/ijl,
DE KLINISCHE WAARDE VAN EVIPAN
NATRIUM ALS NARCOTICUM BIJ HOND
EN KAT
A. WINTER
BISLIOTHEEK DEI
RIJKSUNIVERSITEIT
UTRECHT.
-ocr page 2-•f
.....'Sr^r-Sife':^.
1.
t ■
A / ,
-ocr page 3-m
^S'ins
■quot;pi»
¥
-■.•t.- V.
■ tè'
. .-.ri*'
msmmmÊÊ^}^^
.... - .
■
- ^î!
W.
«il«»-.
-A- '
-ocr page 4- -ocr page 5-DE KLINISCHE WAARDE VAN EVIPAN NATRIUM
ALS NARCOTICUM BIJ HOND EN KAT
n
-ocr page 7-DE KLINISCHE WAARDE VAN EVIPAN NATRIUM
ALS NARCOTICUM BIJ HOND EN KAT
TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN
AAN DE RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT
OP GEZAG VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS
Dr. J. BOEKE, HOOGLEERAAR IN DE FACULTEIT
DER GENEESKUNDE, VOLGENS BESLUIT VAN DEN
SENAAT DER UNIVERSITEIT TEGEN DE BE-
DENKINGEN VAN DE FACULTEIT DER VEEARTSE-
NIJKUNDE TE VERDEDIGEN OP WOENSDAG
2 2 JUNI 1938, DES NAMIDDAGS TE 4 UUR
DOOR
DIERENARTS TE AMERSFOORT
GEBOREN TE HOOGEZAND
1938
DRUKKERIJ Fa. SCHOTANUS 6 JENS, UTRECHT
BI3LI0THEEK DEI
RIJKSUNIVERSITEIT
utrecht.
HAV asCsjonbsp;Vî^opa^îj^Hv aar
îSf.vnbsp;mi-
SI îiîïfseip^'jîiTiesav'iî^V i^îSquot; TÄÄMUI^
^■^gTSÂa-i'/ i^a twtJSJDÄ»? sa KÎÏV sr^wîjfvîS^^
.nbsp;J ^ i
.--t^ :
Aan de nagedachtenis van mijn Vader.
Aan mijn Moeder.
Aan mijn Vrouw en Kinderen.
-ocr page 10- -ocr page 11-Gaarne benat ik de gelegenheid, mij bij het verschijnen van dit proef-
schrift geboden, om allen die tot mijn wetenschappelijke vorming hebben
bijgedragen, mijn dank te betuigen.
Met eerbied herdenk ik de nagedachtenis aan hen onder mijn leermeesters,
die thans niet meer zijn.
In de allereerste plaats dank ik U Hooggeleerde KLARENBEEK, hoog-
geachte Promotor, voor de voorlichting en steun, die ik ook bij de bewer-
king van dit proefschrift, steeds van U mocht ondervinden.
Ook aan U, Zeergeleerde VEENENDAAL, ben ik eveneens groote
dank verschuldigd voor de hulp en de belangstelling, waarmede U het
onderzoek hebt gevolgd.
Hartelijk dank zeg ik voorts U, Zeergeleerde ERNST en WINSSER
voor Uw sympathieke medewerking waar deze noodig bleek.
Zeer groote erkentelijkheid ben ik verschuldigd aan U Hooggeachte
KUYPERS voor Uw bereidwilligheid om tijdens mijn werken aan de
Kliniek de belangen van mijn praktijk wel te willen behartigen.
Rest mij nog mijn dank te betuigen aan het Personeel van de Kliniek
voor Kleine Huisdieren, voor hun hulp, in hef bijzonder aan den Heer
V. d. Horst.
- _____ ___ , , ÄE5.nbsp;ieîfcotœr «saäb^wa ^gs^wesrâjronbsp;-säfr^*»»»
-saji a^bW^i:^ tdH^ kkgt; -feteif^SwsWsniÄ ^îî Sjje^
^nbsp;JUiMinAiiQ. tósQw \5 aas «V»^ i^issässi^tnEi ^ a« ^
TWH. Wbnbsp;-^«s.^ m .lt;3'33gt; -eiiäk WJnbsp;«t^isïâ
-Vt.
TS-
■îr
Hoewel de gecombineerde morphine-chloroform-aether nar-
cose bij de hond en de aether-narcose bij de kat, alleszins
betrouwbaar zijn, hebben ze in de dagelijksche praktijk steeds
het bezwaar, dat men moet beschikken over een geroutineerde
kracht, die de inhalatienarcose gedurende de operatie verzorgt.
Met het volgende onderzoek werd dan ook beoogd, de
narcose voor hond en kat te vereenvoudigen, door vóór het
begin der operatie een narcose op te wekken, die voldoende
lang aanwezig blijft en die geen strenge controle gedurende
de operatie vereischt.
Bij de mensch schijnt de evipan natrium narcose dit doel
het dichtst te benaderen, hetgeen de directe aanleiding werd,
dat het klinisch effect dezer narcose ook bij hond en kat uit-
voerig in het experiment en bij patienten werd bestudeerd.
HOOFDSTUK I.
PHARMACOLOGIE VAN E VIP AN-N ATRIUM
Chemie.
Evipan natrium is een barbituurzuur-derivaat, n.l. het
natriumzout van H. methyl-cyclohexenyl-barbituurzuur, een
wit krystallyn, smakeloos poeder, dat zeer gemakkelijk in water
oplost.
De chemische structuur formule is als volgt:
•De waterige oplossing dient na bereiding snel (binnen 1 ä
2 uur) te worden gebruikt, aangezien anders een omzetting
plaats heeft tot een onwerkzame verbinding door opening van
de ring:
NCHs = C—ONa
Inbsp;Inbsp;/CH2—CHgv
De stof werd het eerst bereid door Kropp en Taub in
het Chemisch laboratorium van de I. G. Farbenindustrie A. G.,
terwijl Weese (D. Med. Woch. 1932 no. 31, D. Med.
Woch. 1933 no. 2) de stof pharmacologisch onderzocht.
Pharmacologische onderzoekingen.
Deze onderzoekingen werden hoofdzakelijk bij katten ver-
richt, terwijl ook een enkele maal honden en konijnen werden
gebruikt. De dieren werden door Weese langzaam (tijds-
duur 1—2 minuten) intraveneus ingespoten met een 10 %-
waterige oplossing van evipan natrium. De verschillende stadia
der narcose werden bepaald naar het wegvallen en het terug-
komen van de stel- en bewegingsreflexen volgens het schema
van Magnus en Girndt. In Stadium I loopen de dieren
atactisch, terwijl de zithouding normaal is.
Stadium III is bereikt bij zijligging met opgerichte kop.
Tijdens stadium V is de cornea reflex verdwenen en zijn de
ruggemergs-reflexen zeer sterk verminderd.
Stadium VI komt overeen met de volledige narcose, waarbij
de reflexen geheel afwezig zijn.
Weese spoot nu katten in met verschillende stijgende
doses evipan natrium intraveneus en verkreeg de in onder-
staande tabel weergegeven resultaten.
Herstel uit de narcose |
Geringste | |||||
Dosis |
Maximale |
Terug- |
Terug- |
Spontaan |
Opmer- | |
na minuten: | ||||||
20 |
III |
8 49 |
24 |
30 |
75 404-^) |
100-110: Dosis Letalis Minima
Kunstmatige ademhaling noodig.
-ocr page 16-Reeds tijdens de injectie begint de werking; na 1 minuut
ligt het dier in zijligging, de ademhaling wordt langzamer en
dieper, maar blijft regelmatig. Excitatie en cyanose werden niet
waargenomen. Na 2 minuten (dus direct na afloop der in-
jectie) is de maximale narcose-diepte voor de gebruikelijke
doseering reeds bereikt.
Bij overschrijding der grensdosis wordt de dood steeds ver-
oorzaakt door ademstilstand.
Zelfs na doseeringen, die het narcose stadium VI doen
ontstaan, treedt een ontwaken weer snel op. Na 30—60 minu-
ten loopen de dieren weer absoluut normaal rond. Tijdens het
ontwaken, treedt bij katten het voor barbituurzuur derivaten
veelal karakteristieke trillen en fibrillaire trekken der spieren
op. Bij honden duurt het ontwaken iets langer.
Het bleek dat met 25 mg per kg dier bij de kat steeds een
narcose was te verkrijgen, terwijl voor de hond 30 mg per kg
noodig was. De dosis letalis minima voor beide dieren is 100—
110 mg per kg dier. De therapeutische breedte is dus voor
de kat 4 en voor de hond 3.3. Door snelle injectie bleek de
werking intenser te zijn, maar sneller te verloopen.
Door vóórbehandeling van konijnen met morphine werd de
werking van sub-narcotische doses evipan natrium versterkt
en verlengd, terwijl de hooge doseeringen slechter verdragen
werden; de therapeutische breedte nam dus af.
De afbraak en ontgifting van evipan natrium door het
hchaam werd bij konijnen onderzocht. De afbraak moet wel
zeer snel verloopen, aangezien een konijn van 2.4 kg in staat
is in 13 minuten tijds 46 mg evipan natrium onwerkzaam te
maken.
Het bleek, dat konijnen na hepatectomie veel langer in
narcose bleven dan de normale dieren, zoodat de lever bij de
afbraak een belangrijke rol moet spelen. De nieren doen aan
de afbraak niet mede, gezien de proeven bij dieren, waarbij
de nieren verwijderd waren.
De afbraak is bijna volkomen; bij een controle van 24 uur,
werd in de urine na een volledige narcose nog slechts 3 %
barbituurzuur teruggevonden. Cumulatie is dus niet mogelijk;
dat bleek ook uit de dierproeven, waarbij zonder eenig nadeel
maanden lang dagelijks hypnotische doses werden ingespoten.
De bijwerking van evipan natrium op de bloedsomloop bleek
zeer gering te zijn. De bloeddruk van een konijn in volledige
narcose daalt slechts voor korte tijd, ongeveer 15—20 mm Hg.
Het min. volume van het geïsoleerde hondenhart aan het
Starling-apparaat neemt van 50 mg evipan natrium slechts
met 3 % af. Dientengevolge zal, wanneer door overdoseeringen
ademstilstand optreedt het hart nog doorkloppen. De dood
door evipan natrium is dan ook steeds een dood door adem-
verlamming. Toch is de invloed op de ademhahng bij normale
doseering tijdens de narcose niet groot, de frequentie wordt
wel geringer, maar de diepte neemt toe.
Tenslotte bleek nog, dat een 10 % oplossing van evipan
natrium intracutaan ingespoten geen locale, prikkelende wer-
king bezat. Ook na intraveneuze injectie bleef de vena vol-
komen normaal en thromboseerde niet. Haemolyse werd niet
gevonden.
OVERZICHT BETREFFENDE HET GEBRUIK
VAN EVIPAN NATRIUM BIJ DE MENSCH
Evipan natrium wordt bij de mensch in de eerste plaats
gebruikt tot het verkrijgen van een kortdurende narcose. Daar
braken praktisch nooit optreedt, is het ook niet noodig de
patienten te laten vasten; toch is het beter om niet direct na
een flinke maaltijd de evipan natrium in te spuiten, want dan
juist treedt soms wel braken op. Dit zal echter praktisch
weinig voorkomen, zoodat het niet noodzakelijk zal zijn eenige
voorbereiding voor het toedienen der narcose te treffen, het-
geen een groot voordeel is te achten. De doseering is natuurlijk,
■zooals bij alle narcotica, voor ieder geval afzonderlijk te be-
oordeelen. Het is echter noodig, om bij vette, anaemische,
cachectische en zwaar zieke menschen, evenals bij septische
zieken ongeveer 30—50 % van de gebruikelijke dosis af te
trekken.
Bij magere, doch overigens gezonde personen moet 10—
20 % van de gebruikelijke dosis worden afgetrokken. Als
hoogste dosis per keer wordt 10 cc van een 10 % oplossing
aangegeven. De beste wijze van individueele doseering is een
goede contrôle tijdens de injectie. Men bepaalt nauwkeurig
de inslaap-dosis en spuit voor een korte narcose nog eens deze
dosis bij en voor langere narcose de drievoudige inslaapdosis
in het geheel.
De injectie geschiedt in de armvene zoodanig, dat de ge-
heele dosis in 2 à 3 minuten geïnjecteerd is. De oplossing dient.
alvorens in te spuiten, op lichaamstemperatuur te worden ge-
bracht. De duur der narcose bedraagt ongeveer 10—20
minuten.
In de tweede plaats wordt de evipan natrium gebruikt als
inleidingsnarcose. Hierbij geldt voor de doseering enz. het-
zelfde als voor de kortdurende narcose; als inhalatie nar-
coticum laat men meestal aether volgen. Nu kan men ook
minder evipan natrium geven, omdat men slechts een diepe
slaap snel wil opwekken, die men dan verdiept en verlengt
met aether. Deze methode echter heeft wel het nadeel, dat de
patiënt meer aether opneemt dan noodig is.
Men kan ook zeer goed na de evipannatrium-lachgas nar-
cose toedienen.
In de derde plaats kan men evipan natrium gebruiken voor
langdurende operaties n.l. door de narcose dosis herhaalde
malen toe te dienen. Wanneer de patiënt dus blijk geeft in
een minder diep stadium van narcose te komen, spuit men
opnieuw in en opereert rustig door. Het is gebleken, dat men
dit zonder gevaar kan doen, door het feit, dat de evipan
natrium zoo snel in het lichaam wordt afgebroken en dus geen
cumulatie optreedt.
Het verloop der narcose is als volgt: tijdens de injectie
voelen de patienten zich door moeheid overvallen en zijn bij
het einde der injectie in diepe narcose. De ademhaling is in
de eerste minuten oppervlakkig en versneld, maar gaat snel
in het normale slaaprhythme over. De bloeddruk daalt soms
15—30 mm Hg, zooals bij elke normale slaap, de pols blijft
onveranderd. Het ontwaken na 15—25 minuten gaat snel maar
vaak vallen de patienten nog weer in een nasiaap. Post opera-
tieve opwinding wordt alleen gezien bij die patienten, die reeds
voor de operatie zeer onrustig en nerveus waren. Retrograde
amnesie bestaat steeds.
HOOFDSTUK Ol.
LITERATUUR BETREFFENDE DE TOEPAS-
SING VAN EVIPAN NATRIUM NARCOSE BIJ
DE HOND
Von Knebel (12) was de eerste, die deze narcose bij
honden toepaste. Ademhaling en bloedsomloop werden niet
beïnvloed, terwijl nierbeschadiging niet werd gevonden.
Bij para veneuze injectie trad pijn, noch necrose op.
Hij injicieerde intraveneus 0.3 cc 10 % oplossing per kg en
verkreeg dan meestal een roes, in enkele gevallen zelfs vol-
ledige narcose. Een nadeel vond hij de urenlang durende ataxie
na het ontwaken.
quot;Steffens (18) bracht 44 honden in narcose. De dosis
optima lag bij 0.03—0.04 gr per kg hond. Hij spoot in met een
snelheid van 1 cc per min. De narcose duurde 12—15 min. Na
injectie van 0.06 gr per kg duurde de narcose —1 uur. De
doodelijke dosis hgt bij 90—100 mg per kg. Ook hij zag bij
het ontwaken langdurige ataxie en in 20 % der gevallen zelfs
sterke excitatie.
Heger (5) sluit zich geheel bij de bevindingen van von
Knebel aan. Hij kon tevens door gefractioneerde injecties
de narcose zelfs tot 2Y2 uur laten duren.
Ganslmayer (4) bracht 26 honden in narcose. De duur
der narcose varieerde met de hoeveelheid ingespoten evipan-
natrium. Met 0.3 cc per kg verkreeg hij gemiddeld een 18 min.
durende narcose; met 0.4 cc 37 min.; 0.5 cc 41 min. en met
0.6 cc 81 min. durend. Bij langzame injectie zag hij polsver-
hooging tot het dubbele, bloedsdrukverlaging en iets afname
van de ademfrequentie. Vaak werden ook zeer heftige
excitatie verschijnselen gezien, benevens hevige spierkrampen.
Hij raadt deze narcose voor de hond zeer af.
Velu en Zottner (19) verkregen bij honden na 0.055
gr per kg een narcose, die uur duurde en geen nadeelige
invloed uitoefende.
Achterlonie (1) narcotiseerde met goed gevolg 14
honden; ook hij zag na afloop der narcose vaak heftige
excitatie. Duurde de narcose te kort voor de operatie, dan
werd een 2e injectie toegediend, die steeds goed verdragen
werd.
K a r g e r (10) opereerde 64 honden onder evipan natrium
narcose. De meest gunstige doseering was volgens hem 0.3—
0.4 cc per kg dier, terwijl de injectie-duur 2—3 minuten be-
droeg. De duur der narcose varieerde van 15—45 minuten.
