|
|||||
OVEll DE
|
|||||
|
|||||
wmmmmw
|
3 i.
|
||||
|
|||||
IPr, C. i^laquo; ^jawös.
|
|||||
|
|||||
IVaar de Dorde Uitgave,
|
|||||
|
|||||
VERTAAID BOOR
|
|||||
|
|||||
JTCfiV, S2 JBj 1, JE IS, IS 3t lt;0 C Si.,
|
|||||
Paardeoälts le Klasse, ie .fiel.
I -nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; • #9632; #9632; #9632;nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;icl
|
|
||||
|
|||||
U7i C .#9632; 7
|
|||||
|
|||||
c
575
|
AMSTERDAM, WEYTINGII ^ VAN DER HAART.
|
||||
|
|||||
|
||
|
||
|
||
B1BL10THEEK UNIVERSITEIT UTRECHT
|
||
|
||
2913 030 3
|
||
|
||
|
|||
|
|||
|
|||
VAS
|
|||
|
|||
Sir. €. $. Koifmug.
|
|||
|
|||
araar de Herde Vif gave.
|
|||
|
|||
VERTAAID DOOE
|
|||
|
|||
MGIX. EXiltEUBnoCH.
|
|||
|
|||
PAARDENARTS 1' Klawe, te Tiel.
|
|||
|
|||
|
£öfl
WßßisJii 0,7
|
||
|
|||
^MSTERDJM, WEYTINGH amp; tam dbr HAART.
|
|||
|
|||
|
||
|
||
|
||
De middelen tot voorkoming en afwering dezer ziekte, pijn ontegenzeggelijk van oneindig meerder toaarde, dan al de nog boo seer aangeprezene geneesmiddelen.
|
||
|
||
-.#9632;--.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; #9632; #9632; -
|
||
|
||
|
||
' ' #9632;#9632;nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;'nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;'..''''#9632;
. #9632; : #9632; ; #9632; •,•- #9632; / zn :#9632;-
•#9632; •nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;#9632;nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; ••nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;•.,.-.,
- #9632;. . ;
AHJESIEENE EI6E5SCIIA.PPEN DER Z1EK.TE,
, : : . : .
Zijj wordt ook Ifoornveezeuehe, Lözerdurre, Veexiekte, Typlius der Runderen enz. genoemd, en is eenc in de Oos-lelijtc landen van Europa zoo dikwerf voorlomendc ziekte, dat men liaar op die ]jlaa(scn als eene daar te huis Lelioo-
rende ziekle zoude kunnen fceschouwea; Behalve te Honva-
o
riß, verseliijnt zfj in geen land zoo dikwcif als in de etrcken van Polen ; er zijn iiifnssclicn geene voorbcelden , dat de ziekte in Litlhauen van zelve is ontstaan.
Zij ontstaat vecleer alleen door aanstekiugj en wel, door dat dc ziekte uit nahurifje landen, in welke zij heerschende is, allenja tot ens overkoint, of wel door den invoer vaa vreemd vee, onder welke zieh pestzieke beesfen bevindenf ofeindelijk, zij komt laquo;it zalke oorden, waar de ziekle geheerscht en wel eenijjzins {jestuit, doch de aanstekingsstof nog niet gelieel en al vernielijjd, is. Van die plaatsen in-tnsscben waar de ziekte heerschende is, grijpt zij naar alle zijden en oorden, waar zij maar cenigzins aanrakinijspunten kau vinden, cm zieh hecn. Zoo gaat zij verder van plaatraquo;
1*
|
||
|
||
|
||
4
ot plaals, van provincio tot provincie, ja zelfs van land
:ot land, en heed zoo doende zieh, alreeds (vroeger) over
jeheel Europa Terbreidt. In zulken gang van nansteking
en verderverspreiding — in #9632;raquo;elken deze ziekte veelvoudig op
zulke plaatsen terngkeert, waar zij alreeds vroeger heerschen-
de geweest is, maar nooit ecnig beest, hetwelk alreeds eens
door dezelve is aaogetast geweest, ten tweeden male aan-
last,— wordt zij noch door weder, noch door de afwisseling
van weder en jaargetijde, noch door de onderscheidene he-
jnticlntrecken van den aardbol, noch door eenig onderscheid
en verschil van verpleging en onderhoud der dieren tcrug-
gehouden; zij last zondcr ultzondering dieren van iedcrcn
ouderdom en knnne, van de verschillendste rasscn en lig-
chaamsgesteldheden aan, onder goede en siechte vcrplegiog;
bij de stalvoedering als bij den weidegang; (haar tc
geliiker tijd veorkomen, met bet miltvuur biervan uit-
gczonderd) door andere ziektcn, wanncer zij te gclijker
fijd met deze bij een en bctzelfde beest voorkomt,
gcene wezenlijke veranderingen in hare eigenheden bespeu-
en, Overigcns is de voortgang dezer ziekte slepende, en
ooral in zulke landen, waar bet verkeer en de handel
1 vee met aanzienlijk is, kan zij jaren lang blijven
oottkruipen. Wannecr intnsschen de ziekte eens onder
?ne kndde is nilgebroken, heeft zij dit eigenaardige, dat
ijkans altijd maar een of zeer weinige beesten ziek worden;
I na 8 X)f 10 dagen stilstand, een tweede beest of maar
eder zeer weinige te gelijk ziek worden; soms volgt ook
ierna nog eenlaquo; een stilstand tot een nieuw ziek worden van
idere beesten; maar dan worden de tusschenruimten on-
aidelijker, en meer en meer nemen na de ziektegevaHen iif
|
||
|
||
|
||
ilcze luddü de overhand. Zoo Iwaadaardig en aanstelmd intussrheu deze ziekte voor het rund is, zoo heeft zij locfi nooit eenigen nadeeligen invloed op de gezondheid van den menscli of van andere dieren.
|
||
|
||
KENTEEKEKEIt DES ZIEKTE.
|
||
|
||
De gewigtigste verschijnselen, welle zieh bij de (door deze ziekte aangetaste beesten voordoen) zijn de navol-gende:
Treurigheid, neerslagtigheid en waggelenden, onzekerea gang. Als het beest Staat, worden de achterbeenen nifgeraquo; strekt onder den buik getrokken; langzamerhand f reden ool de voorbeenon meer onder den buik terug, en de rug wordt naar boven in ecnen bogchel gebogen j de raquo;faart Staat mecr regt uit van het lijf naar achteren, en is somg in eenc aan-houdende kwispelende beweging. De zieken zien angstig en onrastig naar het lijf om; gapen, verschuiven de achterkaak heen en wefir, knersen op de tanden. Somwijlen brüllen s?ij hevig, worden boosaardig en wild, en beginnen met de hoornen te stooten. Het haar wordt rnw en Staat over eind; het beest geeft door aanhoudende ligte rillingen koorts te kennen. Daar waar de lendenwervels aanVangen, begint soms, maar niet altijd, het haar overeind te staan, sonw zelfs in een boschje naar boven, en deze plaats iraquo; bij het drukken ook pijnlijk. Nens en oogen zijn droog en de laat-sten rood en troebel. Het herkaauwen wordt verminderd, de eefiust blijft wel, maar het beest heeft grootere keuze in liet voedsel; de mclkafzondcring vermindert met de afwisraquo;e-lende dagen.
|
||
|
||
|
||
ff
|
||
|
||
Dierbij gaaf, in Tcrrcwcg Je mceste jevallen, eene Eorte afslootende, doch diep laquo;it de Lorst tomende, zieh niet dilwijfs Iierlialcnde hoest, vcrgezcld.
]Jeze tocvallcn, welke als voorboden kunncn gelden, en alleen bij Toorgenomene procven door ineolingen naauwkeurig uagcgaan zijn, worden in liet algemecn overzien, en sehij-nen tot aau den 7den dag na de aansteking te blijven durcn.
Op den 7den en 8stcn dag breekt de ziekte volledig: duidclijk uif.
Men neemt cen rillen en sidderen der huid waar, voor-namelijk aan de beenen ziglbaar j de Loorncn worden afwis-selend dan warm dan koud. De neerslagtigheid, afgematheid en ongerustheid nemen zecr toe; de zicken schudden den : kbp- dikwerf met in de hoogte gehoudenen mond; zij gaan liggen, maar slaan spoedig weer oj); tusschenbeiden laten' zij kop en ooren hangen; de hoest wordt menigvuldiger; de afzondering van melk hoadt op; het herkaauwen wordt zigtbaar minder, zoo ook de cctlust. Het lijf is of van het begin af Terstopt, of de mest-afgang gesehiedt mraquo; zeer dikwerf ^ maar in kleine hoevcelheden van zweite, gelijk, Terbrandc inest. Üit de oogen en den neus vloeit rijkelijk een, in het begin beider, waterachtig, soms taai, slijmig vocht, hctwclke alrecds van den Ssten daj af aanstekclijk is. Mond, keel en landvlecsch worden rood j spoedig ontdekt men in den mond wilte blaren, van welke zieh de upperhuid aflaat en roode wratten of wond-plaatsen achterlaat, welke zcer ligt bloeden; in de hocken •van den mond en de lippen hoopt zieh de losgesiheurde opperhuid van den mond als een witachtig, velüg smeer
|
||
|
||
^
|
||
|
||
|
||
op. In Jezen sladio der ziektc is de liarlslag niet te voelen J en liet nit de ader gelaten liloed stold in cencu tlomp, zonder zieh in zijne Lestanddeelen te verdeelen; hetwclk intusschen {jeen aan deze zielte uitsluitend toekomend 'ver-. scliijnsel is, daar Let ook bij andere Levige outstekingsraquo;' ziekten waargpnomen wordt.
Deze aangegevene verschijnselen netnen meer en meer in hevigheid toe: de dieren liggen veel uit verzwakking, meest al met links op de ribbea gebogen kop j de rug wordt bij, hot aantasten pijnlijker; niet zelden ontdekt men op 'den-zelven eene uitslagziekle of eene ophooping van lacht onder de Luid , een zoogenaamd windgczwel; de ademhaling wordt: mocijelijkcr, doch niet zeer schielijkj de uitvloeijing uit de oogen en den neus wordt elterachtig; de cetlust is zeer verminderd; het herkaaawen houdt geheel opj er stelt zieh een stinkende dooiloop in.
•. • :: #9632;' .nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;-. : •#9632; .#9632; ... . '#9632; /;
KWADE CIIOANO.
Eindelijk volgt een aanhoudend liggenblijven; sfennende adepihaling, met hevig slaan met de flanken j bloedigen, zeer stinkenden doorloop, soms vergezeld met het nitzakken van den aarsdarm; slijmige, kwalijk riekende nitvlbcijing van-speeksel; de eet- en drinklnst is geheel verdwenenj het drelr verdraait den : hals eh köp; de lippen eh de tong worden koud; de adembaling wordt angstig, de nitgestooteno lucht is koud en de mond wordt hierbij opengehouden; met het plotselinge opliouden van alle excrcticn volgt dan de dood — gewoonlijk van den 12den tot den ISden daquot; n* de aanstctking, zelden vroeger, somwijlen later*
|
||
|
||
|
||
8
GOi.DE CITGANC.
Bij eenen beteren uitgang der zielte komt Let tot deze laatste slimme vcrschijnselen niet: de dieren worden alreeds vroeger monterder; zij beginnen te blijven liggen, zij bewegen den staart en de oorcn, likken den nens; de liartslag wordt matig voelbaar, doch niet onstuimig ; de ademhaling is minder bezwa.-ulijk; de ecllust en bet hetkaauwen neeint meer en meer toe, welk laatste verscbijnsel onder alle andere bet zekerste van de beterschap is.
Ook bij dezen beteren nitgang der zielte gaat dezelve tocb cerst langzaam tot de volledige gezondbeid terug, ja niet zelden veroorzaakt zij nog onderscbeidene onaangcuaroe gcvolgen.
CETOlGEIf.
Onder de #9632;voomaamstcn dezcr bebooren:
1.nbsp; nbsp; Het verwerpen, betwelk in enkele gefallen alreeds hn de boogte der zielte plaats vindt, maar ook bij de reeds ingetrcdene bcterscbap soms nog doodclijk wordt.
2.nbsp; nbsp; Verstopping en opgeblazenheid} bijzonder in die gefallen, wanneer bij de inlredende beterschap aan den toe-nemenden eetlust al le veel wordt toegegeven, en aan de nog zwakke verteringswerkluigen grove harde #9632;voederstoffen worden toegediend, welke deze wegenraquo; hare hoeveelheid ea vastheid niet verdragen kunnen.
:
. .nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; TOORZEGGIHG.
Of overigens in het algemeen bij deze zielte een' goedea
|
||
|
||
|
||
ü
of kwaden nitgang fe. liopcn is, moet na de verscbillende orastandigheden worden broordceld. Gcwoonlijt is de zielte kwaadaardiger en doodeliiler op zulko plaatsen, waar zij in lang niet geweest is, en goedaardiger daar, waar zij alreedraquo; eenigen tijd of dilwijls hceft gchecrscht, of hnisvestende is geworden. (Het vee nit de steppen van Polen lorat er, door elkander gerekend . ligtcr door ; tnaar toch zijn er ook menig-valdige uitzonderingen, en de sclirijver heeft het in Polen mecnnalcn bclcefd, dat, als men de ziekte hunnen gang lict gaan, van eenen vcesfapel van 100 tot 200 stuks er maar 10 of 20 stuks overig bleven; zoo dat men zelfs in doze landen de ziekte voor goedaardig lioudt, indien er het vijfde deel van den veestapel overig blijft en gered wonlt.) Zij sehijnt minder doodelijk in den winter en het voorjaar, mecr doodelijk in den zomer en het hevigst cn gcvaarlijkst in den herfst te zijn. Yan deze meerdere ol mindere hevigheid der zielte bij de individnen, die door haar worden aangetast, ondersebeide men intosseben wel den meer spoedigen of meer langzaraen voortgang der zielte in bet algemeen. Deze voortgang derzehe of eigenlijk de aansteking volgt andere wetten. — Zij is in den zomer, en als de beesten in de weide zijn, langzamer, omdat de beesten niet digt en eng bij elkander staan, de zielen zieh van zclven van de gezonden afzonderen, en ook de grootere bitte den aanstekingsstof meer veraietigt; in der, Winter intauchen bij de stalvoedering is de aansteking cn de voortgang der zielte veel schielijker, omdat het bij elkander staan in de stallen en de onmiddelijke en middelijke overdrawing van den aanstelingsstof, zelfs door de nabarige-bezoeken der menschen, de aansteking zoer bevordtrt. Doflraquo;
|
||
|
||
|
||
30
malen odk hier enge of luiine plaafsen in den stal, in de hoven, in de tlorpen, een levendig of gering vertier, veel communicatie door zeer bezoclite wegen enz., zeer groot copy;nderscLeid.
