-ocr page 1-
^^,
h%
Hongaarsche Gereformeerde Jongelieden
aan de Utrechtsche Academie 1636-1795
Door
Dr.L.Segesvary
-ocr page 2-
Ter nagedachtenis Dergenen,die de
Hongaarsche gereformeerde jongelieden
in Utrecht studeerende met hunne on-
dersteuning zooveel goeds geschonken
hebben en daardoor ook de ïïongaarsche
gereformeerde kerk in haar bestaan
hebben geholpen en versterkt.
-A
-ocr page 3-
De taetee>«"i8 r&n de De geschiedenis van het Hongaarsche hoogere
Hongaarsche studenten- onderwijs heeft een zeer interessante,wij
perefTrlnatle voor de kunnen zeggen in zijn afmetingen in geheel
rrecht8che "Academie* Europa op zichzelf staande karaktertrek:het
bezoek van onze jongelieden aan buitenlandsche academie's of hooge-
1
schoeien.Dat bezoek gaat geheel tot het tijdvak der koningen van
het Jtrpadhuis terug,en ofschoon het in dien tijd nog niet zijn
volle omvang - als b.v. in den tijd der hervorming - bereikt seeöï,
heeft het reeds toen een belangrijke rol gespeeld in de kennismaking
en overplanting der v/estersche beschaving in het Hongaarsche cultuur-
leven. Wij kunnen zonder overdrijving zeggen,det deze peregrinatie
een ongewoone onderneming is geweest van de jonge en levenssterke
Hongaarsche natie,om zich bij een geheel andere cultureele levens-
gemeenschap aan te passen en om in haar nieuwe vaderland om na de
opneming van het Christendom ook in cultureel opzicht de vooraan-
staande plaats in te nemen,welke bij haar machtspositie en politieke
staat zonder twijfel paste.Het was geen toeval,dat uit de XV. eeuw,
waarin zooveel werd gestreden,opeens het hof van Uatthias I. met zijn
renaissance enlhuïnanistische beschaving zich verhief en het was ook
niet het onberekenbare spel van het lot,dat het hof van G. Bethlen3
in het leven heeft geroepen.Dit hof was in geheel Europa bekend om
zijn hoogstaande cultuur,in een tijd,waarin in Duitschland de der-
tigjarigen oorlog woedde,waarin steden werden verbrand en kerkge-
bouwen en hoogescholen werden verwoest,-in een tijd,waarin alle
streven gericht was op het verkrijgen van geld om den oorlog met
succes te kunnen voeren en beëindigen.Zonder twijfel - Matfehias I.
en G. Bethlen hebben alles,ook op cultureel gebied,door hunne per-
soonlijke eigenschappen vooruitgebracht,maar het fundament en de
middelen,niet op de laatste plaats zijn voortgekomen uit de toen-
raaals(meerdere eeuwen bestaan hebbende connectie met buitenland.
Dat de geestelijke stroomingen,welke al lang voor de re-
-ocr page 4-
3 '
formatie hunne invloed in Euro ja lieten gelden,in eerste plaats de
renaissance het humanisme en hierna de reformatie zelf .pEafoociaife in
zoo»n korte tijd ook tot ons zijn gekomen,stond zonder twijfel in
verband met deze studenten-peregrinatie.Zooals reeds boven gezegd,
is deze peregrinatie zeer vroeg,al in de tijd van de koningen van
het Arpadhuis (XI-XIV. eeuwen) begonnen.Van onze politieke betrek-
kingen,maar ook van de cultureele toestand van Italië van deze tij-
den, is te begrijpen,dat onze jongelieden in eerste plaats de beroem-
de hoogescholen van Bologna,Bodua en tevens van ^arijs hebben be-
zocht.Later breidde zich hunne belangstelling ook uit tot andere
beroemde hoogescholen,en studeerden zij daar meestal theologie,
rechtswetenschap en philosophie.Onder de regeering van Matthias I.
heeft deze studenten-peregrinatie als het ware zijne bloeitijd
bereikt,maar na hem kwam opeens de tijd van verval.Spoedig daarop w«d
zij wegens de voor de Hongaren in 1526 (bij Mohacs) zoo tragisch
eindigende Turkische oorlogen bijna geheel gestaakt.De reformatie
bracht een nieuwe opleving.De Hongaren sloten zich in grooten getale
bij de reformatie aan,en om protestantsche predikanten te hebben,
zonden zij hun zoonen naar de groote leermeesters,naar Luther,naar
Calvijn enz.,en zoo ziet men,dat deze studenten-peregrinatie in de
loop van slechts enkele tientallen jaren,reeds in de XVI. eeuw,
bijna geheel protestantsch was.Onze jongelieden gingen steeds in
grooter getal de lange reis ondernemen en zij bezochten in de eerste
.•laats de v/ittenbergsche universiteit.Maar toen de Forraula Concordiae
(1577) de mogelsljkheid van verzoening tusschen de Lutherschen en
Ivinisten uitsloot,en Wilhelm Friedrich,als voogd van de onmondige
door zijn reglementt
Saksische keurvorst Christian II, ,Van 1592 de Calvinistisch gezinde
studenten het bezoeken van de '.'.'ittenbergsche universiteit onmogelijk
maakte,hebben de gereformeerde studenten steeds meer de gereformeer-
de, Calvinistisch gezinde Duitsche universiteiten bezocht,in het bij-
zonder van Heideiberg,Frankfurt aan de Oder en Marburg.Intusschen
had in het begin van de XVII. eeuw een beslissende gebeurtenis plaats;
de dertigjarige oorlog brak uit,en het eerste slachtoffer hiervan
was in 1622 de Reidelbergsche universiteit.Door de groote verwoes-
tingen konden onze jongelieden nauwelijks aan het bezoeken van de
Duitsche gereformeerde hoogescholen denken,en zoo is onwillekeurig
de J
hunne aandacht gevallen o pïvêrdervsrw ij derde, maar steeds bereoemder
wordende Hollandsche,en weldra ook op de Engelsche hoogescholen.De
-ocr page 5-
4
grootste vergissing zou hetazijn het "bezoek van de Ilollandsche
hoogescholen door de Hongaren(verband te hrengen met de Forraula
Concordiae en met het reeds vermeldffe reglement van v/Hhelm Fried-
rich uit 1592,of dit hezoek te houden als nawerking van dit reg-
lement.Het is nl. een feit,dat noch de Forraula Concordiae,noch het
reglement van .ïilhelm Friedrich de aandacht van onze jongelieden
gevestigd hebhen op de Hollandsche universiteiten.Dat waren veel
meer de ^gg^^ninr-vfm- de/1 dertigjarige»!oorlog in Duitschland,en
niet op de laatste plaats de kerkelijke strijd om de remonstranten.
Bij deze oorzaken kwam later nog de in de Hollandsche theologie
inj
steeds sterker(dringende geest van Descartes,welke met het Cocce-
janisme het zooveel aangevallene en verdedigde voorwerp was,ook
van de dissertaties der Hongaarsche studenten,die op verschillende
Hollandsche academie's studeerden.Indien deze oorzaken niet juist
waren,hoe zouden wij dan kunnen verklaren,dat van 1577 (en 1592)
ongeveer een halve eeuw moest voorbijgaan,voordat de eerste Hon-
gaarsche studenten op de Leidsche en op de Franekersche hoogescholen
verschenenTtfant Holland had in dezen tijd al talrijke academie»s
van zeer goeden naarasnl. de Leidsche opende 1575 hare poorten,de
Franekersche in 15*5,de Harderwijksche in 1600 (1647) en de Gro.
ningsche in 1614.Toch ontmoeten wij de eerste Hongaarsche studen-
ten in Franeker en in Leiden pas in het jaar 1623.^
De eerste Hongaarsche peregrinus kwam reeds in 1635 in
utrecht,zooals blijkt uit de naamlijst der Hongaren (zie blz. ),
duo voor de inwijding der illustreschool als academie.Tan dezen
da*ym af hebben wij tot 1643 over Hongaren aan de Academie geen
gegevens,ofschoon het niet uitgeslo&ten is,dat in deze tijd aldaar
toch Hongaren aanwezig waren;het is zelfs zeer waarschijnlijk.Maar
van 1643 af ontving de Academie,als goede alma mater onze jongelie-
den met kleinere of grootere tusschenpoozen met de grootste bereid-
willigheid,opdat zij -in het bijzonder onder de geloofsvervolgingen —
Min de ware wetenschappen in alle opzicht versterkt tot soutien en
goede herders zullen worden voor het verwpesde en gepijnigde Hon-
eaarsche gereformeerde Sion."Deze studenten-peregrinatie aan de
Ütrecht8che Academie neemt niet alleen in de geschiedenis van de
Hongaarsche gereformeerde kerk,maar ook van de Hollandsche hooge-
scholen een bijna weergalooze plaats in.Hergens in Holland zijn
-ocr page 6-
5 >
onze jongelieden én zooS groote getale verschenen en zijn er voor
zoo*n lange tijd gebleven,als juist aan de ütrechtsche Academie.
Nergens was het gemiddelde van hun getal in vergelijking tot het
geheele aantal der studenten aan de Hollandsche academie'sTaïs hier.
Ja,als wij slechts de tweede helft van de XVIII. eeuw nenen,zien
wlj dadelijk,dat het meermalen geschiedde,dat het aantal der Hon-
garen,die destijds aan de Academie studeerden,het aantal der totaal
ingeschrevenen overschreed (h.v. in 1790).kelkengrond had deze
buitengewone toestand? A.C. Duker,de biograaf van 0. V0etius,de
zaken niet dieper bekijkende zet als zijn meening -ofschoon niet
geheel duidelijk- uiteen,dat de Hongaren in zoo'n groot getal de
Ütrechtsche Academie bezochten,in de eerste plaats was om de zg.
"Voetiaansche beurs".Doch m.i. had dit een geheel andere reden.Om
zooveel mogelijk studenten aan de Ütrechtsche Academie te krijgen,
is het fonds van J.L. van Frankendaal (dit noemt nl. Duker "Vbe-
tiaansche beurs") gesticht.Indien wij nl. het testament van J.L.
van frankendaal bekijken,zoo zien wij,dat een groot deel hiervan
gewijd is aan het verleenen van hulp aan de peregrinus-studenten,
waaronder de meest geziene juist de Hongaren waren.2ij hebben ook
een nnnrtnfinWglmHSgB rol gespeeld in het rivaliseeren van die Acade-
mie met de andere Hollandsche hoogescholen,nl. om het aantal der
H
studenten op een behoorlijke peil te houden.?ant uit de aard der
zaak was de toestand zoo,dat voor het kleine,hoewel in welvaart
levende Holland,vijf hoogescholen toch te veel waren,te meer als
hefc
wij nog bedenken,dat ïEgf behalve deze hoogescholen nog talrijke
athenaeura»a van goedennaam had.Niettegenstaande hun goede leer-
krachten en de voorname rol,die zij in het Hollandsche cultuurleven
gespeeld hebben,moest meer dan een van deze hoogescholen bijna
voortdurend strijd voeren tegen de achteruitgang van het studenten-
aantal, en het gevolg hiervan,tegen opheffing.Dit lot viel ten deel
aan de Franekersehe en Harderwijksche hoogescholen in 1810.Als wij
het totale aantal van de studenten bekijken,zien wij,dat het stu-
dentenaantal van de ütrechtsche Academie ook meer dan eenmaal
zeer sterk achteruitgegaan was.Ja,in het begin,van 1636 tot 1645
heeft zij slechts 35 ingeschrevene studenten gehad en na de
daaropvolgende ongewone snelle stijging,die ongeveer twaalf jaren
duurde,had zij daarentegen in 16.17 wederom slechts zestien inge-
schrevenen,en van dit jaar af steeg het totale aantal der inge-
-ocr page 7-
schreven studenten niet boven de 50 per jaar.Deze toestand duurde
ongeveer tot het einde der Fransche overheersching,toen net de in-
trede van vreedzamere tijden,maar ook met de vermindering van de
hoogescholen fiet tijdvak der rustige ontwikkeling begon.De begaren
hebben zich als het ware onbelast in deze strijd gemencd,en zich
geschaard aan de zijde van Voetius,die
                              t aarzel:
aannai^üit de goede verstandhouding tusschen hem en hen groeide de
gepriviligiseerde positie,die reeds zonder twijfel in het miaden de
XVII. eeuw bestond.De officieele bevestiging hiervan vinden wij echter
voor het eerst in de CVIII. eeuw,nl. in de notuiön van de Vroedschap.
Volgene de daarin voorkomende gegevens kregen de
           ren de vrijheid,
om bij een professor naar eigen keuze college te loopen,zonder college
geld te betalen (d.i. zij behoefden zich niet in de matrieula te laten
inschrijven!) ,9Jlfs zoolang hunne studie het vereischte.Het is bekend,
dat de Hongaren ook aan andere universiteiten dikwijls geen college-
geld behoefden te betalen.B.v. zijn in de matricula der Groningsche
hoogeschool bij vele namen van Hongaren de volgende aantekeningen
ik
te vinden:"Gratis inscriptus est,quia Hungarua" etc.Ondanks die
vrijstelling moesten zij zich daar dus toch laten inschrijven.rAar in
Utrecht was het geval geheel anderssvan de Hongaren,wier aantal soms
boven de 20 was,was er dikwijls niemand ingeschreven.Bn zoo hebben zij
vaak 5,6 of meerdere jaren college geloooen,en hebben in dezen tijd
gedisputeerd of zijn gepromoveerd.Dat alleen de Hongaren deze geprivi-
ligiseerde positie mochten genieten,bewijst het feit,dat over het
gratis studeeren van andere studenten in de notulen van de Vroedschap,
van den Academische Senaat en van de Theologische Faculteit niets te
vinden is.Doen dit privilege ten gunste van de          aren werd e
i$                             het groote aantal der sti-'ondia
jaar weder verlengd.Ongetwijfeld is JEhxJftfi3b^aiiiliL^^L..jüUlJ^«■'««?
ra^rairêiH^. MMtmattcaorff«3»™—»«f ™nr de Hongaren in het einde
der i'Vli. en nog meer van het begin der XVIII. eeuw af ooi een opmer-
kelijke aantrekkingskracht geweest.Doch het doel beoogd net het re-
ven » dezer stioendia,uitgaande van 3tad en Provincie,hangt -
oprechte erkenning van offervaardigheid en» ware Christelijke liefde-
re steeds ten nauwste samen met den strijd om het aantal studenten
*il te houden.Volgens de notulen van de Vroedschap van 5 II. 1653
zij
                                      ,
heef t ^S&autdujiigtt' aan G# C. Komaromi, ter gelegenheid van zijn pro-
motie, een gouden en een zilveren penning vereerd,opdat hij,zooals de
motivering luidt:».,.in rerre gelegen Lande de renonce deser Stadt
-ocr page 8-
ende Academie gaet verbrijden.M Sn diezelfde gedachte treedt in bijna
ieder rerzoekschriftSBI naar voren,dat de professoren in de XVIII.
eeuw om subsidie ten behoeve van de Hongaren uit naam van Academie
aan de stad en Provincie gezonden hebben.
tt de Academie,als instituut aangaat,vormden hare beroemde
rofe»soren,als G. Voetius,P. Burman,J. Leusden, . n Alphen, . .
IMtnpe etc. en de strijd tusschen utrecht (Voetius enz,) en Leiden
(Coc ejus enz.J een zeer groote aantrekkingskracht.Trouwens aan dezen
strijd hebben ook onze,van uitnemende vaardigheid getuigende jongelie-
16
den,dikwijl6 opvallend actief deelgenomen.
.•" indelij k moet ik nog een zeer belangrijke omstandigheid
vermelden,nl. dat geen enkele van de Jlollandsche hoogescholen zich
zooveel en op zeo'n fraaie wijze heeft bemoeid met de zaken en gebre-
ken van de Hongaarsche gereformeerde kerk,als juist de ütrechtsche.
Onder de zwaar/ste geloofsvervolgingen hebben de Vtrechtsche professo-
ren alles,wat in hun vermogen was,gedaan,om de Hongaarsche predikan-
ten van de banken der galeien te bevrijden.Voor deze daad kunnen wij
nooit dankbaar genoeg zijn.ïla dezen zwaren tijd van beproeving snel-
den de professoren tijdens de stille,maar niet minder gevaarlijke ver-
drukking meermalen met "Hongaarsche Bijbels" de onder het zware kruis
gebukte Hongaarsche gereformeerde kerk te hulp.Sn toen om het geweld-
dadige optreden van het /eensche hof en Jesuiten onze theologische
hoogescholen aan de rand van ondergang geraakt waren,kwamen de hul -
vragende brieven met broederlijk vertrouwen in de eerste plaats juist
van de hier gestudeerde Hongaren tot de Academie (resp. tot de Theo-
logische Faculteit) en ook tot enkele profes oren.Hn zonder aarzeling
gaven zij hun voorspraak in het belang der Hongaarsche gereformeerde
kerk niet alleen bij de Vroedschap van Utrecht,naar zelfs bij de
3taten-Generaal. Ij kunnen zegden,dat de Hongaarsche gereformeerde
kerk in de gansene XVII. en XVIII. eeuw gedragen werd mede door de
zorgende liefde van de Ütrechtsche Academie.^iij
                        niet
alleen door politieke interventie,Kaar ook met aanzienlijken geld-
steun.Hoeveel liefde,hoeveel goedheid en offarvaardigheid! Het zou
onbegrijpelijk geweest zijn,als de Hongaren niet juist Utrecht het
meest zouden liefgekregen hebben.In hun gedichten,geschreven bij ver-
schillende gelegenheden,bezongen zij de groote moederliefde der Aca-
deraie,wier goedheid zij in velerlei vorm» ondervonden hadden. Ieder
van
& hen wist,dat het waar was,dat een uit de XVIII. eeuw gedateerd.
-ocr page 9-
door een onbekende geschreven gedicht zegt:
"Ontvangt,omhelst met liefde,en koestert in haar schoot,
Pen versten Vreeradeling,gelyk den Landgenoot."
3n nu stellen wij de vraag:wie waren die Hongaarsche jon-
gelieden,die aan de ütrechtsche Academie gestudeerd hebben? Ik ben
er vast van overtuigd,dat op deze vraag nooit een volledig antwoord
gegeven zal kunnen worden.Want de namen dergenen,die niet in de
•atricula zijn ingeschreven,kunnen wij voor 1776 ook slechts ge-
deeltelijk met de grootste moeite vaststellen.ionder twijfel zijn
er»ondanks al mijne nasporingen,nog vele namen te vinden in ver-
schillende brieven,aantekeningen of andere herinneringen.Ik geloof,
dat ik mij niet vergis,als ik het aantal der Hongaren,wiens namen
in de hierop volgende lijst niet zijn opgenomen,ongeveer op 200
schat.
De naamlijst van aan Met betrekking tot de namen zijn in de
de "Academie* gestudeerd eerste plaats de oude inschrijvingsboeken
Kehh&n de Hongaren                            (raatricula) authentiek.Deze zijn in 1886,
ter gelegenheid van het 250 jarige bestaan der Academie, ook in druk
verschenen,en van de lijsten,die over de Hongaarsche studenten
zijn uitgegeven,is die het betrouwbaarst.
Bij het vaststellen van de namen der aan de Utrechtsche
Academie gestudeerd» hebbende Hongaren,moest ik er rekening mede
houden (waarop ik reeds de aandacht gevestigd heb)fdat de Hongaren,
vanwege hunne bijzonder begunstigde positie,niet gedwongen waren
om zich te laten inschrijven.Toch hadden zij dezelfde rechten,als
diegenen,wier namen in de matricula voorkomen.Ja,er waren meerdere
Hongaren in het geheel niet ingeschreven,ondanks het feit,dat zij
jarenlang in Utrecht vertoefden en colleges volgden.De tiamen van de
ingeschreven Hongaren kunnen wij uit de matricula vaststellen,ter-
wijl wij Van de namen van de niet ingeschrevenen reeds uit de eerste
helft van de XVII. eeuw gegevens hebben.Van 1776 af kennen wij die
namen met zekerheid.Ik heb nl. in de herfst van 1933 het z.g.
"Album ïïungarorum" gevonden,welks bestaan ik uit de resultaten van
mijn nasporingen reeds vermoedde,en waarover ik bij het terugvinden
van het Theologische Paculteitsboek de zekerheid verkreeg.Jr is nl.
"bij de wisseling van dekanen herhaaldelijk sprake geweest (het
eerst in 1785) van dit album,vermeld in de lijst van de overgegevens
bescheiden.Helaas vond ik slechts een deel van dit album terug,
-ocr page 10-
ongeveer met 65,door en over de Hongaren geschrevene en handelende
brieven.Deze heb ik net nummers gemerkt en bij de toenmalige voor-
zitter van het Stipendium Bernardinura (Prof. Dr.A. Noordtzij) in
bewaring gegeven.Wat is dit "Album Hungarorum*7" Het bevat de namen
(handtekeningen) dergenen,die van 1776 af tot 1829 toe in utrecht
gestudeerd hebben,dikwijle met de opgave van geboorte- of woonplaats,
Collegium en datum van aankomst.Vele namen bevatten de in Utrecht
gehoudene disputaties,verscheidene boeken,die in Utrecht zijn ge-
drukt, dagboeken en vriendenalbums.Bij het vaststellen van die namen
noest ik Won verschillende,dikwijls uit de zelfgestelde handteke-
ningen de beste uitzoeken.Baarom noem ik alle bronnen,die ik ge-
raadpleegd heb,om te kunnen vergelijken,Het vaststellen der studie-
jaren bracht ook vele moeilijkheden met zich mede.In deze tijden
was n.1, alles geheel anders,dan nu «er werden Inschrijvingen ge-
daan in alle maanden van het jaar! Eindelijk heb Ik deze vraag op
de volgende wijze opgelostjbij de namen deel ik zooveel mogelijk de
juiste data mede,en wel uit de matricula zonder ( ) en uit andere
bronnen tusschen ( ).Pe vetter gedrukte namen zijn van de inge-
schrevene Hongaren,de cursief gedrukte van degenen,die zonder zich
te hebben laten inschrijven aan de Academie gefrequenteerd hebben.
1635.....Joannes Benyei Deak
^ Paulus Keserüi Dajka**
1643 ..... Casparus P. Szepsi
Joannes S. Kazai                       ,
Joannes Tsaholczi Pastoris*-*
1644 ..... Wicolaus Szoboszlai
Paulus Bogacsi
Michael Korosi
Stephanus Ss. Waradi
Stephanus P. Thoka^
Stephanus P. Czegledl
Joannes S. Kazai*^
1645.....Joannes Sol tl
Stephanus S. Komaromi
1646.....Melchior Balo Batzoni (SS. Theol. Stud. )
fficolaus Somosl
Petrus Kalnai
Stephanus s. Komaromi*
1647.....fficolaus Illyefalvi (Transylv.)
Michael Sz. Szekelyhidi
Colomannus Justus (Transylv.)
Stephanus Kapossi (SS. Theol. Stud.)
Joannes H. Wikolai
Andreas Bricc^us
Petrus Szathmari Baka
Samuel Lipp^l
Stephanus Rathoni Breda
Andreas Csehi
Melchior Balo Batzoni**
Petrus Kalnai M
Hichael To$haeust9
Smericus Papgi Pariz10
Joannes Szölosi *°
Matfchias NÓgradi30
-ocr page 11-
10
1648   ..... Stephanus T.>#Feéri
Joannes P. GÖnczi (SS. Theol. Stud.)
Georgius Krizbai
Franciscus K. Fogarasi (Transylv.)
Joannes BA S^ko (Transylv.)
Matthias urmenyi Patt
Franciscus Borsai (Debrecinus)
Petrus Szathmari Baka if
Uicolaus Illyefalvi**
Joannes II. Mikolai 3*
1649 ..... Michael HenteB (Debrecinus)
Paniel P. Vizkeleti
Alexander F. Vetesi
Kicolaus M. Margithai (SS, Theol. Séud.)
Michael Varallyai (SS. Theol. Stud.)
Michael fhallyai (SS. Theol. Stud.)
Petrus Vas^rhelyi (Transylv.,SS. Theol. Stud.)
Georgius Pa'lyi
Andreas Taryai Sylvanus
Stephanus Vari (SS. Theol. Stud.)
Thomas Borsai Pe$o" (SS, Theol. Stud.)
Joannes K. Ifagykalnai
Casjarus Datsi ^Detsi) (SS. Theol. Stud.)
