken te verzetten, aangezien de Voorzienigheid zich van die ongeloocige natie bedient om de ongerechtigheden van haar volk le bezoeken. Deze zonderlinge stelling word door de aanhangers van Luther aangenomen; en toen de legaal van den paus op den rijksdag van Regensburg de helling der voor don kruisloelil beslemdo tienden vroeg, ontmoette hij een levendige tegenkanting. Uil alle deelen van Duilschland gingen gemor en klachten op. Men vergeleek hol hol' van Rome met den ontrouwen horder, die do aan zijne zorgen toevertrouwde schapen schoort; men beschuldigde hel, dal hel de lichlgeloovige volken berooide, de natiën en de koningen verarmde en do christenen onder meer ollendon gebukt deed gaan dan do ovorheersching der Turken hen kon berokkenen.

Sinds langer dan een eeuw lieten die soort van beschuldigingen zich in Duilschland hooien, telken male als men gelden voordo kruistochten inzamelde of een of andere schatting door den opperherder aan de christenen werd opgelegd. De hervormers maakten van die gesteldheid dor gemoederen gebruik om nieuwe denkbeelden te verspreiden en een omwenteling in de Kerk te beproeven. Bij eene natie, die door hare geaardheid en haar vorstand lot de bespiegelende denkbeelden geneigd was, moesten die wijsgeerige en godsdienstige nieuwigheden meer dan elders warme aanhangers en vurige apostelen vinden. Men moei hierbij niet vergelen, dal Duilschland door do langdurige oorlogen zijner keizers, voornamelijk van Froderik II, tegen de pausen, hol ontzag voor den algemeenen opperherder groolendeols had verloren, en dat die geest van verzet aldaar diepe wortelen had geschoten. Toen men eenmaal don band verbroken had, die do gemoederen aanoenhoebtte, en het juk had afgeschud van een door den lijd geijkt gezag, kende het verzet geen grenzen meer; er bestond geen maat meer voor de nieeniiigen: de Kerk werd gelijktijdig aan alle kanton aangevallen, en zulks door duizenden verschillende secten, allen in verschil met bol hol' van Rome, de ineeslen in verschil met elkander. Toen brak de omwenteling los, welke verscheidene volken der christonlieid voor altijd van de gemeenschap der Roomsche Kerk moest losscheuren.

Het ligt buiten hel bestek van onze geschiedenis om van de gebeurtenissen le spreken, die de scheuring van Lulher vergezelden; maar hel is oen opmerkelijk feil, dal de oorsprong van do hervorming ontsproten is, iiiel rechtstreeks nil do kruistochten, maar uit hel misbruik der voor de kruistochten verleende allaten.

Evenals al degenen, die oen omwenteling beginnen, wist Lulher niet hoever zijn verzet legen hel hol van Home kon gaan; eerst viel hij eenige misbruiken van hel pauselijk gezag


-ocr page 499-

GESCHTEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

323

aan, en eindigde weldra mot het gezag zelf aan te vallen. De meeningen, die hij door zijne welsprekendheid had aangevuurd, de hartstochten, die hij onder zijne discipelen had doen ontwaken, sleepten hem zeiven veel verder mede dan hij had voorzien; degenen, die er het grootste belang hij hadden om de leerstellingen van den hervormer te bestrijden, voorzagen evenmin als hij wat die leerstellingen met zich zouden medebrengen. Duitschland, dat geheel verbrokkeld aan verdeeldheden en wanordelijkheden van allen aard ter prooi was, bezat geen enkel gezag, dat genoeg kracht en scherpzinnigheid bezat om de uitwerkselen van een scheuring te voorkomen. Aan het hol' van Rome zou niemand hebben kunnen gelooven, dat een eenvoudige monnik ooit de zuilen der Kerk zou kunnen schokken; te midden van den luister en den glans der kunsten, die hij beschermde, afgeleid door de zorgen van een veelomvattende staatkunde, gaf Leo X misschien te weinig acht op de vorderingen van Luther. Hij had vooral ongelijk geheel en al de expeditie tegen de Turken op te geven, die hij in de geheele christen wereld aangekondigd had, en die, ten minste in de eerste oogenblikken, een nuttige alleiding kon aanbieden aan de door de denkbeelden der hervorming over-heerschte gemoederen, liet ondernemen van een gewijden oorlog, dien hij bij den aanvang van zijn pontificaat met zooveel vuur had doorgezet, en voor welken de dichters hem een on-sterl'elijken roem beloofden, hield bij zijn sterven evenmin zijne gedachte als die zijner tijdgenooten bezig.

Inlusschen had Soliman, de opvolger van Selim, zich van Belgrado meester gemaakt en bedreigde hij het eiland Rhodes. Dit eiland was de laatste kolonie der christenen in Azië. Zoo lang het in het bezit bleef der ridders van Sint-Jan mocht de sultan der Turken vreezen, dat er in het Westen eenige groote expeditie ondernomen werd voor de herovering van Paleslina en Syrië en zelfs voor die van Egypte, hetwelk kortelings bij hel Ottomannische rijk ingelijld was.

De grootmeester der Hospitaalridders liet om hulp vragen bij het christelijk Europa. Karei V had juist de keizerlijke kroon met die van Spanje op zijn hoold vereenigd. Geheel vervuld met zijne plannen tot fnuiking der macht van Frankrijk, en paus Adriaan VI in een oorlog tegen den koning van Frankrijk pogende mede te sleepen, liet de keizer zich weinig gelegen liggen aan het gevaar, dat de ridders van Rhodes bedreigde. De opperpriester durfde hun geen hulp bieden of den steun der christenheid voor hen inroepen. Frans 1 legde meer bereidvaardigheid aan den dag, maar in den toestand, waarin het koninkrijk verkeerde, kon hij de door hem toegezegde hulp niet zenden.

De ridders van Rhodes bleven dus aan hunne eigene krachten overgelaten. De geschiedenis heeft aanteekening gehouden van de krijgsverrichtingen en de heldenfeiten, waardoor de orde der Hospitaalridders hare verdediging beroemd maakte. Na een beleg van verscheidene maanden viel Rhodes in de macht van Soliman. Het was een treilend gezicht den grootmeester l'lsle Adam, den vader zijner ridders en zijner onderdanen, te zien vertrekken, het geringe overschot der orde en de geheele bevolking van Rhodes, die hem had willen volgen, medevoerende. Hij landde op de kusten van het koninkrijk Napels, niet verre van de plek, waar Virgilius den vromen Eueas met het roemrijke overschot van Troye laat ontschepen. Indien de geest der kruistochten weder had kunnen ontwaken, zou geen hart ongeroerd zijn gebleven bij het zien van dien eerbiedwaar-digen grijsaard, vergezeld van zijne getrouwe lotgenooten, een schuilplaats zoekende, het medelijden inroepende en tot loon voor zijn bewezen diensten om een hoekje gronds smee-kende, waar hij en zijne krijgers den standaard van den godsdienst weder zouden kunnen ontplooien en de ongeloovigen bestrijden.

Terwijl de grootmeester zich naar Rome op weg begaf, verklaarde Adriaan VI den oorlog aan den koning van Frankrijk : er had zich een bond gevormd tusschen den paus, den keizer, den koning van Kn ge land en den hertog van Milaan. In dien stand van zaken konden de christenen van bet Dosten op geen hijstand hoegenaamd hopen. Na den dood van Adriaan toonde paus Clemens VII zich gunstiger jegens de orde der Hospitaalridders. Hij ontving den grootmeester met vaderlijke teederheid. Terwijl de kanselier der orde in het consistorie mededeeling deed van de krijgsverrichtingen en de tegenspoeden der ridders, vergoten de paus en de prelaten een vloed van tranen en beloofden zij al de rijken der christen wereld voor hunne belangen te winnen. Ongelukkig voor de orde van Siiu-Jan waren de mogendheden van Europa meer dan ooit onder elkander verdeeld. Frans I werd krijgsgevangen gemaakt bij den veldslag van Pavia. De paus, die weder voor bemiddelaar had willen optreden, haalde zich daardoor slechts den haat en de gramschap van Karei V op den hals. Te midden dier verdeeldheden vergat men de ridders van Rhodes, en hel was eerst tien jaren na de verovering van Soliman, dat die edele krijgers van den keizer de rots van Malta konden bekomen, waar zij nogmaals de schrik der muzelmannen werden.

Terwijl Europa door zijne verdeeldheden als het ware verlamd was, vertoonde de veroveraar van Rhodes en Belgrado zich weder dreigende op de oevers van den Donau. bodewijk 11 poogde de vaderlandsliefde der Hongaren op te wekken en deed hel oude gebruik herleven om in hel openbaar een bebloeden sabel ten toon te stellen, als teeken van den oorlog en het gevaar des vaderlands. Doch de vermaningen van den monarch, die van de geestelijkheid, de nadering des vijands, vermochten de oneenigbeden niet te vereffenen, ontslaan uit de leenheerlijke regeeringloosheid en de langdurige rampen van Hongarije. De Hongaarsche monarch kon slechts twee en twintig duizend man onder den standaard van het kruis vereenigen.

Deze twee en twintig duizend christenen, door een prelaat aangevoerd, hadden een leger van honderd duizend Ottomannen te bestrijden; het was hot Hongaarsche leger, hetwelk, op last der bisschoppen, dat der ongeloovigen den slag aanbood. Het opmerkelijkste in de gewijde oorlogen is, dat men bijna altijd den invloed der geestelijkheid aan de stoutheid der ondernemingen kan erkennen. De overtuiging, waarin de geestelijken verkeerden, dat zij voor Gods zaak streden en hunne onbekendheid met den oorlog beletten hen de gevaren te zien, veroorloofden hun niet aan de overwinning le twijfelen en deden hun dikwerf de gewone middelen der menschelijke voorzichtigheid verwaarloozen. Het was in het vertrouwen op een wonderdadige overwinning dat de aartsbisschop van Colocza er toe besloot den beslissenden veldslag van Mohacs aan te bieden. De geestelijkheid, die hem vergezelde, vuurde de strijders door hare bemoedigende woorden aan en gaf hel voorbeeld van de dapperheid. Maar de godsdienstige en krijgshaftige geestdrift vermocht niet over liet aantal te zegepralen; de meeste prelaten ontvingen in den strijd den palmtak der martelaars; achttien duizend christenen hieven op het slagveld. Tot overmaat van ramp voor Hongarije verloor bodewijk II in de algemeene vlucht het leven, zijn rijk aan de partijschappen ter prooi en door de Turken verwoest achterlatende.

De nederlaag der Hongaren vervulde het hart van Clemens VII met namelooze droefheid. Do opperherder schreef aan al de souvereinen van Europa; hij bad zelfs het plan gevormd hen in persoon te gaan bezoeken en hen door zijne tranen en gebeden op le wekken om de christenheid te verdedigen. De treilende vermaningen van den paus en zijn smeekende houding konden de vorsten niet roeren, en hier bespeurt men hot snelle verval van de pauselijke macht, eertijds zoo geducht over de geheele christelijke wereld, en welker uilspraken als door God gegeven beschouwd werden. Daar de keizer Italië door zijne heerschzuchl verontrustte en weigerde den paus de behulpzame hand le bieden in het volvoeren zijner plannen, beproelde het hof van Rome legen hem een soorl van kruistocht le prediken, en stelde de paus zich aan het hoofd van een verbond, dat men een heilig verbond noemde; doch deze half godsdienstige, half staalkundige coalitie loste zich uit zich zelve op, en kort daarna werd Clemens hel slachtoffer van den wraakzuchtigen keizer. De keizerlijke troepen trokken Rome binnen als in een vijandelijke stad. De keizer, die den titel van wereldlijk hoofd der Kerk aannam, onl zag zich niet aan Europa do ergernis der gevangenschap van een paus te geven. Hoewel hel gezag der pausen niet meer den-zellden invloed uitoelende, hoewel men toen verre was van de eeuw van Innocentius IV en Gregorius IX, die met keizer Frederik II zulk een geduchten en hardnekkigen strijd gevoerd hadden, verwekten de gewelddadigheden van Karei V algemeen verontwaardiging. Engeland en Frankrijk namen de wapens op. Geheel Europa was in opschudding: eenigen wilden den hoon, den stedehouder van Jesus Christus aangedaan, wreken, anderen van de wanorde gebruik maken. Men dacht niet meer aan het verdedigen der christenheid tegen den inval der Ottomannen.

Inlusschen waakte Clemens VII van uit den kerker waarin de keizer hem gevangen hield nog steeds voor de verdediging van hel christelijk Europa: zijne legaten spoorden de Hongaren aan om mei den strijd voor hun God en hun vaderland voort te gaan. In zijn rnsteloozen ijver ging de paus vijanden tegen de Turken zoeken lol in hel Oosten en onder de ongeloovigen. Acomalus, die in Egypte het juk der Ottomannen afgeschud had, werd in zijn opstand aangemoedigd door hel bof van Rome. Een pauselijken legaal werd opgedragen hem den steun der christenen van het Westen te beloven. De opperherder onderhield betrekkingen in al de grensplaatsen en in alle provinciën van het Turksche rijk, om op de hoogte gehouden te worden van de plannen en de toebereidselen des sullans van Constan-tinopel. Wij moeten hier opmerken, dat het grootste deel der voorgangers van Clemens evenals hij er steeds op bedacht geweest waren een waakzaam oog te houden op de plannen der ongeloovigen. Hieruit blijkt dus, dat de opperhoofden der Kerk zich niet bepaalden tot het aansporen der christenen om zich op hun eigen grondgebied te verdedigen; maar zij


-ocr page 500-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

324

hielden ook, als waakzame scliildwacbten, de oogen voortdurend gevestigd op de vijanden der christenheid, om Europa te waarschuwen voor de gevaren, die liet bedreigden.

Toen de keizer de boeion van Clemens VII geslaakt had, vergat de vrome herder den hem aangedanen hoon, on slechts te denken aan het gevaar van liet Germaansche rijk, dat op het punt stond door de Turken aangevallen te worden. In de rijksdagen van Augsburg en Spiers poogde de pauselijke legaal, in den naam van den godsdienst, den strijdlust der volken van Duitschland voor hun eigene verdediging op te wekken. Een afgevaardigde van den keizer paarde zijne aansporingen met die van den apostolischen legaat; hij deed een beroep op dc eeuwenoude deugd der Germanen en herinnerde zijnen toehoorders aan hel voorbeeld hunner voorouders, die nimmer eene vreemde overheersching geduld hadden. Hij noodigde do vorsten, do magistraten en dc volken uit voor hunne onalhan-keiijkheid en hun eigen behoud ie kampen. Ferdinand, koning van Bohemen en Hongarije, stelde aan do vorsten en dc Staten van het Duilsche rijk voor. snelle en afdoende maatregelen tegen dc Turken te nemen. Deze aansporingen en raadgevingen vonden weinig ingang en ontmoetten een sterke tegenkanting in den steeds krachtiger werkenden geest der nieuwe leerstellingen. Al de steden, al de provinciën hielden zicli bezig met de door de hervorming opgeworpen vraagstukken. Men kon destijds de door de Turken bedreigde volken van i uitschlaud vergelijken met de Grieken van liet latere Romeinschc rijk, die de geschiedenis ons voorstelt als zich met ijdele woordentw isten bezighoudende toen do Barbaren voor liinine poorten stonden. Evenais bij de Grieken vond men onder dc Duitschers eene menigte lieden, die minder beducht waren den tulband van Mahomed dan de driekroon van den paus van Home binnen hunne steden te zien: cenigen, gedreven door een geest van latalismus, dien men ter nauwernood in den koran vindt, beweerden dat God Hongarije geoordeeld had en het behoud van dat koninkrijk niet in de macht der nienschen lag; anderen, (dc aanhangers der leer van liet duizendjarige rijk), kondigden met dweepzuchtige blijdschap de nadering van het laatste oordeel aan, en terwijl de predikers van den kruistocht de Duitschers aanspoorden het vaderland te verdedigen, zag de afgunstige hoogmoed van eene goddelooze sekte met verlangen naar de dagen van de algemeene verschrikking uit.

Soliman was Hongarije intussclien aan de spits van een maclitig leger binnengedrongen. Daar hij geen vijanden meer le bestrijden vond, rukte hij lot in Duitschland voort. De iioofdstacl van Oostenrijk, die door de Turken belegerd werd, had haar behoud slechts te danken aan de overstrooming van den Donau, aan den moed van hare bezetting en, als men eenige geschiedschrijvers gelooven mag, aan de ontrouw van den grootvizier, die door hel geld der christenen omgekocht was. Bij hel vernemen van hel gevaar, liet de keizer zijne troepen voortrukken, maar steeds vervuld met de gedachte om zijne heerschappij in Italic uit le breiden, hield hij plotseling liiill in dc vlakte van Lintz en dacht er niet aan oin de Turken le vervolgen, die, dertig duizend gevangenen medevoerende, terugtrokken. Ter zelfder tijd kruiste een Spaansche vloot, door Doria aangevoerd, in de zee van den Archipel zonder eenig voordeel op de Turkschc marine te behalen; deze expeditie bepaalde zich lol de inneming van Koron en Patras, die kort daarna aan de Ottomannen leruggegeveu werden.

De pogingen en de vaderlijke raadgevingen van den paus verinochten de geestdrift voor een gewijden oorlog niet meer op te wekken, niet alleen in Duilscliland, maar zelfs niet onder de Hongaren. Ferdinand, de broeder van Karei V, die door de keizerlijke macht lol koning van Hongarije verheven was, en dc graaf Joannes Zapoli, paltsgraaf van Transylvanië, die onder dc bescherming der Turken over de puinboopen van zijn land regeerde, betwistten elkander dat rampzalige rijk, dal tegelijk door zijne vijanden en zijne bondgenooten gebrandschat en geplunderd werd. Soliman, die van Duda bezit genomen had, verwoestte allo provinciën en maakte groote toebereidselen. Men riep verscheidene rijksdagen bijeen om te beraadslagen over dc middelen om dcli inval der Ottomannisclie legers le stuiten; en wat maar al le zeer de ongelukkige gesteldheid der gemoederen op dal tijdstip verraadt, men hield zich in een le Weenen gehouden vergadering voor den kruistocht tegen dc Turken slechts bezig met liet beteugelen der hervorming, die van dc pas uitgevonden boekdrukkunst een ijverig gebruik maakte om hare oproerige en goddelooze geschriften le verspreiden, doch over den kruis,'ocht, waarvoor men vergaderd was, werd ter nauwernood gesproken. Do naar Hongarije gezonden troepen werden door Soliman geslagen en verstrooid, zoodal Ferdinand geen ander redmiddel overbleef dan de Turken om den vrede le verzoeken. Opmerkelijk is het, dat de paus in het verdrag begrepen werd; Soliman gaf daarin den titel van vader aan den opperherder cn dien van broeder aan den koning van Hongarije. Na zoovele vruchtelooze pogingen bij de vorsten der christenheid scheen Clemens VH nog zijne eenige hoop te stellen in de Voorzienigheid; en riep hij, het verloop der vredesonderhandelingen goedkeurende, met bitterheid uit: «Er schiet om niets anders meer over dan den Hemel le smeeken zelf voor hel heil der christelijke wereld te waken.quot;

Men 'zou hebben kunnen denken, dat de gewijde oorlogen hun einde nabij waren, dewijl hel opperhoofd der Kerk de wapens nedergclegd en met de ongeloovigen vrede gesloten had, doch dit vredesverdrag kon, evenals die, welke hel voorafgegaan waren, slechts beschouwd worden als een wapenstilstand, en hol kon niet missen of de oorlog moest weder uitbarsten zoodra men van de zijde der muzelmannen of van die der christenen gegronde hoop mocht voeden dien met gunstig gevolg to voeren. Zoo was de staatkunde van dien lijd, en vooral die, welke de christen en dc muzelmansche machten in hun wederzijdschc betrekkingen leidde. Soliman had zijne plannen met Duitschland en Hongarije opgegeven, minder uit eerbied voor de tractaten dan omdat hij zijne strijdkrachten in een oorlog tegen de Perzen noodig had. Van een anderen kant liet de christenheid de Ottomannen met rust, dewijl haar eigen boezem door tweedracht verscheurd werd, en de meeste christen vorsten, alleen aan hun eigen belangen denkende, slechts naar de raadgevingen van hun eerzucht luisterden.

Europa bezat destijds drie groote monarchen, wier vereenigde strijdkrachten toereikende zouden geweest zijn om de macht der Turken te vernietigen; maar deze drie vorsten waren onder elkander verdeeld door de staatkunde, zoowel als door hun karakter. Dc koning van Engeland, Hendrik VIH, die de stellingen van Luther wederlegd en zich met lt; en koning van Frankrijk voor dc bevrijding van den gevangen paus verbonden had, had zich kortelings van de Ktomsche Kerk gescheiden, ttu eens de bondgenoot van Frankrijk, dan weder de bondgenoot des keizers, ijverig in de weer om de scheuring te doen zegevieren, waarvan hij de apostel en hel hoold was, dacht hij niet meer aan den oorlog van hel Oosten. Frans I had eerst aanspraken doen gelden op de keizerskroon, daarna op hel hertogdom Modena en hel koninkrijk Napels: deze aanspraken, die een bron van rampen voor hem en Frankrijk werden, verstoorden de rust van zijne gansche regeering en veroorloofden hem niet zich ernstig bezig te houden met den kruistocht tegen de Turken, ecu kruistocht, dien hij zelf in zijne Stalen had doen prediken. Het gevoel van haaien afgunst, dat hem tegen een gelukkigen eu machtigen mededinger be-heerschte, gal hem tweemaal de gedachte in, liet bondgenootschap der ongeloovigen te zoeken; lot groote ergernis der christenheid zag men een Ottomannische vloot in de haven van Marseille met voorkomendheid ontvangen en den standaard der Leliën naast dien der Halve Maan wapperen onder de muren van Nizza. Karei V, beheerscher van Spanje, hoold van hel Germaansche rijk, souverein der Nederlanden, bezitter van verscheidene rijken in de Nieuwe Wereld, was er veel meer op uit, dc Fransche monarchie te vernederen en zijne overheersching in Europa le bevestigen dan de christenheid te verdedigen. Gedurende hel grootste deel zijner regccring ontzag die monarch de aanhangers der hervorming in Duitschland ter oorzake der Oltomannei'., cn vervolgde hij dc Ottomannen niet Ier oorzake zijner vijanden in de christelijke Staten. Hij bepaalde er zich toe tweemaal de hoofdstad van Oostenrijk te beschermen door dc tegenwoordigheid zijner legers; en toen de paus hem smeekte Hongarije le verdedigen, bracht hij den oorlog liever over op dc kusten van Afrika. De Barbarijsche Stalen hadden een bond gevormd onder de bescherming van de Oltomaniiische Porie en begonnen zich in de Middellandsche zee gevreesd te maken. Bij eene eerste expeditie maakte Karei zich van Tunis meester, pliuille zijne vanen op dc puinboopen van Carthago en bevrijdde meer dan twintig duizend gevangenen, die zijne overwinningen in allo doelen der christelijke wereld gingen verkondigen, lüj een tweede expeditie, die hij ondernam, had hij hel plan gevormd Algiers te verwoesten, waarvan de zeeschuimers, de geescl der kusten van Italië en Spanje, een roolnest gemaakt hadden. Ondanks de waarschuwingen van de meest ervaren zeelieden, ontzag hij zich niet in het seizoen van de stormen en de orkanen scheep ie gaan. Nauwelijks was hij op dc kust van hel vroegere Numidic geland, of zijn leger en zijne vloot verdwenen in een orkaan, die de zee en hel land beroerde. Na hel doorslaan van de grootste levensgevaren kwam hij bijna alleen in Europa terug, waar zijne vijanden, en vooral de paus, hem beschuldigden Duitschland en zelfs Italië, die meer dan ooil door Soliman bedreigd werden, zonder verdediging gelaten te hebben.

Nu gingen in Europa nieuwe alarmkreten op. Onder degenen, die dc volken aanspoorden de Turken le bestrijden, vernam men dc slem van Marlijn Luther. In een boeli getiteld: Gebeden teyen den Turk, veroordeelde de hervormer de onverschilligheid der volken cn der koningen, cn raadde bij den christenen aan don Turken hot hoold te bicden, wilden zij niet in slavernij weggevoerd worden gelijk eertijds dc kindoren


-ocr page 501-

GESCHIEDENIS DHR KRUISTOCHTEN.

32S

Israels. In een gobodsformulier, dat hij opgesteld had, drukte hij zich volgenderwijze uit: «Sta op, Heer, grooto God, en heilig uw naam, dien uwe vijanden hoonen; bevestig uw rijk, dal zij willen vernietigen en duld niet dat wij onder de voelen vertreden worden door degenen, die niet willen, dat Gij onze God zijt.quot;

Herhaalde malen had zich gemor doen hoeren tegen Luther, dien nicii beschuldigde door zijne leerstellingen den moed der Duitschers verzwakt te hebben. Eenigen tijd vóór het tijdstip, waarvan wij spreken, had hij reeds een vérweersclinlt m het licht gegeven, waarin hij, zonder de beruchte stolling te herroepen die door den paus veroordeeld was, aan zijn woorden een andere beteekenis gal dan die het hol' van Rome daaraan hechtte. Al zijne verklaringen, die het niet gemakkelijk valt te ontleden, loepen uit op de distinctie die hij maakt in het burgerlijk en het geestelijk gezag. Aan het eerste, zegt de hervormer, komt hel toe de Turken le bestrijden; bet is de plicht van het tweede af le wachten, zich te onderwerpen, te bidden en te verzuchten. Hij voegde er bij dat de oorlog niet de zaak der bisschoppen, maar der overheidspersonen was; dat de keizer, in deze omstandigheid, beschouwd moest worden als het hoold van den Germaanschen bond en niet als de beschermer der Kerk, of als de steunpilaar van bet christelijk geloof, een titel, dien men alleen aan Jesus Christus kon geven. Al die distinctiën hadden voorzeker iets redelijks in zich, en het gevoelen van Luther omtrent het burgerlijk gezag, hetwelk hij slechts aangenomen had om het aan de pauselijke macht tegenover te stellen, vond in dien tijd algemeene instemming, niettegenstaande hij er grove dwalingen onder gemengd en al de hartstochtelijkheid van den gekrenkten hoogmoed in de verdediging daarvan tentoongespreid had.

Niet tevreden met dit verweerschrift, dat ten titel voerde: Verhandeling over den iioiiog tegen de Turken, gaf Luther twee jaren na het beleg van Weehen een ander geschrilt in het licht, getiteld: Militaire redevoering legen de Turken, waarin hij ook de Duitschers uitnoudigde óm de wapens op te vatten. Deze tweede verhandeling begint, evenals de eerste, met godgeleerde distinctiën en spitsvondigheden, met uitvallen tegen den paus en de bisschoppen, met voorspellingen omtrent het ophanden einde der wereld en de macht der Turken, welke de schrijver duidelijk in Daniël aangekondigd vindt. Hoewel hij, evenals in zijn eerste geschrift, tracht le bewijzen, dat de oorlog tegen de muzehnannen geen godsdienstige oorlog maar een louter staalkundige onderneming is, belooit hij niettemin den palm van het martelaarschap aan degenen, die met de wapens in de hand zullen sneven. Hij stelt dien oorlog voor als aan God welgevallig en als de pliclit van een waren discipel van het Evangelie. «Uw arm en uw lans,quot; zegt hij tot den christen soldaat, «zullen de arm en de lans van God zijn. Door de Turken le dooden, zult gij geen onsclinldig bloed vergieten, en de wereld zal u beschouwen als de uitvoerder der oordeelen vau de goddelijke gerechtigheid, want gij zult slechts degenen dooden, die God zelf veroordeeld heeft.quot; Men kan oordeelen hoezeer deze aard van prediking verschilt met dien der redenaars, die in de vorige eeuwen den kruistocht verkondigden; in hel tweede deel zijner rede richt het hoofd der hervorming het woord tot de verschillende klassen der maatschappij: tot den adel, die zich in de weelde en de vermaken baadt, en voor wien eindelijk het uur van den strijd gekomen is; tot de burgers en de kooplieden, die zich sinds lang aan den woeker en de hebzucht overgeven; tot de handwerkslieden en de boeren, die hij beschuldigt hun evennaaste te bedriegen en te bestelen. De toon van den prediker is uiterst gestreng en hard; hij spreekt als iemand, die zich verheugt over de rampen, die aanstaande zijn, om reden bij ze voorzegd heelt en men zijne waarschuwingen in den wind geslagen heeft. I.ij zegt, met een zekere voldoening, dat na de dagen van vreugde en van ougebondenhcid, na den lijd der feesten en der vermaken, de tijd der tranen, der ellende en dor droefenissen komt. Hij eindigt met een heiligen uitval gericht tot allen, die doof zullen blijven voor zijne stem en die de vijand weerloos zal vinden: « Luislert nu naar den duivel en den Turk, gij allen die niet naar God wildel luisteren in Jesus Christus: de Turk zal uwe woningen in de ascli leggen; hij zal uw vee eu uw oogst wegvoer.''ii; hij zal uwe vrouwen en uwe dochters onder uwe oogen hescliimpen en ombrengen; hij zal uwe kleine kinderen spiesen met de palen zelve van cle haag, die uw erfdeel omheint; hij zal u zelve slachten ol' u medevoeren naar Turkije om u daar als redeloos vee op de markt ten verkoop te stellen; hij zal u leeren wat gij verloren zult hebben en wat gij zoudt hebben moeten doen. Aan den Turk is de taak beschoren den trotschen adel te onderwerpen, de burgerij gedwee te maken, hel domme volk te kastijden en in bedwang te houden.quot;

Omstreeks dien zelfden tijd gaf de beroemde Erasmus een geschrift in het licht betreffende de vraag of men de Turken moest beoorlogen. Men vindt in dat geschrift iets van die afgetrokkene en gemelijke wijsbegeerte, welke deu geest der hervorming uitmaakte; maar Erasmus geeft er zich mei minder heftigheid en bitterheid aan over dan Luther. Hij schrijft de rampen, die do wereld overstelpten, toe aan hel bederf der zeden en dor geesten, en beschouwt do zich steeds uitbreidende vorderingen der Turken als de laatste kastijding, welke de Hemel aan de ontaarde christenen voorbehield. Na met breede trekken de dwingelandij der Barbaren, van dat volk zonder üod ol gebod geschilderd le hebben, bestrijdt Erasinus beurtelings èn degenen, die wilden dat men altijd legen de Turken oorlog voerde, èn degenen, die wilden dat men hun dien nooit aandeed. Ongetwijfeld zond de vergramde Voorzienigheid zelve die wreede natie op de christenen al; maar door aan de Turken het hoofd te bieden, was men evenmin aan God ongehoorzaam als wanneer men de hulp der gencesheeren inroept om de ziekten te genezen, die de Hemel ons overzendt. Evenals Luther wil Erasmus dat men zich door boetvaardigheid lot den oorlog tegen de Turken voorbereidt; hij wil dat de christen vorsten zich openlijk tegen den gemeenschappelijken vijand verbinden; hij sluit den paus niet vau een christelijken bond uit, maar hij kan geen herders der Kerk onder de strijders dulden. Een kardinaal als veldheer, een bisschop als kapitein, een priester als honderdman doen hem denken ;ian een beeld van goud en leem, aan een eentawns halj' menach half paard. De schrandere schrijver wijst den krijgshafiigen prelaten up het voorbeeld van Christus, die nooit oorlog voerde, maar aan het menschdom de bemelsche wijsbegeerte bracht, degenen onderrichtte, die het pad der dwaling volgden, de ongeloóvigeu waarschuwde, de bedroefden vertroostte, de zwakken ondersteunde, door weldaden de menschen aan zich verhoud die bet waardig waren zoowel ids die het niet waardig waren. Verscheidene christenen waren van oordeel, dat men om den vrede te bekomen, Hongarije aan de Ottomannen moest prijsgeven. Erasmus vraagt aan die voorzichtige staatkundigen'of het hun billijk toescheen, dat de geloovigen hunne vorsten en zelfs hunne bisschoppen van de hand der Turken ontvingen. Zou men meenen, dat de eerzucht van die Barbaren, zelfs wanneer zij over Hongarije heerschten, bevredigd zou zijn? Neen, zij zouden niet rusten voor en aleer zij hun voet gezet zouden hebben op den nek der koningen en der vorsten, en al de tronen der christen wereld tot gruis vervallen zouden zijn.

Dit geschrift van Erasmus, waarvan wij hier slechts een zwak denkbeeld geven, bevatte tal van redeneeringen en spitsvondigheden, die het onmogelijk zou zijn mei juistheid tquot;. ontleden. Zulk een werk was overigens meer geschikt om gelezen en naar waarde geschat te worden ouder de geleerden, dan om de geestdrilt en de godsvrucht der geloovigen op te wekken. De sektegeest eu de gelooisslrijd wijzigden met den dag meer en meer de geaardheid eu de meeningeu der volken; men werd onverschilliger voor de gevaren der christenheid en zelfs voor die van In t vaderland, vooral in Duitschland, waar het gemakkelijker scheen met glans wijsgeerige stellingen te verdedigen, zelfs menigvuldige rijksdagen bijeen te roepen, dan oorlog te voeren en legers op de been 'te brengen. Uit do godsdienstige twisten, die de rust van het heiligdom verstoorden, waren staatkundige oneenigheden ontsproten, dioden Slaat en de maatschappij verontrustten. Te midden der hevige debatten, die het Germaansche rijk bezighielden, verloren de Kerk en zells het duur Luther verkondigde burgerlijk gezag die eenheid van bandelen, zonder welke men een geduelilen vijand niet met vrucht kan bestrijden. Zoo groot was de spanning der gemoederen, dat de Duitschers elkander meer haatten dan zij het de Turken deden, en dat iedere partij minder de zegepraal der ongeloovigen dan die zijner tegenstanders duchtte. De Luthersehen durfden de wapenen niet op te nemen, daar zij in aanhoudende vrees verkeerden de aanvallen der katholieken te zullen moeten afslaan; deze werden weerhouden door de vrees voor de Luthersehen. Op die wijze doofde de hervorming, die uil de kruistochten geboren was, bet laatste overblijfsel van de godsdienstige geestdrilt uil, welke het Westen zoo'dikwerl de wapens deed opnemen, eerst tegen de Sarraeeenen eu later legen de Turken.

De naam der Turken werd nog genoemd op de rijksdagen van Duitschland en op bel concilie van Trenle; maar er werden volstrekt geen maatregelen genomen om hen le bestrijden. Sinds gebeurde er niets meer in Hongarije of in het Oosten dal de aandacht der christen wereld Kon boeien. De ecnige gebeurtenis, waarop Europa nog de oogen gevestigd hield, was de verdediging van Malta legen de gebeele strijdmacht van Soliman.

Deze verdediging vermeerderde de vermaardheid der militaire orde van Sint-Jan. De haven van Malta was hel eenige toevluchtsoord van de schepen der christenen op den weg, die naar de kusten van Egypte, Syrië en Griekenland voert, De zeeschuimers van Tunis en Algiers, al de vrijbuiters, die de


-ocr page 502-

326

Middellandsche zee onveilig maakten, sidderden bij den aanblik der rols van Malta en der galeien, die den standaard van het kruis voerden. Deze militaire kolonie, die steeds krijg voerde met de ongeloovigen, die steeds hernieuwd werd door den krijgshaftigen adel van Europa, biedt ons tot aan liet einde der achttiende eeuw een levend beeld aan der aloude ridderschap en van bet heldbaltige tijdperk der kruistochten. Wij hebben den oorsprong van die vermaarde orde medegedeeld, wij zijn baar gevolgd in bare dagen van zegepraal, in hare wederwaardigheden die uog roemvoller waren dan hare overwinningen. Hel zou ons le ver voeren indien wij bier verhaalden door welke omwenteling zij gevallen is, door welke gebeurtenissen zij dat eiland verloren lieert, hetwelk haar als loon der dapperheid gegeven werd, en dat zij meer dan tweehonderd jaren tegen dequot; legers der üttoniannen en der iiarbaren van Alrika verdedigde.

Terwijl de Turken voor het eiland Malta het hoold stoolten, zette Soliman den oorlog iu Hongarije voort. Hij stierl' bij de belegering van Sigeth op de oevers van den Donau, te midden zijner overwiimingen op de christeneu. Europa zou zich over zijn dood hebben moeten verheugen, gelijk het zich eertijds over dien van Mahomed 11 verheugd had. Onder de regeering van Soliman I, die de grootste vorst van de Üttomaunische dynastie was, hadden de Turken niet alleen een gedeelte van het Germaansche rijk overweldigd, maar kreeg ook hmiiic marine, gesteund door de hulp van Barbarossa en Dragast, een uitbreiding, welke al de zeemogendheden van Europa ongerustheid moest inboezemen. Selim 11, die hem opvolgde, bezat noch de hoedanigheden, noch hel verstand van het meeivndeel zijner voorgangers, maar hij zette nieltemin bun veroveringsplannen voort.

De Ottomannen, die meesters waren van de kusten van Griekenland, Syrië en Al'rika, wilden bet koninkrijk Cyprus, dat de Veneliërs destijds bezaten, bij hun rijk inlijven. Na eene belegering van verscheidene maanden maakte het Olto-mannische leger zich meester van de steden Famagousta en Nicosia. De Turken bezoedelden hunne overwinningen door voorbecldelooze wreedheden. De dapperste verdedigers van hel eiland Cyprus boetten in de folteringen de glorie van een hard-uekkigen tegenstand, en men kan zeggen, dat bel de beulen waren die den oorlog eindigden. Deze barbaarscbheid der Turken wekte de verontwaardiging dor christen volken op, en i'e zeevarende natiën vernamen met onlslellenis een overwinning, welke de wegen naar hel Oosten vuur den Europeesehen handel dreigde te sluiten.

Bij de nadering van bet gevaar bad paus Pins V de christen mogendheden aangespoord do wapens togen tie Otlornannen op te nemen. Er werd een bond gevormd, waaraan de republiek van Venetië, de koning van Spanje, l'hilips II, en de paus zeil, die altijd bereid was aan zijne predikatiën hel gezag van zijn voorbeeld bij le zetten, deelnamen, ren talrijke vloot, uitgerust om het eiland Cyprus te verdedigen, kwam le laat in de zeeën van het Oosten aan, en vermucbl sleciits de schande op de christen wapenen drukkende te wreken. Deze viool, aangevoerd door don Juan van Oostenrijk, ontmoette die der Ollomannen in de goh van Lepante. Hot is in die zee, dal Anguslus en Antonius elkander het Uomeinsehe rijk hetwisllen. De slag, ,(110 zich tussehen de christenen en de Turken ontspon, herinnerde eeni-germate aan den geest en de gecsldrin dei' kniisluebten. Voor den aanvang van het gevecht deed don Juan op zijn schip den standaard van Siul Pieter hijscben, dien hij van den paus ontvangen had, en bet leger begroette met vreugdekreten dat godsdienstige teeken van de overwinning. De aanvoerders der christenen voeren in booten langs de vaartuigen, terwijl zij de soldaten aanmoedigden voor de zaak van Jesus Christus le strijden. Op de knieën vallende, riepen al de krijgers den goddelijken bijstand in en richtten zich op vol vertrouwen op hunne dapperheid en de mirakelen des Hemels.

Geen enkele zeeslag in de oudheid kan vergeleken worden met dien van Lepanto, waarin de Turken voor de heersehappij der wereld, de christenen voor de verdediging van Europa streden. De moed en de bekwaamheid van dun Juan en de overige aanvoerders, de onversaagdheid en do vurigheid der soldalen, de meerdere bekwaamheid der Franken in het besturen der schepen en do behandeling der artillerie, deden de vloot een beslissende overwinning behalen. Tvvoehouderd vijandelijke schepen werden genomen, verbrand of in den grond geboord. Het overschot van de Turkscbe vloot ontkwam mei moeite en verspreidde door het verkondigen van do overwinning der christenen de grootste ontstellonis langs de kusten van Griekenland en in de hooldstad van het Turkscbe rijk.

Het was toen dal do beangste Selim hel kasteel der Dardanellen liet bouwen, dat nog beden lei: dage den ingang van het kanaal verdedigt. Denzellden dag, waarop de zeeslag geleverd werd, stortte liet dak van den lernpel van Mokka in, en de Turken meenden in dal ongeval een toeken van de henielsclio gramschap te zien. Het dak was van hout, en opdat het een hechter zinnebeeld zon wezen van het keizerrijk, zegt Cantemir, deed de zoon van Soliman het in steen weder opbouwen.

Terwijl de Turken over de eerste nederlaag hunner wapenen treurden, vernam de gebeele ebristenheid met blijdschap de overwinning van Lepanto. De Veneliërs, die in angstige spanning den uitslag van den strijd verbeidden, vierden de zegepraal van de christen vloot met buitengewone leestelijkheden. Opdat geen enkel gevoel van treurigheid de algemeene vreugde mocht storen, stelde de senaat al de gevangenen in vrijheid en verbood aan al de onderdanen der republiek rouw te dragen over hunne in den strijd tegen de Turken gevallon vrienden ol' bloedverwanten. De slag van Lepanto werd op de inuiit-stukken gegrift, en daar de ongeloovigen op den feestdag van de heilige Justiiia verslagen werden, stelde de senaat vast, dat die gedenkwaardige dag tolken jaro door de gansebe bevolking van Venetië feestelijk herdacht zou worden.

Te Toledo en iii al de kerken van Spanje looiden het volk en de geestelijkheid den Hemel met dankliederen voor do overwinning, welke Hij aan den heldenmoed der christen soldaten geschonken had. Geen enkel volk, geen enkele vorst van Europa bleef onverschillig voor de nederlaag der Turken, en volgens zekeren geschiedschrijver bezong Jacobus I, koning van Engeland, in een gedicht den roemrijken dag van Lepanto.

Daar de paus krachtig lol de zegepraal der christen wapenen had bijgedragen, zag men te Rome nog levendiger vreugdebetoon dan overal elders. Marcus Antonius Golonna, die het commando gevoerd bad over de schepen van den opperherder, werd in zegepraal ontvangen en naar het kapilool gevoerd, door een groot aantal krijgsgevangenen voorafgegaan. In de kerk van .[va coeli werden de up de ongeloovigen veroverde vanen opgehangen. Na een plechtige mis hield Marcus Antonius Hhisel voor hel vergaderde volk een lolrede op den overwinnaar. Zoo vermengden zich do plechtigheden van het oude Rome met die van hoi nieuwe om de dapperheid en de wapenfeiten van de verdedigers der chrislenbeid le vieren. De Kerk zelve wilde in hare jaarboeken eene op hare vijanden behaalde overwinning verheerlijken: l'ius V stelde een feestdag in ter cere van de II. Maagd, aan wier voorspraak men de overwinning op de muzelmannen toeschreef. Dit leest werd gevierd den 7 October den dag van den zeeslag, ouder den naam van O. L. Vrouw van Ovcrwihiiiiuj. De paus stelde te gelijker tijd vast, dat men in de litanie van de H. Maagd de woorden zou inlasschen: 'J'oe-vtuclil der zondaren, hid voor ons, en men den 8 October het ollicie der overledenen zou opdragen voor de rust der ziel van allen, die in den slag gedood werden. Gregorius Xdll stelde nog een openbaar leest in van den llozeukrans, dal men vaststelde op den eersten zondag in October, ter gedaehtenis aan de overwinning van Lepanto. Wij moeten hier iu herinnering brengen, dat aan do helden van de eerste kruistochten nooit zulke groole eerbowijzingen ten deel vielen; de Kerk bad niet met zooveel pleclitigtioid de verovering van Jerusalem en Antiochië gevierd; hoe meer men voor de Turken bevreesd geweest was, hoe meer men limine overwinnaars bewonderde; de overwinnaars der eerste kruistochten hadden slechts eenige steden van hel Oosten verlost, die van Lepanto verlosten Europa.

Al de geloovigen hadden zich bij die gelegenheid vereenigd om gezamenlijk den God der heerscharen te danken, maar al spoedig maakte die geheel christelijke overeensteinming, dat gemeenscbappelijk besef van hol gevaar plaats voor naijverige barlstochten. lie eerzucht, hel wederzijdsch wantrouwen, de verscheidenheid der belangen, alles wat lot dusverre do vorderingen der Turken begimsligd had, beletten de christenen met hunne overwinning hun voordeel te doen. De Veneliërs wilden den oorlog voort/.etlen ion einde hot eiland Cyprus le hernemen; maar l'hilippus II, die vreesde de macht van Venetië te zien toenemen. trad uit den houd. Door bare bondgenooten verlaten, haastte zich de Vonctiaansclie republiek om vredesonderbande-lingen aan te knoopen; zij sloot vrede, ouder voorwaarde, dat zij voorgoed afstand deed van al de bezittingen welke zij tijdens den oorlog vei luren had: een zonderlinge uitkomst van de overwinning, waarbij de overwonnenen den overwinnaar de wet voorschrijven, en die ons doet zien hoever de eischen der Turken gegaan zouden zijn, indien de fortuin hunne wapenen begunstigd had.

i e oorlog, die mei den zeeslag van Lepante een einde nam, was de laatste waarin men den standaard van het kruis de strijders zag aanvuren.

De geest van de gewijde oorlogen had zijn oorsprong gevonden in de gudsdienstige gevoelens van het volk. Toen die gevoelens verzwakten en de groole mogendheden zich vormden, werd alles wal met oorlog ol vrede in verband stond, in don raad der vorsten beslist. Men ontwierp geen plannen tot verre expedition meer in de Kerkvergaderingen, men sprak op de kansels der kerken en voor de vergaderde geloovigen niet meer van krijgslialtige ondernemiiigen. Do Stalen en de vorsten, die het oppergezag in handen hadden, gehoorzaamden,


-ocr page 503-
-ocr page 504-

mmmmmmm

I quot;;^ ^ 5/1 %$gt;?*sMVfi,- .-A- v^t'. ■syf,JHi'?i

WflMKHpil 7if' StisAfi Wamp;L^ ?gt;ïaV^ V Nquot; 1 v ■quot; , J ,., 'i ,quot; ',, S' v«n7j|amp;,; JCV' :,

I | | ■ | 1

Mr 11

'quot;^- : if

:

mÊmm

I

riShfït ,\ i

- * quot;. = .■ift«;M*4i!?.' ■M?r.'. -''^ :quot;K,S

MMl Mi

StoiKB^ :ÏS!*Si5 ■

My - M

Ar Jï* -jSlK^ amp; ',3quot;.(ë'#4 ^\/X ' 3 :-' i ?■' J

wm | b ,: PmP ™iEM8ii^^M

flHiiyH ■■■■HhBI Ë

iSB:

I 'IV vr; | I '-. r


bmbTOWI ;■'; ®®{KSw»S-ïi 5 3^'«.; K®ö®SB^W^®s

|

li ■ 11 . -v ■.-■ ..:;

S:'; - S

ö'l^ü quot;ai MSBa^MÉM^Ml^l

mm

HKIlMrai

I

-'TcSiv-ï' 'V/, ;•

il^^l H i

KsgSS jraffs' '«quot;'v-Hw»

M® l'pJs V^Swf^Ji

ËW a^M^W

H JH

II

ffiPpSB^--'quot; • ^xsMmmlS

,Wi%SB»i

^ 'quot;''*■ f^ji jl. •'ï''■i^ . (\! S.' A-i'if ;''f quot;

aSÊÊBm® .: ~ '•amp;,isi-j$

I ,r-j?;

■gt;- - . i%Mïï

lil, ■ quot;

:

ili

^s

''' .■■M^'^iÉ-:

■ ■ i®%ii ÏZ^CTÖSIamp;^

I 'fli ■BI

f-f

i

H i^m

:'iË

amp; 1 1

:

quot;• ........

■:W

:

i

-ocr page 505-

327

zelfs wanneer zij de muzelmannen beoorloogden, minder aan den invloed der godsdienstige gevoelens dan aan zuivei' staatkundige belangen. Er werd geen rekening gehouden mot de geestdrift der menigte en al do hartstochten, die de kruistochten voortgebracht hadden.

Het verhond van Frans I met Soliman was eerst een groote oorzaak van ergernis geweest voor de geheele christenheid. Dc koning van Frankrijk had zich gerechtvaardigd door do eerzucht en de trouweloosheid van Karei V in het licht te stellen. Zijn voorbeeld werd al spoedig gevolgd door Karei V zeiven en door andere christen Staten. De staatkunde, die zich hoe langer hoe meer losmaakte van hetgeen zij godsdienstigs bevatte, zag ten laatste in de Ottomannische Porto niet meer een vijand, dien men altijd moest bestrijden, maar een groote macht, die men soms moest ontzien en naar wiens stoiin men mocht streven zonder God le beleudigen cn zonder de belangen der Kerk te schaden.

Daar men de wapens tegen do ongeloovigen slechts voerde op aansporing van den opperherder, moest de geest dor kruistochten verzwakken naarmate het gezag der pausen afnam. Hierbij moet men in aanmerking nemen, dat het staatkundige stelsel van Europa zich ontwikkelde en dat de banden en ile betrekkingen, welke het| evenwicht van de christelijke Staten moesten grondvesten, van lieverlede aangeknoopt werden. Iedere Staat had zijn plan van verdediging en uilhreiding, dat het met volhardenden ijver vervolgde; allen streelden er naardien trap van macht cn kracht te bereiken, waartoe hun ligging en de fortuin hunner wapenen hen riepen. Vandaar die bekomineide eerzucht, dat wederzijdsch wantrouwen, die geest van rusteloozen naijver, die de souvereinen kwalijk veroorloofden lumne aandacht aan verre oorlogen te schenken.

Terwijl de eerzucht en de behoefte om hunne macht uit te breiden of te verdedigen, de vorsten in hunne Staten weerhield, werden dc volken in hunne haardsteden weerhouden door de voordeelen of liever door de helolten van een ontwikkelende beschaving. In de twaalfde; eeuw hadden de Franken, ile Noormannen en andore nit het Noorden gekomen barbaren niet geheel en al het karakter en de gewoonten der nomadische volken verloien, betgeen de vlucht en de vorderingen van die oorlogzuchtige geestdrift begunstigde, welke de kruisvaarders naar liet Oosten gedreven had. In de zestiende eeuw hadden de vorderingen van wetenschap, nijverheid en lamlhouw, de herinneringen van elke slad en elk' gezin, de overleveringen van elk volk cn elke landstreek, de titels, de privilegiën, de rechten, die men verworven had, de behoefte om daarvan te genieten, de noodzakelijkheid om ze te verdedigen, de hoop om ze te vermeerderen het karakter der Franken veranderd, hun neiging voor het zwervende leven verminderd, cn werden zij even zoovele banden, die hen aan het vaderland hochtten.

In de vorige eeuw had de zeevaartkunde Amerika en den doortocht van do kaap de (ioede Hoop ontdekt. De uitkomsteii van die ontdekking brachten een groole omwenteling in den handel teweeg, trokken de aandacht van alle volken en gaven aan dc geesten een nieuwe richting. Vele ondernouiingen van de nijverheid, eeuwenlang op de kruistochten gegrond en den handel met het Oosten ten doel hebbende, werden gestaakt om uitsluitend nieuwe betrekkingen aan te knoopen met Amerika en de Oost-Indiën. Uitgestrekte rijken, heerlijke luclitstreken, labclachtig rijke landen lokten naar die verre gewesten degenen, die roem, vermogen of avonturen zochten, en de wonderen van een nieuwe wereld deden die van liet Oosten vergeten.

In dat zoo gedenkwaardige tijdperk merkte men in Europa een algemeene lust op voor de beoefening der kunsten en der wetenschappen. Dc eeuw van l.eo X had meesterwerken in alle vakken voortgebracht. Frankrijk, Spanje cn vooral Italië wendden de nieuwelings gedane uitvinding der boekdrukkunst ten bate der wetenschap aan. Overal begonnen de groote genieën van liet oude llome en het oude Griekenland te herleven. Naarmate de geesten zich ontwikkelden, breidden zicli voor ben nieuwe geziclitspunten cn nieuwe beschouwingen uit. Een andere geestdrift volgde op die der godsdienstige ondernemingen; de wapenfeiten der beldhallige tijdperken der geschiedenis boezemden minder het verlangen in om ze na le volgen, dan dat zij dc bewondering der romanschrijvers en der dichters opwekten.

liet was een gelukkige omstandigheid voor dc christenheid, dat ter zellder tijd dat de kruistoehien, die de verdediging van Europa ten dool hadden, ten ondergang neigden, de Turken iels van die militaire kracht begonnen le verliezen, die zij legen de christen volken ontwikkeld hadden. De Utlomaimen waren aanvankelijk, gelijk wij reeds gezegd hebben, do eerste natie geweest, die een geregeld en staand leger onderhield, hetgeen haar een ontzaggelijk voordeel gaf op de volken, die zij aan hare wapenen wilde onderwerpen. In de zestiende eeuw hadden de meeste groote Staten van Europa insgelijks legers, die zij altijd aan hunne vijanden konden tegenoverstellen. De militaire tucht en de krijgskunde hadden onder de volken der christenheid snelle vorderingen gemaakt; do artillerie en de marine werden met den dag in het Westen verbeterd, terwijl de Turken in alles wat de kunst van oorlogvoeren en de zeevaart betrelt de lessen der ondervinding veronachtzaamden en niets wilden weten van de wetenschappen, die bij hunne vijanden en hunne naburen beoefend werden.

Wij moeten er bijvoegen, dat de geest van bijgeloof en onverdraagzaamheid, welken de Turken in den oorlog aan den dag legden, veel aan het behoud en de bevestiging van hunne veroveringen schaadde. Als zij zich van een gewest meester maakten, wilden zij er hunne wetten, hunne gebruiken en hun eeredienst aan de verwonnenen opdringen. Zij moesten dientengevolge alles veranderen, alles vernietigen iii het land waar zij zich vestigden; zij moesten cr óf de bevolking van verdelgen óf haar in do onmogelijkheid brengen een vreemde overhecr-sching te verontrusten; men heeft dan ook kunnen opmerken, dat de Turken, hoewel zij zich verscheidene keeren van Hongarije meester maakten, niettemin na het einde van eiken veldtocht terugtrokken cn zij er nooit, te midden van al hunne overwinningen, eene duurzame kolonie konden vestigen. De Ottomannische bevolking, die toereikende geweest was om de provinciën van het Grieksche rijk te onderwerpen en te bezetten, was niet talrijk genoeg om meer verwijderde gewesten te bevolken en te behouden. Dit vooral behoedde Duitschland en Italië voor den inval der Turken. De Oltomannen zouden misschien de wereld veroverd hebben, indien zij haar hunne zeden hadden kunnen opdringen of bewoners leveren.

Na den slag van Eepanto verloren de Turken, hoewel zij het eiland Cyprus behouden en de republiek van Venetië wetten voorgeschreven hadden, niettemin de overtuiging, dat zij onver-winnelijk waren en de wereld aan hunne wapens moest Worden onderworpen. Men kan opmerken, dat sinds dien tijd verreweg het grootste deel der Turksche leger- en vlootbevelbebbers bedachtzamer waren en zich tegenover den vijand minder zeker van de overwinning beloonden. De sterrenwichelaars, die tot dusverre in al de verschijnselen des hemels de uitbreiding en de glorie van het Oltomaniiischc rijk gezien hadden, zagen onder de regeering van Selim en de volgende regeeringen nog slechts nood lollige voorleekenen indeschijngedaanlen derhcinelliehamen, NVij maken ook gewag van tic sierrenwichelaars, omdat hunne voorzeggingen een groote rol speelden in de staatkundo der Turken. Het is waarschijnlijk, dat die zoogenaamde waarzeggers zich niet vergenoegden met de hemellichamen gade te slaan, maar ook dc zeden en gevoelens van het volk, den loop der zaken en der gebeurtenissen gadesloegen. Het is uitdien hoofde dat hunne voorzeggingen uitkwamen en in zekeren zin tot de geschiedenis behooren.

Inlusscbeii bleef de geest van verovering, die de natie zoo lang bezield had, nog voortleven, en soms deed de fortuin de overwinning nog aan de Ottomamiische vanen verblijven, 'legen het einde van de zestiende eeuw brachten do Turken den oorlog naar de oevers van den Donau en de grenzen van 1'erzië over. Onder de christen krijgers, die Duitschland te hulp snelden, onderscheidde zich de hertog van Mercoenr, broeder van den hertog van Mayenne: hij werd vergezeld door een menigte Fransche soldaten, die tegen Hendrik IV gevochlen hadden en de inisdaden van den burgeroorlog gingen nitwisschen door den strijd op te nemen tegen de ongeloovigen. De hertog van Mercoenr, wien keizer Rudolf 11 het coinniando over hel keizerlijke leger bad opgedragen, behaalde verscheidene overwinningen op de Oltomannen.

lorvvijl er in Hongarije gevochten werd, had de koning van 1'erzië aan den keizer van Duitschland en de vorsten van het Westen een gezantschap gezonden, om hen uil te noodigen met hem een verbond le sluiten legen de Turken. De Perzische gezanten hadden bij den paus en bij verscheidene christen mogendheden aangedrongen den oorlog aan de Oltomannen te verklaren. Deze ambassade van den koning van Pcrzië en de krijgsverrichlingen der Franschen op den Donau verwekten een levendige bekonnnering aan de Divan, die een gezant zond aan den koning van Frankrijk; de Divan vreesde hem meer dan al de andere christen vorsten. In een brief, dien de gezant aan llendrik IV overhandigde, verzocht de sultan der 'lurken den franschen monarch een vvapenstilsland te bewerken tusschen de 1'orte en den keizer van Duitschland, en den hertog van Mercoeur, wiens dapperheid en bekwaamheid de overwinniiiquot;-aan de wapenen der Duilschers deed verblijven, uit Hongarije terug le roepen. 0

Hendrik IV vroeg den Ottomannischen gezant waarom de Turken zoozeer den hertog van Mercoeur vreesden. De gezant anlwoordde dat een onder de Turken algemeen geloofde voorspelling aankondigde, dat het zwaard der Franschen hen uit Europa verdrijven en hun rijk omverwerpen zou. Hendrik IV riep den hertog van Mercoeur niet terug: deze bekwame veldheer ging voort de Oltomannen te slaan, en zich in den oorlog tegen


-ocr page 506-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

328

do onp;eloovigen mei ruem uveiilekt iiebbcude, werd hij op zijn terugkeer naar Frankrijk door een scharlakenkoorts aangetast, die, zegt Mezerai, hem naar den hemel voerde om daar Ie zegepralen.

Na den dood van liudolC II, die de legerseliaren der Turken tegengehouden had, zag men dien oorlog uitbarsten, welke Duitsehland gedurende dertig jaren teisterde. Het was een groot geluk voor de christenheid, dat de Ottomannische forte nu eens beziggehouden werd door hare oorlogen tegen Perzic, dan weder de handen vol had door de omwentelingen van hel serail, door volksoproeren en de opstanden der pacha's. Het Duitsche rijk, Denemarken en Zweden, de lutherschen en de katholieken brachten meer legers op de been en vergoten meer bloed iu de gevechten dan noodig ware geweest om Byzantium aan de overheersching der muzelmannen te ontrukken. Maar te midden der woelingen van de godsdienstige en staatkundige hartstochten, die het Westen verdeelden en verontrustten, kon het niemand in do gedachte komen de Turken aan te vallen. De paus, daartoe door keizer Ferdinand 11 aangezocht, schrééf een jubilee uit voor de overwinning der keizerlijke wapens, en het scheelde weinig oi' men predikte een kruistocht legen Gustaaf Adolf en zijne hondgenooten. Toen die dertigjarige oorlog een einde ging nemen door een verdrag, dal als een algemeene wel voor Europa gold, liet de Hemel toe, dat de Ottomannen hunne vijandelijkheden tegen de christen volken hervatten. Zij lasllen eerst Dahnalië, een Venetiaansche provincie, en hel eiland Candia, ol' vroegere Crela, een belangrijke kolonie van Venetië, aan, kort daarna drong een aanzienlijk leger Hongarije binnen en rukte naar de grenzen van Moravié en Oostenrijk voort.

Paus Alexander VII hield zich bezig met hot vormen van een bond tusschen do vorsten en de Stalen der christenheid en wendde zich tot den koning van Spanje en vooral lot den koning van Frankrijk om hun bijstand tegen do Turken in te roepen.

Hoewel Lodewijk XIV een bondgenoot was van de Porie, gaf hij aan het verzoek van den opperherder gehoor en zond een gezant naar Home, met den last Zijne Heiligheid mede te deelen, dal bij bereid was tot hel verbond loc te treden. Van een anderen kant vergaderden de Staten van hel Duitsche rijk, die de hondgenooten waren van Frankrijk, Ie Frankfort, en verbonden zich troepen aan te werven en hunne pogingen met die van den Franschen monarch voor de verdediging van de chrislenlieid te zullen vereenigen.

Deze edelaardige ijver verdiende voorzeker de erkentelijkheid van Leopold, maar de keizer had niet zonder heimelijke afgunst kunnen aanzien, dat de Germaansche Staten zich eerder verstonden met een vreemden monarch dan mcl hel hoofd van het rijk; hij had het gedrag van Frankrijk niet vergeten in den dertigjarigen oorlog en in de onderhandelingen, die hel verdrag van Weslfalen vooralgegaan waren. De ijver, dien Lodewijk XIV en zijne hondgenooten voor de gemeenschappelijke zaak aan den dag legden, en die veel verder ging dan hij hoopte, wekte zijn wanlrouwen op. Men mag aamiemen dal Leopold zijne bekommering mededeelde aan hel hol van Rome, hetwelk mei een kwaad oog de jongste verdragen van het allerchrislelijkste rijk met de lulhersche vorsten van Duitsehland aangezién had. Paus Alexander VII ontving de voorstellen des konings van Frankrijk met koelheid en zeide lot diens alge/.ant, dat er niets le doen viel; dal de koning van Spanje in gronte oneenigheden was gewikkeld met den koning van Portugal, dal de koning van Polen niet tot den bond kon toetreden, dal de keizer (/een haasl lutd en liurlom, dal men de zahen hantjende moesl laten. Toen men le Rome het eenparige besluit van den Rijksdag van frank lort vernam, die aanbood twinlig ii vier en twintig duizend soldaten op de been le brengen voor de zaak der christenheid, ontving het pauselijke hol' die gelukkige lijding met onverschilligheid en weigerde zelfs er openbaarheid aan te geven, terwijl de pans op ieder ander tijdstip niet iu gebreke zou gebleven zijn in de kerk van Sint-Pielei of in die van Sint-Jan van Late-ranen pleehlige dankzeggingen le gaan verriditen. De koning kon zijne verrassing niet onlvchizeii, en in een aan den Franschen gezant gerichteii brief vindt men deze opmerkelijke zinsnede: «Hel is overigens meer de zaak van Zijne Heiligheid dan de onze. Hel zal Zijne Majesieit voor zijne voldoening en zijne verantwoording jegens God genoeg zijn in zake van dien bond al de slappen gedaan le hebben, die een koning, de oudste zoon der Kerk en de voornaamste verdediger van den godsdienst, kon doen in het dringende gevaar dat de christenheid dreigt.quot;

Hel duurde niet lang of men vernam, dal de Turken op het grondgebied van Moravië voortruklen. Men stelde voor do onderhandelingen te hervatten; maar de inblazingen van de algunst verhinderden dal men er zich ernstig mede bezighield, en alles werd afhankelijk gesteld van de tijdingen, welke men omtrent hel voortdringen van het Ottomannische leger ontving. Do schroomvallige Leopold onderhandelde beurtelings met den divan en den paus, beducht voor den inval der Turken, maar niet minder beducht zijn behoud te danken le hebben aan bond-genoolen, die al te veel ijver aan den dag legden voor zijne verdediging. Alvorens over de voorwaarden van het te vormen verbond le beraadslagen, moesten eerst de volmachten van de gezanten ondeizocht worden. Jn de aan zijn vertegenwoordiger gegeven gelool'sbrieven nam de keizer de titels aan van hertog van Bourgondië, landgraaf van den Elsas, en, getrouw aan de vroegere aanspraken van het keizerlijke stamhuis, stelde hij zich voor als het wereldlijk opperhoofd der Kerk, caput populi chris-tlani. De koning van Spanje, die insgelijks weinig ijver voor hel heilig verbond aan den dag legde, nam den titel aan van koning van Navarre en gewaagde van den koning van Frankrijk slechts mei deze woorden, waarin de Casliliaansche trots door-slraalde, dros reyes, andere koningen. De republiek van Venetië van haren kant, noemde blijkbaar met opzet noch Lodewijk XIV noch den Spaansclien monarch en duidde beiden slechts aan met de woorden: elle due corone. Wij treden hier alleen in al die bijzonderheden om aan te toonen hoe men te dier tijde de zaken behandelde, waarbij de geheele christen wereld belang bad. Zoo vele kleingeestigheden verrieden genoegzaam, dal men geen bepaald besluil wilde nemen. Men vroeg nieuwe volmachten aan en toen die volmachten te Rome ontvangen waren, deelde de paus ze niet mede. Korten tijd daarna deed een beleediging, den gezant van Frankrijk aangedaan, alle onderhandeling afbreken. Zoodanig was de uilkomst cener zaak, die verscheidene christen mogendheden gedurende bijna twee jaren bezighield en waarin het zeer moeielijk zou wezen iets terug te vinden van den geest die bij do vroegere kruistochten voorzal.

Intusschen drongen de Turken gestadig voort. Beangst voor hunne nadering had de keizer van Duitsehland zijne hoofdstad verlaten. Do nadering van het gevaar bracht alle ijdele aanmatigingen tol zwijgen. Geen vrede met de Olloinannen kunnende sluiten, moesl Leopold het zich laten welgevallen bijgestaan te worden door de christen vorsten. Om den aclilerdochtigen geest van den keizer te ontzien, vergenoegde Lodewijk XIV zich zes duizend man keurtroepen naar Hongarije le zenden onder de bevelen van den graat van Colhgny en den markies van La Feuillade. De paus wilde in dezen oorlog, dien men tegen de mnzelmannen ging voeren, niet onzijdig blijven: hij verleende den keizer een subsidie van zestig duizend gulden en de bevoegdheid om tienden te hellën van al de geestelijke goederen in de Oostenrijksche Staten; hij leverde eenige in don Iloiiieiiischen Staal aangeworven troepen en besteedde aan hel onderhond van deze krijgsbende twee honderd duizend kronen, die kardinaal Mazarin in zijn testament vermaakt had voor den oorlog tegen de Turken. De door den paus, den koning van Frankrijk en de overige verbonden Stalen geleverde troepen vormden een leger van dertig duizend man. Vereenigd met dal van den keizer irok hel onder aanvoering van Monte-cuculi legen de Ottomannen op en bevocht een beslissende overwinning op hen in de vlakten van Sinl-Golhard. De Otto-mannen verzochten om een wapenstilstand; de naijverige hartstochten, die eerst belet hadden dat de oorlog met kracht werd voortgezet, stelden de Divan in de gelegenheid een voordeeligen vrede le sluiten.

Na zich zoodoende van een met verderf dreigenden oorlog afgemaakt te hebben, konden de Ottomannen al hunne strijd-kracliten aanwenden tegen het eiland en de stad Candia, die Venetië, alleen geholpen door de schepen van den paus en hel zwaard van eenige Maltezerridders, niet langer kon verdedigen. Frankrijk zond een vloot en zes duizend man troepen tol hulp aan de door de ongeloovigen belegerde stad. Deze troepen werden aangevoerd door de hertogen van Beaulort en van Navailles. De avontuurlijke hertog van La Feuillade ging insgelijks de gevaren van dien oorlog deelen aan hel hoofd vaii driehonderd edellieden, die hij op zijne kosten onderhield. Onder de ridders, die destijds door godsdienstzin en dorst naar roem naar hel Oosten gedreven werden, vermeldt de geschiedenis in de eerste plaats den graaf van Sint-Pol, een graaf van Reauvais, een graaf van Crequi en den markies van Fénëlon, aan wiens zorgen ile aartsbisschop van Kamerijk zijn opvoeding te danken had en die door zijne eeuw als hel toonbeeld van de dapperen beschouwd werd. Zijn jonge zoon, dien hij in den oorlog medegenomen had, werd in een gevecht met de Turken gekwetst en stierf aan zijne wonden. In die zelfde expeditie had Frankrijk een anderen hóopvollen verdediger van het vaderland en den godsdienst te beweenen, namelijk den hertog van Reaufort. Mascaron, die de lijkrede van dezen nieuwen Macbabeeër hield, beschrijll volgenderwijze zijn dood: «Na de vlucht van al de anderen stort hij, eerder zwichtende voor het aantal dan voor de kracht, op zijn eigen tropeeën neder en sterft den roemvol-sten dood dien een christen held kan wenschen, met hel zwaard in de hand tegen de vijanden van zijn God en zijn koning, in liet gezicht van Afrika en Azië, en meer dan dal alles, in hel gezicht van God en diens engelen.quot;


-ocr page 507-

K HUISTOCHTEN. ,(29

GESCHIEDENIS

Zooveel dapperheid, zooveel offers vermochten de stad Gandia filet te redden, die na een belegering van acht en twintig maanden in de macht der Turkea viel. Deze verovering schonk de Ottomannische natie haar dweepzuchtlgen hoogmoed terng; van toen al' las men menigvuldlger in de moskeeën de voorschrillen van den koran voor, die de verovering van de ongeloovige landen bevelen. Een groot deel van den Hongaarscben adel, die de overlieersclnng van keizer Leopold niet kon verdragen, riep „ de hulp van Mahomed IV in en spoorde hem aan een leger tegen de Duitschers uit te zenden. Eindelijk eiscbten de janit-saren met onstuimigheid, dat de oorlog naar de oevers van den Donau overgebracht zou worden, en de ulema verklaarde, dat de tijd gekomen was om de verst verwijderde lauden van het Westen aan de wetten van den Islam te onderwei pen.

Verwittigd van de nieuwe gevaren, die do christen Staten dreigden, riep de paus de hulp van alle katholieke rijken in: hij wendde zich hoofdzakelijk tot Joannes Sobiëski, die zijne verheffing op den troon van Polen aan zijne militaire bekwaamheid en vooral aan zijne overwinningen op de Turken te danken had. Weldra kwam een leger, in aller ijl aan den Weichsel en den Dnieper op de been gebracht, tot verdediging van het bedreigde Duitscbland toesnellen; de hooldstad van het rijk werd door driehonderd duizend muzelmannen belegerd. Do keizer en zijn gezin, die eeu schuilplaats in de stad Lintz gingen zoeken, waren als door een wonderwerk aan de vervolging van eoiiige Tartaarsclie ruiters ontkomen. Duitschland had nog slechts ter zijner verdediging een ontmoedigd leger, de dapperheid van deu hertog van Lotharingen en den vaderlandslievenden ijver der keurvorsten van Saksen en Beieren. De verschijning van Sobiëski en de Polen veranderde eensklaps den staat van zaken. Bij hunne nadering voelden de Duitschers hun moed herleven en sloop de moedeloosheid in bet bai l der Turken. De gelieele Oostenrijksche provincie wemelde van Ottomannische soldaten; honderd duizeud tenten bedekten de oevers van den Douau; die van den grootvizier besloeg, naar bet verslag van Sobiëski, meer luiinte dan de stad Warschau of Leopold. De laatdunkende minister van do Ottomannische Porte steunde blindelings op zijn ontzaggelijken krijgsvoorraad en stelde zijn volle betrouwen op dé tallooze menigte zijner soldalen, en het was juist die omvangrijke krijgsvoorraad en die zoo moeielijk te besturen menigte, welke de christenen de zege deed behalen. Het leger van Joannes Sobiëski en dal van den hertog van Lotharingen, waarbij zich de troepen van verscheidene vorsten van het rijk aangesloten hadden, telden ter nauwernood vijl' eu zeventig duizend strijders. Den LJ September 1683 raakten de beide legers met elkander slaags. De overwimiing bleef niet lang onbeslist. «God zij geloof!!quot; schrecl de koning van Polen na den veldslag; «God heelt de overwinning geschonken aan onze natie; Hij beeft haar een zegepraal doen bevecliteii gelijk de vervlogen eeuwen er nooit een aanschouwd hebben. De gelieele artillerie, bet gebeele kamp der Turken, onmeetlijke rijkdommen zijn in onze handen gevallen; de omstreken van Weenen, tic omliggende velden, zijn bedekt met dooden van het ongeloovige leger, en bet overschot vlucht in de grootste ontsteltenis.quot; Pater Aviana, die door den paus gezonden was, beweerde een witte duif gedurende deu slag boven hel christelijk leger te hebben zien zweven; de koning van Polen zelf had, eemge dagen te voren, aan den licmel een buitengewoon verschijnsel waargenomen. Maar al die hemelscbe verschijningen maakten geen indruk meer op den geest der clirihteu krijgers, en de nederlaag der muzelmannen werd alleen toegeschreven aan de wonderen der dapperheid. Daags na de overwinning zong de geestelijkheid het Te Deum iu de kerken van Weenen, die in moskeeën zouden veranderd geweest zijn, indien de aankomst der Polen slechts eenige dagen vertraagd ware geworden. Men zond den grooten standaard der muzel-maniieu aan den opperherder. De ongeloovigen werden tot in l.ongarije vervolgd, waar bet overschot van hunne legerbenden de steden en de provinciën niet konden verdedigen, die zij ver-o\erd hadden. De laam verbreidde met bliksemsiielheid de tijding der overwinningen van de christenen, en uit alle landen van Europa kwamen tal van adellijke krijgers opdagen, die van begeerte brandden zich met de Turken te meten. Onder die krijgers, welke van ijver voor den godsdienst eu van dorst naar roem blaakten, moeten wij den jongen hertog van Berwick noemen, dien de rampspoedige Jacobus II tweemaal ter verdediging van Europa en der Kerk uitzond. Geheel die christen ridderschaar was een toonbeeld van heldhaftigheid en herinnerde aan de krijgslmftige deugden der eerste kruisvaarders.

Terwijl de Turken in Hongerije door de keur der troepen van Duitschland en de andere landen van Europa bestreden werden, verspreidden de Polen en de Moscovieten angst en verschrikking langs de boorden van de Pruth en in de Krim. Venetië, dat door den paus aangespoord was de wapens tegen de ongeloovigen op te vatten, verklaarde den oorlog aan de Uttoniannen. De schepen van het opperhoofd der Kerk en de

vloot der republiek doorkruisten zegevierend do zeeën van Griekenland en den Archipel. Men zag den standaard van Sint-Pieter ea dien van Sint-Marcus wapperen op de wallen van Goron, Navarino, Patras, Napoli di Homanië, Gorintlie, Athene enz; de Turken verloren bijkans geheel Morea en verscheidene eilanden; hunne legers werden overal geslagen en verstrooid. Twee viziers eu eeu groot aantal pacha's boetten met hun boold de nederlagen van het Islamismus. Mahomed IV, door het volk, het leger en den ulema beschuldigd, werd op de mare van die ontbijtende nederlagen, die men aan de gramschap des Hemels toeschreef en die wanorde eu gisting in het gelieele rijk stichtten, van den troon verdreven. Na zestien jaren van on gelukkige gevechten eu van omweiitelingeu iu bet serail, zagen zich de Ottomannen, hoewel zij begunstigd werden dooiden oorlog, dien Frankrijk aan liet Duitsche rijk verklaard had, genoodzaakt om den vrede te verzoeken, zonder Imnne vijanden overwonnen te hebben, hetgeen iegelijk den nalionalen trots en de voorschriften vau den koran krenkte, liet vermaarde verdrag van GaiiowiU getuigt van de verliezen, diode Turksche natie geleden had en de onbetwistbare meerderheid van de cliristcii Staten. Het verval van Turkije, als zeemogendheid, dagteekonde van den zeeslag van Lepanto; zijn verval als militaire en veroverende mogendheid begon met do nederlaag van Weenen. De Grieken zouden op dat tijdstip bot üttomamiisclui juk hebben kunnen al'schuddea; maarzij hadden hunne voorourdeelen legen de Latijnen behouden en hun afkeer van dozen was even groot als ooii te voren, en Venetië deed niets, omzijn overheersching draaglijker to doen schijnen dan die der Turken. De geschiedenis wijst inzonderheid op twee opmerkelijke feiten, die in de onderhandoliiigen en liet verdrag van Garlowitz voorkomen: Hongarije, dat gedurende twee eeuwen aan al de aanvallen van hei Ottomannisclie rijk het hoofd geboden had en welks grondgebied als de Tliermopylen der christenheid waren, eindelijk verzwakt door bimienlandsclie twisten en vreemde oorlogen, gestadig het doelwit der aanvallen van den keizer van Duitschland en de sultans van Gonstantinopel, verloor toen zijne onafhankelijkheid en werd bij de bezittingen van hel Huis van Oostenrijk iiigebjld. Onder de Staten en vorsten, die het verdrag onderteekenden, zag men de ezaars van Moscovië verschijnen, eene nieuwe mogendheid, die men tot dusverre nog niet iu den worstelstrijd der christenen tegen de ongeloovigen opgemerkt had, eu die later de geduclitste slagen aan het Ottomannische rijk zou toebrengen.

Wij Iiebbeu den oorsprong eu tie opkomst der Turken aan-getoónd; er blijft ous nu nog over van de oorzaken van huil verval te spreken.

De Turken waren enkel bij machte met vrucht volken te bestrijden, die even barbaarsch waren als zij zelve, of wel volken, die verbasterd waren gelijk de Grieken. Wanneer zij natiën ontmoetten, die niet verdorven waren en wien het niet aan moed eu vaderlandsliefde ontbrak, moesten zij altijd a'deinzen. Het is eeu opmerkelijk lelt, dat zij nooit de volken van de Latijnsclie Kerk aan zich onderwerpen kouden; de eenige natie die zich door de veroveringen der Turken van de christenheid gescheiden zag, was die welke er zich zelve door hare godsdienstige meeningeu van gescheiden had. Toen de Turken niets meer te overweldigen hadden, werkten al de hartstocliteu, die hen tot de verovering gedreven hadden, slechts samen om hun rijk te schokken, het gewone lot der veroverende volken.

Ecu der eerste oorzaken, die de militaire macht der Turken verzwakten, waren de oorlogen, die zij iegelijk tegen het christelijk Europa en tegen Perzië voerden. De strijdkrachten, die zij tegen de Perzen in het veld brachten, verzwakten huiine expoditiëu tegen de christenen; en hunne expeditiën tegen de clirisleneu deden afbreuk aan liunne oorlogen iu Azië. In die twee soorten van oorlogen moesten zij een geheel v'erscliillende manier vau strijden volgen. Na eeiiigen tijd de krijgers van den Oxus en den Gaucasus bevochten te hebben, waren zij ongeschikt om oorlog te voeren iu Europa. Het inocht hun niet gelukken over de Perzen of de christen natiën ie zegevieren, en zij Dieven ten laatste beklemd tusschen twee vijanden, die gelijkelijk (belang hadden bij hun ondergang, gelijkelijk door godsdienstige hartstochten gedreven werden.

Evenals al de uit het noorden van Azië gekomen Barbaren hadden de Turken den leenheerlijken regeeringsvorm metlege-bracht. Het eerste werk van al die zwervende volken, die zich iu de veroverde landen vestigden, was de verdeeling der gronden, met zekere voorwaarden van besclierming en gehoorzaamheid. Uit die verdeeling moest het stelsel der leenbeerlijkheid geburen worden. Hel onderscheid, dat echter bestond tusschen de Turken en de andere Barbaren, die het Westen veroverd hadden, is dat het wantrouwende despotismus der sultans nimmer veroorloofde, dat de leenen erfelijk werden en er naast hen een aristocratie ontstond, zooals iii de rijken der chrislenheid. Derhalve zag nieii in liet Turksche rijk van den eeiien kant slechts het gezag van eeu onbeperkt gebieder, en vau den anderen kant slechts een militaire democratie.


-ocr page 508-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

330

Men liecft de Turken vergeleken met de Romeinen. Do beide volken zijn op dezelfde wijze begonnen. Er bestaal de grootste ovoreenkomsl tussclieri dequot; metgezellen van Romulus en die van Otliman; maar wat de beide natiën in de geschiedenis onder- ) scboidt, is dat de laatste gebleven is, wat zij bij haar ontstaan was. Do Romeinen verwierpen bij hunne veroveringen noch de wetenschappen, noch de gebruiken, noch zelfs de goden der overwonnen volken; de Turken, daarentegen, namen niets over van de andere volken en stelden er bun trots in Barbaren te blijven.

Wij hebben boven gezegd, dat de erlelijne aristocratie zich nooit naast het despotismus had kunnen vestigen: dit is misschien een der oorzaken waarom de Ottomannische natie in den staat van barbaarschheid gebleven is. Zij, die de ontwikkeling der maatschappijen bestudeerd hebben, weten, dal dc zeden en de manieren van een volk zich vormen door de aristocratie, dal de beschaving begint en dc kundigheden zich verbreiden door de middelklasse. Het gemis van de aristocratie in de Oostersche gouvernementen verklaart ons niet alleen de onbestendigheid van die gouvernementen, maar ook hoe de geest des menschen zich daaronder niet ontwikkelt. Onder het cioodende stelsel van een volstrekte gelijkheid, onder ecno hecrscliappij, naijverig op eiken glans die niet van haar uitgaat, kan er geen wedijver, geen waardig voorbeeld, geen liefde voor den roem beslaan, voorwaarden zonder welke elke maatschappij veroordeeld is in de grove onwetendheid te blijven voortleven waarin zij bij haar ontstaan verkeerde, en zoodoende het mee-rendeel barer voordcelen te verliezen.

Tengevolge der onverschilligheid van de Turken voor de kunsten en de wetenschappen, werden de werkzaamheden van de nijverheid, den landbouw, de zeevaart toevertrouwd aan linnne slaven, die hunne vijanden waren. Daar zij oen alkeer hadden van alles wat nieuw was, van alles wat zij niet uit Azië medegebracht hadden, moesten zij bun toevlnciil nemen tot de vreemdelingen voor alles wat in Europa uitgevonden of verbeterd ' werd. Zoodoende waren de bronnen van den voorspoed en de macht, de kracht hunner legers en lumner vloten, niet in buune banden. Men weet hoeveel de Turken verloren hebben, omdat zij verzuimden de vorderingen van de krijgskunde der Europeanen te leeren kennen en na te volgen. Zoolang het sleelils gold oen menigte door dweepzurlil vervulde soldaten op de been le brengen en onder de vanen te houden, was het voordeel aan de zijde der Turken; maar dil voordeel verdween toen de oorlog de hulp der meiisclielijke wetenschappen inriep, en de genie, met hare ontdekkingen, de geduelite lioudgenoote der dapperheid werd.

Sommige liedendaagsche schrijvers hebben de janitsaren met de preloriaansche cohorten vergeleken, doch deze vergelijking is in alle deelen onjuist. Rij de Romeinen werd de rijksbe-sürrder verkozen; de pretorianen, die de macht in banden hadden, verkochten die waardigheid aan den meestbiedende, liij de Turken kwam de gedachte om hun gebieder le kiezen nooit bij het volk en de legers op. De janitsaren vergenoegden zich met de regeering te verontrusten en haai'in zulk een staat van spanning le houden, dat men hen nooit kon afdanken en zij altijd de meesters konden blijven. Hun geheele verzet bepaalde zich lot hel verhinderen van welke verbetering ook in de krijgstucht en de militaire instellingen. Dc inoeielijksl bij een natie uit le roeien misbruiken en vooroordeelen zijn die, bij welker voortbestaan een lichaam of eene klasse belang beeft, die de macht in handen heeft. Het nlvermogetide despotismus vemiocht nooit den tegensland der janitsaren en der spabis le overwinnen; die geduchte lichamen, welke zoo krachtig tot de vroegere veroveringen hadden medegewerkt, werden de grootste hinderpaal voor hel maken van nieuwe.

De Turken, die zich in Griekenland gevestigd hadden, hadden meer eerbied voor oude gebruiken en oude vooroordeelen, dan liefde voor hel land, dat zij bewoonden. Meesters van Staniboul, bielden zij onafgevvend hunne blikken gericht op dc plaatsen van hunne, herkomst, en schenen slechts reizigers, kortstondige veroveraars in Europa. Achter zich zagen zij de bakermat van hun godsdienst, de graven hunner voorvaderen, al de voorwerpen bunner vereering; voor zich volken die zij haatten, godsdiensten die zij wilden vernietigen, landen die zij als door God gevloekt beschouwden.

Te midden van bun verval was den Turken niets nood lolliger dan de herinnering aan hun vroegeren roem, was hun niets nadeeliger dan die nationale trots, die niet meer in overeen-slennning was met hun fortuin, noch in verhouding met hunne krachten. De begooclielingen van eene macht, die niet meer bestond, beletten ben de hinderpalen te voorzien, die zij in hunne ondernemingen moeslen ontmoeten, en de gevaren, waarmede zij bedreigd werden. Wanneer de Ütlomaimisclie legers een ongelukkigen oorlog voerden of een ongunstig verdrag sloten, bleven zij niet in gebreke dit aan hunne aanvoerders to wijten, en verwezen zij hen dan tot den dood of de ballingschap : terwijl zij op die wijze zoenollers aan hunne eigenliefde opdroegen, werden hunne nederlagen des te ouherstelbaarder, daar zij de ware oorzaken daarvan hardnekkig bleven miskennen.

Tacitus gewaagt ergens van do blijdschap die bij gevoelde hij het zien der Rarbaren, die elkander beoorloogden: men smaakt iets van die blijdschap, als men hel despotismus door zijn eigen instellingen bedreigd en door de werktuigen zelve van zijne macht geplaagd ziet. De geschiedenis biedt geen grootere les aan dan hel schouwspel, waar wij eene meedoogenlooze en # onbegrensde macht blindelings hare slagen ziet toebrengen aan alles wal haar omringt: een familie van despoten, wier naam alleen schrik verspreidt en die als hel ware zich zelve verslindt. Men weet hoeveel slaebtoffers iedere sultan bij zijne troonsbestijging aan den wantrouwenden genius van bel despotismus opdroeg; maar de Hemel gedoogde niet, dal de heiligste wetten der natuur altijd stralleloos geschonden werden, en tot boete voor zoovele misdaden tegen de bloedverwantschap, verzonk de Ottomannische dynastie eindelijk in een soort van verdierlijkiug. De Ottomannische vorsten, in de onderworpenheid en dé vrees opgevoed, verloren de hoedanigheden en de geestkracht, die voor het hosluur van een groot rijk vereisebt worden. Soliman H verergerde bet kwaad sleelils door bij een wet le bepalen, dal geen der zonen van sultans een leger zoude mogen aanvoeren of provinciën beslureu. Sinds dien tijd zag men nog slechls verwijfde vorsten, angstvallige mannen of zinneloozen op den Ottomannisehen troon

liet was genoeg dat de wil des vorsten verdorven was, om de verdorvenheid algemeen le doen worden. Naarmate het karakter der sultans ontaardde, ontaardde alles rondom hen. Een algemeene verdooving had de luidriichtige woeligheid van den oorlog en de overwinning vervangen. Op de zucht naar veroveringen waren de schraapzucht, liet eigenbelang en de eerzuclil, kortom, alle ondeugden gevolgd, die hel trapsgewijze verval der rijken kenmerken en voltooien. Wanneer de Stalen m bloei ontwikkelen en de voorspoed toeneemt, bestaat er een algemeene wedijver om dien le vermeerderen; wanneer zij ten ondergang neigen, bestaat er ook een zekere wedijver om ze ten verderve te voeren en van hun ondergang partij te trekken.

Het rijk bezat altijd een aanzienlijk leger; maar dat leger, waarin de tucht met den dag verslapte, was alleen te duchten in tijd van vrede. Ken menigte Tnmariots, of bezitters van levenslange leenen, niets aan lunine gezinnen na le laten hebbende, bielden op de gronden, die men hun gegeven bad, huis gelijk de spriuk-lianen, die op de velden, waar de wind hen heenvoert, tot zells de kiem der granen vernietigen. De pacha's bestuurden de provinciën als veroveraars. De rijkdommen der bevolking waren voor ben als de buit, dien de overwinnaars op den dag der overwinning onder elkander verdeelen. Zij die schatten vergaarden, kochten de slraflëloosheid, zij, die legers bezoldigden, verklaarden zich onafhankelijk.

De sultans van Constantinopel, in hun serail ingesluimerd, werden dikwerl wakker geschud door het rumoer der volksoproeren. De gewelddadigheden van het volk en het leger waren de eenige gerechtigheid, die het despotismus kon treilen. Maar deze gerechtigheid was een ramp te meer en verhaastte slechts het algemeene verval. Hel zonderlingste is, dat de Turken, wanneer zij tegen een vorst van de Ottomannische dynastie opstonden, een diepe vereering voor die dynastie bleven behouden; zij olferden den tiran aan linnne wraak op en loonden zich bereid zich zeiven voor de tirannie op te ollëren. Zoo eerbiedigde de tuchteloosheid, in hare grootste buitensporigheden, altijd het despotismus, en, wal de wanorde ten top moest voeren, het despotismus eerbiedigde op zijne beurt de tncbleloosheid.

De maatschappij werd hij de Turken beheerscht dooi' den muzolmanschen godsdienst, die zich tegelijk met de zeden der tuchteloosheid en mol die der slavernij vermengde en daarmede als hel ware samengeweven was; den slaaf boezemde deze godsdienst een blinde onderwerping in, die op gehecbtlieid geleek, den vorst, een eerbied voor de vooroordeelen, die op gematigdheid en rechtvaardigheid geleek; het geheele volk, een diepen afkeer voor de vreemdelingen, een zucht om de vijanden te overwinnen, die op vaderlandsliefde geleek. De wet van den koran, die in de harten de veraeliting aanstookte voor alles wat zij uiet voorzien had, mocht voorzeker als een uitstekende inslclling beschouwd worden om de dingen le behouden gelijk zij wareu; maai' zij werd een onoverwinbare hinderpaal, toen de tijd gekomen was om heilzame veranderingen in te voeren en met de lessen der ondervinding voordeel te doeu. Rewouderenswaar-dig voor het grondvesten van een harhaarscben Staat, was die wet onmachtig om een ten val neigend rijk te besehermen en zijn ondergang le verlioedeu. Steeds met dweep/.uchtigen trots vervuld, konden de Turken zich te midden van hun achteruitgang in macht niet overreden, dat er iels aan hunne kracht. Iinn wetgeving en hunne krijgstuclil haperde. Niels is opmerkelijker in de geschiedenis dan deze hoogmoedige onwetendheid van


-ocr page 509-

GESCHIKDKNIS DER KRUISTOCHTEN.

SIM

oen groot volk le iiiiddeii eener umvvenlelins', welke het uiel den dag nader tol den ondergang voerde, en deze omwenteling greep niet plaats door nieuwe maar door verouderde denkbeelden, niet uil lielde voor de vrijlieid, maar door de gewoonte der slavernij; kortom, niet uit zuclil voor verandering maar door een ijdele liardnekkiglieid om nooit iets te veranderen. i)e Turken eerlnedigden de oorzaak van hun ondergang, dewijl zij verbonden was met de geschiedenis der barbaarsche tijden, en ile muzehnansdie godsdienst die iiun voortdurend voor oogen hield dat men aan Iwl noodlot moet gehoorzamen en dat detjene, die in het vunr lUjl, zich in zijn lot moet schikken, belette hun de vorderingen van hel kwaad te sluiten.

Men zal quot;ons vragen waarom de christenheid van dat verval der Turken geen gebruik maakte om hen in Azië terug le dringen. Wij hebben in deze geschiedenis gezien dal de volken van hel christelijk Europa zich niel met elkander konden verslaan om Conslantinopel te verdedigen toen hel door de ültoinan-nen aangevallen werd: zij konden hel niel beter met elkander eens worden om hel te bevrijden toen hel genomen was. Wij moeten hier nog bijvoegen, dal hoe minder men de Turken duchtte, hoe minder pogingen men in hel werk stelde om hen te overwinnen. Zij boezemden bovendien niet den geringston naijver in aan de handeldrijvende natiën van de christenheid, liet was le vergeefs dal de rortuin hen lusscheii hel Ouslen en hel Westen geplaatst, hen meesters van den Archipel, de kusten van Afrika, de havens van de Zwarte en de lloode zee gemaakt had: hunne sclioonste provinciën waren ontvolkt, hunne sleden bleven verlaten, alles kwijnde in de handen van een vadzige en ruwe bevolking. Men spaarde de Turken om reden zij geen gebruik maakten van hunne voordeelen en zij, om ons van een uildrukking van Monles(|uieu te bedienen, van alle mensclien hel meest geschikt waren om onnut groole rijken te bezilten.

Wal men in de vijftiende en de zestiende eeuw gemakkelijk had kunnen doen, leverde later groole moeielijkbeden op. lie natiën, welke het ook zijn mogen, gelijken op de rivieren ofde bergstroomen, die mei den dag een diepere bedding schuren en waarvan de eenmaal afgebakende loop niel gemakkelijk te veranderen is. De Turken hadden opgehouden als militaire mogendheid geduchl le zijn; maar als natie ontbrak het hun niel aan een zekere kracht om aan een vreemde overheersching hel hoold le bieden. Viel het den ültomaimischen wapenen moeielijk, onmogelijk zelfs, om een enkel gewest, een enkele stad op de chrislenheid te veroveren, den christenen viel hel eveneens moeielijk, niel om een leger le overwinnen, maar om een Turksche bevolking te onderwerpen, verdedigd door hare voor-oordeelen en dour de overmaat zelve van hare barbaarschheid.