Do vctte en sterte dieren lijdcn meer door deze ziekte dan de zwatten en de zuigenden. Bijzonder groot is het gevaar foij dragende beesten; deze vlaquo;rwcrpen niet zelden in, of in het beste geval, na de doorgeslane ziekte. Minder gevaar is er bij jonge, niet dragende beesten, Een zeer onzcler #9632;verecMjnsel en teeken is de altijd aanhoudenden, voorldurenden eetlust. Baitendien nog moet het gevaar na de boven , bij den goeden en kwaden uitgang, aangegevene verscliijnsclcn afgcmelen worden, en bet kan Jiierbij als regel geldcn, dat zoo lang steunen, anten, treuriglicid en het gemis van berkaauwen waar te nemen zijn, van gecne beterschaj) de Beden kan zijn,
',
lEfiKESEN BIJ DE CESTORVEXET.
Bij de ligcliamen van de aan deze ziekte gesförvenen ol in den loop der zickle geiloode dieren vindt zieh vootname-lijk de galblaas van eene ongewone grootte; zij is tot berstensnbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;X
toe vol,. met ecne waterachtige gal met slijmig neerplofsel; de derde of blädermaag is hard, en opgevuld met droog, vast tasschen de binden zidend voedsel, aan hctwelkde buid van deze bladcn in aschgrijze, blaauwachtige, verdroogde etukken hangen blijft, ](e vierde maag vertoond, openge-sneden zijnde, aan zijne binnenste vlaktc boogroode, rood-blaauwc, zwartroode streepen, hier en daar brandige plek-ken; en deze verschijnselen eener vooruitgegane ontsteking laten zieb meer of minder bij van de aan den maag gelegene
|
||
|
||
|
||
11
darmen nagaan. Niet zi-lclen vindf men ook aan andere deelen van den onderbnik en der borstholte sporen van onlsteking en liet vuur, doch dit is niet altijd zeker. Sotnwijlen als deze ziekte dieren aanlast, welke voor de tonjziekte dispositie hebben of daaraan reeds laboreren, be-viiiden zieh l)ijzondere ziekelijke vcrschijnselen aandelongen, welke minder hebbelijk aan de veepest zijn dan aan de lonjjziekte.
Nooit intusschen vindt men bij de aah de randerpest gestorvene lijken, dat de milt bijzondcr opgedonzen, dikker en vergroot, of dat de longcn zoo inurw en zwart zijn , zoo als dit bij het miltvuur wel bet gcval is. En nooit gaan de lijken, zoo als bij deze laatste zickle, zoo spocdi'g en plot-quot;
seling in verrotliug over.
#9632; #9632;nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; ' ' . .nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; #9632;......
OORZASE.Ti
Al wat men in de bosken leest, af wat verständige of onvcrstandige menschen er over zeggen, dat de randerpest door ongunstige wedi'sgesfeldlieid, door siechte opvoeding en .nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;onderhoud van bet vee, door nadueligcn invloed van bet weer
of van vocdersfofien, door afmattingen of uitputtingen wordt vcrraquo; oorzaakt enz. is ongegrond. I)cze zoo ten onregte bier bcschnl-digde oorzäken hebben wel dikwijls menigvnldige kwade iiit-werkselen en nadeelcn bij het vee, ten opzigte van de ge-zondheid ten gevolge; maar de runderpest kunnen zij allecn nooit veroorzaken. ]gt;eze ontstaat bij ons (LiUhauen), even zoo als in Duitschland, eenig en allecn door aansteking; toeh is de aard en wijze der aansteking zoo menigvnldig, dat lict dikwerf zcer moeijclijk wordt cm ze te VcMifhdpi^n-
|
||
|
||
|
||
12
De zielen steken dcor het verteeren met de gezonden deze laatsten aan, zoowel op den stal, als in de treiden, op de , algemeene drenkplaatsen, op de publiele wegen, op de markten , cnz. Aaustekcnd werken de vochten, welke uit den nens en de oogcn vloeijen, het speekscl, het bleed , de gal, de pis, de mest, het ruwe vet, de onbereide huiden, de hoornen, het door de zieke beesten bemorste voeder, raquo;troo ea ander stal-requisitien. (In het begin van 1800 wierd op deze wijze de ziekte van Frankrijk naar Engeland overgesleept door ruwe huiden, en in 1770 uit Holland naar Engeland door onzuiver voedsel. Zoo strooide in een ander geval een veebezitter aan zijn eigen vee het stroo onder, hetwelk van een op betzelve liggend beest aan mn-derpest lijdende, blocdig was geworden, en in 8 dagt n Lad bij de pest onder zijn vce ) De aanstekingsstof wordt door menschen overgedragen, die met de zieke beesten om-gaan of bare stallen bezoeken, door dekens, ja zelfs door dieren van verschillcnde soorlen, als: honden, kalten, scha-pen enz., welke in de stallen, waar pestzieke beesten hun oponthoud hadden, waren verbleven en den aanstekingsstof bij zieh droegen , alhocwel zij zelve biervan niet ziek werden. De aanstekingsstof wordt onderhouden of gebenden door let gemis der buifenlucht en door matige koude. Zoo ook lunnen diep liggende lagen van den mest nog de zielte voortbrengen; en oplettende waarnemers willen bemerkt heb-ben , dat de kracht der, voor ieder toetreden en bijkomeii der buitenlucbt vri] geblevcn aanstekingsstof jareo lang is werkeude gebleven.
Als mea lüirbij bb nog de tamelijfc algemeeo aao tc Mtacnc onbikcndbeid met de eigenaardige eigcadommeüjk-
|
||
|
||
•
|
||
|
||
|
||
13
heden der zielte in aanmerking neemt, en even zoo het ongeloof aan de aanstekende natuur, de bedriegerijen der vcchandclaars, het gemis aaa noodige bekwaine en der zaak kundige veeartsen, den onj nisten en soms verkeerdcn raad der uaburen, der herders, der kwakzalvers enz., het heerschende bijgeloof, het vertrouwen op hoog gepre-zcne opgevijzelde, maar ongelukkig nicts helpende mid-delen, de uit boosheid en kwaadwilligheid van kvaad-gezinde naburen , of uit geld • en winslzucht van vilders, looijers, afdckkers of zelfs van onkundige veearlscn wetcns en willens veroorzaakte overdraging cn verspreiding van de aansteking der ziekte (*)j en verder de zoo veel tijd roo-vende (zeer dikwijls onnutte) omwegcn en handelingen van het politie- en het geneeskundig pcrsoneel en hare werk-taaniheden, de onwilligheid of ongenegenheid van vele veebczittcrs om hunne kudden ten welzijn van hetalgemeen op te offcren, van welker noodzakelijklieid zij geenzins over-tuigd zijn of willen zijn enz. hieihij rekent: — zoo zal men ook niet mecr over de duizendvoudige ja ontelbare wegen verbaasd slaan, welke hierdoor voor de verdere verspreiding dczer zoo gevrcesde ziekte, en hare verwoestingea openstaan en nog meer opengesteld worden.
|
||
|
||
(*) Er zijn zelfs voorkeelden , dat door siechte booze menschen stukken van vleesch enz. van aan de runderpest gestorvene die* ren op de hoven en in de stallen van veebezitters, welker vee van de runderpest was verschoond (jobleven, geworpen zijn.
|
||
|
||
|
||
14
|
||
|
||
OSDERSCIIEIDINGSTEEKENEN DER RDNDERPESr
VAN ANDERE ZIEKTEN,
.....
In he(gene, wij tot dusverre over de cigenaardighedcn' der runderjiest gezegd Jiebljen, is wel alreeds dafgene aan-geteekend , wat tot oiiderkcnning dezer zielte en tot onder-scheiding van andere zielten noodig te weten is, dock zal het tochnultig zijn , om de hieruji bedoelende lioofdpunlen onder ecn zekerder ovcrzigt te lircngen en op te soaimen.
Men onderkent alzoo de ruiider|iest:
1. Aan den gang en liet hcloop der ziekte, en wel, dat 7.ij van afgelegene en nabnrige j)Iaatsen gedarig mder en nader kornt; dat zij van die plaats, waar zij eens is uitgebroken , zieh naar alle kanten en zijden verder verspreiden kan ; of door vieemd, verdaclit vee kan of wordt ingcsloept en alleeu het rundvee aantnst; verder daaraan, dat in ecne kudde vee, waar de ziektc nitlireekt, in liet Iiegin maar ecn of hoogstens weinige sinks vee (en niet vele tegelijk) en na eenen 8- of lO-daagsclien stilsland, weder e'e'n nf eehige weinige stuks, die met de cerst zick ' gewordenen het naaste in aanraking waren f ziek werden, in het vervolg mtusschen, met onbepaald wordende tusschenruimten en ia vcrmecrderde verhouding gedurig meerdere stuks zick worden j — verder, dat zij in bepaalde tussclienruimten verlöopt, in het begin zachtaardiger, nu en dan stijgende en zelden of ooit voor den 4den of 5dcn dag na de aansfeking doodelijk inwerkt, Bij deze licrekening zijn inlussclien de lenteekenen der oitgebrokene ziekle niet te overzien; zooals dikwijls door deziilken geschiedl, welke van den onvoorziens
|
||
|
||
|
||
#9632; 15
ingevallcn dootl sjireten, omdat zij de vroegcre ziektevcr^ schijnseleii overzien en miskend hcbbcn.
2,nbsp; nbsp; Aan eigenaardije ziekteverschijnssleri: da neersbg-tiglieid en treuriglieid, liet staan inet zainen onder den buik gestelde beenen en gekromden rug, hot regtuitsleken van de staart, een kortedrooge hocst, het opliouden van liet herkaauwen, hetknersen met do tanden, het gapen, Iioofdschudden, steunen, de roodlieid der vliezen van den mond, de witte blazen en de verwoude plaatsen op de long, het tandvleesch en aan de lippen, eerst drooge, dan ingevallene tranende oogen, de uitvloeijing uit den ueus, dc doorloop en de zeer groote sterfte, welke deie ziekle mei, zieh sleept.
3,nbsp; Aan het, hij de ligchamen aan dezc ziekte gestorvene o( gndoode dieren gevondene: zoo als de groote galblaas, de opzetting van den derden maag, het vcrharde voedsel, de sjioren van onlsteking en het vuur in den vierden maag.
4,nbsp; nbsp; Aan het gemis der teekenen, -welke eene andere ziekle te kennen geven, namelijk: dat het bloed in de äderen der gestorvenen niet zwart en teerachtig, dat geene ophoopingen van water of lucht enz. tassehen vel en vlecsch vuorkomen — zoo als bij het miltvuur ^ dat de longen niet tot cene vaste verharde en vergroote uiassa veranderd zijn — zoo als bij. do longziekte.
Aanmerking 1. De tusschenraimten van 8 dagen fussclim het cerste en tweede ziekgewordene laquo;tuk vee, zijn een voor-naaui en gewigtig kenteeken, om de runderpest, bij haar outstaan onder eene kndde, te ouderkennen.
Indien in het begin b. v. bij het opgestalde vee; een ol
|
||
|
||
|
||
16
ander stuk door overdraging van de aanslekingsslof ziek wordt, zoo worden door Iietzelve de Let naast bij staande, ter wederzijden, beide bcesten het ecrst aangc-tast; bij deze laatsten breekt de ziekte eerst na 8 dagen, nadat de ziekte bij het eerste stak vee Openbaar geworden is, uit.
Van en door deze twee naaststaanden op nieuw ziek gewordenen , worden door de ziekte voomamelijk weder de, het naast bij deze staande, bcesten bedreigd, en breekt de ziekte bij dezelven 8 dagen later dan bij het twecde stuk vee uit.
Omdat intusschen, de bron der aansteking bij een grooter
gelal van reeds aangestoken beesten vermenigvuldigd is, en de
ziekteslof door tusschenligchamen, gereedschappen, menschen
enz. ligter alotn vcrbreid wordt, zoo gebenrt het ook liijt
dat buiten de allernaasl staanden, ook verwijderd in den
stal staande beesten door de ziekte aangetast worden; en
oradat deze overdraging van de aanstekingsstof even zoo wel
op den eersten dag van de openbaar gewordene uitbreking
der ziekte plaats vinden tan, als op den 2den , 3den of
4den dag enz. zoo zict men ook het ziek worden van die
in meerdere dagen na elkander aangcslokenen ook niet meer
regelmatig in tusschcnruimten van 8 dagen. Met de toene-
mende verhouding der ziektcgevallen verdwijncn daarom ook
de sporen van deze bepaalde tusschenruimten, en dagelijks
komen er nieuwe zieken.
Het aangehaalde geldt bij een regelmatig beloop der ziekte. Bij al Let gewigt aan dit beloop der ziekte tot onderkenning der runderpest en tot onderschriding van andere ziekten, mag men intusschen aan dit hier opgcstclde, niet altijd e.i
|
||
|
||
|
||
17
allcen gcloof slaan. Hct zoudc daarenfegen kunncn geheuren, dat men andere z'iekteu met de ronderpest verwisselde , of zelfs Let spoor cm de laatste te ondeitennen, zondekun-ncn verliezen.
Het kaa namelijk; om maar eenige uitzonderingen op te nocmen , gebeuren, dat:
L Toevallig in de tusschenruimte Tan 8 dagen, twee aan het miltvuur lijdeade beesten stieryen; of er kannen:
2.nbsp; nbsp; Bljzondet daar, waar de beesten in de stallen niet op afzonderlijk bepaalde plaatscn -worden aangebonden, maar, zoo als bet in Polen gebruikelijk is, Trij loopen, door eea eenig ziek stuk vee, meerdere stakken in den stal of in de kudde, en op meerdere dagen achter elkander worden aanraquo; gestoken, zoodat de ziekte spoedig in den geheelen veestapel, bij vele na elkander ziek gewordenen, zonder tussclicnruimlc Tan de 8 dagen, yerscbijnt, en zelfs de allereerste tijdroimte der OTerdraging Terborgen blijft, juist omdat men bet in den Tccstapel rondloopende beest, aan de ziekte lijdende, nict met eene bijzondere opmerkzaamheid gadegeslagen heeft.
3.nbsp; nbsp; £en pestziek beest kan, in plaats Tan op den eerstcn dag der bij hem uitgebrokene ziekte eerst op den 4dea of 5den dag derzelve de aansteking mededeelen.
De aangestokenen worden alsdan eerst op den 12den of 13den dag, na het eerste ziek geworden zijn, zelvcn ziek.
4.nbsp; nbsp; Het stuk Tee, het eerste door de pestziekte aangetast, of aan deze ziekte gestoryen, kan wegens eene toevallige afzondering , gedarende het nog in leven zijn, Toor bet ge-gt; zonde Tee nog onsehadelijk gebleTen zijn, ca Tan zijne oyerblijfselen na den dood, de ontsteking eerst na eenige dagen uitgaan, zoodat eene tweede ruimte van meerdere
|
||
|
||
|
||
18
Weten, tusschen het ecrst gestorvcne en het tweede zlei gewordene beest overblijft.
