: quot;'T:
■
■lif lil • jl ij;
'
^ :::
4
I
iiir
.njiiij1!!'quot; liiiiii ! i'i'quot;1
BI.) DE
VAN
:ï ïfl'lb :
l I I
■quot;'it!;.:1 •!
••
*
J; .,:1 :: h'
: : :Ji
lii Ni:i
_
i
OP HET
TOEZICHT EN BEHEER
HERVORMDE GEMEENTE
VAN
Art. I.
De kerkelijke (kerke en benificiale) goederen blijven de hun vroeger gegeven bestemming behouden.
Art. 2.
Het beheer van de A:er/ce-goederen, fondsen en inkomsten en de regeling van de voor de eerediensl noodige kosten blijven opgedragen aan een collegie van drie kerkvoogden, onder toezicht van notabelen, behoorende tot de Nederlandsche Hervormde kerk.
Het toezicht op het beheer van de beneficiale goe-lt; deren en fondsen berust bij kerkvoogden, behoudens het bepaalde bij art. 20, 2e lid.
In geval van vacature hebben kerkvoogden ten bate der rechthebbenden over deze goederen ook het beheer.
Art. 3.
Kerkvoogden worden bij voorkeur gekozen uit de meest bekwame en gegoede leden der gemeente.
Hij die ophoudt lidmaat te zijn, houdt daardoor tevens op kerkvoogd te wezen. De, in het eerste lid van dit artikel bedoelde personen houden daarenboven op kerkvoogden te zijn, wanneer ze de kerkelijke gemeente met der woon verlaten.
Art. k.
Bloedverwantschap of zwagerschap tot den derden graad ingesloten, mag tusschen kerkvoogden niet bestaan, nog tusschen hen en den predikant. Kerkvoogden mogen middelijk noch onmiddelijk deelnemen aan onderhandsche pacht van goederen, tot de kerkvoogdij behoorende, aan werken, leverantiën of aannemingen ten haren behoeve, noch aan het koopen van betwiste vorderingen ten haren laste.
Art. 5.
De betrekking van kerkvoogd is onvereenigbaar met die van predikant bij de gemeente en met die van ambtenaar of bediende, welke door kerkvoogden is aangesteld, of die uit de kerkefondsen bezoldiging geniet.
Art. 6.
De kerkvoogden genieten geene bezoldiging.
5
De kosten hunner vergaderingen en van die bij art. 20 vermeld, hunne schrijfloonen en alle noodigeuitgaven ter zake de administratie, worden uit de kerke-fondsen gekweten.
In de kerk hebben zij en hunne vrouwen des verkiezende eene vrije vaste zitplaats.
Art. 7.
De kerkvoogden worden verkozen voor den tijd van zes jaren.
Om het andere jaar treedt een hunner op den1en Januarij af.
Zij zijn dadelijk weder benoembaar.
Die ter vervulling eener buiten den gewonen tijd open gevallen plaats gekozen is, treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is verkozen, moest aftreden.
Art. 8.
De verkiezing der kerkvoogden geschiedt in een der vier laatste maanden van het jaar, de aftreding voorafgaande.
Kerkvoogden roepen daartoe de notabelen op eene geschikte plaats binnen de gemeente, tot het houden van eene vereenigde vergadering inei hen, bijeen.
De verkozene ontvangt van zijne benoeming eene schriftelijke kennisgeving en verklaart schriftelijk binnen 8 dagen, of hij die aanneemt.
Zich binnen dien tijd niet verklarende, wordt hij geacht de benoeming niet aan te nemen.
Indien de verkozene zijne benoeming niet aanneemt
6
of iemand ophoudt kerkvoogd te zijn , geschiedt binnen 1 maand, nadat kerkvoogden hiervan kennis hebben bekomen, eene nieuwe keuze: zoo iemand bedankt, vertrekt of sterft, moet er binnen 2 maanden eene nieuwe keuze geschieden.
Art. 9.
De kerkvoogden kunnen te allen tijde hun ontslag nemen.
Met uitzondering van het bepaalde in de beide laatste zinsneden van art. 3, blijven zij niettemin hunne bediening waarnemen, tot hunne plaats is vervuld.
Art. 10.
De besluiten van kerkvoogden worden bij meerderheid van stemmen genomen.
