-ocr page 1-

/Vi . JZ X

W-

m

a ^

! Q ü v

io6.

( ('P

eens ieders pligt!

A ti

Cl amp;

amp;

fe7l

0/

DOOK

gt;3S6

DR. P. J. HOLLMAN.

- gt;„

ALKMAAR,

HERMS. COSTER amp; ZOON. 1 8 8 C.

OS#

25 Ex. f 2,25; 50 Ex. /■ 4,25; 100 Ex. / S,— ; 250 „ , 17,25; 500 , , 30, — ; 1000 „ „ 50—.

-ocr page 2-
-ocr page 3-

Aan U, nijveren in den lande, worden deze woorden gerigt. Getrouw aan de overleveringen onzer voorouders schaart, gij U onder de vaan van den arbeid; maakten zij door vrijheid, door arbeid, nijverheid en handel het kleine Nederland grooter en meer in aanzien dan menig ander, uitgestrekter rijk; noemden zij den arbeid de wet van het menschelijk leven, ook wij, hunne nazaten, erkennen dat arbeid adelt, arbeid den mensch versterkt in het zedelijke en hem verrijkt.

En onder arbeid, men versta ons wel, begrijpen wij zoo wel liet werk der hersenen als dat der handen; tusschen beide kan geen wedstrijd bestaan; het eene vult het ander aan.

Zal de arbeid vruchtbaar wezen, dan moet hij door onderwijs gesteund worden, want de onwetende, en in hooger mate nog de luijaard zijn, waar zij zich vertoonen, niet dan nuttelooze ballast, dikwerf een maatschappelijk gevaar en een geesel voor het land.

(Jok hierin mogen wij ons verheugen dat het onderwijs nergens ontbreekt, zoodat ook de minst bedeelde zijn gezigtskring verruimen, zijn toestand dragelijker maken kan.

Maar wordt de mensch beter door arbeid, onderwijs, opvoeding en matigheid, hem ontbreekt nog iets om zoo volkomen gelukkig te zijn als het op deze aarde mogelijk is.

In de eerste plaats mag bij den arbeid de spaarzaamheid niet ontbreken; deze is het verschil tusschen hetgeen wordt voortgebragt en verteerd, en liet voortbrengen is de bron van allen rijkdom. Waar arbeid cu spaarzaamheid gepaard gaan, ontbreekt de orde nooit, en is voorspoed het stellig gevolg.

Ten anderen is het de pligf, van den mensch voorzorgen voor de toekomst te nemen, waardoor hij menig onheil kan afweren. Zulk eene voorziening geeft hem eene zekere mate van onafhankelijkheid, en brengt de menschen, die toch geschapen zijn om elkander lief te hebben, nader tot elkander. Het huishoudkundig overwigt van onzen tijd bestaat juist

-ocr page 4-

daarin dat men zicli naauwkeuriger rekenschap geeft van de wetten, die op den arbeid stennen, en beter gebrnik leert maken van liet eenmaal gewonnen geld.

Maar is dit zoo, niemand zal liet tegenspreken dat znlke gezonde begrippen nog te weinig algemeen bekend zijn, en misseliien daarom bij de menigte minder ingang vinden. Ons doel met dit schrijven is hierin eenige verbetering te brengen; voor heden bepalen wij ons bij het onderdeel genaamd levensverzekering.

Is onkunde de oorzaak van het te niet gaan van zoo menig kapitaal, in nog grootere mate iieeft hetzelfde plaats door wat wij toeval noemen; maar de nieuwere wetenschap wist raad en smeedde het krachtig wapen, dat zij onder den naam van verzekering leerde kennen.

Verzekering is eene overeenkomst gesloten tusscheu twee partijen, waarbij de eene tegen bepaalde vergoeding op zich neemt het verlies of de schade te dekken, waaraan de verzekerde zaak onderworpen kan zijn. En is er nuttiger verzekering denkbaar dan die van het leven des meu-schen? Bestaat er kostbaarder kapitaal dan de mensch, bron van allen rijkdom ?

Bezoekingen en plagen zijn schuldeisehers, eh waar de verzekering niet bestaat heeft het toeval vrij spel. Hebt gij huizen, schepen, oogst te velde, het staat gelijk met gijzelaars te geven aan het vuur, aan de zee, aan den hagel, maar hebt gij vrouw en kinderen, gij geeft gijzelaars aan den dood. Wij allen, wie wij ook zijn, wij worden reeds bij de geboorte schuldenaars van het toeval; verzekert derhalve iemand zijn leven, hij doet een schuld af, en wel de dringendste van allen, wijl hij, bij uitstel van betaling, zich blootstelt aan het gevaar om alles te verliezen.

Elk huisvader, hij moge rijk zijn of arm, heeft er belang bij eene levensverzekering op zijn hoofd te sluiten.