Basilius Szentlaszloi (SS, Theol. Stud.)
Samoel Enyedi
Joannes M. Enyedi
Joannes B. Siko3*
1650   . . . . . Stephanus A. Szathmari
Joannes Apatza losere (Transylv.)
Georgius C. Komaromi
Stephanus C|lei
Stephanus Jferaethi                            _
Franciscus Borsai ..(Debrecinus)
Thomas Borsai Petó'
Samuel Enyedi'T
1651   ..... Paulus K. Pioszeghi
tficolaus K. Hathazi
Jolannes P. So,mosi
Jacobus Alistali Farkas
Georgius C. Komarom^3* _
Stephanus A. Szathmari
Sarauel Enyedi 33
3tephanus Gelei*°
Stephanus Hemethi*'
Colomannus Justus*'
Joannes B, Sikow
Michael S. FelsÖbanyai
Joannes Apatza Tsere **
1652   ..... Joannes Filep
Thomas P. Tiszabetsi
Michael Szepsi latzkó
Michael Buzinkai
Nichael Bathori
Stephanus Horti (Transylvanus Claudiopoli-
tanus.-M,)
Casparus Miskolczi
Stephanus t.^Vaezi
Andreas Wilmanyi
Casparus Batizi
Andreas Szepsi £oroez
Georgius C. Komaros^r
Stephanus A. Szathmari *r
Samuel Knyedi**"*
Jacobus SpE Alistali Farkas*r
Joannes /aczi''*"
Hicolaus K. Ha^hazi1*4
Stephanus F. Nemethi*?
1653   III .. . Casparus Miskolczi
VI.               Andreas Kereszturi (s:-, Theol. Stud.)
VI.              Stephanus B. Bi^dai
VI.              Stephanus F, Hemethi
VI.               Thomas Szentgyorgyi Tholnai (SS. Theol. Stud.)
VIII.          David Szentgyorgyi (Siculo-Ungarus Transylva-
, ,                                          nus.-
VTIT.          Joannes Posatoxi
-ocr page 12-
H
Ij O
Casparus Batiziy
Georgius C^ Komarorai*9
Joannes Apatza Tsere*9
Samuel Enyedi
Joannes p. Somosi57 0
1654 III. , • Stephanus V. Betskehazi
V.
                 Samuel Celei
VIII.           Andreas Demete^
VIII,           Orban ÉrsekujYari
VIII.           Michael P. Tatai
VIII.           Paulus Kaposi
VIII.           Xadislaus Gyongyosi (Bfobilis Ungarus.-H.)
VIII.           Paulus Qorgei,                 62
(11.III.) Jacobus Alistali Farkas (SS. Theologiae et
racticae id. temporis Philosophiafi
#Stu<|ios.)
Joannes Posahazi53
David Szentgyorgyi slt
Cas parus Miskolczi 5jr
Joannes M. Bereglji
Stephanus Telkibanyai^6
(III. t VIII.) Paulus V. Kismarjais7(SS. Theol. Stud.)
(9.III.) Michael Buzinkai
,21.111.) Thomas Szentgyorgyi Tholnai
.22.111.) Casparus Batizi
(9.VIÏI.) Joannes L.
1655 II. . . . Matthias Szanthai (SS. Theol. Stud.)
II. Stephanus Tholnai (SS. Theol. Stud.)
II. Joannes P. losonczi (Phil. ac sr>. Theol,
0                          Stud.)
II. . Stephanus M. Sellyei (Phil. ac SS. Theol.
Stud.)
II. Joannes Szepsi (SS. Theol. Stud.)
II. Joannes Puspoki
0
II. Stephanus p. Szantai
II. Joannes H. Kaszorji
II. Franciscus P.,Szaki (SS. Theol. Stud.)
II. Ceorgius T. Martonfalri
Samuel Gglei^
Paulus Gorgei5*^ '
Samuel WaradJ. Koleseri6?
Ladislaus#Gyon,gyosi éo
Joannes Posahazi*'
Michael P. Tatal*,2*
1656   V. ... Gregorius HernadnemetSi
V.
                 Andreas Liszkai 0
VII.
             Paulus P. Jaszberenyi
VII. Martinus Z. JUmaszombathi
VII.              Stephanus Harsanyi
VIII.            Michael Dobrai (Phil. Stud.)
IX.                Michael palyi
IX.               Paulus Togarasi ^SS. Theol. Stud.)
Franciscus ?. Szajfci *9
Joannes Koró'snadgnyi Nadanyi*3
Ladislaus Gyongyo'si6*
Samuel Samarjai^*
Andreas Ternyei6'
Stephanus P. Szantaié^
Joannes F. Losonczi6^
GeorgiusJT. Martonfalri<v
Paulus Gorgei €u
Samuel Gelei 4I"
1657.....: ichael Dobrai 66
Samuel Samrjai 64 *n 6r
Casparus R. Snyedi 6<?
Ladislaus Gvongyosi é 9
1658.....Michael Dobrai 6tw?o
Samuel Samarjai 66
Joannes Pfc Debrec^eni ^
Joannes Ko'rosnadanyi Nadanyi"
Casparus R. Enyedi*'
Nicolaus J. Tecsi?'
Joannes Gunesch *l
Valentinus Kereszturi ?*
Georgius T. MartonfalviW
Petrus. P. Tsedreghi^V
-ocr page 13-
Franciscus Szendrei^
Stephanus Tholna£?r
Franciscus PA Szaki^6
Ladis 1 aus Gy o*ngyos i 4?
1659 ..... 'ichael DobraiGfc
Samuel Samarjai éé#
Andreas Halmi Suho ™
1660....."ichael Dobrai <ƒ
Darauel Samarjai éfc
Casparus R. Snyedi *9
Ladislaus Gyó'ngyosi 90
Valentinus ^Kereszturi^0
Georgius NemetSi
1661 ..... Michael Dobrai&
Sarauel Samarjai^,
1662.....Franciscus P. Szaki-^
Sarauel Samarjai-"
icolaus Bethlen,Graaf
*l
oilus Csernatoni ?t
1663....."Ucolaus Betalen, Graaft
g%                       ulus Csernatoni rl
1664 ..... otephanus Szecsi/^
1665 ..... Stephanus Szathmari Eszeki
Jacobus Csuzi Cseh
Joannes Papai ^enljhi
Michael Szathmarnenethi
Michael Sarfoy
0
Stephanus B. Weszpremi
Joannes Dadai**"( Transy1v.)
1666 ..... Cerhardus Kabai
Joannes Dadai
Stephanus Szonyi (Pannon.)
Stephanus Jeremi
Matthias WTara^i (Transylv.)
Martinus Sz^lagyi
Stephanus Batho^ri
Stephanus Szirak^ 0
Stephanus ^Szathmari Eszeki'*6
ichael Sarfoy ** 0
Stephanus B. *V'e,szpreni fr
Andreas Szathmari/f
chael SzathmarnenethiW
ichael ÏT. Saros/pataki <??
stephanus K. Dioszeg&i9ö
1667 ..... Andreas Lisskai
Matthias Waradi
Stephanus Szonyi **'
Stephanus Liszkai
H<
Martinus Szilagyi,L
aulus F. C^ekei *>*
Stephanus Bathori9*
Stephanus ï'eremi
^ 4,
1668.....Michael Szoboszlai/
1669 ..... Georgius Tatai Kovacs (Pannon.)
1670 ..... Joannes Modori Martius (Pannonius Nobilis.-
Joannes K» Fogarasi*?r
Joannes I<)nyedi '*~
r
Georgius Szigethi 0
Georgius Tatai Kovacs°6
Joannes Kezölaki^*
1671 ..... Daniel Tiszay,arsanyi
25,
,VI
► VI
21
.VI
25
.VI
25
.VI
Joannes Horrati 0
Franciscus ©trokocsi Poris
Michael P. %nyoki
Petrus Selylji (Transylv.)
Stephanus Sarospataki (Transylv no-ngarus
/e Kolosvar.- .
1672.....Gtephanus Sarospataki *'
Petrus Selyki <hm             ,00
Stephanus H, GyongyoSi 0
Franciscus Ctrokocsi Foris'°'
1674 22.X. . . Joannes R. Beszerményi
1676 ..... Ceorgius 0. Dioszeghi (SS. Theol. Stud.)
24.vu. Michael Tokaji Almasi (SS. Theol. Stud.)
-ocr page 14-
26.VIII. Stephanus jR^raaszorabathi (SS. Theol. Stud.)
5.X. Gabriel Nanasi (Bxtil noraine religionis.j
6.X. Petrus K. Vasarhelyi
5.XI. Joannes P^ Rozgonyi
1677 ..... Andreas Verrolgyi ,(Sylvano-Ungarus.-r.)
l'lchael Tokaji Almasi «t
Josephus Fagyari '°*
Georgius G, Dioszeghi'"
Franciscus Ctrokocsi Poris i0Z
Paulus Lisznyai'01
Stephanus #Bimaszonbathi
1 ichael Bathori Komaromi/ot
Stephanus SylYamj8 #.2ilahi (°l
Stephanua Marosvasarhelyi <<>*
Franciscus 0. Kabai fG1
Joannes Szenczi 'ol
Joannes Ko,zraa (Debrecinus) l
Gabriel ïTanasi '°5
1678.....Franciscus 0. Kabai
Stephanus Sylranus Zilahi
Samuel Hodosi (Debrecinus)
Joannes Kozraa (.Debrecinus)
Georgius G. Dioszeghi 'ot*
Georgius Torny^ tcr
Joannes 3z,a£hmari ,cr
Gabriel Uanasi'**»
1679 . . . . . Paulus D. Keeskeméthi
Georgius Tornyi
Joannes S. Kecskeméti
Joannes P. Rozgonyi"*
1680.....Georgius S. Danyadi'0*'
tee
Stephanus R^raaszorabathi
S tephanu s Fanas i J °?
Samuel S^athmarnemetBi ' 9
1681.....3tephanus Rimaszombathi ',0
1632   ..... Abrahamus ^ruber (Sopronio-Iannonus.-M.)
Joannes Tsetai 'f*
1685.....Samuel Kapo,si (Rimaszombatino-Ungarus.-M.)
Joannes Tsetsi '"
1684 ..... Samuel Kapo,si /lZ
Joannes Tsetsi '"
1633   (l4.25.XHJ"icolauB Agathi "*
1689......Vartinus ^ador£alvi w
Nlcolaus ï'ieztotfaluaj Kis"*
1692   ..... Qregorius Fuleki Horrath
Samuel Pastoris ( Jaradino-Hungarus.- ,
Stephanus H. Szokolyai #(?annon.)
Michael Buzinkay (Hx Sarospatak.- •
1693 ..... Andreas Teutsch (Sehaesburgensis Saxo-
f Transylv.-lf.)
Stephanus Weszpremi (TransylT.)
ohael J3uzinkay l(i
,/?
                 Stephanus Zentelki uk
169| ..... Paulus Szombati (Riraaszombatino-Ungarus.-
1698 ..... Joannes Pelschaczt (Pelsoczi)
1699 ..... Joannes Pelechuczi (Pelsoczi)"*
Matthias Thalabai "*
Michael N. S0lymos,i "*
Joannes E. Weszpre,rai W
Stephanus Szederkenyi fff
to
                 Stephanus R. Szombati U*
1?C0.....Joannes Patai Balog H9
1701 (vu. ,Vlll.)Georgius Bonyhai «/
1705 9.V. . . stephanus P. PaU.i
16.V. Matthias Szepsi
0 ,2t
Gregorius "'eszprémi
1706 . . • • . Kicolaus Tseke^i
Andreas Czegledi
170°......Martinus Almasi (Kx Comitatu Tornen»!.-?".)
Joannes Rene^hi
Beniarain Almasi (TransylT.)
Stephanus Almasi (TransylT.)
1709.....Joannes A^brich (Coronensis A'ransylvanus.-M.)
Michael Tetsi (SS. Theol. Stud.-Hangarus
Marmaticus.-I .)
Ben Umin Almasi /2-*
-ocr page 15-
>4
Martinus Alreasi' u
Joannes NemethV^
Stephanus A^masi'*?
(IX.,X) Joannes Szkaros#i'ir(SS. Theol. Cand.)
(9.IX.) Stephanus Naszalyi'^
(9. IX. ) Petrus Jenel»2fe
Joannes Tsetsi'
(28.IX.) Petrus Almasi',6( Hungarus Cassoviensis ex
inclyto Comitatu Aba-ujva-
riensi.- .-SS.Theol. Stud.)
Michael Szathmari^ (SS. Theol. et Phil. Stud.)
(3C.X.) Joannes Dallyai :/as>?fo
1710 (17.VII.) Petrus Almasi
Joannes Tsetsi
Michael Szathraari
(10.IX.) Michael Tetsi'^
(15.VI.) Stephanus Naszllyi'?r
(18.V.) Stephanus W. Enyedi Hf
(11.III.) Georgius Szigethi Gyula'?(SS. Theol. Stud.)
(10.III.) Josephus Deakin?(SS. Theol. Stud.)
(IX.)
           Joannes Dallyai Wat '?f
1711.....Joannes TsetsiJ7*
1712   ..... Sanusl Szentgyorgyi,7^
1713   ..... Sarauel Szentgyó'rgyi
Andreas Pobol
Andreas B. Munkatsi
Georgius M. Se,rtzi
Martinus Szilagyi '
1714   ..... Sarmiel Dabi
Georgius K. Wftsei
1715 ..... Petrus Szentp^teri
Stephanus H^halyi
Michael Kapoti Pap lV
1716.....Michael Rapoti Pap '*'
1717 ..... Joannes Lapidenus/3*,
1718 ..... Gregoriua Nagymihalyi (Hungarus Peregrinus.-M.)
1720..... Zes Hong. Stud. (NPSU 6. III.,Vroed-
schap 5.V. )
1721 ..... Joannes T. Szikszai (V.D.M.,HUngarus,iatria
Szikszo in Comitatu
Aba-U j var iens i. -M. )
Ambrosius Ktjrek (Debrecen.-M.)
Joannes Kovac,s (V.D.M,-Debrecen.-M.)
Andreas Csatari Felvinczi
Zes Hongv Stud. (NPSU 19.11.)
1722 ..... Stephanus Szentjobi (Debrecen.-SS.Theol.
Stud.-F.)
Israël Marosi (Debrecen.- B
Samuel Makkay (Transylvano-Claudiopolitanus.-fl.)
Joannes Miskolczi (Pannon.)
Pranciscus Josvai
Andreas Ujvari (Ex Col^egio S.-?atak,patria
Szikszo.-M.)
Stephanus Ketskemeti (Hadino-Hungarus ex
superiori ïïungaria.-M.)
Joannes T, Szikszai 'W
Joannes Kovacs 'H
1723 ..... Georgius Pataki (Transylvano-Hungarus
m m Albajulianus.-K.)
Gregorius Domsodi
Michael Krizb,ai Desö (Transylv.)
Pranciscus Josvai,
Stephanus P. Polgari (Debrecen.-M.)
Michael De.brecen i
Joannes Bathori Ferge
Andreas Guthi 1,r
31f Kong. Stud. (ïïPSU 20.1.);reep.
Dertien, Ho,ng, Stud. (Vroedschap i4.VlJ
1724 ..... Stephanus Jerenias                                                      w
Michael Donga ^Debresen.- ,
Michael Kecskemeti Deak #(Debrecen.-M.)
Joannes Causa^ (Ketskeméthino-Hungarus.-M.)
Petrus K, Vasarhelyi
StephanusMVasarnelyi Toke (Transylv.)
Michael Furedi
-ocr page 16-
Andreas Guthi*'1
Negen Hong. Stud. (NESU 27.1.)
Gregorius kovasi
Ladislaus Csokonai
Stephanus
$z% Czegledi
Stephanus Dioszeghi (Debrecen.-SS.Theol.
Stud.-?■'.)
Joannes Manai
Joannes M. Szentgyorgyi
Stephanus,Vasarhelyi TÓ"ke,3e
Cabriel Za^oni (Transylv.)
Ceorgius Janosi
Andreas Guthi rtr
Sigismundus £. SÖvényfalvifl?
Joannes Polgari
Joannes Csuzi Cseh (SS. Theol. Stud.)
Joannes Pe,leskei
Joannes Bathori Oere
Andreas Gu,thi ,1r
Gabriel ZagonJ.'**
Stephanus Xorosi (SS. Theol. Stud.)
Joannes Nagy (Hung. Jaurin.-SS.Theol. Stud.)
Joannes Vets^i
Stephanus pioszeghi '^
Georgius Janosi"'0
•?             Szathmari "*(
) Michael Ka,polnasi
Daniel peetsi (Jaurin. Ungar.)
Joannes Wa,tav (SS. Theo 1. S tud.)
1725
1726
1727 (IH.,IV.jY.
(10.IV.) Joannes K^dartai
(29.V.)
(27.v.)
(10.III
Michael Fo'ldesi t 0
Sigismundus IJ. Radnotfay (Transylv.)
Stephanus Dioszeghi '**
Andreas Guthl '*''
) Joannes CsuZi Cseh "*3
ü\f Hong. Stud. (Vroedschap 15.IX.)
Samuel Heraethi (Debrecen.-?'.)
Stephanus Debreceiji
Andreas Szen^miklosi
Andreas Karman (Losonc.)
Daniel M. Joannes Perliczi (Caesareoforens.
, , «o Hungarus.-?'.)
Sigismundus N. Radnotfay
Twaalf Hong. Stud. (ïïPSU 22.1.)
. Stephanus Sarkany
Michael Megy^aszai
Stephanus Bolcsi ,
Alexander P. Szathmari (Transylv.)
Joannes Wiszlai 0              ,klj
Sigismundus Szathmari iap (Transylv.)
1728 .
i*r
1729
Zeventien Hong. Stud. (Vroedschap 17.x.)
Stephanus §zekP^Transylv.)
Martinus Banhorvati
Samuel Endredi
Michael Szentesi
Joannes Kabai (Debrecen.-I .)
Joannes Siraonto,rnyai
Joannes Szentpeteri (Debrecen.-
Jacobus Jantso
Sigismundus Szathmari Pap
Sigismundus Erctsei
ftuilus Öri FÜlo'p t
Michael Dusitza (Sarospatak.-M.)
Alexander Enyedi (de Nagybanya) (SS.Theol.stud.)
Samuel Ifearesmarti (Debrecen.-M.-SS.Theol
0                   Stud.)
Andreas Domany
Georgius Szikszai (debrecen.-H.)
1730
1TO1
Elf Hong. Stud. (ïtpsü 1. III.) jreso.
Negen Hong. stud. (Vroedschap 22. ... *
Stephanus Mezo (3zikszó.-r.)
Joannes Berzetei (Saro fc.-M.)
Samuel Kallai"*(Debrecen.- . j
Georgius Poldesi Nagy
1732
-ocr page 17-
Joannes Putnoki (Minister Svang. Jesu.-M.)
Tien Hong. Stud. (?TPSTJ 30.I.);resp.
ïïl£ Hong. Stud. (Vroedschap 6.X.)
1733.....Eraericus P,ltzely
Joannes Pay
Andreas Csuzi (Debrecen.-K.)
Valentinus Magyszegi (Debrecen.-7 .
Paniel tfjfalusi (Debrecen.-N.)
petrus Szoboszlai
Petrus ^ova^i
Samuel Egyhazi
Michael Ifolnar
Joannes Solyiaosy
Matthaeus Fogarasi (Transylv.)
Georgius Tokay
Stephanus JMagy
ichael X^rosi '**
Joannes /a^adi'10
1734 ..... Martinus Zagoni (Transylv.)
Michael Serejs (Debrecen.-I . /
Stephanus Fol4esi (De,brecen.-
Sarauel Szathraari Orban (Bx 111. Collegio
brecinensi.-K.)
Joannes 30lymosy 'r'
Georgius Tokay '*"2
Petrus Szoboszlai'rl
Stephanus $agy}rl
Stephanus Bdelenyi'rv
Gabriel 7ajai,rJ£Transylv. )
Andreas Szathmari'tydebrecen.)
Twaalf Hong. Stud. (JWSU 25.11.)
1735   ..... Sigismundus Borosnyai (Transylv.)
Ladislaus Bak£si"*( Transylv.)
Stephanus Saroi'^Deörecen. -M. )
Gregorlus Szombati'rtf SS. Theol. Stud.)
Pranciscus PeremartoniA*(Debrecen.-: .
Stephanus Szoke /n~
"artinus Bagos,i irr
Samuel Szathraari '«"6
Andreas Szathmari'^
Sarauel Hgvessi fCh
Sarauel Pomsodi tn>a
N(icolaus^) Reth ^Transylv.)
1736   ..... Martinus Abats (Transylv.)
Franciscus Pereraartoni
Georgius Szentpeteri ("atione Thm garas.güwggf
Canonious.-!■'.)
Joannes Marosi (Debrecen.- .)
Gregorius Szorabati
Michael Szendi (Debrecinus)(Szikszo.-SS.Theol.
Stud.)
Sigismundus Borosnyaif
Joannes Markusfalvi Gaal (Transylv.)
N(icolaus^) Reth '*?
Dertien Hong. Stud. (ÏÏPSU 15. III.)
1737. .... Franciscus I. Lisznyai (Transylv.)
Joannes Markusfalvi Gaal
ïcolaus?) Reth W
(vin. IX.) Georgius ?&rothi ,f»
(12.vin.) Albertus Sze$sei '^ ISy
(13.Vin.) Jonas Szentpeteri ï'seh (Pannen, l-osoncinus.-if,)
13.Vin.) Georgius Teszprerai ,p»
(13.VIII,) Josephus Marton'^
Tien Hong. Stud. (HPSU 6.III.)
1738.....ftstrus Tzegle.di'TDebrecen.-r. )
Jonas Szentpeteri Tseh 'i(
Martinus .^elizi (Debrecen.-35.Theol. Stud.)
Stephanus Motsi (SS. Theol. Stud.)
icolaus*?) Rethir?
1739.....Gregorius "etseiJ^Debrecen.- .
Stephanus Motsi'^
N(icolaus'?) Reth1*?
Joannes Hajdu (SS. Theol. Stud.)
Petrus Tzegle,di ,bi
Jonas Szentpeteri Tseh '^
-ocr page 18-
2
artinus Crmanyi (Claudiopolitano-Transyl-
vanus.xMl. et SS. Theol.
Stud.)
:tt£ Hong. Stud. (Vroedschap 5.X. )
Petrus Janki'^Debrecen. -■ .)
N(icolau3?} Reth"?
Pichael Szekelyhidi ÏTethlebius (Transylv.)
Stephanus £,os,ontzi&
Petrus Tzegledi '*>}
Gregorius Jeteeiréf
stephanus Mo,tsi
Saiauel Szllagyi '
Stephanus Kardos'^SS. Theol. Stud.)
Denetrius Kulin '*°
Joannes Losonczi'W
Dertien liong. Stud. (BPSE 17.11.)
Andreas Kaba^ (Ex oppido Paba.-".)
Joannes Maklari (ïSx Jaszbereny oriundus.-M.)
Joannes Mihalyi (Oriundus ex oppido ^seghe.-''-)
Andreas Kevi'^Debrecen.-
Stephanus Kardos
GeorgiusMMindszenti (Debrecen.-SS. Theol. Stud)
Paulus Foldesi Nagy
Stephanus Szigethi Gyula'**
H(icolaus?) Reth <tf
Zestien Hong. Stud. (HPSU 1.III.)jresp.
Tien Hong. Stud. (Vroedschap 16.X.)
Georgius Szon<|i
Georgius Szilag^i
cliael l'edjaszoi
Andreas Kevi '*s
1740 . . . .
(XII.)
1741
• • • •
(IV.)
1742 . . . .
Stud.)
Balthasar Kondor (SS
Theol.
Michael -"-olgari '?fr
Joannes Szonyi
Michael Kondor
H(icolaus?) Reth"?
H(icolaus?) Reth'S?
Michael Polgari /?r
1743
* . . •
(II.)
1744
3:¥ïï:'
1745
1747
. • • •
Stephanus Banyai (SS.
Tien Hong. ^tud.
Andreas Marosi (Hungaru
Theol. Stud.)
(Vroedschap 18.XI.)
, Sz. ^eteriensis.-A|^
fe8Mï8MSï8Êkei
Georgius O.Eori
Sarauel Onady
         
W(icolaus?) Reth '
Josephus Zoltan (Transylv.)
