|
||
r in.
|
||
|
||
RADICALE GEMEZING
|
||
|
||
VAN HET
|
||
|
||
KLAAUWZEEB EN ROTKREÜPEL
|
||
|
||
DEraquo;
|
||
|
||
SCHAFEN,
GESTAAFD DOOR VELE GETUIGSCHRIFTEISI,
|
||
|
||
BOOK
|
||
|
||
ADs. HALDER Hsz.,
GENBES-, HEEL- EN VEEIOSKTJNDIGE IN DE BEVEEWIJK.
|
||
|
||
|
||
|
||
TE ALKMAAB,
HERMs. COSTER amp; ZOON. 1856.
|
||
|
||
|
||
|
||
RADICUG OEMZING
VAN HEI
RIAAÜWZEER EN ROTRREÜPEl
DEE
S C H A P E N.
|
||
|
||
Hoe vaak heeft men niet gewenscht een spoe-dig afdoend middel te kennen tegen het klaauwzeer en rotkreupel der schapen. Hoe vaak heeft men prijsvragen uitgeschreven, welke bekroond zijn geworden, en welker aangegeven middelen niet vol-doende zijn bevonden. (*) Of om dat men een geheim van zijne kennis maakte, nit eigenbelang ver-zwegen, terwijl op de Landhuishoudknndige Con-gressen, in de jaren 1854 en 1855 , nog den wensch geuit is, een afdoend middel te kennen.
|
||
|
||
(*) In 1806 bij de Maatschappij ter bevorderins: van Nijver-heid met de tweede Gouden Medaille en 25 Ducaten, gegeven aan den Heer J. P. Teding van Berkhout Wz.
|
||
|
||
|
||
4
De ondervinding heeft mij een middel doen uit-vinden, hetwelk iu alle opzigteu een hulp- en ge-ueesmiddel heeft bevestigd te zijn tegen deze zie-kelijke aaudoening van de pooten van het schaap, en ik vermeen tot algemeen nut, met opoflering van eigenbelang, dit niet geheim te houden , maar algemeen bekend te moeten maken, waartoe ik, het door den druk aan elk , die het noodig mögt hebben , aanbiede.
Ik heb niet op het oog eene geheele verhande-ling te schrijven over de ontleedkundige en physiologische kennis van het schaap of deszelfs afzon-derlijke deelen, dit is zoo meesterlijk door den nu #9632;wijlen wijdberoemden Dr. Wuman, Hoogleeraar aan de Utrechtsche veeartsenijschool, gedaan, en het is aan hem, dat ik die weiuige kennis, welke ik in deze heb, verschuldigd ben.
Ik zal ook alleen spreken over het klaauwzeer , zoo als het in ons vaderland het meeste gevon-deu wordt, en niet het zoogenaamd mond- en klaauwzeer der schapen, zoo als hetzelve in Spanje, Frank-rijk, Zwitserland, Duitschland, enz. zieh voordoet en uit een ziekelijken ligchaamstoestand van het schaap geboren wordt en waarvoor, om dit te ver-hoeden, door Boniva in Italic, de inenting dezer
|
||
|
||
|
||
ziekte is gebezigd. Saloz in Zwitserland deed het-zelfde, waarom men eenigzints met grond konde besluiten , dat deze ziekte besmettelijk geoordeeld werd te zijn.
Husakd en Gohieb. beschouwden deze ziekte als voortvloeijende uit atmosplierische en miasmatische of leefregelkundige invloeden, namelijk eene sleclite en ongezonde gesteldheid van het voedsel.
Een en ander vindt men meer uitgebreid in het geschrift van Dr. Numan, Hoogleeraar aan de Utrechtsche school, over mondzeer en hlaauwziehte der runderen en schapen, bij van der Monde, te Utrecht 1842.
Echter om de zaak geregeld te behandelen, heb ik mij drie vragen voorgesteld.
Vooreerst: Wat is het hier bekende klaauwzeer der schapen ?
Ten tweede : Welke zijn derzelver oorzaken en kenmerken ?
En ten derde: Welke is de spoedige geneeswijze derzelve ?
Wat is het hier bekende klaauwzeer der schapen?