Jonge honden bleken grooter doses noodig te hebben dan
oudere. Excitatie verschijnselen werden veelvuldig waarge-
nomen.
J a k e s (6) gaf 38 keer narcose bij honden met doseeringen
van 1—80 mg per kg intraveneus. Het bleek, dat 50 mg zonder
nadeel werd verdragen. Pas bij een doseering van 30 mg per
kg werd een goede narcose verkregen, die 5—13 min. duurde.
Bij het ontwaken ontstonden vaak krampen.
50 mg per kg gaf een narcose van 1 uur, terwijl bij het
ontwaken heftige excitatie en braken optrad.
80 mg per kg bleek de doses letahs min. te zijn; de meest
gunstige narcose dosis lag tusschen 30 en 40 mg per kg.
Lindsay (13) beschreef een aantal patienten, welke hij
narcotiseerde door een intraveneuze injectie van 0.4 cc evipan
natrium per kg. Als voordeelen van deze wijze van narcoti-
seeren noemde hij het ontbreken van een narcose-kap bij
operatie aan het hoofd en de geringe toxiciteit vooral van
belang bij de verzwakte patienten.
Nadeelen waren de bezwaren verbonden aan een intra-
veneuze injectie vooral bij nerveuze honden en de postnarco-
tische excitatie, die regelmatig optrad. Hij vond deze narcose
alleen geschikt voor een kort chirurgisch ingrijpen.
Velu, Zottner en Ipoustequy (20) beschreven
de evipan natrium narcose bij de hond en prezen daarbij de
eenvoud van toepassing en techniek. Bij weinig gevoelige
dieren gaven zij cocaine om de narcose te verdiepen en te
verlengen.
Necip en Zobu (15) vonden de narcose goed; over
het verloop deelden ze weinig mede. De intraveneuze injectie
stuitte nog al eens op moeilijkheden.
Ojemann (16) verkreeg na intraveneuze injectie van
0.3 cc 10% oplossing een narcose van 15 min.; na 0.4 cc
duurde de narcose 20 a 25 min.; 0.6 en 0.8 gaven een diepe
narcose, die 40 ä 45 min. resp. 50 ä 55 min. duurde.
Ook hij zag de excitatieverschijnselen, die vooral bij het
ontwaken zeer heftig waren. Spoot hij de honden eerst in
met zoutzure morphine 1,3^2 i^Q P^^ ^^ ^^ Vi vervolgens
0.4 cc evipan natrium per kg dan verkreeg hij een narcose, die
1—uur duurde. De excitatie was nu afwezig, ook bij het
ontwaken. Deze verhouding van morphine en evipan natrium
bleek het beste te voldoen; gaf hij minder morphine, dan was
de kans op excitatie grooter en bij minder evipan natrium
duurde de narcose korter.
Munzig (14) narcotiseerde 17 honden. De minimale
narcose dosis bleek 0.25 cc per kg te zijn. Een diepe narcose
voor operatieve doeleinden geschikt, werd verkregen na in-
jectie van 0.3—0.4 cc per kg. De narcose duur bedroeg dan
10—30 minuten. Het inslapen trad direct na de injectie op
zonder excitatie; het ontwaken ging echter steeds gepaard met
heftige excitatie verschijnselen, die enkele uren duurden.
Pols, temperatuur en ademhaling werden door deze dosis
weinig beïnvloed. De doodelijke dosis lag hij 1 cc per kg.
Jorman en Abel (7) gaven aan, dat de narcose ver-
lengd kan worden door een tweede intraveneuze injectie.
LITERATUUR BETREFFENDE DE TOEPASSING
VAN DE EVIPAN NATRIUM NARCOSE BIJ DE KAT
Hierover zijn de mededeelingen zeer spaarzaam, waar-
schijnlijk een gevolg van de moeilijke techniek der intraveneuze
injectie bij dit dier.
Na de pharmacologische proeven van W e e s e (zie blz. 11)
op katten verricht, bracht C s a t o (2) katten in narcose door
intraveneuze injectie van 30—40 mg per kg. De narcose
trad direct na de injectie op, excitatie werd niet waargenomen.
Schadelijke werking op de nieren kon niet worden aangetoond.
O j e m a n n (16) spoot de katten intra abdominaal in met
de 10 % waterige oplossing 0.4 cc per kg, veroorzaakte na
enkele minuten een slaaptoestand, waarbij de reflexen aan-
wezig bleven.
Met 0.6 en 0.7 cc per kg werd een niet constante werking
verkregen; soms een uur narcose, soms slechts een rustige
slaap. Het bleek dat 0.8 cc per kg steeds een 11 uur durende
narcose gaf, waarbij het ontwaken vrij rustig was, uitgezonderd
enkele lichte spiertrillingen; echter steeds een langdurige
ataxie.
De temperatuur daalde tijdens de narcose 1—1}/^° C.
Hoogere doseeringen tot zelfs 1.6 cc per kg toe hadden
het zelfde effect als 0.8 cc per kg.
Fouchet (3) berichtte dat van de toegediende hoeveel-
heden evipan natrium bij de kat, n.l. 2, 5 en 3,26 gram, slechts
2 en 2.25 % in de urine in veranderde toestand werden uit-
gescheiden.
Kennedy en Narayana (11) constateerden dat bij
katten een intraveneuze injectie van 50 mg evipan natrium
per kg een duidelijke temperatuurdaling veroorzaakte.
Necip en Zobu (15) wezen op de groote moeilijkheid,
om bij katten een intraveneuze injectie toe te dienen. Met
evipan natrium gelukte het hun om bij deze dieren een volledige
narcose op te wekken.
LITERATUUR BETREFFENDE DE TOEPASSING
VAN EVIPAN NATRIUM BIJ DE OVERIGE DIEREN
VeluenZottner (19) gelukte het om met een intra-
veneuze injectie van 0.33 mgr. evipan natrium per kg een vol-
komen narcose van ruim 25 minuten bij het paard te verkrijgen.
Velu, Zottner en Ipousteguy (20) prezen de
evipan natrium narcose bij het paard zeer om zijn eenvoud
van toepassing, het ontbreken van onrust verschijnselen en
het snelle herstel na de narcose.
Schellner (17) narcotiseerde 20 paarden door intra-
veneuze injectie van evipan natrium (10 %) in een doseering,
varieerende tusschen 3.3 en 25 cc per kg. De narcose trad
zeer snel op, maar gedurende het inslapen en het ontwaken
traden spiertrekkingen op, die zoo nu en dan overgingen in
tonische en clonische krampen. De individueele gevoeligheid
bij de paarden was zeer groot, Schellner prefereert dan
ook de chloralhydraat-narcose boven de evipan natrium ver-
dooving.
Jongkees (8) narcotiseerde konijnen door intraveneuze
injectie van evipan natrium in een doseering van 20—30 mg
per kg. Hij verkreeg steeds een uitstekende narcose; enkele
malen zag hij een ademstilstand optreden, die echter nooit
aanleiding was tot een excitus letalis. Af en toe zag hij tijdens
het ontwaken tonische en clonische krampen, benevens
episthotonus optreden.
Ojemann (16) spoot konijnen intra-abdominaal in met
evipan natrium in een doseering van 0.1—0.5 cc per kg en
verkreeg slechts een snel voorbijgaande sufheid en geringe
evenwichtsstoornissen. Bij een doseering van 0.8—1 cc per kg
werd een narcose van 30 minuten verkregen, terwijl 1.2—1.4
cc als regel een narcose van 20—40 minuten veroorzaakte.
HOOFDSTUK IV.
EIGEN ONDERZOEKINGEN BETREFFENDE
DE EVIPAN NATRIUM NARCOSE BIJ DE
Uit de literatuur betreffende de hond bleek dat door de
verschillende onderzoekers bij intraveneuze toediening zeer
wisselende doseeringen zijn gebruikt, n.l. 25—80 mg per kg.
Allereerst werd door mij dan ook onderzocht, welke dosee-
ring het beste resultaat gaf.
Hiertoe werden 15 honden intraveneus ingespoten met
doses varieerende tusschen 0.4 en 1.2 cc der 10 % waterige
oplossing. De injecties hadden plaats in de Vena Saphena met
een snelheid van 15—20 sec. i)
De huid werd lateraal boven de tarsus kaal geschoren of
geknipt en met tinct. jodii gedesinfecteerd. Door krachtige
circulaire druk in de kniestreek werd stuwing veroorzaakt,
zoodat de ader meestal goed zichtbaar en venaepunctie moge-
lijk was. Waar dit niet kon geschieden, werd, alvorens de
canule in het bloedvat te steken, de huid met een scalpel in-
gesneden, zoodat de vena goed zichtbaar werd.
Een enkele maal werd iets paraveneus gespoten, hetgeen
echter nooit aanleiding gaf tot necrose, ook thrombose van
de Vena Saphena werd nooit waargenomen.
Van belang was vooral de snelheid, waarmede de intrave-
1) De in sec. uitgedrukte snelheden geven weer de tijd benoodigd voor
inspuiting van 1 cc vloeistof.
neuze injectie geschiedde. Snelle injecties van 5 en 6 sec.
bleken soms doodelijk te werken. In eenige gevallen werden
nog snellere injecties, niettegenstaande gevaarlijke ademha-
lingsbezwaren, verdragen.
Een injectietijd van 12—15 sec. bleek gevaarloos.
INTRAVENEUZE INJECTIE VAN EVIPAN NATRIUM
BIJ HONDEN.
A. Intraveneuze injectie van 0.4 cc evipan natrium per kg.
Proef 1.
Herder, oud 4 jaar, gewicht 25 kg werd ingespoten met
10 cc evipan natrium intraveneus met een snelheid van 15 sec.
Een diepe narcose werd hiermede niet verkregen.
Verschijnselen: Nadat het dier om 3 uur was ingespoten,
vertoonde het gedurende 20 minuten spierslapte, vermindering
van reflexen en sensibihteit, maar geen narcose. Vervolgens
traden spiertrillingen op en 30 minuten na de injectie trachtte
het dier overeind te komen, tilde de kop op en boog deze in
spastische kramptoestand achterwaarts.
Drie kwartier na de injectie was de normale gevoeligheid
weer terug en de bewegingsstoornis eveneens verdwenen en
liep het dier normaal rond. Een duidelijke beïnvloeding van
pols, ademhaling en temperatuur werd niet bespeurd.
3 uur injectie......... 130nbsp;38.6nbsp;28
3 „ 10 .......... 120nbsp;39nbsp;32
3 „ 20 .......... 120nbsp;38.8nbsp;30
3 „ 30 .......... 124nbsp;38.7nbsp;28
Proef 2.
Trekhond, 5 jaar, wegende 24 kg zeer nerveus, werd inge-
spoten met 9.6 cc evipan natrium intraveneus, met een snelheid
van 16 sec. Een hchte narcose gedurende 15 minuten werd
hiermede verkregen.
Verschijnselen: Direct na de injectie trad spierslapte op,
de pupilreflex was iets verminderd, terwijl de cornea en patel-
lair reflex na eenige minuten verdwenen, de sensibiliteit bleef
in geringe mate aanwezig. De voetzoel (torus) en de huid
reageerden zwak op prikkels.
Twintig minuten na de injectie kwamen de reflexen terug,
en vijf minuten later begon de hond in liggende houding loop-
bewegingen te maken, kreeg spiertrillingen en vertoonde
episthotonus. Ook jankte de hond af en toe en trachtte op
te staan. De pupil bleef iets verwijd en reageerde zwak op
lichtprikkels. De hond werd schrikachtig en was overgevoelig
voor iedere geluidsprikkel. Na IJ^ uur reageerde het dier op
roepen, hijgde en trachtte iets te eten. Na uur stond de
hond op. Het coardinatievermogen kwam eerst langzamerhand
terug, zoodat drie uur na de injectie de gang nog atactisch
was. De temperatuur daalde kort na de injectie, om daarna
te stijgen; dit laatste werd vermoedelijk veroorzaakt door de
vele bewegingen en krampachtige trekkingen. De ademhaling
werd dieper en langzamer gedurende het stadium der psychi-
sche depressie.
P. T. A.
2 uur 35 .......... 120 38.6 30
2 50 .......... 120 38 24
4 20 .......... 116 39.5 32
Proef 3.
Fox terrier, oud 2 jaar, 9 kg werd intraveneus ingespoten
met 3.6 cc evipan natrium met een snelheid van 14 sec. Een
vrij diepe narcose van 10 minuten werd verkregen.
Verschijnselen: Direct na de injectie trad een diepe narcose-
slaap op; anaesthesie trad in, verder volkomen spierslapte; de
reflexen verdwenen. De corneareflex bleef slechts zeer kort
weg en de overige reflexen kwamen na 10 minuten terug. De
sensibiliteit keerde terug en de hond reageerde zwak op knijpen
in de torus en prikjes in de huid. Na 15 minuten ontwaakte
de hond en kreeg spiertrilhngen. Na 25 minuten maakte het
dier met de voorste en achterste extremiteiten loopbewegingen
en tilde af en toe de kop op. Het bijkomen ging met janken
gepaard. Het duurde ongeveer 2 uur alvorens de hond zich
weer eenigszins normaal en zonder waggelen kon bewegen.
De temperatuur was 15 min. na de injectie van 38.6 tot
37.8 gezakt om dan wederom tot het normale te stijgen.
Proef 4.
Fox terrier, oud 2 jaar, 7 kg werd intraveneus ingespoten
met 2.8 cc evipan natrium met een injectiesnelheid van 13 sec.,
hetgeen een narcose gaf van 15 minuten.
Verschijnselen: Spoedig na de injectie verdwenen de
reflexen en de sensibiliteit. De narcose was goed, de adem-
haling eerst frequenter, daarna rustig en verdiept. De hart-
werking normaal. Na 15 minuten kwam de corneareflex terug,
terwijl het dier reageerde op knijpen in de torus. Het bijkomen
werd gekenmerkt door motorische onrust, loopbewegingen af-
gewisseld door tonische en clonische krampen en episthotonus.
Het duurde drie uur alvorens het dier weer normaal was.
De temperatuur zakte 0.08°.
B. Intraveneuze injectie van 0.6 cc evipan natrium per kg.
Proef 1.
Fox terrier, reu, oud 2 jaar, 9 kg werd intraveneus inge-
spoten met 5.4 cc evipan natrium met een snelheid van 22 sec.
Een goede narcose van 40 minuten trad op.
Verschijnselen: 2 minuten na de injectie was het dier in
diepe narcose en waren de sensibiliteit en alle reflexen ver-
dwenen en bestond volledige spierslapte.
Tijdens de injectie vertoonde het dier reeds verdiepte adem-
haling en sliep direct in. De ademhaling werd onregelmatig,
oppervlakkig en hield enkele keeren op; een enkele keer 10
seconden achtereen. Deze perioden werden dan vaak gevolgd
door eenige opeenvolgende snelle ademhalingen. De pupil was
matig vergroot en reageerde uiterst zwak.
Na 40 minuten begon de cornea reflex terug te komen. De
sensibiliteit 5 minuten later, terwijl de hond op knijpen in de
torus reageerde.
Twee uur na begin der narcose bewoog de hond zich zonder
krampen te vertoonen, doch sliep spoedig weer in. \]/2 uur
later traden excitatie en hallucinatie op en begon het dier af
en toe te huilen, het snurkte en kreeg spiertrillingen. De pooten
werden af en toe krampachtig opgetrokken; enkele zwakke
loopbewegingen traden op, voorts clonisch-tonische krampen
van kop en halsspieren. Het dier voelde koud aan.
Deze verschijnselen duurden tot 7 uur na begin der narcose,
op welk tijdstip de loopbewegingen intensiever begonnen te
worden en het dier trachtte op te staan.
De ataxie en spierslapte verdwenen slechts langzaam en
16 uur na de injectie was het dier pas nagenoeg normaal en
begon voedsel op te nemen. De belangrijke beïnvloeding van
de hch. temperatuur en ademhaling blijkt uit de volgende tabel:
P. T. A.
11nbsp;uur 40 injectie....... 102 39.2 32
n .. 50 .......... 180 38.6 14
12nbsp;............ 135 38.3 14
12 20 .......... 130 37.6 18
12 .. 35 .......... 136 37.2 28
1 ............ 120 36.4 30
1 .. 30 .......... 122 36.5 28
1nbsp;.. 45 .......... 120 36.8 27
2nbsp;15 .......... 120 36.3 28
2 30 .......... 124 36.2 26
2nbsp;„ 45 .......... 140 36.4 28
3nbsp;„ 30 .......... 140 36.9 24
6 ............ 126 37.2 28
9 ............ 112 38 28
10 „ 30 .......... 110 38.3 30
-ocr page 30-Fox terrier, reu, zeer nerveus, oud 4 jaar, 16 kg werd intra-
veneus ingespoten met 9.36 cc evipan natrium met een snelheid
van 15 sec. Geen narcose werd verkregen.