ïl(icolaus?) Reth,r^
Josephus H. #Bantshaasy (Debrecen.-M.)
Joannes Almasi'^SS. Theol. Stud.)
Franciscus, Bartok'^Jur. Stud.)
Joannes Forls^ss. Theol. Stud.)
Joannes GenersyffjjtFed. Stud.)
Stephanus Pa^di'^Phil. Stud.)
Stephanus Soos'^SS. Theol. Stud.)
Zeven Hong. Stud. fllfPSU 27.IV.) jresp.
™:if#Hong. Stud. (Vroedschap 9.X.)
Micolaus David (SS. Theol. ^tud.)
Joannes Foris#
Stephanus Regetzi (SS. Theol. Stud.)
Stephanus Soos
Ludovicus Domokos (Debrecen.-
Stephanus Ku,thy (Tasino-Hungarus.-M.)
Stephanus Faldi
Joannes Ferentzi'™
Joannes Sutlja '?<?
Joannes ^inaromi'**
Joannes Szalantzi'^ss. Theol. Cand.)
Stephanus Wiszlai (Debrecen)
Josephus Koro,si Huszti (Transylv.)
Michael Huszar (Transylv.)
Josephus Papai
Georgius Mat^ltsi (Debrecen.)
Joannes Qon^an
Stephanus Kenethi (Debrecen.)
ï.v.
1748 . . . .
VIII.
1749 . . . .
-ocr page 19-
Joannes Szalantzi'^
Stephanus Paldi"*0
0 (&
17.IX. Andreas Wiszollyi Barany (Transylv.)
1750"^ .... Georgius Szalai
                      r
Joannes Bjbarczfalvi Szabo (Transylv.)
Andreas Sarljany (Abituri Cal. ^un.-M.)
Stephanus TotM
m
Joannes H. Szollosi
Stephanus Dioszegi Torok (Debrecen.-ü.)
Franc is cu s Sze,kely'*^
Stephanus Bereti (Die 23 Junii abiturus.-M.)
Joannes Szalantzi '(Q,ui sub exitum raensis
,Aug. 1748 huc ^ervenerat.-
7.VIII. Samuel Dancshazi Nagy (SS. Theol. ^tud.)
28.VIII. Wartimas Szaz (Debrecen.-3S. Theol. Stud.)
28.VIII. Josephus $udai (Debrecen.-3S. Theol. ^tud.)
Joannes Sa,rvari (ïïebrecen.-ns. Theol. Stud.)
X.
                Joannes Batori (Debrecen.-5S. Theol. Stud.,
adve,ne,re ineunte Oct.-?r. )
Andreas Wiszollyi Barany (17 Sept. 1749 ad-
,&,
                   venerat.-: .
8.IX.          Gabriel Jantso (Transylv.)
.IX.          Ladislaus Baktsi"*( Transylv. )
Stephanus Pald,i lfD
1751   ..... Gabriel Jantso (Anno 1750 die 8 Sept. huc ad-
venit,die 13 Julii 1751 abiit.-'.)
Ladislaus Baktsi (Anno 1750 die 8 Sept. huc
adveni$,die 13 Julii 1751 abiit.-1*.)
Stephanus Paldi (Hungarus ex Transylvania,
venit in hanc Academiam A .
1747 l.iaji,abiturus mense
Julio 1751.-H.)
16.VII. Joannes Czire (SS. Theol. 3tud.-Debrecen.-M.)
24.VII. Emericus S«jos (SS. Theol. Stud.-Debrecen.-' . j
21.VIII. Josephus Do,sa (Transylv.)
21.VIII. Martinus Banyai (Transylv.)
22.IX.
        Hichael Waradi
27.IX.        Stephanus Szalai (ffob. Hungarus.SS. Theol. et
-)d. Stud.-r.)
27. IX. Joannes Kadar p)ebrecen.-3S.Theol. Stud.-i'.)
24.IX. Joannes Szentpeteri Tseh (SS. Theol. Stud.-
,iannonio-Losoncinus.-M.)
21.X.
          Sarauel B. Szabo, (Transylv.)
3.X.           Stephanus Szi^agyi (Transylv.)
Franciscus Szekely
l.XII. Josephus Benk,o
Joannes Szalantzi ,s
Samuel Komarorai Vf
1752  22.VIII. Georgius Vat?:i
12.IX. Nicolaus Tunyogi
12.lx. Stephanus Szents^moni (Transylv.)
16.IX. Stephanus Szathmari (Transylv.)
16.ix. Sigismundus Eperjesi (Transylv.)
Stephanus W&sk Bara (Transylv. )
Georgius Joannes Geners,y { :ïungaria Ortus.- .
Franciscus Tsutak WmüwiuJ^L (Transylv.)
Franciscus Szots (Transylv.)
1753   ..... Stephanus Waali
13.Vil. Franciscus Ko^raar
(13.Vil.) Samuel Kolosvari,
Abraharaus Szathmari
Gregorius Borsa 'f6
Sarauel Komarorai'*?
Joannes Szentgeteri ,(1
Franciscus Szots ,rf
Georgius Vatai **f
Josephus Benko U$
1754 ..... Stephanus Weszpremi (Pannon.)
10.XI. Joannes Ikafalvi (Transylv.)
10.XI. Stephanus K. Desi (Transylv.)
10.XI. Franciscus Csepeli (Debrecen.-F.)
10.XI. Stephanus Matyijs (Transylv.)
Joannes Szentpeteri W
Stephanus Waa^i <M
Samuel Kolosvari1^
-ocr page 20-
'S
Stephanus Wasvar.i"'?
Franciscus Kolnar'™
Gwregorius Borsa, '*?°
1755   • • • • • Franciscus Kolinar/<W
(12.IX.) Joannes Bekes '*
(28.IX.)           shael Balog Soos (Arabonia Jannonius .-K.-
Co mi t, Seiapleniensi.)
(4.VII.) Gregorius Kapol^i'^Comit. 'ecoreniensi. )
( 52.VIII.) Joannes Szentg^rorgyr^Comit. ^narorciensi.)
Samlel Kolosvari '9/
Stephanus J^atyus W
(17. IX.) Michael Benkó '<U ,
Stephanus Weszj>remi '
1756 ..... Samuel Koiosvar^ m
Franciscus Kolnaar'*?*
Joannes Szentgyorgyi'*^
Saiauel Pataki™( Transy 1 v.)
Gabriel Krizbai Peso "*■
Coloiaannus Borctfts (?)
(20. IX. ) Petrus Petsy^Transylv. )
Stephanus Halmi'^
!'i chael Balog Soo,s '^
Stephanus v7e,szpremi '^
Stephanus Matyus 'W
Michael Benkó          /fr
(12.X,)         Joannes Kalotsanyi (SS. Theol. Stud. e Collegio
Debrecinensi.-M.)
(19.X.) Samuel Pombi',r
1757   ..... Michael Balog Soos'96
Petrus Petsy '*><>
Samuel Pataki '
Joannes Kalotsanyi ™
Saiauel Dombi '*«>,
(9.IX.)
         Ladislaus Paal /?fc
(9.IX.)         SSartinus Hanka M
(23.IX.) Joannes Herepei 'M
1758   ..... Samuel I><jcibi*
Petrus Petsy
Samuel Pataki
;hael Balog S.oos'*'?
Joannes Kalotsanyi '9¥
Joannes Bodolki *•»>
Coloiaannus Uag^ '*? iqi
Samuel Szentgyorgyi^s Colleg. Saros-Patakiens*.
0 /OV                                                                           — ™. /
Ladislaus PaaltJYr
1759   ..... Samuel Szentgy^rgyi
Joannes Kalotsanyi
Franciscus Laszlo (de Palnok) (Transylv.-SS.
Theol. Stud.)
Kichael §alog Soos 'W
Petrus Petsy /o?
Adamus Balog '??
■,~*n™i
                 Stephanus Somodi'00
1760   ..... Franciscus Laszlo 701~
Stephanus Soraodi '7o*
Joannes Benedek^t Transylv.)
Samuel ThordaiZct
Michael Szappanos^oX
Stephanus Farkas (Hungarus Jauriensis.-F.)
Michael Polgari ^
1761   • . . . . Joannes Benedek^oi,
Michael Polgari l°\
Stephanus Farkas 20^
Michael Szaoganos l0ti
Joannes Molnar'""'
Josephus Kovats^ol<
Simon Borosnvai Lukacs ^^
Peulus I. >Dea,ki'""<
Andreas Karman T#°v
Georgius »Terestoi^
Joannes Szikszai t€,<f
ohael Hagv, tc*r
Daniel Puspok,i #
Franciscus Laszlo*
-ocr page 21-
1762 . . . • . Joannes Benedek
Stephanus Fa^kas
Michael *Jolgari 20a
Michael Nagy^of
Daniel Puspbki2-^
(8.VIII.) Franciscus Thuri*JC
Michael Tunyogi*-0*
Tien Hong. stud. (NPSU 13.1.)
1763.....Daniel Puspoki^*
Gatoriel Zagonr^Transylv.)
Michael Tunyogi^
Franciscus Thuri40'
Gabriel Ori Fu'lep*0? 0
Sarauel Dalnoki Bagym
Georgius Szikszai/**
Martinus Tombori *w
1764 ..... Gabriel Zagoni
Gabriel Ör^ Fulep z,°
Paulus Kokenyesdil0
Stephanus Tukats (Juhaez?)**™
Franciscus Thuri z]0
Sarauel Dalnoki Na.gy-V'0
Michael Ba^og Soos lw
Georgius Janossi1"
Georgius Szikszai1'1
1765.....Gabriel Sri Fulep
Franciscus Thuri**'5
(24.VIII.) Paulus ïuthvos*'*
(14.V,) Stephanus Lis,znyai Intze*'*
(19.IX.) Michael iclgari%n
Georgius Szikszai ï-'*
Zes Hong. S,tud. (KiBTJ 13.11.)
1766 ..... Michael Balog Soos
Franc i s cu s Thu ri ^ '^
Franciscus Kis l'\
Michael Polgari*''*
Paulus Eothvos tnt
1767.....Michael Polgari*'r
Samuel •Srcsei2-'5^
Gregorius Dalosy x**
Joannes Dorabi ll*
(IX.)
               ichael Pap*"(SS. Theol. et Ling. Ccc. Stud.)
Stephanus Veress*"
Michael Balog Soos2'6
G(abriel?) Ba^oss *'?
(IX.)
            Josephus Zol£anz''(Med. Stud.)
1768.....Michael Polgari1-tf
(IX.)            Alexander Bokar^SS. Theol. Stud.)
Michael Pap*"
(IX.)
            Ladislaus CsernaklSS, Theol. ac Phil. Stud./
(7. IX. ) Georgius Ber^tzkiz/^Transylv.-SS. Theol. Stud.)
Franciscus Konya*^(Transylv.-SS. Theol. Stud.j
(12.IX.) Josephus Dobra,i*'^sr>. Theol. Stud.)
Josephus Zoltan*'?
1769.....Alexander Bóka zl°
Georgius Beretzki210
Franciscus Koijya 2ia
Josephus Zoltan, ztc
         liü
Michael Szathmari Paksi (Phil. Stud.)
Joannes Fazekas"0
Andreas ^seg^di* ^Transylv.) -
Samuel Pantzer^Transylv.-SS. Theol. Stud.)
Sarauel Pesti Szegedi'^Transylv.-Med. Stud.)
Michael Pap"'
1770 15.VI.
         Michael Szathmari Paksi
Samuel Pantzélm
Josephus SaombatjF( SS. Theol. Stud.)
Daniel Barialaky^SS. Theol. Stud.)
Josephus SimonHSS. Theol. Stud.)
Josephus Zoltan"1-
Sarauel Pesti^Szegedi1"
Andreas Tsegodi *^'
Alexander Boka1-1*
Joannes yazek_as*.*^
Franciscus Konya llt>
-ocr page 22-
tl
Georgius Beret^kiu*
1771 . . • . • Michael Szathraari Paksiu*
Samuel Pe,sti Szegedi"*"
franiel Karialakyur
Josephus Simon ïïr"
oricus Kiss^ss. Theol. Stud.)
Georgius Szondi"Jss. Theol. Stud.)
Franciscus A^oi?lSS. Theol. Stud.)
Franciscus, Foris (SS. Theol. Stud.)
Joannes P,oll£al?s(ss. Theol. stud.)
Samuel Pantzel***
Josephus Sz^ombati7*6
Georgius Mehes ""j1
Beniamin Szikszai^Dehrecen.-F.)
Paulus Arvay n7
Josephus Fogarasi Pap"?(ss. Theol. Stud.)
Stephanus Kcrójsi Motsi2,f
Sainuel Kolosvari1^ Transylv.)
ichael ÏTagy "/
V712 ..... Samuel Pesti Szegedi
Franc is cu s Akon"4'
Georgius XorosiM'( Transylv.-: . Theol. Stud.)
Josephus,Fogarasi Pap"*
Saiauel Madasuf(Debre,cen,-SS. Theol. Stud.)
Sigismundus ^losvariM*(Transylv.-SS. Theol.
0 m
              Stud.)
lümericus Kallai,(Debrecen,-S3. Theol. Stud.-«.)
Michael Ketske^eti Szoke{S$m Theol. Stud.)
Stephanus Kovasznaiw( Transylv.-SS. Theol.
m
               Stud.)
Saiauel .Paty^ (^S, Theol. Stud.)
Ladislaus Fabjan1™ Transylv.-SS. Theol. Stud.;
Michael Intzel*(SS Theol. Stud.)
Dan i el Mar £alaky n*
Josephus Retyf5^
Stephanus KÓrqsi Motsi"0
Samuel Kolosvari"0
Michael #Nagy^0
Paulus Arvay11'0
Beniamin Szikszai110
Georgius Meh,es l °
1773.....Stephanus Madas,(Debrgcen.-lI.)
Michael Ketskemeti^Szöke
Sigismundus #Ko^osvari
Ladislaus Fabian
Qeorgius KÓ'ró'si
Josephus Fogarasi Pap15'
Franc i s cu s #Ako ntJ'
Sraericus Ka,llaijJ/
Josephus Rety^
Stephanus K^vasznai '
Stephanus Kor^si Motsi2S'
Samuel Kolosvarizs'
Michael Hagy l*1
Paulus Arvay l%'
Beniamin S^ikszai25'
aj2
                 Georgius Mehes ttT
1774.....Josephus Re.ty
Eraericus Kallai
Beniamin Sz,ikszai
Qeorgius Mehes
Josephus Fogar^ast Pap
Stephanus Kovasznai
Samuel Benk,o (Transylv.)
Hicolaus Tetai (Transylv.)
Joannes K^rcfssi (Debrecen.-M . )
Joannes Baty p«edioMontane-Hungarus.-
Sainuel Kglosvari
Daniel Domsodi (Debreclnus) (Solt.-AH.)
Stephanus Watay (S.-ifefckino-Hungarus.-J..-
R,-Szombat,-AH,-SS. Theol.
t Stud.)
Josephus Mo^rar (Debrecen.-K.)
Franciscus Akon^
-ocr page 23-
Stephanus Kprosi Motsi**?
Josephus Manditw( Porcsalraa.-All. I
Stephanus Debretzenit**(Szobo,szlo.-AH.)
Michael Konkoli Thege^Koraarom.-AH.-SS.
Theol. Stud.)
Paulus Arvay"'*
Michael Nagy^*
1775.....Stephanus Koi;osi Motsi
Andreas Mpclosfalvi (TransylYano-Siculue.-},r#)
Joannes Baty W"
Samuel Kolo^svari * fo
Nicolaus Te^si^if
Franc is cus Ako^n2,1*
Stephanus Kovasznai2^
Josephus M^lnar1^
Jos ephus „Fand VH
Daniël Oomsodi^Debrecinus)
Stephanus JDebretzen i i^f
Paulus Szonyi **?
jhael Konkoli The ge'3?
stephanus J-Va^ay v%)
Joannes Ko*rossi,,,r
Sarauel Benk,o J" s
Josephus Nanasi
Sarauel Hosszufelvl Ho^th^{ Transylv. )
Joannes Csiki ('"arosyasarhely.-Aïï.)
chael Wantza^MCorait. Kraszna.-AH.-SS.
Theol. S£ud.)
Emericus Petzeli *Szikszo.-AH.)
1776 ..... Michael Konkoli Thege 0
Sarauel Hosszu£alvi Horvath
Josjpahus Zoltan (Transylv.)
Stephanus Debretzeni (AH.)
Josephus Mandi (AH.)
Joannes Csik^ (AH.)
Andreas Miklósfalvi (AH*3
Josephus 7ïo,lnar (AH.)
Eraericus petzeli (AH.)
Michael .;rantza *^
Stephanus #Vatayl*i
(17. IX.) Andreas ïTadaskayt*Szalontai.-AH.-SS. Theol.
A         Stud.-Saros pa tak.-; *
(17.IX.) Daniel Paksy ~Abaloviensis.-Ail.-SS. Theol.
S^ud.) 0
(18.x.) Pranciscus Perjesil3,(Sarop oatak.-AH.-SS. Theol
.
           ,                                        .» -Stud.)
(18.X.) Joannes Szorabati T(Sarospatak.-AH.-SS. Theol.
0VA Stud.)
(18.X.) Josephus Szabo \Debrecen.-, :.-SS. Theol.
-y -' — ■ f
',? Wit n' \
(18.X.)         Joannes Dosa Har tsatt1( Debre cinus) (Komarom.-
AH.-33. Theol. Stud.)
(l.X.)
          Stephanus Ferentzy (SS. Theol. Stud.)
U.X. )           Sarauel Pap>"(Transylv.-SS. Theol. Stud.)
(l.X.)           Paulus Borosnyai Mag/^(TransylT,-Med. Stud.)
Dani el Doms od i *t Debre c i nu s)
1777   . . . . . Michael Wantza,
Josephus Szabo
Sarauel Pap ,
(15.17.) Sarauel Literati (Debreeen.-AH.)
(15.IV.) Michael Szalai#(Debr«»cen.-AH. )
(4.XI.)
         Abraharaus JKorajati (Sarospatak.-AH.)
Andreas Kadaskay
Joannes Sz,orabati
Joannes Dosa Hajjtsa (Debrecinus)
Pranciscus Pi^rjesi
(4.XI.) Stephanus Szana (Debrecen.-AH.-SS. Theol.
Stud.)                 Cand.)
(4.XI.) Josephus Peterdi (Debrecen.-AH.-SS. Theol.
Stud.)
(4.XI.) Andreas Fo,dor (Debrecen.-AH.-SS. Theol. Stud.
(21.XI.) Joannes Banyai (^ebrecen.-AÏï.-SS. Theol. Stud
(15.IV.) Sarauel Kassai (Sarospatak.-AH.-ss. Theol.
Stud.)
Daniel Paksy1^'
Paulus Borosnyai tfagy1*'
-ocr page 24-
25
(28.IV.) Samuel Tser^atoni^Vajda (Transylv.)
(11.XI.) Stephanus Gode *'( Saros mtak.-AH. )
Stephanus Watay1*4
Michael Konkoli The£em
Stephanus Fer,entzy t**
1778   ..... Samuel Tsernatoni Vajda
Stephanus öode
18. IX. ) Georgius Ajle.r (Debrecen.-JfH.)
.18. IX.) Joannes Szila,gyi (Debrecen.-AH.)
(7.XII.) Franciscus Palffl (Debrecen.-AH.)
(7.XII. ) Michael Bendek„(Debrecen.-AH. )
Abra-ianrus „Komjati***
Joannes D$sa Hartsa (Debrecinus)
Andreas Nadaskay"**
Sarauel Kassa^**'
Stephanus Szanal*%
Josephus Peterdi1**
Andreas Pcjdor ***
Joannes Banyai1*'
[18. IX.) Michael Kehi (Debrecen.-AIï.)
18. IX.) Joannes FodorM(Debrecen.-AH. )
[18.IX.) Andreas leotso (Letse) (Debrecen.-AH.-SS.
ê .» Theol. Stud.)
Franciscus Perjesi m
Daniel Paksy t'«*
Joannes Szorabati
1779   . . . • • Andreas Leotso (^etse)
Joannes Hartsa Dosa^Debrecinus)
Sarauel Kassa!1*1*;
Stephanus Gode,
Abraharaus #Korajatit*'r
Georgius Ajle,rlMr
Joannes Szilagyi"*
ichael Bendek ttir
Franciscus Palffi2,,r
(23. IX. ) TTichael Nag^fDebrecen.-AH.-S0. Theol. Stud.)
(29.IX.) Stephanus Kereszf*r( Saros pa tak.-AH.-SC. Theol.
„f                     Stud.)
(23, IX.) Adaraus Putnoki 'fogy (Ex Coll. Claud.-AH.-
t lkr SS. Theol. Stud.)
(29.IX.) Georgius Kolosvari (Ex Coll. Cla*d.-AH.-
, xus ss» ïheol. Stud.)
(23.IX.) aulusz Vadasz \Debrecen.-AH#-SS. Theol.
ihr *                      Stud.)
(23. IX.) Andreas Kis (5aros,patak^-AH.-SS# Theol. Stud.)
(23.IX.) Stephanus Ketskeraeti iSarospatak.-AH.-SS.
, Theol. Stud.)
(29,IX.) Josephus Keresztesi (Debrecen.-AH.-Sü. Theol.
w Stud.)
(23.IX.) Daniel Szentesi (Debrecen.-AH.-Sf. Theol.
u Stud.)
Paulus Borosnyai Nagy
Daniel Paksy Hfc
Josephus Peterdi**16
Michael Kehi'1'*'0
Andreas Fodortl,fc
Joannes Fo,dor*'*b
Joannes Bqny&iiu
Andreas Nadaskayt<,b
1780 ..... Franciscus Palffi
Michael Bendek
Josephus Keresztesi
Paulus Boros,n^ai ifagy
Stephanus Kereszi
(10.IX.) Joannes %emeg%el (Transylv.)
(10.IX, ) Stephanus Du,l o (Transylv.)
(10,IX.) Samuel Malnasi £Transy^v.-3ü. Theol. Stud )
(10,IX,) Joannes p. Szi^agyi (Sarosnatak.-AH.)
(10.IX.) Franciscus Tamassa (Debrecen.-AH.)
Jl.XI.) Stephanus ïïagy (Debrecen.-AH.)
l.XI.) Sarauel Zilahl,(Transylv.-■ . Theol. Stud.)
(l.XI.) Georgius I|olnar (Transylv.-SS. Theol. Stud.)
Georgius Ajler zl<7
Andreas Kis***
Michael Nagy'^
-ocr page 25-
Joannes Dosa Harts^a (Debrecinus)
Stephanus Ketskemeti'*'/
Daniel Szentesi1**
Adamua Putnoki ïjagy"'?
Georgius Kqlosvari*''*
ulus Vadasz l,ȕ
Stephanus Gode**'
Abraharaus Koraja^i "^
1781.....Georgius Kolosvari
Joannes P. Szilagyi
Andreas Kis
Stephanus Magy
joannes Nemegyei
Daniel Sz,en$esi ***
Sarauel Malnasi"tf
Sarauel Zilahi'^
Georgius Kolnar, X^L
(12. IX. ) Martinus Szilvasy (Saros_oatak.-AH.-SS. Theol,
• «rf                               Stud.)
IX.^X.) Paulus CsgyanJL (SS. Theol. Stud.)
IX.X.)
         Paulus Szente^(3S. Theol. Stud.)
[12. IX.) Stephanus Mits^kei Nag^ : . Theol. Stud.)
[12.IX.) Gregorius Kenez'^SS. Theol. Stud.)
IX.X.)
         Joannes Kementzkf^Debrecen.-AH.-SS. Theol.
ih«                                      Stud.)
IX.X.)        Michael BlaseklSS. Theol. Stud.)
.IX.X.) Samuel Bodo^a'"^Transylv.-SS. Theol. Stud.)
4.X.)
           Samuel Horvath^Transylv.-SS. Theol. Stud.)
(IX.X.) Georgius Boros'^Transylv.-SS. Theol. Stud.)
(4.X.)
          Georgius Marosï (Transylv.-SS. Theol. Stud.)
Stephanus Goae**1
(IX.X.)
             ,;hael Egei (AH.)
Franciscus Tamassa '
Stephanus JDulo **!»