Kerkvoogden benoemen uit hun midden een voorzitter, een secretaris en een ontvanger of administrateur.
Twee dezer betrekkingen kunnen aan een hunner worden opgedragen. Zij hebben echter de bevoegdheid tot wederopzegging een secretaris buiten hun collegie te benoemen. Deze woont op daartoe ontvangen uitnoodiging van kerkvoogden zoowel hunne, als de vereenigde vergaderingen van kerkvoogden en notabelen bij.
Art. 11.
De voorzitter, en bij ontstentenis van hem, een der andere kerkvoogden, roept het collegie van kerkvoogden en de vereenigde vergadering van kerkvoogden en notabelen bijeen, zoo dikwijls dit noodig is.
7
de voorzitter dit noodig acht, zijne mede kerkvoogden het verlangen, of 8 notabelen dit schriftelijk aan den voorzitter gelasten.
Hij leidt de beraadslagingen en zorgt voor de handhaving der orde in die vergaderingen.
Hij teekent met de andere kerkvoogden en in de vereenigde vergadering van kerkvoogden en notabelen met al de ter vergadering tegenwoordig zijnde notabelen alle stukken die van kerkvoogden en van de vereenigde vergaderingen van kerkvoogden en notabelen uitgaan.
Bij staking der stemmen zoowel in het collegie van kerkvoogden als in de vereenigde vergaderingen van kerkvoogden en notabelen, heeft de voorzitter, of wie zijne plaats vervult, eene beslissende stem.
Art. 12.
De secretaris is belast met het houden van aan-teekeningen van het verhandelde in alle vergaderingen, het stellen van de stukken enz.
Die aanteekeningen worden staande de vergaderingen door hem opgemaakt.
Zij worden voorgelezen en na goedkeuring, door kerkvoogden, en als het eene vereenigde vergadering betreft, door alle ter vergadering aanwezige notabelen ge teekend.
Hij draagt verder zorg voor eene richtige bewaring der aan hem toebetrouwde stukken en bescheiden.
Art. i3.
Op vordering van de beide andere kerkvoogden of
8
van een hunner is de ontvanger of administrateur verplicht, voldoenden hypothecairen borgtocht te stellen , ter somme van 't gemiddeld bedrag der opbrengst van de kerke- en benificiale goederen in de laatste 5 jaren.
De desbetreffende acte wordt ten koste van de kerkvoogdij verleden.
De gesamenlijke kerkvoogden blijven echter hoofdelijk voor de administratie en het beheer aansprakelijk.
De ontvanger of administrateur is verplicht ten allen tijde aan zijne medekerkvoogden of aan een hunner, inzage te verleenen van zijne boeken en kas.
De ontvanger of administrateur is belast met alle ontvang en uitgaaf, en zorgt dat deze op tijd geschieden.
Met uitzondering der op de begrooting voorkomende vaste posten, mag hij geene uitgaven doen boven de som van tien gulden, dan nadat de vorderingen door den voorzitter, of is hij zelf tevens voorzitter, door een der andere kerkvoogden zijn goedgekeurd.
Art. 15.
Bij het overlijden van den ontvanger of administrateur worden alle tot de kerkvoogdij en hare administratie, zoomede tot de benificiale goederen be-hoorende en in zijnen boedel gevonden papieren en stukken, in bewaring gesteld van den voorzitter, nadat bevorens ten sterfhuize van het bevondene
9
proces-verbaal in duplo zal zijn opgemaakt, waarvan één bij kerkvoogden verblijft.
Dit zelfde heeft plaats bij het overlijden van den secretaris.
Het collegie van notabelen wordt gekozen door de stemgerechtigde manslidmaten dezer gemeente in eene vergadering daartoe door kerkvoogden op te roepen in één der vier laatste maanden van het jaar, het tijdstip van in functietreding der notabelen voorafgaande, ter plaatse waar kerkvoogden zulks zullen bepalen.
Art. 17.
Stemgerechtigde lidmaten zijn alle inwonende mannelijke lidmaten der Nederlandsche Hervormde Kerk, behalve de hieronder genoemde.