Wij moeten nug een laatste beschouwing hieraan toevoegen. Ten tijde, dat de Turken hunne overheersching in Europa vestigden, vormde zich tusschen de volken van hel Westen een uitgebreide vereeniging, waarvan de tijd de banden nauwer heeft aangehaald en die men heden ten 'dage nog de christelijke republiek noemt: deze bond, waarin men steeds de behoefte gevoelde een zeker evenwicht lusschen de op elkander naijverige natiën te bewaren, waarin de overeenstemming ten minste van verscheidene mogendheden noodig was om een groot rijk te overweldigen en omver te werpen, deze bond, zeggen wij, werd als een soort van beveiliging, als een redmiddel voor de Ottomannen. /,00 vond hel Ottoinamiische rijk, naarmate! het inwendig zwakker werd, naar builen een steun of icn minste een reden tol gerustheid, niet meer gelijk eertijds in de aanhoudende oiieenigheden der christenen, maar 111 de vrees om den algemeenen vrede te verstoren en de in Europa gevestigde orde te veranderen. Men was niet meer beducht voor de onder-nemingen van de Halve Maan, maar voor de eerzucht dergenen, die hel voornemen zouden kunnen opvatten haar grondgebied te overweldigen en van haar verval gebruik te maken.

Onze lezers zullen misscliien vinden, dat wij te lang bij het Ottoinannische rijk stilgestaan hebben. Maar de opkomst van dat rijk, zijne uitbreiding en zijn verval zijn saamgeweven mei al de gebeurtenissen, die wij te beschrijven gehad hebben ; veel trekken van hel tafereel, dal wij daarvan geschelst hebben, hebben kunnen dienen om den geest en hel karakter der oorlogen legen de ongeloovigen le doen kennen en 111 dal opzicht heell onze arbeid zijn nut.

Op het tijdsti]), waaraan wij in deze geschiedenis gekomen zijn, waren de harLstochleii, die de wonderen der kruisloehten gewrocht hadden, bespiegelende meeningen geworden, welke minder de aandacht der koningen en der volken dan die der geleerden en der schrijvers bezighielden. Zoo waren de gewijde oorlogen met hunne oorzaken en liunne uitwerkselen prijsgegeven aan de bewijsvoeringen der doctoren en der wijsgeeren. Alen herinnert zich hel gevoelen van l.ulher; en hoewel hij in zekeren zin zijn eerste meening omtrent den oorlog tegen do Turken gewijzigd of herroepen had, bleef hel grootste gedeelte zijner aanhangers een grooten afkeer voor de kruistochten aan den dag leggen.

De predikant Jurieu gaat veel verder dan Luther: deze vurige apostel der hervorming, wel verre van le meenen dal men de muzelmannen moest beoorlogen, schroomde niel de Turken als bondgenooten der protestanten te bescliouwen, en zeide, dat de dweepzieke volgelingen van Mahomed gezonden waren om niet de hervormden aan hel (jroote werk van Cud te arbeiden, hetwelk de vernietiging van de pauselijke macht was. Na de ophelling van het laatste beleg van Weenen in 1683 en de herroeping van het edikt van Nantes, bedroefde die zeilde Jurieu zich over de verdrukking der hervormden en de nederlaag der Turken, er le gelijker lijd bijvoegende, dal God hen slechts vernederd had om ze te zameu le verhellen en er wevktmjen van zijne gramschaii tenen de pausen van le maken. Tol zulk een buitensporige verblinding kan de door den haat verdoolde, door de vervolging verbitterde partij- of sectegeesl voeren.

Intusschen beweerden andere door hun talent vermaarde schrijvers, die insgelijks tol de hervormden behoorden, dat men de ongeloovigen moest bestrijden; deze betreurden de onverschilligheid der christenheid en de oorlogen, die telkens lusschen de christen natiën uitbarstten, terwijl men een volk, dat alle anderen vijandig tegenover stond, ongemoeid liet. In zijn dialoog de Beilo sacro, ontwikkelt de kanselier Bacon al zijne dialectiek om le bewijzen, dat de Turken buiten de wel der natiën gesloten zijn. Hij haalt beurtelings liet naluurlijke recht, hel volkenrecht en het goddelijk recht aan tegen die barbaren, wien hij den naam van volk betwist, en beweert, dat men hen moet beoorlogen gelijk men hel zeeschuimers, menscheneters en wilde dieren doet. De beroemde kanselier haalt tot staving van zijn gevoelen stellingen aan van Aristoteles, teksten uil den Pijbei, voorbeelden getrokken uil de geschiedenis en zelfs uit de fabelleer. Zijn manier van redeneoren ademt een weinig den geest der staatkunde en der wijsbegeerte van de zestiende eeuw, en wij meenen ons te kunnen onthouden om bewijsvoeringen aan le halen, waarvan velen in de tegenwoordige eeuw niemand zouden overluigen.

Wij willen liever wal uitvoeriger de denkbeelden van Leibnitz doen kennen, die, om den geest der verre expediliën le doen herleven, op de eerzucht der vorsten werkte en wiens staatkundige besehouwingen in latere lijden zulk een merkwaardige toepassing hebben gevonden. Op het oogenblik dat Loilewijk XIV zich gereed maakte den oorlog naar de Nederlanden over le brengen, zond de Duilsche wijsgeer hem een uitgebreide verhandeling om hem le bewegen de expeditie van den heiligen Lodewijk in Egypte le heriiieuwen. De verovering van dat rijke gewest, hetwelk Leibnitz hel lloliand van hel Oosten noemde, moest de zegepraal en de voortplanting van het gelool bevorderen; zij zou den allerchristelijksten koning de vermaardheid van Alexander en aan de Fransche monarchie de uitgebreidste middelen van inaclit en voorspoed verzekeren. Na de bezetting van Cairo en Alexandrië bood de fortuin den overwinnaars de gelukkige gelegenheid aan het Ooslersche keizerrijk weder te herstellen; het Ollomannisclie rijk, aangevallen door de iHiilschers en de Polen, beroerd door binnenlaiitlsche onlusten, was op hel punt van le bezwijken; reeds maakten Moravië en Perzië zich gereed van zijn val gebruik le maken; indien Frankrijk zich opdeed zou het den koning slechts geringe moeite kosten om het omneellijke erfdeel van Constanlijn in bezit te nemen, over de Middellalid-sche zee te heersclien, zijn heerschappij uil te strekken over de Uoode zee, de zee van Ethiopië en de golf van Perzië, en den handel op indië le bemachtigen.

Na de voordeelen van de door hem voorgestelde reusachtige onderneming uiteengezet te hebben, zag Leibnitz geen enkel der middelen over hel hoofd die er de uitvoering van vergemakkelijken en het welslagen verzekeren moesten, liet is in'dit gedeelte zijner memorie, dat hij de gelieele verhevenheid van zipi genie ten toon spreidt, en als men bet verhaal van den laalstcn oorlog der Franschen in Egypte gelezen heeft, erlangt men de overtuiging dat Donaparte liet aan Lodewijk XIV gerichte plan van den veldtocht heelt gekend.

De ideeën van Leibnitz, die in de raadsvergaderingen der vorsten geen ingang vonden, werden daarom niet minder gunstig ontvangen onder de geleerden en de godvruchtige mannen, die nog altijd ten gunste van het ondernemen van kruistochten gestemd bleven. Wij hebben een groot aantal memoriën onder de oogen gehad uit de veertiende, de vijftiende en de zestiende eeuw, die ten doel hadden de mogendheden der christenheid op le wekken om den oorlog aan het Oosten te verklaren. De heilige Franciscus van Sales, die ten tijde van Hendrik iV leefde, drukt herhaalde malen in zijne brieven het verlangen uit, het heilige land van het juk tier ongeloovigen verlost le zien. Door voor hel werk, dat hij in het licht gegeven heeft, den titel van Gesla Dei per Francos te plaatsen, verraadt Bongars de geestdrift die hem vervult voor de oorlogen, in den naam van het kruis ondernomen. In zijn opdracht aan Lodewijk Xlli wijst hij hem op het voorbeeld zijner voorvaderen, die naar het Oosten vertrokken, en belooft hem de glorie van een held en een heilige.


-ocr page 510-

KRUISTOCHTEN.

GESCHIEDENIS

indien zijne godsvrucht hem doet besluiten tot de verlossing van Constautuiopel en Jerusalem. In later tijd wendde zich de vermaarde Ducange, bij het in het licht geven der gedenk-schritten van Joinville, tot Lodewijk XIV en^ smeekte hein, in den naam van Frankrijk en van den godsdienst, een oude voorzegging te vervullen, volgens welke de vernietiging van de Oltomannische macht voorbehouden was aan dc dapperheiu van een Fransch monarch. Deze herinneringen aan vroegere tijden maakten een levcndigcn indruk op de verbeelding der nieuwe geslachten, en toen Boileau in zijn Opdracht aan den koning zcidei «Ik wacht u binnen twee jaren aan de booulcn van den llellespontus,quot; richtte hij niet alleen een dichterlijke vleierij tol den monarch, maar toonde zich ook de schrandere tolk van een groot deel zijner lijdgenooten.

De oorlogen in hel Oosten vonden destijds bij het volk nog steeds een gunstig onthaal. Zeventien jaar na het verdrag van Carlowitz zien wij de cliristenheid zich wederom mengen in de gebeurtenissen van een oorlog tegen dc Turken. Venetië, dal zijne beziuingen in Morea vreesde te zullen verliezen, riep den bijsland in van den Heiligen Stoel. Clemens XI gal'aan die bede gehoor; hij vaardigde alom apostolische zenclbrieven uil en zond legaten aan de hoven om de volken en do vorsten aan le sporen lot hel opnemen der wapenen legen de ongcloo-vigen. De christelijke muzen vereenigden hare stemmen met die van den opperherder: de door de Ollomannen aan de Veneliaan-sche republiek verklaarde oorlog wekte den pindarischen toorn op van Jean-Bapliste Rousseau, ilic naar Brussel verbannen was, en de verzen van dien groolen dichter, vol van de herinnering aan de gewijde oorlogen, wees den christen vorsten op hel voorbeeld van Godfried van Bouillon, de ongeloovigen in de vlakten van Ascalon verstrooiende, op dat van Sobiëski, den overwinnaar der Ollomannen onder de muren van Weenen. Spanje, Portugal, Genua, Toscane en de Maltezer-orde rustten schepen uit, en de vloot der verbondenen, waarbij zich dc galeien van den paus aansloten, doorkruiste den Archipel onder de banier der Kerk.

Sinds de hervorming van Luther verleenden dc opperherders zelden de allalen van den kruistochl: Clemens XI hesleeddo zijn eigen rijkdommen voor een oorlog, waarvan hij hel welslagen gaarne 'zou gekocht hebben mei den verkoop der keihen en der ciboriën, zeide hij. Op zijn roepstem trok het keizerlijke leger de Turken tegemoet, die legen Duitschland in aantocht waren, /.os duizend Zwitsers, die niet de onderstandsgelden van liet hol' van Koine aangeworven waren, en ecu groole menigte edellieden, die door de gevaren der Kerk en de oproepingen van deu paus gelroiren waren, vereenigden zich met het leger der Dnitschers. lu alle kerken werden gebeden opgedragen voor den zegepraal der christen soldaten, die in Hongarije en deu Peloponesus streden. Toen prins Eugenius de Turken geslagen had le I'elerwaradin en onder de muren van Belgrado, dat aan dc christenen teruggegeven werd, begal zich de paus, aan hel boord van hel heilig college, naar de kerk van de H. Maria dc Meerdere om don God der legerscharen le danken, en werden dc aan de ongeloovige ontnomen vanen opgehangen boven dc altaren der H. Maagd, wier bescherming men ingeroepen had. Opmerkelijk is hel, dal, terwijl de Kerk van Rome de krijgsverrichtingen en de overwinningen der christen legers vierde, hel korps der nleina's dien oorlog veroordeelde, die hel des te onrechtvaardiger toescheen, dewijl hij ongelukkig was, en de inulli vloekte quot;degenen, die hem uitgelokt hadden. Hunne hoop op den vrede stellende, zagen de Ottoraannen van alle verdere plaiineii op verovering al, en tevreden eenige steden in den Peloponesus herwonnen le hebben, waren zij nog slechts op de verdediging bedacht van hun rijk, dat op zijne beurt door de Dnitschersquot; en de Russen bedreigd werd. Zoodra er niets meer voor de christenheid te vreezen was, predikte de Kerk geen kruistochten meer tegen de Turken en hadden de oorlogen van hel Oosten geen andere beweegreden meer dan de eerzucht der vorsten en de berinnerhigcii aan het oude Griekenland.

Inlusschen werd Jerusalem, in welks naam zoo vele verre expeditiën ondernomen waren, in het Westen niet geheel en al vergeten. Terwijl men bezig was met aan de invallen der Turken paal en perk te stellen, bleven tal van pelgrims liet lieilige land bezoeken. Onder de vrome mannen, die zich sinds de vijlUende eeuw naar de oevers van den Jordaan en naar de puinhoopen van Sion begeven hadden, merkt men den beroemden Ignatius van Loyola op. Tweemaal bezocht hij Palestina en zou er evenals de H. Hieronymus zijne dagen geëindigd hebben, indien de Lalijusche vaders hem niet verplicht hadden naar Europa terug Ie komen, waar liij bij zijn terugkeer dc Sociëteit van Jesus slichtte. Evenals vóór dc kruistochten zag men toen de vorsten zich onder de menigte der christenen mengen, die naar Jerusalem logen. Alvorens den keizerlijken troon te bestijgen, had Frederik 111 als pelgrim het heilige land bezocht. Wij bezitten nog de beschrijving der pelgrimstochten naar Jerusalem, welke achlervolgens door een prins van Radzi-wil, een hertog van Reieren, een hertog van Oostenrijk en drie keurvorsten van Saksen, waaronder de beschermer van Luther, ondernomen werden.

De meeste vorsten der christenheid stelden er naar het voorbeeld van Karet den Groote hun roem in, niet meer om de heilige stad le willen verlossen, maar om haar le beschermen legen do gewelddadigheden der muzelmannen. De kapitidalicn van Frans 1, door het meerendeel zijner opvolgers hernieuwd, bevatten verscheidene bepalingen, die de strekking hebben den vrede der christenen en de vrije uitoel'ening van hun godsdienst in het Oosten te verzekeren. Onder de regeering van Hendrik IV ging Deshayes, de gezant van Frankrijk te Gonstantinopel, de geloovigcn van Jerusalem bezoeken en bracht hij hun de vertroostingen en den onderstand van een echt koninklijke liefdadigheid. De graaf van Noinlel, die Lodewijk XIV bij den sultan der Turken vertegenwoordigde, begaf zich insgelijks naar Palestina, en Jerusalem ontving met groolen luister deii afgezant van den machligeii monarch, wiens invloed en vermaardheid de christenen aan gene zij..u der zeeën kwamen beschermen. Na het verdrag van Passarowitz zond de Porie een plechtige ambassade aan Lodewijk XV. Dit gezantschap was betast den atlerchris-telijksten koning een tirman van den Groolen Heer aan te bieden, waarbij aan de katholieken van Jerusalem het algeheete bezit van bel heilig gral en de vrijheid om hunne kerken le herstellen, verleend werd. Elk jaar zonden de vorsten der christenheid hunne cijns aan de heilige stad, en bij plechtige gelegenheden werden in de kerk der Verrijzenis de schatten der kouingcn van hel Westen tentoongesteid. De christenen werden te Jerusalem niet meer ontvangen door de ridders van Sint-Jan maar door de bewakers van het heilig graf, die tol den regel van deu H. Franciscus van Assisië behoorden. Do gastvrije gebruiken der oude tijden in eere houdende, wiesch do overste zeil de voeten der reizigers en verschalte al do vorcischte hulp voor hun pelgrimstocht. Door een soort van zich steeds liernicuwend wonderwerk bloven de gedenkleokenen van den christelijken godsdienst, langen tijd door de legers van Europa verdedigd, doch daarna .geen andere verdediging moer hebbende dan de godsdienstige herinneringen, te midden der barbaarsclie aanhangers van den Islam ongeschonden voortbestaan. De veiligheid, die de chrislenen in dc stad Jerusalem genoten, was oorzaak, dal men minder aan hare verlossing dacht. Hel was voornamelijk de tegen de pelgrims gerichte vervolging en de ellendige staat van verdrukking waarin de cliristonen van hot Oosten verzuchlten, die den geest van do kruistochten in de elfde eeuw opgewekt had. Toen zij niet meer vervolgd werden en aan minder ellende blootgesteld waren, konden de droevige verhalen, die men daarvan nog ophing, hel mededoogen ol de verontwaardiging der volken van hel Westen niet meer opwekken, en de christenheid vergenoegde zich met God te bidden voor de instandhouding van den vrede in de plaatsen die Hij door zijne mirakelen geheiligd had. Er heerschte toen een geest van gelatenheid, welke de geestdrift der kruisloclilen vervangen had, de stad van David en van Godlricd smolt iu de gedachten der christenen ineen met het liemclsche Jerusalem en daar de gewijde redenaars verkondigden, dat men door den hemel moest gaan om hoi land vau Sion te bereiken, moet men zich niet meer wenden tot de dapperheid der krijgers, maar tol de godsvrucht en dc naastenliefde der geloovigcn.

lu dc algemoeue beschouwingen, aan heleinde van dit werk, zal men zien hoedanig de invloed der kruistochten op de beschaving van hel Westen was; onze lezers kunnen reeds im zien welke dc uitkomsten van die verre oorlogen voor bot Uosteu en hel heilige land waren.


-ocr page 511-

I

EEN EN TWINTIGSTE BOEK.

jEüc arbeid, dien ik mij len taak gesteld heb en dieinij godu-iH'/rende zoo veie jaren onafgebroken beziggeiiouden lieell, is voor mij, ik moet bet erkennen, ais eene gewoonte geworden, welke ik met moeite vaarwel ze^. Hij het verlaten der kruisvaarders, met wie ik geleefd lieb, en der oude kronijkschrijvers, die mij tot gidsen verstrekt hebben, is bel mij als vermengt zieh iets droevigs met bel eindigen van mijne werkzaamheden en als scheid ik mij van oude bekenden 'en vrienden. Ik ben begonnen met kennis met ben le maken in mijne jeugd; ik heb ben vergezeld in mijne latere levensjaren én nóg niet lang geleden heeft men mij met vergrijsde haren hen zien volgen op de wegen naar Jerusalem. Men vergeve mij derhalve dat ik daarop terug kom met die ingewortelde voorliefde, welke misschien gemakkelijker te rechtvaardigen zou zijn, dan dat ik haar zou kunnen vaarwel zegge». Daarbij vrees ik steeds iets gewichtigs vergeten of overgeslagen te hebben, wat tot beter begrip kan strekken van mijne geschiedenis. Ik durf zeggen, dat ik op mijne lange omzwervingen, in mijne zoo lang voortgezette studiën, mijn tijd niet geheel en al verspild heb; ik bob gehandeld als de oude pelgrims, die, ondanks het verbod der pausen, rechts en links zagen en bij bun terugkeer veel merkwaardige dingen wisten te vertellen, waarnaar men gaarne luisterde. lgt;ij bet bestudeeren der gewijde oorlogen heb ik er mij bijzonder op toegelegd om eon grondige kennis te verwel ven van de zeden, de gewoonten en den geest der middeleeuwen;

waarom zou ik mijnen lezers niet alles mededeelen wat ik daaromtrent heb kunnen te welen komen? Men kan zich geen juist denkbeeld van de middeleeuwen vormen zonder grondig met de kruistochten bekend te wezen, evenmin als men volledig de kriiistocblen kan kennen zonder een grondig denkbeeld van de middeleeuwen le bezitten. Diegenen onder onze lijdgenooten die zich verbeelden dat eenige brokstukken nil kroilijken voor de geschiedenis van een groot tijdperk genoegzaam zijn, zullen zich noodwendig ergeren en medelijden mei mij bobben; ik voor mij ben nog niet zoover gekomen, dat ik met minachting nederzie op den tijd en de voorlichting die hij ons verstrekt, geloof, dal hij 'ons in alle dingen van dienst kan zijn om te handelen, en ik volg geduldig zijne lessen. In eene eeuw waarin alles voortdurend van plaals verwisselt, waarin niets verbaast dan hetgeen bestendig is, wenscb ik dat men eenmaal van mij moge zeggen, dat ik dertig jaar lang aan bet-zelfde denkbeeld getrouw gebleven ben. Ziedaar 'de eenige roem, waarop ik aanspraak maak.

De verscheidenheid der te behandelen onderwerpen en vraagstukken heelt mij een nieuwen vorm doen aannemen in inijii arbeid; ik zal mijne twee laatste boeken in hoofdstukken ver-deelen : het voorlaatste boek is een algemeen oveiv.icht van de kruistochten, in bel laatste zal ik mededeelen welk goed en welk kwaad de kruistocblon bij de destijds levende geslachten en bij de nakomelingschap gesticht hebben.

goed


EERSTE HOOFDSTUK.

GUEST Tl KR KRUISVAART) HBS.

Wij hebben dikwijls gesproken van do godsdienstige en oorlogzuchtige geestdriil, van de krijgshaftige godsvrucht, die bet Westen in beweging bracht. Wij zullen hier spreken van de gevoelens die de chrislenbeid bezielden tegenover de gewijde oorlogen. Het gold geen strijd voor de koninkrijken dezer aarde, maar voor het rijk des hemels; de kruistochten waren niet de zaak der menschen, maar die van God zolven. Men moet ze derhalve niet beoordeelen gelijk andere menschelijke handelingen. Wat ous in de eeuw, waarin wij leven, verwonderlijk moet toeschijnen, is hel gevoelen dat destijds omtrent die verre oorlogen heersebte, en de overtuiging, waarin men verkeerde dat de goddelijke glorie daarin betrokken was; wanneer de expeditiën naar het Oosten hunne vrome verwacliling teleurstelden, durfden onze goede voorouders niet met hunne zwakke rede te * rade gaan en konden zij zich de overwinningen der muzelmannen niet verklaren. Men denke aan de vertwijfeling van die ontelbare menigte pelgrims, die zich in Syrië i'uet de strijdmakkers van Godfried gingen vereenigen, en eensklaps op hun weg vernamen, dat bet christen leger op het punt was binnen de muren van Antiochië van gebrek om te komen. De val der wereld zou minder ontsteltc.iis, minder verwarring in hun gemoed teweeggebracht hebben. Het kost ons moeite om de kromjken van dien tijd te gclooven, wanneer zij ons een aantal vrome ridders, geestelijken en bisschoppen voorstellen, dagen achtereen de godsdienstige plechtigbedeii schorsende, en den God der christenen, dien zij beschuldigden zijn eigene zaak prijsgegeven te hebben, niet durvende bidden óf ondervragen. Toen men in Kuropa do rampen van den tweeden kruistocht vernam, weet het ontroostbare Frankrijk die aan den heiligen Hernardus, die den gewijden oorlog gepredikt bad. In een aan den Heiligen Stoel gericht verweerschrift beschrijft de abt van Glairvaux met, welsprekend vuur de verrassing en de smart, welke de tegenspoeden der christenen hem veroorzaakten. Het scheen hem toe, dat God de menschen vóór den tijd geoordeeld had en Hij, evenals in het eerste tijdperk der wereld, spijt had over zijn eigen werk. Waarom, zeide hij, heeft de vertoornde God niet aan zijn volk vergeven? Waarom beeft Hij niet de glorie van zijn naam bewaard? De ongeloovige natiën, die de kinderen der Kerk in onbekende streken verstrooid hadden gezien, weggemaaid door liet zwaard en den honger, zeiden onder elkander : Waar is hun God? Die hartstochtelijkheid, waarmede de apostel van den kruistocht geloofde aan dé heiligheid van de zending die hij vervuld had, deed hem aan de goddelijke gerechtigheid vragen of Zij zijn onthoudingen niet geteld 'en geen acht op


I

-ocr page 512-

'm

ui inn voi'Storvingen en zijne gebeden geslagen had. De vrome klnizonimi' verwonderde er zicli over dat God geen mirakelen wroclitte om do goddeloozen te beschamen; en zich niet verwaardigende rechtstreeks le antwoorden aan degenen, die aan do waarheid van zijne zending weigerden te gelooven, riep hij don paus toe; «Antwoord voor mij, antwoord voor u en voor God zeiven

Wij vinden dezelfde gevoelens terug in verscheidene schrijvers Van de middeleeuwen, die van de kruislochien gesproken hehbon en die men beschouwen moet als de getrouwe tolken van linnne tijdgenooten, Ofschoon zij zich niet mot dezelfde kernachtigheid en met dezelfde stoutheid Van övertniging uildrUkkeh als (ie abt van Clairvaux, verdient hun getuigenis niettemin aaiigehnajd te worden. Ka de nederlaag der christen legers in Kleiu-Azië verhaald te hebben, verklaart de schrijver der Geschiedenis van [.odewijk VU, dat de raadsbesluiten Gods nimmer beoordeeld mogen worden, maar dat hel aan de zwakke rede der inenschen niettemin vreemd voorkomt dat de Fransclien, een godvreezende en aan de goddelijke wet onderworpen natie, overwonnen zijn geworden door degenen die de wet van Christus haten. De dood van Jïarbarossa en de geheele vernietiging van een leger dat onder zulke gunstige voorwaarden van de boorden van den Rijn en den Donau op weg gegaan was, moest geheel Duitschland in verslagenheid dompelen. Dc kronijken uit dien tijd, die de rampen van het keizerlijk leger geboekt hebben, zeggen, dat de geloovige christenen niet over de raadsbesluiten des Hemels durfden nadenken, «want die vreeseüjke raadsbesluiten waren als even zoovele afgronden, voor welke de menschelijke geest veistomd en verbijsterd terugdeinsde.quot; Een Duitsch geschiedschrijver, die den keizer vergezelde, vreest dat zijne vertwijfeling den scbijii hebbe van God te beschuldigen en haast zich zijne Onderwerping te kennen ie geven door deze godvruchtige bemerking: «Berusten wij in het oordeel van Hem, tol wieu niemand durft zeggen; Wcuiivin hebt (lij dal uciIikiii?quot;

Van al de rampen der kruislochien was de gevangenschap van Lodewijk 1\ ongelwijteld die, welke de meeste verrassing en droefheid iu Europa verwekte. Naar hel verhaal der geschiedschrijvers van dien tijd zwoeren een groot aantal kruisvaarders den godsdienst van Jcsns ('hrislns af om den zegevierenden godsdienst, van Mahomed te omhel/.en. In Duitschland, in Frankrijk, maar vooral in italic, werd het geloof van velen geschokt. Dc paus zelf durfde den oiidoordringbaren sluier niet op le hellen, die de goddelijke goedheid aan de oogen der gCloovigen scheen te onttrekken, en in zijne aan de geestelijkheid van Frankrijk en aan den gevangen monareli gerichte brieven kan hij niet vei klaren hoe God zoovele rampen hebbe kunnen overzenden aan degenen, die voor zijne zaak streden. « Heere Jesus (dit zijn de uildrukkingen van liinocentins), dat hel mij geoorloofd zij D met ontzag te vragen, waarom uwe hand zoo zwaar drukt op den allerheiligste der vorsten en zijn godvruchtig leger, die van heiligen ijver hlakende, aan gene zijde der zeeën alle gevaren zijn gaan trolseeren om nsv naam te verdedigen'/quot; Het opperhoofd der Kerk was iiedneht dat hel geloof der kinderen Gods uitdoofde doer de ergernis, en dc wereld de oordeelen des oppersten llecblers van gestrengheid mocht beschuldigen.

Deze geheimzinnige klachten, deze gevoelens die men met moeite kan verklaren, en ons soms aan hel noodlot der ouden met zijne onvermijdelijke rampen herhmeren, werden hij alle ongelukkige expedition waargenomen. Wij vinden ze terug in dc kronijken, die van de laatste kruistochten en de veinieliging der christen heerschappij iu Syrië gesproken hebben. Verscheidene kron jkeu van iiet einde der dertiende eeuw, het feil vermeldende dat Europa geen steden ol koloni n iu hel Oosten meer bezii, sin eken mei bit terheid over die ongehoorde ramp en verwonderen er zich over, de barmhartigheid Gods niet le zien overeenslemmen met zijne gerechtigheid. «Welk een glorie ware het deel geweest van hel christelijk geloof,quot; zegt een dier geschiedschrijvers, «indien de uiuzelinaiinen in Syrië overwonnen waren geworden, «ik spreek zoo,quot; voegt hij er bij, «volgens mijn oordeel, dal geheel mensehelijk is, want de oordeelen van God zijn onnaspeuiiijk en Hem alleen is hel bekend, waarom iiij toelaat dat die dingen gebeuren.quot;

Daar men nochtans niet kon gelooven, dat God werkelijk zijne hand van de gewijde oorlogen had afgetrokken, weel men de rampen dier expeditiën aan de misdaden en het zedenbederf der kruisvaarders. Wanneer God toestond, dat christen legers oinkwainen bij een in zijn naam gevoerden oorlog, geschiedde dit, zeide men, om verdorven kinderen le slraffen; de wederwaardigheden der soldaten van het kruis moesten niet toegeschreven worden aan de onrcehlvaardigheid van deu .Meester, die kastijdt, maar aan de ongerecbliglieden van het volk. dat gezondigd had. Als men de predikers der kruistochten herinnerde aan de beloften, die zij in deu naam des Hemels gegeven hadden en die niet vervuld geworden waren, vergenoegden zij zich met op het voorbeeld te wijzen der kinderen israëls, die in de woestijn omgekomen waren. «Bij het uitgaan van Egypte,quot; zeiden zij, «beloofde Moses aan de Hebreeërs een beier land; zij vervielen in allerlei ongeregeldheden; dc woestijn werd het graf van dit ongehoorzame volk en God werd daarom niet ontrouw bevonden aan zijne beloiten.quot;

Wij moeten hier doen opmerken, dat de zucht om de kruistochten te rechtvaardigen dikwerf aan de kronijkschrijvers hekelachtige beschrijvingen in de pen gaf, waarvan de onpartijdige geschiedenis dé overdrijving niet mag overnemen. Om de twijfelaars le besehamen en de rechtvaardigheid der oordeelen Gods aan te toonen, achtten zij zich verplicht hunne tafereelen donker le kleuren en de kruisvaarders onder do verl'oeielijkste gedaante af te schilderen. Wat ons het meeste moet verwonderen, is, dat de kruisvaarders, wanneer zij tegenspoed ondervonden, zich zeiven beschuldigden door hun gedrag al de ellende verdiend le hebben, die zij verduurden. De hongersnood, de ziekten, dc rampen van den oorlog wekten in hun gemoed de wroeging van het schuldbewustzijn op, en de gestrengheden der boetedoening vermengden zich steeds met het gevoel van hun lijden; wanneer eindelijk de overwinning onder hunne vanen wederkeerde en de krijgskans zich gunstiger beloonde, verbeeldden zich de christen krijgers, dat zij zich gebeterd hadden en dankten zij den Hemel, dat Hij hun zijne barmhartigheid en zijne weldaden weder waardig geacht had.

Bij een ongelukkigen kruistocht beschuldigde men niet alleen de pelgrims maar ook de in hel Westen achtergebleven christenen. Volgens de heerschende meening van dien tijd had God zijn erhieel toevertrouwd aan de deugd en tie godsvrucht van aile geloovigen, en do gansche christen wereld was voor dal in bewaring gegeven gewijde pand aansprakelijk. Toen men iu Europa quot;vernam, dat Jerusalem in do macht van Saladijn gevallen was, stroomden de geloovigen alom naar de kerken, om zich van hunne zonden Ie beschuldigen, en was de christenheid er slechts op bedacht om door de versterving en het gebed voor de tuchleloosheid en hel zedeuhederf te boeten, die den ondergang van Sion en de laatste zegepraal der god-deloozen uitgelokt hadden.

Na de tegenspoeden der kruistochten verklaard te hebben door de gerechtigheid en zells door deu loorn Gods, verklaarde men ze ook nog door de goddelijke barmhartigheid. Men heefl in de geschiedenis kunnen opmerken, dat de predikers van den gewijden oorlog dezen altijd voorstelden als ecu middel om de zondaren t(! hekeeren en de deugd der rechtvaardigen te beproeven. Volgens hen, had God de hulp der menschen niel noodig om het erldeel van Jesus ('.hrislns le veroveren; maar Hij opende hun den weg des beds en bood huil eene gelegenheid aan om hunne zonden uit te wisschen. Alleropmerkelijkst zijn de redeneringen, waarmede men destijds de voordeelen traditie aan le loonen van een oorlog, die verscheidene gewesten vau Europa ontvolkt bad, maar waarvan in de oogen der geloovigen hel wezenlijke gevolg de bevolking vau hel verblijf der engelen en de oneimligei vermeerdering van hel getal der martelaars en der nitverkorenen Gods was. Om onilrcnt dal punt de inecning der volken van hel Westen te kennen, behoeft men slechts do vurigste predikers der kruislochien aan te hooren. Men moest toch weten, zeiden zij, dat God degenen niet haal die Hij straft, en dat Hij steeds een roede gereed houdt om hel kind te kastijden, dat Hij liefheeft; zijne goddelijke goedheid verwondde om le genezen, vernederde om te verhellen, en wanneer Hij de dagen zijner gramschap overzond, waren de dagen zijner barmharligheid niet verre. Indien de Hemel den ondank zijner kinderen door lijdelijke straffen deed boeten, geschiedde zulks immers om hen le bewaren voor de slraffen, die geen einde hebben? De stem der opperherders paarde zich aan die der predikers om deu cbrisleuen te verkondigen, dat de rouw en de tranen onvcrwinlijkc wapenen zijn tegen de niachteii der hel, en dat al de iu den kruistocht gevallen krijgers, gelijk aan het driemaal getoetst en zevenmaal door het vuur gelouterd goud, genade gevonden hadden voor den oppersten Hechter.

In gewone lijden worden de menschen wijs door den tegenspoed en volharden zij zelden in betgeen hun niet gelukt. Maar door de iiieening, die men onitreul de kruistochten voedde, gingen de lessen van den rampspoed verloren en kou niets de vrome verblimling en de hardnekkige lichtgeloovigheid der soldaten van het kruis verzwakken of ontiiioedigen. Destijds beschouwde uien den gewijden oorlog als geheel geestelijk, en men vergeleek hel lol van een kruistocht met dat van de ongelukkige deugd, die eerst in een ander leven beoordeeld en' beloond wordt. Deze gesteldheid der gemoederen moest de geestdrilt der Westersclie volken lang levendig houden en den duur der gewijde oorlogen verlengen.


-ocr page 513-

T

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

TWEEDE HOOFDSTUK.

cimistrujke ootmoed en broederlijkheid der soldaten van het kruis.

onze gebeden da

Cni-

oorlogen predikten voortdurend de de koningen en de vorsten gaven betoonde dikwerf in den kruis-opperbevelliehber was, die edele grool-', e naastenliefde, die alle gevaren doet beid bij te staan die hel onderspit gaat ag, dal. hij den graat van Leicester te e en men hem poogde le weerhouden, riep hij uit: zou niet waardig zijn koning le wezen, indien ik niet

verdedigen, die mij in den t vele andere gelegenheden zijn leven in gevaar stelde

om dal der christen soldaten te redden; e

n

n van

berlus, een nog al verlicht opmerker der zeden van zijn tijd, zegt in zijne geschiedenis, dat de christen soldaten zwakker worden wanneer hun hart door de overwinning opgeblazen werd, maar dal zij, tot de christelijke ootmoedigheid teruggekeerd, zich onyerwinlijke krijgers toonden. In 'een bul lot de geloovigen gericht oni hen tol de aanneming van het kruis aan le sporen, stelde paus Celestinns IV de ootmoedigheid voor als hel eenige middel om over de mnzelmannen te zegevieren. In den kruistocht, waarin de Latijnen zich van Constantinopel moester maakten, is het opmerkelijk de krijgers van bet Westen zich te zien vernederen onder de hand des pausen en zich ootmoedig verontscliuldigeu over de grootste overwinning, die de kruisvaarders ooit behaald heliben. Olivier Scholasticus, die hel beleg van Damiate beschreven Iieell, spreekt van de krijgers van Pisa, die een wal der stad wilden aanvallen, en maakt daaromlreiit een bemerking, waarin zich de geest der gewijde oorlogen afspiegelt. «De 1'isaners,quot; zegl hij, «hoewel vol dapperheid, behoorden niet lol degenen, die het heil van Israël zouden bewerken; want zij streefden alleen naar grootcn roem.quot;

De oude kronijken meenen de nagedachtenis van Godfried niet beter te kunnen eeren dan door hem te vergelijken met een leeuw op het slagveld en met een kluizenaar in de gewone oinstandigheden des levens. Zijne weigering om den kroon le dragen in de stad van Jesus Christus zou voldoende wezen om ons een juist denkbeeld le geven van de soort heldenmoed, die de hoofden der kruistochten bezielde. Deze christelijke nederigheid verwonderde de üostersche volken en gal hun een grootcn dunk van de krijgers van het kruis. \Mllielmus van Tyr verhaall ons in treilende bewoordingen het onderhoud der afgevaardigden van Samaric met den hertog van Lolharingen, die de stad Arsur belegerde. De nieuwe meester van Jerusalem ontving de emirs zonder oenig praalvertoon en eenvoudig op een stroomat gezeten. De hoofden der Arabische stammen vroegen waarom zulk een groot vorst, welke, uit hel Westen gekomen, Azië had doen sidderen en wiens arm een machtig rijk veroverd had, zich zoo zonder pracht en praal vertoonde', nederig op den grond zittende, zells geen kussen of zijden lapijl hebbende. Godfried gal ten antwoord, dat de aarde hem wél lol zilplaats kon dienen, daar zij naar zijn dood zijn woonstee moest wezen. Do Samaritanen konden zooveel nederigheid in zulk een beroemd man niet genoeg bewonderen, en verwijderden üieh, terwijl zij zeiden: «Deze man is waarlijk degene, die

Wal ons IipI, meeste in de gescliiodenis der middeleeuwen verbaast, is de clirislolijke ootmoedigheid zich i,e zien vermengon met den heldenmoed der ridderschap en in zekeren zin mede te werken in iilles wat de schitterendste en roemrijkste dapperheid vcrijiocht tot stand to hrengen. De kruistochten bieden ons menigmaal dat schouwspel aan en wij zullen daarvan ecnige voorbeelden aanhalen.

De levensbeschrijver van Tancredo verhaalt ons, dat zijn held lang in werkeloosheid bleef verkeeren door de tegcnslrijdigheid die hij opmerkte tusscheu de voorsclirirten (Ier werchi en die van hot Évangelie. Maar niets kon zijn krijgsbaltigeo ijver in toom houden, loon de godsdienst gesproken en den gewiiden oorlog verkondigd had. Men mag niettemin aannemen, dal de dappere ridder iets van zijne vroegere gewetensbezwaren bad behouden en het christendom hem den geest van oolmoèdighoid inboezemde, die hem bleef bezielen in de gevechten. Deze eenvoudigheid des harten, die hij wist te doen samengaan met de ruwheid van het krijgsmansleven, de eed van stilzwijgendheid, dien hij zijn schildknaap deed afleggen omtrent eon'overwinning, kunnen beschouwd worden als een wonderwerk in de geschiedenis zelve der christen krijgers.

Hoewel de kruistochten ons niet dikwerf het verschijnsel van zulk een verregaande zelfverloochening aanbieden, moeten wij niettemin zeggen, dat de evangelische ootmoedigheid een der kenmerkende eigenschappen van die godsdienstige oorlogen was. Men behoeft slechls de brieven vol besclieidenheid te lezen, die de vorsten en de kruisridders na de overwinningen van den eersten kruistocht tot paus Urbanus richtten. «Wij verlangen,quot; schreven zij, «dat gij welel hoe groot Gods barmhartigheid jegens ons geweest is, en hoe wij, door den bijstand van den Almachtige overwinnaars van de Sarraeenen, ontkomen zijn aan de grootste gevaren.quot; Anselmus van Bibermont, een der roemrijkste strijdmakkers van Godfried, schreef aan Manasse, aartsbisschop van Reims, ea hem de zegepralen der christelijke legers meldende zeide hij: «Wij hebben meer te danken aan

onze eigene verdiensten.quot; De

len le verplaatsen. In cene eeuw waarin alle macht aan de zijde van het zwaard was, waarin de gramschap en de hoogmoed de krijgers lot de grootste builensporigheden zouden hebben kunnen voeren, was er niets geruststellender voor de menschheid, dan de kracht zich op die wijze Ie zien verootmoedigen en vernederen. Een hedendaagsch geschiedschrijver van Groot-IMllaimië vergelijkt Richard met den onsluimigen Achilles, en deze vergelijking is in vele opzichten juist. Wij betreuren het echter, dat dc

ngelsche schrijver niet gewezen heeft op het groote verschil, dat het christendom moest teweegbrengen in de karakters, die hij met elkander vergelijkt. Gelijk men weel was do ootmoedigheid, zooals het Evangelie ons die leert, niet het zwak der helden van de oudheid: de heldendichten waarin zij verheerlijkt worden, stellen ons hen altijd vol opgeblazenheid .voor, wij zien hen steeds hunne vijanden beschimpen door te snoeven oj) hun eigen wapenfeiten, en de vrome Eneas zelf roept meer dan eens op hel slagveld uit, dat zijne vermaardheid tol aan de sterren reikt. Dit ruwe bewustzijn van de kracht, deze hoogmoed van het zwaard is slechls het involgen van hartstochten, aan een barbaarsche eeuw eigen, en om te welen hoeverre de middeleeuwsche beschaving boven die der heidensche oudheid stond zou het misschien genoegzaam zijn de helden van de Ilias en de Eneïs te vergelijken met de door Tasso en onze eenvoudige kronijkschrijvers gevierde helden.

Een andere kenmerkende deugd van de kruisvaarders was het besef der broederlijkheid. Dit gevoel, hetwelk hen broeders deed zien in de christenen van het Ooslen, moest al de banden dichter toehalen, die hen aan elkander hecbllen ; hel moest vooral toenemen tegenover de ongeloovigen, te midden der gevaren en der ellenden van een verren oorlog. «Wij die gedoopt zijn,quot; zeide de bisschop Adhemar tol zijne metgezellen, toen zij op hel punt, stonden den strijd tegen de Turken le aanvaarden, «wij zijn allen kinderen Gods, wij zijn allen broeders: dal eenondeflinge liefde allen vereenige, die reeds door één geestelijken band verbonden zijn.quot;

De redenaars der gewij evangelische broederlijkhi zeiven hel voorbeeld.

loeht, waarvan hij d(

moedigheid, di trotseeren om de zwi delven. Op zekeren hnlp snelde «Neen,

den dood verachtte om degenen li oorlog gevolgd zijn!quot; Wij zonden 1 kunnen aanhalen, waarhij Rh

| hel Ooslen moot veroveren en over de natiën regeeren.quot; Deze j tegenstelling van de grootheid mei de zedigheid is altijd een reden tol verbazing onder do mensclien geweest, en de géschie-| denis kan geen indrukwekkender schouwspel aanbieden dan dat ! van de opperste macht, welke zelve het ijdele der menschelijke grootheden verkondigt.

De schrijvers dei' kruistochten vermelden slechts een enkelen trek van eigenliefde en naijver; en dezen ontmoet men nog eerst omstreeks hel einde der oorlogen legen de ongeloovigen. Huniades en de monnik Capislranus belwisllen elkander voor den paus de oer der overwinning van Relgrado. De terzijdestelling van eigen roem was ongetwijfeld het grootsle oller dat een ridder aan God kon brengen, en dte geest van ootmoedigheid, welke de krijgers van het kruis niet verliet, was in do gewijde oorlogen een gelukkig verschijnsel. Zij waren bot dikwijls oneens over de verdeeling van den buit, het bezit der steden en der provinciën: men kan niet gissen hoever de tweedracht hen gevoerd zou hebben, indien zij het ook over den roem met elkander oneens geworden waren. Hel zoo heilige en onstuimige karakter van Richard was zelf niet vreemd aan dien ooünoedigen en vromen heldenmoed, dien men in de gewijde oorlogen opmerkt. Kr zijn twee brieven tol ons gekomen, dié de koning van Engeland schreef, de cene aan den aartsbisschop van Rouaan, de andere aan den abt van Clairvaux, en waarin hij de roemrijke overwinning verhaalt, die hij op Saladijn in de vlakte van Ar'sur bevocht. De zegevierende held beveelt zich nederig aan in de gebeden der geloovigen en gewaagt alleen van zich zeiven om ons le zeggen, dat hij gewond is geworden door een pijl.

quodam pilo. Om dat voorbeeld van chrislelijken ootmoed naar waarde te schatten, is het noodig zich in den lijd der kruistoeli-

-ocr page 514-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

336

grootmoedigheid doen de daden van barbaarsehheid vergeten, die zijn roem bezoedelden.

Een vorst, die in de kruislocbten meer godsvrucht on christelijke liefde medebracht, wijdde zich met minder vertoon, maar met meer christelijke deugd aan het heil der kruisvaarders, die hem naar het Oosten vergezeld hadden. Wij hebben hel bewonderenswaardige antwoord medegedeeld, hetwelk Lodewijk IX gaf aan degenen, die bij hem aandrongen zich op den Nijl in te schepen, terwijl de kruisvaarders uitgeput van vermoeienis en de vertwijfeling nabij over land naar DamiaLe terugkeerden. Toen die vórst te Tunis op de asch lag te ziellogen, hield de gedachte aan het lot zijner strijdmakkers zijn geest nog bezig. Wie zal Iwl volk dat Ui hier (jcbi dchl hel), naar rraiikrijk leruji-voeren? verzuchtte de vromen monarch nog kort vóór zijn overlijden.

Telkenmale als de kruisvaarders Europa verlieten, beloofden bun de aanvoerders hen in hun land terug ie zullen voeren en gedurende den pelgrimstocht voor hun welzijn te zullen zorgen. Wee dengenen, die hunne beloften niet hielden, want zij werden voor God en de menschen beschuldigd van woordbreuk en gebrek aan naastenliefde. Ken oud kronijkscbrijver, Üdon van Deuil, bewondert in zijne geschiedenis der kruistochten de grootmoedigheid van de 'grooten der aarde die zich voor hunne soldaten en hunne dienaren opollerden; maar hel bevreemdt hem niet, wanneer bij bedenkt, dat Jesus Christus, de Heer en verlosser der wereld^ daarvan het voorbeeld gegeven had.

Geen enkele weisbepaling stralte de desertie der kruisvaarders; doch het algemeene gevoelen der christenen veroordeelde haar als een eerlooze daad. Wij hebben gezien met hoeveel ijver bet gansche Westen zich verhief tegen Slefanus, graaf van Blois, die heimelijk tijdens den eersten kruistocht hel leger verhel en naar huis terugkeerde. Op de vermelding dal die prins opzijn tweeden pelgrimstocht onder de slagen der ongeloovigen viel, laat Wilhelmus van Tyr de opmerking volgen, dat God zijne harmharügiieid jegens hem liet blijken, omdat de palmtak van hel inarlelaarscliap alleen de schande kon uilwisschen, waarmede lnj zieh overdekt had. Om omtrent dal punt hel gevoelen der tijdgenoolen te leeren kennen, moet men den abt Guihertus l'eler den Kl'.nzenaar hooren verwijlen, le midden der afgrijselijkheden van den hongersnood de kruisvaarders verlaten le hebben: «Weet u le voeden met hel gras der kudden,quot; voegt de geslrenge geschiedsclirijver hem toe. «Toen gij de volken ten strijde opriept, noodigdel gij ze niet uit op leeslmaleu: weet u te gedragen naar hetgeen gij gezegd hebt en geef liet voorbeeld aan uwe broeders in Jesus Christus.quot; De geschiedenis van dien lijd schroomt de ridders te noemen, die de

......... der pelgrims heimelijk ontvluchtten, want die meineediije

ridders waren uil hel boei; den levens (leschraiil.

Toonden de aanvoerders der kruislocbien zich bezorgd voor hel wel/ijn hunner soldalen, deze legden niet minder gebecht-heid voor huiine aanvoerders aan den dag. Iedere afdeeling kruisvaarders vertoonde hel beeld van een wezenlijk huisgezin ; met genoegen ziel men de kronijksehrijvers van dien lijd de Lalijnsehe uitdrukking lamilia bezigen, om het militaire buis eens vorsten of eens kruisridders aan te duiden. Toen Godfried van Bouillon na een beer verslagen te hebben, die een armen pelgrim vervolgde, gekwetst en met bloed overdekt, weder le midden der kruisvaarders verscheen, waren deze dieper bedroefd dan wanneer zij door de muzelmannen geslagen waren. In gewone oorlogen laat een soldaat zich slechts weinig gelegen liggen aan de belangen van de zaak, die hij verdedigt; lyaar in een oorlog, die lot eenig doel de zegepraal van een godsdienst beeft, hadden alle strijders dezelfde bekommeringen, dezelfde verwachtingen, wij moeten zeggen dezelfde eerzucht. Deze gemeenschappelijkheid van belangen en gevoelens schonk veel kracht aan de legers van hel kruis en bond op bot slagveld niet alleen de aanvoerders en de soldaten, maar zelfs natiën, die door zeden, geaardheid en taal geheel van elkander ver schilden, broederlijk aaneen. «Wanneer een iiretanjer, een Duitscher of ieder ander met mij wildo sproken,quot; zegt een geschiedschrijver, die don eersten kruislocht bijwoonde, «wist ik niet wat ik hem zou antwoorden; maar hoewel gescheiden door hel verschil der talen, schenen wij toch slechts één volk te vormen, uithoolde van onze liefde tot God en onzen evennaaste.quot; Bij hel beleg van Nicea en bij dat van Antiocbië was alles gemeenschappelijk onder de lallooze soldaten van het kruis, die uit allo landen van bet Westen gekomen waren. De kronijksehrijvers van Germanië roemen den geest van vrede en liefde, die in liet leger van 1'rederik Barharossa heersebte bij het doortrekken der provinciën van bet Grieksche rijk. Voorzeker boden de legers der christenen niet steeds dat stichtelijke schouwspel aan: hoovele oneenighedeu braken niet uil omler de vanen van het kruis; maar het gevoel dor broederlijkheid bleef niettemin op den bodem der harten voortbestaan. Om het karakter dor kruisridders naar waarde le beoordeoleu is het genoeg zich de redevoeringen der prelaten en der geestelijken te herinneren, die in last' hadden hen terug le voeren tot de Kvangeliseiio deugden, en de weinige moeite welke hel den gewijden redenaars kostte om hunne woorden ingang te doen vinden als zij van de; vergillenis der beleedigingen spraken.

Wal zou er van de ongelukkige menigte der pelgrims zijn geworden, indien zij niet door edelaardige gevoelens ondersteund geworden ware.' Hierin moet men de Voorzienigheid bewonderen die altijd het geneesmiddel naast de kwaal plaatst, en don menscb in zijne elloaden de noodige deugden verleent om ze te verduren. Uit een brief door de pelgrims van Jerusalem tol de geloovigen van hel Westen gericht kan men ontwaren hoeveel eenvoudigs en treffends in die broederlijke gevoelens ligt. Deze bevalen de kruisvaarders, die naar hun vaderland terugkeerden aan de christenen van Europa aan: «Wij bidden u,quot; zeiden zij, «en wij smeeken u door Onzen lieer Jesus Chrislus, die altijd met ons was en ons uil al onze bekonnneringen gered hoeft, u erkentelijk le loonen jegens uwe broeders, die lot u weder-koeren, hen goed te doen, en hun te betalen betgeen gij hun schuldig zijl, ten einde u aangenaam te maken aan den lieer.quot; Wij betreuren hel, dat de geschiedenis niet uitvoeriger heeft gesproken van de laatste oogenblikken, die de krijgers van den eersten kruislocht gezamenlijk in Jerusalem doorbracblon en van de harlverscheurende looiieelen van droefheid waarmede bunne scheiding gepaard moest gaan. Degonon, die heengingen, bevalen zich aan in de herinnering en de gebeden van hunne wapemnakkers, de bewakers vmi hel heilig graf, en deze antwoordden liuu met tranen in deoogen: «Vergoot nooit uwe broeders, die in hallingschap achtergebleven zijn.quot; Deze weder-zijdsehe gevoelens der kruisvaarders kondigden bij voorbaat roods de banden van broederlijkheid, de innige bolrekkingen aan, die de volken van Europa en do christen koloniën van hel Oosten gedurende Iwee eeuwen met elkander moesten verbinden.


DERDE HOOFDSTUK.

VAN l.K TüOVKItlJ DKU MUZELMANNEN l!JJ DE KUU1STOCHTEN; VAN DU IJCII'L'liHLOUVKHIlCU) DEK KRUISVAA ItDKKS.

Wij hebben in onze Geschiedenis dikwerf gesproken van de 1 visioènen en de mirakelen, die le gelijk de godsvrucht en de I dapperheid der kruisvaarders opwekten. Hunne licblgeloovig-lieid was voorzeker uiterst groot, maar het moet gezegd worden, j dat zij niets plomps of ruws bezat. Een aardbeving, hel noorderlicht, een staartster, een zon- of maanoklips waren in hunne I oogen loekeiien of waarschuwingen, waardoor God hun zijn wil kenbaar maakte. In de gevaren van don slag meenden zij dikwerf do heiligen en do engelen uil den hemel le zien dalen en zich onder hunne gelederen mengen om de vijanden van Jesus Christus te bestrijden. De pelgrims hielden zich, gelijk l wij reeds gezegd hebben, overtuigd, dat de goddelijke niachl I steeds tussehen heide moest treden voor de zaak die zij verdedigden, en deze overtuiging is voldoende om te bewijzen | hoeveel verhevens en edels er in hun liehlgsloovigheid lag.

Als men mot aandacht do Geschiedenis der Kruistochten gelezen beell, verwondert men er zich over, dat de looverij zulk een groole plaats inneemt in hol verlunlc Jerusulein. Wij |

zullen hier al do feilen vermelden, die Tasso op de gedachte kunnen gebracht hebben er zooveel wouderbaarlijks in te las-schen. Do meeste kronijk- en zelfs romanse brij vers van de twaallde eeuw spreken op gelijke wijze van de moeder van Kerhoga, den sultan van Mossul. Deze vorstin, zeggen zij, die langer clan eene eeuw geleefd had, roemde er op de toekomst le kennen ; zij kwam haren zoon de rampen aankondigen, die hem bedreigden, indien hij do kruisvaarders slag leverde. Deze vroeg linar hoe zij wist, dal hij overwonnen zou worden en in dal jaar zou sterven: «Ik heb den loop derslerren waargenomen,quot; antwoordde zij, «ik heli de ingewanden der dieren geraadpleegd en ik heb tuoverijen verricht.quot; Toen zij hij hem bleef aandringen, voegde de woeste Kerboga haar toe: «Moeder, spreek niet meer zoo lol mij, want do Franken zijn geen goden en ik wil hen bestrijden.quot; Hel b eken tol den strijd werd gegeven en do muzehnanscbe vorstin ging bare vertwijfeling binnen de muren van Aleppo verborgen. Verscheidene geschiedschrijvers vermelden een ander feil uit het-


-ocr page 515-

DE VERSCHIJNINGEN.

J

-ocr page 516-

MiciM'x.

I '*• i': i

''f0

:''''' WBiWm

iMÊÊÊÊBÊÊÊÊSS®

-ocr page 517-

GESCHIEDENIS DEK KRUISTOCHTEN.

337

zelfde tijdvak. Tijdens het beleg van Jerusalem vertoonden zich twee vrouwen op de wallen der stad en beproefden door geheimzinnige gebaren de vreoselijke uitwerking te verlammen van een werktuig der christenen. «Toen zij met hare lieiden-sche bezwering aanvingen,quot; zegt een oude kronijk, «wierpeen kolossale, door de machine geslingerde steen haar verpletterd op den grond en keerden hare zielen naar de hel terug waaruit zij waren voortgekomen.quot; Het laatste voorbeeld, dat door do geschiedenis wordt vermeld, had plaats in de dagen, die den slag van Tiberias voorafgingen. Een Syrische slavin, op een ezelin gezeten, werd verrast terwijl zij het vermogen van de toovcrijen en bezweringen tegen het leger der christenen te hulp riep. Ondervraagd, verheelde zij haar misdadig opzet niet; men wierp haar op een brandenden houtstapel, de vlammen tastten haar niet aan, zij bleef ongedeerd; men doodde haar met bijlslagen. Ziedaar de eenige voorbeelden van tooverij, die door de schrijvers der kruistochten le boek zijn gesteld. Wij laten het aan onze lezers over om te beoordeelen of de zanger van Godfried de palen der waarschijnlijkheid overschreden heeft in de overigens zoo dichterlijke schildering van de bekoorlijkheden van Ismena en de betooveringen van Armida.

Wij lezen in Odon van Üeuil, dat de Duitsche kruisvaarders, te Nicopolis een man gezien hebbende, die met slangen speelde, dezen voor een toovenaar hielden en hem in stukken Inewen, hetgeen ten minste bewijst, dat de soldaten van het kruis geen bijzonder ontzag hadden voor de tooverij of voor hen die haar uitoefenden. Gilon, schrijver van een historisch gedicht op den eersten kruistocht, verhaalt dat de kruisvaarders bij het beleg van Nicea een processie rondom de stad hielden terwijl zij de wallen mot wijwater besprenkelden. De muzelmannen meenden, dat de belegeraars zich door tooverij van de stad meester wilden maken en deden een uitval om (ie uitwerkselen van de bezwering te vernietigen. Het gedicht voegt er bij, dat de christenen zeer vertoornd waren over die veronderstelling der ongeloovigen, en zij in het bloed hunner vijanden den boon wreekten, (lieu zij bun godsdienst en zijne goddelijke geheimen aangedaan achtten.

Uit hetgeen wij hiervoren gezegd hebben moet men evenwel niet opmaken, dat de tooverij destijds in Europa onbekend was. Wij wilden alleen bewijzen dat zij de christenen in de gewijde oorlogen en onder de vanen van het kruis niet volgde. Het is van algemeene bekendheid, dat bet Westen ten tijde der kruistochten zeer lichtgeloovig was. Terwijl de Hemel, in de oogen der licbtgeloovige menigte, zijne mirakelen ten beste gaf, had ook de hel hare wonderwerken, en naar de volksmeening vervulde de duivel de hoofdrol in de duistere kunst der bezweringen. De onheil stichtende engel des verderfs, met zijne bedrieglijke begoochelingen, vertoonde zich telkens aan do stervelingen, nu eens om de menscbelijke zwakheid le verleiden of de ziel eens stervenden aan den engel des beils te betwisten, dan weder om aan de menscben eenig schandelijk geheim te openbaren ol de aanslagen der boozen te oi.dersleunen. In do geschiedboeken der middeleeuwen vind men aanhoudend de aanslagen van den geest der duisternis vermengd met de staatkundige en godsdienstige gebeurtenissen. Evenwel maakt de geschiedenis van dien tijd nimmer gewag van de ver-scliijning des duivels onder de pelgrims van Jerusalem, lien enkele kronijkschrijver, de abt Gmbertus, verhaalt, dat ten lijde van den eersten kruistocht, een ridder uit Picardië een verbond gesloten bad met den duivel om den dood te wreken van zijn broeder, die in een gevecht gesneuveld was; dat die ridder, na verkregen le hebben wat hij wensebte, zich niet van hel gezelschap van den helscben geest ontslaan kon dan dooi' bel kruis aan te nemen. Dezelfde kronijk voegt er bij dat de Picardische edelman zich met de overige kruisvaarders op weg begal, en de duivel zich gedurende den ganschen tocht niet aan liein vertoonde, maar dal, toen de pelgrim na de verlossing van Jerusalem in zijne haardstede terugkwam, bij terstond weder dengene zag verschijnen, die nooit anders dan misdadiyen raad (jeell. Wij halen dit alleen staande lelt aan, dewijl het op zich zeive genoegzaam de soort van lichtgeloovig-heid (Ier pelgrims van het heilige land schildert. Wij zien in do geschiedsnis dat de soldaten van het kruis door geheel andere gedachten en denkbeelden bezig gehouden werden. Zij hadden, als wij het zoo zeggen mogen, geheel iets anders te doen dan te denken aan de gewaande tegenwoordigheid van den helscben geest. Hun verbeelding spiegelde hun veel groot-scher lalëreelen voor, en het schijnt ons toe, dat de duivel te onbeduidend was om op bel onmèetlijke worstelperk en in de reusachlige tooneelen van de overzeesche oorlogen een rul te spelen.

In hel begin van dit hoofdstuk hebben wij gesproken van de groole natuurverschijnselen, van de hemelsche verschijningen, die de aandacht der kruisvaarders in den loop van hun pelgrimstocht trokken en hun geestdrift verdubbelden. Wanneer zij m Syrië aankwamen, welk schouwspel kon dan meer geschikt zijn om indruk op bun geest le maken dan dat van de plaatsen, die zij zouden veroveren I Welke begoocheling kon dezelfde uitwerking op godvruchtige harten hebben als de aanblik van het dal van Josaphat, den berg Sion en de rotsen van den Calvarie? De lofzangen, welke hunne priesters zongen, herinnerden de kruisvaarders voortdurend aan het doel hunner gewijde expeditie. Wanneer men bun de woorden herhaalde, door de profeten lol de uitverkorenen Gods gericht op de plaatsen zelve waar zij ingegeven werden, was er geen enkele pelgrim, die den zin der goddelijke profetieën niet op zich zeiven toepaste en zich niet overtuigd hield dat de Eeuwige voor hem uitging om de beloften der H. Schriftuur le volbrengen. Het is in die overtuiging en niet in de denkbeelden van een bekrompen bijgeloof dat men het karakter en de drijfveer der kruistochten moet zoeken.

De Arabische kronijken vermelden minder bovennatuurlijke verschijningen dan de kronijken van hel Westen. Niettemin hadden de muzelmannen insgelijks hunne hemelsche machten, die hun in de gevaren van den oorlog le hulp kwamen. De nederlaag van Rogier, vorst van Antiocbië, verhalende, spreekt de geschiedschrijver Kemal-eddin van een in het groen gekleeden engel, die het leger der Franken op de vlucht dreef en een hunner aanvoerders gevangen nam. Boha-eddin verhaalt dat een uil den hemel gedaald legioen gedurende den nacht de stad Ptolomaïs binnendrong, die door Philippus Augustus en Richard Leeuwenhart belegerd werd. Men leest in denzelfden geschiedschrijver, dal na de door Richard bevolen moord der muzelmansehe gevangenen in de vlakte van Saint-Jean-d'Acre de martelaren van hel Islamismus aan hunne strijdmakkers, die hen gingen bezoeken, de roemvolle wonden vertoonden, die zij bekomen hadden, en hun de genietingen verbaalden, die hen in de tuinen van bel paradijs wachtten. Bij de belegering van Margal zag hot leger des sultans de vier aartsengelen verschijnen, die de muzelmannen gewoon zijn in de gevaren aan te roepen en wier hemelsche tegenwoordigheid den moed der belegeraars aanwakkerde.

Onze Lalijnsche kronijken halen soms het getuigenis der muzelmansehe gevangenen aan, wanneer zij de verschijning der heiligen en der bewoners des hemels verhalen; maar het is zonneklaar dat de gevangenen, die zich in de macht der chrislenen bevonden, de liebtgeloovigheid hunner overwinnaars wilden vleien. Zoo zeiden, na den slag van Dorylea, de Turken, die in de handen der Franken gevallen waren, dat zij de hemelsche slrijdmacht de soldaten van hel kruis in den strijd hadden zien bijslaan. Bij hel beleg van Damiate verzochten de in den toren van den N'ijl gevangen genomen ongeloovigen de in het wil en rood gekleede mannen le zien, die hen met een bovemialuurlijken moed en onbekende wapenen bestreden hadden. De belegeraars maakten daaruit op dat de hemelsche legerscharen zich onder de christen soldalen gemengd hadden en deze gedachte vervulde hen niet blijdschap. De verrader Pbirous, die Antiocbië aan de kruisvaarders overleverde, bet vertrouwen van Boheinond zoekende te winnen, vroeg hem op zekeren dag waar die miraculeuse afdeeling gelegerd was, die men dikwerf mol de Franken zag strijden. Volgens den monnik Robert was de vorst van Tarente verlegen met die vragen en verwees hij Pbirous naar zijn kapelaan, die hem verklaarde hoe do heiligen en de engelen uil den hemel daalden om de soldalen van Jesus Christus bij le staan. Noebtans verwijlen eenigen onzer kronijkscbrijvers den muzelmannen hunne onge-loovigheid. Weinige dagen voor den slag van Antiocbië viel er uil de lucht een vuurbol op de legerplaats der Turken, en de chrislenen zagen daarin een wonderdadig toeken van de goddelijke almacht, die zich ten hunnen gunste verklaarde. «Indien de heidenen het geringste begrip gehad hadden van de dingen der aarde en des hemels,quot; merkt de abt Guibertus daaromirent aan, «zouden zij begrepen hebben, dal God bun zijn gramschap aankondigde.quot; Een ander kronijkschrijver, Robert de monnik, die de belegering van Anliocbië bijwoonde, voegt er bij, dat een groot aantal muzelmannen werkelijk getroffen werden door bel onheilspellende voorleeken, maar dat er onder ben een men'ujle dwazen waren, die het mirakel halstarriy hieven loochenen. Zoo geloofden de kruisvaarders aan alle wonderwerken, en in hun lichlgeloovigheid konden zij er zich niet genoeg over verwonderen, dal men hunne begoochelingen niet deelde en zich niel evenals zij liel overtuigen.

Overigens verlichtte de lichlgeloovigheid der pelgrims soms do taak om hen le besturen u geleiden; zij hielp de bevelhebbers in bel handhaven d;r lucht en wakkerde den zinkenden moed der soldaten weder . in. Toen de kruisvaarders Adhemar, den bisschop van Puy, ver.oren hadden, die hou als een andere Moses aanvoerde, meende hun lichtgeloovige godsvrucht hem dikwerf te midden der gevaren terug te zien. De kronijken verbalen, dal hij zich bij het beleg van Marah en dal van Archas vertoonde, en dat bij de laatste tegen Jerusalem ondernomen bestorming de schim van den prelaat van de wallen der slad de dapperheid der strijders van het kruis aanwakkerde. Om


-ocr page 518-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

338

/.ich een denkljeekl le voi'inen van de wonderwerken, welke de hartstochtelijke liditgeiooviglieid der pelgrims konden opwekken, behoeft men zich slechts den rampzaligen toestand te herinneren der in Antiochiö opgesloten kruisvaarders; zij hielden zich overtuigd dat de machten des Hemels hen te hulp kwamen, en de wonderdadig ontdekte lans scheen hun een onverwimielijk wapen, dat God zeil' hun toezond om hunne vijanden te verdrijven; versterkt door die overtuiging, zegevierden zij ten slotte over den hongersnood, de vertwijfeling en de tallooze menigte der muzelmannen. Dat het lot van den oorlog een leger, samengesteld uil meer verlichte en minder lichtgeloovige soldaten, ui dozell'de positie hrenge, zij zullen slechts overtuigd zijn van de onmogelijkheid om te overwinnen, slechts oen onverinijdelijken dood voor oogen zien en allen ellendig omkomen quot;Moei deze overweging ons niet nopen den soldaten van hel kruis hunne verregaande lichtgelooviglieid te vergeven?


VIERDE HOOFDSTUK.

1! AKI! A A R SCIt IIK11) DER FRANKEN IN ÜE KRUISTOCHTEN; ZEDEN EN ZEDELEER DER KRUISVAARDERS.

Hoedanig ook het doel en de geest van een oorlog zijn mogen, zelden worden de monsehen heler te midden van liet kampleven en eene gewapende menigte, eu zelden ziet de zedeleer hare onveranderlijke groiidslellingen zegevieren. De kruisvaarders hielden zich zoo vast overtuigd dal de gewijde oorlog het gemis van alle deugd in hen vergoedde, dal zij zich dikwerf aan de grootste huitensporiglieden overgaven in de meeiiing, dut God hun alles moest vergeven of hun alles veroorloven. Verscheidene malen liehhen wij scharen pelgrims de landen zien uilplimderen, die zij doortrokkén, en met huil heiaden hun weg vervolgen, de spreuk van Salomon toepassende: l)i' bczillnm van den zomluav is hel deel van den rccklviuirilificii menscli. Streng vasthoudende aan de kleiiigeestigste uiteriijkheden der godsvrucht stelden velen die verre hoven de evangelische zedeleer. Van eenige kruisvaarders melding makende, die zich in II mgarije aan rooi sehuldig maakten, hesehukligt Alhertus van Aix hen dan ook zonder hillerheid van het rooven der ossen en schapen der inwoners; maar wal hij huil niet vergeeft is, dat zij het vleescJi van die dieren gegeten liehhen op de dagen die de Kerk aan de onthouding gewijd heeft. In dien verdelgingsoorlog heelt de geschiedenis maar al le dikwijls de verguizing van hel volkenreclit, de verkrachting der wellen van de gerechtigheid en de schend.ng van den gezworen trouw te helreureu. De kronijken van dien tijd spreki n van Phirous, die Anliochiè aan de ciirislenen overlevenie, slechts in de meest welwillciide hewoordingen, en noemen zijn verraad een edd verraad en hem /elven een edelen verrader. De haat, dien de kruisvaarders tegen de mnzehnaimen vervulde, gepaard aan het gevoel der rampen die zij geleden hadden, deed hen dikwerl hunne overwinningen door gruwzame moordlooneelen onteeren. Zij vergalen zoozeer de zedeleer van den Verlosser der menschen, dat het bloed hunner vijanden bun een Gode welgevallig oll'er scheen; le midden der menschenslacblingen waanden zij zich vrij van al.'c verwijl door de muzelmannen onreine honden le noemen, en wanneer bel zwaard de ongewapende bevolking der muzelmanselie steden had neergesabeld, riepen zij niet hlijdschap uit: Op deze wijze -zijn de verblijven der onyelooviym gereiniijd.

De Grieken, die de kruisvaarders zoo dikwerf over hun grondgebied hadden zien trekken en zoo veel van hunne geweldenarijen te verduren hadden gehad, spaarden hen niet in limme kronijken: lloevele rampen hebben die Latijnen mei hun stalen halskraag, hun boog voorhoofd, hun afgeschoren haard, hun trolscbcn geest, hun onmenselielijk karakter, hunne van toorn trillende neusgaten, bun gebiedenden en heiligen toon, ons aangedaan!quot; zeiden zij. De Grieken beoordeelden de Latijnen met zooveel gestrengheid niet alleei' omdat zij ten doel gestaan hadden aan hunne gewelddadigheden, maar ook omdat zij zich door hunne kuiidigbeden verre hoven hen verheven achtten. De Turken, die niet in hunne eigene meerderheid geloolden, beoordeelden inch bet gedrag noch bel karakter der pelgrims van Europa: evenals idle barbaren minaclitten zij de zwakte, die zij konden verdrukken en achtten slechts de kracht, die hen kon overwinnen; zij kenden geen ander gevoel dan den baat legen de christcnen, de vrees voor hot gevaar en den trots van de overwinning.

Toen, in den eersten kruistoclil, de muzelmannen, door de Franken oveiwonnen en verstrooid, volgens de Oostersehe uitdrukking, geen ander toevluchlsoord meer hadden dan de buik der dieren en den nu/ hunner knmeelen, verklaarden zij volgenderwijzc hunne nederlagen: «Welk volk zal weerstand kunnen bieden aan zulk een balstarrige, wreedaardige natio, die zieli noch door den honger, noch door het zwaard, noch door de pestziekten beeft laten dwingen hare plannen op le geven en zich nu voedi met nienschenvleesch ?quot;

Wat de barbaarsche liandelingen der kruisvaarders kan veront-scbuldigcii is dat zij dikwerf samengaat mei niaalschappelijke hoedanigheden, die een beter tijdperk beloven; mei de stuitendste looncelen mengen zich voortdurend tafereelen, waarbij de verbeelding met welgevallen verpoost. Zoo de pelgrims zich barhaarscb beloonden jegens hunne vijanden, waren zij dikwerl bewonderenswaardig in hunne betrekkingen onder elkander, en de geschiedenis vermeldt met ingeiionienheid den geest van gerechtigheid, de evangelische liefde, de edele gevoelens, die de pelgrims onder de vanen van hel kruis vervulden. «Indien een kruisvaarder,quot; zegt Fulcher van Gharlres, «een of ander verloor, droeg degene, die het gevonden had, het verscheidene dagen bij zich, tol dal hij bel uil vrijen wil had teruggegeven, gelijk bel past aan lieden die den gewijden pelgriinstoclit ondernomen hebben.quot; Zoo vertoonden zich de legers van hel kruis bij de belegeringen van Nicca, Anliochië en .lerusalem. De derde kruistocht bood ons dikwijls hetzelfde schouwspel aan; de kroiiijksehrijver Ansberg, die Krederik I vergezelde, spreekt volgcnderwijze van de Duitscbe kruisvaarders: «Men kan niet genoeg de goede trouw en de eerlijkheid bewonderen, die 'in dal leger hcorsehten. Indien iemand, hetgeen menigmaal gebeurde, ee.'i beurs vol goud of zilver had laten vallen ol uil aebteloosheid verloren hail, liep degene die haar gevonden had, er overal mede rond, zoekende naar den eigenaar, wien hij baar terstond teruggal, zonder dal het aantal stukken of het gewicht iets verminderd was.quot; Deze eerbied voor den eigendom, deze nauwgezette eerlijkheid, die do bonte en noodlijdende menigte der pelgrims kenmerkten, moeten hij onze tegenwoordige inaatscliapp 'lijke beschaving wel eenige verbazing wekken. Wij hebben doen opmerken, dat le midden van het afgrijselijkste gebrek bet volk'der kruisvaarders, dal van wortelen en kruiden des velds /.ijn loven moest trachten le onderhouden, degenen niet benijdde die levensmiddelen bezaten, en het steeds rustig en onderworpen aan de wellen bleef bij den aanblik der door de hebzucht opeengestapelde inondbeboetlen. De legers werden vergezeld door geldwisselaars; Odon van Deuil, die bodewijk VH naar Azië volgde, vermeldt hel feit dal de tafels der wisselaars onder de muren van Coiislanlinopel geplunderd werden; maar wij vinden nergens vermeld, dal deze wanordelijkheid zieh bij de andere expediliën hernieuwd heeft. Nergens vinden wij in de kronijken de geringste aanduiding van een verzet of een oproer door de overmaat der ellende veroorzaakt, en dat was een der wonderen van den gewijden oorlog.

Dc kruisvaarders wisten zich niel zoo goed te ontbonden van de losbandigheid en de ondeugden, die door bet Ooslersclie klimaat aangekweekt werden. Gelijk men weet gingen niet allen die het kruis aannamen naar Jerusalem om boete te doen en bun leven te heiligen. Een groot aantal cenobielen hadden, ondanks liet verbod van den paus, hun klooster verlaten en niel altijd vergezelden ben de deugden der afzondering op hun pelgrimstocht naar het Oosten.

Hadden eenige monniken den weg naar Jerusalem ingeslagen om zieh aan dc kloostertucbt le onltrekkeii, ook vele leeken traden in de gelederen der soldaten van het kruis met bel eenig doel om zich van de eentonigheid en do plichten van bet huiselijk leven le bevrijden. Reeds in de eerste tijden van de gewijde oorlogen, veroordeelden de Kerkleeraars den gehuwden man, die naar bel Oosten vertrok zonder toesteimiiing van zijne vrouw, of do gehuwde vrouw die zulks zonderde loesteimmng van haren man deed. Maar al spoedig week men af van die gestrenge zedeleer, en de Heilige Stoel zelf liet uil vreeze hel aantal der pelgrims le zien verminderen, alle vrijheid aan de gehuwde mannen die bel kruis aannamen, en zagen dc rechten des huisgezins zich derhalve niet verdedigd legen de verleidingen van een langdurige afwezigheid en dc gevaren van een verre reis.

De aanwezigheid der vrouwen bij de kruistochten was een der oorzaken van bet zedenbederf, dal dikwerl onder dc christen soldalen beersebte. Walter van Vinisauf beschouwt de vrouwen in die verre exijediliën als de bron van alle misdaden, [onleK (leliclornm. Dijna altijd schrijven de kronijken de rampen der kruisvaarders loc aan de gerécbligbeid van God, wien hel zede bederf vergramd had. Herbaalde malen verboden de bisschoppen aan de vrouwen in hunne bisdommen het deelnemen aan den


-ocr page 519-

GESCHIKDKNIS DKK KKÜISTOCIII KN.

339

ki'iiistoclit uillioofdc van dc zonden, die op den weg naar liet Oosten bedreven werden.

Intusschen bieden de kruislegers ons dikwerf hot toonbeeld dor christelijke zeden aan. Onder die taliooze menigte [iclgrims, waarbij de deugd en de misdaad gelijkelijk opgenomen wordi'ii, moesten zich natuurlijk zeer groote contrasten voordoen. Daarbij moet men niet uit het oog verliezen, dat de pelgrims, evenals alle menschen, die door geweldige hartstochten gedreven worden, gemakkelijk van het eeno uiterste in het andere vielen. Niets kenmerkt beter den beweeglijken geest van die menigte dan die plotselihge en menigvuldige overgangen van de innigste godsvrucht tot de grofste losbandigheid, en van de buitensporigste ondeugd lot de strengste deugd. Wij hebben de kruisvaarders bij hei beleg van Antiochiö in allerlei ongeregeldheden vervallen gezien; maar groote plagen, een aardbeving, een in de lucht opgemerkt natuurverscliijusel. de predikingen der geestelijkheid, de bedreigingen van den godsdienst en der wetten, roerden eensklaps liunue harten, en de losbandige menigte word plotseling een onderworpen en godsdienstig volk. De bisschop van l'tolomaïs verhaal!, dat de soldaten van liet kruis na de inneming van Damiate zich aan de, schandelijkste ontuchligheden, aan de dierlijkste dronkenschap overgaven; dat /.ij elkander verscheurden, en de zaken van Jesus Chrislus boosuanliiilijl; in dc war brachlen; dat zij slechts minachting betoonden voor liet geestelijk zwaard der kerk en de excommunicatie hun niet de minste vrees aanjoeg. Eenigen tijd daarna haastten zich die zelfde aan alle ongeregeldheden overgegeven christenen, zonder dal men de reden van zulk een grooten omkeer kan uitvo'selien, hunne zonden te belijden en weder nieuwe menschen te worden. Jacobus van Vitri, een ooggetuige, was zoo gesticht door die bekeering, dat hij in het leger des Hoeren nog slcclils een werkelijke vereenigiiig van monniken zag, een uitdrukking, die tegelijk den geest des geschiedschrijvers en dien der pelgrims kenmerkt.

Elke natie behield in de kruistochten hare zeden en gnbruiken Itaoul van Caen treedt in een tamelijk uitvoerige bescbrijviPg van de zeden der ProveiH'alen of liever der kruisvaarders, die den graaf van Toulouse vergezelden. Zij hadden een lieren oogopslag, een trotscli voorkomen, een vluggen gang; zij verschilden evenveel van de Franschen als dc hen van dc eend; de levensbeschrijver van Tancredo stelt hen ons voor steeds bezig mei hel looien liunner muildieren, vlugger in bet zoeken naar levensmiddelen dan in bet grijpen naar de wapens, steeds den grond met hunne ijzeren pieken omwoelende om ei' wentelen ca planten in te zoeken, hondenvleesch voor dat van hazen.

ezelsvleesch voor dat van geilen verkoopende, en de paarden van anderen doende sterven om er zich het vleesch van toe. te eigenen. Dil tafereel is ongetwijfeld zeer overdreven; men vindt minder bitterheid en meer waarheid in dat, hetwelk de kronijk van Tours ons ophangt van de verschillende volken, die hot leger van Joannes van Brienne vormden. «De liomei-non,quot; zegt de schrijver, «gedroegen zich steeds hoogmoedig; do Spanjaarden en de Gasconjers waren onuitputtelijk in kortswijl en ijdel gesnap; de Germanen toonden zich steeds even stijfhoofdig; maar de strijdmacht der Franschen, opmerkelijk door hare ingetogenheid, hare zeden en hare wapens, hield, evenals do koning van Jerusalem, de Tempeliers en de Hospitaalridders, zich verre van het gewoel en het rumoer verwijderd.quot;

Jacobus van Vitri schildert met levendige kleuren liet karakter en do zeden der Duitschers, der Franschen en der Italianen, die onder de banier van hel kruis streden of zich in het heilige land gevestigd hadden. De Italianen waren ernstig, omzichtig, sober in de maaltijden, beleefd in hunne gesprekken en hunne manieren, standvastig en onverzettelijk in hunne plannen, zich met moeite aan anderen onderwerpende, hunne vrijheid in alle dingen verdedigende, sterk gehecht, aan hunne inslollingen; do Duitschers, de Franschen en de ürelaiijers bezaten minder ernst, doch meer vuur; zij gaven zich meer over aan hel genot der tafel, waren verkwislender, minder voorzichtig, sneller in liet handelen, godvruchtig, liefdadig, vol dapperheid, even geducht door hunne ruiterij als de llalianen door hunne zeemacht. I)e-zellde schrijver schetst ons do zeden van al de volken van Syrië en voornamelijk der inwoners van Jerusalem tijdens de kruisiochlen. Deze tafereelen zijn te hekelachtig dan dal de onpartijdige geschiedenis ze zou kunnen mededeelen. Volgens de toenmaals levende kronijkschrijvers betoonde het volk Gods, dal Palestina bewoonde, aanvankelijk slechts den eenvoud en tie onscliuld der bewoners van hel Paradijs; maar weldra werden de zeden verdorven en beijverde zich de hel verblijven voor n'le mdeiKjden in i/ereedheid te bremjen. Hel zedenbederf en de oiigebondenheid namen nog toe door dc aankomst van eene menigte verdorven lieden, die door de wetten van liet Westen io! een bedevaart of liever tol levenslange verbanning naar het heilige land veroordeeld waren.

Het tafereel dat wij hiervoor geschelst hebben beval slechts algeineene denkbeelden en kan onzen lezers onvolledig toeschijnen ; maar wij moeten doen opmerken, dat wij in de volgende hooRlslnkken op hetzellde onderwerp zullen terugkomen en (Jil gebeele beek gewijd is aan de schildering van hel eigenaardige .voorkomen der kruisiochlen.


VIJFDE HOOFDSTUK.

VAN DK MliNIim Dili 1)K KKUlSVAAKDJiRS VERGKZl'.LUK.

Dc kruistochten, vooral dc eerste, bieden ons hel schouwspel aan van een geheel volk dat van het eene land in liet andere trekt. Men zou zich bedriegen indien men geloofde dal het meerendcel der pelgrims de wapens droeg en onder de banieren van Christus streed. De soldaten werden vergezeld door eene menigte gelijk men die in alle groote sleden aantrell. Men vond er ambachtslieden, ledigloopers, kooplui, armen en rijken, geestelijken, monniken, vrouwen en lol zelfs zuigelingen onder. Dc Schriltuur, die ons de onlberingen, de harlslochlen, dc deugden en de ondeugden van het door de woestijn trekkende joodsche volk beschrijft, heeft ons vooruit een getrouwe schildering gegeven van liet aan den kruistocht deelnemende volk, dal men ook Gods volk noemde.

Een geschiedschrijver uit de twaalfde eeuw schildert ous genoegzaam de menigte , waarvan wij spreken, door in den mond der vrouwen, der gebrekkigen en der grijsaards, die naar hel Oosten trokken, deze woorden le leggen; «Gij zult de ongeloovigen bestrijden,quot; zeiden zij tol de krijgers, «en wij zullen lijden voor de zaak van Jesus Christus.quot; Gewis werd nooit eenige verbintenis getrouwer van beide zijden nagekomen; nooit werden de dapperheid en de onderwerping hooger opgevoerd dan in een oorlog, dien men met rechl den oorlog der helden en der martelaars kan noemen.

Terwijl de soldalen van het kruis streden of zich tot het gevecht gereed maakten, lag de menigte der pelgrims te bidden, hield processiën of woonde de predikatiën der geestelijkheid bij. Tijdens den aan den sultan van Mossiil geleverden slag zien wij hen op de wallen van Autiochië, de handen ten hemel liellendc, lolUcderen zingende en den bijstand van den God der heerscharen inroepende. Zoo dikwijls de soldalen van het kruis bij het beleg van Damiate een bestorming op dc stad ondernamen, verzamelde zich een ontelbare schaar christenen aan dc boorden van den

Nijl, het kruis van Jesus Christus dragende en de krijgshaftige aanroepingen der bisschoppen opzeggende; nu eens wierpen zij zich, met de oogen vol tranen en een door vrees verstikte stem, stilzwijgend in het slof ter aarde; dan wedergaven zij zich aan de blijdschap over en vierden door hunne toejuichingen de zegepraal der strijders. In de lusschenpoozing der veldslagen zag men de menigte der pelgrims door de vlakten en de bergen dwalen, levensmiddelen zoekende en de hinderlagen van de nmzehnannen trotseerende. Alles wat zij in vreemde landen zagen en hoorden bracht de pelgrims in verrukking; de hongersnood, dc ziekten, de vermoeienissen voerden hen dikwerf tot vertwijfeling, en deze verhoogde nog de groote overspanning der gemoederen. Van daar de tallooze verhalen van wonderen, die eiken dag in de legerplaatsen van mond lol mond gingen en gemakkelijk bij een nietsdoende, onwetende en hartstochtelijke ineniglc ingang vonden. Het grootste deel van do kronijkschrijvers, die de gebeurtenissen van de eerste kruisiochlen hebben opgeteekend, kunnen als de getrouwe tolken van die menigte beschouwd worden, dewijl zij in hunne hoedanigheid van mon-nikken en geestelijken niet mede vochten en met de ongewapende pelgrims vermengd waren, liaoul vau Caen, een leek en ridder, geeft beter hel bijzonder karakter der strijders van het kruis weder; luj is dan ook minder kwistig met visioenen en wonderdadige gebeurtenissen dan Uaymond van Agiles, de monnik Roberl en de kapelaan van Boudewijn.

Men zou een zeer kostbaar document voor dat tijdvak hebben, indien men de geschiedenis of hel dagboek bezat van een enkel huisgezin dat uit hel Westen naar Jerusalem op weg gegaan is Daarin zou men getrouw naar de waarheid de verwachtingen, de veidrielelijkheden, de vreugden, al de verschillende indrukken van het volk van den gewijden oorlog hebben kunnen opgeteekend vinden. Maar hoe vele menschen onder die ontelbare


-ocr page 520-

fiKSr.HTKDENIS DER KRUISTOHHTEN,

menigte konden niol schrijven, en de geestelijken die schreven, bepaalden er zich toe de' hoofdgebeurtenissen van den oorlog te boek te stellen, zonder in een enkele dier bijzonderheden te treden die heden ten dage voor ons zooveel belang zonden hebben. Zoo hebben de in dien tijd levende kronijkschrijvers liet niet eens der moeite waardig geacht om op te teekenen door welke wederwaardigheden een verbazende menigte pelgrims in Klein-Azië verdween alleen zegt een hunner, dat men in bet Westen niet meer tijdingen uit Romanic ontving dan men uit bet rijk der dooden ontvangt. De namen dier talrijke pelgrims, de herinnering aan hunne rampen, en tot zelfs de sporen van hun tocht, alles is uitgewisebt, en wel verre van dai de geschiedenis heden ten dage het lot zou kennen van zooveel jammerlijk omgekomen lamiliën weet zij niet eens met zekerheid of een der meest bekende bevelhebbers van den derden kruistocht, een der trolscbto keizers van Duitschland, in Tarsus, Antiocbië of in de stad Tyrus begraven ligt.

De menigte, waarvan wij spreken, moest ongelukkiger wezen dan de andere kruisvaarders, want zij kon zich niet verdedigen in de gevaren en plukte zelden voordeel van de overwinning. «Draagt zorg voor de arme diakenen en de zwakke pelgrims,quot; zeide de bisschop Adhemar tol de soldaten van hel kruis, «zij kunnen niet, evenals gij, vechten en zich de voor hun levensonderhoud noodige dingen verschaffen; maar terwijl gij die vermoeienissen en de gevaren van den oorlog trotseert, bidden zij God ii de vele zonden te vergeven, die gij dagelijks bedrijft.quot;

ürderic Vitalius deelt een afkondiging mede waarin de bevelhebbers na de overwinningen van Antiocbië het. voornemen te kennen gaven om dat rampzalige volk te hulp te komen. «Wij zullen aan ieder hunner soldij geven,quot; zeiden zij; «de zieken en de gebrekkigen zullen op kosten van de krijgskas onderhouden worden.quot; Raymond van Agilcs vermeldt dal bij liet beleg van Archas de tiende penning van den buit geheven werd, dat een deel van die tiend uitgedeeld werd aan de priesters en de bisschoppen, die voor de pelgrims de mis opdroegen, eiihotandere deel aan de armen van de geestelijkheid en bot volk.

In tijden van groote schaarschte en gebrek zag men enkelen hunner, door het lijden lot vertwijfeling gedreven, bun geloof vergeten om hulp te gaan zoeken bij de muzelmannen; maar al de overigen droegen hun lijden aan Jesus (lliristus op en bleven getrouw aan de ongelukkige zaak van het kruis. «Al zou men de pen der engelen bezitten,quot; zegt een ooggetuige, «dan nog zou men niet al de rampen kunnen beschrijven, diode pelgrims geduldig verdroegen en zonder een enkelen klacht te doen hooreu.quot; Dezelfde schrijver, die do door Fredcrik 1 aangevoerde Duitsche kruisvaarders vergezelde, deelt ons mede, dal verscbeidenen liunner, overmand door honger, vermoeienis en ziekte, bijkans den geest gevende en het leger niet meer kunnende volgen, overluid het symbolum des geloofs baden, en zich in den vorm van een kruis uitstrekkende, in den naam des Heeren den dood verbeidden. «Hoewel wij niet ver van ben verwijderd waren,quot; voegt de geschiedschrijver er bij, «sneden de vijanden die ons volgden bun het hoofd af en maakten zij van hen martelaren van Jesus Christus.quot; Zoo was bel gesteld met die menigte der kruisvaarders, die hel Westen sleclus schenen verlaten te hebben om den palmtak der martelaren te gaan verwerven, terwijl de vorsten en de baronnen, die hen aanvoerden, door de hoop van Azië te veroveren gesterkt werden.

Intusschen gingen degenen, die niet onmiddelijk tot de overwinning bijdroegen en er geen voordeel van plukten, er dikwijls grooler op dan de krijgers zelve. «Dat onze broeders van bel Westen vernemen (wij halen een brief van een dor prelaten van bet christen leger aan) dat wij meesters zijn van Antiocbië en van veertig groote steden. Eenigen der onzen zijn niet meer; maar hebben wij een handvol menscben verloren, de vijand beeft daarentegen een leger verloren; daar waar wij eenigen onzer soldaten hebben zien vallen, heeft bij vorsten zien vallen; kortom, hebben wij een legerplaats prijsgegeven, de Turken hebben een koninkrijk prijsgegeven.quot; Aan den toon van dien brief zien wij, dat de christelijke eenvoud en ootmoed der kruisridders niet altijd de deugd was der geestelijken en der pelgrims die het leger vergezelden. Wij moeten er tevens bijvoegen, dal dit volk, hetwelk de eer der christen wapenen zoozeer ter harte ging, hel doel van den gewijden locbl nooit uit bet oog verloor; en terwijl de vorsten en de koningen de geloften van den kruistocht vergaten te midden der rijke gewesten, welke zij doortrokken, noodzaakten hen meer dan eens de kreten van de verontwaardigde, oproerige pelgrims den tocht naar Jerusalem voort te zetten.

Wij behoeven niet le zeggen, dal deze menigte, die niet vocht en bijna voortdurend in vrees leefde, zich minder grootmoedig moest betoonen jegens de overwonnen vijanden, en wij schromen niet haar voor een groot gedeelte de schuld te geven van de bloedige tooneelen, die soms de zegepraal der christen krijgers bezoedelden. Men zal zich die troep landloopers herinneren, aan wie de kruisvaarders, die Antiocbië belegerden een hoofdman gaven, die den naam yaw koning der bedelaars voerde: onder die schamele troep bevonden zich soms graven en baronnen; want liet nijpende gebrek maakte de grooten mei de kleinen gelijk, en zeer vele adellijke krijgers werden, volgens de spreekwijze van dien tijd, ridders zonder have of armen van Jesus Christus. Deze bontgemengde, havelooze menigte moest menigmaal wanorde veroorzaken in de legerbenden, die zij vergezelde. Een kronijkscbrijver, die een nederlaag der kruisvaarders had bijgewoond, betreurt de ellende van die ongewapende menigte en roept met veel bitterheid uit: « Gave de Hemel dat de paus, die den vorsten verboden beeft honden en vogels mede te nemen, die voorschriften gegeven beeft omtrenl do kleeding en de wapening der ridders, gave God, dal hij zich beziggehouden had met het arme volk, dal naar Jerusalem trok, dat hij den zwakken niet veroorloofd had het kruis aan te nemen, dal hij den sterken in plaats van een herderstasch een zwaard, in plaats van een slal een boog had gegeven!quot; üdon van Deuil voegt er bij, dal de ongewapende pelgrims de christen krijgers verhinderden om le strijden en den barbaren slechts een gemakkelijke prooi aanboden, llue meer dan ook hun getal afnam, boe geducbler de legers van het kruis werden. De geschiedenis beeft veel minder wanordelijkbeden up to teekenen gehad, welke een onnutte menigte veroorzaakte, als de kruisvaarders zich over zee naar het Oosten begaven.