5. Het gescliicdt somwijlen, dat de eigenaar van eenen veestapcl (ter oorzaak van liet geringer verlies, of om cene' onderzoeliing en de verordeningen der politic (met hare zoo dikwijls verkeerde en overfollige ap-en-depentien) te ontgaan , een verdacht of pas ziek geworden stak vec aan den slager vcrkbopt, of hetzclve slagt of anderzins verduisterd, en op deze wijze voor den optnerkenden onderzoeker een tussclienlid in de ketting der aansteking verloren gnat, hetwelk het spoor van de aanstekingsperioden onduidelijk moet maken.
quot;6.' Het kan ook door tusscheriligchaiiien, dooraanstekende uitwerpselcn , mest enz., zonder persoonlijk tegenwoordigzijn' van een pestziek beest, de peststof meerderc dagen achter clkander op enkele stukken van eene anderzins gezonde kudde worden overdragen, die alsdan na clkander ziek' worden en weder na clkander himnc naburen aansfeken, zoodät' dc tusschenruimte van 8 tot 8 dagen meer en theer on-k'enbaar wordt.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;#9632; '
Deze en andere mogelijke uitzonderingen van het gewone belooji der ziekte mögen wij , willen wij bij de onderkenning der veepest zeker gaan, niet onopgemerkt laten.
Aanmerking 2. 'Wij kucnen niet nalaten onder do aan-vocring der wezenlijke verschijnselen en toevallen der ron-derpest aan tc merken, dat er in dc beoordeeling' der eige'n-aardige verschijnselen ook een eigenaardig misverstaud heerscht. Er zijn namenllijk lieden, die zieh daaraan stooten , flat hier-van de treurigheid, het knersen met dc tanden enz., en, bij de lijken voorkomende verschijnselen van ophooping en verdroo-ging van het voedsel in den derdeu maag en van tot berstens
|
||
|
||
|
||
19 '
toe voile opliooping van gal in de galblaas enr., Je rede is. Ket eerste , zeggen zij , zijn algemeene koorfstoevallen , en men \indt hefzclve ook Lij andere ziekfegeTallen , #9632;waarbij de dicren aan gestoordc laquo;pijsvertering enz. lijden. ])it zij' toegestaan; maar zullen daarom dan de verschijnselen, welke Lij de runderpest nooit outbroken, moeten worden ver-zwegen, juist omdat zij aan deze ziekfe niet uitsluitende toekomen, maar ook bij andere ziektcn voorkomeni
#9632;#9632;#9632;:.'
TOORBEnoEOUISDELEirlaquo;
#9632;.
Wij komen na tot Je middelcn tegen Je rnnderpfst, en atcI voor bet eerst tot Je voorbeboedmiddclcn, welke bij deze ziekfe ontegenzeggclijk van oncindig meer waarde zijn, Jan alle Je nog zoo zeer aangeprezene genees- en heelmid Jelen.quot;
Te voren hebben wij reeds gezien, dat Je lunJerpest alleen door aansteking ontstaat; hieruit volgt nu ook van zclven, en Jit is Jcor veelvondige ondervinding bewezeu, dat de aangewende pracservatieve geneesmkldelen tegen deze ziekte: ondoelmalig zijn, en dat de ziekte eenig en alleen door ver-mijding en verhoeding der aansteking kan worden tegengegaan;'
l)c wijze en laquo;le wegen waarop dit geschiedt, zijn verschil- ' lende, al nadat het gevaar groot, en voortdurende of voorbij-gaande is; zij zijn ook verscliillcnde al nadat de gele-genheden voor Je voorbeboedmiddclen' gunstig of ongunstig zijn , en zij vereischen verdcrs daarom ook eene meer nit-eengezette beschouwing.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;-
Indien wij allen, de runderpest tegengaandehulpmiddelen in haar geheel beschouwen, zoo zijn hieronder ten eerste te normen; de dric voorbereidende middclen: het opentlijk
|
||
|
||
|
||||
20
|
||||
|
||||
ondencijs over de natnur der zielte, de vollsverlichting ca de instelling eener algemeene veeverzekering, zonder welke alle overige maatregelen gehrelkig zija en dikwijls het doel missea.
Daataan Staat het raquo;aast het afwerende middel de Qaaran-taiue, of de gezondheidsproef''aanstaltengt; om de ziekte op de grenzen der landen den ingang te beletten.
Op deze volgen dan de verdelgingsmiddelen: voorop de bijl | (het doodslaan) als het werkzaaimte en uitgcmaakt weldadigste, als het met zaakkcnnis en moed en kracht ^ spoedig en nadrukkelijk , zonder sidderen en beven, zonder tegenhedenkingen gebruikt wordt. Het spreekt hier van zelve, dat noodige hulpmiddelen tot verdelging aan den overig geblevencnen peslstof hierbij gelijktijdig gebruikt worden. Dan de in hare werking alreeds onzekere, afzon-dering van cnkele hoven en hofsteden, de nog dubbelzinnige oprigting van peststallen voor zieken en verdachten, erraquo; de inenting in deze insfeltingen niet zoowel als verminde-ringsmiddel, öiaar tot hevordering en bespoediging van het doorzieken en lot beeindiging en verdelging der ziekte. Ten laatste het drukkende en den welstand zeer benadeelend en ondermijnend middel, het sperren en afzeften van ge-heele provincieu en landen , hetwelk intusschen niet anders dan gelijktijdig met de krachtdadige handfaaving vanhetver-delgingsmiddel zijn doel kan bereiken, en alieen dan een hulpmiddel verdiend genoemd te worden , indien het door deze ondersteund en van den meest mogelijk körten duur is.
|
||||
|
||||
#9632;
|
|
|||
|
-
|
|||
|
||||
|
||
21
X. BEGEIEK BIJ DBEIGENDE ZIEKTE.
Quarantainen.
|
||
|
||
-;
|
||
|
||
Wij spreten ten eersfen daarvan wat tot afwering der zielte te doen is, Indien dezelve nit eene nabnrige provincic of grens , of nit eene meer of minder yerwijderde afsluitings-plaats herwaarts dreigt, over te lomcn.
Voorondersteld, men hebbe zieh door zelere en deftige gronden overtuigd, dat werkelijk de runderpest op de belaquo; doeldc plaatsen heerscht, zoo wordt bet noodzakelijk :
1. op bet zorgvuldigste daarvoor te waken, dat runderen , uit de nabnrige ziekentreinen komen, en veel meer i dat pestzicke bcestcn met de gezonde beesten worden bij elkander gebragt. Deze voorzigtigbeidsmaatregel mag zeKs dan ook nict nagelaten worden, indien bet ingevoerde vreemde vee uit eene verafgelegene streek komt, in zoover deze #9632;voor Let algemeen als verdacht bekend Staat.
Alhoewel men gewoonlijk geloofd, dat eene kudde nit jserre landen, met het aanstekingsgift bezwangerd, vele weken lang voorfgedreven kan worden, zonder dat er onder weg eenige aan gestorven louden zijn, zoo is dit toch' niet altijd zoo. Pe uren ver gedrevene kudde kan een enkcl sluk bezitten, hetwelk wel gezond schijnt, maar toch aangestoken is, of onderweegs onder bet doordrijven door een aangestokene plaafs, aangestoken wordt, en bij betwelk zieh alzoo de ziekte van bare natuur na binnen 6 dageneerstopden weg ontwikkelt, zoodat zij van den 8sten tot den 12den dag na het nitdiijven voor de overige kudde dan eerst aan-pteekende wordt. Het zickgewordene dicr verwijdert zieh
|
||
|
||
|
||
22
|
||
|
||
van zelven van de overigcn, sfaat op de weide allcen ea verstrooid, volgt op de reis langzaam de overige voort-gedrovenc achterna, lomt alleen met zeer weinige der aiule-rcn in aanrating, sfeekt daarom ool maar ccn of zeer wei-nige beesten aan; eu wordt zelfs door de drijvers der kudde of doodgeslagen of begraven (hctwelk de Hongaren plegen te doen) of als vermocid, toevallig zick geworden, onderweg verhandeld, en geslagt of anders verkocht, (zoo als dit de Poolsclie veeliandelaren plogen te doen). Men heeft voor-faccldcu, dat listige drijvers de liggengeblevene zieken een been verstuitof gebrokeuheldien, enzulkcbeesten,onder voor-wendsel van cenc zoodanigc toevallige veroorzaakte beleediglng, aan slagers verkochten, van welke dan de aansteking, zon-der dat dezc hiervan kennis droegen, verder vcrspreid ward. De overige beesten der kuddo zettcn bunnen weg voort met het cenc of andere pas aangestokene, bij welk zieh evenzoo de ziekte in 6 tot 8 dagen ontwikkelt. Met deze zieken herhaalt zieh hctzell'dc, betwelk met het eerst ziek-gewordenc geschiedde, en de gebeelc kudde, soms maar met zeer weinigc stuks minder, korat Londerde mijlen ycr aan, zonder meer dan weinigc aangestokene nog onder zieh tc liebben. Zoo geschiedde het, dat Ukrainer en Podolische laquo;ssen tot Silesien en Pmissen, en Hongaar-sche naar Ooslentijk en Italien de ziekte heensleepten; en dit gesehicdt ook nu nog, indien men niet do noo-dige voorzigtigheid aanwendt. De geschiedenis der runder-pest van alle tijden levcrt hicrointrcnt veclvuldige bewijzen op, en er is namclijk gcen oorlog, waar Poolsche of llongaarsche runderkudden medegenomen werden, zonder zulke yerschijnselcn, voorbijgegaan. De voorzigtigheid legen
|
||
|
||
|
||
23
yieemdcn verdacht-(*). rundvec Ian dus niet. ligt le . yer gedrcven worden, en er bestaat, zooals ook de ondervinding ons weer evenzoo leert, geene insfelling, welke zoo bepaal-delijk tcgen hct in- en uitbrclen der veepest beveiligt, als welingerigte quaranfainen op tie grenzen van die landen, van welke uit vreemdc kudden vee, welke de ziektcslof met zicli voeren, ingedreven worden.
In Jateren tijd heeft men, met veel ojthef ten opzigtie der opentiijke gezondhcidsverpleging, dc vraag opgewor-pen, of nie do qnaranlainc-instellingrn als wegens hare groole kosten, den bandel zcer bezwarende, tot daarheen te bepcrken ware, dat men dc aan lie grenzen aaukume'nde kudden vee alleen aan eenc koitstondige, 24 of 48 urea lange , oiiderzoeking ondcrwierj), en als men vond, dat zij in dozen tijd niet ziek wierden , op bcpaalde aangewezene wegen en routen onverwijld verdec te latcn ^rckken ? En of men intusscben zulke kudden yee voor verdacht houden en op-geven moest, en dc inwoners van die plaafsen, door welke hot vee gedrcven wordt, voor ban waarschmven en tot vooc-zigtigheid aanmanen? Dcze vraag kunncn wij niet voegzaam toestemmen, en wel om de volgcnde gronden:
o) Omdat bet geheel en al onmogelijk is ccne, uit vreemde
.(*) Verdacht is in het algemecn al het Sonjaarsohc en Podo-lische rundvee; jntusschen niet de/.o alleeu , manr al Iiet andere nit cen land waar de rnnderjiest hecrscht. Men moet daaröm ook bij' de lij;lsle verdenkinj, geen vieemd vee dadeljk en ondoorzocht in zijnen stal opnemen, en nioct dit loch geschieden, dan dient men het ten niinstcn \ooreerst afgciondcrd op ,te stallen en fi dagen lang te observcren, alzuo aan eone geiondheidäiirocf tg raquo;oilerwcipen.
|
||
|
||
|
||
24
|
||
|
||
landen op de grenzen aanlomende kndde vee naanwkenrfg genoeg tfi onder?oelen en over hunne gezpndheidstoestand te oordeelen, zpnder de gezondheidsproef van ten minsten 8 of 10 dagen. De dieren kunnen met scMjnbare lust eten en loch ziek zijn j zij kunnen gezond zijn, en toch den aan-stekingsstof bij zieh dragen van een, misschien soms eerst g'isteren uit haar midden verwijderd ziek geworden beest. Gezondbeids-attestaiie cn ^czondheids-papieren der veebande-laren, een volledig getal der kadde, bewijzen van gedaue verkoopingen onder den weg enz. beteekenen in het geheel hocgenaamd nicts. List en gcld maken het bedrog overal gemakkeUjk.
b)nbsp; Omdat znlk eene inrigting alsdan de eerste onderzoeking zoo ligt geheel opperylakkig maakt. Men zal zieh veront-schuldigen [met de onmogelijkheid, om de verborgene ziekte te onderkennen en met de nitvlugt, dat inen het vee toch reeds voor verdacht verklaard heeft.
c)nbsp; nbsp; Omdat er op de voorzigfigheid van de inwoners, al laquo;ijn zij ook gewaarschuwd, niet veel te rekenen iraquo;; omdat; deze, zoo als de ondervinding honderdvondig leert, zelfs tot haar eigen openbaar voordeel, gewoonlijk door dwaog en met moeite moeten aangehouden worden.
d)nbsp; nbsp;Omdat eindelijk de voorzigfigheid der landbewoners, die zonde zij ook plaats vinden, toch zeer spoedig ver-flaauwen en in zorgeloosbeid overgaan zal, indien er maar eenmaal van eene kudde, welke verdacht werd gehenden, geene schaden of nadeel voortgekomen is, bij hetdoortrekken door hnn land en op hare wegen.
Deze onzekerheid der voorgeslagene maatregelen heeft men ook alrceds lang ingezien en bare nadeelen zoelcn tegeu te
|
||
|
||
|
||
25
gaan door de zaakkundigc geleidsmannen, welke men bij zulke verdachte, zonder doorgestane gezondheidsproeven door liet land trekkende kudden vee, loevoegde. Ecne inrigling, die gewis veel beter is en meer zekerlieid verspreidt, in Let begin missehien ook wezenlijk nut aanbrengt, maar foch niet toercikende is. Doch — om maar eenigc zwarighedcn op te geven — zijn er b. v, meerdere of vele zulke aanko-monde kudden, zoo zouden er ook even zoo vele kundige geleidsmannen noodzakclijk zijn; aaa welke het dan ligt zoude kunnen mankeeren. Zijn de kudden zelvcn zeer tal-rijk, zoo zouden zij in meerdere enkele vcrdeeld moetcn worden, om bchoorlijk bewaakt en ondcrzocht te kunnen worden. Maar welk ook nog zoo kundig en werkzaam ge-leidsman is in Staat eenc kudde, al ware het ook maar 8 dagen en 8 nachten lang, bij regen en mist cnz. met eene steeds onafgebrokene opmerkzaamheid na te zien, zoodat hem hoegenaamd geen enkel stuk van de gcbeele kudde, hctwelk verdacht is, zoude ontgaan, of dat in plaats van dit, een ander stuk ondergeschoven zoude können worden. En indien degcleidsman nu juist in zulk een moeijelijk oogen-blik, wanneer het er op aankomt, ziek werd, en tot dat een ander in zijne plaats kon gesteld worden, het opzigt ook maar gedurende 24 uren afjjebroken en verzuimd werd; of indien de verdachte kudde onder weg , op onbekwame plaat-sen, als door de peslziekfe aangcstolcn moet worden crkend en vaslgehouden, lot dat wcttiglijk het doodslaan konde worden gcdaan, of dat andere noodzakelijke middelen kon-den aangewend worden.
Daarom — zonder bedenken en zonder te aarzelen __
gezondheidsprocf, en wel zcer streng, van 8 en beter van
2
|
||
|
||
|
||
26
|
||
|
||
10 dagen, in zoogensamde quaranfaine-iustcllingen-, wanneer inen aan de grenzen van Hongarije en Polen , als Dnitsch-land enz. voor de nmderpest zeker zijn wil.