Eene lijst van de stemgerechtigde manslidmaten wordt telken jare door kerkvoogden uit de onder hun bereik liggende bronnen opgemaakt op den 12en Juni en dan 8 dagen ter visie voor alle lidmaten gesteld. Aanmerkingen op die lijst moeten vóór den 22 Juni bij kerkvoogden schriftelijk worden ingediend. Dadelijk na den 22 Juni wordt met inachtneming der reclames, deze lijst door kerkvoogden definitief vastgesteld.
Op die lijst mogen niet voorkomen en zijn daarom van het stemrecht uitgesloten:
ti. zij die voor den 12 Juni bovengemeld, nog
r
10
geen vol jaar lid der Nederlandsche Hervormde Kerk zijn of nog geen vol jaar met attestatie alhier zijn geweest;
b. allen die voor de burgerlijke wet op den 12 Juni nog niet meerderjarig of mondig zijn;
c. allen die sedert den voorgaanden 12 Juni onderstand, van welken aard ook hebben genoten; en
d. allen die onder curatele of voogdij staan.
De vergaderingen worden minstens 14 dagen vooraf bij gedrukte of geschrevene convocatie-billetten, aan de stemhebbende manslidmaten bekend gemaakt.
Een convocatie-billet wordt door kerkvoogden op een daartoe aan te wijzen plaats, minstens veertien dagen te voren aangeplakt.
Art. 18.
Het collegie van notabelen bestaat steeds uit elf personen. Zij hebben zitting voor den tijd van zes jaren.
Alle 2 jaren treden er vier, de laatste twee van de zes jaren, drie af, die echter dadelijk weer herkiesbaar zijn. De rooster van aftreding wordt in de eerste vergadering, dadelijk na de vaststelling van dit reglement bij loting bepaald en dan voor 't vervolg gehandhaafd.
Art. 19.
Ieder notabele kan ten allen tijde zijn ontslag nemen. Dit ontslag moet evenwel altijd schriftelijk bij den voorzitter van 't collegie kerkvoogden worden
ingediend.
.■jcgt;«A.wriA ■
11
Met uitzondering van liet bepaalde in de beide laatste zinsneden van art. o, blijven zij niettemin hunne bediening waarnemen, tot, hunne plaats is vervuld.
Bij overlijden of vertrek van een notabele of van een kerkvoogd, wordt door kerkvoogden op de in art. 20 alinea's 5 en 6, hiervoren omschreven wijze eene vergadering opgeroepen ter benoeming van een nieuwen functionaris.
De benoemde heeft zitting zoolang als 't mandaat van den afgetredene nog zou strekken.
Art. lt;20.
Behalve ter gelegenheid van de verkiezing van kerkvoogden in art. 8 vermeld, worden notabelen door den voorzitter tot eene vereenigde vergadering opgeroepen:
1°. ter vaststelling van de jaarlijksche begrooting;
2°. tot het koopen, ruilen of vervreemden, het bezwaren of verpanden van kerkelijke eigendommen, inschrijvingen en schuldbrieven, tot het opnemen van gelden, het aanvaarden van legaten, het aangaan van procedures en tot alle verdere handelingen die gerekend mogen worden niet tot het gewoon toezicht of beheer van kerkvoogden te behooren;
3n. tot opneming en vaststelling der jaarlijkscbe rekening.
N B. De kerkvoogden onthouden zich, alleen bij 't goedkeuren van de jaarlijkscbe rekening en verantwoording, van stemming daarover.
_:_
4.°. tot wijziging, vernieuwing of intrekking van dit reglement.
Die oproeping geschiedt bij gedrukte ol'geschrevene oproepingsbrieven, waarvan een exemplaar op voornoemde plaats moet worden aangeplakt, minstens veertien dagen voor de vergadering.
Op die oproepingsbrieven moeten alle punten voorkomen, die zullen worden behandeld. Geene, niet vermelde punten mogen in die vergadering worden behandeld. _ ; ——- -
Bij punten, waarin de notabelen zelf zijn betrokken , onthouden zij zich van stemmingen over die zaak. /
De besluiten van notabelen worden genomen, en hunne verkiezingen hebben plaats bij meerderheid yan de door hen uitgebrachte stemmen, behoudens in de gevallen, bedoeld bij de artikelen 37 en 41.
IV. Van de Begrooting en Rekening.
De begrooting wordt jaarlijks, in een der vier laatste maanden, voorafgaande aan het jaar, waarin zij moet werken, door kerkvoogdén aangeboden.