Georgius Ajler, '
1782   . • • • • Georgius Molnar
Paulus Szente
Joannes Kementzki
Samuel Bodola
Daniel SzengtesiIS0
Saiauel Mahi™
Stephanus Kitakei Hagyït1B
Gregorius Kenez, in>
Martinus Szilvasy trü
Samuel Horvath *■">
Georgius MarosilïX>
(28.V.) Joannes Igotsi"* (Debrecen.-J|H.)
(l.VI.) Samuel Sapiw(Debrecen.-AH.)
Michael Egei^
[27.VIII.) Joannes q&z&l7
l.IX.) Samuel Peuzeli i (Debrecen.-?*.)
(VIII.) Joannes Retseylw (Debe,recn.-H.)
[6. IX. ) Stephanus CsorbaW(Sarospatak.-M.)
[13.VIII.) Sigisiaundus GalambïïC(Debrecen.-M. )
19.IX.) Josephus Peczelizrt(Debrecen.-AH.)
(l.IX.)
         Petrus I-atayzvx>,
Abrahamus Kouajati
J'ichael Blasek lTl
Georgius ^Bq^os *■*£
Samuel MalnasillL
Stephanus %gy
Paulus Osgyani1*
1783   . . . . , Joannes Kazai 0
Martinus Szüvasy
Georgius Marosi
Stephanus Mits,kei Hagy
Gregorius fCenez
Sigisiaundus Galarab
Samuel <Japi
Petrus Patjay
Joannes Retsey
Michael Ege^y*
Sarauel Horvathlstl
Samuel Z^lahi ^
Samuel Peczeli i5^
(XI.)
             Joannes Pollya (Debrecen.-AH.}
-ocr page 26-
Stephanus Csorba
Daniel Szentes^i1*1' .
Josephus End,redi Acs ^DeTjrecen.-AH.)
Joannes Almasi SzalayM Saros pa tak. -AH. )
Sarauel Boros 7*{ Saros patak.-All. )
Joannes Motjsi**"5"
Josephus Peczeli*rr
1784   • • . . . Josephus ^ndredi Acs
Joannes Pollya
Sarauel Zllahi
Sarauel Horvath
Joannes Almasi Szalay
Sarauel Boros
Daniel Szentesi
(I.)            Henricus Daniel Keek (Debrecinus ex Hungaria,
natus Herbornae ïTassa-
* ?«.
            viorum.-M.)
Joannes Retsey Xlfe
Stephanus, Csorba 2ït
Sarauel Peczeli ***
(I.)
             stephanus Zabo^aiïn,(ciaudiopolitanus.-AH.)
(VIII.) Georgius Tsernatoni 7ajda™*>{ Transylv. )
Gregorius Kenez*$7
1785   ..... Stephanus Csorba
Stephanus, Zabolai
Sarauel Peczeli0
30.IX. Georgius Tsernatoni Wajda
30. IX. Sarauel Brdelyi (Transylv.)
(X.)
             Josephus Rozgonyi (Sarospatak.-
Samuel Bo^os*'1*
Joannes Reta,ey2
Joannes Almasi Szalay2"
Henricus Danie^ Keek in*
1786.....Georgius Tsernatoni ïajdaz
Stephanus Zabolai260
Josephus, Rozgonyiiéo
Moses Tetsizfc0 (Transylv.)
Andreas Fazekasz4c(Debrecen.-A
Joannes Beyilendi2*0
Michael Tsak^iM'0( Transylv.)
Josephus Ormos/^Transylv.)
Josephus Mi klos var ^(Transylv.)
Sarauel Imrelfc»(TransylT.)
Tiraotheus Szentraiklos i u>v
Stephanus Csorba 2*i
Sarauel Boros 2b'
Sarauel Sr^llyi"*
Joannes Retsey *fc'
17B7 ..... Georgius Tsernatoni yajdazt>^
                     .
AndreaènPazekafiT^ï TT~ ~r-----7T~ZZZ^4i
Stephanus Zabolai"1 fgB«Pta«_jggWlJ
Sarauel Irare x(al
Joannes Bethlendizfel
Michael Tsaka^ zt, L
Josephus Miklosyari
jX.)
             Joannes Kallai^jDebrecen.-ATI.)
(X.)             Andreas Kondor** (Transylv. )
(X.)             Laurentius .^tallyos"^ Transylv.)
Josephus, Orraoaub
loses Tetsi ^°          , z65
                           Timotheus Szentmiklosi
1/08.....Josephus Rozgony^ iGJf
Josephus Miklosvari7'1*
Michael ïsakai ***
Andreas &ondor*
laurentius Y,ritallyoszt'1         k
IÜ£?<UIU8«5S"t^l?ïi JïaI\t0'l s* Sarospatak.-AH.)
Kmericus Szabo"^Transylv.)
David Bartzafalvi Szabo'
Pranciscus Toth^(Debrecen.-AÏÏ.)
Paulus SzalarfcV(Debrecen.-AH )
Joannes Kallai *"
                   * "
Stephanus Zabolai 26S~
Sarauel Imre ifer
Andreas Fazekaslt*
-ocr page 27-
16
(XII.)        Michael Szilagyi (Sarospatak.-AH.)
Joannes Beth«lendi <»6S~
17S9.....Michael Szilagyi
Stephanus Szokolyai Ijartó
Josephus £atzai Szabo (Saros natale.-AH. )
Michael Tothfalusi ^Sarospatak.-AH.)
Stephanus Soraodi (Saroo atak.-AH.-Ex villa
. , S. Steph. Regis.-M.)
,) Sarauel Szentes(i) (Debrecen.-AH.)
Stephanus Szalai (Debrecen.-AH.)
Joannes Saa^or, (Deb.recen.-AH.)
Josephus £lalo) Kovats (Debrecen.-AH.)
Andreas rorok 1 (Debrecen%-AH.)
Andreas Sz. Szoboszlay (Sarospatak.-AH.)
,) Joannes Hasz^lyi (Debrecen.-AH.)
Franciscu,s Toth
Daniel Madaskay (Sarospatak.-AH.)
_____________I Joannes Musai (Debrecen.-AH.)
Andreas Kon<?orJèfe
Laurentius ri£allyos*fcfc
Braericus Sz,abo*fcb
(IV.)
           Sarauel Xibe,dy ( Transylv,,ex Coll. Claud.-AH.^
Michael Tsaka^^f                                                        J
(X.)             Josephus Szabp (H. Bnged.-AH.)
(20.x.) Joannes Mohai0*^. Enyed.-AH.)
(XI.)
          Franciscus Pethe ^(Denrecen.-AH. )
Paulus Szalai^*fc,
Josephus J'iklosvari * #
David Baxtzafa^vi Szabotfe7
1790 (X.) . . Nathanael Bodnar (Debrecen.-AH.)
Franc is cu s Toth l6'
Franc iscus Pe^the*4^
(X.)
             Joannes K. To$h™{ Saros pat ak.- AH.)
Eraericos Szabo,'*f
Josephus Szabo ^
(X. )
            Michael Daner*"(H. ïïnyed.-AH.)
(X. )             Simon Borosnyai Iukacs^( Transylv. .tfasarhely-
gynaj.-AH,)
(X.)
              'ichael Benko^ (Transylv. ,/asarhely-gymn.-AH.)
(X.)             Georgius Kakasy"* (Transylv. -Saros pa tak. -AH. )
Joannes Mohai XGS
(XI.)
           Josephus Tarczali*6*(Debrecen.-AH.)
Laurentius Witallyos ^t
Andreas ^on<jor 2fet
Daniel Sadasljay lW
Joannes Naszalyil(a<^
Stephanus Sonodi *fc1
hael TÓtyifalusi *fe?
Josephus La taai Szabo l^
Andreas TÓ*r,ok Li,t>
Joannes Saator ï4<*
Paulus Szalai ll°1
Stephanus Szalai*fc' «p^^B^^H^^HMMH
A
Samuel Kibedy i(at*
Josephus (Halo) Kovats1
Michael Tsakai **>1 ^^^^^^^^^^^^_
Sarauel Szentesfi) "^
JoannesMusai *fcv
179I • • . • • Josephus Tarczali
Georgius Kakasy
Simon Borosnyai l»ukacs
Michael Benko,
Joannes K. Toth
^^^^^^^^^ Joannes Moh,ai
Georgius Tal^yai^0 (Sarospatak.-AH.)
Josephus Kovats*ft>(H. Bnyed.-AH.)
Daniel Szathma^i Paksiz;?0(Debrecen -AH )
Stephanus Szilagyi ^Debrecen.-AH.)
Andreas Csabay^p(Saros oatak.-jr )
Paulus Maller^ (Debrecen.-AH.)
Stephanus Csesznok^(Sar(, tak AH }
Paulus More^ïïx Coll. ilsIrhelyensi.-AH.)
Franciscus To$h «f'
Smericus Szabo lV
Josephus Szabo**'
-ocr page 28-
Hathanaè'l ,Bo,dnar^
Miehael Daner1**
Franciscus PetheLr
(VI.VII. ) Sarauel Cseh.-Szombathy f*{Coimroraio-Hungarus.)
1792 ..... GeorgiuB,Tallyai W
Baulus More *<?*
(14.V.) Stephanus, ^aptziz?^Sarospatak.-AH. )
(IX. )
           Kichael A$anyi7f*( Saros pa tak.-AH. )
(IX.)          Joannes Petsi^fN. Bnyed-gyrijn^-AH.)
(IX.)          Georgius Tsiki*?'(Ex Coll. /asarhelyensi.-AH.)
Franc i s cus Fe the %zft
Joannes Mohai llH
(23.XI.) Georgius Bar^ha (Debrecen.-AH.)
(23.XI.) Paulus Kertvelesi (Debrecen.-AH.)
1793.....Stephanus „Kaptzi1?*'
Joannes Petsi z?r
Georgius Baryia*^
Paulus Kertvelesi r
(8.lx. ) Petrus Szabo^rfDebrecen.-dï.)
(8.IX.) Joannes Imre^nDebrecen.- . .■
(21.IX.) Joannes Toth^M Sarospatak.-AH.-SS.
Theol.
Stud.)
(10.X.) Stephanus O^x^ol1^ (De,brecen.-AH.)
(23.X.) Abrahamus Ijpeireszy ltr{ Sarospatak.-AH.)
Georgius #ïa,llyai ZK>
Paulus More r
1794 . . • • • Georgius Bar^ha
Paulus Kertvelesi
Petrus Szabo lff
Joannes Toth'ft
IVIII.)           trus Bod^(Debrecen.-AH.)
VIII.) Miehael SaariWDebrecen.-^Iï.)
________________ i IX. )          Miehael Vamost? (Saros patak.-AH.)
Stephanus #Kaptzi *?<?
Joannes Petsi *?-*
1795   ..... Georgius Bar^halW
Paulus Keirtvllesi*?4?
Joannes Toth *n
Franciscus Pethe
De ondersteuning voor Als wij de naamlijst bekijken,zien wij reeds
de Hongaren van Acade- op het eerste gezicht,dat daarin een zekere
mie.Stad.Provincie en schommeling is.Bij tijden ontmoet men slechts
Kerkelijke Autoriteiten enkele Hongaren,ja,er is zelfs een tijd,waarin
de ketting van deze peregrinatie voor lange jaren verbroken is.Dat(uit
tweeerlei oorzaak verklaard worden.De eerste heeft betrekking op de
oorlogen en andere moeilijke omstandigheden,die Hongarije zooveel
schade toegebracht hebben;de tweede op de brutale interventie,die
zijn oorsprong in /eenen had en het Hongaarsche protestantisme uit-
roeien wilde.7ij kunnen de geschiedenis van de verhindering dezer
>eregrinatie niet uitvoerig S. beschrijven,maar zullen hier uitsluiten
de gegevens in »t oog houden,welke alleen op Utrecht betrekking
va
hebben.Op 27.XI. 1661 vinden wij reeds de eerste aanwijzingen.S. Sa-
marjai en M. Dobrai wendden zich tot de PSU,en verklaarden,dat zij
reeds het vijfde jaar aan de Utrechtsche Academie vertoefden,en dat
zij wegens de zware oorlogen met de Turken van thuis geen hulp konden
ontvangen.Zij verzochten daarom ondersteuning.Aan deze oorlogen
hebben wij het te danken,dat wij aan de Academie -zooals ook de
-ocr page 29-
naamlijst dit toont - tusschen 1659-65 slechts enkele Hongaren
ontïtoeten.De langere tweede pauze tusschen 1679-1708 was het ge-
volg van de reeds genoemde geloofsvervolgingen en de vrijheidsoor-
logen tegen de Turken.De laatste moeilijkheden,die in de weg gel«gd
vierden,staan in verband met de oorlogen van Napoleon,waarmee het
mooiste tijdvak van de Hongaa*sche studenten-peregrinatie in Utrecht
beëindigd wod.Deze zijn - afgezien van de brutale geloofsvervolgin-
gen tusschen 1671-81 - als het ware natuurlijke oorzaken.Niemand
kan daarvoor verantwoordelijk gesteld worden.Faar des te meer schul-
dig waren de uitvaardigers van de verschillende verbodsbepalingen,
welke de heerschers van Hongarije (dwz. de Habsburgers) reeds in de
eerste helft der XVIII. eeuw begonnen uit te geven en waaraan zij
zooveel mogelijk kracht bijzetten.2ij hebben n.1. deze peregrinatie
wet argwaan aanschouwd,aioof de huiswaar$$keorende Hongaren allemaal
Savonarola»s of Calvijn»s geweest warenjalsof de geest van de naar
Hongarije meegebrachte boeken de ondergang beteekende voor het steeds
sterker en met grootere kracht optredende Roomschkatholieisme in
Hongarije.tfat was eigenlijk het geval?Niets raeer,da|i dat op de
scholen en in de pastorien ware geleerden waren gekomen,die de kost-
bare schatten van de ware wetenschap -welke zij door een lange pe-
regrinatie en noeste arbeid zich hadden eigengemaakt- in hun vader-
land aan vervolgde Hongaarsche studenten en geloofsgenoten wilden
mededeelen.Ofachoon het aantal van predikanten in Hongarije door dez^
verhinderingen sterk verminderd was,kon de kerk toch iferder bestaan.
2ij konden de kleine,maar 1evenbrengende ader,welke juist via deze
peregrinatie het schoolwezen en geestelijk leven der kerk voedde,nie^
voorgied vernietigen.Toch jMtexmmEB ontbrak bij hun hiervoor "de
goede wil" niet.Reeds in 1725 verscheen het eerste reglement,dat
voor het gaan naar het buitenland een paspwrt voorschreef.Maria
ïheresia liet zulke pasparten (in 1748) alleen aan den adel uit-
reiken,en aan dezen ook alleen in het geval,dat zij voor de reis
genoeg geld hadden.In 1759 trad zij nog strenger opsHongaren mochten
slechts naar hoogescholen van vriendschappelijke landen gaan.Toen in
1761 de faculteit van rechtswetenschappen der universiteit te Nagy-
szombat ook voor protestanten werd opengesteld,konden van dezen
tijd af alleen de theologische studenten een pasport krijgen,en van
1763 af mochten deze ook slechts naar Utrecht en slangen gaan.
Van 1756-59 en van 1763-66 kreeg geen protestantsc-ie studentes-
-ocr page 30-
*9
port om naar een buitenlandsche academie te gaan,als <fle reden daar-
voor "verd de oorlog genoemd.Tijdens de Fransche (resp. Napoleontische)
oorlogen zijn in het bijzonder scherpe maatregelen genomen.welke
18*/
eerst in 1815 werden ingetrokken,Dat deze verbodsbepalingen een zeer
sterke invloed hebben uitgeoefend ook op de Utrechtsche peregrinatie,
blijkt voldoende uit de naamlijst,die de gevolgen van deze maatrege-
len duidelijk aantoont.De brieven van onze jongelieden en andere
aantekeningen bewaren ook de herinneringen(deze» maatregelen uit
die droevige tijden.Meerdere Hongaren werden in 1759 bij gebrek aan
*en pasport aangehouden en konden er voor een zekeren tijd niet aan
pgc~
denken om hun weg te vervolgen.J. Re'tsey vertelt in zijn zelfbiog-
rafie,dat hij het bezoeken van de tfeensche universiteit,dat langza-
merhand gewoonte moefit worden.ook niet kon vermijden en eerst na
verloop van een jaar (resp. in vin. 1781) mocht hij naar de Holland-
sche academie's gaan.Aan dergelijke,herhaaldelijk voorkomende ge-
vallen hebben de bepalingen hun ontstaan te danken,die in de notu-
Ztif
len van het SB bewaard zijn.Volgens die bepalingen zijn twee volle
jaarlijksche stipendia voor Hongaren gereserveerd,die zich
sinds langen tijd in Weenen moesten ophouden.Als uitvloeisel van
deze bepalingen kreeg b.v. J. Hozgonyi -die,zooals de motiveering
30 «egt,een heel jaar op eigen kosten in v/eenen heeft vertoefd,-
<ïe gewoene subsidie.Evenzoo schijnt M. S2ii^gyi in zUn verzoek-
schrift om subeidie oP die bepalingen te steunen,waarin hij vertelt,
dat hij,ofschoon hij in Utrecht wa8 aangekomen,den dag,nadat de
uitdeeling der subsidies had plaatsgevonden,toch hoopte voor steun
in aanmerking te komen,daar hij zich buiten zijn schuld in '/eenen
had moeten ophouden,om zijn paspart te verkrijgen.
Maar er waren ook maatregelen,die met groote brutaliteit
trachtten de studie van onze jongelieden oP buitenlandsche academie*
geheel te verhinderen.Met dankbaarheid kunnen wij vaststellen.dat
de Hollanders ook in deze gevallen hun met de grootste liefde te
hulp kwamen.De eerste ernstige aangelegenheid deed zich in 1743
voor.Het gebeurde kunnen wij als volgt reconstrueeren.Volgens de
notulen van de Vroedschap 18. III. 1743 gaven de professoren van de
academie te kennen,dat een uitgevaardigd koninklijk decreet -dat
van aiyue_J£pj!£&rjtnj
' de Honeaars
■ B
o
sche
studenten een zeer *?roote manurrvSa%**r„<^?
n zeer groote IPIHHIH.....>| ,| I j|| il il|^ vëge»raaakte,2tj yer-
-ocr page 31-
30
zochten de Vroedschap om bij de autoriteiten stappen te doen,dat
deze studenten in Utrecht mochten blijven.De Vroedschap droeg den
i ^9o
heer strick van Linschoten,"Gecommitteerde ter Generalitelt"
jcrn met den Saad pensionaris van der Heyra en "andere Hollandsche Henren"
deze zaak te bespreken en te weten te komen,of de studenten op de
ütrechtsche Academie ook daaronder begrepen werden.Hij zond den
lil
14. IV. een door hem ontvangen schrijven van den Raadpensionaris
van den vorigen dag,waaruit blijkt,dat deze "goede hope geeft tot
het bekomen van declaratoir",dat de in de Nederlanden studeerenden
van dit bevel zouden uitgezonderd worden.-Senige dagen daarna
zqz
berichtte de Raadpensionaris,dat de studenten "tot haerl. gerust-
heyt enjsecuriteit van haer nabestaanden konde bekomen een certi-
ficaat gjj by den Baron Reyschach,Envoye van de Koninginne van
il)
ngaryen en Boheraen."
Een veel ernstiger* tusschenkomst was in 1744 noodig.De Hon-
garen wendden zich wederom tot de professoren van de Theologische
Faculteit,die,met het oog op het gewicht van de zaak,deze aange-
legenheid direct voor de provinciale synode brachten.Om de Hon-
garen te helpen wendde de synode zich dan ook zonder verwijl tot
de PSU.Wat was de oorzaak van deze groote haast? De KPSU beschrijven
deze zeer uitvoerig,maar toch kunnen wij het beste beeld verkrij-
gen uit de twee uit Hongarije afkomstige brieven,welke de synode
bij haar schrijven aan de PSU gevoegd heeft.Dit schrijven van de
synode luidt als volgt:"...nemen (zij)...de vrymoedigheid om...den
erbarmeliken staat van de verdrukte protestantsche Hungaren voorte-
dragen,als welke onder de oude regtmatige beswaarnissen en gedurige
iubreuken in hunne dierbaere voorregten,alhoewel raenigwerf van Hunne
Hooge Souveraine bevestigt en op »t plegtigste gestaaft,sugten
sonder enige herstelling,selvs onder de Regeering van Haare tegen-
woordigiajesteit de Koningin van Hungarien te verkrygen...ja...
geboden,dat niemand in gemene saken.dat is kerkelike en den Gods-
dienst der Protestanten betreffende,Haar zal mogen aenspreeken
mam
waer door de weg tot herstel in hunne hoogwigtige en gegronde
grieven ten eeneraaal afgesneden word voor 't toekomende.
aar by komt,dat den Hungaren geensints vergunt is om een
boek »t welk Godgeleerde saken betreft, »t zy 't ÏT.T. of Catechismus
te mogen laten drukken,dat de Protestanten Volgens bevel der Konin-
gin in hunne kinderen soo er geen Predikant tegenwoordig of na by
-ocr page 32-
t »
5/
is,van de vroedvrouwen moeten laten doopen.ïF.B. dat se,waarvan
nooyt in voorgaande tyden gehoord is,niet mogen uit 't Land reysen
en of schoon in sommige opsigten volgens alhier ingekomene berigten
sou gemitigeert schynen,als of dit niet betrof dengenen,die om
hunne studiën voort te setten naar Neerland en ^taten rae£ Hooggera.
Majesteit geconfadere rd reisden,soo is nogtans uyt onwraakbaare
bewysenflaa&lykelykk,dat de passen voor de Hungaren.die hier en
elders studeren,worden op allerley wyse gedilayeert so dat se selvs
6. 7. a 8 maanden dieswegen te Weenen onder allerley voorwendselen
vertoeven moeten,en onaengesien alle aengewende moeite gene ver-
ltrygen,en dus heyraelik naar Neerland en elders vertrekken,
welk
openbaar werdende,by aenvolg van tyd hen ten uyterste ongelukkig
raaekt dat twee van de Hungaren,die om geneite reden hun |^|gsx
paspoort niet konnende krygen en evenwel moetende vertrekken,van
Olmuts in Moravien in dit jaar zijn teruggedreven naar Hungarien,
dat se al raogten zij sulken verlofbrief om uyt »t i-oningryk
der
studiën halve ontfangen,welke zij evenwel soo nog toe niet hebben
konnen magtig worden,egter zouden verbonden zijn alle verloopene
jaren met grote onkosten te vernieuwen,dat hun verleden en dit jaar
drie Gereformeerde Kerken door de Hoorasgesinden ontnomen zijn,als
» In »t Graefschap Comarie,Pest,Cedullo,Send en Istvand,dat se
geene nieuwe Kerken,alwaar de daken en muren vervallen,ooyt mogen
herbouwen.••" Of deze,met zooveel liefde en ijver verleende tussche/i-
komst gebaat heeft,kon ik niet vast8tellen,7%ar dat het toch niet
zonder resultaat bleef,blijkt uit het feit,dat noch de AFT,noch de
Vroedschap,noch de AAÜ,ACU en ASPU er verder melding van maken,
en dat de peregrinatie der Hongaren ook in dezen tijd - ofschoon
hun aantal in deze jaren belangrijk achteruitgegaan was- niet is
opgehouden.
De hieronderstaande gevallen -in verband met de Hon-
gaarsche geloofsvervolgingen- kunnen wij,hoewel ze niet direct op
de Hongaarsche studenten betrekking hebben,toch hiertoe rekenen.
Dit te meer,omdat een Hollandsche interventie in deze gevallen al-
tijd via onze jongelieden is geschied.De Hongaarsche studenten
motiveerden n.1. dikwijls hunne verzoeken om subsidie met de uiteen-
zetting van de Hongaarsche en tevens ook de ^evenburgsche toestan-
den,waaruit zich de Hollanders niet alleen over de kerkelijke en
-ocr page 33-
politieke vervolgingen,maar ook over het systeem der economische
verdrukkingen -welke het /eensche hof in het bijzonder tegen de
protestantsche Hongaren heeft toegepast - een duidelijk beeld kon-
den vormen.Meermalen hebben wij de tusschenkomst der eilanders
aan het optreden van de Utrechtsche Hongaarsche studenten te dan-
ken. In het algemeen kunnen wij zeggen,dat de Hongaarsche studenten
altijd met de grootste trouw en openhartigheid de ütrechtsche
Academie (en niet alleen de Academie!) over de vaderlandsche toe-
standen hebben ingelicht.Dit blijkt zonneklaar uit de herhaaldelijk
vermeld subsidievragende brieven,waarin zij niet ophielden de
nadruk er op te leggen,dat de verdukking tegellover de Hongaarsche
gereformeerde kerk nog immer voortduurde,ja zelfs steeds toenam.