Gij erkent dat het uw pligt is gedurende uw leven voor uw gezin te zorgen, maar zegt het hart u niet dat het even gebiedend is ook na uw dood het lot te verzekeren van wezens die u dierbaar zijn ? Haast u dan, want het heden behoort u, morgen is onzeker. Morgen .zijt ge welligt ziek, en met zieken sluit geen enkele maatschappij een verbintenis van levensverzekering. Doet de herinnering aan de woorden: eenmaal moet gij sterven, u huiveren, het past u als man althans eens in uw leven ernstig te overwegen. en verstandig genoeg te zijn om te weten dat de dood geen oogenblik vroeger komt, omdat men zich zijner herinnerde. Sire., wij allen zijn sterfelijk, zeide eenmaal een hof-

-ocr page 5-

3

prediker tot Lodewijk den XIVdcn; toen hij eokter bemerkte dat liet gelaat van den grijzen vorst betrok, haastte hij zich er bevend bij te voegen; althans bijna allen. En wijl wij bijna allen zullen sterven, geven wij gaarne goeden raad aan hen, die niet tot de uitzondering behooren.

Let wel, wij spreken niet in het belang van deze of gene maatschappij, maar in dat van hen, die een gezin hebben, of voor anderen, hun dierbaar, hebben te zorgen, voor gehuwden en hen die in den eelit willen treden, voor allen die kinderen hebben of verwachten, in een woord in het belang van iedereen.

Hij, die nagaat met welk gering offer, op de dagelijksehe uitgaven, misschien op beuzelingen uitgezuinigd, men in staat gesteld wordt zicli eenig vermogen te scheppen; die bedenkt hoe groote gerustheid, welk een zelftevredenheid men koopen kan tot den prijs van een luttel spaarzaamheid, ondervindt een dubbelen indruk van verbazing en afkeur, wanneer hij ziet dat zoo weinigen zich opgewekt gevoelen om te voldoen aan den gewigtigsten aller pligten, door godsdienst en zedeleer voorgeschreven, den pligt namelijk om in de lente van hun leven eene verzekering te sluiten in overeenstemming met hunne gegoedheid. Ilij heeft moeite zich eene voorstelling te maken van den man, zoo blind voor eigenbelang, zich zoo weinig bekreunend om zijne onafhankelijkheid, zoo doof voor de stem van genegenheid dat hij wat hem op aarde liet dierbaarst moet wezen overlaat aan de koele liefdadigheid van vreemdelingen,. aan de kwellingen van bekrompen omstandigheden, aan al het afgrijselijke van armoede en verlatenheid, alleen door niet het middel aan te grijpen, dat de zijnen zoo krachtdadig kan beschermen.

In beginsel is de levensverzekering op allen toepasselijk; ziet men dit niet terstond in, vnen wordt na eenig nadenken gedrongen het toe te geven. Men kan zich geen toestand in het leven denken, die door verzekering niet verbeterd wordt, geen gevaar, waarvan zij de gevolgen niet kan verzachten, geen enkel gevoel van genegenheid, waaraan zij niet kan voldoen of het versterken, in een woord, met alle regt is levensverzekering het wetboek der genegenheden in hot gezin genoemd.

Wij mogen de tegenwerping van U, deu eerlijken en verstandigen werkman niet aannemen, als gij ons wijst op het geringe uwer hulpbronnen , zoodat gij moeite hebt vrouw en kinderen te voeden en te kleeden, de laatsten bovendien ter schole te zenden. Valt het u moeijelijk terwijl gij werkt en wekelijks of maandelijks het u komend loon ontvangt,

-ocr page 6-

4

wat zal het morgeu voor uw vrouw zijn, als gij het ongeluk hebt te sterven eu uwe wedde medeneemt in het graf? Wetens en willend wijdt gij vrouw eu kinderen aan ellende.

Overleg rijpelijk; door afstand te doen van eenig niet onmisbaar genot, het gebruik van sterkeu drank bijvoorb., kunt gij al die ellende voorkomen. Waart gij gisteren niet schuldig, omdat gij geen kennis droegt vau levensverzekering, gij zijt het heden, als gij niet de voldoening smaakt van volbragten pligt.

En dit geldt voor allen, zoowel voor hem, die zijn brood verdient met de pen, bet teekenstift of peuseel, als voor hein, die vijl, zaag eu hamer hanteert. De inkomsten van den eenen mogen iets hooger zijn dan die van den ander, zijne uitgaven vermeerderen meestal in dezelfde mate. Zijt gij koopman of fabrikant, hebt ge uw geld in uwe zaken gestoken en verrast u de dood, gij laat uwe weduwe en kinderen in verlegenheid. Zijt gij regtsgeleerde, geneesheer, letterkundige of beoefenaar der sohooue kunsten, dan weet gij bij ondervinding dat deze betrekkingen, hoe eervol ook, niet dan ten uiterste zelden den weg tot fortuin openen. En zoudt ge dan willen dat uwe huisgenooten, tijdens uw leven in welstand verkeerende, na uw afsterven in bekrompen omstandigheden kwamen? Zijt gij ambtenaar van den staat, dan is het u bekend dat het karige jaargeld, aan uwe weduwe toegelegd, onvoldoende is om hare uitgaven te dekken, hare kinderen op te voeden.

Wilt gij allen, die ik hier noemde, bij leven en sterven gerust zijn omtrent het lot dat hen wacht, die u omringen, sluit dan een overeenkomst met eene maatschappij van levensverzekering. Gelooft mij toch , dit is de meest zekere wijze om een kapitaal te verkrijgen, dat juist dan beschikbaar wordt, wanneer zij, die u het naast aan het hart liggen, er het meest om verlegen zijn.