ZESDE HOOFDSTUK.

UITSPANNINGEN DER KEUISVAARDERS.

Virgilius verwijlt in zijn vijfde boek bij de beschrijving der spelen en der plechtigheden, 'die de op de zeeën dolende Trojanen aan het dierbare vaderland herinnerden. Zoo ook stelt ons de geschiedenis de kruisvaarders voor in hiiii vrijwillige ballingschap de zeden, gewoonten, feestelijkheden en lot zelfs de uitspanningen van bel land hunner geboorte behoudende. De kronijken vermelden dal de baronnen en de ridders van het Westen de weelde en de genoegens hunner kasteelen naar Azië hadden medegenomen. Men herinnert zich dal hunne honden en valken van honger en hitte omkwamen in verzengd l'brygië; en dit verlies was, le midden der ellenden van den gewijden oorlog, niet het minst gevoelige voor de adellijke pelgrims. De kronijken van dien lijd beschrijven even getrouw de gevechten met wilde dieren als'die met de muzelmannen. Nu eens is het Godfried, die in de wouden van Cilicië in een gevecht met een reusaebtigen beer de overwinning behaalt, dan weder is het Richard Leeuwenhart, die in de gebergten van Judea een strijd aanvaardt tegen een wild zwijn, verschrikkelijker dan dat van Galydon. De damherten en gazellen van den Garmel, den Lilo en den Libanon werden menigmaal uil hunne schuilhoeken opgeschrikt door hel gedruisch der wapenen en vielen onder de slagen der uit Frankrijk, Duitschland of Noorwegen gekomen krijgers. Noch de vermoeienissen van den pelgrimstocht, noch de gevaren van den oorlog konden de ridders en de vorsten van hun geliefkoosd bedrijf af houden. Wij hebben gezien, dal de koning van Engeland bijkans door de ongeloövigen gevangen genomen werd, terwijl hij mot verscheidene kruisvaarders in bel woud van Arsur of Sichem op do jacht was. Ken Duitsch schrijver, Mirtius, beweert, dat Frederik Barbarossa de wilde dieren van Armenië wilde loeren kennen, en hij, zich vermoeid hebbende met ze in de gebergten van Seleucië te achtervolgen, zich in den stroom Selef baadde waar bij den dood vond. Eene kronijk verhaalt, dal Rogier, vorst van Antiocbië, vóór den veldslag, waarin hij gedood werd, do vlakten en de bergen in den omtrek van Apamea doorkruiste, vogels vangende met zijne valken en viervoetige dieren met zijne bonden.

De jacht was niet het eenigo vermaak der kruisvaarders; de hartstócht van hel spel had niet minder aaiitrckkelijklieden voer de ridders van het kruis, en deze hartstocht was gemeen aan de FiMiiken en de muzelmannen. Men weet dat de vorst van Mossul aan hel schaakbord zat, toen de kruisvaarders Antiocbië verlieten om hem don slag te leveren, waarin iiju leger ver-


-ocr page 521-

ZICH IN DEN VORM VAN EEN KRUIS OP DEN GROND UITSTREKKENDE, WACHTTEN DE DUITSCHE KRUISVAARDERS DEN DOOD AF.

-ocr page 522-
-ocr page 523-

SmÊÊmm

mmÊÊBÊs

mmmmm

-ocr page 524-
-ocr page 525-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOflHTEN. nil

nietigd werd. Do kronijken van dien tijd vermelden dat men na de inneming van Antiocliië door de christenen, in de stad niets anders vond dan sclieerling, komijn, dobbel- en andere hazardspelen. Om te weten tot iioever de kruisvaarders dikwijls den hartstocht van liet spel voerden, is het genoog do in verschillende kruistochten afgekondigde verordeningen te lezen. «Niemand in het gansche leger,quot; luidt een dier door Brompton vermelde verordeningen, «zal eenig spel hoe ook genaamd om geld mogen spelen, uitgezonderd de geestelijken en de ridders, die niet meer dan twintig stuivers gedurende don ganschen dag en nacht zullen mogen verliezen.quot; De gees-te lij ken en de ridders, (lie meer dan twinlig stuivers op één dag verloren, moesten eene boete betalen. Alleen de koningen mochten naar hartelust spelen. De gewone kruisvaarders, die men inet elkander spelende verraste, werden omkleed en drie dagen achtereen ten aanschouwe van liet leger met roeden gegeeseld. Behoorden do schuldigen tot den zeedienst, dan wierp men ze driemaal hoven van een schip in de golven.

Men zal zich herinneren, dat de eenvoudige ridders, na de verovering van Constantinopel, om de steden en de provinciën van het Grieksche keizerrijk dobbelden. De strijdmakkers van den heiligen Bodewijk speelden, tijdens hun verbiijt in Damiate, tot zells om hunne paarden en hunne wapens, liet amp;pel deed aan de kruisvaarders de grootste ellende vergeten. Na do gevangenschap van den koning van Frankrijk in Egypte en terwijl het overschot van bet christen leger over zee naar IHolomaïs terugkeerde, vermaakten zich de graaf van Anjou en de graal van Poitiers met het dobbelspel in het schip van dou koning. Joinville, die tegenwoordig was, verhaalt ons, dal Bodewijk IX door gramschap vervoord do speeltafel omstiet, de dobbeistee-nen opnam en alles in zee wierp.

Onder de uitspanningen der soldaten van het kruis mogen wij niet de onstuimige en soms overdreven viering van de overwinning vergeten. Toen zij zich meester gemaakt hadden van do hoofdstad van Syrië brachten do kruisvaarders, volgens de geschiedenis van dien tijd, drie dagen en drie nachten in feestmalen en dansen met de vrouwen der muzelmannen door.

Men weet, dat de pelgrims na do inneming van Ptolomaïs er niooielijk toe te bewegen waren Richard op zijn weg naar Joppo lo volgen, dewijl de veroverde stad wijn in overvloed bevatte en hun allerlei vermaken aanbood. Toen Richard een uit Mecca komende karavaan genomen bad, vierde inon de verovering van dien kostbaren buil door vreugdevuren, lolliederen eu talrijke feestmaaltijden, waarbij het blanke vleesch van den kameel den soldaten van het kruis overheerlijk toescheen. Te dier zelfder tijd bleven de Fransche krijgers in de stad Tyrus verloeven en baadden zij zich in de genietingen van den vrede, zich mei bloemen kransende, in het openbaar met hunne vergulde halssnoeren en hunne met zilveren haken versierde mantels pronkende, en de nachten in de luidruchtige vroolijkheid der kroegen doorbrengende.

Hoewel de steekspelen op onderscheidene tijdstippen door do pausen verboden waren, moesten zij vooral bet hoofdvermaak der kruisridders uilmaken. Wij hebben te midden dor onlberingen van de belegering van Antiocliië de ridders en de baronnen aan do afgezanten vau Cairo liet schouwspel zien aanbieden van huil behendigheid en hun kracht in de ridderlijke worstelspelen en wedrennen. Hun geliefkoosde oefening was de slcelqmal: men zette op stevig in den grond geplante palen oen pop, bedekt met de wapenrusting en de kleeding van een krijger: de uitgestrekte rechterhand hield een schild, de linkerhand een zwaard of een stok. De ridders moeslcn in gestrekten galop de pop in de borst raken; trof de stoot rechts ol links, dan sloeg de ledenpop op oen spil draaiende mei baar schild of haar zwaard den onhandigen ruiter, die daarbij nog door de toeschouwers uilgelachen werd.

Voor de pelgrims, die nooit bun land verlaten hadden, moest alles een voorwerp van nieuwsgierigheid of verbazing zijn. Do geschiedenis heeft zorgvuldig opgeleekend met welk een verwondering en blijdschap zij Byzantium en de rijke steden van hot Oosten bezichtigden. Roden zij soms aan de vreemde natiën hel schouwspel hunner spelen en hunner feestvieringen aan, zij deelden ook somwijlen de vermaken en de uitspanningen der Oosterlingen. Toen de koning van Noorwegen, Sigurd, uit het heilige land terugkeerde, deed do keizer van Constantinopel voor bom de spelen uitvoeren die do Grieken padremiques noemden, en waarin de krijgers van het Noorden de goden en de helden van Homerus 'zich met elkander op hot slagveld zagen meten. Verblindend vuur aan bliksemstralen gelijk viel uit de lucht on barstte met donderend gedruisch in hot strijdperk uiteen, terwijl men in do verte de welluidende tonen der lieren en dor citers hoorde. De schrijver, welke die holdenspolon opgeleekend heeft, voegt er bij, dal een aantal krijgers, door een beschermende godheid ondersteund, in het gevecht don roem van de Grieksche natie verdedigden, en dal do menigte, welke die vertooning bijwoonde, daarin de toekomstige lotsbestemming van bot rijk zag.

In den derden kruistocht, waarin de muzelmannen en de Franken zoolang in elkanders tegenwoordigheid bleven, spreidden de cbrislenen dikwerf den luister en de plechlighoden der militaire feesten van Europa ten toon. De muzelmannen en Saladijn zelf namen soms doel aan die spelen van de christen ruiterij; een neef van den sultan werd door Richard tol ridder geslagen ten aanschouwe van het leger der chrisleiien, dat voor Ascalon kampeerde. Op de dagen, gewijd aan liet verheerlijken van de ridderschap, moei men te gelijk de krijgshaftige plechtigheden en oefeningen van het Oosten en het Westen vermengd hebben gezien.

In don kruistocht van Erederik II maakt de geschiedenis melding van ernstiger uitspanningen, die koningen en vorsten waardiger waren. De sullan van Egypte en do keizer van Duilschland, dio beiden de dichtkunst beoefenden en beiden begeerig waren hunne kennis uit to breiden, besteedden huimo ledige uren aan het bestudeoren der zeden en van hel karakter hunner verschillende volken; en terwijl de oorlog rondom ben dreigde uit te breken, vroegen zij in hunne vreedzame brieven aan elkander inlichtingen omtrent de wetten, de nijverheid en de voortbrengselen van hun land. Wij lezen in de Arabische geschiedschrijvers, dat die beiden vorstèn elkander om de beurt meetkundige vraagstukken lor oplossing toezonden, evenals ton tijde van Salomon de koningen van hol Oosten elkander raadsels of allegorieën deden toekomen, waarvan zij de toepassing en den zin moesten zooken.

Minnezangers en meistrooien mengden zich soms onder do menigte, die naar hot heilige land trok. Do kronijken vermelden, dat men in don eersten gewijden oorlog schimpliedjes maakte op den kapelaan van den hertog van Normandië, wiens gedrag aanleiding gegeven had lot opspraak. Willem, hertog van 1'oilou, bezong zijn ongelukkige avonturen in Azië in verzen, welke geheel don geest dor moislreelon ademden. Na de inneming van Ptolomaïs had Richard hekeldichten gemaakt op don hertog van Bourgondië; deze, die zich eveneens dichlor achltc, antwoordde met een liedje, waarin koningin Berengera en do prinsessen, die Richard vergezelden, niet gespaard werden. Wij behoeven niet te zoggen, dat men nooit de gewoonte van te zingen aflegde in do kruislocliten, waaraan Franschen deelnamen. De koning van Navarre, dio zelf in zijne verzen do expeditie gepredikt had, waarvan hij de aanvoerder was, werd dooreen groot aantal ridders, troubadours evenals hij, naar Palestina vergezeld. Eenigen dor liederen, dio zij in doii kruistocht maakten, zijn lot ons gekomen; er ligt in hot algemeen oen waas van treurigheid on droefgeostigheid in, welke bewijst, dal die zangen minder vervaardigd worden om do pelgrims te vermaken dan om hen te troosten. Verscheidenen dor strijdmakkers van Tiboul, die bij den slag van Gaza in de handen dor muzelmannen waren gevallen, bezongen in do kerkers van Cairo Frankrijk, hel zode vaderland, dul. zij zoo Hel'hadden. Zoo hielpen de dichterlijke herinneringen van hel vaderland hen hunne rampen dragen en vervroolijkton zij hun gevangenschap bij de ongeloovigen.


ZEVENDE HOOFDSTUK,

VAN DE VHOUWliN IN l)K KRUlSTÜCllTEiN.

Wanneer geheelo volken opslondon om aan den gewijden oorlog dool te nomen, kon hot niet missen of ook do vrouwen moesten zich in grooton getale in de legerplaatsen bevinden. Hel valt nochlans zeer inoeielijk haar op dien verren pelgrimstocht te volgen; want meestentijds bepaalt zich de geschiedenis tot do medodeeling dat zij onder tie banieren van het kruis op weg gegaan zijn, en do kronijkscbrijvers gewagen er slechts van in huilengewone omstaiidighoden of wol wanneer zij van bet zedenbederf moeten melding maken, dat onder de pelgrims heorschte.

De eerste maal dat wij de vrouwen op het slagveld vinden, is te Dorylea, waar do echtgenooten en dochters der ridders en dor baronnen, bevreesd in de lianden des vijands te vallen, zich mot hare juweelen sierden en zich schitterend tooiden


-ocr page 526-

GESCHIEDENIS DRR KRUISTOCHTEN.

mei hel iii/.ichl liel harl van de barbaren Ie verleederen. De schrijver, die dal feil mededeell, voegl er bij, dal loen bel gevaar voorbij was, de vrouwen zich in hel gewoel van den slrijd wierpen, mondvoorraad, water en wapens aandragende, ongelwijleld om een oogenblik van zwakheid le doen vergeven en de smel uil tc wisscben dal zij zich voor de Turken gelooid hadden. Hel hierboven aangehaalde voorbeeld biedt een scherpe tegenstelling aan met de heldballige kuischheid der nonnen van Sinl-Clara, 'die bij de inneming en de verwoesting van Ptolomais haar gelaat misvormden en zich zoo aan hel zwaard der overwinnaars overgaven.

Wij zullen bier niet spreken van Fiorina, de dochter van den hertog van Bourgondië, die met Suenonius op den weg tiaar Antiochië bet leven verloor, noch van Margaretha van Henegouwen, die het Oosten doorkruiste, zoekende naar baren echtgenoot, die onder de slagen der Turken gevallen was, noch van de prinses Ida, die in bet gewoel van een veldslag verdween en haar leven in de harems van den kalil'van Bagdad eindigde. Na den zesden kruistocht wijdde de gemalin van Bela, koning van Hongarije, zich aan den dienst van Jesus Christus en blecT in het heilige land. Do vrouw van Dirk, graaf van Vlaanderen, die haren echtgenoot naai het Oosten vergezeld had, wilde daar sterven, en nam in Bethanië den sluier aan.

Toen Willem van 1'oitou na de inneming van Jerusalem naar bel Oosten op weg ging, werd hij vergezeld door een groot aantal vrouwen en jonge meisjes Albertus van Aix verhaalt, dal de edelvrouwen van Frankrijk, Duilschland en Italië, die hel kruis aangenomen hadden, ellendig in Klein-Azië omkwamen, verlaten door hare ridders en in de handen der muzelmannen gevallen, die door bun verward haar, bun zwaren baard en bumie vreemdsoortige kleederdracht op duivelen geleken.

Drie groote koninginnen begaven zich gedurende de kruistochten naar bel Oosten, Eleonora van Guienne, Margaretha van Krankrijk en Berengera van Navarre. Wij hebben reeds medegedeeld dat de hoHiouding van Richard, waarbij zich de koningin Berengera en de dochter van Isaiic bevonden, het onderwerp werd van schimpliederen, die m bet christen leger gezongen werden. De geschiedenis vermeldt, dat Margaretha zich voor haar schildknaap op de knieën wierp en hem smeekte haar hel hoold al te slaan, indien zij m de macht der muzelmannen viel. Eleonora had met zulk een groote vrees voor de Turken. Men weet welke de gevolgen van haar gedrag-waren voor baar zelve cn voor Frankrijk; na in hare jeugd gescheiden te zijn van een gemaal, dien zij naar Jerusalem vergezeld had, zien wij haar op rijperen leeltijd treuren over hel lot eens zoons, die bij zijn terugkeer uit liet heilige land overvallen en in boeien geklonken werd.

Toen de kruisvaarders den weg over zee namen, zag men niel meer zulk een gioot aantal vrouwen onder de vanen van het kruis. Bij de expeditie van Bichard en l'hilippus Augustus was bet alleen geoorloold waschvrouwen aan boord van de schepen op te nemen, en deze moesten nog boven verdenking verheven zijn; niettemin vinden wij bij de Arabische schrijvers vermeld, dat men dikwijls onder de dooden vrouwen vond, die mei de kruisvaarders gestreden hadden en de wapenrusting en de kleeding der krijgers van hel Westen droegen. Een vrouw, wier naam de geschiedenis niel opgeleekend heelt, onderscheidde zich in dien kruistocht door een trek van heldhaltigbeid, welke der vermelding waardig is. De belegeraars hielden zich bezig met hel dempen eener gracht voor Ptolomais; de christen heldin, die zich onder de menigte bevond, welke steenen, aarde en bout aandroeg, werd door een spies gelroll'en; daar zij zich doodelijk gewond gevoelde, riep zij haren echtgenoot en smeekte hem, haar als zij dood zou zijn in de gracht te werpen, opdat zij nog na haar overlijden aan de werkzaamheden en de overwinningen der christenen deelachtig zou kunnen wezen. In een Lalijnsch gedicht, waarvan eenige Iragmenten tot ons zijn gekomen, verhaalt een monnik van Froidmont de krijgsh'artige avonturen van zijne zuster Margaretha, die zich in Jerusalem bevond, dat door Saladijn belegerd werd. Deze amazone van het kruis schaarde zich onder de strijdenden, gewapend met een slinger ei; het hoold bedekt met een koperen vaas in den vorm van oen helm. Ontkomen aan de gevaren van den strijd en aan hel zwaard der muzelmannen, doodarm en geheel alleen, doorreisde de jonge Margaretha Syrië en Klein-A/.ië en kwam in Europa terug, waar zij in eeiT klooster in de nabijheid van i.aon den sluier aannam. Konden do vrouwen zeldzaam aan do gevechten deelnemen, dikwijls toch wakkerden zij de strijders door hare opbeurende woorden aan. Ouder de vrouwen, die haar karakter in de kruistoclilen deden bewonderen, moeten wij vooral aan Adèle, gravin van lilois, berinneren, die de schande niet kon verdragen, dal haar echtgenoot het kruisl 'ger heimelijk ontvluclit was. /.ij dwong hein door hare verwijlingen naar het Oosten terug te keeren, wam zij zag hem liever dood dan verdacht van aan de riddereer le kort gedaan te hebben.

Wij kunnen niel nalaten hier mei een paar woorden van den kruistocht te gewagen, waartoe de vrouwen alleen hel teeken en het voorbeeld gaven. Dertig jaren na den dood van bodewijk IX vermaande de Heilige Stoel de volken van hel Westen de wapenen tegen dc ongeloovigen op te nemen. Slechts eenige Geiuieesche dames gaven gehoor aan zijne apostolische vermaningen en legden do belofte af van hei heilige land le zullen gaan verlossen. Haar voornemen goedkeurende, had het hof van Rome ongetwijfeld de hoop den naijver der christen ridderschap op te wekken; maar de ridders dachten niet meer aan de verlossing van Jerusalem; de dames van Genua bleven alleen in het strijdperk staan en de kruistocht werd niet ondernomen. Er blijven ons heden ten dage geen andere bewijzen meer overig van de zelfopoffering der christen amazones, dan de bullen van Boinfacius VIII en hel getuigenis van een reiziger, die in de vorige eeuw de helmen en schilden heeft gezien, die voor die zonderlinge expeditie gemaakt waren.

Daar wij nu toch van de vrouwen in de gewijde oorlogen spreken, zij hel ons geoorloofd een enkel woord te zeggen van dc vrouwen van het Oosten en van de wijze waarop Tasso ons haar voorstelt in Jerusalem verlost. Wij hebben reeds gesproken van de moeder van Kerboga, die de toekomsl in de sterren las en haren zoon van den oorlog legen do christenen trachlie af te houden. Er is een hemelsbreed verschil lus-sclien de voorzegging van die muzehmnische vorstin en hel hoogdravende verdichtsel van Armida. Van al de Weslersche kronijkschrijvers is Orderic Vitalius de eenige die ons de Oostersche vrouwen voorstelt als eenig deel nemende aan de gebeurtenissen van den oorlog. Dc geschiedschrijver van Nor-mandië spreekt van de dochter van Soliman, een der emirs van Klein-Azië, die Bohemond in boeien geklonken hield. Melas, zoo noemt bij de muzelmansche prinses, stelde een levendig belang in bet lot van den vorst van Antiochië en van zijne medegevangenen, die zij eiken dag in hunne gevangenis bezocht, /.ij bewoog deze dappere gevangenen de vijanden baars vaders le bestrijden; maar hoewel deze krachtdadig geholpen geworden was, kon hij zijne dochter het belang, dat zij in de christen soldaten stelde, niel vergeven. Er is in dal alles niets, dal op de here Glorinde ol op de minnarijen van Taneredo gelijkt. De gevangenschap van Boudewijn, koning van Jerusalem, verhalende, spreekt dezelfde schrijver ons van de drie vrouwen des emirs Balac, die zich in een kasteel bevonden, dat door christen soldalen verdedigd werd. Een dier vrouwen, Falima, die in de soldaten van Christus belangstelde en groolelijks vreesde aan haren echtgenoot teruggegeven le zullen worden, raadde Boudewijn en zijne metgezellen aan zich tol het uiterste le verdedigen, hen voor de spotliedjes der soldaten bevreesd makende en hen aan de wonderen en den duur van het beky van Troje herinnerende. Er is niets in dat verhaal te vinden, dat dc geschiedenis kan nopen het te boek te slellen of waarmede het hcldendicht zich kunne verrijken. Orderic maakt melding van een derde muzelmansche vrouw, namelijk de dochter van den gouverneur van Antiochië, die na de inneming dier slad in de handen der kruisvaarders gevallen was. Toen men haar aan hare lamilie leruggal, begon zij te weenen, en gat op de vraag wat haar deerde ten antwoord : Ik zal nu niet meer van dal lekkere varkeiisvleesch kunnen eten. Dit was de prinses waarvan Tasso de zoo dichterlijke en schittereiide liguur van Herminia ge-maakl heeft.

De geest en de gewoonten van het Islamismus slonden de vrouwen niel toe op hel schouwlooneel der politieke gebeurtenissen te verschijnen. Tijdens den ganschen duur der kruis-tochten zien wij slechts den naam van een enkele vrouw in de gebeurledissen van dal tijdvak gemengd. De meest begunstigde echlgenoole van Negmeddin beklom door hare kuiperijen den troon des sultans van Cairo. I de aanhangers van den Islam werden ten hoogste geërgerd door zulk een scbending van de beslaande gebruiken, en de kalif van Bagdad vroeg aan de emirs van Egypte ol er in dat groote land geen mannen meer le vinden waren die hel konden besturen. Men verwijt Tasso terecht dal hij niel genoeg de zeden der muzehnannen bestudeerd heeft, en indien men beproefde zijn dichtstuk in een Oostersche laai over te zetten, zou het waarschijnlijk in die taal aan uitdrukkingen ontbreken om velen zijner verhalen en lafereelen getrouw weer le geven, ik hoop, dat Tasso's schim mij deze opmerking zal vergeven en men er evenals ik de waarheid van zal beseffen. Hel moge de dichtkunst al vrijstaan de mcnschelijke gebeurlenissen in een lantastisch licht voor te stellen, (och rust op baar, evenals op de geschiedenis, dc plicht om getrouw te ziju in de schildering der karakters en der zeden.


-ocr page 527-

DE GEVANG E N E N.

-ocr page 528-

i

M . ^ M^MI mmmÊÊmÊÊm m

J f:; V-

-

IÉI ■ ' ■

I# I;.:,/. •-

i ,:c^i

I

ï''■':;V s '■ WÊÊ i

mÊÊÊÊÊÊ

» mWÊÊm, Hl

is.

mm ■■• ■ WÊSISm- H

■jy^'1 :amp;'$ 'ï'L'i

aB^a^B^^Bsaga ;z

■*' • quot;i. J ' •■■

Wmm

ftjsaafV-r.^- '-y- a*.

BÊÊaÊÊÊÊm mMMmm

HK MtmÊm

■ i

*WM*M

^1 ■ ____________m

ME. Mg;- -fm

isMÊSÊ^BÊHÊlÊSSÊÊÊm BÊÊsWm mwMmmm swawBiMl ^ft-quot;

ri 1 • S

I I ?■, ? I I !

^::- ■:4| • v:- '•.. ^:-. '• :lt;v;:

VVtlTvLJ^-*7*l- fjamp; 0jamp;i,ru ''l 1 11 a%} ui f' ^ s i' '. » ffl® I W ■ „A ef?^S ,^1* IJ'* V^lV^ (iT't . 1 quot;*» » J ■ Cf A. -s L. ■ '-

75 ]■''' m

mÊÊm mm AtJiaMfamp;fa:•*'amp;?* ••^■J .• .-. I . I mm pife tijkf m

/ gt; 1 s

11nmH ■ amp;■ 11 ■ H 1 issaHmta uiiiffiufMm :, .. ii-i •«..•'

mÊÊÊÊSÊmm 1

i BgraigWggt ZSttamp;W.'MÊmemlm 1

^ .'W/l'i' gt; 44f

K{M^yTOfnlfflflfBfrt?iOT^T^iW^nWM^^^iwr^TOrw

^S^ttSs-'^Y-' 11H •■'■-'

If ' | i ■ | •' ■ |

B

MSH^j

iPPliliïHl

-ocr page 529-
-ocr page 530-
-ocr page 531-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN. 343

WF.TGKVlNfi DER

ACHTSTE HOOFDSTUK.

KRUISVAARDERS.

Wij liobljon in onze Goscliiedonis roods over do Assisen vnu Jerusalem gesproken; gelijk men woel. gaf dat kostbaar gedenk-stnk der wetgeving van de middeleeuwen aan Lode wij k IX do gedachte in wetten aan zijn koninkrijk te geven, en de geschiedenis wijst er met ingenomonhoid op, dat do beschaving aldus voor Europa bogen op de plaatsen zelve, vanwaar hot christelijk geloof tot ons gekomen was. Wij zullen hier niet sproken van de wetten, die liet heilige land bestuurden, maar van de voor de kruisvaarders vastgestelde bepalingen gedurende do expedition naar bet Oosten. Hol valt niet gemakkelijk do dagelijkscbe wetgeving te volgen van een volk of een leger, dat door verre gewosleti trok, blootgesteld aan taliooze lundernisson, aanalloiiei onvoorziene onheilen, welke toestand voorldurend moest afwisselen en eiken dag eene andere gedaante vortoonon. Wij zullen nochtans gebruik maken van de documenten, die wij m de kronijKen van dien lijd verspreid vindon, om de bepalingen ol wollen te doen kennen, die de pelgrims van .lorusalem voorgeschreven werden door do noodzakelijklieid en de omstandigheden veel moer dan door het verstandige beleid en de meiischenkennis van hunne aanvoerders.

Odou van Deuil vermeldt, dat men niet verzuimde bepalingen vast te stellen voor den tweeden kruisloclit, maar dat zij buiten werking bloven. Dientengevolge verklaart hij er niet over to zullen spreken. Alborlus van Aix verhaalt dal bij de belegering van Antiochie de bovelhebhors van bel leger, overtuigd dat hel lijdon waaronder men gebukt ging toe io scbrijvon was aan de zonden dor pelgrims, welton vaststelden voor do beleugeling dor ongoregoldlieden en do bostiailing der misdadigers. Men strafte mol geslronglioid dengono, die met valsche mimi of mot valscb gewicht verkocht bad, die met t'c wisseling van geldspotiöu of bij verkoop zijne broeders in Jesus Chrislns had bedrogen. Men ging vooral met voel gestrengheid le werk tegen dogenen, die een diolslal begingen ol zich aan de misdaad van ochlbreuk schuldig maaklon.

In den derden kruistocht stelden do koning van Frankrijk en de koning vim Kngcland zeer slrenge strafbepalingen vast legen do ongerogeldliodmi en do misdaden, die door pelgrims, onder liunne vanen dieneiule, bedreven werden. Indien iemand van diefstal overtuigd word, moest hij aan land ge/.oi worden, hot hoofd kaal geschoren, bedekt mot pok en mot voeren bestrooid ; de moordenaar aan hot lijk van ziju slachiolfor vasigobonden, in de golven geworpen of lovend begraven worden. Deze wetgeving, die overigens slechts gemaakt sohijnl geweest le zijn voor do reis over zee, bewijst genoegzanin, dat do natie en de eeuw nog barbaarsch waren. Wannoor men do heftiglioid on de teergevouiigboid dor l'rankou kont, kan men zich voorstellen dat er monigvuldigo tvvislon onder de kruisvaarders nioesten ontslaan. Het is ongetwijfeld uit dien hoofde dat men zulke gestrenge wollen voor hol lierslol der boloodigingoii uilvaardigde: degene, die oen klap gaf, word driemaal in zee gedompeld; degene, die zijn slrijdmakkor uitschold, bolaalde evenveel zilveren oneen als hij sclield- of scliimpwoordon had gebezigd.

Naar Azië op weg gaande kondigde I-Vederik I, in den naam des Vaileis, des Zoons en des lleiliijen Geesles slrafwelten af om de orde in zijn leger te handhaven. Men hieuw de rechterhand af aan een kruisvaarder, die daarmede een anderen gewond of geslagen had. Daar hel van hot hoogste gewicht was voor do approviandeering der pelgrims verlroiiwen in te boezemen aan dogenen, die levensmiddelen leverden of verkoclUon, werd degene, die zijn woord niot gestand deed bij een koop, of door geweld oen overeenkomst verbrak, tol de doodstraf veroordeeld. De voor de strijders van liet kruis vastgestelde wetten werden plechtig afgekondigd; allo kruisvaarders zwoeren op hol Evangelie ze na lo leven en voor hunne toepassing te waken.

Wij behben ons voel moeite gegeven om uit te vorschon ol' men bij de christen legers eenige sporen ontdekken kon van een blijvend rechterlijk gezag, van oenig soort van rechtbank ingesteld om in Iwislgedingen uilspiaak le doen, en de misdaden en overlrodingen der pelgrims le straffen on te heteugolon.

Hij zekere gelegenboden werd oen raad benoemd, belast om al de misdaden tegen de openbare orde to vervolgen. Erederik koos zostig commissarissen onderdo aclitenswaardigste maiincn van bol leger. De geschiedsclirijvers sproken van do gestrengheid waarmede die commissarissen hunne vonnissen velden. Hij de belegering van Antiocbid koos men rechters uit de geostolijkbeid en onder dc baronnen; deze geduchte recliibank, die do kruisvaarders als het orgaan van don vertoornden Homo! beschouwden, veroordeelde de schuldigen tot goeseling, hrandmerk, sluiten in boeien enz. Terwijl Damiate door hot leger van Johannes van Hrionne belegerd word, vorbondon de maarschalk van den legaat 011 twaalf raadslieden zich onder oedeallo misdadigers te strallen. Zij moesten van lijd lol lijd heilzame toespraken lol do kruisvaarders richlen. Naar hol verhaal van den bisschop van Acro, spaarde men noch do dieven, noch do moordenaars, noch do vrouwen van eon slecht levensgedrag, noch dogenen die kroegen liieldon of bezochten.

Men kan mol grond aannemen dat, afgescheiden van de algemeen door de bevolliehbers van oen kruistocht afgekondigde wellen, ieder volk zijne gebruiken on gewoonten, die tot regelen diendon om do gehoorzaamheid le liandhavon en aan iodoren pelgrim rochl te doen geworden, naar het Ooslon had mode-gebracht. Niettemin zijn er slechts verspreide brokstukken van al die vorschillonde wetgevingen lol ons gekomen. De kruisvaarders hadden moestenlijds geen andere wollen dan do voorschriften van hot Evangelie; zij hadden in liiinno huiten-sporighodon alleen den rochlorsioel 'dor bootvaardiglioid en do strallon der Kerk tevroezen. Wanneer men door groote rampen Dezoolil word, wanneer men aan den hemel blijkliare teekenen van de gramschap des Almachligon waarnam, zeiden do geestelijke herders van den kruistocht, eu de menigte was er evenzeer van overtuigd als zij zelve, dal God opstond om do misdaden van de pelgrims te^ slralTon. Zoo was do goddelijke gerechtigheid dikwijls de eenige gerecliligheid die do kruisvaarders orkondon, 011 volgens de mconing van die tijden waren de ellendon, die do soldaten van het kruis te verduren hadden, de hongersnood, do ziekten, de nijpende koude van den winter, de verzengende hitte van don zomer 011 hol kliniaat, de gevaren en do rampen van den oorlog, de strallen of kastijdingen welke do opperste Rechter deed ondergaan aan degenen, die zijne voorschrillon ovortradon.

Uit hot liiervoren modogedoolde ziet men, dat do wotgovors der kruislochlcn zio.h voornamolijk Ion dool steldon de behuigeling van hol zedenbodorf. De wooldo 011 de onkoston van do oorste expedilio hadden de noodzakelijkheid aangetoond om wetten togen de weelde uit te vaardigen'. Wettelijke bepalingen, door do baronnen en do prelaten van frankrijk 011 Engeland opgoslold, verboden in den dorden kruistocht de buitensporige weelde in de niaallijdcn on de kleeding. In verschillende verordoniugeii der vorsten en bovolliebbors van den kruistocht word het dragen van kostbare hontwerkon, scliarlaken en rijke kleedingstukkon verboden. Er word ook bij verordeningen, die do geschiedenis voor ons bewaard lieert, verboden moer dan twee spijzen to doen voordienen en vrouwen op don kruistocht mede le nemen. Vorscheideno conciliën en verschoideno pausen verboden aan dc kruisvaarders zich kostbaar te kleedon, jaclithondou on valken mede te nemen, spelen of tornooien te houden. Al die wetten, vooral de sumplnaire, worden naar gelang der oinstan-dighodon minder of moer in acht genomen. Hot gebrek en de menigvuldige onlheringon, waaraan de christen legers gewoonlijk tor prooi waren, werkten do wetgeving, welke de woelde dér kruisvaarders hinueii zekere grenzen beperkte, uilstekend in do hand; maar inon vergal de wettelijke voorschriften in den voorspoed 011 de overwiimiiig. Hol voorbeeld van Houdewijn, graal van Edossa, die do gebruiken van Azië aangeiioinen iiad , dal van den kanselier Koenraad, wiens tafel mol gouden vaatwerk pronkte, bewijzen ons voldoende dal do eenvoud van het Evangelie voornamelijk de deugd der rampspoedige dagen was eu de soldaten van Jesus Christus, le iniddon van hunne verre veroveringen, niet altijd de pronkzucht versmaadden van dc Ooslerlingon.

De kruisvaarders, die hunne gronden en hunne menhelen yorkochl haddon om zich naar hol Oosten te begeven, inooslon in zake van eigendom niet veel aanleiding tol twist liohhon. Zij bezaten iiiels meer dan hnnne wapens, bunne paarden, hunne krijgsuitrusliiig 011 in de dagen dor overwinning I11111 aandeel in don buil. Nochtans waren de bolangen der polgrims in de kruistochten geregeld door burgerlijke welton waarvan eenigon tot ons gekoitien zijn. Dogenon, die lijdens den pel-grimstoebt sliervon, konden beschikken over I11111 wapenrusling, hunne lijlsbiiiioodigdlioden, hunne paarden, en als zij gcostelijkou waren, over liunuo kapellen 011 hunne boekon. Een andere bepaling hield in, dal hot geld bij een kruisvaarder na zijn dood gevonden, in drie dooien verdoold moest worden: het eerste behoorde rechlens aan het heilige land, hot tweede aan do armen, het derde aan degenen, die dcu overledene gediend hadden. Wal de goedeion betreft, die de kruisvaarders lijdons den oorlog verworven hadden, hierover konden zij slechts voor


-ocr page 532-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

m

de lielll beschikken; de andere helll werd ingehouden voorden dienst der heilige plaatsen.

De gewicliligsle van al de wellen, welke men in den eersten kruistocht vaststelde, was ontegenzeggelijk de bepaling, waarbij men een stuk grond, oen huis, eeno stad zelfs gal'aan dengene, die er het eerst een vlag op plantte. Zoo bleef na de inneming van Jerusalem Tancredo bezitter van de moskee van Omar en van al de rijkdommen, welke zij bevatte. «Ik ben het eerste den tempel binnengedrongen,quot; riep hij, zich tolde bevelhebbers van den kruistocht wendende, uit, «het eerste heb ik de deuren verbrijzeld; liet eerste ben ik een plaats binnengestormd, waar niemand mij durlde volgen!quot; Tancredo voerde geen andere redenen aan om zijne rechten te verdedigen, en de raad der bevelhebbers erkende de gerechtigheid zijner aanspraken. Deze wel, gegrond op den beruchten stelregel van hel jirimo occu-panli, was niet gemakkelijk uit te voeren te midden eener groote menigte veroveraars; er ontstonden dan ook vele twisten over liet bezit der door de kruisvaarders veroverde steden in Syrië en in Klein-Azië. De wet die men gemaakt bad kon voldoende zijn voor eenvoudige kruisvaarders en in de gewone gevallen; zij was onvoldoende wanneer men haar legen het zegevierende geweld inriep.

Men moest nog een aantal bepalingen vaststellen voor de verdeeling van den buit, hetgeen hel hooldpunt was in een oorlog, waarin iedereen armoedig was, waar iedereen slechts leefde van den buil der overwinning. Geen enkele onrechtvaardige bepaling werd dieper gevoeld dan die, welke de pelgrims beroofde van het aandeel dat zij iu den op den vijand behaalden buit moesten hebben. Voor dat het leger van .lohannes van Hrienne en den legaat Pelagius Damiatc binnentrok, kondigde men een wet af, waarbij verboden werd iels van den buit achter te houden op slrall'e van hel afkappen der rechterhand en de verbeurte van alle rechten op de algemeene verdeoling. Bij de inneming van Constantinopel moesten al degenen, die iets voor zich behielden van liftgeen zij in de stad gevonden hadden, de doodstral ondergaan. Wij moeten cr bijvoeger., dal de excommunicatie destijds de bekrachtiging was van alle militaire bepalingen en burgerlijke wetten.

Wij willen dit hoofdstuk niet eindigen zonder te spreken van de privilegiën der kruisvaarders, die men kan beschouwen als een deel uitmakende van de wetgeving der gewijde oorlogen. Onder deze privilegiën verdient deze wel een bijzondere opmerking, welke de pelgrims van Jerusalem onder de geeslelijke jurisdictie plaatste, in alle gevallen waarbij bet leven of het verlies van eenig lichaamsdeel niet gemoeid was; wij mogen ook de bevoegdheid niet onvermeld laten welke de kruisvaarders bezaten, om hunne leonen te verpanden, ze te vervreemden zonder de toestemming van hunne leenheeren en hunne familiën, eene bevoegdheid, welke veel bijdroeg tol de verzwakking van het beginsel der leenheerlijke regeering. Onder de voordeelen verleend aan degenen die hel kruis aannamen waren er twee, waarvan zij vooral gebruik moeten gemaakt hebben: de onl-hefling van de belasting en de vrijstelling van het betalen hunner schulden. Hot voorrecht om zijne verplichtingen niet gestand te doen, werd zonder voorbehoud in den eersten en zelfs in den tweeden kruistocht verleend. Men kan zich voorstellen welk een wanorde de schorsing van al de wellen, welke de uilvoering der contracten beschermden, in de maatschappij moest teweegbrengen. De misbruiken gingen zoo ver, dat zij zich tegen de kruisvaarders zelve keerden, dear men weigerde, bun geld te leenen zoodat zij zich verplicht zagen van hun voorrecht afstand te doen. Te beginnen met de derde expeditie begon de wetgeving der kruistochten betreffende de schulden der pelgrims gewijzigd te worden. De schuldenaar, die het kruis aannam, kon niet vervolgd worden, maar hij was verplicht waarborgen te geven of grondbezittingen aan te wijzen voor de betaling van hetgeen hij schuldig was. De beer ot de vorst, onder wiens rechtsgebied de contractanten behoorden, moest in dit geval den zwakke tegen den sterke, de gerechtigheid tegen de ongerechtigheid in bescherming nemen; en allen, die weigerden hun steun aan de wetten te verleenen, beliepen de straffen der Kerk.


NEGENDE HOOFDSTUK.

VAN DK AANWKRViNG DEK CIUUSTEN LEGERS, EN VAN DE JUDÜELEN OM ZICH IN 0E KEU1STOC11TEN VAN GELD TE VOORZIEN,

De eerste kruistocht vertoont het schouwspel van een groote beweging onder de natiën, eene beweging, welke geen enkele meuschelijke macht had voorbereid en de oude gescbiedschrijvers niet anders kunnen verklaren dan door haar ons voor te stellen als een ingeving van God. Men vindt daarin aanvankelijk volstrekt geen orde, geen leiding, geen algemeen bevelhebber; maar de aandrift was zoo sterk en zoo machtig, dat zij in alles voorzag en de plaats dei' wetten innam. Deze aandrift was, in zekeren zin, als een voorzienigheid, welke voor de handhaving der openbare orde waakte, de toebereidselen tot den oorlog voleindigde en de gebeurtenissen leidde.

liij den tweeden kruistoelit wekten de prediking van den abt van Clairvaux en de klachten der christenen van bet Oosten nog een levendige geestdrift onder de geloovigen op, maar die geestdrilt bad een meer geregeld karakter dan bij de eerste expeditie. De raadgevingen van den heiligen Bernardus en zijne weigering om de krijgers van het kruis naar Azië te voeren waren een ware hulde gebracht aan het gezag der ervaring zoowel als aan het gezag der vorsten. De kruisvaarders uit Dnitscldand en Frankrijk schaarden zich zonder wanordelijkheid onder den standaard van I.odewijk Vil en den keizer Koenraad. Sprekende van de afgevaardigden, die Lodewijk de Jonge aan den keizer van Constantinopel zond, zegt OJon van Deuil, dat de namen dier gezanten hem onbekend zijn, dewijl zij niet op het wegregister zijn ingeschreven geweest. Wij ontwaren daaruit dat er in den tweeden kruistocht een register gehouden werd, of gelijk men het destijds noemde, eene rul, waarin de namen van al de kruisvaarders of teu minsle van degenen, die de wapens droegen, ingeschreven stonden. Bij den derden kruistocht gaven de grooten het voorbeeld van Inuinc verknochtheid aan de zaak van Jesus Christus, en van alle kanten kwamen massa's pelgrims opdagen om hen te volgen. Europa scheen op aanvoerders te wachten om zich op het Oosten te werpen, en de vorsten waren van toen al' bij machte om de legers van het kruis aan te voeren. Hel in Duilsehland uitgevaardigde verbod om in het christen leger pelgrims op te nemen, die niet de waarde van drie marken zilver medebrachten, bewijst van den eenen kant dal men voorzorgen nam en van den anderen kant dal men een gezag erkende, waaraan de pelgrims moesten gehoorzamen. In Frankrijk en in Engeland konden de lijfeigenen, de landbouwers, de burgers der steden het kruis niet aannemen zonder toestemming hunner leenheeren. Al de kruisvaarders, die zulk een verlof niet verkregen, waren verplicht den Saladijn-schen tiend te betalen zoo goed als degenen, die in hel Wesien terugbleven, een onomslootelijk bewijs, dat de wegen van den pelgrimstocht niet evenals in den eersten gewijden oorlog voor een ieder open lagen, en de groote beweging der kruistochten zich begon te regelen naar de wetten en de bestaande gebruiken. Later wilde de kardinaal van Couryon, die in Frankrijk den gewijden oorlog predikte, bepalingen maken in den naam van liet kruis, en deze handelwijze van den legaat werd beschouwd als een wezenlijke inbreuk op de rechten van den vorst. Betrel-fende dat onderwerp is er een brielwisseling tot ons gekomen tussclien den Heiligen Stoel en 1'hilippus Augustus, waaruit blijkt dat do koning van Frankrijk hel vertrek der kruisvaarders verbood en de paus hem moest verzoeken dal verbod op te heffen, opdat de kruistocht geen vertraging of hindernis mocht ondervinden. De geschiedenis van dien tijd voegt er bij, dat de prediking van den pauselijken legaat weinig vruchten voor den gewijden oorlog afwierp en hij, door het kruis uil le reiken aan allen, die er om vroegen, de misnoegdheid van de ridders en de baronnen opwekte, hetgeen een bewijs le meer levert, dal de kruistochten meer en meer van bet gezag der grooten en der monarchen begonnen af te hangen.

Gelijk men weet, volgden eene ontzaggelijke menigte Duitsche pelgrims Frederik Darbarossa naar het heilige landen verstrooide zich bij zijn dood het leger, hetwelk hij aanvoerde. Keizer Hendrik VI deed zich erkennen als opperbevelhebber van den vierden kruistocht door de verplichting op zich te nemen aan eiken kruisvaarder drie oneen goud en levensmiddelen voor een jaar le geven; toen die vorst in Apulië kwam le overlijden, baastien zich al de pelgrims, die bij naar hel Oosten gezonden had, naar Europa terug le keeren in weerwil van de pogingen, welke de Heilige Stoel in het werk slelde om hen onder de vanen van liet kruis te weerhouden.

Wij vinden in een kronijk van Italië een staat der soldaten, die al de prelaten van het land van Napels aan den kruislocht van Frederik II moesten leveren. In oen kronijk van Brem n wordt gezegd, dal de paus, in overleg met den keizer van Duilsehland, vaststelde, dal de hertogen, aartsbisschoppen en


-ocr page 533-

■S :^8

m

I I 11 mi I

pB^MPHg III wM

f I

mIB^B H mm m

- f a

■■ ;^. nnv. ^«agMBai

%i I I jfej ■.■;;:-.,v

\

-■:■■ ;:; $1 . ii I H iwB M

I 4-' ^wnrtf i^K Mi 11

é' É ê ^ * - H

H I I- yr-'-V.TïShi'S!? I

r; •• ■

■ I. HH^HH ■ ■ I#»

■ ■ . , t-V'.s.^, ikiiMrf/,

I Itt ■ ■

■ ■ ■ ïï^Êmm ÉjmÊ/Km mm

ïw/M' :-^:

Mmi^B

mmmmm felS'M-

gH awBaial

mmmmSKÊKÊÊÊISÊMm^Sm

■■■■'SÊÊÊÊÊmÊHÊm

mSmÊamp;mï

w.sst^ia V»'1-

h I I lt;s H iM

« . ^ • I ■ 1SÉS ■■

I

É: I '. ■ ■

l^; I ' .. .•^-.;. gt;y'

I i ; - 1 ^ ^ , .....

ill

' ..V

i— MMW

Wmm

fmM mmm ■:

■■ I;' IV'

■■'■■■- .-quot;v-

I •■ - quot;= i

i' KIp^ m H

p 'A-:

\if* '{Mi Sï®

; ■ • • v Igt;gt;«*lt;-.A'gt;. ■ 11i'-v iKquot;h5®®^ MDMUUiiit^m mliMW H|

m ^ v-::

ippkpHHH IH

. 1

!...,. v' 'MÊÊÊÊÊSÊÊSÊBÊÊÊm

fei»-- fe- ■- ;::.■ WjB-: 'X i'ti':-,' quot; - v : 111 ■

^ mH| JvIRHHi

^ O ■

ö É

,:;''' ' y/'-i ;£'V?Téiéquot;./5i ■ _

.

I I I ■

r : ■

. .

' Zm Jamp; i. .'. .

:

I

Squot; ' ': - l

ÜÜ^i^l

-ocr page 534-

DE PENNING VOOR DEN KRUISTOCHT.

-ocr page 535-

lil KRüISTOCH l i:\.

GESCHIKDKMS

bisschoppen, graven en baronnen een zeker aanlal strijders moesten leveren oin het lieilige land hulp te bieden. De stad Breinen leverde haar contingent, dat door twee consuls naar Azië gevoerd werd, en ontving van den keizer ter belooning voor de diensten bij de belegering en de inname van Sidon bewezen een bijzonder stadswapen.

Uit de hierboven medegedeelde feiten kan men besluiten dat de gebruiken van het leenheerlijke stelsel op de gewijde oorlogen waren toegepast. Evenals in de eerste tijden de christelijke godsdienst voor zijne ceremoniën en oelëinngen eenigen der gewoonten van het heidendom had aangenomen, zoo had de godsdienstige geest der kruistochten zich met de instellingen en gebruiken van het maatschappelijke leven dier tijden vermengd. In de predikingen der gewijde oorlogen werden de kruisvaarders dikwerf aangeduid onder de benaming van vazallen van den Zoon Gods. Een meistreel van de twaallde eeuw spreekt van Jerusalem als van het leengoed van Jesus Christus. Paus Inuoceutius 111 vergelijkt degenen, die het heilige laud niet ter hulp snellen, met ontrouwe vazallen, die aan hun gevangen koning ol leenheer de hulp van hunne armen, hunne schatten en hunne wapenen onthuoden. Wanneer een baron ol een ridder het kruis aannam, verbeeldde hij zicb, dat hij in den dienst van God trad en er tussclien hem en den Hemel een verbond van gehoorzaamheid en bescherming ontstond. Dit verklaart de vreemdsoortige klachten, welke de kruisvaarders somwijlen tot den Hemel richtten en die hun door de vertwijfeling ingegeven werden: «O almachtige God!quot; riep een hunner, door de overmaat van ellende vertwijfelend uit, «indien Gij op die wijze degenen verlaat, die U dienen, waar zijn dan de christenen, die in uw dienst zullen willen blijven?quot; Een kronijk deelt ons mede, dat de onder de muren van Antiochië gedoode kruisvaarders, toen zij voor den troon des Eeuwigen met de witte ster en de kroon van het martelaarschap verschenen, deze woorden tot Hem richtten; «Wuarom licht Gij ons blued niel ijewvohen, dal heden voor Li qeslroomd keelt?quot; Zou niet ouder hel leenheerlijke slelsel een vazal zich op dezelfde wijze over zijn heer beklaagd hebben, die hem aan zijn lot zou hebben overgelaten? Sprekende van de wonderdadige hulp, welke de Hemel aau de kruisvaarders zond, kan een andere schrijver niet nalaten er de bemerking aan vast te knoopen, dat deze hulp hun wel toekwam voor hun ijver in het verdedigen der zaak van Jesus Christus en voor hun standvastigheid in den dienst van God. Zoo vergezelden de overleveringen en de gebruiken van Europa naar Azië degenen, die gingen strijden voor het erfdeel van Jesus Christus of voor het koninkrijk des hemels; men volgde de koningen en de vorsten als de groote vazallen van den God der legerscharen, en zoo groot was de kracht der gewoonten, uit het Westen medegebracht, dat de leenheerlijke regeering als van zelve ontstond in alle door de wapens van de kruisvaarders veroverde landen. Zoodra men nog slechts wederwaardigheden ondervond, en de heeren gewaar werden, dat de kruistochten hunne inkomsten en hunne macht verslonden, weigerden zij naar Palestina te gaan, uit vreeze van tot den bedelstal te vervallen. Lodevvijk IX. zag zich genoodzaakt soldij te betalen aan de ridders en de baronnen, om hen over te halen hem naar het heilige land te vergezellen.

Wij hebben de christen legers getoond onder de vanen dei' koningen en der vorsten; wij zuilen nu de middelen nagaan waarover men beschikte om in hun onderhoud te voorzien. Gelijk wij reeds gezegd hebben, was in den eersten kruistocht daaromtrent niets geregeld: de aanvoerders verkochten ol verpandden hunne gronden, iedereen nam geld waar hij het kon vinden, men plunderde de joden, berooide de christenen en vooral de Grieken; toen er geen buit meer te behalen viel, verduurde men geduldig gebrek en al de rampen, welke een oorlog in een vreemd land na zich sleepte. Een kronijk vermeldt dat de paus op het concilie van Clermont tot de geloovigen zou gezegd hebben: «Indien gij geen geld hebt, zal de goddelijke barmhartigheid hel u versehallën.quot; Iedereen weet, dat die belofte van den opperherder verre van vervuld bleef, en de geschiedenis leert ons hoe men daarin voorzag.

Uit de overmaat der rampen ontstond eindelijk de bedachtzaamheid. Reeds bij den tweeden kruistocht vestigde zich het gebruik om belastingen te hellen voor het onderhoud der christen legers. Wij zijn niet met zekerheid te weten kunnen komen welke middelen men in Duitschland in het werk stelde om in hel onderhoud van hel leger van Koenraad te voorzien; maar in Frankrijk verhieven zich van alle kanten klachten, vooral uit den boezem der geestelijkheid, die men veel deed opbrengen ; en toen de rampen uitbraken, bleet men niet in gebreke de reden daarvan te vinden in de verarming van liet volk en der kerken.

De bepalingen der baronnen van Frankrijken Engeland voor de helling van den Salad ij nschen tiend, hielden in, dat de geestelijkheid en al de leeken, militaire of andere, den tienden penning van hunne inkomsten of van hunne roerende goederen zouden betalen. De vaststelling van dezen tiend, waarvan de tekst voor pus bewaard gebleven is, beloolt do zegeningen des Hemels aan den christen, die hetgeen hij schuldiy is, (/odvruchtiiilijk en z-under dwang zal betalen; het was een beroep op de liefdadighuid eti het geweten der geloovigen; nochtans werden er in Frankrijk commissarissen benoemd voor do inning van die belasting, en als wij de Engelsche geschiedschrijvers mogen gelooveu, veroordeelden de ordonnantiën van Hendrik II en Richard allen tot gevangenisstraf, die weigerachtig waren de sommen le betalen, die men in den naam van Jesus Christus van hen vordeide. Daar de geestelijkheid niet gespaard werd, beklaagde zij zich daarover in de bitterste bewoordingen. Men beschuldigde de vorsten, die het kruis aangenomen hadden, dal zij een oorlog oudernamen niet ten gunste dor Kerk maar tegen de Kerk, dat zij den wijngaard des Heeren reeds bij voorbaat aan do woede der Turken prijsgegeven hadden. Om zich een denkbeeld van de ontevredenheid dor geestelijkheid te vormen, moot men vooral de heilige vertoogen van Peter van Blois lezen. «Waarom moesten degenen, die voor de Kerk streden, haar zeiven ten gronde richten? Hel was iutegemleel hun plicht haar met den op den vijand behaalden buit en met de schatten der overwinning te verrijken. Verbeeldden de vorsten van de eeuw zich danquot; dat Christus, die do opperste gerechtigheid was, met een welgevallig oog op die onrechtvaardige en heiligschennende schatting nederzag? Indien het gevoelen van de cliristenen degenen die hunne bezittingen niet aau de armen uitdeelden, tot de vlammen dei hel veroordeelde, lot welke strat moest men dan degenen veroordeelen, die de goederen der armen en der Kerk rooiden?quot; Zoo luidden de klachten van do geestelijkheid, maar al deze klachten verhinderden niel, dat do Saludijnsche tiend, door het opperhoofd der Kerk goedgekeurd, in het gansche Westen werd geheven.

Later vaardigde Innocentius III een zendbrief uil, gericht aan alle geloovigen, aan de nisschoppen, abten, priors, aan al de kapittels, aan alle steden en dorpen, hen vermanende, ieder naar zijn vermogen, een zeker aantal krijgers te leveren en al hetgeen er yereischt werd om hen gedurende drie jaar te onderhouden. Telkens als men een nieuwen kruistocht predikte, waren de pausen, de conciliën en de koningen er op bedacht om een belasting te vinden ten einde de noodige geldmiddelen veor den oorlog te bekomen. Nu eens belastte men de geestelijkheid voor een twintigste van hare inkomsten, dan weder voor een veertigste of een honderdste. Somtijds zag zich de geestelijkheid alleen belast, een andermaal belastte men al de geloovigen, en dio soort van belastingen werd met meer gestrengheid geind dan de andere. Onder de regeering van den heiligen I odewijk diende de geestelijkheid van Frankrijk tweemaal hare bezwaren bij den paus in, die ze ongegrond verklaarde en de bisschoppen zells met do exconmumicatie dreigde.

Volgens Matthias Paris zouden de Predikhoeren en de Franciscanen, die Gregorius IX naar I ngeland gezonden had om de belasting van den kruistocht te hellen, dal koninkrijk zoodanig uitgeput hebben, dat vele bewoners verplicht waren hunne landen te verlaten en te gaan bedelen. Alles duidt aan, dal Duitschland evenmin gespaard werd als de nndero gewesten, waarvan wij hiervoren spraken. Zoo ontaardde het verzet der bewoners van Germanië soms in gewold, gelijk men zulks zag te Wurtzbuig waar de neef van den pauselijken legaat gedood werd en de legaat zelf het grootste levensgevaar hop.

Niets bewijst beter de gesteldheid der gemoederen ol de ontevredenheid en hel wantrouwen der geloovigen, dan de openlijke voorzorgen die men in do dertiende eeuw nam bij de helling der tienden voor de gewijde oorlogen. Daar do openbare meening zich tegen die soort van belasting verklaarde, is het wel waarschijnlijk dat zij niet nauwgezet betaald werd en hare opbrengst ontoereikende was. Men zag zich dan ook genoodzaakt zijn toevlucht tot andere middelen te nemen. Men belastte do joden, nu eens voor het tiende, dan weder voor het twintigste hunner beziltingen; herhaalde keeren eischte men van hen buitensporig hooge geldsommen. Men riep ook de liefdadigheid der christenen in, en in de kerken geplaatste ollerblokken ontvingen de vrijwillige bijdragen der godsvrucht. Men besteedde aan de uitgaven voor de gewijde oorlogen de vrome legaten, wier bestemming niet bepaald opgegeven was. legen het begin van de dertiende eeuw ontsloegen de pausen de kruisvaarders van de verplichting om huiine gelofte te volbrengen, tegen betaling van een zekere som golds; een groot aantal dergenen die het kruis aangenomen hadden verkregen op die wijze vergunning om in hunne haardsteden te blijven, en de kruistocht werd voortgezet met de gelden der rijke pelgrims die de vanen van Jesus Christus in den steek lieten. Er is van paus Honorius III een briel \oor ons bewaard gebleven, waarin die opperherder, tot leerim/ der nalMmelingschap, een nauwkeurige lijst geeft van de on'ineet-lijke sommen die hij voor de belegering van Daniiate gezonden had en de opbrengst waren van den afkoop der geloften en de helling van den twintigsten penning.

n*


-ocr page 536-

5J46 GKSCIIIKDIvMS DER KlillSTOCIITKX.

TIENDE HOOFDSTUK

VAN DE VOEDING EN HET ONDERHOUD DER CHRISTEN LEGERS IN DE KRUISTOCHTEN.

Dit is nog ccn punt waaromtrent do gescliicdenis ons weinig nauwkeurige en stellige gegevens verstrekt. Al die Frankische krijgers die nooil langer dan twintig ii veerlig dagen onder de vanen der leenheerlijke legers bleven, waren ten eenemale onbekend mei de middelen om de legers voortdurend van levensmiddelen te voorzien in die verre oorlogen, die dikwijls vele jaren duurden, ledore aanvoerder meende voorzeker genoeg voorraad voor het onderhoud zijner troepen medegenomen te hebben, maar geen hunner kende de moeielijkheden der wegen, ol de alstanden, die zij al' le leggen hadden, en deze onbekendbeid zelve was oorzaak, dal de kruisvaarders in volkomen gerustheid voorilrokken en zulke vreeselijke ellenden moesten verduren. De best geoelende troepen vermochlen Conslanlinopel niet te hereiken zonder de Iblteringen van den honger ondervonden te hebben.

Na de belegering van Nicea, waar de Grieken in al hunne hchorrion hadden voorzien, hadden de kruisvaarders, bij het doorirekken van verzengd Plirygie, reeds geen ander voedsel meer dan do graanhalmen, die zij op de akkers vonden en in hunne handen kneusden, liet was nog veel erger gesteld mei de legers die na de iimeming van Jerusalem naar hel heilige land togen. Geheel Klein-Azië moetende doortrekken, nuinen zij slechts voor weinige dagen levensmiddelen mede, in hel vertrouwen zonder verhindering in Khornssa.i ol' bel beloolde land te zullen aankomen. I e honger en de ziekte leverden deze gebeele menigte aan het zwaard der Turken over.

Als de pelgrims de kusten der zee volgden, voorzagen schepen hen van levensmiddelen; maar deze hulp kwam niet steeds op tijd, en als zij al kwam dan leden de pelgrims, die geen geld liezatcn, niettemin gebrek. De bewoners der landen, welke de kruisvaarders doortrokken, vluchtten bij hunne nadering, alles medenemende wal zij bezaten, zoodat de clnisteiien daar verlaten en onvruchtbare streken moesten doortrekken, zelfs de hoop niet voedende, dal de overwinning hun le hulp kwam en hun den overvloed van een vijandelijke legerplaats ol van een slormen-derband veroverde stad deed beinachugen.

Het kwam er niet alleen op aan zich levensmiddelen te voischullcn, maar om ze te vervoeren. Naar liet schijnt droeg op lange inarschen ieder kruisvaarder zijn eigen momlvoorraad mede. Ansberg verhaalt ons dat een pelgrim, die Klein-Azië met hel leger doortrok, nog slechts een brood bezat, en hij mei een pijl een muzelman doodde, die er negen had, zoodat hij voor tien dagen van mondvoorraad voorzien was. Reeds bij de eerste expeditie maakte men gebruik van wagens, welke men echter in de moeielijke wegen in den steek moest laten. Fre-derik 1 deed er een groot aantal maken, niet alleen voor de levensmiddelen en de bagage, maar ook voor de gekwetsten en de zieken; alles werd verlaten toen liet leger den Bosphorus was overgetrokken. Hoe zouden ook zwaar beladen voertuigen, met paarden en ossen bespannen, hebben kunnen vorderen tussclfen rotsen en algronden, o\er steile bergen, waar volgens de uitdrukking eener kronijk, de hoeren en prelaten van liet leger, van handen en voeten gebruik makende, op de wijze van de viervoetige dieren naar boven klauterden?

De geschiedschrijvers spreken van de contracten, die Frederik mei den koning van Hongarije sloot voor de levering van ossen en schapei.. In een Hongaarsche stad waren twee gebouwen opgevuld met meel en haver ten gebruike der arme kruisvaarders. Commissarissen wezen aan bel christen leger verblijven aan, waar zij van boomvruchten, groenten en brandhout werden voorzien. In Philippopolis wees men hun niet alleen verblijven aan, maar men gaf hun ook de beschikking over de akkers en de wijngaarden der inwoners, zoodat de kruisvaarders konden oogsten en voorraad opdoen gelijk in hun eigen land.

Het gebeurde den kruisvaarders menigmaal dat zij zich met hunne eigene paarden voedden, wanneer zij gebrek hadden aan levensmiddelen of voor de dieren geen voedsel konden vinden. Bij een reis van Boudewijn, graal van Edessa, naar Jerusalem, besloten de pelgrims, zegt een kronijkschrijver, ziende dal de paarden, door honger gekweld, niet meer voortkonden ze op te eten, opildl zij lui iets diensüy mochten wezen. Deze maatregel trol het zwaarste de ridders, die niet te voel konden strijden en die men soms tijdens het gevecht genoodzaakt zag ezels of ossen te bestijgen. De geschiedenis zegt ons, dat er op den dag, die den grooten aan Kerboga geleverden slag voorafging, zoo weinig paarden in hel christen leger gevonden werden en men er zoo levendig de behoefte aan gevoelde, dal de bisschoj) van Buy in het openbaar een verordening liet allezen, waarbij bevolen werd, dat ieder ruiter, die nog zijn paard had, den voorraad graan die hem restte, zou deelen met den trouwen deelgenoot zijner vermoeienissen en gevaren. Op zulk een langen tocht konden de kruisvaarders hunne lastdieren niet behouden. «Gij zoudt gelachen hebben,quot; zegt Fulcher van Ghartres, «of liever gij zoudt uit medelijden ge.veend hebben, indien gij die arme pelgrims gezion had, hunne bagage ladende op geiten, varkens en honden; de rug dier dieren was ontveld door hel gewicht van lasten, die zij nooit gedragen hadden.quot; Op de moeielijkste wegen verkochten de pelgrims voor een spotprijs hunne kleedcren en hunne pakgoederen, die hen verhinderden vooruit le komen, ol' wierpen ze in afgronden; zij verwachtten dan ook alles van de overwinning, en deze alleen scheen dan ook belast met de zorg hen le voeden, le kleeden en te wapenen. Men zag hen door Klein-Azië en Syrië trekken, gehuld in lompen, van den eenen dag op den anderen levende, menigmaal geen tenten ol' onderkomen bezittende om zich te beveiligen tegen de koude, den regen of de hitte. Op de dagen der overwinning gingen zij aan de voor hunne vijanden bereide maaltijden aanzitten, wapenden zich met de pijlen en zwaarden der muzelmannen, tooiden zich met de wijde gewaden, den tulband of de zijden muts der Oosterlingen én bekleedden zich mei alles wal zij op hel slagveld of in de veroverde sleden vonden; men kan zich een denkbeeld vormen van den zonderlingen en vreemdsoortigen aanblik, dien hel christen leger hierdoor moesl opleveren. Men zag dan ook soms in den strijd de pelgrims vallen onder de slagen van hunne makkers ol hunne broeders, die hen niet herkenden. Ik moet hier bijvoegen, dat de kruisvaarders zich zelden den baard schoren, dat hun aangezicht met vuil en stof bedekt, door de zou verbrand en door den honger uitgemergeld was, hetgeen hen nog te meer onkenbaar maakte. Om noodlottige vergissingen te voorkomen had bisschop Adhcmar van Buy aan de soldaten die hem vergezelden gelast zich le scheeren, een metalen kruis op de borst te dragen en met luider slem de woorden Kyrie eleison te herhalen.

De kruisvaarders hadden hunne ellenden meestentijds le wijlen aan hunne oiibedachtzaainheid. Op de oevers van den Orontes komende, vonden zij bewaarplaatsen van granen en van levensmiddelen van allerlei aard. Te midden van dien overvloed aten zij slechts de lijnste deelen der ossen en der lammeren en wierpen al hel overige weg. Fulcher van Ghartres verhaalt, dat zij een maand na lumne aankomst met gretigheid scheuten van boonen aten, die pas uit den grond kwamen en zelfs stekelige disleis, die zij niet eens konden toebereiden; zij verslonden honden en ralten; de armoedigsten voedden zich met de huid van die dieren, en wal bijna te walgelijk is om te vertellen, voegt onze kronijkschrijver er bij, doode muizen en de graankorrels die zij in de dreksloffen van de dieren vonden schenen hun een lekkernij toe. Op lange marschen of zelfs bij de belegeringen, werd n niet altijd de noodige voorzorgen legen gebrek aan water en hout genomen: menigmaal zagen de kruisvaarders, door den dorst gekweld, zien verplicht het bloed hunner paarden te drinken, of wortelen, paardendrek en vochtige aardkluiljes te kauwen; op andere lijden moest men, wegens gebrek aan hout, riethalmen of droge varens, om hel vleescb der paarden of der lastdieren le koken vuur maken met zadels, teuten, bogen, werpspiesen en zells kleedingstukken.

Wanneer hel gebrek zich al te nijpend onder de kruisvaarders deed gevoelen, bleef hun dikwerl geen ander middel over dan een strooptoclil te ondernemen naar een naburig gewest om zich levensmiddelen te verschallen; deze taak werd altijd aan de voetknechten van hel leger opgedragen. Van een expeditie tegen den vorst van Damascus sprekende, verhaal! Wilhelmus van Tyr, dal deze expeditie mislukte, dewijl de infanterie der christenen, die het leger van mondvoorraad moest voorzien, door de ongeloovigen overvallen en verstrooid werd. De pelgrims beschouwden Jesus Ghristus als de opperste leverancier der legers van hel kruis en de op de muzelmannen en zelfs op de christenen behaalde buit werd in hel kamp der kruisvaarders als een weldaad des Hemels ontvangen.

Men kan met zekerheid aannemen, dal hel winstbejag of de zucht om zich le verrijken den pelgrims soms in hun nocd le hulp kwam, en dat de berekeningen van den ondernemingsgeest menigmaal die der vorsten en der koningen beschaamd maakten. Als de destijds levende kronijkschrijvers een schaarschte of een hongersnood beschrijven, klagen zij altijd over den buitensporigen prijs der levensmiddelen, hetgeen bewijst, dat zich in de legers


-ocr page 537-
-ocr page 538-
-ocr page 539-
-ocr page 540-
-ocr page 541-

■ó'r.

kooplieden bevonden, die levensmiddelen verkochten. In een Engelsclie kronijk vinden wij een verorderiing van Riclmrd beireffende den verkoop van wijn, brood en vleescli in hel christen leger. Na vele nasporingen is hel ons mogen gelukken te ontdekken op welke wijze de kruisvaarders het koren lol meel verwerkten; de tol ons gekomen documenten bepalen zich lot de mededeeling, dat de kruisvaarders zich op hun tocht door Klein-Azië en tijdens de belegering van Antiochië van handmolens bedienden. De geschiedenis voegt er bij, dat men voor hel draaien dier molens de muzelmansche vrouwen gebruikte, die in de banden der christenen gevallen waren. Walter Vinisaui' verhaalt, dal de Duilschers tijdens het beleg van Plolomaïs een macliine bouwden oin koren te malen. Deze machine, welke er uitzag als een versterkt kasteel, werd door paarden in beweging gebracht; de sleenen wentelden met zulk een gedruisch rond, dal de muzelmannen dat nieuwe houten gevaarte voor een oorlogswerktuig aanzagen en door schrik bevangen werden.

Toen men den weg over land verliet om van dien over zee gebruik te maken, werd het minder moeielijk de cbristen legers van levensmiddelen te voorzien. Niettemin werd do menigte der kruisvaarders nog steeds door de scliaarschte geteisterd zoodra zij door de belegering eener stad of den onvoorzienen .weerstand van den vijand opgehouden werd. Tijdens het beleg van Plolomaïs heerschte er zulk een groole hongersnood onder de christenen, dat men ridders, door honger gedreven, openlijk brood bij do kooplieden zag wegnemen. Éene kronijk verhaalt, dal bodewijk IX. genoeg levensmiddelen op het eiland Cyprus bad doen aanvoeren om twintig duizend man gedurende zes jaren te voeden; maar toen hel Fransche leger Damiate verliet, was er van al dien voorraad niels overig, en onder de plagen, die de kruisvaarders op de boorden van den Thanis bezochten, was de honger niet de geringste. De eenige kruislocht, waarin de kreten van den hongir zich niet aan het gewoel van de gevechten en de zangen der overwinning paarden, was die van Constan-tinopel. De Venetiërs hadden op zich genomen het leger der kruisvaarders gedurende een jaar van leeftocht te voorzien; het verdrag werd irouw nageleel'd en er heerschte geen oogen-blik gebrek.

Sanuto heeft tot in de kleinste bijzonderheden de approviandeering medegedeeld der vloten, die de kruisvaarders naar het Oosten overbrachten. Hij berekent de onkosten, welke de levering der levensmiddelen veroorzaakte voor tien, honderd, duizend en honderdduizend soldaten van het kruis; bij noemt de levensmiddelen op, waarvan men zich moest voorzien, zegt tot welken prijs men ze moest inkoopen en hoe ze moesten verdeeld worden. Zoo gal do verstandige voorzorg nuttige wenken; maar deze wenken werden zelden opgevolgd, en meestentijds richtte de hongersnood groote verwoestingen onder de christenen aan. t.r stierven veel meer pelgrims door den honger dan door hel zwaard; onze vrome kronijkschrijvers zochten zich dan ook te overreden dat degenen die van honger omkwamen insgelijks martelaars waren en zij gerechtigd waren in den hemel aan het feestmaal dor engelen aan te zitten. Wanneer men de middelen ziet, welke men bezat om verre expediliën als die naar het Oosten te ondernemen en voort te zetten, en ze vergelijkt met de hulpbronnen, waarover men tegenwoordig in den kleinsten oorlog beschikken kan, beseft men veel beter hoeveel moed en standvastigheid er gevonden worden in de geslachten, die de kruistochten ondernomen hebben. Men moet ook niet uit het oog verliezen, dat de meeste pelgrims des te gemakkelijker den honger verdroegen, daar zij dikwerf in bun eigen land door dien gcesel bezocht werden. Menschen, die zich met alles voedden, wat zij vonden, zelfs met het vleesch der mu/elmaniien, waren beter dan vele anderen tegen de vree-selijke beproevingen van een kruistocht bestand en verdienden wel dat hunne vijanden hen een natie van ijzer noemden.


ELFDE HOOFDSTUK.

VAN DE WAPENS DEU KRUISVAARDERS EN VAN HUNNE WIJZIC AN STRIJDEN.

Om te weten welke de wapens der kruisvaarders waren, zou het genoeg zijn als men die kende, waarvan men zich in de middeleeuwen bediende. Men was natuurlijk niet gelijkvormig gewapend in die oorlogen, waar twintig verschillende natiën gezamenlijk streden. Wij zullen er ons toe bepalen van de wapens te spreken, die bet meest algemeen in gebruik waren. De aanvallende wapens waren de lans van berkenhout, voorzien van een ijzeren spits, meestentijds met een vlaggetje versierd; het lange en breede zwaard, aan eene zijde snijdende; onderscheidene soorten van pijlen of spiesen, de strijdbijl en de knots. Tol de verdedigende wapens behoorden de ronde of vierkante schilden, hel pantserhemd of maliënkolder, uil stalen ringeljes geweven; den helm met een pluim en een kopstuk bezet, den wapenrok, bet borststuk van leder of laken met wol opgevuld, het harnas of borststuk van staal of ijzer. Wij hebben nergens gezien, dal de kruisvaarders, vooral bij de éersle expediliën, bekleed waren met een zware wapenrusting zooals de krijgers der vijftiende eeuw. Deze wapenrusting ware te lastig geweest om door woeste landstreken te trekken, rivieren te doorwaden, bergen te beklimmen en in beete luchtstreken oorlog te voeren.

Ik; lans der kruisvaarders richtte bij den eersten kruistocht, waarin dal wapen door de muzelmannen niet gebezigd werd, groole verwoestingen aan. Het zwaard der Frankische krijgers moest geduchte slagen toebrengen le oordeelen naar de wapen-leiten van Godfried van Bouillon, keizer i\ oen raad, Robert van Nonnandië en een menigte andere kruisridders. Hunne schilden en hunne met wol gevoerde kurassen waren voldoende om de pijlen der vijanden tegen te houden ot le doen smoren; eene gemeenzame uitdrukking van de kronijkschrijvers om le kennen le geven hoe dicht de pijlen op de kruisvaarders waren afgeschoten, is, dat deze er uitzagen als stekelvarkens. Ken Kngelsch geschiedschrijver vergelijkl Hichard, de wapenrusling met pijlen overdekt uit den strijd komende, met een dicht bezet speldenkussen. De pelgrims van Europa met hun schild van hout, leder of staal, hun zwart kuras, hun ijzeren of bronzen helm, hun wollen lijfrok, hunne met maliën bedekte paarden, waren een nieuw schouwspel voor hel Oosten. Sprekende van den veldslag van Dorylea, stelt Itaoul van Caen ons de kruisvaarders voor, hunne lansen zwaaiende, hun zwaard trekkende, hunne borst met hunne getande schilden bedekkende. Volgens de oude kronijkschrijvers zou de sultan van Nicea tot de Arabieren, die hem zijn vlucht verwelen, gezegd hebben : « De lansen der Franken flikkerden als gliiislerende sterren; hunne kurassen en hunne schilden wierpen een licht af gelijk aan dal van den morgenslond in de lenle, en het gedruisch hunner wapenen is vreesdijker dan dat van den donder.quot;

De bij de kruistochten gebezigde oorlogswerktuigen waren dezelfde als bij de Romeinen. Men zag er den stuniiruin, een zwaren balk, dik bekleed met ijzer, dien men met ketenen en touwen tegen de muren dreef, bel stormdak, hetwelk de werklieden beschutte en beveiligde tegen hel vuur en de steenworpen ; de pluleus of teenea horde, bekleed met ossen- of kemelshuid, waaronder do soldaten zich plaatsten, die belast waren mei de bescberming dergenen die storm liepen; de kalapullen en batisten, waarmede men zware rotsklompen en sums zelfs lijken van menschen en dieren in de belegerde sleden wierp; eindelijk de rollende torens met meerdere verdiepingen, wier toppen boven de muren uitstaken en waartegen de belegerden geen andere verdedingsmiddelen bezaten dan ze in brand te steken. Bij de belegering van Jerusalem, Ptolomais en Damiale vonden do kruisvaarders een menigte werktuigen uit, die do muzelmannen groote vrees inboezemden. De geschiedenis heeft inzonderheid melding gemaakt van den rollenden toren van Godfried van Bouillon en van het drijvende werktuig, gebouwd door een eenvoudig priester uit Keulen, met welks behulp de christenen zich van den in hel midden van den Nijl gebouwden toren meester maakten.

In den eersten gewijden oorlog gebruikte men den voetboog, waarvan Anna Coinnena ons een beschrijving gelaten beeft. ,11 de volgende kruistoehleii maakte men er geen gebruik meer van, dewijl het concilie van Laleranen het als een al le moorddadig wapen verboden had. Dit verbod, hetwelk door de pausen en verscheidene conciliën hernieuwd werd, verdient wel dat men er de aaiidacht op vestigt. Men heeft opgemerkt dat de kruisvaarders bijna niets aan de muzelinannen 111 zake hun krijgswezen ontleenden. Hel Grieksche vuur, dat. Joinville en diens wapenmakkers zooveel vrees aanjoeg, boezemde hun zelfs niet do gedachte in het na te maken en tegen hunne vijanden aan le wenden.

Ter core der krijgslieden van alle tijden kan gezegd worden, dat de ware dapperheid nooit de wapenen gezocht beeft, die den dood op het slagveld vermenigvuldigen. Ziedaar waarom de christen ridders zich zoo gemakkelijk aan de decreten dei-Kerk onderwierpen, die hun het gebruik van den voetboog verboden. De moorddadige wapenen onlneinen dan ook werkelijk aan den persoonlijken moed een groot deel van zijne waarde. De veronderstelling is niet gewaagd, dal de krachtigste middelen 0111 de strijders in de gevechten te verdelgen den menseh ingc-


-ocr page 542-

GESCHIEDENIS DEM KUIHSTOCHTEN.

geven zijn door de vindingrijklieid van de vrees. De gescliiedenis inaakl liieromlreni de opmerking, dal liel gebruik van hel Griek-sclie vunr liel eersl in zwang kwam hij een volk dal zijn mili-laircn roem liad verloren, en dal laler hol kruil, in plaals van een uilvinding der krijgskunde Ie wezen, in de vreedzame alzon-(lering van een klooster onldekl werd.

Bij alle chrislen legers waren wapenheraulen aangesteld, die lie hesluilen der aanvoerders al'kondigden en de oorkonden voorlazen waarbij men bezil nam van de sleden en provinciën. In het midden van de legers wapperde de standaard van den kruisloohl, die door een graal' ol een ridder gedragen werd : de banier van Sint Dionysius, de standaard van bint Pieler, ol wel een door den paus gewijde banier. Iedere aldeeling ol' ieder bataljon had zijn bijzonder vaandel, om hetwelk zich de kruisvaarders schaarden van hetzelfde land en dezelfde taal sprekende. Men zag op dal vaandel de geslachtswapens en de aangenomen kleuren der baanderheeren, die hunne vazallen in den kruistocht aanvoerden.

De christen legers hadden een krijgsmuziek, welke hel teeken tol den strijd gaf. De meest gebruikelijke instrumenten waren de koperen trompet, de houten, ijzeren, gouden ol' zilveren horens, de sisters, de harpen, de pauken ol cimbalen en de aan de Sarracenen ontleende trommen. Een geschiedschrijver van den tweeden kruistocht verhaalt dal op den tocht der kruisvaarders naar hel Oosten de lucht van een krijgshattige symphonie weergalmde. Terwijl de pelgrims Ascalon naderden, zégt de monnik Robert, vuurden de luid klinkende tonen der klaroenen, sisters en trompetten de soldaten van het kruis aan, en verbreidden, door dis echo's heinde en verre herhaald, groeten angst in de vijandelijke legerplaatsen. Wij lezen in Albertus van Aix dat de christen krijgers van een expeditie naar Jerusalem lerugkeerende en de bergen van Judea doortrekkende, plotseling de horens, klaroenen en trommen ten toeken der overwinning lieten klinken; beangstigd door dal gerucht namen de wilde dieren naar alle zijden de vlucht en vielen de vogelen, door schrik verlamd, uit 'de lucht tusschen de christen scharen neder.

Al de natiën van Europa haddon strijdleuzen aangenomen. Die van do eerste kruisvaarders, dezellde, welke in het concilie van Clermont weergalmde, was: God wil hel! Deus lo vult (l)ieix lo volt)! Men voegde er laler de leus bij van Code sla hij, welke in bijna allo kronijken van dien tijd vermeld wordt. Jiehalve die algomeene leus had iedere natie do hare gelijk zij hare banier en haar vaandel had. Raoul van Caen verhaalt dat de hertog Robert bij den slag van Dorylea op de muzelmannen instormde onder den kreet van: Sta bij, Nurmundié! Volgens Raymond van Agiles gebruikten de l'rovenr.alon bij hun tocht door Macedonië de leus van: Toulouse! Do krijgsleus veranderde in alle expeditiën naar hel Oosten. Richard Leeu-wenharl riep bij den slag van Arsur: God helpe Zijn (jrafJ De kruisvaarders, die Constantinopel veroverden, trokken togen de Grieken op onder de kroten van: Vhumdeven en Mottl[errat. Onder de kreten van Monljoie Sint Denis betraden do metgezellen van Lodewijk IX de kusten van Egypte. Uij de laatste bestorming van Damiate, dat door Johannes van Rrionne belegerd werd, riepen de christen krijgers, die hel eerst vasten voel op de wallen zotten, met luider slemmen Kyrie eletson en hot leger antwoordde: Gloria in excelsis. Wij lezen in de geschiedenis, dal de namen van Sint Joris, Sint Demetrius en Sint Mereurius dikwerf in de veldslagen aangeroepen werden. De krijgsleuzen, welke de ver van hun vaderland verwijderde pelgrims hel dierbaarste waren, waren ongetwijfeld de namen der provinciën ol koninkrijken, die zij voor de zaak van Jesus Christus verlaten hadden. De kreten Frankrijk, Oostenrijk, Engeland, Duitsehland, moeien meer dan eens gediend hebben om don moed der Franken in de vlakten van Azië aan te wakkeren en de soldaten van hol kruis op de boorden van den Oroales, den Nijl en den Jordaan te hereenigen.


TWAALFDE

vo KTZKTTING VAN

HOOFDSTUK.

liTZELFDE ONUEUWEKl'.

Op hunne marschen door onbekende landslreken waren de kruisvaarders aan de meeste gevaren blootgesteld en loden zij gemeenlijk de grootste ontboringen. Hel was de gewoonte de bagage en de ongewapende menigte der pelgrims in het midden van hol leger te plaatsen; maar deze orde kon niet van langen duur zijn in legers, die door honger gekweld werden, onder oen menigte, die de oude kronijken vergelijken met een korenschoof zonder banden, met zand zonder kalk. lederen avond sloegen de pelgrims hunne tenten op zonder te welen waar zij zich bevonden; den volgenden dag braken zij op, zonder ander richtsnoer dan hel uitspansel. Zelden zond een leger veldonl-dekkers uil om den vijand en de streken, die het doortrok, te verkennen; ontelbare legioenen werden dan ook menigmaal bij de eerste botsing overwonnen, en do geringste nederlaag was soms hel sein lot een wanordelijke vlucht ol een algomeene venlelging. Wal do christen legers hot meeste schaadde, was dat de verschillende korpsen, waaruil zij bestonden, dikwijls geheel van elkander gescheiden bleven en de bevelhebbers niet altijd met elkander de gemeenschap onderhielden. Men zal zich herinneren hue de eerste scharen der kruisvaarders en de Iroe-pen van Lodewijk VII en Koenraad in Klein-Azië omkwamen; later worden twee legers, dat van Johannes van Hrieniie en Lodewijk IX op de boorden van den iNijl overwonnen, dewijl men verzuimd had de gemeenschap met Damiate le onderhouden, van waar zij uitgegaan waren.

Wij hebben geen stellige gegevens genoog om een nauwkeurige beschrijving van een legerplaats le geven in de middeleeuwen en de gew'jde oorlogen. Ken legerplaats moest, volgens de plaatselijke gesteldheid, eene vierkante, driehoekige of half ronde gedaante hebben; de langwerpige vierkante vorm was hel best geëigend voor de verdediging. Hel kamp was omgeven door een gracht van negen voet broed en acht voel diep; men wierp rondom hel kamp aarden wallen op van drie voel hoog, voor welke puntige palissaden geplant werden. Om een legerplaats op te slaan, koos men gewoonlijk een plek waar overvloed van water was. Lodewijk Vil en keizer Koenraad waren genoodzaakt het beleg van Damascus op lo breken, dewijl zij hunne tenten opgeslagen hadden op oen plek, waar zij gebrek aan water leden.

De veldslagen, die wij in onze Geschiedenis beschreven, hebben reeds een voldoend denkbeeld kunnen geven van de manier van vechten der kruisvaarders. Hel is van algomeene bekendheid, dat de ruiterij in de middeleeuwen de ware kiachl der legers uitmaakte. Do kruisridders vertrouwden niet meer op hunne dapperheid, als zij hunne paarden verloren hadden; wij hebben hen soms kameelen, ja zelfs ezels en ossen zien bestijgen liever dan le voet te strijden. Dc chrislen ruiterij werd altijd gevolgd door een groot aantal voelknechlen, die dé kronijken met liet Lalijnsche woord vulgus aanduiden, en die bij belegeringen groote diensten bewezen.

in de groote veldslagen vormden de soldaten van hol kruis geen linker- of rechtervleugel of centrum van het leger; zij waren meestentijds verdeeld in verscheidene korpsen en ieder korps wérd aangevoerd door een bevelhebber, die de in een krijgsraad vastgestelde inslructiën opvolgde. Robert de monnik verhaalt, dat in don aan Kerboga gelevorden veldslag liet chrislen leger wigvormig tegen den vijand optrok. Raoul van Caen schrijft aan Tancredo de oer der overwinning van Dorylea loc en verhaalt dat de Normandische held de wanorde onder de muzelmannen deed ontstaan door zich van de omliggende hoogien moester le maken. Wij zijn niol genoeg in ile krijgskunde ervaren om de militaire bekwaamheid te beoordeelen van degenen, die in do gewijde oorlogen het bevel voerden; maar hot komt ons voor, dal de veldslagen van Anliochië en Ascalon en die van den dorden kruistocht door zeer ervaren veldheeren geleverd werden, terwijl wij ons niet kunnen onthouden van le zeggen, dat men dezellde bekwaamheid niet terugvindt in de ongelukkige veldslagen van Tiberias en Mansourah.

De godsdienstige geestdrift, welke de kruisvaarders vervulde, deed hen moer overwinningen behalen dan de krijgskunde en do bekwaamheid hunner aanvoerders. Daags vooreen veldslag beleden de christen soldaten hunne zonden en ontvingen zij de Communie, «opdat zij,quot; zegt een oude kronijk, «zich met het brood des hemels versterkt hebbende, konden loven of sterven gelijk het past aan soldaten van Jesus Christus.quot; «Bij de laatste bestorming van Jerusalem (wij volgen hier Raoul van Caen) vertoonden zich de geestelijken in hun priesterlijk gewaad te midden dor krijgers, beurtelings weenende van uen heilige blijdschap, lofliederen zingende en stormladders aandragende. De ridders worden bemoedigd door de slem dier vrome mannen, en de kroel van Kyrie el ei son, uil den grond der harten voortgekomen, steeg op lot voor don troon van den oppersten Rechter.quot; Toen men hel ware kruis van den Zaligmaker gevonden had, werd hel in de legers medegevoerd. ,1^ de overwinning van Ramla meenden de christenen dal miraculeuze kruis zich over alle punten van den horizon te zien uitbreiden en zich lot aan den


-ocr page 543-

VEREERING VAN HET WARE KRUIS.

-ocr page 544-

-1

..

•' yft' Z-sy '\ quot;.f'l

'J.'A ilfa' 'n'. ''' ' ■t'-'l'l'■ 'jiV lf'gt;J • i ' - -^tyl 'i.'quot;' ^ ••

»C'*quot;/-' ft

■ ^ '_____________________I__________________

il m

MHliiiiiliMIpMililIM 'i'-'i

IHHIHHI ■■ I Sb i ■ ■ . i


hwmwi^^bWP

WmÊm

WÊm

m

,

■ ■■■ i;: -lil ,

WMÜi mÊs^ÊSm: 1 | ' .. féamp;SÈkkPph hW'

I . . if#

i

«m

:ii

I

' •- É

;* rnÊIÊÊÊ Ëx* _...........^___ o-a-u ■■ *

Wt I I •:li 1 ■ ? I c? Ar.

1 ^ KfeC '-fsii^sii' M m JT^i' .') , m

SuK-fiAritffcdL .iHBHt.

Wm mÈjii HH

B i

;:ï . | gMi| ■ ■■■ ^r-1 «r- I

fes ■

i; 1 i ^ 4 • ' '

h 11

m

bbmbwM aMMfei te

:

■H

■' lV! .-/if'

■■:•■?.■

■'pi pi ■■. .ftquot;

'v-'^

1^ HBWBBWWBj ». : „.- ' ^ •■

^■■^■■^■■■■■■■{^■■BIIMeiElBH H 9 HH B • iHHHIl

• Brarawpg

mÊÊÊÊÊmmfamp;

f j

.

I

■ ■

mm ? . - ■

.

■M ' !#

- ,

■Hl'

•Vquot;

V.eP'l. ' ' \

::■,

j

•■ jBB HBBBMBHMMi « MKI ~ ■■H|^

'c *j HH 1 quot; ^'■'quot; ■'' '''■■ -t'V ■ ■•-

■ Vquot; ' ; ''.■.■• r.:. .

;■

;■?', ''•• \ --I'M ■ V' I I

I ■ H hbBHH^É M

,

ftpffr-p é0M

'y. : ' ' ;'■■

1.1

'

Kll-'amp;V ■ ■•

, is ^ i' -.^-a 'feiL-iJto.V*■-- i . ,* /;lt;. ,« r fl^^u,,l,

^E^jKBStSigMBMaMS^MW^Hi^^l iMMHl fMffBMaMwMi

.• , . quot;.-v isr V.;-''; I 1

■.**'-*

,

: ; :v:

Tiir1 Ml

•_':;;; .V:';:

-ocr page 545-

G F, SC Hl KI) RN IS DER KIUIISTOCHTKN.

U)

liorael veriieU'en. Daar lid hout van hel ware kruis met edel-gostcenlen en goud bezel was, moosl hel de hehzuchl van de muzelmansche soldalen opwekken; hel werd dan ook dikwijls hel voorwerp van de bloedigsle gevechten. Bij den veldslag van Tiberias, waarin dat vereerde leeken onzer verlossing in de handen van Saladijn viel, lieten de dappersten van het leger zich bij de verdediging daarvan dooden, en de Arabische schrijvers vergelijken de christen krijgers, die hel kruis te hulp snelden, bij de vlinders, die rondom een brandende toorts lladderen.

De soldaten van Christus zoucien geen geveclil hebben durven leveren zonder eerst den zegen der bisschoppen ontvangen te : hebben. Toen hel chnsU'.i leger in de vlakte van Gaza slagvaardig tegenover de Kanviuers stond, talmde men met bet teeken tol den strijd, omdat de patriarch van Jerusalem den

graal' van Joppe zijn zegen weigerde. De zegen en de aflaten der Kerk waren menigmaal hel loon voor een roemvolle daad.

Gedurende hel beleg van Damiate weerhield de pauselijke legaal Pelagius de pelgrims onder de vanen van den kruisioclit en deed hij hun alle gevaren het liool'd bieden, door hun de gunsten des Hemels niet alleen voor hen zelven, maar ook voor hunne in hel Westen achtergebleven gezinnen te beloven. Op welke wijze men ook de kniistocliten moge beoordeelen, liet moet toch gezegd worden, dat het geloot aan de eeuwigheid en de gedachte aan hot toekorastige leven, die de kruisvaarders te midden der vreeselijkste looneelen van verwoesting t-n dood in zich omdroegen, aan de geschiedenis der gewijde oorlogen een kenmerk en een zedelijk karakter geven, die men 111 de roemvolste oorlogen der oude lijden vruchteloos zou zoeken.


DERTIENDE HOOFDSTUK.

TUCHT DER KRUISVAAKDEI'S

Baudri en Robert, de geschiedschrijvers van den eersten kruistocht, vermelden dat men na de belegering van Archas en terwijl de kruisvaarders naar Jerusalem trokken degenen stral'le, die de wellen van de krijgstucht overtraden, en men ze leerde aan degenen, die ze niet kenden: ziedaar alles wal zij ons mededeelen omtrent de tucht der soldaten van hel kruis.

Men heell in de geschiedenis der kruistochten kunnen opmerken, dat de christen krijgers vooral in de school van den tegenspoed leerden. Wanneer zij wederwaardigheden ondervonden, keerden zij tegelijk tot de vreeze van God en de vreeze van hunne aanvoerders, lot hel Evangelie en lot de tuclit terug. Odon van Deuil roemt uitermate de orde, welke in hel leger van Lodewijk Vil heerschte, nadat hel bij Laodicea verrast en overwonnen werd. Aan ieder was zijn post aangewezen, dien hij niet verliet; niemand trad uit het gelid, zelfs niel om den aanval der Turken al' te slaan; vele edelen, die hunne paarden verloren hadden, wapenden zich met den boog en schaarden zich onder de pelgrims le voet. De koning zelf, de meester der wellen, onderwierp zich aan de lucht zoo goed als de soldaten en vertoonde zich, door een dappere schaar gevolgd, overal waar het gevaar van zijne strijdmakkers hem riep.