■Mar zij berichtten behalve over den algemeene toestand ook over
concrete gevallen.Bij voorbeeld:w...de voornaeme Stadt Debrezin,
hijna geheel uit gereformeerde bestaende,onlangs ten grootsten
f OP
deele door *t vuer verteert is.. . w " " l^^^ë3^mXEamJJiMjJLnjü^Bë^i
BgamMMi.iwi
■■.■*■; •<>«.»;•.. »:...i
»,^. "...den nauwelyken
besehryfelyke naere toestand,van haere vaderlyke Kerken,door de
wederzydle,zoo roomsch keyserlyke,als Turkse Legers aangeregtte
uytputteryen,verwoestingen,hongersnooden,en pestilentie all
*s siektens..." w...de toestand van de Kerck in H0ngarien,en die
van daar hier komen om te studeeren,nog zeer bedrukt,en behoeftig
voor en nae worden,de inkomsten van de Leeraren aldaar in Kerck en
Schooien besnoeijt en weggenomen..."
Daarentegen viel in 1712 buiten deze gewone klachten een
veel ernstiger» geval voor.In principe reikt het ver in de XVII.
eeuw terug en staat in verband met de vele aanvallen,welke het
te niet doen van ons schoolwezen beoogden.Het Hongaarsche protestan-
tisme heeft n.1. zijn sterkte in zijn schelen gehad,wat de Roorasch-
Icatholieken ook zeer goed wist en.De belangrijkste van deze schoeien
waren de Collegia te Debrecen en Sarospatak.Het spreekt van zelf,
dat de Roomschkatholieken in de eerste pjaa&jts den invloed van
dezen trachtten te keeren.Hatuurlijk liep het Collegium van Debre-
cen,* de belangrijkste stad van het bijna geheel door gereformeer-
den bewoonde deel van Hongarije (dwz. over de Thijs) en verkrerwij-
derd van het Weensche hof,minder gevaar.Zoo kon het geschieden,dat
het Collegium te Debrecen onder al onze dergelijke instituten het
-ocr page 34-
3
33
eenige was,dat,ondanks vele pogingen om het te vernietigden,stand
kon houden en nooit genoodzaakt is geweest de wijk naar elders te
nemen,en waarin het onderwijs nooit gestaakt werd.ïftiar het Colle-
gium van Sarospatak had herhaaldelijk aanvallen te verduren,zooals
in 1712. In de Vroedschapsnotulen BauEBaBBDöi *ekbyh«g» (naar
het schrijven van de professoren der teosKCs Theologische Facul-
teit van de Academie) vindt men hierover het volgende*w...door de
* * _„4T>#»n van den heer hamel bruyninks iünvoye van weegens den
goede devoiren
*n het keyserlycke hoff tot 31 v/eenen,en de genereuse inter-
Staet ae«
ie van syn hoogheyt den prins Kugenius van Savoyen,de hongarise
rotestanten wel eenigh genoegen was gegeeven ontrend haere klagten
en wel voornaementlijk weder hersteld in de possessie van haere
Schooien off Collegia tot Patak en Debrezin van dewelke het welzyn
van de himgarise kercken affhing,dewyl aldaer haere predikanten
wierden geformeerdt en haere studiën volbraghten.dogh dat egter
volgens de berigten en klagten,soo door brieven aen de . . . facul-
tas Theologica als aen hungarische studenten deese Academie frecuen-
terende.nu geïnformeerd wierden,dat de voorschreve soo langh ver-
drukte hungarische kerken weder door Jesuiten en andere onrustige
en geïnteresseerde menschen van haere oude geregtigheden en selfs
geweldiger handt vant besit van eenige kercken int gebergte ontrend
Patak wierden ontset..." Daarna wijst het schrijven op het voorbeeld
van de Vroedschap uit 1675,en verzoekt tevens,dat de Staten-Generaal
door hun gezandt Hamel Bruininx bij den pas gekozen keizer zoo
krachtig mogelijkCaanCg^dringen op het in hare rechten herstellen
van de kerken en van het Collegium.De Vroedschap besloot in dezen
zin en om verdere stappen te doen gaf zij opdracht aan de heeren
van Papendorp en van Rijnesteijn.In de resolutiê'n van PSU wordt
hierover medegedeeld,dat deze twee afgevaardigden zich in het be-
lang van het behoud der Ilongaarsche gereformeerde kerk en scholen
tot de Staten-Generaal zouden wenden.Daarmee was de zaak der be-
scherming Tan het Collegium te Sarospatak naar de hoogste instantie
in de Republiek overgebracht en was zij van zijde der Academie,
Vroedschap en PSU afgedaan.Goede wil van al deze renoemde Holland-
sche autoriteiten ontbrak zonder twijfel niet,maar dat hunne inter-
ventie weinig succes had,bevestigSt het feit,dat de Roomschkatholie-
ken het Collegium reeds weer in 1714 met gewapende macht bedreigden,
gelukkig ook nu zonder eenig resultaat.
SI
:e
-ocr page 35-
34
De gereformeerde kerk en het Collegium van Debrecen wendden
zich in 1753 ook tot de Utrechtsche Acadraie.ln een langen brief
legden zij de droeve historie van hun verdrukkingen en allerlei
verstooringen bloot.Deze brief is misschien het krachtigste getui-
genis van het vele lijden der Hongaarsche gereformeerde kerk,maar
«
hij bevat teven» de grootste lof voor de sxxsx offervaardigheid
en den waren Christelijken geest van de Utrechtsche Academie.Kerk
en Collegium vroegen hulp,en verkregen die ook.De Faculteit wendde
aich ^s^is^S onmiddellijk tot de provinciale Synode van Utrecht
©n haar afgevaardigde (G.M. Elsnerus) vroeg uit naam der Faculteit
of de Synode zich over deze arme en door GSds hand zoo zwaar 3^^[
bezochte kerk en het Collegium zou willen ontfermen? Hoe veel geld
zij per jaar tot dit doel zou willen beschikbaar stellen? En of de
Synode bereid was zich met de andere provinciale Synoden in ver-
binding te stellen,opdat ook die ten spoedigste ter hulpkonden
komen? De Synode beantw«rdde deze vragen raet een eenstemmig Ja,en
om de andere provinciale Synoden het goede voorbeeld te geven,
hielden zij dadelijk een collecte,en wel raet het volgende resultaat:
Utrecht .......f 40
Amersfoort.....f 40
Rhenen en Wijk . . . f 30
f 110 (ASHJ..7.IX. 1756)
laar de Faculteit ging nog verder:"Decrevit insuper Facultas
quavis data occasions ecclesia» supra dietam raunificentiae
quorumcunque nobis cognitorum pro virili insinuare;ut ex collecti
hinc inde numrais,ut desiderant viri fratres dilecti,fons quispiam
alii±uando constituti possit.cuius annuus (1) reditus una cum
donis fraternis synodorun per carabium aliore modo transraittatur.»
De Faculteit heeft dit decreet,als een & belofte,altijd gehouden.
;iij heeft herhaaldelijk de Gereformeerde kerk en het Collegium va
Debrecen geholpen.Met betrekking tot deze hulpactie moeten wii n0fl.
de namen van de twee Hongaren grmfialén^die hun taak^als bemiddelaars
op zoo'n voortreffelijke wijze volbracht hebben,dat zij voor deze
daad van de Academie een zeer loffelijk testimonium hebben gekregen
ra.n.» s. Weszprérai en F. Kolraar.
-ocr page 36-
35"
De materiele aiide De hier opgesomde gevallen wijzen grooten-
van deze ondersteuning deels op het moiwle karakter der hulpverlee-
ning, Maar de Hollanders hebben -wat wij reeds
dedenuitkomen- de
ngaren ook financieel krachtig gesteund.Over deze financieels
ondersteuning kunnen wij het volgende raededeelen.
Het zou de grootste vergissing zijn te gelooven,dat de
Hongaren,die zoo'n lange en onzekere reis ondernamen,in de hoop
verkeerden,dat zij na het bereiken van hun doel,aan een buiten-
landsche academie van alle zorg ontlast,geheel kosteloos hunne
studiën zouden kunnen voortzetten;ja,dat de hulp,die zij zouden
krijgen,zelfs al hunne uitgaven zouden dekken,Integendeel,deze
peregrinus-Hongaren hebben een zeer aanzienlijke som geld uit
Hongarije hebben meegebracht,Het hof van ^eenen trachtte dit in
de tijden van -rerdukking als een wapen te gebruiken tegen onze
gereformeerde kerk.Sr werd geklaa&dat de staat door deze oeregri-
30f
natie in 20 jaren niet minder dan f. 210.000 verloren had,Maar hoe
tegenstrijdig hunne beschuldigingen waren,blijkt duidelijk uit een
ander verwijt,n,l,,dat deze peregriniraatie niets anders was,dan
winstmakerij,omdat onze jongelieden op de buitenlandsche aerderaie»»
kleinere of grootere financieele steun kregen.
De meest gangbasre methode om het benoodigde geld voor
deze peregrinatie voor onze jongelieden bijeen te brengen,waa het
z,g. "academische rectoraat",Bat bestond hierin,dat een collegium
(b.v, in Debrecen,Sarospatak,Papa enz.) haar oudere studenten naar
t
lagere scholen en gymnasia uitzond,om hen daar onderwijs te doen
geven,xoodat zij in enkele jaren door spaarzaamheid een voor dezen
tijd aanzienlijke som konden bijeenbrengen,Om slechts een voorbeeld
te noemen,ïï, Mieztotfalusi Kis heeft door het "rectoraat" van Fo-
garas in drie jaren niec minder,dan 350 gouden daalders opgespaarde
Met zoo'n mooie som kon hij -zooals hij zelf in een van zijn ge-
schriften vermeldt- met gerust hart en met zelfvertrouwen de groote
en lange reis naar het buitenland ondernemen,-Ben andere methode
was de z.g, "albizaatie",Deze was in principe Jö als een aanvulling
van het "academische rectoraat"«de student,die niet genoeg geld
ra
had,fflg| moest in het bezit van een aanbevelingsbrief van dorp
tot dorp,van stad tot stad gaande het benoodigde geld verzamelen.-
Sr was echter ook nog een derde methode,die in deze eeuwen verreweg
-ocr page 37-
36
de mooiste was - het aluianiaat.Dit bestond daarin,dat een rijke
magnaat een of meerdere studenten op zijn kosten naar de buiten-
landsche academie »s stuurdSe.L5aar er waren ook steden,die alumniën
hadden,zoo b.v. Debrecen.De bewijzen van dankbaarheid voor de,o o
deze wijze verleenden steun zijn de vele dedicaties,welke onze
jongelieden op de eerste bladzijden van hunne disputaties,disserta-
ties of andere werken geplaats hebben. ?. Bod vertelt in zijn
111
"Athenas",dat Graaf M. Teleki "...in achttien jaar niet minder,dan
achttien jongelieden naar de Belgische en Sngelsche scholen heeft
gezonden,om (zooals de Hongaren dat uitdrukten)"te hooren en te
aien",en elk f. 1000 aan reisgeld voorzag.Verschillenden van hen
waren later in hun vaderland met schild en helm uitgeruste mannen
staande op den burcht van Sion.Op geen beter voorbeeld is er voor
^evenburgen te wijzen,dan op den vorst G. Bjthlen."
Hoewel onze Hongaren dus zeer aanzienlijke bedragen bij 2ich
hadden,bleek hun geld ondanks de grootste zuinigheid wegens de
lange,in den regel vier.vijf,ja zes jarige peregrinatie,veelal
ontoereikend.Gezien hunne nooden en hulpeloosheid,werden zij dan
van verschillende kanten gesteund,zelfs werden er voor regelmati
ondersteuning stichtingen opgericht.In Utrecht was de z.g. «Voe-
téaansche beurs" de eerste,welke ook ter hulp van de Hongaren ie
verrezen.Helaas hebben wij over de uitkeeringen van dit fonds aan
de Hongaren slechts enkele gegevens.
De eerste gegevens,die op de hulpverleening aan de in Utre hl
studeerende Hongaren betrekking hebben,zijn afkomstig uit het jaar
1661.v/ij hebben die al reeds besproken.^oo kregen S. Samarjai en
M. Dobrai elk f. 25.Van de hierop volgende jaren hebben wij geen
nieuwe aanwijzingen.Eerst in 1708 vinden wij de eerste gegevens
fa               ,
in het rekeningboek van het PM : M. Almasi,j. üéraethi en B. Almasi
érfonten I J/J
kregen voor de maanden VI. tot XII.(f. 152.-Evenzoo zijn uit dit
fonds laan^f^ïmsi f. 40 (12. IV. 1709),M. Almasi en J. Ne'nethi
elk f. 56 (8.vi#i709),P. Almasi,m3ix3&s&^wa^^mx!ts^^ M. Szath-
mari en J. Tsltsi tezamen f. 100 (24.VI.1710),S. Szentgyorgyi f.
50 (51.VIII.1712.),hr drie Hongaren,wier namen niet in het reke-
ningboek vermeld worden,^ elk f. 50 (31.Xè1713),J' LaPidenus,voor
de ^g terugreis naar zijn vaderland f. 25 (13.IV.1717) ,een onbekende
Hongaarsche Baron f. 15 (14.VI. 1719) en eindelijk aan een zieken.
-ocr page 38-
en noodlijdenden Hongaar,J. Benko f. 10 (21.XII.1753).-In het
rekeningboek van het reeds Terraelde FF zijn slechts de volgende
uitkeringen te Tindensaan f Szathmari f. 25 (12.VI.ESSen 12.XII.
1726)#0p 17. VI. 1749 vinden wij hierin de la: tste inteekening
over Mi de hulpverleen ing aan Hongaarsche studenten.Er werd toen
n.1, besloten,dat aan Hongaarsche en ^evenburgsche studenten in de
toekomst uit dit fonds geen gift meer zou worden vers trekt. Maar
toen hadden de Hongaren er ook geen groote behoefte meer aan.Be
leiding van de,tot dezen tijd tamelijk ongeregeld en spaarzaam
functioneorende,ondersteuning namen van 1720 af de Vroedschap en
PSü zelf in handen.Zonder twijfel is dit op initiatief van de
professoren geschied,die lettende op het langdurig verblijf en het
constante aantal der Hongaren,zich direct tot de PSU wendden om
voor hen ondersteuning te vragen.Hirvan was het gevolgkat de psuj/*
voor zes Hongaarsche studenten f. 300 uitkeerde. Van dezen tijd
af steunde de PSU regelmatig onze jongelieden,en verhoogde zelfs
het jaarlijksch bedrag van f. 300 tot f. 600.1721-23 per jaar f.
300,1724 f. 450,1725-47 per jaar Jüg| f. 600,1749-50 per jaar f.
600,1752 f. 1200,1754-56 per jaar f. jg 600,gËESë^^ 1757 f. 12oo
1758 f. 600 en 1760-95 per jaar f. 600;de PSU offerte dus ^^£
totaal f. 43.050 voor de Hongaren.-üJ Ook de Stad kwam de Hongar
met een aanzienlijk bedrag te hulp.Op interventie van de profess
ren gaf zij van 1721 af tot 1794 bijna onafgebroken de ja- rlij]csch
ondersteuning van f. 300.-Dit werd zelfs meermalen aanzienlijk
verhoogd. 1721-26 per jaar ff, 300,1727 f. 900,1728-29 per jaar f
300,1730 f. 600,1731-39 per jaar f. 300,1740 f. 450,1741-45 per
jaar f. 300,1747-51 per jaar f. 300 en eindelijk 1753-94 per jaar
f. 300.Zij bedroeg in het geheel f. 22. 6 50jr.s
Maar van den aanvang van dit tijdperk steeg het aantal
Hongaren gelijdelijk.Be vermeerdering was vaak vrij aanzienlijk
on duurde tot het uitbreken van de Fransche (Napoleontische) oor-
logen.langzamerhand steeg het aantal studeerende Hongaren tot tien
vtfïne-rderde tot twintig,ja,zelfs was ^at er een tijd,dat zij de
dertig benaderden.Het spreekt van zelf,dat voor zooveel menschen
de met liefde en offervaardigheid gegeven ondersteuning hoe
langer hoe meer onvoldoende bleek.lfear God zond in de persoon van
een milddadige Arnherasche vrouw,Anna Everwijn,een onverwachte
-ocr page 39-
hulp.Zij vermaakte een groot deel van haar vermogen,n.1. f. 20.000
▼oor de ondersteuning van de utrechtsche Hongaarsche en Zevenburg-
sche theologische studenten.*7ie of wat haar tot deze edele daad
heeft bewogen,dat verraden noch het teetaraent,noch de acten,die
betrekking hebben op het over dit fonds ontstane proces.Misschien
vergissen wij ons niet,als wij veronderstellen,dat zij over de
Hongaarsche studenten zeer veel had gehoord.Deze waren n.1. overal
bekend in Holland.Zij deden,wat de studie aangaat,hun best,maar
▼anwege het lange verblijf,ver van hun vaderland,moesten zij
vaak- ondanks de milddadige subsidies van Stad en 'rovincie- gebrek
Ujden.En A. Sverwijn,wier edele ziel in haar laatste jaren steeds
sterker tot G0d gekeerd was,wilde hunne studie verlichten.Haar
lange testament is van 17. VIII. I734,en bevat haar wilsbeschikking
in vijftien punten verdeeld.Op de Hongaren heeft betrekking het
negende:-...indertijdt zijnde Theologische Studenten,komende uit
"ongarijen en Zevenbergen en studerende op de Academie tot Utrecht
de Jaerlijxe renten en opkomsten van een Capitael van twintigh
duizent gulden." Het is een vrij groote stichting.waarvoor de
Hongaren zich haastten hun groote dankbaarheid te toonenSaar dit
fonds heeft slechts na een ongezegende strijd aan zijn doel kun
beantwttrden.De geschiedenis van deze stichting is nog onbewerkt
Uit de acten kunnen wij echter het volgende vaststellenrde famili
leden van de stichtster vielen het testament aan,en begonnen een
i>roces,dat vrij lang duurde.Het is na vele moeite van de profes-
der Academie -die van de Vroedschap veel steun ondervonden- in
▼oor het daarbij ingestelde fonds gunstigen zin geëindigd.Stukken
of rekeningen,die op het beheer van dit fonds betrekking hebben,
zij» er nauwelijks overgebleven.Deze zijn hoogstrmarscheinlijk '
ook verdwenen na den dood van s.d. Van Veen,tezamen met ve*e
stukken van het SB en met op de Hongaren betrekking hebbende
andere acten.Slechts enkele gegevens vinden wij in de aanteeke-
ningen,die in het archief van de Theologische Faculteit bewaard
worden, in de Acta Facultatis Theologicae in Academia Rheno-Traiectin*"
en in het boek van Van Veen over de geschiedenis van het SB. Uit
deze gegevens kunnen wij echter
geen klaar beeld krijgen.Daarom is
net ook vruchteloos,hierop dieper in te gaan.
Veel belangrijker was echter de invloed van het in 1761
-ocr page 40-
b9
opgerichte SB.Van Veen heeft de geschiedenis van dit fonds in zijn
werk uitvoerig beschreven.Wat voor ons Hongaren in dit stipendium
belangrijk is,kunnen wij in het volgende samenvatten.Het SB heeft
zijn naam te danken aan Daniel Bernard Guiljamsz.,oud gouverneur
en directeur ter custe Cormandel in Oost Indien.Hij was een zeer
rijk,raaar in zijn leven ongelukkig man,die met zijn tweede vrouw
'jKK^jspji m*gtfw*e ot> een gespannen,zelfs vijandigen voet stond.
In de laatste jaren van zijn leven woonde hij in Utrecht,waar hij
ook in 1761 stierf.In dit jaar,op 18. VIII. beschikte hij bij
testament over zijn vermogen.Hij vermaakte ruim 9000 Sngelsche £
ten behoeve van in Utrecht studeerende gereformeerde Palzische en
Hongaarsche theologische studenten.Om dit fonds ontstond als het
ware een reeks van legenden.Een aantal studenten mochten zoo ge-
steund door de opbrengst van het kapitaal,jaarlijks f. 300 subsidie
genieten en wel zoo lang hun studie duurde.Het beheer van het fonds
vertrouwde hij toe aan de professoren enUe ^roedschap.-M. Balog
Soos kreeg als de eerste Hongaar in 1767 een half subsi*die,f. i5o
De eerste Hongaar,die het volle subsidie genoot,was D. Marialaky
in 1771,Van dezen tijd af kregen de Hongaren van dit stipendium tot
op heden ondersteuning.Op die uitkeeringen behoeven wij niet dieper
in te gaan,wij verwijzen naar het genoemde werk van Van Veen.Te
oordeelen naar de resultaten van eigene onderzoehingen - schat ik
het totaal der aan de Hongaren in de jaren 1767-95 gedane uit-
keeringen op f. 40.000. ^
Met het oog op al deze beneficia,welke voor de Hongaren te-
zamen zonder twijfel een aanzienlijken steun vormden,is het niet te
verwonderen,dat enkelen heelemaal niet aan thuéSkeeren dachten.ja,
het was veel gemakkelijker om te UtrechtMaw student te zijn,dan te
strijden tegen zooveel moeilijkheden in Hongarije.Gelukkig,dat jhj
het er slechts weinigen zijn,die zoo gedacht hebben.ïüaar dat er
zulke Hongaren toch geweest zijn,bewijzen enkele treurige voorbeel-
den.Reeds in 1744 was de Vroedschap er van op de hoogte gesteld
dat enkele Hongaren opvallend vele jaren aan de /vcademie vertoef-
den. Zij gaf toen aan de professoren oodracht,oa in het vervolg bij
de aanvragen om subsidie telkens ook de naamlijst der Hongaren te
voegen.Op 1. n. 1745 verzochten de professoren zelf aan de Vroed-
schap,om een zekeren Hongaar,met name N. Reth,van verdere onder-
-ocr page 41-
MO
steuning uit te sluiten,daar hij al meer dan tien jaren de subsi-
dies genoten had.Pe Vroedschap besloot zich raet het voorstel van de
professoren te vereenigen,ja,zelfs werd een commissie gevormd,om
na te gaan tot hoeveel jaren de ondersteuning aan een Hongaar kon
beperkt worden.Volgens Vroedschapsnotulen (22. II. 1745) werd in
dezen het volgende besluit genomen:zij mochten drie jaren lang een
beneficium genieten,in het vierde jaar slechts dan,als de professor
het om een of andere reden noodzakelijk achtten.Haar op 25. X. l?5i
droeg de Vroedschap de commissie op - blijkbaar op verzoek van de
Hongaren- om over de subsidies aan de Hongaarsche studenten een
m
nieuw voorstel te doen.Het rapport kwam 15. XI. binnen en daarop
werd besloten,dat de Hongaren de subsidies voortaan vier jaren lang
zouden mogen genieten,maar bij uitzondering zouden de professorenen
dezen tijd nog kunnen verlengen.Op 4. XI. 1754 eischte de vroedschab
weer de indiening van naamlijsten (v/at blijkbaar tot nog toe was
nagelaten) en schreef zij ook voor,dat bij de namen de juiste data
van aankomst vermeld moesten worden.en tevens hoe lang zij subsi-
dies hadden genoten.Maar ondanks al deze beperkende maatregelen is
er een aantal Hongaren,die zes,zeven,ja zelfs acht jaren lang
ondersteuning gekregen hebben.
Enkele bijzonderheden Bij den avondschemering van zijn gebroken en
teleurgesteld leren schrC£f€ F. Misztótfalusi Kis in zijn "Zelf-
verontschuldiging",dat hij ondanks zijn ouderdom het liefste nog
eenmaal naar Holland zou willen teruggaaft indien hij de moeilijk-
heden der lange reis,die hem naar Holland voertfn^nTët zoo goed
kende.ïïant deze reis ondermijnde de gezondheid zelfs van de krach-
tigste mannen in den bloei van hun leven,zoo,dat er onder hen «die
wm. dezes reis gemaakt hadden,zeer weinigen waren,die een lang leven
mochten genieten.Kn inderdaad,de reis en het verblijf buiten de
evk |
grenzen van de in Utrecht studeerende Hongaren ging (dikwijls ^a
met zware moeilijkheden gepaard.Velen sleurde de dood onderweg
mede,en vele vermoeide lichamen van feregrinus-IJongaren worden
door de Hollandsche aarde bedekt.Het eerste sterfgeval,waarvan wij
zekere gegevens hebben,is van 1787.Het is zeer te betreuren,dat
ar
dit een zelfmoord was.Het eigenhandig geschreven testament van G.