Ook de rijke moge dit ter harte nemen. Met terzijde stelling van rampen, die hem kunnen treffen, doen wij opmerken dat zich bij een sterfgeval altijd ernstige behoefte aan gereed geld doet gevoelen, waardoor de overblijvenden iu ongelegenheid kunnen komen. Zij moeten geld beschikbaar hebben voor de begrafenis, soms voor regtskosten, voor enkele schulden en bijzondere erflatingen, voor uitkeeriug tot gelijkmaking der verdeeling in een erfenis, voor overgangsregten. Het is van veel waarde juist op zulke oogenblikken zonder veel omslag over kapitaal te kannen beschikken.

Het is hier de plaats om eenige bedenkingen, die men nu en dan hoort opperen, te wederleggen.

-ocr page 7-

Wat zal ik u zeggen, werpt men tegen.....liet is nog niet iu

onze zeden doorgedrongen.

Hierin ligt, helaas! eenige waarheid; maar heeft een man het regt zelfzuchtig te zijn, wij ontzeggen hem het regt zijne schulden niet te voldoen. En is er heiliger schuld dan die, waarbij men de zorg voor zielen op zich neemt ? Heeft die man geen vermogen en verzekert hij zich uiet, dan verwaarloost hij pligten, niet alleen jegens zijn gezin, maar jegens den staat. Hij kan zich op geen enkel regt beroepen, wanneer hij de maatschappij stelt voor de kans om wezens te verplegen, door God naar ingestelde orde aan zijne zorgen toevertrouwd. Dringt zulk een gezonde zedeleer niet door tot alle klassen van den staat, dan zou men moeten eindigen met te zeggen: uiet dc verzekering van liet leven, maar de goede trouw ligt niet in onze zeden.

Moge eerlang de dag aanbreken dat geen vader zijne dochter ten huwelijk geeft, tenzij de jongman voor de voltrekking van het huwelijk een vei'bintenis van levensverzekering teekent, waarbij een kapitaal, in verhouding van zijn inkomen, op het hoofd zijner bruid wordt vastgesteld !

Ik zal aan mijne kinderen — zegt de een — minstens zoo veel nalaten als ik zelf van mijne ouders erfde.

Maar zijt gij hier wel zeker van? Uwe ouders hebben u zekere som nagelaten, maar dat geld wordt na uw verscheiden onder uwe kinderen verdeeld. Om hun minstens even veel na te laten als de oorspronkelijke som bedroeg, moet deze vele malen vermenigvuldigd worden; en wat, zoo de dood u daartoe den tijd niet laat ?

Mijn ambt of beroep — voert een ander aan — stelt mij in staat op betamelijken voet met mijn gezin te leven, ünnoodig mij te verzekeren.

Hoe kunt gij zoo dwalen! Wijl gij leeft van uw arbeid is geheel uw inkomen als rente op uw hoofd gevestigd, en zeker laat gij uw gezin in armoede na, wanneer het God behaagt u vroegtijdig op te roepen. Op u bovenal rust de pligt u te verzekeren.

Wat ik jaarlijks overhoud beleg ik liever zelf, hoort men meermalen verdedigen.

Spaarzaamheid is zeer te prijzen, maar hier is zij ontoereikend. Gij vraagt slechts luttele tien jaren om de som te vergaren, die de toekomst uwer kinderen zal verzekeren; maar hebt ge dan een verbond met het leven gesloten ? Laat de sehijn u niet verblinden; spaarzaamheid is goed, maar onzeker, en daarom onvoldoende. De vroege dood is het

-ocr page 8-

6

zwaard van Damocles zwevend boven den arbeid des raensohen. En zijt gij zoo zeker nimmer in gebreke te blijven in het ter zijde leggen uwer spaarpenningen? Is eene verbintenis van levensverzekering gesloten, dan brengt uwe eer mede ten einde toe te volharden.

Niet zelden hoort men: ik heb den tijd nog wel om mij te verzekeren; ik ben nog zoo jong.

Als regel mag men aannemen dat de kans van sterven grooter wordt, naar mate men verder in het leven is gevorderd; van daar is vroegtijdig verzekeren goedkooper, wijl natuurlijk de maatschappijen de kwade kansen bij hare berekening wel degelijk in aanmerking nemen. Langer wachten heeft derhalve het betalen eener hoogere premie ten gevolge.

En wat, zoo gij uitstelt tot niet juist de dood, maar ziekte u overvalt? Met zieken sluiten de maatschappijen geen overeenkomsten.

Het nut der verzekering wanneer gij, jong zijnde, dingt naar de hand van een meisje, of, gehuwd, te zorgen hebt voor vrouw en kinderen, dat nut hebben wij boven reeds uiteengezet.

Menigeen vindt het stuitend zich door een geneesheer te laten onderzoeken, en wordt zoo doende teruggehouden zich te verzekeren.

Hoe dwaas! hoe onvoorzigtig! Dwaas, want de minsten gaan door het leven zonder ooit door ziekte bezocht te worden; en dan toch zullen zij,zich aan een geneeskundig onderzoek moeten onderwerpen, tenzij zij ook bij ziekte die hulp afwijzen. Onvoorzigtig; hebben zij bedacht dat, wanneer een verborgen kiem van ziekte zich in hun ligchaam bevindt, liet voor hen een weldaad is gestoord te worden in eene zorgeloosheid, die niets voorziet, opdat zij hulp kunnen inroepen voor het te laat is? of meenen zij dat, wanneer hunne gezondheid niets te wen-schen overlaat, zulk geneeskundig onderzoek hierin verandering zal brengen? Het zij ons vergund hier vrij uit te spreken hoe onbegrijpelijk het ons voorkomt dat een denkend wezen aan dergelijke denkbeeldige vrees het lot zou kunnen opofferen van hen, voor wier wel of wee hij aansprakelijk is tegenover zijn geweten en tegenover het Opperwezen.