Zij loopt van 1 Januari tot 1 Januari.
Kerkvoogden behouden steeds het recht af- en overschrijvingen van de posten der begrooting te doen. Bij aldien de geheele begrooting moet worden overschreden, behoeven zij daartoe machtiging van de notabelen.
13
AfV en overschrijving op de posten der begrooting van uitgaven kan niet geschieden, tenzij met gemeenschappelijke machtiging van kerkvoogden , bij de rekening over te leggen.
Art 23.
Als posten van uitgaaf worden .daarop, .zoo noodig, aangebracht;
\u. het tractement, verhooging van tractement of ^ toelage van den predikant;
2°. hetzelfde van den koster, voorlezer, voorzanger en organist;
3°. hetzelfde van de bewaarschoolhouderes en hare hulp of hulpen;
4°. hetzelfde van alle verdere beambten en bedienden;
5°. de door de kerkvoogdij verplichte of vrijwillig op zich genomen uitgaven betrekkelijk het openbaar lager onderwijs, de armverzorging enz.;
6°. de kosten van de kerkelijke administratie, waaronder die van vergaderingen, schrijfloonen, ad-^ vertentiën enz., ook die van den kerkeraad;
7°. het onderhoud van kerken, kerkhoven, pastorie en van andere aan de'kerkvoogdij behoorende, of* onder haar toezicht staande gebouwen en werken;
8°. alle belastingen , waaronder personeel voor de eerste drie grondslagen van de pastorie, kosterij en quot;* bewaarschool met woning;
9°. kosten van de eeredienst, verwarming van de kerk, school, bewaarschool enz.;
10°. interesten van verschuldigde kapitalen;
11°. klassikale kosten, brandassurantiën enz.
12°. buitengewone uitgaven, waaronder; aflossing van verschuldigde kapitalen, aankoop van eigendommen, belegging van gelden, buitengewone herstellingen of vernieuwingen van gebouwen en werken, beroepskosten, subsidien, uitkeeringen, pensioenen, toelagen, teruggave van voorschotten in zake verkiezingen en dergelijke;
13°. onvoorziene uitgaven.
Art. 24.
De in art. 23 bedoelde uitgaven zullen worden bestreden door de volgende posten, als ontvang op de begrooting aan te brengen:
1°. batig saldo van 't voorvorige jaar;
2°. buitengewone ontvangsten, als afgeloste kapitalen, verkooppenningen, voorschotten, schenkingen, collecten in de kerk, toevallige baten;
3°. Inkomsten van de kerkegoederen en fondsen, waaronder huur van zitplaatsen in de kerk;
40. Belastingen, waaronder inkomsten van begra-venissen enz. enz.; saldo's van rekeningen worden, indien daarover niet anders bij de begrooting wordt beschikt, ingeschreven op het grootboek Nedeiiandsche nationale werkelijke schuld, of op andere soliede wijze ren lege vend belegd.
Art. 25.
Kerkvoogden zorgen dat minstens acht dagen voor de ter vaststelling der begrooting uitgeschreven vergadering, de begrooting ter inzage van notabelen op eene geschikte plaats in de gemeente worde neergelegd.
15
Uiervan wordt aan nolabelen op een der bij art. 20, 5e ali. bedoelde wijze kennis gegeven.
Art. 26.
Van de inkomsten en uitgaven van de kerkvoogdij wordt jaarlijks voor den eersten Oktober, volgende op het dienstjaar, door kerkvoogden rekening gedaan, onder overlegging der daartoe betrekkelijke bescheiden. Die rekening wordt, naar de orde der begrooting ingericht; art. 25 is te haren aanzien van toepassing.
Art. 27.
Ten blijke hunner vaststelling worden de begrooting door-kerkvooogden en al de ter vergadering aanwezige notabelen, en de rekening door eerstgenoem-den geteekend. Art. 20, 3e ali.
De rekening wordt in een daartoe bestemd boek ingeschreven. Bovendien maken kerkvoogden zooveel afschriften, als zij noodig oordeelen.
De vaststelling der rekening strekt de kerkvoogden tot kwijting van hun gevoerd beheer.
V. Van der kerkvoogden verpligtingen.
Art. 28.