Tsernatoni Wajda,dat vol is van aandoenlijke zelfverwijten,vertelt
niets van de reden,waarom hij de hand aan zich zelf sloeg,Over de
uitvoering van deze daad viaden wij slechts het volgendei "Praecidi
-ocr page 42-
4/
mini arteriara asperara."-Meerdere gegevens hebben wij echter over de
verschillende zlekten.aan welke onze Jongelieden geleden hebben.
WIJ zullen daarover slechts kort zijn.Behalve de ziekte van L.
Gyongyosi,waarop wij nog terugkomen,zijn er twee bijzondere gevallen.
Het eerste dateert van 1753* G. Borsa is krankzinnig geworden.De
Theologische Faculteit en de Vroedschap trachtten Borsa gezamenlijk
te helpen en lieten hem eerst in een ziekenhuis opnemen,doch na een
jaar werd hij door een korporaal,wiens regiment in Utrecht ge-
detacheerd was,huiswaarts getransporteerd.Het tweede,«3asöam
eveneens treurige geval was de ziekte van A. Balog in 1759.Ook
hij verloor zijn verstand.Maar hij werd merkwaardiger wijze niet
olcvfl
verzorgd door de Academie of fde Vroedschap,doch door de PSU.ÏJa
enkele maanden in een ziekenhuis verpleegd te zijn,werd hij door
twee, naar het vaderland terugkeerende Hongaarsche studenten mede-
genomen.Wij zouden nog eigenlijk van een derde dergelijks getfal
melding kunnen maken.S. Soraodi schrCffS n.1. in zijn dagboek^bij
den Haam van J. Haszalyi:"Een krankzinnige man!" Misschien is
Somodi door afgunst of door andere voor ons onbekende beweegredenen
verleide tot het schrijven dezer woorden.Want Uaszalyi was geheel
niet ziek,en allerminst zijn geest.Dit getuigt zijn examen,» zii
ordenéng tot den heiligen gssag dienst,en het aan hem uitgereikt
loffelijke testimonium. US
Studieresultaten Wij gaan nu over tot de bespreking van de werk-
zaamheden der Hongaren in Utrecht en wat zij op wetenschappelijk
gebied gepresteerd hebben.
De Utrechtsche professoren spraken -wanneer zij voor hen
subsiUie vroegen- altijd met de grootste waardeering over de Hon-
gaarsche studenten.ITaast hun goede gedrag vertelden zij van hun
ijver en de goede vorderingen,die zij m de studie maakten.Sn als
B ziJ «en getuigschrift gaven aan de huiswaartskeorenden,maakten
Xij daarin met de grootste erkentelijkheid gewag niet afleen van
hun geslaagde werkzaamheden in Utrecht,maar bij enkelen ook van de
waarde van de door hen vergaarde schatten op Ss wetenschappelijk
gebied.Zoo b.v. schreven de professoren in het "absolutorium* van J
Peczeli,die in Utrecht tot ieders verwondering in het Hebreeuwsch,
Arabisch,Grieksch en Latijn debatteerdere volgende loffelijke woor-
den* «Eximias.qulbus ornatus est animi dotes,vastum ingenium judicium
-ocr page 43-
1<
acre memoriam tenacem,accuratamque rerum divinarum scientiam,non
t imus non mirari." De mooiste erkenning voor onze jongelieden
echter,dat men enkelen,b.v. J. Apatza J^öi Tsere,een academisch)
leerstoel aanbood.Enkele geleerden sloten ook met de Hongaren een
hechte vriendschap,200 b.v. G. Voetius met G. C. Komaromi en
I. Van Hamelsreld met J. Retsey.Voor de bereiking van deze schitte-
rende resultaten,was het natuurlijk van veel invloed,dat de mees ten
eerst na de beëindiging hunner studie in het vaderland,ja zelfs na
het "academische rectoraat*» naar buitenlandsche academie's gegaan
WO
zijn. B.v. N. Misztotfalusi Kis was naar eigen mededeeling reeds
een "oude kerel" (30 jaar oud!),toen hij naar Holland toog,en J.
Retsey zegde de Utrechtsche hoogeschool vaarwel aan het einde van
een bijna zesjarig buitenlandsch verblijf - hij was toen reeds
32 jaar oud.Het waren - met uitzondering enekeien- allen ernstige
mannen,die het gewicht van de verantwoord ing,welke op hunne schou-
ders rustte,ter dege hebben besefd en gevoeld, .ij wisten,dat niet
slechts hun "patronen",maar ook de geheele -op leven en ïüiiUï dood
strijdende- Hongarsche gereformeerde kerk hun studies met toege-
wijde liefde en vol verwachting volgden.Als wij van de resultaten
van(studies kennisnemen,moeten wij ook erkennen,dat zij alles ge-
daan hebben,wat in hun vermogen was.Vaak werkten zij onder de
zwaarste omstandigheden. L. Gyongyosi b.v. beschrijft uitvoerig in
het voorwoord van zijn boek "Fundament van de Christelijke religie«
het ïlïfe jammerlijke lijden.dat hij in Utrecht door moest maken:
ÜÜ het was "...een gedeeltelijke verlamming.Sedert den tijdgat
God mij uit mijn dierbare vaderland naar dit vreemde land bracht
was ik slechts een kwartjaar gezond.Daarna hebben de gevolgen van
mijne vele kwalen mij in dezen ellendigen toestand gestort,waardoor
ik reeds meer dan een jaar en drie maanden zelfs mijn logement
met eigen kracht niet kon verlaten door de zwakte van mijn beenen «
Doch hij werkte ondanks dit alles.Hij leerde vreemde talen,om zijn
vaderlandsche kerk door vertalingen te dienen.Daar hij niet schrijd
ven kon,vertaalde hij dikteerend aan een "ontfermende landgenoot"
eenige vreemde boeken in het Hongaarsch,en vertrouwde hem ook het
drukken toe.-Vele vertalingen,disputaties en bovenal de belangrijke
medewerking bij het drukken van den Hongaarsche Sijbel kenmerken
hoofdzakelijk de werkzaamheid van de Hongaren in Utrecht.Toch
waren de 36 promoties,die zij in dezen tijd (163*-1795) zonder
-ocr page 44-
uitzondering met de meeste lof gedaan hebben,wel de kroon op hun
studiën.Er zijn over het verloop van deze promoties bijna geen
gegevens overgebleven,slechts over die van G. C. Komaromi en S.
Borosnyai zijn aanteekeningen bewaard.Heer aanwijzingen zijn te
vinden over den uitslag daarvan.In de eerste plaats moeten wij de
promoties van G. C. Komaromi en J. Posahazi verraelden.Hun viel de
grootste onderscheidéng ten deel,n.l. de gouden penning der Academie
(bovendien kreeg Komaromi van de Stad ook nog een zilveren eere-
penningl),Betreffende de promoties der andere Hongaren zijn er
*                                  uitingen van lof
slechts zeer korte ^j^ië'^rcri te vinden in het Album Promotorura.3^
Verder vinden wij nog aanwijzingen in de "applausu",een destijds
in de studentenwereld en veel geliefd gebruik.Tusschen 1636-1795
verwierpen in Utrecht de volgende Hongaren de graad van doctor: ^
G. C. Komaromi C^6^- 7T./6Tb.)
3. Bnyedi ( »«C**«./êVb.)
J. Po'sahazi (Pfcf.tfU.«. '»■«.'"*)
-................. -n il (2fcw. *.»V. /66O.)
J. Modori Mart lus ( M*d. rf.ftT.l6f-/, )
A. Gruber ( W*«f- W. 'V. ICSL.)
A. Teutsch ( IM. & SM W)
J. Albrich ( N*«> '*■ *«• 'W
S. Dio'szeghi C fo«<X. k-,% HZ?.)
M.J. Perliczi ( W.****-* 19. H. (fit)
S. Borosnyai ( ***. t*M <M.)
J. Szentpéterl Tseh ( fhit. tt fl.L.flf. If-JF,*?*}.)
j. zoit«i ( ««cf. *f. Jf. wr.)
S. Matyue ( W«d. K SI. (?$(>.)
S. »'eszprexni
( tli«i. tr. sk. lfït>.)
S, Bombi C AM- /O. <V. /?SH\)
p. Pe'tsy ( OM- rt-v. /w.)
s. Pataki C N«t- H- 'X. /m)
J.  Benedek ( /M- »*-** '^ )
S.  Far»kas C ^^ ?/- w/- '**•>
G.  2a*goni (tk&ttWJWf)
G.   JaWi (tf««r.*M*-'W.)
G.  öriFSlap (W.6.VMW)
K.  Balog Soe's C««<- *° W.^&.)
M.   Polgari f/V«tf. /S. WA fH<f,}
-ocr page 45-
44
M. SzathmaVi Paksi (Phiftt L,A.M. SMLllV.)
S. Pesti Szegedi
j„ Fogarasi lap ( <PAf/ HU, AM, tO.H.trfr.)
J. Ba'ty ('Al*0'-" * IW|
s, KoiosvaVi C^o/. z/.rur/r.)
S. Hosszufalvi Horvath CflTftf. 1C> W.lffé.)
j. zolt*» f H(«€f.zjf.U.fW.J
M. Konkoli Ihega ( «fee* ^. V/. fWJ
P. Borosnyai Uagy (/frfc/. Z^. fc
IfJO.)
8. Go*de T fA.7. *fd.f\.M.lt>.H. tïtl. )
A. Komjati C 3vw. IZ VlIffZ,)
ordening tot den Behalve dat der promoties is er echeter nog een
Heiligen Dienst ander,in zeker opzicht met de academische studie
zaraenhangend en zeer belangrijk resultaat van deze Utreehtsche pe-
regrinatiesde ordening tot den heiligen dienst.
De Hongaarsche theologische studenten,die aan een buiten-
landsche hoogeschool hunne studies voortzetten,voelden zich dik-
wijls genoodzaakt,ja door de émstandegheden in het vaderland werden
zij soms zelfs gedwongen,om na het volltooien van hunne studiën
voor den terugkeer naar het vaderland de noodige kerkelijke examens
af te leggen.De vroegste hierop betrekking hebbende aanttekeningen
hebben wij uit v/éttenberg.De eerste ordening had hier in 1540 plaats,
/ittenberg was voor de Hongaren gedurende langen tijd de eenigste
plaats,waar zij hun ordening tot den heiligen dienst ontvingen.
Maar omstreeks 1580 kregen zij ook in andere universiteitsteden
daartoe gelegenheid,zoo b.v. in Leipzig,Dresden,Jena enz,-Gegevens,
die naar Holland verwijzen,hadden wij echter tot nog toe niet.Maar
het zou ondenkbaar zijn,dat er geen Hongaren in Holland geordend
zijn zouden.Sn dan nog wel in de XVIll. eeuw, toen het gereformeerde.
Holland zooveel Hongaren tot zich trok,en toen de beteekenis der
andere buitenlandsche hoogescholen voor de Hongaarsche studenten-
peregrinatie hoe langer hoe meer verminderd was,de eeuw,waarin in
Hongarije,na afloop van de bloedige geloofsvervolgingen,de mis^chieif
nog gevaarlijkere verdrukkingen,de allerlei hinderpalen leggende
®n onrechtvaardige decreten en instructies ten doel hadden om niet
alleen het schoolwezen,maar ook het geheele gereformeerde kerkelijke
leven op de meest brutale wijze te gronde te richten.Als het meest
gevaarlijke 3^ decreet gold het verbod van ordening van predikanten.
-ocr page 46-
Het is begrijpelijk,dat onze jongelieden zich ook met deze moeilijk-
heid fisSSfiebbeiwl gewend tot de Utrechtsche autoriteiten.dle jegens hen
reeds zoo vaak hunne bereidwilligheid getoond hadden.In 1735 kwamen
zeven Hongaarsche studenten tot de Utrechtsche Clas3is en verklaar-
den de jammerlijke toestanden^aarin onze kerk verkeerde.Zij ver-
zochten de Classis om hen niet alleen "praeparatoire** ,maar tevens
ook "peremtoire" te laten examineeren en daarna te laten ordenen,
omdat de weg van ordening in Hongarije geheel afgesneden werd.De
Classis wilde de verdrukte Hongaarsche kerken van ganscher harte
helpen»docn ziJ besloot om de zaak eerst voor de spoedig bijeenko-
mende provinciale Synode te brengen.21j oordeelde zich n.1. in deze
niet competent,omdat zulke ezaraens en ordening alleen "stante Synodo"
mochten geschieden.Doch,voordat de Synode in deze aangelegenheid
een besluit nam\
wniilonliiWilde de Classis de Hongaren helpen en ieder lied gaf ten
behoeve van hun f. 3,tezamen f 120,welk bedrag de Hongaren met
dankbaarheid aanvaardden.Üp de daarna volgende bijeenkomst besloot
de Classis eenstemmig,om zich tot de Synode te wenden met het vol-
gende schrijven:"De Classis van Utrecht geeft aan de Christelyke
Synodus derzelve provintie te kennen,dat op haar laatste vergade-
ringh,gehouden den 11. Aug. 1733., verschenen zijn Seven Hongarische
studenten,versoekende om de verdrukkingen,onder dewelke de meeste
kerken in hun Vaderlandt zugten,en van welke een der voornaamste is,
volgens hun verhaal,dat door een Keyserlyk verbodt geen ordeningh
tot predikanten raagh geschieden,en dat by gevolgh in korte Jaaren
de kerk daar geheel moest vervallen,dat zij van deze Êlassis niet
alleen praepatatorie maar ook peremtorie raogten geexamlneert.en tot
de predikingh des H. Toordts^n de bedieninge der ïï. Sacramenten
toegelaten,en geordent worden«Waarop ernstigh gedelibereert zijnde,
la de vergaderingh met een algemeene droefheyt en medelyden aange-
daan geweest,van herten wenschende het verzoek van deze Studenten
te mogen inwinigenjDogh is terugh gehouden uyt aanmerkingh,dat de
kerken order in deze provintie aangenomen verbiedt Art.7. Dat
niemant tot den dienst des v/oorts beroepen zal worden,zonder hem
in een zekere plaats te «tellen,en de Classis deze wet niet en
durfde overtreden
jtfelke en andere redenen door hare gedeputeerden
ad Synodum nader te deduceren,haar bewogen hebben,de raadt en order
van de Christelyke Synodus te verzoeken,hoe zij in dit,en dierge-
lyke gevallen zigh hebben te gedragen,en hoe zij op de beste
-ocr page 47-
Jfê
wyze die nootlydende kerken behulpsaam zouden konnen zyn;
'/aartoe onzes bedunkens best zoude zijn onder goedtvinden der
Christelyke Synodus
1. Dat deze persoonen volgens hun hoogh- kerk. gesagh,door de
;©rw. Christelyke Synodus zelve geexamineert wierden off dat deze
Classis ten spoedighsten geordineert mogte werden met het examen
voort te gaan.
2. Dat de Christelyke Synodus de goedheyt geliefde te hebben
van met concurrentie der andere Synoden een vaste order te beramen,
hoe de Byzondere Classen verder in dier gelyke gevallen zullen
handelen,om ende nootlydende kerken te hulp te komen.. .*
3 h'O
De §ynode had geen bezwaar en verzocht de Classis zelfs spoed
te betrachten.Het eerste examen en de ordening hadden op 15.IX.
1733. plaats en van dezen datum af tot 1790 toe werden 45 Hongaren
door de Classis geëxamineerd en geordineerd.
1733  15.IX. M. Korösi
J. Waradi
P. Lovasi
V. Hagyszegi
A, Csuzi
S. Kgyhazi
D. Ujfalusi
1734  7. I. J. Solyraosy
8.9.VI. G. Tokay
S.  Poldesi
P,   Szoboszlai
S.   ïïagy
S.  Edelenyi
T'.   Seres
1735  7.8,VI. S.   Szathmari
A.
   Szathmari
S.
  Hevessi
s.
  Domsodi
1748 5.6.III.H. David
J. Perentzi
J. Sutha
J. Koraarorai
-ocr page 48-
*t J.9
*
1749  4,5.III. J. Papai
J. Gondan
12.13.VIII. S. Wiszlai
1750  3.4.III. A. Sarkany
j, Szalantzi
G. Szalai
1751  26.27.X. F. Szekely
,r>
1774  7.8.VI. J. Fogarasi Sap
G. Mehes
1775  7.8.III. F. Xkon
S. Benko
N. Tetsi
1777  4.5.III. K. Konkoli Thege
M, Wantza
1778  3.4.III. S. Szana
1783 4.5.III. J. Peczeli
1786  6.TF.VI. S. Erdllyi
J. Rozgonyi (alleen "praeparatoire")
1787  6.7. III. S. Zabolai (alleen "praezparatoire")
1790 2.3.III. A. Torok
M. Tsakai
J. Kaszalyi
S. Szentes(i)
Over het examen vinden wij overvloedige gegevens in ACU.Zoo
worden hier de voorwaarden vermeld,die noodzakelijk ^aren om ge-
ëxamineerd en geordineerd te worden,n. 1.: testimonia van lidmaatschajo
dooi. de Hongaarsche kerkelijke autoriteiten afgegeven;van Grieksche
*n Hebreeuwsche talenkennis;van de predikant der BnjQelsche kerk te
tttrecht^dat de candidaat tijdens zijn Utrechtsche verblijf aan het
Heilige avondmaal deelgenomen had,en ten laatste was er nog een
zeer gewichtig testimonium noodig,uitgereikt door de professoren
letq_
van de Acaderaie.dat de candidaat een onberispelijk leven ge^ö
had,in zijn studie ijverig geweest was en voor het examen voldoende
voorbereid was.Over het verloop van deze examina het volgende.
Kerst werden zij in de Grieksche en Hebreeuwsche taal geëxamineerd
en daarna in de belangrijk te punten van de Christelijke godsdienst.
Verder werden bijna bij iedere gelegenheid vragen gesteld over :
-ocr page 49-
«...de hooftstukken van Godt,de goddelyke eigenschappen,de H.
Drieeenigheydt,de besluyten,genoegdoeninge,reghtveerdighraakinge,
de Kerk»deszelfs regeringe en bedienaren,de heylige bondSregelen
(en eindelijk over de) de kerkelyke litteratuur." De axaraena hadden
zonder uitzondering den besten uistslag.De notulen van ACTJ leggen
telkens den nadruk op de antwcrden,welke niet alleen "vlug en
handig,maar ook kleurig en diepgaand ■ waren,getuigende van een
er,
lange en ernstige studie.De uitreiking van loffelijke testimonia
werd aan het einde van het examen en de ordening herhaaldelijk met
nadruk vermeld.Voor het examen en de ordening betaalden de Hongaren
niets,zij kregen trouwens ook het in het Latijn geschreven testi-
monium gratis.
Het leven in den vreemde. MES. Hoe de Hongaren zich onder de vreemde
verhoudingen en in de ongewone omgeving gedragen hebben,moet nog
kortelijks vermeld worden.^ok het leven,dat zij als student leidden
en,zoo daarover gegevens zijn,hun omgang in het Tïollandsche gemeen-
schappelijke en alledaagsche leven.-Zij woonden naar vrije keuze in
logementen of in herbergen,of bij Utrechtsche burgers.Als omgangs-
taal bediendem zij zich -ook buiten de Academie- bijna zonder
uitzondering van het Latijn.Uitgaande van hunne degelijk gedrag
-zoowel in studie als in het alledaagsche leven- is het vanzelf-
sprekend,dat zij ook aan de behoeften van hun zielen gedacht hebben.
Zij gingen naar de kerk,en namen deel aan het Heilige Avondmaal.
3n hier moet worden opgemerkt,dat zij,omdat zoo weinigen de
Hollandsche taal kenden,lid waren van de Utrechtsche Kngelsche
>erk,waar de taal van liturgie het Latijn was.Doch zij vejzochten
de Ineologische Faculteit reeds in 1722 om hen een «ssaaafc aparte
ruimte te geven,voor het houden van eigen godsdienstoefening.Zoo
kregen zij dan het verlof van de vroedschap wwnnrirsrtml.8 *.. .omme des
zondags ten elf ueren voornoens in 't bovenste auditorium van de
Academie onder haer te houden haeren godtsdienst en te doen een
predicatie." Later,toen met hulp van de stichting van H. Van Alphen
in Utrecht de Hongaarsche Bijbel meerder malen werd gedrukt,werd
ook aan dit audetorium,dat men in de loop der jaren "Hongaarsche
Kerk» begon te noemen,een Hongaarsche Bijbel geschonken.Zoo*n Bijbfcl
kregen later echter ook meerdere Hongaren.Deze mooie gewoonte,om
in Utrecht een Hongaarsche godsdienstoefening te houden,duurde tot
-ocr page 50-
1794 toe.S. Soraodi teekencfe in zijn dagboek op,dat hij in de Ui-
trecht sche Hongaars che
Kerk ook heeft gepreekt .Door met de Napo-
leontische oorlogen ingetreden» veranderingen verloor dit pi™»
bovenste auditorium zijn karakter als Hongaarsche Kerk,en weldra,
reeds in het begin der XIX. eeuw "...was (het) door grenzenlooze
verwaarloozing geworden tot eene ruïne...die een zoo aardig effect
maakte,dat tal van schilders en tekenaars (Lamberts,Springer,Koster,
ïïekking en de Belg Van Ysendijck ) zich beijverd hebben om haar af
W
te teekenen." Kog later,met de restauratie der Kloostergang,ver-
dwenen ook haar laatste overblijfselen,zooals fmftyitar met 1795
ook het einde gekomen was aan het mooiste tijdperk van de Utrecht-
sche RgSjpggjjgjji Hongaarsche studenten-peregrinatie.
Merkwaardig is het,dat de Hongaren in het studentenleven
-ondanks hunne betrekkelijk groote aantal- geen noemenswaardigen
rol hebben gespeeld.Zonder twijfel was de oorzaak hiervan,dat zij
ouder en daartengevolge ook ernstiger waren,dan het gros der stu-
denten.P. Hofstede schreef in zijn boekügf:M...daar is geen een
op onze Academy,hy raag zo snapagtig weezen als hy wil,die moed
genoeg heeft om een woord te durven spreeken,daar een Hongaar in
»t gezelschap is. 't Is of de tong hen iamiiBnnflPCIIfiHeflLaanstonts
aan 't gehemelte besterft,zo ras ze van diergelyke persoonen ge-
nadert wordemeven als die vogeltjes,die den gantschen dag niet
anders doen als tjilpen,en sjirpen,dog zo «ras ze de Valk net
zyn pennen door de lugt hooren gonzen,straks verstommen,en niet
eerder wederom beginnen wiltzang te zingen,voor en al eer ze
verzekert zyn,dat ze niet meer gehoort zullen worden."-zij mochten
het door hun leeftijd en door hun onbetwistbaar meerdere kennis
verworvene aanzien niet in gevaar brengen door inmenging in het
destijds afwisselend en dikwijls meer dan vroolijk studentenleven.
Maar waar dat mogelijk was -b.v. bij gelegenheid van jubilea of
andere feestelijke aangelegenheden- hebben zij gaarne teekenen van
medeleven en dankbaarheid gegeven.Hiertoe betrekking hebbende
interessante gegevens zijn b.v. van de verschillende jubilea over-
gebleven. In 1736 schreven zij een gedicht,dat ook de Vroedschap
goedkeurde en op stads kosten werd gedrukt.In 1747 verhoogden zij
-bij gelegenheid van den intocht van de Prins v/.k.H. Friso in
Utrecht- in nationale kleederdracht een kleine groep vormende
het aanzien van de optocht.Ook word toen de feestvlag door een
-ocr page 51-
ir/
Hongaar ontworpen.Een zeer mooie uiting Tan hun dankbaarheid was
het gedicht,dat zij ter gelegenheid Tan tweede uitgave Tan de z.g.