Indien \yij deze gezondheidsproeven op de plaatsen van invoering der vreemde kudden, op de grenzen, op 10 da* gen bepaalden, is ons niet onbekend, dat volgens de veror-deningen in verscliillende statcn cen geheel daarvan ver. schulende proeftijd wettiglijk is ingevoerd; dat men de Treemde kudden op somreige zulker contumats instellingcn 14, 20, 21, 28, ja zelfs 40 dagen vast te stellen voor-schrijftj ja, dat zelfs op de voor den doorvoer van het vcc aangewezen wegen en straten, op verschillende plaatsen der-gelijke quarantaine-instellingen zijn aangelegd, om in die gevallen, als de proef in de instellingcn op de uiterstc prcnzen ondoelmatig bevonden is, door ecne tweede of zelfs door eene derde te vergoeden en te verbeteren, wat bij de perste overzien is.
Al deze verordeningen kunnen hare goede, op plaatselijke aangelegenheden soms berustende, gronden hebben, welke ons ondoelmatig en overbodig toesehijncn bier te onderzoelen; zoo veel staat intusschen vast, en is, ook door den wetge-ver, ovcral te bcharligen.
De quarantainen bezwaren zeer den vechandel, verhoogen den verkoopprijs der diercn bednidend en stellen zelfs ge-zonde kudden aan het gevaar van aansteking bloot, indien zii op zulke contumatsinstellingen met ziek of verdacht vee te zamen kernen, al betwelk des te erger is, hoe langer de gezondheidsproef duurt.
Zonder nood meet daarom deze proef ook niet vcrlengd wor-dcnjcn omdat de natuur vandczoziektenietmecrdan 10 dagen
|
||
|
||
|
||
27
tijd verlangt en eisclit, zoo gceft eene overigens behoorlijk ingerigte quarantaine instelling van 10 dagen, uit weite men ool de nog gezond bevondene dieren nict anders dan omdat zij eene behoorlijke reiniging ondergaan hebben, verdcr laat trekken, volkoraene zekerheid.
Aan de andere zijde blijven siecht ingerlgte quarantaine-inetcllingen, al zouden zij ook weken of maanden lang da-ren, allocs onzeker. Alle zoigvuldigheid moet daarom ook tot de volkomenheid dezer quarantaine-instellingen worden aangewend, en dan kan de tijd der proof zoo kort zijn ? als het de natuur der ziekte veroorloofl. Van niet minder gewigt is het, alles zorgvuldig te verwijderen en weg te doeu, wat de aaustekingsstof in zieh bevaften kan en uit cene verdachte landslreek komt, als onbercide huiden en vellen, rnwe talk, enz.
Zelfs menschen, uit de aangestokene streken en stallen körnende, zijn niet dan met de grootsfe omzigtigheid of in het gcheel niet bij hot gezonde rundvee toe te laten, bijzon-der als de ziekte in de nabijheid is ; ja ook over huisdieren van alien aard moet zieh deze zorgvuldigheid behoedzaam uitstrekken, op gronden , wclke uit het bovenaangehaalda duidclijk genoeg nagegaan kunnen worden.
In dit opzigt vcrhiedt men ook, zeer wijs, in Duitsch-land, de vee- en jaarmarkten in de nabanrschap dor aangc-gestokene plaatscn, omdat de ondervinding bewezen heeft, dat juist van zulke jaarmarkten, de ziekte het mcnigvul-digst voortgeplant en ligtclijk over de geheele landslreek verspreid is geworden.
2. Omdat nu de te beschul tone kudde niet zelre de aan-stcking te gemoet loope is het noodig, deze van de weiden
2*
|
||
|
||
|
||
28
tn drcnten af lt;e leeren, bij welke zij aan de aanralinj #9632;van besmet of verdacht vee, of van zulke beesten herko-mcnde aanstekingsstof zouden bloofgesteld zijn.
Het kan daarom naar verschil van omstandigheden gevor-derd worden, het gezonde vee in de stallen te houden of hetzclve op ver afgelegene weiden lt;e drijven. ledere afzon-dering, welke de onmiddelijke aanraking der geiondcn met de pestzieken en met du van deze afgezette ziektestof verliin-dert is, loereikende. Door de vrije lucht gaat de aanstcking nooit van kudde lot kudde over. Maar iuist omdat anders onderlinge aanraking, bij cene naanwe nabuursohap, moeijc-lijk te vermijden is, zoo is het in deze aanäelegenhcid van hijzonder gewigt, allijd betcr de grootste behoedzaamlicid aan te wenden, welke de omstandigheden maar eenigzins ycroorloven.
3. Het is noodzakclijk, om des te zekerdcr te zijn, dat met de kudde, welke men beschütten wil, volgoiis do voor gcscbrevcne vcrordoningen worde gehandcld , dat men de opzigtcrs over zulk eene kudde vooraf over al hctgccn gevorderd wordt en noodig is tot afwering der ziekte onder-lioude, met de pigendommelijke kentcckenen der ziekte bebend make , en daarop aan te dringen, dat zij de kudde dagelijks zorgvuldig onderzoeken, omdat , als er, ondanks dit alles , loch dc aanstctingsstof overgediagen en ccn stuk vee daaraan zick wordt, zulks spoedig ondcrzocht en de kwaal in haar eerste on(s(flan tegengewcrkt worden kan.
Al deze voorzorgs-maatrcgelen zijn noodzakelijk, als men zieh tegen de uit de nabuursohap drcigende ziekte wape-nen wil. Zij zijn des te noodzakelijker, omdat er geen ander middcl is, hetwelk dc diercn yoor dc smetstof on-
|
||
|
||
i #9632;
|
||
|
||
|
||
20
vatbaar niaakt, en oradnt alb ook nog zoo lioog geprezetio voorbelioedende geneesmiddelen scliadelijk, of ten nainsfe geheel en al vruchteloos zijn. üeze worden om zoo dringender noodzakelijk in onze landstreken [Litkauen) waar de Runderpost, mcer of minder naderbij, zoo dikwijls hcerscht ea zoo dikwijllaquo; huisvest, dnt wij bijkans nonit buiten gevaar voor dezelve zijn , en dat voor ons iedere vreemde kudde van vee, voornamelijk dezulken, welke tot ons uit de zuidoostelijke landen van Podoli'en en Ukraine gedreven worden a'toos ver-daebt moot zijn. Eene gelijke noodzakelijkbeid heeft dit altijd in oorlogstijden, met de, de armee nagedreven wordende kudden , welke — als zij met Hongaarscb of Podolisch vee worden vermengd, of van die, welke uit zulke streken körnen, waar de zickte alreeds nifgebroken of uitgebroken ge-wcest is, zelden of nooit zonder ziektestof zijn, en daarom ool in bet algemeen ten hoogste vcrdacbt en op bet zorg-vukligste van alle gemeenscbap met andere kudden van znlke landen, waar dergelijke veekudden doorlrekken, verwljdcrd moeten worden.
Dat bet wel is waar motijelijk is, in alle gevallen datgene uit te voeren wat do voorzigtigbeid en voorbeboedende maat-regelcn aanraden, is bekend; maar bet blijft ondanks dit alles, des te meer noodrakclijk. Men tracbte alles aan te wenden wat de omstandigbeden bij mogelijkheid toolatcn. Het onmogelijke is niet te vorderen, maar veel dat mogelijk zoude kunnen zijn, scbijnt maar onmogolijk, zoo lang men het niet einstig meent en wil.
Aanmerking. Als eene bijzondcr doelmatigc verordening kan de sect; 3 van het in 1803 gegevcii Pruis^iscbe Veesterfle-Patent aangezien worden, waarin gezcgd wordt:
|
||
|
||
i
|
||
|
||
|
|||
30
|
|||
|
|||
!
|
Wordt een of ander stuk vee door hct cene of andere fooval ziek, hctwelk door gecne uitwendige beleediging onfstaau is, of sterft hct stuk vee plotseliugs, zoo is du bezitter verpligt, dit aan den voorstander van de gemeente aan te geven, en het ziek geworden stuk vee dadelijk van het andere to scheiden; dcze voorstander raoet, vvanneer liij grond heeft ora cene aanstckende ziektc tc vooronderstcllen, ot als er bij eenen vcestapel op deze plaats van de 50 stuks twee, en bij nog grooteren veesfapel drie of vier, hinnen den tijd van 14 dagen sterven, den landman en de over-Jieid van hct gocd, daarvan kennis geven, benevens intus-schen voor de volkomene afzondering van het zieke stuk vee ea van al hct gczonde zorgen. Buitendien zijn in het laalste geval, de vilders in zulk een district verpligt dit aan te gcven. Niet minder is ieder vcearts, schaapherder enz., welke bij de eene of andere ziekte wordt te hulp geroepen of hiervan icts hoort, verpligt, dit bij de overheid aan tc geven.
Voor het cverige moet men ook bij te vreezene of reeds hecrschendc ziektcn, het onderzocken en het nagaan van de Tcrdachle dieren, ja zclfs van den gezonden vcestapel, op Lovcn, op dorpen en in steden , onder de leiding der po-licie, of der gezondbeidsambtenaren, aan de daarloe cxprcs-selijk aangcstelde bcccdigdc veebeschouwers opdrogen.
2. ItEGELES EU IIET BITBREKEN DER ZIEKTE.
[Het doodslaan der eerste ziehen.)
Zoo de aangegevene maatrcgelen nict toereikend doelmatig aangewend ziju, en daardoor de ziekte in cene tot nu toe
|
||
|
|||
|
||
31
vcrschoond .jjeblevcne kadde, uitgebroken is, zoo dat ecraquo; stuk, of wel nog erger na 8 tot 10 dagen tnsschenruimte, cea tweede stuk zlck wordt, en buiten deze verschijnselea der heerscliendi? ziekte, nog andere even zoo duidelijke bewijzen , de rundtrjjcst kenmerleD, zoo is tot voorkoiiyng van de verspreiding der ziekte , niets noodzakeliikcr dan de ziek gewordene beesten dadelijk van kant te maken, d. i. deze beesten, door zooweinig menschen mogelijk, op niet. zeer bezoohte wegen, op eene welbeschutte ook Diet le vcr afgelegene plaats te brengen, het dood te slaan en met huid en liaar, mitsgaders alles, hetwelk misscliien door het bloed, door speeksel, enz. van het zieke beest is verpest geworden, in diepe, tot dat einde vooruit gemaakte kuilen te werpen, en met versch gebluschte kalk, of ten minste met 4 voet vasfgestampte aarde te bedekten. Men brenge deze beesten daarom niet op al te ver afgelegene plaatsen , opdat niet door zulken onder den weg hier of daar plaatsen bemorst worden. AI wat intusscben bij zulk een vervoer bemorst is, inoet afgestoken en met het gedooile dier be-graven worden. Even zoo moeten de menschen, die bij het doodslaan enz. hebben geholpen, om niet aan de gezonden dcaanstekingsslol mede tedeelen, zieh, naar de in het vervolg nog aan to gevene rcgekn, behoorlijk reinigen en zuiveren
Ook de stal waarin het zieke beest gesfaan heeft, meet gczuiverd worden, zoo als in bet venolgzal bescbreven worden.
Tot dien einde moeten ook de gezonden of gczond scbij-nende (*) ovcrgcblcvene beesten uit denzelven weggehaald
{*) Voor gezond gclden die beesten, welke niet het naaste bij het zieke beest gestaan hebben , noch met hun in onmiddehjke aanrakinj geweest ziju; die baitendien monter zijn, herkaauvven,
|
||
|
||
|
||
32
rn op andere plaalsen opgcsfald worden; of indiera lietzelve lict jaargelij of andere omslandigheden veroorlooft, in horden of in met tuincn omgevene weiden worden gebragt, op zulk cene wijze intussclien , dat men ze gcmakkelijk bewaken en zorgvuldig jjadeslaan kan, hctwclk beide boogslnoodzakelijk is, omdat, zoodra or nieuwe ziektcgeyallen voorkomen ooh deze terstond nit dc kudde, naar het boven aangehaalde Toorscbrift, kunnen verwijdcrd en gedood worden. Yoor ziek zijn zalke beestcn te houden, bij welke de volgende ver-schiinselen ten deele of bij elkander worden #9632;waargenomcn. Siddcren , koorts, afwisselendc bitte , sfaan met bij elkander geplaafste beenen, uitgcstrektcn staart, roode cogen, het schudden met het hoofd , knerscn op de tanden, gapen , liocstcn, steunen, roode en verwonde plaatsen in den mond, uitvloeijing uit neus en oogen en doorloop of diarree.
Zoo er zieh infusschen bij dezen verdachten veestapel binnen de 8 of 10 dagen geen op nieuw ziek geworden stuk vee Toordoet, dan is het gevaar voor dit maal geweken, en de dieren knnncn weder volgens de algemecne voorzigtig-beidsmaatregelen bchandeld worden.
Men kan om het gevaar, der door de geheele kudden om zieh grijpende aansteking, nog mecr fe vcrniijden , de ge-zamcnlijke alhoewcl gezondschijnende of toch verdachte becsten nog bcter fe bewaken, de geheele kudden, dadelijk na de deciding van het eerste enkele pestziekc beest, en na
eten , geene afmatting fe kennen geven, die zoo als de beesten gevi oonlijk doen , liggen en slaan, den staart niet uitstrekken, nog minder hocsten, steunen, gapen, knersen met de tanden, Diet met den kop schudden of wel uit mond en oogen bloedcii.
|
||
|
||
J
|
||
|
||
|
||
33
|
||
|
||
tic vcrwijtkring of befcr geheele nilrocijing der hoojst vcr-tkchlcn, in onderschcidene Lleine afdoelingcn afzondcrlijk. gade te slaan, en zoo doende op de weide te latcn of dezelTe gesepareerd op te stallen. In Let laatsic geval is Let doelmatig de beeslen in liunne stallen in afzonderlijka afstanden op te stallen en aan te binden; zoo dat zij cl-tandcr niet kiinncii aanraken. Indien er zieb nu ondet eene dezer atdeclingen nicuwe pcstziclen \oordoen, zoo moc-ten dezc ook dadclijk gedood en verwijderd worden j in zoo-vep men bet namclijk nict nog raadzamcr oordcelt, om deze geheele afdeeling op te offercn en ouder boven aanje-baaldc voorzorg te dooden, als door een langer vcrloevcn of laquo;psehorten de gebeele kuddc aan bet gevaar der aanste-king te exponeren.
Wordt onder in zulke afdeclingen opgest^dd vce binnen de 10 dagen geen sink vee meer op nicuw ziek, zoo kail men de beeslen wcer bij elkauder brengen, en als gczond en als niet tncer verdacht aanzien, waarbij intnsschen zorgvuliiig nageteld en voorzigtigheid tegen bediog door de wadilbcb-benden enz, moct in acht genumen worden.
Aananerking. Het zckcrste middel om de ziekfe uit fe rocijen, is, zoo als gezegd is het doodslaan van de eerst ziek gewoiden en verdachte beestcn. Evenwel vorderen de omstandigheden eene voor ieder verhouding doelmatige, alzoo somwijlen eene verscbillcnde annwending van dit middel, Hierbij zijn de volgende leidende gezigispunlen en regelen.