Wij hebben nog op enkele andere kinderachtige opvattingen te wijzen.

Levensverzekering sluit in zich het denkbeeld aan den dood; en het denkbeeld om vrijwillig, zonder eenigen grond en vroegtijdig het leven te verlaten zoekt ieder van zich af te weren; niemand wil gediend zijn van zulk een verstoorder der vreugde en kweeker van onrust. Moogt gij van wege dien weerzin uw pligt verzaken? Wij hebben betere gedachten van uw verstand.

-ocr page 9-

7

Mijne vrouw verzet zich met hand en tand tegen de verzekering, hoort men nu en dan.

Zulk verzet kan toegegeven worden aan de eehtgenoote, voor wie geene moedervreugde is weggelegd; zij mag zieh des noods wikkelen in het kleed eener overdrevene en belagohelijke gevoeligheid, of toegeven aan de inblazingen eener bijgeloovige vrees; hare persoonlijkheid alleen is hier in het spel. Maar wie zou der moeder zulke kinderachtige overgevoeligheid vergeven? Er bestaat bovendien een zeer gemakkelijk middel om haar afkeer te overwinnen; vraag haar dat ook zij ten uwen behoeve en ten nutte der kinderen eene levensverzekering op haar hoofd sluit. Uit toewijding, zoo natuurlijk bij de vrouw, zal zij niet langer aarzelen dat blijk van genegenheid aan haar gezin te geven. De beste raad eehter, dien wij aan huisvaders zouden willen geven, is deze: laat uwe eehtgenooten deelen in elke hoop, in geheel uwe vreugde, maar hoirdt zorgvuldig voor haar verborgen wat onrnst geeft of vrees verwekt. Vergeet niet dat de vrouw geschapen is om te beminnen en bemind te worden, niet om te lijden.

De onverschillige voert aan; ik heb over de verzekering gesproken met mijn ouders en vrienden ; zij raden het mij af.

Zullen uwe vrienden zich ook belasten met de zorgen voor uw gezin, wanneer gij overlijdt voor dat gij hun een onafhankelijk bestaan verzekerd hebt? Vraag hun dat, en regel uw gedrag naar het antwoord dat zij u geven.

Velen verschuilen zich achter het voorwendsel; men moet maar in de gelegenheid zijn om te sparen; de levensverzekering is zoo duur.

Voorzeker, sparen is de eerste voorwaarde.

En wij mogen niet toegeven dat de levensverzekering zoo duur is, dat zij buiten ieders bereik zou wezen. Spaar bijv. een tot anderhalven gulden in de week, en op dertigjarigen leeftijd kunt gij een kapitaal van twee tot drie duizend gulden op uw hoofd verzekeren.

Besnoei uwe onnutte uitgaven en spaar op het overtollige, zoolang gij gezond zijt en in de kracht van uw leven. Dit geldt vooral hem, wiens eenigst kapitaal zetelt in zijne bekwaamheid en ziju dagelijkschen arbeid. Hoe veel kan hij niet bezuinigen door alle sterke dranken vaarwel te zeggen! Eu waarlijk zijne gezondheid en levenslust zullen er niet minder om worden. Verwissel des noods de eigaar met de pijp; breng wat meer orde in uw leven; heb wat meer overleg bij uwe aan-koopen; leg u des noods enkele ontberingen op, die noch uwe gezondheid, noch uwe waardigheid te kort doen, en bereid u aldus eene jaar-

-ocr page 10-

8

rente, wanneer de onde dag met zijne gebreken komt, eene rente ook voor uwe weduwe, een huwelijksgift voor uwe kinderen.

Kwade gewoonten kan men vc .gelijken met spindraden; worden zij aangekweekt, dan groeijen zij aan tot garen, daarop tot koord om eindelijk kabel te worden. Eu hoe zal men dezen breken?

Geef niet altijd toe aan het najagen van een genoegen, aan het voldoen van een opkomenden lust. Dat zal u opvoeden in zelfbeheersehing.

En de levensverzekering komt u hierin te hulp; stelt gij het voldoen aan eenig opkomend verlangen tot morgen uit, dun zal morgen zeker uegen maal van de tien keeren de gril als stof verstrooijen. Vergeet nooit dat alleen hij rijk is, die meer ontvangt dan hij verteert.

Nog eeue vraag hebben wij hier te beantwoorden; mag men zeggen dat levensverzekering een spel is of fijne berekening eener onderneming op vermoedelijke winst, zoo als sommige beweren?

Levensverzekering is niet alleen geen spel, maar juist het tegenovergestelde daarvan. Wat is spelen ? De speler verruilt het zeker bezit van wat ook tegen het onzekere bezit van iets anders, hooger in waarde.