Om deze vraag te beantwoorden, moeten wij voor-af nagaan hoedanig de klaauw van het schaap is zamengesteld, ten einde tot de regte kennis te besluiten.
|
||
|
||
|
||
De ontleedkundige en physiologische inrigting van de voeten der schapen, heeft dezelve doen kennen als zeer vaat- en zenuwrijk en van klierachtige deelen en slijmbuizen , om de kroon en tusschen de vingersgewijze gedaante des klaauws.
Deze slijmbuizen, welke zieh tusschen de vingersgewijze klaauw van het schaap bevinden, zijn noodzakelijk, daar zij met eene slijm- en smeer-achtige stoße gevuld is, om bij het gaan van het schaap, in de beweging van den voet, uit deszelfs zeer kleine openingen, zoowel als uit deze slijmbuis, als uit de kleine openingen der klieren, welke aan en om de kroon des klaauws zieh bevinden, denbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;Y'
smeerstofie aftescheiden, ten einde de omliggende deelen van de kroon van den voet, met eene stoffe te voorzien, waardoor dezelve tegen uitwendige scherpe beleedigende vochtigheid beveiligd blijft.
Hierdoor is het als 't ware voorbeschikt tot eenen ziekelijken toestand, welke men klaauwzeer noemt, en hoofdzakelijk wordt teweeggebragt door eene ontstekenachtige aandoening, welke veroorzaakt wordt door etterafscheiding in de slijm- of smeer-buis, welke aanleidende oorzaken, meest door uitwendige aandoeningen teweeggebragt, hoofdzakelijk genoemd möge worden, het langdurig loopen op te
|
||
|
||
|
||
natten, zoowel als op te drooge grouden; als vau zelve komen wij tot de tweede vraag, welke zijn derzelver oorzaken en kenmerken ?
Wanneer de schapen te lang op te natte gründen gehouden worden, wordt daardoor zoowel de hoom, als zachte deelen des klaanws verzwakt, de slijmbuizen en smeerklieren van den voet worden
lt;*nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;daardoor ziekelijk aangedaan, de openingen der
smeer- en slijmbuizen worden verstopt en dit geeft aanleiding tot eene ontstekingachtige aandoening, welke in wezentlijke ontsteking overgaat en ont-aarding teweegbrengt, der in natuurlijken toestand
if*nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;afgescheidene slijm- en smeerstoffen, deze tot we-
zentlijke verzwering doen overgaan, en daardoor eene pijnlijke aandoening doet ontstaan, welke de beweging van den klaauw van hat schaap bijna on-mogelijk maakt, en bij verderen voortgang in he-vigheid toeneemt, waardoor het den hoogsten graad dezer ziekte verkrijgt en wezentlijk rotklaauw doet geboren worden en alle die gevolgen, welke, tot zelfs het verlies van de geheele hoomachtige zelf-standigheid daarstelt.
Door het schaap te lang op zeer drooge gronden te laten loopen, wordt door de aanhoudende wärmte, het hoom van den voet te droog, hetzelve krimpt
|
||
|
||
|
|||
8
|
|||
|
|||
iu en dmkfc daardoor op de celaclitige eu vaatach-tige deelen in den lioef bevat, waardoor deze insge-lijks in een staat van ontsteking geraken en tot verettering gebragt worden.
Wanneer de voet of klaauw van liet schaap is aaugedaan, ziet men dit spoedig aan deszelfs gang, welke eerst langzaam wordt en het dier den kop schudt of meer dan gewoon oplieft en dan weder zinken laat, bet tracht de aangedane hoornscboen te bescliermen en vreest den voet neder te zetten en bij toenemenden graad der ziekelijke aandoening, gaat het scbaap dikwerf liggen, en daar bet zijn voedsel niet genoegzaam vinden kan, valt betzelve spoedig af en kan de kudde niet meer volgen.
En nn komen wij tot de derde vraag, welke is de spoedige geneeswijze derzelve ?
quot;Wat nu de genezing van het klaauwzeer of rot-kreupel betreft, hiertoe beeft men vele middelen voorgeschreven, welker gebruik echter van langen duur moet zijn en somwijlen geheel doelloos blijven.