Verschijnselen: Onder de injectie werd het dier zeer geagi-
teerd. Narcose ontstond niet, wel ataxie en spierslapte en
heftige tonische, clonische krampen en excitatie. Geen vol-
komen opheffing der reflexen en sensibiliteit. Het dier niesde
af en toe. Een uur na de injectie deed het dier moeite om op
te staan en later om te loopen, hetgeen door de nog duidelijk
bestaande atactische toestand niet of uiterst moeizaam ge-
schieden kon. Dit duurde eenige uren, terwijl de hond 4 uur
na de injectie slaap-neiging kreeg. De geringste geluidsprikkel
deed het dier echter ontwaken, het rook aan het voedsel, doch
was nog onmachtig om dit tot zich te nemen. Langzamerhand
herstelde het dier zich en was 8 uur na de injectie weer nor-
maal. Uit de tabel blijkt de aanzienlijke daling der lich. tem-
peratuur:
P. T. A.
1 uur 12 injectie...... 92 39.2 24
11nbsp;.„ 30 ......... 146 38.4 hijgt
12nbsp;„ ......... 140 38.2 48
12 „ 30 ......... 130 37.7 44
12 „ 45 ......... 132 36.5 hijgt
2nbsp;.. 15..................38.2
2nbsp;45.........
3nbsp;........... 165 38.2 36
Proef 3.
Fox Terrier, reu, 9 kg werd intraveneus ingespoten met
5.4 cc evipan natrium met een snelheid van 18 sec. Een diepe
narcose, welke 40 minuten duurde, trad op.
Verschijnselen: Nadat het onrustige dier was ingespoten
trad een diepe narcose op, waren de reflexen en sensibliteit
verdwenen en bestond volledige spierslapte. De pupil was iets
vergroot. Plotseling bleef enkele minuten na de injectie de
ademhaling gedurende 3 minuten stilstaan, terwijl het hart
nog vrij normaal doorklopte. Kunstmatige ademhaling werd
direct toegepast, terwijl de tong met koud water werd be-
sprenkeld. Kort daarop volgden een drietal oppervlakkige
ademhalingen, daarna herstelde zich langzamerhand het nor-
male rhythme. Wederom was de temperatuurdaling belangrijk.
De temperatuur verliep als volgt:
P. |
T. |
A. | ||
10 |
uur 25 injectie . . . , |
. ... 110 |
38.8 |
32 |
10 |
„ 50 ...... . |
. ... 150 |
35.5 |
16 |
11 |
„10....... |
. ... 146 |
35 |
24 |
11 |
„30....... |
. ... 142 |
34.6 |
28 |
11 |
„50....... |
. ... 120 |
34.5 |
32 |
12 |
„30....... |
35.2 |
Proef 4.
De hond van proef 2 werd een week later op dezelfde
manier intraveneus ingespoten met 9.36 cc evipan natrium met
een snelheid van 22 sec. Er trad geen narcose op.
Verschijnselen: Deze waren nagenoeg hetzelfde als bij proef
2. Temperatuurdaling 1 uur na injectie 1.6°.
Proef 5.
Een trekhond, reu oud 2 jaar, 21 kg, werd intraveneus inge-
spoten met 12.6 cc evipan natrium met een snelheid van 20 sec.
Een narcose van 35 min. trad op.
Verschijnselen: Direct na de injectie verdwenen reflexen
en sensibiliteit, trad anaesthesie in en verviel het dier in nar-
cotische slaap. 35 Min. na de injectie kwamen de reflexen
terug en begon de hond op knijpen in de torus te reageeren.
Het ontwaken verhep verder heel rustig. De temperatuur welke
gedurende de narcose 1.2° zakte, steeg daarna geleidelijk en
was 1 uur na de injectie normaal.
C., Intraveneuze injectie van 0.8 cc evipan natrium per kg.
Proef 1.
Een herder, wegende 20 kg, reu, oud 9 jaar, zeer nerveus,
werd 16.4 cc evipan natrium intraveneus toegediend met een
snelheid van 18 sec. Een narcose van slechts 15 minuten werd
hiermede verkregen.
Verschijnselen: Reeds tijdens de injectie geraakte de hond
in een diepe narcose met verdiepte rustige ademhaling. De
cornea-huid en patellair reflexen verdwenen spoedig, terwijl de
sensibiliteit volkomen was opgeheven; een goede spierslapte
was ontstaan. Na 15 minuten kwamen de huid- en cornea-
reflexen reeds terug en reageerde de hond op knijpen in de
torus en prikjes in de huid. De ademhaling was oppervlakkig,
doch regelmatig, terwijl de daling der hchaamstemperatuur
gering was.
Na 1 uur en 15 minuten begon de hond onrustig te worden,
kreunde en jankte af en toe, vertoonde episthotonus, tonische
krampen der achterbeenen, afgewisseld met loopbewegingen.
Dit excitatie stadium werd zoo nu en dan door slaaptoe-
standen onderbroken tot een algeheel herstel optrad.
De P.T.A. waren om:nbsp;P. T. A.
10nbsp;uur 40 bij de injectie .... 120 39.7 hijgend
11nbsp;„nbsp;........ 120 39.4 48
11 „ 15 ........ 118 38.2 20
11 „ 45 ........ 120 38.6 22
Proef 2,
Pinscher, teef, wegende 8 kg, oud 3 jaar, werd ingespoten
-ocr page 33-met 6.4 cc evipan natrium intraveneus, met een snelheid van
18 sec. Een narcose van 55 minuten trad hierna in.
Verschijnselen: Kort na de injectie verdwenen de reflexen,
terwijl de ademhaling zeer verdiept en verlangzaamd was en
zelfs 90 seconden stilstond. Een half uur na de injectie waren
alle reflexen nog afwezig, prikjes in de huid op diverse plaat-
sen waren zonder gevolg. Een uur na de injectie trok de hond
zwak met de pooten, doch bleef in diepe slaap. Even daarna
kwam de corneareflex eenigszins terug en werden de pooten
krampachtig opgetrokken. Nog 10 minuten later kwamen ook
andere reflexen en de sensibihteit langzamerhand terug, terwijl
het dier lag te huilen en janken, daarbij spiertrillingen ver-
toonde afgewisseld met spierkrampen over het geheele lichaam.
2 uur na de injectie was de algeheele toestand nagenoeg nor-
maal. Gedurende de narcose bleef de pols constant, terwijl de
ademhaling soms gevaarlijke pauzes van 90—120 sec. ver-
toonde. De temperatuur was 30 minuten na de injectie met
1.4° C. gedaald.
D. Intraveneuze inijectie van 1 cc evipan natrium per kg.
Proef 1.
Fox Terrier, teef, wegende 11 kg, oud 3 jaar, werd 11.2 cc
evipan natrium intraveneus ingespoten met een snelheid van
13 sec.
Verschijnselen: Tijdens de injectie trad de narcose reeds
op; 4 minuten later waren de sensibiliteit en alle reflexen ver-
dwenen. De temperatuur daalde snel en een excitus letalis
volgde na 40 minuten door ademstilstand, terwijl het hart nog
eenige minuten doorklopte.
Proef 2.
Fox Terrier, oud 4 jaar, wegende 8 kg werd 8.2 cc evipan
natrium intraveneus ingespoten met een snelheid van 12 sec.
Tijdens de injectie trad narcose op.
Een hond, reu, 3 jaar, wegende 9 kg moest pijnloos gedood
worden. Intraveneus werden met een snelheid van 5 sec. 3.6 cc
evipan natrium ingespoten.
Verschijnselen: Dier succombeerde na eenige minuten door
ademstilstand, zoodat een specifieke injectie niet noodig bleek.
Proef 4.
Een hond met ongeneeslijk huidlijden moest pijnloos worden
gedood. Het dier met een gewicht van 11 kg werd intraveneus
ingespoten met 4.4 cc evipan natrium oplossing met een snel-
heid van 6 sec. per cc.
Verschijnselen: Dood trad in door ademstilstand.
Conclusie:
Door intraveneuze toediening van evipan natrium is bij de
hond meestal een spoedig intredende, kortdurende narcose te
verkrijgen met een doseering van 0.6—0.8 cc per kg. Lagere
doseering veroorzaakt veelal een excitatie-toestand afgewis-
seld met diepe slaap.
Hoogere doseeringen geven wel snel een diepe narcose,
maar zijn gevaarlijk door de beïnvloeding van het ademhalings-
centrum, waardoor ademhaling diepte en -rhythme ernstig
worden benadeeld, hetgeen exitus letalis tengevolge kan
hebben; bovendien is het ontwaak-stadium te lang. Over
het algemeen is echter deze wijze van toedienen bij de hond
niet aan te bevelen, aangezien zoowel tijdens het inslapen als
tijdens het ontwaken ernstige motorische psychische onrust-
verschijnselen meestentijds optreden. Uit de proeven blijkt, dat
de injectie niet sneller dan met 12 sec. per cc mag geschieden.
Verschijnselen: De narcose, die direct na de injectie optrad,
duurde zeer lang, pas 23/^ uur na de injectie begonnen de
cornea en patellair reflexen en de sensibiliteit terug te komen.
Het ontwaken ging gepaard met zeer heftige excitatie,
episthotonus, spierkrampen en trilhngen over het geheele
lichaam. Deze excitatie werd gedurende geruime tijd afge-
wisseld met slaapperioden, terwijl de ademhaling meerdere
malen ernstig gestoord was.
De pols en temperatuur bleven nagenoeg constant. Eerst
de volgende morgen was het dier volkomen hersteld.
E. Intraveneuze injectie van 1.2 cc evipan natrium per kg.
Proef 1.
Fox Terrier, oud 3 jaar, wegende 6.5 kg werd 8 cc evipan
natrium intraveneus ingespoten met een snelheid van 13 sec.
Een narcose van 3 uur werd verkregen.
Verschijnselen: Tijdens de injectie trad narcose op met
zeer verdiepte en gestoorde ademhaling. De narcose duurde
3 uur, waarna de reflexen en sensibiliteit langzamerhand terug-
kwamen. Ook nu weer geschiedde het ontwaken tijdens heftige
excitatie met tonische en clonische krampen en episthotonus,
afgewisseld door perioden van slaap met matige motorische
onrust.
Het duurde 16 uur, alvorens het dier geheel normaal was.
Aanhang:
Ten einde de invloed der injectie-snelheid te kunnen be-
oordeelen werden nog bij een 3-tal honden intraveneuze in-
spuitingen verricht in aanzienlijk sneller tempo dan in de
vorige proeven. De doses bedroegen steeds 0.4 cc per kg.
Proef 1.
Bij een Spaniel, reu, 4 jaar, 11 kg werd intraveneus 4.4 cc
evipan natrium ingespoten met een snelheid van 4.5 sec. Plot-
seling ademstilstand tijdens de injectie Exitus letalis. De
injectie was waarschijnlijk te snel verricht.
INTRA ABDOMINALE INJECTIE VAN EVIPAN
NATRIUM BIJ HONDEN.
Aangezien in de praktijk de intraveneuze injectie bij kleine
honden vaak groote moeilijkheden geeft, werd ook een onder-
zoek ingesteld naar de werking van evipan natrium na intra-
abdominale injectie. De intra-abdominale injectie geschiedde
door het op de rug en met het achterlichaam eenigszins hoog-
gehouden dier, na wegknippen der haren en desinfectie in het
ventrale meso en hypogastrium, ongeveer in de hnea alba in
te spuiten.
De inspuiting kon zonder gevaar voor toxische beïnvloeding
van het ademhalingscentrum met een normale snelheid, dus
niet vertraagd, geschieden.
De dieren werden te voren gewogen, bij kleine honden en
bij katten geschiedde dit door middel van een ulster, waaraan
een mandje van bekend gewicht was bevestigd.
A. Intra-abdaminale injectie van 0.6 cc evipan natrium
per kg.
Proef 1,
Bij een Fox terrier, oud 9 maanden, wegende 9 kg werd
intra-abdominaal 5.73 cc evipan natrium ingespoten. Dit gaf
een narcose van ongeveer 40 minuten.
Verschijnselent De injectie werd gegeven om 3 uur 30 min.
Na 5 minuten begon de hond te waggelen en werd atactisch,
daarna begon het dier te janken, terwijl het zich door toe-
nemende spierslapte op de zijde liet vallen.
Langzamerhand verdwenen reflexen en sensibiliteit. De
corneareflex bleef het langste aanwezig.
Goede narcose was 3 uur 40 min. ingetreden en tot 4.20
waren de reflexen afwezig en bestond anaesthesie.
De ademhaling was rustig, de uitademing verlangzaamd.
Het hart bleef krachtig en regelmatig functioneeren. De pupil
reageerde goed. De temperatuur zakte 1.2°. Om 4 uur 30
begon de hond onder de reeds in vorige proeven vermelde
onrustverschijnselen bij te komen, waarbij tevens braakbewe-
gingen werden waargenomen. Het duurde eenige uren alvorens
het dier wederom normaal was. Een duidelijke temperatuur-
daling werd vastgesteld.
P. T. A.
3 uur 30 injectie........HO 38.7 24
^ quot;nbsp;.......... 150 38.4 22
^ quot; 30 .......... 120 37.5 22
5 quot;nbsp;.......... 140 38.2 22
Proef 2.
Herder, oud 3 jaar, teef, 20 kg, zeer nerveus werd om
2 uur 10 intra-abdominaal ingespoten met 12.30 cc evipan
natrium. Geen narcose werd verkregen.
Verschijnselen: Eerst trad een stadium van onrust op; fre-
quente ademhahng, voortdurend heen en weer loopen, waarbij
de gang reeds atactisch was. Daarna trad van 2 uur 30 tot
2 uur 40 een lichte roes in met sufheid, spierslapte, verminderde
reflexen en sensibiliteit, vervolgens werd een periode waar-
genomen, gekenmerkt door motorische onrust, loopbewegingen
afgewisseld met strekkingen van de voorpooten en krampen
van de kop en halsspieren (tonische en clonische krampen).
Dit stadium duurde lang, zoodat eerst na eenige uren herstel
intrad. Om half zes was het dier eerst in staat om op te staan.
Proef 3.
Een Airedale terrier, teef, matige voedingstoestand, 4 jaar
wegende 12 kg, werd om 2 uur 25 intra-abdominaal ingespoten
met 7.20 cc evipan natrium. Goede narcose van ongeveer 40
minuten trad op.
Verschijnselen: Spoedig begon het dier te wankelen en om
2 uur 30 was het dier reeds niet meer in staat te staan en
ging op zijn zijde liggen. De narcose trad daarbij geleidelijk in.
De reflexen en de sensibiliteit waren om 2 uur 35 min. ver-
dwenen. De narcose was daarbij reeds goed, de ademhaling
rustig en verdiept, de uitademing verlengd, de hartwerking
normaal.
Om 3 uur traden eenige braakbewegingen op, die evenwel
nog niet tot braking aanleiding gaven.
Om 3 uur 15 minuten kwam de corneareflex zwak terug,
terwijl het dier reageerde op prikjes in de huid en knijpen in
de torus. Voorts jankte, huilde en hijgde de hond af en toe,
de ademhaling werd zeer frequent, waarbij schuim in de mond-
hoeken werd waargenomen. Bijkomen was zeer onrustig,
duurde lang en om 5 uur 30 was de hond nog niet in staat
om te loopen. De volgende ochtend was de algemeene toestand
normaal.
De temperatuur zakte 3^°.
P. T. A.
2nbsp;uur 30 injectie........ 140 38.6 32
3nbsp;„nbsp;.......... 170 38.2 36
3nbsp;„ 30 .......... 180 38.1 40
4nbsp;30 .......... 160 38.3 56
Proei 4.
Fox, reu, 2 jaar, wegende 7 kg, werd intra-abdominaal met
4.2 cc evipan natrium ingespoten, hetgeen een korte, lichte
narcose gaf.
Verschijnselen: Om 9 uur 55 werd de hond ingespoten.
Na 5 minuten begon het dier te wankelen door spierslapte en
liet zich op de zijde vallen.
Om 10 uur trad verdiepte ademhaling op en verdwenen de
reflexen, het laatst de corneareflex. De pupil bleef reageeren.
De sensibiliteit van de huid was niet geheel opgeheven en
het dier reageerde zwak op knijpen in de torus. Een slaaptoe-
stand trad in, waarbij de ademhaling regelmatiger en opper-
vlakkiger werd. Om 10.30 waren de meeste reflexen reeds
weer aanwezig en was de sensibiliteit weer nagenoeg normaal:
het dier reageerde dan ook veel sterker op knijpen in de torus.