En wat verstaat men onder verzekering? Het ruilen van een kans voor de zekerheid. Wanneer ik in de loterij speel, hoop ik dat een gulden mij duizend, tienduizend en meer zal doen verwerven. Bij het meest gewone spel loop ik gevaar te verliezen wat ik bezit, in de hoop dat te verdubbelen. Verzeker ik mijn leven, dan doe ik juist het tegenovergestelde. Ik weet, ja, dat ik sterven moet, maar het tijdstip waarop is mij onbekend. Het kan zijn dat ik lang genoeg leef om mijne kinderen op te voeden. In zekeren zin speel ik een partij met het noodlot;

de kans bestaat dat ik verlies, dat is, dat voor mij het leven te vroeg eindigt; maar ik heb ook de kans van winnen, dat is, van lang te leven. Dit is spel. Maar verzeker ik mijn leven, dan speel ik niet meer.

Ik zie af van de kans die ik heb om lang te leven, en stem toe in eene kleine, maar zekere opoffering, in ruil voor eene grootere, maar (

onzekere kans. Men zou dus, in zekeren zin, kunnen zeggen dat de speler degene is, die zich niet verzekert, omdat hij het is, die op de kans rekent.

De arbeider, die zich niet verzekert, verdient de ernstigste berisping,

want hij geeft zich over aan het grofste der spelen: zijn arbeid is zijn eenigste schat en die mag hij niet als inzet stellen tegenover den dood of zwakken, bouwvalligen ouderdom.

Speelt hij, die zijn leven verzekert, niet, de verzekerende maatschappij speelt evenmin, want om dit te doen moeten er twee partijen zijn.

-ocr page 11-

!)

Het, kost ilau ook weiuig moeite om de rekening, waarop liet bestaan der maatschappij gegrond is, op te maken. Men kent bijvoorb. den gemiddelden duur van liet raenschelijk leven ; men kent ook de sterftekans, dat is, men weet hoe vele slagtoffers de dood jaarlijks eiseht, bij een zeker aantal mensehen van bepaalden leeftijd. Men weet alleen niet wie hunner zal sterven. Betaalt nu ieder eene premie om zijn gezin te waarborgen tegen de kans van ellende, voor het geval dat hij vroegtijdig sterft, dan betalen allen te zamen vooruit voor hen, die den dood ten offer vallen. Men ziet, de geheele zaak bernst eenig en alleen op wetenschappelijke gegevens, op onafwijsbare berekeningen, en de verzekering van het leven is geen dobbelspel, noch voor hem die zicli verzekert. noch voor de maatschappij, die de verbintenis sluit; voor den eerste is zij eene wijze voorzorg, voor de andere eene wettige handelsverrigting, zekerder dan menige andere onderneming.

De levensverzekering biedt nog een voordeel, voor den handelsstand van belang.

Hij, die dergelijke verbintenis met eenige maatschappij heeft gesloten, verbetert den goeden naam, waarin hij staat als naauwkeurig betaler, als gegoed persoon. Heeft hij geld uoodig, dan zal de man van kapitaal minder angstvallig zijn hem te helpen. wetende dat de maatschappij betaalt, wanneer de dood den geldopnemer wegmaait, voor dat hij zijne schuld heeft afgelost.

Vindt ons pleidooi voor levensverzekering geen ingang bij u, het kan niet aan de zaak zelve liggen, maar aan onze gebrekkige voorstelling zulk eener nuttige inrigting. Waar onze krachten te kort schieten, houde men rekening met den goeden wil, en worde men door dit schrijven tot nader onderzoek aangespoord.

Wij mogen echter geen afscheid nemen van den lezer, alvorens met een enkel woord gesproken te hebben over de waarborgen, die de maatschappijen van levensverzekering bieden.

Hare taak is tweeledig; het vormen van kapitaal en het uitreiken of uitdeelen van kapitaal. Betaalt de verzekerde eene jaarlijksche premie, dan zet de maatschappij dat geld winstgevend uit, bewaart het en vormt kapitaal. Koopt de verzekerde eene rente, dan ontvangt de maatschappij kapitaal om dit bij gedeelten wederom uit te keeren. Hoe nader het evenwigt is tusschen beide bewerkingen, des te gezonder is de grondslag, waarop de maatschappij bouwt.

-ocr page 12-

10

Geene maatschappij, die liet ernstig meent met bare verpligtingeu, zal zeer groote sommen op een hoofd verzekeren; in znlk geval treedt zij in overleg met hare zustermaatschappijen en verdeelt de kansen: zij sluit eene wederverzekering voor een bepaald gedeelte der som.

Vragen in troebele tijden vele personen te gelijk hun geld in spaaren andere banken belegd op, en moeten zulke inrigtingen hare waarden dien ten gevolge tot eiken prijs van de hand zetten, dan kan een kind uitrekenen dat er veel verloren wordt. Maatschappijen van levensverzekering, mits goed beheerd, hebben niet veel, zoo al iets te lijden door dergelijke ongevallen. Haar kapitaal kan haar niet onmiddelijk opgezegd worden; alleen kunnen zij tijdelijk in hare inkomsten getroffen worden, maar hare inrigting laat toe dat zij wachten op herleving der zaken, het onvermijdelijk gevolg van elke storing. Dit heeft de ondervinding ten allen tijde geleerd.