"Tltrechtsche Hongaarsche Bijbel" hebben Tenraardigd«Dankbare
woorden uit dankbare harten.Maar het mooist is het reeds vermelde
jubileuravers uit 1736.Alsof arme,van alles beroofde peregrinus-
Hongaren het heden hadden geschreven,met een traan Tan aandoen-
lijkheid in het oog ziende de glorie Tan Troegere schitterende
grootheid»
"Hos,quibus ante fuit,cunctis notissiraa terris,
Fama,fuit virtus,gloria,flos et honos.
Nos,quibus ormis honos,quibue omnis Splendida,victis,
Libertas et opes,gloria prisca,jacent.
IIosfquibus,adversl8 f at is, sub pondere lalraae
Kon nisi depressae nomen habere licet.
Hos,quibus obsequil jam gloria sola relicta est,
IToetraque sunt duro subdita colla jugo.
Fos,quibus ipse dclor sermonem obsignat in ore,
labitur ex madidis pluriaa gutta genia.
Hos,quibus est cultus,communio sancta,fidesque,
Vobiscum Deus est,et quibus tfna salus,
Hos,quibus una salus,Vestram tmplorare salutem,
Sit quibus ut vestro in Homine multa salus.
Adsumus iatres..."
En in lange strofen wellen de woor-
den Tan edele dankbaarheid uit hunne harten.Alsof zij geToelden,
dat de liefde Tan de Utreehtsche Academie het best beantatord kon
worden met hartelijke dankbaarheid,dankbaarheid Toor de Tltrechtsche
peregrinatie,die was als een rots,waarop mede het Toortdurend
geteisterde gebouw der Hongaarsche gereformeerde kerk jKtawwtgrg^
gedurende
m ^e« eeuwen staande was kunnen blijTen.Tij,als Teel
latere generatie,die in utrecht mochten studeeren,kunnen ook niet
anders doen,dan Tan ganscher harte danken Toor deze |)eregrinatie.
laar bovenal ï>ast het ons dank te brengen aan Hem,Oie de harten
der menschen beweegt en door Zijne sterkende en helpende hand ons
hiertoe heeft bijgestaan.
Soli Deo Gloria!
-ocr page 52-
I
l.-Het is raij een behoefte om reeds hier te verraeldön,
dat dit boek eigenlijk eene bewerking is van mijn
proefschrift *Hongaarsche Gereformeerde Jongelieden
aan de Utrechtsche Universiteit 1636-1836*
(In het
Hongaarsch.Debrecen,1935.Lex. oct. bl. 90.).-Met na-
druk zeg ik hetsbewerking,omdat ik hier verschillen-
de omvangrijke deelen heb weggelaten,b.v. de geheele
bijlage en de gegevens,die uitsluitend voor onSR,
Hongaren,van belang zijn.Daarentegen voeg ik hierbij
eenige belangrijke gegevens,die ik in mijn proefschrift
niet heb opgenomen,ondanks het feit,dat ik deze al
sinds 1933 bezat.
Wat de vertaling betreft,de heer G. van Klaveren Pz.,
ambtenaar aam het Utrechtsche gemeente-archief,heeft
mij door zijn bijzonderen bijstand zeer aan zich
verplicht.Voor zijn groote bereidwilligheid betuig ik
hem mijn weigemeenden dank.
Hieronder volgen nog de beteekenissen der afkortingen
van de meerdere malen aangehaalde bronnen?
AAU - Acta Academia? Ultraiectinae (I.,11.,111.
dln. in het gemeente-archief van Utrecht,
IV. deel in het Senaats-archief der Utrecht-
sche Universiteit).
ACU - Acta Classis Ultraiectinae.
AFT - Acta Facultatis Theologicae in Academia
Rheno-Traiectina.
ATF - Archief van de Theologische JBaculteit der
Utrechtsche Universiteit.
AH - Album Hungarorua (in het archief van het
stipendium Bernardinum).
"ii nli in ii il mi ..i.LiP.Hjjmmjjum»
APK - Archief van het Provinciale Kerkbestuur* (Utrecht).
ASB - Archief van het Stipendium Bernardinum.
ASPü - Acta Synodi Provinciae Ultraiectinae.
BTP _ Beurs van de Theologische Faculteit (Rekening
en Verantwoording der Theol. Faculteitskas,
-ocr page 53-
1772-1885.)
DRK - Bibliotheek ran het Gereformeerde Collegium
te Debrecen.
FF
                - Fonds Frankendaal (Boek van Reken ing, 17 23-1839.)
FM                - Fonds Mastrigt (Boek van Rekening,1706-1874.)
TP'Tf              "- T1|H1 |.üLhBWt. wh» litfl 6üA!»JuiaiiHjaB Qullsiamr
M - Matricula (Lijst der Studenten).
MA - Hongaarsche Athenas (Magyar Athenas),door P.Bod.
Nagyszeben,1766.
H-m                   -^ *nqh.Mii..A «.« hwfr Niwwifnri.iwMin». i,m i hSTïEIl.
T.ft Mn HIHVHHHHibR;
NGPSU
          - Notulen ran de Gedeputeerden Tan de ProTin-
ciale Staten Tan utrecht.
AP - Album Promotorum Acaderaiae Rheno-Traiectinae
1636-1815.
NPSU - Hotulen Tan de ProTinciale Staten Tan Utrecht.
NSzK - "Szechenyi" Bibliotheek Tan het Hongaarscge
Nationale Museum.
ïiuiiIUU In hniiMjrmn
Qyde
HHK              - ffl@^ Hongaarsche Bibliotheek (Regi Magyar
Konyrtar),door K. Szabó.3 dlB.Buda pest,1879-1898.
In dit werk zijn opgenomen en bibliografisch be-
schreTen alle Hongaarsche boeken,die tot 1710
Terschenen zijn.
Gau              - Gemeente-Archief Tan Utrecht.
SAUir            - senaats-Archief der Utrechtsche Universiteit.
- Het Stipendium Bernardinumg (%*miitimi!(iim jfrtkhn, cfr> ik
g*»wuiptf$Qc[
Aet, xiftt in htr 4$0. fe vitiden.)
SRK              ~ Bibliotheek Tan het Gereformeerde Collegium
te Sarospatak.
3^*"
            -l Ulli'l LijLIillJl umi hét ri.ni.iif',,rmeurde ÜÈT£ëgï5m
TIT              - Theologisch Woordenboek (Theologiai Ismeretek
Tara),door J. Zovanyi.Mezotur, 1894-1901.
-ocr page 54-
%
TJMA          - Hieuwe Hongaarsche Athenas (Uj Magyar Athenas),
door K. Sz. Kiss.Budapest,1882.
IHJB
        - Utrechtsche Universiteitsbibliotheek.
2.-Met bijnaam "CorvinusH;koning van Hongarije 1458-1490.
3.-Vorst van Zevenburgen 1613-1629.
4.-In het jaar 1522 liet zich de eerste student uit Hongarije
inschrijven,n.l. K. Cvriaci.-BartholomaeideetHemorlae Ungarorum.
Pest,1817.
5,-Die Stadlrenden aus Ungarn und Siebenburgen yn $*T Hwfver-
sitat ]Leyden 1575-1875.von Dr, Pr. Teutsch.(In Archiv des
Vereins fur siebenburgische Landeskunde,XVI.Heft I,,S 205.-
De aan de ffranekerache universiteit ffestudep»rd hebbendes lfan~
_garen (in het Hongaarsch) door A. Hellebrant.In de Historische
Verzameling (TÖrtenelmi Tar) 1886.,bl, 600.
6.-Volgens TIT is S. Szilagyl Benjamin reeds 1643 in Utrecht ge-
weest,maar op welken grond hij dat beweert,vemeldt hij niet.
7.-In het bijzonder legden de subsidievragende brieven van de
professoren herhaaldelijk de nadruk er op,dat de verleende
hulp aan de Hongaren de beste vruchten voortbracht.Zie de
Vroedschapsnotulen en NPSU.B.v. NPSU 15.VII. 1733. w...welke
in haare Landen wederom gekeert synde,aldaar tot soutien van
de Gereformeerde Kerken van veel nut en dienst *yn geweest."
Be geheele brief is uitgegeven in mijn reeds aangehaalde boek»
Hongaarsche Gereformeerde Jongelieden,bl. 71.
8#-?at het aantal der Hongaarsche studenten betreft,kunnen wij
Eiet de utrechtsche Academie alleen de Franekersehe Hoogeschool
vergelijken (1623-1789 ong. 1200 Hong. stud.).
9,-Over het aantal der ingeschrevenen zie G.J. LoncgtHlstorische
achetg limy. utrechtsche Hoogeschool tot hare verheffing in
li815JUtrecht,1886.
10.-A.C. Pukcr»Gi8b«i»t.Vff v?r».<„ffi* dln.Leiden,1397,1910,1914.-Hij
spreekt hier over de vrienden van V0etius,en van de Hongaren
zegt hij het volgende:«...waren...in het bijzonder de Hongaar-
sche studenten,welke de primariua professor duur aan zich ver-
plichtte;hetzij,dat hij de hulpbehoevenden onder hen met grotere
of kleinere sommen steunderhetzij,dat hij hun het noodige geld
tot dadelijk levensonderhoudt voorschoot."-Als geldbron noemt
-ocr page 55-
hij de door J.L. van Srankendaal in 1641 in het leven
geroepen stichting van f. 25.000.Zie zijn testament in
AAÜ.
Over de verhouding tusschen Voetius en de Hongaren vermeldt
ook nog interessante gegevens den in het irocuratie en
certificatie Boek (in het GAU,dl. 1651-1664) bewaarde acte
van 1. VIII. 1660,waarin medegedeeld wordt,datj"...de missi-
ven van verscheyden oorden,ende sonderlingh ooek uijt Enge-
land ,behorende aen Studenten uijt Hungarijen ende Transil-
vanien,ledernaten onser Academie,meestendeel bestelt worden
ten huijse van D. Professor Gisbertus Voetius,om door hem,
ofte de syne behandicht te worden aende voorseyde Studenten,
welcker logementen andere so niet bekent syn..."
11.-Deze opvatting van mij vindt steun bij Dr.J.A. craraer.De Theo-
logische Faculteit te Utrecht in de 18de en het begin der
19de eeuw
(Utrecht,1936)(dat een jaar na mijn proefschrift
is verschenen),waarin hij,handelende over de moeilijkheden
van de Academie,onder anderen zegt;(bl. 90*,91")"Wij krij-
gen den indruk,dat
wat men tot eiken prijs den roep van de
Academie hoog wilde houden om de ouders niet af te schrikken
hun zonen naar Utrecht te zenden..." Cn "Als een poging om
theologische studenten naar Utrecht te lokken,moeten wij
ook het besluit der faculteit beschouwen om aan neder-
landsche studenten uit de inkomsten van het Bernardiner
Stipendium een jaarlijksche tegemoetkoming in hun studie
te verstrekken,"
12#-Deventer,Amsterdam,Dordrecht, 's Hertogenbosch,Breda,
Middelburg,Zutphen.In zeker opzicht kunnen wij hiertoe
ook nog Rotterdam en Maastricht rekenen.
13.-2.IX.1744.
14,-Protestantsche Blad van Debrecen (Debreceni rotestans Lap),
1902.Holland
mn Honaarl.ie (Hollandla es Kagyarorszag) ,door
J. Birtha.Bl. 40.-i. ZsindelyrUlt de Matricula van de Uni-
versiteit van Basel
{a bazeli egyetem anyakonyveböl),in de
Bundels van Sarospatak (Sarospataki Fuzetek),1860,veremeidt
ook talrijke gevallen over nietbetaling van collegegelden.
Immers was dit in Leiden ook gewoonte.
15.-Vroedschap 22. en 29. XI. 1745;9.X. 1747. enz.Kaar het dui-
-ocr page 56-
delijkst verwijst daarnaar de inschrijving van ';2.X.1753.
"...haerlieden (d.w.z. Hong. stud.) gelaten de faculteijt
om onder een professor te studeeren,voor welcke verkie-
singe mogen hebben."
16.-Zie b.v. J. ZovanvitPuriteinsehe bewegingen in de Hongaarsche
Gereformeerde Kerk
(Puritanus mozgalmak a raagyar reformatus
egyhazban).Budapest,1911,en in het bijzonder de polemie
tusschen Maresius en P. Szathraari Baka.
17,-è*. MiklósiDe houding der Nederlanden in de Hongaarsche ge-
loofsvervolgingen 1674-1680
(Hist. Genootschap,!0. 40.Araster-
dam,1919).Deze gegevens werpen een duidelijk licht op de
groote offervaardigheid,waarmede de Utrechtsche professoren
de ongelukkige Hongaarsche predikanten te hulp snelden.
18.-Voor dit doel was beschikbaar een aparte instelling,de z.g.
"stichting van H. van Alphen."
19.-Album studiosorum Academiae-Rheno-Traiectinae 1636-1886.
IJl tra ie cti, 1886.-Over de Hongaarsche studenten in Utrecht
zijn nog de volgende lijsten verscheneniMededelingen van
Zevenburgsche Protestanten (Erdelyi Protestans Kozlony),
1885.Hongaren aan de Utrechtsche Universiteit in
2-k eeuw
(A magyarok az utrechti egyetemen 2-|- szazad alatt),door
E. Kagy.-protestantsch Blad van Debrecen (Debreceni Pro-
testans Lap), 1901.Holland en Hongarije (Hollandia en fe~
gyarorszag),door J. Birtha.-ln Archiev des Vereins fur
Siebenburgische Landeskunde XXII.(1889).Zonder dat schrijver
zijn naam vermeldde.
De eerste poging om de namen van de in Utrecht gestudeerd
hebbende Hongaren te verzamelen was echter in 1782-86 door
J. Retsey gedaan^ (zie de mededeeling in zijn dagboek.-In
DRK.-ho. r#475.,bl.251.).Jammer,dat tusschen zijn nagelaten
schriften daarvan niets te vinden is.
20.-B.v. A. Komjati heeft een testimonium gekregen,dat hij 7
jaar als student aan de Academie was,ondanks het feit,dat
hij slechts eenmaal in de matricula ingeschreven was.Zie
in AAU,12.X.1784.-Uitgegeven in WffrWHTffir het a.w. van
£• segesvary,bl. 78.
21.-Vroedschap,25.X.1751.-Daarentegen deelen de steunvragende
-ocr page 57-
verzoekschriften betreffende het aantal der in dien tijd
aan de Academie frequenteerende Hongaren reeds van 6.III.
1720 (ïTPSU),resp. 5.V. 1721 (Vroedschap) af gegevens mede.
22.-RMK. III. H°. 1508.
23.-Volgens TIT is S. Szilagyi Benjamin reeds voor 1643 in Ut-
recht geweest 9in 1641-42?).
24.-RMK. III. HO. 1611.
25.-RMK. III. H°. 1629.
26.-RMK. III. H°. 1670.
27.-RMK. III. N°. 1689.
28.-RMK. III. !*• 1690.
29.-RMK. III. 11°. 1691.
30.-RMK. I. H"°. 798,-ApplausjJ. Szolosi en M. ïïógradi.
31.-RMK. III. N°. 1711.
32.-RMK. III, ïï°. 1712.
33.-RMK. I. H°. 812.Zie nog N°. 813,814 en 815.
34.-RMK. III. H°. 1730.
35.-RUK. III. M°. 1757.
36.-RMK. III. NO. 1758.
37.- RMK. III. H°. 1759.
38.-RMK. III. N°.1780.
39.-RMK. III. NO# |^ 1783#
40.-RMK. UI. H°. 1785.
41.-mOC. III. H°. 1787.
42.-RMK.-III, U°. 1788.
43.-rmk. mmm^ i. h°. sso.
44.-RMK. I. N°. 876.
45.-RMK.-III. H°. 1813.
46.-RMK. III. H°. 1815.
47.-RMK. III. U°. 1816.
48.-RÜK. III. so. 1848#
49.-RMK. III. H°. 1850.
50.-RMK. III. N°. 1851.
51.-RMK. III. N°. 1852.
52.-RMK. in. N°. 1906.
53.-RKK. III. ]jO# 1908>
54.-RMK. III. ÏTO# lgll#
-ocr page 58-
55.-RMK. I. H°. 893.-Aan het slot van het werksOda elegica:
J, M. Bereghi.
56.-RMK. I. *•• 894«
57.-Zijn vriendenalbum (DRK.-N0. 692, ).Handteekeningen in
UtrechtïM. Buzinkai,T. Szentgyörgyi Tholnai,S. V. Betske-
hazl,C. Batizi en J. Alistali jSfiTSlSP- Farkas.
58.-RMK. III. H°. 1943.
59.-RMK. III. M°. 1944.
60.- RMK. III. H°. 1945.
61.-RMK. III. NO. 1946.
62.-RMK. III. £5b6É* H°. 1947.
63.-RMK. III. 1971.H°. 1971.
64.-RMK. III. 1972.H°. 1972.
65.-S. GeleitDlsputatlo physica de coelo.utrecht.1656 (19.IV.).
66.-HPSU,27.aI. 1661.
67.-RMK.   III. *£&&? HO. 1993.
68.-RMK.   III. ^H°. 1994.
69.-RMK.   I. « H°. 925.
70.-RMK.   III. HO. 2018.
71.-RUK.   III. HO. 2017.-I. H©. 937.?applaus:H. J. Tecsi.
72.-RMK. III. H°.  2019.
73.-RMK. III. H°.   2020.
74.-RMK. III. ifO.  2022.
75.-RMK. III. H°.   2026.
76,-rmk. in. H°.   2025.
77.-RMK. iII# jjO#   2020-
78.-RMK. III. iro%  2071#
79.-RMK. HL HO.   2119.
80,-» procuratie en Certificatie Boek (zie noot 10 !),1.VIII.
1660.
81.-AAU,12-22.IV.  1662.
ea.-zexfBJnfTT^fte  -r&n Graaf H. Bethlen.Uitgegeven door L. Sza-
lal.Pest,1858.I.dl.,bl. 282.
83.-Volgens TIT m heeft S. Pataki ook in Utrecht gestudeerd
(1664-65? ).-RMK. III. H°. 2247.PJST)UtatlQ t^mnp;^»». vm»
V. Kopeczi,Leiden,lö64.Hij beveelt het ra ook aan Voetius
aan,dus in dezen tijd was hij zeker in Utrecht.
-ocr page 59-
84.-RMK. III. NO. 2260.
85.-RMK. III. N°. 2297.
86.-RMK. III. N°. 2365.
87.-RMK. III. N°.2369,
88.-RMK. III. N°. 2370.
89.-RUK. III. N°. 2372.
90,-RMK. III. »°. 2373.
91.-RMK.III. N°. 2400.
92.-RMK. III. N°. 2401.
93.-RMK. III. N°. 2402,
94.-RMK. III. N°. 2447.
95.-RMK. III. NO. 2531.
96.9RMK, III. N°. 2532,
97.-RMK. III. N°. 2533.
98,-mOC. III. N°. 2574.
99.-Het dagboek van s, Patakl.Hongaarsche gereformeerde pre-
dikant, van 1672-1705.
Historische Verzameling,1887,-Tot
3.YI, 1672. was hij in ütrscht,denzelfden dag vluchtte hij
met zijn vriend P. Selyki voor de Franschen en kwam na
veel wederwaardigheden den 7. VII. in Marburg aan.
100..RUK. III. N°. 2599.
101.-RMK. in. no# 2600.
102,-RMK, III. N°. 2842.-Geschiedkundige mededeelingen op litte-
rarisch gebied (Irodalomtorténeti kozlemények),1928
iTot nu
toe onbekendg bijvoegsel van P. Bod»s Athenas uit 1786
.(Bod
Peter athenasanak eddig ismeretlen toldaleka 1706-bol).bl.84.
Hier wordt vermeldt,dat S. Debreczeni Foris uit Bebrecen
s*atmde;na zijn studie in Hongarije heeft hij in Utrecht en
in Franeker gestudeerd,daarna ging naar zijn vaderland terug,
enz.of hij werkelijk in ütrecht was,en wanneer,heb ik niet
kunnen vaststellen.
103.-RMK. III. NO. 2843.
104.-RMK. III. N°. 2841.
105..RMK. III. N0. 2940.
106,-RMK. in. h°. 2941.
107.-RMK. III. N°. 3001.
108.-RMK. III. N°. 3051.
-ocr page 60-
109.-Volgens TIT was hij in Utrecht (in 1680).Voor zichzelf
heeft hij het volgende epitaphium geschrevens
"Me genuit Szathïaar;Urbs Claudia fovit adultum,
Trajectum Juvenem,Leida Franekra dein." (Zie MA.)
llOjRKK. III. H°. 3141.
111.-Volgens TIT en L. PezsltMisztótfalusi Kia Miklós (1650-1702).
Budapest,1892.Bl, 62.
411'. - RMK. m\(V°. bh/S'-
113.-Zijn vriendenalbum*(DRK. N°. R. 689.),-RMK. III. Mo. 3497.,
Theses de cantico Mo sis .van Michaele T. Csepregi.Franeker,
1688.Hij beveelt het aan twee Utrechtsche professoren aan,
dus in dezen tijd was hij zeker in Utrecht.
ll^.-RMK. III. N°. 3577.
11$;-RMK. III. N°. Mmt 3830.
Ué.-RMK. III. N°. 3807.
llf-.-P. Gyongyosi zeide ter gelegenheid van zijn verhooring te
Kassa in 1724,dat hij ook in Utrecht had gestudeerd.Wanneer
dat waar is
,xmjudüa: moet hij tusschen 1696-1700 in Utrecht
geweest zijn.Zie Hongaarsche protestantschg-kerkfistorische
ctonograrihien
(Magyar protestans egyhaztorteneti monographi-
ak),Budapest,1898.P. Öyongyosi.door K. Revéaz.Bl. 62.
113.-RMK» III. H°. 4153.
119.-RMK. I. S«, 1571.
H0.-RMK. III. tf°. 4182.Dissertatio theologicar -para RficundSjTan
Stephanus Helraeczi.Franeker,17C0.Hij beveelt het aan vijf
Utrechtsche professoren aan,dus in dezen tijd studeerde hij
zeker in utrecht.
12tf.-Zijn vriendenalbum (MSzK. Oct. Lat. N<>. 121.).
122.-RMK. III. H°. 4522.
12».-FM. 12.IV. 1709.
12*.-FM.8.VI.1709.
12r.-RMX. III. ko. 4702.
126.-Vriendenalbum van J. Szkarosi (DRK. HO. R.685.).
12^-.-Vriendenalbum van j. Daliyai Was (DRK. N©# R. 687.).
12«.-Geschiedkundige mededeelingen op litterarisch gebied,1907.
Bi.idragew tot de levensbeschrijving van j. Cse'csl Junior
(Adalékok ifj. Csecsi Janos eletlhez).Hij kwam in Utrecht
18. VIII. aan en ging VII. 1711 weg.
I25.-FM.31.VIII.1712.
-ocr page 61-
13©«-^i« zijn levensbeschrijving (DRK. 13°. R»607.I.58,a.).
130 .-Ifanuacriptorura Miehaelis P. Rapóti tertii,l£.F. et M. H.
Rhane-Traiectcnsima tfeluraen priraura.1715.0p bl. 479 vinden
wij nog de volgende aanteekeningsAnno MDCCXVI.15, January.
Opus hoc Scripturarium absolvi ego Mich. P, Rapóti III. ,M.
F. et H. dum peregrinater apud Hollandos ïraiecti ad Rhenum,
atudioru» meorura adaugendorum caa. (DRK. N°« R. 160,).
13£.-F«.13.17.1717.
133.-Diasertatio Theologica fle ferae fldei *etu forraali (Utrecht,
1722).-DRK.
l3é.-»Dissertationi& Thaologieae textualis.ae Ifbto jfceregrinantis
Jacobi.van Stephanus Cs. Kocsi.Franeker,1722.Applaus (Trans-
raissi exs^S Inclyta Acaderaia Trajectina) 13*. T. Szikszai,
J. Kofacs,I. Marosi,S. Szentjóbi.-DRK.
13£*.-Illu3tratio AntiQuitatls Hebraeorum...Bono erna Deo adhibita
privata diligentia donec coïamoratio peregrinationi desti-
nata Ultrajecti favebat delineavit Andreas Guthi.p.F.
Peregrinus Anno 1723. et 1727.Scil. juxta decursum Anni
Academici.Trajecti ad Rh.enura.mp.-DRK. H°« 1. 153,
156.-nis put at i o Theologica 4ecima fruinta.ad ftistoriam Pauli
ApoBtoligg.Utrecht,1725.-DRK.