Dikwerf ontstonden er oncenigheden lusschen de ridders of de krijgers le paard en de kruisvaarders te voet. De werkzaamheden, waartoe de infanterie gebezigd werd, vooral bij de belegeringen, de gevechten, die zij met voordeel leverde, vervulden hen met een blind verlrouwen, en de hoogmoed deed hen soms hunne aanvoerders minacliten. J5ij do belegering van IHolomaïs hebben wij gezien, hoe een tuchtelooze menigte hul kamp verliet, in weerwil hel verbod van de graven en de baronnen, tegen wie men haar opgestookt had; zij trotseerde de excommunicatie der bisschoppen en stormde verward naar de legerplaats der Muzelmannen, die vijfduizend dier onvoorzichtige aanvallers doodde. Een kronijkschrijver maakt dienaangaande een bemerking, die zeer juist de volksmenigte van alle landen en alle tijden kenmerkt. «De verwoedheid,quot; zegt hij, «behield de overhand op de voorzichtigheid, de onsluimigheid op de rede, hel aantal op het gezag. Zoo dikwijls het volk door den hartstocht medegesleept wordt,quot; voegt dezelkle gescliiedschrijver er bij, «beschouwt hel roekeloosheid als moed en erkent geen betere partij dan die welke hel kiest. In zijne onbedaclitzaamlieid vermijdt het dengene, die het wil tegenhouden en minacht dengene, die het wil leiden.quot; Rij het beleg van Damiate, waar Johannes van Brienne hel bevel voerde, beklaagden de voetknechten zich over de werkeloosheid der ridders en schreel zich de eer toe van al de gevechten, die aan de muzelmannen geleverd waren; de ridders en de edelen, al de krijgers die te paard streden wilden zich de beleedigende aanmatiging van de voetknechten niel laten welgevallen. Eindelijk worden de gemoederen verhit, en om aan den twist een einde te maken, verlaten voetknechten en ridders liet kamp, allen brandende van ongeduld om hun dapperheid te toonen en de muzelmannen te verslaan. Men trekt in de grootste wanorde voort, en de slag is reeds begonnen terwijl de bevelhebbers nog beraadslagen. Maar al spoedig ontslaat er een vreeselijke verwarring in de gelederen, en het blinde vertrouwen verandert eensklaps iu de grootste schrik en een algemeene vlucht. De koning van Jerusalem, die de strijders poogde te verzamelen, ware bijkans door het Griek-sche vuur verleerd, een groot aantal ruilcrs en voetknechten verloren bet leven of de vrijheid, en de hoofden van vijihonderd krijgers van het kruis werden, van de romp gescheiden en met zout gevuld, aan den sultan van Cairo gezonden. «Zoo oefende God gerechtigheid over de kruisvaarders, die het kamp verlaten hadden, niet uit liefde lot Hem, maar door een zuc'it naar ijdele roem gedreven,quot; zegt een kronijkschrijver.

Tegen hel einde van die zelfde belegering stelde men strenge straften vast tegen de kruisvaarders, zells togen de vrouwen, die hun posi of de plek des gevaars vei lieten. Men veroordeelde de schuldigen tot het verlies van de rechterliand; hunne wapens en alles wal zij bezaten werd hun ontnomen. Deze strafbepaling schijnt gericht tegen degenen, die zich lafliarlig betoonden, iels wat zelden in de christen legers voorkwam. \\ ij zien soms, het is waar, dat de pelgrims door de overmaat van het gebrek en de ellende, zich door vertwijfeling lieten overweldigen; doch deze toestand was van korten duur, hel verhaal van een wonderdadige gebeurtenis, van een hemelsche verschijning was genoeg om hen weder met nieuwen moed te bezielen. Onze leze.s zullen zich herinneren dat Boliemond bevel gal de huizen van Antiochiö in brand le steken ten einde do kruisvaarders, door den honger ontmoedigd, te noodzaken zich naar de wallen dei-stad te begeven. Men nam ook wet de toevlucht lol andere buitengewone middelen om de kruisvaarders aan bel eerbiedigen van de lucht te herinneren; maar onder de krijgers, die van zoo verre kwamen om vijanden le bestrijden, moesten wetten die de vrees voor het gevaar straften wel overbodig en nutteloos geacht worden.

De kronijken, die van de expeditie van Frederik I spreken, vermelden, dal men in een te Presburg gehouden raadsvergadering wijze bepalingen omtrent de tuchl gemaakt bad. Volgens die zelfde kronijken deed de keizer ze met veel gestrengtieid handhaven, vooral wat betreft lt;le beteugeling der pluiiderzucht. Hel viel niet gemakkelijk de krijgers daarvan terug le houden, die dikwijls aan de eerste levensbehoeften gebrek leden en zich in hun nood overtuigd hielden dal de gelieele aarde aan de soldaten van Jesus Cliristus behoorde. Rij zijne aankomst le Mcopolis benoemde Frederik, bij elke afdeeling van het leger, eenc commissie belast voor de uilvoering der militaire wetten te waken en alle wanordelijkheid te voorkomen. Twee ridders van de boorden van den Rijn betaalden met bun hoofd een inbreuk op de afgekondigde wetten. Zoo vestigde zich de lucht, en het Oosten moest er zich over verwonderen eindelijk een leger uit het Westen le zien, waarbij orde en ondergeschiktheid heerschten. Na den roemrijken veldslag van Iconium medegedeeld le hebben, zegt een kronijkschrijver, dat de soldaten van het kruis zulk een gunst des Hemels waardig waren, dewijl de liefde voor de tucht, do kuischheid en de eendracht in het christen leger heerschten. De emirs, die Saladijn den inarsch en de nadering van Frederik aankondigden, stelden de Duitsche krijgers voor als toonbeelden van alle krijgsmansdeugden.

Voor den aanvang van ieder gevecht verbood men den krijgers, zich vóór de overwinning met hot berooven van den vijand bezig le houden, doch liet was zoor moeielijk zich hierin le doen gehoorzamen, on de strengste verbodsbepalingen vermochten niel altijd de onheilen te voorkomen, die de onbe-leugelbare plunderzuclit na zich sleepte. Onder de oorzaken van de tuchteloosheid in de ehriston legers mag men ook de groole dapperheid der bovelliebbers en der soldaten rekenen. Deze dapperheid kende geen gevaar, en alle voorzorgen tegen den vijand scheen haar een bewijs van zwakheid en angstvalligheid toe. Het voorbeeld van den miraculouzen hond, dien men den hond van O. L. Vrouw noemde, en die bij hel beleg van Ajrika de kruisvaarders vcrwitligde van de nadering des vijands, kenmerkt voortrell'elijk die onbezorgdheid voor het gevaar en hel blinde vertrouwen, dat men in alle kampvechters van het kruis terugvindt. Men had ook nog met oen ander kwaad te kampen, wij bedoelen de onafhankelijkheidszin der


-ocr page 546-

GESCHIEDENIS DER KUU1ST0CUTEN.

grooleii en de leenheerlijke gowoonlea, ilie de ridders en de Ijaronueii ia d(! gewijde oorlogen aiedebrachlen. Wij liebbea gezien dat in den tweeden kruisloclit de ondergang van een voortreHelijk uitgerust leger te wijten was aan de ongelioor-zaamlioid van een aanvoerder, Geoil'roy van Rancon geheeten, voor welke ongehoorzaainheid hij sleehls gestralt werd door hot verlies van zijn eoaimaado en zijne militaire vermaardheid. Gelijk men weel had Uichard zich na de inneming van l'tolomais meer te beklagen over de afgunst en den nijd vaa de overige bevelliebbers daa over de oagehoorzaamheid zijner soldaten. Het vreeaidsoorligste schoawspel ia de gescbiedboeken vaa de gewijde oorlogen biedt bet leger van Frederik li aan, hetwelk zijn bevelhebber niet erkende, dewijl hij ia den kerkelijkea ban was. Terwijl de kruisvaarders ia Palestiaa vooritrokken, verweaschtea de eeaon dea keizer, terwijl de aaderen hem van verre volgdea; al de bevelen werden in den naam vaa de christelijke republiek gegevea. De Iweedracht der muzel-maanen alleea was destijds het behoud vaa hel leger der cliristeaen en opende hel de poorten vaa Jerusaleai.

Men heeft kaanen opaierkea, dal oader de bevelhebbers dei' kfuislochlea de grootste moaarchea zich jaist aiel altijd het beste wistea le doen eerbiedigen. Zich over de Eransche vorsten en baronnen ia Egypte le beklagen hebbeade, voegde de graal vaa Salisbury LodewijklX toe: «Zijl gij daa geea koaiag, daar gij geen gerechtigheid kaal uitoefeaea 1quot; Deze woordea doen gelijktijdig de meeaing kennen, die men destijds van hel koningschap had en den wanordelijken toestand, waarin hel christen leger verkeerde. Mea weet hoe Lodewijk IX. ea zijn leger in de boeien der muzehaaaaea geraakten, en welke de gevolgen waren van de dwaze roekeloosheid en de blinde dapperheid van den graaf van Artois.

Wij zullen hier aiel herhalen wal wij reeds zoo lik wij Is van de militaire orden van het heilige land gezegd hebben. De Hospitaalridders, de Tempeliers en de Teatonische ridders aanvaarddea altijd dea strijd als eea eenig man, en ban onversaagde krijgsmacht was als hel schild der chrislea legers. Zij stelden him eer in de onderwerping aan hunne aanvoerders, en de overwinning zelve kon niet tol verontschuldiging strekken van de geringste ongehoorzaamheid. Ongelukkig beschouwden de uit Europa gekomen kruisvaarders hea altijd aiel een zekeren afgunst, en volgden zij noch hun voorbeeld noch hunne raadgevingen.

Wij hebben gebruik gemaakt van alles wal wij in de kronijken gevonden hebben om hel krijgsbeleid en de laclil der kruisvaarders le doen keanen. Wij zullen dit hoofdstuk besluiten met eenige der militaire stelregelen aan te halen, welke Marino Sanuto in de yeheimen der geluovigen van het kruis aangeeft: «Op de marschen en in alle krijgskundige bewegingen moei hetgeen een leger len voordeele komt ten nadeele van den vijand kunnen strekken .... Hel is beier reserve-troepen achter zich te laten dan soldaten heinde en verre voor het leger uit le verstrooien.... Een klein aantal goed geoefende manschappen behaalt gemakkelijk de overwinning; een oage-oef'eade aieaigle is slechts goed oai te vlaeblea.... De natuur schept weinig menschea met eea sterke en onverschrokken ziel, de lacht geeft moed aan velen.... Een leger, dat in wanorde voorttrekt, verkeert altijd in gevaar.... In alle omstandigheden des levens kan mén eene begane lout herstellen; maar in de gevechlen is oen fout onherstelbaar en de stral volgt altijd van nabij.... Niets is noodzakelijker in den oorlog dan een goed bewaakte legerplaats, waar de krijgers luiaae dagea ea hunne nacblea ia volkomen veiligheid kunnen doorbrengen, als hadden zij hunne eigene stad met zich mide-genoaiea. Waaneer de vijand aadert, hebben zij dea tijd zich tol dea strijd voor te bereiden, en vallen niet onder hel zwaard

als een hoop redeloos vee____ Men heeft het zwaard niet aoodig

om dengeae te overwinnen, die niels voorzien heelt ca die ami den noodigen voorraad gebrek heell.... Roep een groot aantal aiaanen bijeen, wanneer gij over iels wilt beraadslagen; in het commaado aioet gij alleea haadelea.... Ia beslissende veldslagen, wanneer hei leven of dood geldt, is de geringste fout onvergeeflijk.quot;

Deze algemeene stellingen werpen, gelijk men ziet, geen voldoend licht op de vorderingen der krijgskande lea tijde vaa de kruistochten. Maar Sanuto voegt er hij, dat zij, die er meer van willen welen, zulks in do scholen zullen kuaaea leerea, hetgeen bewijst dat de oorlog destijds reeds eea wetenschap was en men er elders dan in de legerplaatsen en op de slagvelden les in gaf.


VEERTIENDE HOOFDSTUK.

VAN 11 ET STAATKUNDIG BK!.KID IN DE KEUlSÏOCHTIiN.

Om den geest der krnisloclilen grondig te kennen, is hel noodig le weten vaa welken aard de betrekkingen waren, die in den oorlog en den vrede tasschen de chrisleaea en de muzel-miimen bestonden. Te midden van de wederzijdsche vijandige gezindheid was niets moeielijker dan een toenadering; en hel vriendschappelijk verkeer lusschen de beide volken ol liever ttissclien de beide vijandige godsdiensten moet niet menigvuldig geweest zijn. Hel eerste voorbeeld, dal de geschiedenis ons daarvan aanbiedl, greep plaats tijdens het beleg van Anliocbië. Gelijk men weel kwam destijds eea gezantschap uil Cairo ia hel kamp der kruisvaarders aaa; weinig vertrouwd mei de gebruiken der onderhandelingen, werden de gezanten naar het slagveld gevoerd, en in zekeren zin de overwinning met de laak helastende voor hen le spreken, boden de kruisvaarders den Egyptischen gezanten de hoofden der overwonnenen aan als eeii bewijs van hunne gevoelens en hunne macht. Eenige kronijken vermelden, dat eea gezaalschap der christenea de afgevamdigdea vaa dea kalif aaar Cairo vergezelde: wij liebbea weinig stellige gegevens omtrent het doe! en het wedervaren van die deputatie der kruisvaarders; maar le oordcelen naar de gebeurtenissen die volgden ea vooral aaar dea veldslag vaa Ascaloa, kan men met grond aannemen, dal noch de christen pelgrims noch de muzehnaanea vaa Egypte destijds vreedzame Ded oei ia gea koesterden. Wij hebben in ons derde boek van de afgevaardigden gesproken, die de emir vaa Ezas aaa de kruisvaarders zond, die meesters van verscheidene sleden van Syrië waren, om hun bijstand tegen den souvereia vaa Aleppo in te roepen. Mea zal zich herinneren dal, lol groole verbazing der pelgrims, eene duif de lijding van het met Godfried gesloten verdrag aan don muzelmaaschea emir overbracht. Overigens vermocht dil verdrag dea emir vaa Ezas niet le redden; later in de banden zijner vijanden gevallen, boette hij met zijn leven een nnlteloos verbond met de volgelingen vaa .lesus Christus.

Na hel herstel van hel koninkrijk Jerusalem moest er eenige toeaadering ontstaan lusschen de christenen en de muzelmansche machten uit de nabuurschap. In hunne onderhandelingen met de ongeloovigen bepaalden de nieuwe veroveraars van Palestina zich lol de verklaring, dat al de sleden van Judea aan Jesus Ghrislus en den heiligen Petrus behoorden, wier dienaren zij waren. «Waarom,quot; zeiden de emir ea de cadi van Gesarea tol de christenen die de stad belegerden, «waarom wilt gij ons land overweldigen en ons dooden, daar er geschreven staat dat God ons evenals u naar zijn beeld geschapen heeft.quot; De christenen antwoordden: «Wij óvervveldigen uw land niet, maar wij eischen een grond die aan den prins der apostelen behoort; wij willen n niet dooden; maar de Heer heelt gezegd: ik hea de God der wrake ea hel zwaard zal getrokken worden tegca degeaea, die mijn wet overtreden.quot; Zoodanig was destijds de taal der christelijke en der muzelmansche diplomatic. Verreweg de meeste steden vaa Syrië belaalden een cijns aan de zegevierende Franken. De schrik, welken de krijgers van hel kruis inboezemden, had alleen de traktaten doen sluiten en waarborgde hare naleving.

Men zag soms een aanvallend en verdedigend verbond sluiten lusschen de christen en eenige muzelmansche vorsten; maar een wederzijdsch wantrouwen verhinderde steeds dat zulk een verbond eenige vruebten alwierp of zelfs eenigen duur bezat. De eenea vreesden Jesus Christus te mishagen door zich met de muzelmannen le verbinden; de anderen duchllen den toorn van Mahomed als zij hunne vanen niet die van hel kruis ver-eenigden. De merkwaardigste ouderhaadelingea der Franken mei de rnuzelmansclie machten waren die van Amaury, koning van Jerusalem, en den kalif van Cairo. Wij hebben reeds de onderhandelingen medegedeeld, waarbij dc beheerscher der gelooviijen verplicht was, tol groole ergernis der muzelmannen, den christen afgevaardigden dc bloote hand le reiken. De Egyptische emirs, die elkander de gunst van den kalif ca hel oppergezag betwistten, riepen beurtelings de wapens van Amaury en die van Noureddin, den sultan van Damascus te hulp. Toen zag men achlereen-volgens aan de boorden van den Nijl gezanten verschijnen, die de hoop der partijschappen vleiden, en legerbenden, die hel land verwoestten. Van weerszijden loonde men meer dapperheid dan wel eerbied voor de Iraclaten ea de wetten der rechtvaardigheid. Tegelijk misleid en overwonnen was Amaury eindelijk


-ocr page 547-

(]RS'CHIi;I)ENIS I)ER KRü 1SÏ0CUTEN.

genoodzaakt Egypte lo vcrlalen, en hel was lo midden van al die omwentelingen, dat de macht van Saladijn toenam, tot hij eindelijk gebieder werd van Damascus, Cairo en Jerusalem.

Vóór den derden kruistocht maakt de geschiedenis gewag van de betrekkingen, welke tusschen de vorsten van het Westen en de machtigste monarchen van Azië aangeknoopt werden. De kronijken van dien tijd vermelden, dat er uil Europa een gezant van den keizer van Duilschland, Gerard geheeten, op weg was gegaan, die zeer voorkomend aan liet hol' van Cairo ontvangen werd en van wien een verslag tol ons gekomen is, hetwelk van een lang verblijl' in het Oosten geluigt. Van zijn kant had Saladijn, vóór de inneming van de heilige stad, gezanten naar het Westen gezonden, en deze gezanten verloelden verscheidene maanden aan hel hof van Frederik Barbarossa. Toen de kruistocht onder de christen vorsten vastgesteld was, wilde Frederik, volgens de wetten der ridderschap, niet tegen den nieuwen veroveraar van Palestina optrekken, zonder hem eerst plechtig den oorlog verklaard te hebben. «Als hóófd van hel keizerrijk,quot; schreel' Frederik aan Saladijn, «is hel onze plichl de stad van Jesus Christus te verdedigen; wij geven u kennis, dat bijaldien gij do landen niet verlaat, die gij kortelings hebt overweldigd, wij, door de kracht des Allerhoogsten ondersleund, den oorlog en zijne wisselvalligheden zullen wagen, lo rekenen met de maand November.quot; Na op die wijze zijn besluit kenbaar gemaakt ie hebben, haalt de keizer van Duilschland de oude kronijken aan om den zoon van Ayoub te bewijzen dat Egypte, Syrië en vele andere gewesten van het Oosten aan de opvolgers der Cesars behoorden. Men ziel daaruit, dat Frederik Palestina niet terugeisclite als het grondgebied van Jesus Christus ol' den heiligen Petrus, maar als een provincie van hel Romein-sche rijk, hetgeen een nieuwigheid in de kruistochten is. De beheerscher van het Germaansche rijk somt de volken op, die hij ter zijner verdediging zou kunnen oproepen, en in zijn briel' noemt liij «de bewoners van den Rijn, die zelfs tijdens den vrede de wapens opnemen; de jongelingschap van Islria, die niet weet wat vluchten is; de Bohemers, die met blijdschap welen ie sterven; de Sueven, de krijgers van Tluiringcn en Franconië, vermaard om hun lisligheid en hun behendigheid; de volken der Alpen, bekend om hunne vlugheid; do Polen, bloeddorstiger dan de dieren hunner wouden; do Pisaners, geducht op de zeeën.quot; In zijn antwoord geelt Saladijn oerst eenige verbazing Ie kennen, daarna somt hij, onder aanroeping van den naam van Mahomed, op zijne beurt zijne strijdkracliton op: «Gij noemt de volken van uw rijk; maar zij evenaren niet in aantal de muzelmansche volken. Wij bevelen over de Arabische Bedouïenen, die alleen onze vijanden zouden kunnen tegenhouden; over de Turcomannen, die genoegzaam zouden zijn om de christen krijgers te verstrooien; Phenicië, Egypte, Syrië gehoorzamen aan onze wetten; als het moest wezen zou de kalll' van Bagdad van zijn troon opslaan, om ons te hulp Ie komen. Maar waartoe zouden wij zoo vele vereenigde strijd-krachleu noodig hebben? Zullen onze legers, die Jerusalem zijn binnengetrokken, onze veroveringeu niet kunnen verdedigenT' Voorts herinnert de sultan Frederik aan de tegenspoeden der christenen in Azië en dreigt hem den oorlog tot in Europa over te brengen. «Neen, bet is ons niet genoeg dit land veroverd te hebben, waarin wij ons nu bevinden,quot; voegt hij er bij, «wij zullen de zeeën oversteken, als het Code behaagt, en, door de goddelijke rechtvaardigheid beschermd, uwe rijken van hel Westen aan ons onderwerpen; want indien gij herwaarts komt, zult gij verplicht wezen uw geheele volk mede te brengen, en er zal niemand achterblijven om uwe steden en provinciën te verdedigen.quot; Ter zelfder tijd dat de keizer van Duitschland een brief aan Saladijn richtte, schreef hij aan den sullan van leoninm, zijn voormaligen bondgenoot, om hem een doortocht door zijne Staten te verzoeken. Frederik ontving van dien muzelmanschen vorst een vredelievender antwoord; maar toen hij in Klein-Azië kwam, vond hij niettemin de gansche Turksche bevolking tegen hem onder de wapens. Wij hebben elders de uitkomst van die onderhandelingen met de muzelmansche machten en den nood-lottigen afloop der expeditie van de Duitschers medegedeeld.

Tijdens den derden kruistocht, die zoo lang duurde, moest men meer dan eens de noodzakelijkheid gevoelen om van den vrede te spreken, en menigmaal mengden zich de ondeiiiande-lingen met de bloedigste tooneelen van den oorlog. Daarbij

loonde Richard zijn wispelturig en onstuimig karakter, Saladijn zijn kalme wilskracht en zijn behoedzame dweepzucht. In de betrekkingen, welke de behoefte aan den vrede tusschen de christen bevelhebbers en de muzelmansche hoofden deed aau-knoopen, merkt de geschiedenis eene soort van hollelijklieid en ridderlijken geest op, welke tot een ander tijdperk zou schijnen te behooren; maar als men zich herinnert dat de bevelhebber van liet muzelmansche leger na het beleg van 1 tolomaïs de tractaten weigerde na te komen, en de koning van Engeland den moord gelastte van duizenden gijzelaars en gevangenen, moet men toch daarin nog do zeden en het staatkundig beleid van een ruwe en barbaarscbe eeuw erkennen. Eindelijk sloot men een vredesverdrag, dewijl men van weerszijden niet meer in staat was oorlog te voeren; maar zoo vijandig was de geestgesteldheid van de machten, die de noodzakelijkheid tot elkander bracht, dat Richard, Palestina verlatende, zich voornam er met een leger terug te keeren, en Saladijn, toen hij een jaar na den bezworen vrede van Damascus stierf, de stoute gedachte voedde zijne wapens tot in Europa over te brengen.

De kruistocht van Frederik II was slechts een langdurige onderhandeling. De keizer had gezanten gezonden aan den sultan van Egypte. Toen de krijgers van het kruis en de verdedigers van den Islam tegenover elkander slon len, dacht men er niet aan den oorlog voort Ie zetten en gevechten te leveren: de geschiedenis toont ons de beide vorsten in een even moeie-lijken toestand aan; Frederik, door de christenen veracht, de sulian van Cairo door de muzelmannen gevloekt, en beiden naar den vrede verlangende uit vreeze voor liinme bondgenooten en hunne soldaten. Eene kronijk van dien lijd schrijft dan ook aan God alleen den afloop van die zonderlinge ondérhandeling loe. «Terwijl men over de teruggave van het heilige land onderhandelde,quot; zegt Richard van Sainl-Gerinain, «besloot de Heer Jesus-Chrislus, die tie wijsheid des Vaders is, in zijne gewone voorzienigheid, dat de sultan de slad Gods aan den keizer zou teruggeven.quot; Hoewel Frederik destijds aan den koning van Engeland schreel, dat Cod zijne macht zoo luisterrijk geopenbaard had door de poorten van Sion voor hem te ontsluiten, bewijzen ten minste het ontzag dat hij voor de muzelmannen toonde, en de woorden, die de Arabische kronijken hem in den mond leggen, dat de keizer m de onderhandelingen met den sultan van Cairo niet het gezag der christelijke Kerk inriep, en Jerusalem niet als erfdeel van den Zoon Gods terugeisclite. Overigens werd nooit eenig verdrag slechter ontvangen door degenen zeiven, die er de vruchten van moesten plukken; want de patriarch van Jerusalem hield niet op die vreedzame verovering der heilige stad voor te stellen als hel werk der goddeloosheid en als een ontheiligingder kruistochten, daar Frederik om zijne euveldaden door den paus geëxcommuniceerd was, zooals wij vroeger zagen.

Frederik hield zich echter aan de tractaten, die hij in Azië gesloten bad, en bleet de aangeknoopte betrekkingen onderhouden. Vier jaren na zijne expeditie naar Palestina, ontving hij in Sicilië de gezanten van den sultan en den Oude van den Berg. De Egyptenaren brachten hem een prachtige tent ten geschenke, waarop de beelden van de zon en de maan den loop der jaargetijden voorstelden en nauwkeurig de uren van den nacht en den dag aangaven. Eenige jaren later zien wij in Matthias Paris, dat Frederik na den bloedigen slag van Gaza een gezantschap aan de sultans van Cairo en Damascus zond om de invrijheidstelling der gevangenen te verzoeken, terwijl hij de ongeloovige vorsten bij weigering dreigde, niet met de strijdkrachten der christenheid, maar met de adelaars van Rome en Germanië.

De kruistochten van den heiligen Lodewijk en de betrekkingen van dien vorst met de muzelmannen roepen tegelijk droevige en roemvolle herinneringen in het geheugen terug. • ij hebben gezien hoe de mamelukken, nog met het bloed van liun sullan bespat, met het zwaard in de vuist, over de vredesvoorwaarden wilden onderhandelen, en hoe de koning van Frankrijk door zijn onverschrokkenheid zegepraalde over eene krijgsmacht, belust op het bloed en de bezittingen der kruisvaarders. Tijdens zijn verblijf in Palestina onderhield Lodewijk 1\ betrekkingen met de emirs van Cairo en den souverein van Damascus; konden die onderhandelingen al niet de rampen van den kruistocht herstellen, zoo had de iiaastenliefde van Lodewijk daaraan toch de bevrijding van een groot aantal christen gevangenen te danken. In Europa teruggekeerd, bleef de monarch de oogen steeds op het Oosten gevestigd houden, waar hij vurig wenschte den standaard van hel christelijk geloof nogmaals te kunnen verhellen. Gelijk men weel, ontving hij verscheidene afgezanten van den koning van Tunis; hij koesterde de hoop dal die ongeloovige vorst zich tol hel christendom zou bekeeren, en deze hoop verleidde hem eindelijk lot een laalsten kruistocht, waarin hem de palmtak der martelaren wachtte. Wij hebben gezien dat die rampspoedige expeditie eindigde met een verdrag, gesloten tusschen den koning van Tunis en den opvolger van den heiligen Lodewijk; dat traciaal, waarvan de Arabische tekst nog in onze dagen iu de archieven van Frankrijk bewaard wordt, is de eerste gewichtige acte van hel staatkundig beleid der kruistochten, dal lot ons gekomen is.


-ocr page 548-

382 GESCHIEDENIS DER KKUISTUGHTEN.

VIJFTIENDE HOOFDSTUK.

VOOKTZEÏTING VAN HKÏZüLFDE ONDERWERP.

Tegen liet einde der kruistocliten gevoelde hel staalkundig beleid den weerslag der tweedraclit, welke te gelijk onder de cliristenen en onder de muzelmannen lieerschte. In de expeditie van den koning van Navarre ziel men de vorsten, de eenen met den sultan van Cairo, de anderen met den vorst van Damascus onderhandelen. De pelgrims van het Westen onderhandelden soms met de Sarracenen ol de Turken zonder de goedkeuring der christenen van liet land, en dikwijls gebeurde het, dat de christenen van hel Oosten een oorlog eindigden zonder er de kruisvaarders van te verwittigen. Men weet hoeveel onderscheidene overheden en verschillende gouvernementen er in hot heilige land waren. De Tempeliers en de Hospitaalridders, de in de verscliillende steden gevestigde natiën van Europa, allen stonden in min ol' meer rechtslreeksche betrekkingen met de muzelniansclie machten; iedereen had do macht, zuo niet om een verdrag te sluiten, dan toch om het te verbreken. De souvereine vorsten van Syrië en Egypte zeiden dan ook, dal men volstrekt geen vertrouwen kon stellen in de christenen, en dat onder hen de kleinsten voortdurend af braken wat de grootsten tot stand gebracht hadden. Hel was iets ongewoons in de kruistochten, vooral in de laatste tijden, dat een verdrag geëerbiedigd werd tot de daarvoor gestelde termijn verstreken was. Nimmer werd men in hel Westen, wanneer men een gewijden oorlog predikte, weerhouden door de gedachte, dat de christen koloniën van Syrië met de muzelmannon in vrede looiden. De hoop op de overwinning of de vrees voor een nederlaag was de eenige en de ware maatstaf van den eerbied, dien men voor do verdragen met de ongeloovigen voedde.

Daar geen enkele menschelijke macht de naleving der trac-lalen kon waarborgen ol' verzekeren, riepen de contracteerende partijen het gezag dor godsdienstige meeningen te hulp, en verklaarden liet anathema te verdienen, hetwelk elke godsdienst tegen den meineed uitspreekt, indien zij hun woord niet gestand deden. De christenen namen Jesus-Ghristus tot getuige en bewilligden er in hel doopsel te verloochenen, indien zij hunne eeden schonden. De muzelmannen namen hun profeet lol getuige en verklaarden zich vooruil ontrouw aan de voor schriften van den koran, indien zij hun bezworen woord braken. Bij zekere gelegenheden nam men zijne toevlucht lol buitengewone middelen om zich van de wederzijdsche naleving der tractaten te verzekeren. Soms ziet men in de geschiedenis do cliristenen en de barbaren hun bloed in een beker vermengen ten teekon van bondgenootschap en broederschap. De naleving der welton van den oorlog en don vrede werd niet altijd door die verschillende voorzorgen gewaarborgd en zoo groot was de minachting voor de heiligheid der eeden, dal men zich van weerszijden ter nanwernood over de schending van hel volkenrecht beklaagde en de verbreking van een verdrag geen verbazing verwekte.

Toen de sultan van Damascus dood was, zegt een oude kronijk, wan-n al de Imclalen dood. Deze naïeve uitdrukking schildert zeer juist do wanorde en den verwarden toestand van dat ongelukkige tijdvak. In hun staat van verval onderhandelden de christenoi» niet moer voor het behoud van hunne macht maar voor het behoud van hun leven. Het is een bedroevend gezicht, die rampzalige nakomelingen der Franken te zien, voor wie de tractaten nog slechts actcn van onderwerping waren; men eischic van hen, dat zij hunne sterkten zouden ontmantelen, on zij oiitnianlelden ze, dat zij van allen verbond molde volken van het Westen zouden afzien, en zij zagen er van af; zoo veiiooclienden de zwakke zonen van het koninkrijk van Godfried in zekeren zin hunne broeders van hel Westen en durlden zij niet meer aan den roem der kruistochten te herinneren.

Toen liet Oosten geen kruisleger moer zag verschijnen, werden de handelstractaten hel eenige doei der onderhandelingen met de muzelman non. Hel is opmerkelijk met welk eene scherpzinnigheid alle inoeielijkheden in die diplomatieke stukken zijn voorzien en welke geest van list en voorziebtigheid bij hunne samenstelling voorzal. Velen daarvan zijn door de üoslersche gescliiedsclirijvers tot ons gekomen; wanneer men ze met aandacht leest, bespeurt men daaruit dat de muzelniansclie machten langen tijd de hervatting van de gewijde oorlogen vreesden en zij voortdurend tegen do christenen van hel Westen bel wantrouwen en de veroordeolen hieven voeden, welke de kruisvaarders hun ingeboezemd hadden.

Wij zullen hier niet spreken van de betrekkingen der Franken met de Tartaren: de volken van Tarlarije ver!oondeii zich en : i op do schouwplaats dor goheurtcnissen tegen het einde drr kruistochten en toen de christen koloniën den volslagen ondergang reeds nabij waren. De Mongoolsche natie beproefde herhaalde koeren hare veroveringen tol in Egypte uil te strekken, en was zij in de wisselingen van den oorlog beurtelings de bondgenoote der muzelmannen en der christenen. Toon de Tarlaren eenmaal den Euphraal overgetrokken waren, zonden zij menigmaal gezanten aan de koningen van Europa, en deze zonden van hunnen kant verscheidene koeren gevohnaclitigdon aan de Tartaren. In de archieven van Frankrijk woiden twee brieven bewaard door het opperhoofd van die harhaarsche natie aan Filips den Schoone gezonden. De Tartaren, welke geen nationalen godsdienst bezaten, omhelsden eindelijk den muzel-manschen godsdienst, die in Azië de heerschende was. Hel is waarschijnlijk, dat indien de christen natiën hun do hoop op een machtig bondgenootschap hadden kunnen aanbieden, zij het christendom omhelsd zouden hebben, en deze bekeering der Mongoolsche volken tol het Evangelie zou hel aanscliijn der wereld hebben kunnen veranderen.

Wij zullen niet terugkomen op de ondorliandolingen der Grieken en der Franken, waarover wij dikwerf gesproken hebben. Zoo dikwijls de kruisvaarders met de meestors van Griekenland ondorliandoldeii, het/ij over hun doorloclil, hetzij ovlt de levering van levensmiddelen, kwam de gedachte hij hen op zich van Conslantinopol meester te maken, waarvan hol telkens opnieuw ondervonden verraad ook voor een groot gedeelte de reden was. Eindelijk werd Gonstantinopol genomen en hel Grieksche rijk omvergeworpen; een betreurenswaardig gevolg-van een afkeer lusschen twee volken, die niet met elkander in aanraking konden komen zonder hun haat le voelen aangroeien. Toon de Grieken in liet bezit van Byzantium waren hersteld, werden er opnieuw onderhandelingen geopend met de Latijnen en het hof van Rome; men beloofde de Grieken legen de Turken te zullen bijstaan, indien zij de suprematie van de Roomscho Kerk erkenden; in de oogenblikken van gevaar beloofden de Grieken zich aan alles le onderwerpen wat men van hen eischte. Te midden dier door de vrees onderhouden lie trekkingen, waarbij altijd hel wantrouwen de overhand had, viel het Grieksche rijk geheel in puin, en werd zijn hoofdstad eindelijk een gemakkelijke prooi voor de Barbaren, die hel sinds verscheidene eeuwen bedreigden.

Wij zullen nog boter hel staalkundig beleid der kruistochten doen kennen, door een beknopt overzicht le geven van do betrekkingen, welke do opperhoofden der Kerk met de ongeloovigen onderhielden. De eerste boodschap welke de pausen aan de muzelmansche machten richtte, is de brief, die Lucius III aan Saladijn zond, om hem uit le noodigen lot een uilwisseling der gevangenen. De sultan toonde zich gunstig gestemd voor hel verzoek van den opperherder, en antwoordde aan Lucius dat hij diens brief mcl een vergenoegd luirl en een opgeriiimden geest ontvangen had. Saladijns broeder, wien de paus' insgelijks een brief geschreven had, zeide in zijn antwoord, dal hij hem als zijn besten vriend beschouwde, Malek-Adhel bad God, dal Hij aan hel hoofd dor Kerk, zoowel als aan hem zeiven, onder den bijstand van de yodilelijke genade, mocht ingeven wal er le doen stond vuur het welzijn der christenen en der muzelmannen. Do vriendschappelijke béwoordingen van die brielvvisseling mogen bij den eersten oogopslag eenige verwondering baren; maar men moet niet vergeten, dat de nieuwe boheerscher van Egypte en Syrië destijds dreigde Palestina te overweldigen, en hij niets zoozeer vreesde als een kruistocht, die hem in zijne plannen zou kunnen dwarsboomen.

Toen Malek-Adhel, na den dood van Saladijn, liet rijk der Ayoubieton bestuurde, zien wij nieuwe betrekkingen lusschen dien vorst en paus Innocentius III aanknoopon. In zijn brief aan den sultan verklaarde de opperherder het verlies van Jerusalem door te zeggen dat er in den hemel een God is, die de tijden naar zijn welbehagen verplaatst en de rijken dezer aarde geeft aan wien Hij wil. Daarna riep hij de goedertierenheid van don muzehnansclien vorst in ten gunste van de gevangenen en de ongelukkige bewoners van hel heilige land. De paus eindigde mol den souverein van Damascus den raad le geven de stad van Josus Christus, welker behoud voor hem geen waarde had en hem in vele gevaren en opolleringen moest medesleepen, aan de christenen terug le geven. De geschiedenis vermeldt niet, ol' de broeder van Saladijn op dien brief van Innocentius hoeft geantwoord.

Gregorius IX knoopte insgelijks betrekkingen aan met de ongeloovige vorsten; maar men ontwaart in zijne brieven een


-ocr page 549-

GESCHIEDENIS DER KllülSTOCIITEN.

353

anderen geest en een verschilleiul kacakler. Zicli ter zeUdei' tijd tut den kalif van Bagdad en de souvereinen van Cairo en Damascus wendende, stelde de paus zich aan hen voor als do tolk der Heilige Scliriltuur, en spoorde hen aan zicli tot liet christelijk geloof te hekeeren. Hij haalde beurtelings de patriarchen, de profeten en de apostelen aan, waaracldine lichten (ip den weg der evuiKjelische waarheden geplaatst. «liet is uw rijk niet, dat wij van u vragen,quot; voegde Gregorius er bij, «maar u zeiven. Wij willen geen inbreuk maken op uwe macht of op de eer die u bewezen wordt; het Is onze dierbaarste wensch u boven de eeuw te verhellen en uw heil op de aarde en in deu hemel te verzekeren.quot; Het zou voorzeker zeer belangwekkend zijn om het antwoord te lezen, dal de muzelmauselie vorsten en vooral de stedehouder van Mahomed aan het opperhoofd der christelijke Kerk deden toekomen, maar wij hebben omtrent dat punt niet de minste opheldering gevonden, noch bij de Arabische schrijvers, noch bij de geschiedschrijvers van het Westen.

In de oorlogen tegen de Turken kwamen de pausen menigmaal in aanraking nu eens met de veroveraars van Griekenland, dan weder met de muzehnansche machten van Egypte, 1'erzlë en Syrië. Een der vurigste predikers van den gewijden oorlog, Plus II, kwam, na over de geheele aarde vijanden tegen de Turken gezocht te hebben, op den zonderlingen inval om aan de wapens van Mahomed de bewijsvoeringen van de godge-leerdheld tegenover te stellen eu door de redeneerkunde over hem te zegevieren. Er is een zeer uitgebreide verhandeling voor ons bewaard gebleven, waarin de opperherder beurtelings tracht den geest van deu Turkschen keizer te overtuigen door redeneeringen, en zijn eerzucht te verlokken door hem op de gemakkelijke verovering te wijzen vau het gansche Oosten en zelfs op liet bezit van Hongarije en Bohemen. Geeu acht slaande op al die brieven en onderliandelingeu zetten de vorsten der muzelmannen steeds den loop humier overwinningen v.ooi l, en de christenen zagen zich dikwerf genoodzaakt om den vrede te verzoeken.

Dat de pausen op die manier moesten onderhandelen, ofschoon er weinig kans van welslagen bestond, loont ons duidelijk het verval der gewijde oorlogen. Dewijl zij er bij de vorsten te vergeels op bleven aandringen en zij geen leger van soldaten kouden op de been brengen, daar de kiijgshaflige geestdrift bij de volken begon uit te dooven, beproefden zij het met redeneerlngen. In de eerste kruistochten stelde men zich vooral de verovering der rijken van de ongeloovigen ten doel; de bekeering der muzelmansche vorsteii werd daarna bet grootc doel der opperherders. Overigens gehikte deze laatste pogingen evenmin als de vorige, en God stond toe, dat al de landen, wier bezit men nu eens door vrome bewijsvoeringen, dan weder door het zwaard der krulsvaardeis betwist had, la de macht der vijanden van het evangelie bleven,


ZESTIENDE HOOFDSTUK.

HOE HET IN EUUOI'A TIJDENS DE KRUISTOCHTEN GESTELD WAS.

De kruistochten waren een grootsch schouwspel voor de destijds levende geslachten, la al die verre expeditiëa hield Europa voortdurend de blikken gevestigd op Syrië en op de wegen, die naar Jerusalem voerden. De kruisvaarders leverden geen gevecht, ledea geen nederlaag, of het gerucht daarvan verbreidde zich door de gansche christenheid. Men heeft gezien aan welk vreugdebelooa de geloovigen zicli overgaven, toen zij vernamen dat de heilige stad door Godfried van Ijoulllon eu zijn leger verlost was. In de steden, in de kasteden, in de hutten der lijfeigenen, in de kloosters, overal herhaalde men den naam van Jerusalem; alle christen gezinnen jubelden en waren blijde, als had God aan leder hunner Zijne zegeningen aangekondigd, eu als ware een tijdperk van geluk voor de wereld aangevangen. Tachtig jaren later, toen de stad van Jesus Clu'lslus door Saladijn liernomen werd, lieerschte er algemeene rouw in de Latijnsche Kerk; het Westen zou minder verslagenheid onder zijne volken aanschouwd hebben, Indien eenige groote ramp de bloeiendste landstreek verwoest hadde, of indien de helft zijner bewoners door den oorlog of de hemelsche gramschap omgekomen ware.

Europa bedroefde en verheugde zich slechts over de gebeurtenissen die met de kruistochten ui hel heilige land in verband stonden, men stelde alleen belang in hetgeen uit hel Oosten kwam, en alles wat niet met de overheerschende hartslochlen strookte, werd voor bedrog verklaard. Te vergeefs hingen de deserteurs van den eersten kruistocht om hun vlucht te verontschuldigen een waarachtig tafereel op van de door hen uitgestane elleuden en gevaren: niemand wilde hen gelooven; men had hun vertrek beweend, ineu vloekte hun terugkeer, en de Kerk, zicli bij het volk aansluitende, bedreigde hen met de wraak des Hemels, zoo zij met ijlings naar Azië terugkeerden. Daar men zich overtuigd hield, dat God de wapens der kruisvaarders begunstigde, geloofde men gemakkelijk aan de verhalen hunner overwliiulngen ; wee deu oavoorzichlige, die het eerst de lijding van een door de kruislegers geleden ramp in bel openbaar vertelde! In de eerste expeditie van Lodewijk IX had de faam la deu beginne de imiemlag vau Cairo aangekondigd, eu in alle kerken hadden de geestelijkheid en het volk hel Te Deum gezongen voor die verovering der kruisvaarders; de geschiedenis zegt ons, dat men degenen, die te midden der algemeene blijdschap van de gevaageuschap des koniags begoaiien te moinpelea, als misdadigers ter dood bracht.

De la Europa vertoevende christenen hadden, evenals de menigte der kruisvaarders, hunne voorteekenen, die hun de zegepralen ol de nederlagen der pelgrims voorspelden. De gescliiedeais vau dien tijd maakt melding van een noorderlicht, dat bijzonder de aandacht trok der kruisvaarders, die aan de belegering vin Antiochië deelaamen en ter zellder lijd in Nor-maudië werd waargenomen; liet werd beschouwd als hot toeken der gebeurlenissen, die aan gene zijde der zeeëu moesten plaats grijpen. Wij lezen in Willem van Nangis, dat terwijl paus Eugenius HI te Reims liet heilig misoller opdroeg, hel bltel I van Jesus Christus over hel allaarkleed vloeide; ter zelfder tijd viel de bliksem op een klooster van Picardië terwijl de monniken ia de kerk waren, en twee kloostei lingeii werden in hel heiligdom door hel vuur des hemels gelroHen; men voorspelde daaruit groole rampen voor do claislen wereld, ea weldra vernamen Dülschland eu Frankrijk de treurmare der ontzetlende wederwaardigheden van den tweeden kruistocht. Tijdens de zesde expeditie had de paus bevolen, dat men elke maand ea op deiizelfdea dag in alle parochiën een processie zou houden om van God te verkrijgen dat Hij schande en beschaming van de wapenen der kruisvaarders verwijderd mocht houden. Onder de plechtige hoogmis, op het oogenblik dat de heilige lloslie voor de zonden der wereld opgedragen wordt, bogen alle christenen ootmoedig de knieën en zongen in koor den krijgs-zuchllgen psalm: Dat de lieer opsta en dat allen die Hem haten voor Zijn aanschijn de vlucht nemen. In een brief uit het Oosten schreef men aan de geloovigen, die het kruis niet aangenomen hadden: Vergadert u om te bidden op den vrijdag die het feest der zegepraal van Jesus Christus zal voorafgaan; want op dien zeilden dag zullen wij met do Sarracenen slaags wezen.quot; Zoo vereenlgde het gebed degenen, die in Azië streden en degenen, die hunne haardsteden niet verlaten hadden. De christenheld bood een nog treflender schouwspel aan in eea kruistocht legen de Turken: eiken dag luidde men op het middaguur de klok en van af Noorwegen tol aan de baal van Cadix baden al de cbristenen gezamenlijk voor buiiue broeders, die Belgrado verdedigden, dal door Mahomed 11 belegerd werd.

Algaaude op de kronijken van die lijden hebben wij gezegd, dat tijdens de gewijde oorlogen de onlusten die Europa ver-oatrustlen plotseling ophielden. Er was voorzeker iets waars la deze wonderdadige schorsing van alle verdeeldheden; maar het zou overdrijving zijn te beweren, dal er gedurende de kruls-tochlen geen onlusten of oorlogen plaats grepen. Orderlcus Vilallus spreekt in zijne geschiedenis breedvoerig over dea oaicclilvaardigea ea wreeden oorlog, dien Willem de Rosse, koning van Engeland, tegen Hella, heer van Mans, voerde. Vruchteloos riep de ongelukkige Hella, die het kruis aangeao-men had, de voorrechlea van den gewijden oorlog ia eu sprak hij tot dea Engelschea monarch: «Ik zal het kruis op mlja schild, op mijn helm, op het zadel en op den loom van mijn paard plaatsen,quot; Willem voerde niettemia een leger in het laad vaa Mans; het geheele gewest werd verwoest, Hella In boelen geslagen; en die lielligschenuende gewelddadigheden, zegt de geschiedschrijver, dien wij zoo evea aangehaald hebben, wtrdea gepleegd ter zelfder lijd dat de kruisvaarders naar Jerusalem trokken.

In zijne brieven aan Lodewijk VII, verwijt de abt Suger den koning, dat hij de ongeduldige liefde zijner volken niet beantwoordt ea door zijn uitblijven de rust van zijn rijk ia gevaar brengt, welke door de eerzuchtige woelingen van de graven eu barounea verstoord dreigt le worden Wilbald, abt van Corvey, die in de afwez gheid van Koearaad hel Germaanschc


-ocr page 550-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

rijk bestuurde, richt dezelfde verwijten en dezelfde beden tot den keizer van Duitschland. Lotharingen was prijsgegeven aan rooverijen en brandstichtingen, en wat den vromen prelaat bijzonder bedroefde, was dat men zell's de privilegiën der abdij van Corvey niet geëerbiedigd had.

He bisschoppen hadden van den paus den uitdrukkelijken last ontvangen allen te excnmmumccoren, die het zouden wagen den openbaren vrede Ie verstoren en zich de rechten der ten kruistocht uitgetrokken vorston zouden aanmatigen. Deze bedreigingen moesten een heilzame uitwerking liebben; maar zii moesten soms ondersteund worden door de wereldlijke kracht, en het meerendeel van de krijgers, die de gerechtigheid konden doen eerbiedigen, waren naar hei Oosten vertrokken. Men mag met grond aannemen, dal de vonnissen der Kerk menigmaal onuitgevoerd bleven, daar de aanzoeken en de bedreigingen van den Heiligen Stoi'l de; gevangenschap niet vermochten te verkorten ol'te verzachten van Richard Leeuwenhart, die bij zijn terugkeer uil Palestina in de handen zijner vijanden gevallen en de gevangene van een chrislen monarch geworden was. Indien de excommunicalies van Rome de koningen niel hadden kunnen beschuiten tegen de ongerechtigheid en de vervolging, wat vermochten zij dan voor de eenvoudige pelgrims, voor. hunne verlaten vrouwen en kinderen. De abt van Clairvaux, die zeide, dat tengevolge van zijne predikingen in frankrijk en Duitschland de dorpen en de kasteden verlaten waren en er op vele plaatsen ter nanwernood een man tegen zeven vrouwen overbleel', de abt van Clairvaux, zeggen wij, schilderde een getrouw talereel van den kruistocht en van dc ongelukken van allerlei aard, die hij na zich moest sleepen.

Uier is liet, dat de gewijde oorlogen zich onder «Ie bedroevendste gedaante aan onzen geest vertoonen. Geen enkele oude kronljk, 'die niet, bij het vertrek der kruisvaarders, zich vermeldt in hun aantal, hun zegevierenden tocbl; maar van al die legers, die de iiitgestreklste velden tor nauwernood konden omvallen [ en die het Oosten moesten veroveren, kwam er geen een in Europa terug. Gelijk aan den schipper der onderwereld uit de label schi'int de Geschiedenis van dien tijd zich slechts ten taak gesteld 'te hebben de krijgers van het kruis buiten de grenzen van hel christelijk Europa te voeren; zij vergezelt hen 'naar Azië als naar hun' gral'en bewaart daarna een diep stilzwijgen. «O Jerusalem, stad van den Koning des hemels,quot; riep een opperhoofd der Kerk uit, «hoevele krijgers heelt de ehnstenlieid niet uitgezonden om u bij te staan! hoevele chris-leiicn zijn niel gewapend geworden met het teeken des kruises, om u te onttrekken aan het juk der dienstbaarheid! en hoe velen van die krijgshariigc pelgrims hebben in Int Oosten boeien, wederwaardigheden ol' den dood gevonden!quot; Hij hel verhalen der ellenden van de pelgrims heelt de geschiedenis ons slechts gesproken van de verdrietelijkheden der godsvrucht, hoeveel belang zouden bare talereelen ons ingeboezemd hebben, indien zij, te midden dier groolo staalkundige en godsdienstige bewegingen, hel gelieim der menschelijke genegenlieden ervaren en rékenschap gehouden had met de tranen binnen de muren der door het hool'd des gezins verlaten woonstede vergoten; indien zij de doodelijke ongerustheid had geschetst der echt-genooten', vrienden en magen, door een zoo lange alwezigheid ol' liever door een ballingschap gelijk aan den dood gescheiden! Rij hel verlaten van den huiselijken haard zeiden de pelgrims tot hunne in lianen smeltende vrouwen en kinderen: « Itiiiiwn twee, hi a it f ii drie jaren keeren wij terug;quot; maar deze belofte zelve geleek maar al te zeer op een eeuwig vaarwel. De historische overleveringen halen voorbeelden aan van eene onwrikbare vriendschap die al de beproevingen van een wreede en langdurige scheiding weerstond; maar naast die wonderen van de trouw zouden tallooze voorbeelden aangehaald kunnen worden van bi.nden, verbroken door de ondankbaarheid, door hel aantrekkelijke dei' nieuwheid, ol' door de overmaat van ellende, wélke den moed onlzenuwl en de harten koud maakt! Hoevele treffende herinneringen werden niel uil hel geheugen gewischt ! hoe vele verwachtingen niel teleurgesteld I hoevele valsebe eeden niel afuele'rd, waarvan hel kruis het voorwendsel was en welke de quot;■odsvrucht niet kan verontseluddigen ! hoe velen werden niet misdadig verlaten duur dc valsche toepassing van de Evangelische

spreuk: «Hij die zijn vader, zijne moeder, zijne bloedverwanten, zijn huis zal verlaten, om mij te volgen, zal honderdvoudig beloond

worden.quot; . , , ..

Men verkeerde soms verscheidene jaren lang in onzekerheid omtrent hel leven of den dood der kruisvaarders. In die bange onzekerheid werden, als men des nachts iets ongewoons had gedroomd, de droomuitleggers geraadpleegd, en bun uitspraak was voldoende om treurigheid of blijdschap in de harten le verwekken; menigmaal meenden de bekommerde bewoners van een kasteel voor de ophaalbrug de klagende schim te hoeren van een bij het beleg van Damiate of Plolomaïs gesneuvelden ridder en dit was de eenige tijding, welke men van zijn overlijden ontving. In den nacht welke de slag van Man-sourah voorafging zag de moeder van Willem Langzwaard m den droom een jeugdig krijgsman, in een blinkende wapenrusting gedost, ten hemel opstijgen; de kleuren van bet schild dat hij droeg kwamen haar bekend voor, en verbaasd vroeg zij wie hij toch was: «Het is Willem, uw zoon,quot; antwoordde haar een stem die haar bekend was. Eenigen tijd daarna vernam men in Engeland, dal Willem Langzwaard gestorven was op den dag zelven, dat zijne moeder hem naar het verblijt der uitverkorenen en der martelaars had zien opstijgen.

lt; en brief van Innocenlius maakt ons de levendige bekommering kenbaar van koningin Rlanea bij hel vertrek van I,odewijk IX: «Uw steeds bekommerd, sleeds bedroefd gemoed kan volstrekt geen rust, vinden. Sidderende over hel lol uwer kinderen, volgt gij met de oogen des geestes hunne bewegingen en hun tocht, eii limine heriim-ring alleen houdt u bezig; uwe moederlijke bezorgdheid waakt onafgebroken, gij verkwijnt in een wreede onzekerheid.quot; Wie herinnert zich niet met droefheid, bij het lezen der woorden van den vader der geloovigen, dat de hekom-mering van lïlanca maar al le spoedig verwezenlijkl werd en zij hare drie naar liet Oosten vertrokken zonen niet wederzag. Men heelt Margarelha van Ilenegouwen niel vergeten, die in het Oosten hel spoor van haren echtgenoot, die in de handen der muzelmannen gevallen was, ging zoeken en onverrichterzake, zonder iels te hebben kunnen ontdekken, in Kuropa terugkwam. Nooit heelt het bedroefde Frankrijk le weten kunnen komen wat er geworden is van den graaf van Rar en tal van doorlnclitige ridders, die aan den slag bij Gaza deelgenomen hadden. Zekere graaf van Meckelenburg bleef zes en iwintig jaren in de kerkers van Damascus opgeslolen, zonder dal zijne bloedverr,anten in Duitschland wisten of hij dood of levend was. Ondanks de zorgvnl ligste nasporingen mocht het niet gelukken hel lot van keizer Roudewijn, die door de Rulgoren gevangen genomen werd, le ontdekken, 'en de Vlamingen waren op het punt de wapens op le nemen voor een bedrieger, die zich voor den graal' van Vlaanderen uilgal.

Soms gebeurde hel, dal de pelgrims, na een langdurige alwezigheid, door hunne eigene famihebelrekkingen verloochend werden. Ken vrouw vond haar man met eon andere vrouw, een man zijne vrouw met een anderen man gehuwd. Deze huwelijken werden gemeenlijk door de geestelijke rechtbank vernietigd, de eenige die in zulke punten in alles wal de kruisvaarders aanging gerechtigd was uitspraak te doen. Meer dan een kruisvaarder zag, hij zijn terugkeer onder het dak van zijne vaderen, zijne bezittingen in de handen zijner erfgenamen, die, hem onder de niartelaren van Jesus Christus tellende, zijne aardsche goederen gedeeld hadden. Deze misbruiken waren zeer menigvuldig en stiehllen veel verwarring in de gezinnen. L)e pausen traclilten middelen le vinden om daarin te voorzien en verscheidene breven werden door de opperherders uitgevaardigd, waarbij het den geloovigen verboden werd over de bezittingen van een pelgrim le beschikken alvorens men zekerheid van zijn dood had, hetgeen soms een andere moeielijkheid opleverde en het kwaad niet altijd verhielp.

Hel moet gezegd worden dat de langdurige afwezigheid der pelgrims en de zwervende levenswijze der kruistochten niet altijd gunstig op dc huiselijke deugden werkten, en men maar al te dikweil' in al die expedition, ondernomen om het erfdeel van Jesus Christus le verlossen, de voorschriften en de zedeleer vergat, welke de Zoon Gods aan de menschen gebracht had voor de handhaving van den vrede en de gerechtigheid.


-ocr page 551-
-ocr page 552-
-ocr page 553-
-ocr page 554-

DE KRUISTOCHT DER KINDEREN.

-ocr page 555-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

ZEVENTIENDE HOOFDSTUK

VOORTZEÏTINCr VAN HETZELFDE ONDERWERP.

Rleven do rijkon van Europa met luinno wellen cn hunne inslellingon Ier prooi aan velo gewelddadigheclcn on ongerech-liglieden, liocvole rooverijen moesten er dan niet bedreven worden op do onmetelijke uitgeslrektlieid der zee, waar de misdaad geen andere getuige te vreezen had dan God, en geen andere straf dan de wroeging dor misdadigers! Terwijl dc vloten der handelssteden de christen legers, dn wapens en do levenshehoelten van do kruisvaarders naar Syrië overbrachten, verkocliton kooplieden, door hebzucht gedreven, aan do onge-loovigen timmerhout, ijzer en alles wat do Barbaren in limme oorlogen tegen do christenen van dienst kon wezen. Ter zellder tijd dat do christenen in Palestina streden voor do verlossing vim het heilig graf, dreven zeeschuimers de Middellnndsche zee af en plunderden afwisselend de aanhangers van Mahomed en de volgelingen van Jesus Christus. Verscheidene verordeningen iler pausen werden tegen die schenders van het volkenrecht en de evangelische broederlijkheid uitgevaardigd. Aan de steden en dorpen, die zij bewoonden on van waar zij uitgegaan waren, werd bevolen hen terug te roepen en testralfen; in alle steden, dio de kust zoomden, werden eiken zondag de decreten afgekondigd die hen van de gemeenschap der geloovigen uitsloten; hel was verboden eenige gemeenschap, eenigo betrekking met hen te onderhouden; indien eenige ramp hun leven bedreigde, hadden zij geen deel aan de gebeden hunner broeders de christenen; vielen zij in de handen der Turken, dan moest men hen in de slavernij laten verzuchten.

Men heeft in onze geschiedenis kunnen opmerken, dat de vervolging van de joden bijna even lang duurde als do kruistochten. Die rampzalige natie had niet lang verademing, en do zoo dierbare naam van Jerusalem was voor haar ecu teeken van oorlog en van verdelging. Een Duitsche kronijk verhaalt, dat bij het vertrek der eerste expeditie meer dan twaall duizend Israëlieten door hot zwaard omkwamen. De welsprekendheid van den heiligen Bernardus on do breven der pausen verdedigden hen legen do blinde hartstocliten van de menigte; maar do menschlievendheid der godgeleerden cn dor weidenkenden van die barbaarsche tijden bepaalde zich tot de bescherming van hun leven; hunne bezittingen werden zelden door dc pelgrims geëerbiedigd, die alles wat zij bezaten le gelde maakten om naar het Oosten te gaan, en zich overtuigd hielden dal do joden ook gedeeltelijk de onkosten van do gewijde onderneming moesten betalen; soms deed men hen, gelijk de geestelijkheid en de kardinalen, het tiende en hol iwintigsle van huiine inkomsten opbrengen; dikwijls worden de schulden kwijtgescholden, die men jegens hen aangegaan had, en werd alles wal hun verschuldigd was ten bate der schatkist of der Kerk verbeurd verklaard. Nochtans zien wij hen steeds hun woekerhandel voortzetten; in hunne handen verpandden de hoeren, die het kruis aangenomen hadden, hunne inkomsten, soms hunne grond-beziltingen; de geestelijkheid zelve, die onder de vanen van hel kruis dienst nam, leende van hen het noodige geld voor den tocht, en het gebeurde menigmaal dat tijdens den ganschen duur van een gewijdeu oorlog do gewijde vaten en do sieraden der kerken in bewaring bleven bij dat volk, hetwelk men den dood van Jesus Christus verweet.

De geest, die de kruistochten voortgebracht had, nam soms een andere richting, en al die godsdienstige hartstochten, welke het Oosten bedreigden, barstten in Europa uil, gelijk aan die orkanen, die nu eens verre wegdrijven, dan weder uitbreken boven de plaatsen zelve, waar zij ontstaan zijn. Men kont de omwenteling der PasUmrcmix, die Frankrijk tijdens do gevangenschap vau den heiligen Lodowijk kortstondig beroerde; de volken hielden zich overtuigd, dal God de oilers van do groolen der aarde verwierp eu do verdediging van zijn erfdeel aan de zwakken en de geringen wilde toevertrouwen. Deze omwenteling herhaalde zich in hel begin der veertiende eeuw, en schijnt op beide lijdslippen dezelfde beweegreden en hetzelfde godsdienstige en slaalkundige karakter gehad te hebben.

Onder de beroeringen, door den geest der gewijde oorlogen veroorzaakt, moeten wij vooral wijzen op den waanzin, die zich van de jeugd on de kindsheid zelve meester gemaakt had; wij bedoelen dien kruistocht van kinderen, welke plaats greep eenige jaren na de inneming van Conslantinopol door do Latijnen. Daar aile monscholijke wetten bij don aanblik van liet kruis zwegen, durfde niemand zich togen die onderneming aan le kanten, welke men als een heilig verzet togen het vaderlijk gezag cn de ongewijde wetten van het huisgezin beschouwde. Wanneer men die jonge dwazen opsloot, openden zich de poorten der gevangenissen hij do enkele woorden; Wij gaan nactr Jcvusnlem! on wanneer ecu verstandig mensch een berisping, een aanmerking waagde, boschnldigde men hem een aanhanger ot modoplielitige der kotters en der ongeloovigen te wezen. Aan degenen, die den vrede wilden prediken on do stern der rede doen iiooren, mocht het niet gelukken zonder ergernis aangeboord te worden dan door do aanstokers van dio ordelooze beweging voor te stellen als toovenaars of handlangers van den duivel.

De kruistochten waren het voorwendsel van verscheidene andere wanordelijkheden. Een kronijk van Oostenrijk verhaalt ons dat in Duitschlaml een groot aantal gelukzoekers en land-loopers het kruis en de wapens opnamen, en in de provinciën rondzwierven, met geweld do schattingen hellende, welke de keizers voor het onderhoud en de verdediging der heilige plaatsen vastgesteld hadden. Verscheidene diakenen, die zich bij do nieuwe kruisvaarders aangesloten hadden, verkondigden iu den naam van God, dat de geloovigen, die den cijns voor den gewijden oorlog niet zouden betalen, vervloekt en hunne woningen door het vuur des hemels verteerd zonden worden. Do geschiedenis voegt er bij, dat niemand tegen die oproerige samenscholing de slem durfde te verheHen: Duitschland wachtte lot zij zich van zelve oploste, evenals men het einde van een orkaan of een natunromweuleling afwacht legen welke do kracht des menschen onmachtig is.

Om eenige alleiding voor die bedroevende tafereelon te ver-schallen willen wij hier beknoplelijk melding maken van een vereeniging, welke omstreeks dien lijd tol stand kwam en dio men hel Genootschap van God noemde. « De Heer,quot; zegt een destijds levend schrijver, «verscheen in de stad l'uy aan oen armen schoonmaker, met name Durand, en gaf hem een zegel, waarop de beeltenis van de Heilige Maagd afgedrukt stond, in hare armen een kind houdende, dat Onze Heer Jesus Christus scheen te zijn. Zoodra dit nieuws door de faam verspreid werd, stroomde men van alle kanten naar do stad 1'ny, en op den dag-van Maria Hemelvaart sprak do arme schoenmaker, op eeno verheven plaats slaande, do bijeengestroomde menigte toe. Hij predikte hel herstel van den openbaren vrede, en toonde ten bewijze der echtheid van zijne zending hel heilige zegel. Terstond verhieven alle aanwezigen, door die redevoering getroHen, de stem, en zwoeren voor God, dat zij bereid waren do wapens op te nemen legen de vijanden van den christelijken godsdienst en dc menschheid. Het zegel der Heilige Maagd, op tin gedrukt en op hun borst gehangen, werd hel onderpand van don vrede, dien zij bezworen hadden. Dit Genootschap breidde zich nil over alle aangrenzende provinciën, en hare grootmoedige pogingen deden in geheel Septimanië de wetten der rechtvaardigheid zegepralen.quot; Deze soort van kruistocht, tegen de rooverij en do bandeloosheid ondernomen, biedt ons een der merkwaardigsie lalereelen uit de middeleeuwen aan; maar het viel moeiolijk cene luchlelooze en zegevierende menigte langen tijd den eerbied voor de wellen te doen behouden. Hel duurde niet lang of de ridders van de heilige Maagd, die altijd onder dc wapens waren, begonnen den vrede le verstoren, dien zij hersteld hadden, cn hun door een dwazen hoogmoed verblinde troep, op hare beurt overwonnen en verstrooid, word zelf behandeld gelijk zij de vijanden van God en de mensehen behandeld had.

Men zag destijds verscheidene andere veroenigingen uit een geest van godsvrucht tot stand komen, die eindigden met ecu bron van de grolste buitensporigheden le worden. Wij zullen hier slechts de llagelanten noemen, die door dc steden en de dorpen trokken, twee aan twee gaande en elkander met roeden geeselende, een dwaze en vreemdsoortige socle, die Italië verontrustte dat zij wilde slichteii, en die verdween om voor andere niet minder opgewonden seelarissen plaats te maken.

Wanneer men een oogenblik zijne aandacht vestigt op die bevolkingen, welke uil eigen beweging, door geen menseholijke macht gedwongen, hunne woonsteden verlaten en zich door den hemel geroepen wanen den godsdienst te verdedigen of te

verkondigen, kan men zich niet onthouden daarin iels van geest en de bartstochtelijkheid der kriiistochten te erkennen. Het was altijd door hemelsejio verschijningen, mei hnlp van eenige wonderdadige openbaring, dat men do hartslocliteii van dc blinde menigte aanvuurde en men het volk aan zijne haardsteden en zijne werkzaamheden ontrukte. Wij moeien er nog bijvoegen, dat Europa nimmer iets dergelijks in vorige eeuwen of zells in de lijden der middeleeuwen, die de gewijde oorlogen voorafgingen, aanschouwd had. Hel mcerendeel van die volksbewegingen scheen degenen, die do Voorzienigheid aan


-ocr page 556-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

het lioofd van de christelijke maatsclmppijcn gesteld liad, te beschuldigen; men zeide, dat de goddelijke gerechtigheid zich van de grooten der aarde, zeli's van de vorsten der Kerk had algetrok ken, en elke volksmenigte, die door een go Isdienstige ingeving medegesleept werd, werd als het volk van God.

Zoodanig was de staal der gemoederen, dat de maatschappij zich niot anders meer liet leiden dan door de overspanning en dé geestdrill. Om in overeenstemming te wezen met de gebruiken en de denkbeelden van dien tijd moesten de deugd, de zedeleer iets hartstochtelijks en buitengewoons bezitten; de eenvoudige en ingetogen godsvrucht kon niet meer tot voorbeeld strekken; de vurige godsdienstijver, die de krijgers naar Azië dreef, deed vele vrome mannene.en ongehoord strenge levenswijze kiezen cn voerde hen naar ontoegankelijke wildernissen. Het getal kluizen en kloosters nam, gelijk wij reeds in onze Geschiedenis gezegd hebben, tijdens de expeditiën van bet kruis aanmerkelijk toe. Zoo nam do bevolking in de christelijke maatschappij van twee zijden tegelijk endoor dezelfde oorzaak al'; want allen gehoorzaamden aan die onrustige drill, aan dien geest van godsdienstige overspanning, die bet Westen gesclioki hadden; de eenen gingen volks-planlingen stichten in verre gewesten, de anderen in woeste en onbebouwde streken; do eenen zetten hunne veroveringen voort in do landen der ongeloovigen, de anderen drongen zegevierend dieper in de woestijn door; terwijl de kruisvaarders de muzelmannen bestreden, en honger, dorst ou allerhande kwalen leden voor de zaak van het Evangelie, kampten de kluizenaars niet de guurheid der jaargetijden en de onvruchtbaarheid van den grond, veroordeelden zich tot ontberingen en ellenden, die zij vrijwillig gekozen hadden en aan God opdroegen ; en zoo konden zij zicb in de mystieke taal insgelijks kampvechters en soldaten van Jesus Christus noemen, en hun gewijde schaar beroemde er zich op steeds tegen den vijand van het menschdom gewapend te zijn.

Evenals een groot aantal monniken hunne kloosters verlaten hadden om aan den kruistocht deel te nemen, zoo gingen vrome krijgers, van de verovering der heilige plaatsen terugkeerende, zicb in de kloosters opsluiten. Vele graven en ridders, die hunne grondbezittingen verkocht hadden en geen onderkomen in hun eigen land terugvonden, wisten niets beters te doen dan de afzondering van de kloosterlingen te deelen. De langdurige ontberingen tijdens den kruistocht, bet gezicht van het graf van Jesus Christus, door hunne wapens verlost, hadden hun de ijdelbeid der menscbelijke grootheden leeren inzien. Toen boden de legerplaatsen der pelgrims on de verblijven der godsvrucht soms hel stichtende schouwspel derzelfde deugden aan, en om te bewijzen dat dezelfde geesl dikwijls de soldaten van hel kruis en de vrome bewoners der wildernis bezielde, zou hol genoeg wezen te herinneren aan de godsdienstige en militaire orden, welke aan de kruistochten hun ontslaan verschuldigd waren en waarin men, naast de tropeeën der overwinning, de toonbeelden van de evangelische liefde en den christelijken ootmoed bewonderde.

Terwijl de christenen van het Westen in het Oosten voor de waarheden van het geloof gingen strijden, is het niet van belang ontbloot te weten aan welke dwalingen en bijgeloovigheden verscheidene volken van bel Westen zelf overgegeven waren. Aan de boorden van de Elbe en den Pregel kende men den naam niet van Jesus Christus, en de Pruisen, die in de wouden verstrooid leelden in het lommer der eiken, die hun lol tempels dienden, aanbaden allerlei onbekende godheden. De overleveringen van den dienst van Odin leefden nog voort onder de kinderen der Scandinaviërs. Eenige Noordscbe volken richtten altaren op aan de slangen; kruipdieren, de voorwerpen der openbare vereering, waren als de beschermers dei' gezinnen en de bewakers van de woningen der menscben. De bewoners van Lilhauen hadden tol voorwerp van hun eeredienst de zon gekozen en een grooten ijzeren hamer, met wiens behulp men eertijds, naar de meening des volks, de zon, die in een donkeren toren opgesloten was, bevrijd bad. Wij zullen niet verder over die bijgeloovigheden uitweiden, waaraan men aanvankelijk de wapenen der evangelische welsprekendheid, en daarna den oorlog en al bare geesels tegenover stelde. Wij zullen evenmin spreken van de ketterijen, die destijds in het christelijk Europa ontstonden, en die men eveneens met het zwaard 'bestrijden wilde. Bij de eerste kruistochten hield men zich slechts bezig met de muzelmannen; doch later verklaarde men den oorlog aan de ketters en de heidenen van het Westen. Terwijl er een kruisleger naar Azië op weg ging, werden ter zelfder tijd andere kruistochten ondernomen, nu eens tegen de muzelmannen van Spanje, dan weder legen de afgodendienaars van het Noorden of wel tegen de Albigenzcn. In Europa vond men destijds een krijgshaftige bevolking voor al die ondernemingen: de Kerk droeg gelijkelijk gebeden op voor hen die in Syrië, aan gene zijde der Pyreneeën, in Languedoc cn op de quot;oevers van de Uostzee streden.

Zoodanig was de staal van Europa tijdens de gewijde oorlogen, en hel is te midden van zoovele onderscheidene hartstoclilen, uil don school van zooveel beroering en wanorde, dal de bedendaag-scbe bescliaving geboren werd, waarvan wij de ontwikkeling en do vorderingen in hol volgende boek zullen nagaan.


-ocr page 557-

TWEE EN TWINTIGSTE BOEK.

INVLOED E N G E V O L G E N 1) E [l K R ü I S ï O G II T E N.

EERSTE HOOFDSTUK.

ALOEMliENE BUSCUUÜWINÜEN.

IvGreiiB ons gevoelen omlrenl de gevolgen van de gewijde rtOLooriogen meue to doelen, kwam het ons gepast voor, In weinig woorden liet oordeel to doen kennen, lietwelk anderen daarover uitgebracht hehben. In de zeventiende eeuw, zoo vrucht-haar in groote genieën, bewonderde men de heldhaltige dapperheid der kruisvaarders, betreurde men hunne rampspoeden, en zonder zich te bekreunen om het goed ol' het kwaad dat die verre expeditiën teweeggebracht hadden, eerbiedigde men de vrome beweegredenen, die den krijgers van het Westen de wapens hadden doen opnemen. He achttiende eeuw, die al de meeningen der hervorming omhelsd had en ze overdreef, de achttiende eeuw spaarde de kruistochten niet, en bleef niet in gebreke ze te wijten aan de onwetendheid, de dweepzucht ca de bar-baarschheid onzer voorvaderen. Weinig personen is het in onze dagen bekend, dat Voltaire in 1793 een Geschiedenis der kruistochten in het licht gaf; het onderwerp, dat hij gekozen had, was destijds zoodanig iu miskrediet en hij zeil stelde de gebeurtenissen, die hij verhaalde, onder zulk een bespottelijk daglicht voor, dat zijn boek de nieuwsgieriglieid niet kon opwekken en geen lezers vond. Niets evenaart de iieriigheid waarmede de schrijvers der hJncj/clopedic korten lijd daarna liet gevoelen van Voltaire omhelsden en zelis nog verder dan hij gingen. Deze wijze om de kruistochten te bcoordeclen was zoo algemeen verspreid, dat de levensbeschrijvers van den heiligen Lodewijk er zich door lielen medesleepen, en versclieidcnen hunner in hunne geschriften den vromen monarch diens krijgsverrichtingen en rampen in Egypte en voor Tunis ternauwernood konden vergeven.

Intusschen klom eene door den geest van onderzoek en van nayorsching verlichte wijsbegeerte tot de oorzaken der gebeurtenissen op, bestudeerde bare uitwerkselen, en juist omdat zij de waarheid zocht, was zij minder geneigd tót hekelen en afkeuren. In zijn inleiding lot de Geschiedenis van Karei V, sprak Robertson als zijn oordeel uit, dat de kruistochten de vorderingen van de vrijheid en de ontwikkeling vau den menschelijken geest hadden bevorderd. Hetzij deze zienswijze eenige meeningen van dieu tijd vleide, hetzij zij op liet publiek den natuurlijken invloed van de waarheid uitoefende, zij vond een tamelijk groot getal aanhangers, en van nu ai' begon men de expeditiën der kruisvaarders in het Oosten mei minder gestrengheid te bcoordeclen.

Verscheidene jaren geleden schreef het Fransche instituut een prijsvraag uit, waarbij alle geleerden uitgenoodigd werden de voordeden te doen kennen welke de maatschappij van de kruistochten getrokken had. Te oordeelen naar de verhandelingen, die in dien geleerden wedstrijd den prijs behaalden, zouden de gewijde oorlogen meer weldaden voor de nakomelingschap hebben afgeworpen, dan zij rampen voor de destijds levende geslachten voortbrachten.

Zoo waren de meeningen omtrent de kruistocliten herhaalde keeren veranderd, toen wij onze Geschiedenis begonnen. Het gematigde eu redelijke van al die verschillende beoordeelingen samenvattende, gelooven wij, dat de expeditiën naar het Uosten niet al het goed teweeggebracht hebben, dal mon haar toesclirijit, noch al het kwaad, waarvan men haar beschuldigt, en dal liet evenwel niet mogelijk is haar invloed te looclienen op de eeuwen, die er op gevolgd zijn. De tijdperken der geschiedenis, die hel opmerkelijkste zijn door de ontwikkeling der nicnscbelijke ver-inogens, werden steeds vooralgegaan door groote gebeurtenissen, die de verbeelding der volken getrolfen, hun geest lieziggehoudcn, en aan allo gemoederen ecu zelfde richting gegeven hadden. Kr valt niet aan te twijfelen, dat een omwenleling gelijk die der kruistochten, die zoovele hartstochten in beweging gebracht had, waaraan zoovele geslachten deelgenomen hadden, zeer diep in hel menschelijke hart doorgedrongen zij, en indrukken, herinneringen, gewoonten hebbe achlergelaten, die zicli eindelijk in de wetgeving en de zeden afspiegelden.

Onder de gevolgen van de gewijde oorlogen zijn er, die onbetwistbaar schijnen, anderen, welke men'niet met dezelfde zekerheid kan bepalen. Verscheidene omslandiglieden moesten met de groote expeditiën naar het Oosten medewerken tot de vorderingen der beschaving en der verlichting. Niels is ingewikkelder dan de drijfveeren welke de tegenwoordige maatscliap-pijen in beweging brengen, en degene, die den loop der dingen door een eenige oorzaak zou willen verklaren, zou in een grove dwaling vervallen. Dezelfde gebeurtenissen brengen niet altijd dezelfde uitwerkselen voort, gelijk men zien zal uit liet tafereel, dat wij van Europa in de middeleeuwen gaan sclietsen. De kruistochten droegen in Frankrijk bij lot de verzwakking der groote vazallen, terwijl de leenbeeiiijkc macht in Duitscldand en iu andere landen bijna niets verkort werd. Gedurende dat tijdvak werden eenige Staten grooter en neigden anderen ten ondergang. Bij verscheidene volken zien wij de vrijheid diepe wortelen schieten en in alle hare instellingen op den voorgrond treden; bij andere natiën zien wij de macht der vorsten zich nu eens van alle band bevrijdende, dan weder door wijze wetten beperkt. Hier bloeiden de koophandel, de welensciuappen en kunsten: elders maakte de nijverheid geen vorderingen hoegenaamd, en bleef do menschelijke geest in duisternis gedompeld. Men veroorlove ons hier een vergelijking te maken, welke onze geheele gedachte uitdrukt: de grondbeginselen ol kiemen der beschaving ten tijde der kruistochten zijn geweest als die zaden, welke de storm met zich voert en die hij laat vallen, eenigen op een rotsachtigen dorren bodem, waar zij onvruchtbaar en onbekend blijven liggen, anderen op een vruchtbaren grond, waar de werking van de zon, een gunstig klimaat en de groeikracht der aarde hun ontwikkeling bevorderen en hea vruchten doen dragen.


-ocr page 558-

GEf-'CHIED'CNIS DER KRUISTOCHTEN.

m

Do tnocielijklieid om de kruistochten te beoordeelen, ton minste in hunne uitwerkselen, ontstaat daaruit, dat zij noch geheel en al gelukt, noch geheel en al mislukt zijn; niets is moeielijker te beoordeelen dan heigeen onvolledig gebleven is. Om deze taak een weinig te vergemakkelijken, zullen wij twee vooronderstellingen maken. Vooronderstellen wij in de eerste plaats, dat die verre expeditiën met het gunstig gevolg bekroond waren hetwelk men er van mocht verwachten, en zien wij in dit geval wat daaruit gevolgd zou zijn. Egypte, Syrië en Griekenland werden christen koloniën; do volken van hot (Tosten en het Westen maakten gelijktijdige vorderingen in de beschaving; de taal der Franken drong door lot aan de uiteinden van Azië; de Rarbarijsche kusten, door zeeschuimers bewoond, zouden de zeden en dc wetten van Europa ontvangen hebben, en bet binnenland van Afrika zou sinds lang niet meer een streek zijn ontoegnnkelijk voor de ondernemingen van den handel en de onderzoekingen der geleerden en der reizigers. Om te weten wat men gewonnen zou iiebhen bij die vereemging dor volken onder dezellde wetten en denzeHden godsdienst, behoeft men slechts te denken aan den staat van hei Romeinsche wereldrijk onder de regeering van Augustus en eenigen zijner opvolgers, in zekeren zin slechts een zelfde volk vormende, onder dezelfde wet levende, dezellde taal sprekende. Al de zeeën waren vrij, dc verst verwijderde provinciën hadden met elkander gemeenschap langs gemakkelijke wegen, dc steden ruilden hare kunsten en hare nijverlieid, de luclilstreken hare verschillende voortbrengselen, de natiën bare kundigheden. Men mag aannemen, dat indien de kruistochten hel Oosten aan de christenheid onderworpen hadden, dat groolsche schouwspcl van hel mensclidom onder de wetten van de eenheid en den vrede vereenigd, zich in de middeleeuwen met meer luister en op duurzame wijze had kunnen hernieuwen, en dan zouden de meeningen niet verdeeld geweest zijn, dan zou er geen enkele twijfel omtrent do voordeden der gewijde oorlogen geopperd zijn. Hel plan, hetwelk de pausen onvermoeid zagen te verwezenlijken, was dus groolsch, en indien het geslaagd ware, zoude de christelijke beschaving er onmetelijke voordeelen uit hebben getrokken.

Men make nu een andere vooronderstelling en verwijlc een oogenblik bij de gedachte aan den toestand, waarin Europa zich zon bevonden hebben, indien de expeditiën legen de muzelmannen van Afrika en Azië nooit ondernomen waren of indien de christen wapenen steeds het onderspit gedolven hadden. In de elfde eeuw waren verscheidene Europeescbe gewesten door de rnnzelmannen overweldigd, andere door hen bedreigd. Welke verdediging bezat destijds de christelijke republiek, welker Staten voor hel mceren-decl aan tuchteloosheid prijsgegeven, door Iwecdraclit verdeeld werden en in een slaat van barbaarschbcid verkeerden? Indien de christenheid toen niet onderscheidene keeren, haardsteden en bezittingen verlatende, al hare krachten vereenigd had oai een geduchtcn vijand te gaan aanvallen, kan men mol grond aannemen, dal die vijand van de werkeloosheid der christen volken gebruik gemaakt zon hebben, dal hij hen te midden huimer verdeeldheden overvallen en achtereenvolgens aan zich onderworpen zon hebben. Wie onzer huivert niet bij de gedachte, dal Frankrijk, Engeland, Duitschland en Italië hel lót van Griekenland en Palestina konden ondergaan? Zoo ziet men dat de Opperherders, door bun ijveren voor de kruisloöblen, zich zeer verdienstelijk hebben gemaakt voor de beschaving.

In den aanvang van deze geschiedenis hebben wij gezegd, dat do kruistochten het schouwspel aanhoden van een vreeselijke worsteling tusschen twee godsdiensten, die elkander de heerschappij der wereld betwisllen. In dezen geduchten worstelstrijd bestonden de verdedigingsmiddelen in tlo meerderheid der kundigheden en der maalsehappelijke hoedanigheden. Zoo lang de onwetendheid der barbaarschheid zoowel over de volken van het Westen als over die van Azie beersebte, bleef de overwinning onzeker; i.iisschien zelfs was de kracht destijds aan de zijde van het barbaarscble volk, want hel bezat reeds al de voorwaarden van zijn staalkundig bestaan. Maar toen Europa voor zich de dageraad der beschaving zag aanbreken (en de kruistochten verhaastten niet weinig dat gelukkige tijdstip) leerde het zijne meerderheid kennen, en begonnen zijne vijanden zijne macht te duchten.

De muzelmansche godsdienst scheen, door zijne leer van bet noodlot, alle voorzorg aan zijne volgelingen ie ontzeggen, en verlevendigde niet in rampvolle dagen den moed der krijgers De christenen, daarentegen, lieten zich door den tegenspoed niet ontmoedigen; menigmaal zelfs verdubbelde de tegenspoed hunne geestkracht en Ininno bedrijvigheid. Wat hel meeste verbazing wekt in de geschiedenis der kruistochten is, dal de nederlagen der christenen in Azië veel meer de geestd.nll der krijgshaftige bevolking van Europa opwekten dan hunne over-wiimingen. Om de christen krijgers op te wekken tot den strijd legen de ongeloovigen spraken de predikers der gewijde oorlogen niet van de glorie en de macht van Jerusalem, maar poogden in hunne zielroerende weeklachten de gevaren, dc jammeren en bet verval der christen koloniën met nog veel donkerder kleuren af te schilderen.

Onder de heerschappij van den islam is alleen de dwingelandij sterk, maar de kracht der dwingelandij is bijna nooit iels anders dan dc zwakheid der natiën. Dc christelijke godsdienst heeft een ander doel, wanneer hij lot zijne volgelingen zegt; Bemint elkander als broeders. In tallooze'lessen beveelt hun liet christelijk gelooi zich te vereenigen, elkander behulpzaam te zijn en voor te lichten. Hel verdubbelt op die wijze hunne kracht door hen voorldurend gemeenschappelijk werkzaamheden en gevaren, angsten on verwachtingen, gevoelens en mccningen tc doen doelen. Het is die geest van maatschappelijkheid, welke hel aanzijn gaf aan de kruistochten en ze gedurende twee eeuwen iu hel leven hield. Mocht hij er het welslagen al niet van verzekeren, hij bereidde do christelijke republiek er ten minste op voor zich iater met voordeel te verdedigen; bij maakte van de volken van Europa als een bundel, welken men niet. meer vaneen kon scheuren; hij schiep, te midden zelfs dor onecnigheden, een zedelijke kracht, welke niets kon overwinnen, en dc christen-beid, door die zedelijke kracht verdedigd, kon eindelijk lol de Rarbaren, meesters van Ryzantium, zeggen, wat God tot dc baren der zee gezegd had: Tot hiertoe en niet verder.

Laat ons even den toestand nagaan waarin hel Oosten bij het eindigen der kruistochten verkeerde. l!ij het einde der gewijde oorlogen neigden bijna alle muzelmansche machten ton ondergang; geen enkele, zelfs niet de Turken, hebben zich sinds dat tijdstip met glans kunnen vcrheHen. Het islamisme schijnt, gelijk wij het met eigen oogen gezien hebben, overal zijne kracht verloren te hebben; al de instellingen, welke hel in hel leven geroepen bad, kwijnen weg. Aan alle zijden verwachten de volken, zelfs degenen, die geen christen zijn, bun lotsbestemming van hel Westen. Alleen hel christendom is bestemd om alle lijden le overleven. De moeste streken van het Oosten, waar de christen krijgers het kruis van Jesus Christus geplant hadden, trekken nu dc aandacht van hel christelijk Europa. Evenals ten tijde der gewijde expeditiën houdt een ieder de oogen gevestigd op Griekonland, Ryzantium, op dc kusten van Alrika, Egypte en Syrië, op dc Middellandsche zee en hare eilanden. Is hel niet alsof de kruistochten opnieuw een aanvang gaan nemen? Er zijn omwentelingen in de mensehelijke maatschappijen, die altijd rusteloos doch langzaam cn zelfs buiten welen van den monsch haar weg vervolgen, gelijk aan die sterren, die men met lange lusschenruimlen aan den gezichteinder ziet verschijnen en die onafgebroken hun loop aan hel uitspansel vervolgen. Onder die omwentelingen, welke de Voorzienigheid bestuurt, mag men onlegenzeggelijk de omwenleling van de kruistochten rekenen, waarvan tot dusverre niets den loop beeft kunnen stuiten cn die, onder velerhande vormen, steeds naar hetzelfde zedelijke doel streeft: de nitbreiding van het christendom, de beschaving der barbaarscbe volken en de vereeniging van hel Westen met bet Oosten.

Onze lezers weten dat wij zorg gedragen hebben in onze Geschiedenis hel karakter en het eigenaardige kenmerk van eiken kruistocht uiteen te zetten en het goed en hel kwaad te doen kennen, die er voor de tijdgenooten uil voortsproten. Thans zullen wij in een algemeen overzicht al de expeditiën naar het Oosten samenvatten ; wij zullen den toestand der rijken van Kuropa tijdens de gewijde oorlogen, den oorsprong der instellingen eri der wellen, 'de vorderingen van de verlichting schetsen, het aan de beschaafde lezers overlatende zelve le beoordeelen wat bet werk is van den tijd, en wal te danken is aan bet staatkundig beleid van de vorsten, aan de mensehelijke hartstochten, aan den invloed van hel christendom en van de kruislochlen.


-ocr page 559-

f^Sr.HTFDRNIS DER KRUISTOCHTEN. .'■?)')

TWEEDE IIOOFÜSTU K.

VAN fUANKUIJK,

Wat elk geslacht het minsle kent, is de geest en het karakter der gebeurtenissen, waaraan het deelgenomen heel't. Uit dion liool'dc kan de geschiedenis, om de oude lijden te beoordeolon en wat deze nagelaten hebben, zelden hun oordeel inroepen en van hunne voorlichting parlij trekken. Waniieer men het goed en het kwaad wil doen kennen wat de kruistochten voortgebracht hebben, bevindt men zich in de noodzakelijkheid in de maatschappij na te gaan wat na die groote omwentelingen gebeurd is, en met meerder ol' minder waarschijnlijkheid aan tc wijzen wat als hun werk beschouwd kan worden.

Om te beoordeelen wal de Fransche monarchie gedurende de kruistochten heeft kunnen winnen, zal het ons misschien genoeg zijn te zien wat zij was onder Filips l vóór het concilie van Clermont, en wat zij twee eeuwen later was toen Lodewijk IX te Tunis op de assche den geest gaf. Onder hel tweede slanihuis der koningen van Frankrijk, dreigden al de deelen van hel groote rijk zich van elkander los te maken ten gevolge dor verdeelingen tussclien de kinderen der monarclien. Deze neiging tot afscheiding nam nog toe door de vorderingen cn de verregaande ongeregeldheid van het leenheerlijk stelsel. Een geheel tegenover gestelde richting werd gevolgd onder het derde stamhuis, cn de overmaat van hel kwaad voerde tol het beginsel der eenheid terug. Onder de beide eerste regeeringen der Gapets, zag de monarch zich genoodzaakt onafgebroken strijd te voeren met de leenheeren in de nabijheid zijner hoofdstad, en menigmaal hield het kasteel van een ontrouwen vazal de gansche legermacht van de monarchie legen. In dien slaat van wanorde en zwakheid, was de naam van Frankrijk nochtans behouden gebleven, en die reeds roemrijke naam moest genoegzaam wezen om de Franschen van het zuiden en het noorden tol de gevoelens van een gemeenschappelijk vaderland te doen terugkeeren. Deze geest van nationaliteit, waaruit de monarchie hare gansche kracht pulle, werd natuurlijk door de kruistochten bevorderd.

Gelijk men weet, had paus Urhanns zich inzonderheid lot de Franschen gewend. Door het sein tot de kruistochten te geven, stelde de Fransche natie zich in zekeren zin aan hel hoofd der grootste gebenrtenissen van de middeleeuwen. De roem van de eerste expeditie komt het geheel en al toe, en zonder er een rechtstreeksch deel aan te nemen, moest hel koningschap er zeer veel voordeel uil trekken. Men weet hoevele klachten er legen den tweeden kruistocht cpgingen; maar men zag daarbij een koning van Frankrijk een groot leger buiten zijn grondgebied aanvoeren, hetgeen sedert Karei den Groote niet meer gezien was, en niets was meer geschikt om de vorderingen van de monarchie te begunstigen, Wel is waar gaf het gedrag van Eleonore in hel Oosten aanleiding tot hare echlscheiding, en verloor Lodewijk VII daardoor Guienne, dat in de handen der Engelschen viel, maar hel moet ook gezegd worden, dat dit verlies weldra vergoed werd, en l'hilippus Augustus meer terugbekwam dan Lodewijk de Jonge verloren had. Naar den rol ie oordeelen dien Philippus in den derden kruistocht speelde, zou men kunnen gelooven, dal hij slechts naar het Oosten gegaan was om er Richard heen te voeren en den meest gevreesden zijner mededingers uil hel Weslen te verwijderen; toen de Engelsche monarch in al de moeielijkheden en beslommeringen van den gewijden oorlog verwikkeld was, keerde de koning van Frankrijk in zijne Staten terug, en de geschiedenis zegt ons, dal hij van de afwezigheid zijner \ijanden ol zijner naburen gi bruik maakte, zeker niet met die rechtschapenheid, welke men gaarne in hel gedrag der vorsten opmerkt, maar met eene sluwheid, welke de hedendaagsche staatkunde menigmaal tut voorbeeld heelt genomen.