1. Men moet ten spoedigste al het zieke vec, en met ben de ziektestof vernietigen, opdat de gezonden niet vendee door de aansteling bedreigd worden, -
|
||
|
||
|
||
34
2.nbsp; De ten hoojste vcrdacliten, voornamelijl de twee stukraquo; leu, die onmiddelijk naast het ziek gewordene gestaau heb-Len, of anderzins siechte Lecsten, bij welke zieh alrecds eenige Tersehijnselen van ziektc vertoonen (al zij dit ook maar in neerslagtigheid en het oplioudcn Tan hot herkauweti) zijn, of tegelijkertijd mede te dooden, of ten miuste aan de naauwkcurigste afzondering en strenge bewaking en on-derzoeking onderworpcn.
3.nbsp; nbsp;Ook de allecn eenigzins verdachten (en al het vee in denzelfden stal, of na omsfandigheden in dezelfde kudde, die met de zieken in eene rniddelijke of onmiddclijke aanra-king hebben gestaan, zijn verdacht) moeten afzondwlijk na-gegaan worden, tot dat het bij hen klaarblijkelijk is, of tiy aangestoken zijn of niet. Dit maakt daarom ook eene 10-dagige sperring der slal of de bouwhoeve enz. noodig.
4.nbsp; Middelerwijl moet dc eerste, door het zleke bcest bc-morste en voor besnict te houdene stal, gezuiverd en de peslstof daarin vernietigd worden.
5.nbsp; Worden nu onder de verdachten het eene of andere of mcerderc beeslen op nieuw ziek, zoo moel met deze wetrop dezelfde wijzc en onder dezelfde voorzorgen, zoo als bij het eerste zicke bcest, te werk worden gegaan , en daaroifl, na het doodslaan der zieken enz. eene nieuwe afzondering en sperie gednrende 10 dagen verordend worden.
C. Door deze, op langeran tijd en op meerdere stallen nitstrekkende sperre intusschen, neemt het geWar voor dc aansteking voor het naburige vee zeer toe, en het is daarom , als men niet zeer groote zekcrheid hecft, dat de sperre zeer streng gehouden wordt, des te zekcrder, en voor de hcveiliging van het gelwcle land . van het hoogste belang
|
||
|
||
|
||
liever dadelijk in hot begin met Iiet ecrste zieke beest tege-iijk ook alle verdachten, of ten miusf.e zeer spöedig als zicli onder deze weer nieuwe zicktegevallen Voordocn , te dooden en te verwijderen. Bijzonder is bet dan raadzaam , deze wcl streng schijnende, maar zooveel to zckerder maatregel zon-der aarzelcn in hot werk te stellen, als de eerste vcrdaclile kudde klein, en in bet gcliccle land cene algemeene vee-verzekering ingevoerd is.
VEEVERZEKERISG.
Zal deze maatregel infasschen van goed gevolg zijn, zoo inoeten do kuclden, in welke de zlekte heeiscbende is, niet vele in zulk een land zijn. De ziekfc moet niet op een , of op ccnije of zelfs nog minder op vele plaalsen bniten aanmerking geblevcn zijn, Let moet eene grondstelling voor lict algemcen zijn, oin de ziekle op deze wijze tegen te gaan, en voornamclijk moet de waarde van lief, ter voorkoming der ziekte, gedoode vee door do geheele Provincie vergoed worden, of, wat nog beter is, er moot cone algemeene #9632;vvcderzijdsclie veeverzekering (veeasseknranze) zijn ingesteld; Waardoor niet allecn mogclijk gemaakt wordt, om dc ont-slanc ziekte met de volsle kracht tegen tc kunnen gaan, zonder het wel/.ijn en hct eigendom van cnkelc inwoners door eene hoogst oogelijk werkende gestrenglieid der wet te bcnadeelcn , omdat men, met de liulp van Zulk eene vee-vcrzekcrings inslclling de gelcdene schaden over hct geheele land verdoclt; waarvoor dan ook de middclen ter beschutling en ler niklelging dczer ziekte worden aangeweud, , en de verdacht zijude vceslapel van cnkelc beziltcis vernictigd is.
|
||
|
||
|
||
36
Oimlat dll alles, in raquo;ija geliecl, Lij or.s nog nict het geval is, zoo zoude de genoemde liandelwiJEe alleeu ten nadcele der eigenaren van enkele tudJcu aijn, zonder tot algemeeu nut voor het geheel te dienen. Wij hopeu intussclien dat de tijd lomen zal, dat bij ons eck eene dcrgelijke insfelling tot stand zal komen, cn alsdan zal het ons gelukken om de veepest ook nit ome landstrekea te kunnen hoaden en het verwijt van ons afschudden, hetwclk ons de naburige landen nict ten onregte doen, dat wij uit nalatigheld enz. eene voor ons en voor onze na-buren verderfelijke ziekte bevorderen.
Tot op zulk eenen t!jd moet men zieh aan genoemden maatrege^het dooden der cnkele en weinige zieken enhoogst verdachten, de verdeeling der overigen in kleine afdcelingen en naauwkemige cn zorgvuldige dagelijksche onderz9eking en nagaan van zulke verdachte kudden, hoaden.
Zoude intusschen ook deze maatregel te hard schijnen, en men daartoe niet kunnen besluiten, om tot zijn eigen voordeel en tot de redding van geheele kudden, een of twee stukken ten algcmeenen offer te brengen; zoo mocten de gezondschijnenden ten minste zecr snel en spoedig van de zieken verwijderd, zoo raogclijk in kleine afdcelingen ver-decld en de dieren geseparcerd van elkander gestald worden enz., zoo als reeds aangegeven is. De zieken zelfs intusschen laat men in de eerste alrceds door de peslziekte geinfec-leerde stallen, en men brengt in deze ook alle, uit het aantal der geheele verdachte kudde en in gevolge hiervan ziek geworden zijnde, om hun dan verder volgens den Lieronder aan te duiden regel te behandelen.
Als dan dit alles na geschied is, mocten zoo als van
|
||
|
||
|
||
37
laquo;clvc spreelt Je voorzorgsmaafrcgelcn legen de, van buitea dieigende en alrceds nadeelig geworden aansteLing voort-durend worden aangewend; daar het anders naauwelijks der raoeile waardig zoude zijn, iets tot voorkoming en tegen de aanstekinc; in de eigene kudden te ondernemen. Het verdient hier ook nog opmerking, dat Let aan sommigen voor-gckomen is, om de inenting der runderpest bij eene verdachte kuddc, zoo als die, waarvan hier sprake is, aan te wenden , ouidat daardoor de kwaadaardigheid der ziekte iefs zoude ver-minderd en ecn grooter aanfal vec zoude kunncn gered worden, als bij eene van zelven of door natuurlijke inenting onlslane ziekte. De inenting is intusschen in dit geval gcenszins doelmalig, waar bij eene doelmatige werkzaamheid het groolste gcdeelle der kuddc, met waarschijnlijkheid voor deze ziekte beschul, en hirrdoor zell's voor de naburige land-strcken het gevaar kan worden afgewend, welk aan dezclven door eene algcmecne inenting der kudde en de hierdoor kunslmatig vervcelvuldigde aanstckingsslof zouden zijn ver-groot. In het veivolg zullen wij hierop nailer terugkomen en die gcvallcn naauwkeuriger opgeven, bij welke eene inenting te doen en zelflaquo; aan te raden is.
|
||
|
||
3. REGEI.EN ALS DE ZIEKTE ERG IS EX IIEVK; WOEDT.
Wilde of konde men de tot dus ver aangegevene voorzig-tigheidsmaalregelcn, vooral zorgvuldlg en snel aanwenden #9632; zoo zoude men geene verdere maatregelen en voorzorgen noodig hebben. De veepest zoude dan nooit eene algetneene verre om zieh grijpende, hecrschende ziekte worden.
|
||
|
||
|
||
38
Indien deze veepest intasschen Lij hare aannadering niet Tcrmoed, indien zij nict teruggehouden wordt, iadicu inen dezelve bij liaar eerste ontstaan bij eene kudde niet ontdekt, indiea men de maatrejclcn tot verdelging der eerste zieteu en \aa Iiet door haar voortkomende aanstckingsgift; de seraquo; parering der gezonden van de zieken geheel en al verzuitnt en miskent, of te laat hiermede tc werk gaat, iudien men de Leerschende zickte niet vrocger ontdekt dan wanneer er reeds 10—20 of meer beesten uit eene kudde zijn gestorven, zoo is het reeds niet meer raogolijk deze kudde te beschütten , en alle TOorzorgsmaalrcgelen moeten nix tot de zekerheid en bcschuUiug van de kudden van uaburen eu naburige landstreken aangewend worden,
O. IKD1EX DE ZIEKTE 3IAAK IS ESIKELE Kl'DDES UEIR3C11T.
|
||
|
||
Ten opzigte van deze kanliet ecn dringende poIicieinaa(ref[el worden, de gclieele verpeste kudde, op de boven aangegevene wijs dood te slaan j bijzonder indien er maar eene of zcer weinige kudden zija aangestoken.
Wanneer het laatste intusschen. het geval niet is , wanneer de voorlgang dezer ziekte zoo-sterk is, dat het moord-werktuig, de bijl, denzeken naauwelijks volgtn kan, wanneer in naburige vcrpeslecn aangestokene provinciea enz. (waarmede de co.ninunicalie of niet verhinderd of nict beleinmerd worden kan of mag) nict dezelfde bchandeling en maalrcgelen #9632;worden in het werk gesteld, en daardoor het gevaar voor de gezonde kudden door bet doodslaan van eene of enkcle verdachte, nict afgekeerd wordt^ zoo als dit alles uamclijk bij de
|
||
|
||
|
||
30
|
||
|
||
ire onze nabuurschap hecrschende veepesf gewoonlljk jilaats
\iudt----dau is cr ook van zulk ccncn maalregel wciai{j of
uiets te liopen. lu zulke gevallen moet men er daavom ook op bedacht zijn, de zielen en verdachten ten minste zoo te bewakcn, dat de overbrenging van de peststof uiet mogelijk is.
PESTSTAl.
Daarom moet de gcheele kudde, bij welko wegens de alrocds te ver gcgane versprciding der ziekte, van beschul^ tijig van enkele liarcr Itoofden gene rode mcer zijn kan, in oeuen stal o( schuur of opeene anderzins afgesehulte en af-gezondei'de plaafs gebragt worden, welke fot nog grooter voorzorg mc( ccnc graclit words omgevcn, en welker in- en uitgangen naauwkeuiig bewaakt worden. Van dezcn ziekenstal inoetcn dan ook zorgvuldig, sflpt en streng alle onnutte, vreemde en nieuwsgicrige locschouwcrs verwijderd gebouden worden, en die menschen, aan welke de verpleging der zicken is opgedragen, moelen binnen de afgepaaide plaats l)lijvcn, of zij moetea , indien zij door de noodwendigheid daartoc gedrongon, dezelvc vcrlaten , zieh vooreerst reinigen en zuivcren, zoo als vorder beneden beschrcven is. Op gelijke wijze moet men aan alle vreemde huisdieren, van welke soorf en ras ook, den ingang, of ten minste den uilgang, uit dczen ziekenstal en deszelfs omheining belet-ten. Ilet voedsel voor de ingeslotenc dicren, de levensiuid-delen voor dc oppassers, enz. moelen iedercn keer op eene bepaalde met-den ziekenstal in communicatie staande, maar toch ompaalde plaats worden gebragt, vaa waar de ingcslo^ tcne oppassers hctzelvo moetea alhalcn,
|
||
|
||
L
|
||
|
||
40
|
||
|
||
De in zulke plaalscn aan deze zielte gestorvcne diereni tnoefen binnen deze omheininjen in Jaulen begraven worden, en hiels hctwelk door de zieken of door de ziektestof bemorst en verpest is, mag buiten deze omlieiningen worden gebragt. Wil men de huiden gebruiken, zoo moeten dezelve wcl cn goed bij het vuur gedroogd worden, dan kan men ze in kalkputten werpen en eindelijk behandelen, zoo als de looijers plegen te docn. Do Iioorncn worden in heet water of in kalkwater gereinigd, daarna aan den fogt geexpo-neerd en goed gedroogd; bet vet wordt uitgcsmolteu, maar dit alles moet binnen de omheining geschieden.
ISENTISC.
|
||
|
||
Omdat intusschen bij alle deze maatregelen de zieklc van de ingeslotene kudden runderen op het nataarlijke beloop van den voortgang der zickte, het doorzicken op nalaurlijkc wijs al tc langzaam vcrloopt, en daarom ook het, bij de grootsfe zorgvuldigheid, nooit geheel en al te vennijden ge-vaar der overdraging van de aanslekingsslot werde vergroot, zoo is de inenting van alle zulke opgeslotene, verdachte en nog niet zick gewordene runderen te ondernemen. De inge-cnfo dicren worden binnen 8 dagen ziek en sferven, of zij zieken door van den 12den tot den 20$ten dag na de inenting. De weinigen, bij welke zulk eenc inenting niet vat, zijn als voor het oogenblik onvalbaar voor de ziekte aan te zien, en worden met die, welke de ziekte doorgestaan hebben, gelijk gehouden. Zoodoende is dan de geheele ziekte in 3 wcken voorbij, hetwelk bij een nataurlijk beloop , bij eene kudde van 100 sluks ligt 3 maandcu kau
|
||
|
||
|
||
41
duren. Ja zulk een geval. om namelijk cene aFjjezonderdcj zorgvuldij; bewaakte, aangestokene kudde, in plants van alle te verdelgen en dood te slaan, dczclve spoedig en snel dc ziekte fe iaten doorstaan, maar ook alleen in zulke gevallen is de inenling niet alleen toe te slaan, maar zeer aan te piijzen.
Men vergete nooit, dat de inenting geen genees- of hccl-middel, maar een verdelgingsmiddel zijn zal, van langer duur dan Inj het algemeene düodslaan, maar snellcr werkende dan wanneer de ziekte op natuarlijke wijs voprtgaat, en de aan-getaste doorzieken. Eene waarsclmwing welke tegenwoordig des te noodzakelijker is ^ omdat van zeer verdicnstelijke mannen, de inenting bovca mate, en van goed gevolg zijnde, geroeind wordt.
KOSTE BESCHRUVIIIO DER 1ARD EN WIJZE VAN DE IUE5TIN0.