Kerkvoogden zorgen, dat alle kerkegebouwen, de meubelen in de kerken, en de gebouwen, tot den landbouw in betrekking staande, in goeden staat niet alleen worden onderhouden, maar dat laatstgenoemde en de ongebouwde kerke-eigendommen zooveel moge-
16
lijk in overeenstemming met de vorderingen van den landbouw worden verbeterd.
Zij waken er voor, dat de gebouwde eigendommen tegen brandschade verzekerd worden.
In het jaar 1890 leggen kerkvoogden ter vereenigde vergadering van hen met notabelen over, een naauw-keurigen staat van de tot de kerkvoogdij behoorende eigendommen, inkomsten en fondsen, zoomede van hare lasten, schulden enz.
Deze staat wordt in het kerkeboek opgenomen, aangehouden en om de tien jaren herzien, evenals dit in 1870 en 1880 in eene gecombineerde vergadering van kerkvoogden en floreenplichtigen reeds is geschied.
Ditzelfde geschiedt ten opzichte van de benificiale goederen en fondsen.
Art. 30.
De ongebouwde eigendommen met bij behoorende huizen, worden voor geen langeren tijd dan vijf jaren, en niet anders dan bij openbare mededinging verhuurd.
Kerkvoogden hebben echter de bevoegdheid die eigendommen in overleg en met toestemming van notabelen onderhands te verhuren.
Bijaldien deze vergadering 't omtrent den huurprijs niet eens kan worden, zullen staande die vergadering door kerkvoogden en notabelen drie tauxateurs wor-
den benoemd. Aan de uitspraak van deze lauxaleurs moet de vergadering zich onderwerpen.
De overige gebouwde eigendommen mogen zij ten allen tijde, doch voor geen langer dan in 't eerste lid van dit art. gestelde termijn, onderhands verhuren.
Art. 31.
Kerkvoogden zien er op toe, dat de tot de beneficia behoorende gebouwen in goeden staat van onderhoud blijven ejt dat de ongebouwde eigendommen naar plaatselijk gebruik worden gecultiveerd.
Indien zij ontdekken dat de genothebber ten dezen nalaat, wat hij had behooren te doen, brengen zij hem dit onder het oog.
Desvereischt beramen zij de noodige maatregelen tot verbetering.
Kerkvoogden zien toe dat de in het 1e lid bedoelde eigendommen voor geen langeren tijd dan vijf jaren worden verhuurd.
Art. 28, laatste lid, is ten opzichte van deze goederen toepasselijk.
Art. 32.
Wanneer de gewone inkomsten der gemeente niet voldoende zijn om hare uitgaven te dekken, wordt een hoofdelijke omslag geheven over alle stemgerechtigde lidmaten dezer gemeente.
De grondslag naar welke de hoofdelijke omslag wordt geheven, is het Jaarlijks inkomen'der omslag-plichtigen.
18
Kerkvoogden zorgen dat de kerk toegankelijk is op alle tijden, die de kerkeraad voor de openbare godsdienstoefening of ander godsdienstig gebruik ten behoeve der gemeente aanwijst.
Zij kunnen met goedvinden van den kerkeraad het kerkgebouw ten gebruike van andere personen afstaan.
De handhaving der orde in de kerk is aan kerkvoogden toevertrouwd.
Zija^unnen dienaangaande bepalingen voorschrijven.
Art. 34.
Voor zooverre de benoeming en aanstelling van kerkelijke beambten en bedienden, welke uit de kerkvoogdij-inkomsten hunne bezoldiging genieten niet uitdrukkelijk bij algemeene reglementen aan den kerkeraad is opgedragen , geschiedt dit door de kerkvoogden.
Op dezelfde wijze wordt de instructie voor de benoemden vastgesteld.
Elke benoeming geschiedt tot wederopzegging.
Art. li laatste lid is op de voorgaande zinsneden van dit. artikel van toepassing.
Art. 35.
Kerkvoogden dragen zorg voor eene richtige bewaring van alle belangrijke oude en nieuwe bescheiden koopacten, boeken, registers enz., tot de kerke- en beneficiale goederen behoorende.
Zoo mogelijk schaffen zij daarvoor een brandvrije kast aan.
19
Bij gemis van de noodige ruimte zullen zij de oude stukken op bewijs in eene meer algemeene versame-ling van archieven tol wederopzegging mogen overbrengen.
Art. 36.