Veel, zoo niet alles hangt af van de sterftetafel, die de maatschappij tot grondslag harer berekeningen aanneemt; hoe nader deze aan de werkelijkheid aansluit des te gezonder is de toestand, bijaldien ook de berekeningen naauwkeurig verrigt worden. Hoe ruw men hierin soms te werk gaat, hebben wij aangetoond in onze onlangs verschenen wiskundige schets der levensverzekering, bladz. 162 en 164. (s:quot;) Het kan zijn nut hebben na te lezen wat daar geschreven is over te hooge , te lage en onregelmatig berekende tarieven. Zal de maatschappij blijven bestaan en ten allen tijde aan hare verpligtingen kunnen voldoen, dan mogen hare tarieven voor geen enkel cijfer beneden de netto premien gaan, gelijk die door de wiskundige berekening worden bepaald. Haar komt eene billijke winst toe voor de diensten, die zij bewijst, en van daar is het haar geoorloofd op de netto premien eenige opcenten te leggen. Gaat zij daarmede te ver, dan worden hare diensten te duur betaald.

Te hooge tarieven mogen schadelijk zijn voor den verzekerde, zij bieden grooter waarborg aan dan te lage tarieven, die het bestaan der maatschappij in de waagschaal stellen.

-ocr page 13-

11

lu onze wiskundige schets der levensverzekering boven genoemd, hebben wij, zoo wij hopen, helder en klaar uit een gezet hoe die netto premien, waarop de maatsehappijen door het leggen van opcenten hare tarieven bouwen, berekend worden. Ten nutte van hen, die minder ervaren zijn in het wiskundig teekenschrift, en toch bij de keuze eener maatschappij dit belangrijk gegeven niet over het hoofd willen zien, hebben wij aan het einde van dit geschrift enkele netto premien, of zoogenaamde tarieven zonder winst laten volgen. Natuurlijk was het niet mogelijk dit voor alle tarieven en eiken ouderdom te doen, maar vergelijkt men de getallen daar gegeven met die der maatschappij, dan zal men zich toch een goed oordeel kunnen vormen.

Er is nog iets waarop men letten kan; wij zullen het door een voorbeeld ophelderen. Hebben 10000 mannen op 54 jarigen leeftijd eene verzekering gesloten, waarbij aan de nabestaanden van elk hunner, bij hun overlijden 100 guldep wordt uitgekeerd, en weet men dat van die 10000 mannen in het eerste jaar 236 sterven, dan moet de maatschappij 236 malen 100 gulden in kas hebben om aan hare verbintenis te voldoen, waaruit volgt dat de verzekering aan elk der mannen voor dat jaar 236 centen kost. Een jaar later is de sterfte tot 251 op 10000 mannen gestegen, waardoor elk hunner 251 centen tot de verzekering moet bijdragen, enz.; telken jare wordt die verzekering duurder. Komt men nu met de maatschappij overeen om jaarlijks eene vaste som — in dit geval 4.67^ gulden — te voldoen, dan moet de maatschappij in de eerste jaren geld overhouden; dat geld noemt men de reserve. De goede, vertrouwbare maatschappij van levensverzekering maakt elk jaar de balans op, berekent hoe veel er, naar wiskundige gegevens in kas moet zijn, en maakt dit bekend. Zij schuwt geene openbaarheid, maar ziet in haar een der waarborgen die zij bieden kan. Zet zij de zaak helder uit een, dan is hare rekening voor een groot aantal personen zeer goed te volgen en te begrijpen, en toont den toestand der maatschappij voldoende aan.

Eene andere waarborg is de som door de aandeelhouders gestort. Berusten de tarieven op degelijke gegevens, wordt de reserve op goede wijze belegd, dan zal liet zeldzaam zoo ooit noodig zijn dat waarborgfonds aan te spreken.

Maar al die waarborgen zijn onvoldoende, wanneer het beheer niet in handen is van regtschapen mannen; daar komt het vooral op aan: dit is niet onder cijfers te brengen.

De nederlandsehe juristenvereeniging heeft verleden jaar in eene barer

-ocr page 14-

12

bijeenkomsten het onderwerp van handelsregt: de levensverzekering, besproken, en kwam tot de volgende besluiten :

1. De bijzondere wettelijke regeling van het bedrijf der levensverzekering is wenschelijk.

2. Zij moet worden uitgestrekt tot elk ander bedrijf, dat op de levens-en sterftekansen gegrond is.

3. De premie-tarieven en verdere verzekeringswaardcu moeten niet aan regeerings goedkeuring onderworpen worden.

é. Het depót ven een waarborgskapitaal moet worden voorgeschreven.

5. De ondernemers moeten ten aanzien van de wijze van belegging der reserve aan voorschriften gebonden worden.

6. Voortdurend toezigt van staatsambtenaren is niet wenschelijk.

7. De wet moet de openbaarmaking voorschrijven van alle de uitoefening van het bedrijf betreffende bijzonderheden, waarvan de kennis voor het publiek van belang is.

8. Er moeten van ondernemers, die hun hoofdzetel in het bnitenland hebben, voor de uitoefening van hun bedrijf hier te lande geeue bijzondere waarborgen geeiseht worden.

Onbeslist bleef:

of bevoegdheid moet worden verleend, om de liquidatie der onderneming te vorderen, indien kan worden aangetoond dat de ondernemer aan zijne verpligtingen uiet zal kunnen voldoen;

en

of de naleving der wettelijke voorschriften, behalve door civiele aansprakelijkheid ook door strafregterlijke bepalingen moet worden verzekerd.

i

-ocr page 15-

B LI L A (t E.

ISetto preinien of tarleyen zonder winst.