Langzamerhand kwam de hond bij, doch was om 12 uur nog
niet in staat om te staan.
Het nastadium duurde eenige uren; het ging niet met heftige
excitatie gepaard.
Om 6 uur was de hond weer goed en begon gretig te eten.
De ademhaling was eenige tijd zeer langzaam, de hartwerking
normaal, doch de temperatuur daalde belangrijk n.l. 1.6°.
P. T. A.
9 uur 55 injectie.......HO 38.6 20
quot;nbsp;.......... 130 37nbsp;16
quot; .......... 104 38.2 20
B. Infra-abdominale injectie van 0.8 cc evipan natrium
per kg.
Proef 1.
Hondje, 2 jaar oud, wegende 6.5 kg, werd intra-abdominaal
ingespoten met 5.3 cc evipan natrium, hetgeen een narcose
van 20 minuten veroorzaakte.
Verschijnselen: Spoedig na toediening trad spierslapte op
en waren reflexen en sensibihteit verminderd. Enkele minuten
later bestond reeds reflex ongevoehgheid en anaesthesie; het
dier lag in zijligging met een rustige snurkende ademhaling.
De cornea- en patellair reflexen kwamen 20 minuten later weer
terug. Een kwartier later slikte het dier eenige malen achtereen
en begon loopbewegingen te maken; opstaan gelukte de hond
pas 2 uur na de injectie. De gang bleef geruime tijd atactisch
doch was na 4 uur weer vrij normaal. De diepe ademhaling
was regelmatig en rustig, de hartactie krachtig en regelmatig,
de temperatuur daalde belangrijk n.l. 1.4° C.
P. T. A.
2 uur 5 injectie........ 128 38.6 22
2 quot; 25 ........... 132 38.4 20
2 quot; 45 ........... 120 37.2 24
4 quot; 45......................37.6
-ocr page 40-Fox terrier, 4 jaar oud, teef, wegende 11 kg, werd met 8.8 cc
evipan natrium intra-abdominaal ingespoten, hetgeen een
narcose van 18 minuten veroorzaakte.
Verschijnselen: De hond werd om 2 uur 55 ingespoten en
begon direct te janken en vertoonde strekkingen van de voor-
en achterbeenen; de ademhaling was verdiept. Om 3 uur 3
ging het dier op zijn zijde liggen; de reflexen en de sensibiliteit
verdwenen om 3 uur 10. Om 3 uur 30 kwam de cornea-reflex
zwak terug en reageerde het dier op knijpen in de torus. Het
bijkomen ging met excitatie gepaard en om 5 uur 35 kon de
hond zich voor het eerst waggelend staande houden. De tem-
peratuur daalde tijdens de narcose 0.8° C, de polsslag ver-
anderde noch qualitatief, noch quantitatief veel, terwijl de
ademhahng soms zeer langzaam was en eenmaal zelfs ge-
durende 90 sec. onderbroken werd.
P. T. A.
2nbsp;uur 55 injectie........ 130 38.6 20
3nbsp;15 .......... 144 37.8 12
3 „ 45 .......... 140 38.1 18
Proef 3.
Pinscher, reu, 3 jaar oud, wegende 9 kg, werd intra-abdomi-
naal ingespoten met 6.5 cc evipan natrium, hetgeen een narcose
veroorzaakte van ongeveer 20 minuten.
Verschijnselen: Spoedig na de injectie, die om 3 uur 3 ge-
geven werd, trad onder hevig janken spierslapte op. De
reflexen verdwenen grootendeels evenals de sensibiliteit, zoo-
dat om 3 uur 15 van een hchte narcose kon worden gesproken.
Deze toestand duurde ongeveer 20 minuten, de ademhahng
was stootend en onregelmatig, doch wel diep. De temperatuur
daalde tijdens de narcose van 38.7 tot 37.8. Het dier ontwaakte
om 3 uur 35 langzamerhand zonder excitatie. Hoewel de ataxie
en spierslapte lang bleef bestaan, kon het dier om 6 uur weder-
om overeind komen, waarna spoedig herstel volgde.
C. Intra-abdominalc injcctic van 1 cc evipan natrium per kg.
Proef 1.
Fox terrier, reu. wegende 6 kg, werd intra-abdominaal in-
gespoten met 6 cc evipan natrium, hetgeen een diepe narcose
veroorzaakte.
Verschijnselen: 6 minuten na de injectie trad, na verschijn-
selen van spierslapte een diepe narcose op, die 2 uur duurde.
Het ontwaken ging met een langdurige heftige excitatie ge-
paard, waarbij korte perioden met tonische en clonische spier-
krampen. gepaard gaande met psychische excitatie (huilen,
janken), afgewisseld werden door slaap. De ademhaling was
tijdens de narcose zeer verdiept, terwijl de temperatuurdahng
zeer aanzienlijk was (2.2° C).
Conclusie:
Door intra-abdominale inspuiting van 0.6—0.8 cc evipan
natrium per kg wordt meestentijds na enkele minuten een circa
20—40 minuten durende, matig diepe tot diepe narcosetoestand
verkregen. Zoowel het praenarcotische als het postnarcotische
stadium kan door psychische en motorische onrust gekenmerkt
zijn; het laatste stadium is van lange duur; de injectie der
vloeistof behoeft niet langzaam te geschieden.
Door de resultaten met deze methode verkregen, moet de
intra-abdominale applicatie van evipan natrium in deze vorm
voor practische toepassing ongeschikt worden geacht.
GECOMBINEERDE INJECTIE VAN MORPHINE EN
EVIPAN NATRIUM.
Aangezien de resultaten der intraveneuze en intra-abdomi-
nale evipan natrium injecties bij de hond onvoldoende waren
t.o.v. de bruikbaarheid als praktisch narcoticum, werd getracht
door combinatie met morphine betere resultaten te verkrijgen.
A. Subcutane injectie van 1.5 mg zoutzure morphine per kg
Na 30 minuten intraveneuze injectie van 0.4 cc evipan
natrium per kg.
Trekhond, teef, 25 kg, oud 6 jaar, goede voedingstoestand,
werd na morphine voorbereiding intraveneus ingespoten met
evipan natrium met een snelheid van 15 sec.
Een narcose van 50 minuten werd verkregen.
Verschijnselen: Kort na de morphine injectie trad nausea
en vomitus op. Tijdens de evipan natrium injectie trad de
narcose in met volkomen afwezigheid van reflexen en sen-
sibiliteit. De cornea reflex verdween het laatste.
Gedurende de narcose was de hartwerking normaal en de
ademhaling rustig verdiept, en alleen bij het ontwaken af en
toe door pauzen van 20 sec. onderbroken. Een uur na de
injectie kwamen reflexen en sensibiliteit duidelijk terug en
begon de hond shkbewegingen te maken en te ontwaken. Het
postnarcotische stadium was niet door onrust gekenmerkt, eerst
na eenige uren was de toestand van slaperigheid beëindigd.
De temperatuurdaling was 1.4°.
p. |
T. |
A. |
140 |
38.8 |
30 |
124 |
37.5 |
28 |
124 |
37.5 |
28 |
120 |
37.4 |
30 |
120 |
37.5 |
32 |
118 |
37.5 |
20 |
120 |
37.7 |
36 |
3 uur 30 injectie .
3
4
4
4
4
5
50
10
18
30
50
Proef 2.
Een herder, reu, 4 jaar oud, wegende 12 kg, werd na
morphine voorbereiding om 9 uur 52 intraveneus ingespoten
met evipan natrium met een snelheid van 12 sec. Een narcose
van 45 minuten werd hierdoor verkregen.
Verschijnselen: Enkele minuten na de injectie was een diepe
narcose toestand ingetreden met een langzame rustige diepe
ademhaling. Het ontwaken verliep zeer rustig, om 10 uur 20
kwam de cornea-reflex terug en om 10 uur 30 was ook de
sensibiliteit weer aanwezig. Na 2 uur ontwaakte de hond zeer
rustig; gezorgd werd dat in dit stadium alle geluids- en con-
tactprikkels zooveel mogelijk vermeden werden.
Proef 3.
Boxer, teef, oud 4 jaar, rustig dier, werd voorbehandeld met
morphine, waarna intraveneus evipan natrium met een snel-
heid van 10 sec. werd toegediend. Een narcose van 40 minuten
werd hiermede verkregen.
Verschijnselen: Tijdens de injectie sliep de hond reeds in
en spoedig waren alle reflexen en de sensibihteit verdwenen.
De ademhahng was rustig en verdiept, terwijl de temperatuur
gedurende de narcose 1.4° daalde. Na 40 minuten ontwaakte
de hond rustig. Sensorieele prikkels werden wederom zooveel
mogelijk vermeden. 6 uur na de injectie had de hond zich
geheel hersteld.
Proef 4.
Een Fox terrier, oud 4 jaar, teef, wegende 8 kg werd na
morphine voorbehandeling om 3 uur intraveneus evipan na-
trium ingespoten met een snelheid van 10 sec. Een narcose
van 45 minuten werd verkregen.
Verschijnselen: Tijdens de injectie sliep de hond reeds in
met een rustige diepe ademhaling, waarbij alle reflexen en de
sensibiliteit volkomen opgeheven waren. 45 Minuten na de
injectie kwamen de reflexen terug en wederom 10 minuten
later ook de sensibihteit. Het ontwaken geschiedde rustig.
Gedurende de narcose daalde de temperatuur 2° C, terwijl
de pols nagenoeg niet veranderde.
Conclusie:
De intraveneuze injectie van 0.4 evipan natrium per kg,
voorafgegaan door een subcutane inspuiting van 1.5 mg zout-
zure morphine per kg geeft bij de hond een betrouwbare
narcose, welke veelal tijdens de injectie intreedt, voldoende
diep is, circa ^ uur duurt en door een rustig postnarcotisch
stadium doorgaans gekenmerkt is.
B. Subcutane injectie van 1.5 mg zoutzure morphine per kg
na 30 minuten intra-abdominale injectie van 0.6 cc evipan
natrium per kg.
Proef 1.
Een trekhond, reu, oud 1 jaar, wegende 21.5 kg, werd na
morphine voorbereiding ingespoten met 13 cc evipan natrium
intra-abdominaal. Hierop trad een narcose in van 65 minuten.
Verschijnselen: Om 2 uur 55 min. werd intra-abdominaal
ingespoten en 3 minuten later trad een diepe narcose in,
waarbij de sensibihteit en de reflexen geheel verdwenen. De
ademhaling was zeer verlangzaamd en de rectaal temperatuur
daalde ruim 2°. Om 4 uur 10 kwamen de reflexen weer terug
en om 4 uur 15 reageerde de hond flauw op huidprikjes en
knijpen in de torus. De hond kwam langzamerhand bij en
geraakte af en toe weer in slaap. Om 6 uur trachtte het dier
overeind te komen, hetgeen tegen 7 uur gelukte. Om 11 uur
's avonds was het dier nagenoeg geheel hersteld.
2nbsp;uur 55 injectie........ 120nbsp;38.6nbsp;28
3nbsp;„nbsp;.......... 140nbsp;38.6nbsp;32
3 10 ....................120nbsp;37.3nbsp;20
3 .. 30 ....................104nbsp;37nbsp;18
3nbsp;„ 50 ....................88nbsp;36.4nbsp;16
4nbsp;„ 10 ....................100nbsp;37.2nbsp;20
Proef 2.
Fox terrier, reu, oud 4 jaar, wegende 8 kg, werd na voor-
behandeling met morphine intra-abdominaal ingespoten met
4.8 cc evipan natrium, hetgeen een goede narcose van 1 uur
veroorzaakte.
Verschijnselen: 3 Minuten na de injectie ontstond een nar-
cose toestand, waarbij de sensibiliteit was opgeheven, maar
de cornea- en pupil-reflex zeer zwakjes aanwezig bleven. De
temperatuur daalde aanzienlijk, evenals de ademfrequentie. Bij
het ontwaken steeg de temperatuur, terwijl de ademfrequentie
langzamerhand normaal werd. De volgende ochtend bleek de
hond weer geheel hersteld, hetgeen om 11 uur 's avonds nog
niet het geval was.
P. T. A.
3 uur injectie........ 120 38.4 28
3 „ 10 .......... 140 37.5 9
3nbsp;40 .......... 80 36.4 8
4nbsp;„ 30 .......... 104 37.3 16
5nbsp;30 .......... 110 37.6 18
Proef 3.
Bij een Fox terrier, reu, wegende 8 kg, werd na morphine
voorbehandeling intra-abdominaal 4.7 cc evipan natrium inge-
spoten. De narcose duurde 1 uur.
Verschijnselen: 2 Minuten na de injectie begon de hond
te waggelen en liet zich op de zijde vallen. Drie minuten later
was het dier in goede narcose. De frequentie van de adem-
haling daalde gedurende de narcose; gedurende enkele korte
perioden was ze onregelmatig en uitermate verlangzaamd. De
temperatuur daalde circa C. De pols bleef normaal en
vertoonde niet opvallende frequentie verschillen. Een uur na
het intreden van de narcose begon de hond iets te reageeren
op huidprikjes en knijpen in de torus, doordat naast de re-
flexen, ook de sensibihteit terug kwam. De hond ontwaakte
rustig en langzaam en vertoonde nog gedurende lange tijd
slaapneigingen.
Proef 4.
Pinscher, reu, wegende 9 kg, werd na voorbehandeling met
morphine intra-abdominaal ingespoten met 5.4 cc evipan na-
trium, hetgeen een goede narcose ten gevolge had.
Verschijnselen: 4 Minuten na de injectie trad een narcose
-ocr page 46-met volkomen afwezigheid van reflexen en sensibiliteit op, die
ongeveer 70 minuten duurde. Langzamerhand kwamen ver-
volgens de reflexen en sensibiliteit terug en na \ uur gelukte
het de hond op te staan. Gedurende de narcose was de pols
normaal, de temperatuur daalde 1.8° C, terwijl de ademhahng
rustig was, hoewel een enkele keer onderbroken door soms
vele secunden durende adempauzen.
Conclusie:
Met een intra-abdominale injectie van 0.6 cc evipan natrium
per kg voorafgegaan door een subcutane inspuiting van 1.5 mg
zoutzure morphine per kg wordt bij de hond een goede narcose
verkregen, welke enkele minuten na de injectie intreedt, circa
1 uur duurt en zonder motorische of psychische onrustver-
schijnselen in het postnarcotische stadium verloopt.
TOEPASSING BIJ PATIENTEN.
A. In verband met de gunstige resultaten bij proefhonden
verkregen met de combinatie van 1.5 mg hydrochloras
Morphini subcutaan toegediend, na een half uur gevolgd
door een intraveneuze injectie van 0.4 cc evipan natrium
werd, bij een aantal patienten deze combinatie-narcose toege-
past. De beschrijving van het verloop der narcose bij een 10-tal
daarvan laat ik hier volgen.
Als injectiesnelheid werd gemiddeld 15 sec. genomen.
Geval 1.
Zeer nerveuze herdershond, reu, wegende 24 kg. Chirur-
gische behandehng: castratie. Een narcose werd toegediend na
morphine voorbereiding intraveneus 9.6 cc evipan natrium. Er
trad geen narcose op.
Verschijnselen: Direct na de intraveneuze injectie werden
de psychische reacties vertraagd en traden spierverslapping,
verminderde sensibiliteit en zwakkere reflexen op, doch niet
zoodanig, dat het dier operabel was. Om 3 uur 15 min. werd
nog 0.2 cc evipan natrium per kg intraveneus ingespoten, en
om 3 uur 22 min. andermaal. De sensibiliteit van de huid bleef
echter tegen alle verwachting in bestaan en met chloroform-
aether inhalatie moest de narcose worden verkregen, alvorens
tot de operatie kon worden overgegaan.
Geval 2.
Een trekhond, reu, oud 6 jaar, wegende 32 kg. Chirurgische
behandeling: exstirpatie van een tumor in de dijstreek. Na
voorbereiding met morphine werd 13 cc evipan natrium intra-
veneus ingespoten. Een goede narcose trad op.
Verschijnselen: Tijdens de injectie trad reeds een begin-
nende narcose op en spoedig waren reflexen en sensibihteit
verdwenen. Bij de behandeling bleek de huid en het dieper
weefsel volkomen gevoelloos te zijn. De ademhaling was rustig
en het bijkomen eerst zonder bijzondere verschijnselen, totdat
ongeveer 6 uur na de operatie het dier plotsehng zeer ge-
agiteerd werd, huilde, jankte en trekkingen vertoonde, vooral
van kop- en halsspieren.