Men weel welke storm later tegen hel koningschap opstak: de geestdrift voor de kruistochten kwam het opnieuw le hulp en wierp plotseling al de ontwerpen van een geducht verbond in duigen. Medegesleept door het voorbeeld van den hertog van lirelagne en den koning van Navarre, vertrokken de groote vazallen naar Palestina, en verspilden in liet Oosten de schatten en de legerscharen, die zij tot dusverre slechts aangewend hadden om hel koninkrijk te verontrusten. Lodewijk IX eindelijk, nam, naar Azié op weg gaande, al de herren mede, die zich legen hem verklaard hadden, en bij zijne laatste expeditie had hij den geheelen Franschen adel in zijne soldij. De rampen, die de legerscharen trollen, kunnen ons uiel verhinderen die snelle vorderingen van de koninklijke macht te erkennen. Hel belang zelf, dat men in groote onheilen stelde, de offers gebracht voor eene za ik, welke die van hel geheele volk was, de gewoonte om de koningen aan de spits der Fransche legermacht te zien, wischten van lieverlede het beginsel der fendalileit uit, of heter gezegd, deden het ten bate van de monarehie keeren. Menigmaal konden de feudale onstuimigheid en ongehoorzaamheid den roem der christen wapenen verzwakken; maar de geest zeil en de gewoonten van een verren oorlog breidelden ten laatste den hoogmoed der graven en der baronnen. Men kan derhalve met grond beweren dal de feudiditeit aanvankelijk een nadeeligen invloed op de gewijde oorlogen uitoefende, maar dal vervolgens de gewijde oorlogen de geduehlste slagen toebraehlen aan die regeeringloosheid, waarbij hel koningschap op het puul geweest was van onder te gaan.

Gelijk wij in het begin van dit hoofdstuk gezegd hebben, merkte men hij al de volken van Frankrijk, van af de Pyreneeën tot aan den Rijn, een gevoel van eerbied en voorliefde op voor de onderdanen der koningen, die destijds alleen tien naam en den titel van Franschen voerden, en dié als de oudsten van het groote gezin beschouwd konden worden. lgt;e meeste kronijken spreken altijd van de Franschen in de vriendschappelijkste en vleiendste bewoordingen. Raoul van Caen, die uit Normandië stamde, weifelt om zijne geschiedenis van Tancredo le beginnen, omdat het, zegt hij, aan Frankrijk toekoml den roem der groote mannen te verkondigen, aan Frankrijk, dal alle verdiensten en talenten van welken aard ook in zijn boezem omvat. De geschied-sehrijver de Nogent verklaart, dat hij aan zijne geschiedenis van den eersten kruisloeht den titel heeft gegeven van Ccsla Dei per Francos, om aan dc heldhaftige luitie der Franschen hulde tc brengen.

Onder de in Syrië gevestigde Franken sprak men nagenoeg alleen de Fransche taal. Toen het stamhuis der Boudewijus in hel Oosten uitstierf, lieten de christenen van hel land aan Philippus Augustus om een koning vragen, die hun een zijner baronnen gal. De naam van Frankrijk was vermengd met al de groote gebeurtenissen der kruistochten, en de christen koloniën aan gene zijde der z eën werden het Frankrijk van het Oosten genoemd. De banden van een gemeenschappelijk vaderland snoerden zich nog enger samen onder de krijgers, die in verre gewesten gingen strijden. De Franschen, die in hun eigen land, naar gelang de plaatsen welke zij bewoonden, onder verschillende gebieders leefden, voelden zieh meer tot elkander aangetrokken, waren nauwer aaneengesloten onder den vreemden hemel van Syrië en Egypte.

Andere oorzaken droegen ook nog het hare bij tot het aan-kweeken van dien geesl van nationaliteit. Hoe dit ook zij, hij nam toe van jaar tot jaar, van regeering tot regeering; ten laatste was er niets gelukkigers voor de volken, niets roem-rijkers voor de monarchen dan de vereeniging eener stad met de kroon; het verlies en de prijsgeving van eene provincie was een schande en een zeer groote ramp voor het koningschap. Ten tijde der gewijde oorlogen scheen Frankrijk, evenals de Romeinen, zijn god Termus te hebben, die niet terugweek en altijd voorwaarts ging. Tegenspoeden konden het verzwakken, maar die voorbijgaande tegenspoeden veranderden het karakter der natie niet. Matthias i'aris verhaalt ons, dat Lodewijk IX, besloten hebbende na zijne verlossing nog eenigen lijd in Palestina le verwijlen, aan Hendrik 111 beloofd had hem Normandië terug te geven, indien hij hem met een leger te hulp kwam. Bij het vernemen van dal voorstel gaven de baronnen van Frankrijk, door koningin Jilanca bijeengeroepen, door luid gemor hun misnoegen tc kennen, cn in hunne verontwaardiging vergaten zij een oogenldik den eerbied en do liefde, die zij aan een ongelukkig koning verschuldigd waren. Toen de koning van Engeland kennis kreeg van (Je gramschap cn de bedreigingen der Fransche baronnen, was hij daarover zeer verschrikt en oordeelde hij het niet geraden de onderhandeling verder voort le zetteii, voegt de l'ngelsche geschiedschrijver er bij. Een eeuw na de kruistochten biedt (le geschiedenis ons een trellënd voorbeeld aan van die vaderlandsliefde, voor welke niets schooner was dan Franschman le zijn, en niets treurigers dan het niet meer te wezen. Koning Jan had, om uil zijn gevangenschap ontslagen te worden, verscheidene provinciën aan den koning van Engeland afgestaan. Toen dit verdrag hekend werd, wilden verscheidene edelen van Languedoc en Gascogne niet gehoorzamen, zeggende, dat het den koning van Frankrijk niet vrijstond hen van hun trouw aan hun vaderland te ontslaan. In Poitou, in het land van La Hochelle en Saintonge smeekten de ridders, de baronnen, de burgers der groote steden den koning herhaaldelijk hen toch niet in de handen der vreemdelingen le willen overleveren; eindelijk gehoorzaamden zij.


-ocr page 560-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

3C0

«Wij zullen niet do lippen aan de Engelschen gehoorzamen, zeiden de aanzienlijken van La Rochelle, maar de harten zullen daaraan vreemd blijven.quot;

Aan die zoo duidelijk aan don dag gelegde zucht om de (amiliehanden vaster aaneen te snoeren en de verstrooide deelon van een groote macht tol een geheel te vereenigen, paarde zich het verlangen Frankrijk grooter te zien worden en het sterker te maken tegen alle vreemde of naijverige overheersching. Daalde ware grootheid van de Fransche natie voortsproot uit een geest van eenheid en aaneensluiting, moest dit heilzame streven bevestigd worden in hare staatkundige organisatie: het was noodig dat een beginsel van eenheid, een opperste wil alles regelde, alles bezielde en dat Frankrijk als een eenig man de vervulling van zijn lotsbestemming tegemoet kon gaan; het was noodig, dat bet in zijn regeeriug, welke zijn leven was, onal-hankelijk was vóór dat zijne burgers bet zelve waren, en dal een tijdperk van macht en roem dal van de vrijheid voorafging. Het is opmerkelijk, dat naarmate Frankrijk zich als Staat en als natie verhief, men de vrijmaking der sleden en de vrijheid der burgers zag toenemen en zich uitbreiden. Het gaat met de Stalen als met bet huisgezin, waar de uitoelening der dierbaarste rechten voorbehouden is aan den veronderstelden leeftijd van de ervaringen hel versland. Hel is waarschijnlijk, dal, ware dit niet het geval geweest, Frankrijk niet dal punt van grootheid en voorspoed zou bereikt hebben, waarin wij bel gezien hebben en bet geëindigd zou zijn gelijk het ongelukkige Italië.

De lortuin van Frankrijk bediende zicb vooral van de koninklijke macht om die wonderen te wrochten, en ziedaar waarom de Franschen altijd meer lielde voor bel koningschap getoond hebben dan andere volkeren: bet was bel vereenigingspunt, dal alles verzamelde wat verstrooid en aaneenhechtte wat los was. Evenals Newton de wereld verklaard heeft door hel enkele beginsel der aantrekkingskracht, komt bet ons voor, dal men ook Frankrijk zou kunnen verklaren door dat koningschap, hetwelk van de eerste lijden af bet gemeenschappelijk middelpunt, de spil was, rondom hetwelk alles moest draaien, zich bewegen en waarvan alles moest uitgaan.

Wij moeten er bijvoegen dat de monarchie in de kruistochten verkreeg wal zij nooit in andere tijden en door andere middelen verkregen zou hebben; de hellingen van soldaten, hoofdgelden vanj de bevolkingen, belastingen van den adel en zelfs van de geestelijkheid. De vergaderingen der prelaten en der baronnen, waartoe bet koningschap zijn toevlucht niet meer nam en waarvan men sinds een eeuw niet meer sprak, kwamen weder in zwiing en werden nu in tegenwoordigheid des konings gehouden om over eiken kruislocbt te beraadslagen; en hieruit moesten noodwendig voordeden ontspruiten voor het beheer van bel koninkrijk en behartigenswaardige wenken voor de kroon. Bij hun vertrek naar het heilige land waren de koningen gewoon verordeningen of edicten uit te vaardigen, die zij geschikt achlten om hunne onderdanen tijdens hunne afwezigheid tegen iedere inbreuk op hunne rechten te beschermen, en waarmede de ontluikende wetgeving haar voordeel kon doen. Het was bij zijn inscbeping naar Tunis dat bodewijk IX de verstandigste zijner wetten opstelde; vervuld mol de vrome gedachte aan don kruistoelil regelde hij met de grootste zorgvuldigheid de belangen van het rijk, dat hij als zijn ooijappel liffhad, en de inslelliagen van dien de gerecbligbeid zoo bij uitnemendheid liefhebbenden monareb waren zijn laatste orllating aan Frankrijk.

üm ons gevoelen in korte woorden samen te vatten, eindigen wij dil hoofdstuk mot als onze overtuiging uit te spreken, dal van al de koninkrijken van bel Westen Frankrijk bet grootste voordeel van de kruislocliten geplukt beeft, en dat die groote gebeurtenissen vooral do kiacht vermeerderden van het koningschap, door hetwelk de beschaving zicb moest ontwikkelen. Van den lijd der gewijde oorlogen al', scheidde men de Fransche natie niet moer van bare koningen, en zoodanig was de geest der volken, dat oen oud lolredenaar van den heiligen bodewijk de nagedachlonis van den Franschen monarch niet beter meent le kunnen eeren, dan door le spreken van de heldenfeiten en de glorie van Frankrijk. Een opmerkelijke bijzonderheid is bet, dat bel stamhuis der Carlovingiërs zicb gevestigd bad door de overwinningen behaald op de Sarracenen. die de Pyreneeën overgetrokken waren, en dal bot geslacht der Capets zijne macht uitbreidde door de oorlogen tegen de ongeloovigen, die men in het Oosten ging opzoeken.


DERDE HOOFDSTUK.

VAN ENÜULAND.

Opgesloten binnen de grenzen van haar eiland had doEngelsche natie verre van zich de eerste stormen der kruistochten zien losbarsten. Op dat tijdstip bielden de koningen van Engeland zich bezig met bot inisnóegeu der overwonnen volken te bevredigen, en deden zij te gelijker lijd bun voordeel niet de afwezigheid buiiner naburen of hunne mededingers, die door de heerscbende gevoelens naar Azië gevoerd werden. Hendrik 11, die na den tweeden oorlog van bel Oosten de gemaal van Eleonore en beer van Guienne geworden was, zette niet evenveel geluk ab sluwheid bel door zijne voorgangers aangevangen werk voort, toen de moord op don aartsbisschop Thomas Becket den loop van ■zijne plannen onderbrak en bet geheele staatkundig beleid van zijne regeering veranderde. Bedreigd met quot;net banvonnis van Bome, zag bij zicb gedwongen aan de denkbeelden van zijne eeuw to gehoorzamen, en logde bij de gelofte af, driejaar aan den gewijden oorlog deel te nemen, hetzij in Spanje, betzij in Syrië. Uit een verdrag te Ivry tusschen Hendrik 11 en bodewijk VII gesloten, zien wij, dal die beide monarchen bet plan opgeval badden samen aan den kruistoelil deel le nemen; maar in dat verdrag voorzag men zoo duidelijk het geval van eene verbreking, merkt men zulke gezochte betuigiiigen van oen wedorkeerige geheebt-beid op, dat men toen reeds met reden moclil veronderstellen, dat de koningen van Frankrijk en Engeland elkander wantrouwden en zij niet gemeensehappelijk onder de vanen van het kruis zouden strijden.

oen de patriarch van Jerusalem in Engeland kwam en Hendrik bezwoer naar Azië te vertrekken, predikte do koning zelf den kruistocht; maar zijne baronnen beletten hem zijn koninkrijk te verlaten, dal inwenoig verontrust en uitwendig bedreigd werd. De patriarch riep don toorn des Hemels over bel hoold des konings af, en om dien vloek af te wenden, zond Hendrik II eenige ridders en een groote som golds naar bet heilige land. Uil erkenlelijklieid voor de groote gillen des Engelschen inonarchs deed men zijn geslachtswapen op de standaards van Jerusalem plaatsen, en bij den ongelukkigen slag van Tiberias gebeurde hel dat hel geslachtswapen van de Brilscbe monarchie mei liet ware kruis in Saladijns handen viel.

Zoodra men in Europa hel verlies van do heilige stad vernam, werd evenals in de overige christen landen de kruislocbt in Engeland gepredikt. Men zag vele wonderteekeiien aan den hemel, en bel volk ontbrandde in een heilige geestdrift voor de zaak van bet kruis. Te midden van die gisting der gemoederen volgde Richard zijn vader Hendrik II op, die stervende gezworen had Jerusalem te hulp te snollen. Richard, die zeer oorlog-zuclitig gezind was, greep deze gelegenheid met gretigheid aan, daar hij in zijn troonsbeslijging alleen een middel zag om geld en soldaten te bekomen en zicb in Azië eene krijgskundige verniaardbeid te verwerven. Hij bief belastingen van de Engelschen niet meer gestrengheid misschien dan hij bet van de overwonnen muzehnaiinen zou gedaan hebben. Ziju gevechten legen Saladijn deden hem een eereplaats innemën onder de groole veldbeeren van de middeleeuwen; maar wat bad men als koning le verwaclilen van een vorst, die, voor zijn vertrek, de voorrechten van zijn kroon verkocht, en spijt betoond bad geen kooper voor zijn hoofdstad te kunnen vinden ? Hij weende over Jerusalem, dat hij niet kon verlossen; en zijn volk, aan de partijschappen prijsgegeven, wijdde hij slechts een vluchtige gedachte zonder er zich verder om te bekommeren. Zijne gevangenschap mat de maal vol van al de rampen, die door zijn verblijf in bet Oosten ontstaan waren. Om den betreurens-waardigen toestand van Richards onderdanen le keniioii zou bet voldoende zijn de brieven le lezen, die Eleonore van Guienne aan paus Geleslinus ricblle. Twee zonen bleven baar over om haar in bare hooge jaren lot troost te verstrekken: de een versinachllo in de gevangenissen van Gernianië, de andere verwoestte liet koninkrijk le vuur en te zwaard. De geschokte verbeeldingskracht van die vorstin zag in alles oorzaken van droelenis, bloedige twisten, groote onheilen andere onheilen aankondigende. In bare vertwijfeling voorzag zij de toekomstige omwenleliiigen van Engeland, want de overmaat der vertwijfeling heelt dikwerf iels profetisch, en zich tol den Roomscben opperherder wendende, riep zij uil: «De tijd der verdeeldheid naderl, de dagen van beroering en gevaar zijn niet verre, die dagen, waarin bol opperkleed van Christus verscheurd zal worden, waarin de christen wereld bet net van Petrus zal zien vaneen rijlen en de kalholieko eenheid zich zal zien oplossen.quot; Deze


-ocr page 561-

GESr.lllKDKMS DER KRUISTOCHTEN.

zonderlinge voorspelling vervulde zicli eersl lang na de gewijde oorlogen, maar wij mogen aannemen, dat de woorden van Eleonore toen niet enkel de uitdrukking waren van het liarleleed eener moeder, maar ook van de gesteldlieid der gemoederen, liet misnoegen en het lijden van het Engelsche volk.

Toen Jan zonder Land tot koning gekroond werd, hie!' men in Engeland eene schatting van de geestelijkheid en het volk voor een kruistocht; maar Richards broeder nam het kruis niet aan. Weldra verloor hij door een groole misdaad Normandië, terwijl zijn bestuur hem de genegenheid der volken deed verliezen. De geestelijkheid van Engeland tegen zich verbitterd hebbende, haalde de nieuwe koning zich het anathema der Kerk op den hals; paus Innocentius 111 bood IMiilippus Auguslus het koninkrijk Engeland aan, en beloofde de voorrechten der pelgrims van Jerusalem aan al degenen, die legen hem de wapens zouden opvatten. Om aan het gevaar ontkomen, nam Jan het besluit zich lot vazal van den Heiligen Stoel le verklaren en schonk Engeland aan God, aan de hei li ge aposlclen /V/rH.s1 en l'aulus, aan [nnucentius III en diens upvoiijers. Deze afstand van een geschokt koninkrijk belaadde hel Hol'van Rome slechts met een gevaarlijke verantwoordelijkheid, en zaaide onder het Engelsche volk nieuwe kiemen van beroeringen tweedracht. Weldra geraakte Jan slaags met zijne baronnen; de geestelijkheid zelve en de gemeenten sloten zich bij den adel aan. Tevergeefs legde de koning de gelofte af naar Jerusalem le trekken en vorderde hij voor zich de voorrechten der kruisvaarders; tevergeefs sprak de Roomsche Kerk haar banvonnis uil over de baronnen en zelfs over Lodewijk Vlll, dien de Engelsehen op den troon riepen. De wanorde nam gestadig toe, en daar het aan de Engelsche vrijheid eigen was vooral vorderingen te maken onder de slechte vorsten, gevoelde de geheele natie de behoelte zich van hel gezag van Jan los te maken, en het Groole Charter kwam eindelijk te voorschijn uil den slaat van verwarring en verarming waarin twee ongelukkige regeeringen Engeland gebracht hadden!

Later, onder de regeering van Hendrik 111, was er dikwerf sprake van het ondernemen van een kruistocht; meer dan eens wilden de baronnen naar het Oosten vertrekken tegen den wil van den monarch, en de enkele gedachte van een koning te plagen, dien zij niet liefhadden, prikkelde hun godvrncluig verlangen'nog meer aan. .Hendrik verzuimde niet van de denkbeelden ziiner eeuw partij te trekken, en verbond zich herhaaldelijk een kruistocht te ondernemen mei het enkele doel om onderslandsgelden te bekomen. Matlhias Paris verhaalt, dat de paus den Engelsclien monarch, door diens valsche vooi stellingen misleid, gemachtigd had gedurende driejaren een tiende penning van de geeslelijk-heid en het volk te hellen. «Indien deze belasting geïnd liad kunnen worden,quot; voegt de schrijver er bij, «zou zij aan de kroon meer dan zes honderd duizend pond slerling hebben opgebracht, hetgeen het koninkrijk lot den ondergang gevoerd zou hebben.quot; De lichlvaardighéid waarmede de Engelsche monarch herhaaldelijk zijne gelolten [liet gestand deed, bracht het koningschap in minachüng, en de ininachiing der natie verhinderde hem die drukkende belasting te innen.

Daar de vormen van den krnistochl overal indrongen, bezigde men ze zells in den oorlog, dien men destijds tegen den koning voerde. In hel verbond der baronnen tegen Hendrik 111 droegen de tegenstanders van de kroon een kruis evenals in de gewijde oorlogen, en belqolden de priesters den palmtak der martelaren aan degenen, die voor de zaak der vrijheid stierven. Ken opmerkelijk leit is het, dat het hoofd van hel verbond voor de onafhankelijkheid van de Engelsche natie gevormd, een Eransch edelman was, de zoon van dien graal' van Monlfoort, zoo vermaard in den kruistocht legen de Albigenzen.

Lit dit beknopte overzicht kan men zien, dal de kruistochten in Engeland geen gunstigen invloed voor hel koningschap uit-oelendeu. Wij gelooven echter ook niet, dat zij eenige kracht geschonken hebben aan de gemeemen, die ter nauwernood bestonden, of aan de aristocratie, waaruit de lolsbesteinming van het Kngelsehe volk zich zou ontwikkelen. De aristocratie, gelijk Willem de Veroveraar haar had ingesteld, en die verbrokkeld was over zestig duizend leenen, was genoodzaakt zich met de geeslelijklieid en hel volk te vereenigen om hare klachten te doen hooren en te doen gelden. Rrachten de omwenlelingen van iMigcland eindelijk heilzame vruchlen voort, dan is dil omdat alle klassen der maatschappij daartoe gezamenlijk medewerkten en men in hel belang van allen handelde. .Men kan niet met juislheid zeggen op welk tijdstip de eonslilnlie van Engeland ontstond, welke omstandigheden hare uitbreiding begunstigden en onder welke regeering zij hare grootste ontwikkeling erlangde. De eensgezindheid der partijen, de gelijkvormigheid der zeden en gewoonten, de instemming der geslachten, de overleveringen en de hei inneringen trokken van lieverlede het gebouw der Engelsche vrijheid op, en deze vrijheid moest dunrzainer wezen dan in vele andere landen , want hel is moeielijk iels te vernietigen wat iedereen gemaakt heeft, en de lijd eerbiedigt bijna altijd datgene in de menschelijke inslellingen,' wat het werk van allen is.

De kruislochlen, wij herhalen hot, droegen weinig tol dien staal van zaken bij. Wij moeien er bijvoegen, dat de Hrilsche macht, welke eenmaal de wereld in hare slaalkundige en liau-delsbetrekkingen zon omvatten, zells niet van de kruislochlen gebruik maakte om haren handel en hare nijverheid uit te breiden. Nooit bezat zij een factorij of een nederzelling in de christen Staten van het Oosten; haar scheepvaart maakte destijds geen enkele vordering welke de geschiedenis der vermelding waardig kan achten. Het kan niet ontkend wórden, dal de wapenroem ook in de kruislochlen het deel der Engelsche natie was; maar toen deze natie rijk en machtig werd, en zij beter de ware bronnen van haren voorspoed waardeerde, verzaakte zij weldra aan een roem, waarbij zij geen wezenlijk voordeel, geen stellig belang had. Het is ongetwijfeld uit dien hoofde dal men ter nauwernood eenig spoor van de gewijde oorlogen bij de hedendaagsche geschiedschrijvers van Grool-Rritlannië aantreft.

Ten slotte moeten wij nog zeggen, dal de oorlogen, welke Engeland zich verplicht zag op hel vasteland le voeren, even weinig voordeel aanbrachten als het aandeel dal het in de expediliön tegen de ongeloovigen nam. Hel was een groot ongeluk voor de opvolgers van Willem den Veroveraar dal zij aan gene zijde van hel Nauw van Calais provinciën behouden hadden, die zij voortdurend moesten verdedigen en die al le dikwijls hun aandacht van de aangelegenheden van hun eigen land allrokken. Men heeft in onze Geschiedenis gezien dat deze staal van zaken en de langdurige twisten, welke daarvan het gevolg waren, soms aan het welslagen der oorlogen \an het Ooslen schaadden en ze ei' ten laatste geheel een einde aan maakten. Gelijk men weel, bedreigde Eduard, die dikwijls liet kruis aangenomen had, onverwachts Frankrijk, en slaakte 1'hilippus van Valois, ten gevolge van zijne hedreigingen, de toebereidselen lot een kruistocht, dien hij wilde ondernemen, 'loen brak er lusschen de beide op elkander naijverige volken een oorlog uit, welke langer duurde en meer rampen na zich sleepte dan de gewijde oorlogen. Te midden der onheilen en gevaren, welke de inval op een vreemd grondgebied vergezellen, gaven de Engelsche monarchen, om geld en soldaten te bekomen, toe aan de eischen der baronnen en der gemeenlen, en vergat Kngeland dal hel in zijn boezem de ware grondslagen bezat van de maelil en den voorspoed.


VIERDE HOOFDSTUK.

VAN DUITSCI1LANI)

Terwijl Engeland de vrijheid op zijne koningen bevoclil en Frankrijk de zijne aan 'hel koningschap terugvroeg, bood Duilscliland een geheel ander schouwspel aan. Het Germaan-sche rijk, dat onder Otto I en Hendrik lil een grooten luister uitgestraald had, neigde lijdeus de kruislochteii tot een snellen ondergang. De keizerlijke macht had aanvankelijk alle andere overheerscht; maar de keizers, afwisselend in oneenigheid mei den Heiligen Stoel ol in oorlog met hunne groole vazallen, verleenden vrijdommen en voorrechten aan allen, die zich opdeden om hen te verdedigen, en alles wat zij gegeven hadden, keerde zich ten slotle tegen hunne maclil. Duilsciiland bezat weldra geestelijke vorsten, even machtig als andere souve-reinen; wereldlijke vorsten, als souvereinen erkend, die er op uil waren hunne voorreehlen uit te breiden; vrije sleden, die onal haukelijke republieken geworden waren; een minderen adel, die, van allen leenheerlijken band onlbeven, de provinciën door zijne persoonlijke veelen of rooverijen lot een geesel was. De keizerlijke macht hleef le midden van al die nieuwe belangen aan zicii zelve overgelalen. In de algemeene wanorde had ieder middelen welen le vinden, om zijn macht te vergroeien en le handhaven, terwijl hel hoofd van' het rijk geen enkele leen bij zijne domeinen kon aanhechten, en zijn familie, niet op het rechl van erfelijkheid kunnende stenuen, geen toekomst bezal. Al hel streven der keizers had niet kunnen bewerken dal de kroon erfelijk werd gemaakt, zoodat de opvolging der souvereinen van Duitschland afhing van de

4 li*


-ocr page 562-

362 GESCHIEDENIS DE

KRUISTOCHTEN.

keuze van don adel en do vorston, die zelve zich van alle adiankelijkhrid jegens do souvereinen vrijgeniaakt hadden. Onder de' voi-sten, die den keizerlijken iroon bestegen, ooienden verscheidenen oen groolon invloed uil door hunne dappei'lioid ol' hun bekwaamheid; maar deze geheel persoonlijko invloed gaf geen kraoht aan de kroon en stierf met hen. Avontuurlijke ondorneiningen en naar gene zijde der Alpen overgehraehte oorlogen droegen ook bij tot verzwakking van hunne inaclit. Do boorden van den Tiber en de Po waren voor de Duilscbe monarchen wat Germaniö eertijds voor Augustus en zijne opvolgers geweest was; zij verloren er hunne legioenen en vormocbten or zich nooit te handhaven. Bij die onvoorzicblige expediliën onlmoetlen zij op hun weg steeds do pausen als de getrouwe bewakers vaii hetgeen hun door do geschiedenis onder de leiding der goddelijke Voorzienigheid was toevertrouwd. Ook trachtten de opperherders de andere lauden van Italië tegen de Ueerscbzucht der Duitsehe keizers te beschermen. Twee geslachten vnn keizers bezweken onder den banvloek van Rome, eu terwijl zij zich iu vruclitcloo/.e pogingen uitputten om over Lombardije ol het koninkrijk Napels te regeeren, verloren zij daardoor nog de weinige macht die bun in Duitscbland restte.

Te midden van al die omwentelingen is bet gemakkelijk uit te maken welke de invloed der kruistochten op de lotshestem-ming der Duilscbe natie kon zijn. Men weet dat bet eigenlijke Duitscbland hoegenaamd geen deel nam aan de eerste expeditie, en dat de volken van dal gewest, verwikkeld in de langdurige oneenigbedeu tusschen het pausschap en bet keizerrijk, slechts door bet zich zien vermenigvuldigen van de wonderwerken des Hemels, en vooral door het veriK men der verlossing van Jerusalem, tot bei deelnemen aan de gewijde oorlogen konden opgewekt worden.

Toen de tweede kruistocht gepredikt werd, hield Koenraad 11 de teugels van het bewind in handen. De welsprekendheid van den heiligen Bcruardus, ol liever de mare zijner mirakelen, deed den ijver van de Duitschcrs en bun gebieder onlvlammeu. De oneenigiu den, welke tijdens die expeditie tusschen de meesters van lly/anliuni en den Duitscben keizer ontstonden, hernieuwden ol vcrineerderden den alkeer der Grieken en der Latijiien, en deze afkeer was de oorzaak van vele ellenden voor de kruisvaarders, eu misschien ook van de wederwaardigheden, waarbij de bloeiendste legers van Duitscbland omkwamen. Hel ncht van voorrang, dal Koenraad te Jerusalem op I.odewijk VIII verkreeg, en de eer onder de muren van Damascus een reus in tweeën gekloofd te hebben, waren de eenige vs rdeelen of de eenige eeretitels, die hij uil het Oosten medebracht; iu een breve van den paus werd hij de cerslc vertledigcr der Kerk genoemd; maar hetgeen hem voornamelijk het vertrouwen der volken moest verzekeren, was dat hij bij zijn vertrek naar Azië een minister had achtergelaten, die voor Duitschland was hetgeen Suger ter zellder lijd voor Frankrijk was.

Veertig jaren later ontwaakte de geestdrift voor de kruistoeblen opnieuw onder de Germaansche volken. Fredei ik'Barbarossa, die de nieuwe kruisvaarders aanvoerde, gold voor eea groot veldheer, ei: de soldaten, die hem naar Azië volgden, werden geroemd als toonbeelden van lucht en heldenmoed. De keizer ging zich vereenigen met twee groole monarchen van het Westen, die hem in Palestina voorgegaan waren. Men hoopte dat de miizelmuimen vernietigd zouden woiden en bun trots \oor altijd gefnuikt; die zegepraal waaraan Frederik zou deelnemen, kon zoowel zijne macht als zijn roem onder de christen volken verhuogen. Hel viel echter anders uit, en de kleine rivier de S lei was als een afgrond, waarin al de verwachlingen van den derden kvuislochl spoorloos verdwenen. De geschiedenis ver-meidi niet, welke klachten zich destijds in Duitsehland lieten booreu; maar llichard, die door den zoon van Frederik ver-radeilijk ge\angen gehouden was, betaalde met zijn losgeld de onko-ten win den gewijden oorlog, en indien wij de overleveringen gelooven mogen, werd (Ie hoofdstad van Oostenrijk, waarvan Apneas Sylvius in later tijd de prachtvolle gehouwen roemde, ter zellder tijd met de schatten van den Kiigelschen monarch weder opgebouwd.

Toen de gewijde oorlogen een aanvang namen, tlikkerden de banbliksems van Home reeds boven den keizerlijken troon; tegen bet einde der kruistochten werd bel onweder dreigender. Gelijk men weel riep ürbanus U, na hel concilie van Glermont, niet de hulp der wapenen van de kruisvaarders in om den keizer te bestrijden, over wien hij hel anathema der Kerk uitsprak. Later verbeurde Frederik door zijne hernieuwde aanvallen die gematigdheid ; en het kruis waarmede hij zich bekleed had, al hoewel hij in den kerkdijken ban was, kon hem niet meer vrijwaren, en men verhief den standaard van den gewijden oorlog tegen hem.

Wij hebben gezien hoe Frederik voor den gemeenschappehj-ken godsdienst streed, hoe hij naar het heilige land toog, hoe de sultan de poorten van Jerusalem voor hem opende, en hoe Frederik zich niet eens verwaardigde om iets te doen ten einde hel lot der christenen van Jerusalem en omstreken dragelijker te maken. Dorstende naar wraak, spoedde hij zich naar Europa terug om aldaar den opperherder te gaan strallen voor de beleediging hem aangedaan door de ban te laten drukken op hem, die zooveel voor het Christendom gedaan doch zich in vele gevallen een beter vriend der muzelmannen dan der christenen getoond bad. Wij behhen zijn langdurigen en vreeseliiken strijd gezien tegen de pauselijke macht. Toen het stamhuis van Zwaben bezweek, badde liet bijkans geheel Duitscliland in zijn \al medegesleept. Aan alle zijden geschokt, bezweek het Germaansche rijk nochtans niet, en dat reusachtige lichaam, waarvan do bestanddeelen zoo verscheiden en toch zoo verwikkeld waren, bood weerstand door zijne eigene massa. Bij gemis aan een beschermende inaebt ontstonden er vereenigingen, die daarvoor in de plaats traden; de rijksdagen of nationale vergadei Ing n, waarin de steden en de vorsten humie gevolmachtigden hadden en die zich steeds door een geest van eendraebt en gematigdheid onderscheidden, bewaarden de wetgevende overleveringen en dienden tot band om de verspreide brokstukken van de kracht en de macht te vereenigen; het beset van bet gevaar deed middelen beramen om de openbare orde te verzekeren, en uit den schoot van den chaos ontstond de Duilscbe Bond, die, met eenige wijzigingen, tot aan het einde der vorige eeuw vooiibestond.

Deze bond trok voordeel van de gewijde oorlogen en zag destijds hare bevolking en haar grondgebied vermeerderen. De expediliën tegen de ongeloovigen van het Oosten hadden het denkbeeld doen ontslaan om de heidenen en afgodendienaars te bevechten, die aan de boorden van den Weichsel, den 1'regel en de Nieinen woonden. Deze volken, door de kruisvaarders overwonnen, werden in de christelijke republiek opgenomen en maakten deel uit van den Germaansclien Bond. Bij den aanblik van het kruis verrezen steden te midden van wildernissen en wouden, gelijk Danlzig, Thorn, Elbing, Koenigsberg enz; Finland, Lithouwen. Pommeren, Silezië werden, onderden standaard van Jesus Clnistus, bloeiende provinciën, men zag nieuwe volken ontstaan, nieuwe Stalen zich vormen, en om aan al die W' nderen de kroon op te zetten, wezen de wapens der kruisvaarders de plaats aan, waar zich eene monarchie zou verhellen, die de middeleeuwen niet gekend hebben en die in onze dagen eensklaps in de rij der groole mogendheden van Europa heelt plaats genomen. Op het einde der dertiende eeuw waren de provinciën, waaraan de Pruische monarchie haren naam en haren oorsprong ontleent, nog door den algodendienst en woeste zeden van de christenheid gescheiden; tie verovering en de beschaving van die provinciën was het werk der godsdienstoorlogen.

Wij willen dit hoofdstuk niet eindigen, zonder van de kruis-tochlen tegen de Turken te spreken. In de vergaderingen der natie werden dikwerf de gevaren van den godsdienst en het vaderland besproken. Hare beraadslagingen, het is waar, werden soms vergeleken bij die der Atheners, waarin men schoone besluiten nam, die niet uitgevoerd werden; maar men moet nochtans niet uit hel oog verliezen, dat de Germaansche constitutie op dat tijdstip haar laatste ontwikkeling ontving, en dat de grondregelen van het volkenrecht, door de wellen bekrachtigd, de zekerste waarborg werden van den openbaren vrede. Verloor Duitschland in later tijd zijn godsdienstige eenheid door de hervorming van Lutlier, hei vond iels van zijne slaatkundige eenheid terug in een algemeen aangenomen wetgeving. Naarmate de Turken den Donau naderden, verhief de keizerlijke macht zich steeds meer in baren vorigen luisler, bereid om manmoedig aan het gevaar het hoofd te bieden, en de fortuin van Germanië wilde, dat de geest en de macht van Karei V gesteld werden tegenover de beerschzucht en de snelle vorderingen van Soliman.

Te midden van die oorlogen, waarin de onafliaukelijkheid van alle christen volken bedreigd werd, mogen wij het koninkrijk Hongarije niet vergeten, dal hel schild en de Thermopylen van de christenheid verdiende genoemd te worden. De Hongaarsche natie, die in de tiende eeuw de schrik van Duitschland en Italië geweest was, streed gedurende iwee eeuwen tegen de Turken, die meesiers van Constaiitiiiopel geworden waren; zij leverde hun meer gevechten dan het oude Griekenland aan de barbaren en aan de soldaten van den grooten koning geleverd bad; maar zij miste dichters en geschiedschrijvers, en de wonderen van hare standvasligheid en dapperheid zijn ter nauwernood aan de nakomelingschap bekend geworden.


-ocr page 563-

363

VIJFDE HOOFDSTUK.

VAN ITALIË

Men zal zich liorimieren, dat paus Ui'banus II alvorens iJcii ki'uisloclil in liol couciliü van Clerinonl le prediken, dien reeds in het concilie van Piacenza gepredikt had. In hot laatste had niemand naar do wapens gegrepen; te Clermont was de deelneming aan den kruistocht algemeen. Deze zoozeer van elkander verschillende uitkomsten schijnen te bewijzen, dat de beide volken, op wier godsdienstige geestdrilt do paus achtereenvolgens een beroep deed, noch hetzelfde krijgsvuur, noch hetzeU'de karakter bezaten. Om dit verschil van zeden en gevoelens tusschen naburige natiën beter te doen beoordeelen, zal hel ons genoeg zijn een vluchtigen blik te werpen op den toestand van Italië iii de middeleeuwen.

De Hunnen, de Franken, do Vandalen, de Gothen, do Germanen en de Lombarden brachten beurtelings in dat schoone gewest den geesel der overheersching over, en toen licit zich eindelijk uit de macht van al die barbaarsche volken verlost zag, vond do Ita-liaansche natie niets in hare zeden ol in bare instellingen, wat haar kon dienstbaar zijn in hel herkrijgen harer onariiankèlijkheiil. Verscheidene Stalen vormden zich, zonder dat zij ooit door een gemeenschappelijken band verbonden werden. In de tiende eeuw vertoont het koningschap zich een oogenhlik ; maar de volken, reeds geheel he/iggehouden door hun inwendige verdeeldlied n, beschouwden hel niet als een vereenigingspunii, ol'als een middel ler redding. Later verdedigde de invloed der pausen lialië tegen den inval en het juk der Duitsche keizers; nochtans was de strijd zoo langdurig en had de oorlog tusschen die beide machten, welke de partijen der Wellen en der Gibelijnen in hel leven riep, zoo vele wisselingen, dat do pauselijke invloed de verwarring en de wanorde slechts bestendigde in plaats van er een einde aan te maken, . iets bewijst beter den slaat van ontbinding waarin Italië verkeerde, dan de wijze waarop het in de twaallde en de dertiende eeuw zijn staalkundig bestaan trachtte le grondvesten. Deze verdeeling in verscheidene Stalen, deze verbrokkeling van het grondgebied, deze talrijke, in dni-zende l'racliën verdeelde bevolking, verrieden maar al le zeer het gemis van alle gemeenscliappelijk middelpunt en allen geest van nationalileit. Helzeiïde land telde verscheidene volken; dertig steden hadden ieder hare wetten, hare belangen, hare annalen. Die hevige vijandschap tusschen de republieken, die aanhoudende oorlogen tusschen de burgers, die haal voor alle naburen, dat wantrouwen voor alles wat in de nabijheid was, die naijver welke alleen de lieden en de vreemdelingen die van verre kwamen spaarde, verstikten langzamerhand alle streven om zich lol een natie le vercenigen en deden eindelijk zells den naam van Italië vergelen.

Het leenheerlijke stelsel werd in Italië vroeger argeschaft dan elders; maar met het leenheerlijke stelsel zag men den alouden trouw der dapperen en de deugden der ridderschap verdwijnen. In die republieken, meestentijds door huiirlingen verdedigd, hield men op de dapperheid te achten en de edelaardige gevoelens, die zij medebrengt. Geheele gezinnen in hallingscliap gezonden, de liell't der bevolkingen vermoord of van hare haardsteden verdreven, lol den grond verwoeste sleden, ziedaar de menigvuldige laiëreelen, welke de burgeroorlogen van Italië ons aanbieden. Ten tijde der kruistochten heproel'den de pausen meer dan eens de eendracht le herstellen; maar hunne pogingen bleven bijna altijd vruchteloos, en nooit mocht het Godsbesland, door de conciliën vastgesteld, bij eiken gewijden oorlog atgokondigd, --.ijne weldaden aan gene zijde der Alpen te doen gevoelen.

Het kan niet ontkend worden, dat de geest dei' vrijheid soms wonderen gebaard heelt en dat vele Italiaansche republieken roemrijke tijdperken geleld hebben. Maar de vurige hartstochten der aristocratie verhaastten haar bederf, en de vorderingen van dal bederl waren zoo snel, dat in het begin van de veertiende eeuw Dante slechts om zich heen belioelde te zien om een model voor zijne hel te vinden.

Te midden van zooveel wanorde valt het niet gemakkelijk den invloed, dien de kruistochten op het lot van Italië uitgeoefend hebben, na te gaan en te besludeeren. Reeds in het begin dei-twaalfde eeuw bloeiden de sleden van Toscane en Lombardije; verscheidene hadden een gedeelte van hare bevolking onder de vanen van het kruis gezonden, en de rijke stad Milaan roemde er op een leger te bezitten talrijk genoeg om den trots der muzelmannen le fnuiken.

De zeesteden van Italië, Pisa, Genua en Venetië hadden het toppunt van voorspoed bereikt; zij hadden dien voorspoed te danken aan de handelsbetrekkingen, welke Italië voor de gewijde oorlogen met het Oosten onderhield, welke betrekkingen zich tijdens de overzeesche expediliën nog uitbreidden. Het was een vreemd schouwspel dat die republieken opleverden, die slechts een hoekje gronds aan de kust van de Middellandsche zee bezaten en voortdurend de oogen gevestigd hielden op Syrië, Egypte en Griekenland. Men kan zich vooral niet onthouden de Véne-tiaansche republiek le bewonderen, wier macht overal de wapens der kruisvaarders was vooralgegaan en die door de volken dei-middeleeuwen als de koningin van het Oosten beschouwd werd. De geschiedenis heeft de diensten doen kennen, welke die sleden aan do gewijde oorlogen bewezen, hetzij door de christen legers van levensmiddelen te voorzien, hetzij door deel le nemen aan de verovering der zeesleden van Palestina, hetzij eindelijk door de vloten der ongeloovigen le bevechten. Zij vestigden overal nederzettingen, zij bezaten een gedeelte van al de dooide kruisvaarders veroverde sleden. Jacobus de Vitri roemt den ijver, de werkzaamheid, de voorzichtigheid en de vaderlandsliefde der Italianen, die het heilige land bewoonden.

Hel mag echter niet onopgemerkt blijven, dat Italië niet gelijk do overige volken van hel Westen van geestdrift blaakte voor de kruistochten, en de bevolking van dat land zelden door die onhaatzuclilige vervoering medegesleept werd, welke zich destijds in alles wat er edels en groolsch in de christelijke maatschappijen bestond, kenbaar maakte. Steeds bedacht op de belangen van hun handel en hun nijverheid, gaven de zeevarende volken van Italië, aan de gewijde oorlogen deelnemende, veeleer gehoor aan don geest van do hebzucht dan aan de heerschende denkbeelden. De vestiging van een factorij, de uithreiding van hunne handelsbetrekkingen boezemden hun veel meer belang in dan een op de ongeloovigen behaalde overwinning. Zij leverden, wel is waar, levensmiddelen en krijgsbehoelten aan de kruisvaarders; maar, gelijk men weet, werden zij ook dikwerf beschuldigd die aan de muzehnannen te verschaffen. Na de vernietiging der cbristen koloniën maakt een geschiedscln-ijver van Florence de spijtige opmerking, dal de handel van Italië de belli zijner voordeelen verloren had. In een woord, de Italianen lieten er zich weinig aan gelegen liggen om de zaak van het kruis le doen zegevieren, wanneer zij voor zich zeiven geen voordeel van de overwinning konden plukken, en wij vreezen niet van onbillijkheid beschuldigd te worden als wij beweren, dat zij slechts van de kruistochten namen wat hen moest verrijken.

De llaliaausche bevolking was destijds meer verlicht dan het overige deel van Europa; het ging een soort van beschaving tegemoet. Maar wat haar weldra achteruit deed gaan was dat zij geheel alleen voortschreed en zich op haar weg van de overige natiën van haren lijd afscheidde. Men heeft do republieken van Italië, in de middeleeuwen, vergeleken met dio van het oude Griekenland; en deze vergelijking zou voldoende wezen om le bewijzen dat hun beslaan wisselvallig en vergankelijk was. Alleen dan gaat een Staat vooruil en neemt hij in bloei toe wanneer hij steunt op de zeden, de denkbeelden en de geaardheid der geslachten, aan wie hij behoort; de slaalsche navolging van eene andere eeuw en de ijdele borinneringen aan een tijd, die voorbij is en nimmer kan wederkeeren, kunnen niets duurzaams onder de menscheu slichten.

Men heelt opgemerkt dat de wanorde en het zedebederf van Italië tijdens de kruistochten hetzelfde gebleven waren, terwijl er eenige verandering of verbetering in de andere landen waar le nemen was. In Italië scheen de maatschappij geen andere drijfveer te hebben dan de verwoedheid der partijen, geen ander leven dan de tweedracht en den burgeroorlog; men had er geen anderen waarborg legen de tuchteloosheid dan de dwingelandij, legen de dwingelandij geen anderen dan do vertwijfeling der partijschappen. Omstreeks het midden der dertiende eeuw stond geheel Italië gewapend op tegen den tiran Fccelino, en deze oorlog was een ware kruistocht; maar op dien kruistocht volgden nieuwe verdeeldheden, bloedige twisten en wraaknemingen, waarvan het verhaal bijna aan hel ongeloolhjke grenst. Daar de uitgebreidheid en de macht van het meeiendeel der kleine Staten, die Italië bedekien, en de kracht der partijen, die elkander de steden betwistten, zelden geëvenredigd waren aan hun eerzucht, zochten zij hun verlielling of hun behoud in alle middelen, die de trouweloosheid of het verraad hun aanboden. Samenzweeringen, staatsgrepen, de snoodste aanslagen, alles scheen hun goed toe, alles achtten zij gepast om hunne twisten kracht bij le zetten en hun zucht naar uitbreiding of bun afgunstige hartstochten le bevredigen. In een wouni, alle zedeleer verdween, en het was le dier tijde dal die leerschool van staatkunde ontstond, waarvan men de lessen, sommigen


-ocr page 564-

OKSnillKhKmS DER KRUISTOCHTEN.

zep:so'i ('c hekeling, in iiol werk van Macliiavclli wedervindt.

Eindelijk trok de vrijheid zich loiug van een volk, dat haar naam slechts in^eroepén had te midden der beroeringen, de tuchteloosheid en de misdaden van den burgeroorlog. In de plaats van die woelzieke volksregeei'iugen welke men op het einde der veerliende eeuw niet meer aantrelt, verhieven zich vonten en hertogen, die Imn heil zocliten in de kuiperijen van een duister en schroomvallig staatkuiulig beleid en er soms een eer iu stelden de wcdeigeboorte der kunsten en der letteren, de ware glorie van llaliö, te bevorderen en te begunstigen.

l)c tussclien de Middcllandsche zee en de Alpen gelegene streken waren daarom echter niet beschut voor den inval van den vreemdeling: de llaliaansche volken bleven de speelbal ol' de prooi der uit alle deelen van het Westen toegesnelde krijgers; en liet opmerkelijkste is, dat een volk, dat niet krijgszuchtig was, in /.ijn midden tie eerste krijgschool heelt zien ontslaan, welke dc middeleeuwen gekend hebLen.

Het koninkrijk Napels en Sicilië, aan de uiteinden van Italië gelegen, was voor de kruisvaarders de weg naar Griekenland en bet Oosten: rijkdommen, die geen bewakers schenen te hebben, een grondgebied, dat zijne bewoners nooit hadden kunnen verdedigen, moesten dikwerf de begeerlijkheid ol' de eerzucht opwekkgn der vorsten ol' zelfs der ridders, die in Azië fortuin gingen zoeken. De geschiedenis van dat land vermengt zich gedurende meer dan twee eeuwen met die der overzeesche expeditiën. Duitschland, Frankrijk, Arragon, Hongarije leverden het beurtelings koningen, en elk dezer koningen bracht den oorlog mede. Men riep in die oorlogen het gezag der Kerk in; men vertoonde dikwijls in die oorlogen de beelden van hot kruis; men predikte, in een woord, meer kruistochten voor de onderwerping van dat ongelukkige rijk dan voor de verlossing van Jerusalem, en al die kruistochten stichtten slechts wanorde en verdeeldheid onder do volken van Italië en in een groot gedeelte van Europa.


ZESDE HOOFDSTUK.

YAN SPANJE.

Hij het bestudeeren der geschiedenis van de voornaamste Staten van Europa wordt men vooral golrollen door de groote verscheidenheid, die men waarneemt in de zeden, de instellingen en de lotwisselingen der volken. Hoe kan men den loop der beschaving volgen te midden van zoovele republieken en monarchieën, waarvan de eenen met luister uit den schoot der barbaarschheid Ie voorschijn tredon, de anderen in het niet verzinken? en hoe den invloed der kruistochten aan te loonen door zoovele omwentelingen heen, die dikwerf dezelfde oorzaken hebben en wier gevolgen zoo uiteenloopend en soms geheel tegenovergesteld zijn? Spanje, waarop wij thans de oogen gaan vestigen, zal ons nog andere taforeelen te aanschouwen geven en ons nieuwe onderwerpen ter overweging aanbieden.

Tijdens den ganschen duur der kruislochten zien wij Spanje binnen zijne eigene grenzen bezig mot zich te verdedigen tegen die zelfde iiiuzelmannen, die de andere volken van Europa in het Ooslen gingen bevechten In het noorden van het Schiereiland hadden zich eenige onafhankelijke christen Staten weten staande te liouden, die zieb onder Samdio den Groote, koning van Castdlië en Arragon, gevreesd begonnen te maken. Gesterkt door hol voorbeeld van den Gid en den invloed der ridderlijke zeden, bijgestaan door de krijgers, uil alle oorden van Frankrijk toegesneld, hadden de Casliijanen voor hel einde van de elfde eeuw Toledo hernomen. Evenwel beantwoordden de veroveringen der Spanjaarden in het vervolg niet aan den luister van Imn eerste zegepralen: naarmate zij provinciën op de Mooren hernamen, vormden zij daarvan afzonderlijke rijken, zoodat de Spaansche macht, op die wijze verdeeld, in zekeren zin verzwakt werd door hare eigene overwinningen.

De inval der Mooren in Spanje had eenige overeenkomst mei dien der Franken in Azië. Hel was de godsdienst van Mahomed, die de Sarraceensche krijgers tol den strijd opwekte, gelijk de christelijke godsdienst den ijver en liet vuur der soldalen van hel kruis aanwakkerde, lieriiaalde koeren antwoordden Afrika en Azië op de roepstem der inuzelmanscbe koloniën in Syrië. De geestdrift wrochtte aan weerszijden wonderen van lieldeinnoed en hield de zege langen lijd onbeslist tusschen de beide volken en de twee vijandige godsdiensten.

Een geest van onalbankelijkheid moest onder de Spanjaarden geboren worden te midden van dien oorlog, waarin de Staal al zijne burgers noodig had en ieder burger daardoor zeil een zeer groote male van gewicht erlangde. Men beeft opgemerkt, dat een volk, hetwelk groote dingen gedaan heeft, een volk, dal geheel tol de verdediging van hel vaderland opgeroepen wordt, een overdreven gevoel zijner reclilen krijgt, zich veeleischend, soms onrechtvaardig betoont jegens degenen, die het regeeren, en zich menigmaal geneigd gevoelt tegen zijne souvereinen de kracbl le keeren, die bel legen zijne vijanden aanwendde. Men ziet dan ook in de Spaansche geschiedboeken, dat de adel en hot volk zich in Spanje wo. liger betoonden dan in andere landen en dal de nioiiarchie er aanvankelijk enger begrensd was dan bij de overige natiën van Europa.

De iusleiling der Gortez, de vrijmaking der gemeenten, een menigle aan de sleden verleende voorreclilen, kenmerkion reeds vroeg de onafliankelijkheid der volken van het Schiereiland. De inval der Mooren belette den lëudalen regeeringsvorm op hel Spaansche grondgebied wortel te schieten gelijk in het overige deel van Europa, en lijdens de onlusten, die zoolang de koninkrijken Leon, iSavarre en Gastillië teisterden, had men geen noodlolligen strijd le betreuren tusschen de aristocratieën het volk; maar de adel, steeds gereed om legen zijne koningen op le slaan, de eerzuchtige aanspraken van eenige familiën, die elkander den voorrang of de macht bclwisllen, veroiitrnstten niettemin de provinciën, die aan hel juk der muzelmannen ontrukt waren. Te oordeelen naar de openbare besluiten der wetgeving, zou men kunnen gelooven, dal de Spanjaarden zich eerder dan de overige volken van Europa in do vrijheid verheugd hadden, maar in dagen van beroering moet men zich wel wachten over de vrijheid eener natie te oordeelen naar betgeen in de staatkundige vergaderingen gesproken wordt, of naar de charters en de verordeningen, die, beurtelings door het geweld afgedwongen, door de kracht vernietigd worden en steeds geplaatst zijn tusschen twee klippen, de regeeringloosheid en de dwingelandij. De geschiedenis van Spanje van dien tijd wemelt van misdaden en monsterachtige leiten, die zoowel de zaak der vorsten als die der volken bezoedelden, hetgeen ten minste bewijst, dat de zeden niel met de wellen in overeenstemming waren en dat de verordeningen, le midden der openbare onlusten vastgesteld, hel nationale karakter niet verzacht hadden.

In de omwentelingen, die Spanje beroerden, deden dc staatkundige hartstochlen soms lot zelfs dc overheerscliing der Mooren vergelen. Toen op het einde van de dertiende eeuw dc muzelmamien, door Jacobus van Arragon overwoimen, de Balearische eilanden, hol koninkrijk Valencia en Murcia prijsgaven, slaakten do Spanjaarden eensklaps allen verderen strijd. Terwijl in het Ooslen de zegevierende mamelukken alle krachten ingespannen hadden om de Franken geheel van de kusten van Syrië le verdrijven, bleven de Mooren in het Westen gedurende twee eeuwen in hel bezit van een gedeelte van Spanje, zonder dat de Spanjaarden zich ernstig met de herovering van bun eigen vaderland bezighielden. Do standaard van Maliomed wapperde boven de steden van hel koninkrijk Grenada lol aan de regeering van Ferdinand en Isabella. Eerst te dier tijde trad dc Spaansche monarchie alvermogend uil den chaos der omwentelingen le voorschijn, en wekte zij in de volken die krijgshallige en godsdienstige geestdrift op, welke de verdrijving der Mooren voltooide. Toen nam die strijd een einde, welke acht eeuwen geduurd had en in welken, volgens de Spaansche schrijvers, drie duizend zevenhonderd veldslagen geleverd werden. Zoovele gevechten, die slecbis ëcn langdurige kruistocht waren, moesten als een leerschool van dapperheid en heldenmoed beschouwd worden; daarom werden de Spanjaarden in de zestiende en de zeventiende eeuw dan ook beschouwd als de dapperste en krijgshaftigste natie van Europa. De wijsgeeren hebben dien geest van lierheid en irols, dal ernstig en streng karakter, die de Spaansche nalio nog heden ten dage kenmerken, door den invloed van het klimaat trachlen le verklaren: ons dunkt, dal men een natuurlijker verklaring van dal nationale karakter zou vinden in een te gelijk vadeiiaiidslievendeii en godsdiensligen oorlog, waaraan twintig opeenvolgende geslachten deelnamen en wiens gevaren zoovele ernstige gedachten, zoovele edele gevoelens moesten inboezemen.

üp het einde van de oorlogen tegen de Mooren had Spanje de inquisitie met meer warmte aangenomen dan de andere christen natiën. Ik wil do verwijten van de liedendaagscho wijsbegeerle niel wederleggen, maar het komt mij voor, dal men niel genoeg rekening gehouden heeft met de redenon, die in Spanje meer dan elders dal wantrouwen en dien argwaan


-ocr page 565-
-ocr page 566-

ipa

h ■ , '.. Mp^p - ■ 1«®

■nffin^ral - i i ram i i lt; .-jffltÉ mk H quot;f^r H SHpv

, 5« •...■ -1

;:_j.: . .........

ïl

■■MHHHHi HHH KH MflmW aaBS . %-•, •• » .••» «H

fe

li É ^amp;::' hS i '^S

9 -r- I

■1 ■■■ WÊÊÊÊÊKÊÊÊÊ^^ m i ini S 1H

awJÈs^^samp;MffiwSai^S

MM S-lra(gt;gt;S^SMShBS t^iPA'T^jSrtï'-

WAtMMitmmjeK ^WtPfisgms::

S?»j •^t'S^wSa^Ki^K^r-j- Jit apSfiKlfc1?

WÊam^mÊmÊÊS®ÊlfflSll^ i '^S' mmSÊmSfmÊlamp;MwM

wcgpt ■' / «f | i^p'}..|?ijM?® sÉmHB

1 |B ■ ■■■ ■1 .s Hl • • ■ \lt;L}. I

.-w-v -^«j 1 .#amp;'*:! WÊ I ,*;' i ■

1 quot;gt; sS»fi ' Sf. •


WwmÊm

mmMm

i^^#5ar

-Jy;

mm

mÊSÊÊSÊÊÊgÊÊÊSÊIÊÊM

ÊÊmÊÊmmÊm

«ri iw »! quot;t*

aa^l^yiii S ■. '■■ ' '■S

* ■y*^iK%siSai

l.xö.',

BSfË^SpHl

iiii

i xPt-

fc:quot;: ::; s

WBSmamm WMBmaHal ^-. .-l';

■•%*;-:;r ••

;V!:-

■ mm Mimm

È-;4^ï

i k4

f-

Siv;V■ ^'5 V-jfS^v^Effi/i''• ■-,:JS?!gt; if-, i..-i-,g- 'V ïïf.i'T1.

i 1 ff ' fquot; w

• fl

:?

ÊmmmSm !gt;lE, ,lt; •. • msammsBSsmmm ''.vlv-Sffiï^ -. ,:■■•

WMimimmsmisai •. | -*' -v'feyKV.V- g..u-*•*quot;• V /^T^*'.

'

•,: ' * :■

feS'ïg®

WÊÊmmm

BM™h|

-ocr page 567-

r,F,sr,HlF,lgt;KNIS DER KRUISTOCHTEN.

verontschuldigden omtrent alles wat met den staatsgodsdienst in strijd was. Hoe kou men vergeten, dat de standaard van een vreemden eeredienst langen tijd op het Schiereiland gewapperd had en dat vele eeuwen achtereen christen krijgers niet alleen tegen de ongeloovigen gestreden hadden voor het geloot hunner vaderen, maar /ell's voor het behoud van den vaderlandschen bodem? Van deze stelling uitgaande, kan men zeer goed aannemen, dat hij de Spanjaarden de godsdienstige onverdraagzaamheid ol' liever de haat tegen allen vivemden godsdienst minder zijn oorsprong vond in een naijverige godsvrucht dan wel in een argwanende en vurige vaderlandsliel'de, waardoor zij zich steeds onderscheiden hebben

Spanje nam eerst deel aan de kruistochten, toen de geest van de gewijde oorlogen iu het overige gedeelte van Europa begon te verzwakken. Het moet evenwel gezegd worden dat Spanje eenige voordeden trok uil die expediliën naar het Oosten. In bijna alle ondernemingen der christenheid legen de muzelmannen van Azië bleven een groot aantal kruisvaarders op de kusten van Spanje terug om de Mooren te bestrijden; er werden in het Westen verscheidene kruislochten tegen de ongeloovigen, de meesters van hel chiereiland, afgekondigd; de vermaarde overwinning bij Tolosa op de Mooren was de vrucht van een kruistocht in Europa en vooral in Frankrijk op lasi van den opperherder gepredikt. De overzeesche expediliën waren ook in zooverre nuttig voor de zaak der Spanjaarden, dal zij de muzelmannen van Egypte en Syrië, die zich bij hunne geloolsgenootcn der kusten van Afrika hadden kunnen aansluiten, in hun land terughielden. Men heeft in deze Geschiedenis gezien, dal het koninkrijk Portugal door de kruisvaarders veroverd en gevestigd werd. De kruisvaarders legden den grondslag der ridderlijke orden van Calalrava, Santiago en Alcantara, die in navolging van die van Palestina, zich in Spanje vormden, en zonder wier hulp de Spaanscbe natie misschien niel over de Mooren zou gezegevierd hebben.

Wij moeten er bijvoegen dal Spanje het land is, waar de herinnering aan de kruistochten hel langst in eere is gehouden, lu de vorige eeuw kondigde men er nog elk jaar in alle provinciën de bul af Crusada geheeten. Deze plechtige afkondiging herinnerde aan het Spaanscbe volk de overwinningen welke hel eertijds op de muzelmannen behaald had.


ZEVENDE HOOFDSTUK.

VAN BEN ADEL.

Hot is te vergeefs, dat een minachtende geest do berinnering aan vervlogen lijden verbant en wij in zekeren zin onze eigene afkomst willen verloochenen: wij wórden er steeds aan herinnerd door onze neigingen, onze denkbeelden en soms ook door onze uilspanningen. Inderdaad! terwijl aan den eeneu kant ons verstand, in de school der nieuwe denkbeelden gevormd, in de middeleeuwen alles even sluitend vindt, waarom verplaatst dan van den anderen kant onze verbeelding, gelrollen door hel schouwspel der edelaardige hartsloehlen, zich gaarne in de oude tijden en verwijlt zij met welhehagen bij de dappere en edele ridders van die dagen? Hoe komt liet, dal terwijl een gestrenge wijsbegeerte bovenmate de barbaarsche gewoonten van de leudali-leit eu de ruwe zeden van unze voorouders gispUde herinneringen, welke die gewoonten en die zeden bij ons aehlergelalen hebben, aan onze dicblers nog tafereelen ingeven, die ons vol bekoorlijkheid toeschijnen? Waarom worden die herinneringen nog gestadig opgefrischt in onze gedichten, onze gesebriften, onze looiieelslukken? Zou hel waar zijn, dal er, gelijk wel beweerd wordt, meer vaderlandsliefde sclinilt in onze verbeeldingskrachl dan in onze rede, daar deze laatste ous de geschiedenis van ons vaderland zou willen doen vergeten en tie eerste er ons steeds aan herinnert?

De kruistochten droegen bij tot de uitroeiing der misbruikeu van hel leenheerlijke stelsel; zij werkten mede lol hel behoud van de edelaardige gevoelens, welke dal stelsel opwekte en tegelijkertijd lol de ontwikkeling van hetgeen bet gunsligs voor de beschaving bezat. Wij zullen de zeden der leudalileit en de gevolgen der kruistochten doeu kennen, door de omwenteling te beschrijven welke te dier tijde in de verseliillende klassen der maatschappij plaats greep. In de eerste plaats zullen wij ons met den adel bezighouden.

Men treil den adelstand aan bij alle volken, waar de nagedachtenis der voorouders eenigzins in eere wordt gehouden. Het is boven allen twijfel verheven dat de adelstand bekend was bij de Franken eu de andere barbaarsche volken, die Europa overweldigd hadden. Maar uil welk oogpunt werd de adel beschouwd vóór de elide en de twaalfde eeuw? Hoe was zijn oorsprong? hoe plantte zich de luister der fainiliön voort? Wij hebben weinig gegevens met wier behulp men deze vragen bevredigend kan oplossen.

Wanneer men bedenkt met welk een snelheid de geslachten voorbijgaan en boe moeielijk hel, zelfs in de tijden der beschaving, aan hel meerendeel der familiëi; valt, haar eigen geschiedenis gedurende eeue eeuw bij le houden, kan hel geen verwondering baren, dal men in tijden van onwetendheid en barbaarschheid zoo weinig middelen hezclcii heeft om de nageilacblenis der doorluchligste geslachten le bewaren. Rehalve dal de geschreven getuigenissen nagenoeg onbekend waren, werkte het besef dei-ware grootheid van betgeen de historische vermaardheid uitmaakt, nog niel genoeg op de gemoederen. De kronijk van Tours zegt met naieve eenvoudigheid, dal Karei de (iroot'e (jroul genoemd werd uithoolde van zijn ijmol geluk; zoo verwarden de geschiedschrijvers, evenals het volk, de glorie melde fortuin. In die barbaarsche lijden duidde men meestentijds de menschen, zells de vorsten, slechts aan door liinine geestesgaven of lichamelijke gebreken. Om zich van die waarheid te overtuigen, behoell men slechts de lijsl der koningen van de middeleeuwen in te zien, waarin men de namen vindt van Pepijn den Korte, l\nrel den Knie, Willem den llnsse, !.odewijk den Dikke, l're-derik liarbarossa (Roodbaard) en onderscheidene anderen, die hun eeuw alleen aanduidde door hetgeen de oogen trol ol onder het bereik der zintuigen viel. Zeer eigenaardig voor den opmerker is de wijze, waarop de oude kronijkschrijvers de personages doen kennen, wier daden zij verhalen. Zij vergelen in hunne schilderingen noch de kleur der haren, noch tie gestalte, noch bel voorkomen der vorsten en der helden, en de porlretten, die zij ons daarvan gelalen bebbnn (men veroorlove mij deze uitdrukking) gelijken minder op beschrijvingen door de geschiedenis geleverd, dan wel op do signale-nienten, welke uien in onze dagen op de passen der reizigers aantreft.

Toen de beschaving haar eersten glans begon te verspreiden, knoopte de zedelijke opvalling van de groottieid zich aan den naam der oude lamiliën vast; en de adelstand onlslond eerst leitelijk, toen men de waarde van den roem begon le besellen. Zeker is liet, dal de adel tijdens de kruistoehlen ecu aanzien verkreeg, dal hij lol dusverre niet genoten bad. Zijne krijgs-verrichlingen voor de zaak der christenheid waren geheel iels anders dan die oorlogen van kasteel tegen kasteel, waarmede de adel zich in Europa bezighield. Sedert vond hij zijne archieven in de gescliiedenis, en de bekendheid der wereld mei zijne dapperheid werd zijn sclioonste eeretitel.

Wanneer uien de geloofwaardigste gelnigenissen en de meest waarschijnlijke gevoelens raadpleegt, komt men lol de overtuiging dat de onderscheidingen van den adel aanvankelijk verbonden werden aan de groote bedieningen eu voornamelijk aan den grondeigendom. Voor de grondbezilling zwoer men onder hel feudale stelsel den eed van trouw en hulde en verzocht men de bescherming^van den sonverein. Voorden niel ■grondbezitter bestond er geen overeenkomst , geen voorrecht; hij had niets te geven, niets le ontvangen. In Frankrijk droeg een groot grondbezitter den tilel van adellijke; werd iiij arm of van zijn bezitting berooid, dan vervielen zijne afstammelingen van den adelstand. De kronijken spreken van een Walter zonder luwe, van een Willem zonder have: waarschijn lijk duidde men onder dien bijnaam adellijken aan, die lol armoede vervallen waren.

Hel grondbezit oefende destijds zulk een invloed uil op den inaatschappelijken toestand, dat het genoegzaam is de veranderingen te kenniiii, die liet onderging, om te oordeelen over de veranderingen die in de uiaatscbappij plaatsgrepen. «Zoodra men den staat van hel grondbezit op zeker tijdstip heeft ontdekt,quot; zegt. de Engelsche geschiedschrijver liobertsun, « kan men mei juistheid bep; len hoe groot ter zellder lijd do graad van macht was, die de koning ol de adel bezaten.quot; Tijdens de kruislochten veroorloofden de geestelijke en de burgerlijke wellen aan de adellijken hunne gronbezillingen le vervreeniden. Men zeer groot aanlal hunner maakte van dat noodlottige voorreclit gebruik en verkoclilen hunne gronden, hetgeen hel grundbezii en bijgevolg de inachl verplaatste.

De krnisloclilen bleven evenwel niet zonder vrucht voor den adel: men zag edellieden vorstendommen in het Oosten verkrijgen; hel meerendeel der sleden van Griekenland en Syrië werden even zoovele heerlijkheden, lot gebieders graven en


-ocr page 568-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

366

baronnen erkenneiulon, die ondor de vanen van do gewijde oorlogen gestreden hadden; eenigen, die meer geluk hadden, beklomnien den troon van David of' dien van Conslantijn, on namen eene plaats in onder de grootste monarehen der cliristenheid.

De inilUaire orden lioden don adellijken ook oonige schadeloosstelling mui voor de verliezen, die zij in de verdorl'olijke oorlogen geleden liadilen. Deze orden bezaten onmetelijke grondeigondonnnen in het Oosten en liet Westen; zij werden voor den Europeeschen adel een toevluchtsoord in den vrede en een oel'enschool van dapperheid in den oorlog.

Omstroeks dien tijd ontstond hot gebruik der hijnamen en der raniiliewapens. Ieder edelman voegde hij zijn geslachtsnaam den naam van den grond ol' de benaming van de heerlijkheid, die hij bezat; hij plaatste in zijn wapen een toeken dat zijne laniilié onderscheidde en aan zijii adel herinnerde; ue geslachtrekenkunde werd eon wotoiischap en waarborgde door hare nasporingen den luister der stamhuizen. Welke waarde men tegenwoordig ook aan die wetenschap toekenne, het moet erkend worden dat zij dikwijls een groot licht verspreidde over de geschiedenis der doorkichtigo lainiliën, en ook wel over de alge-meeno goschiedenis vim het land, waartoe die lamiliön behoorden.

Wij hebben alle reden om te gelooven, dat de oorsprong der bijnamen en vooral der familiewapens aan de kruistochten te danken is. De burgheer had geon onderscheidingsteeken noodig, wanneer bij zijn slot niet verliet, maar bij gevoelde er behoelte aan zich van tie anderen te onderscheiden, wanneer hij ver van zijn vaderland verwijderd on onder de menigte der kruisvaarders gemengd was. Kon groot aantal lamiliën werden tijdens de gewijde oorlogen arm ol' stierven uit. Degenen, die verarmd waren, liechtten zich des tu sterker aan de herinnering van hun adel, bet eenige goed, dat hun restte; na de uitsterving der lamiliën gevoelde men do noodzakelijkheid ze to vervangen: onder l'hilippus den Slunte ontslond het gebruik adellijken te benoemen. Zoodra er nieuwe adellijken kwamen, hechtte men or meer waarde aan tot den ouden adel te bohooron. Het grondbezit scheen niet voldoende meer om een naam te be-iiondon en voort te planten, die zeil' een eigendom werd door de geseliiedeiiis goboekstaald on door de maatschappij erkend; het gevolg hiervan was, dal de adel meer aan onderscheidingsteekenen moest gaan bochlen.

ihj den val van hot leenhoerlijke stolsel maakte de adel, wel is waar, nog grootondeels de sterkte van hel leger int; maar hij diende den slaat onder een nieuwe vorm; hij schikte zich meer naar den geest der ridderschap dan naar dien dor l'eudaliteit; oen edelman bracht den souverein niet meer de hulde van zijn grond, maar zwoer op zijn zwamd hem trouw te blijven.

Van nu al van levenswijze veranderende, daalden do edellieden van de hoogte al', waarop zich hun dreigende slottorens verhieven, en in de vlakten ol' op de hellingen der heuvels verrezen kasteelen, die nog wol torens, schietgaten on ophaal-hruggon bezaten, maar toch gerielelij-er lot bewoning ingericht waren. Toen de aristocratie minder te duchten scheen, beijverden zich de koningen haar voorkomend aan bun bol le ontvangen; zij vond aan de hoven oen gedeelte der voordeelen terug die /.ij verloren had. Daar zij allijd do eerste plaats innam in de maatschappij en steeds oen groot overwicht op de overige klassen behield, ging zij voort door haar voorbeeld den geest en de manieren der natie te polijsten, en het is voornamelijk door haar, dat die elegante manieren ontstonden, welke de Franschen zoolang van alle volken van Europa onderscheiden hebben.

liet is nochtans bezwaarlijk met zekerheid te zeggen ol' do adelstand verloor dan won bij de veranderingen, die ten gevolge der kruistoebien zich alom deden waarnemen. De oeretitels en voorrechten, die do adellijken bleven behouden zonder hun oen bepaalde kracht te geven, wapenden moer naijverige hartstochten tegen hen dan ooit de macht van bet grondbezit; want bet is opmerkelijk dat do eigenliefde van den mensch liever in anderen rijkdom en macht duldt dan onderscheidingen en voorrechten. Later kwam de adel tot het inzicht, dat bij ongelijk gehad had zich niet aan het hoofd van de omwenteling der gèmeenton te stellen, wat hij gemakkelijk had kunnen doen. «De adel,quot; zegt een edelman van de zestiende eeuw, «de adel heelt zich grootelijks benadeeld door de ambten der steden te gering le achten; want door die bedieningen van de hand te wijzen ol ze door do lieden der steden te laten vervullen, maken dezen zich van bet gezag meesier en wanneer wij iets verlangen, moeten wij hen groeten en hun het bof maken. Het is een slechte inval geweest van degenen, die daarvan de eerste oorzaak zijn.quot; Zoo sprak lilasins Jlontlnc onder de regeering van Frans I. Destijds putte de adel van Frankrijk zich uit voor de oorlogen van de kroon, gelijk hij zich twee eeuwen to voren uitgeput had voor de gewijde oorlogen. Hij putte zich uil iu een loopbaan, die hem van het bestuur verwijderd hield en bom van alle zaken onkundig deed blijven, terwijl andoren zich in vreedzame bedieningen verrijkten, hunne geestvermogens nuttig aanwendden en uitsluitend do macht uitoefenden. Ken der groote dwalingen van den adel te dier lijde was, dat hij don luister als do kracht, de gnnst der koningen als de macht, de meening der menschen als een steun beschouwde. Omringd door roemvolle overblijfselen en beroofd van den grondslag, waarop hij steunde, nam hij in zekeren zin de wijk in de geschiedenis; maar de geschiedenis richt degenen niet op, die vallen; zij bewaart alleen de ijdele herinnering aan vervlogen grootheden.

In onze dagen is de adel lang voorgesteld geworden als aristocratisehe macht; men moost zich eerst afvragen ol'wij oen ware aristocratie hebben. Om allen twijfel omtrent dal punt op le heldoren, zou hot misschien voldoende wezen de Engelsche aristocratie le besUideeren en le weten hoe zij in de middeloeuwen ontslaan is. Oader Willem don Veroveraar werden zestig duizend leoiien onder do overwinnaars verdeeld; de Engelsche edelen verbondon zich van toen af mot elkander door den oiibreekbaren hand van den grond, en hunne macht slounde zich op hel onvorvreomdbaro grondbezit. Ziedaar hoe de aristocralie in Groot-Brittannië ontstond. Do adel door ver-eeniging verkreeg charters, welke zijn bestaan regelden en hem zijn rang in den Staat aanwozon. Wat aanschouwen wij van dén andoren kant op hetzellde tijdstip in Frankrijk? Baronnen en heeren, die elkander beoorlogen, hetgeen strijdig was met alle geest van voreeniging, en verscheidene groote vazallen, ware souveroinen, die de kroon beoorloogden, maar volstrekt niet met de bedoeling om oen aristocratie te vestigen. De franscho adel schaarde zich rondom don troon, waar hij de doorluebtigste adel van de gansche wereld werd, maar waar hij de voor de aristocratie onmisbare voorwaarden geheel verloor, namelijk den steun van den grond en don geest van vereoniging. De adel had, wel is waar, tamelijk groote voorrechten behouden; maar hij hield voornamelijk vast aan die, welke zijne ijdelheid streelden, en verwaarloosde die, welke hem kracht kondon geven. Maar er is soms niets ergers dan de rechten en oene macht die men niet uitoefent. Het kwam eindelijk zoo ver, dat de Fransche adel geen wezenlijk aandeel moer had in het politieke stolsel, waarvan hij de beweging moest regelen en hij slechts vortogenwoordigd werd in nationale vergaderingen, die niet meer bijeongeroepen werden. Dit was de aristocratie, welke wij in het laatst dor vorige eeuw in eon enkelen nacht bobben zien vallen, dio zich sinds niet meer heeft kunnen verhellen, en die men ons nog uil spot als oen dreigend spooksel vertoont. Het is hier echter de plaats niet om don toestand van don adel in onze dagen nader te besproken; laat ons tot de gevolgen van de kruistochten wederkeeren.


ACHTSTE HOOFDSTUK.

VAN UK RIDDERSCHAP.

Men moet de gewapende ridderschap niet verwarren met die ridderschap, aan w ie het bezit van een grond ol oen leen do verplichting oplegde een leellboel, in den oorlog te volgen: de ridders, waarvan wij gaan spreken, vormden een afzonderlijke orde, zij ontvingen oen bijzondere inriebling en hadden sla-luton, (lie bun eigen waren. Men moesl van adel zijn, het is waar, om in de orde dor ridderschap opgenomen te worden, maar dit geschiedde slechts onder zekere voonvaanlen en om persoonlijke hoedaiiighoden. Do koningen en vorsten rekenden het zich tot eene eer ie eene veroenighig opgenomen te worden, die geen andere bandon had dan oeden en geen andere onderscheiding dan de dapperheid.

Hot is voor ons van geen belang den oorsprong van die instelling te konnon: het zij ons genoog te weten, dat zij vóór de kruistochten in hel geheele Westen aangenomen was. De godsdienst, die in de middeleeuweu in alles eene rol speelde, leende eerst aan de ridderschap zijne gewijde plechtigheden ; bij mengde er iets van zijne grondregelen onder, en ofschoon do gewijde oorlogen niet bekend waren, wijdden de priesters reeds het zwaard der ridders. De adellijke krijgers trokken de


-ocr page 569-

1

-ocr page 570-
-ocr page 571-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

wereld door, gevaren en roemrijke avonturen zoekende. Zij kenden geen anderen souverein dan dengene, aan wien /ij liun vrijwillige trouw verpand hadden; overal waar de oorlog uitbrak, zag men hen toesnellen. Tot die riddersehap wondde zich paus { lirhanus II met de woorden: «Gij die zoo inenigweiTde schrik waart uwer medeburgers en voor oen verachtelijk loon uw arm verkoopt om eens anders wraak ol' haat te bevredigen, gaat thans gewapend met het zwaard der Machaheeën, het huis van Israël, den wijngaard van den Heer der heerscharen verdedigen.quot; Men weet hoe de christen ridderschap aan die oproeping gehoor gat'. Sedert werden de hetrekkingeu van de ridderschap en den godsdienst rechtstreekscher en menigvuldiger. Ieder ridder scheen zich verbonden te hebben de vijanden van Jesus Christus te bestrijden: hij droeg op zijn gewaad de zinnebeelden van het christelijk geloof; tijdens de godsdienstoelening legde hij zijn ontbloot zwaard voor zich, als om zijn dapperheid aan God op te dragen. Ten laatste was de ridderschap een even godsdienstige als militaire instelling geworden.

Een der opmerkelijkste karaktertrekken van die instelling, welke heden ten dage het meest onze weelgierigheid en onze verwondering wekt, is die vereeniging van de godsdienstige gevoelens met de galanterie: de godsvrucht en de liefde, ziedaar de drijfveer der ridders; God en de dames, ziedaar hun leus. M-;mi heelt beweerd, dat die geest der ridderschap van de Germanen of de volken van het Noorden ontsproot: indien dit zoo was zou de geschiedenis er sporen van ontdekt hebben in vroegere tijdstippen. Men kan aan een ander volk wetten ot gebruiken ontlcenen, maar geen begoochelingen of denkbeelden. Om hier de waarheid te kennen, zou men moeten weten wat er verborgens en geheimzinnigs was in de zeden en in het menschelijk hart in de middeleeuwen. Wat hiervan ook zij, het staat vast dat de getrouwheid aan God en de getrouwheiil aan de dames aanbevolen werden als een zelfde deugd en een zeilden plicht.

Wanneer een ridder voor de uitverkorene zijner gedachten stierf, behoefde men volgens de geleerdheid der kasteden niet aan zijn zaligheid te twijfelen; men weet evenwel zeker, dat de geestelijkheid gestrenger daarover dacht. Ken ridder legde geen eed af waarin niet sprake was van den godsdienst en de liefde; Lodewijk IX wil geen verdrag mei de muzelmannen sluiten dan met loestemming van koningin Margarelha. Volgens cene wet van Jacobus II van Arragon gold de tegenwoordigheid eener vrouw zooveel als het recht van vrijplaats in een gewijd gebouw; de instelling der orde van het Gulden Schild schreef voor de dames te eerbiedigen, dewijl zij na God de bron waren van alle eer, welke de imuiiien konden verwerven.

In de oorlogen van de middeleeuwen toont de geschiedenis ons dikwijls ridders, die de kleuren der schoonheid te midden der veldslagen droegen. Het moet evenwel gezegd worden, dal men in de kruislochlen weinig voorbeelden van die heldhaftige en ridderlijke helde aantrelt. Wij zullen weldra zien dat (lit; ridderschap, in Europa zoo geheel aan de dames gewijd, in het koninkrijk Jerusalem en hij het gral van Jesus Christus een geheel ander karakter aannam.

Overigens waren de deugden, welke de ridderschap van het Westen predikte, juist die, welke het nieesle moesten bijdragen tol vernietiging der heerschappij van de barhaarschheid. Men kon een ridder geen bloediger beleediging aandoen dan hem van logen en leenhreuk te verdenken. De trouweloosheid, de meineed golden voor de schandelijkste van alle misdaden. Wanneer de verdrukte onschuld den hijstand van een adellijken krijger inriep, wee dan dengene, die aan die roepstem geen gehoor gaf! De verachting was het loon van alle beleediging van den zwakke, van alle aanranding van een ongewapende.

Om zich een juisl denkbeeld van de ridderschap le vormen, moet men haar besludeeren in de tornooien, die haar hun ontstaan verschuldigd waren, en die als de leerscholen waren van de hoofschheid en de feeslen van de dapperheid. Te dier tijde leefde de adel verstrooid en afgezonderd in de kasleelen. De steekspelen gaven hein de gelegenheid bijeen te komen, en het is in die schitterende bijeenkomsten, dat men de gedaclnenis aan de oude dapperen in hel geheugen terugriep, dat de jongelingschap hen lol voorbeeld nam, en zich tot de ridderlijke deugden vormde door den prijs te ontvangen uil de handen der schoonheid.

Daar de dames de rechters waren van de dapperheid en de daden der ridders, oefenden zij een onbeperkte heerschappij uit op hel gemoed der krijgers, en ik behoef niet te zeggen hoezeer dit overwicht van hel zwakke geslacht den heldenmoed der dapperen en der paladijns moest aanvuren. Europa begon zich uit de barbaarschheid op te richten op hel oogenblik, dat de zwakste over de sterkste heerschte, dat de dorst naar roem, de edelste gevoelens des harten, de teederste genegenheilcn der ziel, alles wat de zedelijke kracht der maatschappij uitmaakt, over alle andere kracht kon zegevieren.

Wij gelooven niet, dat de dolende ridderschap met hare

grillige dwaasheden ooil elders beslaan heelt dan in de romans; maar hel is toch aan le nemen, dal indi n de liefde lot God d ■ christen ridders tegen de ongeloovigen de wapens deed opvallen, de vereering voor de dames hen soms o ik lol de verdediging van do ongelukkige schoonheid kon bewegen. Overigens moet men niet uit hel oog verliezen, dat de gewapende ridderschap, gelijk wij reeds gezegd hebben, aan geen leen verbonden was, en het vaderland van een ridder overal was, waar hij zijn kracht, zijn behendigheid en zijn dapperheid kon toonen. Zon vermengde zich een overblijfsel van den nomadischen geest der harharen mei hel karakter der ridderschap, en die cosmopohlische geest kon eenige waarscliijiilijkheid hijzcllen aan de verhalen der romanschrijvers. De geschitdenis heeft do krijgsverrichtingen en de avonturen opgeleekend van die Nonnandische krijgers, die hij hun terugkeer van Jerusalem, Calahrië van den inval en liet juk der Sairaceenen bevrijdden. Joinville spreekt van verscheidene ridders, dio hij in Palestina had zien aankomen, en die le oordeelen naar het portret dal hij ons van hen gelaten heefl, voor ware dolende ridders konden doorgaan. Uit het noorden van Europa op weg gegaan, hadden zij lang onder de Comanen en de wilde volken van Klein-Azië geleefd. De kruisvaarders en hel volk van Plolomaïs luisterden niet gretigheid naar hel verhaal van hunne verre omzwervingen; in hel clirisien leger schiep men er behiigen in de gewoonten na le volgen, die zij aan de barbaren ontleend hadden; men bewonderde hunne ridderlijke manieren en vooral de stoutmoedige behendigheid waarmede zij de tijgers en de leeuwen ia de woestenijen van Syrië achtervolgden. Na hel Oosten en hei Westen doorkruist te hehhen, kwamen /ij hun zwaard aan de zaak van Jesus Christus wijden en onder de vanen van Lodewijk IX dienst nemen.

Men heeft in de oudheid helden gezien, die de wereld door-trokken om haar van geesels en monsters te bevrijden. Maar die helden hadden tol drijfveer noc i den godsdienst die de ziel verheft, noch die hoofdscliheid welke de zeden verzacht. Ken ander verschil tussclien de geeslgesteldheid der oudheid en de denkbeelden der middeleeuwen, is, dal bij de ouden de liefde beschouwd werd als den moed der helden te verzwakken, en ten tijde der ridderschap do vrouwen, die over de dapperheid beslisten, voortdurend de geestdrift voor de deugd en de liefde voor den roem in den geest der krijgers aanwakkerden.

De instelling der ridderschap is nog veel bewonderenswaardiger, waimeei' zij zich onder den alverinogendeii invloed van de godsdienstige denkbeelden vertoont. De christelijke helde vorderde alle genegenheden van den ridder en eisehle van hem een voortdurende toewijding aan de verdediging der pelgrims en de verpleging der zieken. Op die wijze oiitslonden de orden van Sint Jan en van den Tempel, die der Duitsche ridders en verscheidene andere, allen ingesteld om de muzelmannen le bestrijden en tie menschelijke kwalen le verzachten. De ongeloovigen bewonderden hunne deugden evenzeer als zij huniic dapperheid duchllen. Men kan zich geen trellënder schouwspel denken dan dal van die edele krijgers, die men heurleliiigs op het slagveld en in de verblijfplaats der smarten zag, nu eens de schrik des vijands, dan weder de vertroosting van allen, die lijdende waren. Wal de paladijns van het Westen voor d ■ schoonheid deden, deden de ridders van Palestina voor d • armoede en den rampspoed. De eeneii wijdden hun leven aan de dame hunner gedachte; de anderen wijdden het aan de urmen en de gebrekkigen. De gruotmeester der militaire orde van Sinl Jan nam den lilel aan van hoeder der urmen van Jesus C.hrislus, en de ridders noemden de armen en de zieken, onze heeren. Ongeloolëlijk klinkt liet bijna en toch is het zuivere waarheid, dat de grootmeesters der orde van Siul Lazarus, ingesteld voor de genezing en de verpleging der melaatscliheid, onder de melaatsehen moesten gekozen worden. Zoo had de christelijke liefde der ridders, om dieper in de ellenden hunner evennaast,en door te dringen, in zekeren zin een der afschuw-wekkendsle ziekten van den inensch veredeld. Volgt niet die grootineesler van Suil Lazarus, die zelf met de kwaal behept moet wezen, welke hij geroepen is in anderen le verlichtei:, voor zooveel onze zwakheid zulks vermag, hel voorbeeld van den Zoon Gods, die een menschelijke gedaante aannam om hel inenschdora le verlossen?

Men zou kunnen denken, dat er pralerij liep onder zulk een groote naaslenlielde. Maar hel chrisleiidom had, gelijk wij reeds gezegd hehhen, den trots der krijgers gebreideld, eu dit was ongelwijleld een der heerfijksle wonderwerken van den godsdienst in de middeleeuwen. Al degenen, die destijds hel heilige land hezochien konden niet genoeg in de ridders van den Tempel, van Sint Jan en van Siul Lazarus hunne gelatenheid in hel lijden van alle mceielijkheden des levens, luinue onderwerping aan al de geslrengheden vau de lucht, eu hun ie gehoorzaamheid aan de geringste hevelen van hun grootmeester bewonderen. Tijdens hel verblijf van den heiligen Lodewijk in Palestina kregen de Tempelridders twist met eenige pelgrims,


-ocr page 572-

GESCHIKDFNIS I)KR KRUISTOCHTEN.

368

die op den berg Onrmel op jaclil waren, tengevolge wanrvan dezen een klacht hij den groolincesler indienden. Daarna onlhicdl de groolincesler de broeders, die de kruisvaarders heleedigd hadden, voor ziuli en veroordeelt hen lot straf'om op liiinne manleis ziliende van den gronti te eten. «Het gebeurde,quot; zegt .loinville, «dal ik tegenwoordig was met de ridders, die geklaagd hadden, en wij verzochten den grootmeester de broeders van limine manleis l.e doen opslaan, hetgeen bij weigerde.quot; Hiernil blij kt dal die adellijke krijgers aan een strenge kloos-terluchl onderworpen waren en zich ooimoedig naar de uitspraak van bun hoofd scbiklen; zoodanig waren de helden, die de godsdienst en de geest der kruistochten gevormd hadden. De ridders van Sin! Jan en van den Tempel hadden geleerd do ijdelbeden van dit leven te verachlen: bet is in die militaire en godsdienstige orden, dat zich de krijgers begaven die de wereld moede waren. Men moet niet vergeten, dal in de lijden der harbaarschbeid de gematigdheid dergenen, die de wapens droegen, en de ooimoedigheid van de kracht een begin waren van beschaving.

Wij welen, dat men de nienschen nicl altijd beoordeelen moet naai' de zedelcer, die zij verkondigen, en naar de regelen, die zij moeten volgen. De militaire orden van liet heilige land beliepen soms om de ergernis buimer zeden de censuur van de opper-hoolden der Kerk, terwijl hun geest, van eerzucht en naijver menigmaal den vrede der christen koloniën in hel Oosten verstoorde. Wanneer men de ongebondenheden van de middeleeuwen ziet, mag men ook aaunenieii, dat de ridderschap van bet Westen len minsie onmachtig was om hel kwaad te stuiten en zij soms zelve deelnam aan do bintensporigheden, die zij moest beteugelen; maar de geest van bare instelling bestond, en bare grondregelen namen een groole plaats in de opvoeding van ecu nog hai baarsehen adel in. Wal men ook moge denken van de meiischeliiko verdorvenheid, met zekerheid kan gezegd worden, dat de ridderschap, vereenigd met den geest van hol-lelijkbeid en den geest des ebristendoms, bij de middeleouwsclie volken gevoelens en deugden verwekt heelt, die aan de ouden geheel onbekend waren. In die school kwamen de jonge krijgslieden lessen in de wellevcndbeid, de dapperheid en de grootmoediglieid nemen : bot was een bewonderenswaardige leerscliool, waar do overwinning haar trots, de grootheid haar minaebting aflegde, waar niets onteerender was dan de woordbreuk en de logen, waar niets roemvoller was dan de zwakheid te beschermen en den rampspoed hij le staan!

i aar de opvoeding der volken zich schoeide naar bet voorbeeld der aanzienlijkste klassen der maatsehappij, drongen de edelaardige gevoelens der ridderschap van lieverlede in alle standen door en vermengden zich met bet karakter van de Europeesche natiën.

Toen de inslelling der ridderschap te niet ging door het misbruik, dat men cr van maakte, en vooral door een reeks van veranderingen, die er in hel militaire stelsel van Europa onlslonden, bleven er onder de Europeesche volken nog eenige edelaardige denkbeelden over, die zij aangekweekt had, evenals in degenen, die den godsdienst vergeten hebben, waarin zij geboren zijn, nog iets overblijll van zijne voorscbrillen en vooral van de indrukken, welke zij er in limine kindsheid van ontvingen. Ten tijde der ridderschap waren eer en roem (ie prijs der goede daden. Deze munt, welke den volken zoo nul lig is en hun niets kost, is in de volgende eeuwen ten deele gangbaar gebleven. Zoo groot is het uitwerksel van een roenirijke berinnering, dal de onderscbeidingsteekenen van de christen ridderschap nog in onze dagen strekken tot belooning van de verdienste en de dapperheid.

Daar men dus naar waarheid kan zeggen, dat de kruistoeliten aan de ridderschap dal overwicht gaven, hetwelk de harbaarschbeid en de ruwheid der zeden verzachtte, moet men erkennen, dat zij een wezenlijken dienst aan de menschbeid bewezen hebben.


NKGKiNDE HOOFDSTUK.

VAN DK G EKSTELIJKIIKID.

Hel overwicht en do rijkdom der gecslelijklieid hadden haar in bet leenheerlijke stelsi I naast den adel geplaatst, maar bet moei gezegd worden, dal de plaats, welke men haar in dat stelsel gegeven had, in strijd was met haar karakter en den staal Ier maatschappij. Wij vreezen niet te zeggen, dat bet leenheerlijke stelsel nadeelig moest werken op de instelling van de geestelijke orde, gelijk de geestelijke orde nadeelig moest werken op bet stelsel der leudaliteit. De geestelijke, voor den vrede opgevoed, was niet geschikt om de voorwaarden van de militaire loo ihaan le vei vullen; van den anderen kant moest de militaire loopbaan de vreedzame zeden van de geestelijkheid veranderen en verbasteren. Het was geen zeldzaamheid prelaten mei helm en kuras 1» kleed te zien, soms zelh) zag men platle-landsgeestelijken tot den oorlog de kudde aanvoeren, die een godsdienst van vrede hun had toevertrouwd. Deze militaire geest in de geestelijken nam nog loe dooi- de kruistoeliten, waar hunne wapenen geheiligd weiden door hel doel van den oorlog, doch nooil werd de geestelijkheid knjgshariig genoeg om al de feudale verplichlingen na te komen.

Zeker is bet, dat naarniale de leudalileil vorderingen maakte, de geestelijkheid iels van bare regelmatigheid en bare oude traditiën verloor. Toen de Franken in den schoot der Kerk opgenomen werden, braebten zij er huiine gewoonten mede, en deze gewoonten strookten weinig met den geest van het priesterschap. De baronnen en de vorsten riepen soms de hulp der geestelijke wapenen van de geestelijkheid in om zich van de gehoorzaamheid hunner onderdanen en vazalion te verzekeren; van den anderen kant, riep ook de geestelijkheid de hulp der wapenen van de edelen in voor de verdediging barer rechten, en wij zien in de geschiedenis dal elke partij, die de andere te hulp kwam, eindigde met bare diensten duur te verkoopen. Voeg hierbij, dat de geestelijke stand, in dagen van verdrukking en ellende, beschouwd werd nis een toevlucht, waar iedereen zich aanmeldde, de oenen om hunne zaligheid in een ander leven te verzekeren, bet moerendeel om aan hol gebrek en de dienstbaarheid op deze vergankelijke aarde te ontkomen. Allen dio zich aanmeldden, werden opgenomen, zells de kinderen der lijleigenen, en daaruit vooral ontsproten de verslapping van de t:lt;c,lit, bet verval van de studiën, welke :11e gescliiedsehiijvers der Kerk betremd liebben.

