|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V -f \ '^ quot;4 ^. - -^ -^ .
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
quot; i._
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
laquo;v laquo;•-•#9632; ,
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
A-v^laquo;
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
f~K^Cnbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; tJ,
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
-~~*K
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
gt;*-^V ^v
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
/ Vvi^
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
.. #9632;*•:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
#9632;r^
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3479
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
1W,
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||
der asch en vuilnis overgebragt. Daar werden de lijken geopend, opnieuw geschouwd, gevild, in stukken gehouwen, met carbolznur overgoten en begraven, alles op last van den Burgemeester. De huiden werden aan den slagter terag gegeven.
Een gedeelte van den inhoud der magen werd afgezonderd en onderzocht. De spijsbrij, voor zooverre nog schouwbaar, bestond uit zeer fijn gekaauwd voedsel, grijs-groen van kleur, en bet had eene harsachtige of eenigszins bedwelmende, stinkende renk. Tusschen de homogene stof waren slechts nog enkelde geheele blaadjes en stukjes daarvan aanwezig, stellig af komstig van Taxus baccata. Fragmenten van thuja of sabina werden niet gevonden.
In een der magen waren een paar stukjes schulen van aardappelen en een graankorreltje; maar geen gras of hooi of ander voedsel was te vinden. Het schijnt derhalve dat de paarden als 't ware met een ledige maag op de markt zijn gekomen, en toen, bij gebrek van beter, en omdat ze niets anders konden bekomen, van den taxis-boom hadden gegeten.
Opmerkelijk is het kort tijdsverloop, waarop deze intoxi-catie met doodelijken afloop plaats had.
Dit is intusschen niet bevreemdend, want vele schrijvers hebben hetzelfde opgemerkt. De bladen van den Taxis oefe-nen op het dierlijk Organismus, eene narcotische working en veroorzaken eene ontsteking van de slijmvliezen. De eigen-lijko oorzaak van den dood wordt intusschen aan eene spoedig intredende verlamming toegeschreven.
De vergiftigende eigenschappen van den taxis-boom waren reedraquo; bjj de oude schrijvers bekend.
Deze boom wag toegewijd aan de wraakgodinnen of furion, die de ondeugd onophoudelijk vervolgden en gewoonlijk worden afgebeeld, met een raquo;langen geessel, een fakkel of dolk, en bij de ouden uitermate gevreesd, zooals Dr. van Hasselt (*) vermeldt. Gelijk thans de cypres en de treurwilg, was hij, bij de dichtere der oudheid, het symbool van rouw en dood.
|
||
|
||
(*) Handleiding der vergiftleer, door Dr. A. W. M. van Hasselt. Utrecht 1853 bl. 371.
|
||
|
||
|
||
Voorts vermeldt Plinius (*) dat de vruehton, vooral in Spanje, vergiftig zjjn, en dat men er reisbekera, met het doel om er in Frankrijk wijn uit te drinken, vervaardigde, die echter eene doodelijke uitwerking hadden. „Yasa etiam viatoria ex ea vinis in Gallia facta mortifera fuisse comper-tum est.quot;
In Arcadia was de giftige working zoo spoedig, dat zij die onder den boom gaan liggen te slapen of zitten te eten, stierven. Sommigen zeggen, dat de pijlen met bet gift besmeerd werden. Voorts is wol eens beweerd, dat de boom onschadelijk wordt, wanneer men er een koperen spijker (clarus aereus) in slaat.
Ovidius (sect;) verhaalt dat do bijenzwermen door den taxis uit de korven worden verdreven, en dat zij dozen boom ont-vluchten.
Ook Virgilius handelt (f) over de nadeelige working van den Taxis en raadt de bijenhouders aan om geen Taxis-boom nabij hun huis te houden. „Neu propius tectis taxom sine.quot;
Plutarchus (**) vermeldt ook, dat de schaduw van den taxis doodelijk is voor degenen die daaronder inslapen. Dioscorides is van hetzelfde gevoelen, en verhaalt tevens dat zelfmoordenaren gebruik maken van het eten dor taxis-vruchten, of het drinken van het daaruit geperste sap. Ook Caesar (sect;sect;) vermeldt dat de koning der Eburonen, Cativolcius, zieh om het leven bragt met Taxis, (Taxo se exanimavit) ten einde niet levend in de banden der Bomeinen te vallen.
Uitgezonderd den zoo even genoemden spijker, vermelden de ouden niets als tegengift, dan het rijkelijk gebruik van wijn, dat Dioscorides aanraadt. Omgekeerd sohjjnt het sap van den taxus, althans volgens Suetonius (ff) het beste tegengift te zijn tegen den beet van een adder.