Deze aanval van motorische en psychische overprikkeling
duurde 10 minuten en werd door een vrij rustige nasiaap ge-
volgd. 12 uur later was het dier wederom geheel normaal.
Geval 3.
Een bouvier, ongeveer 4 jaar oud, gewicht 25 kg. Chirur-
gische behandeling: hechting van een mandibulaire fractuur.
De hond was aangereden door een auto en bij onderzoek
bleek een kaakfractuur aanwezig te zijn. Aangezien hechtingen
met metaaldraad aangebracht moesten worden werd tot nar-
cose overgegaan door intraveneuze toediening van 10 cc evipan
natrium na morphine voorbereiding. Een volledige narcose
werd na 3 minuten verkregen.
Verschijnselen: Direct na de injectie trad een goede narcose
op met volkomen afwezigheid van sensibiliteit. Een volkomen
verslapping der kaakmusculatuur. Het postnarcotische stadium
zonder excitatie.
Wels Terrier, 8 kg, reu. Chirurgische indicatie: een luxatie
van het heupgewicht. Het onderzoek was zeer pijnlijk, daarom
werd besloten een narcose toe te dienen. Na morphine voorbe-
reiding werd 3.2 cc evipan natrium intraveneus toegediend.
De narcose was uitstekend.
Verschijnselen: Na de injectie verdwenen de sensibiliteit
direct en binnen eenige minuten de reflexen. De behandeling,
die zonder verdooving uiteraard zeer pijnlijk zou zijn, werd
zonder reageeren van het dier doorstaan. Daar de spieren
atonisch waren, werd de repositie zeer vergemakkelijkt. De
pols en de ademhahng gaven weinig verandering, doch de
temperatuur daalde 1.5°. De duur van de narcose was ongeveer
2 uur. De repositie werd met goed gevolg verricht, waarna een
waterglas verband werd aangelegd. De terugkeer van het
bewustzijn en van de mobiliteit en sensibiliteit geschiedde zon-
der excitatie.
P. |
T. |
A. | ||
2 |
uur 40 injectie .... |
. ... 120 |
38.4 |
28 |
3 |
„10...... |
. ... 120 |
37.1 |
24 |
4 |
„10...... |
37 | ||
5 |
„10...... |
36.9 | ||
5 |
„40...... |
37.2 |
Geval 5.
Een herder, reu, gewicht 34 kg. Chirurgische indicatie: een
luxatie van het schoudergewricht. Voor behandehng: repositie.
Voor röntgenonderzoek, was het gewenscht narcose toe te
dienen. De hond werd een half uur na subcutane injectie van
morphine intraveneus ingespoten met 13.6 cc evipan natrium
met een snelheid van 16 sec.
Een narcose van 70 minuten werd verkregen.
Verschijnselen: Algemeene spierslapte. verminderde sen-
sibiliteit en reflexen, benevens narcoseslaap traden tijdens de
injectie reeds op en 5 minuten later was volkomen anaesthesie
verkregen.
Nadat een foto gemaakt was, werd getracht het geluxeerde
gewricht te reponeeren, waarbij de diepte van de narcose vol-
doende bleek, aangezien het dier niet reageerde op deze pijn-
lijke behandeling en volkomen spierslapte bestond.
Gedurende de narcose bleef de pols normaal, terwijl de
ademhaling, welke kort na de injectie iets frequenter was,
spoedig rustig werd. De temperatuur daalde 1.2°; 70 minuten
na de injectie kwam de corneareflex terug en langzamerhand
herstelden zich ook de andere reflexen en de sensibiliteit. Het
bijkomen geschiedde rustig en duurde ongeveer 3 uur. De
volgende ochtend was het dier in goede conditie en at met
smaak.
Geval 6.
Een Bouvier, oud 7 maanden, reu, gewicht 15 kg. Chirur-
gische indicatie en behandeling: een groote verwonding aan
de staart; amputatie.
Om verschillende redenen werd afgeweken van de gebrui-
kelijke locale anaesthesie en werd de hond na morphine voor-
bereiding intraveneus ingespoten met 6 cc evipan natrium,
hetgeen een goede narcose gaf; tijdens de injectie onderging
de ademhaling een verandering in tempo en diepte, ze ver-
snelde en werd oppervlakkiger om na een paar minuten weer
rustig en diep te worden.
Verschijnselen: De reflexen en de sensibiliteit verdwenen
snel, zoodat spoedig tot de operatie kon worden overgegaan.
De narcose was diep en rustig. Het bijkomen duurde ongeveer
3 uur en werd door slaapperioden onderbroken. De pols en
ademhahng bleven vrij stationnair, de temperatuur zakte 1.7°.
P. |
T. |
A. | |
7 uur 35 injectie . . . |
. ... 120 |
38.2 |
50 |
8........ |
36.2 |
32 | |
9........ |
36.3 | ||
10........ |
36.5 |
Een Fox terrier, teef, oud 5 jaar en wegende 6 kg. Chirur-
gische indicatie en behandeling: tumor mammae. Exstirpatie.
Daar het dier nogal nerveus was werd besloten de operatie
in algemeene narcose te verrichten. Na morphine voorberei-
ding werd intraveneus 2.4 cc evipan natrium ingespoten. Een
goede narcose trad op.
Verschijnselen: De narcose trad na eenige minuten in, de
sensibiliteit verdween, de reflexen niet geheel, de pupil- en
corneareflex bleven heel zwakjes aanwezig. Direct werd ge-
opereerd, hetgeen pijnloos kon geschieden, althans zonder
eenige reactie van de zijde van het dier. Een half uur nadien
kwamen de reflexen langzamerhand terug; de postnarcotische
roes duurde circa uur, in dit stadium was het dier rustig.
De temperatuur zaktenbsp;De pols en de ademhaling bleven
ongeveer onveranderd.
7nbsp;uur 45 injectie........... . 33.3
Geval 8.
Een herdershond, oud 2 jaar, reu, wegende 35 kg. Chirur-
gische indicatie en behandeling: calculi vesicae urinariae:
Cystotomie. Een algemeene narcose was noodzakelijk. Na
morphine voorbereiding werd intraveneus 14 cc evipan natrium
ingespoten. De narcose was goed.
Verschijnselen: Gedurende de injectie trad de narcose reeds
in en 15 minuten na de injectie kon met de operatie worden
begonnen. De peritoneaal reflex was verdwenen en gedurende
de operatie was volkomen anaesthesie der weefsels aanwezig.
De temperatuur was 45 min. na de operatie gezakt tot 35.5,
doch steeg toen geleidelijk naarmate het dier bijkwam. Ook
de ademhaling was eenige tijd verontrustend langzaam, hoewel
bevredigend diep, n.l. tijdens de operatie 8 per minuut. De
patient bleek van de narcose geen schadelijke gevolgen te
hebben ondervonden.
Geval 9.
Een duitsche dog, oud 6 jaar, teef, wegende 46 kg. Chirur-
gische indicatie en behandeling: groote tumor. Exstirpatie in
de schoftstreek.
Besloten werd een volledige narcose te geven, door 18.4 cc
evipan natrium intraveneus in te spuiten na morphine voorbe-
reiding. Een diepe narcose werd verkregen.
Verschijnselen: Om 1 uur 30 werd 100 mg hydrochloras
Morphini subcutaan ingespoten en 2 uur 20 min. de evipan
natrium intraveneus. De sensibiliteit van de huid en torus
was spoedig verdwenen, ook de reflexen konden niet meer
worden opgewekt. De pupil was vergroot. Het dier was om
2 uur 23 min. in volledige narcose. Excitatie verschijnselen
deden zich niet voor. Om 2 uur 55 min. begon de cornea-
reflex terug te komen. De sensibiliteit bleef evenwel nog af-
wezig en de operatie kon dan ook rustig verricht worden,
zonder eenig reageeren van het dier. Tegen 4 uur ontwaakte
de hond zonder excitatie en was tegen 9 uur behoudens lichte
ataxie in staat om te staan. De volgende ochtend bleek dat de
narcose zonder nadeel voor de patient geweest was.
P. |
T. |
A. | ||
1 uur |
30 injectie |
130 |
38.5 |
16 |
2 „ |
20 . . |
140 |
37.3 |
12 |
2 „ |
50 . . |
120 |
36.4 |
12 |
3 „ |
55 . . |
100 |
35.7 |
8 |
8 „ |
• • |
100 |
36 |
30 |
Geval 10.
Fox terrier, teef, wegende 6 kg. Klinische indicatie: chroni-
sche locale apostemateuze dermatitis. Chirurgische behandeling:
Exstirpatie der pathologische huidgedeelten. Een algemeene
narcose werd toegepast door intraveneuse injectie van 2.4 cc
evipan natrium na morphine voorbereiding.
Verschijnselen: Om 9 uur 30 werd 28 mg hydrochloras
morphini subcutaan toegediend. Om 10 uur was de hond nog
zeer onrustig; door de onverwachte bewegingen mislukte de
intraveneuze injectie van 2.4 cc evipan natrium, doordat de
vloeistof deels in het subcutane weefsel terecht kwam.
De hond werd wel eenigszins suf en vertoonde geringe
spierslapte, doch het was noodzakelijk om een nieuwe injectie
te geven voor een voldoende diepe narcose.
Om 10 uur 30 werd wederom 2.4 cc evipan natrium intra-
veneus toegediend en nu trad onmiddellijk een zeer diepe
narcose in. De kleine huidoperaties konden met succes en
zonder stoornis worden verricht. De narcose duurde eenige
uren; het bijkomen werd afgewisseld met langdurige nasiaap
en duurde 6—7 uur. Psychische noch motorische excitatie
werd waargenomen. De temperatuur daalde geregeld en was
om 6 uur des avonds zelfs beneden de 35°. Het dier werd in
dekens gepakt en met een electrische kachel verwarmd. Om
10 uur des avonds was de temperatuur gestegen tot 35.4. Des
ochtends om 6 uur was de temperatuur nog slechts 35.7 en
om 9 uur 36°. In de loop van de dag trad langzamerhand her-
stel in, doch eerst de volgende dag was de toestand wederom
geheel normaal. De patiënt at en dronk goed en vertoonde
geen enkel nadeehg gevolg van de evipan natrium narcose.
10 uur eerste injectie (grootendeels
periveneus)nbsp;120nbsp;38nbsp;30
10nbsp;„ 30 tweede injectie..........110nbsp;36.5nbsp;18
11nbsp;........................92nbsp;35.9nbsp;16
H .. 30 ....................72nbsp;35.5nbsp;15
12nbsp;........................66nbsp;35.5nbsp;15
12 30 ....................64nbsp;35.4nbsp;20
1........................60nbsp;35.3nbsp;20
-ocr page 53-1 uur 30 .......... 72 35.2 22
6 „ v.m....................35,7
Conclusie:
Hoewel bij één patiënt een onvoldoende narcose werd ver-
kregen, mag toch uit de verslagen der 9 andere patienten de
conclusie worden getrokken, dat met de combinatie van 1.5 mg
zoutzure morphine subcutaan per kg, na uur gevolgd door
een intraveneuze injectie van 0.4 cc evipan natrium per kg,
een voor de practische chirurgie goed bruikbare narcose kan
worden verkregen. Excitatie werd nooit tijdens de narcose
en slechts een keer bij het ontwaken bemerkt, behoudens in
één geval, waarbij psychische en motorische onrust in het
postnarcotische stadium aanvalsgewijze werd waargenomen.
B. Aansluitend aan de toepassing der intraveneuze inspui-
ting werd bij enkele patienten de chirurgische behandeling
verricht na intra-abdominale injectie van 0.4—0.6 cc evipan
natrium, voorafgegaan door subcutane injectie van Ij/j mg
zoutzure morphine.
Geval 1.
12-jarige herdershond, wegende Tl.5 kg. Chirurgische in-
dicatie: groote tumor mammae. Exstirpatie. Het dier was
overigens gezond. Intra-abdominaal werd 11 cc evipan natrium
(0.4 cc per kg) ingespoten na voorbereiding met morphine.
Een voldoende narcose bleef uit.
Verschijnselen: Spoedig na de injectie trad matige spier-
slapte in en verminderde sensibiliteit, terwijl de reflexen sterk
verzwakten. Het dier behield het bewustzijn. Een verdieping
der narcose werd niet verkregen; de operatie werd onder locale
anaesthesie verricht.
Chirurgische behandehng van een herder: castratie. Na
morphine voorbereiding werd 12 cc evipan natrium intra-
abdominaal ingespoten (0.6 cc per kg). Een narcose van 90
minuten trad op.
Verschijnselen: De goede narcose duurde 90 minuten en
de castratie kon zonder stoornis verricht worden. Het bijkomen
duurde ongeveer 4 uur en geschiedde zonder excitatie. De
temperatuur zakte tot 35.6°. Na 12 uur was de hond geheel
normaal.
Geval 3.
Fox-hondje, gewicht 8 kg. Klinische indicatie: ernstige
prolapsus recti. Chirurgische behandeling: darmresectie. On-
der narcose geopereerd door na morphine voorbereiding 4.8 cc
evipan natrium (0.6 cc per kg) intra-abdominaal in te spuiten.
Verschijnselen: Na 3 minuten trad een goede narcose in
met volkomen anaesthesie tijdens de behandeling. Het lang-
zame ontwaken geschiedde zonder excitatie.
Geval 4.
Een herdershond van 3 jaar, gewicht 18 kg, werd door auto
aangereden, waardoor een gecompliceerde kaakfractuur met
verwonding van het onderste rechter ooglid en de rechter neus-
schelp ontstond. Chirurgische behandeling. Kaakfractuur-
hechting, wondhechting. Voor de behandehng bleek een alge-
meene narcose gewenscht, en ter plaatse werd subcutaan 30 mg
hydrochloras Morphini toegediend. Een uur na deze injectie
werd intra-abdominaal 11 cc evipan natrium (0.6 cc per kg)
ingespoten.
Verschijnselen: 4 Minuten na de injectie was een goede
narcose opgetreden met volkomen afwezigheid van reflexen
en sensibiliteit. De narcoseduur was 55 minuten. Tijdens het
aanleggen der laatste huidhechtingen kwam de sensibiliteit
iets terug. Het bijkomen geschiedde rustig. De pols bleef
regelmatig en krachtig. De temperatuur was gedurende de
narcose 1.6° gedaald.
Geval 5.
Jachthond, gewicht 5.2 kg. Khnische diagnose: misvorming
oorschelp. Chirurgische behandeling: Cosmetische operatie
Tot een algemeene narcose werd besloten en na voorbereiding
met morphine werd intra-abdominaal 3.12 cc evipan natrium
ingespoten. Een goede narcose werd verkregen.
Drie minuten na de injectie shep de hond in en verdwenen
reflexen en sensibiliteit.
8 Minuten na de injectie werd met de operatie begonnen,
welke geheel pijnloos verliep.
Het bijkomen geschiedde zonder onrust-verschijnselen. De
nasiaap duurde uren. De temperatuur daalde 2°. De pols
bleef voortdurend goed. De ademhaling, welke na de injectie
onregelmatig en meer frequent was, werd tijdens de operatie
langzamer en dieper en had een regelmatig tempo.
Conclusie:
Uit de verschillende protocollen dezer proevenreeks blijkt,
dat de gecombineerde methode der subcutane injectie van
1.5 mg zoutzure morphine per kg en der intra-abdominale in-
jectie van 0.6 cc evipan natrium per kg een voor operatieve
doeleinden practisch bruikbare narcose waarborgt, die gevolgd
wordt door een doorgaans lang en rustig postnarcotisch
stadium.
HOOFDSTUK V.
EIGEN ONDERZOEKINGEN BETREFFENDE
DE EVIPAN NATRIUM NARCOSE BIJ DE KAT
Aangezien het onderzoek er op gericht moest zijn, te onder-
zoeken of boven vermelde narcose voor de praktijk bruikbaar
was, leek het mij onnoodig proeven te verrichten, waarbij de
evipan natrium intraveneus werd toegediend, daar de intra-
veneuze injectie bij katten zonder een deskundige fixatie der
dieren door een geroutineerd helper in de praktijk een bijna
onoverkomelijke moeilijkheid oplevert. De intra-abdominale
toediening werd daarom gekozen, mede op grond van de gun-
stige ervaringen door Ojemann verkregen. (Zie literatuur).
A. Intra-abdominale injectie van 0.2 cc evipan natrium
per kg.
Proef 1.
Bij een kat, 3 jaar, nerveus, gewicht 3 kg, werd 0.6 cc evipan
natrium intra-abdominaal ingespoten.
Geen narcose werd verkregen.
Verschijnselen: 2 Minuten nadat de kat ingespoten was,
begon het dier te waggelen, kon door spierslapte niet meer
staan en werd atactisch in zijn bewegingen.