Hei was niet gemakkelijk, de lucht te bainlbaven onder de menigte diakenen, die men overal iiantror: in de kasleelen waar zij de bediening van kapelaans, rentmeesters en secretarissen vervulden; in de sleden, waar zij het vak van advocaten notarissen, ontvangers, enz. uitoelënden.

Men heelt der geestelijkheid van de middeleeuwen niet ten laste gelegd, dat zij hare belangen verwaarloosd beert; noclitans zag men in Frankrijk prelaten do voorrechten van een bisschop san de kroon alstaan, en wat ten hoogste onze verbazing moet wekken, kerspelen met hunne inkomsten werden aan de edelen gegeven, die aan den eersten kruistocht deelnamen. Geen enkele macht bezat destijds vastgestelde regelen of erkende grenzen; men moet er zich derhalve niet over verwonderen, dat de eeuw zich mot de belangen der Kerk moeide, en de Kerk zieb in de zaken der eeuw mengde. De verwarring van het geestelijke en bet wereldlijke werd grenzenloos; de heilige JJernardus voegde den bisschoppen loe, dal zij niet geroepen waren om ile wereld te regeeren, maar om het onkruid uit le roeien; zij hadden een schoHel noodig en geen schepler.

I'aus Gregorins VII, die het ondernam de christen wereld te verandeien en wiens grondstelling was slaan om le yeimen, liad twee groole plannen opgevat: eerstens om zijn gezag als Stedehouder van Jesus Christus op aarde over de christene vorsten le bevestigen, en iweedens om de zeden van de gecslelijklieid le hervormen. Men kan zeggen, dat die opperher.ler goed slaagde in bet nioeielijkste en gevaarlijkste van zijn onderneming: de onderwerping van de tronen der aarde, en niet genoeg in hel nuttigste en noodzakelijkste daarvan: het herstel der tucbl en de zegepraal djr evangeliscbe zedeleer. De rnen-scbelijke harlstocliten boden hardnekkiger weerslnnd dan de vorsten, en terwijl de keizers en de koningen het gezag der opperherders erkenden, hieven de wanordelijkheden, die de'kerk wilde beteugelen, bet christelijk Europa voortdurend ergeren.

De misbruiken, waarlegen Gregorins VU opgetreden was, de simonie en voornamelijk liet huwelijk der diakenen, bedroefden de Kerk niet meer legen bet einde der gewijde oorlogen. Lanquot;-zaïnerhand borstelde zich de tucbl en begon do duisternis van de onwelendbeid op te klaren; voornamelijk Innocenlius 111 en zijne opvolgers moedigden de studiën aan. De geestelijkheid berkrèeg haren vroegeren luister en verspreidde, in een nog barbaarscho eeuw, bet eerste licht der beschaving gelijk aan de licblende zuilen der woestijn.

Wij inoelen doen opmerken dal de geestelijkheid nooil in Ce gewijde oorlogen verscheen dan in bet gevolg der baronnen in


-ocr page 573-

(JKSC.HIKDKMS 11KI! KUKISTOCIITKiN.

der ridders van liel kruis- I'o goseliicdeiüs slell sloclils (•en onkelen keer voor ids de militaire werkzaamheden van een kruisloclit beslurende: namelijk liij de belegering van Damiale. De beslormingen en gevechlen waren er voortdurend vermengd met de godsdienstige pleclitiglieden. De dapperheid kende er geen andere aanmoediging dan de zegeningen des Hemels, de luchlelooslieid geen anderen breidel dan bet anathema der Kerk. Wij hebben reeds gezegd, dat men in oen kruistocht den invloed van de geestelijkheid voornamelijk erkende aan de roekeloosheid der ondernemingen; in de moeielijke omstandigheden van den oorlog vertrouwde de geestelijkheid le voel op de mirakelen en dacht zij niet genoeg aan de gevaren. Men weet welke, na de inneming van Damiate, de gevolgen waren van haar overdreven vertrouwen op de overwinning. Men weet welk vertrouwen de bisschop van l'uy aan de pelgrims van den eersten kruistocht inboezemde; maar indien wij Wilhelmus van Tyr mogen geloo-ven, slonden de geestelijken', die dien eerbiedwaardigen prelaat overleerden, bij het leger niet in dezellde achting en holzeH'de aanzien: men kon tor nauwernood onder die reizende geestelijkheid herders vinden, die bekwaam waren de voornaamste zetels van Syrië en Palestina te bezetlen. In de volgende kruis-lochten, voornamelijk in don derden, dienden echter een groot aantal bisschoppen' de zaak van bot kruis door hunne kundigheden en gaven zij aan de pelgrims het voorbeeld van de evangelische deugden.

Wij zullen de Latijnsche geestelijkheid niet in de christen koloniën van hot Oosten volgen, waar zij soms een wereldlijk gezag wilde uitoelenen. Zooals men weel, maakte do patriarch Daimbert aanspraak op bel bezit van Jernsalein, en was de heilige stad getuige van talrijke botsingen tusschen hot gezag der vorston en dal der geestelijkheid. Nn eens eischten de koningen van Sion onderstandsgelden van de Kerk, dan weder eischic do patriarch van don vorst de tienden, die de dienaren Cods toekwamen. Do beide partijen gaven toe ol weerstonden naar gelang van de oinstandighodon, doch bleven elkander toch vijandig gezind. In het concilie van Nanlusa vroeg Boudewijn nédorig vorgiiïenis voor de onrechlvaardigheden, welke hij en zijne voorgangers tegen do geestelijkheid van Palestina hadden geploegd. Dij oen andere gelegonlioid, dat koning Boudewijn oen hevige woordenwisseling gehad had met don patriarch Stolanns over het bezit van Joppe, word deze ziek en stioiT plotseling. Hoewel de weinig liol'dorijke insinuatie van Wil-lielmus van Tyr hieromtrent ons ongegrond toeschijnt, strokl zij niettemin Ion bewijze van de ongelukkige verbittering, waarmede men elkander do veroveringen der christen krijgers en liet errdeel van .lesus Christus betwistte. Do pausen werden menigmaal aangezocht om in deze geschillen uitspraak te doen: maar zij gaven bijna nooit volkomen gelijk aan do geestelijkheid; de voorzichtigheid spoorde bon toch aan om do vorslen niet te ontmoedigen, die hot koninkrijk Jerusalem met de wapens in de band verdedigden.

Men heeft beweerd, dat do gcestelijkboid zich tijdens do kruistochten verrijkt had. Deze bewering, die zoo dikwerf door de schrijvers van do vorige eeuw herhaald is, verdient loch wol eindelijk eens met onpartijdige aandacht Ie worden onderzocht. Do geestelijkheid was zeer rijk ten tijde van den oersten kruisloclit; sinds lang beschuldigden haar hare vijanden zich onmetelijke grondbezittingen verworven te hebben. Onder de beide eerste siamhuizon hadden hare rijkdommen do hegoer-lijkhoid van do haronnen en do koningen opgewekt, die haar herhaaldelijk beroofd hadden, ouder voorwendsel dat zij den Slaat niet 'verdedigde en dat de grondbezittingen, welker iiikom-sion zij genool, toebehoorden aan degenen, wier dapperheid voor het behoud van don Staal waakte.

Indien de kruistochten do geestelijkheid verrijkt hadden, zou zij rijker hehben moeten zijn in de landen, die het meest aan de kruistochten deelgenomen hadden; de geestelijkheid nu van Duitscbland en van verscheidene andere Staten van Kuropa overtrof in rijkdom die van Krank rijk, waar de expoditiën naar iiet Oosten zoo veel geestdrift opwekten en zoo vele krijgers do wapens hadden doen opnemen.

Wel is waar verkreeg de geestolijkheid nieuwe bezittingen in de door de kruisvaarders veroverde landen; maar daarvan bleef haar na do gewijde oorlogen geen duimbreed gronds overig. Wij hobbon reeds gezegd, dal op het einde san do kruistochten hot aantal goloovi^on in Klein-Azië, Kgypte en Syrië aanzienlijk verminderd was; dit was ontogenzoggolijk een der betreurenswaardigste gevolgen van die oorlogen, die de muzelmannen verbitterd hadden zonder hen overwonnen te hebben. Al die onbezette bisdommen, waarvan de geestelijkheid nog heden ten dage de titels voert i. p. i. (in partibus inlldeliüm) getuigen maar al te zeer van de verliezen der katholieke Kerk in de landen van hol Oosten.

De eerste gewijde oorlog mocht, gelijk wij gezien hebben, voor de geestelijkheid zeer voordeolig zijn: zij was niet verplicht er de onkoston van te betalen; dè ijver d t geluuvigen voorzag in alle uitgaven. Nochtans nam zij zelve deel aan cfion kruistocht, en de priesters, die met de andere kruisvaardois op weg gingen, moeten zich op bun pelgrimstocht wel niet bijzonder verrijkt hebucn. Bij don tweeden kruistocht be^on men de kerken schallingen op le leggen, zonder op de levendige vertoogen der geestelijken acht te slaan. Sinds vestigde zich in de eliristen wereld eene ineoiiing, die aan de geestelijkhoid nooJlottig werd: namelijk, dat de oorlogen voor de glorie van Jesus Christus en de verlossing der heilige plaatsen ondernomen door do Kerk betaald moesten worden. .Men hief van do geestelijkheid aanvankelijk solialtingeii, zonder oen ander gezag te raadplegen, zonder andore rogeion te volgen dan die der noodzakelijkheid en der omstandigheden. Te rekenen van den derden kriiistocbl, na de afkondiging van de Siiladijiisrlirn liend, hief men geregelde belastingen, die door de pausen of de; conciliën vastgesteld waren, en die men met zooveel onwrbid-delijkhoid inde, dal de kerken van bare sieraden beroofd worden en men soms de gewijde vaten in bet openbaar vorkochl.

Wel is waar ontving de geestelijkheid nu en dan giften en legaten van degenen die naar bot heilige land logen, of de gelofte gedaan luuhfai derwaarts te vorlrekkon; maar wat beteokenden deze Inltele inkomsten naast de groolo lasten, die zij zelve moest opbrengen? Wij vreezon niet te beweren, dat de geestelijkheid, in het tijdsverloop van tweehonderd jaren, voor de gewijde oorlogen meer geld opbracht dan er noodig zou geweest zijn om het grootste deel van hare bezittingen le koopen. Van lieverlede zag nun dan ook den ijver der geestelijken voor de verlossing der heilige plaatsen verkoel n, en de onverseliilliglieid, welke onder do eliristen volken op liet vuur voor do kruistocblen volgde, begon door do geestelijkheid. In Duitscbland en in verscheidene andere landen bereikte bare misnoegdheid zulk eene hoogte, dal do pausen zich ton laaisle niet moer aan do bisschoppen durfden toe le vertrouwen voor de prediking der kriiistochton, en zij die taak nog sleehls opdroegen aan do bodolordon, die niets bezaten en niets op te brongen hadden voor de expeditiën togen do ongoloovigen.

Men heelt gezegd, dal do geestelijkheid van de kruistochten gebruik gemaakt had om lot oen spotprijs de grondhozitlingeu van den adel te koopen, evenals wij in onze dagen vele men-achen hun voordeel hebben zien doen met do omwenteling om tot lagen prijs de goederen van do geestolijkheid zelve Ie koopen. Wij vinden, inderdaad, voorbeelden van dergelijke aankoopeii in den oersten kruistocht; maar die voorbeelden moesten zeldzamer zijn in do andere oorlogen, waarvan de geestelijkheid de kosten moest betalen. Ilcl groolo voordeel, dal destijds de geestelijkheid op den adel had, was, dal de adellijken hunne goederen konden verpanden en vervroemden en dit tien geestelijkeii nimmer was veroorloofd, l en ander voordeel van do geestelijkheid was dal zij een lichaam vormde dat altijd door donzelldou geosl bezield was en altijd door dezelfde wollen bestuurd werd; terwijl alles rondom haar veranderde, veraudordo zij alleen niet. Hierdoor weerstond zij aan de oinwentoling, die in het grondbezit plaatsgreep. Wij moeien or bijvoegen, dat do jurisdictie van de geestelijkheid, welke iederen dag nieuwe vorderingen maakte, oen bron van rijkdoinmen voor baar word. Hol lag in den aard der zaak, gelijk wij reeds hebben doen opmerken, dal de verlicbtsto klasse de rijkste werd. De geestelijkheid behoefde derhalve niet van do verarming dor kruisvaarders partij le trokken om zich te verrijken: hare kundigheden, haar geest van orde en spaarzaaniboid, de invloed, dien zij op de volken uiluefende, gaven haar genoeg middelen aan do band om hare goederen te bobouden ol te vermeerderen.


■tquot;*

-ocr page 574-

CiKSCllIKDKiNIS DEK KHÜISTOCHTEN.

:-)7Ü

■TKIIS,

TJENDK HOOFDSTUK.

VAN UK

Wij hebben gezien rial do ovcrspniining der gemoederen, welke do kruisUjclilen vooilbiaclil, liel geial dei' kiiiizenaai'S j liari doen toenemen. Wilhelmus van Tyr, met zijne Gesehie- | tlenis der gewijde oorlogen beginnende, zegt, dat de wereld, aan alle ongebonrienheden overgegeven, op hel punt was van te vergaan. Men hield zich overtuigd, dat do wereld, aldus met haar einde bedreigd, slechts kon hernieuwd worden door buitengewone gebeurtenissen en opolï'eringen. De godsdienst, die destijds alles leidde, wees de eonen op liet Oosten, waar rio overwinning hen verbeidde, de anderen op de wildernis, waar hen do boetedoening wachtte. In liet oog dor wijzen en der godgeleerden was er niets gevaarlijker op do aarde dan de eeuw, en alle steden schenen voor de van oene vurige godsvrucht, blakende christenen als van God gevloekte plaatsen, die men zich beijveren moest zoo spoedig mogelijk te verlaten. Dit had ten gevolge dat men veleu zich naar Jerusalem, en ook velen zich naar eenzame oorden zag begeven, die destijds als don weg naar het hemolsche Jerusalem beschouwd werden Wij hebben gesproken van de soldaten van het kruis en de pelgrims van liet heilige land; liet zij ons veroorloofd oen oogenblik onze aandacht te vestigen op de strijdmacht der kloosters en do kruisvaarders der woestijn.

De stichtingen van kloosters zijn niot de minst bekende leiten van do geschiedenis: de kronijkschrijvers, die nagenoeg allen monniken waren, hechten daaraan niet minder gewicht dan aan do grootste gebeurtenissen. Orderic Vitalius spreekt beurtelings, en op denzell'den toon, van den inval van Willem in Engeland, van de verovering van Apulië door de Noormannen, en de stichting ol' den bloei van bet klooster van Siut-Evroul.

De kloosters ontstonden op onderscheidene manieren. Soms was het een eenig man, dio zich iu een eenzaam oord alzon-derde en wiens heiligheid de geloovigen kwamen bewonrieren. Uie kluizenaars waren, naar het verhaal der legenden van dien tijd, als de koningen der wildernis; want de vogelen des hemels gehoorzaamden aan hunne stem en de naluur was hun onderworpen. Na het vrome loven van een kluizenaar verhaald to hohlien, beschrijlt Orderic Vilalius volgenderwijze zijn dood, die nog mi, akulenzer was dan zijn leven. « Leno zoete melodie ruisclite door de luchl, een lielelijke geur vervulde hel woeste oord; een blinkende wolk verrees boven den goziclitoinder en deed de ster van den dag verbleoken.quot; Het verhaal van die wonderteekenen en van riuizonden dergelijken verbreidde zich in allo naburige landen; woldra kwam de menigte toostrooinen en de wildernis zag de woorden van Isaïas in vervulling gaan: «Dit oord is te klein voor mij, maak runnto opdat ik er kunne wonen.quot; Een andere oorsprong der kloosters was het berouw der zondaren en de godsvruciit dor grootou en der vorsten. Door een gedeeUe hunner bezitlingen aan kloosterlingen al' te staan, die de dagen en de nachten m hot gebed rioorbrachlon, hoopten de rijken en de maclitigon der eeuw do verlossing Iniuner naasten in oen ander leven te verhaasten en voor zich zei ven do schatten des hemels ie verwerven. Verscheidene godsdienstige gestichten haddon hun ontstaan te danken aan do vestiging van nionuikon, die naar andere wildernissen waren gezonden, om er de gestrenge deugden van liet kloosterleven te doen bloeien. Meer dan een kloosterorde bezat gestichten over de gansche cppervlakte der aarde; en deze kloosters, die denzeUdeii regel volgden, dezeiïde boetplegingen verriclitten, aan een zeilde opperhool'd gehoorzaamden, vormden als oen godsdienstige bond, die somiijds den rijkdom en de macht van de grooten der aarde en van de bloeiendste steden overtrof.

De ijver voor hel kloosterleven was in de twaalfde eeuw zoo groot dat Frankrijk en Europa aan wildernissen gebrek vreesden te zullen krijgen. De moeders verborgen hare kinderen, de vrouwen hare echlgenoolen, de vrienden liunno vrienden om hen voor den bekeeringsijver der kloosters te beveiligen.

Do gewijde historieschrijvers hebben breedvoerig hol inwendige leven dor kloosters, de dagen der monniken, tusschen den arbeid, de overweging en hot gebed verdeeld, de langdurige zielsverrukkingen van een ascetische godsvruelil en de wonderen der boelpleging beschreven; anderen liehhen herhaald wal men reeds in de middeleeuwen van liet zedenbederf der kloosterlingen en van de ongebondenheid, die in de kloosters heersebte, verleide. Wij zullen onzen lezers andere tafereelen aanbieden. Terwijl de maalschappij aan al de buitensporigheden

van do feudale regeringlooslieid prijsgegeven was, ziet men met welbehagen in do schaduw der altaren zich geregelde genootschappen vormen, welke als kleine Staten waren, die hunne zeden, hunne wetten, hun regeeringsvorm hadden; en van dit standpunt zullen wij over de kloosters ten tijde dor kruistochten spreken.

Elk klooster had zijne regelen en zijne privilegiën; oen algemeen en aan allen eigen voorrecht was de vrijheid. Deze vrijheid deed zich vooral gelden in het inwendig beheer van hel klooster en in de verkiezing der oversten van do commu-nileil, waarop geen enkele geestelijke of burgerlijke overheid invloed kon uitoefenen. Verscheidene abdijen beroemden er zich op slechts van den Heiligen Stoel al te hangen: vele kloosters verdroegen slechts mei weerzin de geestelijke jurisdictie van de bisschoppen.

Een klooster plaatste zich aanvankelijk onder de bescherming van oen heilige. Do gelukzalige schuispalroon, dien de kloosterlingen in limiiie gebeden aanriepen, was de heer van deze vrome strijdmacht, en hel was, om zoo te zeggen, onder zijne banier dal zij hun geestelijke govechlen leverden of de lijdelijke belangen van hun genootschap verdedigden. De eerbied, dien zij voedden voor do nagedachtenis van hun slichler en van degenen, die hen in hel kloosterleven waren voorafgegaan, bood een wezenlijk beeld aan van de gevoelens en de herinneringen \an hel vaderland. Dikwijls verzochten rijke en machlige leeken een deel in de gebeden der kloosterlingen en stelden er oene eer in hunne namen in de registers van oen klooster te doen insclirijvon; die broeders dor buitenwereld ontvingen iu zekeren zin het burgerrecht in de communiteit; na gedurende Iniii gansche leven de belangen van het klooster gediend te hebben, was hun laatste wensch in de monnikspij te mogen sterven en oen gedeelte der aarde deelachtig té worden, die hunne broeders van de afzondering eenmaal zou bedekken. Men kan zich geen denkbeeld vormen van de zucht der monniken om do bezittingen en de vermaardheid hunner orde to vermeerderen. De geschiedenis noemt ons verscheidene kloosterlingen, die hunne lamiliën een heilig geweld aandeden om hunne kloosters te verrijken. Wanneer do milddadigheid der geloovigen een of andere bezitting aan een klooster vermaakte, brachten er de monniken met de grootste plechtigheid biiiino reliijuioën op over, opdat hunne heilige schutspatronen evenals zij van hunne nieuwe veroveringen bezit zouden nemen. Ieder klooster bewaarde zorgvuldig in zijne arehieven de oorkonden en do contracten, die zijne eigcudomsrecbleu staalden, dewijl rieze ook Ie dier tijde roods dikwijls door vermeende rechthebbenden bestreden werden.

Do macht en de rijkdom der kloosters ontsproten niel uit-sluitend uit hunne grondboziltingen en hunne heerlijke rechlen; de moeste bezaten in hunne kerken de reliquieën van een ol anderen apostel of martelaar, die de geloovigen daar kwamen veroeren ; en deze bleven niet in gebreke bij liet heengaan een ruime gift te olleren. De relifpiieën beschermden de monniken ook in kommervolle dagen. Reeds sinds de ntgende eeuw legden de bewoners der kloosters, wanneer zij zich over de ougerechtigheid of do verdrukking der machtige hoeren te beklagen hadden, de reliquieën der heiligen op den grond of limchcn de iloornen en lieten zo daar liggen tot het bedreigde of overweldigde heiligdom van allen overlast bevrijd was. Zulk oen groot vertrouwen stelden zij, in hun vurig geloof, in de voorspraak der Heiligen. Wanneer zij de aanslagen van rooyers of vijanden te duchten hadden, zag men hen de overblijfselen der uilverkorenen Gods naar de naaste stad overbrengen; do geheele kloosterbevolking trok daarachter in processie voort, de baruihartigheid des Hoeren in treurzangen afsmeekende, Van af do eersle tijden dor pelgrimstochten naar het Oosten, bracht men uit de Oosiorsche landen een groote menigte reliquieën mede, die aan de kloosters toevertrouwd werden als de veiligste bewaarplaats. Terwijl de krijgers van hel kruis do steden der ongeloovigen of der ketters piimderden, trachtten monniken en diakenen een buit te bemachtigen, dien zij als voel kostbaarder en do overwinningen in don naam van Jesus Christus behaald veel waardiger beschouwden. Wij hebben in den geschiedschrijver Guntber gelezen, welk een geweld de abt Martin aanwendue om een kerk van Constantinopel te berooven en zich meester te maken van de reliquieën, waarmede hij zijn klooster bij Bazel verrijkte.


-ocr page 575-

KRUISTOGHTEN'. M7I

GESCHIEDENIS DE

ELFDE ]

V ÜOBTZETTIN G VAN

10F nsTUK.

KTZhl.FJiK ONDKliWKUP.

Wal vooral dc kraolil dei' yodsdionstige comnuiriileiten ver-rae iderde, was dat 0011 klooster rijk word en ieder bewoner daarvan arm bleel'. Menigmaal werd do luilp der uilstekendsle bouwmeesters en kunstenaars ingeroepen om een klooster vol praehl op te bouwen, en in dal zellVle kliioster, dat als een paleis was, bewoonde elke monnik een enge cel. De levensbeschrijver van den heiligen Bernardus vermeldt, dal Ier gelegenheid van hel bezoek des pausen aan de abdij van Clairvaux, men niets spaarde om Zijne Heiligheid waardig le oulvangen, en men op zijn tafel een zeldzame visch voordiende; Ier zellder tijd gebruikten de monniken tot eenig voedsel brood gelijk aan dat van den proleet en met een handvol zout gekookte beukenbladeren. Zoo vond men onder hotzelfde dak den luister van de groeten der aarde en de armoede der kluizenaars vereenigd. De gelolle van armoede werd hel strengste in de kloosters onderhouden.

Nooit werden deze woorden: (lil Iwhoorl mij, in een klooster uitgesproken, en de monniken konden het bezittelijk voornaaru-woord slechls bezigen om te zeggen mijn vader en mijne moeder. De lieltle voor den roem was den kluizenaars zells ontzegd, daar zij hun naam moesten alleggen om dien van een inarlelaar ot een uitverkorene Gods aan te nemen. Hel is le midden van al die zellVerloocheiiing dal de madil van een klooster toenam. Terwijl elke monnik zich slechls stol' en asch achlle op deze aarie, was er geen klooster, dal niet het voorrecht der eeuwige slad meende le bezitten en tol aan de voleinding der wereld dacht voort le beslaan. Ouder de menigte der kloosterlingen merkle men dan ook slechts een enkel man op, en deze man was de abt, dien de momhken gekozen hadden. Allen stelden er cene eer in hem te gehoorzamen op voorwaarde evenwel dal hij zeil aan niemand zou gehoorzamen. Hoe grooler de liiachl van hun abt was, hoe vrijer zij zich achtten. Zoo groot was de eerbied, dien men voor hein had, dal de monniken bogen zoo dikwijls zij zijn naam hoorden noemen. De slraU'en en de beloouingen, die hij uildeclJe, kwamen van God; wanneer hij de gestrengheid zijner gerechlighcid uiloeTende, waakte geheel hel klooster voor de voltrekking van zijn uitspraken. Degenen, die zich aan een grove overtreding schuldig gemaakt hadden en die hij zijne barmhartigheid onwaardig achtte, werden soms in tegenwoordigheid van hel kapittel met roeden gegeeseld; zij moesten de godsdienstoeleuiiigeu staande aan den ingang der kerk bijwonen en van hunne broeders algezonderd leven. Ontstond er soms eenige oneenigheid, dan was een enkel woord van den overste genoegzaam om aan alle geschil een einde te maken; ontstond er tegen zijn gezag een hardnekkig verzet, dan schudde hij hel stol' van zijne voeten, verliet zijne ongehoorzame kinderen en zochl eene suhuilplaals in een aiider klooster. Zijne vaderlijke vertoogen en voornamelijk zijne atwezigheid, waardoor iiet klooster geacht werd als door den Hemel verlaten te zijn , waren bijna altijd voldoende om de gehoorzaamheid en dén vrede te herstellen.

Nochtans had dit onbeperkt gezag niets willekeurigs, want alles was vooruil geregeld en vastgesteld. Overleveringen en gebruiken regelden de geringste verrichtingen der kloosterlingen; zij schreven hun de wijze voor om zich naar hel kapittel en hel lel'ectorium te begeven, hoe zij ze moesten verlaten, hoe zij de gebeden van den dag en den naclit moesten bijwonen, hoé zij zich den baard en de haren moesten snijden. Ér bestonden bepalingen voor het spreken en voor hel zwijgen, voor den vorm en de kleur der kleeding, voor den gang en de gewone houding der monniken. Hut wetboek der kloosters regelde alles, lol zelfs de verstervingen der boetpleging en de onschuldige uilspaniiingen; de geschiedenis zegt ons op welken tijd van het jaar men in hel klooster van Cluuy de boonen en de groenten mei olie ol vel toebereidde, wanneer men den monniken vruchten, eieren en visch voorzette; wij lezen ook in de geschiedenis dat de prior van Vezelay, op straiï'e van excommumcalie, gehouden was den monniken op den feestdag van de heilige Magdalena, patrones der abdij, een luisterrijk feestmaal aan le bieden.

Gelijk men ziel was het leven der kloosterlingen uiterst eentonig. Niettemin moesten er in ieder klooster onderscheidene bedieningen vervuld worden, en de verdeeling van den arbeid was er voortrellelijk geregeld. Eenigen waren belast met het waken voor de belangen van hel klooster; zij hielden toezicht over den oogst en de wijnbergen, en inden de cijnsen of schattingen der vazallen van de abdij. Deze zorgde voor den wijn, gene voor de voeding der monniken; een andere moest er in hel refectorium voor waken, dat de porliën der kloosterlingen gelijk waren. Men had ziekenoppassers, die de zieken moesten verplegen; visitators, die dag en nacht in het klooster toezicht hielden, leder klooster telde onder de religieuzen tuinlieden, houthakkers, visschers, koks en bakkers. Het is heden ten dage een gemeenplaats le spreken van du diensten, die de kloosters aan den landbouw en de letteren bewezen hebben. Dit moet men echter met onderscheiding verslaan en niet op juist alle kloosters toepassen. Uit de kroiiijken blijkt toch, dat men in sommige kloosters diegenen bijzonder eerde die lezen konden en psalmen zingen. De monniken, die de manuscripten overschreven werden beschouwd als oen Godo welgevallig werk te doen; in de overtuiging der cenobieteii moest elke op een perkament geschreven letter hun als een groole verdienste voor den oppersten Rechter aangerekend worden. De beroemdste kloosters bezaten tegelijk een bibliotheek en eene school, welke de leerstellingen dei waarheid verdedigden, de koninklijke taal (het Grieksch) bewaarden en ile herinnering aan vervlogen tijden in eere hielden. De kloosterlingen bezaten tegelijk de lieerschappij van den godsdienst, den rijkdom en de kunde; zoo verlichtten de wildernissen de steden en overheerschten zij de denkbeelden van de eeuw.

Niels bewijst beter het overwicht der Kerk en den geest des tijds, dan van den oenen kant den adel in versterkte kasteeleu opgesloten te zien en, van den anderen kant, nioimiken kloosters te zien bewonen die ter nauwernood gesloten en slechts door godsdienstige meeningen verdedigd waren. De rust, die rondom de kloosters heerschle, lokte een talrijke bevolking aan; verscheidene marktvlekken en zeer vele sleden waren haar ontstaan verschuldigd aan de nabuursehap van een klooster, waarvan zij nog den naam dragen. Men leest in de Geschiedenis van .\oristundie van Orderic Vilalius, dal een groot aantal monniken zich na de verovering van Willem in Engeland vestigden eu dat de godvruchtige verblijven die zij gesticht hadden even zoovele sterkten werden, waar hun vrome schaar voor hel gezag der Normandische koningen streed. Dikwerl verzochten de grooten en de vorsten, op hun sterfbed, dat hunne asch in de kerk van hel klooster mocht rusten, opdat er dag en nacht gebeden bij hun graf gestort zouden worden. Volgens een overoud gébruik werd het sloll'ehjk overschot der machtige monarchen aan de bewaking der monniken toevertrouwd, en Erankrijk had dc beide eerste stamhuizen zijner koningen zien uitsterven en eindigen in de stille rust der kloosters: lag er in die heiiniieringcu niet iels gewijds, iets verhevens, dal hel verblijf der religieuzen mol eerbied moest doen beschouwen.

Hoewel de geest van overspanning, welke de kruistochten had yoortgcbrachl, er toe bijgedragen had om een menigte wildernissen te bevolken, weten wij nochtans niet in hoeverre de kloosters op huinio beurt tot de vorderingen van de gewijde oorlogen konden medewerken. De wildernissen, die door den arbeid der monniken vruchtljaar gemaakt waren, werden niet vrijgesteld van de cijns, die voor de soldij en het onderhoud der christen legers geheven werd. Ondanks hel verbod van paus Lrbanus verlieten vele monniken hun klooster om de banieren van den eersten krnisloclit te volgen, liij de andere expediliën spoorden kloosterlingen, naar hel voorbeeld van 1'eter den kluizenaar en den heiligen Hernardus, soms de geloovigen aan om hel kruis aan te nemen, maar men zag slechls degenen naar het Oosten vertrekkcii, die zich het noodige geld voor de lange reis konden verschaHén. De geschiedenis van dien lijd spreekt met afkeuring van de monniken, die den pelgrimstocht naar Jerusalem maakten en zich metterwoon in het heilige land vestigden. De abt van Clairvaux, wiens predikingen zoo vele christenen naar Azië hadden doen vertrekken, wilde niet dal een eenige zijner discipelen de zeeën overstak; hij wendde de invallen der Barbaren en de ongezondheid van hel klimaat voor; maar alles geelt ons grond tol de veronderslelling, dal hot zedenbederf van hel Oosten zijn ware beweegreden was. Men hield zich destijds onder de monniken oveiluigd, dat de afzondering van hel klooster even welgevallig aan God was als do gewijde plaatsen, die de pelgrims in hel Oosten gingen bezoeken, ne geschiedenis verhaalt, dat. een pelgrim, naar hel heilige land op weg, in hel klooster van den heiligen 'iernarclus een gastvrij onthaal ontmoet hebbende, besloot de monnikspij aan te nemen ; de heilige Bernardus, die den pelgrim in dal voornemen versterkt had, verzocht dal do nieuwe monnik van zijn gelofte ontslagen mocht worden, zeggende dal diens pelgrinislochl volbracht en de abdij van Clairvaux een ander Jerusalem was.

Tegen hel einde der kruislochlen begonnen hel meerendeel der kloosters hun luister en hun vermaardheid te verliezen. Er ontstonden nieuwe orden, die tegelijk door den eerbied der geloovigen eu de gunst der opperherders aangemoedigd


-ocr page 576-

r.KSCHIKDlvNIS !)KR KRI lSTOCHTKN.

wofdcn. Aan het hoofd der godsdienstige genoolsciiappcu die destijds in liel leven geroepen worden, inoelon wij dat der liroeders van de Uarniliartigheid ot' de Trinitcil noemen, dal na den derden krnistoeld onlstond en de verlossing en de vrijkooping der gevangenen ten doel had. Die eerbiedwaardige kloosterlingen begaven zich naar hel Ooslen om de ongelukkige christenen op te zoeken en te vertroosten, die in de slavernij der ongeloovigen verzuchtten, en als ware ridders van hel gelootquot; en de vrijheid, smaaklen zij geen rust, zoolang zij niel de boeien van eenige eliristen gevangenen verbroken hadden. Tijdens den zesden kruistoehl ontstonden de beide orden der Minderbroeders en der Predikheeren, die volgens de uitdrukking van den abt van L'sberg de jeugd der Kerk vernieuwden; deze twee nieuwe stichtingen zouden groote veranderingen in liet stelsel der kloosters teweegbrengen. Het gold niet meer voor de monniken om grondbezittingen te verwerven en gebouwen op le trekken, maar om als de vogelen des hemels le leven ; het was niet meer het bespiegelende leven, maar een leven doorgebracht in apostolische werken, dal men tot lichtsnoer moest nemen; men liewonderde niet langer de stilzwijgendheid der afzondering, maar de mirakelen van hel woord; en de stem der nieuwe

apostelen van Jesus Christus moest als een ware evangelische bazuin de christen wet in de marktvlekken en de steden verkondigen. De discipelen van den II. F ra nciscus en den H. Domi-nicus wijdden zich aan de zorgen van de openhare opvoeding, stichtten een groot aantal colleges, en velen hunner, zooals de H. Thomas van Aquino en de II. Bonaventura, bekleedden met zulk een onderscheiding de leerstoelen der godgeleerdheid en schoolsche wijsbegeerte dat nog altijd de werken van den H. Thomas een vraagbaak blijven voor de tegenwoordige godgeleerden en wijsgeeren. Welk een vurige godsvrucht moet niel die arme priesters bezield hebben, die, terwijl de Mooren Spanje nog verdrukten, de Tartaren de aan Europa grenzende landen verwoestten en de gansche chrisleiiheid bedreigden, in dien lijd de bewoners der oevers van den Niger bezochten, de nitge-slrekte wildernissen van Tartarije doorkruisten, tot aan de Gele liivier doordrongen en, vreedzame veroveraars, met het Kvan-I gelie gewapend, het rijk van het christendoni uilbreidden en den standaard van het kruis aan de uiteinden van de bekende wereld plantten. De christen koloniën, die zij onder de heiden-1 sclie natiën of bij do wilde volken stichtten, hebben langer bestaan dan de koloniën door de kruistochten geslicht.


TWAA IV\)\'] HOOFDSTUK.

VAN DU LIJFK](jliNKX.

groote menigte zeer hinderlijk geweest zon zijn en onlusten in de maatschappij daarvan hol gevolg zouden hebben kunnen wezen; maar hel bewijs, dat men zooveel heil niet zag in het vertrek der boeren, vindt men daarin dal men hun bij den derden kruistocht verbood zonder verlof hum.er heeren op weg le gaan. Hel grootste voordeel, dal do kruistochten aan de lijfeigenen van den grond verschaften, was de tijdelijke staking der rooverijen en de vrede die op hel platteland heerschte zoo lang een oorlog togen de muzelmannen duurde, liet Godshestand, dat hel werk der geestelijkheid was, en de gewijde oorlogen nog onscbendbaai der nmaklen, plaatste den landman, zijne ploeg, zijne egge en zijne ossen, de deelgenooten van zijn arbeid, onder de hoede der Kerk.

De plattelandsbevolking bestond niel geheel en al uit lijfeigenen: men vond er een tamelijk groot aantal menschen onder, die men durpers noeindo en die noch geheel en al vrij noch geheel en al slaaf waren. .Niemand onder die armelijke menigte haakte naar onafhankelijklieid, en het eenige voorrecht, waarop lieden zonder steun aanspraak konden maken, was dat zij hunne dienstbaarheid konden kiezen. Daar de Kerk meer vertrouwen inboezemde dan de heeren, hadden lal van ongelukkigen in zekeren zin aan den voel der altaren eene wijkplaats gezocht, en wijdden hunne vrijheid en die hunner kinderen hetzij aan eene kerk hetzij aan een klooster, op wier bescherming zij rekenden. Alleropmerkelijkst zijn de formulieren, door welke de geestelijkheid dat offer 'van de persoonlijke vrijheid aannam. Men wenschte de nienwe lijfeigenen geluk, dat zij de uvcr-Iwcrscliing van Jt'sus ('Jirishts boven de. vrijheid van de eemv verkozen hadden; men voegde er bij, dal God ilieiwn rcgceren en eene heilige dienatlnunhcid de wore (iiiajiKUikelijkheitl was Deze woorden moeten wel in overeenstemining geweest zijn met de zeden en de begrippen van dien tijd, daar men eiken dag een groote inenigte mannen en vrouwen zich aan de kloosters zag aanmelden om de Kerk tc smeeken hen onder de lijfeigenen van Jesus Clirislus op le nemen. Dat zij zich daardoor veel vrijer achtten dan de andere menschen kan lieden ten dage verwondering baren; maar men moet wel in het oog houden dal men dat toen als een godsdienstige daad beschouwde, en was het ook niel een zeker gevoel van vrijheid om ketenen le dragen, die men gekozen en zich zeiven aangelegd had.

Uil het hiervoren door ons medegedeelde feil kan men nn t grond aannemen, dal de lijfeigenen der Kerk zich niel vei I moeile gaven om vrij lo worden. Evenwel predikte de gee; -lelijkheid soms de vrijmaking der lijfeigenen; de geschiedenis vermeldt verscheidene voorbeelden van vrijmakingen in den lijd, waarvan wij spreken; maar dit waren slechts uitzondelingen, alleenstaande daden. Het ging met de grootste moeielijkheid gepaard om de boeien te verbreken van een man of een gezin, dat aan den grond behoorde, daartoe was le gelijker tijd de bewilliging van den lieer, den leenheer en den koning noodig. De geestelijkheid zelve kon het voorbeeld niet geven, want hel was baar volgens de wetten niet geoorloofd hare bezittingen le vervreemden, en de lijfeigenen, die van haar afhingen, waren baar eigendom, en was de geestelijkheid onmachtig om ! in dien toestand eene aanmerkelijke verandering te brengi n.

Wij hebben de schitterende zijde van de feudaliteil bezien, er blijft ons nog over te spreken van den toestand, waarin de bevolking der steden en der dorpen verkeerde. De lijfeigene bezat geen enkele wel die hem tegen de verdrukking hesciiermdc, de opbrengst van zijn arbeid, het loon van zijn zweet behoorden hem niet toe; hij zelf was oen eigendom, dal men overal kon opeischen, wanneer hel zijn woonstede ontvluchtte. Aan den bodem, waarop hij geboren was, als vastgeketend, moest hij menigmaal het dier benijden, dat hem zijne voren hielp ploegen, of met algunsl opzien naar bet Here strijdros, den edelen metgezel zijns gebieders. De lijfeigene bezat geen andere hoop dan die de godsdienst hem gaf, ei: liel aan zijne kinderen slechts bel voorbeeld van zijn geduld in hel lijden achter. Hij kon geen overeenkomst .sluiten tijdens zijn leven, geen testament maken in het uur zijns doods. Zijn uiterste wil werd niet door de wel erkend; hij stierf mei hem. Om de barbaarsehheid van dat ruwe tijdperk te verontschuldigen, moet men aan het nog veel gruwzamer lol denken der slaven bij de Grieken en de liomcinen. Wij behoeven niet te zeggen, hoezeer die staat van zaken liiu-derlijk moest wezen voor de ontwikkeling van de nijverheid en de maatschappelijke hoedanigheden van den inensch. Verreweg het grootsto gedeelte van den bodem was bedekt met reusachtige wouden, terwijl hel meerendeel der si; den een armoedig en ellendig aanzien vertoonde.

Wanneer men al de ellenden ziet, die do aan den grnnd verbonden lijfeigenen overstelpten, laat hel zich gemakkelijk denken, dat een zeer groot aantal dier ongelukkigen een wijkplaats gezocht hebben onder do vanen van het kruis. Degenen die gevangen genomen worden, bleven in de slavernij dei muzelmannen en hun lot onderging geen groote verandering. Ongetwijfeld kwamen er zeer velen van gebrek om het leven, want zij waren bijna niel gewapend, zij bezaten geen kleederen of levensmiddelen, en de heeren, wier b niier zij volgden, konden hun die niel altijd verstrekken.

De lijfeigenen, die zich metterwoon in Palestina vestigden, moeten gebruikt geworden zijn voor het bebouwen van den grond ; de Assisen van .h rnsalem achtten het nauwelijks der moeite waardig zich nut hun lol bezig le houden en bezegelden siechts Imnne slavernij door tc verklaren, dal men een lijlcigene of een voortsluclitigen boer kon opvorderen gelijk een valk. Wij hebben weinig gegevens omtrent degenen, die in Europa terugkwamen; de geschiedenis, die geen enkele omstandigheid van bet vertrek der pelgrims verzwijgt, bewaart bijna altoos het stilzwijgen over hun terugkeer. De ontvolking van verscheidene provinciën moest het lol verbeteren der lijfeigenen, die hunne haardsteden niel verlaten hadden: hoe meerde menschen noodig waren, hoe meer zij geëerbiedigd werden; op die wijze konden de kruistochten hel lot verzachten der boeren in de streken, die zij ontvolkt hadden; dit is echter geen gevolg, waarover de mensclibeid zich kan verheugen. Boulainvi liers zegt, dat indien de kruistochten niet een menigte lijfeigenen hadden doen vertrekken, men ze later als wilde dieren had moeten uitroeien. I eze onmenschelijke opmerking is noch op de waarheid, noch op fie rede gegrond: zeker is het, dat, waren al de lijfeigenen teruggekeerd die met de kruistochten uittiokken, hunne !

-ocr page 577-

fiESCHIEHKNlS DKR KR I ISTOCHTKN.

/00 rlienden do afzonderlijke vrijmakingen evenmin de zaak dn- vrijheid als do vrijmaking der slaven bij de Romeinen. Daarbij bestond er in het oude Rome nog eene wetgeving voor de vrijgelatenen, terwijl er onder de lendalo regceringsvonn geen bestond.

Alleen tengevolge van een zeer huitengewone omstandigheid konden de plattelandslijleigenen ile vrijheid verwerven. Do boeren van een gedeelte van Zeeland, door een overstrooming der zee van hun grond verdreven, zochten een toevluchlsoord in Nedcr-Duilschland, en verkregen met do onal'hankelijkheid mo(;iassen om droog Ie leggen en te bebouwen. Andere boeren kwamen de oevers van den Rijn bewonen, die door de Wenden (5ii do Slaven verwoest waren, en do vrijheid was het loon van hinine werkzaamheden.

Kenige vrije steden van Duitscblaiid droegen bij tot de vrijmaking der boeren van bun grondgebied. Uetzelide bad plaats in lialic en in Spanje, waar het grondgebied der steden aanzienlijk was. In Kn ge land waehllen de boeren langer op eene verbcioring van bun lol. Overigens is hel hoogst moeielijk met jiiisibeid do lolsbeslemming Ie kennen, welke gedurende verscheidene eeuwen het deel was van dat onnoemelijk aanlal menschen, die de velden van Europa bedeklen; in die nog zoo weinig bekende middeleeuwen zijn tallooze geslachten van lijleigenen op de aarde voorbijgegaan zender eenig spoor in de geschiedenis achler te laten. Ter nauwernood vinden wij in de oude kronijken en in openbare acten hier en daar een zwak schijnsel, hetwelk onze nasporingen eenig licht kan schenken.

De geschiedenis toont ons de lijfeigenen zelden anders dan in dagen van gisting en onlusten, of in groote beroeringen der maatschappij, gelijk in den opstand der l'a,slourcau.t\ in het oproer der boeren van Zwaben, in den boerenopstand in frank rij k, on in den burgeroorlog, welke omstreeks liet begin der zesiiende eeuw in Hongarije uitbrak bij gelegenheid van een kruistocht legen de Turken.

Ken Duitsch geschiedschrijver verhaalt, dat men onder het ponlilicaal van Leo X en onder do regecring van l.adislas 11, de llongaarsche nalie aanspoorde het kruis aan te nemen en (1(5 wapens op te vatten. De legaat wilde dal hel een ieder geoorloofd zou zijn aan den kruistocht deel te nemen, en de koning bewilligde daarin ondanks de waarschuwing van meerderen zijner raadslieden. Weldra kwamen groote scharen van boeren, bet bebouwen van hel land in den steek latende, onder do vanen van hel kruis dienst nemen. De adel, die met schrik al de velden verlaten zag, gebruikte geweld om de boeren terug te houden en hel geweld ontstak den oorlog. Hel leger der kruisvaarders, bijna geheel uil boeren samengesteld, groeide met den dag aan; hun opperbevelhebber, door den koning benoemd, had voor het uitbreken van dezen oorlog een door den paus gewijden standaard ontvangen, liet was met de vereerde teekenen van het kruis en onder den standaard zelvon door de Kerk geschonken, dal de boeren, die bel kruis aangenomen hadden, de gronden der edelen begonnen te verwoesten, dc kasti elen in brand slaken en ontzettende wreedheden pleegden. Deze oorlog, of liever deze omwenteling, welke stroomen bloeds deed vloeien, nam een einde in de vlakten van ülissia, waaide boeren overwonnen en hunne aanvoerders gevangen geuomoii werden. De llongaarsche edelen waren over dezen opstand quot;er ontsteld geweest; zij wilden op hunne beurt de boeren vrees aanjag( n en dachten daarom folteringen uit, waarvan het verhaal doet ijzen.

Rij liet aanschouwen van dat bloedige tafereel doel zich van zelve de vraag op, wal er gebeurd zou zijn, indien zulke volksbewegingen tijdens de groote kruislochten van hel Westen waren uitgebarsten? Wat zou er van Europa geworden zijn, indien dc scharen, die op de roepstem van Peter den Kluizenaar waren opgestaan, in plaats van de joden te berooven en de steden te plunderen, die op hun weg lagen, hel woord vrijheid op de vanen van hel kruis geschreven en den adel den oorlog hadden aangedaan in den naam van Jesus Ghrislusï Een ieder weet, dat de gedachte daaraan destijds bij niemand opkwam; maar wanneer de Jacquerie, welke twee eeuwen later uilbrak, met een kruistocht verbonden geweest ware, wanneer de opstand der herders en der dorpelingen zich had kunnen verbinden met de zoo machtige begrippen der gewijde oorlogen, wie zal ons kunnea zeggen tol hoever een omwenteling gegaan zou zijn, door zulk een drijfveer geleid en door zulke bondgenoolen gesteund? Wij bezitten geen historische bescheiden, dio ons hel bewijs leveren, dal de groolen en de leenheeren ernstig voor een opstand der lijfeigenen tijdens de kruistochten bevreesd geweest zijn; maar wij ontwaren locb, dat men destijds voorzorgen nam, en men zich vooral wel wachtte de nieniglo te verbitteren, die het grondgebied bevolkte. Voor ons ligt een oorkonde, door welke de graaf van Foreest, zich gereedmaken Ie om naar het Ooslen te vertrekken, in zijn geheele graafschap ten strengste verbood, de lijfeigenen te beschimpen en wien dan ook met de benaming van slaaf te bestempelen. De geseliie-denis prijst de vastheid, waarmede koningin Hlanc i de boen u van Verrières verdedigde, die door hel kapittel van O. I.. Vrouw gevangen gezet waren. Men kende destijds de rampen, die I.odewijk IX gel roden hadden, en de voorzichliglieid gebood met dc, grootste zorgvuldigheid er voor te waken, dat de bevolking der 'steden en der dorpen de openbare orde niet verstoorde. Wij hebben gezien met hoeveel omzichtigheid men aanvankelijk do beweging der i'asloitreciux Iraehlte te onderdrukken; eerst nadat zij de grofste buitensporigheden gepleegd hadden, ging men er toe over hen te vervolgen. Wij hebben alle reden om to gelooven, dat indien zij bekwame aanvoerders gehad en dezen gehoorzaamd hadden, deze samenscholingen van herders en boeren gemakkelijk hel geheele koninkrijk verontrust zouden liehhen, dal door den kruistocht verarmd en van zijn dapperste verdedigers beroofd was. Wal Frankrijk voor de ontzettendsle jammeren heeft behoed, was dal de lijfeigenen, voor de zegepraal van hel kruis de wapens opnemende, niet aan de vrijheid dachten, en zij tegen de verdrukking in verzet komende, niet den invloed der godsdienstige begrippen te hulp riepen.

Over hot grondgebied verstrooid wonende, konden de boeren geen genootschappen vormen gelijk de bewoners der steden. Voegen wij daarbij dal zij arm waren en verstompt door do onwelendhoid. Do liefde voor de onafhankelijkheid komt met de verlichting en vooral met den rijkdom; ziedaar waarom zij zich het eerst in de steden uitte, en eerder in de bloeiende steden dan in de overige. Omstreeks bet midden van de twaalfde eeuw hadden vele lijfeigenen van België zich verrijkt en vermengden zij zich met de burgers of de vrije lieden. Een edikt van Karei den Goede, graaf van Vlaanderen, die, als hem loebehoorende, de van dienstbaarheid verdachte lieden opspoorde, verwekte een groote gisting in het gansche land. De schande van lijfeigene te zijn of voor zoodanig door te gaan, wekte do hartstochten zoo geweldig op, dat de provoost van Rrugge, als het eigendom van den vorst opgeëischt, een samenzwoering tegen hem smeedde en hom in de kathedraal, ten aanscbouwo van do gansche bevolking, doodde. Men neemt niets dergelijks waar onder do lijfeigenen van de dorpen, die geduldiger do slavernij verdroegen en ten minste don hoogmoed niet konden, die do vader van alle misdaden is: gestadig worstelende met de armoede zouden zij niet geweien hebben wat zij met hunne onafhankolijkheid moesion aanvangen. Toen bodewijk X verlangde, dal in het koninkrijk der Franken de ophelïing dor lijfeigenschap niet in naam maar in workolijkbeid zou bestaan en men do vrijheid zou verleenen aan oen ieder die er om zou vragen, onder voorwaarde, dat do dienslbaarhoidsrochten werden betaald die do kroon tookwainen, was men grootelijks verwonderd over het verzet waarop men stuitte, of ten minste over de onverschilligheid, waarmede dc koninklijke weldaad ontvangen werd. «Er waren lijfeigenen,quot; zegt do koning in een brief, «die niet vrij wilden zijn, hetzij ton gevolge van slechte raadgevingen, of bij gebreke aan goeden raad.quot; De zaak komt ons zeer eenvoudig voor; men wilde de boeren aan de belasting onderwerpen, en voor do belasting koesterden zij de groolsie vrees. Voor hen bestond de vrijheid in het behouden van hun geld: hoe groot moest derhalve hunne verbazing zijn, toen men bun geld vroeg tot betaling voor hunne vrijheid! Wel eon bewijs, dat hun lol, ond. r den invlood van het christendom, nog niet zoo ondraaglijk was!


DEKTIEiNüË 11 ü O b1 Ü 8 T U K,.

VKU.MAKlXGr DER GEMEENTES.

Wat do vrijmaking der gemeenton sterk bevorderde, was dal het leenlioerhjke stolsel, hetwelk in werkelijkheid een ware regeeringloosheid was, ten val neigde en de schemering van etn ontluikende beschaving zich ouder de volken begon te verbreiden. Eenige begrippen van openbare orde en wetgeving begonnen de bovenhand te krijgen, en die begrippen, hoewel nog zeer verward, koerden zich tegen de feudaliteit, welke hel, instinkt der volken niet meer beschouwde als oen regeringsvorm, maar als een hinderpaal voor hel openbare welzijn, leeere stad iiioest, naarmate hare bevolking en daarmede bare nijverl.eid


-ocr page 578-

(jKSCHIFDrMS DER KRUISTOCHTEN.

en welvaart lociinin, dc gcdaclilc voeden ol' liever de belioefle gevoelen hol juk d-r lieeren nl le schudden, die liaar niet hescherinden, en zich vrij le uiakeu van een stolsel, dat zij als den vijand van haie rust en haren voorspoed hescliouwde.

De steden van Eomhardije en van een groot deel van Italië waren de eersten, die aan de leudale overheersching ontsnapten. De keizers van Duitschland leefden, gelijk wij gezien hebben, bijna voortdurend in onmin met de pausen. Velen van die steden maakten van die oneenigheid gebruik om zich rechten aan te maligcn, die niemand haar betwislte; anderen verkregen ol liever kochten ze van de keizers, die een voordeeligen koop meenden to sluiten met iets te verkoopen wat zij niet konden weigeren. Tegen het midden van de elide eeuw bezat de gecs-lelij'khoid en de adel reeds zeer weinig invloed meer in do steden van Italië. Naar bot getuigenis van Otto van 1'reisingeu, een destijds levend schrijver, was Italië vol vrije steden, die ieder haren bisschop gedwongen hadden binnen hare muren te wonen; er werd ter nauwernood een edelman gevonden, die niet aan do wetten en de regeerhig eener stad onderworpen was. Wij hebben in een ander booldstuk gezegd, dat de kruis-lochteu de Ilaliaansche republieken haddon verrijkt, maar dat de rijkdommen van het Oosten haar ten verderve strekten. Hel meerendeel der vrije steden van Duitschland hadden hare vrijwording te danken aan bet verval van bet keizerrijk; zij straalden minder Inisler al' dan die van Italië; maar wal zij verworven hadden, behielden zij langer; wol verre van elkander te beoorlogen, zochten zij hare kracht en haren steun in bond-genootscbappen, welke baar tegelijk legen inwendige verdeeldheden en legen de aanslagen van bare machtigste vijanden beschermden. Eenigen namen deel aan de expediliën naar Syrië, zonder daarvan eenig voordeel voor baren handel te trekken. Engeland, onder de verovering van Willem gebukt, zag geen enkele zijner steden op onal bankelijklioid aanspraak maken ten lijde van de eerste kruistochten. De steden van Grool-ljiittannië, met uitzondering van Londen, dat verscheidene privilegiën verworven bad, dachten er niet aan zich van de leenheerlijke macht vrij te maken. Evenals ten tijde van Virgilius, schenen de Britten destijds nog van bel overige gedeelte dor wereld afgescheiden te zijn. Men kan zeggen dal in dal rijk de vrijheid niet de zaak was van een stad ol' een dorp, maar van de gebeele natie, en later zag zich gansch Engeland vrij. In Spanje moesten, gelijk wij opgemerkt hebben, de oorlogen tegen de Mooren de onalhankelijkbeid dor gemeenlen begunstigen. Er bestaan historiseho gedenkstukken uil het begin der elide eeuw die bewijzen, dat verscheidene Spaansche steden te dier lijde in hel bezit waren van zekere vrijdommen. Maar de eersten dier steden, die later zitting namer. in de Corlez, wildon, gedreven door een geest van algunst, er de anderen niet in toelaten, betgeen vee! nadeel toebracht aan de ontwikkeling en de vorderingen der beschaving in Spanje.

In Frankrijk vooral willen wi.i de vrijmaking der gemeenten van nabij besebouwen. Die vrijmaking begon in de zuidohjke provinciën; dc Uomeinscbe traditiën, die nog bestonden, gaven daaraan don eersten spoorslag, ol' liever de steden van Provence en Languedoc badden nooit opgehouden onarbankelijk te zijn en de weldaden van bet municipalo stelsel te genieten. Men zou kunnen denken, dal haar voorbeeld invloed uitoorende op de steden van hel Oosten en het iNoorden van Frankrijk, maar zoo groot was destijds het bijna volslagen gemis aan verkeer-middelen tusschen de volken, dat men in het noorden van het rijk niet wist ol er vrije sleden in het zuiden waren. In de gewesten tusschen tie Sómine, de Maas en den Oceaan gelogen, begonnen al de sleden, tegen het einde van dc elide eeuw, bare onafliankelijklieid te eiscben, en wij hebben allen grond om te verondersiellen, dal de gedachte daaraan bij hen opkwam door den staal van voorspoed, waartoe zij geklommen waren. De vervaardiging der Engolsehe wollen stollen en dei' linnens hadden de steden van België verrijkt, en die tak van nijverheid had zich uitgebreid lol de steden van i'icardië, Champagne en Artois. De sergiefabrieken van Reims waren ten tijde der kruistochten vermaard, en die grove stol' diende tol bekleeding der arme pelgrims. Froissard spreekt van verscheidene andere labrieken, onder anderen van die van Arras, waar de kosibare lapijtwerken vervaardigd werden , welke de veldslagen voorstelden van Alexander, en die aan Bajazot gezonden werden lol losprijs voor de bij Nicopolis gevangen genomen Fransche ridders. De voornaamste steden der provinciën van bet noorden verrijklen zich op die wijze door de nijverheid, iets dat in de twaallde eeuw bijna even nieuw was als de vrijheid; zij wilden liet recht bezitten van de rijkdommen le genieten, die zij verworven hadden en van dat oogenblik nam voor Frankrijk de groote omwenteling der gemeenlen een aanvang.

De vestiging dor gemeenten was niets anders dan de erkende aaneensluiting dei' burgers voor de verdediging bnnner rechten en bnnnei' belangen. Do gemeente was oen verbond van vrede, vriendschap en eendraelil, waarbij de bewoners der sleden zwoeren elkander als broeders bij te staan en behulpzaam te zijn. Elke plaats eischle voorrechten ol' waarborgen, volgens den aard barer belioel'ten ol' volgens de vrees die zij moest voeden. Hot streven dor gemeenten gold hoofdzakelijk bel bereiken van een drieledig doel: daar do heeren zich weinig aan de handhaving der orde in de steden lieten gelegen liggen, wilden de inwoners zich zolven met hel bewaren der rust in de plaats hunner inwoning belasten en voor de veiligheid van hunne bezittingen waken; van een anderen kant eiscblen de burgers, daar de feudale rechtspraak een voorwerp van schrik geworden was on men steeds de ongerechtigheid ofwel de onwetendheid der rechters te duchten had, bel recht om door hunne gelijken gevonnisd ol ten minste vorlegenwoordigd te worden in de leenheerlijke rechtszittingen in zaken die de gemeente betrollen; maar de hoofdzaak voor een ieder was zich de vrucht van zijn arbeid le verzekeren, over zijn vermogen le kunnen beschikken, zelf zijne belangen te regelen, den druk der belastingen verlicht te zien, of ten minste naar een vasten voor een ieder geldenden maatstaf belast te worden. Om te weten wat do genieonten voornamelijk eiscblen, is bol genoog hunne tegenstanders le hooron. «Ziehier,quot; zegt Gui-hertus, die in bel begin dei' twaalfde eeuw schreef, «ziehier wal men tegenwoordig door dal nieuwe en rerfdeiclijLe wuord van (jemeenle verstaat: do scbatlingplichligen betalen slechts eens in het jaar de lasten, die zij aan hunne hoeren schuldig zijn; indien zij eenige overtreding begaan, zijn zij er met een wettelijk vastgestelde boete af, en wat de buitengewone geldhellingcn betreft, die men gewoon is den lijfeigenen op te loggen, hiervan zijn zij vrijgostold,quot; Dat was do grootste vordering der gemeenten en ongetwijfeld is hot deze, die de heeren haar het mociolijksto kondon vergeven.

De gemeenten, die haar ontstaan aan de uitbreiding van den handel verschuldigd waren, vorzuimdon niet de nijverheid le besehermen, en do acten van vennootschap bevatten altijd uitdrukkelijke bepalingen, die de vreemde kooplieden tegen vervolging of berouving beveiligden. Men riep ook bij koop of verkoop de gestrengheid der wetten in tegen hel bedrog of de kwade truuw. In eeu woord, de charters der gemeenlen waren z.t er nuttige rogloinenten en konden in vele opzichten aanvullen wal in de wetgeving der harbaarsche tijden werd gemist.

De kruistochten haddon zonder twijfel eenig deel aan de vrijmaking der gomoenlea, maar men moet niets overdrijven. Volgons het beweren van eenige bodondaagsciie schrijvers zou niets gunstiger geweest zijn voor de onafhankelijkheid der steden dan de dood der groote vazallen, die door de gewijde oorlogen weggomamd worden; hoe meer graven en baronnon er in bel Oosten stierven, hoe grooter vorderingen de vrijheid iu Europa moost maken: een gevoelen dal niet voel redelijker is dan dat der vrome tijdgenooten, die in het groote verlies van monschenlevens bij oen kruistocht slechts een middel zagen waarvan God zich bediende oin hot rijk der uitverkorenen te bevolken. Er sneuvelden meer adellijken in de veldslagen van Boiliers en Azincourt dan in verscheidene overzoesclie oorlogen, en niemand beeft ooit bewoerd dat de vrijheid er iets bij heeft gewonnen. Indien er heeren in Azië omkwamen, kan men aannemen, dat zij opvolgors hadden en hun dood niet veel aan hol feudale stelsel veranderde.

Do geschiedenis geeft ons eenvoudiger en natuurlijker middelen aan de baud om de vrijmaking der gemeenten te verklaren : daar do heoren allen medovoerden, die do wapens droegen en er bijna geen weerbare mannen in de steden terugbleven, was men wel genoodzaakt zich toe le vertrouwen aan de hoede dergenon, die niet vertrokken. Zoo moest men hun het recht laten voor dc openbare orde le waken en zich tegen de roo-voiijen le verdedigen, die zij alleen konden beteugelen. Degenen die bet gezag voor de afwezige graven uitoefenden en slechts een voorbijgaande en onzekere macht bezaten, gedroegen zich mot gemiitigdbeid, en poosden door hel vertrouwen en de lieldo te verwerven wat zij niet door geweld verkregen zouden hebben. Aa hun terugkeer van den kruistocht lieten de heeren, die hun krijgskiiecblon in liet Oosten verloren hadden, de zaken gelijk zij waren, of ontmoetten, wanneer zij al hunne reohlen wilden hornenien, een verzet, waarvoor zij gedwongen werden le wijken. Wij mogen ook niet onopgemerkt laten, dal de graven en do baronnon bij hun vertrek geld noodig hadden, en om dit le bekomen waren zij verplicht concession te doen. Bij hun terugkeer hadden zij liog grooter behoofie aan geld en toonden zij dezelfde inschikkelijkheid om iets van hunne recblen af le slaan.

Wanneer de vorsten en de koningen Europa verlieten, waren zij gewoon hun testament te maken, en hun laatste wil wettigde natuurlijk niet de verdrukking en de ongerechtigheid. Hotsprcekl van zeil, dat als zij voor de zegepraal van het Evangelie gingen strijden, zij niet in gebreke bleven de armen bij le staan en de zwakken te beschermen: men hoeft gezien welk een zorgvuldigheid de boilige I.ode wijk voor zijne inscheping naar bet


-ocr page 579-

GKsrinr,DKMs okii kik istdciitkx.

Oosten daaiomli(ill ami den (In^ lu^dc, en welke niiddeieii zijn onvermoeide ijvei' in liet werk stelde, opdat gedurende zijne afwezigheid aan allen gerechtigheid zon wedervaren, en de gerechtigheid was destijds alles wat men verlangde.

In de oorkonden van verleende voorrechten aan gemeenten door heeren en vorsten, die aan den kruistocht gingen deelnemen, vindt men bijna altijd van de omstandigheid van den gewijden oorlog melding gemaakt. Het koninkrijk Jerusalem hood den pelgrims verscheidene voorbeelden van gemeentelijke welgeving aan. De Assisen van Godfried hadden een bijzondere reclitspleging toegeslaini aan de burgers van liet iieilige land, en hel was, gelijk men weet, dit voorrecht, naar welks be/.ii de gemeenten in de meesle koninkrijken van het Westen streelden. Koning Boudewijn II verleende een oorkonde van gemeenle aan de stad van David en Salomon, en Wilhelmus van Tyrzegl, dat die vorst daardoor de achling en liet vertrouwen der volken won. De natiën van Europa, die de zeesteden bewoonden van Syrië en ieder een eigen bestuur hadden, boden het schouwspel aan van verscheidene gemeenten in een zeilde stad vereenigd. Dil schouwspel moet niet door de pelgrims onopgemerkt zijn gebleven; en evenals men in het Westen kerken bouwde op het model der basiliek van het Heilig Graf, kon bet cliristelijk Europa soms de iu hel erfdeel van Jesus Christus gevestigde gemeenten tot model nemen.


VEERTIENDE HOOFDSTUK.

VOOriTZI-TTlNC VAN TIKTZKLFDK ON DKliUKf! 1'.

Voorzeker, vele beziilers van leenen beproefden /.ieb tegen de algemeene beweging te verzetten; maar een groot aanlal lieten er zich door medesleepen. Men kan aannemen, dat de geestesontwikkeling, welke zich meer en meer deed waarnemen en als het ware hel toeken was van de vrijheid der gemeenten, niet begonnen was bij de lijfeigenen maar bij do hoogste klassen der maatschappij: er' bestond destijds een algemeene behoelte aan verbelering, waaraan de heeren niet vreemd waren, en die behoefte aan verbetering streefde overal naar verzacbiing der hardheid van de dienstbaarheid. Er was zelfs in vele landen zoo weinig verschil tusschen den toestand der lijfeigenen en de onafliankelijklieid, welke men verkrijgen kon, dat verscheidene marktvlekken en vele steden de voorrechten van de hand wezen die haar aangeboden werden. Er resten ons oorkonden, waarin de leenheeren zelve hunne vazallen uitnoodigden van de vrijheid te genieten door bnn nu eens te wijzen op den rijkdom eii de vruclilbaarheid van den bodem, dan weder door ile voordeden van de nijverheid en den handel uiteen Ie zetten. De geschiedenis maakt melding van verscheidene steden, die li: r.lnekkig de weldaad terugwezen, welke-men haar opdringen wilde, en tegen hare heeren een proces voerden om te blijven gelijk zij waren.

Kene eeuw na Lodewijk VI had zich algemeen de overlniging gevestigd, dat alles wat aan het leiidalejuk ontsnapte onder het belieer van het koningschap viel of liever terugkeerde; volgens een anderen stelregel, die ter zelfder lijd aangenomen werd, was alles wal alleen van den koning afhing vrij. Met gevolg van de eerste dier meeiiingen was, dat de monarclien een recht van onmiddellijke sonvereinileit op al de gemeenlen beweerden te hebben en ook inderdaad uiloelbnden; het gevolg van de iweede was, dat de gemeenten, door zich nauwer aan de koninklijke macht le verbinden, zich van allen republikeiuscben geest verwijderden, welke hel grondgebied verbrokkeld, de maalscbappij verdeeld en de slaalkimdige eenheid verbroken zou hebben, die voor de glorie en do grootheid van Frankrijk zoo noodig waren. Deze richiing der gemoederen was alleen genoeg om de feudalileit te vernietigen. Het is noclilans zeer waarschijnlijk, dat niemand in het rijk, noch de koningen, noch de heeren, noch de gemeenlen, de groole omwenteling begreep, welke plaats had, en hel is misschien juist omdat men haar niet begreep, dat zij zoo haastig voortschreed. Eindelijk versnelde zij zoodanig haren loop, dat de geschiedenis moeite heeft hare vorderingen te volgen en niet kan bepalen welk aandeel de kruistoclilen daarin hadden.

Te midden van al die veranderingen in de Staten van het Westen en vooral in Frankrijk, vraagt men zich af hoedanig do houding en bet staatkundig beleid van bet koningschap was. Eenige schrijvers hebben er veel gewicht aan gehecht om ons te overtuigen dal de koningen weinig toegebracht hadden aan de vrijmaking der gemeenten, en zij er slechts toe genoopt weiden door de hehzuebt en de behoefte aan geld. Wij zullen geen tijd verspillen aan hel onderzoeken van zulke beweringen; want het is genoeg den toestand der inaatsebappij in de twaalfde eeuw le kennen om de beweegredenen te vallen', die de monarchen deden handelen; en de ware quaestie is te welen walde koningen gedaan hebben, om die feudale regeeringloosheid te verzwakken of te vernietigen, welke den troon en de volken vei drukte. Het komt ons voor, dat Lodewijk do Dikke en zijne opvolgers de vrijheid beter dienden door de achter hare dreigende slottorens verschausle feudalileit te bestrijden, dan door hier en daar voorrechten aan de marktvlekken en steden te verleenen. Zeker is het, dal bet koningschap meer belang had bij den val van hel feudale stelsel dan de gemeenlen zelve; bel kon derhalve niet onzijdig blijven in de twisten, welke aau alle zijden in den naam der vrijheid oprezen. Wanneer het voor de sleden de verkrijging barer oitai liankelijkheid gold, hielden zij de oogen op de kroon gevestigd; hadden zij haar verkregen, dan Iracblten zij die ouder de hoede der monarehen te stellen. Zoo werd het gezag der koningen het plecblanker van al de geineenten van hel rijk, en steunde de ontluikende vrijheid op bet koningscbap. Ziedaar waarom de sleden van Frankrijk niet evenals in andere landen hondgenoolsebappen vormden om hare vrijdommen le verdedigen; want zij vonden een natuurlijke verdediging in de koninklijke macht.

Begunstigde het koningschap do onafliankelijklieid van de gemeenlen, deze boden op hare beurt liulp aan de kroon zoo dikwijls zij soldaten of geld noodig had voor don dienst van den Staat of de verdediging van het rijk. Do kronijken van Saint-Denis roemen de ollervaaidigheid van de steden Gorbie, Amiens, Arras, Beauvais en Gompiègne, die hare legioenen naar den veldslag van Bouvines zonden.

Men heeft de maatschappij van dat tijdperk voorgesteld als in oen voordurenden oorlog met de edelen gewikkeld. Deze bewering is zeer overdreven; men moet niet vergeten, gelijk wij in het begin van het vorige hoofdstuk aangemerkt bebhen, dal do feudale aristocratie ten ondergang neigde en hare macht verzwakte in verhouding met de vorderingen der beschaving.

Men moei zieb evenwel bedroeven over de onbedachtzame snelheid waarmede de gemeenten ontstonden ou in getal toe-iiainen. Do groole omwentelingen hebben meestentijds slechts één doel op het oog en laten er zich vooral weinig aan gelegen liggen om linn eigen werk hecht le maken. De hooldzaak was destijds dal er veel vrije gemeenten waren; oin bel overige bekommerde men zich weinig. Is het niet te betreuren dal er naast, die vrijheden en die vrijdommen, welke aan alle kanten uit zich zelve schenen te ontslaan, niets iu het leven geroepen is, dat hare ontwikkeling kon leiden en hare weldaden verzekeren? Hoe vele rampen had men kunnen voorkomen, indien er zich in die lijden van hervormingen een krachtige aristocratie gevormd had, die de werking van hel koningschap zon hebben kunnen matigen en de democratie legen haar eigen biiitensporigliodeu beschermen! Helaas! niemand in Frankrijk dacht daaraan! Welk een aangrijpend tafereel zon hel zijn, hetwelk ons de gevolgen van die omwenteling lot aau onze dagen schetsen en bet koningschap te aanschouwen zon geven, uil de pniuhoopen der feudalileit te voorschijn tredende en zelve in een nieuwe oinwenteling ondergaande. Welk een bron van ernstige gedachten voor den geschiedschrijver, als bij mei eeu vluchtigen oogopslag de oude en do nieuwere tijden omvallende, de twee werkzaamste krachlen der maalscbappij bij de wedergeboorte der beschaving, bel koningscbap en de vrijheid, gadeslaat, elkander voorldurend naderende en elkander wederkeerig oen steun vragende, alle hinderpalen omverwerpende, welke ben scheidden, alles vernietigende wal zich op linn weg bevond; eindelijk, elkander na vole eeuwen arbeids en inspanning van aangezicht lot aangeziclit ontmoetende op de rondom hen opeengestapelde overljlijlselon, elkander bij den eersten aanblik als vijanden bosehouwende, elkander den oorlog verklarende en sa men op hetzelfde slagveld vallende.

God verhoede, dat ik hier ontmoedigende tafereelen zou willen schilderen, maar het kan nooit schaden de groole lessen der geschiedenis in bel geheugen terug te roepen.


-ocr page 580-

iViS DKI! KKlHSTOnHTKN.

ccsc

m

VIJFTIENDE HOOFDSTUK.

van de rechterlijke macht.

Om in ofii oeuw en bij oen volk do mate van boscliaving (e beooi'doeleii, is liet genoog in die zeilde eeuw cn bij dut zeilde volk do rocbtspleging to kennen. Van alle gedenRteekenen, welke do nienscliolijko geest kan oprichten, is een burgerlijken criinineel wetboek (lalgone, hetwelk de meeste ontwikkelingen do grondigste kennis van de geschiedenis en de hartstoebten van don mensch veroisebt.

Vóór de kruisloehten bad do cliristolijko maatscliappij alleen hare geestelijke recblbanken; de lossen en de voorbeelden van de rochisgeléordlieid dor oudere volken waren grootendoels verloren geraakt. Toon do bironnon zicb het recht van de kroon aangematigd hadden om recht ie spreken, waren er evenveel rocblsgebieden in Frankrijk als boerlijkheden, of boter gezegd, er bestond geen roebtsmaebt meer. Onder de opmerkelijksto loiton der middeleeuwen kan men rangschikken, dat Frankrijk, na de regeering van Karei den Groote, meer dan twee eeuwen in den toestand verkeerde, dat bol geen enkele maobl erkende, bij welke bet zijne grieven en zijne klachten kon inbrengen, en noch in den persoon van den monarch, noch in de vergadering dor rijksgrooton een gozag vond, dal verordeningen vaslslelde, de onreclitvaardigbeden herstelde, do misbruiken uitroeide, de lessen dos tijds en der ondervinding benuttigde. /,00 bad bet de feudale aristocratie gewild, die door dien staat van regeeringlooslioid, welke zij in bet koninkrijk bestendigde, om zoo te zoggen zich bij voorbaat verzette tegen alle verbe-lering, welke in de toekomst zou kunnen geschieden en uit zicb zelve alsland dood van do middelen, om haar eigen macht le wetligon en te behouden. J)o rechters moesten hunne uitspraken zoeken in onzekere overleveringen, in dikwerf verkeerd uitgelogde en soms mol elkimdor in strijd zijnde gebruiken, flij gemis van allo geregelde wetgeving, nam men, om de ongoreebtigbeid Ie bescbamen en over bet bedrog en den meineed te zegepralen, zijne loevlucbl lol de proeven met bel vuur of bet water, on bel blinde geluigonis der elemenlon, die men hol Godsgericht noomdo, kwam (lor mensehelijke gereehtigheid te hulp. Deze barbaatscbe inslolling was in itel golteele Westen in zwang, en wij zien itt de geschiedenis dal zij de krijgers van den eersten kruistocht tol in de Ooslersche landen vergezelde. Welke lezer kan dien goosielijko van Marseille vergeten hebben, diode lans van den Zaligmaker ontdekl had, en, van bedrog beschuldigd, len aattscbonwo van voorlig duizend pelgrims door de vlammen liep? Wij tnooten er nochtans bijvoegen, dat men ttiols dergelijks itt do overige gewijde oorlogen aanschouwde, en dil was een vooruitgang in de beschaving, len minste onder de kruisvaarders.

Niet alleen sprak men recht door de vuur- en de waterproof, maar men bad ook nog don geroelnelijkett tweekamp aangenomen, die eindelijk hel voorrecht (lor edelen ott dor vrije mannen werd. .Men vergenoegde zich niet met don kamp in do crimineele zaken te gelasten, men logde dien soms in do burgerlijke zaken op. Een pleiter ol oen beschuldigde kon zijn tegenstander uitdagen, bij kon ook de geluigett zeiven in het strijdperk roepen en de recblers dwingen zich mot hem le melen. Zoo hulde de gerecb-ligheid, zicb le midden der barbaarschheid niet terecht kunnende vinden, zich in een afscbrikverwokkend vertoon en wilde dat tttett baar heiligdom slechts met beklemdheid naderde. Men vermoed daardoor vele twistgedingen, en dil was een voordeel; bel gold loeit deslijds niet alleen vonnissen le vellen, maar ook gescltillen bij le leggen,waaruit burgeroorlogen konden ontstaan; bel was nalunrlijk voor de maatschappij van belang dat de rechts-gedingen op oen rechtvaardige wijze beslecht werden, maar bet was vooral van belang voor haar, dal dit met veel spoed geschiedde.

Do geschiedenis van bel heilige land maakt melding van eett Iweekamp door de ridders bevolen tusschen Walter, graat' van Oesarea, en den graaf van Joppe, beschuldigd van eedbreuk jegens den koning. Mett vindt geen ander voorbeeld van oen focblerlijken tweekamp itt de christen koloniën van het Oosten. De Assisen van Jerusalem hadden aan dit door de wapens le wijzen vonnis zooveel beperkingen gosleld, dat men er niet dikwijls zijn toevlucht toe kou nemen; toen men in Europa aanving de wel van den rocblorlijkoa tweekamp te wij/.igen, was de eerste gedachte van die verbetering te danken aan de wetgeving van Godfried.

Te midden van dien staal van zaken, waarin het water, bet vuur ott liet zwaard vonnis strokon, vraagt men zicb al hoe de advocaten ott de rechlsgeleerden konden beslaan; maar wij nioeton doen opmerken, dat niet alle zaken door een tweestrijd of een proef beslecht werden en dat die soort van rccblsprakci ook bare formaliteiten hadden, die vervuld moesten worden. Wij voegen er bij dat vele processen voor do gceslelijke rcchi-bank bepleit werden, die niet duldde dat bet zwaard zich in hare rechtspraak mengde. Om te weten wat de processen en de pleidooien omstreeks het midden van de twaalfde een a' waren, moet men den heiligen Bernardns in zijn Inek lh' Consideratione boeren. Na met scherpte do wijze gegispt 1' hebben, waarop in zijn tijd de rechtspraak gescltiedde, wendt de abt van Glairvaux zich tol paus Eugenius, die zelf nacht en dag bezig was met bet onderzooken dor gedingen, die uit alle deelon dor christelijke wereld voor zijn rochlerstoel gebracht worden: «Ik bewonder,quot; sprak hij tol Item, «hoe uwe godvruchtige ooren de pleidooien der advocaten kumtett aanbooren, die eindolooze gevechten nvt woorden, waarin de onschuld dikwerf opgeofferd wordt, de misdaad oen veilige schuilplaals vindl cn de waarheid al bare zedigheid verliosi. Breng die adderlongen tol zwijgen,quot; voegt de vrome kloosterling er bij, «die do gal van den spot en bot venijn van den laster uilspuwen; sluit die onreine lippen, waaruil de stroomott der ongerechtigheid oen uitweg vinden.quot; Do heilige Hernardus spreekt bier niet enkel van de processen, welke voor bel bot van Rome bepleit werden: bij ziet overal dezelfde misbruikon, en in zijne vrome gramschap smookt hij bel opperhoofd der Kerk toch eindelijk het monster der pleidooien le verstikken, do geloovigen le verlossen van dien alyemeeiien geesel, irMe de wereld veilend. Wel oen bewijs dal bet er toen lor lijde met do advocaten en recbtsgoloordon zoor ongunstig uitzag I

In al de conciliën van dien lijd lieten zicb dezelfde klachten booren. Jacobus van Vilri, die in het begin van do derliendo eeuw leefde, beoordeell de reohlsgeleerden met nog moor go-slrengbeul dan de heilige ISornardus. Het is waarschijnlijk, dal do ad vocalen, gelijk do geschiedenis ze ons voorslelt, niol in de krinstocblon voorkwa tten: welke voordooien zouden zij bohbeit kunnen behalen le midden dier legerscharen, waarin iedereen arm was, waarin de rechtszaken daarenboven te spoedig alge-daan moesten worden, om Kolegonboid te laten voor langdurige

Men zal zich zeker herinneren, dat in hot geschil rellende den getnaaklen buil in de moskoe van Omar, Arnold van liobès zijne aanspraken voor de vergaderde bevelltcbbors uiloeuzelle en Tancredo zelf zijne zaak boploillo. Do Assisen van Jerusalem verntaandett de recblers vorslamlig, eerlijk en recltlscliapeu in hunne uilspraken le zijn; de advocaten en dt; ploilbezorgors moesten, als zij pleinen, heldor van geest, niet dubbelzinnig, niet gejaagd, met vertoornd en niet opgewonden zijn.

Degenen, die van dezen staat van zaken voordeel trokken en lol de vorlicbtste klasse der maatschappij Jjohoorden, wachtten zicb wel de misbruiken te hervormen ; degenen die het zwaard banleerdeu, waclitten zich eveneens daarvoor, dewijl men niet straffeloos onrechtvaardig tegen bon kon zijn, cn zij allijd de middelen bezalon om zich gerechtigheid le verscballcn. De krijgsbaflige adel van Europa zou vooral van geen gerecbligheid gediend hebben willen zijn, welke niet een beeld van den oorlog \erlooud badde. De baronnen konden zich niet gewennen aan do godacltle, dat de wetgeving een bescherming zou zijn voor do maatschappij zoowel als voor beu zelvert; zij erkenden geen onreebtvaardighoid, dan wanneer zij er zeiven door le bjden hadden, en de persoonlijke wrok was de eenigo drijfveer, die bon kon aanzetten tot bet vervolgen der misdadigers. Met die zodon ott dto geaardheid kortden de baronnen geen alsland doen van het gebruik der persoonlijke oorlogen, dal de franken en tie andere barbaren in Europa medogebrachl hadden, leder edelman, die zich in zijtt oer of itt zijne bezillingen benadeeld achtle, nam de wapens op om zijne roeiden le verdedigen of zijn gekrenkte oer te wreken. Al do bloedverwanten en vazallen der beide strijdvoerende partijen waren verplicht aan den oorlog deel te ttemoti. Vorscheidetto eeuwen lang werd Europa door deze binnenlandsche oorlogen geteislord. Do 'bloedige oneenigbedeu, welke van geslacht op geslacht overgingen, werden als een gewone toestand, in welken men zicii naar gewoonten en bepalingen gedroeg; en terwijl geheel do maatschappij zonder wetten was, had do burgeroorlog bare recltlskundo.

Het viel niel gemakkelijk aan zulke grove wanordelijkheden een einde le maken. Op welke manier do kracht le ottlwaponeit en haar een voorrechl te ontnomen, dat zij altijd gereed was le verdedigen? De maatschappij, gelijk zij destijds besloni,

processen;


-ocr page 581-
-ocr page 582-

mm

mm

-

'

SpjSi|ePB8[

-ocr page 583-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

377

bezai slechts ééne enkele machl, welke zich met die der oorlogzuchtige hartstochten kon meten: het was de kracht van de godsdienstige begrippen en do invloed van het christendom. Men riep legen de bijzondere oorlogen het gezag der conciliën in, de Kerk bedreigde de overtreders mot het anallieiim en sprak het ook menigmaal tegen hen uit. Deze middelen schorsten soms het voortwoekeren van het kwaad, maar het beginsel der tweedracht bleel bestaan. Men verkreeg van do edelen, niet dat zij van de bijzondere oorlogen zouden afzien, maar ze gedurende eenige dagen van de week zouden slaken; en al het goede, dat de zoo machtige godsdienst vermocht te bewerken was het Godsbestand te doen aannemen. Hierin werkten de kruistochten den ijver der geestelijkheid ongemeen in de hand : zoo dikwerf de oorlog aan de muzelmannen verklaard werd, hield alle tweespalt als door een wonderwerk plotseling op, en bleef Europa in diepe rust verzonken voor den standaard van het kruis.

Men ziet hieruit dat de geestelijkheid meer macht bezat op de gemoederen dan de graven en de baronnen; de geestelijke rechtsmacht maakte dan ook snelle vorderingen. Daar men de geestelijkheid de weduwen en de weezen, de vreemdelingen de arme en de zieken, de gebrekkelijken, de mehatschen onder hare bijzondere bescherming zag nemen , geloofde men dat hare gerechtigheid iets van de barnihartigheid Gods had. Het aan de kruisvaarders toegekende voorrecht om volgens de geestelijke wetten gevonnisd te worden, en de taak, die men de geestelijkheid had toevertrouwd om voor de dierbaarste belangen der pelgrims gedurende hunne afwezigheid te waken, schenen al de geloovigen onder haar machtig rechtsgebied geplaatst te hebben. Daar de evangelische zedeleer in alle processen gemengd kon worden, putte men daaruit de gevolgtrekking, dat de rechtsinacht van de geestelijkheid ol de Kerk geroepen was in alle zaken uitspraak te doen. Wij moeten hier bijvoegen, dat dc geestelijke rechtspraak meer regelmatigheid in hare vormen bezat dan die der edelen, en wat vooral het vertrouwen der volken opwekte, was dal het zwaard bij hare uitspraken niet de booldrol vervulde. Deze rcclitsmaclit met al de voor-deelen, waarvan wij zooeveu spraken, erlangde ten laatste zulk een grooten invloed en breidde zich zoodanig uil, dat zij den naijver van den Eranschen adel opwekte.

Omstreeks bel midden der dertiende eeuw sloten de beeren een verbond tegen de geestelijkheid; en in een manifest, dal lot ons gekomen is, eischten zij dal men eindelijk nun C.esar zou geven wal Cesar toekwam. Zij verboden hiimie vazallen voor de geestelijke rechtbanken te verschijnen, tenzij in zake van ketterij, huwelijk en woeker, en dreigden degenen die hun ongehoorzaam zouden zijn met de verbeurdverklaring hunner goederen en de verminking van een lichaamsdeel. « De geestelijken,quot; voegden zij er bij, «die zich ten onzen koste verrijkt hebben, zullen tol den staat der eerste Kerk en het bespiegelende leven teruggebracht worden, ons den werkkring latende die ous voegt, en zieh er toe bepalende de geloovigen te stichten door mirakelen, die men sedert lang niet meer aanschouwt.quot; De adel roemde ei' op Gallic door zijne wapenen bekeerd te hebben en verweet den kinderen van de lijfeigenen (zoo werden de geestelijken genoemd), dat zij hun de vrucht van hunne werkzaainheden ontroofden, en ulx de vos in de wereldlijke inaelil slopen. De kruistochten, waarin de krijgers destijds met de taak belast waren de ketters en de miizelniannen te bekeeren of met het zwaard te bestrijden, konden die naïeve aanmatiging van de baronnen veroiitschuldigen. Wij hebben in een vorig hooldstuk gezegd, dat de geestelijkheid en de adel, naast elkander in de feudale rangorde geplaatst, eindigen moesten met elkander te schaden: hetgeen destijds plaats had is een bewijs van de gegrondheid dier bewering Met alleen bezat de geestelijkheid hare rechtspraak, maar zij was in zekeren zin ook meesteres van die der beeren, die niets zonder de diakenen konden uitrichten. Van een andeien kant bezaten de kinderen der adellijken een groot aantal geestelijke beneliciën, en de feudale aristocratie verrijkte zich met de goederen der Kerk. Om dezen twistappel uit den weg te ruimen, dreigde het hof van Rome den adel te berooven van de voordeelen, welke bij met de geestelijken deelde, en de staat van zaken bleef gelijk bij was. De hooldleiders van het tegen de geestelijke rechtspraak gesloten verbond, vergezelden overigens kort daarop den heiligen Lodewijk op den kruistocht, en velen plukten er den palmtak der martelaars. De geschiedenis vermeldt niet of degenen die naar hunne haardsteden terugkeerden ol die in het Westen gebleven waren, nieuwe pogingen m het werk gesteld hebben om de rechtsinacht der geestelijkheid te beperken.

Het komt ons voor, dat de graven en baronnen, in plaats van zulke nuttelooze bedreigingen te doen hooren, een veel eenvoudiger en veel zekerder middel bezaten om hunne rechtsmacht te behouden ; namelijk de wetten te verbeteren en hun rechtspraak met de meer en meer veldwinnende denkbeelden in overeenstemming tc brengen; maar zij stelden te veel vertrouwen in hun zwaard, en terwijl zij de voorrechten eischten van een staat van zaken, die een einde ging nemen, werd zonder hunne medewerking of hunne tusschenkomst een nieuwe staat van zaken gevestigd. Intusschen verkeerden de meeste landen van Europa in een geweldige gisting: de oude en de nieuwe denkbeelden verklaarden elkander een hardnekkigen oorlog; de volken die geen vertrouwen meer stelden in de voorheen boven hen geplaatste machten, daar deze te zwak waren geworden om zich nog te doen gelden, en evenmin den maatscbappelijken omkeer vertrouwende, die zich begon te doen gevoelen, schenen beurtelings de nieuwigheden te gemoet te snellen en bij haren aanblik verschrikt terug te deinzen. Tegen bet einde der kruistochten liet zich een algemeene crisis in Europa waarnemen, en het Westen, door nniwentelingeii en burgeroorlogen beroerd, was op bet punt tot den geiingen trap van ontwikkeling van de tiende eeuw terug te keeren. In dal uiterste riep Duilschland de instelling van een keizerlijke kamer le hulp legen de gestadig toeneniende wanordelijkheden, die hel Rijk veronlrustien, en stelde Arragon het gezag van de .lusliza in, die met een onbeperkte maelit tegenover de tuchteloosheid bekleed werd. In alle landen vormden zich genootschappen en vereenigingen legen de bui-t 'iisporigheden van de algemeene bandeloosheid. Vooral iu Frankrijk deed zich de noodzakelijkheid gevoelen de gerechtigheid toil handhaving van de openbare orde en veiligheid te hulp te roepen. Een nieuwe reclilsniacht werd geboren uil de behoeften ol liever uil de gevaren der maatschappij; uil de puinhoopen der vroegere rechtspleging kwam hel stelsel van liet parlement te voorschijn, waarvoor alle andere reclitsinacht in bel niet verzonk, en dal als de constitutie van bel koninkrijk werd; de monarchen vonden het wetgevende gezag terug dal zij verloren hadden en hun zoo onmisbaar was om de ontluikende beschaving le beschermen en le leiden. Van toen af was de kroon hel middelpunt van alles, en de volken wendden hunne blikken naar dal koningschap, van hetwelk zij de vrijheid en il ■ gerechtigheid erlangden.

Het zou moeielijk vallen met nauwkeurigheid te zeggen, welk aandeel de kriiisiocbten in die groole veranderingen hebben gehad. Evenwel had het vertrek der kruisvaarders aanleiding gegeven tot een menigte contraeten; men verdubbelde de voorzorgen legen bodrog, het aantal notarissen vermeerderde, hun acten hadden meer gezag en hun getuigenis boezemde meer vertrouwen in. De voorzorgen,'welke tic eenvoudige pelgrims bij hun vertrok namen voor de vrijwaring Innnior belangen of die van limine gezinnen, nainen ook de koningen en vorsten om de orde en de rust gedurende hunne afwezigheid in de provinciën te handhaven. De vrijmaking der gemeenten en de i islelling der gemeentelijke rechibanken, waartoe de ooi logen v ui het Oosten veel bijdroegen, moeslen de vorderingen van de wetgeving en de rechterlijke administratie in de hand werken. Op hun tocht door verre landen hadden de pelgrims gelegenheid wijze gewoonten waar te nemen, die zij medebraclilen naar hun v aderland. Villehardoinn beschrijlt ons hoe groot de veri azing der l|1 ransche edelen was toen zij te Venetië aangekomen den ■naai, den doge en hel volk in liunne tegenwoordigheid zagen beraadslagen. Daar de franken, meesters van Constantinopel, (gt;;gt; het Griekscbe rijk de leudale inslellingen van hel Noorden t icpaslen, kan men terecht vooronderstellen, dal het weinige I etwelk nog van de verlichting van het oude Griekenland en lt;le wetgeving der Gesars overbleef, een nieuw volk moest verlichten en bel in de uiloelening zelve zijner barbaarsche (iverbeerscliing iels van de ondervinding der Ouden moest mededeelen. De christen koloniën van Syrië bezaten een regee-i iugsvorm, welke de meer verlichten onder de pelgrims niet met onverschilligheid of zonder voordeel voor bun eigen land moeslen waarnemen De wetten van ■lernsalem hadden de machl en de voorrechten van het koningschap, de waardigheden van bel rijk, de lasten en de voot rechten der leenen, de militaire diensten en opbrengsten der graafschappen en der steden gen-v el cl en vastgesteld; maar wat men vooral moest prijzen, was de instelling van ecu rechterlijke machl en de vestiging v.in drie gerechtshoven : bet eerste voor de baronnen, liet tweede voor de burgers, het derde voor de Syriërs. Sinds de ('.api-Inlarién van Karei den Groote, had geen enkel rijk der franken i en verzameling wetten en verordeningen zien afkondigen, die in eenig opzicht vergeleken kon worden mei de geschreven wetgeving van het koninkrijk van Godfried. Nog zij opgemerkt dat iedere natie van Europa, in Jerusalem of in de zeesteden van Syrië gevestigd, bare bijzondere instellingen had medegebracht en dat men in een enkele stad, gelijk Tyrus, Plolomaïs of Tripoli, niot alleen de wetten van Palestina vereenigd zag, maar ook de gewoonten en de gebruiken, naar welke destijds de beschaafde volken van Europa leefden.