Alle herstellingen en vernieuwingen en alle nieuwe werken ten behoeve van de kerkvoogdij, waarvoor de raming meer dan /'500.» beloopt, worden door kerkvoogden in 't openbaar aanbesteed, tenzij de bij art. 20 bedoelde vergadering daaromtrent anders hebbe besloten.
Art. 37.
Bij gebleken ontrouw of opzettelijke weerstrevigheid in de nakoming van het aan kerkvoogden voorgeschre-vene, kunnen zij door notabelen worden ontslagen.
Totdat ontslag wordt vereischt eene meerderheid van twee derde der wettig uitgebrachte stemmen.
Ieder notabele heeft slechts één stem en brengt die voor zich zeiven uit. Niemand mag voor een ander stemmen.
VI. Overgangs- en Slotbepalingen.
Art. 38.
De leden van 't beslaand collegie van kerkvoogden blijven hunne betrekking bekleeden tot aan de vergadering , waarin dit reglement wordt vastgesteld. In die vergadering worden (dadelijk na de benoeming van nolabelen) door dezen drie kerkvoogden benoemd. De aftredende kerkvoogden doen op een op dien dag
20
te bepalen tijd rekening en verantwoording tegenover de nieuwe kerkvoogden en natabelen. De rooster van aftreding dezer nieuwe kerkvoogden wordt bij loting vastgesteld.
De eerste aftreding heeft plaats op 1 Januari 1883. Art. 39.
De gemeente van Manlgum en Schillaard behoudt volgens 't hiervoren gestipuleerde eigen toezicht en beheer over de kerke- en beneüciale goederen.
Art. 4.0.
1. Zoolang er geen andere regeling of hooger wettelijk toezicht voor deze kerkelijke administratie bestaat, zullen alle geschillen over de wettigheid of verkregen meerderheid der betrekkelijke stemmingen en besluiten door kerkvoogden en notabelen geschied of door hen genomen, worden beslist of uitgesproken door eene commissie van drie personen, leden zijnde van de Nederlandsche Hervormde kerk.
2. Deze commissie wordt telkens voor den tijd van drie jaren verkozen door kerkvoogden en notabelen van deze gemeente.
3. De eerste verkiezing dier commissie heeft plaats op den dag waarop dit reglement wordt bestemd en vastgesteld.
4. De beslissingen of uitspraken dezer commissie, waarvan mededeeling geschiedt aan partijen, zijn voor dezen, zonder nader beroep op den gewonen rechter, verbindende.
5. De schadeloosstelling door de commissie voor hare
21
benoemingen en werkzaamheden te genieten, wordt voldaan voor de helft door de verliezende partij 'en de wederhelft uit de kerkefondsen.
6. Staande de vergadering waarop dit verschil ontstaat , of een protest wordt gedaan, storten beide partijen in handen van kerkvoogden de som van zestig gulden.
7. De partij welke in 't gelijk wordt gesteld ontvangt binnen eene maand na de gevallen uitspraak zijne gestorte gelden van kerkvoogden terug.
8. Hetgeen de in het ongelijk gestelde meerheeft gestort, dan de schadeloosstelling van de commissie mocht bedragen , wordt hem binnen gelijken tijd door kerkvoogden teruggeven. De verliezende partij behoeft tot de door de commissie gemaakte kosten nooit meer dan zestig gulden te betalen; 't overige wordt betaald uit de kerkefondsen.
9. Wie in gebreke blijft om de in 't 6e lid bepaalde sorn inhanden van kerkvoogden ter vergadering-te storten, wordt gehouden daardoor van zijne bezwaren of protesten afstand te hebben gedaan.
10. Partijen ontvangen van plaats, dag en uur der vergadering, waarin de geschillen zullen worden overwogen , of behandeld, minstens drie dagen te voren van de commissie schriftelijk kennis.
11. Zij kunnen hunne belangen daar bij monde of bij geschrifte voorstaan.
12. De beslissing of uitspraak van alle geschillen in zake de administratie tusschen kerkvoogden en notabelen kan bij besluit van de vereenigde vergadering aan de voormelde commissie worden opgedragen.
22
13. De door de commissie te genieten schadeloosstelling wordt in dit geval uit de kerkvoogdij fondsen bestreden.
14. De 4e, 10e en iie zinsnede van dit artikel zijn mede van toepassing op de geschillen, vermeld bij de 42e zinsnede.
Art. 41.