De reflexen en de sensibiliteit bleven aanwezig. De gevoelig-
heid voor geluids- en aanrakingsprikkels was verhoogd. 10
Minuten na de injectie trad over het geheele lichaam, zoowel
in de romp- als in de extremiteit-musculatuur tremor muscu-
lorum op, voorts werden de beenen af en toe krampachtig
opgetrokken en gedurende enkele minuten in deze positie ge-
houden. De pupil was iets vergroot en reageerde zwakker.
50 Minuten na de injectie trachtte het dier op te staan, dit
gelukte, doch nog geruime tijd bleef de ataxie bestaan. Het
dier niesde voortdurend en wreef met zijn pooten langs de
neus, om dan plotseling weer met krampachtig opgetrokken
pootjes ter zijde te liggen.
Twee uur na de injectie werd de toestand iets beter, de
tonische krampen verminderden langzamerhand, evenals de
tremor musculorum.
5 Uren na de injectie was volledig herstel bereikt.
2 uur 18 injectie........ 190nbsp;38.5nbsp;40
2 30 .......... 160nbsp;37.8nbsp;32
2nbsp;„ 45 .......... 150nbsp;37.8nbsp;34
3nbsp;„ 30 .......... 160nbsp;38.1nbsp;30
B. Intra-abdominale injectie van 0.3 cc per kg.
Proef 2.
Bij een kat, oud 4 jaar, wegende 2.8 kg, werd 0.84 cc evipan
natrium intra-abdominaal ingespoten. Een narcose werd niet
verkregen.
Verschijnselen: Kort na de injectie begon het dier te wag-
gelen en vertoonde likbewegingen en speekselvloed, na 3 mi-
nuten bij het terzijde hggende dier gevolgd door spiertrilhngen
over het geheele lichaam, terwijl de reflexen en de sensibihteit
aanwezig waren.
7 Minuten na de injectie was de ademhahng stootend; het
dier vertoonde een sterke episthotonus. Een psychische de-
pressie bestond, zonder narcotische slaap.
Een kwartier na de injectie was het dier niet in staat op
te staan en was zoo gevoelig voor geluidsprikkels, dat daar-
door motorische en psychische excitatie kon worden opgewekt.
20 Minuten later niesde de kat af en toe en trachtte vergeefs
te staan. Dit gelukte pas een kwartier later, waarna het dier
met zeer ongecoördineerde gang rond liep. Een volkomen
herstel liet nog eenige uren op zich wachten.
Een aanzienlijke temperatuurdaling (1.6° C) werd vastge-
steld.
P. T. A.
10 uur 20 injectie....... 130 38.5 16
10 .. 24 .......... 180 37.5 28
10 „ 40 .......... 190 37.3 40
10nbsp;50 .............180 36.9 44
11nbsp;35 .......... 180 38.1 40
11 ..50 .......... 180 38.8 40
2............ 170 38.9 38
Proef 3.
Een kat, oud 2 jaar, wegende 3 kg, werd intra-abdominaal
ingespoten met 0.9 cc evipan natrium. Een narcose werd niet
verkregen.
Verschijnselen: Direct na de injectie vertoonde het dier
spierslapte, gepaard gaande met psychische en motorische
prikkelverschijnselen. De reflexen en de sensibiliteit bleven in
verminderde mate aanwezig, de pupillen waren vergroot en
reageerden slechts zwak op lichtprikkels.
De lichaamstemperatuurdaling was 35 minuten na de injectie
1.4° C; daarna steeg de lichaamswarmte geleidelijk tot het
normale. De ademhaling, evenals de polsfrequentie, was ge-
durende eenige uren verhoogd.
C. Intra-abdominale injectie van 0,4 cc evipan natrium
per kg.
Proef 4.
Bij een kat, wegende 3 kg, werd intra-abdominaal 1.2 cc
evipan natrium ingespoten. Een narcose werd niet verkregen.
Verschijnselen: Twee minuten na de injectie begon het dier
te waggelen en had tremor musculorum over het geheele
lichaam. Tevens vertoonde de kat niezen en speekselvloed.
10nbsp;Minuten na de injectie trok de kat in zijligging de pooten
krampachtig op en hield ze in deze gebogen stand gedurende
eenige tijd. Naast spierslapte bleven de reflexen en sensibiliteit
in verminderde mate aanwezig. De pupil was iets vergroot.
Het dier reageerde heftig op geluidsprikkels met refletorische
bewegingen en met psychische onrust. Deze toestand duurde
een uur, waarna de kat trachtte overeind te komen. De tremor
musculorum bleef nog steeds aanwezig.
Anderhalf uur na de injectie kwam het dier overeind. De
psychische toestand was nog niet normaal. Het duurde twee
uur alvorens de kat overeind kwam en met atactische gang
begon te loopen en daarna nog vier uur voor de normale toe-
stand optrad en het dier voedsel tot zich nam. De temperatuur-
daling was aanzienlijk.
11nbsp;uur 34 injectie....... 130 38.5 16
11nbsp;„ 45 .......... 190 37 36
12nbsp;„ 35 .......... 200 37.3 36
2nbsp;uur .......... 190 38.3 36
3nbsp;.. 15 .......... 200 38.5 40
Proef 5.
Bij een kat, wegende 2.5 kg werd intra-abdominaal 1 cc
evipan natrium ingespoten. Een lichte narcose van 12 minuten
werd verkregen.
Verschijnselen: Twee minuten na de injectie begon het dier
te waggelen en liet zich op de zijde vallen met tonische kram-
pen van de pooten, terwijl af en toe niesbuien optraden. 7 Mi-
nuten na de injectie was volkomen spierslapte opgetreden, met
verminderde reflexen. De cornea-reflex bleef het duidelijkst
aanwezig. De sensibiliteit was uiterst gering, op huidprikjes
en knijpen in de torus werd niet of zeer zwak gereageerd.
Een kwartier na de injectie kwam de sensibiliteit terug,
hoewel het dier nog in slaaptoestand verkeerde. 15 Minuten
later trachtte het liggende dier met de voorpooten loopbe-
wegingen te maken, terwijl het niezen en likken wederom
optrad.
De ademhahng en de pols werden onder het bijkomen lang-
zamer versneld, doch bleven regelmatig om daarna weer
rustiger te worden.
Een uur na de injectie werd de psychische toestand van de
kat beter en trachtte het dier overeind te komen. Op geluids-
prikkels werd heftig gereageerd; hoewel de ataxie geruime
tijd bleef bestaan, verdwenen alle verschijnselen binnen eenige
uren en 8 uur na de injectie kon van volledig herstel gesproken
worden.
P. |
T. |
A. | ||
10 uur |
30 injectie . . |
. . 180 ' |
38.9 |
48 |
10 „ |
45 ... . |
. . 210 |
37.6 |
54 |
11 |
. |
. . 196 |
37 |
zeer |
11 |
40 ... . |
. . 196 |
37.4 |
30 |
1 |
. |
. . 190 |
38.1 |
30 |
2 „ |
15 ... . |
. . 200 |
38.4 |
36 |
D. Intra-abdominale injectie van 0,6 cc evipan natrium.
Proef 1.
Bij een kater, wegende 2 kg, werd intra-abdominaal 1.2 cc
evipan natrium ingespoten.
Er werd geen narcose verkregen.
Verschijnselen: Eenige minuten na de injectie liet het wag-
gelende dier zich op de zijde vallen. Af en toe trad opistho-
tonus en tremor musculorum op.
5 Minuten na de injectie waren de reflexen en de sensibiliteit
verminderd, de vergroote pupil reageerde langzaam op licht-
prikkels, de pols bleef normaal, doch de ademhaling werd
oppervlakkig en frequent.
Een half uur na de injectie werden de reflexen krachtiger
en werd de gevoeligheid voor knijpen in de torus grooter.
Een uur na de injectie reageerde de pupil weer normaal,
kwamen sensibiliteit en reflexen terug en begon de kat moeite
te doen om overeind te komen, hetgeen na ruim een half uur
gelukte. De ademhahng werd frequent en af en toe hijgde het
dier. Tremor musculorum was nu en dan aanwezig. Soms ging
de kater gedurende eenige minuten op zijn zijde hggen en
reageerde op de minste aanraking met tonische, soms ook met
clonische krampen. Zeer langzaam werd het dier normaal, de
spierslapte en de onzekerheid in beweging bleven geruime tijd
bestaan.
T.
2 uur 15 injectie............38.6
2nbsp;.. 55 ............... 36.9
Proef 2.
Bij een kat, oud 2 jaar, wegende 3.5 kg, werd intra-abdomi-
naal 2.10 cc evipan natrium ingespoten. Deze injectie gaf geen
narcose.
Verschijnselen: Vier minuten na de intra-abdominale in-
jectie ging de kat op de zijde liggen.
Het dier vertoonde tremor musculorum en opisthotonus. De
sensibiliteit en de reflexen waren verminderd, terwijl de kat
in slaaptoestand verkeerde. De ademhahng was oppervlakkig.
Doordat de membrana nictitans de cornea grootendeels be-
dekte, was de pupil niet te controleeren. Een uur na de injectie
kwamen de reflexen en de sensibiliteit terug en begon de kat
beweeglijker te worden om nog een uur later overeind te
komen. De geringste aanraking deed heftige tonische krampen
ontstaan. De ataxie en de spierslapte bleven nog geruime tijd
bestaan. De temperatuur zakte 1.5° C.
T.
2 uur injectie .............38.7
-ocr page 62-Proe/ 3.
Een kat, wegende 2.50 kg, werd intra-abdominaal inge-
spoten met 1.5 cc evipan natrium. Een narcose trad niet op.
Verschijnselen: Vijf minuten na de injectie waren spiertonus,
reflexen en sensibiliteit sterk verminderd.
Dit duurde 40 minuten, waarop de corneareflex weer dui-
delijker werd en de sensibiliteit grooter. Af en toe trad tremor
musculorum op. Een uur na de injectie poogde de kat op te
staan. Af en toe traden tonische, clonische krampen op vooral
na contact- of geluidsprikkels. Ataxie, spierslapte en roes ver-
dwenen langzaam.
Proe/ 4.
Een katertje van 2.6 kg werd intra-abdominaal ingespoten
met 1.60 cc evipan natrium. Een lichte narcose van 20 minuten
werd verkregen.
Verschijnselen: De reflexen en de sensibiliteit waren ge-
durende 20 minuten sterk verminderd. De ademhaling was
oppervlakkig en frequent. De pupil, die iets vergroot was,
begon na de roes duidelijker op lichtprikkels te reageeren.
Onzekerheid in beweging, spierslapte en slaaptoestand
bleven nog geruime tijd bestaan. De temperatuur daalde 1.8quot;.
Proef 5.
Een kat, oud 2 jaar, wegende 2.5 kg, werd intra-abdominaal
ingespoten met 1.5 cc evipan natrium. Een lichte narcose van
15 minuten trad op.
Verschijnselen: Vijf minuten na de injectie werd een lichte
narcose opgewekt met sterk verminderde reflexen en sensibili-
teit. De vergroote pupil bleef langzaam op licht reageeren.
Opvallend was de langdurige roes na de narcose en de reactie
op geluids- en contactprikkels.
E. Intra-abdominale injectie van 0.8 cc evipan natrium
per kg.
Proef 1.
Bij een gezonde kat, wegende 2.5 kg, werd intra-abdominaal
2 cc evipan natrium ingespoten.
Een goede narcose werd verkregen van 55 minuten.
Verschijnselen: 2 Minuten na de injectie begon het dier
te waggelen en het zich op de zijde vallen, terwijl af en toe
niesbuien optraden. Een psychische verdoovingstoestand trad
in. De reflexen en de sensibihteit verdwenen spoedig, terwijl
de pupil niet meer gevoelig bleek voor lichtprikkels, zoodat
8 minuten na de injectie volkomen anaesthesie was opgetreden.
De ademhaling werd kort na de injectie frequent, oppervlakkig
en onregelmatig, doch rustig en verdiept gedurende de narcose.
De narcose duurde 55 minuten, waarna reflexen en sensibiliteit
langzamerhand terugkeerden. Bij het bijkomen trad tremor
musculorum op en vond in lighouding een onwillekeurige urine-
loozing plaats, terwijl de ademhahng in frequentie toenam.
De pupil reageerde nauwelijks. Het bijkomen ging met eenige
motorische onrust gepaard. De ataxie en de spierslapte, welke
duidelijk waarneembaar waren tijdens de pogingen van het
dier, zich in staande houding te brengen en zich te verplaatsen,
duurden nog geruime tijd. Overigens was de postnarcotische
periode door langdurende rustige slaap gekenmerkt. 4 Uur na
de injectie was de kat weer geheel normaal. De daling der
lich. temperatuur was zeer groot (2.3° C).
T.
7nbsp;uur 50 injectie......38.2
-ocr page 64-9nbsp;„ 45 ..................37.1 zeer beweeglijk
10nbsp;„ 20 ..................36.8
10nbsp;„ 45 ..................37.5
Proef 2.
Kat, 2 jaar, wegende 2.5 kg, werd intra-abdominaal inge-
spoten met 2.0 cc evipan natrium. Een goede narcose van een
uur trad op.
Verschijnselen: 2 Minuten na de injectie begon het dier te
waggelen en liet zich op de zijde vallen. De reflexen en de
sensibiliteit verdwenen spoedig, terwijl de tonus van de spieren
verminderd aanwezig was. Geruime tijd bleven gebrekkige
coordinatie en de narcose roes bestaan.
De narcose duurde ongeveer een uur, waarna de reflexen
en de sensibiliteit terugkwamen. Evenals in voorgaande proe-
ven werd opgemerkt, dat, door een rustige omgeving, waardoor
het dier geen of weinig sensorieele prikkels te verwerken
kreeg, het optreden van tonische en clonische krampen aan-
merkelijk kon worden tegengegaan. De temperatuur daalde
2.8°. De hartwerking bleef normaal, de ademhaling was alleen
kort na de injectie iets frequenter.
8 uur 30 injectie............38.6
9nbsp;„nbsp;..............37.2
-ocr page 65-Proef 3.
Een gezonde kat, wegende 3.5 kg, werd intra-abdominaal
ingespoten met 2.8 cc evipan natrium. Een narcose van 30
minuten trad op.
Verschijnselen: 2 Minuten na de injectie begon het dier te
waggelen en nam spoedig de zijhgging als houding aan. Het
duurde nog 6 minuten, alvorens de reflexen en de sensibiliteit
verminderden en 15 minuten voordat deze geheel verdwenen
waren.
Een half uur na het begin der narcose kwamen de reflexen
successievelijk terug, ook de sensibiliteitsreacties werden posi-
tief. Af en toe trad tremor musculorum op. Op de geringste
aanraking kreeg het dier een schok en traden clonische,
tonische krampen op. Het beeld geleek daarbij op de sterk
verhoogde reflexprikkelbaarheid van het met strychnine be-
handelde dier. De temperatuur zakte 1.9°. Herstel trad lang-
zaam op. De nasiaap was rustig, doordat het dier ook in een
zeer rustige omgeving werd gebracht.
Proef 4.
Een kat, wegende 2 kg, werd intra-abdominaal ingespoten
met 1.6 cc evipan natrium per kg.
Een narcose van 40 minuten trad op.
Verschijnselen: Na 3 minuten trad spierslapte op, en liep
het dier waggelend rond om ten slotte op de zijde te blijven
hggen. De ademhaling werd frequent. 9 Minuten na de injectie
was een goede narcose aanwezig, waaruit het dier na 40 mi-
nuten ontwaakte. Tijdens de narcose was de hartslag normaal
en de ademhaling rustig en verdiept. Terwijl het dier af en toe
tremor musculorum van de romp- en extremiteitmusculatuur en
episthotonus vertoonde, kwamen de sensibihteit, de lichaams-
reflexen en de pupilreactie terug. Het bijkomen ging zeer lang-
zaam en rustig, dit laatste vooral door het feit, dat alle uit-
wendige prikkels wederom werden vermeden.
F. Intra-abdominale injectie van 1 cc evipan natrium per kg.
Proef 1.
Een kater, wegende 3.3 kg, werd intra-abdominaal ingespo-
ten met 3.3 cc evipan natrium. Een diepe narcose van ongeveer
2 uur trad op.
Verschijnselen: Kort na de injectie werd de ademhaling
zeer frequent en oppervlakkig, na het intreden der narcose
werd ze veel rustiger en dieper. De narcose duurde ruim
2 uur, waarna de reflexen en de sensibiliteit langzamerhand
terugkwamen. De roes duurde vele uren, waarbij perioden van
slaap en excitatie afwisselden. De excitatie uitte zich in toni-
sche, clonische krampen en episthotonus, die vooral optraden
P. |
T. |
A. | |
5 min. na injectie |
.....220 |
38.8 |
51 |
25....... |
.....200 |
37.9 |
14 |
50....... |
.....200 |
37 |
12 |
1 uur 10 „ |
.....200 |
36.4 |
12 |
2i ., „ „ |
36 | ||
3....... |
36.1 |
Proef 2.