Betaalt iemand, wiens ouderdom in de eerste kolom is aangewezen, eenmaal de som — koopsom — in de tweede kolom naast dien leeftijd voorkomende, dan hebben bij zijn of haar overlijden de erfgenamen regt op eene uitkeering van 100 galden.

Ouderdom.

Mannen.

Ouderdom.

Vrouwen

20 jaren

/ 27,98

20

jaren

./' 27,375

30 ' ,

// 33,17^

30

//

- 33,23

40 „

, 41,17

4(1

,,

// 39,44

50

„ 51,00

50

,, 4S,55i

00 ,

» 02,44

; 1 00

n

„ 00,94

Betaalt iemand, wiens ouderdom in de eerste kolom is aangewezen, jaarlijks bij vooruitbetaling de som — jaarlijksche premie — in de tweede kolom naast dien leeftijd voorkomende, dan hebben bij zijn of haar overlijden de erfgenamen regt op eene uitkeering van ]00 gulden.

Ouderdom.

Mannen.

Ouderdom

Vrouwen.

20 jaren

/ 1.49

20

jaren

/' 1,44

30 ' //

1.891

30

}gt;

, 1,90

40 „

, 2.06

40

, 2,471

50

„ 3.921

50

*

f 3,50

00

„ 0.19j

H oo

//

,/ 5,821

De maatschappijen van levensverzekering sluiten verbintenissen om aan een aangewezen persoon een bepaald kapitaal uit te keeren, wanneer hij na 5, na 10, na 15 of na 20 jaren nog in leven is; betaalt iemand, wiens ouderdom in de eerste kolom is aangewezen, jaarlijks tot aan den afloop der verbintenis, derhalve gedurende 5 of 10 of 15 of 20 jaren bij vooruitbetaling de som ■— jaarlijksche premie — in de 2lt;'-, -i1', 4ai' of S116 kolom naast dien leeftijd voorkomende, dan heeft hij, zoo hij na den afloop der verbintenis nog in leven is, regt op eene uitkeering van 100 gulden.

-ocr page 16-

14

M ANNE N.

Aantal jaren, waarna de uitkeeriug geschiedt.

Ouderdom. 5 jaren 10 ' „

20

30 „ 40 „

Na 10 jaren Na 15 jaren Na 20 jaren

Na 5 jaren A 17,26 , 17,47 o . 17,22* , 17,221 „ 17,00

/' 7,70 „ 7,714 n 7,57 ,, 7,51i „ 7,27 ƒ 4,54 „ 4,48 , 4,41 i , 4,32 „ 4,06 f 2,0^ „ 2,91 „ 2,85 i „ 2,72 „ 2.44


V R O U WEN.

Aantal jaren, waarna de uitkeering gcscliiedt.

Na 15 jaren i Na 20 jaren ƒ 4.531 /' 2.96i , 4,51 „ 2,93 , 4,38 „ 2,S0;V , 4,251 „ 2,73* , 4,17 ' quot; 2,75 de laatst vermelde verzekering, maar wil hij dat de de betaalde premien aan zijne erven teruggeeft, bijal-voordat de tijd der uitkeering daar is, dan wordt /.ij iets duurder, zooals uit de onderstaande tabel zal blijken.

M A N N E N.

Aantal jaren, waarna de uitkeering geschiedt.

Na 10 jaren / 7,70 , 7,72 , 7,58 v 7,41 „ 7,30

Ouderdom. 5 jaren

Na 5 jaren /' 17,26J „ 17,44 , 17,32i , 17,115 „ 17.01

10 „ 2(1 „ 30 , 40 „ SI uit iemand maatschappij al dien hij sterft.

Ouderdom 5 jaren 10 , 20 „ 30 „ 411 „

Na 5 jaren f 17.70 17,72i „ 17,69 , 17,69 „ 17,651

Na 10 jaren ƒ 7,96 /, 7,95 // 7.921 « 7,90 '/ 7,85

/ 4,74t * 4,71-2 » 4,70 ,/ 4,66 « 4,57 ƒ 3,13i „ 3,12i „ 3,101 ,/ 3,04 „ 2,88i-

Na 15 j aren Na 20 j aren


V R O U W E N.

Aantal jaren, waarna de uitkeering geschiedt.

Ouderdom 5 jaren 10 ' ,

20 „ 30 /, 40 f

Na 5 jaren /' 17,72 „ 17.71* » 17,70i ,, 17.67* „ 17,65*

Na 10 jaren ƒ 7,95* , 7,96 u 7,92 u 7,88* » 7,87

Na 15 jaren / 4,741 v 4,72i „ 4,68i ,/ 4,641 » 4,60*

Na 20 jaren ƒ 3,15 3.13 „ 3.OS . 3.05 , 2,94*


-ocr page 17-

Bij het aangaan eener overeenkomst niet de maatseliappij van levens-Terzekering, waarbij bedongen wordt dat den verzekerde bij het bereiken van een bepaalden leeftijd een kapitaal wordt uitgekeerd, en, sterft hij vroeger, dat kapitaal aan zijne erven komt, betaalt iemand, wiens ouderdom iu de eerste kolom is aangewezen, jaarlijks, tot aan den afloop der verbintenis, bij vooruitbetaling de som —■ jaarlijksehe premie — in de verschillende kolommen naast dien leeftijd voorkomende, voor elke 100 gnlden kapitaal dat hij verzekeren wil.