Men bevocbfigt een 4 of 6 voudig dikken dot lampenka-toen, van I voet lengfe, sterk met de vlocistof nit ncus en oogen, of 'met het Lloed, of met de gal van een pest-ziek beest. En wel neetnt men liiertoe , de stof uit de lijdraimfe tasschcn den 8den en ]5den dag der opentlijk uitgebrokene ziekte, daar vroeger of later de aanstekingsstof minder werkzaam pleegt te zijn. Deze versch met inenlings-stol nat gemaaktc dot, wordt aan het intceufen beest, door middel van eene groote naald (cene groote paknaald is hier-toe zeer gocd te gcbruiken) door de gcvouwen genomene huid, aan de acliterbeenen, op de zijde des buiks, tusschen de voorbecnen enz. doorgetrokkcn, zoo dat dezelve van boven naar beneden loopt. Daarna trekt men den inentings-
|
||
|
||
|
||
42
draad, eenige keeien liecn en weerj opdat zieh do ineutingslaquo; stof goed en overvloedig in de gemaakle wond ophoope, en bindt dan de einden te zaraen. Men Ian ook tot grootere zekerheid, op twee plaatsen te gelijk de inenling bewerkstelligen. Op den 3den tot den 5den dag na de inenting, begint de wond te ontsfeken ; op den 6den of 7den dag, hreekt de zickle opentlijk uit en men neemt als nu den inentingsdraad als overvlocdig weg, Dit nioet nu, de be-haudelingswijze zijn, als er bij eene of bij zeer enkele
Ludden, de veepest al reeds sterk heerschende is.
i
b. BEnASDElIUGS-REGELEIf, INDIES VE1E KUDDEIt DOOR DB VEEPESI ZIJU AANGETAST.
Indien ondertussclien de veepest, onder de kudden van vele plaatsen, van geheele provinciiin en geheele landen heerscht, zoo wordt het moeijelijker, de nog door dezezickte verscboonde landstrekcn te beveiligen.
Sperre.
Men lieeft bij zulk eene gesteldheid van zaken, in die-landen , waar men crnstig dcze ziekte wil teraghouden, tot hiertoe do sperre, d.i. de allcmaauwkeurigste opbefling en albrckino-, van alle vcrkeer met de aangestoken verpeste landslreek, aangeprczen en aangewend. Dit middel van ge-Aveld intusschen lieeft, wanneer bet eenen geruimen tijd in weiking moct gehomlcn worden, zelden of nooit het voor-gestelde doe! bercikt; en bereikte men hetzelve ook, zoo iraquo;
|
||
|
||
|
||
43
hot foch zcer moeijelijk le zcggcn, of de Invade gevolgen , wclke hct voor den landbouw, den handel en voor alle nertngen noodwendig na zieh sleept, niet drnkkender, niet nadceliger en verwoeslender zijn, dan het ongeluk van de veepest zelve, welke men daardoor wil afweren en terug-hoaden. Bovendien is de sperre in oorlogstijden, in welker gevolg runderpest, zoo vaak optreedt, niet eens aan te wenden.
Het is daarom ook in zulk een geval, als er in de gelieele landsfreek de runderpest heerschende is, niets belers en werkzaiuers aan fe raden, dan dat nit die streken, zoo raquo;poedig en zoo zorgvuldig als rnogelijk, de aanwezige zieken en openbaar \erdachte beesten, #9632;verwijderd worden j opdat hierdoor de anders aanbondende verspreiding van de aanlaquo;te-kingsstof, zoo veel mogelijk worde tegengegaan.
Ten dozen opzigte is het hoogst noodzakelijk, voor iedep dezer plaatsen in het bijzonder, of voor eenige zeer digt bij elkander gelegene plaatsen, waar deze ziekte heerschende is, ecne getneenschappelijke zickenplaats op te rigten; d.i. zulk eene plaats aan te wijzen, afgelegen en afgezonderd, zij dit nu eene sfal, ecne schuur, eene akker, of eene om-heinde plaats, of wat het ook zij, — op welke alle pest • zicke dicren, zieke en verdachte van de naburige plaatsen bij elkander worden gebragl.
Deze ziekcnplaals, meet gelieel en al, na de boven reeds aangegevene regeis ingerigt worden, en er is voornamclijk daarvoor zorg te dragon, dat uit den gezamelijken veestapel van alle tot deze ziekcnplaals behoorende plaatsen, waar do ziekte heerscht, icder en alle pestzieke en verdachte runderen ten spocdigsle deze plaats kunnen berciken, en nooit verduis^
|
||
|
||
|
||
44
|
||
|
||
terd, verschuild, verloocliend, nocli omler de gezonde beestcn kunnen feruggehouden worden. Dit is eea maatregel die wel is waar met nict geringe moeijclijkheden en vooroordcelen heeft fe kampen, maar die intusschen loch door ernstige eigene werlzaamhedcn der goederen bezitters, des te mcer voordeel heeft, en ligter uittevoeren is, dan die der strengste en waakzaamste polieie.
Aanmerking 1. Wanneer de ziekte alrceds zcer ycr #9632;ver-spreid is, dan is de afzondering van enkclc kudden en de sperre der verpesten en verdachten op enkele plaatsen^ niet meer loereikende, en kan dus niet toegepast worden. Men moet derhalve ook daarop bedacht zijn, de zieken en verraquo; dachten van de gezonden tc separeren, en in zoo weinig mogelijke getallen, in afdeeliogen op te sluiten, welke men ligt zou kunnen bewaken, zoo als in de algemeene peststallen. In deze kunnen nu voegzaani bij clkander gebragt worden; of
1 • Alleen de zieke en verdachte runderen, welke men uit
de kudden , hoven of enkele stallen van de omliggende
hiertoe behoorende naburige plaats heeft genomen, of
2, AI het rundvee, den geheelen veeslapel van die enkele
kudden en stallen, in welke de ziekte zieh alrceds heeft
geopenbaard, al is dit ook maar bij enkele beesten
het geval.
Voor zulke maatregelcn der ccrslcn behooren wel onder-
rigte , vcitrouwde veeschouwers, (revisoren); cn ook voor
dezen wordt het dikwijls moeijelijk om bedrog en verduiste-
ring van zieke beesten te verhoeden. Voor den maatregel der
laatsten wordt eene algemeene veeverzekeringsinsleliing voor-
gesteld, zonder welke het onbillijk zoude zijn, cm tea bes-
|
||
|
||
|
||
45
ten van anderen, den gehcelen, wel verdachten, maar voor als nog gezonden vcestapel van enkelc eigenaren in den pestraquo; laquo;lal te brengen.
Tot de maatregelen voor beiden, worden zorgvuldig be-werkte, naauwkeurige en complete tabellen van den veestand en veesfapel gecorderd, zonder welker bebulp men niet ver-mijden en voorkomen kan, dat er niet enkele stakken ver-duisterd, en van het inbrengen en opstallen in den peststal worden onttrokken.
Ook hij deze naauwkeurig opgeslelde tabellen van den geraquo; heelen veesfapel is het altijd vecl rnocijelijker en onzeker-der, allccn de zicken en hoogslvcrdachten uit en af te zon-dercn, en daarom is het in de meeste gevallen raadzamer j al hot vee van de reeds geinlectecrde kudden en bouwhoven zonder uitzoeking en zonder nitzondcring, en alzoo alle zleken, verdachten en gczond scliijncnden in den peststal op te nemcn.
Daarom mocfen dergclijke pestslallera uit drie afdeelingen bestaan, eene voor de gezondscliijucnde , de andere voor de verdachte en de derde voor de zickc beestcn. Ilicraan wordt de afdeeling der verdachten het best en het doelmatigst in het midden, tusschen de beide anderen opgetrokken. Wat inlusschen van znlk eene inslelling in icder voorkomend geval le verwachten is, dit. zal van de tijd dor pestgeval-len j van do meerdeie of mindere verspreiding der ziekte , van de zaakkennis en eerlijkheld dor amblenarcn, van de uit- en inwendige veihoudingcn van de landstreken, van de weiden, van den voorraad van voedsel en voedcrstoffen en van honderd andere orastandigheden afhangen, welke alle pukel hier op tc noemen en aan te geven^ vergeefsche moeita
|
||
|
||
|
||
46
|
||
|
||
roule zijn, en welker bcoordceling in alle voorkomende ge-vallen aan de bevoegde overlieden mceton overgelaten worden.
Even zoo zal de beliandeling van de, in den pcststal, of van de op de vooiquot; de pestziekcn aangewezene plaats, opge-nomcn ränderen, naar orastandigheden verschillend moeten zijn, naar het aantal en bruikbare veeartsen, naar de ver-houding der ziekea tot de verdachten, naar overweging en beoordeeling om de ziekte zoo spoedig en snel mogelijk tot een einde te brengen en wat dergelijke meer zijn.
Ten opzigte van deze kan het goede gevolgen hebben, al de nog niet door de ziektc aangetasle beesten van den peststal te doen inenlen, om hierdoor het verloop der ziekte te bespoedigen.
Zoude het daarom ook niet in het algemeca bedaidende voordeelen opleveren, indien men in den peststal de in-enting derwijze instelde , dat men te gclijker tijd de ingeenten van den 4den tot den 5den dag aan, met zoutzeer bchan-delde?
Daar dit middel, bijzondcr als het dadclijk in het begin te baat wordt genoraen, wat men ook daar tegen zeggen möge, door mij veelvuldig voldoende beproefd bevondcn is, zoo zoade de inenting des te zekerder reeds bij het ecrsle ontstaan der ziektc kunnen aangewend worden, op zulk eenen weg zoude men mögen hopen een groot getal runders, te redden, die anders door deze ziekte te gronde gaan. Het laquo;cbijnt ons derhalve wcl de moeite waardig te zijn, om zulk eene veronderstelling, door aangestelde proefnemingen, te beproeven,
Aanmerking 2. In Polen, alwaar ook de veestapcl van den boer, bijkans algemcen, als cigendom dergrondbeziltcrs,
|
||
|
||
|
||
47
der beeren aangezien wordt, valt het niet zwaar, iedere in-ligting, welke de policie maar wil, foe te passen. Alleen wordt in sommige tijden van het jaar, door het gemis van voedsel, in bergen of schüren opgehoopt, zoo als in den winter, dikwijls het aanleggen van dergclijke peststallen, bemoeijelijkt. Maar men kan zieh daarom ligfer met afgelaquo; legcne en vooral afgezonderde weideplaatsen of anderzins be-t helpen, die als dan ligt omheind kuncen worden,alwaarmen dan de zieke runderen brengen kan.
In Duitschland ondertusschen, waar ontelbare eigcnaars van vee zijn , kunnen alleen policiemaalregelen doortasfen. Soinwijlen kan het vee, wegcns gebrek aan voedsel, niet van de weide worden genomen. Dikwijls staan vooroordeelaquo; Jen, onwetendheid, gemis aan vertrouwen enz,, allen, ock de beste voor het algemeene wekijn bedoelde middelen, in den weg. Het volk zal zieh met er tijd wel van het algemeene nut overtuigen en van zclve met deze maatrege-len instemmen, door middel eenci algemeen ingevoerde be-scherming.
1.nbsp; leder, die zieh aan deze algemeene policie verordenin-gen onderwerpt, krijgt door eene op het geheele land fe verdeelen belasting in verhouding met zijn gcleden verlies , schadevergoeding, welke him berekend wordt van dien dag af, op welke deze verordening op hen in toepassing wordt gebragt.
2,nbsp; nbsp;Als alle, die hier fegen handclen, niet alleen varaquo; deze schadevergoeding worden nifgesloten, maar eck nog afzonderlijk bijzonder gestraft worden.
|
||
|
||
|
||
48
4, BEGilES WAHIJEER DE ZIEKTE TEN EINDE IS.'
#9632;
(TJiiroetjing van de peststof.)
Is, na opvolging der beschreven maatrcgelen, of ook zon-der derzelver medewerting bij ecne kudde, bij -welke tot dusverre de runderpest becrschte, sedert 10 dagcn boe ge-genaamd geen enkel stuk vce ziek geworden, (een toesfand, welken men intusscben met de groolste beboedzaambeid Leoordeelen moot) zoo kan de beerscbende ziekte als geeindigd beschoDwd worden. Het is dan nu van belang cm de terug geblevcne aanstekingsstof geheel en al u*it te roeijen , voor dat men de sonis gezond gcblevene, of de op nicuw aange-koehten, met ben die de ziekte doorgeslaan bebben bij elkan-der, of weer in bunne oude, \erpcste stallen brengt. Ten opzipte van deze meet de bewaking der ziekenstallcn, en de inaclilneming van alle voor dezelve in het werk gcstelde rcgelen en verordeningen nog eenigen tijd worden voortge-zet, gedurende welke men zonder nilstel en vertocving, tot ^ernietiging van de teruggeblevene aanstekiogstof op dc vol-gende #9632;wijze te werk gaat.
a. ZtllVERIKO DER STAUEN.
Berookingen.
De ataken worden beboorlijk van de in bun gelegene mest onlledigd, en deze ten minsle twee voct diep uifge-praven. Is de grond van den stal gcplcislerd, zoo moet deze, nadat de mest genoegzaam weggcruimd is, goed en
|
||
|
||
1
|
||
|
||
|
||
49
zeer slcrk afgewassclien worden, of bei er nog gelieel opgn-broien en de bovensle lang aarde daarran opgenomen worden. De steenen spoelt men, voor dat men dezclvc wedei' gebruilct, door sterk aanlioudcnd begieten met waler weder af, waarbij men opraerlen meet, dat hct water, waar-mede afgespocld is, in den mesltuil, maar nlet op de raquo;rije straat Tloeijen mag. Een grand van gehouwen of van gebalken sleenen vergt alleen een herhaald afwasschesi. Maar een planken of anders beulen vloer client gelieel fe worden weggenomen en wordt bet beste verbrand. Daarna sluit men den slal zoo digt mogelijk, en ontwikkelt in den-zelven ten bchoeve der geheele vemieliging. van de aan-stekingsstof, eene of eenige dagen achler elkander zoulzure dampen in groote Iioeveelbeidj men slclle blertoe in bit midden en in de bocken van den sfal Lorden met keuLen-zout, waarop men vitrioololie werpt (2 deelen zöut lt;n 1 deel olie). Zijn de dampen daarna opgelrokkeu, dan worden de deuren en vensters geopend, opdat de locht er doortrekkea kan en in geval cr geene foercikende openingen voorhandeii raquo;ijn, dan worden boven en beneden luchtgaten gemaakt. Kribben en ruiven worden met loog van boutascb, zoo beet als bet maar te vcrdragen • is, zoo zorgvuldig mogelljk a%e-wasscben, alsmede al bet bout van den s'al. Da mm en worden, nadat zij gewit zijn, op nieuw met kalkwater be-streken,- de planken en wanden kunnen zorgvnldig met heete boulascbloog afgewasscben en nog nat zijnde met onge-bluschle kalk bestrooid worden. De gereedschappen in den slal vernietigt men, of door bet fruar of men kooit de-zelve in heete ascbloog goed uit, of men gloeit dezelve ia hel vuar, als zij van ijzer zijn, zoo als b. v. kellingenenz,
3
|
||
|
||
|
||
50
Is flit alles gescliied, zoo Ian do stal vcrsch met laquo;nnul of aarde aangevuld, bepleisterd , weder met plankeu Iielegd enz., worden, en wanneer na eenen 8 dagen durenden door-togt van lueht alles in 'dezen s!al opgcdroogd is, zoo kan men denzclven voor genoegzaam gereinigd en gezuivcrd Louden. Zulk eenen doortogt van lacht door den stal, is hct werkzaamste vernietigingsmiddel van de peitstofj men doet inlusschen wel, ook de andere middelen niet tc verzuimen. Bijzonder is niet te vergelen, dat de doortogt van lucht in den winter sotntijds nutteloos is, om dat dan op de opper-vlakte alles dadelijk bevriest, en dat dan in Let ondersie de aanstekingsstof zitten blijft en later nadeelig werken kan.