48'•

-ocr page 584-

GESCIIIEDEMS OER KRUISTOCHTEN.

ZESTIENDE HOOFDSTUK.

VAN DE ZEEVAAKT EN PEN HANDEL.

378

Toen do kruistochten bosonncn waron gaf dc geest van godsvrucht, vereenigd met dien van den handel, eene nieuwe en meer uilgchreide riehling aan de tuclilen en de ondernemingsgeest dor zeevaarders. Do bewoners van Denemarken verschenen in de zeeën van Syrië, terwijl Noorwogers, over zee gekomen, aan do inneming van Sidon dool na men. Bij do bologoring van vorschoidene zeesledon van Palestina merkte men burgers van Lubock en Bremen op. Uit alle zeehavens van het Westen lio|teii schepen en vloten uit, die pelgrims, levonsmiddolon en wapens overbrachten naar het koninkrijk Jornsalomen do overige cbrislen vorstendommen door de zegevierende kruisvaarders in Azië gevestigd.

Zoodoende ontmootto do zeevaarders van allo landen elkander in do Üoslorscho zeeën. Hot was in zekeren zin onder de schaduw van het kruis, dat tusscben do zeevarende volken van Europa nuttige betrekkingen begonnen aangeknoopt te worden. In het begin van de twaalfde eeuw kwam een vloot van Pisaners in vereeniging met eenige andere Italianen, de Arragoneozen bijstaan in de verovering der Balearische eilanden. De zeevaarders van lialië kenden zoo weinig de wateren van Spanje, dat zij de kiislon van Arragon voor hot Moorenland aanzagen. Dil eor.-le bondgenootschap tusscben ver van elkander verwijderde volken was bet werk van een kruistocht door paus Pascalis II gepredikt, hierin bijgestaan door een groot aantal boeren en ridders van Provence en Languedoc.

Nadat de zeevaarders van Lubock, Bremen en Denemarken hunne kracht in verre reizen beproefd haddon, maakten zij zich de verkregen ondervinding ton nutte om de onbekende kust-streken van de Oostzee te bezoeken. Deze nieuwe ondernemingen prikkelden hun godsdienstigeu ijver en hun hebzucht te moer, dewijl zij daar wilde natiën vonden die zij aan den godsdienst en bun bandolsbeerschappij onderwerpen konden. Krijgslocbten tor zee vermengden zich met do krnisiocliien gepredikt tegen de volken, die nog aan don afgodoiidionst overgegeven waren, liij den aanblik van bet knus en het paviljoen der zeevaarders verrezen rijke steden, en barbaarscbe gewesten begonnen do zegeningen der boscliaving te kennen

To dier tijde ontsloot zich de zeevaart oen nieuwen weg, en zag zij hot schouwtoonoel barer nutligo werkzaamheden zich aanmerkelijk uitbreiden. Niets kon hare vorderingen meer be-guisligon dan de gemeenschap welke destijds lusschen de Ooslzee, de Middollandsche zee, den Spaanscbon Oceaan en de zeeën van hol Noordon lol stand kwam. Doordien don volken nu do gelegenheid geopend word zich door grootore werkzaamheid ook grontere voordeeien te verzekeren, prikkelde dil don ouder-noiiiiiigsgeost van velen, en bad dil natmirlijk vermeerdering van de algemeene welvaart ton gevolge. In deze voor alle natiën van Europa opensinaude loDpbaan wijzigden en vermenigvuldigden zich de pi'aktiscbe kuiidigliedrii en verspreidden zij zich overal. Men bepaalde de gedaante dor kusten, de ligging der kapen, der havens, der baaien, der eilanden enz.; men omlerzoclil den bodem der zoo; men nam de richting der winden, der stroomingon, der gelijden waar; kortom, al bet inogelijke werd in bet werk gosleid om den zeevaarder aan minder gevaren bloot te stellen, en woldra verdween do onwelendbelil van do elfde en de twaalfde eeuw, die onwo-tondlieid, welke zoovele schipbreuken veroorzaakt bad, die do kronijkscbrijvers met huivering verhalen en waarvan zij de oorzaak eenvoudig aan den toorn des Hemels toeschreven.

Wij zouden bier vau do uilviiiding van het kompas sproken, indien hot lijdslip van die uitvliiding met juistheid kon worden aangegeven. Een zinsnede in de kronijk van Jacobus van Vitri laat geen twijfel over, dat men ton tijde der krulstoclilen de eigenschappen van bel zeilsteen kende en dat roods te dier lijde zelve de zeevaarders er groot nut van trokken voor hunne verre tochten; maar van don anderen kant bewijst niets, dat hot gebruik van bet kompas toen algemeen was. Hel laat zich donken, dat zulk een kostbare ontdekking nog een gehohn was voor het algemeen, en dal degenen, die in het bezit waron van dal geheim, er slechts partij van zochten ie trekken in bun belang, zonder aan do voordoelen te denken, welke men er voor de vorderingen van de scheepvaart uit kon trekken. Het zij hier eebler opgemerkt, dat hetgeen met het kompas heelt plaats gehad, eveneens van de meeste uitvindingen dor nijverheid kan gezegd worden, van welke do geschiedenis zelden bet tijdstip kan opgeven, dewijl de bolangliebbendon ze uit geest van hebzucht of afgunst niet publiek gemaakt, zo zelfs soms aan de kennis hunner lijdgenooton onttrokken hebben.

Dc zeobouwkundo maakte groote vorderingen tijdens de kruistochten. Men vergrootte de vorm der schepen óm de menigte dor pelgrims te vervoeren. Do gevaren, waaraan de schepen op hunne verre reizen naar bet Oosten blootstonden, waren oorzaak dat men ze een bechteren bouw gaf om boter daartegen bestand te zijn. Do kunst om verscheidene masten in oen zelfde schip te plaatsen, bot getal der zeilen te vermeerderen en ze zoodanig te stollen, dat men togen den wind kon opvaren, waren de gelukkige vruchten van don naijver, die destijds do zeevaarders vervulde.

Ten tijde van don derden kruistocht had de zeevaartkunde reeds veie vorderingen gemaakt. Walter Vinisauf, do geschiedschrijver van den pelgrimstocht van Plilllppus Augustus en Richard, geeft onnront dc zeobouwkundo bij do oude en de nieuwere volken geloerde uitleggingen, die de kennis van den tegen woord igen tijd zouden kunnen vormeerderon. Vijftien jaren na den derden gewijJen oorlog bedekten talrijke uit de havens van Genua en Venetië ullgezoilde vloten do Middollandsche zee; onder de schepen, welke do metgezellen van den graaf van Vlaanderen en den markies van Montlërrat naar bet Oosten overbrachlen, was er oen, hetwelk zoo groot was dat men bet dc Wereld noemde. Do Vonolier San ulo heeft iu het werk, getiteld (•eheimeii der ficloovigett van hel Kruis, vorschoidene hoofilslukkon gewijd aan den bouw der schepen en aan de middelen om do vloten te wapenen en van levensmiddelen te voorzien; do bemerkingen en do plannon welke bij aan den paus voorlegde, bewijzen, dat de zeevaarlkunde In bot begin der veertiende eeuw reeds zeer ver gevorderd was.

Zoo zegevierden do bedrijvigheid en bet vernuft van don monsch over allo hinderpalen, boden de elementen met gunsiig gevolg het hoofd en namen bezit van do beerscbappij over de zee. Maar in de middeleeuwen was die boei schappij, evenals die van don vasten grond, do prooi van de roovorij en bet geweld. De stormen, de tegenwinden, de schipbreuken waren niet de eenige rampen, die men op lange reizen te duchten bad ; op alle zeeën kende men onkel bet recht van den sterkste, en bet gemis van een zoewetboek vermeerderde de gevaren van een lange zeereis.

Alen gevoelde de noodzakolijkbehl van eeno wetgeving, welke do belangen en de vrijheid van do zeevaarders verzekerde; Spanje leverde daarvan hot eerste model. In den aanvang dor twaalfde eeuw word een wetboek van zeerecht opgesteld door de oude seboidsroebters dor zee van Barcelona. Dit wetboek werd daarna door do Vonotiërs, de Pisaners en de Genueezon aangenomen en onder den naam van hot Consulaat der Zee bet algemeene wetboek van do Middollandsche zee en den Oceaan. Onder de zeewotton dor middoleonwen noemt do gescbledenis nog do Ordimnaiiciën van Winhi/, de lieslinsiiujeti van Damme en vooral de Zeerollen van Oleron, die men als do type der andere wetgevingen beschouwd beeft. Het is niet met zekorbeld bekend wie de onl werpers waren van die wetboeken, of op wolk lijdslip men zo afkondigde.

Waarschijnlijk waron zij niets anders dan do overleveringen, die onder de zeevaarders bewaard gebleven waren en geschreven wollen worden, naarmate men er meer en meer de noodzakelijkheid van erkende. Hot Is ook aan te nemen, dat de gewijde oorlogen, vooral toen men aan de reis over zee aan die over land do voorkeur begon te geven, veel bijgedragen hebben tot het invoeren van deze zeowetgeving. Er zijn nog verscheidene door Richard Leouwenhart en andere vorsten vastgestelde reglementen omtrent de bandbaving der orde op liunne vloten tot ons gekomen. De Assisen van Jerusalem bevatten eenige bepalingen, die de verzekering der belangen van den zeehandel ten doel hadden. Daar die hepalingen voornamelijk voor bol heilige land gemaakt waren, bevatten zij zeer sirenge strallën tegen do christen zeevaarders, die aan de muzelmannen wapenen en oorlogsbehoeften vorschalton.

Do eeuwen dor kruistochten zagen een aantal andere wetten geboren worden, die de beteugeling van de zoerooverij ten doel hadden, do uitvoering dier wellen moest natuurlijk grooie hinderpalen ontmoeten. Elke stad, elke vereeniging, elk bijzonder persoon toch kon, in do Middellandsche zee of den Oceaan krnisende, allen aanvallen, die hij op zijn weg ont-moette. Welk gezag kon het volkenrecht doen eerbiedigen in geschillen die geen sciieidsrecbter erkenden, waarin het geweld tegenover bet geweld, de kracht tegenover de kracht gesteld werd? Hoe waren van don anderen kant die stuulmoedigo zeeschuimers te bereiken, die dikwerl geen vaderland meer


-ocr page 585-

GESCHIEDENIS DEP. KRUISTOCHTEN.

37Ö

imdden en een zwervend leven op den oceaan leidden, waar zij builen liel bereik van alle menscbelijke macht, waren? Om die misdadige builensporiglieden zooveel mogelijk te beteugelen, deden de Roomsche opperherders menigmaal hunne stem hooren ea bet anathema der Kerk vereenigde zich met de bedreigingen der menschelijke gerechtigheid. Zonder het kwaad geheel Ie stuiten verschalle deze gemeensclmppelijke inmenging der goddelijke en menschelijke gerechtigheid eenigo meerdere zekerheid aan de kooplieden, pelgrims en zeevaarders. Zoolang do geestdrift der pelgrimstochten onder de volken bleef voortduren, zooliing de handel groote voordeden plukte van de vermeerdering zijner overzeesclie betrekkingen, bleet de scheepvaart vorderingen maken; ten laatste zag de zee zich overdekt met schepen, die elkander beschermden, en dc wegen van den Oceaan werden evenals die van het land minder gevaarlijk, naarmate zij drukker bezocht werden.

De macht van verscheidene zeestaten was de ware beveiliging van de scheepvaart; daar die Staten er groot belang bij hadden dal de zeevaarders op hunne reizen met verontrust werden, oe lend en zij, om zoo te zeggen, de politie ter zee uit. Wij kunnen er bijvoegen, dat zoo Italië en verscheidene andere landen van bel Westen niet door dc Sarracenen onderworpen werden, zij hun behoud meer te danken hadden aan de meerderheid hunner vloten dan aan die hunner legers.

In ons twintigste boek hebben wij gesproken van de ontdekking van Amerika en van de overvaart naar ludië om de Kaap de Goede Hoop. Hoogstwaarschijnlijk zou, zonder de kruistochten, de ondernemingsgeest der zeevaarders eerst veel later dc onmetelijke ruimte en de tallooze klippen hebben durven trotseeren, die de Oostzee en de Middellandsche zee van den Indischen Uceaan en de oude wereld van de nieuwe scheiden. Men kan ten minste met het volste recht beweren, dal de gevaarvolle onderneiningen en verre expeditiën onder de vanen van het kruis beproeld, de laatste wonderen van de scheepvaart voorbereidden door alom nieuwe wegen voor de nijverheid te openen, en vooral door de uitbreiding te begunstigen van den handel, den natuurlijken en onmisbaren hand tusschen dc verschillende natiën en dc verschillende landen van den aardbol.

leder klimaat heeft zijne voortbrengselen cn deze verscheidenheid van rijkdommen 'legt den mensch de noodzakelijkheid op om te ruilen. Deze verplichting om te ruilen brengt de verschillende volken met elkander in aanraking, zoodal de verst verwijderde gewesten op den duur niet onbekend kunnen blijven. Men zou kunnen zeggen, dat de Voorzienigheid aan verschillende luchtstreken liare eigenaardige voortbrengselen gegeven heeft, die zij weder aan andere weigerde, om de over de aarde verspreid levende menschen te noodzaken elkander op le zoeken, voor hunne behoeften met elkander handel te drijven, elkander hunne kundigheden mede le deden en in de beschaving gezamenliik vooruit te gaan.

In de middeleeuwen gaven de vadsige en verwijfde Grieken zich de moeite niet de handelsartikelen van Azië naar het Westen over le brengen; de Sarracenen landden slechts op de kusten van Europa om er dc verschrikkingen van den oorlog te verspreiden : de handel van hel Westen ging halen wal men hel niet bracht, en de menigvuldige lochten naar hel Uosleu waren geheel in bet voordeel der Westerlingen.

Heeds lang voor de kruistoebten kwamen koopwaren uil Indië en Azië in Europa aan; soms over land, door Griekenland, Hongarije en hel land der Huigaren, meestentijds over de Middellandsche zee, die naar alle havens van Italië voerde. Deze twee wegen werden door de gewijde oorlogen veilig gemaakt, en sinds kon niets meer de snelle uitbreiding van den handel belemmeren, die alom door den standaard van het kruis beschermd werd.

De meeste zeesteden van hel Westen verrijkten zich niet alleen door aan Europa dc voortbrengselen van het Oosten te leveren, maar zij trokken ook nog belangrijke voordeden van het vervoer der , pelgrims cn der christelijke legers. Vloten stevenden langs'de kusten der landen waarde kruisvaarders streden cn verkochten hun krijgshenoodigdheden en levensmiddelen, waaraan zij altijd behoefte hadden. Op die wijze bracht de handel in Europa een deel der schatten terug, die de vorsten en baronnen naar Azië medegenomen hadden.

Al de rijkdommen der zeesteden van Syrië en zelfs van Griekenland behoorden aan kooplieden van het Westen. Zij waren dc meesters van een groot deel der christen steden in Azië. Wij hebben gezien welk een groot deel de Veneliërs na de inneming van Gonstanlinopel van het veroverde land werd toegewezen; zij bezaten al de eilanden van den Archipel en tic helft van Hyzantium ; het Grieksche rijk was als een ander Venetië met zijne wetten, zijne vloten en zijne legers.

Het duurde niet lang of de Latijnen verloren Constantinopel, Jerusalem en hel meerendecl der aan hunne wapens onderworpen landen. De handel, in dal opzicht gelukkiger, behield zijne veroveringen na de krnistochtcn. De stad Tana, aan de monding van den Tanais gelegen, werd voor Venetië een kolonie, welke het voordedige handelsbetrekkingen opende met 1'erzië, Tartarije, en op de markten van Tanris, rebizonde, Hagdad en Bassora de overhand had. Eenige Genueezcn die zich in een kleine stad van den Krim (Galla) gevestigd hadden, in den lijd zeiven dat de Turken Europa bedreigden, ontginden voor gemeenschappelijk rekening de mijnen van den Caucasus en ontvingen over Aslracan de rijkdommen van Indië. De Euro-peesche handel had factorijen gevestigd tol onder de volken, die den chrislencn een verwoeden oorlog aandeden. De schrik, dien de mamelukken inboezemde, hadden nicl kunnen verhinderen, dal gansdie scharen van kooplieden zich in Egypte nederzetten; langs de geheele kust van de Middellandsclie zee werd door hen in Afrika handel gedreven, en de plaatsen, welke de heilige Lodewijk niet had kunnen veroveren, werden hun

Terwijl de handel van al de werelddeden zich aldus in dc handen van eenige zeesteden bevond, hieven verscheidene groote Stalen van Europa daaraan nog vreerad. Engeland dal geen andere rijkdommen bezat dan zijne wol, ontving met erkentelijkheid in zijne hoofdstad de handelsartikelen uil Azië, die door lialiaansclie en Spaansche kooplieden aangevoerd werden. De steden van Frankrijk namen weinig deel aan den hnndel met hel Oosten: de kruistochten waren hel werk der Franschen, anderen plukten er de vruchten van. Marseille was in de middeleeuwen de eenige Fransche stad die betrekkin^; met veraf-wonende volken onderhield. Deze stad voor den handel met Gallic door de l'hoceeërs gesticht, had haar afkomst steeds indachtig geweest en altijd handelsbetrekkingen met Syrië en Griekenland onderhouden. Spanje, welks nijverheid zich reeds vroegtijdig ontwikkeld had, wist beter zijn voordeel te doen met de kruislocliten, en legen hel einde der gewijde oorlogen hadden de Spanjaarden kantoren op al de kusten van Azië. Geen land ter wereld echter plukte meer voordeden vnn den handel met het Oosten dan Italië. Dal land, dat op de Middellandsche zee heerschte en met alle deden der bekende wereld gemeenschap onderhield, was allergunstigst gelegen. Deze ligging, welke eertijds de veroveringen der Homeinen liad vcrgeinakkdijkt, kwam de volken van Italië in hunne nieuwe ondernemingen voorlrdlëiijk le stade, en onderwierp de wereld aan hunne speculaliën, gelijk zij haar aan hunne wapens had onderworpen.


ZEVENTIENDE

HOOFDSTUK.

.TBKENGSELEN; BEOEFENING DER AARDRIJKSKUNDE.

VAN DE NU VERHEID; VAN EENIGli OOS'IEESCHE

Om le weten wal de nijverheid uit de betrekkingen met hel Oosten kon winnen, zou liet inisschien genoegzaam zijn den toestand le kennen, waarin die bron van voorspoed desüjds hij de Oosterlingen verkeerde. Onder zoovele reizigers waren er ougetwijfcld eenigen, die er belang in stelden de gebruiken en gewoonten der Verre gewesten die zij bezochten nandachtig gade le slaan. Wij weten dat men hij de expeditiën van de kruisvaarders hij voorkeur diegenen aanwierf die een ambacht kenden ol eenig handwerk uiiodenden: die nijvere pelgrims ondernamen niet altijd een voor liiin land onvrnditljarcn tocht, cn in die gewijde oorlogen, waarin de ridders van hel kruis slechts overwinningen cn roem trachtten le behalen, had de nijverheid, nis ik mij zoo durf uit te drukken, ook haren kruistocht, waarvan de vreedzame zcgdeckens bestonden in onschatbare ontdekkingen nan de Sarracenen en de Grieken ontlulseld, en in de gelukkige nabootsing van hetgeen men in de kunsten van hel Oosten bewonderd had.

De Sarracenen bezaten slolleiilabriekcn vóór de kruisloebton. In Damascus cn in de steden van Egypte bewerkte men de melnlen met meer kunstvaardigheid dan in het Westen. De oude kronijken vernielden, dat de christenen van 1'nleslina soms naar Damascus reisden om er wapens le koopen. .loiu-ville verhaalt, dal hij, een bedevaart naar 0. L. Vrouw van Tortosa ondernomen hebbende, in Tripoli kamelotlen kocht,


«

-ocr page 586-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

380

welke men in die stad vervaardigde. Joinville werd door Lode-wijk IX belast eeni^e stukken van die stof te koppen, hetgeen wel een bewijs is dal de fabriek waar zij gemaakt werden vermaardheid bezat.

Te dier tijde vond men in dezelfde slad Tripoli en in ver-

zijdeweef-, ieden en

der pelgrims moesten trekken, die het Oosten bezochten. Tegen bet einde dor twaalfde eeuw deed Rogier II, koning van Sicilië, verscheidenen van die weefgetouwen naar Palermo overbrengen: dal was de vruebl van een expeditie op de kusten van Griekenland. De mocrbeziënboom lierde even welig onder den sénoonen heinei van Italië als onder dien van Morea, on deze nullige verovering stelde de Sieilianen weldra in staat de nijverheid der Grieken te overtreffen. De voornaamste werkplaais werd in hel paleis der koningen gevestigd als om de groole waarde en den luister van die nieuwe kunst aan te loonen.

Verscheidene nullige uitvindingen kwamen destijds uit de Ooslersche landen loi ons. Menige schrijvers hebben beweerd, dat de windmolens vóór de kruislocbten in Europa bekend waren, maar men moet bedenken, dat die uilvinding tol ons is kunnen komen door de eerste bedevaarlen naar Azië, die men niet van de gewijde oorlogen kan scheiden.

Tyrus was deslljds vermaard om zijn glaswerk. Hel zand, dat in zijne nabijheid gevonden werd, schonk aan de vervaardiging van hel glas eene zuiverheid, welke men in andere landen niet kende. Hel gebruik van glas was In Daleslina veel algemeener dan in hel Westen. De Veneliërs moeien in Tyrus het vervaardigen van limine schoone in de middeleeuwen zoo vermaarde glaswerken geleerd hebben.

Gelijk men in deze geschiedenis gezien heeft, loonden de kruisvaarders steeds een groote verrassing bij hel zien der Grieksche vuur; maar zij se,benen dat muzelmannen te benijden. De Eraiikisehe liet slagveld hel zwaard en de lans boven , waarbij geen persoonlijke moed gevor-'t is nocblans waarscliijnlijk, dat hel Grieksche op hel denkbeeld van hét kruit bracht, een

iiitwerking van bel voordeel niet aan de krijgers verkozen op een verdelgings derd werd. Ih e

menscbdom, maar welke af aan de Europeesche

'ken en de Tartaren bedreitrd

rs

'i

bet lil !

zoo nootitollig voor een geducht wapen in maatschappij, welke door de werd.

Men weet hoe groot de opgetogenheid der kruisva: was, toen zij voor de eerste maal suikerriet zagen op hel grondgebied van Tripoli. Reeds in de helft van de Iwaallde eeuw werd dal gewas overgebracht naar Sicilië; ten onrechte wordt ecbler beweerd, dat hel vandaar naar de Nieuwe Wereld overgebracht werd. Zoo de Spanjaarden in later tijd hel suikerriet in bel eiland Madera verbouwden, mag men aannemen, dat zij hel in hel koninkrijk Grenada vonden, waar de Mooren hel uit Afrika overgeplant hadden. Maar bet is ook waarschijnlijk, dat men zich mei die plant eerst ernstig bezig hield toen de smaak voor den suiker meer algeineen verspreid werd, en die zelfstandigheid, welke uil Egypte kwam, een belangrijk handelsartikel werd. Aan de kruistochten koml derhalve de eer daarvan toe.

soheidcne sleden van Giiekenlaiul een gioo' nelonwen, wier voorlbreiiKseleu de aandiu'lit dei

De kennis der natuurlijke historie verrijkte zich destijds ook in verschillende opzichten, -iel alleen toch werden de plantaardige voortbrengselen en vele gewassen uit ver verwijderde gewesten naar Kuropa overgevoerd, maar ook verschillende dieren uit Azië en Afrika. Wij hebben verhaald, dat de mamelukken van Egypte aan den heiligen Lodewijk een olilaut zonden, welken de Éran-sche monarcli aan den koning van Engeland ten geschenke gaf. Korten tijd na de eerste cNpeditie van Lodewijk IX, zond Jiihars aan Mainlried, zoon van Erederik II, verscheidene Mon-goolsche gevangenen met Imime paarden, die van Tartaarsch ras waren. Onder de geschenken in last hadden aan den koning va vond zich eene giraf, een dier, dat hel Westen ü-ezien had.

i; i

welke Egyptische gezanten Sicilië aan te bieden, be-men lol dusverre nooit in

^ it

!l

1 I

Kaast die groote verhuizingen der

volken, die van bet Oosten naar hel Westen togen, is bel opmerkelijk bloemen en planten uit hel Oosten eveneens van klimaat te zien verwisselen en nu eens overgevoerd in de tascb der pelgrims dan weder van band tol hand, van tuin lot tuin, van provincie lol provincie overgeplant. Wij hebben reeds gesproken van de Turksche weit, welke door Bonifacius van Montlerrat na dc inneming van Gonslanlinopel naar Italië gezonden werd; de pruim van Damascus werd omstreeks dien zelfden tijd door een hertog van Anjou, die Jerusalem bezocht had, naar Europa overgebracht. In alle landen van bet Westen treft men iiillieeinsche gewassen aan, die naar de volksoverleveringen met de kruisvaarders uil Azië gekomen zijn, en de daarom-trent verzamelde waarnemingen zijn zoo'menigvuldig, dal een Fransch geleerde op de gedachte gekomen is oen h'tora tier Kruistochten in het licht te geven.

Uit hetgeen wij in dit en het voorgaande hoofdstuk hebben medegedeeld, heeft men kunnen opmaken, dat de aardrijkskunde vorderingen had moeten maken ten tijde dor expeditiën naar het Oosten. Vóór de kruistochten was die wetenschap ten eenemale onbekend en werd zij in het geheel niet beoefend; te Parijs kende men ter nauwernood Bourgondië, in Bourgondië beschouwde men Parijs als een zeer ver verwijderd land. De kruisvaarders, die Pcier den Kluizenaar volgden, kenden de namen niet der sleden van Duilscldand en Hongarije, die zij doortrokken; zij leden een nederlaag hij Semlin, en de kronijken van dien lijd die er van gesproken hebben, vergenoegen zich met die Hongaarscbo slad Mallevillo, of Slad des onheils te noemon.

Kenden de Franschen ter nauwernood hun eigen land, hoe groot moest dan niet hun onbekendheid zijn mel de Ooslersche landen? Men kan daarover oordooien door de noodzakelijkheid waarin zij verkeerden om gidsen onder de Grieken te nemen, die zij wantrouwden, en door limine groote verlegenheid zou dikwijls die gidsen hen verlieten. Verscheidene christen legers gingen jammerlijk ten gronde door hunne onbekendheid met do plaatsen, waar de overwinning hen heenvoerde. Men wilde in Palestina en het Oosten al de plaatsen vinden, die in de Schrift genoemd worden; en zonder de bewoners van hot land te raadplegen, zocht men nog dat Babyion, waarvan do puinhoopen zelfs verdwenen zijn; men gaf dien naam nu eens aan Bagdad, dan weder aan het oude Cairo, beiden door de inuzelmannon gebouwd.

Opmerkelijk is het dat onder do meer dan twee honderd kronijken der twaalfde en dertiende eeuw, welke van Egypte spreken, wij er slechts een gevonden hebben, waarin van dc Pyramiden gewag wordt gemaakt. Jacobus van Vitri, die lang in Syrië vertoefd had en, naar hel schijnt, met al de kundig^ heden van dien tijd was toegerust, herhaalt de sprookjes van Hcrodoles, zooals de geschiodenis der Amazonen en ilic van den Feniks. Men kan zich niet onthouden to lachen met de naïeve lichlgcloovigheid van Joinville, die ons mei hoogen orns: in zijne gedenkschriften mededeelt, dat de boomen van het aardsche paradijs kaneel, gember en kruidnagelen voortbrachten en men die specerijen uit de wateren van den Mjl opvisebte, waarin zij door dc winden overgedragen weiden.

De kruisvaarders, die gestadig mei do ongeloovigen strijd voerden, dachten er zelfs niet aan de landen te besludecre'n, die zij aan hunne wapens onderworpen hadden. In hun gevolg echter openden zich de godsdienst en de handel, de eene geleid door het verlangen om de kennis van het Evangelie te verspreiden, do andere door de hoop om rijkdommen te verworven, eeuige nieuwe wegen, en verzamelden zij nuttige bijzoiidorbedon omtrent hel Oosten tijdens de kruistochten. De door bel hof van Rome en den heiligen Lodewijk uilge-zoiiden missionarissen doorreisden de uitgebreidste gewesten van Azië; de handel volgde hen of ging hen vooraf op di ■ verre tochten. De reisbeschrijvingen van Rnbriquis, Asselin, Johannes Duplan van Garpino, van Marco-Paolo bevatten waarnemingen, waarvan men heden ton dage de waarheid en dc nauwkeurigheid erkent.

Wij mogen ook niet vergeten, dat de kruisvaarders, die uit alle ianden van Europa vertrokken, elkander onder de vanen van het kruis leerden kennen. De volken bleven elkander niel meer vreemd, hetgeen de onwetendheid verdreef, waarin zij omtrent de namen der steden en der provinciën van hel Westen verkeerden.

De aardrijkskundige kaarten van dien tijd geven noch den omtrek van den aardbol, noch de grootte der landen, noch de ligging en de grenzen dor rijken aan : zij bepalen er zich toe door vage aanduidingen te schetsen wat de reizigers het moest trol: de merkwaardiglioden van elk land, dieren, gebouwen, onderscheiden gekloede menschen. Wij hebben een wereldkaart onder dc oogon gehad, die bij de kronijk van Sinl-Denis gevoegd is en in de veertiende eeuw vervaardigd schijnt te zijn; zoomin als op de tegenwoordige kaarten vindt mén er de vier windstreken op aangestipt, maar aan de vier zijden staan de namen

geworpen; die verw schijnt minder een vormlooze beeld va gebouwd.

Men kan hieruit opmaken hoezeer de aardrijkskunde nog in de kindsheid was; maar men hield er zich toch mede bizi;. hetgeen men lol dusverre niet gedaan had. Hel was to voorzien

voorstelling te zijn van hel heelal, dan hel i eene stad, zonder plan en zonder rogolmaat

van de voornaamste winden vermeld, ten getale van twaalf Jerusalem is, volgens het begrip van dien lijd, in hot middolpui,l der drie deolcn van do bekende wereld geplaatst: een groot gebouw met een kruis op het dak stelt de heilige stad voor. liondom die koningin der steden heeft de vervaardiger dei-kaart door andore gebouwen de steden van Palestina, Syrië, Egypte enz. algebeeld; de afstanden zijn zonder nauwkeurigheid aangegeven; alles schijnt in het wild door elkander op hel papin

opeenliooping van gehouwen of huizen


i I

-ocr page 587-

fmmlsamp;m

m

mmm:

Ml

-ocr page 588-
-ocr page 589-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

dnt mon liet niot daarbij ^ou laten en dat de aardi'ijksl;un ligo kennis weldra goede vorderingen zou maken. In do veertiende eeuw kende men reeds veel beter de landen van liet Oosten, te oordcelen naar de kaart, welke Sanuto den paus voorlegde, en welke men zien kan in de verzameling der geschiedschrijvers van de kruistochten dooi' Bonnars.

Wij willen dit hoofdstuk niet eindigen zonder van de kennis der aardrijkskunde hij de Arabieren in de middeleeuwen te spreken, ilet werk van Edrizi, tusschen den Iweedon en don derden kruistocht geschreven, bewijst ons dat de muzelmannen daarin destijds veel verder gevorderd waren dan de dranken en de Grieken. Dit werk is kostbaar, zelfs in onze dagen, door de aardrijkskundige bijzonderheden welke het behelst omtrent zekere gewesten uit het hinnenland van Azië, die nog niet goed beschreven zijn. Aboulfeda en Makrisi, die na hem kwamen, staan boven al de schrijvers van het Westen, die zich op hetzellde tijdstip met de aardrijkskunde bezig hielden. Wij hebben geen gegevens genoeg om die meerderheid te verklaren; maar zou do waarschijnlijkste reden daarvan niet te vinden zijn in dien ongeduldigen ijver, in die onbovredigbare heerschzucht, welke de muzelmansohe volken aandreef alom hunne overheersching uit te strekken. In de eerste tijdon van de llogira overreedde de oorlogzuchtige proselietenmakerij do Arabieren dat do wereld hun toebehoorde. Daarom behoéft men er zich niet over te venvonderon, dal zij getracht hebben de verre gewesten te loeren kennen, die Mahomed aan hunne wapens beloofde. De geschiedenis loont hen ons in tie zevende en de achtste eeuw Azië en Afrika overweldigende, de rijkste streken van Europa doorkruisende. Zij kenden do landen dio zij veroverd hadden, en die, welke zij wilden veroveren, Zoo maakte do aardrijkskunde vorderingen onder de Oosterlingen in hel gevolg dor overwinningen van het Islamisme, gelijk zij er later onder de Wesierlingen maakte in het gevolg der kruislochten en der missionarissen.


ACHTTIEND K

HOOFDSTUK

HET RECHT, DE NATUUR- EN DE GENEESKUNDE.

SCHOLEN, ÜNIVKRSITEITEN; WETENSCHAPPEN VAN

Men zal ons verwijten te dikwerf van ons onderwerp af te wijken en onze aandacht te vestigen op veel dingen, die in geen rechtstreeksche betrekking staan lot de kruislochten. Wij volgen de pelgrims na, die hun haardsteden verlaten hebbende om het gral van Jesus Christus te bezoeken, niettemin op hun weg rechts en links keken. Als zij in hun vaderland terugkeerden, was hetgeen zij vertelden van de landen, die zij waren doorgetrokken, en van de volken, die zij gezien hadden, niet datgene wat het minst de aandacht boeide van hun toehoorders in het verhaal van hun pelgrimstocht naar Jernsalcm .Misschien zullen wij dezelfde toegevendheid verwerven voor de uitweidingen, waartoe onze geesl ons soms vervoert.

L)e vorderingen der kunsten en wetenschappen in de twaalfde eeuw moeten voorzeker niet aan den enkelen invloed van de kruistochten toegeschreven worden. Wij moeten nochtans doen opmerken, dat do dorst naar wetenschap en de behoefte om kennissen op te doen, zich tegelijk openbaarden mot de vrome geestdrilt welke de volken naar Azië droef. Moesten niet deze overspanning, dit vage ongeduld der gemoederen, welke Europa voor godsdienstige begrippen de wapens hadden doen opnemen en den oorlog zeiven in zekeren zin vergeestelijkt hadden, op de verbeeldingskracht van den mensch werken en zijne gee 1-vermogens prikkelen? Moest men niet gaan begrijpen'dat,' voor hot verbreiden van den godsdienst waarvoor men tie wapens opvatte, ook wetenschappen zeer dienstig waren? Hoe zou men anders die menigte scholen kunnen verklaren, welke destijds in alle rijken van hot Westen verrezen, die universiteiten van l'arijs, Hologno, Praag, Oxford en Salamanca, welke eensklaps door móer studenten bezocht werden, dan men cerlijds in Allwne, Egyple of in cenuj ander land ter wereld (icinseliniiwd had.

Het was aanvankelijk voor hot onderwijs van de godgeleerdheid, dat men de beroemdste scholen had opgericht; maar dewijl de kennis van do grammatica, de logica en de rhctorica van een theoloog gevorderd werd,vloeide hieruit vcort, dat alle studiën te gelijk aangemoedigd werden. De voorrechlen verleend aan de universiteiten bewijzen hoezeer destijds de koningen en de maatschappij zelve prijs stelden op de vorderingen dor wetenschappon. De universiteiton, do getrouwe uitdrukking vmi eene eeuw dorstende naar kennis en vrijheid, waren als zoovele letterkundige steden, die hare handvesten, hare privilegiën hadden en dezelfde rechten genoten als de gemeenten. Soms zells moest hel gezag der koningen onderdoen voor hunne aanspraken, en hunne onafhankelijldioid ging zelfs zoover dat zij stralleloos ongeregeldheden pleegden. Sedert IMiilippns Augustus hadden bijna al de Fransche inonarchcn in het bijzonder de universiteit van l'arijs beschermd, die het schoonste sieraad van hun hoofdstad en hun rijk was; de bescherming van Lodewijk |X toonde zich echter nog krachtiger en oilelmoodiger dan die zijner voorgangers. Wij zullen aan de geschiedenis van dien tijd het woord laten : « Tengevolge van een bloedigen twist,quot; zegt Willem van Nangis, «die tusschen de burgers en de studonlen der universiteit van Parijs ontstond, verlieten deze de hoofdstad; de heilige Lodewijk was, dit vernemende, ten zeerste bedroefd dat de studie dor letteren en der wijsbegeerte op die wijze zijn rijk zou verlaten. De koning gelastte den studen-ten derhalve terug te koeren, en toen zij terugkeerden, liet hij hun volledige voldoening door de burgers geven, en overlaadde hen met allerlei voorkomendheden en gunsten.quot; De kronijkschrijver prijst de verstandige edelmoedigheid van Lodewijk IX en schroomt niet te zeggen, dat indien de schat van wijsheid aan bet koninkrijk Frankrijk ontnomen ware geworden, de lelie, het zinnebeeld van hel koningschap, veel van haren luister zou verloren bobben. «Want de koningen,quot; voegt hij er bij, «waren gewoon een kroon van driobladorige leliën te dragen, als om duidelijk te doen zien, dal hot geloof, de wetenschappen en do ridderlijkheid meer schittordcn in het koninkrijk l'rankrijk dan in alle andere landen van de wereld.quot;

De studie van do Homeinsche letteren maakte destijds niet zeer vele vorderingen. Hel mag lerechl verbazing wekken, dal in eene maatschappij, welke de beschaving tegemoet gaat, de monschen niot altijd met het eenvoudigste beginnen, maar zich aanstonds verdiepen in de meest ingewikkelde en moeielijkst op te lossen vraagstukken. Onze goede voorvaderen, het juk dor barbaarschheid Iraehtende af te schudtien, begonnen mol do abstracliën van liet bovennatuurlijke, en de verheven vraagstukken van de zedelijke wetenschappen hielden hun ont-jnikende rede bezig. Met harlslochlelijkheid veniieple men zich in die redetwisten, waarin de moesiers en de discipelen iederen dag zoo niet de waarheid dan toch de gelegenheid vonden om met hunne bekwaamheid en hunne kennis te pronken. Toen verscheen Aristotelos weder, gelijk aan die sterrebeelden, die men sinds eeuwen uit het oog verloren heeft en onverwachts aan den goziclitoindor terugvimlt. Volgens eenige geleerden nil de taal der Sarraoenen overgezet, met warmte aangevallen, met harlstochtelijklieid verdedigd, beurtelings door de pausen en door de conciliën toegelaten en verboden, ten laatste bcschernid door Thomas van Aquine en door do discipelen van de llll. Dominicus en Francisous van Assisië, heorsohte de wijsgeer van Stagira in de school. Het ligt niet in ons bestek van de levendige debatten te spreken, welke destijds over don vrijen wil gevoerd werden, noch van de langdurige iwisten der realisten en der noininalislen, noch van die oindelooze govoclilen mei de wapens van hot woord en hel zwaard der bewijsvoering. Mot schijnt, dal in eene eeuw waarin alios door het gewold boslist werd, de geest ook een soort van oorlog hoeft willen voeren; ovenals liet zwaard in do woroldsche zaken destijds de eenige ger chtiglioid was, was het zegeviorendo syllogismus voor de scholen de gelicole waarheid, do gelioelo rode.

Deze zucht voor reiletwislen leverde twee nadoelen op: dat van den geest van tegenspraak aan to vuren, en dat van de eigonlieldo dor schriftgeleorden te overprikkelen. De geest van tegenspraak deed nieuwe kolterijeii geboren worden en de gokwolslo eigenliefde dor meesters en der leerlingen ontzag zich niet liet zwaard dor gewijde oorlogen tegen haar te Imlp te roepen, lïij de eerste expeditie naar Azië hebben wij pelgrims, met de herderslasch on don pelgrimsslal gewapend, de koninkrijken van Arabic en Coran zien bedreigen : dit vertrouwen der pelgrims was in don geest dor onstuimige kaïnpveohlers der scboolsche wijsbegeerte overgegaan; het was ook in dien tijd dat eenige geleerden, vol minachling voor do legers van bel kruis, door de enkele kracht van hunne bewijsvoering over de ongeloovigon poogden te zegevieren. Wij hebben verscheidene malen in do geschiedenis der laatste kruistochlcii melding geinaak! van de iiigeboeldheid dioi sclirillgeleordon en dien hoogmoed van de school, welke een der konmerkende karaktertrekken van tic dertiende en de veertiende eeuw waren.

Uit hot door ons inedegodeelde kan men gereetlelijk opmaken, dat do scboolsche wijsbegeerte niet altijd de godsdienstige begrippen versterkte en weinig de vluoht der ware kennissen begunstigde. Men kan nochtans zeggen, dat indien zij soms


-ocr page 590-

GESCHIED. NIS DER KHUISTOCHTEN.

den menschelijkcn geest op een dwaalspoor leidde, zij zijn voorlgang niet tegenhield; zij oefende de vermogens van den monsch en strekte daardoor lol limine ontwikkeling. In een ontluikende maatsciiappij is het ininder de atdwaling van den geest dan wel '/.ijn werkeloosheid, die de volken in dennacht dei' barbaarschheid tèrughoiidt.

Na de schoolsuhe godgeleerdheid was de rechtsgeleerdheid de meest beoelende wetenschap. De kennis van het burgerlijke en het canonieke recht verschatte groote voordeelen aan d'ogenen, die haar bezaten en werd de weg tot de fortuin en de onderscheiding. Innocentius III, Innoeentius IV, Honorins .11, Grcgorius IX en verscheidene andere opperherders dankten aan de grondige slmlie der wetten do middelen om hunne macht uil te breiden eu te vergmoten. In verscheidene scholen van Fniiikrijk en van Italië zag men leeraren schitteren, die de wellen der Grieken en der Domeinen onderwezen. Men haalde Justinianus aan gelijk men Aristoteles aangehaald had. De verscheidenheid der wetboeken, de veelvuldigheid der com-aientareu en der uitleggingen werden in sommige omstandigheden een moeielijkheid te meer. De grootste onregelniatigheid liad bij gemis van de noodige rechtskennis in de uitspraken der rechterlijke macht plaats; deze wanorde bleef ondanks de meerdere kennis nog voortbestaan ten gevolge van de menigte onderscheidene gevoelei s en de tegenstrijdige uitleggingen. Het is waar, de gerecbligheid begon hare barbaarsche vormen te verliezen; maar de cliieaue vond te midden van dien doolhof van wellen en gewoonlen misschien meer mid-dclcn om de rechters in verlegenheid le brengen en de processen meer ingewikkeld le maken. Toen werd hel recht om te vonnissen hel loon van hel geduld of van de vlijtig verworven kunde, en kwam tie rechtsmacht geheel in de ban den der rechtsgeleerden.

De andere wetenschappen, zooals de scheikunde, de natnur-knnde en do malemaliek hadden geilurende de kruistochten weinig vorderingen gemaakt; men kende de algebra en do geometrie nagenoeg alleen in hare toepassing op de hou-vkunde, de werkluigkundo en de sterrenkunde. Omstreeks dien lijd werd in l'.nropa het gebruik der Arabische cijfers ingevoerd, hetgeen wel is waai- de wetenschap der getallen niet uitbreidde, maar bare studie veel vergemakkelijkte. De sterrenkunde zon met guuslig gevolg gedurende de gewijde oorlogen beoefend hebhen kunnen worden: hel Oosten was de bakermat van die wetenschap, en de vorsten van Azië moedigden die reeds in de eerste eeuwen der Hegira bijzonder aan. Wij hebben gezien dal Erederik II en de sullan van Cairo elkander wederkeerig sterren- en wiskundige vraagstukken ter oplossing loezonden. Onder de ebrisicn vorsten die de sterrenkundige wetenschap amunoedigdtn of zelve beoelenden, mag de geschiedenis Al-phonsus X, koning van Spanje, niet vergeten, wiens tafelen in de middeleeuwen zoo vermaard waren. De sterrenwereld in de oude sterrenkundigen besludecrende, betreurde het de Casliliaaiisclie vorst, dal hij niet iu den raad van den Schepper geroepen was. Alphonsus kwam door zijn uitgvbreide kennis in een groeten roep van wijsheid, zoodal hij zelfs aangewezen werd onder de vorsten die waardig geacht werden om het Ger-niaanschc rijk te besturen, maar hoe wijs hij ook meende le zijn, hij kon den keizerlijken troon niet Deklinnnen; eindelijk verloor hij zelfs zijn eigen koninkrijk; hetgeen den geschiedschrijver Murimia heeft doen zeggen, dat hij de (Kirde verloor duur naar lien hemel le Lijken.

.Men deed destijds veel voorspellingen gegrond op de sterrenkundige waarnemingen. Verscheidene kronijken vermelden, onder hel jaartal I ISti, dal Ooslersche en Wesiersche ehrislen, joodsclie ( ii Arabische sterrenwiehelaiirs ol slerrenkundigeu een groote botsing zoo van de boven- als binnen-planeten en de vernietiging van al hel geschapene door het geweld der winden ol der stormen hadden aangekondigd. De geschiedenis voegt er bij, dal de volken in grooien rouw en angst verkeerden: want men geloofde hel einde der wereld nabij Inlussehen veioorzaakten de stormen niel de verwoestingen die voorspeld waren, de wereld bleef gelijk zij was, en hel opmerkelijkste daarbij is dal de slerrenwiciielaars hun aanzien niel verlóren, want hel gebeurde, dat op het tijdstip voor de groote rampen aangekondigd Saladijn met zijn leger Palestina binnentrok, en het verlies van Jerusalem werd in de christenheid beschouwd als de vervulling der voorzeggingen, welke gedaan waren.

i igordo, die de voorzegging opgeleekend beeft, waarvan wij liirrboven spraken, en den lilel van pliysicus ol' geneesmeester aannam was niet veel geleerder dan de lichtgeloovige menigte. Hij vertelt in vollen ernst dal men na het verlies van de heilige slad de maan in de vlakte van Argenleuil bad zien afdalen en daarna weder naar den hemel opstijgen. Dil natuurverschijnsel werd bevestigd door verscheidene niomiiken van Sinl-Deuis, die beweerden het gezien te hebben; hetgeen ten minste bewijst, dal er iu do abdij van Sinl-Denis vele waren, die niet de geringste kennis van de sterrenkunde hadden.

De wetenschap om den tijd le meten maakte in de middeleeuwen even weinig vorderingen als die der spheer. Meukende de uren slechts door de wateruurwerken, de zonnewijzers en de lengte der schaduw van hel mensclielijk lichaam. Zonderling is liet, dal hel in nie.namis gedachte opkwam op eenigerlei wijze bet vermaarde uurwerk na te bootsen, dal Karei de Groote in liet begin van de negende eeuw uil het Oosten ontving, en bijna vijf eeuwen later berekende de heilige Lodevvijk nog den duur van zijne lectuur en zijne nachtelijke gebeden naar de lengte van een brandende kaars. De studie der tijdrekening en der getallen diende slechts tot hel vinden van de paasclimaan; las men al in de kloosters de werken van Boëtius en Gassiodorus dan was hel om de plechtige feestdagen van den godsdienst vast te stellen.

De overtuiging waarin men verkeerde dat de sterrenliemel niet alleen de glorie van God verkondigde, maar den meiischen ook de toekomende gebeurtenissen openbaarde, droeg veel lot hel bestudeeren der sterrenkunde bij. Desgelijks vermeerderde de hoop die men voedde om tol de omzetting der metalen te geraken hel aantal dergenen, die de scheikunde bestudeerden. Hier moet men het streven van den menschelijken geest bij den dageraad der beschaving bewonderen. Hij zocht in de schei-of iu de natuurkunde den sleen der wijzen, in de wiskunde de quadraluur des cirkels, in de geneeskunde een universeel geneesmiddel, een drank der onsterfelijkheid, in den loop der sterren al de geheimen der toekomst. Hel is zeker, dal de wereld wonderdadig veranderd ware, indien men hel tiende deel gevonden had vau hetgeen men destijds zocht. Hierom moei het ons niel te veel verwonderen, dal de geleerden, die zicli met die ontdekkingen bezighielden, als loovenaars werden beschouwd.

Twee dingen moesten de studie der natuurlijke wetenschappen schaden: ten eerste, dal men alleen rekening hield met de wouderen of de mirakelen, en de wellen der natuur ter nauwernood bemerkt werden te midden der wonderen, die de verbeelding der volken gestadig trolfen; ten tweede dat men alles tol abstrac-tiën terugbrengen,'alles door algemeene gronden verklaren wilde. Deze ricining der studiën in de middeleeuwen doel zich vooral waarnemen, door de voorkeur welke men aan zekere werken van Arisloleles schonk. Men bestudeerde met voorliefde hel bovemialinii lijke en de dialectiek van den Griekschen wijsgeer, die een ruim veld aan de spitsvondigheden van den geesl aanboden, terwijl men aan de verhaiidelingen van denzelfden schrijver, die'stellige waarheden bevatten, geen aandaehl schonk. Zoo 'was van den eenen kant do richting der gemoederen om overal slechts bovennatuurlijke dingen te zien, en van den anderen de gewoonte om alles algemeen te maken en aan de waarneming dor feilen een abstracte theorie in de plaats te slelleu, oorzaak, dal men niet zooveel voordeel putte uit de tochten naar hel Oosten als wel het geval had kunnen zijn, en men de lessen der ondervinding verwaarloosde.

Men beeft opgemerkt, dal de geneeskunde, voor welke de bestudeoring der gevallen zoo noodzakelijk is en waarvan bel nut nooit betwist kon worden, legen hel einde der kruistochten op zeer lagen trap stond. Een oud vooroordeel verbood de ontleding van het mensclielijk lichaam, en dil vooroordeel schaadde vóel aan de vorderingen der ontleedkunde. De Kerk had aan de diakenen hel beroep van geneesmeester verboden, hetgeen de geneeskuiide aan de ongelellerdste mainien prijsgaf. Voeg daarbij, dal men destijds aan de reli(|uieën der lieiligeu de verlichting van al de kwalen der mensehheid vroeg; er was geen kerk, geen kapel wier patroon niel de kracht bezat alle ziekten des lichaanis en des geestes le genezen: met zulke middelen ter genezing bij de hand, gevoelde men er weinig behoefte aan de geneeskunde te bestudeeren of le raadplegen.

De Grieken en de Arabieren waren de Eranken in de kunst om le genezen verre vooruit. Wilhelmus van Tyr zegt, dal de koningen van Jerusalem en de hoofden van de christen koloniën in Azië altijd de Syrische of joodsclie geneesheereii boven die van hel Westen verkozen. Dij de belegering van I'lolomaïs ziel men Saladijn zijne geneesmeesters aan Hichard zeilden; maar men ziel niet den koning van Engeland de zijnen aan Saladijn sturen, die insgelijks ziek geworden was. Bij den eersten kruistoehl van den heiligen Eodewijk vermocliten de geneesmeesters, die hel leger der kruisvaarders vergezelden, niets legen de verwoestingen, welke het scheurbuik en de meest gewone besmettelijke zieklen in hel kamp der christenen aaiirichlten, hunne onwetendheid werkte niet ininder noodloltig dan de besmetting. Toen Lodewijk IX en zijne krijgers door de muzehnanneii krijgsgevangen gemaakt waren, hielden de zieklen, die onder hen heerschlen, eensklaps op, dewijl zij niet meer verpleegd of liever omdat zij door Arabische ge-neesheeren verpleegd werden. Wij kunnen ons niel onlliouden hier een opmerkelijk feil mede le doelen, uil hetwelk blijkt, dal de heiligen, gelijk wij hierboven gezegd hebben, meer genezingen verlichtten dan de geneesmeesters. De H. Lodewijk


-ocr page 591-

GESCHIF,DENIS DER KRUISTOCHTEN.

383

werd op de kusten van Gartlingo verpleegd door een Eranscli geneesmeester, die hem nicl kun redden, en toen die geneesmeester, in Frankrijk teruggekeerd, op ■/.ijne beurt ziek werd, hervond hij slechts de gezondheid eu het leven op het gral'van den koning-martelaar. Gelijk men weet was de distilleerkolf reeds voor de gewijde oorlogen door do Oosterlingen ontdekt. Europa ontving uit het Oosten een menigte geneesmiddelen: doch de Westersche geneesheeren bedienden er zich van zonder te beproeven ze zeiven te bereiden ol te verbeteren. Wij lezen iu de gescliiodenis dat Robert, hertog van Normandië, bij zijn terugkeer uit Jerusalem van de school van Salorno een verzameling gezondhcidsvoorschrirten ten geschenke ontving, en deze verzameling, welke van toen al' in Europa bekend raakte, maakte gedurende de twaaltde eu de dertiende eeuw de (enige wetenschap dor geneesmeesters uit.

Te dier tijde bad de christelijke naastenliel'de een groot aantal toevluchtsoorden gesticht, die voor de lijdondo mensehlieid openstonden. Maar die naaslenlielde, zoo bewonderenswaardig als het slechts gold zieken te verplegen en hen in hun lijden te vertroosten, was zeer weinig bekend met de verschijnselen eu den aard der tallooze ziekten, die het leven van den mensch aantasten. Men kan zeggen, dat gedurende de kruistochten meer gevaarlijke ziekten dan grondige kennis om ze to genezen uit liet Oosten lot ons kwamen. Men weet dat talrijke leprozenhuizen ten tijde der kruistochten in Europa gesticht werden, maar men weet niet welke middelen tegen de lepra aangewend werden. De afzondoriiig schijnt liet eenige genees- of voorbehoedmiddel geweest te zijn, dat men tegen die ziekte kende, hetgeen vele geleerde geneesheoren heden ten dage als een vooroordeel beschouwen. De geest van godsvrucht had de leprozen rijk begiftigd, zonder iets voor limine genezing te doen. Ten laatste verdween de lepra zonder de Imlp dor geneeskunde en de aan de leprnzenhuizon vermaakte boziiiingon werden aan do gastliuizen geschonkon, hetgeen de inonsciilioid ten goede kwam en men als een dor weldaden van de krnis-tochten kan aanmerken.


NEGENTIENDE HOOFDSTUK.

STUDIE DER TALEN; LETTERKUNDE.

Het is te betreuren, dat do kruisvaarders niet van den beginne af de talen van Azië gekend hebben; zij zouden moer voordooien geplukt hebben van hunne botrokkingeii mot de; Oostorlingen. De eerste maal, dat zij Arabische boekon onder den gomaakten buit, vonden, oordeelden zij, dat die liooken. met duivolaebtige karakters geschreven, slechts het werk van den duivel konden zijn. Hot was een booge zeldzaamhoid, vooral in de eerste kruistocliten, een christen uit hel Westen aan to treilen die Arabisch of Syriseh kende, en iu do stad Jerusalem verstond niemand de taal der profeten. Het moot gezegd worden, dat do onwetendheid der Syriërs die der Franken oveiirol, en dal do Turken, die tegenover do soldaten van hol kruis stonden, lot de moest barbaarsche volken van Azië behoorden.

Ton tijde van den tweeden kruistocht was in verreweg het grootste deel der rijken van het Westen de Arabische 'aal onbekond; en toen Peter de Eerwaardige hot plan opvatte den Koran te wederleggen, richlte hij aan Spaansche monniken het verzoek dien te vertalen. Kerst togen hol einde der twaalfde eeuw begon men zich in de christenheid mol de Ooslersche talen bozig te houden; gelijk men weel heeft Wilhelmus van Tyr de geschiedenis der muzelmansche stamhuizen naar origi-neelo oorkonden geschreven. De kronijken van den dorden kruistocht maken gewag van een Reinold van Sidon, die zich dikwijls mol Saladijn in de taal der Oosterlingen onderhield. In de volgende eeuw onderwees men de Oostersohe talen in eenige scholen en vooral in die, welke aan de l'reclikheeren en (ie Minderbroeders behoorden, i en decreet van het concilie van Vienne bepaalde, dal op de scholen van Leuven, Salamanca en Darijs de taal dor Arabieren en die der Tartaren zou worden onderwezen. Deze studie werd dooi'de opperherders meer aangemoedigd, toon men er van afzag legers op de been te brengen om de ongoloovigen te bestrijden en het plan gevormd had om voorlaan goeu krijgers maar predikers en zendelingen naar het Oosten te zenden : niets was meer geschikt om de vorderingen der aardrijkskundige wetenschap en de kennis der wetten eu der zeden van Azië te begunstigen.

De Grieksche taal was in Frankrijk onder de rogeering van Karei don Groote en oenigen zijner opvolgors beoeiond geworden; indien men de geschiedenis van dien tijd gelooven mag, wilde Karei de Kale van de stad Compiêgue een mededingster van Athene en Thobe maken, en de naam van Carlopolis, die haar gegeven werd, doet ons de destijds heerschende zucht of liever de aanmaliging van het keizerlijke hof kennen. Zulke |daiiuen konden in barbaarsche lijden niet gelukken; bet duurde niet lang of Compiêgue verloor ziju weidschen bijnaam, en hielden do opvolgers van lliiieinar op oe taal der Hellenen te bostiideoren. Do autipatbie der Grieken en der Latijnen, die op dat tijdstip ontstond en van geslacht tot geslacht toenam, was oorzaak dal de pelgrims van Jerusalem en de krijgers van tiet kruis geen voordeel trokken uit hun doortocht door Conslantiii()|»ol of zelfs uit bun verblijl in Griekenland. De in Ryzaniinui wonende kooplieden uit Italië waren er slechts op bedacht aan de Grieken de schatten van do nijverheid en den handel te ontrooven. Anna Goninena verachtte tol zelfs de barbaarsche namen der Franken en vermoed hot ze in hare geschiedenis te noemen. Van bunnen kant wilden de Franken de taal niet loeren van een volk, dat zij verachtten.

Men weet met welke onverschilligheid de kruisvaarders den brand van verscheidene boekverzamelingen in de hoofdstad der

Grieken aanzagen. Evenwel kwam hierin van lieverlede eenige vorandoriiig. Toon men de hoop opgegeven had liet geloof der Grieken door de wapenen te overwinnen en te onderwerpen, moest men er toe besluiten hunne taal te leeron om hen te bekeeren; de zendelingen der Kerk van Rome bostn.loerden do taal van Homerus en Plato voor do bekeering der Grieken, gelijk zij de talen van Azië leerden voor de bokeering der Turken én der Tartaren. Onder de regeering van Philipims Augustus werd te Parijs een coliegie voor jonge Grieken geopend, wien men do leerstellingen der Roomsebe Kerk onderwees en die men later naar het Oosten zond om er don Latijnschen rechtziunigeu leer te prediken.

In het Westen bestudeerde men bijna uitsluitend de Latijnseho taal. Die taal was die van de conciliën en do op|)orhordors; zij was die, welke de Algonieene Kerk in hare gebeden en bare ceremoniën had aangenoinoii. Zonder hel christendom en do taal, welke het behouden had, zou de geschiedenis dor oudheid, hare lessen, hare kennissen, alles, kortom, verloren gegaan zijn. « De christelijke godsdienst,quot; zegt oen Engelsch schrijver, «wierp in zekeren zin een brug over deu chaos en bracht do beide tijdvakken der oude en dor middoleeuwscbe beschaving tol elkander.quot; De studie dor Lalijnsebe taal maakte groote vorderingen ten tijde van den eersten Oosterschen oorlog. In een brief aan don bisschop van Sois:.ons roemt do aht Gnibortus den geest van naijver, welke zijne tijdgenooton bezielde en hij verwondert zich over den ijver, waarmede men de grammatica en de rethoriea niet alleen in de sleden, maar in do dorpen en de marktvlekken bestudeerde. Dozelldo schrijver zegt in de voorrede van zijne goscbiodenis, dal de knulligheden, welke iu zijn tijd verspreid werden, hom do verplichting oplegden zijn stijl op te sieren en mot bevalligheid do wapeiiloiten der holdon van bot kruis te verhalen. iNochtans behield do taal der Latijnen niet de zuiverheid, welke zij uog in do twaalfde eeuw bezat, en de laatste kruistochten hadden niet zulke nauwkeurige, kernachtige beschrijvors als de eersten

Van de letterkunde dor middeleeuwen sprekende, mogen wij niet. vergelen gewag te maken van dio gewijde welsprekeiidlioid, welker onthoozomingon zoo dikwerf de geestdrift der kriiistoob-ten opwekten. Men horinnort zich de predikingen van Poter den Kluizenaar en do wonderdadige uitwerking, welke zijne toespiaken op de geloovigen hadden. Onder de redenaars, op wier stem Europa logen hot Oosten te volde trok, vermeldt do geschiedenis van dien tijd mot veel lof Jacobus van Vitri on Olivier Scholasticus, beiden evenzeer vermaard door hunne kennis en hun redenaarstalent. Zij beeft ook dien Fnloo van Neuilly geroemd, dio zoovele bekooringen wrochtte en wiens onbeschaafde welsprekendheid den kruistocht predikte, welke het Latijnsehe rijk van Ryzanlium vestigde. Al dio predikers oofenden een grooten invloed uit op de monscben van hun tijd; maar geen hunner eveuaardo het genie van den heiligen Ijérnardus, die door de enkele macht zijner woorden zijne eeuw heheerschto. De legenden vlooien over van do mirakelen, waarmede zijne predikatiën in Frankrijk en Duitschland gepaard gingen; maar liet grootste van alle wouderen was ontogonzoggolijk liet gozag zijner toespraken, die overredingskracht, waarvoor alles scheen te wijken, als had do vrome redenaar de woorden van God zeiven herhaald en uit de booge hemelen gesproken. Do meeste zijner rodevoeriiigen zijn niet lol ons gekomen, maar men kan ei- ten minste over oordeelen naar de brieven, die hij terzelfder


-ocr page 592-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

üjd sclireei' aan de gploovignn, die hem niet hadden kunnen hooien. Wie /.ou vooral zoiulcr aandoening hol verweerschi'iri kunnen lezen, dal hij lol paus Eugenius i-ichlle, en waarin hij niet den loon en de illJ^evilll^ der profeten de zending rechtvaardigde, die hij van Cod ineendc ontvangen le hehhen.

Wij hehhen in hoold/.aak de redevoeringen niodegcdeeld der pausen in dc conciliën van Clermont, Laleranen, Mantua en Lyon. Men heeft gezien in welke zielroerende bewoordingen dé opperherders der Kerk de rampen schetsten der door de muzelmannen verdrnkle christenen. Misschien zou men nog meer welsprekendheid kunnen vinden in de zendbrieven, die (ie pausen lot de geloovigen richtlen. Wij hebben in een bnl van Gregorins VIII gezien hoe smarlelijk de vader der eliris-lenen de rampen betreurde, die het heilige land overslelplen, toen dc troepen van Saladijn, na den veldslag van Tiberias, na hel verlies van hel ware kruis en do vernieliging van het chrislen leger, zich alom verspreidden als de vlammen van een reusaehligen brand of de wateren van een buiten hare oevers getreden rivier.

In een aan den aarlsbisscbop van Rouaan gerichten brief, (irukl Innocenlins IV zich met niet minder welsprekendheid 'lil over de droefheid der volken van bel A'esten bij de mare van de nederlaag en de gevangenneming van den H. Lodewijk. «Ach, Heere!quot; roept de opperherder uit, «hoe is hel mogelijk, dat zulk een aantal dappere krijgers in de gevechten den dood hebben gevonden! Zie! hel zwaard der go Ideloozen heelt zich geverld met hel bloed der rechtvaardigen en zich met hun \ leesch verzadigd! Hel staal van den barhaarschcn Sarraceen heeft dc natie verslonden, die de godsvrucht onder Uwe vanen hijeengevoerd had! de vlakten zijn nog vochtig van hel bloed, dal voor U gestroomd heeft; hel purper van hel bloed Uwer martelaren blinkt op den grond van hel Oosten; hunne licbanien liggen onbegraven, aan de vogelen des hemels en de roofdieren iler wildernis prijsgegeven.... Heere! al dc kinderen der Kerk storten tranen; kreten van droefheid weergalmen op alle wegen; de rouw zetelt op aller aangezicht; een ieder houdt de ougeu naar den grond gerit hl; de lippen der christenen openen zich slechts om weeklachten te doen hooren.quot; Wij zouden nog andere brieven kunnen aanhalen van Innocenlins IV, Honorins III en vooral van l'ius II, die zijn leven doorbracht mei hel prediken van deu kruistocht legen de verdrukkers van Griekenland. Men ziet uit die voorbeelden dat de welsprekendheid, zich lol tie heersehende hartstocblen richtende, den juisten toon wisl aan ie slaan um indruk le maken. Tol zelfs de eenvoudige kro-nijkschrijvers loonen zich welsprekend, als zij de slavernij van Sion belveuien, en leveren soms modellen van redeneerkunst in de toespraken welke zij de bevelhebbers der kruistochten in den mond leggen. Het was er verre van af dat de welsprekendheid dei scholen en der rechterlijke macht destijds zulk een vlucht nam, als die welke tol de soldaten van hel kruis gericht werd, en welker verheven taak hel was aan hel krijgshaftige Europa de verlossing van Jerusalem en de verovering van hel heilig graf te prediken.

De dichtkunst moest nog meer in overeenstemming zijn met hel wonderbare tijdvak dm'kruistochten. De meistreelcn, die in de twaalfde eeuw bloeiden, bezongen voornamelijk de krijgsverrichtingen en de avonluren tier kruisvaarders. Voortdurend hoorde men hunne stemmen zich vermengen mei die van de gewijde redenaars, en hunne tlichlerlijke schilderingen vloeien dikwerf met de beschrijving der gescbiedenis ineen. Ouder de kruisridders merkte men een groot aanlal meislreelen of minnezangers op. vii hebben in den loop dezer Geschiedenis de namen van verschillende edelen genoemd, die de dichtkunst iieoefentlen. Hij die doorluehlige namen kan men nog voegen tlie van Willem, graaf van Poitiers; Peter Mauclerc, graaf van Drelagne; keizer Erederik II; den hertog van Anjou, broeder van den heiligen Lodewijk enz. Zulke voorbeelden waren wel geschikt om den naijver der dichters op le wekken, en daar de meesleii hunne verzen in de Eransche taal dichtten, moest deze laai, welke in Jerusalem, Conslanlinopel, Griekenland en in al tie christen sleden van bel Oosten gesproken werd, op al de talen van dien tijd tie overhand behonden.

Hel is niet gemakkelijk uil le maken welken invloed de kruis-toclUen uitoefenden op tie diehlkuusl der meislreelen, welke ouder de benaming van minnediebt bekend is. Gelijk men weet raakte tlie tak van diciilkunsl, welke voornamelijk in het zuiden van Klankrijk beoefend werd en vooral aan de liefde en de genietingen van den vrede gewijd was, tegen hel einde der gewijde oorlogen in verval. De meislreelen, die de taal van hel noorden van Frankrijk spraken, deden ernstiger zangen hooren, meer in overeenstemming met de groole omwenlelin-g n der middeleeuwen; men bezong bij voorkeur groole helden ou roemrijke wapenfeiten, en in de voortbrengselen der dichters sontl men de nanien van Godlried, Tancredo, Richard, Saladijn vermengd met die van Roland, Karei den Groole en de ridders \an de ronde tafel.

Nooit zag men een geslacht dat meer geneigd was om aan wonderen le gelooven. Het was le dier tijde dat de zinrijke fabelen van hel Oosten en die van Armorica onder de dichterlijke overleveringen der Noordsche volken opgenomen werden, uil wier vermenging een nieuwe fabelleer ontstond. Do gebeurle-uissen der kruislochten en de wapenfeiten der ridderschap droegen er veel toe bij om den smaak voor wonderbare verbalen in de gemoederen levendig te houden. Terwijl men op de scholen de Grieksche en Lalijnsche oudheid navolgde, vormde zich in de kasleelen een andere leltorkunde, welke alleen de taal van dien lijd bezigde en voor de levendige en licblgeloovige verbeeldingskracbl tier ontluikende maatschappij bevattelijk was: verhalen gezongen of voorgedragen door meislreelen, balladen ingegeven door de droefheid of de vreugde, zangen waarin do liartstocht van tie liefde of die van den roem ademde, kortten den lijd aan hel hof der hoeren en der baronnen. Men bezong de heldendaden en den dood van koning Arthur, de betoove-ringen van Merlin, do wonderen van hel woud van Brochiliant dal door Bretonsche nimfen bewoond werd. De ridders verhaalden zelve hunne gevechten, hunne gevaren en alles wal zij op hunne zwerftochten gezien hadden. In die gezellige bijeenkomsten luisterde men vooral gaarne naar dogenen die van den kmislochl terugkeerden; de pelgrims van Jerusa'em hadden altijd veel le verhalen en de geschiedenis van den gewijden oorlog ving op die wijze aan in de burchten der lieeren. Toen Villehardouin in hel Eransch de miraculeuze verovering van Byzanlinm door de Lalijnsche krijgers door zijn kapelaan tleed le boek stellen, was hij slollig overtuigd dal dit verhaal in de kasleelen van l'rovins en Troyes zou voorgelezen en aangehoord worden. Joinville had dikwerf aan het hof der koningen van Frankriik van tie deugden, dc krijgsverrichtingen eu de rampen van Lodewijk IX gesproken, en wij liobben allen grond om le gelooven, dat koningin Margaretha den goeden senechal aangespoord heelt om alles wat zij daaromtrent had hooren verbalen, op le teekenen, niet alleen om de nagedachtenis van den vromen koning le eeren, maar ook opdat de verhalen, welke haar zoo dikwerf verrukt hadden, niel voor de volgende geslachten verloren zonden gaan.

Hel is le betreuren, dat de romanschrijvers en dichters van die ver verwijderde lijden zoo zeldzaam do ongekunsleldheid van Villehardouin en Joinville nagevolgd hebben. Welke eeuw was gunstiger voor de dichtkunst en vooral voor bel heldendicht dan die der kruislochten? Eonige Lalijnsche schrijvers van de twaalfde eeuw hebben beproefd de expediliën dei1 kruisv airders naar hel Oosten te bezingen; maar geen rekening houdende met do wonderen van bun onderwerp en de zeden van hun lijd drukken zij slaafs de voetstappen der ouden en weten slechts te herhalen wat zij in Homerus en Virgilius gelezen hebben. De romanschrijvers, die van de kruislochten gesproken hebben, hebben nooit beproefd de wonderen der gewijde oorlogen te sehilderen, en loonen ons overal de ridders van het kruis strijdende tegen woeste draken, grillioenen en andere door hen uilgedaehte monsters. Ik kan niel nalaten in verband hiermede een feit in te lasscbeu, dal door de kronijken van dien tijd medegedeeld wordt. Op den dag, dal de veldslag van Bonvines geleverd werd, werd de melropolitaankerk van Auxerre aan den heiligen Hermanus toegewijd, eene prooi der vlammen. Al de inwoners waren hierover grootelijks verslagen ; in hun vertwijfeling wendden velen zich tol den heiligen zelven en vroegen hem waarom hij zijn kerk had laten afbranden; dc patroon van Auxerre verscheen daarop aan eenige geloovigen en zeide lol hen: Dien dag, mijne kinderen, was ik le liuuvines. Wij biv.illen over dien veldslag, welke Frankrijk redde, een Latijiisch dichtstuk duur eea destijds levend dichter vervaardigd; maar bij rept geen woord van den heiligen Hermanus van Auxerre; ver-sclieidene latere dichters hebben den veldslag van Bouvines lol onderwerp hunner zangen gekozen; men kan hun hetzelfde verwijt doen. Was ooit eenig wonderliaarlijk feit meer geschikt om indruk te maken op Fiansche lezers? Kan men hier niet met recht zeggen, dal daar liet heldendicht van dien tijd zich eenvoudig tol do geschiedenis bepaalde, onze naieve kronijkscbrijvers eigenlijk de wezenlijke dichters van de middeleeuwen genoemd mogen worden? De schrijver van Jerusalem verlust beeft vele bijzonderheden daarvan ontleend aan onze oude kronijken, en misschien zouden wij, indien hij ze beter gekend had, lieden ton dage nog meer aantrekkelijkheid en meer waarheid in zijn dichtstuk vinden. De kindsheid of de jeugd der volken heelt altijd boeiende herinneringen, vooral in een maatschappij die verandert; eu voor een gevorderde beschaving kan dikwerf het schouwspel zeil van de barbaarschheid iets dichterlijks hebben. Niets is natuurlijker dan die terugblik in het verleden, en zoo komt het ook, dat wij, monschen, wanneer de koude in werkelijkheid onze zinnen verstijfd en onze harten verwelkt heelt, zoo gaarne in den geest lerugkeeren tol den leeftijd dei- begoochelingen en der edele hartstocblen.

Wij betreuren het oprechl, dat onze letterkunde voor de mid-


-ocr page 593-
-ocr page 594-

....._ ...........

^ !-quot; J 4 i *. 5 i/rl'* I'S*quot;j

^.r:« ^1 fM • -

mEMmmBSBm^as^m^mmmsmm^^Sm s-ijsi I

wKÊÊfÊÊÊÊEStSÊÊUfBÊÊt

Sf» -quot;S*, . %$%*•.

Mi J ■ »' « .

1 :•- ' $ I

:;

Ma

■■HH

fi

i

11

—aMUMi

R X amp;? t

ïÊÊÊffi WÊÊImx'- ' ' • •;quot;:

P quot; ^ Ê

«a s . -■

.■ft ;.■=■',•■.■; .;5;,

-

ei

wMM™ mMMK MmSmiiM '^SSlE vgt;gt;pa; wfSm

IsSlfe1.; ■• ' ' ' '-ifitiSi

ïf.

s ,•■.'.:■«?■■■ i;

i «: ; . •■ Hi tóUsr-^ .v\iquot;. .', : te H

M BSH . ■*-■,■,■

I

^Mjaiiiir . mm ■Ki-- sfs^vw ■•■-•'« I •mMÊÊmim

m Sïlïil M~ w* sT-f*' r' 'ïfiW' B «©'■Ji ■■■■.',■■■;■■■ -P^Squot;quot;® ^5 hm -l^Hf-B r

:

■ •.

WSÊÊÊBÊm mmiml- I ^Wm%

k^tëk^^'1 • ■^■1 ' m

■ I ■ I

EIamp;ücJ-'^CsWM^? ~ -.■ - I ■ I ®.a --«ia B^a

: quot;

f

Ê $ 'd Ï . fpt! i

■'

Ï

it y g.ö ::ï;::..

.; i . i .1 \ ±.:ê

rn^'MWi 11 ■■ii'Mx-1 ■■' ■■ ■

1 i «■

is

HBHwilwi^^Hi ■»: iA-'-'jütiiiffiimBi

MlS

gt; 5 quot;

tSag . ,-yi,-?..-.t -,:. - fewj® 3§r?i®B

i^^P »Pm gl. tyv

■ ■

mmmÊÊ* -,-%amp;*quot;*.\^;T

p- /■ ', I

: ■

11 BËM^spHBHHi WmSsoSSmamp;m i ~

a

lt; , ■ gt; ■ 'i r»!quot; » «K; ■ 1 ^ -«Ba ■ '; ^

v',';- ^fessr -1 '■■'•

W^m^SÊÊÊSSÊ^MmÊ^BalBS^^BmSÊ^^BWSÊ

H ■ m I ^1

ii® s -U 11 - -.4^ i

wa^a-.,n-«^w. .quot;it .•'- Bwi 'IwiffLlt;Hwle^.j,W^fcy4Hrya^..lt;swiiCTi'

^ t quot;

iS I

-■ i is

,-;■. SgK itm. '-■:. Sm amp;Jf ;;. ■; V,' S** .-■:■*.% .,■- ■ -.quot;/k

i? ■■quot;v-Se^^W-jTOi' ■ ^'llSS

Smm

. -

•■■ ^ V:- . ' ■ - ^-AAvquot;

I

w.Mquot; ■ '. . ^

Bm li É quot;M-

-ocr page 595-
-ocr page 596-

mmim

-ocr page 597-

GESCHIliDUNlS DEK KUL ISTOCHTEN.

flelceuwen niet voorlgebracht liool'i, wal haar in de loeUomst kon doen voortleven en dat de gescliiedenis van den mensclie-lijken geest ons niet heelt kunnen spreken van de eeuw der kruistochten gelijk zij het doet van de eeuw van Pericles en de eeuw van Augustus. Het is ontegenzeggelijk, dat de ouden, wier navolging later zoovele letterkundige schoonheden heeft voortgebracht, ons volmaakte voorbeelden in alle genres aanboden, maar door zich te hartstochtelijk met de Grieken en de Latijnen bezig te houden, verwaarloosden do middeleeuwsohe volken misschien te veel hunue eigene oudheden voor die van Rome en Athene. Met de studie der meeslerweikon, die niet van onzen eigen roem spraken, vermengde zich niet de gedachte aan de roemrijke daden van het voorgeslachl, en de kennis, die men er uit putte, verhoogde in geen enkel opzicht de vaderlandsliefde. Welk een overgroot belang, welk een onschalbare waarde zouden voor ons de herinneringen aan het vadeiland gehad hebben, indien zij te boek gesteld waren geweest dooide letterkunde, gevormd naar de zeden der natie, en die in zekeren zin met de natie zelve zou begonnen zijn!

Maar dewijl de letterkunde en de beschaving van Europa door de navolging of de studie der ouden moesten aanvangen, moet liet erkend worden, dat de middeleeuwen ons veel beter gediend hebben door hetgeen zij bewaard, dan door hetgeen zij voortgebracht hebben. Welk vriend der letleren heeft niet bij het doorloopen der gescbiedboeken van die ecusven gesidderd voor de meesterstukken der oudheid?... Wie gevoelt zich niet van erkentelijkheid doordrongen voor die geleerde kloosterlingen , die zich onafgebroken bezighielden met desehallen van geleerdheid, die de voorgaande eeuwen aan ben hadden toevertrouwd, ongeschonden aan ons over Ie brengen, en zich daarmede bezighielden terwijl Europa door allerlei rampen en plagen bezocht werd, terwijl de ontstelde volken de laatste dagen der wereld meenden te aanschouwen? De ongewijde muzen vergezelden de godsvrucht in de wildernis, en vonden in de kloosters een veilige wijkplaats. Uandscbriften overschrijven, verbeteren en ordenen was voor de kloosterlingen een roemvolle bezigheid. « Hel werk der copiïsten,quot; zeide de prior van een klooster van Cliarlres, is een onvergankelijk werk; die arbeid gaat niet voorbij en de lijd kan hem niet vernietigen.quot; Godfried, een geleerd kanunnik van Sint-JSarbara, die in de twaalfde eeuw leefde, vergeleek een klooster zonder bibliotheek met een versterkte stad zonder arsenaal. In verscheidene kloosters werd op vastgestelde dagen gebeden voor degenen, die boeken geschonken of geschreven hadden. Zoo ontbrak het de letterkundige schatten der oude lijden nimmer aan wachters, en deze wachters tienben ze bewaaiu en bewaard tot op hel tijdstip, dal de boekdrukkunst ze voor altijd be-schermen zou tegen de verwoestingen van den oorlog, do barbaarscliheid en den tijd. Hel behoud van de meeslerslukkeii der ouden was een der grootste mirakelen der barbaaivehe eeuwen, en de Latijnsche Kerk, die zulk een kostbaren schat bewaarde, zou kunnen vergeleken worden met dien ark des verbonds, die al de levende wonderen der schepping van den algemeenen ondergang redde.

Tegen liet einde der krnistoeliten toen de Turken meesters geworden waren van Constantinopel, kwamen de uil hun vaderland verbannen geleerden zich in Italië vestigen, en de inei slerstukken van Griekenland, die zij aan de volgelingen der Lalijnsche dichtkunst deden kennen, vergolden de onbaalzuelitig verleende gastvrijheid. Onder de verlichte inaiinon, aan wie cle Grieksche diehlkunst ren eervolle bescherniing te danken had, mag vooral paus .Nieolaas V niet vergeten worden, die als opperhoofd der Westersche christenen de Grieksche Kerk exeonnnuniccerde en als geleerde een liartstoclitelijk vereerder was van liel genie van Homerus en Plato. De Ilias en de Odusscn vonden lezers op de plaatsen zelve, die de lüic'is ingegeven hadden; men herlas de redevorringen van Demosthenes op de overblijlselen van bet Eornm, waar de geleerden nog de stem van Cicero meenden te hooren; het genie der Italianen, begeesterd door de meeste stukken van bel oude Rome en bel oude Griekenland, bracht nieuwe meesterwerken voort, en Italië bood ren verschijnsel aan, dal de wereld misschien niet meer aansfliomven zal. dal van eene natie, die tweemaal den eerepalm der letterkunde in twee verschillende talen behnalde.

De Spanjaarden, die in zulk een langdurigen strijd met de Arabieren gewikkeld geweesf waren , schreden ras op de bami der beseliaving vooel, en hunne letterkunde, hoewel niind«r luisterrijk, volgde de ll.diaanselie letterkunde van nabij. Engeland en Erankrijk, die eikander zoo lang beoorloogden, ondersehi idden zich later door de volmaakte beoefening der wetenseliappen en der letleren. De onlusten, de oinwenlelingen, welke nie beide volken beroerden, vertraagden voor hen de vorderingen van de ontluikende beseliaving, Erankrijk, dat de bakermat der kundigheden geweest was, zag zich voortaan genooilzaakt de voetsporen der andere natiën te drukken. De Eransche taal, die eerst algemeen was, zag zich eensklaps beperkt binnen de grenzen van bet koninkrijk; en bet was eerst drie eeuwen na dis kruistoebten, dal elie taal eindelijk, veeeijkl door oiisterlelijke nieesleistiikken, de algemeenh'iel terugvond, welke zij verloren had.


T W 1N '1' IG S T E II 0 0 F 1) S T U K.

VAN DE KRONIJKEN.

De voortbrengselen van den geest, die alle andere moesten voorafgaan, waren ongetwijfeld die, welke ten doel hadden de beriiinering aan de gebeurienissen levendig ie houden. (Jp alle tijdstippen der middeleeuwen verschenen kronijken, waarin de gewichtige feiten der geschiedenis vermeld stonden. In verscheidene kloosters hield men registers en dagboeken, waarin van alles wat er opmerkelijks gebeuivte, nauwkeurig aantceke-ning gehouden werd. In hunne algeineene vergaderingen deelden de inoiniiken, vooral in Engeland, elkander mede wal zij geschreven hadden en zoo vulden hunne kronijken elkander aan of wijzigden zij zich naarmate dit noodig was. Het gebeurde menigmaal dal de kromjk van een klooster verscheidene voortzetters had; de kloosterlingen, die de geschiedenis van hun tijd schreven, volgden elkander van geslacht lot geslacht op of liever losten elkander als waakzame schildwachten af. Hoewel opgevoed in de cenvcludigheid der kloosters, schijnen de annalistcn der middeleeuwen hel gewicht der taak beseft te hebben, die zij op zich genomen hadden, alten zeggen in hun voorreden, dat de geschiedenis de bodin der oudheid, de getuige der vervlogen lijden, de les der volken, de school der koningen is. Gervalius, een monnik van Kantelberg, zich in dien geest uitdrukkende, maakt daarbij de volgende schrandere bemerking omtrent hel verschil tusschen den geschied- en den kronijkschrijver. «De eerste,quot; zegt hij, «heeft een langzamen en staligen gang; de tweede loopt sneller en zijne manier is eenvoudiger. De eene zoekt groote woorden, woorden van z-es voelen, en richt zich lot de vorsten der aarde; de andere spreekt de taal vau hel gros der mensclien , en treedt in een alledaagsch kleed gestoken de hut van den arme binnen. De gescliiedenis doet naar waarheid do daden, de zeden, het leven liarer personen kennen, en zegt niets dan hetgeen strookt melde waardigheid van de rede. Wat de kronijk aangaat, zij bepaalt er zich toe de jaren te vermelden die siads de miischwording van Christus verloopen zijn; zij deelt oeknoplehjk de gebeurtenissen mede van hel tijdvak, dat zij doorloopt, en schroomt niet wonderen te verhalen.quot;

De woordenpraal en de statigheid van de gescliiedenis doen den eenvoudigen monnik van Kanielherg van schrik huiveren: hij kan ter nauwernood de versieringen en opsmukkingen, welke zekere kroiiijkscbrijvers van zijn lijd met vooiHelde bezigen, dulden. Hij neemt zich stellig voor hen niet na te volgen; want hij schrijft niet, zegt hij, voor een openbare bibliotheek, maar alleen voor zijn geliehicn broeder Thomas, wien bij zijn boek heeft opgedragen , en voor zijn «rw hlein gezin , dal is te zeggen, zijn klooster.

Verscheidene aimalisleii zeggen insgelijks, dal zij enkel voor hunne kloosterbroeders geschreven liebh, n en om aan hunne oversten Ie (jehoorzamen. Verreweg de ineeslen hunner liieldcn zich overtuigd, dat hunne bo/kea evenals zij in de afzondering moesten leven en sterven: dat is de reden, dat men dikweil in limine verbalen zulke mheve en soms onbesclieiden schil-deringen aantreft. Hoe groot zou niet hunne verbazing geweest zijn indien men hun bad anngekondi^d, dal zij eenmaal door den rechterstoel der wereld of der eeuw zonden geoordeeld worden, en dat eene uitvinding van de lejverbeid alom de copieën van hunne bandschriften zon verspreiden. Daar zij niet vermoedden ooit door het publiek gelezen te zullen worden, is het le begrijpen dal hun verliaallraiit natuurlijker en vrijer moest wezen. Hunne ongekniisteldheid perst ons dan ook soms eeu giimlach af. «Daar ik veel van de koude lijd,quot; zegt Oderic Vilalius bij het einde van een liooldstuk zijner geschiedenis, O ga ik mijn ai beid staken om dien in den aanstaande lente


-ocr page 598-

GESCHIEDENIS DER KRUISTOCHTEN.

tc horvatten.quot; Iets verder dankt do Normnndisclio Resoliied-sclirijver, ik weet niet welk ongewijd gevoel met de kloosterlijke ootmoedigheid vermengende, de Voorzienigheid voor alles wat lioin overkomen is, voor alles wat hij in dit vergankelijk leven gedaan heeft, on geeft ons op die wijze zijn eigen levensbeschrijving in een tot God gericht gebed.

De meeste kronijkschrijvers zonden gemeend hebben aan hnn plicht te kort te doen, indien zij niet tot de schepping der wereld, den zondvloed, ol' ten minste tot het rijk der Cesars opgeklommen waren. Om in hunne verhalen het tijdstip der gebeurtenissen aan te geven, hebben zij de gewoonte de feestdagen van den kalender daarbij te gebruiken, en geven zoodoende aan een eenvoudigen datum liet gewicht van een godsdienstige lierinnering: nu eens is het een veldslag, die geleverd is op den feestdag van de heilige apostelen Petrus en l'aulus, dan weder is het eene stad, die op den verjaardag van den dood des Zaligmakers genomen is. Daar de godsdienst in de middeleeuwen onder alles gemengd werd, staat hij den kronijkschrijvers dan ook steeds voor den geest. Na de belangen der Kerk kwamen voor hen die van hun klooster. De vestiging van een godsdienstig geslicht, de vereeniging van een hoeve, 'een wijngaard, een molen met de grondbezittingen van het klooster, zijn dikwerf in hunne oogen van veel meer gewicht en beslaan veel meer plaats in hunne verhalen dan de vestiging van een koninkrijk of de verovering eener provincie. De kronijkschrijvers roemen zelden in de helden en de vorsten de hoedanigheden en de deugden der eeuw, maar alleen hun voorbeeldige godsvrucht en liuniie mildheid voor de kerken. In hunne schilderingen sparen zij geenszins de zeden hunner tijdgenooten; en onder de verschijnselen van het algemeen zedenbederï zien wij hen soms met bitterheid wijzen op de z{j(k'ii tunica's mei lange mouwen en UM op den jirouil alhanyende, de haren op hel voorhoofd (ifgesneden en v(tn achlcren los aflKiiKjendc op de wijze der liehle vrouwen, de .sjiilse schoenen in den vorm van een schorpioeiislaavl uiUoopende. /ij blijven niet in gebreke van de gebeurtenissen van den oorlog te spreken; maar zij geven zich geen moeite om te onderzoeken of een oorlog onrechtvaardig is en scharen zich gaarne aan de zijde der overwinning. De omwentelingen gaan voor bunnq oogen voorbij, zonder dat zij zich ooit afvragen, vanwaar zij komen, waar zij heengaan, welke hare oorzaken geweest zijn, welke hare uitwerkselen of gevolgen zijn moeten. Nooit is er een staatkundige overweging in hnn geest opgekomen; alleen laten zij soms op het relaas van («en rampspoedige gebeurtenis een vróme en zedekundige bemerking volgen en als zij den val van een rijk of den dood van een groot koning gemeld hebben, roepen zij uil, dat de glorie dezer wereld voorbijgaat als rook, verdwijnt als bet walt r der bergstroomen, verwelkt als de bloem des velds.

Een regenachlig jaar, een overstrooming, een groote droogte, een orkaan boeide destijds de aandacht der geschiedenis, want de openbare voorspoed'stond in nauw verband met den oogst: de onvruchlbaarbeid of de overvloed van elk jaar verspreidde onder de volken de treurigheid of de blijdschap. Men moet zien met welk een angstvallige nauwkeurigheid de kronijkschrijvers van de rampen spreken,quot; die de schaarschte vergezelden. Dikwerf zagen geheele bevolkingen , door den honger gedreven, zich genoodzaakt bun land te verlaten. Glaber vermeldt, dat in liet jaar, hetwelk de geschiedenis annus [amis noemt, de mensehen elkander verslonden en er op de markt van Tournus menschenvleescb verkocht werd. De kronijkschrijvers hebben niet altijd zulke gruwzame bijzonderheden op te teekenen; maar wanneer het eenigen geesel of eenige omwenteling der natuur geldt, blijven zij nooit in gebreke in de kleinste bijzonderheden te treden. Willem de Dretanjer onderbreekt zijne geschiedenis der regeering van Pbilippus Augustus om ons tc zeggen, dat op zekeren zomerschen dag de bliksem den vergulden haan vermorzelde die op den toren van Hnt-Denis stond, en dat er in de maand September van hetzelfde jaar op do wijngaarden witte rijp en sneeuw vielen, hetgeen den quot;oogst van den wijn veel ver-nunderde; «daarbij was die wijn nog scherp en wrang.quot;

Met zulk een richting van den geest kan het niet missen of onze kronijkschrijvers moesten dikwerf hunne oogen naar den hemel richten en oplettend den gang der jaargetijden volgen. Hunne verhalen houden nauwkeurig boek van de zon-en maan-eklipsen, noorderlicblen, natuurverschijnselen en opmerkelijke veranderingen van den dampkring. Evenals hunne tijdgenooten bonden zij zich liever met de toekomst dan met het verleden bezig en lie! is iu het schouwspel der bemelsche omwentelingen, dat hunne onrustige lichtgeloovigbeid de kennis der toekomstige gebeurtenissc n zoekt. Verscheidene kronijkschrijvers zeggen, dat een sterrenregen het voorteeken was van den eersten kruistocht. Baudii, een der geleerdste schrijvers van zijn tijd, onderzoekt die zonderlinge bewering met den grootsten ernst en kan niet aannemen dal de sterren ooit als regendruppelen uit (!.• lucht hebben kunnen vallen; hij geloolt nochtans dat er soms eeuigc vatten. De kometen, die geacht werden een grooten invloed op de toekomst der volken uit te oefenen, konden voo.-de gesclnedscbrijvers van de middeleeuwen niet onopgemerkt blijven. Met de oogen gestadig naar den hemel gericht, beschrijven zij uitvoerig de onbekende vorm, den glinsterenden staart van die rusteloos voorttrekkende hemellichamen en blijven vooral niet in gebreke bij elke verschijning op de rampen te wijzen, waarmede de wereld bedreigd wordt.

Gelijk men ziet, kenden onze annalisten der oude tijden weinig beier de wetten der natuur dan die der staatkundige maatschappij. Zij leven derhalve in een wereld die zij niet begrijpen, hoewel zij er de gescbiedeuis van schrijven, iNiets brengt hen echter iii verlegenheid, want alles wat hun begrip verbaast en te boven gaat, verklaren zij door de geheime raadsbesluiten van God. in alles meenen zij de goddelijke geivcbtigheid zieti te zien openbaren; zij zien baar niet alleen in het toekomende leven maar in de geringste omstandigheden van het leven hier op aarde. Een plotselinge dood, een onvoorziene ziekte, een ongeval is, in hunne oogen, de straf voor een slechte daad of voor eenige ongeregeldheden, waarop zij gewezen hebben; en in rampspoedige tijden is het altijd tie inenscbelijke verdorvenheid die de groote plagen op de volken doet nederkomen. Deze rechtspraak der kronijksclirijvers, die zich op die wijze met de wisselingen der fortuin of met de ongevallen des levens tegen de schuldigen wapent, heeft iets zedelijkers en minder onredelijks, dan die, welke op betzelfde tijdstip door het zwaard of door de vuur-en waterproeven uitgeoefend werd. Waarom zonden wij er ons over verwonderen, dat, toen de gerechtigheid van de aarde verdwenen was, men haar terugvroeg aan alles, wat men zag, aan alles wat gebeurde, aan God vooral, den oppersten Uitdeeler der gunsten en der plagen?