De beelkundige behandeling van wonden of klierachtige zweeren beeft ons geleid, om de spoedige en vaak outstane wonden, zooveel mogelijk voor de lucbt aftesluiten en de wond, voor der-zelver dikwerf scbadelijken invloed, te beveiligen.
|
M
|
||
|
|||
|
|||
|
||||
9
Zal men doelmatig met de genezing van het klaauwzeer werkzaam zijn, alsdan moet men zoo spoedig mogelijk, bij de eerste kenmerken der zic-kelijke aandoening van het hoom van den voet des schaaps, deze zooveel mogelijk zuiveren, de smeer- of slijmbuis uitdrukken, waardoor eene taaije, naar eene worm gelijkende stof wordt uitgedmkt, K waardoor deze ziekte verkeerdelijk ook haarworm genaamd wordt.— De slijmbuis niet alleen openen, maar vaak gelieel wegnemen, hetwelk door liet mes of een pincet geschiedt, met welk laatste men vaak de geheele slijmbuis uittrekt, en alsdan de gemaakte wond, met eene oplossing van nitras argenti fusum, een deel in acht deelen water opgelost, met een penseel of klein kwastje aanstrijken, waarop de bloediug , door deze operatic tcweeg gcbragt, spoedig ophoudt, en een korstje wordt daargesteld, welke de invloed van de lucht belet; wanneer men nu deze aansmering gedaan heeft en vaak nog eens
|
||||
|
^
|
|
||
herhaalt, laat men het schaap gedurende een of anderhalf uur liggen, als wanneer het genoeg ge-droogd is, en men kan alsnu het schaap geruste-lijk opjagen, hetwelk bij zijnen gang oogenblikkelijk zal doen zien, dat de pijnlijke aandoening verdwe-is, en eer er twee dagen verloopen zijn, is de voet
|
||||
|
||||
|
||
10
#9632;
des schaaps geheel genezen; is het dit iu hevige gevaUen nog niet, wordt het op nieuw aangestreken en voorzeker is het alsnu mede spoedig hersteld.
Het rust op deze bevinding, dat door het daar-stellea van een korstje, door de aanstrijking met de nitras argenti voortgebragt, de bloeding omnidde-lijk ophoudt, en wordt door de prikkel hierdoor teweeggebragt, veerkracht opgewekt, onder het korstje wordt lijmpha uitgestort, welke spoedig tot huidformatie overgaat, en de natuur, welker herstel-lingsvermogen zieh dikwerf na de wegneming van het kwaad het meest werkzaam betoont, bevordert de genezing zeer spoedig, en na afvalling van het korstje is eene natuurlijke bedekking daargesteld.
Zie daar nu een zoo eenvoudig middel, 't welk niet nalaat, bij goede aanwending, spoedige genezing daar te stellen, welke tot hiertoe, zoo wij mee-nen, te vergeefs gezocht is.
De overgelegde bewijzen van de aanwending der oplossing van de nitras argenti fumm,, ook lapis infernalis , heische steen genaamd , een deel opge-lost in acht deelen water, bij het klaauwzeer en rotkreupel der schapen twijfel ik niet of zullen vol-doende zijn, om de deugdelijkheid van dit middel te bevestigen.
|
||
|
||
|
||
GETUIGSCHRIFTEN.
De ondergeteehende Rijks Veearts, eertificeert bij deze, dat hij de nitris argenti f., tot nog toe, als het heste voor het Tdaauwzeer der sehapen behende geneesmiddel bescJiouwt, daar hij hiermede, met het beste gevolg, een aanzienlijk getal schalen belianäelä heeft, en dat dit middel door hem, op aanwijzing van den Heer Ads. HALDER Hsz. , is geappliceerd.
BEVERWIJK, 18 September 1854.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; C. A. KUHLER.
|
||
|
||
De ondergeteehende verklaart, äat het middel van den Heer A. Halder Hsz. te Beverwijh, legen het rothreupel der schapen, door hem is aangewend en zoozeer heeft voldaan, dat hij het gemst Jean aanbeveleu en volgaarne getuigenis der waarheicl geejt.
Gegevea te TTINKEL,
den 10 Augustus 1854.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; A. SCHAAP.
|
||
|
||
|
||
12
De onäergeteehenäe verklaart, äat hij het middel legen het rotJcreupel en Maauwzeer der schapen , van den den Heer A. Haldeb, Hz. te Beverwijk, aan zijne schapen lieejt gehezigd, met dat gewenscht gevolg, dat zij er zeer spoedig mede genezen waren.