De nit den stal gctaalde mest en de uigegravene bo-vensle aardlagen kunnen, heiwelk het beste is, in diepc luilen worden geworpen, in welken men ook de uit- en afvloeiselcn van de gereinigd wordende stallen leidt, en, weike men met 3 a 4 voet hooge zaivere aarde overdelt, oi men brengt dezelve, door paarden getrokken op ocn goed omheind veld, spreidt dezelve bier nit elkander en ploegt dezelve na ecnige dagen onder den grond. Men moot ondertus-schen (hetwelk soms onmogelijk ten uitvoer te brengen is, en daarom altijd gevaarlijk is) hierbij zorg dragen, dat noch door bet vervoeren dezer onzuiverheden de aanstekingsstof verspreid werde, noch, dat bij zulk eenen akker, waar dezelve gebragt zijn, rundvee kan komen, voor dat deze behoorlijk ondergeploegd zijn.
Wat intusschen het voedsel betreft, hetwelk in de stal-en, b. v. boven de hoofden der zieken, opgestapeld was, dit kan men wel zonder gevaar aan de, de ziekte doorr
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
51
gestaan hcbbende, runderen of aan de paarden en schapeti vervoederen; maar omdat er in sommigc gevallen, uit onacht-zaamheid der knechts, ligtelijt gevaar vopr gezonde, van do pestziektc verschoond geblevene runderen, uit zoude kunnen ontstaan, zoo vordert, na omstandigheden soms de voorzig-tigheid, dat zulk een voorraad van voedsel of ten minsfe de uiterste schichten van hefzelve verbrand en dus vernietigd worden. Men doet ten minste wel, zulk verdacht voedsel, 14 dagen lang uit te sprciden en aan den togt bloot te stellen, Bebalve dit alles inocten die dieren, welke de ziekte doorgestaan hebben, en alle andere dieren, welke met do pestzieken of met de van bun herkomstige aanstekingsstof in aanraking gewecst zijn, op eene dergelijke wijze gezuiverd worden. Ten dien einde wascht men dezelve herhaalde malen eorgvuldig af, wrijft linnne ligehamen met slroowissclien af, en vergcet hieybij vooral den boef en de klaauwen nict.
C. RlIKIGlnO DEB KEKSCOEK.
Ten laafste komt de reiniging aan die menschen, welke met de pesfzieke runderen bezig geweest zijn. Deze moeten zieh bet geheele ligchaam wasschen 5 alle hunnc bemotste en vnflgowordenc kleedingstukken verwisselen , welke men cenige dagen lang in loog, zeepwaler, of water en azijn laat wee-ken, daarna uitwascht en in de lacht laat droogen, of door sterke verhittingen en door zoulzure berookingen van de bun aanklevende aanstekingsstof bevrijden.
Schoenen en andere kleedingstukken, welke nict voeg-zaam uit- of afgewasschen, noch behoorlijk vcrbit kunnen
3
|
||
|
||
I
|
||
|
||
worden, of van ecne geringe waarde zijn, vcrbrande men liever (ot grootere zelerheid.
Nadat nu op zulk eene wijze de vollcdigc uitroeijing der aansfckingssfof bewerlt js, en men, om alle TOorzigligheid aan le wenden, nog 8 lt;ot 14 dagen heeft gewacht, zoo kan men de bewaling van de aangcstolen gcweest zijnde plaa(s nalatcn, en de gezonde runderen mögen zonder gcvaar, bij die, welke de zicktc doorgestaan hebben, gebragt en weer in de gezniverde en gereinigde stallen opgenomen en in dczclve opgcstald worden.
Men raoet intusscben met den aankoop van nieuw rundvee, onder zulke omstandigheden nog dabbel behocdzaam en voonigfig zijn, omdat bij zulk eene voor kort geheerscht bebbende ziekte, deze ligt uit de naburige landstreken wcör
|
||
|
||
#9632;.nil Jgt;ijquot;f, *Vn.nraquo; WVSlaquo;Ulaquo;Mi
|
||
|
||
Zucbt naar winst en bedriegerijiin der verkoopers geven, bij znlk eenen aankoop, dikwijls valsche namen van plaatsen op nit welke bet vee komt of moest komen. llet is daarom ook altijd voorzigtig, om het vreemdo nieuw aange-kochte vee, het tome van waar het wil, vooreerst beboorlijk 1c zuiveren en te reinigen, gedurende 10 dagen lang alleen le plaatsen en hetzelve naauwkenrig gade te slaan. Blijft bet in dezen tijd gezond, zoo kan het zouder gevaar bij het overige vee geplaatst worden.
|
||
|
||
BEHABDEIIHGS ViUlV,
|
||
|
||
Wij komen ten laatste op de behandelirig van do vee-pest. Het zal alreeds uit het reeds gezegde duidelijk genoeg zijn, dat deze ver achter de maatregclen ter ver-
|
||
|
||
i
|
||
|
||
|
||
53
hoeding dezer ziekle en tegea de verspreidinjf dei'zelve tomt fe staanj ja, Auf et zelfs, ter oorzaak ran doze laat-ste gcvolgen, pmstandighedcn voorkomen kunneii, waarin het gehecl en al te misprijzen, onverstandig en verderfelijk zoude moeten genoemd worden, indieu men de gene-zing zoude willen beproevon. Doch niets is wel zoo zeei1 na de verspreiding der zielte günstig als de procfheinin-gen om ze le genezen, gedurendc welke de ziekle in de lengte getrokken en de goede wil en de gegevene moeite tot stuiting en voorkoming der aansteking verflaauwtj waar der-lialve door de policie voorzorgsmaatregelen de ziekte nog gestait kan worden, zouden geene proeven tot genezing mögen plaais vinden'. .Waar intasschen de- behooi'lijke en noodige maatregelea eninstcHingen tot-stuiting der ziekte in de naburige landen, gemist worden/waar, doof onkundej na-laligheid en bediog voor de- verapreiding der ziekte alle wegen openstitan; waar het doen en laten en werken van cenen enkelea Lezilter eener rundeituddc'hiet algemeeae on-geluk niet van het land kannen afhonden, en de algemeene opentlijke mäatregelen niet voöi- de zekerheid van cenen enkeleu aldoen, daar kan en daar moct ook de veearts tot genees-middelen zijnc toevlugt nemen, in geval de ziekte Lij ecne kudde alrcecls volkomen heerschende geworden is: Wij zeg-gen als de ziekte heerseheude is) en alreeds niet meer enkele beesten, maar vcle le gelijk aantastj want zoo lang dozelve nog in haar eerste begin is, is liet doodslaan van de weinige zick gewordene beeslcn en de afeondön'rtg der verdaebten van de gezouden, volgens de boven aangegevene prineipien; altoos verre weg voor doelmaliger en nuttiger te houden.
|
||
|
||
|
||
54
GlSEESUIDDELHr.'
Van alle tot nn toe zeer aangeprezcne en bcproefde ge-necsmiddclen is intasschco maar een ecnig, welts werk-zaatnheid tegcn de veepest door veelvnldige ondervinding beproefd en bevestigd is, en hetwelk door elkander genomen, gewoonlijk twee derde van de aangetaste en hiermede behan-delde beesten redt. Het rockende raquo;alpelerznur namelijk, welks kracht door de bijvoeging van ijzer aog meer versterkt wordt. De werkzaamheid van dit geneesmiddel hangt voornamelijk van deszelfs goede kwaliteit en sterkte af. Daarom moet dit zanr eenen Sterken, maar niet zwavelach-tigen renk bij zieh hebben; als het fleschje, waarin het bewaard wordt, geopend is, moet bet rooken of sterk dampen; voor dat er ijzer bijgemengd wordt, watersnel en in het al-gemeen zoo sterk zijn, dat een lood znur met vier ponden #9632;water vermengd, aan dit, een voor de tong des menschen naauwelijks te verdragen zunr mededeelt. In zoo verre in-tusschen dit middel weinig rookt, zwak riekt en in de aan-gegevene verhonding met water gemengd , weinig scherp is , zuo moet hefzelve voor onwerkzaam worden gehenden, het zij dan, dat men hetzelve in drie- of vierdnbbele dosis zoude willen geven,
Dit laatste geldt ook voor het zwavelznnr 5 hetwelk in nood wel eens het zontzunr kan verfangen, maar 2 tot 3 malen sterker gegevenmoet worden; maar het zou wegenraquo; de groote hoe-veelheid water, welke men tot deszelfs verdunning noodig heeft, ligt voor de mafig bezwaarlijk können worden. Men mag van dit middel niet het onmogelijke verlangen en niet ver-geten, dat eene aanslekende, koortsachtige ziekte, welke
|
||
|
||
i
#9632; I
|
||
|
||
i
|
||
|
||
55
eens wortel geval heeft, een zeker beloop hebben en haren #9632;weg voleinden moet, en dat bet niet in de magt der tunst ligf, dezelve in baren voortgangnaar willekeurop te bouden, of wel oogenblikkelijk te vernietigen, waarvoor bencvens vele andere ziekten dc typhus bij den mensch eene leiding gevcn kan.
De aanwending van bet ijzerboudende zoutzuur is nu de volgende:
Men mengt een lood zuur met twee ponden water, en scbudt dit, door middel eener flcsch, in de keel van bet zieke bcest, zoodra men de eerste toevallen der ziekte aan belzelve bemerkt heeft. Zulke giften scbudt men bet beest 12 maal achter elkander in, in tuschenraimten ieder van een nur. Men kan ook, cm tijd te sparen, voornamelijk als er velezieken te gelijkertijd te bebandclen zijn, of wanneer men bet inge-ven, aan onkundige siecht onderrigte, maar anders toch vertrouwde Wächters overlaten moet, van welken men niet verwacht, dat zij de afmeting van bet zuur behoorlijk doen, de in te geven porlien ieder keer en gebeel voor het gcza-menlijke aantal zieken bereiden, en hiervan de voorgeschre-vene hoeveelheid aan ieder beest ingeven; zoodat men, als er b. v. 12 stuklaquo; zieken te behandelen zijn 5 pond van hetzelve met 24 ponden water vermengt, en hiervan ieder ziek beest twee ponden ingeeft. Op deze wijze laat zieh dan ligt de voor' alle giften voor alle beesten gevorderd wordende hoeveelheid zour, in voorraad verdeeld, geven 5 zoodat bet maar noodig is alle uren dc vermehging dezer hoeveelheid met de bekende hoeveelheid water te doen, enz., hetwelk ligt door den bekwamen oppasser geschieden kan. De boven opgegevene hoeveelheid is ook te gebruiken voor runderen niet al te groot of a] te zwaar van 3 tot 5 jaren.
|
||
|
||
|
||
Aan tie jongere beesten geeflt men minder zunr met meer water verduud ; daarentegen aan do ouden , den trekos, het -vetgemesfe. Let Padalische en Hongaarsche] vee, van grooter slag eenige hoeveelheden meer dan boven aangegeven is, van 15—20, of ook wel het zunr minder verdund, zoodat op iedere gift zes drachmen van het zoutzuur komen. In-lusschen is voor het grootste en oudste stuk vee hoogstens een pond van het zoutzuur binnen de eerste 24 urcn na de erkeudc ziekte volkomen toereikende.
Aanmerking. Eene andere en veel meer schoolgcrcgtene hehandelingswijze, is die, dat men, al na de onderschei-dene tijdruimten en de hevigheid der geneesmiddelen in gt; dc hevigheid der ziekte, grootere of mindere hooveelheid der geneesmiddelen in doelmatige lasschenruimten, dagelijkraquo; 2 , 3 of meerraalen toedient, en alles op de af- en toe-ucming der ziekte toepast. Voor zulk ecne hehandelingswijze kau men voor de oppassers en het volk geene bepaaide rfgelen opgeven. Ook is dit bij talrijko kudden, zelfs ook door de bekwaamsle veearlsen niet in uitoefening fe bren-gen. Indien er iemand van droomen zonde, dat men in zulke drukkende herig heerschende ziekten (waar de veearls of de districiarls voor vele patientcn en te gelijker tijd bij talrijke veestapels raad moet schaffen, -waar dagelijks ja bij^ kans alle uren nieuwe zielen bijkomen, en waar de opmerklaquo; zaamheid op de verdachten' en de zorg voor de gezondcB verdubbeld moet worden) ieder enkel ziek bcest zorgvuldig ouderzoeken en op eene bijzondere aan ieder individu toe-passelijke wijze bchandeten kan, die heeft zeker maar wei-nig ondervinding omlrent de hecrsehende ziektcn opgedaan^ Hier tip maar cnkelo behandelingswijzen, en zoo eenvoudig
|
||
|
||
|
||
57
mogelijl 1c gehruitcn, welker uitvolt;ring men ook dllwijls genoeg aaa onkundigen opdrageu moit. ledere kunstmatige op fijnere vcrsclieidenhcden berusfende beiandelingswijze mist het voorgcsteldc doel, en beuadeelt liondecdea om enkelcn ta helpon.
Bij de aanwending van bet zontzuur irtet ijzer Tcrbonden is intcisscLen nog voornamelijk in acbt te cemen:
1.nbsp; nbsp; nbsp;Dat men betzelre zoo vroeg en spocdig niofjelijk aanlt; wende, voordat nog nog de ziekte tot barcn boogslen trap is gestegen.
2.nbsp; nbsp; Dat men met de fe geyene boeveelbcid zontzuur zorg-vuldig, lot dat de vcorgeschrevene hoeveellieid verbruikt is, aanhoude zonder nit te scbeiden, al moest bet ingeven van hot gcneesmiddel ook in nachtlijd ruoeten gescbieden. Men meet namclijk aan deze zware ziekte geen tusscbearuiinte tot wasdom en verbooging overlaten, en ecne onvoldocnde hoeveelbeid van Let middel blijft natuurlijk zonder uitwer-king.
4.nbsp; nbsp; nbsp;Tot de dranlcn is liet betcr load dan warm water te gebrniken.
5.nbsp; nbsp; nbsp;Dat men bij bet ingeven van den drank voorzigtig zij, opdat men bij bet buitendien alrecds moeijelijke slilken gecne kwade gevolgen veroorzake. Ten opzigte \an dit, moet men zoodra het beest onder bet ingeven ran den drank maar cenigzins hoest, dadelijk opbonden en aan hot beest, tot het cindigen van den boest, raimte gegeven worden, wäama men dan het overscbot van den drank geeft. Heeft men nn - na dit voorschrift spoedig en in bet begin der ziekte de aangegevene hoeveelbeid van Let zontzuur verbruikt; zoo wacht aicD; zondar vordere aän-
|
||
|
||
|
|||
58
|
|||
|
|||
|
wending van een of ander gcnccsmiddel op den derden dag;
Doet er zieh op dezen dag eenige beterschap voor, d. i. word t het dier tieriger, ziet het dikwijls naar den buik om, lilt het den neas, gaat lietzelve minder leggen, haalt het ligter adem en in het bijzonder als het begibt, het bij den aan-\ang der ziekfe in zijnen maag onverteerde vocdsel te her-kaauwen, zoo is er geene herhaling van dit geneesmiddel ,— noch ook in gewone gevallen, het gebruik van een of ander geneesmiddel—meer noodig. Zouden daarentegen, hetwelk intasschen maar zelden geschied, deze kenteetenen op den derden dag na de aangegane geneeskundige behandeling niet voorkomen , maar de zickle in gelijke hevigheid voort-duren, zoo is het noodzakelijk, dadelijk nog 6 of 8 van de boven aangehaalde hoeveclheden van denzelfdcn drank te herhalen, en wel cvenzoo met lussciienruimten van een uor.