Alle stemmingen geschieden schriftelijk, bij volstrekte meerderheid, behoudens 't bepaalde bij artikelen 37 en 4-2. Bij de eerste stemming over personen geen volstrekte meerderheid verkregen wordende, zal er eene tweede vrije stemming worden gehouden. Bij deze tweede vrije stemming nog geen volstrekte meerderheid verkregen zijnde, wordt eene herstemming gehouden tusschen de twee personen die de meeste stemmen verkregen, of indien er drie of meer personen een gelijk getal hoogste stemmen hebben verkregen, dan tusschen deze drie of meer.
Bijaldien na afloop van deze stemming de stemmen slaken, beslist het lot.
Art. -42.
Dit reglement treedt in werking op den dag der vaststelling daarvan.
Een afdruk daarvan is voor ieder stemgerechtigde bij kerkvoogden verkrijgbaar.
Geene wijzigingen, vernieuwing of intrekking van dit reglement kunnen geschieden dan door eene meerderheid van twee derde der wettig uitgebrachte stemmen.
23
Het daartoe strekkende voorstel wordt minstens veertien dagen voor de te houden vereenigde vergadering van kerkvoogden en notabelen ter inzage op eene geschikte plaats in de kerkelijke gemeente neergelegd.
Art. 43.
Van de stemming der vergadering op Maandag 13 Juni dezes jaars en van 't verhandelde in de vergadering tot vaststelling dezes, worden behoorlijke acten opgemaakt, de eerste door de toen fungerende kerkvoogden, de laatste door de nieuw benoemde kerkvoogden.
Deze acten worden door de in die beide vergaderingen tegenwoordige stemgerechtigden eigenhandig geteekend en in 't archief bewaard. Afschrift van deze acten worden aangebracht in 't kerkeboek.
Aldus vastgesteld ter vereenigde vergadering van kerkvoogden en stemgeregtigde manslidmaten van den Hervormden Godsdienst in de gemeente Manlgum en Schillaard, op heden den 31 Juli 1881.
A v. IJSENDIJK.
A. D. PALSMA.
J. IJ. BOSMA.
J. H. KALMA.
K. VELSTFA.
J. P. KALMA.
T. ROORDA.
S. de JONG.
J. ST1ENSTRA.
20
te bepalen tijd rekening en verantwoording tegenover de nieuwe kerkvoogden en natabelen. De rooster van aftreding dezer nieuwe kerkvoogden wordt bij loting vastgesteld.
De eerste aftreding heeft plaats op 1 Januari quot;ISSS.
Art. 39.
De gemeente van Mantgum en Schillaard behoudt volgens 't hiervoren gestipuleerde eigen toezicht en beheer over de kerke- en beneüciaïe goederen.
Art. 40.
1. Zoolang er geen andere regeling of hooger wettelijk toezicht voor deze kerkelijke administratie bestaat, zullen alle geschillen over de wettigheid of verkregen meerderheid der betrekkelijke stemmingen en besluiten door kerkvoogden en notabelen geschied of door hen genomen , worden beslist of uitgesproken door eene commissie van drie personen, leden zijnde van de Nederlandsche Hervormde kerk.
2. Deze commissie wordt telkens voor den tijd van drie jaren verkozen door kerkvoogden en notabelen van deze gemeente.
3. De eerste verkiezing dier commissie heeft plaats op den dag waarop dit reglement wordt bestemd en vastgesteld.
4. De beslissingen of uitspraken dezer commissie, waarvan mededeeling geschiedt aan partijen , zijn voor dezen, zonder nader beroep op den gewonen rechter, verbindende.
5. De schadeloosstelling door de commissie voor hare
21
benoemingen en werkzaamheden te genieten, wordt voldaan voor de helft door de verliezende partij 'en de wederhelft uit de kerkefondsen.
6. Staande de vergadering waarop dit verschil ontstaat , of een protest wordt gedaan, storten beide partijen in handen van kerkvoogden de som van zestig gulden.
7. De partij welke in 't gelijk wordt gesteld ontvangt binnen eene maand na de gevailen uitspraak zijne gestorte gelden van kerkvoogden terug.