Een katje van 2 jaar, wegende 2 kg, werd intra-abdominaal
ingespoten met 2 cc evipan natrium. Een goede narcose van
V/2 uur was het gevolg.
Verschijnselen: Direct na de injectie was de ademhaling
zeer frequent. 6 Minuten na de injectie trad een diepe narcose
op en werd de ademfrequentie weer langzamer. Anderhalf uur
na de injectie kwamen de reflexen en de sensibiliteit zeer lang-
zaam terug en ontwaakte het dier onder tonische-clonische
krampen en opisthotonus bij de geringste geluids- of contact-
prikkels. De lichaamstemperatuur daalde tijdens de narcose
zeer aanzienlijk (3.3° C).
P. |
T. |
A. | |
10 min. na injectie . . . , |
. ... 220 |
38.8 |
42 |
30.......... |
, ... 200 |
37.1 |
16 |
45.......... |
. ... 200 |
36.5 |
16 |
1 uur „ „ . . . , |
. ... 210 |
36.5 |
21 |
H.......... |
. . . . 200 |
35 |
28 |
35.2 |
Proef 3.
Een kat, wegende 3.3 kg, werd intra-abdominaal ingespoten
met 3.3 cc evipan natrium. Een zeer goede narcose van ± 2
uur werd verkregen.
Verschijnselen: Kort na de injectie trad een zeer frequente
ademhaling op en niesde en hoestte de kat onophoudelijk.
8 Minuten na de injectie hielden deze verschijnselen op en trad
een narcose in, die bijna 2 uur duurde. Het ontwaken ging ook
ditmaal gepaard met tonische-clonische krampen en opistho-
tonus. De daling der lichaamstemperatuur is 1.7°.
8 min. na de injectie............220nbsp;38.8nbsp;42
20 ........ ............200nbsp;37.9nbsp;26
1 uur........................200nbsp;37.1nbsp;28
2i............................220nbsp;37.4nbsp;36
G. Intra-abdominale injectie van 1.2 cc evipan natrium
per kg.
Een kat, wegende 2.5 kg, werd intra-abdominaal ingespoten
met 3 cc evipan natrium. Een diepe narcose van 55 minuten
trad op.
Verschijnselen: 5 Minuten na de injectie was een volkomen
narcose opgetreden. Een uur na de injectie kwam de cornea-
reflex iets terug, ook reageerde het dier zwak op huidprikjes
en knijpen in de torus. De ademhaling was verlangzaamd en
verdiept, terwijl de pols frequenter werd. De temperatuur
daalde aanzienlijk n.l. 4° tijdens de narcose, daarna nog 2.2°
gedurende de volgende 24 uur om dan geleidelijk weer te
stijgen.
Kort na de narcose traden af en toe spiertrillingen op, terwijl
de ademhaling buccaal werd en verdiept.
De roes duurde bijna twee dagen, waarna het dier voor het
eerst iets begon te drinken.
10 uur 45 injectie.......112
50
30
45
10
10
11
11
12
14
18
23
p. |
T. |
A. |
112 |
38.5 |
20 |
160 |
37.5 |
14 |
160 |
36.1 |
12 |
180 |
34.2 |
12 |
190 |
33.6 |
12 |
192 |
33.2 |
12 |
160 |
33 |
14 |
32.3 | ||
35 |
volgende dag 12 uur weer ...
Conclusie:
Uit de proeven met de verschillende doseeringen (0.2—1.2
cc per kg) van evipan natrium bij de kat genomen, blijkt, dat
na intra-abdominale injectie een snel intredende, gemiddeld
45 minuten durende, narcosetoestand intreedt bij een doseering
van 0.8 cc per kg.
Kleinere doseering geeft geen of te korte narcose. Hoogere
doseering bleek niet toxisch voor het dier, doch gaf geen bij-
zondere voordeelen.
Een motorische en soms psychische overprikkehngstoestand
werd veelal in het postnarcotische stadium, dat lang duurt,
waargenomen.
Door vermijding van sensorieele prikkels, kunnen de be-
zwaren daarvan worden vermeden.
TOEPASSING BIJ EENIGE PATIENTEN.
In verband met de gunstige resultaten bij proefkatten ver-
-ocr page 69-kregen met een intra-abdominale injectie van 0.8 cc evipan
natrium per kg, werd bij een aantal patienten deze methode
toegepast. Voor absolute rust tijdens en na het bijkomen werd
zorg gedragen, waardoor het gelukte de nadeelen van de
motorische overprikkehng in het postnarcotische stadium sterk
te reduceeren of geheel te doen verdwijnen.
Geval 1.
Een 5-jarige kat, gewicht 5 kg. Khnische indicatie: ernstige,
chronische fistel aan de linker halsvlakte. Therapie: Chirur-
gische behandeling.
Voor de behandeling was een narcose gewenscht. Ze werd
verkregen door een intra-abdominale injectie met 3.84 cc
evipan natrium.
Verschijnselen: 5 Minuten na de injectie begon de kat te
waggelen, viel telkens om en werd op de rechter zijde gelegd.
Kort daarop verdwenen de reflexen en de sensibiliteit en 8
minuten na de injectie was een volkomen narcose ingetreden.
De operative behandeling kon zonder eenige pijn voor het dier
verricht worden.
De ademhahng werd kort na de injectie frequent, doch
rustiger en verdiept gedurende de narcose. De temperatuur
daalde 1.5°; gedurende het ontwaken steeg ze weer.
Het bijkomen was rustig, wel af en toe tremor musculorum.
De kat had een langdurige nasiaap, vooral rustig, doordat alle
licht-, geluids- en aanrakingsprikkels vermeden werden.
Geval 2.
Een 3-jarige kat, gewicht 5.4 kg. Klinische indicatie:
gecompliceerde fractuur van de femur. Therapie: repositie,
respectievelijk verband-fixatie.
In narcose gebracht door een intra-abdominale injectie van
4.3 cc evipan natrium.
Verschijnselen: 7 Minuten na de injectie trad een goede
narcose op. Alle reflexen en de sensibiliteit waren afwezig. De
anaesthesie manifesteerde zich vooral in het feit, dat de re-
positie pijnloos kon geschieden. Gedurende de narcose, welke
50 minuten duurde, daalde de temperatuurnbsp;E^n voordeel
was de atonie der extremiteit musculatuur, waardoor de
repositie en het aanbrengen van het verband goed konden
geschieden en verder de nasiaap, waardoor het dier zich lang-
zamerhand aan het verband kon gewennen.
Geval 3.
2-jarige kat, wegende 2.5 kg. Chirurgische indicatie en be-
handeling: Corpus ahenum in de maag. Gastrotomie.
Voor narcose werd 2 cc evipan natrium intra-abdominaal
ingespoten.
Verschijnselen: Reeds 8 minuten na de injectie trad een
goede narcose roes op met volkomen afwezigheid van reflexen
en sensibiliteit. De ademhaling werd de eerste minuten iets
frequenter, spoedig echter weer rustiger en meer verdiept. De
pols bleef stationnair, ook gedurende de operatie, die geheel
pijnloos kon worden verricht. 1 uur na de operatie ontwaakte
de patiënt. De temperatuur daalde belangrijk n.1. tot 36.8,
daarom werd het dier in een warme rustige omgeving gelegd.
Een uur na de operatie was de temperatuur 37.2 en geraakte
het dier in diepe nasiaap.
Geval 4.
Een kat, wegende 3 kg. Chirurgische indicatie en behan-
deling: Corpus alienum in de darm. Enterotomie. Algemeene
narcose door een intra-abdominale injectie van 2.6 cc evipan
natrium.
Verschijnselen: De poes werd om 3 uur ingespoten. De
patiënt was zeer nerveus en het duurde dan ook tot 3 uur 15
minuten, alvorens de reflexen en de sensibiliteit nagenoeg ver-
dwenen waren. Eenige sensibiliteit van de huid bleef aan-
wezig, zoodat een weinig aether toegediend werd. Om 4 uur
20 minuten was de operatie afgeloopen. Ze verliep vlot en
zonder pijnreactie; de temperatuur daalde tijdens de narcose
Geval 5.
Een kater, wegende 2.5 kg. Chirurgische behandeling:
Castratie. Het dier werd daartoe intra-abdominaal ingespoten
met 2 cc evipan natrium. Een goede narcose werd verkregen.
Verschijnselen: Drie minuten na de injectie liet het dier zich
op de zijde vallen, schudde iets met de kop, ademde frequent
en sliep in, zoodat acht minuten na de injectie volkomen nar-
cose met algeheele afwezigheid van reflexen en sensibihteit
was verkregen. De ademhaling was in dit stadium rustig.
Twee minuten na het intreden van de narcose werd de
kater aan een zijde gecastreerd, waarbij alle pijngevoel afwezig
bleek te zijn. 25 Minuten later werd de tweede testikel ver-
wijderd, hetgeen eveneens pijnloos verhep. 45 Minuten na
het inslapen kwamen de reflexen en de sensibiliteit langzamer-
hand terug. De temperatuur daalde gedurende de narcose 2.1°.
P. |
T. |
A. | |
1 uur na de injectie .... |
... 180 |
36.7 |
20 |
li ............ |
36.8 |
28 | |
3 „ „ .. . . . . |
37.2 |
Geval 6.
Een kleine kat, gewicht 2.6 kg. Klinische indicatie en chirur-
gische behandeling: fracturae et vulnera, wondbehandehng,
amputatie.
Het dier werd door de tram zwaar gewond en met nagenoeg
afgereden rechter achterpoot en staart opgenomen. De linker
achterpoot vertoonde ernstige vleeschwonden, terwijl het tar-
saal gewricht geheel open lag. Voor de behandehng was een
narcose gewenscht, daarom werd intra-abdominaal 2 cc evipan
natrium toegediend. Een goede narcose trad op.
Verschijnselen: Drie minuten na de injectie sliep het dier in.
De achterpoot werd geamputeerd, terwijl de staart met een
gedeeke van de staartwortel-huid eveneens weggenomen moest
worden.
De wonden werden gehecht, de gewrichtswonden met lever-
traanzalf behandeld en verbanden aangelegd. De geheele be-
handeling duurde 50 minuten, waarbij alle pijngevoel afwezig
bleek te zijn. Langzamerhand kwam de poes bij, doch verkeerde
nagenoeg 24 uur in een slaaptoestand, hetgeen de verwon-
dingen bijzonder ten goede kwam.
Geval 7.
Een kat, gewicht 3.3 kg. Klinische indicatie en chirurgische
behandeling: beginnende narcose van een onder-extremiteit
door circulaire omsnoering met metaaldraad. Verwijdering van
corpus ahenum. Voor de behandeling was een narcose ge-
wenscht. Daartoe werd 2.6 cc evipan natrium intra-abdominaal
ingespoten.
Verschijnselen: Eenige minuten na de injectie liet de kat
zich op de zijde vallen, kreeg eenige spiertrillingen, niesde en
schudde met de kop; de ademhaling werd frequent. 10 Minuten
na de injectie waren de pupil- en corneareflex, evenals de
sensibihteit verdwenen. Op knijpen in de torus werd niet ge-
reageerd, evenmin op huidprikjes. Het was nu eenvoudig om
zonder verdere hulp het koperdraad te verwijderen, de in-
snoeringswonde te behandelen en een verband aan te leggen.
De kat had een rustige naroes. 5 Dagen later werd de kat
nogmaals onder evipan natrium narcose behandeld. De patiënt
herstelde volkomen, waarbij evipan natrium als middel tot op-
wekking van een langdurende slaap uitstekende diensten deed.
Geval 8.
Een kater van 7 maanden, wegende 3.4 kg. Chirurgische
behandeling: castratie. Intra-abdominaal werd 2.7 cc evipan
natrium toegediend. Een goede narcose werd verkregen.
Verschijnselen: Twee minuten na de injectie begon de kat
te waggelen. Hij liet zich door spierslapte op de zijde vallen.
De reflexen en de sensibiliteit werden minder en 10 minuten
na de injectie was volkomen narcose verkregen.
15 Minuten na de injectie werd de kater gecastreerd, het-
geen zonder eenige pijnuiting gepaard ging. 50 Minuten na
de injectie trad nu en dan tremor musculorum op, terwijl de
minste prikkel tonisch-clonische krampen opwekte. De reflexen
en sensibiliteit kwamen terug. De kat viel spoedig in een diepe
nasiaap. De temperatuur daalde gedurende de narcose 1.8°.
De ademhaling was kort na de injectie en gedurende het bij-
komen frequent, doch gedurende de narcose verdiept en rustig.
Geval 9.
Een oude kat, oud 9}/^ jaar, gewicht 2.8 kg. Chirurgische
indicatie en behandeling: vrij groote tumor mammae. Exstir-
patie. De kat werd genarcotiseerd door intra-abdominale toe-
diening van 2.2 cc evipan natrium.
Verschijnselen: Eenige minuten na de injectie begon het
dier te waggelen en ging op de zijde liggen, kreeg plotseling
verschijnselen van nausea en braakte. Later bleek, dat de
eigenaar, niettegenstaande anders afgesproken was, de kat
tevoren eten had gegeven. Na 12 minuten waren de reflexen
en de sensibiliteit volkomen verdwenen. De pupil reflex bood
het langste weerstand. 15 Minuten na de injectie kon met de
operatie worden begonnen. De huidsnede veroorzaakte geen
pijn, evenmin de exstirpatie van de tumor. Ruim een uur na
de injectie kwam de sensibiliteit terug en reageerde de cornea
zwakjes.
De patiënt werd in een verwarmde ruimte gelegd, daar de
temperatuur 2.2° C gedaald was. Tijdens het postnarcotische
stadium bestond weder motorische onrust; clonisch-tonische
krampen konden door lichte sensorieele prikkels worden opge-
wekt. De narcose roes duurde overigens 6 uren.
Conclusie:
Bij de toepassing bij patienten van de in vorige proeven
reeds vermelde dosis evipan natrium (0.8 cc per kg) intra-
abdominaal bij de kat toegediend, blijkt, dat de verkregen nar-
cose voor operatieve doeleinden zich volkomen leent.
BESCHOUWING.
De in deze studie beschreven proefnemingen geven aan-
leiding tot enkele beschouwingen.
Vast is komen te staan, dat zoowel bij de hond als bij de
kat, bij de eerste diersoort in combinatie met morphine, een
voor klinische chirurgie bruikbare narcose met evipan natrium
is op te wekken.
De uitsluitende evipan natrium toediening is zelfs in relatief
hooge doseering niet in staat om bij de hond regelmatig een
narcose op te wekken; bij de kat echter wel.
De morphine dosis, benoodigd voor de gecombineerde nar-
cose is 0.5 mgr per kg en circa van de gebruikelijke dosis
voor proefnarcose bij het gebruik van inhalatie-narcotica.
De narcose treedt bij beide diersoorten uiterlijk na een paar
minuten op: bij de intraveneuze toediening meestal tijdens
de inspuiting. De narcoseduur met de aangegeven methoden
is gemiddeld één uur.
Het post narcotische stadium duurt vaak uren, het is veelal
bij de kat, doch soms ook bij de hond gekenmerkt door een
motorische en psychische gevoeligheid; bij de kat bestaat
daarbij meestal tremor musculorum; door zintuigprikkels
kunnen vooral tonische, soms ook clonische kramptoestanden
ontstaan. Door de patiënt na de operatie in zeer rustige om-
geving te plaatsen, worden deze prikkels vermeden en is de
nasiaap doorgaans rustig.
Het intoxicatie gevaar is klein; aanzienlijk hoogere, dan de
voor narcose aanbevolen doses, bleken ongevaarlijk te zijn.
Gewaarschuwd dient echter te worden tegen een te snelle
intraveneuze injectie; het injicieeren mag niet sneller geschie-
den dan met 12 sec. per cc vloeistof, daar anders de bloed-
concentratie aan evipan natrium te hoog is en het ademhalings-
centrum te sterk wordt beïnvloed.
Tijdens de intraveneuze injectie is steeds controle der adem-
haling noodzakelijk; meestal wordt tijdens de injectie een aan-
zienlijke verlangzaming, niet zelden zelfs worden perioden van
ademstilstand gezien, die echter nooit blijvende gevolgen had-
den. Tijdens zulke perioden moet met de inspuiting tijdelijk
gewacht worden. Spoedig na de injectie is de ademhaling
normaler en rustiger.