WINKEL, 12 Augustus 1854.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; B. A. BERKENBOSCH.
|
||
|
||
De ondergeteekenden verklaren, dat het middel legen het hlaatmzeer der schapen ons door den Heer A. Haldee Hz., wonende in de Beverwijk, met het beste gevolg steeds wordt aangewend.
WINKEL,nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;H. KOOMEN.
17 Nov. 1855.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; B.A.BEBKENBOSCH.
JAC. VEBHEIJ,
voor den Jonkh'. HOEUEET.
|
||
|
||
De ondergeteekenden verklaren dat zij legen het klaauwzeer hunner schapen met het teste gevolg
|
||
|
||
|
||
13
|
||
|
||
steeds lezigen het middel, ons gegeveu door den Heer A. Halder Hz. , te Beverwijk.
VELSEN,nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; C. quot;WABMESHOVBN.
12 Not. 1855.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; B. VAN DER KOLK.
|
||
|
||
Be ondergeteehenäe verhlaart dat het middel te-gen, het rotkreupel der schapen, van den Heer C. A. Kuhler, Rijhs Veearts, als zeer voldoende voorkomt, dewijl hier door een twintigtal in horten tijd genezen zijn.
VELSEN, September 1854.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;T. BBAAM.
|
||
|
||
He ondergeteehende verhlaart hij deze, dat het geneesmiddel van den Heer A. Hat.dee. Hz. , plat-telands Heel- en Vroedmeester, in de Heverwijh, legen het hreupel der scliapen, met zeer goed ge-volg is aangewend in den Waarä- en Groetpolder in Noord-Holland, zoodat hij zorgvuldige behande-ling, in zeer horten tijd volhomene genezing ver-hregen wordt.
AMSTERDAM,
Nov. 1855.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;HOEITPPTVANVELZEN.
|
||
|
||
|
||
14
CERTIPIOAAT.
De ondergeteehenden, PieterKeijzek Sijboudsz., Burgemeester, en Pieter Langeyeld , WetAou-der, houders van schapenhidden, wonende op het eiland Texel, verhlaren hij deze ter lief de der waarheid en in het ielang der schapewfohkerij:
Dat zij het middel tegen het klaauwzeer, uitge-vonden door A. Harder Hz. , te Beverwijk , op hunne schapen hehben doen toepassen, waarvan zij de heste resultaten hehben ondenonden.
Bat van de verschillende middelen, steeds door hen tot herstelling en wering van het klaauwzeer der schapen aangewend, hedoeld middel door hen is levonden in alle opzigten, loven alien het heste te wezen, alzoo hetzelve eene dadelijhe genezing teweegirengt en met enkele uilzondering, steeds eene radicale herstelling aanhrengt.
TEXEL,nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;P. KEIJSEE Sz., Burgemeester.
16 Nov. 1855.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; P. LANGEVELD, Wethmder.
|
||
|
||
Be ondergeteekenäen, Yeefohkers, op het eiland Texel vjoonachtig, verklaren lij deze, dat het ge-
|
||
|
||
|
||
15
|
||
|
||
geven middel, iegen het hlaawwzeer en roihreupel der schalen, äoor den Heer A. Halber Hz. , in de Beverwijk, uitgevonden, ons zoodanige uit-homsten en resultaten heeft opgeleverd, welke ons naar waarheid de getuigenis doet afleggen, dat he-doeld middel het teste tot hiertoe aan ons hekende middel is, hetwelk eene zeer spoedige genezing daar-stelt, niet alleen, maar van alle hekende midde-leraquo; , de meest radicale Jierstelling veroorzaakt.
|
||
|
||
TEXEL ,nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;P. KELTSEB Sz. , Burgemeester.
den 5 Junij 1856.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; P. LAWGEVELD, Wethouder.
C. KEIJSEEPz.
|
||
|
||
A/^
|
||
|
||
|
||
^s^^n
|
|||
|
|||
laquo;*.'#9632;
€.
|
|||
|
|||
M.
|
|||
|
|||
-
|
-^^^#9632;—-•
|
||
laquo;M^^^^^^^B
|
|||