Deze behandclingswljze pleegt ook voldoende te zijn lot de genezing der veepest, als dezelve niet te laat, als die ziekte in haar laatste stadium is, wordt aangewend.
Is daarentegen de ziekte alreeds het laatste stadium in--getreden, wanneer alreeds de hoogste verzwakking, rui-schende adcmhaling te hooren is, de cctlust geheel en al verdwenen is, eene stinkende diarhee begonnen is en eene vcrdraaijing van den hals bemerkt wordt, dan is er weinig meer, en dus ook niet van dit allerwcrkzaamste geneesmiddel (e hopen. Evenwcl hecft ook nog in zulke zware gevallen het gebruik van eene dubbel sterke dosis, alle halve uren bcrhaald in te geven, en verbonden met het herhaal-de zelten van klisteren met hetzelfde middel en met wrijvingen en wasschingen van het gcheele ligehaam, ook
|
||
|
|||
|
||
59
|
||
|
||
met dit geneesmiddcl, en wel ecn deel zoutzuor en vier deelen water, in somonge gevallen heilrijke diensten ge-daan, en menig stuk pestziek vee, wonderbaarlijk gered. Doch onder het rundvee van onze gfreken is intusschen zel-den een sink, hetwelk zulke beduidendc kosten van een kelaas, zoo duur geneesmiddel zoude waardig zijn, en wij moeten daarom ook door bijzondere redenen en omstandig-lieden aangespoord worden, om zulk eene dure geneeswijze te ondcrnemen.
Het is tevens noodzakelijk , om bij deze veearfsenijkundige beliandeling der dieren eene doelmatig geschikte leel'regel te •cerordenen en in acht te ncmen.
|
||
|
||
VOEDIHO.
In het bijzonder vereischt hot voedsel eene zorgvuldige oplettendheid. Men mag namelijk in het verloop van de ziekte in het gelieel geen vast zwaar voedsel geven, zoo lang de dieren niet, onder de kenteekenen van beterschap, weer aanvangen to herkaauwen. Maar ook dan nog moet de voe-ding zorgvuldig in kleine giften plaats vinden, en het beste is in het begin, groen bladerenvoedsel met zetnelen oi garsfenmeel, en in het vervolg een weinig hooi te geven, van hetwelk men dan voorzigtig tot het geven het gewoue voedsel kan overj'aan.
|
||
|
||
BRIRKtKf
Tot drinken geeft men dun meelwater met ceuig keuken-
|
||
|
||
|
||
60
|
||
|
||
xout, het is zeer doelmalig en zelfs noodzalelijk, dit laquo;IrinLeu aan de dieren dikwijls te geven en wel zoo dikwijls als zij daarnaar verlangen, en zelfs ouk als zij het uiogteu versmaden, hen hetzelve in te gieteh.
Voor het overige meet men gedurende de ziekte, de dieren indien hot maar eenigzins geschieden kan, lieverwarm dan koud houden, daar zij bij koude en togt sterkcr schijnen te lijden.
VERWARRINGER DER VEEFEST MIT ANDERE ZIEKTEK.
VOORKOMEKDE TOF.VALLJGIIEnEN BIJ DE VEEFEST ,
EN DE GEVOLGEN VAN DE VEEFEST.
Eindelijk vereischen ook nog de verwarringen, de voor-tomende toevalligheden en de gevolgen met en van de vee-pest bij de behandeling eene bijzondere oplettenheid. Som-wijlen namelijk komt de veepest tcgelijk met de longeti-ontsteking voor, hetwelk bijzonder bij goed gevocde dieren bij nat, koud, herfst- en winterweder pleegt te geschieden, wanneer de ziekten der borst en dor longen ineer alge-meen zijn. In zulke gerallen vcrloopt de ziekte met hevigerc koortsen, de uitademing wordt vcel heeter, de ademhalingen sneller en korter, waarbij de neusgalen met geweld worden opcugetrokken, de boost herhaalt zieh slerker, maar is tevens korter; het dier Staat met laag neergedrukten kop, de hallaquo; wordt vor voorait gestrekt gehenden, de dieren slaan met ver van het Hjf uitgespreide voorbeenen lt;?n gaan zecr wcinig of eigenlijk in het geheel niet liggen.
l)eze gcvaar dreigende toestand. vereischt bniten het zont-zuur nog de aamveading van middeozouten, en bijzonder
|
||
|
||
|
||
61
Sterke bloedonllastingen van 10 tot 12 ponden, ook her-haalde klistcren van zoutwater en het zetten van drachtea. Men geve Engelsch zout vm drachm., Salpeter n drachin., kcukenzout \i drachm, euz. in kokend water opgelost.
-
DALSONtSTEKlnC.
Een nog erger en bij de veepest zeer dikwijls voor-komend tocval is eene ontsteking van den hals, de keel, slikdarm en luchtpijp, welke men voornamclijk aan het ver vooruitstrekken van den hals en kop, pijn en smailen bij het aanvoelen op de keel en aan het moeijelijk slikken onderkent. Voor deze kwaal worden de zoufzare dampen met voordeel gebruikt, en viel op die wijze aangebragt, dat men ecncnmetzoutzuurdoorweekten en natgemaakten lap voor den muil der dierrn hangt en aan de hoornen enz. vastbindt. Builendien kan men ook eenen lap met (een weinig ver-dund] zoutzaur bcvochtigd, dwars door den mond, maar buvcn den tong vastbinden, zoodat uit denzelven op eene aanhoudende, maar zachte wijze het middel door de keei droppele, als men den kop van het dier in de boogtc houdt.
|
||
|
||
|
||
|
||
HITSUG. EJtZ.
|
||
|
||
Tegen den uitslag, opzweüingen, smarten en pijnen op den rug gebruikt men (toi tegenwerking van eene kwaadaar-dige elteriug) wasschingen met een lood zoutzaur en twee ponden water, hctwelk het best door opgelegde warme de-keos geschiedt.
|
||
|
||
|
||
62
|
||
|
||
DEI VERWEHPErr.
|
||
|
||
Het verwerpen of tet fe vroeg afLilvcn belioort evenzeer tot de, het meest voorkomende gevolgen van de vccpest. Komi dit in het beloop der zielte voor, voor dat nog dc vee-art-genijknndige beliandeling met geneesmiddclen in Iiet work gesteld of alrceds geeindigd is , zoo behocft men op deze toevallen geene bijzondere acht te slaan, maar vcrwerpt daarentcgen de koe eerst, nadat alrceds beterschap ingetre-den is, en wanneer cr bovendien geene aanwcnding van zuren racer noodig is, zoo moct men daarop werken, om de krachfen der dieren zoo veel mogclijk te ondersteuncn, door mecl- en kleidranken met bittere en prikkelende aromatische gcneesmiddelen , als: kalamuswortef, abrinth , gentiaanwor-lel, vallcriaanworlel, anijszaad, cnz.
VERZWAKKI5G EK DOESTEH.
Met deze of toch met gelijksoorligc middelen (als spies-glans, zwavel en de even aangegeven middelen), moeten ook zulke dieren worden bebandeld, welke, nadat zij gclukkig de ziekte doorgestaan hcbben, nog cenen (ijd lang aan eene algemeene verzwakking lijden, of aan eenen vochtigen, hol-kliukenden, maar met geene moeijelijke adcmhaling vcrbon* den hoest laboreren , welke noch de anderznis liier fegen in het werk gesfelde aderlatingen en verkoclende middelen verlangen, noch dezelve verdragen kunnen.
ZIEKTE DER SFUSVERTERIHG ES OPGEBLAZEXIIEID.
Bijzouder ligt gebcart het ook, dat dieren bij, en in de
|
||
|
||
,.
|
||
|
||
|
||
63
genezing van veepest, bij terugkeerenden eetlust, al te gierig, te gulzig en te haastig, vas^e vocdselmiddelen nuttigen, en rich daardoor ir.digesfie, gebrek aan appefijt en opgebla-zenheid van bet lijt met hezwarende adcmlialing op denbals balen.
Op de vemuftigste en beste wijze komt men wel deze bij-komende toevallen voor, wanneer men de bovenaange-haalde voorschriflen omtrcnt de voeding opvolgtj maar indien intu.sschcn toch, bij verzuim van deze, de ge-noemde ziektegevallen reeds ontstaan zijn , zoo moet men^ tot genezing derzelven , de dieren 24 uur lafen vaslen, en voornamclijk eenige kceren daags bittere middelen met veel kenkenzout in meeldranlen inschudden, tot dat bet her-kaauwen weder kraclitiger in working is gekomen en de eetlust weder tocneemt.
|
||
|
||
|
||
|
||
L
|
||
|
||
|
|||
RECAPITULATIE.
|
|||
|
|||
|
|
||
|
|||
Als wij, na al dit gczcgde, dc onderscheidene wijzen vao bchandclen, welle legen de vcepest kunnen worden ingesla-gen, nog eens nagaan , zoo vinden wij in helzelve verschil-lende graden van onvolliomenheid, en wel:
1.nbsp; nbsp; Hot beste vrat gedaan kan worden, is, dat men zieh Toor de aansteting der veejpest zoelt le Iwscliulten j hicrtoe hehooren: Quarantaine instellingen, voorzigtigheid tegen vreemde en verdachte kudden van rnnderen, en tegen alles wat de aanstckingsstof aanbrcngen kan , en verder bewaking van zijne eigene kudden.
2.nbsp; nbsp; Hcbben deze maafregelen bun doel bereikt, en is.de ziekte alreeds bij cene kudde uilgcbroken, zoo kan niets beters geschieden, dan de ecrst ziek gewordene dood te slaan, en de verdachte kudde in mcerdere kleine afdeelingen te verdeelen, om ieder des te zorgvnldiger na te gaan en be-waken te kunnen,
3.nbsp; nbsp; nbsp;Minder doelmatig is bet te achten, als de cerst ziek gewordene wel doodgeslagcn, maar de verdachte kudde niet in zulke kleinere afdeelingen verdecld wordt; want cen groot gctal bij elkander geplaafste rundtren is mccije* lijker en bezwaarlijker na te gaan, en men onderkmt onder ben later of te laat de reeds door de piekte aan^elaste, en
|
|||
|
|||
|
||
65
de aansteking heeft dan ook op meerdere dieren werlinjj.
4.nbsp; nbsp; Nog minder te prijzen is het, als men uit de recdraquo; door de ziekte aangestaste ludde, de na clkander ziek gewordene niet dadelijk doodslaat, maar hen alleen separeertraquo; om dezelve, of aan het natuurlijk heloop der ziekte zelve over te la(en of met geneesmiddelen tö behandelen, in de Loop van hen te knnnen redden.
Dan indien dit ook cens geschiedde, en men de geseparaquo; reerdc zieken, zoo als overigens van zelve spreekt, nog zoo zorgvuldig bewaakt, zoo is men tocli nooitzeker voorecne over-draging van de aanstekingsstof op de nog gezonde dicren der kudde.
5.nbsp; nbsp;Veel gemarlijker, dan deze maatregelen, is intusschrn nog , om bij het uitbreken der ziekte onder cene kudde, deze gehcele verdachte kudde in te enlen, dit mag daaren-tegen dan alleen worden gedaan, wanneer de ziekte zieh alreeds ver heeft verspreid , en wel zoo, dat aan eene be-veiliging der kudde nict mecr gedacht kan worden, en als men daarom niets nuttigcrs meer doen kan, dan de ziekte zoo spoedig mogelijk zoeken te doen eindigen, en dezelve, als dit geschieden kan, zaclitaardiger te maken, of andere toch dezelve van haar eerste begin of aan, doclmalig te behandelen, belwelk na eene bewerkstclligde inenting des te ligfer mogelijk is, omdat men bij dit de tijd van bet uitbreken der ziekte naamvkeurig vooruit bcpalen kan.
6.nbsp; nbsp; nbsp; Het minste eindelijk, hetwelk fegen de vcepest geschieden kan, is, de zieken onder de gezonde kudde (e laten, en deze, volgens do aangegevene voorscbriften te behandelen. En als wij bij dit alles nog ten laatstc in aanmerking nemen, dat zoo dikwijis van dit alles niets ge-
|
||
|
||
|
||
schieJt, dat men het beloop der zieltle aan haar celveii overlaat of wel deielve met ondoclmatige , tcgenstrijdige of verkeerde middelen — zoo als met traan, liaringen, theriak , of zoogenaamde wonderpoeders, met verhittende laxeennid-delen, met peper, knoflook, brandewijn, met zcgenspreu-ten, amuletten en befooveringsmiddelen, of als het eens hoog komt met aderlati'ngen en het zetten van haarzeilen en drag-ten behandelt, zoo zien wij bet duidelijk voor oogen , hoe #9632;veltf trappen wij nog in de maatregelen legen de veepest fe klimmen bebben , tot dat wij kunnen en mögen zeggcn, dat wij ons doel, de genezing der veepest bereikt hebbcn.
|
||
|
||
vii
|
||
|
||
d
|
||
|
||
|
||
By de UitgeTcrs dezes lijn mode verknjgbaar de navolgende Werken:
Dr, Canstatt, Ziekten van den Ouderdom en derzelver
Genezing. 3 deelen..........y8.25.
Duisburger Catechismus. Ondemcheid der Protestantsche
en Roomsch-Katholieke Kerken......'. . raquo;0.15.
Idem idem, per 25 stuks . •.......raquo; 2.50.
Engelberts Gerrits, Vaderlandsch leesmuseumvoorjonge lieden. Met 8 plalen..........raquo; l.so.
Kort Begrip der Christelijke Religie. 37e druk . . . raquo; 0.10.
Leven en Geschriften Tan Joh. Rongc......raquo; 1.25.
Idem idem; met Bijlagen en Portret......s 1.80.
(Dcze Geschriftjes zijn ook a/zimderlijk te bekamen, voor 5, 10 en 15 cents per stak.)
leven en sterven van Jan Calvijn.......s 0.50.
Idem idem, per 25 stuks.........,gt; 5.__
raquo;an Schoone, Proporlie van het menschehjk ligcliaam (voor teekenaars). Met 12 platen . . . ... , raquo;2.25
Bitgelezene Verbalen voor jonge lieden. Mel 6 platen . raquo;1.25.
Dr. Wehlburg, Beschouwing van het Wetsontwerp, be-
trekkehjk de Geneeskunde •.......raquo;0.40
Dr. Weytingh, (J. H. A.) Geschied-, Aardrijks- en Fabelkundig 'Woordenboek der Classieke Oudheid . . raquo; 7.25.
Wonderdoenew en Aflaatkramers der 19e Eeuw. . . raquo;1.20.
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
Ml
|
||
|
||
|
||
!
|
||
|
||
|
||