Ouderdom 20 jaren 30 ' , 40 ,, 50 „ 60 „

Leeftijd, Op 50 jaren /' 2,431 3,95 L „ 8,914

Op 55 jaren /' 2,07-i 3,10quot; „ 5,75 ;/ 18,97

Op 60 jaren ƒ 1,83 J-, 3,581 ,, 4,284

M ANNE N.

, waarop het kapitaal wordt uitgekeerd.

Op 65 jaren

1.68

2,27 3,50 6,31* 19,69 ï

/

9.32


\' R () U W E Leeftijd, waarop het kapitaal

N.

ordl

Ouderdom. 20 jaren 30 ' „ 40 „ 50 , 60 „

Op 50 jaren /' 2,42* „ 4,06* „ 8,89*

Op 55 jaren ƒ 2,06 „ 3,1« „ 5,71 „ 18,80*

Op 60 jaren / 1,82 . 2,65 „ 4.20* „ 9.08*

uitgekeerd. Op 65 jaren /' 1,65* , 2.31* „ 3,38 „ 6,03 „ 19,44

Het kan voorkomen dat men eeue tijdelijke verzekering moet sluiten, dat is zulk eene, waarbij de maatschappij op zich neemt een bepaald kapitaal aan de erven uit te keeren, wanneer de verzekerde binnen een bepaald tijdsverloop sterft. In onderstaande tabel vindt men naast den leeftijd den kostenden prijs voor verschillenden duur en 100 gulden kapitaal.

MANNEN.

Ouderdom van

De verzekering duurt

den ve

rzekerde.

5 jaren

10 jaren

15 jaren

20 jaren

25

jaren

/' 0,91

/0,91*

f 0,95

/' 1,01

30

ti

„ 0,92

O

O

C/D

LOl-

„ 1 06*

„ 1,14

35

V

„ 1,06

, 1,164

„ 1,274

„ 1,394

40

H

„ 1,29*

„ 1,43

quot; 1,484

. 1,75

45

„ 1,60

» 1,78*

„ 1,99'

„ 3,25

50

tl

, 2,02

„ 2,32

„ 2,63*

- 2,98

-ocr page 18-

If)

Vrouw 5 jaren jonger.

/'• 20,32 22,27 „ 28,10 „ 3(gt;,09 „ 49,91

Ouders, die hunne zonen eeue studierente of jaargeld willen verzekeren, betalen voor elke 100 gulden rente, gedurende 5 achtereenvolgende jaren — van 18 tot 23 jaar — te ontvangen, in eens of als koopsom /311,10, wanneer de zoon tien jaren oud is: was hij reeds 12 jaar, dan kost zulk eene rente /'339,47, en bij 14 jarigen leeftijd van den zoon wordt dat bedrag ƒ 369,48.

Hun, wie het te zwaar valt zulk eene som in eens te voldoen, brengt do maatschappij eene jaarlijksehe bijdrage in rekening. Deze wordt telken jare geind tot de zoon, 18 jaar oud geworden, in het genot komt der studierente. Bovendien is meestal bepaald dat de premie alleen tijdens het leven van den verzorger — vader, voogd, voogdes — zal gekweten worden. Sterft hij voor dat de zoon 18 jaar oud werd, dan behoeft er niets meer betaald te worden, en treedt toch de zoon op den bepaalden leeftijd in het genot der rente.

Bij het bepalen der jaarlijksehe bijdrage komt derhalve de ouderdom vau den verzorger in aanmerking; wij hebben de jaarlijksehe bijdrage ter bekoming van 100 gulden studierente voor enkele leeftijden van den verzorger en den verzorgde in onderstaande tabel aangegeven.

li O 1) W E N.

De verzekering duurt

5

jareu

10 jareu

15 jaren

| 20 jaren

n

0,92

/' i,00.i

/ l,07i-

/■ 1,12

1,11

„ 1,19

„ 1,23

i quot; 1,25|

II

1,29

„ 1.32

„ 1 -33

„ l,37i

1,35

„ l,35i

v 1,42

„ 1,54

1,36

„ 1,48

, l,64è

„ l,87è

II

1,631

„ 1,86

. 2,17|

„ 2,53|

Jaarlijksehe bijdragen voor een weduwen pensioen van 100 gulden.

Vrouw

Oaderdóm vau de verzekerde. 35 jaren 30 ' // 35 -•10 , 45 „ 50 „

Vrouw 10 jaren ouder. /' 15,50 15,90 /' 17,90 ,/ 20,00 „ 22,70

Vrouw 10 jaren jonger

Man en Vrouw van gelijken leeftijd. /' 18,71 „ 20,17 „ 24,70 ' «• 30,37 „ 37.74

5 jaren ouder /' 17,09 18,03 ,, 21,23 , 24,02 „ 29,58

Leeftijd van den man. 23 jaren 30 ' „ 40 „ 50 „

(10 H

/' 24,33 31,31 „ 41,71 „ 56,00

Ouderdom van den verzorger. 35 jaren 45 ' ,, 55 „

Leeftijd van den zoon

14 jaren /' 99,46 „ 100,07 ,, 101.4|

10 jaren / 46,371 . 47,02 u 48,64

12 jaren /' 64,10| „ 64,714 » 66,23


-ocr page 19-
-ocr page 20-