Behalven do zoo even aangehaalde schrijvers, zoude men
|
||
|
||
(*) Plinius. Historia naturails. Lib.—C, 20.
(sect;) Ovidius, Remedia amoris. V. 185.
(t) Virgilius Georglcon. 4 B. K.
(quot;) Plutarchus. Lib. III.
(sect;sect;) Caesar de Bello Gallico VI—31.
(ft) Suetonius. Vita Claudii. C. XVII.
|
||
|
||
|
||
de lijst zeerkunnen vermeerderen met denamen van Theophras-tus, Dodoneus, de Lobel, Bauhinus, Tournefort, en anderen, die echter daarin oyereenkomen, dat de bladen on vruchten van den Taxus-boom, zeer vergiftige eigenschappen bezitten. Bij aommigen komt hij voor onder den naam van Arbor mortis, boom des doods, of Arbor virosa, giftboom.
Omtrent het scheikundig bestanddeel, hetwelk de vergif-tiging veroorzaakt, is nog weinig bekend; vele schrijvers vermelden er niets van, zooals b.v. Dragendorff, Otto, Hoppe, quot;Van Hasselt en anderen.
In het woordenboek van Van Triebt (*) vindt men echter de uitkomsten der analysen, in de eerste plaats van Perretti, die in de plant vond bittere vluchtige olie, geele extractieve kleurstof, bittere extractstoffen, appelzure kalk, bars, suiker enz. Lucas verkreeg bij de behandeling der bladeren, vol-gens de methode van Stas, eene zeer geringe hoeveelheid van een wit, amorph bitter smakend quot;ligehaam, dat bij ver-warming tot eene harsaehtige massa smolt, weinig in water, gemakkelijk in alcohol, in aether en in verdunde zuren wordt opgelost. Lucas noemde deze stof Taxine.
Hager (sect;) verklaart deze stof te zijn, „das giftige Prin-cip des Eibenbaums als ein Alkaloidquot; en geeft daarbij de re-actie op.
In het chemisch Centralblatt (f) wordt nog een referaat gevonden van quot;Wilh. Marne, die over het Taxin heeft ge-schreven; na vermelding van de bereidingwijze van Lucas, deelt hij eene nieuwe methode mede. Dragendorff, Gerech-telijke scheikundige aanteekeningen. Haaxman, Aug. 1878.
Uit deze opsomming blijkt, dat de zaak nogniet is uitge-maakt, want het schijnt nog niet bepaald zeker te zijn, dat de Taxisboom een alkaloid bevat en nog minder zeker, dat dit, of eene aan te wijzen andere stof, daarin voorhanden, de vergiftigende stof zoude zijn.
Het is derhalve van belang, dat de zaak nogmaals onder-zocht wordt.
|
||
|
||
(') P. C. van Triebt, Woordenboek der zuivere en toegepaste scheikundc. (sect;) Hager, üandbach der Untersuchungen. 1874. S. 237. (f) Chemisch Centralblatt. 1854. S. 384. 1874. S. 237.
|
||
|
||
|
||
Eigenaardig is, dat hot geblekenis, dat ookaan hottaxis-vergift, de dieren, zooals aan menig ander vergift kunnen ge-wennen, en ten slotte vrij aanmerkelijke hoeveelheden, onder ander voedsel gemengd, zonder nadeel kunnen gcbruikeu.
quot;Weleer werden de takjcs en bladen als geneesmiddel yoor-geschreven in den vorm van een afkooksel of extract, en wol als antidotum tegen de hondsdolheid, evenzeer werden ze aangewend als Emmenagogum of abortivum, en als mid-del tegen de wormen.
De taxisboom behoort tot de dusgenoemde altijd groene gewassen, dat wil zeggen dat hij in den herfst zijne bladen niet verliest; hetzelfde heeft ook plaats met Thuja, Sabina en anderen.
De vorm van den boom heeft veel overeenkomst met de zilverspar. Ze behoort tot de familie der naaldboomen of kegeldragende gewassen (Coniferae). De bloeiwijze bestaat uit dusgenoemde katjes en de vruchten, die veel overeenkomst hebben met groote bessen, zijn scharlakenrood van kleur.
De bladen zijn onbehaard, naaldvormig oflijn-lancetvormig. De boven- en ondervlakten zijn donkergroen gekleurd, ze zijn eenribbig en kamvormig gerangschikt. De smaak der bladen is bitter en scherp, de renk zeer bedwelmend.