8. Hetgeen de in het ongelijk gestelde meer heeft gestort, dan de schadeloosstelling van de commissie mocht bedragen , wordt hem binnen gelijken tijd door kerkvoogden teruggeven. De verliezende partij behoeft tot de door de commissie gemaakte kosten nooit meer dan zestig gulden te betalen; 't overige wordt betaald uit de kerkefondsen.
9. Wie in gebreke blijft om de in 't 6e lid bepaalde som inhanden van kerkvoogden ter vergadering te storten, wordt gehouden daardoor van zijne bezwaren of protesten afstand te hebben gedaan.
10. Partijen ontvangen van plaats, dag en uur der vergadering, waarin de geschillen zullen worden overwogen, of behandeld, minstens drie dagen te voren van de commissie schriftelijk kennis.
11. Zij kunnen hunne belangen daar bij monde of bij geschrifte voorstaan.
12. De beslissing of uitspraak van alle geschillen in zake de administratie tusschen kerkvoogden en notabelen kan bij besluit van de vereenigde vergadering aan de voormelde commissie worden opgedragen.
22
13. De door de commissie te genieten schadeloosstelling wordt in dit geval uit de kerk voogdijfondsen bestreden.
14. De 'i6, 10e en lle zinsnede van dit artikel zijn mede van toepassing op de geschillen, vermeld bij de 12e zinsnede.
Art. 41.
Alle stemmingen geschieden schriftelijk, bij volstrekte meerderheid, behoudens 't bepaalde bij artikelen 37 en 42. Bij de eerste stemming over personen geen volstrekte meerderheid verkregen wordende, zal er eene tweede vrije stemming worden gehouden. Bij deze tweede vrije stemming nog geen volstrekte meerderheid verkregen zijnde, wordt eene herstemming gehouden tusschen de twee personen die de meeste stemmen verkregen, of indien er drie of meer personen een gelijk getal hoogste stemmen hebben verkregen, dan tusschen deze drie of meer.
Bijaldien na afloop van deze stemming de stemmen staken, beslist het lot.
Art. 42.
Dit reglement treedt in werking op den dag der vaststelling daarvan.
Een afdruk daarvan is voor ieder stemgerechtigde bij kerkvoogden verkrijgbaar.
Geene wijzigingen, vernieuwing of intrekking van dit reglement kunnen geschieden dan door eene meerderheid van twee derde der wettig uitgebrachte stemmen.
23
Het daartoe strekkende voorstel wordt minstens veertien dagen voor de te houden vereenigde vergadering van kerkvoogden en notabelen ter inzage op eene geschikte plaats in de kerkelijke gemeente neergelegd.
Art. 43.
Van de stemming der vergadering op Maandag IS Juni dezes jaars en van 't verhandelde in de vergadering tot vaststelling dezes, worden behoorlijke acten opgemaakt, de eerste door de toen fungerende kerkvoogden, de laatste door de nieuw benoemde kerkvoogden.
Deze acten worden door de in die beide vergaderingen tegenwoordige stemgerechtigden eigenhandig geteekend en in 't archief bewaard. Afschrift van deze acten worden aangebracht in 't kerkeboek.
Aldus vastgesteld ter vereenigde vergadering van kerkvoogden en stemgeregtigde manslidmaten van den Hervormden Godsdienst in de gemeente Manlgum en Schiüaard, op heden den 31 Juli ISSl.
A v. IJSEND1JK.
A. D. PALSMA.
J. IJ. BOSMA.
J. H. KALMA.
K. YELSTRA.
J. P. KALMA.
T. ROORDA.
S. de JONG.
J. ST1ENSTRA.
24
F. de BOER.
M. SCHUURMAN M. KOOPMANS K. D. ME1NTEMA.
G. SIJPERDA. tj. SWIERSTRA. Fr. FERWERDA. R. de BOER.
M. LOOIINGA. K, FERWERDA. S. ME1NSMA. K. A. JANSMA. Th. NAPJUS. J. SJOUKEMA.
D. HOOGTERP.
J. D. SWIERSTRA.
E. S. GROENEVELD. gt; ;■ D. E. GROENEVELD.
L. P. MIEDEMA. J. OOSTRA. J. KOOISTRA. S. ALGERA. J. GROUSTRA. D. MIEDEMA. J. F. JANSEN Fzn.
BIJ W. EEKHOFF amp; ZOON TE LEEUWARDEN.