13? •-Disputatie Philologjeo-Sxegetica 3e ffelamine eteulorum
Sacraejin Geneaeos XX.coiaaa 16f van Stephanus Diószeghi.
Utrecht,1725.ApllausrS. L. Sovenyfalvi.-DRK.
13-Pissertatio Theologica jfa-ima et Seeunda.Ad ■yatieiniura
Paal. nT Tra-VTT pe «ifege galutis in Sjonea tlnctof van
Gabriel 2Ógoni.Utrecht,1726.Applaus:G. Ja*nossi,S. Diószeghi,
J, Vetsei,J. Polgari.-ifSzK en DRK.
13q.-Disputatie Theoligico-Kvstica ae Velamine oculoruia Sarae
.jg-jeaeseoa XX. conaa. 16f van Stephanus Diószeghi.Utrecht,
1726.Applaus:S. Korosi,J. Polgari,J. Nagy,J. Bathori Gere.-DRK
llo.-Dissertatio Tjigoiogjca Deitatem TOT AOrOT lx prologo
Joannis gontra Ariana* gjndicans.Utrecht.1726.-DRK.
14fr.-FF.12.VI.,12.XII. 1726.zonder een voornaam.
l4ft.-Diagertationl» Medicae ge Bydrope.ffarfl prior, van Stephanus
331o'sz^ghi.Utrecht .1727.-NSzK.-Di8sertatifinia Medicae ae
luratione ftydropjg fars jtosterior.Utrecht ri7P.7.-T)PTr.
-ocr page 62-
TT,
143.-Dissertatio Thcologica *e i*esuscltatia per Iftiraculura,van
Joannes Cseh Csuzi.Utrecht,1727.-DRK.-Vriendenalbura van M.
Kapolnasi;handteekeningen van de volgende HongaremM. Foldesi,
S. Dió*szeghi,J, Kadartai.J. Cseh Csuzi en D. Peétsi.
14$.-Hieronymi Van Alphen...Theologiae Christianae.tlrevissima Idca.
Utrecht,1728.Op hl. l.tïTomina...Viro:ruia Juvenura, qul has
Disputationes strenue defenderuntïS. Radnotfay,S. Debreceni,
A. Szentmiklosi,A. Kanaan.-DRK.2ie nog Disputatie Philologica
de Statu is et ta pidibus üü fdolalatricis,in Inevit.Cap.
XXVI.van Sarauel lïeinethi.Utrecht,1728.
144;-Volgens TIT was D. Sartafo in Utrecht (1729-30).
145,-Zijn brief (Utrecht,28.VII.1729.).Zie in Brieven van de naaar Aft
buitenland gevlucht
lijnde Zevnbargache «tudeatea (ml-
foldon bujdosó erdelyi diakok levelezése).Kolozsvar,1933.
BI. 61,62.
i4f.-Dissertatie Theologico-Philologica,dc golenni ftuovis Seutennio
jpraelectione te gis,Utrecht,1730.-DRK.
14ff. -Disputatlonum Theologicarum Ac Ongel is. Ut recht ,1732. -DRK.
143.-Disputatio Theologiea prior *d Psalmum CXXI.Utrecht.1753.-SRK.
1£D.-ACU.15.IX.
15$.-ACU.7.I.
151.-ach. 8,9.VI.Zie nog Disputationua Theologicaruia de gngelis
Aeptima Bt
frctava.Utrecht.1734.-DRK>
153c-Disoutatio Theologico»philologicaae Csu 4alis in *acris
lBraelitaruB»B.1tt8CLue Hyaterio
pvan Sarauel orban Szathmari.
Utrecht, 1734.ApplaussG. ''/aja^A, Szathmari.-DRK.
15$.-Mssertatio iaagogiea 4eeunda in gpistolam ttd Spheoios.
Utrecht,1735.-SRK.
ISdT.^issertatio Theo logica, Zn ftua et <tngeloa esse probatur;et
In »oduaJquo flentes qualerocumque eorum notitiam fuerint
adegtaeygauiio accuratiua inquiritur.van Stephanus Saroi.
Utrecht, 1735.^ ApplausïG. Szombati,F. Pereraartoni,S. Szoke,
M. Bag03i.-DRK.
155—ACÜ.8,9.III.
156.-Vroedschap 1.11.1745.
l57."j)isp_tuatio Historico-Theologica tertia pao* o/$ fisons iüKo§Gjui*S
roö lup&okov rjs k$U3 K« bnoerot
iKÏjy "tfg&ru* Syaboii
-Ap&atolici ^omattorift^an Sigisraundus Nagy Boro«nyai .utrecht,
-ocr page 63-
Ikegledi. Ü&eeM,ifiS.-^auit 5. /Vc/j/\ - 0«K.
1736.Applaus*J. Markusfalvi Gaal.-HSzK.
15fl-Vriendenalbura Tan G. Marothi* (HSzK. Oct. Lat. ïï°. 455.).
16*.-Disputatie Theologico-Philologica 4d He~br.IVtl3.Pars ftrior.
van J. Tseïi Szentpeteri.Utrecht, 1738.ApnlausiM. 2elizi.;Pars
Posterior.-SRK.
168.-Pisputatio Exegetico-Theologica flretara gt »ona.M Jezsaiae
LIV.Utre cht,1739.-DRK.
161.-Pisputatio Theologica deciiaa Bt <fndecima <td Jeaaiae LIV,van
Stephanus Motsi.Utrecht,1739.ApplaustJ. Hajdu.-DRK.
16lt.-Disputatie Theologico-Bxegetica.Ad I. Sas.II.5.5.Utrecht.
1739.-DRK.
16ff.-Pisputatio Theologieo-Philologica fle Vasculo Manna Biusciuc
Wysterio,van Petrus Jank*.Utrecht,1740.ApplaustM. Szekely-
hidi ITethlebius.-DRK.
16é.-Disputatie Theelogica flecima fruarta et fluinta.M Jesaiae
LIV.Utrecht,1740.-DRK.
16$.-Dissertatie Theologica I. Ad Joh»24.Pe Spiritual itate Dei,
Tan Petrus Tzegledi.Utrecht.1740.-DRK.-Dissertatio Theologica
II. Ad Joh.IV>24.Pe 3nlritlali Cultu DeiPvan Petrus Tzegledi.
Utrecht,1740.Applaus:M. Székelyhidi Ïïethlebius.-DRK.
166.-Pisputatio Historico Philologico-Theologeca Ad I, Reg.
XV. 13,14.Coll. 2. Chron.XV.16.17j.Tan Gregorius Wetsei.
Utrecht,1740.ApplaustS. Motsi.-DRK.
16^.-Zijn vriendenalbura* (prk. u°. R.607-36.).Utrechtsche hand-
teekening Tan P. Tzegledi (2.XII.).                       /inkef
IfQ.-Het leTen en werken Tan Pelsocsernatonl Bod PeterrHong.),
door A. Samuel.Budapest,l899.Bl. 14 en IS.Zij kwamen hoogst-
waarscheinlijk in het einde Tan Oct. in Utrecht aan.
1^*•-Dissertatio Theologico-Exegetica *& Jes.LXII.3. et part I.
*g» ts.1^ 4fTan Andreas KiBwi,Utrecht,1741.ApplausiG. Mind-
szenti,p. Poldesi Hagy^.-SRK.-Dissertatio I. De ITariia
Aacris.Auxiliante gunin»rvaw Andreas Kewi.Utrecht,1741.
ApplausïS. Kardos.-DRK.
l?fl.-2ijn vriendenalbum (DRK. H°. R.688.)
171.-Dissertatio Th«0logica.De frreatura femente,ejusque 'AKflKAP/lflOi'A
tn Rom.viii.19.23fYan Andreas Kewi.Utrecht,1742.Applajs:B.
Kondor.-DRK.
-ocr page 64-
17ft.-Brevis delineatio Tltae Michaal Polff&ri, lvnK. h°. R.550.).
Hij was X. 1742 in Utrecht aangekomen.J. Szonyi,M. Kondor
en B. Kondor hielpen zijn bagage naar zijn logement te bren-
gen. 2ijn dagboek loopt tot in IV. 1743,toen was hij dus
nog in Utrecht,maar Tan dezen tijd af ontbKreken de bladen.
175.-Zijn vriendenalbum (NSzK. Oct. Lat. H°. 130.)
17«.-Volgens TIT was B. Szonyi in utrecht (1744-45).
17T.-flaeuwkwurige bcschrwing van «I alles wat de heeren stu-
denten der Utrechtsche Hooge Schole verrigt hebben.1747.
Bi. 54.
17«.-ACU,-5,6,III.1748.
179.-M.1750.
1S0.-M.1751.
lgf.-M.1750.
lBft.-Volgena TIT was J. Varjas ijLUÜuuuJÉ (Csakvari) in Utrechtj
in 1750 ging naar zijn vaderland aar terug.
181.-Disputatie Theologica Ad FBalmtXXII.Utrftfiht,1750.-ÏÏSzK.
18*.-M.1751.
135.-Vroedschap,25.X.1751.
184.-Vroedschap,V.,IX.,X.1753.
18».-Vroedschap,22.X.1753.
188.-PM.21.XII.1753.
189.-Vroedschap,4.XI.1754.
l§e.-Vroedschap,4.VI.1754.
1§».-Vroedschap,3.XI.1755.
19».-Vroedschap,25.X.1756.
191.-£ijn proefschrift,15.VII.1756.
19^.-Di8sertatuio Medica Theoretico#-Practica 3e «slancholia
jBniversali gt gypochondria
caTvan Stephanus Matyus.Utrecht,
1756.ApplausjM. Benko.-NSzK.
195.-Vroedschap,lo.X.1757.
19é.-Vroedschap,io.x.l757.
195.-Vroedschap,23.x.1758.
196.-Vroedschap,12.XI.1759.
199.-KGPSU.3.IV.1759.
100.-Vroedschap,20.X.1760.
20f.-Volgens TIT was M. Szathmari Pap in Utrecht (1760-61?).
-ocr page 65-
201.-Vroedschap,20.X.1760.
208.-Vroedschap,25.X.1762.
20^.-Vroedschap,19.X.1761.
20^.-Vroedschap,25.X.1762.
206.-Hi6toria tfecromantlam Pythonissae Bndoreae et Sraeulorura
ga&iJ-SgS Svbillinorum.fata conmrahendens oerspicue et
■rmng-frini auecinete edisserta.Utrecht.1761.-HSzK,
20^.-Volgens ÜMA was
Wt Graaf S. Teleki in Utrecht (in 1762?).
Zijn "broers (Josephus en Adaraus) waren in zijn gezelschap}
htm begeleider was J. Kovacs.
208.-Vroedschap,25.X.1762.
20^.-Vroedschap,24.X.1763.
21)0. -Vroedschap,26.XI. 1764.
21*.-Zijn proefschrift,24.IX.1764.
2il..-Het leven en werkzaamheid Tan G. Saikszai (in het Hong.),door
Dr.A. Szabó Junior.Debreeen,1927.Hij was in Utrecht
1763-65.
213.-Vroedschap,25.XI.1765.
2lè.-Vroedsehap,3.XI.1766.
2l5.-Vroedschap,19.X.1767.
216.«-SB.23.11.1767.
217.-SB.23.XII.1767.
218.-Tot nu toe JBi onbekend bi.lvoegael van P. Bod»a "Athenas» uit
1786,a.w.,bl.89.
219.-Vroedschap,7.XI.1768.
220.-Vroedschapf2o,XI.1769.
221.-SB.10.VI.1769.
222.-Vroedschap,19.XI.1770.
223.-SB.14.H.1770.
224.-Zijn proefschrift,3.VI.1771.
225.-Vroedschap,28.x.1771.
226.- SB.20.II.1771.
227.-Vroedschap,25.X.1773.
228.-Vroedschap,19.X.1772.
229.-SB.20.V.1772.
230.-Vroedschap,25.X.1773.
231.-Vroedschap,25.x.1773.
-ocr page 66-
232»-Volgens TIT was M. Benedek in utreeht.Indien hij werkelijk
in Utrecht was,SI kan dit slechts twsschen 1773-75 geweest
zijn.Zie verder ook *Het leven der bischoppen van Over de
Thijs.*B1.241#
233.-Vroedschap,21.XI.1774.
234.-SB.2.III.1774.
235.-Zijn proefschrift,21.VI.1775.
236;SZijn proefschrift,21.VI.1775.
23U-.-SB.22.V. en VI.1775.
238.-Vroedschap,13.XI.1775.
239.-Vroedschap,11.XI.1776.
240.-SB.22.VI.1776.
241.-Vroedschap,24.XI.1777.
242.-SB.24.XI.1777.
243.-SB.9.V. en 22.VI.1778.
244.-Dl08ertatio fle flraescientia.van Johannfs Szorabati.Utrecht,
1778.Applau8tA. $adaskay,F. Perjésl,D. ïaksy.-ISzK.
245.-Vroedschap,22.XI.1779.
246.-SB.3.III. en 30.IV.1779.
247.-SB. 12.IV. en 22.VI. 1780.
248.-Vroedschap,26.XI.1781.
249.-SB.10.V.1781.
250,-Vroedschap,U.xi.l782.
251.-Zijn proefschrift,12.Vl.1782.
252.-SB.3.V.1782.
253.-ASB. XLI. brief.
254.-Vroedschap,24.XI.1783.
255.-SB.15.1783.
256.-Vroedschap,8.XI.1784.
257.-SB.22.VI.1784.
j»58.-21.XI.1785.
259.-SB.18.V.1785.
26o.-Vroedschap,13.XI.1786.
261.-SB.28.V. en 22.VI.1786.
262.-Vroedschap,3.XII.1787.#W 7!swWftWu)<yWa fcjn &*farntnf in flS&„
263.-SB.9.V.1787.
264.-Vroedschap,24.XI.1788.
-ocr page 67-
265.-SB.22.I. en 22.VI.1788.
266.-Vroedschap,7.XI1.1789.
267.-SB.22.VI.1789.
268.-£&*3ö§L Vroedschap,29.XI.1790.
269.-SB.17.11.1790.
270.-Vroedschap,5.XII.1791.
271.-SB.7.III. en 22.VI.1791.
272.-Zijn vriendenalbum (DRK. H°. R.693,694) en dagboek (DRK. N°.
R.695.).
273.-Vroedschap,19.XI.1792.
274.-SB.22.VI.1792.
275,-Vroedschap,4.XI.1793.
276.-SB.22.VI.1793.
277.-Vroedschap,17.XI.1794.
278.-SB.22.VI,1794.
279,-S^^^E^ R^gfl.VT.^ggf en (over Toth) 22.XII.1795.
280.-De Heilige Bijbel (Szent Biblia),Utrecht ,1794.Het voorwoord
van 18.1.1795.
281.-Zie NPSU.
282,-Hunne argumentatie wordt bevestigd door de volgende aanteeke-
ning in de Hotulen van de Provinciale Synode van Over de
Thijs:"Anno Domini 1661.,quia ferrum et flarmaa Gentis Otto-
manicae saeviit,aynodus gratis nulla fuit.B(Tom.I.,bl.l06.)
285.-De geschiedenis der Hongaarache Proteatantache Kerk (A ma-
gyarhoni protesta'na egyhaz tortenete),door H. Zsilinszky,
Budapest,1907.BI.494-496.
284.-Idem,bl. 593.
288r,-Vroedschap,l2.xI.1759.
28*.-DRK. H<>.R.475.,bl. 224.
28f.-10.11.1785.
288.-SB.6.XII.1785.
38$.-Van 22,II.1789.De geheele brief is uitgegeven in mijn a.w.,
bl.80.
::9Q,-Volgens AAÜ:*Delegatus ad aupremorum Belglcae Ordinura."
29f .-Vroedschap,16.IV.1743.
29*. -Vroedschap, 22. IV.1743.
-ocr page 68-
293,-Volgens AAU heeft Reijschach deze geruststellende verzeke-
ring van Graaf Ulenfelt gekregen,
-Ook AS PU vermeldt dit geval,maar zij voegen aan de tot
hiertoe "bekende gegevens nog het volgende toe «volgens
Reijschach was de bedoeling van de koningin,dat alleen de
v/eerbare jongelieden naai* hunne vaderland moesten tergug-
keren,Bovendien verzekerde jëü hem (Reijschach) Graaf Ulen-
felt nog,dat degenen,die reeds op dit bevel huiswa&rtskeerden,
spoedig zouden terugkomen,
294.-27,VIII,1744,
295,-In afschrift in de HPSü,Beide oorspronkelijke brieven liggen
in het APK,Het is zeer opvallend,dat de afschriften van den
oorspronkelijken tekst sterk afwijken,
296.-?/^ria The ree ia, 1740-1730,
297.-Deze gegevens heeft ook AAU (15,V,1744.) bewaard.
298,-Vroedschap,15.IX.1727.
299.-NPSU,17.11,1740.
30C,-Vroedschap,3.XI.175r.
SOl.-ïïPSÜfv^ê^rTïi^rnog het volgende bijj"...de **esuiten voor
eenigen tyd hadden getracht weder in te nemen het Collegium
Sarospatacinum met sync opkomsten en de professoren en
coliegianten te depossideren en daar uyt door militaire
macht te verjagen."
302.-Vroedschap,18.1.1712.
303.-Vroedschap,28.1.1712.
304.-m. Zsilinszky,a.w.,bl.494.
305,-Dt, volledige brief zie in mijn a.w. ,bl.72-77.
306.-AFT,7.IX.1756.
307.-Dit testimonium ligt in het archief van het Gereformeerde
Collegium te Pebrecenjgedateerd van 11.11.1757.
308.-H. 2silinazky,a.w.,bl. 494.
309.-Idem,bl. 494.
310.-I. réasi;jgi82totfalu8i Kis Miklós.Budapest.1899.BI. 28.
311.-In zijn aanbeveling.ïïet is merkwaardig,dat hij in zijn andere
boek (S PollMï£U£,^^S. Nagyenyed,1766) 19 noemt.
312.-Eene stichting van f. 24.000,door P. van Mastrigt in het
leven geroepen.Het kasboek van 1706-1874.
313.-FK,31.X.1708.
-ocr page 69-
xm
314.-IÖ?SU,6.III.1720.
315.-Vroedschap,5.V.1721.
316.-Ben afschrift hiervan berust in het gemeente-archief van
Utrecht (Gedateerd van 9.IX.1734.-ÏT0. 1035.).
31^.-Vroedschap,10.XI.1738.
318.-Dr.S.B. van Veen:Het Stipendium Bernardinuia.Utrecht,1911.
319.-Alleen in aanmerking nemende de som van de subsidies,die
uit de reeds verwelde fondsen en door de Vroedschap en de
PSU zijn gegeven,beloopt de gehecle financiecle onderstnming
aan de Hongaren tusschen 1636-1795 ruim f. 140.000.
320.-Vroedschap,2.XI.1744.
321.-Vroedschapsnotulen.
322.-Vroedschaps,notulen.M%ar zie ook AAU,15.XI»1751.
<: 3.-;'aga fclentsegjs.Kolosvaratt,1698. (Uitgegeven door F. Gyalui,
Koloisvar,1902.).BI. 44.
32$.-B.v. J. Horvati en -T. R. Beszerraenyi,die in 1671,resp.
1674 in Utrecht studeerden.Zie hiervoor RMK. III.
S°.
2643 en 2842.
325.-In het ASB.Den volledigen tekst zie in mijn a.w,,bl. 79.
326.-in mijn a.w. heb ik over deze gevallen alles uitvoerig
medegedeeld.Zie overigens over Borsa:Vroedschap,7.V.1753,
14.V.1753,24.IX.1753,15.X.1753,22.X.1753,4.VI.1754.jover
BalogïFPSU,21.III.1759,lïGP5U,6.13.27,III.1759,;TGPSU,3.IV.
1759.
327.-ISZK. no. oct. i^ung. 570.
328.-Wat versdene bijzonderheden betreft,wij kunnen nog ^Bff^^f
^raiien melding maken van twee gevallen, waar in Hongaarsche
studenten geldleenden.Be gevevens van het eerste zijn te
vinden in de Aaü 12 en 22 IV. 1662,en XI. 1669. F. Szaki en
s. Samarjai geldleenden.
Het tweede heeft betrekking op J. Zoltan,die in Utrecht f.
1200 schuld had gemaakt.Hij heeft die schuld door tusschen-
korast van de Theologische Faculteit betaald.Zie hierover
mijn a.w.,bl. 54-56,waar ik alles zeer uitvoerig behandeld
heb.Be hiertoe betrekking hebbende briefen zijn van de vol-
gende data:l.V.1777,af Kolozsvar (in AFT) ,6.VI.1777,Utrecht
(in AFT) ,1.11.1778 Kolozsvar (in AFTf) ,4.VIII.1778 "/eenen
(in ASB),lo.IX.1778 Kolozsvar (in AFT),11.XI.1778 Utrecht
(in AFT).
-ocr page 70-
XIX.
329,-Geschiedkundige mededeelingen op litterarisch gebied,
Vergeten schrijvers (Elfelejtett irok),door A, Ballagi.
1891.BI. 384.               (magamtfy^j
330.-^Zelfveronrschuldiging^^a.w.,bl. 36.
331.-HMK, I. ÏT°. 925.
332.-AFT.-Zie J.A. CramersDe theologische faculteit te Utrecht ten
tijde van Yoetius.
Utrecht,1932.31. 483,484.
33.-AFT.-Zie mijn a.w.,bl.7Q,
334.-Vroedschap,5.11.1653.
335.-AAU,20.71.1655.
336.-Uitgegeven door Dr. F.KetnertAlbum proraotonm Academiae
Rheno-Tra.iectinae 1636-1815.
Utrecht ,1936,
337.-Die proefschriften zijn met een uitzondering (van A. Gruber)
te vinden in UUB.
358.-Székac8» gedenkboek.Pozsony-Budapest.1912.SB
j.-Zoo,dat er in de geheele XVIII, eeuw aanzienlijk minder
meam predikanten waren dan gemeenten.M. Zsilinszky,a,w.
bl. 420.
340.-Aan de andere Classi heeft de Synode eerst in 1734 (Art.27.)
dezelfde vrijheid gegeven.Het is opmerkenswaardig,dat 3F ook
de Synode geldsteun voor de Hongaren heeft gegeven,n.1.
f. 58-8,
341,-27.X.1744.
342.-Volgena ACU,11,12.VIII.1733 toonde La Fay,de toenmalige pre-
dikant van de ütrechtsche Engelsche kerk een aan hem uit
Hongarije geschreven brief,waarmee hij het verzoek van de
Hongaren krachtig ondersteunde.Overgigens werd hij ook lid
van de examen-commissie.
343.-Tot 1749 behoefden de Hongaren geen examen voor Grieksch en
tebreeuwsKh ^.te doen;eertt in 3.4.VI.1749 schreef de Classis
hun dit voor.
344.-ACTJt28#29.X.1777.
345.-Interessant gegeven hebben wij over de Hongaran in het
volgende (Getufesehrift,GAü. ir0. 2412,) »»'JiJ onderschrevene
Professoren in de Academie van Utrecht getuygen dat wij
Alexander Barents,Jode.woonende tot Arasterdam,meer als
twintigh «f dartigh jaren zeer jool wel gekent hebben,en
altyt bevonden te ^g. zyn een eerlyck en bescheyden man,met
-ocr page 71-
de welke v/ij veele jaren hebben gehandelt,so met ons eygen
geit en andere dingen,als met de ^ungaersehe Studenten,hier
studerende geit te -verhandelen..."
346,-Vroedschapsnotulen,30.XI.1722.
347.-S.MullerjOud-utre_chtsohe vertellingen*Utrecht, 1904.BI. 28.
348.-Pseudo-studiosus hodiernus sive theologua Sroninganus
detectus et......refutatus.1753.Bl. 64,65.
349.-&&b&3s±m. Vroedschap,26. III.1736.
350.-J. Foris en S. Soós.Kaeuwkeurige beschryvlng.a.vr..hl.8.
351.-Hij heeft ook de ingangspoort van de Academie geteekend,
zie hierover A.J. ïïijland:De geschiedenis der Ütrechtsche
tfoogeschool in piaat»Ptrt*ht,18f4«
352.-E-pinicium Hungaror. It -rans-Svlvanorura.Utrecht,1736.SSgg;
DRK.
353.-Hymnua aeeularis pro fobilaeo.Illustris Academiae ^'rajectinae
Hungari 4e Trans-Sylvani.alumni Bt (Clientes flumillimi
.-UUB.