De taxis groeit in Zwitserland, Frankrijk, Italic, Spanje, Oostenrijk en Griekenland, en wordt veel in Duitschland, Enge-land en Nederland gekweekt in tuinen, tot bet vormen van piramiden, en lanen, vooral omdat hij tot de altijd groene boomen behoort.
Het hout is geelachtig geaderd, en wordt door schrijnwer-kers, tot het vervaardigen van wandelstokken, muzijkinstru-menten, als üniton, klarinetten enz. gebruikt, vooral omdat het niet onderhevig is aan hot doorknagen door Insekten.
De naamsoorsprong van den taxis wordt zeer verschillend vermeid, soms wordt hg afgeleid van Tasso, Taxo, welk griekseh woord beteekent regeling, met het oog op den ge-regelden stand der bladen. Ook wel van Toxon (pijl), omdat het hout om zijne hardheid, tot het vervaardigen van pijlen en bogenwerd gebruikt, volgens Virgilius, „sturacos toxi torquentum in Arcosquot;, of eindelijk van toxikon, wegens de vergiftige working derbladen en vruchten.
|
||
|
||
(I
|
||
|
||
|
||
Door Gerlach (*) worden vele gevallen met doodeljjken afioop medegedeeld, van dieren, die in meerdere of mindere mate, van de bladen van den Taxisboom hadden gegeten.
In de eerste plaats schijnen de paarden hot minst hot. vergift te kunnen verdragen, maar ook runderen, schapen, geiten, varkens en gevogelte worden er door gedood. Proeven, genomen met honden en katten, mislokten, want ze braakten de lum toegediende fijn gestampte bladen wederom uit.
Door Dujardin (sect;), veearts te Baijeux, wordt medegedeeld dat een paard en twee veulens stierven na het eten van Taxisbladen.
Behalven het hierboven medegedeelde vergiftigingsgeval, zijn er in Nederland vele gevallen van dien aard voorgekomen.
Zoo vermeldt de Hgl. van Hall, (f) dat ten gevolge van het eten van Taxisbladen, te Frederiksoord een paard en in Friesland eenige jonge runderen en schapen er aan bezwe-ken zijn.
Een landbouwer onder Fijnaart, had voor ongeveer 20 jaren, een gedeelte van zijn tuin omheind, door een' haag van Taxis. De afval van het snoeijen der haag afkomstig, had hij op een hoop geworpen, onder het bereik van het vee, het getal onbekend. Deze beesten aten er van, maar minstens twee stierven er aan.
In Augustus 1878, stierven er ten gevolge van eten van afgesneden takken met de bladen van den Taxis in eene ge-meente in Friesland, vier kalveren. Het vleesch dezer dieren werd aan minvermogenden ten geschenke gegeven. Opmerkelijk is het, dat ten gevolge van het eten van dit vleesch, er geene intoxicatie is ontstaan.
Ook de Heer quot;Wirtz (**) maakt melding van een vergiftigingsgeval bij een kalf. Dit geval is door hem zorgvuldig
|
||
|
||
(') Handbuch der gerichtlichen Thierheilkunde, von A. C. Gerlach. 2 Abtlg. Berlin 1862. S. 856.
(sect;) Journal de chimie medic. 3 Serie. T. X—p. 76. S. 384
(f) Neerlandsch Plantenschac, door H. C. van Hall. Lecuwarden 1854, bl. 213.
(**) Tijdschrift voor vee-artsenijkünde en veeteelt, 3e. deel: Utrecht 1879. Taxis-vergiftiging van een kalf door A. W. A. Wirtz. 95.
|
||
|
||
m
|
||
|
|||
onderzocht. Het gevondene bg de lijkopening naauwkeurig beschreven, en de nadere bijzonderheden, over vergiftigiug met taxis medegedeeld t. a. pl.
|
|||
|
|||
Kortheidshalve verwijzen wg in deze zoo hoogst gewigtige z
|
den lezer, die belang stelt 'c, naar in deze mededeeling
|
||
|
|||
vennelde daadzaken.
Met het oog echter op de . uiterst vergiftige eigen-schappen van den Taxis-boom, laquo;, -raquo;.en gewaarschuwd, om dezen boom in h . vervolg niet n r aan te kweeken, ter voorkoming van ongelukken voor meuschon en dieren, en in alle geval te zorgen, dat de taxisboom niet onder het be-reik kome van paarden of ander vee.
|
|||
|
|||
Lemwarden, October 1878.
|
J. J. Bbchtsha.
|
||
|
|||
|
|||
|
|||
Ä/lt;flt;fJ
|
|||
-i
|
|||
|
|||
|
||
|
||