Gelijk men weet, oefenden de visioenen of de droomen van den slaap een groote heerschappij uit op den geest onzer vooronders. Iu de zaken van het bijzondere leven en zelfs in de openbare zaken gebeurde bet menigmaal, dal men een besluit nam overeenkomstig een nachtelijke openbaring of ingeving, gelijk men bet in onzen tijd zou doen overeenkomstig een staat-of zedekuudigen stelregel; uezo visioenen, in den raad der koningen of der familiën medegedeeld, werden voor de oude kronijkschrijvers staatkundige gebeurtenissen. Wij moeten er nog bijvoegen, dal iu die (lagen de geest der duisternissen of de vijand van bel menschdom voorldurend rondwaarde om zijne prooi le zoeken en hij onder allerhande vreemde en schrikwekkende gedaanten verscheen. Men zag hem nu eens in de kasteelen der edelen, dan weder in de hutten der lijfeigenen, en tot zelfs in de verblijfplaatsen der godsvrucht valstrikken spannende aan de menscheiijke zwakheid. Volgens de volkspraatjes zag men ook tlooden uit hunne graven opstaan, heiligen en engelen uit den hemel dalen om den menschen heilzame waarschuwingen tc geven ol den wil van God kenbaar te maken. Al die verscliijningen-, welke de lichtgeloovige volksmenigte met verbazing en angst vervulden, ontsnapten zelden aan de kronijkschrijvers, die er steeds op uit waren om wonderen te verhalen.

Zoodanig is over het algemeen bet karakter onzer geschiedschrijvers van de middeleeuwen. Men ziet daaruit dat zij niet altijd degenen voldoen, die alleen de waarheid bij hen zoeken. Daar hun gedaebtengnng eenvoudig is, hunne wijze van vertellen vol natuurbjkbeid en bun voorliefde voor tiet wonderbare bekend is, valt bet niet uioeielijk in hunne verbalen bet ware van het onware te oiidersclieiden. Men heeft ben met kinderen vergeleken, niet alleen omdat zij van het wonderbaarlijke houden, maar omdat zij niet weten te veinzen of onwaarheid te spreken. Hunne dwalingen zelve dienen soms tot onze leering en zijn voor ons als zoo vele lichtpunten. Met welgevallen ziet men hunne angsten, hunne verwachtingen, hunne verschillende indrukken en lol zelfs hunne vooroordcelen, want zij zijn daarin de getrouwe uitdrukking der zeden van hun tijd. De historische waarheid ligt voor ons niet alleen in hetgeen zij ons verhalen, maar in hetgeen zij gedacht of gevoeld hebben; en liet karakter of de geest, die ieder kronijkschrijver de woorden in de pen geven, is menigmaal bet belangwekkendste en leerzaamste deel zijner geschiedenis.

De hartstochtelijke lichtgeloovigbeid, welke ons in de annalisten van de oude tijden' bekoort, kon moeiehjk samengaan met bet nauwgezette onderzoek, dat men terecht als de voornaamste verdienste van een geschiedschrijver kan aanmerken; zij nemen dan ook de hisloriscbe overleveringen zonder on-derzoek aan, en alles wat vóór hen geschreven is, hescbouwen zij als waarheid. Zoo maken verscheidene kronijkschrijvers uit den tijd der kruistochten gewag van den pelgrimstocht van Karei den Groote naar Jerusalem en van een zekeren Jean des Temps, die, in de achtste eeuw geboren, lang genoeg leefde om het stamhuis der Carlovingers te zien uitsterven. Het meerendeel der geschiedschrijvers van de middeleeuwen doen den oorsprong der !• ranken of franse hen opklimmen tot l-'rancus, zoon van llictor, en de Galliërs of de . ngelschen tol den vromen Em as. Overigens zij het hier bemerkt, dal die fabelen sinds


-ocr page 599-

GESfiHIKDENlS DER KRUISTOCHTEN.

lang uil de geschiedenis verdwenen zijn en hel der kriüek der liedendaagsche gescliiedvorschers gemakkelijk gevallen is de dwalingen te onderkennen, die in de lijden van de onwelend-iieid en de barbanrschlieid voor waar aangenomen werden.

Wij spreken hier enkel van de kronijken der Iwaali'de en dertiende eeuw; die der vroegere tijdon hebben voor oen oplollendeu geest een eenigszins verschillend karakter. Men merkt er minder mnevileit en ongekunsleldlieid, meer onkunde en barbaarscldieid in op. Gregoi'ius van Tours, Fredegarius en degenen, die hen van nabij gevolgd zijn, sclnjnpn allen beangstigd over de dagen die aanslaande zijn en over do duisternis, die zich van lieverlede over Europa uil breidt. Als men hunne kronijkon leest, waarin van lijd tot lijd eenige herinneringen aan vroegere eeuwen even aangeroerd worden, is het, als vernam men eene stem, welke zich in eene doodsche wildernis laat liooren, ol' bespeurde men liehlslialen, welke de dikke duisternis vluchtig doorboren. Do kionijksehrijvers van de aeblste en negende eeuw spreken dikweri van bet verval der letteren; zij spreken daarover in een onbeschaalden slijl en er vermengt zieli ik weel niet welke sombere treurigheid onder de dorheid hunner verhalen. Die van de twaalfde eeuw, daarentegen, beijveren zich te vermelden, dat de spraakkunst en de letteren alom beoefend worden; en hunne stem, hoewel nog zwak, schijnt de herleving der wetenschappen te begroeien. Do eersten, nagenoeg de eenlg overgeblevenen van een beter tijdvak, betreuren hel verval van een overoude beseliaving, en de zesden, die zij beschrijven, verraden maar al lo zeer ile toenemende barbaarschheid; de anderen, hoewel zij volstrekt niet weten wat voor de Loekomende eeuwen voorbereid wordt, zien de toekomst zonder vrees onder de oogen, en de loon, die in hunne verhalen heerscht, doel reeds een beginnende beschaving erkennen.

De Grieksche kronijken van hetzelfde tijdvak onderscheiden zich niet door een scherper geest van onderzoek of meerdere juistbeid en bieden ons veel minder feiten aan. Men vindt in Nicolas en Anna Comnena eenige herinneringen aan hel oude Griekenland; maar die twee schrijvers leggen zich te veel toe op de navolging van de taal der (lichters, hetgeen aan hun verhaal den schijn van beuzelachtigheid en logen geelt. De kronijkschrijvers van Ry/.antium zijn er slechts op bedacht de ijdelc versierselen van hunne rhelorica ten loon te spreiden, cn zei I's dan als zij de rampen en den ondergang van hel keizerrijk schetsen,' blijlt bun altijd gekunstelde taal zonder vuur en zonder geestdrift. Zij zijn sierlijker en beschaafder dan de Latijnen, maar hel is de sietiijkbeid en de beschaving van een verouderde beschaving. Wanneer men de kronijken der Franken en die der Grieken met elkander vergelijkt, 'ontwaart men gemakkelijk dal de eencn behooren lol hel nog barbaarsche genie van een herboren maatschappij en de anderen lot den ondergang van een rijk, verouderd in zedenbederf cn verwijfdheid.

Wij kennen minder de Oostersche kronijken der middeleeuwen; maar bij den eersten oogslag vindt men daarin dezelfde liclil-geloovigheid en meer onkunde terug dan in hel meerendeel onzer Wcslerscbe kronijken. Zelden treft men in de Arabische geschiedschrijvers eenigen dier gedachten aan, welke het nu;n-schelijke hart of de omwentelingen der maatschappijen doen kennen; zij laten al te dikwerf de gewichtige omstandigheden der gebeurienissen onvermeld om uit te weiden over vreemdsoortige bijzonderheden en onbeduidende beuzelingen, hierin gehoorzamende aan den geest van de Oosterscbe dwingelandij, welke eischt, dat de mensch zich steeds met kleine dingen bezig houdt. Wanneer zij den val van een rijk verhalen en men hun vraagt waarom dat rijk gevallen is, antwoorden zij u: God weel het. In alle kronijken, welke wij van hen onder de oogen gehad hebben, vindt men, zoo dikwijls de muzelmannen over de christenen zegevieren, geen andere bemerkingen dan deze; ('.ml is God en Mahomed is zijn profeet. Wanneer de christenen een overwinning behalen, bewaren de muzelmansche kronijken het stilzwijgen en vergenoegen zich met te zeggen: God vervloeke hen. Men ontwaart niettemin, van lijd tot tijd, in hunne geschriften iets minder barbaarsch dan de volken en de regeeringen, wier geschiedenis zij schrijven; verscbeidenen hunner geven soms in bun liguurlijken slijl blijken van levendigheid en welsprekendheid. Wij hebben reeds dien geschiedschrijver der Ayoubielen aangehaald, die om de droefheid der bevolking van Damascus bij den dood van Saladijn te schilderen, koel aanmerkt,, dat men vernal de slad le plunderen', een zonderlinge lolluiling, welke een gcheele natie kenschetst en ons in zijne ganscbe naaktheid dal Aziatische despotisme loont, waarin de gerechtigheid, het bezit, de wetten, kortom alles met hel leven van een enkel mensch ophoudt van kracht le zijn.

Deze vergelijking besluitende moeten wij x ggen, dal onze schrijvers uil de middeleeuwen hel in degelijkheid van stijl en verhaaltrant van de Oostersche schrijvers van datzelfde tijdvak winnen. Daar de Weslersche kronijkschrijvers in bet Latijn schreven, is bel le veronderstellen dat de meesterstukken der oudheid linn niet onbekend waren en uit vele Iiiiiiikt verhalen kan men ontwaren, dat zij voorbeelden gehad hebben. De schrijvers van het Oosten hadden geen anderen gids dan bun ingévingen; zij hebben niets geregelds in hun gang en hunne verhalen kunnen do aandachl hunner lezers niet bociou. liet moet evenwel gezegd worden dat de studie der ouden onze middelecuwsche krunijkschrijvers, altijd te zeer geneigd de gebeurienissen die zij le boek stellen met de herinneiingi-n aan Rome cn Athene le bcoordeelen, soms op een dwaalspoor gebracht heeft. Wanneer zij ons een vorst of eenig clirislen ridder willen doen beoordeelen, blijven zij niet in gebreke hem te vergelijken mi't de groote mannen der heidensehê oudheid en zelfs met sommige personnages uit, de fabelleer; spreken zij van een krijger, dan is hol altijd Achilles, Alexander of Cesar; spreken zij van een tiran ol een slecht koning dan is hel altijd l'halaris of Nero. Godfried van Vilerbo vergelijkt keizer Koen-raad, den kruistocht naar het heilig land aanvaardende, met Paris voor de schoonheid, mei Seneca voor do wijsheid, met Hector voor de dapperheid. Walter Vinisauf woel niet hoe hij Frederik Barborossa, die onder de vanen van hel kruis in de woestijnen van Klei 11-Azië den dood vond, genoeg zal prijzen; en vol bewondering voor de deugden dos builselien keizers, meent bij in hem de wijsheid en zelfs de Irekken van Soerales te herki'niien. Do Arabische kronijkschrijvers, die noch de taal dor Latijnen, noch die der Grieken kennen en onbekend zijn met do geschiedenis der ouden, bedienen zieli nimmer van de gemeenplaatsen van een alledaagsche geleerdheid om hun oordeel uil te brengen. Zij oordcelen slechts naar hunne eigene indrukken of naar den geest der volken van Azie; en indien zij in tie kunst van schrijven beneden onze geschiedschrijvers slaan, heeft hunne onkunde ten minste iels natuurlijks en oorspronkelijks.

Wij hebben opgemerkt, dat de kronijken niet alleen liet kenmerk der tijden dragen, maar ook dat der plaatsen, dio hen hebben zien geboren worden. De kronijken van Italië on Duitscliland hebben niet holzelfde karakter oil vooral niet dezelfde verdienste als die van Engeland en frankrijk. De algemeene geschiedenis van Italië is evenals hel land, dat zij ons selielst, in verselieideno fracliën verdeeld en vortoont zich aan onzi; blikken gelijk een in duizend stukken gebroken spiegel; evenals men het Italië uil de middeleeuwen in dertig op elkander naijverige steden moet zoeken, vindt men zijne g. schiedenis slechts in vele verschillende kronijken terug, die met elkander niel ovcreenstemnien. Do italiaanscbe kronijkschrijvers, te voel aan de belaiigen hunner sleden denkende, verwaaiioozen al le zeer do bijzonderheden, de eigenaardige en belangrijke omstandigheden der groote gobcnrlenisseii. De kronijken van Duitscliland van hetzelfde tijdperk bieden ons weinig feiten meer aan en staan voor hel overige verre bij de anderen ten achteren. Germanië, dat de beschaving der Romeinen niet gekend had, kwam in de beschaving der middeleeuwen achteraan. Otto van l1'reisingen, Godfried de Monnik, do abt van l'rangen, en verscheidene andere Duitsche schrijvers van de twaaltde en de dertiende eeuw kunnen niet in vergelijkin;.; komen niet eenige der historieschrijvers van denzelfden tijd, die ami frankrijk of Engeland behooren.

Frankrijk is het land, dat de talrijkste en volledigste getuigenissen voor de geschiedenis der vervlogen tijden geleverd heeft. Men heeft dan ook kunnen opmerken, dal de vreemde geleerden van den laatslen lijd, die het ondernomen hebben dé middeleeuwen met hare wetten cn gewoonten te doen kennen, bijna al hunne beschrijvingen daarvan uil onze oude aiimden geput hebben. Hel is Frankrijk cn zijne geschiedschrijvers die zij bij voorkeur gemeend hebben te moeten bestudeereu, en daaraan hebben zij hunne grondigste kennis ontleend omtrent de leuda-lileil, de riddersehap cn den oorsprong der wettelijke inslel-lingen bij de Weslersche volken. De kronijken der iMigelsclien verdienen niet minder de aandacht der verlieble nakoineling-sehap. Wij moeten vooral verklaren, dal de Engelsehe kronijkschrijvers voor hel minst even lichtgeloovig zijn als de onzen. Matthias Paris, dien men vooreen wijsgeerig schrijver gehouden beeft, dewijl hij de tolk geweest is van eenige klachten die in zijn tijd tegen het hof van Rome opgingen, is misschien onder de geschiedschrijvers der dertiende eeuw degene, die de meeste wonderen en ongeloolhjke dingen vermeldt. Maar naast die kinderlijke lichtgeloovigheid, ontmoet uien bij de Engelsehe annalisten een grooten eerbied voor de historische teilen, en de zorgvuldigheid waarmede zij al de voor de gescliiedenis gevorderde stukken mededeelcn, geuit veel waarde aan hunne kronijken.


-ocr page 600-

I

■18S

KKN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.

VOORTZETTING VAN HETZELFDE ONDERWERP.

Hot Inat zicli gemakkelijk bevroeden, (lui liet tijdperk der kruistocliten, zoo liet al niet de kunst om de geschiedenis te schrijven volmaakte, ten minste liet aantal schrijvers deed toenémen; en al die schrijvers zijn voor ons even zoo vele getrouwe getuigen, die ons de middeleeuwen doen kennen. Het gewicht der gebeurtenissen, liet godsdienstig karakter van den oorlog, het belang dat de ehristenlieid er in stelde, moesten verscheidene geleerden op de gedachte doen komen om Ie boek te stellen watquot; zij wisten of wat zij gezien hadden. Wij bezilten lieden ten dage nieec dan twaall' lieschrijvingen van den eersten krijgstocht der kruisvaarders naar Azië. De vrome schrijvers vaiV die dagen (wij bezigen hier Inmne uitdrukkingen) voelen zich gedrongen de herinnering Irvi ndig te houden aan de krijgsverrichtingen en het lijden der krijgers van het kruis en vooral aan de groote dingen, die in het Oosten met toelating van God verricht werden. quot; Vele schrijvers der heilige oorlogen veriialen wat onder hunne oogen plaats gegrepen had, want zij hadden de kruisvaarders naar Palestina vergezeld. Iienigen hunner dragen dan ook zorg hunne lezers te verwilligen dal zij te midden van het kampleven geschreven hebben en het oorlogsgei'ruiscli hun niet veroorloofd heelt hun stijl ie kuisclien. Om ie bewijzen dat hij de gevechten bijgewoond iiecl'l, zegt een hiiniier ons bij den aanvang zijner geschiedenis, dat hij hij de iimeniing van Jerusalem door Saladijn door een pijl In den wang gekwetst word. «tiet hout werd uit de wond getrokken,quot; voegt, hij er bij, «maar op het oogenhlik, dal ik dit schrijl, zit de ijzeren punt er nog in.quot; Wij behoeven niet te doen opmerken , dat de kronijk-scbrijvers, die van de gevechten ooggetuigen waren, veel meer dan 'alle anderen blaken van de hartstoclilen, welke de kruisvaarders bezielden. Vooral hunne lirlitgeloovi^hcid is even verregaande als die van het gros der pelgrims. In limine oogen is alles mirakel, in hunne verhalen alles wonderdadig, en als men sommige kronijkeu leest, zooals die van Raymond van Agiles, Gnuther en eenige anderen, is men geneigd te geloo-vcn, dat de krijgers van het kruis in een andere wereld leidden dan'die waarin wij ons bevinden, en dat de wetten der natuur enkel voor de muzelmannen en voor de ongeloovigen bestonden. Een meer ernstig verwijt, dat wij die geschiedschrijvers, ooggetuigen, niet kunnen hesparen, is de onverseliilliglieid, soms de bhjdschap waarmede zij de slachting der iiiuzelnianncii verhalen.quot; Gelijk men weet was bij den eersten kruistocht die slacliüng verschrikkelijk in verscheidene steden van Syrië en vooial in Jerusalem: om de verdelging der ongeloovigen uit te drukken, zegt een kronijksclirijver, die tegenwoordig was, ded men vkiifiels moest hehhen om aan hel hloedlnul Ie oalliomen, en de muzelmannen deze misten. Verblind door de bartstoehten van den oorlog zagen de kruisvaarders ter nauwernood ineu-schen in hunne vijanden. Wij hebben gezegd, dat de meeste kronijkscbrijvers, die het christen leger vergezelden, diakenen waren en zij geen andere wapens droegen dan de pelgrimsstaf. Versclieidenen hunner kinnieii de vrees niet verbergen, die de muzehnansclie soldaten hun inboezemden en liet is ongetwijfeld de angst die hen barbaarsch maakte.

I e geschiedschrijvers, die het Westen niet verlaten luidden, toonden zich minder heftig en minder hartstoclitelijk in hunne verhalen. De aartsbisschop van Dol verklaart in de voorrede van zijn boek, dat hij even billijk wil zijn tegenover de muzelmannen als tegenover de kruisviiardcrs. Hij weet wat hij aan de zaak der christenen verschuldigd is, maar bij weet ook, wat lii| aan de waarheid verschuldigd is. liet moet hier opgemerkt worden, dat in de kruistocliten, welke op die van Godfried volgden, menigvuldige aanrakingen met de muzeliiiaiineii dien haaquot; veel verzacht hadden, welke alle gevoel van rechtvaardigheid en medelijden in de harten verstikte, 'ie beginnen met den derden gewijden oorlog vertoonen de gevoelens van men-schelijklieid cn vérdraagzaamheid zich weder in onze kronijken. Daar in Italië do beschiiving begon te herleven bobben de kro-nijksrbri|vers van dat land het voorbeeld gegeven; maar bet is vooral ili de geschiedenis van Wilhelmus van Tyr dat men de gemankte vorderingen kan waarnemen. De aartsbisschop drukt zich altijd met gepaste gematigdiieid uit en ijvert slechts voor de zegepraal der deugd. Het verlicht oordeel, de strikte eerlijkheid, welke hij in al zijne bcoordeolingen aan den dag legt, winnen hem al dadelijk de achting en tiet vertrouwen zijner lezers. Evenals het ineerondeel dor kronijksehrijvers van zijn tijd verklaart hij do tegenspoeden der christci.cn door hunne yónden en hun verdorvenheid. Deze manier can do gebeurto-oi seu te beoordcelen past niet slecht voor do geschiedenis van een godsdienstoorlog; zij kenschetst daarenboven tamelijk juist de ongelukkige tijden, waarin de schrijver leefde. Overigens zijn in do oogen van Wilhelmus van Tyr do strafwaardigste zondaren altijd degenen, die de wetten der menschehjkheid en der gerechtigheid ininachten, en wanneer hij de vroesolijke oordoelen Gods over de kinderen der menschen afroept , is dit vooral om bet breken van den bezworen trouw en de schending van het volkenrecht te stralfen. Bij het lezen van zijn boek ontwaart men dat hij de meesterwerken der Grieksche en der Latijnsche oudheid bestudeerd heelt; de dagelijksche omgang met de ouden had niet alleen zijn verstand verlicht en zijn talent als schrijver gevormd, maar hij heeft daaraan ongetwijfeld ook dien Imilelijken toon of liever' die sierlijke eenvoudigheid ontleent, welke zijn stijl Ueninerkt. Evenwel praalt hij soms te veel met zijn kennis, lu zijne veriialen vindt men Virgilius naast Ezcchiël, Juvenalis mol Isa'ias aangehaald; en om den rijkdom en do schoonheid van zijn metropolis Tyrus in het licht te stellen, ontziet de vrome geschiedselirijver zich niet, haar met het heidensche Didon te vergelijken. De bijzonderhe-den, welke de geschiedenis gewoon is met stilzwijgen voorbij te ^aaii, worden door hem met de grootste uitvoerigheid vermeld. Zoo vergeet hij niet, als hij de portretten der koningen van Jerusalem schetst, ons te zeggen, dat Godlrieds baard en haar blond waren; dat Boudewijn I rood haar en eeu spitsen neus had, en niet te vet ofte'mager was; dat Boud wijn II een lange gestalte en een hoogroode kleur had en zijne knieën door liet gebed vereelt waren. Nochtans zijn die beuzelachtige hijzonderheden, welke de ernstige smaak der hedendaagsclie schrijvers veroordeelt, niet al te zeer misplaatst in de ge-sehie'denis der oude tijden. Na het lezen dor portretten van den goeden aartsbisschbp, weet ik niet welke begoocheling zich van mijn geest meester maakt, en ik smaak een zeker genot bij de gedachte, dat ik al de helden van de kruisloebten zou herkennen, indien zij langs mij mochten heentrekken.

Wij kunnen hier niet verzwijgen dat de laatste boeken van Wilhelm us van Tyr noch het belangwekkende, noch het verdienstelijke van de eerste bezitten. Naarmate hij vordert en do tijden nadert, waarin hij geleefd heeft, wordt zijn gang sehrouinviilliger; hij bad beter de stichting en de vorderingen der christen koloniën in Azië beschreven, dan hij hun verval hesehrijlt. Tot de regeering van Boudewijn don Melaatsohe genaderd, bedroeft hij zich over alles wat hij ziet en over alles wat hij hesebrijft; liij durft de zeden zijner tijdgonooten niet te keiimerkou, en de waarheid sehijut hom een moeitevollc last toe; akelige voorgevoelens verontrusten zijn geest; plotseling blijft hij te midden van eeu bogonneu verhaal stoken, en zijn stil/.wijgén wordt voor zijne lezers het droevige voorteeken der rainpen, die Jerusalem bedreigen.

De kronijksehrijvers der gewijde oorlogen munten vooral uit in het schilderen'dor wederwaardigiicden van de kmisvaarders, die zij gedeeld hadden, en de deugd, waarvan zij hot beste spreken, is de onderwerping. De teksten van do schrift, do woorden der profeten, wanneer zij er geen te veelvuldig gebruik van maken, dienen hen voortroliëlijk in liuiiue beschrijvingen en zetten aan hunne tafereeleu iets dichterlijks en verhevens bij, waardoor de verbeelding getroffen wordt, lluniie gedachten en hunne beelden zijn dikwerf eene levendige uitdrukking van die krijgshaftige geestdrift, welke do Oostersche oorlogen in het loven had geroepen. Na liet beschrijven dor overweldiging van Palestina en van de janimeren, die liet geleden heeft, beklaagt zich een Eiigelsche kronijksclirijver, Raoul van Coggesbale, dat hij de pelgrims overleeft die voor Josus Christus gestorven zijn en benijdt hij hun de gewijde aarde, die hen dekt. «Wee inijncr,quot; roept' hij uit, «die 'de geringste onder de zondaren bon! want minder gelukkig dan mijne broeders heb ik niet mijn aandeel van de aarde des Hoeren bekomen.quot;_ Men kan zich niet verwonderen over deze sombere droclgeostigheid, dit leedwezen van niet ouder de slagen des overwinnaars gevallen to zijn, in de geschiedenis van een oorlog, in den naam des Hemels en voire van hel vaderland gevoerd, van een oorlog-die geen andere glorie aanbood dan die van het martelaarschap en welks gewijd doel de verovering of de verlossing van een graf was.

Deze vrome overdrijving is het karakter van al de kronijksehrijvers, die de gebeurtenissen der kruistochten te boek gesteld hebben; maar ieder hunner bezit hoedanigheden, die hem eigen zijn en hem van de anderen onderscheiden. Wij hebben de geschiedschrijvers der gewijde oorlogen dikwijls


-ocr page 601-

GESCllIEDENIS DER KRUISTOCHTEN. 38.'

genoeg aangehaald, dat zij aan onzen lezers bekend zijn; liet zij ons nieltemin geoorloofd hier nog ter loops aan eenigen hunner te herinneren en voor do laatste maal van de getrouwe metgezellen onzer werkzaainlieden te spreken. Fulcher van Chartres is de eerste die zich aan onzen geest vertoont. Gelijk men weet houdt die naïeve schrijver er van zich in zijn werk op den voorgrond te stellen en zijne verhalen worden menig-mual onderbroken door deze woorden: ego Ftilcluriiis Carnu-tensis (ik, Fulcher van Chartres). Als Boudewijn, de broeder van Godiried, vorst van Edessa wordt, verwittigt Fulcher ons, dat hij zijn kapelaan was. Bezoekt hij met andere pelgrims de bron van Moses, dan zegt hij ons, dat hij er zijne paarden drenkte; voert zijn weg hem langs de oevers der Doode Zee, dan meldt hij ons, dal hij het water vau die zee geproeld heelt en het zoo bitter vond ais nieswortel. Sprekende van een op de Parthen behaalde overwinning, maakt hij ons bekend met den leeltijd, dien hij toen bereikt bad en zegt ons, dal zesmaal tien jaar en tweemaal drie jaar verloopen waren sinds zijne c/eboorte. Steeds geneigd van zich zeiven te sproken, maakt Fulcher ous deelgenoot van al zijne bewonderiugen, al zijne verrassingen, zells van al zijne angsten. Wat hij het meest ducht is de oorlog en zijne plagen; hij kan de vrees niet verbergen, die de muzelmannen hem inboezemen; zoo dikwijls de kruisvaarders over hunne vijanden zegevieren, dankt de kapelaan van Boudewijn daarvoor God met groote vervoering, en als h'j bet leeken ziet geven tot gevaarlijke gevechten, erkent hij volmondig dat hij liever te Orleans of te Chartres soa wezen. Onze kronijk-schrijver bczii eenige kennis van de naluurhjke geschiedenis en laat de gelegenheid niet ontsnappen om zijne kunde le doen uitschitteren: zoo noemt hij, na den veldslag van Ascalon beschreven te hebben, twaalf soorten van edelgesteenten op, die zich onder den op de muzelmannen behaalden buit bevonden. Zijn verhaal van het beleg van Jerusalem en Autiochië gaan wij met stilzwijgen voorbij, dewijl hij niet daarbij tegenwoordig was; maar hij levert ons vele nuttige doeumenlen betretrende Godfried en de christen koloniën. Niemand heeft beter dan Fulcher de wording van die nieuwe Staten en het wonder van bun voortbestaan te midden der imizelmansclic natiën geschilderd. Zeer vernuftig is de manier waarop hij ons de Franken voorstelt, die eenige jaren na den eersten kruistoclii in Syrië gevestigd waren: «Een lloniein ol een Frank,quot; zegt Fulcher, «is bier een Galilecr geworden ; degene die in Reims of chartres woonde, is thans burger vau Tyrus ol Antiocbië; wij hebben reeds de plaatsen onzer geboorlc vergeten. Menig ouzer bezit reeds in Oil land huizen en slaven; een andere beeft eene vrouw gehuwd, die geen laudgenoole van hem is, eene Syrische, Armenisclie of zelfs Sarracecuscbe vrouw, die do genade van het doopsel ontvangen beeft; de een kweekt den wijnstok aan, de ander bebouwt zijne akkers. Al die bewoners spreken onderscheiden talen en zijn er reeds in geslaagd zich elkander verstaanbaar te maken; hel vertrouwen brengt de verwijderdste rassen lol elkander; want er staat geschreven, dat de leeuw en de os aan dezelfde latei zullen elen. lederen dag komen er van onze naastbestaauden en vrienden naar ons over met achterlating hunner bezittingen in het Westen; degenen, die in bun vaderland arm waren, becli God hier rijk gemaakt; degenen die slechts weinige kronen in de wereld hadden, bezitten latloo/.e bczanien ; aan degenen, die slechts een hoeve hadden, geeft. God eene stad; waul Hij wil niet, dat de pelgrims, die het kruis gedragen hebben, tot armoede vervallen. Dit is een wonder, dat de geheele wereld terecht moet verbazen.quot; Zoo verlraaide Fulcher opzettelijk zijne beschrijvingcii, en om de Franken naar Azië te lokken toonde liij dc christen koloniën als ecu wezenlijk beloofd land.

De abt Guiberlus gelijkt in niets op Fulelier en velt zelfs een zeer gestreng oordeel over hel verhaal van Buudewijus kapelaan. Hij legt hem ten laste zijne geschiedenis in ounauwkeiirigen en ploinpen stijl geschreven, het getal der pelgrims overdreven en geloot geslagen le hebben aan vele sprookjes, die men in i uropa bij het vertrek van den eersten kruistocht rondkiaanule. De abt van Nogent nieiigt onder zijne kritiek geestige opmerkingen over de algemeen iieerscheude lichtgeloovigheid, welke overal wonderen meende te zien; bij hekelt voornamelijk hel vrome bedrog dergenen, die een natuurlijke misvorindbeid, een vlek in het oog, een of ander leeken dat zij in bun voorhoofd gegrift hadden, voorstelden als een uitdrukking van den goddelijken wil, die ben tot den gewijden oorlog riep. Opmerkelijk is' het, dat hij, na tegen^ de dwalingen van de volksmenigte nitgevaren te hebben, hel Fulcher van Chartres als een groote misdaad aanrekent dal de/.e niet gelooft aan de in Antiocbië gevonden lans des Verlossers, en verscheidene bladzijden van zijn boek wijdt aan bel betoog, dat de tocht en de krijgsverrichlingen van de eerste kruisvaarders duidelijk door de proleten van Israël aangekondigd geworden waren. Over het algemeen valt deze schrijver dikwijls in de gebreken die hij aan de anderen verwijt, en is zijn stijl niet alledaagsch en plat, hij ontaardt dan ook soms in een kinderachtige gemaaktheid. Niettemin heeft zijn boek zeer veel waarde om de groote menigte karaktertrekken, welke hel bevat en die men elders niet aantreft. Het tafereel, dat Hij schelst van de prediking van Peter den Kluizenaar en het vertrek der kruisvaarders, is zeer belangwekkend; de schrijver boeit ons minder in bet verhaal van hetgeen er in het Oosten gebeurd is. Wij moeten bier bemerken, dat de krouijkscbrijvers die in het Westen gebleven zijn beter dan de overigen de toebereidselen en het vertrek der pelgrims beschrijven en zij ons beterde soart van geestdrift doen kennen, welke Europa naar Azië dreef.

Er bestond een groote naijver, gelijk wij gezegd hebben, om de geschiedenis van den eersten kruistocht te schrijven. Tude-bode, een priester uit 1'oilou, is de eerste, wiens verhaal in Europa bekend geweest is. Zijn stijl wemelt van onnauwken-righeden, platte en dubbelzinnige uitdrukkingen; maar een zekere godsdienstige droefgeestigheid, een groote eenvoud des barteii en des geestes ademen iu zijne verhalen eu boeien de aandacht zijner lezers. De monnik Hobert, die wal de leiteu betreft, veel met Tudebode overeenkomt, schrijft met meer klaarheid en sierlijkheid; en het zevende boek van zijne geschiedenis, waarin liij de bevrijding der kruisvaarders te Antiocbië beschrijft, zou slechts in versmaat behoeven overgezet te worden om tol bet heldendicht te behooren. Raymond van Agiles komt ons minder belangwekkend voor, dewijl bij de vizioenen te veel opeeuboopt en hij soms de gewicliligste gebeurtenissen onvermeld laat om bo-vennatuurlijke verschijningen le verhalen. Zijn onwrikbare overtuiging is oen opmerkelijk schouwspel voor zijne lezers; evenals Barthelemi toont hij zich steeds bereid dooreen vuur le loopen om de waarheid te bevestigen van hel kleinste wonder dat hij te boek stelt. De geschiedschrijver Albertus van Aix, een tamelijk verlicht opmerker der zeden van zijn tijd, onderscheidt zich door den waarheidlievenden loon zijner verbalen en de menigte der bijzonderheden, die bij bijeengebracht heeft. Hij kent den kruistocht beter dan de ooggetuigen en daar hij niet in hel Oosten geweest is, zou men haast gelooven dat hij allen heelt ondervraagd die er van teruggekeerd zijn. llaoul van Caen is de eenige kronijksclirijver van den eersten kruistocht, die geen geestelijke is; hij schildert dan ook beterde krijgshaftige zeden der kruisvaarders dan hun godsdienstig karakter, en toout zich bartslochtelijker voor den roem der wapenen dan voor den roem van bet kruis; hij beschrijft heler de veldslagen dan dc godsdienstige plechtigheden en haalt menigvuldiger de fahelleer en de ongewijde geschiedenis aan dan den bijbel en de gewijde schriften. Soms bescbrijll Baoul in verzen dc gevechten en de gebeurtenissen van den kruistocht; maar te zeer vervuld mei de herinnering aan zijne studiën, meent bij blijkbaar dal een slaafsche navolging der ouden hel wonderbaarlijke van zijn onderwerp kan vervangen: zoo spreekt hij bij de beschrijving van den slag bij Anliochië den Westenwind aan eu vergelijkt hij Tancredo met Castor, met Hercules; een zijner hoofdstukken draagt zelfs het opschrift: Mars befiunstiyl de christenen. Hoewel Raoul van Caen zijn held bovenmatig lof toezwaait, moei Het gezegd worden, dat bij hem niet belangwekkend maakt, want hij stelt hem ons voortdurend voor le midden van een bloedbad en doel geen enkele van die hartstochtelijke zwakheden in hem uitblinken, die ons zoozeer in de helden van Homerus eu Tasso aantrekken.

De tweede kruistocht, die een ongelukkigen afloop had, trok minder de aandacht der geschiedenis en deed slechts een gering aantal kronijkschrijvcrs, die weinig bekend waren en dat ook verdienden, de pen opvatten. Wij mogen evenwel Odo van Deuil niet onvermeld laten, die I.odewijk VII vergezelde en met sierlijkheid de toebereidselen en den tocht van bel Fransclie leger 1 escbreven heelt. F.venals de meeste Latijnsche schrijvers van dien tijd, spaart bij de Grieken niet, en zijn baat ofvoor-ingenomenheid uil zich soms met welsprekende kernachtigheid. Van al de kroiiijkschrijvers doet bij ons het beste Coiistiintinopel kennen, die luis'tei rijle stad, welke alle andere daar hare rijkdommen en hare ondeiifiden overtrof, iedereen duchtte uilhoolde van hare zwakheid en zelve geducht was uithoofde van hare trouweloosheid. Odo van Deuii, die dikwijls de nauwkeurigheid en soms de levendigheid van Salustius bezit, geraakt vooral iu vuur wanneer hij ons de ontberingen en do ongelukkige dapperheid der kruisvaarders beschrijft. Wij meenen in zijn verbaal tegenwoordig te zijn bij den rampspoedigen tocht der Duitscbers, bij de samenkomst van keizer Koenraad en Lodewijk VII, bij den overtocht van den Meander, bij de nederlaag van Hel Fransclie leger bij Laodicea. De rampen der krijgers van Frankrijk schokken den monnik van Sint-Denis diep en als bij ze ons verhaalt, kan hij zijne tranen niet hedwingen. Welk lezer zou zich niel met Odo van Deuil bedroeven over die duizenden pelgrims, voor Sataliah gelegerd, bijna naakt, aan alles gebrek lijdende, geen vaartuigen hebbende om naar hel vaderland weder te keeren, te machteloos om hun tocht over land te vervolgen, den oever der zee van bun jammergesclirei doende vveergahnon, le vergeefs den bijstand der Grieken in-


-ocr page 602-

ÜESCHIED: KIS DER KIU ISTOCIITEN,

roepende, cn zich nnn do Iiannliartiglieid dor ongolqovigen toovoi'li'üiiwondo, eene biiiinliarlisheicl barbuarscher misschien ihm Ml vcrrnud cn de liouwclooshcid. Do schrijver roemt de edelaardige gevoelens van den koning van Frankrijk; hij toont ons dien voisl steeds bereid /.ich voor het welzijn van zijn leger op te olleren, irnnl hij wist dut een honiiiti niet voor zich idlcen ijcborcn is, maar voot' liet welzijn van allen. Als EodewijkVli le Anliochië aangekomen is, breekt de schrijver zijn verhaal id en lieell den moed niet de kruisvaarders naar Jerusalem en tot Damascus te volgen. Otto van Kreisingen, die ook de geschiedenis van den tweetien kruisioeht begonnen was, blijl'l insgelijks ie midden van zijn verhaal steken en komt slechts op dien rmupspoedigen oorlog terug om ons te zeggen, dat de rampen van de gewijde expeditie het verblijl' dor uitverkorenen bevolkt hebben.

Daar de derde kruisioeht voor Frankrijk niet roemvol was, spreken de destijds levende kronijkschrijvers, zooals (ligord en Will.an de lïi'clanjer er ter nauweruood van. iMaai' dewijl de Kngelsclien zicdi daarbij onderselieidden, zijn de oude geschied-sclinjvei'S van Groot-Hrillaimiö niet in gebreke gebleven dien lol in de geringste bijzonderheden te boek le stellen. Wij willen hier alleen den l'elijiimslochl van Iticluird aanhalen. De schrijver van deze geschiedenis oveiirelt alle andere schrijvers van dien zelfden lijd door de verscheidenheid zijner lalereelen en door de uilgebrcidlieid zijne kundigheden. Waller Vinisaul' was ooggel aige der goheurtenissen van den kruistocht, en als wij zijn boek lezen, hebben wij, evenals hij, de personen en de volken voor de oogen, die in bet groole drama van don gewijden oorlog een rol gespeeld hebben, lu zijne geschiedenis kan men de muzelmannen en de chrislenen volgen mei hunne harlslochlen, hunne ki'ijgshai'lige en godsdienstige deugden, en kan men op zijn gemak hel tegen liet Westen gewapende Oosten gadeslaan. De meeste kronijkschrijvers, die geestelijken waren, vermeien zich in de beschrijving der krijgsgebeurienissen, maar bijna altijd zijn hunne verhalen duister en moeielijk te volgen: wal Waller Vinisaul' onderscheidt, is, dat hij alles bognjpt wal hij verhaalt en bij zich altijd met klaarheid uitdrukt. Men ontwaart dat hij zelf iu de krijgskunst ervaren is: hij kout de wapenen en de gewoonten der kruisvaarders, de beschikkingen dor aanvoerders, do bij de belegeringen gebezigde wenUuigen; men vindt, gelijk wij reeds gezegd hebben, in zijn verbaal geleerde aauleekenin-gen onilient den bouw der schepen, en hel nauwkeurige en geliouwe verslag dat hij ons geelt van eeu zeegevecht, kan als een ongewoon verschijnsel in de kronijken van de twaallde eeuw beschouwd worden.

Te midden der groole gebeurlenissén van den oorlog verliest Walter Vinisaul' minder gewichtige omslaiidighedeu niet uit het oog en meng! hij gcsladig onder hel talereel der veldslagen eenige zedekuiulige trekken. De overwinning bij Arsnr verhalende, verzuimt hij niet melding le maken van hel rosse Cypersche paard, heiwelk door koning llicliard beredim werd; liij toont ons den Engelschen monarch nu eens zegevierende over een wild zwijn uil de gebergien van Judea, dan weder door liederen anlwoordeude op de scliimpdieliten van den hertog van Bont-gondië, dan wederom Salmlijn bel hool'd biedende in gevechten, welke oi) die van den Ilias ol' de Kneis gelijken. Het helang-wekkendsle gedeelte van die kronijk is dat, waai in de schrijver ons de vrome vervoering der pelgrims schildert, als zij Jerusalem naderen, en hunne vertwijieling, als zij zich van de heilige stad atwenden om naar de zeekust terug te koeren. De be.ilnileloosheid van llicbard, de verwarring zijner gedachten, die zich schijnen mede le deelen aan hel leger, waarvan hij de aanvoerder is, bieden ons een der meest opmerkelijke loonee-len van den gewijden oorlog aan. Geslingerd door tallooze tegeastrijdige hartstochten, verlangende naar zijn rijk terug te keeren, 'mkeude naar den strijd met de ongeloovigen, sloot de Engelsche monarch eindelijk een wapenstilstand met Saladijn.

Om de wisselvalligheid der aardsche dingen aan te toonen, maakte Walter Vinisauf hierbij de opmerking, dat de toekomst, waarover de beide monarchen dooreen verdrag beschikten, hun niet toebehoorde; want Saladijn zou kort daarop te Damascus sterven, terwijl het lijden van een langdurige gevangenschap liichard in Duitscldauii wachtte. Zijn verbaal besluitende, acht de kronijkscltrijver zich verplicht diegenen le beschamen, die ten onrechte óver alles een oordeel willende vellen, beweerd hebben dat de kruisvaarders in bel Oosten niets uitgericht hadden, dewijl zij Jerusalem niet verlost hadden; Walter Vinisaul' verklaart ons, als getuige der gebeurtenissen van den oorlog, dal de kruistocht meer dan viermaal honderdduizend pelgrims naar den hemel gezonden heelt, waarvan er honderdduizend gestorven waren, dewijl zij zich de genoegens dezer wereld ontzegd hadden in de hoop op een goddelijke belooning. Deze wijze van beoordeeling der kruislochlen treil men in bijna alle kronijken van dien lijd aan.

Hoé rampspoedig de expeditie van Barbarossa ook geweest zij, heelt zij nochlans drie beschrijvers gehad. Alle drie, het christen leger vergezellende, schetsen met angstvallige getrouwheid den loclil der Duitsche pelgrims door het Grieksclie rijk en de woestijnen van Klein-Azie, waar de trouweloosheid van Byzantium, de bloeddorst der Turken en de verschrikkingen van den hongersnood duizenden hunner deden omkomen. Een dier kronijkschrijvers, wiens handschrirt kortelings in Duitsch-land ontdekt en uitgegeven werd, verhaalt ons, dal de taal der engelen niet voldoende zou wezen om het lijden der kruisvaarders en hunne heldhallige onderwerping te schilderen. Er zijn twee zeer uitvoerige beselirijvingen der belegering van Damiate tol ous gekomen, waarvan de opstellers, die ooggetuigen waren, ons de gebeurtenissen met zulk een levendigheid beschrijven, dal. wij meeiicn ze voor onze oogen le zien plaats grijpen. De eerste, welke men aan een geestelijke van lieggio toeschrijlt, schildert mei warmte de aanvallen, de gevechten, welke elkander gedurende negentien maanden onalgebroken opvolgden: de vurige ijver van den legaat van Home, zijne gebeden op het slagveld lot Jesus-Chrislus gericht, de proccssien, de onrust, de blijdschap, de vertwijieling dei' pelgrims, de krijgsleuzen, het geklikklak der wapenen, die eiken dag op de beide oevers van den Nijl weerklonken, de onweders, die soms tijdens een gevecht losbarstten cn de grootste onlieilen veroorzaakten, alles wordt getrouw te boek gesteld, alles wordt bezield, alles neemt leven aan onder de pon van den italiaauschen kronijkschrijvcr. De tweede beschrijving is bet werk van een priester uit Keulen, Olivier Scholasticns, die misschien minder levendig, maar niet minder waarheidlievend en miluurlijk in zijne verhalen is. Na de roemrijke werkzaamheden en de groole ontberingen van het beleg van Damiate verhaald te hebben, loont hij ons die veroverde stad, «welke de oorlog, de ziekten en de hongersnood als hel ware ontvolkt hadden; men zag slechts lijken in de huizen, de straten, de moskeeën en op de openbare pleinen De dooden vermoordden de levenden ; de zoon naast zijn ziello-genden vader, de slavin naast hare op den grond uilgestrckt 'liggende meesteres, bezweken van zwakheid en uilpulting; de kie'ine kinderen schreiden om brood, terwijl er niemand meer was om hel hun toe le reiken.quot;

Olivier Scholasticus was een der vermaardste, predikers van den zesden kruistoelit, (gt;11 tijdens het beleg van Damiate bouwde bij werktuigen die de bewondering der clnisten krijgers wekten ; maar hij spreekt met zooveel nederigheid en schroomvalligheid van zichzelven, dat zijn naam bijna onbekend gebleven is aan de nakomelingschap, en zijne geschiedenis aan Jacobus van Vitri toegeschreveu is. Onze navorschingen hebljen ons geleid lot de ontdekking van die onrechtvaardigheid, welke op hel gezag van eenige geleerden steunde, en de zoclsle vrucht van ónzen arbeid is aan een onzer oude kronijkschrijvers den roem terug te geven, die hem toekomt.


-ocr page 603-

B E S L L1 1 T.

Aan liet einde van eer. langtlurigen arbeid gekomen, zien wij om ons heen en de sUuUkundige loup van de wereld liiedl ons merkwaardige punten van vergelijking aan.

ilorinneren wij ons even den toestand waarin de krnistocliten hot Oosten gelaten hehhen en heschouwen wij den toostaiul van het Oosten in do dagen, die wij beleven. Op bet einde dei' krijgs-ondernemingen van bet kruis, neigden de muzelmansche miicbten allen ten ondergang; men zon gemeend bebben, dal de Mabo-medaansebe natiën in bun verzet tegen de invallen der mijnen al lam kracht uitgeput hadden. Geen enkele dier inacbleii beert zicb sedert niet glans weder kunnen verbenen. Het islamisme heel'l zijn kracht verloren; de instellingen, die het in hot leven geroepen heelt, zijn steeds kwijnende gebleven. De pogingen lot hervorming en mantscbappelijkc vernieuwing in Azië lieliben slechts gestrekt om don val van bet rijk van den Koran te ver-haaslcn en vollediger te maken. Te vergeefs poogt de wet van d; n Arabiscben profeet bet Oosten te weerhouden, dat hem ontsnapt: de zegevierende christelijke wet gaat een geheelen omkeer teweegbrengen in die verre landen, waaruit zij tot ons gekomen is.

In de geschiedenis van het mcnschdoin vindt men omwentelingen, die langzaam door de eeuwen en onder de verschillende volken hun loop voortzetten: de Voorzienigheid bestuurt ze, de tijd alleen rijpt en voltooit ze en de menseli kan zo ter nanwernood bespeuren en beoordeelen, omdat do meriscb slechts een stofje in de ruimle en den duur is. Uet gaat met die omwentelingen als mei de kometen, die in het onmtlelijke ruim haar baan vervolgen en die men met lange tusseh mpoozen waarneemt; zij verschijnen aan een geslacht om zich daarna slechts aan veel latere geslachten opnieuw te vertoonen. Wij willen daarmede niet zeggen, dat wij tot de tijden dor kruis-lochten teruggekeerd zijn; maar bet schijnt ons toch toe, dat het grootsche en geheimzinnige werk dor gewijde oorlogen, hetwelk de verovering en de beschaving van Azië ten doel had, voortgezet wordt in verscheidene der groote gebeurtenissen waarvan wij getuigen geweest zijn, en in die, welke aanslaande zijn. Evenals ten tijde der gewijde oorlogen trekken beden ton dage al de plaatsen waar de kruisvaarders hunne standaards plantten, de aandacht van hol chiistelijk Europa: Griekenland, Constantinopel, Afrika, Egypte, Syrië, de .Middol-landsche zee en bare eilanden zijn de punten, waarop thans de afstammelingen der oude Franken hunne blikken vestigen. Zou zulk een terugkeer der denkbeelden en aspiratiën van de volken niet in verband slaan met een groote omwenteling, welke in do oudheid en de middeleeuwen bet Oosten en bet Westen mot elkander in nauwere aanraking poogde te brengen ? De lijd zal bel loeren.


-ocr page 604-

mWmMSm

mmm

'

mÊmÊamp;MmÊÊÊm

i

-ocr page 605-

INHOUD.

VOOHWOOTCB.................. , ......... .

EERSTE BOEK.

ONTSTAAN EN ONTWIKKELING VAN DEN GEEST DER KRUISTOCHTEN.

300—1095.

rninhoopen vnn Jerusalem; Constantijn bouwt den tem pol weder op; eerste pelgrimstochten; Ciiosroës II maakt zich meester van Jcrusnlem; zegepraal van Heraclius; verhefHng van het 11. Kruis; de heilige Antoninus; Mahomed; veroveringen van zi nc opvolgers; de kalif Omar; Haroun-al-Rasohid; boetpleging van Frotmond; Nieephorus-Phoeas neemt Antioehië in; veroveringen van Zimisces; Jerusalem valt weder in de handen der Fatimiten; de kalif Hakein; nieinve verwoesting van den tempel; dood van llakem ; pelgrimstochten van Kulco, graaf van Anjou , van Robert van Normandie, van den bisschop van Kamerijk; rampen der christenen; 1'eler de Kluizenaar te Jerusalem; zijne predikatiën; Urbanus roept de concilie» van Piacenza en Clermont bijeen; de heilige oorlog wordt vastgesteld; vertrek der eerste kruisvaarders ........................................ 3

TWEEDE BOEK.

VERTRKK EN TOCHT DliR KÜUISVAARUERS DOOR HET GR1EKSCHE RIJK liN KLLIN-AZlii.

1096—1097.

Vertrek der eerste kruisvaarders; hun tocht door Duitschland, Hongarije en Bulgarije; hunne teugellucshcid, buitensporigheden en rampen; Peter de Kluizenaar en Gotsehalk; Volkmar en de graaf Emieon; beleg van Moseburg; de voorhoede bereikt Constantinopel; Alexis Com-nena laut haar over deu Bosphorus zetten; eerste vijandelijkheden met de Turken; deze voorhoede wordt in de pan gehakt; Godfried van Bouillon; samenstelling van zijn leger; karakter der voornaamste bevcllicbbers; de Grieksche keizi v maakt zich ongerust over het groote getal der kruisvaarders; de graaf van Verninndois; sluwe politiek van Alexis; de vorsten huldigen hem als hun leenheer; vrijgevigheid van Alexis ........................................ lg

VERVOLG VAN HET TWEEDE BOEK,

Het ehristen leger in Klein-Azië; het rukt voort tot Nicea en belegert deze plaats; bloedige veldslag; de stad geeft zich over aan Alexis; de kruisvaarders trekken naar Syrië; een gedeelte van het door tie Turken on singelde ehristen leger wordt door Godfried van Bouillon ontzet; verinociende marsehen; Tancredo, meester van Tarsus, onderwerpt Cilieië; de kruisvaarders te Heraclea; zij dringen Syrië binnen; Boudewijn verovert Armenië en sticht een onal'hankelijken staat.......... . ......... 28

DERDE BOEK.

TOCHT DER KRUISVAARDERS NAAR ANTIOCHIË EN HUNNE BELEGERING VAN DIE STAD.

1097—1098,

Krijgsverrichtingen in Syrië; Robert van Vlaanderen bezet Artesia; op weg naar Antioehië; het leger voor Antioehië; zijne geestdrift; wankelmoedigheid der bevelhebbers; tot het beleg wordt besloten; blind vertrouwen der kruisvaarders; opeenvolgende nederlagen; ontmoediging; desertie; heldendaden van Tancredo; koude, honger, ziekten rapen de belegeraars weg; vertwijfeling; wreedheid van Bohemond; de orde herstelt zich en de hoop herleeft; gezantschap van den kalif van Egypte; voordeelcn op de Turken behaald; do angst overmeestert de helegerden; de christenen zijn meester van de omgeving der stad, waarin gebrek heerscht; wapenstilstand aan den gouverneur toegestaan; er ontstaat oneenigheid tussehen de kruisvaarders; de Armeniër Phirous; Bohemond haalt de bevelhebbers over om den wapenstilstand te ecbendcn; Phirous levert hun een der torens over; weifeling der scldaten om dc wallen te beklimmen; de kruisvaarders binnen Antioehië; plundering', moord en wreedheden van allerlei aard.......................... 37

-ocr page 606-

II INHOUD.

VERVOLG VAN HET DERDE BOEK.

Korbona, vorst van Mossul, belegert de kruisvaarders in Antiocliië; hongersnood; desertie; Alexis staakt, te Philomelinm aangekomen, zijn verderen mnrseh; een gedeelte der voorsteden vim Antioehië wordt aan de vlammen prijsgegeven; moedeloosheid dor kruisvaarders; eeu vroom bedrog verlevendigt lutn moed; Peter de Kluizenaar wordt naar Kerboga afgevaardigd; algemeene uitval; miraculeuze overuinning; een gezantsciiap wordt aan den Grieksehen keizer gezonden; het leger vertoeft in Antioehië; groote sterfte; de emir van Hazart wil een verbond sluhen; inname van M.irrah; eisehen van Raymond; de Egyptenaren verdrijven de Turken uit Jerusalem; vertrek uit Antiocliië; aankomst te Laodioen; bedrog van Bohemond; beleg van Arehas; sluwe gedragslijn van den kalif ven Cairo; voorbereiding tot het vertrek naar het heilige land.................................... 45

VIERDE BOEK.

TOCHT NAAR JERUSALEM. — BELEG VAN DE HEILIGE STAD. — SLAG BIJ ASCALON. —

NIEUWE KRUISTOCHT. — BESCHOUWINGEN.

1099—1101.

De kruisvaarders zetten hun tocht naar Jerusalem voort; volkomen overeenstemming hunner bewegingen; weg, dien zij volgen; vervoering der kruisvaarders bij het aanschouwen dor heilige stad; historische beschrijving der stad van David; verdedigingsmiddelen der Sarraeenen ; ontmoeting met den vijand; insluiting en belegering; smartelijke verhalen der christen vluchtelingen; mislukking van de eerste bestorming ; het gebrek aan water en levensmiddelen verlamt de krachten der belegeraars; de Genueczen brengen onverwachte hulp; er wordt hout gehakt om machines te bouwen; Tancredo en Raymond zweren hun wederzijdschen wrok af; toespraak van Peter den Kluizenaar bij het zien der heiligschennissen van de belegerden; men maakt zich gereed tot een algemeene bestorming............ 54

VERVOLG VAN HET VIERDE BOEK.

Godfried van Bouillon voert de kruisvaarders tot een tweede bestorming aan; een zelfde moed bezielt de beide partijen; episoden; hemelselie verschijningen; de stad wordt genomen; tooneelen van moord en verschrikking; hunne woede bekoeld zijnde, gaan de kruisvaarders het graf des Verlossers vereeren; dc in de heilige st:ul achtergebleven muzelmannen worden wreedaardig om liet leven gebracht; verdeeling van den buit; het ware kruis wordt teruggevonden; verkiezing van een koning; Godfried wordt gekozen; Arnulf van Rohes wordt bisschop van Jerusalem; hij wil overdreven aanspraken doen gelden; de vizier Afdal nadert aan de spits van een geducht leger; de kruisvaarders trekken hem te gemoet; slag van Asealon; nieuwe oneenigheden; vele bevelhebbers keeren naar hun vaderlmid terug; Taneredo ontvangt van Manuel Comnena het vorstendom Laodieea; de vrome ijver voort een groote menigte nieuwe pelgrims in Azië; vermoeienissen en verrichtingen van deze laatsten. •— Bemerkingen van den geschiedschrijver.................... 59

VIJFDE BOEK.

GESCHIEDENIS VAN HET KONINKRIJK JERUSALEM.

1099—1146.

Godfried zend Tancredo naar Galilca; hij zelf belegert te vergeefs Arsur; aankomst van Boudewijn en Bohemond; de aartsbisschop Daimbert; de Jssisen ran Jmisalew; gesteldheid van het koninkrijk; dood van Godfried; Boudewijn volgt hem op; krijgstochten van dien vorst; zijn streven om de kracht der wetten te herstellen; de Genueezen zijn hem behulpzaam in het bemachtigen van Cesarea; overwinningen cn nederlagen; inneming vnn Ptolomaïs; hachelijke toestand van het vorstendom Antioehië en het graafschap Edessa; inneming van Tripoli; Boudewijn brengt den oorlog in Egypte over; hij sterft; Boudewijn van Bourges beklimt den troon; hij verdrijft de muzelmannen van het grondgebied van Antioehië; gevangen genomen, wordt hij door list bevrijd; de Sarraeenen van Egypte worden door Eustaehins van Agrain •eslagen ; rol der Vencticrs in den eersten kruistocht; algemeene gesteldheid; de Ismaëlieten of Aswsdjtwn; de ridders van Sint-Jan en de rempeliers; Boudewijn wil Diimascus gaan belegeren; zijn terugkeer en dood; Euleo, graaf van Anjou, wordt tot koning uitgeroepen; leenhreuk van den graaf van Joppe; hij wordt daarvoor gestraft; Joannes Comnena poogt zich van Antioehië meester te maken; daarna verbindt hij zich met de Latijnen; do koning sterft; Boudewijn lil, zijn zoon en opvolger, trekt naar Boshra op om deze stad te belegeren ; hij wordt tot den aftocht genoodzaakt; de muzelmannen verwoesten Edessa.................. 71

ZESDE BOEK.

GESCHIEDENIS VAN DEN K1UJISTOCHT VAN LODEWIJK VII EN VAN KOEN RA AD III.

I M 5—1 ] 19.

Tweede kruistocht. — De heilige Bernardus; Lodcwijk VII en de abt Suger; vergadering van Vezelay; do koning neemt het kruis aan; de Duitsehe monnik Rudolf; de abt van Clairvaux begeeft zich tot den keizer; rijksdag van Regensburg; Koenraad en zijne baronnen deelen de algemeene geestdrift; vergadering van Etampes; terugkeer van den heiligen Bernardus; voorstel van Rogier, koning van Sicilië; de abt Suger en de graaf van Novers; aangewende middelen om dc uitgaven voor den krijgstocht te bestrijden; vertrek van Lodewijk VII; de Duitsehers te Constantiuopcl; aankomst der Pranschen; samenkomst van den koning met Manuel Comnena; men doet het voorstel zich van do stad meester te maken; do bisschop van Langres; de Grieksche keizer bespoedigt het vertrek der kruisvaarders; dc aan de Duitsehers verstrekte gfdson misleiden dezen en aan duizenden ontberingen ter prooi komt hun leger nagenoeg geheel om; weg van Lodcwijk Vil; ongehoorde vermoeienissen en ontberingen; aankomst te Satalia; inscheping van een deel der troepen; het overige gedeelte sneeft onder het zwaard der muzelmannen; schitterende ontvangst van Lodewijk VII bij den vorst van Antioehië; koningin Eleonora; Lodewijk VII en Koenraad worden door Boudewijn III, koning van Jerusalem, ontvangen; de kruisvaarders slaan het beleg voor Damascus; gewicht van die stad; overwinning op de Turken; onderhandelingen; oneenighcid tussehen dc kruisvaarders; do jonge Sahdijn; het beleg wordt opgebroken; eerst Koenraad daarna Lodewijk VII keeren naar Europa terug; algemeen overzicht van den tweeden kruistocht en de gebeurtenissen, die daarop betrekking hebben; vergelijking tussehen den abt van Sint-Uenis en den abt van Clairvaux........... 92

-ocr page 607-

Ill

ZEVENDE BOEK

HET KONINKHIJK JERUSALEM TOT AAN DE INNEMING VAN DE HEILIGE STAD.

1151—1188.

Polltieto toestand vnn Azië; inneming van Ascalon; huwelijk van Boudewijn III; onlusten te Anlioeliië; dood des konings; zijn broeder volgt hem op; expeditie naar Egypte; omwenteling in dat gewest; huwelijk van Amaury; inneming van Bilbeïs; belegering van Damiate; Amaury belegert Banias; hij keert naar Jerusalem terug om daar te sterven; minderjarigheid van Boudewijn IV; Sibylla, zijne zuster, huwt den markies van Montferrat, dien zij vijf maanden daarna verliest; Saladijn rukt Palestina binnen; tweede veldslag van Ascalon; trouwe-looze wapenstilstand; Boudewijn draagt het rogentsehap op aan Lusignan, daarna aan den graaf van Tripoli; hij sterft; kroning van Sibylla en vnn Lusignan, haren tweeden echtgenoot; Apiulal, de zoon van Saladijn, dringt Galilea binnen; Saladijn, meester van Tiberias; hij neemt Lusignan gevangen cn maakt zich meester van Jerusalem. — Toebereidselen tot ecu nieuwen kruistocht.......1Ü8

VERVOLG VAN HET ZEVENDE BOEK.

PHEDIKING VAN DEN DKRDK.N KRUISTOCHT. — EXPEDITIE VAN KEIZER BAEBAROSSA.

Wilhelmus van Tyr predikt den derden kruistocht. — In de vergadering van Gisors haalt de aartsbisschop koning Philippus Augustus en Hendrik H van Engeland over om hot heilige land te verlossen; hot Saladijnsehe tiende; Eieiiard, hertog van Guyenne, wordt in den Kerkban gedaan; hij beklimt den troon en neemt het kruis aan; moord der joden te Londen en te York; samenkomst van Richard cn Philippus Augustus te Nonancourt; flauwheid van den ijver in Duitsehlaud; keizer Frederik Barbarossa zendt afgezanten aan al de vorsten die in het Oosten regeeren; bijzonderheden omtrent de Duitsche kruisvaarders; zij vertrekken uit Ilegensburg; Isaac Angelus wordt gestraft voor zijne dubbelhartigheid jegens hen; zij schepen zich te Gallipoli in; hun weg door Azië; overtocht van den Taurus; Frederik verdrinkt bij ongeluk, cn de hertog van Zwaben volgt hem in het opperbevel op; vijf duizend man, de eenig overgeblevenen van dat leger, bereiken Palestina j slechte ontvangst die hen daar ten deel valt......................... 124

ACHTSTE BOEK.

BELEG EN VEROVERING VAN PTOLOMAIS.

1187—1190.

Koenraad, markies van Montferrat, sluipt binnen Tyrus, dat door Saladijn belegerd wordt; zijn edelaardig gedrag; de sultan trekt op naar Tripoli, afgeslagen, brengt hij den oorlog weder naar de oevers van den Orontos over; in vrijheid gesteld, schendt de koning van Jerusalem zijn eed; liij sluit Ptolomaïs iu ; beschrijving der stad en hare omstreken; werkzaamheden van het beleg; toevloed van nieuwe kruisvaarders; de sultan dringt in do stad door; in een blocdigen veldslag ovenvonneu, nemen de christenen de wijk naar hun kamp; aftocht der ongeloovigen; hun aanvallende terugkeer; Malek-Adhel brengt versterking aan zijn broeder; op liet bericht der nadering van Koenraad worden de Turken ontmoedigd; wcderzijdsche verliezen door de belegerden en de belegeraars geleden; de hertog van Zwaben verschilt met zijne Duitschers; zijne verwatenheid; zijn dood; Sibylla en hare beide kinderen dalen ten grave; Koenraad doet het huwelijk v n Humfried van Thoron ongeldig verklaren, ten einde Isabella te kunnen huwen; noodlottige gevolgen van die daad; liielinrd en Philipjn s Augustus; hunne reis; hun ontluikende haat; Saladijn roept al do zonen des profeets tot den heiligen oorlog op; de beide koningen worden ziek; zij zenden afgevaardigden aan Saladijn; het christen le^cr sluit Ptolomaïs nauwer in, dat zich oindelijk bij verdrag overgeeft. Vergelijking tusschen de dapperheid, dc bewapening en de zeden der oorlogvoerende partijen............131

VERVOLG VAN HET ACHTSTE BOEK,

VOORTZETTING VAN DEN KRUISTOCHT VAN RICHARD EN PHILIl'PUS AUGUSTUS.

Philippus en Richard deelen zamen dc in Ptolomaïs gevonden schatten; twist tusschen Richard en hertog Leopold van Oostenrijk; Koenraad keert plotseling naar Tyrus terug; Philippus Augustus scheept zich in naar Frankrijk; Saladijn komt dc voorwaarden van het verdrag niet na en Richard doet do innzelmansche gevangenen o.nbrcngon; de kruisvaarders slaan den weg in naar Jerusalem; zij ontmoeten veel mocielijkheden; zij zegevieren te Arsur; wcderzijdsche stelling der christenen en der Turken na dien veldslag; Koenraad en Richard onderhandelen met Saladijn; wreedheid van den koning van Engeland; hij trekt op Jerusalem aan, dat door Saladijn in persoon verdedigd wordt; de kruisvaarders trekken terug op Ascalon cn herstellen er de vestingwerken van; oncenigheid onder de bevelhebbers; Koenraad, tot koning van Jerusalem gekozen, wordt door twee Ismaëlieten vermoord; Hendrik, graaf van Champagne, volgt hem in het markgraafschap Tyrus op en sluit zich daarna bij Richard aan in het beoorlogen der ongeloovigen; de Engclsche monarch begint aan den terugkeer naar zijn vaderland te denkeu; zijne besluiteloosheid; een raad bestaande uit ridders en baronnen, besluit tot den terugtocht naar de kust; de sultan bemachtigt Joppe, dat Richard, na wonderen van dapperheid verricht te hebben, hein weder ontweldigt; Saladijn bewillig' in het sluiten van den vrede; Richard scheept zich in en veria it het Oosten. — Beknopt overzicht van den derden kruistocht. . lil

NEGENDE BOEK.

EINDE VAN DEN VIERDEN KRUISTOCHT.

1193—1198.

Verbrokkeling van het door Saladijn gestichte rijk ; Malek-Adhel maakt gebruik van den naijver zijner neven om zich v;m den troon meester te maken; blik op den staatkundigen toestand van het Oosten en het Westen; paus Colestiuiis lil doet den kruistocht prediken; de keizer van Duitsehland, Hendrik IV; rijksdag van Worms; vertrek der Duitsche kruisvaarders; hun aanmatigend cn onstaatkundig gedrag in Palestina; gevolgen hiervan; de muzelmannen belegeren Joppe; dood van den koning van Jerusalem; Malek-Adhel wordt geslagen en op de vlucht gedreven; de christenen licrnernen Beyront; opnieuw meesters van Syrië vatten zij het voornemen op de heilige stad te heroveren; zij sluiten hot kasteel van Thoron in; hun schandelijke vlucht; hunne noodlottige verdeeldheden; koningin Isabella schenkt hare hand aai; Amalric, koning van Cyprus; aankomst van den graaf van Montfoort; de Duitsche kruisvaarders kceren naar Europa terug; wapenverdiv,1. met Malek-Adhel. — Beknopt overzicht van den vierden kruistocht........................15;

-ocr page 608-

IV

TIENDE BOEK.

VIJFDE KRUISTOCHT.

1198—1203.

Hol Frnnkiscli rijk van Constantinopcl. — Paus Innoceutius III tracht den hoili^on ijver weder aan te vuren; Richard-Leeuwcnliart; l'iiilippus Augustus; prediking van Fulco van Neuilly en van Marlijn Lilz; Ti bout, graaf van Champagne en Lodewijk, graaf van Chartrrs en Bluis, nemen liet kruis aan; zij zenden gevolmachtigden naar Venetië om schepen uit te rusten; dood van Tiboul IV; Bouifaeius, graaf van Montferrat, wordt tot opperbevelhebber van den kruislocht gekozen; dood van Fulco van Neuilly; een gedeelte der kruisvaarders komen te Venetië aan en nemen deel aan het beleg van Zara ondanks het verbod van den paus; de Venetiërs worden in den bun gedaan; omwenteling te Constantinopcl; Alexis Angelus (de jonge), zoon van Isniic, komt den bijstand der Venetiërs inroepen; de tijding der verovering van Apiilic en het koninkrijk Napels door Walter van Brienne veroorzaakt ecne scheiding; de vloot zeilt uit naar Constiintinopel; bijzonderheden van die expeditie; op den troon hersteld, belooft Alexis Angelus den paus, hem als opperhoofd der Algomeene Kerk te zullen erkennen......................................160

ELFDE BOEK.

VAN DE RESTAURATIE VAN ISAAC TOT AAN DEN DOOD VAN BOUDEW1JN.

1203—1206.

\'.i(irstellen van den Griekschen keizer aan de kruisvaarders; hij laat dc godsdienstige suprematie van den Heiligen Stoel afkondigen; veldtocht naar Thraeië; Johannes, koning der Bulgaren; een groot gedeelte van Constanfinopel wordt door een brand verwoest; haat van Isaile Angelus tegen zijn zoon; Alexis Ducas (bijgenaamd Murzuffles); gebeurtenissen in Palestina; de bevolking van Constantinopel poogt de vloot in brand te steken; opstand door Murzuffles verwekt; Alexis sterft aan vergift; Isaiic volgt hein ia het graf; Murzuffles overweldigt den troon; de kruisvaarders nemen de stud stormenderhand in; vlucht van Murzuffles; Theodorus Lasearis vervangt hem, doch neemt insgelijks do vlucht; verdeeling der provinciën van het rijk; Boudewijn, graaf van Vlaanderen, ontvangt de kroon; de kroning; Bouifaeius en Dandolo schrijven aan den paus; de ban wordt opgeheven; de christenen van het heilige land komen naar G:iekenland; dood der keizerin; omkeer tegen do overwinnaars; oneenigheden tusschen Boudewijn en Bouifaeius; do keizer belegert Adrianopel; een onvoorzichtig aangeboden veldslag; gevangenneming van Boudewijn; de inogendhcdcn van het Westen worden om bijstand verzocht; Hendrik van llcnegouwen volgt zijn broeder op; dood van Dandolo en Bouifaeius; antwoord van Johannes aan den paus betreffende den dood van Boudewijn. — Beknopt overzicht van het elfde bnek.........................

TWAALFDE BOEK.

VAN DEN DOOD VAN AMALRIC TOT AAN DK INNEMING VAN DA Ml ATE DOOR DE KRUISVAARDERS.

1200—1221.

/iisde kruistocht. — Hongersnood, pest, aardbeving in Egypte en Syrië; dcod van Arnalrie en Isabella; gezantschap aan Philippus Augnstns gezonden; «ojgering van Malek Adhel om den wapenstilstand te verlengen; Johannes van Brienne. de aangewezen koning, stapt te Ptolomaïs aan wal; hij wordt overwonnen; godsdienstoorlogen in Europa; de Albigenzen, de Sarracenen van Spanje; de kruistocht wordt door 50.000 kinderen aangevangen ; brief van den paus aan Malek-Adhel; do kardinaal van CouKj m predikt den kniistocht; Jacques van Vitri, bisschop van Ptolomaïs; subsidie door den koning van Frankrijk verleend; Jan zonder land veinst het kruis aan te nemen; Otto an Saksen; oecumenisch concilie van Latranon; dood van den paus; zijn opvolger llonorius 111; oorsprong der oude volken van Pruisen; keizer 1'reder ik 111 stelt ziju vertrek uit; Andreas Beln, koning van Hongarije, ontvangt het oppercommando en draagt het aan zijn zoon over; vertrek der kruisvaarders; Malek-Kamel, zoon en opvolger van Malek-Adhel; do ohristenen worden bij den berg Thabor op de vlucht gedreven; dood van den koning van Cyprus; Andreas keert met zijne Hongaren naar Europa terug; veldtocht naar Egypte; belegering van Damiate; dood van Malek-Adhel; beschrijving van dien vorst; do kardinalen van Court;on en Polagius; do mnzèlinannen komen Uaniiate te hulp; de belegeraars worden geslagen; Malek-Kamel biedt don vrede aan ; iniieining van Damiate en bezetting van Neder-Egypte; Peiagius doet tot do belegering van Cairo besluiten; wederwaardigheden; samenkomst van den koning van Jerusalem met den sultan; Damiate wordt aan de muzelinaniien teruggegeven. — Vergelijking van het bijzonder karakter der zes eerste kruistochten . , . 191

DERTIENDE BOEK.

KRUISTOCHT VAN FREDERIK 11. — KRUISTOCHT VAN DJ'N KONING VAN NAVARRE.

1222—1341.

dovende kruistocht. — Keizer Frederik II aanvaardt liet koninkrijk Jerusalem; onteviedeiilieid van Johannes van Brienne, zijn selioonvader; aljr^meene toestand van Europa; dood van llonorius III; Gregorius IX; zijne verwikkeliniren niet den keizer van Duitsehland; Frederik te l'tolomaïs; zijne onderhandelingen met Malek-Kamel; zijne intrede in Jerusalem; hij keert naar Ptolomaïs terug, scheept zieh naar Italië in en onderhandelt met den paus. — Thibout V, graaf van Champagne en koning van Navarre, neemt het kruis aan; hij vindt vod navolging; verval van het Latijnsehe rijk van Constantinopel; üregorius IX verzet zich tegen het vertrok der kruisvaarders; zij volharden in Imn besluit; dood van Malek-Kamel; expeditie tegen Damascus; expeditie tegen Gaza; de christenen worden er overwonnen; se Franschen schepen zieh weder in; iliehard van Coruvvallis; Inuoeentius IV. — Algemeen overzicht van den zevenden kruistocht. 210

VEERTIENDE BOEK.

DE TARTAREN. — HET CONCILIE VAN LYON. — EERSTE KRUISTOCHT VAN DEN HEILIGEN LODEWIJK.

124quot;—1319.

Achtste kruistocht. — Oorsprong der Tartaren; hunne veroveringen onder Gengiskan; zij verspreiden schrik doorliet Oosten en het Westen ■ ondergang van het rijk van Karisma; verwoesting van hot vorstendom Antioohië door do Comanen of Tartaren; oeenmeniscli coneilio van Lyon; excommunicatie over l'rederik uitgesproken; Lodewijk IX neemt het kruis aan ondanks de vertoogen zijner moeder; Erederik kiest

-ocr page 609-

V

den koning tot bemiddclnar tusschon het keizerrijk en de driekroon; Friesche, Hollniulscho en Noorweegsehe kruisvaarders; samenkomst van Lodewijk IX en den paus; de koning sclioept zich te Aigues-Mortes in; verblijf in Cyprus; onmaligiieid der kruisvaarders; de koning vereffent de geschillen tusschen de Grieksche en de Latijnsche geestelijkheid; verschillende onderhandelingen; de expeditie gaat weder onder zeil; meer dan de helft wordt door een storm verstrooid; de koning landt in het gezicht van Damiate; inneming van die stad; het leger dringt in Egypte door; zijne zegepralen en zijne oncenigheden......................

VIJFTIENDE BOEK.

VAN DEN DOOD VAN NEGMEDDIN TOT AAN DE TERUGGAVE VAN DAMIATE DOOR DE KRUISVAARDERS.

1249—1250.

Dood van Raymond II, graaf van Tnulouse; aankomst van den graaf van Poitiers in Egypte; het leger trekt tegen Cairo op; Almoadam wordt door do sultane Chegger-Eddour tot sultan uitgeroepen; het leger trekt over de Aschmoun; onvoorzichtigheid van Robert, graaf van Artois; hij dringt Mansourah binnen; hij wordt gedood; bloedige veldslag; aankomst van den sultan; besmettelijke ziekten, schaarsehte; mensehlievendheid van Lodewijk IX; terugtocht op Damiate; do koning met zijne beide broeders en de voornaamsten zijner baronnen gevangen genomen, wordt naar Mansourah gevoerd; heldhaftigheid van koningin Margaretha; lafhartig gedrag der Pisaners en der Genueezen; grootmoedigheid van Lodewijk IX; verdrag met Almoadam; deze vorst wordt te Pharesoour vermoord,0na een onderhoud met den koning; een vaische meening wederlegd; Chegger-Eddour en Ezz-Eddin-Aybek; edele standvastigheid van den Eranschen monarch; de emirs vergenoegen zich met zijn woord; ontruiming van Damiate; Lodewijk IX keert met het overschot van zijn leger in Ptolomaïs

ZESTIENDE BOEK.

VOORTZETTING EN EINDE VAN DEN EERSTEN KRUISTOCHT VAN DEN HEILIGEN LODEWIJK.

1250—1254.

Er ontstaat ecu besmettelijke ziekte in Ptolomaïs; Lodewijk IX zend het losgeld der gevangenen naar Egypte; onlusten in dat rijk- de koning veinst naar Frankrijk terug te willen kecren; Joinville verzet zich daartegen; vertrek van den hertog van Anjou en den graaf van Poitiers; de sultan van Damascus noodigt den koning uit zich bij hem aan te sluiten om de mamelukken Ie tuchtigen; Lodewijk IX stelt daarvoor voorwaarden; keizer Frederik II daalt ten grave; de paus brengt het wantrouwen, dat hij in den vader steldé, op de zonen over en predikt een kruistocht tegen Koenraad IV; oorsprong der Pastoureaux; hunne verstrooiing; Hendrik III van Engeland neemt het kruis aan; koningin Blanea zendt onderstand aan haar zoon; afgezanten van den Oude van den Berg worden to Ptolomaïs ontvangen ■ verdrag met de emirs van Egypte; de sultan van Bagdad herstelt de eendracht onder de muzelmannen; dé oorlog ontbrandt weder- de Turcomannen hernemen Sidon; hot Frankische leger trekt Paneas binnen, en verlaat het bijna terstond; de koning ontvangt hot bericht van den dood zijner moedor; hij gaat nnar Frankrijk scheep. — Menigvuldige oorzaken dor mislukking van dezen quot;kruistocht . . 253

ZEVENTIENDE BOEK.

TWEEDE KRUISTOCHT VAN DEN HEILIGEN LODEWIJK. 1255—1 271.

Oncenigheden tusschen de Vonctirrs en de Genueezen van Ptolomaïs, en tusschen de Tempeliers en de Hospitaalridders; dood van Cheo-o-cr-Eddour; de Mongolen ; einde van de dynastie der Abassiden; paus Aloxnnder IV; bennuwdheid in Europa en Azië door de invallen dor Tartaren veroorzaakt; Kctboga, hun aanvoerder, wordt te Tiberias gedood; de sultan Kontouz wordt vermoord door Uibars, die in zijne plaats tot sultan uitgeroepen wordt; droevige toestand der christenen van hot Oosten; de pausen Urbanus IV en Clemens IV; val van het Latijnsche rijk van Constantinopol; vorderingen van Bibars in Palestina en Syrië; hij neemt Autioehië; Mainfried, Conradijn, Karei van Anjou; Lodewijk neemt weder hot kruis aan-, de geestelijkheid verzot zich tegen de helling van den Ih-uiIch pcunimj; concilie van Northampton-Catalonische, Castiliaanschc en Aragonisehe kruisvaarders; gebeurtenissen in het koninkrijk Napels; Eduard van Engeland; staatkundige en familiebeschikkingen door Lodewijk IX genomen; vertrek van den koning; belegering van Tunis; dood van Lodewijk IX; Karei van Anjou neemt het commando op zich, toekent een bestand en voort het leger naar Europa terug; aankomst van de vloot te Tra pa ni op Sicilië; dood van den koning van Navarre en van verscheidene merk waardige personen; Philippus keert in Frankrijk teruf. — Lofrede op den heiligen Lodewijk..............................................0 .

ACHTTIENDE BOEK.

ONDERGANG DER CHRISTEN KOLONIËN IN HET OOSTEN.

1271—1290.

Eduard van Engeland landt te Ptolomaïs; inneming van Nazareth; moordaanslag op den Engelschen prins door een zendeling van den Oude van den Borg; Eduard koert naar zijn vaderland terug; verkiezing van Gregorius X; zijn terugkeer naar hol Westen; conoilic van J.von; Rudolf van Hapsburg wordt tot keizer van Duitschland erkend; Humbert van Roinanis maakt oen memorie openbaar ten gunste van den gewijden oorlog; nieuwe veroveringen van Bibars; zijn dood; Kelaoun volgt hein op en verslaat de Tartaren bij Emesa; dood van Gregorius X; de Siciliaansche Vespers; staatkunde van Kelaoun; do burgheer van Marakia; Kelaoun neemt Laodioea, Tripoli, bedreigt Ptolomaïs en onderhandelt met de christenen; zijn dood; zijn zoon en opvolger Clialil neemt Ptolomaïs storinenJorhand in en verdrijft de christenen

uit Syrië...........................................

NEGENTIENDE BOEK.

POGINGEN TOT NIEUWE KRUISTOCHTEN TEGEN DE TURKEN.

1391—1453.

De paus predikt een nieuwen kruistocht; de Tartaarsche vorst Cazan zendt een gezantschap naar Rome; vergadering van Poitiers; inneming van Rhodes door de ridders van Sint-Jan van Jerusalem; de ridders van den Tempel komen zich in Frankrijk vestigen; blik op de oorzaken van de opheffing der Orde; Karei de Schoone ontvangt Armenische afgezanten; Petrarehus, Raymond Lullius, Sanuto; Philippus

-ocr page 610-

INHOUD.

van Valois vergadert de baronnen in de Heilige Kapel; de kalif van Egypte mishandelt de christenen; Ae zwarte pest; Vete* vnn Lusignan, koning van Cyprus, komt naar Rome; zijne voorstellen; hij doorkruist Europa; koning Jan neemt het kruis aan, maar hij komt ia Londen te sterven; een Genueesehe vloot voert de kruisvaarders voor Almahia; gevecht van tien tegen tien; wantrouwen tegen de Genueezen; begin van het Ottomannische rijk; Bajazet in Hongarije; veldslag van Nicopolis; Bajazet zendt de Fransche gevangenen terug; nieuwe onderneming door Boueicaut aangevoerd; Manuel 1'aleologus aan het hof van Karei VI; Tamerlan komt Bajazet bestrijden; veldslag van Ancyra; paus Eugenius werft troepen aan; er wordt een verdrag voor tien jaren met Amurat 11 gesloten; Scanderberg; de christenen verliezen den veldslag van Varna; Mahomed 11 maakt zich meester van Constantinopel......... # • . . , 291

TWINTIGSTE BOEK.

KRUISTOCHT TEGEN DE TLJRKKN.

1453 — 1590.

Ontsteltenis in Europa over de inneming van Constantinopel; de gelofte van den fai sunt; de Tnrken worden uit Belgrado verdreven; Pius 11 onderhandelt met Mahomed 11; zijn dood; eed van Mahomed 11; het koninkrijk Cyprus ontsnapt aan de Lusignans; belegering van lihodes; inneming van Otrante; prins Zizitn; Karei VI11 in Italië; rol der Venetievs in het Oosten; pans Leo X; het vijfde concilie van Lateranen; brieven van koning Frans 1; Luther en Erasmus; de ridders van Rhodes vestigen zich op Malta; inneming en verwoesting van Rome door de Keizerlijken; overwinning van Lepanto; Joannes Sobiësky overwint de Turken; verzwakking van liet rijk der

Halve Maan..............................................................................309

EEN EN TWINTIGSTE BOEK.

Hoofdstuk I. Geest der kruisvaarders................. ...........833

— 11. Christelijke ootmoed en broederlijkheid der soldaten van liet kruis................335

— HL Van de tooverij der muzelmannen bij de kruistochten; van de liehtgeloovigheid der kruisvaarders......336

— IV. Barbaarschheid der Franken in de kruistochten; zeden en zedeleer der kruisvaarders..........338

— V. Van de menigte die de kruisvaarders vergezelde.....................339

— Vl. Uitspanningen der kruisvaarders....................................340

— VIL Van de vrouwen in de kruistochten.........................341

— VIII. Wetgeving der kruisvaarders............................343

— IX. Van de aanwerving der christen legers, cn van de middelen om zich in de kruistochten van geld te voorzien. . 344 •—• X. Van de.voeding en het onderhoud der christen legers in de kruistochten.............346

— XL Van de wapens der kruisvaarders en van hunne wijze van strijden...............847

— XH. Voortzetting van hetzelfde onderwerp.........................348

— XIll. Tucht dor kruisvaarders.............................349

XIV. Van het staatkundig beleid in de kruistochten......................350

— XV. Voortzetting van hetzelfde onderwerp.........................852

— XVI. Hoe het in Europa tijdens de kruistochten gesteld was........... .......358

— XVll. Voortzetting van hetzelfde onderwerp.................'........855

TWEE EN TWINTIGSTE BOEK.

INVLOED EN GEVOLGEN DliR KRUISTOCHTEN.

Hoofdstuk 1. Algemeene beschouwingen.............................357

— II. Van Frankrijk..............................................................359

— 111. Van Engeland........ ....................... . 360

-— IV. Van Duitscliland...............................361

— V. Van Italië.................................863

— VL Van Spanje.................................364

— VII. Van tien adel................................365

— VIII. Van de ridderschap...............................866

— IX. Van de geestelijkheid..............................868

— X. Van de kloosters...............................870

— XL Voortzetting van hetzelfde onderwerp.........................371

— XH. Van de lijfeigenen...............................872

XIII. Vrijmaking der gemeenten............................378

— XIV. Voortzetting van hetzelfde onder »erp.........................375

— XV. Van de rechterlijke macht.............................876

.— XVI. Van de zeevaart en den handel...........................878

— XVll. Van de nijverheid; van eenige Oostersche voortbrengselen; beoefening der aardrijkskunde........37 9

— XV1I1. Scholen, universiteiten; wetenschappen vim hot recht, de natuur- en de geneeskunde..........381

— XIX. Studie dor talen; letterkunde...........................888

— XX. Van de kronijken...............................885

— XXI. Voortzetting van hetzelfde onderwerp.........................388

BESLUIT........................................391

VI

-ocr page 611-

VOLGORDE DER PLATEN.

Zie lilmlz.

AFLEVERING I. Do ffclofte ....................... ...... 17

„ — Het vertrek................................17

II. Gastvrijheid dor Barhnren tegenover do pel«;Tiitis................. _ 4

— Fnloo s;eflt;ilter(t door de seliiimnen zijner slachtollers....................................10

III. Peter de Kluizenaar predikt den kniistoeht............................]4

— Een eenige kreet weergalmde: „God wil het!quot;........................................17

IV. De verbitterde Hongaren grijpen naar de wapens......................................jy

— liestorniing van Moseburg....................................................oj

V. Verbazing der kruisvaarders bij het zien dor Oostersche weelde..............................27

— Godfried ontmoet het overschot van Peters leger........................................2S

VI. De voorgangers..............................

— De priesters verlevendigen den moed dor kruisvaarders....................

VII. De muzelmansclie legerbenden worden door Godfried op de vlucht gedreven...........30

-—- Er werden meer dan duizend hoofden in Nicea geworpen..................................30

VIII. Slag bij Nicea........................... ... 32

— Lijkplechtigheden der kruisvaarders na den slag van Dovylea................................3 2

IX. De kruisvaarders in het Taurusgebcrgte.......................3 1

— Slag van Antiochië.......................... ... 41

X. ISohemond klimt zelf langs den touwladder naar boven....................................14

— Menschenslachting in Antiochië....................................................11

Al. Geestdrift der kruisvaarders bij liet zien vnn Jernsalein....................................50

— Tweede bestorming van Jerusalem; de kruisvaarders worden afgeslagen..... ..............51)

XII. Verseliijning van Sint-Joris op den Olijfberg..........................................CO

— Inneming van Jerusalem door Godfried van Bouillon...................(iü

XIII. Gerard van Avesnes foltering tijdens het beleg van Arsnr.................71

— Verscheidene emirs komen Godfried bezoeken..........................................73

XIV. Bloedbad in de moskeeën van Cesarea..............................................75

—• Heldhaftige strijd van tweehonderd ridders................. . . . 70

XV. Dood van Boudewijn ......................... ... 80

— Tlgany schenkt Walter het leven..................................................81

XVI. Lodewijk A'H aan de voeten van den heiligen Bernardus.................'J4

— Koenraads leger komt in het gebergte om.......................y')

XVH. Bernardus van Carinthië door de Turken overvallen...................99

— Lodewijk VII op den berg Cadmus........................100

XV11I. Saladijn.................................113

— Het Syrische leger wordt door een orkaan verstrooid...................112

XL\. Het zien van het ware kruis ontvlamt den moed der kruisvaarders..............115

— lloemvolle dood van Jacques van Maille, maarschalk van den Tempel.............118

XX. Een miraculeus licht flikkerde bover. de lichamen der martelaars...............130

— Aanroeping van Mahomed...........................120

XXI. Bestorming van Ptolomaïs...........................138

—- Steekspelen tusschen christen en Sarraceensche ridders..................lyy

XX 1. Uit weerwraak doet Richard de gevangenen ter dood brengen.......................M:)

— De kruisvaarders door de muzelmannen omsingeld............... .... l i'

XXIII. Veldslag bij Arsur.................................

— 'Uiehard Leeuwenhart ontzet de stad .Toppe......................11.^

XXIV. Blondel erkent de stem van Richard in den kerker................. .151

— Dandolo predikt den kruistocht in dc Sint-Marcus-kerk.....................

XXV. Keizer Alexis wordt door Mnrzufflus geworgd.....................17g

—■ Murznfflus onderhandelt met Dandolo...........................

XXVL Intocht der kruisvtiardera in Constantinopcl.......... ...........IgD

— De heilige Fraiiciacus van Assise voor Malek-Karael................ , jjUI,

-ocr page 612-

volgordr der platen.

Zie bladz.

Wonderteekenen aan den hemel..........................212

Het afscheidslied..............................217

Het christen leper in de bergen van Juden......................218

De weg naar Jerusalem...............•............220

Het Te Deum na de overwinning.........................223

De biecht op het slagveld...........................225

De Z(gen.................................232

Vertrek uit Aigues-Mortes...........................233

Aankomst van den H. Lodewijk voor Daiiiiate.....................23G

Het doopsel................................236

De hulp.................................240

Het hoofd van den emir wordt aan het serail vertoond..................24'3

Opsporing der lijken van de graven van Artois en Salisbury.......•...... . 245

De heilige Lodewijk wordt gevangen medegevoerd . . ................247

Aankomst te Cairo van de gevangenen uit Minieh............... .... 248

De gevangen christen ridders te Cairo.......................249

Dood van Almoadam.............................250

De tijding...............................253

De sultane Chegger-Eddour en Saïf-Eddin......................266

Wreedheden van Eibars............................268

De nacht van 25 Augustus 1270 (Dood van den II. Lodewijk)...............277

Vermoording van Hendrik van Duitschland............. ........279

Worsteling van Eduard III van Engeland met den moordenaar................280

Openbare gebeden voor de kruisvaarders.......................290

Samito biedt pans Joannes XXII de kaarten van het Oosten aan...............291

Mahomed H voor Constantinopel.........................30G

Constantijn Paleologus spreekt de verdedigers van Constantinopel toe.............207

De bekeering...............................308

Krijgsverrichtingen van Huniodcs en den monnik Capistranus................311

Het heilig graf...............................320

Zeeslag van Lep,into.............................32fi

De verschijningen..............................336

Zich in den vorm van een kruis op den grond uitstrekkende, wachtien de Duitsche kruisvaarders den dood af. 340

Het bestand................................341

De gevangenen...............................342

Eene heldin................................342

De penning voor den kruistocht................. .......345

De dorst........................... .....34(j

Oorlogswerktuigen der kruisvaarders........................347

Veieering van het ware kruis.............................

De tcrngkoinst...............................354

De kruistocht der kinderen...........................355

De laatste der Moorsche koningen verlaat Grenada...................364

De ridders leggen de gelofte af voor de graftombe van hun voorzaat.............366

Barthelemi gaat door do vlammen.........................376

De veteraan................................381

Eichard Leeuwenhart bij den veldslag van Arsur....................384

Meistreclen de glorie van den kruistocht bezingende...................334

1 !

Aflevjïring XXVIT.

xxviii. xxix. xxx xxxi. xxxii.

xxxiii.

xxxiv. xxxv.

xxxvi.

xxxvii.

xxxviii. xxxix.

xl. XIJ. XLIf. xl11i. xl1v. xi;v. xi, vi.

xlvh.

xlvii1. xlix. l.

'

li'

It llgt; B

i

lil

|| || lil

i

li

li ! I '!

f

li ''' lil 't

quot; i

,i

\ '

nl

-ocr page 613-
-ocr page 614-
-ocr page 615-
-ocr page 616-
-ocr page 617-

ltyélt;: 'r^ VP ..A '-/2^ • ■ lt; 'quot;N-; ' i-fl ;v^ V'l ' Vlt;

gt;- -— A A,;; A 1 quot; ' A quot;^ vr '' :-V--. ^ ■ A - .- 5 :- .Vquot;rlt;i

,

r - - -

^ , ■ . . • —i

.■/'A

V. ;: f ': - •

• .^-v- I . ' S

A A T.^- ■■

A

_

-ocr page 618-

W^mmumwi-------.-rT.,.,, ]r ] mnijnn^ ; n

mm- ?: mSmmm:

^iMiMÉte^^lÉiÉilÉ ;i teil

m

*|iWi|ir^||

I

Wii ' 1 \ - /ii r1 :'li

^ :;ll

1M