Een belangrijke invloed ondergaat blijkbaar ook het warmte-
reguleerende centrum, hetgeen tot uiting komt in de tijdens
en vaak ook na de narcose intredende daling van de lichaams-
temperatuur, die dikwijls eenige graden beloopt. Het is daarom
van belang, in het postnarcotische stadium de dieren een
warme hgplaats te verstrekken.
Wanneer de resultaten in de proefnemingen en bij de toe-
passing op patienten verkregen, samenvattend worden be-
schouwd, kan over het gebruik van evipan natrium ter be-
reiking van een voor operatieve doeleinden praktisch bruikbare
narcosetoestand, zoowel bij de hond als bij de kat een gunstig
oordeel worden uitgesproken.
Dit oordeel is in hoofdzaak gebaseerd op het feit, dat het
bij beide diersoorten gelukt is, een snel intredende, voldoende
langdurende en vrijwel ongevaarlijke narcose op te wekken.
Als betrouwbare methoden zijn daarvoor de volgende werk-
wijzen vastgesteld:
BIJ DE HOND:
lo. Een subcutane injectie van 0.5 mg zoutzure Morphine per
kg, na een half uur gevolgd door een langzaam toegedien-
de intraveneuze injectie van 0.4 cc evipan natrium per kg.
2o. Een subcutane injectie van 0.5 mg zoutzure Morphine per
kg na een half uur gevolgd door een intra-abdominale
inspuiting van 0.6 cc evipan natrium per kg.
BIJ DE KAT?
Een intra-abdominale injectie van 0.8 cc evipan natrium
per kg.
LITERATUURLIJST BETREFFENDE
DE TOEPASSING VAN DE EVIPAN
NATRIUM NARCOSE BIJ DE MENSCH
Baetzner. Die Evipan Natrium Narkose. Rückblick und Ausblick.
Arch. für klin. Chir. Kongreszband 183, 1935.
Bartlakowski. HäuHge Evipan Narkosen bei einem septisch. Kranken.
Zbl. für Chir. no. 47/1934.
B a u c k s, K. Erfahrungen mit der injizierbaren Evipan Natrium Narkose,
Zbl. für Chir. nr. 6 1938.
Baumecker, H. Evipan Natrium, eine neue Kurznarkose. Zbl. für
Chir. nr. 9 1932.
Baetzner. Über eine neue intravenöse Narkose mit Evipan Natrium.
D. med. W. nr. 2 1933.
Beaumont. Presse Medicale. ref. T. v. Geneesk. 1935.
Bichlmayr. Die neue intravenöse Evipan Kurznarkose. D. Zahn-
ärtzü. W. nr. 18 1933.
Dietrich Deinhardt. Evipan Natrium, ein neues intravenösen Kurz-
und Basis Narkotikum. Monatschr. für Gbh. und Gynäk. Band 94
1933.
Die tel, H. Der geburtshilfliche Dämmerschlaf durch rektale Verabfol-
gung von Evipan. Zbl. Gyn. nr. 34 1935.
Ernst, M. Evipan Natrium, ein neues Mittel zur intravenösen Allge-
meinnarkose. Münch, med. W. nr. 4 1933.
Fischmann, Josef. Coramin als Weckmittel bei Avertinnarkosen.
D. med. W. no. 6 1932.
F r i e d e m a n n, M. Die Evipan Natrium Narkose in der groszen Chirur-
gie. Der Chirurg Heft 9, 1933.
F u h r, R. Lieber Mittel und Wege zur Schmerzausschaltung in der Zahn-
heilkunde. Z.R. nr. 31, 1933.
Gaspar, E. und T r a v e n i, E. Erfahrungen bei 800 Evipan Natrium
Narkosen. W. Klin. W. nr. 52, 1935.
Gasteige r, H. Über die Verwendung der Evipan Natrium Narkose in
der Augenlieilkunde. Schmerz, Narkose, Anästhesie, Heft 2, 1934.
Gocke, H. Ein Beitrag zur Evipan Na Narkose. Zbl. Gyn. nr. 31, 1933.
G o c k e, H. Ein Beitrag zur Evipan Natrium Narkose. Zbl. für Gyn.
no. 31, 1933.
Harms, Klaus. Über die Dosierung des Evipan Natrium zur Erzielung
des Rausches und der Kurznarkose. D. Zbl. für Chir. 241 bd 12 Heft,
1935.
H e u b n e r und Schüller, J. Handbuch der experimentellen Pharma-
kologie.
H e rm an s. T. v. Geneesk. 1934, blz. 2472.
Holtermann, C. Ueber klinische Evipan Natrium Anwendung zur
Schmerzlinderung bei der Spontangeburt. Zbl. Gyn. nr. 15 M.M.W.
1933, nr. 40, 1933.
Hünermann, Th. Über Atemstörvmgen bei der Evipan Na Narkose
und ihre Vermeidung. Zbl. für Hals-, Nasen- und Ohrenheilkunde
39 Band 1 Heft 1936.
J o n g k e e s, L. B. W. Picrotoxine als tegengif tegen eenige slaapmid-
delen. Diss. Utrecht 1935.
Kaiman, Josef. Erfahrungen mit der Evipan Natrium Narkose in der
operativen Gynäkologie. Zbl. für Chir. nr. 26, 1933.
K i 11 i a n, H. Coramin als antidot bei Vergiftungen durch Narkotica imd
Hypnotica. Klin. W. no. 5, 1933.
K111 i a n, H. und U h 1 m a n n, F. Über die Reduktion der Avertiimarkose
durch Coramin. Arch. f. E. Path und Pharm. Ed. 158, 1931.
Klag es, F. Kindemarkosen mit Evipan Natrium. Der Chirurg Heft 10,
1933.
Köster, O. Die Evipan Natriumnarkose und Ihre Dosierung. Zbl. für
Gynäk. no. 26, 1933.
Kriebel, A. Klinische Erfahrungen mit der intravenösen Evipan Na
Kurznarkose. Z. für Lar. Rhin. Ot. u.s.w. Bd. 24 Heft 2, 1933.
Kuntze, W. Die Anwendung von Evipan Natrium in der Psychiatrie.
Münch. Med. W. no. 25, 1934.
Lange, K. und Wolffersdorff, W. v. Über die Anwendung des
Evipan Natriums bei groszen operativen Eingriffen. Zbl. für Chir.
nr. 6, 1937.
Lissard, Ernst. Evipan Natrium in der Geburtshilfe und Gynäkologie.
Münch, med. W. nr. 12, 1933.
Lauber, Joachim. Erfahrungen mit der intravenösen Rausch, Kurz-
und Basisnarkose met Evipan Natrium. Zbl. für Chir. no. 14, 1933.
Lotheissen, C. Evipan Natrium in der Lokalanästhesie. Zbl. für Chir.
nr. 10, 1935.
Pincus, Ludwig. De Evipan Na. Narcose bij oogheelkundige ope-
raties. T. v. Geneesk. 1935.
Posthumus, R. G. De Evipannarcose in de oogheelkunde bij zuige-
lingen. T. v. Geneesk. 1936.
Preissecker, E. Führt die intravenöse Kurznarkose zu einer Oxy-
dationshemmung im Körper. Med. Klin. nr. 38, 1934.
Sailer, Karl v. Über die Evipan Natriumnarkose in der Grossen
Chirurgie. Kl. W. no. 8, 1934.
Samuel, Max. Evipan Natrium zur schmerzlosen Geburt, sowie zur
Narkose in der Gynäkologie für Praxis und Klinik. D. m, W. nr. 8,
1933.
Schumacher, P. und Adler, E. Die intravenöse Evipan Natrium
Narkose in der Gynäkologie. Klin. W. nr. 25, 1933.
Schmitt, W. M. Die Evipan Natrium Narkose in der Zahnheilkunde.
Zahnärtzl. Rdsch. nr. 25, 1933.
Specht, K. Rausch-, Kurz- und Einleitungsnarkose mit Evipan Natrium.
Zbl. für Chir. Nr. 5, 1933.
Storm. Arch. Int. de Pharm, et de Ther. Bd. 185, 1935.
Stohr en Niederland. W. Klin. W. no. 31, 1935.
S t i m p f 1, A. Ist die intravenöse Evipannarkose ungefährlich? Münch,
med. W. no. 37, 1933.
Stefan, Hermann. Klinische Erfahrungen mit Evipan Natrium
(E.Na.) einem rasch wirkenden injizierbaren Einschlaf-, Narkose- und
Beruhigungsmittel. Münch, med. W. no. 21, 1933.
Eis, E. Evipan Natrium Rausch und Avertin Narkose, eine ideale
gegenseitige Ergänzung. D. med. W. no. 18, 1933.
Voss, E. A. Rausch und Kurznarkose bei Kindern mit Evipan Natrium.
D. med. W. no. 25, 1933.
Weese, H. Zur Problematik der Narkose mit flüssigen Stoffen. W.
Klin. W. no. 36, 1937.
Remmelts. T. v. Geneesk. no. 5236, 1935.
Ries, A. Univ. Frauenklin. Tübingen: Erfahrungen mit der Dilaudid-
Scopolamin Vorbereitung der Evipan Kurznarkose. Schmerz, Narkose
Anästhesie H. 2, 1937.
Steigelmann. Erfahrungen mit über 700 Evipan Natrium Narkosen.
Schmerz — Narkose — Anästhesie H. 1, 1937.
Walchshofe r, E. u. Boden. Erfahrungen mit der Evipan Na-
Narkose. Fortschr. d. Ther. H. 6, 1933.
Hauptmann, Alfred. Versuche zur rascheren Herheiführung einer
Hypnose. Klin. W. nr. 12, 1934.
Bichlmayr. Die neue intravenöse Evipan Kurznarkose. D. Zahn W.
no. 18, 1933.
Redenz, E. Über die Wirkung der Morphim Skopolaminvorbereitung
auf das Evipan und seine Umstimmung zum Dauemarkotikum.
Münch, med. W. no. 7, 1936.
Weigel, Hans. Die intravenöse Evipan Natriumnarkose in der Alb
gemeinpraxis. D. med. W. no. 10, 1933.
LITERATUURLIJST BETREFFENDE DE
EVIPAN NATRIUM NARCOSE BIJ DIEREN
1.nbsp;Achterlonie, Lindsay. Anesthesie in the dog bij intravenous
injection of Evipan sodium. Vet. Record Bd. 14 no. 21, 1934.
2.nbsp;Csato. Beitrag zum Studium der allgemeine Anästhesie bei der
Katze mit Evipan sodic. Jahresbericht der Vet. Med. Bd. 36, 1934.
3.nbsp;Pouchet. Pharmacia no. 20, 1934.
4.nbsp;Ganslmayer. Ein Beitrag zur Evipan Natrium Narcose beim
Hund. T. Rundschau 1934.
5.nbsp;Heger. Das neue Narkotikum Evipan Natrium. Berl. T. Woch.
1933.
6.nbsp;JormanenAbel. Evipan Natrium. Vet. Record 1937.
7.nbsp;Jongkees. Picrotoxine als tegengif tegen eenige slaapmiddelen.
Diss. Utrecht 1935.
8.nbsp;Jakes. Diss. Brünn 1934.
9.nbsp;Karger. Beitrage zur intravenöse Evipan Natrium Narkose beim
Hund. D. T. Woch no. 6, 1934.
10.nbsp;Kennedy and Narayana. Quart. Journ. Exp. Physiol. Bd. 24,
1934.
11.nbsp;Knebel, v. Evipan Natrium, ein neues Mittel zur intravenösen
Allgemeinnarkose bei Hunden. T. Rundschau 1933. .
12.nbsp;Lindsay. Anaesthesia in the Dog bij intravenous injection off
Evipan sodium. Vet. Record 1934.
13.nbsp;Munzig. Versuche mit Evipan Natrium als Narkotikum. Diss.
Leipzig 1935.
14.nbsp;N e c i p Z o b u. Jahresbericht der Vet. Med. Bd. 57. 1935.
15.nbsp;Ojemann. Bijdrage tot de Evipan natrium narcose. T. v. Dierge-
neeskunde Dl. 61, 1934.
16.nbsp;Schellner. Versuche mit Evipan natrium als Narkotikum beim
Pferde. T. Rundschau 1934.
17.nbsp;Steffens. Beitrag zur Narkose des Hundes. T. Rundschau 1933.
18.nbsp;Velu en Zottner. L'anesthésie générale par l'evipan sodique en
injection intraveneuse. Bull. Acad. Vet. France 1934.
19.nbsp;Velu, Zottner, Ipoustequy. L'anesthesie par l'evipan
sodique. Joum. Med. Vet. Bd. 56, 1934.
21. We e s e. Pharmakologie des intravenösen Kurznarkotikum Evipan
Natrium. D. Med. W. no. 8, 1933.
-.. ■ - .
C fr -nbsp;^ tB^îtel-s» »Ik jsch^ci: fliyjlv^ Ihn »fciirjisV .i-saîUjîsa M
•nbsp;^ ■%nbsp;^n usamp;KbsaïUJT Jbisn
~nbsp;^nbsp;X8sd5aî»a£ T SaojwH «A ^«K wt geïîtsQ .««»Îlsîg ji
«s sojrfïcî oaqiWI sis-iaa^atsSdfesj»quot;Jnbsp;c-nbsp;JSi ,
~ ïCquot;nbsp;^ j^f aaaisïlJ3V JsasA ßtiSnbsp;asirt)^
c«îf,-squot;I isç «zssöejwb'J quot;Ttapsjaooql .tscjio^^Snbsp;M /
. .rnbsp;oragsl .9«paioe
osqfj-S anriôQite^wJÎ aaftSfaVBrSm wb a^eleiemîsiR szv^W 42-a
^ os .W ^ .0 .^ha^
.. m
-ocr page 85-Bladz.
Inleiding..................... 9
HOOFDSTUK I.
Pharmacologie van cvipan-natrium.........10
Chemie........................
Pharmacologische onderzoekingen...............
HOOFDSTUK II.
Overzicht betreffende het gebruik van evipan natrium
bij de mensch...................
HOOFDSTUK III.
Literatuur betreffende de toepassing van evipan natrium
narcose bij de hond...............16
Literatuur betreffende de toepassing van de evipan natrium narcose
bij de kat......................
Literatuur betreffende de toepassing van evipan natrium bij de overige
dieren.....................20
HOOFDSTUK IV.
Eigen onderzoekingen betreffende de evipan natrium
narcose bij de hond...............21
Intraveneuze injectie van evipan natrium bij honden......22
-ocr page 86-Bladi.
Intra abdominale injectie van evipan natrimm bij honden ....nbsp;32
Gecombineerde injectie van morphine en evipan natrium.....37
Toepassing bij patienten................42
HOOFDSTUK V.
Eigen onderzoekingen betreffende de evipan natrium
narcose bij de kat.................52
Toepassing bij eenige patienten..............64
Beschouwing...................71
Literatuurlijst betreffende de toepassing van de evipan
natrium narcose bij de mensch..........74
Literatuurlijst betrefiFende de evipan natrium narcose bij
dieren.....................78
Voor de bestrijding van tuberculose bij het varken, moet
meer aandacht besteed worden aan de infectie door het ty-
pus gallinaceus.
De bestrijding van de Sarcoptes schurft bij het rund dient
wettelijk te worden geregeld.
Actieve deelname van de dierenartsen aan de luchtbe-
scherming is een nationale plicht.
De voeding van de legerpaarden voldoet niet aan de
eischen, welke de moderne voedingsleer stelt.
Het gebruik van Oleum Jecoris Aselli bij wondbehandeling
verdient ook in de diergeneeskunde alle aandacht.
VI.
Wanneer men verbreiding van ernstige infectieziekten als
b.v. cholera en pest bij onze pluimveestapel direct tot staan
wil brengen, dient de bestrijdingsdienst vooraf grondig te
worden georganiseerd.
In het algemeen moet de auto in het gebruik bij practi-
seerende artsen of dierenartsen worden beschouwd als te zijn
„nagenoeg uitsluitend voor praktijkquot;.
im
s.
s
Op blz. 68. 13e regel van boven, staat: narcose, moet zijn necrose.
„ 71, 12e „ „ „ „ 0.5, moet zijn 1.5 en
Vs' gt;» quot; Vs'
ft t» 72, 3e ti tt beneden, staat: 0.5.nbsp;7,5.
tt tt 73, le tt tt boven „ 0.5, „ „ 1.5
-ocr page 90-^^
^^ w
Vnbsp;'nbsp;gt; ' . I
'M
mi
■mm
■'•quot;-quot;■quot;'•■'.A ■r'ii.
i
-ocr page 94-■■•'t^'X^i.-
-ocr page 95-gt; ■
t:
■Ä ...
lt; v...... quot; quot;quot;
■'MM